Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 2 février 2012

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 2 februari 2012

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 13.20 heures et présidée par M. André Flahaut.

De vergadering wordt geopend om 13.20 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.

 

Le président: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

 

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Philippe Courard, John Crombez, Laurette Onkelinx

 

Excusés

Berichten van verhindering

 

Alexandra Colen, Julie Fernandez Fernandez, Alain Mathot, Patrick Moriau, Annick Ponthier, Ann Vanheste, Veerle Wouters, Eric Thiébaut, pour raisons de santé / wegens gezondheidsredenen;

Gerald Kindermans, OTAN / NAVO.

 

Budgets

Begrotingen

 

01 Projet de loi contenant le budget des Voies et Moyens de l'année budgétaire 2012 (1943/1-9)

- Projet du budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2012 (1944/1-40)

- Budgets des recettes et des dépenses pour l'année budgétaire 2012. Exposé général (1942/1)

- Justification du budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2012 (1945/1-25)

- Notes de politique générale (1964/1-30)

01 Wetsontwerp houdende de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2012 (1943/1-9)

- Ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2012 (1944/1-40)

- Begrotingen van ontvangsten en uitgaven voor het begrotingsjaar 2012. Algemene toelichting (1942/1)

- Verantwoording van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2012 (1945/1-25)

- Algemene Beleidsnota's (1964/1-30)

 

Reprise de la discussion générale

Hervatting van de algemene bespreking

 

La discussion générale est reprise.

De algemene bespreking is hervat.

 

De heer Manu Beuselinck heeft het woord.

 

01.01  Manu Beuselinck (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, geachte collega’s, wij hebben al een interessante discussie gevoerd in de commissie, dus ik zal het kort houden.

 

Onze basisstelling blijft dezelfde, met name dat uw beleidsnota een budgettaire nota is. Die nota bevat weliswaar een aantal goede punten, maar blijft volgens ons iets te weinig visionair. Er ontbreken concrete maatregelen die de kwaliteit, de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van onze gezondheidszorg, vooral op lange termijn, moeten garanderen. Over die oplossingen op lange termijn blijft u vaak zeer vaag, in die zin dat er ofwel nog veel advies moet worden ingewonnen, ofwel dat er later iets zal worden ondernomen. Zullen die goede intenties echter ooit concreet worden?

 

Dit is een terechte vraag die ook werd gesteld door een collega uit de meerderheid. Vandaag heb ik dan weer van collega Somers gehoord dat er op een aantal punten dringend moet worden gehandeld. Zij heeft het onder andere over "het enorme verschil in vergoeding tussen de technische prestaties en de intellectuele prestaties". Zij zegt ook dat er daarvoor al jaren een wetsvoorstel voorligt, maar dat er al jaren niets wordt aan gedaan. Zelf zou ik niet durven zeggen dat er al jaren niets wordt aan gedaan, maar het is iemand van de meerderheid die dat zei. Er worden wel een aantal kleine zaken ondernomen, maar dat is niet genoeg.

 

Op een aantal vlakken is er inderdaad een goede aanzet. Ik denk dan aan het, weliswaar veel te laat, loslaten van de groeinorm van 4,5 %. Ik heb mevrouw Lambert deze voormiddag horen insinueren dat voor de PS-fractie die 4 % zo snel mogelijk terug op de agenda zou moeten komen. Ik heb het zo begrepen, maar ik weet niet of dat klopt. In elk geval, mevrouw de minister, is de realiteit dat ons gezondheidsbudget ten opzichte van het bbp in 1970 2 % was en nu al 11 % is.

 

Wij kunnen dit echter niet laten stijgen. Ook het aandeel van de gezondheidszorg in de sociale zekerheid bedraagt al 35 tot 36 %. Daarbij komt dan nog zowat 27 tot 28 % out of the pocket via privéfinanciering.

 

01.02 Minister Laurette Onkelinx: (…)

 

01.03  Manu Beuselinck (N-VA): Ik zeg niet dat de evolutie van 2 naar 11 % ongedaan moet worden gemaakt, maar wij kunnen niet blijven voortdoen op deze manier.

 

01.04 Minister Laurette Onkelinx: Het was direct 2 %.

 

Mais à côté de cela, les adaptations systématiques occasionnaient un trend beaucoup plus important.

 

01.05  Manu Beuselinck (N-VA): Oké, maar u kunt niet ontkennen dat er een stijgende tendens is. Tien jaar geleden ging het nog om 8 %. Nu zitten wij aan 11 %. Er is in elk geval sprake van een stijgende lijn als het gaat om het aandeel van de gezondheidszorg in het bbp. Als men elk jaar met 4,5 % boven op de inflatie stijgt dan is het normaal dat het budget voor de gezondheidszorg groter wordt. Men kan dit niet blijven volhouden. Gezondheidszorg neemt nu al 35 tot 36 % in van het budget voor de sociale zekerheid. Ik denk dat daar niet veel speling meer op zit.

 

Mevrouw Lambert zei ook dat bepaalde partijen zich steeds maar richten op meer efficiëntie en doelmatigheid, terwijl achter die cijfers ook mensen, patiënten zitten. Mevrouw de minister, wij weten dit natuurlijk ook. Ik denk dat wij ons daar zeer goed van bewust zijn, maar als wij die toegankelijkheid, de betaalbaarheid en de kwaliteit willen garanderen in de toekomst dan zullen wij met dezelfde middelen meer gezondheidszorg moeten produceren. Dat is juist onze kritiek want daar wordt volgens ons niet genoeg aan gewerkt.

 

De vergrijzing is een factor die de kosten van de gezondheidszorg doet stijgen. Daarnaast is er ook de continue instroom van nieuwe technologieën die een veel groter deel van het budget innemen en dus een belangrijke rol spelen bij de stijging van het budget. Worden die nieuwe technologieën op hun doelmatigheid, kosten, resultaat en efficiëntie gecontroleerd? Ook de efficiëntie van oudere technologieën zou volgens ons veel meer moeten worden gecontroleerd. Wat is daar de kosten-batenanalyse? Jammer genoeg vind ik ook op dit gebied weinig terug in uw beleidsnota.

 

In de gezondheidszorg moeten wij dus durven kiezen voor doelmatigheid, transparantie en responsabilisering.

 

Ik denk bijvoorbeeld aan de financiering van de ziekenhuizen, wat hier door andere politieke partijen reeds werd aangehaald. De financiering van de ziekenhuizen is op dit moment alvast niet transparant en niet steeds gericht op een optimale zorg tegen de beste prijs. Die financiering is dus niet responsabiliserend genoeg. Enerzijds is er een bepaalde onderfinanciering voor bepaalde werkingskosten, anderzijds is er sprake van overconsumptie. Er lopen allerlei soorten financiële stromen door het ziekenhuis, waardoor er geen transparantie meer is.

 

Bovendien worden volgens ons optimale behandelkeuzes in de ziekenhuisfinanciering onvoldoende aangemoedigd. Ziekenhuizen krijgen bijvoorbeeld meer middelen als er een infectie optreedt. Het is nochtans niet logisch dat ziekenhuizen die zo'n infectie kunnen vermijden, niet beloond worden, terwijl ziekenhuizen waar er een infectie is, wel beloond worden. Wij zouden daarom wensen dat goede behandelingen absoluut gestimuleerd worden en dat suboptimale behandelingen ontmoedigd worden.

 

Voorts blijft onze partij erop aandringen om het oneigenlijk gebruik van de spoeddienst verder te ontmoedigen. De huisarts blijft voor ons absoluut de eerste lijn. De huisarts is voor die eerste lijn veel kostenefficiënter en veel doelmatiger. Wij vragen u daarom om verder te gaan in de ontmoediging van de spoedafdeling.

 

Ook de nomenclatuur is aangehaald. Is de nomenclatuur nog doelmatig, transparant en responsabiliserend? Moet er ook op dat vlak niet gestreefd worden naar meer doelmatigheid? Daarover heb ik al verschillende uiteenzettingen gehoord van leden van de meerderheid. Wij stellen vast dat er daartoe een commissie bestaat, maar er is al zes jaar lang geen voorzitter voor die commissie aangesteld. Er zijn ook werkgroepen actief daaromtrent, maar blijkbaar gaat het allemaal toch bijzonder traag.

 

Wat ik verder nog wil aanhalen is de financiering van de ziekenfondsen. Is die responsabiliserend en transparant? Ik heb u al eerder ondervraagd over de honderden miljoen aan boni die de ziekenfondsen ook in het raam van de zogezegde responsabilisering ontvangen. Hierbij worden de ziekenfondsen eigenlijk geresponsabiliseerd om het budget van de ziekteverzekering in evenwicht te houden. Nu, van responsabilisering kan er geen sprake zijn vermits het budget voor gezondheidszorg eigenlijk onderbenut was. Er waren veel te veel middelen voor de gezondheidszorg. De mutualiteiten krijgen bijgevolg bonussen om niets te doen. Ik heb u in december gevraagd wat u daaraan zou doen. Voor het moment zijn die ziekenfondsen niet meer te responsabiliseren…

 

01.06 Minister Laurette Onkelinx: Zij krijgen niets.

 

01.07  Manu Beuselinck (N-VA): Inderdaad, zij krijgen niets, ik ga daar volledig mee akkoord. Het blijft zelfs in het budget, dus in se krijgen ze financieel niets. Als er echter tekorten zouden zijn, worden ze wel niet meer geresponsabiliseerd. Dat is het systeem dat ik aanklaag. In feite zijn ze nu voor jaren op hun gemak want als er tekorten zijn hebben ze nog steeds die boni staan, die 500 miljoen euro, die ze kunnen gebruiken om in mindering te brengen van wat ze moeten betalen.

 

Ik heb u toen gevraagd wat u daaraan zou doen. U hebt toen gezegd dat dit iets zou zijn voor de volgende regering. Wel, ik vind hierover niets terug in uw beleid. Wat de responsabilisering van de ziekenfondsen betreft, zij worden nu zogezegd geresponsabiliseerd door 10 % van hun administratiekosten variabel te maken. Het Rekenhof heeft zelf uitgevlooid dat dit in feite uitkomt op een responsabilisering van 0,36 %. Van responsabilisering is hier dus absoluut geen sprake.

 

Half november hebben we daar in de commissie voor de Sociale Zaken een hoorzitting over gehouden. Toen werd er gezegd dat we daarover eind 2011 een rapport zouden krijgen. Ik heb nog steeds niets gezien. Ook daarover vind ik niets terug in uw nota.

 

In de periode van 2006 tot nu zijn de administratiekosten met maar liefst 27 % gestegen terwijl er toch een steeds voortgaande informatisering van de ziekenfondsen is met een steeds grote ontlasting van de administratieve taken.

 

We denken dat het logisch zou zijn dat de ziekenfondsen een duit in het zakje doen. U stelt hiervoor een besparing van 43 miljoen euro voor. Volgens ons mag men daarin ambitieuzer zijn.

 

We kunnen op een andere keer misschien ook nog eens praten over de verschillende rollen die de ziekenfondsen spelen.

 

Tot besluit, om onze gezondheidszorg betaalbaar, kwaliteitsvol en toegankelijk te houden, zullen wij op lange termijn meer concrete maatregelen moeten nemen in het raam van duurzaamheid, transparantie en responsabilisering.

 

Voorts wil ik nog opmerken dat in de begroting 2012 geen 2,3 miljard euro wordt bespaard. Er wordt integendeel 3,4 % of 850 miljoen euro meer uitgegeven dan aan de gezondheidszorg in 2011.

 

01.08  Reinilde Van Moer (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, sta mij eerst en vooral toe te herhalen wat ik al in de commissie uitte: armoede is een verschijnsel dat een welvaartsstaat in de eenentwintigste eeuw compleet onwaardig is.

 

U hecht in uw beleidsnota dan ook terecht heel veel aandacht aan armoede. Armoede is immers een val waaruit het moeilijk ontsnappen is. Ze wordt dan ook vaak van generatie op generatie doorgegeven.

 

Onze fractie steunt u dan ook in het bestrijden van dit belangrijk onrecht. Ik deel met u de mening dat in een rijke maatschappij als de onze, armoede moet worden uitgeroeid.

 

Hoe belangrijk sommige maatregelen die u treft, om de gevolgen van armoede voor de betrokkenen te verlichten, ook mogen zijn, ik mis niettemin deels een duidelijke visie.

 

Wat is immers het belangrijkste punt om armoede aan te pakken? Dat is vermijden dat mensen in armoede terechtkomen. Het hebben van werk is daartoe voor ons een grote en belangrijke hefboom.

 

Daarom pleit onze fractie voor een doorgedreven activering van mensen in armoede. Ik ben derhalve erg blij dat ik deze voormiddag een aantal andere partijen dit standpunt heb horen innemen.

 

Uw beleid moet er dan ook op gericht zijn om mensen zoveel mogelijk aan het werk te krijgen. Met werk bedoel ik wel degelijk volwaardig werk. Aparte statuten en specifieke initiatieven zijn ter zake een belangrijk instrument. De resultaten ervan zijn echter vaak beperkt. Tevens bestaat het gevaar dat de betrokkenen in het systeem blijven rondhangen, zonder dat zij ooit naar het reguliere arbeidscircuit doorstromen.

 

Bovendien is het een verhaal van rechten en plichten. Enerzijds biedt de overheid mensen de kans om zich te ontplooien en aldus een volwaardige plaats in onze maatschappij in te nemen, alsook om aan de armoede te ontsnappen. Anderzijds staan tegenover de geboden kans ook plichten, met name de plicht om zich in te zetten en de plicht om al het mogelijke te doen om een baan te vinden. Als blijkt dat de motivatie ontbreekt en er dus geen wil is om echt te gaan werken, dan is het de plicht van de overheid om tegen een dergelijke houding in te gaan.

 

Mevrouw de staatssecretaris, armoedebestrijding mag geen betutteling worden. Ze moet mensen voor hun verantwoordelijkheid plaatsen. Indien zij hun verantwoordelijkheid niet nemen, moet de overheid tegen een dergelijke houding ingaan. Jammer genoeg is dat een aspect dat in uw beleidsnota onderbelicht blijft. Ik vraag u dan ook om dit recht te zetten.

 

Zoals gezegd, is voor onze fractie werk een van de belangrijkste aspecten om aan armoede te ontsnappen en om te vermijden dat iemand in de armoede belandt.

 

Om te kunnen werken, moet er echter ook werk zijn. Daarom wil ik nogmaals vragen er goed op toe te zien dat de sociale economie niet in het vaarwater komt van de reguliere economie. De sociale economie heeft haar nut, zeker in die sectoren die niet langer bediend worden, maar wij moeten oneerlijke concurrentie vermijden. Het kan nooit de bedoeling zijn om bestaande privé-initiatieven uit de markt te prijzen. Dat creëert opnieuw werkloosheid en doet het gevaar voor armoede opnieuw toenemen.

 

Mevrouw de staatssecretaris, ik wil, ten slotte, het belang van preventie nogmaals onderstrepen. Het doet mij dan ook plezier dat u initiatieven neemt om overmatige schulden te vermijden en dat u inzet op het verminderen van de energiefactuur. Beide maatregelen helpen om de armoedeval te vermijden. Daarvoor krijgt u zeker de steun van onze fractie.

 

Ik zie in uw beleidsnota dus een aantal goede punten, maar een globale visie ontbreekt mijns inziens. U blijft te veel werken op de symptomen van armoede en u gaat voorbij aan de structurele initiatieven om armoede uit de wereld te helpen. Uw beleid is dan ook deels een gemiste kans. Mensen die in armoede leven, verdienen eigenlijk wel beter.

 

01.09  Marie-Martine Schyns (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, beaucoup de réponses en matière de Santé ont été données en commission. Je voudrais vous remercier pour le temps consacré au débat. Je ne reviendrai pas sur tout un tas de choses qui ont déjà été dites.

 

Pour le cdH, il était important de réaliser des économies structurelles sur les soins de santé, sans impact sur le patient et en concertation avec les acteurs de terrain. Certains dossiers sont également prioritaires pour nous: le soutien aux généralistes, le plan des maladies chroniques, le plan d'attractivité de la profession infirmière, les projets santé mentale (réforme article 107).

 

Aujourd'hui, je n'aurai que deux questions, dont l'une porte sur ces projets santé mentale. J'ai relu vos propos dans le rapport de la commission. Je vous sens vraiment convaincue de soutenir ces différents projets pour lesquels les acteurs de terrain ont d'ailleurs beaucoup travaillé. Parmi les neuf projets qui étaient proposés, certains ont corrigé leur copie et, normalement, deux projets devraient encore arriver dans le courant de 2012.

 

Sans vouloir verser dans le sous-localisme, je pense à un projet en région verviétoise et germanophone et à un autre projet dans le centre du Hainaut. Votre collègue de la Santé à la Fédération Wallonie-Bruxelles a été interrogée, la semaine dernière, par un collègue. Elle a évoqué des questions budgétaires et la restriction de moyens, y compris dans ce domaine. Je vous avoue évidemment mon inquiétude par rapport à ces deux dossiers qui sont prêts.

 

Je crois savoir que des réunions interministérielles sont prévues prochainement. Au vu de l'énorme implication de tous ces acteurs de terrain, nous insistons pour que vous souteniez ces projets et qu'ils soient financés pour toute l'année.

 

Ma deuxième question est aussi d'actualité. Depuis hier, le prix des cigarettes a augmenté. Je vous avais déposé une question à ce sujet en commission. Aujourd'hui, j'en profite pour vous la poser.

 

L'augmentation de 10 cents sur le prix d'un paquet de cigarettes est inférieure à l'inflation naturelle, alors que des études prouvent qu'une augmentation de 10 % du prix du tabac ferait baisser la consommation de 4 %. On sait aussi qu'augmenter d'un coup est plus dissuasif qu'une augmentation par petits paliers.

 

Jeudi dernier, j'ai donc interrogé le ministre des Finances à ce sujet pour connaître les raisons de ce choix. Il m'a signalé qu'il remplissait les conditions de l'accord budgétaire, à savoir une recette pour l'État de 258 millions pour l'année avec de légères augmentations des accises.

 

J'ai également senti dans sa réponse qu'il était particulièrement favorable à une mesure un petit peu plus importante, qui aurait un impact intéressant sur les recettes de l'État, mais aussi en matière de santé publique. Nous avons une convention-cadre avec l'OMS et nous savons qu'une action forte sur les prix a un impact retentissant sur la consommation des jeunes, public-cible important pour nous tous. Or, un réajustement budgétaire va avoir lieu.

 

J'avais interrogé le ministre des Finances et je vous interroge aussi, afin de savoir si vous comptez défendre une augmentation plus significative en lien avec les recommandations OMS et avec un impact plus favorable sur la santé.

 

01.10  Miranda Van Eetvelde (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik ga in op twee aangelegenheden, die tijdens de bespreking in de commissie werden aangehaald: de uitbreiding van het ouderschapsverlof en de begrotingscijfers inzake het arbeidsmarktbeleid.

 

Ten eerste, een Europese richtlijn verplicht ons om het ouderschapsverlof uit te breiden van drie naar vier maanden. De richtlijn bepaalt duidelijk dat de hervorming tijdig en correct moet worden doorgevoerd, dat wil zeggen, tegen 8 maart 2012. De afgelopen dagen hoorden we verschillende regeringsleden moord en brand schreeuwen over het asociale karakter van Europa. Het zou een ultraliberale boosdoener zijn, die ons enkel verplicht om asociale besparingen door te voeren. Het wordt een ondemocratisch orgaan genoemd, dat geen oog heeft voor sociale politiek.

 

Wat hebben dezelfde regeringspartners vervolgens besloten? Ze schrijven de uitbreiding van het ouderschapsverlof wel in het regeerakkoord, maar niet in de begroting ondanks dat men al twee jaar weet dat de maatregel tegen 8 maart 2012 moet worden doorgevoerd. Het is heel cynisch dat een regering die stelt heel veel belang te hechten aan sociale maatregelen en een verhoogde arbeidsdeelname en werkzaamheidsgraad, net die maatregel stiefmoederlijk behandelt. Ik citeer de minister: "Europa mag ons dan wel verplichten om het ouderschapsverlof uit te breiden, het stelt niet dat we het ook moeten betalen. Concreet zou de vierde maand er voor iedereen komen maar enkel betaald voor ouders wiens kind na 8 maart wordt geboren. Men zou ook kunnen overwegen om de vierde maand wel betaald te maken maar hetzelfde bedrag te lenen en te spreiden over vier maanden". Naar mijn mening ruikt het eerste naar discriminatie en is het tweede een feitelijke uitholling van de maatregel.

 

De maatregel maakt het net als andere vormen van thematisch verlof voor tal van jonge ouders mogelijk om arbeid en gezin, arbeid en de zorg voor jonge kinderen beter te combineren. We moeten allemaal langer werken. Dergelijke vormen van thematisch verlof zijn cruciaal om dat mogelijk te maken. De N-VA vindt dat de richtlijn volledig en consequent moet worden omgezet, dus met het optrekken van het ouderschapsverlof van drie naar vier maanden met bijhorende RVA-uitkering.

 

Ik zie u al denken: het budget! De geraamde meerkosten bedragen tussen 50 en 55 miljoen euro of ongeveer 0,5 % van het volledige RVA-budget. Het volledige RVA-budget bedraagt 10 miljard euro. Dat mag geen onoverkomelijke prijs zijn. In de plaats van een verwaterde tussenoplossing te zoeken, zou de regering er beter aan doen in een aantal andere uitkeringsstelsels de nodige hervormingen en besparingen door te voeren, zodat de budgettaire ruimte voor de betreffende maatregel beschikbaar komt.

 

Met het ouderschapsverlof is het net als met het tijdskrediet: de besparing op stelsels die gericht zijn op de werkende mensen, is groter dan de besparing op stelsels die gericht zijn op niet-werkende mensen. Conclusie, we horen van een aantal regeringspartijen wel veel lippendienst aan l’Europe sociale, maar als een toonvoorbeeld van een sociale Europese maatregel moet worden doorgevoerd, wordt daar maar al te graag op beknibbeld. Mijn suggestie luidt: maak het huiswerk in februari opnieuw en schrijf de meerprijs in de begroting in.

 

De tweede vaststelling in de commissie betreft de begrotingscijfers inzake het arbeidsmarktbeleid. Al snel na het aantreden van de regering werd duidelijk dat de begroting aan alle kanten rammelt. De flaters met de koninklijke dotaties en de ministeriële lonen waren maar een klein voorsmaakje van wat de nieuwe regering ons voorschotelde. Dat geldt eens te meer voor het arbeidsmarktbeleid. De kloof tussen de geraamde besparing en de werkelijke besparing bedraagt soms meer dan 90 %. De maatregelen zijn dus onderbouwd met absurde cijfers. Het gaat niet om een foutje in de tabellen of een verkeerde inschatting, het gaat duidelijk om gebruik van onrealistische en foutieve cijfers om de begroting op te smukken. Die analyse komt niet van de N-VA, maar wordt ook gedragen door een onafhankelijke instantie, het Rekenhof. Dat publiceerde een zeer lijvig rapport en ik zet kort alles op een rijtje.

 

Ten eerste is de opbrengst uit de omvorming van de wachtuitkering naar de beroepsinschakelingsuitkering met 90 % overschat. Ik verklaar mij nader. Twee ingrepen zouden daarbij in 2012 een besparingseffect van 131 miljoen euro genereren. Het Rekenhof houdt het op 13,5 miljoen euro. De regering schuwde daarvoor ook geen creatieve berekeningen. De eerste ingreep, de verlenging van de wachttijd, zou 81 miljoen euro moeten opleveren. Aangezien de impact van de maatregel in 2012 beperkt blijft tot drie maanden, bedraagt de reële besparing slechts 13,5 miljoen euro. Dat is een overschatting van maar liefst 83 %. Nog straffer! De tweede ingreep, de beperking in de tijd tot drie jaar, zou voor 2012 een besparing van 50 miljoen euro inhouden, terwijl de maatregel logischerwijze pas effect kan sorteren vanaf 2015. Dat is een overschatting van honderd procent. Men neemt besparingen in rekening, die zelfs niet kunnen plaatsvinden.

 

Ten tweede wil ik het hebben over de hervorming van de werkloosheidsverzekering. De regering raamt het gezamenlijke besparingseffect van de versterkte degressiviteit, de verhoogde beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt en de verstrengde voorwaarden inzake “passende dienstbetrekking” voor 2012 op 116 miljoen euro. De maatregelen werden echter niet apart begroot, wat op zich al een gebrek aan transparantie inhoudt. Bijgevolg is het onduidelijk hoe groot de reële besparing precies zal zijn.

 

Wat wel duidelijk is, is dat de besparing veel lager zal zijn dan het geraamde bedrag. Daarvoor volstaat een eenvoudige berekening. De versterkte degressiviteit levert volgens het Rekenhof slechts 22,6 miljoen euro op. De verhoogde beschikbaarheid levert nog niets op, daar zij pas in 2013 van kracht wordt. Pas dan wordt de leeftijd opgetrokken naar 60 jaar. Dat betekent dat de overige 93,4 miljoen bijna integraal moeten voortkomen uit de verstrengde voorwaarden inzake passende dienstbetrekking. Dat is uiteraard absurd.

 

Ten derde heb ik het over de verhoogde leeftijd voor de anciënniteittoeslag. De daarmee gepaard gaande besparing wordt met 98 % overschat. De maatregel wordt voor 2012 geschat op 7,5 miljoen euro. Het Rekenhof houdt het op een reële besparing van slechts 150 000 euro, onder meer omdat de regering de maatregel voor een volledig jaar meerekent, terwijl die pas in juni 2012 in werking treedt. Het gaat hier louter om overschatting.

 

Beste collega’s, zoals ik al zei, gaat het hier niet om een foutieve inschatting of om rekenfoutjes. De kloof tussen de geraamde en de reële besparingen is vaak zo groot – meer dan 90 % –, dat er enkel sprake kan zijn van het gebruik van onrealistische cijfers.

 

Wat doet de regering met de kritiek van het Rekenhof? Als die negatief is, verwijst ze die naar de vuilnisbak; als die positief is, honoreert ze die.

 

Wat antwoordde minister De Coninck op de kritiek? “De bedragen van de regering kloppen wel. Het Rekenhof heeft er geen rekening mee gehouden dat wij deze maatregelen dit jaar reeds toepassen.” Behalve dat dat een zeer kort antwoord is op fundamentele kritiek, is het volgens mij tevens onjuist. Dat blijkt uit wat ik daarnet geschetst heb.

 

De regering schrijft in haar begroting netto-opbrengsten in, die niet enkel zwaar overschat zijn. Meer nog, er wordt geen opbrengsten geboekt, precies omdat de maatregelen niet onmiddellijk in werking treden. Ik denk bijvoorbeeld aan de beperking van de werkloosheid tot drie jaar, die pas effect kan sorteren in 2015. Ik hecht bovendien meer waarde aan de berekeningen van het Rekenhof, daar die gebaseerd zijn op meer betrouwbare cijfers van de RVA, de dienst die de betrokken programma’s in de praktijk beheert.

 

Wat is de conclusie? Ook hier faalt de regering zwaar. Zij zal haar huiswerk in februari moeten overdoen. De reactie van de minister doet vermoeden dat er van een realistische bijsturing van de cijfers niets in huis zal komen en dat de begroting op drijfzand gebaseerd blijft. Dat is geen wonder, want de maatregelen zijn niet de structurele hervormingen, waarvoor zij moesten doorgaan.

 

Volgens ons is het opnieuw een gemiste kans. Wij zullen niet nalaten u daarop te wijzen.

 

Le président: Pour ce chapitre, sont encore inscrits Mme Snoy, M. Calvo et Mmes Muylle et Lanjri. Il faudrait donc prévenir les trois derniers intervenants.

 

01.11  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Mme la ministre est très impatiente de m'entendre; j'ignore pourquoi.

 

Le président: Je ne sais pas si elle est impatiente de vous entendre, peut-être a-t-elle autre chose à faire.

 

01.12  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Je ne me fais pas d'illusion à cet égard.

 

Le président: Nous conviendrons que c'est parce qu'elle est impatiente de vous entendre.

 

01.13  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, j'ai trouvé le débat en commission extrêmement riche. Vous avez fait preuve de beaucoup de bonne volonté en répondant aux demandes des différents groupes et en exprimant votre souci permanent de protéger le patient dans ce contexte de crise budgétaire. Nous pouvons donc apprécier votre effort pour que les économies ne l'affectent pas.

 

Néanmoins, nous restons insatisfaits devant la note de politique générale et votre projet pour cette législature en raison de l'absence de prise en compte des critères sociaux. Vous connaissez notre volonté d'accorder la priorité à ceux-ci, à savoir le logement, l'environnement et l'alimentation. Améliorer la santé de la population dépend de l'ensemble des politiques gouvernementales. De nombreuses maladies pourraient être évitées par une meilleure qualité de vie et un environnement plus sain. De même, des mesures de lutte contre la pauvreté et la précarité amélioreraient le logement, garantiraient une alimentation saine et diminueraient notre exposition aux substances toxiques. Toutes ces mesures réduiraient le coût des soins de santé à moyen, voire à court terme.

 

Vous me répondez toujours que ces matières ne dépendent pas du fédéral ou de votre département. Mais vous êtes vice-première, vous pouvez agir en tant que telle en faveur de la cohérence des politiques gouvernementales. Le terme de cohérence est revenu dans beaucoup de nos débats, avec d'autres ministres. Par ailleurs, il y a des parties de vos compétences qui vous permettent de prendre des mesures de bannissement de certaines substances toxiques et en matière de règles alimentaires.

 

Une étude britannique vient d'être publiée par le Journal du médecin. Selon celle-ci, un tiers des cancers pourrait être évité – quand on lit l'article, on voit que c'est même beaucoup plus qu'un tiers —, en agissant sur quatre facteurs essentiels: le tabagisme, les mauvaises habitudes alimentaires, l'alcool et l'obésité. Il y a là des choses qui relèvent de vos compétences. Faites-vous assez pour lutter contre l'assuétude au tabac? Que faites-vous pour lutter contre les excès de sel, de sucre, de mauvaises graisses dans l'alimentation? Je pense que les mesures de type volontaire que les entreprises vous proposent ne vont pas suffisamment loin.

 

Vous savez que ce sont souvent des mesures qui ne touchent que partiellement le consommateur: on fait des aliments de meilleure qualité pour les gens qui savent se les payer. Mais, tant qu'on n'a pas une règle générale, on risque d'avoir une discrimination implicite des consommateurs par rapport à la qualité alimentaire.

 

Il y a des problèmes de santé encore bien plus inquiétants, qui sont en augmentation: des modifications génétiques liées aux perturbateurs endocriniens. On parle ici d'effets tels que la puberté précoce, la baisse de fertilité masculine, des malformations génitales.

 

Une proposition de loi, qui vient du Sénat, nous est soumise pour bannir le bisphénol A des emballages alimentaires. Au départ, c'était une proposition socialiste, qui pensait agir sur l'ensemble des emballages alimentaires et que nous aurions pu suivre. J'avais d'ailleurs déposé la même proposition à la Chambre. Suite à un amendement du MR, la proposition se limite à bannir le bisphénol des emballages des aliments destinés aux enfants de zéro à trois ans.

 

Je vous ai lancé le défi de définir quels sont ces emballages pour le débat que nous aurons en commission. Il y a là derrière une grande hypocrisie: on sait très bien que les bébés ne mangent pas seulement des aliments qui leur sont spécifiquement destinés. On va faire chauffer de l'eau dans une bouilloire en plastique qui contient du bisphénol A pour y mettre de la poudre de lait et donner le biberon. On sait très bien aussi que le bisphénol A passe par le lait maternel et passe également au stade fœtal. De plus en plus de scientifiques disent que ce n'est pas la dose qui compte, mais le moment de l'exposition.

 

Nous reviendrons sur ce sujet la semaine prochaine. Et je serai assez enragée! En effet, je trouve la proposition que l'on nous soumet extrêmement hypocrite. Pour moi, dans le domaine des problèmes de santé, malgré l'incertitude scientifique qui est, comme toujours, présente, le principe de précaution doit prévaloir. Cette question touche au cœur de la santé humaine et concerne les générations futures. Je trouverais très décevant que l'on n'aille pas plus loin.

 

Les Français sont allés plus loin. Je reconnais cependant que cela pose des problèmes et soulève des contestations. Le lobby alimentaire réagit et se livre à un chantage qui, selon moi, n'est pas crédible. Je ne vois pas pourquoi il ne trouverait pas d'alternatives dans un laps de temps donné. Certaines alternatives au bisphénol existent déjà. Il faut donner un délai à l'industrie pour les mettre en œuvre.

 

Vous allez rembourser l'extraction préventive des prothèses mammaires: ce point est très positif. Si j'ai bien compris, votre décision suit l'avis du Conseil supérieur de la Santé. Je vous avais posé la question la semaine dernière et vous m'aviez dit que vous ne le feriez pas de façon préventive, en l'absence de maladie. Vous avez l'air de prendre ce problème très au sérieux et vous avez raison. Malheureusement, on ne peut pas extraire le bisphénol de nos tissus ni les métaux lourds de nos graisses. C'est le même genre de logique.

 

Je souhaite également évoquer un instant la question de l'exposition professionnelle aux substances toxiques. L'émission Questions à la Une diffusée la semaine dernière a montré que nous traitions beaucoup moins prudemment les travailleurs lors de l'exposition de ceux-ci aux substances toxiques dans le cadre de leur vie professionnelle et ce, en grande partie parce que nous ne prenons pas la peine de recenser correctement ces expositions. Je m'adresse donc aussi à la ministre de l'Emploi que j'ai déjà interrogée sur ce point. Elle n'a pas eu l'air de croire au cas que je lui avais soumis. Cependant, je pense que des éléments sont à améliorer dans la protection des travailleurs. Vous êtes toutes deux co-responsables de cette situation.

 

Par ailleurs, vous savez qu'Ecolo veut que la priorité soit mise sur la première ligne en matière de soins de santé, et sur l'acte intellectuel appréhendant la santé globale du patient.

 

Sur ce point, nous prenons acte des mesures que vous avez voulu encourager, acceptées par l'accord médico-mutualiste sur l'indexation des honoraires des médecins généralistes. Néanmoins, le problème mérite une prise en charge nettement plus importante.

 

En effet, en 2011, il a été constaté une chute de 4 % des consultations en médecine générale; le financement des maisons médicales a diminué puisque lié à la diminution des consultations; il sévit une pénurie dramatique de médecins dans les zones défavorisées. Le programme Impulseo reste positif, mais insuffisant pour résorber ces éléments défavorables.

 

Mon groupe souhaite que l'offre des soins de santé soit organisée sur base d'entités facilement identifiables, comme des bassins de soins ou des bassins de vie, car la santé, si elle passe inévitablement par les soins, se travaille en rapport avec le milieu de vie.

 

Le point suivant que je voudrais aborder concerne la surconsommation de médicaments.

 

Madame la ministre, la Belgique aurait dépassé le million de consommateurs d'antidépresseurs. Le Soir publiait ce matin un article où un psychiatre disait que "nous sommes dans un flux continu de prescriptions d'un peu de tout. Comme tous les âges de la femme ont leur crème antirides, tous les états d'âme ont leur produit."

 

Ce raisonnement est valable aussi pour la consommation, par exemple, de produits comme la Rilatine, de plus en plus conseillée aux enfants même par les professeurs des écoles, qui font pression, et non plus seulement par les médecins. D'ailleurs, ce phénomène était au programme de l'émission Questions à la Une d'hier soir: n'importe quelle émotion est transformée en maladie.

 

Il nous faut réagir pour un changement des mentalités, mais aussi quant à la façon d'adresser des instructions aux prestataires de soins, donc aux décisions sur le remboursement de tous ces médicaments.

 

Je voulais aussi parler de la collecte des données sanitaires mais j'ai déjà abordé ce sujet en commission.

 

Hier, la remarque de M. De Cuyper m'a frappée, lorsqu'il a parlé de la crise des prothèses mammaires. Il a dit qu'il regrettait que "les professionnels de la santé apprennent à l'occasion du scandale PIP qu'une loi les oblige à signaler tout problème lors de l'utilisation d'une prothèse ou d'un implant". On peut dire la même chose par rapport aux médicaments. Visiblement, les médecins généralistes ne procèdent pas, par manque de réflexe ou de temps, à un suivi systématique des effets secondaires d'un médicament. Faute d'obtenir des progrès à ce niveau, on aboutira à nouveau à des scandales. La question du Motilium est en suspens ainsi que celle des vaccins. Il est indispensable de saisir ces matières à bras-le-corps.

 

Le dernier point concerne l'indépendance de l'expertise. Le colloque qui a été organisé le 20 janvier auquel, malheureusement, vous n'avez pas voulu que vos fonctionnaires participent – ce que je regrette beaucoup – a apporté…

 

01.14  Laurette Onkelinx, ministre: Soyons de bon compte et de bonne foi! Vous m'avez posé la question et je vous ai dit clairement que mes fonctionnaires pouvaient y participer, ce que je leur ai dit également. Ne dites pas de contre-vérité!

 

01.15  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Certains fonctionnaires l'ont interprété différemment.

 

Vos décisions manqueront de légitimité si vous ne pouvez pas garantir l'indépendance de l'expertise. Aujourd'hui, les conflits d'intérêt sont traités à la légère et de façon peu harmonisée dans les institutions qui vous conseillent; les auditions en commission l'ont démontré.

 

Nous voulons proposer une uniformisation des règles et des procédures de déclaration de conflits d'intérêt. Nous voulons également les rendre plus transparentes. Conscients qu'il est difficile d'éviter totalement les conflits d'intérêt, nous voulons nous assurer que la contre-expertise sera entendue et que des moments seront prévus pour la consultation des acteurs sociaux. Nous souhaitons aussi, à plus long terme, mieux garantir l'indépendance des études réalisées sur les substances à agréer. La plupart du temps, elles sont réalisées par l'industrie et les sources indépendantes ont beaucoup moins de moyens et ne peuvent pas accéder aux publications scientifiques. Des propositions très intéressantes ont été émises; j'y reviendrai. Tout cela montre que vous avez du pain sur la planche!

 

01.16  Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de staatssecretaris, mevrouw de staatssecretaris, collega’s, ik zal mij beperken tot een aantal items die voor ons heel belangrijk zijn.

 

Eerst en vooral, wij mogen echt fier zijn op ons socialezekerheidssysteem. Het is een van de beste ter wereld. De mensen beseffen dat ook en zij weten dat als wij dat model van sociale zekerheid willen behouden, het ook betaalbaar moet blijven en dat wij dan ook inspanningen moeten leveren. Dat betekent inderdaad dat mensen er steeds meer van overtuigd geraken dat er meer mensen aan de slag moeten gaan en dat wij allemaal langer zullen moeten werken.

 

Wanneer wij willen dat mensen langer werken, moeten wij natuurlijk ook ervoor zorgen dat er tijdens de beroepscarrière voldoende mogelijkheden gecreëerd worden om gezin en werk goed te combineren. Wij merken ook het toegenomen succes van ouderschapsverlof, tijdskrediet en loopbaanonderbreking. Dat bewijst dat er in de samenleving effectief nood is aan momenten van onderbreking om voor het gezin te kunnen zorgen. Op die manier zal men het dan ook langer volhouden, tot het moment dat men met pensioen kan gaan, en moet men niet, helemaal uitgeperst, op 55 jaar de arbeidsmarkt verlaten. Die verlofstelsels zijn heel succesvol, maar zijn uiteraard ook duur. Daarom was het nodig om ook in die verlofstelsels in te grijpen.

