Séance plénière |
|
van dinsdag
13 oktober 2009 Namiddag ______ |
du mardi 13 octobre 2009 Après-midi ______ |
De vergadering wordt geopend om 14.34 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael, uittredend voorzitter.
La séance est ouverte à 14.34 heures et présidée par M. Patrick Dewael, président sortant.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Olivier Chastel, Bernard Clerfayt, Philippe Courard, Michel Daerden, Stefaan De Clerck, Pieter De Crem, Jean-Marc Delizée, Carl Devlies, Sabine Laruelle, Paul Magnette, Charles Michel, Joëlle Milquet, Laurette Onkelinx, Didier Reynders, Annemie Turtelboom, Steven Vanackere, Guy Vanhengel, Vincent Van Quickenborne, Herman Van Rompuy, Melchior Wathelet.
(Mevrouw Hilâl Yalçin en de heer Mathias De Clercq nemen plaats aan het bureau als secretarissen)
(Mme Hilâl Yalçin et M. Mathias De Clercq prennent place au bureau en qualité de secrétaires)
Luc
Sevenhans, wegens gezondheidsredenen / pour raisons de santé.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
01 Opening van de gewone zitting 2009-2010
01 Ouverture de la session ordinaire 2009-2010
Dames en heren, collega's, de Kamer komt heden van rechtswege bijeen op grond van artikel 44 van de Grondwet.
Mesdames, messieurs, chers collègues, la Chambre se réunit aujourd'hui de plein droit, en vertu de l'article 44 de la Constitution.
Ik verklaar de wetgevende zitting 2009-2010 voor geopend.
Je déclare ouverte la session législative 2009-2010.
02 Benoeming van het Vast Bureau
02 Nomination du Bureau définitif
Aan de orde is de benoeming van het vast
Bureau.
L'ordre du jour appelle la nomination du Bureau
définitif
Het aftredende Bureau is als volgt
samengesteld:
leden verkozen door de vergadering:
- de heer Patrick Dewael, voorzitter;
- mevrouw Corinne De Permentier, eerste ondervoorzitter;
- de heer André Flahaut, tweede ondervoorzitter;
- de heren Dirk Van der Maelen en Filip De Man en mevrouw Mia De Schamphelaere, ondervoorzitters;
- de dames Maggie De Block en Tinne Van der Straeten, de heer Philippe Collard en mevrouw Camille Dieu, secretarissen;
leden van rechtswege:
- de gewezen voorzitters van de Kamer;
- de voorzitters van de fracties.
Le Bureau sortant se compose de:
membres élus par l'assemblée:
- M. Patrick Dewael, président;
- Mme Corinne De Permentier, première vice-présidente;
- M. André Flahaut, deuxième vice-président;
- MM. Dirk Van der Maelen et Filip De Man et Mme Mia De Schamphelaere, vice-présidents;
- Mmes Maggie De Block et Tinne Van der Straeten, M. Philippe Collard et Mme Camille Dieu, secrétaires;
membres de droit:
- les anciens présidents de la Chambre;
- les présidents des groupes politiques.
Wij gaan over tot de benoeming van de voorzitter.
Nous passons à la nomination du président.
Vraagt iemand het woord?
Quelqu'un demande-t-il la parole?
02.01 Hilde Vautmans (Open Vld): Wij zouden graag voorstellen om u als voorzitter te herbevestigen en ook het aftredende Bureau te herbenoemen.
De voorzitter: U heeft het voorstel gehoord.
Vous avez entendu la proposition.
Vraagt iemand anders het woord? (Nee)
Quelqu'un d'autre demande-t-il la parole? (Non)
Aangezien er geen opmerkingen zijn, verklaar ik het Bureau verkozen.
Étant donné qu'il n'y a pas d'observation, je déclare le Bureau élu.
Bijgevolg verzoek ik de secretarissen van het vast Bureau plaats te willen nemen aan het Bureau.
En conséquence, je prie les secrétaires du Bureau définitif de prendre place au Bureau.
(De dames Maggie De Block en Camille Dieu nemen plaats aan het bureau als secretarissen.
Mmes Maggie De Block et Camille Dieu prennent place en tant que secrétaires au bureau).
De Kamer is voor wettig en voltallig verklaard.
Daarvan zal worden kennis gegeven aan de Koning, aan de Senaat en aan de gemeenschaps- en gewestparlementen.
La Chambre est constituée.
Il en sera donné connaissance au Roi, au Sénat et aux parlements de Communauté et de Région.
