IP100_FIN.doc

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

cdH

centre démocrate Humaniste

CD&V

Christen-Democratisch en Vlaams

ECOLO

Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

Front National

Mouvement réformateur

N-VA

Nieuw-Vlaamse Alliantie

Parti socialiste

sp.a-spirit

Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht

Vlaams Belang

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

Abréviations dans la numérotation des publications :

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 51 0000/000

Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer

QRVA

Questions et Réponses écrites

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV

version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV

voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)

CRABV

Compte Rendu Analytique (couverture bleue)

CRABV

Beknopt Verslag (blauwe kaft)

CRIV

Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)

CRIV

Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)

PLEN

séance plénière

PLEN

plenum

COM

réunion de commission

COM

commissievergadering

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :

publications@laChambre.be

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :

publicaties@deKamer.be

CRIV 51

PLEN 100

14/12/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SOMMAIRE

INHOUD

Excusés

Berichten van verhindering

PROJETS ET PROPOSITIONS

ONTWERPEN EN VOORSTELLEN

Projet de loi-programme (1437/1-32)

Ontwerp van programmawet (1437/1-32)

- Projet de loi portant des dispositions diverses
(1438/1-9)

- Ontwerp van wet houdende diverse bepalingen
(1438/1-9)

- Proposition de loi instaurant une réduction
d'impôt pour les travaux effectués à l'habitation
personnelle en vue de pouvoir y passer ses vieux
jours (895/1-2)

- Wetsvoorstel houdende de invoering van een
belastingvermindering voor werken aan de eigen
woning met het oog op het ouder worden (895/1-
2)

- Proposition de loi modifiant la loi du
10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage,
sur les entreprises de sécurité et sur les services
internes de gardiennage en vue d'étendre les
compétences des membres des services internes
de gardiennage et leurs moyens de défense
contre les agressions (1178/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van
10 april 1990 op de bewakingsondernemingen,
beveiligingsondernemingen en interne
bewakingsdiensten tot uitbreiding van de
bevoegdheden en middelen van verweer tegen
agressie voor de leden van interne
bewakingsdiensten (1178/1-2)

- Proposition de loi modifiant les articles 116,
14519 et 516 du Code des impôts sur les
revenus 1992 (1291/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 116,
14519 en 516 van het Wetboek van de
Inkomstenbelastingen 1992 (1291/1-2)

- Proposition de loi visant à accorder le bénéfice
du crédit d'impôt aux agriculteurs qui sont
imposés sur une base forfaitaire (1335/1-2)

- Wetsvoorstel tot toekenning van het voordeel
van het belastingskrediet aan landbouwers die op
forfaitaire basis belast worden (1335/1-2)

Reprise de la discussion générale

Hervatting van de algemene bespreking

Orateurs: Dylan Casaer, rapporteur, Francis
Van den Eynde, Camille Dieu, François
Bellot, Johan Vande Lanotte, vice-premier
ministre et ministre du Budget et des
Entreprises publiques

Sprekers: Dylan Casaer, rapporteur, Francis
Van den Eynde, Camille Dieu, François
Bellot, Johan Vande Lanotte, vice-eerste
minister en minister van Begroting en
Overheidsbedrijven

CRIV 51

PLEN 100

14/12/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

SEANCE PLENIERE

PLENUMVERGADERING

MARDI

DECEMBRE

2004

Soir

______

van

DINSDAG

DECEMBER

2004

Avond

______

La séance est ouverte à 18.04 heures par M. Herman De Croo, président.
De vergadering wordt geopend om 18.04 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.

Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Johan Vande Lanotte.

Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.

Excusés
Berichten van verhindering

Marleen Govaerts, Hagen Goyvaerts, empêché / verhinderd.

Projets et propositions
Ontwerpen en voorstellen

01 Projet de loi-programme (1437/1-32)

- Projet de loi portant des dispositions diverses (1438/1-9)
- Proposition de loi instaurant une réduction d'impôt pour les travaux effectués à l'habitation
personnelle en vue de pouvoir y passer ses vieux jours (895/1-2)
- Proposition de loi modifiant la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage, sur les
entreprises de sécurité et sur les services internes de gardiennage en vue d'étendre les compétences
des membres des services internes de gardiennage et leurs moyens de défense contre les agressions
(1178/1-2)
- Proposition de loi modifiant les articles 116, 145

et 516 du Code des impôts sur les revenus 1992

(1291/1-2)
- Proposition de loi visant à accorder le bénéfice du crédit d'impôt aux agriculteurs qui sont imposés
sur une base forfaitaire (1335/1-2)

01 Ontwerp van programmawet (1437/1-32)

- Ontwerp van wet houdende diverse bepalingen (1438/1-9)
- Wetsvoorstel houdende de invoering van een belastingvermindering voor werken aan de eigen
woning met het oog op het ouder worden (895/1-2)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen,
beveiligingsondernemingen en interne bewakingsdiensten tot uitbreiding van de bevoegdheden en
middelen van verweer tegen agressie voor de leden van interne bewakingsdiensten (1178/1-2)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 116, 145

en 516 van het Wetboek van de

Inkomstenbelastingen 1992 (1291/1-2)
- Wetsvoorstel tot toekenning van het voordeel van het belastingskrediet aan landbouwers die op
forfaitaire basis belast worden (1335/1-2)

Reprise de la discussion générale
Hervatting van de algemene bespreking

14/12/2004

CRIV 51

PLEN 100

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

La discussion générale est reprise.
De algemene bespreking is hervat.

