Séance plénière |
Plenumvergadering |
du mardi 10 octobre 2006 Après-midi ______ |
van dinsdag 10 oktober 2006 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14.33 heures par M. Herman De Croo, président.
De vergadering wordt geopend om 14.33 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Didier Reynders, Armand De
Decker.
Les deux plus jeunes membres de l'assemblée, Mme Alisson De Clercq et M. Stijn Bex, prennent place en tant que secrétaires au bureau.
De twee jongste Kamerleden, mevrouw Alisson De Clercq en de heer Stijn Bex, nemen plaats als secretaris aan het bureau.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Greta D'hondt, pour raisons
de santé / wegens ziekte;
Yolande Avontroodt, empêché /
verhinderd.
01 Ouverture de la session ordinaire 2006-2007
01 Opening van de gewone zitting 2006-2007
Mesdames, messieurs, chers collègues, la Chambre se réunit aujourd'hui de plein droit, en vertu de l'article 44 de la Constitution.
Dames en heren, collega's, welkom. De Kamer komt heden van rechtswege bijeen op grond van artikel 44 van de Grondwet.
Je déclare ouverte la session législative 2006-2007.
Ik verklaar de wetgevende zitting 2006-2007 voor geopend.
02 Nomination du Bureau définitif
02 Benoeming van het Vast Bureau
L'ordre du jour appelle la nomination du Bureau
définitif
Aan de orde is de benoeming van het Vast
Bureau.
Le Bureau sortant se compose de:
membres élus par l'assemblée:
- M. Herman De Croo, président;
- M. Jean-Marc Delizée, premier vice-président;
- M. Olivier Chastel, deuxième vice-président;
- MM. Paul Tant et Geert Lambert, vice-présidents;
- Mme Colette Burgeon, M. Pierre Lano, Mmes Anne Barzin et Greet van Gool, secrétaires;
membre associé:
- M. Filip De Man, désigné par un groupe reconnu qui compte au moins 12 membres et qui n'a ni président, ni vice-président, ni secrétaire au Bureau.
membres de droit:
les présidents des groupes politiques.
Het aftredende Bureau is als volgt
samengesteld:
leden verkozen door de vergadering:
- de heer Herman De Croo, voorzitter;
- de heer Jean-Marc Delizée, eerste ondervoorzitter;
- de heer Olivier Chastel, tweede ondervoorzitter;
- de heren Paul Tant en Geert Lambert, ondervoorzitters;
- Mevrouw Colette Burgeon, de heer Pierre Lano, dames Anne Barzin en Greet van Gool, secretarissen;
toegevoegd lid:
- de heer Filip De Man, aangewezen door een erkende fractie met ten minste 12 leden die geen voorzitter, ondervoorzitter of secretaris heeft in het Bureau.
leden van rechtswege:
de voorzitters van de fracties.
Nous passons à la nomination du président.
Wij gaan over tot de benoeming van de voorzitter.
Quelqu'un demande-t-il la parole?
Vraagt iemand het woord?
02.01 Alfons Borginon (VLD): Mijnheer de voorzitter, als u buiten het gemeentehuis van Brakel nog wat tijd over hebt, zou ik willen suggereren dat de heer Herman De Croo zichzelf opvolgt als voorzitter van de Kamer.
De voorzitter: Vous avez entendu la proposition.
U heeft het voorstel gehoord.
Y a-t-il d'autres candidats? (Non)
Zijn er andere kandidaten? (Nee)
Étant donné qu'il n'y a qu'un seul candidat, il n'y a pas lieu à scrutin.
Aangezien er slechts één kandidaat wordt voorgedragen, wordt er geen stemming gehouden.
En conséquence, M. De Croo est élu en qualité
de président de la Chambre. (Applaudissements)
Bijgevolg is de heer De Croo verkozen tot
voorzitter van de Kamer. (Applaus)
Collega’s, ik dank u voor uw vertrouwen.
02.02 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijn fractie heeft lang overwogen om een signaal te sturen naar het voorzitterschap, met een tegenkandidatuur en dergelijke, maar bij nader inzien meenden wij dat wij dat zondag reeds hadden gedaan.
