CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 PLEN 175
CRIV 51 PLEN 175
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
mercredi
woensdag
14-12-2005
14-12-2005
Matin
Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Excusés
1
Berichten van verhindering
1
BUDGETS
1
BEGROTINGEN
1
Budget des voies et moyens pour l'année
budgétaire 2006 (2043/1-5)
1
Rijksmiddelenbegroting voor het
begrotingsjaar 2006 (2043/1-5)
1
- Projet de budget général des dépenses pour
l'année budgétaire 2006 (2044/1-14)
1
- Ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor
het begrotingsjaar 2006 (2044/1-14)
1
- Budgets des recettes et des dépenses pour
l'année budgétaire 2006. Exposé général (2042/1)
1
- Begrotingen van ontvangsten en uitgaven voor
het begrotingsjaar 2006. Algemene toelichting
(2042/1)
1
- Notes de politique générale (2045/1-25)
1
- Algemene beleidsnota's (2045/1-25)
1
Orateurs: Hagen Goyvaerts, Carl Devlies,
Hendrik Bogaert, Freya Van den Bossche,
vice-première ministre et ministre du Budget et
de la Protection de la consommation, Jean-
Jacques Viseur
Sprekers: Hagen Goyvaerts, Carl Devlies,
Hendrik Bogaert, Freya Van den Bossche,
vice-eerste minister en minister van Begroting
en Consumentenzaken, Jean-Jacques
Viseur
Discussion générale
5
Algemene bespreking
5
Orateurs: Anne-Marie Baeke, rapporteur,
Hendrik Bogaert, rapporteur, Carl Devlies,
Paul Tant, Freya Van den Bossche, vice-
première ministre et ministre du Budget et de
la Protection de la consommation, Hagen
Goyvaerts, Didier Reynders, vice-premier
ministre et ministre des Finances, Pieter De
Crem, président du groupe CD&V, Jean-
Jacques Viseur, Daniel Bacquelaine,
président du groupe MR, Eric Massin, Bart
Tommelein, Patrick De Groote
Sprekers: Anne-Marie Baeke, rapporteur,
Hendrik Bogaert, rapporteur, Carl Devlies,
Paul Tant, Freya Van den Bossche, vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken, Hagen Goyvaerts,
Didier Reynders, vice-eerste minister en
minister van Financiën, Pieter De Crem,
voorzitter van de CD&V-fractie, Jean-Jacques
Viseur, Daniel Bacquelaine, voorzitter van de
MR-fractie, Eric Massin, Bart Tommelein,
Patrick De Groote
Ce compte rendu n'a pas d'annexe.
Dit verslag heeft geen bijlage.
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
SEANCE PLENIERE
PLENUMVERGADERING
du
MERCREDI
14
DECEMBRE
2005
Matin
______
van
WOENSDAG
14
DECEMBER
2005
Voormiddag
______
La séance est ouverte à 10.04 heures par M. Herman De Croo, président.
De vergadering wordt geopend om 10.04 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
Ministre du gouvernement fédéral présente lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Freya Van den Bossche.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Excusés
Berichten van verhindering
François-Xavier de Donnea, Geert Versnick, en mission à l'étranger / met zending buitenlands.
Ik maak mij wat zorgen wanneer ik collega Bogaert zie binnenkomen.
Mevrouw de vice-eerste minister van Begroting, collega's, ik groet u allen.
Wij moeten vandaag en morgen nogal wat werk verzetten.
En effet, nous examinerons les budgets, ce qui n'est pas une mince affaire. Une série d'orateurs sont déjà
inscrits. J'ai communiqué un schéma de travail aux chefs de groupe et à leur secrétariat. Je m'emploierai à
nous y tenir afin de réaliser une approche minimale, non pas sectorielle ou ministérielle, mais du moins de
la matière, car le budget, c'est le tout dans le tout et réciproquement!
Budgets
Begrotingen
01 Budget des voies et moyens pour l'année budgétaire 2006 (2043/1-5)
- Projet de budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2006 (2044/1-14)
- Budgets des recettes et des dépenses pour l'année budgétaire 2006. Exposé général (2042/1)
- Notes de politique générale (2045/1-25)
01 Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2006 (2043/1-5)
- Ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2006 (2044/1-14)
- Begrotingen van ontvangsten en uitgaven voor het begrotingsjaar 2006. Algemene toelichting
(2042/1)
- Algemene beleidsnota's (2045/1-25)
Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces budgets et projets. (Assentiment)
Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze begrotingen en ontwerpen te wijden. (Instemming)
Chers collègues, je vous rappelle que, lors de la dernière Conférence des présidents, nous avions convenu
que le vote qui interviendrait en commission des Finances il a eu lieu hier donnerait lieu à un rapport
verbal succinct.
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
We waren overeengekomen om een kort verslag te geven van de stemming van gisteren. We hebben met
alle fracties een consensus bereikt om alle termijnen te laten springen en ik wil daarvan hier nogmaals
gewag maken.
Nous verrons bien quand nous en aurons terminé. Pour avoir déjà assisté à la discussion de je ne sais
combien de budgets, je peux dire qu'elle prend toujours un certain temps pour ne pas dire un temps
certain. Nous tâcherons, cependant, d'avancer le plus possible aujourd'hui afin que le vote de demain
n'intervienne pas trop tard. Mais c'est la Chambre qui est souveraine en la matière comme dans d'autres.
Mijnheer Goyvaerts, u wenst het woord over de werkzaamheden?
01.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, bij
de aanvang van de begrotingsmarathon doe ik een beroep op uw
autoriteit als voorzitter.
Wij hebben de voorbije weken zowat alles meegemaakt. Op
programmawetten werden amendementen die hele hoofdstukken
vervingen, tijdens de vergadering ingediend. In het Generatiepact
staan allerlei zaken die niets met het Generatiepact te maken hebben.
Inzake de begroting zelf stel ik vast dat het de eerste keer is dat wij
nog altijd niet beschikken over het verslag van de Hoge Raad van
Financiën. U weet dat waarschijnlijk via de voorzitter van de
commissie. Wij zijn onze besprekingen van de begroting in de
commissie voor de Financiën begonnen op 16 november 2005. Tot
op heden hebben wij wel een aantal vage beloftes gekregen dat het
verslag eraan zou komen. U begrijpt echter heel goed dat als wij als
leden van de Kamer onze controlefunctie willen uitoefenen in het
kader van een begroting is dat zeker aan de orde , het niet kan dat
wij momenteel nog altijd verstoken blijven van iedere informatie over
de financieringsbehoefte van onze Staat. Dat moet u toch weten.
Ik zou, ten eerste, willen vragen of u zich ervan bewust bent dat wij
hier een begrotingsbespreking beginnen zonder het verslag van de
Hoge Raad van Financiën. Mijnheer de voorzitter, bij mijn weten is dat
de eerste keer in de zeven jaar dat ik deel uitmaak van deze
assemblee.
Ten tweede, ik vind het ook onaanvaardbaar dat daar zo licht wordt
overgegaan, zowel door het commissievoorzitterschap als misschien
ook door uw diensten. Ik moet daartegen protesteren. Ik zou willen
weten wat u gedaan hebt ten aanzien van de regering om aan
voornoemde toestand iets te doen. Ik vind die immers
onaanvaardbaar.
01.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Nous avons entamé la
discussion en commission des
Finances le 16 novembre avec la
vague promesse que le rapport du
Conseil supérieur des Finances
allait nous parvenir, mais nous ne
l'avons toujours pas reçu. Je
proteste contre cette absence.
C'est la première fois en sept ans
que nous sommes confrontés à un
tel problème. Quelles mesures le
président prendra-t-il pour y
remédier?
De voorzitter: Waarvan akte. Ik heb de regering meermaals gewezen
op de grote toevloed, en meer dan dat, van wetgevend werk dat wij op
diverse vlakken te verteren krijgen. Er is wel enige verbetering
gekomen wat de programmawet betreft; dat moet ik toegeven. De
voorstellen van de heer Tant en andere leden hebben een zekere
stroomlijn in de programmawet gebracht. In het wetsontwerp
betreffende de diverse bepalingen kan nu worden teruggevonden wat
vroeger in de programmawet stond. Men moet de zaken zeggen zoals
ze zijn. Dat is één punt.
Ten tweede, wat de zaken betreft die rechtstreeks onder mijn
bevoegdheid vielen, heb ik erover gewaakt dat de stukken tijdig
Le président: Je ferai examiner ce
problème et j'y reviendrai dans le
courant du débat. Le rapport de la
Cour des comptes était bien
disponible début novembre.
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
werden ingediend. Het verslag van het Rekenhof dagtekent reeds van
begin november 2005, als mijn geheugen goed is. Ik heb erover
gewaakt dat het meer dan een maand en enkele dagen vóór de
bespreking in plenaire vergadering beschikbaar was.
Ik vraag aan mevrouw de vice-eerste minister ik zal zelf ook
navraag doen, nu tijdens de uiteenzetting van de verslagen dat zij
precies antwoordt op uw tweeledige vraag. Ten eerste, u zegt dat tot
nu toe de leden steeds het verslag van de Hoge Raad van Financiën
kregen voor de bespreking. Ten tweede, u verklaart het nu niet te
hebben ontvangen. Ik zal dat nu laten nagaan en ik beloof u een
antwoord in de loop van het debat.
01.02 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, er was nog een
probleem bij de besprekingen in de commissie voor de Financiën,
meer bepaald met betrekking tot het verslag van het Rekenhof,
waarnaar u verwijst.
Het advies van het Rekenhof werd inderdaad tijdig bezorgd, maar wij
stelden vast dat het Rekenhof en de regering niet op dezelfde
golflengte zaten. Daarom werd in de commissie het voorstel
geformuleerd om het Rekenhof te horen in de commissie voor de
Financiën, mijnheer de voorzitter. De meerderheid heeft evenwel dit
voorstel weggestemd, ondanks het feit dat het Rekenhof het kabinet
van de eerste voorzitter had mij dat bevestigd principieel bereid was
om naar de commissie voor de Financiën te komen en de nodige
toelichting te geven en ondanks het feit dat dit een procedure is die bij
de andere parlementen van dit land wel wordt gevolgd.
Mijnheer de voorzitter, ik weet niet wat uw standpunt hierover is, als
voorzitter van dit Parlement, maar deze houding van de meerderheid
bemoeilijkt de controle van het Parlement op de begroting. Wellicht
kunt u nog een en ander goedmaken door een delegatie van het
Rekenhof hier uit te nodigen in de plenaire vergadering. Het is een
vraag die ik tot u persoonlijk richt, als voorzitter van dit Parlement.
01.02 Carl Devlies (CD&V): Un
problème est apparu à ce sujet en
commission parce qu'il s'est avéré
que la Cour des comptes n'était
pas sur la même longueur d'ondes
que le gouvernement. Nous avons
proposé d'entendre la Cour des
comptes en commission, qui était
d'accord, mais la majorité a rejeté
cette solution. Les autres
parlements de notre pays suivent
pourtant cette procédure. Ce
problème rend plus difficile le
contrôle du budget par le
Parlement. Le président pourrait-il
inviter une délégation de la Cour
des comptes à la séance plénière?
De voorzitter: Mijnheer Devlies, ik heb erover gewaakt, ik heb het
daarnet al gezegd tegen onze collega van het VB, dat er een verslag
zou zijn. Dat was de eerste taak. Het Rekenhof heeft die taak
volbracht en formuleerde een aantal waarschuwingen in het verslag.
Ik heb het verslag uiteraard gelezen.
De commissie beslist gewoonlijk vrij, dat weet u ook. Stelde de
commissie een bijkomende vraag om uitleg? Dat is blijkbaar niet
gebeurd. Ik was ervan niet op de hoogte, ik beken het, dat deze vraag
afgewezen werd. Van de debatten in de commissie krijg ik maar een
summier verslag, als kamervoorzitter.
Het is evident dat het Rekenhof hier niet kan defileren, maar ik vind dit
persoonlijk een bemerking die ernstig moet worden genomen. Het
Rekenhof is een onafhankelijk orgaan, dat afhangt van de Kamer van
Volksvertegenwoordigers. Het Rekenhof werkt natuurlijk voor
meerdere parlementen, met dewelke het rechtstreeks verband houdt.
Ik heb altijd bijzonder veel waardering gehad voor het Rekenhof.
Dat kan men in heel mijn politiek verleden terugvinden. Rebus sic
stantibus, om het in het Latijn van onze jeugd te zeggen. U hebt
daarover in de commissie beslist. U zult dat wellicht aanhalen. Aan
Le président: Le rapport de la
Cour des comptes était prêt à
temps. La commission peut
décider d'organiser une audition
supplémentaire, mais je ne puis
convoquer la Cour des comptes à
la séance plénière. Je tiens
compte de votre observation mais
je ne peux outrepasser mon rôle
de président.
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
wie de tekst van het Rekenhof leest, zou ik zeggen: wie lezen kan,
kan lezen. Ik weid hierover niet uit. Ik moet mijn rol als voorzitter niet
te buiten gaan.
01.03 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik sluit me
aan bij vorige sprekers. Ik heb in de commissie een aantal vragen
gesteld aan de minister, waarop ik tot op heden nog steeds geen
antwoord heb gekregen. Misschien kan dat alsnog worden rechtgezet.
01.03 Hendrik Bogaert (CD&V):
J'ai posé en commission des
Finances une série de questions
auxquelles je n'ai pas encore
obtenu de réponse.
01.04 Minister Freya Van den Bossche: Mijnheer de voorzitter, ik
weet niet wat er aan de hand is. We hebben de antwoorden
doorgestuurd. Dat werd me wel honderdmaal bevestigd door het
kabinet. Ik begrijp echt niet, met de beste wil van de wereld welke
vragen nu nog niet zouden beantwoord zijn. We hebben de
antwoorden en de vragen vergeleken. Ik denk echt dat op alles is
geantwoord.
01.04 Freya Van den Bossche,
ministre: Toutes les réponses
techniques ont été envoyées, ce
qui m'a été confirmé par mon
cabinet.
De voorzitter: Ik kan daar niet over oordelen, mijnheer Bogaert.
01.05 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal dat
vanochtend verifiëren. Wellicht kom ik daar in de
namiddagvergadering op terug. Ik kan me niet voorstellen dat er op
alle vragen een antwoord is gekomen. Ik zal het laten nakijken.
01.05 Hendrik Bogaert (CD&V):
Je m'en assurerai dans le courant
de la matinée et je reviendrai
éventuellement sur la question cet
après-midi.
De voorzitter: Doet u dat, mijnheer Bogaert.
01.06 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, nog even in
verband met Rekenhof. Ik begrijp dat het voor u moeilijk is stante
pede het Rekenhof te vorderen voor deze plenaire vergadering, maar
ik wil toch voorstellen dat u in overleg met de fractievoorzitters het
Reglement van de Kamer aanpast, in die zin dat vanaf de volgende
bespreking en dan bedoel ik de eerste begrotingswijziging een
vertegenwoordiger van het Rekenhof aanwezig zou zijn bij de
bespreking in de commissie voor de Financiën.
01.06 Carl Devlies (CD&V):
Peut-être pourrions-nous modifier
notre Règlement de manière à
pouvoir requérir la présence de la
Cour des comptes en séance
plénière à partir du prochain débat
budgétaire?
De voorzitter: Ik heb daar persoonlijk geen bezwaar tegen. Het is niet
de eerste keer dat wij het Rekenhof uitnodigen om zijn opmerkingen
toe te lichten. Ik heb een subcommissie van het Rekenhof al
uitgenodigd in de commissie voor de Financiën.
Ik wil dat positief bekijken. Wij hebben nog een paar andere
wijzigingen aan het Reglement te doen, in het begin van het volgende
burgerlijk jaar. Ik wil dat meenemen. Ik heb daar geen bezwaar tegen.
Ik zeg u hoe ik het voel. Dat maakt het ook klaar voor iedereen. Dan
is er geen discussie van wie doet wat en wie kan wat eventueel
uitstellen of vermijden.
Ik kan daar persoonlijk wel inkomen. Ik heb er geen bezwaar tegen
dat dit besproken wordt in de commissie van het Reglement.
Voilà, mes chers collègues, les préliminaires normaux au début d'une
telle discussion.
Le président: Rien ne s'oppose à
ce que nous examinions cette
proposition en commission du
Règlement.
01.07 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur le président, je
voudrais appuyer cette démarche. Dans ce projet de budget, le
gouvernement a commis une faute grave. La Cour des comptes dit
01.07 Jean-Jacques Viseur
(cdH): De vraag van de heer
Devlies kan op mijn volledige
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
explicitement qu'ayant demandé des renseignements, on lui a fait
savoir qu'elle n'avait pas droit à ces renseignements pour donner son
avis. C'est ce qui nous a d'ailleurs amenés en commission à
demander que la Cour y soit représentée. Je m'exprime non pas en
tant que membre de l'opposition mais en tant que membre du
Parlement. La Cour des comptes a un droit de regard spécifique sur
l'élaboration du budget et l'avis qu'elle nous remet doit être donné en
connaissance de cause, ce qui implique l'accès à tous les éléments
qui lui sont utiles.
J'appuie entièrement votre suggestion et je demande que la
commission du Règlement propose à l'avenir et à l'instar de ce qui se
fait dans d'autres parlements la présence d'un membre de la Cour
des comptes qui pourra s'exprimer dans la ligne de l'avis rendu par la
Cour des comptes. En effet, il n'est pas normal que le Parlement soit
ainsi privé d'un certain nombre d'informations émanant de son
instrument de contrôle le plus important, surtout au niveau technique.
steun rekenen. De regering is met
deze ontwerpbegroting zwaar in de
fout gegaan. Het Rekenhof vroeg
om bijkomende inlichtingen en
kreeg als antwoord dat ze die niet
nodig had om een advies te
kunnen verstrekken. Ik vraag dus
dat de commissie voor het
Reglement zou voorstellen dat een
lid van het Rekenhof voortaan de
commissievergaderingen bijwoont
om het verstrekte advies nader toe
te lichten.
Het is immers niet normaal dat het
Parlement geen toegang heeft tot
een deel van de informatie
afkomstig van zijn belangrijkste
controle-instrument.
Le président: Monsieur Viseur, vous êtes orfèvre en la matière. Vous
avez été ministre des Finances. J'ai une grande confiance en la Cour
des comptes, un organe d'une objectivité reconnue. Nous y avons fait
appel dans de nombreuses procédures, notamment le comptage des
élèves. Votre idée commune mérite d'être sérieusement examinée. Je
m'engage à le faire. Je m'y engage ici, du haut de ma tribune.
Dan kunnen wij nu beginnen met de punten op onze agenda.
De voorzitter: Uw gemeenschap-
pelijk voorstel is zeker het
onderzoeken waard. Ik verbind me
ertoe dat dat ook zal gebeuren. De
objectiviteit van het Rekenhof
wordt alom erkend.
Discussion générale
Algemene bespreking
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
01.08 Anne-Marie Baeke, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, de heer
Bogaert en ikzelf hebben afgesproken om naar het schriftelijk verslag
te verwijzen.
01.08 Anne-Marie Baeke,
rapporteur: Je me réfère au
rapport écrit.
01.09 Hendrik Bogaert, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik sluit
mij daarbij aan. Wij hebben een afspraak dat we verwijzen naar het
schriftelijk verslag.
01.09 Hendrik Bogaert,
rapporteur: Je me réfère au
rapport écrit.
De voorzitter: Ik vind dat een goed idee. Het is een lijvig verslag en er valt niet meer te zeggen dan dat.
Collega's, u hebt ook gezien dat ik thema's heb voorgesteld. Het is steeds een riskante zaak om thema's in
een begroting voor te stellen. Mijnheer Van den Eynde, als ik geen kapstokken heb, kan ik er geen mantels
aanhangen. Daarom is men nog niet verplicht om de mantels aan die kapstok te hangen. In een
kapstokloze plaats kunnen echter geen mantels worden opgehangen.
En tout cas, nous commencerons nos travaux avec la discussion générale.
MM. Bacquelaine et Viseur sont également inscrits dans la discussion générale.
De heren Devlies en Viseur zijn dus ingeschreven. Het is de heer Devlies die zal beginnen in de algemene
bespreking. Daarna komen de heer Viseur, de heer Bacquelaine, de heer Goyvaerts en mevrouw Nagy. Ik
probeer te alterneren in de taal.
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
01.10 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, geachte collega's, het is de derde maal dat ik als
parlementslid de begrotingsvoorbereiding mag meemaken. Ik heb het
gevoel dat wij steeds meer evolueren naar een virtuele begroting; een
begroting waarbij voor veel vragen geen antwoorden zijn, waarbij voor
veel cijfers wordt verwezen naar de eerste begrotingsaanpassing die
in het voorjaar zal plaatsvinden. Kritische bemerkingen worden
genegeerd. Onafhankelijke adviseurs worden buitenspel gezet. Wij
hebben daarnet reeds gesproken over de Hoge Raad van Financiën
en over het Rekenhof.
Het is in elk geval duidelijk dat de grote ambities van deze regering,
die ik nog hoorde formuleren toen ik twee jaar geleden in het
Parlement kwam, zoals de actieve welvaartstaat, de modelstaat
België en, wat Financiën betreft, het goudhamsterprincipe, minstens
zijn weggedeemsterd. Inzake de actieve welvaartstaat stellen wij vast
dat de werkloosheid is blijven stijgen in het jaar 2005, dat de
werkgelegenheidsgraad onder het Europese gemiddelde blijft en dat
de economische groei opnieuw slabakt. Het grote scharnierjaar dat
2004 zou worden ik verwijs naar de open brief van de heer Vande
Lanotte in januari 2004 en de ontgoocheling die later dat jaar door de
heer Vandenbroucke werd vertolkt is duidelijk een verloren jaar
geweest. Dat werd ook bevestigd door Frank Vandenbroucke.
Hij is inderdaad naar de Vlaamse regering vertrokken. Maar ook 2005
is opnieuw een verloren jaar geworden. Ondertussen worden de
uitdagingen alsmaar groter. Er zijn de uitdagingen van de vergrijzing,
de mondialisering en de gestegen grondstofprijzen. Het is duidelijk dat
dit land niet klaar is om deze uitdagingen aan te pakken.
Uw tweede, belangrijke thema, de modelstaat België, is wel een
modelstaat met de derde hoogste fiscale druk ter wereld. Over die
modelstaat België horen we niet meer spreken, tenzij af en toe in een
of ander humoristisch programma. Het goudhamsterprincipe een
heel mooi woord en ook een heel goed idee , het aanleggen van een
voorzichtigheidsmarge in de begroting voor het geval de conjunctuur
tegenvalt, is ook overboord gegooid. Mevrouw Van den Bossche, uw
voorganger heeft die goudhamster langzaam doodgeknepen en u zal
hem ongetwijfeld niet meer aangetroffen hebben op uw kabinet op het
moment dat u het bewind hebt overgenomen.
De begroting 2006 is gebaseerd op een economische groei van 2,2%.
Dat is ongeveer het hoogste percentage dat door de voorspellers
wordt vooropgesteld. Men zou dit nog kunnen aanvaarden. Wat men
echter niet kan aanvaarden, is dat er in geen enkele marge wordt
voorzien. Meer nog, deze begroting is van bij de aanvang deficitair.
Dat zeggen wij niet alleen, als CD&V-fractie. Wij hebben gewezen op
een structureel tekort van 1%. Nu wordt er een begrotingstekort van
0,4% voorspeld door de Nationale Bank.
Andere voorspellers zoals de Europese Commissie voorspellen 0,3%
voor 2006 en 0,5% tekort voor 2007. Het IMF waarschuwt voor het
continue gebruik van eenmalige maatregelen. Vandaag nog
vernemen we dat ook "The Economist" voor het jaar 2006 een tekort
van 0,4% voorspelt op de begroting 2006. Dan zijn er de cijfers van de
OESO die ook een tekort voorspellen van 0,4% voor 2006 en van
0,7% voor 2007. Het is de ambitie van deze regering om een
begrotingsoverschot te hebben van 0,3% in 2007. 0,7% plus 0,3%
01.10 Carl Devlies (CD&V):
D'année en année, les budgets
sont un peu plus virtuels: de
nombreuses questions sont
posées, aucune réponse n'est
fournie et, pour le surplus, on se
réfère au contrôle budgétaire du
printemps. Les observations
critiques sont ignorées et les
instances indépendantes, telles
que le Conseil supérieur des
Finances et la Cour des comptes,
sont mises sur la touche.
Il ne reste plus grand-chose des
grands principes du gouverne-
ment: l'État social actif, la Belgique
en tant qu'État modèle et le
principe du hamster doré. Le
chômage est élevé, le taux
d'emploi est inférieur à la moyenne
européenne et la croissance
économique s'essouffle.
L'année 2004 devait être une
année charnière sur le plan
budgétaire mais même Frank
Vandenbroucke a reconnu que ce
fut en définitive une année perdue,
tout comme le sera d'ailleurs
2005. Et cela à l'heure où le
vieillissement, la mondialisation et
le prix des matières premières
constituent des défis de plus en
plus importants que le
gouvernement est toutefois
incapable de relever.
Il n'est plus question nulle part de
l'État modèle et M. Vande Lanotte,
ancien ministre, a déjà fait un sort
au hamster doré, la marge
prudentielle inscrite dans le
budget.
Le budget 2006 est basé sur une
croissance économique de 2,2%,
sans qu'aucune marge ne soit
prévue. Ce budget est dès lors
d'emblée déficitaire. Nous avons
attiré l'attention sur un déficit
structurel de 1%. La Banque
nationale prévoit un déficit
budgétaire de 0,4%, la
Commission européenne un déficit
de 0,3% en 2006 et même de
0,5% en 2007. Le FMI met en
garde contre les nombreuses
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
betekent dus een verschil van 1% of 3 miljard euro. We kunnen ons
dus afvragen waar de Belgische begroting op langere termijn naartoe
evolueert. Het is duidelijk dat wij op basis van de voorspellingen van
diverse internationale instituten en van de Nationale Bank evolueren
naar een situatie die 1% van het BBP slechter is dan wat door de
regering wordt vooropgesteld. Dit betreft dan een bedrag van 3 miljard
euro.
Terloops, collega's, moet ik u toch signaleren dat in de commissie
voor de Financiën alle vragen die betrekking hebben op de
langetermijnevolutie werden afgewimpeld.
Langetermijnontwikkelingen van de financiën konden niet besproken
worden. Nochtans had gewezen minister van Begroting Vande
Lanotte een aantal maanden geleden nog aangekondigd dat hij van
plan was om een gemeenschappelijke begroting voor de jaren 2006
en 2007 te brengen. Dit plan is dus niet uitgevoerd. Integendeel, wat
de lange termijn betreft, wordt er blind gevlogen. Door het wegvallen
van het verslag van de Hoge Raad van Financiën, die nog altijd niet
wedersamengesteld is, is er geen informatie beschikbaar over de
financieringsbehoeften van de federale overheid en evenmin over de
evaluatie van het stabiliteitspact.
