Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 8 décembre 2011

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 8 december 2011

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14.34 heures et présidée par M. André Flahaut.

De vergadering wordt geopend om 14.34 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.

 

Le président: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Elio Di Rupo, Steven Vanackere, Didier Reynders, Vincent Van Quickenborne, Laurette Onkelinx, Paul Magnette, Melchior Wathelet, Servais Verherstraeten

 

Excusés

Berichten van verhindering

 

Kristof Calvo, Eric Jadot, Willem-Frederik Schiltz, en mission à l'étranger / met zending buitenslands;

François-Xavier de Donnea, OCDE / OESO.

 

Le président: Chers collègues, décidément l'Europe perturbe même nos débats d'investiture, puisque des réunions préparatoires pour la réunion de ce soir ont retardé l'arrivée du premier ministre. J'espère que cela ne se reproduira plus. C'est la même chose pour tout le monde. Comme le dit Mme Merkel, avec un peu de discipline, cela va aller!

 

01 Reprise de la discussion de la déclaration du gouvernement

01 Hervatting van de bespreking van de verklaring van de regering

 

La discussion de la déclaration du gouvernement est reprise.

De bespreking van de verklaring van de regering is hervat.

 

01.01  Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de voorzitter, mag ik voorafgaand aan mijn tussenkomst erop wijzen dat de beslissing om naar de Europese Top te gaan vooraleer het vertrouwen van de Kamer werd bekomen, strijdig is met de Grondwet? Een regering zonder het vertrouwen van de volksvertegenwoordiging moet de grootste terughoudendheid betrachten in die periode tot aan de stemming en ik heb de grootste twijfels of een Europese verdragswijziging dan wel een verregaande overdracht van begrotingsbevoegdheden, een engagement is dat terughoudend mag worden genoemd. Ik betreur dus dat deze regering begint met een constitutionele schoonheidsfout en dat, helaas, daarmee ook de toon is gezet is. De regels zijn de regels en anders moeten we de Grondwet, en misschien ook ineens het Parlement, maar afschaffen.

 

Ik zeg dit hier en ik sluit niet uit dat dit element, tenzij de eerste minister duidelijk maakt dat hij ons land vanavond en vrijdag niet zal engageren, een juridisch staartje zal krijgen als het aan het Vlaams Belang ligt.

 

Voorzitter, collega’s, mijnheer de eerste minister, ik ben een Vlaming in hart en nieren. Als ik dat niet was, dan zou ik de PS moeten feliciteren. De PS heeft de afgelopen tien jaar, sinds de vijf resoluties van het Vlaams Parlement die volgden op twaalf jaar communautaire stilstand onder Dehaene in de jaren negentig, het been stijf gehouden en de hele Vlaamse politieke klasse overklast en gedomineerd. Zij heeft alle zachte noten gekraakt zoals bijvoorbeeld de VLD van Verhofstadt of de eerder Belgicistische Herman Van Rompuy, en zij heeft alle harde noten gekraakt die haar vanuit Vlaanderen werden geserveerd, inclusief Leterme en zelfs, in zekere zin, Bart De Wever.

 

Zelfs nu, nu het niet anders meer kon dan de Franstalige dominantie in het algemeen en de PS-dominantie in het bijzonder openlijk te etaleren door ook het premierschap te betrekken en aan het hoofd te gaan zitten van een meerderheid van 53 Franstalige tegen amper 43 Vlaamse Kamerleden, zelfs nu zijn de strategie en de onderhandelingsschema’s ongehinderd tot uitvoering gebracht. De PS is veel beter voorbereid op het tapijt gekomen dan al haar tegenstanders langs Vlaamse kant en de resultaten zijn navenant. Overigens ooit door middel van een duidelijk beeld door Bart De Wever zelf geschetst: bric-à-brac.

 

Niet met een verwijzing naar Siegfried Bracke maar met een verwijzing naar het Franse woord voor rommel, samenraapsel, een hoopje betekenisloze rommel.

 

Het Vlaams Belang heeft zich altijd afgevraagd of de N-VA zelf geloofde in de mogelijkheid om een reële, Copernicaanse autonomie binnen België te maken. U weet dat dit voor het Vlaams Belang een illusie is. België zit met een systemische fout die de Vlamingen verplicht om België te besturen tegen de belangen van hun kiezers in en anders niet te besturen. Verhofstadt en zijn Open Vld hebben dat mogen ondervinden. Dehaene vóór hem en Leterme na hem hebben dat mogen ondervinden. Zij eindigden allemaal in de totale electorale puinhoop. De Wever beseft het, hij is dan ook een historicus, want hij zei een jaar geleden ver weg van huis in Der Spiegel: “Als ik in een Belgische regering treed, ben ik mijn kiezers terug kwijt.” Het pleit voor hem dat hij dat beseft.

 

België is dus no good voor Vlaamse politici, mijnheer de eerste minister. In een en dezelfde regering zijn zij geroepen om het omgekeerde te doen van hun Franstalige collega’s en dat werkt niet. Een Belgische regering die werkt, is een regering die door de Franstaligen wordt gedomineerd. Er is geen alternatief, met een PS die het voor haar kiezers zo goed heeft gedaan zonder onderbreking al meer dan twintig jaar in alle regeringen van dit land.

 

Gefeliciteerd dus aan de PS, ook omdat u er met uw vasthoudendheid en uw koppigheid voor het eerst in veel jaren, meer bepaald voor het eerst sinds 1987, in bent geslaagd om een oud Belgisch gebruik, een oud Belgisch schema opnieuw in gebruik te nemen, namelijk het theorema dat een staatshervorming die aan beide Gemeenschappen nieuwe bevoegdheden verschaft alleen kan als de Vlamingen in ruil daarvoor toegevingen doen. Dat oude Belgische schema, dat oude Belgische gebruik was een beetje in onbruik geraakt na de grote overwinningen van het Vlaams Blok op de Volksunie, maar nu wordt het opnieuw ingevoerd, volgens mij omdat de Vlaamse bereidheid om te praten daar onvermijdelijk toe leidt en ook omdat Franstaligen daar een eigen-volk-eerst-mentaliteit en een gemeenschappelijke strategie tegenover plaatsen.

 

Terwijl Herman Van Rompuy nog maar pas in 2007 over een regering met een Vlaamse minderheid zei, hij zat toen nog in de oppositie: “Ik spreek nu in het belang van het land. Dat is staatsgevaarlijk”, lijkt het zich nu te ontwikkelen tot een algemene regel, tenzij de Vlamingen opnieuw bereid zouden zijn om voor Belgo-Belgische traditionele partijen te stemmen.

 

De grondstroom is echter niet meer tegen te houden. De oppervlaktestromingen, zoals de mediacampagnes om te eisen dat er zonder voorwaarde een regering zou komen en de baard van Koen Fillet, kunnen snel worden gekanaliseerd, gemediatiseerd en gemanipuleerd, maar de baard van Fillet zegt totaal niets over Vlaanderen.

 

De grondstroom in Vlaanderen, zijnde het verlaten van de Belgische partijen en het steeds meer opzoeken van de alternatieven, is met niks meer tegen te houden en al zeker niet meer, dames en heren van de traditionele tripartite, door terug te keren naar de oud-Belgische schema’s. De geschiedenis, Vlaamse collega’s van de tripartite, gaat onvermijdelijk haar gang. Uw Franstalige collega’s hebben zulks heel goed ingezien. Zij hebben u gedwongen tot een staatshervorming en tot een BHV-splitsing met toegevingen, die langlopende strategische doelstellingen van de PS en van Wallo-Brux zullen dienen na het uiteenvallen van het land.

 

Over de communautaire akkoorden kunnen wij dus in algemene zin stellen dat zij min of meer en voor het eerst sinds 1987 teruggrijpen naar de tot dan zeer ergerlijke gewoonte om de staatshervormingen op de bevoegdheidsoverdrachten naar Gemeenschappen en Gewesten te baseren. Echter, om in de Franstalige strategie van “on n’est demandeur de rien” te blijven, laten zij Vlaanderen daarvoor een prijs betalen en persen zij toegevingen af, ook al kan de formatie daardoor desgevallend meer dan 500 dagen duren.

 

CD&V bedelft het BHV-akkoord onder luid applaus, wat natuurlijk hilarisch is. In feite zijn uit het akkoord over BHV immers een eindeloze reeks toegevingen en een corridor tussen Brussel en Wallonië tevoorschijn gekomen. CD&V verspreidt in Brussel-Halle/Vilvoorde een folder met ongeveer de mededeling dat zij woord heeft gehouden en haar beloften heeft ingelost. Zulks is hilarisch. Béatrice Delvaux, de hoofdredactrice van Le Soir, heeft op 15 september 2011, na het sluiten van het BHV-akkoord, zonder gêne de Franstalige strategie bevestigd. Zij liet zich het perspectief ontvallen dat de Franstaligen de voorbije twaalf jaar en de komende tien jaar hebben gevolgd en zullen volgen. Zij heeft een en ander in één onnavolgbaar zinnetje samengevat.

 

Ik citeer het volgende: "Gagner du temps, gagner du temps sans perdre d'éléments fondamentaux (lien Wallonie-Bruxelles et statut de Bruxelles). Gagner du temps pour pouvoir préparer la Wallonie et Bruxelles à une prévisible future scission du pays."

 

Dat is voor het Vlaams Belang het zwaarste en het belangrijkste van alle argumenten tegen onze Vlaamse politieke concurrenten. Zij hebben geen van allen willen inzien dat alles wat nu is gebeurd, in het licht van het einde van België is gebeurd, met proactieve, preventieve en anti-Vlaamse langetermijjnstrategieën. De hele BHV-calvarie die wij hier hebben zien passeren, is niets anders geweest dan een middel om Vlaanderen in ruil en als toegeving voor zijn rechten tot nieuwe, tactische en strategische, historische vergissingen te dwingen.

 

Terwijl aan Vlaamse kant alle politieke concurrenten van het Vlaams Belang meenden dat zij op een — wat zij zelf noemden — constructieve manier aan een oplossing voor de politieke blokkering van het land werkten, door het vormen van een nieuwe regering met een staatshervorming, die ondertussen van een vette vis in een platte strandslijkpladijs werd veranderd, was dat alles voor de Franstaligen slechts een tussenstapje. Alles staat voor hen immers in een heel ander teken, namelijk in het teken van tijd winnen. Zij willen tijd winnen om de transfers te laten voortduren en om ondertussen Wallonië en Brussel in een tegen Vlaanderen gerichte positie te brengen en op de onvermijdelijke splitsing van het land voor te bereiden.

 

Het Vlaams Belang is dankzij zijn eigen inspanningen goed geplaatst om met gezag te waarschuwen tegen wat nu gebeurt. Ik wik mijn woorden. Indien de staatshervorming van Di Rupo en Beke doorgang vindt, is een ordelijke, fatsoenlijke opdeling van België langsheen de taalgrens moeilijker dan voorheen. Het risico dat een opdeling van België grote stukken grondgebied van Vlaanderen uit de Vlaamse republiek zal losscheuren, is reëel.

 

Laat ik het vooreerst over de hoofdstad van Vlaanderen hebben, zijnde Brussel, waarin de Vlamingen door de genoemde akkoorden electoraal worden geneutraliseerd, zeg maar uitgeschakeld, en tot politieke onmondigheid worden veroordeeld.

 

Het is inderdaad een historisch akkoord, want dit soort regelingen is nooit eerder vertoond. De Franstalige lijsten voor de Kamerverkiezingen in Brussel worden in de toekomst versterkt met een dikke 30 000 stemmen uit de faciliteitengemeenten. De Franstaligen uit die 6 Vlaamse gemeenten krijgen zo een privilege dat wellicht uniek is in de hele wereld: stemmen voor kandidaten en zich laten vertegenwoordigen door politici, uit een ander gebied dan waar men woont. Voor de Vlamingen in Brussel is het daarentegen afgelopen. Hun stem is niets meer waard. Door de invoering van de kiesdrempel en door het uitsluiten van elke vorm van apparentering of poolvorming is geen enkele Vlaamse partij in Brussel nog in staat op eigen houtje een zetel te behalen. De Vlamingen verdwijnen. Concreet verliezen de Vlaamse partijen daardoor twee Kamerzetels aan de Franstaligen.

 

Bedankt, CD&V, voor het gegeven woord!

 

Als doekje voor het bloeden, als een zielig potje troost, komt men ons snel wijsmaken dat de Senaat niet wordt afgeschaft – zoals de Vlaamse partijen vroegen – maar wordt hervormd tot “een ontmoetingsplaats van de Gemeenschappen.” Daarin kunnen desgewenst ook Vlamingen uit Brussel gecoöpteerd worden. Dat terwijl de Franstalige partijen door het systeem van coöptatie in de Senaat financieel en electoraal worden uitgenodigd om met aparte lijsten op te komen in Vlaams-Brabant, opdat Franstalige stemmen uit Halle-Vilvoorde in rekening kunnen worden genomen om de verdeling te bepalen van de vier Franstalige coöptatiezetels in de Senaat.

 

Dit zal de electorale integratie van bewoners van de Rand tegengaan, en hun aanmoedigen op niet-Nederlandstalige lijsten te blijven stemmen, en zo de voordelen van de BHV-splitsing grotendeels tenietdoen. Wat een gebrek aan dossierkennis! Wat een blindheid! Wat een toegevingen!

 

Bedankt, CD&V, voor het gegeven woord.

 

Alsof het allemaal nog niet erg en historisch genoeg is, wordt Vlaanderen ook uit Brussel gezet door het overhevelen van een aantal gemeenschapsbevoegdheden naar de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Ik denk daarbij aan de overdracht van de kinderbijslag, de geboorte- en adoptiepremies en de daarbij horende financiële middelen. Dit zijn typische gemeenschapsbevoegdheden die in Brussel volgens de aloude federale logica door de Gemeenschappen zouden moeten worden uitgeoefend. Het Gewest Brussel als Franstalig gebied binnen Vlaanderen, is de grootste overwinnaar van deze staatshervorming. Vlaanderen wordt teruggedrongen in de twee-tegen-één-positie.

 

Bedankt, CD&V, voor het gegeven woord!

 

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt een volwaardig Gewest, met bevoegdheden die de andere Gewesten niet hebben. Ik denk maar aan de eigen federale bevoegdheden op het vlak van veiligheid. Afgewerkt met de saus die “constitutieve autonomie” zal worden genoemd, wordt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest meer dan ooit voordien op hetzelfde niveau getild als de andere deelstaten: une région à part entière.

 

Het definitief erkennen en versterken van Brussel als volwaardig derde Gewest heeft verregaande gevolgen voor de positie van Vlaanderen. Voortaan moet Vlaanderen het in communautaire discussies alleen opnemen tegen twee componenten: het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap, en het volledig door de francofonie overheerste Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

 

De Franstaligen waren zelfs niet te beroerd om de Franse Gemeenschap vooraf reeds te herdopen tot Fédération Wallonie-Bruxelles, wat volkomen indruist tegen de huidige Grondwet en met zich meebrengt dat Brussel nationaal en internationaal wordt voorgesteld als een Franstalige stad.

 

De Vlaamse regering stond erbij en keek ernaar. Waar is de copernicaanse omwenteling van Kris Peeters gebleven en waarom hoor ik vandaag de Vlaamse regering hierover vooral oorverdovend zwijgen?

 

Gefeliciteerd PS, bedankt CD&V voor het gegeven woord.

 

En het is nog niet gedaan. Om aan de Franstalige strategie te voldoen van een Brussel dat zich verder uitbreidt tot een territoriale corridor met Wallonië dat uit het institutionele kluwen te voorschijn zal worden gebracht, wordt de aloude en in strategische concepties en nota’s van de PS als metropolitane gemeenschap voortkomende hoofdstedelijke gemeenschap opgericht. Alle gemeenten uit de oude provincie Brabant zullen er, of zij het nu willen of niet, deel van uitmaken.

 

Deze grondwettelijke instelling krijgt de bevoegdheid om zich intensief te gaan bemoeien met het gewestelijk beleid van de Vlaamse regering in de ruime zin en in de ruime omgeving van Brussel.

 

Hiermee reiken de tentakels van de Franstaligen tot aan de grenzen van de provincies Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Limburg. Hoe onwaarschijnlijk ook, zelfs in de nota-De Wever werd al in die zin gedacht.

 

De Franstalige partijen hebben uiteraard grote verwachtingen van deze nieuwe politieke instelling. MR is heel duidelijk op zijn website. Lees het er maar op na. In antwoord op de vraag of Brussel opgesloten zit in een carcan, wordt geantwoord: “L’accord consacre l’existence par une loi spéciale, d’une Communauté métropolitaine qui permet d’élargir Bruxelles sur base du Grand Brabant“.

 

Bedankt, CD&V, voor het gegeven woord.

 

De belangrijkste compensatie voor de splitsing van de kieskring BHV is echter de toekenning van maar liefst 461 miljoen euro extra middelen voor Brussel per jaar. Bart De Wever voorzag al 350 miljoen euro, maar de andere Vlaamse toegeefpartijen gaven zelfs nog meer toe. In 2030 zal die geldstroom al opgelopen zijn tot 830 miljoen euro.

 

Als argument voor die buitensporig hoge financiering wordt herhaaldelijk de demografische groei van Brussel naar voren geschoven. De razendsnelle bevolkingstoename hangt natuurlijk samen met het huidig extreem lichtzinnig opengrenzenbeleid, dat immigratiebeleid heet. Een veel strengere immigratiewetgeving zou vast veel meer soelaas bieden dan altijd maar meer geld toestoppen aan Brussel, waarbij Vlamingen, die instaan voor het gros van de Brusselse financiering, genereus mogen betalen voor de verdere verfransing en vervreemding van hun eigen hoofdstad.

 

Bedankt, CD&V, voor het gegeven woord.

 

De zogenaamde splitsing van het kiesarrondissement BHV creëert dus weliswaar de reeds lang gevraagde kieskring Vlaams-Brabant, maar dan wel in het oud-Belgisch schema van de Vlaamse toegevingen. De zes faciliteitengemeenten zullen immers deel uitmaken van zowel de kieskring Brussel als de kieskring Vlaams-Brabant. Het is een slechtere regeling dan de zogenaamde inschrijvingsrechten uit het Egmontpact. Een mens zou daar op den duur nog heimwee naar krijgen. Vandaag wordt elke drempel weggeslagen en kunnen de Franstaligen in Vlaanderen voor Franstalig-Brusselse lijsten stemmen in hun eigen gemeente.

 

De zes gemeenten worden bovendien behandeld en gebundeld in een eigen kunstmatig kieskanton en resulteren in een soort van electorale corridor tussen Brussel en Wallonië. Op die manier gaat het wel degelijk om een uitbreiding van Brussel, een groot-Brusselse kieskring van 25 gemeenten. Dat werd haast spontaan bevestigd door de verfranste Vlaming Armand De Decker van de MR. Hij zei, in het Nederlands, zodat iedereen het goed kon verstaan, in Terzake op de Vlaamse staatszender: “De uitbreiding van Brussel zal er toch op een dag komen. De electorale uitbreiding van Brussel is nu beslist. We zullen wel zien binnen tien of twintig jaar. Men moet redelijk zijn en men moet democratisch zijn. Ik geloof dat binnen tien jaar al die gemeenten honderd procent Franstalig zullen zijn, in feite.” Dat manoeuvre, dat bovendien grondwettelijk gebetonneerd zal worden, is niet meer of niet minder dan een amputatie van de zes gemeenten uit Vlaanderen.

