Plenumvergadering |
|
du Jeudi 30 juin 2011 Après-midi ______ |
van Donderdag 30 juni 2011 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14.15 heures et présidée par M. André Flahaut.
De vergadering wordt geopend om 14.15 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l’ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Yves Leterme
Myriam
Delacroix-Rolin, pour raisons de santé / wegens gezondheidsredenen;
Elio
Di Rupo, Olivier Maingain, pour devoirs de mandat / wegens ambtsplicht;
Hendrik
Bogaert, à l'étranger / buitenslands;
Patrick
Moriau, Conseil de l’Europe / Raad van Europa.
Gouvernement
fédéral / Federale regering:
Steven Vanackere,
en mission à l’étranger / met zending buitenlands
- de heer Dirk Van der Maelen aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "het nieuws dat de beslissing om de troepen in Afghanistan te verminderen al twee weken geleden werd genomen" (nr. P0425)
- de heer Wouter De Vriendt aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "het nieuws dat de beslissing om de troepen in Afghanistan te verminderen al twee weken geleden werd genomen" (nr. P0430)
- M. Dirk Van der Maelen au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "la décision de réduire les troupes en Afghanistan prise il y a deux semaines déjà" (n° P0425)
- M. Wouter De Vriendt au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "la décision de réduire les troupes en Afghanistan prise il y a deux semaines déjà" (n° P0430)
01.01 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de eerste minister, ik wil met u even de tijdslijn aftoetsen.
Op 16 juni hebt u samen met uw twee CD&V-collega’s Pieter De Crem en Steven Vanackere beslist tot de afbouw van onze troepen in Afghanistan. Op 23 juni komt Pieter De Crem op deze plaats in de Kamer zeggen dat een afbouw van onze troepen in Afghanistan iets voor de volgende regering is. Op 26 juni ’s avonds, zegt Steven Vanackere vanuit de Verenigde Staten dat ons land in navolging van de Verenigde Staten zijn aanwezigheid in Afghanistan zal afbouwen. Op 29 juni krijgt de kern deze voorgekauwde beslissing van de CD&V-top voorgelegd en keurt ze goed.
Ik heb twee vragen, mijnheer de eerste minister.
Bent u het met mij eens dat Pieter De Crem op 23 juni in de Kamer gelogen heeft? Zal u dit opnieuw afdekken, na WikiLeaks en na Abu Dhabi?
Volstaat het dat drie CD&V-excellenties onder mekaar beslissen inzake de operaties in Afghanistan? Is het niet normaal dat u als leider van een regering in lopende zaken naar de Kamer komt voor u die beslissing neemt? Mijn vraag is ook: wanneer komt u, mijnheer de eerste minister?
01.02 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de premier, ik wil de manier aankaarten waarop de regering met het Parlement omgaat inzake de besluitvorming omtrent de kwestie-Afghanistan.
Vorige donderdag heb ik hier, exact op dezelfde plaats, een parlementaire vraag gesteld aan uw collega-minister De Crem. Het mandaat voor onze Belgische troepen in Afghanistan loopt eind dit jaar af. Wij moeten dus een beslissing nemen. Mijn vraag was wanneer de regering een beslissing zou nemen. Het antwoord van minister De Crem luidde dat een regering in lopende zaken daarover niet kan beslissen.
Precies drie dagen later kijken wij naar het journaal op VTM en wij zien daar diezelfde minister De Crem een aankondiging doen over een gedeeltelijke terugtrekking van de Belgische troepen uit Afghanistan. Drie dagen later! Hoe verklaart de minister dat? Hij zegt gekeken te hebben naar het debat in De Zevende Dag waarbij hij moest vaststellen dat een volwaardige regering nog veraf is. Mijnheer de premier, ik heb geen debat op De Zevende Dag nodig om dat te beseffen. Minister De Crem is toch wel zeer sterk. Op twee uur tijd – het debat in De Zevende Dag startte om 11 u 00 en hij sprak in het VTM-journaal om 13 u 00 – is hij erin geslaagd om een gedeeltelijke terugtrekking aan te kondigen zonder dat met iemand te bespreken. Dat is een loopje nemen met de werkelijkheid, mijnheer de premier.
Minister De Crem heeft hier aan het Parlement niet de waarheid verteld, vorige donderdag, en ik til daar bijzonder zwaar aan. Dat getuigt van bijzonder weinig respect en het is het zoveelste incident.
Mijnheer de premier, mijn eerste vraag is dan ook wat u daartegen zult doen. Zult u zich daartegen verzetten of niet?
Mijn tweede vraag handelt over de gedeeltelijke terugtrekking uit Afghanistan. Heel het verhaal heeft iets cynisch. Alsmaar meer landen kondigen immers een gedeeltelijke terugtrekking aan, zonder veel overleg. Dat is dus geen overlegde terugtrekking, maar een gecontroleerde aftocht uit een verloren oorlog.
Op welke manier zal België nog een enig engagement behouden ten aanzien van Afghanistan en de Afghanen zelf?
Inzake de niet-militaire hulp heb ik een heel concrete vraag. Wat zal België doen inzake hulp aan de wederopbouw van Afghanistan?
01.03 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, collega’s, collega’s Van der Maelen en De Vriendt, ik heb op woensdag 1 juni 2011 in de parlementaire commissie gemeld dat mijn regering nog voor het zomerreces een beslissing zou voorbereiden met betrekking tot ons militair engagement in het buitenland in 2012. Ik heb toen gezegd dat de regering na de voorbereiding van die beslissing ter beschikking zou staan van het Parlement om daarover het debat te voeren. Vandaag ben ik, zoals beloofd en net zoals de andere ministers de voorbije dagen, ter beschikking van het Parlement. Ik heb begrepen dat er volgende week eveneens in dit Parlement een debat zal plaatsvinden in een gemengde commissie omtrent de militaire operaties in 2012.
Over Afghanistan stellen wij een juiste en tijdige beslissing voor volgens de juiste procedure. Het kernkabinet heeft woensdag beslist om de bondgenoten voor te stellen om het Belgisch contingent dat sinds 2003 ter beveiliging van Khwaja Kabul Airport is ingezet, in de loop van 2012 gradueel terug te trekken, zonodig in het licht van het overnemen van deze opdrachten door andere troepen. België stelt ook voor om een actieve bijdrage te blijven leveren in Kunduz en Kandahar, respectievelijk voor de vorming van het Afghaanse leger en voor het waken over de veiligheid van onze troepen en die van onze partners via het voeren van luchtoperaties met de zes F-16’s die in Kandahar zijn gestationeerd.
Collega’s, dit is een juiste beslissing. Zij geeft blijk van een constante, weloverwogen beleidslijn, met name die van de Afghanisatie en van de responsabilisering, wat sinds de Conferentie van Londen in januari 2010 en de NAVO-top in Lissabon in november 2010 de kernwoorden zijn waarop ook het Belgisch beleid is geënt. In Kabul en Kunduz vormen en responsabiliseren wij de Afghanen, net zoals in Kandahar, waar onze troepen eveneens blijven instaan voor de veiligheid van allen.
Het is ook een tijdige beslissing. Als de Ministerraad eerstdaags het voorstel van het kernkabinet goedkeurt, dan doet deze regering alles wat zij kan om te zorgen, enerzijds, voor een tijdig, verder overleg met de bondgenoten en, anderzijds, voor een tijdige en ordentelijke implementatie van de beslissingen op het terrein.
Deze beslissing is ook op de juiste manier tot stand gekomen. Zodra er duidelijkheid was over een aantal strategische beslissingen van belangrijke partners in de alliantie, heeft er logischerwijs en op mijn initiatief op 16 juni 2011 na de Ministerraad overleg plaatsgevonden tussen de collega’s van Defensie en Buitenlandse Zaken.
De conclusie van bedoeld overleg was dat het beleidsvoorbereidende werk door de minister van Defensie zou gebeuren, om na te gaan op welke wijze wij, conform wat andere partners reeds hadden beslist en aangekondigd, een vermindering van onze troepenaanwezigheid in Afghanistan konden realiseren.
Parallel hiermee heeft minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere ook een aantal mensen gezien naar aanleiding van de contactgroep over Libië in Abu Dhabi. In dat kader heeft hij een bilateraal gesprek gehad met mevrouw Clinton, minister van Buitenlandse zaken van de Verenigde Staten, om haar over deze mogelijkheid in te lichten.
Het voorstel is uiteindelijk gisteren op initiatief van de minister van Defensie, aan het kernkabinet voorgelegd. Het zal eerstdaags en volledig conform artikel 167, § 1, van de Grondwet aan de Ministerraad worden voorgelegd.
Tot slot wil ik benadrukken dat ieder lid van de regering ervan overtuigd is dat onze militaire inspanningen in Afghanistan steeds slechts een middel zijn om de opbouw van een stabiele Afghaanse maatschappij mogelijk te maken. Civiele middelen, die door de huidige regering reeds significant zijn verhoogd, zijn daartoe onontbeerlijk.
Mijnheer De Vriendt, ik zal vooruitlopen op wat in het najaar daaromtrent nog zal worden beslist, door gewoon melding te geven van het feit dat onder de huidige regering de civiele budgettaire middelen die voor de heropbouw van Afghanistan ter beschikking worden gesteld, onder meer en in belangrijke mate via Ontwikkelingssamenwerking, reeds zijn verdubbeld. Het ging met name van 2002 tot 2008 om zes miljoen euro, terwijl het in 2011 om dertien miljoen euro gaat.
Kort samengevat, collega’s, hebben wij een voorstel van beslissing dat door het kernkabinet is goedgekeurd. Dit voorstel is tijdig tot stand gekomen. Het is via de juiste procedure tot stand gekomen. Het is vooral ook een juist voorstel, waarover met de bondgenoten nader zal worden overlegd.
Collega’s, volgende week zijn we reeds ter beschikking van het Parlement om conform de grondwettelijke bepalingen ter zake, opnieuw het debat over de materie te voeren.
01.04 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de premier, ik stel vast dat u hier bevestigt dat de beslissing tot terugtrekking genomen werd op 16 juni en dat de minister van Defensie het Parlement op 23 juni heeft voorgelogen. Ik wil u voorstellen om uw CD&V-collega’s in de regering eens samen te brengen. Ik stel immers vast dat het begrip lopende zaken zeer selectief geïnterpreteerd wordt door uw regeringsleden en zeker door uw CD&V-ministers.
Volgens de minister van Defensie is er geen enkel probleem om dat soort van beslissingen te nemen, zelfs in lopende zaken. CD&V-minister Inge Vervotte zegt daarentegen dat zij geen enkele beslissing kan nemen met betrekking tot de NMBS zolang de regering in lopende zaken is. Beslissen om in het buitenland oorlog te gaan voeren, is geen probleem voor CD&V-ministers. Iets doen voor de reizigers die de NMBS in de kou laat staan, kan evenwel niet in lopende zaken! Ziedaar de eensgezinde interpretatie van het begrip lopende zaken.
01.05 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de premier, als het gaat om sociaal beleid, dan kan er inderdaad plotseling veel minder in de regering van lopende zaken. Ik denk bijvoorbeeld aan de broodnodige hervormingen op het vlak van de pensioenen. Mensen de zekerheid garanderen dat zij een volwaardig pensioen krijgen, kan niet binnen deze regering. Wat wel kan, is oorlog voeren.
U hebt bevestigd dat op 16 juni de informele beslissing genomen werd. Op 23 juni heeft minister De Crem hier in het Parlement gezegd dat er van een beslissing geen sprake is omdat de regering in lopende zaken is. Dat klopt niet, mijnheer de premier. Ik heb u gevraagd of u daartegen zult optreden. U hebt er zelfs geen antwoord op gegeven. De manier waarop een collega – hij is net binnengekomen – omgaat met het Parlement, dat kan voor u blijkbaar allemaal.
Inzake de civiele hulp is de realiteit anders dan de cijfers die u gegeven hebt. De realiteit is dat er dit jaar 13 miljoen euro gaat naar de wederopbouw in Afghanistan en maar liefst 105 miljoen euro naar de militaire inzet. Er is dus sprake van een enorm onevenwicht. Ik had graag gehad dat de regering gisteren ook had aangekondigd dat enorm onevenwicht te zullen herstellen.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Georges Gilkinet au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "la taxe bancaire" (n° P0426)
02 Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de bankentaks" (nr. P0426)
02.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le premier ministre, jeudi dernier, la Cour constitutionnelle a annulé la taxe bancaire à dater du 1er janvier 2012. Elle a considéré que les banques sérieuses qui aident réellement notre économie en collectant l'épargne et en la redistribuant sous forme de prêts à l'économie réelle étaient désavantagées par le mode de calcul, uniquement proportionnel, de cette taxe.
C'est ce que nous avions dit en décembre 2009 au moment du vote de la loi-programme, en regrettant cette disproportion, compte tenu du profil de risque de chaque banque, et l'absence de caractère régulateur de la taxe. En effet, celle-ci n'engageait pas les banques à choisir de meilleure voie que celle qui avait conduit certaines d'entre elles à la quasi-faillite - dont le coût fut important pour notre État.
Monsieur le président, il est vraiment difficile de poser des questions au premier ministre quand il parle avec ses collègues!
Le président: Je ne sais pas qui distrait l'autre… Allez-y, poursuivez!
02.02 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le premier ministre, cet arrêt de la Cour constitutionnelle donne l'occasion au gouvernement en affaires courantes de corriger ce qui a été mal agencé. Ma question est donc simple. Est-il dans votre intention de le faire, et dans quel sens? Surtout, dans quel délai comptez-vous agir? En effet, il nous reste trois ou quatre semaines de travail, et nous sommes demandeurs d'une correction rapide, vu la hauteur des montants concernés: 600 millions de recettes pour un budget qui en a bien besoin.
02.03 Yves Leterme, premier ministre: Monsieur le président, monsieur Gilkinet, la réponse à votre première question est oui.
En ce qui concerne le délai, ce sera après les vacances.
En ce qui concerne le contenu, nous avons demandé à la Banque nationale d'étudier l'affaire et de nous faire des propositions quant aux critères à prendre en considération.
(Applaudissements et rires sur divers bancs)
02.04 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, personnellement, je ne trouve pas matière à rire. Où serons-nous après les congés? Y aura-t-il encore un gouvernement? Y aura-t-il un parlement en capacité de légiférer? Nul ne peut le dire.
Les banques aussi sont demandeuses d'informations sur les conditions de paiement de cette taxe après le 1er janvier 2012. Il est urgent d'agir, monsieur le premier ministre, et de corriger le système afin que les banques qui travaillent correctement paient moins, afin que celles qui spéculent soient découragées de prendre ces risques. Il est encore temps de le faire.
Sans attendre l'avis de la Banque nationale et de manière à trouver une solution rapide, je vous remets la proposition de loi que nous avons déposée vendredi dernier. Il serait irresponsable d'attendre la fin du congé d'été pour légiférer en la matière.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Bert Wollants aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "het CREG-rapport betreffende de bevoorradingszekerheid" (nr. P0427)
03 Question de M. Bert Wollants au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "le rapport de la CREG sur la sécurité d'approvisionnement" (n° P0427)
03.01 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de premier, collega’s, ons energiebeleid zit fout, onze energiebevoorrading komt in het gedrang en de CREG hangt opnieuw aan de alarmbel. Opnieuw zijn wij daar doof voor, opnieuw zeggen we dat we koste wat het kost – dat mag u letterlijk nemen – gewoon doorgaan met de kernuitstap, ondanks het voorstel van de CREG om die uit te stellen. Minister Magnette heeft onmiddellijk gereageerd en gezegd dat de kernuitstap voor ons prioritair is, dat we ervoor gaan. Ondertussen organiseren we op de markt de facto tekorten om op die manier te hopen dat er investeringen opduiken die ons falend energiebeleid eigenlijk moeten corrigeren.
Mijnheer de eerste minister, ik moet daar ernstige vragen bij stellen. Ten eerste, ik vraag me eigenlijk af of minister Magnette hier een regeringsstandpunt inneemt. Is het de bedoeling van uw regering om effectief tekorten te gaan organiseren ten koste van onze bedrijven, ten koste van onze gezinnen, om op die manier het energiebeleid te proberen recht te trekken? Is het misschien de bedoeling van de regering om effectief op te treden?
Ten tweede, het zijn slechte maanden voor de CREG, want ze heeft het alweer bij het verkeerde eind. Is het ook hier uw bedoeling om misschien de Nationale Bank de arena in te sturen of ziet u dat nog anders? Wat gaat u met die regulator doen?
Tot slot, het energiebeleid is al jaren het zwakke broertje van deze regering. Er zijn leden van uw meerderheid die al een hele tijd geleden hebben opgeroepen om dat beleid te evacueren naar het Parlement. Is het uw bedoeling om daarop toe te zien en ervoor te zorgen dat minister Magnette eindelijk in het Parlement een draagvlak gaat zoeken voor zijn beleid?
03.02 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer de voorzitter, collega’s, u vraagt naar de bedoeling. Ik denk dat het de bedoeling is dat inzake het energiebeleid de partijen die een mandaat hebben gekregen van de kiezer, voorstellen doen, onderhandelen en ervoor zorgen dat er een regeerakkoord komt met een stevig hoofdstuk dat kan worden uitgevoerd in het voordeel van de gezinnen en de bedrijven.
03.03 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de premier, u hebt exact geantwoord zoals ik dacht dat u zou antwoorden. Eigenlijk wilt u hiermee zeggen dat u als regering geen uitspraak wilt doen over de uitspraak van minister Magnette. Volgens mij bent u het niet eens met zijn uitspraak. Bovendien wijst u er nog eens op dat wij momenteel in lopende zaken zijn en dat er de afgelopen drie jaar op energievlak niets is gebeurd.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Bart Somers aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de stijgende asielmigratie en de noodzaak om opnieuw een taskforce op te richten" (nr. P0428)
04 Question de M. Bart Somers au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "l'augmentation des migrations d'asile et la nécessité de réinstaurer une task force" (n° P0428)
04.01 Bart Somers (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, gisteren werden opnieuw heel verontrustende cijfers bekendgemaakt over het aantal asielaanvragen in de eerste helft van dit jaar, namelijk meer dan 11 000, goed voor een stijging van 32 % ten opzichte van vorig jaar, dat ook al een topjaar was. De stijging van het aantal asielaanvragen is een tijdbom, die op een bepaald moment zal zorgen voor weeral overbevolking in onze asielcentra, met alle nefaste en onmenselijke gevolgen van dien.
De asielcijfers stijgen en tegelijkertijd daalt de uitstroom. De gedwongen terugkeer was vorig jaar het laagste in tien jaar.
Staatssecretaris Wathelet komt geregeld in de commissie met verklaringen aandragen waarom ons land schijnbaar het bevoorrechte vluchtelingenkamp is voor nogal wat landen in de wereld. Met zijn antwoorden getuigt hij van struisvogelpolitiek, volgens mij.
