Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

mercredi 18 octobre 2006

 

Soir

 

______

 

 

van

 

woensdag 18 oktober 2006

 

Avond

 

______

 

 


La séance est ouverte à 19.06 heures par M. Herman De Croo, président.

De vergadering wordt geopend om 19.06 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.

 

Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:

Guy Verhofstadt.

 

Le président: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Excusés

Berichten van verhindering

 

Greta D'hondt, pour raisons de santé / wegens ziekte;

Geert Versnick, UIP / IPU.

 

01 Reprise de la discussion de la déclaration du gouvernement

01 Hervatting van de bespreking van de verklaring van de regering

 

La discussion de la déclaration du gouvernement est reprise.

De bespreking van de verklaring van de regering is hervat.

 

Vanavond zullen de heren De Groote en Cocriamont nog het woord nemen. Morgenvoormiddag om 10.00 uur zal ik in afspraak met de vicepremier, mevrouw Van den Bossche, beginnen met het deel Begroting waarin de collega's Bogaert, Goyvaerts en Devlies het woord zullen voeren. Daarna volgen Justitie en Buitenlandse Zaken. De heer Van den Bergh heeft zich teruggetrokken voor het deel Mobiliteit.

 

Ensuite nous traiterons Affaires Sociales, Santé et Énergie. Je crois terminer vers 13.00 heures.

 

Morgenvoormiddag gaan we tussen 10.00 en 13.00 uur alle hoofdstukken afwerken. Ik heb afgesproken met mevrouw Van den Bossche dat zij zal beginnen. Ik moet aan de ministers van Justitie, Buitenlandse Zaken, Affaires sociales et Santé en Energie - de heer Verwilghen - vragen om aanwezig te zijn. De premier is morgen natuurlijk hartelijk welkom.

 

Nous terminerons vers 13 heures. À 14.30 heures, nous aurons alors les questions. La Chambre a dérogé à la règle, ce qui signifie qu'elle présuppose que votre gouvernement recevra la confiance un peu plus tard. Ce n'est pas mon affaire, c'est la Chambre qui décide.

 

01.01  Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega’s, welkom in de woestijn!

 

Er is natuurlijk al veel gezegd. Ik herinner me nog, mijnheer de eerste minister, uw uitspraak dat de gemeenteraadsverkiezingen het parlementaire werk niet zouden beïnvloeden. Zo zie je maar dat het vlug kan veranderen: uw regeringsverklaring komt een week later dan gepland.

 

Jarenlang heeft de regering ons wijsgemaakt dat we een begroting hadden in evenwicht, maar eigenlijk hadden we jaarlijks een tekort. De regering heeft de voorbije jaren verzuimd voldoende structurele maatregelen te nemen. U houdt deze gedachte al jaren in stand door dure financiële operaties, veelal leningen tegen hoge intrest. De volgende regering zal worden geconfronteerd met het feit dat zij het eigenlijke tekort zal moeten wegwerken.

 

Het spijt mij dat ik in herhaling val, maar dat komt ervan als je een van de laatste sprekers bent. Iemand was mij voor, maar toch kan ik het niet laten. Een Leuvense professor maakt een schitterende vergelijking. Toen ik u gisteren bezig hoorde, dacht ik er meteen aan. Het werd al aangehaald door een collega, maar toch vind ik het nog de moeite waard: “Het doet mij eigenlijk denken aan de BBC-reeks Keeping up appearances, waar dus Hyacinth Bucket een ongelofelijke creativiteit tentoonspreidt om de schone schijn te bewaren. Hoewel haar echte naam eigenlijk Bucket is, dringt ze er op aan dat haar naam uitgesproken wordt als “Bouquet”. Zo is het eigenlijk ook een beetje met de Belgische overheid. Hoewel de begroting eigenlijk al jaren een tekort vertoont, benadrukt de Belgische regering al jaren dat de begroting in evenwicht is. Het grote verschil tussen Hyacinth en uw regering is dat uw schone schijn een bom geld kost, die eigenlijk schaamteloos aan de belastingbetaler in de toekomst zal worden doorgerekend”. Tot zover de woorden van de Leuvense professor.

 

U schetste gisteren hoe goed het met ons land gaat en dat er wel problemen zijn, maar dat die allemaal opgelost kunnen worden. We hebben natuurlijk problemen in overvloed gehad. Ik citeer er enkele van het kabinet-Reynders: de overschatting van de 883 miljoen euro bij de belastinginkomsten, de aanslagbiljetten die laattijdig worden verstuurd, fouten die we hadden bij de inkohiering, ambtenaren die geen tijd meer hebben om controles uit te voeren, het uitstellen van de deadline voor het indienen van de belastingaangifte.

 

Er waren ook problemen bij Tax-on-web, er was het vernietigend rapport van het Rekenhof over de verkoop van vastgoed door de Regie der Gebouwen, er waren de voortdurende problemen bij Justitie met het grote verschil in visie over strafrecht tussen de twee Gemeenschappen waar de eerste minister het over had, enzovoort. Ik zou nog verder kunnen doorgaan. Een mens zou na uw toespraak van gisteren nog vergeten hoe het er soms aan toeging of wat wij allemaal hebben meegemaakt.