Het gaat zelfs zo ver dat een instelling als het Internationaal Monetair
Fonds de Belgische overheid er moet op wijzen dat er een dringende
noodzaak is aan de hersamenstelling van de Hoge Raad van
Financiën. Ik denk dat het toch wel erg ver gekomen is als het
Internationaal Monetair Fonds dat zich ook bezighoudt met onder
andere de problematiek van ontwikkelingslanden, de Belgische
overheid terechtwijst en zegt dat men in gebreke blijft bij de
wedersamenstelling van de Hoge Raad van Financiën, waarvan het
Internationaal Monetair Fonds het belang uitdrukkelijk beklemtoont.
Ik ben ook ontgoocheld over de houding van de leden van de
meerderheid bij de besprekingen in de commissie voor de Begroting.
Dat men de begrotingsbesprekingen overlaat aan de oppositie, tot
daar nog aan toe. Dat men echter weigert in te gaan op een voorstel
om het Rekenhof te horen in de commissie voor de Financiën, goed
wetend dat het kabinet van de eerste voorzitter heeft laten weten dat
het Rekenhof bereid was de nodige toelichting te komen geven in de
commissie, is in feite onaanvaardbaar. Het zou normaal zijn dat dit
gebeurt: het is ook het geval in de andere parlementen van dit land.
Het zou zeker noodzakelijk zijn op een moment waarop er
fundamentele twijfel bestaat over de juistheid of waarachtigheid van
deze begroting, dat het Rekenhof wordt gehoord en dat het Parlement
en de minister worden geconfronteerd met de kritiek van het
Rekenhof. De voorzitter heeft net gezegd dat wie kan lezen, begrijpt
dat de kritiek van het Rekenhof ernstig en fundamenteel is. Welnu,
deze kritiek van het Rekenhof wordt op geen enkele wijze weerlegd
door de minister.
Ik ben zo vrij even te verwijzen naar de bemerkingen van het
Rekenhof. Wat betreft de kwaliteit van de verantwoording, zegt het
Rekenhof: "Alhoewel de algemene toelichting sinds enkele jaren meer
informatie bevat, dient te worden vastgesteld dat de verstrekte
informatie onevenwichtig is. Het grootste hiaat wordt gevormd door de
afwezigheid van informatie over de inkomstengenererende
maatregelen. Dit vormt een ernstige tekortkoming, aangezien de
regering het vooropgestelde begrotingsevenwicht in belangrijke mate
mesures uniques et l'OCDE
annonce des déficits de 0,4% pour
2006 et même de 0,7% pour 2007.
Le gouvernement table sur un
excédent de 0,3% en 2007 mais,
si l'on se fonde sur les chiffres de
l'OCDE pour la même année
0,7% de déficit nous serons
confrontés à un déficit de 1% du
PNB ou de 3 milliards d'euros!
Pourtant, en commission des
Finances, les questions
concernant l'évolution à long terme
sont systématiquement éludées.
Le gouvernement n'a en fait
aucune vue d'ensemble de la
question. Le Conseil supérieur des
Finances n'existant pas pour le
moment, il ne peut donner aucune
information concernant les besoins
de financement de l'État ou le
Pacte de stabilité. Même le FMI
nous a rappelé la nécessité de
reconstituer rapidement ce
Conseil.
L'attitude de la majorité me déçoit.
Il est incompréhensible qu'elle n'ait
pas marqué son accord sur une
audition de la Cour des comptes
en commission. Les critiques de la
Cour des comptes sont pourtant
fondamentales, et elles n'ont
jamais été réfutées par le ministre.
La première observation de la
Cour des comptes concerne la
justification qualitative des diffé-
rentes mesures. Les explications
fournies à ce propos sont
déséquilibrées et, en particulier en
ce qui concerne les mesures
génératrices de recettes, le budget
reste vague. Le ministre fait valoir
à cet égard que le Parlement peut
encore s'attendre au dépôt
d'autres projets de loi et que
l'imprécision ne porte que sur les
0,4% du PIB. Il s'agit là
d'observations qui manquent
totalement de pertinence.
Les recettes de l'opération de
régularisation fiscale sont
estimées à 500 millions d'euros
que l'on justifie en se référant à la
déclaration libératoire unique.
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
wenst te realiseren door het creëren van bijkomende inkomsten".
Wat is het antwoord van de minister daarop? Dat aan het Parlement
later nog bijkomende wetsontwerpen ter beschikking zullen worden
gesteld. Dat is natuurlijk geen antwoord. Het Rekenhof vraagt om
vooraf en cijfermatig een analyse te kunnen maken van de
vooropgestelde inkomsten.
Verder voegt de minister eraan toe dat de opmerkingen van het
Rekenhof slechts betrekking hebben op 0,4% van het BBP. Blijkbaar
is dat niet zo belangrijk. Het gaat wel om meer dan 1 miljard euro,
maar blijkbaar is dat niet zo belangrijk.
Er wordt ook gewezen - en dat is interessant voor de heer
Van der Maelen, die ons intussen heeft verlaten - op het feit dat de
ontvangsten die worden vooropgesteld voor de nieuwe "re-gu-la-ri-sa-
tie" 500 miljoen euro in de begroting belopen. Dat is een raming
waarbij men zich uitsluitend baseert op de resultaten van de
eenmalige bevrijdende aangifte. Enerzijds zegt de heer
Van der Maelen dat die er niets mee te maken heeft, maar anderzijds,
baseert men zich erop in de begroting om een raming te maken van
de ontvangsten van de regularisatie. Daarbij zegt men ook dat men
dat zal bijpassen bij de eerstvolgende begrotingswijziging.
Ten tweede, wat de begrotingssaldi betreft, stelt het Rekenhof dat er
een belangrijke evolutie waar te nemen valt bij de verschillende
componenten. Een opvallende vaststelling daarbij is dat het primair
saldo, dat wordt gevormd door het saldo van de totale ontvangsten en
de totale uitgaven exclusief rentelasten, sinds 2002 onafgebroken
daalt. Ik wens te benadrukken dat ook het Internationaal Monetair
Fonds, de Hoge Raad van Financiën en de Europese Commissie
wijzen op het belang van het hoge surplus inzake primair saldo.
Het Rekenhof stelt vast dat dat saldo onafgebroken daalt en illustreert
dat ook grafisch. Wat geeft de minister als antwoord? Hij verwijst
gewoonweg naar het regeerakkoord. Op een fundamentele
bemerking van het Rekenhof wordt gereageerd met een verwijzing
naar het regeerakkoord. Het begrotingsbeleid van de regering is
vastgelegd in het regeerakkoord en komt erop neer dat een
begrotingsevenwicht dient te worden bereikt tot en met het
begrotingsjaar 2006, waarna vanaf het begrotingsjaar 2007 geleidelijk
begrotingssurplussen moeten worden opgebouwd. Er wordt geen
enkel fundamenteel antwoord gegeven op de fundamentele
bemerkingen van het Rekenhof. Er is alleen een verwijzing naar de
regeringsverklaring.
Het derde punt van kritiek van het Rekenhof gaat over de overgang
van het begrotingssaldo naar het vorderingssaldo, waar vastgesteld
wordt dat de onderbenutting in de begroting voor 2006 evolueert naar
0,64 miljard euro. Dat is 0,10 miljard euro meer dan in het jaar 2005.
Verder zegt men over het ankerprincipe dat dit geleid heeft tot "het
uitstellen van verschuldigde betalingen met soms verwijlintresten tot
gevolg." Wat antwoordt de minister daarop? Het Rekenhof heeft zich
blijkbaar vergist want de onderbenutting ligt op hetzelfde niveau als
voorzien was voor het jaar 2005. Bovendien heeft de betrokken
federale overheidsdienst ondertussen "een onmiskenbare knowhow
ontwikkeld wat de opvolging van de verbruiksgraad van de hen
N'était-ce pas M. Van der Maelen
qui affirmait que l'opération de
régularisation et la DLU n'avaient
rien à voir l'une avec l'autre.
Comment, dans ce cas, peut-on
prendre la DLU comme base
d'évaluation des recettes de
l'opération de régularisation?
La deuxième observation de la
Cour des comptes porte sur les
soldes budgétaires. Depuis 2002,
le solde primaire ne cesse de
décroître. La Commission
européenne, le FMI et le Conseil
supérieur des Finances soulignent
néanmoins l'importance d'un
surplus important par rapport au
solde primaire.
Le ministre se justifie en invoquant
l'accord de gouvernement. Bien
entendu, cet argument n'est pas
fondamental.
La troisième observation de la
Cour des comptes porte sur le
passage du solde budgétaire au
solde de financement. Pour 2006,
la sous-utilisation des crédits
atteint 0,64 milliard d'euros, soit
beaucoup plus qu'en 2005. Le
principe dit de l'ancre a de
nouveau entraîné la débition
d'intérêts de retard. Le ministre
réagit à cette observation
fondamentale en invoquant
simplement l'accord de
gouvernement: jusqu'en 2006, les
budgets sont introduits en
équilibre, ce n'est que par la suite
que des surplus pourront être
constitués.
La réponse aux observations
relatives aux opérations immobi-
lières, donc à la liquidation des
actifs de l'État, peut quasiment
être qualifiée de comique: un
exposé théorique sur la
collaboration entre les secteurs
privé et public.
La Cour des comptes souligne
également que l'équilibre
budgétaire n'est pas fondé sur des
mesures structurelles mais sur
des opérations uniques. À quoi le
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
toegekende kredieten betreft." Dus, "een onmiskenbare knowhow"
heeft men ontwikkeld. Maar het Rekenhof spreekt over "het uitstellen
van verschuldigde betalingen met soms verwijlintresten tot gevolg."
Wat is nu de waarheid? Hoe dan ook is dat geen antwoord op de
opmerking van het Rekenhof.
Ook inzake de opmerkingen over de vastgoedoperaties ook
fundamentele opmerkingen, over de uitverkoop van de activa van de
Belgische Staat, als u dat zo wil formuleren, mijnheer Tant; dat is
inderdaad juist wordt er gesteld door de minister: "Het is belangrijk
dat inzake de PPS-constructie de nodige tijd wordt genomen om deze
maatregel in detail uit te werken en slechts na grondig onderzoek de
meest aangewezen formule te kiezen, gelet op het innovatieve en
complexe karakter ervan, en teneinde te garanderen dat de beoogde
efficiëntiewinst effectief wordt gerealiseerd."
Dus dat is het antwoord, het bijna grappige antwoord, dat door de
minister wordt gegeven op de opmerkingen inzake vastgoedoperaties.
Vervolgens wordt over het structurele karakter van het
begrotingsevenwicht door het Rekenhof gesteld dat het
vooropgestelde begrotingsevenwicht "in belangrijke mate mede wordt
bereikt door een aantal niet-structurele maatregelen." Dan geeft men
de opsomming: de fiscale regularisatie; de effectisering; de operaties
in verband met gebouwen; de dotatie aan de NMBS, waar men een
bedrag van 100 miljoen euro gewoon doorschuift naar de begroting
voor 2007. Er is in een bedrag voorzien van 300 miljoen, maar een
bedrag van 100 miljoen euro wordt zonder meer doorgeschoven naar
de begroting van 2007.
Wat zegt de minister daarop? Het antwoord is dat de effectiseringen
van de belastingen niet nieuw zijn en dat voor het einde van dit jaar
een effectiseringsoperatie inzake de directe belastingen zal gebeuren
waarvan de opbrengst naar verwachting hoger zal uitvallen dan
begroot. Dat is het antwoord dat gegeven wordt op een fundamentele
opmerking waar ook gevraagd wordt naar de effecten op lange
termijn van die operaties.
Het vervroegen van een inkomen betekent natuurlijk dat later een
bepaald inkomen zal moeten gederfd worden. Iedere berekening met
betrekking tot de langetermijneffecten ontbreekt.
Met betrekking tot de lijst van de te verkopen gebouwen zegt men dat
die lijst later zal worden vastgelegd, zonder meer. Er komt dus ook
geen antwoord op de bemerking van het Rekenhof.
Met betrekking tot de fiscale regularisatie stelt men dat gelet op de
aard zelf van de maatregel, minder goed bij voorbaat kan ingeschat
worden, zoals het Rekenhof trouwens zelf opmerkt, wat het resultaat
zal zijn. Men verwijst eens te meer naar de begrotingsopvolging en de
begrotingscontrole die zullen plaatsvinden in het jaar 2006 en waarbij
een aanpassing van de begroting zal gebeuren.
Het Rekenhof heeft ook vragen met betrekking tot de recurrente
effecten. Er wordt regelmatig over recurrente effecten gesproken. Wij
hebben in de commissie gevraagd, de heer Tommelein kan dat
bevestigen, wat die recurrente effecten zijn. Daarop is geen behoorlijk
antwoord gegeven. Nochtans is het zeer essentieel in het licht van
ministre répond que les titrisations
d'impôts ne constituent pas une
nouveauté et que les revenus de
la titrisation des impôts directs
seront sans doute plus élevés que
prévus dans le budget. Aucune
précision n'est néanmoins
apportée en ce qui concerne le
long terme. Ce manque de vision
apparaît également en ce qui
concerne les opérations
immobilières, la régularisation
fiscale et les mesures récurrentes.
La Cour des comptes estime par
ailleurs que le budget est fragile
car aucun tampon conjoncturel
n'est prévu. L'évolution du niveau
des taux est également insuffi-
samment prise en considération.
Les taux d'intérêts sur lesquels le
gouvernement se base ne sont
déjà plus d'actualité aujourd'hui.
Une hausse des taux d'un quart
de pour cent seulement va
immédiatement de pair avec une
augmentation de la dette à court
terme de 82 millions d'euros. Pour
éviter les tensions inflatoires, les
taux d'intérêt augmenteront
encore en 2006, avec toutes les
conséquences budgétaires que
ces augmentations impliquent. Le
ministre peut-il infirmer mon
analyse?
Une dernière observation de la
Cour des comptes porte sur la
politique en matière de vieillis-
sement. Compte tenu du rythme
actuel de réduction de la dette, le
taux d'endettement visé de 60%
en 2012 ne pourra jamais être
atteint. Le ministre a d'ailleurs déjà
reporté cette échéance à 2014,
alors que l'exposé des motifs
mentionne explicitement la date de
2012. Quelle légèreté!
La commission des Finances a
conclu, après un examen
minutieux et de longues
discussions, que le Fonds de
vieillissement ne constitue qu'une
simple opération comptable et que
la réserve de ce Fonds est
inexistante. M. Reynders écrit
dans sa note de politique générale
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
een langetermijnanalyse van de begroting.
De vijfde bemerking van het Rekenhof heeft betrekking op het
voorzichtigheidsbeginsel. Enerzijds maakt men een bemerking over
het ontbreken van de conjunctuurbuffer. Het Rekenhof merkt ook op
dat de conjunctuurbuffer ontbreekt. Men vindt dat gevaarlijk. Daardoor
wordt de begroting bijzonder kwetsbaar.
Een tweede bemerking heeft betrekking op de evolutie van het
rentepeil. De begroting vertrekt van een rentevoet van 2,26% op de
kortetermijnrente en 3,36% op de langetermijnrente. Inmiddels zijn
deze rentetarieven overschreden. Wij hebben de cijfers vermeld
tijdens de commissiebespreking.
Wij hebben ook berekend wat bijvoorbeeld een stijging van de
kortetermijnrente met zich zou kunnen meebrengen. Welnu, de
kortetermijnschuld van de Belgische overheid bedraagt ongeveer 33
miljard. Een rentestijging van 0,25% zou volgens onze berekeningen
82,5 miljoen euro bedragen. Dat zijn natuurlijk wel onze
berekeningen. Mevrouw de minister, u mag dat tegenspreken. Het is
de bedoeling dat u dat tegenspreekt. Wij hebben daarop echter geen
antwoord gekregen.
In elk geval, het is zo dat deze begroting vertrekt met rentetarieven
die vandaag reeds te laag zijn, die vandaag reeds overschreden zijn.
Als wij kijken in de laatste analyse van de Nationale Bank, dan zien wij
dat men inflatoire spanningen voor België voorspelt. Die inflatoire
spanningen kunnen alleen maar bestreden worden door een
verhoging van de rentevoeten. Zeer waarschijnlijk zullen wij dus in de
loop van het jaar 2006 nog worden geconfronteerd met stijgingen van
de rentevoet.
Het laatste punt van kritiek van het Rekenhof in de algemene
toelichting heeft betrekking op de aanpak van de vergrijzingspolitiek.
Terzake was er ook een merkwaardige discussie in de commissie
voor de Financiën. Het Rekenhof merkt op dat tegen het huidige
tempo van schuldafbouw het onmogelijk zal zijn om de schuldgraad
tegen 2010 tot 60% te herleiden. De minister antwoordt hierop dat ze
dat nooit gezegd heeft. Volgens haar zal het niveau van 60% pas
bereikt worden in 2014. Collega's die tijdens de bespreking aanwezig
waren, zullen dat graag bevestigen. In 2014 zou men tot 60% komen.
Nochtans, collega's, in de Algemene Toelichting, het document dat de
regering zelf voorstelt, is vermeld dat het niveau van 60% dient bereikt
te worden in 2012. Voor degenen die hieraan twijfelen, u kunt dat
terugvinden op bladzijde 299 van de Algemene Toelichting. Kunt u
zich inbeelden hoe lichtzinnig met die zaken wordt omgegaan!
Enerzijds wordt in de Algemene Toelichting gesproken van 2012 om
de 60% te realiseren, hetgeen reeds twee jaar later is dan het
oorspronkelijk streefjaar. Anderzijds spreekt de minister in de
commissievergadering zonder meer over 2014. Dat betekent dat men
op drie à vier jaar tijd verschoven is van 2010 naar 2014 om de
schuldgraad naar 60% te herleiden.
Er is ook gesproken over het Zilverfonds. Terzake is er een
belangrijke evolutie binnen de commissie voor de Financiën. Het is
spijtig dat commissievoorzitter de Donnea niet aanwezig is. Ik
vermoed dat hij graag zijn visie terzake zou geven. De commissie
voor de Financiën is thans unaniem, na jaren studie, om te bevestigen
que la dette classique des
autorités fédérales s'élevait à
269,77 milliards d'euros en 2004
et la dette envers le Fonds de
vieillissement à 12,49 milliards
d'euros. Ce dernier n'est donc rien
d'autre qu'une forme de dette, ce
que le ministre des Finances a fini
par reconnaître.
La dette totale des autorités
fédérales s'élevait à 246,61
milliards d'euros en 1999. Elle a
augmenté de 20 milliards d'euros
au cours des six années de
gouvernement violet. Des ficelles
comptables ont en outre été
utilisées pour embellir les chiffres.
Les prévisions ne sont pas
brillantes, car le ministre des
Finances prévoit une nouvelle
augmentation de la dette de
8,7 milliards d'euros pour 2005 et
2006. Et il n'y a personne pour
contester ces chiffres?
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
dat het Zilverfonds een louter boekhoudkundige operatie is en dat de
reserve van het Zilverfonds niet bestaat. Ik geef misschien ter
illustratie het volgende.
Mevrouw de minister, u mag me onderbreken. Ik ben graag bereid om
de discussie aan te gaan.
Misschien is de minister met haar gedachten in Nederland, veeleer bij
de Nederlandse oppositie dan de meerderheid.
Collega's, inzake het Zilverfonds is het nuttig te verwijzen naar de
toelichting die minister Reynders heeft gegeven over de schuld van de
federale overheid. Ik citeer letterlijk uit de algemene beleidsnota van
de minister van Financiën: "De schuld van de federale overheid
bedroeg op het einde van het jaar 2004 269,77 miljard euro, de
schuld jegens het Zilverfonds 12,49 miljard euro en de schulden van
overheidsinstellingen..." en dan gaat het verder.
Het is duidelijk. De minister van Financiën formuleert het zeer goed.
Er is enerzijds de klassieke schuld ten belope van 269 miljard euro en
anderzijds is er een schuld ten opzichte van het Zilverfonds. Het
Zilverfonds is dus niet meer dan een vorm van schuld. Dat wordt hier
bevestigd door de minister van Financiën. Ik ben wel erg blij om
eindelijk tot de vaststelling te kunnen komen dat heel de commissie
voor de Financiën, de voorzitter inbegrepen, dezelfde opinie delen. Er
kan daarover in de toekomst dus geen enkele discussie meer
bestaan.
Terloops gezegd, wanneer ik het bedrag van 269 miljard euro
aanhaal, dan gaat het over het bedrag op het einde van het jaar 2004.
Ik wil dat cijfer even vergelijken met de schuld die bestond in 1999, op
het moment dat de eerste paarse regering aan het bewind is
gekomen. Welnu, in 1999 bedroeg de schuld 246,61 miljard euro. Dat
betekent dat onder paars de schuld van de Belgische overheid is
gestegen met 20 miljard euro op zes jaar tijd.
Hoe ziet de evolutie eruit voor de volgende jaren?
01.11 Paul Tant (CD&V): (...)
01.12 Carl Devlies (CD&V): Inderdaad, u moet ermee rekening
houden dat een aantal boekhoudkundige trucs werd gebruikt om het
bedrag naar beneden te trekken. Desalniettemin blijft het een stijging
van de schuld met 20 miljard euro.
Hoe ziet de situatie eruit in 2005 en 2006? Ik citeer opnieuw onze
minister van Financiën: "De schuld van de federale overheid zal in de
loop van de jaren 2005 en 2006 toenemen met zo'n 8,7 miljard euro."
Het betekent dat tegen het einde van de tweede paarse legislatuur de
schulden van de Belgische Staat met bijna 30 miljard euro netto zullen
zijn gestegen. Ik denk dat de nota van minister Reynders toch wel de
moeite loont om hier vermeld te worden in de algemene bespreken.
Ik merk dat de minister mij niet tegenspreekt. Ik ga er dan ook vanuit
dat al wat ik tot nu toe heb gezegd...
De voorzitter: Ik heb daarnet voorgesteld aan de vice-eerste minister om na de algemene bespreking kort
te repliceren, want ik vind dat belangrijk. De algemene bespreking geeft een aantal lijnen weer. Als u nu wilt
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
onderbreken, dan mag u dat doen, mevrouw de minister.
01.13 Minister Freya Van den Bossche: Ik wou eigenlijk hetzelfde
zeggen. De afspraak is dat ik na de algemene bespreking repliceer en
niet keer per keer, omdat het ontzettend lang zou duren. Wellicht zal
een aantal sprekers soortgelijke opmerkingen maken. U krijgt uw
antwoord straks wel.
01.13 Freya Van den Bossche,
ministre: C'est en effet ce qui avait
été convenu. Si je dois répondre à
chaque intervenant, le débat
risque d'être chaotique et de
s'éterniser. Je répondrai tout à
l'heure à toutes les questions.
01.14 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik houd eraan om
te zeggen wat juist is.
01.15 Paul Tant (CD&V): (...).
De voorzitter: Mijnheer Tant, u bent gemotiveerd vanochtend.
01.16 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik houd eraan om
zaken te zeggen die juist zijn. Ik kan mij natuurlijk ook vergissen.
Daarom vind ik het wel belangrijk dat, als ik iets fout zeg, de minister
onmiddellijk zegt dat ik mij vergis over die aangelegenheid."
Ik stel echter vast dat ik tot dusver geen enkele vergissing heb
begaan. Wat ik tot nu toe heb gezegd, is juist.
Ik ga nu over tot het stellen van enkele vragen.
Mijn eerste vraag heeft betrekking op het beweerde
begrotingsevenwicht. Mevrouw de minister, u zegt dat de
voorliggende begroting in evenwicht is. Dat wordt door alle instanties
tegengesproken, zowel door de Nationale Bank van België, door de
Europese Commissie als door de OESO. Gisteren verscheen hierover
nog een belangrijk artikel in het dagblad The Economist*.
U komt tot een resultaat voor de globale overheid van 0%. Daarbij
stelt u voorop, voor de federale overheid 0,1%, voor de sociale
zekerheid 0,0%, voor de Gemeenschappen en Gewesten 0,1% en
voor de lokale overheden een resultaat van min 0,3%. In uw
berekeningen zou de federale overheid dus een overschot op het
vorderingssaldo hebben van 0,1%. Ik begrijp dat niet, wanneer ik de
documenten en de algemene toelichting bekijk. Ik begrijp niet hoe u
dat kunt beweren.
Op bladzijde. 289 van de algemene toelichting zien we de cijfers van
het netto te financieren saldo. Ik stel vast dat het netto te financieren
saldo voor het jaar 2006, 2.662.000.000 beloopt, of 0,9% van het
bruto binnenlands product. Het netto te financieren saldo komt
overeen met een tekort dat wordt gefinancierd met leningen. Dat
wordt in feite bevestigd door minister Reynders in het citaat dat ik
daarnet heb aangehaald, namelijk dat de stijging van de nominale
schuld het gevolg is van een negatief netto te financieren saldo van
0,9% van het bruto binnenlands product.
Hoe kan dat? Hoe kunt u beweren dat de federale overheid een
overschot heeft van 0,1%, terwijl in de algemene toelichting sprake is
van een tekort van 0,9%? Ik maak daarbij abstractie van alle analyses
die door derden werden gemaakt. Ik baseer mij uitsluitend op uw
eigen documenten. Dat is een eerste vraag.
01.16 Carl Devlies (CD&V): Que
la ministre me corrige si je me
trompe. Mais comme elle ne le fait
pas, j'en déduis que ce que je dis
est exact.
Ma première question concerne
l'affirmation de la ministre selon
laquelle le budget est en équilibre.
Cette affirmation est contredite par
tous les organismes qui font
autorité en la matière et
notamment par l'OCDE, la Banque
Nationale et la Commission
européenne. Le fédéral aurait un
excédent de 0,1% sur le solde de
financement. Or dans l'exposé
général, on peut lire qu'en 2006, le
solde net à financer ne sera pas
inférieur à 2,662 milliards d'euros,
ce qui correspond à 0,9% du PIB.
Le solde net à financer est le
déficit qui est financé par des
emprunts. Le ministre Reynders
reconnaît d'ailleurs que la
croissance de la dette nominale
est imputable au solde net à
financer négatif de 0,9%.
Comment le fédéral pourrait-il
avoir un excédent de 0,1% alors
qu'il y a un déficit de 0,9% du PIB?
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
Mijnheer de voorzitter, de heer Tant vraagt het woord.
01.17 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het zou toch niet
abnormaal zijn dat, wanneer een spreker tegenstrijdigheden vaststelt
in de uitspraken, de teksten en de memorie van toelichting van
diverse ministers, de minister daarop een antwoord geeft. Het is nu
toch het moment om dat te doen.
De voorzitter: Kies welk antwoord u wil. Er zijn vier of vijf sprekers.