Een efficiënt asiel- en migratiebeleid heeft als sluitstuk een geloofwaardig terugkeerbeleid. Een tiental jaar geleden werd in de federale regering een taskforce geïnstalleerd, onder leiding van de eerste minister, om op het terrein een geloofwaardige terugkeer mogelijk te maken. Dat heeft ertoe geleid dat per jaar 8 000 personen effectief gedwongen terugkeerden, wat overeenkomt met twee vliegtuigen per week.
Mijn concrete vraag aan u is of u, gelet op de dramatische cijfers, bereid bent om in de federale regering opnieuw een taskforce te installeren die een geloofwaardig terugkeerbeleid op het terrein mogelijk maakt?
04.02 Eerste minister Yves Leterme: Mijnheer Somers, mijn antwoord op uw vraag is ja. Ik kan u meedelen dat ik niet alleen bereid ben, maar dat de taskforce bestaat. Meer nog, die heeft vanmorgen vergaderd.
Reeds een aantal maanden is er op wekelijkse basis een vergadering van twee taskforces, twee werkgroepen, enerzijds een werkgroep met betrekking tot de preventie, de dossierbehandeling en de terugkeer en, anderzijds, een werkgroep met betrekking tot de opvang. De bevoegdheden zijn ook verdeeld over twee staatssecretarissen.
De werkgroepen bestaan uit vertegenwoordigers van de bevoegde staatssecretarissen en betrokken regeringsleden van Justitie, Binnenlandse Zaken en het kabinet van Defensie, afvaardigingen van de Dienst Vreemdelingenzaken, het commissariaat-generaal, Fedasil en de diverse structurele opvangpartners.
Er vindt bovendien ook overleg plaats met vertegenwoordigers van de politie- en veiligheidsdiensten in het kader van de transfers en gedwongen repatriëringen.
De beide werkgroepen, die ook vanmorgen nog hebben vergaderd, evalueren telkenmale de toestand en werken zowel ad hoc als structureel maatregelen uit.
Wat u zegt, is zinvol. Ik denk dat een coördinatie via een taskforce resultaat moet opleveren. Die werkgroepen bestaan en hebben vanmorgen vergaderd.
Inzake de terugkeer is trouwens al een reeks maatregelen genomen. Morgen worden op de Ministerraad, op voorstel van de minister van Justitie, maatregelen genomen inzake een intensievere aanpak van de verwijdering van met name illegalen die gedetineerd zijn.
Samen met minister Turtelboom werd daarnaast het aantal escortes per dag versterkt van drie tot vijf. Die maatregel zal wel pas vanaf september ingaan.
De maatregelen zijn gekoppeld aan de omzetting van de zogenaamde Europese terugkeerrichtlijn, die morgen op de Ministerraad wordt besproken.
Sinds begin dit jaar is het aantal verwijderingen gestegen met iets meer dan 5 % ten opzichte van vorig jaar.
Daarnaast werd in het Belgisch Staatsblad op 16 juni een rondzendbrief gepubliceerd die aan de burgemeesters – dus ook u, mijnheer Somers – was gericht met als doel de rol van de gemeenten te versterken als schakel in de procedure, namelijk bij de afgifte van de zogenaamde verwijderingsbevelen, waarmee tot nu toe te bureaucratisch en administratief werd omgesprongen.
04.03 Bart Somers (Open Vld): Premier, ik ben blij, omdat men op het terrein – nadat we op 3 februari nog aandrongen op de oprichting van de taskforce, maar een nietszeggend antwoord kregen – nu blijkbaar in gang geschoten is. Ik hoop dat de maatregel op korte termijn tot resultaten zal leiden, dat de werkgroep heel regelmatig zal vergaderen en dat wij in het Parlement van u geregeld een update zullen krijgen van de gevolgen op het terrein.
We hopen dat er snel een regering komt, maar zolang die regering er niet is, hopen we dat de problematiek op een effectieve manier wordt opgevolgd. Ook dit is een verantwoordelijkheid van de regering in lopende zaken: voorkomen dat we in de winter opnieuw voor gelijkaardige dramatische situaties staan. Ik ben blij dat u na enkele maanden nadenken overgegaan bent tot de effectieve installatie van dergelijke taskforce. Ik dank u.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Corinne De Permentier au premier ministre, chargé de la Coordination de la Politique de migration et d'asile, sur "le souhait du ministre-président flamand d'accueillir les chefs d'État et de gouvernement" (n° P0429)
05 Vraag van mevrouw Corinne De Permentier aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid, over "de wens van de Vlaamse minister-president om staatshoofden en regeringsleiders te ontvangen" (nr. P0429)
05.01 Corinne De Permentier (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, chers collègues, cette semaine, dans ses déclarations, le ministre-président flamand a exprimé le souhait de pouvoir rencontrer des chefs de gouvernement en visite officielle en Belgique. J'aimerais connaître votre réaction à ces déclarations. Actuellement, il est permis aux autres ministres-présidents et présidents d'assemblée de rencontrer des chefs d'État en visite officielle dans notre pays. Pourriez-vous me rappeler les règles protocolaires d'usage en cette matière? Je souhaiterais aussi savoir si, lors de visites officielles de chefs d'État étrangers, vous avez déjà eu l'occasion d'associer différents ministres-présidents ou présidents d'assemblée des entités fédérées à ces rencontres.
Enfin, j'aimerais également savoir si le SPF Relations extérieures fonctionne bien avec les entités fédérées et connaître le rôle de la Conférence Interministérielle de la Politique Étrangère (CIPE). À l'avenir, pour une meilleure visibilité à l'étranger des entités fédérées ainsi que de nos politiques fédérales, ne devrait-on pas mettre ce point à l'ordre du jour? J'aimerais connaître votre point de vue à ce sujet.
05.02 Yves Leterme, premier ministre: Monsieur le président, madame De Permentier, je n'ai pas eu le temps de lire l'interview de M. Peeters dans De Standaard mais, entre-temps, j'ai lu ses déclarations d'hier au Parlement flamand. Je voudrais remettre les pendules à l'heure! Nous sommes ici plusieurs à avoir occupé le poste de ministre-président du gouvernement flamand et les rencontres avec le premier ministre des Pays-Bas et le premier ministre luxembourgeois sont des choses qui se sont toujours faites. J'ai fait une visite officielle au Luxembourg, j'ai reçu Jean-Claude Juncker, j'ai reçu, en son temps, M. Jan Peter Balkenende. Je présume que MM. Somers et Dewael ont fait de même lorsqu'ils occupaient ces fonctions.
J'ajoute que cela se fait aussi dans d'autres Communautés et Régions. Je me rappelle avoir côtoyé M. Demotte en Suisse et nous étions entourés de chefs d'États et de gouvernements au Sommet de la Francophonie. Il est vrai que la Francophonie facilite ces contacts directs via l'organisation des sommets.
Ce n'est pas exceptionnel, cela n'est pas contraire à la Constitution. Tous les contacts internationaux sont à encourager; je n'y vois donc aucun inconvénient.
J'ai reçu, hier matin, M. Charest, premier ministre du Québec. J'ai rencontré récemment, à Munich, M. Seehofer, ministre-président de Bavière, et je compte encore le rencontrer durant les prochaines semaines.
En ce qui concerne le rôle du SPF, nous sommes toujours prêts à faciliter les contacts mais pour se rencontrer, il faut être deux. Il faut que les chefs d'États et de gouvernements aient des raisons très précises – je parle d'expérience – pour rencontrer des personnes qui ne sont pas leurs homologues au niveau de l'État, en ce qui nous concerne, de l'État fédéral; il peut s'agir d'un dossier particulier, d'une compétence mixte des Communautés et des Régions. Le SPF Affaires étrangères de M. Vanackere sera toujours là pour faciliter ces contacts; je crois que c'est la bonne attitude.
Enfin, en ce qui concerne les missions commerciales organisées et dirigées par le Prince Philippe, M. Peeters y est associé. Il me semble que c'est une bonne chose que les entités fédérées se retrouvent dans le cadre de ces missions.
05.03 Corinne De Permentier (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, je ne doutais pas de votre réponse. Je voulais simplement attirer l'attention sur l'utilité de mettre en avant nos politiques fédérales et des entités fédérées sur le plan international.
Par ailleurs, il faudra veiller – et peut-être conviendrait-il d'envisager de mettre ce point à l'ordre du jour de la CIPE – à assurer une diffusion des informations de part et d'autre et une bonne synergie.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, over "de uitbreiding van het ouderschapsverlof" (nr. P0432)
06 Question de Mme Nahima Lanjri à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile, sur "l'extension du congé parental" (n° P0432)
06.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, u weet dat België in uitvoering van een Europese richtlijn van maart 2010 ervoor zal moeten zorgen dat het ouderschapsverlof wordt uitgebreid van drie naar vier maanden. Dit is wat Europa ons oplegt. Die vier maanden zijn een minimum. Deze maatregel moet uiterlijk in maart van volgend jaar worden gerealiseerd.
Mevrouw de minister, u weet dat wij voorstander zijn van deze uitbreiding, niet alleen omdat wij een gezinspartij zijn, maar vooral omdat wij denken dat dit bevorderlijk is voor de combinatie werk en gezin. Bovendien is het een manier om vrouwen langer aan het werk te houden. Wij vragen in ons wetsvoorstel zelfs vijf maanden en een extra bonus indien man en vrouw allebei het verlof opnemen. U weet dat men in bepaalde Scandinavische landen zelfs nog verder gaat.
Ik kom dan tot mijn vraag. Aangezien die vier maanden ouderschapsverlof in maart van volgend jaar al in de praktijk moet worden gebracht, stel ik mij de vraag of hiervoor al de nodige voorbereidingen zijn getroffen. Het advies van de sociale partners, de vakbonden en de werkgevers, is heel belangrijk. Ik weet dat er momenteel besprekingen aan de gang zijn in de NAR. Hoe evolueren die gesprekken? In welke richting denkt men? Wanneer verwacht u het advies van de NAR?
Er is mogelijk sprake van het compenseren van die extra maand ouderschapsverlof door te knippen in andere verlofstelsels. Wat vindt u van die compensatie? Op welke vormen van verlof zou dit dan worden toegepast? Wat zouden de mogelijke meerkosten zijn indien er geen compensatie komt? Hoe denkt u dat wij dit het beste realiseren?
Wij zitten met een regering van lopende zaken. Is dit iets dat nog door de regering van lopende zaken kan worden beslist in de vorm van een wetsontwerp? Of is het aangewezen dat wij in het Parlement ter zake een initiatief nemen op basis van ons wetsvoorstel en de wetsvoorstellen van andere fracties?
06.02 Minister Joëlle Milquet: Ik heb de NAR op 2 februari om advies gevraagd over een ontwerp van KB voor toepassing van de richtlijn. Ik verwacht het advies rond 1 september. De discussies binnen de NAR zijn nu bezig en het is niet duidelijk welke richting ze uitgaan.
Dit is weliswaar een regering van lopende zaken, maar het gaat hier om een Europese verplichting. Ik zal dus in september of oktober, op basis van het advies van de NAR, een ontwerp van KB voorbereiden en aan de regering voorleggen. Dat is volkomen compatibel met een regering van lopende zaken.
Wij moeten dus eerst wachten op het advies van de sociale partners, dat ik rond 1 september verwacht.
De meerkosten worden geraamd op 56 miljoen per jaar.
06.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, blijkbaar hebben de sociale partners veel tijd nodig om daaromtrent een advies te formuleren. Dat lijkt mij raar, vooral omdat het niet de eerste keer is dat wij hun advies vragen over die verlofstelsels.
Blijkbaar werd afgesproken om dit advies te krijgen tegen 1 september en wij zullen dat advies afwachten. Ik hoop dat dan onmiddellijk hetzij uw KB, hetzij, indien nodig, een parlementair initiatief volgt. Wij moeten immers absoluut tegen het einde van het jaar klaar zijn, zodat ouders vanaf volgend jaar vier maanden ouderschapsverlof krijgen in plaats van drie maanden, zoals Europa voorschrijft.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Sonja Becq aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, over "het statuut van de onthaalouders" (nr. P0433)
07 Question de Mme Sonja Becq à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile, sur "le statut des accueillants d'enfants" (n° P0433)
07.01 Sonja Becq (CD&V): Mevrouw de minister, vanmorgen werden wij wakker met heuglijk nieuws: het aantal geboorten in Vlaanderen stijgt. In 2010 zijn er blijkbaar 70 000 kinderen geboren. Wij moeten heel blij zijn dat daardoor een deel van de vergrijzing opgevangen wordt. Er is echter een keerzijde, want de druk op het onderwijs en de kinderopvang stijgt.
Kind en Gezin haalt aan dat er een stijgende vraag naar kinderopvangplaatsen komt. Ik weet dat dit een van uw bekommernissen is, mevrouw de minister. Enerzijds is er de opvang in de kinderdagverblijven. Anderzijds is er de opvang bij zelfstandige onthaalouders of bij onthaalouders in een dienst, waar nu een probleem rijst. Ondanks de stijgende vraag daalt immers het aantal onthaalouders.
Een van de redenen waarom het aantal daalt, is het gebrek aan een statuut voor onthaalouders. Ik weet dat dit een van uw bekommernissen is. Ik meen ook te weten dat er binnen de vorige regering een akkoord was om aan zo’n statuut te werken. Wij hebben een voorstel geformuleerd dat een variant was op het statuut inzake thuisarbeid.
Hebt u zich geëngageerd om aan dat statuut te werken?
Is er verder nog iets gebeurd rond het statuut van de onthaalouders? Wordt hieraan nog op de een of andere manier gewerkt of zult u een parlementair initiatief steunen om het statuut van de onthaalouders rechtvaardig te maken?
07.02 Minister Joëlle Milquet: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Becq, zoals u weet, ben ik sinds het begin van de legislatuur met deze problematiek bezig.
Wij hebben tientallen vergaderingen belegd en contacten gehad met de gewesten en de sector. In maart 2010 hebben wij een heel belangrijk akkoord bereikt over een volledig sociaal statuut.
Na dat akkoord is de regering gevallen, wat jammer genoeg de uitwerking van de werkzaamheden en van dit akkoord heeft geblokkeerd. Wij zijn nu in lopende zaken en dus zal ik hetzelfde voorstel en hetzelfde standpunt tijdens de toekomstige regeringsonderhandelingen verdedigen, maar vandaag zijn wij geblokkeerd.
U brengt evenwel een heel goed voorstel en het is een belangrijk punt voor de vorming van een regering.
07.03 Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik stel samen met u vast dat het feit dat de stekker eruit is getrokken ons nog niet veel heeft opgeleverd wat het statuut van de onthaalouders betreft, maar ik hoop dat wij ofwel via een volgende regering, en daar reken ik eigenlijk op, ofwel via een parlementair initiatief er op korte tijd in zullen slagen om tot een volwaardig statuut te komen.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Zuhal Demir aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid over "het stelsel van vervangende ondernemers en de recente budgetverhoging ten opzichte van de resultaten" (nr. P0434)
08 Question de Mme Zuhal Demir à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique sur "le système de remplacement des indépendants et l'augmentation récente du budget en comparaison des résultats" (n° P0434)
08.01 Zuhal Demir (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, u hebt eergisteren via een persbericht aangekondigd dat u een budget gaat uittrekken om het systeem van de vervangende ondernemers nog meer te promoten en in het daglicht te brengen. Het systeem van de vervangende ondernemers is een jaar geleden in werking getreden. Op 1 juli vieren wij de verjaardag van dat systeem.
Elke stimulans van de overheid voor het ondernemerschap kan ik uiteraard alleen toejuichen. Ik heb echter twee vragen in verband met uw persbericht. Ik las daarin dat een dertigtal kandidaat-vervangers zich blijkbaar heeft ingeschreven in het register. Volgens mij is dat heel weinig. Ik vraag mij echter af hoeveel zelfstandigen het voorbije jaar een beroep hebben gedaan op dit systeem.
U gaat een promotiecampagne lanceren. Ik veronderstel dat u een evaluatie hebt gemaakt van het systeem dat al een jaar bestaat en dat blijkbaar niet echt veel succes heeft gehad. Wat schort er aan het systeem?
08.02 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Demir heeft gelijk, in die zin dat de nieuwe positieve maatregel voor de zelfstandigen nog niet veel succes kent.
Wij hebben die nieuwe maatregel ingediend in juni 2010 na overleg met de zelfstandigenorganisaties. UCM, UNIZO, SNI of SDU waren samen van oordeel dat de nieuwe maatregel een positief antwoord biedt op sommige behoeften van de zelfstandigen.
Vóór het tot stand komen van die nieuwe maatregel, bestond in Vlaanderen via Markant het systeem van de vliegende ondernemers, dit echter zonder de juridische veiligheid van het nieuw systeem.
Veel zelfstandigen kennen het nieuw systeem nog niet, vandaar het opzetten van een promotiecampagne. Aan deze promotiecampagne is een budget gekoppeld van 70 000 euro, inclusief btw. De FOD Economie heeft in februari 2011 een overheidsopdracht uitgeschreven. Wij hebben slechts twee offertes gekregen, een van UNIZO en een van UCM. De promotiecampagne begint nu, een jaar na het indienen van de nieuwe maatregel.
Ik hoop door de promotiecampagne meer succes te hebben met de nieuwe maatregelen. Ik ben het evenwel met u eens dat wij na enkele maanden, maar ook na de promotiecampagne, een evaluatie moeten maken om de nieuwe maatregelen ofwel aan te passen, ofwel af te schaffen.
08.03 Zuhal Demir (N-VA): Mevrouw de minister, het is logischer, mochten wij eerst het product dat u wil promoten, evalueren. Het product bevat immers hiaten. Het is dan ook maar normaal dat wij eerst het product aanpassen.
Immers, volgens mijn gegevens, die ik een maand geleden in handen heb gekregen, hebben nul zelfstandigen een beroep op het systeem gedaan. Er schort dus wel degelijk iets aan het systeem. Ik zou dan ook veel liever zien dat u aan de zelfstandigen een goed product verkoopt en niet het huidige product, dat hiaten vertoont, maar waarvoor u wel geld wil uittrekken.
Het incident is gesloten.
- Mme Karine Lalieux au ministre du Climat et de l'Énergie sur "le rapport de la CREG" (n° P0435)
- M. Kristof Calvo au ministre du Climat et de l'Énergie sur "le rapport de la CREG" (n° P0436)
- M. Willem-Frederik Schiltz au ministre du Climat et de l'Énergie sur "le rapport de la CREG" (n° P0437)
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Klimaat en Energie over "de CREG-studie" (nr. P0435)
- de heer Kristof Calvo aan de minister van Klimaat en Energie over "de CREG-studie" (nr. P0436)
- de heer Willem-Frederik Schiltz aan de minister van Klimaat en Energie over "de CREG-studie" (nr. P0437)
09.01 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, ces derniers jours, la CREG a rendu deux rapports: un rapport qu'on a évoqué tout à l'heure sur le manque de capacité de production d'électricité pour la période 2011-2020 et un rapport sur l'évaluation de la rente nucléaire.