De voorzitter: Ik heb een voorstel. Een mogelijkheid is dat men het uittredend Bureau opnieuw voorstelt.
L'une des possibilités est de reconduire le Bureau sortant, à savoir M. Jean-Marc Delizée, premier vice-président, M. Philippe Chastel, deuxième vice-président, de heer Paul Tant, ondervoorzitter, de heer Geert Lambert, ondervoorzitter, Mme Colette Burgeon, de heer Pierre Lano, Mme Anne Barzin en mevrouw Greet van Gool, secrétaires, secretarissen.
Cette proposition rencontre-t-elle votre assentiment? Sinon je procède, conformément au Règlement, en examinant les fonctions au cas par cas.
Vous avez entendu la proposition.
U heeft het voorstel gehoord.
Étant donné qu'il n'y a pas d'observation, je déclare le Bureau élu.
Aangezien er geen opmerkingen zijn, verklaar ik het Bureau verkozen.
Ik verklaar verkozen: en tant que premier vice-président, M. Jean-Marc
Delizée, en tant que deuxième vice-président, M. Olivier Chastel, als
ondervoorzitters de heren Paul Tant en Geert Lambert, als secretarissen Mme
Colette Burgeon, de heer Pierre Lano, Mme Anne Barzin en mevrouw Greet van
Gool.
En conséquence, je prie les secrétaires du Bureau définitif de prendre place au bureau.
Bijgevolg verzoek ik de secretarissen van het vast Bureau plaats te willen nemen aan het bureau.
La Chambre est constituée.
Il en sera donné connaissance au Roi, au Sénat et aux parlements de communauté et de région.
De Kamer is voor wettig en voltallig verklaard.
Daarvan zal kennis worden gegeven aan de Koning, aan de Senaat en aan de gemeenschaps- en gewestparlementen.
Die
Kammer ist zusammengestellt.
Seine
Majestät der König, der Senat sowie die Regional- und Gemeinschaftsparlamente
werden hiervon in Kenntnis gesetzt.
03.01 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, wilt u noteren dat mijn fractie de heer De Man voordraagt voor het bijkomende ambt in het Bureau?
De voorzitter: Daarin was in mijn voorstel reeds voorzien. U doet er echter goed aan mij te herinneren dat de heer De Man met toepassing van het artikel dat de mogelijkheid in ons Reglement vastlegt, als toegevoegd lid van het Bureau is aangewezen.
Mijjnheer Annemans, is dat juist en volledig?
Geen bezwaar? Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? Il en sera ainsi.
Collega’s, ik heb u bij het begin gezegd dat ik het niet gewoon ben elk jaar een toespraak te houden. Ik veroorloof mij dit keer wel te doen. Het is drie jaar geleden.
03.02 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, u hoeft voor onze fractie geen toespraak te houden.
De voorzitter: Ik houd ze voor de Kamer.
03.03 Pieter De Crem (CD&V): Ik weet niet wat u ons nu eigenlijk kunt komen vertellen. We hadden hier vandaag de regering en de eerste minister verwacht, een regering en een eerste minister die niet verontrust zouden zijn geweest door de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen en die ons een voorstel zouden doen met betrekking tot een coherent regeringsbeleid voor het laatste deel van deze legislatuur. Ik zie dat de eerste minister hier vandaag niet is. Dat staat haaks op alles wat u ons hebt wijsgemaakt en wat werd aangekondigd. Ik stel voor dat u de zitting onmiddellijk opheft, dat u de fysieke inspanning van uw wellicht nietszeggende toespraak voor zich houdt en dat u de Kamer misschien opnieuw zou samenroepen wanneer u weet dat de eerste minister met zijn regeringsverklaring komt.
De voorzitter: Mijnheer De Crem, het is goed dat de Kamer aan politiek doet. Ik vind dat volkomen normaal. Vergeet echter niet dat wij in de Conferentie van voorzitters overeengekomen waren dat wij hetzelfde zouden doen als in het jaar 2000. Op 10 oktober 2000 deden wij wat wij vandaag aan het doen zijn en wat wij ook moeten doen. Hopelijk zal ook dit jaar kunnen gebeuren wat op 17 oktober 2000 gebeurde, namelijk de verklaring van de regering. Men had dit in de Conferentie van voorzitters afgesproken. Ik maak van deze gelegenheid gebruik om een toespraak die niet politiek is – geloof me vrij – te houden voor de Kamer. Aan het einde is er echter een aantal beschouwingen inzake uitspraken van onze hoogste rechtsmacht.