 

Gefeliciteerd, PS. Bedankt, CD&V voor het gegeven woord.

 

Bij dit alles komt natuurlijk ook nog de benoeming van de burgemeesters in de zes waarop de Franstaligen via tweetalige kamers bij de Raad van State extra greep krijgen. Het plaatje is compleet.

 

Bedankt CD&V voor het gegeven woord.

 

Dit zijn de puinhopen van de Vlaamse BHV-strategie van de afgelopen zes jaar, een splitsing die de grondslagen legt van wat bij de opdeling van het land als een corridor tussen Brussel en Wallonië zal kunnen worden voorgesteld. Ik herhaal wat ik hier vroeger reeds heb gezegd.

 

Liever geen splitsing dan zo’n afschuwelijk slechte splitsing. Alle Vlaamse partijen op het Vlaams Belang na hebben tegenover die alomvattende en veroverende “fin de la Belgique”-strategie van de Franstaligen niets anders geplaatst dan hun eigen naïeve geloof in een zogenaamd nieuw België, hun eigen naïeve geloof in wat zelfs Bart De Wever een België 2.0 noemt met een multilevel governance en de uitvoering van artikel 35 van de Belgische Grondwet, maar dus altijd België.

 

Wat is het toch aandoenlijk dat nadat de grootste partij van Vlaanderen op groteske wijze door de Franstaligen bij de bok werd gezet zij toch nog steeds trouw blijft aan een strategie die België op een of andere manier overeind moet houden. Wat een bizar beeld van een spagaat tussen artikel 1 van de N-VA-partijstatuten, een onafhankelijke Vlaamse republiek, en de strategische keuze om dat ondanks alles te blijven doen binnen een België waarvan geen enkele meerwaarde meer moet worden verwacht voor Vlaanderen. Dat alles zogenaamd omdat de oplossingen binnen België haalbaar zijn terwijl Vlaanderen alsmaar opnieuw, verkiezingsuitslag na verkiezingsuitslag, nu al meer dan 25 jaar, niet het haalbare maar het noodzakelijke vraagt.

 

Op een ogenblik waarop de toen nog toekomstige eerste minister Di Rupo openlijk zowel op RTBF als op RTL zei, in strijd met wat al het internationaal recht daarover zegt, dat als Vlaanderen onafhankelijk wordt Wallonië en Brussel België zullen grijpen en tegelijk in de Vlaamse faciliteitengemeenten referenda zullen organiseren om aan te sluiten bij Wallo-Brux – allemaal in strijd met het internationaal recht – en toen hij daar aan toevoegde “toutefois la Belgique nous appartient”, België is van ons – zou Vlaanderen daar niets straffers en degelijkers tegenover te zetten hebben dan artikel 35 van de Belgische Grondwet. Vlaanderen is verzwakt en het is in deze cruciale dagen politiek zwakker en ziellozer dan ooit tevoorschijn gekomen.

 

Adding insult to injury wil ik het ook nog even hebben over wat er nog niet is beslist, over wat er nog in de oven zit van de heren Di Rupo en Beke. Het mag immers duidelijk zijn dat men nog enkele heikele hete hangijzers even opzij heeft geschoven en die voor een tijdje heeft weggemoffeld in de werkgroepen.

 

Ik denk aan de problematiek van de federale kieskring die niet anders dan haaks kan staan op elke federale logica en alleen een terugkeer kan betekenen naar het oude België, meer nog, BHV is dan helemaal terug maar dan uitgesmeerd over het hele land. Die kieskring wordt nog bestudeerd door een specifieke parlementaire commissie. Wat betekent dat allemaal?

 

Ik denk ook aan de kwestie van de mogelijke tweetalige lijsten in Brussel, waarbij de deur wagenwijd wordt opengezet voor de verkiezing van onderhorige Flamands de service op in de praktijk Franstalige lijsten. Dit gaat nog het werkterrein worden van een werkgroep, samengesteld uit Brusselse vertegenwoordigers van de acht bij de onderhandelingen betrokken partijen die daarnaast ook nog zogenaamd specifieke vraagstukken van het gebruik der talen in Brussel zullen onderzoeken.

 

Bedankt, CD&V, voor het gegeven woord!

 

Ik denk ook aan het Minderhedenverdrag. Voor het eerst in een federaal regeerakkoord en al meteen in handen van de MR, vicepremier Reynders. Ik citeer uit het akkoord: “Wat het vervolg van de aanbeveling rond de ratificatie van het kaderverdrag ter bescherming van de nationale minderheden betreft, geformuleerd in het kader van het universeel periodieke onderzoek, zal de werkgroep van de interministeriële conferentie buitenlands beleid blijven onderzoeken of men een akkoord kan bereiken over een definitie van het begrip ‘minderheid’”. Het volstaat dat er een akkoord is in die conferentie en hup, een nieuwe trein faciliteiten komt eraan.

 

Ten slotte houd ik ook mijn hart vast als ik in uw akkoord lees dat, en ik citeer: “de intra-Brusselse ad-hocwerkgroep zal nagaan hoe de opdrachten van de huidige vicegouverneur het best kunnen worden gehandhaafd”. Wie de wetsvoorstellen van Wouter Beke van mei 2011 op dat stuk heeft gelezen, weet dat ook hier groot gevaar dreigt voor de totale uitverkoop van de Brusselse Vlamingen. Het gaat over de versoepeling van de taalexamens en het tweetalig maken van de diensten en niet langer van het personeel.

 

Ja, voorwaar, ik zeg u: bedankt CD&V voor het gegeven woord.

 

Maar het is nog niet gedaan. De PS verdient nog meer felicitaties vanwege haar kiezers. De beoogde splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde voorziet niet in een verticale splitsing van zowel parket als rechtbanken. Halle-Vilvoorde krijgt wel een apart parket, maar het is evenwel een vergiftigd geschenk. Het wordt namelijk meteen begiftigd met vijf Franstalige parketmagistraten, hetgeen indruist tegen het territorialiteitsbeginsel en het Nederlandstalige karakter van Halle-Vilvoorde. De inschakeling van weliswaar tweetalige – dat zou er nog aan moeten mankeren! – Franstalige magistraten getuigt van ontzettend veel wantrouwen tegenover de Nederlandstalige parketmagistraten. Kan iemand mij misschien uitleggen wat er mis is met Nederlandstalige parketmagistraten die een tweetaligheidsproef hebben afgelegd? Is dat niet een lichte vorm van racisme om die te wantrouwen?

 

Waarom moeten die Franstalige magistraten overigens slechts functioneel tweetalig zijn en niet grondig tweetalig, terwijl ze toch in ééntalig Nederlandstalig gebied werken? De Franstalige onderzoeks- en strafrechters van Brussel veruitwendigen van oudsher een veel lakser strafbeleid dan hun Nederlandstalige collega’s. Dient het gezegd te worden dat de veel mildere aanpak van Franstalige kant daarbij een handig overtuigingsmiddel zal zijn om zoveel mogelijk zaken uit Halle-Vilvoorde te onttrekken aan de Nederlandstalige rechters? En alsof dat nog niet genoeg is, staan die gedetacheerde Franstalige magistraten onder het directe gezag van de Franstalige Brusselse procureur.

 

In de praktijk krijgen we dus een Franstalige afdeling binnen het Nederlandstalig parket van Halle-Vilvoorde, die rechtstreeks wordt gestuurd vanuit Brussel. Waarom kunnen die Franstalige parketmagistraten niet onder de hiërarchie staan van de procureur van Halle-Vilvoorde? Nergens anders is het mogelijk dat een procureur tuchtrechterlijk bevoegd is voor magistraten van een andere procureur.

 

Bedankt CD&V voor het gegeven woord!

 

Het akkoord voorziet ook in de ondermijning van de tweetaligheid van het parket en het auditoraat van Brussel. De tweetaligheidsverplichtingen bij het parket worden verminderd van twee derde naar amper een derde. Ik kan mij uiteraard vergissen, maar vermits Brussel volgens mij nog altijd een tweetalige stad is, moet het Brussels parket werken met zowel de Nederlandstalige als de Franstalige rechtbank en met Nederlandstalige en Franstalige politiemensen. Er blijft dus nood aan een veralgemeende tweetaligheidsverplichting bij de parketmagistraten. Een verplichte passieve kennis van de andere landstaal zou een minimum minimorum moeten zijn zodat men in staat is de anderstalige documenten en vonnissen te begrijpen. Vindt niemand het noodzakelijk voor de eerste minister, het Vlaams Belang vindt het wel noodzakelijk voor parketmagistraten in Brussel.

 

De onderhandelde splitsing voorziet in nog meer toegevingen van de Vlaamse onderhandelaars, met dank aan de CD&V. Zo zal het Brussels parket voortaan altijd worden geleid door een Franstalige procureur. Een Nederlandstalige, hoe bekwaam hij ook is, zal in zijn eigen hoofdstad nooit nog kunnen doorgroeien tot het ambt van procureur des Konings. Het grootste en belangrijkste parket van het land, met jurisdictie over de internationale instellingen, zal nooit meer worden geleid door iemand die de taal spreekt van de meerderheid van het land. Deze regeling is onaanvaardbaar. Het is de zoveelste illustratie dat Brussel aan het verglijden is van een tweetalige stad naar een dominant Franstalige stad waar de Nederlandstaligen gedegradeerd zijn tot tweederangsburgers.

 

Wat de rechtbanken betreft halen de Franstalige partijen nog een slag thuis. Er komt geen splitsing tussen Brussel en Halle-Vilvoorde, maar wel een ontdubbeling in eentalige rechtbanken die gelijkelijk bevoegd zijn voor heel BHV. De Franstalige rechtbanken worden gelijk bevoegd met Nederlandstalige voor alle 35 gemeenten van Halle-Vilvoorde. Dit zijn letterlijk de voorstellen van Olivier Maingain.

 

Bedankt CD&V voor het gegeven woord!

 

Deze nieuwe regeling gaat gepaard met tal van extra Franstalige faciliteiten. Zo zullen twee inwoners uit Halle-Vilvoorde voortaan rechtstreeks en vrijwillig voor een Franstalige rechtbank verschijnen, zelfs zonder dat zij Franstalig zijn. Bij een dagvaardingsprocedure wordt een gezamenlijke vraag tot taalwijziging veel gemakkelijker gemaakt. Een eenvoudig verzoekje aan de griffie zal volstaan. Ten slotte zal de verweerder, wanneer hij een inwoner is van een faciliteitengemeente, veel gemakkelijker de taalwijziging kunnen eisen en bijgevolg de verzending naar de Franstalige rechtbank.

 

Voor de splitsing, collega’s, betalen de Vlamingen ook een zware prijs inzake de taalkaders in de rechtbanken. De Franstaligen zijn er aan de onderhandelingstafel in geslaagd om voor de rechtbank van eerste aanleg en de arbeidsrechtbank een compleet waanzinnige taalverhouding af te dwingen van nog amper 20 % Nederlandstaligen en 80 % Franstaligen.

 

Dit betekent een enorme achteruitgang van het aantal Nederlandstalige magistraten en griffiebedienden. Een 20/80-verhouding is helemaal niet in overeenstemming met het werkvolume, noch met de bevolkingssituatie in Brussel-Halle-Vilvoorde. Het is het Vlaams Belang dat deze cijfervervalsing heeft ontmaskerd. De 20/80-regeling komt erop neer dat de Franstalige rechtbank van eerste aanleg en arbeidsrechtbank vier maal groter zullen zijn dan hun Nederlandstalige tegenhanger, terwijl het werkvolume slechts twee maal groter is.

 

De dupe van dit akkoord is in de eerste plaats de Vlaamse rechtsonderhorige in Brussel en Halle-Vilvoorde, die in de toekomst veel langer dan vandaag op een gerechtelijke uitspraak zal moeten wachten.

 

cdH-senator Francis Delpérée maakte op een bijeenkomst van het Vlaams pleitgenootschap reeds duidelijk dat de 80/20-verhouding een essentieel onderdeel is van het politiek akkoord en niet zal worden aangepast door welke werklastmeting dan ook, zelfs niet de voorziene na drie jaar door te voeren meting. Het behoort tot het politiek akkoord en wordt niet meer gewijzigd. Het dreigement is duidelijk.

 

Collega’s, het gaat hier om het meest stuitende, meest onrechtvaardige en tegelijk ook meest absurde onderdeel van het gerechtelijk BHV-akkoord. Mocht het FDF zoiets enkele maanden geleden openlijk hebben voorgesteld, dan zouden de Vlamingen in koor geroepen hebben dat het om een belachelijke provocatie ging. Het is volslagen onbegrijpelijk en hoogst schandelijk dat de Vlaamse onderhandelaars hiermee hebben ingestemd.

 

Het is overduidelijk dat de Vlaamse onderhandelaars dit belangrijke dossier niet op een ernstige wijze hebben voorbereid en zonder enige dossierkennis aan tafel zijn gaan zitten. De vier jonge Vlaamse broekjes hebben zich laten rollen, hebben zich laten strikken door de ervaren Franstalige onderhandelaars.

 

CD&V, bedankt voor het gegeven woord.

 

Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik ben zeker dat wij hier nog uitvoerig van gedachten zullen kunnen wisselen over de bijzondere financieringswet, maar ik kan daarover nu reeds zeggen dat wij die niet zullen goedkeuren. De paar goede punten, met name de verhoging van de gewestelijke fiscale autonomie, de wegwerking van de perverse effecten in de solidariteit en de gewestelijke toewijzing van de middelen volgens de fiscale sleutel worden meer dan tenietgedaan door de lange duur van het overgangsmechanisme, de niet-beperking van de solidariteit, de oplossing voor Brussel, het ontbreken van het bonus-malussysteem in het tewerkstellingsbeleid, de afwezigheid van maatregelen in de vennootschapsbelasting, de blijvende dotatiefinanciering voor de Gemeenschappen en de blijvende onzekerheid over de toekomstige bijdragen van de deelstaten aan de globale financiën, een akkoord dat nog moet komen.

 

Collega’s, hoe komt het dat de balans van deze staatshervorming negatief is? Hoe komt het dat ze teruggrijpt naar het oude Belgische gebruik, het oud-Belgische gebruik van Vlaamse toegevingen in ruil voor rechten?

 

Welnu, de miserie van deze staatshervorming van Di Rupo en Beke is begonnen op het moment dat de Vlamingen bereid zijn gevonden om te onderhandelen over Brussel-Halle-Vilvoorde.

 

Vlaanderen had zeker na de vorige verkiezingsuitslag klaar en duidelijk moeten zeggen wat het voor de verkiezingen bij monde van alle partijen aan de kiezers had gezegd: BHV wordt gesplitst zonder prijs. Dat de toegeefpartijen toch over BHV onderhandelden terwijl de Vlaamse voorstellen tot splitsing hier systematisch anderhalf jaar lang werden uitgesteld en onder de mat geveegd, was kiezen voor een weg die ons in het moeras heeft doen belanden.

 

Deze staatshervorming is zogezegd het resultaat van de Vlaamse politieke druk van de laatste drie verkiezingen. Meer autonomie om de problemen van vandaag op te lossen was het toverwoord, twee keer bij Leterme en de laatste keer bij De Wever. Maar meer dan wat bric-à-brac en halve oplossingen heeft het blijkbaar niet opgeleverd. De arbeidsmarkt wordt niet overgeheveld. Het arbeidsrecht, het sociaal overleg en het loonbeleid blijven federaal. Dat betekent dus geen Vlaamse cao’s. De overdracht van de kinderbijslagen komt er pas na gelijkschakeling voor werknemers en zelfstandigen en dus volgens mij na de komst van Godot.

 

Deze staatshervorming dient niet om deze Staat een moderne structuur te bezorgen, ze dient enkel om België te laten overleven. Vlaanderen heeft de splitsing van BHV veel te duur betaald terwijl ze gratis had moeten zijn. Franstalig België heeft tijd gewonnen, naar het woord van Delvaux in Le Soir. Het heeft zijn privileges bestendigd op het financiële vlak en uitgebreid voor Brussel. Bovendien heeft het zijn aanspraken op de Vlaamse rand ongelooflijk sterk uitgebreid en verankerd en alle voorbereidselen getroffen om een corridor te creëren die het Wallobruxconcept op de wereldkaart moet zetten wanneer de als onvermijdelijk aangevoelde splitsing van het land zich zal aandienen.

 

De oud-Belgische schema’s vinden wij ook terug in uw sociaaleconomische maatregelen. Er zijn 535 dagen verstreken tussen de wetgevende verkiezingen en het afronden van de regeringsonderhandelingen, zonder twijfel een nieuw wereldrecord, zeker voor een land dat zichzelf tot de beschaafde wereld rekent. Dat zegt veel zoniet alles over de toestand van het land. De illusie naar de buitenwereld, de alles-gaat-goedmantra van de demissionaire premier Leterme verbergt een diep verscheurd land, een land waar het steeds moeilijker is om over iets overeen te komen, waar de verdeeldheid tussen Noord en Zuid steeds duidelijker wordt, een land dat – naar ik hoop – op zijn laatste benen loopt.

 

Zonder de internationale ontwikkelingen en de Europese schuldencrisis die langzaam overgaat in een nieuwe bankencrisis zouden de onderhandelingen zich naar alle waarschijnlijkheid nu nog verder slepen. Het blijkt een kenmerk van de Belgische budgettaire geschiedenis dat belangrijke saneringsmaatregelen enkel kunnen worden genomen onder zware internationale druk.

 

Zonder die externe dreiging wordt steeds gekozen voor de weg van de minste weerstand, voor het doorschuiven van de problemen, voor struisvogelpolitiek met vaak een desastreuze ontsporing van de openbare financiën tot gevolg.

 

Het oplopende concurrentienadeel van begin jaren 80 bleef bijvoorbeeld niet onopgemerkt. Slechts onder zware druk van het IMF ging de regering-Martens over tot de fameuze devaluatie van de Belgische frank. Op termijn heeft die voor België toch wel drastische ingreep overigens weinig zoden aan de dijk gezet. Het begrotingstekort nam steeds grotere proporties aan en de publieke schuld steeg tot onhoudbare niveaus.

 

Opnieuw was het het buitenland, dat België dwong het juiste spoor te kiezen. De saneringsgolf onder premier-Dehaene I, het globaal plan uit 1993 kwam er pas toen in aanloop naar de Europese Muntunie het pijnlijk duidelijk werd dat het land in de verste verte niet voldeed aan de convergentiecriteria inzake begroting en schuld. Alleen een rigoureuze sanering zou België de blamage besparen om de start van de EMU te moeten missen.

 

De vruchten van de inspanning, een voldoende hoog primair saldo, werden door de verschillende regeringen-Verhofstadt niet geconsolideerd, om niet te zeggen verkwanseld. Ondanks positieve groeicijfers en een gestaag dalende rentevoet werden de reserves opgesoupeerd in een door Open Vld ondergane PS-regering die paars werd genoemd.