01.18 Paul Tant (CD&V): Ik heb mijn keuze al gemaakt.
De voorzitter: Dat weet ik. Ik vind het echter ook beleefd ten aanzien van de andere sprekers die
misschien ook een en ander willen aankaarten.
01.19 Paul Tant (CD&V): Oh ja. Mijnheer de voorzitter, die vorm van
beleefdheid is iets wat u heel laattijdig hebt ontdekt.
De voorzitter: Collega, beter laat dan nooit.
01.20 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb u hier al bij
herhaling horen zeggen dat het goed is om af en toe met elkaar in
debat te gaan. Waarom mag dat vandaag dan niet?
De voorzitter: Ik zal mevrouw de vice-minister niet tegenhouden.
01.21 Paul Tant (CD&V): Dat zult u ook niet kunnen. Niemand kan
haar tegenhouden.
01.22 Carl Devlies (CD&V): Mijn tweede vraag heeft betrekking op
de transfers. Ik heb hier de cijfers van de transfers tussen de regio's.
Ik heb vorig jaar ter gelegenheid van de algemene
begrotingsbespreking een overzicht gegeven van de transfers tussen
Brussel, Vlaanderen en Wallonië. Wij hebben toen vastgesteld dat, na
een lichte daling in de tweede helft van de jaren '90, een nieuwe
stijging is ingetreden onder paars. Volgens de studie die is gebeurd in
opdracht van de Vlaamse regering is het totaal van de transfers van
Vlaanderen naar de andere Gewesten in 2003 opgelopen tot 6,6
miljard euro. Dat is 1,26 miljard euro meer dan in 1999. Dat betekent
dat onder paars het primaire inkomen van gezinnen en
ondernemingen in Vlaanderen dat voor de transfers is bestemd,
evolueerde van 3,9% naar 4;2%.
Ondertussen zijn er nieuwe cijfers bekendgemaakt, onder meer van
de werkgroep "In de Warande", waaruit blijkt dat het primaire saldo
voor Vlaanderen positief is, namelijk +10,3%. Voor Wallonië is het
primaire saldo negatief: -3%. Voor Brussel is het primaire saldo ook
negatief, zij het minder: -0,3%.
Ik had graag van de minister van Begroting vernomen of zij meent dat
deze evolutie zo verder kan. Ik dacht dat het nuttig zou zijn voor dit
Parlement in 2007 een belangrijke ronde zal moeten doen in de
verdere staatshervorming dat wij in de commissie voor de Financiën
met de minister een discussie zouden voeren over deze transfers. De
voorzitter van de commissie is vandaag spijtig genoeg niet aanwezig.
Ik wou ook de vraag tot hem richten. Ik had graag gehad dat de
minister van Begroting hierover haar standpunt zou formuleren en dat
01.22 Carl Devlies (CD&V):
Après une légère baisse des
transferts de la Flandre vers
Bruxelles et la Wallonie dans la
seconde moitié des années
nonante, on observe maintenant
une nouvelle hausse sous la
coalition violette. Il ressort d'une
étude du gouvernement flamand
qu'en 2003, les transferts se sont
élevés à 6,6 milliards d'euros, ce
qui représente 1,26 milliard
d'euros de plus qu'en 1999. Sont
concernés par ces transferts 4,2%
des revenus des ménages et des
entreprises en Flandre, contre
3,9% en 1999.
Selon le groupe de travail "In de
Warande", la Flandre affiche un
solde primaire positif de 10,3%. La
Wallonie et Bruxelles enregistrent
un solde négatif, soit
respectivement 3% et 0,3%. Cette
situation peut-elle perdurer? Je
propose que la commission des
Finances se penche sérieusement
sur la question.
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
wij de gelegenheid zouden hebben om hierover in alle openheid in
discussie te treden in de commissie.
Mijn derde punt is meer acuut. Ik ben blij dat minister Reynders hier
net is binnengekomen. Wij komen immers ook op zijn domein. Deze
discussie is steeds een wisselwerking tussen financiën en begroting.
Minister Reynders, u hebt mij gisteren in de commissie voor de
Financiën naar aanleiding van een mondelinge vraag op de hoogte
gebracht van de ontwikkeling van de inkomsten van de
personenbelasting.
Uit de cijfers die u mij bezorgd hebt, blijkt dat er een groei is van 3,5%
in de eerste 10 maanden van dit jaar in vergelijking met de eerste 10
maanden van 2004. De eerste 10 maanden van dit jaar hebben we
een ontvangst van 24.737.000.000 ten opzichte van 23.890.000.000,
dus een groei van 3%.
Mijn vraag had echter in feite betrekking op de ontvangsten die u
realiseert ten voordele van derden. Die derden kunnen de
Gemeenschappen, de Gewesten of de Europese Unie zijn. Sedert
enige tijd zijn dat echter ook de burgers. U int immers belastingen die
u inhoudt, die u gebruikt om u zelf te financieren en die u dan twee
jaar later teruggeeft aan de burger. Dat is een zeer eigenaardig
mechanisme, maar het is inderdaad zo.
Mijn vraag was of het niet aangewezen was om in uw informatie
vanuit Financiën in een afzonderlijk onderdeel te voorzien dat
betrekking heeft op de categorie van de belastingen die in feite
toekomen aan de burger, die u tijdelijk bij u houdt en die u nadien aan
de burger teruggeeft. U hebt daarop geantwoord dat die categorie
reeds aanwezig is in de documenten en u hebt verwezen naar het
resultaat van de inkohieringen.
Wat stel ik vast op basis van de cijfers die u mij gegeven hebt? De
negatieve inkohieringen voor het jaar 2004 beliepen 1.346.000.000.
Voor 2005 is dat 1.617.000.000 euro. Dat is dus een stijging van
4,92%. Dat betekent dus dat dat onderdeel veel sterker stijgt dan het
onderdeel van uw ontvangsten. We zijn nu zo ver gevorderd ik heb
even een berekening gemaakt dat voor het jaar 2004 6% van de
ontvangsten van de personenbelasting in feite bestemd is om terug te
geven aan de burger, twee jaar later. Het is een heel eigenaardige
techniek, die, denk ik, in weinig landen bestaat. Men int belastingen
om ze bij te houden en nadien terug te geven. Dan verwacht men
waarschijnlijk van de burger dat die dank u zegt. Ik vermoed dat dat
de techniek is.
Welnu, in 2004 was dat 6%. Ik heb het berekend voor 2005. Daarvoor
is het reeds geëvolueerd naar 7%, dus van 6% van de totale
ontvangsten naar 7%. Wat gaat nu de evolutie zijn voor 2006,
collega's? Het is een onvoorstelbare en in feite schrikbarende evolutie
voor de minister van Begroting wanneer men dat allemaal analyseert.
Voor het jaar 2006 zal het bedrag van de negatieve inkohieringen,
zoals het vastgelegd is in de documenten die ons bezorgd zijn door
de minister, 2.742.000.000 euro bedragen. Ik verwijs naar pagina 16
van de uiteenzetting van de minister. Dat betekent dat de negatieve
inkohieringen ten opzichte van het jaar 2005 met 70% stijgen,
tegenover de stijging van 3,5% van de ontvangsten in de
personenbelasting.
Le ministre Reynders m'a fourni,
hier, des informations sur les
recettes de l'impôt des personnes
physiques. On observe une
croissance de 3,5% pour les dix
premiers mois de 2005 par rapport
à la même période de 2004. Ce
chiffre inclut toutefois en grande
partie les impôts perçus qui ne
sont remboursés aux citoyens que
deux ans plus tard. Ceux-ci
devraient constituer une partie
distincte dans le cadre du budget.
Les enrôlements négatifs
augmentent de manière plus
importante que les recettes totales
de l'impôt des personnes
physiques: ils représentaient 6%
des recettes en 2004 et déjà 7%
en 2005. En 2006, les enrôle-
ments négatifs représenteront un
montant de 2,742 milliards
d'euros, soit une hausse de
quelque 70% par rapport à 2005,
alors que les recettes totales
n'augmentent que de 3%.
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
01.23 Paul Tant (CD&V): Dat is diefstal.
01.24 Carl Devlies (CD&V): Collega Tant, u formuleert dat nogal
scherp. U zegt dat het diefstal is. Ik zeg dat het minstens onwettig is.
De regering is hier volledig in de illegaliteit. Men weet dat. Het
Rekenhof heeft zich hierover uitgesproken, het Arbitragehof heeft zich
hierover uitgesproken en de Raad van State heeft zich hierover
uitgesproken. Dit is totaal onwettelijk. Dit creëert ook een discriminatie
omdat er een onderscheid is tussen burgers-zelfstandigen en
burgers-werknemers. Hierdoor wordt een duidelijke discriminatie
gecreëerd.
Ik stel vast dat in de begroting 2006 de inkohieringen stijgen met 70
procent. Mevrouw de minister van Begroting, ik weet niet hoe u dat
allemaal gaat verwerken. Naast alle bemerkingen die ik reeds
gemaakt heb in de loop van mijn uiteenzetting, moet u daaraan in elk
geval nog toevoegen dat er voor het jaar 2006 een bedrag van
2.742.000.000 euro aan de burgers moet teruggegeven worden en
dat u in het jaar 2005 ook negatieve inkohieringen hebt ten belopen
van 617.000.000 euro.
Geachte collega's, ik denk dat iedereen ondertussen begrijpt waarom
de Hoge Raad van Financiën diende uitgeschakeld te worden en
waarom men weigert dat het Rekenhof wordt gehoord in de
commissie voor de Financiën. Deze begroting klopt niet. Ik denk dat
de burger er alle belang bij heeft om aandacht te schenken aan de
begrotingstechnieken die door deze regering worden gebruikt. Ik denk
dat er voldoende reden is om zich zorgen te maken.
Ik zou de voorzitter van deze Kamer toch echt willen oproepen om
werk te maken van het herstel van onze instellingen en erop toe te
zien dat de Hoge Raad van Financiën onmiddellijk opnieuw wordt
samengesteld, dat de nodige documenten worden overgedragen aan
de Kamer, dat het Rekenhof wordt gehoord en dat de documenten die
ontbreken bij deze begroting een aantal wettelijk voorziene
documenten zijn niet bij deze begroting gevoegd in de toekomst wel
worden toegevoegd.
Dank u voor uw aandacht.
01.24 Carl Devlies (CD&V): Tant
la Cour des comptes que la Cour
d'arbitrage et le Conseil d'État ont
qualifié cette situation d'illégale,
dès lors qu'elle établit une
discrimination entre les salariés et
les indépendants. On peut en
outre se demander comment elle
sera gérée sur le plan budgétaire.
Dans ce contexte, on comprend
bien entendu pourquoi le Conseil
supérieur des Finances devait être
neutralisé et pourquoi la Cour des
comptes ne pouvait être
auditionnée en commission des
Finances de la Chambre. J'appelle
le président à oeuvrer à la
réhabilitation des institutions en
veillant à ce que le Conseil
supérieur soit reconstitué et à ce
que la Cour des comptes puisse
être entendue. Un certain nombre
d'annexes prescrites légalement
font par ailleurs défaut dans le
budget, ce qui est également
inacceptable.
De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Devlies.
Wat het rapport van de Hoge Raad betreft, heb ik mij laten inlichten.
De Hoge Raad heeft nog geen rapport overhandigd. Ik kan dus niet
geven wat ik niet heb. Nemo dat quod non habet.
Ik ga met u akkoord ...
(...): (...)
De voorzitter: Ik wil zeggen dat de heer Devlies in een aantal van zijn
vragen gelijk heeft.
(...): (...)
De voorzitter: U was er nog niet, maar ik zal ook op u rekenen om in
de komende weken in de commissie voor het Reglement een aantal
Le président: Je n'ai pas encore
reçu de rapport du Conseil
supérieur. Nemo dat quod non
habet. Une série d'observations de
M. Devlies sont pertinentes et je
proposerai à ce sujet quelques
modifications en commission
spéciale du Règlement.
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
aanpassingen door te voeren.
(...): (...)
De voorzitter: Dat kan al gebeuren voor een meer vroegtijdige
periode, als u mij begrijpt.
01.25 Paul Tant (CD&V): Daarvoor is geen commissie voor het
Reglement nodig. Ik verwijs u naar een beraadslaging in de
Conferentie van voorzitters van vorig jaar.
U ging toen niet akkoord. De conferentie volgde u schoorvoetend, om
er geen algemeen systeem van te maken. Er werd echter wel
besloten dat ad hoc beslist kon worden om het Rekenhof hier te
vragen. Mijnheer de voorzitter, als daartoe nu geen reden bestaat,
dan nooit meer. Waarom? De diverse ministers die zich uitlieten over
de begroting, verwijzen systematisch naar de onjuiste rekenkunde
van het Rekenhof. Dat is hun enige verweer. Ik meen dat het hoog tijd
is dat wij de confrontatie laten gebeuren.
01.25 Paul Tant (CD&V): Nous
n'avons pas besoin du Règlement
pour ce faire. La Conférence des
présidents a décidé l'an dernier,
sur votre proposition d'ailleurs, de
permettre l'organisation d'auditions
ad hoc avec des représentants de
la Cour des comptes, sans
généraliser le système pour
autant.
Le seul argument que les
ministres soulèvent pour réfuter
notre critique est le fait que la Cour
des comptes utiliserait un mode de
calcul erroné. Il y a donc suffisam-
ment de raisons d'organiser une
audition. Ainsi, la question pourra
être tirée au clair.
De voorzitter: De heer Devlies suggereerde - wij zullen dat later bespreken - om eventueel het Rekenhof
zijn verslag betreffende de begrotingen te laten toelichten op een gegeven wijze. Het is de moeite om
daarover eens serieus van gedachten te wisselen.
01.26 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, u
zegt dat u nog altijd niet beschikt over het verslag van de Hoge Raad
van Financiën, omdat er geen is. Sinds een twintigtal minuten hebben
wij de minister van Financiën in ons midden. Misschien zou u aan
hem eens kunnen vragen hoe het komt dat het college van de Hoge
Raad van Financiën nog altijd niet benoemd werd en waarom er nog
altijd geen werkdocument ter beschikking gesteld kan worden, want
onze vragen zijn in dovemansoren gevallen.
01.26 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): À présent que le ministre
des Finances est arrivé, le
président pourrait peut-être lui
demander pourquoi le collège du
Conseil supérieur des Finances
n'a pas encore été nommé et
pourquoi il n'existe toujours pas de
document de travail.
01.27 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, ik heb al een
aantal vragen gekregen in dat verband tijdens plenaire vergaderingen
en commissievergaderingen. Ik heb ook al schriftelijke vragen
daarover gekregen. Ik heb altijd een antwoord gegeven. Er komt een
nieuwe samenstelling van de Hoge Raad van Financiën, na een
akkoord met de Gewesten, die een aantal benoemingen moeten
voorstellen.
Ik heb vandaag geen nieuwe elementen. Ik heb vorige week en de
week daarvoor een antwoord gegeven. Wij gaan daarmee voort. In de
loop van de maand januari zal het misschien mogelijk zijn. Het heeft
echter geen invloed op de begroting 2006. De afdeling fiscaliteit heeft
niets te maken met de begroting. Hoe dan ook, ik heb steeds een
antwoord gegeven, zoals op de andere vragen van de heer Devlies. Ik
krijg al drie maanden dezelfde vraag.
01.27 Didier Reynders, ministre:
Je répète ce que j'ai déjà répondu
à plusieurs questions orales et
écrites à ce sujet: nous ne
pourrons procéder à la recompo-
sition du Conseil que lorsque nous
aurons un accord avec les
Régions concernant les candidats.
Cela pourra peut-être se faire en
janvier mais je ne dispose
actuellement d'aucun nouvel
élément. Cette situation est
toutefois sans influence sur la
partie fiscalité du budget 2006.
01.28 Hendrik Bogaert (CD&V): Ik verwijs naar het verslag van de 01.28 Hendrik Bogaert (CD&V):
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
commissiewerkzaamheden. Er werd beloofd dat de Hoge Raad van
Financiën samengesteld zou zijn en dat er een serieuze vooruitgang
geboekt zou worden door de minister van Begroting. Ik herinner mij
dat zeer goed. Ik verwijs trouwens naar het verslag. Vandaag moet ik
vaststellen dat er van die belofte niets in huis is gekomen.
Le ministre ne respecte
manifestement pas ses
engagements!
01.29 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, je confirme
que nous attendons un certain nombre de propositions des Régions
pour la composition. Au niveau fédéral, nous avons arrêté l'ensemble
de la composition du Conseil supérieur et de ses sections et nous
avons demandé aux Régions de nous faire part de leurs propositions.
Lorsque nous les aurons, nous le composerons.
Je l'annonce depuis quelques temps. Nous savons qu'il y a un retard,
on peut le répéter tous les jours, mais nous avons avancé comme
nous l'avions promis.
01.29 Minister Didier Reynders:
Op federaal niveau hebben we de
samenstelling van de Hoge Raad
en zijn afdelingen vastgelegd. In
het verleden heb ik al meermaals
gezegd dat we op de voorstellen
van de Gewesten wachten. We
hebben ons aan ons werkschema
gehouden.
Verdere vooruitgang was gepland. Wij hebben nu op federaal vlak
een beslissing genomen en de Gewesten en Gemeenschappen
gevraagd een aantal namen op te geven. Na de presentatie van de
verschillende kandidaten van Gewesten en Gemeenschappen zullen
wij proberen tot de definitieve samenstelling over te gaan.
Le gouvernement fédéral a pris
une décision et a demandé aux
Régions et aux Communautés une
liste de candidats. Ce n'est que
lorsque nous disposerons de cette
liste que nous pourrons procéder à
la constitution du Conseil.
01.30 Pieter De Crem (CD&V): Voorzitter, wat wij nu bespreken, is
een formele voorwaarde die vervuld moet zijn vooraleer de begroting
wordt ingediend en de bespreking aangevat kan worden. Eigenlijk
berust dat onder uw gezag. U moet daarvoor zorgen.
01.30 Pieter De Crem (CD&V):
En réalité, il s'agit-là d'une
condition formelle qui doit être
remplie pour que l'examen du
budget puisse être entamé. Cette
matière ressortit par conséquent à
l'autorité du président.
De voorzitter: Ik kan de Gewesten niet verplichten, als het zo zou
zijn, om kandidaten te leveren, wat zij blijkbaar niet hebben gedaan.
Le président: Je ne puis tout de
même pas contraindre les Régions
à fournir des candidats!
01.31 Pieter De Crem (CD&V): Als het zo zou zijn...
De voorzitter: Ik wil wel mijn steentje bijdragen zodat het zou
vooruitgaan.
Le président: Il va cependant de
soi que je suis prêt, si nécessaire,
à apporter ma contribution en la
matière.
01.32 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur le président, madame
la vice-première ministre, monsieur le vice-premier ministre, pour en
finir avec cette question du Conseil supérieur des Finances, je pense
que le gouvernement fédéral ne peut pas s'exonérer de sa
responsabilité: il a beaucoup tardé. Selon mes informations, on a
demandé voici quinze jours aux Régions de donner les noms. C'est
une faute. Vous avez dit que vous ne pouviez pas donner ce que vous
n'aviez pas. Tant qu'à parler latin, je vous répondrai que "Nemo
auditur suam propriam turpitudinem allegans". C'est exactement ce
que fait le gouvernement: il ne se tait pas et il prétend avoir rempli
toutes ses obligations, ce qui n'est pas exact. Ce Conseil supérieur
des Finances, cela fait longtemps qu'il aurait dû être convoqué.
01.32 Jean-Jacques Viseur
(cdH): De regering draagt een deel
van de verantwoordelijkheid met
betrekking tot de Hoge Raad van
Financiën. Door de namen pas
een veertiental dagen geleden aan
de Gewesten te vragen, heeft zij
sterk getalmd. In dat geval is het
makkelijk om te beweren dat men
niet kan geven wat men niet heeft!
01.33 Didier Reynders, ministre: Depuis un an, les questions sont 01.33 Minister Didier Reynders:
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
posées. Je ne prétends pas que nous ayons rattrapé le retard. On m'a
demandé il y a quelques semaines comment nous allions avancer.
J'ai précisé que nous allions prendre la décision au fédéral et
interroger ensuite les Régions. Je dis seulement que par rapport à ce
que nous avions répondu voici quelques semaines, nous avons fait ce
qui était annoncé. Cela ne veut évidemment pas dire que le problème
préexistant ait été résorbé. Aujourd'hui, je n'ai pas de faits nouveaux
par rapport à ma dernière réponse. Les choses sont en route.
Die vragen werden al een jaar
geleden gesteld. Met betrekking
tot ons antwoord van enkele
weken geleden, hebben wij
gedaan wat was aangekondigd.
Dat betekent niet dat het probleem
dat al eerder bestond werd
opgelost.
01.34 Jean-Jacques Viseur (cdH): On s'est bien compris sur ce
plan-là. Monsieur le président, dans une pièce très célèbre de Bertolt
Brecht, "La noce chez les petits-bourgeois", l'auteur décrit très bien la
situation de personnes coincées, médiocres, qui usent d'expédients,
qui manquent de dimension. La pièce, avec le regard acide et
marxiste de l'auteur conclut au fait que les petits-bourgeois sont
incapables d'être dans la société et d'assumer leur rôle dans la
société. Je ne sais pas pourquoi, en préparant cette note sur le
budget, c'est à cela que j'ai songé. Je me suis dit: "Voilà typiquement
un budget pour petits-bourgeois!".
Ce budget est étriqué. Il me paraît médiocre, sans ambition et ne pas
répondre aux besoins importants pour lesquels on attend une réponse
du fédéral dans les années à venir. Pourtant, je dois bien concéder
que pour la deuxième fois depuis 1999, c'est-à-dire en presque huit
ans, le gouvernement fédéral présente un excédent budgétaire,
certes modeste, de 0,2% du PIB soit environ 200-220 millions
d'euros.
Est-ce le résultat d'une consolidation de la politique budgétaire, de la
réalisation des objectifs que le gouvernement s'était assignés pour
alimenter dès 2007 de façon structurelle le fonds de vieillissement?
Assiste-t-on à un véritable budget à composantes structurelles
équilibrées? Je pense hélas qu'une analyse détaillée des
composantes de l'excédent du budget amène à considérer qu'une fois
de plus, ce sont des artifices, des reports, des hypothèses de travail
très favorables qui déterminent ce projet de budget. Ce dernier
ressemble de plus en plus à un tableau impressionniste avec une
note très subjective et très peu d'objectivité.
Le premier point que je voudrais isoler, c'est l'hypothèse totalement
irréaliste en matière de taux d'intérêt.
Le gouvernement bénéficie d'une baisse des charges d'intérêt qu'il a
évaluée à 370 millions d'euros pour 2006, notamment en raison d'une
hypothèse très favorable de l'évolution des taux. L'élaboration du
budget 2006 est basée sur une hypothèse de réduction
supplémentaire de 3,4 à 3,3% du taux d'intérêt à long terme et sur le
maintien du taux d'intérêt à court terme à 2,2%.
Ce pari est extraordinairement audacieux. En effet, dès à présent, en
2005, le taux d'intérêt à court terme est dépassé puisqu'il avoisine les
2,4%, ce qui entraînerait un coût de 82 millions supplémentaires rien
que sur la dette à court terme.
Le niveau historiquement bas des taux d'intérêt et l'accélération de
l'inflation amènent à penser que la tendance haussière se poursuivra
dans le courant de l'année, ce qui produira d'inévitables
conséquences sur le résultat budgétaire. Ainsi, le choix de cette
01.34 Jean-Jacques Viseur
(cdH): Met voorliggende begroting
slaagt men er niet in op de
belangrijke behoeften van onze
maatschappij in te spelen. Zij doet
mij denken aan de bekrompen
kleine bourgeois uit het stuk van
Bertolt Brecht die hun rol in de
maatschappij niet kunnen spelen.
Toch stelt de federale regering
voor de tweede keer sinds 1999
een begrotingsoverschot van 0,2
procent van het BBP voor, wat
neerkomt op een bedrag van circa
200 miljoen euro. Jammer genoeg
vertoont dat resultaat geen
structureel karakter, waardoor het
begrotingsbeleid niet kan worden
versterkt en het Zilverfonds niet op
structurele wijze kan worden
gespijsd teneinde de vanaf 2007
vastgestelde doelstellingen te
halen. De regering is er
integendeel enkel maar dank zij
het toepassen van tal van
kunstgrepen, het uitstellen van
heel wat maatregelen en het
hanteren van zeer gunstige
werkhypothesen in geslaagd die
zeer subjectieve begroting rond te
krijgen.
Door ervan uit te gaan dat de
tarieven erg gunstig zullen
evolueren (bijkomende verlaging
van de rentevoet op lange termijn
van 3,4 naar 3,3 procent en
behoud van de rentevoet op korte
termijn van 2,2 procent), hoopt de
regering in 2006 een daling van de
rentelasten op te tekenen. Die
stelling getuigt van een flagrant
gebrek aan realiteitszin, vermits de
rentevoet op korte termijn al bijna
2,4 procent bedraagt. Voor de
begroting komt dit neer op een
kostenplaatje van 82 miljoen euro,
gelet op de omvang van de
overheidsschuld op korte termijn.
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
hypothèse des taux d'intérêt est peu réaliste.
Par ailleurs, il apparaît clairement que des artifices budgétaires, des
opérations "one shot" sont prévues dans les recettes fiscales. On note
une évolution plus favorable des recettes fiscales en 2006 par rapport
aux prévisions de 2005, mais on observe que la croissance des
recettes est fortement encouragée par la progression des impôts
régionaux, donc des politiques fiscales menées dans les Régions, et
qu'une large panoplie de mesures ponctuelles a été préparée: les
mesures "one shot" représentent plus d'un milliard d'euros.
Ce matin, dans "L'Echo", paraissait un article décrivant que, pour
prévenir les dérives possibles du budget 2006, une série d'opérations
"one shot" sont prévues en portefeuille, comme la reprise du fonds
des pensions du Port d'Anvers et de celui de la SNCB, à chaque fois
avec l'espoir de recettes supplémentaires pour l'Etat, d'un côté, de
215 millions d'euros et, de l'autre, de 337 millions d'euros.
Il s'agit donc d'une démarche où la consolidation budgétaire est
exécutée à coups de recettes "one shot", sans intégrer que tout cela
entraîne des dépenses supplémentaires à l'avenir et des pertes de
recettes. C'est d'ailleurs ce que dit la Cour des comptes.
Il s'agit vraiment d'une politique de celui qui creuse le trou pour laisser
le futur apurer des dettes qu'il contracte. Cette politique est mauvaise;
elle est d'ailleurs contraire à l'esprit de la logique européenne en la
matière et à Eurostat.