 

Mijnheer de eerste minister, gisteren had u het over hoe goed de Belgische economie het doet in vergelijking met de buurlanden. Ik zal hier geen cijfers citeren zoals we daarnet hebben gedaan over de stookolie en de benzine. U had het over een economische groei van 2,7% in 2006 en een te verwachten groei van 2,2% in 2007. U zegt dat de Belgische economie het goed doet. Het begrotingsoverschot van 0,3% van het bnp is het resultaat van de optelling van alle overheidsbegrotingen. Zonder een secondant als minister van Begroting in de Vlaamse regering was dit overschot er mijns inziens niet gekomen. U hebt daarnet al gedeeltelijk geantwoord in verband met deze vergelijking.

 

Het aantal faillissementen is gedaald, in Vlaanderen met 8,6% en in Wallonië met 5,7%. In Brussel steeg het aantal faillissementen met 3,7%. Het Vlaamse niveau doet het goed. Er waren in de eerste zes maanden 33.000 nieuwe starters. Ik heb de cijfers gezien van het eerste kwartaal. Zestig procent van de nieuwe starters kan worden gesitueerd in Vlaanderen, 13% in Brussel en 27% in Wallonië. De ondernemingsgraad in Vlaanderen is vorig jaar gestegen van 3,5% naar 3,93%, maar in Wallonië gedaald van 4,7% naar 3,6%. Vlaanderen doet het weerom goed. De werkloosheidsgraad bedroeg in september 8,6%. Voor Vlaanderen is de werkloosheidsgraad 8,23%, in Wallonië stijgt hij tot 19,5% en in Brussel overschrijdt hij 22,5%.

 

U stelde dat België het economisch goed doet in vergelijking met de omringende landen. Ik durf zeggen dat Vlaanderen het uitstekend doet ten opzichte van de omringende landen, ondanks de neerwaartse spiraal waarin Wallonië en Brussel zich momenteel bevinden. Dat is een realiteit.

 

Ik dacht dat u gisteren uitpakte met de economische resultaten van de Vlaamse regering. Het zijn trouwens weer de deelstaten die mogen bijspringen om het begrotingsoverschot van 0,3% te behalen. Voor het Waals Gewest gaat het om 56 miljoen euro voor schuldafbouw. Voor Vlaanderen gaat het om een bedrag van 187 miljoen euro dat in het Toekomstfonds zal worden gestort.

 

Het Brussels Gewest en de Franstalige Gemeenschap doen omwille van budgettaire redenen geen inspanning.

 

Wat me ook opviel was dat de federale overheid zich voorneemt het Vlaams regeerakkoord uit te voeren. Wat lees ik in het Vlaams regeerakkoord inzake de wil om tot een sterke aangroei van het aantal huurwoningen te komen. Ik citeer: " Een zelfde doel willen we bereiken door een renovatiepremie te geven aan de private eigenaar die bereid is een woning voor een voldoende lange termijn aan een sociaal huurkantoor te verhuren". Wat horen we gisteren? Gisteren horen we van de federale overheid het voorstel een premie voor eigenaars die een woning renoveren en verhuren via een sociale verhuurmaatschappij.

 

01.02 Eerste minister Guy Verhofstadt: Een fiscale premie.

 

01.03  Patrick De Groote (N-VA): Inderdaad, fiscaal.

 

We hebben daarnet reeds veel statistieken horen vermelden. Het blijft een heikel punt in dit land. Het is zoals bij de verkeersstatistieken en de criminaliteitscijfers. Men pakt er graag mee uit. Op het einde van de rit kloppen ze niet altijd of vertellen ze slechts een halve waarheid.

 

Wat me opvalt bij de buitenlandse investeringen is het volgende. U zegt dat ze opnieuw snel stijgen. U bedoelt wellicht – dit is zorgwekkend – het ijltempo waarmee de buitenlandse bedrijven onze ondernemingen overnemen. Van de Belgische verankering in de strategische sectoren zoals energie en water is niets overgebleven. Een deel van het Belgisch bedrijfsleven staat in de etalage voor uitverkoop. Ik wil u hiervoor waarschuwen.

 

Ik kom tot de 200.000 jobs waarvan u zegt dat u hiervan drie vierden heeft bereikt. Ik wil dat graag geloven. Ik val in herhaling als ik onderstreep dat die ofwel gesubsidieerd zijn ofwel met dienstencheques gefinancierd zijn. We zullen afwachten wat hiervan overblijft door de besparing op de dienstencheques die dienden om het zwartwerk wit te maken. Met de besparing op de dienstencheques zien de poetsvrouwen hun loonsverhoging aan zich voorbijgaan. Het herintreden in het zwart circuit of de werkloosheidsval zal het systeem snel onderuit halen. U hebt ook een aantal positieve stimuli aangehaald voor werk en ondernemen, hetgeen op zich een goede zaak is.