Dans le premier rapport, la CREG nous dit qu'on va rencontrer un manque de production d'électricité. Elle l'avait déjà dit, le groupe GEMIX l'avait dit, la commission Énergie 2030 l'avait dit aussi. Un problème se pose. On le savait mais on le répète encore.
Que prône la CREG? La prolongation des trois plus anciens réacteurs nucléaires. Cette solution me pose problème car on sait que si l'on prolonge les anciens réacteurs nucléaires, cela demanderait 800 millions d'investissement en moyenne. Or la CREG ne prône cette solution que pour un ou deux ans. J'aimerais donc avoir votre avis sur cette recommandation.
La CREG recommande aussi la prolongation des centrales thermiques.
La deuxième étude concerne l'évaluation, une de plus, de la rente nucléaire. Elle est aujourd'hui de 1,8 milliard. La CREG propose de saisir 1,3 milliard. Monsieur le ministre, que pensez-vous de cette analyse?
De voorzitter: Mijnheer Calvo, de heer Schiltz zegt dat u geen papier mag meenemen.
09.02 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik heb geen papieren bij mij, maar wel studies. Dat is een belangrijke nuance.
Mijnheer de minister, ik heb twee studies bij mij, een studie van 2007 en een studie van 2011. Ik wil u die alle twee overhandigen, maar dat hoeft niet. U mag er eentje kiezen, want de inhoud is dezelfde. De aanbevelingen van 2007 van onze energieregulator zijn dezelfde als die van afgelopen week, vier jaar later. Ik citeer de CREG: “Onze aanbevelingen zijn de afgelopen jaren in de wind geslagen.” Ik begrijp dat mevrouw Lalieux vandaag die vraag aan u stelt, al dan niet getelefoneerd, want u was in de afgelopen jaren verantwoordelijk voor het energiebeleid in ons land.
Mijnheer de minister, ik heb een aantal opmerkingen en vragen bij die studie. Wij zullen die kunnen bekijken in de commissie voor het Bedrijfsleven. Ik ben het alvast eens met een aantal fundamentele analyses die in die studie wordt gemaakt. Ten eerste, er is onduidelijkheid. Ten tweede, wij jagen investeerders bijna letterlijk richting het buitenland. Ten derde, een eerste fase van de kernuitstap op relatief korte termijn is haalbaar en betaalbaar.
Mijnheer de minister, er zijn veel mogelijkheden om het probleem van de productiecapaciteit op korte termijn aan te pakken. Ik zou er voor u vandaag eentje willen uitlichten, namelijk de openbare aanbestedingen. U hebt sinds 2005 de mogelijkheid om een openbare aanbesteding te lanceren voor een bijkomende centrale. Die mogelijkheid hebt u tot nu toe niet gebruikt, hoewel de aanbeveling in de studie niet nieuw is.
De studie is voor mij een alarmkreet, een oproep tot actie. Ik ga ervan uit dat mijn vragen bijna overbodig zijn en dat u vandaag aan ons zult vertellen wat u op korte termijn van plan bent. Toch heb ik twee vragen. Ten eerste, wat is uw reactie en vooral wat is uw actie na de zoveelste studie van onze energieregulator?
Ten tweede, bent u bereid om nog vóór de zomer, via een koninklijk besluit, zoals dat sinds 2005 kan, een openbare aanbesteding voor nieuwe productiecapaciteit in ons land te lanceren? Ik verwacht een duidelijk antwoord op die vraag.
09.03 Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer Calvo, ik denk dat de minister op de hoogte is van de studies, want die worden hem per drager en aangetekend bezorgd, zoals aan ons allen.
Mijnheer de minister, inderdaad, we stellen flagrant vast dat twee studies tot dezelfde conclusies komen, maar er ligt wel vier jaar tussen beide studies.
Hoewel ondertussen al heel wat koelwater door de torens van Doel is gevloeid, zijn de stresstests er toch. Naar aanleiding van de stresstests en de ramp in Fukushima heb ik u ook gevraagd om niet alleen daarop te focussen, maar om een breder debat over de energiemix aan te vatten en over de vraag wat te doen indien er een centrale moet sluiten. Met andere woorden, welke zijn de scenario’s die de energiebevoorrading in ons land zullen verzekeren, met inbegrip van eventuele aankopen uit het buitenland? Nu Duitsland zowat 20 % van zijn capaciteit dichtgooit, moeten we ook aan ons eigen land beginnen te denken.
We hebben weinig tijd; het is eigenlijk al vijf na twaalf. En inderdaad, artikel 5 van de elektriciteitswet staat u toe om offerteaanvragen in te dienen wanneer de bevoorradingszekerheid in het gedrang komt. Dus, niet alleen kunnen we de levensduur van de kerncentrales nog een beetje verlengen, indien veilig, maar ook kunt u een offerte aanvragen.
Mijnheer de minister, in extremis, na drie jaar van toch wat sukkelend beleid, wat kunt u nu doen om, liefst samen met het Parlement, de bevoorradingszekerheidspolitiek voor de komende jaren uit te stippelen?
09.04 Minister Paul Magnette: Mevrouw Lalieux, mijnheer Calvo, mijnheer Schiltz, ik heb die twee studies van de CREG ontvangen en uiteraard heel aandachtig gelezen.
En ce qui concerne la rente, madame Lalieux, j'ai tout d'abord posé trois questions à la CREG à la suite de cette étude.
1. Comment garantir qu'une taxe, quel qu'en soit le montant, ne soit pas répercutée sur le consommateur?
Cela n'a pas beaucoup de sens de maintenir des prix élevés, d'avoir une taxe élevée et que ce soit in fine les consommateurs qui la paient.
2. Comment garantir que ce procédé maintienne une attractivité des investissements en Belgique?
3. Comment garantir que ce procédé assure une concurrence sur le marché belge?
E.ON, d'un côté, et SPE-EDF, de l'autre, sont détenteurs de capacités de production nucléaire. Si l'on suit la piste de la CREG, chacun serait taxé de la même manière, alors que le coût du nucléaire pour E.ON et pour SPE-EDF est bien plus élevé que pour Electrabel et que, d'une certaine manière, la piste de la CREG favoriserait Electrabel.
Il importe donc d'apporter un correctif en la matière.
J'attends une réponse à ces trois questions de la part de la CREG, comme les parlementaires aussi attendent un avis sur les propositions qu'ils ont, eux-mêmes, formulées. Nous devrions avoir tous ces renseignements, je l'espère, au début du mois d'août. Nous pourrons, dès lors, réexaminer le dossier à la lumière de toutes les informations utiles.
Wat de bevoorradingszekerheid en onze productiecapaciteit betreft, staat er niets nieuws in de studie van de CREG. Wij wisten dat er in België een tekort was. Wij weten dat wij jaarlijks ongeveer 10 % moeten importeren. In 2008 had ik al een GEMIX-groep van experts opgericht om de bevoorradingszekerheid van elektriciteit in België te bestuderen en aanbevelingen te maken. Die adviseerde, ten eerste, om de drie oudste kerncentrales langer in stand te houden, ten tweede, om onze consumptie met minstens 50 % te verminderen en, ten derde, om meer hernieuwbare energie te produceren. Volgens de Europese doelstellingen moeten wij in België 13 % halen. Ik heb die aanbevelingen gevolgd.
Les propositions de la CREG, je les trouve franchement très surprenantes.
De heer Calvo kiest uit de CREG-studie uiteraard enkel de elementen die hij interessant vindt. Over de andere elementen zegt hij niets.
Comme vous l'avez fait remarquer, madame Lalieux, selon la CREG, on pourrait compter sur de nouvelles centrales au charbon, prolonger certaines centrales thermiques qui produiraient plus de SOx et de NOx, après avoir demandé des dérogations à la Commission européenne, et prolonger la production des centrales nucléaires d'un an ou deux.
Pour être franc, c'est, selon moi, le pire du pire des scénarios en matière de sécurité d'approvisionnement et de vision d'avenir. Prolonger de vieilles centrales et demander des dérogations européennes, d'une part, et dire d'autre part qu'on prolonge des centrales nucléaires durant un an ou deux pour ensuite arriver à la conclusion qu'une nouvelle prolongation est encore nécessaire constitue la pire des solutions.
De deux choses l'une: soit, on considère que l'on doit prolonger certaines unités nucléaires en procédant au préalable à tous les tests de sécurité les plus stricts et en consentant, ensuite, des investissements structurels; soit, on considère qu'il faut se passer du nucléaire et on importe un peu plus pendant un ou deux ans, plutôt que de faire tourner de vieilles centrales nucléaires pendant un an ou deux qui deviendront vite, puisqu'on est en Belgique, deux ou trois, quatre ou cinq, six ou sept années.
Peut-on utiliser un appel d'offres? Oui, évidemment! C'est d'ailleurs ce que j'avais prévu avant la chute du gouvernement.
Sur base de l'étude GEMIX, nous avions recommandé la prolongation des trois plus anciennes centrales pour dix ans et le lancement d'un appel d'offres pour lancer les nouvelles capacités de production, en particulier en gaz puisqu'il semble que les centrales au charbon ne fassent pas l'objet d'un large consensus.
Mais, entre temps, le gouvernement est tombé et Fukushima est passé par-là. Cela a changé la donne: le plan du gouvernement n'existe plus puisque ce dernier est tombé. Par ailleurs, après l'accident de Fukushima, nous avons décidé de procéder à des stress tests et de reprendre le débat à l'issu de ces derniers. Les résultats de ces stress tests seront transmis à l'automne ainsi que le résultat de l'étude GEMIX actualisé pour les données 2011. Sur cette base, nous pourrons alors mener un débat serein sur notre mix énergétique à long terme et non envisager des solutions de bricolage comme celles que propose la CREG.
09.05 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse très complète. J'imagine que nous organiserons encore des débats en commission.
Voilà qui montre que ce parlement doit entendre le régulateur, mais doit aussi se montrer critique à son égard, tout comme il doit rester critique en toute chose, sans jamais choisir systématiquement les éléments qui arrangent les positions de l'un ou l'autre groupe. Le régulateur aussi choisit parfois des positionnements qui ne plaisent pas idéologiquement à d'autres.
Gardons cet esprit critique: il est rare de l'observer en commission quand il s'agit du régulateur.
09.06 Kristof Calvo (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister, uw antwoord stelt mij teleur. Wij hebben een heel concrete suggestie gedaan. Alles is in het Parlement en in uw regering mogelijk, behalve nu een openbare aanbesteding via een koninklijk besluit om de energiebevoorrading in de toekomst te verzekeren. Alles is mogelijk, maar dat niet; u laat het probleem verder aanslepen. Dat betreur ik.
Mijnheer de minister, ik schat de kans dat u in staat bent om op korte termijn een degelijke energiepolitiek te voeren, op vijf tot tien procent, niet meer. Het is nodig dat het Parlement op korte termijn het dossier naar zich toe trekt en dat er een energieactieplan komt, naar Duits voorbeeld. Op dit moment stemmen liberalen, socialisten, groenen en christendemocraten in de Duitse Bundestag over een wet op de kernuitstap. Nationalisten zijn er al een tijdje niet meer in Duitsland, maar de andere fracties kiezen samen voor een toekomstgericht energiebeleid: geen steenkoolcentrales langer openhouden, niet de levensduur van oude kerncentrales verlengen, wel investeren in hernieuwbare energie en energiebesparing. Laten we wat dat betreft het Duitse model volgen.
09.07 Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de minister van Energie, ik doe mijn spreekwoordelijke hoed af: ik vind dat u hier een prachtig antwoord hebt gegeven! U hebt zeer vakkundig de groene ballon doorprikt. U hebt op meesterlijke wijze nog meer geantwoord dan de vraag van mevrouw Lalieux ingaf, een prachtig staaltje van een getelefoneerde vraag. Ik gun ze u volledig, mochten we hier na drie jaar sukkelend beleid niet in lopende zaken zijn, terwijl u hier precies als de jeune premier staat met een geweldig inzicht hoe alle evenwichten in ogenschouw moeten worden genomen. Dat is natuurlijk een probleem.
Ik ben wel zeer blij dat we vanaf nu hopelijk op het spoor van de ratio verder kunnen gaan. Dan moet mij toch nog een klein puntje van het hart. Mevrouw Lalieux, aanvallen op de regulator, ik wil allemaal wel, maar dat soort van kleine, venijnige addertjes onder het gras hoeft voor mij niet. Een rationeel debat, to the point, geen taboes over welke energievorm ook, daar heb ik al eens naar gevraagd. Ik heb aan de voorzitter zelfs een verzoek gericht om met een bijzondere werkgroep Energiebeleid te starten, maar daaraan werd helaas geen gevolg gegeven. Collega’s aller banken, verenig u! Vóór het reces zal wat kort zijn, maar na het reces zag ik liefst de daad bij het woord.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Laurent Louis à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale, sur "l'interdiction générale de fumer dans les cafés" (n° P0431)
10 Vraag van de heer Laurent Louis aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, over "het algemeen rookverbod in cafés" (nr. P0431)
10.01 Laurent Louis (indép.): Monsieur le président, madame la ministre, demain, nous serons le 1er juillet. Ce sera l'ouverture officielle de la chasse aux fumeurs en Belgique. C'est évidemment demain qu'entrera en vigueur l'interdiction totale de fumer dans les cafés dans notre pays. S'il n'est pas dans mon intention de défendre le tabac – on le sait, fumer tue et est mauvais pour la santé –, la décision de la Cour constitutionnelle aura des conséquences catastrophiques en termes d'emplois. Des indépendants, des ouvriers courageux seront véritablement sacrifiés sur l'autel de l'hypocrisie politique!
Madame la ministre, les cafetiers sont dans l'impossibilité tant matérielle que financière de se mettre en conformité avec cette interdiction et cette décision. Malgré cela, vous avez décidé, avec l'ensemble du monde politique, à quelques exceptions près, de mener une politique de contrôles répressifs d'envergure en la matière. En réaction à cette décision purement politique, la Fédération des cafetiers (FedCaf) a envoyé un appel à tous les cafetiers de Belgique afin de résister à ces contrôles.
Leur défense est assez intéressante. L'arrêt de la Cour constitutionnelle considérait comme discriminatoire le fait de permettre aux cafés de rester fumeurs jusqu'en 2014, alors que le reste du secteur horeca est soumis à l'interdiction de fumer. Dans ce cas-ci, la décision est à nouveau discriminatoire. Il y a une discrimination entre les cafés riches et les cafés pauvres, entre les petits cafés et les grands cafés. Les cafés qui ont suffisamment de moyens financiers que pour investir dans un fumoir ou qui ont suffisamment de place pourront continuer à accueillir leur clientèle de fumeurs, alors que les petits cafés ou ceux qui n'ont pas de moyens financiers pour investir dans un fumoir ne pourront pas le faire. Il y a donc une nouvelle discrimination, surtout que les banques ne suivent pas dans l'octroi des crédits.
Mes questions sont simples, madame la ministre. Vu cette nouvelle discrimination, le peu d'informations donné aux cafetiers et le manque de temps, comptez-vous toujours mener cette politique de sanctions? Quid également du plan de relance dont on a beaucoup parlé mais dont on ne voit rien venir? Qu'avez-vous à répondre à ceux qui accusent le Parti Socialiste de condamner à mort les petits cafés populaires?
10.02 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, chers collègues, je ne comprends pas bien! Si ce n'est pour venir faire un show à cette tribune, monsieur Louis, vous intervenez comme les cavaliers d'Offenbach! On en a discuté déjà mille fois; il y a eu des questions, des demandes d'explication et un long débat en commission de la Santé publique. Quel est ce show-là?
Nous sommes en train de répondre à un arrêt de la Cour constitutionnelle. Avec les services, nous faisons du mieux que nous pouvons, en collaboration la plus grande possible avec les cafetiers. Nous avons mené une campagne de communication intensive. Le site web de la Santé publique s'est ouvert. Le call center s'est spécialisé dans la réponse aux questions qui se posent sur le terrain. Pour répondre concrètement au début de la mise en œuvre de cette nouvelle mesure à partir du 1er juillet prochain, nous avons décidé de mener un travail intensif d'information pendant deux mois; il n'y aura pas directement des sanctions mais des procès-verbaux d'information-avertissement.
Par conséquent, tout un travail est effectué pour que cela se passe le mieux possible.
Pour le reste, je regrette que vous ne parliez que d'un aspect des choses, et non de tous les aspects. En matière de santé publique, retenez ces chiffres, 60 000 nouveaux cancers par an et le tiers de ces cancers sont dus à la cigarette. Merci dès lors d'aussi vouloir protéger nos populations contre ce fléau!
(Applaudissements)
10.03 Laurent Louis (indép.): Monsieur le président, je félicite Mme la ministre de se préoccuper autant de la santé publique mais elle ferait bien également de se préoccuper de l'augmentation du nombre des chômeurs. Je sais que le Parti Socialiste ne s'en préoccupe pas et ne demande peut-être pas mieux!
Le nombre de chômeurs va augmenter parmi les indépendants que sont les cafetiers car cette loi est totalement liberticide en matière de liberté de commerce et de liberté d'entreprendre.
Vous vous cachez en permanence derrière une décision que vous dites être une décision de justice alors que vous savez très bien que c'est encore le parlement qui fait les lois et que s'il y avait une volonté politique de ne pas mener ces contrôles, vous ne les mèneriez pas. Or, vous n'écoutez pas le secteur. Vous ne recevez même pas les gens de la FedCaf pour leur parler directement, vous déléguez un responsable de votre cabinet. Ne vous étonnez pas après s'il y a une catastrophe en termes d'emploi!
L'incident est clos.
- de heer Tanguy Veys aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "de chaos op het spoor en de werking van de NMBS" (nr. P0438)
- de heer David Geerts aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "de chaos op het spoor en de werking van de NMBS" (nr. P0439)
- de heer Jean Marie Dedecker aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "de chaos op het spoor en de werking van de NMBS" (nr. P0440)
- M. Tanguy Veys à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "le chaos sur le rail et le fonctionnement de la SNCB" (n° P0438)
- M. David Geerts à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "le chaos sur le rail et le fonctionnement de la SNCB" (n° P0439)
- M. Jean Marie Dedecker à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "le chaos sur le rail et le fonctionnement de la SNCB" (n° P0440)
11.01 Maggie De Block (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, dinsdag heeft de commissie gedurende meer dan drie uur een gedachtewisseling gehouden over de chaos op het spoor en bij de NMBS. De feiten vonden maandagavond plaats. Dinsdagvoormiddag zijn de leden gewaarschuwd dat er een gedachtewisseling zou zijn. Mevrouw de minister ging meteen akkoord om de agenda aan te passen.