Il convient aussi de remarquer le caractère précaire des mesures
ponctuelles annoncées. Le gouvernement pourrait d'ailleurs être
appelé à revoir certaines de ses recettes sous la contrainte des
instances européennes. Eurostat remet en cause l'opération de
titrisation des créances fiscales en tant que recettes influençant le
solde de financement. Cette opération pourrait donc être assortie
d'une obligation de réduction de la dette à due proportion.
Par ailleurs, l'intégration des biens immobiliers dans une Sicafi et son
impact sur le solde de financement, même si je suis favorable à
l'opération, doivent être soumis à l'approbation d'Eurostat et
constituent donc une incertitude. La Cour des comptes souligne à
juste titre que, dans le passé, Eurostat a déjà revu les classifications
économiques d'opérations semblables, comme par exemple
l'opération réalisée par la SA Sopima.
Le recours à de telles mesures ne correspond donc pas à l'esprit et
aux recommandations de la Commission européenne. Le Pacte de
stabilité et de croissance reposait aussi sur une opération "vérité" en
la matière et pas sur l'addition de ficelles et de moyens de rendre
moins clair le budget des Etats.
Par ailleurs, je constate, dans le budget qui est présenté, une
absence totale de prise en compte de l'impact de l'entrée en vigueur
des intérêts notionnels sur les recettes fiscales, alors que le
gouvernement a estimé que cette mesure qui serait mise en oeuvre
dès janvier 2006 aurait comme conséquence un coût de 560 millions
d'euros pour le budget. On peut déjà dire 600 millions d'euros, compte
tenu de l'évolution probable des intérêts sur l'OLO à dix ans.
Het historisch lage peil van de
rentevoeten en de versnelde
inflatie doen vermoeden dat die
tendens in de loop van het jaar zal
aanhouden.
De gunstige evolutie van de fiscale
ontvangsten in 2006 wordt
grotendeels bevorderd door het
fiscale beleid van de Gewesten en
door een waaier van punctuele
maatregelen, aangezien de
federale regering haar toevlucht
neemt tot "one shot"-maatregelen
ten belope van meer dan een
miljard euro. Een artikel dat
vandaag in L'Écho is verschenen,
sluit aan bij de analyse van het
Rekenhof. Er wordt immers in
benadrukt dat die maatregelen in
feite bijkomende uitgaven
meebrengen en in de toekomst tot
een verlies aan ontvangsten zullen
leiden. De auteur beschrijft "one
shot"-operaties zoals de overname
van het pensioenfonds van de
haven van Antwerpen en de
NMBS. Desalniettemin en gelet op
de vaart waarmee over de
vermelde maatregelen werd
beslist, bestaat
er weinig
zekerheid dat de verhoopte
ontvangsten ook daadwerkelijk in
het laatje zullen komen.
Bovendien is het nog lang niet
zeker of die gerichte maatregelen
daadwerkelijk zullen worden
uitgevoerd. De kans bestaat
immers dat de Europese
instellingen de regering zullen
vragen ze opnieuw te bekijken. Zo
heeft Eurostat vragen bij de
effectisering van de fiscale
schuldvorderingen die als
inkomsten het financieringssaldo
beïnvloeden. Bovendien zal de
opneming van onroerende
goederen in een vastgoedbevak
misschien ook aan de goedkeuring
van Eurostat moeten worden
onderworpen. Het Rekenhof
onderstreept dat Eurostat in het
verleden de economische
classificatie van een gelijksoortige
operatie reeds herzien heeft.
Dergelijke maatregelen wijken af
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
La mesure n'est pas renseignée dans les impulsions fiscales de
l'année 2006. Or, il me paraît évident que les entreprises concernées
vont, dès les versements anticipés de 2006, faire répercuter l'entrée
en vigueur de cette mesure. Il y aura donc des effets de cette
nouvelle mesure dès l'année fiscale 2006.
van de aanbevelingen van de
Europese Commissie en passen
niet in het stabiliteits- en groeipact.
Bovendien wordt in dit
begrotingsontwerp helemaal geen
rekening gehouden met de
gevolgen die de inwerkingtreding
van de notionele intresten vanaf
januari 2006 op de fiscale
ontvangsten zullen hebben. De
kost van die maatregel werd op
560 miljoen euro geschat. De
maatregel wordt niet bij de fiscale
impulsen voor het jaar 2006
vermeld terwijl ze zich toch vanaf
het belastingjaar 2006 zal laten
gevoelen.
01.35 Paul Tant (CD&V): (...)
01.36 Jean-Jacques Viseur (cdH): Oui, monsieur Tant, tout est
reporté après 2007, c'est évident.
(...): (...)
01.23 Jean-Jacques Viseur
(cdH): Jawel, mijnheer Tant, alles
wordt uitgesteld tot na 2007.
01.37 Jean-Jacques Viseur (cdH): Les effets se feront sentir après
2007 et ceux-là même qui auront creusé le trou diront que ceux qui
sont au pouvoir à ce moment-là seront responsables d'une rage
taxatoire.
01.37 Jean-Jacques Viseur
(cdH): De maatregelen zullen zich
pas na 2007 laten gevoelen en
degenen die voor het tekort
verantwoordelijk zijn, zullen de
volgende regering van
belastingwoede beschuldigen.
01.38 Didier Reynders, ministre: Monsieur Viseur, la mémoire est
un vilain défaut. Avant 2003, vous disiez déjà qu'on avait tout reporté
après 2003. Les années 2003 et 2004 se sont passées sans
problème, avec des budgets en équilibre. Maintenant, tout est reporté
après 2007!
01.38 Minister Didier Reynders:
U zegt net hetzelfde als vóór 2003
en de begrotingen van 2003 en
2004 waren nochtans in
evenwicht.
01.39 Jean-Jacques Viseur (cdH): Pas sans problèmes et pas sans
mesures! Pour 2003 et 2004, heureusement que vous avez eu les
Communautés et les Régions pour soutenir les finances publiques.
01.39 Jean-Jacques Viseur
(cdH): Maar niet zonder moeite of
ingrepen! Nog een geluk dat de
Gemeenschappen en Gewesten in
2003 en 2004 de openbare
financiën zijn bijgesprongen.
01.40 Didier Reynders, ministre: Je constate que nous sommes
exactement dans le même débat année après année. Vous nous
dites chaque fois que ce n'est pas fiable et que nous ne tiendrons
pas. Vous avez dit aussi pendant un temps qu'on reportait les
difficultés après les élections de 2003. Je présume qu'un jour, vous
nous direz qu'on les reporte après 2011.
01.40 Minister Didier Reynders:
Jaar na jaar komt u met hetzelfde
verhaal. Telkens zegt u ons dat de
begroting onbetrouwbaar is en dat
we ze niet zullen kunnen
waarmaken. Ik veronderstel dat u
ooit nog eens zal zeggen dat we
alles tot na 2011 uitstellen.
01.41 Jean-Jacques Viseur (cdH): Non. Je pense que dès 2007, et
en fonction du choc démographique de 2010 et de son impréparation,
01.41 Jean-Jacques Viseur
(cdH): Nee, ik denk dat we vanaf
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
nous aurons l'obligation de faire face à des mesures.
(...): (...)
2007 en in functie van de
demografische schok van 2010
waarop we niet zijn voorbereid, wel
verplicht zullen zijn om
maatregelen te treffen.
01.42 Jean-Jacques Viseur (cdH): Cela n'a pas d'intérêt. En ce qui
concerne les pensions, on se contentera, avec ce gouvernement, d'un
taux de remplacement de 10% si cela continue.
Je reprends en disant que, par ailleurs, il y a de nombreux reports
dans les programmes gouvernementaux. On assiste à une
croissance extrêmement modérée des dépenses primaires mais
surtout à une sous-estimation délibérée et structurelle des crédits
budgétaires.
Ainsi, pour l'année 2005, le gouvernement suppose une sous-
utilisation des crédits budgétaires des départements ministériels à
hauteur de 644 millions d'euros, alors que les négociations du
conclave budgétaire avaient déjà prévu des enveloppes fermées et le
report de certaines dépenses importantes. On assiste ainsi à une
double économie: d'une part, la restriction ex-ante des dépenses
programmées, d'autre part, la limitation ex-post des dépenses des
départements. La Cour des comptes fait remarquer, à juste titre, que
"l'application du principe de l'ancre, qui a entraîné une sous-utilisation
globale des crédits, a conduit plusieurs départements à reporter le
règlement de certaines créances, entraînant parfois la débition
d'intérêts de retard". C'est cette logique qui est maintenue.
S'il est vrai que la Belgique doit assurer une maîtrise des dépenses
réelles de l'Entité I, il ne faut pas pour autant mettre de côté les
préoccupations de bonne gouvernance et d'efficacité de
l'administration publique. Or, certaines restrictions budgétaires dans
les départements ministériels me font craindre le déclin progressif du
budget fédéral comme instrument de solidarité et organe de
production de biens collectifs.
En matière de solidarité, citons, par exemple:
- l'insuffisance des crédits affectés à la coopération au
développement: il manque encore environ 40 millions d'euros pour
réaliser l'objectif prévu pour l'année 2006. Même s'il y avait un
engagement d'aboutir à 0,7% du revenu national brut en 2007, on
n'atteindra pas en 2006, autrement dit 12 mois auparavant, les 0,5%;
- l'alimentation insuffisante du Fonds des créances alimentaires: celui-
ci recevra une dotation de 5 millions en 2006, soit un montant égal à
celui de 2005;
- l'alimentation insuffisante de la Caisse nationale des Calamités,
alors que le dispositif d'assurance obligatoire n'est pas encore entré
en vigueur;
- le report de l'instauration d'un régime d'assurance obligatoire "petits
risques" pour les indépendants alors que cet élément est important
pour ces derniers;
- la faiblesse des moyens financiers octroyés aux différents Fonds de
Pension du secteur public.
En matière de gouvernance, je ferai référence particulièrement au
retard du projet Fedcom d'introduction d'une nouvelle comptabilité
01.42 Jean-Jacques Viseur
(cdH): Wat de pensioenen betreft
zullen we ons met deze regering
tevreden stellen met een
vervangingspercentage van 10
procent als dit zo doorgaat.
Voor 2005 veronderstelt de
regering een onderbenutting van
de begrotingskredieten van de
ministeriële departementen voor
een bedrag van 644 miljoen euro,
terwijl tijdens het begrotings-
conclaaf reeds werd beslist met
bepaalde budgetten te werken en
bepaalde belangrijke uitgaven uit
te stellen. We hebben te maken
met een dubbele besparing:
enerzijds, de beperking ex-ante
van de geprogrammeerde
uitgaven, anderzijds de beperking
ex-post van de uitgaven van de
departementen.
België moet de werkelijke uitgaven
van Entiteit I kunnen beheersen,
maar niet ten koste van een goed
bestuur en van de efficiëntie van
de overheidsdiensten. Sommige
besparingsmaatregelen in de
ministeriële departementen doen
echter vrezen voor een progres-
sieve inkrimping van het federaal
budget als instrument van
solidariteit en als productieorgaan
van collectieve goederen.
Op het vlak van de solidariteit
denken we bijvoorbeeld aan de
ontoereikende kredieten die
toegewezen worden aan Ontwik-
kelingssamenwerking, aan het
Fonds voor alimentatievorderingen
en aan de Nationale Kas voor
Rampenschade die niet genoeg
gespijsd worden, aan het uitstellen
van een stelsel van verplichte
verzekering voor kleine risico's
voor zelfstandigen en aan het
tekort aan middelen voor het
Pensioenfonds van de openbare
sector.
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
publique au sein des départements ministériels.
Je rappelle que cette loi a été votée à l'unanimité par le parlement,
avant les élections de 2003, que le gouvernement devait, dès 2004,
donner les moyens pour que ce projet Fedcom soit réalisé. Nous
allons avoir un décalage total. En effet, nous allons assister à
l'instauration de ce système comptable dans les Régions et
Communautés alors que l'Etat fédéral, qui a pris la décision, et qui l'a
imposée à ces dernières, fait maintenant marche arrière. Une telle
situation n'est pas saine. Il aurait fallu dégager les moyens suffisants.
En matière d'investissements publics, soulignons le
désinvestissement fédéral dans la politique scientifique: si l'on exclut
les crédits octroyés à l'Agence spéciale européenne, qui sont, selon
moi, insuffisants, les moyens affectés à la politique scientifique
diminuent en terme réel (insuffisance des crédits au Collège de
l'Europe et au Centre pour l'énergie nucléaire).
Depuis 2001, la Belgique ne cesse de s'éloigner de l'objectif de
Lisbonne en matière de recherche et développement: nous sommes
passés d'un taux de dépenses en recherche et développement de
2,17% à 1,93% en 2004.
Si cela nous place encore au-dessus de la moyenne européenne,
nous sommes très largement en retard par rapport aux pays
scandinaves; en Suède ce taux est de 3,74%, en Finlande de 3,51%
et au Danemark de 2,63%. Ces pays constituent pour nous des
exemples dans de nombreux domaines et sont, dans cette matière,
évidemment à l'avant-plan de la démarche européenne.
Le résultat budgétaire est donc décevant. La brève analyse des
composantes budgétaires de l'Etat fédéral, à laquelle je viens de me
livrer, montre son caractère peu structurel. Celui-ci met en exergue la
sensibilité du budget à un tassement de la croissance économique, à
une remontée des taux d'intérêt, à un échec dans la mise en oeuvre
des mesures "one shot". Face à ces risques, je déplore que le
gouvernement n'ait pas manifesté davantage de précaution en
constituant, par exemple, un tampon conjoncturel. Il est possible que,
dès le contrôle budgétaire du printemps 2006, les difficultés
réapparaîtront; en effet, la ministre a très souvent rappelé que ce
budget devait être revu non seulement en fonction des chiffres
déposés mais aussi en fonction de ce que serait ce contrôle
budgétaire.
Le budget révèle de nombreux reports ou suppressions de crédits
budgétaires qui comptent autant d'engagements non tenus par le
gouvernement. En démocratie, il est très fâcheux de faire des
promesses et de ne pas les tenir.
Je souhaiterais faire deux réflexions plus générales sur les finances
publiques belges. La première a trait à la coordination de la politique
budgétaire entre pouvoir fédéral et entités fédérées: celle-ci est-elle
juste, optimale et coopérative? La seconde verra une évaluation de la
politique belge au regard de deux défis importants, à savoir le
financement du vieillissement et l'intégration dans l'Union économique
et monétaire.
En ce qui concerne les entités fédérées, si cette année le
Op het vlak van het bestuur, toont
de vertraging van het FEDCOM
project, dat een nieuwe overheids-
boekhouding in de ministeriële
departementen invoert, een enorm
verschil tussen de Gemeen-
schappen en de Gewesten
enerzijds en de federale staat
anderzijds.
Op het vlak van de
overheidsinvesteringen heeft het
federale niveau te weinig
geïnvesteerd in wetenschaps-
beleid. Dit blijkt uit de
ontoereikende kredieten voor het
Europees Ruimtevaartagentschap,
voor het Europacollege en voor
het Centrum voor nucleaire
energie. Sinds 2001 verwijdert
België zich van de doelstelling van
Lissabon inzake Onderzoek en
Ontwikkeling.
Uit de analyse van de
componenten van de federale
begroting blijkt dat deze weinig
gestructureerd is en ook erg
gevoelig voor de terugval van de
economische groei, de stijgende
intrestvoeten en de falende one-
shotmaatregelen. Ondanks die
risico's, legde de regering niet de
nodige voorzichtigheid aan de dag.
Naar aanleiding van de
begrotingscontrole in de lente
2006 zullen de problemen wellicht
aan het licht komen.
Deze begroting bevat ook tal van
beloften die de regering niet van
plan is te houden. In dat verband
wil ik twee ruimere bedenkingen in
verband met de Belgische
overheidsfinanciën formuleren. De
eerste betreft de coördinatie van
het begrotingsbeleid tussen het
federale niveau en de deelstaten,
de tweede de evaluatie van het
Belgische beleid vanuit het
standpunt van de financiering van
de vergrijzing en de integratie in
de Economische en Monetaire
Unie.
Wat de deelstaten betreft, is het
federale begrotingsevenwicht in
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
gouvernement fédéral présente un budget en équilibre, force est de
constater en commission, j'ai déposé un graphique à cet égard
que, depuis 1999, grâce à la contribution des Communautés et
Régions à l'équilibre de nos finances publiques, c'est la première fois
depuis sept ans, à l'exception de l'année 2000, que le budget fédéral
présente un léger boni.
Dans un Etat fédéral, peut-on considérer que, de façon structurelle, le
rôle des entités fédérées est de garantir la stabilité budgétaire? N'est-
ce pas, au contraire, au pouvoir fédéral à garantir cette stabilité de par
son budget et à ne pas devoir faire constamment appel aux entités
fédérées, ce qui les empêche de mener leurs propres politiques de
relance ou celles conformes aux missions qui leur sont attribuées?
Ce gel imposé d'un certain nombre de recettes au niveau des
Régions et des Communautés pose, à terme, un réel problème de
loyauté et de conformité à l'esprit du fédéralisme tel que nous l'avons
institué.
On peut évidemment m'objecter qu'en l'espèce, les Régions et
Communautés ont accepté de geler une partie de leurs recettes et de
contribuer ainsi au soutien de la politique des finances publiques.
Néanmoins, la manière dont cet accord a été obtenu, le fait qu'une
mise en demeure a été adressée dans la nuit aux Régions et aux
Communautés, démontrent la tentation permanente, dans le chef du
gouvernement fédéral, de faire porter par d'autres le poids de
l'assainissement budgétaire. Cette pression sur les Régions et
Communautés est très négative au moment où l'on va aborder le
problème du coût du vieillissement de la population
En Belgique, on a toujours pensé que le financement du vieillissement
de la population constituerait un problème majeur aux environs de
2010 et exigerait, quelles que soient les situations conjoncturelles,
une politique d'assainissement en profondeur des finances publiques
à l'aide d'un instrument privilégié le Conseil supérieur des Finances
a rappelé à de multiples reprises quel était cet instrument : le solde
primaire se maintenant à un taux élevé. Or, ces dernières années, on
constate que ce solde primaire ne cesse de se dégrader. Il n'y a donc
plus aucune marge budgétaire créée; il n'y a donc pas de composante
structurelle.
Le budget est sensible à un tassement conjoncturel qui peut toujours
intervenir. Je rappelle que, lorsqu'il existait encore, le Conseil
supérieur des Finances proposait une stratégie budgétaire permettant
d'atteindre un surplus budgétaire de 1,5% du PIB en 2011. On doit
bien constater que la logique du gouvernement fédéral est
d'abandonner cette ligne de conduite. Pour preuve, la récente loi
adoptée sur l'alimentation du fonds de vieillissement ne prévoit qu'un
surplus de 1,1% en 2011 et pas de surplus budgétaire en 2006 ou
2007 or, ces surplus permettraient de construire structurellement des
moyens d'action pour résoudre ce problème du vieillissement.
J'ajoute enfin que la politique budgétaire menée par le gouvernement
belge présente un décalage tant par rapport aux exigences que nous
avons souscrites dans le Pacte de stabilité que par rapport aux
demandes formulées par la Commission et exprimées notamment par
la nouvelle classification de certaines recettes ou dépenses au niveau
d'Eurostat. Pourtant, la Belgique est dans une situation délicate sur le
sterke mate van de bijdrage van
de Gewesten en de
Gemeenschappen afhankelijk. In
een federale Staat is het echter de
taak van het federale niveau de
stabiliteit van de begroting te
waarborgen. De opgelegde
bevriezing van de ontvangsten op
het niveau van de Gewesten en de
Gemeenschappen zet de loyaliteit
en de federale gedachte op de
helling.
De federale regering was van
oordeel dat de fiscale meer-
ontvangsten van de Gewesten
dank zij de hervorming van de
successie- en schenkingsrechten
in het evenwicht van de overheids-
financiën moesten worden
geïnvesteerd. Ik herhaal het, is het
wel de rol van de deelgebieden om
de begrotingsstabiliteit te
garanderen, als dat ten nadele van
hun eigen beleid gaat?
Ik maak mij eveneens zorgen over
de druk die de federale regering
op de Gewesten en
Gemeenschappen uitoefent om de
kosten van de vergrijzing te helpen
dragen. In tegenstelling tot de
Europese aanbevelingen en wat in
het stabiliteitspact is bepaald,
neemt het primair saldo almaar
verder af, worden er geen
veiligheidsmarges ingebouwd en
blijft de begroting gevoelig voor
een conjuncturele daling van de
tarieven. Men houdt zich evenmin
aan de door de Hoge Raad van
Financiën voorgestelde
doelstelling van een begrotings-
overschot van 1,5 procent in 2011;
het geplande overschot bedroeg
slechts 1,1 procent
België slaagt er niet in aan de
Europese eisen te voldoen en zit
ook niet op één lijn met onze
interne coördinatie-instantie; dat
wordt nog verergerd door het feit
dat wij met specifieke problemen
te kampen hebben: onze hoge
schuldenlast, onze lage werk-
gelegenheidsgraad en de precaire
situatie van de gepensioneerden.
De financiering van de vergrijzing
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
plan de son endettement global, de son taux d'emploi et des pensions
qui ont au niveau légal, je le rappelle, un extraordinaire faible taux de
remplacement.
En conclusion, si je dois reconnaître que la politique budgétaire
permet c'est d'ailleurs une obligation une réduction du taux
d'endettement, je note plusieurs points faibles.
L'équilibre des finances publiques n'a toujours pas de composante
structurelle. Le gouvernement doit et devra solliciter de manière
croissante la contribution des entités fédérées. Cette sollicitation ne
peut avoir un caractère durable!
Par ailleurs, l'équilibre se réalise toujours davantage au prix d'un
déclin du budget fédéral comme instrument de solidarité et
d'investissements publics.
En outre, la politique budgétaire se situe en décalage par rapport aux
recommandations européennes et internes. Certains doutes peuvent
être émis sur la viabilité des finances publiques dans le contexte du
vieillissement.
Cette situation est problématique dans un pays où les indicateurs de
stabilité des finances publiques montrent bien le retard. Le taux
d'endettement est encore élevé, la faiblesse du taux d'emploi est une
préoccupation et la situation plus précaire de nos pensionnés est un
vrai problème qui va frapper de plein fouet les revenus des personnes
âgées, surtout à partir du papy-boom de 2010.
Le financement du vieillissement a évidemment une composante
budgétaire essentielle en raison de la faiblesse du taux d'emploi et de
la difficulté de mettre en oeuvre les réformes sur le marché du travail.
La nécessaire mise en place d'une liaison structurelle des allocations
sociales au bien-être est sans cesse retardée.
Pour en revenir à ce que je disais au départ, nous sommes
véritablement en présence de ce que Bertolt Brecht aurait pu croquer
de façon intelligente et acide, à savoir un budget pour les petits-
bourgeois!
zal noodzakelijkerwijze ook een
budgettaire component omvatten.
Bertolt Brecht zou dit als een
begroting voor de kleine bourgeois
hebben bestempeld.
01.43 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, madame et
messieurs les vice-premiers ministres, mes chers collègues, je
comprends l'embarras ou le désappointement de nos collègues de la
minorité qui, année après année, doivent venir à cette tribune se
plaindre de l'équilibre budgétaire.
C'est un peu comme si l'on ne pouvait être heureux que si les autres
étaient malheureux. Ce n'est pas très chrétien, monsieur Viseur!
Pour notre part, nous avons l'avantage de venir chaque année, depuis
sept ans, vous dire que le budget de l'Etat est en équilibre. Tant
mieux pour tous, y compris d'ailleurs pour les petits-bourgeois. En
effet, Jean-Jacques Brecht ou Bertolt Viseur, je vous ai bien entendu,
dans cette alliance insolite, dénoncer les petits-bourgeois!
01.43 Daniel Bacquelaine (MR):
Ik begrijp de verlegenheid waarin
de minderheid verkeert. Zeven
jaar lang al moet ze hier immers
haar beklag komen doen over het
feit dat de begroting in evenwicht
is, wat trouwens een goede zaak
is voor iedereen, kleine bourgeois
inbegrepen.
01.44 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur le président, j'ai deux
choses à dire à M. Bacquelaine. D'abord, nous devons faire preuve
de beaucoup de charité chrétienne pour supporter le budget. Par
01.44 Jean-Jacques Viseur
(cdH): Op internationaal niveau
wordt de term "kleinburgerlijk"
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
ailleurs, on parle tellement des petits-bourgeois en pensant aux pays
voisins que je ne pouvais me priver du plaisir de ramener la Belgique
à sa vraie dimension.
tegenwoordig zo vaak in de mond
genomen, dat ik niet aan de
verleiding heb kunnen weerstaan
om België op zijn nummer te
zetten.
Le président: M. Tant vous avait précédé.
01.45 Daniel Bacquelaine (MR): Ce budget est un bon budget pour
toutes les classes sociales. Par définition, un budget en équilibre crée
la confiance. Cette confiance est indispensable à la croissance
économique, la croissance économique est indispensable à l'emploi
et l'emploi est indispensable à la solidarité.
Donc, pour la septième fois consécutive, par un budget en équilibre,
nous avons assuré l'intérêt et l'avantage pour toutes les classes
sociales, quelles qu'elles soient. Un budget en équilibre apparaît
parfois comme une évidence. Je rappellerai que, dans beaucoup de
pays européens, l'équilibre budgétaire n'existe pas.
01.45 Daniel Bacquelaine (MR):
Na zeven jaar is het bijna
vanzelfsprekend geworden dat de
begroting, die ten grondslag ligt
aan de groei, de werkgelegenheid,
de solidariteit en de herverdeling,
in evenwicht is. Die verwezen-
lijking concreet vorm geven, is
echter heel wat minder evident.
01.46 Paul Tant (CD&V): Mais ils disposent d'un budget réaliste.
C'est la différence!
01.46 Paul Tant (CD&V): Die
begroting moet dan wel nog
realistisch zijn.
01.47 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur Tant, vous avez dit
chaque année que le budget était fait de trucs et de ficelles et que l'on
verrait bien l'année prochaine. Et on a vu chaque année que non
seulement les comptes de l'Etat étaient en équilibre mais dégageaient
même un certain surplus! Ce n'est pas un hasard si la réduction de la
dette se poursuit et que nous arrivons, pour 2006, à 90% du PIB,
venant de 137% dans des temps que vous connaissez mieux que
moi. Progressivement, la dette décroît et le budget reste en équilibre.
01.47 Daniel Bacquelaine (MR):
In tegenstelling tot vroeger blijft de
begroting in evenwicht.
01.48 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik begrijp
collega Bacquelaine niet goed. Hij zegt dat er telkens een begroting in
evenwicht is, maar volgens een erkende instelling, de Nationale Bank
van België, was er in 1999 een structureel tekort van 0,6% van het
bruto binnenlands product, in 2000 van 0,2%, in 2001 van 0,3%, in
2002 van 0,1%, in 2003 van 0,9% en in 2004 van 0,5%. Dat komt niet
van de CD&V-oppositie. Volgens de Nationale Bank van België is er
dus al die jaren een structureel tekort op uw begroting. Nu komt hij
hier gewoon zeggen dat er een evenwicht is en dat we daarover
allemaal fier mogen zijn. Ik stel voor dat hij zich wat beter informeert.