Nous entamons la discussion du secteur "Infrastructure, Communications et Entreprises publiques"
Wij vatten de bespreking aan van de sector "Infrastructuur, Verkeer en Overheidsbedrijven"

De heer Casaer, rapporteur, heeft het woord.

01.01 Dylan Casaer, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs

naar het schriftelijk verslag.

01.01 Dylan Casaer, rapporteur:

Je vous renvoie au rapport écrit.

De voorzitter: Mijnheer Casaer, u maakt het me moeilijk. Ik kan dat moeilijk als een maidenspeech
beschouwen. Ik zal daarmee wachten.

Collega's, ik vertel u het verhaal van de maidenspeeches. In the House of Lords was er een lord die na 20
jaar nog steeds geen maidenspeech had gehouden. Op zeker ogenblik, door het enthousiasme van een
toespraak, laat hij zich het fameuze "hear, hear, hear" ontgaan, waarbij de commentator heeft geschreven
"maidenspeech".

Het weze u vergeven, mijnheer Casaer. Het komt later wel. Ik geef thans het woord aan de heer Van den
Eynde.

01.02 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang): Mijnheer de

voorzitter, mijnheer de vice-eerste minister, collega's, ik kan zeker de
heer Casaer niet blameren omwille van het feit dat hij verwezen heeft
naar zijn schriftelijk verslag want zijn verslag is extreem kort. Ook dat
is geen kritiek. Er was geen lang verslag te maken van het korte
gedeelte van de programmawet dat in de commissie voor de
Infrastructuur behandeld werd. In feite moet ik u bekennen, mijnheer
de voorzitter, dat een uiteenzetting bijna overbodig zou zijn wanneer
we het zuiver zouden hebben over wat in de programmawet staat in
verhouding tot die commissie. Tenzij ik, ik zal het eerlijk bekennen,
gebruik maak van de omstandigheden om namens een deel van het
Parlement even het woord te voeren in een debatje dat op dit ogenblik
gevoerd wordt tussen de vice-eerste minister en de spoorwegen. Dit
debat heeft betrekking op een zaak die aangekaart werd door de vice-
eerste minister in de commissie voor de Infrastructuur, en die
betrekking heeft op een van de weinige zaken die we niet terugvinden
in de programmawet omdat de regering de kans niet gezien heeft dit
erin te gieten.

Waarover gaat het? Tijdens een debat in de commissie heeft de vice-
eerste minister, mijns inziens, een realistische kijk gegeven op de
problematiek van de mobiliteit en van het openbaar vervoer. Hij gaf
een voorbeeld uit Gent, niet uit Oostende; wellicht uit West-Vlaamse
nederigheid. Iemand uit Drongen die 's morgens eerst de kinderen
aan een of andere school in Gent moet afzetten en zich daarna naar
het station begeeft om naar het werk te treinen, zal nooit de tram of
bus gebruiken omdat het te ingewikkeld wordt. Hij moet minstens de
kans krijgen aan het station te geraken met de wagen. Dat betekent
dat betrokkene de wagen aan het station moet kunnen achterlaten.
Dit soort problemen stelt zich niet alleen in Gent, maar in elke stad
van dit land, zeker van Vlaanderen.

Om het openbaar vervoer per spoor populairder en bruikbaarder te
maken voor deze groep consumenten die de modale consumenten
zijn, vond de minister dat deze consument over gratis parkeerplaatsen
moest kunnen beschikken. Later in krantencommentaren - niet in de

01.02 Francis Van den Eynde

(Vlaams Belang): En commission
de l'Infrastructure, le vice-premier
ministre avait suggéré de prévoir
la gratuité des places de parking
situées près des gares. De cette
manière, un parent pourrait par
exemple conduire son enfant à
l'école et ensuite utiliser les
transports en commun pour se
rendre sur son lieu de travail. Je
suis tout à fait favorable à cette
mesure. Je partage cependant
l'avis de la SNCB qui déclare que
cette formule n'est possible que si
elle est payante.

La loi-programme n'aborde pas ce
problème mais je profite de
l'occasion pour demander au
ministre de tenir compte de
l'argument fondé de la SNCB.

Plus encore. Beaucoup de villes
flamandes sont de moins en
moins accessibles aux voitures.
Les parkings gratuits doivent en
tout cas être, quant à eux,
accessibles. J'en appelle dès lors
à davantage de dialogue et
d'échange d'information entre les
autorités compétentes afin que la
vision du vice-premier ministre
devienne rapidement réalité.

CRIV 51

PLEN 100

14/12/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

commissie - heeft hij eraan toegevoegd dat iemand die naar een
grootwarenhuis gaat gratis parking ter beschikking krijgt. Hij vroeg
zich af waarom een klant van de NMBS deze dienst niet zou kunnen
krijgen.

