CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 PLEN 224
CRIV 51 PLEN 224
V
ERSION PROVISOIRE
N
E PAS CITER SANS MENTIONNER LA SOURCE
La version définitive, sur papier blanc, comprend
aussi le compte rendu analytique bilingue. Les
annexes sont reprises dans une brochure
séparée.
V
OORLOPIGE VERSIE

N
IET CITEREN ZONDER BRONVERMELDING
De definitieve versie, op wit papier, bevat ook het
tweetalige beknopt verslag. De bijlagen zijn in een
aparte brochure opgenomen.
C
HAMBRE DES
R
EPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
jeudi
donderdag
06-07-2006
06-07-2006
Après-midi
Namiddag


Les textes n'ont pas encore été révisés par les orateurs.
Ceux-ci peuvent communiquer leurs corrections par écrit
avant le
De teksten werden nog niet door de sprekers nagezien. Zij
kunnen hun correcties schriftelijk
meedelen vóór
11-07-2006, à 16 heures
au Service du Compte rendu intégral.
11-07-2006, om 16 uur
aan de Dienst Integraal Verslag.
Fax: 02 549 88 47
e-mail: CRIV@lachambre.be
Fax: 02 549 88 47
e-mail: CRIV@dekamer.be


CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE




























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i

SOMMAIRE
INHOUD
Excusés
1
Berichten van verhindering
1
Agenda
1
Agenda
1
Orateurs: Paul Tant
Sprekers: Paul Tant
Projet de loi modifiant la loi du 24 janvier 1977
relative à la protection de la santé des
consommateurs en ce qui concerne les denrées
alimentaires et les autres produits (2491/1-4)
2
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van
24 januari 1977 betreffende de bescherming van
de gezondheid van de gebruikers op het vlak van
de voedingsmiddelen en andere producten
(2491/1-4)
2
Discussion générale
2
Algemene bespreking
2
Orateurs:
Dominique Tilmans, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Dominique Tilmans, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Discussion des articles
4
Bespreking van de artikelen
4
Projet de loi concernant GSM-R (2497/1-4)
4
Wetsontwerp betreffende GSM-R (2497/1-4)
4
Discussion générale
4
Algemene bespreking
4
Orateurs: Roel Deseyn, rapporteur
Sprekers: Roel Deseyn, rapporteur
Discussion des articles
5
Bespreking van de artikelen
5
Orateurs: Paul Tant
Sprekers: Paul Tant
Projet de loi modifiant la loi du 17 mai 2006
instaurant des tribunaux de l'application des
peines (2519/1-4)
5
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van
17 mei 2006 houdende oprichting van
strafuitvoeringsrechtbanken (2519/1-4)
5
Discussion générale
5
Algemene bespreking
5
Orateurs:
Jean-Pierre Malmendier,
rapporteur
Sprekers:
Jean-Pierre Malmendier,
rapporteur
Discussion des articles
5
Bespreking van de artikelen
5
Orateurs: Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de la Justice, Walter Muls,
Paul Tant, Gerolf Annemans
, président du
groupe Vlaams Belang
Sprekers: Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie, Walter Muls,
Paul Tant, Gerolf Annemans
, voorzitter van
de Vlaams Belang-fractie
Rappel au Règlement
6
Beroep op het Reglement
6
Orateurs: Nathalie Muylle, Paul Tant
Sprekers: Nathalie Muylle, Paul Tant
Discussion des articles
12
Bespreking van de artikelen
12
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Projet de loi insérant un article 410bis dans le
titre VIII, du livre II, du Code pénal (1843/1-8)
12
Wetsontwerp tot invoeging van een artikel 410bis
in titel VIII, van boek II, van het Strafwetboek
(1843/1-8)
12
- Proposition de loi complétant l'article 410 du
Code pénal (80/1-2)
12
- Wetsvoorstel tot aanvulling van artikel 410 van
het Strafwetboek (80/1-2)
12
- Proposition de loi instaurant une circonstance
aggravante pour les auteurs d'infractions
commises envers des membres du personnel de
conduite et d'accompagnement des sociétés de
transports en commun et envers des chauffeurs
de taxis (269/1-2)
12
- Wetsvoorstel tot invoering van een verzwarende
omstandigheid voor daders van misdrijven tegen
bestuurders en begeleiders van het
gemeenschappelijk vervoer en tegen
taxichauffeurs (269/1-2)
12
- Proposition de loi instaurant dans le Code pénal
une circonstance aggravante si les infractions ont
été commises envers des conducteurs, des
accompagnateurs ou des voyageurs des
transports en commun ou envers des chauffeurs
de taxis (1258/1-2)
12
- Wetsvoorstel tot invoering in het Strafwetboek
van een verzwarende omstandigheid bij
misdrijven tegen bestuurders, begeleiders en
medereizigers van het gemeenschappelijk vervoer
en bij misdrijven tegen taxichauffeurs (1258/1-2)
12
- Proposition de loi modifiant le Code pénal en ce
qui concerne les infractions commises envers les
professionnels de la santé (1586/1-2)
12
- Wetsvoorstel tot wijziging van het Strafwetboek
met betrekking tot misdrijven tegen
gezondheidswerkers (1586/1-2)
12
- Proposition de loi insérant un
article 405quinquies dans le Code pénal, en vue
d'instaurer une circonstance aggravante pour les
auteurs d'infractions commises envers les agents
dépositaires de l'autorité publique ou de la force
publique (2096/1-2)
12
- Wetsvoorstel tot invoeging van een
artikel 405quinquies in het Strafwetboek, teneinde
een verzwarende omstandigheid in te stellen voor
de daders van misdrijven, gepleegd tegen dragers
van het openbaar gezag of van de openbare
macht (2096/1-2)
13
- Proposition de loi modifiant le Code pénal en
vue de réprimer plus sévèrement la violence
commise envers des fonctionnaires de police
(2105/1-2)
12
- Wetsvoorstel tot wijziging van het Strafwetboek
met het oog op het strenger bestraffen van
geweld tegen politieambtenaren (2105/1-2)
13
Discussion générale
13
Algemene bespreking
13
Orateurs: Walter Muls, rapporteur, Bert
Schoofs, Daniel Bacquelaine
, président du
groupe MR, Claude Marinower, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Walter Muls, rapporteur, Bert
Schoofs, Daniel Bacquelaine
, voorzitter van
de MR-fractie, Claude Marinower, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Discussion des articles
18
Bespreking van de artikelen
18
Orateurs: Guy Verhofstadt, premier ministre,
Paul Tant
Sprekers: Guy Verhofstadt, eerste minister,
Paul Tant
Proposition de loi modifiant les dispositions
légales relatives à l'absence et à la déclaration
judiciaire de décès (614/1-10)
19
Wetsvoorstel tot wijziging van de wetsbepalingen
betreffende de afwezigheid en de gerechtelijke
verklaring van overlijden (614/1-10)
19
Discussion générale
19
Algemene bespreking
19
Orateurs: Alfons Borginon, président du
groupe VLD, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Alfons Borginon, voorzitter van de
VLD-fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Discussion des articles
21
Bespreking van de artikelen
21
Orateur: Paul Tant
Spreker: Paul Tant
Proposition de loi relative à la transsexualité
(903/1-7)
22
Wetsvoorstel betreffende de transseksualiteit
(903/1-7)
22
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Discussion générale
23
Algemene bespreking
23
Orateurs: Liesbeth Van der Auwera, Valérie
Déom, Hilde Vautmans, Roel Deseyn, Bert
Schoofs, Zoé Genot
Sprekers: Liesbeth Van der Auwera, Valérie
Déom, Hilde Vautmans, Roel Deseyn, Bert
Schoofs, Zoé Genot
Discussion des articles
34
Bespreking van de artikelen
34
INTERPELLATIONS
34
INTERPELLATIES
34
Interpellations et questions jointes de
34
Samengevoegde interpellaties en vragen van
34
- M. Bart Laeremans au premier ministre sur "les
déclarations qu'il a faites concernant la loi relative
à la libération conditionnelle" (n° 891)
34
- de heer Bart Laeremans tot de eerste minister
over "zijn uitspraken in verband met de wet op de
voorwaardelijke invrijheidsstelling" (nr. 891)
34
- M. Servais Verherstraeten au premier ministre
sur "le durcissement annoncé de la loi Lejeune et
la politique du gouvernement en matière
d'exécution de la peine" (n° 892)
34
- de heer Servais Verherstraeten tot de eerste
minister over "de aangekondigde verstrenging van
de wet-Lejeune en het regeringsbeleid inzake
strafuitvoering" (nr. 892)
34
- M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "l'accord au sein du
gouvernement sur une nouvelle refonte de la loi
Lejeune" (n° P1515)
34
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "het akkoord
binnen de regering over een nieuwe hervorming
van de wet-Lejeune" (nr. P1515)
34
- M. Walter Muls au premier ministre sur "la
libération conditionnelle (loi Lejeune)" (n° P1516)
34
- de heer Walter Muls aan de eerste minister over
"de voorwaardelijke invrijheidsstelling (wet-
Lejeune)" (nr. P1516)
34
- M. Jean-Pierre Malmendier au premier ministre
sur "les lois des 5 et 18 mars 1998 relatives à la
libération conditionnelle" (n° P1517)
34
- de heer Jean-Pierre Malmendier aan de eerste
minister over "de wetten van 5 en 18 maart 1998
met betrekking tot de voorwaardelijke
invrijheidsstelling" (nr. P1517)
34
- M. Melchior Wathelet au premier ministre sur "la
libération conditionnelle" (n° P1518)
34
- de heer Melchior Wathelet aan de eerste
minister over "de voorwaardelijke
invrijheidsstelling" (nr. P1518)
34
Orateurs:
Bart Laeremans, Servais
Verherstraeten, Walter Muls, Jean-Pierre
Malmendier, Melchior Wathelet
, président du
groupe cdH, Guy Verhofstadt, premier
ministre, Gerolf Annemans, président du
groupe Vlaams Belang, Greta D'hondt, Jo
Vandeurzen, Laurette Onkelinx
, vice-
première ministre et ministre de la Justice,
Tony Van Parys
Sprekers:
Bart Laeremans, Servais
Verherstraeten, Walter Muls, Jean-Pierre
Malmendier, Melchior Wathelet
, voorzitter
van de cdH-fractie, Guy Verhofstadt, eerste
minister, Gerolf Annemans, voorzitter van de
Vlaams Belang-fractie, Greta D'hondt, Jo
Vandeurzen, Laurette Onkelinx
, vice-eerste
minister en minister van Justitie, Tony Van
Parys
Motions
60
Moties
60
Orateurs: Jo Vandeurzen, Gerolf Annemans,
président du groupe Vlaams Belang, Thierry
Giet
, président du groupe PS
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Gerolf
Annemans, voorzitter van de Vlaams Belang-
fractie, Thierry Giet, voorzitter van de PS-
fractie
PROJETS ET PROPOSITIONS
(CONTINUATION)
61
ONTWERPEN EN VOORSTELLEN
(VOORTZETTING)
61
Projet de loi portant fusion de la Société fédérale
d'investissement et de la Société fédérale de
Participations (2516/1-3)
61
Wetsontwerp houdende fusie van de Federale
Investeringsmaatschappij en de Federale
Participatiemaatschappij (2516/1-3)
61
Discussion générale
61
Algemene bespreking
61
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iv
Orateurs: Annemie Roppe, rapporteur,
Marleen Govaerts
Sprekers: Annemie Roppe, rapporteur,
Marleen Govaerts
Discussion des articles
62
Bespreking van de artikelen
62
Proposition de loi modifiant la loi du 26 mai 2002
concernant le droit à l'intégration sociale afin
d'encourager l'effort d'intégration des personnes
sans abri consenti par un centre public d'action
sociale (1763/1-4)
62
Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van
26 mei 2002 betreffende het recht op
maatschappelijke integratie, tot aanmoediging van
de inspanning die een openbaar centrum voor
maatschappelijk welzijn levert voor de integratie
van daklozen (1763/1-4)
62
Discussion générale
62
Algemene bespreking
62
Discussion des articles
62
Bespreking van de artikelen
62
Proposition de loi modifiant la loi du 8 juillet 1976
organique des centres publics d'action sociale en
ce qui concerne les bénéficiaires âgés qui
réduisent leur patrimoine (2303/1-3)
63
Wetsvoorstel tot wijziging van de organieke wet
van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra
voor maatschappelijk welzijn wat betreft bejaarde
hulpgenieters die hun patrimonium
verminderen (2303/1-3)
63
Discussion générale
63
Algemene bespreking
63
Orateur: Sabien Lahaye-Battheu
Spreker: Sabien Lahaye-Battheu
Discussion des articles
64
Bespreking van de artikelen
64
Projet de loi modifiant la loi du 5 juillet 1998
relative au règlement collectif de dettes et à la
possibilité de vente de gré à gré des biens
immeubles saisis (2556/1-3)
64
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van
5 juli 1998 betreffende de collectieve
schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop
uit de hand van de in beslag genomen
onroerende goederen (2556/1-3)
64
Discussion générale
64
Algemene bespreking
64
Orateur: Koen T'Sijen, rapporteur
Spreker: Koen T'Sijen, rapporteur
Discussion des articles
66
Bespreking van de artikelen
66
Ce compte rendu n'a pas d'annexe.
Dit verslag heeft geen bijlage.
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
du
JEUDI
6
JUILLET
2006
Après-midi
______
van
DONDERDAG
6
JULI
2006
Namiddag
______

La séance est ouverte à 14.30 heures par M. Herman De Croo, président.
De vergadering wordt geopend om 14.30 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.

Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Rudy Demotte.

Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Excusés
Berichten van verhindering

Hervé Hasquin; Marie-Christine Marghem, Frieda Van Themsche, pour raisons de santé / wegens ziekte;
Alexandra Colen, empêchée / verhinderd;
Yolande Avontroodt, à l'étranger / buitenslands.
01 Agenda
01 Agenda

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 5 juillet 2006, je vous propose d'inscrire à l'ordre
du jour de la séance plénière de cet après-midi:
- la proposition de loi de MM. Daniel Bacquelaine et Alfons Borginon, Mme Simonne Creyf, M. Patrick De
Groote, Mme Muriel Gerkens et MM. Thierry Giet, Dirk Van der Maelen et Melchior Wathelet modifiant la loi
du 7 juillet 1994 relative à la limitation et au contrôle des dépenses électorales engagées pour les élections
des conseils provinciaux, communaux et de district et pour l'élection directe des conseils de l'aide sociale
(n° 2585/1);
- le règlement d'ordre intérieur du Centre d'Information et d'Avis sur les organisations sectaires nuisibles
(n° 2551/1).

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 5 juli 2006, stel ik u voor op de agenda
van de plenaire vergadering van deze namiddag in te schrijven:
- het wetsvoorstel van de heren Daniel Bacquelaine en Alfons Borginon, mevrouw Simonne Creyf, de heer
Patrick De Groote, mevrouw Muriel Gerkens en de heren Thierry Giet, Dirk Van der Maelen en Melchior
Wathelet tot wijziging van de wet van 7 juli 1994 betreffende de beperking en de controle van de
verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden en
voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn (nr. 2585/1);
- het huishoudelijk reglement van het Informatie- en Adviescentrum inzake de schadelijke sektarische
organisaties (nr. 2551/1).

Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.

Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
01.01 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zou graag eens
willen weten wanneer de vergadering officieel moest aanvangen.
Eerst was het 14.00 uur, nadien werd het 14.30 uur, toen werd het
14.15 uur, uiteindelijk blijkt het te stranden op 14.30 uur.
01.01 Paul Tant (CD&V): L'heure
du début de la séance a été
modifiée à plusieurs reprises et il
en est résulté une certaine
confusion. Hier enfin, il a été
annoncé que la séance débuterait
à 14 h 15 mais, en définitive, elle
n'a commencé qu'à 14 h 30.
De voorzitter: Mijnheer Tant, ze moest om 14.15 uur aanvangen.
Le président: Elle était prévue à
14 h 15.
01.02 Paul Tant (CD&V): Ik neem aan dat men de agenda van de
Kamer aanpast aan het menu van de voorzitter. Dat lijkt mij een
belangrijk argument. Ondertussen staat het personeel van het Huis
echter heel de tijd te wachten. Ik denk dat ze betere dingen te doen
hebben dan op de voorzitter te wachten.
01.02 Paul Tant (CD&V):
Pourquoi alors n'a-t-elle pas
commencé à l'heure? Nous
sommes tous en train d'attendre.
De voorzitter: Mijnheer Tant, ik ben geen seconde uit ons Huis weggeweest.
01.03 Paul Tant (CD&V): Maar u was niet hier!
De voorzitter: Ik ben hier sedert ongeveer 9.45 uur. Ik moet u zeggen
dat ik niet tevreden was toen hier om 14.15 uur niemand was, als u
mij begrijpt.
Le président: J'étais présent mais
...
01.04 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij waren hier wel.
Wij hebben een beetje hopeloos op u gewacht.
De voorzitter: De regering was hier niet. Ik heb laten telefoneren naar
alle kanten en zijden.
Le président: ... il n'y avait aucun
membre du gouvernement. Je ne
m'en réjouis pas.
01.05 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, niet alleen de
ministers, maar ook de kandidaat-ministers waren hier niet. U was
hier ook niet.
01.05 Paul Tant (CD&V): Les
candidats-ministres n'étaient pas
là, pas plus que le président.
De voorzitter: Ik was in mijn kantoor hiernaast. Ik kan echter niet
beginnen zonder de ministers van de regering. De heer Demotte heeft
dan prioriteit gevraagd. Ik moet u zeggen dat ik niet tevreden was.
Le président: J'étais là, à attendre
le gouvernement.
01.06 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, men moet hier in
ons Huis over een bijzonder computerprogramma beschikken om te
weten wanneer de vergaderingen beginnen. Het gaat mijn petje te
boven, om eerlijk te zijn. Ik neem aan dat dat wel aan mij ligt.
De voorzitter: Mijnheer Tant, gisterenmiddag op het einde van de vergadering was uw fractieleider hier
aanwezig. Ik verwijs naar bladzijde 39 van het verslag van gisteren: "Pieter De Crem: Dus de vergadering
begint morgen om 14.15 uur? De voorzitter: Inderdaad, om 14.15 uur."
01.07 Paul Tant (CD&V): Zoals we zien, niet, mijnheer de
voorzitter?!
De voorzitter: Er was hier echter geen minister om 14.15 uur. Dat is de realiteit.
01.08 Paul Tant (CD&V): Het zou al mooi zijn als de voorzitter van
het Huis hier was om het te bestatigen.
01.08 Paul Tant (CD&V): Le
président aurait malgré tout dû
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
ouvrir la séance à 14 h 15 et
constater l'absence du
gouvernement.
De voorzitter: En dan weer de vergadering te schorsen; ik weet het
wel.
Le
président: Pour ensuite
suspendre la séance?
01.09 Paul Tant (CD&V): (...)
De voorzitter: Ik was hier!
01.10 Paul Tant (CD&V): Change the balls.
De voorzitter: Wij hebben gisteren ook gezegd dat wij een aantal beknopte wetsontwerpen zouden
behandelen.
Projets et propositions
Ontwerpen en voorstellen
02 Projet de loi modifiant la loi du 24 janvier 1977 relative à la protection de la santé des
consommateurs en ce qui concerne les denrées alimentaires et les autres produits (2491/1-4)
02 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de
gezondheid van de gebruikers op het vlak van de voedingsmiddelen en andere producten (2491/1-4)

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.

Mme Karin Jiroflée, rapporteur, renvoie à son rapport.
02.01 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, parmi les comportements à risque pour la
santé, l'alcoolisme a toujours retenu l'attention des responsables de la
santé publique. Les problèmes liés à l'alcool, qu'ils soient d'ordre
physique, psychologique ou social apparaissent évidemment lorsque
la consommation est trop excessive et qu'elle perdure.

Au sein de l'OMS, un consensus existe concernant les méthodes qui
s'avèrent efficaces pour diminuer l'usage de l'alcool: hausse des
accises, interdiction de publicité ou de sponsoring, avertissements
concernant la santé sur l'emballage des produits, éducation à la
santé, soutien aux personnes qui diminuent leur consommation ou qui
tentent d'y mettre un terme, interdiction pour les mineurs de
consommer de l'alcool. Il est évident que, pour y arriver, il faut
combiner l'ensemble de ces mesures. L'action doit être continue et
doit s'inscrire dans la durée.

Je voudrais rappeler que la Belgique est considérée comme le pays
d'Europe occidentale où les jeunes s'enivrent le plus. Une étude
révèle qu'il y aurait eu, entre 1999 et 2001, chez les jeunes de 13 ans,
une augmentation de 4,3% de la consommation. Cette consommation
hebdomadaire, je tiens à le souligner, oscille entre 5,4 et 9,7%. Près
de 40% des garçons et 26% des filles de 15 à 16 ans consomment de
l'alcool au moins une fois par semaine.
02.01 Dominique Tilmans (MR):
Het alcoholgebruik wordt
problematisch als het overmatig is
en lang aanhoudt. Als men het
alcoholgebruik wil terugdringen,
moet men volgens de WGO
gedurende een lange periode een
reeks maatregelen combineren:
een accijnsverhoging, een
reclameverbod, gezondheids-
opvoeding, ondersteuning van
personen die de drank trachten te
ontwennen en een drankverbod
voor minderjarigen.

België is het West-Europese land
met het hoogste alcoholgebruik bij
jongeren. Bijna veertig procent van
de jongens en zesentwintig
procent van de meisjes van vijftien
à zestien jaar drinkt minstens een
keer per week alcohol. Dat
verbruik neemt bovendien nog toe.
In 1998 werd de jaarlijkse
consumptie van zuivere alcohol in
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
Le CRIOC a, lui aussi, publié une enquête dans laquelle les chiffres
font ressortir une réelle nécessité d'action des pouvoirs publics. Il en
ressort que 10% des jeunes âgés de 11 à 12 ans avouent avoir
consommé de l'alcool alors que 68% d'entre eux y ont déjà goûté.
Quant aux 17-18 ans, ils sont 70% à consommer de l'alcool. J'attire
votre attention sur le fait qu'en Belgique, la consommation annuelle
d'alcool pur est estimée à 8,9 litres par personne, ce qui est plus
élevé que la moyenne européenne qui a atteint 7,3 litres par personne
en 1998.

Ce constat est alarmant.

De plus, la Belgique ne possède pas sa propre législation
réglementaire pour la vente d'alcool alors que chez nos voisins,
certaines dispositions existent déjà. La France limite fortement la
publicité pour l'alcool via la loi Evin de 1991. L'Italie interdit toute
diffusion de publicité pour l'alcool avant 19 heures sur la chaîne
publique. La Suède interdit purement et simplement toute publicité
pour l'alcool à l'exception des bières légères.

Il était donc grand temps pour nous de nous servir de ces exemples
et de nous baser sur ces constatations pour agir afin de protéger nos
jeunes consommateurs. Aujourd'hui, monsieur le ministre, c'est chose
faite!

Nous avons examiné en commission de la Santé, ce 20 juin, le projet
de loi visant à réglementer la publicité des boissons alcoolisées. Ce
projet permet à la Belgique de se doter, pour la première fois, d'un
instrument permettant d'éviter les pratiques de concurrence déloyale
mises en place pour inciter les jeunes à consommer de l'alcool. La
consommation d'alcool est un problème de société et de santé
publique délicat, qui atteint nos jeunes de plus en plus tôt et qui
provoque des dérives sociales et physiques sans cesse plus graves.

Ce projet pose les bases d'une amélioration de la protection des
jeunes en tant que consommateurs. Voici un peu plus d'un an, cette
assemblée avait voté à l'unanimité la proposition de résolution du MR,
que j'avais déposée, relative à la consommation d'alcool par les
mineurs. Une de nos demandes était que le gouvernement établisse
des dispositions légales contre la publicité en faveur des boissons
contenant de l'alcool. Le projet soumis à notre examen le permet
enfin. Le ministre a mis en oeuvre les recommandations de cette
résolution par le biais de la conclusion d'une convention avec les
producteurs d'alcool, le secteur de la distribution, les fédérations de
l'horeca, les consommateurs et le jury d'éthique publicitaire.

Cette convention a pour but de régler la publicité de l'alcool. Elle
permet le traitement égal de tous les produits contenant 1,2% d'alcool
par volume, quelle que soit la manière dont ils ont été produits.

La convention comprend un volet consacré aux mineurs: jamais la
publicité ne peut les viser ou utiliser des moyens qui visent
spécifiquement les mineurs.

C'est donc avec une réelle conviction, monsieur le ministre, que le
groupe MR votera ce projet de loi.
België op 8,9 liter per persoon
geschat, wat hoger ligt dan het
Europese gemiddelde van 7,3 liter
per persoon.
Dat is een alarmerende
vaststelling.

Bovendien beschikt België, in
tegenstelling tot een aantal andere
Europese landen als Frankrijk en
Italië waar alcoholreclame aan
banden wordt gelegd of verboden,
niet over een eigen regelgeving
voor de verkoop van alcohol. Er
moest dus dringend wat worden
ondernomen om onze jeugdige
consumenten te beschermen.

Met dit wetsontwerp krijgt ons land
voor het eerst een instrument in
handen om oneerlijke concurrentie
erop gericht jongeren tot het
drinken van alcohol aan te zetten,
te voorkomen.

Een jaar geleden keurde deze
vergadering het voorstel van
resolutie van de MR betreffende
het alcoholgebruik bij
minderjarigen goed. Daarin
vroegen we de regering
wetsbepalingen in te stellen die
ingaan tegen reclame voor
alcoholhoudende dranken. Dankzij
dit ontwerp wordt dat mogelijk. De
minister heeft de aanbevelingen
van die resolutie ten uitvoer gelegd
door het afsluiten van een
overeenkomst met de alcohol-
producenten, de distributiesector,
de horecafederaties, de consu-
menten en de Jury voor ethische
praktijken inzake reclame.
Die overeenkomst strekt ertoe de
alcoholreclame te regelen. Op die
manier kunnen alle producten die
1,2 procent alcohol per volume
bevatten gelijk worden behandeld,
ongeacht de wijze waarop ze
worden geproduceerd.

Volgens de overeenkomst mag de
reclame nooit middelen gebruiken
die specifiek de jongeren beogen.
De MR-fractie zal dit wetsontwerp
dan ook met volle overtuiging
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
goedkeuren.
De voorzitter: Mevrouw Jiroflée komt zich verontschuldigen. Er was een verandering in de agenda.
Mevrouw Jiroflée, u hebt gelijk. Ik had het ook zo begrepen.

Monsieur le ministre, allez-vous répondre?
02.02 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, je serai bref,
ce sujet ayant déjà fait l'objet de longs débats en commission. Je
voudrais souligner que nous allons aujourd'hui voter un texte qui est
original à deux titres. Tout d'abord parce que ce texte revêt une forme
singulière. En effet, les négociations avec le secteur auront force de
loi grâce au texte que nous allons voter aujourd'hui, à l'instar des
conventions collectives de travail.

Le deuxième élément est qu'il porte sur une matière extrêmement
sensible, puisqu'il s'agit de la réglementation de la publicité pour les
produits alcoolisés. Nous voulons encourager les personnes en
charge des médias, de la publicité ainsi que les premiers concernés,
à savoir les producteurs d'alcool, à donner une information qui tienne
compte de certains principes éthiques. Sachant que les jeunes
notamment sont de plus en plus enclins à consommer de l'alcool, il
était utile aussi de prendre des mesures protectrices, ce qui s'inscrit
dans la philosophie de ce texte.

Voilà, monsieur le président, en quoi nous pouvons nous réjouir que
ce texte soit soumis aujourd'hui à cette assemblée.
02.02 Minister Rudy Demotte:
Straks zullen wij stemmen over
een tekst die om twee redenen
origineel te noemen is. Ten eerste
is er over deze tekst onderhandeld
met de sector. Ten tweede
reglementeren we met deze tekst
een gevoelige materie, namelijk
reclame voor alcoholhoudende
producten. Onze bedoeling was de
media, de reclamewereld en de
alcoholproducenten ertoe aan te
zetten ethisch verantwoorde
informatie te verstrekken. Daar-
naast was het nuttig maatregelen
te treffen ter bescherming van de
jongeren, want het alcoholgebruik
onder de jeugd neemt toe.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (2491/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 85, 4) (2491/4)

Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
03 Projet de loi concernant GSM-R (2497/1-4)
03 Wetsontwerp betreffende GSM-R (2497/1-4)

Discussion générale
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
03.01 Roel Deseyn, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ondanks de
glijdende aanvangsuren hebben we mekaar eindelijk gevonden. U zou
wat ergernis en commentaar jegens uw persoon kunnen voorkomen,
mocht u de plenaire vergadering openen op het laatst aangegeven
uur en daarna de vergadering schorsen. Dat zou het Parlement beter
honoreren.

Mijnheer de staatssecretaris, collega's, op 19 juni heeft de commissie
voor de Infrastructuur het wetsontwerp betreffende GSM-R
besproken. De inzet was de tot op heden vrij onvolmaakte methodes.
De staatssecretaris heeft verwezen naar de radionetten van reizigers-
en goederenstations. Ook de radioverbindingen zijn ondermaats zodat
men niet altijd kan inspelen op crisissituaties. Herinner u het
treinongeval in Pécrot.

In de algemene bespreking heb ik zelf de vraag gesteld of de GSM-R
nog andere voordelen zou opleveren voor de reizigers dan de
verbetering van de algemene veiligheidssituatie en de mogelijkheid tot
snellere interventies. Ik denk aan een extra service zoals de
opsporing van verdwenen goederen.

Mevrouw Lalieux stelde vragen over de rol die Infrabel zal spelen. In
het wetsontwerp betreffende GSM-R spreekt men over Infrabel of
diens lasthebber. Dit punt heeft voor gedachtewisseling gezorgd.
Verschillende fracties, ook CD&V wilden absoluut duidelijkheid krijgen
over wie die taak toebedeeld zal krijgen. Hierover later meer.

Wat de timing betreft, het netwerk moet volgens de staatssecretaris
voor eind 2008 volledig operationeel zijn. Over de discussie wie de
taak als operator op zich zal nemen, is het te verstaan dat de GSM-R-
operator Infrabel is. Omdat die niet altijd over de noodzakelijke
competenties beschikt, zal de holding die wel de vereiste expertise in
huis heeft een lasthebber aanwijzen.

Andere vragen handelden over de rol van het BIPT. De
staatssecretaris heeft gepreciseerd dat het BIPT ook hier de functie
van regulator moet opnemen en nu reeds de controle op de
voorbereidingen van het GSM-R-netwerk uitvoert.

Rond de verdere artikelsgewijze bespreking kan ik enkel melden dat
wij een aantal technische correcties hebben voorgesteld. Het ging om
enkele zaken die een betere lectuur ­ definitiebepalingen enzovoort ­
van de wetgeving moesten garanderen. Deze amendementen werden
aangenomen op aangeven van de staatssecretaris.

Iets wat misschien nog uw belangstelling kan wekken, collega's, is de
vraag die ik stelde, namelijk of het de bedoeling was dat ook van op
externe nummers naar de GSM-R nummers, naar het treinpersoneel
kan worden gebeld in bepaalde gevallen. De staatssecretaris zei dat
men als ontvanger steeds oproepen zal kunnen ontvangen. De
oproepen zullen echter tot een bepaalde reeks nummers worden
beperkt. Met andere woorden, treinbegeleiders of ander
boordpersoneel zal niet zomaar via het GSM-R netwerk contact
03.01 Roel Deseyn, rapporteur: Il
aurait en effet été préférable que
le président ouvre la séance à
l'heure qui nous avait été
communiquée en dernier lieu et
qu'il procède ensuite à une
suspension de séance.

Le projet de loi concernant GSM-R
a été examiné en commission de
l'Infrastructure le 19 juin 2006.
Jusqu'à présent, les méthodes
n'étaient pas encore au point. Le
secrétaire d'État a évoqué les
radiocommunications des gares
de voyageurs et de marchandises,
qui laissent souvent à désirer. Il
n'est pas toujours possible de
réagir de manière appropriée face
à des situations de crise, telles
que l'accident de train à Pécrot.

Lors de la discussion générale, j'ai
demandé si, outre l'amélioration
de la sécurité, le GSM-R pouvait
encore présenter d'autres
avantages pour les voyageurs, par
exemple dans le cadre de la
recherche de biens disparus.

Mme Lalieux désirait poser des
questions sur le rôle d'Infrabel,
puisqu'il est question dans le
projet de loi d' "Infrabel ou son
mandataire". Plusieurs groupes
politiques, parmi lesquels le
CD&V, souhaitent absolument
savoir qui se verra attribuer cette
tâche. Le réseau doit être
pleinement opérationnel en 2008.
Infrabel sera l'opérateur du
système GSM-R. Étant donné
qu'Infrabel ne possède pas de
toutes les compétences requises
en la matière, le Holding, qui
dispose lui de l'expertise voulue,
désignera un mandataire. L'IBPT,
qui est chargé d'assurer la
fonction de régulateur, contrôle
déjà les préparatifs actuels en la
matière.