 

Het stemt ons wel tevreden dat het thematisch verlof onverminderd behouden blijft en ook dat het verlof voor zorg grotendeels gespaard werd. Wij geven mensen de mogelijkheid om hun werk tijdelijk deels of volledig stop te zetten om te kunnen zorgen voor een zieke, voor palliatief verlof of voor ouderschapsverlof.

 

Mevrouw de minister, ik wil even ingaan op dat laatste, in welk verband ik ook aan uw voorganger al heb gevraagd om dringend de Europese richtlijn om te zetten. Dat sluit trouwens ook nauw aan bij een wetsvoorstel dat ik daarover had ingediend. Ik had ook een wetsvoorstel ingediend om het ouderschapsverlof uit te breiden van drie naar vijf maanden. Ik ben blij dat wij de goede richting uitgaan, dankzij de stap die Europa ons dwingt te zetten, namelijk door de verlenging tot vier maanden, in plaats van de huidige drie maanden. Vanaf 8 maart moet dat een feit zijn; vanaf dan moeten wij elke ouder recht geven op die vierde maand ouderschapsverlof. Ik hoop dat dit zal worden doorgevoerd in de lijn van wat er vandaag reeds bestaat. Met andere woorden, voor die vierde maand moet eveneens in een uitkering worden voorzien, net als voor de drie andere maanden.

 

Ik hoop dat daarover binnenkort duidelijkheid kan komen. Hopelijk geldt die vierde maand ouderschapsverlof niet alleen voor de ouders van wie de kinderen na 8 maart worden geboren, maar ook voor degenen van wie de kinderen al geboren zijn en die eventueel verlof hebben opgenomen, zodat ook die groep kan genieten van een vierde maand ouderschapsverlof met een uitkering.

 

Een heel ander accent is de aanpak van de sociale en fiscale fraude, en het illegaal werk. Dit is heel belangrijk. De mensen beseffen dat zij een stukje moeten bijdragen tot de besparingen. Zij willen dit doen, maar dan moet er in eerste instantie voor worden gezorgd dat de sociale en fiscale fraude, alsook het zwartwerk effectief worden aangepakt. Ik wil die pluim eigenlijk op de hoed van collega Devlies steken. Hij is thans niet aanwezig, maar het mag hem worden overgemaakt. Hij heeft in de regering Leterme uitstekend werk geleverd om alles voor te bereiden en de eerste stappen te zetten. Ik denk onder meer aan het kruisen van gegevens zodat de fiscale en sociale fraude kan worden aangepakt. Minder fraude betekent immers meer rechtvaardigheid en daar draait het om. Die strijd is niet af. U zet het werk van Carl Devlies nu voort, maar ook na u zullen wij hierin moeten blijven investeren. Wij zullen hier blijvend aan moeten werken. U kunt hiervoor rekenen op onze steun.

 

Wij vinden een gecoördineerde aanpak ook zeer belangrijk. Om de strijd tegen sociale en fiscale fraude, en zwartwerk aan te gaan, moet over de hele lijn worden gewerkt rond fraudebestrijding. Dat gaat van preventie en detectie, over controle en fraudebestrijding tot een adequaat vervolgingsbeleid. Worden er sancties opgelegd? Worden de boetes effectief betaald? Zijn de sancties voldoende? Zo nee, dan moeten hieraan in het Parlement de nodige conclusies worden verbonden en moet er eventueel strenger worden opgetreden. In eerste instantie komt het erop aan om te vermijden dat mensen frauderen. Doen zij dat toch, dan moet een betere controle het mogelijk maken hen te pakken.

 

Wij ondersteunen dan ook de initiatieven die u hierin wilt ontwikkelen, met name via de hoofdelijke aansprakelijkheid. Op die manier zullen wij ervoor zorgen dat de concurrentievervalsing wordt aangepakt. Dit fenomeen tiert welig want onder andere in de Brusselse bouwsector zien wij dat er heel wat problemen zijn. Ook in de transportsector stellen wij vast dat buitenlandse firma's aan deloyale concurrentie doen.

 

Daarom zijn wij blij met de hoofdelijke aansprakelijkheid op de sociale bijdrage. In het verleden heeft dat in de bouw 50 miljoen euro per jaar opgebracht. Wij zullen dat nu uitbreiden naar andere sectoren, onder meer de vleessector, de voedingssector. Wij zijn ook blij met dezelfde aanpak ten opzichte van de fiscale fraude. Het gaat over een getrapte hoofdelijke aansprakelijkheid, dus geen volledige ketenaansprakelijkheid die wij wel terugvinden in de lonen. Wanneer men in zee gaat met een onderaannemer, kan die nog eens in onderaanneming met een andere gaan. Er kunnen soms tot 80 schakels tussenzitten. Als dan een zwaar tekort in de uitbetaling van de minimumlonen wordt vastgesteld, is de aannemer hoofdelijk aansprakelijk. Dat kan gaan tot en met de hoofdaannemer die dan voor de kosten moet opdraaien.

 

Wij kunnen die problemen alleen aanpakken door mensen te sensibiliseren om goed te controleren met wie zij in zee gaan. Er moet ook goed worden gecontroleerd of er sociale of fiscale schulden zijn en er moet goed worden nagegaan of de arbeids- en werkomstandigheden, alsook de loonvoorwaarden, worden gerespecteerd.

 

Hiermee heb ik een aantal voor ons belangrijke accenten aangehaald, zowel met betrekking tot de combinatie gezin en werk waarvoor minister De Coninck verantwoordelijk is, als met betrekking tot de aanpak van de sociale en fiscale fraude waarvoor staatssecretaris Crombez verantwoordelijk is.

 

U mag op onze steun rekenen, maar wij rekenen ook op u om uitvoering te geven aan dit aspect van het regeerakkoord.

 

01.17  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega’s, dames en heren ministers en staatssecretarissen, ik dank u voor uw aanwezigheid.

 

Het is een hele eer om een substantieel deel van deze regering te mogen toespreken in dit spetterend en enthousiasmerend debat rond zo een belangrijk thema als de sociale politiek in de brede zin.

 

Als wij vandaag op dit uur een reeks actuele vragen zouden hebben gehad, dan hadden veel collega’s stilgestaan bij de gebeurtenissen bij Bekaert. Vandaag verliezen daar 600 mensen hun baan, een flinke klap voor ons economisch en industrieel weefsel en een sociaal drama voor de gezinnen in kwestie.

 

Gebeurtenissen zoals bij Bekaert moeten ons ertoe aanzetten dit debat met nog meer overtuiging en inspiratie aan te gaan.

 

Ik zal mij veeleer focussen op de beleidsnota van minister De Coninck. Collega Bonte heeft mij nogal selectief geciteerd bij het begin van dit debat. Hij heeft enkel de eerste zin van mijn inschatting van deze beleidsnota uit het verslag geciteerd. Dat is een beetje partieel.

 

Mevrouw de minister, u hebt in de commissie kunnen merken dat wij uw werk als minister van Werk een beetje onevenwichtig vinden en ook wat symptomatisch voor het beleid van deze regering.

 

Ik zal dat proberen te verduidelijken met een aantal voorstellen, suggesties en toelichtingen. Ik zal echter beginnen met drie anekdotes die dat misschien nog sterker duidelijk kunnen maken dan de concrete suggesties of wetsvoorstellen die de revue moeten passeren.

 

De eerste anekdote is een uitspraak van collega Bracke tijdens zijn persconferentie als kandidaat-burgemeester voor Gent, moge dat de Gentenaars bespaard worden. Hij zegt dat hij in die stad een sociaal beleid wou uitbouwen à la Monica De Coninck. Hij heeft dat gezegd. Ik denk dat hij alleen mevrouw De Coninck heeft genoemd. Ik vermoed dat er al sociaaldemocraten voor minder wakker hebben gelegen.

 

U moet zich zorgen beginnen maken wanneer het etiket “sociaal beleid à la De Coninck” wordt gehanteerd door mensen zoals collega Bracke, die niet meer Valère De Scherp is en niet meer schrijft voor het socialistisch partijblad, maar ondertussen een rechtse conservatieve politicus is die wil besparen op sociale voorzieningen.

 

Dat is anekdote nummer 1. (Rumoer)

 

De voorzitter: Allez-y, monsieur Calvo.

 

01.18  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, het is wel gek dat zulke politique politicienne-opmerkingen meer losmaken dan een aantal goede suggesties van mijn collega’s. Dat is ook een barometer. Het was eigenlijk een test voor deze assemblee.

 

Ik kom tot een tweede anekdote, mevrouw De Coninck. Er is wat beroering geweest over uw interview in La Libre Belgique. Een uitspraak van u in dat interview die niet is uitvergroot, maar die ik wel erg frappant vind, luidt als volgt: “Werk geeft identiteit.” Met het risico om in een ideologisch of zelfs filosofisch debat terecht te komen, zou ik daar toch iets over willen zeggen.

 

Natuurlijk ontkent onze fractie niet dat tewerkstelling een belangrijke bron van emancipatie is. Het hebben van een baan is een vorm van zingeving. Dat geeft mensen perspectief. Maar ik vind die uitspraak een beetje symptomatisch voor de politiek waar u voor staat: werk, werk, werk. Daarmee hanteert u een hyperproductivistische logica. Onze burgers zijn niet alleen werknemers, niet alleen een onderdeel van een productie- en consumptiecyclus. Zij zijn ook ouders, vrijwilligers, tantes en nonkels, jongeren en ouderen. Dat perspectief, die invalshoek, mis ik een beetje in uw beleid als minister van Werk.

 

Anekdote 3. De heer Magnette heb ik vaak bekampt als minister van Energie, maar ik moet zeggen dat zijn analyses mij steeds meer aanspreken. Hij lijkt steeds meer het sociaal geweten te worden van deze regering. Ik verwijs naar eerdere uitspraken over de eenzijdige besparingspolitiek van Europa.

 

Mevrouw De Coninck, de heer Magnette heeft ook uitspraken gedaan over uw beleid. Op Franstalige televisieplatforms zegt hij: “Mevrouw De Coninck is nogal eenzijdig.” En: “Ik zal haar eens uitnodigen naar regio’s in ons land waar de banen niet aan de bomen groeien.” Dat is geen uitspraak van Kristof Calvo of van de Ecolo-Groenfractie, maar wel van een collega in uw regering.

 

Mevrouw De Coninck, met die drie anekdotes wil ik voor een stuk inleiden waarom wij uw werk als minister voor Werk, een heel belangrijk thema, eenzijdig vinden.

 

U bent nochtans goed vertrokken, u hebt een stevige start gemaakt als minister. Andere ministers, hier vandaag ook aanwezig, aarzelen of hebben krantenkoppen nodig om beleidsplannen en intenties te formuleren. U weet heel goed waar u naartoe wilt. Maar sta mij toe om als ecologist, als iemand die sociale rechtvaardigheid belangrijk vindt, toch een groot probleem te hebben met een aantal pistes die u bewandelt.

 

Er zijn verschillende goede maatregelen. Zo verwijs ik naar de plannen die u hebt gemaakt rond oudere werknemers, de leeftijdspiramide, pesten op het werk en loongelijkheid voor man en vrouw. Dat zijn goede zaken. Toch is er een onevenwicht binnengekropen in uw beleid.

 

Ik wil graag nog vier aandachtspunten naar voren schuiven. Ten eerste, het sociaal overleg. Ik trap een open deur in als ik zeg dat het sociaal overleg een dieptepunt heeft bereikt en niet goed zit. Ik zou u willen oproepen om daar echt in te investeren. Mevrouw De Coninck, u zult zeggen dat u bijna dagelijks contact hebt met de sociale partners. Inderdaad, u heb een andere aanpak dan collega Van Quickenborne die er genoegen ‘uit’ schept een conflict te hebben met de sociale partners.

 

Genoegen scheppen in, dank u voor de het nodige taaladvies, mijnheer Van Quickenborne.

 

Nodig de sociale partners voor uw specifiek domein uit op het kabinet en investeer echt in een klimaat van sociaal overleg. Het sociaal overleg heeft heel wat verdienste gehad en verdient de nodige zuurstof. Neem bijvoorbeeld het belangrijke dossier van het eenheidsstatuut volop in handen en probeer de sociale partners – hoe moeilijk dat ook is, mevrouw de minister – toch samen te brengen en uw rol als bruggenbouwer volop te spelen.

 

In dezelfde sfeer, breng de sociale partners ook rond andere thema’s en andere aspecten van competitiviteit rond de tafel. Zie het wetsvoorstel van Ecolo-Groen. Onze fractie stelt voor dat de sociale partners in het raam van een alliantie werk en milieu – zoals bijvoorbeeld het Waals Gewest dat gedaan heeft en zoals Duitsland dat gedaan heeft – zich bijvoorbeeld buigen over het energie- en grondstoffengebruik in ons land. Sociaal overleg 2.0, 2.groen.

 

Een tweede aandachtspunt, interimarbeid. De collega’s in de commissie voor de Sociale Zaken hebben het akkoord in de Nationale Arbeidsraad mogen ontvangen. Gisterenavond is dat in onze mailbox terechtgekomen. Mevrouw De Coninck, hoe gaat u daarmee omspringen? Zult u dat op korte termijn implementeren? Zult u nog iets extra’s doen en bijvoorbeeld de wetvoorstellen van de collega’s Vercamer, Bonte en Kitir en het wetsvoorstel dat wij hebben ingediend bekijken? Is het compromis binnen de Nationale Arbeidsraad datgene waarmee u aan de slag gaat? Of erger nog, legt u het advies naast u neer en bent u niet bereid om korte termijn aan de precaire situatie van heel wat interimmedewerkers fundamenteel iets te veranderen?

 

Ten derde, besprekingen zoals deze zijn de gelegenheid om wat promotie te maken voor eigen wetsvoorstellen en initiatieven. Collega Gilkinet en ikzelf hebben vorige week een relatief systemisch en goed wetsvoorstel ingediend. Mijnheer Crombez, ik ken uw profiel een beetje en ik vind uw strijd inzake fiscale en sociale fraude sterk. Ik feliciteer u daarmee. Ik meen dat u ons wetsvoorstel heel goed zult vinden omdat wat wij voorstellen past in een politiek van billijkheid en eerlijkheid. Collega Gilkinet en ikzelf hebben vorige week een wetsvoorstel ingediend dat ertoe strekt bedrijven die winst maken en die jaar na jaar de belastingbetaler om een of andere vorm van steun vragen en die beslissen om medewerkers op straat te gooien de publieke steun van de afgelopen vijf jaar terug te laten geven. Dat lijkt een zeer verregaand wetsvoorstel maar het is weloverwogen. Er zijn ook modaliteiten in opgenomen. Bedrijven waarvan de ondernemingsraad zegt dat het ontslag of de sluiting gerechtvaardigd is passeren die maatregel. Bedrijven die voldoende geïnvesteerd hebben in opleiding hoeven de steun niet terug te betalen. Er zitten dus randvoorwaarden in die het een te overwegen voorstel maken.

 

Als politici, als politieke verantwoordelijken, zijn wij keer op keer verontwaardigd bij een grote collectieve sluiting. Kijk naar ArcelorMittal, waar men massaal geprofiteerd heeft van de voordelen van de notionele-intrestaftrek. Wij geven u, mevrouw De Coninck, in ons wetsvoorstel een instrument om niet alleen verontwaardigd te zijn, maar ook actie te ondernemen. Ik ben dus benieuwd naar uw houding tegenover dat voorstel.

 

Mijn vierde kritiek is de meest fundamentele. Ik heb die ook in de commissie geformuleerd. U bent heel erg concreet als het gaat over het hervormen van de wachtuitkering of over het degressiever maken van de werkloosheidsuitkering, zelfs tot onder de armoedegrens. Die maatregelen zijn genomen, samen met de grote hervorming van de heer Van Quickenborne, waarop hij bijzonder trots is. U bent echter veel minder concreet als het gaat over de manier waarop u jobs zult creëren. Daarvoor moeten wij wachten op de strategische nota die werd aangekondigd.

 

Ik weet dat u alleen geen jobs kunt creëren. Het is voor de politiek zelfs heel moeilijk om jobs te creëren. Andere spelers moeten daarin hun rol spelen, maar deze regering mist kansen om instrumenten in de markt te zetten die op jobcreatie gericht zijn. Onze fractie is al jaren vragende partij om de notionele-intrestaftrek te linken aan jobcreatie en jobbehoud.

 

Ik heb gisteren in diverse thema’s, zoals leefmilieu en energie, en in de algemene bespreking een pleidooi gehouden voor, bijvoorbeeld, een tweede zone windmolens op de Noordzee. De eerste domeinconcessie, de eerste zone op de Noordzee, heeft gezorgd voor een miljoen manuren. Ik weet dat u niet bevoegd bent voor energie, mevrouw de minister, maar ik verwacht van de minister van Werk wel een werktoets op het algemene beleid. Ik verwacht een animator die zegt dat het belangrijk is om perspectieven te creëren om jongeren, ouderen en anderen in onze samenleving echt een job te bezorgen en die niet alleen beslist hoe wij hun uitkeringen zullen afnemen.

 

Een ander voorbeeld, dat ook al vaak de revue gepasseerd is en waarvan wij vandaag de resultaten zien in de krantenkolommen, is de schrapping van de energiebesparende maatregelen. Mevrouw de minister, als u als minister van Werk, een werktoets zou toepassen op die maatregelen, dan zou u samen met mij vaststellen dat die er niet mochten komen. Wij lezen vandaag in de krant dat de sector van de zonnepanelen zegt dat de sector stilgevallen is. Daar verliezen mensen hun job. Vorige week communiceerde de Vlaamse Confederatie Bouw dat er in de bouwsector – een belangrijke sector voor onze economie – een nulgroei komt, door de onzekerheid en de schrapping van de energiebesparende maatregelen.

 

Zelfs de heer De Graeve verwijst vandaag in zijn communicatie over de 600 ontslagen bij Bekaert naar de onzekerheid over de steunmaatregelen. Het staat op deredactie.be en in alle kranten, mevrouw De Coninck, de markt van de zonnepanelen valt terug, onder meer door de onzekerheid en de schrapping van subsidies, niet alleen in België. Hij verwijst ook naar Duitsland en Slovakije, maar de besparingen die deze regering doet, zorgen voor economische slachtoffers.

 

Een dergelijke handelwijze past niet. U maakt de moeilijke economische context nog veel moeilijker.

 

Mijnheer de voorzitter, ik rond echt af.

 

Ik heb gisteren mogen vaststellen dat het ambitieniveau van de huidige regering niet heel erg hoog ligt. Er zijn leden geweest die hebben opgeworpen dat zij geen sociaal bloedbad aanrichten. Proficiat!. Is dat het argument, de drijfveer van ons allen om aan politiek te doen, met name geen sociaal bloedbad aanrichten?

 

Ik heb de heer Vanackere gisteren horen verklaren dat de beste investering die wij inzake jobcreatie en economische ontwikkeling doen, het binnen de perken houden van de spreads en het beperken van de rentelasten is. Neem mij niet kwalijk, mijn generatie verwacht echter meer perspectief. Zij vindt een begroting op orde belangrijk, maar verwacht concretere perspectieven dan een spread die binnen de perken wordt gehouden.

 

Mevrouw De Coninck, onze fractie heeft voorstellen ter zake. Zij zal een bondgenoot zijn, indien de huidige regering meer doet dan budgettair orde op zaken stellen en ook echt een perspectief aan onze burgers biedt.

 

01.19  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je voudrais intervenir sur un thème important, celui de l'emploi. Vous me demanderez pourquoi, puisque, grâce à Mme De Coninck, nous avons appris, dans La Libre Belgique du 24 janvier qu'il y avait assez d'emplois pour tous. Pour être tout à fait honnête, peut-être convient-il de reconnaître que dans certains coins de Belgique, il y en a en suffisance.

 

Cependant, madame De Coninck, il faudra que vous vous rendiez à Bruxelles et en Wallonie, des Régions que je connais bien, et où il n'y a pas d'emploi pour tout un chacun. Ainsi, lorsque se présente une vacance pour un poste d'éboueur, mille candidats se présentent! Lorsque vous proposez un poste de nettoyeur à la commune, mille candidats se présentent et on ne sait comment les départager! Lorsque vous organisez un examen pour engager des gardiens de prisons – travail lourd et pas très bien payé –, c'est le palais du Heysel qu'il faut louer pour l'organiser car trop de candidats se présentent.

 

Par conséquent, si autant de candidats se présentent, y compris pour exercer des boulots durs et pas spécialement bien payés, cela signifie que, en tout cas dans les Régions que je connais le mieux, c'est-à-dire à Bruxelles et en Wallonie, il n'y a pas suffisamment d'emplois.

 

Aussi, vos propos relayés par La Libre Belgique ont-ils été vraiment difficiles à avaler pour nombre de demandeurs d'emploi qui cherchent du boulot, qui ont juste envie d'avoir un travail, un revenu régulier pour pouvoir dire à leurs enfants que papa et maman travaillent. À l'heure actuelle, ils se démènent pour trouver ce fameux emploi, qui existe selon vous, et ils ne le trouvent pas!

 

J'en vois parmi vous qui opinent du chef, mais je voudrais vous demander de descendre dans la rue. J'habite à Saint-Josse. C'est la commune la plus pauvre de Belgique. Le chômage des jeunes s'y élève à 45 %. Je vous jure que, dès qu'un poste s'ouvre, même à temps partiel en titre-service, des files de gens se présentent pour l'occuper. Donc, il n'y a pas vraiment d'emplois pour tout le monde partout!

 

Je ne peux comprendre ce raisonnement. Un réel problème se pose en la matière et je pense que vous devriez vous rendre sur le terrain pour constater la violence de vos propos pour des gens qui ont effectivement envie de travailler et qui ne le peuvent pas.

 

Votre autre proposition principale est de flexibiliser le marché du travail. C'est toujours un des grands leitmotivs: en Belgique, le monde du travail n'est pas assez flexible! Mais qu'est-ce que cela signifie? Beaucoup d'emplois à temps partiel. C'est le cas en Belgique, puisque maintenant le nombre d'emplois à temps partiel s'élève à 30 %, majoritairement occupés par des femmes, des personnes immigrées et de plus en plus d'hommes. Donc, du temps flexible, du temps partiel, il y en a déjà beaucoup!

 

Souvent, il s'agit de temps partiel subi. En effet, on estime qu'une profession exercée à temps partiel permet de mieux gérer les tâches familiales, etc. Mais lorsque vous êtes nettoyeuse et que vous travaillez de 6 à 9 heures et ensuite, de 16 à 22 heures, cet horaire ne permet pas de mieux gérer sa vie de famille.

 

Il en va de même dans les supermarchés et dans beaucoup d'autres endroits. Le temps partiel est donc de plus en plus subi. Il s'accompagne d'un salaire, lui aussi partiel, qui ne permet pas de faire face au coût de la vie.

 

Qu'entend-on par 'accroissement de la flexibilité'? Cela implique-t-il une augmentation des contrats à durée déterminée? Il faut savoir que déjà 12 % des contrats sont des CDD. Or, quand on a un CDD, la banque ne vous octroie pas de prêt, il n'est pas possible d'acheter une maison, etc. Continuer à flexibiliser n'est donc pas, selon moi, une solution idéale.

 

Accroître la flexibilité implique-t-il une augmentation du nombre de contrats intérimaires? En 1983, on comptait 7 450 contrats intérimaires. On en compte 81 000 aujourd'hui. Ce genre de contrat a donc explosé. Et, pour un individu, ne pas être parvenu, après quelques années, à obtenir un véritable contrat permettant de construire véritablement sa vie, constitue un réel problème. Par conséquent, flexibiliser des contrats de travail constitue, à mon avis, un élément inquiétant.

 

Les autres signaux envoyés ne sont pas beaucoup plus rassurants. Ainsi, vous proposez une plus grande dégressivité des allocations de chômages, qui diminuent déjà – vous le savez – tous les six mois jusqu'au moment où un montant plancher est atteint. La réalité est donc déjà difficile. Ainsi, par exemple à Bruxelles, vu le prix des logements, je ne sais pas comment font les personnes isolées qui bénéficient d'un chômage de base pour payer leur loyer et assurer leur subsistance.

 

En outre, vous avez inventé un nouveau système, celui de l'allocation d'insertion. A priori, ce terme sonne bien puisqu'il implique que l'on va aider les demandeurs d'emploi à trouver un travail. Mais si l'on regarde de plus près, on s'aperçoit qu'avec ce système, on demande aux jeunes d'attendre 12 mois plutôt que 9 avant de pouvoir bénéficier d'une allocation et d'une série d'aides à l'emploi qui poussent les patrons à les engager. Selon moi, il ne s'agit pas vraiment là d'une bonne nouvelle.

 

Vous dites, par ailleurs, que cette mesure sera assortie d'un accompagnement accru. Mais les Régions n'arrivent déjà pas à accompagner convenablement les jeunes aujourd'hui. Cela m'amène à croire que ces derniers ne seront pas mieux accompagnés.

 

Selon moi, cette allocation d'insertion se concrétisera, en réalité, par plus d'exclusion, par une plus grande attente chez les parents, etc., et par une allocation plus basse qui prendra fin plus rapidement.

 

Un autre aspect de votre politique a trait au durcissement en matière de prépension. Cette question pose-t-elle réellement problème? Le Comité d'étude sur le vieillissement estime qu'à l'heure actuelle, les mesures proposées en matière de prépension ne permettront pas réellement de baisser les coûts et de faire face au défi du vieillissement.

 

C'est une mesure très idéologique, d'autant plus qu'on ne tient pas compte de la pénibilité du travail. Il y a en effet une grande différence entre quelqu'un qui travaille dans un bureau ou un menuisier qui installe des portes et des fenêtres dans des buildings, comme le faisait mon père. Vers 55 ans, il s'est coincé le dos car une porte pèse entre 100 et 200 kg et, à fin de sa carrière, il était seul pour les porter. À l'époque, avant que le personnel ne soit réduit, il y avait trois ou quatre ouvriers pour les porter. En outre, comme l'employeur avait reçu des primes pour engager un travailleur qui avait déjà eu assez souvent des problèmes de dos, il ne voulait pas le licencier. Passé un certain âge, certains travaux ne sont plus faisables, particulièrement quand on a une vie très dure.

 

Vous dites qu'on applique la matière de façon linéaire. Cependant, l'espérance de vie d'un homme sans diplôme et en bonne santé est quasiment de quinze ans plus courte que celle d'un homme diplômé et en bonne santé. Il est dès lors logique de ne pas prendre de mesures linéaires pour des réalités qui ne sont absolument pas linéaires. Leur condition physique est très différente.

 

L'accès au crédit-temps a aussi été durci. Qui utilisait ce crédit-temps? Principalement des gens ayant du mal à concilier vie familiale et vie professionnelle. Là aussi, cela pose de réels problèmes. Il faut désormais avoir une certaine ancienneté. Par conséquent, ce sont à nouveau les jeunes qui seront pénalisés, qui ne parviendront pas, vu le nombre de petits emplois qu'ils multiplient, à avoir l'ancienneté suffisante pour obtenir l'accès au crédit-temps.

 

Une autre mesure est le durcissement de la notion d'emploi convenable. Là aussi, il y aura une inégalité! Au lieu de prendre le temps de trajet comme référence, on tient compte du nombre de kilomètres. On l'allonge: celui-ci passe de 25 à 60 km. Pour des personnes qui, comme moi, vivent dans des endroits faciles d'accès – j'habite à Bruxelles près d'une gare –, faire 60 kilomètres ne pose pas de problème. Par contre, pour les personnes qui vivent dans un bled, loin d'une gare, etc., 60 kilomètres peuvent parfois représenter trois à quatre heures de trajet. À certains endroits, au fin fond de la Wallonie, il n'y a parfois qu'un bus toutes les deux heures! Cette notion de kilomètres plutôt que de temps de trajet me semble dès lors assez injuste pour toutes ces personnes qui habitent dans des zones très rurales. Cela vaudrait la peine d'évaluer ceci de manière plus pointue.

 

Cependant, pour nous, la plus grande carence dans l'ensemble de cette note est l'absence de perspectives en matière de création d'emplois. Une seule mesure nous paraît positive: celle qui réduit les cotisations pour les trois premiers emplois. Cela va dans le bon sens et fait également partie de notre programme. Cette action est de nature à soutenir des personnes qui, lors du démarrage de leur activité, éprouvent des difficultés. Cela nous paraît une bonne cible.

 

Ceci mis à part, quelles perspectives donne-t-on aux jeunes? Notre taux de chômage des jeunes figure parmi les plus importants d'Europe. Quelles possibilités leur donne-t-on de réellement entrer sur le marché du travail? Où va-t-on créer de l'emploi? Au contraire, le secteur de la construction nous dit qu'en supprimant les déductions fiscales, nous allons supprimer 10 000 emplois. Ceci est le chiffre le plus pessimiste. Parlons donc de 5 000 emplois. Où est la création d'emplois? Où est la création d'activités qui permettraient à des gens de se réinsérer et de rentrer sur le marché du travail?

 

Je terminerai de manière plus positive en parlant des éléments de lutte contre la fraude sociale. Un élément a retenu positivement notre attention. Je m'adresse à M. le secrétaire d'État en charge de la Lutte contre la fraude. Il s'agit de la question de la responsabilité solidaire. Cette piste est vraiment intéressante. J'espère que vous pourrez rapidement la mettre en chantier et l'amener sur les bancs du parlement. Nous pensons qu'une telle idée sera de nature à assainir toute une série de secteurs, à casser la concurrence déloyale qui s'installe entre les entrepreneurs qui travaillent de manière correcte et ceux qui exploitent leurs travailleurs.

 

On a pu découvrir, hier, dans le journal, un horrible exploiteur de la misère humaine. Il a fait travailler un homme qui avait été licencié et qui, trop âgé, ne retrouvait pas de travail. Ce travailleur a eu un problème. L'employeur s'est rendu compte qu'il était presque mort et s'en est débarrassé comme un chien sur le bord d'une route. Il a demandé à ses autres travailleurs d'essayer d'acheter la veuve qui, heureusement, a refusé. Grâce au ciel, la police a bien fait son travail et a retrouvé l'exploiteur et les travailleurs. La justice sera rendue. Un nom a pu être restitué à ce monsieur qui aura une sépulture décente.

 

On le voit, cette lutte contre la fraude sociale est un impératif. Nous attendons réellement cette mesure au parlement.

 

Le président: Je donne la parole aux ministres qui le souhaitent.

 

01.20  Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, chers collègues, j'apporterai deux ou trois éléments, étant donné que nous avons déjà beaucoup débattu en commission.

 

La question des antidépresseurs et de la rilatine est revenue à plusieurs reprises. Nous avons entamé un travail avec le parlement pour la reconnaissance des professionnels en psychothérapie. J'ai déjà dit que je soutiendrais le parlement à cet égard.

 

Ensuite, comme nous l'avions fait pour les antibiotiques, nous avons mis en place une plate-forme permettant, en discussion avec les médecins, de réduire la consommation d'antidépresseurs. Le 1er mars, je recevrai une proposition de groupe, comme on l'a fait avec la BAPCOC (Belgian Antibiotic Policy Coordination Committee), qui nous aidera à mieux contrôler ce secteur.

 

S'agissant de la rilatine, comme la plupart des intervenants, je suis convaincue que quelque chose ne va pas. Manifestement, des abus sont commis. Ainsi, on s'en sert pour lutter contre l'échec scolaire. Or un médicament est, par essence, dangereux. Lors de la prochaine conférence interministérielle, nous allons travailler avec les Communautés et les Régions afin d'empêcher que des publicités soient diffusées par des associations à destination des enseignants et des organisations de parents. J'ai déjà signalé à mes homologues que des programmes de formation pour les enseignants étaient subventionnés par les producteurs de rilatine. Cela pose un vrai problème.

 

Enfin, à propos des concertations avec les mutuelles en vue de renforcer le contrôle des médicaments (chapitre IV), je vais faire inscrire la rilatine dans la catégorie des produits à surveiller.

 

Une demande très précise a été formulée au sujet de l'article 107. Je veux parler de la réforme relative à la santé mentale, qui constitue un véritable succès. Cet article est issu d'une loi très importante, puisqu'elle concerne les hôpitaux. Nous essayons de désinstitutionnaliser, de travailler avec le terrain. Cela fonctionne: le fédéral, les Régions et les Communautés coopèrent à cette fin. Dans un premier temps, dix projets ont été retenus par un jury et sont financés. D'autres sont en attente – en particulier celui de la région du Centre, dont vous m'avez parlé.

 

Ils doivent encore être adaptés, mais ils seront reconnus sans doute lors de la prochaine conférence interministérielle.

 

Le problème sera celui du financement. En effet, ces projets ne pouvaient être financés qu'à condition que les moyens soient prévus dans le budget 2012. Or ces moyens font cruellement défaut. Nous essayons de trouver des alternatives permettant de découvrir par-ci par-là les ressources financières indispensables.

 

Je suis de près ce projet et je crois en cette réforme.

 

Sur la question du prix des cigarettes, je suis sur la même longueur d'ondes que mes collègues Vanackere et Van Quickenborne, qui s'est prononcé dernièrement.

 

Enfin, les prothèses PIP. Le Conseil supérieur de la Santé a effectivement proposé l'explantation d'urgence pour les prothèses qui connaissent des déchirures; pour les prothèses en bon état, il propose une explantation non urgente. Quant au remboursement, il sera effectué en cas de déchirure; les explantations préventives doivent répondre à la législation actuelle, à savoir qu'un remboursement a lieu en cas d'avis médical comportant une motivation sur une complication dûment motivée.

 

Pour terminer, on m'interpelle souvent sur le remboursement d'une réimplantation de prothèses. Si elle est effectuée pour des raisons médicales, comme une reconstruction après un cancer, évidemment oui; pour des raisons esthétiques, évidemment non.

 

01.21 Minister Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ook wij hebben in de commissie voor de Sociale Zaken gedurende zes uur uitvoerig van gedachten gewisseld, meerderheid en oppositie, over de pensioenhervormingen, maar ik zou toch een antwoord willen geven op de vragen die zijn gerezen.

 

Er waren vragen in de commissie over de mijnwerkers. Daarover zijn ook krantenartikels verschenen. Ik zou een en ander willen verduidelijken daarover. Er was een vraag over cijfers en aantallen.

 

Wij hebben gisteren uitvoerig overlegd met de vertegenwoordigers van de mijnwerkers. Dat zijn, enerzijds, de klassieke, representatieve vakbonden en, anderzijds, de vroegere voormannen van de mijnwerkers. Met beiden hebben wij uitvoerig overleg gepleegd en daarin hebben wij het volgende toegezegd.

 

Ten eerste, voor de 27 000 mijnwerkers die nu met pensioen zijn, verandert er niets, in tegenstelling tot wat in de mediaberichten stond. Voor de 55-plussers die nu nog aan de slag zijn verandert er ook niets. De 613 ondergronders of zij die daarmee gelijkgesteld zijn, behouden hun rechten. Voor het dertigtal mijnwerkers dat net het recht om op 55 jaar met pensioen te gaan heeft verworven, verandert er ook niets.

 

Het debat bij de mijnwerkers gaat over een vijftiental bovengronders dat onder de oude regeling op 60 jaar met pensioen kon gaan. Die discussie zijn wij nu aan het voeren. Het gaat dus welgeteld om 15 mensen binnen het statuut van de mijnwerkers, waarvoor momenteel nog geen regeling is gevonden. Daar alarmerende berichten over uitzenden, is overdreven.

 

Ten tweede, over het sociaal overleg.

 

Concernant la réforme que nous avons votée au parlement et la concertation sociale, si j'avais eu plus de temps, j'aurais agi autrement. Je l'ai déjà dit et je le répète. La première grève, qui a eu lieu fin décembre, était justifiée car il n'y avait pas de concertation sociale.

 

La deuxième grève, qui a eu lieu au début de cette semaine, je ne la comprends pas, parce que la concertation est en cours depuis le 2 janvier de cette année-ci, de manière informelle et formelle. On a une bonne concertation avec le secteur privé comme avec le secteur public.

 

Des collègues ont posé des questions sur les gens qui ont aujourd'hui 57, 58 ou 59 ans. Ce que Mme Fonck a appelé le "stûût". Il paraît que c'est un mot wallon. Je peux vous garantir que, dans la concertation menée avec les syndicats, des mesures concrètes seront inscrites pour que la réforme soit humaine.

 

En ce qui concerne les gens qui, à un certain moment, "sont venus dans un droit" – ce que ma collègue Monica De Coninck appelle un klikrecht, in het nederlands; en français, je dirais les droits constatés – il faut évidemment, en termes de travail et en termes de pension, les respecter.

 

Sur l'enseignement, c'est vrai que, dans la concertation, il y a une orientation particulière en ce qui concerne les dispositions de pension et de prépension pour les enseignants. La concertation est en cours et, si le moment est opportun, je rencontrerais volontiers les ministres dont Mme Fonck a parlé.

 

Pour le reste, je crois que tout a été dit en commission.

 

Le président: Il y a un petit problème d'agenda, parce que le secrétaire d'État et la ministre doivent aller au Sénat pour l'hommage à Gilbert Temmerman.

 

Vous pouvez peut-être donner la réponse maintenant, madame la ministre? On va essayer de faire patienter le Sénat.

 

01.22 Minister Monica De Coninck: Het is een beetje hetzelfde: er werden ontzettend veel vragen gesteld, vragen die ook in de commissie werden gesteld. Evenveel vragen werden beantwoord in de twee zeer lange commissievergaderingen die we hebben gehad. Ondertussen heb ik ongeveer 50 zeer gedetailleerde vragen beantwoord. Toch wil ik nog op een aantal vragen antwoorden, om het nog eens te stellen, om het duidelijk te maken, maar vooral ook om het in een schema te zetten.

 

Er zijn de maatregelen die worden genomen zowel op het vlak van werk als rond pensioenen. De finaliteit is het socialezekerheidssysteem in stand te houden. Voor alle duidelijkheid, wij hebben dat systeem gemaakt. Dat betekent dat werken toch wel een heel bijzondere waarde heeft. Ik had het gevoel dat dit de laatste jaren wat aan de kant werd geschoven. We moeten dat opnieuw centraal zetten.

 

De heer Calvo heeft van mijn opmerkingen wel wat een karikatuur gemaakt. U zegt dat ik beweer dat werk een mens ook identiteit geeft. Ik ben daar zelfs vast van overtuigd. Ik heb trouwens de indruk dat dit bij u zeker het geval is. Ik denk dat werk mensen inderdaad in onze maatschappij integreert, en dit op allerlei manieren. Het betekent uiteraard een inkomen hebben. Het betekent individualiteit en identiteit ontwikkelen. Het betekent integratie en sociale netwerken. We moeten respect hebben voor mensen die werken en mogen er niet lichtzinnig mee omspringen. Dat geldt voor iedereen, jong en oud.

 

Vandaar onze dubbele opdracht. Wij moeten jonge mensen kansen geven om te participeren aan onze maatschappij, met al hun sociale rechten. Blijkbaar is dat een groot probleem als men begint te praten over werken. Bij andere sociale rechten is dat blijkbaar niet zo, wel inzake werk. Ik wil daar inderdaad een mentaliteitswijziging teweegbrengen.