Ik heb een tweede vraag voor u, mijnheer Bacquelaine. Blijkbaar
verkeert u in de euforie dat er geld over is in ons land. Ik kreeg van u
graag een woordje uitleg over het feit dat de heer Ducarme volgens
wat ik vandaag in de pers lees, een speciale gunstbehandeling krijgt.
Blijkbaar is er nogal veel geld over bij de overheid, anders kan het
toch niet dat u zomaar een politicus een gunstbehandeling geeft, die
verder gaat dan wat in uw voorstellen over fiscale regularisatie staat.
Ook bij de fiscale regularisatie moeten de mensen ten minste hun
achterstallige belastinggeld betalen, zij het dan zonder boete. Graag
een woordje uitleg hierover.
01.48 Hendrik Bogaert (CD&V):
Je ne comprends vraiment pas
pourquoi M. Bacquelaine parle
d'un budget en équilibre. Selon la
Banque Nationale de Belgique, le
budget présenterait en effet un
déficit structurel depuis 1999.
M. Bacquelaine devrait donc
s'informer à meilleure source. Il
semble en outre s'imaginer que
l'argent coule à flots dans ce pays.
J'ai pu lire dans la presse que
M. Ducarme bénéficierait d'un
régime de faveur encore plus
avantageux que la régularisation
fiscale proposée par le
gouvernement car dans ce dernier
cas les personnes concernées
doivent tout de même encore
payer les arriérés d'impôts. Je
voudrais que M. Bacquelaine me
donne des explications à ce sujet.
01.49 Daniel Bacquelaine (MR): J'entends bien le discours de M.
Bogaert, qui s'écarte, volontairement sans doute, du débat du jour sur
01.49 Daniel Bacquelaine (MR):
Wie niets te vertellen heeft, dwaalt
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
l'équilibre budgétaire. Je comprends cela! Quand on n'a rien à dire sur
le sujet, on dérive et on s'intéresse à d'autres questions!
Vous avez cité toute une série de chiffres dont ceux de la Banque
nationale. Je pense qu'il faut revenir à l'essentiel de notre débat. Et
l'essentiel est qu'il y a chaque année, depuis sept ans, un équilibre
budgétaire; qu'il y a chaque année, depuis sept ans, une réduction de
l'endettement et qu'il y a chaque année, depuis sept ans, des
avancées en matière de réductions de charges et de fiscalité dans ce
pays.
Quand on est dans l'opposition depuis sept ans, la combinaison de
tout cela entraîne deux possibilités. D'une part, on est constructif, on
reconnaît les choses et on discute avec la majorité de la façon dont
on redistribue les revenus, de la façon dont on mène les politiques.
On n'est d'ailleurs pas obligé d'avoir le même avis sur la question.
D'autre part, on ne peut se contenter chaque année de nier les
chiffres et les faits. Cela empêche précisément toute discussion et
toute opposition constructive. C'est ce dernier choix que vous avez
tendance à faire et je pense que ce n'est pas la meilleure solution
pour assurer sa propre crédibilité.
(...): (...)
bewust af.
De kern van de zaak is dat wij al
zeven jaar lang een begroting in
evenwicht verwezenlijken, dat wij
onze schuldenlast steeds verder
terugdringen en dat de lasten en
belastingen verder dalen. Men kan
dat erkennen en zich bereid tonen
om het toekomstige beleid samen
met de meerderheid te bespreken.
De feiten ontkennen is echter
geen constructieve manier om
oppositie te voeren.
De internationale conjunctuur
evolueert inderdaad niet al te best,
maar de Nationale Bank voorspelt
hogere groeicijfers voor volgend
jaar.
01.50 Daniel Bacquelaine (MR): Ce budget en équilibre est atteint. Il
est vrai que M. Viseur a dit que la conjoncture internationale n'était
pas des meilleures. Vous auriez d'ailleurs pu vous réjouir de ce fait. Et
peut-être avez-vous pensé à un moment que, cette fois-ci, nous n'y
arriverions pas? Je comprends que vos espoirs soient
particulièrement déçus en la matière. Heureusement, la Banque
nationale annonce pour l'année prochaine un taux de croissance
supérieur à celui de cette année. Vous aurez donc peut-être moins
l'occasion de vous réjouir par rapport au fait que nous ne pourrions
pas atteindre l'équilibre budgétaire en 2007. Ce sera le prochain
débat. Je suis convaincu qu'il ressemblera fortement à celui-ci et que
vous avez cette capacité de ne pas vous épuiser dans la négation de
l'évidence.
01.51 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de heer
Bacquelaine zou toch moeten zeggen op welke cijfers hij zich baseert.
Hij heeft het nu over het rapport en de cijfers voor 2006 van de
Nationale Bank.
Tien dagen geleden maakte de gouverneur van de Nationale Bank
bekend dat er voor het jaar 2006, op basis van de laatste gegevens
en rekening houdend met alle nieuwe regeringsmaatregelen, een
tekort wordt verwacht van 0,4% voor de begroting 2006. Dat is de
verklaring van de gouverneur van de Nationale Bank.
Met betrekking tot de schuldafbouw wil ik even signaleren dat ik
daarnet, in aanwezigheid van de minister van Financiën, cijfers heb
geciteerd die uit zijn eigen rapport komen en waaruit blijkt dat tijdens
de voorbije periode de schulden van de Belgische Staat met een netto
bedrag van 20 miljard euro zijn gestegen.
01.51 Carl Devlies (CD&V):
M. Bacquelaine se base sur les
chiffres de la Banque nationale
relatifs à 2006. Il y a dix jours, le
gouverneur de la Banque
nationale estimait que, compte
tenu des données les plus
récentes et des mesures
gouvernementales programmées,
on pouvait s'attendre à un déficit
budgétaire de 0,4 % en 2006. Les
chiffres du rapport du ministre des
Finances lui-même indiquent
qu'au cours de la période écoulée,
les dettes nettes de l'État belge se
sont accrues de pas moins de 20
milliards d'euros.
01.52 Daniel Bacquelaine (MR): Nous pouvons débattre sur les 01.52 Daniel Bacquelaine (MR):
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
taux croissance. Ces dernières années, nous avons connu une
diminution de la croissance plus importante que ce que les prévisions
ne l'avaient laissé entendre. Malgré cela, chaque année, l'équilibre
budgétaire a été suivi par un équilibre sur le plan comptable.
Cette année, la croissance du premier semestre a effectivement été
moins importante que prévue. Nous avons cependant assisté à un
redressement dans le cadre du deuxième semestre, notamment du
dernier trimestre de l'année. Et nous savons que, pour l'année 2006,
les prévisions sont plus optimistes et plus encourageantes. Bien
entendu, nous ne sommes pas totalement maîtres de l'évolution au
cours des prochains mois et de la prochaine année. Nous devrons, si
nécessaire, procéder à des adaptations. Cela fait partie du devoir de
gestion d'un gouvernement et d'une majorité. Toujours est-il qu'à
l'heure actuelle, nous devons nous féliciter de pouvoir présenter un
budget en équilibre avec les effets bénéfiques de la réduction des
charges et de la fiscalité dans ce pays, ce qui est aussi une
nouveauté au regard des exercices que vous connaissez mieux.
En conséquence, j'ai le sentiment que la situation budgétaire est
favorable. Elle permet la réduction de l'endettement. Elle permet aussi
le maintien des avancées en matière fiscale et de charges sociales.
Elle permet surtout de financer et de refinancer la sécurité sociale. Ce
dernier élément me semble important.
Nous n'avons pas fait l'économie d'un débat en profondeur sur l'avenir
de la sécurité sociale. Nous ne nous sommes pas contentés de dire,
pour ce qui concerne la sécurité sociale, "on verra bien!". Au
contraire, nous avons pris et nous aurons l'occasion d'en débattre
dans le cadre du débat relatif au Pacte de solidarité entre les
générations un certain nombre de mesures qui garantissent la
solidarité et un financement de la sécurité sociale qui tient la route. En
cette matière, nous n'avons donc pas de leçon à recevoir.
Ondanks het feit dat de
groeivertraging ernstiger is dan
oorspronkelijk werd voorspeld, kon
na het begrotingsevenwicht ieder
jaar ook een boekhoudkundig
evenwicht worden opgetekend.
Tijdens het eerste semester van
2005 was de groei minder
aanzienlijk dan verwacht, maar
tijdens het tweede semester zette
zich een herstel in, en de
voorspellingen voor 2006 zijn
bemoedigend. Wij kunnen
evenwel niet voorspellen wat de
toekomst brengen zal. Indien
nodig moeten wij dan ook
wijzigingen aanbrengen, maar dat
maakt deel uit van onze opdracht
van gezond beheer.
De huidige toestand van de
begroting laat ons toe om de
schuldenlast af te bouwen en de
vooruitgang betreffende de fiscale
en sociale lasten te behouden.
Bovenal slagen wij erin de sociale
zekerheid te herfinancieren. Wij
hebben maatregelen genomen die
een correcte financiering van de
sociale zekerheid waarborgen. Op
dat vlak hoeft niemand ons de les
te lezen.
Le président: Monsieur Bacquelaine, je vous ai laissé développer votre raisonnement, mais M. Viseur a
demandé d'intervenir brièvement.
01.53 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur le président, je vais
être obligé de revenir en arrière.
Je sais que l'on ne parle pas de corde dans la maison d'un pendu.
Mais M. Bacquelaine a parlé de comptabilité. Chacun sait pourtant
que ce gouvernement, de façon totalement illégale, alors qu'une loi
avait été votée à l'unanimité, s'est refusé à mettre en place une
comptabilité un peu moderne. Je suis d'ailleurs étonné qu'un libéral
ne soit pas plus partisan que cela d'aligner notre comptabilité sur la
comptabilité en partie double des entreprises. Pour cette raison,
toutes les ficelles et les artifices n'apparaissent évidemment pas. En
effet, si nous étions une entreprise privée, tout cela serait hors bilan.
Toujours est-il que si nous avions appliqué cette règle, nous aurions
avancé.
Par ailleurs, je voudrais revenir aux estimations et rappeler une fois
pour toutes que, sauf en 2000 c'est prévu en 2006, mais nous
verrons , ce n'est jamais l'entité fédérale qui a assuré l'équilibre des
finances publiques belges mais bien les entités fédérées. Il n'est donc
pas vrai de dire que, depuis 7 ans, on présente un budget en
équilibre.
01.53 Jean-Jacques Viseur
(cdH): De heer Bacquelaine heeft
het over het boekhoudkundige
aspect gehad. Welnu, deze
regering weigert op een onwettige
manier om een moderne
boekhouding te voeren, die
gedeeltelijk op de dubbele
boekhouding van de bedrijven is
gestoeld. Op die manier tracht ze
al haar trucjes en kunstgrepen
verborgen te houden.
Bovendien is het, behalve in 2000,
nooit het federale niveau geweest
dat de overheidsfinanciën in
evenwicht heeft gebracht. Dat
hebben wij integendeel altijd aan
de deelgebieden te danken gehad.
Het is dus niet correct dat de
begroting al zeven jaar in
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
Je sais que tant la Banque nationale que le Conseil supérieur des
Finances rendent leur avis. Mais en ce qui concerne ce dernier, on n'a
pas pris à temps les mesures permettant qu'il soit renouvelé. Pour
suivre votre logique, je vous suggère, pour ma part, de dire qu'à partir
de 2006, la Banque nationale sera supprimée. Ce sera plus simple! Il
n'y aura donc plus d'avis de la Banque nationale puisqu'il est mauvais!
Cette technique peut également être utilisée. Quand on a affaire à
des observateurs neutres qui donnent des avis négatifs, on les
supprime ou on les musèle. C'est en tout cas un peu ce que vous
avez fait!
evenwicht is. De Nationale Bank
en de Hoge Raad van Financiën
brengen een advies uit. Wat die
laatste betreft, werden echter geen
maatregelen genomen om zijn
vernieuwing mogelijk te maken.
Als ik die redenering volg, zou ik u
voorstellen om de Nationale Bank
in 2006 af te schaffen, aangezien
zij een slecht advies uitbrengt. Dat
is zo ongeveer de handelwijze die
u tot op heden hebt toegepast.
01.54 Daniel Bacquelaine (MR): Je comprends votre entêtement.
Que feriez-vous donc d'autre? Je m'aperçois d'une chose: chaque
année, après l'équilibre budgétaire, nous notons une diminution de
l'endettement dans ce pays.
(...): (...)
01.54 Daniel Bacquelaine (MR):
Jaar na jaar stellen we vast dat de
begroting in evenwicht is en dat de
schuldratio van ons land daalt ...
01.55 Daniel Bacquelaine (MR): C'est tout à fait le cas précisément!
Si vous niez les chiffres, le dialogue n'est pas possible!
Nous sommes passés de 137% à 90% en une dizaine d'années. La
sanction d'un équilibre budgétaire, au sens propre du terme, c'est
effectivement la diminution progressive de l'endettement. Certes,
j'entends bien M. Viseur. Notre façon de voir les choses garantit un
équilibre budgétaire durable. Il permet de refinancer notre sécurité
sociale, d'assurer la solidarité, etc.
Dans le cadre de l'équilibre de la sécurité sociale, j'ajouterai qu'une
grande différence est intervenue. De temps en temps, il faut examiner
les différences entre notre point de vue actuel et ce qui prévalait
précédemment. A présent, en matière de sécurité sociale et de
redistribution des richesses dans ce pays, on prend toujours en
compte non seulement les petits-bourgeois et toutes les classes
sociales mais aussi l'intérêt des indépendants. C'est une nouveauté
que je souhaite souligner.
01.55 Daniel Bacquelaine (MR):
... in tien jaar tijd is deze van 137
naar 90 procent gezakt. Die
geleidelijke daling van de schuld is
het rechtstreeks gevolg van het
begrotingsevenwicht. Wij kiezen
voor een duurzaam
begrotingsevenwicht, dat de
herfinanciering van de sociale
zekerheid en het behoud van de
solidariteit mogelijk maakt. Ook
daar maken we trouwens het
verschil: vandaag worden de
belangen van de zelfstandigen
behartigd. Op die evolutie wil ik de
aandacht vestigen.
01.56 Jean-Jacques Viseur (cdH): Vous parlez de la prise en
charge des petits risques pour les indépendants?
01.57 Daniel Bacquelaine (MR): De votre temps, on ne parlait pas
du tout des petits risques pour les indépendants! Cela n'existait pas!
Ce n'était même pas envisageable! Or, que fait-on depuis un certain
nombre d'années? Lorsque le gouvernement et la majorité prennent
des meures de redistribution, ils prennent en compte le statut des
indépendants. C'est ainsi que les pensions minimums des
indépendants ont progressivement été augmentées, chose que vous
n'aviez jamais pensé faire précédemment. C'est ainsi que
progressivement, nous faisons prendre en compte une revalorisation
des incapacités de travail des indépendants, chose à laquelle vous
n'aviez jamais pensé
précédemment! Nous introduisons
progressivement la couverture petits risques pour les indépendants,
chose à laquelle vous n'aviez jamais pensé précédemment. A
présent, vous avez le culot de nous dire: "Vous n'allez pas assez vite!
Vous n'allez pas assez fort!". Restez crédibles!
01.57 Daniel Bacquelaine (MR):
Op enkele jaren tijd hebben we de
minimumpensioenen van de
zelfstandigen opgetrokken, verbe-
teringen aangebracht aan de
regeling inzake arbeidsonge-
schiktheid en de dekking van de
kleine risico's ingevoerd. Dan
heeft u nog het lef om te zeggen
dat een en ander niet snel genoeg
gaat. Laten we ernstig blijven.
We zullen later nog het woord
nemen bij de verschillende
hoofdstukken en naargelang
bepaalde ministers in het halfrond
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Monsieur le président, nous interviendrons, à nouveau, dans le cadre
de ce débat budgétaire sur les différentes matières et en fonction de
la présence des ministres qui nous feront l'honneur d'assister aux
débats. Pour ma part, je me permettrai d'intervenir très brièvement,
dans le courant de ce débat, sur le secteur des soins de santé,
secteur très important à mes yeux. Vous connaissez l'attachement
que j'y porte.
En conclusion, je dirai que nous avons la chance de bénéficier d'un
budget qui assure l'assainissement de nos finances publiques,
diminue la dette, assure le financement structurel du vieillissement et
de ses défis, et permet une compatibilité avec une réduction des
charges sociales et fiscales dans notre pays ainsi qu'un meilleur
financement de la sécurité sociale. Cet acquis est important. Nous
devons nous en féliciter!
aanwezig zijn. Zelf zal ik het
hebben over de sector
gezondheidszorg.
Ik besluit dat we een begroting
hebben die de overheidsfinanciën
saneert, de schuld terugdringt, de
structurele financiering van de
vergrijzing verzekert en een
vermindering van de sociale en
fiscale lasten en een betere
financiering van de sociale
zekerheid mogelijk maakt. Dat is
een belangrijke verwezenlijking,
waarover we ons kunnen
verheugen!
De voorzitter: Ik geef nu het woord aan de heer Goyvaerts en daarna aan de heer Massin, de heer De
Groote, mevrouw Nagy en de heer Tommelein.
J'espère ainsi terminer la discussion générale vers 13.00 heures car je dois me rendre à la Conférence des
présidents. M. Jean-Marc Delizée me remplacera à la présidence. Nous aurons la réponse du vice-premier
ministre vers 14.15 heures et ensuite nous conclurons nos travaux.
01.58 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, mijnheer de minister, collega's, mijn
uiteenzetting met betrekking tot de begroting zal deze benaderen
vanuit een andere invalshoek dan de voorgaande sprekers.
Ik wil beginnen met een citaat: "Ik kan niet helemaal tevreden zijn
aangezien het resultaat nog altijd te veel afhankelijk is van eenmalige
opbrengsten. Dat is niet de sluitende manier om de vergrijzing aan te
pakken." Mevrouw de minister, dat is geen uitspraak van een of ander
misnoegd oppositielid of van een kleinburgerlijk mannetje in
streepjespak. Dit is een citaat van de voorzitter van de Nationale Bank
op een persconferentie van 5 december 2005. Om het met een
eufemisme te zeggen, het is een vleugje kritiek op de begroting
waarvan deze coalitie van liberalen en socialisten beweert dat ze in
evenwicht is.
Persoonlijk ben ik niet zo overtuigd van dat begrotingsevenwicht.
Niettegenstaande de opmaak van de begroting 2006 door uw
voorganger was aangekondigd als een van de moeilijkste uit zijn
loopbaan, stel ik vast dat Johan Vande Lanotte na zes jaar van
begrotingsopmaak de knepen van het vak duidelijk onder de knie had,
met als gevolg dat het evenwicht in 2006 het resultaat is geworden
van een sterk staaltje creatief boekhouden.
Hoe verklaart men anders het feit dat de regering opnieuw hoopt op
een aantal uitzonderlijke opbrengsten, voor in totaal een slordige
2 miljard euro?
Dat is opnieuw een record, als wij de Belgacom-operatie van 5 miljard
euro van enkele jaren geleden even buiten beschouwing laten. Het is
opnieuw een begroting bestaande uit uitzonderlijke opbrengsten
waarvan de ramingen op zijn minst twijfelachtig zijn. Analyses over de
afgelopen begrotingsjaren tonen steeds meer aan hoe kwetsbaar die
ramingen van uitzonderlijke opbrengsten zijn, omdat het onvoldoende
01.58 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Le président de la
Banque nationale a déclaré le 5
décembre qu'un budget compre-
nant un trop grand nombre de
mesures non récurrentes ne
permet pas de faire face au
vieillissement de la population.
Après six ans de confection de
budgets, l'ancien ministre Vande
Lanotte maîtrise toutefois l'art de
bricoler des budgets en équilibre
en recourant à une comptabilité
créative.
La majorité prétend que le budget
2006 est en équilibre, mais je
doute qu'il en soit ainsi. Le
gouvernement compte une fois de
plus sur des recettes exception-
nelles, cette fois pour un montant
de 2 milliards d'euros. Pourtant, il
ne manque pas d'analyse qui
soulignent à quel point les
estimations des recettes de
mesures exceptionnelles sont
fragiles. Dans ses commentaires,
la Cour des comptes relève
d'ailleurs cette faiblesse du budget
2006.
Les recettes exceptionnelles
espérées par le gouvernement
proviennent notamment de la
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
duidelijk is op welke manier deze regering aan de opbrengst van die
maatregelen komt. Voor de begroting van 2006 legt het Rekenhof in
zijn commentaar op de voorliggende begroting trouwens terecht de
vinger op de wonde.
Collega's, er zijn in elk geval opnieuw een hele reeks van
uitzonderlijke opbrengsten. Hoe kan men de verkoop van
overheidsgebouwen ter waarde van 500 miljoen euro anders
interpreteren? Er is onder andere het te gelde maken van de
ambassade in Tokyo en de oprichting van een vastgoedbevak voor
overheidsgebouwen, maar waarvan de minister van Financiën tot op
heden nog steeds niet weet welke gebouwen ervoor in aanmerking
komen, omdat natuurlijk vele staatseigendommen behoren tot het
openbare domein waardoor ze in feite niet vatbaar zijn voor de
verkoop.
Idem dito voor de verkoop van achterstallige BTW-vorderingen. Idem
dito voor de tweede permanente fiscale regularisatie. Idem dito voor
de nieuwe belasting op bepaalde spaar- en verzekeringsproducten.
Idem dito voor het doorschuiven van 100 miljoen euro van de NMBS-
dotatie naar 2007.
Wie weet wat er nog allemaal boven water komt. Misschien duikt er
nog een overname op van een of ander pensioenfonds. Wie zal het
ons zeggen?
Collega's, het volgende is ook niet onbelangrijk om te vermelden. Er
wordt ook een extra inspanning gevraagd van de regio's, voor zowat
250 miljoen euro. Ik moet in feite spreken over regio, in het
enkelvoud, omdat alleen Vlaanderen een concrete en extra
inspanning van 145 miljoen euro zal leveren via het niet uitgeven van
Lambermont-gelden.
Dan beschikt deze federale Staat al over een financieringswet voor de
Gewesten teneinde de schijn van autonomie te wekken, maar als er
een gat in de globale begroting dreigt te ontstaan, is het meteen ook
weer gedaan met die autonomie en wordt het geld bij wijze van
spreken op een boekhoudkundige manier geblokkeerd.
Wallonië en Brussel zijn evenwel minder enthousiast over hen te
leveren bijdrage. Het Waalse Gewest, bij monde van de PS-minister
van Begroting, Michel Daerden, wil over hun gevraagde bijdrage van
70 miljoen euro eerst nog wel een hartig woordje spreken. Hetzelfde
scenario geldt voor het Brussels Gewest dat wordt geconfronteerd
met 27 miljoen euro in plaats van met 7 miljoen euro. Iedereen weet
dat zowel het Brussels Gewest als het Waalse Gewest, om nog maar
te zwijgen van de Franse Gemeenschap, geen geld voor die betaling
of extra inspanning hebben. Wat kan een federale overheid in dit
geval dan doen? Ze kan dotaties verlenen via een achterpoortje
waardoor in feite Vlaanderen opnieuw de rekening betaalt.
Kortom, het zijn allemaal boekhoudkundige trucs en eenmalige
maatregelen die ervoor moeten zorgen dat de begroting zogezegd uit
het rood blijft.
Ik heb het eerder reeds in de commissie verteld. Het is ongetwijfeld zo
dat elke regering, van welke politieke samenstelling dan ook, wel
eens gebruik maakt van eenmalige maatregelen. Ik stel alleen vast
vente de plusieurs bâtiments de
l'État à hauteur de 500 millions
d'euros. Une sicav immobilière
sera créée pour les bâtiments de
l'État sans que le ministre des
Finances sache actuellement
quels bâtiments seront concernés!
Par ailleurs, l'arriéré des créances
en matière de TVA seront
vendues, il y aura une deuxième
régularisation fiscale permanente
et les comptes d'épargne ainsi que
les assurances seront soumis à
l'impôt. La dotation de la SNCB, à
hauteur de 100 millions, est
reportée à 2007.
Un effort supplémentaire de 250
millions d'euros est en outre
demandé aux Régions. Voilà pour
l'autonomie des entités fédérées! Il
appartiendra d'ailleurs une
nouvelle fois à la Flandre de
débourser la majeure partie de ce
montant, à savoir 145 millions
d'euros, par le non-paiement des
moyens prévus dans le cadre des
accords du Lambermont. Étant
donné que Bruxelles et la Wallonie
ne disposent pas de moyens pour
financer ces efforts
supplémentaires, les autorités
fédérales trouveront un moyen
détourné pour octroyer des
dotations, ce qui signifiera que la
Flandre paiera à nouveau la
facture.
Après sept années de pouvoir, les
artifices uniques pour sortir le
budget du rouge sont devenus
l'image de marque de ce
gouvernement. Ces mesures
structurelles uniques obèrent en
outre les futurs budgets.
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
dat de voorbije zeven jaar de twee regeringen van liberalen en
socialisten verslaafd zijn geraakt aan die eenmalige maatregelen en
het bij wijze van spreken tot hun handelsmerk hebben gemaakt.
Président: Jean-Marc Delizée, premier vice-président.
Voorzitter: Jean-Marc Delizée, eerste ondervoorzitter.
De eenmalige maatregelen zijn daarbij overigens verworden tot
structurele, eenmalige maatregelen. Deze eenmalige maatregelen
bezwaren bovendien de toekomstige begrotingen en dit wordt mijns
inziens wel eens uit het oog verloren. In dergelijke omstandigheden
moet de minister van Begroting de schijn hoog houden door te
beweren dat zij een orthodox begrotingsbeleid voert.
Een begroting in het algemeen en een begroting in evenwicht in het
bijzonder, valt of staat natuurlijk met de invulling van een aantal
parameters en randvoorwaarden die cruciaal zijn voor de opmaak van
een begroting. Bij een handige invulling van die parameters kan de
regering zich op papier bij wijze van spreken rijk rekenen door te
spelen met ramingen van een aantal macro-economische
parameters. Een van de belangrijkste parameters is natuurlijk de
economische groei. De begroting die nu voorligt is opgemaakt op
basis van een analyse en cijfers van het Planbureau, waarbij het cijfer
van 2,2% naar voren wordt geschoven. Is het Planbureau te
optimistisch geweest bij de inschatting van de economische groei?
Wie zal het zeggen.
