Plenumvergadering |
Séance
plénière |
van donderdag 22 januari 2009 Namiddag ______ |
du jeudi 22 janvier 2009 Après-midi ______ |
De vergadering wordt geopend om 14.20 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.
La séance est ouverte à 14.20 heures et présidée par M. Patrick Dewael.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Herman Van
Rompuy.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
François Bellot,
Hans Bonte, Jean Cornil, Jan Mortelmans, Francis Van den Eynde, wegens
gezondheidsredenen / pour raisons de santé;
Hilâl Yalçin,
zwangerschapsverlof / congé de maternité;
Bert Schoofs,
verhinderd / empêché.
Mijnheer Annemans, u vraagt het woord?
Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Ik roep mijn Kamervoorzitter ter hulp. Wij hebben als vraagstellers vernomen dat de regering zou hebben besloten om de vragen aan de heer Reynders over te hevelen naar de eerste minister. De regering heeft altijd dat recht of kan eventueel dat recht uitoefenen, maar ik wil daar in dit geval tegen pleiten. Het kan natuurlijk niet, in de huidige omstandigheden, dat Reynders van de ene televisiestudio naar de andere loopt, dat hij overal brand gaat stichten en zich overal als een kletskous gedraagt, terwijl hij zich wegsteekt achter de “brede” rug van de eerste minister wanneer het Parlement hem vraagt om daarover hier uitleg te verschaffen.
Mijnheer de Kamervoorzitter, ik vraag u mij ter hulp te snellen. Probeer het systeem dat de regering nu wil toepassen, te doorbreken, niet alleen in het belang van de oppositie, maar in het belang van de Kamer.
De voorzitter: Ik ben voor een goede regeling van de werkzaamheden. Ik zie dat er zeven vragen zijn gericht aan de eerste minister over de redding van de banken. Ik vat het summier samen. Daarnaast zijn er nog eens vier vragen over hetzelfde thema, gericht aan de minister van Financiën.
Mijnheer Annemans, mijnheer Vanvelthoven, de regering heeft altijd het recht en het prerogatief om uit te maken welk lid van de regering wenst te antwoorden.
Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter…
De voorzitter: Mag ik even mijn gedachtegang afmaken? Ik heb dat ook met u gedaan. Tot nader order leid ik de debatten en niet u.
De premier heeft mij laten weten dat hij zou antwoorden op alle vragen. Een lid van uw fractie, de heer Goyvaerts, heeft mij laten weten dat hij een vraag heeft over hetzelfde thema, maar vanuit een totaal andere invalshoek. De minister van Financiën heeft mij laten weten dat hij zijn verantwoordelijkheid zeker niet ontvlucht en dat hij bereid is te antwoorden op die vraag, maar het kan niet de bedoeling zijn dat we dezelfde thematiek twee keer overdoen.
Ik stel voor om alle vragen samen te voegen en dat de eerste minister zal antwoorden namens de regering. Ik kijk naar de heer Hagen Goyvaerts. Wanneer hij zegt dat hij absoluut een specifieke vraag wenst te stellen aan de heer Reynders, dan geef ik hem die mogelijkheid.
Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de voorzitter, we moeten duidelijk zijn. Ik heb mijn vraag gesteld omdat de minister van Financiën buiten het Parlement verklaringen heeft afgelegd waarover ik hem wil ondervragen. Ik wil daar niet het antwoord van de premier over horen, maar dat van de betrokken minister. Die vraag heb ik niet vandaag, maar gisteren al gesteld. Vandaag wil ik aan de eerste minister vragen stellen over de weigering van de federale regering om een oplossing voor KBC te zoeken. Dat zijn voor mij twee verschillende zaken.
Ik wens mij het recht voor te behouden, als Parlementslid, om hier vandaag een minister verantwoording te laten afleggen over publieke verklaringen die hij heeft afgelegd met gevolgen inzake de bankencrisis. U kunt uitleggen zoveel u wilt dat, in het kader van de goede werkzaamheden, maar één minister zal antwoorden, maar ik wil de regering horen over de weigering om een oplossing te geven en ik wil minister Reynders horen over zijn uitspraken.
De voorzitter: Collega Vanvelthoven, u zult het toch met mij eens zijn dat als u de regering ondervraagt en als de regering beslist om bij monde van de eerste minister te antwoorden op die vragen, het een recht is dat de regering toekomt om dat in haar schoot uit te maken. U hebt daar uw mening over en ik de mijne. Collega Daems, u hebt daar ook een vraag over gesteld.
Hendrik Daems (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, wat mij betreft, ik ben perfect
gelukkig met het feit dat de regering antwoordt. Als dat de premier is, is dat
voor mij goed. Ik zal mij graag aansluiten bij die eerste rij. Voor mij hoeft
de minister van Financiën niet apart te komen. Ik had vragen voor hem, maar ik
ga ervan uit dat de regering, een en ondeelbaar zijnde, mij perfect van
antwoord kan dienen. (Rumoer)
(…): (…)
Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Ik heb niet gezegd dat dit geen prerogatief van de regering is, ik heb alleen mijn Kamervoorzitter ter hulp geroepen. Als u laat weten of laat aanvoelen dat het mogelijk moet zijn in een zo technische materie – dat heeft de eerste minister zelf gisteren beweerd, dat het zo technisch is – ook een aantal bijkomende technische vragen aan de minister van Financiën te stellen, dan neem ik daar vrede mee, want dan denk ik dat u een goede Kamervoorzitter bent.
De voorzitter: Ik denk dat u een goede fractieleider zou zijn als u al uw vragen die u te stellen hebt, in een keer zou stellen. Dan zal de eerste minister antwoorden en misschien zal er dan na het antwoord van de premier geen enkel voorwerp zijn voor bijkomende vraagstelling.
Ik vraag de premier om naast mij te komen zitten en geef dus het woord aan de heer Nollet, vervolgens aan de heer Annemans, de heer Vanvelthoven, de heer Coëme, mevrouw Almaci, de heer Dedecker en de heer Jambon.
Ben Weyts (N-VA): Mijnheer de voorzitter, er is een motie ingediend tot wijziging van de agenda.
De voorzitter: Wij hebben gisteren in de Conferentie van voorzitters in consensus de agenda vastgelegd. Zoals vorige week stel ik vast dat de agenda begint met het vragenuurtje. Wij hebben dat trouwens met zijn allen beslist op het einde van de vorige zitting. U hebt nu een motie ingediend voor de toevoeging van een punt aan de agenda. Ik neem mij voor, dat is ook mijn prerogatief als voorzitter, om die motie voor te leggen aan de Kamer als wij het vragenuurtje hebben afgerond.
- M. Jean-Marc Nollet au premier ministre sur "le sauvetage des banques" (n° P0741)
- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur "le sauvetage des banques" (n° P0742)
- M. Peter Vanvelthoven au premier ministre sur "le sauvetage des banques" (n° P0743)
- M. Guy Coëme au premier ministre sur "le sauvetage des banques" (n° P0744)
- Mme Meyrem Almaci au premier ministre sur "le sauvetage des banques" (n° P0745)
- M. Jean Marie Dedecker au premier ministre sur "le sauvetage des banques" (n° P0746)
- M. Jan Jambon au premier ministre sur "le sauvetage des banques" (n° P0747)
- M. Christian Brotcorne au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "le sauvetage des banques" (n° P0748)
- M. Hendrik Daems au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "le sauvetage des banques" (n° P0749)
- de heer Jean-Marc Nollet aan de eerste minister over "de redding van de banken" (nr. P0741)
- de heer Gerolf Annemans aan de eerste minister over "de redding van de banken" (nr. P0742)
- de heer Peter Vanvelthoven aan de eerste minister over "de redding van de banken" (nr. P0743)
- de heer Guy Coëme aan de eerste minister over "de redding van de banken" (nr. P0744)
- mevrouw Meyrem Almaci aan de eerste minister over "de redding van de banken" (nr. P0745)
- de heer Jean Marie Dedecker aan de eerste minister over "de redding van de banken" (nr. P0746)
- de heer Jan Jambon aan de eerste minister over "de redding van de banken" (nr. P0747)
- de heer Christian Brotcorne aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de redding van de banken" (nr. P0748)
- de heer Hendrik Daems aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de redding van de banken" (nr. P0749)
01.01 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, mardi, pendant que la plupart des personnes intéressées par la politique écoutaient le discours du nouveau président des États-Unis, votre ministre des Finances, Didier Reynders, a choisi de diffuser un communiqué qui a enflammé le secteur bancaire et, dès le lendemain, le milieu politique.
Il annonçait en effet que la situation des banques était à nouveau à ce point problématique qu'un nouveau plan de recapitalisation était nécessaire et qu'il viendrait le lendemain au gouvernement avec des propositions, de telle sorte que vous puissiez décider au plus vite.
Aujourd'hui, il faut bien constater qu'aucune décision n'a été prise et que cette intervention du ministre Reynders était à tout le moins intempestive.
Monsieur le premier ministre, la situation n'est-elle pas déjà suffisamment grave que pour ne pas en rajouter?
On sait bien que tout est une question de cohérence et de confiance, notamment dans la communication. En déclarant ce genre de choses, et surtout l'imminence d'une décision dans le chef de votre gouvernement alors que le lendemain elle n'était toujours pas prise, votre gouvernement n'a fait que rajouter de l'insécurité et de l'incertitude dans un secteur qui n'en a certainement pas besoin, qui est déjà dans un état de stress permanent. Il ne faut alors pas être surpris des conséquences et des retombées de ce genre de déclarations.
Monsieur le premier ministre qu'en est-il? Votre ministre des Finances est-il effectivement venu au gouvernement avec une proposition en la matière? Qu'a décidé le gouvernement?
Afin de ne pas retomber dans les travers de votre prédécesseur, laisserez-vous encore longtemps le loisir à chacun de faire des déclarations en solo qui peuvent allumer un incendie?
On a encore entendu des déclarations ce matin et vous avez déjà dû réagir sur d'autres propos tenus par des collègues de la majorité. Ma question porte donc aussi sur la méthode de communication de vos ministres.
01.02 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Neen, u hebt dat toegezegd. De heer Goyvaerts zal zijn vraag aan de heer Reynders zelf stellen.
De voorzitter: Ik dacht dat ook uw fractie een en ondeelbaar was.
01.03 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik had het interessant gevonden om hier vandaag de heer Reynders te zien. Ik herhaal dat ik het betreur dat u het spel van de regering meespeelt, want het is een spel. Hier vandaag Reynders buiten houden, terwijl hij overal in het land verklaringen aflegt die de heer Van Rompuy belachelijk maken en dan hier in het Parlement de heer Van Rompuy opvoeren om te doen alsof de regering een en ondeelbaar is, dat maakt natuurlijk het Parlement belachelijk. Het spijt mij dat u daaraan meedoet, voorzitter.
Mijnheer de eerste minister, mijn vraag is al bijna gesteld. De heer Reynders mocht zogezegd na de Europese Raad publiek verklaren dat, ik neem het citaat – toch wel een straffe verklaring in Belga - er nog eens bij: “Naar zijn zeggen, maakt hij zich zorgen over de situatie van sommige Belgische banken en hun beurskoers. Het wordt tijd dat de meerderheid beslist wat er nu moet gebeuren en welke middelen wij moeten vrijmaken.” Iedereen weet wat er nadien is gebeurd: KBC is drie dagen lang gekelderd. Wij vragen ons af waarom die verklaringen van Reynders niet op een reactie van de eerste minister mochten rekenen. Het enige wat wij konden zien, is een korzelige reactie in de pers van de eerste minister. Wat is dat voor iets, mijnheer de eerste minister, een korzelige reactie? Dat is eigenlijk een van mijn vragen die ik zou willen stellen.
Ten tweede, die twee partijen, MR en PS, maken sinds de verkiezingen van 2007 regeren in dit land onmogelijk, omdat zij regionale verkiezingen voorbereiden. Die controverse heeft CD&V haar Leterme gekost. Van Rompuy, u treedt aan en wil het vertrouwen herstellen door die twee vechtende partijen uit mekaar te houden, en het eerste wat die partijen doen drie à vier weken na uw aantreden, is opnieuw vechtend over de straten rollen en u belachelijk maken.
De vraag die ik eigenlijk zou willen stellen, mijnheer de eerste minister, is de volgende. Hebt u dat stuur nog wel in handen? Hebt u nog de ambitie om dit spelletje voort te zetten en dit te moeten ondergaan? We mogen Reynders en Di Rupo hier van Dewael niet ter verantwoording roepen. Di Rupo kunnen wij sowieso niet ter verantwoording roepen. Reynders wordt hier buiten gehouden, maar hij heeft vanmiddag wel in een televisiedebat van Di Rupo te horen gekregen dat wat hij heeft gedaan, onverantwoord is. Dat kan allemaal besproken worden in de televisiestudio’s, maar hier niet. Hier komt Van Rompuy wat doen? Zeg eens, Van Rompuy, wat u hier te zeggen hebt over die zaken. Hoelang zult u zich nog laten belachelijk maken door PS en MR?
Le président: La parole est à M. Coëme.
Collega Vanvelthoven, ik ben u vergeten. U komt tweemaal voor op mijn lijst en dat was blijkbaar van het goede te veel.
01.04 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik vind het al bijzonder erg dat u weigert om de minister van Financiën die ik wil ondervragen, naar hier te laten komen. We zullen het daarover hebben in de Conferentie van voorzitters. Maar dat u bovendien de vraag uit het oog bent verloren …
(…): (…)
01.05 Peter Vanvelthoven (sp.a): Ik heb toch gehoord dat mijn vraag aan Reynders niet mag worden gesteld?
De voorzitter: U mag al uw vragen stellen. Voor alle duidelijkheid, als de eerste minister mij laat weten dat hij namens de regering antwoordt, is dat eigenlijk voldoende. Minister Reynders heeft mij, in alle sportiviteit en loyauteit ten opzichte van het Parlement, laten weten dat als u daar een punt van maakt, hij bereid is om te komen antwoorden.
Collega Vanvelthoven, ik zeg het u in alle vriendschap en alle collegialiteit, u staat twee keer op mijn lijst. Het komt mij voor dat het misschien ernstiger zou zijn mocht u uw vragen in een keer stellen. Dat zou deze vergadering trouwens ten goede komen.
01.06 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik wil het proceduredebat niet rekken, maar ik heb gisteren voor mezelf beslist dat ik Reynders wil ondervragen in de commissie. Vanmorgen heb ik na heel de KBC-affaire beslist dat ik vandaag de premier wil ondervragen over de non-beslissing van de regering.
Het is niet aan u om uit te maken wie ik als oppositielid wil ondervragen. Het behoort u niet toe dat te doen, ik zal dat zelf wel doen.
De voorzitter: De regering heeft ook het recht om uit te maken wie antwoordt. Thans geef ik u het woord voor uw vraag.
(…): (…)
De voorzitter: Ik ben evenwichtig. Evenwichtig wil zeggen dat de regering het recht heeft om uit te maken wie antwoordt.
Collega Vanvelthoven, u krijgt het woord
voor uw vragen. (Minister Reynders betreedt het halfrond).
01.07 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de voorzitter, het evenwichtige van deze regering bestaat erin dat de premier gisteren op alle vragen van de pers zei dat niet hij zou antwoorden, maar wel Reynders. Vandaag is dat blijkbaar het omgekeerde. Reynders mag niet antwoorden, maar de premier zal voor de regering antwoorden. Dat is de inconsequente houding van deze regering.
Wat is het probleem, mijnheer de eerste minister? Het probleem is dat Didier Reynders dinsdagavond publieke verklaringen aflegt: er moet dringend een tweede reddingsplan voor de banken komen. Dat heeft tot gevolg dat de KBC, die op dat moment in moeilijkheden verkeerde, nog meer in moeilijkheden is gekomen. Jawel, mijnheer Reynders. Als de minister van Financiën dat publiek verklaart, zou men verwachten dat hij ook een plan heeft, dat daarover in de regering is gesproken, dat daarover een akkoord is.