 

Het ondernemersvertrouwen is de laatste maanden gestegen. Wat mij aan de grafiek van het ondernemersvertrouwen enorm opviel is de piek in juni, daarna viel het vertrouwen terug om zich in september te herstellen. De loop van het ondernemersvertrouwen is zowaar het spiegelbeeld van het percentage dat de VLD haalt in de opiniepeilingen van juni en september. Een scherpe daling in juni en een lichte daling in september. Als de ondernemers zich ergens aan optrekken, zal het wel de wetenschap zijn dat deze regering op haar laatste benen loopt en dat het eindelijk gedaan zal zijn met het paarse beleid dat de ene dag – dat hebben we meegemaakt in de gezondheidszorg – de farmacie pluimt en de andere dag de stookoliesector, vandaag de verpakkingsindustrie om keer op keer de gaten van de begroting op te vullen. Zonder blikken of blozen stelt de regering in het deel van competitiviteit en koopkracht in de federale beleidsverklaring het volgende. Ik citeer: "om in de toekomst het overleg te intensifiëren om eenzijdige maatregelen te voorkomen en tegelijkertijd de concurrentiekracht van de Belgische bedrijven in onze sector te versterken".

 

U hebt in uw betoog gisteren gezegd dat u de lat hoog legt, maar u vergeet erbij te zeggen dat de andere Europese landen hun lat ook steeds hoger gaan leggen. Ik heb de indruk dat wij ter zake ter plaatse blijven trappelen. Wij houden het eigenlijk bij een samenraapsel van weinig structurele maatregelen, zonder veel samenhang in de visie.

 

U had het ook over de concurrentiepositie. Die daalt in België. Vorig jaar hebt u nog fel geprotesteerd tegen het World Economic Forum, toen België van de 25ste naar de 31ste plaats zakte. U verwees toen naar het International Institute for Management Development. Volgens de oude berekeningswijze van het World Economic Forum staan wij nu op de 33ste plaats. Met de nieuwe berekening, die u hebt aangehaald – men heeft blijkbaar naar u geluisterd – komen wij op de 20ste plaats, waar wij vorig jaar zouden hebben gestaan. In de rangorde van België bij de IMD, die u vorig jaar gebruikte om de verbeterde positie van België aan te tonen, namelijk van de 25ste naar de 24ste plaats, zijn wij nu echter gezakt naar de 27ste plaats.

 

De eerste minister spreekt over een pact om geen belastingen voor de bedrijven meer te heffen om de concurrentiepositie, de competitiviteit, te vrijwaren. Het eerste wat u dan doet, is de taksen op het verpakkingsmateriaal doen stijgen. U hebt het er daarnet al uitvoerig over gehad. Ik wist gisteren niet wat ik hoorde. Het gat in de ozonlaag moet het gat in de begroting dichten. Daarop komt het eigenlijk neer. Hoe denkt u dat de competitiviteit en de productiviteit voor de verpakkingsindustrie zullen evolueren? Sinds de taks op de verpakkingen, die op 1 april 2004 is ingevoerd, heeft de drankensector te kampen met een enorme groeivertraging. De handelaars schatten dat de taks op de drankverpakkingen een omzetverlies van meer dan 500 miljoen euro heeft veroorzaakt. De belasting op de drankverpakkingen heeft volgens de bedrijven geleid tot een verlies van 2.200 jobs. Dit was nu al zo voor de taksen op de drankverpakkingen. Dit zal ook het geval zijn voor andere verpakkingsmaterialen.

 

U vult het gat in uw begroting met het gat in de ozonlaag. Ik was gisteren verwonderd over uw plotse groene vingers. Het was een ontroerend moment. Het was in elk geval mooi verpakt, maar ik ben er niet zozeer van overtuigd of de geringe prijswijzigingen een echt effect zullen hebben op de bescherming van het milieu, waar het volgens u uiteindelijk wel om te doen is. Er gaat slechts 7% naar niet gerecycleerd afval. Als men de gegevens van FOST Plus bekijkt, doet België het zeer goed.

 

01.04 Eerste minister Guy Verhofstadt: (...) Ik heb het daarjuist niet willen zeggen, maar nu wij op ons gemak hier onder ons zijn, gaat het misschien gemakkelijker, zonder dat het tot stemverheffingen moet leiden. Er wordt voortdurend gesproken over FOST Plus en recyclage, maar daarmee heeft het dus niets te maken. Het ene is recyclage, het andere is de bijdrage tot de CO2-balans. Als men enkel met recyclage bezig is, dan zou men bijvoorbeeld kunnen zeggen: we zullen alles in aluminium verpakken, want dat kan toch gerecycleerd worden. Dat is echter niet goed voor de CO2-balans. Het zijn twee totaal verschillende zaken.

