CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 PLEN 103
CRIV 51 PLEN 103
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
mercredi
woensdag
15-12-2004
15-12-2004
Soir
Avond
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair document van de 51e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de
bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
plenum
COM
réunion de commission
COM
commissievergadering
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
PLEN 103
15/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
PROJETS ET PROPOSITIONS
1
ONTWERPEN EN VOORSTELLEN
1
Projet de loi-programme (1437/1-32)
1
Ontwerp van programmawet (1437/1-32)
1
- Projet de loi portant des dispositions diverses
(1438/1-10)
1
- Ontwerp van wet houdende diverse bepalingen
(1438/1-10)
1
- Proposition de loi instaurant une réduction
d'impôt pour les travaux effectués à l'habitation
personnelle en vue de pouvoir y passer ses vieux
jours (895/1-2)
1
- Wetsvoorstel houdende de invoering van een
belastingvermindering voor werken aan de eigen
woning met het oog op het ouder worden (895/1-
2)
1
- Proposition de loi modifiant la loi du
10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage,
sur les entreprises de sécurité et sur les services
internes de gardiennage en vue d'étendre les
compétences des membres des services internes
de gardiennage et leurs moyens de défense
contre les agressions (1178/1-2)
1
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van
10 april 1990 op de bewakingsondernemingen,
beveiligingsondernemingen en interne
bewakingsdiensten tot uitbreiding van de
bevoegdheden en middelen van verweer tegen
agressie voor de leden van interne
bewakingsdiensten (1178/1-2)
1
- Proposition de loi modifiant les articles 116,
14519 et 516 du Code des impôts sur les
revenus 1992 (1291/1-2)
1
- Wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 116,
14519 en 516 van het Wetboek van de
Inkomstenbelastingen 1992 (1291/1-2)
1
- Proposition de loi visant à accorder le bénéfice
du crédit d'impôt aux agriculteurs qui sont
imposés sur une base forfaitaire (1335/1-2)
1
- Wetsvoorstel tot toekenning van het voordeel
van het belastingskrediet aan landbouwers die op
forfaitaire basis belast worden (1335/1-2)
1
Reprise de la discussion générale
1
Hervatting van de algemene bespreking
1
Orateurs: Luk Van Biesen, rapporteur, Carl
Devlies, Bart Tommelein, Alain Mathot,
Pieter De Crem, président du groupe CD&V,
Marleen Govaerts, Muriel Gerkens, Didier
Reynders, vice-premier ministre et ministre
des Finances
Sprekers: Luk Van Biesen, rapporteur, Carl
Devlies, Bart Tommelein, Alain Mathot,
Pieter De Crem, voorzitter van de CD&V-
fractie, Marleen Govaerts, Muriel Gerkens,
Didier Reynders, vice-eerste minister en
minister van Financiën
CRIV 51
PLEN 103
15/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
SEANCE PLENIERE
PLENUMVERGADERING
du
MERCREDI
15
DECEMBRE
2004
Soir
______
van
WOENSDAG
15
DECEMBER
2004
Avond
______
La séance est ouverte à 19.37 heures par M. Herman De Croo, président.
De vergadering wordt geopend om 19.37 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Didier Reynders.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Projets et propositions
Ontwerpen en voorstellen
01 Projet de loi-programme (1437/1-32)
- Projet de loi portant des dispositions diverses (1438/1-10)
- Proposition de loi instaurant une réduction d'impôt pour les travaux effectués à l'habitation
personnelle en vue de pouvoir y passer ses vieux jours (895/1-2)
- Proposition de loi modifiant la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage, sur les
entreprises de sécurité et sur les services internes de gardiennage en vue d'étendre les compétences
des membres des services internes de gardiennage et leurs moyens de défense contre les agressions
(1178/1-2)
- Proposition de loi modifiant les articles 116, 145
19
et 516 du Code des impôts sur les revenus 1992
(1291/1-2)
- Proposition de loi visant à accorder le bénéfice du crédit d'impôt aux agriculteurs qui sont imposés
sur une base forfaitaire (1335/1-2)
01 Ontwerp van programmawet (1437/1-32)
- Ontwerp van wet houdende diverse bepalingen (1438/1-10)
- Wetsvoorstel houdende de invoering van een belastingvermindering voor werken aan de eigen
woning met het oog op het ouder worden (895/1-2)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen,
beveiligingsondernemingen en interne bewakingsdiensten tot uitbreiding van de bevoegdheden en
middelen van verweer tegen agressie voor de leden van interne bewakingsdiensten (1178/1-2)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 116, 145
19
en 516 van het Wetboek van de
Inkomstenbelastingen 1992 (1291/1-2)
- Wetsvoorstel tot toekenning van het voordeel van het belastingskrediet aan landbouwers die op
forfaitaire basis belast worden (1335/1-2)
Reprise de la discussion générale
Hervatting van de algemene bespreking
La discussion générale est reprise.
De algemene bespreking is hervat.
Wij vatten de bespreking aan van de sector "Financiën".
Nous entamons la discussion du secteur "Finances".
15/12/2004
CRIV 51
PLEN 103
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
De heer Van Biesen, rapporteur, heeft het woord.
01.01 Luk Van Biesen, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, de werkzaamheden in de commissie voor de
Financiën en Begroting verliepen op een goede en constructieve
manier, waarbij het voorzitterschap van de heer de Donnea en bij
diens afwezigheid het voorzitterschap van de heer Tommelein, sterk
werden geapprecieerd. Talrijke constructieve interventies van de
leden en gevatte antwoorden van de betrokken minister maakten deel
uit van de bespreking. Die adequate houding maakte het de
verslaggever gemakkelijker om deze toch moeilijke problematiek te
verslaan.
Bij de algemene bespreking zei de heer Bogaert dat de
programmawet een reparatiewet is geworden waarbij heel wat
artikelen geen verband meer houden met de begroting. Die
problematiek kwam uitvoerig ter sprake in diverse vergaderingen en
sluit aan op de algemene kritiek vervat in de waarschuwing van
kamervoorzitter de heer De Croo aan de regering dat de
programmawet haar initiële bestaansreden voorbijschiet. Ook werd
lezing gedaan van de terechte kritiek van de Raad van State over de
termijn waarin het advies moest worden verleend en de beperkte
linken met de begroting.
Tijdens de commissievergadering sloot de heer Devlies zich hierbij
aan. Hij zei dat het gebruik van de techniek van de programmawet
een bedreiging vormt voor de democratie. Hij vroeg het artikel 369
niet te bespreken, omdat een wijziging van een oude naar een nieuwe
benaming van een commissie bezwaarlijk een band met de begroting
kan inhouden. De stemming wijst op 8 stemmen voor de opname van
het artikel en 4 stemmen tegen.
Minister Didier Reynders nam een duidelijk standpunt in en zei dat de
Raad van State geen opmerkingen heeft geformuleerd over de
artikelen die naar de commissie voor de Financiën en Begroting zijn
verwezen. Hij verdedigde de opname van artikel 369, aangezien het
hier slechts gaat om een modaliteit. Hij merkte voorts ook op dat hij
samen met vice-eerste minister Dewael in de Ministerraad heeft
voorgesteld om in de toekomst geen fundamentele wetswijzigingen
meer in de ontwerpen van programmawet op te nemen.
De interventies van de heren Viseur en Goyvaerts onderstreepten ten
slotte de eerder geformuleerde en door de commissie overgenomen
bekommernissen.
De commissie heeft vergaderd over diverse artikelen. Ik zal ze even
overlopen.
Artikelen 145 en 146 gaan over de werkbonus. Bij artikelen 145 en
146 betreffende de werkbonus belicht de heer Hendrik Bogaert zijn
wetsvoorstel tot toekenning van het voordeel van het belastingkrediet
aan de landbouwers, die op forfaitaire basis belast worden. Zijn
voorstel wordt begroot op 25 miljoen euro en is volgens de indiener
essentieel voor de landbouwsector.
De minister is niet gewonnen voor het voorstel. Hij wijst erop dat de
zelfstandigen de keuze hebben. Ofwel verkiezen ze een forfaitaire
01.01 Luk Van Biesen,
rapporteur: Les travaux de la
commission des Finances se sont
déroulés de manière constructive,
notamment grâce à la compétence
du président, M. de Donnea.
Lors de la discussion générale,
M. Bogaert a fait observer que la
loi-programme comprenait un très
grand nombre d'articles qui n'ont
pas trait au budget. Le Conseil
d'État a également émis à juste
titre une critique à cet égard.
M. Devlies s'est rallié à cette
critique et a demandé que l'article
369 ne soit pas examiné. Le
ministre M. Reynders a fait
observer que le Conseil d'État n'a
pas formulé d'observations au
sujet des articles renvoyés en
commission des Finances et du
Budget et a demandé que l'article
369 soit maintenu. Il a fait savoir
qu'avec le ministre Dewael, il a
proposé au Conseil des ministres
de ne plus faire figurer de
modifications fondamentales de la
loi dans les projets de loi-
programme.
Les articles 145 et 146 traitent du
bonus crédit d'emploi. M. Bogaert
a déposé une proposition de loi
visant à accorder le bénéfice du
crédit d'impôt aux agriculteurs qui
sont imposés sur une base
forfaitaire. Le ministre a souligné
qu'en ne déclarant pas leurs
revenus réels, les indépendants
choisissent eux-mêmes de ne pas
bénéficier du crédit d'impôt. Ces
articles ont été adoptés par 8 voix
contre 2 et 2 abstentions.
Les articles 191 à 193 traitent du
régime de pension du personnel
de la Commission bancaire,
financière et des assurances. Ils
ont été adoptés par la majorité.
Les articles 315 à 325 concernent
la navigation maritime. Les
dispositions de la loi-programme
de 2002 ont été adaptées aux
CRIV 51
PLEN 103
15/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
regeling ofwel genieten ze een belastingkrediet wanneer zij opteren
hun werkelijke inkomsten aan te geven.
Het wetsvoorstel werd niet goedgekeurd. De artikelen 145 en 146
worden echter wel goedgekeurd met 8 stemmen voor, 2 stemmen
tegen en 2 onthoudingen.
Tijdens de bespreking kwam ook aan het licht dat de werkbonus die
het belastingkrediet voor loontrekkenden vervangt een directe
positieve cash-flowinvloed heeft voor de loontrekkende. Voor de
zelfstandigen blijft het belastingkrediet behouden.
Artikelen 191 tot 193 gaan over de pensioenregeling voor het
personeel van de Commissie voor Bank-, Financie- en
Assurantiewezen. Er werden geen opmerkingen geformuleerd. De
stemming verliep vlot, maar wel degelijk over de breuklijn tussen de
meerderheid en de minderheid.
Artikelen 315 tot 325 gaan over de zeescheepvaart. Het ontwerp
strekt tot doel de bepalingen van de programmawet van 2002 aan te
passen aan de beslissingen van de Europese Commissie van 30 juni
2004. De heer Carl Devlies meent een grondwettelijk bezwaar te zien.
Hij vraagt zich af of de voorwaarden bij de verwijzing naar een andere
bron verenigbaar zijn met artikel 190 van de Grondwet. Ook hij is het
niet eens met de motivering als zou de vrijstelling van betaling van
een evenredig registratierecht van 0,5% voor hypotheken op alle
schepen als een onrechtmatige staatssteun moeten worden
aangemerkt. Hij verweet de minister zich te snel naar de
beschikkingen van de Europese Commissie te schikken.
De artikelen werden met quasi dezelfde meerderheid goedgekeurd.
Artikels 326 en 327 hebben betrekking op
het onbeperkt uitstel van de invordering van directe belastingen. Het
ontwerp heeft tot doel om in bepaalde omstandigheden de directeur
van de belastingen te machtigen aan de belastingschuldige of zijn
echtgenoot een buitengewone gunstmaatregel te verlenen waardoor
hij definitief verzaakt aan de invordering van de ten laste van de
belastingschuldige gevestigde belastingen, in de mate en onder de
voorwaarden die hij zelf bepaalt.
De heer Viseur betreurt dat de regering geen rekening heeft
gehouden met de opmerkingen van de Raad van State, die van
oordeel is dat de maatregel aanleiding geeft tot ernstige principiële
bezwaren. Die maatregel komt erop neer dat een topambtenaar onder
het mom van een onbeperkt uitstel van de invordering, in feite een
kwijtschelding van de staatsschuld beoogt. Meer fundamenteel heeft
het lid vragen over de oprichting van de commissie die is belast met
het onderzoeken van de beroepen. Waarom wordt afgeweken van de
principiële bevoegdheid om de fiscale kamers van de rechtbank van
eerste aanleg te belasten met de geschillen omtrent een
belastingwet?
De heer Goyvaerts constateert dat de regering voor het eerst
maatregelen neemt om de fiscale achterstand, die thans wordt
geraamd op circa 25 miljard euro, weg te werken. Hij werpt op dat het
onbeperkt uitstel voor de ene wrevel opwekt bij degene die stipt
betaalt. Vragen rond de criteria voor het verlenen van onbeperkt
décisions de la Commission
européenne du 30 juin 2004.
M. Devlies s'est interrogé sur leur
compatibilité avec la Constitution
et n'était pas d'accord avec les
dispositions relatives à l'octroi
d'une aide d'Etat illégitime. Ces
articles ont été adoptés par les
membres de la majorité.
La surséance indéfinie au
recouvrement des impôts directs
fait l'objet des articles 326 et 327.
Le directeur des contributions
peut, dans certaines circons-
tances, accorder au contribuable
une mesure de faveur exception-
nelle par laquelle il surseoit
définitivement au recouvrement
des arriérés d'impôts. Le Conseil
d'Etat a émis des objections de
principe à la mesure. M. Goyvaerts
reconnaît que, pour la première
fois, le gouvernement prend des
mesures pour résorber l'arriéré
fiscal, mais la surséance indéfinie
suscite l'irritation. Selon le
ministre, la décision du
fonctionnaire est soumise au
contrôle de la Cour des comptes. Il
estime qu'il faut récupérer ce qui
peut l'être des dettes. Les articles
ont été adoptés par huit voix
contre quatre.
L'affectation des sommes à
rembourser fait l'objet des articles
328 à 332. Les membres de la
commission ont considéré ces
mesures positives et ont adopté
les articles par neuf voix et trois
abstentions.
L'article 333 porte sur une
modification de loi visant à
achever la structure fédérale de
l'Etat et vise à accentuer la
différence de prix entre les
emballages réutilisables et les
emballages jetables. Il a été
approuvé majorité contre
opposition. L'amendement de MM.
Devlies et Bogaert a été rejeté.
Les articles 334 et 335 concernant
les accises et visant à adapter le
taux spécifique autonome belge à
14,088 euros par mille cigarettes
15/12/2004
CRIV 51
PLEN 103
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
uitstel worden opgeworpen.
De heer Devlies vult aan met de vraag of de minister kan toelichten
waarom ook ambtshalve onbeperkt uitstel moet kunnen worden
verleend.
Ikzelf heb gevraagd of de maatregel ook kan worden uitgebreid naar
andere belastingschulden die oninbaar zijn geworden.
De heer Eric Massin wijst de aanwezigen op het feit dat artikel 9 van
het wetsontwerp een formele wettelijke grondslag behelst waarop de
ambtenaren van om het even welke belastingadministratie kunnen
terugvallen om te beslissen of zij al dan niet een gehele of
gedeeltelijke schuldkwijtschelding toestaan op de hoofdsom.