Hij verwijst ook naar het kernkabinet van woensdagmorgen. Woensdagmorgen blijkt echter dat er geen plan is. Er is geen akkoord. Er is niets. De regering is het eens om niets te beslissen, maar om dit aan experts over te laten. Men stelt de zaak dus gewoon uit. De beslissing van de regering is om niets te doen. Nadat de minister van Financiën dat publiek verklaart, geeft de regering vervolgens het signaal dat er niets dringend moet gebeuren. Dat is onverantwoord gedrag, mijnheer de eerste minister.
Ik verneem nu dat KBC gisterenavond bij de federale regering is langsgeweest met de vraag om, voor alles echt in het honderd loopt, een oplossing op het federale niveau te zoeken. Ik heb begrepen dat dat door de federale regering is geweigerd. Het gevolg daarvan is dat KBC naar de Vlaamse regering is moeten stappen.
Mijnheer de eerste minister, ik heb twee vragen.
Ten eerste, klopt het dat KBC gisterenavond aan de federale deur heeft geklopt en dat men is weggestuurd, dat de federale regering heeft gezegd dat zij hier geen dringende noodzaak zag, ondanks de verklaringen van minister Reynders? Klopt dat?
Ten tweede, dekt u het onverantwoorde gedrag van minister Reynders om die publieke verklaring af te leggen? Als dat zo is, betekent dat dat de hele regering zich het onverantwoorde gedrag van minister Reynders eigen maakt. Ik wil weten of u 100% achter deze minister staat, dan wel of u achter de PS staat. Ik heb vandaag gelezen dat de PS zegt dat minister Reynders dingen heeft gedaan die niet kunnen.
01.08 Guy Coëme (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, chers collègues, jusqu'il y a quelques mois, les citoyens belges étaient en attente de grandes banques dans lesquelles ils avaient confiance, pensant qu'elles pouvaient placer leur argent, leur épargne en bon père de famille. On sait aujourd'hui ce qu'il en est puisque ces banques se sont laissées aller au fil du temps à l'argent facile, aux trucs et aux ficelles d'un système financier libéral devenu fou et le gouvernement a dû intervenir. Heureusement, d'ailleurs! De week-end en week-end, de soir en soir, on a vu le gouvernement prendre ses responsabilités et, à ce stade, nous en étions heureux. Il sauvait ainsi effectivement des épargnants, des investisseurs, des actionnaires et rassurait l'ensemble de la population. Voilà pour l'acte I!
Aujourd'hui, nous sommes dans l'acte II. À la grande surprise de tous les collègues parlementaires et avec une certaine stupeur, nous apprenons, en lisant la presse, que le ministre des Finances veut un deuxième plan de sauvetage sans que ceci ait apparemment été concerté au sein du gouvernement.
Monsieur le premier ministre, un gouvernement a besoin de cohésion entre ses membres et de cohérence dans ses réflexions et dans son action. Il nous est demandé à nous, parlementaires de la majorité, d'assurer ici cette cohésion. Il doit en être de même au sein du gouvernement! Monsieur le premier ministre, je souhaiterais connaître votre appréciation à ce sujet.
Sur un autre plan, j'aimerais savoir s'il est réellement question d'un second plan de sauvetage. Y a-t-il une méthode définie de manière cohérente au sein du gouvernement?
Par ailleurs, avez-vous tiré la leçon du premier plan de sauvetage? Notamment, envisagez-vous de lier les aides que l'État pourrait encore apporter à rendre la fluidité maximale dans le système financier et économique, de façon à garantir que ces aides, argent du citoyen, puissent servir vraiment à l'économie?
Dernière question: aujourd'hui, on parle de "bad bank", c'est-à-dire d'une banque de déchets de ce système. Qu'en est-il exactement?
Monsieur le premier ministre, sans nous prononcer dès à présent sur la technique du mécanisme, nous souhaitons que ce ne soit pas le contribuable qui, une fois encore, soit mis à contribution.
01.09 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de premier, vandaag krijgt het Parlement, en bijgevolg ook de burgers, voor de tweede keer het mes op de keel. Ondanks een eerste interventie, met belastinggeld, van tientallen miljarden – het doet de overheidsschuld stijgen en het lijkt wel een bodemloze put voor de gemiddelde burger – krijgen wij nu, in deze hoogst onzekere economische tijden, uitspraken van een vicepremier. De KBC-aandelen kelderden direct. Ballonnetjes in hoogst onzekere tijden – wellicht zult u met mij akkoord gaan – worden al snel een bom. Ook nu was dat het geval.
Door te spreken over een tweede ronde en de mogelijke oprichting van een bad bank is er paniek en verdere chaos ontstaan. Het is onbegrijpelijk. Ik zeg dat niet alleen. De heer Di Rupo zegt dat ook. Paniekvoetbal speelt enkel in de kaart van speculanten, die als enig doel hebben nog meer winst te maken op de kap van de belastingbetaler. Er is dus nood aan een heldere stellingname vanwege de regering.
Wat is er eigenlijk gaande? Hoe groot is de omvang? Hoe ernstig is de situatie? Wacht u effectief op de analyse om te beslissen of er een tweede reddingsronde komt? Hoe zit het met de ideeën over de bad bank en het, al dan niet tijdelijk, nationaliseren van de banken? Wachten wij om die beslissing te nemen, ondanks de uitlatingen van een vicepremier, afgelopen dinsdag, dat de situatie zeer ernstig is, en ondanks het feit dat de Vlaamse regering al twee miljard euro in KBC heeft geïnvesteerd? De regering is een en ondeelbaar. Op dit ogenblik heb ik de indruk dat de regering veeleer een heilige drievuldigheid is van een premier, een vicepremier en PS-voorzitter Di Rupo, die alle drie – u heb ik nog niet gehoord – iets verschillends zeggen.
01.10 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de eerste minister, het wordt hier met de dag moeilijker om oppositie te voeren. Het is bijna schieten op een ambulance.
Om een crisis te herstellen is er vertrouwen nodig. Ik merk echter dat de minister van Financiën in eerste instantie pyromaan gaat spelen. ’s Morgens staat hij op en stelt een crisis bij de KBC vast; dan komt de federale regering bijeen, maar constateert dat zij geen antwoorden heeft. Uiteindelijk gaat u raad vragen bij experts. Welnu, men moet al van Mars komen om niet te weten dat er een financiële crisis aan de gang is en dat er alsdan experts moeten worden geraadpleegd. Ik zal u een goede raad geven. De Nationale Bank is vandaag een veredeld studiecomité. Daar werken 2.000 mensen en er zullen wel mensen bij zijn die u raad kunnen geven.
De collega’s hebben hier al een aantal vragen gesteld. Ik ga u een aantal concrete vragen stellen, mijnheer de eerste minister.
Ten eerste, u hebt al een lening lopen aan KBC voor 3,5 miljard euro. Waarom is die doorgeschoven naar Vlaanderen? Waarom hebt u dat zelf niet gedaan? Is dat gebeurd op basis van communautair gebakkelei in uw regering? Want er komt nogal wat naar boven! Ik hoor de heer Di Rupo zeggen, zoals ten tijde van de wafelijzerpolitiek, dat als er iets gegeven wordt aan KBC er ook iets gegeven moet worden aan de Waalse banken. Ik hoor de heer Di Rupo de strijd voeren met de heer Reynders. Het gaat blijkbaar ontzettend goed met uw regering!
Ten tweede, gaat u in de Fortiszaak – ik breid mijn vraag uit tot die bank en de verkoop ervan aan BNP – opnieuw onderhandelen? Ondertussen is de waarde van het BNP-aandeel ook verminderd, van 68 euro naar 22 euro. Dat is een verlies tot een derde van de waarde, een verlies van 6 miljard euro.
Ten derde, hebt u garanties van de banken? Dat is wel heel belangrijk. Wij zijn de banken, die de oorzaak zijn van deze crisis, aan het redden. Hebt u garanties van die banken, wanneer u daar zovele miljarden instopt, dat zij de kredietkraan opnieuw opendraaien voor de ondernemingen?
Ten vierde en ten slotte, welke invloed heeft die hele operatie op onze staatsschuld? In principe is het gevaarlijk aan het worden. Vorige week hoorde ik u nog zeggen dat er 3,5 miljard moest bespaard worden en dat de begroting in evenwicht zou zijn in 2010. Uw eigen minister – die een beetje de pyromaan is van deze regering – spreekt nu over een tekort van 3% tot in 2011, en het Planbureau heeft het over een tekort van 2,2% tot 2,7%.
Vandaar mijn laatste vraag, te weten wat zijn de gevolgen voor onze staatsschuld? Wat zijn de gevolgen voor onze solvabiliteit? Wij nemen immers de schulden van de banken over. Dat wil zeggen dat de solvabiliteit van het land vermindert. Wat zijn de gevolgen wat de staatsschuld betreft?
01.11 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de eerste minister, de situatie is door mijn voorgangers al omstandig uiteengezet. Als zesde of zevende in de rij is het moeilijk om daar nog een nieuw element aan toe te voegen. Ik zal dus onmiddellijk een aantal vragen stellen.
Eerst en vooral, wat het optreden van de heer Reynders betreft, was u op de hoogte van zijn demarche de avond voor het kernkabinet? Heeft hij u ervan op de hoogte gebracht dat hij de financiële crisis nog wat ging aanwakkeren, dat hij nog een stootje bij ging geven? Was u daarvan op de hoogte?
Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel was u op de hoogte en dan zou men ervan kunnen uitgaan dat er ’s anderendaags, bij het begin van het kernkabinet, een concreet plan klaar zou liggen. Als men waarschuwt voor een crisis is het logisch dat de regering handelt en dat er ’s anderendaags een concreet plan klaarligt. Lag er een concreet plan klaar? Zo ja, waarom is dat niet door het kernkabinet geraakt?
Indien u niet op de hoogte was van de demarche van de heer Reynders de dag ervoor, is hij dan zelf met een plan naar uw kernkabinet gekomen? De vraag is dan dezelfde: waarom is dat plan er niet doorgeraakt? Als dat het geval is, tolereert u dan van uw vice-eerste minister dat hij, de man waarvan verwacht wordt dat hij de crisis onder controle houdt en liefst zelfs oplost, door zijn demarches de crisis nog aanwakkert?
Ik heb nog een andere vraag over het thema. De heer Di Rupo heeft aangegeven dat er over de plannen met Fortis blijkbaar geen eensgezindheid is onder de meerderheid. U hebt hem onmiddellijk van antwoord gediend. Waarom blijft u zo halsstarrig bij de piste van de overname door BNP Paribas? Wat zijn uw argumenten tegen een nationalisering van Fortis?
01.12 Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, j'avais déposé hier matin déjà une question en commission à l'adresse de M. Reynders. Je ne vois aucun inconvénient à ce que ce soit le premier ministre qui me réponde. Ma question a été déposée car j'ai été interloqué par la sortie de notre ministre des Finances annonçant un deuxième tour pour le sauvetage des banques, déclaration qui ne semblait pas avoir fait l'objet d'une concertation préalable. Les heures qui ont suivi ont montré que tel était le cas. Aujourd'hui, les réactions de la presse et ce qui transparaît des délibérations du gouvernement semblent accréditer cette thèse. Je suis heureux que le premier ministre soit parmi nous et puisse nous répondre.
Pourquoi cette sortie? Quels sont ses fondements? Y avait-il une urgence? Un plan concerté au gouvernement? Ceci paraît aller à l'encontre de ce besoin de faire la lumière sur les opérations autour de Fortis essentiellement mais aussi de Dexia. On nous dit que dans ces affaires, la prudence s'impose, qu'il faut éviter de donner au marché des informations susceptibles de le faire réagir de manière inconsidérée. Le gouvernement a-t-il changé son approche de la gestion de la crise bancaire qui se poursuit? Ce sont des questions auxquelles j'entends que tout le gouvernement, monsieur le premier ministre, réponde par votre voix de la manière la plus claire.
01.13 Hendrik Daems (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, een jaar geleden waren de drie banken waarover wij het nu hebben, Dexia, Fortis en KBC, volgens de beurs – een zogezegde eerlijke waardemeter – 100 miljard waard, nu nog 10 miljard. Een jaar geleden konden vele mensen nog wat hopen op dividenden. Ik denk dat die hoop nu weg is. Een jaar geleden kon de Staat nog hopen op enige vennootschapsbelasting. Ik denk dat het nu ook wat minder is. Een jaar geleden kon men nog verwachten dat er kredieten – dat is uiteindelijk ook het platform waaruit wij allemaal middelen moeten halen voor alles wat de overheid op sociaal vlak en op andere vlakken wil doen – gegeven werden. Vandaag is dat niet het geval.
Als er een zaak duidelijk is geworden, dan is dat, volgens mij, dat er een groot verschil is tussen de echte economie en de valse economie. De valse economie is die waarin een grote zeepbel ontstaat en waarin speculanten die met andermans geld bezig zijn schade berokkenen. Ik heb er persoonlijk geen probleem mee dat iemand met zijn eigen geld speelt, maar wanneer men begint te speculeren met als gevolg dat derden grote schade oplopen, dan denk ik dat er een rol voor de overheid is weggelegd om daaraan iets te doen.
De hele economie bestaat vandaag voor meer dan driekwart uit niet-echte economie. Er is gewoon geen regelgeving ter zake. Ik denk, met andere woorden, dat er zowel een kortetermijnprobleem als een middellangetermijnprobleem is.
Ik heb de volgende vragen.
Wat zijn de stappen die de regering op korte termijn zal nemen? Laat mij toe te zeggen dat, terwijl de hele politieke en economische wereld in het verleden te laat waren, ik het eigenaardig vind dat men nu kritiek heeft op iemand die op tijd probeert te zijn. Over de communicatie kan men alles zeggen wat men wil, maar ik heb liever dat deze regering tijdig maatregelen neemt, dan te laat, zoals in het verleden. Alle regeringen hebben toen trouwens te laat maatregelen genomen. Dat is de realiteit. Tijdig reageren zou dus beter zijn dan afwachten. In die context is mijn vraag aan de premier dus duidelijk: welke stappen – “bad bank” of niet – zullen op korte termijn door de regering genomen worden?
Een tijd geleden heb ik gezegd dat wij moeten voorkomen dat hetzelfde zich opnieuw voordoet. Welke stappen zal de regering desgevallend doen om op middellange termijn de speculatie die vandaag schadelijk is voor de hele economie tegen te gaan en om op die manier de markteconomie, die nu door de speculanten kapotgemaakt wordt, weer goed te laten werken?
01.14 Eerste minister Herman Van Rompuy: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik wil in de eerste plaats opmerken dat het bijzonder delicaat is om tijdens beurstijd uitspraken te doen over de jongste ontwikkelingen. Zoals u weet, heeft het kernkabinet zich gisteren gebogen over de aanpak van de financiële crisis. De wereldwijde financiële crisis die sinds het najaar 2008 ook ons land heeft getroffen, is nog niet ten einde.
À cet égard, l'autorité fédérale entend, en première instance, continuer à protéger l'épargne et assurer l'octroi de crédits.
Compte tenu des récentes évolutions, le kern a chargé le comité de pilotage d'analyser à court terme la situation actuelle des banques systémiques. À la lumière de ce rapport, comme cela s'est fait dans le passé, le gouvernement fédéral prendra éventuellement de nouvelles mesures dans les limites d'un cadre cohérent.
Het is precies in dat coherent kader waarover de minister van Financiën dinsdag sprak, na afloop van de Ecofin-raad, dat de verdere aanpak van de financiële crisis wordt besproken. In verband met een zogenaamde bad bank zal de Europese Commissie naar verluidt de komende weken voort onderzoeken of het om een nuttig idee gaat. Het gaat dus om een piste, een denkoefening met voor- en tegenstanders. Meer belang hoeft u daar niet aan te hechten.
Hier soir, s'est réuni le comité de pilotage "crise financière".
Dans le courant de la matinée, lors de la réunion du cabinet restreint, la KBC n'avait pas encore déposé de demande sur la table quant à une éventuelle intervention des autorités publiques. En revanche, cette demande a été portée, plus tard dans la journée, à la connaissance du comité de pilotage. Lors de cette réunion, il a été signalé que la KBC avait adressé une demande similaire au gouvernement flamand.