Bij de aanvang van de discussie heb ik
gezegd dat ik ervan uitging dat de actualiteit van de vragen tegen donderdag
verlopen zou zijn. Alleen de heer Veys had al een vraag ingediend voor de
plenaire vergadering. Hij ging ermee akkoord dat men de vragen hier in twee
minuten afhandelt. Ik sta er dus op dat u op de spreektijd let. Wij hebben een
gedachtewisseling van drie uur gehad. Wat is er nog actueel aan het
vragenuurtje, als het dient om alle vragen uit de commissie te herdoen?
Le président: Madame, je tiens simplement à faire remarquer ceci, car le président de votre groupe n'a peut-être pas eu le temps de vous répercuter la discussion que nous avons eue en Conférence des présidents. Je m'attendais à ce que des questions d'actualité soient posées aujourd'hui, alors qu'un débat a eu lieu hier ou avant-hier.
J'ai donc interrogé les chefs de groupe pour savoir ce qu'il se passerait si des questions étaient posées cet après-midi. Tous ont convenu que, s'il était certes impossible d'interdire les questions, il était tout à fait loisible à la ministre de se référer aux réponses données pendant le débat. Et c'est ce que je lui suggère de faire.
Vous étiez là, monsieur Annemans!
11.02 Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de voorzitter, wat u zegt, is correct. Ik heb u echter ook meegegeven wat wij zullen doen. De dag na de vergadering in de commissie is er tussen Antwerpen en Brussel immers een trein blijven stilstaan.
De voorzitter: Dat is misschien een nieuw element.
11.03 Gerolf Annemans (VB): Elke dag duiken er nieuwe elementen op. Wanneer de heer Veys vandaag een structureel debat over de structurele toekomst van de NMBS wil, heeft hij daar recht op.
Mijnheer de voorzitter, als mevrouw Vervotte meent zich er vandaag met een antwoord zoals u haar dat aanraadt, vanaf te kunnen maken, zal de publieke opinie ook kunnen zien dat zij er zich op een dergelijke manier vanaf maakt. Zij zal denkelijk niet zo dom zijn om dat te doen.
Le président: Je suppose la ministre suffisamment éclairée pour donner une réponse juste, la plus complète possible, sans répéter le débat d'hier en commission afin de faire gagner du temps à tout le monde.
11.04 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, ik wil graag het woord nemen in antwoord op hetgeen mevrouw De Block zei, net zoals de heer Annemans. Ik ben fractievoorzitter van LDD.
Mijnheer de voorzitter, waarom zeg ik dit?
Ten eerste, het is voor mij heel moeilijk om medefractieleden af te vaardigen naar alle commissies om naar de ministers te luisteren.
Ten tweede, ik vind het eigenaardig om collega’s te moeten horen over de beoordeling van de vragen. Als men vragen indient, kunnen ze ’s ochtends geweigerd worden. U hebt het volste recht om dat te doen.
Ten derde, als ik de lijst hier vandaag bekijk, onder andere van de partij van mevrouw De Block, hoeveel is hier reeds gepraat geweest over de CREG? Vandaag staan de kranten vol over het terugtrekken van de troepen uit Afghanistan. Die vragen mogen wel gesteld worden. Waarom mag dit dan niet over de NMBS, over de catastrofale toestand die vandaag de helft van de kranten vult?
Ik vind dat een totaal subjectief oordeel van een collega en ik neem dat niet.
11.05 Tanguy Veys (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, terwijl de NMBS op dit moment tot 2023, mijnheer De Croo, het puin aan het ruimen is dat uw voorgangers hebben gemaakt op het vlak van spoorwegveiligheid, doet de NMBS er zelf alles aan opdat er morgen niemand meer voor de trein zal kiezen. Overvolle treinen, afgeschafte treinen, ingekorte treinen, defecte treinen, treinen zonder elektriciteit, treinen zonder airconditioning, treinen waarvan de ramen niet open kunnen, onveilige treinen: mevrouw de minister, ik kan u een lange reeks bezorgen van allerlei treinen die telkens opnieuw het falen van uw NMBS bewijzen.
Daar komen dan nog eens de seizoenen bij. In de winter zijn er de bevroren wissels en bevroren bovenleidingen. In de zomer zijn er de hitte en de onweders. In de lente zijn er spoorbranden. En in de herfst liggen er bladeren op de rails.
Hetgeen wij deze week gezien hebben, was als het ware de apocalyps van dit alles. Alles wat kon fout lopen, is fout gelopen.
U hebt in de commissie in eerste instantie een beetje de vlucht vooruit genomen. U hebt gezegd dat u tot de vaststelling komt dat er wel iets schort aan de communicatie, dat de communicatie beter moet en dat de formule van die drie entiteiten misschien niet zo goed is. U kwam ook met een oplossing voor de pinnen. U zei dat u een nota zou schrijven aan Elio Di Rupo en dat als Elio Di Rupo het niet doet, desnoods het Parlement het moet doen.
Mevrouw de minister, ik heb daar drie bedenkingen bij en de feiten achteraf geven mij ook gelijk. Ten eerste, hetgeen u toen wist, waarom wist u dat niet bij uw aantreden? Die opdeling in drie delen bestaat reeds sinds 2005. Nu ineens is dat de magische oplossing.
Ten tweede, u wil naar Elio Di Rupo stappen. Mevrouw de minister, het gaat niet om die splitsing en die entiteiten. Het gaat erom dat elk onderdeel zijn verantwoordelijkheid moet nemen. Zal Elio Di Rupo dit oplossen? Daar vrees ik voor. Steek dit dossier niet in het zwarte gat van Elio Di Rupo. We hebben er Brussel-Halle-Vilvoorde al ingestoken. Ik hoop dat ook het NMBS-dossier niet in een zwart gat zal verdwijnen.
U zegt dat het Parlement zijn verantwoordelijkheid moet nemen, maar wij hebben geen enkele garantie dat dit zal gebeuren. Daarom moet u nu handelen, alstublieft, en niet overzomeren, want dan weten we waar we aan toe zijn.
11.06 David Geerts (sp.a): Het klopt dat wij de mogelijkheid hadden om het debat te voeren, maar op dat moment had de minister nog een aantal voorwaardelijke gegevens. Ik wil vandaag nakijken of daarover meer duidelijkheid is. Dat kan deels aan uw opmerkingen tegemoetkomen.
Mevrouw de minister, dinsdagochtend, bij het horen van het interview op de ochtendradio, was ik verbijsterd over het gebrek aan inlevingsvermogen van de top van de NMBS. Toen ik ’s avonds de duidingsmagazines en journaals bekeek, was ik niet alleen verbijsterd maar ook beschaamd. Het was totaal ongehoord. Het verbaast mij sterk dat een dergelijk bedrijf geen crisismanagement heeft.
Mevrouw de minister, hebt u vandaag al duidelijkheid gekregen van de NMBS wanneer de hulpdiensten effectief verwittigd waren?
Hoe komt het dat men niet in staat was om de burgermeester van Gent informatie te geven over wanneer treinen effectief aankomen en welke mensen er inzitten?
Minister De Crem heeft hier vorige week een hoofdrol gespeeld in het programma van Het Liegebeest. Hoe komt het dat men in lopende zaken wel kan beslissen om in Afghanistan te blijven, maar niet om treinen te laten rijden?
11.07 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, reizen is in feite altijd een beetje avontuur, maar als ik het reizen met de trein bekijk, dan zou ik dat een calvarietocht durven noemen. Als men ’s morgens naar het werk gaat, weet men niet wanneer men ’s avonds thuiskomt. Wat is er deze week ook nog gebleken? Men heeft een overlevingspakket nodig als men ’s avonds nog op weg wil.
Als men NMBS-Logistics bekijkt, raakt men bijna verder met een stootkar dan met de trein. Als men geluk heeft dat de leidingen er nog hangen – als het koper niet is gestolen en er niets mis is met de bovenleiding –, is er waarschijnlijk wel iets met de onderleiding. Ik wil er in feite toe komen dat er iets scheelt aan de leiding.
Mevrouw de minister, ik heb hier op 19 mei gestaan. Wij zijn zowat anderhalve maand later en wij mogen dezelfde vragen stellen, want er is helemaal niets veranderd. Wij merken nog altijd dat er drie ruziemakende kemphanen zijn, drie CEO’s die niet met mekaar praten, niet willen dat de trein vooruitgaat en liever in mekaars wielen rijden. Er zit een bende apparatsjiks in de raad van bestuur. Er is meer dan drie miljard euro aan schulden. De belastingbetaler geeft jaarlijks meer dan drie miljard euro. En wat gebeurt er? Niets!
Maandagavond was er een catastrofe. In iedere normale democratie zou er een of andere kop rollen. Mevrouw de minister, zou u niet eens de verantwoordelijke willen aanduiden? U moet niet ver zoeken. Uiteraard speelt het partijevenwicht een grote rol. Ik vraag u heel duidelijk: wanneer zult u die augiasstal uitmesten? Wanneer zult u een crisismanager aanstellen om eindelijk iets te doen aan de chaos die heerst bij de spoorwegen?
11.08 Minister Inge Vervotte: Mijnheer de voorzitter, collega’s, eergisteren heb ik in de bevoegde Kamercommissie een zeer uitgebreide uiteenzetting gegeven gedurende een aantal uren. Omdat de tijd hier beperkt is, zal ik jammer genoeg niet kunnen ingaan op alle feiten, wat nochtans wel helpt om een correct beeld van een situatie te krijgen. Wie dat wenst, kan dat gerust nalezen in het verslag.
Ik wil in eerste instantie de mensen op het terrein expliciet bedanken. Ze hebben in extreem moeilijke omstandigheden, los van de entiteiten en van het t-shirt dat zij dragen van Infrabel, de Holding of de NMBS, het beste van zichzelf gegeven.
De NMBS heeft wel degelijk noodplannen. Dat zeg ik, omdat ik nu zelfs hoor beweren dat de NMBS die niet zou hebben. Die noodplannen zijn er wel degelijk om een antwoord te kunnen bieden op incidenten.
Bij het beluisteren van de gestrande reizigers en de beelden die we gezien hebben, rijzen twee vragen, enerzijds of die plannen bij het incident van maandag correct zijn toegepast en, anderzijds, of ze volstaan.
Er komt een analyse van de incidenten. Elk incident wordt onderzocht. Op vraag van de commissie die dinsdag vergaderd heeft, zal er ook een onafhankelijk onderzoek gevoerd worden. Ik vind het heel belangrijk dat de ervaringen van het personeel en van de gestrande reizigers ook in die analyses meegenomen zullen worden.
Er is maandag heel hard gewerkt, met prioriteit voor veiligheid en het opnieuw operationeel maken van het net, en ook om de mensen zo snel mogelijk op hun bestemming te krijgen.
Ik heb echter sterk de indruk dat bij de Groep, als er zich problemen voordoen, alles wordt ingezet om direct te zoeken naar oplossingen voor de problemen. Dat is natuurlijk ook evident. Het is hetzelfde als bij een spoedafdeling: er wordt eerst geopereerd, zonder vooraf een hele uitleg te geven. Dat kan echter niet meer in de tijden van vandaag. Men wenst in een modern communicatiebeleid vanaf het eerste moment geïnformeerd te worden.
Ik heb dan ook duidelijk de opdracht gegeven aan de NMBS om het communicatiebeleid in crisissen bij te sturen, want vandaag wordt er te defensief gecommuniceerd. Er moet ook meer worden ingezet op het gebruik van moderne communicatiemiddelen, want vandaag blijft het te veel beperkt tot schermen en tot een aantal stands die gebracht worden in de stations en naar de mensen zelf. De mensen hebben tegenwoordig echter allemaal een BlackBerry, een iPod en dergelijke meer, en zij wensen daarvan ook gebruik te maken.
Uiteraard moet alles eraan gedaan worden om problemen te voorkomen, maar problemen kunnen altijd opduiken. Het is dan essentieel dat de mensen op een correcte en vlotte manier geïnformeerd en opgevangen worden. Dat is maandag inderdaad onvoldoende gebeurd.
We moeten ons wel afvragen hoe het komt dat een leidingbreuk zo’n grote impact heeft op het treinverkeer. Ter zake wil ik opnieuw verwijzen naar onafhankelijke, externe experts die duidelijk hebben geconcludeerd dat het net verzadigd is. Zeker tijdens de spits kan er op bepaalde plaatsen gewoon geen trein meer bij.
Er worden veel analyses gemaakt, maar de basisoorzaak is dat het systeem vandaag zeer fragiel is. We hebben geen reserves.
Bij de minste hapering heeft dit grote gevolgen voor heel wat andere treinen op het net, wat maakt dat er heel snel rekening moet worden gehouden met het multiplicatoreffect. Enkele incidenten versterken elkaar in die mate dat de problemen escaleren en overal voelbaar worden.
Ik vraag aan de NMBS-Groep om te onderzoeken of in de noodplannen en de procedures voldoende rekening wordt gehouden met dit multiplicatoreffect, omdat wij rekening moeten houden met de situatie zoals die is, hoe jammer dat ook is. Ik had het ook liever anders gezien en ik zal ook zeggen wat ik verder wil doen met betrekking tot de fragiliteit van ons net.
De afgelopen jaren werd er zwaar geïnvesteerd. Wij hebben onze kop wat dat betreft niet in het zand gestoken. Sinds 2008 werd er voor ongeveer 6 miljard euro geïnvesteerd en ik hoop dat wij de vruchten van die investeringen binnenkort kunnen plukken.
Wat de bovenleidingen betreft, ook daarover werd in de pers en elders gezegd dat de problemen te wijten zouden zijn aan een gebrek aan onderhoud. Ook daar zijn de investeringen in de vernieuwing van de bovenleidingen de voorbije jaren verdrievoudigd, met als gevolg dat het aantal incidenten met bovenleidingen systematisch daalt, ook al lijkt de perceptie anders. Het is essentieel dat men dit blijft verderzetten in de toekomst.
Ik wil nog even iets zeggen over de lopende zaken, want dat stoort mij toch enorm. Er wordt verwezen naar Libië. U weet heel goed wat de definitie van lopende zaken is, wat kan en wat niet. U weet dat de beslissing over Libië is genomen omdat het hier gaat om een internationale beslissing, een internationale consensus waarbij onze internationale engagementen en onze geloofwaardigheid helemaal zouden mank lopen indien wij daaromtrent geen beslissing zouden nemen.
Er wordt ook regelmatig verwezen naar de benoemingen. Ik ken het dossier inzake de benoeming van de Nationale Bank heel goed. Er wordt niet benoemd door deze regering. Ik kan bij wijze van spreken ook de drie CEO's van de NMBS niet benoemen.
De regel die wij daar hanteren, is dat er een juridische mogelijkheid moet zijn, ofwel ad interim, ofwel een verlenging van mandaten. Voor de Nationale Bank was dit niet mogelijk, omdat de gouverneur geen verlenging meer kon krijgen vanwege de leeftijdsgrens en omdat een benoeming ad interim juridisch niet werd aanvaard door Europa.
Wij werken niet met twee maten en twee gewichten. Het is eenzelfde procedure, eenzelfde regel die wij hanteren over heel de lijn. Laten wij daarover duidelijk zijn.
Wat de politieke besluitvorming van de structuur betreft, ook daarmee heb ik niet gewacht. Vanaf dag 1 dat ik minister ben geworden, heb ik ter zake een audit laten uitvoeren, waarvan er een rapport is.
Ik ben van 2008 tot 2009 minister geweest en ben in 2010, toen het ongeval in Buizingen is gebeurd, opnieuw minister geworden. Een aantal maanden daarna is de regering gevallen.
De plannen waarvan sprake heb ik inderdaad gemaakt. Echter, in een verkiezingsperiode en in lopende zaken is het natuurlijk niet evident om een structuur te wijzigen. Ik kon in april 2010 ook niet voorspellen dat wij ons een jaar later nog steeds in lopende zaken zouden bevinden.
Dat is de reden waarom ik nu een heel concreet voorstel heb uitgewerkt. Het voorstel is er. Ik heb het uitgewerkt en aan de formateur bezorgd. Ik heb echter in de commissie ook aangekondigd dat, indien wij ons nog langer in lopende zaken blijven bevinden, ik zelf initiatieven zal nemen.
De reden waarom ik aldus handel, is omdat ik respect heb voor de opdracht van een formateur. Nu hij over een aantal dagen zijn nota zal neerleggen, zou het onverantwoord en politiek niet correct zijn om te doen alsof er geen formateur is.
Echter, indien wij zouden moeten vaststellen dat de regeringsvorming blijft aanslepen – de opdracht van de formateur wordt succesvol of niet succesvol –, zal ik geen maanden meer wachten. Niettemin moeten wij de politieke correctheid hebben, om, wanneer een formateur over een aantal dagen met een formateursnota naar buiten komt, toe te geven dat hij recht op mijn voorstel ter zake heeft. Mijn voorstel moet ook liefst in zijn nota worden geïntegreerd.
Indien zulks niet het geval is, zal ik niet nalaten om, in samenspraak met het Parlement, mijn verantwoordelijkheid te nemen. Desgevallend zal ik immers het mandaat van het Parlement moeten krijgen, waarin wordt vastgelegd op welke manier wij een en ander in lopende zaken kunnen aanpakken. Ik zal mijn voorstel dus hoogstwaarschijnlijk via het Parlement moeten doorvoeren.
In elk geval zijn alle voorbereidingen getroffen. De betrokkenen zullen dus niet van een leeg blad vertrekken.
Le président:
Heureusement que l'on a déjà eu une discussion hier. Dat is de waarheid.
11.09 Tanguy Veys (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Het is cynisch te moeten vaststellen dat u nu verklaart dat het net verzadigd is en niet meer capaciteit aankan. Nochtans hebben uw regering en de vorige regeringen er alles aan gedaan om, juist door pestmaatregelen tegenover de autobestuurders en door allerlei fiscale maatregelen, mensen aan te zetten zoveel mogelijk de trein te nemen. Nu moet u tot de vaststelling komen dat de NMBS de stroom aan passagiers niet aankan.
Mevrouw de minister, de treinen zitten vol. Ook de maat is vol. De maat is vol, zowel voor de treinreizigers en het treinpersoneel als voor de politici. Ik verwijs zelfs naar een aantal burgemeesters, naar de gouverneur, naar de hulpdiensten en naar de politiediensten, die aan de klaagmuur staan omwille van het non-beleid en de non-communicatie bij de NMBS.