Ik meen, mijnheer de voorzitter, dat de minister terzake gelijk had dat
dat moet kunnen. Maar tussen droom en daad ligt de werkelijkheid.
Wanneer de heer Descheemaecker, de nieuwe baas van de
spoorwegen dan antwoordt: "Ja maar, wij moeten het kunnen
betalen", is dat niet echt irrealistisch van zijnentwege. Wij zitten dus
eventjes klem tussen de droom van de vice-eerste minister, de visie
van de vice-eerste minister, die bovendien realistisch is ik wil dat
graag toegeven en de werkelijkheid waarmee de NMBS te kampen
heeft.

Dat is nu, mijnheer de voorzitter, het punt dat ik maak. In de
programmawet is op dat vlak niets ingeschreven. Ik meen dat de vice-
eerste minister mij niet zal tegenspreken. Wij kunnen moeilijk eisen
dat de spoorwegmaatschappij hic et nunc overal parkings aanlegt die
bovendien gratis moeten zijn.

Met andere woorden, mijnheer de vice-eerste minister, ik ben naar het
spreekgestoelte gekomen om een lans te breken ten gunste van de
spoorwegen, of beter gezegd, om aan de regering te vragen rekening
te houden met de visie die zij ontwikkeld heeft en de spoorwegen de
kans te geven die visie realistisch uit te werken.

Ik wil onmiddellijk toegeven dat zulks niet zomaar in een, twee, drie
kan gebeuren. Zelfs in een periode van hoogconjunctuur zou men
moeilijk aan de regering kunnen vragen plots een aantal plannen te
ontwikkelen waarin voorzien wordt in een grote spreiding van
parkeerplaatsen aan alle grote stations van het land, die dan nog
gratis ter beschikking staan. Toch, mijnheer de vice-eerste minister,
durf ik u te vragen daar aandacht voor te hebben. Het is uw idee. Het
is een juiste visie. Ik denk dat u kunt begrijpen dat zelfs de nieuwe
baas van de spoorwegen terzake reticent is, omdat hij niet over de
nodige fondsen beschikt.

Als u mij toestaat, wil ik daaraan nog een bedenking toevoegen. De
realistische visie die u ontwikkelt met betrekking tot mobiliteit, tot het
gebruik van tegelijkertijd privaat en openbaar vervoer, botst jammer
genoeg heel vaak met de dogmatische benadering terzake van heel
wat beleidspersonen.

Men maakt de toegang tot de steden door allerlei maatregelen zeer
moeilijk voor automobilisten. Ik heb het onder meer over Gent, maar
ik wil niet het spelletje spelen om een sp.a-vice-eerste minister uit te
spelen tegen een beleid dat voor een behoorlijk deel ook door de sp.a
gevoerd wordt in een stad. Dat zou te gemakkelijk zijn. Trouwens, die
dogmatische benadering is niet eigen aan één partij, maar heerst op
dit ogenblik bij verschillende partijen in ons land. Op dat vlak moeten
dialoog en uitwisseling van informatie en van wijze van benadering
plaatsvinden. Indien dat mogelijk is zullen wij ook korter staan bij de
oplossing die toen naar voren werd gebracht en die realistisch is.

Wanneer die man uit Drongen dan zijn gratis parkeerplaats heeft aan
het Sint-Pietersstation, maar de stad Gent niet in kan omwille van
allerlei maatregelen die hem dat onmogelijk maken, dan bereiken wij

14/12/2004

CRIV 51

PLEN 100

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

nog niet de oplossing die u opteert. Mijnheer de vice-eerste minister,
dit is slechts een voorbeeld en ik zou om het even welke stad in
Vlaanderen, met andere politieke meerderheden, kunnen aanhalen.
Men zou tegelijk de overheden ertoe moeten brengen om rekening te
houden met een realistische kijk en tevens het verkeer te controleren,
in die zin dat het verkeer de stad niet beheerst, maar er wel mogelijk
is. Dan pas zullen wij een stap hebben gezet.

01.03 Camille Dieu (PS): Monsieur le président, monsieur le

ministre, chers collègues, je vais aujourd'hui m'attacher au volet
postal du projet de loi-programme. Personne n'ignore aujourd'hui les
difficultés dans lesquelles La Poste se trouve. Elle doit faire face à un
environnement concurrentiel. Tant les nouveaux médias - comme le
courrier électronique - que l'agressivité commerciale d'autres
opérateurs sur notre petit territoire, réduisent ses marges d'expansion
et ce mouvement ne fera que s'accroître.

L'usage de nouvelles technologies est en plein essor et la directive
européenne augmentera encore l'ouverture du marché postal dès
2006. Bien entendu, ni l'Etat ni La Poste n'ignorent cet agenda qui est
celui de la libéralisation et de la généralisation des moyens de
communication alternatifs au courrier. Cela a poussé l'entreprise et
l'Etat à réagir et à s'armer pour se défendre.

On a beaucoup parlé de modernisation, de diversification des
services, de recapitalisation et de réorganisation des filières. Depuis
des mois, La Poste se prépare pour tenir le coup tout en restant une
entreprise de service public qui offre des services de qualité, une
entreprise proche des usagers qui répond aux besoins de ses clients,
que ceux-ci soient de simples citoyens, des entreprises ou des
administrations.