Die Kammer ist
zusammengestellt.
Seine Majestät
der König, der Senat sowie die Regional- und Gemeinschaftsparlamente werden
hiervon in Kenntnis gesetzt.
04 Verklaring van de regering over haar algemeen beleid
04 Déclaration du gouvernement sur sa politique générale
Aan de orde is de verklaring van de regering over haar algemeen beleid.
L'ordre du jour appelle la déclaration du gouvernement sur sa politique générale.
Het woord is aan de eerste minister.
La parole est au premier ministre.
04.01 Eerste minister Herman Van Rompuy: Mijnheer de voorzitter, geachte collega’s, ons land en de wereld gingen het voorbije jaar door turbulente tijden: financieel, sociaal en economisch. Een annus horribilis. Wij maken de zwaarste crisis mee sinds de Tweede Wereldoorlog. Die crisis brengt onzekerheid met zich, economisch en maatschappelijk. Mensen hebben nood aan vertrouwen en aan een perspectief. Het is mede aan de overheid om dit te bieden, om stabiliteit en zekerheid te geven en om, degelijk en duurzaam, stap voor stap de bouwstenen van verbetering aan te reiken. Je kan als land alleen de wind niet veranderen, maar wel de stand van de zeilen bijzetten. Het is niet de tijd voor spektakel, maar om dag in dag uit, met vastberadenheid, stappen in de goede richting te zetten en de koers te houden.
Bij tijden van crisis, blijkt het belang van waarden. Een financieel stelsel kan niet zonder eerlijkheid, basis van elk vertrouwen.
Samenwerking en solidariteit, nationaal, Europees en internationaal, zijn onontbeerlijk in crisistijd. Niet het conflict, niet de confrontatie, maar de dialoog en de consensus leiden naar oplossingen, zowel voor het zoeken naar antwoorden op economische vragen als voor de aanpak van maatschappelijke problemen.
Het is vanuit die visie dat de regering in de voorbije weken antwoorden heeft uitgewerkt op belangrijke vragen, welke antwoorden zij nu aan u voorlegt.
Le gouvernement s'attellera à des priorités claires. D'abord, la poursuite de la lutte contre la crise. Pour restaurer la confiance, il ne suffit pas de soutenir le pouvoir d'achat, de stimuler la demande, d'éviter autant que faire se peut les pertes d'emploi et d'encourager les recrutements; l'assainissement des finances publiques est également essentiel pour propager l'espoir en l’avenir.
Les citoyens ont droit à des institutions qui fonctionnent bien et qui sont adaptées aux besoins actuels. Nous faisons face à des défis d’envergure sur les plans de la réforme du contrôle financier, lequel a échoué, également au niveau international, de la réforme de la justice, de l’amélioration du fonctionnement des services publics, mais aussi d’une nouvelle modernisation de la structure étatique.
Le vieillissement de notre population est, en soi, une évolution particulièrement positive, mais il pose également un défi, tant en ce qui concerne le marché du travail, les soins de santé que sur le plan des pensions. La crise financière et économique a accentué les problèmes; toutefois, notre modèle d’État providence est trop précieux pour ne pas mettre tout en œuvre pour le conserver. C’est pourquoi l’équilibre au sein du régime de la sécurité sociale est à ce point important.
Enfin, l’énergie et le climat requièrent des décisions dynamiques et responsables, une évolution vers une société plus durable. L’économie, notre fiscalité et notre mode de vie doivent davantage se teinter de vert si nous voulons survivre. Là encore, nous devons progressivement transformer l’angoisse en espoir.
Onze geglobaliseerde wereld stelt ons voor belangrijke maatschappelijke
uitdagingen. Daarop bestaan antwoorden die niet liggen in het aanwakkeren van
angst, haat of argwaan maar er op gericht zijn om mensen en gemeenschappen
dichter bij elkaar te brengen. De gedegen antwoorden zijn: een gericht
armoedebeleid, een humanitair en effectief migratie- en asielbeleid, een
kordaat veiligheidsbeleid, een blijvende zorg om de armste ontwikkelingslanden.
België
zal in de tweede helft van volgend jaar het voorzitterschap van de Europese
Unie verzekeren. Wij moeten van dit voorzitterschap een beleidsprioriteit maken
om ook op Europees niveau, stap voor stap vooruitgang te boeken en de crisis
aan te pakken. Dit voorzitterschap is bovendien een uitmuntende kans voor ons
land om zijn traditionele Europese voortrekkersrol te valoriseren. Er is geen
toekomst buiten de Unie. Zonder de euro zou de crisis trouwens de afmetingen
van de jaren dertig hebben aangenomen.