Ik heb akte genomen van het feit dat de Vlaamse regering zich deze ochtend bereid heeft getoond om voor 2 miljard euro in te tekenen op effecten die het kernkapitaal van KBC Groep versterken en dat ze aan KBC het recht verleent om gedurende een periode van vijf jaar een bijkomend bedrag van 1,5 miljard euro kernkapitaaleffecten uit te geven aan de Vlaamse overheid.
In dat verband wil ik aan de inspanning herinneren van 3,5 miljard euro, waartoe de federale regering zich op 27 oktober van vorig jaar heeft geëngageerd. De kernkapitaaleffecten waarop het Vlaams Gewest intekent, zijn van hetzelfde type en geven recht op dezelfde vergoeding als die waarop de Belgische Staat in december heeft ingetekend. Indien een dividend wordt uitgekeerd, krijgt de federale overheid, zoals de Vlaamse overheid, een vergoeding van minstens 8,5 procent. Die vergoeding kan zelfs hoger liggen indien KBC een dividend zou toekennen aan de gewone aandelen, dat specifieke parameters overschrijdt. KBC kan de effecten terugbetalen aan 150 procent van hun uitgifteprijs.
In verband met een ander dossier wil ik eraan herinneren dat de Belgische overheid op 10 oktober een protocolovereenkomst heeft gesloten met BNP Paribas, waaraan ze zich zal houden. In dat kader wacht de regering momenteel op het belangrijke verslag van de experts, aangewezen door het hof van beroep.
01.15 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen!): Monsieur le premier ministre, vous avez raison. La situation est déjà suffisamment délicate et difficile pour encore ajouter de l'incertitude à l'incertitude existante.
De deux choses l'une, monsieur Reynders, soit il y a urgence et quand on est comme vous au gouvernement, on prend des décisions, soit il n'y a pas urgence et quand on est comme vous au gouvernement, on se tait et on attend!
Monsieur le premier ministre, je veux voir comme un signe positif le fait que vous ayez voulu répondre à l'ensemble des questions. C'est peut-être une manière de prendre le dossier en main et d'amener la gestion sereine nécessaire, par-delà les déclarations déplacées et intempestives qu'on a pu entendre dans un dossier qui doit continuer à être géré calmement car on connaît les conséquences qui pourraient suivre.
01.16 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de eerste minister, het risico bestond dat u een nietszeggende, plechtige verklaring zou afleggen. U hebt dat gedaan en dan nog op basis van de vaststelling dat de beurzen nog open zijn. Ik heb alle begrip voor uw moeilijke en penibele situatie, die dag na dag en uur na uur penibeler wordt. Maar dat u hier doet alsof wat de heer Reynders heeft gedaan, normaal was, is natuurlijk onwaar. Dat weet u. U kunt dat hier niet zeggen, want dan is uw meerderheid weer gebasculeerd.
KBC is naar de Vlaamse regering gegaan, similair zegt u. Waarom? Omdat zij zeer goed wist dat er op federaal niveau een blokkade was. Dat wist zij, omdat de verklaringen van de heer Reynders onmiddellijk verklaringen van minister Onkelinx, ook minister in uw regering, hadden ontlokt en omdat de vergadering van het kernkabinet chaotisch was verlopen. Dat wist zij. Dat stond in elk geval zo in de pers.
Dat gerollebol tussen de twee grote pijlers van uw regering, die twee Franstalige partijen die uw regering onderstutten – dat gammele ding dat u zelf een regering noemt en waarvan u denkt dat u eerste minister bent – verlamt uw regering, verlamt uw beslissingskracht, verlamt zelfs deftige, ordentelijke en snelle oplossingen voor de banksector.
Mijn stelling blijft overeind. Vanmiddag is zowel de heer Reynders als de heer Di Rupo verder aan het rollebollen. De heer Di Rupo heeft zelfs openlijk gezegd dat de Fortisdeal met BNP Paribas moet worden opgeheven, dat de regering de obstinate weigering om dat te herzien, moet loslaten. Ik neem aan dat de heer Reynders zal zeggen dat dat niet kan.
Zolang zij blijven vechten, hebt u geen regering. U zit aan het hoofd van iets dat geen regering is. U hebt afgesproken dat de heer Reynders hier zou wegblijven en dat u namens iedereen zou antwoorden. Hij komt naar de Kamer, hij zal antwoorden, hij zal doen wat hij wil. Hij is in verkiezingscampagne, de heer Di Rupo is in verkiezingscampagne en CD&V laat maar begaan. CD&V wordt het slachtoffer in juni en dat weet u zeer goed.
01.17 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de premier, u hebt helemaal gelijk wanneer u zegt dat het bijzonder delicaat is om uitspraken te doen, zeker wanneer de beurzen nog open zijn. Dat heeft inderdaad gevolgen, niet alleen voor de aandelenkoers van de betrokken banken, maar ook voor alle spaarders bij die banken. Dat is dus bijzonder delicaat.
Ik beschouw uw openingszin als een uitdrukkelijke vermaning aan uw minister van Financiën die zich aan die regel heeft bezondigd.
Wat mij daarnaast bijzonder opmerkelijk voorkomt, is het volgende. KBC is in nood. De minister van Financiën zegt dit publiekelijk. KBC klopt aan bij de federale en bij de Vlaamse regeringen. Wat is het verschil tussen de houding van beide regeringen? De federale regering vindt het zelfs niet nodig om samen te komen, terwijl de Vlaamse regering onmiddellijk is samengekomen om het probleem op te lossen. Daarmee zijn vandaag twee zaken heel duidelijk geworden. Ten eerste, een aantal leden van uw regering doet aan aankondigingspolitiek zonder dat er iets concreet achter zit en, ten tweede, u bent niet in staat om in deze zaak belangrijke beslissingen te nemen.
01.18 Guy Coëme (PS): Monsieur le premier ministre, toute équipe qui compte un franc-tireur rencontre davantage de difficultés. Je n'insisterai pas davantage sur le sujet. J'espère que nous n'aurons plus à y revenir.
Je voudrais louanger le premier ministre pour la sagesse de sa réponse. J'espère, monsieur le premier ministre, que je pourrai à l'avenir louanger votre autorité naturelle, de façon à assurer la cohésion de votre équipe dans l'intérêt du pays et de ses citoyens.
01.19 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, geachte premier, het is belangrijk dat de rust weerkeert. Ik ben het met u eens en ik ben blij dat u erkent dat het doen van ongedragen en onvoorzichtige uitspraken niet gepast is nu. Aangezien de sector ook niet doorhad in welk kader de minister van Financiën sprak en de koers verder daalde, kan ik alleen maar concluderen dat de minister van Financiën onnodig paniek heeft gecreëerd en voor zijn beurt heeft gesproken.
De taak van een overheid is niet alleen de spaarders, maar ook en vooral de belastingbetaler te beschermen die de put moet dempen, nog voor vele generaties, die door die onvoorzichtige sector is gecreëerd. Dan is het van twee dingen een. Ofwel neemt u nu maatregelen om die sector te redden en dat is wellicht nodig, maar neemt u meteen ook maatregelen die opkomen voor de belangen van die belastingbetaler door ze boter bij de vis te geven, door een aandeel, verantwoordelijkheden, voorwaarden te vragen op het moment dat u die transacties zult doen, door garanties te vragen dat na de reddingsoperatie, als de situatie verbetert, na de lasten ook de lusten naar de belastingbetaler gaan. Dat vraag ik van u vandaag, naast langetermijnhervormingen, zodat dit nooit meer kan gebeuren.
01.20 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de minister, u had het daarjuist over vertrouwen. Ik hoor hier een fantastisch debat tussen de heer Coëme en de heer Reynders: het moet ontzettend goed gaan in uw regering. Het vertrouwen vragen van de buitenwereld en intern het zo goed doen, collega Annemans, dat is fantastisch op zich.
U mag niet vergeten wat u ons daarstraks verweet, toen u zei moeilijk te kunnen antwoorden: meer dan het contract van KBC met de Vlaamse regering en de voorwaarden voorlezen, hebt u in principe niet gedaan. Ik kan daar voor een stuk inkomen, maar wij hebben daar geen schuld aan: het is uw pyromaan, de heer Reynders, die gedurende drie dagen de zaak op gang heeft gebracht en de gemeenschap in het ongewisse heeft gelaten en ervoor heeft gezorgd dat het KBC-aandeel meer kelderde.
Ik had nog drie vragen waarop u niet hebt geantwoord. Ten eerste, hebt u garanties van de banken? Wij, de belastingbetalers, geven geld aan de banken, maar zij potten het op. Vandaag is er een enorm probleem voor de ondernemingen om geld te krijgen bij de banken. Hebt u garanties wanneer u het geld van de belastingbetaler gebruikt om de banken te helpen, dat zij de economie zullen helpen?
Een tweede zaak die ik afleid uit uw betoog, mijnheer de minister, is dat wij opnieuw 6 miljard verliezen in de zaak Fortis. Ik hoor dat u de zaak niet zult heronderhandelen. De zaak met BNP is gekocht op basis van 68 euro. U krijgt daarvoor 132,6 miljoen aandelen. Vandaag staan die op 22 euro. Netto-berekening: wij verliezen vandaag 6 miljard euro.
Tot slot, mijnheer de voorzitter: ik heb geen antwoord gehoord aangaande de solvabiliteit en de staatsschuld, wat de gevolgen zijn van de bankencrisis op de staatsschuld. U hebt alleen voorgelezen uit de akte die de KBC en de Vlaamse regering getekend hebben, maar voor de rest blijven die vragen open staan.
01.21 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de eerste minister, de regering zou een en ondeelbaar moeten zijn. Wat merken wij echter, zowel vandaag als gisteren? U gaat niet akkoord met minister Reynders; minister Reynders ligt continu in de clinch met de PS; de PS valt de regering aan - het gebeurde daarnet nog.-, dit alles terwijl uw ploeg visie en daadkracht zou moeten tonen. Dat zijn de verwijten die aan uw voorganger werden gemaakt. Welnu, thans vrees ik dat wij die verwijten ook uw richting moeten uitsturen. Er is geen daadkracht en geen visie!
Voor ons is het duidelijk. U toont eens te meer aan dat België niet werkt, dat België niet handelt. Gelukkig is er het Vlaams niveau om de grote noden te ledigen.
01.22 Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, j'ai le sentiment que vous n'êtes pas vraiment heureux mais je vous fais confiance pour que les mesures qui doivent être prises le soient.
En tout cas, il ressort de ce débat que, si des réflexions existent, elles doivent rester discrètes sous peine d'entrer dans le jeu des seuls spéculateurs.
01.23 Hendrik Daems (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, uw antwoord geeft aan dat de regering op korte termijn desgevallend een aantal bijkomende maatregelen voor de banksector zou kunnen nemen, die alvast ervoor moeten zorgen dat de banken normaal functioneren.
Dat betekent dat de spaarders op hun twee oren kunnen slapen en dat de bedrijven kredieten moeten krijgen wanneer ze projecten hebben die krediet verdienen en de economie doen draaien.
Mijnheer de eerste minister, daarvoor wil ik u en de regering danken. Ik hoop dat die maatregelen op korte termijn de problemen oplossen.
Ten tweede, ik blijf een vraag hebben - wij zullen dat in de nabije toekomst kunnen behandelen - om speculatie en onnodig risicogedrag tegen te gaan. Het lijkt me dat wij de reflectie ter zake heel dringend moeten maken, opdat uitgerekend de oorzaak van de hele crisis vandaag in de financiële sector, met dramatische economische gevolgen, zich niet zou herhalen.
Over een aantal maatregelen naar antispeculatie en antirisicogedrag moet op korte termijn gedebatteerd worden. Ze moeten ingevoerd worden, waar dat kan op Belgisch niveau en waar het moet op Europees of hoger niveau.
L'incident est clos.
De voorzitter: De minister van Financiën is aanwezig, conform het Reglement. Hij had mij dit meegedeeld en ik heb dit ook laten weten aan de Kamer. Een aantal collega’s hebben hun vraag gesteld aan de eerste minister, maar er blijven twee collega’s over met een vraag voor de minister van Financiën. Indien zij erop staan om hem die vraag te stellen, dan is de minister bereid erop te antwoorden.
- de heer Peter Vanvelthoven aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de redding van de banken" (nr. P0750)
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen over "de redding van de banken" (nr. P0751)
- M. Peter Vanvelthoven au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "le sauvetage des banques" (n° P0750)
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles sur "le sauvetage des banques" (n° P0751)
02.01 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de minister, ik zal mij beperken tot twee vragen. Ten eerste, waarom hebt u gemeend dinsdagavond te moeten aankondigen dat er dringend nood was aan een tweede reddingsplan voor de banken? U wist op dat moment immers dat daar binnen de regering nog geen akkoord over was. U wist dat de piste die u naar voren bracht nog niet besproken was binnen de regering. Waarom hebt u gemeend dat te moeten aankondigen?
Ten tweede, u hebt hier daarnet in mijn ogen een publieke vermaning gekregen van de premier voor uw uitspraken. Lijkt het u niet aangewezen om daarvoor uw verontschuldigingen aan te bieden?
02.02 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister van Financiën, ik wou u toch nog even ondervragen, al was het maar om u even uit uw trance van de verkiezingscampagne voor de regionale verkiezingen te halen.
Ten eerste, de situatie is gekend. U hebt dinsdagavond een aantal verklaringen afgelegd over een tweede bankenplan. U hebt ook gezegd dat u met een algemeen plan zou komen en dat het geen aanpak van bank tot bank meer zou zijn. Ik besluit daaruit dat u het geweer van schouder hebt veranderd. U hebt vroeger gewerkt met Fortis en Dexia. Waarschijnlijk ligt het debacle van het Fortisdossier aan de grondslag van het feit dat u nu met een algemeen plan komt. Ik zou willen weten waarom u die koerswijziging hebt doorgevoerd.
Ten tweede, ik weet niet of u de bedoeling had om de turbulente financiële markten op de beurs te kalmeren maar u bent daar alleszins niet in geslaagd. Ik stel vast dat dit KBC geen deugd gedaan heeft. U wou met uw plan naar het kernkabinet komen. Ik stel vast dat u uw collega’s in het kernkabinet niet hebt kunnen overtuigen van de degelijkheid van uw plan. Er is niets besloten en de PS is in volle tegenaanval gegaan. Het kernkabinet heeft het plan doorverwezen naar de groep van bankdeskundigen. Zeker in het licht van de oplossing die nu binnen de Vlaamse regering gevonden is, is mijn vraag hoe het nu verder moet met uw bankenplan. Ik zou daar graag een antwoord van u op krijgen.
02.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Vanvelthoven, mijnheer Goyvaerts, eerst en vooral had ik maandagavond een vergadering van de Eurogroep, dus met alle collega’s van Financiën uit de Eurozone. Dinsdag, gedurende heel de dag, had ik een Ecofinraad met alle collega’s van de Europese Unie. Er werden veel aankondigingen gedaan.
Eerst en vooral was er een nieuw plan in Groot-Brittannië met meer dan 100 miljard euro voor de banken. Er is daar sprake van een zeer groot verlies in RBS, een van de belangrijkste banken in Groot-Brittannië. Ten tweede was er een aankondiging van Frankrijk om nog iets te doen voor de banken. Nu is er een beslissing om een bedrag van 10 miljard euro uit te trekken voor de verschillende grootste banken. Alle collega’s hadden dezelfde reactie en pleitten voor een tweede interventieronde van de verschillende landen, indien nodig. Ik heb dit gezegd aan Belga, zoals ik dat doe na elke vergadering van de Ecofinraad of de Eurogroep. Waarom? Er was een beslissing van de Raad van de Europese Unie waaruit de bereidheid bleek van alle ministers van Financiën van de Europese Unie om te herkapitaliseren en andere soorten van interventies door te voeren, zoals waarborgen. Ik denk dat iedereen wist op Europees vlak dat er problemen waren met verschillende banken in Europa.
