Séance plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 15 mars 2012 Après-midi ______ |
van Donderdag 15 maart
2012 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 16.05 heures et présidée par M. André Flahaut.
De vergadering wordt geopend om 16.05 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Monica
De Coninck, Melchior Wathelet, Servais Verherstraeten
Karel
Uyttersprot, Veerle Wouters, pour raisons de
santé / wegens gezondheidsredenen;
Peter
Vanvelthoven, pour devoirs de mandat / wegens ambtsplicht;
Laurent
Louis, Gwendolyn Rutten, à l'étranger / buitenslands.
Vous avez reçu un projet d'ordre du jour pour la séance d'aujourd'hui.
U hebt een ontwerpagenda ontvangen voor de vergadering van vandaag.
Y a-t-il des observations à ce sujet ? (Non)
Zijn er dienaangaande opmerkingen ? (Nee)
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
02 Proposition de loi modifiant l’article 92 du Code judiciaire en ce qui concerne l'appel des jugements rendus par le juge de paix et le tribunal de police (1043/1-6)
02 Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 92 van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot het hoger beroep tegen vonnissen gewezen door de vrederechter en de politierechtbank (1043/1-6)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Carina
Van Cauter, Sabien Lahaye-Battheu, Patrick Dewael
02.01 Carina Van Cauter (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, met betrekking tot dit wetsvoorstel werd een amendement ingediend en wij willen de verwijzing naar de commissie voor de Justitie van volgende week vragen.
De voorzitter:
Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'objection? (Non)
Par conséquent, la proposition de loi est renvoyée en commission de la Justice.
Bijgevolg is dit wetsvoorstel naar commissie voor de Justitie teruggezonden.
03 Proposition de loi modifiant l'article 109bis du Code judiciaire (1831/1-7)
03 Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 109bis van het Gerechtelijk Wetboek (1831/1-7)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Sabien
Lahaye-Battheu, Carina Van Cauter
03.01 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, wij vragen het wetsvoorstel te verwijzen naar de commissie voor de Justitie.
De voorzitter:
Geen bezwaar? (Nee)
Pas d'observation? (Non)
Mevrouw de voorzitster van de commissie voor de Justitie, het voorstel wordt verwezen naar uw commissievergadering van volgende week.
04 Révision de la Constitution. Révision de l'article 195 de la Constitution (2064/1-4)
04 Herziening van de Grondwet. Herziening van artikel 195 van de Grondwet (2064/1-4)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Thierry Giet, Raf
Terwingen, Daniel Bacquelaine, Karin Temmerman, Olivier Deleuze, Stefaan Van
Hecke, Patrick Dewael, Catherine Fonck
Discussion de l'article unique
Bespreking van het enig artikel
Conformément à l'article 85, alinéa 4
du Règlement, le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion
de l'article unique. (2064/4)
Overeenkomstig artikel 85,
alinea 4 van het Reglement wordt de door de commissie verbeterde tekst als
basis voor de bespreking van het enig artikel genomen. (2064/4)
La discussion de l'article unique est ouverte.
De bespreking van het enig artikel is geopend.
04.01 Renaat Landuyt, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, in afspraak met mijn collega, mevrouw Déom, verwijs ik naar ons uitgebreid schriftelijk verslag.
04.02 Ben Weyts (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, wij waren en zijn nog steeds geen vragende partij om dit debat nu aan te gaan. Wij wilden dit van de agenda halen. Het is volgens ons niet het moment voor politiek gebekvecht en controverse. Men heeft anders beslist en wij leggen ons daarbij neer. Ik zal het kort houden. Ik zal terughoudend en zo sereen mogelijk trachten te zijn, ook al ligt dit dossier mij na aan het hart, zoals bekend. Ik zal mij beperken tot een samenvatting van onze kritiek in de commissie, enerzijds, en een korte nieuwe boodschap brengen en een nieuwe oproep doen, anderzijds.
U weet allemaal dat steeds meer professoren grondwettelijk recht en steeds meer politologen, juristen en politici grote vragen stellen bij de werkwijze van de regering inzake artikel 195, met betrekking tot de geplande schorsing van de Grondwet. Toch zet deze regering door. Dit werd op een drafje goedgekeurd in de Kamercommissie. Ik vraag mij wel af wat wij hier eigenlijk doen, want niettegenstaande het hier nog niet werd goedgekeurd, werd het al besproken in de Senaat. Het staat in de Senaat zelfs al op de agenda. Wij moeten dus zelfs niet meer stemmen, het staat al genoteerd voor de volgende plenaire vergadering van de Senaat.
Ik heb gevraagd om een hoorzitting te organiseren, om grondwettelijke experten te kunnen horen, maar dat kon niet. Ik heb gevraagd of men misschien advies kon vragen aan het hoogste rechtscollege, de Raad van State, maar dat kon evenmin.
Men heeft altijd gezegd dat deze regeling juridisch perfect in orde is, maar toch wou men geen pottenkijkers, geen hoorzittingen, geen advies van de Raad van State, geen advies van het onafhankelijke hoogste rechtscollege. Men kan zich dan ook afvragen of er dan toch iets te verbergen valt. Of is het gewoon uit eerlijke schaamte dat men zo snel mogelijk door de hete brij wil? Ik denk dat het een beetje van beiden is.
Collega Van Vaerenbergh heeft dit toegelicht in de Raad van Europa. Uiteindelijk zijn wij zelfs naar die Raad van Europa moeten stappen om toch gehoor te krijgen in de commissie Mensenrechten en Juridische Aangelegenheden. Daar heeft collega Van Vaerenbergh de problematiek uitvoerig geschetst.
Zij heeft uitgelegd dat de Grondwet het basisdocument is met de basisrechten en –plichten van een democratische rechtsstaat, en dat net omwille van het grote belang dit document enkel kan worden gewijzigd na het opzijschuiven van drie grendels. Een eerste grendel is het Parlement dat bij meerderheid de artikels moet aanduiden die voor herziening vatbaar worden verklaard. Vervolgens is er een ontbinding van het Parlement en worden er verkiezingen georganiseerd. De derde stap is dat na die verkiezingen het nieuw verkozen Parlement met een tweederdemeerderheid de artikels wijzigt.
Heel die procedure staat beschreven in artikel 195. Dit artikel is door het vorige Parlement effectief voor herziening vatbaar verklaard. Het was de bedoeling die rigide procedure enigszins te versoepelen. Wij zijn hiervan altijd voorstander geweest. Wij hebben zelfs een eigen voorstel ingediend om die procedure, vervat in artikel 195, te herzien voor heden én toekomst, en niet tijdelijk. Daar ligt het grote probleem.
Zelfs raken aan artikel 195, of het nu tijdelijk is of voor heden en toekomst, zelfs dat vonden verschillende partijen hier in deze Kamer onbespreekbaar. Ik kan u verschillende citaten geven maar gelet op de omstandigheden zal ik mij beperken tot enkele. De heer Wathelet zegt het volgende in 2007:
"Je voudrais aussi insister sur l'article 195. Je pense qu'on ne peut accepter ce snelrecht constitutionnel. On ne peut accepter qu'on puisse, d'une manière très rapide, modifier la Constitution".