04 Toespraak van de voorzitter
Chers Collègues,
Waarde collega's, ik wil u bedanken voor het vertrouwen dat u in mij betoond hebt. Mijnheer de vice-eerste minister, mijnheer de minister, collega's, het is de achtste keer dat u mij tot voorzitter van onze assemblee hebt benoemd. Ik dank u daarvoor. Ik ben gemotiveerd om een aantal essentiële waarden, samen met u, te verdedigen.
Vandaag hervat onze assemblee officieel haar werkzaamheden, al zijn wij tijdens de voorbije weken reeds vaak bijeengekomen in commissieverband. Als u mij die gelegenheid biedt, wil ik drie soorten van beschouwingen ontleden. Het eerste thema - ik ben daaraan zeer gehecht - is het thema van de parlementaire democratie en de parlementaire diplomatie. Het tweede thema is de rol van onze assemblee op het Europese toneel. Het derde thema zijn mijn beschouwingen - ik zal voorzichtig zijn - bij een recent arrest van het Hof van Cassatie.
Mijn collega-voorzitters van de Europese parlementaire assemblees hebben mij enige tijd geleden, als voorzitter van uw assemblee en omdat ik 38 jaar anciënniteit tel, gelast met een rapport inzake de parlementaire diplomatie. Ik heb dat rapport mogen voorstellen tijdens de Conferentie van parlementsvoorzitters van de lidstaten van de Raad van Europa, op 30 en 31 mei 2006 in Tallinn.
Enkele jaren geleden bestond het concept parlementaire diplomatie niet. Het was een opkomend concept. Vandaag is het uitgegroeid tot een tastbare werkelijkheid, die stevig in de parlementaire praktijk is verankerd.
De parlementaire diplomatie, onze parlementaire democratie is een verbindingsmiddel geworden, niet alleen tussen landen maar ook tussen volkeren. Voortaan maakt de parlementaire diplomatie integraal deel uit van de internationale betrekkingen van een land. Een toenemend aantal parlementen heeft meer zeggenschap over het beleid inzake buitenlandse betrekkingen verworven.
De parlementaire diplomatie laat meer ruimte voor flexibiliteit, omdat de parlementsleden, mijnheer de minister, niet aan diplomatieke procedures zijn gebonden en veel vrijer van gedachten kunnen wisselen.
Notre Assemblée présente un intérêt tout particulier pour de nombreux parlements du fait qu’il s’agit d’une assemblée multilingue où l’égalité de traitement des communautés est érigée en principe.
Former et consolider les parlements, soutenir les institutions représentatives des démocraties émergentes, c’est également contribuer à l’enracinement de la démocratie et de l’État de droit.
Notre Chambre s’inscrit dans de nombreuses initiatives soit seule, soit en collaboration avec d’autres assemblées ou avec des institutions nationales et internationales.
Ainsi, elle a soutenu la mise en place de l’Assemblée du Kosovo et apporté une aide structurelle à des parlements africains.
En Afrique, par exemple, de nombreuses assemblées parlementaires sont à la recherche d’un soutien dans le cadre de la mise en place d’institutions démocratiques. Ainsi, beaucoup de parlementaires belges participent régulièrement aux missions organisées par l’AWEPA (Association des parlementaires européens pour l’Afrique). Avec beaucoup de collègues de cette Assemblée, nous avons visité d'autres parlements et établi des relations positives avec des parlementaires à l'étranger. Ces deux dernières années, nous nous sommes rendus entre autres au Kazakhstan, au Koweït, en Azerbaïdjan, en Arménie et en Georgie et avant cela, nous avons fait un tour presque complet de la Méditerranée à l'exception de la Palestine et d'Israël.
Nous rencontrons tant les membres de la majorité que ceux de l’opposition, contrairement aux rencontres bilatérales entre représentants du gouvernement, où ce sont deux majorités qui se rencontrent.
