Séance plénière |
|
van woensdag 15 oktober 2008 Voormiddag ______ |
du mercredi 15 octobre 2008 Matin ______ |
De vergadering wordt geopend om 10.04 uur en voorgezeten door de heer Herman Van Rompuy.
La séance est ouverte à 10.04 heures et présidée par M. Herman Van Rompuy.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Carl Devlies,
Yves Leterme, Paul Magnette, Didier Reynders, Inge Vervotte,
Melchior Wathelet.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Linda Vissers,
Bruno Tobback, wegens gezondheidsredenen / pour raisons de santé;
François-Xavier de Donnea, Patrick Moriau, Geert Versnick, IPU / UIP.
01 Wettig- en voltalligverklaring van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap
01 Constitution du Parlement de la Communauté germanophone
Bij brief van 16 september 2008 brengt het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap ons ter kennis dat het ter vergadering van die dag voor wettig en voltallig verklaard is.
Par message du 16 septembre 2008, le Parlement de la Communauté germanophone fait connaître qu'il s'est constitué en sa séance de ce jour.
Mit Schreiben vom
16 September 2008 teilt das Parlament der Deutschsprachigen
Gemeinschaft mit, dass es sich in seiner Sitzung vom
16 September 2008 konstituiert hat.
02 Wettig- en voltalligverklaring van het Vlaams Parlement
02 Constitution du Parlement flamand
Bij brief van 22 september 2008 brengt het Vlaams Parlement ons ter kennis dat het ter vergadering van die dag voor wettig en voltallig verklaard is.
Par message du 22 septembre 2008, le Parlement flamand fait connaître qu'il s'est constitué en sa séance de ce jour.
03 Wettig- en voltalligverklaring van het Waals Parlement
03 Constitution du Parlement wallon
Bij brief van 24 september 2008 brengt het Waals Parlement ons ter kennis dat het ter vergadering van die dag voor wettig en voltallig verklaard is.
Par message du 24 septembre 2008, le Parlement wallon fait connaître qu'il s'est constitué en sa séance de ce jour.
04 Wettig- en voltalligverklaring van het Parlement van de Franse Gemeenschap
04 Constitution du Parlement de la Communauté française
Bij brief van 25 september 2008 brengt het Parlement van de Franse Gemeenschap ons ter kennis dat het ter vergadering van die dag voor wettig en voltallig verklaard is.
Par message du 25 septembre 2008, le Parlement de la Communauté française fait connaître qu'il s'est constitué en sa séance de ce jour.
05 Bespreking van de verklaring van de regering
05 Discussion de la déclaration du gouvernement
Aan de orde is de bespreking van de verklaring van de regering.
L'ordre du jour appelle la discussion de la déclaration du gouvernement.
Het woord is aan de heer Annemans.
La parole est à M. Annemans.
05.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik gun mijn fractieleider natuurlijk het woord, maar ik heb een probleem. Er is misschien iets aan mijn aandacht ontsnapt, maar normaal gezien krijgen wij bij de regeringsverklaring steeds een tweede document, een soort van financiële nota. Bij mijn weten werd die gisteren niet rondgedeeld. Gelet op de begrotingstoestand en de commentaren erop, die vanmorgen niet mals waren, zou ik u willen vragen of de regering u een dergelijk document ter beschikking heeft gesteld.
De voorzitter: Ik maak deze vraag over aan de regering.
05.02 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: (…) parvenir, monsieur le président.
De voorzitter: Het zal u bezorgd worden.
05.03 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, traditionnellement, lorsque nous sortons de la séance plénière après le discours du premier ministre, nous recevons le texte qu'il a prononcé ainsi que le tableau budgétaire. Hier, j'ai reçu une déclaration socio-économique. Je me suis dès lors posé la question de savoir ce que ce document représentait par rapport à ce qui avait été dit. On n'y parle pratiquement pas de la crise financière, étant donné que ce document date de juin ou juillet. Je me suis renseigné auprès des services qui m'ont répondu qu'il s'agissait d'une annexe. Aujourd'hui, pour pouvoir en discuter correctement, nous avons besoin d'un tableau chiffré. Or, nous ne l'avons pas et il n'est apparemment pas certain qu'il existe.
Si je me réfère à ce qui est indiqué dans le texte de la déclaration prononcé par le premier ministre, j'ai noté quatre points chiffrés. Tout le reste, c'est du "vide" et se retrouve dans la presse! S'il existe un tel écart entre ce qui est dit ici et ce qui figure dans la presse, on vend des mesures qui n'en sont pas, étant donné qu'elles ne sont pas assumées par le gouvernement. J'aimerais comprendre pourquoi, hier, en sortant de cette salle, nous n'avons pas reçu le tableau comme chaque année. Cela pose problème!
Le président: Il s'agit d'un malentendu.
05.04 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, ik kan bevestigen dat er gisteren om 14.30 uur nog een probleem was met de Franse vertaling van de beleidsverklaring. De tekst van de beleidsverklaring is gisteren ter beschikking gesteld. Ik dacht dat het voldoende is formeel om de beleidsverklaring uit te spreken. Dat is ook zo, maar de beleidsverklaring is ook gisteren ter beschikking gesteld. Mijnheer Van der Maelen, toen u waarschijnlijk al de trein huiswaarts had genomen, is die rondgedeeld. Dat is de extra dienstverlening die we gisteren hebben georganiseerd.
Ten tweede, de staatssecretaris voor Begroting kan nu onmiddellijk de budgettaire tabel ter beschikking stellen, vooruitlopend op het gebruik dat eind oktober of begin november de begrotingsdocumenten worden ingediend. Dat is geen enkel probleem.
De voorzitter: Wij krijgen het document dus zo vlug mogelijk.
05.05 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, quel est le statut de cette autre note que nous avons reçue, de cette annexe à la déclaration?
Hier, en sortant, nous avons reçu un document s'intitulant "Déclaration socio-économique". Je n'en connais pas le statut exact puisque cela ne correspond pas du tout à ce qui a été prononcé. Engage-t-elle le gouvernement?
05.06 Eerste minister Yves Leterme: Het is eigenlijk om de Kamer ten dienste te zijn dat wij het algemeen kader van een sociaaleconomisch beleid, dat in juli al werd vastgelegd, ook ter beschikking stellen naast de beleidsverklaring en naast de budgettaire tabel. Het feit dat dit sociaaleconomische document voor heel de legislatuur eerder werd rondgedeeld, heeft alleen te maken, mijnheer Nollet, met het feit dat de Kanselarij gisteren om 14.30 uur nog niet rond was met de Franse versie van de beleidsverklaring. Dit is de reden waarom ik gisteren naar de tribune ben gegaan met een tekst die ik zelf nog nooit had bekeken of gelezen tot op het einde. Wij hadden die tekst uiteraard vastgelegd maar het document zelf was pas op de limiet klaargemaakt door de diensten.
05.07 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, vooraleer we in een oeverloos debat verzanden, doe ik een concreet voorstel. Als de regering in de toekomst gewoon aan ons bezorgt wat ze de dag voordien aan de pers heeft bezorgd, dan mogen wij eigenlijk al blij zijn.
05.08 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, je vous propose de mettre à la disposition de l'ensemble des membres de la Chambre deux documents: le document de synthèse qui a été approuvé et présenté au Conseil des ministres le 14 octobre, c'est-à-dire hier et le tableau de synthèse qui se trouve en annexe. Pourquoi une note et un tableau de synthèse? Monsieur Nollet, avant que vous ne posiez une question à ce sujet, sachez que le budget détaillé sera déposé ultérieurement. Ne nous demandez donc pas de vous le présenter aujourd'hui. Pour l'heure, nous avons déposé la note qui a été présentée au Conseil des ministres et son document annexe.
Je tiens à vous signaler que si vous vous référez aux années antérieures, vous constaterez que ce genre de document n'est pas automatiquement déposé. Il s'agit d'une information concernant la proposition de budget qui sous-tend la déclaration de politique générale. Mais je répète que, formellement, le budget sera déposé plus tard.
En attendant, vous pourrez déjà consulter ces deux documents, initialement rédigés en français mais la version néerlandaise va suivre.
05.09 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, je suis évidemment tout à fait conscient que vous n'avez pas déposé le budget complet. Nous découvrirons sans doute encore beaucoup de nouveaux éléments lorsque le budget complet nous sera soumis.
Cela dit, votre discours hier ne faisait état d'aucun chiffre et nous recevons seulement aujourd'hui le tableau chiffré qui est normalement communiqué la veille du débat. Cela contribue à rendre plus flous des engagements qui, de toute façon, ne pourront être respectés compte tenu de la situation budgétaire.
Le président: Les documents seront fournis; l'incident est clos!
Ter informatie, de fractieleiders van de oppositie krijgen maximum een uur spreektijd en de fractieleiders van de meerderheid een halfuur. Daarna komt de tweede ronde - dat zal dan voor morgennamiddag zijn - met individuele sprekers die specifieke onderwerpen met betrekking tot de algemene beleidsverklaring zullen behandelen.
05.10 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, collega‘s, toen u, mijnheer de eerste minister, deze zomer besloot om uw ontslag in te dienen en tegelijk besloot om het niet echt in te dienen, maar enkel voor de schone schijn, hebt u daarvoor wellicht in uw geweten en bij uw entourage het argument geconstrueerd dat het land een bestuur nodig had, dat het land niet zonder u kon en dat het land dus tegen iedere prijs een regering nodig had. Dat waren ongeveer de argumenten die men in de Franstalige pers kon lezen.
Als dat zo was, was er ook geen ontkomen aan. Dan moest dat een regering zijn met uzelf aan het hoofd. U had daarop tenslotte recht. U zult hebben gedacht dat het min of meer uw laatste kans was. Zo dachten ook degenen die u adviseerden. Dat waren vooral de christelijke vakbond en een paar anciens van uw partij, bijvoorbeeld personen die u nadien aan de top van een grote bank zou parkeren. Zij legden u uit dat het genoeg was geweest, al dat gedoe over het aan de kiezer gegeven woord.
Dehaene zei na de verkiezingen letterlijk dat de staatshervorming er alleen kon komen na 2009 omdat een politicus immers “tijd nodig heeft om los te komen van zijn verkiezingsprogramma”.
Dat soort mensen uit uw entourage hebben in uw hoofd de schakelaar omgezet en van wat zij eerst als een vraag formuleerden - quid N-VA? - uiteindelijk een uitroep maakten: weg ermee. Dat soort mensen uit uw entourage geven nu ook interviews met veelzeggende titels. Ik geloof dat het Inge Vervotte was die zei dat men het land toch niet zomaar zonder ons konden achterlaten, of iets van die strekking.
Het land heeft dus een bestuur. Uw ontslag was maar om te lachen. Het was maar een ontslag voor de schone schijn. Het land heeft een bestuur. Gisteren wat dus de vraag wat voor bestuur en om wat te doen.
Het antwoord werd gisteren door uzelf gegeven. U hebt niet kunnen verbergen dat, nog meer dan onder paarsgroen en zelfs nog veel meer dan onder paars, de regering die u als een bestuursploeg aan dit Parlement probeert te presenteren, een regering is die niet eens met haken en ogen aan elkaar hangt. Er zit geen lijn in, er zit geen programma in, laat staan dat er een droom of een bezieling in zou zitten.
Het enige waaraan u zich paradoxaal genoeg optrekt, is het beheer van de bankcrisis. U zou dat zogenaamd voortreffelijk hebben gedaan. U hebt echter enkel gedaan wat alle regeringen met op Westerse geschoeide economieën hebben gedaan.
U hebt namelijk staatswaarborgen verstrekt, terwijl u zich gewillig in het regeringsvliegtuig tussen Parijs en Brussel liet fotograferen met Didier Reynders, die door de CD&V in de aanloop naar de verkiezingen – nietwaar, mijnheer Devlies – terecht werd gepresenteerd en afgeschilderd als een fiscale en financiële schertsfiguur die nooit meer op de puinhopen van zijn departement Financiën mocht en zou terugkeren.
U verliest dus uit het oog dat u, aldus gefotografeerd, gelijkt op Snoeffel en Gaffel uit Suske en Wiske. U hebt er in België voor gezorgd dat, erger nog dan in de rest van de wereld, de bankcrisis is uitgedraaid op een braderij, een uitverkoop tegen braderijprijzen van een groot stuk van het financieel patrimonium.
De Nederlanders en de Fransen zijn hier de grote brokken en de lekkere beetjes komen wegpikken. Het enige waarvoor u echt oog had, waren de belangen van uw vakbond.
De belastingbetaler stond erop te kijken en heeft staat per staat, grens per grens, land per land, in toepassing van het nog altijd door niets verbeterde “eigen volk eerst”-principe, de spaarder moeten bijspringen.
Wij, Vlaams-nationalisten, staan altijd – het “eigen volk eerst”-principe is in onze ideologie ingebakken – aan de kant van de kleine man. In dit geval is dat aan de kant van de kleine spaarder. Voor ons is het een principiële kwestie. Ik heb, eerlijk gezegd, de voorbije dagen een paar liberale en ultraliberale totentrekkers gezien die de kap van hun ideologie over de haag hebben gegooid. Zij zijn uit puur, plat opportunisme en niet uit principiële overtuiging aan de kant van de kleine man gaan staan met een redding op kosten van de o zo gehate en verguisde Staat!
Voor ons niet gelaten. Immers, hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Laten wij echter toch maar niet vergeten dat de oorzaak van dat alles de overmoed en de hoogmoed van de nobiljons en grootkapitalisten is, die eerst met vuur en daarna, ultiem, met een hele vuurwerkfabriek speelden. Laten wij dus toch maar niet vergeten dat de oorzaak van dat alles de blijheid en vooral de vrijheid is geweest waarmee de pyromanen van de mondiale en geglobaliseerde, van alle voorzichtige volksgebonden staatsverbanden, de geldstromen losrukten die de kleine man bijna de kop hebben gekost.
Ook de socialisten gaan overigens niet vrijheid. De controlemechanismen faalden, hoewel de Wymeerschen en de Quadens er met hun socialistische neus bovenop stonden en de Tobbacks en de Patrick Janssensen in de raden van bestuur zetelden. Nee, geef mij dan maar de eerlijke en rechtlijnige, Vlaams-nationale haven, waarin het begrip “verantwoordelijkheid” het egocentrisme bekampt en waarin een gezonde Staat goed georganiseerd en zonder vriendjespolitiek haar verantwoordelijkheid neemt.
Wat is voor de Vlamingen echter het grote probleem?
Anders dan in de andere landen heeft de kleine Vlaamse spaarder geen eigen staat, hij moet het doen met de Belgische Staat. Zo is het gekomen dat zoals steeds de schade en de ramp groter is in België dan elders en dus voor de Vlaamse spaarder groter is dan elders. De bittere pil van de uitverkoop die Snoeffel en Gaffel, Leterme en Reynders, hebben georganiseerd als een soort dieven in de nacht is een pure schande.
Natuurlijk is er de internationale context. De val van de grootbanken Fortis en Dexia kwam echter niet onverwacht. Fortis werd genekt door de eigen hoogmoed, arrogantie en struisvogelpolitiek. De veel te dure overname van ABN Amro, nota bene zonder heldere cijfers vooraf, zonder de financiering rond te hebben en met een significante blootstelling aan risicoproducten, bracht de bank in ademnood. De onmogelijkheid om nog aan liquiditeiten te geraken bleek catastrofaal. Vervolgens ging ook Dexia voor de bijl en werd het vertrouwen aan diggelen geslagen door de aanhoudende problemen bij FSA en bij de portefeuille gestructureerde producten. De PS-figuur Guy Quaden, zogezegd gouverneur van de Nationale Bank die echter vorige week met een aantal naar ons oordeel doelbewuste uitspraken virtueel de moeilijkheden van zijn politieke vrienden en politieke banken heeft proberen te exporteren naar KBC en ING, had naar ons gevoel in een ding wil gelijk, met name dat in België de zwaarste crisis sinds de crash van 1929 een feit is.
Wat deed de Belgische Staat? Zij zwabberde achter de feiten aan. Waar de Belgische minister bij zaten is de Nederlandse Staat erin geslaagd de Nederlandse activiteiten van Fortis, inclusief ABN Amro, aan soldeerprijzen terug in te kopen. De rendabele Belgische activiteiten zijn verpatst aan de Franse bank BNP Paribas, de overschotjes van Fortis zijn een hoop bijeengeveegde rommelproducten en een paar internationale bank- en verzekeringsactiviteiten. Ook in het dossier Dexia heeft de regering haar onmacht laten blijken door de Franse Staat toe te laten een blokkeringsminderheid in de bank op te bouwen. De FSA-tijdbom – een onoplosbaar probleemm - wordt naar goede Letermiaanse gewoonte uitgesteld. Men doet alsof ze er niet is.