Bij de
opmaak van de begroting voor 2009 rekende men nog op een economische groei van
1,2 procent. Het werd een terugval van meer dan 3 procent, en dan presteerde
België nog beter dan andere landen.
Het was
een omslag zonder voorgaande. 35 000 banen gingen dit jaar verloren
en zonder maatregelen loopt het jobverlies volgend jaar op tot bijna
60 000.
De
drastische en gecoördineerde overheidstussenkomsten hebben wel hun vruchten
afgeworpen. Wij vermeden de implosie van ons financieel systeem. Er werd kordaat
opgetreden. Het tijdig en gericht maar ook bescheiden relancebeleid heeft
vruchten afgeworpen. Het consumenten- en ondernemersvertrouwen verbetert weer
sedert zes maanden. Volgend jaar wordt een economische groei vooropgesteld van
0,4 procent en in 2011 van 1,9 procent, al zal deze voorzichtige kentering zich
nog niet onmiddellijk in de werkgelegenheid vertalen. Het herstel is nog pril.
Het is in deze fase van de crisis nu van belang om het ontluikende vertrouwen
niet te fnuiken en de fundamenten te leggen van een duurzaam herstel.
Een jaar
geleden daverde het internationale financiële stelsel op zijn grondvesten. De
wereldeconomie werd gedompeld in de zwaarste financiële crisis van deze eeuw.
Wat men er ook van zegt, de overheid – in binnen- en buitenland – heeft de rol
gespeeld die zij moest opnemen. Haar snel en krachtig ingrijpen heeft het
financieel stelsel gestabiliseerd.
Geen
enkele spaarder bleef in de kou. De regering zal hier verder haar
verantwoordelijkheid blijven opnemen. Zij doet de financiële instellingen
bijdragen tot het financieren van een nieuw waarborgstelsel voor de spaarders
dat volledig door de overheid wordt georganiseerd.
De voornaamste veranderingen in de werking van het wereldwijd financieel stelsel moeten uiteraard van de financiële instellingen zelf komen. Die moeten zich weer op hun basisactiviteiten concentreren en daarbij meer aandacht schenken aan het risicobeheer en de transparantie van hun producten.
De vorige regering
gaf een expertengroep de opdracht een blauwdruk voor een nieuw Belgisch
financieel toezicht te ontwerpen. Hun rapport kwam tot
klare aanbevelingen. Ondertussen
had ook de parlementaire “bijzondere commissie belast met het onderzoek naar de
financiële en bankcrisis” in april 2009 aanbevelingen geformuleerd tot
verbetering van het financiële toezicht.
De werkzaamheden hebben zich geconcentreerd op drie fundamentele kwesties: de invoering van een zogenaamde “crisiswet”, de hervorming van de toezichtstructuur en, ten slotte, een betere consumentenbescherming.
Wat de “crisiswet” betreft, moeten we de bevoegdheden van de overheden vergroten ingeval de problemen van een kredietinstelling of verzekeringsmaatschappij de financiële stabiliteit bedreigen. Soms beschikt de overheid immers maar over enkele uren om de nodige beschermingsmaatregelen te treffen wil zij het faillissement van een instelling van systeemkritische omvang vermijden.
Inzake het prudentieel toezicht op de financiële instellingen, is de regering het eens geworden over de grote lijnen van een voorontwerp van wet dat voorziet in een snelle oprichting van een Comité voor Systeemrisico’s. De overgangsfase zal zo snel als redelijkerwijs mogelijk worden gevolgd door een integratie in de schoot van de Nationale Bank van het geheel van de bevoegdheden inzake prudentiële controle, en dit volgens het zogenaamde “Twin Peaks"-model.
De crisis heeft ten slotte, soms op dramatische wijze, aangetoond dat er een behoefte bestaat aan een betere bescherming en voorlichting van de verbruiker. Het expertencomité en de bijzondere parlementaire commissie hebben aanbevolen de wettelijke basis te verstevigen die de toezichthouder toelaat tussen te komen inzake consumentenbescherming.
De regering zal zo
vlug als mogelijk wetsontwerpen in die zin voorleggen aan het Parlement om de
bespreking ervan binnen de kortst mogelijke termijn en zeker voor het einde van
het jaar te kunnen aanvatten.