 

België was met andere woorden totaal onvoorbereid toen het noodlot in 2008 opnieuw toesloeg. De wereldwijde crisis, eerst het vastgoed, dan de banken en ten slotte de mondiale economie, hadden desastreuze gevolgen voor de fragiele Belgische financiën. De jarenlange daling van de schuldgraad tot 84 % kwam abrupt tot een einde en het begrotingssaldo kelderde. Noch Leterme, noch de huidige Europese president, konden het tij keren. Begin 2010 barstte de Griekse etterbuil open. Sindsdien breidt de Europese schuldencrisis steeds verder uit.

 

Terwijl normale Europese landen dan structureel drastische maatregelen begonnen te nemen om de budgettaire gevolgen van de crisis op te vangen, modderde België 535 dagen maar wat aan.

 

Alweer kwam de druk om een oplossing te bereiken, van buitenaf. De verkoopsgolf van Belgisch papier in de tweede helft van november en de ratingverlagingen zetten u het mes op de keel. Ik citeer: “De downgrade is gebaseerd op verschillende factoren maar niet het minst op de wildgroei van waarborgen aan de financiële sector die de financiële risico’s enorm hebben doen verhogen”, met een expliciete verwijzing naar de recente waarborgen voor Dexia en zijn coöperanten.

 

Volgens een weliswaar onvolledige raming waarborgt dit land nu reeds zowat 130 miljard euro aan verplichtingen van derden, meer dan een derde van het bruto binnenlands product. Indien die waarborgen werkelijk worden opgevraagd, wordt de nv België totaal onhoudbaar en gaat hij meteen failliet.

 

Ondertussen is het resultaat van de onderhandelingen bekend. Amper een dag na de ratingverlaging kwam er witte rook uit de Wetstraat en lag er een zogenaamde begroting op tafel. Maar, zoals steeds, zijn de zaken niet zoals voorgesteld en, zoals zo vaak, loopt het al meteen verkeerd bij de uitgangspunten.

 

Nu reeds kunnen wij gerust stellen dat de begroting gebaseerd is op drijfzand. De prognoses inzake groei zijn achterhaald. Iedereen weet ondertussen dat de groei volgend jaar beperkt blijft tot 0,2 %. Voor België bedraagt de gemiddelde groeiprognose die de grootbanken en de OESO voorspellen in 2012, slechts 0,3 % en geen 0,8 %.

 

Ook de recente renteopstoot bij de veiling van 28 november zal wel gevolgen hebben voor de rentelast – wat allemaal niet mee in rekening werd genomen – en volgens een eerste, voorzichtige raming zal de negatieve evolutie van de groei en van de rente een negatief effect hebben van om en bij 1,3 miljoen euro.

 

Dus, nog voor u een begroting hebt, komt uw eerste begrotingscontrole er al aan, om toch maar uw zogenaamde doelstellingen te halen. Meer en meer kenners sluiten een echte recessie niet langer uit. Indien de groei effectief negatief wordt, zou een extra besparing wel eens een veelvoud van dat bedrag kunnen zijn. Wij beginnen dus met verkeerde uitgangspunten. Ik vraag mij dus af wat voor een begroting dat is.

 

Naast de gebruikte optimistische prognoses wordt de structuur van de sanering, de verdeling over inkomsten en uitgaven, veel te rooskleurig voorgesteld. Daarover had collega Jambon vanochtend gelijk. De besparingen liggen in werkelijkheid lager dan aangekondigd.

 

Aangezien het merendeel van de diverse maatregelen bestaat uit belastingverhogingen, zoals de hervorming van de aftrekbare uitgaven, die de gezinnen uit de middenklasse zal treffen, en de bijdrage van 577 miljoen euro voor de banken, die zelfs nu al wordt doorgerekend aan de gezinnen. Om maar te zwijgen van de nucleaire rente, die ook zal worden doorgerekend, en aangezien bepaalde besparingen in de feiten neerkomen op een belastingverhoging, zoals de afschaffing van de aftrek voor milieuvriendelijke wagens en de 1,62 miljard euro ten gevolge van de hervorming van de notionele intrest, ligt de feitelijke belastingverhoging een pak hoger dan 60 %, zelfs meer dan twee derde, van de inspanning.

 

Tegen 2014 zou het deel besparingen stijgen tot 53 %, terwijl het aandeel van nieuwe belastingen zou dalen tot 28 %. Gezien de omvang van de diverse maatregelen zal de verhouding in het beste geval dus omgekeerd zijn. Het is een illusie te denken dat de opgelegde lasten voor de bedrijven niet zullen worden doorgerekend aan de consument. De felgeplaagde banken zullen ergens hun inkomsten moeten halen om aan de lawine van nieuwe verplichtingen te voldoen en de Sueztopman Mestrallet heeft al laten weten dat hij België zal blijven behandelen als een wingewest.

 

De ondoordachte lastenverhogingen zullen wel degelijk worden gevoeld door de gezinnen, iets wat u nu nog altijd pertinent ontkent. Daarbij blijft het niet voor de gezinnen. De klassieke verhoging van de accijnzen op tabak, sterke drank en bedrijfswagens, de verhoging van de btw op digitale televisie, de verhoging van de beurstaks, de verhoging van de prijs van de dienstencheques en de invoering van een btw-stelsel voor de prestaties van notarissen en gerechtsdeurwaarders zullen de koopkracht aantasten, net als de verhoging van de roerende voorheffing en al wat daarbij hoort.

 

De vaudeville over de toepassing of niet van het nieuwe tarief op nieuw uit te geven staatsbons doet in die context op zijn minst het vermoeden rijzen dat bepaalde onderdelen en maatregelen van de begroting het resultaat zijn van puur paniekvoetbal.

 

Ook de overheveling van de fiscale stimuli naar de Gewesten valt onder die noemer. Die bevoegdheid wordt geregionaliseerd, maar worden de middelen ervoor federaal geschrapt? Het is dan namelijk aan Vlaanderen om ofwel zelf daarvoor op te draaien ofwel het slechte nieuws te brengen aan de brave belastingbetaler, die zinnens was energiebesparende maatregelen te nemen.

 

Ook de zelfstandigen worden alweer in de kou gezet, met – ik daag u uit de nietszeggendheid ervan te weerleggen – de volgende paragraaf: “Naast de gelijkschakeling van de kinderbijslagen bedoeld in het institutionele akkoord zouden de verbeteringen prioritair kunnen slaan op…” In het Frans wordt dat “pourrait”. Verder luidt het: “Onderzoek van de mogelijkheid om de berekeningswijze van de sociale bijdragen te vereenvoudigen. De regering zal het statuut van de meehelpende echtgenoot evalueren en zal desgevallend wijzigingen aanbrengen.” Er is niets zo vaag en zo nietszeggend als de paragraaf over de zelfstandigen. Die zijn er in uw regeerakkoord waarschijnlijk nog het slechtst van allemaal aan toe.

 

Zoals altijd wordt ook nu weer gerekend op eenmalige inkomsten van de Lotto, Belgacom, bpost enzovoort. Ik zal er niet over uitweiden. De burgers zullen het wel allemaal voelen en merken.

 

Dan is er ook nog de strijd tegen de fiscale fraude. Die kan plots, op anderhalve maand, met 44 % stijgen, van 500 miljoen euro tot 720 miljoen euro. Waar is de staatssecretaris bevoegd voor de bestrijding van de sociale en de fiscale fraude? Hij is er niet. Ofwel hebt u een revolutionair middel ontdekt om de fraude op te sporen, ofwel – daar lijkt het meer op – werd het cijfer aangepast om de begroting uiteindelijk dan toch te doen kloppen. Ik wens u veel succes in een klimaat waarin zelfs uw eigen Europese commissaris Karel De Gucht u voor de hogere rechtscolleges sleept om uw antifraudemechanismes onwettelijk te laten verklaren. Ik wens u veel succes met de stijging van 44 % in de bestrijding van de fiscale fraude.

 

Wat de overheveling van een deel van de zogenaamde usurperende bevoegdheden betreft, zonder correcte overdracht van de middelen, vragen wij hoe de geschatte meerkosten – die de Vlaamse begroting in 2012 reeds 450 miljoen euro zullen kosten, een bedrag dat zal oplopen tot een klein miljard in 2014 – te rijmen vallen met de te verwachten Vlaamse inspanningen voor een globaal evenwicht in 2015.

 

Ik stel die vraag uiteraard ook aan onze collega’s van de N-VA, die hier vanmorgen hebben gezegd dat zij zich niet door al die federale bemoeials uit de Vlaamse regering zullen laten zetten. Het is misschien een mooi campagne-idee voor de volgende Vlaamse verkiezingen, maar hoe zij het ook draaien of keren, voor mij is het geloofwaardiger dat zij nu, en niet dan, uit de Vlaamse regering zouden stappen.

 

Mijnheer de voorzitter, collega’s, tot slot, de schuchtere aanzetten tot structurele hervormingen op sociaaleconomisch vlak, met name inzake de arbeidsmarkt en de pensioenen, hebben op niemand een grote indruk gemaakt. De verhoging van de degressiviteit van de werkloosheidsvergoedingen, het optrekken van de leeftijdsvoorwaarden voor de brugpensioenen, de verstrenging van de brugpensioenen, de verhoging van de anciënniteitsvoorwaarde voor vervroegd pensioen, het zijn allemaal reeds veel te lang uitgestelde openingszetjes, maar ook niet meer dan dat.

 

Verder is van diepgaande hervormingen nog lang geen sprake, laat staan dat ze eraan komen. De maatregelen bevatten nog altijd te veel uitzonderingen en worden te vaak te ver in de tijd gespreid. De maatregelen vormen geen afdoend antwoord op de vergrijzing en zij zullen de werkloosheid niet structureel terugdringen. Vooral in vergelijking met de maatregelen in de ons omringende landen valt te vrezen dat het feitelijke resultaat van de hervormingen bijzonder mager zal zijn. Mochten zij al de omvang hebben van het ook al te futiele Generatiepact, weten wij dat wij eigenlijk naar een Generatiepact maal 40 moeten. Vandaag blijkt dat dat onder de nieuwe regering en met het gekozen hervormingsritme zeker niet zal lukken.

 

U zei ter conclusie dat het pakket begrotingen en hervormingen de Europese toets zal doorstaan. Het spanningsveld blijft echter, zoals voorheen: de PS vindt de Europese aanbevelingen “een inspiratiebron”, Open VLD zegt dat het “verplichtingen” zijn.

 

Wij wensen u veel succes, met uw saneringen waarvan de klemtoon niet op minder uitgaven ligt, maar wel degelijk op nieuwe inkomsten, met uw pensioenmaatregelen die niet gekoppeld zijn aan de levensverwachting; met uw onaangeroerde index, met de warboel aan bankgaranties die u hebt gecreëerd, met het afwezig blijven van een verlaagde parafiscaliteit op arbeid en van een echte vergroening van de fiscaliteit, met het overeind blijven van de privileges van de voormalige monopolisten in de netwerksectoren. Wij wensen u veel succes daarmee Europa te overtuigen. Maar ik meen dat de PS het in al die gevallen bij het rechte eind heeft gehad: de regering gebruikt de Europese aanbevelingen als een inspiratiebron, meer niet.

 

De eurokwestie leunt loodzwaar op onze toekomst en waarschijnlijk op de rest van uw agenda van vandaag, mijnheer de eerste minister. De euroarchitecten hebben een politiek project aan de economische realiteit opgedrongen. Het prijskaartje komt nu meer en meer binnen in de vorm van een in 2008 totaal onderschatte bankencrisis, waarbij zich nu een schuldencrisis heeft gevoegd.

 

In de ivoren torens van Europa wil men nu een verdere soevereiniteitsoverdracht, maar ons inziens is een ordelijke opdeling van de euro vooralsnog veel meer aangewezen om ons in staat te stellen zelf verantwoordelijkheid te nemen voor het welzijn, de welvaart en de zekerheid van onze burgers. Meer nog, alleen een ordelijke opdeling van België kan verhinderen dat wij wellicht in een “zeuroscenario” ten onder gaan. Een reden te meer voor het Vlaams Belang om te pleiten voor een onafhankelijk Vlaanderen.

 

Mijnheer de voorzitter, een jaar geleden, op 6 december 2010, kopte De Standaard: “Voor de PS is asielbeleid mislukt.” De aanleiding voor die spectaculaire krantenkop lag in de opmerkelijke uitspraken van PS-collega Yvan Mayeur tijdens De Zevende Dag. De PS was plotseling toch bereid om te praten over een strenger uitwijzingsbeleid van uitgeprocedeerde asielzoekers en illegale immigranten. Een week tevoren reeds had ook zijn voorzitter, Elio Di Rupo, blijkbaar het licht gezien. In een interview met De Standaard, dat op 1 december 2010 verscheen, sprak hij duidelijke taal die niets aan de verbeelding te wensen overliet: “Er zijn vier keer meer asielaanvragen in België dan in andere Europese landen. Vier keer! Wij moeten de filières uitschakelen en werk maken van snellere procedures. Als asielzoekers een negatief advies krijgen, moeten wij hen terugsturen naar hun landen van herkomst.”

 

Was het toeval of niet, dat het interview van Mayeur verscheen uitgerekend op de maandag van Sinterklaas? Mijnheer de eerste minister, ik weet niet of Sinterklaas ook in Italië wordt gevierd. Wel weet ik dat de beenderen van de goedheilige man in 1087 werden gestolen door Italiaanse kooplieden, die ze naar Bari brachten, niet zo heel ver van de Abruzzen. Misschien zijn er in Vlaanderen mensen die niet alleen geloven in Sinterklaas, maar die toen, een jaar geleden, ook geloofden in de belofte van de PS om inzake asiel en immigratie het eindelijk over een andere boeg te gooien en eindelijk werk te maken van een noodzakelijke ommekeer.

 

Wie dacht dat het met de PS mogelijk was om in het asiel- en migratiedossier orde op zaken te stellen, is echter bedrogen uitgekomen. Sinterklaas mag dan pakjes brengen voor de kinderen, maar wie denkt dat de PS cadeautjes uitdeelt, zit grondig fout. Wat Vlaanderen vandaag in zijn schoentje terugvindt, is niet wat het heeft gevraagd of verlangd. Dat is niet echt verwonderlijk, want tenslotte is de eerste minister Sinterklaas niet. In die schoen zitten slechts enkele symbolische snoepjes om de Vlaamse publieke opinie om de tuin te leiden.

 

Al bij al is het niet verwonderlijk dat de onderhandelaars reeds na enkele uren een akkoord over asiel en migratie hebben bereikt. Wat ons is geserveerd, is immers niet meer dan de opgewarmde, slappe kost, die de voorbije maanden in het Parlement was bereid.

 

Een staatssecretaris, en dus niet een minister, wordt bevoegd voor het volledige asiel- en migratiebeleid, met inbegrip van de opvang van asielzoekers. Het principe dat slechts één minister bevoegd moest worden gemaakt, is een principe waarvoor het Vlaamse Belang al een vijftiental jaar pleitte. Het werd bij de wijzigingen aan de opvangwet voor asielzoekers reeds door het Parlement goedgekeurd. Het is dus geen nieuwigheid. Nieuw is het feit dat het geen minister maar een staatssecretaris is geworden. Het is een symboliek die perfect uitdrukt dat het thema geen prioriteit is, dat alles bij hetzelfde blijft en dat regularisaties en naturalisaties gewoon op het PS-elan van de voorbije tien tot twaalf jaar doorgaan.

 

Inzake de gezinshereniging doet men niet meer dan aankondigen dat men de recente maatregelen van het Parlement zal uitvoeren. De wetswijziging die de voorbije zomer werd goedgekeurd, pakt echter de problemen van de massale volksmigratie, vooral de gezinsvorming met in ons land geboren vreemdelingen, in elk geval niet ten gronde aan. Men liet zelfs na ten volle de mogelijkheden te benutten die de veel te lakse Europese wetgeving aan de lidstaten biedt, om de sneeuwbal van de gezinsmigratie enigszins het hoofd te bieden. Men blijft gezinshereniging met de ongehuwde levenspartners toestaan. In het regeerakkoord wordt weliswaar aangekondigd dat de regering de strijd tegen schijnsamenlevingscontracten wil opvoeren, maar van deze belofte kwam echter ook tijdens de vorige legislaturen niets in huis.

 

Tijdens een hoorzitting in de Kamer op 21 september — u zult het zich allen herinneren —pleitte de Antwerpse magistraat Chantal Merlin voor de afschaffing van de gezinshereniging op basis van de wettelijke samenwoonst. Ik citeer: “Eerst en vooral stelt zich de vraag of de wettelijke samenwoonst wel recht op verblijf moet geven. Deze rechtsfiguur was aanvankelijk enkel bedoeld om een oplossing te bieden voor homoseksuelen die op dat ogenblik nog geen recht hadden om te huwen. Dit probleem is inmiddels achterhaald.”

 

Er wordt nog steeds gezinshereniging toegestaan met vreemdelingen die slechts een verblijfsrecht hebben van beperkte duur, onder andere studenten. Aan de gezinshereniging worden nog steeds geen integratievoorwaarden verbonden. België blijft lakser dan de meeste, andere, Europese landen.

 

De Antwerpse magistraten Liégeois en Van den Bon hebben de wetswijziging inzake de voorwaarden voor de gezinshereniging in hun mercuriale overigens tot haar reële proporties herleid. Ik citeer: “Het is verheugend om vast te stellen dat er iets wordt ondernomen, maar de initiatieven getuigen van disorder en zijn maatregelen in een verspreide slagorde. Zij kunnen als signaal een angstverdrijvende uitwerking hebben op de ongeruste burger, wat positief is, maar de uitwerking op het terrein zal minimaal zijn, laat staan dat zij enig, herstellend effect zullen hebben op de schade die nu al is toegebracht aan het sociaal weefsel. De recente wetswijziging zal de lawine van de gezinshereniging” — dit zijn eveneens de woorden van de Antwerpse magistraten — “zeker niet tegenhouden.”

 

Opgewarmde kost, dus, en dat is uiteraard eveneens het geval om uw databank te proberen in werking te krijgen, die zal worden opgericht inzake de schijnhuwelijken. Die maatregel werd jaren geleden reeds aangekondigd, maar is nog steeds niet uitgevoerd.

 

Le président: Madame Lanjri, laissez M. Annemans achever son intervention.

 

01.02  Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil toch even reageren.

 

Mijnheer Annemans, ons voorstel tot het verstrengen van de wet op de gezinshereniging, dat werd gesteund door heel wat fracties uit de meerderheid — sp.a, Open Vld, N-VA, MR — werd hier goedgekeurd, maar u hebt dat voorstel niet mee goedgekeurd. Die wet is strenger geworden, er werden heel wat nieuwe criteria ingevoegd en zij is sinds 22 september ook van kracht.

 

U komt zich hier alweer heel plat populistisch afvragen of men het zich wel kan voorstellen dat men toestaat dat mensen die hier tijdelijk verblijven — studenten of personen die hier voor twee of drie jaar komen werken, bij een multinational bijvoorbeeld — ook hun vrouw en kinderen overbrengen. Wel ja, mijnheer Annemans, dat is wat het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens ons land en alle andere landen in de wereld oplegt. Ik verwijs naar artikel 8 van dat verdrag, over het recht op gezinshereniging.