 

Ik begrijp dat er nogal wat regionale verschillen zijn waarop wij gepast moeten inspelen. Voor alle duidelijkheid, ik heb met alle collega’s op gewestelijk niveau al contact gehad, en dat waren trouwens zeer positieve contacten. Wij zullen zeer complementair werken, in een sfeer van volwassen federalisme: we zijn partners en iedereen probeert met de middelen die hij heeft en in functie van wat nodig is op het terrein complementair te werken, afspraken te maken en, vooral, doelstellingen te halen. Welke instrumenten de verschillende partners daarvoor ontwikkelen, dat is natuurlijk hun ruimte en hun bevoegdheid.

 

Ik ben er ook van overtuigd – u verwees ernaar, mijnheer Bonte – dat het lokale niveau ontzettend belangrijk zal zijn. Mevrouw Fonck heeft dat ook gezegd. Zowel de samenwerking met de begeleider naar reguliere tewerkstelling als de OCMW’s en het verhaal uit het regeerakkoord over het gebruik van artikel 60 en andere activeringsinstrumenten zijn belangrijk.

 

Uiteraard is de combinatie van gezin en werk belangrijk. Meer nog, de mensen hebben vandaag vele mogelijkheden om hun eigen levensparcours en hun eigen carrièreparcours uit te zetten. Het gaat er niet meer zo eenvormig aan toe als vroeger. Iedereen maakt individuele keuzes en moet dan ook ruimte krijgen om die keuzes te kunnen maken. Het kan echter niet zijn dat sommigen enkele jaren werken en dan alle mogelijke tijdskredieten opstapelen terwijl anderen heel lange carrières maken en op het einde bij wijze van spreken niets cadeau krijgen, of geen keuzes meer hebben. Het is de bedoeling dat wij kritisch kijken naar de loopbaanopbouw en dat wij – uiteraard in sociaal overleg met alle partners – creatievere instrumenten ontwikkelen.

 

Er is nogal wat gezegd over mijn uitspraak “Er is genoeg werk.” Ik heb het in het interview inderdaad zo gezegd. Vooral in de grote steden is er genoeg werk. Ik heb niet gezegd dat er genoeg jobs zijn. Wij moeten creatief zijn en jobs creëren. Er zijn nogal wat uitdagingen. Ik denk maar aan de vergrijzing – iets wat ik vrij goed ken – en aan alles wat met ecologie te maken heeft. Men kan groene jobs creëren. Ook wat huisvesting betreft, zijn er nogal wat jobs mogelijk. Wij zouden op al die vlakken jobs kunnen creëren.

 

Eén van de problemen is dan de financiering. Ik daag iedereen uit er creatief over na te denken. Voor alle duidelijkheid, ik heb een aantal pistes in mijn hoofd. Wij moeten er wel nog over overleggen met de hele regering, en met vele partners in het veld om daarop een antwoord te kunnen geven.

 

Wat ook dikwijls wordt vergeten, is dat er de komende jaren minimaal 450 000 jobs opnieuw moeten worden ingevuld, want zoveel mensen gaan met pensioen. Het is een uitdaging vooral jonge mensen goed voor te bereiden – via onderwijs, via het ontwikkelen van competenties – zodat zij die jobs kunnen invullen. Anders zullen wij een zeer hoge prijs betalen, namelijk dat bepaalde productielijnen over onvoldoende capaciteit beschikken om ze open te houden.

 

Ik wil het ook hebben over het eenheidsstatuut. Ik respecteer uiteraard het sociaal overleg. Wij zullen de sociale partners maximaal responsabiliseren, maar het overleg moet dan wel leiden tot resultaat. Leidt het niet tot resultaat, dan zullen wij met de regering onze verantwoordelijkheid opnemen.

 

Ik hoor hier mensen van 24 jaar zeggen dat er al vier ministers gestruikeld zijn over het eenheidsstatuut. Die mensen hebben meer ervaring dan ik, al ben ik intussen ouder dan 50. Ik zal de geschiedenis opzoeken en ik zal kijken welke de voor- en nadelen zijn van de voorstellen die in het verleden op tafel gelegd zijn. Ik zal kijken wat wij daar verder mee kunnen doen.

 

Enigszins ter aanvulling van mijn collega-minister Van Quickenborne merk ik op dat het ook voor brugpensioenen belangrijk is om een soort vastgesteld recht te creëren.

 

Ik merk dat jonge mannen – voor alle duidelijkheid, ik bedoel daarmee mannen vanaf de leeftijd van 52 jaar – soms al op brugpensioen zijn, wat het eerste jaar natuurlijk bijzonder leuk is. In het tweede jaar blijkt dat zij niet elke dag in de fitnessruimte kunnen doorbrengen en het gras hoeft ’s winters ook al niet te worden gemaaid.

 

Ik kom dus een aantal betrokkenen tegen, mensen die het nog wel eens zouden willen proberen. Het probleem is alleen dat zij weten dat zij op dat moment zeker zijn van het brugpensioensysteem. Zij vragen zich af waarop zij terugvallen, mochten zij een jaar of twee jaar opnieuw aan het werk gaan, maar als dat mislukt. Zij vragen zich af wat hun terugvalpositie is.

 

Er zijn dus mensen die willen, maar die natuurlijk het risico niet durven nemen. Daarom denk ik aan een vastgesteld recht, waarbij het minimumverworvene wordt vastgelegd. Wat de betrokkene dan daarna nog probeert, is pure winst. Een dergelijke maatregel, gecombineerd met voorstellen die toelaten dat de betrokkenen behoorlijk goed hun loopbaan en de opbouw van hun pensioenrechten kunnen volgen, kan een enorme stimulans zijn om mensen, ook ouderen – die wij, voor alle duidelijkheid, in bepaalde regio’s heel erg nodig hebben –, opnieuw aan het werk te helpen.

 

Ik ben geen promotor van slavenarbeid. Mensen moeten in goede condities kunnen werken. Wij moeten vele jongeren kansen geven. Ik wil ze, voor alle duidelijkheid, de nodige kansen geven vanuit een heel sterk; humanistisch perspectief. Het is niet goed mensen in een hoek te laten zitten, ze een uitkering te geven en er zich vervolgens niets meer van aan te trekken.

 

Ik besef echter ook – ik heb genoeg ervaring ter zake – dat een groep mensen met de beste wil van de wereld door hun competenties in een situatie leven die hen verhindert naar de reguliere arbeidsmarkt door te stromen.

 

Wij moeten daar eens goed over nadenken. Met een OCMW-leefloon, het laagste in de sociale vangnetten, kan men niet langdurig en op een fatsoenlijke wijze leven. Dergelijke leeflonen zijn goed voor een jaar of voor twee jaar. Het is echter niet te doen om er tien of vijftien jaar na elkaar zonder aanvulling van te leven.

 

Wij staan dus voor een grote uitdaging wat die categorie betreft. En daarover moeten we een ernstige discussie voeren. Dat kan pas op voorwaarde dat wij alle anderen, dus iedereen met poten en oren aan het lijf, activeren en tewerkstellen. Als er in bepaalde regio’s niet genoeg werk is, moeten wij een creatieve oplossing zoeken.

 

01.23 Staatssecretaris John Crombez: Mijnheer de voorzitter, ik ben wel bijzonder jong, maar ik geef wel een paar punten mee.

 

Vooreerst bedank ik opnieuw de Kamer voor de positieve houding tegenover de maatregelen tegen fraude en voor een correcte toepassing van de wet, die op stapel staan of waarover reeds in een eerste vorm beslist is. Ik wil nog een paar zaken uit de discussie herhalen, omdat ik denk dat het in de komende weken en maanden belangrijke discussiepunten zullen blijven.

 

Er is, ten eerste, de discussie over de organisatie van de sociale inspectie en de sociale controles. Ik herhaal wat ik in de commissie heb gezegd, want de aangehaalde punten zijn herhalingen van de commissie. Het einddoel is om te zorgen voor een degelijke controle, een degelijke inspectie en een efficiënte organisatie daarvan. Wij werken aan de elektronisering van het dossierbeheer en aan een betere datamining om na te gaan waar er wel en niet moet worden gecontroleerd, omdat men met eenzelfde structuur en eenzelfde personeelsbestand veel efficiënter werk levert.

 

Het elektronisch proces-verbaal is daarvan een voorbeeld. Dat werd net goedgekeurd in de Ministerraad. Dat moet die efficiëntie helpen. U zegt een beetje dat de structuur van financiën de goede zou zijn voor de sociale diensten. Ik geloof niet in één grote structuur.

 

Ik zie ook dat de socialecontrolediensten zich reeds zeer goed organiseren, ook al zijn er inderdaad een aantal overlappende bevoegdheden. Kijk maar naar de kruispuntbank, die al goed werkt, terwijl er toch geen sprake is van een structuur. Wij zullen het daarover oneens blijven, maar het blijft een interessante discussie, ondanks dat gegeven.

 

Ik ben het ermee eens – ik heb dat ook aangehaald in de commissie – dat men op alle niveaus van de fraudebestrijding, van onder tot boven, efficiënt werkt, dus ook bij de inning. Ik haal opnieuw hetzelfde voorbeeld aan, het elektronisch proces-verbaal zou ook een duidelijk instrument moeten zijn om de inning te verbeteren. Het is natuurlijk slechts één element van vele.

 

Ik wil nog even heel kort ingaan op de domiciliefraude. Het is niet slecht bedoeld, maar ik begrijp niet meer wat het standpunt van de N-VA-fractie is op het vlak van domiciliefraude. De discussie in de commissie, ook met de heer Mayeur, was nuttig en interessant. Het is volgens bijna iedereen nodig dat wij dat daaraan iets doen. Ik heb nadien een zeer goed uitgewerkt opiniestuk gelezen dat haaks stond op de verklaringen in de commissie. Vandaag herhaalt de N-VA-fractie het standpunt uit de commissie, wat ook totaal verschillend is van het opiniestuk, dat ook van de fractie kwam. U moet het mij vergeven, maar ik begrijp het niet goed.

 

Ik zal nog eens herhalen wat de bedoeling is. Wij willen een zeer concrete en gedetailleerde omschrijving van de gegevens die nutsbedrijven moeten kunnen aanleveren als er een vermoeden is van domiciliefraude.

 

Wij willen alleen die uitzonderlijke en zeer goed beschreven gegevens gebruiken om de indicatie van fraude kracht bij te zetten. Het is niet meer dan dat! Het is geen tool om in de data van de nutsbedrijven te kijken naar wie er aan het frauderen is. Dat is het niet! Ik kan dat niet genoeg herhalen. Laten we hierover een goede, heldere discussie voeren en niet alles op een hoop gooien. Het is bijzonder belangrijk dat wij de uitkeringsfraude proberen efficiënter en effectiever aan te pakken.

 

Ik kom dan bij een laatste punt. Laat ik eventjes de schijnzelfstandigen en de hoofdelijke aansprakelijkheid samen behandelen. Waarom staan die thema's in het regeerakkoord? Inzake hoofdelijke aansprakelijkheid, RSZ, fiscaliteit en lonen is er al een beslissing genomen door de Ministerraad. Het moet de bedoeling zijn dat de deloyale concurrentie wordt bestreden en tegelijkertijd de sociale bescherming wordt hersteld van tewerkgestelden, vooral uit Oost-Europa. Die laatsten vormen immers de grote toevloed die wordt uitgebuit. Bovendien brengt het een deloyale concurrentie met zich mee. De discussies ter zake zijn altijd al bijzonder moeilijk geweest.

 

Het is de bedoeling van de regering om de ondernemingen die op een normale manier werken, te steunen door zowel de schijnzelfstandigheid als het probleem van de hoofdelijke aansprakelijkheid in de risicosectoren als de bedrijven die aan deloyale concurrentie doen en fraude plegen, aan te pakken. De regering ziet het als een verklaring van de wetgeving om samen met de bonafide ondernemingen ervoor te zorgen dat de fraudeurs eruit gaan.

 

De regering heeft bepalingen inzake de hoofdelijke aansprakelijkheid na een eerste lezing goedgekeurd. De discussie daarover kan dus vrij snel naar het Parlement komen. Het Parlement moet daarover, net zoals over de schijnzelfstandigheid, een zeer gedetailleerde discussie voeren, omdat het fenomeen ertoe leidt dat goedmenende bedrijven failliet gaan door fraude.

 

01.24 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, ik zal ook kort zijn, want wij hebben in de commissie ook al een heel lange discussie gehad over de thema's armoedebestrijding en maatschappelijke integratie.

 

Ik herhaal even, ook voor mevrouw Van Moer, dat een van de vier prioriteiten precies activering is van personen die nog wel op de arbeidsmarkt actief kunnen zijn. Daarnaast streven we ook sociale activering na van personen die niet meteen of in de komende tijd voor de arbeidsmarkt geschikt zijn.

 

Een tweede prioriteit betreft de minderjarigen in armoede. Het is nodig om bij de kinderen zo snel mogelijk de armoede of het armoederisico vast te stellen, zodat men minder risico loopt op intergenerationele armoede.

 

Een derde prioriteit is meer OCMW op het terrein. Door het verlagen van de administratieve lasten zullen wij de maatschappelijke werkers de mogelijkheid geven om armoede op een proactieve manier op te sporen. Wij zullen dat bespreken in samenspraak met de Vereniging van Steden en Gemeenten.

 

Ik zal niet uitweiden over sociale fraude, want het beleid ter zake is in samenspraak met mijn collega Crombez.

 

De uitdaging is inderdaad groot. De heer De Vriendt heeft het ook al gezegd. Het Europese streefcijfer om 380 000 mensen uit de armoede halen tegen 2020 is inderdaad een hele uitdaging gezien de budgettaire en economische crisis. Ik heb dat ook in de commissie gezegd.

 

Wij moeten op twee sporen werken. Enerzijds moeten wij wie nu in armoede zit, eruit helpen door een aantal mechanismen. Anderzijds moeten wij wie in armoede dreigt te verzeilen en dus net op de grens zitten, eruit proberen te houden.

 

Het risico in ons land is heel groot: 1 op 7 volwassenen en 1 op 5 kinderen. Daarom hebben wij drie grote groepen afgebakend: alleenstaande ouders – wat een echt maatschappelijk fenomeen is –, minderjarigen in armoede en personen ver van de arbeidsmarkt.

 

Zoals u hebt gezegd, mijnheer De Vriendt, is het een transversale bevoegdheid. Mijn rol zal vooral coördinerend zijn, met veel overleg en samenwerking op het terrein. Ik denk dat het belangrijk is dat wij elk niveau zijn werk laten doen.

 

01.25  Philippe Courard, secrétaire d'État: Monsieur le président, je ne peux dire plus à M. Thiéry que ce que j'ai répondu en commission. Nous avons la volonté de transmettre aux Communautés et à la COCOM le paiement des allocations familiales sans qu'il n'y ait de difficulté. Préalablement, il faut inscrire le droit aux allocations familiales dans la Constitution et il faut harmoniser ces allocations entre salariés et indépendants. Il faut une concertation pour que les choses se passent bien. Elle est en cours et cela m'empêche de fixer un calendrier. Nous devons intégrer cette réflexion pour que la transmission de compétence se passe dans les meilleures conditions. Ma volonté est d'aller vite et bien mais sans précipitation.

 

01.26  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, het is jammer dat enkele ministers al vertrokken zijn, maar ik heb begrepen dat zij verplichtingen hebben in de Senaat. Ik zal toch een repliek geven, al is het dan voor het verslag.

 

Ik denk dat het belangrijkste van wat wij daarnet hebben gezegd inzake pensioenen, een beetje uit het oog verloren is gegaan. De verhoging van de laagste pensioenen zou de prioriteit moeten zijn voor deze regering. Als de minister echter pensioenhervormingen blijft doorvoeren op een zeer snelle en abrupte manier, hervormingen die zeer veel mensen treffen, dan vrees ik dat nog meer sociale onrust ons deel zal zijn. Van een regering die de enveloppe voor de welvaartsvastheid van de uitkeringen en de pensioenen in 2013 en 2014 met 40 % verlaagt, kunnen wij moeilijk een krachtig sociaal beleid verwachten. Integendeel, er zijn overgangsmaatregelen nodig.

 

Er wordt nu heel veel gesproken over langer werken. Dat is inderdaad een deel van de oplossing. Langer werken kan echter alleen maar een middel zijn. Het doel moet zijn dat de pensioenbedragen hoog genoeg zijn. Mijn vraag is hoe de minister wil bereiken dat er langer wordt gewerkt als hij tegelijk de combinatie tussen arbeid en gezin moeilijker maakt. De sleutel tot langer werken zit namelijk in een gespreide loopbaan. Maar wat gebeurt er? Het tijdskrediet en de loopbaanonderbreking worden beperkt en tellen veel minder mee voor de pensioenberekening.

 

Ik stel de leden van deze regering voor om eens een ziekenhuis, een bouwwerf, een school en een fabriek te bezoeken om zich ervan te vergewissen dat langer werken in de praktijk niet altijd even haalbaar is. Ik vraag daarvoor met aandrang de nodige aandacht.

 

Ik kom nu tot armoedebestrijding. Staatssecretaris De Block, is nog aanwezig en dat is sympathiek.

 

Mevrouw de staatssecretaris, u kunt misschien veel doen en u coördineert. U hebt echter nood aan een budget. Blijkbaar was het voor deze regering niet belangrijk om tot een voldoende hoog budget te komen voor armoedebestrijding. Wij weten allemaal dat een job de finale doelstelling is. De activering moet er zijn, maar ze moet duurzaam en sociaal zijn. Niet per sms, zoals soms gebeurt, maar het moet met een passende job zijn. Mensen moeten op een duurzame manier aan werk geraken.

 

Intussen is het nodig dat de uitkeringen van een menswaardig niveau zijn. Velen bevinden zich in een financieel kwetsbare situatie. Samen met u stel ik vast dat de enveloppe voor de welvaartsvastheid van de uitkeringen met 40 % daalt. Zoals u zei, is er ook geen enkel engagement om bijvoorbeeld het leefloon op te trekken tot boven de armoededrempel. Degenen die een leefloon genieten, moeten trachten te overleven met een bedrag dat 200 euro onder de armoededrempel ligt.

 

U kunt hier dus wel stellen dat armoedebestrijding belangrijk is, maar in de praktijk zien wij daar allemaal veel te weinig van. Wij zullen u en uw collega’s daarom blijven ondervragen.

 

01.27  Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik had ook nog een repliek voor de minister van Pensioenen, maar hij is helaas quickly verdwenen. Hij zal het dan ook in het verslag moeten lezen.

 

Het verheugt mij dat hij zich baseert op de cijfers van de sector zelf, namelijk de afvloeiingslijsten na de sluiting van de Kempense steenkoolmijnen. Wat die mijnwerkers betreft, het gaat om 613 ondergronders, samen met mensen die verbonden zijn aan dat statuut, 54 kolenwassers. Ik heb nooit begrepen dat het statuut van zo’n kleine groep geviseerd werd. Het is een gesloten, kleine groep, die dan ook nog eens uitdovend is.

 

In 1989 werden beloften gemaakt. Ze staan er, zwart op wit. Wie de mijnwerkers kent, weet dat het statuut van mijnwerker heel belangrijk is. Mijnwerker zijn, was hun leven en is nog altijd hun leven. Dat ligt bij die mensen zeer gevoelig. Ik vind het een verstandige beslissing dat zij hun statuut behouden. Men kan zich afvragen of zo’n beperkte groep zijn begroting zou maken. Hij heeft weer te snel een pennentrek over het statuut van een heel kleine groep gehaald, terwijl hij voor andere, grotere groepen uitzonderingsmaatregelen laat bestaan.

 

01.28  Nadia Sminate (N-VA): Mijnheer Crombez, ik wil terugkomen op uw opmerking over ons standpunt over domiciliefraude. Mijn collega Bracke heeft in zijn opiniestuk slechts één aspect van die problematiek aangehaald. Wat hij heeft willen zeggen, is dat wij niet mogen verglijden in een willekeurige politiestaat en dat wij door uw voorstel slechts enkele individuen zullen vatten, op basis van een niet verder gedefinieerd vermoeden van fraude door de sociale inspecteur. Door mijn voorstel zal men een globaal beeld krijgen. Het zal alle gevallen omvatten. In mijn voorstel wordt niet gewerkt met een soort vermoeden dat bevestigd moet worden door de inspecteur, maar wordt het vermoeden bevestigd door de controle van het nutsbedrijf. Dat maakt een wereld van verschil.

 

01.29  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je trouve qu'il y a un manque de respect. Les ministres auxquels nous souhaiterions répondre sont absents. Ils ne sont pas tous au Sénat. En outre, ils n'y parlent pas tous en même temps; ils sont convoqués un à un. Certains parlementaires peuvent effectivement être très casse-pieds et j'en fais partie, mais de là à ne pas venir les écouter! Je trouve que c'est irrespectueux par rapport au travail accompli et par rapport au salaire qu'ils reçoivent!

 

Le président: Madame Genot, je n'ai pas quitté mon siège depuis hier à 10 h 00!

 

01.30  Zoé Genot (Ecolo-Groen): La ministre de l'Emploi nous dit de ne pas nous inquiéter: il y aura des pistes pour créer de l'emploi et nous ferons preuve de créativité. Cela semble peu sérieux. Les gens attendent autre chose d'un ministre!

 

M. Van Quickenborne, quant à lui, nous dit avoir beaucoup de respect pour la concertation sociale. La grève n'a d'ailleurs servi à rien car on concerte! Soyons clairs, si je décide que la destination des vacances sera la mer et qu'ensuite, je concerte pour savoir si vous pouvez prendre votre short ou votre maillot de bain, vous ferez aussi grève! La concertation, ce n'est pas cela! C'est décider de choses essentielles.

 

Mme De Block dit vouloir sortir les gens de la pauvreté et installer des mécanismes pour ce faire. Là aussi, c'est irrespectueux car, aujourd'hui, on pousse davantage de personnes vers la pauvreté. De fait, on diminue les allocations de chômage; on exclut des personnes du chômage; on diminue toute une série d'avantages et on rabote les pensions des futurs pensionnés. Faire des déclarations creuses du genre "on va aider les personnes à sortir de la pauvreté en installant des mécanismes", c'est irrespectueux!

 

La discussion que nous avons ici est teintée de cet irrespect!

 

Le président: Nous entamons la discussion du secteur " Relations extérieures, Coopération au Développement, Défense".

Wij vatten de bespreking aan van de sector " Buitenlandse Zaken, Ontwikkelingssamenwerking, Defensie."

 

Les ministres compétents pour ces matières ainsi que le ministre du Budget sont présents. Les orateurs inscrits sont: de heren Luykx en Waterschoot, M. Ducarme, de heren Geerts, Defreyne en De Vriendt, M. Dallemagne, mevrouw Grosemans, Mme Snoy, M. Thiéry, de heer Maertens et Mme Boulet.

 

01.31  Peter Luykx (N-VA): Mijnheer de voorzitter, heren ministers, collega’s, het departement Buitenlandse Zaken is in vergelijking met de andere departementen die gisteren en vandaag besproken werden budgettair van een kleinere orde, maar daarom niet minder belangrijk. Onze fractie gaf reeds tijdens de bespreking in de commissie uitgebreid haar commentaar en bemerkingen op de beleidsnota. Ik wil vandaag nog vier thema’s onder uw aandacht brengen in dit toch wel korte tijdsbestek.

 

Mijnheer de minister, begin deze week hebt u de hoofden van onze vertegenwoordiging in het buitenland toegesproken in Brussel. U hebt daar aangekondigd het bestaande postennetwerk te zullen actualiseren. Onze fractie is hier eveneens voorstander van indien dit gebeurt op basis van een transparante en rationele analyse. In tijden van besparingen is het inderdaad de vraag of wij daadwerkelijk overal prominent aanwezig moeten zijn. We vinden deze oefening dus nuttig, ook al is de impact op het budget beperkt. We vinden dit nuttig maar het moet zeker uitgevoerd worden in overleg met de deelstaten.

 

In het kader van deze reorganisatie wil ik toch alvast op een punt wijzen. De denkoefening is niet afgesloten maar de suggestie om ook een consulaat-generaal in Rio de Janeiro te openen kunnen wij enerzijds wel begrijpen. Toegegeven, het belang van Brazilië als BRIC-land, als organisator van het WK voetbal en de Olympische Spelen valt natuurlijk niet te ontkennen. We hebben daarom toch geen drie posten nodig in Brazilië. Bovendien is ook de afstand tussen São Paulo, waar reeds een consulaat-generaal gevestigd is, en Rio zelf te overbruggen.

 

Ik weet dat het nog niet definitief is, maar een consulair kantoor zou bijvoorbeeld misschien al voldoende zijn in de plaats van een consulaat-generaal met alle égards die daarbij horen.

 

In uw nota, die u met een economische bril hebt geschreven, was zeer duidelijk een economisch belang te lezen. Onze fractie stelt die visie eigenlijk wel op prijs. Een zakelijke, economische en conditionele benadering van het buitenlands beleid lijkt ons een goede benadering. De economische crisis in Europa dreigt immers bepaalde globale machtsevenwichten door elkaar te schudden.

 

Ons land moet er staan en moet ook op groeimarkten inzetten. Ons aandeel is daarin trouwens bedroevend laag, wat een weerslag heeft op onze handelsbalans.

 

Politieke analyses en demarches mogen niet ondergeschikt zijn aan die economische diplomatie. Ook de opbouw van een rechtstaat, de begeleiding naar democratie, aandacht voor mensenrechten en de civiele maatschappij zijn evenzeer belangrijk voor een goed investeringsklimaat en de afzet voor onze bedrijven. Daarom mag de diplomatie niet tot een soort van veredeld lobbykantoor uitgroeien. Dat creëert geen duurzame banden, noch op politiek vlak, noch op economisch vlak.

 

De opmerking in uw beleidsnota waarbij u de kwestie van de Koerden en de Armeniërs herleidde tot “enkele irritaties”, gaf alvast geen blijk van respect voor de humane kant van uw toekomstig buitenlands beleid.

 

Een volgend punt betreft Europa en de deelstaten. Dit federaal buitenlands beleid zweeft immers tussen Europa en de deelstaten. Het moet met beide rekening houden, noch mag het de inspanningen die de deelstaten voeren niet beperken of dwarsliggen.

 

Onze fractie zal erover waken dat de economische diplomatie en de hervorming van het postennetwerk ook worden uitgevoerd in nauw overleg met de deelstaten. Ook op het vlak van buitenlands beleid staan wij achter die copernicaanse revolutie waarbij federale diplomaten ondersteuning geven aan onze regionale vertegenwoordigers. Het federale niveau moet ten dienste staan van de regio’s, zeker als we het hebben over economische diplomatie. Deze visie wordt trouwens gedeeld door minister-president Peeters die deze week in De Morgen de uitspraken van minister Van Quickenborne over de geplande Chinese investeringen in Vlaanderen betreurde.

 

Ik citeer de heer Peeters: “Ja, het zou dus wel eens verkeerd kunnen aflopen na de aankondiging, zeker voor Flanders Investment & Trade dat dag en nacht aan dit dossier heeft gewerkt. Dit klinkt niet als samenwerkingsfederalisme.” Even verderop, bijna letterlijk ons standpunt: “U kent mijn model, dat het federale model ten dienste staat van de regio’s, zeker wat betreft economische diplomatie. Federale diplomaten moeten de deuren openen voor de regio’s maar de communicatie loopt af en toe stroef.”

 

Aan de ene kant hebben we de deelstaten, aan de andere kant de Europese buitenlandse diplomatieke diensten, de EDO, onder leiding van mevrouw Ashton. Het staat nog in de kinderschoenen, het mist eensgezindheid en slagkracht. We beseffen ook wel dat die EDO niet in de plaats van onze buitenlandse vertegenwoordiging kan optreden maar we moeten wel nauw toezien hoe die samenwerking tussen de beide verder evolueert en waar de politieke analyses worden gemaakt. Wij kunnen vandaag, samen met Europese landen, een pool van Beneluxambassades oprichten en zo kosten besparen en meer efficiënt optreden.

 

Vehikels zoals het Agentschap voor Buitenlandse Handel, het reisbureau van onze prins, en Finexpo, blijven in deze zesde staatshervorming tot onze spijt buiten schot. Ook de criteria zijn nog onvoldoende duidelijk waardoor we in het geval van Finexpo absoluut niet weten welke bedrijven in aanmerking kunnen komen.

 

Ten vierde en tot slot, ik wil het buitenlandse luik vandaag afsluiten met een aanbeveling. Onze fractie spoort u met aandrang aan om werk te maken van een totale visie op het te voeren beleid in Centraal-Afrika. Wij lezen in uw beleidsnota dat u een nota nodig vindt. Wij hopen dat u de daad bij het woord zult voegen. Even belangrijk is dat u het Parlement ook nauwgezet en permanent op de hoogte houdt van deze nota. De huidige situatie in Congo maakt de nood hieraan op pijnlijke wijze duidelijk.

 

In tegenstelling tot de felicitaties van de eerste minister gaf u het goede voorbeeld en u bleef afwezig tijdens de inauguratie. U kunt Kabila nog een duidelijker signaal geven. Ons land heeft al 15 miljoen euro vrijgemaakt voor de Congolese verkiezingen die uitpuilen van fraudegevallen. Collega’s, een duidelijk signaal zou zijn om geen middelen meer uit te trekken voor die verkiezingen die alle legitimiteit ontberen.

 

01.32  Gwendolyn Rutten (Open Vld): Collega Luykx, ik kan toch niet om de verdoken kritiek heen die u meent te moeten geven op het investeringsbeleid in dit land. U kunt het misschien niet leuk vinden, maar wij zijn nog altijd een land. Wat voor mij primeert, is dat wij in eerste instantie ervoor zorgen dat men vanuit het internationale gebeuren ons land weet te vinden. Dit is net een taak voor onze diplomatie en dus ook de economische diplomatie. Ik heb liever dat er investeringen naar België komen en dat wij daarna kijken of deze in Brussel, Wallonië of Vlaanderen terechtkomen, dan dat ze naar Nederland, Duitsland of Frankrijk gaan. In het laatste geval creëren zij immers geen enkele toegevoegde waarde voor de belastingbetalers en de werknemers hier.

 

Als ik uw discours meen te kunnen interpreteren dat wij de concurrentie moeten aangaan tussen de regio’s, dan zeg ik dat dit in tweede instantie moet gebeuren, nadat men weet waar België ligt. Op die manier creëert men hier toegevoegde waarde en niet omgekeerd want dan zijn wij in eigen vlees aan het snijden. Qua opvattingen scheiden daar onze wegen.

 

01.33  Peter Luykx (N-VA): Ik vind het inderdaad niet leuk dat wij nog altijd in een federaal land leven. Ik had dit land graag anders en veel verregaander hervormd gezien.

 

Wat betreft uw opmerking over het investeringsbeleid, het volgende.

 

01.34  Patrick Dewael (Open Vld): (…).

 

01.35  Peter Luykx (N-VA): Mijnheer de voorzitter, wij kennen de ongepaste onderbrekingen van de heer Dewael. Laat mij eerst even reageren op de bemerking van mevrouw Rutten. First things first.

 

Mevrouw Rutten, de oorzaak van de problemen die door het investeringsbeleid kunnen ontstaan, is precies …

 

Le président: Monsieur Luyckx, les plus grandes étapes de ce débat budgétaire sont franchies. Ceci est la dernière étape. Gardons notre calme et essayons d'arriver à la fin!

 

01.36  Patrick Dewael (Open Vld): (…). De heer Luyckx deed een belangrijke uitspraak. Hij zei dat hij het niet leuk vindt dat wij nog in een federaal land leven. Verklaar u nader, mijnheer Luyckx.

 

Le président: M. Annemans va expliquer ce que M. Luyckx a dit.

 

01.37  Peter Luykx (N-VA): Hij kan misschien mijn woordvoerder worden.

 

01.38  Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de voorzitter, de heer Luyckx heeft gelijk. De heer Dewael heeft een ongepaste interventie gehouden. De heer Luyckx had zich immers aanvankelijk vergist. Hij had gezegd dat hij niet graag in een federaal land leeft. Zijn tweede zin was dan weer een N-VA-zin, te weten dat hij voorstander is van diepgaande hervormingen. Met die woorden heeft hij zich alsnog gered.

 

De voorzitter: Nu volgt een toelichting van de fractieleider, de heer Jambon.

 

01.39  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik begrijp de heer Dewael heel goed, wanneer hij bondgenoten zoekt voor zijn ongenoegen over het federale stelsel. Ik heb het programma van de Open Vld immers met veel interesse gelezen. De partij stelt daarin een confederaal land voor. Het bindt ons alleszins al dat wij misnoegd zijn over het huidig staatsbestel.

 

01.40  Gwendolyn Rutten (Open Vld): Mijnheer Jambon, beste Jan, laat mij de vraag dan maar heel rechtstreeks stellen. Wij hebben het over investeringen en over Chinese investeerders die naar hier komen. Wat hebt u het liefst? Dat zij België kennen en wij daarna praten over waar in België zij terechtkunnen of hebt u het liefst dat zij naar Nederland, Duitsland of andere landen gaan en wij hier in België als belastingbetaler rustig …

 

Le président: Merci, madame Rutten, nous avons bien compris!

 

01.41  Peter Luykx (N-VA): Mevrouw Rutten, het is precies uw partijgenoot die door zijn onhandige uiteenzetting mogelijk de oorzaak is van het niet-investeren door die Chinese groep in Vlaanderen. Dat is het spel correct spelen. Wij gaan het Vlaamse debat hier niet voeren, maar het is precies wegens een slechte samenwerking tussen de deelstaten en een federaal buitenlands beleid dat er problemen ontstaan. Wij kunnen daaraan onmiddellijk een einde maken door elk afzonderlijk een buitenlands beleid te voeren, maar wij pleiten nog altijd voor een graduele aanpak en ik denk dat u daarover absoluut hetzelfde denkt.

 

Le président: J'ignore si les Chinois regardent Villa Politica, mais en tout cas ils auront été éclairés sur notre politique étrangère.

 

Renvoi d'un amendement en commission

Verzending van een amendement naar commissie

 

J'ai reçu un amendement sur le projet de loi portant des dispositions diverses urgentes en matière de santé (nos 2005/1 à 8).

Ik heb een amendement ontvangen op het wetsontwerp houdende diverse dringende bepalingen inzake gezondheid (nrs 2005/1 tot 8).

 

L'amendement est signé par M. Bacquelaine, Mme Burgeon, Mme Fonck, mevrouw Somers et mevrouw Detiège.

 

Je vous propose de renvoyer cet amendement en commission de la Santé publique, de l'Environnement et du Renouveau de la Société et de réunir la commission immédiatement.

Ik stel u voor dit amendement terug te zenden naar de commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing en deze onmiddellijk bijeen te roepen.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

01.42  Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik vind dat een goede suggestie. Wij krijgen een amendement ter behandeling voorgelegd op het ontwerp dat straks ter stemming ligt. Ik stel voor dat wij straks om 16 u 15 de commissie voor de Volksgezondheid bijeenroepen in zaal 2.

 

Reprise de la discussion générale

Hervatting van de algemenr bespreking

 

01.43  Kristof Waterschoot (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega’s, heren minister, ik heb de leuke opdracht om namens mijn fractie op tien minuten tijd door het buitenlandbeleid, het ontwikkelingssamenwerkingbeleid en het defensiebeleid te fietsen. Ik vraag u op voorhand vergiffenis voor het feit dat ik mijn uitspraken beperkt houd, maar er zit nu eenmaal niets anders op.

 

Inzake het buitenlandbeleid wil ik kort de nadruk leggen op drie thema’s. Ten eerste, de rol van België in Europa. Ten tweede, alles wat de economische diplomatie betreft. Het is trouwens de eerste keer dat dit thema de gemoederen in dit Huis zo verhit, maar dat stemt mij vreugdevol. Ten derde, het beleid inzake mensenrechten en ontwikkelingssamenwerking.

 

Wat de rol van België in Europa betreft, wil onze fractie vooral alle initiatieven aanmoedigen om via een nieuw verdrag tot een gecoördineerde begrotingsdiscipline te komen. Gelet op de berichten over de recessie in ons land en gelet op de outlook die de verschillende plannings- en voorspellingsinstellingen bieden, vind ik het belangrijk dat wij niet alleen de nadruk leggen op begrotingsdiscipline, maar ook op de ondersteuning van de groei, zoals de uitvoering van de strategie Europa-2020.

 

Mijnheer de minister van Buitenlandse Zaken, ik doe de algemene oproep dat België uitdrukkelijk zou zeggen dat het gelooft in het Europese project. Heel regelmatig hoort men bij andere politieke groepen dat zij Europa een beetje als excuustruus zien. Europa wordt gezien als de schuld van zowat alles. Ik vind dat België, als één van de grondleggers van de Europese gedachte, niet in die val mag trappen. Het moet absoluut achter de Europese gedachte blijven staan.

 

Wat het Belgische voorzitterschap van de Benelux betreft, herhaal ik kort een aantal punten uit de commissie. Onze fractie pleit uitdrukkelijk voor een goed overleg met de Gewesten en de Gemeenschappen. Ik denk vooral aan Vlaanderen, waar een aantal infrastructuurdossiers in Beneluxverband hangend is. Ik meen dat een goede coördinatie daar kan helpen.

 

Wat het economisch buitenlands beleid en de economische diplomatie betreft, verheugen wij ons erover dat u de weg verder verdiept die uw voorganger, minister Vanackere, op dat vlak is ingeslagen. Wij zijn echt wel tevreden met wat u ter zake zegt. Ik wil benadrukken dat er geen tegenstelling is tussen mensenrechten en economische diplomatie. In de commissie werd er enkele keren verwezen naar een mogelijke tegenstelling tussen het opkomen voor economische belangen en het verdedigen van mensenrechten, waar men dan alles maar zou moeten aanvaarden. Dat is absolute nonsens. Wij moeten gaan voor een diplomatie die onze belangen verdedigt, maar dat sluit niet uit dat wij met ons diplomatiek corps ook een voortrekkersrol moeten spelen op het gebied van waarden.

 

Misschien nog eens benadrukken dat België de vierde meest open economie ter wereld is. Het is de plicht van ons, de Kamer, maar ook van de regering en van alle ambtenaren van Buitenlandse Zaken om dat volop te ondersteunen. De nadruk die u legt op Azië en Latijns-Amerika is de juiste en daarin willen wij u steunen. In aanvulling daarop moet het debat over het postennetwerk nog worden gevoerd. Ik hoed mij ervoor namen te noemen, maar dit moet ook in dat licht worden gezien.

 

Ik kom tot de mensenrechten. Op het vlak van mensenrechten en alles rond de versterking van democratische instellingen en de strijd tegen corruptie en voor goed bestuur, zijn wij verheugd over wat er in uw nota staat. Wij hopen alleen dat wat daar in het algemeen in staat, bewaarheid zal worden. Wij hebben daar wel enkele vragen bij. We blijven er erg voorzichtig bij. Neem de passages over Rusland en Turkije: die willen we kritisch bekijken Ik stel het doelbewust een beetje scherp wat betreft Turkije, omdat de beleidsnota uitdrukkelijk stelt dat de Armeens kwestie en de Koerdische kwestie een stukje irritatie vormen in de goede relaties met Turkije. Mijnheer de minister, u mag het mij niet kwalijk nemen, maar voor ons zijn die kwesties toch wel net iets meer. We moeten ze dan ook meenemen in ons buitenlands beleid.