Collega’s, deze
financiële crisis mag zich nooit meer voordoen.
Dans le sillage de la crise financière, l’on a pris connaissance avec effroi du montant honteusement élevé des parachutes dorés dont certains bénéficiaient, parfois à l’insu des actionnaires. Le gouvernement s’attaquera à cet aspect. Les entreprises cotées en bourse doivent désormais se calquer sur le Code belge de gouvernance d’entreprise. Celui-ci autorise une indemnité de départ de douze mois. Cette même limitation s’applique aux entreprises publiques. Si une entreprise belge cotée en bourse veut tout de même verser une indemnité de départ supérieure à un administrateur exécutif, à un membre du comité de direction ou à un administrateur assurant la gestion journalière, elle doit, pour ce faire, obtenir l’autorisation des actionnaires. Une telle demande en dérogation au Code belge de gouvernance d’entreprise doit, de plus, être communiquée au préalable au conseil d’entreprise qui pourra rendre un avis à ce sujet.
La responsabilisation des actionnaires et la transparence à l’égard de la politique de rémunération constituent le fil rouge de la nouvelle réglementation.
Compte tenu des recommandations de la Commission européenne du 30 avril 2009, le gouvernement prévoit des règles strictes pour la rémunération ou les bonus variables. Des règles spécifiques sont également élaborées à destination du secteur financier.
Au début de cette déclaration de politique, il était déjà question d’honnêteté et d’éthique. Sur le plan international, l’on s’attaque avec fermeté à ce déficit d’éthique. Cela implique aussi de s’intéresser de près à la lutte contre toutes les formes de fraude. Car le fait que les impôts et des charges sociales soient illégalement éludés porte préjudice à la santé des caisses de l’État mais, aussi et surtout, car le fraudeur nuit, par son comportement malhonnête, à tous ceux qui se comportent honnêtement et correctement.
La lutte contre la fraude n’est pas simplement une ligne générale à la fin d’un tableau budgétaire, le poste clé permettant de clôturer une opération budgétaire. Nous élaborons une série de propositions concrètes, assorties d’un produit chiffré. Nous prenons par ailleurs très à cœur les conclusions de la commission parlementaire en charge de la lutte contre la fraude.
La crise internationale hypothèque les finances publiques. Tous les pays européens ont vu leur déficit gonfler en 2009. Nos pays voisins ont connu la même évolution. Pour l’ensemble de l’Union européenne, le déficit devrait grimper jusqu’à 6 % du PIB en 2010.
Cette année, la Belgique – toutes autorités confondues – se dirige tout droit sur un déficit moins élevé, notamment de 5,4 % du PIB. En l’absence d’interventions, ce déficit passerait à 6,7 % d’ici la fin de cette législature fédérale.
Ce déficit est le résultat de
la crise économique et des mesures pour lutter contre cette crise. En Europe,
nous n’avons pas reproduit l’erreur des années trente. À l’époque, nous avons
mené une politique budgétaire et monétaire tellement austère qu’elle a asphyxié
l’économie et l’emploi.
Tous les pays de l’Union européenne ont donc
choisi d’accorder la priorité, en 2009, au soutien de l’économie et à la
relance. La Belgique a suivi ce mouvement.
La question est de savoir quand on passera
d’une politique de relance à une politique de retour à l’équilibre budgétaire.
La Belgique a choisi d’emprunter, plus
rapidement que d’autres pays, la voie de l’équilibre budgétaire, tout en
prenant en considération la situation économique encore fragile en 2010 et
2011.
Il s’agit donc de trouver le bon équilibre
entre le soutien à l’économie et la nécessité de ne pas perdre le contrôle de
la situation budgétaire. C’est un équilibre subtil, loin des slogans sur la
politique budgétaire diffusés çà et là.
C’est pourquoi le gouvernement a délibérément
choisi de produire un effort budgétaire de 0,5 % du produit intérieur brut
déjà en 2010 pour toutes les autorités et d’intensifier cet effort pour
l’amener à 1 % à partir de 2011 pour ainsi atteindre un équilibre en 2015
pour l’ensemble des autorités. Cela correspond aussi au schéma du Conseil
supérieur des Finances. En 2010 et 2011, nous prendrons même de l’avance sur le
programme de stabilité introduit auprès de la Commission européenne. Sans les
dépenses liées au vieillissement – les pensions des fonctionnaires – les
dépenses primaires finales de l’autorité fédérale diminueront de façon réelle
entre 2009 et 2011. Il convient de rappeler que la consommation publique auprès
des autorités fédérales a diminué les dernières années. Nous préférons, ici
aussi, éviter les slogans.
Les Communautés et les Régions contribuent
également au retour à l’équilibre budgétaire décrit dans le programme de
stabilité que le gouvernement a déposé au mois de septembre auprès de la
Commission européenne. C’est avec les Régions et les Communautés que nous
conclurons un accord de coopération concret d’ici la fin de l’année.
Nous vous présentons un budget qui prévoit des
mesures structurelles, s’agissant non seulement de 2010 mais aussi de 2011, ce
qui n’a presque jamais été fait jusqu’ici: un ensemble structurel qui s’élève à
1 % du PIB sur les deux prochaines années et produit ses effets plus tard.
Ce budget s’inscrit dans le cadre d’une politique durable plus large qui tient compte des valeurs d’équité et d’environnement.
Il n’est pas question d’une
opération d’assainissement à l’aveugle. Bien au contraire: l'on a refusé de
procéder à des augmentations de charges pesant sur l’emploi et, de manière
générale, le pouvoir d’achat de la population a été maintenu à niveau. De la
sorte, le revenu réel disponible des ménages continue d’augmenter aussi bien en
2010 qu’en 2011. Ainsi, le potentiel de croissance de notre pays n’est pas
entravé et l’emploi est stimulé autant que faire se peut.
Les frais de fonctionnement de l’appareil
public seront réduits, notamment en ne remplaçant pas systématiquement tous les
fonctionnaires qui prendront leur retraite dans les années à venir, mais aussi
en augmentant l’efficacité, par exemple en réunissant les services qui, jusqu’à
présent, étaient éparpillés au sein de différents départements, au sein du SPF
Personnel et Organisation.
Nous prévoyons des mesures pour limiter les
dépenses dans tous les départements et dans tous les secteurs. Les dépenses
pour les soins de santé croîtront afin que notre système puisse fonctionner de
manière optimale et que la santé des gens soit assurée au mieux. Toutefois,
dans le même temps, un montant considérable est aussi réservé dans le Fonds
pour l’avenir des soins de santé.
La sécurité sociale atteindra l’équilibre en
2013. Dans l’intervalle, l'on veillera à un financement adapté.
S’agissant des recettes, le gouvernement n’opte
pas pour des mesures qui posent une charge supplémentaire sur les citoyens qui
travaillent, privilégiant une fiscalité visant le changement des comportements
au bénéfice de l’environnement et des mesures en faveur d’une fiscalité plus
équitable. Les coûts budgétaires du régime de la déductibilité des intérêts
notionnels seront limités sans devoir, pour ce faire, procéder à une adaptation
essentielle de la loi en cette matière.
Ces interventions budgétaires épargnent bien
entendu les personnes vulnérables de notre société. Les personnes sans revenu,
les invalides, les bénéficiaires du revenu d’intégration, les pensionnés et les
personnes handicapées ne sont pas visés. En 2010, de nombreuses mesures –
adaptations au bien-être ou indemnités supplémentaires – atteindront
également leur vitesse de croisière. Même dans ces circonstances extrêmement
difficiles sur le plan budgétaire, le gouvernement n’abandonne pas la lutte
contre la pauvreté. Il poursuivra la mise en œuvre du plan de lutte contre la
pauvreté et prendra, en outre, de nouvelles mesures spécifiques dans le cadre
du budget en faveur des groupes particulièrement vulnérables.
Nous devons être bien conscients du fait qu’une
stratégie purement budgétaire ne suffit pas. En vue d’assurer notre État
providence pour les prochaines générations, il y a lieu d’augmenter durablement
le dynamisme économique de notre pays. Le cadre pour ce faire est celui de la
stratégie européenne de Lisbonne et toutes les autorités du pays y contribuent:
stimuler l’innovation, investir dans la formation, mettre davantage de gens au
travail et nous mettre en frais pour atteindre une économie plus durable.
Mijnheer de voorzitter,
collega’s, de werkloosheid stijgt bij ons trager dan elders. Onze economie
zakte minder weg dan bij onze buurlanden. Vormen van tijdelijke werkloosheid hebben
een sociaal drama vermeden.