De minister stelt vast dat de achterstand van de administratie in
fiscale aangelegenheden zich al tal van jaren aan het ophopen is. Een
deel van de daaruit voortvloeiende belastingachterstallen valt in het
geheel niet meer te recupereren tengevolge van bijvoorbeeld het
overlijden van de betrokkene, faillissement of insolvabiliteit. Over de
noodzaak van een dergelijke maatregel klinkt het in de commissie
unisono. De minister stelt nog dat de toekenning van een dergelijk
uitstel door de ambtenaar valt onder het algemeen toezicht van het
Rekenhof. Met de prangende retorische vraag stelt de minister:
"Moeten wij dan lijdzaam toezien hoe de schulden zich blijven
ophopen of trachten te recupereren de schulden die echt te
recupereren zijn?" Het resultaat van de stemming is acht stemmen
voor en vier stemmen tegen.
De artikelen 328 tot 332 betreffen de aanwending van terug te geven
of te betalen sommen. Het wetsontwerp strekt ertoe de bedragen die
aan de belastingschuldige moeten worden terugbetaald in het kader
van de toepassing van de wettelijke bepalingen inzake de
inkomstenbelasting en de ermee gelijkgestelde belastingen aan te
wenden voor de betaling van niet-betwiste belastingen van de
belastingschuldige. De commissie ervaart de voorgestelde maatregel
als een zeer positieve aanzet tot een betere inning van de schulden.
De artikelen worden goedgekeurd met negen stemmen voor en drie
onthoudingen.
Artikel 333 betreft de wijziging van de gewone wet van 16 juli 1993 tot
vervollediging van de federale staatsstructuur. Het ontwerp heeft tot
doel het benadrukken van het prijsverschil dat bestaat tussen
herbruikbare en wegwerpverpakkingen. Een amendement van de
heren Bogaert en Devlies dat ertoe strekt dit artikel weg te laten, kent
geen meerderheid. Hun kritiek is voornamelijk dat er een ongelijkheid
is in de gewijzigde ecotaksen en ecoboni en dat dit gebeurt onder het
voorwendsel van een milieuvriendelijke aanpak. De indieners voelden
zich ook gesteund door de kritiek van het Verbond van de Belgische
Ondernemers. De stemming verliep opnieuw meerderheid tegen
minderheid.
De artikelen 334 en 335, betreffende de accijnzen, beogen de
aanpassing van het specifiek autonoom Belgisch tarief tot 14,088
euro per 1.000 sigaretten, met het oog op het respecteren van de
minimumaccijnsregel van 57% en het herstellen van het evenwicht
tussen de fiscale last op waters, enerzijds, en die op de andere
alcoholvrije dranken, anderzijds, er rekening mee houdend dat het
accijnsrecht op waters werd vastgesteld op een nultarief in plaats van
ont été approuvés par 10 voix et 2
abstentions.
Les articles 336 et 337 relatifs aux
sicafi visent à ramener la taxe de
sortie à 16,5% ont été approuvés à
l'unanimité.
Les articles 338 à 353 relatifs à la
taxe sur les opérations de bourse
et à la taxe sur les livraisons de
titres au porteur ont été adaptés à
l'arrêt du 15 juillet 2004 de la Cour
de justice européenne. Des
questions ont été posées à propos
des implications budgétaires. Le
ministre estime le montant à
rembourser à 330 millions d'euros.
La procédure de remboursement
sera déterminée par arrêté royal.
Les articles ont été approuvés
majorité contre opposition.
Les articles 354 et 355 portant
modification de l'article 180 du
Code des impôts sur les revenus
visent à exonérer de l'impôt
communautaire le Port autonome
du Centre et de l'Ouest. Ils ont été
adoptés à l'unanimité.
Les articles 356 et 357 visant à
modifier les indemnités octroyées
aux tuteurs de mineurs étrangers
non accompagnés ont été
approuvés par 10 voix et 1
abstention.
Les articles 358 et 359 visant à
porter la déductibilité des frais de
restaurant à 69 pour cent ont été
approuvés majorité contre
opposition. L'amendement de MM.
Bogaerts et Devlies tendant à
porter la déductibilité à 75 pour
cent a été rejeté. L'élaboration
d'un code de conduite par le
secteur est en effet toujours
attendue.
Les articles 360 et 361 portant
modification de l'article 385 de la
loi-programme de 2002 octroient
la dispense de versement du
précompte professionnel aux
entreprises privées qui emploient
des chercheurs. Ils ont été
approuvés majorité contre
CRIV 51
PLEN 103
15/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
4,9579 euro per hectoliter, terwijl terzelfdertijd het accijnsrecht op
frisdranken, limonades en andere alcoholvrije dranken 4,9579 euro
per hectoliter bedroeg in plaats van 7,4368 euro per hectoliter. Er
werden geen opmerkingen geformuleerd en de artikels werden met
10 voorstemmen en 2 onthoudingen goedgekeurd.
Artikelen 336 en 337 handelen over de vastgoed-bevak. De maatregel
beoogt de vermindering van het tarief van de exittaks tot 16,5%, in
plaats van 19,5%. Het was een mooi moment in de commissie, want
de artikelen werden eenparig goedgekeurd.
Artikelen 338 tot 353 handelen over de taks op de beursverrichtingen
en taks op de aflevering van effecten aan toonder. Het ontwerp strekt
ertoe de taks op de beursverrichtingen en de taks op de aflevering
van effecten aan toonder aan te passen aan het vigerende arrest van
15 juli 2004 van het Europees Hof van Justitie. De heren Goyvaerts
en Bogaert stellen voornamelijk vragen naar de budgettaire
consequenties. De heer Goyvaerts vraagt ook naar de modaliteiten
van de terugbetaling die door de veroordeling door het Europees Hof
dienen te gebeuren. De heer Bogaert stelt dat de doorgevoerde
wijziging een positief budgettair effect heeft. Er worden dus meer
belastingen geheven dan terugbetaald. De heer Viseur meent dat de
regering uitermate voorzichtig handelt. De minister raamt het
eventueel terug te betalen bedrag op ongeveer 330 miljoen euro. Er
zal een KB worden bekendgemaakt om de terugbetalingsprocedure te
regelen. Er zal worden voorzien in een enig formulier. Ook die
artikelen werden meerderheid tegen minderheid goedgekeurd.
Artikelen 354 en 355 beogen een wijziging van artikel 180 van het
Wetboek van de Inkomstenbelastingen van 1992. Het ontwerp strekt
ertoe de autonome Haven du Centre et de l'Ouest vrij te stellen van
de gemeenschapsbelasting. Hierover waren er geen opmerkingen. De
artikelen werden met eenparigheid goedgekeurd.
De artikelen 356-357 gaan over wijzigingen van het wetboek op het
vlak van bepaalde vergoedingen, toegekend aan voogden van niet-
begeleide minderjarige vreemdelingen. Die artikelen strekken ertoe
vrijstelling van personenbelasting toe te staan voor de vergoedingen
die zijn verkregen door de voogden van niet-begeleide minderjarige
vreemdelingen die tijdens het belastbaar tijdperk niet meer dan twee
voogdijopdrachten hebben uitgeoefend. Ook daarover voerden we
geen fundamentele bespreking. Met 10 stemmen vóór en één
onthouding werden de artikelen aangenomen.
Artikelen 358 en 359 gaan over de wijziging van de wet op het vlak
van de restaurantkosten. Het ontwerp stelt tot doel om het aftrekbare
beroepsgedeelte van de restaurantkosten te verhogen tot 69% vanaf
1 januari 2005 als maatregel om geleidelijk te komen tot de 75%. Een
amendement van de heren Devlies en Bogaert om reeds vanaf 1
januari 2005 te komen aan 75% wordt door de commissie niet
aanvaard. De reden is voldoende gekend. De invoering van de 75%-
aftrekbaarheid is trouwens gekoppeld aan de uitwerking van een
gedragscode door de horecasector. De heer minister herinnert de
commissie eraan dat in feite op dit ogenblik de gestelde verhoging
een tegemoetkoming is waartoe de regering wegens het ontbreken
van de gedragscode niet verbonden was. De stemming verliep
opnieuw meerderheid tegen minderheid.
opposition. Un amendement de M.
Massin a été adopté.
L'amendement du CD&V visant à
avancer l'entrée en vigueur de
l'article a été rejeté, de même que
celui de M. Viseur.
Les articles 362 et 363 visant à
accroître l'exonération des
pompiers volontaires et des
agents volontaires de la Protection
civile ont été adoptés par 10 voix
et 1 abstention. Le ministre est
prêt à envisager un élargissement
du champ d'application.
Les articles 364 et 365 confirmant
l'exonération d'impôt dans le
secteur laitier ont été adoptés à
l'unanimité.
Les articles 366 à 368 visant à
augmenter la déduction pour les
investissements de sécurité ont
également été adoptés à
l'unanimité.
L'article 369 sur l'introduction du
nouveau nom `Commission
bancaire, financière et des
assurances' a été adopté à
l'unanimité.
Les articles 370 à 379 visant à
simplifier certaines procédures
fiscales ont été adoptés par 10
voix et 2 abstentions.
L'amendement de M. Devlies
visant à allonger les délais
d'introduction des réclamations a
été rejeté, malgré un accord de
principe de la commission; il sera
intégré dans un projet plus large.
Les articles 380 à 406 modifiant
les règles de la déductibilité fiscale
de l'habitation personnelle ont été
adoptés par 10 voix contre 4. Une
large discussion a été menée à ce
sujet. Le revenu cadastral a été
exonéré d'impôt mais le
précompte immobilier reste dû.
Toutes les dépenses afférentes à
un prêt hypothécaire pour un
logement qu'occupe le
contribuable et qui constitue la
seule habitation de ce dernier
constituent un montant déductible,
15/12/2004
CRIV 51
PLEN 103
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
De artikelen 360-361 gaan over de wijziging van het artikel 385 van
de programmawet van 24 december 2002. Die artikelen strekken
ertoe, enerzijds, de vrijstelling van doorstorting van 50% van de
bedrijfsvoorheffing toe te laten voor de privé-ondernemingen waarin
de onderzoekers werken in onderzoeksprojecten ter uitvoering van
samenwerkingsovereenkomsten afgesloten met universiteiten of
hogescholen, en, anderzijds, aan de Koning de mogelijkheid te geven
om voor de universiteiten en de hogescholen, het Fonds voor
Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen de vrijstelling van de
storting aan de Schatkist van 50% van de bedrijfsvoorheffing te
verhogen tot 75%.
Een amendement van de meerderheidspartijen, verdedigd door de
heer Massin, om in het artikel de woorden "Europese Unie" te
vervangen door "Europese Economische Ruimte", wordt
aangenomen. Een amendement van mevrouw Simonne Creyf en de
heren Devlies en Bogaert om de inwerkingtreding te vervroegen naar
1 januari 2005, wordt verworpen. Een amendement van de heer
Viseur dat evenzeer een vervroegde inwerkingtreding beoogt, wordt
eveneens verworpen. De maatregel wordt op zich door de hele
commissie als positief onthaald, hoewel de stemming opnieuw verliep
volgens de breuklijn meerderheid-minderheid.
Artikelen 362-363. Wijziging van artikel 38 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 wat de vrijwillige brandweerlieden en de
vrijwilligers van de Civiele Bescherming betreft. Dit ontwerp verhoogt
de vrijstelling van de vrijwillige brandweerlieden van de openbare
brandweerdiensten en van de vrijwilligers van de Civiele Bescherming
van 1.500 euro tot 2.850 euro voor indexering. Een amendement van
de heren Bogaert en Devlies tot uitbreiding naar de vrijwilligers van
erkende hulpdiensten die eerste hulp toedienen aan slachtoffers van
ongevallen, rampen en conflicten wordt niet aangenomen, doch wel
opgenomen in een verdere bespreking. De minister stelt immers dat
de uitbreiding tot de mogelijkheden behoort. De artikelen worden dan
ook met 10 ja-stemmen en 1 onthouding aangenomen.
Artikelen 364-365. Wijziging van artikel 25 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992. Dit ontwerp bevestigt de
belastingvrijstelling voor de vergoedingen, ontvangen naar aanleiding
van het vrijmaken van de referentiehoeveelheden overeenkomstig
artikel 15 van het KB van 2 oktober 1996 betreffende de toepassing
van extra heffingen in de sector melk- en zuivelproducten ten gevolge
van de regionalisering van de landbouw. Geen opmerkingen, ook
eenparigheid.
Artikelen 366 tot 368. Wet tot wijziging van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 inzake de investeringsaftrek. Dit ontwerp
strekt ertoe de investeringsaftrek voor veiligheidsinvesteringen te
verhogen tot 17% en uit te breiden tot binnenlandse
vennootschappen. Geen opmerkingen, ook eenparigheid.
Artikel 369 betreft de commissie voor het Bank-, Financie- en
Assurantiewezen. De oude benaming commissie voor het Bank- en
Financiewezen moet worden vervangen door commissie voor het
Bank-, Financie- en Assurantiewezen. Hierover heerst eenparigheid,
doch een opmerking van de heer Devlies om ook andere
terminologische wijzigingen op te nemen, stond eigenlijk in schril
contrast met het initiële amendement tot schrapping van dit artikel.
le `bonus de logement'. Le
nouveau système sera évalué en
temps voulu.
Les articles 407 à 435 relatifs à la
taxe sur les produits énergétiques
et l'électricité ont été adoptés par 9
voix contre 2.
Les articles 436 et 437 qui visent à
prolonger pour une durée de huit
ans le Fonds belgo-congolais
d'Amortissement et de Gestion ont
été adoptés par 9 voix contre 2. Le
fonds va continuer ses activités et
sera davantage subventionné.
Le nouvel article 440bis, relatif à la
diminution des impôts pour les
systèmes de protection de
l'habitation contre le cambriolage
et l'incendie, et le nouvel article
440ter, relatif à la perception et au
versement de la taxe additionnelle
au profit des communes, tous
deux insérés par amendement de
MM. Devlies et Bogaerts, ont été
rejetés par huit voix contre deux.
L'article 477 concerne la reprise
par l'Etat de certains emprunts de
la Régie des bâtiments. Il a été
adopté par 8 voix contre 2.
Les articles 478 et 479 concernent
l'entrée en vigueur de la loi du 22
mai 2003 portant organisation du
budget et de la comptabilité de
l'Etat fédéral, et de la loi du 22 mai
2003 modifiant la loi du 29 octobre
1846 relative à l'organisation de la
Cour des comptes. Les articles ont
été adoptés.
Les articles 480 et 481 concernant
la Défense et les marchés publics
n'ont appelé aucun commentaire
et ont été adoptés par 7 voix
contre 2.
Voilà qui clôture le volet
"rapport" de mon intervention et
je me propose à présent de vous
livrer quelques commentaires en
ma qualité de membre du
groupe VLD.
CRIV 51
PLEN 103
15/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
Artikelen 370 379 inzake vereenvoudiging en hervorming van
sommige bepalingen inzake fiscale procedures. Dit ontwerp voorziet
in een hervorming en een vereenvoudiging van de fiscale procedures.
Er is een amendement van de heer Devlies waarbij het de periode
voor het indienen van een bezwaarschrift wenst uit te breiden van 3
tot 6 maanden. Hoewel dit amendement op de principiële goedkeuring
van zowel de minister als van de meeste commissieleden kon
rekenen, werd voorgesteld om de problematiek omtrent de periodes
voor het indienen van bezwaarschriften in een globale context van
een totale hervorming van de fiscale procedures te behandelen. De
artikelen maakten voorts geen voorwerp uit van belangrijke
opmerkingen en werden meestal met 10 stemmen voor en 2
onthoudingen aangenomen.