 

Wat de CO2-balans betreft, is het de bedoeling dat een producent eventueel zou kiezen voor een andere verpakking. Als hij per kilo moet betalen en voor al zijn verpakkingen per kilogram een bepaald bedrag meer moet betalen, omdat hij aluminium gebruikt, terwijl hij op karton niets moet betalen, dan zal hij misschien kiezen voor karton. Karton levert namelijk aan de CO2-productie nauwelijks enige bijdrage. Daarover gaat het. Het heeft dus niets met recyclage te maken. Ik lees dat de sector zegt dat hij al zoveel doet, via recyclage. Dat is goed. Wij moeten daarmee in de rangorde van de bijdrage tot de CO2-balans waarschijnlijk ook wat rekening houden, maar het gaat dus over CO2, want men kan alles recycleren en toch een enorme bijdrage hebben aan de CO2-balans. Dan is men geen stap verder om het gat te dichten, niet in de begroting, maar in de ozonlaag.

 

01.05  Patrick De Groote (N-VA): Dat levert u dus door de grote massa 300 miljoen op. Dat is wat telt bij de regering.

 

U hebt ook al jarenlang de bevolking een belastingverlaging voorgespiegeld, terwijl wij ieder jaar nieuwe taksen de revue zagen passeren. Als wij kijken naar wat de OESO zegt over de belastingdruk, dan is dat heel duidelijk. Er verandert niets aan het feit dat de belastingdruk niet gedaald is. Wij staan nog steeds op de derde plaats in de wereld.

 

Ik kom tot een volgend punt. Bijna niemand heeft het erover gehad en ik vind daarover ook niets terug in uw beleidsverklaring, mijnheer de eerste minister. Vlaanderen doet het goed, vraagt om zijn economie te versterken en vraagt meer economische hefbomen. Nergens heb ik ook maar enige aanzet tot een communautaire hervorming gezien. U had het over durven hervormen en moeilijke beslissingen nemen. Welnu, een recente opiniepeiling van Unizo toont duidelijk aan dat 90% van de Vlaamse bedrijfsleiders voorstander is van meer autonomie. Ik had van de eerste minister de durf verwacht om met een verklaring tot herziening van de Grondwet voor de dag te komen, zodat wij kunnen hervormen waar wij moeten hervormen.

 

Vorige maand kwam er nog een negatief rapport van het Rekenhof over de Regie der Gebouwen. Ondanks het feit dat binnenkort de vijfde kabinetschef van de heer Reynders, na zeven jaar ministerschap, strategisch wordt gedropt, zijn er toch nog organisaties die kritische geluiden kunnen laten horen over het financiële beleid van deze regering.

 

Ik heb het dan over het Rekenhof. Het Rekenhof kan nog kritiek geven op het regeringswerk van vice-eerste minister Reynders. Het Rekenhof zegt immers dat 8 van de 33 verkoopstransacties eigenlijk onrendabel waren. Hetzelfde Rekenhof zei enkele maanden daarvoor dat er een schrijnend tekort was op de fiscale opsporingsdiensten bij de belastingen.

 

Net als elk jaar zitten er ook weer eenmalige maatregelen in de begroting. Ik heb minister Van den Bossche horen zeggen dat men fier is op het feit dat er minder eenmalige maatregelen werden genomen dan voordien. Met de overname van pensioenfondsen uit het verleden lijft u wel in een keer een hoop opgebouwde pensioenreserves binnen, maar u neemt daardoor ook toekomstige verplichtingen over. Het geld is er nu, maar de toekomstige verplichtingen zijn voor volgende regeringen. U verschuift de factuur dus naar de toekomstige generaties.

 

Ik kan niet veel zeggen over de besparingen van 1,2 miljard door de federale overheidsdiensten want het document dat ik gisteren inkeek, gaf niet zoveel prijs. Een cijfer dat ik in de begrotingsopmaak 2007 over de besparing van 1,2 miljard bij de federale overheidsdiensten wel terugvond had betrekking op het departement Defensie. Defensie zou immers 47,3 miljoen besparen. Dat is 4% van de 1,2 miljard. Defensie slaagde erin voor de staatsrekening van 2005 om 2.584 facturen voor een totaal bedrag van 59,9 miljoen naar de begroting van 2006 over te hevelen, mits bijkomende verwijlintresten ten bedrage van zo'n 1,3 miljoen. Ik vraag mij dan ook af of de besparingen in de administratie, van 1,2 miljard, ook gebaseerd zijn op een dergelijk ankerprincipe. Men mag toch niet vergeten dat de verwijlintresten voor heel de federale begroting in 2005 minstens 2,3 miljoen bedroegen. Ik zeg minstens, omdat de cijfers nauwelijks uit de boekhouding konden worden gefilterd. De besparing van 1,2 miljard door de federale overheidsdiensten is volgens mij dan ook ongeloofwaardig.

 

Ik kom dan tot het laatste punt, met name het departement van Justitie. Ik had gehoopt iets doeltreffends te horen over de aanpak van de gerechtelijke achterstand. zeker na het spraakmakende arrest van het Hof van Cassatie van enkele weken geleden. Maar nee, u hebt dit thema amper aangeraakt. U hebt gezegd dat u nieuwe middelen zou vrijmaken om de gerechtelijke achterstand aan te pakken, maar die achterstand blijft ondertussen oplopen.

 

De daling van de gerechtelijke intrest van 7% naar 5% ter vermijding van gerechtelijke speculatie is ook een punt dat al eerder werd voorgesteld, maar tot op heden nog niet geregeld geraakte. Het is dan ook weinig innovatief om de daling in een beleidsbrief te schrijven, net zoals de herhaalde aankondiging van de aanpassing van de conclusietermijnen voor proces, partijen en hun advocaten.