Ik heb gezegd dat wij in België een kernkabinet zouden houden om in dat verband een beslissing te nemen. Er is een beslissing genomen – het is zo aangekondigd door de eerste minister – over een procedure met experts en een begeleidingscomité om te komen tot een analyse van de toestand in verschillende banken. Dit was ook dringend. Waarom? Vrijdag was er voor KBC een verlies met meer dan 20%. Maandag was er ook een verlies met meer dan 20%. Dinsdag was er nog eens een verlies met meer dan 20%. Ik denk dan ook dat het maar normaal is om daarop te reageren.
Zoals de eerste minister zei, was er gisteren een vraag van KBC om iets te doen. Wij hebben geprobeerd om op federaal vlak hierop een antwoord te geven. Het was gisterenavond onmogelijk om een akkoord te bereiken tussen de verschillende partijen in de meerderheid in verband met een begeleidingscomité. Tegelijk was er ook een vraag aan de Vlaamse regering. De Vlaamse regering heeft een beslissing genomen met een zeer grote hoogdringendheid. Ik denk dat het nuttig was om iets te doen. Net zoals de eerste minister herhaal ik dat er twee acties waren. Enkele maanden geleden was er een eerste reactie vanuit de federale overheid voor 3,5 miljard euro voor KBC. Nu is er vanuit de Vlaamse regering een reactie gekomen voor 2 miljard euro met de mogelijkheid om tot 3,5 miljard euro te gaan.
Er waren misschien twee of drie mensen in België, of in het Parlement, die zo’n crisis niet hebben gezien.
Dat is mogelijk. Dinsdag was het echter zeer klaar voor iedereen in de Ecofin-raad dat het desbetreffende probleem zich voordeed. Misschien werd dat niet vastgesteld in het Belgisch Parlement, wat ik betreur. Voor een minister van Financiën lijkt het mij echter normaal te zeggen welke de standpunten van de ministers van de verschillende lidstaten waren. Ik had dezelfde aanpak als alle collega’s in Europa.
02.04 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik denk dat de minister niet beseft wat hij hier zegt. Hij zegt dat het voor iedereen duidelijk was dat er een tweede reddingsgolf zou komen. Dat klopt.
Mijnheer de minister, u verwijst zelf naar vorige week vrijdag, de eerste signalen bij KBC. Dan is het nogal evident dat op Europees niveau de ministers daarover van gedachten wisselen. Dat is dus voor iedereen duidelijk, al een hele tijd.
Het verschil is echter het volgende. U verwees naar Frankrijk en naar Groot-Brittannië. Welnu, daar liggen vandaag maatregelen op tafel. Wat is er in België gebeurd? U weet het al heel de tijd, maar heel die tijd is er niets gebeurd. U hebt zelfs uw experts niet samengebracht. U hebt de noodzaak niet ingezien, ondanks het feit dat iedereen wist dat er een tweede reddingsoperatie zou komen, om uw experts bijeen te roepen. U hebt zelfs de noodzaak niet gezien om het kernkabinet daarover samen te roepen. Dus u wacht, u wacht, u wacht. Het kernkabinet kwam vervolgens samen en dat besliste om nog wat langer te wachten.
Dit is het verschil tussen uw aanpak – niets doen – en de aanpak in andere Europese landen, waar er, onder die dringende noodzaak, ondertussen maatregelen zijn genomen.
02.05 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister van Financiën, u bent in snelheid en efficiëntie gepakt door de Vlaamse regering. Dat moet u natuurlijk wel een beetje pijn doen. Ik zou echter zeggen: doe zo voort.
Het is toch wel onbegrijpelijk dat in tijden van crisis deze regering nog denkoefeningen maakt over hoe het probleem aangepakt moet worden in een tweede fase. Ik had verwacht dat die plannen er al zouden zijn en dat u meteen naar het kernkabinet zou gaan met een uitgewerkt draaiboek. Dat had u dus niet.
Ik stel vast – dit is toch een van de lessen uit de afhandeling van heel de KBC-operatie – dat het Belgisch niveau niet meer in staat is om snel en efficiënt te handelen. Dat is een eerste element.
Tweede element, het Belgisch niveau is een gevaar geworden voor de Vlaamse financiële en economische omgeving.
Daarom zou ik zeggen: doe zo voort. Dat geeft voor mij maar één hoop, één signaal. Heel wat Vlamingen beginnen in te zien dat het goed is dat Vlaams geld in Vlaamse handen blijft. Dat is een signaal voor de volgende verkiezingen. Dat kan ons ook hoop geven, want de mensen herkennen zich niet meer in de Belgische chaos, in het Belgisch labyrint.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer David Geerts aan de vice-eerste minister en minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven en Institutionele Hervormingen over "de hold-up door de NMBS-Holding en de aanwending van overheidsgeld voor commerciële doeleinden" (nr. P0752)
03 Question de M. David Geerts au vice-premier ministre et ministre de la Fonction publique, des Entreprises publiques et des Réformes institutionnelles sur "le hold-up organisé par la SNCB-Holding et l'utilisation de fonds publics à des fins commerciales" (n° P0752)
De voorzitter: Het gaat over een hold-up op de NMBS-holding. Dat zijn gewichtige woorden.
03.01 David Geerts (sp.a): Mijnheer de voorzitter, de woorden komen niet van mij.
Mijnheer de minister, wij hebben gisteren in de commissie voor de Infrastructuur een goed en lang debat gehad, maar ik heb toch gefronst op het moment dat de ceo van de NMBS-vervoersmaatschappij zei dat hij het slachtoffer is van een hold-up van de NMBS-holding. Hij zei dat hij 700 miljoen euro te weinig in zijn rugzak gekregen heeft.
Wij hebben vorige week gezegd dat het belangrijk is dat aan de basis, in de NMBS, mensen samenwerken. Ik vraag dan aan u wat uw visie is op het inhoudelijke, de hold-up.
Vindt u het logisch dat de ene de andere beschuldigt van een hold-up? Mijnheer de voorzitter, dat was mijn eerste vraag.
Mijn tweede vraag is zeer kort de volgende. Het betreft de aanwending van overheidsmiddelen en overheidsgeld voor de reizigers. De ceo stelde daar gisterenmiddag duidelijk dat een deel van dit geld gebruikt is voor de afbouw van de schuld van de commerciële activiteiten. Is dit juist? Wat is uw visie hierover?
Graag had ik een antwoord gekregen op deze twee korte vragen.
03.02 Minister Steven Vanackere: Mijnheer de voorzitter, het zijn korte vragen en dus is het ook een kort antwoord.
Over het gebruik van beelden moet men steeds met een gepaste reserve spreken. Het woord dat u in de mond neemt en dat u inderdaad citeert, zal ik niet veel herhalen.
Collega’s, het gaat erom dat op het ogenblik dat de drie nieuwe entiteiten ontstonden, per 1 januari 2005, bij de creatie van de NMBS-holding, naast Infrabel en de NMBS-operator, een beslissing diende genomen te worden met betrekking tot de kapitalisatie van die drie entiteiten. Het is heel belangrijk om te benadrukken dat het ging over het toewijzen van kapitaal en dat dat niet gepaard is gegaan met nieuwe, extra injecties vanuit de federale overheid. Met andere woorden, het had te maken met het toewijzen van beschikbaar kapitaal aan de drie entiteiten.
In december van 2004 is er een akkoord gesloten dat er een herkapitalisatie zou gebeuren ten gunste van de NMBS-operator voor een bedrag van niet meer dan 500 miljoen, zo stond het er op dat ogenblik. Uiteindelijk is dat gerealiseerd geweest op een gefaseerde manier, in 2005, 2006 en 2007, voor een totaalbedrag van reeds 510 miljoen, met een saldo van 30 miljoen dat nog eraan zit te komen.
Ik weet dat de heer Descheemaecker wijst op de herkomst van die middelen en aantoont dat die voor een belangrijk deel verwijzen naar activiteiten van het spoorvervoer. De toewijzing van de kapitalisatie is in elk geval gebeurt in overeenstemming, op een ogenblik dat iedereen rond de tafel wist welke de afspraken waren. Als ik mag antwoorden op uw eerste vraag, kan ik dus in eer en geweten niet gewagen van hold-ups, maar van het toewijzen van middelen.
Wat de aanwending van die 540 miljoen betreft – op dit ogenblik is 510 miljoen gekapitaliseerd –, is de thesaurie van de NMBS-operator tot nu toe gemeenschappelijk voor de drie grote activiteiten: het internationaal reizigersvervoer, het goederenvervoer en uiteraard het belangrijke binnenlandse reizigersvervoer. In de analytische boekhouding was er trouwens tot voor kort geen opsplitsing, ook niet in termen van kapitaalstoewijzing. Sinds mei van dit jaar is er wel een toewijzing gebeurd in de analytische boekhouding, waarbij ongeveer 52 procent van dat kapitaal is toegewezen aan het binnenlands vervoer en 48 procent aan de commerciële activiteiten.
Gelet op het feit dat ik twee minuten spreektijd heb voor mijn antwoord, zal ik het daarbij laten. Ik wil nog even signaleren aan het Parlement dat de hele discussie ook het voorwerp uitmaakt van een klacht bij de Europese Commissie en dat we in dat verband de argumenten op papier hebben gezet. Mijn voorgangster heeft in dat verband ook al belangrijk werk verricht, om ervoor te zorgen dat het niet als onreglementaire staatssteun kan worden aangerekend.
De voorzitter: Er zijn nog commissies om een grondigere bespreking mogelijk te maken.
03.03 David Geerts (sp.a): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw zeer duidelijk antwoord, met name dat u hier afstand hebt gedaan van woorden zoals hold-up.
Wat voor mij belangrijk is voor de toekomst, met betrekking tot de commerciële sectoren, is dat we terdege een oplossing moeten vinden voor B-Cargo, om te vermijden dat we naast het lijk van ABX, dat nu al in de kast zit, een bijkomend lijk van B-Cargo krijgen.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Sofie Staelraeve aan de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen over "de afschaffing van de veiligheidscoördinator in de bouw" (nr. P0753)
04 Question de Mme Sofie Staelraeve à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur "la suppression de la fonction de coordinateur de sécurité dans la construction" (n° P0753)
04.01 Sofie Staelraeve (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik wil het even hebben over de veiligheidscoördinatie op een bouwwerf. Zoals u weet is er sinds 2001 een nieuwe wet van toepassing. Open Vld heeft altijd gepleit voor een haalbare oplossing voor de veiligheidscoördinatie. Mijn collega en voormalig Kamerlid Annemie Turtelboom heeft daaraan heel hard gewerkt.
Wij hebben uiteindelijk een regeling in België die toch niet zo efficiënt blijkt te zijn. Dat blijkt uit diverse persberichten. Ook in het radioprogramma Peeters en Pichal stroomden vanmorgen klachten binnen over de veiligheidscoördinatie op een bouwwerf.
Het is ten eerste heel duur voor de particuliere bouwheer. Ten tweede, de huidige regeling is totaal onefficiënt, want er zijn niet zozeer minder ongevallen op bouwwerven. Wij weten allemaal dat de ongevallen voornamelijk op grote bouwwerven gebeuren. Wij zien aan de cijfers ook dat er geen sterke daling is. Ten derde, de veiligheidscoördinatie resulteert in heel wat papierwerk en administratieve rompslomp, wat niet het doel dient waarvoor deze regeling is opgestart.
Vandaar mijn vragen aan mevrouw Milquet, die door u zullen worden beantwoord, mijnheer de staatssecretaris,
Ten eerste, is men bereid om op korte termijn te onderzoeken of aan de huidige regeling iets kan veranderen, zodat deze efficiënter, soepeler en vooral administratief eenvoudiger kan verlopen, wat overigens ook heel wat goedkoper zal zijn voor de particuliere bouwheer?
Ten tweede, zullen de klachten worden geïnventariseerd en zal de wetgeving worden bijgestuurd?
Ten derde, zal worden nagegaan of de afschaffing van de veiligheidscoördinator voor particuliere werven mogelijk is, gezien er al een ruime regelgeving bestaat inzake de veiligheid op werven en in de bouwsector in het algemeen?
04.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Staelraeve, de verplichting opheffen tot het aanstellen van een coördinator, zowel tijdens het ontwerp als tijdens de verwezenlijking van een bouwwerk, is momenteel niet mogelijk. Die verplichting is immers uitdrukkelijk opgenomen in de Europese richtlijn 92/57/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap, van 24 juni 1992, betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor tijdelijke en mobiele bouwplaatsen.
België was verplicht, net als alle andere EU-landen, om deze richtlijn om te zetten. De richtlijn is daarin formeel. Zodra er tijdens een verwezenlijking van een bouwwerk ten minste twee aannemers gelijktijdig of na elkaar tussenkomen, moet zulk een coördinator worden aangesteld, ongeacht de omvang van het bouwwerk. Uit een recent door de Europese Commissie en de lidstaten uitgevoerd onderzoek over de tenuitvoerlegging van deze richtlijn blijkt dat alle lidstaten bij de uitvoering van de richtlijn met omzeggens dezelfde problemen kampen. De Commissie zal daarom een aantal maatregelen voorstellen om de problemen te verhelpen, niet via een wijziging van de richtlijn, maar onder meer met een praktische leidraad.
Uit een uitzending op een Vlaamse radiozender – de verhalen werden vandaag overgenomen door een Vlaamse krant – blijkt dat verschillende actoren een reeks moeilijkheden ondervinden op mobiele en tijdelijke bouwwerven. U refereerde zelf aan die uitzending. Ik ben van dat alles op de hoogte gebracht. Ik heb de Directie Humanisering van de Arbeid van de FOD WASO gevraagd mij uitsluitsel te geven over de toepassing van deze reglementering in het werkveld en ook over de mogelijkheden die de reglementering biedt.
Mijn voorgangers hebben die reglementering sinds 2001 immers al zeven keer gewijzigd. De laatste wijziging dateert van mei 2007. Al die wijzigingen werden doorgevoerd door voorgangers uit de eerste twee regeringen-Verhofstadt. Ik wens, voor ik in dit dossier een beslissing neem, goed geïnformeerd te zijn, om op de meest gepaste manier te kunnen reageren en om niet een achtste, negende of tiende wijziging te moeten maken. De beoordeling van de problematiek van de veiligheidscoördinator maakt bovendien deel uit van het ontwerp van de nationale strategie inzake welzijn op het werk, die ik ter bespreking aan de Nationale Arbeidsraad heb voorgelegd.
04.03 Sofie Staelraeve (Open Vld): Ik begrijp dat de minister aan de slag gaat in deze materie en ik begrijp verder dat het uiteraard niet de bedoeling is om tal van wijzigingen opnieuw te hebben. Ik verwijs naar het verleden. Vooral de soepelheid van de regelgeving, uiteraard mits veiligheid op de werf, moet centraal staan. Ik kijk uit naar het werk ter zake. Wij zullen dat zeker opvolgen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
- Mme Clotilde Nyssens au ministre de la Justice sur "les juridictions du travail" (n° P0754)
- Mme Marie-Christine Marghem au ministre de la Justice sur "les juridictions du travail" (n° P0755)
- mevrouw Clotilde Nyssens aan de minister van Justitie over "de arbeidsrechtbanken en -hoven" (nr. P0754)
- mevrouw Marie-Christine Marghem aan de minister van Justitie over "de arbeidsrechtbanken en -hoven" (nr. P0755)
05.01 Clotilde Nyssens (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, les juridictions du travail protestent une fois de plus. En effet, selon ces dernières, suite au transfert du contentieux du règlement collectif de dettes émanant du tribunal de première instance, elles accusent, pour la première fois, un arriéré. Elles prétendent, selon moi, à juste titre, que ce transfert avait été décidé en prévoyant certaines conditions, à savoir un renforcement des moyens humains au niveau des greffes et des magistrats. En outre, la bonne gestion d'un outil informatique développé aurait également été prévue.
Or, actuellement, lesdites juridictions du travail, contrairement au passé, connaissent des arriérés au niveau du contentieux collectif de dettes qui ont des répercussions sur le contentieux général. Il est vrai que le règlement collectif de dettes, qui implique des centaines de plis judiciaires supplémentaires, constitue une charge de travail importante.