In een persbericht zei CD&V: “De inherzieningstelling van artikel 195 is een blanco volmacht om de Grondwet naar gelieven te wijzigen. Die wijziging druist in tegen elke redelijke democratische besluitvorming en een solide verankering van de basisregels van het Belgisch grondwettelijk stelsel. Er zijn bovendien juridische bezwaren: Artikel 195 organiseert de participatie van de burger bij de grondwetsherziening. De voorgestelde wijziging zet de kiezer buiten spel.”
Dat zijn allemaal citaten van CD&V, die gekant is tegen een dergelijke werkwijze. CD&V had zelfs juridische bezwaren, maar die zijn blijkbaar als sneeuw voor de zon gesmolten.
De heer Vandenberghe, senator voor CD&V gaat nog verder: “Indien de herziening van artikel 195 impliceert dat ook andere artikelen kunnen worden herzien, wordt ingestemd met een constitutionele striptease. De voorstanders getuigen van een autoritaire afwijking.”
Zo kan ik nog tal van citaten aanhalen, van de heer Delpérée, van de heer Viseur, van de heer Baille van Ecolo, van de heer Armand De Decker. Allemaal zijn zij tegen de wijziging van artikel 195, voor heden en toekomst.
Ook de heer Verherstraeten heeft altijd verklaard dat de Grondwet moet worden herzien door een solide meerderheid en niet door een gelegenheidsmeerderheid. Laat nu net zijn partij een gelegenheidsmeerderheid gebruiken om artikel 195, niet voor heden en toekomst, maar tijdelijk aan te passen voor eigen politiek gebruik.
Wat de regering doet, is artikel 195 gebruiken om verschillende grondwetartikelen aan te passen die niet voor herziening vatbaar verklaard zijn door het vorige Parlement.
Men past gewoon het artikel aan dat de procedure tot grondwetsherziening beschrijft en gebruikt het als een passe-partout. Men schuift alle grendels die op de Grondwet staan, met een passe-partout opzij, wijzigt de Grondwet en schuift de grendels er opnieuw op en hangt er een groot hangslot aan. Dat is in eenvoudige bewoordingen wat er momenteel gebeurt.
Men past het artikel aan voor zichzelf en zegt dat men het een keer zal doen en enkel voor zichzelf. Alleen wij mogen daarvan gebruikmaken en de meerderheden na ons mogen dat niet meer doen. Die vallen terug op de oude, restrictieve procedure met de drie grendels. Dat is de realiteit.
Waarom doet men dat? Men doet dat om bijkomende privileges voor de Franstaligen in Vlaams-Brabant in de Grondwet te betonneren. Dat is klaar en duidelijk.
Men doet het niet voor een staatshervorming. Ik kan u nog andere citaten geven, onder andere van de heer Johan Vande Lanotte, die heel duidelijk zei dat men de Grondwet niet hoeft te hervormen, dat men zelfs voor de grootste staatshervorming geen herziening van de Grondwet nodig heeft.
De regering gaat echter door en waant zich onaantastbaar. Precies daarom zijn wij naar de Raad van Europa gestapt en die oordeelde dat onze klacht grondig moet worden onderzocht. Wij hebben gelijk gekregen, ondanks de argumenten van de heer Moriau, die namens de regering en namens de groenen sprak.
Hij zei dat de klacht afkomstig was van een Vlaams-nationale oppositiepartij en dat zij die niet verder zouden behandelen. Dat was zijn enige argument. De heer Moriau werd in de Raad van Europa weggestemd met 30 stemmen tegen 10.
Het dossier zal worden doorverwezen naar de Venice Commission, het hoogste juridische orgaan van de Raad van Europa, waar andere dossiers zijn behandeld van ex-Sovjetrepublieken, prille democratieën zoals men ze dan noemt. De regering plaatst ons op datzelfde niveau.
Volgens sommigen – en ik anticipeer hierop – mag de N-VA geen kritiek uiten op die grondwetsherziening, gezien de uitspraak van Bart De Wever dat in 2014 desnoods de Grondwet moet worden genegeerd om het confederalisme in te voeren. Hij heeft dat inderdaad gezegd.
Voor ons kan de procedure om de Grondwet aan te passen inderdaad perfect worden herzien, maar dan moet dat gelden voor heden en toekomst en mag het niet tijdelijk zijn, er moet dus een permanente aanpassing komen. Als zo’n permanente aanpassing gebeurt, dan kan dit Parlement op elk moment de Grondwet aanpassen en het confederalisme invoeren. Daarom heb ik een amendement ingediend om die tijdelijkheid eruit te halen. Wanneer u dit allemaal goedkeurt, dan kan dit Parlement altijd beslissen om het confederalisme via de Grondwet in te voeren, dan is er geen enkel probleem. Als u natuurlijk dat amendement niet goedkeurt, dan maakt u de invoering van het confederalisme via de Grondwet onmogelijk, dat is juist.
Evenwel, als de Grondwet geen belemmering is voor Elio Di Rupo en co, dan is ze dat ook niet voor de N-VA. Voor ons gaat het niet op om de Grondwet alleen te gebruiken om tegen de Vlamingen in te zetten. Aan dat spel doen wij niet mee.
Collega’s, er zijn heel wat ethische, politieke en juridische redenen om niet door te zetten met deze zaak. Als die politieke, ethische en juridische redenen voor u niet voldoende zijn, doe het dan misschien om uzelf niet in de problemen, in de nesten te werken. Ik vrees immers dat er ook nog andere politieke problemen kunnen ontstaan. Ik vrees dat u verschillende artikelen vergeten bent voor herziening vatbaar te verklaren, via de lijst die u opneemt in artikel 195.
U zou desgevallend artikel 195 nog eens een tweede keer moeten herzien, en dat zou echt wel te gortig zijn. De heer Cheron zei in de Senaat dat Ecolo en Groen niet meedoen aan een tweede keer artikel 195 herzien. Terecht, een blunder vaststellen en dan nog mee chipoteren aan de Grondwet zou er echt over zijn. Verder heb ik collega Van Hecke in de kamercommissie horen zeggen dat een impliciete grondwetswijziging het meest verwerpelijke is dat er bestaat en dat de groenen daaraan niet meewerken.
Als het bij deze wijzigingen en bij deze lijst blijft dan zie ik enkele problemen. U bent al minstens twee zaken vergeten.
Ten eerste, er is het antwoord op het zogenaamde Grosaru-arrest van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Dat arrest stelt dat er altijd een onafhankelijke juridische instantie moet zijn waar men terechtkan voor beroep tegen een verkiezingsuitslag. In een select aantal landen is dat niet het geval. België hoort daarbij. Turkije is daarvoor veroordeeld door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Wij moeten daarop een antwoord bieden. Bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens is trouwens een procedure hangende tegen België op basis van het Grosaru-arrest.