 

Wij hebben dus eigenlijk weinig nieuws gehoord.

 

U herhaalt dat er twee instellingen voor geïnterneerden bijkomen, één in Gent en één in Antwerpen, maar dat wisten wij echter ook al veel langer.

 

Ook de herhaling dat er, behalve Everberg, een nieuw, gesloten, federaal jeugdcentrum met een capaciteit van 200 personen zou komen, vonden wij weinig verrassend. Het centrum was immers reeds tevoren aangekondigd.

 

U kondigt ook extra agenten aan, zowel voor de lokale politie, spoorwegpolitie, internetpolitie als voor de antiterreurcel. De maatregel is echter werkelijk een druppel op een hete plaat. De extra agenten zijn te weinig en onvoldoende in aantal, zeker met het oog op het grote aantal natuurlijke afvloeiingen door pensionering de komende jaren bij de geïntegreerde politie en ondanks bepaalde rekruteringsinspanningen die niet zo goed zijn gelukt.

 

Voor de zoveelste keer hebt u verklaard dat het aantal werkstraffen zal worden verhoogd. Op het veld weet men nu al dat men de opvolging van de werkstraffen niet zal kunnen volgen. De beschuldigden die een opgelegde werkstraf niet nakomen, zullen achteraf vaak de dans ontspringen.

 

U spreekt nogmaals over de uitbreiding van het elektronisch toezicht. Wij zitten aan amper 600 gevallen. U maakt opnieuw, zoals de voorgaande jaren, gewag van minimaal 1.000 gevallen. Dat is bijna een verdubbeling. U moet er bovendien rekening mee houden dat wij, om aan de huidige 600 gevallen te geraken, jaren nodig hadden.

 

Nog vóór de strafuitvoeringsrechtbanken in werking zijn getreden, rommelt u al aan hun samenstelling en werking, zonder naar mijn mening daarover met de magistratuur en de advocatuur overleg te hebben gepleegd. Het aantal kamers zou van zes naar negen stijgen, doch wij hoorden eerder al kritische geluiden van de beroepsgroepen, die opperden dat de samenstelling op zich al een probleem zou worden.

 

Ik vraag mij af hoe u dit zult oplossen. Ze worden ook bevoegd voor de geïnterneerden, terwijl men toch weet dat dit een zeer specifiek gegeven is dat een zeer grote en ruime omkadering zal behoeven. Het zou mij dan ook niet verbazen als er van in den beginne, februari 2007, al onoverkomelijke problemen zullen ontstaan dienaangaande.

 

De aankondiging dat er therapeutische programma’s in verschillende gevangenissen zullen worden opgestart ten einde seksuele delinquenten van bij de aanvang van hun opsluiting te kunnen behandelen, doet mij toch de wenkbrauwen fronsen. Nu reeds klagen heel wat therapeuten en psychologen dat ze met veel te weinig zijn voor de behandeling van allerhande probleemgevallen in de gevangenissen, waaronder seksuele delinquenten. Door de extra opdracht zonder in een noemenswaardige uitbreiding van het personeelskader te voorzien, denk ik dat u al voor de aanvang een hypotheek hierop legt. Dan spreek ik nog niet over de betere opvolging van de invrijheidgestelden.

 

De internationalisering van de criminaliteit is een gegeven, ook in ons land. In onze gevangenissen zit meer dan 40% buitenlanders en in het luik Justitie en Binnenlandse Zaken lees ik quasi niets over de uitzetting van die buitenlandse criminelen, ofschoon u er in een vrij recent verleden toch heel wat over gepraat hebt en er de mond vol van heeft gehad. Er is enkel het nietszeggende zinnetje: “De eerste overbrenging zal zeer binnenkort plaatsvinden”, al werd dit enkele maanden voordien al aangekondigd.

 

De toestand in de penitentiaire sector blijft zielig. Ik denk dat u weinig hoop uitstraalt naar de duizenden beroepskrachten die daar zijn tewerkgesteld. Stellen dat onze gevangenissen aan modernisering toe zijn? Dat weet iedereen. Gewagen van een ambitieuze renovatie en een veiligheidsprogramma, is blijkbaar echt wel van het goede te veel gevraagd.

 

Ik kan alleen besluiten dat deze regering niet is wat ze werkelijk voorstelt. Deze regering zit op haar tandvlees ofschoon ze dit niet wil laten blijken. Ik heb het al aangehaald, schone schijn. Niet alleen de recente verkiezingsuitslagen verlammen die regering maar misschien ook de verkiezingsvooruitzichten voor de lente van volgend jaar. Die zorgen er misschien wel voor dat u toch niet zo vastberaden bent als u laat blijken.