Wat wij echter wel weten, is dat zowel de Europese Commissie als de
OESO recent de Belgische begroting tegen het licht hebben
gehouden. In De Tijd van vandaag lees ik overigens dat ook The
Economist een kritische analyse heeft gemaakt van de Belgische
begroting. Los van de begrotingstechnische analyse van de Europese
Commissie, die zal leiden tot een begrotingstekort van 0,3%, stellen
zij zich toch ook wel wat vragen bij het gehanteerde groeicijfer van
2,2% dat volgens hen lager zal uitvallen.
Ook bij de andere randvoorwaarden die deze regering hanteert om
het begrotingsevenwicht te bereiken, worden vraagtekens geplaatst.
Ik heb daarjuist op dit vlak reeds verwezen naar de geschatte
opbrengsten van de fiscale regularisatie en andere
belastingmaatregelen. Dan hebben we het nog niet gehad over de
vraag of die "effectisering" van belastingschulden, zowel in de
personenbelasting waar deze maatregel dit jaar is ingevoerd als voor
de achterstallige BTW-vorderingen die men in 2006 denkt te zullen
incasseren, wel degelijk mag worden gebruikt om het begrotingstekort
dicht te rijden. Ook op dat vlak blijven we nog met de vraag zitten of
de Europese Commissie deze techniek, namelijk de voorafname van
de inkomsten uit de personenbelasting en achterstallige BTW-
invorderingen, zal aanvaarden om een begrotingsevenwicht te
bereiken.
De discussie over de economische groei duikt hier elk jaar opnieuw
op naar aanleiding van de begrotingsopmaak. Dit maakt het verschil
uit tussen een begrotingsevenwicht of een begrotingstekort. Tijdens
de voorgaande jaren was dit ook het geval. Als we naar de statistiek
van voorgaande jaren kijken dan is die statistiek voor deze regering
niet meteen rooskleurig. Tijdens de bespreking in de commissie heb
ik uitvoerig stilgestaan bij deze cijfers. Als we het overzicht ter hand
Un budget repose sur la définition
d'un certain nombre de
paramètres et de conditions. S'il
s'y prend bien, le gouvernement
peut gonfler les chiffres. L'un des
principaux paramètres est la
croissance économique, que le
gouvernement évalue à 2,2% sur
la base de l'analyse du Bureau du
Plan. Tant la commission
européenne que l'OCDE consi-
dèrent que ce calcul est trop
optimiste.
Les recettes estimées de la
régularisation fiscale et d'autres
mesures d'imposition soulèvent
aussi des questions. On peut se
demander si la titrisation de dettes
pour combler un déficit budgétaire
est acceptable pour l'Europe.
Le débat sur la croissance
économique refait surface tous les
ans. Depuis 2001, le gouverne-
ment surestime systématiquement
cette croissance, ce qui le
décrédibilise.
Afin d'asseoir sa crédibilité, le
gouvernement attire l'attention sur
les onze trimestres au cours
desquels l'économie belge s'est
mieux comportée que la moyenne
européenne. Mais il oublie de dire
que la croissance des trimestres
précédents se situait en dessous
de la moyenne, qu'elle était
principalement portée par les
dépenses publiques et que la
croissance du premier trimestre de
2005, en particulier, était très en
deçà de la moyenne.
Pour boucler le budget 2006, le
gouvernement a instauré en toute
hâte l'impôt sur les revenus des
fonds obligataires, mesure qui ne
devait toucher que les nantis, ce
qui s'est avéré totalement inexact
dans la mesure où plus d'un
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
nemen ik verwijs naar pagina 213 van het verslag dan kunnen we
alleen maar vaststellen dat voor het jaar 2000 de gerealiseerde groei
hoger was dan de voorspelde groei. In alle daaropvolgende jaren zijn
de gerealiseerde groeicijfers echter lager dan de verwachte groei bij
de begrotingsopmaak.
Daarmee moet het duidelijk zijn dat de uiteindelijke gerealiseerde
groeicijfers steeds ver van de optimistische prognoses bij de
begrotingsopmaak zijn uitgekomen. Dergelijk argument ondermijnt
iedere geloofwaardigheid wanneer de regering uitpakt met een
groeicijfer van 2,2%.
In een poging enigszins geloofwaardig te zijn, probeert de regering de
realiteit wat te camoufleren door te stellen dat de Belgische economie
reeds meer dan 11 kwartalen meer groeit dan het Europees
gemiddelde. Dat is bij wijze van spreken het argument bij uitstek. Zij
vergeet er een aantal dingen bij te vertellen. Ten eerste,
voorafgaandelijk aan die 11 kwartalen zijn er minstens evenveel
kwartalen geweest waarbij de groei lager lag dan het Europees
gemiddelde, kwartalen waren ook onder de verantwoordelijkheid van
de regering-Verhofstadt. Men heeft dat verklaard door te zeggen dat
men louter pech heeft gehad omdat de internationale economische
groei verslapte. Dat was de uitleg als het slecht ging.
Ten tweede, de relatieve groei wordt in belangrijke mate gedragen
door overheidsuitgaven. Ik beweer dat niet. Het is de Nationale Bank
zelf die in haar jaarverslag daarnaar verwijst.
Ten derde, we zijn niet vergeten dat het eerste kwartaal van 2005 flink
ondermaats was, waarmee we sterk onder het Europees gemiddelde
zaten. Het tweede kwartaal was iets beter, maar we zitten zeker nog
niet op het gemiddelde van de eurozone. Om maar te zeggen,
collega's, lang leve de goed-nieuws-show van paars. Elke medaille
heeft evenwel twee kanten.
Om de begroting 2006 sluitend te maken werd op het allerlaatste
moment wat men bij nacht en ontij noemt maar ook onverwacht
voor iedereen een beslissing genomen rond een technisch
ingewikkelde zaak en waarbij nog maar eens een nieuwe belasting
werd ingevoerd, in casu een voorheffing op inkomsten uit
obligatiefondsen, een begrotingssluiter van 235 miljoen euro. De
toenmalige minister van Begroting, Johan Vande Lanotte, vond dat
het een belasting was die alleen de rijken zou treffen, bijgevolg een
voor de socialisten veroorloofde en aanvaardbare maatregel.
Naderhand bekeken is een dergelijke conclusie een beetje
voortvarend geweest, om de woorden populistisch en demagogisch
niet te moeten gebruiken en gebaseerd op een zekere onwetendheid,
iets wat ik uw voorganger, mevrouw de minister, helemaal niet had
verwacht.
Nauwelijks was de maatregel aangekondigd of de regering moest zich
in alle mogelijke bochten wringen om zich verschuilen achter de uitleg
dat men het verkeerd begrepen had. Wat bleek? Nagenoeg 1,2
miljoen modale beleggers bezitten participaties in fondsen die
beleggen in obligaties, waaronder nogal wat ouderen, omdat zij
meenden op die manier een belastingvrije belegging te doen voor de
oude dag of om de rekening in het bejaardentehuis te kunnen betalen.
Ook heel wat modale gezinnen gebruiken die beleggingsfondsen als
million de petits épargnants
possèdent des participations dans
de tels fonds. Le ministre des
Finances n'a rien trouvé de mieux
à faire que conseiller à nos
concitoyens de vendre ces fonds
pour échapper à sa nouvelle
mesure. Mais les épargnants ont
le sentiment qu'en prenant cette
disposition, le ministre a commis
un parjure.
Nul ne comprend la deuxième
amnistie fiscale. Les épargnants
honnêtes sont invités à desserrer
les cordons de leur bourse alors
que les fraudeurs
peuvent
impunément blanchir leurs
capitaux. L'amnistie fiscale, qui
devait être une opération unique,
est aujourd'hui renouvelée sans
vergogne, pour les particuliers
mais aussi pour les entreprises.
L'opération est aujourd'hui
rebaptisée `régularisation fiscale'.
Comment peut-on justifier une
telle mesure auprès de la
population alors qu'un nouvel
impôt est simultanément imposé
aux épargnants honnêtes? Nous
reviendrons aux questions
relatives à la régularisation fiscale
pour les sociétés dans le cadre de
la discussion de la loi-programme.
Les questions sans réponse
subsistent.
Le gouvernement nous ressert par
ailleurs la réduction fiscale
instaurée par le gouvernement
précédent. Cette réduction n'est
toutefois pas imputée, comme il se
devrait, par le biais du précompte
professionnel mais seulement au
moment du décompte des impôts.
Le précédent gouvernement
pouvait encore se retrancher
derrière le tableau 15, mais celui-
ci n'était applicable que jusqu'en
2004. Le contribuable octroie donc
à l'État belge un prêt sans intérêt
pour deux ans. Le ministre des
Finances déclare que la réduction
fiscale ne peut être imputée par le
biais du précompte professionnel
parce que la marge budgétaire ne
le permet pas. Le gouvernement
conserve donc l'argent quelque
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
alternatief voor kasbons en andere weinig rendabele spaarfondsen.
Alsof de lol in ons slecht bestuurde land onder leiding van liberalen en
socialisten niet opkon, stellen we vast dat er heel wat
onduidelijkheden waren.
De minister van Financiën heeft het zelfs gepresteerd om de
aanbeveling te doen de belasting te ontlopen door de participaties in
obligatiefondsen snel te verkopen. Dat maakt natuurlijk de Belgenmop
compleet: de minister van Financiën geeft een tip om een pas
ingevoerde maatregel, een mede door hem ingevoerde belasting, te
ontwijken. Il faut le faire.
Het is dus onvoorstelbaar dat de huidige regering de fiscale
behandeling wijzigt van een beleggingsinstrument dat nagenoeg 30
miljard euro van het collectief beheerde spaargeld omvat en dat zij er
zo onbezonnen, zonder enig serieus rekenwerk of overleg, overheen
gaat. Dat gebeurt dus voor een product waarover de meeste mensen
en goede huisvaderbeleggers gedurende de voorbije jaren meenden
dat ze hadden ingetekend op een participatie in een belastingvrij
fonds. Bijgevolg mag het de huidige regering niet verbazen dat de
maatregel wordt ervaren als woordbreuk ten aanzien van vele, kleine
spaarders.
Van de opzet rond de invoering van de tweede fiscale amnestie
begrijpt niemand de logica. Enerzijds wordt een nieuwe belasting
ingevoerd. Anderzijds wordt een maatregel genomen die de fraudeurs
een middel aan de hand doet om hun zwartgeld zonder sancties wit te
wassen door alleen de verschuldigde belastingen te betalen. Ik neem
aan dat deze nieuwe amnestie in de ogen van liberalen en socialisten
waarschijnlijk een nieuwe vorm van een rechtvaardige en ethische
fiscaliteit is.
De vorige fiscale amnestie voor particuliere belastingplichtigen had
het uitdrukkelijke voorvoegsel "eenmalig", wat toen al bij heel wat
mensen op straat en bij de kleine man voor nogal wat ontzetting
zorgde. De huidige regering doet de amnestie in 2006 echter nog
eens over, blijkbaar niet alleen voor particuliere belastingplichtigen
maar ook voor vennootschappen, en dat zonder boetestelsel. Wel is
er een aanpassing van de naamgeving. Het is geen fiscale amnestie.
Het is gewoon een fiscale regularisatie. Daarbij worden fiscale
fraudeurs niet langer hardhandig aangepakt met zware boetes, maar
wel met een regularisatietechniek, waarmee een onwettelijke, illegale
zaak legaal wordt gemaakt.
Opnieuw is er dus ontzetting bij de kleine man en vrouw op straat, die
het niet begrijpt. Men kan moeilijk aan hen uitleggen dat al wie jaren
de belastingen ontduikt door zijn kapitaal in het buitenland weg te
bergen, toch zijn via de intrest opgebouwde voordeel mag houden.
Tezelfdertijd wordt aan de eerlijke belastingbetaler en belegger een
soort boetestelsel opgelegd en wordt voor hem helemaal geen fiscaal
cadeau weggelegd.
Er zijn ook wel wat vragen rond de fiscale regularisatie van
vennootschappen. Ik neem aan dat we daarop zullen terugkomen bij
de bespreking van de programmawet, waar het onderwerp aan de
orde is geweest. In ieder geval, ik stel vast dat er in globo meer
vragen dan antwoorden blijven.
temps encore et reporte la somme
de 1,7 milliard d'euros environ sur
le gouvernement suivant.
La titrisation des créances fiscales
difficilement recouvrables par le
biais des banques et des
organismes de placement devrait
rapporter 500 millions d'euros. Il
s'agit cette fois d'arriérés en
matière de TVA. Le gouvernement
emprunte donc tout simplement de
l'argent avec les créances fiscales
comme gage.
La vente de bâtiments publics
rapporte beaucoup d'argent à
court terme mais elle obère les
futurs budgets. Cette vente ne
procure aucun avantage et les
baux à long terme empêchent
toute flexibilité. La quasi totalité
des bâtiments de valeur ont été
vendus entre-temps et l'on
commence à présent à vendre les
miettes, comme Hengelhoef et
Zon en Zee, dont on a dans un
premier temps privé les touristes
pour en faire des centres d'asile.
Il reste à savoir comment la
Commission européenne évaluera
la sicav immobilière.
En Europe, seules la Grèce et
l'Italie présentent une dette
publique supérieure, mais
l'exemple irlandais démontre qu'il
est possible de résorber
considérablement la dette dans un
délai relativement court. Le
précédent ministre du Budget avait
tablé sur une diminution à 60%
pour 2010. Je me demande si ce
chiffre est encore réaliste. Ce
gouvernement et le précédent ont
eu l'occasion de mener une
politique plus ferme dans ce
domaine, ce qui nous aurait
permis d'être aujourd'hui
nettement plus avancés. Mais au
lieu de mettre à profit l'avantage
de taux de ces dernières années
pour résorber la dette, on a
préféré le dilapider. Ce choix
s'explique par le type de coalition
auquel nous avons affaire et par
l'opposition intrinsèque entre les
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
Op zich is dat niet verwonderlijk. Het was dan ook bij nacht en ontij,
niet gehinderd door een uitgewerkt dossier, dat de regering de
maatregel nam.
Alsof dat nog niet voldoende is, collega's, zitten we natuurlijk nog met
de belastingverlaging die door de voorgaande regering werd
ingevoerd en die iedere begroting opnieuw naar voren wordt
geschoven op het lijstje van maatregelen waarvoor de bevolking, de
belastingplichtigen, steeds opnieuw nederig moeten knielen en dank u
zeggen tegen de regering van liberalen en socialisten.
Ook rond die belastingverlaging wordt een mistgordijn opgetrokken. In
plaats van de belastingverlaging op een correcte manier te
verrekenen via de bedrijfsvoorheffing van de belastingplichtigen, heeft
zowel de vorige als de huidige regering beslist om de
belastingverlaging door te voeren nadat de belastingaangiften zijn
ingevuld en de verschuldigde belasting op het inkomen is berekend.
De vorige regering kon zich nog enigszins wegsteken achter een
bijvoegsel dat toegevoegd was aan de wet, de zogenaamde tabel 15.
Dat kan de huidige regering niet meer doen, want tabel 15 was
slechts ingevuld tot 2004. Wel weet ik dat de belastingplichtige zijn
belastingverlaging verrekend krijgt met twee jaar vertraging. Daarbij
vertrouwt de belastingplichtige gedurende 2 jaar een gedeelte van zijn
geld op een renteloze manier aan vadertje staat toe.
Dat mechanisme op zichzelf is al erg, maar daar komt nog bij dat de
minister van Financiën verklaard heeft dat men het niet via de
bedrijfsvoorheffing kan verrekenen, omdat hiervoor onvoldoende
budgettaire ruimte is. Bijgevolg trakteert de regering zich, voor de
derde maal op rij, op een bijkomend jaar dat zij van de
belastingplichtige een renteloze lening ontvangt, waardoor voor
sommige gezinnen de pseudo-belastingverlaging oploopt tot zowat
1.000 euro per jaar. Door een dergelijk pervers mechanisme legt de
regering een last van om en nabij 1,7 miljard euro bij een volgende,
mogelijk niet paarse regering. Aan haar om het geld te vinden.
De moraal van het verhaal: hoe betrouwbaar is het woord van deze
regering? Als de coalitie van liberalen en socialisten een
belastingverlaging geeft, neemt ze het voordeel daarvan meteen met
de andere hand weer af. Als de coalitie van liberalen en socialisten
zegt dat ze de rijken gaat belasten, gaat het om een belasting
waarvan meer dan 1 miljoen gezinnen de dupe zijn.
Een andere maatregel betreft de verkoop van moeilijk invorderbare
belastingschulden via banken en beleggers. Dat zou voor 2006
opnieuw een ferme begrotingsopsteker moeten zijn van zowat 500
miljoen euro. Deze keer gaat het dus niet over achterstallige schulden
in de personenbelasting zoals in 2005, maar wel over BTW-
achterstallen. In feite komt het erop neer dat de regering gewoon geld
leent met de belastingvorderingen als onderpand. De vraag is
natuurlijk hoeveel keer een regering een dergelijke truc kan uitvoeren.
Een ander beproefd concept is de verkoop van overheidsgebouwen.
Dat levert op korte termijn heel wat inkomsten op, maar nadien
moeten heel wat gebouwen opnieuw worden gehuurd. Bijgevolg
worden de toekomstige begrotingen opnieuw verzwaard. Ik kan begrip
opbrengen voor het feit dat het beheer van gebouwen niet tot de
libéraux et les socialistes. Entre-
temps, le montant net de la dette
continue à augmenter. Si la fin du
tunnel est peut-être bien en vue,
elle demeure lointaine.
Pour augmenter le PIB, on recourt
de plus en plus aux
investissements publics, qui
représentent déjà plus de 50%
actuellement. Ces dernières
années, le solde primaire s'est
effrité à 4,4% ou 6,3 milliards
d'euros, ce qui ne témoigne pas
d'une approche responsable en
matière de finances publiques.
Dans le même temps, la pression
fiscale continue d'augmenter dans
notre pays alors que la moyenne
européenne diminue, si bien que
l'écart avec l'Eurozone s'accentue
et qu'il est déjà passé à 3,9%.
Aussi concluons-nous que le
gouvernement ne pense qu'à court
terme. L'équilibre budgétaire
existe sur le papier mais il repose
sur des sables mouvants. Des
mesures structurelles font défaut.
Les problèmes sont tout
simplement reportés sur une autre
coalition, qui pourrait ne pas être
violette. En l'absence de rapport
du Conseil supérieur des
Finances, nous ne disposons
d'aucune information sur les
besoins des pouvoirs publics en
matière de financement. En sept
ans de participation aux
discussions budgétaires, jamais je
n'ai vu se produire une telle chose.
Tant le président de la commission
que celui de la Chambre n'ont
fourni de réponse satisfaisante à
cet égard.
Il convient donc de bien se
préparer au prochain contrôle
budgétaire. Nous verrons alors à
quel point le budget se sera déjà
enfoncé dans les sables
mouvants.
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
kerntaak van een overheid hoort, maar ondertussen stellen wij toch
vast dat de factuur van de huurlasten de spuigaten uitloopt en dat de
nieuwe huurcontracten de Schatkist een berg geld kosten. Naast het
kortetermijngeld is er geen voordeel aan een dergelijke politiek
verbonden. Bovendien gaat het hier om contracten met een looptijd
tussen de 18 en de 25 jaar. Voor de Financietoren is het contract zelfs
verlengd tot 32 jaar, waardoor iedere flexibiliteit in het beheer van
dergelijke gebouwen wegvalt.
Na zoveel jaren van uitverkoop is het vet voor de overheid nagenoeg
van de soep. Ik stel alleen vast dat de lijst van waardevolle gebouwen
uitgeput is en dat deze regering moet overgaan tot het verkopen van
de kruimels, zoals de asielcentra Hengelhoef en Zon en Zee. Het is
haast niet te geloven dat de regering enkele jaren geleden de
Vlaamse vakantiegangers en de buitenlandse toeristen hun
vakantiedomein heeft afgepakt om er een asielcentrum van te maken
om dan anno 2006 te beslissen om het toch maar te verkopen. Een
betere belgenmop is haast niet te bedenken. Wat de opzet van de
vastgoedbevek betreft is het nog de vraag op welke manier de
Europese Commissie deze operatie in de economische classificatie
zal beoordelen.
Dan blijft er nog het element van de hoge staatsschuld. Ons land
bevindt zich terzake in de EU bij de zwakkere broertjes. Alleen
Griekenland en Italië doen nog slechter. Daarnaast zijn er ook nog
landen die het laatste decennium aan een aanzienlijke schuldafbouw
hebben gedaan. Ik heb het dan over Ierland. In 1990 had men daar
nog een schuld van 94%. In 2000 was dat 38% en in 2004 was dat al
30%. Dit ter illustratie dat het ook anders kan.
Uw voorganger, mevrouw de minister, beweerde altijd dat België
binnen 3 tot 4 jaar op een schuldgraad van 70 tot 80% zou zitten.
Geprojecteerd naar 2010 zou men bij 60% uitkomen. De vraag rijst
natuurlijk of die doelstellingen anno 2005 nog steeds realistisch zijn.
Een andere vraag is of de vorige en deze regering de opportuniteit
hebben gehad om een doortastender of krachtiger begrotingsbeleid te
voeren zodat men vandaag al een heel eind verder had kunnen staan
met de schuldafbouw.
Een van de cruciale elementen in de schuldafbouw is natuurlijk het
rentevoordeel, waarvan deze en voorgaande regering heeft kunnen
genieten als gevolg van de internationale daling van de rentevoeten.
De rentelasten daalden tussen 2000 en 2004 met 2% van het bbp, dat
is ongeveer 5 miljard euro.
Als we dat vergelijken met de gemiddelde verandering in rentelasten
van de EU15-landen, dan kunnen we alleen maar vaststellen dat dit
land een veel groter rentevoordeel heeft gehad. Het EU15-
gemiddelde bevindt zich momenteel op 0,7 procent van het BBP. Als
we dat vergelijken met de 2 procent die deze regering de voorbije
jaren heeft kunnen gebruiken als opportuniteit, is dat een verschil van
1,3 procent rentevoordeel geweest.
De vraag rijst dus hoe het komt dat die forse daling van rentelasten
geen aanleiding heeft gegeven tot een gelijkmatige verhoging van de
begrotingsoverschotten, wat op zijn beurt een versnelde afbouw van
de staatsschuld had mogelijk gemaakt. Het antwoord daarop is mijns
inziens eenvoudig. Het geld is de afgelopen jaren gewoon
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
opgesoupeerd aan allerlei initiatieven, maar zeker niet aan de afbouw
van de staatsschuld of aan het opzij zetten van geld om de
aankomende kosten van de vergrijzing te kunnen betalen.
De keuze voor het spenderen aan allerlei initiatieven en niet aan de
begrotingsafbouw, heeft natuurlijk te maken met het type coalitie dat
momenteel de lakens uitdeelt en het beleid voert. Dat is een
intrinsieke tegenstelling van een coalitie tussen liberalen en
socialisten.
Niettegenstaande de staatsschuld in procenten daalt, blijft de
staatsschuld in absolute waarde stijgen. Eind 2004 bedroeg zij 269
miljard euro. Het einde van de tunnel mag misschien wel in zicht zijn,
maar naar mijn mening zal de tunnel nog lang zijn.
Ook moeten we vaststellen dat wat het bruto binnenlands product
betreft, er op een toenemende manier een beroep wordt gedaan op
de overheid. In 2002 ging 50,5 procent van het bruto binnenlands
product naar de overheid, als gevolg van het leveren van allerlei
diensten. Ik neem aan dat dit de voorbije jaren zeker niet is
afgenomen.
Een ander element dat speelt bij het opstellen van de
begrotingsopmaak en enigszins een verschil kan maken, is het
element van het primair overschot dat zienderogen verschrompelt.
Tussen 2000 en 2004 is het primair overschot gedaald van 6,9 naar
4,4 procent van het bruto binnenlands product, in reële waarde
uitgedrukt 6,3 miljard euro. Op zich is dat al een teken aan de wand
en ook geen voorbeeld van een verantwoorde aanpak van de
publieke financiën.
De vraag is of de terugloop in het primair overschot voortkomt uit
meer uitgaven of uit minder inkomsten. De cijfers die daarover ter
beschikking zijn, laten er geen twijfel over bestaan. Het geheel van de
overheidsontvangsten is procentueel gestegen ten aanzien van het
bruto binnenlands product, namelijk van 49,2 procent in het jaar 2000
naar 49,5 procent in 2004. Dat wil in mensentaal zeggen, collega's,
dat de belastingdruk is gestegen. Tegenover die licht gestegen
ontvangsten, staat een eurogemiddelde dat daalde van 47,2 procent
in 2000 naar 45,7 procent in 2004, een daling van 1,5 procent. Ten
opzichte van de eurozone gaan wij er dus nog op achteruit.
Bovendien stellen we vast dat het verschil met de euro-12-
gemiddelden in de afgelopen jaren ook alsmaar groter werd. In 2000
was dat verschil nog 2,2% en in 2004 is dat verschil al opgelopen tot
3,9%. Dat wil in mensentaal zeggen dat, als België zich nivelleert op
het niveau van de euro 12, de fiscale druk moet dalen. Die daling is
aanzienlijk: de fiscale druk moet dalen met zegge en schrijve 11
miljard euro.
De conclusie van de Vlaams Belang-fractie over de begroting 2006 is,
denk ik, stilaan duidelijk. Met de voorliggende begroting mikt de
regering op de korte termijn. De begroting 2006 mag dan op papier
wel in evenwicht zijn, ze is mijns inziens volledig gebaseerd op
budgettair drijfzand. De optimistische groeiprognose, de arbitraire
bijdrage van de eenmalige maatregelen en dus het gebrek aan
structurele maatregelen, de fiscale aanval op de kleine spaarder
enzovoort zorgen ervoor dat de problemen naar de toekomst worden
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
doorgeschoven. Door het feit en dat heb ik daarstraks al bij de
aanvang van de begrotingsbespreking naar voren gebracht dat wij
momenteel over helemaal geen informatie beschikken aangaande de
financieringsbehoeften van de overheid dat heeft natuurlijk te
maken met het ontbreken van het jaarverslag van de Hoge Raad van
Financiën , vrees ik een beetje voor de houdbaarheidsdatum van de
begroting en dus ook van uw begrotingsbeleid, mevrouw de minister.
In de zeven jaar waarin ik in de Kamer aan de
begrotingsbesprekingen deelneem, is het de eerste keer dat wij het
zonder verslag van de Hoge Raad van Financiën moeten doen. Zowel
van de voorzitter van de commissie als van de voorzitter van de
Kamer heb ik denk ik een onvoldoende antwoord gekregen. De
intenties van de minister van Begroting zijn wat dat betreft nogal
mager. Het enige wat u met betrekking tot de voorliggende begroting
kunt doen, is u goed voorbereiden op de eerste begrotingscontrole.
Dan zullen we een eerste indicatie hebben over in welke mate
onderhavige begroting op drijfzand is gebouwd en hoever zij in het
drijfzand is gezakt. Dan zal waarschijnlijk de kat op de koord komen.