Lors de la discussion des articles,
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
kunnen opnemen met het thuisfront of andere collega's.

Ten slotte, de staatssecretaris zei dat aangezien veiligheid de
hoofdbestaansreden is van het GSM-R netwerk dat hier een taak is
weggelegd voor het BIPT, een taak die iets ruimer is dan zoals ze
wordt verleend aan andere operatoren. Ikzelf heb toen een verwijzing
gemaakt naar ASTRID dat ook met veiligheid te maken heeft. Dit
laatste systeem heeft ook te maken met veiligheid maar het heeft een
apart wettelijk kader en het kan niet altijd van dezelfde faciliteiten
genieten.

Tot zover, mijnheer de voorzitter. Nog even meegeven dat het
wetsontwerp eenparig werd aangenomen door de commissie voor de
Infrastructuur.
nous avons proposé plusieurs
corrections d'ordre technique. Ces
amendements ont été adoptés.

J'ai également demandé s'il serait
possible d'appeler un numéro du
réseau GSM-R de l'extérieur. Le
ministre a répondu qu'il serait
toujours possible de recevoir des
appels, limités toutefois à une
série de numéros.

La sécurité constituant le motif
principal du développement du
réseau GSM-R, la tâche de l'IBPT
sera plus large que pour les autres
opérateurs. J'ai évoqué à cet
égard ASTRID, pour lequel un
cadre légal distinct a été mis en
place.

Le projet a été adopté à
l'unanimité en commission de
l'Infrastructure.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (2497/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2497/4)

De heer Deseyn heeft sommige artikelen reeds becommentarieerd.

Le projet de loi compte 19 articles.
Het wetsontwerp telt 19 artikelen.

Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.

Les articles 1 à 19 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 19 worden artikel per artikel aangenomen.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

* * *
Collega's, u weet dat wij gepland hadden dat er op een zeker ogenblik interpellaties tot de eerste minister
zouden plaatsvinden. Gisteren hadden wij gezegd dat dit ten laatste voor 16.00 uur zou gebeuren, maar ik
verneem nu dat de eerste minister vroeger ter beschikking kan zijn.
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
03.02 Paul Tant (CD&V): (...)
De voorzitter: Ja, maar ik zoek nu de interpellanten, mijnheer Tant. Ik kan u zeggen dat het hier ook niet
gemakkelijk is. Ik heb daar geen andere commentaar bij.

Je pose la question à Mme la vice-première ministre, mais j'ai évidemment besoin d'un interpellateur,
d'abord.

Monsieur Malmendier, puis-je inscrire maintenant à l'ordre du jour le projet instaurant des tribunaux de
l'application des peines?

Ik vraag het ook aan u, mijnheer Van Parys. Het is een technisch ontwerp. Vraagt het een lange discussie
of mag ik het nu behandelen? (Instemming)
04 Projet de loi modifiant la loi du 17 mai 2006 instaurant des tribunaux de l'application des peines
(2519/1-4)
04 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 houdende oprichting van
strafuitvoeringsrechtbanken (2519/1-4)

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
04.01 Jean-Pierre Malmendier, rapporteur: Monsieur le président, je
m'en remets au rapport écrit vu la technicité du projet, d'autant plus
qu'il n'a aucune implication politique. Il s'agit uniquement d'une
technique juridique.
04.01 Jean-Pierre Malmendier,
rapporteur: Gelet op het technisch
karakter van het ontwerp verwijs ik
naar mijn schriftelijk verslag.
Le président: C'est également ce qui m'avait été communiqué. Nous en avions d'ailleurs parlé à la
Conférence des présidents.

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (2519/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2519/4)

L'intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi modifiant la loi du 16 juillet 1970 déterminant le
cadre du personnel des tribunaux de police, la loi du 15 mai 2006 modifiant la législation relative à la
protection de la jeunesse et à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction et la
loi du 17 mai 2006 instaurant des tribunaux de l'application des peines".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp tot wijziging van de wet van 16 juli 1970 tot
vaststelling van de personeelsformatie van de politierechtbanken, van de wet van 15 mei 2006 tot wijziging
van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als
misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en van de wet van 17 mei 2006 houdende oprichting van
strafuitvoeringsrechtbanken."

Le projet de loi compte 5 articles.
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
Het wetsontwerp telt 5 artikelen.

Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.

Les articles 1 à 5 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 5 worden artikel per artikel aangenomen.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

* * *
Gisteren zei ik dat ik mijn best zou doen om te beginnen met de minst moeilijke onderwerpen, dus als het
kan.

Je continue l'ordre du jour et j'ai des projets et propositions au sujet desquels des collègues veulent
prendre la parole mais ils sont absents pour l'instant.
04.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, ne
pourrait-on examiner le point 6: le projet de loi sur le
dédommagement des membres de la Communauté juive de
Belgique?
Le président: Je vais voir si des orateurs se sont inscrits. Je n'ai personne. En revanche, je me demande
si le rapporteur Marinower ne tenait pas à faire son rapport. C'est difficile de discuter de ce projet sans lui
en donner l'occasion.

Non, ceci n'est pas une façon de travailler! Madame la ministre, je suis désolé mais je vais maintenant
suspendre la séance. Je vais faire venir le premier ministre pour les interpellations et vais essayer de
trouver les interpellateurs.

Ik begrijp het. Ik ben het eens met u. Ik ben de eerste die niet tevreden is ­ en dat zeg ik luidop ­ en niet de
enige!
04.03 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, wat punt 3
betreft, kan ik kort verslag uitbrengen. Wacht u op collega Laeremans
voor punt 3?
De voorzitter: Neen. Ik kan geen gekapt stro maken. Zo gaat het niet. We hebben gisteren gezegd dat er
geen probleem is voor kleine technische ontwerpen als die klaar zijn en de Kamer akkoord gaat. We
hebben dat gedaan.
04.04 Paul Tant (CD&V): Als het de Kamer past, niet als het de
regering past, wel te verstaan.
De voorzitter: Neen, als de Kamer akkoord gaat.

Dan gaan we voort met de normale agenda, zoals we bezig waren. Rond 16 uur stop ik voor de
interpellatie. Mijnheer Tant, ik kan natuurlijk ook niet op 2 minuten na zeggen wanneer ik rond zal zijn.
04.05 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): ...
De voorzitter: Ik ga zoals normaal voort en u gaat niet akkoord?
04.06 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Ik zeg alleen dat de heer
Laeremans hier om 16 uur zal zijn voor de interpellatie.
De voorzitter: Ik zei dat ik gewoon doorga met de wetsontwerpen. U gaat dus akkoord?
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
04.07 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Om tegen 16 uur te
beginnen met de interpellaties, ja.
De voorzitter: Ik ga dus voort. Ik volg de agenda.
04.08 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw Muylle
vroeg het woord voor een beroep op het Reglement.
De voorzitter: Dat had ik niet gezien.
Beroep op het Reglement
Rappel au Règlement
04.09 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb een
vraag over het verslag van het Rekenhof in verband met de BTC voor
het jaar 2004. Een tweetal weken geleden heb ik in de commissie
voor de Buitenlandse Zaken daarover een interpellatie gehouden.

Het gaat om een verslag dat door de algemene vergadering van het
Rekenhof is ingediend op 21 september 2005. Wij hebben de brief
van het Rekenhof ontvangen; diezelfde dag is die aan uw diensten
bezorgd. Het verslag is pas bij de leden van de commissie voor de
Buitenlandse Zaken verspreid in mei 2006. Dat is meer dan 7
maanden na het sturen door het Rekenhof van dat verslag naar de
Kamer.

U begrijpt, mijnheer de voorzitter, dat zo parlementaire controle
onmogelijk is. Het argument van de minister luidt dan ook terecht dat
wij al een jaar verder zijn en dat heel wat van onze argumenten er niet
zijn.

Ik wil toch van u weten, voorzitter, wat de reden is waarom dat verslag
zeven maanden bij uw diensten blijft liggen vooraleer naar de
commissie te komen.
04.02 Nathalie Muylle (CD&V):
Les services du président de la
Chambre ont reçu le rapport de la
Cour des comptes sur la
Coopération technique belge
(CTB) pour 2004 dès le 21
septembre 2005. Mais les
membres de la commission des
Relations extérieures ne l'ont reçu,
quant à eux, que sept mois plus
tard, en mai 2006. Il est
impossible, dans ces conditions,
d'exercer correctement le contrôle
parlementaire.

Pourquoi le rapport est-il resté en
souffrance pendant sept mois
dans les services du président?
De voorzitter: De diensten hebben het gehoord. Als ik u kan
antwoorden in de loop van deze vergadering, doe ik dat, gaat u
daarmee akkoord?

Nu vraag ik u om een uitzondering, als ik mag. Ik heb geen sprekers
die ingeschreven zijn voor het wetsontwerp waarvoor de heer
Marinower rapporteur is.
Le président: Je vais faire vérifier
la chose sur-le-champ. Dès que
j'en saurai plus, j'en informerai
Mme Muylle.
04.10 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw Muylle
had u ook nog een vraag willen stellen.
De voorzitter: Ik heb gezegd dat ik zou antwoorden als ik de informatie heb. Ik heb die niet op dit ogenblik.
04.11 Paul Tant (CD&V): Tenzij de informatie van u moet komen, en
bestemd is voor de diensten, voorzitter? Dat kan natuurlijk ook.
De voorzitter: Nee, nee. Ik ga ze vragen aan de diensten. Onmiddellijk. Als ik ze krijg zal ik ze onmiddellijk
meedelen in de loop van het debat. Is dat goed?
04.12 Paul Tant (CD&V): Ik neem aan dat mevrouw Muylle dan de
kans krijgt haar vraag te stellen, voorzitter?
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
De voorzitter: Ik vermoed van wel.
04.13 Paul Tant (CD&V): Ik weet het niet.
De voorzitter: Mevrouw Muylle vraagt mij: waarom heeft het zeven maanden geduurd eer dat verslag, na
hier binnengekomen te zijn, naar de leden ging? Dat ga ik onderzoeken.
04.14 Paul Tant (CD&V): In het verlengde daarvan, is er nog een
preciezere vraag, voorzitter.
De voorzitter: Verontschuldig mij. Mevrouw Muylle, u hebt nog iets anders?
04.15 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, 2005 is een
zeer cruciaal jaar wat de BTC betreft. Mag ik dan ook vragen, zeker
wetend dat dit wel eens gedurende het reces zou kunnen uitkomen,
dat het nieuwe rapport van het Rekenhof, dat opnieuw in september
wordt verwacht, onmiddellijk naar de leden van de commissie voor de
Buitenlandse Zaken wordt doorgestuurd zodat wij bij het begin van het
nieuwe parlementaire jaar onmiddellijk de bespreking daarover in de
commissie kunnen doen? 2005 is een scharnierjaar. Ik hoop toch mijn
parlementaire controle correct te kunnen uitoefenen inzake dat
dossier.
04.15 Nathalie Muylle (CD&V):
L'année 2005 a été cruciale pour
la CTB. Je demande instamment
au président de faire en sorte que,
cette année, la commission des
Relations extérieures reçoive le
rapport de la Cour des comptes au
début de l'année parlementaire, de
sorte qu'elle puisse en discuter
immédiatement.
De voorzitter: Ik zie geen reden waarom, als hier een rapport
toekomt, het niet zou doorgestuurd worden. Dat is mijn eerste reactie.
Ik ben een beetje verwonderd, maar ik begrijp uw vraag. Zij zal wel
juist zijn. U wil weten wat er gebeurd is. Komt er een verslag daarover
binnen, dan zal dat aan de leden verstuurd worden zodra het bij mij
toegekomen is.
Le président: Je ne vois pas
pourquoi il n'en serait pas ainsi.
04.16 Paul Tant (CD&V): Het zou al een stap vooruit zijn als wij deze
keer geen zeven maanden moeten wachten.
De voorzitter: Ik weet niet waarom het zeven maanden geduurd heeft. Ik zal u straks verantwoording
afleggen.
04.17 Paul Tant (CD&V): Het verwondert mij dat u dat niet weet.
Maar goed...
De voorzitter: Mocht ik alles weten, ik zou hier misschien niet zijn.
05 Projet de loi modifiant la loi du 20 décembre 2001 relative au dédommagement des membres de la
Communauté juive de Belgique pour les biens dont ils ont été spoliés ou qu'ils ont délaissés pendant
la guerre 1940-1945 (2520/1-4)
05 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 20 december 2001 betreffende de schadeloosstelling van
de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of
achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945 (2520/1-4)

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
05.01 Claude Marinower, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, er is
unanimiteit over het wetsontwerp. Ik kan dus verwijzen naar mijn
schriftelijk verslag.
05.01 Claude Marinower,
rapporteur: Il y a eu unanimité au
sein de la commission à propos de
ce projet. Je me réfère au rapport
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
écrit.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole?
Vraagt nog iemand het woord?
05.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je n'ai rien
à ajouter à cet excellent rapport.
05.02 Minister Laurette
Onkelinx: Ik kan niet anders dan
mij bij dat uitstekend verslag
aansluiten.
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (2520/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2520/4)

Le projet de loi compte 3 articles.
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
06 Projet de loi insérant un article 410bis dans le titre VIII, du livre II, du Code pénal (1843/1-8)
- Proposition de loi complétant l'article 410 du Code pénal (80/1-2)
- Proposition de loi instaurant une circonstance aggravante pour les auteurs d'infractions commises
envers des membres du personnel de conduite et d'accompagnement des sociétés de transports en
commun et envers des chauffeurs de taxis (269/1-2)
- Proposition de loi instaurant dans le Code pénal une circonstance aggravante si les infractions ont
été commises envers des conducteurs, des accompagnateurs ou des voyageurs des transports en
commun ou envers des chauffeurs de taxis (1258/1-2)
- Proposition de loi modifiant le Code pénal en ce qui concerne les infractions commises envers les
professionnels de la santé (1586/1-2)
- Proposition de loi insérant un article 405quinquies dans le Code pénal, en vue d'instaurer une
circonstance aggravante pour les auteurs d'infractions commises envers les agents dépositaires de
l'autorité publique ou de la force publique (2096/1-2)
- Proposition de loi modifiant le Code pénal en vue de réprimer plus sévèrement la violence commise
envers des fonctionnaires de police (2105/1-2)
06 Wetsontwerp tot invoeging van een artikel 410bis in titel VIII, van boek II, van het Strafwetboek
(1843/1-8)
- Wetsvoorstel tot aanvulling van artikel 410 van het Strafwetboek (80/1-2)
- Wetsvoorstel tot invoering van een verzwarende omstandigheid voor daders van misdrijven tegen
bestuurders en begeleiders van het gemeenschappelijk vervoer en tegen taxichauffeurs (269/1-2)
- Wetsvoorstel tot invoering in het Strafwetboek van een verzwarende omstandigheid bij misdrijven
tegen bestuurders, begeleiders en medereizigers van het gemeenschappelijk vervoer en bij misdrijven
tegen taxichauffeurs (1258/1-2)
- Wetsvoorstel tot wijziging van het Strafwetboek met betrekking tot misdrijven tegen
gezondheidswerkers (1586/1-2)
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
- Wetsvoorstel tot invoeging van een artikel 405quinquies in het Strafwetboek, teneinde een
verzwarende omstandigheid in te stellen voor de daders van misdrijven, gepleegd tegen dragers van
het openbaar gezag of van de openbare macht (2096/1-2)
- Wetsvoorstel tot wijziging van het Strafwetboek met het oog op het strenger bestraffen van geweld
tegen politieambtenaren (2105/1-2)

Propositions déposées par:
Voorstellen ingediend door:
- 80: Olivier Maingain, Martine Payfa, Daniel Bacquelaine
- 269: Servais Verherstraeten, Yves Leterme, Luc Goutry
- 1258: Miguel Chevalier, Guido De Padt, Hilde Vautmans
- 1586: Guido De Padt, Yolande Avontroodt
- 2096: François-Xavier de Donnea, Alain Courtois
- 2105: Claude Marinower, Guido De Padt, Miguel Chevalier

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
06.01 Walter Muls, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega's,
hoewel het wetsontwerp maar een beperkt aantal artikelen telt, heeft
uw commissie toch vier vergaderingen besteed aan onderhavig
wetsontwerp.

In haar uiteenzetting heeft mevrouw de minister meegegeven dat zij
herhaaldelijk aangesproken werd door personen die een openbare
functie uitoefenen. Het gaat in de eerste plaats om werknemers bij het
openbaar vervoer, maar ook om andere beroepscategorieën,
bijvoorbeeld verpleegkundigen in ziekenhuizen, die bij nacht en ontij
last hebben met mensen die hen verbaal en fysiek aanvallen. De
regering heeft dan ook beslist om krachtig op te treden tegen
dergelijke vormen van agressie. Daarom wordt in het Strafwetboek
een nieuwe verzwarende omstandigheid ingevoerd met het oog op
een betere afschrikking. De minimumstraf in gevallen van
ontoelaatbare agressie wordt verdubbeld.

Collega Van Parys heeft gezegd dat hij het ontwerp steunt, maar hij
heeft verwezen naar een ruimer wetsvoorstel waarbij ook de situatie
van politieambtenaren werd bekeken. Collega Wathelet was het
eveneens eens met de doelstellingen van het ontwerp, maar hij
begreep evenmin waarom de doelgroep van het wetsontwerp beperkt
wordt gehouden. Collega Laeremans vond dat de minister niet
consequent is. Hij was van oordeel dat het wetsontwerp niet meer dan
een symbolische daad is, een beperkt toepassingsgebied heeft en in
de praktijk weinig zal voorstellen.

De verslaggever meende dat het ontwerp van belang is, omdat de
overheid niet kan dulden dat aan sommige functies geraakt wordt.
Collega Massin vond het evident dat het wetsontwerp een ruime steun
kreeg. Dat het wetsontwerp beperkt is tot personen die zich, vanuit
hun functie, ten dienste van de maatschappij moeten stellen, leek
hem ook evident. Collega Casaer heeft eveneens beaamd dat de
bijzondere bepalingen nodig zijn om de noodzakelijke bescherming te
bieden aan personen die functies uitoefenen waarin zij verplicht met
het publiek in contact komen.
06.01 Walter Muls, rapporteur:
Bien qu'il ne comporte que peu
d'articles, ce projet de loi a été
longuement discuté en
commission. Les personnes qui
exercent des fonctions publiques
ou des fonctions soignantes sont
fréquemment confrontées à
l'agression physique et verbale. Le
gouvernement veut résolument
réprimer cette violence par
l'insertion dans le Code pénal
d'une nouvelle circonstance
aggravante et par le doublement
de la peine minimale encourue.

M. Van Parys a soutenu le projet
de loi tout en se référant à une
proposition de loi qui se préoccupe
aussi à la situation des
fonctionnaires de police. M.
Wathelet s'est également rallié
aux objectifs du projet mais a jugé
le groupe-cible trop restreint. Aux
yeux de M. Laeremans, le projet
n'a qu'une valeur symbolique et ne
changera pas grand-chose dans la
pratique. J'estime moi-même que
l'autorité publique ne peut tolérer
que l'on s'en prenne à certaines
fonctions. Pour M. Massin, le
projet de loi mérite un soutien
massif et la limitation du groupe-
cible est une bonne chose. De
même, M. Casaer était d'avis que
de nouvelles dispositions sont
nécessaires pour protéger les
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Collega Marghem stelde vast dat onze maatschappij een heel stuk
agressiever geworden is dan pakweg 50 jaar geleden. Vandaar dat de
maatregelen die in het wetsontwerp voorgesteld worden, noodzakelijk
zijn.

Ten slotte heeft collega Borginon aangehaald dat hij vindt dat er geen
discrepantie kan zijn tussen artikel 280 en het voorgestelde
artikel 410bis van het Strafwetboek.

Uiteindelijk heeft de commissie eenparig ingestemd met artikel 410bis
en wordt vanaf nu de straf verdubbeld bij misdaden of wanbedrijven
gepleegd tegen een chauffeur, een begeleider, een controleur of een
loketbediende van een uitbater van een netwerk van openbaar
vervoer, een postbode, een brandweerman, een lid van de civiele
bescherming, een ambulancier, een arts, een apotheker, een
kinesitherapeut, een verpleegkundige, een lid van het personeel
aangesteld voor het onthaal in de spoeddiensten van de
verzorgingsinstellingen, een maatschappelijk werker of een
psycholoog van een openbare dienst. Hetzelfde geldt voor leerlingen,
studenten of familieleden ervan die agressie plegen op werknemers
van een onderwijsinstelling. Zij mogen zich eveneens verwachten aan
een verdubbeling van de straf.

Dit werd eenparig door de commissie goedgekeurd.
personnes qui exercent des
fonctions dans le cadre desquelles
elles sont nécessairement en
contact avec le public. Mme
Marghem a observé que les
mesures s'imposent à la lumière
de l'agressivité croissante de la
société. M. Borginon enfin a
souligné qu'il ne peut y avoir de
différence entre l'article 280 et
l'article 410bis du Code pénal.

La commission unanime a adopté
l'article 410bis qui double la peine
minimum applicable aux auteurs
de violences contre les personnes
qui exercent une fonction publique.
De voorzitter: De heer Verherstraeten was aanwezig. Hij heeft met mij gesproken. Mijnheer Tant, ik zal
eerst iemand anders het woord verlenen. De volgende sprekers zijn ingeschreven: de heren Claes,
Schoofs, Marinower en Maingain.
06.02 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik zal
kort zijn. Dit wetsontwerp is een stap in de goede richting. Het Vlaams
Belang heeft al jaren standpunten in deze zin ingenomen en
voorstellen in deze zin gedaan. Wij kunnen ons dan ook enigszins
erover verheugen dat deze wetswijziging er komt.

Wij kunnen slechts hopen dat paars de lijnen die wij in het verleden
hebben uitgezet op dit vlak van het strafrecht, ook nog zal volgen op
andere domeinen van het strafrecht, maar we zien dat er toch vaak
spijtige zaken moeten gebeuren op het terrein vooraleer de regering
wakker wordt. In dit geval, zo herinner ik mij, was het de zaak
Hammani waarbij een politieagent dodelijk werd verwond en de dader
er veel te goed vanaf kwam. Voor ons maakt deze ene zwaluw zeker
de lente niet, maar paars krijgt op dit punt dan toch enig krediet van
ons. Wij hopen alleen maar dat de lijn wordt doorgetrokken, want dat
zal zeker nodig zijn.
06.02 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Le Vlaams Belang
dépose des propositions similaires
depuis des années et nous nous
réjouissons donc de cette
modification légale qui constitue
un pas dans la bonne direction. Il
faut espérer que les mêmes
raisonnements seront appliqués
dans d'autres domaines du droit
pénal. Cela dit, nous déplorons
qu'il faille toujours qu'un
événement grave se produise sur
le terrain pour que des mesures
soient prises.
Le président: C'est au tour de M. Maingain d'intervenir mais il n'est pas présent pour l'instant.
06.03 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, on me dit
qu'il arrive.
Le président: Le gouvernement est présent, mais j'ai aussi besoin de collègues parlementaires!

Ik kan dat begrijpen. De heren Claes, Verherstraeten, Maingain en Marinower zijn ingeschreven.

Mijnheer Marinower, u hebt het woord, wel met uw vest aan!
06.04 Claude Marinower (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de 06.04 Claude Marinower (VLD):
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
eerste minister, mevrouw de vice-eerste minister en minister van
Justitie, met de goedkeuring van deze tekst wil de wetgever een
belangrijk signaal geven aan onze samenleving.

Met de regelmaat van de klok lezen wij in de media berichten over
agressie tegen gezondheidswerkers, artsen, huisartsen, verplegend
personeel en dergelijke. Ook andere beroepscategorieën ontsnappen
niet aan het toenemend geweld. Laten wij maar denken aan
chauffeurs en/of begeleiders van bussen, metro's en dergelijke.

De stijging van allerhande vormen van agressie is een fenomeen dat
we overal zien opduiken en is spijtig genoeg een algemeen
maatschappelijk probleem geworden.
Dikwijls worden de
verwachtingen van de mensen steeds groter. Bovendien blijkt de
frustratiedrempel van de mensen veel lager te liggen dan vroeger.

Onderzoek toont aan dat in de gezondheidswereld het vooral de
afdelingen spoed, intensieve zorgen en psychiatrie zijn die te maken
krijgen met toenemend geweld, wat niet wil zeggen dat de andere
afdelingen gespaard blijven van agressie. Volgens sommigen is dat te
wijten aan verschillende factoren, zoals onder meer alcohol- en
druggebruik, lange wachttijden, het ongeduld van de patiënten, maar
ook de ligging van het ziekenhuis: naargelang de plaats waar het
ziekenhuis ligt, zou het aantal incidenten stijgen of dalen. Het gaat
zelfs zo ver dat verscheidene ziekenhuizen daarbij een beroep
moeten doen op een agressiecoördinator om het personeel zo goed
mogelijk te trainen om te kunnen omgaan met dat fenomeen.

Het maandblad Intra Muros, een ziekenhuisuitgave van het Journal du
médecin, de Franstalige tegenhanger van de Artsenkrant, heeft eind
1998 resultaten van een enquête gepubliceerd waaruit bleek dat meer
dan 80% van de artsen van mening was dat het onveiligheidsgevoel
in de ziekenhuizen de voorbije tien jaar toegenomen is. Bovendien
bleek dat 47% van die artsen tijdens een consult reeds te maken
hadden gekregen met fysiek geweld, en dat 8% van de ziekenartsen
in dat voorbije jaar slachtoffer waren geworden van fysieke agressie.
In vergelijking met de apothekers kan verwezen worden naar het
resultaat van een enquête die in september 2003 door de Algemene
Pharmaceutische Bond - APB - is uitgevoerd. Ook daar spreken de
cijfers voor zich. De helft van de apothekers in België is in de drie jaar
voorafgaand aan die studie geconfronteerd met: ten minste één
diefstal met braak, 29%; een daad van vandalisme, 16%; fysieke
agressie, 20%; een gewapende en/of gewelddadige overval, 19%.

Het grote aantal agressies geeft de apothekers een
onveiligheidsgevoel en zorgt zelfs voor een psychose wanneer zij
weekend- of nachtdienst hebben.

Wat de openbare vervoermaatschappijen betreft, blijkt ook uit de
cijfers dat gewelddaden en agressie de laatste jaren fel zijn
toegenomen. Ze vormen daadwerkelijk een probleem, niet enkel voor
de organisatie zelf maar in de eerste plaats voor de betrokkenen. Uit
cijfers van 1999 bleek dat bijna de helft van de werkongevallen bij
treinbegeleiders immers het gevolg was van gewelddadige
confrontaties met reizigers. Bij De Lijn was een gelijkaardige evolutie
vast te stellen.

Het beroep van gezondheidswerkers en bepaalde andere categorieën
Ce projet de loi constitue un signal
fort à la société. Les récits
d'agressions contre des profes-
sionnels de la santé et des agents
des transports en commun sont
légion. Le citoyen nourrit
manifestement des attentes de
plus en plus élevées, cependant
que son seuil de frustration baisse.

Dans le secteur des soins de
santé, les urgences, les soins
intensifs et la psychiatrie sont
confrontés à une violence
croissante. Plusieurs hôpitaux
doivent déjà faire appel à un
coordinateur spécialisé dans
l'agression pour encadrer leur
personnel. Des enquêtes révèlent
une forte augmentation du
sentiment d'insécurité parmi les
médecins et les pharmaciens,
particulièrement la nuit et le week-
end.

Les mêmes constatations peuvent
être faites en ce qui concerne les
conducteurs et accompagnateurs
des véhicules de transport en
commun: les actes de violence
sont de plus en plus nombreux et
entraînent stress et démotivation
des travailleurs. L'employeur subit
également les effets négatifs d'une
telle situation. Il est donc clair que
plusieurs métiers `publics' sont
aujourd'hui devenus des
professions à risques.

On a dès lors commencé à se
demander à juste titre si les
dispositions actuelles du droit
pénal relatives à de telles manifes-
tations d'agressivité étaient
suffisantes. Il conviendrait
d'imposer des sanctions plus
sévères ayant un caractère
dissuasif. Le VLD avait déjà
déposé des propositions en ce
sens et celles-ci ont été
incorporées au présent projet
déposé par le gouvernement.

Une troisième proposition du VLD
avait trait à la violence envers des
fonctionnaires de police. De par la
nature de leur profession, ceux-ci
se retrouvent fréquemment
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
is eigenlijk geëvolueerd tot een risicoberoep. Zij vervullen nochtans
een belangrijke taak in onze maatschappij. Er schuilt hierin een zeker
paradigma. Ze zijn in de weer om andere mensen te helpen maar
tegelijk zijn ze het mikpunt van agressie. Precies daarom is het des te
meer onbegrijpelijk dat mensen zich tegen hen keren.

De effecten van dergelijke agressie mogen niet ontkend worden.
Enerzijds werken die gevolgen in op het individu zelf, met demotivatie,
minder voldoening, stress, schade aan de fysieke of psychische
gezondheid en posttraumatische symptomen. Ook heeft die agressie
invloed op de organisatie waar het slachtoffer eventueel
tewerkgesteld is, waarbij aangehaald kan worden dat slachtoffers van
dergelijke feiten niet steeds meer in staat zijn hun prestaties op
optimale wijze te leveren. Concrete gevallen zijn lange afwezigheden,
lagere productiviteit en investeringen die moeten gedaan worden voor
de organisatie.

Het strafrecht voorziet momenteel reeds in bepalingen omtrent slagen
en verwondingen en in een aantal bijkomende verzwarende
omstandigheden. De centrale vraag die we ons echter vandaag
kunnen en moeten stellen, is of deze bepalingen in deze wel volstaan.
Daarbij is de vraag stellen ze meteen ook beantwoorden. Net daarom
heeft de VLD reeds in het verleden een duidelijk signaal willen geven
en gegeven. De partij heeft een antwoord proberen te bieden op de
problemen rond de agressie waarmee een bepaalde
beroepsbevolking de laatste jaren meer en meer te maken krijgt. De
strafwetgever was tot vandaag op dit vlak tekortgeschoten, meenden
wij. Zwaardere straffen dienen in de eerste plaats een ontradend
karakter te hebben. Iedereen is verwittigd dat dergelijke feiten streng
bestraft zullen worden en dat indien deze preventie niet werkt,
daadwerkelijk een strengere strafrechtelijke aanpak zal fungeren als
stok achter de deur. Hierbij is de medewerking van politie en gerecht
vereist. Zij moeten de nodige aandacht schenken aan de aanpak van
deze problematiek.

De VLD heeft in deze op geen enkel moment zijn
verantwoordelijkheid ontlopen en heeft verschillende voorstellen
ingediend. Het eerste voorstel van de VLD, nr. 1258, is grotendeels
overgenomen. Het tweede voorstel van de VLD, nr. 1586, werd zelfs
volledig overgenomen in het ontwerp van de regering.

Het derde VLD-voorstel ging over geweld tegen politieambtenaren,
die dikwijls het slachtoffer van geweld zijn, zelfs nog frequenter dan
andere beroepscategorieën aangezien zij zich door de aard van hun
beroepsuitoefening in vele gevallen in gevaarsituaties moeten
begeven waarbij onder bepaalde voorwaarden geweld kan en dient
aangewend te worden.

De meest voorkomende van die gevaarsituaties zijn verzet van
burgers tegen hun aanhouding, het gevaarlijk gedrag van gestoorde
of gedrogeerde personen, agressie vanwege een aanmaning of een
boete en omstanders die om een of andere reden het optreden van
de politie onmogelijk proberen te maken. Het is dan ook niet meer
dan normaal dat ook zij zouden kunnen genieten van een betere
strafrechtelijke bescherming. In de oorspronkelijke versie was echter
niets voorzien om agressie tegen politiemensen te bestraffen.

Niettemin moeten zij zich, ondanks alle risico's aan het vak dat zij
confrontés à des individus
agressifs. Ils méritent dès lors une
meilleure protection pénale. C'est
pourquoi, en commission de la
Justice, le projet de loi a été
complété par un important volet
sur la police.

Cette adaptation du droit pénal ne
constitue pas un point final. Il
faudra s'attacher aussi à prévenir
les actes d'agression. Je pense en
l'occurrence à la surveillance au
moyen de caméras, aux cabines
de conduite fermées et à la
formation. Il incombe au
Parlement de suivre ces
phénomènes avec attention et de
prendre des initiatives si
nécessaire.