In heel dat dossier is de Europese gedachte momenteel ver weg. On n’est jamais mieux servi que par soi-même. Terwijl andere Europese lidstaten echter terugvallen op hun eigen staatsstructuur om de financiële problemen in hun land op te lossen ten bate van hun eigen spaarders, kijkt Leterme naar Parijs. Eigen volk eerst blijkt in de meeste lidstaten geen vies begrip als het over de belangen van de eigen spaarders gaat. België daarentegen blijkt niet in staat zelf voor een oplossing te zorgen, maar zoekt in die struisvogelreflex bescherming bij zijn grote Franse buur. Het is immers frappant dat in beide dossiers de Franse belangen als grote overwinnaars uit de bus komen.
Het blijft dan ook een open vraag of andere opties serieus onderzocht zijn. Waren er dan echt geen andere instellingen geïnteresseerd in een uitgebreid kantorennet en miljoenen Belgische klanten? In 1992 slaagde Zweden erin een soortgelijke crisis te bezweren door een tijdelijke nationalisering van banken.
Waarom werd een dergelijk scenario, weliswaar onder strenge voorwaarden over de duur van het management, niet overwogen? Werden er eerlijke mogelijkheden opengehouden voor andere kandidaten dan BNP Paribas? Het zijn allemaal vragen zonder antwoord, tegen de achtergrond van de weinig geruststellende veronderstelling dat de belangen van kleine beleggers en spaarders duidelijk ondergeschikt bleken te zijn aan de grote halfpolitieke symboolwaarde van Fortis voor de aftandse Belgisch francofiele en financieel-economische elite.
De Vlaamse kleine belegger, de onderdaan van een staat die de zijne niet is, blijft ondertussen in de kou. Degene die jarenlang als goede huisvader in kwaliteitsaandelen zoals Fortis en Dexia heeft belegd, mag al tevreden zijn als hij nog iets van zijn investering recupereert. Ook de belastingbetaler dreigt op te draaien voor het gelag, aangezien zowel de Belgische als de Vlaamse overheid rechtstreeks een forse participatie in Dexia heeft moeten nemen. Franskiljon België negeert de kleine aandeelhouder en de brave belastingbetaler door aan te schurken bij de Franse broodheren.
Het onafhankelijke Vlaanderen van de toekomst zonder de invloed van de Belgicistische haute finance zal alleszins beter het hoofd kunnen bieden aan buitenlandse druk. Vlaamse soevereiniteit is dan ook, net zoals de Nederlandse of Franse soevereiniteit, een betere waarborg voor het Vlaamse spaargeld dan de loze beloftes van een op Frankrijk gerichte Belgische regering, die er niet beter op vindt dan financieel-economische sleutelposities te bestaffen met figuren als Etienne Davignon en tot op heden nog Maurice Lippens. Van hen is geweten dat zij rechtstreeks aan het Hof rapporteerden. Hun francofiele vooringenomenheid houdt bij ernstige financiële stormen reddende alternatieven uit beeld wanneer die te Nederlands, te Duits of te Angelsaksisch getint zijn. De casussen-Fortis en -Dexia getuigen hier eens te meer van. ING bleef netjes uit beeld. BNP Paribas verscheen als redder in nood, maar het Fortisschip was toen al verder lek geslagen en de financiële verliezen explosief toegenomen.
De verantwoordelijkheid van topfiguren zoals Lippens, Votron, Miller en co is dan ook zonder meer verpletterend. Hun grootheidswaanzin grensde aan het ongelooflijke.
Mensen als Lippens die op hun eentje, met het oog op Laken gericht, de Belgische revolutie van 1830 overdoen, dat bleek net een stap te ver te gaan bij ABN Amro, nadat zij een heel decennium lang hun zin hadden kunnen doen. De door blinde bijna politieke motieven opgehitste Belgen wilden de Nederlandse grootbank overnemen zonder kennis van relevante cijfers of de mogelijkheden om de financiering rond te krijgen. Dat wordt nu in Nederland terecht als kritiek tegen Lippens en anderen ingebracht. De Nederlandse minister van Financiën, Bos, verklankt echter enkel wat heel politiek en financieel Nederland weet, helaas met de bevestiging van de aloude clichés over hun zuiderburen.
De Vlaming Fred Chaffart, vroeger topman van de Generale, ziet het helder in en verwijt de top van Fortis het onmogelijke te hebben willen presteren, de ABN Amro-overname, terwijl een gigantische financiële storm kwam aanzetten. Met hem zijn er niettemin nog vele andere Vlamingen, gedupeerd of niet, die rekenschap eisen.
Vraag mij niet om u kritiekloos te feliciteren voor heel die operatie, dames en heren van de meerderheid. Nederland heeft aan heel de crisis een prachtig appeltje voor de dorst en een stevige greep op zijn eigen bancair systeem overgehouden. De Nederlanders hebben het handig gespeeld, en dat terwijl nagenoeg het hele Belgische bankbestel, op één bank na, in buitenlandse handen is gesukkeld. Hoe is het zo ver kunnen komen? Waarom is het zo gedraaid in al die voorbije nachten?
De fouten, eventueel het bedrog, de verantwoordelijkheden, de aansprakelijkheden van de dagelijkse leiding en hun brede al dan niet politieke entourage tot aan de rol van de monarchie en de Nederlandse en Franse overheden toe, blootleggen, gebeurt niet. Slechts indien de verantwoordelijken voor die debacles vastgelegd zijn, kan het vertrouwen in het bancair systeem opnieuw hersteld worden.
Daarbij mag de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen niet buiten beeld blijven, natuurlijk. Vooral de politisering van die belangrijke instelling zet aan tot nadenken. Figuren als de voorzitter van de raad van toezicht, van sp.a-signatuur, spelen een sleutelrol in de verzekering van de loyaliteit van de bankcontrole aan de Belgische financiële elite. Iemand die zijn verantwoordelijkheid in het verleden wel wilde nemen en de regels strikt – voor de gepolitiseerde financiële wereld te strikt – en met te weinig onderdanigheid toepaste, zoals Jean-Louis Duplat, tot 2001 voorzitter van de bankcommissie, kreeg zijn ontslag en werd per telefoon vervangen door Servais, kabinetschef van – ik herhaal het – de financiële en fiscale schertsfiguur Didier Reynders.
Er zijn dus heel wat vragen maar vrijwel geen antwoorden. In het licht daarvan is dus de conclusie gewettigd dat er meer aan de hand is, wanneer we zien hoe de leden van de Letermemeerderheid in het Parlement de afgelopen weken al hun energie hebben gestoken in de verhindering van een parlementaire onderzoekscommissie over die zaak. (Applaus)
De argumenten van Herman Van Rompuy doen erg corporatistisch aan wanneer hij parlementsleden ongeschikt vindt voor zo’n onderzoek, omdat zij geen specialisten zijn. Hij gaat daarbij voorbij aan de evidentie zelve, namelijk dat alleen de gekozenen van het volk de openheid en de onafhankelijkheid hebben om klaarheid te scheppen voor de bevolking, en ipso facto voor de kleine spaarder.
Het lijkt erop dat er iets is, misschien zelfs zeer veel, dat verborgen moet blijven over wat er zich de jongste maanden, en dus niet slechts de jongste dagen, heeft afgespeeld en dat blijkbaar door Open Vld en Cd&V gezamenlijk tot een soort staatsgeheim is verheven. De weigering om die onderzoekscommissie op te richten geeft mij het wrange gevoel dat men de burger en de kleine spaarder heeft willen afsnijden van de waarheid over wat er precies gebeurd is.
Ondertussen gaan de grootste bedragen uit de geschiedenis van de staatsuitgaven zonder veel debat over de toog van deze Wetstraattempel en niemand kan of mag weten wat de oorzaken daarvan zijn. Wij hebben geen enkel zicht op de zaak, wij hebben tot heden geen enkele tabel en geen enkel cijfer gekregen over de inbreng van de intresten die gepaard gaan met die bedragen in de begroting en in de staatsschuld.
Wat is het effect ervan op het Stabiliteitspact of op de staatsschuldratio? Wij mogen het allemaal niet weten. Wij hebben er het raden naar. Tezamen met Leterme is hier een soort arrogantie van de macht naar binnen geslopen.
Voorzitter, collega’s, met de begrotingsverklaring zijn wij – bent u vooral, mijnheer de eerste minister – aangeland bij het laatste onvermijdelijke station van een tocht die u in ruil voor uw geweten en in ruil voor uw geloofwaardigheid de sleutels van Wetstraat 16, de deurkruk van de Lambermontstraat en de startknop van uw dienstvliegtuig heeft opgeleverd.
Die tocht van integere Leterme tot eerste minister van het Belgische koninkrijk is begonnen toen u zich bereid verklaarde mee te stappen in de formule waarin u uw eerste stapjes in de rol van federaal regeringslid hebt mogen doen, ondersteund door en aan de arm van, Guy Verhofstadt. U, die aan de kiezer had aangeboden het anders te doen, bent nu een steeds zieliger kopie van Verhofstadt, wel een pak fletser, moet ik zeggen. U zult zich net als ik wel herinneren hoe ook Verhofstadt met leugens en bedrog naar hier kwam, de tweede dinsdag van oktober, maar hoe hij dan toch altijd ten minste een verbaal bravourestukje naar voren bracht. U zult het met mij eens zijn dat vergeleken daarbij uw prestatie van gisteren bepaald schraal was.
U bent de steeds zieligere en ietwat fletsere kloon van Guy Verhofstadt geworden. Dat is zo geweest bij het evacueren van de staatshervorming en BHV. U bent veel verder gegaan in de komedie en in het van u afschuiven van het dossier dan Verhofstadt ooit gedurfd of gewaagd zou hebben. Dat is ook zo in de meeste andere belangrijke dossiers.
Ik vermeld hier het immigratiedossier, waarin u, net als Guy Verhofstadt, gegijzeld bent door uw functie en uw coalitie en waarin uw regering, net als die van Guy Verhofstadt, aan het handje van de PS en het cdH een echte immigratieregering aan het worden is. U doet niets aan de basisvoorwaarden van de snel-Belgwet. U hebt dat nochtans aan de kiezer beloofd. U doet niets aan de uitzetting van de illegalen. U hebt dat nochtans aan de kiezer beloofd, maar u doet het integendeel. Er komt nog meer van dat fraais op ons af. In de loop van dit debat zullen wij dat ongetwijfeld nog eens schematisch kunnen uiteenzetten.
Als symbool voor dat aan het handje lopen, hebt u gisteren zelfs moeten dulden dat Onkelinx van de regularisatie van haar vreemdelingen de voortzetting van uw dialoog over de staatshervorming afhankelijk maakte. Als blijk van het lef waarmee de liefde in deze coalitie verder de nek wordt omgewrongen, kan dat wel tellen, vind ik. Leterme keek echter de andere kant op en, net als Verhofstadt, zei hij dat alles in orde was of, zo niet, dat alles wel in orde zou komen.
U, die Verhofstadt zou doen vergeten, zet gewoon het beleid van Verhofstadt verder. Een enorm groot déjà vu kwam bij mij bovendrijven, toen ik gisteren met de moed der wanhoop uw begrotingsverklaring zat te aanhoren. Deze begroting wordt verkocht als de grote prestatie van een regering die in schier onmogelijke omstandigheden toch nog in staat geweest is een begroting in evenwicht te presenteren. Welnu, ik meen dat u niet voldoende beseft, of zelfs helemaal niet beseft, hoezeer u met deze zeverpraat op Verhofstadt bent gaan gelijken.
Begrotingsgewijs had u net zo goed Verhofstadt IV kunnen zijn geweest. Er zitten lijken in de kast. Er worden overschatte of gemanipuleerde parameters gehanteerd. Er worden doorschuifoperaties uitgevoerd. Er worden bedragen geboekt op de kosten van de regio’s, zonder dat u weet of ze betaald zullen worden. Van Brussel weet u trouwens, sinds de mededeling van Vanhengel gisteravond, dat zij alvast niet zullen bijleggen. Kortom, de cijfers van de regiobedragen zijn de virtualiteit zelve. Paarser kan nauwelijks. Paarsgroener kan nauwelijks. Verhofstadter kan nauwelijks.
Ik heb het dan nog niet eens over de eenmalige maatregelen, mijnheer de voormalige CD&V-oppositieleider. Ik zal daarover niet veel meer zeggen. Ik zal u een voorlezing besparen van wat er in mijn kaft zit. Het is een nogal dikke kaft met tussenkomsten, vrije tribunes, uitroepen, krijsnummertjes en politieke stuntnummertjes die hier in en rond het Parlement door De Crem, Vandeurzen, Devlies, Bogaert en Leterme zelf en masse werden uitgegoten over de hoofden van de paarsgroene en nadien paarse excellenties, inzake de gruwel van eenmalige maatregelen, de zogenaamde one shots. Herinnert u het zich nog? De CD&V-ers hebben nu, zoals de echte paarse politici, in naam van de perceptie een zinnetje van buiten geleerd waarin zij het volgende zeggen:
“Eenmalige maatregen? Ja, zo lang ze maar de toekomst niet belasten”. Maar wat voor een paars bedrog is dat nu weer! De reservefondsen van uw ondernemingen leegroven: is dat goed bestuur? Is dat gratis? Worden die fondsen door de Heilige Geest nadien teruggevuld, of wat? Wat een komedie allemaal, wat een bedrog, wat een hoog Verhofstadt-gehalte! Wat een bedrog van de kiezer die zoveel jaren door uzelf al dit soort praktijken heeft horen afkraken.
Ramingen moeten realistisch zijn en uw begroting is dat niet. Ramingen en begrotingen moeten realistisch zijn want anders is het niet moeilijk om een evenwicht te bereiken. Dan volstaan vijf minuten politieke moed, in dit geval: vijf minuten politieke overmoed, om een begroting in evenwicht op papier te zetten.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik wil thans graag even terugkeren naar het moment waarop u en uw CD&V de bocht hebben gemaakt en hebben beslist zich om te vormen van een partij die van de kiezers een ruim mandaat kreeg voor verandering, voor het achterlaten van de aan het verleden verslaafde Belgische constructie, voor het achterlaten van die tot op de grond versleten structuur die, zoals u zelf erkende op het einde, de limieten heeft bereikt van wat nog mogelijk is om verandering tot stand te kunnen brengen op een democratische manier, tot de partij die u voordien ben geweest, de partij waarop die Belgische structuur steunt en gebaseerd is, de behoudende partij die bestuurt, bestuurt en bestuurt tot de politieke dood erop volgt.
Op een gegeven moment zag u in dat de Franstaligen hopeloos met uw voeten hadden gespeeld, de datum van 15 juli kapot onderhandelden hoewel hij proper en deftig was opgenomen in uw regeerakkoord. Ik citeer dat regeerakkoord nog eens even op dat stuk: “Aansluitend op de” borrelnootjes” die in de Senaat schaamteloos werden geblokkeerd, zal de regering tegen half juli een verklaring afleggen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers over de inhoud van het tweede pakket hervormingsvoorstellen. De noodzakelijke wetteksten zullen hieraan worden toegevoegd, met het oog op hun goedkeuring voor het parlementair reces”. Ik zie een blik van herkenning bij de heer Jambon. Was getekend: Brussel 18 maart 2008, Etienne Schouppe, Didier Reynders, Elio Di Rupo, Bart Somers en, last but not least, Joelle Milquet.
Toen u dus op een gegeven moment inzag dat ze u bedrogen hadden, die zogenaamde partners, en zij uw CD&V totaal alleen lieten met de wens en de belofte van verandering, kwam uiteindelijk de vraag die ook de latere voorzitter van Dexia al had gesteld: quid N-VA? Nu waren er diverse redenen te bedenken om die N-VA aan boord te houden, maar een reden is volgens ons de numero uno-reden onder alle redenen: zonder N-VA heeft uw regeringscombinatie – dat is eigenlijk te veel gezegd: uw gammele regeringsschuit – aan Vlaamse kant geen meerderheid meer. Wij hebben hier sinds de eeuwwisseling op dat vlak een geleidelijke degradatie zien optreden onder impuls van een VLD die onder leiding van een mateloos door eigen ambitie gedreven Verhofstadt wegdeemsterde in een dof, lusteloos neo-Belgicisme, maar zelfs Verhofstadt heeft het nooit gepresteerd om binnen zijn zogenaamde meerderheid de Franstalige dominantie verder te laten oprukken dan de vaststelling dat binnen zijn coalitie meer Franstalige Kamerleden gehuisvest waren dan Vlaamse.
Wat hij nooit heeft gedaan, is toelaten dat die Franstalige dominantie – Hugo De Ridder heeft dat in de tijd van Verhofstadt omschreven met de woorden dat men die dominantie in de Wetstraat bijna fysiek kan voelen, dat het er van de muren druipt – zich vertaalde in een Belgische regering waarbinnen niet alleen geen meerderheid van Vlaamse Kamerleden bestaat, maar waar aan Vlaamse kant ook geen meerderheid van de Kamerleden lid is van de coalitie. Voor die dubbele minorisering hebben we moeten wachten op Yves Leterme. Geen fatsoenlijke Vlaming had ooit bereid mogen zijn om een dergelijke regering te leiden. Ik vrees dat Leterme, intellectueel moegestreden, alle schaamte voorbij is, dat hij iedere poging tot het handhaven van zijn zelfrespect heeft stopgezet en dat hij zich resoluut – veel verder en dieper dan Verhofstadt – heeft ingeschreven in de tomeloosheid van zijn ambitie om premier te zijn en vooral te blijven, om rond te kunnen wandelen op de Europese top van regeringsleiders en dies meer. De CD&V had die schande, na het voeren van een zo uitdrukkelijk geprofileerde Vlaamse campagne, niet mogen toelaten. Waar is de geloofwaardigheid van een dergelijk gebaar?