Wat de voorliggende begroting betreft, hebt u ons alleszins niet
kunnen overtuigen. Ik dank u voor uw aandacht.
01.59 Eric Massin (PS): Monsieur le président, madame et
monsieur les vice-premiers ministres, mes chers collègues, j'entends
bien comme certains intervenants l'ont relevé que nous n'avons
pas eu d'avis du Conseil supérieur des Finances. Je crois savoir qu'il
ne s'agit pas d'un avis obligatoire, contrairement à l'avis de la Cour
des comptes dont nous disposons.
Le seul élément, lié à l'absence d'avis du Conseil supérieur des
Finances, qui peut être ennuyeux est la perspective plus globale sur
le budget. Lorsque le Conseil supérieur des Finances sera réinstallé,
j'espère que nous pourrons avoir un avis sur ce budget même s'il
pourrait être considéré comme étant un peu tardif.
Outre ce détail, nous pouvons nous féliciter d'un budget qui est à
nouveau en équilibre, malgré un surplus primaire en légère
régression, comme certains l'ont relevé. Il faut parfois savoir s'en
contenter, compte tenu de certains investissements qui doivent être
faits dans certains départements, qui sont des investissements plus
que nécessaires, étant donné que ceux-ci ont été quelque peu
négligés.
Il faut donc souligner que nous avons atteint un bon résultat, surtout si
on le compare avec les Etats voisins. Il ne s'agit évidemment pas
uniquement d'un leitmotiv que de le dire mais quand on doit se
satisfaire d'une comparaison, il est bon de le rappeler.
Cet équilibre nous avons déjà eu l'occasion d'en discuter pourrait
peut-être être remis en cause par la requalification de certaines
opérations par Eurostat, telles que la titrisation de l'arriéré fiscal et la
reprise du fonds de pension de la SNCB. Dans le pire des cas,
comme M. le ministre des Finances nous l'a expliqué en commission,
nous arriverions à un déficit budgétaire de 2,7%, ce qui me semble
être une bonne performance dans un certain contexte européen.
Voyons ce qui se passe en France, en Allemagne et dans d'autres
01.59 Eric Massin (PS): Men kan
weliswaar betreuren dat de Hoge
Raad van Financiën zijn advies
dat niet verplicht is - niet heeft
kunnen bezorgen en wij hopen dat
hij dat zal doen zodra hij opnieuw
is geïnstalleerd.
Het primair overschot daalt lichtjes
omdat sommige departementen,
die in het verleden wat werden
verwaarloosd, nood hebben aan
investeringen. Wij verheugen ons
echter over het begrotings-
evenwicht. Eurostat kan bepaalde
verrichtingen nog herkwalificeren,
maar in het slechtste geval komt
men uit op een begrotingstekort
van 2,7%, wat een goede score
blijft in vergelijking met onze
Europese buurlanden. De groei is
niet echt buitengewoon, maar over
de periode 2004-2006 is hij
niettemin hoger dan het Europees
gemiddelde en slagen wij er
ondanks alles in de begroting in
evenwicht te houden.
In tegenstelling tot die van onze
Europese partners blijft onze
overheidsschuld dalen: in 1997
bedroeg zij nog 136,7%, terwijl ze
nu uitkomt op 94,3% van het BBP
en onze doelstelling voor eind
volgend jaar 90,7% is.
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
Etats, tels que l'Italie et la Grèce, et considérons le fait que les
résultats de la croissance économique n'ont pas toujours été présents
pour bien soutenir l'équilibre du budget. Si cette croissance n'est pas
nécessairement extraordinaire, notre croissance économique, sur la
période 2004 à 2006, est néanmoins supérieure à la moyenne
européenne et nous parvenons, malgré tout, à conserver un budget
en équilibre.
En dépit de tout ce qui peut nous être reproché, il me semble aussi
important de souligner que nous continuons à diminuer sensiblement
la dette publique. Pour rappel, en 1993, la dette publique s'élevait à
136,7% du PIB; aujourd'hui, elle atteint 94,3% du PIB avec un objectif
de 90,7% pour la fin de l'année prochaine. A cet égard, il est bon de
relever que nos partenaires européens ne suivent pas toujours le
même parcours.
En effet, la dette publique de certains Etats ne fait, quant à elle,
qu'augmenter.
Par conséquent, outre ce budget en équilibre, nous pouvons nous
réjouir de la diminution de la dette publique.
J'ai entendu beaucoup de critiques sur certaines opérations uniques
qui ont été effectuées. S'il est vrai que certaines ne sont pas
nécessairement uniques, on peut aussi constater que d'autres
opérations prévues ne sont pas toujours réalisées comme, par
exemple, la vente de l'ambassade à Tokyo. Les critiques évoquant les
ventes prévues mais non réalisées reviennent systématiquement
dans le cadre de la discussion budgétaire ou de questions posées en
commission des Finances. Si une opération prévue n'a pas été
réalisée, cela signifie simplement qu'elle n'était pas nécessaire
compte tenu de l'évolution de la croissance économique et des
rentrées fiscales.
Néanmoins, certaines opérations, même si elles peuvent être
critiquées et critiquables, me semblent participer à la modernisation
de la gestion de l'Etat. Je pense à certaines opérations au niveau de
La Poste, de la SNCB et de Belgacom qui étaient, au départ, des
consolidations stratégiques et qui ont eu un impact sur ces
entreprises et sur les opérations budgétaires.
Par ailleurs, il convient de souligner que ce budget s'inscrit dans une
perspective à plus long terme, notamment dans le cadre du
programme de stabilité 2005-2008, l'objectif étant de préparer les
finances publiques au vieillissement de la population en réduisant le
taux d'endettement et en préparant les conditions qui permettront
peut-être nous l'espérons de dégager un surplus budgétaire afin
d'alimenter ce fonds de vieillissement.
On doit donc se féliciter d'un budget en équilibre. Pour rappel, ce
budget doit rester avant tout un instrument au service des politiques
gouvernementales. Il est important de rappeler que le budget n'est
pas nécessairement une fin en soi mais bien un moyen qui doit
permettre la mise en oeuvre de politiques, soutenir l'activité
économique et la création d'emplois. Je crois que dans le contexte
économique actuel rappelons-nous la croissance économique
dégagée l'année dernière cette série de budgets en équilibre a
permis un certain amortissement économique. La Belgique a connu
De eenmalige operaties zijn niet
altijd eenmalig en het is niet zo dat
ze sowieso voor de begroting
moeten worden uitgevoerd. Onze
ambassade in Tokyo bijvoorbeeld
is nog steeds niet verkocht.
Sommige van die operaties
beogen tegelijk de modernisering
van het overheidsapparaat. Dit is
onder andere het geval voor De
Post, de NMBS of Belgacom.
Deze begroting kadert in het
stabiliteitsprogramma 2005-2008
en strekt ertoe de overheids-
financiën op de vergrijzing van de
bevolking voor te bereiden door de
schuldenlast te verlichten en de
voorwaarden te scheppen die de
opbouw van een begrotings-
overschot mogelijk maken.
Die goede begrotingsresultaten
laten ons toe een beleid te voeren
dat op steun aan economische
activiteiten en het scheppen van
banen is gericht.
Dankzij die opeenvolgende
begrotingen in evenwicht hebben
we de economie wat meer
ademruimte kunnen geven en
belangrijke verbintenissen kunnen
aangaan. Ik denk hierbij op de
eerste plaats aan de financiering
van de sociale zekerheid. De
Belgische groei is groter dan die
van de andere landen. Het
bestedingspatroon van de
gezinnen is op een hoog peil
gebleven. Uit de indexcijfers van
het vertrouwen en de tevredenheid
van de gezinnen en de
investeerders blijkt dat wij ons
boven het Europees gemiddelde
situeren.
Wij verheugen ons over de
prioriteit die aan de structurele
herfinanciering van de sociale
zekerheid wordt gegeven, de
aanpassingen aan de welvaart, de
investeringen inzake mobiliteit en
de gerichte lastenverlagingen.
De maatregelen inzake de
financiering van de sociale
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
une croissance supérieure aux autres pays, la consommation des
ménages a été soutenue. Si l'on examine les indices de satisfaction et
de confiance des ménages et des investisseurs, la Belgique se situe,
à de nombreux égards, dans des fourchettes supérieures à la
moyenne européenne, surtout au niveau des investissements des
entreprises. Malgré des engagements importants réalisés surtout en
termes de financement de la sécurité sociale, l'amortissement
effectué grâce à ces budgets en équilibre est un gage de confiance
pour notre population.
A cet égard, nous ne pouvons que nous féliciter des choix opérés qui
mettent clairement en avant les priorités que sont le refinancement
structurel de la sécurité sociale, les adaptations au bien-être, les
investissements en matière de mobilité et les réductions de charges
qui sont ciblées. Nous nous félicitons tout particulièrement de ces
mesures prises pour assurer le financement de la sécurité sociale
ainsi que du fait qu'il est extrêmement important que ce financement
ne repose plus uniquement sur le travail, donc que cette base ait pu
être élargie. Qu'une partie des recettes provenant du précompte
mobilier soit affectée à la sécurité sociale, tout comme une partie des
recettes liées aux accises ou encore à la cotisation d'emballage, est
assurément un pas dans la bonne direction. J'aurai peut-être
l'occasion de revenir sur d'autres évolutions en termes de fiscalité à
cet égard.
Au-delà de cette question du financement, il me semble essentiel que
soit reconnu, dans notre société, le rôle de la sécurité sociale comme
fondement - de la même manière qu'une politique budgétaire
équilibrée -, d'un climat de sécurité qui participe comme tel au
dynamisme économique de notre pays. C'est dans ce cadre
également qu'il y a lieu de souligner l'importance du mécanisme de
liaison au bien-être. Rappelons que sans cette sécurité sociale,
nombre de Belges auraient un revenu inférieur au seuil de pauvreté
et, dès lors, que nous ne serions pas, dans le cadre de ces
instruments statistiques, dans les trois pays au sein desquels les
amortisseurs sociaux fonctionnent le mieux et dans lesquels la
population bénéficie d'un revenu relativement plus confortable que
dans certains autres Etats, notamment européens.
Dans le cadre général du contrôle strict des dépenses publiques, le
gouvernement a toutefois mobilisé les moyens nécessaires pour que
certaines priorités restent garanties. Je l'ai déjà dit au niveau de la
sécurité sociale mais il en est de même, il faut le souligner, en
matière de justice et de sécurité, pour lesquelles le scénario de
croissance a été maintenu à 5,5%, mais également en matière de
mobilité puisque le budget d'investissement pour la SNCB augmente,
passant de 815 millions d'euros à 982,1 millions d'euros.
Enfin, que l'emploi soit également une priorité, cela va presque sans
dire. Mais il faut le répéter, l'emploi pour tous doit être notre priorité à
tous et à tout moment. On peut dès lors, avec cet objectif à l'esprit,
souligner les efforts consentis en matière de recherche et
développement en espérant que ces efforts pour soutenir l'innovation
débouchent sur une croissance créatrice d'emploi. Cela passe
principalement par des dispenses de versement du précompte
professionnel, mesure qui est uniformisée pour le public et le privé.
J'attire l'attention sur le fait que ces choix ne doivent pas appauvrir la
recherche publique et, à cet égard, je pense notamment au FNRS.
zekerheid berusten niet alleen
meer op de arbeid, aangezien een
gedeelte van de inkomsten uit de
roerende voorheffing, van de
accijnzen en van de verpakkings-
heffingen naar de sociale
zekerheid zullen gaan.
Afgezien van de financiering, moet
de rol van de sociale zekerheid
worden erkend als instrument voor
het garanderen van een klimaat
van vertrouwen dat het
economisch dynamisme van ons
land ten goede moet komen.
Bij de strenge controle van de
overheidsuitgaven heeft de
regering de nodige middelen
bijeengebracht om de realisatie
van sommige van haar prioriteiten
te garanderen. Behalve de sociale
zekerheid, moet ook worden
gewezen op de maatregelen
inzake justitie, veiligheid en
mobiliteit.
De werkgelegenheid moet voor elk
van ons en te allen tijde een
prioriteit zijn. Wij onderstrepen dan
ook dat grote inspanningen
worden geleverd op het stuk van
onderzoek en ontwikkeling in de
hoop dat zij uitmonden in een
groeiscenario waarbij nieuwe
banen worden gecreëerd. Het
betreft voornamelijk vrijstellingen
van betaling van bedrijfs-
voorheffing ten voordele van
overheidsinstellingen en privé-
bedrijven.
Tijdens de begrotings-
besprekingen werden een aantal
kwesties die verband houden met
de belasting op de niet-gebruikte
productie-eenheden, de aard van
de eenheden die zullen worden
belast en de gehanteerde
berekeningsmethoden echter niet
uitgeklaard.
Ik ga verder met het onderdeel
Financiën.
Het aanhouden van de belasting-
hervorming betekent weliswaar
een bepaalde kost voor de
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
Au niveau du budget, je poserai une simple question, mais qui peut
avoir une incidence. Quelle est cette taxe sur les unités de production
non utilisées qui devrait rapporter 150 millions d'euros? Quelles sont
les unités qui seront taxées et comment en arrive-t-on à ce chiffre? Je
ne crois pas que les discussions budgétaires aient permis d'obtenir
tous les éclairages à ce sujet.
Je me permettrai donc, après cette discussion générale, d'entrer dans
la partie "Finances". Etant membre de la commission des Finances et
du Budget, il me semble important d'aborder ce volet.
La réforme fiscale sera maintenant pleinement réalisée, avec peut-
être un coût important pour les finances publiques certains se sont
plu à le souligner mais aussi avec d'importants avantages. On ne
peut nier l'influence de cette réforme fiscale sur la croissance
économique et sur la consommation des ménages qui ont joué le rôle
d'amortisseurs en une période qui, malheureusement, ne nous a pas
permis d'obtenir une croissance économique du niveau de celle Etats-
Unis mais largement supérieure quand même à ce qui a été réalisé
dans certains pays européens.
A cet égard, cependant, il me semble utile de commencer à repenser
nous y viendrons certainement l'intégralité de la politique fiscale et
ce, pour la mettre au service des politiques sociales et économiques.
Certains éléments au niveau de cette partie "Finances" peuvent
susciter des questions auxquelles il conviendra de répondre dans un
avenir proche.
Nous avons, outre une réforme fiscale à l'impôt des personnes, une
réforme fiscale à l'impôt des sociétés. Une évaluation avait été prévue
dans le cadre de cette réforme à l'ISOC. La question qui se pose est
de savoir quand cette évaluation pourra être disponible afin que les
éléments de croissance qui auraient pu être dégagés et qui devraient
avoir été dégagés puissent être concrétisés. Il serait sans doute utile
qu'à cet égard, le Parlement dispose des chiffres en recettes et en
impact.
Enfin, en commission, j'ai pu poser des questions au sujet de la lutte
contre la fraude fiscale et demander de nous communiquer certains
chiffres.
Je peux comprendre que certaines informations doivent rester
relativement discrètes afin de protéger l'efficacité de ces mesures. Il
me semble toutefois important que nous disposions de chiffres en
termes de rentrées propres, hors ISOC et IPP, afin de voir ce que la
lutte contre la fraude fiscale permet de récupérer et son impact en
termes de recettes. Dans le cadre du montant inscrit dans le budget
2005, par exemple, on faisait état d'environ 220 millions d'euros.
Quels ont été les résultats engrangés? Sans entrer dans les détails,
quelles ont été les mesures prises? Quels ont été les résultats
spécifiques des actions sectorielles menées?
Un élément qu'il me semble important de souligner dans le cadre de
la modernisation de ce département est le marché de la "Tower
House". Il a été attribué mais un recours au Conseil d'Etat a été
introduit. Monsieur le ministre des Finances, je souhaiterais connaître
overheidsfinanciën, ze brengt ook
belangrijke voordelen met zich
mee. De belastinghervorming
heeft inderdaad een positieve
invloed op de economische groei,
op de consumptie van de gezinnen
en vervult ook een bufferrol. Op
dat vlak is het nuttig om het fiscaal
beleid te herzien zodat het ten
dienste kan gesteld worden van
het sociaal en het economisch
beleid. Sommige
elementen
roepen vragen op waar we
misschien in de nabije toekomst
een antwoord op zullen moeten
geven.
De belastinghervorming slaat op
de personenbelasting en op de
vennootschapsbelasting.
Wanneer zal de evaluatie in het
kader van de hervorming van de
vennootschapsbelasting klaar zijn?
Op grond van die evaluatie kunnen
namelijk de groei-elementen aan
het licht komen en
geconcretiseerd worden. Het
Parlement zou over die cijfers
moeten kunnen beschikken.
Wat betreft de strijd tegen de
fiscale fraude, zouden we,
ondanks de vereiste discretie in
deze materie, toch over de nodige
cijfers van de eigenlijke
inkomsten, naast die van de
vennootschapsbelasting en de
personenbelasting, moeten
kunnen beschikken. Zo kunnen we
de impact van de strijd tegen de
fiscale fraude op het vlak van de
inkomsten evalueren.
Een voorbeeld: de begroting 2005
maakt gewag van ongeveer 220
miljoen euro terwijl we geen
kennis hebben van de geboekte
resultaten, noch van de genomen
maatregelen, noch van de
specifieke resultaten van bepaalde
sectorale acties.
In het kader van de modernisering
van het departement Financiën
nodig ik de minister uit om ons zijn
standpunt mee te delen over het
beroep dat werd aangetekend bij
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
votre attitude quant à ce recours et surtout à un éventuel report des
crédits concernant ce marché.
Vous avez rapporté qu'en termes de matériel comme de formation, la
modernisation des Finances était en bonne voie et que nous devrions
voir bientôt ce qu'il en était de la réforme de la procédure fiscale.
J'espère que nous pourrons concrétiser ces mesures et observer
leurs effets positifs avant la fin de la législature.
Certains collègues ont évoqué la création d'une Sicafi pour les
immeubles et donc la réforme de la Régie des Bâtiments. J'ai déjà eu
l'occasion de m'exprimer au sujet de certaines opérations uniques qui
ont été critiquées. Cela me semble relever de la modernisation de la
gestion de l'État. Relevons qu'on a de plus en plus souvent recours à
des Sicafi, notamment les entreprises, et ce afin de lever des moyens
financiers. Dans le cas de la Régie des Bâtiments et donc la Sicafi
pour les immeubles, il me semble qu'il faudrait s'assurer que l'argent
ainsi récolté pourra être destiné à la Régie, en tout cas ce qui n'aura
pas été placé dans la Sicafi, afin de procéder à l'entretien et surtout à
la rénovation de ces bâtiments de l'État dont certains ont un grand
besoin.
Revenir sur la gestion des bâtiments, des Sicafi et de la rénovation,
c'est aussi revenir au problème des recettes non fiscales liées à la
vente des bâtiments, outre le problème de la vente de l'ambassade
de Tokyo sur lequel je ne m'étendrai pas. Malgré tout, si on ne
procède pas à cette vente, nous devrions faire face à un manque
d'environ 150 millions d'euros. Monsieur le ministre, quelles sont vos
intentions en la matière, plus particulièrement pour les terrains du FIF
les terrains ferroviaires et le bâtiment INS situé rue de Louvain?
J'ai déjà eu l'occasion de lire ce qu'il en était dans la presse bien
informée et je n'ignore pas la vente publique qui va avoir lieu avec une
mise de départ de 25 millions d'euros, pour autant que les
informations fournies par la presse soient correctes.
Un élément souvent mis en avant en raison de son possible impact
budgétaire est la suppression de l'article 9 concernant les intérêts
notionnels. À part un questionnement sur l'impact fiscal de cette
suppression sur les recettes, nous ne pouvons que souligner les
aspects positifs de la mesure, même si on peut déplorer son impact
sur l'emploi. Peut-être avez-vous des chiffres, monsieur le ministre
des Finances, pour contrer certaines objections qui seront
certainement soulevées? Au regard de la loi sur les intérêts
notionnels et par rapport à ce qui se faisait au préalable au niveau des
centres de coordination, nous n'avons plus de mesure d'obligation
d'emploi ou de maintien de l'emploi.
Néanmoins, il semblerait, et c'est la raison pour laquelle je souhaitais
savoir si vous aviez déjà des éléments quant à l'impact fiscal sur les
recettes, que certains organismes commencent à mettre sur pied ou
à envisager des montages, que l'on pourrait qualifier de douteux, de
création de sociétés écrans et d'ingénierie fiscale qui entraînerait un
usage abusif de la loi sur les intérêts notionnels. Votre administration
a-t-elle déjà commencé la réalisation d'études à ce sujet? Quelles
mesures pourraient-elles être prises pour éviter ce recours?
Selon moi, il y a lieu de souligner aussi une correction qui est faite en
faveur des prépensionnés avec la fin de la discrimination fiscale entre
de Raad van State na de
toewijzing van de opdracht inzake
Data Warehouse, meer bepaald
wat betreft een eventueel uitstel
voor het verlenen van de
kredieten.
De oprichting van een vastgoed-
bevak en de hervorming van de
Regie der Gebouwen kaderen in
de modernisering van het
staatsbeheer. We zullen erover
waken dat het ingezamelde geld
wel degelijk aan het onderhoud en
de renovatie van de
staatsgebouwen wordt besteed.
Het beheer van de gebouwen
brengt ons tot het probleem van
de niet-fiscale ontvangsten uit de
verkoop van gebouwen. Ik zou
graag vernemen wat de minister in
dat verband van plan is, meer
bepaald met de spoorwegterreinen
en met het NIS-gebouw in de
Leuvenseweg. Volgens pers-
berichten zou dat gebouw
openbaar worden verkocht, met
een instelprijs van 25 miljoen euro.
Naast de vermoedelijke fiscale
gevolgen, zou de schrapping van
artikel 9 betreffende de notionele
intresten ook een weerslag
kunnen hebben op de werk-
gelegenheid. Beschikt u over
cijfers die de opgeworpen
bezwaren tegenspreken? De wet
betreffende de notionele intresten
omvat niet langer verplichtingen op
het vlak van de werkgelegenheid
of het behoud van de
werkgelegenheid, dit in
tegenstelling tot de bepalingen met
betrekking tot de coördinatie-
centra.
Sommige organismen overwegen
evenwel om hun toevlucht te
nemen tot twijfelachtige
constructies, zoals de oprichting
van fictieve bedrijven of fiscale
spitsvondigheden, wat tot misbruik
van deze wet zou leiden.
Heeft uw administratie studies ter
zake aangevat en welke
maatregelen zou zij kunnen
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
les anciens et les nouveaux prépensionnés. L'individualisation du
calcul étant la règle pour les anciens, ce dernier sera désormais
applicable aux nouveaux, ce qui est tout à fait louable.
J'en arrive au dernier élément qui a trait à la ristourne mazout dont on
parle beaucoup.
Vous avez entendu la position prise par votre collègue, M. Dupont,
quant à la mise sur pied d'un fonds structurel. Il serait opportun de
réfléchir à cet élément. En effet, suivant toutes les analyses qui ont
été faites, le coût de l'énergie dans les années à venir on parle
aujourd'hui du pic de production du pétrole n'ira certainement pas
en diminuant. On parle d'un prix normal du baril à 60, voire 70 dollars.
D'ici quelques années, mais ne soyons pas pour autant pessimistes,
le prix du baril pourrait repartir à la hausse. Dès lors, ne devrait-on
pas envisager, en tout cas pour les plus démunis de notre population,
la mise sur pied d'un fonds structurel?
Par ailleurs, il me semble important de souligner l'effort consenti par
l'Etat fédéral en faveur des établissements collectifs et le mécanisme
de coopération mis en place avec les Communautés. Toutefois, ne
faudrait-il pas privilégier le versement direct de ces montants aux
Communautés alors que l'administration fiscale semble déjà bien
occupée avec le versement aux particuliers?
Les éléments qui viennent d'être soulevés n'étant pas dirimants, c'est
au regard du budget en équilibre mis au service des politiques que le
groupe socialiste votera avec confiance ce budget.
nemen om die praktijken te
voorkomen?
De fiscale discriminatie tussen de
oude en de nieuwe brug-
gepensioneerden wordt weg-
gewerkt doordat de individuele
berekening voortaan op iedereen
van toepassing zal zijn.
Wat de korting op de
stookoliefactuur betreft, berichtte
uw collega de heer Dupont over de
mogelijke oprichting van een
structureel fonds. Aangezien een
daling van de energieprijzen niet in
het verschiet ligt, ware het wellicht
interessant die mogelijkheid in
overweging te nemen.
Bovendien heeft de federale
overheid een inspanning geleverd
ten gunste van de gemeenschaps-
voorzieningen. Ware het niet
gepast om, in het kader van de
samenwerking met de
Gemeenschappen, die bedragen
rechtstreeks aan de
Gemeenschappen uit te betalen?
De PS-fractie zal deze begroting
met vertrouwen goedkeuren.
Le président: Chers collègues, quatre membres de notre assemblée doivent encore intervenir, à savoir de
heren Tommelein en De Groote, Mme Nagy en de heer Bogaert.
Je vous propose de poursuivre nos travaux jusque 13.15 heures. Nous lèverons ensuite la séance pour
reprendre notre discussion à 14.15 heures.
01.60 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw en
mijnheer de vice-eerste ministers, collega's, voor 2006 gaat de
regering opnieuw uit van een evenwicht op de begroting. Dat is de
zevende keer op rij dat een Belgische begroting in evenwicht of met
een licht overschot ingediend zal worden. Misschien moeten
sommigen toch eens nagaan of dat stilaan geen naoorlogs record aan
het worden is.
Collega's, onderhavige begroting is voor ons, liberalen, een goede
begroting. Wij zullen ze bijgevolg goedkeuren wegens de volgende
liberale accenten.
Ten eerste, er is een evenwicht, een evenwicht dat absoluut
noodzakelijk is om het vertrouwen van consumenten en producenten
in onze economie op peil te houden. Enkel met een evenwicht zal de
schuldgraad snel genoeg dalen om de kosten van de vergrijzing op
termijn te kunnen opvangen.
Dat het evenwicht voor 2006 geen onrealistische doelstelling is,
01.60 Bart Tommelein (VLD): Le
gouvernement se fonde à nouveau
sur un équilibre budgétaire pour
2006. Pour la septième année
consécutive, le budget de la
Belgique est en équilibre ou
présente un léger excédent, ce qui
pourrait bien constituer un record
d'après-guerre.
Le budget nous séduit par ses
accents libéraux et nous
l'adopterons donc.
L'équilibre est absolument
nécessaire pour conserver la
confiance des consommateurs et
des producteurs dans l'économie.
Ce n'est qu'à ce prix que le taux
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
bewijzen de cijfers. De groeihypothese van 2,2% die gehanteerd werd
bij de begrotingsopmaak in september, wordt nog steeds ondersteund
door de Nationale Bank en door het IMF. Recente ramingen wijzen
trouwens op een krachtige herleving van de groei in de eurozone, in
het bijzonder bij onze belangrijkste handelspartners: Duitsland en
Frankrijk. Het is dus helemaal niet uitgesloten dat de groei ook in
België uiteindelijk nog iets hoger uitvalt dan oorspronkelijk werd
geraamd.