Hoe moet men een onafhankelijke, juridische instantie bevoegd maken voor beroepen tegen de geldigverklaring van de verkiezingen? Daarvoor moeten twee grondwetsartikelen worden gewijzigd, de artikelen 48 en 142. Het probleem is dat artikel 142 in herziening is gesteld maar artikel 48 niet.
Ik kan een aantal professoren citeren, zoals professor Verdussen van de UCL. Hij zegt dat een herziening van artikel 48 broodnodig is om te kunnen antwoorden op het Grosaru-arrest en om te verhinderen dat België door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens wordt veroordeeld. Ik kan nog andere mensen citeren. Professor Popelier zegt dat men uit het Grosaru-arrest kan afleiden dat een onafhankelijk gerechtelijk orgaan zich moet kunnen uitspreken over betwistingen over de vraag of een bepaalde kandidaat recht heeft op een zetel of niet. Ook Hugo Vandenberghe beaamt die stelling.
Ten tweede, er is het probleem van de schuldenrem. De Europese regeringsleiders kwamen eind januari overeen dat landen in het kader van budgettaire discipline zichzelf een schuldenrem moeten opleggen en dat zulks in de Grondwet moet worden ingeschreven. Daarop legde kamerlid Hendrik Bogaert een voorstel neer om dat te doen. Als men dat wil inschrijven in de Grondwet moet eerst artikel 174, over de vaststelling van de eindrekening en de begroting door de Kamer, worden gewijzigd, Het kan niet anders.
Ook dat artikel staat niet in uw lijst. Als u dat wilt doen, dan moet u artikel 195 een tweede keer wijzigen, ofwel werken met een impliciete grondwetsherziening. Die twee zaken zijn uitgesloten door Ecolo-Groen. Zij hebben duidelijk gezegd dat zij daaraan niet meewerken. U zou natuurlijk ook kunnen besluiten om de schuldenrem niet in de Grondwet in te schrijven maar dit via een bijzondere wet te regelen. Ook dat is dan natuurlijk een impliciete grondwetsherziening die eigenlijk volstrekt ontoelaatbaar is en waaraan Ecolo-Groen niet zullen meewerken.
De conclusie is dus dat als Ecolo-Groen bij dat standpunt blijft en zegt dat er geen tweede herziening kan komen van artikel 195 noch een impliciete herziening van de Grondwet, u een beetje in nesten zit als u doorgaat met dit verhaal. Er zijn dan immers minstens een paar grondwetsartikelen die eigenlijk aan uw lijst moeten worden toegevoegd.
Ik zou zeggen, ga hier niet mee door, schuif de grendels van de Grondwet niet opzij met uw passe-partout, gewoon om Franstalige privileges in te schrijven in de Grondwet. Doe dat niet. Als u het niet laat om ethische, juridische of politieke redenen, laat het dan misschien om uzelf niet in de problemen te brengen. Ik heb gezegd.
04.03 Thierry Giet (PS): Monsieur le président, madame la ministre, messieurs les secrétaires d'État, chers collègues, nous posons aujourd'hui la première pierre de l'édifice de l'une des plus grandes réformes de l'État que ce pays va connaître.
Rappelons-nous que le 11 octobre 2011, huit partis politiques ont conclu un accord sur la sixième réforme de l'État.
Après la crise politique que notre pays a connue et de longues négociations, un compromis ambitieux et courageux a pu être trouvé entre des partis francophones et néerlandophones, au-delà du clivage majorité gouvernementale-opposition. Ces partis représentent, ensemble, plus des deux tiers des membres de nos assemblées fédérales et réunissent une majorité dans chaque groupe linguistique.
BHV, Bruxelles, l'autonomie fiscale, la responsabilisation, des transferts de compétences, ces huit partis ont réussi à surmonter nombre de difficultés pour aboutir à des solutions sur ces questions, sur ces enjeux, avec, je le pense, un grand sens des responsabilités.
Nos institutions seront transformées, le rôle des Régions et des Communautés sera renforcé et l'État fédéral sera consolidé dans ses missions.
La présente proposition de révision de la
Constitution constitue donc le point de départ de cette sixième réforme de
l'État car sans cette proposition, cette réforme de l'État ne saurait être mise
en œuvre intégralement. Elle porte sur l'article 195 de la Constitution
qui fixe la procédure de révision de la Constitution.
Cet article est effectivement ouvert à révision à la suite de la déclaration de révision de la Constitution du 7 mai 2010. C'est donc en parfaite conformité avec l'actuelle procédure définie par l'article 195 qu'il est proposé de réviser celui-ci.
Lors des travaux préparatoires relatifs à cette déclaration de révision du 7 mai 2010, il a été évoqué à plusieurs reprises que l'ouverture à révision de l'article 195 entendait précisément permettre la réalisation d'une vaste réforme de l'État, compte tenu des discussions institutionnelles qui animaient alors la Belgique.
L'objet de la présente proposition, vous l'aurez vu, est de compléter l'article par une disposition transitoire qui vise à mettre en œuvre l'accord institutionnel pour la sixième réforme de l'État. On complète donc l'article. Il faut savoir que certains articles de la Constitution, dont la révision est indispensable à l'exécution de l'accord institutionnel, ne sont, eux, actuellement pas ouverts à révision, que ce soit dans leur intégralité ou en partie. Il est donc nécessaire de permettre leur révision pour mettre en œuvre cet accord. Le texte qui est soumis au Constituant institue une procédure pour permettre, durant la présente législature, la révision de l'ensemble des dispositions qui ne sont actuellement pas ouvertes à révision.
Cet objectif précis justifie également – cela me paraît essentiel -, que le sens des révisions à opérer soit expressément imposé dans la disposition transitoire. Par conséquent, seules les révisions qui y correspondent sont admises. Ceci se comprend d'autant mieux que ce sont les mêmes chambres qui, aux mêmes majorités, à la fois énumèrent les dispositions dont la révision est ouverte et procèdent à la révision de ces dispositions.
La révision des dispositions énumérées par cette disposition transitoire que nous proposons poursuit donc exclusivement comme objectif la mise en œuvre de cet accord institutionnel, mais elle doit permettre d'en assurer la mise en œuvre intégrale.
Je ne veux pas entamer ici un énième débat juridique. Ce débat, nous l'avons déjà tenu en commission. D'autres le tiennent dans les médias. Certains viennent même de découvrir les vertus du Conseil de l'Europe et tentent de reporter ce débat à ce niveau. Je souligne, néanmoins, que le résultat actuel est le refus de toute suspension de la procédure et l'absence de tout débat de fond.