Artikelen 380 en 406 inzake wijziging van de fiscale regels die in de
personenbelasting van toepassing zijn op de eigen woning. Dit
ontwerp strekt ertoe het fiscale regime van woonkredieten te
verbeteren en te vereenvoudigen. Het principe is eenvoudig. Het
kadastraal inkomen van de eigen woning wordt volledig vrijgesteld
van belastingen. Men dient het niet meer aan te geven. De
onroerende voorheffing daarentegen blijft wel verschuldigd. De
beperkte forfaitaire woningaftrek verdwijnt. Alle uitgaven verbonden
aan een hypothecaire lening voor de eigen en enige woning vormen
samen een aftrekbaar bedrag, de zogenaamde woningbonus. Dit
betekent dat intrest- en kapitaalaflossingen en premies van
levensverzekeringen die een hypotheek waarborgen, gebundeld
worden in dit ene gewaarborgde bedrag. De nieuwe aftrek geldt voor
alle hypothecaire woonkredieten. Het doel van de lening speelt geen
rol. Zowel hypotheken voor aankoop, bouw, verbouwing, onderhouds-
of moderniseringswerken komen in aanmerking. De lening moet wel
hypothecair zijn en voor ten minste 10 jaar afgesloten zijn. De aftrek
wordt gebracht op een plafond van 1860 euro per persoon en per
inkomstenjaar. De eerste 10 jaar wordt het maximum van 1860 euro
verhoogd met 620 euro of 680 euro indien de kredietnemers minstens
drie kinderen ten laste hebben. Deze verhoogde aftrek duurt zolang
de woning de enige woning blijft van de kredietnemers. Wordt men in
die periode eigenaar van een tweede woning dan valt men terug op
de basisaftrek van 1860 euro.
Er is een algemene opmerking van de heer Devlies, die stelt dat die
aanpassingen niet thuishoren in een programmawet daar zij
budgettair neutraal zijn. Door de regering wordt duidelijk gesteld in de
motivering, ik citeer: "Het invullen van de belastingaangifte is voor
vele belastingplichtigen een helse opdracht om alle bedragen van
intresten, kapitaalsaflossingen en verzekeringspremies op de meest
optimale wijze in hun aangifte in te vullen. Een vereenvoudigen van de
aftrek van de intresten, de kapitaalsaflossingen en de
verzekeringspremies in het kader van een hypothecaire lening,
aangegaan om de enige woning te verwerven, dringt zich derhalve
op".
Sommige commissieleden en in het bijzonder de heer Devlies vonden
het nuttig een vergelijking te maken tussen het huidige systeem en
het toekomstige systeem. Daarover uitweiden in deze bespreking lijkt
mij echter niet zinvol. Er werd terecht door de heer Tommelein
opgemerkt dat er geen winnaars en geen verliezers zijn. Alleen de
nieuwe leningen vanaf 1 januari 2005 geven grotere voordelen door
15/12/2004
CRIV 51
PLEN 103
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
een verhoogde aftrekbaarheid. De oudere leningen behouden hun
aftrekbaarheid en de voordelen zoals overeengekomen. De heer
Tommelein stelt voor het begrip "enige woning" in specifieke gevallen
ruimer te interpreteren. De minister wenst dat te bespreken bij de
evaluatie van het nieuwe systeem.
Ten slotte werden er opmerkingen geformuleerd door de heer Carl
Devlies, die niet uitsluit dat het nieuwe fiscale voordeel hoger uitvalt
dan de herbeleggingvergoeding die de kredietnemer moet storten als
hij zijn eerste lening vervroegd wil terugbetalen. De minister geeft aan
dat een belastingplichtige die een lening volledig heeft afgelost perfect
een nieuwe lening mag aangaan. De administratie zal wel nagaan of
de transactie in kwestie werkelijk een nieuwe lening is dan wel de
herfinanciering van een eerdere lening.
De tekst van het nieuwe artikel 526 van het Wetboek op de
inkomstenbelasting 1992 is in die zin zeer duidelijk en volkomen
ondubbelzinnig. De oude regel blijft immers gelden voor de leningen
die na 1 januari 2005 worden afgesloten maar die in feite een
herfinanciering zijn van eerder afgesloten leningen. Het komt eropaan
elke vorm van terugwerking te voorkomen. In het nieuwe systeem van
woningaftrek zijn er geen verliezers omdat wie nu al een woningaftrek
genieten dat in de komende jaren zullen blijven genieten. Het feit dat
iemand die tot nu toe geen woningaftrek geniet onder het oude
systeem meer belastingvoordelen zou gehad hebben dan hij in de
toekomst zal genieten onder het nieuwe systeem, valt volgens de
minister geen echt verlies te noemen omdat op die persoon enkel de
nieuwe regeling van toepassing zal zijn. Volgens berekeningen zal in
circa 90% tot 95% van de gevallen de nieuwe maatregel een hoger
belastingsvoordeel voor de belastingplichtige inhouden.
Er blijkt reeds een overleg aan de gang te zijn tussen de minister en
de kredietinstellingen die aan hun klanten de leningformule zullen
kunnen aanbieden die voor de klant het voordeligst is. De ingediende
amendementen werden verworpen en de artikelen werden telkens
met 10 stemmen voor en 4 stemmen tegen goedgekeurd.
Artikelen 407 tot 435 gaan over de belasting op energieproducten en
elektriciteit. Het voorstel heeft tot doel twee koninklijke besluiten te
bevestigen en te hernemen in de vorm van een wetgevende tekst. De
wijzigingen die werden aangebracht aan de wet bepalen de
facultatieve situaties inzake vrijstelling van accijnzen, opgenomen in
de richtlijn; de nog van toepassing zijnde bepalingen van de wet,
zodat die kan worden opgeheven worden en de bepalingen van de
wet van 22 juli 1993 tot instelling van een bijdrage op de energie ter
vrijwaring van het concurrentievermogen en de werkgelegenheid,
zodat die kan worden opgeheven. De bijdrage op energie moet
voortaan worden beschouwd als behorend tot de accijnzen.
De heren Devlies en Bogaert bekritiseerden deze artikelen en stelden
dat de belofte bij de invoering van het click-it-systeem zou worden
gecompenseerd door een verlaagde bijdrage op energie ten laste van
de ondernemingen. Zij vroegen zich af of daarmee het evenwicht niet
verbroken is. Met 9 stemmen voor en 2 stemmen tegen werden de
artikelen aangenomen.
Artikelen 436 en 437 gaan over het Belgisch-Congolees Fonds voor
Delging en Beheer. Dit ontwerp beoogt het bestaan van het Belgisch-
CRIV 51
PLEN 103
15/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Congolees Fonds voor Delging en Beheer met acht jaar te verlengen
en het Fonds van voldoende middelen te voorzien.
De kritiek van de heer Devlies wordt door de minister ontkracht door
te stellen dat door het ontbreken van partners de Belgische
autoriteiten voortaan als enige instaan voor de financiering van het
Belgisch-Congolees Fonds voor Delging en Beheer.
Deze artikelen werden aangenomen met 9 stemmen voor en 2 tegen.
Artikelen 440bis en 440ter zijn amendementen die ingediend werden.
Ze gaan over de vermindering van uitgaven voor de beveiliging van
woningen en tegen inbraak en brand.
De heren Devlies en Bogaert dienden een amendement in teneinde
een artikel in te voegen dat een belastingvermindering toestaat ten
belopen van 50% op de uitgaven die werden gedaan om een woning
uit te rusten met een beveiliging tegen inbraak en brand. De
amendementen werden met een meerderheid van 8 tegen 2
verworpen.
Artikel 440 gaat over de inning en doorstorting van de aanvullende
belasting ten bate van de gemeenten en de agglomeraties van de
gemeenten.
De heren Devlies en Bogaert dienden amendementen in teneinde te
voorzien in een voorschottenregeling met het oog op de doorstorting
van de aanvullende personenbelasting aan de gemeenten en
agglomeraties van de gemeenten gezien het inkohieringstempo de
laatste jaren alsmaar trager verloopt. De amendementen werden
verworpen.
Artikel 477 gaat over de overname door de Belgische Staat van
bepaalde leningen van de Regie der Gebouwen. Dit artikel werd
aangenomen met 8 stemmen tegen 2.
Artikelen 478 en 479 gaan over de inwerkingtreding van de wet van
22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en van de
comptabiliteit van de federale Staat en van de wet van 22 mei 2003
tot wijziging van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het
Rekenhof.
De minister preciseerde dat de inwerkingtreding van de vernoemde
wetten werd uitgesteld op verzoek van de vice-eerste minister en
minister van Begroting en Overheidsbedrijven. Elk nieuw uitstel tot 1
januari 2007 zal een KB vergen dat er pas kan komen op gezamenlijk
initiatief. De artikelen werden aangenomen.
De artikelen 480 en 481 gingen over Landsverdediging en
Overheidsopdrachten. Over deze artikelen werden geen opmerkingen
gemaakt. Ze werden aangenomen met 7 stemmen tegen 2.
Mijnheer de voorzitter, dat was het officiële rapport over de
werkzaamheden van de commissie voor de Financiën en de
Begroting.
Geachte leden van de Kamer, u hebt nu deze mooie lijst van artikelen
gekregen. Laat mij toch even toe buiten het rapport mijn eigen mening
15/12/2004
CRIV 51
PLEN 103
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
te geven.
De voorzitter: U zet dus het petje van rapporteur af en spreekt nu als woordvoerder van uw fractie.
01.02 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de voorzitter, dat is correct.
Ik geef even mijn eigen mening over deze programmawet vanuit het
standpunt van een Kamerlid dat pas een aantal maanden, meer
precies sinds 21 juli 2004, deel uitmaakt van deze assemblee.
Ik heb tot november moeten wachten om een eerste wetsvoorstel te
bespreken. Tot dan waren de agenda's van de diverse commissies
waarvan ik deel uitmaak gevuld met stapels mondelinge vragen
waarvan men zich terecht kan afvragen of zij wel het voorwerp
moeten zijn van een commissievergadering. Deze mondelinge vragen
hebben dikwijls een zeer beperkt algemeen federaal belang. Hierdoor
is aanwezigheid in de commissies blijkbaar ook meestal beperkt tot
de vraagstellers zelf. Deze vraagstellers vliegen dan meestal van
commissie tot commissie om die ene vraag die zij belangrijk vinden te
stellen.
Sta me toe, mijnheer de voorzitter, te suggereren dat vele van deze
mondelinge vragen beter kunnen worden omgezet in schriftelijke
vragen. Op die manier kan de Kamer opnieuw beschikken over
commissies die zich over het wetgevend werk en de beleidsvisies
kunnen buigen. Een voorwaarde is dat de commissies dubbel gevoed
worden: en door het regeringswerk en door de commissieleden die
werkelijk geëngageerd zijn in de thema's.
Een programmawet zoals ze thans voorligt, is niet voor herhaling
vatbaar. Dit is de basiszinsnede van de terechte kritiek van voorzitter
De Croo aan de voltallige regering. Zijn kritiek op de algemeenheid
van de programmawet delen we ten volle. De voorbije jaren neemt de
programmawet een steeds groter deel van het wetgevend werk in. De
voorbije drie jaar steeg het aandeel van de programmawet van 19 tot
24%. Bijna een vierde van al het wetgevend werk gebeurt dus via een
programmawet. Het zou me niet verwonderen mocht voor 2004 30%
worden bereikt. Dit heeft uiteraard een invloed op de kwaliteit van het
wetgevend werk en verhindert het kritisch vermogen van de Kamer.
Zoals de heer De Crem gisteren in zijn conference stelde, is het
correct dat in het verleden vooral VLD-mandatarissen het voortouw
hebben genomen in de strijd voor de herwaardering van de
democratie en het betrekken van de burger bij de democratie. De
VLD-fractie steunt ten volle de waarschuwing aan de regering van de
Kamervoorzitter. Wij zullen dit niet meer aanvaarden en pikken dit in
de naam van de democratie niet langer. De regering weze dus dubbel
gewaarschuwd.
De regering moet meewerken aan de herwaardering van het
Parlement en moet de assemblee haar volle rol laten spelen. Als
behoeder van de parlementaire democratie en als grootste fractie van
dit Parlement zal de VLD zijn verantwoordelijkheid opnemen.
Als nieuwe voorzitter van de subcommissie voor het Rekenhof wens
ik mee te delen dat de subcommissie deze week haar
werkzaamheden heeft vastgelegd in het licht van het 161
ste
boek van
het Rekenhof. Het is onze opdracht vanaf medio januari 2005 diverse
01.02 Luk Van Biesen (VLD): Elu
député pour la première fois, j'ai
dû attendre jusqu'au mois de
novembre pour avoir pour la
première fois l'occasion
d'examiner une proposition de loi.
Les ordres du jour des
commissions croulent sous les
questions orales présentant un
intérêt restreint à l'échelle
fédérale. Si ces questions étaient
transposées en questions écrites,
la commission disposerait à
nouveau de davantage de temps
pour se consacrer au véritable
travail législatif.
Le dépôt d'une loi-programme,
telle qu'elle nous est aujourd'hui
soumise, ne peut en aucun cas se
reproduire. Je rejoins en cela
M. De Crem et le président de la
Chambre. Dans sa forme actuelle,
la loi-programme représente en
effet près d'un quart du travail
législatif. Voilà qui produit un effet
négatif sur la qualité du travail
législatif et la mission critique du
Parlement. A l'avenir, le VLD
s'opposera à une telle pratique. Le
gouvernement doit permettre au
Parlement de jouer pleinement le
rôle qui est le sien.
Le renouvellement des activités de
la sous-commission Cour des
comptes témoignera également de
la revalorisation du travail
parlementaire. La sous-
commission examinera de
manière approfondie le 161
ème
Cahier d'observations, ce qui
devrait favoriser un meilleur
fonctionnement de nos institutions.
Les dispositions de la loi-
programme nous paraissent utiles
et nécessaires dans l'ensemble;
nous les soutiendrons donc. Bon
nombre de ces mesures
profiteront au pays, comme on
peut le déduire de la vaste
majorité qu'elles ont recueillie en
commission. Dans certains cas,
CRIV 51
PLEN 103
15/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
onderdelen van dit rapport ten gronde te onderzoeken. Ik roep alle
parlementsfracties op hun volle steun te verlenen aan de analyse van
dit rapport om te komen tot concrete voorstellen die de werking van
onze instellingen ten goede komen. Ook dit komt de democratie ten
goede.
Ik kom terug op de inhoud van de programmawet. We moeten eerlijk
durven zijn. Deze programmawet regelt diverse bepalingen die nodig
en nuttig zijn en die door een meerderheid van de Kamer zouden
gesteund worden, ook buiten het kader van een programmawet. De
hoofdlijn van deze programmawet is goed voor het land. De
voorgestelde maatregelen zijn goed voor het land en zijn burgers.
Daarom zal de VLD deze bepalingen steunen.
Na een terugblik op de commissie voor de Financiën en Begroting
moeten we durven toegeven dat een meerderheid van de artikelen de
goedkeuring van alle fracties wegdroeg. Soms onthield de oppositie
zich of stemde ze tegen. Ze deed dit meestal omdat ze verder wenste
te gaan dan de regering budgettair aankan.
Ik geef een paar voorbeelden. Het uitstel van de invordering van
directe belastingen is een zeer goede maatregel. Eindelijk wordt de
fiscale achterstand weggewerkt. Voor sommigen moet de regering
verder gaan en niet alleen de fiscale achterstand, maar ook andere
belastingschulden en de BTW-achterstand aanpakken. Een tweede
belangrijk element is de "netting" tussen belastingschuld en
ontvangsten. Dit is een goede maatregel in het beter beheer van
openstaande vorderingen en schulden.
Indien deze maatregel een positieve opvolging kent, zal dit de relatie
tussen de belastingplichtige en de overheid verbeteren.
Er is de wijziging betreffende de verhoogde vrijstelling voor vrijwillige
brandweerlieden en de vrijwilligers van de civiele bescherming. Dit is
uiteraard ook een zeer positieve maatregel, die in de toekomst ook
het voorwerp kan uitmaken van andere categorieën van
vrijwilligerswerk.