Monsieur le ministre, les juridictions du travail ont annoncé une grève. Il faut savoir que les tribunaux n'ont pas l'habitude de procéder de cette manière. Que pouvez-vous répondre aux greffiers et aux magistrats afin de les rassurer quant leur capacité d'effectuer leur travail et d'apurer l'arriéré du règlement collectif de dettes?
Il est évident que la crise économique ne constitue pas un élément favorable puisqu'elle entraîne une augmentation du contentieux.
05.02 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, je ne répèterai pas les propos qui viennent d'être tenus. Je me contenterai de formuler ma question en mettant l'accent sur d'autres détails.
Monsieur le ministre, vous nous avez surpris hier en commission par votre courage. En effet, vous avez répondu à la centaine de questions qui vous étaient posées. Mais vous nous avez également expliqué que, durant votre absence au gouvernement, vous n'aviez pas vu passer certaines lois qui ont changé le paysage judiciaire, et en particulier une qui devait transmettre le contentieux du règlement collectif de dettes aux juridictions du travail.
Sachez que sous la précédente législature, un grand débat à ce sujet a été organisé. À cette occasion, nous avions avisé votre prédécesseur, Mme Onkelinx, du fait qu'il nous semblait délicat, voire problématique de charger, sans encadrement spécifique, les juridictions du travail, qui ne souffraient pas d'arriéré et qui, ce faisant, témoignaient d'une grande capacité de management dans le domaine judiciaire, du règlement collectif de dettes qui nécessite plusieurs actes de procédure et de nombreux plis judiciaires.
Nous l'avons interrogée à maintes reprises afin de savoir si un encadrement était prévu. Elle a répondu par l'affirmative. Elle a même ajouté que l'encadrement était limité, mais que les juridictions, les greffes plus exactement, l'ont assurée de leur capacité à ingérer ce nouveau contentieux.
Malheureusement, il apparaît aujourd'hui, peu de temps après la réforme, qu'il n'en est rien. Vous avez pu constater dans les images média d'hier qu'on en était presque à demander à des femmes de ménage de trier les plis judiciaires afin d'éviter d'accroître l'arriéré et d'éviter, évidemment, un arriéré sur le plan des dossiers du tribunal du travail, spécifiquement dans le "core business" de cette juridiction, car ces dossiers-là ne parviendraient pas à être traités.
Bien entendu, vous héritez d'une situation et on peut comprendre que vous ayez besoin d'un certain temps pour vous mettre au courant de tout. Mais il y a urgence! Ma collègue l'a rappelé. Il n'est pas exceptionnel de voir brandir le spectre de la grève dans notre pays, mais il est exceptionnel de le voir brandir par les magistrats qui veulent défendre évidemment leur capacité à gérer au mieux les affaires judiciaires, mais qui veulent aussi soutenir les greffes qui, manifestement, n'en peuvent plus.
Aussi, je vous demande de trouver une solution très rapidement pour que, en cette période de crise, l'arriéré n'augmente pas et qu'à nouveau, on ne me dise pas que la Justice n'avance pas et ne fait pas son travail.
05.03 Stefaan De Clerck, ministre: Chère collègue, la question a déjà été posée à mon prédécesseur. Je peux donc me référer à ses éléments de réponse et après la centaine de questions posées hier, je me réjouis de devoir répondre à seulement deux questions.
Sans doute vais-je vous décevoir, car je ne dispose d'aucune réponse définitive. En date du 28 janvier, une réunion générale aura lieu sous la présidence de Joël Hubin, premier président près la cour du travail de Liège. Elle sera suivie par une réunion, le 5 février prochain, en mon cabinet pour connaître le résultat de ces concertations.
J'attends cette dernière date pour connaître le dossier en détail et prendre une décision que je vous communiquerai le plus rapidement possible.
05.04 Clotilde Nyssens (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. J'avais effectivement déjà posé la question à M. Vandeurzen, qui m'avait répondu que c'était M. Joël Hubin qui présidait les réunions. C'est donc avec impatience que j'attends cette nouvelle réunion. M. Vandeurzen voulait absolument que les magistrats du tribunal de première instance et les magistrats du tribunal du travail se concertent pour examiner les modalités du transfert.
Pour moi, d'autres mesures s'imposent, notamment dans les domaines de l'informatique et du personnel des greffes. Faites-nous connaître, après le 5 février, les mesures positives que vous comptez prendre.
05.05 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, j'irai dans le même sens. Cette date du 28 janvier paraît assez rapide, mais s'il s'agit d'échanger des propos polis et de ne pas trouver de solution concrète, le problème sera difficile à régler. En effet, la bonne volonté des magistrats et des greffes est bien présente, mais, malheureusement, il manque du matériel et des ressources humaines.
J'ose espérer qu'une solution concrète sera trouvée, surtout pour les juridictions les plus touchées – elles ne le sont sans doute pas au même degré – afin de progresser rapidement dans ce dossier. J'aurai l'occasion de vous interpeller à nouveau d'ici la mi-février pour faire le point.
Het incident is gesloten.
- Mme Marie-Martine Schyns au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la convention secrète entre la CREG et les distributeurs qu'elle contrôle" (n° P0756)
- Mme Karine Lalieux au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la convention secrète entre la CREG et les distributeurs qu'elle contrôle" (n° P0757)
- mevrouw Marie-Martine Schyns aan de minister van Klimaat en Energie over "de geheime overeenkomst tussen de CREG en de door haar gecontroleerde distributiebedrijven" (nr. P0756)
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Klimaat en Energie over de geheime overeenkomst tussen de CREG en de door haar gecontroleerde distributiebedrijven" (nr. P0757)
De voorzitter:
Mevrouw Partyka, wenst u hierover tussen te komen?
06.01 Katrien Partyka (CD&V): Vorige week is er in de commissie voor het Bedrijfsleven een hoorzitting geweest naar aanleiding van die zogenaamde geheime overeenkomst die er geen is. Dat is gewoon de dading die is afgesloten in 2007. Dat was onder andere het onderwerp van de hoorzitting van vorige week. Verschillende collega’s hebben naar aanleiding van die hoorzitting vragen ingediend over deze problematiek. Er is ook een interpellatieverzoek ingediend. Ik begrijp eigenlijk niet goed waarom deze twee vragen naar de plenaire vergadering kunnen komen. Waarom kunnen die niet gewoon gekoppeld worden aan de interpellatie? De inhoud ervan is net dezelfde als die van de vragen die vorige week in de commissie gesteld zijn.
De voorzitter:
Dat kan ik natuurlijk niet beoordelen op basis van de manier waarop de vragen
omschreven zijn. Ik heb contact gehad met de minister. De vragen zijn gebaseerd
op een artikel dat vandaag in een krant heeft gestaan, zoals dat vaak gebeurt.
Ik weet ook dat er een interpellatieverzoek is van mevrouw Van der Straeten en
een aantal vragen in de commissie hangende zijn. Voor mij was er geen enkel
probleem - we kunnen de commissies afschaffen en alles in de plenaire
vergadering doen – als deze vragen gekoppeld zouden worden aan de vragen die hier
vandaag zijn gesteld. Als u erop staat, kunt u uw vragen daaraan toevoegen. La Maison ne recule devant aucun
sacrifice.
06.02 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, je voudrais appuyer Mme Partyka. Nous avons connu cette semaine une longue mais intéressante après-midi sur le même sujet. Je suis persuadé que les questions qui seront posées aujourd'hui ont déjà été posées. Notre ordre du jour n'est pas particulièrement fourni aujourd'hui, contrairement à celui de la semaine prochaine. Si on veut se répéter, il se peut que le message entre mieux dans la tête du ministre; parfois, ce n'est pas plus mal. Dans cette optique, plus nous serons nombreux à monter au créneau, mieux ce sera. Cependant, il est vexant pour ceux qui passent leur après-midi en commission de voir d'autres se manifester seulement ici.
De voorzitter: Meer in algemene termen heb ik alleszins ook aan de conferentie van de fractieleiders meegedeeld dat er een einde moet komen aan de samenloop tussen aan de ene kant de vragen die hier worden gesteld in plenum en een systeem dat in mijn ogen neerkomt op een oneigenlijk gebruik van het Reglement, waarbij tegelijkertijd en parallel vragen worden ingediend in de commissie, waardoor men een samenloop krijgt hier in plenum. Vorige week heb ik vastgesteld dat er in totaal 34 vragen in behandeling zijn genomen hier in plenum. Zelfs met respect voor de spreektijd van eenieder geeft dat een globale behandelingstermijn van tweeënhalf tot drie uur. Dat is niet de bedoeling van het vragenuurtje. Dat is niet in het belang van de regering, dat is niet in het belang van het Parlement. Dus nogmaals: op basis van de vragen die hier zijn ingediend, ben ik bereid die vragen daaraan te koppelen. Anders gaan we, mevrouw, langer discussiëren over de procedure dan de tijd die u nodig zou hebben om uw vraag te stellen.
06.03 Katrien Partyka (CD&V): Ik vind nu eigenlijk wel dat de vraag net omgekeerd is. We hebben daar in de commissie een heel gedegen, lange discussie over gehad. De collega had er veel werk van gemaakt om daar vragen over in te dienen. We wachten op de bespreking met minister Magnette volgende week. Alleen stellen we nu vast dat er twee vragen zijn die eigenlijk identiek zijn aan die van ons en dat die nu in plenaire vergadering worden gesteld en dus vooruitlopen op de discussie. De vraag is dus eigenlijk niet om al onze vragen te koppelen, maar eerder om de commissies hun werk te laten doen en de vragen die hier nu worden gesteld, naar de commissie te sturen.
De voorzitter: Dan zou men mij de vraag stellen op welke basis ik die vragen onontvankelijk verklaar. Omdat u vindt dat dezelfde vragen met dezelfde strekking in commissie in behandeling zijn? Ik kan u alleen maar zeggen dat op basis van de libellé, op basis waarvan een vraag wordt ingediend voor de plenumvergadering, ik niet kan uitmaken en niet kan of mag beoordelen of die vraag al of niet onontvankelijk is. Dat kan ik niet doen. Volgens u zijn die vragen gesteld. Ik heb mij deze morgen in contact gesteld met de minister die het van het grootste belang vond te kunnen verduidelijken datgene wat hij meent aanstonds te moeten verduidelijken. Ik probeer daarin een evenwichtige koers te varen, maar dat doet geen afbreuk aan wat ik net heb gezegd: laten we stoppen met het systeem om het vragenuurtje oneigenlijk te gebruiken door een samenloop te maken van allerlei vragen die in commissie in behandeling zijn, die naar de plenumvergadering komen en dergelijke meer.
Autrement, je joins vos questions. Het is niet nodig. Dan zijn we misschien langer bezig over de procedure dan dat we de vraag stellen.
06.04 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, het zou logischer zijn. Wij hebben een lange discussie en een hoorzitting gehad in de commissie over dit onderwerp.
Trouwens, het aspect waarover de vragen gaan, is daar ook aan bod gekomen, want dat wordt nu wel bestempeld als een geheime overeenkomst, maar daarover gaat het niet, het gaat over een dading die uitgebreid werd toegelicht door de DNB’s en door de CREG.
Mijnheer de voorzitter, alhoewel het op de voorpagina van Le Soir stond, is er in die zin geen nieuw element. Het zou dus logisch zijn dat die vragen gekoppeld worden aan de discussie in de commissie, waar er ook een interpellatie daarover is ingediend. Er werd een interpellatie ingediend precies omdat dit zo’n belangrijk dossier is dat niet in twee à drie minuten kan worden afgehaspeld in een plenaire vergadering.
Le président: N'est-ce pas mieux de demander à ceux qui ont introduit leur question s'ils considèrent qu'il y a un élément nouveau?
06.05 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, il est vrai que lorsqu'une information paraît dans la presse francophone, elle semble moins importante aux yeux de certains collègues que lorsque c'est la presse néerlandophone qui s'exprime!
J'étais présente lors des auditions. Monsieur Jeholet, vous n'êtes pas en commission de l'Économie, si vous voulez bien me laisser parler, ce serait gentil. Je suis habituellement en commission et nous avons eu un débat de quelques heures – M. Crucke peut le confirmer – avec la CREG sur toutes ces questions.
Un article publié ce matin a provoqué beaucoup d'émoi. C'est la raison pour laquelle je pose aujourd'hui une question d'actualité et que je n'en ai pas posé en commission. Mes collègues se sentent frustrés et mal aimés parce qu'ils n'ont pas déposé de question et ne veulent pas qu'on interroge aujourd'hui le ministre, qui est d'accord pour se justifier maintenant alors qu'il n'y est nullement obligé. Mais on peut remettre cette question en commission; cela m'est égal! Je suis tout le temps en commission.
En fait, le MR trouve ridicule de poser une question aujourd'hui tout simplement parce qu'il n'y a pas pensé en premier lieu. Monsieur Jeholet, cessez. Vous êtes énervant et fatigant!
Après tout, faites comme vous voulez. C'est le ministre qui décide.
De voorzitter: Collega’s, iedereen gehoord hebbende, wil ik het volgende voorstellen. Ik denk dat de twee vraagstellers ermee akkoord gaan dat wij de globaliteit zouden behandelen, volgende week in de commissie. De minister gaat daarmee uiteraard akkoord, hij volgt wat de Kamer vraagt.
De twee vragen gaan naar de commissie van volgende week waar ze behandeld zullen worden met de andere vragen en de interpellatie.
06.06 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, je ne sais pas non plus s'il y a des éléments nouveaux au sujet de la crise du gaz!
Le président: Ce sujet va être abordé dans les deux prochaines questions.
- M. Philippe Henry au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la crise du gaz" (n° P0758)
- M. Jean-Luc Crucke au ministre du Climat et de l'Énergie sur "la crise du gaz" (n° P0759)
- de heer Philippe Henry aan de minister van Klimaat en Energie over "de gascrisis" (nr. P0758)
- de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van Klimaat en Energie over "de gascrisis" (nr. P0759)
07.01 Philippe Henry (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, quelle agitation dans la majorité!
Monsieur le ministre, nous avons connu une crise fort grave de l'approvisionnement en gaz entre l'Ukraine et la Russie. Elle s'est plus ou moins résolue dans l'immédiat, mais elle a engendré des déclarations diverses, notamment du président Barroso, qui montrent l'ampleur du problème.
D'abord, il faut savoir que le gaz russe représente moins de 5% de l'approvisionnement de la Belgique; voilà qui relativise le problème pour nous.
Ma question avait été introduite en commission et elle a été modifiée en question d'actualité via l'intervention de M. Crucke. Elle portait sur les stocks de gaz dans notre pays. Tout comme pour le pétrole, il est prévu un stock de 90 jours dans notre pays.
La presse signalait que, pour le gaz, le stock ne représentait que 14 jours de consommation moyenne. Je n'imagine même pas ce que cela représente par période de grand froid comme celle que nous avons connue en début de ce mois, mais il doit s'agir de très peu de jours. Par contre, en France, le stock est prévu pour 80 jours.
Pouvez-vous confirmer les chiffres pour la Belgique? Existe-t-il une base légale pour fixer ces normes? A-t-elle été respectée?
Si ces chiffres se vérifient, quelle action envisagez-vous pour augmenter notre capacité d'indépendance, soit le nombre de jours avant de connaître des problèmes d'approvisionnement?
De ce point de vue, des discussions importantes doivent être menées, notamment avec les autres pays européens, puisque le stockage devrait s'envisager à l'échelle de l'Europe. D'autres pistes ont déjà été évoquées en commission concernant d'autres canaux d'approvisionnement que ceux en cours.
Les contrats d'approvisionnement de la Belgique comportent-ils des clauses permettant d'augmenter les quantités de l'un ou l'autre fournisseur en cas de manquement de l'un d'entre eux ou d'un pays fournisseur?
En résumé, quels sont les chiffres de stockage en Belgique et les mesures envisagées pour les augmenter? Où en sont les débats au niveau européen?
07.02 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, tous auraient dû se réjouir, mardi soir, de la fin de la crise gazière et de voir à nouveau le gaz acheminé entre la Russie, l'Ukraine et l'Europe. Mercredi, ce fut la douche froide à la suite des propos de M. Barroso, estimant qu'il ne fallait pas se réjouir pour deux raisons. D'une part, il a dit n'avoir jamais vu autant d'accords remis en cause aussi rapidement, en quelques jours. D'autre part, l'Europe des Vingt-sept n'a, selon lui, pas pris la mesure de l'importance de son autonomie en matière énergétique.