Je voudrais souligner que, pour mon groupe, il est important de tenir les engagements que nous avons pris pour sortir le pays de la crise politique qui nous a plongés dans le doute pendant plus de 500 jours. Bien que le groupe PS ne soit pas adepte du mythe institutionnel, nous nous sommes engagés dans une réforme de taille pour remodeler ce pays en respectant la Constitution, certes, mais surtout en défendant une solution communautaire durable, en accroissant l'autonomie et la responsabilisation des Régions et Communautés et en engageant le renouveau politique.
04.04 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega’s, de procedure rond het herzien van artikel 195 is maar een eerste stap in een heel lang proces. We moeten toegeven dat we nog veel tijd nodig zullen hebben om al die resultaten te bereiken, maar we zijn hier wel democratisch toe gemandateerd. Ik denk dat de kiezers een duidelijk signaal hebben gegeven om sociaal-economisch orde op zaken te stellen en om een grondige staatshervorming op de rails te zetten. De stembrief is ook geen vodje papier. We moeten werk van maken van onze opdracht. Vandaag is de eerste formele stap om daar iets aan te doen en die is noodzakelijk indien we niet ter plaatste willen blijven trappelen.
Deze hervorming wil de federale Staat verder afslanken en een grotere zelfstandigheid en verantwoordelijkheid bij de deelstaten leggen. Wij zien dat als een belangrijk evolutionair proces, waardoor wij ons onderscheiden van diegenen die het revolutionair willen aanpakken. Men kan niet zeggen dat de Preconstituante geen democratisch draagvlak had. Nooit eerder is het land zo geblokkeerd door onopgeloste communautaire dossiers. Over die dossiers is een regering gevallen. Er werd gedurende een economische crisis honderden dagen onderhandeld over mogelijke oplossingen. Het was de inzet van de verkiezingen.
Er is gekozen voor een herziening van artikel 195, beperkt in tijd en inhoud. Dat wil zeggen structureel en functioneel beperkt. Waarom? Voor een staatshervorming die groter is dan wat we in mei 2010 hadden verwacht moeten zaken in beweging worden gebracht. Niemand heeft op dat ogenblik bedenkingen geformuleerd over artikel 195. Ook rond de verklaring tot herziening van de Grondwet is in de parlementaire behandeling zeer diep ingegaan op de vraag naar een grondige staatshervorming. De Preconstituanten beseften dus zeer goed wat de aard was van de opdracht die wachtte.
In dat opzicht blijf ik het merkwaardig vinden dat de collega’s van de N-VA dit op het Vlaamse niveau wel steunen. Men zegt dat het daar wel in het verlengde ligt van de Octopusnota, terwijl men ons op federaal niveau beticht van onwettelijkheid. Men kan er toch niet tegen zijn dat de kieskring BHV hierdoor wordt gesplitst, de financieringswet wordt bijgesteld, fundamentele bevoegdheden worden overgedragen en er een grote fiscale autonomie komt?
Dat was de uitdaging. Wij willen die inlossen.
Toegegeven, deze overeenkomst en de uitvoering ervan werden ingegeven door respect: respect voor de taalgemeenschappen, respect voor beloften, maar ook respect – dat meen ik – voor de Grondwet. Artikel 195 van de Grondwet blijft gerespecteerd. Men moet een tweederde meerderheid hebben om de artikels herzienbaar te verklaren en een tweederde meerderheid moet dan ook nog eens effectief die artikels herzien. Dit is geen gelegenheidsmeerderheid, nee, dit stoelt op een echte, degelijke meerderheid in dit Parlement. Ik denk dat wij bereid moeten zijn om over een verdere versoepeling van artikel 195 ooit te debatteren, maar niet in het luchtledige en zonder uitzicht op resultaten.
Vandaar ook nog eens de verwondering dat de collega’s van de N-VA zeggen dat wat wij doen niet volledig correct is, maar dat men de Grondwet wel wil negeren wanneer het doel de middelen zou heiligen. Ik citeer collega Bracke, die zegt: “De geschiedenis staat vol van momenten waarop mensen beseften dat de Grondwet ook maar een Grondwet is. Denk maar aan de Amerikaanse Declaration of Independence”. Het is een wijze voorzitter van de commissie voor de Binnenlandse Zaken. Ik zie daarin toch de relativiteit van de dingen. Als men dan ook nog zegt dat men in 2014 de Grondwet helemaal wil negeren voor een aantal doelstellingen, wordt het toch wel moeilijk. Wij denken dat het belangrijk is de Grondwet te bekijken als een weerspiegeling van de tijdsgeest die in harmonie moet blijven met basistendensen in de Gemeenschappen.
Heel raar ook dat men dan de Raad van Europa inschakelt om daar gelijk te krijgen en daar dringend een uitspraak te vragen. Ik vind dat nog altijd een groep die ons toch, op het ogenblik dat ze de Rand bezocht, een zeer wereldvreemd cachet leek mee te geven. Zij wilden ons de Franstaligen in de Rand als een te beschermen minderheid opdringen. Ik heb daar heel veel vragen bij. Het dossier is nu aan de Venetië-commissie doorgestuurd en daar is al gezegd door mensen die het kunnen weten dat dergelijke commissie zich niet over specifieke gevallen zal uitspreken.
In die zin is het vandaag de eerste formele stap die wij zetten, door in tijd en in inhoud artikel 195 te wijzigen. De Raad van State wordt daarin niet misbruikt, maar mag daarin ook niet worden misbruikt om als rechter in eerste en in laatste aanleg te worden gedwongen, zoals sommigen willen. Onze voorgangers in dit Parlement hebben daarom in 1946 en in 1993 diepgaand gedebatteerd en beslist in dit soort zaken de Raad van State niet als scheidsrechter te gebruiken.
Zij gingen er terecht van uit dat de Constituante de soevereiniteit en de democratische legitimiteit heeft om de grondlijnen van het staatsbestel uit te tekenen, conform de tekenen van de tijd. Wij zullen ons daarbij trouwens, als federale wetgevers, meer en meer uitspreken als vertegenwoordigers van onze gemeenschap.
Wij staan vandaag aan de startlijn. De weg is nog lang, maar ik denk dat deze stemming noodzakelijk is om de akkoorden in resultaten te kunnen omzetten. Wij hopen dat iedereen straks constructief zal stemmen. Het land heeft nood aan daden. Deze zesde staatshervorming wordt belangrijk. Ik wil alle Vlaamse doeners oproepen om deze samen met ons aan te pakken.
Le président: M. l'ambassadeur de Suisse est venu signer le livre de condoléances.
Je voudrais, monsieur l'ambassadeur, au nom de l'Assemblée, comme je l'ai fait tout à l'heure, mais maintenant en votre présence, vous remercier pour tout le travail effectué par les services de votre pays et vous prier de transmettre aux autorités helvétiques toute notre admiration et tous nos remerciements pour leur soutien dans cette période particulièrement difficile.
Merci beaucoup.
(Applaudissements sur tous les bancs)
(Applaus op alle banken)
04.05 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, madame la ministre, messieurs les secrétaires d'État, chers collègues, tout ce que nous entreprenons aujourd'hui est évidemment largement relativisé par les évènements tragiques de ces dernières heures. Les élans que nous pourrions avoir sur l'importance de ces discussions et leur indispensable nécessité sont d'une futilité presque dérangeante.
Pourtant, la proposition en discussion est le premier élément concrétisant une sortie de crise institutionnelle, crise qui, par son ampleur et sa longueur, a déçu, inquiété, choqué, voire irrité la grande majorité de nos concitoyens.
Sur le plan des institutions, le vote de ce soir sera certainement un vote important, au même titre que d'autres qui sont intervenus sur les plans législatif et constitutionnel, lors des cinq précédentes réformes de l'État avec, dans ce cas, en plus, le sentiment que nous sommes véritablement passés au bord du gouffre.
Nous ouvrons une nouvelle page de notre histoire institutionnelle, mais aussi – en tout cas, c'est ce que souhaite mon groupe – une nouvelle page de notre histoire politique.
L'évolution de nos institutions n'est évidemment pas une fin en soi. Personne n'a normalement pour ambition de réformer les bases fondamentales d'un État pour le seul plaisir de l'instabilité ou du changement. La vraie ambition est, pour nous, d'œuvrer à la mise en place d'un système politique en phase avec les attentes démocratiques actuelles des citoyens. Il est vrai qu'en Belgique, l'exercice est plus difficile qu'ailleurs, mais la difficulté ne doit conduire aucun démocrate à choisir la facilité du chaos.
Le Mouvement réformateur a apporté sa part de créativité pour débloquer la situation. Je veux ici remercier nos sept partenaires car c'est tous ensemble que nous pouvons faire, en quelque sorte, honneur à la capacité de notre pays de surmonter ces crises dans le respect de l'ordre juridique.
Notre ambition est donc d'entamer la modernisation de notre système politique. L'incompréhension du citoyen a, depuis longtemps, dépassé une cote d'alerte. En s'obstinant à ne pas y prendre garde, nous mettons en danger ni plus ni moins que nos bases démocratiques.
Si la réforme que nous entamons ici doit servir à quelque chose, c'est, avant tout, à résoudre cet immense décalage entre les citoyens et le monde politique. Ce qui nous anime et ce qui fonde notre participation à l'accord institutionnel, c'est cet enjeu, et non celui d'une fuite en avant institutionnelle qui se limiterait à accroître, tous les dix ans, les compétences de tel niveau de pouvoir au détriment d'un autre.
Dans cette logique, je soulignerai la discussion survenue en commission au sujet de la circonscription fédérale.
Le Mouvement réformateur est depuis toujours un actif partisan de cette formule qui donne du liant au dialogue institutionnel et, surtout, qui consolide le mécanisme de la responsabilité politique. La responsabilité politique, dans un modèle fédéral – nous insistons –, doit à un endroit ou à un autre s'appliquer sur tout le territoire. Le concept de deux démocraties complètement étanches sert des intérêts qui sont loin d'être majoritaires, pensons-nous, en Belgique.
En commission, les secrétaires d'État ont rappelé que la déclaration d'ouverture à révision de mai 2010 donnait au Constituant tous les outils nécessaires pour mener une telle réforme à bien. L'accord institutionnel prévoit d'ailleurs qu'une commission parlementaire spécifique prolongera l'objectif de rendre notre système électoral plus transparent et plus compréhensible pour l'électeur, en examinant notamment la question d'une circonscription électorale fédérale à la Chambre, ainsi que les conséquences pour la Chambre de la réforme du bicaméralisme.
Monsieur le président, je profite de l'occasion pour vous demander de mettre rapidement en œuvre ce point de l'accord institutionnel et d'installer cette commission parlementaire.
Pour le reste, j'ai déjà eu l'occasion de développer en commission les principaux éléments qui, à nos yeux, figurent dans le texte proposé. Le fil rouge de ces éléments est évidemment la pacification communautaire dont l'absence ces dernières années a tant ruiné l'indispensable confiance entre les électeurs et les responsables politiques.
Au-delà de la circonscription fédérale, nous attachons une attention toute particulière au projet de recouplage des élections. Le rythme actuel des scrutins est vraisemblablement intenable. Les électeurs ont été convoqués quasi chaque année pour des scrutins; 2014 permettra, par contre, d'apporter des solutions en la matière avec un premier recouplage des élections fédérales et régionales. Nous voulons, dès le lendemain de ce recouplage circonstanciel, pérenniser cette simultanéité des scrutins en portant la législature fédérale à cinq ans. Cela permettra aussi la synchronisation avec les élections européennes.
Pour le reste, la responsabilité est donnée aux entités fédérées pour que les élections les concernant aient lieu ou non en même temps que les autres élections. Nous pensons que cela contribue à stabiliser nos institutions, à rationaliser le débat politique. Nous plaiderons pour que les entités fédérées restent alignées sur les scrutins fédéraux et européens.
Un autre point, essentiel pour le Mouvement réformateur, c'est l'inscription de BHV électoral et judiciaire dans la Constitution.
Le débat de fond aura évidemment lieu plus tard. Mais je veux d'ores et déjà souligner qu'un des points de l'accord est la constitutionnalisation et la spécialisation de cette matière.
Le principal élément de blocage institutionnel au cours des dernières années est la contradiction – tragique en démocratie -, entre les attentes d'une majorité et les droits fondamentaux accordés à une minorité. Dans notre système, cette contradiction est normalement encadrée par la Constitution et des lois spéciales. C'est ce mécanisme auquel nous recourons depuis plusieurs décennies pour tenter de ne pas brider la majorité, mais aussi pour respecter la minorité de ce pays.
Le Code électoral traitait pourtant de questions essentielles, mais sans les garanties des majorités renforcées. C'est une faiblesse à laquelle nous voulons remédier. Désormais, les modalités spéciales et les éléments essentiels de la réforme contenus dans les textes de loi relatifs à BHV électoral et BHV judiciaire ne pourront plus être traités qu'à une majorité des deux tiers, plus une majorité simple dans chaque groupe linguistique. L'équilibre institutionnel qui a pu être trouvé entre les huit partis est donc conçu pour durer.
Toujours en termes de pacification communautaire, je reviens sur l'ouverture à révision de l'article 160 de la Constitution, qui favorise la recherche d'une solution à la nomination des bourgmestres et à la question du respect des facilités linguistiques en périphérie. Ces dossiers ont touché l'opinion publique francophone plus que certains ne peuvent le penser. En effet, face au choix démocratique massif d'une commune en faveur de son candidat bourgmestre s'opposait le refus partial de sa nomination. Les circulaires illégales posent le même problème, avec le sentiment de ne pouvoir les dénoncer devant un juge non marqué sur le plan communautaire.
Au-delà des questions communautaires, il s'agit ici du respect de l'État de droit. Chacun des huit partis ayant scellé l'accord institutionnel semble avoir compris qu'il fallait entendre ce signal d'alarme et y réagir. L'assemblée générale du Conseil d'État sera rendue compétente pour le contentieux administratif des communes à facilités ainsi que dans le cadre de la nouvelle procédure de nomination des bourgmestres, qui fera l'objet d'une législation fédérale spécifique. Nous nous montrerons particulièrement attentifs à la concrétisation des procédures utiles en ce domaine.
Monsieur le président, je conclus en abordant brièvement la question de la légitimité de la réforme proposée, qui fut évidemment débattue en mai 2010 et qui anime encore les esprits de certains. Comme je l'ai dit en commission, les choses sont pourtant assez claires. On assiste d'un côté à une attitude conservatrice et vous comprendrez que le MR s'y oppose. Le conservatisme, c'est la frilosité. Dans la situation que vivait notre pays, il n'y avait bien entendu plus de place pour la frilosité. Il n'y avait de place que pour la responsabilité, l'optimisme, voire même, pourquoi pas, la confiance.
C'est évidemment cette démarche que nous prônons, mais sans naïveté car plus dangereux sans doute que les frileux, il y a les aventuriers, ceux qui veulent et vivent de l'anarchie et qui se présentent aujourd'hui – c'est un comble – comme les prétendus gardiens de la rigueur constitutionnelle.
Que nous disent ceux-là? Non pas qu'ils veulent, plus que nous, respecter la Constitution mais qu'ils ne veulent en fait plus du tout de Constitution belge. Alors aujourd'hui sans doute, le mieux serait que chacun y réfléchisse sérieusement. Ces arguments politiques servent en fait bien d'autres causes que la prétendue rigueur juridique.
La vraie légitimité sera apportée par les plus de 100 sièges qui valideront cette réforme aujourd'hui, dans quelques instants, et qui poseront les premières pierres de la réforme de l'État.
Mon groupe apportera ses voix et forme évidemment le vœu que la suite des textes concrétisant la réforme alimente rapidement les travaux de notre Assemblée.
04.06 Renaat Landuyt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, dames en heren collega’s, dit is een eerste belangrijke stap in de uitvoering van het globaal communautair akkoord van 11 oktober 2011. Ik veronderstel dat iedereen weet dat daarover grondig werd nagedacht en gediscussieerd. Met de wijziging van artikel 195 willen wij de omzetting in een nieuwe grondwet mogelijk maken, met respect voor de grondwettelijke spelregels. Voor ons is het een noodzakelijke stap.
Bij de herzieningsverklaring hebben wij uitdrukkelijk artikel 195 voorzien. Zij die vandaag tegen deze wijziging zijn, waren destijds niet tegen de herzieningsverklaring van artikel 195. Zij wilden het artikel zelfs volledig hervormen, terwijl wij vandaag beslissen om het artikel niet volledig te hervormen, om het grondwettelijke systeem maximaal te respecteren, met dien verstande dat wij op een juridisch en ethisch correcte wijze onze Grondwet wensen aan te passen aan een ruim politieke akkoord.
Wat wij willen doen is beperkt in de mogelijkheden, en bijzonder gemotiveerd omschreven. De bijkomende artikelen van de Grondwet die wij wensen te wijzigen kunnen enkel gewijzigd worden volgens de specifieke en strikte argumentatie van de huidige tekst.
Wat wij vandaag doen, is het begin van een grondwetswijziging die beter en correcter kan kunnen verlopen dan in het verleden het geval was, toen wij noodzakelijkerwijze voortdurend de techniek van impliciete wijzigingen hebben moeten gebruiken omdat wij bij een herzieningsverklaring nooit vooraf konden voorzien wat na verkiezingen de vrucht zou zijn van een globaal politiek akkoord. Wat ons betreft, is wat wij hier doen slechts een begin. Wij hopen dat wij na deze goedkeuring eindelijk over de inhoudelijke discussie van onze nieuwe Staat België kunnen discussiëren.
04.07 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega’s, er is de laatste dagen en weken al heel wat discussie geweest over het aanwenden van het fameuze artikel 195 van de Grondwet. Op zich is dat een zeer belangrijke discussie. Het is echter ook een bijzonder boeiend debat, zeker als men teruggrijpt naar de voorbereidende werken tijdens de vorige legislatuur, die het mogelijk hebben gemaakt dat wij vandaag artikel 195 wijzigen.
In het debat werden de harde woorden niet geschuwd. Sommigen vergeleken het Belgische Parlement met Hongarije. Anderen spraken van de verkrachting van de Grondwet. Totaal ten onrechte, collega’s. Soms moet men zijn woorden ook wat wegen. Ik zal proberen aan te tonen waarom de wijzigingen die nu voorliggen en de weg die wordt gevolgd aanvaardbaar zijn.
Er is een zweem van hypocrisie in heel dit debat. De vraag die wij ons eigenlijk moeten stellen, is de volgende. Stel dat de N-VA aan de tafel was gebleven bij de onderhandelingen. Stel dat er een groot communautair akkoord was gesloten. Ik zeg wel "een groot communautair akkoord", want anders zou de N-VA er nooit mee hebben ingestemd. Stel dat de nota-De Wever de eindfase zou zijn geweest van dat akkoord met een grondige wijziging van de Senaat en van het statuut van de Koning, met een defederalisering van Justitie en dergelijke. Hoe zou de N-VA die staatshervorming dan hebben gerealiseerd in het Parlement?
Ik heb die vraag gesteld, maar eigenlijk geen duidelijk antwoord gekregen. Eigenlijk had u geen andere optie. U zou ook geen andere optie hebben gehad dan te werken via artikel 195.
Wat zijn immers de alternatieven, collega’s? Er werden al een aantal alternatieven naar voren geschoven door andere collega’s.
Ten eerste, men zou de procedure kunnen volgen zoals die vandaag in artikel 195 van de Grondwet staat en zoals die al jaren wordt toegepast voor grondwetswijzigingen. Men kijkt naar de lijst van de artikelen die voor herziening vatbaar zijn verklaard. Die lijst is gekend. Alle elementen uit het akkoord, die men kan wijzigingen op basis van die artikelen, worden ook gewijzigd. Alle elementen uit het akkoord waarvoor de grondwetsartikelen niet voor herziening zijn verklaard, kan men echter niet wijzigen. Tegen het einde van de legislatuur moet dan een nieuwe lijst worden gemaakt met artikelen die voor herziening vatbaar worden verklaard. Men moet die lijst goedgekeurd krijgen. Na een ontbinding van de Kamers zouden er verkiezingen volgen met daarna de installatie van een nieuw parlement en dan kan men dit onderdeel van het akkoord, dat men tijdens deze legislatuur niet heeft kunnen realiseren, alsnog realiseren. Hiervoor is echter een tweederdemeerderheid nodig in het volgende parlement. Dit zou dan misschien in 2015 of 2016 kunnen worden gerealiseerd. Is dat de weg die moet worden gevolgd? Is dat de weg die de N-VA wil volgen? Ik meen van niet.