 

We blijven ook een beetje op onze honger wat betreft Congo en de blijvende mensenrechtenschendingen, vooral in het oosten van het land. Om het beleefd uit te drukken: we hebben begrip voor de houding van de regering om wat de kat uit de boom te kijken, maar een iets stevigere positie van ons land is in dat debat absoluut noodzakelijk.

 

Wat Burundi betreft, – collega Deseyn heeft dat hier in de plenaire vergadering namens onze fractie al een paar keer gezegd – beschouwen wij de eerste stappen die wij daar hebben genomen als een faux pas van deze regering. Wij moeten de link tussen buitenlands beleid, ontwikkelingssamenwerking, de mensenrechtensituatie en het toekennen van middelen nog eens heel goed bekijken. Ik zou graag het engagement van de regering horen dat de middelen alleen maar toegekend kunnen worden aan regimes die basisregels respecteren en dat wij, zowel in onze directe als indirecte hulp, daarvoor gaan.

 

Wat ontwikkelingssamenwerking betreft, heb ik ook nog een belangrijke opmerking. Mijnheer de minister, in uw beleidsnota staat dat de 0,7 %-norm tot bestedingsdruk leidt en dat de vraag of er wel voldoende geld uitgegeven wordt niet mag primeren op de vragen of wat wij doen wel nuttig is en of er impact is. Dat klopt absoluut. De 0,7-norm mag geen fetisj worden, maar blijft wel belangrijk. Wij mogen de 0,7-norm niet loslaten. Het groeipad dat vanaf 2008 werd ingezet, moeten wij op termijn vasthouden. Wij kunnen leven met de algemene besparingsgolf die ons teistert, ook op dat vlak, maar wij moeten de percentages op peil houden.

 

Ik wil ook nog benadrukken dat wij het heel belangrijk vinden dat u via sensibiliseringprogramma’s onze bevolking betrekt bij de resultaten van de ontwikkelingssamenwerking en de bevolking warm probeert te maken voor het beleid inzake ontwikkelingssamenwerking. Dat is een hele uitdaging. Wij riskeren daarvoor steun te verliezen.

 

Collega’s, ik verontschuldig mij ervoor dat ik er zo vlug overheen ga; ik ben intussen bij Defensie beland.

 

Mijnheer de minister, waarschijnlijk zullen de collega’s heel hard lachen met de uitspraak die ik nu zal formuleren, maar ik zal het toch doen. Mijnheer de minister, wij willen u absoluut uitdrukkelijk feliciteren met de gerealiseerde besparingen en met de succesvolle uitvoering van uw transformatieplan. Ik meen dat heel serieus.

 

Collega’s, wij moeten immers absoluut vermijden – ik zie gelukkig de glimlach al komen bij een aantal collega’s – dat Defensie het slachtoffer blijft van een minister die wel de daadkracht heeft om te besparen. Dat is een beetje waar we nu naartoe gaan. Minister De Crem, u hebt uw besparingen gerealiseerd en zit volop op schema. Dat mag niet leiden tot een soort houding waarbij gesteld wordt dat u wel een minister zal zijn die kan besparen, waardoor men altijd bij u terechtkomt als er bespaard moet worden. Dat kan absoluut niet de bedoeling zijn. Dat wil ik hier heel graag onderstrepen. (Applaus) Voorwaar, dat is een vreemd applaus!

 

Mijnheer de minister, wij willen u daarvoor absoluut feliciteren, maar vooral ook voor het werk van al de personeelsleden van Defensie in de buitenlandse operaties. Daar moeten we absoluut voor blijven gaan. Wij vragen van u dat u blijft garanderen dat wij daar volop actief kunnen zijn.

 

Mijnheer de minister, ik rond af met enkele korte bedenkingen.

 

Een eerste bedenking haal ik aan, omdat het een punt betreft, dat gisteren zeer actueel was. Het gaat over de rol van Defensie om de opvangcrisis mee op te lossen. Het is niet de hoofdtaak van Defensie om een opvangcrisis op te lossen. Vanuit algemene menselijk oogpunt denk ik echter dat we niet anders kunnen dan Defensie te laten bijdragen. Mijnheer de minister, hoe zult u dat in de praktijk hardmaken?

 

Ook heb ik nog een bedenking aangaande heel het beleid omtrent Afghanistan. We zijn nu volop in de transitie van een militaire naar een civiele fase beland. Onze fractie vindt dat het niet alleen de taak van de minister van Defensie is om het beleid over Afghanistan verder uit te stippelen. Het moet een beleid worden van de hele regering, met de focus op Buitenlandse Zaken, op Ontwikkelingssamenwerking, op Binnenlandse Zaken en op Justitie. Alleen samen kunnen wij daar onze inspanningen voortzetten.

 

Tot slot wil ik nog zeggen dat wij absoluut willen geloven in de kracht van de Belgische Defensie. We moeten ervoor zorgen dat het departement voldoende middelen krijgt, zodat het absoluut zijn rol kan blijven spelen op het internationale toneel.

 

01.44  Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer Waterschoot, u hebt gelijk dat economische belangen en mensenrechten bij buitenlandse betrekkingen niet noodzakelijk tegengesteld aan elkaar hoeven te zijn. Ik zou echter uw appreciatie willen kennen van het feit dat onze minister van Buitenlandse Zaken zeer terecht op de vraag over een mogelijk conflict tussen de economische diplomatie en de economische belangen van ons land enerzijds en de waarden van de Europese Unie gedefinieerd in het handvest democratie, mensenrechten en andere anderzijds, uitdrukkelijk en duidelijk heeft geantwoord dat op dat ogenblik de mensenrechten in de hiërarchie prioritair worden gesteld.

 

Dat is tegengesteld aan wat u zegt. Ik ga volledig akkoord met wat de minister hierop heeft geantwoord. Ik vind het een beetje vreemd dat u a zegt als het gaat over economische belangen en naar b neigt als het gaat over ontwikkelingssamenwerking. Ik ben dat niet gewend van u of uw partij.

 

Ik meen echter dat het heel erg belangrijk is om u te scharen achter de visie van onze minister van Buitenlandse Zaken, namelijk dat bij een tegengestelde situatie er duidelijk gekozen wordt voor de waarden van onze Europese Unie en de mensenrechten.

 

01.45  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer Waterschoot, het is natuurlijk een beetje hilarisch dat u als CD&V’er uw eigen CD&V-minister zo feliciteert, omdat hij de besparingen heeft uitgevoerd die hij had beloofd. Dan vraag ik mij eigenlijk af welke minister volgens u niet de nodige besparingen heeft uitgevoerd en daarin gefaald heeft. Dat zou mij bijzonder interesseren.

 

Ik wil er trouwens op wijzen, mijnheer Waterschoot, dat besparingen doorvoeren een ding is, en dat het leger en Defensie op een duurzame manier onderhouden en ervoor zorgen dat het een aantrekkelijke werkplek blijft, ook voor jongeren, iets helemaal anders is. Er staat misschien een nieuwe sluitingsronde van kazernes op het programma. Ik hoop dat de minister dan het sociaal overleg zal respecteren, wat hij in zijn eerste transformatieplan niet heeft gedaan. Hij moet ervoor zorgen dat de kazernes goed geografisch gespreid zijn, zodat het voor jongeren haalbaar blijft om bij Defensie te werken.

 

Het is goed dat we het groeipad naar 0,7 % voor ontwikkelingssamenwerking behouden. Over welk groeipad hebt u het? In het budget en in de beleidsnota van de minister worden de middelen bevroren in 2012 en 2013 en is er van een groeipad, een stijging van het budget naar 0,7 %, helemaal geen sprake. Over welk groeipad hebt u het?

 

01.46  Gwendolyn Rutten (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik heb drie opmerkingen, ik zal ze duidelijk uit mekaar proberen te houden.

 

Ten eerste, mijnheer De Vriendt, u hebt met uw opmerking voor honderd procent gelijk, er is geen groeipad, en ik zeg dat in alle ernst en realiteit, er is een bevriezing, dat is duidelijk. Dat wil zeggen – dit is de oproep die wij hier waar moeten maken – dat wij meer zullen moeten doen met minder. Ik durf dat in alle rust en kalmte op tafel te leggen. Als men kijkt naar welke middelen er op dit moment naar ontwikkelingssamenwerking gaan, in budgettair krappe tijden moet men durven te kijken of al die middelen wel even efficiënt worden ingezet. Die oefening wordt ook vooropgesteld in het regeerakkoord. Wij moeten dus onderzoeken of wij niet meer resultaat kunnen bereiken door op een andere manier te werken, door ervoor te zorgen dat elke euro echt goed besteed wordt en terechtkomt waar die moet terechtkomen.

 

Ten tweede, over de tegenstelling tussen handel en economische diplomatie en anderzijds mensenrechten, laten wij daarover vooral niet hypocriet doen. Nog geen tien minuten geleden hebben wij een dispuut gehad over het al dan niet aantrekken van honderd investeerders uit China. Mijnheer Tuybens, met de beste wil van de wereld, maar als men uw redenering volgt, moeten wij niet eens beginnen aan die honderd investeerders. Dan moeten wij daaraan niet eens beginnen, want wij weten allemaal dat als men een afweging maakt tussen mensenrechten en onze vorm van democratie en anderzijds handel, dat wij moeten zeggen dat ze buiten moeten blijven, dat ze niet hoeven te komen. Zo werkt dat natuurlijk niet. Het is dus niet het ene of het andere, het zijn de twee dingen samen, die mekaar versterken. Namens mijn fractie geloof ik er alvast in dat handel kan leiden tot een versterking van de mensenrechten.

 

Ten derde, dit is een heel duidelijke vraag aan de minister van Defensie. Mijnheer De Crem, ik heb u gisteren enigszins cynisch – en corrigeer mij als ik fout ben – horen zeggen dat u geen concurrentie wil aangaan met de busmaatschappijen als het gaat over het transporteren van personen in humanitaire nood. Ik neem aan dat die uitspraak verkeerd gekaderd werd. Het lijkt mij echter bij uitstek een taak voor het leger om in actie te schieten bij overstromingen of andere humanitaire rampen of gebeurtenissen, wat u trouwens ook bewezen hebt door het te doen. Het zou fijn zijn mocht u die uitspraak kunnen verduidelijken.

 

Le président: Trois interventions viennent d'avoir lieu. M. Waterschoot va répondre et le ministre répondra tout à l'heure. Je voulais simplement dire à Mme Rutten qu'elle aurait pu s'inscrire dans les interventions plutôt que d'intervenir de son banc. Maintenant, c'est trop tard, madame! Vous êtes déjà intervenue. M. Waterschoot va répondre aux questions et les ministres répondront tout à l'heure!

 

01.47  Kristof Waterschoot (CD&V): Mijnheer Tuybens, ik zie heel goed wat u probeert. Op uw heel duidelijke vraag of ik mij ter zake bij de minister van Buitenlandse Zaken aansluit, is het antwoord ja. Ik merk echter dat u die tegenstelling tussen mensenrechten en economisch beleid in uw uiteenzetting tracht te cultiveren. Ik geloof er sterk in dat het economische beleid, de economische ontwikkeling ook mensenrechten in de hand werkt. Dat is de piramide van Maslow, de behoeftenhiërarchie van de mens. Dat is niet per definitie tegenstrijdig. Wanneer men in een prangende conflictsituatie zit, denk ik dat men de mensenrechten absoluut moet laten voorgaan. Daarover mag geen misverstand bestaan.

 

Mijnheer De Vriendt, u had het over de investeringen in Defensie. Ik denk dat onze deelname aan de verschillende buitenlandse operaties bewezen heeft dat wij daarvoor nog altijd klaar zijn. Ik heb weinig of geen internationale kritiek gehoord op het vlak van doeltreffendheid in de deelname aan de operatie van de Belgische defensie.

 

Als het over investeringen gaat, moet men weten waarover men spreekt. In de commissie werd al een paar keer de vraag gesteld hoe het zit met de vervanging van de F-16’s. Collega’s, u moet weten dat de vervanging van één toestel 100 miljoen euro kost en dat wij er 35 nodig hebben in de bestaande capaciteit. Als het Parlement dit budget unaniem wil inschrijven, is dat voor mij geen probleem maar ik denk dat dit nu moeilijk zal zijn. Daar moeten wij niet flauw over doen.

 

Mevrouw Rutten, u maakte een opmerking over de schijnbare tegenstelling. Ik ben het ermee eens dat dit niet per se een tegenstelling moet zijn, maar ik denk dat wat de minister van Buitenlandse Zaken daarover in de pers heeft verklaard verstandige uitspraken waren.

 

01.48  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer Waterschoot, u antwoordt niet op mijn vraag met betrekking tot de opmerking dat wij hier worden geconfronteerd met een opvangcrisis voor daklozen en asielzoekers. Ik heb daarvoor midden oktober gewaarschuwd. Ik heb toen aan de minister gevraagd om de nodige voorbereidingen te treffen en of hij zou instaan voor het busvervoer en de begeleiding. U antwoordt daar niet op. U veegt die opmerking zonder meer van de tafel.

 

U antwoordt evenmin op de kwestie van de tegenstelling. U zegt dat er een groeipad naar 0,7 % is. Mevrouw Rutten zegt dat er geen groeipad is.

 

De voorzitter: Mijnheer De Vriendt, dat is een vraag voor de minister, niet voor de heer Waterschoot.

 

01.49  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Dat is een reactie op zijn uitspraken.

 

01.50  Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega Waterschoot, ik cultiveer zeker en vast geen tegenstrijdigheden, maar ik ben wel blij met uw antwoord.

 

Ten aanzien van collega Rutten, beste Gwendolyn, wil ik het volgende zeggen. Het voorbeeld dat u geeft, is volledig achterhaald. Mijn vraag is of wij moeten aanvaarden dat de Belgische diplomatie vragen van bijvoorbeeld Belgische bedrijven steunt om in andere landen in de wereld te investeren, op voorwaarde — en ik stel het nu zeer scherp — dat er sprake is van kinderarbeid of dat de sociale en de economische rechten worden uitgehold. Zodra economische belangen tegengesteld geraken aan de fundamentele mensenrechten, hoop ik dat wij samen dezelfde strijd zullen voeren en dat de keuze voor de hand zal liggen. Daarover gaat het.

 

01.51  Kristof Waterschoot (CD&V): Mijnheer De Vriendt, u hebt gelijk. Ik had inderdaad niet geantwoord op uw opmerking over het groeipad.

 

Ik wil daarover twee zaken zeggen. U weet dat wij in 2010 op 0,64 % zaten. In 2012 zal dat — uit het hoofd — 0,53 % zijn en in 2013 0,56 %. Het percentage is natuurlijk relatief, want er is de noemer en de teller. Op het niveau van de noemer zal er inderdaad niet al te veel veranderen, maar dat is een les wiskunde.

 

Wat wij echter wel belangrijk vinden, en ik wil dat benadrukken, is wat in de beleidsnota van de minister staat, met name dat de regering op termijn — dus niet nu wegens de economische moeilijkheden — niet zal afstappen van de ambitie om tot het groeipad van 0,7 % te komen. Het enige wat ik daarop heb gezegd, is dat mijn partij verheugd is dat de regering op termijn die ambitie blijft behouden.

 

01.52  Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre de la Défense, je commencerai par indiquer que votre note de politique générale sied parfaitement au Mouvement réformateur dès lors qu'elle colle pleinement à l'accord de gouvernement.

 

Au plan budgétaire, l'effort qui est fait au niveau de la Défense nous semble comparable à ce qui a pu être fait ailleurs, compte tenu des économies qui étaient nécessaires. Les craintes que nous avions face aux chiffres énoncés dans le cadre de l'élaboration de ce budget ne se sont pas matérialisées. Cela aurait pu être pire, soyons clairs, compte tenu de l'effort global à produire.

 

En ce qui concerne le remplacement de matériel, il sera essentiel, au-delà des intentions, que les crédits d'engagement suivent. Les membres de la commission de la Défense seront pleinement attentifs à cet aspect.

 

Un des éléments centraux de votre note de politique générale touche à la question du niveau d'ambition. Celui-ci est intact en rapport avec ce que doivent être nos intentions en la matière. Notre aptitude à demeurer opérationnels à l'extérieur, dans le cadre d'opérations menées en collaboration avec l'OTAN, l'Union européenne ou les Nations unies, est sauvegardée. Le fait de rester pleinement affiché comme un partenaire fiable, et qui nous fait rester aux côtés des alliés en Afghanistan jusqu'en 2014, est un élément fondamental.

 

Dans le cadre de ce niveau d'ambition, nous avons aussi évoqué les missions nationales. Comme l'a dit Gwendolyn Rutten à l'instant, elles pourraient être davantage définies, tout comme un certain nombre de protocoles d'accord pour des opérations partagées pourraient être passés avec la ministre de l'Intérieur, qui m'avait dit avoir un rendez-vous à ce sujet avec vous. Nous verrons à l'avenir ce qu'il en est.

 

Néanmoins, cet accord de gouvernement, que nous avons négocié de manière âpre en matière de Défense, présente une petite révolution qui consisterait, si nous avons le courage de concrétiser les objectifs que nous nous sommes fixés dans le cadre de cet accord, à passer d'une armée post-guerre froide à une armée du XXIe siècle.

 

À cet égard, la spécialisation est un élément fondamental. Nous parlons de niches d'excellence qui devront être déterminées par le gouvernement en accord avec nos alliés dans le cadre de davantage de coopération internationale, de pooling and sharing. Le gouvernement devra donc déterminer ces niches d'excellence et ces spécialités de notre Défense.

 

Aussi, je suis quelque peu surpris, dès lors que l'accord indique cela, que dans une interview accordée au journal Le Soir voici quelques jours, vous précisiez vous-même ces niches d'excellence et ces spécialités. Vous évoquiez l'excellence médicale, l'excellence marine, l'excellence de nos para-commandos. Il y aurait peut-être d'autres possibilités. Cette question devra faire l'objet d'un débat au sein du gouvernement et du parlement. En ma qualité de membre de la majorité, j'attends que les orientations, avant d'être livrées au public, puissent être débattues à l'intérieur de cette enceinte.

 

Un autre élément qui est sans doute fondamental au niveau de notre Défense, est celui du personnel, de nos ressources humaines. Sans eux, sans leur travail acharné, dévoué, nous ne pourrions aujourd'hui compter avec une armée dont l'objectif des effectifs serait fixé à 30 000 militaires pour 2 000 civils.

 

Un des gros enjeux de cette législature et de votre ministère pour ce mandat, monsieur le ministre, sera de réussir à faire diminuer l'attrition dont nous souffrons au niveau de notre Défense. Pour rappel, sur deux personnes qui s'engagent à l'armée, une la quitte endéans les six mois, sans doute parce qu'elle se sent mal à l'armée, parce que cette dernière n'est pas suffisamment attrayante.

 

Donc, le chapitre que vous consacrez dans votre note de politique générale au bien-être au travail pour nos militaires est fondamental. Ce qui devra être fait – c'est prévu et nous y souscrivons – c'est l'optimalisation de la sélection. L'idée naturellement de la carrière courte est un élément qui pourra sans doute satisfaire à nos objectifs en termes de lutte contre l'attrition et en termes d'effectifs complets pour nos unités. Dès le départ, vous avez annoncé que le recrutement serait supérieur à celui de la moyenne des cinq dernières années.

 

Cependant, si nous voulons atteindre nos objectifs, il faudra en effet compter sur votre engagement. Nous viendrons vous voir régulièrement en commission de la Défense, chaque trimestre, afin de savoir si les chiffres que vous avez annoncés en la matière sont atteints.

 

Il faudra également travailler davantage à l'image de notre Défense. D'autres pays travaillent peut-être mieux que nous en ce domaine. Vous devriez, monsieur le ministre, rendre notre armée plus sexy qu'elle ne l'est. C'est aussi pour cela que nous n'avons pas soutenu l'idée de la commission d'enquête sur les fraudes. Nous pensons que cela aurait sali l'image de la Défense. Elle n'a pas besoin de cela en ce moment si certains objectifs sont fixés.

 

Un élément fondamental va peut-être enfin apporter tranquillité, sérénité et esprit constructif au niveau de notre commission de la Défense. Il s'agit de cette phrase dans l'accord de gouvernement: "L'équilibre linguistique au sein de la Défense sera un souci majeur du gouvernement". Cette phrase fait la démonstration qu'il fallait se soucier de cette question. Avec le groupe de travail, nous formulerons naturellement un certain nombre de propositions qui veilleront à atteindre cet objectif pour que le gouvernement et vous-même ayez moins de souci à vous faire.

 

Dans le cadre du pooling and sharing, il est nécessaire de continuer à travailler au renforcement de la coopération européenne. Dans cette belle interview du journal Le Soir, monsieur le ministre, vous donnez quelques exemples de coopérations qui pourraient se voir renforcées. Vous avez cité les Pays-Bas pas moins de cinq fois. J'aime ce pays, mais vous ne perdez jamais le nord, n'est-ce pas, monsieur le ministre? Mais il y a aussi des pistes au sud. J'aurai des contacts dans ce cadre avec le président de la commission de la Défense française. Pour le Mouvement réformateur, il est essentiel que nous puissions collaborer et coopérer avec la France, comme nous le faisons aujourd'hui. Nous devons continuer à le faire, notamment pour la formation de nos pilotes.

 

Mon dernier élément est important pour la Défense, mais aussi pour notre pays et pour la mémoire: il s'agira de commémorer le centenaire du début de la Première Guerre mondiale. Naturellement, cette commémoration devra concerner l'ensemble du pays, mais des villes comme Bruxelles et Liège devraient également participer à cet effort de mémoire.

 

Cet effort envers ce qu'il s'est passé en Europe, voilà près d'un siècle, ne sera couronné du sens que nous voulons lui donner qu'à la condition de lui imprimer une image forte des valeurs portées par l'Union européenne. Mais l'Union est en panne à certains égards.

 

C'est pourquoi je vous invite à coopérer pleinement et de manière renforcée avec notre ministre des Affaires étrangères afin de rappeler que les événements qui se sont déroulés voilà près de cent ans ne doivent plus avoir lieu, et ce, peut-être grâce à l'Europe. Nous l'espérons.

 

Pour le Mouvement réformateur, cette image, cette option européenne semble indispensable à transmettre.

 

01.53  Roland Defreyne (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, bij de besprekingen van gisteren over de algemene uitgavenbegrotingen is meermaals het woord ‘besparen’ gevallen. Tijdens de besprekingen van deze ochtend en aan het begin van de middag hadden we het vooral over structurele hervormingen. Het zijn de twee essentiële verschilpunten tussen deze voorliggende begroting 2012 en vorige begrotingen. Zowel besparingen als structurele hervormingen vinden we ook terug in de begroting van Defensie.

 

Besparen is een werkwoord in de meest letterlijke zin van het woord. Al is besparen bij het grote publiek niet zo tastbaar als belastingen, ook besparen kan pijn doen. Er is niet alleen moed voor nodig, maar ook belangrijke inspanningen die moeten leiden tot een gedragswijziging bij de overheid. Voor Defensie gaat het om herhaalde inspanningen, want zowel op het vlak van besparingen als op het vlak van structurele hervormingen is Defensie het afgelopen decennium niet ontzien. De voorbije twaalf jaar heeft geen enkel federaal departement gelijkaardige inspanningen geleverd. Tussen 2000 en 2012 is het budget van Defensie met 16,5 % gedaald. Als ik zeg dat de bodem van het defensiebudget wellicht bereikt is, dan bedoel ik dat we in elk geval moeten vermijden dat verdere blinde verminderingen van het budget zouden kunnen leiden tot een implosie van de personeelswerking en de operationele werking.

 

Het defensiebudget moet dan ook dringend worden afgestemd op de operaties waaraan we nog geloofwaardig willen en kunnen deelnemen met ons land. Voor een klein land met een beperkt defensiebudget is het onmogelijk om training en uitrusting te verzorgen voor het hele pallet van conflictsituaties.

 

Open Vld is van mening dat onze strijdkrachten, om geloofwaardig met onze bondgenoten te kunnen samenwerken, blijvend moeten kunnen beschikken over kleine, goed uitgeruste, flexibele inzetbare gevechtseenheden. De basisleidraad daarbij moet het principe van burden and risk sharing zijn. De inzet van Belgische strijdkrachten mag zich dus niet beperken tot louter ondersteunende operaties zoals bijvoorbeeld luchttransport, medische of logistieke ondersteuning.

 

Open Vld wil de bijzondere aandacht van de minister op het vlak van de volgende beleidsdomeinen. Wat het personeelsbeleid betreft, zitten wij bij Defensie goed op koers qua getalsterkte. Dit komt vooral omdat veel personeelsleden in het systeem van de vrijwillige opschorting van prestaties is gestapt. Deze maatregel beoogt trouwens in 2012 3 000 militairen.

 

Volgens Open Vld is de uitdaging op middellange termijn niet zozeer de beoogde getalsterkte van 32 000 personeelsleden tegen 2015. Onder verwijzing naar het debat inzake Sociale Zaken van daarnet, toen ik de minister van Werk hoorde zeggen dat vele vacatures vandaag niet worden ingevuld, verwachten wij ook inzake Defensie veeleer dat het niet gemakkelijk wordt om het beoogde aantal militairen op peil te houden. Als wij weten dat maar 1 op 6 kandidaten blijft, dan moeten er bijvoorbeeld in 2012 9 000 kandidaten worden aangesproken en gevonden om de beoogde 1 500 te rekruteren.

 

Om een verjonging van het operationeel personeel te kunnen bereiken – hou er rekening mee dat twee derde van het personeel vandaag ouder is dan 39 jaar – wordt de invoering van een militaire loopbaan van het korte type beoogd. Ook Open Vld heeft dit voorstel in het verleden al gedaan. Het moet daarbij gaan om een flexibele loopbaan voor mensen met specifieke kwalificaties die beantwoorden aan de noden van de diverse componenten. Om gemotiveerde jonge mensen aan te werven, moeten wij zorgen voor een goede uitstroom van veel mensen die niet hun leven lang bij Defensie willen blijven zoals vroeger wel het geval was. De uitstroom, zowel naar de privé als naar andere overheidsdepartementen, moet degelijk worden begeleid.

 

Daarenboven moeten wij zorgen voor een aantrekkelijke, zowel horizontale als verticale doorstroming binnen Defensie voor zij die wel willen blijven. Wij moeten daarnaast ook zorgen voor een betere selectie, begeleiding en vorming zodat de aanwerving via de vrijwillige militaire dienst meer resultaten oplevert en er minder kandidaten vertrekken tijdens de eerste maanden van de opleiding. Bovendien moeten wij zorgen voor een goede opvang voor jonge militairen na de diensturen en tijdens het weekend. In veel eenheden is het gebrek hieraan een van de grootste redenen voor het afhaken van de beroepsvrijwilligers die in hun basisopleiding meestal ver van huis in een eenheid terechtkomen.

 

Ook moeten wij ervoor zorgen dat via het openbaar vervoer er een goede verbinding is tussen de woonplaats en de kazernes

 

Wat de investeringen betreft, ook hier worden wij geconfronteerd met de budgettaire realiteit. Het investeringsplan voor het groot materieel zal door de minister in maart aan de regering worden voorgelegd. Mijnheer de minister, wij hebben begrepen dat in dat plan onder meer de optionele schijven voor aankoop van de pantservoertuigen MPPV en AIV zijn opgenomen, alsook het overhead weapon system LMV en vier NH90-helikopters. In het kader van de vervanging van de C-130 door de Airbus A400M in 2019 vraagt Open Vld aandacht voor een veilige en betrouwbare inzetbaarheid van de C-130’s tot 2019.

 

Een ander domein waaraan Open Vld veel belang hecht, is de infrastructuur. Heel wat gesloten militaire kwartieren en verlaten domeinen staan momenteel te koop. Veel van die domeinen en kwartieren verkommeren. De voor Defensie noodzakelijke inkomsten van de verkopen kunnen niet worden gerealiseerd. Wij willen dit dossier van dichtbij opvolgen, aangezien het gaat om een niet onbelangrijke geraamde opbrengst van 92 miljoen euro. Mijnheer de minister, u hebt gelijk als u zegt dat de huidige verkoopprocedure via het aankoopcomité te traag verloopt. Volgens Open Vld moet de procedure worden herdacht, zodat Defensie hierin een actievere rol kan spelen.

 

Mijnheer de minister, wat de buitenlandse operaties betreft waarin onze Defensie in de afgelopen jaren prominent aanwezig was, delen wij uw inzichten. U wil hieraan ook in deze legislatuur de nodige aandacht besteden. Door een substantiële Belgische deelname aan operaties in Libië, Afghanistan, Libanon en Afrika heeft Defensie een internationale reputatie als betrouwbare partner opgebouwd. Ons inziens kan in de buitenlandse operaties de militaire samenwerking met de bondgenoten nog worden versterkt. Er zou bijvoorbeeld veel geld kunnen worden bespaard door een samenwerking en een specialisatie, binnen Europa, tussen 27 strategische transportdiensten, 27 militaire inlichtingendiensten en 27 onderhoudsdiensten voor lucht- en marinecomponenten.

 

Wij vragen ons terecht af wanneer de Europese bondgenoten eindelijk knopen zullen doorhakken om het gezamenlijk Europees defensiebudget efficiënter te gebruiken. Ons Europees defensiebudget bedraagt de helft van het Amerikaans budget, maar met die helft doen wij maar 10 % van de Amerikaanse operaties. Europa is, met andere woorden, vijf keer minder efficiënt dan Amerika. Als alle landen in Europa naar elkaar blijven kijken en de grote naties liefst hun onafhankelijkheid op zoveel mogelijk domeinen willen beschermen, dan vrezen wij dat er van samenwerking weinig in huis kan komen.

 

Daarom moet België, ook als klein land, initiatief durven te nemen. Wij zien bijvoorbeeld mogelijkheden om voor de opvolger van de C-130, de A400M, in Melsbroek een gemeenschappelijke transportbasis te creëren voor de Belgische, Franse en Duitse toestellen.

 

Open Vld onderschrijft ook de doelstelling te streven naar specialisatie. Als ons leger klein is, moet het vooral ook fijn zijn. Alleen via specialisatie kan een antwoord worden geboden op de schaarste van de budgettaire middelen. De specialisaties moeten worden geconcretiseerd volgens de principes van pooling and sharing, op basis van een handsfree framework. Op 30 november 2011heeft het Europees Defensieagentschap 11 initiatieven voorgesteld aan de EU-landen. Ook hier moet ons land volgens ons dringend keuzes maken op basis van het budget en van het beschikbare personeel.

 

Wat de buitenlandse operaties betreft, worden tegen eind 2012 ongeveer 300 van de 600 militairen teruggetrokken uit Afghanistan. Wij verwachten dat de kalender voor de geleidelijke terugtrekking van de resterende militairen, tegen eind 2014 vlug zal worden bekendgemaakt.

 

Wat onze aanwezigheid in Libanon betreft, wordt onze militaire ontmijningsopdracht mogelijk beëindigd na afloop van het huidige mandaat, eind augustus 2012. Open Vld is van mening dat onze militairen daar niet moeten blijven als een verlengstuk van de ngo’s.

 

Wat de operatie Atalanta en de strijd tegen de piraterij betreft, steunt Open Vld de aanwezigheid van een Belgisch fregat gedurende vier maanden, eind 2012 en begin 2013.

 

Ten slotte, zeg ik een woord over de interactie tussen Defensie en het Parlement. Open Vld begrijpt dat het niet altijd mogelijk is bij dringende militaire operaties vooraf in het lang en in het breed overleg te plegen in het Parlement. Dat neemt niet weg dat het Parlement recht heeft op correcte en zo spoedig mogelijk gegeven informatie. Zo moet er parlementair overleg worden gepleegd over de veiligheid, de toestand ter plaatse, de opdrachten in se, de worstcasescenario’s, de internationale partners en de verlenging of de heroriëntatie van hun opdracht.

 

01.54  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik wil een uiteenzetting houden over ontwikkelingssamenwerking en landsverdediging. Ik begin met ontwikkelingssamenwerking.

 

Collega’s, mijnheer de minister, ik denk dat we inzake ontwikkelingssamenwerking grote hervormingen tegemoet gaan. Er speelt zich heel wat af in de wereld rondom ons. Er zijn meer donoren met vaak een andere visie op ontwikkelingssamenwerking dan wij. De doeltreffendheid van de hulp staat ook voorop in het publieke debat, en terecht. Het is normaal dat de publieke opinie zicht wil krijgen op de manier waarop belastinggeld wordt besteed.

 

Wij hebben in de commissie een goede discussie gevoerd, vertrekkend vanuit de erkenning dat ontwikkelingssamenwerking nog altijd belangrijk is en nog altijd het verschil kan maken in verscheidene landen. Het lijkt me logisch dat de focus meer wordt gelegd op de minst ontwikkelde landen. Ik zie wel een grote beweging aankomen die ik misschien kan samenvatten onder de noemer “concentratie en rationalisering”. Op heel veel vlakken lijkt het mij dat u een beetje in die richting wilt gaan. Ik heb het dan bijvoorbeeld over het aantal ngo’s. Nu is dat veld zeer versnipperd. Het kan ook gaan over het aantal regio’s of het aantal thema’s, ook in onze bilaterale ontwikkelingssamenwerking. Ook inzake de multilaterale ontwikkelingssamenwerking lijkt het niet uitgesloten dat we in de toekomst kiezen voor een hogere concentratie van middelen aan een aantal organisaties en een vermindering van de middelen voor een aantal andere internationale organisaties.

 

Inzake het aantal partnerlanden lijkt het voorlopig niet de bedoeling te zijn om tot een vermindering van de achttien te komen. Mocht dat wel het geval zijn, dan wil ik toch vragen om tot een goed exitscenario te komen. Hetzelfde geldt wat betreft de ganse beweging naar meer concentratie. We moeten opletten dat er geen gaten vallen. Als we naar rationalisering en concentratie evolueren met betrekking tot multilaterale organisaties, moeten de gaten die vallen toch opgevuld worden door een aantal andere landen. Is er geen overleg op Europees niveau mogelijk om toch een goede besteding te verzekeren op de verschillende thema’s, in de verschillende regio’s, in de verschillende bestaande VN-organisaties? Als wij ons terugtrekken uit een aantal van die domeinen, dan mogen er geen gaten vallen in de praktijk.

 

Het lijkt ons ook duidelijk dat we naar een nieuwe basiswet ontwikkelingssamenwerking gaan. Ik wil u toch vragen om in die wet zeer veel aandacht te hebben voor coherentie tussen ontwikkelingssamenwerking en andere domeinen zoals handel of financiën. We kunnen zoveel geld als we willen besteden aan ontwikkelingssamenwerking, maar als tegelijk blijkt dat de handelsverhoudingen niet rechtvaardig geconcipieerd zijn en we nog altijd met een onrechtvaardige globalisering zitten, dan heeft het weinig zin.

 

Dat is ook een beetje mijn antwoord op de opmerking van collega Rutten wat buitenlandse handel betreft. Handelsverhoudingen zijn absoluut belangrijk, maar ze moeten dan wel ontwikkelingskansen bieden aan landen in het Zuiden.

 

Ik kijk met heel grote belangstelling uit naar de Mid-term Review van de OESO-DAC. In de peer review werd immers een aantal aanbevelingen geformuleerd en ik ben heel benieuwd hoe ontwikkelingssamenwerking erin is geslaagd die aanbevelingen ter harte te nemen.

 

Ik kom tot het budget. Het is geen goede zaak dat het budget voor ontwikkelingssamenwerking dit jaar, en ook in 2013, wordt bevroren. Nochtans was een van de vele realisaties van een paarsgroene regering met onze vroegere staatssecretaris Eddy Boutmans de inschrijving in de wet om tot een besteding van 0,7 % van het bni te komen, niet omdat het gooien van geld op zich belangrijk is, maar omdat een ontwikkelingssamenwerking die niet voldoende kwantitatief is, niet efficiënt kan zijn.

 

Wat ons betreft, gaan de beide debatten samen, een voldoende hoog budget en oog voor de doeltreffendheid.

 

Mijnheer de minister, dit jaar zitten wij met een daling. Vorig jaar hadden we nog 0,7 % van het bni begroot, dit jaar 0,56 %. Ik snap ook wel dat wij met een heel strakke budgettaire context zitten. Ik heb dus alle begrip ervoor dat wij dit jaar niet de 0,7 % kunnen realiseren, maar waar is het groeipad, waar is het tijdspad? Daarnet heeft een collega van CD&V, de heer Waterschoot, gezegd dat er een groeipad is. Dat is pertinent fout. Dit werd rechtgezet door collega Rutten, die daarmee ook wel het belang van ontwikkelingssamenwerking nuanceerde.

 

Ik denk dat rechtvaardige handel en een goede ontwikkelingssamenwerking samen gaan, maar het tijdspad ontbreekt.

 

Mijnheer Waterschoot, ik moet u nogmaals verbeteren. In 2013 zullen wij naar 0,50 % gaan. Dat is dus een daling ten opzichte van dit jaar.

 

Conclusie, mijnheer de minister, wij willen nadenken. Ik denk dat er heel wat boeiende debatten op ons afkomen. Wij zullen ons constructief opstellen, maar de ontwikkelingssamenwerking kan nog zo goed worden hervormd, als de budgetten dalen, als wij de 0,7 % in de praktijk opgeven, dan ziet het er toch niet goed uit.

 

Mijnheer De Crem, wat betreft Defensie, Defensie is uiteraard een belangrijk departement. Het ligt een beetje in het verlengde van Buitenlandse Zaken. Wij hebben een sterke Defensie nodig, maar ik ben bang dat wij te veel redeneren in termen van besparingen en onvoldoende aandacht hebben voor de vraag wat wij nu eigenlijk met Defensie willen doen en wat onze visie is.

 

Laten wij dus eerst beslissen wat wij willen doen, wat voor ons de prioriteiten zijn. Daarna pas moeten we de andere debatten voeren.

 

Mijnheer de minister, het volgende wil ik u meegeven. Als het van ons afhangt, dan kiezen wij voor een Defensie die vooral inzet op humanitaire interventies. Operaties onder VN-vlag zijn de doelstelling.

 

Ook kiezen wij voor een samenwerking met Europa.

 

In de voorbije jaren heeft u dat totaal uit het oog verloren. U hebt vooral lippendienst bewezen aan de samenwerking binnen Europa, aan de debatten van pooling, sharing, taakverdeling en efficiëntere besteding van het defensiebudget. Wij moeten daarin een aanbod doen aan de andere Europese landen, waarbij wij de klemtoon natuurlijk leggen op de sterktes die eigen zijn aan ons land. Ik denk dan aan transport en ontmijning. Tegelijk mogen we burden sharing en risk sharing niet uit het oog verliezen.

 

Wij moeten ook onze verantwoordelijkheden opnemen.

 

01.55  Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, je voudrais réagir aux propos tenus par M. De Vriendt. En effet, quand je lis l'accord de gouvernement, quand je lis la note de politique générale, je ne comprends pas qu'il nous dise qu'il ne sait pas vraiment où l'on veut aller.

 

La note de politique générale prévoit une spécialisation de la Défense. Il s'agit ici d'une phase importante et d'un enjeu majeur.

 

Déterminer quelles seront les niches d'excellence sur lesquelles on veut se spécialiser pour passer de l'ère d'une armée post-guerre froide à une armée du XXIe siècle constitue véritablement un virage. Une orientation très claire est donnée.

 

Je ne comprends pas, monsieur De Vriendt, que cela ait pu vous échapper à ce point.