M. Barroso a dit aux différents ministres de l'Énergie – ce qu'il fait très rarement – qu'il était temps d'arrêter de parler et qu'il fallait prendre des mesures pour diversifier autant que possible l'approvisionnement et les structures. Il est plus que temps de réaliser un programme utile en matière d'énergie!
Monsieur le ministre, je souhaitais connaître votre réaction par rapport aux propos du président Barroso.
07.03 Paul Magnette, ministre: Je vous remercie, monsieur Crucke et monsieur Henry, et je suis désolé, monsieur le président, que les questions qui me sont adressées suscitent un tel émoi et un débat de procédure. Je m'efforce de répondre toujours aux questions là où elles me sont posées sans me prononcer sur l'opportunité de les poser ici ou là.
Pas grand-chose de neuf ne s'est produit depuis les questions que MM. Crucke et Henry m'ont posées en commission. Néanmoins, je peux confirmer que les stocks mentionnés par M. Henry sont corrects, qu'il n'y a pas d'obligation légale de stockage de gaz, contrairement à ce qui se produit pour le pétrole mais que notre pays n'a pas de préoccupation spéciale à cet égard, comme nous l'avons vu tout au long de la crise. D'abord parce que notre approvisionnement est très diversifié et ne dépend que pour 4,6% du gaz russe qui a suscité la crise qui nous vaut ces questions et réflexions. Ensuite parce que notre réseau est densifié et que nous continuons à y investir, qu'il est bien connecté aux pays voisins, que nous sommes voisins d'un pays producteur. Donc pas de préoccupation particulière pour la Belgique.
Ceci étant, lors du Conseil européen extraordinaire de l'Énergie convoqué la semaine dernière pour répondre à ce qui était encore une crise, les ministres de l'Énergie des États membres ont demandé à la Commission de prendre des initiatives. En effet, l'Europe dans son ensemble n'a pas encore pris toute la mesure de son indépendance énergétique. La Belgique a toujours plaidé pour qu'on veille à s'adresser de manière collective aux pays producteurs, voire pour se doter d'une politique d'achats coordonnée ou unifiée.
Nous avons demandé à la Commission de mieux identifier l'état des infrastructures et d'envisager des plans d'investissements pour améliorer encore l'interconnexion. J'examine en particulier en ce moment la possibilité pour la Belgique de se joindre à un projet dit "Blue Grid" visant à relier la mer du Nord à la Baltique et donc d'améliorer l'interconnexion. Nous avons également demandé à la Commission d'examiner le renforcement des clauses de solidarité existantes et les directives qui établissent ces mécanismes et de le faire dès 2009, sans attendre la date prévue de révision de 2010.
07.04 Philippe Henry (Ecolo-Groen!): Monsieur le ministre, la question des stocks, en tant que telle, n'avait pas été abordée en commission. Vous dites que l'interconnexion est un point important au niveau européen. Toutefois, il me semble qu'il faut également réfléchir à l'échelle européenne pour ce qui est des stocks.
Il est effectivement difficile d'avoir des stocks importants sur le territoire belge pour des raisons de disponibilité et de géologie. Le stockage est beaucoup plus facile dans d'autres pays. Cet élément montre bien la nécessité d'avoir une politique énergétique européenne. Celle-ci n'en est qu'à ses balbutiements et il reste encore énormément d'enjeux à construire. Il me semble évident qu'il faut avoir une stratégie européenne de stockage avec des droits de tirage pour les différents pays en cas de problème. Il faudra vraiment remettre ces questions sur le tapis européen.
Pour le reste, monsieur le ministre, vous avez raison de dire qu'il faut relativiser le problème belge. Toutefois, il reste très préoccupant à l'échelle européenne et il devra appeler d'autres mesures. Nous y reviendrons certainement.
07.05 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le ministre, je ne partage pas tous les éléments de votre réponse. Je crains qu'on se fasse l'adepte de la politique de l'autruche. En disant qu'il faut relativiser, alors que le coût de l'énergie est encore beaucoup trop élevé, on oublie qu'il y a du travail à faire. Il faut diversifier et un ministre de l'Énergie se doit de prendre des décisions. Le temps des paroles suffit! Dalida le disait mieux que moi, dans sa chanson "Paroles paroles". C'est du côté de Charleroi qu'on la chante parfois! J'aimerais qu'un certain nombre de décisions soient prises aussi par le ministre de l'Énergie!
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Raf Terwingen aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over "de praktijken van malafide reclameronselaars" (nr. P0760)
08 Question de M. Raf Terwingen au ministre pour l'Entreprise et la Simplification sur "les pratiques mises en oeuvre par des démarcheurs publicitaires malhonnêtes" (n° P0760)
08.01 Raf Terwingen (CD&V): Mijnheer de minister, mijn vraag gaat over een fenomeen dat de jongste maanden vaak opduikt. Enkele reclamefirma’s, of reclamefirma’s te kwader trouw, trachten aan verenigingen en scholen, alsook aan kleine vennootschappen commerciële advertenties te verkopen. Zij gaan daarbij listig te werk. Het gaat zelfs zo ver dat men mailings doet en brieven stuurt aan de bewuste verenigingen of vennootschappen waarbij men vraagt bepaalde gegevens van de vennootschap te controleren om op die manier interesse te wekken voor bepaalde advertenties. Vaak verschijnen die bewuste advertenties gewoonweg niet. Het is dus echt een kwestie van kwade trouw.
Dat het werkelijk een probleem betreft, blijkt uit de cijfers. Unizo heeft een rondvraag gedaan bij ongeveer 700 kmo’s onder haar leden. Wat blijkt? Meer dan een kwart van die leden werd daarmee geconfronteerd. Velen moesten toegeven dat zij de jongste maanden waren opgelicht, denkend dat zij ergens een advertentie plaatsten, terwijl die advertentie gewoon niet verscheen.
Bij het meldpunt van Unizo zouden de jongste twee jaar meer dan 2.000 meldingen in die zin zijn binnengekomen. Ik meen dat het een ernstig economisch probleem is, zeker in de huidige economische context, waarin het sowieso moeilijk is voor allerlei ondernemingen te overleven.
Een illustere voorganger in het Parlement, de heer De Padt, de huidige minister, heeft daar ooit een vraag over gesteld. U hebt toen aangekondigd dat u het fenomeen zou onderzoeken. In januari 2009 zou u komen met een oplossing. Mijn concrete vraag is dus wat u gaat doen aan dat fenomeen?
De voorzitter: Ik wou al zeggen: waarover heeft minister De Padt geen vragen gesteld, maar dat laat ik in het midden.
08.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Misschien kan ik daaraan toevoegen, voorzitter, dat u straks misschien ook minister zult worden als u die vraag stelt.
Ik heb toen inderdaad gezegd dat er een overleg zou komen. Gisteren heeft het overleg voor de eerste keer plaatsgevonden met de betrokken beroepsfederaties. Er zijn twee beslissingen genomen. Ten eerste, er zal werk worden gemaakt van een nationale preventiecampagne, die wij gestructureerd willen aanpakken. Ten tweede, wij zullen het College van de procureurs-generaal ook vragen om die zaak beter op te volgen, want er moet natuurlijk sprake zijn van vervolging, wil men niet vervallen in straffeloosheid.
U hebt ook gevraagd waar de cijfers vandaan komen. Die komen van de Economische Inspectie, die ze heeft bekendgemaakt. Ik heb ze destijds ook gegeven aan de eerbiedwaardige collega.
In verband met de wetgeving op leurkaarten kan ik u zeggen dat die wetgeving enkel van toepassing is in een relatie tussen een professionele handelaar en een consument. Hier gaat het over professioneel versus professioneel, waardoor die wetgeving niet kan worden toegepast.
U deed een suggestie in verband met een voorafgaande machtiging. U weet dat ik ook verantwoordelijk ben voor vereenvoudiging. Dat lijkt mij toch een iets te zware verplichting, omdat men op die manier alle reclamebedrijven zou treffen die te goeder trouw dat soort reclames verwerven. Voor de grote meerderheid is dat trouwens het geval; kijk maar naar de lokale comités die voor een lokaal blaadje dergelijke reclame werven. Dat zou dan ook een te zware praktijk zijn. Ik denk dat wij het veeleer moeten zoeken in preventie enerzijds, en in aanpak en bestraffing anderzijds, voor zij die het niet goed menen.
08.03 Raf Terwingen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Ik denk dat wij er inderdaad iets aan moeten doen. Ik wil u er trouwens op wijzen dat Unizo omtrent dat specifieke probleem een heel actieplan heeft uitgedokterd, waarin ook een aantal suggesties worden gedaan. Ik merk dat u er al op ingaat. Enerzijds is er het preventieve verhaal maar anderzijds, zeker ook het repressieve met bijvoorbeeld een verhoging van de geldboetes die in de wet op de handelspraktijken zijn vastgelegd. Dat laatste zou ter zake een mogelijkheid kunnen zijn.
Ik denk dat wij er alles aan moeten doen, mijnheer de minister, om de markt uit te zuiveren, en dan niet alleen voor de bedrijven die daardoor worden opgelicht en geld verliezen zonder dat zij advertenties in de plaats krijgen, maar ook met het oog op de uitzuivering van de reclamewereld zelf ter bescherming van de reclamefirma’s die wel te goeder trouw zijn.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Binnenlandse Zaken over "het protest aan het centrum 127bis" (nr. 0761)
09 Question de M. Michel Doomst au ministre de l'Intérieur sur "une action de protestation menée près du centre 127bis" (n° 0761)
09.01 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, vanuit de wetenschap dat het natuurlijk gemakkelijker is om hier de zaken uit te leggen dan ze op het terrein waar te maken, stellen we toch vast dat nogal wat betogingen de jongste tijd beginnen met spandoeken over peace, maar eindigen met stokken van war. We hebben dat voor Anderlecht van dichtbij gevolgd. Vorige week nog hebben we spijtig genoeg moeten vaststellen dat een betoging over Gaza eindigde in de vernietiging van administratieve gebouwen. Nog maar gisteren moesten we vaststellen dat een betoging van dertig mensen bij het asielcentrum 127bis eindigde in zware rellen bij het station van Nossegem. We stellen dus vast dat een evenement met een belangrijke sociale- en protestwaarde eindigt in geweld, wat vragen doet rijzen bij de voorzorg en nazorg.
Ik wou u vragen naar details over het soort mensen dat gisteren betoogde en het aantal. Welk aantal manschappen hebben wij ingezet om de rellen te beteugelen? Vanuit welke zones kwamen ze? We horen dat vijftig agenten moesten worden opgeroepen om dertig betogers in de hand te houden. Ten slotte, hoe is het mogelijk dat dertig mensen voor zo’n wonderbaarlijke vermenigvuldiging van geweld kunnen zorgen?
09.02 Minister Guido De Padt: Mijnheer de voorzitter, dit is een vrij factuele vraag waarop ik ook een factueel antwoord zal geven.
Gisterenavond vond inderdaad een niet aangevraagde betoging van een zevenentwintigtal personen plaats ter hoogte van het asielcentrum 127bis. Het ging over extreemlinkse anarchisten uit diverse hoeken van het land, die blijkbaar via sms – dat is ook een nieuw communicatiegegeven – hadden afgesproken om actie te voeren.Omdat wij dat niet op voorhand hebben kunnen detecteren, was de politie verrast en was er slechts een ploeg van twee man aanwezig voor toezicht.
De actie verliep grimmig en er werden ook vuurpijlen afgeschoten in de richting van de bewakers van het centrum. Daarop heeft de ploeg van de lokale politie versterking gevraagd om de betogers te kunnen identificeren, waarna de betogers collectief verzet hebben gepleegd. Het kwam dan ook tot schermutselingen. Daarop heeft de politie versterking gevraagd aan de naburige politiezones en ook aan de federale luchthavenpolitie. In totaal zijn een vijfendertigtal politiemensen voor een zevenentwintigtal personen ter plaatse gekomen. Zij hebben de manifestanten administratief aangehouden voor de duur van hun identificatie. Vervolgens werd een bus van de federale politie ingelegd om kleine groepjes aan het treinstation van Nossegem en aan de bushaltes in de omgeving af te zetten. Twee personen werden iets langer administratief aangehouden omdat ze verzet bleven bieden. Daarbij werd eveneens het parket ingelicht, wat ook normaal is. Een vrouwelijke betoger is tijdens de schermutselingen ten val gekomen en werd met een rugkwetsuur naar het ziekenhuis gebracht.
Het is inderdaad zo dat geregeld actie wordt gevoerd aan het asielcentrum 127bis. Dat gebeurt meestal op een vreedzame manier en dat wordt aangekondigd op de weblogs van diverse groeperingen, maar hier was dat niet het geval.
09.03 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor de details. Ik meen dat wij hieruit moeten leren dat wij aandacht moeten besteden aan de kwaal van de après-betogingen. Naast de begeleiding moet er meer nadruk komen op de nazorg en wellicht ook op de voorzorg. In die zin heeft Antwerpen het goede voorbeeld gegeven. Ik hoor trouwens dat er volgende zondag een testmatch wordt gespeeld, op 25 januari. Het is goed dat men daarvoor vooraf de nodige maatregelen neemt. Als men dat streng proactief en anders wil aanpakken, zijn er mogelijkheden zonder daarvoor onze naam te veranderen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Zoals ik u bij de aanvang van het vragenuurtje heb meegedeeld, heb ik een motie van de heer Laeremans ontvangen. Hij vraagt mij om, in uitvoering van artikel 17.3 van het Kamerreglement, een motie ter stemming voor te leggen. Ik vat de motie summier samen. Ze komt neer op de vraag naar agendering van de voorstellen inzake Brussel-Halle-Vilvoorde.
Collega, u refereerde aan artikel 17.3 van het Kamerreglement. U weet dat, om de motie ter stemming te kunnen voorleggen, zij door een derde van de leden van de Kamer moet worden gesteund. Ik vraag dus hetzelfde als vorige week. Zijn er 50 leden die deze motie steunen?
Collega Laeremans, ik heb het Reglement nog eens goed nagekeken. Ik zal de discussie ten gronde niet openen, als ik niet eerst vaststel dat een derde van de leden van de Kamer de motie ook effectief wil bespreken. Nee, collega Weyts, het Reglement is, wat dat betreft, duidelijk. Over de grond van de zaak zullen wij niet spreken. Ik vraag eerst of er 50 leden van de Kamer zijn die de motie steunen. Zij maken zich nu kenbaar.
Minder dan 50 leden staan op.
Moins de 50 membres se lèvent.
Dat quorum wordt niet bereikt. Derhalve is de motie niet ontvankelijk. Er zijn geen 50 kamerleden die de motie ontvankelijk beschouwen.
Geheime stemming over de naturalisaties
Scrutin sur les naturalisations
Aan de orde is de geheime stemming over de
naturalisaties. (1683/1-2)
L’ordre du jour appelle le scrutin sur les
naturalisations. (1683/1-2)
De leden worden verzocht het voorstel van naturalisatiewetten te deponeren in de stembus.
Les membres sont priés de déposer la proposition de lois de naturalisation dans l’urne.
Het voorstel van naturalisatiewetten mag niet ondertekend worden.
La proposition de lois de naturalisation ne peut pas être signée.
Wanneer een lid gekant is tegen de naturalisatie van een aanvrager schrapt hij de naam van de belanghebbende op de lijst die hem werd bezorgd.
Le membre qui n’entend pas accorder la naturalisation à un demandeur biffera le nom de l’intéressé sur la liste qui lui a été remise.
Twee secretarissen moeten tot de stemopneming overgaan. Ik stel u voor mevrouw Maggie De Block en mevrouw Tinne Van der Straeten, secretarissen, als stemopnemer zonder loting aan te duiden.
Deux secrétaires doivent procéder au dépouillement du scrutin. Je vous propose de désigner Mme Maggie De Block en Mme Tinne Van der Straeten en qualité de scrutatrices.