Force est de constater que cela ne suffit pas. La Poste connaît
toujours des difficultés financières importantes et si elle a commencé
un redressement- que nous nous plaisons à souligner -, elle reste
cependant à l'étroit dans ses marges de manoeuvre. Nous savons
tous que les règles européennes empêchent l'Etat d'injecter selon sa
volonté du capital dans l'entreprise.

Après tout, ce n'est pas le rôle de l'État de soutenir une entreprise
dans ses activités commerciales. Par contre, il nous faut rappeler que
l'État doit soutenir l'entreprise dans ses missions de service public,
qu'il doit tout mettre en oeuvre pour que La Poste rende un service de
qualité à la population.

Même avec cette aide de l'État, l'entreprise qui preste le service
universel est souvent mise en difficulté pour tenir la dragée haute à
ses concurrents dans les niches rentables. Dans un tel contexte, qui
rappelle quelque peu celui qui a entouré la consultation stratégique de
Belgacom, le groupe PS partage la volonté du gouvernement de
chercher pour La Poste un partenaire qui lui apporte capitaux et
savoir-faire.

Néanmoins, monsieur le ministre, une telle opération doit répondre à
certains objectifs et certaines exigences. Au-delà de la recherche de
nouveaux capitaux, il s'agit de développer un véritable projet industriel
ou, pour le dire autrement, de s'allier avec un partenaire qui apportera
un "know-how" à l'entreprise afin de la renforcer, d'améliorer la qualité

01.03 Camille Dieu (PS): De

scherpe concurrentie, de
elektronische post, de agressieve
handelspraktijken van de andere
postoperatoren, het gebruik van
nieuwe technologieën en de
liberalisering van de postdiensten,
die -overeenkomstig de Europese
richtlijn - tegen 2006 een feit zou
zijn, brengen De Post in een
moeilijk parket en dwingen dat
bedrijf en ook de Belgische Staat
tot een reactie. De Post moet aan
al die bedreigingen het hoofd
proberen te bieden, maar moet
tegelijkertijd een efficiënt
overheidsbedrijf blijven. We stellen
echter vast dat de inhaalbeweging
die De Post heeft ingezet,
onvoldoende blijft. De Europese
regels verbieden de Staat zomaar
geld in een commercieel bedrijf te
pompen.

De staat blijft de Post weliswaar
steun verlenen voor de opdrachten
in het kader van de openbare
dienstverlening, wat volstrekt
geoorloofd is, maar de
concurrentie blijft het bedrijf het
vuur na aan de schenen leggen.
De regering wil een ernstige
partner zoeken die bij De Post
kapitaal en knowhow kan
inbrengen, en de PS-fractie steunt
de regering in dat streven, maar er
moeten een aantal voorwaarden
aan verbonden worden en er moet
tegelijk een nieuw industrieel
project die naam waardig op poten
gezet worden.

De Post moet een degelijke
universele dienstverlening blijven
bieden, met inachtneming van de
sociale rol van de postbode. Het
consolidatieplan moet in overleg
met het personeel worden
voorbereid. De opleidings- en
voorlichtingsprogramma's moeten

CRIV 51

PLEN 100

14/12/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

des services et des résultats.

Ce choix industriel nous rassure. On est heureusement très loin des
idées émises, il y a deux ou trois ans, de mise en bourse. On est très
loin d'une approche strictement comptable qui ne tenait pas compte
des spécificités de cette entreprise qui joue un rôle social important.
Mais nous devons bien encadrer l'opération. D'abord, La Poste doit
rester une entreprise proche des citoyens. Elle doit continuer à prester
un service universel de qualité. Le rôle social du facteur doit être
maintenu et même renforcé. Cette consolidation stratégique doit se
préparer avec l'ensemble des postiers. Il ne faudrait pas répéter les
couacs qui ont entouré les premières étapes de modernisation
entamées à la hussarde par l'ancienne direction. Il faut donc rallier le
personnel au projet pour que celui-ci connaisse un succès.

Le développement de nouveaux métiers ou de nouvelles activités
complémentaires doit aussi être préparé en concertation avec le
personnel; comme on l'a fait pour Belgacom, il faudrait renforcer les
programmes d'information et de formation. Enfin, dernière exigence
pour le PS, cette consolidation ne devrait pas donner naissance à de
nouveaux plans sociaux.

Monsieur le ministre, que l'Etat reste l'actionnaire principal nous
rassure. C'est évidemment la condition sine qua non pour une telle
opération. Seul l'Etat peut garantir et renforcer les missions de service
public de l'entreprise. Avec l'Etat majoritaire, non seulement on peut
balayer les slogans faciles que nous ne manquerons pas d'entendre
sur une prétendue privatisation de La Poste mais c'est aussi la
garantie que dans ce processus de longue haleine qui va s'ouvrir, les
citoyens continueront à être au centre des préoccupations de
l'entreprise.

Après vous avoir dit tout cela, monsieur le ministre, je souhaiterais
obtenir quelques précisions.