Ten tweede, andere sprekers hebben ook al gewezen op de weg van de impliciete wijziging van de Grondwet. Dit is eigenlijk een veel laakbaarder systeem dat wij in het verleden helaas al vaker hebben gekend. Via een wijziging van de artikelen die voor herziening vatbaar werden verklaard, zal men impliciet andere grondwetsartikelen wijzigen.
Ik kan bijvoorbeeld verwijzen naar het vroeger befaamde artikel 107quater van de Grondwet met betrekking tot de drieledige gewestvorming. Nooit werd dat artikel sinds 1970 voor herziening vatbaar verklaard, maar toch is die gewestvorming er gekomen via een omweg, een impliciete grondwetsherziening. Is dat de weg, die moet gevolgd worden? In het verleden is dat vaak gebeurd.
Vandaag luidt het antwoord neen, dat is niet de goede weg. Sinds kort is er een derde systeem, een systeem dat ons is uitgelegd door de voorzitter van de N-VA, Bart De Wever. De heer Weyts heeft dat ook erkend. Het is het systeem van de shocktherapie. Hoe werkt die shocktherapie? Wij willen een confederaal model? Welnu, dan wijzigen we de Grondwet niet, maar een aantal wetten, we roepen de confederale staat uit en nadien zien we wel of we de Grondwet ooit nog eens aanpassen. Voor een partij die zo bezorgd is om de Grondwet – wat we zopas hier en in de debatten van de jongste dagen in commissie gehoord hebben –, is dat toch wel een bijzonder raar standpunt.
Kortom, de weg die hier gekozen wordt, is een aanvaardbare weg. Ik verklaar mij nader. Nemen we even de voorbereidende werken onder de loep. Vooral het debat in de commissie en de plenaire vergadering van de Senaat in 2010 was bijzonder interessant.
Ik hoor de heer Weyts hier uitgebreid sprekers citeren, die ooit kritiek hebben gegeven op het gebruik van artikel 195 en die citaten zullen ongetwijfeld correct zijn. Die citaten dateren echter van 2007 of vroeger. Ik heb geen enkel citaat gehoord uit het debat in 2010. Dat debat in 2010 was nochtans belangrijk, omdat de Preconstituante als het ware een mandaat heeft gegeven aan het Parlement nadien om bepaalde wijzigingen door te voeren. Daaruit bleek alvast dat heel wat politici, heel wat senatoren en heel wat politieke partijen er absoluut niet happig op waren om artikel 195 voor herziening vatbaar te verklaren. Waarom? Dat was uit angst. Partijen willen nu eenmaal niet dat men op een bijzonder snelle en gemakkelijke manier de Grondwet kan wijzigen. Waarom hebben degenen die niet happig waren op een wijziging van artikel 195 in 2010 dat artikel wel voor herziening vatbaar verklaard? Zij wilden het volgende Parlement de mogelijkheid geven om in het geval er een overeenkomst was over een grote staatshervorming, die ook te kunnen realiseren. Zonder dat doel had men nooit een meerderheid gevonden om artikel 195 voor herziening vatbaar te verklaren. Dat blijkt heel duidelijk uit de debatten die er zijn geweest.
Men kan dus stellen dat wat het mandaat van het Parlement betreft, men niet alleen moet kijken naar de lijst van grondwetsartikelen, waar artikel 195 ook in zit, maar ook naar het mandaat en de wil van de Preconstituante zoals die bleek uit de debatten. Die wil was heel duidelijk. Vandaar ook dat de wil er was om die methode te hanteren en zo het grote communautaire akkoord dat mogelijks zou zijn gevolgd, te realiseren. De situatie was toen dat Open Vld de stekker uit de regering had getrokken, dat de regering was gevallen en er nieuwe verkiezingen zouden komen. In die constellatie heeft de Preconstituante die beslissing genomen. Als we vandaag artikel 195 wijzigen zoals in de tekst wordt voorgesteld, dan blijven we perfect binnen het mandaat dat de Preconstituante ons heeft gegeven.
Groen steunt de grote staatshervorming waar we voor staan en waaraan we wellicht nog twee jaar hard zullen moeten werken.
Wij steunen de wijziging van artikel 195, zoals die vandaag voorligt. Waarom? Welnu, van alle wegen en alle mogelijkheden die open liggen, is de weg die vandaag gevolgd wordt, de meest logische en de meest correcte die gevolgd kan worden. Bovendien wordt de wil van de Preconstituante gevolgd. Ten slotte kan die wijziging leiden tot communautaire stabiliteit.
Als voor ons één argument heel belangrijk is waarom wij meegewerkt hebben aan de grote staatshervorming, dan is het wel opdat ons land in een periode van communautaire stabiliteit terecht zou komen. Sommige partijen willen heel graag communautaire instabiliteit, zo lang mogelijk, zo veel mogelijk, omdat zij daar stemmen mee halen. Wij niet. Onze partij wil ijveren voor communautaire stabiliteit, om op die manier ook mogelijk te maken dat de politiek zich kan bezighouden met de zware en ernstige problemen van vandaag, zoals de sociaal-economische problemen, de bankencrisis, de grote klimaatproblemen, de armoedeproblemen en zovele andere maatschappelijke problemen, die heel dringend moeten worden aangepakt. Wij zullen onze verantwoordelijkheid nemen om de staatshervorming ook vanuit de oppositie te steunen, in het belang van de maatschappij, in het belang van ons land.
Voor Groen zitten er heel belangrijke sleutels in het voorliggend voorstel tot wijziging van artikel 195. Er zit een sleutel in om het akkoord over de splitsing van BHV te kunnen uitvoeren. Er zitten sleutels in om bepaalde artikelen die slaan op de organisatie van de provincies, te wijzigen. Er zijn sleutels zodat de Gewesten wijzigingen kunnen aanbrengen aan onder andere het systeem van binnenlands bestuur, de intergemeentelijke organisatie en de bovengemeentelijke organisatie. Ook de hervorming van de Senaat wordt mogelijk, waar iedereen voorstander van is. Eveneens kan artikel 144 van de Grondwet worden gewijzigd, waardoor het voor rechtzoekenden mogelijk wordt om op een vlottere manier een uitspraak te krijgen over de privaatrechtelijke gevolgen van een uitspraak van de Raad van State. Een wijziging van artikel 195 maakt het ook mogelijk om het positief injunctierecht te creëren voor de Gemeenschappen en de Gewesten, zodat zij ook een impact hebben op de strafvervolging voor de materies waarvoor zij bevoegd zijn, bijvoorbeeld inzake milieu of inzake ruimtelijke ordening. Ook wordt het mogelijk om een heel hoofdstuk politieke vernieuwing te realiseren.
Om die redenen steunen wij de grote staatshervorming. Om die reden zullen wij ook de wijziging van artikel 195, zoals die vandaag voorligt, goedkeuren.