 

Voor alle duidelijkheid, er is het recht op gezinshereniging, men kan gezinnen niet uit elkaar trekken. Wat wij hebben moeten doen en wat wij ook hebben gedaan is die gezinshereniging verstrengd en aan voorwaarden gekoppeld. Betrokkenen moeten zelf instaan voor de mensen die zij naar hier overbrengen. Er wordt op gelet dat zij voldoende inkomen hebben en voldoende huisvesting, zodat degenen die naar hier komen niet ten laste vallen van de samenleving.

 

Dat hebben wij wel gerealiseerd en daaraan hebt u niet meegewerkt!

 

01.03  Gerolf Annemans (VB): Mevrouw, ik kan dat alleen bevestigen! Nee, wij hebben niet meegewerkt aan de operatie “zand in de ogen strooien van de Vlaamse publieke opinie”. Vraag niet aan het Vlaams Belang om mee te werken aan uw propagandawetje over gezinshereniging. Wij doen daar niet aan mee.

 

Het doet pijn als ik dan de Antwerpse magistraten in de Europazaal hoor zeggen, en ik citeer: “Op het terrein zal het effect minimaal zijn.”

 

Vergeet dat het een herstellend effect zal kunnen hebben op de schade die door uw gezinsherenigingen jarenlang is toegebracht aan het sociaal weefsel. Ik dacht dat het sociaal weefsel u moet interesseren. Het zijn zeker geen magistraten die door het Vlaams Belang zijn benoemd. Wij zullen van de heer Bogaert vernemen wie hij allemaal zal benoemen, maar het zijn waarschijnlijk magistraten die namens u praten. Ik vind dat zij de waarheid spraken.

 

01.04  Nahima Lanjri (CD&V): De beste stuurlui staan aan wal. De wet is nog maar van kracht sinds 22 september, dus de uitwerking zullen wij nog wel zien. Wij zullen nog wel zien, mijnheer Annemans!

 

Le président: Vous aurez encore l’occasion de discuter de cela en d’autres endroits. Il est temps de conclure, monsieur Annemans.

 

01.05  Gerolf Annemans (VB): Nee, nee, voorzitter.

 

De voorzitter: Ja, toch wel. De spreektijd bedraagt precies een uur. Er resten u nog vier minuten.

 

01.06  Gerolf Annemans (VB): Ik zal het dus niet kunnen hebben – ook wegens deze onderbreking trouwens – over de snel-Belg-wet waaraan niets verandert. Ik zal op latere tijdstippen de asielprocedure en het terugkeerbeleid bekritiseren, dat geen terugkeerbeleid is ondanks de wetjes die u hebt goedgekeurd, en ik kan hier ook aankondigen dat wij mevrouw de staatssecretaris voor Migratie meteen zullen vragen wat zij gaat doen met de regularisatiepraktijken van haar collega Wathelet en met artikel 9bis.

 

Voorzitter, collega’s, ik kan aankondigen en met klem onderstrepen dat wij op geen enkele manier als Vlaams Belang het migratiebeleid van deze regering ernstig zullen nemen. Wij zullen het bekampen in dit Parlement, voor de Raad van State, voor het Grondwettelijk Hof en op straat. Doordat het opgezadeld wordt met Belgische compromissen is Vlaanderen een immigratieland geworden en uw regering verandert daar gewoon niets aan. De opendeurenpolitiek van de PS zoals die zich de afgelopen twintig jaar heeft ontwikkeld, wordt verdergezet. Wij zeggen niet met ons, neen, nooit.

 

Mijnheer de voorzitter, ik zal het veiligheidsbeleid ook zo laten. Over veiligheid kunnen wij nu reeds zeggen dat de federalisering van Justitie wat ons betreft het justitiebeleid meer dan ooit verankert in het Belgisch federaal beleid. Dat is iets wat wij niet zullen aanvaarden. Wij zullen dat in de komende maanden met voorstellen bij deze staatshervorming verder bekampen. Veiligheid komt er niet in dit land en zal er nooit komen. Wij blijven voor honderd procent achter de eis van de heer Van Peel staan dat Justitie moet worden gesplitst nog voor BHV wordt gesplitst. Het is meer dan dringend want op deze manier kan Vlaanderen geen veiligheidsbeleid verwachten.

 

Mijnheer de eerste minister, ik rond af met nogmaals de PS te feliciteren. Het hele concept van de regering-Di Rupo toont uw kracht, uw inzicht, uw macht en uw totale dominantie over het hele Vlaamse politieke veld. U hebt gewonnen. U toont met het concept van deze regering dat het niet nodig is om de eigen minima, de eigen politieke eisen en de eigen desiderata in te ruilen voor regeringsdeelname, zelfs niet voor het premierschap. Dat was en is alleen aan Vlaamse kant zo.

 

Zolang Vlaanderen niet out of the box aan een ordelijke opdeling, une partition ordonnée de la Belgique, durft te denken hoeft u niet ongerust te zijn want er zijn altijd Flamands de service te vinden om u daarbij te helpen. De paleisbuilen à la onze collega Verherstraeten die er o zo’n genoegen in scheppen als zij nog maar eens met de vorst mogen spreken, zijn steeds dunner gezaaid maar zoals u aantoont moeten die niet de meerderheid vertegenwoordigen van de Vlamingen. Zelfs de Vlaamse regering heeft tegenover uw akkoorden de hele tijd een passiviteit tentoongespreid die enkel wordt overtroffen door de winterslaap van een reuzenluiaard.

 

Mijnheer de eerste minister, ik eindig met de verwijzing naar uw kennis van het Nederlands. Ik wil de verwijten op dat stuk niet bijtreden. Ze zijn trouwens niet altijd logisch. Ik heb er mijn archief nog eens op nagekeken, het archief “De Wever”. Het is altijd nuttig om een archief “De Wever” te hebben. Hij komt zo dikwijls in de media dat hij altijd kan doen vergeten wat hij voordien heeft gezegd.

 

Ik ben even gaan kijken naar Het Nieuwsblad van dinsdag 15 juni, na die fameuze verkiezingsoverwinning. Ik citeer: “Kent u Di Rupo goed? Persoonlijk? Neen. Is hij aanvaardbaar als premier? Ik heb nooit veto’s uitgesproken. Zijn Nederlands is niet goed. Hij spreekt het beter dan Joëlle Milquet. Elio doet ten minste een poging. Maar elke federale minister moet tweetalig zijn.” En dan komt de vraag der vragen: “Laat u Di Rupo een prijs betalen voor een eventueel premierschap? Neen. Voor mij is dat een kwestie van vertrouwen scheppen. Een gevaarlijke separatist die de Wetstraat 16 aanbiedt. Als dat geen vertrouwen scheppen is.”

 

De vraag of Di Rupo premier mocht worden en of zijn taalkennis daarbij een hinderpaal kon vormen, werd door De Wever reeds beantwoord. Wij moeten als Vlamingen nu niet komen klagen dat hij daar zit. Voor ons is hij dan ook een eerste minister die wij met evenveel overtuiging als bij zijn voorgangers zullen bekampen. Wij zijn een positieve partij.

 

Ik beschouw de kwestie van uw Nederlands met een Chinees spreekwoord: “Wie een berg wil verzetten, moet beginnen met een steen te verleggen.” Om die reden heb ik u een boekje meegebracht. Ik heb er lang naar moeten zoeken. Le néerlandais van Assimil. Het staat helemaal gevuld met blauwe kadertjes en er is vooral veel aandacht voor la prononciation. Ik denk dat u hiermee uw voordeel kunt doen. Ik wens u daarmee veel succes. Met uw regering wens ik u geen succes.

 

01.07  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, dames en heren ministers, collega’s, we hebben eindelijk een regering. Wij zijn daar zeer blij mee, na 540 dagen. Het heeft inderdaad zeer lang geduurd, maar het heeft ook geloond. Het resultaat is er.

 

Voor ons ligt een sterk en evenwichtig akkoord waarin wij deze keer stevige knopen hebben doorgehakt. Een akkoord met een grote staatshervorming, met een moedige begroting en met essentiële sociaaleconomische hervormingen die onze welvaartstaat moeten versterken.

 

Het is een akkoord dat van iedereen inspanningen vraagt, maar het verdeelt deze inspanningen ook eerlijk.

 

Het is vooral een akkoord dat perspectief voor de toekomst biedt, een akkoord dat niet afbreekt maar opbouwt.

 

Er zijn veel redenen om dit akkoord goed te keuren. Ik haal vijf redenen aan waarom de sp.a dit akkoord met hand en tand zal verdedigen.

 

Ten eerste, er is een goede correcte staatshervorming afgesproken, een waarvan velen hier in de zaal 540 dagen geleden niet hadden durven te dromen dat ze er zou komen.

 

Wij hebben onze verantwoordelijkheid alweer opgenomen. Wij zijn blijven vechten, blijven onderhandelen tot wanneer er een akkoord was, in tegenstelling tot anderen. Die anderen zullen waarschijnlijk tegen deze grote staatshervorming stemmen. Wel, collega’s, wij niet en ik zal u ook zeggen waarom.

 

BHV is niet alleen gesplitst, het is ook een propere splitsing geworden. De acht partijen hebben gedaan wat 50 jaar lang niemand is gelukt, namelijk zij hebben de molensteen die BHV was eindelijk van onze nek geworpen. Nu kan men beleid voeren, want BHV is gesplitst.

 

Een tweede reden, deze staatshervorming zorgt samen met de nieuwe financieringswet voor een grotere responsabilisering. De Gewesten krijgen extra bevoegdheden en extra instrumenten om hun beleid uit te voeren.

 

Een derde reden is dat de pijlers van de sociale zekerheid federaal blijven. De solidariteit blijft behouden. De efficiënte werking van de Staat heeft het in deze staatshervorming gehaald van de symbolen.

 

Ook de politiek zal voortaan efficiënter werken. De Senaat wordt in zijn huidige vorm afgeschaft, de senatoren worden in de toekomst niet meer rechtstreeks verkozen maar aangeduid door de deelstaten en de verkiezingen vallen voortaan samen zodat de mensen niet om de haverklap naar de stembus moeten. Politici kunnen bijgevolg op lange termijn denken en hoeven niet constant bezig te zijn met verkiezingsstrategieën.

 

Kortom, collega’s, het is een grote staatshervorming geworden, zowel in bevoegdheden als in middelen. Het is een structurele hervorming, diepgaand zonder te raken aan de fundamenten van de welvaartsstaat.

 

Dit is meteen een tweede reden waarom we dit akkoord absoluut zullen steunen. In erg moeilijke omstandigheden en in onzekere tijden werd een moedige begroting afgesproken. We moeten de grootste sanering uit de laatste dertig jaar doorvoeren, onder een immense druk van Europa, de financiële markten en een bevolking die terecht met de dag ongeduldiger werd. Onze eerste taak is dan ook het vertrouwen herstellen door een begroting en hervormingen af te leveren die vertrouwen wekken. Dit doet men niet door blind te saneren en niet door met de botte bijl te hakken. De sp.a was en is niet bereid om een sociaal bloedbad aan te richten en de armoede te organiseren, om zo hard en brutaal te snoeien dat heel veel gezinnen in België zeer hard worden geraakt. Kijk eens naar de ons omringende landen. In Groot-Brittannië verdwijnen er in de openbare sector een half miljoen jobs. Dat betekent een half miljoen werklozen.

 

In Ierland gaan de minimumlonen omlaag en wordt er verder gesnoeid in de leeflonen. In Italië stijgt de btw en worden alle producten duurder. In Nederland bespaart men op kinderopvang, verlaagt men de kinderbijslag en maakt men de ziekteverzekering duurder voor de patiënten.

 

Collega’s, het akkoord is heel belangrijk om hetgeen erin staat, om de maatregelen die wij zullen nemen. Het akkoord is echter even belangrijk om wat er niet in staat.

 

Wat staat er niet in? Er staat geen afschaffing van de index in. Er staat geen verhoging van de pensioenleeftijd in. Er staat geen algemene verhoging van de btw in. Er staat geen verlaging van de leeflonen in. Er staat geen afbraak van ons sociaal systeem in.

 

Collega’s, wij zijn blij met deze begroting. Wil dit zeggen dat dit geen moedige begroting is, dat er geen structurele hervormingen zijn? Neen, integendeel, deze begroting biedt perspectief voor nu en voor de toekomst. Dit is meteen de derde reden waarom wij dit akkoord zullen goedkeuren.

 

01.08  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mevrouw Temmerman, in uw opsomming van hetgeen wel en niet in de begroting staat, bent u misschien één belangrijk element vergeten. In het regeerakkoord staat dat in de enveloppe voor de welvaartvastheid van de uitkeringen met 40 % wordt gesnoeid.

 

Mevrouw Temmerman, kunt u mij even uitleggen welke impact dat zal hebben op de financieel meest kwetsbaren in ons land, bijvoorbeeld op diegenen die een invaliditeitsuitkering zullen ontvangen, bijvoorbeeld op diegenen die een laag pensioen ontvangen, bijvoorbeeld op diegenen die in armoede zitten en die een leefloon krijgen van nog steeds slechts 770 euro voor een alleenstaande, terwijl de armoededrempel op meer dan 1 000 euro ligt?

 

Het gaat om 40 % minder budget voor de welvaartvastheid van de uitkeringen. En dan komt u hier zeggen dat dit geen sociaal bloedbad is, dat u niet snijdt in de belangen van de meest behoeftigen. Kunt u mij dat eens uitleggen?

 

01.09  Karin Temmerman (sp.a): Zeker, dat is geen enkel probleem. U zegt dat er 40 % wordt gesnoeid, dat wil zeggen dat er nog 60 % is. Collega, met die 60 % worden de laagste uitkeringen verhoogd.

 

Bovendien zal men ook maken dat de index behouden blijft en dat er een prijzencontrole komt, vooral voor de energieprijzen. Dat is wat de laagste inkomens het meeste treft en wij zullen ervoor zorgen dat dit niet verder gaat.

 

01.10  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mevrouw Temmerman, als u hier in alle ernst zegt dat er geen enkel probleem is inzake de strijd tegen de armoede, dat wij wel met 40 % snijden in het budget, maar dat er toch nog 60 % overblijft, bewijst dat u geen voeling hebt met de realiteit, waarin heel veel financieel kwetsbaren in ons land zich bevinden.

 

Ik wil het bruggetje maken met de pensioenen. U zegt dat men heeft beslist om de pensioenleeftijd te verhogen. Ik had graag gehad …

 

01.11  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer De Vriendt, ik heb gezegd dat de pensioenleeftijd niet wordt verhoogd.

 

01.12  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Toch wel. U gaat naar langer werken in het regeerakkoord. De feitelijke leeftijd van pensionering wordt verhoogd.

 

Ik had graag gehad dat u ook de feitelijke pensioenbedragen zou verhogen, maar dat staat niet in het regeerakkoord. Het voorstel om te evolueren naar een verhoging van de minimumpensioenen tot 1 150 euro is gesneuveld. Wij stellen vast dat ook dit sociale voorstel uit de tekst is verdwenen.

 

01.13  Karin Temmerman (sp.a): Ik zal het toch nog eens uitleggen. De hervormingen die wij doorvoeren, zijn streng maar rechtvaardig. Streng, want het is inderdaad nodig om onze unieke sociale zekerheid betaalbaar te houden en veilig te stellen voor de komende decennia.

 

Als wij willen garanderen dat dit systeem de vergrijzing aankan, moeten wij ervoor zorgen dat meer mensen een job hebben. Werk, werk en nog eens werk. Daar ligt de sleutel om de sociale bescherming zo sterk mogelijk te maken.

 

Dit betekent inderdaad ook dat wachtuitkeringen worden omgevormd tot inschakelingsuitkeringen, die men pas na twaalf maanden krijgt, maar die ook de nadruk leggen op een grotere begeleiding in een zoektocht naar werk. Wat belangrijk is, is de activering en de stimulering om zo snel mogelijk na het afronden van de studies aan de slag te kunnen gaan.

 

De werkloosheidsuitkeringen worden in een eerste fase verhoogd, maar worden daarna inderdaad afgebouwd, dit in functie van het zoeken naar een job, waar men alweer zal worden begeleid.

 

Ze worden afgebouwd tot een minimumuitkering. Ze worden afgebouwd, maar niet afgeschaft, collega’s, zoals in de meeste, om niet te zeggen in alle, ons omringende landen wel het geval is. Het brugpensioen en het vervroegd pensioen blijven mogelijk. Wie veel sneller begint te werken, moet ook de kans krijgen om vroeger te stoppen, maar de minimumleeftijd wordt opgetrokken. Ook het minimumaantal gewerkte jaren gaat omhoog. Daartegenover staat echter dat er inspanningen worden geleverd om oudere mensen meer kansen op de arbeidsmarkt te geven. Willen wij meer werkende mensen om de sociale zekerheid te ondersteunen, dan kunnen wij het ons simpelweg niet permitteren om mensen overboord te gooien zodra zij de leeftijd van 55 jaar gepasseerd zijn.

 

Collega’s, de hervormingen zijn rechtvaardig, want ze zijn ook verdeeld. Wij zorgen ervoor dat werken meer loont dan niet werken. Wij zorgen ervoor dat er een verschuiving komt van lasten op arbeid naar lasten op vermogen. Het mag gezegd worden, het verzet was bijzonder hardnekkig, maar er komt eindelijk een vermogenswinstbelasting. Het werd tijd! Het gaat niet op dat wie geld heeft of een bijkomend loon heeft door alleen maar de rente, niet meer moet bijdragen. Wij zijn er zeer trots op dat dit in het akkoord staat.

 

Bedrijven die aandelen kopen om ermee te speculeren, alleen maar om die daarna weer snel te verkopen, moeten een meerwaardebelasting betalen. Iedereen moet bijdragen. Daarom wordt ook de fiscale fraude aangepakt. Er komt geen fiscale amnestie. Het is niet het moment om cadeaus te geven die indruisen tegen elke vorm van rechtvaardigheid. Integendeel, de controles worden opgedreven en de notionele-intrestaftrek wordt aangepakt en verminderd.

 

01.14  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Mevrouw Temmerman, ten eerste, u probeert dit akkoord natuurlijk zo goed mogelijk te verkopen. U zegt echter: “Wij hebben een vermogenswinstbelasting gerealiseerd.” Ik hoor van uw andere coalitiepartners echter een ander verhaal. Zij wordt aangekondigd als een soort solidariteitsbijdrage: van 21 % naar 25 % op rentes boven 20 000 euro. Dat is geen belasting op grote vermogens. Die bijdrage geldt enkel voor wie wat intresten of dividenden heeft. Vindt u dat u met dit akkoord een echte winstvermogensbelasting hebt kunnen afdwingen?

 

Ten tweede, u spreekt over de notionele-intrestaftrek. Iemand van uw fractie heeft jarenlang gestreden tegen alle soorten misbruik van de notionele-intrestaftrek. Hij heeft heel hevig gestreden tegen minister Reynders. Wat wij nu zien, is dat u het tarief verlaagt van 3,4 % naar 3 %, en dat u ervoor zorgt dat de aftrek niet elk jaar kan worden overgedragen, maar daarmee zult u niet de grote aftrekken van grote bedrijven als Mittal of Electrabel kunnen tegenhouden.