 

01.56  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer Ducarme, ik denk dat u mij niet goed begrepen hebt. Wij moeten eerst een visie ontwikkelen op wat wij met onze Defensie willen doen, welke operaties wij willen aangaan, welk soort leger wij willen.

 

Bovendien moeten wij onze specialiteiten niet definiëren, niet vandaag en niet op een ander moment. Die definiëring moet gebeuren in onderhandeling met de andere Europese landen. De vraag aan de minister is, iets wat hij de voorbije jaren niet heeft gedaan, dat hij een onderhandelingsaanbod richt aan de partners in Europa, om alle capaciteiten waarover wij beschikken, samen te gooien op één lijst, om dan na te denken over wat wij willen doen met een Europese defensie en over een taakverdeling, zodat België zich specialiseert in deze capaciteiten en een andere land in gene. Dan kunnen wij beginnen te investeren, dan kunnen wij ook beginnen met het opdrijven of afbouwen van investeringsniveaus naargelang de capaciteit.

 

Mijnheer de minister, als het gaat over Defensie, denken wij vaak dat het werk gedaan is. Maar dat is niet zo. Inzake de verjonging van het leger moet er nog heel veel gebeuren. Er worden daar heel veel concepten gelanceerd, vroeger was er het GLC, daarna was er de VOP en nu hebt u een nieuw concept gelanceerd, namelijk het tijdelijk statuut voor militairen.

 

Ik heb u in de commissie heel concreet gevraagd wat voor u het verschil is tussen het concept van de gemengde loopbaan enerzijds, wat u in een onderste schuif hebt gestoken, en anderzijds het nieuwe statuut dat u wilt inrichten, namelijk het tijdelijk statuut voor militairen. U hebt daarop niet kunnen antwoorden. Ik zou van u graag een concreet antwoord krijgen. Hoe wilt u werken aan de verjonging en wat houdt het nieuwe statuut nu eigenlijk in?

 

Mijnheer de minister, in een context waarin het investeringsniveau voor Defensie daalt van 279,5 miljoen naar 126,8 miljoen euro, moeten wij afstappen van de veel te vrijblijvende bottom-upprojecten van samenwerking, zoals de pilotentraining samen met Frankrijk en de vele samenwerkingsovereenkomsten met Nederland. Dat is allemaal zeer goed, maar ik mis echter een globale top-downvisie, een strategische visie van uw kant hoe u naar pooling en sharing wilt gaan. Ik refereer aan de Nordic Defence Cooperation, daar gaat men wel ver en is men wel concreet. Er is het Franse Livre Blanc. Dat zijn denkoefeningen, die wat ontbreken bij onze Defensie.

 

Het is urgent, want de vragen naar ons verouderd materieel komen eraan. Wat doen wij met de Godetia? Eigenlijk moet de Godetia vervangen worden. Wat doen wij met de F-16’s? Wat doen wij met de C-130’s? Die zouden moeten vervangen worden door de Airbussen. Dat zijn grote investeringsvraagstukken, waarover men eigenlijk moet beslissen in Europees verband.

 

Voorzitter: André Frédéric, ondervoorzitter.

Président: André Frédéric, vice-président.

 

Laten we dus van die budgettaire krapte een deugd maken en volop inzetten op sharing en pooling.

 

Mijnheer de voorzitter, ik heb tot slot nog twee puntjes. Mijnheer de minister, in Groot-Brittannië werkt decompressie. Daar is nood aan bij het leger en na buitenlandse operaties verdienen onze militairen het om op decompressie te gaan. Laat dat afhangen van de commandant, het hoeft niet opgelegd te worden. U moet echter wel de mogelijkheid creëren. Ik snap niet hoe u zich daar zo tegen kunt blijven verzetten.

 

Een tweede punt betreft de humanitaire taak van het leger. Ik heb het daarnet al even aangehaald. Mijnheer de minister, wat zult u dit jaar en volgend jaar doen als er zich opnieuw opvangcrisissen voor daklozen en asielzoekers voordoen? Zult u opnieuw antwoorden dat Defensie wel kazernes zal openstellen maar niet voor het vervoer en de begeleiding zal instaan? Het nettoresultaat van die politiek zien we deze week. De daklozen en asielzoekers raken niet in de opengestelde kazernes. Een hardvochtig antwoord zoals u dat in oktober hebt gegeven, is echt niet meer voor herhaling vatbaar. Daarmee wil ik afronden.

 

01.57  Kristof Waterschoot (CD&V): Mijnheer De Vriendt, ik wil u uitdrukkelijk feliciteren met al de jaren waarin uw staatssecretaris, de heer Boutmans, 0,7 % heeft gehaald. U weet zelf wel hoeveel jaar dat geweest is, nul, nul en nog eens nul. Daarmee van harte proficiat.

 

Wat de cijfers betreft, dat was 0,64 % in 2010, 0,53 % in 2011 en 0,56 % in 2012, neem het rapport van het Rekenhof erbij. Met alle respect, in verband met uw voorstellen inzake de budgetten voor Defensie stel ik heel veel mist vast. De oplossing om te besparen is bij u poolen en sharen. Mijn vraag aan u is heel eenvoudig. Gaat u akkoord met het bevriezen van het budget? Wil u een hoger investeringsbudget voor Defensie of wil u dat afbouwen? Wat zegt u nu precies? Waar wil u met het budget voor Defensie heen? Dat is mij helemaal niet duidelijk.

 

01.58  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer Waterschoot, Eddy Boutmans had de zeer grote verdienste om de stijging van het budget voor ontwikkelingssamenwerking in een Belgische wet in te schrijven. Die 0,7 % moest niet in 2003 gehaald worden toen zijn termijn afliep, maar hij was realistisch en hij formuleerde een groeipad richting 2010. De 0,7 % moest in 2010 worden gerealiseerd.

 

In 2010 was uw partij een partner in de regering. Uw partij is mee verantwoordelijk voor het feit dat we die doelstellingen in de Belgische wet niet hebben kunnen realiseren.

 

Voorts maakt u met betrekking tot het budget en Defensie opnieuw dezelfde fout, die ook uw minister maakt. Als het gaat om het budget van Defensie, mogen we niet redeneren in termen van besparing, maar in termen van wat wij met onze Belgische Defensie willen doen. Wat is de visie? Laten we dan samenwerking zoeken in Europa. Laten we dan zien wat mogelijk is.

 

Hier echter zelf alles met ons Belgisch leger willen doen, is in een context van besparing waanzin. Eerst een visie, samenwerking binnen Europa en dan zien we waar we geraken.

 

Dat vergt een proactieve houding van de minister, maar die hebben wij de afgelopen jaren niet gezien. Wij hebben vooral veel lippendienst aan de pooling en sharing gezien, maar waar is het aanbod? Waar zijn de opiniestukken van de minister in buitenlandse kranten om zijn collega’s op te roepen om samen te zitten?

 

01.59  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, messieurs les ministres, chers collègues, je souhaiterais aborder quelques points en complément de la discussion que nous avons eue en commission.

 

Je ne reviendrai pas sur l'important chapitre européen qui a déjà fait l'objet de débats avec le premier ministre avant-hier. Cependant, le sommet de lundi dernier représente une donne nouvelle et importante. À côté de la rigueur budgétaire et du mécanisme européen de stabilité qui devra encore être gonflé, nous avons des éléments de relance, des éléments qui concernent l'emploi notamment des jeunes. Il me paraît particulièrement important de noter que l'emploi n'est pas seulement une conséquence de mesures économiques mais peut être un facteur de croissance économique. Lors du prochain Conseil européen, il faudra encore augmenter et développer cet aspect d'espoir et de relance au niveau européen.

 

Monsieur le ministre des Affaires étrangères, vous l'avez dit à plusieurs reprises, le monde change vite. Les rapports de force ont changé et basculent progressivement entre les rives de l'Atlantique et du Pacifique, entre les pays de l'OCDE et du BRIC. Cela a des conséquences, des implications concrètes sur les priorités de notre politique étrangère et sur son organisation. Je pense que votre note de politique générale reflète bien ces nouvelles priorités. Il s'agit bien sûr de préserver nos intérêts économiques à l'étranger. Votre note y fait largement référence. C'est un enjeu essentiel pour une économie ouverte comme la nôtre.

 

J'insiste cependant sur le fait que les priorités ne sont pas seulement dans le champ commercial. Nous savons que nous devons aussi être très proactifs sur une série d'autres enjeux importants pour l'avenir de notre pays et pour celui de l'ensemble de la communauté internationale. Je voudrais en citer quelques-uns.

 

C'est d'abord la question de la prolifération nucléaire. On sait à quel point cet enjeu est aujourd'hui d'actualité et à quel point certaines puissances voudraient devenir des puissances nucléaires. Il y a aussi un enjeu pour faire en sorte que les arsenaux aujourd'hui présents puissent diminuer. C'est aussi un élément important pour notre politique étrangère.

 

La bonne gouvernance, la démocratie, les droits de l'homme connaissent des reculs dans beaucoup de pays, même s'il y a des éclaircies et des éléments positifs dans certains pays arabes ou en Birmanie, par exemple. J'aimerais souligner d'un trait certains grands sujets de préoccupation. Tout d'abord, je m'étonne vraiment du silence assourdissant par rapport à la répression en cours au Tibet.

 

Je pense que cela devrait mobiliser les diplomaties européenne et belge. Il me paraît essentiel que nous n'oubliions pas les événements, les massacres et les problèmes graves en matière de droits de l'homme qui se passent aujourd'hui au Tibet.

 

Deuxième élément d'inquiétude, c'est évidemment la situation au Congo. Quel gâchis monumental que ce qui s'est passé au Congo, malgré l'immense et pacifique mobilisation du peuple congolais qui a cru en ses institutions et dont le processus électoral a été trahi par un régime autoritaire, massivement corrompu! La question que nous devons nous poser, c'est comment aider ce grand pays qui nous est si proche à sortir de l'ornière de la pauvreté, de la guerre car, quoi qu'on en dise, rien n'est réglé dans l'Est du Congo. Au contraire, selon plusieurs sources récentes, les armes lourdes y circulent à nouveau massivement. Comment faire pour sortir ce pays de la corruption et de la cleptomanie de ses dirigeants?

 

01.60  François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président, je peux souscrire à la volonté de M. Dallemagne de voir partout dans le monde, et principalement en Afrique, la corruption diminuer, mais je pense que la lutte contre la corruption, en Afrique et ailleurs, ne sera pas gagnée en faisant des admonestations à l'égard des dirigeants de ces pays, mais plutôt en prenant enfin à bras-le-corps la lutte contre les corrupteurs qui sont chez nous. Les corrupteurs, au Congo, ce sont des firmes multinationales, internationales, qui sont actives dans toutes sortes de secteurs miniers et autres exploitations de ressources naturelles.

 

C'est très bien de condamner la corruption au Congo, je suis prêt à le faire avec M. Dallemagne mais, pour faire cela, il faut aussi avoir la volonté de s'attaquer aux corrupteurs actifs, qui en général se trouvent au Nord et pas au Sud.

 

01.61  Georges Dallemagne (cdH): Merci, monsieur de Donnea pour cette remarque. Je vous rejoins totalement. Je pense que la corruption n'est pas l'apanage de quelques-uns. On peut par exemple lancer un cri d'alarme sur ce qui se passe aujourd'hui dans le parc des Virunga, que vous connaissez bien. Vous avez sans doute appris que la firme Total vient d'obtenir des droits d'exploitation et d'exploration du pétrole dans le sous-sol de ce parc, notamment. Je pense que cela doit aussi nous mobiliser.

 

J'aimerais en venir au bain de sang qui a lieu aujourd'hui en Syrie. Cela mérite notre attention. Il faut, dans ce domaine, saluer les efforts de la Ligue Arabe pour tenter d'arrêter le massacre de la population syrienne par le régime aux abois de Bachar el-Assad, même si ces efforts ont été, jusqu'à présent, vains.

 

Il faut notamment saluer le projet de résolution déposé au Conseil de sécurité, qui prévoit la passation de pouvoir et des élections sous contrôle arabe et international.

 

Monsieur le ministre des Affaires étrangères, nous en avions déjà parlé, je pense qu'il sera nécessaire que nous joignions encore plus nos efforts, pourquoi pas à travers un sommet particulier sur la Syrie, entre l'Union européenne et la Ligue arabe, pour étudier comment l'Europe peut s'impliquer encore plus dans la résolution de ce qui se passe aujourd'hui en Syrie.

 

Dans le cadre des Journées diplomatiques de cette semaine, vous avez annoncé une réorganisation de notre représentation à l'étranger. Je vous ai entendu sur les différents critères qui pourraient prévaloir à ce sujet; je pense que ce sont de bons critères.

 

Peut-être vous demanderai-je d'être attentif à un critère qui me paraît important: la présence indispensable de postes diplomatiques dans les pays de concentration de notre coopération. L'expérience a montré que sans poste diplomatique, la coopération est fragilisée. Ainsi, parmi tous les critères que vous avez proposés, celui-là me paraît essentiel.

 

Monsieur le ministre de la Coopération au développement, d'abord, comme moi, vous avez sans doute pu remarquer un article paru dans un grand quotidien, il y a quelques jours, qui titrait: "1,4 milliard d'euros pour aider les pays étrangers: stop ou encore?".

 

Ce titre était assez brutal et étonnant, rare dans notre presse quotidienne. L'expression "pays étrangers" au lieu de "pays en développement" n'est peut-être pas tout à fait due au hasard. Il s'agissait ni plus ni moins de se demander s'il fallait continuer à faire de la Coopération au développement ou fermer votre département.

 

Cet article peut paraître assez provocateur mais, avouons-le, il résume assez bien le grand défi auquel vous serez confronté: continuer à vous battre pour les budgets de la Coopération et à convaincre de la nécessité absolue de continuer à consacrer les ressources nécessaires à la lutte contre la pauvreté dans le monde. Les budgets de la Coopération, qui avaient été longtemps sanctuarisés, ne le sont plus aujourd'hui, ni en Belgique ni dans les autres pays de l'OCDE. Il sera probablement difficile de consacrer à l'avenir 0,7 % de notre richesse nationale à la solidarité internationale, même 0,5 % ou 0,6 % comme ce sera le cas cette année.

 

Il faut donc rappeler que la lutte contre la pauvreté, contre la faim et pour la dignité humaine, partout dans le monde, n'est pas un combat futile; qu'un monde sans solidarité serait un monde plus violent, plus risqué pour chacun d'entre nous, que les mouvements de population seraient encore plus massifs, que le commerce serait entravé, que la paix et la stabilité seraient en danger.

 

Mais je ne me fais pas beaucoup d'illusions. Les ressources seront, de toute façon, peu abondantes durant ces prochaines années. Il sera donc d'autant plus indispensable de s'assurer qu'elles changent vraiment la donne. Plus que jamais, l'efficacité de nos actions devra être mesurée à l'aune des résultats obtenus au niveau des objectifs importants de la coopération au développement à rencontrer.

 

Je plaide pour une modification en profondeur de la manière dont nous évaluons notre coopération. Selon moi, il est important que nous disposions, enfin, de tableaux de bord qui nous permettent de réellement vérifier quelle est l'évolution d'une série de paramètres, d'indicateurs fondamentaux de développement, de pauvreté, d'accès à l'alimentation, de gouvernance, d'accès à la santé, à l'éducation. Nous n'en disposons pas encore aujourd'hui et ils me semblent pourtant importants pour mener le début sur la manière d'orienter notre coopération.

 

Comme je vous l'ai dit en commission, il faut donner d'urgence au Fonds belge pour la sécurité alimentaire les moyens, notamment humains, dont il a besoin pour sa mise en œuvre; il est essentiel de ne pas retarder leur mobilisation.

 

Il faut consacrer une part plus importante à l'éducation de base. L'ONG Plan International rappelait récemment que nous ne consacrons que 2,6 % de notre APD à l'éducation. C'est moins de la moitié que la plupart des pays de l'OCDE. Il s'agit pourtant d'un facteur extrêmement important de développement social. Je vous demande donc de voir dans quelle mesure il est possible de relever ce chiffre dans les mois et années à venir.

 

Pour ce qui concerne plus particulièrement le Congo, il faudra continuer à s'interroger sur la manière de sortir véritablement la population congolaise de l'ornière de la misère. Il est important de souligner qu'aujourd'hui ce pays est le dernier au monde en termes de développement humain. À travers cet indice de développement, c'est un appel fort qui est lancé à la communauté internationale pour qu'elle fasse en sorte de faire sortir ce pays de la misère et de la mal gouvernance

 

Le président: Monsieur Dallemagne, vous avez utilisé votre temps de parole.

 

01.62  Georges Dallemagne (cdH): Je résume, monsieur le président.

 

Le président: Dans ce cas, résumez vite!

 

01.63  Georges Dallemagne (cdH): En matière de Défense, au regard des rares ressources dont nous disposons – 1,1 % de notre PIB –, l'un des grands enjeux de notre législature sera de construire une Défense européenne et d'y trouver notre place.

 

Des discussions à ce sujet seront bientôt entamées en commission de la Défense. Bien entendu, il ne faut pas mettre la charrue avant les bœufs. Je ne pense pas qu'il faille avoir un débat sur les équipements lourds avant d'avoir bien défini quelle sera cette Défense européenne, quels seront ses missions, ses moyens et quelle y sera notre place?

 

Le dossier afghan restera un casse-tête. Nous devrons envisager comment conserver les acquis en matière de sécurité internationale, de sécurité intérieure et de droits pour le peuple afghan. Nous devrons faire en sorte de pouvoir passer la main, le plus rapidement possible, dans ce pays.

 

Enfin, je me réjouis que vous ayez inscrit dans vos priorités la mise en place d'un EU Fast. Vous le savez, il s'agit d'un élément auquel je tenais beaucoup. Je suis intervenu à ce sujet lors du tremblement de terre en Haïti. Je pense vraiment qu'il est temps que l'Europe se dote de moyens d'intervention coordonnés, efficaces et puissants. Nous en avons la possibilité et les moyens. Évitons ce que l'on voit trop souvent aujourd'hui: des efforts disparates de la part des États membres et des ONG. Nous devrions être à même de développer une protection civile européenne vraiment efficace en cas de catastrophe.

 

Président: André Flahaut, président.

Voorzitter: André Flahaut, voorzitter.

 

01.64  Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de voorzitter, geachte minister, beste collega’s, vandaag wordt er weer stevig gegoocheld met termen als afvloeiingen, afslanking, specialisatie, rationalisatie. Die termen moeten ons doen geloven dat Defensie tijdens deze legislatuur zal worden omgevormd tot een kleine, moderne strijdmacht.

 

Mijnheer de minister, tijdens de vorige legislatuur steunde onze fractie uw besparingsplannen. De besparingen die toen werden aangekondigd, zouden worden gebruikt voor nieuwe investeringen, voor de aankoop van nieuw materieel. Helaas, de kredieten werden opgeslorpt om de put te dempen die de paarse regering had gecreëerd. De weinige dossiers die toch op de tafel van de Ministerraad kwamen, werden zonder pardon in de vuilnisbak gekieperd omdat een bepaalde politieke partij het nut er niet van inzag en inziet. Aan excuses geen gebrek, maar de militair bleef wel in de kou staan.

 

Beste collega’s, ik grijp dat niet zomaar uit de lucht. In een officieel NAVO-rapport uit de periode 2010-2011, getiteld Defence Planning Capability Review, werd al aan de alarmbel getrokken. In dat rapport waarschuwt de NAVO voor “de zeer zorgwekkende situatie waar de Belgische krijgsmacht voor staat". “Verdere besparingen,” stipuleert het rapport, “zullen zorgen voor het uitblijven van modernisaties en heruitrusting van programma’s.”

 

Wanneer ik dan opnieuw vaststel dat zowel de personeelseffectieven als het budget van Defensie een stuk naar omlaag tuimelen, houd ik mijn hart vast.

 

Ik zal de gegevens even herhalen. In 2011 was er nog sprake van 2,74 miljard euro aan vastleggingskredieten. Vandaag schiet daar nog 2,57 miljard euro van over. Wanneer wij kijken naar de onderlinge verhoudingen tussen de uitgavenposten personeel, werking en investeringen, dan zien wij een verhouding van respectievelijk 72, 23 en 5, terwijl dat volgens de richtlijn 50-55, 25 en 25 zou moeten bedragen. Als wij kijken naar het investeringsbudget, dan zien wij concreet een halvering van 279 miljoen euro in 2011 naar 127 miljoen euro in 2012, terwijl Defensie had gevraagd naar 342 miljoen euro om een aantal projecten te kunnen vastleggen.

 

Natuurlijk kan men het niet maken om lonen niet uit te betalen. Men kan het ook niet maken om onze wagens in de garage te laten staan. De eerste post die er dus aan moest geloven, was die van de investeringen. De heruitrusting van het materieel krijgt bijzonder zware klappen.

 

In 2011 was er voor materieel nog ongeveer 166 miljoen euro voorhanden, nu nog slechts 55 miljoen euro. Het zijn net deze uitgavenposten en deze investeringen die enorm belangrijk zijn voor de veiligheid, de bescherming en de motivatie van de militairen en die de toekomst van Defensie bepalen.

 

Mijnheer de minister, ik stel mij vooral vragen bij uw houding in deze kwestie. Op uw eigen blog schreef u op 1 juni 2011, en ik citeer: “Het is duidelijk dat een verdere vermindering van de aan Defensie toegekende middelen de activiteiten van het departement zullen hypothekeren en dat verdere inkrimping een vermindering van het kwalitatief ambitieniveau tot gevolg zal hebben. Dan dreigen we dus van een maximalisatie van de output van Defensie dankzij de transformatie af te glijden naar een miniaturisering van Defensie wegens blinde besparingswoede. Ik mag er niet aan denken. On a déjà donné op Defensie.”

 

Mijnheer de minister, dat zijn heel sterke woorden. De minister die hier vandaag voor mij zit ziet er plots geen graten meer in. Verplaats u eens naar de situatie van de militairen. Op hen komt dat over als verraad. U gaat immers akkoord met een nieuwe besparingsronde en dit zonder een duidelijk beleid en zonder een duidelijke visie. U verklaarde in de commissie wel met grootse plannen naar het Parlement te zullen komen en meerjarenplannen en investeringsplannen voor te leggen, maar hoe zult u die plannen bekostigen als u geen ruimte laat voor investeringen?

 

Om duidelijk te zijn en om te verhinderen dat men mij andere woorden in de mond legt, onze fractie pleit niet voor een verhoging van het defensiebudget. In de huidige budgettaire context is het onaanvaardbaar en onverantwoord. Wij pleiten er wel voor om het defensiebudget de komende tien jaar de besparingsronde te laten ontspringen zodat de militairen een planning kunnen maken op lange termijn met een stabiel budget. Alleen zo kan Defensie efficiënt omgaan met haar middelen. Wij moeten voor eens en voor altijd ophouden met Defensie als speelbal te gebruiken. Het is een heel belangrijke actor in ons buitenlands beleid en in onze internationale betrekkingen. Er wordt steeds meer van onze militairen verwacht, maar noch het verdiende respect, noch het nodige budget worden hieraan gekoppeld. Het is hoog tijd dat hierin verandering komt.

 

01.65  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Messieurs les ministres, chers collègues, je voulais intervenir brièvement au sujet de la coopération au développement.

 

Monsieur Magnette, la note de politique générale que vous nous avez soumise était a priori assez décevante, dans la mesure où nous n'y avons pas trouvé de vision à long terme de la politique de coopération. Nous nous demandons quel peut être son avenir si, par ailleurs, la politique internationale continue d'être fondée sur une croissance économique très inégalitaire, si l'on détruit les ressources naturelles en les surexploitant, si les pays les moins avancés ne peuvent plus protéger leurs productions vivrières et si les termes de l'échange restent aussi inégaux qu'aujourd'hui.

 

L'évaluateur spécial de la politique de coopération nous avait parlé d'un tapis roulant qui avançait en sens contraire. Il évoquait le cas du Niger en expliquant que les actions menées essayaient d'être justes, mais n'avaient aucun impact, la situation économique des pays concernés ne cessant de reculer - principalement à cause des termes inégaux de l'échange international.

 

Comme je l'ai dit en commission, votre problème sera celui de la cohérence de votre politique avec les autres politiques du gouvernement. C'est même plutôt l'inverse, puisqu'il s'agira de voir dans quelle mesure les autres politiques seront cohérentes avec les projets de coopération que vous défendez. En effet, l'aide est trop souvent mise au service de la politique extérieure et compense tout au plus les effets négatifs d'échanges commerciaux déséquilibrés.

 

Cohérence, dans quel sens et comment? Vous avez évoqué un élément intéressant en commission: l'application de mécanismes de tests, d'évaluation de programmes de coopération sur la base de la loi relative au développement durable de 1997, qui prévoit des études, des évaluations de développement durable.

 

Pourquoi ne pas utiliser ce mécanisme? Ce serait intéressant, mais il faut qu'il dépasse l'application actuelle qui est très faible. La cohérence passe aussi par beaucoup plus de transparence dans les activités de certaines branches de nos relations extérieures. Je pense au Ducroire qui garantit nos investissements.

 

Je suis encore frappée par la lecture dans la presse des conditions imposées par les entreprises internationales, lorsqu'elles investissent dans un pays. Leurs conditions d'investissement sont très choquantes, comme l'interdiction au pays qui reçoit d'améliorer ou de renforcer sa législation environnementale ou de renforcer la protection qu'il accorde aux ressources naturelles. Cette pratique ne peut perdurer et, en notre qualité de pouvoir public, nous devons veiller à ce que l'Office du Ducroire ne garantisse pas des investissements à de telles conditions.

 

De plus, les accords bilatéraux des investissements contiennent également des clauses de ce genre. Cela apparaît tout à fait inacceptable!

 

Plus de transparence aussi dans l'organisation de BIO! En la matière, nous sommes intéressés par le fait que BIO va être évalué. J'ai appris que BIO soutenait la production d'asperges au Pérou, totalement destinée à l'exportation. Est-ce cela que nous voulons faire avec des crédits qui appartiennent effectivement au budget de la coopération?

 

Nous devons également accentuer la cohérence avec des obligations de transparence imposées aux entreprises européennes dans leurs investissements. À cet égard, il s'agit d'examiner la façon dont les entreprises doivent annoncer ou, en tout cas, faire connaître leur consommation de ressources naturelles dans les pays où elles investissent; faire connaître aussi les conditions dans lesquelles elles exploitent des mesures qui garantissent un respect des droits de l'homme, un respect des droits sociaux ainsi qu'un respect de l'environnement.

 

J'ai déposé une question auprès de vous deux, monsieur le ministre des Affaires étrangères et vous-même, monsieur Magnette, sur la contradiction qu'il y a aujourd'hui entre une possible exploitation pétrolière à l'intérieur des frontières du parc des Virunga et, par ailleurs, tous les crédits accordés à la protection de ce même parc, par la coopération internationale en tout cas.

 

Je pense que la cohérence passera aussi par une réorientation de la Politique agricole commune – j'y reviendrai – et par une remise en cause de l'importation massive des biocarburants qui sont en contradiction avec le développement d'une agriculture vivrière dans les pays que nous aidons.

 

Je souhaiterais que la Belgique, également par le biais du commerce extérieur, puisse être très proactive sur la question mondiale de l'alimentation, sur la crise alimentaire qui n'est pas terminée. Même si on n'en parle plus à certains moments, cette crise est bien là. J'entendais ce matin que le froid qui domine maintenant le continent risquait de faire monter le prix des céréales. Cela engendre immédiatement des mouvements de spéculation, de stockage et le prix risque de flamber dans des pays où les gens n'arrivent pas à se nourrir. Du jour au lendemain, il peut y avoir des émeutes de la faim. Structurellement, la situation est totalement inacceptable.

 

Dès lors, je vous demande de donner, au niveau des institutions internationales, comme la FAO et les Nations unies, la priorité à la lutte contre la spéculation sur les produits agricoles et à la lutte contre l'accaparement massif de terres qui se fait dans de mauvaises conditions. C'est malheureusement presque toujours le cas. Il faut veiller à ce que notre politique agricole commune n'ait pas des effets négatifs dans le Sud, comme c'est malheureusement le cas actuellement.

 

Je vous rappelle à cet égard que nous avons voté des résolutions sur lesquelles vous pouvez vous baser pour avoir le soutien du parlement dans vos politiques.

 

01.66  Juliette Boulet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre des Affaires extérieures, je souhaite aborder quelques points qui complètent la discussion que nous avons déjà eue en commission au sujet de votre note de politique générale et du budget.

 

Je trouve extrêmement positif que vous soyez en charge des matières européennes, des matières extérieures ainsi que du commerce extérieur. Nous pourrons ainsi voir se développer une politique plus cohérente. C'est en tous cas ce que j'espère profondément.

 

Dans un des premiers points de votre note, vous avez insisté sur le rôle de la Belgique au sein de l'Union européenne et, évidemment, sur la place de l'Union au niveau international. Je pense qu'effectivement, il s'agit d'un des premiers niveaux de discussion. L'Union européenne, en tant que telle, doit encore plus prendre sa place au niveau international. Dès lors, j'attends de vous que l'on puisse influencer au maximum les travaux sur le renouvellement des positions communes au niveau européen. J'attends aussi que la Belgique adopte une position réactive à l'égard de la commissaire Ashton afin de construire un réel positionnement européen en matière de politique internationale. Celui-ci est parfois malheureusement lacunaire. L'Union européenne doit pouvoir parler d'une seule voix, être ambitieuse afin de maintenir des standards élevés en matière de respect des droits de l'homme. Elle ne doit donc pas hésiter à aller plus loin si la position européenne s'avérait trop faible, voire impossible à mettre en place.

 

Votre note est également très orientée "commerce extérieur". Tous les collègues l'ont mentionné lors du débat budgétaire. Il s'agit d'un point important des relations internationales. Cependant, se limiter à ce seul point au niveau des relations internationales de notre pays est insuffisant.

 

J'attends de vous que vous affirmiez la position de la Belgique sur la scène internationale, au sein de l'Union européenne, mais aussi à l'ONU, dans les autres institutions internationales et dans les relations bilatérales. Je serai attentive à ce que cela se fasse dans le clair respect des conventions internationales.

 

Les défis sont énormes. Je ne vais pas faire le tour de la planète, comme on a essayé de le faire en commission, lors des débats sur votre note. Mais je pense à quelques éléments fondamentaux. Par exemple, à ce qui se passe à l'heure actuelle autour du Printemps arabe et de ses difficiles transitions démocratiques. Nous aurons l'occasion d'y revenir très souvent. Et puis, le bain de sang qui a lieu en Syrie doit retenir toute votre attention.

 

Je pense aussi au réchauffement climatique et à ses conséquences sur les nombreux déplacements de population et les conflits que cela peut engendrer. Des discussions internationales ont lieu actuellement sur la création éventuelle d'un statut pour les déplacés environnementaux. Je pense aussi aux nombreuses catastrophes environnementales qui ont lieu et à la réponse urgente que nous devons apporter en termes humanitaires, mais aussi en termes de reconstruction.

 

Le conflit israélo-palestinien devra être abordé à nouveau ainsi que les initiatives en cours à l'ONU de la part de la Palestine pour pousser la reconnaissance de celle-ci. Je pense aussi à l'Iran et à l'augmentation des tensions dans la région, notamment autour du détroit d'Ormuz. On attend une voix forte de la Belgique sur ces différents dossiers.

 

La politique belge en matière de commerce extérieur devra se faire en bonne collaboration avec les entités fédérées, puisqu'elles jouent aussi leur rôle dans les relations économiques internationales de notre pays. Je prends un exemple, monsieur le ministre, je trouve intolérable qu'une mission économique de la Région flamande soit en partance pour la Birmanie à l'heure actuelle.

 

La Birmanie est effectivement en transition vers un pouvoir civil et fait l'objet de toute l'attention internationale mais elle n'en reste pas moins une dictature militaire. On sait que des élections ont eu lieu mais qu'elles n'ont pas été reconnues par la communauté internationale car elles n'étaient ni libres ni transparentes. Ce qui se met en place est certes intéressant mais ce n'est pas encore suffisant pour y envoyer des missions économiques ni pour lever des sanctions, comme cela a déjà été fait pour l'octroi de visas. Il faudra également parler de la lutte contre l'impunité car on ne peut pas laisser des crimes impunis dans ce genre de pays. Il faudra donc œuvrer pour traduire ces pays devant une juridiction internationale si cela s'avère nécessaire.

 

En ce sens, il sera également intéressant d'entendre votre position sur ce qui se passe au Tibet, précisément dans la province du Sichuan. Je veillerai à ce que vous puissiez dire non à des objectifs économiques dès lors qu'ils mettraient en péril nos standards en termes de droits de l'homme, en termes environnementaux et en termes de normes sociales.

 

En ce qui concerne votre volonté de réformer les services diplomatiques, j'ai lu dans la presse les propos que vous avez tenus lors des Journées diplomatiques. Il serait intéressant d'avoir une discussion plus approfondie sur le sujet et d'associer la commission à votre réflexion. Je pense surtout qu'il faudra associer les principaux concernés à cette réforme. En effet, ceux qui sont sur le terrain sont les plus à même de faire des propositions constructives sur la manière d'arriver à un fonctionnement optimal qui assure, avec moins de moyens, la même qualité de service pour nos ressortissants. Il est important qu'on puisse vous entendre sur les collaborations éventuelles, au cas par cas, que nous pourrons mettre en place avec le Service européen pour l'Action extérieure. Nous en avons déjà beaucoup parlé avec votre prédécesseur.

 

Monsieur le ministre, comme vous l'avez dit, vous passez des Finances au Affaires extérieures et la transition n'est pas facile. Vous avez dit que les Finances étaient une chose très concrète et que les Affaires extérieures étaient un peu le ministère de la parole. Je serai à vos côtés pour vous permettre de passer rapidement de la parole aux actes.

 

01.67  Bert Maertens (N-VA): Mijnheer de voorzitter, daarnet was er een beetje verwarring want de volgorde is blijkbaar wat veranderd.

 

Mijnheer de minister, collega’s, ik begin met het goede nieuws. Ik zal een aantal positieve dingen uit uw beleidsnota naar voren schuiven. Ik zie een tweetal, heel concrete dingen die volgens ons een goede stap vooruit kunnen zijn. U blijft in uw nota die eigenlijk een vrijwel letterlijke kopie is van het regeerakkoord, zeer vaag. Voor veel elementen ontbreekt het aan een concreet stappenplan. De timing is weinig of niet opgenomen. Ook de budgettaire impact moet nog even worden afgewacht. De nota blijft vaag in die mate dat wij sterk twijfelen aan de geloofwaardigheid van alle voorstellen en vooral de uiteindelijke realisatie ervan.

 

Ik pik er twee positieve zaken uit. Ten eerste, het nieuwe statuut voor de militairen. Ik denk dat elke partij, ook de onze, dit al veel langer zegt en vraagt. De N-VA wil ook een kortere loopbaan voor militairen. Later moet men dan zekerheid krijgen of voorrang bij een andere job – bij de overheid of in de privé-sector – na afloop van de korte, actieve, operationele militaire carrière. Ik denk dan aan een job als politieagent, cipier, veiligheidsagent en dergelijke meer. Ik ben ervan overtuigd dat zo’n nieuw statuut, zo’n nieuwe manier van werken inzake rekrutering en doorstroming naar andere jobs de aantrekkelijkheid van de job als militair fundamenteel zal versterken. Dat is zeer belangrijk.

 

Jongeren moeten een toekomstperspectief hebben als zij het leger intreden. Het liefst hebben zij een aangenaam, aantrekkelijk en interessant toekomstperspectief. Dit zal ervoor zorgen volgens mij dat het aantal vroegtijdige vertrekken uit het leger – een pest waar het leger nu sterk mee te kampen heeft – zal dalen. Het zal ervoor zorgen dat wij eindelijk een echt jong en operationeel leger kunnen creëren waarmee wij aan militaire operaties zullen kunnen deelnemen. Na verloop van tijd kunnen die jonge mensen doorstromen naar andere functies.

 

Het nieuwe statuut zal natuurlijk niet alles zijn. Het zal niet met het nieuwe militaire statuut zijn dat u alle problemen inzake vroegtijdig vertrek en inzake rekrutering zal kunnen oplossen.

 

Ik heb deze week in de commissie nogmaals duidelijk gesteld dat, zoals u weet, voor Defensie een bijzonder grote uitdaging in het versterken van het imago van ons leger ligt alsook in de communicatie die Defensie inzake rekrutering en algemene beeldvorming voert. De communicatie en het imago moeten pakken beter. De communicatie moet professioneler, veel frisser en moderner worden. Ze moet ook meer jongeren aanspreken dan vandaag het geval is.

 

Ter zake betreur ik dat ik in uw beleidsnota over deze versterking weinig tot niets lees. Ik kijk dus uit naar uw heel concrete initiatieven. In de nota zelf zie ik ze immers weinig of niet staan.

 

Een tweede positief punt is al door andere leden vandaag vaak aangehaald, met name de niches of excellence, de specialiteiten van ons leger, die wij moeten definiëren om ons de komende jaren op te focussen, mede in het licht van de budgettaire context waarmee wij kampen.

 

Ik vraag mij af wat deze niches zijn. U hebt zelf gezegd en toegezegd om in de commissie een goed debat over het onderwerp te voeren. Wij kunnen zelfs hoorzittingen rond het thema organiseren. Ik lees echter in Le Soir – de heer Ducarme heeft er ons ook al op attent gemaakt – dat u eigenlijk al aangeeft wat de niches zullen zijn. U geeft mee dat het de medische component zal zijn, dat het onze paracommando’s zullen zijn, dat het – heel terecht overigens – de mijnbestrijdingscapaciteit is en dat het onze Search and Rescue zal zijn.

 

Ik vraag mij echter af waarop u zich baseert om deze categorieën en taken als niches of excellence te benoemen. Het antwoord daarop wil ik straks graag van u horen. Het is immers helemaal niet duidelijk.

 

Heeft het echt te maken met de expertise waarover wij beschikken? Heeft het te maken met de meerwaarde die wij, samen met andere landen en legers, op deze domeinen aan internationale operaties kunnen bieden? Heeft het daarentegen vooral met het kostenplaatje te maken?

 

Wat lees ik immers bijvoorbeeld niet in Le Soir en wordt door u niet als een niche of excellence benoemd? Dat is bijvoorbeeld onze jachtcapaciteit. Ik heb het over onze jachtvliegtuigen, die u blijkbaar niet vernoemt. Nochtans weten wij allen dat onze F-16-piloten in Libië als heel bekwaam en erg goed werden aangezien.

 

Ik vraag mij bijgevolg af waarom de jachtcapaciteit niet in uw lijstje voorkomt. Heeft het, zoals mijn buikgevoel mij aangeeft, vooral te maken met het kostenplaatje van de vervanging van de F-16’s die toch op onze politieke agenda komt of zijn er andere objectieve redenen? Desgevallend zou ik ze heel graag van u horen.

 

Dat waren twee positieve zaken die ik hier wil meegeven. Er zijn nog een aantal zaken. Ik kom er straks misschien nog op terug.

 

Mijnheer de minister, ik weet via de media, en ik hoor ook van de collega’s die tijdens de vorige legislatuur Defensie hebben gevolgd, dat u goed zou scoren mochten de kranten een rapport hebben gemaakt voor de leden van de vorige regering. Ik verneem dat u ook van N-VA een goed rapport zou krijgen, omdat u de enige van de vorige regering is die stevig bespaard heeft, in tegenstelling tot andere ministers en andere departementen. Alleen hebt u naar ons aanvoelen bespaard tot een kritisch minimum.