M. Chevalier a déposé le 29 juin
2004 une proposition de loi
tendant à alourdir les peines pour
les infractions commises contre
des usagers et des chauffeurs de
taxi. Il faut améliorer
l'enregistrement de ces faits pour
pouvoir se faire une idée précise
du problème.

Notre groupe appuiera ce projet
de loi.
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
uitoefenen, beschermd weten. Daarom is in de kamercommissie voor
Justitie een uitgebreid deel aan het oorspronkelijke ontwerp
toegevoegd, net omwille van het bieden van een zekere bescherming
aan politiemensen.

Mijnheer de eerste minister, mevrouw de minister van Justitie,
collega's, de tekst waarover wij zo meteen gaan stemmen mag geen
eindpunt zijn. Andere maatregelen zijn evenzeer welkom. Repressie is
slechts een deel van het antwoord. Ook preventie dient de nodige
aandacht te krijgen. In concreto kan gedacht worden aan
camerabewaking, gesloten bestuurderscabines en vorming voor de
slachtoffers om beter om te gaan met agressie.

Het wetsontwerp dat nu voorligt zien wij dan ook als een eerste maar
belangrijke stap in de goede richting. Wij moeten echter waakzaam
blijven voor fenomenen die onze samenleving onveilig maken, ook
voor nieuwe fenomenen. Als Parlement is het aan ons om
verantwoordelijkheid te nemen en is het onze plicht om waakzaam te
blijven en verdere initiatieven waar nodig te nemen.

Op 29 juni 2004 heeft de VLD bij monde van onder meer collega
Chevalier een wetsvoorstel ingediend dat ook voorzag in een
strafverzwaring van misdrijven tegen medereizigers van openbaar
vervoer en taxichauffeurs. In concreto gaat het om een van de
maatregelen die in de toekomst zeker overwogen dienen te worden.
Het zou daarom ook niet slecht zijn dat er een optimaler systeem zou
gevonden worden om ervoor te zorgen dat de registratie van
dergelijke feiten beter en realistischer zou gebeuren. Het zou een
duidelijker beeld van de problematiek kunnen geven, wat voor het
beleid alleszins onmisbaar is.

De VLD, onze fractie, staat dus positief tegenover de voorgestelde
wijzigingen. Het ontwerp geniet dan ook de volle steun van onze
fractie. Wij zullen het ontwerp dan ook goedkeuren.

De voorzitter: Dit wetsontwerp wordt op het normale, voorziene uur behandeld. Het stond als derde punt
op de agenda. Ik heb laten zoeken naar de heer Maingain.

Van de heer Verherstraeten weet ik dat hij in het huis is, want hij is mij daarstraks komen groeten. Ik dank
hem daarvoor. Ik zie hem echter niet. De heer Dirk Claes is er ook niet.

Ik kan niemand laten spreken die hier niet aanwezig is.
06.05 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je
voudrais remercier le rapporteur ainsi que les intervenants qui ont mis
en évidence l'extrême importance du projet de loi visant à soutenir
tous les travailleurs qui ont une mission d'intérêt collectif et que le
contact avec le public expose à des risques évidents.

De nombreuses plaintes ont été déposées dernièrement. Ces plaintes
émanent de conducteurs de trams, de bus, mais aussi de médecins
qui effectuent des services de garde, et d'enseignants.

Il était donc important qu'un projet tel que celui qui nous occupe
aujourd'hui puisse être voté par notre Parlement.
06.05 Minister Laurette
Onkelinx: Ik dank de rapporteur
en de sprekers die erop gewezen
hebben hoe belangrijk dit ontwerp
is.

Er werden de jongste tijd zeer veel
klachten ingediend, door tram-
bestuurders en buschauffeurs,
maar ook door artsen met
wachtdienst en leerkrachten.

Het is belangrijk dat dit ontwerp nu
in stemming gebracht kan worden.
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (1843/8)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1843/8)

L'intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi modifiant le Code pénal en vue de réprimer plus
sévèrement la violence contre certaines catégories de personnes"
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp tot wijziging van het Strafwetboek met het
oog op het strenger bestraffen van geweld tegen bepaalde categorieën van personen"

Le projet de loi compte 6 articles.
Het wetsontwerp telt 6 artikelen.

Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.

Les articles 1 à 6 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 6 worden artikel per artikel aangenomen.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

* * *
Mijnheer de eerste minister, ik groet u. Gisteren hebben wij de agenda vastgelegd. Omstreeks 16.00 uur
zouden de interpellaties plaatsvinden.
06.06 Eerste minister Guy Verhofstadt: Ik werd verzocht zo snel
mogelijk te komen.
06.06 Guy Verhofstadt, premier
ministre: On m'a demandé de
venir le plus vite possible.
De voorzitter: Ja, maar...
06.07 Eerste minister Guy Verhofstadt: Waarschijnlijk zijn ze iets
anders aan het doen.
De voorzitter: De dagorde wordt als volgt vastgelegd. Gewoonlijk
wordt deze in de Conferentie van voorzitters vastgelegd. Komt er een
wijziging dan gebeurt dit gewoonlijk hier op het einde van een
vergadering. Op dat moment wordt dan voorgesteld het een of ander
aan te passen. Ik heb gisteren gezegd, met het akkoord van zij die het
hadden gevraagd en die aanwezig waren, dat de interpellaties
omstreeks 16.00 uur zouden plaatsvinden. Het komt uiteraard niet op
twee minuten aan. Alle minder tijdeisende wetsontwerpen zou ik
voordien laten behandelen. Ik ben daarmee bezig. Ik heb de heren
Laeremans en Verherstraeten laten zoeken.

Er zijn nog twee of meerdere kleine wetsontwerpen met weinig
ingeschreven sprekers, en ik ga de behandeling ervan voortzetten.
Le président: J'ai indiqué hier que
les interpellations au premier
ministre auraient lieu vers 16
heures. J'ai fait appeler MM.
Verherstraeten et Laeremans.
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
06.08 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, voor alle
duidelijkheid. Wij waren vragende partij om deze interpellaties zo
vroeg mogelijk in de namiddag te laten doorgaan. U hebt gezegd dat
de eerste minister pas om 16.00 uur hier aanwezig kon zijn.
06.08 Paul Tant (CD&V): Nous
avions insisté pour que les
interpellations puissent avoir lieu le
plus tôt possible.
De voorzitter: Omstreeks 16.00 uur.
06.09 Paul Tant (CD&V): Wij hebben ons daarbij neergelegd. Ik vind
het ergerlijk dat de eerste minister nu meent te moeten zeggen dat
degenen die zich aan een afspraak wensen te houden ondertussen
bezig zijn met andere dingen. Hij bedoelt onder meer naar bepaalde
televisie-uitzendingen kijken. Het kan zijn dat dit voor hem een
prioriteit is, maar voor onze collega's geldt dat niet als er afspraken
werden gemaakt in het Parlement.

De eerste minister staat daar natuurlijk boven, voorzitter.
06.09 Paul Tant (CD&V): Or, le
président a indiqué hier que le
premier ministre ne pourrait être
présent que vers 16 heures et
nous nous sommes donc inclinés.
Que le premier ministre ne vienne
donc pas nous reprocher de nous
en tenir à ce qui avait été convenu.
06.10 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter,
gelieve mij te excuseren omdat ik te vroeg ben.
06.10 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Veuillez m'excuser d'être
là avant l'heure.
07 Proposition de loi modifiant les dispositions légales relatives à l'absence et à la déclaration
judiciaire de décès (614/1-10)
07 Wetsvoorstel tot wijziging van de wetsbepalingen betreffende de afwezigheid en de gerechtelijke
verklaring van overlijden (614/1-10)

Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Alfons Borginon, Claude Marinower, Martine Taelman

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.

Mme Marghem, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.

M. Borginon demande la parole. Il faut contenter tout le monde et sa belle-mère!
07.01 Alfons Borginon (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
eerste minister, mevrouw de vice-eerste minister, collega's, wees
gerust: ik zal niet lang spreken. Toch denk ik dat het nuttig is heel
even iets over dit wetsvoorstel te zeggen. Het gebeurt niet alle dagen
dat in dit halfrond een stuk van het Burgerlijk Wetboek dat nog dateert
uit 1804, wordt aangepast. Het lijkt mij nuttig twee dingen te doen.
Enerzijds wens ik degenen te bedanken die hiertoe hebben
bijgedragen en anderzijds duiding te geven over wat er nu verandert.

In het wetboek van 1804 had men een systeem opgenomen om de
rechten van vermiste personen te organiseren. Men bedoelde op dat
ogenblik vooral militairen die ingevolge allerlei Napoleontische
oorlogen werden uitgestuurd en verdwenen, niet noodzakelijk omdat
zij overleden waren, maar omdat zij de moeilijke
oorlogsomstandigheden wilden ontvluchten. Daarom heeft de
wetgever destijds een regeling aangenomen die probeerde om in de
rurale samenleving die toen gold, de belangen van de afwezige
maximaal te beschermen. Mocht hij ooit nog terugkomen, ook al was
07.01 Alfons Borginon (VLD): Il
n'est pas si fréquent que nous
adaptions des dispositions du
Code civil datant encore de 1804.
À l'époque, nombreux étaient les
militaires qui ne revenaient pas
des champs de bataille
napoléoniens et la raison n'était
pas toujours qu'ils mouraient au
champ d'honneur. Nombreux
étaient également ceux qui
voulaient échapper à l'ignominie
de la guerre. Les auteurs du Code
civil se sont efforcés d'élaborer
une réglementation dont la finalité,
dans la société rurale qui était
encore prédominante à l'époque,
serait de préserver au maximum
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
dat twintig of dertig jaar later, dan kon die persoon toch zijn intrek
nemen op het boerenhof waarop hij recht had.

Die wetgeving is ondertussen enorm verouderd, omdat de situaties
van vermisten tegenwoordig uiteraard helemaal anders zijn. Enerzijds
zijn er mensen die spontaan verdwijnen omdat zij een nieuw leven
willen opbouwen. Anderzijds zijn er ook situatie waarbij mensen in
zeer precaire, moeilijke omstandigheden verdwijnen en van wie de
nabestaanden absoluut niet weten of de betrokkene al dan niet nog in
leven is, maar wel botsen op een zeer moeilijke juridische regeling
waardoor zij dertig tot vijfendertig jaar lang met de juridische gevolgen
van de verdwijning worden geconfronteerd.

Vandaag bespreken wij de tekst van een wetsvoorstel dat ooit nog
werd opgesteld mee in het licht van de werkzaamheden van de
Federatie van notarissen. Het werd verscheidene malen ingediend in
dit Parlement, ooit nog door minstens drie of vier fracties de voorbije
twintig jaar. De laatste keer heb ik het voorstel ingediend met
collega's Marinower en Taelman. De commissie voor de Justitie heeft
dan bij het begin van deze legislatuur gezegd dat het nu toch wel
eindelijk tijd werd om dit definitief te regelen. Dan is de tsunami er
gekomen en op een bepaald ogenblik was er sprake van een
wetsontwerp om die aangelegenheid te regelen. Men heeft echter
snel ingezien dat, vermits er geen concrete gevallen waren, het geen
zin had om, zoals destijds bij de mijnramp in Marcinelle, nog maar
eens een aparte wet te maken. In plaats daarvan heeft de regering
ervoor gekozen de parlementaire weg te steunen.

Wat verandert er nu? In essentie twee dingen. Aan de ene kant zal
men voor situaties waarin men zeker is dat de betrokkene is
overleden zonder dat zijn lichaam is teruggevonden, via een in de wet
geregelde procedure naar de rechtbank kunnen stappen om een
gerechtelijke verklaring van overlijden tot stand te brengen die
onmiddellijk alle juridische gevolgen van een overlijden heeft.

Anderzijds wordt in de situaties, waarin men onzeker is over het feit of
de betrokkene nog in leven is, in een regeling voorzien waarbij men
eerst een voorlopige beheerder van de goederen kan aanstellen. Vijf
jaar later kan men tot een definitieve verklaring van afwezigheid
komen die, althans op juridisch vlak, dezelfde gevolgen heeft als het
overlijden. Wanneer men geen maatregelen heeft genomen om het
beheer van de goederen te regelen, kan men sowieso zeven jaar
nadat men voor het laatst nieuws van de betrokkene heeft vernomen,
overgaan tot de verklaring van afwezigheid. Dit kan eigenlijk het
grootste deel van de juridische problemen voor de betrokkenen
oplossen.

Dat is het in een notendop. Ik moet nog een woord van dank
uitspreken aan al degenen die aan het wetsontwerp hebben
meegewerkt, in eerste instantie aan de mensen van de Federatie van
Notarissen, die opnieuw, in dialoog met mijn medewerkers, een
discussie op gang hebben gebracht over wat er nog zou kunnen
worden verbeterd. Daarna werd de tekst overgemaakt aan de Raad
van State, waar ook een aantal nuttige verbeteringen werden
aangevoerd.

De eerlijkheid gebiedt mij ook te zeggen dat wij ook hebben kunnen
rekenen op de diensten van de minister en de administratie van
les intérêts patrimoniaux des
absents de façon à ce qu'un soldat
rentré au pays puisse revendiquer
sa ferme jusqu'à trente ans après
sa disparition.

Évidemment, la situation a changé
du tout au tout. Il peut arriver que
des personnes disparaissent sans
que les "proches parents" sachent
si elles sont encore en vie ou non.
En raison du caractère obsolète
de la législation, un calvaire qui
peut parfois durer trente-cinq ans
commence alors pour eux. Au
cours des dernières décennies,
diverses propositions de loi
destinées à remédier à cette
situation ont été déposées. Le
dernier en date est un texte
déposé par M. Marinower, Mme
Taelman et moi-même. Au
lendemain du tsunami de
décembre 2004, il a été suggéré
de régler cette affaire par un projet
de loi. Mais aucun cas concret ne
s'étant présenté, l'idée de
promulguer une législation
distincte, comme pour la
catastrophe minière de Marcinelle,
a été finalement abandonnée.

La proposition de loi va changer
deux choses. Lorsque le décès de
la personne est acquis bien que le
corps n'ait pas été retrouvé, le
tribunal peut être saisi d'une
demande de déclaration de décès
qui produit des effets immédiats.
Si l'on ignore si la personne est
vivante ou non, son patrimoine
peut être placé sous
administration provisoire. Au bout
de cinq ans, une déclaration
d'absence définitive, dont les
conséquences juridiques sont les
mêmes que pour un décès, peut
être demandée au tribunal. Les
proches ne devront dès lors plus
attendre que sept ans maximum.

La Fédération des Notaires a une
fois encore contribué à la
discussion et le Conseil d'État a
suggéré un certain nombre
d'aménagements utiles. Je
remercie aussi les services du
ministre pour leur apport. Le
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Justitie; om enerzijds op basis van het voorbereid werk dat wij hadden
gedaan en anderzijds het advies van de Raad van State, te komen tot
een tekst die een breed draagvlak kan hebben en die misschien geen
200 jaar in het wetboek moet staan, maar, zoals dat reeds in onze
buurlanden is gebeurd, onze wetgeving alleszins op een modern
niveau brengt. Voor de mensen die met deze moeilijke problematiek
worden geconfronteerd, zorgt het er alleszins voor dat de juridische
problemen tot een minimum worden beperkt.

Ik dank dus iedereen die hieraan heeft meegewerkt. Tot daar mijn
korte uiteenzetting. (Applaus)
résultat des travaux est un texte
moderne qui jouit d'une large
adhésion et qui porte notre
législation au niveau de celle de
nos voisins. Les problèmes
juridiques sont ainsi réduits autant
que possible pour la famille.
De voorzitter: Het is een oude aangelegenheid.

Cela me rappelle Guillaume le Taciturne: "Point n'est besoin d'espérer pour entreprendre, ni de réussir pour
persévérer".
07.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, comme l'a
souligné M. Borginon, la collaboration fut excellente entre le
Parlement, le gouvernement et les associations professionnelles.
C'est ainsi que nous avons enfin pu aboutir à une réglementation
concernant l'absence qui colle mieux à la réalité que la réglementation
antérieure. Je suis ravie du résultat.
07.02
Minister
Laurette
Onkelinx: Het Parlement, de
regering en de beroeps-
verenigingen hebben op een
uitstekende manier samen-
gewerkt. Daardoor hebben wij
eindelijk een regelgeving
betreffende de afwezigheid
kunnen uitwerken die beter
overeenstemt met de werkelijkheid
dan de vorige regelgeving. Ik ben
opgetogen over het resultaat.
Le président: À mon avis, cette proposition est importante et d'un
ordre pratique majeur.

Je voudrais excuser Mme Marghem pour tout à l'heure: elle ne
pouvait être présente pour raison de santé et j'ai omis de le signaler.
Elle m'a communiqué le certificat en question.
De voorzitter: Dit is een belangrijk
wetsvoorstel van groot praktisch
nut.
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

La proposition de loi règle des matières visées aux articles 77 et 78 de la Constitution.
Het wetsvoorstel regelt aangelegenheden als bedoeld in de artikelen 77 en 78 van de Grondwet.

Conformément à l'article 72.2, alinéa 2 du Règlement, les dispositions relevant de l'article 77 de la
Constitution sont disjointes de la proposition de loi.
Overeenkomstig artikel 72.2, tweede lid van het Reglement, worden de bepalingen die ressorteren onder
artikel 77 van de Grondwet uit het wetsvoorstel gelicht.

Nous passons à la discussion des articles de la proposition de loi n° 614/9 (matière visée à l'article 77 de la
Constitution). Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (614/9)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsvoorstel nr. 614/9 (aangelegenheden als
bedoeld in artikel 77 van de Grondwet). De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
bespreking. (Rgt 85, 4) (614/9)

L'intitulé a été modifié par la commission en "proposition de loi modifiant certaines dispositions du Code
judiciaire relatives à l'absence et à la déclaration judiciaire de décès".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel tot wijziging van sommige bepalingen van
het Gerechtelijk Wetboek betreffende de afwezigheid en de gerechtelijke verklaring van overlijden".

La proposition de loi compte 4 articles.
Het wetsvoorstel telt 4 artikelen.

Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.

Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

Nous passons à la discussion des articles de la proposition de loi n° 614/10 (matière visée à l'article 78 de
la Constitution) Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (614/10)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsvoorstel nr. 614/10 (aangelegenheden als
bedoeld in artikel 78 van de Grondwet) De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 85, 4) (614/10)

L'intitulé a été modifié par la commission en "proposition de loi modifiant diverses dispositions relatives à
l'absence et à la déclaration judiciaire de décès".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel tot wijziging van diverse bepalingen
betreffende de afwezigheid en de gerechtelijke verklaring van overlijden".

La proposition de loi compte 52 articles.
Het wetsvoorstel telt 52 artikelen.

Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.

Les articles 1 à 52 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 52 worden artikel per artikel aangenomen.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
07.03 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, voor het volgende
agendapunt, het wetsvoorstel betreffende de transseksualiteit, heeft
de heer Verherstraeten laten weten dat hij verwijst naar het schriftelijk
verslag.
07.03 Paul Tant (CD&V): M.
Servais Verherstraeten, rapporteur
pour cette proposition de loi, m'a
fait savoir qu'il souhaite se référer
au rapport écrit.
De voorzitter: Dank u. Dat is een goede manier van werken.
08 Proposition de loi relative à la transsexualité (903/1-7)
08 Wetsvoorstel betreffende de transseksualiteit (903/1-7)

Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Hilde Vautmans, Valérie Déom, Marie-Christine Marghem, Guy Swennen

Discussion générale
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.

De heer Verherstraeten, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

Volgende sprekers hebben zich ingeschreven voor de algemene bespreking: Mme Déom, mevrouw Van
der Auwera, de heer Schoofs en mevrouw Vautmans.

Mevrouw Van der Auwera heeft het woord.
08.01 Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, collega's, onze fractie zal het wetsvoorstel dat
ter stemming ligt, niet goedkeuren, maar zich onthouden. Het is niet
dat wij menen dat er geen wettelijk kader hoeft te worden geschapen
voor de transseksuelen. Ook al zijn er in België naar schatting slechts
600 mannen die zich veeleer vrouw voelen, en 250 vrouwen die een
man willen zijn, zij bevinden zich vandaag inderdaad in een juridisch
vacuüm.

Bovendien heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in
zijn arrest-Goodwin unaniem beslist dat de lidstaten van de Raad van
Europa de geslachtswijziging van transseksuelen juridisch volledig
moeten erkennen. CD&V heeft hiertegen uiteraard geen bezwaar. Wij
steunen dan ook het feit dat transseksuelen reeds tijdens de fase van
de hormonale behandeling van voornaam kunnen wijzigen en dat dat
een recht wordt van de transseksueel en niet langer een gunst die
door de minister moet worden verleend.

Het wetsvoorstel roept evenwel ook veel bezwaren op. Het is
onduidelijk en onvolledig. Het maakt bovendien keuzes, die niet de
onze zijn. Het wetsvoorstel herleidt de juridische geslachtswijziging tot
een louter administratieve procedure, naar analogie van de aangifte
van een geboorte. Er is geen enkele rechterlijke tussenkomst vereist.
Dat is voor onze fractie onaanvaardbaar. Een geslachtswijziging is
immers een wijziging van de burgerlijke staat van een persoon. De
staat van een persoon is in principe onbeschikbaar, omdat die deel
uitmaakt van de openbare orde. De geslachtswijziging kan dan ook
niet louter door de ambtenaar van de burgerlijke stand worden
vastgesteld. In dergelijke aangelegenheden moet de rechter oordelen.
Een marginale rechterlijke controle zal al volstaan, maar is toch nodig,
ook als is het maar om na te gaan of er voldaan werd aan de
grondvoorwaarden van de vordering.

Niet alleen onze fractie is die mening toegedaan, ook uw
vertegenwoordigster, mevrouw de minister, heeft tijdens de
bespreking van het voorstel in de commissie uitdrukkelijk gesteld dat
de rechter een uitspraak dient te doen over de geslachtswijziging. De
regering heeft dus vragen bij het voorstel. U bent hier naderhand op
teruggekomen. Tijdens de hoorzittingen hebben daarbovenop ook
nog de academici uitdrukkelijk te kennen gegeven dat een
gerechtelijke procedure noodzakelijk is in geval van een wijziging van
staat.

Ik wil hierbij ook opmerken dat er van het beperkte aantal landen dat
een regeling inzake transseksualiteit heeft, slechts een absoluut te
verwaarlozen aantal een administratieve procedure heeft. Ik denk
08.01 Liesbeth Van der Auwera
(CD&V): Le groupe CD&V
s'abstiendra lors du vote sur cette
proposition. Nous ne sommes pas
opposés à la mise en place d'un
cadre légal pour les 850
transsexuels de Belgique car ils se
trouvent aujourd'hui dans une
situation de vide juridique. La cour
européenne des droits de l'homme
a décidé que les Etats membres
du Conseil de l'Europe doivent
reconnaître pleinement, sur le plan
juridique, le changement de sexe
des transsexuels. Le CD&V n'y
voit bien évidemment aucun
inconvénient. Nous sommes
favorables à ce les transsexuels
puissent changer de prénom dès
la phase du traitement hormonal
et à ce que ce changement de
prénom soit désormais un droit et
non plus une faveur accordée par
le ministre.

Cependant, la présente
proposition de loi est opaque et
incomplète. Elle réduit en outre le
changement de sexe juridique à
une procédure administrative. Il
est inacceptable à nos yeux que le
juge n'intervienne à aucun
moment alors que le changement
de sexe implique une modification
de l'état civil. Nous estimons que
faire constater le changement de
sexe par un officier de l'état civil
n'est pas une solution
satisfaisante. Il faut prévoir à nos
yeux un contrôle judiciaire
marginal pour vérifier s'il a été
satisfait aux conditions de base.
La représentante de la ministre a
dit en commission que le juge doit
statuer sur le changement de sexe
mais la ministre elle-même est
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
alleen aan Oostenrijk en Zweden.

Het is trouwens moeilijk om onze administratieve diensten te
vergelijken met die van andere landen. Het behoort alleszins niet tot
het takenpakket van onze ambtenaren van de burgerlijke stand om te
beslissen over de inhoudelijke voorwaarden van een wijziging van
staat. Het is trouwens de vraag of alle ambtenaren en beambten van
de burgerlijke stand van kleine, landelijke gemeenten de door een
transseksueel voorgelegde geneeskundige attesten kunnen
beoordelen. Wat zullen zij doen in geval van twijfel? Hoe zullen zij
kunnen nagaan of aan de grondvereisten werd voldaan? Hoe zullen
zij verificaties kunnen doen? In tegenstelling tot een rechter kunnen zij
immers geen deskundige aanstellen.

Zij kunnen ook geen derden oproepen om te horen. Wat met de
rechtmatige belangen van de echtgenoot en de kinderen? Hoe zal de
ambtenaar van de burgerlijke stand die weigert om een akte tot
vermelding van het geslacht op te stellen, kennis moeten geven van
zijn weigering? Hij is bovendien niet vertrouwd met het omstandig
motiveren van een beslissing tot weigering. Zullen de ambtenaren van
de burgerlijke stand hiertoe worden opgeleid?

De meerderheid geeft toe dat transseksualiteit een complexe
problematiek is. Hoe kan men dat dan overlaten aan de ambtenaren
van de burgerlijke stand? Zij zijn geen vragende partij voor die zware
verantwoordelijkheid. Het risico bestaat dan ook dat de meeste
ambtenaren zich voorzichtig zullen opstellen en bij de minste twijfel of
discussie zullen weigeren een akte op te maken. Het is duidelijk dat
een administratieve procedure hier niet aangewezen is. Het enige
alternatief is een goed geregelde gerechtelijke procedure. De
argumenten die de meerderheid hiertegen heeft, zijn uiterst zwak.

Wat de duur van de gerechtelijke procedure betreft, is het trage
verloop van gerechtelijke procedures een structureel probleem dat
structureel moet worden opgelost. Het gaat niet op om dat argument
te hanteren als reden om een dermate belangrijke aangelegenheid als
een geslachtswijziging over te laten aan de beoordeling van de
ambtenaar van de burgerlijke stand.

We stellen trouwens vast dat de duur van de gerechtelijke procedure
tot geslachtswijziging in het algemeen zeer vlot verloopt. Alleen het
advies van het openbaar ministerie laat soms lang op zich wachten,
maar het is vandaag alleen vereist wanneer er kinderen zijn. Een
duidelijke wettelijke regeling zal de verschillende gebruiken in
verschillende gerechtelijke arrondissementen voorkomen. Een
wetgevend kader zal leiden tot een sneller procedureverloop.

Nog een argument van de regering betreft de kostprijs van de
gerechtelijke procedure. Vandaag bedraagt die in het totaal ongeveer
800 euro, kosten en ereloon van de advocaat inbegrepen. De
rechtsbijstand zorgt ervoor dat een behoeftige transseksueel
voldoende toegang krijgt tot het gerecht. Wanneer een wettelijke
regeling de procedure vereenvoudigt, zullen ook de erelonen van de
advocaat beperkt blijven. De gerechtskosten zijn sowieso gering
wanneer de procedure kan worden ingeleid bij verzoekschrift.

Wat met betrekking tot de onzekere uitkomst van de procedure?
Vandaag reeds doen er zich weinig problemen voor en erkennen de
revenue sur cette position par la
suite. Lors d'auditions, des experts
du monde universitaire ont
également estimé qu'une
procédure judiciaire est nécessaire
en cas de changement d'état.

Il n'incombe pas aux officiers de
l'état civil de décider des modalités
substantielles d'un changement
d'état car il s'agit d'une matière
trop complexe. Contrairement au
juge, l'officier de l'état civil n'est
pas habilité à désigner un expert
ou à convoquer un tiers. Les
officiers d'état civil ne sont pas
non plus familiarisés avec la
motivation circonstanciée d'une
décision de refus.

La seule solution consiste en une
procédure judiciaire dûment
organisée. Les objections de la
majorité ne sont guère convain-
cantes. Une telle procédure serait
trop lente mais ne s'agit-il pas d'un
problème structurel qui appelle un
remède structurel? D'une manière
générale, la durée de la procédure
de changement de sexe ne pose
d'ailleurs pas de problème. Seul
l'avis du ministère public ­ qui
n'est exigé que lorsqu'il y a des
enfants
­ se fait parfois
longuement attendre.

Toujours selon la majorité, une
intervention judiciaire aurait pour
effet d'augmenter les frais. Il s'agit
de 800 euros et une assistance
judiciaire est prévue. L'accéléra-
tion de la procédure contribuera
d'ailleurs à réduire les frais
judiciaires.

Enfin, les auteurs craignent que
l'issue d'une procédure judiciaire
soit trop incertaine. Pourtant, la
plupart des tribunaux recon-
naissent aujourd'hui déjà le
changement de sexe. La requête
n'est rejetée qu'en cas de décision
irréfléchie.

Le contrôle judiciaire dont fait
l'objet la décision administrative
est également invoqué. Je tiens à
souligner que ce contrôle intervient
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
meeste rechtbanken de geslachtswijziging. Het verzoek wordt in
principe alleen afgewezen als het om een ondoordachte beslissing
gaat. Wanneer ook hier een duidelijk wettelijk kader komt, zal dat
leiden tot nog meer positieve uitspraken.

Mevrouw de minister, u stelde dat de administratieve procedure wel
degelijk onder rechterlijke controle verloopt. Ik heb daarbij mijn vragen
en bedenkingen. Het is niet omdat een ambtenaar van de burgerlijke
stand na het opmaken van een akte tot vermelding van het geslacht -
u hoort mij goed: ná het opmaken van de akte - en na de inschrijving
ervan in het register van de akten van geboorte hiervan bericht geeft
aan de procureur des Konings, dat er een gerechtelijke controle is. De
aanpassing is dan immers reeds geacteerd. Nadien kan de procureur
des Konings niets meer doen, vermits het voorstel enkel in een
mogelijkheid tot beroep voorziet tegen een beslissing tot weigering
van de geslachtswijziging.

Mevrouw de minister, collega's, op welke wijze bestaat er hier een
rechterlijke controle? Uit de procedurebepalingen blijkt dan weer dat
het de bedoeling was ook een beroep mogelijk te maken tegen een
beslissing tot toekenning van de geslachtswijziging. Het voorstel
schept dus onduidelijkheid en verwarring alom.

Er bestaat trouwens absolute onduidelijkheid over wat de
berichtgeving aan de procureur des Konings precies inhoudt en hoe
die moet gebeuren. Moet de ambtenaar enkel kennis geven dat er
een akte tot vermelding van het geslacht is ingeschreven in de
registers of moet hij alle stukken waarop hij zich gebaseerd heeft
overleggen?

Mevrouw de minister, collega's, het is duidelijk: de administratieve
procedure zal leiden tot grote rechtsonzekerheid en een verschillende
aanpak in de verschillende gemeenten.

Het voorstel bevat volgens ons daarnaast nog tal van
onduidelijkheden en hiaten en het roept veel vragen op. Zo moet de
ambtenaar van de burgerlijke stand een akte tot vermelding van het
geslacht opmaken. Dat laat uitschijnen dat het geslacht van de
verzoeker voordien niet gekend was, wat uiteraard volkomen onjuist
is.

De ambtenaar van de burgerlijke stand moet de akte tot vermelding
van het geslacht op de dag zelf waarop die is opgemaakt inschrijven
in het register van de akten van de geboorten. De akte tot vermelding
van het geslacht kan nochtans worden opgemaakt in een andere
gemeente dan die waar de geboorteakte is opgemaakt. U weet allen
dat de termijnen voor verzendingen per post uitsluiten dat een akte tot
vermelding van het geslacht op de dag van de opmaak reeds
ingeschreven wordt in het register van de geboorteakten van een
andere gemeente.

Zelfs binnen eenzelfde gemeente zal een akte tot vermelding van het
geslacht hoogstens uitzonderlijk nog dezelfde dag in de registers
kunnen worden ingeschreven, daar de ondertekening van de akten
door de burgemeester of door de bevoegde schepen doorgaans niet
dagelijks gebeurt.

Er kan beroep worden ingesteld tegen de beslissing van de
après l'acte, sous la forme d'une
communication au procureur du
Roi. Celui-ci ne dispose plus
d'aucune possibilité de recours
contre l'autorisation de change-
ment de sexe mais seulement
contre son refus. Ce point est
source de grande confusion.

La procédure administrative
génèrera une grande insécurité
juridique et induira des approches
différentes d'une commune à
l'autre. Les imprécisions de la
proposition sont légion. Le
fonctionnaire est démuni devant le
recours contre la décision de
l'officier de l'état civil: il n'est pas
convoqué, pas plus que le
Ministère public.