Ik nodig de secretarissen uit de namen af te roepen.
J'invite les secrétaires à procéder à l'appel nominal.
Er wordt overgegaan tot de naamafroeping.
Il est procédé à l’appel nominal.
Wij gaan de geheime stemming over de naturalisatieaanvragen sluiten.
Nous allons clore le scrutin pour les demandes de naturalisation.
Ik vraag de leden die zulks nog niet gedaan hebben hun stembiljet onmiddellijk in de bus te steken.
Je prie les membres qui n’ont pas encore déposé leur bulletin de le faire immédiatement.
Collega's, ik verneem dat er nog een commissie aan de gang is. Ik stel voor dat we de stemming nog openhouden tot de leden, die op dit ogenblik aan het vergaderen zijn in de commissie, hun stem hier kunnen komen uitbrengen na een schorsing van hun werkzaamheden.
De stemming blijft voorlopig nog even open.
De geheime stemming is gesloten.
Je déclare le scrutin clos.
Collega’s, normaal gezien zouden wij nu de vergadering moeten schorsen. De heer Hagen Goyvaerts heeft echter het woord gevraagd in de algemene bespreking. Met uw goedvinden geef ik hem nu onmiddellijk het woord voor zijn redevoering.
10.01 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, de Vlaams Belangfractie heeft inderdaad de geplogenheid om een stemverklaring af te leggen. Gelet op het feit dat wij nu geen werkzaamheden meer hebben aangaande wetsontwerpen of wetsvoorstellen, wil ik gerust in de algemene bespreking een aantal woorden zeggen over de voorliggende naturalisatiewetten. Het is trouwens ook de eerste keer onder uw voorzitterschap, meen ik, dat wij de naturalisatiewetten behandelen.
Graag wil ik van mijn spreektijd gebruikmaken om een aantal elementen uit de voorliggende naturalisatiewetten onder de publieke aandacht te brengen, al was het maar om de nieuwe meerderheid, die zich geïnstalleerd heeft onder de noemer “Van Rompuy I”, en voornamelijk de CD&V- en Open Vld-fractie, weliswaar voor de zoveelste keer, met de nefaste gevolgen van de snel-Belgwet te confronteren.
Zoals ik tijdens voorgaande uiteenzettingen al gezegd heb, gaat het bij de naturalisatiewetten niet louter om een parlementair document dat hier tussen de soep en de patatten – dat is ietwat oneerbiedig uitgedrukt –, gewoon, op een normale manier, wordt afgehandeld. Integendeel, het politiek signaal of het politiek belang van een dergelijk document mag toch niet onderschat worden.
Niettegenstaande alle beloften, koesteren wij van het Vlaams Belang ondertussen helemaal geen hoop meer op een mogelijke verstrenging van de snel-Belgwet, want als de discussie in de regering dezelfde weg opgaat als de aangekondigde staatshervorming, dan zullen er eerst, denk ik, nog een paar honderdduizend nieuwe Belgen bij moeten komen, alvorens er op dat vlak iets te verwachten valt.
Het naturalisatieboek van vandaag bevat 2.312 dossiers, waarvan 2.278 via de procedure van de snel-Belgwet. Welnu, vermits het ieder parlementslid vrijstaat om in de twee weken voorafgaand aan de stemming de dossiers te gaan inkijken, maak ik daar steeds gebruik van. Ik stel vast dat ik blijkbaar de enige ben die dat doet. Van de andere fracties heb ik tot nu toe, over al die jaren heen, nog nooit iemand gezien.
Zoals de voorgaande keren, heb ik ook deze keer alle dossiers nog eens ter hand genomen en wat statistisch materiaal verzameld.
Voor een totaliteit van 2.183 dossiers met aanvragen tussen 1997 en 2008, zijn er 579 dossiers waarbij de nationaliteit wordt toegekend op basis van een regularisatie. Dat wil zeggen: op basis van een illegaal verblijf. Dat maakt 34% van heel het naturalisatieboek. Die regularisatie gebeurt dan zowel op basis van de vreemdelingenwet van 15 december 1980 als op basis van de regularisatiewet van 12 december 1999, de zogenaamde wet-Duquesne.
Voor de voorliggende reeks van naturalisatiewetten bedraagt het aantal regularisaties op basis van de vreemdelingenwet 26,5%, het aantal regularisaties op basis van de wet-Duquesne 8%. Veel van deze regularisatiedossiers tonen aan op welke manier de betrokkenen in de aanloop naar of tijdens hun naturalisatieaanvraag alle mogelijke procedures hebben gebruikt en misbruikt om uiteindelijk hun slag thuis te halen, namelijk het bekomen van een definitief verblijfstatuut. Zij deden dat ofwel via de commissie voor de Regularisaties ofwel via de dienst Vreemdelingenzaken, dus via de minister van Binnenlandse Zaken. Er zijn zelfs personen die geregulariseerd worden terwijl hun asielprocedure nog loopt, begrijpe wie kan.
Wij weten uit de cijfers dat de voorzitter van de Kamer in zijn vorige hoedanigheid van minister van Binnenlandse Zaken de kampioen bij uitstek is geweest, collega De Man, van het aantal individuele regularisaties. De zojuist vermelde cijfers van 26,5% voor deze op basis van de vreemdelingenwet en 8% voor deze op basis van de wet-Duquesne, tonen aan dat die individuele regularisatie verworden is tot een sterke, collectieve regularisatieoefening.
Een tweede element dat ik heb onderzocht in de 2.312 dossiers die ik heb nagekeken, is natuurlijk het land van herkomst. U zult het waarschijnlijk niet geloven, collega’s, maar in dit naturalisatieboek zijn 107 landen van oorsprong terug te vinden. Het zijn 107 landen, gaande van Afghanistan over Burundi, Ecuador, Guinee, Kazachstan, Nigeria, Oezbekistan, Pakistan en Togo tot Zimbabwe.
Als men dat uitzet in een grafiek of in een tabel, dan krijgt men een spectaculair beeld als men op de x-as de 107 nationaliteiten of landen van oorsprong plaatst met de aantallen erbij. Ik zal u dadelijk tekst en uitleg geven bij de vijf pieken die in die grafiek zijn terug te vinden.
Mijnheer de voorzitter, het zou misschien verstandig zijn, in het kader van het toenemend gebruik van elektronica in de Kamer, om op uw twee grote beeldschermen af en toe ook eens wat bijkomende informatie te tonen. Dan zou zo’n grafiek misschien wel eens confronterend kunnen zijn.
Ik heb ook een top-5 gemaakt van de naturalisaties in het voorliggende naturalisatieboek. Op de eerste plaats, zoals steeds, met stip, staat als land van herkomst Marokko, met 16% van alle naturalisaties. Op de tweede plaats komen wij de Russische Federatie tegen, met 9,6% van de aanvragen, gevolgd door Congo met 8,3% van de naturalisaties. Op de vierde plaats staat Turkije met zowat 5% van de naturalisatietoekenningen. Op de vijfde plaats staat Servië-Montenegro met 4,7%.
Dit bonte gezelschap uit 107 landen van herkomst worden straks allemaal onze nieuwe staatsburgers zonder dat daaraan ook maar één voorwaarde van integratie of arbeidsbereidheid is gekoppeld, laat staan dat het spreken van een van beide landstalen een noodzakelijkheid is. Als de betrokkenen binnen enkele weken hun paspoort zullen afhalen komt de volgende fase aan bod, zijnde de gezinshereniging waarbij de echtgenote en de kinderen vanuit het land van herkomst naar hier komen. Ik vraag mij bijvoorbeeld af wie er momenteel nog in Emirdag woont want gelet op de massale toevloed van mensen van Turkse origine naar hier vraag ik mij soms af of er nog iemand in die stad woont. Ik hoef daar ook geen tekening bij te maken, collega’s.
Dergelijke uitwassen van de snel-Belgwet en de open gezinsherenigingspolitiek zijn voor Vlaams Belang onaanvaardbaar, laat staan dat het geloofwaardig is en te catalogeren valt onder behoorlijk bestuur. Het leidt er alleen maar toe dat er van een daadwerkelijk integratie- en assimilatieproces geen sprake is en dat het hele mechanisme van de gezinshereniging er steeds opnieuw toe leidt dat het hele integratieproces vanaf nul kan herbeginnen.
Bijgevolg rijst de vraag hoelang deze nieuwe meerderheid van liberalen en christendemocraten een dergelijke werkwijze zal blijven aanvaarden. Hoelang nog kan men de alsmaar groter wordende spreidstand volhouden tussen de verkiezingsbelofte om de snel-Belgwet te verstrengen en aan te passen enerzijds en het beleid dat nu wordt gevoerd in stand blijven houden anderzijds? Hoe geloofwaardig zijn de uitspraken van gewezen minister van Justitie en huidig parlementslid Jo Vandeurzen op dat vlak?
Ik breng een opinieartikel in herinnering dat Jo Vandeurzen geschreven heeft met de titel “Als het verschil tussen visie en beleid te groot wordt”. Het artikel dateert van 19 maart 2007 waarin hij - horesco referens - hekelde dat een zeker Patrick Dewael plots het licht had gezien bij de voorstelling van zijn boek “Eelt op mijn ziel” waarin hij een aantal aanpassingen lanceerde inzake de snel-Belgwet. Mijnheer de voorzitter, ik heb even mijn bibliotheek geraadpleegd en ik heb daar uw boekje teruggevonden. Men zegt altijd dat men van alles wat in zijn bibliotheek moet hebben en ik zorg daar dus voor.
De voorzitter: Maak maar een beetje publiciteit. Het is in tweede druk.
10.02 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Is het in tweede druk? Misschien ligt het vanaf vandaag bij De Slegte omdat niemand het nog leest. Dat is ook een mogelijkheid.
De voorzitter: Laat het nog eens even zien.
10.03 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik ga het niet laten zien, ik ga alleen een citaat brengen uit de periode maart 2007, pagina 121.
Wat zegt Patrick Dewael? Ik citeer: “Op federaal vlak pleit ik voor het koppelen van het verwerven van de Belgische nationaliteit aan een integratie-eis, namelijk een minimum aan kennis van een van de landstalen.” U gaat verder, mijnheer de voorzitter: “We moeten hen wel kunnen verstaan alvorens we ze Belg maken.” Met “hen” bedoelt u de vreemdelingen. Dixit Patrick Dewael, in maart 2007. Ik stel vast, CD&V en Open Vld, dat het allemaal loze winden of woorden in de wind zijn geweest.
(…): (…)
10.04 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Loze winden kan ook. De zoveelste scheet in een fles, die zich opstapelt op de boulevard van gebroken beloften vanaf 10 juni 2007.
De voorzitter: Dat van die loze winden wil ik met klem tegenspreken.
10.05 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Ik viseer u niet persoonlijk, mijnheer de voorzitter. Het zou kunnen dat het gebeurd is. Ik stel alleen vast dat naast de staatshervorming en het BHV-dossier, van het dossier van de snel-Belgwet ook niets in huis komt en dat ik dat punt ook kan catalogeren op de boulevard van gebroken beloften van rooms-blauw na 10 juni 2007.
Ik vertel waarschijnlijk niets nieuws, wanneer ik zeg dat de Vlaams Belangfractie zich van bij de aanvang nogal consequent heeft opgesteld met betrekking tot de snel-Belgwet. Zolang er geen integratiecriterium annex burgerschapsproef wordt voorgesteld, zolang de vereiste van de verblijfsduur in feite een minimalistische invulling krijgt, zolang de verschillende procedures tot het verkrijgen van de nationaliteit naast elkaar blijven bestaan, zolang het verkrijgen van het staatsburgerschap niet afhankelijk wordt gesteld van het afstand doen van de oorspronkelijke nationaliteit en zolang er aanvragen blijven komen uit het buitenland, zonder dat men in dit land ooit een voet aan de grond heeft gezet, zal het Vlaams Belang zich blijven verzetten tegen die nefaste snel-Belgwet en het aan de lopende band produceren van nieuwe Belgen.
U hoeft daarvoor het Vlaams Belang niet als referentie te gebruiken, maar het volstaat om de documenten van socioloog Jan Hertogen erop na te lezen en vast te stellen welke proporties die hele Belgwording heeft aangenomen. Ondertussen tikt de klok verder en neemt het aantal nieuwe Belgen alsmaar toe. Vandaag komen er met de vingerknip, dankzij de meeste leden van het Parlement die het boek ostentatief in de urne hebben gestoken, 2.548 Belgen bij. Aan die aanhoudende toevloed van nieuwe Belgen wil het Vlaams Belang een halt toeroepen.
Bijgevolg zult u wel begrijpen dat wij de voorliggende naturalisatiewetten niet zullen goedkeuren.
De voorzitter: Is er nog een spreker in de algemene bespreking? Mijnheer Dedecker, u hebt het woord.
10.06 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, op het gevaar af gestigmatiseerd te worden, wil ik toch een aantal zaken zeggen.
Gisteren las ik een verklaring van de ambassadeur van Rusland, van de heer Vadim Loekov. Hij zei dat hij niet verstond waarom onze naturalisatiewetgeving en onze asielprocedure zo superliberaal blijven. Hij zegt dat het niet kan dat in België 13% van de naturalisaties uit zijn land, uit Rusland afkomstig zijn.
Ik denk dat wij dan even moeten nadenken en de procedure van de snel-Belgwet moeten herzien. Niemand kan immers ontkennen dat wij onze nationaliteit in de solden hebben aangeboden. Wij moeten daarnaast ook eens nadenken over een herziening van de wet op de gezinshereniging.
Ik denk dat ik daarin niet alleen sta. De heer Vandeurzen is hier. Hij is minister van Justitie geweest. Men heeft daarnet uitspraken van hem geciteerd. CD&V is nu aan de macht. Het is de grootste partij in de regering en levert de eerste minister. Wij wachten nu al een tijd op allerlei zaken. Wij wachten op de rondzendbrief van mevrouw Turtelboom, waarschijnlijk met een aanpassing van alles wat er gebeurt. Wij zijn anderhalf jaar ver en er is niets gebeurd.
Na de verkiezingsbelofte van CD&V en van de heer Vandeurzen die ondertussen minister van Justitie af is, is er niets gebeurd. Hij heeft indertijd gezegd dat er iets aan de wetgeving moest worden gedaan. Ik kan het de mensen niet kwalijk nemen dat zij van de wet gebruikmaken of misbruik maken, dat hoort er nu eenmaal bij. Wij moeten dat er maar uitvlooien.
Wij moeten toch eens nadenken over een herziening van de wet, als zelfs de ambassadeur van Rusland ons bijna in ons gezicht uitlacht en zegt dat wat in dit land gebeurt niet kan. Ik nodig CD&V uit – Open Vld volgt dan wel, ze zijn dat gewoon – om de wet op de gezinshereniging en de snel-Belgwet te herzien.
10.07 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, in eerste instantie wil de N-VA-fractie zich distantiëren van deze stemming aangezien zij niet betrokken is bij de behandeling van de dossiers in de commissie en dus ook geen individuele behandeling heeft kunnen doen. Het is nogal logisch dat wij dan niet deelnemen aan de globale stemming.
Los daarvan vinden wij dat de naturalisatieprocedure heel snel globaal moet worden herbekeken door deze regering. Ik denk dat dit een wens is van het gros van de Vlamingen en ik hoop dat daarvan tijdens deze legislatuur werk kan worden gemaakt.
Terwijl er op Hertoginnendal bijna een akkoord was, wordt dit onder de regering Leterme I en de regering-Van Rompuy helemaal niet behandeld. De behandeling van het asiel- en migratiedossier en, bij uitbreiding, van deze naturalisatieprocedure ligt plat.
10.08 Dalila Douifi (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Dedecker, ik wil op dit moment niet ten gronde ingaan op het debat dat we ongetwijfeld moeten hebben over het al of niet en hoe aanpassen van de snel-Belgwet.
Ik weet dat de premier deze week de ronde doet van de verschillende partijvoorzitters en de betrokken ministers om na te gaan hoe het asieldossier kan worden gedeblokkeerd. De druk op de naturalisatieprocedure is ontegensprekelijk heel hoog en verhoogt elke maand. Men ziet immers stapels aanvragen passeren die daar eigenlijk niet thuishoren, mochten betrokkenen binnen een redelijke termijn een eerlijk antwoord krijgen van de diensten in verband met hun aanvraag tot regularisatie.