 

Ook de Vlaams-Waalse breuklijn blijft een efficiënt beleid in de weg staan. Als vanzelfsprekend durft u de vinger daar niet op de wonde te leggen. We moeten aan de toekomst denken, zo roept u van de daken. De hefbomen en de instrumenten die zowel Vlaanderen als Wallonië hiervoor nodig hebben blijven echter federaal. Daar komt u niet aan. Verwacht dan ook niet van mij dat ik deze regering het vertrouwen zal schenken. Tot daar.

 

Mijnheer de voorzitter, ik zou nog een opmerking willen maken. Wij hebben hier gisteren de mond vol gehad over het gelijk behandelen van mensen, over verdraagzaamheid, over discriminatie, over ongelijkheden. Als u het Reglement van de Kamer wil toepassen – en ik geloof wel dat u daar voorstander van bent – vind ik het toch heel bedroevend te moeten vaststellen dat twee parlementsleden van twee politieke partijen helemaal op het einde, zelfs na de repliek van de premier, aan het woord moeten komen. Ik vind dit ongehoord. Ik voel dit aan als een pure vorm van discriminatie. Als het zo is dat dit in het Reglement staat ingeschreven, dan vind ik dat daar toch iets grondig aan moet veranderen. Dit toont niet alleen weinig respect voor de verkozenen maar ook weinig respect voor hun kiezers. Ik weet wel dat er gegoocheld wordt met fracties maar ik vind dit eigenlijk discriminerend en een parlementaire democratie onwaardig.

 

De voorzitter: Mijnheer De Groote, ik laat dat niet passeren. Eerst en vooral wil ik u doen opmerken dat indien voor de vragen die u stelt op donderdagnamiddag ik de regel zou toepassen van twee vragen per fractie tot en met vijfentwintig leden, u per jaar misschien slechts twee keren aan bod zou komen, quod non.

 

Ten tweede, ons Reglement bepaalt dat men vijf leden moet hebben om een fractie te vormen. Ecolo noch uzelf – spijtig genoeg – noch de heer Cocriamont vormen een fractie.

 

Ten derde, sinds ongeveer acht jaar is het hier de gewoonte dat de eerste minister na een eerste ronde van wat men noemt de fracties, het woord neemt. De voorbije drie of vier jaar heb ik toegelaten dat er een korte intermediaire repliek kon komen. Die is bij toeval telkens van de heer De Crem geweest, omdat de andere collega’s het niet gevraagd hadden.

 

Ten vierde, toen ik een jongere parlementariër was, kwam men in dit type van besprekingen heel dikwijls aan bod om 24.00 uur of soms in de vroegte van de ochtend. De situatie is opvallend, in die zin dat men nu het woord kan voeren op een, laten wij zeggen, fatsoenlijk uur, zoals om 19.00 uur wat u betreft.

 

Ten vijfde, mijn laatste beschouwing, de regering heeft thans het recht het woord te vragen. Het komt in een debat ook beter over, meen ik, naar buiten en bij onze leden, dat na de eerste ronde van alle fracties de eerste minister zijn repliek houdt, waarop dan eventueel een repliek volgt.

 

Ik moet u ook zeggen, mijnheer De Groote – dat weten de collega’s van de Conferentie van voorzitters – dat ik zowel voor u als voor de heer Cocriamont en voor de vier collega’s van Ecolo, die ook niet vertegenwoordigd zijn in de Conferentie – en ik neem de heer Van der Maelen als getuige –, de natuurlijke verdediger ben, omdat u daar niet aanwezig bent.

 

Dat is wat ik u wens te antwoorden. Er is geen haar op mijn hoofd dat eraan zou denken u niet de kans te geven die u verdient, maar men is een beetje gewoon geworden, door de mediatisering, alleen het woord te voeren op een ogenblik wanneer het de media zou kunnen passen, wat op zich geen goede oplossing is.

 

01.06 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer de voorzitter, ik dacht dat de heer De Groote zou opmerken dat zijn kartelpartner hier niet meer aanwezig is, veeleer dan de opmerking die hij nu maakte.

 

De voorzitter: Zo’n bemerking mag ik mij niet veroorloven, dat is niet mijn werk.

 

01.07  Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de eerste minister, mag ik opmerken dat wij geen kartel vormen, hier in de Kamer? Daar schrikt u van, nietwaar?

 

01.08 Eerste minister Guy Verhofstadt: Doe zo voort zou ik zeggen.

 

De voorzitter: Dat zijn zaken waarin ik niet tussenbeide mag komen.

 

Monsieur Cocriamont, je vous dirai aussi que vous avez toujours demandé la parole et que vous l'avez toujours reçue; il ne manquerait plus que cela, vous êtes un parlementaire comme les autres.

 

01.09  Patrick Cocriamont (FN): Monsieur le président, je vous remercie pour vos explications. Bien que j'aie une peau en cuir de rhinocéros de sorte que rien ne peut m'atteindre, je m'associe quand même à ce que vient de dire M. De Groote.

 

Monsieur le président, monsieur le premier ministre, chers rares collègues présents, je note que le seul groupe pour lequel plus d'un membre est présent est celui de l'autre parti identitaire, saluons-le!

 

Le président: On peut dire qu'il y a deux groupes qui sont représentés à 100%.