Ik stel voor dat u niet op de fameuze nota van Elio Di Rupo wacht, maar dat u nu uw verantwoordelijkheid neemt. Wij kunnen er allen baat bij hebben en kunnen aldus de trein opnieuw op de rails zetten.
11.10 David Geerts (sp.a): Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord. Ik wil net als u hulde brengen aan de mensen op het terrein, die hard gewerkt hebben. Het probleem is dat die eerstelijnsmedewerkers zelf niet geïnformeerd waren en de reizigers niet konden informeren. Er stonden zelfs reizigers als een kudde in de wei.
Mijn vraag over de hulpdiensten zal ik in de commissie stellen. Wat de lopende zaken betreft, heb ik vastgesteld dat op 16 juni de CD&V-trojka beslissingen heeft genomen over Afghanistan, die hier een week later ontkend werden. Als u naar het Parlement wil komen met een concreet plan, zal het Parlement uw partner zijn.
11.11 Jean Marie Dedecker (LDD): Mevrouw, ik heb het altijd moeilijk met ministers die zich verstoppen achter Europa. De problemen zijn niet van vandaag en de problemen hebben niets te maken met Europa. Het mag voor de reiziger bijvoorbeeld geen verschil maken dat de spoorwegmaatschappij opgesplitst is in Infrabel, NMBS en NMBS-Holding.
Ik hoor u zeggen dat er geen reserves zijn, noch inzake de infrastructuur, noch wat het geld betreft. In 2005 is 7,4 miljard aan schulden overgenomen. De spoorwegmaatschappij is kunnen vertrekken met een schone lei. Zij kreeg nieuwe middelen voor meer dan 3 miljard euro per jaar. Kom dus vandaag niet klagen over de middelen.
Ik hoor u ook spreken over externe experts. Ik weet dat bij de NMBS de externe consultants over elkaar struikelen. Zoveel consultants hebben, is absoluut niet noodzakelijk.
Er heerst ook een benoemingsziekte, mevrouw. Er wordt mee geschermd dat u niemand kunt ontslaan en dat u niemand kunt benoemen. Mevrouw, benoem een crisismanager! De spoorwegmaatschappij zit vol apparatsjiks. Dat is een ziekte bij de NMBS die niet van dit jaar dateert, maar al van een halve eeuw geleden. De NMBS wordt immers geleid door de politiek. Voor iedere functie moet men eerst de juiste politieke lidkaart hebben. Dan pas kijkt men naar de bekwaamheid.
Bovendien zijn de vakbonden stakingsziek. Zij krijgen 8 miljoen per jaar om niet te staken, maar als zij een extra vakantiedag nodig hebben, verlengen zij het weekend met een stakingsdag.
U bent de voogdijminister. U moet zich niet verstoppen. Wanneer mensen onbekwaam zijn, moet u ze ontslaan, en desnoods de leiding aan een crisismanager geven. Daar is de NMBS vandaag aan toe!
Het incident is gesloten.
12 Question de Mme Catherine Fonck à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques sur "la situation chez Belgacom" (n° P0441)
12 Vraag van mevrouw Catherine Fonck aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over "de situatie bij Belgacom" (nr. P0441)
12.01 Catherine Fonck (cdH): Madame la ministre, quatorze départs se sont succédé sur moins d'un an, quatorze personnes ont pris leur ticket de sortie. Il ne s'agit pas de n'importe qui mais de hauts responsables de l'entreprise. Ces trois dernières semaines, c'était le tour de trois jeunes femmes, dont deux vice-présidentes.
Le moins que l'on puisse dire, c'est que ces différents départs interpellent. Confirmez-vous ces informations? Le nombre de départs s'élève-t-il effectivement à quatorze parmi les hauts responsables? Dans l'affirmative, à combien s'élève l'ensemble des indemnités de sortie? Qui a pris ces décisions? Comment peut-on expliquer cet exode en si peu de temps? Vous êtes-vous concertée avec Belgacom en votre qualité de ministre responsable?
12.02 Inge Vervotte, ministre: Madame, Belgacom dispose d'une autonomie, surtout en matière de gestion du personnel. Des changements au sein du personnel d'une grande entreprise active dans un marché dynamique ne sont pas inhabituels. La décision du départ peut être prise par l'entreprise aussi bien que par l'individu. Dans le cas que vous visez, il s'agit de deux membres du comité de direction, sept vice-présidents et sept directeurs, soit un taux de 8,8 %.
Certaines fonctions ont déjà été remplacées, notamment dans le comité de direction. Toutefois, je voudrais souligner l'importance des compétences de construction d'équipe dont doit disposer l'administrateur délégué. Il importe que Belgacom dispose d'une équipe dirigeante, soudée et dotée d'autres qualités. Le conseil d'administration me confirme qu'il examinera ce dossier lors de sa prochaine réunion. Je demanderai au président du conseil d'administration qu'il m'informe de la suite qui y sera réservée, des détails du dossier et m'apporte des précisions quant à vos remarques. Dès que je serai en leur possession, pour autant que la loi le permette, je vous renseignerai.
12.03 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, merci pour ces informations. Vous vous doutez bien que je reviendrai rapidement vers vous pour d'autres renseignements.
En effet, j'entends bien que l'État belge possède près de 54 % de l'entreprise Belgacom. Et oui, l'État belge est directement concerné, mais ces départs sont tout, sauf banals. Si vous ajoutez à cette perspective l'échec dans les négociations de la retransmission des matchs de football, la perte de parts de marché, il est de votre devoir, en tant que ministre responsable, de connaître exactement la situation de Belgacom aujourd'hui.
C'est pourquoi je reviendrai très rapidement vers vous, madame la ministre.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de uitspraken over zigeuners en diefstal" (nr. P0442)
13 Question de M. Peter Logghe à la ministre de l'Intérieur sur "les déclarations sur les vols commis par des tziganes" (n° P0442)
13.01 Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het is voldoende om even te googelen om vast te stellen dat de uitspraak van professor Brice De Ruyver deze week, dat stelende zigeuners echt een plaag worden in ons land, volledig overeenstemt met de werkelijkheid. Het lijkt wel alsof deze bevolkingsgroep moeilijk of helemaal niet te integreren valt in onze rechtsstaat.
Het zal dan ook niet verbazen dat Roemenië en Bulgarije, de twee landen die de traditionele thuisbasis vormen van zigeuners, maar al te blij waren dat zij konden toetreden tot de Europese Unie. Op die manier, dankzij het vrij verkeer van personen, konden zij de problemen die zij hadden met zigeuners vrij snel exporteren naar de rest van Europa.
Het incident waarbij twee politieagenten nogal strak op de vingers werden getikt omdat zij stelende zigeuners hadden opgepakt, plaatst in feite het politiek vraagstuk van het gebrek aan integratiebereidheid bij zigeuners opnieuw hoog op de agenda. U weet dat de Europese Unie ons de opdracht geeft om meer maatregelen te nemen om zigeuners te integreren. Tegelijk blijkt het gebrek aan integratiebereidheid bij deze mensen dag na dag duidelijker.
Ik heb drie korte vragen voor u. Ten eerste, bent u het met mij eens dat geslaagde integratie niet kan zonder dat men zich houdt aan de wetten van het land waar men verblijft?
Ten tweede, wat doet de overheid om de zigeuners te dwingen om zich aan de wetten van dit land te houden? Met andere woorden, vindt u het ook niet meer dan normaal dat politieagenten dieven oppakken? Staat u achter uw politiemensen op dat vlak?
Ten derde, wordt het niet stilaan tijd om die zigeuners die geen integratiebereidheid vertonen gewoon het land uit te zetten?
Ik ben benieuwd naar uw antwoord.
13.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik vind de uitspraak van de rechter in Namen onverantwoord. Van politieagenten wordt verwacht dat zij misdrijven oplossen. Van gerechtelijke instanties mogen wij verwachten dat bewezen misdrijven worden bestraft. Dat de raadkamer beslist om die twee vrouwen toch vrij te laten, vind ik een slecht signaal ten aanzien van politieagenten, ten aanzien van dievenbendes, maar zeker en vooral ten aanzien van de slachtoffers.
Politieagenten mogen een controle uitoefenen op grond van gedragingen, van materiële aanwijzingen en van omstandigheden van tijd en plaats. Als men bij een controle, zoals in dit geval, gestolen goederen aantreft, dan moet in het proces-verbaal worden uitgelegd waarom de controle heeft plaatsgevonden. Dat is dan ook de reden waarom het opstellen van processen-verbaal tijdens de politieopleidingen zo’n grote aandacht krijgt.
In het proces-verbaal wordt een aantal standaardgegevens opgenomen, zoals de identiteit, de nationaliteit, de woonplaats en de geboortedatum, maar ook een gegeven zoals etniciteit kan erin worden opgenomen als er zich feiten voordoen waarbij, bijvoorbeeld, etniciteit relevant kan zijn. Alleen mag niet elke informatie uit het proces-verbaal automatisch worden opgenomen in de algemene gegevensbank. Gegevens zoals etniciteit mogen op dit moment niet worden opgenomen. Momenteel buigt een werkgroep zich over dat thema. Als dat wordt aangepast, dan moet het sowieso wettelijk verankerd worden, na consultatie van alle bevoegde instanties.
13.03 Peter Logghe (VB): Mevrouw de minister, graag had ik u bedankt voor uw antwoord, maar helaas is het niet van die aard dat u hiermee al mijn vragen hebt beantwoord. Ik heb bijvoorbeeld ook gevraagd of u niet vindt dat het stilaan tijd wordt om verder te gaan en andere maatregelen te nemen voor zigeuners die zich niet wensen te integreren, wat steeds meer blijkt te gebeuren.
Mevrouw de minister, ik zal in elk geval bij u terugkomen, zodra de werkgroep die nagaat of etniciteit als factor kan worden opgenomen, haar resultaten bekendmaakt.
Ten slotte kan ik u nog zeggen dat de plaag van diefstallen en andere inbreuken ondertussen aanhoudt. Ik vrees dat de beleidsmensen ernaar kijken, maar zeer weinig doen.
Het incident is gesloten.
14 Question de M. Laurent Devin à la ministre de l'Intérieur sur "la formation des services de la sécurité civile en ce qui concerne les catastrophes technologiques telles que celle de Ghislenghien" (n° P0443)
14 Vraag van de heer Laurent Devin aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de opleiding van de civiele veiligheidsdiensten met het oog op technologische rampen zoals die in Gellingen" (nr. P0443)
14.01 Laurent Devin (PS): Monsieur le président, madame la ministre, le drame de Ghislenghien s'est déroulé voici sept ans. Aujourd'hui, le procès ramène ce drame et ses trop nombreuses victimes dans l'actualité. Á la suite du drame, une grande réforme a été entreprise, avec notamment une formation en matière de catastrophe technologique.
Madame la ministre, il y a trois ans, vous avez mis en place le Centre fédéral de Connaissances en matière de sécurité civile. Au mois de février de cette année, un arrêté royal visait à harmoniser la formation de nos pompiers afin qu'ils reçoivent tous la même formation, qui passe de 90 à 130 heures.
Madame la ministre, quand la formation de base sera-t-elle réellement effective?
Il y a 40 heures supplémentaires. Jugez-vous cela suffisant? Vous me direz que rien ne sera jamais suffisant.
Des modules concernant des situations de crise sont-ils intégrés dans cette formation?
Qu'a-t-on fait pour la formation des membres de la protection civile qui, eux aussi, se retrouvent en première ligne?
Enfin, quelles sont les premières réalisations académiques ou pratiques du Centre fédéral de Connaissances?
14.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, cher collègue, la formation des pompiers est essentielle, elle est une de mes priorités. Le budget que j'ai pu obtenir pour ce poste en est la preuve: plus de 9 millions en 2010 contre 2,3 millions en 2009.
Après la catastrophe de Ghislenghien, plusieurs initiatives ont été développées afin d'offrir aux services d'incendie des réponses adéquates aux risques liés aux conduites de gaz. Nous avons tout d'abord élaboré une formation spécifique relative à l'approche et à l'intervention en cas de problème impliquant des conduites de gaz naturel sous haute pression. Dans le cadre de cette formation, des cartes d'action ont été développées comme outil d'aide à la décision pendant une intervention avec fuite de gaz. Ces formations viennent d'être actualisées et complétées.
La version finale de cette actualisation sera mise à la disposition des écoles du feu à partir de septembre prochain.
En 2007 a également été institué, dans le cadre de la réforme des services d'incendie, le Centre fédéral de Connaissances pour la sécurité civile. Sa mission est de fournir toute l'expertise opérationnelle nécessaire pour une meilleure intégration des services de sécurité civile sur le terrain, mais aussi la collecte, le traitement, le développement et la diffusion du savoir-faire, la création d'un réseau d'experts.
À titre d'exemple, ce centre organise des séminaires sur les risques liés aux nouvelles technologies comme ceux liés aux panneaux solaires et aux voitures hybrides. Cela participe à l'adaptation de la formation.
Enfin, j'ai demandé à mon administration d'étudier la possibilité de créer un conseil scientifique pour la sécurité comme cela existe d'ailleurs déjà aux Pays-Bas, qui pourra nous fournir beaucoup d'informations après un drame comme celui qui s'est produit à Ghislenghien. Ce conseil pourrait ainsi, après un incident, en rechercher les causes et formuler des recommandations. Il n'a pas pour vocation de remplacer l'enquête judiciaire ni même une éventuelle commission parlementaire, mais bien de dresser, sur base de la consultation d'experts ad hoc, des avis permettant d'éviter de nouvelles catastrophes de même type.
En attendant la création de ce conseil, j'examine les possibilités de coopérer avec l'Onderzoeksraad voor veiligheid des Pays-Bas.
14.03 Laurent Devin (PS): Monsieur le président, je remercie Mme la ministre pour sa réponse.
Madame la ministre, je regrette que vous n'ayez pas répondu à ma question relative aux premières réalisations académiques ou pratiques du Centre fédéral de Connaissances. Je reviendrai donc sur ce point en commission.
Het incident is gesloten.
- M. Joseph George à la ministre de l'Intérieur sur "l'intervention du Fonds des calamités à la suite des intempéries" (n° P0444)
- Mme Valérie De Bue à la ministre de l'Intérieur sur "l'intervention du Fonds des calamités à la suite des intempéries" (n° P0445)
- de heer Joseph George aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de tussenkomst van het Rampenfonds na het noodweer" (nr. P0444)
- mevrouw Valérie De Bue aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de tussenkomst van het Rampenfonds na het noodweer" (nr. P0445)
15.01 Joseph George (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, la journée de mardi fut particulièrement chaude et la nuit n'en fut que plus dramatique ou difficile dans une partie du pays. On a connu de très violents et de très longs orages qui ont frappé notamment l'est du Brabant wallon et l'ouest de la province de Liège. Dans les villes et les villages concernés, on a pu constater des pluies intenses, des grêlons, des coulées de boue, des chutes d'arbres, des débordements de rivières et de ruisseaux et des dégâts considérables, tant dans les zones agricoles que chez de nombreux riverains contraints de quitter leur logement.
C'est interpellant du point de vue du climat mais c'est aussi un problème humain, un problème pécuniaire. De nombreux concitoyens se retrouvent ainsi avec des caves inondées, des bâtiments endommagés, des drames familiaux. Les professionnels subissent des pertes de revenu immédiates et qui vont peser sur leurs conditions de vie.
Au regard des éléments et des relevés effectués par le service d'études hydrologiques de la Région wallonne, il y a eu des précipitations de plus de 85 l/m², ce qui semble bien indiquer que les critères d'intervention du Fonds des calamités sont remplis.
Je me doute bien qu'il faille analyser le dossier mais prima facie, on se rend tout de même compte de la situation. Quand pensez-vous reconnaître le caractère de calamité naturelle de ces intempéries, dresser la liste des communes concernées? Des attentes vont certainement s'exprimer. Comment se déroulera la collaboration entre le fédéral, la ou les Régions concernées et les communes? Des réunions d'urgence seront-elles organisées à ce propos?
15.02 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, madame la ministre, les intempéries du début de la semaine ont laissé de nombreuses images de désolation un peu partout dans le pays, dans l'est du Brabant wallon et en province de Liège, certes, mais aussi dans de nombreuses communes flamandes. On ne compte plus les caves inondées, les voiries interrompues, semant la désolation chez les particuliers mais aussi dans les entreprises qui ont été touchées, notamment des PME et dans le secteur agricole, déjà frappé par les conditions climatiques particulières de cette année. Après une période de sécheresse, le voilà maintenant confronté à une catastrophe naturelle.
Mes questions rejoignent celles de l'intervenant précédent en termes de reconnaissance de ces précipitations en tant que calamité publique.
Il est clair qu'une procédure doit être enclenchée par les gouverneurs. En tant que ministre de l'Intérieur, vous pouvez prendre une initiative. Avez-vous contacté les gouverneurs provinciaux? Des informations ont-elles été données? Compte tenu de la fréquence de ces précipitations, est-il possible d'améliorer les procédures d'intervention, car elles sont parfois très longues et compliquées? J'aimerais donc connaître les délais que vous pouvez nous annoncer aujourd'hui.
15.03 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, chers collègues, la procédure de reconnaissance d'une calamité publique est une compétence du gouvernement fédéral. Elle ne requiert aucune réunion particulière avec la Région wallonne. Mes services ont d'ailleurs déjà fait le nécessaire. Et la procédure en vue d'une éventuelle reconnaissance est entamée. Il a été demandé aux gouverneurs de recueillir auprès des communes les informations relatives au nombre de sinistres et à leur importance. Ces informations devraient être transmises à mes services d'ici deux semaines.
Une fois ces données disponibles, l'Institut royal météorologique devra émettre, pour les inondations, un avis détaillé sur la base de critères scientifiques. S'agissant des pluies, le critère est de 30 litres par mètre carré par heure et de 60 litres par mètre carré par vingt-quatre heures. Si cet avis confirme que les critères sont réunis, je soumettrai immédiatement un arrêté de reconnaissance au Conseil des ministres.
En conclusion, mes services mettent tout en œuvre pour que la procédure soit aussi rapide que possible. Mais je rappelle que, pour les maisons et leur contenu, c'est l'assureur qui, en termes d'assurance-incendie "risques simples", devra les indemniser.
15.04 Joseph George (cdH): La loi sur les assurances a été modifiée pour rendre cette couverture obligatoire, encore faut-il que les personnes soient convenablement et valablement assurées – nous sommes bien d'accord. Or elles ne le sont pas nécessairement toutes. En effet, la règle proportionnelle – que les compagnies aiment bien opposer à leurs clients – s'applique aussi.
Ensuite, je prends note du fait que c'est en totale autonomie que le fédéral va prendre en charge cette procédure.
En conclusion, les particuliers, mais aussi les professionnels qui vivent de la terre (les agriculteurs, les fruticulteurs, etc.) et dont les facultés de travailler ont été réduites à cause de ces intempéries, attendent légitimement un signal rapide et une indemnisation qui suivra dans les meilleurs délais.