Toutes ces missions parlementaires depuis 1999, quand vous m'avez élu pour la première fois, font l’objet d’un rapport publié par la Chambre sous la forme d’une édition spéciale du bulletin "Informations parlementaires". Il y a déjà plus de 60 rapports.
Dans certains États, des parlementaires sont invités à accompagner des missions effectuées à l’étranger par les ministres des Affaires étrangères, du Commerce extérieur, de la Défense nationale ou de la Coopération au développement. Il en est ainsi en Belgique où nos parlementaires membres des commissions concernées accompagnent de telles missions gouvernementales.
À l’instar de nombreux parlements, la Chambre envoie régulièrement des parlementaires afin d’observer les élections dans de nombreux pays du monde. Depuis 2005, la Chambre des représentants de Belgique a participé à des missions d’observation des élections au Kirghizstan, en Moldavie, en Albanie, en Azerbaïdjan, au Kazakhstan, en Palestine, au Costa Rica, en Biélorussie, en Ukraine et en République démocratique du Congo, comme M. Van der Maelen s'en souviendra.
Il est indéniable que les parlementaires disposent d’une réelle expérience, non seulement du processus électoral mais également du rôle et du fonctionnement d’un parlement dans un État démocratique. Comme l’a fait observer Jean-Pierre Kingsley, directeur général des élections du Canada, "les parlementaires constituent, dans les missions d’observation et d’assistance, de véritables ambassadeurs de nos institutions démocratiques. À ce titre, ils sont des témoins privilégiés pouvant transmettre à leurs interlocuteurs des pays faisant l’objet de la mission, une compréhension vécue du fonctionnement des institutions électorales démocratiques."
Waarde Collega’s, van 3 tot 7 juli vond in het Europees parlement te Brussel de 15e jaarlijkse zitting van de parlementaire assemblee van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de PA-OVSE plaats.
Ik zou willen wijzen op de Belgische traditie om in internationale organisaties als klein land een betekenisvolle rol te spelen. Het huidige Belgische OVSE-voorzitterschap illustreert hoezeer België de OVSE-waarden van conflictpreventie en conflictbeslechting genegen is.
Parlementsleden kunnen een actieve rol spelen op drie domeinen, namelijk conflictpreventie en conflictbeslechting, de verkiezingswaarnemingen en het opvolgen van de activiteiten van de OVSE-missies.
Ik wens trouwens te benadrukken welk uitstekend werk onze collega’s die in de interparlementaire assemblees zitting hebben – van de WEU, de Raad van Europa, de Benelux, de OVSE, de NAVO en de EMPA – verrichten. Getuige daarvan hun actieve deelname aan de werkzaamheden van die organen. In dat opzicht ware het wenselijk dat de werkzaamheden van de interparlementaire assemblees en van de nationale parlementen beter op elkaar worden afgestemd. De documenten die door die assemblees worden opgesteld, mogen niet binnenskamers blijven. Nu gebeurt dat nog te dikwijls. Het is van fundamenteel belang dat de verslagen en de besluiten die door de interparlementaire assemblees worden aangenomen en op initiatief van de leden van de respectieve delegaties aan de nationale parlementen worden voorgelegd, door de bevoegde commissies van de nationale parlementen worden onderzocht.
Waarde Collega’s, België is ook lid van de Europese Unie en neemt dus deel aan de supranationale besluitvorming ter zake.
De Europese wetgeving vereist dezelfde parlementaire controle als de nationale wetgeving. De invloed ervan op ons dagelijks bestaan is immers ingrijpend en onomkeerbaar.
De mislukking van het ratificatieproces van het ontwerp van Europese Grondwet reveleert een vertrouwenscrisis van de burgers in de Europese Unie en haar instellingen.
En vue de combler le fossé entre l’Union européenne et les citoyens, les institutions européennes ont pris conscience du fait que les parlements nationaux peuvent jouer un rôle intermédiaire important en les associant plus étroitement à la prise de décision, et ce, d'une manière proactive.