 

De cijfers tonen aan dat de grootste bedrijven maar 5,7 % belasting betalen. Welk antwoord geeft uw regering daarop? Hoe kunt u zeggen dat de notionele-intrestaftrek fors wordt hervormd, als het maar om peanuts gaat?

 

01.15  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Van Hecke, de hervorming van de notionele intrest moet 1,5 miljard opbrengen. Ik meen dat het dus niet om peanuts gaat.

 

Wat de winstvermogensbelasting betreft, gaat het inderdaad om een begin. Wij zouden verder kunnen gaan, maar het is een begin. Zoals alle partijen hebben wij moeten geven en nemen voor dit akkoord. Ik kan u wel zeggen, collega, dat dit een punt is waar wij voor gevochten hebben. Wij hebben het binnengehaald, en daar zijn wij fier op.

 

Collega’s, wij zullen er ook op toezien dat de achterpoortjes worden gesloten. Hoeveel belastingen iemand betaalt, mag niet afhankelijk zijn van de creativiteit van zijn boekhouder. Daar zullen wij verder aan werken.

 

Naast de fiscale fraude wordt ook de sociale fraude aangepakt. Zoals ik al zei, moeten wij de mensen aansporen werk te zoeken, om werk te vinden. Wij moeten er dan ook voor zorgen dat de jobs beschikbaar zijn. Wij kunnen niet tolereren dat een aantal bedrijven andere bedrijven in bijvoorbeeld Oost-Europa in onderaanneming neemt om onze sociale zekerheid niet te hoeven betalen; om mensen van daar naar hier te brengen en ze in mensonwaardige omstandigheden te laten werken aan lonen die hier totaal onverantwoord zijn.

 

Ook dat zal worden aangepakt. Maatregelen tegen schijnzelfstandigheid en de invoering van de hoofdelijke aansprakelijkheid moeten die concurrentievervalsing tegengaan.

 

Collega’s, een vierde reden waarom wij voor onderhavig regeerakkoord zullen stemmen, is de koopkracht. Wij tasten de koopkracht niet aan. We zullen ze vrijwaren. Het behoud van de koopkracht is zeer belangrijk voor de burgers, voor de gezinnen en voor onze hele economie. De reden daarvoor is heel logisch. Minder koopkracht is minder consumptie, is minder groei. Wij zouden op die manier in een vicieuze cirkel terechtkomen, waar iedereen slechter van wordt.

 

Wij vrijwaren de koopkracht op verschillende manieren. Zoals ik al heb gezegd, behouden we de index. Voor de index heeft sp.a gevochten. Dat is echt een breekpunt voor ons. De index heeft ervoor gezorgd dat de Belgen de huidige crisis minder fel hebben gevoeld dan mensen elders. Schaf de index af en we organiseren de armoede. We treffen dan de economie in het hart.

 

Naast de index is de controle op de prijzen, op prijsstijgingen, zeer belangrijk. In de eerste plaats vernoem ik de stijging van de energieprijzen. De energieprijzen zijn de voorbije jaren al te veel gestegen. In de toekomst zal de CREG de mogelijkheid hebben om de prijzen te blokkeren als ze in vergelijking met de ons omringende landen veel te hoog zijn. Eerlijke prijzen voor gas en elektriciteit zouden al een wereld van verschil maken voor de personen met een laag inkomen.

 

Voor die laatste groep leveren we nog inspanningen. Zoals ik al zei, we verhogen de laagste uitkeringen en voor de laagste inkomens en middeninkomens stijgt ook de belastingvrije som.

 

Nog een middel om de consumptie te vrijwaren, zijn de besparingen in de gezondheidszorg. Dat klinkt raar, maar het klopt wel. Doordat wij nu zullen zorgen dat er minder geld wordt uitgegeven aan geneesmiddelen en een stop zetten op de erelonen van de specialisten of dat patiënten die kiezen voor een tweepersoonskamer, geen supplementen meer moeten betalen, behoeden wij ook de personen met een laag inkomen voor overconsumptie.

 

Collega’s, er zijn niet enkel de sociaaleconomische hervormingen. Er zijn ook nog andere hervormingen, wat de vijfde reden is. Ik som ze samen op: de hervormingen in de bankensector, de hervormingen in de energiemarkt en, ten slotte, de hervormingen in het asiel- en migratiebeleid.

 

Ik zal het eerst over de bankensector hebben. Collega’s, het gigantische succes van de staatsbon heeft twee zaken bewezen. Ten eerste, de burgers zijn oprecht gevoelig voor het argument dat zij met de staatsbon ons land kunnen helpen. Ten tweede, zij vertrouwen de banken eigenlijk niet meer. Zij verwachten dat de nieuwe regering in het bankenlandschap orde op zaken stelt. Welnu, dat zal ook gebeuren. De banken zullen de komende jaren een hogere taks betalen. De CEO’s van banken die staatssteun hebben gekregen, zullen geen bonussen meer krijgen. Wanneer een financiële ramp dreigt, wordt een bank onmiddellijk in een zakenbank en een spaarbank opgesplitst.

 

Collega’s, wij hebben er immers voor gezorgd en hebben afgedwongen dat de spaarder niet langer de speelbal van de banken is.

 

01.16  Jan Jambon (N-VA): Mevrouw Temmerman, ik heb louter een vraag ter informatie.

 

Wat verklaarde u over de opsplitsing in zakenbank en depositobank? In welke omstandigheden gebeurde de opsplitsing? (Portest van de heer Mayeur)

 

Ik heb een vraag aan mevrouw Temmerman gesteld. U komt zaterdag misschien aan bod.

 

01.17  Karin Temmerman (sp.a): De heer Mayeur heeft de bladzijde in het akkoord aangeduid waar het staat.

 

01.18  Jan Jambon (N-VA): Dat vroeg ik niet.

 

01.19  Karin Temmerman (sp.a): Ik kan u meegeven dat de banken een plan zullen moeten opmaken waardoor zij, als er opnieuw problemen zijn, onmiddellijk in een spaarbank en een zakenbank kunnen opsplitsen.

 

01.20  Jan Jambon (N-VA): U legt dus de aanbevelingen van de commissie van 2009, waarbij er helemaal geen voorwaarden aan de opsplitsing waren verbonden, naast u neer. De aanbeveling van de commissie toen was om d’office de banken ertoe aan te zetten in een zakenbank en een depositobank op te splitsen. Dat was een aanbeveling. Het is trouwens ook een Europese aanbeveling.

 

Ik leer nu, waarvoor ik u dank, dat een opsplitsing voor u enkel kan, indien er een dreiging is. Een dergelijke denkwijze is een achteruitgang op de aanbevelingen die wij met de commissie hebben gedaan.

 

01.21  Karin Temmerman (sp.a): Neen, mijnheer Jambon, de banken zullen worden verplicht om bedoeld plan nu op te maken.

 

01.22  Jan Jambon (N-VA): Ik zou liever een splitsing zien en niet een plan, wat wij trouwens niet alleen voor de banken liever zien.

 

01.23  Karin Temmerman (sp.a): Een tweede zaak in het voordeel van de klanten is dat bankproducten een label krijgen, een bepaalde code, zodat iedereen goed weet welk product hij koopt, met welk product hij een risico neemt en met welk product niet.

 

Wat de energiemarkt betreft, Electrabel maakt dankzij de overheid superwinsten met haar kerncentrales en daar staat amper iets tegenover, behalve een grote dosis arrogantie en eenzijdige prijsverhogingen. De nucleaire rente wordt verhoogd tot 550 miljoen euro en – dit is ook belangrijk – Electrabel moet ook een deel van haar capaciteit verkopen. Zo komt er meer concurrentie op de energiemarkt. Zoals ik al zei, krijgt de CREG de mogelijkheid om in te grijpen in de hoge prijzen. De hoge energieprijzen brengen immers steeds meer gezinnen en bedrijven in de problemen. Een deel van de nucleaire rente die Electrabel betaalt, wordt geïnvesteerd in groene energie. Dat is nodig, want wij houden ook vast aan de kernuitstap.

 

Ten slotte hebben wij gekozen voor een fair en kordaat asiel- en migratiebeleid. Er komt een bevoegde persoon voor asiel en migratie. De procedure wordt korter. De opvang wordt georganiseerd. Er komt een materieel spreidingsplan, waarin elke gemeente haar verantwoordelijkheid zal moeten nemen. De nadruk komt te liggen op een vrijwillig uitwijzingsbeleid. Bovendien zal er ook een betere uitwisseling zijn van gegevens. Dat laatste is zeer belangrijk. Ook de strijd tegen mensenhandel en sociale fraude wordt opgedreven. België blijft vluchtelingen de kans geven om een nieuw leven op te bouwen en hun dromen hier waar te maken, maar hanteert daarvoor strengere criteria en pakt ook de misbruiken aan.

 

Collega’s, dat waren de vijf redenen waarom wij voor het akkoord zullen stemmen. Is het werk nu af? Neen, absoluut niet! Het klinkt raar, maar na 540 dagen begint het werk pas. Helaas is de legislatuur al voor de helft voorbij. Helaas hebben wij een jaar verloren. Er is dus weinig tijd om het lijvige akkoord uit te voeren. Onze fractie zal alvast met heel veel enthousiasme en overtuiging het akkoord helpen uitvoeren.

 

Het omvat een grote staatshervorming, een moedige begroting en essentiële hervormingen. Dat zijn de instrumenten om onze welvaartsstaat te versterken en te wapenen tegen de toekomst. De komende 900 dagen moeten wij aan Europa tonen dat het anders kan, dat we een gigantische besparingsoefening kunnen maken zonder ze af te wentelen op de werkende mensen en op de mensen die het moeilijk hebben. Wij moeten tonen dat we de armoede kunnen terugdringen in plaats van ze te verergeren, dat we de welvaartsstaat niet alleen in stand houden maar ook nog versterken, dat wij perspectief blijven bieden aan de generaties na ons. Daar mag u ons over 2,5 jaar op afrekenen.

 

Mijnheer de eerste minister, u staat voor een gigantische opdracht. Wij zullen met veel enthousiasme meewerken. Ik wens u en uw ploeg alle succes toe.

 

01.24  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de premier, collega’s van de regering, collega’s van het Parlement, ik zou eerst en vooral willen ingaan op het traject dat mijn fractie heeft doorlopen sinds de verkiezingen van 2010. Die verkiezingen hebben wij, en dat is een eufemisme, niet gewonnen en na een grondige reflectie in de schoot van onze partij hadden wij eigenlijk uitgemaakt dat wij voor de oppositie zouden kiezen. Ik denk dat het goed is als een partij een aantal verkiezingen verliest en men effectief ervan uitgaat dat het goed is om zich te herbronnen, te herbezinnen en een nieuw project uit te werken. Ik denk dat dit alleen maar kan vanuit de oppositie.

 

Wij hebben van meet af aan duidelijk gemaakt dat wij wel bereid waren om een staatshervorming die hier in het Parlement zou worden gepresenteerd, te steunen. En er zijn precedenten, toen wij in het verleden in de oppositie zaten en van daaruit onze verantwoordelijkheid opnamen. Ik denk dat onze verantwoordelijkheid daar nogal acuut was, want wij hebben inderdaad de vorige regering verlaten omdat de communautaire problemen niet opgelost geraakten. Wegens die communautaire hypotheek slaagde dit land er niet in om een aantal sociaaleconomische hervormingen door te voeren.

 

Het is die communautaire hypotheek die wij wilden lichten en wij hebben van meet af aan gezegd – ik zeg het voor de derde keer – dat als er een goede staatshervorming aan het Parlement zou worden voorgelegd, onze fractie die zou steunen. Wij waren — ik kijk in de richting van mijn fractie — echter geen vragende partij om tot die regering toe te treden. Ik heb dat trouwens ook gezegd in de korte periode waarin de heer De Wever informateur was. Hij keek toen wat sip naar mij, maar heeft mij toen ontvangen als informateur van de Koning en ik heb hem duidelijk gemaakt dat dit niet de eerste ambitie was van Open Vld, de resultaten van de verkiezingen zijnde wat zij waren.

 

Voorzitter, collega’s, er zijn collega’s die er boekjes over schrijven – of laten schrijven, dat laat ik in het midden – maar wij zijn toch wel getuige geweest van een uiterst merkwaardig en grillig parcours sinds de verkiezingen van 2010 tot op de dag van vandaag.

 

Mijnheer Jambon, wij kennen elkaar. Ik hou van een goed debat, u houdt daar ook van. Ik ga proberen duidelijk te maken wat mij in al die weken en maanden toch heeft verbaasd, soms verbijsterd.

 

Er was één constante. Zolang mijn partij niet aan tafel zat – en zelfs toen men dacht dat ze aan tafel zat, zat ze nog niet aan tafel, want er werd nog altijd niet onderhandeld –, is er in de Belgische politiek een ongelooflijke standstill, een ongelooflijke surplace, ten tonele gevoerd. Ik dacht eerst dat het snel zou gaan. Vollezele gaf daarvoor een paar indicaties. Vollezele gaf mij in het begin de indruk dat de winnaar van de verkiezingen aan Vlaamse kant – dat bent u, mijnheer Jambon – en de winnaar aan Franstalige kant, de PS, elkaar vrij snel zouden vinden in een herenakkoord, een gentlemen’s agreement, waarbij de Wetstraat 16 voor de heer Di Rupo was. Dat zei de heer De Wever.

 

Een paar weken geleden kreeg mevrouw Rutten in Terzake van de heer Bracke het verwijt dat ze de laatste socialist van Europa tot premier maakte. Mijnheer Bracke, dat heeft de heer De Wever een jaar geleden voorgesteld, met nog veel meer daarbij. Over de vermaledijde financieringswet die moest worden herzien, die de transfers organiseerde van Noord naar Zuid, wilde de N-VA zelfs niet spreken! Dat zijn indiscreties uit Vollezele. Ik was er niet bij. Dat zal allemaal later nog wel eens zijn beslag krijgen, zodat we weten wat er nog allemaal is afgesproken.

 

Dan is er plots toch een kink in de kabel gekomen, want de regeringsconstellatie moest er, naar goed confederaal model, vanuit de deelstaten komen. Men nam dus de samenstelling van de regering aan Vlaamse kant, men nam die aan Franstalige kant, men smeet dat bij elkaar en men had daarmee de nieuwe samenstelling van de regering. Dat was dan buiten Bruno gerekend. Het was dan bij Bruneau dat wij ineens vernamen dat de heer De Wever, in een beter restaurant, zijn zinnen had gezet op de MR, op dat ogenblik het kartel MR-FDF. Een zeer verrassende keuze. Misschien sociaaleconomisch begrijpelijk, maar niet om een communautair akkoord te smeden. Stel u voor: het FDF als glijmiddel voor een akkoord over BHV. Ik verstond er eigenlijk hoe langer hoe minder van, maar het gebeurde allemaal.

 

Mijnheer Jambon, naarmate de weken en maanden vorderden, kreeg ik steeds meer het gevoel – men mag nooit op zijn gevoelens afgaan, want dan kan men zich vergissen – of vroeg ik mij af of die N-VA eigenlijk wel een akkoord wou maken om een federale regering te vormen.

 

Ik mag de vraag misschien niet stellen, men mag niet vloeken in de Kerk, maar is dat de eerste roeping van die partij? Als ik over roepingen mag spreken wat uw partij aangaat. Het zou u kunnen sieren als u zegt dat u Vlaanderen wil besturen, dat u Antwerpen wil besturen en dat u andere steden wil besturen maar dat het besturen van het federale koninkrijk niet bepaald helemaal bovenaan staat. Dan lezen wij artikels en interessante analyses van de heer Maddens en anderen, zoals “On n'est demandeur de rien”.

 

Als er niets gebeurt gaat de zaak federaal stilaan toch naar de knoppen. Er is een financieringswet die de deelstaten voorziet van de nodige middelen. Wat moet men dan zijn handen vuil gaan maken om een federale regering te maken? Ik stelde mij die vraag. Sommige jonge collega’s in mijn fractie, zoals Mathias De Clerq, hebben de vraag openlijk gesteld of de N-VA eigenlijk wel een akkoord wil maken. In elk geval had ik er meer en meer vragen bij. Dat is dan allemaal blijven kabbelen. Men zat dan rond de tafel.

 

Nog een derde punt en dan rond ik dit gedeelte af. Wat mij ook altijd verbaasd heeft in de periode vóór de heer Di Rupo zijn teksten op tafel heeft gelegd, wat ik zeer verbazend vond — ik kijk naar Herman De Croo — is dat ik het nooit heb meegemaakt dat een formateur of een informateur zonder teksten werkte. Op een bepaald moment wint men de verkiezingen. Men gaat ervoor en maakt een tekst. Een ontwerptekst van een regeerakkoord is een texte martyr, een sneuveltekst. Ik kan er u laten zien die wij in het verleden hebben ingediend, teksten van 20 of 30 pagina’s werden boterhammen van 100 of 120 pagina’s. Die maakten een totale gedaanteverwisseling mee, een metamorfose. In elk geval, dat was de rol van onderhandelingen. Nu waren er geen teksten. Eigenlijk tot juli van dit jaar waren er geen teksten. Er was een eigenaardig systeem waarbij men een tekst had die men overmaakte aan een andere partij waarna men ging kijken hoe men die tekst zo snel mogelijk kon afschieten.

 

Wat ik heb meegemaakt wil ik vandaag in deze Kamer nog eens uitdrukkelijk zeggen. Ik heb het meegemaakt dat de voorzitter van mijn partij op een bepaald ogenblik naar zijn bestuur is gekomen en meegedeeld heeft dat hij de teksten van de heer Di Rupo had. Op basis daarvan wou hij onderhandelen. Hij deed voorstellen op het vlak van de staatshervorming en voorstellen op sociaaleconomische vlak. De heer De Croo zei op zijn kantoor dat de tekst inzake het sociaaleconomische imbuvable was. Dat het geen goede tekst was, was een eufemisme. Hij zei echter dat hij contacten had met de anderen.

 

Er zijn er die altijd denken in termen van Vlaams front. N-VA wilde met ons een front, wilde met CD&V een front, niet met de sp.a. Ik vroeg mij altijd af hoe dat kon want zij zitten toch samen in de Vlaamse regering. Blijkbaar was dat dan een accident. Zij wilden altijd een sterk Vlaams front. De heer De Croo zei dat de heer De Wever ook “ja” zou zeggen, maar met een hele grote “maar”. CD&V zou ook “ja, maar” zeggen.

 

Wij hebben die dag “ja, maar” gezegd. De dag nadien hebben wij de heer De Wever gedurende twee dagen bezig gezien met een sluitende karaktermoord op de persoon van de heer Di Rupo. Dat was een van de weinige keren dat de N-VA twee dagen persconferenties organiseerde. Een officiële persconferentie in een perfecte regie, zij hebben nu deskundigen in de fractie om zoiets te regisseren, maar de tweede dag ook nog eens een informele persconferentie voor al degenen die het niet goed zouden hebben begrepen, met de boodschap dat zij eigenlijk niet in die regering willen zitten. Ik vind dat een eerbiedwaardige stellingname, maar waarom zegt men dat niet open en bloot?