Les transsexuels et leurs
associations représentatives ont
également formulé des critiques à
l'encontre de la proposition. Ils
préféraient l'absence de tout
règlement légal à cette proposition
qu'ils jugent tout à la fois trop
restrictive, trop paternaliste et trop
répressive. Les partis
francophones de la majorité ont
également rechigné mais, en
définitive, c'est un texte de
compromis irréfléchi qui a été
adopté. Le CD&V s'abstiendra.
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
ambtenaar van de burgerlijke stand. Dat kan gebeuren via eenzijdig
verzoekschrift. Dat betekent dus dat de ambtenaar van de burgerlijke
stand geen enkel verweer heeft en zijn beslissing niet eens kan
verdedigen voor de rechtbank. Het voorstel bepaalt namelijk dat enkel
de verzoeker wordt opgeroepen om opheldering te geven.

Ook het openbaar ministerie wordt niet gehoord. Dat kan toch niet in
een democratische rechtsstaat?

Ook wordt een rechter aangewezen om op een bepaalde dag verslag
te doen. Wat moeten wij daaronder verstaan? Een rechter moet recht
spreken en geen verslag uitbrengen.

Collega's, het wetsvoorstel heeft reeds veel kritiek opgeleverd, vooral
van de transseksuelen en de verenigingen die ermee begaan zijn dan
nog wel. Zij stelden liever geen wettelijke regeling te hebben dan
diegene die op tafel lag. Het voorstel was volgens hen te restrictief, te
paternalistisch en te repressief. Onze Franstalige liberale en
socialistische collega's gingen vervolgens op de rem staan en het zag
er dan ook naar uit dat het voorstel in de ijskast zou worden gestopt.
Uiteindelijk is er dus een compromistekst uit de bus gekomen: vlug,
ondoordacht, vol hiaten, en met
een blijvende grote
verantwoordelijkheid voor de ambtenaren van de burgerlijke stand.

Onze fractie zal zich dan ook onthouden.

De voorzitter: Dank u wel, mevrouw Van der Auwera. Nu komt mevrouw Déom, en daarna mevrouw
Vautmans, mevrouw Genot en de heer Schoofs. Mijnheer Schoofs, u gaat toch al de dames laten
voorgaan?
08.02 Valérie Déom (PS): Monsieur le président, monsieur le
premier ministre, madame la vice-première ministre, chers collègues,
la proposition débattue aujourd'hui et soumise à l'approbation de notre
assemblée est l'aboutissement d'un débat qui a été ouvert depuis
longtemps.

Déjà en 1985, à la suite de l'examen de la jurisprudence, notamment
de l'arrêt Van Oosterwijck de la Cour européenne des droits de
l'homme, le professeur Vieujean se demandait dans quelle mesure
une intervention législative ne serait pas nécessaire afin de préciser à
quelles conditions le transsexuel peut obtenir le changement de son
acte de naissance.

Avant toute chose, je voudrais me réjouir de l'excellente collaboration
entre les parlementaires de la majorité qui a permis d'avoir un débat
serein et constructif. Le débat n'a pas été simple car, indubitablement,
les aspects médicaux et éthiques ont été abordés. Il touche
essentiellement à l'autonomie de la personne pour ce qui concerne la
détermination de sa vie et ses choix personnels.

Le débat initié par la proposition de loi déposée par la majorité a été
l'occasion d'une longue maturation d'idées et a permis de rapprocher
les différents points de vue.

Je rappellerai que, pour mon groupe, l'objectif essentiel de la
proposition de loi est de simplifier le changement de prénom et de
sexe des actes de l'état civil du transsexuel.
08.02 Valérie Déom (PS): Dit
wetsvoorstel vormt de bekroning
van een debat dat meer dan
twintig jaar geleden door professor
Vieujean naar aanleiding van het
arrest Van Oosterwijck van het
Europees Hof van 6 november
1980 op gang is getrokken.

De samenwerking tussen de
parlementsleden van de meerder-
heid is vlekkeloos verlopen. Mijn
fractie heeft zich tot doel gesteld
de voornaams- en geslachts-
wijziging in de akten van de
burgerlijke stand die betrekking
hebben op de transseksuelen, te
vereenvoudigen. Tijdens de
bespreking van ons voorstel waren
we van mening dat de wetgever
zich niet mocht inlaten met de
keuze van de geneesheer en dat
die laatste zich evenmin in de
plaats mocht stellen van de
personen die tot het andere
geslacht wensen te behoren. De
keuze van een geslachts-
verandering mag niet ter discussie
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
Au cours de l'examen de la proposition de loi, nous avons voulu éviter
certains écueils. Nous avons estimé que nous devions éviter toute
intrusion de la loi dans la médecine, d'autant plus que cette dernière
évolue constamment. En effet, il n'appartient pas au législateur de
régenter les choix des praticiens, établis sous leur responsabilité, qu'il
s'agisse de transsexualité ou d'un autre domaine.

Pas plus, il n'appartient au médecin de se substituer à la volonté
d'une partie qui exprime clairement son désir d'appartenir à l'autre
sexe que celui mentionné dans son acte de naissance. C'est dès lors
dans ce cadre précis, que je viens de rappeler, que nous souscrivons
à la procédure administrative proposée, assortie d'un contrôle
judiciaire éventuel.

La proposition de loi telle qu'amendée ne met pas en cause, à juste
titre, l'opportunité du choix de l'intéressé de changer de sexe, mais
simplifie ses démarches; je suis persuadée qu'elle apaisera sa
souffrance.

C'est donc avec conviction que mon groupe votera en faveur du texte
proposé.
worden gesteld. Ter zake
stemmen we in met de voorge-
stelde administratieve procedure
met de mogelijkheid van een
rechterlijke controle. Het voorstel
maakt het de betrokken personen
eenvoudiger van geslacht te
veranderen.

De PS-fractie zal dit voorstel met
volle overtuiging goedkeuren.
Le président: Merci, madame Déom. Mevrouw Vautmans krijgt thans het woord, ensuite Mme Genot en
dan de heer Schoofs. Après cette proposition nous passons aux interpellations.
08.03 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
eerste minister, mevrouw de minister, ik ben vandaag eigenlijk een
heel gelukkige vrouw. Vandaag gaan wij stemmen over een
wetsvoorstel waaraan we heel lang hebben gewerkt.

Waarom is dit wetsvoorstel zo belangrijk? Het is mijn overtuiging dat
de kwaliteit en de ontwikkeling van een samenleving kan worden
afgemeten aan hoe die samenleving omgaat met de zwaksten.
Negeren we ze? Stigmatiseren we ze? Bieden we ze een betere
toekomst aan? Het was onze overtuiging dat er voor de
transseksuelen in ons land nog heel veel kon worden verbeterd.

Op 11 maart 2004 hebben wij dan ook met de meerderheid dit
wetsvoorstel ingediend. Het is een belangrijke stap want reeds in een
resolutie van 12 september 1989 heeft het Europese Parlement de
lidstaten verzocht om bepalingen vast te leggen inzake het recht van
transseksuelen op een geslachtsverandering.

Collega's, transseksueel is eigenlijk een heel ongelukkig gekozen
term. Het doet eigenlijk denken aan seksualiteit, seksuele voorkeur en
seksuele perversie, terwijl het eigenlijk een identiteitsprobleem is. In
tegenstelling tot wat velen denken, is transseksualiteit geen
modeverschijnsel. Het is van alle tijden en van alle culturen. Wat wel
varieert doorheen de tijd is hoe de samenleving omgaat met
transseksuelen, hoe men ze beoordeelt, beschouwt, behandelt en
aanvaardt. In Samoa en Tonga bijvoorbeeld, twee eilandstaatjes in de
Stille Oceaan, worden transseksuelen volledig aanvaard. Zij hebben
in hun gemeenschap zelfs een functie van geluksbrenger. In onze
moderne wereld heerst echter een grote onwetendheid over
transseksualiteit. Hier worden zij heel vaak gestigmatiseerd en
uitgesloten.

Hoe is de stand van zaken in ons land? Medisch is het bij ons
08.03 Hilde Vautmans (VLD):
Considérant que la qualité et le
développement d'une société
peuvent être jugés à l'aune du
traitement qu'elle réserve aux plus
vulnérables, nous avons estimé
qu'en Belgique, bien des choses
sont encore susceptibles d'être
améliorées pour les transsexuels.
D'où le dépôt de la présente
proposition de loi le 11 mars 2004.
La résolution du Parlement
européen du 12 septembre 1989
invitait les Etats membres à définir
des dispositions légales sur le
changement de sexe des
transsexuels.

Le terme de "transsexualité" est
d'ailleurs utilisé à mauvais escient
car il ne s'agit pas ici d'un
problème de sexualité mais
d'identité. La transsexualité n'est
pas davantage un phénomène de
mode. Elle existe depuis toujours
et dans toutes les cultures. Ce qui
diffère d'une culture à l'autre, c'est
la réaction qu'elle suscite.
Certaines cultures acceptent
parfaitement la transsexualité.
Mais en Occident, l'ignorance
débouche sur la stigmatisation et
sur l'exclusion des transsexuels. Il
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
gelukkig mogelijk om transseksuelen te behandelen. Gent is
wereldwijd bekend voor de constructie van de penis. Men komt van
heinde en verre om de behandeling in ons land te ondergaan. Over
hoeveel mensen gaat het eigenlijk in ons land? Mevrouw Van der
Auwera heeft er al op gewezen: 1 op 16.500 mensen is man-vrouw
transseksueel en 1 op 40.000 mensen is vrouw-man transseksueel.
Voor België gaat het dus om 600 man-vrouw transseksuelen en 250
vrouw-man transseksuelen. Men vergelijkt transseksuelen heel vaak
met travestieten. Dit is echter helemaal onterecht. Travestie komt in
ons land veel vaker voor. In België hebben tussen 1 en 5 mensen op
100 reeds een travestie-ervaring opgedaan.

Dat zijn er op zijn minst 100.000.

Collega's, wat kunnen we aan de problematiek van transseksuelen
doen als politici? Aan de medische lijdensweg kunnen wij helaas heel
weinig veranderen, maar we kunnen wel werken aan de juridische en
administratieve lijdensweg die die mensen moeten ondergaan na hun
operatie. Momenteel is de wijziging van de voornaam een gunst van
de minister van Justitie en moet de wijziging van het geslacht voor
een rechtbank plaatsvinden. De CD&V-fractie heeft tijdens de
bespreking in de commissie ­ mevrouw Van der Auwera heeft het
hier herhaald ­ het standpunt ingenomen dat dat voor een rechtbank
moet blijven gebeuren. Collega's, gelukkig is de meerderheid een
andere mening toegedaan. Wij vinden niet dat transseksuelen
criminelen zijn, die voor een rechtbank moeten verschijnen. Wij
vinden dat transseksuelen moeten geholpen worden. Wij vinden niet
dat een rechter kan oordelen over de geslachtsaanpassing. Wat zal
de rechter doen? Vragen om het hem te tonen? Dat gaat helemaal
niet op in onze moderne samenleving.

Vandaar dat ons wetsvoorstel voorstelt dat de voornaamswijziging
een recht wordt.
ne faut pas non plus confondre les
transsexuels avec les travestis.

Si nous ne pouvons pas changer
grand-chose au calvaire médical
que subissent les transsexuels,
nous pouvons en revanche
adoucir le calvaire juridique et
administratif qu'ils subissent après
avoir changé de sexe. Or, la
modification du prénom est
aujourd'hui une faveur accordée
par la ministre de la Justice et les
transsexuels doivent aller au
tribunal pour obtenir la
reconnaissance de leur nouveau
sexe. Pour notre part, nous
estimons que les transsexuels ne
sont pas des criminels appelés à
comparaître devant un juge.
De voorzitter: De heer Deseyn wenst u te onderbreken.
08.04 Hilde Vautmans (VLD): De heer Deseyn interesseert zich voor
de transseksuelen.
08.05 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, handelaars
moeten soms iets deponeren bij de rechtbank of een verklaring
achterlaten. Kandidaten die zullen opkomen bij de komende
verkiezingen, moeten ook naar de rechtbank. Het feit dat u de
rechtbank associeert met een bepaalde vorm van criminaliteit, vind ik
volledig misplaatst. Dat geeft namens onze fractie geen enkele
appreciatie over de doelgroep, waarover u komt te spreken. Ik vind
dat nogal op flessen getrokken.
08.05 Roel Deseyn (CD&V):
Mme Vautmans établit à tort un
lien entre les tribunaux et la
criminalité. De nombreuses autres
matières sont également traitées
par les tribunaux.
08.06 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer Deseyn, weet u wat het
verschil is? Een transseksueel heeft gedurende heel de periode na de
operatie en voor de uitspraak van de rechtbank, totaal geen rechten.
De identiteitskaart klopt niet, men loopt rond in vrouwenkleren, terwijl
er een M staat op het identiteitskaart. Zij worden constant verweten
travestieten te zijn, terwijl ze dat niet zijn. Zij kunnen niet op reis gaan,
zij kunnen geen huis huren, zij kunnen geen huis kopen. Dat is het
essentiële verschil. Daarom heeft de meerderheid geoordeeld dat een
administratieve procedure de juiste wijze is om transseksuelen in ons
land te behandelen.
08.06 Hilde Vautmans (VLD):
Après avoir changé de sexe, les
transsexuels n'ont plus aucun droit
parce que leur carte d'identité ne
correspond plus à leur réalité. Ils
sont pris pour des travestis qu'ils
ne sont pas. Ils ne peuvent ni
acheter ni louer une maison et ne
peuvent pas davantage voyager.
Nous estimons dès lors qu'une
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
procédure purement administrative
s'indique au lieu d'une procédure
judiciaire.
De voorzitter: Mijnheer Schoofs, u intervenieert straks? U wil nu kort onderbreken?
08.07 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik weet
niet hoe onderlegd mevrouw Vautmans is in ons juridisch systeem en
onze rechtsstaat, maar er is wel degelijk een verschil tussen
verschijnen voor een burgerlijke rechter of een handelsrechter, zoals
collega Deseyn zei, en verschijnen voor een strafrechter. Dat heeft
dus totaal niets met elkaar te maken. Dat wou ik toch even terzijde
meedelen.
08.07 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): J'attire l'attention de Mme
Vautmans sur la différence
fondamentale qui existe entre la
comparution devant un tribunal
civil et un tribunal pénal.
08.08 Hilde Vautmans (VLD): Collega's, ik wil u nog even een cijfer
meegeven. In 2004 kreeg het ministerie van Justitie 49 aanvragen tot
voornaamswijziging.

Collega's, ik wil nog twee kleine punten aanhalen.

Wij hebben met de commissie het raadgevend comité voor Bio-Ethiek
om advies gevraagd en het heeft een positief advies uitgebracht over
het wetsvoorstel. Het comité juicht het toe en betreurt alleen dat we
niet spreken over interseksualiteit en ik stel dan ook voor dat we die
problematiek in een ander wetsvoorstel bekijken.

In de marge van de kritiek van de Genderactiegroep waar mevrouw
Van der Auwera ook naar verwezen heeft, betreur ik dat zij de
vergadering verlaat terwijl het debat nog volop bezig is. De
Genderactiegroep heeft problemen met een zinnetje in het
wetsvoorstel. Daarin staat dat de transseksueel, de aanvrager, niet
meer in staat zal zijn om volgens het oorspronkelijke geslacht
kinderen te baren of te verwekken. Collega's, met de medische
technieken is heel veel mogelijk. Na de hormonentherapie en de
operatie is dit niet meer mogelijk. Ik zie dit niet als een verplichte
sterilisatie of een discriminatie. Het is gewoon een medisch gegeven.

Collega's, dit wetsvoorstel is een eerste, heel belangrijke stap in ons
land voor de aanvaarding van transseksuelen. Zijn alle problemen
inzake aanvaarding van transseksuelen opgelost? Neen, het stigma
blijft. De moeilijkheden om het uit te leggen aan de familie, vrienden
en op het werk blijven. De aanpassing van het diploma blijft een
probleem. Wanneer er kinderen in het spel zijn, blijft het een heel
delicaat gegeven.

Met de goedkeuring van dit wetsvoorstel wordt er alleszins een einde
gemaakt aan de juridische en administratieve lijdensweg die deze
mensen tot op heden moeten ondergaan.
08.08 Hilde Vautmans (VLD):
Cela va de soi. Enfin, je tiens à
souligner qu'en 2004, le ministère
de la Justice a enregistré 49
demandes de modification de
prénom, que la commission de
bio-éthique a rendu un avis
favorable sur la proposition de loi
et que le "Genderactiegroep" n'a
formulé qu'une seule observation,
plus précisément à propos du
passage où il est dit qu'un
transsexuel ne sera plus en état
de procréer conformément à son
sexe initial. Il s'agit d'une donnée
purement médicale qui n'a rien à
voir avec une stérilisation forcée
ou une discrimination.

Cette proposition de loi n'est pas
la panacée. Elle constitue tout au
plus une première étape vers la
reconnaissance de la trans-
sexualité dans notre société et met
un terme au calvaire administratif
et juridique imposé jusqu'à présent
aux transsexuels.
De voorzitter: Mevrouw Genot heeft het woord. Daarna volgt u, mijnheer Schoofs. Ik wissel de talen en de
geslachten af.
08.09 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, quand j'ai vu le
texte de la première proposition de loi apparaître, je me suis réjouie
de cette idée de reconnaître la transsexualité et d'organiser un débat
fouillé sur ce thème. Le Parlement allait enfin prendre une position
claire pour permettre aux personnes transsexuelles de mieux vivre.
Le sentiment de se sentir plus proche d'un autre sexe que du sien est
08.09 Zoé Genot (ECOLO): Toen
ik de tekst van het eerste
wetsvoorstel voor ogen kreeg, was
ik blij dat het Parlement de
transseksualiteit zou erkennen en
de transseksuele personen een
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
déjà douloureux en soi; il était normal que le législateur se penche sur
ce dossier et essaie de faire évoluer leur situation de manière à
diminuer leur souffrance.

Toutefois, après avoir rencontré les acteurs de terrain, on a dû se
rendre compte que le texte était peu approprié. Heureusement, les
membres de la commission ont désiré organiser de nombreuses
auditions qui ont permis d'améliorer significativement le texte et de ne
pas y régler les aspects médicaux. J'estime en effet que les aspects
médicaux doivent se traiter entre la personne concernée et l'équipe
médicale.

Le texte reste encore peu satisfaisant pour les personnes
concernées. Plutôt que de vous donner mon analyse, je vais vous lire
la dernière lettre reçue par l'ASBL Collectif Trans-Action:

"Nous prenons acte de la décision de la commission d'entériner la
proposition de loi "transsexualité". Nos positions en la matière sont
connues depuis longtemps et nous les assumons pleinement". On
peut retrouver leurs auditions ainsi que les auditions de M. Grollet
(avocat), qui les soutenait à cette occasion, dans le rapport du
Parlement.

Je poursuis: "Contrairement à ce qu'affirmait Mme Vautmans, les
transsexuels de Belgique n'ont aucune raison de se réjouir du texte tel
qu'il a été approuvé. Il est évident que, dans ce dossier, l'intérêt du
Parlement devait passer avant l'intérêt des transsexuels. C'est
aujourd'hui chose faite. La Belgique a manqué une opportunité
d'élaborer une loi qui aurait pu avoir valeur d'exemple pour les pays
étrangers. On aurait pu un instant penser qu'avec le mariage et
l'adoption, la Belgique était l'un des pays les plus avancés dans les
matières lesbi-gay-trans. Nous savons aujourd'hui qu'il n'en est rien et
que les vieux réflexes conservateurs ont la vie dure. De toute
évidence, la cause "trans" n'intéresse pas grand monde, y compris au
Parlement. Ce manque d'intérêt se reflète naturellement dans la
qualité du texte.

Certes, nous revenons de loin et les améliorations par rapport au
texte initial sont perceptibles. Nous reconnaissons le chemin
accompli. Dans le même temps, comment se défaire de l'impression
que le législateur donne d'une main et reprend de l'autre. Alors, nous
ne comprenons pas pourquoi la commission a jugé nécessaire de
durcir davantage l'article 7 relatif au changement de nom, en le
conditionnant à l'hormonothérapie préalable, alors qu'aujourd'hui un
diagnostic-certificat permet d'avoir ce changement de prénom et ce,
assez logiquement, certaines personnes pouvant en effet très bien
passer dans l'autre sexe sans hormones. Curieusement, le texte
adopté rend le changement de prénom plus restrictif pour les
personnes transsexuelles que pour toute autre personne qui désire
changer de prénom pour un motif quelconque. Nous ne pouvons dès
lors accepter le postulat officiel selon lequel cette loi vise à simplifier
la vie des personnes transsexuelles.

Bien au contraire, cette formulation a été élaborée sans tenir compte
de la pratique et du bien-être des personnes qui, en définitive, feront
les frais de cette loi. Il aurait été souhaitable que le parlement prît
davantage en compte la réalité du terrain pour se donner les moyens
et l'ambition d'améliorer la procédure de changement de prénom pour
beter leven zou gunnen. Het was
normaal dat de wetgever het lijden
van mensen die het gevoel
hebben nader bij het andere
geslacht aan te leunen, zou
verlichten. Uit contacten met de
veldwerkers is echter gebleken dat
de tekst niet aan de noden
beantwoordde. Dankzij de
hoorzittingen die de commissie
organiseerde, kon de tekst werden
verbeterd en werden de medische
aspecten ­ die een zaak zijn
tussen de patiënt en het medisch
team ­ eruit gehaald.

Desondanks geeft deze tekst de
betrokkenen nog steeds weinig
voldoening.

(Mevrouw Genot geeft lezing van
een brief van mevrouw Baufay van
"Trans-Action", waaruit blijkt dat dit
wetsvoorstel de toestand van de
transseksuelen nauwelijks
verbetert)
Het zou nuttig zijn, mochten we
over een jaar of twee over een
evaluatie kunnen beschikken. Dan
zouden we kunnen nagaan of de
door de wet nagestreefde
doelstellingen bereikt werden, en
beslissen of de tekst niet moet
worden aangepast.
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
les personnes concernées. Contrairement à ce que l'on pourrait
croire, cette procédure ne se déroule pas toujours rapidement ni sans
tracasseries. Nous le savons par les expériences que nous ont
relatées les personnes qui nous ont contactés.

Sans doute aurait-on pu arriver à une proposition plus humaine et
plus pragmatique en organisant dès le départ une réelle concertation
avec les personnes intéressées au premier chef par cette initiative
législative.

Au-delà des manifestations officielles de contentement, les
transsexuels de Belgique s'apercevront rapidement à l'épreuve des
faits que les promesses annoncées ne se matérialisent nullement
dans le texte actuel. Lorsque nous avons rencontré Mme Vautmans le
22 avril 2005, elle trouvait pourtant que la version initiale de la
proposition de loi n'était pas moins bonne que la version amendée
aujourd'hui. Il est vrai que les lois ne dérangent au final que les gens
auxquels elles sont appliquées.

Par-delà ce billet d'humeur, nous espérons pour notre part avoir
apporté une contribution positive au débat. Et nous continuerons à
oeuvrer en vue de donner à cette proposition de loi une orientation
plus positive".

Il serait peut-être intéressant que nous ayons une évaluation dans un
an ou deux, afin de vérifier que les objectifs poursuivis par la loi
auront été atteints et de décider d'éventuelles adaptations du texte.
08.10 Hilde Vautmans (VLD): Mevrouw Genot, ik zou toch een
opmerking willen maken. U zegt dat de tekst tot stand is gekomen
zonder overleg met de betrokkenen. Wij hebben in onze commissie
hoorzittingen gehouden.
08.11 Zoé Genot (ECOLO): Ik was er.
08.12 Hilde Vautmans (VLD): Alle betrokkenen zijn gehoord en we
hebben de nodige aanpassingen gedaan. Persoonlijk heb ik ongeveer
een tachtigtal transseksuelen gezien en gehoord en ermee ge-e-
maild. Daarvan zijn er 76 zeer tevreden. Er zijn er 4 uit Wallonië die
het wetsvoorstel betreuren. Dat is uiteindelijk de realiteit.
08.12 Hilde Vautmans (VLD): Le
texte a été rédigé en concertation
avec les intéressés et adapté à la
suite des auditions. J'ai
personnellement rencontré quatre-
vingts transsexuels, qui étaient
quasiment tous très favorables au
texte.
08.13 Zoé Genot (ECOLO): Madame Vautmans, il me semble que
vous n'avez pas écouté attentivement ce que j'ai dit.

Les gens considèrent que la première proposition de loi a été
élaborée davantage avec le corps médical qu'avec les associations
concernées. Vous dites avoir rencontré d'autres associations.
Manifestement, elles ne défendaient pas les mêmes versions.

J'ai souligné le fait que des auditions avaient eu lieu et que le débat
avait permis d'améliorer notablement la proposition. J'espère que
vous l'avez noté également.

Une série de personnes regrettent que les procédures soient plus
compliquées. Certaines personnes que j'ai rencontrées m'ont dit qu'à
08.13 Zoé Genot (ECOLO): De
mensen denken dat het eerste
wetsvoorstel veeleer in samen-
spraak met de artsen dan met de
betrokken verenigingen werd
opgesteld.

Ik ben blij dat het voorstel
aanzienlijk kon worden bij-
geschaafd en bijgestuurd tijdens
het debat. Sommigen betreuren
dat de procedures gecompliceerd
zijn. Ik heb heel wat getuigenissen
gehoord, en ik ben er nu niet meer
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
l'heure actuelle, cela se passait plutôt bien. Tout comme vous, je
pensais que ces personnes rencontraient d'énormes difficultés. Or,
même dans des coins reculés de Wallonie, il semblerait que cela ne
se passait pas si mal.

J'avoue qu'au départ, je pensais un peu comme vous et votre texte
me semblait être une bonne chose. Cependant, après avoir confronté
ce texte aux multiples témoignages, j'en suis beaucoup moins sûre.
Je propose donc de faire une évaluation dans un an et demi pour
pouvoir constater, sur le terrain, si d'autres adaptations sont
nécessaires ou pas.
zo zeker van dat deze tekst als
uitgangspunt wel zo goed is. Ik stel
dan ook voor een en ander over
anderhalf jaar te evalueren en dan
in het veld na te gaan of er
eventueel nog bijgestuurd moet
worden.
08.14 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, collega
Vautmans noemde dit voorstel daarstraks een eerste stap. Helaas
denk ik dat het een scheve stap is, geen stap in de goede richting.

Begrijp me niet verkeerd: wij willen alle begrip tonen voor mensen die
door een gril van de natuur behept zijn met transseksualiteit of
interseksualiteit of noem maar op. We hebben daarover in de
commissievergadering een aantal zeer interessante uiteenzettingen
gehoord. Sommige ervan waren zeer schrijnend. Dat heeft bij
iedereen inderdaad wel de ogen doen opengaan, voor zo ver die nog
niet geopend waren, en aangetoond dat er wel degelijk problemen zijn
die de medische wetenschap moet oplossen, en waar het recht alleen
maar achterna kan hollen.

Evenwel, de wetswijziging die nu ter tafel ligt, is voor ons niet de
goede wetswijziging. Een geslachtsverandering raakt immers de staat
van de persoon. "Het geslacht raakt de staat van de persoon," dat is
zo opgenomen in ons recht. Het raakt persoonlijkheidsrechten. Het is
in ons recht altijd de goede gewoonte en de goede praktijk geweest
om over persoonlijkheidsrechten rechters te laten oordelen en hen
daarover het laatste woord te geven. Met het voorliggend voorstel
wordt daarvan helaas afgeweken.

Er moeten ook waarborgen ingebouwd worden ten aanzien van de
samenleving, ten aanzien van die personen die samenleven met
iemand die met het probleem van transseksualiteit wordt
geconfronteerd en die van geslacht wil veranderen. Een rechter is
volgens ons nog altijd veel beter geplaatst dan een ambtenaar om
daarin recht te laten gelden, om de persoonlijkheidsrechten van de
persoon in kwestie te waarborgen, om de samenleving te
beschermen tegen bepaalde misbruiken of uitschuivers die terzake
gemaakt zouden kunnen worden.

Wij vinden het dus helemaal geen goede zaak, en ook geen
oplossing, dat transseksuelen naar de ambtenaar van de burgerlijke
stand kunnen stappen om daar zomaar de wijziging van hun geslacht
voor te stellen.

Wij hebben helemaal geen bezwaar tegen het feit dat personen zich
door de medische wetenschap laten begeleiden; en dat zij, wanneer
zij al enige stappen gezet hebben via de medische wereld, een
aanvraag of een verzoek kunnen indienen bij het gerecht. In dat geval
bewandelen wij ten minste de twee juiste sporen: enerzijds de
medische wetenschap, die alle kennis en alle deskundigheid
aanbrengt om personen in dergelijke moeilijkheden te begeleiden en,
anderzijds, de rechter die dat proces finaliseert, die ervoor zorgt dat
08.14 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Pour le Vlaams Belang,
ce texte constitue tout sauf un pas
dans la bonne direction. Certes,
nous comprenons la situation des
personnes qu'un caprice de la
nature a confrontées à un
problème de transsexualité, mais
la modification de la loi qu'on nous
propose ici est inappropriée. Un
changement de sexe touche à
l'état même d'une personne. Dans
notre système juridique, il
appartient au juge seul de se
prononcer sur les droits de la
personnalité, un principe auquel
on se propose de déroger à la
légère. Le juge est pourtant mieux
placé que l'officier de l'état civil
pour faire valoir le droit, pour
garantir les droits de la
personnalité et pour préserver la
société de tout abus.

Nous ne voyons absolument
aucun inconvénient à ce que des
personnes se fassent suivre
médicalement. Mais à un moment
donné, elles devraient néanmoins
s'adresser au juge. Car c'est au
juge qu'il appartient d'offrir une
sécurité juridique à la société
aussi bien qu'aux intéressés. Il
serait bon que le tribunal entende
aussi les enfants concernés de
façon à ce qu'ils puissent eux
aussi faire valoir leurs droits. Or, le
présent projet de loi n'offre pas
une sécurité juridique suffisante.
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
zowel de samenleving als de betrokkene zelf rechtszekerheid
verkrijgen. Dat missen wij in dit wetsvoorstel, want daar komt het op
neer: rechtszekerheid.

Die rechtszekerheid bedoelen wij niet alleen voor de betrokkene,
maar ook bijvoorbeeld voor de kinderen.

Het zou goed zijn dat kinderen door de rechtbank zouden kunnen
worden gehoord, of dat ze op enigerlei wijze toch hun rechten kunnen
laten gelden. Zij zouden ook hun verhaal voor een rechter moeten
kunnen doen. Dat missen wij. Zoals ook al door mevrouw Van der
Auwera daarstraks gezegd, dat is het punt in dit wetsontwerp
waarover wij struikelen, met alle begrip voor transseksuelen, met alle
begrip voor die kleine groep van mensen die inderdaad zware
problemen heeft. De rechtszekerheid, mevrouw Vautmans, met alle
respect voor uw voorstel, zal hierdoor niet worden gediend.
08.15 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, (...) kinderen
kunnen worden gehoord. Momenteel is het ook zo dat kinderen voor
de operatie niet worden gehoord. Wat u voorstelt, zou totaal niets
wijzigen. Wat u voorstelt, is dat men op voorhand toestemming aan
de rechtbank vraagt om de operatie te ondergaan. Dat is momenteel
niet zo. Dat is de keuze die uw partij maakt. Dat sterkt mij alleen in
mijn overtuiging dat wij nooit samen in een coalitie kunnen gaan.
08.15 Hilde Vautmans (VLD): M.
Schoofs propose en fait de prévoir
que les intéressés doivent
demander par avance au juge la
permission de se faire opérer, ce
qui me conforte dans ma
conviction que nous ne pourrons
jamais former une coalition
ensemble.
08.16 Bert Schoofs (Vlaams Belang): Mevrouw Vautmans, ik sta
hier niet om een coalitie met u aan te gaan, gelukkig maar. In elk
geval heb ik nooit gezegd ­ u verdraait de zaken weer en daar bent u
verdraaid goed in ­ dat kinderen de toestemming zouden moeten
geven. Wij vragen dat zij door een rechter zouden worden gehoord.
Het is uiteindelijk de rechter die beslist. Niemand heeft het recht om
het persoonlijkheidsrecht van een ander afhankelijk te maken van zijn
toestemming, ook kinderen niet van hun ouders. Dat moet duidelijk
zijn. Het Vlaams Belang huldigt dat rechtsbeginsel. U mag mijn
woorden niet verdraaien. Ik zeg alleen dat kinderen mogen en zelfs
moeten worden gehoord, omdat deze problematiek in de samenleving
en in gezinnen, waar mensen van geslacht willen veranderen, te
belangrijk zijn om over te laten aan een ambtenaar van de burgerlijke
stand. Laat in godsnaam een rechter recht doen gelden. Ik denk dat
uw wetsvoorstel er dan veel beter zou uitkomen, dan de
gemakkelijkheidoplossing die u nu neemt en die in de praktijk tot
problemen zal leiden. Let op mijn woorden.
08.16 Bert Schoofs (Vlaams
Belang): Le but de mon
intervention dans ce débat n'est
pas de former une coalition avec
Mme Vautmans. Elle déforme mon
propos. La seule chose que nous
demandons, c'est que les enfants
soient entendus par un juge et que
ce soit le juge qui tranche.
Personne n'a le droit de
subordonner le droit de la person-
nalité d'autrui à son consente-
ment. Nous serons toujours fidèles
à ce principe juridique. Selon
nous, il faut que les enfants soient
entendus par le juge parce que ce
problème est trop important pour
laisser le soin à l'officier de l'état
civil de le régler. La présente
proposition de loi est une solution
de facilité qui posera des
problèmes en pratique.
Le président: Madame la ministre, je tiens à souligner que c'est déjà la deuxième proposition de loi ­ et
elle n'est pas sans importance ­ qui vous concerne et que la Chambre traite cet après-midi.