Si, comme la presse le relate, les deux prétendants les plus
séduisants et les plus intéressés sont Deutsche Post et TPD, ne
risque-t-on pas d'amener ces deux principaux concurrents de notre
opérateur encore plus près de notre marché? Ne parlerait-on pas
alors d'un choix de raison, d'un choix stratégique si l'on s'allie avec le
concurrent le plus opérationnel pour profiter de son expertise et de sa
force de frappe?

La consolidation portera-t-elle sur l'ensemble des activités de La
Poste ou s'agit-il seulement de développer des synergies sur certains
métiers? Dans ce dernier cas, pouvez-vous nous indiquer de quelles
activités il s'agirait?

uitgebreid worden om nieuwe
beroepsprofielen te creëren bij het
personeel. Ten slotte mogen er uit
dit project geen nieuwe sociale
plannen voortvloeien.

Een andere essentiële voorwaarde
voor de PS-fractie: de Staat moet
hoofdaandeelhouder van De Post
blijven, zodat elke beschuldiging
van privatisering van de hand kan
worden gewezen en de
dienstverlening aan de burger kan
worden gegarandeerd.

Als Deutsche Post en TPG de
twee belangrijkste kandidaten zijn,
zoals in de pers wordt
meegedeeld, dreigt De Post dan
de hete adem van die twee
grootste concurrenten niet nog
meer in de nek te voelen? Zal De
Post een alliantie aangaan met de
meest operationele concurrent om
van diens deskundigheid en
sterkte gebruik te maken? Zal de
consolidatie betrekking hebben op
alle activiteiten van De Post?

01.04 François Bellot (MR): Monsieur le président, monsieur le

ministre, chers collègues, parmi les quelque 500 articles de la loi-
programme, seulement une dizaine d'entre eux concernent les
entreprises publiques principales, sauf Belgacom. Dès son entrée en
bourse en mars dernier, l'opérateur de télécommunications vit sa vie
à l'abri de la plupart des contraintes de la loi de 1991 qui était, à
l'origine, censée fixer un cadre commun aux entreprises publiques
autonomes. Les autres entreprises soumises à la loi de 1991 suivent
progressivement le même chemin que ce que Belgacom a connu
depuis l'arrivée de son partenaire stratégique en 1995.

01.04 François Bellot (MR):

Sinds de beursgang evolueert
Belgacom buiten het kader van de
wet van 1991, die een
gemeenschappelijk kader vastlegt
voor alle autonome
overheidsbedrijven. De andere
overheidsbedrijven die onder de
bepalingen van deze wet vallen,
schijnen geleidelijk aan dezelfde

14/12/2004

CRIV 51

PLEN 100

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Très récemment, le gestionnaire de l'aéroport de Bruxelles-National,
BIAC, est passé sous contrôle d'un groupe financier australien, l'Etat
belge se contentant d'une participation minoritaire de 30%. L'article
314bis du projet de loi-programme est là pour s'assurer qu'au cours
de la période de transition, le contrôle des comptes reste
partiellement du ressort de la Cour des comptes. A l'issue de
l'assemblée générale ordinaire des actionnaires de 2005, il en sera
fini de la loi de 1991 pour BIAC, devenue société anonyme de droit
privé.

Toujours dans le secteur du transport aérien, Belgocontrol est aussi
concerné par le projet. La perspective de transformation en société
anonyme de droit public, prévue par l'article 314, s'inscrit dans un lent
processus de transformation d'une ancienne régie d'Etat, la Régie des
Voies aériennes, en vue de s'adapter à l'évolution du cadre
réglementaire européen. Il s'agit là du ciel unique européen tendant à
harmoniser les procédures en matière de services de navigation
aérienne.

La Poste voit également son avenir conditionné par les articles 304 à
310 du projet de loi-programme. Ces dispositions apportent à la loi de
1991 les modifications nécessaires à l'arrivée d'un partenaire
industriel par voie d'augmentation de capital. Monsieur le ministre,
s'agit-il là d'un scénario bis de la consolidation stratégique de
Belgacom, prévue en 1995? Hormis le fait que l'Etat accepte de diluer
sa participation par une augmentation de capital au lieu de vendre
une partie de ses actions, le scénario est globalement le même. La
différence majeure est que dix années sépareront les deux
consolidations stratégiques.

Dix années au cours desquelles Belgacom a pu se restructurer et
s'adapter aux nouveaux défis de la concurrence. Dix années au cours
desquelles La Poste a attendu l'échéance fatidique de la libéralisation
du secteur pour réaliser que des réformes internes devenaient
nécessaires. Dix années qui ont permis à Belgacom de se présenter
en bourse avec un endettement réduit, à la différence de la majorité
de ses concurrents européens. Dix années qui ont vu la situation
financière de La Poste se dégrader au point d'être placée sous
perfusion, avec des augmentations de capital de son actionnaire
unique sous le regard vigilant de la Commission européenne qui
veillait à ce que l'Etat se comporte en actionnaire ordinaire et non en
fournisseur d'aides d'Etat. Dix années qui ont permis à Belgacom de
se maintenir à une place honorable parmi ses concurrents européens.
Dix années qui ont contribué à faire de La Poste une proie facile pour
un concurrent, qu'il soit suédois, allemand, britannique, néerlandais
ou français.