Collega’s, beeld u dit even in. Welk een tsunami van “De Cremiaanse” CD&V-verwijten zou van dit spreekgestoelte over Guy Verhofstadt en zijn Vld zijn uitgerold en neergestort, indien hij ooit met dat model van een dubbele Vlaamse minderheid voor de Kamer was verschenen?
Ik meen dat Herman De Croo…
(…): (…)
05.11 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Neen, het is niet erg voor u. Ik meen dat Herman De Croo, in een poging om paars overeind te houden – hij was toen nog Kamervoorzitter – eens heeft geopperd dat de CD&V met de paarse meerderheid mocht worden buitengehouden als de Vlaamse verliezen van paars maar voldoende zouden worden gecompenseerd door het oprukken van de MR en de PS in Franstalig België, ook indien zou zijn gebleken dat paars in Vlaanderen eigenlijk geen meerderheid meer had. “Dat zal niet passeren. Dan bevechten wij u ter land, ter zee en in de lucht, van Opgrimbie tot in De Panne.” Als ik dat vandaag lees, klinkt het nogal militaristisch, nogal “De Cremachtig”, maar die overspannen uitspraak was niet van De Crem, collega’s. Het was de uitspraak van de toenmalige Manitoe van de oppositie, de genaamde Yves Leterme uit Ieper. Zijn coalitie vertegenwoordigt aan Vlaamse kant geen meerderheid van de Kamerleden, zelfs geen meerderheid van de Vlaamse kiezers. Niemand minder dan onze geëerde Kamervoorzitter haalde toen in De Morgen – suprême en vanuit de hoogte van zijn oppositie – uit naar De Croo: “Ik weet dat sommigen met het idee spelen om een regering te vormen die in Vlaanderen geen meerderheid heeft.“ En hij keek boos naar u, mijnheer De Croo. “Een regering die alleen in Wallonië een meerderheid heeft, speelt met vuur. Ik spreek nu in het belang van het land. Dat is staatsgevaarlijk.”
Ik weet niet hoe uw diensten, mijnheer de voorzitter, die oppositiewoorden van u destijds zullen vertalen in het Frans maar ik denk dat het zoiets zal worden als “incivique”. Zou dat kunnen? Ik weet het niet.
Bij de Kamervoorzitter torent u opnieuw hoog boven ons uit, maar vanuit zijn functie deze keer. Die zal wel een slappe uitleg kunnen bedenken waarom het onder Verhofstadt staatsgevaarlijk was en nu een daad van goed CD&V-bestuur. Zelfs de bankcrisis zal er wellicht wel weer worden bijgesleept. Hier en nu zeggen wij van het Vlaams Belang de waarheid die toen de waarheid was en die nu nog altijd de waarheid is: Vlaanderen wordt geminoriseerd, de Belgische Staat is niet meer in staat om Vlamingen op een elementair democratische manier te besturen met een Vlaamse meerderheid. Dit zal zich nog veel meer dan onder Verhofstadt laten gevoelen in alles wat deze regering alsnog zou willen of kunnen produceren. We konden dit reeds zien in de afwikkeling van de bankcrisis. Als het ooit toch nog tot een akkoord komt over de nieuwe poorten die door deze coalitie voor immigranten zullen worden opengezwaaid, zullen we het zien aan de immigratiepolitiek. Deze regering zal net als de regeringen van Verhofstadt regeren tegen de wens, tegen de electorale aanwijzingen van de Vlamingen in. Dit wordt, zoals Yves Leterme het destijds zei over het “De Croo-model”, een regering tegen de Vlamingen.
Natuurlijk is de schuld voor dit alles niet de N-VA zelf. Wat daarover ook moge worden gezegd door sommigen, de N-VA stond nergens en zij heeft dit in alle ootmoed, samen met haar militanten, vastgesteld. Zij heeft daaruit de enig mogelijke conclusie getrokken en dat siert haar ook. Ik moet in alle vriendschap zeggen dat ik het een beetje vreemd vind – ik moet er vooral nog aan wennen en bekijk het met een mengeling van ironie en cynisme – dat de pers de N-VA nu behandelt als de grote woordvoerder van de Vlaamse oppositie tegen Leterme. Het lijkt wel alsof Bart De Wever – ik herhaal dat ik dit in alle vriendschap zeg – ervan uitgaat dat ofwel bij al zijn kiezers de hersenkwab van hun geheugen is weggenomen want die moet zich anders toch nog herinneren dat het dankzij de N-VA is, en de stemmen die zij mee heeft gehaald voor de lijsten van de CD&V, dat Leterme in de politieke mogelijkheid verkeert om te doen wat hij nu doet. De kiezers zijn dat niet vergeten, zo denk ik dan. Ik neem aan dat niet bij Bart De Wever de hersenkwab van zijn geheugen is weggenomen. Zozeer het hem siert dat hij uiteindelijk toch consequent is geweest, zo zou het hem sieren – ik weet dat dit een schier onmogelijke opgave is voor hem – om bescheiden te zijn en te erkennen dat heel de operatie “meedoen met de tsjeven”, om zo druk uit te oefenen om stappen vooruit te zetten voor Vlaanderen, uitgedraaid is op een prima doorbraak in de media maar vanuit Vlaams standpunt ook op één groot, reusachtig tijdverlies met als netto eindresultaat: nada, nul, zero.
Voorts zal de N-VA moeten erkennen dat, als radicaal Vlaamsnationalisten onder mekaar, wij u daarvoor altijd hebben gewaarschuwd. Van punt A naar punt B gaan doe je best in één rechte lijn. Het per se willen nemen van kronkelwegen heeft in deze slotfase van het Belgisch koninkrijk geen enkele meerwaarde meer. Integendeel, er gaat voor Vlaanderen veel te veel essentiële tijd verloren. Wij van het Vlaams Belang gaan door met een politieke strijd die uitgaat van het voor Vlaanderen noodzakelijke. Ik hoop van harte dat de N-VA op een dag zal ophouden met ons daarvoor als minderwaardigen te behandelen, zeker nu gebleken is dat hun politieke strijd om in plaats van het noodzakelijke, het haalbare na te streven, heeft aangetoond dat niets in deze Belgische context nog echt haalbaar is.
CD&V zelf ga ik hier, in de hoop hen toch nog terug bij hun beroofd verstand te brengen, waarschuwen voor wat nu komt. U zit in de zak met mensen die allemaal uw vel hebben gewild en tegen u campagne hebben gevoerd. Dat zijn natuurlijk de Franstaligen aan de ene kant. Ik ga niet de verkiezingspamfletten van cdH of de PS en zeker niet van de partij aan de winnende hand, de MR, voorlezen en in herinnering brengen. Ik zal alleen nog eens dat fameuze pamflet van de MR ten behoeve van de zogenoemde confederalist Kris Peeters naar boven brengen. Het heet: de periferie gemeenteraadsverkiezingen.
"Les propos injurieux des
sociaux-chrétiens flamands à l'égard des francophones de la périphérie, des
institutions belges et du Roi démontrent que plus que jamais, les francophones
doivent préparer une réponse forte et cohérente au projet confédéraliste
flamand."
Tot zover de dromen van Kris Peeters.
"Les candidates et les
candidats MR s'engagent à vous défendre, à refuser toute scission des
arrondissements judiciaire et électoral de Bruxelles-Hal-Vilvorde, à exiger
l'application de la convention-cadre sur la protection des minorités
nationales, à revendiquer l'élargissement de la Région bruxelloise aux communes
où vit une communauté significative de francophones, à combattre les plans
flamands visant à une assimilation linguistique et culturelle des francophones
de la périphérie."
Tot besluit stond er, waarna uw grote held en vice-premier Didier Reynders tekende:
"S'il y a une patrie à
donner aux francophones, s'il y a une patrie à leur faire aimer, c'est une
patrie francophone, une Belgique francophone."
Daarmee ga ik graag de boer op, om dat CD&V-geheugen wakker te houden en ten behoeve van Kris Peeters heb ik het hier gebracht.
De MR heeft woord gehouden. Alle Franstaligen hebben woord gehouden. Ik weet niet of dat voor CD&V doorheen de mediatieke glitter en glamour van de bankcrisis nog altijd duidelijk is gebleven. De Franstalige partijen hebben woord gehouden. CD&V daarentegen is in een soort van Noël Slangen-achtige operatie van perceptieaanpassing verstrengeld geraakt. Van Leterme wordt nu overgeschakeld op Peeters. Die gaat er nu het beste van maken, zoals dat heet. Hij gaat de borrelnootjes in een doosje doen.
Karel De Gucht heeft ooit eens beschreven, vertrouwd als hij was met het feit dat in België alleen nog de Franstalige partijen in staat zijn om zich aan hun verkiezingsbeloftes te houden, wat de staatshervorming zou kunnen zijn. Ik moet wel toegeven dat Karel De Gucht wel een zwaar geval van pragmatisch cynisme is geworden. Hij zei: als u die borrelnootjes in een doosje inpakt en daar nog een doosje en nog een doosje en voldoende blinkend papier rond doet en kleurige en blinkende strikken, en u zegt voldoende luid: dit is de nieuwe staatshervorming, dan zijn er in dit land een paar zotten die geloven dat dit een staatshervorming zal zijn.
Dat is nu le nouveau CVP qui est arrivé. Leterme is weg. Hij debiteerde gisteren nog één zinnetje in de begrotingsverklaring over de staatshervorming, maar voor de rest is hij weg, fini.
Nu zit daar Peeters, zogezegd in een operatie confederalisme, Vlaanderen te vertegenwoordigen. Hij heeft nog de groet meegekregen van Yves Leterme in een laatste persmededeling dat het Belgisch model aan zijn einde is en dat dit geen model meer is waarmee men nog kan onderhandelen.
En dus zit Peeters daar nu. Ik weet niet of u hem hebt gezien vorige week bij de eerste bijeenkomst in het Paleis der Academiën. Hij zit daar in een operatie Confederalisme Vlaanderen te vertegenwoordigen, voor de camera’s, omringd door alle partijpolitieke kopstukken van de Franstaligen. Zijn ambtsgenoot Demotte laat gewoon de groeten doen. Peeters zit daar dus alleen de gewestregeringen te vertegenwoordigen.
Tot zover het confederale model van CD&V. Wat een gesukkel! Men kan dan nog proberen, de perceptie - Noël Slangen à la CVP - om nog wat krantenartikels uit te lokken over het sexappeal van Kris Peeters en over zijn geweldige aantrekkingskracht bij vrouwen. Men kan een of ander organisme vooruitsturen om hem te nomineren tot de George Clooney van Vlaanderen. Maar dat helpt natuurlijk allemaal niet. Politiek zet dat geen zoden aan de dijk. Politiek zit hij daar tussen Moureaux en de Reyndersen als een vreemd kuiken, als een klaverenzot. Le confédéralisme, le fédéralisme des cons, le confédéralisme cocu, dat is waar Peeters in zit en waar u in zit.
Goede collega’s van CD&V, dit kan tot niets leiden en dit zal tot niets leiden. Net zomin als gelijk welke frigo die door hetzij Martens, hetzij Dehaene, hetzij Verhofstadt onder allerlei benamingen, Costa, Forum, Intergouvernementele Conferentie en soms gewoon Dialoog, werd opgezet en werd geprobeerd. Telkens kwam daar niets uit.
Die dialoog van Krisje Peeters is er niet om iets tot stand te brengen, laat staan om de dingen tot stand te brengen die tot stand moesten worden gebracht. Laten wij de dingen zeggen zoals ze zijn: die dialoog is er alleen maar om te verhullen dat er helemaal niets tot stand is gebracht en tot stand gebracht kan worden. Dat is de reden van die dialoog en niets anders.
Probeer het dus niet positief te formuleren. Het slaat nergens op. Daarvoor dient dat en voor niets anders. Het is er om Leterme in staat te stellen om niet meer door zijn geweten, laat staan door een staatshervorming, gehinderd toch door te gaan met zijn Belgische duivelswerk namens een minderheid van de Vlamingen. Daarvoor dient de dialoog. Daarvoor dient heel die dialoog. Daar heeft Peeters zich nu in ingeschreven. Daar hebt u zich nu in ingeschreven.
Wat zijn de garanties die Peeters heeft? Met welk papiertje heeft hij daar staan zwaaien toen hij van Leterme terugkwam? Ik heb het opgevraagd. Ik ben dat papiertje eens gaan zoeken dat door de perswoordvoerder van Leterme werd uitgedeeld. De eerste lijn: “De federale regering zal geen …” Dat zijn de garanties van Peeters. Het is dan nog in twee talen, Nederlands en Frans.
“Brussel, 21 september 2008,” dat is
een lijn die er reeds af gaat, “De federale regering zal geen initiatieven
nemen in het BHV-dossier. De hangende parlementaire procedures
staan los van de regering". Vertaald:
"Le gouvernement fédéral ne prendra pas d'initiative concernant le dossier BHV et les procédures pendantes sont indépendantes du gouvernement."
Zo zeggen ze dat in het Frans.
En dan geef ik de tweede lijn. Daar spreekt Peeters nooit over. Als men hem daarnaar vraagt, in gelijk welke interpellatie in het Vlaams Parlement, duikt hij weg. Hij spreekt alleen maar over de eerste regel.
De tweede lijn: “Het moet mogelijk zijn om de nog bestaande moeilijkheden op te lossen opdat de dialoog van Gemeenschap tot Gemeenschap van start kan gaan.”
“Il doit être possible de surmonter les difficultés restantes afin que le dialogue de Communauté à Communauté puisse démarrer."
Welke moeilijkheden, los van de regering, hoezo? Zijn dat de Franstalige garanties? Zijn dat de garanties dat de Franstaligen de regering niet zullen doen vallen als Brussel-Halle-Vilvoorde vanuit het Parlement tot op de regeringstafel zou komen, om daar door de Koning ondertekend te worden? Is het dat? Zult u het daarmee doen? Zal Kris Peeters, zal CD&V het daarmee doen?
Natuurlijk niet. CD&V zal het helemaal niet doen. Integendeel, Peeters is naar de drie musketiers gegaan – La Libre Belgique heeft dat geschreven en dat is eigenlijk nooit openlijk tegengesproken – om te vragen of het met de Franstaligen toch wel zeker goed afgesproken is dat zij aan alle parlementen zullen vragen om zo veel mogelijk de parlementaire procedure uit te putten. Alsof het een normale parlementaire procedure is dat zeven parlementen proberen een goedgekeurd wetsvoorstel tegen te houden! Dat is natuurlijk niet de normale parlementaire procedure.
De normale parlementaire procedure zou zijn geweest dat u aan de Franstaligen gezegd zou hebben dat er wel een regering gevormd kon worden, indien zij het wetsvoorstel gewoon wet laten worden zonder nog vertragingsmanoeuvres uit te oefenen. Dat zou een onderhandelde oplossing zijn geweest! (Applaus)
Waar heeft Peeters zijn garanties gehaald? Niets heeft hij! Hij heeft maar één zekerheid, namelijk dat de Franstaligen hem voor de verkiezingen van 2009 niet meer zullen lastigvallen met BHV, want zij zullen tot die tijd de procedures blijven uitputten. Dat is de enige zekerheid die Peeters heeft. Het is ook de enige zekerheid die hij moet hebben als hij met zijn onderbroek aan toch nog naar de kiezer wil gaan. De rest trekt hij zich niet aan.
Peeters is een sinistere figuur aan het worden, als hij daarmee doorgaat. Dat een normale parlementaire procedure noemen, is natuurlijk onjuist. In de context van BHV is dat het nodeloos rekken van de zaak door abnormale procedures. De normale parlementaire procedure zou zijn: goedgekeurd in de Kamer, goedgekeurd in de Senaat, de regering draagt het naar de Koning, en gedaan. Al de rest is politiek gesjoemel, het zijn politieke akkoorden achter de schermen, “achterkamertjes”, zoals men dat in Nederland noemt.
Excuseer me, collega’s van CD&V, maar u wordt bedrogen waar u bij staat, ook door uw Vlaamse collega’s.
Als Le Soir in het groot titelt: “Coté flamand, le changement de ton is daar”, over de verklaringen van Frank Vandenbroucke op de RTBF-radio Matin Première, dat BHV voor hem helemaal niet dringend is, dan neem ik natuurlijk geen genoegen met het feit dat dat gerelativeerd wordt door Frank Vandenbroucke. Ik ga dan naar de RTBF om de teksten op te vragen. Daartoe moet ik mensen inschakelen, want anders speelt het cordon sanitaire, maar goed, er is daar veel volk, dus alles wat er op de radio gezegd wordt, kan worden uitgetikt. Daar heeft de RTBF tijd en blijkbaar geld voor. En, wat zegt Frank Vandenbroucke?