15.05 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, madame la ministre, merci pour votre réponse. Je prends bonne note de vos initiatives déjà en cours.
Il faudrait sans doute insister auprès des gouverneurs pour que l'information et les formulaires soient précisément expliqués aux sinistrés. En effet, pour certaines calamités subies en 2009 et 2010, beaucoup de dossiers ont été considérés comme incomplets, ce qui rallonge la procédure et le travail de vos services. Compte tenu du nombre important de sinistres, il conviendrait de bien clarifier toute information et d'éviter ainsi tout retard toujours préjudiciable.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 29 juin 2011, je vous propose d'ajouter les points suivants à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi:
- projet de loi modifiant les articles 216bis et 216ter
du Code d'instruction criminelle et l'article 7 de la loi du
6 juin 2010 introduisant le Code pénal social (transmis par le Sénat)
(nos 1344/1 à 6);
- proposition
de loi de MM. Philippe Goffin, Josy Arens, Hendrik Bogaert, Olivier Henry, Dirk
Van der Maelen et Herman De Croo et Mme Gwendolyn Rutten
modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 et le Code des droits et
taxes divers en matière de revenus de produits d'assurance et portant une
disposition diverse (nos 1611/1 et 2).
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 29 juni 2011, stel ik u voor volgende punten toe te voegen aan de agenda van de plenaire vergadering van vanmiddag:
- wetsontwerp
tot wijziging van de artikelen 216bis en 216ter van het Wetboek van
strafvordering en van artikel 7 van de wet van 6 juni 2010 tot
invoering van het Sociaal Strafwetboek (overgezonden door de Senaat)
(nrs 1344/1 tot 6);
- wetsvoorstel van de heren Philippe Goffin, Josy Arens, Hendrik
Bogaert, Olivier Henry, Dirk Van der Maelen en Herman De Croo en
mevrouw Gwendolyn Rutten tot wijziging van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 en het Wetboek diverse rechten en taksen inzake de
inkomsten van verzekeringsproducten en houdende een diverse bepaling
(nrs 1611/1 en 2).
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
17 Renvoi d'une proposition de loi en commission
17 Verzending van een
wetsvoorstel naar de commissie
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 29 juin 2011 et à la demande d'un des auteurs, je vous propose de renvoyer à la commission de l'Économie, de la Politique scientifique, de l'Éducation, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture, la proposition de loi de M. Peter Luykx, Mme Liesbeth Van der Auwera et MM. Peter Vanvelthoven et Patrick Dewael modifiant la loi du 10 novembre 2006 relative aux heures d'ouverture dans le commerce, l'artisanat et les services en ce qui concerne les dérogations autorisées (nos 1385/1 à 4).
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 29 juni 2011 en op vraag van een van de indieners, stel ik u voor het wetsvoorstel van de heer Peter Luykx, mevrouw Liesbeth Van der Auwera en de heren Peter Vanvelthoven en Patrick Dewael tot wijziging van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening wat de toegelaten afwijkingen betreft (nrs 1385/1 tot 4) terug naar de commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw te zenden.
Quelqu'un demande-t-il la parole?
Vraagt iemand het woord?
17.01 Bert Schoofs (VB): Mijnheer de voorzitter, er is een tijd geweest dat in Limburg Waalse ingenieurs in de steenkoolmijnen de plak zwaaiden, maar die tijd is voorbij. Nu zijn het blijkbaar Italiaanse oliemagnaten, die veel macht hebben, zelfs tot hier in de Kamer. Men zou versteld kunnen staan wanneer men hoort tot welke partijen die grootkapitalisten behoren.
Het affairisme loert om de hoek in onderhavige tekst, vrees ik. Wij zijn een keer in de val gelopen in de commissie, maar wij zullen ons geen tweede maal laten verschalken bij de terugzending. We zullen zeer goed opletten.
Volgens de vier Limburgse indieners worden hier typisch Limburgse problemen opgelost. Ik vraag mij af wat hier typisch Limburgs aan het probleem zou zijn. Het lijkt meer op wetgeving à la tête du client ten gunste van een Limburgse ondernemer.
Wanneer dat ook in de tweede ronde zal blijken, zullen wij de tekst niet steunen en zal ik mijn fractie ook oproepen om de toekomstige, typisch Limburgse wetgeving voor toekomstige Limburgse problemen niet te steunen. Ik zal dat van zeer nabij volgen.
Voor alle duidelijkheid, wij blijven de resolutie over de IJzeren Rijn die volgende week in de commissie aan bod komt, steunen, ook al heeft men daar de meest hilarische stunts uitgehaald om mij als auteur daarvan te royeren. Dat blijven wij wel steunen, maar daar zijn geen gratis tankbeurten aan verbonden, denk ik.
Nu over naar Bruno’s Foodcorner in Limburg.
De voorzitter: De heer Luykx heeft het woord als auteur van het wetsvoorstel.
17.02 Peter Luykx (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik moet er de heer Schoofs toch even op wijzen dat hij het dossier blijkbaar helemaal niet kent. Het verwijt dat wij omgekocht zouden worden met gratis tankbeurten, vind ik al veel te gortig; dat laat ik voor zijn rekening.
Het gaat hier om een voorstel dat ondernemers aanbelangt en dat alle partijen mede ondertekend hebben. Het Vlaams Belang heeft er misschien moeite mee omdat het niet getekend heeft, maar dat mag geen reden zijn om de inhoud ervan af te schieten. De inhoud primeert en het voorstel zal hier te gepasten tijde worden toegelicht en verdedigd. Dat wilde ik toch even meegeven. Het is een dossier, niet alleen voor Vlaanderen en voor Vlaamse ondernemers, maar ook voor het andere taalgebied.
17.03 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, ik ben blij met de terugzending naar de commissie. Ik ben niet een van de ondertekenaars en ik kom ook niet uit Limburg, die bijzonder mooie regio, waar ik heel vaak kom, laat dat duidelijk zijn.
Ik ben ongelofelijk bezorgd om de zelfstandigen in ons land, de horeca in ons land, de winkeliers in ons land, maar gelet op de reacties van vooral kleine zelfstandigen op de voorliggende tekst kan ik alleen maar toejuichen dat die naar de commissie wordt teruggestuurd.
Het voorstel heeft immers in de huidige vorm een ongelofelijk desastreuze impact op de kleine zelfstandigen. Het is tot stand gekomen zonder overleg met een groot deel van die kleine zelfstandigen. Ik hoop dat de commissie haar werk op dat vlak kan overdoen en dat de wet die uiteindelijk uit de bus komt, een heel ruime consultatie alle eer aandoet.
Wij zullen dus opnieuw deelnemen aan de consultaties en de gesprekken in de commissie, maar wat ons betreft is de tekst zoals die nu voorligt, onbespreekbaar. Dat hebben wij ook met onze fractie in de commissie gezegd en dat wilde ik nog even meegeven.
17.04 Bert Schoofs (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw Almaci verwees er al naar. Onderhavige tekst zou ik niet getekend hebben. Ik heb er geen probleem mee om wat dat betreft onderhevig te zijn aan het cordon sanitaire.
Wie niet meedoet aan het cordon sanitaire, zijn de ondernemers en vertegenwoordigers uit ondernemersorganisaties die onze fractie de voorbije dagen gebeld hebben. Zeg dus niet dat de tekst voor alle ondernemers goed zou zijn; het is voor één bepaald segment en misschien in Limburg wel voor één bepaalde ondernemer, zeer goed. Leest u er maar eens sommige persartikels op na, die journalisten met durf geschreven hebben.
Le président: Monsieur Schoofs, si je comprends bien, vous avez été contacté ces derniers jours par certains pour en rediscuter. Il n'y a donc aucune objection à ce que ce soit renvoyé en commission!
17.05 Bert Schoofs (VB): Dat zullen wij daar dan doen.
17.06 Peter Luykx (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, er zijn hier duidelijk wat misverstanden over het voorstel. Ik ben blij dat wij de gelegenheid te baat kunnen nemen om in de commissie een en ander nog eens toe te lichten. Het is geen nieuwe wettekst. Er bestaat ter zake sinds 2006 een wet. Ongelukkigerwijze is er sprake van een interpretatieprobleem. Die onzekerheid moet verdwijnen, op welke manier dan ook. Men kan investeerders moeilijk grote bedragen laten besteden in 2006 aan een nieuw tankstation en dan vandaag zeggen dat dat niet mag.
Wij willen de kwestie toelichten en dan zal het hopelijk voor iedereen duidelijk worden.
17.07 Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik was niet van plan om het woord te nemen, want eigenlijk was er gisteren in de Conferentie van voorzitters een consensus om het voorstel terug te sturen naar de commissie. De tekst zoals hij initieel voorlag, heeft het voorwerp uitgemaakt van een toetsing bij de bevoegde minister, die er zich in grote lijnen in kon terugvinden. In de commissie is er een amendement goedgekeurd en het geheel lijkt nu minder evenwichtig dan wat initieel voorlag. Dat is ook de reden waarom ik vraag om het voorstel opnieuw te bekijken in de commissie.
Voor een goed begrip wil ik nog het volgende kwijt. Er is hier sprake van dagelijkse problemen. Men redeneert op basis van een bestaande wetgeving, waarover zeker wat te zeggen valt. Nagaan of de wetgeving nog wel het ideale instrument is om een antwoord te bieden op wat zich vandaag voordoet, vormt voor mij de drijfveer. Zullen wij geen nieuwe discriminaties of ongelijkheden zien ontstaan als wij aanpassingen doorvoeren? Dat houdt mij hier bezig.
Wanneer men vandaag in plenum zegt dat men daarvan niet zeker is en wanneer men vaststelt dat het voorstel in de commissie maar een heel kleine meerderheid achter zich heeft gekregen – ik zou het zelfs een occasionele meerderheid durven te noemen –, dan wil ik ervoor pleiten om in de commissie te zoeken naar een ruimer draagvlak. Dat is wat mij inspireert.
Van heel het intentieproces van de heer Schoofs trek ik mij geen fluit aan. Ik laat dat volledig voor zijn rekening.
Le président: Je crois que les choses sont claires. On ne va pas poursuivre. Si des auteurs, qui sont copropriétaires de cette proposition, demandent le renvoi en commission et compte tenu de l'avis donné en Conférence des présidents d'hier, selon moi, il n'y a pas de discussions à avoir. Le texte est renvoyé en commission.
18 Renvoi d'une proposition de
loi en commission
18 Verzending van een
wetsvoorstel naar de commissie
À la demande de Mme Sonja Becq, je vous
propose de renvoyer à la commission des Affaires sociales, la proposition de
loi de Mme Sonja Becq, M. David Clarinval, Mme Maggie
De Block, M. Wouter De Vriendt, Mmes Meryame Kitir,
Catherine Fonck, Karolien Grosemans et Nahima Lanjri et M. Yvan Mayeur
prolongeant le bonus de pension accordé aux salariés et aux indépendants (nos 1411/1
à 4) afin d'examiner de nouveaux amendements.
Op vraag van mevrouw Sonja Becq, stel ik u voor het wetsvoorstel van mevrouw Sonja Becq, de heer David Clarinval, mevrouw Maggie De Block, de heer Wouter De Vriendt, de dames Meryame Kitir, Catherine Fonck, Karolien Grosemans en Nahima Lanjri en de heer Yvan Mayeur tot verlenging van de pensioenbonus voor werknemers en zelfstandigen (nrs 1411/1 tot 4) terug naar de commissie voor de Sociale Zaken te zenden teneinde nieuwe amendementen te bespreken.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
18.01
Sonja Becq (CD&V): Het was met
akkoord van alle fracties.
De voorzitter:
Bedankt mevrouw.
19 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts (1199/1-3)
19 Proposition de loi modifiant la loi du 15 mai 2007 relative à la reconnaissance et à la protection de la profession d'expert en automobiles et créant un Institut des experts en automobiles (1199/1-3)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Daniel
Bacquelaine, Kattrin Jadin, Denis Ducarme,Herman De Croo
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
M. Jef Van den Bergh, rapporteur, renvoie au rapport écrit.
Président: André Frédéric, vice-président.
Voorzitter: André Frédéric, ondervoorzitter.
19.01 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, chers collègues, une proposition similaire à celle-ci a déjà fait l'objet d'un vote en 2007. Nous avions approuvé, à ce moment-là, une proposition de loi qui concernait l'organisation et la réglementation de la profession ainsi que la reconnaissance du titre d'expert automobile.
Dans son état actuel, cette loi qui a été votée le 15 mai 2007, relative à la reconnaissance et à la protection de la profession d'expert automobile et créant un Institut des experts en automobiles, est malheureusement inapplicable. C'est la raison pour laquelle nous avons redéposé une proposition pour permettre son applicabilité.
En effet, la loi votée en 2007 contient un certain nombre d'imprécisions et de contradictions auxquelles la proposition soumise au vote aujourd'hui tente de remédier. Cette nouvelle proposition de loi permet effectivement la création de l'Institut des experts en automobiles. Ce n'est effectivement pas neutre car la profession d'expert en automobiles concerne 600 experts actuellement actifs dans ce secteur. Cette activité économique est non négligeable car les experts en automobiles établissent des évaluations, en assurance responsabilité civile, pour un total d'indemnités de l'ordre d'un milliard d'euros par an. Si l'on ajoute les dommages corporels, ce chiffre devient encore plus significatif puisqu'on peut le créditer de 500 millions d'euros supplémentaires, ce qui, par conséquent, réprésente au total 1,5 milliard d'euros par an.
En outre, cela concerne 600 000 consommateurs chaque année. Un automobiliste sur huit est annuellement touché, tant du point de vue patrimonial que du point de vue de la sécurité. L'aide apportée par les experts en automobile n'est donc pas négligeable tant sur le plan économique que sur celui de la sécurité.
De plus, les activités des experts en automobile sont très diversifiées, même si leur activité essentielle consiste en l'évaluation des dommages subis par les véhicules à l'occasion de sinistres. Ils remplissent également des missions judiciaires, des missions de recherche technique en matière de responsabilité ou d'accidentologie, des évaluations de véhicules, des contrôles de qualité après réparation, etc.
La proposition de loi d'aujourd'hui garantit l'indépendance de l'expert en automobiles. C'est un des premiers buts de cette proposition. Cette indépendance est effectivement indispensable dans la recherche du juste équilibre des intérêts des assureurs, qui souhaitent évidemment garantir la solidarité entre les assurés, des consommateurs, c'est-à-dire chaque propriétaire d'un véhicule sinistré qui souhaite obtenir une juste réparation, mais aussi des réparateurs qui veulent être correctement rémunérés pour les prestations qu'ils fournissent.
Dans un certain nombre de pays européens, comme la France, l'Espagne et l'Italie, la profession d'expert auto est d'ores et déjà réglementée. Cette situation provoque aussi une distorsion de concurrence pour nos experts en Belgique. En effet, les experts reconnus dans d'autres pays peuvent venir s'établir et s'installer en Belgique, mais les experts belges, eux, ne bénéficient pas encore de la reconnaissance et ne peuvent donc pas exercer leur profession à l'étranger.
Le problème aurait pu être résolu par l'adoption, en 2006, du projet de loi-cadre sur le port du titre professionnel d'une profession intellectuelle ou de prestataire de services. Néanmoins, si ce projet répondait bien à la demande de reconnaissance de la profession, il ne permettait pas la création de l'Institut des experts en automobiles. Or, c'est précisément la mise en place de cet institut qui est une demande majeure du secteur. Elle aura pour tâche d'établir les règles de déontologie de la profession, d'établir un règlement de stage, de veiller à l'application des règles de déontologie et du règlement de stage, de dresser le tableau des titulaires, le tenir à jour, de dresser aussi la liste des stagiaires, le tableau des personnes admises à l'honorariat suivant les conditions fixées dans la proposition, de statuer en matière disciplinaire à l'égard des titulaires et des stagiaires, d'instaurer un programme de formation continue et de veiller à son respect par chacun de ses membres. Ce sont là des missions pour le moins essentielles pour une profession et qui doivent servir de garantie d'intégrité à la profession vis-à-vis du consommateur.
En résumé, c'est une proposition qui rencontre l'intérêt des experts automobiles par rapport à leur recherche d'indépendance et d'intégrité, des consommateurs, qui savent s'adresser à une profession reconnue, réglementée, avec des règles de déontologie, mais aussi des assureurs et des réparateurs, qui peuvent travailler dans un cadre réglementé avec une reconnaissance de la profession.
C'est la raison pour laquelle nous avons soumis cette proposition en commission. Nous remercions les collègues qui se sont associés au vote de ladite proposition.
19.02 Peter Logghe (VB): Collega Bacquelaine, collega Jadin, omdat de wet van 15 mei 2007 tot erkenning van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een instituut van auto-experts in haar huidige vorm onuitvoerbaar was, hebt u beiden dit wetsvoorstel ingediend om een aantal onduidelijkheden en tegenstrijdigheden uit de wereld te helpen. Wij zullen de laatste fractie zijn om te twijfelen aan het nut van een instituut van auto-experts of aan de bescherming van het beroep van auto-expert. De consument is alleen maar gebaat bij een professionele auto-expert. Wij staan achter uw eisen om de professionalisering door te voeren, te versterken en om de onafhankelijkheid van auto-experts, zeer belangrijk in het beoordelen van de waarde van voertuigen in het geval van BA-aansprakelijkheid, te beoordelen.
Onze politieke fractie is echter van oordeel dat dit wetsvoorstel opnieuw voor een aantal onwerkbare toestanden zal zorgen. Het is gebleken dat de Orde van Architecten en vroeger de Orde van Advocaten niet werkten omwille van die structuur. Steeds als u meende de onwerkbare Belgische structuur te moeten gebruiken om allerlei vrije en andere beroepen te organiseren, liep het verkeerd. Het liep verkeerd bij de advocaten, die uiteindelijk zijn gesplitst. Het loopt verkeerd bij de architecten, die vooral langs Vlaamse kant vragende partij zijn om een onwerkbare, unitair Belgische structuur open te breken en over te gaan tot een splitsing.
In dit wetsvoorstel wenst u opnieuw, met alle respect, te gaan naar een verouderde structuur van een nationaal instituut met kamers en een nationale raad. Waarom iets invoeren, mevrouw Jadin, als blijkt dat het op zoveel niveaus niet meer werkt? Waarom al die inspanningen, wanneer u maar al te goed weet dat het op niets zal uitdraaien? Nu we met België op de grens zitten van die federale structuur, nu we zien dat het niet werkt, wilt u het toch opnieuw proberen met een unitaire structuur?