Un tel constat peut choquer, j'en conviens. Depuis que la Régie des
Postes est devenue La Poste en 1992 et qu'en 2000 elle est devenue
société anonyme de droit public, on ne peut retenir de l'évolution de
l'opérateur des services postaux de faits marquants sur le plan du
développement de l'entreprise.

Jusqu'à présent, La Poste a lutté pour sa survie. A partir de l'année
prochaine, grâce à l'apport d'une autre culture d'entreprise, elle
devrait pouvoir être à la hauteur des attentes du marché et des
consommateurs, en faisant preuve d'imagination, de créativité et

weg in te slaan. BIAC wordt nu
gecontroleerd door een
Australische financier, en wordt in
2005 een privaatrechtelijke
naamloze vennootschap. Artikel
314 van de programmawet betreft
ook Belgocontrol, want het
voorziet in de omvorming van de
Regie der Luchtwegen in een
publiekrechtelijke naamloze
vennootschap.

Voor De Post, waarvan de
toekomst voor een stuk bepaald
wordt door de artikelen 304 tot 310
van het ontwerp van
programmawet, geldt een scenario
dat vergelijkbaar is met de
"strategische consolidatie" van
Belgacom, zij het dat die
consolidatie tien jaar later
doorgevoerd wordt. In tien jaar tijd
werd Belgacom geherstructureerd
en heeft het bedrijf zich
aangepast. De Post heeft de
liberalisering van de
postdienstensector afgewacht. In
tien jaar tijd heeft Belgacom zijn
schuldenlast afgebouwd. De
financiële situatie van De Post is
er voortdurend op achteruitgaan.
Tien jaar lang heeft Belgacom
standgehouden tussen de
concurrenten. De Post is een
gemakkelijke prooi voor zijn
concurrenten geworden. Kortom,
sinds 1992 heeft De Post geen
stappen van betekenis meer
ondernomen om het bedrijf verder
te ontwikkelen. Het heeft zich
alleen bezig gehouden met
overleven. Vanaf volgend jaar zal
De Post, dankzij de nieuwe
bedrijfscultuur, beter op de
behoeften van de consument en
op de evolutie van de markt
kunnen inspelen. Wij hopen dat
De Post dat zal doen in een
sociaal klimaat dat even goed zal
blijven als het sociaal klimaat ten
tijde van de evolutie van
Belgacom.

Krachtens de artikelen 311 tot 313
van de programmawet wordt de
NMBS een groep met een heldere
structuur: een
holdingmaatschappij zal enerzijds

CRIV 51

PLEN 100

14/12/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

d'inventivité. Nous souhaitons que cette évolution s'appuie sur un
excellent climat de dialogue social qui a caractérisé l'évolution de
Belgacom. La SNCB n'a pas été oubliée. Trois articles, les articles
311 à 313, apportent une touche finale aux grands travaux de
réorganisation du groupe ferroviaire.

Au départ d'une société monolithique spécialisée à l'origine dans le
transport ferroviaire et qui a failli succomber sous le poids de dettes et
pertes de ses participations, hasardeuses d'ailleurs, dans des
entreprises de logistique, la SNCB 2005 se présentera sous la forme
d'un groupe à structure lisible. Une société holding contrôlera, d'une
part, une société dédiée à l'infrastructure et, d'autre part, une société
de transport ferroviaire, la nouvelle SNCB. Ces deux sociétés seront
liées par des relations de fournisseur à client puisque le transporteur
devra à l'avenir payer à Infrabel la redevance d'utilisation du réseau
ferré. Nul n'ignore les efforts qui devront être entrepris pour mettre en
oeuvre cette réforme.

Nous devons reconnaître que cette mutation fait aujourd'hui l'objet
d'un consensus qui résulte de plusieurs mois de concertation avec
tous les acteurs concernés. Ici encore, c'est le calendrier européen de
libéralisation du secteur des transports ferroviaires qui a eu raison des
dernières résistances au changement. Longtemps, ces résistances
ont été résumées par les mots "unicité de la SNCB". Aujourd'hui, ces
mots prennent une autre signification. Une structure unique regroupe
les différentes activités précédemment exercées par des
départements ou des "business units" et le personnel de chacune des
sociétés garde le même statut dont il bénéficiait dans la SNCB
unitaire. La nouvelle structure concrétise enfin un point essentiel de la
directive de 1991 qui prônait la séparation juridique entre le
gestionnaire d'infrastructure et l'exploitant ferroviaire, tout en
autorisant la seule séparation comptable des deux activités. Comme
pour La Poste, l'adaptation de structures de la SNCB n'a été
entreprise qu'in extremis, alors que des concurrents européens
n'avaient pas attendu d'être au pied du mur pour agir.