 

U hebt uw Transformatieplan inzake de afslanking van het legerpersoneel correct uitgevoerd. Het leger is afgeslankt tot 30 000 militairen en 2 000 burgerpersoneelsleden. U hebt ervoor gezorgd dat de internationale operaties opnieuw agendapunt nummer 1 zijn bij Defensie. Daardoor is onze nationale geloofwaardigheid sterk gestegen. U kreeg goede punten, niet alleen van N-VA, maar ook van de NAVO en van uw vrienden in de Verenigde Staten.

 

U bent, wat ons betreft, tijdens de vorige legislatuur met onderscheiding geslaagd. Als dank voor dat goede resultaat mag u nu van uw kameraden in de regering en van uw eigen voorzitter een bisjaar doen. U mag Defensie nog eens leiden. Alleen krijgt u er nu amper middelen voor. Integendeel, u moet onder toezicht van uw kameraden dwars door de spieren van Defensie snijden, terwijl u al door het vet gegaan bent en op de spieren zit. Zo zult u uw eigen beleidsresultaten uit de vorige regeerperiode helaas bijna moeten tenietdoen.

 

Ik betwijfel dus of u wel – om het in het West-Vlaams te zeggen – met volle goesting aan deze tweede ronde als minister van Defensie bent begonnen.

 

Collega’s, Defensie wordt opnieuw meer uitgehold. Defensie dreigt op die manier de internationale geloofwaardigheid die zij had opgebouwd opnieuw te verliezen. Wat merken wij? Collega Grosemans heeft dat verhaal al gebracht, dus ik ga er niet al te diep op in. De kredieten voor investeringen worden opnieuw afgebouwd tot – zo vrezen wij – een te laag niveau. Daardoor zullen noodzakelijke investeringen in materieel niet of onvoldoende kunnen gebeuren. Dat zal onvermijdelijk een impact hebben op de buitenlandse operaties, op de veiligheid van onze militairen die minder mogelijkheden hebben om te trainen, op de motivatie van de militairen, en uiteindelijk ook op de internationale positie als trouwe partner binnen de NAVO.

 

Wij zien ook dat Defensie op personeelsvlak opnieuw een van de grote slachtoffers van de noodzakelijke besparingsronde op federaal vlak zal zijn. U hebt zelf al uitentreuren herhaald dat Defensie al genoeg heeft gedaan. "On a déjà donné", zijn uw eigen woorden. Het leger krimpt dus opnieuw in tot een leger van 30 000 militairen en 2 000 burgers.

 

Volgens uw beleidsnota, mijnheer de minister, zult u de verdere afslanking realiseren door een rationalisatie van de hogere kaders en staven. De operationele eenheden zullen worden gevrijwaard. Dat staat letterlijk in uw nota. Dat betekent dus geen enkele personeelsvermindering bij die operationele eenheden. Dat is wat door deductie in uw nota te lezen staat.

 

01.68  Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, je suis assez stupéfait par le discours de M. Maertens. Il nous parle d'image de l'armée, qu'il faudrait mieux communiquer, mieux la porter, mieux la défendre, bref, mieux la valoriser. Puis il nous dit qu'il ne reste plus que les os, qu'il n'y a plus de chair, que l'armée n'aura plus de crédibilité. C'est ce que vous avez dit!

 

Pourtant notre niveau d'ambition est préservé. Je comprends, monsieur Maertens: vous êtes dans l'opposition. Néanmoins, porter le fer aussi profondément dans ce département n'est pas correct. Oui, ce département souffre de certaines difficultés; oui, il a plusieurs challenges à relever, mais la plus mauvaise pub pour l'armée aujourd'hui n'est ni De Crem ni ce gouvernement: c'est la N-VA.

 

01.69  Bert Maertens (N-VA): Mijnheer Ducarme, het gaat ook over het ambitieniveau van Defensie. Ik vrees ervoor— ik heb niet gezegd dat het zo zal zijn, maar ik vrees ervoor — dat onze internationale positie en de werking van Defensie bemoeilijkt zullen worden door opnieuw te snijden in investeringskredieten en het personeel. Die zaken zorgen ervoor dat wij moeten kiezen.

 

Wij hebben de keuze. Ofwel stellen wij ons ambitieniveau voor Defensie bij, naar beneden. Ik vrees daar een beetje voor. Ofwel willen wij dat ambitieniveau behouden. Dat moet de bedoeling zijn. Daarom is het zeer belangrijk dat wij specialiseren en samenwerken. Wij moeten zeer intens samenwerken. Voor ons moet het veel verder gaan dan wat de minister aankondigt in zijn nota. Men moet namelijk de aankopen standaardiseren. Voor ons moet het ook gaan over de gezamenlijke uitoefening van operaties en de gezamenlijke organisatie van de eenheden.

 

Uw intenties in de nota zijn goed, mijnheer de minister. U zegt dat u een nieuwe impuls wilt geven aan een grotere militaire samenwerking in Europa. Dat is zeer positief, maar het blijft een beetje vaag. Wij weten allemaal dat een Europees leger en een verregaande Europese samenwerking inzake Defensie de toekomst moeten zijn, maar wij weten ook dat dit pad zeer moeilijk te volgen is. De grootmachten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland, staan niet te springen om met kleine landen, zoals het onze, zeer verregaand samen te werken. Zij willen de autonomie en het eigen beslissingsrecht over Defensie houden. Daarom wil ik nogmaals hameren op ons voorstel om, in afwachting van het Europese verhaal, prioritair in te zetten op militaire samenwerking met de collega’s in de lage landen.

 

Wij weten, uit bezoeken, dat de interesse er is. Ik stel voor, mijnheer de minister, om u daar heel intens mee bezig te houden en actief met uw collega’s te communiceren, teneinde ervoor te zorgen dat wij naar een zeer verregaande Benelux-samenwerking, een samenwerking met de lage landen, kunnen gaan, in afwachting van een Europees verhaal. Wij zullen dat debat nog voeren in de commissie. Wij zullen hoorzittingen organiseren. Ik reken daarvoor ook op uw goede medewerking en actie ter zake.

 

01.70  Damien Thiéry (FDF): Monsieur le président, monsieur le ministre de la Défense, chers collègues, comme ce matin, je serai bref et je remettrai au ministre le document reprenant la globalité de mon intervention, afin qu'il puisse répondre aux différentes questions qui pourraient rester pendantes.

 

Monsieur le ministre de la Défense, il y a une chose sur laquelle nous sommes d'accord: l'armée, la Défense, est un pilier de la Belgique. Il faut donc tout mettre en œuvre pour garder une armée cohérente, conséquente et, surtout, qui soit crédible aux yeux de l'opinion internationale.

 

Je voudrais vous poser un certain nombre de questions. Vous dites que, pour réaliser votre ambition et donner une nouvelle impulsion à une grande coopération militaire en Europe – il s'agit-là bien entendu, pour moi, d'une bonne piste –, notre armée comprendra, à l'horizon 2015, 32 000 personnes.

 

Dois-je vous rappeler qu'en définitive, dans le cadre de la restructuration en cours, environ 9 000 personnes ont changé de lieu de travail, dont 3 000 en dehors de ce qu'on appelle un 'plateau', c'est-à-dire la province dans laquelle ils travaillaient? Certains ont d'ailleurs fait appel de cette décision, mais je vous passe tous les détails. Je me demande si c'est bien là une manière d'inciter les gens à adhérer à votre projet.

 

Le plus gênant, c'est qu'aujourd'hui – c'était déjà le cas dans le cadre de votre plan de restructuration qui est réalisé à plus ou moins 88 % –, on parle de faire des économies supplémentaires, on parle de la fermeture de Spa – mais je peux me tromper sur ce point –, d'Eupen, de Coxyde et, éventuellement, à terme, de la base de Florennes. Si tel devait être le cas, monsieur le ministre, ce serait en totale contradiction avec ce que vous avez dit à l'occasion des auditions de notre groupe de travail. J'attends donc que vous nous donniez des informations à ce sujet. En effet, je rappelle que la base de Florennes est le plus gros employeur de la province de Namur.

 

Je me demande dans quelle mesure, dans le cadre de l'épure budgétaire nécessaire à laquelle nous sommes en train de procéder, l'armée en tant que telle, ne sert pas de balance. Vous avez donné des explications cohérentes et conséquentes au sujet du gel des 280 millions d'euros, mais chacun sait qu'il faudra revoir le budget d'ici la fin du mois et qu'à cette occasion, il ne sera plus question de gel, mais de suppression.

 

Je me demande si de nouvelles suppressions financières dans votre département ne vont pas être nécessaires, auquel cas vous ne pourriez plus mener à bien la politique que vous souhaitez.

 

Enfin, vous envisagez de remplacer les F-16 aux alentours de 2014. Là aussi, tout le monde serait en droit de se demander si c'est possible d'un point de vue budgétaire. Vous désirez travailler avec des pays nordiques. Je rejoins la remarque de M. Ducarme, car nous pourrions collaborer avec d'autres pays amis du Sud de l'Europe. Pensez-vous sincèrement que nous aurons les moyens d'investir dans un tel projet?

 

Il reste une question fondamentale, qui a justifié ma présence au sein du groupe de travail Équilibre linguistique au sein de l'armée. Qu'en est-il? Votre réponse a consisté à dire que vous vous en souciiez et que vous alliez prendre des initiatives, mais que vous attendiez nos conclusions. Je les attends aussi. J'irai même jusqu'à me demander si, pendant que se concluaient les accords gouvernementaux, on n'a pas délibérément gelé le débat. Actuellement, je ne vois toujours aucun progrès en ce domaine. Il avait été question d'un équilibre dans les comités d'avancement; ce n'est toujours pas le cas. On avait aussi demandé que les épreuves linguistiques correspondent au cadre européen commun de référence, comme c'est le cas au Selor. Pour le moment, rien n'a changé. J'imagine que, là aussi, vous attendez le rapport définitif du groupe de travail. Or si l'on met parfois la charrue avant les bœufs, si l'on prend des décisions avant de consulter, j'ai l'impression que c'est ici le contraire! On aurait pu avancer beaucoup plus vite.

 

Pour terminer, le phénomène cyclique de cette question linguistique dont vous avez parlé existe depuis plus de vingt ans. Si j'ai bon souvenir, votre prédécesseur avait même soumis des propositions pour essayer de rétablir l'équilibre parmi les grades supérieurs. Il n'a pas été suivi. Néanmoins, je peux concevoir, vu votre ambition, monsieur le ministre, que vous puissiez en deux ans rompre avec ce cycle de vingt ans, de sorte que chacun – francophone comme néerlandophone – soit traité de la même manière au sein de l'armée.

 

01.71  Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, je voudrais dire à M. Thiéry qu'en effet, certains ont parlé de déséquilibre cyclique; c'est pourquoi nous avons insisté - c'est écrit ainsi dans l'accord gouvernemental -, pour que l'équilibre linguistique au sein de la Défense soit "un souci permanent".

 

01.72  Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, rassurez-vous, je ne referai pas le tour du monde que nous avons eu l'occasion de faire en commission, mais la voix belge est importante et je m'arrêterai à quelques points.

 

Ik heb enkele vragen en opmerkingen gekregen van onder andere de heer Luykx over ons netwerk in de wereld.

 

Er bestaan daarvoor criteria. Er is het politieke criterium waar wij een beleid in de wereld willen voeren. Daarnaast is er het criterium van de locatie van Belgen in het buitenland, of nog waar worden er visa aangevraagd, met andere woorden waar we consulaire activiteiten moeten ontwikkelen. Nog een ander criterium is de vraag waar de bedrijven uit de verschillende Gewesten belangen hebben, wat we onze activiteiten van economische diplomatie kunnen noemen. Ik zal het daarover straks nog hebben. Ten slotte is er het criterium voor welke landen we aan ontwikkelingssamenwerking doen.

 

Wij willen niet louter een besparingsoperatie uitvoeren. De bedoeling is om met een gesloten envelop te werken. Wij zullen pas na de begrotingscontrole in het tweede semester beslissingen nemen. We zullen alvast geen posten sluiten of herstructureren. Wel willen we nieuwe posten openen en ons netwerk aanpassen aan de nieuwe wereldontwikkelingen.

 

Dans cette démarche, il faut bien être conscient de la façon dont nous allons travailler, Mme Boulet y faisait allusion tout à l'heure. Nous allons travailler avec le service d'action extérieure au niveau européen mais ce sera un travail à moyen et long termes. Ce n'est pas dans les prochains mois que nous pourrons nous organiser en fonction de l'évolution de ce service. Nous allons également tenter de le faire en tenant compte de la représentation des Régions, avec lesquelles nous pourrons travailler de manière de plus en plus intégrée, au moins sur le plan logistique, pour ne pas disperser les moyens. Nous allons bien entendu mener des consultations. C'est la raison pour laquelle que j'ai lancé, sur base d'un travail déjà en cours au sein du département, une consultation de l'ensemble de nos diplomates, comme nous consulterons les différents stakeholders, les entreprises, les Régions ou d'autres partenaires. Le Parlement sera évidemment associé à la démarche qui, je le répète, n'est pas une démarche d'économie budgétaire mais de redéploiement de notre réseau à enveloppe fermée.

 

Ik kreeg ook enkele vragen inzake de Benelux. Wij zullen gedurende een jaar het voorzitterschap van de Benelux bekleden. Om zeer concreet te zijn, in de eerste plaats zullen we de Europese beslissingen uitvoeren en desgevallend zullen we meer doen met de Benelux dan met de 27 lidstaten. Waarom niet. Correct samenwerken is nu eenmaal beter.

 

Wij proberen ook alsmaar vaker een gezamenlijk standpunt te verdedigen in Europa en zelfs ook op andere fora. Dat is zeer nuttig, niet alleen voor de drie Benelux-landen, maar ook voor andere partners als de Baltische en Scandinavische landen of de Visegradgroep. Het is altijd nuttig om naar een Europese Raad te gaan met een sterk standpunt niet alleen van België, maar van verscheidene Europese landen. Met de huidige evolutie in Europa met sterke standpunten van Frankrijk en Duitsland is het soms nuttig om een en ander met enkele andere landen samen te bekijken. Wij proberen dat. Dat vergt, klaar en duidelijk, een zeer goede samenwerking.

 

Wat de Gewesten betreft, zijn we zeker en vast bezig met het Vlaams Gewest inzake infrastructuur. Ook met de andere Gewesten heb ik veel contact gehad over bijvoorbeeld de aanpak van de drugstrafiek van Maastricht naar ons land naar aanleiding van de vragen van Limburgse gemeenten en gemeenten rond Luik.

 

Monsieur le président, un troisième point concerne l'évolution en Europe, comme M. Dallemagne y faisait allusion. Je suis très heureux que notre voix, comme celle d'autres, ait pu être entendue et que le président du Conseil européen notamment, M. Van Rompuy, ait mis la croissance et l'emploi en premier point de l'ordre du jour de ce Conseil. Tout le débat budgétaire, auquel j'ai participé pendant de longues années, n'est pas une fin en soi. Être en équilibre budgétaire, diminuer l'endettement, cela a pour objectif de soutenir la croissance, de créer de l'activité et de, finalement, améliorer le bien-être. On ne fait pas un travail budgétaire pour le budget en soi.

 

J'ai été très heureux de voir que, notamment sous l'impulsion belge, avec d'autres partenaires, on a pu remettre à l'avant-plan, l'emploi des jeunes, la formation – vous en avez parlé avec le premier ministre en comité d'avis –, le marché intérieur – nous insistons beaucoup pour le renforcement de la démarche concernant le brevet européen et j'espère que, sous présidence danoise, nous arriverons enfin à un accord –, le renforcement du marché des services et le soutien aux petites et moyennes entreprises qui est le troisième volet en la matière, en financement comme en simplification.

 

Le Traité est un pas important mais insuffisant. C'est un pas important en matière de discipline et de renforcement de la solidarité à travers des moyens qui sont apportés au Fonds de soutien aux pays en difficulté. Cependant, il faut sans cesse revenir sur un programme de croissance et d'emploi. Le Parlement européen semble d'ailleurs évoluer en la matière.

 

Le dernier élément, monsieur le président, a été évoqué par de nombreux intervenants. Je ne vais pas faire le tour du monde; cela nous mènerait trop loin! C'est cet équilibre, plutôt que la contradiction que l'on présente souvent, entre la diplomatie économique et la défense d'un certain nombre de valeurs en matière de droits de l'homme, de démocratie, de renforcement de ce à quoi nous croyons en Europe et que l'on tente de faire partager dans le monde.

 

Je dirai plusieurs choses à ce propos.

 

De heer Tuybens zei het reeds: wij moeten prioriteit geven aan de mensenrechten. Ik probeer om die richting uit te gaan, in samenwerking met de Gewesten als het gaat over economische diplomatie. Ik heb reeds contact genomen met de minister-president van Vlaanderen voor de kwestie Libië. Het is echter beter om eerst een politiek bezoek te organiseren in plaats van een economisch bezoek. Dezelfde redenering zal gelden voor Myanmar. Dat zijn landen waar we recent een positieve evolutie vaststellen. Het is nuttiger om eerst een politiek bezoek te organiseren dan alleen een bezoek met bedrijven. De samenwerking met de Gewesten is daar zeer belangrijk. Het is perfect mogelijk om de mensenrechten sterk te verdedigen en toch ook economische contacten te leggen.

 

Les sanctions économiques ont aussi un impact. Il ne faut pas les considérer comme démesurées, mais on peut faire primer notre sécurité ou la défense des droits de l'homme, des libertés individuelles sur des contacts économiques. C'est ce que nous faisons à l'égard de l'Iran: prendre des sanctions fortes, même si elles peuvent avoir des conséquences néfastes non seulement sur des activités commerciales mais sur le niveau des prix, par exemple, en matière d'énergie dans nos pays. Un équilibre doit être trouvé, mais la sanction est peut-être le premier enjeu.

 

En Syrie, nous devons privilégier la démarche des sanctions, même si parfois, cela peut entraîner des difficultés pour l'un ou l'autre État qui participe à l'opération de sanction. Mais ces sanctions ont parfois un effet positif. Je ne reviendrai pas sur les événements qui se sont déroulés en Libye, mais en Birmanie, parmi d'autres éléments, les sanctions qui ont isolé le pays ont probablement eu un effet. Madame Boulet, je crois utile de lever au moins les sanctions en matière de visa – cela ne signifie pas qu'on va lever l'ensemble des autres sanctions - mais permettre des contacts sur place, ici ou ailleurs, avec des dirigeants du pays me paraît opportun. Cela montre que la démarche de sanction peut avoir un impact comme la démarche en matière de défense très claire des droits de l'homme.

 

Monsieur Dallemagne, j'ai eu l'occasion de parler avec mes collègues européens de la situation en Russie ou au Tibet. Nous reviendrons sur le sujet de Conseil en Conseil.

 

En conclusion, nous tenterons de mener cette politique partout dans le monde au départ de rapprochements avec des pays, comme les pays du Benelux ou d'autres, au départ surtout d'une action forte au sein de l'Union européenne, mais en tenant compte de la situation pays par pays.

 

Pour prendre deux exemples, tous parlent du printemps arabe. Les saisons sont très variables d'un pays à l'autre. Il va falloir en tenir compte dans les contacts – j'en aurai dans les prochaines semaines dans chacun des pays concernés – et il va falloir aussi tenir compte des situations très spécifiques d'évolution.

 

Ainsi, lorsqu'on me parle de la manière d'observer les comportements dans le domaine électoral dans un pays, il faut se rendre compte que nous obtenons au moins, par notre action dans certains pays, l'organisation d'élections et la capacité de les suivre. Dans d'autres, où parfois nos relations commerciales sont très importantes, je n'ai pas le souvenir de la dernière date des élections.

 

Donc, l'approche pays par pays est évidemment très importante. Il va quand même falloir se rendre compte que l'on ne peut agir uniquement par paternalisme, que l'on ne doit pas avoir notre langue en poche en matière des droits de l'homme, mais qu'il faut chaque fois regarder la direction empruntée par chacun des partenaires. Aussi longtemps que nous sommes dans une voie de progrès, il importe d'accompagner. Si l'on sent que la voie n'est plus la même, il importe d'être vigilant et, le cas échéant, de pratiquer des sanctions.

 

Mais je préfère discuter de tous ces points avec le Parlement, parce que le plus large soutien possible dans des assemblées parlementaires en Belgique comme en Europe est nécessaire si on veut faire entendre notre voix dans le monde.

 

01.73  Paul Magnette, ministre: Monsieur le président, chers collègues, je serai bref, puisque peu d'interpellations me sont adressées dans ce vaste débat, mais j'apporterai quelques éléments tout de même.

 

Mme Snoy et quelques autres ont parlé de la cohérence. Il s'agit d'un élément fondamental de la politique que nous devons mener en matière de coopération, et ceci pour deux raisons. La première est qu'il est toujours bon d'être cohérent dans notre attitude sur la scène étrangère. La deuxième, et la plus importante, est que le contexte a beaucoup changé ces dernières années. Voici 40 ans, comme je le disais dans ma note de politique générale, l'aide publique au développement représentait 70 % des flux nord-sud. Aujourd'hui, ils ne comptent plus que pour 13 %. L'essentiel des flux passe par le retour de l'argent généré par la diaspora, par les investissements directs étrangers, et, finalement, par la mondialisation.

 

Nous avons donc l'obligation de concentrer davantage ces fonds afin qu'ils fassent la différence et créent un vrai effet levier. Ceci ne veut pas dire que nous devons revenir sur la liste des pays de la concentration. Je ne suis pas favorable à un grand exercice comme celui-là. D'ores et déjà, 90 % de nos interventions sont concentrés dans dix pays d'Afrique, parmi les moins avancés.

 

Cela ne veut pas dire non plus qu'il faille sabrer dans la liste des partenaires de la Coopération au développement. Nous en avons beaucoup, mais leur nombre n'est pas incalculable. Ceci est le gage d'une certaine efficacité. Nous devons veiller à une certaine cohérence et à la concentration. Cela suppose surtout de construire davantage la cohérence de notre action extérieure globale et des instruments que nous utilisons dans les pays dans lesquels nous intervenons.

 

Nous le faisons déjà dans un grand nombre de domaines, et en partie grâce à cet instrument évoqué par Mme Snoy: le test d'incidence en matière de développement durable. Vous vous souvenez, par exemple, du débat que nous avons eu au sujet des agro-carburants. Lorsque nous avons rédigé les arrêtés royaux sur les agro-carburants, nous avons veillé à inscrire toute une série de critères qui permettent d'éviter que ceux-ci soient importés de pays dans lesquels on pratique la déforestation à vaste échelle ou bien dans lesquels il y aurait concurrence entre l'agriculture nécessaire à la souveraineté alimentaire sur place et la production de produits nécessaires à la fabrication d'agro-carburants.

 

Nous le faisons donc déjà dans une certaine mesure. Nous devons aller plus loin, et surtout dans le domaine de notre politique européenne. Les domaines concernés – qu'il s'agisse de la politique commerciale ou agricole, - relèvent largement, voire exclusivement, de la compétence de l'Union européenne. Nous devrons parler au niveau européen ce langage de cohérence que nous renforcerons sur le plan interne.

 

Sur le plan interne, toutes les pistes sont ouvertes, mais je reste ouvert à toute réflexion.

 

Cependant, j'ai attiré l'attention des parlementaires et des ONG sur le fait que nous disposons déjà de cette loi de 1997 sur le développement durable – et, dans développement durable, il y a "développement", donc aussi développement à destination des pays en développement – et de tout un dispositif de coordination interministérielle, d'évaluation, de reddition des comptes, etc. Tout cela fonctionne bien et mériterait peut-être d'être renforcé plutôt que de constituer, à côté, une lourde machinerie pas forcément indispensable.

 

De 0,7 % blijft een prioriteit voor de regering. Wij kennen allemaal de budgettaire omstandigheden waarmee wij worden geconfronteerd. In die budgettaire omstandigheden heeft de regering beslist dat er geen financiële middelen zijn om de begroting van Ontwikkelingssamenwerking te verhogen. Wij hebben de begroting echter ook niet verminderd, in tegenstelling tot wat veel andere landen in Europa wel hebben gedaan. Dat betekent dat wij door dit beleid 1,4 miljard euro zullen besparen.

 

Monsieur Dallemagne l'a mentionné, c'est aussi quelque chose qui reste difficile. Quand on annonce par voie de presse une aide pour tel ou tel pays, on est, dans l'immédiat, inondé de messages d'insultes et on lit dans les courriers des lecteurs des remarques telles que: "comment, les ministres vont gaspiller de l'argent dans ces pays étrangers!", etc.

 

Nous avons un gros travail de sensibilisation à faire, pour expliquer que c'est indispensable en termes éthiques, en termes de solidarité internationale. Et que c'est aussi extrêmement nécessaire dans notre propre intérêt. Peut-être devra-t-on mieux mettre en évidence des projets existants de co-développement dans lesquels la formation professionnelle dans un certain nombre de pays d'où partent des flux migratoires permet de maintenir ces flux migratoires et permet d'éviter des tensions chez nous tout en maintenant sur place une main-d'œuvre jeune et qualifiée, qui est absolument indispensable au développement.

 

Voilà quelques exemples de réflexions que nous devrons mener davantage, ensemble.

 

Het zal een beetje langer duren. Niemand kan heel duidelijk en precies weten wanneer wij de 0,7 % zullen bereiken. Dat hangt af van het niveau van ons bruto nationaal product en van de middelen beschikbaar door de groei die wij al dan niet zullen kennen. Misschien zullen we dat in 2014 of later kunnen bereiken. Als wij in 2012 59 % van onze begroting in de praktijk uitgeven, zullen wij meer uitgeven dan wij in 2011 hebben gedaan. Dat betekent dat de aanwezigheid van België in dit veld heel belangrijk blijft. Dat is ook een boodschap die onze partners heel goed gehoord hebben.

 

Je n'entrerai pas dans les détails à ce sujet.

 

Nous serons aussi attentifs à l'éducation de base, monsieur Dallemagne. Je suis tout à fait disposé à réfléchir à un renforcement des mécanismes d'évaluation de la politique que nous menons, même si c'est toujours un exercice difficile. On peut avoir des projets très efficaces sur le terrain et néanmoins constater que dans le pays concerné, le sida ou la faim continuent de progresser. Il faut se méfier d'indicateurs qui ne sont pas toujours faciles à utiliser en termes de corrélation. Il faut effectivement arriver à construire un message qui démontre à nos concitoyens que l'argent que nous dépensons l'est utilement non seulement en termes de principes mais aussi dans notre propre intérêt.

 

01.74 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, ik moet even teruggaan in de tijd omdat er heel wat te doen is rond de besparingen bij Defensie, de aanpassingen en de budgettaire maatregelen die zijn genomen. Ik zou willen teruggaan naar 2008.

 

Faisons le point sur les coûts budgétaires effectués au sein de la Défense.

 

Entre 2008, année de mon premier budget sous la législature précédente, et 2012, année du budget pour lequel nous demandons l'approbation, quelque 800 millions d'euros d'épargne ont été réalisés. En anciens francs belges, il s'agit de 35 milliards épargnés par notre seul département, c'est-à-dire un tiers du budget annuel.

 

Je tiens à souligner une fois de plus qu'il s'agissait d'un effort considérable et que les effets de ces coupures se font encore ressentir. Le contraire aurait été très étonnant.

 

Ten tweede, ik ben ook begonnen met een uitstaande schuld op investeringen.

 

En 2008, la dette sur les investissements s'élevait à environ 2,2 milliards d'euros; des factures n'étaient donc pas payées. J'ai essayé et j'ai réussi à réduire cette dette de quelque 50 %; cela implique qu'un montant d'un milliard d'euros reste ouvert sur certains plans d'investissements. Néanmoins, nous avons réussi à surmonter un double défi.

 

Afin de réaliser cette coupure de 800 millions et de permettre une réduction de 50 % de la dette du département, j'ai pris les mesures suivantes, qui étaient d'ailleurs toujours soutenues par des décisions du gouvernement après approbation de mon plan de réforme, le plan pour la finalisation de la transformation. Au cours de la même période, nous avons réduit le personnel de 42 000 à 34 000 membres, militaires et civils confondus. Pendant cette législature, comme prévu et après approbation du gouvernement tout entier, nous procéderons à une réduction supplémentaire pour arriver à 32 000 effectifs, 30 000 militaires et 2 000 civils.

 

Entre-temps, 23 emplacements militaires parmi les 79 qui existaient sur le territoire ont été fermés. Á cela s'ajoute le fait que nous avons été en mesure de réaliser les investissements les plus urgents.

 

Pour cette année, cela signifie que nous allons procéder à des investissements qui vont se calculer aux alentours de 80 millions d'euros et qui sont d'une nécessité absolue. Bien entendu, à moins que quelqu'un ait trouvé de l'or quelque part, le dossier du successeur du F-16 ne sera pas entamé. Si l'un de vous a la volonté d'entamer cette discussion et peut immédiatement me fournir les moyens, j'en serais ravi, mais je ne pense pas que ce soit le moment ni que l'opportunité se présente!

 

Il en est de même pour les frégates. J'ai assisté moi-même à l'arrivée d'une dernière frégate, en avril 2008. Donc le remplacement de deux de nos frégates ne sera pas mis à l'ordre du jour pendant cette législature.

 

Wat heb ik echter niet gedaan? Ik heb geen besparingen op operaties doorgevoerd. Men heeft het in de discussie heel vaak over wat onze niche, onze specialisatie, onze core business is. Dat zijn natuurlijk de operaties. Het is niet meer het feit dat mensen bij Defensie tewerkgesteld zijn, dat een deel uitmaakt van de core business van Defensie. Niet in het noorden, niet in het centrum en niet in het zuiden van het land.

 

Operaties zijn de core business en die operaties zijn uitgebreid. Omdat die operaties uitgebreid zijn en in het regeerakkoord worden behouden, zullen wij die investeringen doen met als eerste uitgangspunt de veiligheid van onze militairen wanneer ze uitgestuurd worden.

 

In Libanon zijn over een periode van zes, zeven jaar 5 000 Belgen in opdracht geweest. Sinds onze aanwezigheid in Afghanistan werden ongeveer 10 000 Belgische militairen ter plaatse uitgestuurd. Zij kunnen dat allemaal doen in de best mogelijke materiële omstandigheden. Dat houd ik dus aan.

 

Het programma Belgian Soldier in Transformation is dus iets wat aangehouden blijft.

 

Er zijn dus geen besparingen of coupures die de veiligheid van onze soldaten in gevaar brengt.

 

Er werden een aantal vragen gesteld die te maken hadden met raadgevers die mee blijven worden uitgestuurd voor de omkadering. Dat zal natuurlijk gebeuren.

 

Ik heb ook vragen en opmerkingen gehoord die ook vaak in de commissie zijn aangehaald.

 

Mevrouw Grosemans, u hebt natuurlijk een terecht punt als u zegt dat wanneer we meer geld zouden hebben we meer zouden kunnen investeren. Dat is natuurlijk een waarheid als een koe, maar in de vorige commissievergadering hebt u ervoor gepleit dat er meer geld zou moeten zijn, want dat we meer zouden moeten investeren. Nu zegt u dat we niet meer gaan investeren, maar dat we meer zouden moeten investeren, maar dat het budget niet naar omhoog kan. Ik laat het voor eens en voor altijd weten dat er niet meer geld voor Defensie komt.

 

Ik kan u zelfs met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zeggen dat er in de loop van de komende jaren misschien zelfs minder geld naar Defensie zal gaan. Dus stop die voor uzelf vermoeiende discussie om een pleidooi te houden voor een verhoging van het budget dat er nooit zal komen en dat totaal contraproductief is, want we zouden ons veel beter bezighouden met voorstellen om meer te doen met minder geld. Ik ga daar nu nooit meer iets over zeggen, want het is een totaal productiviteitsverlies om daar verder over te spreken.

 

Wij staan voor een belangrijke opdracht.

 

Le défi est gigantesque! Le gouvernement fédéral devra aller à la recherche de quelque 12, 13 voire 14 milliards d'euros supplémentaires! J'attends les résultats du conclave budgétaire mais il n'est pas exclu que l'on fasse à nouveau appel à la Défense.

 

Pour être très clair, il n'entre pas dans mes intentions de procéder à de nouvelles fermetures, pourvu que les décisions du conclave budgétaire nous donnent les moyens de finaliser les grands mouvements que nous avons commencés.

 

Het ligt dus niet in mijn intentie kazernes te sluiten, onder de voorwaarde dat wij met de middelen die ons toegewezen zijn, verder kunnen werken. Anders, en dat is logisch, zullen er opnieuw besparingen moeten komen op het personeel, op de werking en op de investeringen.

 

By the way, ik zie dat er nog steeds voortdurend beroep wordt gedaan op Defensie.

 

Le collègue Dallemagne a mentionné la notion de B-FAST qu'il aimerait voir se transformer – et non pas se déguiser – en un EU-FAST, c'est-à-dire la même opération mais conçue à l'échelon européen. Je soutiens à cent pour-cent sa proposition et je compte prendre des initiatives dans ce sens.

 

En cas de grève générale, il est fait appel à la Défense pour veiller à ce que les chefs d'État puissent rejoindre à temps les lieux de rencontre à Bruxelles et, dans un même mouvement, quitter les lieux où ils se sont rencontrés pour leurs réunions. Il s'agit alors d'une facture de 100 000 euros que la Défense paiera volontairement. En effet, à ma demande de qui allait l'acquitter, je n'ai pas encore obtenu de réponse.

 

Tout cela pour dire que la Défense est à nouveau au milieu du débat sociologique: il existe toujours des adversaires de la Défense, parfois des ennemis de la Défense, mais aussi pas mal d'amis de la Défense.

 

Elle jouera encore un rôle très important dans nos engagements internationaux, et ce, sous l'égide des Nations unies, sous l'égide de l'Union européenne et sous la bannière de l'OTAN. C'est la raison pour laquelle, cette année, se déroulera une opération supplémentaire sous l'égide de l'Union européenne, c'est-à-dire la participation d'une frégate à l'opération Atalante.

 

Er werden vragen gesteld met betrekking tot de asielopvang en de noodopvang. Ik spreek tot u als minister van Defensie, en niet als minister van Defensie en Asiel. Soms is er une confusion des genres.

 

Defensie heeft op een bijzonder constructieve wijze bijgedragen tot het verhelpen van de opvangcrisis voor daklozen en asielzoekers. Dit is al vier jaar na elkaar het geval. Ik heb daarover niet veel getoeterd. Ik zou het ook misplaatst vinden indien een minister van Defensie daarover veel getoeter zou verkopen.

 

Zoals de vorige jaren heeft Defensie opvangplaatsen aangeboden in haar verschillende kazernes die verspreid zijn over heel het land. Het gaat hierbij om 3 273 permanente opvangplaatsen voor de reguliere asielopvang en, bijkomend tijdens de wintermaanden en deel uitmakend van het initiatief Operatie Winter, om 273 occasionele plaatsen voor daklozen. Dat wil dus zeggen dat bij Defensie in totaal 3 510 plaatsen ter beschikking staan. In de marge daarvan verdelen wij ook nog eens jaarlijks kledingstukken aan hulpbehoevenden.

 

De 3 273 opvangplaatsen voor de reguliere opvang situeren zich in Ans, Bastogne, Bierset, Houthalen-Helchteren en Florennes. Specifiek voor de opvang van daklozen stelt Defensie bedden ter beschikking in Zwijndrecht, Brasschaat, Bevekom, Doornik, Luik, Marche-en-Famenne, Aarlen, Jambes en in Zeebrugge.

 

Vorig jaar heeft Defensie 7 204 keer onderdak verschaft aan daklozen. Dit jaar deden wij dat in dit kader al voor 2 818 mensen. Dat zijn de cijfers op 31 januari. Voor de nacht van 31 januari op 1 februari waren ongeveer 3 200 van de 3 510 plaatsen ingenomen. Specifiek voor de noodopvang waren 86 van de 237 plaatsen ingenomen.

 

De kazernes die zijn aangeduid voor de occasionele opvang worden geopend zodra de capaciteit bij de sociale organismen overschreden is. Defensie voorziet dus in onderdak. Dat is de overeenkomst die wij hebben gesloten met de andere departementen. Omwille van de begeleiding en de bijzondere problematiek bij daklozen moet het transport om veiligheids- en organisatorische redenen gebeuren door bevoegd personeel van deze sociale organisaties.

 

Ik meen dat dit, in het kader van de fair share, het verdelen van de lasten, een bijzonder goede zaak is.

 

En ce qui concerne les équilibres linguistiques, pas mal de collègues sont intervenus sur ce projet. J'attends avec impatience, comme tout le monde, les conclusions de notre estimé collègue Maertens. Monsieur le président, je fais appel à vous.

 

Kom met uw conclusies.

 

Aidez-nous à conclure sur ce point.

 

Bezorg ons uw conclusies, zodat wij kunnen nagaan in welke mate een cyclisch onevenwicht aan de top verholpen kan worden, maar zodat ook hete bestaande onevenwicht in de graden van soldaat-vrijwilligers en bij de onderofficieren, kan worden rechtgetrokken. Dat is mijn oproep tot u.

 

Aangaande het overleg tussen Kamer en Senaat, betrek ik de Kamer op een bijzonder diepgaande manier bij onze bespreking.

 

Aangaande de herdenking van 1914-1918, de Eerste Grote Oorlog, zijn alle activiteiten op het getouw gezet, samen met de andere departementen.

 

Monsieur le président, voilà les remarques les plus importantes que je voulais faire. Sinon, j'aurais répété mes interventions faites lors de la réunion de la commission, la semaine passée.

 

01.75  Bert Maertens (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, mijn naam is genoemd als voorzitter van de befaamde werkgroep. Vermits het is gebeurd in afspraak met de leden van de werkgroep, weet iedereen dat wij in de periode waarin wij de regeringsvorming als nakende beschouwden, zouden afwachten wie de nieuwe of oude minister van Defensie zou worden en wat de regering daarover al dan niet zou opnemen in het regeerakkoord. De leden weten dat. Ik vermoed dat u ook ingelicht bent over de organisatie. Volgende week komen wij informeel samen om af te toetsen hoever wij kunnen geraken inzake conclusies en aanbevelingen die al door mij werden gesuggereerd en waarop al amendementen werden ingediend. Het is de bedoeling, zoals elk lid van de werkgroep weet, om op zeer korte termijn af te ronden.

 

Ten tweede, ten gronde over de repliek van de minister op onze interventies, nog het volgende. U had het vooral over het vervoer of niet van daklozen, van asielzoekers. Vermits u er niet op inging, herhaal ik mijn vraag hoe u de niches of excellence zult bepalen. U hebt daar niet op geantwoord. Zal dat gebeuren op basis van objectieve parameters? Of op basis van internationale waardering en ervaringen? Of zal het, zoals wij vrezen, veeleer gebaseerd zijn op het kostenplaatje? U zegt zelf dat de F-16’s tijdens deze legislatuur niet zullen worden vervangen en dat hetzelfde geldt voor de fregatten. Baseert u zich daar ook op om de niches te bepalen? Of zult u het objectief en op een verstandige manier aanpakken? Ik zou van u graag horen hoe daarover zal worden beslist.