“De l'autre côté, nous disons que nous savons bien que c'est un dossier impossible à résoudre avant les élections régionales, et c'est pour cela que nous disons qu'il faut laisser se dérouler la procédure parlementaire. Nous savons bien que cette procédure n'aboutira pas avant les élections régionales."
Is dat afgesproken in de Vlaamse regering? Is dat wat Kris Peeters samen met Frank Vandenbroucke namens de Vlaamse regering zal zeggen? Is dat wat achter hun redenering zit? Is het dit wat u aan de kiezers zult verkopen: dat u zeker niets zult oplossen en dat die vijf minuten politieke moed vijf jaren politieke moed zullen worden?
“ça risque de crisper quand même le
climat?” vraagt de RTBF. Antwoord van Vandenbroucke:
“Oui.” Maar het is nog
niet gedaan, dames en heren van CD&V. “Oui, mais on sait bien qu’une
procédure parlementaire n’exclut pas qu’en fin de route, il y ait une
négociation et une solution négociée.”
Kortom, Frank Vandenbroucke, uw eigen partner in de fameuze confederale dialoog, steekt u nu al, vooraf, een mes in de rug. U moet dat allemaal dulden, u moet dat allemaal ondergaan. Uw eigen sp.a-vriendjes in uw eigen confederale Vlaamse regering bieden nu al aan de Maingains onderhandelingen aan over BHV. Begrijpt u nu wat ik bedoel als ik zeg dat confederalisme “le fédéralisme des cons” is?
Kortom, er is dringend nood aan Vlaamse standvastigheid, Vlaamse rechtlijnigheid ook, zoals Leterme die in het vooruitzicht had gesteld, een regering, niet zoals deze met een Vlaamse minderheid, maar een regering van en voor de Vlaamse meerderheid in dit land, een democratische Vlaamse regering. Het enige waarover nog onderhandeld kan worden inzake BHV, is om de afspraak te maken dat de Belgische regering niet valt over de goedkeuring van een Vlaams voorstel. Dat is een onderhandelde oplossing en het is de enige die aanvaardbaar is.
Kortom, collega’s van CD&V, nu uw Vlaamse schaamlapje van N-VA u is ontvallen, staat u daar deerniswekkend naakt. U bent nu de naakte meid van al het vuile Belgische werk geworden. En, u zult het alleen moeten doen. Het zal aan de Vlaamse kiezer zijn om ervoor te zorgen dat de prijs van Wetstraat 16 voor u even zwaar zal wegen als u die vanuit de oppositie hebt doen wegen voor Verhofstadt.
Aan Leterme zelf zeg ik: u hebt, na het nogal brutale en zonder veel woorden omkranste dumpen van uw N-VA-geliefde veel felicitaties ontvangen vanuit Franstalig België. Zij zijn zo. Zij kunnen ongelooflijk gemeen zijn als zij vinden dat iemand te Vlaams is. Vraag het maar aan uw voorganger, Baby Thatcher, die gedurende de jaren 90 een decenniumlang als een paria door de Wetstraat moest wandelen. Vraag het hem maar eens.
Maar eens men resoluut voor België kiest en tegen zijn eigen volk, eens men adelbrieven voorlegt zoals die welke u nu voorlegt – namelijk het dumpen van N-VA en zonder verpinken een Belgische regering met een Vlaamse minderheid voorzitten – kunnen zij ontzettend lief zijn.
Zowel Milquet als Onkelinx liet de dag nadien meteen optekenen dat de zaken zonder de N-VA veel gemakkelijker zouden gaan en dat uw begroting in feite een fluitje van een cent zou zijn. La Libre Belgique schreef, als was het een attest van goed zedelijk gedrag: “Enfin un premier ministre est né.” U zult zich die titel met veel smaak hebben laten welgevallen.
Ik heb het niet zo voor de premier ministre enfin né. U weet dat. Geef mij maar de Leterme die zijn kiezers – met andere woorden: de Vlamingen – een project gaf, iets waarin zij konden geloven, iets wat zij konden dromen, iets wat hen kon bezielen. De Belgische eerste minister Leterme kan dat eerlijk gezegd niet meer.
Dat konden we hier gisteren allemaal zien, horen en ondervinden. Achteraf gezien, nu we weten dat het toch misgelopen is, hadden we misschien nog het best de Leterme gehad uit het interview in de Humo van deze zomer. Hij zei toen: “Ik ben meer in sport geïnteresseerd dan in politiek. Ik heb er ook meer verstand van”. Humo voegde er nog aan toe “lacht”, maar dat kan hier worden weggelaten. We weten nu dat het, helaas voor Vlaanderen, bloedige ernst was.
05.12 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, mesdames et messieurs les ministres, ce budget que vous présentez en équilibre ne l'est que "facialement". Voilà une semaine à peine, le secrétaire d'État au Budget revenait de New York avec les chiffres du FMI et nous annonçait un taux de croissance de 0,2% au mieux. On évoquait même une possible récession.
Dans le texte prononcé hier par le premier ministre, nous lisons "un taux de croissance de 1,2%". Vous vous référez aux institutions économiques; or, selon la seule qui ait actualisé le chiffre pour la Belgique, à savoir l'institution mondiale FMI, on peut faire état d'un écart de 4 milliards. C'est un des éléments qui nous permet d'affirmer aujourd'hui que ce budget n'est pas en équilibre et ne sera pas en équilibre.
Vous nous direz que nous n'en sommes qu'en début d'année et que la situation s'observe en fin d'année. Justement, prenons le temps d'étudier ce qu'il en a été en fin 2007 et en 2008 avec la projection jusqu'à la fin de cette année, réalisée par vos propres services, monsieur le secrétaire d'État, le SPF Finances et Budget.
En 2007, nous remarquons un déficit final de –0,2% du PIB, soit environ 750 millions d'euros; en 2008, alors que vous annoncez l'équilibre, il s'agit d'un déficit de –0,4% du PIB, soit environ 1,5 milliard d'euros. Cela se trouve dans la note que vous avez vous-même présentée au gouvernement et qui a été diffusée. Pour 2009, la tendance est identique. Aujourd'hui, vous vous présentez avec un budget soi-disant en équilibre. Cela dit, alors qu'il est déjà 11.00 heures, nous ne disposons toujours pas du tableau qui nous permet de le voir; sa photocopie est en cours.
Néanmoins, au-delà de cet aspect croissance, je lis aussi "800 millions de recettes en provenance des entités fédérées". Monsieur le secrétaire d'État, avez-vous la garantie de recevoir cet argent? Élaborer un budget ne peut se faire sur du sable. Il convient de rester sérieux et d'inscrire des chiffres sûrs: oui ou non avez-vous la garantie d'avoir à la fois un taux de croissance de 1,2% et les 800 millions en provenance des Régions et des Communautés? Non et non.
05.13 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Monsieur Nollet, je reprends votre raisonnement: regardons ce qui s'est passé en 2008. Il y a une quinzaine de jours, vous m'avez dit en commission que nous n'arriverions jamais à obtenir l'accord des entités fédérées pour le budget de 2008.
Non! Nous avons eu plus! Au niveau de la Flandre, on prévoyait 360 millions d'euros non dépensés. Or, le ministre flamand du Budget nous a appris, la semaine dernière, qu'au lieu de 361 millions d'euros, le montant s'élèvera à 414 millions d'euros. En conséquence, si je reprends votre raisonnement, nous aurions encore pu augmenter la contribution des entités fédérées. Nous avons préféré rester prudents et baser l'ensemble des chiffres sur des critères objectifs, sur la répartition de l'implication de l'indexation importante de 2008, sur la répartition des fameux 235 millions d'euros qui doivent être répartis entre les différentes Communautés et les 100 millions de l'effort complémentaire que les Régions et Communautés doivent consentir dans le cadre du budget fédéral.
Monsieur Nollet, vous n'ignorez pas que cela devra se concrétiser, exactement comme chaque année depuis 2004, dans le cadre des négociations avec les entités fédérées. Nous aurons même peut-être une bonne nouvelle en fin d'année 2009, tel que ce fut le cas en 2008.
05.14 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur Wathelet, c'est bien ce qui m'inquiète! Si on doit effectivement se baser sur le passé, en 2007, vous annonciez un équilibre, alors que ce fut -0,2% et, pour 2008, vos propres services annoncent aujourd'hui un équilibre de -0,4%. Vous pouvez dire que cela va mieux du côté des Régions et des Communautés, la réalité globale est un déficit alors que vous présentez un équilibre.
En outre, madame Milquet, on peut se pencher sur d'autres éléments du côté des recettes. En ce qui concerne la taxe "avion", recette nécessaire pour équilibrer le budget, rien ne figure dans la déclaration gouvernementale. Dans le texte prononcé hier par le premier ministre, ni les chiffres, ni le principe ne sont évoqués. C'est quand même surprenant! En outre, quatre à cinq chiffres différents sont publiés dans la presse. Certains, notamment le quotidien "Vers l'Avenir", parlent de 20 ou de 50 euros. D'autres, entre autres le journal "La Libre Belgique", évoquent 5, 10, voire 40 à 50 euros pour certains types d'avions, tandis que "La Dernière Heure" se rétracte, après avoir annoncé 10 euros, en disant que le montant s'élèvera finalement à 5 euros.
05.15 Joëlle Milquet, ministre: Je prends le micro de Mme Turtelboom pour montrer notre grande alliance…(au second degré).
Vous me posez des questions qui ne relèvent pas de mes compétences. Je pense que le ministre des Finances pourra vous répondre.
On a en effet prévu un objectif budgétaire. Différentes possibilités existent immanquablement. Nous allons discuter des modalités avec les différents secteurs concernés dans les semaines qui viennent.
05.16 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Madame Milquet, je faisais simplement le constat que différents chiffres avaient été évoqués par la presse et que le montant précis – il est tout de même normal que les gens sachent à quoi ils doivent s'en tenir – n'était pas indiqué dans la déclaration.
Ce matin, surprise! Que lit-on dans la presse? Que le ministre Antoine est totalement opposé à ce que vient de décider votre parti au sein du gouvernement fédéral! C'est sur ce point que je voulais poser une question. Vous avez la casquette de vice-première ministre et celle de présidente de parti. Où est la cohérence? D'un côté, nous avons un secrétaire d'État qui nous dit qu'il faut une recette supplémentaire pour le budget et, de l'autre, nous avons un ministre régional, le ministre Antoine, du même parti, de votre parti, qui s'oppose à cette taxe. S'il vous plaît, un peu de cohérence au sein de votre parti!
J'estime qu'il est nécessaire de savoir ce qu'il en est exactement. Est-ce le ministre Antoine qui a raison? Oui ou non?
05.17 Joëlle Milquet, ministre: Monsieur Nollet, si vous voulez interroger le ministre Antoine en Région wallonne, je suppose que vous avez un groupe parlementaire qui pourra s'en charger. Je vous dirai simplement que la presse écrit ce qu'elle a envie d'écrire. Je ne suis pas encore rédactrice en chef.
Je suppose que les réactions de M. Antoine étaient données au sujet des différents chiffres qui circulaient dans la presse, chiffres aléatoires étant donné que les modalités devront encore être discutées notamment avec les Régions.
05.18 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): C'est l'excuse facile: la presse a écrit des choses qui ne correspondent pas à la réalité.
Je suppose donc que M. Antoine va aujourd'hui même, sans attendre, donner un démenti pour indiquer qu'il n'a jamais déclaré que cette idée était mauvaise. Nous allons attendre et examiner les communiqués. Nous serons attentifs.
Toujours est-il que pour atteindre un budget à l'équilibre, cette mesure est prévue tout en étant refusée par ailleurs par des partenaires du gouvernement.
05.19 Didier Reynders, ministre: Monsieur Nollet, je voudrais préciser deux choses sur cette mesure.
Tout d'abord, cette mesure a été demandée à de multiples reprises, notamment ici au Parlement par certains groupes.
Je présume que vous êtes toujours favorable à une taxation; puisqu'on n'arrive pas à taxer le kérosène à l'échelon international, on a choisi comme d'autres pays (les Pays-Bas ou la France) de taxer les billets d'avion. Cela me paraît être une démarche cohérente puisqu'elle s'inscrit dans une logique de financement à la fois du développement durable mais aussi de la coopération au développement. En effet, beaucoup de pays ont décidé d'affecter la recette de cette taxation à la Coopération au développement.
Deuxième élément. Comment a-t-on calculé une masse financière sur le sujet?
En prenant des hypothèses de base qui serviront à une discussion, une concertation d'abord avec le secteur. Il est évident que nous devons étudier l'impact sur le secteur.
Le but n'est pas d'interdire les déplacements en avion, c'est d'obtenir un prélèvement. À partir du moment où l'ensemble des concitoyens paient des charges très élevées sur l'essence, le diesel, sur toute une série de produits énergétiques, il est assez logique que l'on opère aussi un prélèvement sur les compagnies aériennes qui, jusqu'à présent, n'étaient pas taxées sur le kérosène.
La base du calcul est simple: on prend un nombre de passagers et on pose une hypothèse. C'est ainsi que l'on est parti d'une taxe de 10 euros sur l'ensemble des vols en établissant une différenciation entre les vols intercontinentaux. En classe business ou en première classe, on pourrait très bien envisager de passer à une taxe de 40 voire 50 euros.
Des estimations ont été faites. Des montants allant de 132 à 149 millions ont été évoqués, si je me souviens bien. Dans le tableau qui vous a été remis, le chiffre de 132 millions a – me semble-t-il – été retenu. Il s'agit-là d'une hypothèse basse, mais de toute façon, cela fera l'objet de discussions. À cette occasion, des négociations avec les compagnies et les Régions auront lieu.
Bien entendu, aucune compagnie ne sera exclue et il ne sera pas question de descendre en dessous d'un prélèvement minimum. Il est évident que l'on ne peut imaginer d'exonérer ou de quasi exonérer des compagnies de cette taxation. Une discussion sera donc organisée.
Pour ma part, j'ai pris connaissance des réactions de nombreuses personnes sur le sujet. Il me semble savoir que pratiquement tous les groupes de cette assemblée demandent d'aller plus loin. Pendant plusieurs années et en particulier durant ces derniers mois, j'ai tenté d'obtenir un accord au niveau européen, ce éventuellement sur base volontaire. Mais cela n'étant pas possible, il faut, selon moi, adopter une autre attitude à l'instar des Pays-Bas et de la France.
Cela dit, je peux comprendre que quand on est directement concerné d'un point de vue économique, qu'il s'agisse d'une compagnie ou d'un aéroport, on puisse avoir un avis différent de celui du gouvernement fédéral dont la préoccupation concerne surtout le développement durable et la coopération au développement.
05.20 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, votre réponse est intéressante. En effet, comme mes collègues s'en souviendront certainement, nous avons proposé des mesures identiques par le passé. Mais, à l'époque – il faut le rappeler –, vous aviez fait savoir qu'il n'était pas nécessaire de prendre de telles mesures.
Je constate aujourd'hui que cela n'est pas le cas. Si on a perdu un peu de temps, j'admets que la mesure est intéressante et même nécessaire pour les raisons que vous avez évoquées.
Je prends également note – et je suppose que c'est votre cas également, monsieur Michel –, que ces montants seront affectés à la Coopération au développement. En tout cas, il me semble que c'est ce qui a été dit, mais nous ne manquerons pas de procéder à des vérifications.
Cependant, un problème se pose dans la mesure où on a le sentiment que ce qui se passe au niveau de gouvernement fédéral et qui implique un même parti, n'est absolument pas connu par les autres niveaux de pouvoir. Et on assiste aujourd'hui à une cacophonie en termes de communication. Cela ne sert évidemment pas la bonne compréhension des mesures envisagées.
05.21 Didier Reynders, ministre: Monsieur Nollet, il faut être très clair sur ce point. La décision a effectivement été prise au sein du gouvernement fédéral. Mais avant d'annoncer une quelconque décision, l'information a été communiquée aux gouvernements régionaux.
05.22 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Ce que vous venez de dire est important!
Madame Milquet, je suppose que vous avez entendu ce que vient de dire M. Reynders.
05.23 Joëlle Milquet, ministre: (….)
05.24 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Je vois que vous êtes occupée avec votre ordinateur. Je veux donc m'assurer que vous avez bien entendu les propos qui viennent d'être tenus par le ministre des Finances.
05.25 Joëlle Milquet, ministre: Monsieur Nollet, durant les quelques années où vous étiez au gouvernement, vous n'avez pas pu arriver à ce résultat que vous ne pouvez que souligner. Pour le reste, ne vous inquiétez pas, nous avons des capacités de négociation rapide et vous en connaîtrez rapidement les modalités. L'objectif est clair, assumé et tout le monde le partage.
05.26 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): C'est très bien, il l'entendra et pourra ainsi corriger les propos qu'il a tenus en ces lieux. Je voudrais aborder à présent un autre aspect inquiétant de cette déclaration gouvernementale, un problème transversal qui fragilise l'ensemble des services publics.
Si on fait le tour des différents services publics mentionnés dans la déclaration du premier ministre, nous y trouvons, d'une part, la confirmation du plan de fermeture des bureaux de poste, d'autre part, la confirmation de la reprise de liquidités à la SNCB qui empêchera l'accroissement de l'offre, la régularité des trains et l'augmentation du nombre de places, alors que les trains sont de plus en plus bondés. Encore un axe de fragilisation des services publics.
Par ailleurs, monsieur Giet, je lis que le MR se félicite de la suppression de 5.000 postes de fonctionnaires sous cette législature et je me pose des questions. Quel a été le rôle du Parti Socialiste dans cette négociation gouvernementale alors qu'on fragilise les services publics et que les gens estiment à juste titre qu'ils constituent le dernier recours? Face à la crise financière, à qui fait-on appel quand rien ne va plus? À l'État! Dans le même temps, vous acceptez la fragilisation des services publics comme La Poste, les trains et le corps des fonctionnaires dans son ensemble.
J'entendrai encore en commission de Lutte contre la fraude fiscale qu'il faut lutter contre ce fléau, ce qui augmentera les recettes de l'État. Ensuite, on se rend compte qu'avec 5.000 postes en moins, il y aura moins de fonctionnaires au SPF Finances vu qu'on n'en remplace déjà plus que deux sur trois. Mais comment voulez-vous alors mettre en œuvre le volet "recettes" de votre budget tout en préservant l'aspect qualitatif du service public qui doit être rendu à chaque citoyen, quelle que soit sa région?
Cette fragilisation du service public constitue un très mauvais signal, d'autant plus que les gens se rendent compte mieux que jamais de l'utilité et de l'importance du service public.
05.27 Minister Inge Vervotte: Mijnheer de voorzitter, misschien toch een paar elementen van antwoord op de beweringen van de heer Nollet.
Ten eerste, met betrekking tot De Post is het evident - en ik denk dat u zeer goed weet - dat de afbouw van het postkantorennetwerk niets te maken heeft met de budgettaire situatie en de budgettaire begroting zoals die nu is opgemaakt. Dit is een gevolg van de beheersovereenkomst 2005-2010, ondertekend door De Post en de vorige regering, over de systematische afbouw van het kantorennetwerk. Tegelijk wordt de dienstverlening op een andere manier gecompenseerd door onder andere PostPunten. Dit voorstellen alsof het te maken heeft met de huidige begrotingsopmaak is aldus totaal incorrect.
Ten tweede, u vergeet erbij te vermelden dat er in deze beleidsverklaring wel iets staat over De Post en volgens mij zelfs iets belangrijks.
Er staat met name in dat wij zinnens zijn om, in toepassing van de Europese richtlijn met betrekking tot de concurrentie, die wij moeten uitvoeren, te zorgen voor een loyale concurrentie waarbij zowel de dienstverlening als de betaalbaarheid worden verzekerd en om tegelijk de nodige stappen te zetten om maatregelen te nemen ten aanzien van de werknemers. Die discussie zullen wij in de commissie rustig kunnen voortzetten.
Het belangrijkste is echter dat in de beleidsverklaring staat dat de universele dienstverlening aan De Post zal worden toegewezen, dat wij zullen zorgen voor een werknemersstatuut voor de betrokken personeelsleden binnen het geheel van de sector en dat er een loyale concurrentie zal zijn. Dat is de belangrijkste beslissing met De Post.
Waarnaar u verwijst, heeft niets te maken met de voorliggende beleidsverklaring. Integendeel, wij versterken de dienstverlening door de beleidsverklaring en door de beslissingen met De Post, die wij in deze beleidsverklaring hebben opgenomen.
Met betrekking tot de ambtenaren is het totaal incorrect de zaken voor te stellen alsof wij naar een minder sterke overheid zouden willen gaan. Integendeel, wij willen precies komen tot een overheid met meer slagkracht en meer daadkracht, omdat wij vandaag met een massale uitstroom van onze ambtenaren worden geconfronteerd. U moet het dossier eens opvolgen. Indien wij op dat vlak geen goed beleid zouden voeren, waarbij wij de zaak monitoren en meten en waarbij wij nagaan welke functies noodzakelijk zijn en welke functies verdwijnen door automatiseringsprocessen en dergelijke, dan pas zouden wij in een situatie belanden waarin wij de dienstverlening niet langer kunnen garanderen.
Ik geef u een voorbeeld. Het is cruciaal om in bepaalde diensten vooral hooggeschoold personeel in te zetten, terwijl wij weten dat voor andere diensten – heel specifiek voor de gevangenissen – laaggeschoold personeel noodzakelijk is. Dat is precies wat wij doen. Indien wij geen beleid tegenover het voorgaande zouden zetten, zouden wij in de problemen komen. Wij stellen bijvoorbeeld vast dat het grootste gedeelte van de top van onze ambtenarij met pensioen gaat. Het is noodzakelijk om nu te investeren in automatiseringsprocessen, wat wij ook doen. De functies van betrokkenen zullen dus verdwijnen.
Er wordt dus net een langetermijnplan tegenover gesteld. Indien wij dat niet zouden doen, zou de dienstverlening in het gedrang komen.
Het laatste element van mijn antwoord heeft betrekking op de NMBS.
De regeringsmaatregel heeft op geen enkele manier een impact op het investeringsprogramma van Infrabel. Zeggen dat het feit dat er centen uit de reserves worden gehaald, een impact op de investeringen heeft, is dus niet correct. Wij vragen immers dat het investeringsprogramma dezelfde lijn blijft volgen.
U en ik weten dat er vandaag een probleem is om het investeringsprogramma te kunnen uitvoeren wegens een gebrek aan mensen en omdat de vergunningen van de Gemeenschappen en Gewesten en van de lokale besturen soms niet tijdig worden afgeleverd. Het komt dus niet door een gebrek aan geld. Integendeel, jaarlijks moeten wij vaststellen dat het budget dat de federale regering ter beschikking stelt om haar investeringen in de spoorwegen uit te voeren, niet ingevuld geraakt en dat er dus een overschot op het budget is.
Het enige wat wij doen, is het budget rechttrekken, namelijk ervoor zorgen dat het overschot op de investeringen naar de Staat terugvloeit. Dat is alles.
05.28 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, je reviens deux minutes sur ce que vient de dire la ministre Vervotte. En fait, sur le volet fonctionnaires, votre logique est purement comptable, mathématique, avec un objectif à atteindre en chiffres. La ministre réagit aussi en parlant de "automatisering", grâce certainement à l'aide de l'informatisation. Nous avons déjà vu où cela menait. Notamment en matière de lutte contre la fraude fiscale, une connaissance humaine des dossiers est indispensable. Les ordinateurs ne remplaceront jamais la capacité des fonctionnaires à détecter les fraudes.
Vous parlez des postes. En effet, la directive européenne impose une manière de la traduire dans la législation fédérale. Et j'ai pu lire des éléments pas inintéressants dans la déclaration sur ce volet. Néanmoins, en même temps, La Poste ferme actuellement des bureaux, garantit l'ouverture de nouveaux Points Poste alors que, dans la réalité, des bureaux de poste se ferment sans cette contrepartie d'ouverture de Points Poste. Je vous donne un exemple: à Leernes, entité de Fontaine-l'Évêque: la semaine dernière, un courrier est arrivé au Collège des bourgmestres et échevins signalant la fermeture du bureau de poste en date du 15 décembre mais aucun Point Poste n'est ouvert.
Voilà la logique dans laquelle vous vous trouvez. Et vous la confirmez: c'est cela que nous voulions dénoncer aujourd'hui. Cette fragilisation des services publics se retrouve dans le non-financement du fonds des pensions, suivant la même logique. Encore une fois, nous nous trouvons à un moment charnière. Selon les calculs du journal "De Tijd", les Belges perdent en moyenne 9.300 euros comme épargnants, eu égard à la crise financière et boursière que nous traversons pour l'instant. Beaucoup de personnes dans cette situation avaient recours à un deuxième ou à un troisième pilier de pension.
Peut-être se rendent-ils compte maintenant de l'incertitude de ce genre de montage. Peut-être, justement en ce moment, regardent-ils avec un autre regard, l'intérêt, l'importance et la nécessité de disposer d'un premier pilier de pension, la pension publique. C'est au moment où l'intérêt se porte sur le premier pilier qu'on ne finance plus le fonds de vieillissement, le fonds de pension. Si l'on additionne ce que vous n'avez pas versé en 2007, ce que vous n'avez pas versé en 2008 et ce que vous ne verserez pas en 2009, la somme atteint un montant de sous-financement du fonds des pensions à hauteur de 7 milliards d'euros.
Et on voudrait aujourd'hui rassurer les gens. Comment pensez-vous pouvoir y parvenir? Justement, c'est en investissant dans le fonds des pensions qu'il serait possible d'y arriver. On se rendra alors compte que seul un premier pilier solide peut garantir une stabilité à long terme. Aujourd'hui, les gens se posent énormément de questions, à juste titre, sur tous ces investissements vers lesquels on les avait poussés, c'est-à-dire les deuxième et troisième piliers de pension.
Or, quel signal votre gouvernement leur envoie-t-il aujourd'hui? Un désinvestissement dans le fonds de vieillissement à hauteur de 7 milliards! Pour nous, c'est inacceptable! En 2007, avant la crise financière, en 2008 avant la crise financière et maintenant, pour 2009, vous le confirmez: 7 milliards de moins pour ce fonds de vieillissement
05.29 Didier Reynders, ministre: Monsieur Nollet, dois-je comprendre que vous considérez que nous aurions dû préparer cette année un budget avec un montant consacré au fonds de vieillissement, c'est-à-dire avec un surplus budgétaire. Avez-vous une idée du surplus budgétaire que vous auriez souhaité atteindre?
05.30 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, je suis heureux que vous me posiez la question; cela participe de la construction intellectuelle, de la réflexion de cette assemblée. Je savais que vous alliez le faire et j'avais donc préparé cette question! J'ai une proposition à vous formuler.
05.31 Didier Reynders, ministre: C'est plutôt la réponse que vous auriez dû préparer!
05.32 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): J'en ai une!
05.33 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Nollet, ik denk dat de discussie die u aanbrengt heel belangrijk is. Wij moeten voorzieningen treffen om te zorgen dat de pensioenen van de toekomst worden betaald. Wij zullen ter zake trouwens binnen enkele weken alle betrokkenen samenbrengen om beslissingen voor te bereiden. Wat echter ondertussen op korte termijn gebeurt, is nog veel interessanter voor de gepensioneerden in dit land. Zij zien immers dat er een regering aan het werk is die, ondanks de zeer krappe beleidsmarges ten gevolge van de slechte economische toestand, een absolute prioriteit maakt van de verhoging van de pensioenen, niet binnen 20 jaar, maar vandaag. Ondanks de moeilijke, budgettaire situatie gaan wij opnieuw meer dan 100 miljoen euro extra investeren in de welvaartsvastheid van de pensioenen voor deze bevolkingsgroep. Ik denk dat dit voor die mensen de belangrijkste boodschap van deze begroting is.
05.34 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur Reynders, si vous le permettez, je répondrai d'abord au premier ministre.
Parmi les mesures annoncées dans la presse et certaines confirmées par la déclaration gouvernementale, nous avons regardé avec beaucoup d'attention cette augmentation des pensions, à savoir 3% pour les pensions les plus faibles et 1,5% pour l'ensemble des pensions. Nous avons aussi voulu savoir à quel moment cette mesure, déjà annoncée maintenant, entrera en vigueur. Comme par hasard, comme par miracle, elle sera effective une semaine avant les élections de 2009. Si ce n'est pas un calcul électoral, je ne comprends plus rien! Je dois toutefois admettre, monsieur Brotcorne, que vous avez raison: il y a une différence. Mme Laruelle a obtenu du gouvernement – je suppose qu'il s'agit là d'une question de rapport de forces – que la mesure pour les indépendants entre en vigueur un mois plus tôt! Je dois dès lors reconnaître qu'il y a là une exception.
05.35 Sabine Laruelle, ministre: Monsieur Nollet, c'est le jour de la fête du Travail!
05.36 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Effectivement, le 1er mai 2009, les indépendants verront leur pension augmenter. Pour le reste, tout est planifié au 1er juin 2009.
J'en viens maintenant aux questions de M. Reynders.
05.37 Didier Reynders, ministre: Vous posez une question sans y répondre!
05.38 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Je trouve normal que je puisse y répondre aussi. Nous avons une proposition à vous formuler. La situation budgétaire est effectivement délicate et difficile. En trois ans, un montant de 7 milliards d'euros n'a pas été investi dans le fonds de pension. Par contre, environ 12 milliards ont pu être dégagés, en quelques heures, pour le secteur bancaire. Ce montant est, pour l'instant, immobilisé dans les investissements que vous avez dû réaliser. Nous avons d'ailleurs soutenu – nous l'avons dit en commission mais je le répète – les premières mesures qui ont été prises.
La proposition est la suivante; nous suggérons que ce montant, actuellement immobilisé en grande partie dans BNP Paribas, vous le réinvestissiez totalement et immédiatement dans le fonds de pension, le jour où vous l'aurez revendu. Ainsi, ce placement n'aura pas forcément été inutile. Le montant est similaire à ce qui n'aura pas été versé dans le fonds de pension. Ce genre d'engagement est une garantie qui peut rassurer pour le long terme. En effet, ce ne sont pas les 3% qui ont été versés aujourd'hui qui permettront de rassurer pour 2015, 2020 et 2025!
Comme moi, monsieur le premier ministre, vous avez certainement lu le rapport du Bureau du Plan. Il souligne un problème lié à ce fonds de pension qui n'est plus alimenté.
05.39 Didier Reynders, ministre: Monsieur Nollet, je comprends…
05.40 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur Reynders, cela dérange car on y revient chaque année, mais je vous laisserai réagir ultérieurement. Vous savez bien que les parlementaires ont toujours le dernier mot! Je comprends que cela pose une difficulté car nous y revenons chaque année. Vu la crise financière, cette année-ci est plus particulière. À la limite, il y a une excuse mais c'est aujourd'hui que l'on mesure bien l'erreur qui a été faite lors du budget initial de 2008, de même qu'en 2007.
Là, les marges existaient, la croissance était là et à ce moment, vous aviez déjà fait le choix de ne pas investir dans le fonds de pension.
05.41 Didier Reynders, ministre: Je comprends mieux votre raisonnement en me rendant compte qu'un détail semble vous échapper. Je vais tenter de vous l'expliquer. À l'échelon européen, dans la comptabilité de nos budgets pour les prochaines années, nous avons tenu à présenter de manière séparée les opérations courantes, habituelles, budget après budget et les opérations exceptionnelles que nous menons à présent à l'instar d'autres États, en termes de recapitalisation d'institutions financières. Jusque-là, je crois que nous sommes d'accord. On ne fait donc pas peser dans le budget et sa présentation annuelle l'opération de recapitalisation.
Deuxièmement, pour recapitaliser, nous avons obtenu 12,9 milliards d'euros (11,9 milliards dans Fortis dont deux fois 4,7 milliards et 2,5 milliards pour la participation de 24% dans les produits structurés; et un milliard dans Dexia). Nous avons obtenu que la Société fédérale de participations et d'investissements (SFPI) puisse investir ces 12,9 milliards en empruntant avec la garantie de l'État. Vous nous demandez de remettre ce montant dans les pensions quand nous le récupèrerons. Ce raisonnement me paraît assez logique de votre point de vue au détail près que cette somme n'a pas été apportée par votre groupe, ni par ma famille ou par le gouvernement, mais bien par des institutions financières contre 536 millions d'euros de charges d'intérêts que nous allons d'abord devoir rembourser.
Ce que vous proposez en fait, monsieur Nollet, c'est d'aggraver l'endettement pour payer les pensions futures: cela n'a aucun sens!
05.42 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, met zeer veel respect voor de boekhoudkundige discussie die heer Nollet aangegaan is en waar hij geconfronteerd wordt met een realiteit die wat ingewikkelder is dan hij het voorstelt, zou ik nog eens willen onderstrepen dat het voor de mensen vandaag in dit land vooral belangrijk is dat er niet alleen een regering is die de pensioenen van de mensen versterkt maar dat er bovendien een regering is die dag in dag uit strijdt voor hun spaargeld, het geld dat ze verdiend hebben met hard werken en dat veilig en betrouwbaar moet beheerd worden. Dat is het objectief van de regering, mijnheer Nollet, met die kapitaalsverhoging in de banken en ook met de beschikbaarheid van de regering om verder te werken aan oplossingen in dossiers die vandaag nog op de helling staan. Deze regering strijdt voor het spaargeld. Uw boekhoudkundige discussie is zeer interessant maar voor de bevolking die de politiek vandaag aan het werk ziet, is de belangrijkste conclusie dat we erin moeten slagen het spaargeld van de mensen in veilige en betrouwbare handen te houden.
05.43 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Ne pensez pas que les citoyens s'intéressent seulement à ce qui leur arrivera dix jours avant la date des élections! Ils ont aussi une vision à moyen et à long terme beaucoup plus développée que celle de votre gouvernement. J'y reviendrai tout à l'heure quand on abordera les questions du développement durable.
Toujours est-il que je maintiens la proposition et je demande au gouvernement un engagement – inexistant aujourd'hui – de récupérer ultérieurement le non-financement de ce fonds de pension.
05.44 Hans Bonte (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, uit uw blik kan ik afleiden dat u niet graag hebt dat wij het woord nemen in het debat. Ik zal het echter toch doen.
Mijnheer de premier, ik hoor u zeggen dat u ook vandaag nog opkomt voor de spaarder. Ik kan dat gedeeltelijk appreciëren. Ik hoorde u via de radio verkondigen dat u de hoeder wil zijn voor alle spaarders.
We hebben gisterenavond een vinnig debat gevoerd met de vice-eerste minister en minister van Financiën, over een heel duidelijke vraag die ik heb. Ik weet dat u zich engageert ten aanzien van de spaarders die in heel wat gevallen achteraf beleggers blijken te zijn. Ik heb het over de spaarders van Citibank, die Lehman Brothers aangesmeerd kregen.
De eenvoudige vraag die ik gisteren stelde en die blijkbaar voor nogal wat nervositeit zorgt, is de volgende.
05.45 Minister Didier Reynders: (…) Er is een onderzoek.
05.46 Hans Bonte (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, ik probeer een vraag te stellen.
De voorzitter: Mijnheer Bonte, u hebt die vraag gisteren drie keer gesteld. De heer Nollet heeft het woord en straks krijgt de heer Vanvelthoven het woord. Stel uw vraag daarna opnieuw. U moet geen misbruik maken van zijn uiteenzetting om de uwe te houden.
05.47 Hans Bonte (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, ik zal de vraag blijven stellen tot ik een antwoord krijg.
De voorzitter: U hebt gisteren een antwoord gekregen en u kunt uw vraag straks nog eens stellen bij monde van uw fractievoorzitter. Nu is het woord aan de Ecolo-fractie.
05.48 Hans Bonte (sp.a+Vl.Pro): Ik heb tot op vandaag nog geen antwoord gekregen. (…)
De voorzitter: U hebt die vraag gisteren tot drie keer toe gesteld.
05.49 Hans Bonte (sp.a+Vl.Pro): Dit is een vraag waarop tot op dit moment geen enkel antwoord komt.
De voorzitter: Laat uw collega van de oppositie nu aan het woord.
05.50 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Je comprends parfaitement l'intervention légitime de M. Bonte. En effet, si une réponse avait déjà été fournie, il y a cinq ou dix jours, hier ou ce matin encore, nous n'aurions pas dû systématiquement interrompre.
Néanmoins, je voudrais aborder la question relative à la politique de l'immigration, totalement absente de la déclaration gouvernementale, plus particulièrement le volet de la régularisation. Je me suis livré à une petite chronologie des différents engagements pris par les uns et les autres en la matière.
Le 18 mars dernier, au moment de la rédaction de votre accord gouvernemental, monsieur le premier ministre, vous annonciez une régularisation des sans-papiers via une circulaire rédigée sur la base de trois critères.
Le 30 avril, le Conseil des ministres restreint opte pour un accord global sur la migration englobant les visas étudiants, le regroupement familial, la migration économique et la circulaire dont question.
Le 29 mai, la ministre Turtelboom, en commission de l'Intérieur, promet l'émission de ladite circulaire dans les plus brefs délais. Sept mois plus tard, celle-ci n'est toujours pas concrétisée!
Le 13 juillet, un Comité ministériel restreint de crise était consacré à la politique d'asile et à l'immigration. Mais seul un tour d'horizon de la question aura lieu.
Le 15 juillet, nous espérions un accord annonçant cette régularisation. Rien! Ensuite, les ministres partent en vacances laissant la détresse humaine s'exprimer avec, effectivement, des situations délicates, imprévues ainsi que des manifestations que vous n'avez peut-être pas appréciées.
S'ensuit la rentrée politique et les diverses déclarations qui l'accompagnent. J'en ai relevé quelques-unes dans des articles de presse, vraisemblablement découpés aussi par les victimes de cette non-décision gouvernementale.
Ainsi, le 30 juillet, à la veille du départ en vacances, Mme Milquet se disait très en colère au vu de la situation: "Alors que tout était sur la table pour dégager un accord, j'ai dû constater qu'il n'y avait aucune volonté dans le chef de certains partis de la majorité de boucler cet accord. À présent, les risques sont connus. Que les membres du gouvernement compétents pour ces dossiers les assument!". Et Mme Milquet de conclure: "Je connais des premiers ministres qui ont présenté leur démission pour des problèmes bien moins importants que cela". Propos importants! Tels sont les propos que vous avez tenus au journaliste de "La Libre Belgique".
05.51 Joëlle Milquet, ministre: La dernière phrase n'avait pas été exprimée par moi mais était un raccourci du journaliste. Je le lui ai dit le jour-même! Elle ne figure d'ailleurs pas entre guillemets, je pense.
05.52 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Elle est entre guillemets, mais j'accepte tout à fait que vous la retiriez. Toutefois, le reste du texte est là.
De toute façon, madame Milquet, le 1er septembre, après les vacances, le cdH fixait un nouveau délai, soit le 14 octobre. Retirez-vous cela aussi?
05.53 Joëlle Milquet, ministre: J'ai toujours dit et je continue à penser qu'il était indispensable de conclure un accord et qu'il pouvait s'exprimer dans la déclaration du 14 octobre. On demandait d'ailleurs déjà une possibilité d'accord en juillet et l'accord de gouvernement date de mars.
05.54 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Évidemment!
05.55 Joëlle Milquet, ministre: Pour avoir un accord, il faut être plusieurs.
05.56 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Oui et pour obtenir un accord, il faut en faire une véritable priorité.
Annoncer que vous voulez absolument un accord pour le 14 octobre et ne pas l'obtenir, c'est casser la confiance que les gens avaient en vous. Cette confiance est irrémédiablement brisée.
Vous n'étiez pas la seule à vous engager. Rassurez-vous!
(…): (…)
05.57 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Je n'ai effectivement aucun espoir! Ce n'est pas dans leur programme. Comment voulez-vous qu'ils le réalisent? Si ce n'est pas en pouvant compter sur votre détermination, que vous n'avez pas manifestée au bon moment…
05.58 Joëlle Milquet, ministre: Si!
05.59 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Ah oui, dans la presse. C'est certain!
05.60 Joëlle Milquet, ministre: Monsieur Nollet, vous êtes comme nous et vous avez toujours défendu l'interdiction de l'enfermement des enfants dans les centres fermés. Êtes-vous sorti du gouvernement dont vous avez fait partie pendant quatre ans parce que des enfants étaient enfermés dans ces centres?
Or, en l'espace de quelques mois, ce point a été réglé et c'est déjà une bonne nouvelle!
05.61 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Vous irez parler aux enfants qui se trouvent encore aujourd'hui dans les centres fermés et vous vous souviendrez que, quand nous étions au gouvernement, une circulaire a permis à 55.000 personnes d'être régularisées. On attend toujours ce type de résultat de votre part. Il est vrai que vous n'êtes pas seule!
05.62 Joëlle Milquet, ministre: Monsieur Nollet, je vous rappelle que je ne suis pas ministre de l'Immigration.
Le président: Madame la ministre, on demande la parole, on ne la prend pas!
05.63 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Madame, je disais que vous n'étiez pas seule.
Je voudrais maintenant reprendre certains propos tenus par Mme Arena. Cette dernière n'étant pas présente, je ne m'étendrai pas longuement, mais permettez-moi cependant de faire référence à une de ses déclarations qui devraient inviter certains à réfléchir. Je cite: "Nous devrons évaluer en septembre l'action du gouvernement et voir ce que nous avons obtenu. On n'est pas dans un gouvernement pour faire de la figuration. Si on est systématiquement, comme aujourd'hui, face à un mur, il faudra se poser la question de savoir à quoi on sert dans cette équipe." Tels sont les propos tenus par la ministre Arena au mois de juillet au sujet de la circulaire qui était "au tapis". Aujourd'hui, cette circulaire n'est plus "au tapis", mais "sous le sol". Ces propos doivent résonner aujourd'hui étrangement! Mais Mme Arena n'est pas présente pour me répondre…
Monsieur le président, j'en arrive ainsi à la dernière partie de mon intervention. Elle a trait aux compétences du ministre Magnette qui, pour sa part, est présent.
05.64 Laurette Onkelinx, ministre: (…) Je n'aime pas votre manière de pointer l'absence d'un ministre (…)
05.65 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, vous voudriez m'empêcher d'évoquer ce sujet!
05.66 Laurette Onkelinx, ministre: Lorsque l'on traitera de matières relevant de ses compétences, Mme Arena sera présente pour répondre aux questions qui lui seront posées.
05.67 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Je comprends bien, mais ne tentez pas de m'empêcher d'évoquer un problème en son absence. Il est logique qu'un chef de groupe aborde l'ensemble des matières.
Le président: Chers collègues, je vous invite à revenir au contenu du sujet qui nous occupe aujourd'hui.
05.68 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Vous avez raison, monsieur le président.
Comme je le disais, je voudrais aborder maintenant la question des politiques énergétiques et des politiques de développement durable. Je constate que le ministre compétent est présent, cela tombe bien!
J'ai pu lire dans la presse que les prix de l'électricité seraient plafonnés. Monsieur le ministre, je voudrais vous poser une question: qu'est-il advenu des promesses que vous avez faites en matière de plafonnement des prix?
Mme Laruelle disait, hier matin, à la radio que vous n'aviez même pas abordé cette question lors de la réunion du Conseil des ministres. C'est bien ce que vous avez dit, madame Laruelle?
05.69 Sabine Laruelle, ministre: (…)
05.70 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Si d'un côté vous nous dites ici que les prix seront plafonnés et que Mme Laruelle, qui est au gouvernement, nous dit que vous n'en avez même pas parlé, alors je peux comprendre qu'il y aura un problème. Encore une fois, l'excuse est connue: ce sera comme pour le Printemps de l'environnement, ce sera la faute de la presse.
Je vous cite, monsieur Magnette, dans une interview que vous avez donnée au journal "IDEE". Vous évoquiez votre amertume à la suite de l'échec du Printemps de l'environnement. Vous parliez de la presse en ces termes: "Son regard négatif a largement été nourri par l'attitude des grandes ONG coupoles, alors qu'elles avaient choisi de participer au Printemps. Greenpeace, Inter-Environnement Wallonie, le BBL, le WWF ont, in fine, torpillé le processus. Les médias se sont alignés sur cette prise de position; un mimétisme, une spirale de l'opinion bien connue des médiologues".
Et plus tard, lorsque la question de savoir ce que vous auriez envie de déclarer aux médias, vous répondez: "Je ne veux pas régler de compte, mais j'ai envie de leur dire "Faites de l'analyse politique!"" Et bien bravo! Procédons quelques instants à l'analyse politique de la réalisation du Printemps de l'environnement!
Vous avez inséré sur votre site un tableau intéressant indiquant mois par mois ou trimestre par trimestre ce qui aurait dû être fait. Jetons-y un coup d'œil!
En matière de protection des consommateurs, vous auriez dû décider pour juillet ou pour septembre d'accroître l'offre de produits écologiques dans les magasins, de promouvoir l'alimentation écologique dans la restauration collective, d'assurer la déontologie de la publicité environnementale – Dieu sait si c'est nécessaire! – et de fixer les objectifs en matière de marchés publics durables. On cherche toujours! Ces mesures étaient prévues pour juillet et d'autres pour septembre.
En matière d'environnement et de santé, une plus grande coordination des messages sanitaires était envisagée. C'est fantastique avec ce que nous avons vécu! Vu la façon dont la crise de l'IRE a été gérée et quand on repense à certaines de vos interventions dans le cadre de cette crise, je pense qu'il y a une dissonance par rapport à ce qui est annoncé dans le Printemps de l'environnement. De plus, quand la seule phrase de la déclaration gouvernementale relative à cet incident indique: "L'Agence fédérale doit remplir au mieux ses missions d'information et de protection", vous ne vous rendez pas compte du traumatisme créé à l'occasion de cet incident.
Eu égard à l'instauration de la biosurveillance, nous ne voyons rien venir!
Pour ce qui est de l'évaluation des coûts de l'inaction, il serait effectivement opportun d'évaluer les coûts de l'inaction en matière environnementale. Je ne survolerai pas l'entièreté de votre tableau, mais force est de constater un écart entre les déclarations prononcées au moment du Printemps de l'environnement et leur réalisation, maintenant, en automne.
Les pesticides: "réduire et utiliser durablement les pesticides, informer le grand public, élaborer un plan national". Tout cela était prévu pour juillet 2008. Or ce plan est encore en préparation et l'enquête serait prévue pour début 2009, donc en retard. Mais – et c'est peut-être le plus grave –, pendant ce temps, les pesticides hors chaîne alimentaire, sont repris par l'AFSCA, donc par la ministre Laruelle qui n'est ministre ni de l'Environnement ni de la Santé. Votre cabinet et vous-même êtes soumis à diverses pressions pour assouplir la législation en matière de biocides. Au niveau européen, les experts délégués prennent des positions très conservatrices pour l'agrément de substances pourtant très controversées, telles des substances qui entraînent des effets désastreux sur les populations d'abeilles.
Je conclus et vous laisserai la parole, madame Laruelle, puisque vous êtes visiblement intéressée par mon développement. Le printemps ne pèse pas lourd par rapport aux réalités des pratiques actuelles. Ce que j'ai démontré sur les pesticides en est un des multiples éléments.
Monsieur le président, je termine. Nous traversons pour l'instant des crises et nous parvenons à leur croisement: crise financière, crise sociale, crise écologique, crise environnementale, comme le disait Nicolas Hulot, que je crois. En effet, nous nous trouvons au croisement de toutes ces crises.
Nous aurions voulu entendre de cette déclaration gouvernementale une réelle prise en compte non seulement des urgences financières mais de l'ensemble des crises que nous traversons.
Je citerai le responsable à l'ONU de l'action contre le réchauffement climatique, M. de Boer, invité la semaine dernière par des dirigeants mondiaux. Il les a exhortés "à saisir l'occasion présentée par la crise financière pour rebâtir une économie qui rentabiliserait la défense de l'environnement. Le séisme qui secoue actuellement le système financier a le potentiel d'affecter négativement les négociations internationales sur le climat". Effectivement, si l'on écoute les autres pays se positionner, nous pouvons craindre pour le paquet climatique au niveau européen.
Et ce responsable de l'ONU de plaider encore pour qu'"une prise en compte réelle des enjeux soit effectuée par l'ensemble des gouvernements. La crise des crédits peut être utilisée pour progresser dans une nouvelle direction. C'est une chance de promouvoir une croissance économique mondiale verte et de rebâtir un système financier de telle sorte qu'il soutienne réellement une croissance durable."
Puisse-t-il être entendu par notre gouvernement dont la déclaration, d'après ses intentions et par rapport à cette demande du responsable de l'ONU, affiche un retard monumental!
05.71 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega’s, de voorbije weken werden beheerst door de financiële crisis, ook onze Belgische banken werden daar ernstig door getroffen. Wat iedereen onmogelijk achtte, wat de bankiers tot de laatste seconde ontkenden, is toch gebeurd: de financiële sector is in haar diepste crisis gevallen sedert de jaren dertig. We hebben al veel over globalisering gepraat, collega’s, maar nog nooit waren de gevolgen zo ingrijpend, waren de gevolgen zo zichtbaar. Ook andere landen betalen de prijs voor de hybris, de hebzucht, de grootheidswaanzin. Voor sommigen kon het niet groot genoeg zijn, voor sommigen kon het niet machtig genoeg zijn: zij namen risico’s, te grote risico’s, onverantwoorde risico’s.
De overheid is moeten tussenbeide komen om die grootste banken overeind te houden. Toch twee paradoxen, collega’s: de bankiers die maatschappelijk zo hoog in aanzien stonden, moesten geholpen worden door de politici die zo laag in aanzien staan. Zij die pleiten voor een absolute vrije markt, voor een minimale staat, zijn ook nu voorstander van nationalisering. Het kan verkeren en het toont aan hoe ernstig de toestand was. Het toont aan dat de vrije markt ook nood heeft aan correcties. Zij die stelden dat een sociaal gecorrigeerde en gereguleerde markteconomie voorbij was en dat als ouderwets beschreven, merken aan de gebeurtenissen dat het Rijnlandmodel actueler is dan ooit.
De regering met haar onvermoeibare eerste minister heeft haar verantwoordelijkheid opgenomen. Deze regering heeft krachtig opgetreden. Dag en nacht werd gewerkt aan oplossingen. Het was dan ook zeer belangrijk. Veel stond op het spel: de spaarders, het voortbestaan van banken en duizenden en duizenden jobs die daarmee gepaard gaan.
Het bancaire systeem, collega’s, is fundamenteel voor de economie, onze gezinnen, de zelfstandigen en onze ondernemingen, zowel kleine als grote. Meer nog dan de financiële middelen is het vertrouwen het belangrijke kapitaal voor de banken. Dat vertrouwen moest worden hersteld. Daarom moest en is deze regering snel en efficiënt opgetreden.
Collega’s, zij die beweren dat Dexia bevoordeeld werd ten overstaan van Fortis slaan de bal mis. Het zijn twee verschillende dossiers, die op verschillende tijdstippen behandeld werden en dus ook twee verschillende oplossingen gekregen hebben. Zij die iets anders beweren, spelen politieke spelletjes en willen daaruit electoraal voordeel halen. Electoraal voordeel is voor hen blijkbaar belangrijker dan de belangen van de spaarders en de werknemers van de banken.
Voor Fortis investeerde deze regering meer dan 9 miljard euro, voor Dexia, samen met andere overheden, 2 miljard euro. Daar deden de referentieaandeelhouders nog een stuk bovenop. Deze regering heeft ook andere banken ondersteund. De wettelijke basis hiervoor werd gisteren gelegd. De regering helpt ook de kleine aandeelhouders van Fortis – sommigen doen daarover geringschattend – maar Nederland, collega’s, doet dit niet en een vereniging van effectenbezitters vraagt daar aan haar regering om vergelijkbare maatregelen te treffen en een voorbeeld te nemen aan de Belgische regering.
Mijnheer de eerste minister, u sprak
gisteren – het deed ons genoegen – over de Kaupthing-spaarders, die uiteraard
terecht zeer ongerust zijn. U zei ook dat u vanmorgen een onderhoud zou hebben
met uw Luxemburgse collega. Mag ik u vragen wat er uit dat onderhoud
voortgekomen is? Wat kan er voor de Kaupthing-spaarders gebeuren? (Rumoer)
05.72 Eerste minister Yves Leterme: Collega Verherstraeten, ik stel voor dat ik deze namiddag uitgebreider op dit dossier inga. Ik kan u zeggen dat het gesprek dat ik deze morgen met Jean-Claude Juncker gehad heb geleid heeft tot de afspraak dat wij gezamenlijk zullen optreden, uiteraard rekeninghoudend met de eigen verantwoordelijkheid van de Luxemburgse regering. Ik zal vandaag ook nog contact hebben met de eerste minister van IJsland. Ik overweeg om tegen het weekend ter plekke te gaan en met hem te overleggen. Ik kan u zeggen dat ik om 13.30 uur het kernkabinet heb bijeengeroepen om verslag uit te brengen over de contacten met de Luxemburgse eerste minister. Ik zal deze namiddag concreter antwoorden op de vraag wat de precieze visie en aanpak van de regering is in dit dossier. Ik herhaal nog eens wat gisteren gezegd is. De Belgische regering zal ook alles in het werk stellen opdat die mensen krijgen wat hun recht is, namelijk de beschikbaarheid van het geld waarvoor ze gewerkt hebben.
05.73 Peter Vanvelthoven (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, vermits het debatje hierover nu toch geopend is door collega Verherstraeten wil ik een beetje duidelijkheid van de premier. Hij zegt dat de regering alles in het werk zal stellen opdat de mensen recht zouden hebben op datgene waarvoor ze gespaard hebben. Betekent dit concreet dat de waarborg, de garantie, die de Belgische spaarders hopelijk gaan krijgen – de regering heeft immers nog altijd niet het initiatief genomen om de waarborg van 20.000 tot 100.000 op te trekken – van 100.000 euro ook voor de klanten van de betrokken bank zal gelden? Gisteren hebben wij immers in dat verband een amendement ingediend dat door de meerderheid is weggestemd. Ik zou dus willen weten of het effectief om die 100.000 gaat waarover we het de laatste dagen hebben.
05.74 Eerste minister Yves Leterme: Vooraleer aan die oplossing te moeten denken, ligt mijn ambitie nog altijd hoger dan de uwe, mijnheer Vanvelthoven. Ik denk dat de beste oplossing voor alle spaarders eigenlijk is dat die bank verder kan functioneren. Die bank is nog niet failliet, ze is op dit moment niet in faling. U zult het met mij eens zijn dat net zoals bij Fortis en Dexia de beste garantie voor iedereen, voor de spaarder en de belastingbetaler, is dat de continuïteit van de bankactiviteit kan gegarandeerd worden en dat het sekwester wordt opgeheven, de inbewaringneming van de gelden en tegoeden in Luxemburg, dit in het raam van een reddingsplan voor de bank zodanig dat de continuïteit van die bank kan verzekerd worden zoals wij die ook hebben kunnen verzekeren in de dossiers Dexia en Fortis.
05.75 Peter Vanvelthoven (sp.a+Vl.Pro): Ik ben het uiteraard eens met de premier als hij zegt dat het voor de spaarders het beste is als de bank wordt gered. Laat dat heel klaar en duidelijk zijn. Ik heb wel gezien dat, op het moment dat de reddingsoperaties voor Fortis en Dexia bezig waren, de regering op dat ogenblik aan de spaarders wel al liet weten dat de regering zou zorgen voor de garantie van een terugvalpositie van 100.000 euro. Terwijl u bezig bent met het redden van de bank begrijp ik nu van u dat u nog niet zeker bent van die terugvalpositie. Ik zou willen dat de regering daarover klaar en duidelijk is en zegt dat het de eerste bedoeling is om de bank te redden. Als dit niet zou lukken, moet er eenzelfde garantie komen voor de spaarders van deze bank als voor de spaarders van de andere bank.
05.76 Eerste minister Yves Leterme: Ik wil twee dingen zeggen.
Ten eerste, deze bank ressorteert in eerste instantie onder Luxemburgs toezicht.
Ten tweede, ik vraag ook wat begrip. Ik denk dat in een dossier, waarin op dit moment vooral moet worden gepleit voor de continuïteit van het bedrijf en de overname desgevallend van de bankactiviteiten door een andere bankgroep – dit kan een spoor zijn om die bankactiviteiten op de best mogelijke manier te garanderen -, wij ook ten aanzien van de potentiële overnemers nog niet onmiddellijk mogen redeneren over de slechtste scenario’s en dit zeker niet in een publiek debat. Ik denk dat wij alle kansen gaaf moeten houden opdat die bankactiviteiten kunnen worden overgenomen voor de cliënten, de spaarders, het personeel en de economische activiteit van die bank.
05.77 Servais Verherstraeten (CD&V): Collega’s, als in dit land een ernstige crisis uitbreekt dan rijst de schuldvraag, ook nu. Wij kennen de profeten van het verleden die haarfijn kunnen uitleggen wat er mis is gegaan maar die de problemen niet zagen aankomen. De CBFA wordt met de vinger gewezen. Wij gaan dit onderzoek niet uit de weg. Het Parlement en de bevolking hebben het recht om te weten wat fout ging, maar dat in een context die het prille vertrouwen, dat dankzij deze regering werd hersteld, niet ondermijnt.
Het moet gaan om een onafhankelijke instelling die discreet kan werken. Wij doen de suggestie dat het Rekenhof, desgevallend aangevuld met experts, een doelmatigheidsonderzoek voert. Wat moet het Rekenhof onderzoeken? Hebben de banken transparant geïnformeerd? Heeft de CBFA haar wettelijke opdracht naar behoren uitgevoerd? Is er in de wet in voldoende controlemechanismen voorzien? Hoe kunnen wij spaarders en beleggers beter beschermen?
Collega’s, wij mogen niet alleen kijken naar het verleden. Wij moeten ook kijken naar de toekomst. Zoals wij in dit land een Comité hebben voor de inlichtingendiensten en de politiediensten, het Comité I en het Comité P, zo vinden wij ook dat er een Comité B moet worden opgericht voor de banken met een parlementaire begeleidingscommissie zodat het Parlement permanent wordt geïnformeerd en wij onze controletaak beter kunnen uitvoeren.
05.78 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer Verherstraeten, ik neem aan dat u namens de meerderheid spreekt. U doet hier het voorstel om een Comité B op te richten. Ik herinner mij nog de initiatieven die uw fractie destijds heeft genomen om een Comité F op te richten, omdat alles zo goed werkte op het departement Financiën onder leiding van Didier Reynders. Nu komt u af met een Comité B. Werd dat overlegd met de andere partij in de regering, de Open Vld? Ik heb hen de voorbije dagen immers iets anders horen verkondigen en zeker geen pleidooi gehoord voor de oprichting van een Comité B. Zij waren bereid een aantal externe experts aan te stellen buiten de muren van dit Parlement. Het voorstel dat u nu doet, verbaast mij enigszins. Ik zou willen weten namens wie u dat voorstel lanceert.
05.79 Servais Verherstraeten (CD&V): Collega, ik spreek hier namens mijn fractie. Wij staan achter dit standpunt en denken dat het onontbeerlijk is dat niet alleen naar het verleden maar ook naar de toekomst wordt gekeken om zaken te vermijden die zich de laatste weken hebben voorgedaan.
05.80 Hans Bonte (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Verherstraeten, u plaatst, ik denk terecht, een aantal vragen bij het functioneren van het CBFA. Heeft ze haar controletaak voldoende opgenomen? Heeft ze voldoende inzage gekregen in de manier waarop banken functioneren, in de manier waarop beleggingsproducten op de markt worden gebracht? Is er voldoende transparantie? Dat zijn pertinente vragen. Ik ben zeer benieuwd naar de antwoorden, net zoals u. Wij verschillen echter van mening over de methode die daarvoor moet worden gebruikt.
Vindt u het aangewezen dat de regering, naar aanleiding van de vastgestelde misbruiken inzake handel met Lehman Brothers-producten door Citibank, een opdracht aan het CBFA geeft, wanneer u zelf zoveel vragen stelt over het CBFA? De regering gaat dus met andere woorden aan het CBFA vragen te bewijzen dat ze gefaald heeft. Vindt u het aangewezen dat men het Citibank-dossier aan het CBFA voorlegt, terwijl u daar zelf zoveel vragen bij hebt? Op deze eenvoudige vraag zou ik graag het standpunt van uw fractie kennen.
De voorzitter: Ik vreesde al dat de Citibank ging volgen.
05.81 Servais Verherstraeten (CD&V): Collega, wij stellen gemeenschappelijke vragen. U hebt het antwoord echter al klaar, vooraleer de vraag wordt opgelost. Laat het Rekenhof eerst zijn onderzoek doen.
Een van de vragen is of de CBFA binnen haar wettelijke controletaak adequaat heeft gehandeld. Indien dat niet zo blijkt te zijn, laat ons dan de meest adequate maatregelen treffen, opdat zij beter zou functioneren, of desgevallend, indien zulks noodzakelijk zou zijn, een andere instelling de wettelijke bevoegdheden daarvoor te geven. Laat ons echter de kar niet voor het paard spannen.
05.82 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Verherstraeten, u stelt weliswaar de juiste vragen. Ik heb echter de indruk dat u de put tracht te dempen, want het kalf is inderdaad al verdronken. U wil blijkbaar opnieuw voor een doofpotoperatie zorgen.
Het is nochtans heel eenvoudig. Wij zitten hier in het Parlement. Het is heel eenvoudig om een parlementaire onderzoekscommissie, die in dat verband alle daden kan stellen die nodig zijn, in het leven te roepen.
Wat uw regering en wat de meerderheid hebben gezegd, is ten andere een drogreden, namelijk dat er absoluut niet voldoende parlementaire kennis aanwezig zou zijn. Wanneer ik hier even rondkijk en u even achteromkijkt, zien u en ik dat er hier parlementairen zijn die zelfs in de raden van bestuur van de banken zitten. Iemand die bekwaam is om in de raad van bestuur van een bank te zitten, zou ook bekwaam moeten zijn om te onderzoeken wat de bank heeft gedaan.
Ik kan mij heel moeilijk akkoord verklaren met uw idee van het zoveelste comité. Het Comité P heeft meer last van doofpotoperaties dan van het uitklaren van zaken en het uitbrengen naar de buitenwereld ervan. Het Comité wordt bevolkt door partijen die achteraf zwijgplicht hebben. De ervaring met het Comité P en met het Comité I spreken niet voor het idee om in de toekomst nog een Comité P te installeren.
Wij moeten onze verantwoordelijkheid nemen. Wij moeten inderdaad aan de CBFA durven vragen wat zij heeft gedaan. Wij moeten durven vragen aan onze politici die in de betrokken raden van bestuur zitten en blijven zitten en daarvoor heel goede vergoedingen krijgen, wat zij in bedoelde raden hebben uitgespookt. Wij moeten durven vragen wat de Nationale Bank van België, met haar hele, gepolitiseerde top, heeft gedaan. Een topfunctie bij de Nationale Bank van België is immers een uitloopbaantje voor ministers van Staat geworden. Wij moeten durven vragen wat de 2.000 personeelsleden op de studiedienst hebben gedaan.
Wij moeten dergelijke vragen hier op parlementair niveau durven stellen in plaats van opnieuw een staatsbegrafenis in een of ander duister comité te organiseren.
05.83 Servais Verherstraeten (CD&V): Collega Dedecker, “onvoldoende kennis”, dat zult u nooit uit mijn mond of uit de mond van één lid van onze fractie gehoord hebben. Alleen focussen wij ons op dit ogenblik op de redding van de banken, ook op de redding van de Kaupthingbank, en willen we ervoor zorgen dat het vertrouwen van de mensen in de banken wordt hersteld. Onderzoek mag en moet gebeuren, maar dat moet voor ons onafhankelijk en discreet kunnen, dus niet op dit ogenblik, gelet op het feit dat de toestand nog niet volledig is opgelost en dat we waakzaam en voorzichtig moeten zijn en blijven.
Collega’s, er bestaan structurele tekortkomingen. Er is onvoldoende controle. Maar er is vooral, denk ik, een gebrek aan ethiek. Waar ethiek ontbreekt, worden grenzen overschreden en zijn ontsporingen niet veraf.
Naast ethiek zijn er nieuwe regels nodig voor regulering. Vandaag is er onvoldoende regulering op internationaal vlak, vandaag is er onvoldoende controle op internationaal vlak, vandaag is er een onaanvaardbare kloof tussen ontslagvergoedingen van topmanagers en de wijze waarop kleine spaarders worden behandeld.
Vandaag is er een gebrek aan een Europese regulator, die de spelregels vastlegt. Mijnheer de eerste minister, u hebt terecht dat punt op de Europese agenda gezet. Dat is u niet in dank afgenomen. Maar uw voorstel is noodzakelijk om herhaling te voorkomen. Als ieder land enkel zijn nationale belangen verdedigt, blijft de spaarder in de kou staan. De financiële wereld speelt internationaal. Commissieleden, regeringsleiders, volg deze eerste minister en grijp uw kans!
Collega’s, de financiële crisis weegt uiteraard ook op de begroting. Met een dreigende recessie moest in uiterst moeilijke omstandigheden een geraamd tekort van meer dan 6 miljard weggewerkt worden om een begroting in evenwicht te krijgen.
Wij laten de overheidsfinanciën niet ontsporen. Tegelijk vrijwaren wij de koopkracht van de mensen. Tegelijk handhaven wij de noodzakelijke concurrentiekracht van de ondernemingen. Het is de overheid, die ernstig bespaart.
Sommigen verwijten ons eenmalige maatregelen. Maar eenmalige maatregelen vinden we in alle begrotingen terug. Eenmalige maatregelen zijn verantwoord in laagconjunctuur. Eenmalige tegenvallers mogen gecompenseerd worden met eenmalige meevallers. In deze begroting zitten er geen eenmalige maatregelen die de lasten van de toekomst bezwaren.
Collega’s, gelet op de onzekerheid die er vandaag heerst, zal deze regering de toestand maandelijks opvolgen en zal zij moeten bijsturen waar dat noodzakelijk is.
Voor ons was, is en blijft belangrijk dat er niet geraakt wordt aan de koopkrachtmaatregelen van de voorbije maanden. De sociale uitkeringen werden de afgelopen maanden verhoogd. Er waren de fiscale maatregelen, er waren andere ondersteunende maatregelen, voor meer dan 800 miljoen euro op jaarbasis. Die waren vooral gericht op de gezinnen die het moeilijk hebben om aan het einde van de maand rond te komen.
Wij zijn blij dat deze regering die maatregelen handhaaft. Wij zijn verheugd dat deze regering op de ingeslagen weg verder gaat, door de pensioenen te verhogen, door daarbovenop in een extra voor de minimumpensioenen en de oudste pensioenen te voorzien, door de pensioenen voor de zelfstandigen te verhogen, door de kinderbijslag voor kinderen met een handicap te verhogen, door de leeftijdsbijslag op te trekken. De rechtvaardigheidsagenda van CD&V wordt stap voor stap bereikt.
Collega’s, inderdaad, ziek zijn maakt arm en arm zijn maakt ziek. Wij zijn er dan ook over verheugd dat er voor de chronisch zieken wordt gezorgd, want hun inkomsten ten opzichte van hun uitgaven maken hun toestand zeer penibel.