In het
raam van het tweejaarlijkse overleg over de loonmarge hebben de sociale
partners het voorbije jaar een loonakkoord gesloten dat de concurrentiekracht
van de ondernemingen verzoent met een lichte stijging van de koopkracht. Het is
de eerste keer dat de partners in crisistijd een akkoord over
inkomensontwikkeling sluiten. De federale regering heeft daar lastenverlagingen
tegenover gezet die vanaf volgend jaar op kruissnelheid komen. Ik twijfel er
niet aan dat ook in de toekomst de sociale partners met een nieuw
interprofessioneel akkoord van de versterking van de concurrentiekracht en de
werkgelegenheid een prioriteit zullen maken. Niettemin ga ik ervan uit dat ook zij
beseffen dat een nieuwe budgettaire inspanning van de regering van dezelfde
omvang niet meer mogelijk zal zijn.
Inzake
werkgelegenheid zullen de bestaande crisismaatregelen onder meer inzake vormen
van tijdelijke werkloosheid bij bedienden na overleg met de sociale partners
kunnen worden verlengd.
De
regering zal, zoals afgesproken met de sociale partners, de vereenvoudiging van
de banenplannen doorvoeren. Daarnaast zullen maatregelen ter bestrijding van de
jeugdwerkloosheid worden genomen. Ook in de welzijnssector zal de mogelijkheid
tot het scheppen van banen worden verhoogd. Binnen de federale bevoegdheden
wordt ook ingezet op vorming en bedrijfsstages.
La crise mondiale a pesé particulièrement lourd
sur les prix internationaux de l'alimentation. Nos agriculteurs connaissent dès
lors la crise la plus grave depuis des décennies. C’est pourquoi le
gouvernement fédéral poursuivra ses efforts, de concert avec les gouvernements
régionaux, pour défendre conjointement les intérêts des agriculteurs de notre pays
au niveau européen et optimisera les mesures existantes de soutien à
l'agriculture aux niveaux européen et national. Ce gouvernement a décidé hier de mesures spécifiques de soutien aux
agriculteurs.
Les PME sont le cœur de notre économie. Le
gouvernement fédéral continuera à s’atteler à la mise en œuvre de son plan PME:
encourager la création d'entreprises, continuer à adapter le marché du travail
aux PME et revaloriser le statut social des travailleurs indépendants,
notamment en accordant une attention particulière aux faillis.
Le gouvernement prolongera la réduction de la
TVA pour le secteur de la construction sous une forme adaptée s’agissant des
demandes de permis de bâtir introduites avant la fin du mois de mars 2010. De
cette mesure découlera également une hausse importante de l’emploi.
La TVA liée au secteur de l’horeca sera portée
à 12 % pour les repas. Cette mesure s’accompagnera de garanties en faveur
d’une lutte efficace contre la fraude dans le secteur et d’efforts en matière
d’emploi.
Le gouvernement a décidé de reporter de dix ans
la première phase de sortie du nucléaire, en vue de préserver
l’approvisionnement en électricité de notre pays et ce, en tenant compte de
toutes les exigences en matière de sécurité. Un comité de suivi veillera notamment
à ce que les prix pratiqués dans notre pays ne dépassent en aucun cas le niveau
des prix de nos pays voisins.
À la fin de l'année dernière était balisé le
cadre européen pour une politique du climat pour 2020. Ce cadre doit être
transposé dans la politique nationale. Nous déciderons, en étroite concertation
avec les Régions, de la manière dont, concrètement, l'on viendra à bout des
défis en matière d'énergies renouvelables et de réduction d'émissions.
La législation fiscale continue à se teinter de vert. C’est pourquoi l’on rendra plus respectueux de l’environnement le régime fiscal des voitures de société et ce, tant au niveau de la déduction des coûts dans le chef de l’entreprise qu’au niveau de l’impôt sur l’avantage du travailleur et du chef d’entreprise. La consommation de carburants polluants sera découragée. Les voitures électriques bénéficieront d’un soutien spécifique.
Les producteurs d’électricité se sont engagés à
réaliser un vaste programme d’investissements à hauteur de 500 millions d’euros
dans les énergies renouvelables et visant la limitation de la consommation
d’énergie.
Chers collègues, le monde unipolaire appartient définitivement au passé. L’année écoulée, le monde a fait un énorme bond en avant vers une administration planétaire.
Notre pensée et nos actes s'inscrivent de plus en plus dans cette approche globale.
À l’échelle européenne, le Traité de Lisbonne nous place immédiatement devant un défi véritablement passionnant. Durant sa présidence de l'Union européenne au second semestre de 2010, notre pays devra s'atteler à la lourde tâche qui consiste à créer un précédent qui donnera à l'Union les moyens d'améliorer drastiquement son fonctionnement tant interne qu'externe.