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (903/7)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (903/7)

La proposition de loi compte 17 articles.
Het wetsvoorstel telt 17 artikelen.

Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.

Les articles 1 à 17 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 17 worden artikel per artikel aangenomen.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Interpellaties
Interpellations
09 Samengevoegde interpellaties en vragen van
- de heer Bart Laeremans tot de eerste minister over "zijn uitspraken in verband met de wet op de
voorwaardelijke invrijheidsstelling" (nr. 891)
- de heer Servais Verherstraeten tot de eerste minister over "de aangekondigde verstrenging van de
wet-Lejeune en het regeringsbeleid inzake strafuitvoering" (nr. 892)
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het akkoord
binnen de regering over een nieuwe hervorming van de wet-Lejeune" (nr. P1515)
- de heer Walter Muls aan de eerste minister over "de voorwaardelijke invrijheidsstelling (wet-
Lejeune)" (nr. P1516)
- de heer Jean-Pierre Malmendier aan de eerste minister over "de wetten van 5 en 18 maart 1998 met
betrekking tot de voorwaardelijke invrijheidsstelling" (nr. P1517)
- de heer Melchior Wathelet aan de eerste minister over "de voorwaardelijke invrijheidsstelling"
(nr. P1518)
09 Interpellations et questions jointes de
- M. Bart Laeremans au premier ministre sur "les déclarations qu'il a faites concernant la loi relative à
la libération conditionnelle" (n° 891)
- M. Servais Verherstraeten au premier ministre sur "le durcissement annoncé de la loi Lejeune et la
politique du gouvernement en matière d'exécution de la peine" (n° 892)
- M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'accord au sein du
gouvernement sur une nouvelle refonte de la loi Lejeune" (n° P1515)
- M. Walter Muls au premier ministre sur "la libération conditionnelle (loi Lejeune)" (n° P1516)
- M. Jean-Pierre Malmendier au premier ministre sur "les lois des 5 et 18 mars 1998 relatives à la
libération conditionnelle" (n° P1517)
- M. Melchior Wathelet au premier ministre sur "la libération conditionnelle" (n° P1518)

Mijnheer Laeremans, uw vraag nr. P1515 is dezelfde als uw interpellatie. Ik vermoed dat u ze zal verwerken
in uw interpellatie. Ik heb ze in de titel bijgevoegd, maar schrap dus uw vraag. Ze heeft immers geen zin.

Hoe is de timing? De eerste interpellant heeft tien minuten spreektijd, de tweede heeft vijf minuten
spreektijd. Elke vraagsteller heeft ook vijf minuten spreektijd. Tijdens de repliek is er vijf minuten spreektijd
voor elke interpellant en drie minuten voor elke vraagsteller, als hij die wenst te gebruiken. Gaan wij
daarmee akkoord?
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
De regering heeft in principe twintig minuten spreektijd, als zij ze wenst te gebruiken.

De interpellaties beginnen nu. Ik begin met de heer Laeremans, die tien minuten spreektijd krijgt.
Vervolgens komt de heer Verherstraeten aan de beurt, die vijf minuten spreektijd heeft. Daarna volgen
chronologisch de heren, Muls, Malmendier en Wathelet. Daarna antwoordt de regering en volgen de
replieken.

Mijnheer Laeremans, uw vraag wordt in uw interpellatie geabsorbeerd. U krijgt het woord. Het gaat wel over
het aangekondigde regeringsbeleid inzake strafuitvoering en de wet-Lejeune, zoals werd beschreven.
09.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de eerste
minister, wij zijn van u en van uw regering veel gewoon. Echter, de
wijze waarop u de voorbije maanden de bevolking een rad voor ogen
probeert te draaien, tart alle verbeelding.

Bijvoorbeeld, er waren de uitspraken na de moord op Joe Van
Holsbeeck, die u waarschijnlijk had kunnen voorkomen, indien het
gerecht de daders voordien steviger had kunnen aanpakken. Meteen
na de feiten bazuinde Verhofstadt uit dat het niet meer zou gebeuren,
want Onkelinx was immers klaar met haar jeugdsanctierecht.

Dat was boerenbedrog. Er is helemaal geen jeugdsanctierecht
gekomen. Jongeren onder 16 jaar kunnen met het gewijzigde
jeugdrecht nog altijd niet worden gestraft. Erger nog, de procedure tot
uithandengeving voor 16-plussers wordt aan bijkomende
voorwaarden gekoppeld. Ze wordt zwaarder in plaats van lichter
gemaakt. Vooral, met de nieuwe wet wordt het nog veel moeilijker om
jongeren op te sluiten in een gesloten instelling of in Everberg.

Ik geef een voorbeeld. Vandaag kan een jongere in Everberg worden
opgesloten voor feiten die bij volwassenen worden bestraft met een
jaar cel. In de toekomst kan dat alleen maar voor feiten die worden
bestraft met vijf jaar cel.

Kortom, het verouderde, lakse, wereldvreemde
jeugdbeschermingsrecht werd behouden en nog versterkt. Het
jeugdsanctierecht bestaat alleen maar in de perceptie.

Een ander verhaal van Verhofstadt, zijn stoere verklaringen over de
buitenlanders in de gevangenissen, van eind mei. Meer dan 40% van
de gevangenen zijn buitenlanders, waardoor er te weinig plaats is in
onze cellen. Verhofstadt zegt dus voor de VTM-camera wat wij al zo
lang zeggen, met name dat criminele buitenlanders moeten
teruggestuurd worden en in hun herkomstland hun straf moeten
uitzitten, bijvoorbeeld in Marokko, waarvan de onderdanen bijzonder
goed vertegenwoordigd zijn in onze gevangenissen. Het zijn er meer
dan 1.100, zonder de Belgen van Marokkaanse afkomst trouwens.

Ook hier verkoopt Verhoftstad de bevolking blaasjes. Het is
uitgerekend onder deze regering dat Laurette Onkelinx ­ alweer zij ­
haar zin heeft gekregen. De uitwijzing van criminele buitenlanders is
na een wetswijziging aartsmoeilijk geworden omdat toch moet
vermeden worden, aldus de Parti Socialiste, dat deze sukkelaars een
dubbele straf ­ une double peine zegt de PS altijd ­ zouden krijgen.
Dus is er maar een zeer, zeer kleine groep die in aanmerking kan
komen voor terugsturen. Grosso modo wie hier illegaal verblijft.

We hebben gisteren de minister van Justitie nog ondervraagd over die
09.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Plus grand-chose ne
nous étonne de la part du premier
ministre et de son gouvernement
mais cette manière de jeter de la
poudre aux yeux de la population
dépasse l'entendement.

Le meurtre de Joe Van Holsbeeck
aurait sans doute pu être évité si,
auparavant, la justice avait jugé
plus sévèrement les auteurs.
Aussitôt après les faits, le premier
ministre nous assurait cependant
que grâce au nouveau droit
sanctionnel de la jeunesse, pareil
drame ne se reproduirait plus.

Fin mai, le même premier ministre
tenait une nouvelle fois des propos
musclés sur les étrangers
incarcérés dans nos prisons,
estimant qu'ils devraient purger
leur peine dans leur pays d'origine.
Mais il a mystifié la population.
Grâce à Mme Onkelinx, il est en
effet devenu très difficile de
renvoyer des criminels étrangers
parce que le PS considère qu'il
faut leur éviter de subir une double
peine. Seul un groupe très
restreint est ainsi encore
susceptible d'être rapatrié. Mme
Onkelinx a d'ailleurs admis hier
encore que les prisons
marocaines sont tout aussi
surpeuplées que les nôtres et qu'il
n'est pas encore question d'un
accord avec ce pays. En pratique,
peu de criminels étrangers sont
transférés. Huit dossiers
seulement ont été traités et
quelques dizaines sont en
préparation. Le premier ministre a
faire accroire que le gouvernement
s'était attelé à ce dossier mais
nous n'observons guère de
changements dans la réalité.
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
kwestie en ze heeft toegegeven dat de zaak in Marokko moeilijk ligt
omdat de gevangenissen daar eveneens overbevolkt zijn. Er is
bovendien nog niet eens een begin van akkoord met Marokko. De
overbrenging van criminele vreemdelingen stelt in de praktijk dan ook
nauwelijks wat voor. Het gaat over zegge en schrijve acht
afgehandelde dossiers en een paar tientallen in voorbereiding. Dat is
alles. Ook dit is dus een verhaal van pure perceptie. U hebt de indruk
gewekt, de illusie gecreëerd dat de regering ermee bezig is maar in
werkelijkheid verandert er nagenoeg niets.

Het strafste, de meest valse stoot van u hebben we echter
meegemaakt na de dramatische feiten in Antwerpen van twee
weekends geleden waarbij treinbestuurder Guido De Moor zijn
moedige interventie tegenover zes baldadige allochtone jongeren
moest bekopen met de dood. Amper enkele uren later verscheen
Verhofstadt voor de Antwerpse televisie om het drama voor eigen
gewin te recupereren. Hij zorgde er natuurlijk voor dat het meteen
nationaal nieuws werd. Er zou een einde komen aan de lakse
vrijlatingen. De wet-Lejeune moet bij gewelddaden verstrengd
worden. De regering zou er werk van maken.

Mijnheer de eerste minister, met deze valse, schijnheilige, uitermate
leugenachtige verklaringen bent u werkelijk een brug te ver gegaan.
Het is immers uitgerekend deze regering, uw regering, die de wet-
Lejeune fundamenteel gewijzigd heeft in de tegenovergestelde
richting. We zijn vandaag begin juli. Op 29 maart, amper drie
maanden geleden, werd in dit halfrond zonder media-aandacht het
plenaire debat gehouden over de hervorming, over de vervanging van
de wet-Lejeune. Dit gebeurde alweer op initiatief van Laurette
Onkelinx, de patrones, de beschermheilige van de gangsters en
gauwdieven, die deze wet helemaal op maat van de Parti Socialiste
had geschreven waardoor het vrijlatingsbeleid nog veel lakser wordt
dan het ooit is geweest.

Ik geef enkele voorbeelden. Elke veroordeelde heeft in principe recht
op penitentiair verlof vanaf één jaar voor de vrijlatingsdatum. Dat
betekent voor dik 80% van de veroordeelden zodra zij de gevangenis
binnenkomen. Twee, recidivisten tot drie jaar worden vrijgelaten na
een derde in plaats van na twee derde.

Het risico op recidive bij gestraften met minder dan drie jaar straf is
geen principiële reden meer om de vrijlating tegen te houden.

Ten derde, de persoonlijkheid van de veroordeelde, gebrek aan
schuldbesef of inkeer en zelfs zijn gedrag tijdens de gevangenschap
kunnen de vrijlating in principe niet meer tegenhouden.

Ten vierde, de veiligheidskleppen van na de Dutroux-periode worden
afgebouwd. Seksuele delinquenten moeten niet meer verplicht in
behandeling. Bij zware criminelen is geen verplichte unanimiteit meer.
Twee van de drie assessoren kunnen beslissen tegen de rechter in.

Ten vijfde, alle straffen tot één jaar effectief kunnen in de toekomst
door de strafuitvoeringsrechter zomaar omgezet worden in een
werkstraf van amper een paar tientallen uren. De strafrechter wordt
hiermee gedegradeerd tot schouwgarnituur.

Ten zesde, als er nieuwe misdrijven gepleegd worden kan de

Le pire, à mon sens, fut la réaction
du premier ministre à la suite des
faits dramatiques qui se sont
déroulés récemment à Anvers.
Immédiatement après le décès du
courageux conducteur de train, le
premier ministre déclarait sur ATV
­ cherchant à récupérer le drame
à son profit ­ qu'il serait mis fin à
la politique laxiste de libérations et
que la loi Lejeune serait renforcée.
Par ces déclarations
mensongères, le premier ministre
a dépassé les limites. Car c'est
bien ce gouvernement qui a
modifié la loi Lejeune en sens
contraire il y a trois mois à peine!
À l'initiative de Mme Onkelinx, la
politique en matière de libérations
est devenue plus laxiste que
jamais.

Après la modification de la loi,
chaque condamné a en effet droit
au congé pénitentiaire à partir d'un
an avant sa libération. Or, 80%
des personnes condamnées à une
peine d'emprisonnement le sont à
une peine inférieure à un an et ont
donc immédiatement droit au
congé pénitentiaire. En vertu d'une
autre modification, les récidivistes
condamnés à une peine de moins
de trois ans peuvent être libérés
après avoir purgé un tiers de leur
peine au lieu de deux tiers. En
outre, en cas de condamnation à
une peine d'emprisonnement de
moins de trois ans, le risque de
récidive ne sera plus une raison
pour empêcher la libération. La
personnalité, l'absence de
sentiment de culpabilité ou le
comportement du détenu ne
seront pas davantage des raisons
pour empêcher la libération. Les
délinquants sexuels ne sont plus
obligés de suivre un traitement.
L'unanimité n'est plus requise pour
libérer de grands criminels. Toutes
les condamnations à une peine
effective de moins d'un an
pourront à l'avenir être converties
en peine de travail par le juge
d'exécution des peines. Enfin, la
libération ne pourra plus être
révoquée si des nouveaux délits
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
vrijlating, begrijpen wie kan, niet langer meteen herroepen worden.
Zoiets gaat immers blijkbaar in tegen het heilige vermoeden van
onschuld en dus moet er gewacht worden tot er een nieuwe
definitieve veroordeling is, desnoods in beroep.

Dat is hetgeen hier drie maanden geleden is goedgekeurd. Deze wet-
Onkelinx, die eind maart door alle paarse meerderheidspartijen in het
Parlement uitvoerig werd bejubeld is dus een verschrikkelijk onding.
Deze wet zal ervoor zorgen dat de vrijlating na een derde in de
meeste gevallen een automatisme zal zijn. Het gaat werkelijk om een
revolutionaire wetgeving die nergens haar gelijke vindt en die ervoor
zorgt dat wij over afzienbare tijd het meest lakse, het meest soepele
vrijlatingbeleid ter wereld zullen hebben.

Minder dan drie maanden nadat dit allemaal door de Kamer werd
gejaagd komt Verhofstadt met de pokerface van een lijkbidder als een
witgekalkt graf voor de camera's verklaren dat zijn regering werk zal
maken van het verstrengen van de wet-Lejeune.

Mijnheer de eerste minister, u vertelt net het tegenovergestelde aan
de bevolking dan hetgeen u en uw regering in werkelijkheid aan het
doen zijn. Mijnheer Verhofstadt, hiervoor bestaat een woord. Een
dergelijke vertoning is niets anders dan huizenhoge, hemeltergende
hypocrisie. Die schijnheiligheid, die schaamteloze leugenachtigheid is
een handelsmerk van u geworden, mijnheer Verhofstadt. Dit kan niet
hard genoeg aan de kaak gesteld worden.

U hebt alleen het grote geluk dat u met deze schijnheiligheid niet
alleen staat, waardoor het allemaal wat minder opvalt. Amper drie
weken voor de federale verkiezingen van 2003 heeft Stevaert precies
hetzelfde gedaan. Hij voelde vanwaar de wind kwam en kopieerde
letterlijk onze partijstandpunten over de afschaffing van de wet-
Lejeune en strafverzwaring bij slecht gedrag.

Opvolger Vande Lanotte is zo mogelijk nog valser dan Stevaert. Drie
maanden nadat zijn partij de nieuwe extremistische vrijlatingwet van
Onkelinx heeft goedgekeurd verklaart Vande Lanotte zonder rood van
schaamte te worden dat de sp.a wel gewonnen is voor het idee van
Verhofstadt, voor een dergelijk verstrengen, maar dat het moeilijk ligt
in het Parlement. Zo werd het op de radio gezegd, terwijl het precies
zijn eigen parlementsleden zijn geweest die de kiesbelofte van
Stevaert volkomen verloochend hebben en zich hier gedragen hebben
als zielige zolenlikkers van Onkelinx.

Uw probleem ligt niet in het Parlement. De paarse meerderheid staat
immers voortdurend in "geef acht". Het probleem van paars ligt bij de
almacht van de Parti Socialiste, de partij die in de regering alles
domineert, terwijl ze ocharm 10% van de kiezers vertegenwoordigt.
Intussen heeft de PS u zeven jaar in haar greep, mijnheer de eerste
minister. U bent niets meer dan de gewillige uitvoerder van hetgeen
Onkelinx en Di Rupo dicteren.

Indien u het werkelijk meent met de verstrenging van de wet-Lejeune
en als het de VLD, sp.a en MR, die u achterna kwaakten, menens is,
kan u maar een ding doen: u trekt het onding van Onkelinx, de
schandelijke wet van 17 mei 2006, die op 15 juni in het Belgisch
Staatsblad verscheen, in en erkent openlijk dat paars zich heeft
vergist. Die moed hebt u niet! De wil om het te doen, is er evenmin.
sont commis.

Fin mars, tous les partis de la
majorité ont acclamé cette loi au
Parlement alors qu'elle aura pour
effet d'instaurer une libération
automatique au tiers de la peine.
On ne trouve nulle part au monde
une politique de libérations plus
laxiste. Pas même trois mois plus
tard, le premier ministre déclare
que son gouvernement va tout
mettre en oeuvre pour renforcer la
loi Lejeune. Il affirme donc face à
la population le contraire de ce
que son gouvernement réalise.
L'hypocrisie est devenue la
marque de fabrique de ce
gouvernement.

Le premier ministre n'est
cependant pas le seul à jouer les
hypocrites. À trois semaines à
peine des élections législatives de
2003, Steve Stevaert a fait de
même puisqu'il a copié nos
propositions sur l'abolition de la loi
Lejeune et sur l'aggravation des
peines en cas de mauvaise
conduite. Son successeur au
poste de président du sp.a, Johan
Vande Lanotte, a déclaré
récemment, pas plus de trois mois
après l'adoption de la loi
extrémiste sur les libérations, que
le sp.a était également favorable à
un renforcement de la loi Lejeune.
Pourtant, ce sont justement les
députés du sp.a qui ont désavoué
les promesses de leur ancien
président M. Stevaert et qui ont
soutenu Mme Onkelinx.

Le problème du premier ministre
ne vient pas du Parlement car sa
majorité violette se tient en
permanence le doigt sur la couture
du pantalon. Son véritable
problème, c'est la toute-puissance
du PS, même s'il ne représente
que 10% de l'électorat. Le premier
ministre n'est que l'exécutant des
oukases de Laurette Onkelinx et
d'Elio di Rupo.

Si M. Verhofstadt est sincère
quand il annonce un durcissement
de la loi Lejeune, qu'il rapporte
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
Mocht die moed er al zijn, zou u dat van Onkelinx, zolang zij in de
regering de plak zwaait, niet mogen.
donc la loi scandaleuse du 17 mai
2006, "la créature d'Onkelinx", et
qu'il reconnaisse que la coalition
violette a fait fausse route. Mais il
n'en a pas le courage. D'ailleurs,
rien ne se fera tant que la ministre
Onkelinx sera au gouvernement.
De voorzitter: Mijnheer Verherstraeten, u bent de tweede interpellant. Uw spreektijd bedraagt 5 minuten. U
weet dat 5 minuten snel voorbij zijn.

U hebt het woord.
09.02 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de eerste minister, collega's, feiten zoals deze die zich
voordeden in Brussel en in Antwerpen choqueren ons allemaal. Na
het eerste feit, de moord op Joe Van Holsbeeck, werd hier de
jeugdbeschermingswet gewijzigd. Jammer genoeg gingen eerst vele
jaren verloren waardoor deze wetswijziging te laat kwam voor de
mogelijke minderjarige daders in Antwerpen en waardoor zij nog
onder de oude jeugdbeschermingswet vallen. De wapenwet werd
gewijzigd. Na het tweede feit, de dood van Guido Demoor, kwam er
geen nieuwe wet maar waren er verklaringen van de eerste minister
waarin hij één aspect van heel het strafbeleid heeft toegelicht.

We stellen een toename vast van het geweld in publieke ruimtes. U
kunt dat niet ontkennen. Dit is niet alleen het geval in bussen en
stations, op recreatiedomeinen, op sommige scholen en op straat. De
publieke ruimte wordt feitelijk onteigend door een beperkte groep
mensen. Wij kunnen dat niet aanvaarden. De verschillende
overheden moeten samenwerken om een degelijk beleid te voeren,
een beleid dat de problemen sneller dedecteert en erop inspeelt en
een beleid dat de daders snel oppakt.

De politie heeft snel veel daders met betrekking tot misdrijven
opgepakt en ik wil langs deze weg de politie, de speurders en alle
getuigen die daaraan hebben meegewerkt, danken en hen feliciteren.
De politiehervorming, op poten gesteld in functie en op basis van het
Octopusakkoord, werpt op het terrein zijn vruchten af. Dat akkoord
kon destijds met ons in de meerderheid en in samenwerking met u in
de oppositie totstandkomen.

Behalve daders oppakken, moet men ook snel vervolgen. Wat dat
betreft, zijn er duidelijk problemen. De werklastmeting blijft hangen,
zowel op het niveau van de parketten als van de zetel. Mijnheer de
eerste minister, we zijn het erover eens dat de straffen die worden
uitgesproken ook moeten worden uitgevoerd. Alleen hapert het daar
in de praktijk. Meer dan een derde van de geldboetes wordt niet
ingevorderd. Nochtans ligt daarover reeds zes jaar een rapport van
het Rekenhof klaar.

Wat betreft de probatiemaatregelen om aan veroordeelden hulp te
verlenen, opleiding, controle, voorwaarden en toezicht, zijn er te
weinig middelen en te weinig mensen. Men krijgt dan toestanden
zoals op diverse parketten waar tientallen veroordeelden niet worden
opgevolgd, niet worden gecontroleerd. Daardoor kon bijvoorbeeld een
pyromaan in Dendermonde, die na vijf brandstichtingen was
veroordeeld maar werd losgelaten zonder controle, een zesde keer
09.02 Servais Verherstraeten
(CD&V): Après le meurtre de Joe
Van Holsbeeck, la loi relative à la
protection de la jeunesse a été
modifiée par ce Parlement. Après
des années de valse-hésitation,
cette modification est hélas
intervenue trop tard pour ce qui est
des délinquants anversois. Après
la fusillade provoquée par Hans
Van Themsche, la loi sur les
armes a été renforcée, et après le
décès de Guido Demoor, le
premier ministre s'est exprimé en
long et en large sur la loi Lejeune.

La recrudescence des actes de
violence dans les espaces publics
est inacceptable. Les autorités
doivent collaborer à une politique
capable de déceler plus
rapidement les problèmes de
façon à intervenir avec davantage
de célérité.

Il est clair que la réforme des
polices initiée par notre parti au
sein de la majorité en collaboration
avec le VLD dans l'opposition
porte ses fruits. Je félicite la police
et les enquêteurs pour le travail
excellent qu'ils ont à chaque fois
fourni.

C'est au niveau des poursuites
que le bât blesse. La charge de
travail étant toujours aussi élevée
au niveau des parquets et du
siège, les peines ne sont souvent
pas appliquées. Le personnel et
les moyens mis en oeuvre ne
permettent pas d'assurer un suivi
suffisant des mesures probatoires.
De nombreux parquets ne sont
pas à même de suivre les dossiers
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
stokebrand spelen.

Werkstraffen? Onvoldoende werk voor wie hiervoor in aanmerking
komen, onvoldoende mensen om hen daarin te begeleiden,
onvoldoende middelen. Het aantal werkstraffen is inderdaad
fenomenaal vergroot. Omdat men het slecht heeft voorbereid, komt
men echter tot toestanden als in Hasselt, waar men na de
veroordeling anderhalf jaar moet wachten op een eerste gesprek met
de justitieassistent. Vervolgens moet worden gezocht naar aangepast
werk voor de betrokkene. Dan krijgt men toestanden met een
veroordeling in 2004 en een werkstraf die pas zal worden uitgevoerd
in 2007, meer dan drie jaar na de veroordeling. De tijd tussen de
feiten en de uiteindelijke werkstraf is veel te ruim. De rechtbanken zijn
eigenlijk verplicht om werkstraffen uit te stellen en te verlengen.

Inzake elektronisch toezicht had u een resultaatsverbintenis, mijnheer
de eerste minister: duizend plaatsen extra in het regeerakkoord. U
bent eigenlijk gedurende drie jaar met dit regeerakkoord blijven
talmen. In het voorjaar van vorig jaar ging het plots van 217 naar 340.
Waarom? Omdat u uw eigen regelgeving niet hebt kunnen
respecteren inzake maatschappelijk onderzoek van die mensen,
inzake controle en opvolging, inzake sociale reclassering. Dat hebt u
de laatste twee maanden andermaal gedaan, ook wat betreft
gevangeniscapaciteit.

1.300 plaatsen te kort, dat is geen eenvoudig probleem. We weten dat
u daar wat aan doet voor de geïnterneerden in Gent en voor de
jeugdinstellingen. Wat stond er in uw regeerakkoord, mijnheer de
eerste minister? U was klaar, u wist dat er nijpende problemen waren,
u zou leegstaande militaire domeinen ombouwen tot gevangenissen
om mensen die iets minder gevaarlijk zijn daarin op te sluiten.
Hoeveel gevangenissen zijn zo tot op heden omgebouwd, mijnheer de
eerste minister?

Dan is er de strafuitvoering en de wet Lejeune. Velen komen pas vrij
na twee derde en velen worden afgewezen. Het probleem is dat als
straks de strafuitvoeringsrechtbanken er komen, u hun eigenlijk vier
keer meer werk geeft, voor hetzelfde aantal magistraten en griffiers.
Wij zullen daar wachtlijsten creëren. Eigenlijk staan uw verklaringen
haaks op het ontwerp dat u hier in de Kamer hebt ingediend. Daarin
stond zelfs een artikel dat het de minister van Justitie toegestaan was
om in uitzonderlijke omstandigheden bij overcapaciteit in de
gevangenissen ­ dat is in feite het geval ­ een categorie van
gedetineerden zonder meer vrij te laten.

Ik sluit af met mijn vragen, mijnheer de voorzitter. Hoeveel
overbrengingen van gevonniste personen zijn er op dit ogenblik?
Hoeveel dossiers zijn er op dit ogenblik? Hoeveel middelen en
mensen zult u extra investeren voor de probatie, voor de werkstraffen,
voor het elektronisch toezicht? Zult u daarbij uw eigen
rondzendbrieven respecteren, mijnheer de eerste minister? In hoeveel
capaciteit zult u extra voorzien voor de gevangenissen? In welke mate
zult u het regeerakkoord wat dat betreft respecteren?

Dan is er de wet Lejeune, mijnheer de eerste minister. Is er hierover
overleg geweest met de regering? Hebt u hieromtrent een akkoord
met de regering? Is er een voorontwerp hieromtrent? Komt er nog een
wet? Zo ja, wanneer en met welke modaliteiten?
de tous les condamnés. Le
nombre de peines de travail a
augmenté, mais le condamné ne
peut souvent les exécuter que
trois ans plus tard.

En vertu de l'accord de
gouvernement, mille détenus
supplémentaires doivent être
placés sous surveillance électro-
nique mais Mme Onkelinx a fait
traîner les choses pendant trois
ans. Au printemps 2005, le
nombre de détenus munis d'un
bracelet électronique est
subitement passé de 217 à 340,
sans aucune enquête sociale
digne de ce nom, sans suivi, sans
contrôle et sans reclassement
social.

Il manque 1.300 places dans les
prisons. La ministre veut y
remédier en créant de nouveaux
établissements pour internés et
pour jeunes. Or l'accord de
gouvernement prévoyait
également la transformation de
domaines militaires en prisons
pour les détenus les moins
dangereux. Combien de domaines
ont déjà été aménagés?

En ce qui concerne la loi Lejeune,
de nombreux détenus sont
actuellement déjà libérés après
avoir purgé les trois quarts de leur
peine seulement ou alors la
demande est rejetée. Le problème
est que les tribunaux d'application
des peines qui seront créés,
auront jusqu'à quatre fois plus de
travail, alors que le nombre de
magistrats et de greffiers restera
le même.

La déclaration faite par le premier
ministre sur les antennes d'ATV
est en contradiction flagrante avec
le projet de loi, qui permet à la
ministre de la Justice de libérer
certaines catégories de détenus
en cas de surpopulation.

Combien de transfèrements de
personnes jugées dénombre-t-on
pour l'instant? Quels effectifs
seront fournis et quels moyens
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
supplémentaires dégagés pour la
mise en oeuvre des mesures
probatoires, des peines de travail
et de la surveillance électronique?
Les circulaires seront-elles
respectées? Quelle capacité
supplémentaire sera créée dans
les prisons? Le premier ministre
respectera-t-il l'accord de
gouvernement à ce propos?

Une concertation a-t-elle été
menée au sein du gouvernement
en ce qui concerne l'adaptation de
la loi Lejeune? Un accord a-t-il été
conclu à ce sujet et une nouvelle
loi sera-t-elle dès lors votée?
De voorzitter: Mijnheer Muls, u hebt ook 5 minuten. Puis viendront M. Malmendier et M. Wathelet et le
premier ministre pour le gouvernement. Mijnheer Muls, hou u aan de tijdslimiet, als u wil.
09.03 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik zal mij
zeker aan de tijdslimiet houden.

Mijnheer de voorzitter, collega's, mijnheer de eerste minister,
mevrouw de vice-eerste minister, het debat moet eigenlijk gaan over
straffen en vooral over het uitvoeren van straffen. Ik meen dat dat wel
eens onderstreept mag worden, want in het debat dat wij gehoord
hebben, is al van alles aan bod gekomen wat er van ver of dichtbij
mee te maken heeft, of niet mee te maken heeft. Maar goed.

Waar gaat het over? Het gaat, ten eerste, over de straffen. Ik durf
gemakkelijk de vergelijking te maken met een klein kind op school of
thuis. Als het iets mispeutert, moet men optreden. Men moet straffen.
Men moet onmiddellijk straffen. Men moet niet zeer lang wachten om
een kind te straffen en te zeggen dat het in de hoek moet, want dan is
het effect weg.

Zo komen wij, ten tweede, tot de kwestie van het uitvoeren van
straffen. Dan krijgen wij het pleidooi dat wij aan het begin van de
interpellaties gehoord hebben: laten wij de wet-Lejeune afschaffen,
zorg ervoor dat wanneer iemand veroordeeld wordt, die volledig zijn
straf uitzit, tot het einde van zijn straf, tot de laatste dag, de laatste
minuut. Wel, wie dat verkondigt, mag wat mij betreft dan ook eens
aan de slachtoffers wijsmaken dat men aan iemand die tot de laatste
dag zijn straf moet uitzitten, op geen enkel ogenblik enige maatregel
kan opleggen, men daar geen enkele controle op heeft, men die geen
enkele therapie of medicatie kan opleggen. Niks! Die heeft zijn straf
uitgezeten, die komt buiten en die doet zoals hij wil! Die doet zoals hij
wil, want, zijn straf heeft hij uitgezeten. Leg dat maar eens aan de
slachtoffers uit.

De wet-Lejeune heeft minstens dit voordeel, deze verdienste, dat
iemand die in de gevangenis zit om zijn straf uit te zitten,
voorwaardelijk kan ­ kan! ­ vrijkomen als hij onder de voorwaarden
van de wet valt en als ­ zoals het nu gebeurt ­ hij wil voldoen aan de
voorwaarden die hem worden opgelegd door de commissie voor de
voorwaardelijke invrijheidsstelling, of, binnenkort, door de
09.03 Walter Muls (sp.a-spirit): Il
est évident que lorsqu'on a fait
quelque chose de mal, on doit être
puni, et le plus vite possible. Mais
ceux qui songent aujourd'hui à
abroger la loi Lejeune auront du
mal à convaincre les victimes du
fait que l'auteur, qui ne sera libéré
qu'au terme de sa peine, pourra
faire ce qu'il veut sans aucune
forme de contrôle et de thérapie
imposée et sans conditions
supplémentaires.