Ik heb het reeds gezegd, het is de overheid, die de broeksriem aanhaalt en dat gaat niet ten koste van haar kerntaken, onder meer op het vlak van justitie, waar er belang wordt gehecht aan de strafuitvoering en de uitvoering van het masterplan voor de gevangenissen; onder meer door het plan-Vervotte waarin niet lineair, maar selectief het aantal ambtenaren wordt afgebouwd, op maat van elke FOD, in overleg met de ambtenaren en de sociale en representatieve organisaties. Zo wordt de toekomst voorbereid. Zo wordt de kwaliteit van de dienstverlening aan de bevolking gegarandeerd.
Ook bij Defensie gebeurt dat. Met minder F16’s, met minder generaals doet deze minister van Defensie meer.
Collega’s, er is een zeer belangrijk engagement van deze regering om in het kader van het sociaal overleg middelen te besteden aan de belastingverlaging voor de ondernemingen. Dat is uiterst belangrijk voor de concurrentiekracht. Wij hopen dat er een nieuw interprofessioneel akkoord hieromtrent wordt bereikt. Als de sociale partners hierin niet slagen, dan verwachten wij van deze regering dat zij die middelen inzet voor een belastingverlaging voor ploegenarbeid, nachtarbeid en overuren van de werknemers.
Ook belangrijk is het KMO-plan, waarin wij aandacht schenken aan meer starters, minder bureaucratie en een beter statuut voor de zelfstandigen. Onze ondernemers hebben in deze moeilijke tijden zuurstof nodig.
De vereenvoudiging van de banenplannen is ook een goede zaak voor de werkgevers en de werknemers. Een ding moet ons echter nog van het hart. De activering heeft niet tot de verhoopte resultaten geleid, de resultaten zijn voor ons onvoldoende.
Laten we eerlijk zijn. In de EU scoort Vlaanderen middelmatig en scoren Wallonië en Brussel zwak op het vlak van de werkgelegenheidsgraad. Ten gronde blijft het onze overtuiging dat de Gewesten ter zake beter bevoegd zouden zijn om maatwerk te leveren in het belang van de werkgevers en werknemers van heel ons land. Wie dat tegenhoudt, neemt een zware verantwoordelijkheid.
Straks zullen er herstructureringen zijn en jammer genoeg zullen er misschien ook ondernemingen op de fles gaan.
De voorzitter: Mijnheer Bonte, u vraagt het woord, maar niet over Citibank? Dat is een hele geruststelling.
05.84 Hans Bonte (sp.a+Vl.Pro): Dat punt zal ik de komende weken wellicht nog moeten aankaarten.
Mijnheer Verherstraeten, ik aanhoor het sociale palmares uit de begroting. Ik hoor precies een echo. Het zijn heel wat maatregelen die al werden uitgevoerd of uitgevoerd hadden moeten zijn. Ik herinner mij dat een vereenvoudiging van de banenplannen niet voor 2009 was, maar dat dat al moest gebeurd zijn. Ik herinner mij dat de ploegenarbeid ontlast zou worden.
Het volstaat dezer dagen ook om naar de reactie van het bedrijfsleven te luisteren om te weten dat er hier toch wel oude wijn in nieuwe zakken wordt verkocht.
Mijnheer Verherstraeten, u vertelde dit weekend volgens mij de waarheid toen u aankondigde dat er een tekort zou zijn op de begroting. Bent u er echt van overtuigd dat de begroting zoals ze is voorgesteld, er een is in evenwicht of niet?
Ik geloof in deze veel meer Kris Peeters dan premier Leterme. Kris Peeters zegt duidelijk dat er geen akkoord is omtrent een inbreng vanuit de regio’s. Ik stel de vraag aan u als fractieleider van de grootste partij van de meerderheid. Gelooft u dat de begroting die nu voorligt, een sluitende begroting is of niet?
05.85 Servais Verherstraeten (CD&V): Collega Bonte, niettegenstaande deze regering in deze begroting in nieuwe sociale maatregelen heeft voorzien, onder meer wat betreft de pensioenen - ik zal ze niet herhalen - gelooft u niet; u bent een non-believer. Eigenlijk valt u in herhaling. In 2008 heb ik hetzelfde liedje gehoord. komt dat Vlaamse geld er wel, komt dat geld van Suez er wel? Welnu, het is einde 2008 en het geld is er. Met andere woorden, het zal er ook zijn in 2009.
05.86 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, ik wil uiteraard het debat tussen de heer Bonte en de heer Verherstraeten niet doorbreken, maar ik voel mij wat aangesproken door de opmerking van de heer Bonte omtrent een begroting die zal uitgevoerd worden in een bijzonder moeilijke economische context. Ik zal daar straks op terugkomen in mijn repliek.
Mijnheer Bonte, ik denk dat het ook belangrijk is de realiteit onder ogen te zien van de afgelopen tien jaar, waar de gemiddelde economische groei veel sterker was en waarvoor het Instituut voor de Nationale Rekeningen de juiste cijfers op tafel gelegd heeft. Ik citeer: “Volgens deze echte cijfers boekte de overheid begrotingstekorten in 2002, 2003, 2004, 2005, 2007. Alleen in 2000, 2001 en 2006 was er een overschot”. Ik werp geen steen; ik zeg alleen dat men correct moet zijn inzake uitspraken over het begrotingsbeleid van de voorbije tien jaar. In situaties met gemiddeld betekenisvol meer economische groei dan nu, is er twee keer een begroting in evenwicht geweest, twee keer een met een licht overschot en de rest was in deficit.
05.87 Hans Bonte (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, ik heb ook begrepen dat het een begroting is zonder one shots. Daar wil ik nu nog niet op ingaan. Ik kan u natuurlijk maar aanspreken voor datgene waarvoor u de verantwoordelijkheid draagt, mijnheer de eerste minister. Dat is ook wat ik wens te doen. Het is niet zo, tenzij u mij opnieuw bij de non-believers rekent, dat we vandaag een begroting in evenwicht hebben voor dit jaar. De ontsporing is er op dit moment en ik zal u uitleggen hoe het komt.
Als wij in de commissie voor de Sociale Zaken de begroting bekijken voor werkgelegenheid, sociale zekerheid en sociale zaken, dan komt onze minister uitleggen dat zij de besparingen die afgesproken zijn voor 2008, bijvoorbeeld inzake PWA, niet ziet zitten en niet zal uitvoeren. Dat zijn kleine maatregelen waarvan ik er tientallen kan noemen in het volledige veld sociale zekerheid en werkgelegenheid. Het is dus de volle verantwoordelijkheid van deze regering, weliswaar in een tegenvallende conjunctuur, dat we dit jaar afstevenen op een tekort. Wat u eigenlijk zou moeten doen is morgen beginnen aan een begrotingscontrole.
05.88 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, ik zal het spreekrecht niet misbruiken. Ik wil de tussenkomst van collega Verherstraeten niet tegenwerken.
Mijnheer Bonte, ik kan u bevestigen dat datgene waar een regering greep op heeft, namelijk de uitvoering van de begroting, op de eerste plaats ligt aan de uitgavenzijde. U kent ook iets van begrotingsbeleid. U zult het met mij eens zijn dat het vooral bepaalde inkomstenposten zijn die conjunctureel en structureel worden beïnvloed door de macro-economische gegevens die er liggen. Wat betreft die inkomsten die sterk afhangen van de economische groei is er in 2008 een groot probleem sinds het ineenstorten van de economische groei na de begrotingscontrole van juli. Het klopt dat er inzake btw en inzake voorafbetalingen, op een bepaald moment een achteruitgang was. Wat echter de begroting voor 2009 betreft, voeg ik eraan toe dat de prefiguratie, de voorspelling van de economen, met betrekking tot de groei voor 2009, ons is overgemaakt op 12 september, met name 1,2% economische groei. Het is op die basis dat wij ons begrotingswerk hebben opgesteld. Dit is hetzelfde als de laatste 50 jaar in dit land, op basis van de ramingen van de economen van het Planbureau, van het Instituut voor de Nationale Rekeningen, van de economische begroting die ons is overgemaakt op 12 september 2008, namelijk 1,2% economische groei. Pas vorige week, toen alles bijna af was inzake het begrotingswerk, werd er door een enkele instantie, nog niet door de Europese Commissie, nog niet door de OESO, nog niet door het Planbureau, gezegd dat het een stuk minder zou zijn. Ik ben de eerste om te zeggen dat er zeer slechte economische omstandigheden op ons afkomen. Ik heb dat gisteren op deze tribune gezegd. Zeg echter niet dat deze begroting op drijfzand wordt gebouwd. Zeg dat des te minder omdat u in de afgelopen tien jaar de verantwoordelijkheid had en u er zelfs in betere economische omstandigheden meestal niet in bent geslaagd om een begroting in evenwicht in te dienen.
De voorzitter: Collega’s, de oppositie krijgt straks nog het woord. Ik stel voor dat de heer Verherstraeten, die het recht heeft om tussen te komen, dit nu doet.
05.89 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik kom terug op de activering, die echt beter moet en waarvoor de Gewesten echt meer bevoegdheden moeten krijgen om meer resultaten te boeken. De komende weken en maanden zullen wij hoe dan ook worden geconfronteerd met herstructureringen en misschien ook met faillissementen, waardoor mensen hun arbeidsplaatsen verliezen. Collega’s, het is onze plicht om al die mensen, ongeacht hun vorming, hun leeftijd of hun afkomst, op te vangen en te begeleiden naar een nieuwe job, in plaats van hen aan hun lot over te laten.
Het asiel- en migratiedossier is een uiterst moeilijk dossier, omdat het uiteraard emoties oproept. Het gaat niet alleen om mensen zonder papieren, het gaat niet alleen om economische migratie, het gaat niet alleen om gezinshereniging en het gaat ook niet alleen om het verwerven van de Belgische nationaliteit. Al die aspecten samen moeten vorm geven aan een evenwichtig asiel- en migratiebeleid. Dat kunnen wij niet alleen doen in België, collega’s. Wij moeten dat doen in het kader van een Europees geheel. Onze wetten hebben immers gevolgen voor onze buurlanden. Onze inzet moet erop gericht zijn dat ons asiel- en migratiebeleid Europees is, gecoördineerd met andere landen.
Collega’s, profilering biedt in dit dossier helemaal geen oplossing. Geen oplossing betekent dat de vermaledijde snel-Belgwet en dat de slechte wet op de gezinshereniging blijft voortduren. Wij zijn bereid naar oplossingen te zoeken, maar integratie zal daarvan de hoeksteen zijn. Integratie als hoeksteen houdt in dat collectieve regularisatie uit den boze is.
De voorzitter: Mijnheer Verherstraeten, mevrouw Van der Straeten en de heer De Man willen u onderbreken.
05.90 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, collega Verherstraeten, ik wil toch een kleine opmerking maken. U zegt dat het geen emotioneel dossier is. Ik ben het eens met u; het is een dossier van rechtszekerheid. Het zijn de advocaten – de Orden van de Franstalige en Nederlandstalige advocaten samen – die vandaag beweren dat zij in een dergelijke situatie, waarin er geen regularisatiecriteria zijn, niet kunnen werken.
Dit argument wordt niet alleen door hen aangehaald. Het wordt ook aangehaald door andere organisaties zoals Welzijnszorg. Het gaat dus niet over emoties, het gaat over rechtszekerheid. Wanneer zal de regering deze rechtszekerheid brengen?
Ten tweede, u zegt dat het een Europees verhaal is. Dat is waar, maar straks is er een Europese Raad. Daar zal het Europees pact asiel en migratie goedgekeurd worden. De eerste minister zal daar ook zijn. Net in dat pact staat dat regularisatie mogelijk is. Inderdaad, het gaat niet over een collectieve regularisatie, maar wel case by case, in individuele gevallen. Dat is toch wat de regering wil? Hoe lang, mijnheer Verherstraeten, zal uw fractie nog tolereren dat er geen criteria voor regularisatie zijn?
05.91 Filip De Man (Vlaams Belang): Bij het Vlaams Belang klinkt natuurlijk een heel ander geluid, mijnheer de voorzitter. Hetgeen de heer Verherstraeten zegt, kan ik niet laten passeren.
Hij zegt, ten eerste, dat een aantal zaken op Europees niveau beslist moet worden. De snel-Belgwet, mijnheer Verherstraeten, is een typisch Belgisch product. Het is een paars product. U bent daaraan niet schuldig, maar u hebt voor de verkiezingen beloofd dat u zou ingrijpen omdat het zo niet verder kon. Dat is gebeurd bij monde van de heer Vandeurzen. De heer Vandeuzen is nu toevallig wel de ter zake bevoegde minister. Hij is minister van Justitie, maar wij zien niets komen. Niets. Helemaal niets. Er wordt nog altijd massaal genaturaliseerd. Er worden nouveaux Belges gekweekt met massa’s, ten behoeve van de Franstalige partijen.
Ten tweede, u zegt dat u niet akkoord gaat met de massale regularisaties van vroeger. Welnu, vandaag zijn die bezig, mijnheer Verherstraeten! U mag de mensen niet voorliegen. Ook dit jaar – het is al jaren zo – worden opnieuw 12.000 illegale vreemdelingen geregulariseerd. U weet, vanuit uw ervaring in dit huis, dat die geregulariseerden over enkele jaren hier op onze tafeltjes liggen en tot nieuwe Belgen worden verheven. Mijnheer Verherstraeten, een beetje eerlijkheid, niet ten opzichte van uw collega’s hier in het Parlement, maar misschien ten opzichte van de mensen die hiervan verslag krijgen, van de bevolking en van uw kiezers, zou niet misstaan.
05.92 Servais Verherstraeten (CD&V): Collega’s, de interventies van de twee collega’s leren inderdaad hoe emotioneel dit debat gevoerd wordt, want zij halen elk, ieder van hun zijde, telkens één aspect van de problematiek aan. Ons antwoord zal een antwoord zijn op de hele problematiek. Wij zullen er niet één aspect uitlichten. Het zal gaan over integratie!
Collega’s, de integratie van de politie is ondertussen tien jaar oud. Ik denk dat het tijd is voor een grondige evaluatie. Een zaak is duidelijk; de recente gebeurtenissen aan de politietop zijn niet representatief voor de politie. Duizenden heren en dames van de politie spannen zich enorm in en verdienen al onze waardering en respect. Dat wil niet zeggen dat er geen verbeteringen mogelijk zijn. Voor ons is dit geen afgesloten hoofdstuk. Die evaluatie moet de toekomst voorbereiden en bijsturen daar waar nodig om het verrouwen dat er is – want 87,5% van de bevolking heeft vertrouwen in onze politiemensen – nog verder op te krikken. Wat zich aan de top van de politie heeft afgespeeld, mag de goede werking van de politie niet ondermijnen. In die zin steunen wij dat de opgestarte procedures kordaat worden voortgezet.
Mijnheer de eerste minister, u hebt zeer grote inspanningen gedaan om te trachten een doorbraak in die noodzakelijke staatshervorming te realiseren. Helaas is dit tot op heden nog niet mogelijk gebleken. U hebt gisteren nogmaals herhaald dat een staatshervorming een belangrijke doelstelling blijft. In die zin denk ik dat de dialoog van gemeenschap tot gemeenschap belangrijk is. Het is ook de dialoog van de laatste kans. De christendemocraten hebben reeds sinds het congres van 2001 onder leiding van Stefaan De Clerck hun confederale lijn vastgelegd. Wij houden aan die lijn vast.
In het verleden zijn wij ver gegaan in het overhevelen van bevoegdheden. Dat is goed en dat moet in de toekomst nog verder gaan. De autonomie inzake de fiscaliteit is echter te beperkt en dit moet wijzigen. De federale overheid is vandaag en dit sinds 2006, wanneer zij 1 euro ontvangt, daar meer dan 50% van kwijt. In 1999 was dat 43%. Dat percentage neemt jaarlijks toe. Dat is niet langer houdbaar. In de plaats van dotaties moeten wij groeien naar fiscale autonomie.
Collega’s, ik rond af. Deze regering heeft veel kritiek ontvangen. Ze heeft ook vele stormen doorstaan.
Mijnheer de eerste minister, uw aanpak van de financiële crisis toont aan dat deze regering het vertrouwen kán herstellen, dat zij zekerheden zoekt voor de toekomst. Wij verzoeken u op dat elan door te gaan bij de uitvoering van de begroting-2009. Daarom schenken wij u dan ook het vertrouwen.
De voorzitter: Beste collega’s, ik stel voor dat wij onze activiteiten
van deze voormiddag afronden en dat wij vanmiddag stipt om 14 uur herbeginnen. Le premier orateur sera
M. Bacquelaine, à 14 heures.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering woensdag 15 oktober 2008 om 14 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le mercredi 15 octobre 2008 à 14.00 heures.
De vergadering wordt gesloten om 12.36 uur.
La séance est levée à 12.36 heures.
De bijlage is opgenomen in een aparte brochure
met nummer CRIV 52 PLEN 054 bijlage. |
L'annexe
est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 52 PLEN 054
annexe. |