 

01.76 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, u bent uw antwoord begonnen met een overzicht van de besparingen die u sinds 2008 hebt moeten uitvoeren. Het zou nuttig zijn geweest om per jaar niet alleen de besparingen te vermelden, maar ook de initiatieven die u hebt genomen om te komen tot samenwerking met andere Europese landen. Het ene hangt immers samen met het andere. Het probleem is alleen dat u in de afgelopen drie à vier jaar onvoldoende initiatieven hebt genomen. Het feit dat u moet besparen, had u moeten aanzetten om zeer concreet samen te werken en te specialiseren. Het betekent dat men sommige taken verder opbouwt, terwijl men andere taken dan weer afbouwt.

 

Ik heb begrepen dat er 11 projecten werden aangeboden door het Europees Defensieagentschap. Een eerste probleem is dat wij daarover geen uitleg hebben gekregen in het Parlement. Ik dring aan op betrokkenheid van het Parlement bij debatten over pooling en sharing, want dat is hét debat van Defensie. Ik hoor van een collega dat u vandaag blijkbaar wel heel concreet communiceert over de niches of excellence in Le Soir. Ik heb het artikel niet gezien en ik kan het dan ook niet beoordelen. Mijnheer de minister, ik vind dit zeer straf! U kunt wel concrete uitspraken doen in de krant, maar niet in het Parlement. Ik sluit mij dan ook aan bij de vraag van collega Maertens. Wat zijn voor u de criteria om die niches of excellence te benoemen?

 

Wees toch voorzichtig met verdere besparingen als het gaat om kazernes. Als er nog moet worden bespaard, kan er misschien ook op andere domeinen worden bespaard. Een onvoldoende geografische spreiding van de kazernes betekent nog minder instroom van jongeren in het leger en dat is een probleem, dat u in de afgelopen jaren niet hebt kunnen oplossen.

 

Ik kom dan tot een laatste puntje, namelijk over crisisopvang van daklozen en asielzoekers. Mijnheer De Crem, u hebt niet gedaan wat moest. Ik ben het ermee eens dat andere collega’s van u het hebben laten afweten. Dat is de voorbije jaren echter al het geval geweest. U had het kunnen zien aankomen en u had kunnen ingrijpen toen ik u de vraag stelde midden oktober. U hebt echter de boot afgehouden. U hebt geweigerd om zelf vervoer en begeleiding te organiseren. De cijfers inzake daklozen zijn de volgende. Vorige winter zijn 5 van de 8 kazernes leeg gebleven wegens het probleem van het vervoer van daklozen naar de kazernes. Ik heb u daarover een vraag gesteld. U bent op dat vlak, net als uw collega’s, in gebreke gebleven.

 

01.77  Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, il est intéressant de constater que le débat porte largement sur le pan de la note de politique générale consacré à la spécialisation et aux niches d'excellence.

 

Pour ce qui concerne la méthode, il est écrit noir sur blanc, dans votre note de politique générale, que le ministre de la Défense détermine, avec le gouvernement ainsi qu'avec nos alliés, quelles seront ces niches d'excellence, ces spécialités.

 

Selon moi, il serait utile – et je pense que c'est votre intention, monsieur le ministre –, que votre réflexion soit soumise au parlement avant qu'elle ne soit pleinement conclue. Je ne doute pas que vous aurez à cœur de la partager car il s'agit d'un enjeu fondamental.

 

Quant aux investissements majeurs, il est prévu, dans l'accord de gouvernement ainsi que dans la note de politique générale, qu'un débat sera organisé à ce sujet avec le parlement. Il n'y aura donc pas de décision budgétaire, mais discussion – mot que vous avez utilisé –, il y aura!

 

Il est évidemment utile que nous préparions le dossier du remplacement des F-16, que nous puissions comparer les différentes opportunités qui s'offrent à nous et voir ce que nous serons en mesure de faire à long terme sur le plan budgétaire. En effet, ces F-16 devront, si j'en crois les statistiques, être remplacés en tout ou en partie, au plus tard en 2025.

 

J'en arrive ainsi au dernier élément qui est fondamental. En effet, le plan de finalisation de la transformation de la Défense a été exécuté. On sait qu'un certain nombre de plaintes ont été déposées, que ce plan a causé beaucoup de perturbations pour les femmes et les hommes qui composent la Défense nationale – ce qui est normal.

 

Monsieur le ministre, vous avez indiqué – et j'en suis satisfait – que vous n'aviez pas l'intention de fermer de nouvelles casernes, dans le courant de cette législature, si le conclave budgétaire, etc. etc. Je tiens à vous rassurer sur ce point. Pour le MR, il n'est pas envisageable de fermer de nouvelles casernes au cours de cette législature. Après 23 fermetures sur 79, nous avons l'obligation d'apporter un peu de sérénité au personnel de la Défense.

 

01.78  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, ik heb begrepen dat er een NAVO-top is. Er is wat onduidelijkheid over de vervanging van de troepen in Kaboel. Ik zou u willen vragen of u misschien een tipje van de sluier kunt lichten voor het gremium over wat er nu juist zal gebeuren. Zullen, zoals Belga meldt, inderdaad Portugese soldaten onze soldaten vervangen? Ik zou daar wat meer duidelijkheid over willen.

 

Ten tweede, in verband met het transport naar en de opvang van asielzoekers en daklozen in kazernes heeft mevrouw Rutten, die er inmiddels niet meer is, zopas nogal venijnig uitgehaald naar u. Ze heeft u een sneer gegeven. Ik begrijp dat ze haar staatssecretaris, die de voorbije dagen stevig onder vuur heeft gelegen, wat wil afschermen. Dat is politiek logisch. Toch denk ik dat daar een probleem zit. De komende weken en maanden zullen we daarop moeten doorgaan, want het probleem blijkt nog steeds niet doorgepraat te zijn op regeringsniveau. Er is nog steeds geen oplossing voor het probleem van de begeleiding en het vervoer van en naar de kazernes. Dat blijft dus een heel heikel punt. Ik begrijp echt niet dat de regering daarvoor geen oplossing vindt.

 

De voorzitter: Uw tweede punt komt wellicht beter aan de orde tijdens het debat van volgende week. Mijnheer de minister, u kunt misschien wel een kort antwoord geven op de vraag over ons contingent in Kaboel.

 

01.79 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, wat het tweede punt betreft, heeft onze collega Maggie De Block mij schriftelijk bedankt voor de inspanningen die ik heb geleverd om samen met haar naar oplossingen te zoeken. Ik meen dat dat echt het enige waardevolle stuk is in heel de discussie.

 

Wat de eerste vraag betreft, op het moment heeft er in Brussel een NAVO-top plaats. Ik heb mij bij de collega’s aldaar verontschuldigd, omdat ik vanmiddag het begrotingsdebat bijwoon. Vorig jaar heb ik eind juni, begin juli aangekondigd dat we onze force protection eenheid op de luchthaven van Kaboel zouden terugtrekken. Ik ben zelf op zoek gegaan naar partners om die te vervangen. Een vervanging door Portugese soldaten is inderdaad een mogelijkheid en ik zal u dat bevestigen wanneer we het volledig hebben doorgepraat en geformaliseerd met onze partners.

 

01.80  Bert Maertens (N-VA): Mijnheer de minister, u antwoordt opnieuw niet op de vraag, die collega De Vriendt en ikzelf hebben gesteld.

 

Het gaat over de niches of excellence, wat voor Defensie voor de komende jaren een heel belangrijk dossier in een heel belangrijk debat is.

 

Ik wil van u weten op basis van welke criteria wij zullen beslissen wat de niches zijn. Ik wil ook weten in welke mate het Parlement bij de beslissing wordt betrokken.

 

01.81 Minister Pieter De Crem: Mijnheer Maertens, de nichewerking bestaat al.

 

Mijnheer de voorzitter, het betreft hier een discussie die in de commissie moet worden gevoerd. Ik ga de vraag niet uit de weg.

 

Le président: Monsieur Maertens, vous aurez remarqué que j'ai gardé mon calme et que je n'ai rien dit. J'ai pratiqué le département un certain nombre d'années avant M. De Crem. Cette question des niches est discutée en commission car je ne suis pas sûr que tout le monde au sein de cet hémicycle s'intéresse à ce débat sur la Défense.

 

Je propose que vous fassiez ce débat en commission sur une base élaborée par le ministre qui l'aura présentée au gouvernement. Monsieur Ducarme, c'est la philosophie de l'accord gouvernemental qui stipule "qu'il y aura également un débat portant notamment sur les investissements majeurs." Si je me souviens bien, vous avez oublié de mentionner un "notamment". Je suggère que le ministre prépare une note et qu'il vienne devant les commissions compétentes pour en discuter, comme il s'y est engagé. On ne va pas improviser un débat sur les niches de la Défense maintenant!

 

01.82  Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, quand vous parlez de la Défense, votre œil brille!

 

Le président: Non, non, monsieur Ducarme! Je m'assagis!

 

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi contenant le budget des Voies et Moyens de l'année budgétaire 2012. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1943/1+9)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp houdende de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2012. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1943/1+9)

 

Le projet de loi compte 20 articles.

Het wetsontwerp telt 20 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 20 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 20 worden artikel per artikel aangenomen.

 

Les tableaux annexés sont adoptés sans observation.

De tabellen in bijlage worden zonder opmerkingen aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble du projet de loi contenant le budget des Voies et Moyens de l'année budgétaire 2012 aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel van het wetsontwerp houdende de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2012 zal later plaatsvinden.

 

Nous passons à la discussion des articles du projet du budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2012. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1944/1+2) (1943/9)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het ontwerp van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2012. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1944/1+2) (1943/9)

 

*  *  *  *  *

Amendements redéposés:

Heringediende amendementen:

 

Art. 1-01-2

  • 6 – Hagen Goyvaerts cs (1944/4)

  • 9 – Hagen Goyvaerts cs (1944/4)

  • 7 – Hagen Goyvaerts cs (1944/4)

  • 11 – Hagen Goyvaerts cs (1944/4)

  • 10 – Hagen Goyvaerts cs (1944/4)

  • 4 – Peter Logghe (1944/4)

  • 5 – Peter Logghe (1944/4)

  • 3 – Peter Logghe (1944/4)

  • 41 – Hagen Goyvaerts cs (1944/24)

  • 12 – Hagen Goyvaerts cs (1944/4)

  • 8 – Hagen Goyvaerts cs (1944/4)

*  *  *  *  *

 

Les articles 1-01-1, 1-01-3 à 1-01-5, 2.02.1 à 2.02.9, 2.03.1 et 2.03.2, 2.04.1 à 2.04.5, 2.05.1 à 2.05.3, 2.12.1 à 2.12.9, 2.13.1 à 2.13.10, 2.13.11 à 2.13.14 tels qu'adoptés en commission, 2.14.1 à 2.14.19, 2.16.1 à 2.16.25, 2.17.1 à 2.17.11, 2.18.1 à 2.18.6, 2.18.7 tel qu'adopté en commission, 2.19.1 à 2.19.17, 2.21.1 à 2.21.3, 2.23.1 à 2.23.4, 2.24.1 à 2.24.4, 2.25.1 à 2.25.10, 2.32.1 à 2.32.5, 2.33.1 à 2.33.7, 2.44.1 à 2.44.8, 2.46.1 à 2.46.4, 2.46.6 à 2.46.10, 2.51.1, 2.52.1, 3-01-1 et 3-01-2, 4-01-1 à 4-01-3, 5-01-1 à 5-01-3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1-01-1, 1-01-3 tot 1-01-5, 2.02.1 tot 2.02.9, 2.03.1 en 2.03.2, 2.04.1 tot 2.04.5, 2.05.1 tot 2.05.3, 2.12.1 tot 2.12.9, 2.13.1 tot 2.13.10, 2.13.11 à 2.13.14 zoals door de commissie aangenomen, 2.14.1 tot 2.14.19, 2.16.1 tot 2.16.25, 2.17.1 tot 2.17.11, 2.18.1 tot 2.18.6, 2.18.7 zoals door de commissie aangenomen, 2.19.1 tot 2.19.17, 2.21.1 tot 2.21.3, 2.23.1 tot 2.23.4, 2.24.1 tot 2.24.4, 2.25.1 tot 2.25.10, 2.32.1 tot 2.32.5, 2.33.1 tot 2.33.7, 2.44.1 tot 2.44.8, 2.46.1 tot 2.46.4, 2.46.6 tot 2.46.10, 2.51.1, 2.52.1, 3-01-1 en 3-01-2, 4-01-1 tot 4-01-3, 5-01-1 tot 5-01-3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

Les amendements, l’article 1-01-2 et les tableaux annexes sont réservés.

De amendementen, het artikel 1-01-2 en de tabellen in bijlage worden aangehouden.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements, l'article 1-01-2 réservés et les tableaux annexés ainsi que sur l'ensemble du projet du budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2012 aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen, het aangehouden artikel 1-01-2, de tabellen in bijlage en over het geheel van het ontwerp van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2012 zal later plaatsvinden.

 

Projets et propositions

Ontwerpen en voorstellen

 

02 Projet de loi modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne la création d'un rôle particulier pour le règlement collectif de dettes (1634/4)

02 Wetsontwerp tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat betreft het oprichten van een bijzondere rol voor de collectieve schuldenregeling (1634/4)

 

Amendé par le Sénat

Geamendeerd door de Senaat

 

Sans rapport

Zonder verslag

 

Conformément à l'article 87 du Règlement, les projets de loi renvoyés à la Chambre par le Sénat ne font plus l'objet d'une discussion générale en séance plénière, sauf si la Conférence des présidents en décide autrement.

Overeenkomstig artikel 87 van het Reglement wordt geen algemene bespreking in plenaire vergadering gewijd aan een wetsontwerp dat door de Senaat naar de Kamer is teruggestuurd, tenzij de Conferentie van voorzitters anders beslist.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1634/4)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1634/4)

 

Le projet de loi compte 3 articles.

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

03 Projet de loi modifiant la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, et le Code pénal social (1658/7-8)

03 Wetsontwerp tot wijziging van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en van het Sociaal Strafwetboek (1658/7-8)

 

Amendé par le Sénat

Geamendeerd door de Senaat

 

Conformément à l'article 87 du Règlement, les projets de loi renvoyés à la Chambre par le Sénat ne font plus l'objet d'une discussion générale en séance plénière, sauf si la Conférence des présidents en décide autrement.

Overeenkomstig artikel 87 van het Reglement wordt geen algemene bespreking in plenaire vergadering gewijd aan een wetsontwerp dat door de Senaat naar de Kamer is teruggestuurd, tenzij de Conferentie van voorzitters anders beslist.

 

Mme Özen Özlem, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1658/7)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1658/7)

 

Le projet de loi compte 4 articles.

Het wetsontwerp telt 4 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

04 Projet de loi modifiant la loi du 22 juillet 1953 créant un Institut des Réviseurs d'Entreprises et organisant la supervision publique de la profession de réviseur d'entreprises, coordonnée le 30 avril 2007 (1889/1-3)

04 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting van een Instituut van de Bedrijfsrevisoren en organisatie van het publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor, gecoordineerd op 30 april 2007 (1889/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

04.01  Muriel Gerkens, rapporteur: Monsieur le président, je renvoie à mon rapport écrit.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1889/3)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1889/3)

 

L’intitulé a été modifié par la commission en “projet de loi modifiant la loi du 22 juillet 1953 créant un Institut des réviseurs d'entreprises et organisant la supervision publique de la profession de réviseur d'entreprises, coordonnée le 30 avril 2007".

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsontwerp tot wijziging van de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting van een Instituut van de bedrijfsrevisoren en organisatie van het publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor, gecoördineerd op 30 april 2007“.

 

Le projet de loi compte 20 articles.

Het wetsontwerp telt 20 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 20 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 20 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

05 Projet de loi modifiant la loi du 16 mai 2001 portant statut des militaires du cadre de réserve des Forces armées (1892/1)

05 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 16 mei 2001 houdende statuut van de militairen van het reservekader van de Krijgsmacht (1892/1)

 

Sans rapport

Zonder verslag

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1892/1)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1892/1)

 

Le projet de loi compte 3 articles.

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

06 Projet de loi portant des dispositions diverses urgentes en matière de santé (2005/1-11)

06 Wetsontwerp houdende diverse dringende bepalingen inzake gezondheid (2005/1-11)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Les rapporteurs, M. Van Grootenbrulle et Mme Dierick, renvoient au rapport écrit. Mme Burgeon fera rapport oral pour le rapport complémentaire de la réunion de ce jour.

 

06.01  Manu Beuselinck (N-VA): Mijnheer de voorzitter, er is over dit wetsontwerp al heel veel gezegd in de commissie. Ik zal mij beperken tot de bespreking van ons amendement en zal een enkele bedenking maken.

 

Het is een heel goede zaak dat er prijsvergelijkingen worden uitgevoerd met de ons omringende landen van de geneesmiddelen die nog steeds in patent zijn. Wij zouden dat willen doortrekken naar geneesmiddelen die al off patent zijn. Alle geneesmiddelen, zowel de originele als de generieke, moeten op dezelfde manier behandeld worden. Mijn vrienden van de sp.a menen dat waarschijnlijk ook, want ik heb van collega Detiège gehoord dat wij niet de fout mogen maken om verschillende wegen te bewandelen voor geneesmiddelen onder octrooi en generieken. Ik kijk dus uit naar de reactie van de sp.a op dit amendement.

 

Wat de verplichte substitutie betreft, daarover hebben wij al in de commissie gesproken. Ik vind dat het amendement dat door de meerderheid werd ingediend een verbetering inhoudt van wat voorligt. De therapeutische vrijheid van de arts wordt daarin nog meer erkend. Als de arts in eer en geweten beslist dat er therapeutische redenen zijn om substitutie niet toe te laten, dan moet de arts de vrijheid hebben om dat te kunnen doen.

 

Ik heb wel een bedenking over de moduleerbare prijsdaling van 1,95 %. De fabrikanten kunnen die prijsdaling van 1,95 % moduleren over heel hun productgamma. Dat zou aanleiding kunnen geven tot concurrentievervalsing voor de generieken. Als bepaalde firma’s bij een aantal geneesmiddelen het percentage sterk zouden verhogen, dan krijgen de generische geneesmiddelen oneerlijke concurrentie. In deze bepaling wordt de prijs van het originele en het generieke geneesmiddel dus losgekoppeld, maar in de praktijk zal blijken dat de generische altijd de prijs van de originele zullen moeten blijven volgen, omdat men het zich niet kan veroorloven dat een generisch geneesmiddel duurder is dan het originele.

 

06.02  Colette Burgeon, rapporteur: Monsieur le président, cet après-midi s'est tenue une réunion de la commission Santé publique. Un amendement à l'article 10 a été ajouté au présent projet de loi. La commission nationale médico-mutualiste est parvenue à un accord sur les mesures alternatives en vue de maîtriser les dépenses dans le secteur des médicaments le 30 janvier. Elle a ainsi proposé de nuancer le principe de la substitution en introduisant la possibilité, pour le prescripteur, d'invoquer une objection thérapeutique. Cette objection doit bien entendu être fondée sur des motifs sérieux. Le bien-fondé de l'objection thérapeutique pourra être contrôlé par le Service d'évaluation et de contrôle médicaux de l'INAMI et par le médecin conseil.

 

Pour que le Roi puisse étendre l'application de la substitution à d'autres classes de médicaments que ceux visés à l'article 11, l'avis de la commission nationale médico-mutualiste devra être demandé en sus de l'avis de la commission pour les médicaments déjà requis.

 

M. Bacquelaine est co-auteur de l'amendement et a indiqué ce que je viens de vous dire. Une discussion a eu lieu. M. Thiéry s'est dit dans un premier temps agréablement surpris par la volonté affichée par la ministre de garantir la concertation avec le secteur. Cependant, il devait tempérer cet enthousiasme dans la mesure où il avait reçu un courrier de la part de l'ABSyM et de Pharma.be dans lequel ces deux acteurs se disaient opposés au projet de loi, outre le fait qu'ils n'aient pas été consultés. La concertation doit cependant avoir lieu. La commission nationale médico-mutualiste ne semble pas être parvenue à forger une solution concertée en son sein.

 

Si Mme Snoy s'arrête aussi aux courriers précités, c'est plutôt pour se plaindre que ces acteurs, par une activité de lobby, tentent de faire modifier des mesures dans un sens qui leur est favorable. L'oratrice rappelle être en faveur du principe de la substitution et d'une régulation par l'autorité du comportement de prescription. Les limites décrites par l'article 10 tel qu'initialement adopté en commission lui paraissent judicieuses. Ce communiqué ne concerne pas seulement la substitution mais aussi d'autres questions connexes, comme les mesures volumiques et les inhibiteurs de pompes à protons. Quelles sont les mesures envisagées dans ce cadre par la ministre? L'intervenante s'oppose au 3° de l'amendement n° 1 car la capacité de régulation publique est abandonnée. Elle se demande si l'omission du mot "générique", s'agissant des substitutions visées, est volontaire.

 

Mme Fonck rejette la critique suivant laquelle le gouvernement plierait devant des lobbies. En effet, elle rappelle les principaux éléments de la discussion en commission et notamment l'équilibre trouvé entre la nécessité de substitution et la liberté thérapeutique. Cet équilibre est essentiel pour les patients, les pharmaciens, les médecins et l'État. La ministre s'est engagée à une nouvelle discussion au sein de la Commission nationale médico-mutualiste.

 

Mme Detiège souscrit aux observations de la préopinante. La ministre a été à l'écoute des acteurs au sein de la Commission nationale médico-mutualiste. La substitution est nécessaire, même si elle doit être encadrée. Le courrier cité par les deux premiers membres a été envoyé avant que la Commission n'atteigne un accord, ce qui démontre que ce courrier n'a eu aucune influence sur cet accord.

 

Mme De Bont attire l'attention sur le fait que le courrier des deux acteurs ne concerne pas l'amendement proprement dit, mais le principe même de la substitution. L'amendement, qui entoure cette faculté de garantie, lui semble constituer une avancée par rapport au texte initialement adopté en commission.

 

Lors de la discussion initiale, en commission, la ministre avait procédé à une distinction entre la situation où un accord est atteint en Commission nationale médico-mutualiste et celle où aucun accord n'est conclu. Dans quelle mesure sera-t-il tenu compte des différents éléments de cet accord? Quels en sont les éléments intéressants?

 

Mme Lambert rappelle la démarche suivie, à savoir la recherche d'une adhésion du plus grand nombre, y compris des médecins prescripteurs. L'approche est différente d'une simple mesure d'économie prise sans l'accord de ces médecins. Une fois la substitution balisée et adoptée, il conviendra encore d'évaluer son application et de sanctionner ceux qui s'y refusent pour des motifs non acceptables.

 

M. Beuselinck soutient l'amendement qui améliore le système de substitution mis en place par l'article 10. Si un obstacle de nature thérapeutique s'y oppose, le médecin ne doit pas le mettre en œuvre. Il n'en reste pas moins que l'orateur persiste à plaider pour des incitants en vue d'une meilleure prescription. Il plaide pour une adoption rapide de la proposition de loi modifiant la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994 en ce qui concerne la vente de médicaments bon marché, qu'il a déposée avec d'autres membres.

 

Mme Onkelinx ne voudrait pas que les membres confondent l'objet de l'amendement, qui concerne les modalités de substitution suite à une proposition de la Commission nationale médico-mutualiste, et des alternatives recherchées aux mesures d'économie, également discutées au sein de la commission. Le courrier cité par les membres ne concerne pas l'amendement, mais le second sujet. Les alternatives seront au plus tôt opérationnalisées en 2013. Une base consensuelle sera recherchée.

 

La faculté de substitution, telle qu'encadrée, ne fait pas suite aux pressions d'un lobby. Comme la ministre l'a déjà affirmé au cours de la première discussion, cette faculté est nécessaire et sera mise en œuvre en concertation avec le secteur. L'amendement vise à tenir compte de la préoccupation énoncée par la Commission nationale médico-mutualiste, à savoir qu'une dérogation devait être organisée pour le cas où des objections thérapeutiques subsistent. Cette dérogation ne constitue pas un blanc-seing. Des limites sont énoncées.

 

Le médecin qui voudra éviter la substitution devra l'indiquer dans la prescription. Cependant, le pharmacien qui recevra une telle prescription devra faire mention du refus de substitution dans le logiciel pharmanet. L'INAMI disposera ainsi des statistiques de pourcentages de refus pour tous les prestataires.

 

L'article 73 de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, offre à l'INAMI un outil de contrôle des prescriptions sur la base duquel les outlayers, les médecins dont le comportement de prescription s'écarte d'un standard, seront mis en évidence et amenés à se justifier devant la Commission de profils.

 

Des recommandations seront, par ailleurs, envoyées aux médecins. Les contrôles débuteront après six mois d'application des règles nouvelles.

 

S'agissant du point 3, la ministre confirme que l'omission du mot "générique" est volontaire. Les mots "substitution générique" ne sont nulle part utilisés dans la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994. M. Bacquelaine confirme cette dernière affirmation. Des médicaments anciens non génériques ont parfois connu de très sérieuses baisses de prix.

 

M. Thiéry aurait voulu une définition précise des motifs sérieux permettant une dérogation au principe de la substitution obligatoire, d'autant plus que la prescription en dénomination commune internationale implique, elle aussi, une telle substitution.

 

Mme Snoy soutient la volonté de la ministre de procéder à une concertation. Elle maintient cependant que la solution retenue est la suite d'une influence indue exercée par le secteur pharmaceutique et médical.

 

Les résultats des votes ont été les suivants. L'amendement a été adopté par 15 voix contre 1. L'article 10 tel qu'amendé a été adopté par 10 voix et 6 abstentions. L'ensemble du projet de loi ainsi amendé a été adopté par 10 voix et 6 abstentions.

 

06.03  Maya Detiège (sp.a): Mijnheer de voorzitter, in de commissie hebben wij het amendement dat voorligt reeds besproken. Ik heb toen mijn toelichting al gegeven, maar nu u er opnieuw over begint, wil ik ook hier de mening van sp.a toelichten.

 

Het is inderdaad belangrijk dat wij in ons land goedkopere geneesmiddelen hebben, en als het kan, zo goedkoop mogelijk. Dat is de reden waarom onze partij de generieken altijd zal stimuleren. Die producten moeten zo efficiënt mogelijk op de markt gebracht worden, tegen zo laag mogelijke prijzen.

 

Ik heb in de commissie getracht uit te leggen hoe het vandaag werkt in ons land. De terugbetaling van geneesmiddelen gebeurt op RIZIV-niveau in de Commissie voor de Terugbetaling van Geneesmiddelen (CTG) volgens een bepaalde procedure.

 

Binnen de sector was er indertijd een discussie hoe wij ervoor konden zorgen dat wanneer er nieuwe producten op de markt kwamen, zij zo snel mogelijk terugbetaald konden worden. Daarom heeft men een aantal jaren geleden beslist twee groepen geneesmiddelen op de markt te brengen: originele geneesmiddelen en generieke geneesmiddelen.

 

De originele geneesmiddelen volgen de gewone procedure. Dat wil zeggen dat er internationale vergelijkingen plaatsvinden en dat de kwaliteit wordt afgewogen. Dat is een enorm lange procedure. De generieken volgen een versnelde procedure. Dat is logisch, want zij worden buiten patent geproduceerd.

 

Ik heb er toen voor gewaarschuwd die commissie meer werk te geven omdat dit een vertraging kan teweegbrengen voor het op de markt brengen van generieken. Dan komt er minder concurrentie, waardoor de prijzen van de originelen hoog blijven. Om de markt gezond te houden, is het belangrijk dat de versnelde procedure versneld blijft. Als men de commissie gaat belasten met extra werk, creëert men een probleem.

 

Ik vind het overigens heel gevaarlijk te zeggen dat men de prijzen altijd moet vergelijken. België kan duurdere geneesmiddelen op de markt brengen dan andere, maar let op dat men geen appelen met peren vergelijkt. Het is heel goed mogelijk dat voor een bepaalde aandoening de terugbetaling in Spanje veel breder is dan de terugbetaling in België, waardoor de prijssetting op een andere manier gebeurt.

 

Op RIZIV-niveau is er trouwens al jaren een commissie die niets anders doet dan prijsvergelijkingen, maar dan clustergewijs. Dat wil zeggen dat zowel de prijs van de originelen als die van de generieken bekeken in groep bekeken wordt. Ik noem als voorbeelden: protonpompinhibitoren en cholesterolverlagers. Daarvoor wordt groepsgewijs bekeken tegen welke prijs die geneesmiddelen optimaal op de markt kunnen worden gebracht.

 

Ik herhaal dat wij om de deze redenen het amendement niet zullen goedkeuren. De redenen zijn, ten eerste, dat ervoor moet worden gezorgd dat de markt gezond wordt gehouden en dat de generische geneesmiddelen snel op de markt worden gebracht. Ten tweede, de prijzen moeten op een ernstige manier met elkaar worden vergeleken, wat bij de clustergewijze herziening al gebeurt.

 

06.04  Marie-Claire Lambert (PS): Monsieur le président, je voudrais rappeler que la survie de notre modèle de soins de santé, dont l'objectif est l'égalité dans l'accessibilité et la qualité des soins, dépend des réponses que le gouvernement est à même de donner aujourd'hui, dans le contexte de fragilisation budgétaire que nous connaissons.

 

C'est pourquoi, clairement, mon groupe entend soutenir et encourager la prescription volontaire faite en dénomination commune internationale, mais soutient et encourage aussi la substitution. En plus de permettre à l'assurance maladie de réaliser des économies, elle produit un impact positif sur le portefeuille des patients.

 

Cette mesure doit toutefois s'accompagner d'une bonne information. Certains patients craignent qu'on leur change de force leur traitement; certains prescripteurs craignent qu'on ne respecte plus leur liberté thérapeutique. Les intentions exprimées dans ce projet ne sont évidemment pas du tout celles-là.

 

Aussi, mon groupe veillera à ce que cette mesure positive – j'en suis persuadée – soit néanmoins bien comprise et acceptée par tous.

 

06.05  Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, onze partij is wel tevreden met wat hier vandaag ter tafel ligt. Het zijn goede, evenwichtige voorstellen, die ook in de lijn liggen van wat ter zake in het regeerakkoord werd afgesproken.

 

Mevrouw de minister, de opdracht is groot. Er moest 180 miljoen euro worden gevonden. U bent daarin geslaagd op een vrij evenwichtige manier zowel voor de merkengeneesmiddelen als voor de generieke geneesmiddelen. De amendementen die wij vorige week hebben goedgekeurd, hebben nogmaals bevestigd dat het belangrijk is het evenwicht te bewaren.

 

Verwijzend naar de uiteenzetting van de heer Beuselinck en van mevrouw Detiège, moet ik toegeven dat ik ook problemen heb met bepaalde zaken. Ik denk bijvoorbeeld aan de generische PPI’s die 80 % van de markt uitmaken, hoewel ze duidelijk veel duurder zijn dan in onze buurlanden. Wel, volgens mij moeten deze in bepaalde systemen moeten worden opgenomen en ook in prijs verlagen. Het moet de bedoeling zijn om de patiënt zo weinig mogelijk te doen betalen. Door het evenwicht in de maatregelen slagen wij daar ook in.

 

Wij zijn ook voorstander van het maken van dergelijke prijsvergelijkingen. Mevrouw de minister, ik hoop dus dat u ter zake behalve de mededelingsplicht ook zult overleggen met de sector, zoals u hebt beloofd. Ik heb mijn connecties op het veld. Het betreft een maatregel die door heel veel mensen, ook door de artsen, op een erg positieve manier wordt ervaren.

 

U weet ook —en het is geen geheim — dat mijn partij al twintig jaar voorstander is van het voorschrift op stofnaam, ook bij substituties. In die zin waren wij dan ook heel aangenaam verrast met wat in de teksten stond over antibiotica en antimycotica, met name dat wij de desbetreffende maatregelen zouden kunnen doorvoeren. Wij hebben de voorbije dagen ook de communicatie van artsen ter zake mogen vaststellen. Het amendement dat thans voorligt, is een jammer iets. Het is immers deels een terugkomen op, wat niet betekent dat wij tegen de therapeutische vrijheid van de arts zouden zijn. Mevrouw de minister, met het oorspronkelijk voorstel hadden artsen wel de mogelijkheid om te beslissen welke bestanddelen, welke dosissen en welke manier van toediening zij voorschrijven. Er waren zelfs al uitzonderingen mogelijk op het vlak van nevenwerkingen en van allergieën.

 

Ik heb gemerkt dat het amendement er nog het therapeutische bezwaar aan toevoegt, waarmee wij op zich geen probleem hebben, al hoop ik dat het op een correcte manier wordt gebruikt.

 

Daarnet, in de commissievergadering, zei u dat het de bedoeling is het te controleren via profielen en dergelijke. U zou er ook sancties aan verbinden en dat is nodig. Ik zou niet graag zien dat dit de achterpoort wordt waardoor een goede maatregel geen effect sorteert. Ik steun u daar dus in, maar hoop ook dat u de controle efficiënt zult uitvoeren. Ik hoop dat u erin slaagt om de middelen te vinden, want de opdracht zal zwaar zijn.

 

06.06  Daniel Bacquelaine (MR): L'amendement que nous avons adopté cet après-midi même en commission de la Santé représente une véritable amélioration du projet qui nous est proposé. Cela permet de concilier l'objectif budgétaire, auquel nous souscrivons évidemment, et un principe fondamental de l'exercice médical, qui est la notion de liberté de prescription.

 

Bien entendu, nous accordons la possibilité à l'exercice du droit de substitution dans la délivrance des médicaments – antibiotiques et antimycotiques -, mais dans certaines limites. Il doit notamment s'agir de traitements aigus. Le texte initial ne prévoyait qu'une seule exception, à savoir l'allergie. Cela me paraissait franchement insuffisant. Et toute autre interprétation est inexacte. La nouvelle version introduit l'exception de l'objection thérapeutique clairement démontrée par le médecin et signalée dans le dossier médical du patient.

 

Nous restons donc en conformité avec le principe de liberté de prescription tout en respectant l'objectif budgétaire. En définitive, les intérêts du patient sont totalement préservés. Il y a là une très nette amélioration du projet qui nous était soumis.

 

Je terminerai en me réjouissant que cela procède d'une concertation médico-mutualiste. Cela veut dire que ce système a fonctionné encore une fois. Je me félicite donc de ce renforcement de la concertation.

 

06.07  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je souhaite justifier la position de notre groupe, qui s'abstiendra lors du vote de ce projet déposé par la majorité et le gouvernement. Même si nous sommes d'accord avec l'objectif budgétaire de réduction du coût des médicaments pour l'INAMI et pour le budget de la Santé, nous estimons que ce projet ne va pas assez loin et ne se donne pas les moyens de ses objectifs. En effet, la régulation des volumes de médicaments et la régulation des prix ne sont pas assurées. Nous aurions espéré que ce projet aborde aussi la question de la quantité de médicaments vendue et de la diminution des doses dans les boîtes de sorte à faire des économies de ce côté-là aussi. Cela a été dit en commission la semaine dernière.

 

En ce qui concerne l'amendement d'aujourd'hui, Mme Burgeon a bien expliqué les raisons de notre opposition. Mme la ministre, en disant qu'elle allait devoir établir un contrôle des prescriptions très lourd, m'a convaincue que nous avions raison de regretter cet amendement car il va affaiblir les moyens d'atteindre l'objectif poursuivi.

 

Nous nous abstiendrons donc.

 

06.08  Maya Detiège (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw Snoy heeft inderdaad in de commissie gezegd dat er sprake was van lobbywerk van verschillende zijden.

 

Vorige week hadden we nochtans in commissie een serieus debat over de vraag hoe we een en ander konden verbeteren. De minister heeft toen geantwoord dat er overleg zou worden gepleegd met de commissie artsen-ziekenfondsen. Dat is in mijn ogen een erkend orgaan, dat heel goede opmerkingen meegeeft. Daarom vind ik het vandaag voorliggende amendement zelfs goed; het geeft een meerwaarde aan heel de discussie over substitutie.

 

Ik volg mevrouw Muylle ter zake niet helemaal. Zij zegt al sinds twintig jaar voorstander te zijn van substitutie. Ik ben spijtig genoeg al even lang afgestudeerd en, naar ik mij herinner, ging het altijd over substitutie, ja of nee. Het is goed dat we het debat vandaag op de agenda hebben durven te zetten. Nog beter is dat we rekening houden met terechte opmerkingen. Stel dat een arts echt een therapeutisch bezwaar heeft, wat om verschillende redenen kan. Ik heb zelf ooit patiënten gezien die echt wel een placebo-effect nodig hadden. Zo kwam een dame elke week om vermoxpillen, waarvan ik dacht dat zij toch niet jarenlang wormen kon hebben. Maar de arts zei dat ze die pillen wel degelijk nodig had. Men moet nu eenmaal rekening houden met de mening van een arts in een bepaald dossier.

 

Ik geef misschien een grappig voorbeeld, maar het gaat over de essentie: een arts moet altijd kunnen afwegen wat hij doet met patiënt A of B. Men kan vragen hebben bij de gegrondheid van de redenen. Welnu, er is wel in bescherming voorzien. Een arts kan inderdaad de keuze maken om niet in het systeem van substitutie te stappen en dus consequent het duurdere geneesmiddel voorschrijven. Welnu, er is toch het patiëntendossier. De minister heeft ons de garantie gegeven dat men grondige redenen moet geven waarom er een therapeutisch bezwaar is om het goedkopere geneesmiddel af te leveren. Het RIZIV kan dat opvragen voor controle. Als dat afwijkingen vaststelt, kan het zelfs sancties op grond van artikel 703 opleggen.

 

Ik zie het probleem niet. Er zal voor alle zekerheid nog een evaluatie komen om te zien of er misschien artsen het voorliggende voorstel omzeilen. Wij hebben alvast de garantie van de minister gekregen dat zij effectief de sancties zal toepassen.

 

06.09  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, nous avons déjà eu une longue discussion en commission, la semaine dernière. J'y avais largement évoqué le fait que le texte mettait à mal le non-respect en matière de liberté thérapeutique. C'est pourquoi j'aimerais souligner l'ouverture de la ministre. En effet, dès cette commission, madame la ministre, vous aviez accepté de discuter de ce point en Médico-mut.

 

Chers collègues, reconnaissons que les acteurs de la santé ont pris leurs responsabilités. Ils sont arrivés à un consensus sur ce point. C'est important.

 

Avec l'amendement de ce jour, on en arrive à une réelle plus-value, à la fois sur la liberté thérapeutique et sur le respect de cette liberté thérapeutique, également sur la responsabilité du médecin en tant que prescripteur. On évite d'entrer dans un système qui opposerait pharmaciens et médecins, ce qui serait le pire dans un système où tous les acteurs de la santé jouent chacun leur rôle.

 

Last but not least, cet amendement apporte également une plus-value pour les patients, ne fût-ce que parce que le texte colle ainsi beaucoup mieux à la loi sur les droits du patient.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2005/11)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2005/11)

 

Le projet de loi compte 12 articles.

Het wetsontwerp telt 12 artikelen.

 

*  *  *  *  *

Amendement déposé (l’amendement n° 2 à l’article 6 de M. Manu Beuselinck est retiré):

Ingediend amendement (amendement nr. 2 op artikel 6 van de heer Manu Beuselinck wordt ingetrokken):

 

Art. 6

  • 3 – Manu Beuselinck (2005/9)

*  *  *  *  *

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'amendement et l'article réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het aangehouden amendement, het aangehouden artikel en over het geheel zal later plaatsvinden.