Dames en heren, ik wil u maar duidelijk maken dat wij niet zullen tegenstemmen. Het is inderdaad hoog tijd dat de autodeskundigen professioneel kunnen werken en dat zij op een onafhankelijke manier de belangen van de consumenten kunnen behartigen, maar niet op deze manier.
Wij hebben tijdens de vorige legislatuur een aantal amendementen ingediend om te kunnen komen tot aparte instituten voor autodeskundigen in het Nederlandstalig en in het Franstalig taalgebied. Wij zullen opnieuw een aantal wetsvoorstellen indienen om dit te bewerkstelligen. Wij zullen vandaag niet tegenstemmen, maar wij zullen het voorstel ook niet goedkeuren, omdat wij met deze unitair Belgische structuur niet kunnen leven.
19.03 Kattrin Jadin (MR): Monsieur le président, nous avons mené les débats ensemble en commission de l'Économie. Outre les propos tenus par M. Logghe, qui ne m'étonnent pas de sa part, je tiens à dire qu'il s'agit d'une demande qui émane du secteur: ils souhaitent un cadre leur permettant de s'organiser librement. Aujourd'hui, cette possibilité leur est enfin offerte; elle aurait déjà pu l'être plus tôt.
Une certaine liberté leur est donc enfin rendue. Je suis assez fière que l'accord ait été très largement acquis en commission et je pense que vous avez même voté pour. Cela m'attriste donc que ce ne soit pas possible aujourd'hui. Nous "ferons avec"!
19.04 Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw Jadin, ik lees letterlijk uit het verslag dat opgemaakt is over het wetsvoorstel: “10 stemmen voor en 4 onthoudingen.”
Ik heb mij, samen met N-VA, onthouden bij dit wetsvoorstel, omdat ik inderdaad niet kan leven met de unitair Belgische structuur die u aan het instituut en de raden geeft. U weet net zo goed als ik dat het in de organen voor architecten totaal niet meer werkt, en dat de Vlaamse architecten vragende partij zijn om het eindelijk op te splitsen. Wij gaan hier dus niet iets invoeren om dan na twee of drie jaar te moeten vaststellen dat het niet werkt.
Dat is mijn enige zorg. Voor de rest deel ik uw zorg in verband met de professionalisering en de onafhankelijkheid van de auto-experts.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1199/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1199/3)
La proposition de loi compte 33 articles.
Het wetsvoorstel telt 33 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 33 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 33 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
20 Proposition de résolution relative à l'approche globale des dommages auditifs (484/1-5)
20 Voorstel van resolutie betreffende een globale aanpak van gehoorschade (484/1-5)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Maggie
De Block, Herman De Croo, Ine Somers, Carina Van Cauter, Gwendolyn
Rutten, Maya Detiège
Le texte adopté par la commission sert de base
à la discussion. (Rgt 85, 4)
(484/5)
De door de commissie aangenomen tekst geldt
als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (484/5)
L'intitulé en français a été modifié par la commission en "proposition de résolution relative à une approche globale des dommages auditifs".
Het
opschrift in het Frans werd door de commissie gewijzigd in "proposition de
résolution relative à une approche globale des dommages auditifs".
La discussion est ouverte.
De bespreking is geopend.
20.01 Franco Seminara, rapporteur: Monsieur le président, madame la ministre, monsieur le ministre, chers collègues, je serai très bref.
Je tiens à dire que nous vivons dans une société où le bruit a pris place et où les décibels règnent en maîtres. Á la veille du festival de Werchter, des Francofolies, du festival Esperanzah! et de bien d'autres, la présente proposition visant l'approche globale des dommages auditifs nous rappelle que la culture est un outil d'émancipation. C'est par elle que l'aveugle voit et que le sourd entend.
Pour le surplus, je m'en réfère à mon rapport écrit.
20.02 Maggie De Block (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik dank de rapporteur voor zijn eeuwig enthousiasme en voor het feit dat hij rapporteur wou zijn.
Collega's, de commissie was unaniem akkoord dat er bij jonge mensen en kinderen een probleem is omtrent het gehoor. Men moet kunnen horen om te kunnen luisteren. Dat is ook een goede raad aan de politici.
Een op vijf van de Vlaamse jongeren lijdt reeds aan gehoorverlies en heeft het gehoor van een vijftigjarige. De heer Bart Vinck, professor audiologie aan het UZ Gent, stelt dat de tweede piek van gehoorschade bij heel jonge mensen voorkomt. De eerste piek situeert zich rond de leeftijd van vijf jaar en de tweede piek reeds van veertien tot zestien jaar, terwijl dat vroeger pas rond veertig of vijftig jaar was. Als niet wordt opgetreden, is de helft van onze bevolking tegen 2050 zeer slechthorend.
De grote boosdoeners van het feit dat ons gehoor achteruitgaat, zijn mp3-spelers, steeds luidere muziek alsook het toenemend aantal fuiven en concerten. Het gebeurt stelselmatig dat jonge mensen al na een avondje uit definitieve gehoorschade oplopen.
Ik wil hier geen medische uiteenzetting houden, maar gehoorschade ontstaat door langdurige blootstelling aan scherpe geluiden of hoge geluidsniveaus. Dit beschadigt de zintuighaartjes in het gehoororgaan. Wanneer de duur van de blootstelling en het geluidsniveau beperkt is gebleven, kan dit tot oorsuizingen leiden en kan het gehoor een tijdje wegblijven, maar dit kan zich nog herstellen. Meer beschadiging is echter onherstelbaar en dus definitief.
Vanuit medisch oogpunt is het dus heel belangrijk te zeggen dat de gehoorschade irreversibel is en niet kan genezen. Oorsuizingen zijn meer dan storend voor het beroepsleven, het studentenleven, de sociale contacten en in zeldzame gevallen leiden ze ook tot zenuwtoestanden enzovoort.
Belangrijk in dit debat is dat de mensen zich niet bewust zijn van de blootstelling aan gevaarlijke geluidsgolven. Daarvoor dient deze resolutie.
Een deel van de bevoegdheid ligt uiteraard bij de gemeenschappen. Zoals wij weten, heeft minister Schauvliege in de Vlaamse regering recent, tijdens de week waarin wij de resolutie in de commissie hebben besproken, een aantal maatregelen getroffen.
Onze bevoegdheden zijn aanvullend en liggen op andere vlakken.
Ik wil benadrukken dat bij het opstellen van de voorliggende resolutie het advies van de Hoge Gezondheidsraad onze leidraad is geweest.
Wat kunnen wij beslissen?
Ten eerste, wij kunnen werk maken van waarschuwingen op de verpakkingen van allerhande muziekspelers, zodat iedereen duidelijk over de problematiek kan worden geïnformeerd. In dat verband denk ik aan de jonge kinderen die wij tijdens de vakantieperiode achteraan in de wagens zullen zien zitten, luisterend naar muziek met oordopjes. Wij moeten ons ervan bewust zijn dat wij onze kinderen moeten beschermen en dat we hen niet aan dergelijke geluiden mogen blootstellen.
Om de veiligheid na te streven, moeten grenswaarden worden aangebracht. Het is belangrijk dat deze grenswaarden niet kunnen worden omzeild, door versterkers bijvoorbeeld. Wie meent dat 90 decibel weinig is, vergis u niet! Wil men geen gehoorschade oplopen, dan mag men slechts vijftien minuten een dergelijke geluidssterkte ondergaan. Wij weten allen dat kinderen vaak lang achterin de wagen zitten en dat zij geneigd zijn de volumeknop fors open te draaien. In de commissie was ook veel belangstelling voor het beschermen van onze kinderen. Voor kinderen ligt de drempel immers veel lager en zij lopen bijgevolg sneller schade op dan volwassenen.
Ten tweede, wij beschikken in België niet over voldoende epidemiologische gegevens. Indien wij de gehoorschade in kaart willen brengen, moeten wij gegevens verzamelen en de technieken hanteren die de Hoge Gezondheidsraad heeft vastgelegd.
Ten slotte, wij moeten ook op de juiste manier meten. Er zijn verschillende manieren om geluid te meten, maar zij hebben niet allemaal dezelfde waarde. Het is dus belangrijk dat dezelfde waarde kan worden gehanteerd.
Ik wil niet te technisch worden, maar het laatste aspect van de besprekingen waren de oordopjes. Het is essentieel dat de kwaliteit van de oordopjes goed is en dat zij overal beschikbaar zijn. Dat was het laatste deel van de resolutie. Wij zijn van oordeel dat de oordopjes ook in de handel en vooral in de apotheek verkrijgbaar moeten zijn.
Het doel van voorliggende resolutie is dus de bevolking bewust te maken van het gevaar van gehoorschade bij langdurige blootstelling aan te hoge geluidsgolven. Met de vakantie voor de deur en dus vele openluchtfuiven en muziekfestivals in het verschiet, is dat gevaar niet denkbeeldig.
Ik tel onder mijn patiënten een muzikant die zelf gehoorschade heeft opgelopen. Hij huivert, wanneer hij mensen hun kinderen op de schouders ziet dragen of op het dranghek voor hen ziet plaatsen, waardoor de kinderen voor de boxen komen te staan. Zij weten niet beter; zij voelen het geluid trillen in hun buik en in hun oren en lachen ermee, maar de dag nadien horen zij misschien niet meer.
Ik pleit dus voor bewustmaking met betrekking tot het bestaande gevaar. Wij kunnen geen medische hulp bieden; wij staan eigenlijk machteloos. Preventie is dus het beste wapen.
Ik wil de collega’s uit de commissie bedanken voor de constructieve medewerking en ik hoop dat de regering deze resolutie correct zal kunnen uitvoeren.
Voorkomen is altijd beter dan genezen. In dit geval is het ook nog goedkoper voor de patiënt en voor de ziekteverzekering. Mevrouw de minister, voor dat argument zult u zeker niet ongevoelig zijn. Alle preventieve maatregelen zullen nog goedkoper zijn dan veel te dure hoorapparaten.
Le président: Quelqu'un
demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.
Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.
Le vote sur la proposition de résolution aura lieu ultérieurement.
De stemming over het voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.
21 Proposition de loi modernisant et rendant plus transparent le fonctionnement de la copropriété (1537/1-6)
21 Wetsvoorstel betreffende het moderniseren en transparanter maken van de werking van de mede-eigendom (1537/1-6)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Carina Van
Cauter, Herman De Croo, Sabien Lahaye-Battheu, Sarah Smeyers, Willem-Frederik
Schiltz
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
21.01 Kristien Van Vaerenbergh, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.
Voorzitter: André Flahaut, voorzitter.
Président: André Flahaut, président.
21.02 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik houd mijn zeer korte interventie vanaf mijn bank. Ik bedank de leden van de commissie voor de Justitie voor hun medewerking. Ik bedank ook de plenaire vergadering voor het verlenen van de hoogdringendheid aan dit voorstel, dat met bekwame spoed behandeld is in de commissie voor de Justitie.
Voor de syndici en voor alle algemene vergaderingen van mede-eigenaars is het zeer belangrijk dat de termijn voor het aanpassen van de statuten en van de basisakte van mede-eigendom aan de nieuwe wetgeving inzake mede-eigendom – die vorig jaar werd goedgekeurd – nu wordt verlengd tot 36 maanden. Dat is voor de mensen op het terrein zeer belangrijk. Zij worden niet langer geconfronteerd met het aflopen van die termijn op 1 september.
In de kustgemeenten staan vele appartementsgebouwen waar de bewoners wellicht de maanden juli en augustus doorbrengen om te genieten van hun welverdiende vakantie. Zij willen dan de beslommeringen met de basisakte en de reglementen inzake mede-eigendom allicht niet aan hun hoofd. Wij geven die mensen nu de tijd om de aanpassing in alle kalmte te doen. Ook de beroepsgroep die met de aanpassing belast wordt, geven wij de ruimte om een degelijke aanpassing te doen.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1537/5)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1537/5)
L’intitulé a été modifié par la commission en ”proposition de loi modifiant l'article 19, § 2, de la loi du 2 juin 2010 modifiant le Code civil afin de moderniser le fonctionnement des copropriétés et d'accroître la transparence de leur gestion”.
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in ”wetsvoorstel tot wijziging van artikel 19, § 2, van de wet van 2 juni 2010 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de werking van de mede-eigendom te moderniseren en transparanter te maken”.
La proposition de loi compte 2 articles.
Het wetsvoorstel telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
22 Proposition de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 et le Code des droits et taxes divers en matière de revenus de produits d'assurance et portant une disposition diverse (1611/1-4)
22 Wetsvoorstel tot wijziging van Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en het Wetboek diverse rechte en taksen inzake de inkomsten van verzekeringsproducten en houdende een diverse bepaling (1611/1-4)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Philippe Goffin,
Josy Arens, Hendrik Bogaert, Olivier Henry, Dirk Van der Maelen,
Herman De Croo, Gwendolyn Rutten
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
En l'absence du rapporteur, M. Thiéry, je considère qu'il renvoie à son rapport écrit.
22.01 Philippe Goffin (MR): Monsieur le président, chers collègues, les fonds de protection interviennent lorsqu'un établissement de crédit, une société de bourse ou une compagnie d'assurance sur la vie n'est plus en mesure de respecter ses obligations vis-à-vis de ses clients en procédant au remboursement de ceux-ci.
Le Fonds spécial de protection des dépôts et des assurances sur la vie couvre les assurances sur la vie de la branche 21 pour un montant total de 100 000 euros et ce, sur l'ensemble des contrats souscris par un même preneur d'assurance au sein d'une entreprise d'assurance et à la condition que cette entreprise participe au Fonds spécial de protection.
Pour la première fois et ce, suite à la faillite de la compagnie d'assurance Apra Leven, le Fonds spécial de protection des dépôts et des assurances sur la vie doit intervenir dans le cadre de la liquidation d'une entreprise d'assurance. Cette intervention nécessite l'adaptation d'un certain nombre de dispositions en matière d'imposabilité des revenus des produits d'assurance afin de ne causer aucun désavantage supplémentaire au preneur d'assurance ou bénéficiaire concerné. Il faut notamment éviter que des situations déterminées ne donnent lieu à un impôt auto-progressif ou à un tarif distinct plus élevé à cause d'une circonstance qui est étrangère au preneur d'assurance ou bénéficiaire concerné.
La présente proposition de loi vise à permettre le transfert neutre sur le plan fiscal lorsque les capitaux constitués dans le cadre du contrat initial sont transférés vers un nouveau contrat similaire. La similitude se base surtout sur le fait qu'il doit s'agir d'un contrat qui dispose, comme le contrat d'origine, des mêmes dispositions fiscales pour certains avantages lors de la constitution future des capitaux ou pour un traitement fiscal avantageux des montants ainsi distribués.
Depuis le retrait de l'agrément de la compagnie d'assurance Apra Leven, le 4 mars dernier, les prestations ne sont plus remplies à l'égard des assurés. Or, pour un certain nombre de ces personnes, ces prestations sont particulièrement importantes. Il s'agit, par exemple, du versement des assurances pension, des rentes d'assurance-vie qui ne sont plus versées ou d'assurances de solde restant en garantie d'emprunts hypothécaires qui ne valent plus rien, ce qui permet au prêteur de résilier le contrat de crédit.
Il est vraiment très important, notamment pour ces personnes de pouvoir obtenir une indemnisation du Fonds de protection dans les délais les plus courts possibles.
Nous pouvons nous réjouir de l'adoption de cette proposition, hier, à l'unanimité, en commission des Finances. En effet, il était essentiel pour ces citoyens qu'elle soit votée rapidement.
Le président: Quelqu'un
demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1611/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1611/4)
L'intitulé en
néerlandais a été modifié en "wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek
van de inkomstenbelastingen 1992 en het Wetboek diverse rechten en taksen
inzake de inkomsten van verzekeringsproducten en houdende een diverse
bepaling".
Het opschrift in het Nederlands werd gewijzigd in "wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en het Wetboek diverse rechten en taksen inzake de inkomsten van verzekeringsproducten en houdende een diverse bepaling".
La proposition de loi compte 12 articles.
Het wetsvoorstel telt 12 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 12 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 12 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
23 Projet de loi modifiant les articles 216bis et 216ter du Code d'instruction criminelle et l'article 7 de la loi du 6 juin 2010 introduisant le Code pénal social (1344/1-7)
23 Wetsontwerp tot wijziging van de artikelen 216bis en 216ter van het Wetboek van strafvordering en van artikel 7 van de wet van 6 juni 2010 tot invoering van het Sociaal Strafwetboek (1344/1-7)
Transmis par le Sénat
Overgezonden door de Senaat
Ce projet de loi a été renvoyé en commission de la Justice le 23 juin 2011.
Dit wetsontwerp werd op 23 juni 2011 naar de commissie voor de Justitie teruggestuurd.
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
De rapporteur is mevrouw Lahaye-Battheu.
23.01 Herman De Croo (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw Lahaye-Battheu verwijst naar haar schriftelijk verslag.
De voorzitter: Mevrouw Van Vaerenbergh heeft het woord.
23.02 Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, de reparatiewet op de wet betreffende de minnelijke schikking ligt vandaag ter stemming voor in de plenaire vergadering. Hoewel mijn fractie op zich niet tegen de uitbreiding van de minnelijke schikking is, hebben wij wel problemen met de manier waarop deze wet tot stand is gekomen.
Ik herhaal nogmaals de geschiedenis van de totstandkoming. De minnelijke schikking kwam tot stand door een eenvoudig amendement van de meerderheid in lopende zaken op de wet houdende diverse bepalingen. Daarbij weigerden de meerderheidspartijen om daarover een diepgaand debat te voeren, terwijl de minnelijke schikking een zeer ingrijpende wijziging van ons huidig rechtssysteem inhoudt.
Toen vervolgens duidelijk werd dat de nieuwe minnelijke schikking met haken en ogen aaneenhing, besliste de meerderheid in lopende zaken om toch nog koppig verder te doen. In plaats van de wet houdende diverse bepalingen te herbekijken en daarover een diepgaand debat te voeren, diende zij, met het schaamrood op de wangen, een reparatiewet in.
De reparatiewet werd ingediend terwijl de bespreking van de wet houdende diverse bepalingen nog niet eens was afgerond. Wij konden dan ook niet anders dan een advies aan de Raad van State te vragen. Hoewel de Raad van State een aantal opmerkingen had, werd daarop door de commissie niet ingegaan. In zijn advies heeft de Raad van State ook duidelijk te kennen gegeven dat hij graag advies had gegeven over de inhoud van het eigenlijk voorstel tot wijziging van de wet betreffende de minnelijke schikking.
Beste collega’s, gelet op die bedenkelijke voorgeschiedenis en op het feit dat er geen brede reflectie over de minnelijke schikking mogelijk was, kunnen wij niet anders dan straks tegenstemmen, maar niet omdat wij tegen de uitbreiding van de minnelijke schikking zijn. Integendeel, wij zijn van mening dat de uitbreiding van de minnelijke schikking een must is, en een belangrijk instrument in het vervolgingsarsenaal. Een ingrijpende hervorming van ons rechtssysteem moet echter met de nodige ernst worden behandeld. Een dergelijke wet kan niet ondoordacht door het halfrond gejaagd worden, zoals nu door de meerderheid in lopende zaken gedaan wordt.
Wij zullen deze wet dan ook niet goedkeuren, om het signaal te geven dat wij niet akkoord gaan met de wijze waarop deze wet werd behandeld.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1344/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1344/1)
Le projet de loi compte 4 articles.
Het wetsontwerp telt 4 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article, avec des corrections de texte aux articles 2 et 4.
De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen, met tekstverbeteringen op artikelen 2 en 4.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
24 Prise en considération de propositions
24 Inoverwegingneming van voorstellen
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du
jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en
considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een
lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je
considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les
propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze
als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de
bevoegde commissies verzonden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 29 juin 2011, je vous propose également de prendre en considération:
- la proposition de loi de M. Georges
Gilkinet, Mmes Meyrem Almaci et Muriel Gerkens et MM. Stefaan
Van Hecke et Olivier Deleuze modifiant le Code des impôts sur les revenus
1992, visant à ajuster et à réorienter les possibilités de déduction d'intérêts
notionnels (n° 1628/1);
- la proposition de loi de M. Dirk Van der Maelen et consorts portant réforme de la taxe bancaire (n° 1640/1).
Renvoi à la commission des Finances et du
Budget;
- la proposition de résolution de Mmes
Muriel Gerkens, Maya Detiège, Colette Burgeon, Maggie De Block et Meyrem
Almaci concernant l'amélioration de la prise en charge de la dénutrition chez
les personnes âgées (n° 1629/1).
Renvoi à la commission de la Santé publique,
de l'Environnement et du Renouveau de la Société;
- la proposition de loi Mme Sonja Becq, M. Christian Brotcorne, Mmes Valérie Déom, Sabien Lahaye-Battheu et Kristien Van Vaerenbergh et MM. Raf Terwingen et Servais Verherstraeten modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne la création d'un rôle particulier pour le règlement collectif de dettes (n° 1634/1);
- la proposition de loi de Mme Karine Lalieux et consorts modifiant la législation en ce qui concerne l'amélioration de l'approche des abus sexuels et des faits de pédophilie dans une relation d'autorité (n° 1639/1).
Renvoi à la commission de la Justice.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 29 juni 2011, stel ik u ook voor in overweging te nemen:
- het wetsvoorstel van de heer Georges
Gilkinet, de dames Meyrem Almaci en Muriel Gerkens en de heren Stefaan
Van Hecke en Olivier Deleuze tot wijziging van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992, teneinde de notionele-intrestaftrekregeling bij te
sturen en te herijken (nr. 1628/1);
- het wetsvoorstel van de heer Dirk Van der Maelen c.s. tot hervorming van de bankentaks (nr. 1640/1).
Verzonden naar de commissie voor de
Financiën en de Begroting;
- het voorstel van resolutie van de
dames Muriel Gerkens, Maya Detiège, Colette Burgeon, Maggie De Block en
Meyrem Almaci over een betere aanpak van ondervoeding bij ouderen
(nr. 1629/1).
Verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing;
- het wetsvoorstel van mevrouw Sonja Becq, de heer Christian Brotcorne, de dames Valérie Déom, Sabien Lahaye-Battheu en Kristien Van Vaerenbergh en de heren Raf Terwingen en Servais Verherstraeten tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat betreft het oprichten van een bijzondere rol voor de collectieve schuldenregeling (nr. 1634/1);
- het wetsvoorstel van mevrouw Karine Lalieux c.s. tot wijziging van de wetgeving wat de verbetering van de aanpak van seksueel misbruik en feiten van pedofilie binnen een gezagsrelatie betreft (nr. 1639/1).
Verzonden naar de commissie voor de
Justitie.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
24.01 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, je demande l'urgence pour la proposition n° 1639/1 relative au suivi de la commission sur les abus sexuels, et qui est le fruit d'un travail collectif. J'en remercie tous les auteurs. Et j'ajoute qu'une erreur figure sur l'épreuve, puisque mon collègue Renaat Landuyt est, bien entendu, cosignataire de cette proposition de loi.
Je remercie, par avance, la présidente de la commission de la Justice d'essayer d'inscrire ce texte à l'agenda le plus rapidement possible.
Le président: Mme Lalieux a demandé l'urgence.
La demande d'urgence est adoptée par assis et levé.
Het urgentieverzoek wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
24.02 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, een tiental dagen geleden heeft het Grondwettelijk Hof de bankentaks verbroken. Dat had onze fractie samen met een aantal andere fracties al voorspeld. Dat is ook de reden waarom wij klaar zijn met een wetsvoorstel. Ook de collega’s van Groen! hebben er een en ik neem aan dat de collega’s van liberale strekking – ik spreek in economische termen – gerust het voorstel van Febelfin kunnen indienen.
Er werd de voorbije weken hoog opgelopen met het vele nuttige werk, dat hier gebeurt. Ik nodig de Kamer uit om met een reeks wetsvoorstellen haar verantwoordelijkheid te nemen en de bankentaks op een wat ons betreft sociaal verantwoorde manier in te voeren.
De voorzitter: Het gaat over punt 17, het wetsvoorstel nr. 1640/1 tot hervorming van de bankentaks.
24.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, chers collègues, je voudrais appuyer la demande de M. Van der Maelen. Il est urgent d'agir. Étant donné la situation politique, il est trop risqué d'attendre la rentrée, septembre ou octobre, pour légiférer en la matière.
J'espère que ce Parlement sera toujours en état de légiférer mais personne ne peut en avoir la certitude.
L'impact budgétaire est de 600 millions d'euros. La Cour de cassation a décidé que la taxe bancaire n'était plus valable à partir du 1er janvier. Nous avons également un texte à ce sujet qui pourra être mis en concurrence, en débat, avec le texte du sp.a ou d'autres groupes mais il nous semble urgent de pouvoir en discuter avant les vacances. C'est une question de responsabilité de ce Parlement.
J'appuie donc la demande de M. Van der Maelen.
Le président:
Y a-t-il d'autres interventions? (Non)
Het urgentieverzoek wordt bij zitten en
opstaan verworpen.
La demande d'urgence est rejetée par assis
et levé.
24.04 Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij vragen de urgentie voor het wetsvoorstel over de oprichting van een bijzondere rol voor de collectieve schuldenregeling. Op die manier wordt op basis van het wetsvoorstel heel snel de verdere informatisering voor de collectieve schuldenregeling mogelijk.
De voorzitter: Het gaat om wetsvoorstel nr. 1634/1, punt 15 van de inoverwegingnemingen. We stemmen over de urgentie bij zitten en opstaan.
La demande d’urgence est adoptée par assis
et levé.
Het urgentieverzoek wordt bij zitten en
opstaan aangenomen.
25 Demande d'urgence de la part du gouvernement
25 Urgentieverzoek vanwege de regering
Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi modifiant la loi du 4 décembre 2007 réglant les recours judiciaires introduits dans le cadre de la procédure relative aux élections sociales de l'année 2008 (n° 1615/1).
De regering heeft de spoedbehandeling gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 december 2007 tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van het jaar 2008 (nr. 1615/1).
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande par assis et levé.
Ik stel u voor om ons over de vraag uit te spreken.
Il est procédé au vote par assis et levé.
Er wordt overgegaan tot de stemming bij zitten en
opstaan.
Le président: Pour la clarté du résultat, je propose de procéder à un vote nominatif.
25.01 Bruno Tobback (sp.a): Mijnheer de voorzitter, bij wijze van stemverklaring geef ik mee dat de data van sociale verkiezingen een vast ritme volgen. Als mijn fractie op dit moment problemen heeft met de urgentie, dan is dat omdat die vaste datum niet zo verrassend komt voor een regering die een heel jaar niet veel anders te doen heeft gehad dan dit voor te bereiden. Op dit moment te allen prijze nog de urgentie vragen bewijst alleen maar dat de regering niet in staat is geweest om hiervan werk te maken in goede orde en op het juiste moment. Dat moge ook duidelijk zijn voor wie belang hecht aan die sociale verkiezingen.
De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
59 |
Oui |
Nee |
50 |
Non |
Onthoudingen |
11 |
Abstentions |
Totaal |
120 |
Total |
En conséquence, l'urgence est adoptée.
Bijgevolg neemt de Kamer de urgentie aan.
26 Proposition de loi modifiant la loi du 15 mai 2007 relative à la reconnaissance et à la protection de la profession d'expert en automobiles et créant un Institut des experts en automobiles (1199/3)
26 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts (1199/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming
/ Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
84 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
38 |
Abstentions |
Totaal |
122 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (1199/4)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (1199/4)
27 Proposition de résolution relative à une approche globale des dommages auditifs (nouvel intitulé) (484/5)
27 Voorstel van resolutie betreffende een globale aanpak van gehoorschade (484/5)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
119 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
119 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (484/6)
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (484/6)
27.01 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, j'ai voté pour.
27.02 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président, j'ai voté pour.
Le président: Dont acte.
28 Proposition de loi modifiant l'article 19, § 2, de la loi du 2 juin 2010 modifiant le Code civil afin de moderniser le fonctionnement des copropriétés et d'accroître la transparence de leur gestion (nouvel intitulé)(1537/5)
28 Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 19, § 2, van de wet van 2 juni 2010 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de werking van de mede-eigendom te moderniseren en transparanter te maken (nieuw opschrift)(1537/5)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
123 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
123 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (1537/7)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (1537/7)
29 Wetsontwerp tot wijziging van de artikelen 216bis en 216ter van het Wetboek van strafvordering en van artikel 7 van de wet van 6 juni 2010 tot invoering van het Sociaal Strafwetboek (1344/1)
29 Projet de loi modifiant les articles 216bis et 216ter du Code d'instruction criminelle et l'article 7 de la loi du 6 juin 2010 introduisant le Code pénal social (1344/1)
Overgezonden door de Senaat
Transmis par le Sénat
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
82 |
Oui |
Nee |
28 |
Non |
Onthoudingen |
12 |
Abstentions |
Totaal |
122 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1344/8)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1344/8)
M. Thiébaut a voté pour.
Monsieur Thiébaut, c’est votre anniversaire aujourd’hui.
(Applaudissements.)
(De Vlaams
Belang-fractie heeft tegengestemd.)
30 Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en het Wetboek diverse rechten en taksen inzake de inkomsten van verzekeringsproducten en houdende een diverse bepaling (nieuw opschrift) (1611/4)
30 Proposition de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 et le Code des droits et taxes divers en matière de revenus de produits d'assurance et portant une disposition diverse (1611/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
122 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
123 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (1611/5)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (1611/5)
Une personne s’est abstenue.
30.01 Annick Van Den Ende (cdH): Monsieur le président, c’est une erreur. Je voulais voter pour.
Le président: D'accord. Il y a donc unanimité.
31 Adoption de l’ordre du jour
Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.
Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.
31.01 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, wij hebben hier net bij het beantwoorden van een van de mondelinge vragen de premier horen zeggen dat hij zich engageert om volgende week een gemengde commissievergadering te houden over de buitenlandse operaties. Ik heb vastgesteld dat daarover in de agenda goedgekeurd door de Conferentie van voorzitters, niets staat. Is er intussen nieuws?
De voorzitter: Er is een addendum aan de agenda. Er is een voorstel voor een vergadering van de commissies voor de Buitenlandse Zaken en Landsverdediging van Kamer en Senaat op donderdag 7 juli om 12 u 15 in de Kamer, in zaal 4.
31.02 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik neem aan dat dit debat zal afgesloten worden met een stemming over een resolutie?
De voorzitter: Dat weet ik nog niet.
31.03 Dirk Van der Maelen (sp.a): Dat is alleszins onze vraag.
De voorzitter: Hier aan de dagorde staan de buitenlandse opdrachten. De mogelijkheid van een resolutie bestaat. De vergadering zal doorgaan op donderdag 7 juli 2011 om 12.15 uur.
Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.
Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 7 juli 2011 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 7 juillet 2011 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 17.06 uur.
La séance est levée à 17.06 heures.
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 53 PLEN 042 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 53 PLEN 042 bijlage. |
|
|
|
|
Vote nominatif - Naamstemming: 001
Oui
|
059 |
Ja |
Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin
Christophe, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Brotcorne Christian, Burgeon
Colette, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, De
Block Maggie, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo
Herman, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De
Permentier Corinne, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, Dierick Leen,
Dufrane Anthony, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric
André, Galant Jacqueline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Henry
Olivier, Jadin Kattrin, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Lanjri Nahima,
Madrane Rachid, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milquet Joëlle, Musin Linda,
Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Schiltz Willem-Frederik, Seminara Franco, Somers
Bart, Somers Ine, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Van Cauter
Carina, Van Den Ende Annick, Van der Auwera Liesbeth, Vercamer Stefaan,
Verherstraeten Servais, Vervotte Inge, Vienne Christiane
Non
|
050 |
Nee |
Annemans Gerolf, Beuselinck Manu, Bonte Hans,
Bracke Siegfried, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean
Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal,
Demol Elsa, De Ridder Min, Detiège Maya, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery
Daphné, Francken Theo, Geerts David, Gennez Caroline, Goyvaerts Hagen,
Grosemans Karolien, Kitir Meryame, Landuyt Renaat, Logghe Peter, Louis Laurent,
Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers
Sarah, Sminate Nadia, Temmerman Karin, Tobback Bruno, Uyttersprot Karel,
Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda,
Van Esbroeck Jan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van
Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Wollants
Bert, Wouters Veerle
Abstentions |
011 |
Onthoudingen |
Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Brems Eva, Calvo
y Castañer Kristof, Deleuze Olivier, De Vriendt Wouter, Genot Zoé, Gerkens Muriel,
Jadot Eric, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Van Hecke Stefaan
Vote nominatif - Naamstemming: 002
Oui
|
084 |
Ja |
Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte
Hans, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer
Kristof, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, De
Block Maggie, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo
Herman, de Donnea François-Xavier, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, Déom
Valérie, De Permentier Corinne, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De
Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Dufrane Anthony, Fernandez
Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline,
Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet
Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot
Eric, Kitir Meryame, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat,
Lanjri Nahima, Madrane Rachid, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milquet Joëlle, Musin
Linda, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Schiltz Willem-Frederik, Seminara Franco,
Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen
Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Turtelboom Annemie, Van
Cauter Carina, Van Den Ende Annick, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen
Dirk, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter,
Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vervotte Inge, Vienne Christiane
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
038 |
Onthoudingen |
Annemans Gerolf, Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, Colen Alexandra, De
Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man
Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit
Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen,
Grosemans Karolien, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert,
Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia,
Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van
Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh
Kristien, Wollants Bert, Wouters Veerle
Vote nominatif - Naamstemming: 003
Oui
|
119 |
Ja |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph,
Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Becq Sonja, Beuselinck
Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne
Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Clarinval David, Clerfayt
Bernard, Coëme Guy, Colen Alexandra, Collard Philippe, De Block Maggie, De Bont
Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman,
Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier,
Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol
Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Ridder Min, Detiège Maya, Devin
Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy,
Dierick Leen, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julia,
Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant
Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens
Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen,
Grosemans Karolien, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kitir Meryame,
Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe
Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Mathot Alain,
Mayeur Yvan, Milquet Joëlle, Musin Linda, Özen Özlem, Pas Barbara, Ponthier
Annick, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Seminara Franco, Smeyers Sarah,
Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman
Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Turtelboom
Annemie, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Cauter Carina, Van Den Ende
Annick, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van
Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann,
Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh
Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais,
Vervotte Inge, Vienne Christiane, Wollants Bert, Wouters Veerle
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 004
Oui
|
123 |
Ja |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph,
Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Becq Sonja, Beuselinck
Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne
Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Clarinval David, Clerfayt
Bernard, Coëme Guy, Colen Alexandra, Collard Philippe, De Block Maggie, De Bont
Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman,
Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Degroote
Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester
Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Ridder
Min, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael
Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Dufrane Anthony, Dumery
Daphné, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken
Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot
Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin
Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Henry Olivier, Jadin Kattrin,
Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lalieux Karine, Lambert
Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx
Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milquet
Joëlle, Musin Linda, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Ponthier
Annick, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Seminara Franco, Smeyers Sarah,
Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman
Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Turtelboom
Annemie, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Cauter Carina, Van Den Ende
Annick, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van
Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann,
Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh
Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais,
Vervotte Inge, Vienne Christiane, Wollants Bert, Wouters Veerle
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 005
Oui |
082 |
Ja |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph,
Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Becq Sonja, Blanchart
Philippe, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer
Kristof, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, De
Block Maggie, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq
Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Deleuze Olivier, Delizée
Jean-Marc, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, Devin Laurent,
Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen,
Dufrane Anthony, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine,
Frédéric André, Galant Jacqueline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel,
Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Henry
Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Lalieux Karine, Lambert
Marie-Claire, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Madrane Rachid, Mathot Alain, Mayeur
Yvan, Milquet Joëlle, Musin Linda, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara,
Ponthier Annick, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Seminara Franco, Snoy
et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Terwingen Raf, Thiéry Damien,
Turtelboom Annemie, Valkeniers Bruno, Van Cauter Carina, Van Den Ende Annick,
Van der Auwera Liesbeth, Van Hecke Stefaan, Vercamer Stefaan, Verherstraeten
Servais, Vervotte Inge, Vienne Christiane
Non
|
028 |
Nee |
Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, Colen
Alexandra, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De
Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie,
Dumery Daphné, Francken Theo, Grosemans Karolien, Louis Laurent, Luykx Peter,
Maertens Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Vandeput
Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen
Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert, Wouters Veerle
Abstentions |
012 |
Onthoudingen |
Bonte Hans, Detiège Maya, Geerts David, Gennez
Caroline, Kitir Meryame, Landuyt Renaat, Temmerman Karin, Tobback Bruno, Van
der Maelen Dirk, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter
Vote nominatif - Naamstemming: 006
Oui
|
122 |
Ja |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph,
Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Becq Sonja, Beuselinck
Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne
Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Clarinval David, Clerfayt
Bernard, Coëme Guy, Colen Alexandra, Collard Philippe, De Block Maggie, De Bont
Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman,
Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Degroote
Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester
Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De
Ridder Min, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter,
Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Dufrane Anthony,
Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine,
Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez
Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet
Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Henry Olivier, Jadin
Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lalieux Karine, Lambert
Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx
Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Milquet
Joëlle, Musin Linda, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Ponthier
Annick, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Seminara Franco, Smeyers Sarah,
Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman
Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Turtelboom
Annemie, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Cauter Carina, Vandeput
Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van
Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer
Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter,
Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vervotte Inge, Vienne Christiane,
Wollants Bert, Wouters Veerle
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
001 |
Onthoudingen |
Van Den Ende Annick