Dès lors, la Commission européenne a commencé, à dater du 1er septembre 2006, à transmettre systématiquement toutes les propositions législatives européennes directement aux parlements nationaux afin que ceux-ci formulent un avis – en particulier en ce qui concerne le principe de subsidiarité et de proportionnalité – à l’intention de la Commission européenne. Nous attendons ainsi chaque année entre 600 et 800 documents.
Le Conseil européen des 15 et 16 juin derniers a pris acte de cette initiative de la Commission européenne. C'est à nous à nous organiser dès lors pour informer la Commission européenne de nos positions. Cette communication avec la Commission européenne est donc essentiellement axée sur le respect du principe de subsidiarité et de proportionnalité.
L'originalité qui nous concerne est que nous avons proposé et négocié un accord de coopération entre tous les parlements – régionaux, communautaires et fédéral – relatif à la mise en oeuvre de la procédure de subsidiarité. Cet accord de coopération a été signé le 19 décembre 2005.
Geachte collega’s, als behoeder van de parlementaire instelling wil ik bij het begin van deze zitting mijn bezorgdheid uiten over een aantal recente rechterlijke uitspraken en, in het bijzonder, over het arrest van het Hof van Cassatie van 28 september 2006.
In een zeer korte tijdspanne – vier maanden – heeft het Hof van Cassatie overigens twee arresten geveld die ingrijpen op de wijze waarop wij onze taken als parlementslid uitoefenen.
Het eerste, u welbekende, arrest van 1 juni 2006 handelt over de zogenaamde parlementaire onverantwoordelijkheid.
U zult zich herinneren dat het hof van beroep te Brussel op 28 juni 2005 de Staat heeft veroordeeld omdat de parlementaire onderzoekscommissie “Sekten” de zorgvuldigheidsplicht zou hebben geschonden bij het opstellen van haar openbaar verslag.
Dat arrest heeft het Hof van Cassatie op 1 juni jongstleden vernietigd. Daarbij bevestigde het Hof het absolute karakter van de parlementaire onverantwoordelijkheid.
Die onverantwoordelijkheid stelt, volgens het Hof, beperkingen aan het recht de handelingen van het Parlement en zijn leden te toetsten en dient een belangrijk, legitiem doel: het beschermen van de vrije meningsuiting in het Parlement en – niet onbelangrijk – de handhaving van de scheiding van machten tussen ‘wetgever’ en rechter.
Was dat arrest mij een hart onder de riem, dan baart de uitspraak die hetzelfde Hof van Cassatie deed op 28 september jongstleden mij zorgen.
Waarover gaat het?
- Over de kwestie van de aansprakelijkheid van de Staat voor de abnormale duur van een burgerlijke procedure heeft een rechtbank van eerste aanleg de vordering toegewezen en de Belgische Staat veroordeeld.
- Vervolgens wordt het beroep van de Staat in een arrest van het hof van beroep verworpen en wordt de Staat opnieuw veroordeeld. De fout die men de ‘wetgever’ – wij – verwijt is niet dat hij wetteksten heeft opgesteld die in strijd zijn met grondwettelijke bepalingen, maar wel dat hij nagelaten heeft wetgevend op te treden teneinde de rechterlijke macht de nodige middelen ter beschikking te stellen om een efficiënte openbare dienstverlening op het stuk van de justitie te garanderen, onder meer met inachtneming van artikel 6.1 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden dat de ondertekenende staten er onder meer toe verplicht de hoven en rechtbanken van hun rechterlijke orde zodanig te organiseren dat de zaken die hun worden voorgelegd binnen een redelijke termijn worden behandeld.
- Ten slotte werd de voorziening in cassatie verworpen en het Hof van Cassatie stelt dat, ik citeer: “Het beginsel van de 'scheiding der machten', dat ertoe strekt een evenwicht tussen de diverse machten van de Staat tot stand te brengen, niet impliceert dat de Staat zich, over het algemeen, zou kunnen onttrekken aan de verplichtingen om de schade die door zijn fout of door die van zijn organen in de uitoefening van de wetgevende functie aan anderen wordt toegebracht, te vergoeden.”