 

*  *  *  *  *

Conclusion de la discussion des articles:

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

Réservé: le vote sur l’amendement et l’article 6.

Aangehouden: de stemming over het amendement en artikel 6.

Adoptés article par article: les articles 1 à 5 et 7 à 12.

Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 tot 5 en 7 tot 12.

*  *  *  *  *

 

07 Proposition de loi modifiant la loi du 4 juillet 1989 relative à la limitation et au contrôle des dépenses électorales engagées pour les élections des Chambres fédérales, ainsi qu'au financement et à la comptabilité ouverte des partis politiques afin de geler les dotations allouées aux partis politiques pour les années budgétaires 2012 et 2013 (2019/1-2)

07 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen teneinde de dotaties voor de politieke partijen voor de begrotingsjaren 2012 en 2013 te bevriezen (2019/1-2)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Raf Terwingen, Thierry Giet, Karin Temmerman, Daniel Bacquelaine, Patrick Dewael, Catherine Fonck

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

07.01  Koenraad Degroote, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega’s, het gaat over een wetsvoorstel voor het bevriezen van de dotaties die via de Kamer worden gegeven aan de politieke partijen in 2012 en 2013. Dit wetsvoorstel werd met hoogdringendheid behandeld. Vorige week werd het voorstel in overweging genomen. Iedereen heeft de urgentie aanvaard en deze week stond het aan de agenda van de commissie voor de Binnenlandse Zaken. Vandaag kan het wetsvoorstel al in de plenaire zitting worden behandeld.

 

De inhoud is zeer eenvoudig. De dotaties die via de Kamer worden gegeven aan de politieke partijen zouden niet worden geïndexeerd in 2012 en 2013. Dit moest dringend gebeuren omdat er in maart 2012 een indexering zal plaatsvinden. Het is de bedoeling eenzelfde regeling voor de Senaat uit te werken zodat die operatie voor 2012 en 2013 een besparing van circa 1 miljoen euro zal opleveren.

 

Iedereen in de commissie heeft dit voorstel gesteund omdat iedereen van oordeel is dat dit het goede voorbeeld is dat moet worden gegeven door de politici.

 

Ik kan misschien nog een kleine kanttekening maken namens de N-VA. Wij steunen dit voorstel. Wij betreurden dat het voorafgaand niet werd meegedeeld aan alle partijen omdat het toch alle partijen aanbelangt. De discussie over de pensionering van de parlementsleden werd wel opengetrokken. Hoe meer betrokkenen hun mening kunnen geven, hoe interessanter de ideeën die naar boven kunnen komen. Dit is misschien een tip voor de toekomst. Als er nog dergelijke materies aan bod komen, is het misschien interessant om de discussie zo breed mogelijk te houden.

 

Anderzijds, constateren wij met genoegen dat in feite alle partijen, geen enkele uitgezonderd, hier een indexsprong hebben aanvaard. Een indexsprong voor twee jaar werd door alle partijen aanvaard.

 

Namens N-VA hoop ik dat dit perspectieven biedt om deze discussie aan de agenda te plaatsen in brede context op socio-economisch gebied, zodat daarover eindelijk met iedereen duidelijk kan worden gepraat, zodat misschien een consensus kan worden bereikt.

 

Moge dit de voorbode zijn van meer duidelijkheid en minder verwarring.

 

07.02  Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, soyez rassuré, je ne serai pas long, mais je souhaitais prendre la parole pendant quelques minutes afin d'expliquer la position de mon parti au sujet des dotations publiques qui sont octroyées aux partis politiques.

 

Bien entendu, je ne peux que saluer la décision légitime de ce parlement de ne pas indexer, durant les deux années à venir, les montants qui sont alloués aux partis politiques. C'est une décision, somme toute, naturelle, vu la situation économique de notre pays.

 

Cependant, je ne pourrai pas soutenir la présente proposition pour une raison toute simple: les sommes allouées aux partis politiques sont tout simplement indécentes. En effet, en 2012, plus de 10 millions d'euros d'argent public seront gracieusement offerts aux partis politiques de cette assemblée. C'est tout simplement scandaleux et insensé! De plus, cet argent est souvent gaspillé alors qu'il pourrait être utilisé pour des projets sociaux, pour améliorer, par exemple, le quotidien de nos concitoyens. Imaginez tout ce que l'on peut faire avec 10 millions d'euros!

 

Au lieu de cela, cet argent sert à assurer le train de vie souvent dispendieux des partis politiques et à garantir le sacro-saint clientélisme dont nous sommes les spécialistes en Belgique.

 

Vous ne le savez peut-être pas mais, avant de créer mon propre parti qui, je le rappelle, tente de rivaliser avec les mastodontes de ce Parlement, sans toucher le moindre argent public, j'ai été, pendant longtemps, membre du MR. J'ai pu voir à quel point cet argent pouvait être gaspillé: des bâtiments ultramodernes, des emplois inutiles, un personnel parfois payé à ne rien faire, des réceptions, des petits-fours, le champagne, les gadgets high-tech, etc. Et si c'est le cas au MR, je n'ose imaginer ce qu'il en est au Parti Socialiste!

 

Vous l'aurez compris, je suis fondamentalement opposé aux montants versés aux partis, au système des dotations tel qu'il existe aujourd'hui et qui, selon moi, est profondément inégalitaire, permettant aux grands partis de toujours gagner plus d'argent et d'ainsi concurrencer illégalement tout nouveau mouvement populaire qui tente de naître au sein de la société.

 

Cette logique est pour moi antidémocratique, car elle ne cesse de créer une inégalité entre les différents partis en privilégiant les partis en place au détriment des partis émergents.

 

C'est en fait un excellent système, je l'avoue, vous avez bien joué. Les partis traditionnels ont trouvé un excellent système pour assurer et garantir leur pouvoir. Cependant, j'entends déjà les critiques; sachez que ce n'est pas la jalousie qui parle à cette tribune. Sincèrement, je suis fier de ne pas toucher de dotation. Je suis fier que mon parti se batte pour tenter de faire entendre sa voix sans toucher le moindre euro. C'est important de le rappeler. Chaque jour, nous essayons de faire des sacrifices et de trouver des solutions pour effectuer un travail de qualité, même si vous ne le jugez pas comme tel, sans dépenser le moindre argent public.

 

Tous les partis devraient en faire autant. Ce serait positif pour tous, et avant tout pour les finances de notre pays. Tous les jours, le MLD se bat dans cette assemblée en reproduisant le combat de David contre Goliath. Nous sommes fiers des résultats que nous obtenons malgré les circonstances. Ainsi, vous l'avez compris, je voterai contre cette proposition de loi, non pas pour m'opposer à la non-indexation de ces dotations, mais pour m'opposer au système global de financement public des partis politiques. Ce système, selon mon parti, est totalement antidémocratique.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2019/1)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2019/1)

 

La proposition de loi compte 3 articles.

Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

Budgets et comptes de la Chambre et des institutions financées par une dotation

Begrotingen en rekeningen van de Kamer en van de dotatiegerechtigde instellingen

 

08 Cour des comptes, Cour constitutionnelle, Conseil supérieur de la Justice, Comité permanent de contrôle des services de police, Comité permanent de contrôle des services de renseignements et de sécurité, Médiateurs fédéraux, Commission de la protection de la vie privée, Commissions de nomination pour le notariat - comptes de l'année budgétaire 2010 - ajustements des budgets de l’année budgétaire 2011 - propositions budgétaires pour l'année budgétaire 2012 (2015/1+2)

08 Rekenhof, Grondwettelijk Hof, Hoge Raad voor de Justitie, Vast Comité van toezicht op de politiediensten, Vast Comité van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Federale Ombudsmannen, Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, Benoemingscommissies voor het notariaat - rekeningen van het begrotingsjaar 2010 - aanpassingen van de begrotingen van het begrotingsjaar 2011 - begrotingsvoorstellen voor het begrotingsjaar 2012 (2015/1+2)

 

Discussion

Bespreking

 

La discussion est ouverte.

De bespreking is geopend.

 

M. Giet et M. Terwingen renvoient au rapport écrit.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion est close.

De bespreking is gesloten.

 

Le vote sur les comptes 2010, les ajustements des budgets 2010 et 2011, ainsi que les propositions budgétaires 2012 aura lieu ultérieurement.

De stemming over de rekeningen 2010, de aanpassingen van de begrotingen 2010 en 2011, alsmede de begrotingsvoorstellen 2012 zal later plaatsvinden.

 

09 Chambre des représentants, membres belges du Parlement européen et financement des partis politiques: - Comptes de l'année budgétaire 2010 - Budgets de l'année budgétaire 2012 (2018/1)

09 Kamer van volksvertegenwoordigers, Belgische leden van het Europees Parlement en financiering van de politieke partijen: - Rekeningen van het begrotingsjaar 2010 - Begrotingen van het begrotingsjaar 2012 (2018/1)

 

Discussion

Bespreking

 

La discussion est ouverte.

De bespreking is geopend.

 

M. Giet et M. Terwingen renvoient au rapport écrit.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion est close.

De bespreking is gesloten.

 

Le vote sur les comptes 2010 et les budgets 2012 de la Chambre des représentants, des membres belges du Parlement européen et du financement des partis politiques aura lieu ultérieurement.

De stemming over de rekeningen 2010 en de begrotingen 2012 van de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Belgische leden van het Europees parlement en de financiering van de politieke partijen zal later plaatsvinden.

 

10 Assemblée parlementaire de l'Organisation pour la sécurité et la coopération en Europe

10 Parlementaire vergadering van de Organisatie voor de veiligheid en de samenwerking in Europa

 

Le groupe CD&V m'a fait parvenir la candidature de M. Roel Deseyn en remplacement de M. Kristof Waterschoot comme membre suppléant de l'Assemblée parlementaire de l'Organisation pour la sécurité et la coopération en Europe.

De CD&V-fractie heeft mij de kandidatuur van de heer Roel Deseyn overgezonden ter vervanging van de heer Kristof Waterschoot als plaatsvervangend lid van de Parlementaire vergadering van de Organisatie voor de veiligheid en de samenwerking in Europa.

 

Étant donné qu'il n'y a pas d'autres candidatures, il n'y a pas lieu à scrutin et je proclame M. Roel Deseyn élu en qualité de membre suppléant de l'Assemblée parlementaire de l'Organisation pour la sécurité et la coopération en Europe.

Aangezien er geen andere kandidaturen zijn, moet er niet gestemd worden en verklaar ik de heer Roel Deseyn verkozen als plaatsvervangend lid in de Parlementaire vergadering van de Organisatie voor de veiligheid en de samenwerking in Europa.

 

11 Prise en considération de propositions

11 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au règlement.

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

12 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Gerolf Annemans over "de rol van de minister van Justitie met betrekking tot een mogelijke minnelijke schikking in het onderzoeksdossier Monstrey" (nr. 4)

12 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Gerolf Annemans sur "le rôle de la ministre de la Justice dans la transaction qui sera éventuellement proposée dans le dossier d'instruction Monstrey" (n° 4)

 

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van commissie voor de Justitie van 25 januari 2012.

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Justice du 25 janvier 2012.

 

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 4/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Gerolf Annemans en Bert Schoofs;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Frank Wilrycx.

Deux motions ont été déposées (MOT n° 4/1):

- une motion de recommandation a été déposée par MM. Gerolf Annemans et Bert Schoofs;

- une motion pure et simple a été déposée par M. Frank Wilrycx.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

82

Oui

Nee

51

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

133

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

 

13 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Tanguy Veys over "de agressie tegen NMBS-personeel" (nr. 5)

13 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Tanguy Veys sur "les agressions à l'encontre du personnel de la SNCB" (n° 5)

 

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven van 25 januari 2012.

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques du 25 janvier 2012.

 

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 5/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Tanguy Veys;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de heren David Geerts, Luk Van Biesen en Jef Van den Bergh.

Deux motions ont été déposées (MOT n° 5/1):

- une motion de recommandation a été déposée par M. Tanguy Veys;

- une motion pure et simple a été déposée par MM. David Geerts, Luk Van Biesen et Jef Van den Bergh.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

 

13.01  Tanguy Veys (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, in de commissie is duidelijk gebleken dat de minister niet van plan is om zelf maatregelen te nemen. Hij schuift alles in de schoenen van de NMBS. Maar zelfs die maatregelen, en dan verwijs ik onder meer naar bijkomend personeel voor Securail, zullen niet volstaan. Daarom vraag ik aan u om voorliggende eenvoudige motie weg te stemmen.

 

Ik wil trouwens opmerken dat tijdens het debat in de commissie alleen Vlaamse partijen het woord hebben genomen. Het probleem van agressie is zeer actueel, het aantal gevallen van agressie is enorm gestegen, maar blijkbaar ligt men daarvan niet wakker in Wallonië. Ik stel trouwens vast dat ook van Ecolo-Groen niemand het woord heeft genomen.

 

Ik dring er echter toch op aan dat de Kamer haar verantwoordelijkheid zou nemen.

 

De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

85

Oui

Nee

50

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

135

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

 

14 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen teneinde de dotaties voor de politieke partijen voor de begrotingsjaren 2012 en 2013 te bevriezen (2019/1)

14 Proposition de loi modifiant la loi du 4 juillet 1989 relative à la limitation et au contrôle des dépenses électorales engagées pour les élections des Chambres fédérales, ainsi qu'au financement et à la comptabilité ouverte des partis politiques afin de geler les dotations allouées aux partis politiques pour les années budgétaires 2012 et 2013 (2019/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

134

Oui

Nee

1

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

135

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (2019/3)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (2019/3)

 

15 Comptes de l'année budgétaire 2010 de la Cour des comptes (2015/1)

15 Rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van het Rekenhof (2015/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

136

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

137

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte les comptes de l'année budgétaire 2010 de la Cour des comptes.

Bijgevolg neemt de Kamer de rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van het Rekenhof aan.

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

16 Ajustement du budget de l'année budgétaire 2011 de la Cour des comptes (2015/1)

16 Aanpassing van de begroting van het begrotingsjaar 2011 van het Rekenhof (2015/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Vote/stemming 4)

 

En conséquence, la Chambre adopte l'ajustement du budget de l'année budgétaire 2011 de la Cour des comptes.

Bijgevolg neemt de Kamer de aanpassing van de begroting van het begrotingsjaar 2011 van het Rekenhof aan.

 

17 Propositions budgétaires pour l'année budgétaire 2012 de la Cour des comptes (2015/1)

17 Begrotingsvoorstellen voor het begrotingsjaar 2012 van het Rekenhof (2015/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Vote/stemming 5)

Oui

110

Ja

Non

0

Nee

Abstentions

27

Onthoudingen

Total

137

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte les propositions budgétaires pour l'année budgétaire 2012 de la Cour des comptes.

Bijgevolg neemt de Kamer de begrotingsvoorstellen voor het begrotingsjaar 2012 van het Rekenhof aan.

 

Raison d'abstention?

Reden van onthouding?

 

17.01  Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wil ons stemgedrag als volgt verklaren.

 

Wij hebben in de commissie hard meegewerkt om te voldoen aan de doelstelling van de regering om de dotaties op het niveau van vorig jaar te houden, zoals ze voorzien waren.

 

De budgetten die werden voorgesteld geven echter geen uitzicht op de toekomst omdat daarin geen besparingen zitten.

 

Er is dit jaar, net als vorig jaar, gespeeld met boni en overdrachten van middelen en er is op lange termijn voor het Rekenhof, noch voor de andere gedoteerde instellingen, noch voor de Kamer een perspectief te zien.

 

Daarmee heb ik dan ook de stemverklaring voor de rest van onze stemmingen gegeven.

 

18 Comptes de l'année budgétaire 2010 de la Cour constitutionnelle (2015/1)

18 Rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van het Grondwettelijk Hof (2015/1)

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

136

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

137

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte les comptes de l'année budgétaire 2010 de la Cour constitutionnelle.

Bijgevolg neemt de Kamer de rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van het Grondwettelijk Hof aan.

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

19 Propositions budgétaires pour l'année budgétaire 2012 de la Cour constitutionnelle (2015/1)

19 Begrotingsvoorstellen voor het begrotingsjaar 2012 van het Grondwettelijk Hof (2015/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 7)

Ja

109

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

27

Abstentions

Totaal

136

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte les propositions budgétaires pour l'année budgétaire 2012 de la Cour constitutionnelle.

Bijgevolg neemt de Kamer de begrotingsvoorstellen voor het begrotingsjaar 2012 van het Grondwettelijk Hof aan.

 

Raison d'abstention?

Reden van onthouding?

 

Je suppose que la justification d'abstention est la même que précédemment.

 

20 Comptes de l'année budgétaire 2010 du Conseil supérieur de la Justice (2015/1)

20 Rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van de Hoge Raad voor de Justitie (2015/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Vote/stemming 8)

Oui

136

Ja

Non

1

Nee

Abstentions

0

Onthoudingen

Total

137

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte les comptes de l'année budgétaire 2010 du Conseil supérieur de la Justice.

Bijgevolg neemt de Kamer de rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van de Hoge Raad voor de Justitie aan.

 

21 Ajustement du budget de l'année budgétaire 2010 du Conseil supérieur de la Justice (2015/1)

21 Aanpassing van de begroting van het begrotingsjaar 2010 van de Hoge Raad voor de Justitie (2015/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Vote/stemming 8)

 

En conséquence, la Chambre adopte l'ajustement du budget de l'année budgétaire 2010 du Conseil supérieur de la Justice.

Bijgevolg neemt de Kamer de aanpassing van de begroting van het begrotingsjaar 2010 van de Hoge Raad voor de Justitie aan.

 

22 Ajustement du budget de l'année budgétaire 2011 du Conseil supérieur de la Justice (2015/1)

22 Aanpassing van de begroting van het begrotingsjaar 2011 van de Hoge Raad voor de Justitie (2015/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Vote/stemming 8)

 

En conséquence, la Chambre adopte l'ajustement du budget de l'année budgétaire 2011 du Conseil supérieur de la Justice.

Bijgevolg neemt de Kamer de aanpassing van de begroting van het begrotingsjaar 2011 van de Hoge Raad voor de Justitie aan.

 

23 Propositions budgétaires pour l'année budgétaire 2012 du Conseil supérieur de la Justice (2015/1)

23 Begrotingsvoorstellen voor het begrotingsjaar 2012 van de Hoge Raad voor de Justitie (2015/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Vote/stemming 9)

Oui

111

Ja

Non

1

Nee

Abstentions

26

Onthoudingen

Total

138

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte les propositions budgétaires pour l'année budgétaire 2012 du Conseil supérieur de la Justice.

Bijgevolg neemt de Kamer de begrotingsvoorstellen voor het begrotingsjaar 2012 van de Hoge Raad voor de Justitie aan.

 

Raison d'abstention?

Reden van onthouding?

 

La justification d'abstention a déjà été donnée.

 

24 Comptes de l'année budgétaire 2010 du Comité permanent de contrôle des services de police (2015/1)

24 Rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten (2015/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Vote/stemming 10)

Oui

137

Ja

Non

1

Nee

Abstentions

0

Onthoudingen

Total

138

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte les comptes de l'année budgétaire 2010 du Comité permanent de contrôle des services de police.

Bijgevolg neemt de Kamer de rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten aan.

 

25 Ajustement du budget de l'année budgétaire 2011 du Comité permanent de contrôle des services de police (2015/1)

25 Aanpassing van de begroting van het begrotingsjaar 2011 van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten (2015/1)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Vote/stemming 10)

 

En conséquence, la Chambre adopte l'ajustement du budget de l'année budgétaire 2011 du Comité permanent de contrôle des services de police.

Bijgevolg neemt de Kamer de aanpassing van de begroting van het begrotingsjaar 2011 van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten aan.

 

26 Propositions budgétaires pour l'année budgétaire 2012 du Comité permanent de contrôle des services de police (2015/1)

26 Begrotingsvoorstellen voor het begrotingsjaar 2012 van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten (2015/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Vote/stemming 11)

Oui

110

Ja

Non

1

Nee

Abstentions

26

Onthoudingen

Total

137

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte les propositions budgétaires pour l'année budgétaire 2012 du Comité permanent de contrôle des services de police.

Bijgevolg neemt de Kamer de begrotingsvoorstellen voor het begrotingsjaar 2012 van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten aan.

 

Raison d'abstention?

Reden van onthouding?

 

Même justification d'abstention.

 

27 Comptes de l'année budgétaire 2010 du Comité permanent de contrôle des services de renseignements et de sécurité (2015/1)

27 Rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van het Vast Comité van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (2015/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Vote/stemming 12)

Oui

136

Ja

Non

1

Nee

Abstentions

0

Onthoudingen

Total

137

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte les comptes de l'année budgétaire 2010 du Comité permanent de contrôle des services de renseignements et de sécurité.

Bijgevolg neemt de Kamer de rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van het Vast Comité van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten aan.

 

27.01  Corinne De Permentier (MR): Monsieur le président, j'ai voté "oui".

 

La président: Dont acte.

 

28 Propositions budgétaires pour l'année budgétaire 2012 du Comité permanent de contrôle des services de renseignements et de sécurité (2015/1)

28 Begrotingsvoorstellen voor het begrotingsjaar 2012 van het Vast Comité van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (2015/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Vote/stemming 13)

Oui

110

Ja

Non

1

Nee

Abstentions

26

Onthoudingen

Total

137

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte les propositions budgétaires pour l'année budgétaire 2012 du Comité permanent de contrôle des services de renseignements et de sécurité.

Bijgevolg neemt de Kamer de begrotingsvoorstellen voor het begrotingsjaar 2012 van het Vast Comité van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten aan.

 

Raison d'abstention?

Reden van onthouding?

 

Même justification d'abstention.

 

28.01  Ine Somers (Open Vld): Ik heb 'ja' gestemd, mijnheer de voorzitter.

 

Le président: C'est noté.

 

29 Comptes de l'année budgétaire 2010 du Collège des médiateurs fédéraux (2015/1)

29 Rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van het College van de federale ombudsmannen (2015/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Vote/stemming 14)

Oui

136

Ja

Non

1

Nee

Abstentions

0

Onthoudingen

Total

137

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte les comptes de l'année budgétaire 2010 du Collège des médiateurs fédéraux.

Bijgevolg neemt de Kamer de rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van het College van de federale ombudsmannen aan.

 

30 Ajustement du budget de l'année budgétaire 2011 du Collège des médiateurs fédéraux (2015/1)

30 Aanpassing van de begroting van het begrotingsjaar 2011 van het College van de federale ombudsmannen (2015/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Vote/stemming 14)

 

En conséquence, la Chambre adopte l'ajustement du budget de l'année budgétaire 2011 du Collège des médiateurs fédéraux.

Bijgevolg neemt de Kamer de aanpassing van de begroting van het begrotingsjaar 2011 van het College van de federale ombudsmannen aan.

 

31 Propositions budgétaires pour l'année budgétaire 2012 du Collège des médiateurs fédéraux (2015/1)

31 Begrotingsvoorstellen voor het begrotingsjaar 2012 van het College van de federale ombudsmannen (2015/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Vote/stemming 15)

Oui

109

Ja

Non

1

Nee

Abstentions

26

Onthoudingen

Total

136

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte les propositions budgétaires pour l'année budgétaire 2012 du Collège des médiateurs fédéraux.

Bijgevolg neemt de Kamer de begrotingsvoorstellen voor het begrotingsjaar 2012 van het College van de federale ombudsmannen aan.

 

Raison d'abstention?

Reden van onthouding?

 

Même justification d'abstention.

 

32 Comptes de l'année budgétaire 2010 de la Commission de la protection de la vie privée (2015/1)

32 Rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (2015/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Vote/stemming 16)

Oui

136

Ja

Non

1

Nee

Abstentions

0

Onthoudingen

Total

137

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte les comptes de l'année budgétaire 2010 de la Commission de la protection de la vie privée.

Bijgevolg neemt de Kamer de rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer aan.

 

32.01  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): J'ai voté pour, monsieur le président.

 

Le président: Dont acte.

 

33 Ajustement du budget de l'année budgétaire 2011 de la Commission de la protection de la vie privée (2015/1)

33 Aanpassing van de begroting van het begrotingsjaar 2011 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (2015/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Vote/stemming 16)

 

En conséquence, la Chambre adopte l'ajustement du budget de l'année budgétaire 2011 de la Commission de la protection de la vie privée.

Bijgevolg neemt de Kamer de aanpassing van de begroting van het begrotingsjaar 2011 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer aan.

 

34 Propositions budgétaires pour l'année budgétaire 2012 de la Commission de la protection de la vie privée (2015/1)

34 Begrotingsvoorstellen voor het begrotingsjaar 2012 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (2015/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Vote/stemming 17)

Oui

108

Ja

Non

1

Nee

Abstentions

28

Onthoudingen

Total

137

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte les propositions budgétaires pour l'année budgétaire 2012 de la Commission de la protection de la vie privée.

Bijgevolg neemt de Kamer de begrotingsvoorstellen voor het begrotingsjaar 2012 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer aan.

 

Raison d'abstention?

Reden van onthouding?

 

Même justification d'abstention.

 

35 Comptes de l'année budgétaire 2010 des Commissions de nomination pour le notariat (2015/1)

35 Rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van de Benoemingscommissies voor het notariaat (2015/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Vote/stemming 18)

Oui

134

Ja

Non

1

Nee

Abstentions

0

Onthoudingen

Total

135

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte les comptes de l'année budgétaire 2010 des Commissions de nomination pour le notariat.

Bijgevolg neemt de Kamer de rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van de Benoemingscommissies voor het notariaat aan.

 

(MM. Anthony Dufrane et Laurent Devin ont voté comme leur groupe)

 

36 Propositions budgétaires pour l'année budgétaire 2012 des Commissions de nomination pour le notariat (2015/1)

36 Begrotingsvoorstellen voor het begrotingsjaar 2012 van de Benoemingscommissies voor het notariaat (2015/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Vote/stemming 19)

Oui

111

Ja

Non

1

Nee

Abstentions

26

Onthoudingen

Total

138

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte les propositions budgétaires pour l'année budgétaire 2012 des Commissions de nomination pour le notariat.

Bijgevolg neemt de Kamer de begrotingsvoorstellen voor het begrotingsjaar 2012 van de Benoemingscommissies voor het notariaat aan.

 

Raison d'abstention?

Reden van onthouding?

 

Même justification d'abstention.

 

37 Comptes de l'année budgétaire 2010 de la Chambre des représentants (2018/1)

37 Rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van de Kamer van volksvertegenwoordigers (2018/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 20)

Ja

136

Oui

Nee

1

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

138

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte les comptes de l'année budgétaire 2010 de la Chambre des représentants.

Bijgevolg neemt de Kamer de rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van de Kamer van volksvertegenwoordigers aan.

 

Raison d'abstention?

Reden van onthouding?

 

37.01  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, conform onze houding inzake het Forum in het verleden heb ik mij symbolisch onthouden, terwijl onze fractie wel voor gestemd heeft.

 

38 Budget pour l'année budgétaire 2012 de la Chambre des représentants (2018/1)

38 Begroting voor het begrotingsjaar 2012 van de Kamer van volksvertegenwoordigers (2018/1)

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Vote/stemming 21)

Oui

86

Ja

Non

37

Nee

Abstentions

15

Onthoudingen

Total

138

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte le budget pour l'année budgétaire 2012 de la Chambre des représentants.

Bijgevolg neemt de Kamer de begroting voor het begrotingsjaar 2012 van de Kamer van volksvertegenwoordigers aan.

 

39 Comptes de l'année budgétaire 2010 des membres belges du Parlement européen (2018/1)

39 Rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van de Belgische leden van het Europees Parlement (2018/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Vote/stemming 22)

Oui

136

Ja

Non

1

Nee

Abstentions

0

Onthoudingen

Total

137

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte les comptes de l'année budgétaire 2010 des membres belges du Parlement européen.

Bijgevolg neemt de Kamer de rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van de Belgische leden van het Europees Parlement aan.

 

40 Comptes de l'année budgétaire 2010 du financement des partis politiques (2018/1)

40 Rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van de financiering van de politieke partijen (2018/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Vote/stemming 22)

 

En conséquence, la Chambre adopte les comptes de l'année budgétaire 2010 du financement des partis politiques.

Bijgevolg neemt de Kamer de rekeningen van het begrotingsjaar 2010 van de financiering van de politieke partijen aan.

 

41 Budget pour l'année budgétaire 2012 du financement des partis politiques (2018/1)

41 Begroting voor het begrotingsjaar 2012 van de financiering van de politieke partijen (2018/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Vote/stemming 23)

Oui

137

Ja

Non

1

Nee

Abstentions

0

Onthoudingen

Total

138

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte le budget pour l'année budgétaire 2012 du financement des partis politiques.

Bijgevolg neemt de Kamer de begroting voor het begrotingsjaar 2012 van de financiering van de politieke partijen aan.

 

42 Wetsontwerp houdende de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2012 (1943/1+9)

42 Projet de loi contenant le budget des Voies et Moyens de l'année budgétaire 2012 (1943/1+9)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 24)

Ja

85

Oui

Nee

53

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

138

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het ontwerp van begroting aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1943/10)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de budget. Il sera soumis à la sanction royale. (1943/10)

 

43 Aangehouden amendementen en artikel van het ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2012 (1944/1-40) (1943/9)

43 Amendements et article réservés du projet du budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2012 (1944/1-40) (1943/9)

 

Stemming over amendement nr. 6 van Hagen Goyvaerts cs op artikel 1-01-2.(1944/4)

Vote sur l'amendement n° 6 de Hagen Goyvaerts cs à l'article 1-01-2.(1944/4)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 25)

Ja

11

Oui

Nee

99

Non

Onthoudingen

28

Abstentions

Totaal

138

Total

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

43.01  Philippe Blanchart (PS): Monsieur le président, j’ai voté contre.

 

De voorzitter: Stemming over amendement nr. 9 van Hagen Goyvaerts cs op artikel 1-01-2.(1944/4)

Vote sur l'amendement n° 9 de Hagen Goyvaerts cs à l'article 1-01-2.(1944/4)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 25)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 7 van Hagen Goyvaerts cs op artikel 1-01-2.(1944/4)

Vote sur l'amendement n° 7 de Hagen Goyvaerts cs à l'article 1-01-2.(1944/4)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 25)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 11 van Hagen Goyvaerts cs op artikel 1-01-2.(1944/4)

Vote sur l'amendement n° 11 de Hagen Goyvaerts cs à l'article 1-01-2.(1944/4)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 25)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 10 van Hagen Goyvaerts cs op artikel 1-01-2.(1944/4)

Vote sur l'amendement n° 10 de Hagen Goyvaerts cs à l'article 1-01-2.(1944/4)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 25)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 4 van Peter Logghe op artikel 1-01-2.(1944/4)

Vote sur l'amendement n° 4 de Peter Logghe à l'article 1-01-2.(1944/4)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 25)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 5 van Peter Logghe op artikel 1-01-2.(1944/4)

Vote sur l'amendement n° 5 de Peter Logghe à l'article 1-01-2.(1944/4)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 25)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 3 van Peter Logghe op artikel 1-01-2.(1944/4)

Vote sur l'amendement n° 3 de Peter Logghe à l'article 1-01-2.(1944/4)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 25)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 41 van Hagen Goyvaerts cs op artikel 1-01-2.(1944/24)

Vote sur l'amendement n° 41 de Hagen Goyvaerts cs à l'article 1-01-2.(1944/24)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 25)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 12 van Hagen Goyvaerts cs op artikel 1-01-2.(1944/4)

Vote sur l'amendement n° 12 de Hagen Goyvaerts cs à l'article 1-01-2.(1944/4)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 26)

Ja

38

Oui

Nee

98

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

136

Total

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

(M. Bernard Clerfayt a voté comme son groupe)

 

Stemming over amendement nr. 8 van Hagen Goyvaerts cs op artikel 1-01-2.(1944/4)

Vote sur l'amendement n° 8 de Hagen Goyvaerts cs à l'article 1-01-2.(1944/4)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 26)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en zijn artikel 1-01-2 en de bijvoegde tabellen aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 1-01-2 et les tableaux annexés sont adoptés.

 

44 Geheel van het ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2012 (1944/1+2)(1943/9)

44 Ensemble du projet du budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2012 (1944/1+2)(1943/9)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 27)

Ja

85

Oui

Nee

53

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

138

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1944/41)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1944/41)

 

45 Wetsontwerp tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat betreft het oprichten van een bijzondere rol voor de collectieve schuldenregeling (1634/4)

45 Projet de loi modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne la création d'un rôle particulier pour le règlement collectif de dettes (1634/4)

 

Geamendeerd door de Senaat

Amendé par le Sénat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 28)

Ja

138

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

138

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1634/5)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1634/5)

 

46 Wetsontwerp tot wijziging van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en van het Sociaal Strafwetboek (1658/7)

46 Projet de loi modifiant la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, et le Code pénal social (1658/7)

 

Geamendeerd door de Senaat

Amendé par le Sénat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 29)

Ja

137

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

137

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1658/9)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1658/9)

 

47 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting van een Instituut van de bedrijfsrevisoren en organisatie van het publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor, gecoördineerd op 30 april 2007 (nieuw opschrift) (1889/3)

47 Projet de loi modifiant la loi du 22 juillet 1953 créant un Institut des réviseurs d'entreprises et organisant la supervision publique de la profession de réviseur d'entreprises, coordonnée le 30 avril 2007 (nouvel intitulé) (1889/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 30)

Ja

137

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

137

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (1889/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (1889/4)

 

48 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 16 mei 2001 houdende statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht (1892/1)

48 Projet de loi modifiant la loi du 16 mai 2001 portant statut des militaires du cadre de réserve des forces armées (1892/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 31)

Ja

139

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

139

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (1892/2)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (1892/2)

 

49 Aangehouden amendement en artikel van het wetsontwerp houdende diverse dringende bepalingen inzake gezondheid (2005/1-11)

49 Amendement et article réservés du projet de loi portant des dispositions diverses urgentes en matière de santé (2005/1-11)

 

Stemming over amendement nr. 3 van Manu Beuselinck op artikel 6.(2005/9)

Vote sur l'amendement n° 3 de Manu Beuselinck à l'article 6.(2005/9)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 32)

Ja

51

Oui

Nee

86

Non

Onthoudingen

2

Abstentions

Totaal

139

Total

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 6 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 6 est adopté.

 

50 Geheel van het wetsontwerp houdende diverse dringende bepalingen inzake gezondheid (2005/11)

50 Ensemble du projet de loi portant des dispositions diverses urgentes en matière de santé (2005/11)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 33)

Ja

86

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

53

Abstentions

Totaal

139

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2005/12)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2005/12)

 

51 Adoption de l’ordre du jour

51 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.

Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.

 

Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.

Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 9 februari 2012 om 14.15 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 9 février 2012 à 14.15 heures.

 

De vergadering wordt gesloten om 19.38 uur.

La séance est levée à 19.38 heures.

 

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 53 PLEN 070 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 53 PLEN 070 bijlage.

 

 

 


Détail des votes nominatifs

 

Detail van de naamstemmingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

082

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

051

Nee

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Beuselinck Manu, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

085

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

050

Nee

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Beuselinck Manu, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

134

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

001

Nee

 

Louis Laurent

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui        

136

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

001

Onthoudingen

 

Louis Laurent

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

110

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

027

Onthoudingen

 

Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Weyts Ben, Wollants Bert

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 006

 

 

Oui        

136

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

001

Onthoudingen

 

Louis Laurent

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 007

 

 

Oui        

109

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

027

Onthoudingen

 

Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Weyts Ben, Wollants Bert

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 008

 

 

Oui        

136

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

001

Nee

 

Louis Laurent

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 009

 

 

Oui        

111

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

001

Nee

 

Louis Laurent

 

 

Abstentions

026

Onthoudingen

 

Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Luykx Peter, Maertens Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Weyts Ben, Wollants Bert

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 010

 

 

Oui        

137

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

001

Nee

 

Louis Laurent

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 011

 

 

Oui        

110

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

001

Nee

 

Louis Laurent

 

 

Abstentions

026

Onthoudingen

 

Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Luykx Peter, Maertens Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Weyts Ben, Wollants Bert

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 012

 

 

Oui        

136

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

001

Nee

 

Louis Laurent

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 013

 

 

Oui        

110

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

001

Nee

 

Louis Laurent

 

 

Abstentions

026

Onthoudingen

 

Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Luykx Peter, Maertens Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Weyts Ben, Wollants Bert

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 014

 

 

Oui        

136

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non         

001

Nee

 

Louis Laurent

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 015

 

 

Oui        

109

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

001

Nee

 

Louis Laurent

 

 

Abstentions

026

Onthoudingen

 

Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Luykx Peter, Maertens Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Weyts Ben, Wollants Bert

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 016

 

 

Oui        

136

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

001

Nee

 

Louis Laurent

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 017

 

 

Oui        

108

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Jean Marie, Defreyne Roland, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

001

Nee

 

Louis Laurent

 

 

Abstentions

028

Onthoudingen

 

Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, Clerfayt Bernard, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Luykx Peter, Maertens Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Thiéry Damien, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Weyts Ben, Wollants Bert

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 018

 

 

Oui        

134

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

001

Nee

 

Louis Laurent

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 019

 

 

Oui        

111

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

001

Nee

 

Louis Laurent

 

 

Abstentions

026

Onthoudingen

 

Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Luykx Peter, Maertens Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Weyts Ben, Wollants Bert

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 020

 

 

Oui        

136

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

001

Nee

 

Louis Laurent

 

 

Abstentions

001

Onthoudingen

 

Temmerman Karin

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 021

 

 

Oui        

086

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

037

Nee

 

Annemans Gerolf, Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, De Bont Rita, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert

 

 

Abstentions

015

Onthoudingen

 

Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, Clerfayt Bernard, Deleuze Olivier, De Vriendt Wouter, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Jadot Eric, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Van Hecke Stefaan

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 022

 

 

Oui        

136

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

001

Nee

 

Louis Laurent

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 023

 

 

Oui        

137

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

001

Nee

 

Louis Laurent

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 024

 

 

Oui         

085

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

053

Nee

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Beuselinck Manu, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, Clerfayt Bernard, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jadot Eric, Jambon Jan, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 025

 

 

Oui        

011

Ja

 

Annemans Gerolf, Blanchart Philippe, De Bont Rita, De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Pas Barbara, Schoofs Bert, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy

 

 

Non        

099

Nee

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Abstentions

028

Onthoudingen

 

Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Weyts Ben, Wollants Bert

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 026

 

 

Oui        

038

Ja

 

Annemans Gerolf, Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert

 

 

Non        

098

Nee

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 027

 

 

Oui        

085

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

053

Nee

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Beuselinck Manu, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, Clerfayt Bernard, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jadot Eric, Jambon Jan, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 028

 

 

Oui        

138

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 029

 

 

Oui        

137

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 030

 

 

Oui        

137

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 031

 

 

Oui        

139

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 032

 

 

Oui        

051

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Beuselinck Manu, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jadot Eric, Jambon Jan, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert

 

 

Non        

086

Nee

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Abstentions

002

Onthoudingen

 

Clerfayt Bernard, Thiéry Damien

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 033

 

 

Oui        

086

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rolin Myriam, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

053

Onthoudingen

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Beuselinck Manu, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, Clerfayt Bernard, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, Deleuze Olivier, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jadot Eric, Jambon Jan, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert