Séance plénière |
|
van donderdag
18 december 2008 Voormiddag ______ |
du jeudi 18 décembre 2008 Matin ______ |
De vergadering wordt geopend om 10.06 uur en voorgezeten door de heer Herman Van Rompuy.
La séance est ouverte à 10.06 heures et présidée par M. Herman Van Rompuy.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Sabine Laruelle,
Yves Leterme, Melchior Wathelet.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance
est ouverte.
Wouter De
Vriendt, David Lavaux, Hilâl Yalçin, wegens gezondheidsredenen / pour raisons
de santé;
Christine Van
Broeckhoven, wegens ambtsplicht / pour devoirs de mandat.
Mijnheer Vanvelthoven, u vraagt het woord over de regeling van de werkzaamheden?
01.01 Peter Vanvelthoven (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, ik heb vanmorgen de verklaringen van een aantal ministers bij het begin van het kernkabinet gehoord. Onder meer de vice-eerste minister van de PS liet op de vraag of de eerste minister in zijn functie van leider van de regering kon aanblijven, verstaan dat de eerste minister eerst uitleg zou moeten geven over de gebeurtenissen van gisteren en over de onduidelijkheden die zijn brief heeft geschapen.
Ik weet niet of bedoelde duidelijkheid in de regering er ondertussen is. Ik weet ook niet of de regering als een man achter de eerste minister en dus ook achter de begroting van de eerste minister staat.
Het lijkt mij dus logisch dat wij ten minste de debatten of debatjes van vanmiddag tijdens de actuele vragen afwachten en dat wij pas daarna met de bespreking van de begroting beginnen. Gezien de politieke onzekerheid in de regering slaat op dit ogenblik het aanvatten van de begrotingsbesprekingen immers als een tang op een varken.
Ik vraag dus om de begrotingsdiscussie pas vanmiddag te beginnen.
01.02 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, ik stel voor om de begroting te bespreken. Ik zeg dat namens de regering, na overleg in het kernkabinet van daarstraks. Ikzelf en de heer Wathelet zijn hier om te antwoorden op de vragen van de collega's over de begroting.
01.03 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, notre groupe est disposé à travailler sur le budget, comme nous l'avons fait en commission. Nous avons fait notre travail pour éclairer les zones d'ombre et apporter nos critiques. Nous avons déjà obtenu des réponses de la part du ministre mais il reste des désaccords et j'aimerais pouvoir les exprimer en ces lieux et les traduire dans un vote.
Cependant, monsieur le président, il y a un problème en amont. Hier soir, nous avons quitté la séance sans savoir s'il y a encore une majorité derrière le gouvernement. Vu la gravité de la crise que traverse le pays actuellement, et je parle plutôt de la crise économique et sociale que de la crise politique ou juridique, il est nécessaire de savoir, y compris pour les enjeux budgétaires, s'il y a encore une majorité derrière le gouvernement.
Hier, pour le vérifier au plus vite, nous avons déposé une motion sur votre bureau. Vous avez expliqué pourquoi, sereinement et juridiquement, il était impossible de la traiter. Il n'en reste pas moins que d'un point de vue politique, le besoin de savoir si une majorité parlementaire soutient le gouvernement est toujours là: c'est une question préalable.
Monsieur le président, c'est la raison pour laquelle nous vous demandons de revoir la manière dont les travaux sont organisés. Je ne vais pas fermer la porte en imposant une manière de travailler "à prendre ou à laisser", je souhaiterais que vous fassiez une proposition qui nous laisserait entrevoir qu'un vote de confiance sera bel et bien organisé de sorte que le pays sache s'il y a encore une majorité derrière le gouvernement.
Il y a plusieurs formules. Nous pouvons déposer des interpellations et demander l'urgence. On connaît la règle, si un cinquième des groupes représentés à la Conférence des présidents soutient l'urgence, nous pourrons tenir ce débat. Cela permettra, au final, d'avoir un vote de confiance. Ce n'est peut-être pas la meilleure manière. Peut-être avez-vous d'autres propositions, plus claires, plus directes?
S'il faut passer par le dépôt de ces interpellations, les textes sont prêts.
Je trouverais intéressant et constructif que vous proposiez quelque chose en termes d'organisation des travaux qui nous permette de savoir si oui ou non une majorité soutient effectivement le gouvernement.
Si vous me dites que des réunions doivent encore se tenir, au CD&V ou ailleurs, on peut envisager d'attendre le début de l'après-midi. Mais il faut qu'on sache où nous en sommes car, hier, l'incident n'a pas été clos, selon la formule consacrée. Cette formule n'a pas été utilisée puisque l'interpellation n'a pas été suivie d'un vote de confiance.
Monsieur le président, je me tourne vers vous afin que vous nous formuliez une proposition. Une piste est envisageable avec la demande d'interpellation mais peut-être avez-vous une autre proposition pour l'organisation des travaux?
01.04 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, u weet dat ik een legalist ben die het spel altijd helder probeert te spelen. Ik ga dus niet meedoen aan dit gedoe hier allemaal.
We weten dat de meerderheid gisteren het idee heeft verworpen dat over mijn motie, een vertrouwensmotie, zou worden gestemd door te beweren dat de verklaringen van de regeringsleider geen verklaringen van de regering waren. Dat is dus duidelijk: men wilde die stemming vermijden. Goed.
De regering is hier vandaag voor haar begroting. We zullen zien hoe die stemming uitdraait. Voor het overige is men gerechtigd heb ik begrepen, voorzitter, om deze namiddag zowel de eerste minister als de heer Vandeurzen over de zaken te ondervragen. Dat zij bereid zijn te antwoorden hebt u daar aan toegevoegd. Ik ga er dus van uit dat we ook deze namiddag dat debat zullen voortzetten.
Voor het overige ben ik, dat onderstreep ik nogmaals, zeer tevreden over het feit dat we de meerderheid toch hebben kunnen overtuigen om een deftige, serieuze parlementaire onderzoekscommissie op te richten waar we ongetwijfeld in de diepte en à la hauteur van dat debat zullen kunnen ingaan op de zaak, eerder dan dat er hier nu wat verklaringen worden afgelegd die er niet toe doen en die overigens niet onder ede worden afgelegd.
01.05 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Heel kort. Ik had daarnet al het woord gevraagd.
De voorzitter: Mevrouw Almaci, uw fractieleider heeft al gesproken. U sluit zich aan bij de heer Nollet, neem ik aan.
Collega’s, de eerste minister heeft gezegd dat hij spreekt namens de meerderheid. Dat is een belangrijke verklaring en een vaststelling. Voor mij is er niks veranderd aan onze dagorde van gisteren. Wij hebben vandaag op onze dagorde de bespreking van de begroting. De eerste minister is hier en de staatssecretaris voor Begroting is hier. De eerste minister verklaart dat hij spreekt namens de regering: dat is voor mij voldoende om over te gaan tot het verder behandelen van de begroting.
Deze namiddag zijn er, zoals overeengekomen, mondelinge vragen. Het staat de leden vrij de vragen te stellen die zij willen. De regering zal daar namens de regering op antwoorden.
Ik stel voor dat ik herhaal wat ik gisteren heb gezegd.
De eerste minister is hier. Wij hebben ooit discussies gehad over het feit dat hij hier niet was voor de bespreking van de begroting. Toen werd zijn aanwezigheid gevraagd. Nu is hij hier en is er opnieuw een probleem.
01.06 Peter Vanvelthoven (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, (…).
De voorzitter: De eerste minister en de staatssecretaris van Begroting zijn hier. De eerste minister spreekt namens de regering. Wij kunnen onze werkzaamheden beginnen.
01.07 Peter Vanvelthoven (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, u zou moeten begrijpen dat ik vraag dat ook de minister van Financiën, die voor de inkomsten van de voorliggende begroting instaat en die tijdens begrotingsbesprekingen altijd in de commissie voor de Financiën aanwezig is, ook op dit ogenblik, tijdens de begrotingsbesprekingen in de plenaire vergadering, aanwezig is.
De voorzitter: De eerste minister is hier.
01.08 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, (…). Gisteren was er een akkoord over de agenda van vandaag. Ik stel voor de agenda hoe dan ook af te handelen. De bevoegde staatssecretaris en de eerste minister zijn hier.
Ik weet dat het geheugen kort kan zijn, maar mag ik het geheugen van sommige collega’s opfrissen? Ook in vorige jaren en in vorige legislaturen was de minister van Financiën bij de begrotingsbesprekingen niet aanwezig. De bevoegde minister en de eerste minister zijn hier. Dat volstaat ruimschoots.
De voorzitter: Collega's, ik ga over tot de orde van de dag.
02 Wetsontwerp houdende de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2009 (1527/1-9)
- Wetsontwerp houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2009 (1528/1-14)
- Begrotingen van ontvangsten en uitgaven voor het begrotingsjaar 2009. Algemene toelichting (1526/1)
- Verantwoording van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2009 (1596/1-5)
- Algemene Beleidsnota's (1529/1-28)
02 Projet de loi contenant le budget des Voies et Moyens de l'année budgétaire 2009 (1527/1-9)
- Projet de loi contenant le budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2009 (1528/1-14)
- Budgets des recettes et des dépenses pour l'année budgétaire 2009. Exposé général (1526/1)
- Justification du budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2009 (1596/1-5)
- Notes de politique générale (1529/1-28)
Ik stel u voor een enkele bespreking aan
deze wetsontwerpen en begrotingen te wijden. (Instemming)
Je vous propose de consacrer une seule
discussion à ces projets de loi et budgets. (Assentiment)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
De rapporteurs zijn de dames Vautmans, De Block en Lahaye-Battheu, de heren Dallemagne, Baeselen en Arens, de dames Van der Auwera en Staelraeve, de heren Van Biesen en Deseyn en de dames Van Daele, Jadin en Muylle.
Ik neem aan dat alle verslaggevers verwijzen naar hun schriftelijk verslag.
Avez-vous l'intention de faire un rapport?
(…): (…)
Le président: Vous êtes le seul mais c'est votre droit. Je ne peux pas vous en empêcher!
Nous nous référons
donc au rapport écrit.
Ik herinner aan de afspraak die wij gisteren gemaakt hebben in de Conferentie van voorzitters. Voor het geheel van de uiteenzettingen krijgt elke oppositiefractie 45 minuten spreektijd en de meerderheidsfracties elk 25 minuten.
De heer Goyvaerts heeft als eerste het woord in de algemene bespreking.
02.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, dames en heren excellenties, waarde collega’s, het behoort misschien niet tot de traditie van een parlementslid om te vragen naar de gemoedstoestand van de eerste minister. Mijnheer de eerste minister, ik weet niet of u aan het debacle van gisteren, voor zover u dat een debacle noemt – ik noem het toch zo -, een slapeloze nacht hebt overgehouden? Neen? U hebt er nog zin in? U hebt nog zin in een begrotingsbespreking 2009? U knikt licht van ja. Het is niet met overgroot enthousiasme.
Collega’s, in elk geval, de begroting 2009 is de eerste volledige begroting van rooms-blauw-PS. Voor wie het zich nog herinnert, onder de begroting 2008 stond nog de handtekening van een zekere Guy Verhofstadt. Yves Leterme was toen minister van Begroting.
Collega’s, ik wens u er ook aan te herinneren dat het uitgerekend de huidige eerste minister, Yves Leterme himself is, die zijn 800.000 voorkeurstemmen onder andere te danken heeft aan een aantal beloften.
Ten eerste, zo zou hij het beter doen dan Guy Verhofstadt.
Ten tweede, als mijn geheugen mij niet in de steek laat, was het Leterme himself die de belofte heeft gemaakt om de begroting van dit land op orde te stellen. Mijnheer de eerste minister, u ging ervoor zorgen dat de begrotingen wel structureel sluitend zouden zijn.
Collega’s, het was Yves Leterme himself die de belofte heeft gemaakt om te werken met realistische cijfers en prognoses. Het was ook Yves Leterme himself, meen ik mij te herinneren, die de belofte heeft gemaakt geen gebruik te maken van eenmalige maatregelen.
Collega’s, wat stellen wij echter vast? Bij de opmaak van de begroting 2009 worden al die heilige principes overboord gegooid. Is dat nu de trendbreuk die Hendrik Bogaert en Carl Devlies bij het begin van dit jaar in een opinieartikel in De Tijd aangekondigd hadden?
De begroting van het lopende jaar gaat in het rood met een aanzienlijk tekort. Het Planbureau heeft het over minstens 0,8% bbp. Het eindresultaat zal over enkele weken bekend zijn. Ik zal daarover vandaag niet pronostikeren.
Wat de begroting 2009 betreft, is het mijns inziens onmogelijk te becijferen waar deze regering zal eindigen. Van de aangekondigde structurele overschotten komt alleszins niets in huis. De doelstellingen worden alleen maar neerwaarts bijgesteld. De aanvankelijke doelstelling van een overschot van 0,5% bbp werd door deze regering bijgesteld naar 0,3% bbp. Dat gegeven is ondertussen zodanig verwaterd naar een serieus tekort. Ik neem aan dat daaraan niemand meer twijfelt. Zelfs de regering heeft officieel verklaard dat zij het momenteel houdt op een tekort van 1,8% bbp, inclusief het herstelplan en het interprofessioneel akkoord.
Meteen is ook alle woordkracht van de staatssecretaris van Begroting, die ondertussen blijkbaar al is verdwenen,…
(…): (…).
02.02 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijn boodschap zal dan te laat komen, maar ik breng ze toch.
De voorzitter: Het ging over een boodschap.
02.03 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Meteen is alle woordkracht van de staatssecretaris van Begroting over het structurele begrotingsevenwicht voor 2009 en dus over een begroting die, na correcties wegens de conjuctuurinvloeden en de eenmalige maatregelen in evenwicht zou zijn, een maat voor niets gebleken. Of zoals men zegt: woorden in de wind.
De Vlaams Belangfractie is van mening dat er in se niet veel zinnigs valt te zeggen over de voorliggende begroting en het daaraan gekoppelde beleid, te meer daar de begroting 2009 van bij de begrotingsopmaak al haar geloofwaardigheid heeft verloren door gebruik te maken van niet realistische economische parameters en randvoorwaarden.
Ik weet wel dat de eerste minister koppig heeft willen vasthouden aan de mythe van een sluitende begroting, zoals Open Vld dat ook heeft geprobeerd. Het heeft echter niet mogen baten. Als eerste minister heeft hij die belofte moeten inslikken en Open Vld heef na wat tegenspartelen haar bocht moeten nemen en een begroting met tekort moeten aanvaarden.
Bovendien weet u zeer goed, collega’s van de meerderheid, dat deficit spending in België een probleem is. Daar zijn twee hoofdredenen voor. Ten eerste kunt u zich dit met een staatsschuld van 85% niet veroorloven. Ten tweede, de federale overheid heeft er gewoon geen geld voor. Tegelijkertijd stel ik vast dat de discussie over het al dan niet aanvaarden van een begrotingstekort voor tweespalt zorgt binnen uw coalitie. CD&V wil misschien wel een sluitende begroting, Open Vld wil een sluitende begroting maar uw Waalse spitsbroeders willen geen sluitende begroting. De geschiedenis herhaalt zich, l’histoire se répète, althans voor de PS van Elio Di Rupo en Onkelinx en het cdH van Milquet. Zij willen de tering niet naar de nering zetten omdat ze de federale melkkoe hard nodig hebben om hun train de vie in Wallonië te kunnen behouden maar ook omdat ze zeer goed beseffen dat via die federale Staat het uiteindelijk toch Vlaanderen is dat het grootste deel van de rekening zal moeten betalen.
Mijnheer de eerste minister, we zijn hier in de beslotenheid van de plenaire vergadering en het jaareinde nadert stilaan. U weet dat het jaareinde zo het moment is waarop men zoekt naar de persoonlijkheden van het jaar. Ik weet niet of u de laatste dagen nog de kans hebt gekregen om de kranten te lezen. Urbanus heeft over u enige woorden van lof gesproken. Ik weet niet of u het gelezen hebt maar als u het mij toestaat wil ik hem toch even citeren. Aan Urbanus werd gevraagd wie voor hem de figuur van het jaar was. Hij antwoordde daarop: “Yves Leterme. Ik blijf daar altijd een soort van sympathie voor hebben omdat die zich nog altijd niet opgehangen heeft. Alles wat die man aangeraakt heeft verandert in hout”. Hij voegt er dan nog aan toe: “Het is en het blijft een raar land hé. Dat zal niet beteren zolang er in Vlaanderen altijd maar maatregelen worden getroffen die in Wallonië niet worden getroffen. Zo kun je nooit iets oplossen. Het is alsof je als een zot de voorste band van je fiets staat op te pompen terwijl iemand uw achterband leeg laat lopen. Zo kan je niet rijden. Een Belg is iemand die te voet naast zijn velo loopt”.
Ik zou zeggen: al lachende zegt de hofnar zijn mening, en u krijgt er zelfs in een notendop een staatkundige rede bovenop waarom het met die Belgische constructie, waarvan u toch eerste minister bent, niet kan en niet zal lukken.
Dat gezegd zijnde, collega’s, sta mij toe om in de context van de begrotingsbesprekingen enkele bedenkingen te formuleren bij uw virtuele begroting van 2009.
Wat kunnen wij nu nog, als Parlementslid, toevoegen aan de commentaren van het Rekenhof op uw virtuele begroting, en dat zonder in herhaling te vallen? Het Rekenhof heeft in zijn commentaar geen spaander heel gelaten van uw begrotingsopmaak en heeft dat ook met zoveel woorden op papier gezet.
02.04 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, étant donné que j'ai reçu un message m'annonçant que M. Vanvelthoven demandait ma présence, je voulais signaler à la Chambre que je suis là. Dès que M. Vanvelthoven sera parmi nous, nous pourrons dialoguer. Mais j'ai cru comprendre que ma présence était requise. Dès lors, je fais simplement remarquer très discrètement que je suis assis à mon banc!
02.05 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, op zich is dat goed nieuws.
02.06 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): (…)
De voorzitter: Brengt u verder het goede nieuws, mijnheer Goyvaerts.
02.07 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Ik vind dat goed nieuws omdat wij in de commissie hebben moeten meemaken dat de staatssecretaris, bevoegd voor de Begroting zei alleen verantwoordelijk te zijn voor de uitgaven. Ik ben blij dat minister Reynders ons komt vervoegen. Nu hebben we tenminste ook iemand die verantwoordelijk is voor de inkomsten. Op die manier kunnen wij een totaalbeeld krijgen van de begroting 2009. De heer Wathelet is dus verantwoordelijk voor de uitgaven, de heer Reynders is verantwoordelijk voor de inkomsten.
Laat het oordeel maar aan de parlementsleden over, mijnheer de staatssecretaris. Ik weet niet of u een appreciatie moet geven over de totaliteit van de begroting. Straks kunt u dat misschien doen in een of andere repliek.
Ik was gekomen bij het feit dat het Rekenhof uitstekend werk had geleverd en wij eigenlijk weinig of niets aan het commentaar op de begroting kunnen toevoegen. Ik ben ook niet van plan om het mes in de virtuele begroting te blijven ronddraaien, maar ik denk dat de voorliggende begroting van geen kanten klopt en dat is dan nog een eufemisme.
Niettegenstaande het Vlaams Belang en andere oppositiepartijen van bij de aanvang van de begrotingsbespreking hebben gevraagd om uw huiswerk opnieuw te doen, heeft deze regering nadat ze de harde realiteit onder ogen heeft gezien dan toch het inzicht gekregen om in januari een begrotingscontrole te doen. Althans, daar mogen wij van uitgaan. De eerste minister is vragende partij daarvoor. Open Vld staat te drummen voor een vervroegde begrotingscontrole. De vraag is echter of de Franstalige coalitiepartners dat willen. Ik stel vast de PS er alleszins niet zo van overtuigd is. Het mag voor hen ook maart of april 2009 zijn, en desgevallend tillen zij dat wel over de regionale verkiezingen van juni 2009.
Bovendien moet u zich realiseren, excellenties van deze regering, dat alle verkeerd geraamde of overschatte posten, maar ook de impliciet verdoken tekorten openlijk zullen moeten worden erkend. Dat zal nog een leuke oefening worden, gelet op de penibele situatie aan de inkomstenzijde. Ik ben zeer benieuwd hoe dat zal aflopen aan de uitgavenzijde. Ik neem aan dat u ook bij de uitgaven opnieuw zult moeten snoeien. Of is men bereid om een nog veel groter begrotingstekort te aanvaarden?
Ik heb ook nog een aantal elementen met betrekking tot de federale begroting in haar huidige vorm. Een eerste element is de kostprijs van uw kabinetten. De 15 ministers van de federale regering mogen in 2009 54,3 miljoen euro spenderen om hun kabinetten draaiende te houden. Voor de 7 staatssecretarissen komt daar 9,8 miljoen euro bij. Dat geeft een totaal van 64,1 miljoen euro. Dat is opnieuw een stijging ten opzichte van 2008.
Wij mogen niet vergeten dat er reeds in 2008 een sterke toename van de budgetten van de kabinetten was. In een tijd dat men zou verwachten dat de tering naar de nering wordt gezet, doet deze regering er nog een schepje bovenop en krijgen zelfs de ministeriële wedden een forse verhoging.
Dat zal waarschijnlijk verklaard worden door middel van een of andere indexaanpassing. Misschien moeten de ministers en de staatssecretarissen ook maar eens in eigen boezem kijken en hun wedde koppelen aan de gezondheidsindex. Alhoewel, we zien wat er gebeurd is met het koningshuis. De regering voert een wetswijziging door op basis van de gezondheidsindex in een poging om de publieke opinie wat te sussen. Als we niet opletten zal de gezondheidsindex in deze tijden van dalende olieprijzen minstens zo hoog of hoger uitvallen dan de gewone index. Dan stel ik mij de vraag: waarmee zijn jullie bezig?
Tweede element: de fiscale ontvangsten. Uit de tabellen blijkt dat de fiscale ontvangsten stijgen met ruim 3,6 miljard euro. We weten het al van de minister van inkomsten, Saint-Didier Reynders: die slaagt er steeds in om die ontvangsten steeds hoger te ramen en de ballon van de fiscale ontvangsten steeds voller te pompen. Dat geven de cijfers van 2008 ook duidelijk aan. De vermoedelijke fiscale ontvangsten 2008 worden afgetikt op 95,96 miljard euro, terwijl de initiële begroting de fiscale ontvangsten op 96,46 miljard euro had geraamd. Een verschil voor het lopende jaar van 1,2 miljard euro. Het was trouwens op basis van de initiële ramingen dat het begrotingstekort was gebaseerd.
Wat doet men nu voor 2009? Men raamt de fiscale ontvangsten op 99,53 miljard euro, op de valreep nog geen 100 miljard euro: een stijging met 3,2% ten opzichte van de initiële begroting 2008 en een stijging met 3,7% ten opzichte van de vermoedelijke ontvangsten 2008. Sta mij toe, collega’s, om daartegenover zeer sceptisch te staan, zeker in een context van een lage tewerkstellingsgraad voor 2009 en een algemene economische toestand met een negatieve economische groei en een lawine aan faillissementen waarvan de teller op 8.086 staat.
Derde element: de niet-fiscale ontvangsten. Deze stijgen het sterkst, namelijk van 3,1 miljard euro vermoedelijke ontvangsten in 2008 naar 4,97 miljard euro in 2009. Dat is een stijging met 60%! De hoofdbrok, 500 miljoen euro, komt van de geraamde opbrengst van de vergoedingen, te storten door de banken in het raam van de staatswaarborg en de interbankenleningen. Bij de niet-fiscale ontvangsten zit ook de hold-up of de plundering van de kassen, zo u wil, door de federale regering bij een aantal overheidsinstellingen door het verplicht uitkeren van dividenden. Belgacom: 386 miljoen euro, rechtstreeks in de kassa. De Post: 120 miljoen euro, rechtstreeks in de kassa. Belgocontrol: een luttele 10 miljoen euro, ook rechtstreeks in de kassa. Ook de begrotingssluiter, vermeld onder de noemer “opbrengsten van de verkoop van een UMTS-licentie”, is terug van lang weggeweest. 40 miljoen euro. Van een eenmalige maatregel gesproken.
Ik heb ook gelezen, mijnheer de eerste minister, dat vanwege de hele politiek van de kredietverstrekking door de Nationale Bank het aandeel van de federale overheid in het resultaat van de Nationale Bank zou verhogen. Het zou gaan om een bedrag van 340 miljoen euro. Ik hoop dat u niet dezelfde fout maakt als in het verleden en dat dus ook de aandeelhouders van de Nationale Bank niet opnieuw worden vergeten. U zit met het Fortis-dossier al in een kluwen van rechtszaken verwikkeld. Het zou met de Nationale Bank ook wel eens op dezelfde manier kunnen aflopen.
Het vierde element is de bijdrage van de Gewesten en de Gemeenschappen. U schrijft in de begroting een bijdrage in van 800 miljoen euro van de Gewesten en de Gemeenschappen. Er is slechts één klein probleem: daarover is er geen akkoord. Sterker nog, de Vlaamse regering is helemaal niet van plan om uw federale begroting te komen stijven. De reden daartoe is heel simpel: de Vlaamse regering heeft blijkbaar ingezet op de activering van de economische groei om de recessie te counteren, wat op zichzelf volgens mij een goede zaak is. Dat wil ook zeggen dat de Vlaamse regering in 2009 nog volop zal investeren en niet bereid is om geld naar uw begrotingsput te brengen.
Ook met de bijdrage van de steden en de gemeenten in de globale begroting klopt er iets niet. Deze regering rekent op een gezamenlijk overschot van 730 miljoen euro bij de lokale overheden, een bedrag dat hard nodig zal zijn om het begrotingsevenwicht, dat ondertussen al verzeild is naar een serieus tekort, te kunnen bereiken. Merkwaardig is wel dat het Planbureau – ik neem aan dat het Planbureau tot nu toe nog altijd een zekere referentie is voor de federale regering – in zijn vooruitzichten uitgaat van een tekort van 700 miljoen euro. Dat maakt een verschil van 1,4 miljard, zonder dat daarover in deze begrotingsdocumenten enige verantwoording wordt geschreven.
Het enige waarnaar verwezen wordt, is dat de Vlaamse regering een lokaal pact heeft gesloten met de gemeenten door 100 euro per burger schuldentussenkomst of zowat een vermindering van de schulden van de Vlaamse steden en gemeenten met 612 miljoen euro in totaal, in ruil voor de afschaffing van een reeks belastingen en de niet-verhoging van lokale belastingen in de komende jaren. Maar, eerlijk gezegd, dat element is een Vlaamse aangelegenheid en heeft niets te maken met uw federale begroting. Bovendien, die 612 miljoen euro kunt u niet beschouwen als zijnde een soort van overschot van de Vlaamse regering, teneinde dat in uw federale kas te steken.
Het element van de vliegtuigtaks, daarover zal ik niet te veel uitweiden. Deze regering slaagt er blijkbaar in om sneller maatregelen af te schaffen dan dat haar schaduw ze kan uitvoeren.
De staatsschuld en de rente op de staatsschuld zijn toch ook een pijnlijk gegeven. Dat de staatsschuld alsmaar blijft stijgen, is volgens mij een oud zeer. In absolute waarde is de staatsschuld nog nooit gedaald.
(…)
De communicatie is gebeurd. Collega Vanvelthoven, hij is fysiek aanwezig. Dat heeft hij medegedeeld, in uw afwezigheid.
02.08 Minister Didier Reynders: (…)
02.09 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): U bent ook mentaal aanwezig.
De voorzitter: Mijnheer Goyvaerts, gaat u verder.
02.10 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Dat de staatsschuld blijft stijgen, is een oud zeer. In absolute waarden is zij nog nooit gedaald, collega’s. In procenten bbp gaat het ook weer de slechte kant uit. Het kan soms bijzonder verhelderend zijn om de beheerders van de Schatkist en de staatsschuld in dit Parlement aan het woord te laten.
Na de hoorzitting van enkele weken geleden is meteen gebleken dat de participatie van de federale regering in de noodlijdende banken een aardige begrotingsimpact heeft, met name via de financiering van de bijkomende leningen die daartoe werden aangegaan. In de voorliggende begroting worden de intrestlasten voor 2009 geraamd op 12,26 miljard euro. Uit gegevens van het Schatkistcomité blijkt nu dat dit cijfer niet klopt. Zij gaan ervan uit dat de totale intrestlast 13,33 miljard euro zal bedragen. Dit is zomaar eventjes 1 miljard euro meer en dat is volgens mij een aanzienlijk groter probleem dan de 130 miljoen euro van de vliegtuigtaks die er niet komt.
Over het Zilverfonds kunnen wij volgens mij beter zwijgen. Met een dergelijk begrotingstekort zal er dit jaar geen verdere financiering van het Zilverfonds gebeuren, niet met fiscale ontvangsten en zeker niet met begrotingsoverschotten. Ik stel mij dan ook de vraag, mijnheer de eerste minister, hoe deze regering zich momenteel wapent tegen de onvermijdelijke maar forse, nieuwe uitgaven voor de toenemende vergrijzing.
U bent van oordeel dat de verwachte economische achteruitgang ergens zal liggen tussen de -0,2 en -0,4% bbp. Het IMF is bij u op bezoek geweest en heeft zijn analyse meegedeeld. Zij gaan uit van minimum –0,75% bbp. Zeg nu zelf, dat komt bijzonder ongelegen. U kan van die aanpak van de vergrijzing en dus de opbouw van begrotingsoverschotten weliswaar een prioriteit van uw budgettaire beleid maken maar ik denk dat u eraan bent voor de moeite. In de gegeven omstandigheden heeft de regering niet de mogelijkheid om daar iets aan te doen. U heeft wel de mogelijkheid om ofwel uw budgettaire doelstellingen onverkort te proberen realiseren met het risico op een langdurige economische terugval, ofwel via krachtdadige maatregelen trachten de economie terug op gang te krijgen met een kortlopend tekort als gevolg.
Ik stel vast dat de regering kiest voor een tussenoplossing met halfslachtige maatregelen die het tekort niet te veel mogen opdrijven. Ik verwijs naar de 2 miljard euro die u uittrekt voor het herstelplan, inclusief de toezeggingen van het interprofessioneel akkoord. Ik verwijs ook naar de inspanningen van de deelstaten, goed voor 1 miljard euro waarbij uw totale herstelplan van de globale overheid ongeveer 3 miljard euro zal kosten of zowat 0,9% van het bbp.
Hoe men het ook keert of draait, collega’s, zelfs in goede economische tijden is er altijd een structureel tekort geweest, zowel onder de regeringen van Verhofstadt als onder de regering van Leterme. Dit hebben de cijfers van Eurostat ook jaar na jaar aangetoond. Er is in het afgelopen decennium maar 1 jaar geweest met een overschot en dat was het jaar 2006 toen er een overschot was van 176 miljoen euro. Het was trouwens ook het enige jaar dat het Zilverfonds met een begrotingsoverschot werd gefinancierd.
De andere 12,9 miljard euro in het Zilverfonds is steeds afkomstig geweest van eenmalige niet-fiscale opbrengsten.
Mijnheer de eerste minister, naast een structureel tekort op uw begroting komt er nog eens een conjunctureel tekort. De regering gaat ondertussen uit van een tekort van 1,8% in 2009. In mensentaal gaat het over 6,5 miljard euro of, anders gezegd, het is een tekort van 240 tot 280 miljard Belgische frank, kwestie van ons een idee te geven van de grootte van het getal.
Het Planbureau ziet het tekort bij ongewijzigd beleid voort stijgen tot 2,7% in 2011, terwijl de staatsschuld tijdens die periode zal stijgen met 26 miljard euro.
Ik weet echt niet hoe u tegen het einde van deze legislatuur een deftig begrotingsoverschot zult realiseren. Ik weet wel dat u in een interview in De Tijd gezegd hebt dat u nog tijd hebt tot 2011. Eerlijk gezegd, ik vrees dat u die tijd hard nodig zult hebben om een geloofwaardig begrotingsbeleid op poten te zetten.
Laten wij even kijken naar de staatsschuld. Eind oktober klokte die af op 3,6 miljard euro, of nagenoeg 20 miljard euro meer dan in 2007. Die schuld zal moeten terugbetaald worden, neem ik aan. En dus rijst de vraag, mijnheer de eerste minister, naar wie u die factuur doorschuift.
Ik kom nog even terug op de voorgestelde maatregelen uit uw economisch herstelplan, want die zijn mijns inziens toch niet echt radicaal te noemen. Een energiecheque van 30 euro is voor velen natuurlijk welkom, maar lijkt een druppel op een hete plaat.
De btw-verlaging van 21% naar 6% op een schijf van 50.000 euro bij nieuwbouw brengt inderdaad een besparing van 7.500 euro met zich mee, maar houdt geen rekening met de toegenomen kostprijs van woningen met gemiddeld 15.000 euro, ten gevolge van nieuwe energiebesparende verplichtingen en vooral door de door Europa opgelegde vervanging van de goedkopere registratierechten door een btw-heffing bij de gezamenlijke aankoop van een grond en een woning. Ik wil niet pessimistisch doen, maar ik vrees dat die maatregelen niet zullen zorgen voor een economische kickstart.
Het zijn inderdaad mooie principes, maar of hiermee de economie van de afgrond is gered, is op zijn minst twijfelachtig te noemen. De regering heeft mijns inziens alweer geen maatregelen durven te nemen en is weer verzeild geraakt in typische Belgische compromissen.
Mijnheer de eerste minister, ook het IMF is erg kritisch voor uw herstelplan. Het formuleerde het als volgt: “Een stimulans moet op het juiste moment effect hebben, tijdelijk zijn en gericht zijn op alle sectoren die meest waarschijnlijk een groei zullen realiseren. Voor elk van die criteria is het herstelplan niet ideaal.”
Een algemene tijdelijke verlaging van de btw naar 19% bijvoorbeeld, een voorstel van Vlaams Belang, werd door deze regering zelfs niet overwogen. Nochtans zou een dergelijke verlaging een stimulans voor de consumptie kunnen zijn en aldus een economische terugval kunnen afremmen.
Indien er sprake zou zijn van enig Laffer-effect zouden de budgettaire gevolgen wel eens kunnen meevallen.
De regering heeft niet gekozen voor daadkracht. In plaats daarvan rekent deze regering op de inspanningen van de buurlanden. Dat is nu eenmaal het voordeel van te leven van een open economie. Een hernemen van de Europese groei zal de Belgische export – die tussen haakjes voor 75% door Vlaanderen wordt gerealiseerd – nog een duwtje in de rug kunnen geven. Of dat echt allemaal zal gebeuren blijft echter nog koffiedik kijken. Zo kunnen we nog even doorgaan met deze begroting voor 2009 op de rooster te leggen. In elk geval had ik beloofd om het mes niet te veel rond te draaien in deze virtuele begroting.
Mijnheer de voorzitter, ik wens af te ronden. Mijnheer de eerste minister, dames en heren ministers, u zult ondertussen wel begrepen hebben dat de voorliggende begroting de Vlaams Belangfractie helemaal niet kan bekoren. Wij hebben bovendien aangegeven dat u en uw regering gebuisd zijn voor het huiswerk inzake de begroting. Bijgevolg zult u moeten aanvaarden dat wij deze begroting niet zullen goedkeuren.
02.11 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, bien entendu, nous nous livrons à un exercice particulièrement difficile et délicat, non seulement eu égard au contexte dans lequel se situe mon intervention avec toutes les questions encore pendantes quant à la confiance, que j'évoquais en début de séance, mais aussi parce qu'il s'agit de critiquer un budget déjà dépassé avant même d'avoir pu exister. En effet, il a déjà été enterré par nombre de ministres du gouvernement.
Monsieur le secrétaire d'État, vous me direz vous sentir coincé par la procédure, par les chiffres remis par le Bureau du Plan, que vous n'avez pas le choix de retenir comme critère de croissance 1,2% et que vous ne l'avez pas inventé. Certes! Rien cependant ne vous empêchait de prévoir la détérioration de la situation: comme vous le savez, gouverner c'est prévoir! Nous sommes en droit de savoir si un gouvernement existe réellement. Après 15 mois de crise institutionnelle, le pays a immédiatement été plongé dans une crise financière; aujourd'hui, nous vivons une crise entre les pouvoirs. Dans un cas comme dans l'autre, le gouvernement ne fait que subir; il n'agit pas sur les faits et ne prend pas les devants, comme le prouve ce choix de 1,2% de critère de croissance, dépassé de toute évidence.
Il a fallu attendre que le gouvernement soit acculé par les autres pays européens et par la Commission européenne pour vous décider, début décembre, à prononcer un petit quelque chose. Ce petit quelque chose, malheureusement, ne se retrouve pas dans le budget dont nous devons parler aujourd'hui. Pire, une contradiction apparaît dans votre plan que vous avez baptisé "de restauration" ou "de modification", qui n'est en fait qu'un plan de stabilisation.
Où réside cette contradiction, déjà signalée la semaine dernière? Le plan anticrise prévoit 117 millions en 2009 pour l'accélération des investissements publics, tandis que votre budget à voter indique des retraits d'investissement d'un montant de 250 millions pour la SNCB et d'un montant de 210 millions pour l'entretien; ce qui donne 460 millions en moins pour un ajout de 117 millions d'euros dans le plan de relance. Cette incohérence rend ce budget très problématique à nos yeux.
En fait, vous avez élaboré ce budget – comme c'est d'ailleurs le cas pour la politique que vous menez – dans une tour d'ivoire, faisant comme si ce qui se passe à l'extérieur ne pouvait en rien le perturber. Cependant, les faits vous ont aujourd'hui rattrapé.
La question n'est plus de savoir si vous allez procéder à un ajustement budgétaire, mais bien de savoir quand ce dernier interviendra.
Une partie du débat en commission en présence du ministre Reynders a d'ailleurs été consacrée à cette question, mais je voudrais que vous nous disiez, aujourd'hui, quand le budget ajusté visant à intégrer les nouveaux paramètres, les modifications envisagées dans le cadre du plan anti-crise, sera soumis à l'examen du parlement. Monsieur le secrétaire d'État, je tiens à attirer votre attention qu'il est ici question d'une présentation du budget ajusté au parlement et non d'un contrôle budgétaire, même si ce dernier est nécessaire et effectivement prévu.
Dans votre déclaration du 22 novembre dernier, monsieur le premier ministre – mais encore faut-il que celle-ci signifie encore quelque chose, que vous ne soyez pas en train de la démentir par téléphone et pour autant que ce que vous nous dites ait encore un quelconque intérêt –, vous disiez que le budget 2009 devrait être corrigé. Pourriez-vous, monsieur le premier ministre, traduire concrètement vos propos à l'occasion de la réponse que vous donnerez à cette Chambre? Pourriez-vous confirmer qu'il s'agira bien d'un ajustement et nous donner la date à laquelle celui-ci nous sera soumis? En effet, je reprends vos termes et je cite: "Le gouvernement ne peut pas attendre jusqu'en mars pour examiner le budget". Je souhaite donc que vous nous fassiez savoir aujourd'hui quand vous avez prévu de venir devant cette assemblée pour présenter ledit ajustement. Je répète que je ne parle pas du contrôle budgétaire effectué au sein du gouvernement.
02.12 Yves Leterme, premier ministre: Monsieur le président, monsieur Nollet, en ce qui concerne la date précise de cet ajustement, je propose de vous répondre dans ma réplique car je ne la connais pas de mémoire. Sur proposition du secrétaire d'État et de moi-même, nous débattrons demain au Conseil des ministres d'une circulaire régissant le contrôle budgétaire et j'espère que nous l'approuverons. Ce contrôle budgétaire devrait commencer, sur le plan administratif, dès début janvier.
02.13 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le premier ministre, vous reviendrez alors ici, au parlement, au mois de février.
02.14 Yves Leterme, premier ministre: Vers février-début mars.
02.15 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Nous avions déjà posé cette question en commission et le ministre des Finances nous renvoyait à bien plus tard. C'est bien la preuve que le budget, tel qu'il nous est présenté aujourd'hui, ne tient déjà plus la route en termes de recettes et de dépenses mais aussi, monsieur le secrétaire d'État, – vous savez à quel point j'ai insisté là-dessus – en termes de plan pluriannuel.
Un débat s'est tenu en commission lors duquel il est manifestement apparu que les chiffres du plan pluriannuel étaient davantage la réception et la reproduction, telle quelle, de ce que chaque département budgétaire avait remis plutôt qu'un arbitrage ou un véritable travail politique. Dans le plan pluriannuel que vous avez déposé, rien n'est fait en termes de travail politique. Or, c'est bien nécessaire, entre autres pour le fonds de vieillissement!
Nous sommes tous d'accord pour dire que 2009 sera une année très difficile sur le plan budgétaire. L'objectif mentionné dans la loi d'atteindre un solde positif de 0,7% en 2009 ne sera pas rempli. Nous ne nous faisons aucune illusion à ce propos. Toutefois, le fait que rien ne sera versé au fonds de vieillissement en 2009 ne fait que renforcer la critique que nous avons déjà émise par le passé. Les années 2007 et 2008 accusent déjà un retard énorme: 1,6 milliard d'euros en 2007 et 3,1 milliards d'euros en 2008. Si aujourd'hui, on doit intégrer vos perspectives de déficit de 1,8% en 2009, cela représentera au total un écart de non-financement de 8,9 milliards d'euros du fonds de vieillissement. Dans ce cas, il manquera, après 2009, 13,7 milliards d'euros dans le fonds de vieillissement par rapport à ce qui était prévu.
Monsieur le secrétaire d'État, c'est précisément pour voir comment vous allez récupérer ces 13 milliards d'euros qui manquent dans le fonds des pensions que je vous demande de nous soumettre un budget pluriannuel
J'ai entendu le premier ministre annoncer l'équilibre pour 2012. Oui mais la législature se termine en 2011. C'est trop facile de reporter le débat aux générations futures. J'espère que vous n'allez pas tout reporter de la même manière et donner des réponses faciles du genre "À partir de 2012, ça ira mieux".
Madame Laruelle, j'aurais voulu parler d'emploi, en particulier en lien avec cela. Vous êtes présente et je vous sais très préoccupée par ces questions. Mais il y a une ministre de l'Emploi, même si elle n'est pas là pour l'instant. Mes collègues reviendront certainement sur ce point plus tard. J'aurais voulu parler d'emploi parce que le budget 2009 prévoit une augmentation de l'emploi de 27.900 unités en croissance continue et de 10.000 en effort supplémentaire, ce qui fait 37.900 emplois créés. Vu le contexte économique, les chiffres seront malheureusement négatifs et l'objectif ne sera certainement pas atteint.
Mais il y a un danger réel de donner un tour de vis supplémentaire pour ceux qui n'ont pas la chance d'avoir un emploi. C'est pour cela que j'aurais souhaité interpeller en direct la ministre de l'Emploi. Nous le ferons tout à l'heure, mes collègues interviendront. Le problème est assez sérieux pour justifier sa présence. Activer encore davantage les gens qui n'ont pas la chance d'avoir un emploi, dans cette période-ci, c'est totalement déplacé.
02.16 Sabine Laruelle, ministre: Monsieur Nollet, la situation de l'emploi, que ce soit celui des salariés ou celui des indépendants, souvent les grands oubliés de ce genre de réflexion, fait partie des préoccupations des responsables politiques de ce pays. On ne peut pas analyser le budget présenté aujourd'hui sans mettre en parallèle le plan de relance que le gouvernement a déposé, un plan dont une série de mesures très importantes en matière d'emploi vont être appliquées dans les plus brefs délais, notamment pour le secteur de la construction, déterminant pour l'emploi.
Un accord interprofessionnel prévoit par ailleurs un certain nombre de choses. Nous agirons également en matière de chômage économique car les pertes de revenu des personnes touchées du jour au lendemain étaient trop importantes. On va augmenter les montants pour éviter cette brusque chute de revenus. Des mesures seront prises dès 2009. Vous interrogerez la ministre de l'Emploi mais il faut le faire correctement en gardant à l'esprit le plan de relance, même si c'est le budget qu'on analyse aujourd'hui.
02.17 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, je vous rejoins sur deux points. Tout d'abord, le travail indépendant est, davantage encore en cette période, extrêmement important. Je pense l'avoir signalé. Mes propos ne portaient donc pas exclusivement sur le travail salarié ou le travail des fonctionnaires. Ensuite, le plan anti-crise, que vous appelez plan de relance a, heureusement, été approuvé par les partenaires sociaux. C'est une des seules garanties à laquelle on peut se raccrocher pour l'instant.
02.18 Xavier Baeselen (MR): (…)
02.19 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): La concertation sociale, les partenaires sociaux! J'utilise un synonyme, monsieur Baeselen!
02.20 Sabine Laruelle, ministre: Ils ont trouvé un accord grâce à la participation financière du gouvernement aussi!
02.21 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Effectivement, il résulte de l'examen des chiffres que le montant n'est pas neutre!
02.22 Sabine Laruelle, ministre: On croit que les partenaires sociaux se sont mis d'accord et que le gouvernement a, ensuite, établi son plan de relance!
02.23 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Pendant 18 mois, les partenaires sociaux n'ont pas trouvé face à eux un gouvernement responsable. S'ils ont pu maintenir ce contact et ce travail, c'est grâce à une série de propositions.
Je voudrais en revenir au volet services publics et sur le travail des fonctionnaires qui sont fragilisés par les mesures envisagées. En effet, le nombre de postes doit être diminué à concurrence de 60 millions d'euros. À cet égard, le gouvernement, de son aile libérale à son aile libérale, a suivi le credo selon lequel au moins de fonctionnaires il y a, meilleure sera la situation. On peut le constater avec la prise d'une mesure linéaire en la matière et que nous critiquons.
Cela vaut également pour La Poste avec une pression de plus en plus grande en ce qui concerne la productivité. Je regrette, madame la ministre, que votre collègue Mme Onkelinx ne soit pas présente. J'ignore si M. Wathelet peut me dire, comme pour Mme Milquet, si Mme Onkelinx se présentera. Je n'ai pas en face de moi le moindre ministre socialiste, le moindre secrétaire d'État socialiste! Je suis donc obligé de me tourner vers vous, car manifestement, c'est avec vous que…
02.24 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: (…) Vous avez devant vous une équipe!
02.25 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Permettez-moi d'avoir des doutes sérieux à ce sujet, vu le dépeuplement des bancs socialistes!
02.26 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: (…)
02.27 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Non! Il ne faut pas ironiser à ce sujet! Il peut y avoir des problèmes de réveil et ces problèmes peuvent être généralisés! Vos propos sont incorrects, monsieur Wathelet! Il faut savoir respecter…
02.28 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: (…)
02.29 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): J'aurais donc voulu demander à Mme Onkelinx si Géoroute 3 était bien suspendu. En effet, elle avait exigé son retrait très clairement lorsque nous avons entamé les travaux budgétaires. Mais Mme Onkelinx étant absente, je me permets de vous poser la question, madame la ministre.
02.30 Minister Inge Vervotte: Ik heb al verschillende malen daarop geantwoord, maar ik zal het nog eens doen. U kent die informatie al, maar ik zal ze nog eens herhalen, want het is inderdaad belangrijk.
Ik ben mij ten volle bewust van de druk die vandaag leeft bij de werknemers van De Post. Wij vragen inderdaad heel veel inspanningen van hen, maar wij menen dat die inspanningen echt noodzakelijk zijn om de toekomst voor te bereiden. Wij zullen in principe morgen belangrijke beslissingen nemen over het kader van de liberalisering. Dat dossier is voorbereid en het is ook geagendeerd op de Ministerraad. Het is dus belangrijk.
Ik besef ten volle dat de hervormingen, die trouwens ook met de aandeelhouders afgesproken zijn, verder doorgevoerd zullen moeten worden. Die hervormingen werden ook onderhandeld. Het is een meerjarenprogramma van hervormingen geweest, met betrekking tot sorteercentra, het leveren van de post, enzovoort. Wij gaan onverkort daarmee door, maar wij zeggen wel heel duidelijk dat er omkaderende en facilitaire maatregelen zullen komen. Wij zullen ervoor zorgen dat De Post in een dusdanige situatie kan komen dat zij in staat blijft om een kwaliteitsvolle dienstverlening te leveren.
Tegelijkertijd willen wij respect opbrengen voor de werknemers van De Post. Wij weten dat de druk bij hen heel hoog is, door die resem van hervormingen, maar als zij zullen bekijken in welk kader de toekomstige post zal kunnen werken, dan denk ik dat zij zullen zien dat deze regering belangrijke beslissingen zal nemen om ook hun toekomst te garanderen. Ik meen dat daarmee heel wat druk zal wegvallen.
02.31 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Les choses sont claires: Géoroute 3 n'est pas suspendu. Vous continuez les procédures et, manifestement – mais la ministre Onkelinx n'est pas là pour répondre –, une fois de plus, quelque chose a été demandé et n'a pas été obtenu. En ce qui concerne la productivité, ce qui est demandé à La Poste devient excessif. D'autant plus que, dans le même temps, le service offert diminue.
Nous avons eu un débat cette semaine en commission où j'ai pris l'exemple très concret de la Poste de Leernes, à Fontaine-l'Évêque, mais c'est aussi le cas à Luingne ou à Courcelles, où vous vous étiez engagée au nom du gouvernement et, à travers vous la Poste s'était engagée, à ne pas fermer de bureaux s'il n'y avait pas de Point Poste qui était ouvert. Voilà trois endroits où cet engagement n'a pas été respecté. Quelle confiance les citoyens peuvent-ils encore avoir aujourd'hui en leur service public, en leur ministre qui s'est engagée à ne pas fermer de bureaux de poste s'il n'y avait pas de Point Poste ouvert? Dans ce cas, les bureaux sont fermés et les Points Poste ne sont pas là. Il n'y a pas de confiance possible quand les engagements d'un gouvernement ne sont pas respectés et sont à ce point balayés.
L'engagement était clair, madame la ministre. Mais vous dites ne pas avoir le pouvoir d'intervenir auprès de La Poste. Mais si! Quand La Poste ne respecte pas ses engagements, quand bien même ce serait en dehors du contrat de gestion, il faut que vous puissiez intervenir.
02.32 Minister Inge Vervotte: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Nollet, ook op het door u net geopperde punt heb ik in de commissie reeds gerepliceerd, maar ik zal dat nu opnieuw doen.
De Post heeft haar engagement in bedoelde situatie inderdaad niet gehonoreerd, wat ik betreur. Ik heb u ook van bij het begin en telkenmale gezegd dat ik geen juridische pressiemiddelen had om op te treden. Bij alle andere postkantoren werd het engagement wel gehonoreerd.
Wanneer wij de percentages bekijken, werd in misschien 1% van de gevallen – denkelijk zal het zelfs nog minder zijn – het engagement, dat, zoals u weet, niet contractueel was onderhandeld, niet nagekomen.
Wij hebben alleen maar de mogelijkheid om uit te voeren wat in de beheersovereenkomst staat. De Post doet veel meer dan dat. Het engagement dat zij inderdaad heeft opgenomen, heeft zij in de bedoelde specifieke situatie niet kunnen hardmaken. Ik betreur dat ook. Zij heeft haar engagement in alle andere situaties echter wel hardgemaakt. Een en ander komt dus zelfs nog niet eens op 1% neer.
De dienstverlening is niet verminderd. Het is niet correct om zulks te beweren. De dienstverlening is gediversifieerd. Dezelfde dienstverlening wordt vandaag via andere kanalen aangeboden, wat trouwens ook de strategie was. De PostPunten zijn daarentegen langer open en kennen andere openingsuren. De dienstverlening is dus niet verminderd. Ze is gediversifieerd. Ze is door voornoemde diversificatie zelfs uitgebreid.
02.33 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Madame la ministre, il y a un mois et demi, je vous ai posé la question statistique pour voir dans combien de cas l'engagement n'avait pas été respecté. J'espère que nous aurons rapidement la réponse.
02.34 Inge Vervotte, ministre: Je l'ai transmise.
02.35 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Dans ce cas, je ne devrais pas tarder à la recevoir.
Comment pouvez-vous affirmer que le service n'a pas été réduit mais diversifié quand, dans les trois communes que je vous cite, le service n'est tout simplement plus offert? Pour ces gens, le service a été réduit contrairement aux engagements pris.
Je suppose qu'au moins un des membres socialistes du gouvernement a pu arriver! Manifestement non! Je veux bien reporter les points mais cela devient difficile car j'arrive au bout de mon intervention. Je vais donc aborder le sujet sans la présence d'un ministre socialiste.
En ce qui concerne la lutte contre la grande pauvreté, 1.500.000 personnes vivent en Belgique, chez nous, sous le seuil de pauvreté. Quand on examine le budget Intégration sociale, on constate, en termes réels, une diminution de ce budget entre 2008 et 2009. Pensez-vous vraiment, mesdames et messieurs les ministres – en l'absence de ministres socialistes, j'interpelle tout le gouvernement –, que vu la gravité de la situation socio-économique que nous traversons, il s'agit d'une mesure digne?
Je peux élargir la réflexion aux avances de créances alimentaires. Monsieur le secrétaire d'État, vous savez que le fonds connaît un important problème budgétaire mais le plafond n'a toujours pas été augmenté alors que le besoin existe.
Il en va de même de la suppression du "prix de l'amour" pour les handicapés, mesure qui avait été fièrement annoncée par les bancs socialistes. Cette mesure n'est toujours pas concrétisée. Tout au plus a-t-on une augmentation de 2% de l'allocation via le mécanisme classique de la liaison au bien-être mais cela signifie qu'une personne handicapée qui vit avec une autre personne qui a des revenus supérieurs à 19.000 euros perd son allocation d'intégration, qui a pourtant comme fonction de lui permettre de payer les dépenses supplémentaires qu'elle doit assumer pour pouvoir vivre de la même manière qu'une personne autonome.
Je voudrais par ailleurs revenir sur ce qui aurait pu être la petite mesure verte courageuse du budget 2009 mais qui n'a pas survécu plus de 24 heures, à savoir la taxe sur les billets d'avion.
Rappelons qu'au départ, dans le texte présenté par le gouvernement, il n'était pas fait état de la mesure. Il n'en a d'ailleurs pas non plus été fait état lors de la conférence de presse. C'est parce que les journalistes ont fait leur travail qu'ils ont découvert l'existence de cette mesure. Cette question a d'ailleurs été abordée dès le lendemain. Madame Milquet, vous vous en souviendrez, sans doute, car vous étiez présente. Ce jour-là, je vous interrogeais sur les propos du ministre Antoine qui, le matin-même, faisait savoir dans la presse qu'il y était opposé.
Madame la ministre, je voudrais vous rappeler les propos que vous aviez tenus à l'époque. Ainsi, vous disiez que le débat avait effectivement été difficile, que différentes possibilités existaient immanquablement et que vous alliez discuter des modalités avec les différents secteurs concernés, dans les semaines à venir. Vous disiez également et je vous cite: "Je suppose que les réactions de M. Antoine étaient données au sujet des différents chiffres qui circulaient dans la presse, chiffres aléatoires étant donné que les modalités devront encore être discutées avec les Régions". Et, comme manifestement déjà à l'époque, vous n'arriviez pas à me convaincre, vous me disiez: "Mais ne vous inquiétez pas. Nous avons des capacités de négociations rapides" – nous avons pu effectivement le constater – "et vous en connaîtrez rapidement les modalités. L'objectif est clair et assumé et tout le monde le partage".
Madame la ministre, aujourd'hui, vos propos ne tiennent plus la route. Ils n'ont d'ailleurs pas tenu plus de 24 heures. Il s'agit encore une fois de paroles dures et claires prononcées du haut de cette tribune. Mais, apparemment, les propos du ministre Antoine ont eu une plus grande portée que ceux que vous avez tenus ici le 15, mais aussi le 16, dans le cadre du débat à l'occasion duquel vous déclariez: "Si vous m'avez bien entendue hier, vous savez qu'il n'y a pas de problème quant à l'objectif et que les modalités" – je peux comprendre que mes propos vous dérangent, madame Milquet – "seront discutées, notamment avec les Régions pour éviter de possibles effets pervers en termes de délocalisation. C'est la décision du gouvernement. Et je peux vous le redire une troisième fois, c'est une question de modalités, pas de principe".
Aujourd'hui, le principe a été balayé. Il n'a pas tenu plus de 24 heures. La démagogie a gagné. Et une fois de plus, le gouvernement a montré son incapacité à prendre les décisions nécessaires en la matière.
Voilà, monsieur le président, je ne serai pas plus long car je veux aussi permettre à mes collègues de s'exprimer dans ce débat budgétaire bien triste puisque le budget en examen est déjà dépassé, mais aussi parce que les enjeux de la crise vont bien au-delà des 20 milliards qui ont été dégagés pour le secteur des banques; ils concernent aussi les catégories de la population (travailleurs ou demandeurs d'emploi) qui se sentent complètement délaissées par les mesures budgétaires que votre gouvernement propose.
De voorzitter: Het woord is aan de heer Bogaert. Ik herinner de fracties van de meerderheid eraan dat ze in totaal 25 minuten hebben voor alle sprekers.
02.36 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega's, ik geef graag enkele opmerkingen over de begroting 2009.
Het is belangrijk dat wij deze begroting zien in de context waarin ze werd opgesteld, een financiële crisis zonder weerga. Wij hebben dat in de commissie herhaaldelijk besproken. Er waren hoorzittingen met de mensen van de Nationale Bank en de thesaurie. Wij hebben hierover heel wat reflecties gehad. Het heeft ons allemaal getroffen hoe zoiets is kunnen ontstaan. Wij hebben citaten voorgelezen van Warren Buffett die al in 2003 schreef dat deze speciale financiële producten weapons of mass destruction waren. Zo is helaas geschied.
Ik denk dat de wereldeconomie er wel doorkomt, maar dat dit wellicht enkele jaren zal duren. Ik denk dat wij dan terug op een positief pad gaan en aansluiten bij een goede economie. Ik denk dat wij over een aantal jaren opnieuw zullen spreken over schaarste van een aantal grondstoffenmarkten. Dat is natuurlijk vandaag niet het geval, en dat ziet men dan ook in deze begroting.
Ik zal het hier niet alleen hebben over de voorliggende begroting van 2009, maar ik zal ook enkele opmerkingen maken over het relanceplan.
02.37 Hans Bonte (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer Bogaert, ik wil even kort het woord nemen over uw inleiding. Het is inderdaad zo dat de begroting in onvoorspelbare tijden is opgemaakt. In wellicht alle commissies zijn discussies gevoerd over de hypotheses die bij de opmaak van deze begroting werden gehanteerd. Dat zijn achterhaalde hypotheses, zoals ook door officiële bronnen wordt bevestigd. Ook ministers die deel uitmaken van deze regering zeggen dat ze achterhaald zijn.
Er is ook een debat over de zorgvuldigheid en de timing van de aanpassing en de controles van het budget in de toekomst. Wij hebben daarover al van alles gehoord van de ministers. Nu wil ik eens weten wat uw fractie daarover denkt. Wanneer denkt u dat wij, op basis van de huidig gekende groeiprognoses, de begroting moeten herzien om te vermijden dat wij definitief ontsporen? Wat is de visie van uw fractie op de timing inzake de begrotingsaanpassing? Wanneer mogen wij hier een aanpassing verwachten?
De voorzitter: Ik stel voor dat de heer Bogaert daarna zijn betoog voortzet. Er is straks nog tijd om tussenbeide te komen.
02.38 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer Bonte, bedankt dat u mij nu al onderbreekt. U hebt de aandacht wat verhoogd voor wat ik hier aan het zeggen was.
Het standpunt van onze fractie is dat van de regering. Op het ogenblik waarop een tsunami binnenrolt, kan men twee dingen doen. Men kan enerzijds paniekvoetbal spelen en alles herberekenen. Anderzijds kan men de uitgaven al vastleggen. Dat is wat onze regering gedaan heeft. Het is belangrijk dat de lonen uitbetaald worden vanaf januari. Ik denk dat dat een objectief argument is. Er moet een begroting zijn, anders komt men in problemen. Mensen worden dan niet uitbetaald en noodzakelijke uitgaven kunnen niet gebeuren. Op het vlak van de uitgaven zit het goed en op het vlak van de ontvangsten zult u een punt hebben. Die zullen beduidend lager liggen dan wat nu in de begrotingsdocumenten staat. U kent de vuistregel: elk procent economische groei wat we missen, leidt tot het missen van ongeveer 0,5% begrotingsresultaat. Langs die lijnen zal men het tekort moeten zoeken.
02.39 Hans Bonte (sp.a+Vl.Pro): …
02.40 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, ik wil verwijzen naar het antwoord dat ik heb gegeven toen de heer Bonte hier nog niet was. Het is nu 11.15 uur en ik heb iets vroeger – de vergadering is om 10 uur begonnen, mijnheer Bonte – uitgelegd dat wij morgen…
02.41 Hans Bonte (sp.a+Vl.Pro): …
02.42 Eerste minister Yves Leterme: U bent verontschuldigd, want heel uw fractie was afwezig. Er was niemand van sp.a. Ik heb toen in antwoord op de vraag van de heer Nollet gezegd dat wij morgen de circulaire voor de opmaak van de begrotingscontrole zullen bespreken en goedkeuren. Ik vermoed dat begin maart de procedure zal voleindigd zijn, met een begrotingsaanpassing. Nogmaals, u bent verontschuldigd. U was niet de enige, van sp.a was hier niemand. Ik heb dat zo-even al verduidelijkt.
02.43 Hendrik Bogaert (CD&V): Op het vlak van de uitgaven is het naar mijn mening objectief om te stellen dat het een zuinige begroting is. De stijgingspercentages voor de departementen liggen zeer laag. De groei van de primaire uitgaven bedraagt 0,2%, wat bijzonder laag is. Nominaal is dat 2,9%. Het is dus een zeer zuinige begroting. Het is een goede reactie van de regering om eerst te kijken waar ze zelf kan besparen, alvorens elders te kijken.
Een voorbeeld daarvan is Defensie. Het budget ervan stijgt met slechts 2,5%. Het zal voor minister De Crem een hele uitdaging zijn om de begroting van Defensie in dat spoor te houden. Een tweede voorbeeld is het besparingsplan op het vlak van de ambtenaren. Dat is een goede zaak om in volle dialoog met de vakbonden op te nemen. Een derde voorbeeld is een tegenvoorbeeld, namelijk de belangrijke extra uitgave voor ontwikkelingssamenwerking. Er steekt dus veel meer beleid en visie in de begroting dan velen tot vandaag toegeven. Men remt op Defensie en inzake het aantal ambtenaren en anderzijds geeft men meer aan ontwikkelingssamenwerking.
In alle objectiviteit zijn voornoemde maatregelen goede insteken voor de voorliggende begroting. Wij geven ook extra middelen aan Justitie, namelijk 92 miljoen euro, wat nominaal toch 5,8% betekent. Dat zijn belangrijke insteken.
Wat betreft de uitgaven, is de voorliggende begroting goed, omdat het aantal onbetaalde facturen zal verminderen.
Mijnheer Bonte, u bent nu aan het bellen, maar er waren in 2008 300 miljoen euro minder onbetaalde facturen. Ook in 2009 trekt de regering binnen het relanceplan 400 miljoen euro uit om de facturen sneller te betalen.
De voorliggende begroting is goed omdat er een historisch beginbedrag van 6,6 miljard euro werd weggewerkt. Dat is gebeurd zonder bijzonder veel in de zakken van de mensen te zitten, op een ogenblik dat zulks ook niet aangewezen zou zijn.
Dat zijn dus vier à vijf punten die in alle objectiviteit naar voren moeten worden gebracht.
De context is voor de federale regering ook niet gemakkelijk. De federale regering heeft in vergelijking met 2002 nominaal twee miljard euro minder ter beschikking. Dat ligt natuurlijk aan de financieringswetten die door de vorige regeringen werden goedgekeurd en waarin u, mijnheer Bonte, en uw fractie een bijzondere verantwoordelijkheid dragen.
Het federale niveau heeft twee miljard euro minder dan in 2002, wat toch een gigantisch lange periode is. In dezelfde periode zijn de belastinginkomsten daarentegen met 15 miljard euro gestegen.
Dat zal in mijn ogen een probleem blijven. De financieringswet kan aan voornoemde situatie immers niet heel veel veranderen. Voornoemde wet zal immers ook moeten vaststellen dat de deelstaten en het federale niveau communicerende vaten zijn. Alles wat wij aan het federale niveau bijgeven, zal ten koste van de deelstaten gaan. Wij zullen dus niet op een gemakkelijke en simpele manier uit de moeilijke situatie komen.
Collega’s, een belangrijk element, dat ik vandaag met enige nuance naar voren wil brengen, is dat wij de paarse regering niet kunnen verwijten dat zij niet vooruitziend is geweest. De paarse regering is heel vooruitziend geweest aangezien zij reeds, acht jaar vóór de financiële crisis toesloeg, met een relancebeleid is begonnen. Zij heeft dat op grote schaal gedaan, wat natuurlijk te merken is in de cijfers die vandaag voorliggen.
Mijnheer Bonte, zij heeft het primair saldo drastisch laten dalen, namelijk van ongeveer 7% tot 4%. De rentebonus, die 2,5% van het bruto binnenlands product bedraagt, hebt u opgesoupeerd. Dat zijn toch belangrijke bedragen.
Mijnheer Bonte, toch waren er heel belangrijke tekorten, toen uw partij voor de staatsfinanciën verantwoordelijkheid droeg. Onder uw bewind, mijnheer Bonte, is de staatsschuld gestegen van 242 miljard euro in 2000 tot 293 miljard euro in september 2007.
U bent dus verantwoordelijk voor 50 miljard euro extra staatsschuld tijdens uw regeerperiode. U hebt de rentebonussen opgesoupeerd. U hebt het primaire saldo doen dalen. Over de klucht van het Zilverfonds zullen wij het vandaag voorlopig niet hebben. Bovendien hebt u nominale tekorten geboekt. In 2005 bedroeg het tekort 2,6% van het bbp. Ook in 2006 was er een tekort. Ik vergeet dan nog alle eenmalige maatregelen die u genomen hebt. Als u wenst, wil ik dat debat wel voeren, maar het zal voor u een zeer pijnlijk debat zijn. Als u liever hebt dat wij dat debat niet voeren, dan is dat voor mij ook geen probleem. Ik ben niet rancuneus, maar als u mij uitdaagt, zal ik de feiten naar voren brengen.
De voorzitter: Mijnheer Bonte, u krijgt nog heel kort het woord. Het is wel uw laatste interruptie.
02.44 Hans Bonte (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, hij vraagt een reactie. Hij noemt mij vier keer.
De voorzitter: Daarin hebt u gelijk.
02.45 Hans Bonte (sp.a+Vl.Pro): U vraagt of ik het debat wil aangaan. Dit is inderdaad een debat. Mijnheer Bogaert, er zal een tijd komen dat uw demo versleten is. Het zou u sieren, mocht u ook een beetje de verantwoordelijkheid opnemen voor de begroting van vorig jaar en dit jaar, doch dit terzijde. Ik wil even terugkomen op een cruciaal punt dat u wel aanhaalde, namelijk de problematiek van de financieringswet.
U zegt dat wij die dringend moeten herzien. Dat zal niet simpel zijn. De regio’s krijgen automatisch veel te veel geld doorgeschoven en de federale overheid heeft een structureel financieringsprobleem. Als wij de financieringswet moeten herzien, wat betekent dat dan? Wij kunnen wij inderdaad werken in de richting van meer garanties op federaal geld, om federaal te besteden, ofwel kan men ook effectief proberen na te gaan of er geen efficiëntere bevoegdheidsverdeling mogelijk is om de regio’s toe te laten een aantal bevoegdheden effectief op te nemen. Ik dacht dat u tot de tweede school behoorde.
Ik dacht dat uw fractie, alvast wanneer ze nog samen met de N-VA een kartel vormde, absoluut vragende partij was om de financieringswet te behouden, maar de bevoegdheden van de deelregio’s te versterken. Denkt u in die richting? In dat geval blijft u wel met het probleem zitten dat u aankaart, namelijk de structurele financiering van de federale overheid. Ik wil dus weten in welke richting uw fractie vandaag denkt over de aanpassing van de financieringswet, wetende, dat wil ik er nog aan toevoegen, dat wij vandaag allerlei beslissingen zien – ik denk aan wat er in het interprofessioneel akkoord staat en aan de vereenvoudiging van de banenplannen – die zeer kaduuk zullen uitdraaien voor uw arbeidsmarktbeleid, precies omdat de regio’s te weinig bevoegdheden hebben.
Ik denk aan heel de problematiek van oudere werknemers, die het slachtoffer worden van het interprofessioneel akkoord en de regeringsreactie daarop, en waarvoor noch de Vlaamse overheid, noch de Waalse overheid, noch de Brusselse overheid, juridisch gezien in staat is om dat te depanneren. Het geld wordt verdeeld via de financieringswet; de bevoegdheden zijn wat ze zijn. Maar in elk geval, ten gevolge van die beslissingen zullen de regio’s zelfs niet in staat zijn om te depanneren wat hier aan fouten bijeengebracht wordt.
Ik vraag daarom nogmaals naar een structureel debat inzake de financiering van onze overheid. In welke richting wenst u de aanpassing van de financieringswet, waartegen u nu blijkbaar zo storm loopt?
02.46 Hendrik Bogaert (CD&V): Mijnheer Bonte, het is duidelijk dat de financieringswet, zoals algemeen bekend, een beetje een pervers effect heeft. Als een bepaalde deelstaat extra inspanningen levert om de economie beter te doen draaien, wordt die deelstaat daarvoor niet automatisch beloond. Ik denk dus dat er een soort van alignment of incentives moet komen in die financieringswetten. Dat betekent dat extra inspanningen van de deelstaten ook beloond worden. Dat is een algemeen principe. U kent ons standpunt op dat vlak.
Het doelgroepenbeleid is iets voor de deelstaten, heel duidelijk. Ik denk dat zij een beter niveau zijn om dat beleid te voeren, want het sluit veel beter aan…
02.47 Hans Bonte (sp.a+Vl.Pro): (…)
02.48 Hendrik Bogaert (CD&V): Dat weet ik, maar ik houd u ook niet tegen om die dingen hier naar voren te brengen. Ik zal dat steunen. U kent mijn persoonlijke standpunten daarover meer dan goed.
Mijnheer Bonte, uw track record bestaat uit de opsoupering van de rentebonus en dan hebben we nog niet gesproken over het ankerprincipe. Dat zijn we nu allemaal aan het opkuisen. Wij zorgen ervoor dat de onbetaalde facturen betaald worden.
Nogmaals, er is 400 miljoen euro in de begroting ingeschreven. Dankzij het relanceplan wordt dat ingeschreven in maart, zodanig dat de bedrijven hun centen sneller ontvangen.
Mijnheer de voorzitter, op het vlak van energie leven er heel wat vragen binnen onze fractie. Wij vinden het abnormaal dat wij, zowel de gezinnen als de bedrijven, 25% meer betalen dan in Frankrijk. Dat is abnormaal. In ons land staan er nochtans zeer veel kerncentrales. Het komt er dus op neer om die markt vrij te maken. Zolang die markt niet vrijgemaakt is, denk ik dat een drastischere overheidsinterventie gerechtvaardigd is. Het is onhoudbaar voor onze bedrijven, waaronder onze textielbedrijven, dat wij 25% meer betalen voor onze energie dan in Frankrijk. Desnoods moeten wij lijnen leggen naar Duitsland of naar andere landen, opdat dat probleem opgelost raakt. Zeggen dat de vrije markt moet spelen, maar wachten tot de markt opengaat, is duidelijk geen goed standpunt. Wij verwachten van de regering een assertiever beleid, een beleid dat aanzet tot echte concurrentie. Als die concurrentie uitblijft, dan denk ik dat de regering een assertiever prijzenbeleid moet voeren.
Dit gezegd zijnde, verdedigen wij de begroting as such.
Er blijven natuurlijk gigantische structurele uitdagingen in dit land. Ik zal er een aantal opsommen.
Wij zijn een welvarend land en doordat wij zo welvarend zijn, zien wij een aantal problemen niet altijd. Wij werken keihard. Ik denk dat onze werkkracht, zeker in bepaalde delen van het land, legendarisch is. Het onderwijs is van wereldklasse. Ik denk dat de talenkennis achteruitgaat maar nog steeds goed is. Eigenlijk zijn er heel veel goede inputs maar de vraag is wat er uit komt. En er komt te weinig uit. Er komt in ons land 20% te weinig uit.
Als ik kijk naar de pensioenen en de vervangingsratio, de verhouding tussen het laatste netto-inkomen en het eerste pensioen, dan stel ik vast dat wij derdelaatste zijn van de OESO. Ik heb dan de bedenking dat wij het vergrijzingsprobleem aan het oplossen zijn door iedereen minder pensioen te geven, maar wij zijn het niet structureel aan het oplossen. Als ik kijk naar de leeflonen – een studie van Bea Cantillon – dan blijkt dat wij bij de laagste leeflonen hebben van heel de OESO. Ik denk dan ook dat er nog heel wat werk aan de winkel is.
Ik kijk naar de handelstekorten die nu opduiken. Vlaanderen heeft altijd behoord tot een soort welvaartsas van Zuid-Engeland, West-Nederland, Zuid-Duitsland en Noord-Italië. Wij hebben daar altijd toe behoord. Deze positie was gebaseerd op de handel doordat wij meer exporteerden dan importeerden. Ik lees nu dat wij voor het eerst sinds een generatie een handelstekort zullen boeken. Ik denk dat er heel wat op te lossen valt.
De eindeloopbaanproblematiek moet nog worden opgelost. Het is absoluut noodzakelijk dat de mensen vanaf 60 jaar netto meer verdienen dan vandaag het geval is zodat zij een incentive hebben om aan het werk te blijven. Ik kan misschien een suggestie doen? Het geld dat is weggehaald bij de vijftigplussers kan misschien worden ingezet om het nettoloon van zestigplussers te verhogen. Volgens mij zou dit een goede actie zijn.
Ik ga er geen communautaire speech van maken maar het past volgens mij in het begrotingsdebat om ook te zeggen dat de transfers tussen Vlaanderen en Wallonië zeer hoog zijn. Zij bedragen 6 miljard euro per jaar en ze stijgen nog. Dit kan natuurlijk niet worden aangehouden als er geen wederzijdse wil is om daaraan iets te doen, om een echte staatshervorming door te voeren. Het is natuurlijk absurd en tegelijk wereldklasse dat wij per jaar 6 miljard aan Wallonië geven maar dat ondertussen onze grenzen in vraag worden gesteld. Ik denk dat dit wereldklasse is. Ik denk niet dat dit ergens anders op de wereld te vinden is. De grenzen van Vlaanderen en Brussel liggen vast. Ik denk dat ik dit ook in een begrotingscontext mag zeggen. Die grenzen liggen voor altijd vast en wat mij betreft, liggen zij voor eeuwig vast.
Wat betreft het relanceplan. Het relanceplan is volgens mij een goed plan. Het is veel kleiner dan gedacht.
Men is begonnen met 3,5 miljard euro of 1% van het bruto binnenlands product. Dan heeft men gezegd dat het 2 miljard is. Er zitten natuurlijk twee grote kasmaatregelen in. Er is een maatregel voor betalingsfaciliteiten voor de ondernemingen van 443 miljoen euro, wat zeer goed is. Er is dan een kasmaatregel om de facturen sneller te gaan betalen, goed voor 400 miljoen euro. Als men dat aftrekt, is er maar netto 1,2 miljard euro in dat relanceplan: veel minder dan initieel gedacht. Op zich denk ik dat dit, gezien de toestand van onze overheidsfinanciën, ook wel goed is. Ook een goed punt aan het relanceplan is dat het voor 80% bestaat uit lagere belastingen en betalingsuitstellen, wat goed is. Geen 90% zoals de heer Daems heeft gezegd, maar toch 80% wat, denk ik, ook wel te verdedigen is.
Globaal denken wij in onze fractie dat wij een bijzondere begrotingsuitdaging zullen hebben de komende jaren, ook in 2009. Wij hopen dat het blijft bij die -1,8%. Het zou kunnen dat het nog veel erger is, we zullen zien. Ik denk dat deze begroting goed in elkaar steekt op het vlak van de uitgaven en de uitgavenbeheersing. De staatssecretaris voor Begroting doet daar goed werk om dat allemaal te monitoren. Gegeven de omstandigheden denk ik dat de uitgaven van de overheid goed beheerst worden. Het probleem komt natuurlijk van de ontvangsten, maar daar zal ik vandaag geen uitspraken over doen. Het zou goed zijn nog een aantal weken en maanden te wachten om te zien waar dat allemaal precies zal eindigen.
Dit allemaal gezegd zijnde, zullen wij deze begroting steunen. Wij denken, ten eerste, dat het belangrijk is dat deze begroting er is en, ten tweede, dat dit op het vlak van de uitgaven een goede begroting is.
02.49 Robert Van de Velde (LDD): Mijnheer Bogaert, ik hoor u zeggen dat het relanceplan een goed plan is. Ik weet niet of u het laatste rapport van het IMF hebt gelezen. Het IMF is niet meteen een politiek bevooroordeelde organisatie. Als u wilt, zal ik kort citeren. Het gaat over het aantal criteria waaraan een relanceplan moet voldoen.
Daarbij zegt men: “…timely, temporary, targeted on all sectors most likely to generate growth. In addition, in the Belgian case we recommend that the stimulus be tied to structural fiscal measures, aimed at ensuring longer-term sustainability”, wat we dus niet doen. Ze zeggen daar heel letterlijk: “On each of these criteria the Plan de Relance is less than ideal”. Premier, mag ik even verdergaan?
Tegelijkertijd wordt gezegd dat de verlaging van de loonlast op de manier waarop men dat op dit moment doet, moet gepaard gaan met langetermijnbesparingen, waardoor men effectief die overheidslast naar beneden haalt.
Ook wordt aanbevolen om een sunsetclause, iets waarover wij reeds een aantal maanden spreken, ook op andere gebieden, aan te brengen aan een aantal van die maatregelen, die waarschijnlijk ook langetermijnmaatregelen worden en niet noodzakelijk structureel onze economie verbeteren. Dat gebeurt ook niet.
Het relanceplan zoals het vandaag ineenzit, moet toch ten minste aan de kritiek getoetst worden. Men moet eens kijken of men dat effectief op die manier wilt uitvoeren.
02.50 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, ik wil niet vooruitlopen op de repliek van straks, maar ik heb het gesprek gevoerd met de delegatie van het IMF. Het feit dat er een verlaging van de brutoloonkosten moet komen in ons land, blijft natuurlijk overeind. De beoordeling van het relanceplan enerzijds en anderzijds de beoordeling van de brutoloonkosten zijn twee verschillende dingen. Zij hebben dat ook erkend.
Mijnheer Van de Velde, voor de toetsing aan de criteria van de Commissie kunnen wij het best terecht bij de auteur van het document, namelijk de Europese Commissie. Vorige week is er in de Raad uitdrukkelijk gezegd dat het plan van België naar volume en omvang voorzichtig was, gelet op de budgettaire toestand en de schuldpositie van ons land, en dat het volledig voldeed aan de criteria die vooropgezet zijn.
Natuurlijk is er een coïncidentie, er is een samenloop van het IPA en het relanceplan. Een deel van de maatregelen ter begeleiding van het IPA wordt nu geïnitieerd, maar die zijn niet altijd rechtstreeks gelinkt aan dat relanceplan in zijn boostdimensie.
Er is daar een vermenging, zeker in het rapport van het IMF, van gegevens wegens het feit dat dat tegelijkertijd wordt gepresenteerd. Maak u echter geen zorgen over de toetsing van de criteria aan het document van 25 november van de Commissie; er is vorige week gezegd dat een en ander er zeer goed aan voldoet.
Ik voeg eraan toe, omdat dit misschien straks nog aan bod kan komen, dat na de kritiek van de Commissie met betrekking tot de verdere stappen in de liberalisering van de energiemarkt, er gisteren of eergisteren een belangrijke stap vooruit met het nieuws van de derde speler op de elektriciteitsproducerende markt is gezet.
Le président: Je répète que les groupes de la majorité disposent de 25 minutes au total.
02.51 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, monsieur le vice-premier ministre, madame la ministre, monsieur le secrétaire d'État, mes chers collègues, tout le monde a pris la mesure de la crise économique que nous traversons.
L'année à venir s'impose manifestement à nous comme un défi. Nous devons poser les bases de la relance économique et promouvoir un contexte favorable au pouvoir d'achat.
Lorsqu'on aborde le budget cette année, on aborde forcément en même temps le plan de relance et tous les efforts consentis par le gouvernement pour faire en sorte que nous puissions ouvrir de nouvelles perspectives pour rendre confiance et calmer les inquiétudes légitimes de la population, du monde des entreprises et de ceux qui veulent investir dans notre pays.
J'aborderai d'abord le volet "Finances et budget" en me réjouissant que le gouvernement ait résolument exclu tout alourdissement de la pression fiscale. Au contraire, l'indexation intégrale des barèmes fiscaux va être immédiatement intégrée dans les échelles du précompte professionnel et cela, dès le 1er janvier 2009.
02.52 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur Bacquelaine, je voudrais intervenir sur ce point précis de l'indexation puisque vous en parlez. Je rappelle qu'il ne s'agit pas là d'une mesure nouvelle mais simplement de l'application de la loi.
Ma question est plus précise. Dans le tableau qui nous a été remis à l'occasion du plan anticrise par le gouvernement, il est effectivement prévu un montant pour l'indexation des barèmes fiscaux en 2009 mais si on analyse en profondeur ce tableau, pour 2010, le chiffre retenu est de zéro. De deux choses l'une: soit, il n'y avait pas lieu de le mettre dans la colonne de 2009 et ce que vous dites n'est pas intéressant, soit cela signifie qu'on n'indexera pas les barèmes fiscaux en 2010. Il serait important de lever l'incertitude sur cette question.
02.53 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, la question a déjà été posée à plusieurs reprises mais je peux comprendre que M. Nollet ait été parfois inattentif.
Pour 2010, il est compliqué d'indiquer un chiffre. Il faudrait pour cela une estimation de ce que va donner non seulement l'inflation mais aussi le calcul de l'indexation des barèmes fiscaux. Il est vrai que le tableau aurait pu mentionner "pour mémoire" – mais je l'ai déjà dit quatre ou cinq fois – plutôt que d'indiquer un montant. Il y aura bien entendu une indexation des barèmes fiscaux.
L'intégration de l'indexation dans le barème fiscal est évidemment prévue par la loi mais pas nécessairement dans les précomptes. Vous dites que c'est la loi, oui, si ce n'est que, depuis quelques années, nous prévoyons systématiquement l'indexation au 1er janvier. Cette année, nous l'avons même anticipée au 1er octobre.
Pour 2010 et les années suivantes, nous avons clairement l'intention d'indexer les barèmes fiscaux et la mention pourrait être pour mémoire. Dès qu'il y aura une estimation tout à fait réaliste de l'inflation en fin d'année, nous communiquerons bien entendu le chiffre de cette indexation.
Monsieur Bacquelaine, je l'ai déjà évoqué à plusieurs reprises mais il est toujours utile de répéter les choses, de manière à ce que M. Nollet s'habitue petit à petit à la réponse!
02.54 Daniel Bacquelaine (MR): Nous en revenons ainsi au budget 2009 car nous discutons effectivement de ce qui est prévu pour l'exercice 2009. Ce n'est pas négligeable, étant donné que l'inflation est évaluée entre 4 et 5%. Le Bureau du Plan la précisera en 2008.
Monsieur Nollet, nous n'allons évidemment pas indexer les barèmes fiscaux sur la base de l'inflation et de l'index de 2009! Cela me paraît difficile! C'est probablement une méthode écolo par rapport aux fondamentaux économiques qu'il me semble difficile d'appliquer! Il me paraît toutefois important de rendre immédiatement du pouvoir d'achat par l'intégration dans le précompte professionnel. Il ne s'agit pas simplement de calculer les choses en fin d'année 2009. Le précompte professionnel que les gens perçoivent maintenant doit, dès à présent, avoir un impact réel en matière de pouvoir d'achat grâce à cette indexation des barèmes fiscaux.
Une augmentation des frais professionnels forfaitaires déductibles me semble aussi intéressante, comme le fait de doubler le montant d'exonération de l'intervention de l'employeur dans les frais de déplacement du domicile au lieu de travail. À cela s'ajoutent diverses mesures qui seront adoptées afin d'assurer une perception toujours plus équitable de l'impôt. La lutte contre la fraude fiscale et la lutte contre la fraude sociale sont évidemment plus que nécessaires au moment où les personnes connaissent des difficultés sur le plan personnel et au niveau de leur pouvoir d'achat.
Le plan de relance de 2 milliards d'euros pour 2009 comporte des diminutions de charges pour les entreprises, notamment une procédure de restitution plus rapide de la TVA. C'est important! Le milieu de l'entreprise nous sollicite et nous interpelle d'ailleurs très fréquemment sur ce problème. Une diminution des charges pour le travail de nuit, pour le travail en équipes et pour les heures supplémentaires ainsi que la réduction de la TVA dans le secteur de la construction pour des travaux qui seront entrepris au cours de l'année 2009 seront accueillies favorablement.
J'insiste sur le volet des indépendants et PME car nous savons tous la part considérable qu'ils prennent dans l'activité économique de notre pays. À cet égard, plusieurs mesures ont été prises par la ministre des Classes moyennes et des Indépendants, qui nous paraissent aller dans un sens positif vis-à-vis du secteur des indépendants et des PME.
D'abord, je pense à la nécessité d'assurer une sécurité personnelle aux entrepreneurs. Le statut social des indépendants est un élément auquel nous sommes profondément attachés. Depuis quelques années, une véritable révolution s'opère dans notre pays: progressivement, leur statut social devient similaire à celui des salariés. Cette avancée nous paraissait vraiment nécessaire.
L'augmentation de la pension minimale de 20 euros en 2009 et de 3% en août 2009 permettra, pour la première fois, que la pension d'un indépendant isolé soit supérieure à la GRAPA. L'adaptation des pensions au bien-être concernera également les indépendants, de même que la suppression du malus pension après 42 années de carrière, alors qu'il s'agissait encore de 43 ans l'an passé. Ajoutons l'assouplissement du congé de maternité, également pour les indépendants.
Autant de mesures qui concernent ce statut social et qui tendent à assurer une meilleure sécurité aux indépendants et entrepreneurs, donc à les motiver davantage à s'installer dans cette carrière.
En matière d'entreprise, trois facteurs nous semblent importants: l'accès au crédit, les problèmes de liquidités rencontrés par les entreprises et la réduction de leurs charges pour assurer une meilleure compétitivité.
Faciliter l'accès au crédit: c'est le programme INITIO qui remplace le programme Starter; les PME et les indépendants pourront solliciter la garantie du fonds de participation avant même d'entamer les démarches auprès d'un organisme financier. La procédure actuelle s'en trouve donc inversée. Encore un élément positif.
Nous voulons préserver l'accès au crédit pour les entrepreneurs, ainsi que garantir les problèmes de manque de liquidités: à cette fin, l'enveloppe de 443 millions d'euros du plan de relance permettra notamment à l'ONSS et à l'INASTI de faciliter l'obtention d'un plan de paiement en abandonnant les majorations de cotisation et en réduisant les intérêts de retard. À quoi nous pouvons ajouter un report possible du paiement de la TVA et du précompte professionnel pour les trois premiers trimestres de 2009.
En ce qui concerne la réduction des charges pour les entreprises, j'épingle en particulier celles qui engagent des chercheurs car le non-paiement du précompte professionnel y est majoré.
Cette décision est importante non seulement dans l'immédiat mais pour l'avenir, car on sait combien le développement économique est dépendant de la recherche dans un pays tel que le nôtre.
En ce qui concerne le pouvoir d'achat et la sécurité sociale - je note l'absence de la ministre des Pensions -, je relève quelques éléments moins positifs. Je pense notamment à la cotisation de solidarité. Monsieur le premier ministre, votre gouvernement s'était engagé à réduire et même à éliminer progressivement cette injustice flagrante que représente cette cotisation de solidarité. La mesure s'est avérée très positive en visant une première tranche en 2008. Elle a été fort appréciée par les victimes de cette injustice.
Le ministre Dupont, ministre des Pensions à l'époque, avait prévu, pour 2009, la diminution d'une nouvelle tranche à concurrence de 60 millions d'euros pour davantage réduire cette cotisation. L'examen du budget 2009 ne laisse rien apparaître dans ce domaine.
02.55 Yves Leterme, premier ministre: Monsieur le président, monsieur Bacquelaine, nous souscrivons à votre souci qui s'inscrit en toutes lettres dans l'accord de gouvernement. L'ambition du gouvernement est effectivement de réduire, voire de supprimer la cotisation en question. La raison pour laquelle elle ne figure pas au budget 2009 est due à l'environnement financier et économique, qui a été complètement bouleversé. Nous avons dû ainsi interrompre l'effort qui, conformément à l'accord de gouvernement, sera poursuivi dès que possible.
02.56 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le premier ministre, croyez que je le regrette! Le fait de supprimer cette cotisation de solidarité pourrait augmenter le pouvoir d'achat, ce qui se répercuterait au niveau de la consommation et avoir un effet dans le cadre de la relance!
Un autre élément qui ne coûte rien et que je ne retrouve pas non plus dans la note de politique générale, c'est le plafond du travail autorisé pour les pensionnés, qui ne sera pas relevé en 2009. Cela a été fait lors des années antérieures jusqu'à l'année dernière. Cette mesure était positive, mais nous souhaiterions qu'elle s'achemine progressivement vers la suppression totale de ce plafond.
En ce qui concerne les personnes handicapées, nous sommes attachés à la suppression de ce qu'on appelle le "prix de l'amour". À cet égard, le gouvernement a pris des décisions importantes, notamment le 20 mars dernier. En effet, le Conseil des ministres a décidé d'étendre l'abattement sur les revenus du partenaire à l'ensemble des catégories sociales. Mais il ne s'agissait que d'une première étape. Nous redemandons et revendiquons très fermement la suppression du "prix de l'amour", mesure tout à fait archaïque qui n'est pas acceptable à l'heure où chacun s'entend à défendre une politique juste et sociale en faveur des handicapés.
Monsieur le premier ministre, en matière d'emploi, le plan de relance que vous avez proposé intègre l'accord interprofessionnel. Des mesures y sont prévues en matière de pouvoir d'achat et de compétitivité des entreprises. On prévoit d'augmenter les allocations pour les chômeurs temporaires, on prévoit des offres d'outplacement mais ce n'est pas encore suffisant à mon sens.
Le volet de l'activation des chômeurs doit être renforcé. Depuis longtemps, nous demandons qu'il concerne aussi les plus de 50 ans. Pourquoi cet ostracisme vis-à-vis des plus de 50 ans alors qu'on plaide pour prolonger le travail jusqu'à un âge plus important? Il m'apparaît que le coaching personnalisé qui doit intervenir immédiatement lorsque quelqu'un se retrouve au chômage, devrait aussi concerner les plus de 50 ans. Il faut renforcer le caractère assurantiel de l'assurance-chômage. Quelqu'un qui perd son emploi doit pouvoir bénéficier d'allocations de chômage plus importantes dans un premier temps. C'est ce que le gouvernement a décidé de faire et cela nous semble légitime.
Mais nous devons en même temps poser la question de la dégressivité des allocations de chômage dans le temps. Nous demandons qu'après une période où ces allocations seraient plus importantes, pour que la personne qui perd son emploi subitement puisse faire face aux charges de sa famille, elles soient progressivement réduites en fonction de la façon dont ce chômeur s'inscrit dans le plan d'activation. À un certain moment, il faut quitter le volet assurance-chômage pour éventuellement intégrer une autre catégorie d'aide sociale.
J'insisterai aussi sur trois thématiques qui me semblent importantes. La première concerne le travail des étudiants. Il y a eu plusieurs essais, des étudiants nous ont contactés à plusieurs reprises. Suite à ces contacts, nous avons déposé une proposition de loi qui mériterait d'être étudiée. Elle permettrait plus de liberté pour l'étudiant pour répartir comme il l'entend ses périodes de travail sur l'année et plus de simplicité par rapport au taux de cotisation sociale. Le fait de ne plus utiliser qu'un seul taux de cotisation sociale me semblerait être une avancée.
En matière de titres-services, nous attendons l'extension du système à la garde d'enfants.
Enfin, nous voulons insister sur le nécessaire débat en matière d'immigration économique face à l'évidente pénurie de main d'œuvre dans certains secteurs.
J'en arrive à la santé publique. Je regrette que la ministre de la Santé ne soit pas présente aujourd'hui, mais elle connaît mes préoccupations dans ce secteur.
Je me réjouis du financement de l'accord médico-mutuelliste. Les modalités de cet accord doivent encore être précisées, mais les grands principes sont arrêtés. Il s'agit d'un point très positif. L'accord a le mérite de garantir la sécurité tarifaire pour le patient, l'indexation des honoraires et de nouvelles initiatives dans un certain nombre de secteurs. Je pense notamment aux médecins généralistes, aux infirmières, aux kinésithérapeutes. Je me réjouis donc que les choses se passent bien à ce niveau.
J'en arrive à la question des malades chroniques. Il s'agit là d'une problématique qui nous préoccupe depuis longtemps. Lors de chaque débat, nous insistons sur la nécessité d'aider davantage ceux qui sont victimes de maladies graves ou de longue durée. Nous demandons un MAF spécifique pour les malades chroniques. Une enveloppe leur a d'ailleurs été réservée, mais même si cela semble constituer un pas dans la bonne direction, ce n'est malheureusement pas suffisant.
Par ailleurs, j'ai insisté à diverses reprises auprès de la ministre de la Santé quant à la problématique des PET-scans en Belgique. En effet, je crains qu'après avoir été à la pointe en matière de diagnostic et de suivi des malades par PET-scan, nous nous placions progressivement dans une position de retard. Actuellement, tous les pays acquièrent de nouveaux PET-scans car on sait que les indications de cette technique sont de plus en plus larges. Or, malheureusement, en Belgique, on n'a toujours pas réalisé l'intérêt de cette technique. Il semble même que la ministre entend maintenant les réserver aux seuls hôpitaux universitaires, ce qui serait une erreur. En effet, plusieurs PET-scans fonctionnent aujourd'hui dans notre pays dans des institutions qui ne sont pas des institutions universitaires, mais qui ont un très haut niveau d'activité. Je pense à St-Joseph, centre hospitalier chrétien de Liège, qui dispose d'un PET-scan largement utilisé. Il faut reconnaître les PET-scans dans ce type d'institutions de haut niveau qui méritent certainement de disposer de cet appareillage de diagnostic et de suivi, notamment des maladies graves.
Bien entendu, dans le secteur de la Santé, une maîtrise des dépenses est nécessaire. Plusieurs mesures dans ce sens sont d'ailleurs prévues dans le secteur pharmaceutique. Pour ma part, je voudrais simplement attirer l'attention sur le fait qu'en Belgique, ce secteur représente près de 30.000 personnes qui occupent souvent des emplois hautement qualifiés. Ce secteur investit, chaque année, 2 milliards en recherche et développement. Par conséquent, les mesures prises dans ce secteur doivent tenir compte de la valeur ajoutée de l'ensemble dudit secteur en matière d'emploi, de recherche et de développement.
La ministre a prévu une nouvelle économie de 42 millions d'euros dans le secteur de la prescription de médicaments bon marché. Nous partageons cet objectif mais nous voulons insister sur la nécessité de maintenir et de garantir la liberté thérapeutique des médecins qui est l'un des piliers de la qualité de la médecine dans notre pays.
Dans un tout autre secteur, celui de l'Intérieur, nous insistons à nouveau sur la nécessité du droit de vote pour les Belges établis à l'étranger. Il y a là, nous semble-t-il, une anomalie à considérer. En effet, ceux-ci peuvent participer au vote lors des élections fédérales mais cela leur a été interdit pour les élections régionales. Or, beaucoup de Belges établis à l'étranger sont toujours attachés au développement de leur Région et y ont toujours des intérêts. Il nous apparaît donc utile d'appliquer un simple principe démocratique. On ne demande pas beaucoup. Il s'agit simplement d'appliquer la démocratie.
Le président de la commission de l'Intérieur n'est, selon moi, pas toujours suffisamment attentif à ce que ce point soit définitivement tranché par notre commission de l'Intérieur. Chacun a sans doute une vision un peu différente des principes démocratiques. Il me semble cependant que ce point mériterait davantage d'attention de la part de la commission de l'Intérieur.
En ce qui concerne la réforme de l'organisation judiciaire, je rappelle notre volonté d'assurer une exécution crédible des peines. Je conviens que cet objectif est repris par le gouvernement et je m'en félicite. Pour nous, la sanction reste absolument nécessaire dans notre système juridique et judiciaire. Tout au long de l'année 2009, nous serons donc particulièrement attentifs aux avancées qui seront prises en matière d'exécution des peines.
Voilà les quelques remarques que je voulais faire aujourd'hui. En ce qui concerne le secteur de l'Énergie, M. Clarinval interviendra prochainement dans le débat. Nous sommes évidemment aussi attentifs aux évolutions dans ce secteur.
En conclusion, il me semble que ce budget s'inscrit résolument dans les objectifs qui ont été rappelés dans le cadre du plan de relance. Ce plan de relance est évidemment nécessaire à divers titres, autant pour le pouvoir d'achat des personnes que pour la compétitivité de nos entreprises. Il est primordial de rendre confiance non seulement à la population mais aussi aux investisseurs, aux entrepreneurs et à ceux qui créent de la valeur ajoutée et de faire en sorte qu'il soit possible, dans notre pays, d'investir à nouveau et de se livrer aux activités de recherche et de développement qui sont essentielles pour l'avenir.
Monsieur le premier ministre, je ne doute pas que vous aurez à cœur de concentrer l'activité de votre gouvernement sur ces matières fondamentales d'un point de vue économique et social, plutôt que de vous perdre dans d'autres sujets qui nous semblent moins utiles et moins urgents, en tout cas à l'heure que nous vivons.
02.57 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik zal het zeer kort houden. Wat zitten we hier eigenlijk te doen? Wat voorligt is niet de eigenlijke begroting voor 2009, niet die van gisteren, niet die van eergisteren, niet die van vorige week, het is een oudbakken begroting die met de realiteit niets te maken heeft. Terwijl buiten de crisis volop woedt zijn deze regering en deze meerderheid onze tijd, onze energie en vooral ons geld aan het verspillen aan een oudbakken begroting waarvan iedereen weet dat ze binnenkort volledig hertekend zal worden. De eerste minister heeft er het daarstraks kennis van gegeven. Deze begroting is kaduuk aan alle kanten.
Ik overloop beknopt enkele achterhaalde maatregelen in de begroting die hier voorligt.
Wat de groeiraming betreft, gaat de begroting uit van een reële groei van 1,2%. Reeds bij de bespreking van de regeringsverklaring wezen verschillende partijen, waaronder Open Vld, er op dat deze groeiraming volledig achterhaald was. Het IMF had op dat moment al een achteruitgang van de groei met 0,1% voorspeld. In plaats van op dat moment daadkrachtig in te grijpen vluchtte Yves Leterme voor zijn verantwoordelijkheid en stak hij zich weg achter een procedure. Er zou een nieuwe begrotingsraming komen zodra er nieuwe, betrouwbare groeiramingen voorhanden waren. De beperkte recessie van 0,2% van de Europese Commissie was deze betrouwbare groeiraming maar plots werd een nieuwe begroting uitgesteld tot na het IPA. Terloops geeft de eerste minister toe dat er in 2009 vermoedelijk een negatieve groei zal zijn van 0,2% tot 0,4%. Het IMF heeft het echter al over een recessie van 0,75%. Toch worden wij hier verplicht te discussiëren over een document dat nog steeds gebaseerd is op een positieve groei van 1,2%.
Het begrotingsevenwicht voor 2009. Deze begroting die nu voorligt en straks goedgekeurd zal worden gaat nog steeds uit van een evenwicht in 2009. Door een hele reeks factoren is er echter geen enkele instantie die nog gelooft dat dit evenwicht effectief zal worden bereikt. De Nationale Bank raamde het verwachte tekort, zonder de impact van het IPA en het herstelplan, onlangs op 1,7% van het bbp. Indien de impact van het IPA en het relanceplan hieraan wordt toegevoegd, dan komen we aan een tekort van 2,3%.
De sterk overschatte groeiraming. Op basis van de laatste voorspelling van het IMF stellen we vast dat de groei met 2% is overschat. Dat heeft een effect van 3,6 miljard euro op de begroting. Hoewel er totaal geen akkoord was met de Gewesten en de Gemeenschappen schreef de regering voor de Gewesten en de Gemeenschappen een overschot van 800 miljoen euro in. Van bij het begin was het overduidelijk dat dit overschot niet zou worden gehaald. Voor de lokale overheden ging de regering uit van een overschot van 730 miljoen euro terwijl het Planbureau eerder al een tekort van 700 miljoen euro had geraamd. Samen is dat een overschatting van anderhalf miljard euro.
De begrotingsimpact van het IPA en van het relanceplan bedraagt in 2009 twee miljard euro. Ook voornoemd bedrag komt bij het tekort, dat al impliciet in de begroting zat. Samen geeft dat een tekort van 7,8 miljard euro of 2,3% van het bruto binnenlands product.
Ook de regering zelf geeft openlijk toe dat er absoluut geen sprake meer is van een evenwicht in 2009. Yves Leterme raamt het tekort intussen op 1,8%.
Van het document dat wij hier voor ons hebben liggen en waarover wij ons hebben moeten buigen, klopt het uitgangspunt niet en klopt het eindpunt niet. De voorliggende begroting is totaal achterhaald. Toch zouden wij er ruim en in alle ernst over moeten debatteren. Dat is een totale verspilling van tijd, van energie en van het geld van de belastingbetaler.
Is dat goed bestuur? Schaamteloos wanbestuur is het, collega’s.
Zelf kom ik uit het bedrijfsleven. Jaarlijks moest ik met een business plan naar mijn raad van bestuur stappen.
02.58 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Jambon, ik zeg dit met permissie. U moet het ook niet persoonlijk opnemen.
U zou echter nu en in de komende minuten de lyrische beschouwingen over het verschil tussen de praktijk in het bedrijfsleven en het beheer van de overheid beter tot een minimum beperken. De recente geschiedenis toont immers aan dat ook in het bedrijfsleven zaken soms evolueren op een manier die nadien namens de samenleving door de overheid moeten worden rechtgezet.
02.59 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de eerste minister, dat is al te goedkoop. Luister eerst naar wat ik over mijn ervaring in het bedrijfsleven zal vertellen. Daarna kan u alsnog met uw toch wel misplaatste opmerking naar voren komen.
In het bedrijfsleven moesten wij dus jaarlijks een business plan aan onze raad van bestuur voorleggen. Wij kregen vervolgens al dan niet het fiat om voornoemd plan uit te voeren. Ik kan met de hand op het hart zeggen dat het plan nooit van verkeerde parameters vertrok, dat in het midden hier en daar rammelde en dat op het einde volledig scheef zat.
Mocht ik met een dergelijk begrotingsplan, met dergelijk business plan naar mijn raad van bestuur zou zijn gestapt, dan zou ik met een C4 naar buiten zijn gekomen.
Vóór mij zitten de verschillende leden van de raad van bestuur van de regering Leterme “Un”. Parlementsleden van CD&V en Open Vld, jullie gaan de begroting straks goedkeuren. Jullie zullen de regering blijven steunen, die nog niet eens een Vlaamse meerderheid heeft. Jullie zullen een begroting goedkeuren waarvan jullie zelf weten dat zij van a tot z totaal fout is.
Vrienden van CD&V, zullen jullie op bevel van de partijtop dat alles echt goedkeuren? Is het dat wat wij jarenlang aan de kiezer hebben beloofd als zijnde de grote trendbreuk met paars?
Collega’s, ik kom stilaan op een leeftijd waarop iemand het toekomstbeeld van kleinkinderen voor zich ziet. Omdat ik de praktijk van goed begroten voorsta, namelijk vooruitziend werken, bereid ik mij stilaan op voornoemd toekomstbeeld voor.
Ter voorbereiding daarvan heb ik mij een sprookjesboek aangeschaft, Het Grote Sprookjesboek. Ik heb er zelfs al wat in gebladerd en gelezen. Men moet goed voorbereid zijn. De gelijkenis tussen dat sprookjesboek en dit sprookjesboek is heel frappant. Ik zal een citaat uit het ene sprookjesboek lezen en dan een uit het andere.
In het groene sprookjesboek lees ik in de inleiding: “In moeilijke economische omstandigheden werd een begroting in evenwicht opgemaakt. Het evenwicht kon worden bereikt door een gezamenlijke inspanning van de verschillende deelsectoren van de overheid.” Verder lees ik: “Een zuinig beheer, onder meer op het niveau van de primaire uitgaven, werd gekoppeld aan ruimte voor nieuwe initiatieven”.
Ik lees nu even voor uit het andere sprookjesboek, mijnheer Wathelet. Daarin staat: “Het vogeltje leidde Hans en Grietje naar een heel vreemd huisje. Het had muren van marsepein, een dak van peperkoek, een deur van chocolade en ramen van gesponnen suiker. De pilaren en de deurposten waren zuurstokken. Dat was nog eens wat voor die twee uitgehongerde kinderen. Ze holden erheen, zo snel als hun vermoeide beentjes hen konden dragen.”
Collega’s, u hoort het. De gelijkenis is treffend, maar als u het mij vraagt, dan hecht ik meer geloof aan Hansje en Grietje dan aan Didier en Yveske. De kans dat de verhalen uit dit sprookjesboek uitkomen, is vele malen groter dan de kans dat deze begroting uitkomt. Namens de Vlaamse belastingbetaler hoop ik vurig dat het varkentje snel komt, het varkentje met de lange snuit, en dan is het vertelseltje uit.
De voorzitter: De heer Coëme krijgt nu het woord. U komt dan na het vragenuurtje, mijnheer Vanvelthoven. Schikt u dat?
02.60 Guy Coëme (PS): Monsieur le président, madame, messieurs les ministres, chers collègues, le groupe socialiste n'a pas l'habitude d'entamer ses interventions en faisant référence à des citations tirées en direct du Fonds monétaire international; notre habitude serait plutôt de les combattre. Tout change dans la vie et, pour une fois, je ne résiste pas à reprendre les paroles de son patron, M. Strauss-Kahn, qui sur l'affaire Madoff disait voilà quelques jours: "La surprise n'est pas qu'il y ait des voleurs; la question est: que fait la police?"
Je me permettrai même de la sortir de son contexte qui n'est pas si particulier à ce que l'on appelle aujourd'hui l'affaire Madoff. En effet, par exemple, la crise des subprimes est elle aussi un avatar de l'idéologie toute-puissante ultra-libérale d'un laisser-faire tout aussi puissant; elle est aussi l'illustration d'une économie financière qui tourne folle et qui préfère créer des pyramides de papier plutôt que de s'appuyer sur l'économie réelle. Ces pyramides modernes sont bien pires que la célèbre "pyramide de Ponzi", qui s'était effondrée rapidement.
La pyramide de Ponzi est le b-a-ba de l'arnaque à grande échelle. Souvenez-vous, c'est l'histoire de ces coupons qu'on pouvait échanger en timbres-poste en profitant des différences de taux de change. Cet arnaqueur traficotait à la fin de la Première Guerre mondiale. Il a réussi à monter un système qui, en six mois, avait rapporté des milliards qui ne reposaient que sur du vent. Il a marché parce que, comme très souvent, il misait sur l'appât de gains extrêmement importants et très rapides. Son truc était d'accepter 10 francs en garantissant un rendement de 50% dans les 45 jours. Cette promesse, il l'honorait, mais avec des francs provenant de nouveaux souscripteurs. La vanité des uns aidant, le succès fit que toujours davantage de souscripteurs venaient se presser au portillon de M. Ponzi. Jusqu'au jour où il apparaît sur la place publique que le système Ponzi supposait plus de 150 millions de coupons alors qu'il n'en existait que 27.000 de par le monde.
La bulle s'effondre. Les derniers souscripteurs sont spoliés et Ponzi valse en tôle.
Madoff aujourd'hui, les subprimes hier, ou demain d'autres scandales, sont bien pires que la pyramide de M. Ponzi.
Bien pires parce que cette pyramide, elle, s'est effondrée au bout de six mois, alors que les scandales à répétition d'aujourd'hui ont réussi à passer des années à travers les mailles d'un système qui n'a pas pu les réprimer à temps.
Bien pires parce que la pyramide de Ponzi, elle, est le fruit de la cupidité d'un petit voyou isolé qui a attiré des milliers de gens derrière lui, alors que les scandales d'aujourd'hui impliquent tout autre chose. Ils impliquent tout un establishment financier, des anciens patrons du Nasdaq, des banques que l'on dit respectables, des régulateurs et des gendarmes du marché, excusez du peu!
Bien pires parce que si Ponzi a été condamné et emprisonné, aujourd'hui on paye des cautions pour être libéré; on reçoit des parachutes dorés pour de mauvais services rendus à la société ou on refuse de repenser et de remettre en cause le système!
Monsieur le président, messieurs les ministres, chers collègues, ce n'est pas par hasard ni par plaisir, encore moins par revanche idéologique, que je me permets de dire que ce que nous vivons aujourd'hui est plus grave que l'arnaque de la pyramide de Ponzi. Oui, le patron du FMI a raison de dire que la surprise n'est pas qu'il y ait des voleurs mais que la question à se poser est: que fait la police? Car ce que nous vivons aujourd'hui, le budget que nous allons adopter sans doute tout à l'heure, le plan de relance que nous soutenons constituent une réponse publique aux errements des Ponzi institutionnels, bref, de tout un système ultra-libéral.
La crise financière que nous subissons aujourd'hui, qui a fait vaciller nos banques, qui a plongé dans le désarroi tous les épargnants, qui fait toujours trembler les travailleurs du secteur bancaire, la récession économique qui a été exacerbée par ce système financier qui est devenu fou, qui charrie déjà des faillites, du chômage, de la panique, cette crise financière et cette récession nous obligent à prendre des mesures exceptionnelles, des mesures à la hauteur de l'inquiétude de la population sur le court terme comme sur le long terme.
Mon groupe tient particulièrement à souligner et à saluer le changement de cap de nombreux hommes et femmes politiques de par le monde: l'intervention publique n'est plus le tabou décrété dans les années Reagan et Thatcher; les autorités publiques ne sont plus le petit gendarme du marché. Elles redeviennent le moteur de la relance; le tabou du "deficit spending" est, à circonstances exceptionnelles, renvoyé au placard pour réinjecter des moyens dans l'économie réelle et dans le pouvoir d'achat.
Des États-Unis, presque déjà d'Obama, à l'Espagne de Zapatero en passant par la Chine et beaucoup d'autres en Europe, ce sont des milliards que les États vont réinjecter pour parer aux conséquences les plus urgentes de la crise du système néolibéral en investissant, curieux retour de l'histoire, dans de grands travaux d'utilité publique, dans les chemins de fer, les écoles, dans la garantie de l'accès au crédit et dans la protection des plus vulnérables.
Le groupe PS se réjouit de l'approbation chez nous aussi, après les réflexes, hésitations de quelques-uns, du choix d'un budget particulier pour répondre à des circonstances particulières, que préconisait la première Laurette Onkelinx, et du choix d'un plan de relance qui soutient l'économie réelle et le pouvoir d'achat.
Je ne citerai que quelques mesures qui, aux yeux de mon groupe, répondent à l'urgence et à l'ampleur de la crise que nous subissons. D'abord, l'augmentation des allocations de chômage économique pour soutenir le pouvoir d'achat des milliers de travailleurs qui risquent de se retrouver au chômage économique à cause de la crise.
Ensuite, un soutien réel au pouvoir d'achat des citoyens en diminuant le coût de l'énergie. Les socialistes l'ont dit à plusieurs reprises, les Belges paient beaucoup trop cher leurs factures d'énergie. Je félicite particulièrement le ministre Paul Magnette et l'ensemble du gouvernement qui se sont battus pour obtenir une diminution de la facture d'électricité, qui équivaut à une diminution de TVA de 21 à 6% sur environ le tiers de la consommation moyenne, soit une réduction d'environ 30 euros.
Contrairement à ce que j'entends dire sur certains bancs, ces 30 euros ne sont pas dérisoires quand on sait qu'ils viendront s'ajouter à la diminution globale du prix de l'électricité que le ministre de l'Énergie a négociée avec les producteurs, ce qui est une première dans un marché libéralisé. On atteindra donc une réduction de l'ordre de 75 euros, ce qui n'est pas dérisoire!
L'augmentation du salaire des travailleurs, en plus de l'indexation, doit être maintenue, ainsi que l'intégration de l'accord interprofessionnel pour soutenir les mesures prévues par les partenaires sociaux afin de surmonter la crise.
Il faut un soutien public à l'investissement public et privé à la fois par de grands travaux publics et par un soutien à la construction, notamment la diminution de la TVA sur la construction d'une première habitation et de la TVA sur les logements publics.
Je dirais au ministre du Budget et au ministre de Finances qu'il est bien de prévoir des fonds dans le cadre d'un plan de relance pour la construction. J'imagine, monsieur le ministre, que vous avez prévu des montants, ne serait-ce que pour payer les travaux qui ont déjà été effectués et dont le paiement a été bloqué faute de fonds. J'espère que je pourrai obtenir une réponse à cette question.
Il faut un plan environnement-emploi car l'environnement représente pour nous un véritable gisement d'emplois qu'il faut soutenir et encourager. Cela passe notamment par l'octroi de prêts verts pour la rénovation et par l'augmentation de certaines déductions fiscales pour les travaux économiseurs d'énergie.
Enfin, il faut un soutien à la compétitivité des entreprises qui font face à des difficultés énormes en raison de la crise (diminution de charges ciblée, accélération du remboursement de la TVA et du paiement des factures par l'État).
Chers collègues, ces mesures sont des réponses qu'il fallait apporter d'urgence à la crise financière et économique que nous subissons durement. J'insiste, elles ont un caractère d'urgence qui ne doit pas nous dédouaner de l'essentiel. Nous devons dès maintenant nous atteler à repenser le système, ce système qui a fait que des prises de risques inconsidérés sur des ventes d'appartements aux États-Unis ou dans le domaine financier nous obligent à injecter des milliards pour sauver un système bancaire dont la faillite aurait ruiné non seulement des épargnants mais aussi des travailleurs, des PME, des entreprises, bref toute l'économie réelle.
Les combats sont à mener en parallèle chez nous, sur le plan européen et sur le plan mondial. Je reprendrai encore une fois la formule de Dominique Strauss-Kahn: "Mais dans ces circonstances, que fait la police?" Chez nous, osons poser la question: la commission bancaire a-t-elle protégé le consommateur de services financiers, a-t-elle si bien rempli son rôle quand on voit ce qui s'est passé et continue dramatiquement avec Fortis, où on en apprend tous les jours?
Je me réjouis avec mon groupe que la commission spéciale, peut-être demain commission d'enquête que ce Parlement a accepté de mettre sur pied se réunisse rapidement pour nous aider à comprendre comment nous en sommes arrivés là, pour savoir si certains n'ont pas commis des erreurs, des fautes, pour adopter de nouvelles règles afin de freiner cette spéculation bénéfique à quelques-uns mais également nocive à l'intérêt général, comme on le constate aujourd'hui.
Au niveau global, ne faudrait-il pas réunir un Bretton Woods II avec le Fonds monétaire international? Chers collègues, toutes ces questions doivent être traitées avec la même urgence que celle adoptée par le gouvernement pour parer aux problèmes des gens et à ceux des entreprises.
Nous souhaitons que cette crise ne soit pas une énième crise financière. Nous connaissons tous la force de réaction qu'on peut avoir pour protéger un système. Nous devons combattre et agir avec célérité. Le groupe PS soutiendra le gouvernement, votera le budget mais en appelle aujourd'hui à des mesures d'avenir pour restaurer une finance reposant sur l'économie réelle. Car pour nous, socialistes, le système financier doit être le système sanguin de l'économie réelle, celle de la production, de la distribution et de la répartition des richesses.
De voorzitter: Collega’s, ik stel voor dat we de ochtendvergadering daarmee afsluiten.
De namiddagvergadering begint om
14.15 uur met les questions orales. À tout à l’heure.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 18 december 2008 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 18 décembre 2008 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 12.27 uur.
La séance est levée à 12.27 heures.
Dit verslag heeft geen bijlage. |
Ce
compte rendu n'a pas d'annexe. |