Au-delà du pointillisme d'un projet de loi-programme qui, par de
multiples retouches, modifie un grand nombre de lois, attardons-nous
quelques instants pour examiner le bilan des entreprises soumises à
la loi de 1991. Celle qui s'en est le mieux sortie, c'est Belgacom,
grâce aux multiples dérogations et exceptions. "Sortie" n'est pas le
mot exact puisque l'opérateur de télécommunications reste encore
soumis à quelques grands principes de la loi de 1991, notamment la
participation majoritaire de l'Etat. Celle qui en est réellement sortie,
c'est BIAC. Il faut reconnaître que le lien avec le régime de 1991 était
ténu puisqu'il fallait vraiment se forcer pour voir dans l'accueil et le
transfert de voyageurs et de leurs bagages une mission de service
public. BIAC est redevenue une entreprise privée, c'est en effet la
seule entreprise privée BATC à avoir été nationalisée pour pouvoir
ensuite être privatisée à nouveau. "Faire et défaire ..."

La Poste et la SNCB restent des entreprises qui continueront à
évoluer lentement dans le cadre du droit public. La sortie de La Poste
de ce cadre est loin d'être à l'ordre du jour. Ce n'est que lorsque le
nouvel actionnaire sera parvenu, nous l'espérons, à consolider
l'entreprise publique à la manière de la "success story" de Belgacom
que l'actionnaire public pourra s'interroger sur l'opportunité de garder
en portefeuille l'entièreté de la valeur.

een maatschappij voor het beheer
van de infrastructuur Infrabel
controleren en anderzijds een
vennootschap voor
spoorwegvervoer de nieuwe
NMBS. De activiteiten van de
diverse departementen zullen
voortaan in een enkele structuur
worden gegroepeerd, met behoud
voor de personeelsleden van het
statuut dat zij binnen de unitaire
NMBS hadden. De
infrastructuurbeheerder en de
spoorwegexploitant zullen ten
slotte juridisch worden
gescheiden, zoals bij de richtlijn
van 1991 is bepaald. Zoals voor
De Post is die aanpassing van de
structuren van de NMBS er in
extremis gekomen, en de
Europese concurrenten hebben
daar niet op gewacht op tot actie
over te gaan.

Laten we de balans opmaken van
de bedrijven die aan de wet van
1991 onderworpen zijn. Belgacom
behaalde de beste resultaten,
dankzij de vele afwijkende
regelingen die voor dat bedrijf
gelden. BIAC valt nu buiten dat
kader, want het werd intussen
opnieuw een particulier bedrijf. De
Post en de NMBS evolueren thans
en zullen dat ook blijven doen, zij
het langzaam, in een
publiekrechtelijk kader. Om
veiligheidsredenen is het wellicht
aangewezen Belgocontrol in de
openbare sector te laten.

De top van onze
overheidsbedrijven moet inzien
met welke uitdagingen de evolutie
van hun marktsegment gepaard
gaat, en ze omzetten in projecten
die hun respectieve bedrijven de
goede kant uitsturen. In de
toekomst zal de aandacht niet
meer zozeer naar het openbare
karakter van de bedrijven moeten
uitgaan, als wel naar de inhoud
zelf van de openbare
dienstverlening aan de bevolking.
De wet van 21 maart 1991 is niet
langer afgestemd op de behoeften
van de overheidsbedrijven. De
regering heeft een echte

14/12/2004

CRIV 51

PLEN 100

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Quant au secteur ferroviaire, on peut raisonnablement prédire que le
coût de construction et d'entretien des infrastructures ainsi que les
exigences de sécurité constitueront des arguments suffisamment
forts pour convaincre les décideurs européens qu'il s'agit là d'un
domaine où la concurrence n'est pas souhaitable et que, par
conséquent, les fonds publics sont les bienvenus.

Dans le domaine du contrôle aérien, on ne voit pas non plus, du
moins au niveau belge, la plus-value qui pourrait résulter de la
concurrence. Les impératifs de sécurité viennent ici encore plaider
pour un maintien de Belgocontrol dans la sphère d'influence publique.

Quel que soit le secteur concerné, les dirigeants de nos entreprises
publiques doivent comprendre les défis liés à l'évolution de leur
marché. Ils doivent les traduire en projets et faire partager cette
évolution à leurs collaborateurs et à l'ensemble de leur personnel.
L'adaptation des marchés soumis à une concurrence croissante
suppose notamment une modernisation et une adaptation des
structures ainsi qu'une optimalisation de l'utilisation des outils.

Toutefois, avec l'affaiblissement progressif du caractère public de ces
entreprises, l'attention devra se reporter sur le contenu des services
publics, quelle que soit l'entreprise qui les fournit.

A l'avenir, il conviendra d'aborder la question de savoir comment des
services publics de qualité seront proposés à la population plutôt que
d'essayer de modifier la nature et la structure juridique qui n'ont de
public que l'actionnaire majoritaire.

La loi du 21 mars 1991 a mal vieilli. Malgré les nombreux liftings
apportés par tant de lois-programmes, cette loi ne correspond plus
aux besoins des entreprises publiques à qui la prestation de services
publics a été confiée.

Ces services publics méritent mieux que des lois-programmes. Ils
méritent un véritable programme de réforme au bénéfice de
l'ensemble des consommateurs. Cette démarche volontariste est
entreprise à l'initiative du gouvernement. Le groupe MR la soutiendra
car elle vise la recherche constante du service optimum à nos
citoyens.

hervorming van de
overheidsdiensten op de rails
gezet; de MR steunt dat streven,
zolang ze tot doel heeft de burger
een optimale dienstverlening te
bieden.