 

01.10  Patrick Cocriamont (FN): La déclaration du gouvernement sur sa politique générale m'inspire la plus profonde méfiance. Monsieur Verhofstadt, dans votre introduction, vous vous comparez à un preux capitaine de navire, tenant ferme la barre, affrontant vagues, déferlantes et embruns. Vous vous êtes donné une mission: "Je poursuis un rêve", je cite vos propos. Votre lyrisme, monsieur le premier ministre, ne me touche point. Votre rafiot, c'est le Titanic; votre rêve, c'est le rêve des socialo-libéraux, c'est le cauchemar du peuple belge.

 

Vous vous félicitez de l'élection pour deux ans de la Belgique au poste de membre non permanent du Conseil de sécurité de l'ONU. Un strapontin au "machin" - dixit de Gaulle - vous rend fier et heureux. Laquais de l'ONU, de l'OTAN, des USA, notre pays envoie plus de mille soldats opérer à l'étranger. Des soldats belges ont été envoyés au Liban où ils risquent leur vie pour concrétiser le projet fou de Bush, rêvant de redessiner un grand Orient conforme à ses vœux impérialistes.

 

Au Liban, l'armée israélienne a déversé des milliers de mines antipersonnel. Cette stratégie terroriste de Tsahal expose la vie de nos militaires. Pourtant, vous voulez jouer avec leur vie: vous envoyez nos troupes faire le travail qu'Israël n'a pas su faire. Entre l'État terroriste d'Israël et l'Organisation terroriste palestinienne, nous n'avons pas à mettre le doigt entre l'arbre et l'écorce.

 

En Afghanistan, les Belges remplacent les soldats américains en partance pour l'Irak. De ce fait, ils provoquent la haine des islamistes. Une menace terroriste pèse sur notre pays pour une cause qui nous est étrangère.

 

Au Kosovo, les Belges sont les tirailleurs sénégalais de l'état-major de l'OTAN. Ils sont les complices des terroristes de l'UCK, terroristes musulmans qui chassent nos frères serbes de Metrovica, détruisent églises et monastères et pratiquent une épuration ethnique dont ne semblent pas se soucier les grandes consciences salariées.

 

Notre armée investit dans la paix et la démocratie au Congo, nous dites-vous. Attendons encore quelque temps: ce discours, il vous faudra peut-être le tenir devant les veuves et les orphelins de ceux qui seront tombés sous l'uniforme d'une armée mercenaire pour le plus grand bénéfice des multinationales.

 

Vous nous parlez ensuite de l'Europe, notre grande patrie. J'étais prêt à vous acclamer! Mais, hélas, votre Europe n'est pas l'Europe des peuples et des cultures, l'Europe de la liberté, de l'identité et de la grandeur! Votre Europe n'est pas une Europe européenne! Ce n'est qu'un premier pas vers un gouvernement mondial dictatorial! Supprimer la règle de l'unanimité dans l'Union signifie bafouer la démocratie, établir la dictature de majorités de rencontre brimant les peuples. L'Europe est un arc-en-ciel. En supprimer une couleur, c'est rendre la voûte céleste grise, uniforme, sans vie.

 

L'Europe que le Front national appelle de ses vœux sera une Europe sans hégémonie, une Europe basée sur l'égalité des peuples souverains. De l'Irlande à la Grèce, nos peuples se sentent profondément européens. Mais l'Europe, terre d'Ulysse, de la Lorelei, des Chevaliers de la Table ronde, des héros de la Reconquista, ce n'est pas le pâle projet technocratique que quelques marchands ont baptisé Constitution. C'est au nom de l'Europe que les peuples français et hollandais ont rejeté cette constitution, qui prétendait ouvrir les portes de l'Union à la Turquie, pays étranger à notre culture pluriséculaire et dont la soldatesque occupe toujours le Nord de Chypre.

 

Non! Votre Europe n'est pas la nôtre et n'assure pas une paix durable! Auriez-vous oublié les bombardements de Belgrade en 1999, ordonnés par vos maîtres américains et auxquels l'armée belge a participé pour son déshonneur?

 

Abordons à présent le point fort de votre exposé: l'économie!

 

La Banque nationale prévoit une croissance de notre économie de 2,7% pour 2006. L'esprit d'entreprise se propage. Bravo… bravo à nos entrepreneurs, à nos responsables de PME, à nos cadres, à nos ouvriers d'élite! Mais le gouvernement socialo-libéral y est-il pour quelque chose? Non.

 

Depuis 2003, 157.000 nouveaux emplois ont été créés. Ou est-ce 100.000?

 

Vous venez de nous dire qu'il s'agit d'emplois situés au bas de l'échelle. A quel avenir peut rêver un travailleur intérimaire, un fonctionnaire contractuel, un ouvrier en situation précaire, un employé menacé par la délocalisation? En Belgique, un nombre sans cesse croissant de travailleurs travaillent pour un salaire à peine supérieur au montant des allocations de chômage. Une réussite économique se traduit par la création d'emplois stables; une réussite sociale se traduit par des salaires décents permettant à chacun de vivre dignement du fruit de son travail.