Omdat het asieldossier niet gedeblokkeerd raakt en omdat er niet over wordt beslist, proberen heel wat mensen via de naturalisatieprocedure en dus via een min of meer parallelle weg een beslissing los te weken.
Ik vraag daarom aan de regeringspartijen om hun verantwoordelijkheid te nemen en om zo snel mogelijk tot een akkoord te komen in het asieldossier. Dit zou heel wat druk kunnen wegnemen van het naturalisatiedossier, waarna we, zoals ik vorige week hier al heb gezegd, met een schone lei de verschillende stapels dossiers zouden kunnen aanpakken.
De voorzitter: Zie hier de uitslag van de geheime stemming over de
naturalisaties. (1683/2)
Voici le résultat du scrutin sur les
naturalisations. (1683/2)
Aantal stemmen |
103 |
Nombre de votants |
Geldige stemmen |
100 |
Votes valables |
Volstrekte
meerderheid |
51 |
Majorité absolue |
Alle naturalisaties hebben de volstrekte
meerderheid bekomen. Over het voorstel van naturalisatiewetten zal dadelijk
worden gestemd.
Toutes les naturalisations ont obtenu la majorité absolue. Le vote sur la proposition de lois de naturalisation aura lieu dans un instant.
Het voorstel van de commissie voor de
Naturalisaties omvat vier delen (A, B, C en D) die elk verscheidene aan te
nemen artikelen tellen.
La proposition de la commission de Naturalisations est divisée en quatre parties (A, B, C et D) comportant chacune plusieurs articles à adopter.
Voorstel van naturalisatiewetten
Proposition de lois de naturalisation
11 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 13 april 1995 tot wijziging van de naturalisatieprocedure en van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel A) (1683/2)
11 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 13 avril 1995 modifiant la procédure de naturalisation et le Code de la nationalité belge (partie A) (1683/2)
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel van het voorstel van naturalisatiewet (deel A) zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble de la proposition de loi de naturalisation (partie A) aura lieu ultérieurement.
12 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 22 december 1998 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit wat de naturalisatieprocedure betreft (deel B) (1683/2)
12 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 22 décembre 1998 modifiant le Code de la nationalité belge en ce qui concerne la procédure de naturalisation (partie B) (1683/2)
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel van het voorstel van naturalisatiewet (deel B) zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble de la proposition de loi de naturalisation (partie B) aura lieu ultérieurement.
13 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit (deel C) (1683/2)
13 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 1er mars 2000 modifiant certaines dispositions relatives à la nationalité belge (partie C) (1683/2)
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel van het voorstel van naturalisatiewet (deel C) zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble de la proposition de loi de naturalisation (partie C) aura lieu ultérieurement.
14 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel D) (1683/2)
14 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 27 décembre 2006 portant des dispositions diverses et modifiant le Code de la nationalité belge (partie D) (1683/2)
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel van het voorstel van naturalisatiewet (deel D) zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble de la proposition de loi de naturalisation (partie D) aura lieu ultérieurement.
15 Verzending van een voorstel van resolutie naar een andere commissie
15 Renvoi d'une proposition de résolution à une autre commission
Op verzoek van de commissie voor de Landsverdediging stel ik u voor het voorstel van resolutie van de heren André Flahaut en Daniel Ducarme, mevrouw Hilde Vautmans, de heren Bart Tommelein en Christian Brotcorne en mevrouw Nathalie Muylle betreffende het raketafweersysteem van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en de weerslag daarvan op het Europees veiligheids- en defensiebeleid (nr. 1353/1) te verwijzen naar de verenigde commissies voor de Landsverdediging en voor de Buitenlandse Betrekkingen.
A la demande de la commission de la Défense nationale, je vous propose de renvoyer aux commissions réunies de la Défense nationale et des Relations extérieures, la proposition de résolution de MM. André Flahaut et Daniel Ducarme, Mme Hilde Vautmans, MM. Bart Tommelein et Christian Brotcorne et Mme Nathalie Muylle relative à la défense anti-missile au sein de l'Organisation du Traité de l'Atlantique Nord (OTAN) et à son implication sur la Politique européenne de sécurité et de défense (n° 1353/1).
Dit voorstel werd vroeger verzonden naar de commissie voor de Landsverdediging.
Cette proposition avait été précédemment
renvoyée à la commission de la Défense
nationale.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
16 Inoverwegingneming van voorstellen
16
Prise en considération de propositions
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au règlement.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Ik stel u ook voor in overweging te nemen:
- het wetsvoorstel van de dames Zoé Genot en Muriel Gerkens, de heer Jean-Marc Nollet en mevrouw Tinne Van der Straeten tot bepaling van criteria en van een procedure voor de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk, en tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (nr. 1741/1).
Verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt;
- het wetsvoorstel van de heer Stefaan Van Hecke, mevrouw Zoé Genot en de heer Fouad Lahssaini tot wijziging van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen wat de voorwaarden voor de hulp van de Staat aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden betreft (nr. 1749/1);
- het wetsvoorstel van de heren Renaat Landuyt, Bruno Tobback en Bruno Tuybens tot wijziging van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen wat de voorwaarden voor de hulp van de Staat aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden betreft (nr. 1751/1).
Verzonden naar de commissie voor de Justitie.
Je vous propose également de prendre en considération:
- la proposition de loi de Mmes Zoé Genot et Muriel Gerkens, M. Jean-Marc Nollet et Mme Tinne Van der Straeten établissant des critères et une procédure de régularisation de certaines catégories d'étrangers résidant sur le territoire belge, et modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers (n° 1741/1).
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique;
- la proposition de loi de M. Stefaan Van Hecke, Mme Zoé Genot et M. Fouad Lahssaini modifiant la loi du 1er août 1985 portant des mesures fiscales et autres en ce qui concerne les conditions d'octroi de l'aide de l'Etat aux victimes d'actes intentionnels de violence (n° 1749/1);
- la proposition de loi de MM. Renaat Landuyt, Bruno Tobback et Bruno Tuybens modifiant la loi du 1er août 1985 portant des mesures fiscales et autres en ce qui concerne les conditions d'octroi de l'aide de l'Etat aux victimes d'actes intentionnels de violence (n° 1751/1).
Renvoi à la commission de la Justice.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Met toepassing van artikel 158 van het
Reglement en op voorstel van het Bureau, heeft de Kamer op
14 oktober 2008 kennis genomen van de splitsing van de CD&V - N-VA-fractie in 2 fracties en de
nieuwe tabel met de verdeling van de politieke fracties goedgekeurd.
Le 14 octobre 2008, la Chambre a en application de l'article 158 du Règlement et sur proposition du Bureau pris acte de la scission du groupe CD&V - N-VA en deux groupes politiques et a marqué son accord sur le nouveau tableau fixant la répartition des groupes politiques.
De Conferentie van voorzitters heeft op 14 januari een nieuwe tabel goedgekeurd, rekening houdend met vervangingen van ministers op 31 december 2008.
La Conférence des présidents a approuvé, le 14 janvier, un nouveau tableau de la répartition des groupes politiques tenant compte des remplacements des ministres, intervenus le 31 décembre 2008.
De tabel met de nieuwe evenredige verdeling van de politieke fracties werd op uw banken rondgedeeld.
Le tableau fixant la nouvelle répartition proportionnelle a été distribué sur vos bancs.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Wij gaan over tot de stemming over het voorstel van naturalisatiewetten waarvan wij zojuist de artikelen hebben besproken.
Nous allons procéder au vote sur la proposition de lois de naturalisation dont nous venons d'examiner les articles.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
18 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 13 april 1995 tot wijziging van de naturalisatieprocedure en van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel A) (1683/2)
18 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 13 avril 1995 modifiant la procédure de naturalisation et le Code de la nationalité belge (partie A) (1683/2)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
105 |
Oui |
Nee |
15 |
Non |
Onthoudingen |
12 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
naturalisatiewet (deel A) aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging
worden voorgelegd.
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi de naturalisation (partie A). Elle sera soumise à la sanction royale.
19 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 22 december 1998 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit wat de naturalisatieprocedure betreft (deel B) (1683/2)
19 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 22 décembre 1998 modifiant le Code de la nationalité belge en ce qui concerne la procédure de naturalisation (partie B) (1683/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(stemming/vote
1)
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
naturalisatiewet (deel B) aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging
worden voorgelegd.
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi de naturalisation (partie B). Elle sera soumise à la sanction royale.
20 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit (deel C) (1683/2)
20 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 1er mars 2000 modifiant certaines dispositions relatives à la nationalité belge (partie C) (1683/2)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
105 |
Oui |
Nee |
15 |
Non |
Onthoudingen |
12 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
Het is dezelfde
stemming, collega De Croo, maar u hebt voldoende ervaring om te weten dat als
een collega de stemming vraagt, uw voorzitter daar moet op ingaan.
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
naturalisatiewet (deel C) aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging
worden voorgelegd.
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi de naturalisation (partie C). Elle sera soumise à la sanction royale.
21 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel D) (1683/2)
21 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 27 décembre 2006 portant des dispositions diverses et modifiant le Code de la nationalité belge (partie D) (1683/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(stemming/vote
2)
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
naturalisatiewet (deel D) aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging
worden voorgelegd.
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi de naturalisation (partie D). Elle sera soumise à la sanction royale.
22 Voorstel tot verwerping door de commissie voor de Naturalisaties van de dossiers die in haar verslag nr. 1683/1, op bladzijden 4 tot 11 zijn opgenomen
22 Proposition de rejet faite par la commission des Naturalisations en ce qui concerne les dossiers repris dans son rapport n° 1683/1, aux pages 4 à 11
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
127 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
5 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot
verwerping aan.
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet.
Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.
Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.
Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.
Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 29 janvier 2009 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 29 januari 2009 om 14.15 uur.
La séance est levée à 16.44 heures.
De vergadering wordt gesloten om 16.44 uur.
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 52 PLEN 079 bijlage. |
L'annexe est reprise dans une brochure séparée,
portant le numéro CRIV 52 PLEN 079 annexe. |
|
|
|
|
Naamstemming
- Vote nominatif: 001
Ja |
105 |
Oui |
Almaci,
Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Brotcorne, Burgeon, Claes,
Coëme, Crucke, Daems, Dallemagne, De Block, De Bue, De Croo, de Donnea, della
Faille de Leverghem, Déom, De Permentier, De Potter, De Schamphelaere, Deseyn,
Destrebecq, Detiège, De Vriendt, Dewael, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst,
Douifi, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Galant, Geerts, Genot, George,
Gerkens, Giet, Gilkinet, Goutry, Hamal, Henry, Jadin, Jeholet, Kindermans,
Kitir, Lahaye-Battheu, Lahssaini, Lalieux, Lambert, Landuyt, Lavaux, Lecomte,
Lejeune, Marghem, Mayeur, Moriau, Musin, Muylle, Nollet, Nyssens, Otlet,
Partyka, Pécriaux, Peeters, Perpète, Prévot, Reuter, Salvi, Schiltz, Schyns,
Snoy et d'Oppuers, Somers, Somers, Staelraeve, Terwingen, Thiébaut, Tobback,
Tommelein, Tuybens, Uyttersprot, Van Biesen, Van Broeckhoven, Van Campenhout,
Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van den Bossche, Van der Auwera, Van der
Maelen, Van der Straeten, Vandeurzen, Van Grootenbrulle, Van Hecke,
Vanvelthoven, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick,
Vervotte, Wiaux
Nee |
015 |
Non |
Annemans,
Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, De Man, D'haeseleer, Goyvaerts,
Laeremans, Logghe, Pas, Sevenhans, Stevenheydens, Valkeniers, Vissers
Onthoudingen |
012 |
Abstentions |
Dedecker,
De Groote, De Maght, De Rammelaere, De Wever, Jambon, Smeyers, Van de Velde,
Van Noppen, Vijnck, Werbrouck, Weyts
Naamstemming
- Vote nominatif: 002
Ja |
105 |
Oui |
Almaci,
Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Brotcorne, Burgeon, Claes,
Coëme, Crucke, Daems, Dallemagne, De Block, De Bue, De Croo, de Donnea, della
Faille de Leverghem, Déom, De Permentier, De Potter, De Schamphelaere, Deseyn,
Destrebecq, Detiège, De Vriendt, Dewael, Dierick, Dieu, Di Rupo, Doomst,
Douifi, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Galant, Geerts, Genot, George,
Gerkens, Giet, Gilkinet, Goutry, Hamal, Henry, Jadin, Jeholet, Kindermans,
Kitir, Lahaye-Battheu, Lahssaini, Lalieux, Lambert, Landuyt, Lavaux, Lecomte,
Lejeune, Marghem, Mayeur, Moriau, Musin, Muylle, Nollet, Nyssens, Otlet,
Partyka, Pécriaux, Peeters, Perpète, Prévot, Reuter, Salvi, Schiltz, Schyns,
Snoy et d'Oppuers, Somers, Somers, Staelraeve, Terwingen, Thiébaut, Tobback,
Tommelein, Tuybens, Uyttersprot, Van Biesen, Van Broeckhoven, Van Campenhout,
Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van den Bossche, Van der Auwera, Van der
Maelen, Van der Straeten, Vandeurzen, Van Grootenbrulle, Van Hecke,
Vanvelthoven, Vautmans, Vercamer, Verhaegen, Verherstraeten, Versnick,
Vervotte, Wiaux
Nee |
015 |
Non |
Annemans,
Bultinck, Cocriamont, Colen, De Bont, De Man, D'haeseleer, Goyvaerts,
Laeremans, Logghe, Pas, Sevenhans, Stevenheydens, Valkeniers, Vissers
Onthoudingen |
012 |
Abstentions |
Dedecker,
De Groote, De Maght, De Rammelaere, De Wever, Jambon, Smeyers, Van de Velde,
Van Noppen, Vijnck, Werbrouck, Weyts
Naamstemming
- Vote nominatif: 003
Ja |
127 |
Oui |
Almaci,
Annemans, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeselen, Becq, Brotcorne, Bultinck,
Burgeon, Claes, Cocriamont, Coëme, Colen, Crucke, Daems, Dallemagne, De Block,
De Bont, De Bue, De Croo, de Donnea, De Groote, della Faille de Leverghem, De
Man, Déom, De Permentier, De Potter, De Rammelaere, De Schamphelaere, Deseyn,
Destrebecq, Detiège, De Vriendt, Dewael, De Wever, D'haeseleer, Dierick, Dieu,
Di Rupo, Doomst, Douifi, Ducarme Denis, Eerdekens, Flahaut, Galant, Geerts,
Genot, George, Gerkens, Giet, Gilkinet, Goutry, Goyvaerts, Hamal, Henry, Jadin,
Jambon, Jeholet, Kindermans, Kitir, Laeremans, Lahaye-Battheu, Lahssaini,
Lalieux, Lambert, Landuyt, Lavaux, Lecomte, Lejeune, Logghe, Marghem, Mayeur,
Moriau, Musin, Muylle, Nollet, Nyssens, Otlet, Partyka, Pas, Pécriaux, Peeters,
Perpète, Prévot, Reuter, Salvi, Schiltz, Schyns, Sevenhans, Smeyers, Snoy et
d'Oppuers, Somers, Somers, Staelraeve, Stevenheydens, Terwingen, Thiébaut,
Tobback, Tommelein, Tuybens, Uyttersprot, Valkeniers, Van Biesen, Van
Broeckhoven, Van Campenhout, Van Cauter, Van Daele, Van den Bergh, Van den
Bossche, Van der Auwera, Van der Maelen, Van der Straeten, Vandeurzen, Van
Grootenbrulle, Van Hecke, Van Noppen, Vanvelthoven, Vautmans, Vercamer,
Verhaegen, Verherstraeten, Versnick, Vervotte, Vissers, Weyts, Wiaux
Nee |
000 |
Non |
Onthoudingen |
005 |
Abstentions |
Dedecker,
De Maght, Van de Velde, Vijnck, Werbrouck