 

Ik vind het daarnaast ook enorm sterk dat u al die weken en maanden enerzijds de indruk kon geven dat u wel wou, maar anderzijds is er geen enkel teken, geen enkel bewijs, geen enkel element dat ik nu kan aanhalen om te zeggen dat u ooit op een enkel moment sinds de verkiezingen hebt overwogen om een regering te willen vormen. Dat heb ik nooit gezien!

 

01.25  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer Dewael, ik dacht dat in deze Kamer een debat zou worden gevoerd over de regeringsverklaring. Ik wist niet dat het een lezing over actuele politieke geschiedenisvervalsing zou worden.

 

Mijnheer Dewael, ik zal twee citaten voorlezen. Het eerste citaat is van Herman De Croo in Het Laatste Nieuws van 26 november van dit jaar: “De Koning weet dat Alexander als eerste de N-VA heeft laten vallen, waarna ook Wouter Beke dat gedaan heeft. Als hij dat niet had gedaan, zaten wij nu met nieuwe verkiezingen.”

 

Het tweede is een citaat van Alexander De Croo, het blijft in de familie, van 3 december in de Gazet van Antwerpen: “Toen de Open Vld als eerste Vlaamse partij zegde bereid te zijn om regeringsonderhandelingen te beginnen op basis van de nota-Di Rupo, lag dat niet voor de hand. Vijf minuten voor wij dat formeel zouden beslissen, kreeg ik een sms van Bart De Wever waarin hij aankondigde dat de N-VA nee zou zeggen tegen Di Rupo. Wij hebben doorgezet en toch ja gezegd.”

 

De Croo geeft toe dat hij wel degelijk wist dat de N-VA nee ging zeggen, en hij meldt trots dat zijn partij heeft doorgezet. Dat was toen de bedoeling. Kom nu niet de geschiedenis vervalsen!

 

01.26  Patrick Dewael (Open Vld): De uitspraak dat men een paard naar het water kan leiden, maar het niet kan doen drinken, is niet van Johan Vande Lanotte, maar hij heeft het geciteerd.

 

Mijnheer Jambon, ik denk dat men in de politiek op een bepaald ogenblik het volgende moet zeggen: “Ik maak mijn handen vuil. Ik spring in het water en begin aan een onderhandeling. De tekst die op tafel ligt, is niet wat ik wil, dat is niet wat in mijn partijprogramma staat, maar ik begin te onderhandelen en er ontstaat aan die tafel met zes of acht partijen een dynamiek op basis waarvan men akkoorden maakt en op basis waarvan ik de ene keer zal zeggen dat ik niet binnenhaal wat ik wou, maar de volgende keer wel, en vice versa.”

 

Zo maakt men een politiek compromis. Begrijpt men in dit halfrond nog wat dat betekent een politiek compromis? Als er een georganiseerd meningsverschil bestaat in de politiek, heeft dat maar een oplossing, tenzij men naar andere wegen wil gaan, tenzij men eenzijdig naar andere methodes gaat zoeken. Men moet praten tot men eruit geraakt.

 

Wij hebben onlangs de grootvader van Mathias De Clercq begraven en er is een schitterend beeld van het laatste congres waarop hij riep: “Als men geen compromissen kan maken in de politiek, blijf dan thuis”.

 

(Applaus)

 

Ik spreek namens een fractie die op dit ogenblik …

 

01.27  Ben Weyts (N-VA): Heel kort over die compromissen en de cursus hoe men dat allemaal moet doen. Voor alle duidelijkheid, wie heeft er de vorige regering laten vallen? Wie heeft de stekker eruit getrokken? Kon men toen geen compromis vinden?

 

01.28  Patrick Dewael (Open Vld): Collega Weyts, er zijn van die momenten dat men zou kunnen zeggen: “Ik heb de gelegenheid laten liggen om te zwijgen”. De heer De Croo heeft inderdaad die regering laten vallen en heeft daar zeker niet op algemeen applaus kunnen rekenen. Dat de politiek in Vlaanderen en in België totaal vastzat, totaal geblokkeerd zat, dat wij in een periode zaten van volstrekt immobilisme vanwege die communautaire hypotheek, was een eerlijke analyse die hij heeft gemaakt.

 

Hij is daarvoor niet beloond geworden, maar hij heeft nadien consequent zijn parcours uitgebouwd en hij heeft nadien onderhandeld op volgende manier – en ik ben niet degene die het zegt, het zijn commentatoren die het zeggen – hij heeft gebokst boven zijn gewicht. De commentatoren die dat hebben geschreven, hebben gelijk, want hij heeft in de verschillende fasen van de onderhandelingen zijn been stijf gehouden en vandaag hebben wij het akkoord dat wij nu hebben en dat mijn fractie straks ook met overtuiging zal goedkeuren.

 

Ik kom even terug op dat georganiseerde meningsverschil. U praat namens een partij met 27 % van de stemmen. Volgens de peilingen zou u nu een hoger percentage halen. Ik heb een peiling bij uit de jaren 90 waar mijn partij 34 % kreeg. Ik zal u het cijfer dat wij bij de verkiezingen twee jaar later hadden, besparen. Ik wil maar zeggen dat opiniepeilingen opiniepeilingen zijn.

 

27 % is echter indrukwekkend. 27 % is veel. U bent de grootste partij in Vlaanderen. Met 27 % vertegenwoordigt u echter iets meer dan 1 kiezer op 4, in Vlaanderen. Dit wil zeggen dat 3 kiezers op 4 het niet eens zijn met u. Ik spreek dan nog niet over de federale context. 1 kiezer op 4 is veel, maar u moet dan ook wel eens stoppen met te doen alsof en te pretenderen dat u praat namens een meerderheid van de Vlamingen. U praat alleszins niet namens mij!

 

(Applaus)

 

Het kan zo zijn, en dat kan u ook nog sieren, dat u denkt dat u beschikt over een waarheid, u hebt uw eigen standpunten die een soort van absolute waarheid zijn, en dat u daarover op geen enkele manier een compromis wilt maken, dat u zegt dat u daar geen smetje op gaat laten komen. Maar als u dat doet, zeggen dat het die absolute waarheid of niets is, dan moet ik u zeggen dat u niet moet proberen om een regering te maken, want een regering maken zal steeds impliceren dat u sommige dingen wel zult binnenhalen en andere dingen niet zult binnenhalen.

 

Door het feit dat u gedaan hebt wat u gedaan hebt, hebt u wel degelijk een flink pakket van uw kiezers ontgoocheld, maar daarop kom ik zo dadelijk nog even terug.

 

Hoe dan ook, wat er ook uit de bus kwam, het was nooit goed. Alles werd afgekraakt. Er kwam een communautair akkoord. De heer Jambon mocht als eerste reageren. Naargelang de bui van de dag hing de broek op de knieën of, toen hij wat slechter gezind was, op de enkels. Er volgden kaakslagen en rotte kersen op de taart. Het kon allemaal niet smerig genoeg worden voorgesteld. De heer De Wever moest het dan een beetje goedmaken. Het was dan toch nog zo slecht niet. Het was toch nog geen nachtmerrie geworden, maar u gaf in elk geval geen enkel akkoord een kans. U gaf er de voorkeur aan altijd aan de kant te gaan staan, comfortabel achterover te leunen en dan commentaar en kritiek te geven.

 

Op 6 juli volgde de start van de onderhandelingen. Dat is mijn volgende aandachtspunt, mijnheer de voorzitter. Op dat ogenblik zijn wij weggeraakt uit de chaos waarop sommigen openlijk aanstuurden. Vrij snel volgde er een zeer mooi, evenwichtig communautair akkoord. Ik wil daarvoor ook nog eens dankzeggen aan de Franstalige liberalen, die daarvoor een zware prijs hebben betaald. Het heeft geleid tot interne moeilijkheden, maar zij hebben die prijs betaald. Idem voor het sociaaleconomische luik, want als men naar de eerste nota van de formateur kijkt, dan ziet men dat het een nota was die vol stond met belastingverhogingen. Daaruit is een nieuwe tekst gekomen, een mix, een menu van besparingen en hervormingen. Als u de woorden copernicaanse omwenteling wil horen, dan denk ik dat die van toepassing zijn als u de eerste tekst van de formateur vergelijkt met hetgeen uiteindelijk in het regeerakkoord is gekomen.

 

Hoe is dat daarin gekomen, mijnheer Jambon? Door te praten, door te onderhandelen. Wij hebben de zaken in beweging gezet. (Gelach op de N-VA-banken.) Lacht u maar. Ik ken dat hoongelach. Wat dat betreft, verschilt u ook niet veel van degenen die naast u zitten. Die hebben een beetje dezelfde stijl. Er is niet veel verschil. U kunt er binnenkort gewoon een aantal stoelen tussen zetten.

 

(Applaus.)

 

Er zijn mensen die menen dat zij kunnen veranderen door te blokkeren: “Als je blokkeert, moet men wel veranderen.” Wij menen van niet. Als je wilt veranderen, moet je bewegen. Je moet niet aan de kant gaan staan maar je nek uitsteken en hard maar correct onderhandelen. Dat is de enige manier om resultaat te boeken. Dat is wat wij de afgelopen weken en maanden gedaan hebben.

 

Mijnheer de voorzitter, collega’s, het akkoord dat voorligt, is een evenwichtig akkoord. Ja, wij vragen inspanningen aan de burgers en aan de bedrijven. Ja, wij zullen de maatregelen effectief voelen. Dat kan niet anders, wanneer wij 11 miljard euro moeten besparen. De vraag is dus niet of dit akkoord inspanningen zal vragen van de mensen; de vraag is of die inspanningen fair verdeeld zijn? Vooral ook: maken deze inspanningen ons land sterker? Het antwoord op die vragen is twee keer: ja.

 

Het akkoord is een fair akkoord. Er moeten inspanningen geleverd door iedereen, niet alleen door de werkzoekende, maar ook door de oudere werknemers, door de jongeren, door de bedrijven, door de banken…

 

Ja, in een crisis als die van vandaag vragen wij, liberalen, dat de sterkste schouders iets extra’s doen. Dat is fair, dat is sociaal, dat is liberaal.

 

(Applaus)

 

Het akkoord biedt ook een perspectief omdat de inspanningen niet alleen dienen om een begrotingstekort te dichten, maar ons ook sterker zullen maken. De hervormingen hebben een doel: zorgen dat er meer mensen aan het werk gaan en dat zij langer aan de slag blijven, kortom, dat meer mensen gaan meedoen. Dat is de enige manier om onze welvaart overeind te houden en om onze kinderen en kleinkinderen hetzelfde welvaartspeil te kunnen garanderen.

 

01.29  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Mijnheer Dewael, u spreekt over een faire verdeling van de inspanningen. Ik had graag van u vernomen welke inspanningen de bedrijven moeten leveren die vandaag gemiddeld 5,7 % vennootschapsbelasting betalen? Vindt u dat fair?

 

01.30  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer Van Hecke, ik geef het voorbeeld van de notionele intrest.

 

In de notionele-intrestaftrek ligt een hele hervorming op tafel. Wanneer wij kijken naar het bedrag dat op de bedoelde hervorming is geplakt, dan ben ik net als u van mening dat er ook een heel rechtvaardige belasting voor de bedrijven moet zijn.

 

Ik geef u iets anders mee. Het systeem van de index blijft wat het systeem is. Ik vind de koopkracht van de mensen ontzettend belangrijk. Ik vind de competitiviteit van het bedrijfsleven echter evenzeer belangrijk.

 

Wij zullen in ons land, in overleg met onze Europese partners en met onze belangrijkste handelspartners, zoals Nederland, Duitsland en Frankrijk, de competitiviteit van de bedrijven goed moeten bewaken. Wij hebben er geen enkel belang bij om onze bedrijven in de richting van een niet concurrentiële, niet competitieve verhouding te drijven. Zulks gaat immers ten koste van de werkgelegenheid, waardoor wij net bezig zouden zijn in de richting die u en ik niet wensen.

 

Ter zake willen wij dus eigenlijk hetzelfde. Wij moeten echter meer mensen aan de slag helpen en hervormingen op het sociaaleconomische vlak doorvoeren, zodat wij ervoor kunnen zorgen dat meer mensen actief kunnen worden en mensen uit de werkloosheid kunnen worden gehaald. Wanneer ik sommige mensen beluister, lijkt het mij alsof zij er lust in scheppen om werklozen van de dop te smijten. Wanneer iemand geen recht op werkloosheidssteun heeft, moet hij niet in de werkloosheid blijven.

 

Ik zou veel liever zien dat werkzoekenden niet meer op de dop staan, omdat ze een passende betrekking kunnen aanvaarden. Ik zou de pensioenen willen hervormen, niet om ze af te nemen, maar om ervoor te zorgen dat veel meer mensen dan vandaag over een beter pensioen kunnen beschikken. Ik wil met ons basispensioen voortwerken, de tweede pijler uitbouwen en niet aan de derde pijler raken. Dat zijn de hervormingen, die ervoor zorgen dat er meer mensen aan de slag gaan. Zo maken we een breed vlak voor sociale zekerheid. Dat is in het belang van iedereen.

 

01.31  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Mijnheer Dewael, we hebben het al gehad over de notionele-intrestaftrek. Het bedrag van anderhalf miljard euro circuleerde als extra inspanning voor de bedrijven.

 

Als de 843 bedrijven die meer dan tien miljoen euro winst maken, samen slechts 3,3 miljard euro belastingen betalen en indien dat anderhalf miljard euro volledig bij hen terechtkomt, dan zal het van 5 naar 7 of 8 % gaan. De kmo’s zitten zelf aan ongeveer 20 % en de burgers nog veel meer. Dan nog zijn het bijzonder lage tarieven.

 

Vindt u dat nog altijd fair?

 

01.32  Patrick Dewael (Open Vld): Ik weet dat er verschillen zijn tussen de grotere bedrijven en de brede waaier aan kmo’s. Vergeet niet dat die brede waaier aan kmo’s de ruggengraat van Vlaanderen is. Voor hen moeten we meer inspanningen leveren. Voor bedrijven en vennootschappen is het niet alleen een zaak van vennootschapsbelastingen, het is een mix van allerlei kostenfactoren. We kunnen er niet naast kijken dat de meeste van onze bedrijven in vergelijking met het buitenland in een zwakke concurrentiële situatie zijn. Daar moeten wij iets aan doen in ieders belang, in het belang van de sociale zekerheid. Ik weet dat u die op een ernstige manier verdedigt. Hoe meer mensen kunnen bijdragen, hoe meer mensen aan de slag, hoe sterker die sociale zekerheid.

 

Mijnheer de voorzitter, als er 11,3 miljard euro moet worden bespaard – wij zullen daar binnenkort in de commissie voor de Financiën en Begroting over praten –, dan is het een goede zaak dat iedereen zijn kaarten op tafel legt. Mijnheer Jambon, wanneer u zegt dat u van de andere entiteit afblijft, wanneer ik zie wat onderhavige besparing vertegenwoordigt in vergelijking met de besparingen die de andere entiteiten doen, dan nog in evenwicht, dan wil ik eens zien hoe uw fractie 11,3 miljard euro aan maatregelen kan nemen en wie daar de gevolgen van zal dragen. Dat moet leerrijk zijn.

 

Ik zeg dat zonder enige filosofische bijbeschouwing. Welnu, ik lees nogal eens wat teksten van Theodore Dalrymple, waarmee uw voorzitter graag koketteert. Het is zijn lievelingsfilosoof. Welnu, u moet eens goed lezen wat de heer Dalrymple allemaal schrijft vanuit het Verenigd Koninkrijk en wat de implicatie is van zijn ideeën met betrekking tot de toenemende ongelijkheidskloof tussen mensen die heel veel hebben en mensen die eigenlijk helemaal niets hebben. Er is nergens zo een grote inkomensongelijkheid als daar.

 

Ieder heeft zijn eigen schrijvers of filosofen, maar ik zou toch wel eens willen weten, als u 11,3 miljard euro moet besparen in België, waarbij u zegt helemaal geen belastingverhogingen door te voeren, hoe u dan bespaart en toch nog een sociaal weefsel overeind kunt houden. Ik geloof daar geen sikkepit van. Ik denk dat we daarover in de komende weken en maanden zeker de degens zullen kunnen kruisen.

 

Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik rond af.

 

Zullen die maatregelen volstaan? Ik weet het niet. Ik denk echter dat de voorliggende maatregelen wel zullen volstaan om Europese experts voorlopig te overtuigen.

 

Wie de journaals van vanmiddag heeft gezien, weet dat Europa harde noten zal moeten kraken. Europa staat voor heel moeilijke momenten.

 

Mijnheer de eerste minister, ik sluit niet uit dat Europa ons in de loop van de komende weken of maanden zal verplichten om een aantal bijkomende maatregelen te nemen en extra hervormingen in overweging te nemen.

 

Een commentator heeft een paar dagen geleden met een knipoog gezegd dat u drie talen moest leren. Ik wil u niet depressief maken, maar het gaat niet alleen over het Nederlands. De commentator vernoemde ook het Engels, als taal van de Europese Unie of een taal die nogal gemeenzaam in de Europese Unie wordt gesproken. De derde taal die de regering moet hanteren, is de taal van de verandering, gelet op het feit dat er in onze wereld globale ontwikkelingen bezig zijn, dat onze toekomst in meer Europa ligt.

 

Ik heb de jongste jaren geconstateerd dat wij soms te defensief kijken naar Europa.

 

Wij moeten niet alles blindelings volgen wat Europa ons voorschrijft, maar wij moeten goed beseffen dat wat in de komende weken en maanden zal moeten gebeuren – ik denk aan de sixpack – in overleg met de partners zal moeten gebeuren. Wij zijn geen eiland. Wij moeten onze politiek afstemmen op wat de andere Europese partners doen.

 

Premier, als u kijkt naar al uw voorgangers, dan zult u vaststellen dat zij op Europees vlak zeer bescheiden zijn begonnen. Naarmate zij in hun functie groeiden, vonden zij Europa steeds belangrijker. Dat gold alvast voor de heren Martens, Dehaene en Verhofstadt. Als u vanavond naar de Europese top gaat, moet u Europa niet zien als een bedreiging. Europa is voor ons immers een opportuniteit.

 

Ik wou besluiten op een bepaalde manier, maar mijn kennis van de Franse poëzie is niet volmaakt. Ik weet dat de roos voor u een belangrijke symbolische betekenis heeft. Er is een mooi gedicht dat zegt, ik citeer: “Et la rose elle a vécu ce que vivent les roses: l’espace d’un matin.”

 

Ik weet dat het niet un matin zal zijn. Het zal meer dan un matin zijn. Namens mijn fractie wens ik u voor de rest van de legislatuur een volgehouden koers. Good luck.

 

01.33  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik stel vast dat de zeer eloquente toespraak van de heer Dewael voor 80 % over de N-VA is gegaan en maar in de marge over het regeerakkoord. Ik begrijp dat. Ik begrijp dat het voor hem als liberaal moeilijk is om over een Franstalige belastingnota langer te spreken.

 

01.34  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, mesdames et messieurs les ministres, chers collègues, ça y est! Nous avons enfin un accord de gouvernement et surtout un gouvernement de plein exercice. Le moins que l'on puisse dire, c'est que ce gouvernement s'est fait désirer! Pour y arriver, chacun a dû faire des efforts. Pour rapprocher les points de vue, il a fallu aux négociateurs de la patience, de la sérénité, de la force de conviction aussi. D'autres n'ont pas su franchir ce pas. On ne peut évidemment que regretter que tant de temps ait été perdu avec ceux qui, durant des mois, envers et contre tout, ont adopté une stratégie de pourrissement et de l'échec.