Le mérite de la loi Lejeune, c'est
qu'un condamné peut être libéré
plus tôt mais est tenu d'observer
les conditions imposées par la
commission compétente de
libération conditionnelle étant
entendu que ces commissions
s'appelleront bientôt tribunaux de
l'application des peines. Je pense
que cette réglementation est
nettement préférable pour les
victimes.

Les conditions imposées aux
délinquants sexuels sont plus
sévères et c'est un point positif.
Mais il faut prendre garde à ce que
ces conditions ne soient pas d'une
sévérité telle que plus personne ne
voudra encore recourir à la
libération conditionnelle. Certains
délinquants préféreront alors
purger l'intégralité de leur peine
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
strafuitvoeringrechtbank. Als hij of zij die voorwaarden niet naleeft, is
er een one-wayticket terug naar de gevangenis om de straf uit te
zitten. Ik meen dat de slachtoffers van die misdadigers daar veel beter
mee gediend zijn.

Het klopt dat wij in het verleden de wet strenger gemaakt hebben wat
de mogelijke vervroegde vrijlating van seksuele delinquenten betreft.
De voorwaarden daarvoor zijn veel strenger geworden. Ik zou zeggen:
terecht en gelukkig maar. Alleen, premier, merk ik dat er nogal wat
problemen rijzen wanneer men de voorwaarden te streng maakt. Dan
kom ik tot de wet-Lejeune en uw standpunt daarover. Dan komt men
soms tot de situatie waarbij sommige delinquenten zullen zeggen:
kijk, als ik strenge voorwaarden opgelegd moet krijgen en als men mij
elke week, elke dag, gaat controleren, om vier of vijf maanden
vroeger vrij te komen, hoeft het voor mij niet en dan zit ik liever tot het
einde mijn straf uit, waarna ze mij niet meer controleren, dan doe ik
mijn zin.

Ik vrees dat de discussie die vandaag wordt gevoerd, zal uitmonden in
een zijeffect. Ik vrees dat als men de wet-Lejeune te veel verstrengt,
men tot een situatie komt waarin men zegt: goed, einde straf, geen
controle meer, waardoor we uiteindelijk het kind met het badwater
weggooien.

Mijnheer de premier, bent u of de regering niet van oordeel dat een
verstrenging zou kunnen leiden tot het vaker volledig uitzitten van de
straf, zodat vrijlatingen alleen nog zonder voorwaarden kunnen?
pour être ensuite libérés sans
contrôle et faire ce qui leur plaît.
C'est ainsi qu'une loi trop sévère
peut aboutir in fine à une
diminution des possibilités de
contrôle. Le premier ministre
approuve-t-il cette vision?
09.04 Jean-Pierre Malmendier (MR): Monsieur le président,
monsieur le premier ministre, madame la ministre de la Justice, je
serai bref étant donné qu'il y a quatorze ans que je parle du sujet. En
1992, je déposais au Parlement une pétition qui demandait qu'on ne
relâche plus de criminels dangereux; elle reprenait 265.000
signatures. En 1996, je déposais la pétition que tous les Belges
connaissent et qui, elle, avait récolté 2.700.000 signatures. Cette
pétition demandait qu'on instaure des peines pédagogiques, dont des
peines incompressibles.

Malgré ma frustration de ne pas avoir reçu des réponses directes et
immédiates, je dois reconnaître que ces pétitions ont eu leur utilité
dans toutes les discussions qui ont été menées concernant le statut
tant interne qu'externe des détenus. Par ailleurs, je dois admettre
qu'une réflexion plus profonde est apparue. Celle-ci est axée sur le
respect et la prise en charge des victimes. On ne répare rien chez
une victime en punissant ou en faisant plus souffrir l'auteur des faits. Il
convient plutôt d'essayer de réparer le tort causé à la victime et
d'assumer sa responsabilité de gouvernant, d'homme politique, de
parlementaire.

À cet égard, nous avons eu pas mal de discussions pendant cette
législature. Deux ou trois questions m'ont paru être sans réponse ou
du moins je ne m'y suis pas tout à fait retrouvé. Dans la loi de 1988, le
suivi des délinquants sexuels libérés sous conditions était obligatoire
alors que dans la nouvelle loi de 1996, il devient aléatoire et il est
laissé à l'appréciation du juge. La loi dit que le juge "peut" imposer un
suivi ou une thérapie durant la période de libération conditionnelle. Et
là, monsieur le premier ministre, je me demande s'il ne vaudrait pas
mieux revenir aux dispositions de la loi de 1988 qui imposaient ce
09.04 Jean-Pierre Malmendier
(MR): Jaren geleden heb ik al twee
petities bij het Parlement
ingediend waarin gevraagd werd
om gevaarlijke criminelen niet
langer op vrije voeten te stellen en
pedagogische straffen in te
voeren. Ze hebben bij de
bespreking van het interne en
externe statuut van de
gedetineerden hun nut bewezen.
Men moet trachten het onrecht dat
het slachtoffer werd aangedaan te
herstellen en men mag zijn
verantwoordelijkheid als politicus
niet uit de weg gaan.

Tijdens deze zittingsperiode
hebben we talrijke besprekingen
aan dit thema gewijd. Een aantal
vragen blijft evenwel
onbeantwoord.

In de wet van 1988 was het
toezicht op seksuele delinquenten
die voorwaardelijk in vrijheid
werden gesteld verplicht, terwijl
het in de nieuwe wet van 2006
onzeker is en aan het oordeel van
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
suivi.

Je me pose également des questions sur le caractère automatique de
la mise en route de la procédure de libération conditionnelle. N'a-t-on
pas tendance à pousser dehors ces détenus? Ne faudrait-il pas
attendre qu'ils en expriment eux-mêmes le désir et qu'ils se sentent
prêts à affronter de nouveau une société dans laquelle ils éprouvaient
manifestement des difficultés à vivre et parfois à laisser vivre les
autres? Voilà encore une réflexion que je souhaiterais voir développer
dans les prochaines semaines.

Il est vrai, comme le disait M. Muls, que certains détenus souhaitent
plutôt aller à fond de peine et ainsi échapper au suivi qui peut leur être
imposé dans le cadre d'une libération conditionnelle.

En ce qui concerne tout particulièrement les délinquants sexuels, je
me pose la question de savoir si la commission de libération
conditionnelle ou le futur tribunal de l'application des peines ne
pourrait pas donner une injonction de suivi même lorsqu'un détenu
est libéré définitivement. Cette pratique différerait de celle qui
organise la mise à disposition du gouvernement dans la mesure où la
mainmise sur l'auteur serait conservée par le pouvoir judiciaire, ce qui
le motiverait certainement plus qu'actuellement à prononcer la mise à
disposition du gouvernement. Je souhaiterais donc qu'une réflexion à
ce sujet puisse avoir lieu.
de rechter wordt overgelaten.
Ware het niet beter de bepalingen
van de wet van 1988 opnieuw in te
voeren?

Wat het automatisch opstarten
van de procedure van
voorwaardelijke invrijheidstelling
betreft, vraag ik me af of men niet
te veel de neiging heeft die
gedetineerden gewoonweg op
straat te zetten. Ware het niet
beter te wachten tot ze zelf die
wens te kennen geven en ze klaar
zijn om zich opnieuw te integreren
in een samenleving waarin ze het
kennelijk moeilijk hadden en
waarin ze soms ook anderen niet
gunden te leven?

Het klopt dat sommigen hun straf
liever helemaal willen uitzitten om
aan de follow-up te ontsnappen.
Zou men voor seksuele
delinquenten niet kunnen voorzien
in de mogelijkheid van een bevel
tot follow-up ten aanzien van een
definitief vrijgelaten gedetineerde?
Le président: Monsieur Malmendier, puis-je vous demander d'en terminer?
09.05 Jean-Pierre Malmendier (MR): J'en termine, monsieur le
président.

Je dirai, pour conclure, qu'il faut savoir que certains "pédophiles
pervers" finissent par tuer un enfant soit pour cacher leur méfait, soit
parce que ce meurtre participe de leur perversion.

Monsieur le premier ministre, ne serait-il pas préférable de prévoir la
peine à perpétuité effective pour ce genre d'individus? Pour ma part,
j'estime que, dans l'état actuel de nos connaissances sur le
comportement de ces individus particuliers, nous n'avons pas les
moyens et nous ne pouvons prendre la responsabilité de leur laisser
la possibilité de répéter des actions perverses.
09.05 Jean-Pierre Malmendier
(MR): Zou men in het geval van
misdrijven die door bepaalde
figuren worden gepleegd ­ ik denk
aan perverse pedofielen die er niet
voor terugdeinzen een kind te
doden om hun misdrijf te
verdoezelen of omdat het
moorden zelf deel uitmaakt van
hun perversie ­ niet in een
daadwerkelijk levenslange
opsluiting moeten voorzien? Gelet
op onze huidige knowhow over het
gedrag van die individuen kunnen
wij ons niet veroorloven het risico
te lopen dat zij hun wandaden
opnieuw zouden kunnen plegen.
09.06 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, monsieur le
premier ministre, à la suite des événements tragiques que nous
venons de connaître en Belgique, vous avez fait un certain nombre de
déclarations sur ATV. Certaines étaient quelque peu contradictoires
avec des textes que nous avons votés au Parlement et avec certains
accords de gouvernement présentés par vous devant la Chambre.

Premier volet du problème: la libération conditionnelle. Votre
proposition permettait aux détenus d'être appelables à la libération
09.06 Melchior Wathelet (cdH):
Na de recente tragische
gebeurtenissen legde u op ATV
een aantal verklaringen af,
waarvan sommige tegen in het
Parlement goedgekeurde teksten
en tegen het regeerakkoord
indruisen.
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
conditionnelle après les deux tiers de la peine. Or, les nouvelles
mesures concernant la loi Lejeune, que nous venons de voter dans
cette Chambre, prévoient cela uniquement en cas de récidive. Dans
vos déclarations, monsieur le premier ministre, vous avez été plus loin
que le texte que nous venons de voter! Vous avez dit que les détenus
étaient appelables à la libération conditionnelle aux deux tiers de la
peine lorsqu'il n'y avait pas récidive.

En outre, dans l'accord de gouvernement, vous prévoyez qu'en cas
de récidive et de crime de sang, les détenus sont appelables à la
libération conditionnelle non pas aux deux tiers de la peine mais aux
trois quarts de la peine. Cette modalité n'est pas introduite dans la
nouvelle législation.

L'ancien système, avant modification au Parlement, prévoyait, dans le
cadre d'une non-récidive, que le détenu pouvait être appelable à la
libération conditionnelle au tiers de la peine mais avec un minimum de
trois ans. Dans le texte du nouveau système présenté et voté par
votre gouvernement, cette condition minimale de trois ans ne figure
plus.

Nous nous trouvons donc en deçà de ce qui existait dans l'accord du
gouvernement. Mais vous avez déclaré à la presse que la libération
conditionnelle serait possible après les deux tiers de l'exécution de la
peine. C'est donc en totale contradiction avec le texte que nous avons
voté.

Ensuite, la ministre de la Justice, que je me réjouis de voir parmi
nous, a fait plusieurs déclarations dans la presse où elle expliquait
qu'il fallait faire entrer en vigueur le texte voté. Je rappelle que la loi
sur les TAP (tribunaux de l'application des peines) ne prendra effet
qu'à partir de janvier 2007, tandis que la nouvelle loi Lejeune entrera
en vigueur dans le courant de la même année, je suppose. Donc,
alors que le nouveau système n'est pas encore mis en place, vous
proposez déjà de le changer! Or votre ministre de la Justice demande
d'attendre son entrée en vigueur pour pouvoir l'évaluer et juger de son
efficacité. Quelle est alors la position du gouvernement? Est-ce celle
que vous défendez dans la presse et devant les caméras? Est-ce le
texte voté? Est-ce l'accord de gouvernement? Ou encore sont-ce les
propos de la ministre de la Justice?

J'en viens au deuxième volet du problème: l'exécution des peines. A
l'évidence, les peines doivent être accomplies. Mais il importe aussi
que votre gouvernement atteigne les objectifs qu'il s'est fixés. Je
pense au bracelet électronique, par exemple. L'accord de
gouvernement en prévoyait 1.100. Vous nous avez annoncé il y a
quelques mois que vous arriveriez peut-être à 700 et que vous vous
en réjouissiez. Non! Vous devez atteindre les objectifs que vous vous
êtes vous-mêmes assignés dans des dossiers sur lesquels tout le
monde est d'accord. La Chambre est unanime pour admettre que le
bracelet électronique constitue une peine alternative intéressante qui
permettrait une meilleure politique carcérale. Je ne dois pas vous
rappeler la défense sociale, dont il fut encore question hier, ni la
question de la surpopulation carcérale.

Quelles sont donc vos solutions pour que les peines soient
exécutées? Je vous signale qu'une nouvelle circulaire a été diffusée,
suivant laquelle une personne condamnée à une peine inférieure à
Uw regeerakkoord bepaalde dat
de gedetineerden pas na twee
derde van hun straf voor
voorwaardelijke invrijheidstelling in
aanmerking zouden komen.
Volgens de nieuwe maatregelen
die we recentelijk goedkeurden, is
dat echter enkel zo in het geval
van herhaling. Op ATV zei u
echter dat gedetineerden pas na
twee derde van hun straf voor
voorwaardelijke invrijheidstelling in
aanmerking komen, ook wanneer
geen sprake is van herhaling.

Bovendien bepaalde het
regeerakkoord dat, in geval van
herhaling en moord, de
gedetineerden pas voor
voorwaardelijke invrijheidstelling in
aanmerking zouden komen na drie
vierde van hun straf te hebben
uitgezeten. Die regel werd echter
niet in de nieuwe wetgeving
opgenomen.
Volgens de vroegere regeling
kwam de gedetineerde,
behoudens herhaling, voor
voorwaardelijke invrijheidstelling in
aanmerking na een derde van zijn
straf te hebben uitgezeten,
evenwel met een minimum van
drie jaar. In de nieuwe regeling
werd die voorwaarde niet
behouden.
Bovendien stelt u reeds voor om
het nieuwe systeem te wijzigen
terwijl het nog niet eens van
toepassing is. De minister van
Justitie vraagt echter om met de
inwerkingtreding ervan te wachten
tot het beoordeeld is en de
doeltreffendheid ervan is
nagegaan. Wat is nu eigenlijk het
regeringsstandpunt?

Wat de strafuitvoering betreft, is
het ook van belang dat uw
regering de vooropgestelde
doelstellingen waarmaakt. Zo
voorzag het regeerakkoord
bijvoorbeeld in 1.100
gedetineerden onder elektronisch
toezicht, terwijl u zich enkele
maanden geleden nog verheugde
over het feit dat u misschien het
cijfer van 700 kon halen.
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
moins d'un an n'effectue aucune partie de sa peine. Où se situe alors
la cohérence entre cette position du gouvernement et votre annonce à
la presse selon laquelle les peines doivent être exécutées, même si
elles sont légères?

Quant au troisième volet, monsieur le premier ministre, il concerne les
peines incompressibles. Qu'entendez-vous par ce terme? Si ce volet
consiste à dire que, lorsqu'une peine est décidée, il faut qu'une partie
de celle-ci soit incompressible - semblable à la peine de sûreté
appliquée en France -, je peux alors accepter votre raisonnement. En
revanche, s'il s'agit d'une peine dont les dérives ont été soulevées par
MM. Malmendier et Muls, et qui inciterait le condamné à accomplir
l'intégralité de sa peine afin d'éviter un quelconque suivi durant sa
détention, je pense que ce n'est pas une bonne solution.

On doit pouvoir prévoir une peine de sûreté qui garantit une partie de
l'exécution de la peine. À partir de cette exécution minimale, on doit
pouvoir faire appel à toute une série de systèmes, que ce soit la
libération conditionnelle, la libération provisoire, le placement d'un
bracelet électronique.

Monsieur le premier ministre, mes questions sont dès lors très claires
et très courtes.

Qui doit-on croire en matière de libération conditionnelle? Quelle est
la politique réelle du gouvernement? En matière de politique
carcérale, où en est-on avec la mise en oeuvre des bracelets
électroniques?

Quels sont les moyens que vous allez dégager pour résoudre la
problématique carcérale relative aux internés?

Vous dites que toutes les peines doivent être exécutées mais,
paradoxalement, aucune peine de moins d'un an n'est exécutée.
Qu'en est-il?

Qu'entendez-vous exactement par le vocable "peine incompressible"?
Comment l'introduire dans la politique carcérale?
Ik moet niet op de bescherming
van de maatschappij of de kwestie
van de overbevolking in de
gevangenissen terugkomen.
In een nieuwe omzendbrief staat
dat wie tot een straf van minder
dan een jaar veroordeeld wordt,
die straf niet moet uitzitten. Hoe
valt dat te rijmen met uw verklaring
in de pers dat alle straffen, ook de
lichte, moeten worden uitgevoerd?

Wat bedoelt u precies met niet-
samendrukbare straffen? Als u
daarmee bedoelt dat een deel van
de straf niet samendrukbaar is,
kan ik uw redenering volgen. Maar
als het om een straf gaat waarbij
de gedetineerde zijn volledige straf
moet uitzitten zonder enige
begeleiding, dan heeft men een
verkeerde beslissing getroffen.
09.07 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, sta
me toe te zeggen, als dat in het Parlement nog mag gezegd worden,
dat ik de interpellatie van de heer Laeremans een echte karikatuur
vond. Hij nam volgende woorden in de mond: zolenlikkers,
leugenaars, lafaards, bedriegers. Het extreemrechts taalgebruik vindt
blijkbaar meer en meer ingang in dit Parlement. Ik betreur dit. Ik
herinner me nog de tijd dat de voorzitter telkens tussenbeide kwam
wanneer dergelijk extreem taalgebruik in dit Parlement werd
gehanteerd en dat die woorden in het verslag werden weggelaten.
Vandaag gebeurt het omgekeerde! (Rumoer van het Vlaams Belang,
applaus op de banken van de meerderheid)
09.07 Guy Verhofstadt, premier
ministre: L'intervention de M.
Laeremans aura été caricaturale
de bout en bout. Manifestement, le
langage outrancier de l'extrême-
droite est de mieux en mieux
accepté au Parlement. Autrefois,
ces déclarations auraient été
biffées du compte rendu et le
président serait intervenu. (Huées
du Vlaams Belang,
applaudissements nourris sur les
bancs de la majorité)

De voorzitter: Helaas zijn er vandaag televisie en websites waarvan ik de woorden niet kan doen
schrappen.
09.08 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, ik
vraag niet zoveel als de regering in het Vlaams Parlement die niet
09.08 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Alors que Vlaams Belang
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
graag heeft te worden ondervraagd en waar geen audits meer mogen
plaatsvinden. Zo ver ga ik in elk geval niet!

Mijnheer de voorzitter, in tegenstelling tot het Vlaams Belang heeft de
heer Verherstraeten een andere analyse gemaakt dan een
opeenvolging van beledigingen en woorden waarvan ik dacht dat ze
niet tot het parlementair taalgebruik behoorden.
s'est borné à débiter une litanie
d'insultes, M. Verherstraeten, au
moins, a livré une analyse.
De voorzitter: Mijnheer de eerste minister, ik laat u even onderbreken voor een korte repliek van de heer
Annemans.
09.09 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
we weten nu wat de heer Verhofstadt nog niet heeft meegemaakt met
betrekking tot de voorzitters van deze Kamer.

Ik heb nog nooit meegemaakt dat een eerste minister aan een
Kamervoorzitter zegt wat er nog wel in dit halfrond mag gezegd
worden...
09.09 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): Je n'ai encore jamais vu
un premier ministre faire la leçon
au président et décréter ce que le
Parlement peut ou ne peut pas
dire.
De voorzitter: De Kamervoorzitter beslist daar zelf over.

Mijnheer Annemans, ik heb reeds woorden laten schrappen. Ik weet
evenwel dat de geschrapte woorden toch op beeldband en op de
website verschijnen. Een reden te meer zou ik zeggen om het
taalgebruik te beheersen.
Le président: Il m'appartient d'en
décider. Dans le passé, il m'est
arrivé plus d'une fois de faire
supprimer certains mots mais la
retransmission en direct à la
télévision et sur l'internet ne me
permettent plus de le faire. Le
premier ministre n'a pas
interrompu les interpellateurs et je
souhaite qu'il n'y ait pas non plus
d'interruptions durant sa réponse.
09.10 Eerste minister Guy Verhofstadt: We weten dat dit moeilijker
is voor het Vlaams Belang. Taalgebruik beheersen bestaat bij u niet.
(Rumoer bij het Vlaams Belang)
(Vif tumulte sur les bancs du
Vlaams Belang)
De voorzitter: Mijnheer Annemans, de premier heeft de spreker van uw fractie niet onderbroken. Wees
beleefd genoeg om te luisteren.
09.11 Eerste minister Guy Verhofstadt: Doe zo maar voort.
De voorzitter: Mijnheer Van den Eynde, men heeft uw spreker niet onderbroken. Onderbreek dus niet.

Mijnheer Laeremans, het is gedaan!
09.12 Eerste minister Guy Verhofstadt: Ik denk dat hiermee duidelijk
is wat de inhoud is van extreem rechts. (Rumoer)
De voorzitter: Indien u een antwoord wil krijgen, moet u zwijgen.
09.13 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer Verherstraeten, u
hebt een ander beeld geschetst. Voor de eerste keer hebt u erkend
dat een van de belangrijke hervormingen die de regering de voorbije
zeven jaar heeft doorgevoerd ­ en die niet gemakkelijk was omdat we
vertrokken van een situatie met vijf à zes verschillende politiediensten
en de drama's en tragedies in de zaak-Dutroux ­, in casu de
politiehervorming, vandaag functioneert en werkt.

Dat is inderdaad niet alleen de verdienste van degenen die daarvoor
09.13 Guy Verhofstadt, premier
ministre: M. Verherstraeten a
reconnu l'efficacité de la réforme
des polices mise en oeuvre par le
gouvernement. Le mérite n'en
revient pas au seul gouvernement
mais aussi et surtout aux policiers
sur le terrain.
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
verantwoordelijkheid dragen in de federale regering. Dat is in eerste
instantie de verdienste ­ zoals hij ook heeft gezegd ­ van de
politiecommissariaten, de mensen op het terrein, de inspecteurs in de
196 politiezones. Het is altijd goed, mijnheer Verherstraeten, dat te
kunnen vaststellen.

Ik denk immers dat wij een lange weg hebben afgelegd met de
politiehervorming. Er is enorm veel kritiek geweest. Ik heb hier
tientallen interpellaties en mondelinge vragen aanhoord met
betrekking tot zaken als de werking van de politie of de
politiehervorming die moest worden geïmplementeerd. Ik stel
vandaag, samen met u, vast dat onze politie geïntegreerd is, dat er
een einde is gekomen aan de politieoorlog die wij gedurende meer
dan twee à drie decennia in ons land hebben gekend en dat onze
politie niet meer achter de feiten aanloopt maar dat zij in staat is om
zich maximaal te concentreren op een zwaar misdrijf als dit wordt
gepleegd. Dit geldt ook voor de lokale politie, zoals onlangs het geval
was in Antwerpen. Er is daarbij ook sprake van een rechtstreekse
samenwerking tussen het lokale en het federale niveau, wat in het
verleden vaak deficiënt bleek te zijn en tot zware drama's en tragedies
heeft geleid.

Ik kom dan tot een volgende punt, mijnheer de voorzitter. Men heeft
hier gezegd dat de regering aan incidentenpolitiek doet wanneer er
iets gebeurt. Excuseer mij, maar wij hebben zeven jaar gewerkt aan
de politiehervorming. Ze werd geïmplementeerd. Er werd daarvoor
wetgevend werk geleverd. Men kan moeilijk zeggen dat er sprake is
van incidentenpolitiek als op dat vlak gedurende zeven jaar al die
inspanningen worden geleverd.

Mijnheer de voorzitter, zo kom ik tot het jeugdsanctierecht. Ik weet dat
sommigen het daarmee niet eens zijn. De uithandengeving, die
geregeld wordt in het jeugdsanctierecht, was reeds verschillende
maanden ingediend in het Parlement. Op het ogenblik dat het drama
zich heeft voorgedaan, is men zich ervan bewust geworden dat dit
snel moest worden goedgekeurd. De regering had dit project echter al
meerdere maanden geleden ingediend. Hetzelfde, mijnheer de
voorzitter, geldt voor de wapenwet. De wapenwet was al meerdere
maanden ingediend in het Parlement. Ik vind het dan ook niet juist dat
sommigen beweren dat wij aan incidentenpolitiek zouden doen als die
projecten reeds ingediend zijn in het Parlement. (Applaus)

Mijnheer de voorzitter, ten slotte kom ik tot het laatste voorbeeld dat
betrekking heeft met de strafmaat. De Kamer zal straks terzake een
belangrijke wetswijziging goedkeuren. De algemene bespreking en de
artikelsgewijze bespreking zijn in elk geval achter de rug. De
strafmaat zal hierdoor worden aangepast als het gaat om misdrijven
die worden gepleegd tegen mensen in uniform, tegen conducteurs,
tegen leraars en dergelijke meer. Ook die aanpassing van de
strafmaat is een belangrijke stap voorwaarts.

Wanneer ik dan in het Parlement hoor dat wij de voorbije zeven jaar
onvoldoende de conclusies van het Parlement hebben uitgevoerd,
mijnheer de voorzitter, sta mij dan toe om als leider van deze regering
daarover een ander beeld te schetsen.

Een beeld van objectiviteit. Dat beeld is eerst en vooral, naast de
politiehervorming, de hervorming van het parket, dat volledig is
Nous avons parcouru un long
chemin et nous avons dû endurer
bien des critiques mais,
aujourd'hui, la police intégrée est
une réalité et il a été mis fin à la
guerre des polices. Les services
de police ne sont plus en retard
sur les faits mais se concentrent
pleinement sur la recherche.

On nous reproche de mettre en
oeuvre une politique qui serait
dictée par les seules
circonstances mais la réalité
indique le contraire. Nous avons
travaillé pas moins de sept ans à
la réforme des polices et le
gouvernement avait également
déjà déposé au Parlement les
projets de loi relatifs au droit pénal
de la jeunesse et aux armes. Il est
dès lors inexact d'affirmer que
nous avons attendu la survenance
d'un drame pour agir. Nous ne
menons en aucun cas une
politique de circonstance!

D'aucuns nous font grief de ne pas
avoir suffisamment tenu compte
des conclusions du Parlement au
cours des sept dernières années.
Je voudrais quant à moi brosser
de la situation un tableau plus
objectif. Outre la réforme des
polices, nous nous sommes
attelés à la réforme du parquet.
Nous avons créé le Conseil
supérieur de la Justice et amélioré
les techniques de recherche. Nous
avons conféré aux victimes des
droits qui sont encore élargis
présentement puisque les
tribunaux d'exécution des peines
entendront aussi les victimes, ce
qui était précédemment
inconcevable.

Nous avons également instauré
les peines de travail qui
remplacent les peines
d'emprisonnement de courte
durée, celles-ci n'étant plus
exécutées à cause de circulaires
prises par des gouvernements
précédents. Les résultats sont
incontestables puisque nous
sommes passés de 500 peines de
travail en 2003 à 10.000 par an
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
uitgevoerd. De oprichting van de Hoge Raad voor de Justitie is
uitgevoerd en in werking. De opsporingstechnieken hebben wij
veranderd, verbeterd en duidelijk verstrengd; opsporingstechnieken,
die in het verleden in ons land niet mogelijk waren, zodat bepaalde
bewijzen niet konden worden verzameld. Wij hebben de rechten van
de slachtoffers ingevoerd, die onbestaande waren in de jaren '70, '80
en het begin van de jaren '90. Wij hebben ze nu nog uitgebreid, want
men kan wel kritiek hebben op de laatste wijzigingen aan de wet-
Lejeune, maar het komt er in eerste instantie op aan dat er straks
uitvoeringsrechtbanken zullen zijn waar de slachtoffers ook zullen
worden gehoord, als het erom gaat een crimineel al dan niet vroeger
vrij te laten. In het verleden was het ondenkbaar dat de slachtoffers
zouden worden gehoord. Dat is ook van belang. (Protest van het
Vlaams Belang
)

Ten derde, de werkstraffen. Mijnheer Laeremans, het beeld dat u van
de wetswijziging hebt geschetst, is een pure karikatuur. Ik zal het u
bewijzen, want ik zal u de cijfers geven die de vergelijking maken
tussen het aantal keer dat de voorwaardelijke invrijheidsstelling en de
wet-Lejeune heden wordt toegepast en hoeveel keer dat in de jaren
'90 het geval was. Ik zal die cijfers onmiddellijk geven en dan zult u
het reële beeld zien, in de plaats van de karikatuur die u de publieke
opinie voorhoudt. (Protest van het Vlaams Belang)

Mijnheer de voorzitter, het is fout om een beeld op te hangen alsof dit
Parlement samen met de regering de voorbije zeven jaar geen
fundamentele veranderingen zou hebben doorgevoerd: de
politiehervorming, de Hoge Raad voor de Justitie, slachtofferrechten,
maar ook de werkstraf. Ook dat is gerealiseerd. Wat was immers de
situatie? Tot voor kort werden de gevangenisstraffen van korte duur
gewoonweg niet uitgevoerd. U moet niet beweren dat het een
uitvinding van deze regering zou zijn, want ze is gesteund op
rondzendbrieven van de vorige regering. Dat is de realiteit.

Wat hebben wij veranderd? Waar vroeger gevangenisstraffen van
korte duur niet werden uitgevoerd, omdat de capaciteit er niet was of
omdat het vaak ook niet wenselijk was om dat te doen ­ als men een
jongere, men moet daarvoor zelfs niet jong zijn, bijvoorbeeld in de
gevangenis stopt, komt hij er vaak meer gehavend uit dan hij er in
kwam ­ dan moeten wij daarvoor alternatieven vinden. Wat heeft
deze regering gedaan? De heer Laeremans durft niet te luisteren.
Deze regering heeft een systeem van werkstraffen ingevoerd, die als
vervanging van korte gevangenisstraffen zullen kunnen gelden, die in
ons land toch al 20 jaar niet worden uitgevoerd. Dat heeft de regering
gedaan.

Dat is wat de regering heeft gedaan.

Wat is het resultaat van voornoemd beleid?

(...): (...)
aujourd'hui. Pour faire face à cette
croissance énorme, le
gouvernement a décidé de
recruter quatre-vingts membres du
personnel supplémentaires pour
les maisons de justice. A
l'évidence, l'opposition est frappée
d'amnésie car elle refuse de
reconnaître ses torts mais la vérité
a ses droits et c'est bien à cause
de circulaires prises par une
majorité précédente que les
courtes peines n'ont pu, pendant
longtemps, être exécutées. Mieux
vaut 10.000 peines de travail que
10.000 peines d'emprisonnement
non exécutées!
(Applaudissements sur les bancs
de la majorité, huées sur les bancs
du Vlaams Belang)

09.14 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mevrouw, die wet werd twee
of drie jaar geleden in het Parlement goedgekeurd.

Het resultaat van dat beleid is het volgende. In 2003 zijn wij begonnen
met 500 werkstraffen. Vandaag worden in ons land, met de middelen
die wij ter beschikking van justitie hebben gesteld, niet minder dan
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
10.000 werkstraffen per jaar uitgesproken.

Mijnheer de voorzitter, het is niet juist dat de straffen niet worden
uitgevoerd, integendeel. Mijnheer de voorzitter, wanneer de overheid
met een nieuwe wetgeving start waarbij de wet 500 maal wordt
toegepast en zij naar een situatie gaat waarbij men op de juiste
manier tot de toepassing komt van alternatieve straffen en
werkstraffen, die bijvoorbeeld 10.000 maal worden uitgesproken, dan
is het normaal dat er dan meer volk in de justitiehuizen aanwezig
moet zijn om de uitvoering mogelijk te maken.

Welnu, dat doen wij. De regering heeft zopas, enkele weken geleden,
beslist om voor de justitiehuizen 80 bijkomende sociale assistenten
aan te werven die speciaal moeten dienen om de werkstraffen
mogelijk te maken.

Collega's, het is veel beter dat er vandaag 10.000 werkstraffen
worden uitgesproken en uitgevoerd dan de situatie in het verleden,
waarbij 10.000 korte gevangenisstraffen gewoon onder de mat
werden geveegd. Dat was immers de situatie in ons land. (Applaus)

Mijnheer Tant, ik weet dat u elke dag uw verleden verloochent. Elke
dag wil u niet meer weten wat u tien jaar geleden hebt gedaan. U past
een soort van politieke lobotomie op uw hersenen toe door te zeggen
dat u het niet meer wil weten.

De realiteit is echter dat in het verleden korte gevangenisstraffen op
basis van circulaires die door ministers werden uitgevaardigd, gewoon
niet werden uitgevoerd. De huidige regering, gesteund door de
huidige meerderheid, is er uiteindelijk in geslaagd om daarvoor een
alternatief op gang te brengen.

Mijnheer de voorzitter, ik sla mea culpa. Het is juist dat wij op een
bepaald ogenblik, door de enorme toename van het aantal straffen,
problemen hebben gekend met de implementatie en de toepassing
van de wet en met het vinden van voldoende personeel voor de
justitiehuizen die de werkstraffen in de praktijk konden omzetten.
09.15 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb een
vraag aan u. Zou iemand van de bodes eens een woordenboek
kunnen halen. Ik zit in nood met de juiste invulling van het begrip
"objectief".
09.15 Greta D'hondt (CD&V):
J'ai demandé aux huissiers de
m'apporter un dictionnaire. Je
commence à éprouver des
difficultés à cerner la portée
exacte de la notion d' "objectif".
09.16 Eerste minister Guy Verhofstadt: Voor de eerste maal moet ik
toegeven dat ik sprakeloos ben tegenover zo'n argument. Dat gebeurt
mij niet veel, maar ik ben echt sprakeloos.

Daarom kom ik tot mijn volgende punt, waar het tijdens de
interpellaties in essentie over ging, zoals de heer Van den Eynde mij
terecht in herinnering brengt, namelijk de wet-Lejeune of de wet op de
voorwaardelijke invrijheidsstelling.

Ik heb de heer Laeremans daarjuist inderdaad gezegd dat ik de
beschikbare cijfers zou willen geven. Hoeveel keren werd in het
verleden de voorwaardelijke invrijheidsstelling toegepast en hoeveel
keren gebeurt dat nu, nadat de commissies, bemand met
09.16 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Une fois n'est pas
coutume, mais devant un tel
argument, je reste bouche bée.

En ce qui concerne la loi Lejeune,
les commissions de libération
conditionnelle ont repris le rôle du
gouvernement. De l'avis de tous il
convenait en effet de retirer cette
mission au pouvoir exécutif pour la
confier à des magistrats
indépendants. Ces commissions
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
magistraten, de rol hebben overgenomen van de politiek en de
regering. Iedereen was er in het Parlement al jaren van overtuigd, in
de jaren 90, dat er een einde moest komen aan het gebruik dat de
uitvoerende macht, de minister, bepaalde op welke manier de wet-
Lejeune werd toegepast en voor welke categorieën. Iedereen vond
dat het uit de handen van de politiek en van de regering moest
worden gehaald en dat het in commissies moest worden gestopt,
onder leiding van magistraten, wat binnenkort de
strafuitvoeringsrechtbanken zullen worden. De huidige situatie is
immers de prefiguratie van die strafuitvoeringsrechtbanken, zoals het
Parlement dat heeft gevraagd. Dat is altijd de unanieme stelling
geweest. Het is niet omdat er links of rechts een tragedie is gebeurd,
die ons allemaal aangrijpt, dat men plots aan geheugenverlies moet
lijden en moet vergeten dat het hele Parlement toch altijd heeft
gevraagd dat het zou gebeuren. Wat de regering uitvoert en
implementeert, is de wens van het Parlement, geëchood in de
publieke opinie en in de pers, om het weg te halen bij de Staat, de
regering of uitvoerende macht, en het te geven aan de rechterlijke
macht in de vorm van commissies, die straks met de nieuwe
wetswijziging strafuitvoeringsrechtbanken zullen worden.

Wat is de evolutie sinds die praktijk gangbaar werd, mijnheer de
voorzitter?

In 1990 waren er 1.351 voorwaardelijke invrijheidsstellingen. Het
recentste cijfer dat wij ter onzer beschikking hebben, heeft betrekking
op het jaar 2004. Met de commissies voor voorwaardelijke
invrijheidsstellingen waren er toen 733 voorwaardelijke
invrijheidsstellingen, de helft minder dan in de vroegere situatie toen
de regering of uitvoerende macht besliste. Wanneer men hier komt
zeggen dat de praktijk van de voorwaardelijke invrijheidsstelling, zoals
beslist door de meerderheid en de regering ­ bijna unaniem in het
Parlement ­ aanleiding zou kunnen geven tot een slappere
benadering van de wet-Lejeune, is dat onjuist. Het cijfer van 1990 is
1.351 en het recentste cijfer van 2004 is 733. Dat is de helft.

Maar er is nog meer, met name de weigeringen van voorwaardelijke
invrijheidsstelling. Ik noem cijfers van dezelfde jaren. In 1990 was er
een weigering van amper 10% van de ingediende aanvragen.
Vandaag liggen de weigeringen door de commissies een stuk hoger:
40% van de aanvragen die worden ingediend, wordt geweigerd.

Dan heb ik het nog niet over een aantal andere aanpassingen die
zullen moeten gebeuren, onder meer de aanpassing die zopas
gebeurd is aangaande de recidivisten, die van een categorie van
tweederde naar een categorie van drievierde zullen worden
overgeheveld.

Het enige dat ik me heb afgevraagd, de vraag die ook de regering zal
onderzoeken, die wij aan het onderzoeken zijn, luidt of bepaalde
andere categorieën, naast de recidivisten, zoals misdadigers van
zware geweldmisdrijven zoals we die meegemaakt hebben of
misdrijven met misdadigers die een echt gevaar vormen voor de
samenleving, in het kader van de wet-Lejeune niet best worden
opgenomen in een categorie waarbij bijvoorbeeld de regel van
tweederde zou gelden. Waarom zouden wij niet effectief
onderzoeken, bijvoorbeeld bij zware misdadigers of zware
geweldmisdrijven, of wij ­ laat me even een moeilijk woord gebruiken
seront prochainement ­ et il a déjà
été question de la loi aujourd'hui ­
transformées en véritables
tribunaux de l`application des
peines. Nous répondons ainsi à la
volonté expresse du Parlement.

En 1990, 1.351 mesures de
libération conditionnelle étaient
encore prises. En 2004, ce
nombre était déjà descendu à 733,
ce qui représente une réduction de
moitié. Par conséquent, il est
absolument faux que la loi Lejeune
soit appliquée de façon plus laxiste
qu'avant. En 1990, 10% seulement
des demandes étaient refusées.
En 2004, cette proportion était
montée à 40%.

Dorénavant, les récidivistes
devront purger trois quarts de leur
peine au lieu de deux tiers. De
plus, le gouvernement planche sur
la question de savoir si pour
certaines catégories de criminels
dangereux, il ne conviendrait pas
de porter aussi à deux tiers la
peine de sûreté. Je songe aux
auteurs d'actes très violents. Le
gouvernement soumettra à cet
égard des propositions concrètes
au Parlement au mois d'octobre.

Nous pourrions également
accorder des compétences plus
larges au juge pénal du fond,
comme c'est le cas en France et
aux Pays-Bas, lui permettant de
limiter ou d'exclure l'application de
la loi Lejeune dans sa décision sur
le fond. Quoi qu'il en soit, le
gouvernement soumettra des
propositions au Parlement en
temps opportun.

Il est inquiétant de constater que,
malgré toutes les mesures qui ont
été prises, nous sommes
fréquemment confrontés à des
jeunes délinquants opérant en
bande. Nous devons rester
vigilants face à ce phénomène. La
concertation entre le
gouvernement fédéral et les
gouvernements de Communauté
et de Région se déroule
relativement bien. À ce jour, trois
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
­ de gunst van de voorwaardelijke invrijheidsstelling niet beter
ontnemen aan dergelijke categorieën van misdaden en misdadigers?
De regering zal dat nakijken, onderzoeken.

Wij zullen naar het Parlement komen in oktober met een antwoord op
die vraag. U kent mijn antwoord, want ik heb dienaangaande heel
duidelijk gezegd dat ik het nuttig en nodig vind dat er, met betrekking
tot de wet-Lejeune, categorieën bestaan waarbij verzwaringen worden
doorgevoerd.

Er zijn nog andere mogelijkheden. Aan de strafrechter ten gronde
zouden we opnieuw meer mogelijkheden kunnen geven. In bepaalde
landen, zoals bijvoorbeeld in Frankrijk en Nederland, heeft de
strafrechter ten gronde de mogelijkheid, wanneer hij de straf ten
gronde uitspreekt, om eraan toe te voegen dat de wet-Lejeune slechts
in beperkte of in generlei mate kan worden toegepast. Dat is een
variant.

Hoe dan ook, of we nu de weg kiezen om bepaalde categorieën van
zware misdrijven in een zwaardere categorie van de wet-Lejeune
onder te brengen, of we nu meer bevoegdheden geven aan de
strafrechter ten gronde, met de meerderheid en de regering zullen we
het probleem onderkennen, en te gepaste tijde zullen we met
voorstellen naar het Parlement komen.

Mijnheer de voorzitter, in dezelfde zin wil ik het even kort hebben, als
u het mij toestaat, over een ander fenomeen, dat mij enorm veel
zorgen baart, net als de minister van Justitie, de minister van
Binnenlandse Zaken, de hele regering, en ik denk ook het hele
Parlement. Het gaat om het volgende. Wij nemen allerlei
maatregelen, zoals een betere werking van het politieapparaat en de
alternatieve straffen en werkstraffen die vrij massaal worden
uitgesproken en waardoor wij de bevolking in de justitiehuizen
drastisch moeten verhogen. Het is heel duidelijk dat wij vandaag te
maken hebben met een vorm van jeugdcriminaliteit die vaak in bende
wordt uitgevoerd en waaraan wij bijzondere aandacht moeten
besteden.

Ik moet u zeggen dat het overleg vrij goed loopt tussen de federale
regering, de gewestelijke regeringen en de gemeenschapsregeringen.
Wij hebben drie werkvergaderingen achter de rug.
réunions de travail ont été
organisées.
Au cours de ces trois réunions organisées avec les gouvernements
régionaux et communautaires, nous avons avancé significativement
dans nombre d'initiatives, d'arrêtés et de modifications de législations
en vue de renforcer notre lutte contre ce phénomène. La criminalité
des jeunes agissant en bandes nécessite des mesures particulières,
non seulement de la part de l'autorité publique mais également des
écoles et des parents surtout, qui sont responsables de l'éducation
des jeunes. Il ne suffit pas de dire que l'appareil répressif de l'État doit
être renforcé. Il y a d'abord la responsabilité de toute la société, des
écoles et, plus encore, des parents et des familles.

Comme je viens de le dire, nous élaborons actuellement un certain
nombre d'initiatives, qui seront annoncées avant le début de l'année
scolaire, pour renforcer la lutte contre le racket, par exemple. Il est
nécessaire de prendre des mesures spécifiques pour enrayer ce type
de phénomènes que l'on retrouve dans les écoles et à leurs alentours.
Tijdens die drie vergaderingen met
de Gemeenschaps- en
Gewestregeringen hebben we
besluiten en wetswijzigingen op
stapel gezet teneinde onze strijd
tegen de criminele
jongerenbendes kracht bij te
zetten. Die vergt immers
maatregelen, niet alleen van de
overheid, maar ook van de
scholen en vooral van de ouders.
Nog voor het begin van het nieuwe
schooljaar zullen we een reeks
maatregelen aankondigen die we
samen uitwerken teneinde de strijd
tegen praktijken zoals racketing en
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
Le gouvernement fédéral, dans le cadre d'une coopération très
constructive avec les Communautés, est en train de renforcer
l'appareil mis à la disposition des parents, des instituteurs et de
l'autorité publique.
steaming in en rond de scholen te
verscherpen.

Samen met de Gemeenschappen
breidt de federale regering het
arsenaal van middelen uit
waarover de ouders, de
leerkrachten en de overheid ter
zake beschikken.
Een van die maatregelen is onder meer de oprichting van dat
specifieke aanspreekpunt in elke politiezone, waartoe de scholen
direct toegang zullen kunnen hebben.
L'une des mesures concerne la
création d'un point de contact
spécifique par zone de police
directement accessible aux
écoles.
En ce qui concerne l'exécution des peines, on a dit n'importe quoi à
l'égard de cette politique. La réalité est quelque peu différente. En
effet, deux initiatives ont été prises à propos de l'internement: la
création d'Everberg et la décision, en cours d'exécution, de créer un
centre fermé où les jeunes délinquants vont subir leur peine. Un
programme est également en cours afin d'augmenter le nombre de
places dans les prisons et les institutions spécialisées.

Mais, monsieur le président, la responsabilité de cette matière
n'incombe pas seulement au fédéral. Quand il s'agit de criminalité des
jeunes, il y a surtout et d'abord une responsabilité ­ et elles
l'assumeront, j'en suis certain ­ des Communautés, qui doivent créer
des places spécifiques dans des centres spécifiques; il y a là un
manque criant.

A certains qui prétendent planifier cela en vue de créer quelques
places en plus d'ici deux ou trois ans, je n'ai pas grand-chose à
déclarer. En tout cas, le fédéral exécutera pleinement le volet
"Everberg", le volet "centre fermé" et le volet "internement". Nous
demandons simplement aux autres autorités de suivre le même
rythme d'exécution de création de places dans notre pays.
Wat de strafuitvoering betreft, is
de werkelijkheid enigszins anders
dan wat sommigen beweren.
Betreffende de internering werden
er twee initiatieven genomen: de
oprichting van Everberg en de
beslissing om een gesloten
centrum voor jonge delinquenten
in het leven te roepen. We
verhogen dus het aantal plaatsen
in gevangenissen en
gespecialiseerde instellingen.

De jeugdcriminaliteit is echter in
de eerste plaats een bevoegdheid
van de Gemeenschappen, die zelf
plaatsen in specifieke centra
moeten creëren vermits er een
schrijnend gebrek bestaat.

We zullen de hoofdstukken
betreffende Everberg, de gesloten
centra en de internering integraal
ten uitvoer brengen.
We vragen de anderen overheden
hetzelfde te doen.
Tweede punt, het elektronisch toezicht. Toen de regering daarmee
begon, waren er nul plaatsen voor elektronisch toezicht. Het was
nochtans iets wat zeer gekend was, mijnheer de voorzitter, in 1999. Er
waren al langlopende experimenten, onder meer in Groot-Brittannië,
waarbij duizenden gevangenen betrokken waren. We zitten nu aan
500 en er zijn plannen om het systeem uit te breiden.

Lorsque le gouvernement a pris
ses fonctions en 1999, il n'y avait
pas de places pour la
surveillance électronique. A
l'heure actuelle, nous disposons
de 500 places; nous voulons une
augmentation de plusieurs
centaines de places d'ici à la fin
de la législature.
(...): (...)
09.17 Eerste minister Guy Verhofstadt: Ik weet dat voor u het glas
altijd half leeg is en nooit half vol. Dat weten we. Waar het over gaat,
is dat er nu 500 plaatsen zijn. Het is mijn bedoeling en de bedoeling
09.17 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Je reconnais que le
recours à la surveillance
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
van de regering om dat aantal tegen het einde van de legislatuur met
meerdere honderde plaatsen verder op te trekken. We willen ook iets
anders doen. Daar is echter wat weerstand tegen, laten we dat maar
grif toegeven. We willen het elektronisch toezicht namelijk ook
gebruiken als een straf die een gevangenisstraf kan vervangen en
niet als een uitloopperiode van een gevangenisstraf. Daartegen is wat
weerstand uit alle mogelijk en bizarre hoeken. We denken echter dat
we die verandering ook moeten waarmaken.

Hetzelfde geldt met betrekking tot de mogelijkheid voor gedetineerden
van vreemde nationaliteit om hun straf uit te zitten in het land van
herkomst. We zijn bezig met het voeren van een aantal
onderhandelingen. Men kan zeer sceptisch zijn over die
onderhandelingen, zoals dat hier zojuist naar voren is gebracht door
de interpellanten. Dat is inderdaad niet gemakkelijk maar wij hopen in
de komende maanden in elk geval ook een aantal resultaten op dat
vlak aan het Parlement te kunnen voorleggen en op die manier een
strafuitvoering te waarborgen die nog altijd betrekking heeft op zo'n
9.300 gedetineerden in ons land. We nemen hier onze
verantwoordelijkheid.

Interneringsinstellingen worden opgericht. Men heeft gedurende
tientallen jaren het probleem van de internering verwaarloosd in ons
land. Men heeft zelfs geweigerd dat te bekijken. Ik denk dat we op de
goede weg zijn met de interneringsinstellingen die we nu oprichten en
met een strafuitvoering die beter inspeelt op een aantal spijtige
maatschappelijke fenomenen. Ik vind dat de politieke wereld ze meer
met eensgezindheid zou moeten benaderen in plaats van te proberen
elkaar vliegen af te vangen zoals ik dat hier deze middag heb
meegemaakt. (Applaus)
électronique en tant que sanction
pouvant se substituer à une peine
de prison, et pas seulement en fin
de peine, suscite des réticences.
Cependant, nous pensons qu'il
faudra en arriver là.

Nous débattons de la possibilité de
faire purger leur peine aux
détenus de nationalité étrangère
dans leur pays d'origine. Ces
négociations ne sont pas faciles
mais j'espère pouvoir soumettre
une série de résultats au
Parlement au cours des prochains
mois.

Ce faisant, nous pourrons garantir
une exécution de la peine pour les
9.300 détenus en Belgique.

Des établissements d'internement
vont être créés alors que la
question de l'internement a été
négligée dans notre pays pendant
plusieurs dizaines d'années.
L'exécution des peines sera telle
qu'elle correspondra mieux à une
série de regrettables phénomènes
de société. Dans ce domaine, il
convient que les responsables
politiques manifestent une plus
grande unanimité au lieu de se
couper mutuellement l'herbe sous
les pieds, comme ce fut le cas cet
après-midi. (Applaudissements)
De voorzitter: Wij komen aan de replieken. Mijnheer Laeremans, u krijgt maximum vijf minuten spreektijd,
zoals bepaald. Mijnheer Verherstraeten, u krijgt eveneens vijf minuten. Mijnheer Muls, mijnheer Malmendier
en mijnheer Wathelet, u krijgt allen drie minuten spreektijd voor uw repliek.
09.18 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, de
heer Laeremans krijgt dubbel zoveel tijd als bepaald, want de helft
moet geschrapt worden van de eerste minister.
De voorzitter: Ik beslis in deze Kamer.
09.19 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de eerste minister, collega's, toen wij in het middelbaar
onderwijs wiskundeoefeningen moesten maken, kwam steeds één
afkorting terug, u kent ze misschien ook nog, WTBW, wat te bewijzen
was. U hebt met uw antwoord perfect bewezen wat wij hier gezegd
hebben, namelijk dat u de bevolking met uw valse
aankondigingspolitiek een rad voor de ogen draait, dat u de bevolking
eenvoudigweg bedriegt.

U doet een sterke, beloftevolle verklaring waar 90% van de bevolking
achter staat, dat bleek uit de peilingen van de stemtest, namelijk het
09.19 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): La preuve est faite, avec
cette réponse, que le premier
ministre trompe la population par
sa politique d'annonce. Alors qu'il
annonce un durcissement de
l'application de la loi Lejeune, son
gouvernement fait l'inverse dans la
pratique. Moins de deux semaines
après ses déclarations sur la
chaîne ATV, le premier ministre
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
verstrengen van het vrijlatingsbeleid, de aanpassing en het
verstrengen van de wet-Lejeune. De mensen geloven nog dat u het
meent ook.

In de praktijk doet uw regering echter net het tegenovergestelde.
Vandaag, minder dan twee weken na uw verklaringen op ATV, blijkt
dat u uw belofte niet hard kunt maken. Nochtans staan de sp.a en de
VLD erachter. De MR heeft gezegd dat ze erachter staat. Het is alleen
de Parti Socialiste die ertegen is en die het tegenhoudt. U buigt daar
andermaal voor. In alle andere partijen, misschien op die vier
marginale groenen achterin na, wil men een verstrengen van de wet-
Lejeune. De PS slaagt er alleen in om dit tegen te houden.

De PS van Onkelinx ligt dus dwars en u blijft hier met lege handen
achter. U hebt vandaag niets concreets kunnen zeggen. Integendeel,
u hebt zich in alle mogelijke bochten gewrongen. U hebt rond de pot
gedraaid. U hebt hier echter niets nieuws aangebracht. U hebt uw
uitspraken op ATV niet kunnen hard maken.

Dan zegt u dat wij het moeten vergelijken met tien jaar geleden, dat
de strafuitvoeringscommissies nu iets strenger zouden zijn dan tien
jaar geleden. Ik wil het over die cijfers met u later nog eens meer in
detail hebben. U moet echter geen appelen met citroenen vergelijken.
Als er nu meer weigeringen zijn, dan kan dat ook te maken hebben
met het feit dat er veel meer aanvragen zijn omdat die in een soort
van quasi-automatisme zitten.

Daar gaat het echter helemaal niet over. Mijnheer de eerste minister,
de essentie is het volgende.

(...): (...)
s'avère incapable de tenir son
engagement parce qu'il cède au
PS. Il faut, dit-il, comparer la
situation à celle d'il y a dix ans,
parce que les commissions
d'application des peines feraient
preuve d'une plus grande sévérité
aujourd'hui. Mais il faut comparer
ce qui est comparable. Si les refus
sont plus nombreux aujourd'hui,
ce pourrait bien être parce que les
demandes sont plus nombreuses.
09.20 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Juist daarom, er zijn veel
meer aanvragen. Daarover gaat het echter niet.
09.21 Eerste minister Guy Verhofstadt: U moet mij zeker niet
interpelleren over de begroting. De manier waarop u telt! Ik heb u de
absolute cijfers gegeven.
09.21 Guy Verhofstadt, premier
ministre: J'ai communiqué des
chiffres absolus.
09.22 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Precies daarom!
09.23 Eerste minister Guy Verhofstadt: (...) 700 nu, daarover gaat
het. Als u dat niet strenger vindt, dan is er toch wel iets anders aan de
hand.
09.23 Guy Verhofstadt, premier
ministre: Si M. Laeremans estime
que ces chiffres ne traduisent pas
un durcissement...
09.24 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Het systeem is ook
helemaal veranderd. Onder de drie jaar gaat het om een soort
automatisme. Het systeem is veel complexer dan u het voorstelt,
maar daarover gaat het zelfs niet.

Stel dat die commissies inderdaad strenger werden, dan is de wet die
hier drie maanden geleden werd goedgekeurd juist een hele inbreuk
daarop, want de strafuitvoeringsrechtbanken zullen veel minder
appreciatiemarge hebben. Zij zullen in heel wat gevallen automatisch
moeten vrijlaten, omdat zij bijvoorbeeld geen rekening meer mogen
houden met het gedrag van de veroordeelden in de gevangenis, met
hun inkeer, met hun schuldbesef of met de persoonlijkheid van de
09.24 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): En dessous de trois ans,
il s'agit d'une espèce d'automa-
tisme. Le système est beaucoup
plus complexe que ne l'affirme le
premier ministre.

Si les commissions étaient
effectivement devenues plus
sévères, la législation modifiée
adoptée il y a trois mois remet en
cause ce changement étant donné
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
gevangenen. Dat valt allemaal weg.

Alle criteria die in de wet van 1998 zijn opgenomen, worden
teruggeschroefd. Het wordt veel moeilijker om mensen in de
gevangenis te houden. Het personeelscollege kan nu mensen in de
gevangenis houden gedurende zes maanden en nog eens verlengen.
Dat wordt afgeschaft. Het wordt dus moeilijker om mensen in de
gevangenis te houden.

U zegt dat u erover nadenkt om de strafrechter wat meer
bevoegdheden te geven, maar ook dat verandert. Wat de strafrechter
ook zegt, als het om straffen gaat tot een jaar, dan kunnen ze
automatisch omgezet worden in werkstraffen en taakstraffen van
enkele tientallen uren. U ondermijnt dus de strafrechter meer dan ooit.
U doet het tegenovergestelde van wat u aankondigt.

Mijnheer de minister, u komt hier naar een debat over uw uitspraken
over de wet-Lejeune en de verstrenging van het vrijlatingsbeleid, maar
u geeft niets concreet aan het Parlement. Integendeel, eigenlijk is wat
u hier komt doen een belediging voor de parlementsleden en in elk
geval een erkenning van het feit dat u op zondag 25 juni volledig
verkeerd zat en dat u bent teruggefloten door mevrouw Onkelinx van
de Parti Socialiste.

Uw lot, mijnheer de eerste minister, is in elk geval bezegeld. U schijnt
niet te beseffen dat u, met uw schaamteloze bedriegerij, heel uw partij
met 200 per uur in de vernieling aan het rijden bent. Mijnheer de
eerste minister, u hoeft het niet te geloven, maar in de peilingen wordt
de VLD gehalveerd. Er is toch een probleem met de
geloofwaardigheid van uw eigen partij.

Ik wil eindigen met enkele woorden over de rol van de pers in dit
debat. Als wij vandaag moeten vaststellen dat er zoveel onwetendheid
bestaat over de nieuwe wet van drie maanden geleden, dan heeft dat
ook te maken met het ontstellend gebrek aan belangstelling voor dit
ontwerp. Persconferenties, persberichten en zelfs het grote
kamerdebat van 29 maart over de VI werden totaal doodgezwegen.
Sterker nog, sommigen doen alsof er nooit een wetswijziging geweest
is. In alle bescheidenheid wil ik aan de wetstraatredacties vragen om
dit soort dossiers beter op te volgen en niet alleen in actie te schieten
wanneer ministers en de eerste minister hierover straffe verklaringen
afleggen. Wij mogen van wetstraatjournalisten toch verwachten dat zij
zich niet door machthebbers laten manipuleren, maar dat zij eerlijke
en liefst ook kritische journalistiek bedrijven.
que la marge d'appréciation des
tribunaux d'application des peines
sera réduite. L'autorité du juge
pénal est aujourd'hui ébranlée
comme jamais, malgré les
déclarations du premier ministre.

Le premier ministre doit admettre
aujourd'hui qu'il s'est trompé le 25
juin et que Mme Onkelinx l'a
rappelé à l'ordre. Le premier
ministre a entraîné l'ensemble de
son parti dans cette situation.

La méconnaissance de la loi
adoptée il y a trois mois est due à
un manque d'intérêt effarant pour
le sujet dans la presse. D'aucuns
font comme s'il n'y avait pas eu de
modification de loi. Je demande
aux journalistes politiques
d'accorder plus d'attention à ces
dossiers et pas uniquement aux
déclarations des ministres à ce
sujet. Les journalistes ne peuvent
pas se laisser manipuler par le
pouvoir mais doivent veiller à
exercer leur métier avec honnêteté
et sens critique.
09.25 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de eerste minister, van een eerste minister en van een
regering verwachten wij dat zij met de toekomst van de mensen bezig
zijn. Wij hebben hier vandaag van u heel veel geschiedenis gehoord
en commentaar op de politiek van zoveel jaren geleden.

U bent echter geen goed historicus. U kent uw geschiedenis
onvoldoende. Wanneer ik terecht punten heb gegeven met betrekking
tot de politiehervorming, zou het u gesierd hebben te zeggen dat het
kader met betrekking tot de Hoge Raad en tot de politiehervorming
reeds was ontwikkeld en goedgekeurd vóór u eerste minister werd.
09.25 Servais Verherstraeten
(CD&V): Le premier ministre
devrait surtout s'occuper de
l'avenir des citoyens, mais il s'est
contenté d'évoquer l'histoire. Sa
connaissance de l'histoire est
cependant lacunaire, car en ce qui
concerne le Conseil supérieur de
la Justice et la réforme des
services de police, le cadre était
déjà approuvé avant qu'il ne
devienne premier ministre.
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
09.26 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, ik
moet toegeven dat de heer Verherstraeten gelijk heeft. Wij hebben
dat inderdaad met alle partijen gedaan. Dat siert al die partijen. Het is
alleen spijtig dat na een jaar de oppositiepartij CD&V weggelopen is
van dat overleg. (Rumoer)

(...): Pure leugens!
09.26 Guy Verhofstadt, premier
ministre: C'est exact. Il s'agit d'une
réalisation commune de tous les
partis, mais le CD&V a alors quitté
la table des négociations!
De voorzitter: Mijnheer Tant, het woord "leugen" hoor ik hier niet graag.
09.27 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil veel
ondergaan. Ik was echter persoonlijk aanwezig.

CD&V heeft na de verkiezingen in 1999 bij herhaling en bij monde van
onder meer de heer Van Parys aangeboden om samen de ingezette
hervormingen door te zetten. Wij weten immers heel goed dat de
veiligheid van de mensen heel belangrijk is en dat op dat vlak de
geloofwaardigheid van de politiek op het spel staat.

Ik was aanwezig op het kabinet van de betrokken minister, toen wij
feestelijk voor onze medewerking werden bedankt en aan de deur
werden gezet. (Rumoer)
09.27 Jo Vandeurzen (CD&V):
Après les élections de 1999, le
CD&V a proposé sa collaboration
à plusieurs reprises parce que la
crédibilité du politique était en jeu.
J'étais présent au cabinet lorsque
nous avons été très
chaleureusement remerciés!
De voorzitter: Collega's, laat de heer Verherstraeten zijn repliek beëindigen.
09.28 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de eerste minister,
u bewijst nogmaals dat u de geschiedenis terzake slecht kent.

Terecht hebt u daarnet de cijfers aangehaald die aangeven dat de
voorwaardelijke invrijheidstellingen in aantal enorm zijn gedaald. Hoe
werd dat mogelijk? Dat werd mogelijk dankzij de oprichting van de
commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling.

Wanneer werden voornoemde commissies opgericht, mijnheer de
eerste minister? Zij waren al opgericht op het ogenblik dat u op deze
banken eerste minister werd. Zij waren toen reeds wet. De wetgeving
terzake was gemaakt. Het enige probleem was dat er grondwettelijke
bezwaren waren om onmiddellijk de stap naar
strafuitvoeringsrechtbanken te zetten. Om dat te doen, was er een
grondwetsherziening nodig.

Wanneer werden de slachtoffers bij de procedure betrokken, mijnheer
de eerste minister? U laat immers uitschijnen alsof u met het
wetsontwerp van 15 mei 2006 iets hebt uitgevonden. Mijnheer de
eerste minister, dat werd al jaren en vóór uw tijd uitgevonden. Het zou
u hebben gesierd, mocht u een beetje respect voor de wetgeving
terzake hebben getoond. (Applaus)

Mijnheer de eerste minister, u zegt dat er inzake de internering
gedurende zovele jaren niets is gebeurd. Ik wou het daarover
vandaag niet hebben, maar dat kunnen wij niet over onze kant laten
gaan.

Ten eerste, de heer Van Parys heeft gisteren meer dan terecht
aangehaald dat de commissie als het ware een ontwerp klaar had dat
u als het ware in uw schoot kreeg geworpen.

Ten tweede, mijnheer de eerste minister, wat is er met Zelzate,
09.28 Servais Verherstraeten
(CD&V): Je le répète: la
connaissance de l'histoire laisse à
désirer chez le premier ministre. Il
parle des chiffres en matière de
libération conditionnelle. S'ils ont
baissé, c'est grâce à la mise en
place des commissions de
libération conditionnelle. Elles
avaient déjà été créées au plan
légal mais les tribunaux de
l'application des peines
requerraient une modification de la
Constitution.

Et depuis quand les victimes sont-
elles davantage associées à la
procédure? Le premier ministre
feint de croire qu'il a innové avec
la loi du 15 mai 2006. Or elle est
également antérieure à son
arrivée. Il lui siérait de faire montre
d'un peu plus de respect pour la
législation en la matière!
(Applaudissements)

Et en ce qui concerne
l'internement, il prétend que la
situation est restée inchangée
pendant des années. M. Van
Parys a déjà rappelé hier qu'un
projet de loi en la matière - un
cadeau du ciel pour le premier
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
Beernem en Bierbeek gebeurd?
ministre en quelque sorte - est prêt
en commission. Et qu'est-il advenu
de Zelzate, de Beernem et de
Bierbeek?
Le président: Madame Onkelinx, si vous désirez intervenir, demandez la parole!

Madame la ministre, vous avez la parole. (Protestations)
09.29 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, il faudrait
que l'on puisse un jour examiner sereinement ce que M. Van Parys, le
"grand inquisiteur" a fait, pendant un an, lorsqu'il était ministre de la
Justice. Cela serait très intéressant!

Rien n'a été fait! Cela, je peux le dire! On a beaucoup réfléchi. On a
beaucoup délégué à des commissions. On a beaucoup proposé de
créations mais, en termes de réalisations, notamment en ce qui
concerne les internés psychiatriques, rien n'a été fait. Niets!
(Applaudissements)
09.29
Minister
Laurette
Onkelinx: Laten we eens nagaan
wat de heer Van Parys heeft
verwezenlijkt gedurende het jaar
dat hij minister van Justitie was. Er
gebeurde niets, zeker niet wat de
psychiatrische geïnterneerden
betreft!
09.30 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil de
handschoen van de minister van Justitie opnemen omdat hier zoveel
onwaarheden zijn verteld. Ik nodig de minister van Justitie uit om
volgende week in de commissie voor de Justitie terzake een sereen
debat te voeren. We zullen bekijken welke beslissingen toen
genomen zijn en welke beslissingen nu genomen zijn.

Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister van Justitie, vooral van
belang is dat naar aanleiding van de dramatische feiten die zich
hebben voorgedaan rond Dutroux en de parlementaire
onderzoekscommissie, CD&V het initiatief heeft genomen om met alle
positieve krachten samen een oplossing te zoeken voor de
fundamentele problemen. Samen hebben we het Octopus-akkoord
bereikt en uitgewerkt. Deze consensus inzake de fundamentele
problemen waar mensen mee bezig zijn, zou moeten voortlopen over
de partijgrenzen heen.

In plaats van de historische waarheid hier te verdoezelen hadden we
veel beter op basis van dat elan zijn doorgegaan. We zijn evenwel,
zoals de heer Vandeurzen heeft gezegd, de deur gewezen op het
ogenblik van ons aanbod.

Daarom, mijnheer de voorzitter, de uitdaging aan de huidige minister
van Justitie om in de commissie voor de Justitie dit debat aan te gaan.
09.30 Tony Van Parys (CD&V):
J'entends relever le défi et j'invite
la ministre de la Justice à
participer à un débat serein en
commission.

On a dit ici de nombreuses choses
qui ne sont pas exactes. À la suite
de l'affaire Dutroux et de la
commission d'enquête parlemen-
taire, nous nous sommes efforcés
de régler ensemble un certain
nombre de problèmes
fondamentaux. Ces travaux ont
donné lieu à l'accord octopartite.
Ce consensus devrait être
poursuivi, mais le CD&V s'en est
trouvé exclu.
De voorzitter: Zij aanvaardt de uitdaging. Ik heb het gezien.
Le président: Je constate que la
ministre relève le défi.
09.31 Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik nodig haar
uit de vaststelling te maken van al de constructieve wetsvoorstellen
van CD&V inzake strafuitvoering, inzake internering, uitgewerkte
wetteksten, klaar voor onmiddellijke bespreking. Ik nodig de minister
van Justitie uit volgende week in de commissie voor de Justitie niet
alleen de inventaris te bekijken van hetgeen toen is gebeurd maar
onmiddellijk te beginnen met de bespreking van de wetsvoorstellen
inzake strafuitvoering en internering zoals ze door CD&V ingediend
zijn. Op die manier zullen de problemen onmiddellijk aangepakt
worden. We moeten niet wachten tot oktober! Dat is helemaal niet
09.31 Tony Van Parys (CD&V):
Je propose d'examiner l'ensemble
des propositions existantes du
CD&V concernant les tribunaux
d'application des peines et
l'internement en commission la
semaine prochaine plutôt que
d'attendre le mois d'octobre.
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
nodig! De teksten zijn klaar!

De voorzitter: Mijnheer Verherstraeten, wilt u uw repliek besluiten. Ik heb u voldoende blessuretijd
afgetrokken. Geloof me vrij.
09.32 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het
past om de instellingen in Zelzate, Rekem en Bierbeek, die destijds
zijn opgericht en waar schitterend werk wordt geleverd te vermelden
in het verslag.

Het past dat verslag te benoemen. Het past misschien, mijnheer de
eerste minister, eens te verwijzen naar uw ontwerp van april 2003
onder Paars I en naar het ontwerp van 1999 dat u in de schoot
geworpen kreeg met betrekking tot geïnterneerden en tot de rechten
van slachtoffers waarop wij zo hebben gehamerd, ook tijdens de wet
op de strafuitvoeringsrechtbanken en dat door ons werd gevraagd
met amendementen. Deze meerderheid heeft dat weggestemd. U
hebt dat toen overgeschreven en ingediend, maar wat hebt u met
paars 2 gedaan? Niets meer! Dit werd zelfs niet meer heringediend!
Nu komt u af met vage beloftes dat er terug wetgeving terzake zal
komen. Dat zijn de feiten!

Wanneer de minister het dan heeft over de wet-Lejeune, zegt hij dat
hij het zal onderzoeken. Na boude verklaringen om een rookgordijn
op te trekken uit angst voor reacties van de publieke opinie, zegt u het
te zullen onderzoeken! Mijnheer de eerste minister, verwijt ons niet
dat wij zeggen dat u aan incidentenbeleid doet: dat doet men in uw
regering! Mag ik uw voormalige minister van Justitie citeren? "Had
men het jeugdsanctierecht reeds onder de vorige regering hervormd
zoals ik toen had voorgesteld, dan zou men de minderjarige
moordenaars van Joe nu veel strenger kunnen aanpakken". Ik
herhaal met betrekking tot de wapenwet wat uw toenmalige minister
van Justitie, nu nog minister in deze regering, zei: "Had men de wet
reeds onder de vorige regering goedgekeurd, dan had de moordenaar
van Antwerpen nooit een geweer kunnen kopen, dan hadden deze
moorden nooit plaatsgevonden: wij hadden ons veel problemen
kunnen besparen".

Ik zal u niet verwijten, hoewel het verwijt terecht is, dat u aan
incidentenpolitiek doet: nee, u doet aan aankondigingsbeleid,
mijnheer de eerste minister. Wat kondigt u aan? Niet-uitgevoerde
beloftes vervangt u door nieuwe beloftes. Zo zakt het vertrouwen van
de mensen in overheid en Justitie uiteraard. Dat is uw
verantwoordelijkheid.
09.32 Servais Verherstraeten
(CD&V): Si la première coalition
violette s'est limitée à recopier nos
textes, la seconde n'a encore rien
réalisé du tout. Le premier ministre
vient à présent nous faire
quelques vagues promesses. Pour
ce qui est de la loi Lejeune, il se
borne à dire qu'il fera étudier la
question.

Ne nous reprochez pas d'avoir
mené une politique de
circonstance dictée par la
survenance d'incidents! L'ancien
ministre de la Justice a fait
observer qu'une réforme du droit
sanctionnel de la jeunesse aurait
permis de se doter des
instruments nécessaires pour
sanctionner plus sévèrement les
assassins mineurs de Joe et que
si la loi sur les armes avait été
adoptée plus tôt, l'assassin
d'Anvers n'aurait pas pu acquérir
son arme.

Le premier ministre mène une
politique d'annonce. Il remplace
par de nouvelles promesses celles
qu'il n'a pas tenues. C'est ainsi
qu'on sape la confiance dans le
politique et il en est responsable.
De voorzitter: Mijnheer Muls, u krijgt drie minuutjes voor een korte repliek, als u wil.
09.33 Walter Muls (sp.a-spirit): Mijnheer de eerste minister, wij
verschillen op een aantal punten van mening. Dat kan, want wij
roepen niet naar elkaar, wij luisteren naar elkaar.

Ik heb ten zeerste uw uitspraak kunnen appreciëren dat wij binnenkort
een grondig debat zullen voeren met een grondige studie over de
toepassing van de wet-Lejeune, waarover wij grondig zullen
nadenken. Dan hoor ik daarbij de ondertoon dat u toch wel oog hebt
voor de neveneffecten waarop ik heb gewezen.

Mijnheer de voorzitter, ik krijg drie minuten maar ik zal ze niet
09.33 Walter Muls (sp.a-spirit):
Le premier ministre et moi-même
ne partageons pas les mêmes
idées sur tout, mais nous nous
écoutons. Je me réjouis du fait
que la loi Lejeune fera bientôt
l'objet d'un débat approfondi et
que le premier ministre prend en
compte les effets non désirés sur
lesquels j'ai attiré l'attention.
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
volpraten. Ik heb wel nog een punt, een hypothetische vraag. Stel,
mijnheer de voorzitter, collega's, dat een rechtbank in Antwerpen
commissaris De Bie een effectieve gevangenisstraf geeft. Dan vraag
ik mij af of zijn huidige werkgever dan ook consequent zal zijn en
zeggen: uitzitten tot het einde van de straf, geen wet-Lejeune
toepassen. (Protest op de banken van de Vlaams Belang-fractie)
J'ai par ailleurs une question
hypothétique. Si l'ancien commis-
saire anversois De Bie écopait
d'une peine de prison effective,
son employeur actuel s'opposerait-
il également à l'application de la loi
Lejeune?
De voorzitter: Collega's, leer toch ook luisteren!
09.34 Jean-Pierre Malmendier (MR): Monsieur le président, je vais
vous faire plaisir, étant donné que vous aimez les interventions
courtes.

J'attends le débat promis pour la rentrée ainsi que la confirmation des
avancées qui ont été engrangées et celles qui devront encore être
développées. Je ne tiens pas à retarder nos travaux avec des griefs
stériles ou même par l'expression de sentiments que je croyais ne
plus faire partie de notre civilisation.
09.34 Jean-Pierre Malmendier
(MR): Ik wacht op het debat dat
naar men ons verzekert bij de
aanvang van het parlementair jaar
zal gehouden worden en kijk uit
naar de bevestiging van de
vooruitgang. Ik wil onze
werkzaamheden niet nodeloos
ophouden met een vruchteloze
discussie of met de uiting van
gevoelens die ik in onze cultuur
niet langer gangbaar achtte.
09.35 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le premier ministre, je
vous remercie de nous avoir donné un cours de bonne politique:
pendant 40 minutes, vous êtes parvenu à ne répondre à aucune de
mes questions. J'ai certainement encore de nombreuses choses à
apprendre et merci de me rappeler que j'ai besoin d'acquérir encore
un peu d'expérience.

Plus fondamentalement, monsieur le premier ministre, revenons aux
questions que j'avais posées sur la libération conditionnelle, sur
l'exécution de la peine, sur les peines incompressibles. Nous étions
venus vous parler aujourd'hui de vos déclarations à la presse. Mes
questions portaient sur ce point mais vous avez répondu tout à fait
autre chose!

Ce Parlement a effectivement voté une modification de la loi Lejeune
qui est "en deçà" de ce qui figurait dans votre déclaration de
gouvernement.

Les trois quarts de la peine dont vous avez parlé tout à l'heure, cela
figure en effet dans l'accord de gouvernement mais pas dans la loi
que nous avons votée ici. La période de trois ans minimum avant de
pouvoir bénéficier d'une libération conditionnelle en cas de non-
récidive, il en était question dans la législation précédente, plus dans
celle-ci.

Monsieur le premier ministre, ce que je vous reproche, c'est d'allumer
la mèche vous-même! Vous nous demandez d'être objectifs mais
vous ne tenez pas les mêmes propos devant nous ou devant les
caméras de ATV! À la télévision, vous dites que personne ne pourra
être appelable à la libération conditionnelle avant les deux tiers de la
peine. Ce que nous avons voté, le texte déposé par votre majorité, ce
qui figurait dans la déclaration de gouvernement, c'est totalement
différent de ce que vous annoncez vous-même à la télévision! Soyez
vous aussi objectif et gardez le même discours à cette tribune et
devant les caméras, que ce soit ATV ou une autre chaîne! N'allumez
09.35 Melchior Wathelet (cdH):
Het Parlement heeft inderdaad
een wijziging van de wet-Lejeune
aangenomen, die echter minder
ver gaat dan wat in uw
regeringsverklaring werd
aangekondigd.

De premier steekt zelf de lont in
het kruitvat, want hij zegt hier iets
anders dan voor de televisie-
camera's. Daar verklaarde u dat
niemand voor voorwaardelijke
invrijheidstelling in aanmerking zou
komen vóór hij twee derde van zijn
straf heeft uitgezeten. Ook op het
stuk van het gevangenisbeleid
moet nog een en ander worden
verwezenlijkt om uw doelstellingen
te halen.
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
pas ces mèches-là, monsieur le premier ministre! Si vous demandez
d'être objectif, donnez l'exemple en la matière!

Ensuite, à propos de la politique carcérale, soyez objectif mais
atteignez vos objectifs, en matière de bracelet électronique, de peines
alternatives, des moyens de la défense sociale. Devant la presse ou
devant le Parlement, restez objectif et surtout, atteignez vos objectifs,
monsieur le premier ministre!
09.36 Eerste minister Guy Verhofstadt: Ik heb hier het persbericht
over het Octopus-overleg, van 18 februari 2000. "Ook christen-
democraten stappen uit Octopus-overleg. CVP en PSC willen handen
vrij om oppositie en campagne te kunnen voeren". Dank u.
09.36 Guy Verhofstadt, premier
ministre: J'ai en ma possession un
communiqué de presse du 18
février 2000 qui dit textuellement
que les démocrates-chrétiens
quittent la concertation octopartite
parce que le CVP et le PSC
veulent garder les mains libres
pour mener leur politique
d'opposition et la campagne
électorale.
De voorzitter: Wij zijn niet in een ander parlement. Het laatste woord is voor de leden van de Kamer.
Mijnheer Vandeurzen, u hebt het laatste woord.
09.37 Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik durf toch
nog eens het woord te nemen omdat ik het voor ons ook belangrijk
vind. Ik was erbij, het was de heer Ducarme die het woord genomen
heeft. In alle ernst, mijnheer de voorzitter, het is zelfs nog niet zo
essentieel. Na de verkiezingen van 1999 hebben wij bij herhaling
aangeboden om de hervormingen bij het openbaar ministerie en de
justitie samen verder door te voeren. Bij herhaling is hier in de
commissie echter door mevrouw Onkelinx en anderen gezegd dat dit
niet hoefde. Wij vinden dat zeer erg omdat de goede werking van de
justitie natuurlijk een kerntaak is voor de overheid. Wij moeten daar
met zijn allen aan werken. (Rumoer)
09.37 Jo Vandeurzen (CD&V):
Après les élections de 1999, nous
avons proposé à plusieurs
reprises de poursuivre ensemble
les réformes du ministère public et
de la Justice. Mme Onkelinx et
d'autres membres de la majorité
nous ont dit à maintes reprises
que notre participation n'était pas
utile. Ceci est grave, car le bon
fonctionnement de la Justice est
une des missions essentielles des
pouvoirs publics et nous devons y
oeuvrer tous ensemble.
De voorzitter: Collega's, luister alstublieft. De heer Vandeurzen heeft het woord.

Madame Onkelinx, laissez quand même finir M. Vandeurzen!

Mijnheer Vandeurzen, u hebt het woord. Daarna volgt zeer kort de heer Annemans en dan rond ik af met de
moties.
09.38 Jo Vandeurzen (CD&V): Meer dan de vraag wie er nu gelijk
heeft, wil ik blijven benadrukken dat onze partij en onze fractie in de
commissie voor de Justitie dat aanbod vanaf 1999 voortdurend is
blijven herhalen. Het is belangrijk en essentieel voor de houding van
onze partij dat dit onderstreept wordt.
09.38 Jo Vandeurzen (CD&V):
Plus que de savoir qui a raison, il
importe de souligner que, depuis
1999, notre groupe n'a jamais
cessé de proposer de travailler
ensemble au sein de la
commission de la Justice.
09.39 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Ik heb een korte
historische noot. Het is inderdaad zo gegaan en wij hebben de
toenmalige CVP toen gewaarschuwd dat ze niet moesten proberen de
paarse combinatie in haar état de grâce te helpen ­ de CD&V was
09.39 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): À ce moment-là, nous
avons prévenu le CVP de l'époque
qu'il ne devait pas tenter de venir
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
nog niet gewoon van oppositie te voeren ­ maar dat ze alleen radicale
oppositie konden voeren omdat ze anders buitengewerkt zouden
worden. Zij hebben u buitengewerkt. U bent erin getrapt. U had niet zo
positief moeten doen. U had moeten doen zoals nu, van in het begin
oppositie voeren.
en aide au gouvernement violet.
La seule option qui se présente est
de faire de l'opposition sans
compromis.
09.40 Thierry Giet (PS): Monsieur le président, je voudrais préciser
que ceux qui, comme moi, comptent un "peu" d'ancienneté dans cette
Assemblée, savent que, depuis 1996, la Belgique a connu des
moments extrêmement difficiles, qu'il s'agisse de la population, du
monde politique, judiciaire ou policier. Durant les mois qui ont suivi les
événements tragiques, nous avons trouvé la possibilité de travailler
tous ensemble, ou pratiquement tous ensemble. Et je ne vois pas les
raisons fondamentales pour lesquelles cela ne serait plus possible
aujourd'hui!

Après ce que je viens d'entendre et de voir, je suis donc un peu déçu,
mais pas désespéré. Peut-être sommes-nous un peu fatigués ou
excédés. Les temps sont difficiles. Mais, selon moi, il n'est pas
impossible de continuer à travailler presque tous ensemble sur une
amélioration des choses. Cette amélioration de la mission qui est
celle de la justice ou de la police et qui est, d'abord, une oeuvre
humaine et politique, est toujours possible.

En conclusion, je voudrais dire que nous pouvons encore travailler
ensemble à ces avancées que nous espérons tous.
09.40 Thierry Giet (PS): In 1996,
toen ons land een heel moeilijke
periode doormaakte, werd bijna
iedereen bereid gevonden om
samen aan de slag te gaan. Ik zie
niet in waarom dat vandaag niet
meer zou kunnen gebeuren. Ik
ben dus wat teleurgesteld over wat
ik hier zonet heb gehoord en
gezien, maar ik wanhoop niet. Ik
maak mijzelf de bedenking dat het
niet geheel onmogelijk is om
verder te blijven samenwerken
teneinde de door iedereen
gewenste vooruitgang te kunnen
boeken.
Moties
Motions

De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Gerolf Annemans en Bart Laeremans en
luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Bart Laeremans en Servais Verherstraeten
en het antwoord van de eerste minister,
vraagt de regering
- om geen uitvoering te geven aan de wet van 17 mei 2006 op de externe rechtspositie van gedetineerden;
- een nieuw wetsontwerp voor te leggen, dat voorziet in de afschaffing van de wet-Lejeune en de
strafrechters minstens de mogelijkheid geeft om onsamendrukbare straffen op te leggen."

Une première motion de recommandation a été déposée par MM. Gerolf Annemans et Bart Laeremans et
est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Bart Laeremans et Servais Verherstraeten
et la réponse du premier ministre,
demande au gouvernement
- de ne pas donner exécution à la loi du 17 mai 2006 relative au statut juridique externe des détenus;
- de déposer un nouveau projet de loi tendant à supprimer la loi Lejeune et à permettre au moins aux juges
pénaux de prononcer des peines incompressibles."

Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Tony Van Parys en Servais
Verherstraeten en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Bart Laeremans en Servais Verherstraeten
en het antwoord van de eerste minister,
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
61
vraagt de regering
- voldoende middelen en mensen te voorzien voor de integrale strafuitvoering inclusief elektronisch
toezicht, werkstraffen, gevangeniscapaciteit;
- de wet op de geïnterneerden onmiddellijk aan te passen en slachtoffers terzake rechten te geven."

Une deuxième motion de recommandation a été déposée par MM. Tony Van Parys et Servais
Verherstraeten et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Bart Laeremans et Servais Verherstraeten
et la réponse du premier ministre,
demande au gouvernement
- de prévoir des moyens matériels et humains suffisants pour la mise en oeuvre de l'exécution intégrale des
peines y compris en ce qui concerne la surveillance électronique, les peines de travail, la capacité
pénitentiaire;
- d'adapter immédiatement la loi sur les internés et de conférer aux victimes des droits en la matière."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Daniel Bacquelaine, Alfons Borginon, Thierry Giet,
Koen T'Sijen en Dirk Van der Maelen.

Une motion pure et simple a été déposée par MM. Daniel Bacquelaine, Alfons Borginon, Thierry Giet, Koen
T'Sijen et Dirk Van der Maelen.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Projets et propositions (continuation)
Ontwerpen en voorstellen (voortzetting)
10 Projet de loi portant fusion de la Société fédérale d'investissement et de la Société fédérale de
Participations (2516/1-3)
10 Wetsontwerp houdende fusie van de Federale Investeringsmaatschappij en de Federale
Participatiemaatschappij (2516/1-3)

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
10.01 Annemie Roppe, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik kan
zeggen dat het wetsontwerp met unanimiteit werd goedgekeurd. Ik
kan mij dus volledig aansluiten bij het schriftelijke verslag.
10.01
Annemie Roppe,
rapporteur: Ce projet de loi a été
adopté à l'unanimité. Je renvoie
donc au rapport écrit.
10.02 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, er
was één onthouding.
10.02
Marleen Govaerts
(Vlaams Belang): Ce n'est pas
exact. Je me suis abstenue lors du
vote et j'étais la seule.
De voorzitter: Mevrouw Roppe heeft gezegd dat het wetsontwerp eenparig werd goedgekeurd in de
commissie. Is dat niet waar?
10.03 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Er was één onthouding.
De voorzitter: Ik vermoed dat u bij die onthouding blijft.
10.04 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Ja.
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
62

De voorzitter: Er heeft in elk geval niemand tegengestemd.

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (2516/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 85, 4) (2516/3)

Le projet de loi compte 14 articles.
Het wetsontwerp telt 14 artikelen.

Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.

Les articles 1 à 14 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 14 worden artikel per artikel aangenomen.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
11 Proposition de loi modifiant la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale afin
d'encourager l'effort d'intégration des personnes sans abri consenti par un centre public d'action
sociale (1763/1-4)
11 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke
integratie, tot aanmoediging van de inspanning die een openbaar centrum voor maatschappelijk
welzijn levert voor de integratie van daklozen (1763/1-4)

Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Yvan Mayeur, Marie-Claire Lambert, Colette Burgeon

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.

Mevrouw Detiège, rapporteur, verwijst naar haar schriftelijk verslag.

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
63
(Rgt 85, 4) (1763/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1763/4)

La proposition de loi compte 4 articles.
Het wetsvoorstel telt 4 artikelen.

Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.

Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
12 Proposition de loi modifiant la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'action sociale
en ce qui concerne les bénéficiaires âgés qui réduisent leur patrimoine (2303/1-3)
12 Wetsvoorstel tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra
voor maatschappelijk welzijn wat betreft bejaarde hulpgenieters die hun patrimonium
verminderen (2303/1-3)

Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Sabien Lahaye-Battheu, Hilde Dierickx

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.

Mme Detiège renvoie à son rapport écrit.
12.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik houd
het heel kort en spreek vanop mijn bank.

Dit wetsvoorstel gaat over de onderhoudsplicht van kinderen voor hun
ouders in het rusthuis. Kort geschetst, het OCMW heeft vandaag de
mogelijkheid om ofwel de onderhoudsplicht af te schaffen, ofwel via
een uniforme schaal de kosten van het rusthuisverblijf volledig of
gedeeltelijk terug te vorderen op de onderhoudsplichtigen, in casu de
kinderen.

Tijdens de bespreking van het wetsontwerp houdende diverse
bepalingen, eind vorig jaar, werd een discussie gevoerd over het
misbruik dat door een aantal OCMW's werd vastgesteld. Enkele
OCMW's schaften de onderhoudsplicht af, maar worden
geconfronteerd met bejaarden die zich onvermogend maken teneinde
op kosten van de staat, op kosten van de gemeenschap, hun verblijf
in het rusthuis te kunnen laten gebeuren.

Via het wetsontwerp houdende diverse bepalingen werd een stok
achter de deur ingebouwd, in volgende zin. Bij wie zich onvermogend
maakt in de vijf jaar vóór de intrede in het rusthuis, kan het OCMW
toch terugvorderen.

Mijn wetsvoorstel biedt de mogelijkheid dat, bij wie zich onvermogend
12.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): La présente proposition de
loi a trait à l'obligation alimentaire
pour les enfants de pensionnaires
de maisons de repos. À l'heure
actuelle, les CPAS peuvent soit
supprimer l'obligation alimentaire,
soit récupérer les frais de séjour
en maison de repos auprès des
enfants.

Lors de l'examen du projet de loi
portant des dispositions diverses,
fin 2005, il a été question d'abus
constatés par une série de CPAS.
En effet, certaines personnes
âgées se rendent insolvables
après la suppression de
l'obligation alimentaire, de telle
sorte que c'est encore l'État qui
paie l'ardoise. Le projet de loi
portant des dispositions diverses
permet aux CPAS de récupérer
les frais de séjour en maison de
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
64
maakt tijdens het rusthuisverblijf, eveneens de mogelijkheid tot
terugvordering wordt ingevoerd.

Kort gezegd komt het erop neer dat een bijkomende mogelijkheid van
misbruik via dat wetsvoorstel wordt afgeschaft.
repos auprès des personnes qui
se rendent insolvables dans une
période de cinq ans précédant ce
séjour.

Ma proposition de loi permet aussi
de récupérer les frais auprès de
personnes qui se rendent
insolvables pendant leur séjour en
maison de repos.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (2303/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 85, 4) (2303/3)

La proposition de loi compte 2 articles.
Het wetsvoorstel telt 2 artikelen.

Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
13 Projet de loi modifiant la loi du 5 juillet 1998 relative au règlement collectif de dettes et à la
possibilité de vente de gré à gré des biens immeubles saisis (2556/1-3)
13 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling
en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen (2556/1-
3)

Discussion générale
Algemene bespreking

La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
13.01 Koen T'Sijen, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega's, na
een kort debat in de commissie over dit wetsontwerp werd besloten
het te behandelen zonder hoorzittingen. Er werd wel afgesproken op
voorstel van commissievoorzitter Paul Tant om na het zomerreces de
kredietgevers te horen voor een nieuwe financieringsregeling voor het
Fonds ter bestrijding van Overmatige Schuldenlast.

Na deze kwestie gaf de minister van Consumentenzaken een
uiteenzetting en het Fonds ter bestrijding van Overmatige
13.01 Koen T'Sijen, rapporteur:
À l'issue d'un bref débat en
commission, il a été convenu de
traiter ce projet de loi sans
procéder à des auditions. Le
président de la commission, M.
Paul Tant, a proposé d'entendre
les prêteurs après les vacances
parlementaires, avant de passer à
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
65
Schuldenlast speelt, zoals u allemaal weet, een essentiële rol in het
kader van de collectieve schuldenregeling. Dit Fonds betaalt de
erelonen van de schuldbemiddelaars uit voor zover deze niet door de
verzoeker-schuldenaar worden betaald.

Het feit dat de schuldbemiddelaars de waarborg hebben dat ze
worden betaald, betekent dat zij kwalitatief werk kunnen verrichten.
Dit is zowel in het belang van de schuldenaars als van de
schuldeisers.

Het Fonds wordt echter geconfronteerd met een tekort aan middelen.
Dit komt voornamelijk door het toenemend aantal dossiers. Volgens
de Centrale voor kredieten aan particulieren is het aantal berichten
van toelaatbaarheid tot de collectieve schuldenregeling van 2004 naar
2005 met meer dan een vijfde gestegen.

Een van de gevolgen is dat het Fonds niet meer over de middelen
beschikt om een van zijn andere taken uit te voeren, met name het
nemen van maatregelen ter informatie en sensibilisering. Om dit
tekort op te vangen, wordt voorgesteld om dit jaar een bijkomende
fondsenwerving te realiseren.

Collega Pieters merkte onder andere op dat de regering door de wet
van 13 december 2005 de toegangsvoorwaarde tot het Fonds voor de
betaling van de schuldbemiddelaars verruimt. Ook dit is een oorzaak
voor de grotere vraag aan het Fonds.

Momenteel wordt het Fonds gefinancierd door de banken en de
natuurlijke of rechtspersonen die consumentenkredieten verlenen.
Collega Pieters merkte op dat het Fonds ook andere schuldeisers ten
goede komt zonder dat zij evenwel moeten bijdragen tot de
financiering van het Fonds. Zij vroeg zich dan ook af of het
gerechtvaardigd is dat enkel de kredietinstellingen het Fonds moeten
stijven. Ook collega De Meyer stelde dat de nutsbedrijven, zoals
bijvoorbeeld de telefoonmaatschappijen, hun bijdrage moeten leveren
aan dit Fonds.

In haar antwoord benadrukte de minister dan ook dat andere partijen
zouden moeten bijdragen.

Collega's Pieters en De Meyer vroegen dat er dringend werk zou
worden gemaakt van preventie en sensibilisatie. De minister
antwoordde dat de regering heeft beslist dat 300.000 euro van de
bijkomende fondswerving zal worden gebruikt voor een
informatiecampagne. Voorts werden er ook preventieve en curatieve
maatregelen genomen, zoals de herziening van de wet op het
consumentenkrediet en de oprichting van een positieve
kredietcentrale. De wet op de collectieve schuldenregeling is in dit
kader dan ook belangrijk als sluitstuk, stelde de minister.

Collega De Meyer wees ook nog op de soms gebrekkige kwaliteit van
de schuldbemiddelaars en in het bijzonder de private bemiddelaars.
Collega Hove stelde vast dat er voor het jaar 2005 er nogal wat
verschillen op het vlak van de aanwending van het fonds tussen de
arrondissementen zijn. De minister antwoordde hierop dat dat nog
een gevolg is van de bestaande wet op de collectieve
schuldenregeling, die geen objectieve criteria bevat die bepalen of het
fonds al dan niet aangewend kan worden. Objectieve criteria zijn dus
la discussion en 2007 d'un
nouveau système de financement
pour le Fonds de traitement du
surendettement.

La ministre de la Protection de la
consommation a prononcé un
exposé sur le projet de loi. Le
Fonds joue un rôle essentiel dans
le règlement collectif de dettes. Il
assure le paiement des honoraires
des médiateurs de dettes qui ne
sont pas payés par le débiteur.
Cela permettra aux médiateurs de
dettes d'effectuer un travail de
qualité.

Le Fonds est confronté à une
pénurie de moyens en raison du
nombre croissant de dossiers.
Selon la Centrale des Crédits aux
Particuliers, le nombre de dossiers
a augmenté en 2005 de plus de
20% par rapport à 2004. Le Fonds
n'est dès lors plus à même
d'accomplir ses missions
d'information et de sensibilisation.

Pour remédier à ce problème,
nous lèverons des fonds
supplémentaires dès cette année.

Mme Pieters a souligné que la
demande accrue s'expliquait par
l'élargissement de l'accès au
Fonds prévu par la loi du 13
décembre 2005. Le Fonds est
actuellement financé par les
banques et des personnes
morales ou physiques qui octroient
des crédits à la consommation,
alors qu'il bénéficie également à
d'autres créanciers. Mmes Pieters
et De Meyer se sont demandées
pour cette raison si d'autres
entreprises ne pouvaient pas
participer au Fonds. La ministre
s'est déclarée d'accord avec ce
principe.

Mmes Pieters et De Meyer
voudraient qu'on initie d'urgence
une campagne de prévention et de
sensibilisation. La ministre a
décidé de prélever 300.000 euros
sur les fonds supplémentaires
pour mettre sur pied une
campagne d'information. En outre,
06/07/2006
CRIV 51
PLEN 224
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
66
noodzakelijk en zullen ook in de wet worden opgenomen.

Het gehele ontwerp werd aangenomen met 9 stemmen voor en 2
onthoudingen.
la loi relative au crédit à la
consommation a été modifiée et
une centrale positive du crédit a
été créée. Selon la ministre, la loi
relative au règlement collectif de
dettes est la pierre angulaire de
l'ensemble.

M. Hove a souligné que tous les
arrondissements n'utilisaient pas
le Fonds de la même manière. La
ministre a répondu qu'on allait
remédier à cette situation en
incluant des critères objectifs à
cette loi.

Le projet a été adopté par neuf
voix et deux abstentions.
De voorzitter: Ik dank de verslaggever.

Je remercie le rapporteur.

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.

Discussion des articles
Bespreking van de artikelen

Nous passons à la discussion des articles. Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (2556/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 85, 4) (2556/3)

Le projet de loi compte 3 articles.
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

Ik zal overgaan tot de sluiting van de namiddagvergadering.

Om 18.00 uur zal ik beginnen met het wetsontwerp betreffende de openingsuren in handel, ambacht en
dienstverlening. Rapporteur Lenssen zal kort zijn, dat weet ik.

J'aimerais que l'heure de fermeture du Parlement ne soit pas trop tardive ce soir.

De rapporteur is de heer Lenssen en ik weet dat hij bondig zal zijn. Als sprekers zijn ingeschreven: de heer
Tommelein, mevrouw Barzin, mevrouw Ghenne, mevrouw Pieters die ook amendementen indient,
CRIV 51
PLEN 224
06/07/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
67
mevrouw De Meyer, mevrouw Gerkens en de heer Wathelet.

De vergadering is gesloten. Volgende vergadering donderdag 6 juli 2006 om 18.00 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 6 juillet 2006 à 18.00 heures.

De vergadering wordt gesloten om 17.49 uur.
La séance est levée à 17.49 heures.




Ce compte rendu n'a pas d'annexe.

Dit verslag heeft geen bijlage.