De verhoogde investeringsaftrek voor veiligheidsinvesteringen
moeten we niet verder toelichten.
De vereenvoudiging en hervorming van sommige bepalingen inzake
fiscale procedures is uiteraard een zeer goede maatregel. Wij
steunen de idee om de periodes voor het indienen van de
bezwaarschriften van drie naar zes maanden uit te breiden. De VLD
zal de minister ten gepaste tijde herinneren aan zijn belofte en we
zullen deze belofte hopelijk in 2005 bewaarheid maken.
Last but not least is er de wijziging van de fiscale regels in de
personenbelasting, van toepassing op de enige woning. Dit is
uiteraard een bijzonder goede maatregel, in die mate zelfs dat het
beleggerstijdschrift Cash vorige week haar lezers aanraadde te
wachten met het afsluiten van een hypotheek tot 1 januari 2005. Het
is het meest objectieve gegeven dat men kan vinden als de
banksector zegt dat het goed is voor de cliënt om te wachten tot 1
januari 2005 omdat het nieuwe systeem eigenlijk voordeliger is dan
het oude systeem.
l'opposition voulait même aller
encore plus loin mais l'on se
heurtait alors à des restrictions
budgétaires.
Ainsi, nous appuyons pleinement
la proposition de surséance au
recouvrement des impôts directs,
le netting de la dette fiscale et des
recettes, l'exonération fiscale en
faveur des volontaires des
services d'incendie et de la
protection civile et la procédure
fiscale simplifiée. En 2005, nous
ne manquerons pas de rappeler
au ministre sa promesse en
matière d'allongement du délai de
réclamation.
Enfin, la modification apportée, sur
le plan de l'impôt des personnes
physiques, aux règles fiscales
relatives à l'habitation unique,
nous satisfait. Elle n'est certes pas
parfaite, comme en témoigne
notre amendement, mais des
corrections pourront aussi être
apportées en 2005, après
évaluation.
Nous approuverons donc le
contenu de la section Finances de
la loi-programme malgré nos
critiques formelles.
15/12/2004
CRIV 51
PLEN 103
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
Is deze aanpassing perfect? Volgens ons niet. Diverse specifieke
situaties zullen in de toekomst moeten worden aangepast. Ik geef als
voorbeeld het amendement van de heer Tommelein en mijzelf dat de
bepaling van de enige woning in gevallen van echtscheiding of
verwerving via erfenis dient te worden herzien. Deze en diverse
andere bepalingen zullen het voorwerp uitmaken van een evaluatie in
de tweede helft van 2005. Ook hier zal de VLD ten overstaan van de
vice-premier waken over deze evaluatie.
Ondanks de fundamentele kritiek op de werkingsmethode van de
programmawet durven wij voluit beweren dat het deel over de
begroting en de financiën onze goedkeuring wegdraagt.
De voorzitter: Dank u, mijnheer Van Biesen. U zult zien dat u na verscheidene maanden in dit Parlement
te verblijven wel een stukje zekerheid over de kennis van deze instelling dreigt te verliezen.
Mijnheer Devlies, u hebt het woord.
01.03 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, ik feliciteer de heer Van Biesen met zijn verslag.
Het was erg volledig. Ik steun ook zijn initiatief om de subcommissie
Rekenhof opnieuw tot leven te roepen. Ik denk dat dit een belangrijke
commissie is. Onze fractie zal de activiteiten van deze commissie
zeker op een actieve wijze bijwonen.
Ik zou eerst, zoals onze fractieleider de heer De Crem dat ook
uitvoerig heeft gedaan bij het begin van het debat, enige opmerkingen
willen maken over de formule van de techniek van de programmawet.
Ik ben blij te horen dat ook de heer Van Biesen een aantal van deze
opvattingen deelt. Deze techniek is werkelijk een aanfluiting van de
parlementaire democratie, een aanfluiting van het behoorlijk bestuur,
een aanfluiting van de rechtstaat. Bovendien is de regering met deze
programmawet erg ver gegaan, verder dan uw voorgangers, mijnheer
de minister. Het verleden is inderdaad niet zonder fouten, maar nu is
men wel bijzonder ver gegaan. Ik geloof niet dat er ooit een
programmawet aan het Parlement is voorgelegd die zo omvangrijk is.
Deze programmawet moest voorts ook met een enorme snelheid
worden behandeld, in die mate dat zelfs de Raad van State slechts 5
dagen ter beschikking kreeg om een advies te geven. De Raad van
State heeft zelf laten weten dat het onmogelijk was om binnen deze
termijn een advies uit te brengen. Het ging over 525 artikelen, 900
pagina's van parlementaire documenten met wetswijzigingen in
allerlei domeinen.
Bij een individueel wetsontwerp wordt de wetswijziging gesitueerd in
het geheel van gecoördineerde wetteksten en krijgt men de
gelegenheid om het geheel van de wet af te ronden. Zoals de
rapporteur ook heeft gezegd in zijn uiteenzetting, zouden de
commissies zich inderdaad beter op structurele manier bezighouden
met de behandeling van wetsontwerpen en wetsvoorstellen. Er
moeten natuurlijk ook wetsontwerpen op tafel liggen. Als die allemaal
worden geconcentreerd in één programmawet, is het onmogelijk om
dat op een behoorlijke manier te doen. Wij stellen trouwens ook vast
dat heel veel artikelen in de programmawet door het Arbitragehof
worden vernietigd. Wij vragen ons af of er geen afzonderlijke kamer
moet komen in het Arbitragehof die zich bezighoudt met de artikelen
van de verschillende programmawetten. In elk geval wordt op deze
manier rechtsonzekerheid gecreëerd. Een aantal arresten van het
01.03 Carl Devlies (CD&V): Nous
apporterons volontiers notre
soutien à M. Van Biezen en
participant activement aux
activités de la sous-commission
Cour des comptes lorsqu'elle sera
rétablie.
Nous tenons en outre à souligner
une fois de plus que cette loi-
programme tourne véritablement
la démocratie parlementaire en
dérision. Jamais auparavant un
document aussi considérable
n'avait été traité à la hussarde par
le Conseil d'État et la Chambre.
Une loi-programme, dans laquelle
tous les articles figurent sans
aucun contexte, est par définition
confuse. Le risque de voir la Cour
d'arbitrage rendre une fois de plus
des arrêts d'annulation, qui
nécessiteront à nouveau des lois
de réparation, est également
source d'insécurité juridique.
Le secrétaire d'État à la
simplification administrative est
chargé de coordonner la
législation. A-t-il suffisamment
tenté de convaincre le
gouvernement? A-t-il bien
examiné les articles?
Voici un exemple symptomatique
de la servilité avec laquelle la
majorité a obéi au gouvernement :
M. Tommelein avait déposé un
amendement très apprécié à
propos du bonus crédit d'emploi,
CRIV 51
PLEN 103
15/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Arbitragehof worden behandeld, er worden reparatiewetten gemaakt
en andere wachten nog steeds op wetgevende initiatieven.
Ik begrijp nog steeds niet dat de regering-Verhofstadt II een
bijzondere staatssecretaris heeft aangesteld met de administratieve
vereenvoudiging als opdracht. Die staatssecretaris beschikt over een
kabinet met tientallen medewerkers. Dat zijn ettelijke miljoenen euro
extra uitgaven. Die staatssecretaris, de heer Van Quickenborne, is
ook belast met de coördinatie van de wetgeving. Mijnheer de minister,
ik vraag mij af of de heer Van Quickenborne en zijn kabinet hebben
geprobeerd de regering te overtuigen om af te stappen van de
techniek van de programmawetten en de voorliggende artikelen te
onderzoeken en te toetsen aan de administratieve vereenvoudiging.
Daarover had ik graag wat informatie gehad.
Ik heb het gevoel dat er momenteel wordt gedweild met de kraan
open en dat de staatssecretaris voor de Administratieve
Vereenvoudiging bezig is met totaal beperkte en ondergeschikte
projecten, terwijl het essentiële, het wetgevende werk, massaal
aanleiding geeft tot nieuwe rechtsonzekerheden. Als ik alleen al kijk
naar de materie die wij in de commissie voor de Financiën hebben
behandeld, stel ik vast dat heel wat nieuwe rechtsonzekerheden
zullen tot stand komen, bijvoorbeeld met betrekking tot het onbeperkt
uitstellen van de invordering van de directe belasting, met betrekking
tot de fiscale procedures en met betrekking tot de woonbonus. Het
enige dat in feite duidelijk was in de programmawet, waren de
belastingverhogingen. We zouden de minister van Financiën bijna de
"minister van Belastingverhogingen" kunnen noemen. Meestal
gebeurt dat op een discrete manier soms wordt het helemaal niet
gecommuniceerd, zoals vorige zomer maar het blijven altijd
belastingverhogingen.
Om de collega's duidelijk te maken in welke mate de parlementsleden
de slaaf van de regering zijn, wil ik even verwijzen naar een
symptomatisch incident, dat zich heeft voorgedaan in de commissie.
Onze goede collega, Bart Tommelein, had samen met enkele VLD-
collega's een amendement inzake de woonbonus ingediend. Het ging
duidelijk om een verbetering van de voorliggende teksten. Het kwam
ook tegemoet aan een amendement dat door onze fractie was
ingediend. Het was duidelijk dat er in de commissie een consensus
groeide om dat amendement te steunen. Onze fractie had ook haar
steun voor dat amendement toegezegd. Als erover was gestemd, was
het ongetwijfeld unaniem goedgekeurd. Net voor de bespreking en de
stemming over het amendement, kwam de heer Tommelein blijkbaar
onder druk van de minister te staan. Hij werd verplicht het
amendement in te trekken. Dat is een spijtige zaak. De heer
Tommelein moest dan heel beleefd aan de minister vragen of hij
eventueel bereid zou zijn de inhoud van zijn amendement...
amendement qui améliorait
sensiblement le texte à l'examen
et pouvait compter sur une large
adhésion. Sous la pression du
gouvernement, M. Tommelein, le
doigt sur la couture du pantalon, a
toutefois retiré l'amendement dont
il était l'auteur.
01.04 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer Devlies, u kent mij nog niet
goed. Het is niet mijn stijl mij onder druk te laten zetten. Ik heb het
amendement ingetrokken omdat de minister de belofte heeft gedaan
dat de zaken zouden worden geëvalueerd en we ze een aantal
maanden later opnieuw zouden bekijken. Dat is duidelijk en dat werd
door de heer Van Biesen ook zo in het verslag genoteerd en herhaald
in diens commentaar achteraf. Ik trek mijn amendement in omdat ik,
zoals ik in de commissie heb gezegd, vertrouwen heb in de minister.
01.04 Bart Tommelein (VLD):
J'ai retiré mon amendement après
la promesse du ministre de faire
procéder à une évaluation, ce qui
figure d'ailleurs dans le rapport.
15/12/2004
CRIV 51
PLEN 103
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
01.05 Carl Devlies (CD&V): Het amendement was toevallig wel
strijdig met de voorliggende wetsartikelen. De minister kan hetgeen u
hebt gevraagd niet doen. Hij kan geen rondzendbrieven opstellen die
afwijken van door het Parlement goedgekeurde wetten. U bent wel
degelijk onder druk gezet en hebt aangetoond hoe het Parlement
monddood wordt gemaakt. Dit is een democratisch deficit. Het
verhoogt de rechtsonzekerheid en geeft op termijn alleen werk aan
het Arbitragehof.
Gezien de beperkte spreektijd die mij werd toegemeten, wil ik ten
gronde een selectie maken uit enkele van de achttien hoofdstukken
die aan onze commissie werden voorgelegd. Het eerste hoofdstuk
heeft betrekking op het onbeperkt uitstel van de invordering van
directe belastingen. Wij hebben fundamentele problemen met dit
voorstel. Het departement Financiën heeft in het verleden bijzonder
rigide gereageerd op de wet van de collectieve schuldregeling en
heeft zelfs geweigerd hierin te participeren en wetgevende initiatieven
te nemen om de participatie mogelijk te maken aan de collectieve
schuldregeling. Men gaat nu totaal de tegenovergestelde richting uit.
Men komt naar een systeem van willekeur, zonder rechterlijke
controle, een systeem dat eventueel kan leiden tot een nieuwe vorm
van dienstbetoon met belastinggeld.
In verband met de collectieve schuldregeling heeft de minister
bevestigd dat er geen enkele wettelijke basis bestond op grond
waarvan de FOD Financiën zijn medewerking kan verlenen aan
schuldkwijtscheldingsoperaties. Het was duidelijk dat door de minister
initiatieven konden worden genomen. Andermaal drijft de regering
haar wil door ondanks ernstige principiële bezwaren van de Raad van
State. Ik citeer even de Raad van State:" Deze maatregel maakt het
voor topambtenaren van de Administratie van Financiën mogelijk om
onder het mom van een onbeperkt uitstel een maatregel te nemen die
in feite neerkomt op een kwijtschelding van een belastingschuld
zonder gerechtelijke controle". Hierdoor creëert men een
ongrondwettelijke situatie. De commissieleden stelden tientallen
vragen waarop de minister niet antwoordde. Ik veronderstel dat de
minister weet dat hij fout zit en dat de artikelen de toetsing van het
Arbitragehof niet zullen doorstaan.
Samen met collega Bogaert heb ik een alternatieve regeling
voorgesteld, waarbij er in de eerste plaats een uitbreiding van de
bevoegdheid van de directeur der belastingen zou kunnen komen om,
overeenkomstig artikel 417, in bijzondere gevallen een vrijstelling te
verlenen voor nalatigheidinteresten en eventueel een toelating te
geven tot het betalen van belastingschuld in afkortingen. Voor
kwijtschelding van de schuld zelf wordt verwezen naar de procedure
collectieve schuldregeling, onder het toezicht van de rechtbanken.
Over de voorgestelde regeling wens ik nog een bemerking te
formuleren, meer bepaald over artikel 413, waarin bepaald wordt dat
de indiening van het verzoek tot uitstel alle middelen van
tenuitvoerlegging schorst. Dit opent op zichzelf al een poort voor
fraudeurs die misbruik willen maken van deze regeling. Bovendien
vermeldt dit artikel: "...doet geen afbreuk aan de betekening van een
dwangbevel teneinde de verjaring te stuiten". Als ik het woord
dwangbevel hoor in fiscale zaken, dan weet ik dat ik aandachtig moet
zijn. Ik moet erop wijzen dat deze materie minstens in beweging is. In
verband hiermee zullen wij trouwens morgen een amendement
01.05 Carl Devlies (CD&V):
L'amendement était toutefois
contraire à ces articles. Le ministre
ne peut pas édicter de circulaires
contraires à la loi.
Nous formulons des observations
fondamentales sur le chapitre
relatif à la surséance indéfinie au
recouvrement des impôts directs.
Le département des Finances a
réagi de façon très rigide à la loi
sur le règlement collectif des
dettes et a refusé d'y participer.
On assiste à un changement
radical de cap. On met en place
un système arbitraire dans le
cadre duquel des permanences
pourraient être financées avec
l'argent du contribuable.
Le ministre a confirmé que le SPF
Finances ne peut pas prêter son
concours à l'annulation des dettes
dans le cadre du règlement
collectif des dettes. Le
gouvernement s'obstine toutefois,
malgré les objections du Conseil
d'Etat qui précise que la mesure
proposée autorise l'annulation des
dettes fiscales sans contrôle
judiciaire, ce qui est totalement
inconstitutionnel. Le ministre n'a
pas répondu aux questions à ce
sujet. Cette mesure ne résistera
pas au contrôle de la Cour
d'arbitrage.
Nous proposons une solution de
rechange consistant à étendre les
compétences du directeur des
contributions pour lui permettre de
dispenser le contribuable du
paiement d'intérêts de retard dans
des cas particuliers et d'accorder
le cas échéant des facilités de
paiement. Pour la remise de la
dette, il faut se référer à la
procédure de règlement collectif
de dettes sous le contrôle du
tribunal.
La suspension de tous les moyens
d'exécution en cas de demande
de surséance est de nature à
générer la fraude. Le même
article 413 précise qu'il n'est pas
porté préjudice à la notification de
CRIV 51
PLEN 103
15/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
indienen. In het verleden zijn ernstige fouten begaan door de minister
en zijn administratie. Het laatste woord is in dit verband trouwens nog
niet gezegd. Ik verwijs naar de dossiers van de forfaitaire
buitenlandse belasting.
Ik zie dat de heer Van der Maelen in zijn papieren kijkt. Hij zou best
aandachtig zijn, want in de aanloop van de verkiezingen 2004 was hij
bijzonder spraakzaam over dit onderwerp. Nu horen wij hem over alle
mogelijke onderwerpen, maar niet meer over dit concreet punt.
Om het geheugen even op te frissen, verwijs ik onder meer naar het
betoog van collega Vandeurzen over dit onderwerp in de commissie
voor de Financiën. Er werd vastgesteld dat in belangrijke
fraudedossiers de verjaring werd gestuit door betekening van
dwangbevelen. Ingevolge cassatiearresten van 10 oktober 2002 en 21
februari 2003 zijn deze dwangbevelen nietig wanneer een
belastingschuld betwist werd en er geen onmiddellijk verschuldigd
gedeelte ingevorderd kon worden. In concreto ging het over 9.000
dossiers en een bedrag van 270 miljoen euro aan belastingen. De
minister en zijn administratie reageerden pas eind 2003, door de
verjaringsregels te wijzigen in de programmawet van december 2003.
Deze regels hadden alleen betrekking op fiscale zaken die nog niet
verjaard waren.
In de maand mei ontstaat dan het schandaal waarin ook de heer Van
der Maelen tussenbeide gekomen is. Er is een lek gekomen. Toen
bleek dat in de 9.000 dossiers die ik daarnet vermeld heb voor een
bedrag van 270 miljoen euro de verjaring bereikt zou zijn geworden.
Daarover ondervraagd in de commissie, heeft de minister eerst
gereageerd dat hij geen maatregelen meer mogelijk zag. Vervolgens
intervenieerde de eerste minister op zijn bekende voluntaristische
manier en hij zei dat er nog wel maatregelen mogelijk waren. In de
nieuwe programmawet van juni 2004 werd vervolgens een nieuw
artikel ingelast waardoor de verjaring van verjaarde dossiers wordt
beoogd. Dat artikel is momenteel het voorwerp van betwistingen voor
het Arbitragehof en voor burgerlijke rechtbanken. Ik had graag
geweten in hoeverre die dossiers thans geëvolueerd zijn. Welke
invorderingen zijn inmiddels gerealiseerd in die 9.000 hangende
dossiers?
De verantwoordelijkheid van de regering is terzake bijzonder groot,
vermits het basisarrest van het hof van beroep van Bergen dateert
van 18 mei 2000.
Het resultaat in één dossier kennen wij. Veertien dagen geleden is er
een uitspraak geweest van een Brusselse rechtbank. Maar wat is de
situatie in de 8.999 andere dossiers? Daarover had ik graag vanwege
de minister enige duidelijkheid gehad.
Om te vermijden dat nieuwe, soortgelijke zaken zich voordoen in de
toekomst, zullen wij morgen een amendement indienen in dat
verband.
Over hoofdstuk 16 wil ik het volgende zeggen. Voor de hervorming
van de fiscale procedure hebben wij voorgesteld om de termijn van
bezwaar van drie maanden op zes maanden te brengen. Ik denk dat
eenieder die met fiscaliteit bezig is, weet dat dit een noodzaak is.
Staatssecretaris Jamar had trouwens in verband daarmee
la contrainte pour empêcher la
prescription. La notion de
contrainte commande la plus
grande prudence. Le ministre a en
effet commis de graves erreurs
par le passé. Je songe aux
dossiers de la quotité forfaitaire
d'impôt étranger et aux
observations formulées en
commission par M. Vandeurzen.
Dans certains dossiers de fraude
importante, la prescription a été
interrompue par la notification de
contraintes que la Cour de
cassation a toutefois annulées
ensuite en cas de contestation
d'une dette fiscale et lorsque
aucune partie immédiatement
exigible ne pouvait être récupérée.
Le ministre n'a réagi qu'en
décembre 2003, en modifiant les
règles relatives à la prescription
dans la loi-programme. Ces règles
ne concernaient que des dossiers
fiscaux qui n'étaient pas encore
prescrits.
En mai 2004, on a appris à la suite
d'une fuite que le délai de
prescription serait atteint dans
9.000 dossiers, représentant 270
millions d'euros. Le ministre était à
court d'idées et de mesures mais,
à la suite de l'intervention du
premier ministre, un nouvel article
visant la prescription des dossiers
prescrits a été inséré dans la loi-
programme de juin 2004. La
question fait l'objet de litiges
devant la Cour d'arbitrage et les
tribunaux civils.
Quelle évolution ces dossiers ont-
ils connue entre-temps? A quels
recouvrements a-t-on procédé? Le
gouvernement porte une
responsabilité écrasante. En effet,
l'arrêt initial de la cour d'appel de
Mons date du 18 mai 2000. Nous
présenterons dès demain un
amendement visant à éviter ce
genre de situations.
Nous avions proposé, en ce qui
concerne la réforme de la
procédure fiscale, de porter le
délai de réclamation de trois à six
mois. Le secrétaire d'Etat,
15/12/2004
CRIV 51
PLEN 103
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
uitdrukkelijk gesteld dat die termijn verlengd zou worden. Dat is in
feite een engagement geweest van de regering. Wij stellen vast dat
de regering andermaal haar engagementen niet nakomt. Alhoewel
een duidelijke meerderheid van de commissie inhoudelijk akkoord
ging met ons voorstel, heeft men toch geweigerd om ons
amendement te aanvaarden. Dat kan alleen maar betreurd worden,
want die zeer korte bezwaartermijn in fiscale zaken ligt aan de basis
van bijzonder veel problemen en ook aan de basis van heel wat
familiale drama's en drama's in kleinere bedrijven.
Met betrekking tot hoofdstuk 17, de wijziging van de fiscale regels die
in de personenbelasting van toepassing zijn op de eigen woning,
samengevat onder het woordje woonbonus, denken we dat het een
gemiste kans is om hiervan een duidelijke wet te maken die het
bouwen of verbouwen van een eigen woning zou ondersteunen.
Nochtans was dit principe reeds aangekondigd door de regering-
Verhofstadt I in de regeringsverklaring van 1999. Men heeft er vijf jaar
over gedaan om iets voor te stellen en dan, na vijf jaar, moet er
plotseling op enkele dagen tijd een wetgeving door het Parlement
gejaagd worden die duidelijk niet performant is en waarbij individuele
parlementsleden zoals de heer Tommelein en zijn collega's onder
druk worden gezet om amendementen in te trekken. Ik kan alleen de
feiten beschrijven zoals wij die vastgesteld hebben.
Welke zijn onze voornaamste bezwaren? In de eerste plaats heeft
men de rigiditeiten overgenomen die bestonden in de vroegere
wetgeving. Ik zal daar enkele voorbeelden van geven. Een eerste
voorbeeld is de verhuis van de ene woning naar de andere woning. Ik
zal niet meer verwijzen naar amendementen want dat wordt blijkbaar
niet gewaardeerd. Een tweede voorbeeld is het voordeel dat
toegekend wordt aan kinderen ten laste. Ik verwijs ook naar het
wetsvoorstel dat collega Lanjri hier ingediend heeft en dat gemakkelijk
verwerkt had kunnen worden in de teksten. Een derde voorbeeld zijn
de extra maatregelen gedurende de termijn van tien jaar. De termijn
loopt vanaf het tekenen van de lening. Dat betekent in concreto dat
wie in het najaar koopt een volledig jaar verliest. Een vierde
voorbeeld, de aftrekbaarheid van de levensverzekering wordt beperkt
door als begunstigde enkel diegene aan te duiden die bij overlijden de
woning zal verwerven.
Een tweede bezwaar is het naast elkaar bestaan van twee regelingen.
Ik verwijs naar het onderzoek van "Test-Aankoop" met betrekking tot
het functioneren van het ministerie van Financiën en het geven van
inlichtingen en het kennen van de huidige regeling. Als conclusie uit
dat onderzoek is naar voren gekomen dat de belastingadministratie
reeds de huidige regeling niet goed kent. Nu komt daar een nieuwe
regeling bovenop. Die twee regelingen blijven naast elkaar bestaan.
Het ware toch eenvoudiger geweest om tot één enkele regeling te
komen die voor iedereen zou gelden. Die oude regeling gaat nog
tientallen jaren blijven bestaan. Zelfs iemand die een lening heeft
aangegaan onder de oude regeling en die verbouwingen doet aan zijn
woning en een nieuw lening opneemt blijft vallen onder de oude
regeling. Dat betekent dat dit systeem nog verder kan gaan
gedurende twintig tot dertig jaar.
Een derde bezwaar is het onderscheid dat wordt gemaakt tussen zij
die winnen bij de nieuwe regeling - het gaat daarbij over ongeveer
80% volgens de gespecialiseerde pers; wij hadden de regering iets
M. Jamar, avait promis d'allonger
ce délai mais il n'a pas tenu sa
promesse. La majorité des
membres de la commission
approuvait en substance notre
amendement en la matière mais il
a malgré tout été rejeté. C'est
déplorable, car la brièveté du délai
de réclamation est à l'origine de
nombreux drames.
Le chapitre 17 concernant le
bonus de logement n'atteint pas
son but. La mesure devait stimuler
la construction ou la rénovation de
l'habitation personnelle. Elle
figurait déjà dans la déclaration du
gouvernement de 1999. Le
bricolage hâtif auquel vient de se
livrer le gouvernement suscite de
nombreuses objections. La rigidité
de l'ancienne législation subsiste
en ce qui concerne par exemple le
déménagement d'une habitation à
l'autre, l'avantage fiscal accordé
pour les enfants à charge, les
mesures supplémentaires
d'application pendant dix ans et
les règles relatives à la
déductibilité de l'assurance-vie.
En outre, deux réglementations
continuent à coexister. Alors que
l'administration connaît mal la
réglementation actuelle, une
deuxième réglementation vient s'y
ajouter. Une seule et même
réglementation applicable à tous
aurait été plus simple. L'ancienne
réglementation restera par ailleurs
d'application pendant encore des
dizaines d'années.
Quatre-vingts pour cent des
citoyens tireront avantage de cette
nouvelle réglementation, tandis
que vingt pour cent y perdront.
Pourquoi la réglementation n'est-
elle pas avantageuse pour
chacun?
Selon la presse, le premier
ministre aurait déjà annoncé des
modifications à la nouvelle
réglementation. Lesquelles? Qu'en
sera-t-il pour ceux qui font appel
au bonus de logement après le 1
er
janvier 2005, mais avant la
CRIV 51
PLEN 103
15/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
meer gegeven, namelijk 85% - en zij die erbij verliezen, zijnde 20%.
Waarom heeft men die regeling niet voor iedereen gunstig gemaakt?
Waarom heeft men dat onderscheid gemaakt tussen verschillende
categorieën mensen? Waarom is er een categorie die nadeel heeft bij
deze nieuwe regeling? Daarop kan geen antwoord gegeven worden.
Ten slotte worden volgens de pers door eerste minister Verhofstadt
reeds wijzigingen aangekondigd aan deze nieuwe regeling. Mijn vraag
aan de minister is dan: waaruit gaan die wijzigingen bestaan? Als er
wijzigingen komen, zal dat dan voor iedereen beter zijn, ook voor die
20% die vandaag slechter af zijn? Wat zal er gebeuren met diegenen
die beroep doen op de woonbonus na 1 januari 2005, maar voor de
volgende wetswijziging? Wij kennen het voluntarisme van de eerste
minister, dus wij veronderstellen dat die wetswijzigingen er wel zullen
komen. Toch stellen wij de vraag of dit geen staaltje is van
onbehoorlijk bestuur. Uiteindelijk werden de maatregelen afgekondigd
in 1999. Het dossier blijft vijf jaar liggen. Dan jaagt men het door het
Parlement in 14 dagen tijd, zodat er geen tijd is voor reflectie en geen
rekening kan worden gehouden met nuttige bemerkingen, ook van
leden van de meerderheidspartijen. Men houdt dus werkelijk geen
rekening met de inbreng van het Parlement. De woonbonus is een
mooi idee. Het was noodzakelijk om deze wetgeving aan te passen.
Spijtig genoeg zitten er in de teksten bijzonder veel constructiefouten,
wat het handelsmerk wordt van paars als we zien hoeveel van de
wetten worden vernietigd en hoeveel negatieve adviezen door de
Raad van State, en door het Rekenhof in financiële zaken, worden
gegeven.
prochaine modification de la loi?
Cette approche ne témoigne-t-elle
pas d'une mauvaise
administration?
Les mesures ont été promulguées
en 1999. Après les gelées pendant
cinq ans, on veut à présent les
faire voter au Parlement, ce qui
rend impossible un examen
serein.
Le bonus de logement est une
bonne idée. Si une modification de
la loi était indispensable, les textes
contiennent, une fois de plus, trop
de vices de construction.
01.06 Alain Mathot (PS): Monsieur le président, monsieur le vice-
premier ministre, chers collègues, je voudrais vous faire part de
quelques commentaires du groupe socialiste à propos du volet
"Finances" de la loi-programme.
Force est de constater que cette loi est particulièrement fournie en
mesures fiscales. Nous avons abordé en un temps record pas moins
de 166 articles, repris dans 21 chapitres pour autant de sujets
différents. Je m'attacherai à mettre en lumière et à baliser ce qui, aux
yeux du groupe socialiste, est source de satisfaction.
Le projet de loi que le gouvernement nous demande d'approuver
concrétise d'ores et déjà certaines décisions prises lors des Conseils
extraordinaires de Gembloux et d'Ostende.
Je développerai plusieurs points.
Un renforcement des mesures vise à lutter contre les pièges à
l'emploi, notamment par la création d'un bonus crédit d'emploi avec,
comme contrepartie, la suppression du crédit d'impôt pour les bas
revenus. Néanmoins, des interrogations subsistent quant au
financement de cette mesure. Nous y reviendrons la semaine
prochaine lors des discussions du budget.
Les articles 326 et 327 consacrent le principe de surséance indéfinie
au recouvrement des impôts directs, important dans la lutte contre le
surendettement. La surséance est une réforme efficace à l'interdiction
constitutionnelle de remettre l'impôt au bénéfice de l'un ou l'autre.
Cette disposition doit permettre au redevable de prendre un nouveau
départ en l'encourageant à s'extraire de sa situation difficile.
01.06 Alain Mathot (PS): Wij zijn
blij dat de beslissingen die op de
bijzondere ministerraden van
Gembloux en Oostende genomen
werden, met de volgende
maatregelen al hun beslag krijgen.
Allereerst is er de strijd tegen de
werkloosheidsval. Het verschil
tussen de vervangingsinkomens
en de inkomsten uit arbeid wordt
groter gemaakt via de werkbonus
en de afschaffing van het
belastingkrediet voor de lage
inkomens. Wel hebben we nog
een aantal vragen over de
financiering van die maatregel.
Ten tweede is er het principe van
het onbeperkte uitstel van de
invordering van directe
belastingen, om overmatige
schuldenlast bij de belasting-
plichtige te vermijden. Zoals de
Raad van State opmerkte zou de
toepassing van een minder
gunstige regeling voor
belastingvorderingen dan voor
andere schuldvorderingen evenwel
voor problemen zorgen. Wij
15/12/2004
CRIV 51
PLEN 103
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Cependant, en cas de retour à meilleure fortune, cette nouvelle
disposition crée une différence de traitement entre les créances de
l'Etat et celles des autres créanciers. En effet, la surséance est
définitive dans cette nouvelle disposition, alors qu'elle ne l'est pas
dans le cadre de la procédure de règlement collectif des dettes. Pour
reprendre les objections du Conseil d'Etat, il paraît être problématique
de soumettre les créances du fisc à un régime moins favorable que
celui des autres créanciers.
Nous demandons dès lors une évaluation de la mesure et nous
souhaitons un rapprochement rapide des deux Régions.
Dans le cadre des politiques d'une meilleure perception des créances
de l'Etat et de la simplification administrative, les dispositions des
articles 328 à 332 qui permettent une compensation entre des
créances d'impôts directs et indirects nous semblent effectivement
appropriées. Nous encourageons dès lors le gouvernement à
poursuivre dans cette voie.
Les objectifs environnementaux du gouvernement sont, entre autres,
concrétisés dans cette loi par l'augmentation de la différence de prix
entre les emballages réutilisables et les emballages jetables. Nous
regrettons cependant que cette mesure ne soit pas renforcée par des
mesures en faveur des métiers, notamment de la livraison à domicile.
Elle trouverait sans doute un écho plus favorable auprès de nos
aînés.
En matière de déductibilité de frais de restaurant, nous serons
particulièrement attentifs à l'accord qui doit intervenir avec le secteur
horeca sur un code de bonne conduite en matière de fiscalité, de
sécurité sociale et de sécurité de la chaîne alimentaire.
A défaut d'une politique réellement proactive en matière de recherche,
nous nous réjouissons de l'extension de la dispense de 50% du
précompte professionnel pour les entreprises qui concluent des
partenariats avec les universités et les écoles supérieures.
Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, chers
collègues, les événements tragiques de cet été ont malheureusement
mis en lumière un certain nombre de problèmes que rencontrent nos
services de secours. La mesure d'exonération fiscale en faveur des
services d'incendie et des agents volontaires de la protection civile va
dans le bon sens. Cette mesure ne doit cependant pas servir à faire
l'impasse sur un débat plus large sur la sécurité de tous nos
concitoyens.
Je terminerai cette intervention par un point sur lequel le groupe PS a
particulièrement porté son attention: celui consacré aux mesures
fiscales en faveur de l'acquisition et la rénovation d'habitations
propres. Cette mesure concrétise une décision prise lors du Conseil
des ministres extraordinaire d'Ostende ainsi que celles contenues
dans la déclaration gouvernementale de juillet 2003.
Elle est d'une importance capitale à nos yeux puisqu'elle simplifie
l'impôt des personnes physiques. Néanmoins, elle ne règle pas une
série de problèmes rencontrés par une part croissante de la
population.
vragen dan ook een evaluatie van
de maatregel en een onderlinge
aanpassing van beide regelingen.
Ten derde steunen wij het streven
van de regering om - aan de hand
van de maatregelen in de artikelen
328 tot 332 - de schuldvorderingen
beter te innen en verder werk te
maken van de administratieve
vereenvoudiging via een
verrekening van de belasting-
vorderingen inzake de directe en
indirecte belastingen.
Ten vierde hadden wij graag
gezien dat de invoering van een
prijsverschil tussen wegwerp-
verpakkingen en herbruikbare
verpakkingen gepaard was
gegaan met maatregelen ter
bevordering van de
thuisbezorging, wat vooral erg
nuttig is voor bejaarden.
Ten vijfde zullen wij, wat de
aftrekbaarheid van restaurant-
kosten betreft, nauwlettend toezien
op de inhoud van het akkoord dat
met de horecasector gesloten zal
worden over een gedragscode met
betrekking tot de fiscaliteit, de
sociale zekerheid en de veiligheid
van de voedselketen.
Ten zesde stemt de uitbreiding
van de vrijstelling ten bedrage van
50% van de bedrijfsvoorheffing
voor bedrijven die een partnership
sluiten met universiteiten en
hogescholen ons tot tevredenheid.
De maatregelen die een fiscale
vrijstelling beogen voor de
brandweerkorpsen en de
vrijwilligers van de Civiele
Bescherming, gaan in de goede
richting. Maar daarnaast moet er
ook meer aandacht besteed
worden aan de veiligheid van alle
burgers. De tragische
gebeurtenissen van deze zomer
hebben aangetoond dat er op dit
vlak nog wat schort.
Tot slot hechten we veel belang
aan de maatregel in verband met
de aankoop en de renovatie van
CRIV 51
PLEN 103
15/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
Je rappelle que le droit à un logement décent à un prix abordable est
consacré par notre Constitution et constitue une composante de la
sécurité d'existence. Ce droit fondamental doit être concrétisé par des
textes à tous les niveaux de pouvoir puisqu'il s'agit d'une compétence
partagée. A ce sujet, nous espérons que la conférence
interministérielle consacrée au logement permettra de rencontrer nos
préoccupations légitimes.
Plus particulièrement en matière fiscale, le groupe PS regrette qu'un
certain nombre de propositions visant à faciliter l'accès à la propriété
ou, à défaut, à équilibrer la relation propriétaire/locataire n'aient pas
été prises en compte. A titre d'exemple, on peut citer un taux de TVA
préférentiel pour la construction, la rénovation et la transformation de
logements sociaux, l'application de tranches plus élevées dans le
cadre de la réduction pour épargne-logement et la possibilité d'une
plus grande déductibilité des coûts relatifs à une habitation située
dans une zone d'actions positives des grandes villes. On peut
également citer des incitants permettant de transformer des
logements privés en logements sociaux ou avantager des
propriétaires-loueurs qui fournissent une habitation de qualité.
Nous demandons dès lors avec insistance au gouvernement d'agir en
concertation avec l'ensemble des acteurs concernés pour concrétiser
l'ensemble de ces mesures qui relèvent toutes du droit à mener une
vie conforme à la dignité humaine.
Monsieur le président, chers collègues, je ne serai pas plus long.
Telles étaient les quelques considérations et interrogations que nous
formulons par rapport à cette loi-programme. Soyez assurés que
nous resterons attentifs aux réponses du ministre.
een eigen woning omdat hij een
vereenvoudiging van de personen-
belasting betekent. Nochtans
moeten alle bestuursniveaus het
grondwettelijke recht op een
behoorlijke en betaalbare
huisvesting nog in reglementaire
teksten gieten. We hopen dat de
interministeriële conferentie over
de huisvesting hiertoe zal
bijdragen. De PS-fractie betreurt
dat de fiscale voorstellen die
werden ingediend om het
verwerven van een eigendom te
vergemakkelijken of om een
evenwicht te scheppen in de
verhouding tussen de eigenaar en
de huurder, niet in aanmerking
werden genomen. Ik denk
bijvoorbeeld aan een verlaagd
BTW-tarief voor de bouw of de
renovatie van sociale woningen.
We vragen dat de regering overleg
pleegt met de betrokken actoren
om deze maatregelen, die
rechtstreeks verband houden met
het recht op een waardig leven, in
de praktijk om te zetten.
De voorzitter: Ik heb nog drie ingeschreven collega's. Mijnheer De Crem, de heer Bogaert zal blijkbaar niet
meer het woord voeren vandaag?
01.07 Pieter De Crem (CD&V): Ik denk niet dat de heer Bogaert het
woord zal voeren.
De voorzitter: Ik schrap hem dus van de lijst.
Je ne vois pas M. Gustin; je le biffe donc également.
De laatste spreker is dan mevrouw Marleen Govaerts.
Désolé, madame Gerkens, je vous oublie presque à chaque fois. Vous serez la dernière à prendre la parole
ce soir. Mais vous connaissez l'Évangile: "Les premiers seront les derniers."
01.08 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's en alle geïnteresseerden die hier nog
aanwezig zijn. Eigenlijk had ik gedacht dat de mannen ons zouden
laten voorgaan, maar dit was niet het geval.
Ik vind het toch mijn plicht hier nog het woord te nemen, ook al is er
zo weinig belangstelling van de Kamer. Ongeveer een jaar geleden
heb ik op deze tribune ook mijn ongenoegen geuit over het
wetsontwerp over de eenmalig bevrijdende aangifte. Toen was dat
mijn maidenspeech. Vandaag sta ik hier terug om een gelijkaardig
ongenoegen te uiten.
01.08 Marleen Govaerts
(Vlaams Belang): Il y a un an,
j'avais exprimé mon insatisfaction
à propos de la DLU. Aujourd'hui, je
vais marquer mon désaccord sur
la surséance indéfinie au
recouvrement des impôts directs.
Par le biais de deux mesures, le
gouvernement admet que les
impôts sont trop élevés, que les
citoyens craignent de ne pas
15/12/2004
CRIV 51
PLEN 103
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
In het fiscale luik van de programmawet staat een hoofdstuk over
onbeperkt uitstel van de invordering van directe belastingen. In beide
gevallen - de eenmalig bevrijdende aangifte en het onbeperkt uitstel -
geeft de regering eigenlijk toe dat belastingen in dit land te hoog zijn
en dat de mensen schrik hebben voor hun oude dag, de dag waarop
de Staat, met de afdrachten die de werkende burgers betalen voor
hun pensioen, hun pensioen niet meer zal kunnen betalen. Beide
wetsontwerpen bewijzen ook het onvermogen van de administratie
om de belastingen correct te innen. Ook dreigen beide wetsontwerpen
negatieve reacties uit te lokken van de belastingplichtige die wel
correct en stipt zijn vermogen aangeeft en belastingen betaalt.
De regering gaat voor het eerst maatregelen nemen om de
belastingachterstand, die in al die jaren oneindig groot is geworden,
weg te werken. De achterstand wordt geraamd op meer dan 28
miljard euro, maar niemand kent het exacte getal. Wel is duidelijk dat
een groot gedeelte van de achterstand niet meer te innen is. Zo'n 6,88
miljard is niet meer inbaar omdat de schuldenaar onvermogend is, of
omdat de schuld verjaard is. Ook hieraan gaat de regering iets doen.
De regering gaat de fiscus de mogelijkheid geven belastingschulden
kwijt te schelden. De oude, zware procedures zijn immers
medeverantwoordelijkheid voor het feit dat de administratie soms
helemaal niets meer kan innen. Door belastingplichtigen in bepaalde
gevallen vrij te stellen, kunnen de slachtoffers financieel overleven en
op termijn toch nog een deel van hun fiscale schulden vereffenen.
Ook hier geldt hetzelfde commentaar als bij het onbeperkte uitstel.
Voor de stipte betalers is dit bij wijze van spreken een kaakslag.
De voornaamste oorzaken van de achterstand van meer dan 28
miljard euro zijn faillissementen - bijna 10 miljard -, fiscale geschillen -
ruim 5 miljard - en onvermogen - 2,5 miljard. Het Rekenhof maant in
dit verband de regering aan betere statistieken op te stellen om een
goed belastingbeleid te kunnen voeren. De beschikbare cijfers zijn
onvolledig, onbetrouwbaar en onderling niet echt vergelijkbaar. Het
Rekenhof is van oordeel dat de fiscale besturen zonder verwijl
indicatoren moeten invoeren die het mogelijk moeten maken
periodiek een relevante, betrouwbare, duidelijke, volledige en
homogene meting uit te voeren van de fiscale achterstand.
Op basis van de bestaande gegevens kunnen wij de werkelijke
kansen van de invordering van de verschuldigde bedragen niet
meten. Het is bijgevolg heel moeilijk de economische waarde van de
achterstallige belastingen te evalueren. Bovendien bestaat in de
directe belastingen een groot deel - meer dan de helft - uit
betwistingen, terwijl slechts 13% onmiddellijk opeisbaar is. Nochtans
moet het mogelijk zijn een beter beeld te krijgen van de werkelijke
achterstand door de statistieken te vergelijken met de openbare
comptabiliteit. Tot daar de commentaar van het Rekenhof.
Voor het beheersen van de voorraad bezwaarschriften stelt het
Rekenhof de volgende maatregelen voor. Ten eerste, de verdere
ontwikkeling van een performant, coherent, geïntegreerd en
automatisch dossieropvolgingsysteem. Ten tweede, de verdere
ontwikkeling van een database over de inhoud van de bezwaren, van
de administratieve beslissingen en van de gerechtelijke beslissingen.
Ten derde, de verdere stimulering van de mentaliteitsverandering en
van de responsabilisering van de taxatiediensten en de
toucher leur pension et que
l'administration n'est pas en
mesure de collecter correctement
l'impôt. En outre, les contribuables
qui versent régulièrement leurs
impôts risquent d'être traités
injustement.
Pour la première fois, le
gouvernement va s'efforcer de
résorber l'énorme arriéré fiscal qui
pourrait bien s'élever à 28 milliards
d'euros, bien que nul n'en
connaisse le montant exact. 6,88
milliards d'euros d'arriérés sont
considérés comme difficilement
recouvrables parce que le débiteur
est insolvable ou que la dette est
prescrite. Le fisc va donc
désormais pouvoir renoncer au
recouvrement des dettes fiscales.
Les victimes pourront ainsi
survivre financièrement et
s'acquitter partiellement de leurs
dettes à terme. Nouvelle gifle donc
pour les bons payeurs.
Un arriéré de 10 milliards d'euros
est dû aux faillites, cinq milliards à
des contentieux en matière fiscale
et 2,5 milliards à l'insolvabilité. La
Cour des comptes souhaite que le
gouvernement établisse des
statistiques plus fiables en la
matière. Les administrations
fiscales devraient mettre en place
sans délai des indicateurs
permettant d'estimer correctement
l'arriéré fiscal.
Il est difficile d'évaluer la valeur
économique de l'arriéré fiscal sur
la base des données existantes.
En outre, plus de la moitié de
l'impôt direct fait l'objet de litiges et
13 pour cent seulement sont
immédiatement exigibles. La Cour
des comptes estime cependant
qu'il faut pouvoir se faire une idée
de l'arriéré véritable. Il faut
comparer à cet effet les
statistiques et la comptabilité
publique.
Pour gérer l'afflux de réclamations,
la Cour des comptes propose de
mettre en place un système
dynamique de suivi des dossiers.
CRIV 51
PLEN 103
15/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
geschillendiensten. Ten vierde, de maximale vereenvoudiging van de
werkmethodes, vooral inzake de BBI-dossiers, de dossiers van de
Bijzondere Belastingsinspectie dus, waarvoor de zware, tijdrovende
procedures gelden, en het vermijden van dubbel werk en de
versnippering van middelen. Ten vijfde, stelt het Rekenhof voor: het
verder uitbouwen en implementeren van prestatiemetingcriteria en
prestatiemetingratio's om het rendement van de taxatie- en
geschillendiensten adequaat te kunnen beoordelen.
Ook al blijven in de Coperfin-hervorming de taxatie- en
geschillendiensten, enerzijds, en de invorderingsdiensten, anderzijds,
strikt gescheiden, toch dringt het Rekenhof er op aan dat er een link
zou kunnen worden gelegd tussen het bedrag van de vastgestelde
rechten per taxatiedienst en het bedrag dat daarvan werkelijk wordt
geïnd. Zo kan zeer nuttige informatie worden verkregen over het
werkelijke rendement van de diverse taxatiediensten.
De regering wil nog verder gaan inzake het innen van achterstallige
belastingen door een gedeelte van de achterstand te verkopen aan de
banken, met andere woorden een gedeelte van de belastingsschuld
te vermarkten. De regering hoopt zo op een opbrengst van 340
miljoen euro door een deel van de belastingschuld te verkopen aan
de banken. Maar de kritiek van het Rekenhof indachtig durven wij te
twijfelen aan die 340 miljoen opbrengst. Zo hebben wij vorig jaar ook
gewaarschuwd voor de veel te hoge raming door de regering van de
opbrengst van de eenmalig bevrijdende aangifte.
Mocht de EBA de helft opbrengen van de vooropgestelde 850 miljoen
euro, die nota bene ingeschreven staat in de begroting, zal het een
succes zijn.
In de kranten lees ik dat minister Vande Lanotte beweert dat de
banken heel enthousiast reageren op het voorstel om de oude
belastingschulden te verkopen aan de banken. Nieuwe bezems keren
goed. De banken zullen wel interesse tonen. De bankdirecteurs
waarmee ik gepraat heb niet de eerste de besten -, waren niet echt
op de hoogte. Hun enthousiasme zal afhangen van het prijskaartje.
Wellicht wordt de gewone klant van de bank de dupe. Een deel van
de kostprijs zal immers doorgerekend worden aan de klant. Vorig jaar
was minister Reynders ook zeer enthousiast over de medewerking
van de banken aan het avontuur van de EBA en de opbrengst ervan.
Minister Vande Lanotte omschrijft de nieuwe operatie van het uitstel
als een van de belangrijkste initiatieven van de overheid voor het
volgend decennium. Elke minister wilt zijn stempel drukken op de
geschiedenis door met nieuwe ambitieuze regelingen uit te pakken.
De minister is eveneens opgetogen over de langetermijngevolgen van
de schuldenverkoop. Volgens hem is het echte belang van de
maatregel een externe en systematische druk om de belastingen te
vorderen. "Die nieuwe dynamiek heeft een onmiddellijke impact op de
werking van de fiscus en creëert op termijn ruimte om de belastingen
te verlagen", dixit de minister. Beter ware het dat de belastingen nooit
zo hoog waren geweest. Dan moest men niet allerlei regelingen
uitvinden om de historische achterstand weg te werken. In
tegenstelling tot de EBA gaat de maatregel wel geld kosten aan de
Staat. Het Vlaams Belang kijkt kritisch en vol spanning uit naar het
resultaat van die maatregel en twijfelt aan het succes ervan.
Une base de données relative au
contenu des réclamations et des
décisions doit également être
constituée. Il faut responsabiliser
les services de taxation et du
contentieux, simplifier les
méthodes de travail, définir des
critères et des coefficients pour
mesurer les performances. Enfin,
la Cour des comptes souhaite
qu'un lien puisse être établi entre
les droits par service de taxation et
le montant effectivement perçu.
Le gouvernement espère vendre
une partie de l'arriéré aux
banques, ce qui devrait rapporter
340 millions d'euros, ce dont nous
doutons. Nous avions déjà mis en
garde, l'an dernier, contre les
attentes excessives suscitées par
la DLU. Si celle-ci rapporte la
moitié des 850 millions d'euros
escomptés, ce sera déjà un franc
succès.
M. Vande Lanotte affirmait dans la
presse que les banques
réagissent avec enthousiasme. Or,
les directeurs de banque que j'ai
personnellement consultés
n'étaient même pas au courant.
Leur enthousiasme serait d'ailleurs
inversement proportionnel au coût
de la mesure. Quoi qu'il en soit,
c'est le client ordinaire qui en fera
les frais, car une opération comme
celle-ci est onéreuse. Selon M.
Vande Lanotte, la vente des
créances fiscales créerait une
pression externe constante
stimulant le recouvrement, et
permettrait de dégager la marge
nécessaire pour une réduction des
impôts. Cela dit, il aurait mieux
valu ne jamais permettre que les
impôts atteignent leur niveau
actuel. Cette mesure aura son
prix.
Tout comme dans le cas de
l'amnistie fiscale, on s'inspire à
nouveau de méthodes employées
à l'étranger, en l'occurrence le
Portugal. La DLU a toutefois
rapporté nettement moins dans
notre pays. En vendant les dettes
fiscales, le gouvernement espère
15/12/2004
CRIV 51
PLEN 103
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
Evenals bij de eenmalige bevrijdende aangifte komt de nieuwe
inspiratie van de regering om de begroting in evenwicht te houden uit
het buitenland. In Portugal heeft men reeds ervaring met deze
methode van het innen van belastingachterstallen. Een expert in
Portugal verwoordt het als volgt: "Als de regering in geldnood zit zou
ze wel gek zijn om geen gebruik te maken van deze moderne
banktechniek."
Mijnheer de minister, vorig jaar zei u ongeveer hetzelfde over de
eenmalige bevrijdende aangifte: "De regering zou wel gek zijn om niet
van deze eenvoudige fiscale maatregel gebruik te maken, die
bovendien geen geld kost en alleen maar geld zal opbrengen."
In andere West-Europese landen bracht de fiscale amnestie veel geld
op. Hier zal de opbrengst heel wat minder zijn omdat de
belastingpercentages hier heel wat hoger zijn. De Staat kan de
inwoners niet blijven uitpersen als citroenen.
Ook de nieuwe maatregel van de regering om de belastingschulden te
verkopen bestaat reeds in verschillende andere landen. Sedert de
jaren '80 is deze vorm van alternatieve financiering schering en inslag
in de Verenigde Staten. Met de opkomst van de euro waait deze
techniek over naar Europa.
Twee jaar geleden verkocht de regering van Portugal de achterstallige
belastingen aan beleggers. Nu rekent deze regering op een extraatje
van 1 miljard euro. Geïnspireerd door de Portugezen hoopt onze
regering met hetzelfde trucje 340 miljoen euro binnen te rijven. De
opbrengst zal in verhouding minder zijn dan in andere landen, net als
de opbrengst van de eenmalige bevrijdende aangifte, omdat België nu
eenmaal de hoogste belastingen oplegt en zo de mensen die nog
werken verplicht om zelf te zorgen voor een appeltje voor de dorst.
De mensen in dit land zijn ook niet lang meer zeker dat de Staat nog
geld genoeg zal hebben om hun pensioenen te betalen. De enige
zekerheid die wij hebben is dat wij veel belastingen moeten betalen.
De vraag is of wij veel zullen terugkrijgen of in de plaats zullen krijgen,
voor al deze belastingen.
Wegens het simpele feit dat in België meer belastingen moeten
worden betaald dan in andere landen zal ook deze maatregel niet
hetzelfde effect hebben als in het buitenland. Om het met de woorden
van de moegetergde ambtenaren te zeggen: "Zulke maatregelen zijn
goed voor bananenrepublieken waar geen belastingen geïnd worden."
Zo las ik in een vaktijdschrift dat een economisch vertegenwoordiger
van Export Vlaanderen in Portugal positief reageerde op de verkoop
van de belastingschulden aan de banken. Ik citeer haar: "Door de
zware bureaucratie vormen fiscale ontvangsten een groot probleem in
Portugal. Veel bedrijven en inwoners betalen gewoon geen
belastingen. Uiteindelijk stijgen, dankzij de "effectisering", de
staatsinkomsten waardoor het land aan de Maastricht-normen
voldoet. Bovendien wordt nu eindelijk werk gemaakt van de
modernisering van de fiscus. Dat is voor iedereen een goede zaak."
Tot hier de woorden van de expert in Portugal, maar dit land is
Portugal niet. Hier betalen de inwoners al decennialang de hoogste
belastingen ter wereld. Ondanks al die belastingen draait er nog veel
vierkant in dit land, zijn er wachtlijsten en allerlei tekorten. Zou de
regering dan toch niet zo efficiënt omspringen met ons belastinggeld?
récolter 370 millions d'euros. La
pression fiscale étant toutefois
nettement plus élevée dans notre
pays, on peut se demander si
cette mesure se taillera un succès
aussi franc qu'au Portugal. Le
gouvernement ne ferait-il pas
mieux de dépenser plus
efficacement l'argent du
contribuable et de mettre un terme
à des projets et à des transferts
inutiles?
Bien que des moyens importants
aient déjà été dégagés pour la
modernisation du SPF Finances,
le personnel est mécontent. Après
dix années de restructuration, le
chaos règne au sein du SPF et le
dialogue social est dans l'impasse.
Les recettes provenant des impôts
à enrôler continuent de diminuer
en raison du manque de personnel
et de moyens informatiques. Les
fonctionnaires voient dans la vente
de la dette fiscale la preuve ultime
de l'échec du SPF Finances. Les
Pays-Bas sont en mesure de fixer
le montant provisoire de l'impôt
dès le mois de novembre. Pas
plus tard qu'hier, le ministre M.
Reynders a dû admettre qu'il y a
un retard dans l'envoi des
avertissements-extraits de rôle.
Les crédits sont majorés chaque
année mais on n'observe aucune
véritable amélioration sur le
terrain. Cette fois encore, les
recettes vont être affectées à la
modernisation du SPF mais les
fonctionnaires ne goûtent pas
l'immixtion du secteur privé et
tiennent rigueur au gouvernement
de ne pas respecter l'engagement
qu'il avait pris d'étoffer le
personnel. Les huissiers de justice
n'ont pas confiance non plus.
Dans leur lettre ouverte du 3
janvier 2004, les ministres Vande
Lanotte et Vandenbroucke
plaidaient en faveur d'un équilibre
budgétaire structurel en 2005 et
d'un surplus de 1,5 pour cent du
PIB en 2011. Mais, en 2001, le
programme de stabilité prévoyait
déjà un surplus de 0,5 pour cent
CRIV 51
PLEN 103
15/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
Is het dan toch waar dat hier veel geld wordt weggegooid aan allerlei
nutteloze projecten en transfers die geen structurele verbetering van
de situatie met zich brengen?
De jongste jaren is ook al veel geld uitgetrokken om de Federale
Openbare Dienst Financiën te moderniseren. Terecht, want de
ambtenaren klagen steen en been, maar er zijn nog niet genoeg
inspanningen gedaan. Onlangs hebben de
personeelsverantwoordelijken van de Federale Openbare Dienst
Financiën actie gevoerd uit protest tegen de chaos op hun
overheidsdienst. Reeds tien jaar is men deze overheidsdienst aan het
herstructureren. Er zijn problemen in de sociale dialoog en bij de
invulling van het personeelsbestand. Al jaren horen wij op het terrein
dat er te weinig personeel is en te weinig aangepaste informatica.
Het is vooral zijn controlefunctie die de FOD Financiën niet meer
behoorlijk kan vervullen. Dit bleek ook uit uiteenzettingen in de
commissie voor de Financiën. De minister gaf ons allerlei cijfers,
onder andere van de opbrengsten van de intercohiere belastingen.
Die blijken elkaar te dalen of te verminderen. De opbrengsten van de
voorafbetalingen daarentegen stijgen elk jaar, evenals de
opbrengsten van de bedrijfsvoorheffing en de directe belastingen.
Voor de ambtenaren is deze verkoop van de belastingschuld het
ultieme bewijs van het falen van de herstructurering van de FOD
Financiën.
Hoe is het trouwens mogelijk dat Nederland er wel in slaagt om reeds
in november van dit jaar een voorlopige aanslag van de
inkomstenbelastingen te vestigen? Waarom kan dat hier niet?
Gisteren gaf de minister in de commissie voor de Financiën ook nog
toe dat er vertraging is bij het versturen van de aanslagbiljetten,
ondanks alle moderne technieken en de administratieve
vereenvoudiging.
Waarom houdt de administratie allerlei gegevens achter over de
achterstand? Het Rekenhof heeft dit gebrek aan actuele informatie
ook aangeklaagd. De kredieten worden wel elk jaar verhoogd. In 1999
bedroeg het budget voor informatica 45 miljoen euro. Vandaag is dat
opgetrokken tot 105 miljoen. Toch is de situatie op het terrein minder
rooskleurig. Nu gaat ook nog een gedeelte van de opbrengst van
deze nieuwe maatregel, ongeveer 40 miljoen euro, naar de
modernisering van de fiscus. Zo hoopt de regering de moegetergde
ambtenaren te paaien. Toch zijn ze niet tevreden omdat privé-
bedrijven zo een voet in huis krijgen bij de administratie en omdat de
overheid in het verleden altijd doof is gebleven bij hun vragen naar
meer personeel.
Ook de gerechtsdeurwaarders, die de achterstallen moeten
recupereren, verwerpen het initiatief als een losse flodder om het gat
in de begroting op te vullen. Zij verwoorden het als volgt: "Zulke
maatregelen zijn goed voor bananenrepublieken waar geen
belastingen worden geïnd. In ons land doet de fiscus goed werk. Bij
wanbetalingen treden de gerechtsdeurwaarders op. Jammer genoeg
zijn wij onderbemand om alles optimaal te laten verlopen. Als nu de
overheid een gedeelte van ons werk aan de banken uitbesteedt,
verliest de Staat nog meer geld, want geen enkel privé-bedrijf doet
iets gratis". Tot zover de kritiek van de gerechtsdeurwaarders.
Misschien is de kritiek wat overdreven, want degene die uiteindelijk de
pour 2005. En octobre, M.
Vandenbroucke avait constaté,
dans sa deuxième lettre ouverte,
que si le budget était en équilibre
c'était uniquement grâce à un
amalgame de mesures non
structurelles, rien n'étant fait pour
remédier au dérapage en matière
de dépenses de sécurité sociale.
De même, aucune mesure
concrète n'avait été prise pour
apporter une solution au problème
du vieillissement.
Le budget fédéral repose sur des
sables mouvants. Un équilibre
éventuel ne serait dû qu'au surplus
du côté flamand. Le gouvernement
fédéral s'efforce
à présent
d'accaparer les derniers capitaux
de l'épargne flamande en
exigeant de nouvelles cotisations.
En tant que parti nationaliste
flamand, nous ne pouvons
l'accepter.
15/12/2004
CRIV 51
PLEN 103
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
belasting int, is en blijft toch de fiscus. De kritiek van de ambtenaren
en de gerechtsdeurwaarders is echter begrijpelijk, omdat de regering
altijd doof is gebleven voor hun eis om meer personeel aan te werven.
Bij de FOD Financiën is er ook nog het bijkomend probleem van de
niet-aangepaste informatica.
Om te eindigen, wil ik u allen herinneren aan de open brief van
ongeveer een jaar geleden van 3 januari 2004 van ministers
Vande Lanotte en Vandenbroucke, met de ambitieuze titel "Het
scharnierjaar 2004". Hierin bepleiten ze een structureel
begrotingsevenwicht in 2005 na de conjuncturele ingrepen van de
jongste jaren. Tegen 2011 moet het begrotingsoverschot oplopen tot
1,5% bbp als antwoord op de vergrijzing, aldus de topministers. Dat
was dus een klassieke nieuwjaarsbrief met de gebruikelijke goede
voornemens. De ambitie moet toch niet worden overroepen. In 2001
mikte het Stabiliteitsprogramma nog op een overschot van 0,5% in
2005.
Van de goede voornemens blijft inmiddels niet veel meer overeind.
Dat konden wij ook lezen in de tweede open brief van 19 oktober, van
minister Vandenbroucke.
De federale begroting voor 2005 is weliswaar in evenwicht, maar
louter via een amalgaam van niet-structurele maatregelen. De
ontsporing van de uitgaven in de sociale zekerheid wordt niet
duurzaam aangepakt, maar opgevangen door de gebruikelijke
kortetermijnoplossing van nieuwe inkomsten en doorgeschoven
uitgaven.