 

Plus de 540 jours, c'est évidemment long. C'est très long! C'est trop long! Mais rien ne sert de se lamenter encore et toujours. Il nous faut maintenant aller de l'avant. Notre pays avait besoin d'un gouvernement, d'un vrai gouvernement. C'est chose faite mais cela ne suffit évidemment pas. Ce n'est qu'une étape. Tout reste à faire. Les citoyens sont d'ailleurs inquiets. C'est légitime.

 

La crise économique et la crise institutionnelle exigent aussi une remise en cause des comportements politiques. Nous devons aux citoyens de ce pays d'agir avec rigueur: une rigueur dans les budgets, une rigueur dans notre gouvernance, une rigueur aussi dans notre action politique.

 

Plus de 11 milliards d'effort budgétaire, c'est un effort considérable, colossal. Personne ne peut évidemment croire qu'il n'y aura pas d'effort collectif et individuel à faire. Oui, ceux qui ont les épaules les plus larges sont mis à contribution! Oui, la fraude et la spéculation doivent être combattus! Oui, la fiscalité sera modifiée sur certains points! Les onze milliards ne tombent pas du ciel! Oui, chaque ministre devra utiliser avec parcimonie chaque euro. Oui encore, tous les politiques eux-mêmes doivent faire des efforts et les ministres fédéraux viennent de décider de diminuer de 5 % leur salaire. Monsieur le président, je pense que le Parlement fédéral doit aussi faire des efforts.

 

Le président: Nous y travaillons, madame!

 

01.35  Catherine Fonck (cdH): La situation que nous vivons aujourd'hui n'est évidemment pas le fruit du hasard. Des pratiques financières sont en cause. Ne tournons pas autour du pot! Ne nous trompons pas non plus d'adversaire! C'est l'âpreté du gain qui a dévoyé notre économie et non pas la volonté de créer de l'emploi et de la prospérité. Oui, taxer les opérations boursières et spéculatives, mettre à contribution des stratégies financières sans rapport avec l'économie réelle, ce n'est pas seulement une opportunité budgétaire. C'est une impérieuse nécessité de justice et d'équité.

 

Des arbitrages ont été réalisés en matière de recettes. Nous voulons mieux équilibrer la fiscalité entre les revenus du travail et ceux du capital, sans hypothéquer la croissance. Nous devrons faire plus pour mettre sur les rails une fiscalité de croissance durable. Nous devons travailler à l'harmonisation européenne, alléger la pression sur ce qui libère le développement économique et combattre les comportements nuisibles et abusifs qui hypothèquent l'avenir.

 

Le budget doit permettre à la Belgique de renouer avec l'équilibre budgétaire en 2015 et casser ainsi la spirale infernale de notre dette. Notre pays respectera pleinement ses engagements contenus dans le programme de stabilité européen. La Belgique envoie ainsi un signal fort sur sa capacité à adopter des réformes structurelles pour répondre aux défis de demain. Pour le cdH, c'est une question de responsabilité. Réduire notre dette, c'est évidemment éviter de la reporter sur les générations futures.

 

Nous avons voulu un gouvernement qui respecte les citoyens. Les mesures qui ont été prises n'ont rien à voir avec l'austérité imposée aux citoyens grecs, aux Italiens ou aux Portugais. Cependant, les efforts que nous demandons à notre population seront vains si une solution européenne structurelle n'est pas trouvée afin de mettre fin aux turbulences qui secouent la zone euro. Les débats qui se tiendront aujourd'hui et demain au sommet européen seront déterminants à cet égard.

 

Le gouvernement ne doit pas seulement redresser les finances publiques. Nous voulons un programme de gouvernement qui donne du souffle et qui ouvre des perspectives. Nous voulons restaurer la stabilité du pays et l'engager sur la voie de la modernisation. La Belgique a tremblé sur ses fondements. La guérilla communautaire aurait pu virer à la guerre de tranchées. Nous avons trouvé un point d'équilibre entre un État fédéral consolidé sur ses bases et le transfert de compétences qui permettront aux Régions et aux Communautés de mener une action plus cohérente, mais aussi plus responsable.

 

J'épingle particulièrement au nom du cdH une base de financement plus solide pour la Fédération Wallonie-Bruxelles et spécialement pour l'enseignement. Bruxelles est reconnue comme Région à part entière. Le risque d'enclavement de la capitale et d'isolement des francophones de la proche périphérie est conjuré par la constitutionnalisation de leurs droits les plus fondamentaux sur le plan électoral, sur le plan judiciaire, mais aussi sur le plan administratif.

 

Servais Verherstraeten et Melchior Wathelet sont tous les deux chargés de la mise en œuvre de cette importante sixième réforme de l'État. Ils seront les entrepreneurs de cette réforme qui, je l'espère, pacifiera les esprits et permettra à notre pays, doté d'institutions efficaces à chaque niveau, d'aller de l'avant.

 

Nous voulons aussi un projet politique capable de poursuivre la dynamique de l'emploi déployée sous la précédente législature. Le cdH veillera à ce que l'emploi soit au cœur de chaque décision prise. Le défi est ambitieux. Plus de 200 000 emplois ont été créés sous la précédente législature. Le taux de chômage a diminué et est passé de 7,9 % au premier trimestre de 2007 à 6,6 % en octobre 2011. La Belgique a le mieux résisté à la crise économique au niveau européen. Il faut poursuivre cet effort. Au regard des objectifs européens à atteindre, ce ne sont pas moins de 50 000 emplois qui devront être créés en 2012. Un plan emploi singulièrement axé sur les jeunes sera adopté avec les partenaires sociaux et les Régions. Il est vrai que nous devrons travailler plus nombreux mais aussi plus longtemps. Pour cela, il faut que le travail soit mieux valorisé.

 

Nous tenons particulièrement au relèvement de la quotité exonérée d'impôt, permettant d'augmenter le salaire-poche, de lutter contre les pièges à l'emploi, de favoriser l'embauche et de soutenir le budget des ménages. Sur le plan budgétaire, cette mesure nouvelle reçoit 120 millions d'euros dès 2013. Il ne s'agit bien évidemment que d'un début pour une mesure que nous souhaitons voir monter en puissance à l'avenir.

 

Pour nous, il est également capital de maintenir les titres-services. Leur prix ne sera pas augmenté en 2012 et la déductibilité fiscale sera maintenue. La poursuite de cette mesure permet la création nette de 10 000 nouveaux emplois par an. Rappelons que ces titres-services ont permis de réduire le travail au noir et de créer 140 000 emplois ainsi que d'apporter un précieux soutien à 600 000 familles rien que cette année.

 

Nous avons voulu et obtenu que des marges soient dégagées pour des mesures nouvelles: 40 millions d'euros supplémentaires seront dégagés dès 2013 pour conforter et développer l'emploi dans le secteur non marchand. Ce budget permettra de renforcer les services aux personnes fragilisées en soutenant notamment les infirmières mais également les aide-soignantes.

 

Parler d'emploi, c'est aussi parler de la compétitivité des entreprises. Qui peut croire qu'on sortira de la crise actuelle sans donner confiance aux entreprises, plus particulièrement aux PME, sans donner aussi confiance aux indépendants? Les PME sont la base de notre redéploiement économique. La réduction des cotisations sociales sur les trois premières personnes engagées par une PME contribuera à les encourager à créer de l'emploi durable et non délocalisable.

 

Les PME pourront également préparer l'avenir en constituant des réserves d'investissement défiscalisé et continueront à bénéficier d'un taux préférentiel des intérêts notionnels par rapport aux multinationales.

 

Pour ce qui concerne les pensions, le chantier a pris énormément de retard. Aucune réforme structurelle n'a été sérieusement initiée alors que les données démographiques sont connues depuis longtemps et que la fragilité du financement est devenue évidente. Il était donc fondamental que des décisions soient prises, et même si celles-ci sont difficiles, elles sont équilibrées et justes.

 

Reste à faire l'essentiel: imaginer un nouveau modèle de société qui assure une cohabitation harmonieuse non plus entre trois, mais quatre, voire même, dans un avenir prochain, cinq générations.

 

Malgré le contexte budgétaire très difficile, nous voulons préserver le budget des familles belges. Le maintien de l'indexation des salaires est tout sauf banal, dans le contexte européen actuel. Les livrets d'épargne sont protégés. Le coût de l'énergie (gaz, électricité) ainsi que le coût du téléphone seront placés sous un strict monitoring. Melchior Wathelet, secrétaire d'État à l'Énergie, y veillera tout particulièrement.

 

Au-delà des slogans, des marottes électorales, des mesures de bon sens ont donc été prises. Ces dernières tentent de répondre aux attentes légitimes des citoyens et des entreprises en luttant contre l'inflation. Dans le même esprit, la protection des consommateurs sera renforcée, en particulier, contre les dérives du crédit facile.

 

En matière de santé, la compression des dépenses ne peut, en aucun cas, se faire aux dépens des patients. La suppression des suppléments d'honoraire en chambre commune et en chambre à deux lits est un pas qui va dans la bonne direction.

 

En revanche, la mauvaise nouvelle de cette semaine a trait à l'absence d'accord médico-mutualiste. J'appelle donc la ministre de la Santé à rapidement réunir les acteurs puisque l'absence d'un tel accord signifie des déconventionnements de médecins, ce qui aura des répercussions négatives pour les patients qui devront y "aller de leur poche". Il faut agir rapidement, reprendre l'ouvrage et négocier un accord dans l'intérêt des patients afin d'assurer la sécurité tarifaire.

 

La qualité de notre système, réputé, d'assurance maladie-invalidité est préservée. Mais tant de choses restent à faire pour humaniser la médecine et pour créer une société de la qualité de vie et du bien-être. En ce sens, je tiens à souligner la volonté affichée du gouvernement d'accorder un statut plus favorable aux malades chroniques, de diminuer le coût des médicaments, de supprimer le concours pour les kinésithérapeutes, d'encourager la médecine de proximité et d'améliorer les conditions de travail des blouses blanches.

 

Assainir les finances publiques, ce n'est pas organiser la démission de l'État face à ses responsabilités, notamment pour la sécurité. Le budget prévoit des marges importantes, compte tenu du contexte, pour renforcer la proximité des services de police, des pompiers et de la justice. Des politiques seront mises en œuvre, des moyens seront affectés par notre nouvelle ministre de l'Intérieur, Joëlle Milquet, pour améliorer la présence des policiers sur le terrain, pour augmenter les moyens des services d'urgence et des pompiers, pour l'installation des zones de secours et pour élaborer un statut des pompiers, professionnels et volontaires.

 

Trente millions d'euros seront dégagés prioritairement pour ces politiques et pour garantir un meilleur accès à la justice. Les seuils d'accès à la libération conditionnelle seront relevés pour les crimes les plus graves; cela donne un horizon aux victimes et une période supplémentaire aux coupables pour préparer leur réinsertion. La politique de réinsertion doit évidemment être mise en œuvre dès l'entrée en prison.

 

Nous insistons pour que cette politique de sécurité et la transformation du paysage judiciaire se fassent en concertation avec les acteurs et pour que l'informatisation du département de la Justice puisse être finalisée rapidement.

 

Nous nous réjouissons du fait que le gouvernement soutiendra et finalisera la création du tribunal de la famille, engagement qui nous est particulièrement cher. Les citoyens attendent de nous de nouvelles réponses, concrètes, pour une meilleure sécurité.

 

Le projet de gouvernement se mobilise aussi fortement pour ne pas laisser une dette environnementale sur les épaules des générations futures et pour préserver notre santé des toxiques environnementaux. Il faut atteindre les objectifs de réduction de CO2 de moins 30 % en 2020, moins 80 à 95 % en 2050. Le secrétaire d'État présentera rapidement un plan de création de nouvelles capacités de production d'énergies diversifiées, permettant la sortie du nucléaire et accroissant la part des énergies nouvelles.

 

Je ne peux m'empêcher de m'arrêter un instant sur les critiques faciles et réductrices – et je m'adresse aux collègues ici présents – concernant l'accord du gouvernement en matière d'environnement, climat et énergie.

 

Certains d'entre vous ont évoqué la suppression de certaines déductions fiscales. C'est vrai! On peut regretter qu'il ait fallu faire des choix et des économies dans les dépenses de l'État. Mais ne faites pas, mesdames, messieurs, comme si vous le découvriez aujourd'hui! Il suffit de relire en page 53 l'accord institutionnel que vous avez négocié et approuvé.

 

01.36  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): (…)

 

01.37  Zoé Genot (Ecolo-Groen!): (…)

 

01.38  Catherine Fonck (cdH): Étant donné que j'entends des murmures sur certains bancs, il importe de relire ce qui est stipulé en page 53: "En ce qui concerne les réductions d'impôt et autres avantages pour les dépenses faites en vue d'économiser l'énergie dans une habitation ainsi qu'en matière de réduction sur facture pour véhicule propre, les Régions disposent déjà actuellement des compétences pour mettre en œuvre leur politique.

 

En vue d'éviter les interférences du pouvoir fédéral sur des matières relevant de la compétence des Régions, le pouvoir fédéral pourra cependant mettre fin, dès le budget 2012, aux incitants existant actuellement à ce niveau en la matière, sans préjudice de ce qui est appliqué."

 

01.39  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): (…)

 

01.40  Olivier Deleuze (Ecolo-Groen!): (…)

 

Le président: Si vous voulez que madame continue, monsieur Deleuze, laissez-la parler!

 

01.41  Catherine Fonck (cdH): Non, il n'y a pas de lecture partielle. Il y a une lecture complète! Mais on peut poursuivre. Faut-il encore vous donner lecture de la page 62? Je ne reprendrai pas l'entièreté de l'accord de gouvernement, mais le point 4.4 de la page 62 est particulièrement clair.

 

J'en veux pour preuve qu'à la Région bruxelloise, la ministre en charge de l'Environnement a dit: "La suppression de la déductibilité fiscale des investissements dans les économies d'énergie décidées au niveau fédéral n'aura pas d'écho en région bruxelloise. La Région bruxelloise va amplifier les moyens prévus dans son propre dispositif de primes" Et cela, c'est une ministre écolo qui le dit!

 

Tout simplement pour vous dire que les Régions, aujourd'hui, disposent des leviers d'action, que ce soit sous forme de primes ou de réductions d'impôt. C'est clairement ce qui avait été discuté lors de l'accord institutionnel et qui se retrouve dans ces pages auxquelles je me réfère!

 

01.42  Olivier Deleuze (Ecolo-Groen!): Si les choses sont si simples, pouvez-vous alors m'expliquer pourquoi, dans le tableau budgétaire que j'ai eu l'occasion de regarder, on prévoit pour 2013, 40 ou 60 millions d'euros de déductions fiscales, que Mme Temmerman a décrites comme étant relatives à l'isolation des toits? Si les choses étaient aussi linéaires et que les compétences attribuées aux Régions en 2013 ou 2014 ne devaient pas être inscrites au budget dès 2012, pourquoi donner ces chiffres pour 2013?

 

01.43  Olivier Maingain (indép.): Monsieur le président, je suis avec intérêt ce débat entre des partenaires de la négociation institutionnelle. Je croyais que tout était clair. Le chef de groupe d'Ecolo, à savoir M. Deleuze, déclare: "Ecolo votera tout ce qu'il a négocié". Mais qu'a-t-il négocié? C'est ce qu'on voudrait comprendre! Je me demande si ce groupe ne va pas revivre la mauvaise surprise des écotaxes …

 

Donc, j'aimerais qu'on nous explique ce qu'il en est en termes de transfert de compétences.

 

01.44  Catherine Fonck (cdH): Qu'en est-il de la déductibilité portant sur l'isolation des toitures? J'essaie de comprendre ce que vous êtes en train de me dire. Voulez-vous dire qu'il faut aussi supprimer ces déductions? Là, je ne vous suis pas! Comment distinguer les différents types de déduction fiscale? D'abord, et vous le savez, la déductibilité de l'isolation des toitures est la plus rentable pour réduire la consommation d'énergie. Que ce soit sur le plan environnemental ou en termes de coût ou encore relativement à l'emploi local, vous savez qu'elle est la plus rentable!

 

Par ailleurs, le marché de l'emploi et le développement des entreprises s'intéressant à l'isolation ne sont pas arrivés à maturité – à l'inverse des autres secteurs. C'est pourquoi maintenir cette déductibilité permettra d'agir plus efficacement. Avec la transition – dont on n'a pas encore prévu le timing - et grâce à la répartition des compétences, il est tout à fait envisageable de pouvoir accompagner le secteur responsable.

 

Oui, c'est un élément qui reste. Et si vous souhaitez le supprimer, il est évident que je ne vous suivrai pas.

 

Monsieur Deleuze, j'ai été étonnée d'entendre certains de vos propos ainsi que ceux tenus par le ministre vice-président de la Région wallonne. Vous avez reproché au gouvernement de n'avoir nommé qu'un secrétaire d'État pour assumer les compétences liées à l'environnement. Vous nous avez pourtant habitués à ne pas attaquer, faute d'autres arguments, les personnes. Dois-je vous rappeler que, pendant le gouvernement arc-en-ciel, c'est un secrétaire d'État qui avait cette compétence dans ses attributions et qu'il se nommait M. Deleuze?

 

01.45  Olivier Deleuze (Ecolo-Groen!): (….)

 

01.46  Catherine Fonck (cdH): Monsieur Deleuze, vous étiez secrétaire d'État à l'Énergie et au Développement durable. Monsieur Deleuze, ce ne sont pas les titres ronflants qui font l'efficacité des politiques, mais plutôt leur capacité à bien garder les pieds sur terre. Et je peux vous assurer que c'est le cas de M. Wahtelet!

 

Ceci étant dit, améliorer l'environnement, c'est aussi soutenir les transports publics. Le gouvernement doit garantir la sécurité du rail, la ponctualité des trains, les services aux usagers et l'emploi.

 

Enfin, je me réjouis du fait que le gouvernement prendra des mesures pour assurer une "meilleure représentativité des femmes dans les différents corps de l'État". Il est juste dommage que le premier signal n'ait pas été donné dans ce sens à travers la composition du gouvernement.

 

Monsieur le premier ministre, mesdames et messieurs les ministres, chers collègues, quels que soient nos projets respectifs, nos réalités socio-économiques, nos sensibilités, nos cultures, nous devons davantage nous parler. Il en va de même entre Flamands, Wallons et Bruxellois. Il en va de même entre toutes les cultures. C'est le dialogue qui fait reculer les caricatures et qui permet une meilleure compréhension mutuelle. Il est légitime de vouloir traiter différemment des réalités différentes, mais cultiver des particularismes, souligner les différences pour créer la division, parfois au prix de l'injure, nous ne pouvons l'accepter. De très nombreuses options pourront être prises sur le fond quant à l'avenir de notre pays, de ses citoyens, de ses associations, de ses entreprises, de ses institutions. Il n'y a qu'une seule manière d'y arriver: le dialogue, le respect de l'autre, l'ouverture et la compréhension.