Quoi qu'il en soit, la Belgique continuera à fournir ses importants efforts civils et militaires en Afghanistan jusqu’à la fin 2010, conformément à une décision gouvernementale d’avril dernier. Nos militaires, où qu’ils soient dans le monde, méritent notre soutien et notre respect pour la lourde tâche qu’ils remplissent jour après jour. En Afghanistan, nos efforts ne pourront cependant fournir des résultats durables que si l'on forme suffisamment de forces de sécurité afghanes, qu'un appareil d'État fiable et efficace est mis en place et qu'une stabilisation de la région afghano-pakistanaise se dessine.
En Afrique centrale également, nous pouvons et devons jouer un rôle précieux. Dans l’intérêt de la population congolaise et en soutien à notre propre coopération au développement, nous entendons entretenir un rapport équilibré avec les autorités congolaises. Une poursuite de la normalisation des relations belgo-congolaises qui s’est concrétisée au début de cette année s’est avérée, dans cette perspective, une étape cruciale.
Le gouvernement fédéral soutiendra ses efforts en matière de coopération au développement et demande aux autres autorités d'en faire de même. Nous atteindrons en 2010 l’objectif de 0,7 % du PIB pour la coopération au développement, contribuant de la sorte à la réalisation des objectifs du Millénaire.
Mijnheer de voorzitter, collega’s, de hervorming van Justitie vormt een
van de grote uitdagingen in de komende maanden.
De goede
werking van de gerechtelijke instellingen moet een van de pijlers van de
rechtsstaat zijn. Niemand zal ontkennen dat er in de voorbije jaren vele
inspanningen tot modernisering zijn geleverd. Maar wij kunnen ook niet
ontkennen dat deze inspanningen nog niet tot het beoogde resultaat hebben
geleid. Wij moeten onze gerechtelijke instellingen aanpassen aan de noden van de
tijd en de terechte verwachtingen van onze samenleving. Dit is niet alleen een
taak van de overheid maar van alle actoren in het gerechtelijk landschap. Er
moet een echte mentaliteitsverandering tot stand komen en op een aantal
plaatsen een nieuw ethisch besef. Ook hier zijn waarden belangrijk.
We
moeten, van onze kant, de hervorming dus versnellen en versterken op vier
terreinen: het gerechtelijk landschap, het tuchtrecht, de strafuitvoering en de
informatisering.
Wat het
gerechtelijk landschap en het tuchtrecht betreft, ben ik verheugd dat vier
partijen uit de oppositie hebben aangeboden om samen met vertegenwoordigers van
de meerderheidspartijen doelgerichte besprekingen te starten. Wij zullen graag
op dit aanbod ingaan en nog deze maand het overleg opstarten. Ik dank deze
partijen alleszins voor deze bereidwilligheid en verwacht dat hun constructieve
bijdrage ons opzet meer kracht en draagvlak zal geven.
De
minister van Justitie heeft een open basistekst voorgelegd. Deze zal de basis
vormen van het overleg. Het moet mogelijk zijn om nog voor het einde van dit
kalenderjaar een basisakkoord over de hervorming te bereiken. Wij zullen de
kalender van de werkzaamheden binnen enkele dagen bepalen op basis van deze
tijdshorizon om daarna de resultaten van dit overleg in 2010 in wetgevende
initiatieven te vertalen.
Het
overleg zal ook slaan op nieuwe voorstellen inzake tuchtrecht.
Een even
diepgaande actie is nodig voor het strafuitvoeringsbeleid. Hoe acuut ook de
noden zijn, we mogen het debat niet vernauwen tot cellencapaciteit. Maar dat
belet natuurlijk niet dat we ter overbrugging ook dringende maatregelen moeten
nemen.
Migratie
is een van de grote thema’s van de 21ste eeuw. Voor alle westerse
landen stelt het migratievraagstuk zich meer dan ooit op het scherp van de
snee, met moeilijke keuzen tussen menselijkheid en draagkracht.
Ons land
stelt, zoals de ons omringende landen, een stijging vast van het aantal
asielaanvragen. De algemene economische toestand in de wereld en de
veiligheidssituatie in sommige regio’s is daar uiteraard niet vreemd aan. Wij
moeten dan ook maatregelen nemen om de crisis inzake de opvang van asielzoekers
het hoofd te bieden. Wij doen dat door opvang te voorzien maar ook door
misbruiken, zoals het indienen van meervoudige asielaanvragen, tegen te gaan.