 

Monsieur Verhofstadt, vous modérez d'ailleurs votre optimisme en affirmant que "les fermetures d'entreprises et les licenciements de personnel sont malheureusement des réalités inévitables dans notre économie actuelle". Vous ajoutez que "d'autres grandes restructurations paraissent inéluctables à l'avenir"… Mais de fermetures d'entreprises en délocalisations, de réalités inévitables en licenciements, que restera-t-il de votre "auto-satisfecit"?

 

Vous semblez éprouver pour Al Gore, candidat malheureux à l'élection présidentielle américaine en 2000, une véritable passion. Cet écologiste semble être devenu votre gourou! À grands renforts de tremolos, vous nous parlez du danger des émissions de CO2 et du réchauffement planétaire, des ouragans, de la fonte des glaciers. Mais vous ajoutez que rien n'est inévitable. Et de proposer la solution: il suffit de lever une nouvelle taxe sur les emballages en plastique et en aluminium, taxe qui ne sera d'application qu'après les élections de 2007! Certes la planète ne sera pas sauvée mais le budget du gouvernement sera ainsi plus facilement bouclé! Cette mesure n'est pas une taxe écologique mais une taxe sur la consommation. Il s'agit d'un impôt nouveau qui avait déjà été proposé voici un an et qui avait été retiré précipitamment.

 

De grandes mesures sociales sont annoncées: la réforme des loyers et l'accès à la propriété.

 

En ce qui concerne les loyers, M. Verhofstadt propose un tarif TVA réduit pour la rénovation de constructions situées dans les quartiers défavorisés des grandes villes, mais ce taux de TVA reste encore trop élevé. Et les petites et moyennes villes sont oubliées!

 

Vous affirmez vouloir favoriser l'accès à la propriété en limitant la flambée des prix. Pour ce faire, vous voulez poursuivre des projets pilotes permettant aux locataires et aux propriétaires de contenir les prix des loyers. Et vous vous débarrassez sur les Régions de toutes les modalités d'exécution. Ces Régions qui sont toujours sollicitées pour assurer l'équilibre budgétaire! Il est curieux que toutes ces mesures ne soient proposées qu'en fin de législature, à l'approche des élections! Elles ne seront peut-être jamais d'application.

 

Autres mesures sociales: le revenu d'intégration ne sera relevé que de 2% et le salaire minimum ne sera augmenté que de 12,50 euros mensuels.

 

Monsieur Verhofstadt, vous savez que cette dernière mesure ne vaudra qu'en cas de conclusion d'un accord entre partenaires sociaux. Or, la discussion débute seulement et nul ne peut augurer des résultats.

 

L'éradication de la fraude fiscale devrait rapporter à notre pays 256 millions d'euros et la lutte contre le travail au noir 100 millions d'euros, mais comment quantifier la fraude fiscale et le travail au noir? De la même manière que l'on évalue l'importance de l'immigration illégale, sans doute? En se fiant aux conclusions de spécialistes autoproclamés? Vous obtenez de beaux résultats, monsieur Verhofstadt, sur le papier! Votre budget est fictif, soumis à mille conjectures.

 

Il paraît que, dans notre pays, la criminalité aurait chuté. Vous nous déclarez n'avoir encore jamais entendu personne nier ce fait. Sans doute, devriez-vous être davantage à l'écoute de la population. La criminalité augmente, au contraire. Ne craignant guère les contradictions, vous nous l'avez confirmé vous-même et je vous cite: "malgré des chiffres de criminalité en baisse, les chiffres des agressions sont en hausse, tout comme pour les homicides, le racisme et la violence physique."

 

Vous qualifiez homicide et violence de "phénomènes de société", "fléaux de notre monde complexe" avec le racisme. Moralisme, conformisme embrument la fin de votre déclaration gouvernementale.

 

La réforme de la Justice est une imposture, un camouflet aux milliers de victimes oubliées par Mme la ministre de la Délinquance. Le laxisme demeure. L'hypocrisie de cette réforme justifierait à elle seule mon refus total d'accorder la confiance à ce gouvernement. Je vous remercie de m'avoir écouté.

 

De voorzitter: Mijnheer de eerste minister, wilt u repliceren op deze twee uiteenzettingen?

 

01.11 Eerste minister Guy Verhofstadt: Nee.

 

De voorzitter: Collega’s, dan stel ik voor om deze vergadering te sluiten. De volgende plenaire vergadering zal morgen om 10.00 uur aanvangen met de drie sprekers die zich hebben ingeschreven voor het luik Begroting.

 

Demain matin, je demanderai à M. Jean-Marc Delizée, premier vice-président, d'ouvrir la séance. En effet, je reçois M. Ural Mukhamedzhanov; président du Mazhilis (le parlement) de la République du Kazakhstan où nous avons été reçus au mois d'avril 2006.

 

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 19 octobre 2006 à 10.00 heures.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 19 oktober 2006 om 10.00 uur.

 

La séance est levée à 19.51 heures.

De vergadering wordt gesloten om 19.51 uur.

 

 

Ce compte rendu n'a pas d'annexe.

 

Dit verslag heeft geen bijlage.