 

La période que nous vivons révèle l'urgence de créer du lien, beaucoup de lien entre ceux qui créent et ceux qui veulent mettre leur talent en action, entre ceux qui veulent s'investir et ceux qui ont besoin d'aide, entre ceux qui ont de l'expérience à partager et ceux qui découvrent la vie, entre ceux qui ont et ceux qui ont moins voire rien du tout.

 

On a essayé de nous faire croire qu'il devait y avoir victoire d'un camp contre l'autre pour avancer. Les faits ont démontré qu'on n'y arrive pas les uns contre les autres mais ensemble. Il en va de même pour le gouvernement. Nous voulons un gouvernement capable de se serrer les coudes et non pas de jouer des coudes, particulièrement dans cette période de crise où la tentation du sauve-qui-peut et du chacun pour soi est bien là. On le sait, chacun devra faire sa part de l'effort. Il est temps de mettre fin à la guéguerre des chapelles, il est de temps de défendre l'intérêt général et d'en revenir à l'essentiel. Il est temps que chacun prenne et assume ses responsabilités.

 

Monsieur le premier ministre, mesdames et messieurs les ministres, chers collègues, le vote de confiance que nous vous accorderons samedi contribuera à refermer l'une des pages les plus chaotiques de l'histoire politique de notre pays. Et j'ai la conviction qu'une nouvelle page s'ouvre. Nous voulons faire du budget, des mesures socio-économiques et de la réforme de l'État une opportunité. Une opportunité pour préparer l'avenir et ouvrir des perspectives pour l'ensemble des Belges.

 

C'est aussi l'opportunité d'agir. Non pas parce que les agences de notation ou quelques gourous nous poussent à agir, mais parce que nous avons la conviction que des réformes sont nécessaires pour réinventer les socles fondamentaux de notre société: le sens de l'autre, la créativité, la responsabilité, la solidarité, le soutien à l'initiative, l'emploi et l'environnement.

 

L'adoption d'un nouvel accord de gouvernement n'est pas un aboutissement, mais un nouveau départ. Des décisions importantes ont été prises et maintenant elles vont devoir être exécutées et demanderont un investissement total. Nous attendons du gouvernement qu'il travaille avec acharnement. Mais, mesdames et messieurs les ministres, vous pouvez compter sur le groupe cdH pour travailler avec le même acharnement.

 

Je suis, pour terminer sur une note plus légère, attentive à la santé du gouvernement et donc je me permets de vous suggérer, monsieur le premier ministre, de ne pas donner de la testostérone à vos collègues. Parce que la testostérone n'est pas dénuée d'effets secondaires. Je remets ma casquette de médecin. Par contre, pour mettre de l'ardeur, essayez plutôt les vitamines. Il y en a d'ailleurs beaucoup dans les oranges! Je vous remercie.

 

Le président: Chers collègues, nous avons convenu d'arrêter nos travaux à 17 h 30. Le groupe Ecolo-Groen! a encore droit à trente-sept minutes. M. Deleuze s'étant engagé…

 

01.47  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wil de zaak enkel begrijpen.

 

Wanneer ik het goed begrijp, is Ecolo-Groen! in het Parlement één fractie. Als ik het goed begrijp, mochten alle fracties en niet alleen Ecolo-Groen! hun tijd opdelen in zoveel sprekers als ze wilden. De fracties moesten enkel binnen de afgesproken spreektijd van één uur blijven. Als ik het goed begrijp, kwam de tweede spreker van iedere fractie pas aan bod, nadat alle fracties aan het woord waren geweest.

 

Aangezien Ecolo-Groen! ervoor heeft gekozen om één fractie te vormen, kan zij als tweede spreker naar voren schuiven wie zij wil.

 

Le président: Monsieur Jambon, on termine par la deuxième moitié d'Ecolo. Il reste le FDF qui n'est pas un groupe, M. Jean Marie Dedecker qui est un individu et M. Louis qui est un autre individu! J'ai alors terminé et je recommencerai samedi par le deuxième intervenant de votre groupe, M. Weyts, qui a encore droit à un temps de parole de vingt minutes.

 

01.48  Jan Jambon (N-VA): Dat klopt, maar ik dacht dat iedere groep, iedere politieke partij die hier vertegenwoordigd is een eerste keer aan het woord mocht komen om dan met de replieken te komen. Anders zijn wij met de regels aan het spelen, denk ik, maar goed, u beslist.

 

Le président: Je ne chipote avec aucune règle! Du tout! Je termine simplement avec le deuxième parti en suivant l'ordre. M. Deleuze terminera en 21 minutes. De toute façon, nous arrêtons les travaux à 17 h 30. Je couperai effectivement les micros, j'éteindrai les lumières ou je couperai le chauffage! C'est le début des mesures d'économie!

 

01.49  Olivier Deleuze (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, chers collègues, la pression étant mise, permettez-moi d'abord, au-delà de toute considération sur le fond, de féliciter M. Di Rupo dans cette enceinte parlementaire pour sa nomination comme premier ministre par le chef de l'État. Après un an et demi de crise et de négociations parfois chaotiques, notre pays avait besoin d'accords. En l'occurrence, nous en avons deux. J'y reviendrai.

 

Puis-je également vous dire, monsieur le premier ministre, que vos paroles d'hier concernant le rétablissement de la confiance et de l'espoir étaient justes. Elles correspondent, à mon sens, entièrement à ce que le pays a besoin. Vous étiez pleinement dans votre rôle, me semble-t-il humblement, mais les paroles s'envolent et les écrits restent. Que le premier ministre soit francophone est un bon signe pour notre pays, non pas parce qu'il est francophone mais parce que cela apporte le changement.

 

Monsieur le premier ministre, les écologistes mèneront une opposition honnête et non démagogique. Il n'y aura pas, pour nous, de "non" par principe et à tout. Notre devoir, comme opposition démocratique non nationaliste, est de dire les choses qui, à notre sens, ne vont pas et de montrer comment cela pourrait être mieux, parfois à mon sens beaucoup mieux, moins déséquilibré et peut-être plus visionnaire.

 

Je commencerai par le volet social. Je le fais intentionnellement. C'est à cause de la folie financière et de la dictature des marchés financiers qu'il nous faut trouver 11 milliards d'euros. Oui, il faut avoir une rigueur budgétaire au niveau fédéral, tout comme nous menons cette rigueur budgétaire ensemble au niveau régional et de la Communauté française car sans rigueur budgétaire, sans gestion correcte des finances publiques, nous nous rendrions encore plus dépendants des banques et nous ferions payer des dettes aux générations futures.

 

D'ailleurs, chapeau à nos compatriotes qui ont souscrit pour plus de 5 milliards d'euros de bons d'État: voilà qui nous rendra moins dépendants des marchés financiers!

 

Néanmoins, lorsque vous ciblez les demandeurs d'emploi, vous ne tenez pas compte du sentiment d'injustice et d'indignation qui sévit dans la population; vous l'ignorez. Ce sont les banques qui ont provoqué la crise! Vous, vous ciblez les jeunes en rallongeant le stage d'attente à la sortie des études de 9 à 12 mois et en limitant les allocations d'attente pour certains d'entre eux à 3 ans. De plus, vous ciblez évidemment les femmes: les cohabitants visés sont bien souvent des cohabitantes.

 

Tout cela pour quoi? Pour une économie de 131 millions d'euros en 2012, de 136 millions d'euros en 2014.

 

En outre, en faisant pression sur les allocations de chômage, de façon générale et non discriminée, par des réformes structurelles qui accentuent la dégressivité, que gagnez-vous? 116 millions d'euros en 2012 et 332 millions d'euros en 2014. Tout ça pour ça?

 

Bien sûr, il ne faut pas admettre les abus, il faut combattre la fraude sociale, qu'elle soit individuelle ou organisée, mais ici, pour un total de 247 millions en 2012 et en tout, suivant vos tableaux budgétaires, de 463 millions en 2014, vous mettez la pression de façon indifférenciée sur ces gens.

 

À quoi correspondent ces montants? Ils correspondent à la différence entre votre tableau budgétaire de mi-novembre et celui de fin novembre en ce qui concerne les intérêts notionnels. Vos tableaux sont parus dans la presse à la mi-novembre et ce que vous avez dû concéder correspond exactement au montant que vous voulez gagner en mettant la pression sur les jeunes et les femmes, en accentuant la dégressivité des allocations de chômage.

 

Je comprends pourquoi les écologistes ont été exclus des négociations gouvernementales. Il me semble que ces mesures sont des mesures déséquilibrées.

 

En matière de prépension et de pension anticipée, bien entendu, il faut modifier le système pour l'adapter à l'allongement du temps de vie sous peine de saper les fondements du financement de notre sécurité sociale. Mais nous pensons qu'il faut le faire en tenant compte – et fortement – du caractère pénible de certaines activités et sans remettre en cause le crédit-temps ou l'interruption de carrière. Pourquoi sans remettre en cause ces deux dispositifs? Parce qu'ils permettent l'émancipation, permettent de nous réserver un espace de gestion de nos vies, permettent de nous réserver une liberté.

 

Combien va vous apporter cette pression sur le crédit-temps et sur l'interruption de carrière d'après vos tableaux budgétaires? Cela va vous rapporter 52 millions d'euros. C'est ce que vous avez laissé tomber entre mi-novembre et fin novembre en laissant tomber la fiscalité sur les tickets business class.

 

Pour ce gouvernement, il est plus important de ne pas toucher aux voyageurs business class plutôt que d'aller chercher et de préserver le temps de vie et l'émancipation des citoyens en matière de crédit-temps et d'interruption de carrière. C'est très symbolique et c'est très important, parce qu'il s'agit de l'émancipation des gens.

 

Visiblement, l'émancipation des voyageurs de la business class semble pour vous une chose essentielle.

 

En contraste, vous allez confier à la Banque nationale une mission d'étude quant à l'opportunité d'introduire une véritable séparation des métiers bancaires. Si je travaillais à la Banque nationale – Dieu m'en préserve –, cela ne me plairait pas du tout. Déjà la Banque nationale a été jetée dans le jeu de quilles des intérêts notionnels et évaluait que pour 2006, le coût brut de ces intérêts notionnels était de 2,4 milliards d'euros et le coût net de 400 millions d'euros. Cette évaluation a été faite en 2008 sur base des chiffres 2006. Elle a évalué la moitié de ce qu'était la réalité. C'était la première tentative de jeter la Banque nationale dans un jeu de quilles politique.

 

Deuxième tentative, cette année-ci. On jette la Banque nationale dans le jeu de quilles politique de la rente nucléaire. La Banque nationale l'avait évaluée à 800 ou 900 millions d'euros. Il est apparu qu'elle avait sous-estimé les prix de vente de l'électricité et que cette rente nucléaire, d'après le régulateur, était de 1,7 milliard d'euros, soit le double. À nouveau, jeu de quilles de la Banque nationale.

 

Ici, vous l'utilisez à nouveau dans un jeu de quilles politique qui fait penser que certains ne veulent pas prendre leurs responsabilités, comme cela été le cas pour les intérêts notionnels ou la rente nucléaire. Certains ne veulent pas prendre leurs responsabilités et se tournent encore une fois vers cette pauvre Banque nationale.

 

C'est la raison pour laquelle je n'aimerais pas travailler à la Banque nationale et qu'on me demande également de faire des arbitrages politiques, puisque votre texte dit qu'il ne s'agit pas seulement de vérifier la technicité de cette séparation de métiers bancaires, mais également son opportunité. Je ne pense pas que ce soit une bonne idée et je pense que cette manière de traiter la Banque nationale pour une pareille mesure ne fait pas un bon usage des institutions.

 

Je vous propose de prendre une décision claire sur la séparation des métiers bancaires pour que les banques d'épargne et les banques d'affaires ne soient plus confondues, pas simplement en mettant un firewall ou un ringfence comme dans votre document, parce que ce serait toujours dans la même institution et que cela ne résoudrait rien, mais de prendre une mesure à la Roosevelt. Absolument, vous la connaissez.

 

Et, si vous prenez cette mesure-là, probablement que nous ne vivrons plus des catastrophes, comme hier soir encore avec le Holding Communal, comme avec Fortis il y a quelque temps, comme avec Dexia, comme avec ARCO. Je propose que nous apprenions de nos erreurs.

 

Déséquilibré, donc à mon sens, mais également dépourvu de vision. Monsieur le premier ministre, il y a en Allemagne plus d'emplois dans l'environnement que dans le secteur automobile. Et, dans votre document, on ne trouve pas un seul mot sur les emplois "verts". Si, j'exagère! L'emploi vert figure à la page 94. Je peux vous lire le paragraphe: "Une série d'initiatives seront, en outre, prises pour favoriser la transition écologique et développer les emplois verts." Point. Point. Point à la ligne.

 

En supprimant en 2012 les déductions fiscales pour les économies d'énergie, vous avez supprimé trois à quatre mille emplois verts. Je propose que vos initiatives s'arrêtent là! Trois à quatre mille emplois locaux, dans les PME, et autant de factures en moins pour les gens qui auraient entrepris les travaux d'isolation – des factures de 300 à 400 euros par an! Je vous suggère de fournir moins d'efforts immédiats en faveur d'une hypothétique régulation du prix unitaire de l'énergie et d'en fournir plus sur la quantité d'énergie consommée. En effet, la facture est le résultat de la multiplication de l'unité par la quantité. En supprimant les 300 millions d'euros, vous commettez une grave erreur!

 

C'est votre plan loose, loose, loose: loose emploi, loose environnment, loose le prix de l'énergie. Pour quoi? Pour 333 millions d'euros, l'équivalent de ce qui a été concédé entre votre épure de mi-novembre et de fin novembre pour le précompte immobilier: un cadeau de 300 millions aux plus fortunés d'entre nous et une suppression ...

 

01.50  Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Mobilier! Immobilier, il n'y en a jamais eu!

 

01.51  Olivier Deleuze (Ecolo-Groen!): Mobilier! Mobilier! Je suis d'accord avec vous! C'est un cadeau pour les plus fortunés d'entre nous et une suppression de 3 000 à 4 000 emplois locaux. Voilà ce qu'il se passe!

 

On nous dit qu'il y a isolation des toitures. Je suis donc allé vérifier. Effectivement, j'ai trouvé pour 2013 une somme de 40 millions pour l'isolation des toitures. Donc, on supprime 300 millions dès 2012 et en 2013, on prévoit 40 millions. On dit que ce type de réduction fiscale n'est avantageux qu'à ceux qui peuvent investir au départ. Oui, mais, rien ne vous empêche …

 

01.52  Melchior Wathelet, secrétaire d'État: (…)

 

01.53  Olivier Deleuze (Ecolo-Groen!): Vous ne pouvez pas intervenir!

 

Le président: Vous avez été distrait, monsieur Wathelet. Le premier ministre répondra et vous interviendrez plus tard si vous le désirez!

 

01.54  Olivier Deleuze (Ecolo-Groen!): On dit que ces déductions fiscales ne peuvent être avantageuses ou sont employées uniquement par les gens qui savent investir dès le départ. Ce n'est pas exact, parce qu'il est possible d'introduire le système du tiers-payant, grâce auquel même les locataires pourraient en bénéficier. Le tiers-payant est un système très simple, que vous connaissez. Les déductions fiscales pourraient très bien, par ce biais-là, profiter également aux locataires.

 

Et je ne parle pas des diminutions des investissements pour la SNCB. Déjà, les statistiques de ponctualité des trains sont les plus épouvantables que nous ayons connues. En diminuant les investissements pour la SNCB, vous allez rendre la vie encore plus difficile aux navetteurs et vous aurez encore plus d'annonces d'embouteillages à la radio le matin.

 

Ce sont des mesures qui ne sont pas logiques et qui sont dépourvues de vision. Je suis d'accord avec la partie de votre texte qui concerne la simplification des structures de la SNCB et les contrats de gestion unifiés pour cette entreprise. Ce sont des bonnes mesures. Mais, si vous couplez ces mesures à des diminutions d'investissements, vous en perdez les bénéfices.

 

Je passe sur les questions de la rente nucléaire. On a déjà eu l'occasion de beaucoup en parler.

 

Nous ne sommes toujours pas certains que ce texte soit autre chose que des mots, mais nous ne sommes pas sûrs de l'inverse non plus. Et donc le point crucial pour nous sera le suivant: qui sera chargé de faire l'évaluation de ce plan d'équipement? Est-ce qu'il va y avoir de nouveau une espèce de changement d'arbitre entre la CREG, le GEMIX, la Banque Nationale? Ou bien allez-vous confier au régulateur légal le soin de faire son job? Ce sera pour nous la question centrale. Je connais le derde pakket du précédent ministre de l'Énergie!

 

Enfin, monsieur le premier ministre, nous avons participé aux négociations institutionnelles avec conviction et nous voterons tout ce que nous avons négocié. Le fait que nous, Groen! et Ecolo, formions un groupe commun à la Chambre est un acte politique; je dirais même que c'est un acte de philosophie politique. Cela a du sens pour nous que des gens de différentes langues et cultures travaillent ensemble, coexistent dans notre pays, qui est multiculturel depuis son indépendance. Et nous n'avons pas le monopole de ce souci. L'Europe a suffisamment souffert des nationalismes et de ses drames!

 

En outre, nos préoccupations, comme écologistes, sont parfaitement indifférentes dans leur principe aux frontières administratives. Le sort d'Ecolo et de Groen! est donc lié et restera lié. Et nous espérons que ces accords institutionnels pourront faire reculer ces nationalismes.

 

Par ailleurs, les grandes entreprises multinationales et les marchés financiers sont globalisés. C'est un fait. Nous ne voulons pas du "racrapotage" et de la démission politique par rapport à ces grandes forces; nous ne voulons pas que la classe politique dont nous faisons partie démissionne et, constatant la grandeur de ces forces, se racrapote sur des préoccupations exclusivement locales.

 

Ce serait mesquin et dangereux. C'est exactement la portée de notre participation enthousiaste et convaincue à ces accords institutionnels, c'est le sens profond.

 

Nous n'avons pas pu participer aux négociations socio-économiques. Nous en avons été exclus, nous le regrettons. Nous trouvons ce produit déséquilibré et sans vision. Par conséquent, nous ne pourrons pas le voter.

 

Le président: Merci beaucoup d'avoir respecté l'engagement qui avait été pris.

 

Nous suspendons nos travaux aujourd'hui.

 

Nous les reprendrons samedi à 10 heures, sauf si le Conseil européen devait se prolonger dans la matinée du samedi. Nous devrions, dans ce cas, faire preuve de flexibilité.

 

Samedi, komt er eerst de tussenkomst van de heer Weyts, dan de heren Maingain, Jean Marie Dedecker, Laurent Louis en Bernard Clerfayt. Dan antwoord van de regering, de replieken en stemming op het einde van de voormiddag of in het begin van de namiddag.

 

Merci pour la qualité de votre travail.

 

La séance est levée. Prochaine séance le samedi 10 décembre 2011 à 10.00 heures.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering zaterdag 10 december 2011 om 10.00 uur.

 

La séance est levée à 17.28 heures.

De vergadering wordt gesloten om 17.28 uur.

 

 

Ce compte rendu n'a pas d'annexe.

 

Dit verslag heeft geen bijlage.