D’une part, il est incontestablement fondé qu’un citoyen demande réparation du préjudice qu’il a subi à la suite d’une intervention illégitime des pouvoirs publics. Par ailleurs, depuis les arrêts Flandria et Anca, il est communément admis qu’un citoyen victime d’une faute commise par le pouvoir exécutif ou judiciaire est en droit d’en obtenir réparation.
D’autre part, toutefois, vous ne vous étonnerez assurément pas de m’entendre dire, en ma qualité de président de la Chambre des représentants, que je m’inquiète de l’arrêt de la Cour de cassation du 28 septembre.
Si l’État y est cité en tant que législateur, la Chambre et le Sénat n’étaient néanmoins pas parties à la cause.
C’est pourquoi, notamment, je souhaiterais préciser la portée générale que pourrait revêtir cet arrêt en en citant quatre extraits:
- premier
extrait: "C’est l’État dans sa globalité, personne morale unique, qui est
appelé à répondre des fautes qu’auraient pu commettre ses organes, qu’ils
appartiennent à la sphère exécutive, législative ou judiciaire; (…) ces
différents pouvoirs, bien que distincts, n’ont pas, comme tels, la personnalité
juridique et ne peuvent donc être attraits en tant que tels devant une
juridiction";
- deuxième
extrait: "la distinction opérée entre, d’une part, l’État (exécutif et
judiciaire), susceptible de voir sa responsabilité engagée à l’égard des
citoyens et ses fautes sanctionnées par les cours et tribunaux de l’ordre
judiciaire, et, d’autre part, la Nation (le législatif) qui jouirait d’une
immunité de principe en tant que détentrice de la souveraineté et émanation du
peuple, est étonnante et sans fondement constitutionnel, légal, jurisprudentiel
ou doctrinal";
- troisième
extrait: "La responsabilité de l’État et son obligation de répondre
vis-à-vis des particuliers, des fautes commises par ses organes furent
progressivement reconnues par la jurisprudence depuis l’arrêt Flandria de la
Cour de cassation du 5 novembre 1920 (…); cette évolution remarquable
(…) a été (…) limitée au départ aux actes de l’exécutif dans sa fonction
d’administrer et de réglementer (…) puis ultérieurement étendue aux actes
accomplis dans la fonction de juger (…). (On) soutient à tort que l’évolution
doit s’arrêter là et qu’il ne saurait être question de mettre en cause la
responsabilité de l’État législateur, (responsabilité) qui (il est vrai) n’a
pas encore été consacrée par la Cour de cassation bien que déjà admise par
plusieurs juridictions (…)";
- quatrième
extrait: "Il n’est actuellement plus contesté que l’administration est
responsable des fautes qu’elle commet dans l’exercice de son activité
réglementaire (…) (Or,) la fonction de réglementer s’apparente (…) à la
fonction de légiférer (…). Pour celui qui entend faire abstraction un instant
du cadre constitutionnel dans lequel le problème se pose, le règlement passe
(…) pour être une loi matérielle ou secondaire. L’objectif assigné à ces deux
règles juridiques est identique (…) la fonction réglementaire tend au même but
que la fonction législative dont elle n’est qu’un démembrement et emploie les
mêmes méthodes".
Je n’ai pas
de réponse toute faite à apporter à ce qui précède, mais on est en droit de se
demander si, avec cet arrêt, on n’a pas ouvert la boîte de Pandore.
Vous en
conviendrez assurément avec moi, le moment est venu de consacrer une nouvelle
réflexion au principe de la 'séparation des pouvoirs' et aux articles 33,
36 et 42 de la Constitution.
De tijd dat men kon beweren dat de wetgever of het Parlement boven elke rechterlijke controle verheven is, is voorbij. Er werden ook grenzen getrokken.
- Wij
hebben zelf toegegeven dat er grenzen zijn aan de soevereiniteit van de
wetgever door het Arbitragehof op te richten. Wij hebben de bevoegdheid van dat
Hof om de wetten te toetsen aan de Grondwet en ongrondwettige bepalingen te
vernietigen en desnoods te schorsen, tot tweemaal toe, uitgebreid.
- Wij
aanvaarden dat het Europees Hof te Luxemburg een Staat kan veroordelen voor het
niet tijdig of niet correct omzetten van Europese richtlijnen, ook wanneer een
nationale wetgever in gebreke blijft.
- Wij
hebben een beroep bij de Raad van State mogelijk gemaakt, half 1999, tegen
bestuurshandelingen ten aanzien van ons eigen personeel en inzake
overheidsopdrachten van onze instelling. Het Parlement staat immers noch
buiten, noch boven de samenleving en ondergaat dus ook de gevolgen van de
juridisering van het maatschappelijk leven.
Ik heb
reeds toegegeven dat ik voor één keer - “une fois n’est pas coutume”… - geen
pasklare oplossing heb met betrekking tot de mogelijke draagwijdte van het
Cassatie-arrest van eind september 2006.
Niettemin
lijkt het mij raadzaam de regering te vragen dat de Wetgevende Kamers op de
hoogte zouden zijn van de zaken waarin de Belgische Staat als wetgever werd
veroordeeld, quod non in deze uitspraken.
Hoe dan
ook, de Conferentie van voorzitters heeft op 4 oktober 2006 beslist
deskundigen aan te stellen om – ik weeg mijn woorden – in overleg met onze
diensten, deze problematiek te onderzoeken en, desgevallend, wetgevende en/of
grondwetgevende initiatieven uit te werken.
Collega’s, onze Kamer, gisteren, vandaag en morgen, blijft in onze ogen de hoogste democratische ontmoetingsplaats van ons federaal land, een plaats voor dialoog en beheerste confrontatie, een plaats van ideeën, voorstellen en standpunten.
Ik ben overtuigd dat dit ook zo zal zijn tijdens de laatste maanden van deze legislatuur.
In afwachting wens ik u allen een opbouwend parlementair jaar. (Applaus)
05 Constitution du Parlement de la Communauté germanophone
05 Constitutie van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap
Mit Schreiben vom
19. September 2006 teilt das Parlament der Deutschsprachigen
Gemeinschaft mit, dass es sich in seiner Sitzung vom
19. September 2006 konstituiert hat.
Par message du 19 septembre 2006, le Parlement de la Communauté germanophone fait connaître qu'il s'est constitué en sa séance de ce jour.
Bij brief van 19 september 2006 brengt het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap ons ter kennis dat hij zich ter vergadering van die dag heeft geconstitueerd.
06 Constitution du Parlement wallon
06 Constitutie van het "Parlement wallon"
Par message du 20 septembre 2006, le Parlement wallon fait connaître qu'il s'est constitué en sa séance de ce jour.
Bij brief van 20 september 2006 brengt het "Parlement wallon" ons ter kennis dat het zich ter vergadering van die dag heeft geconstitueerd.
07 Constitution du Parlement de la Communauté française
07 Constitutie van het "Parlement de la Communauté française"
Par message du 21 septembre 2006, le Parlement de la Communauté française fait connaître qu'il s'est constitué en sa séance de ce jour.
Bij brief van 21 september 2006 brengt het "Parlement de la Communauté française" ons ter kennis dat het zich ter vergadering van die dag heeft geconstitueerd.
08 Constitutie van het Vlaams Parlement
08 Constitution du "Vlaams Parlement"
Bij brief van 25 september 2006 brengt het Vlaams Parlement ons ter kennis dat het zich ter vergadering van die dag heeft geconstitueerd.
Par message du 25 septembre 2006, le "Vlaams Parlement" fait connaître qu'il s'est constitué en sa séance de ce jour.
Vous avez reçu un projet d'ordre du jour pour la séance de cette semaine.
U hebt een ontwerpagenda ontvangen voor de vergadering van deze week.
Donderdag zijn er mondelinge vragen, een reeks "in memoriam" voor overleden kamerleden, inoverwegingnemingen en naamstemmingen.
Jeudi, nous
aurons des questions, des "in memoriam", des interpellations dont les
conclusions feront l'objet d'un vote nominatif.
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 12 octobre 2006 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 12 oktober 2006 om 14.15 uur.
La séance est levée à 15.04 heures.
De vergadering wordt gesloten om 15.04 uur.
L'annexe est reprise dans une brochure séparée,
portant le numéro CRIV 51 PLEN 231 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met
nummer CRIV 51 PLEN 231 bijlage. |