Concrete maatregelen voor de vergrijzing zijn niet te bespeuren en er
is niet in reserves voorzien. Begrotingsminister Vande Lanotte kondigt
echter aan de begrotingsoverschotten in het Zilverfonds te storten,
maar pas vanaf 2007. Als van uitstel maar geen afstel komt.
De federale begroting is niet enkel gebaseerd op economisch
drijfzand. Het eventuele evenwicht zal uitsluitend te danken zijn aan
het Vlaamse overschot. Ondertussen poogt de federale regering ook
nog de hand te leggen op de laatste Vlaamse spaarcenten door
nieuwe gewestelijke bijdragen te eisen. Vlaanderen draait nog maar
eens op voor de Belgische begrotingszwendel. Daarmee kunnen wij
als echte volkspartij in het belang van het Vlaamse volk niet akkoord
gaan.
01.09 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, je serai
brève à nouveau pour me concentrer sur quelques sujets. Je peux
aborder le premier sujet pendant que le ministre téléphone car il sait
sur quoi il porte.
Je regrette fortement que, dans la loi-programme, il n'y ait pas
d'article concernant l'intégration de la mission des avances sur
créances alimentaires impayées. J'ai donc introduit un amendement
qui instaure ces avances au sein du service des créances à partir du
1
er
mars, dans le système actuel qui prévoit des plafonds de revenus
pour la personne à qui la créance doit être payée; ensuite, à partir du
mois de juin, pour que ces plafonds soient supprimés de manière à
revenir à la loi telle qu'elle a été adoptée en février 2003.
Je ne considère pas que le ministre des Finances soit le seul
01.09 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik betreur dat het ontwerp van
programmawet geen artikel bevat
waarin staat dat de voorschotten
op onbetaalde alimentatie-
vorderingen ten laste vallen van de
dienst voor alimentatie-
vorderingen. Ik heb dan ook een
amendement ingediend om dat
vanaf 1 maart mogelijk te maken
in het kader van het huidig
systeem waarin het inkomen van
de schuldeiser is geplafonneerd;
vanaf juni zullen
die
inkomensplafonds worden
CRIV 51
PLEN 103
15/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
responsable de la non concrétisation de cette mesure. En effet, je
sais que, parmi les socialistes du gouvernement, certains répugnent à
sortir cette mission des CPAS et à considérer que c'est un droit
universel, c'est-à-dire qui puisse être accordé aux femmes, quels que
soient leurs revenus. Ils sont souvent en désaccord avec les
parlementaires socialistes néerlandophones ou francophones de cette
assemblée.
Les autres points que j'aurais voulu adopter portent sur les accises
des combustibles. J'aimerais avoir une réponse du ministre, donc je
vais attendre qu'il ait fini de téléphoner. Voilà.
Monsieur le ministre, j'ai envie que vous prêtiez attention aux propos
que je vais tenir car je suis désireuse d'avoir un retour de votre part.
J'ai introduit deux amendements et j'en garde un en suspens
concernant les exonérations des accises sur certains types de
combustibles. Dans la loi-programme, vous prévoyez les exonérations
habituelles pour toute une série de combustibles, dont le kérosène,
mais il n'y a pas d'article qui introduise les biocarburants parmi les
produits pouvant bénéficier d'exonérations. Je sais qu'un processus
est en cours chez M. Verwilghen qui a fait ce qu'il devait faire, chez M.
Tobback qui est en train de mettre la touche finale à ce qu'il devait
faire, notamment les arrêtés. Il existe des éléments techniques liés à
la neutralité budgétaire et à la quantité de produits pétroliers mis sur
le marché pendant l'année. M. Tobback dit que les données en votre
possession vous permettent d'estimer ces éléments via les accises.
Indépendamment de ces mesures et de ces calculs techniques, je me
demande pourquoi le principe n'est pas intégré dans la loi-programme
et réglé par des arrêtés. En fait, j'aurais voulu vous suggérer
d'introduire dans ces exonérations, celles relatives aux biocarburants
produits à partir de déchets proportionnellement à l'économie de CO
2
générée par le processus de recyclage.
Au-delà de l'encouragement à lui apporter, le biocarburant à partir de
déchets est une filière intéressante car elle permet de contribuer aux
objectifs européens en matière de biocarburants, tout en réduisant le
recours massif aux terres agricoles.
Plusieurs pays européens dont l'Autriche, la Suède et la Grande-
Bretagne ont choisi cette solution qui offre un débouché noble pour
certains déchets. Il me paraît indispensable de privilégier cette filière
sur le plan fiscal, comme le permet d'ailleurs la directive et, ce faisant,
d'introduire une échelle correspondant au niveau énergivore, les
moins énergivores devant être privilégiés.
De la même manière, je suggère aussi que nous introduisions les
biocarburants produits au départ de végétaux et ce, toujours
proportionnellement à l'économie de CO
2
générée par l'ensemble du
processus de production, cultures comprises. En effet, nous savons
qu'il faut défiscaliser les biocarburants pour les rendre concurrentiels
par rapport aux carburants fossiles.
Les pays européens ayant procédé à cette défiscalisation voient leur
production de biocarburants progresser rapidement. Nous avons
intérêt à développer cette filière en Belgique, tout en tenant compte de
la manière dont ils sont produits. Nous pourrions nous inspirer du
même principe que celui choisi pour les certificats verts, de manière à
afgeschaft zodat de wet van
februari 2003 weer van kracht
wordt.
Voor mij is de minister van
Financiën niet alleen
verantwoordelijk voor de niet-
verwezenlijking van deze
maatregel. Sommige socialisten
zien het namelijk niet zitten om die
taak weg te halen bij de OCMW's
en de onderhoudsuitkering te
beschouwen als een universeel
recht dat vrouwen toekomt, los
van hun inkomen.
Wat de vrijstellingen van accijnzen
op brandstof betreft, zou ik de
aandacht van de minister willen
vragen, omdat ik van hem een
reactie verwacht. Ik diende in dat
verband twee amendementen in
en houd er nog een in beraad. In
de programmawet werden
vrijstellingen voor verschillende
soorten brandstof opgenomen,
voor kerosine bijvoorbeeld, maar
niet voor de biobrandstoffen.
Ik weet dat een proces aan de
gang is: de heer Verwilghen is
klaar met zijn gedeelte en de heer
Tobback is het zijne aan het
afronden. Natuurlijk moet u de
technische elementen kennen die
verband houden met de
hoeveelheid producten die op de
markt wordt gebracht. De heer
Tobback meent evenwel dat u er
door middel van de accijnzen
achter kan komen. Waarom is dat
principe niet in de programmawet
opgenomen?
Ik stel voor dat u de
biobrandstoffen die uit afval
worden gewonnen aan de lijst van
vrijgestelde producten toevoegt,
en dit naar verhouding van de
CO
2
-besparing die het
recyclageproces oplevert. Dat is
een erg interessante oplossing.
Verscheidene Europese landen
hebben ervoor geopteerd en
volgens de richtlijn is het
toegestaan.
Ik stel tevens voor de
15/12/2004
CRIV 51
PLEN 103
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
favoriser ceux qui permettent la plus grande économie de CO
2
.
Par ailleurs, je voudrais savoir pourquoi les huiles minérales ont été
retirées des exonérations alors que vous gardez le gasoil, le pétrole,
le pétrole lampant, etc. Vous avez enlevé les huiles minérales
utilisées sous contrôle fiscal comme combustibles en tant qu'huiles
usagées et réutilisées directement après recyclage ou après un
processus de recyclage passible de droits.
J'aurais voulu savoir pourquoi vous aviez retiré ces huiles de
l'exonération. Les huiles minérales, comme toute huile usée, sont
utilisées comme combustible, notamment par les cimentiers -, ces
entreprises dont les fours doivent carburer -, ce qui leur permet de
participer aux accords de Kyoto et, donc, à la réduction d'émissions
de CO
2
.
J'aurais aimé savoir pourquoi vous aviez retiré ces huiles usées de
l'exonération des accises. Je défends, bien sûr, les biocarburants à
partir des déchets et, donc, aussi à partir des huiles usées. Il s'agit ici
d'une filière concurrente.
Avant de déposer cet amendement, j'aurais voulu connaître les
raisons pour lesquelles les huiles minérales avaient été retirées de
l'exonération des accises.
biobrandstoffen op grond van
planten in te voeren, ook weer
naar verhouding van de CO
2
-
besparing die door het volledige
productieproces wordt
gerealiseerd.
We moeten de accijnzen op
biobrandstoffen opheffen zodat ze
met de andere brandstoffen
kunnen concurreren. België zou
zijn voordeel doen met deze
maatregel. We moeten er wel op
toezien hoe deze biobrandstoffen
worden geproduceerd.
Vooraleer ik het amendement
indien, had ik willen vernemen
waarom de minerale oliën niet van
accijns werden vrijgesteld.
01.10 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, het is moeilijk
om een antwoord te geven aan parlementsleden die afwezig zijn. Ik
zal misschien contact opnemen met de heer Devlies en hem
voorstellen om een schriftelijk antwoord te sturen op zijn vragen. Het
geeft geen zin om een bespreking voort te zetten met een afwezig
parlementslid.
01.10 Didier Reynders, ministre:
M. Devlies ayant déjà quitté
l'hémicycle, je lui ferai parvenir des
réponses écrites à ses questions.
Il est toujours difficile de dialoguer
avec des parlementaires absents.
J'en arrive aux autres interventions.
Madame Gerkens, en ce qui concerne les biocarburants, je suis tout à
fait favorable à l'idée d'avancer nous l'avons d'ailleurs fait sur le plan
européen dans la mise en place d'exonérations en la matière. Mais
la difficulté est double. Il faut d'abord que les directives aient été
correctement transposées dans le domaine de l'environnement. On
me dit régulièrement que des textes sont en préparation mais il
faudrait qu'ils soient effectivement élaborés. Par ailleurs, je veux bien
prendre, dans le cadre d'une loi-programme, une disposition très
générale qui autorise une diminution de fiscalité sur ces produits,
disposition qui renvoie dès lors au Roi pour prendre les modalités
nécessaires. Mais si je procède de cette manière, je sais déjà quels
seront les commentaires au parlement. Je l'ai suffisamment entendu,
ces derniers temps. Le Conseil d'Etat en a d'ailleurs fait la remarque.
On me dira que nous octroyons trop de compétences au Roi. Certains
de vos collègues vont eux-mêmes au Conseil d'Etat. Cela devient une
nouvelle technique! Je ne voudrais pas, pour vous satisfaire,
introduire une disposition que d'autres de vos collègues attaqueraient
devant le Conseil d'Etat. Mais je vous confirme que je souhaite venir
avec des propositions en la matière. Cela peut se faire très
rapidement. Vous savez qu'en commission des Finances, on vote
parfois des textes extrêmement vite, lorsqu'il y a un consensus sur le
sujet. Sur ce point, je suis disponible pour qu'on organise en
commission des Finances le président de la commission est
d'ailleurs présent une présentation de la problématique, peut-être en
Mevrouw Gerkens, ik sta volledig
achter het idee om met de accijns-
vrijstelling op biobrandstoffen
voortgang te maken. Eerst moeten
de richtlijnen echter naar behoren
worden omgezet. Ik ben natuurlijk
bereid in het raam van een
programmawet een zeer
algemene maatregel te nemen,
waarbij de uitvoering aan de
Koning wordt overgelaten. Dan
krijg ik echter wellicht het verwijt
dat ik te veel bevoegdheden aan
de Koning delegeer.
Ik hou me ter beschikking voor
een uiteenzetting over dit
probleem in de commissie voor de
Financiën, bijvoorbeeld in
aanwezigheid van de ministers die
voor de omzetting van de
richtlijnen bevoegd zijn. Dat lijkt
me de aangewezen manier om
vorderingen te maken.
U had ook een vraag betreffende
CRIV 51
PLEN 103
15/12/2004
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
commun avec les ministres qui ont en charge la transposition des
directives. Ce serait, selon moi, la meilleure formule si l'on veut
trouver une possibilité d'avancement.
Je vais faire procéder à des vérifications concernant votre question
sur un certain nombre d'autres produits qui auraient disparu de
l'article. Je n'ai pas la réponse sous la main. Mais je vous la ferai
parvenir avec plaisir. Je présume qu'il y a une raison pour laquelle,
dans ces 13 ou 14 pages d'un seul article, cette disposition a été
modifiée. Mais je ne veux pas vous improviser une réponse. Je
préfère vous la faire parvenir.
de andere producten die uit het
artikel zouden zijn verdwenen.
Daarop heb ik niet meteen een
pasklaar antwoord, maar het zal
me een genoegen zijn u dat
alsnog te bezorgen.
Ik heb ook veel opmerkingen gehoord wat de EBA betreft. Het is een
algemeen verhaal dat misschien beter past in de bespreking van de
begroting dan die van de programmawet.
De EBA blijft van toepassing tot en met 31 december 2004 met
dezelfde condities als in het begin. Er is dus geen enkele verandering
aan de twee mogelijkheden, met name tegen een tarief van 6% of
9%. Er is al een nieuwe wet in dat verband, goedgekeurd door het
Parlement twee of drie weken geleden. De wet zal zonder enige twijfel
worden gepubliceerd.
In de afwezigheid van de leden van CD&V is het zeer moeilijk een
antwoord te geven op de vragen van de heren Bogaert en Devlies. Ik
probeer dat te doen. Zo niet, is het voor een andere vergadering.
Quelques remarques ont été
formulées au sujet de la
déclaration libératoire unique
(DLU). Je peux confirmer que la
DLU restera d'application sans
aucune modification jusqu'au 31
décembre 2004. Le Parlement a
voté une loi à cet égard il y a
quelques semaines.
01.11 Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, je retiens la
proposition du ministre d'organiser un travail au sein de la
commission Finances avec les différents ministres compétents. Je
pense que pour les biocarburants issus de l'agriculture, il est trop tard
pour 2005: les agriculteurs ont déjà fait leur plan de cultures, etc. Par
contre, la filière déchets peut être tout à fait intéressante et il serait
intéressant d'avoir les dispositions la concernant le plus rapidement
possible.
01.11 Muriel Gerkens (ECOLO):
Ik onthoud dat de minister
voorstelt de aangelegenheid met
de bevoegde ministers te
behandelen in de commissie voor
de Financiën. Wat de
biobrandstoffen betreft die uit de
landbouw voortkomen, is het te
laat voor 2005. Het is echter
aangewezen dat er zo vlug
mogelijk bepalingen worden
uitgewerkt voor de biobrandstoffen
die op basis van afval worden
geproduceerd.
Le président: Merci bien. Nous avons connu beaucoup d'interventions aujourd'hui et nous fîmes le tour de
quatre grands chapitres de la loi-programme.
Deze zijn in de algemene bespreking afgewerkt. Alleen voor die hoofdstukken zal de artikelsgewijze
bespreking morgen, in voorkomend geval, na vermelding van elk artikel, mogelijk worden gemaakt.
Demain, nous entamerons le chapitre "Justice" pour lequel M. Massin sera le rapporteur. Les inscrits sont
MM. Malmendier, Laeremans, Massin, Van Parys, Verherstraeten et Mme Van der Auwera. On verra s'il y a
d'autres inscrits. Je vais clore la séance du soir de ce 15 décembre 2004.
De volgende vergadering zal plaatsvinden morgen om 14.15 uur. Mijnheer Van der Maelen, ik hoop u daar
ook te zien, zoals gewoonlijk het geval is.
La séance est levée.
De vergadering is gesloten.
15/12/2004
CRIV 51
PLEN 103
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2004
2005
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
La séance est levée à 21.10 heures. Prochaine séance le jeudi 16 décembre 2004 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 21.10 uur. Volgende vergadering donderdag 16 december 2004 om
14.15 uur.