Deze
zomer, en in de voorbije weken en dagen, heeft de regering in dit dossier
moeilijke knopen doorgehakt en evenwichtige afspraken gemaakt in uitvoering van
het regeerakkoord van maart 2008.
Inzake regularisaties verschaffen we duidelijkheid aan wie hier al is,
daarbij een opening makend voor bepaalde prangende humanitaire situaties die in
de loop van de jaren zijn gegroeid. Het gaat om mensen die de taal spreken en
hier sociale banden hebben ontwikkeld, zij die hier officieel werk verwerven of
een onredelijk lange procedure doorliepen. Maar duidelijkheid betekent ook dat
er voor anderen geen toekomst is in ons land.
Dit
regularisatiebeleid is een deel van een breder akkoord met een globale visie op
dit beleid voor de komende jaren.
In die
context worden de voorwaarden om de Belgische nationaliteit te verkrijgen
gewijzigd. Voortaan zullen vreemdelingen die de Belgische nationaliteit willen
aanvragen, moeten beschikken over een verblijfsrecht van onbeperkte duur. De
voorwaarden bij de naturalisatie-procedure bij de Kamer worden eveneens
aangepast. Het zal bovendien mogelijk worden de Belgische nationaliteit af te
nemen bij een veroordeling voor bepaalde ernstige misdaden.
Voor de
gezinshereniging zal in de toekomst een inkomenseis worden gesteld aan de
persoon wiens partner naar België komt. Er zal ook strenger worden opgetreden
tegen schijnhuwelijken, onder meer via de oprichtingen van een federale
gegevensbank.
Mijnheer
de voorzitter, collega’s, ik heb u een aantal krachtlijnen van het beleid van
deze regering voor de komende twee jaar aangegeven. Wij hebben een zeer
moeilijk jaar achter de rug. De economische toestand is onvergelijkbaar met de
situatie van twee jaar geleden en de maatschappelijke uitdagingen zijn er niet
minder zwaar op geworden. Maar daar kunnen wij de vaste wil tegenover zetten om
een vastberaden antwoord te geven op de problemen.
Vanzelfsprekend
vergt het wegwerken van een begrotingstekort en hervormingen van onze economie
tijd. Maar we kunnen wel een strategie uittekenen. Een traject met concrete en
structurele maatregelen om op al die domeinen dag aan dag, stap voor stap
vooruitgang te boeken met de zekerheid dat we inderdaad antwoorden geven op de
uitdagingen waarvoor wij staan.
Het
belangrijkste is de richting aan te houden. Dat geeft ook stabiliteit en
houvast, zo nodig in tijden van crisis, van onzekerheid en angst. Die rustige
vastheid wil de regering bieden.
Om die
taak verder te zetten tot het einde van de legislatuur in juni 2011 vraagt de
regering het vertrouwen aan de Kamer.
(Longs applaudissements)
05 Motie van vertrouwen (15.10 uur)
05 Motion de confiance (15.10 heures)
De voorzitter: Collega's, ik heb van de eerste minister om 15.10 uur een motie van vertrouwen ontvangen. Zij luidt als volgt:
"Hierbij vraagt de eerste minister aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, na de verklaring van de regering over haar algemeen beleid te hebben gehoord, het vertrouwen in de regering te bevestigen".
Chers collègues, j'ai reçu de la part du premier ministre à 15.10 heures une motion de confiance libellée comme suit: "Par la présente le premier ministre demande à la Chambre des représentants, après avoir écouté la déclaration du gouvernement sur sa politique générale, de confirmer sa confiance dans le gouvernement".
Wij kunnen niet vroeger dan 48 uur, vanaf vandaag en dit uur, over deze vraag stemmen.
Nous ne pouvons pas voter sur ce texte avant les 48 heures qui viennent.
06 Approbation de l'ordre du jour
Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerpagenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt voor deze week.
Nous devons nous prononcer sur le projet d'ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents pour cette semaine.
Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.
Pas d'observation? (Non) La proposition est adoptée.
Wij hervatten de werkzaamheden morgen om 14.00 uur.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering woensdag 14 oktober 2009 om 14.00 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le mercredi 14 octobre 2009 à 14.00 heures.
De vergadering wordt gesloten om 15.11 uur.
La séance est levée à 15.11 heures.
Dit verslag heeft geen bijlage. |
Ce
compte rendu n'a pas d'annexe. |