De voorzitter: Er zijn geen collega's meer ingeschreven voor dit deel van de programmawet. Mijnheer de
vice-premier, hebt u een antwoord?

01.05 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, ik zal

een kort antwoord geven.

01.05 Minister Johan Vande

Lanotte:

On a fait beaucoup de comparaisons avec Belgacom. Je pense que
les grandes ressemblances résident dans le fait que c'est le même
mécanisme qui est proposé.

Aujourd'hui, la vente de Belgacom n'offre plus d'avantages, c'est
parce que cela rapporterait moins que de laisser cette société
travailler comme elle le fait aujourd'hui. C'est donc une question
d'économies. Belgacom représente actuellement un atout pour l'Etat.

Pour ce qui concerne La Poste, nous suivons un peu le même

Een verkoop van Belgacom zal
minder opbrengen dan die
maatschappij verder te laten
werken.

De Post is niet actief in een
marktsegment dat nog groeit, we
moeten dus het kapitaal van het
bedrijf optrekken. Wij moeten ons
op het essentiële toespitsen, en

CRIV 51

PLEN 100

14/12/2004

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2004

2005

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

principe, mais dans un autre marché. Belgacom évolue dans un
marché en développement et pas La Poste. Voilà la grande
différence. C'est la raison pour laquelle nous ne pouvons pas vendre
une partie de nos actions, comme on l'a fait pour Belgacom. Il faut au
contraire augmenter le capital de La Poste; nous ne sommes
actuellement pas en mesure de vendre. Il faut surtout assurer un
développement de l'entreprise. En effet, dans un marché qui
régresse, le seul moyen de subsister consiste tout d'abord à se
concentrer sur l'élément essentiel. Pour moi, il s'agit du facteur. Le
facteur, c'est le visage de La Poste, c'est celui qui représente le
service universel le plus proche des gens. Cela veut donc dire qu'il
faut informatiser et moderniser le plus possible, de telle sorte que l'on
puisse garder cet aspect tellement important et spécifique à La Poste,
à savoir le facteur qui fait chaque jour sa tournée.

Il a donc fallu faire un choix. J'ai dit à la Chambre, il y a deux
semaines, qu'il fallait s'attendre à un flux de communiqués, de bruits,
de rumeurs sur l'un et sur l'autre. La seule chose que l'on puisse faire,
c'est de ne pas tenir compte de tout cela. Ces rumeurs et ces
déclarations voient justement souvent le jour pour générer une
réaction. Et en réagissant, on joue le jeu de celui qui lance la rumeur.

Sur le choix, j'ai donc décidé de me taire pendant six mois. C'est,
selon moi, la meilleure façon de faire savoir qu'on est en train de
travailler. Et c'est d'ailleurs la seule manière de travailler
convenablement. J'ai pu m'en rendre compte avec le dossier BIAC.
Nous avons vu certaines déclarations qui étaient clairement faites
pour embêter le processus normal.

J'ai donc évoqué les grandes lignes mais en ce qui concerne le choix
du partenaire j'ai décidé de me taire aussi longtemps que possible.
J'aurais ensuite tout le loisir de m'expliquer.

dat is de postbode. Wij moeten
echter ook informatiseren en
moderniseren om dat essentieel
element te kunnen behouden.

Ik heb al gezegd dat wij ons eraan
moesten verwachten dat er
geruchten zouden worden
verspreid. Men moet daar echter
geen rekening mee houden, want
zij werden enkel verspreid om ons
tot een reactie aan te zetten. Ik
heb beslist dat ik er gedurende zes
maanden het zwijgen zou toe doen
met betrekking tot de keuze van
een partner. Dat is de enige
manier om correct te kunnen
werken.

Le président: Il y a des répliques à la réponse du ministre? (Non)

Chers collègues, je vais vous dire ce qui nous attend demain.

Morgen om 10 uur beginnen wij met het deel Volksgezondheid. Ik heb de rapporteurs gevraagd om verslag
te komen uitbrengen. Er is ook een aantal sprekers ingeschreven.

Puis, ce seront les Affaires sociales. Je ne sais pas si nous aurons fini les deux le matin; cela me paraît
difficile.

Tijdens de namiddag zetten we de bespreking van het onderdeel Sociale Zaken voort, waarna we de delen
Economie en Financiën zullen behandelen.

Je ne suis pas certain de prévoir la Justice pour demain soir. Quelques collègues se sont quand même
inscrits. Nous garderons peut-être la Justice pour jeudi, après les questions. Si cela se déroule
normalement, il y aura beaucoup de travail pour le traitement des articles, mais c'est là le métier du
président. J'ai l'impression que nous pourrons terminer demain soir à une heure décente, si chacun y met
du sien.

Wij kunnen dan donderdag, wellicht rond 19 uur of uiterlijk 20 uur en misschien zelfs wat vroeger, over het
ontwerp stemmen.

Je crois que nous pourrons voter entre 18 et 19h, s'il n'y a rien de spécial. Car, chère madame Tilmans,
une chose est certaine et prévisible au Parlement: c'est l'inattendu.