Ondanks de hoge olieprijzen en de sociale onrust die werd gecreëerd
over het Generatiepact, blijven ook het consumenten- en het
producentenvertrouwen volgens de Nationale Bank toenemen. De
regering moet zich dus helemaal niet van de wijs laten brengen door
allerlei onheilspellende prognoses van sommigen. Het is ondertussen
inderdaad een traditie geworden dat men de voorbije zeven jaar
systematisch pessimistischer was dan dat de resultaten achteraf
bleken.
Niettemin raden wij de regering aan de nodige voorzichtigheid in acht
te nemen. De hoge olieprijzen wakkeren de inflatie aan en zijn nog
steeds in staat de goede en positieve groeivooruitzichten te
hypothekeren. Hoewel het reeds voorbarig is om exacte berekeningen
te maken over de impact van de recente rentestijgingen op de
overheidsuitgaven, is ook daar toch waakzaamheid geboden.
Misschien zal net als dit jaar een eenmalige budgetcontrole niet
volstaan om de begroting op koers te houden. Daarom moet de
minister werk maken van een continue monitoring van de ontvangsten
en uitgaven, om op die manier tijdig bijsturingen te kunnen verwerken.
In de begroting in evenwicht valt ook de stabilisatie van het primair
saldo op, dat in tegenstelling tot de gestadige afkalving van de
voorbije drie jaar. Wij moeten ons ervan bewust zijn dat het
begrotingsevenwicht bij een forse daling van de overheidsontvangsten
als gevolg van de verlaging van de personenbelasting enkel kon
gerealiseerd worden door een strakke beheersing van de uitgaven.
De begroting voor 2006 is dan ook de zuinigste begroting van de
voorbije zeven jaar, daar de uitgaven van de departementen, met
uitzondering van Mobiliteit en Justitie, slechts met 0,3% zullen stijgen.
Nog opmerkelijk aan deze begroting is dat de federale overheid voor
het eerst een overschot zal realiseren op haar vorderingensaldo, met
name van min 0,1% in 2005 naar plus 0,1% in 2006. In 2007 zal dit
overschot zelfs oplopen tot 0,5% van het bruto binnenlands product.
De ontvangsten van de Gewesten en Gemeenschappen zullen,
ingevolge de financieringswet, fors stijgen in 2006 en dit zowel
wegens de doorrekening van de inflatie in de stortingen 2006 als
wegens de verdere explosieve groei van de Gewestelijke belastingen.
Het is in een federale logica dan ook niet meer dan normaal dat ook
de Gewesten en de Gemeenschappen hun verantwoordelijkheid
opnemen door een stuk van deze extra middelen te reserveren.
Niettemin zal entiteit 2 - de Gemeenschappen, de Gewesten en de
lokale overheden - in 2006 een tekort realiseren van 0,2% van het
bruto binnenlands product. De steeds terugkerende bewering van
oppositiepartij CD&V, dat de gezamenlijke overheid slechts een
evenwicht kan realiseren dankzij de begrotingsinspanningen van
d'endettement diminuera suffisam-
ment vite pour permettre de faire
face aux coûts futurs du
vieillissement de la population. La
Banque nationale et le FMI
confirment l'hypothèse de
croissance de 2,2% qui a été
utilisée lors de la confection du
budget. Des estimations récentes
annoncent une forte reprise
économique dans la zone euro et
plus particulièrement chez nos
principaux partenaires commer-
ciaux que sont l'Allemagne et la
France. La croissance belge
pourrait même dépasser
l'estimation initiale.
Selon la Banque nationale, la
confiance des producteurs et des
consommateurs est à la hausse,
malgré le niveau élevé des prix du
pétrole et les remous sociaux
générés par le contrat de solidarité
entre générations. Le gouverne-
ment doit cependant rester
prudent. La hauteur des prix du
pétrole risque d'attiser l'inflation et
d'hypothéquer les prévisions de
croissance. La hausse des taux
peut avoir un impact sur les
dépenses de l'État. Un contrôle
budgétaire unique est pour cette
raison probablement insuffisant. Il
serait nécessaire de surveiller en
continu les recettes et les
dépenses de manière à pouvoir
intervenir à temps.
Il est frappant de constater que le
solde primaire s'est stabilisé.
L'équilibre budgétaire n'est
possible que si l'on maîtrise
strictement les dépenses. Il s'agit
donc du budget le plus économe
de ses sept dernières années. Les
dépenses des différents
départements, à l'exception de la
Justice et de la Mobilité,
n'augmentent que de 0,3%. Pour
la première fois, l'État fédéral va
générer un solde de financement
avec un excédent de 0,1% du PNB
en 2006 et même de 0,5% du PNB
en 2007. En vertu de la loi de
financement, les recettes des
Communautés et Régions vont
connaître une croissance très
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
entiteit 2, wordt hierdoor ontkracht.
Zoals te verwachten, heeft dit CD&V meteen ertoe verleid om een
nieuw stokpaardje naar boven te halen, zijnde de bekritisering van de
ontvangsten uit eenmalige operaties. Dat CD&V daarbij vergeet te
vermelden dat de regeringen-Dehaene uitblonken in het boeken van
eenmalige opbrengsten, zullen we maar toeschrijven aan een
selectief geheugen. Bovendien hoeven deze eenmalige operaties
helemaal niet als immoreel te worden beschouwd indien men uitgaat
van een evenwicht op de begroting, gekoppeld aan een drastische
verlaging van de personenbelasting.
Het wordt wel eens tijd dat CD&V kleur bekent over haar alternatief.
Wij als liberalen zullen immers nooit meestappen in het huidige Duitse
christen-democratische verhaal van forse belastingverhogingen,
roofbouw in de sociale uitkeringen en het optrekken van de
pensioenleeftijd in één ruk naar 67 jaar.
Ondanks het schizofrene gedrag van CD&V zijn deze eenmalige
operaties in het verleden wel degelijk succesvol gebleken. Meer zelfs,
de opbrengsten uit de effectisering van de achterstallige vorderingen
zullen in 2005 hoger uitvallen dan geraamd. Bovendien zullen de
meeropbrengsten worden geïnvesteerd in een betere en efficiënte
inning van de belastingen door de FOD Financiën zodat van deze
eenmalige maatregel wel degelijk een structurele meerwaarde uitgaat.
Ten slotte is het ook verkeerd om te beweren dat de eenmalige
opbrengsten dienen om de structurele uitgaven te dekken. Er moet
worden beklemtoond dat tegen deze eenmalige meevallers,
omvangrijke eenmalige tegenvallers staan voor een totaal bedrag van
955 miljoen euro.
De rekeningen van de lokale besturen, waarin CD&V toch ook niet
uitblinkt door afwezigheid, verslechteren. Dat is vooral gevoelig in dit
verkiezingsjaar 2006. Waar in de planning van het
stabiliteitsprogramma nog werd uitgegaan van een evenwicht voor de
lokale overheden in 2006, wordt nu uitgegaan van een tekort van
0,2% tot 0,3%. De tijdelijke verslechtering zal dus eind 2007 moeten
verdwijnen. De budgettaire tegenvaller voor 2006 bedraagt liefst 725
miljoen euro.
Een dubbel inflatie-effect zorgt voor een forse groei van de fiscale
ontvangsten van de Gemeenschappen en de Gewesten, waardoor de
ontvangsten die per saldo bij de federale overheid blijven, negatief
worden beïnvloed. Per saldo worden de eenmalige meevallers dus
bijna volledig geneutraliseerd door de eenmalige tegenvallers. Wij zijn
er ons echter terdege van bewust dat in de komende jaren een
structureel overschot op de begroting zal dienen te worden
gerealiseerd. Wij zullen daar als liberalen met onze fractie
nauwlettend op toezien.
Een tweede liberaal accent zien wij in de voortrekkersrol die België
vervult inzake de naleving van haar Europese engagementen op
begrotingsvlak. Dat de regering een unieke prestatie levert in de
Europese context, hoeft geen verder betoog. Samen met Finland is
België, als open economie, een van de weinige landen die een
overschot op de begroting weten te realiseren. Met een begroting in
evenwicht respecteren we bovendien opnieuw de Europese
importante. Il est donc normal
qu'elles prennent leurs
responsabilités et qu'elles
réservent une partie de ces
moyens supplémentaires au
désendettement. En 2006, l'entité
2 connaîtra un déficit de 0,2% du
PNB. Ceci infirme le credo du
CD&V selon lequel l'État ne serait
capable de réaliser un équilibre
que grâce aux efforts budgétaires
des Communautés et Régions
ainsi que des autorités locales.
Le CD&V dénonce aujourd'hui les
opérations uniques comme si les
gouvernements Dehaene ne s'en
étaient jamais rendus coupables.
Ces opérations uniques ne sont
toutefois pas répréhensibles
lorsqu'elles sont associées à un
équilibre budgétaire, qui va de pair
avec la réduction drastique de
l'impôt des personnes physiques.
Nous ne voulons nullement
adopter la solution choisie par les
démocrates-chrétiens allemands:
forte augmentation des impôts,
démantèlement des allocations
sociales et relèvement de l'âge de
la pension. Les opérations uniques
ont d'ailleurs porté leurs fruits par
le passé. Les revenus de la
titrisation des arriérés de créances
seront finalement plus élevés que
prévu en 2005 et seront investis
dans l'amélioration de la
perception de l'impôt, de sorte que
cette mesure unique présentera
quand même une plus-value
structurelle. Les recettes à
caractère unique ne servent par
ailleurs pas à couvrir des
dépenses structurelles. Des
facteurs défavorables contre-
balancent en effet les aubaines
uniques, pour un montant total de
955 millions d'euros. Les comptes
des administrations locales iront
ainsi dans le rouge pour l'année
électorale 2006. Cet écueil
budgétaire représente un montant
de 725 millions d'euros. Par
ailleurs, la croissance importante
des recettes fiscales des
Communautés et des Régions
influence négativement les
recettes fédérales.
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
engagementen uit het stabiliteitsprogramma 2005-2008 en leggen we
de basis om conform dit programma vanaf 2007 een overschot van
0,3% van het bbp te realiseren.
Nieuw en positief in de begroting 2006 is dat er reeds een
geloofwaardige projectie wordt gemaakt over hoe dit overschot in
2007 zal worden gerealiseerd. Dit is ook de Europese Commissie niet
ontgaan. In haar doorlichting van de Belgische economie prijst de
instelling systematisch de geloofwaardigheid van het gevoerde
Belgische begrotingsbeleid. Alvast ons land ontloopt zijn
verantwoordelijkheid niet waar het aankomt op een meer
doorgedreven economische integratie binnen de eurozone. Als
liberalen vinden wij ook dat het land in de toekomst deze
voortrekkersrol moet blijven spelen. Wij kunnen alleen maar pleiten
voor een nieuwe Europese dynamiek, gebaseerd op meer integratie
op sociaal-economisch vlak, als we zelf geloofwaardige resultaten
kunnen voorleggen.
Een derde liberaal accent betreft de versnelde schuldafbouw,
waardoor de Belgische schuldgraad steeds meer convergeert naar
het Europees gemiddelde. België wordt steeds meer de
onbetwistbare koploper in Europa inzake schuldafbouw. In 1993
bedroeg de schuldgraad nog 137% van het bbp. In 2005 wordt de
schuldafbouw afgeremd tot 94,3% door de overname van 7,4 miljard
euro NMBS-schulden. In 2006 zal de schuldafbouwtrend hernomen
worden en zal de overheidsschuld verder dalen tot 90,7%.
Dat moet onverminderd voortgezet worden, om de kosten van de
vergrijzing te kunnen opvangen. De middelen die vrijkomen uit de
lagere interestlasten, zullen kunnen worden aangewend voor
stijgende uitgaven als pensioenen en gezondheidszorg. Aan de
huidige trend, collega's, zal de Belgische schuldgraad afnemen tot
60% van het bbp in 2013. Door de oplopende tekorten in de eurozone
loopt de gemiddelde Europese schuldgraad steeds verder op. Over
drie jaar zal België bij de middengroep van de Europese landen
behoren, met een schuldgraad van 70 à 80% van het bbp. Wij hebben
dus een enorme weg afgelegd in de voorbije jaren.
Een vierde liberaal accent zijn de lastenverlagingen, die in 2006 op
kruissnelheid komen, met positieve gevolgen voor de
werkgelegenheid. De geplande hervorming van de personenbelasting
komt in 2006 op kruissnelheid en zal integraal en onverkort worden
uitgevoerd. De budgettaire weerslag voor 2006 bedraagt 1,3 miljard
euro. De belangrijkste maatregelen in de begroting betreffen de
aanpassing van de tariefstructuur, de verhoging van de forfaitaire
beroepskosten, de stimulering van het woon-werk-verkeer, de
verhoging van de belastingvrije som voor gehuwden en de decumul
van inkomsten voor gehuwden.
De belastingdruk, de totale fiscale ontvangsten, neemt, ten gevolge
van die operatie, in 2006 af van 28,1% naar 28% van het bbp, waarbij
in het bijzonder de lasten op arbeid fors zullen dalen met 0,6%. Om
de werkgevers aan te moedigen meer mensen in dienst te nemen, zal
het beleid van de verlaging van de lasten op arbeid in 2006
volgehouden en geïntensifieerd worden. Bovenop de bestaande
stimuli om jongeren aan te werven, zal een extra lastenverlaging
worden toegekend van maximaal 300 euro per kwartaal, de
jongerenbonus, uitgebreid met de jongerenbonus plus.
Un excédent structurel doit être
réalisé au cours des prochaines
années. Nous y serons attentifs.
La Belgique doit continuer à
remplir son rôle de précurseur en
matière de respect des règles
budgétaires européennes. Seules
la Belgique et la Finlande ont pu
réaliser un excédent budgétaire.
Avec un budget en équilibre, nous
respectons le Pacte de Stabilité
2005-2008 et nous jetons les
bases d'un excédent de 0,3% du
PIB à partir de 2007, notamment
par une intégration économique
poussée au sein de la zone euro.
Grâce à la résorption accélérée de
la dette, le taux d'endettement
belge évolue vers la moyenne
européenne. Le taux d'endette-
ment représentait encore 137% du
PIB en 1993, contre 94,30%
aujourd'hui et la tendance se
poursuivra en 2006, avec un taux
de 90,7%, ce qui est nécessaire
pour pallier les coûts du
vieillissement.
Les réductions de charges
atteindront leur vitesse de croisière
en 2006 et auront des consé-
quences positives sur l'emploi.
Leur incidence budgétaire s'élève
à 1,3 milliards d'euros. En 2006, la
pression fiscale totale passera de
28,1 à 28% du PIB. Ce seront
principalement les charges sur le
travail qui diminueront (de 0,6%) et
cette évolution devra encore être
renforcée pour permettre aux
employeurs de recruter plus de
personnel. 29.000 nouveaux
emplois auront été créés en 2005
et 30.000 devraient encore l'être
en 2006.
La sécurité sociale grèvera de
moins en moins le facteur travail et
la maîtrise des coûts en matière
de soins de santé porte ses fruits.
Dans le cadre du budget 2006, la
base de financement de la
sécurité sociale est sensiblement
élargie, notamment par le biais
d'une partie des recettes du
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
De vermindering van de bedrijfsvoorheffing op ploegenarbeid zal
worden opgetrokken van 2,5% tot 6,3% van het referentieloon. Eind
2005 zullen naar verwachting 29.000 nieuwe banen gecreëerd
worden. In 2006 zouden er nog eens 30.000 bijkomen. De totale
ontvangsten van de federale overheid en de sociale zekerheid dalen
gevoelig van 43,1 naar 42,5% in 2006.
Een vijfde en laatste liberaal accent is een sociale zekerheid die
steeds minder zal wegen op de factor arbeid en waarvan de
kostenbeheersing in de gezondheidszorg haar vruchten begint af te
werpen. In de begroting 2006 wordt de financieringsbasis voor de
sociale zekerheid gevoelig verruimd, met onder andere een deel van
de inkomsten uit roerende voorheffing en met tabaksaccijnzen. Op die
manier wordt niet alleen het financiële evenwicht van het stelsel
gegarandeerd. Er wordt ook bijkomende ruimte gecreëerd om de
factor arbeid verder te ontlasten.
De in 2005 genomen maatregelen om de groeitrend van de uitgaven
voor de gezondheidszorg af te buigen, werpen hun vruchten af. In
tegenstelling tot de ontsporingen van de voorbije jaren blijven de
uitgaven van de sociale zekerheid onder controle in 2005, een trend
die we moeten blijven bevestigen in 2006 en de volgende jaren.
Mevrouw de minister, collega's, de VLD-fractie zal deze begroting dan
ook met volle overtuiging goedkeuren.
précompte mobilier et des accises
sur le tabac. Ainsi, on garantit non
seulement l'équilibre financier du
système, mais on crée également
une marge supplémentaire pour
alléger le facteur travail.
Le VLD votera résolument en
faveur de ce budget.
01.61 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, collega's, ik zal proberen het kort te houden.
Ik stel vast dat onafhankelijke adviseurs buitenspel worden gezet. Ik
denk hierbij aan de Hoge Raad van Financiën en het Rekenhof. Deze
instanties smeken om ontbrekende documenten opdat zij advies
zouden kunnen geven, maar ze worden met een kluitje in het riet
gestuurd. Doorverwijzingen naar een eerste begrotingscontrole in de
loop van 2006 is een veelgehoord antwoord op vragen aan de
minister in commissievergaderingen.
Wij kunnen niet ontkennen dat internationale instanties weinig goeds
voorspellen. De werkgelegenheidsgraad ligt onder het Europees
gemiddelde en de economische groei staat op een laag pitje. Onze
modelstaat, zoals men het vaak stelt, is vaak geen model voor andere
staten. De Nationale Bank voorspelt trouwens een begrotingstekort
van 0,7% tegen 2007. Het zogenaamde begrotingsevenwicht is er
door heel wat eenmalige maatregelen. Er is geen echt structureel
begrotingsevenwicht, wat ook door het Rekenhof wordt bevestigd. Het
IMF waarschuwt niet voor de eerste keer voor het gebruik van niet-
structurele maatregelen. Ook de OESO-cijfers voorspellen weinig
goeds, dit alles terwijl de regering in begrotingsoverschotten voorziet
tegen 2007.
In het kader van deze begroting kan ik niet nalaten om in navolging
van collega Devlies te stellen dat de transfers vanuit Vlaanderen
onder paars blijven toenemen. Het Vlaams Parlement bezorgde ons
cijfers die we konden inkijken. Die cijfers wijzen op een meertransfer
van 1,2 miljard euro in 2003 ten opzichte van 1999. In het boek van
de Warande-werkgroep wordt gesteld dat het primair saldo voor
Vlaanderen positief is met 10,3%, terwijl het negatief is voor Wallonië,
01.61 Patrick De Groote (N-VA):
Le gouvernement a mis hors jeu
des conseillers indépendants. Le
Conseil supérieur des Finances et
la Cour des comptes ont demandé
une série de documents pour
pouvoir rendre un avis, mais on
les a envoyés promener. En
commission, la ministre s'est
contentée de répondre à de
nombreuses questions en se
référant au premier contrôle
budgétaire.
Les prévisions des instances
internationales sont maussades.
Notre taux d'emploi est inférieur à
la moyenne européenne et la
croissance économique est faible.
La Banque nationale prévoit un
déficit de 0,7% en 2007 et le FMI
met en garde, une fois de plus,
contre des mesures non
structurelles. De même, les
pronostics de l'OCDE ne sont pas
très optimistes.
Les transferts vers la Wallonie et
Bruxelles augmentent de nouveau.
Des chiffres émanant du
Parlement flamand montrent un
CRIV 51
PLEN 175
14/12/2005
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
met ongeveer -3% en in mindere mate negatief voor Brussel, met
0,3%.
Ik geef dit mee opdat de volgende regering het transferbeleid verder
transparant kan maken en een eerlijke solidariteit kan vooropstellen.
Collega's, het Rekenhof geeft in zijn advies van medio november
2005 de regering een veeg uit de pan. Het stelt dat de verantwoording
bij de Algemene Uitgavenbegroting niet werd ingediend of alleszins
niet op het ogenblik dat het Rekenhof zich daarover moest buigen en
dat vele van de beleidsnota's ontbraken. Dit lijkt me essentieel om de
kredieten te kunnen beoordelen in functie van de gemaakte
beleidskeuzes. Het Rekenhof stelt ook dat de kwaliteit van de
verantwoording benedenmaats is en dat de verstrekte informatie
onevenwichtig is. Het grootste hiaat wordt gevormd door de
afwezigheid van informatie over de inkomsten, genererende
maatregelen. Het Rekenhof spreekt van een ernstige tekortkoming,
niet het minst omdat de regering het vooropgestelde
begrotingsevenwicht in belangrijke mate wenst te realiseren door het
creëren van die bijkomende inkomsten.
Wat het structureel kader van het begrotingsevenwicht betreft, wijst
het Rekenhof erop dat het vooropgestelde begrotingsevenwicht in
belangrijke mate wordt bereikt door niet-structurele maatregelen.
Naast vele eenmalige maatregelen hoopt de regering op slechts
enkele structurele maatregelen zoals de verbreding van de fiscale
basis, onder meer met het oog op de herfinanciering van de sociale
zekerheid en de kostenbeheersing in de sociale zekerheid. Dit is
ondermaats.
Twee andere kritieken van het Rekenhof zijn de volgende. Wat de
voorliggende begroting betreft, stelt het Rekenhof bijzonder kwetsbaar
te zijn voor een eventueel tegenvallende economische groei. Door het
niet verschijnen in 2005 van het jaarverslag van de afdeling
financieringsbehoeften van de overheid, van de Hoge Raad van
Financiën - de eerste keer dat dit gebeurt sinds de Hoge Raad
bestaat -, is het voor het Rekenhof onmogelijk om de houdbaarheid
van het begrotingsbeleid op middellange en lange termijn correct te
beoordelen. Dit heeft onder meer tot gevolg dat geen enkele
aanbeveling kan worden gedaan betreffende het financieringssaldo
en de schuldgraad die de verschillende overheden in acht moeten
nemen om de goede uitvoering van het convergentieplan van België
mogelijk te maken. Dit tart alle verbeelding.
Ten slotte merkt het Rekenhof op dat het ingevolge de organieke wet
op het Zilverfonds, die stelt dat de reserves enkel mogen worden
gebruikt om de extra uitgaven verbonden aan de vergrijzing te
financieren op voorwaarde dat de verhouding van de overheidsschuld
en het bbp kleiner is dan 60%, geenszins zeker is dat de door
regering geplande opbouw en structurele financiering van dat
Zilverfonds kan kloppen.
Het is dan ook mijn bescheiden mening dat deze begroting een
zoveelste amateuristische poging is om en de waarheid te
verdoezelen en de bevolking een rad voor ogen te draaien. Ik vind het
erg dat aan het Rekenhof en de Hoge Raad van Financiën
fundamentele informatie wordt onthouden zodat deze toch
eerbiedwaardige instellingen hun werk niet op een deftige en correcte
transfert supplémentaire de 1,2
milliard d'euros en 2003 par
rapport à 1999 et le groupe de
réflexion "De Warande" fait état
d'un solde primaire positif de
10,3% en Flandre, contre un solde
négatif de 3% en Wallonie et de
0,3% à Bruxelles.
La Cour des comptes donne un
sérieux coup de semonce au
gouvernement. La justification du
budget général des dépenses n'a
pas été déposée à temps et de
nombreuses notes de politique
générale manquent à l'appel. La
justification est d'une qualité
médiocre et les informations
fournies sont insuffisantes, surtout
au niveau des mesures
génératrices de revenus.
Selon la Cour des comptes, des
mesures non structurelles ont été
utilisées pour atteindre l'équilibre.
Seuls l'élargissement de la base
fiscale et la maîtrise des coûts
dans la sécurité sociale sont
d'ordre structurel.
À en croire la Cour des comptes,
le budget reste particulièrement
vulnérable face à une éventuelle
croissance économique décevante
et de plus, comme le rapport
annuel du Conseil supérieur des
Finances n'est pas paru, il est
impossible d'évaluer correctement
la viabilité de la politique
budgétaire. La Cour ne fait donc
aucune recommandation
concernant le solde de
financement et le taux
d'endettement.
Il n'est pas sûr que les mesures
prévues en matière d'alimentation
du Fonds de vieillissement
tiennent la route.
Ce budget est la énième tentative
plutôt dilettante de jeter de la
poudre aux yeux de la population.
Le citoyen n'a pas le droit de
cacher au fisc des informations
fondamentales, les entreprises et
associations doivent fournir toutes
les données nécessaires à leurs
14/12/2005
CRIV 51
PLEN 175
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
wijze kunnen uitvoeren. Ik stel vast dat in dit land elke burger die bij
zijn belastingaangifte fundamentele informatie achterhoudt of vergeet
te vermelden, de fiscus op bezoek krijgt die hem of haar dan nog
beloont met een zware geldboete. Alle bedrijven en verenigingen die
werken met rekeningen en begrotingen moeten aan hun boekhouders
en revisoren tot de laatste eurocent informatie verschaffen en
bewijzen aanleveren opdat deze hun opdracht tot een goed einde
zouden kunnen brengen. Collega's, deze regering acht dit niet nodig.
Van een voorbeeldfunctie gesproken.
Ik besluit, collega's, met de heel algemene opmerking dat dit
Parlement mijns inziens gebruikt wordt. Daarmee bedoel ik dat de
belangrijkste beslissingen van een heel jaar in twee periodes van een
paar weken door de Kamer worden gejaagd als ik het zo mag zeggen.
Soms krijgt men hier de indruk dat de regering zo lang mogelijk
treuzelt met het indienen van programmawetten en andere
budgettaire maatregelen om de wetgevers toch maar niet te veel tijd
te gunnen.
réviseurs, mais ce gouvernement
ne juge pas nécessaire d'en faire
autant. Le Parlement est pour
ainsi dire manipulé: il ne peut se
pencher sur les décisions les plus
importantes de l'année qu'au
cours de deux périodes de
quelques semaines. On a parfois
l'impression que l'on ne veut pas
donner assez de temps au pouvoir
législatif.
Le président: Chers collègues, ceci clôture la séance de ce matin. Nous reprendrons à 14.15 heures avec
les interventions de Mme Nagy et de M. Bogaert. Ensuite suivront les réponses du gouvernement.
La séance est levée.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée à 13.05 heures. Prochaine séance le mercredi 14 décembre 2005 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 13.05 uur. Volgende vergadering woensdag 14 december 2005 om
14.15 uur.
Ce compte rendu n'a pas d'annexe.
Dit verslag heeft geen bijlage.