Ik wil nog even kort repliceren op de inleiding van de heer Weyts, waar hij verwijst naar de Raad van Europa. Wat de Raad van Europa zal beslissen, zullen we later vernemen. Ik kan mij daar op voorhand niet over uitspreken.
Ik heb echter de klachtenbrief gelezen die naar de Raad van Europa gestuurd werd. Daarbij moet het mij van het hart dat de informatie die is meegegeven, onvolledig en misleidend is. Met geen woord wordt bijvoorbeeld gerept over de voorbereidende werken en de wil van de Preconstituante, wat nochtans een essentieel element is in waarom wij deze stap vandaag nemen.
De klacht wordt voorgesteld alsof de regering een voorstel heeft ingediend tegen de wil van de hele oppositie, terwijl er ook twee oppositiepartijen deelnemen en meewerken aan de hervorming van de Grondwet. Een niet onbelangrijk element, omdat het voor de Raad van Europa belangrijk is dat een hervorming ook door een deel van de oppositie wordt gesteund. Men moet de intellectuele eerlijkheid hebben om dat ook te melden en niet zeggen dat dit een initiatief van een regering is.
Er worden voorts opmerkingen gemaakt over het feit of we geen zaken vergeten. Mijnheer Weyts, de voorbeelden die worden aangehaald, hebben niets met de staatshervorming te maken.
Ik besef ook heel goed dat, als men gevolg wil geven aan het arrest-Grosaru, er grondwetswijzigingen nodig zullen zijn. Dat is vandaag echter niet het voorwerp van de discussie. Dat heeft niets met de staatshervorming te maken. Als de Grondwet moet worden gewijzigd, zullen de normale procedures moeten worden gevolgd. Wij zullen te gepasten tijde zien of die er zijn. Eigenlijk had het artikel voor herziening vatbaar moeten worden verklaard zodat wij de hervormingen vandaag hadden kunnen doorvoeren, maar dit is geen item in de staatshervorming en dus ook niet het probleem vandaag wanneer we over artikel 195 spreken.
Idem voor de golden rule. U weet heel goed wat ons standpunt daarover is. Als men de Grondwet daarover wil wijzigen, zal het niet evident zijn om daarvoor een meerderheid te vinden.
Collega’s, ik denk dat ik hiermee heb verduidelijkt waarom Groen en Ecolo dit voorstel zullen steunen. Wij zullen de komende twee jaar op een constructieve manier meewerken om het grote akkoord van de staatshervorming op een loyale manier uit te voeren, om zo meer stabiliteit in dit land te brengen. Hopelijk kunnen wij een hervorming doorvoeren die zal leiden tot een beter bestuur op alle beleidsniveaus.
04.08 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega’s, het valt mij moeilijk om hier vandaag het woord te nemen. U zult dat begrijpen na het huldebetoon van daarnet. Onze gedachten zijn nog steeds bij de families van de slachtoffers van het tragisch busongeval in Zwitserland. U zult het mij niet kwalijk nemen dat het voor mij wat moeilijk ligt als vader van acht kinderen en twee stiefzonen.
Ik hield eraan om vandaag het woord te nemen over artikel 195 en om het standpunt van mijn partij te verduidelijken.
Sinds een maand wordt een polemiek gevoerd rond de grondwettelijkheid van de werkwijze die de meerderheid in dit Parlement wenst te gebruiken om de grote staatshervorming te realiseren.
Tijdens de bespreking is duidelijk gebleken dat er geen enkele andere wettelijke mogelijkheid bestaat om het communautair akkoord binnen de tijdslimiet van deze legislatuur te realiseren dan via de weg die wij vandaag bewandelen. Verschillende collega’s hebben dat in commissie en daarnet ook vanop het spreekgestoelte gesteld. Wij moeten inderdaad vaststellen dat er geen andere mogelijkheid is om het communautaire akkoord binnen één legislatuur te behandelen en goedgekeurd te krijgen.
Verschillende collega’s hebben in de commissie het bochtenwerk van de antifederalisten gezien, vooral van het schamele FDF, maar ook van de N-VA. Deze laatste slaagde er zelfs in tot drie maal toe haar standpunt te wijzigen.
Eerst was het gebruik van artikel 195 ongrondwettelijk. Daarvoor gebruikte zij argumenten van bekende grondwetspecialisten, zoals journalist Geudens van Gazet van Antwerpen of politicoloog Devos. Na een telefoontje met hun zelfverklaarde leider werd artikel 195 plots wel mogelijk als het voor nobele doeleinden kon worden gebruikt, zoals de invoering van het algemeen stemrecht. Na een derde telefoontje tijdens dezelfde commissie werd de toepassing van artikel 195 plotseling mogelijk indien het binnen één legislatuur niet meermaals kan worden gebruikt.
Tegelijkertijd lopen zij naar de door hen in het verleden zo verguisde Raad van Europa, samen met de Belgische unitaristen van de Belgische Unie, om ons land daar in een verkeerd daglicht te stellen.
Men kan veel juristen citeren, maar de
algemene conclusie van de standpunten van de juristen kan het best worden
teruggevonden in een artikel van grondwetspecialist André Alen in De Juristenkrant
van 8 februari 2012. Hij zegt: “Artikel 195 is
vier keer voor herziening vatbaar verklaard, in 1919, in 2003, in 2007 en
in 2010. Men kon in 2010 uiteraard geen rekening houden met het
politiek akkoord van oktober 2011. Ondertussen is er al bijna twee jaar
van de legislatuur voorbij. Wat is het alternatief? Nieuwe verkiezingen? Men
wil nu de schade beperken door in artikel 195 een overgangsbepaling toe te
voegen, waardoor de herziening mogelijk is van nieuwe grondwetsbepalingen die
moeten worden herzien om het politiek akkoord uit te voeren, maar die niet
voorkomen in de herzieningsverklaring van 2010, en dat zonder dat het Parlement
ontbonden hoeft te worden. De andere voorwaarden om de Grondwet te herzien,
zoals de bijzondere meerderheden, blijven behouden. Als dat eenmalig blijft, heb ik daar geen
probleem mee. Men wordt hiertoe gedwongen door de omstandigheden.”
Het is
inderdaad de wil van een duidelijke tweederdemeerderheid in de Kamer en van
Open Vld in het bijzonder om het communautair akkoord as soon as possible
te realiseren, binnen het tijdskader van deze legislatuur, dus voor de
verkiezingen van 2014.
Het feit
dat sommige partijen de gebruikte werkwijze bekampen, bewijst dat zij geen
grote staatshervorming binnen één legislatuur wensen te realiseren. Hieruit kan
elke goede verstaander slechts afleiden dat het politieke akkoord van Vollezele
of de nota-De Wever tot doel hadden de staatshervorming zo lang
als mogelijk uit te smeren, en dit minimaal tot 2018. Misschien wel met de ijdele
hoop alsnog het democratische proces van de staatshervorming te dwarsbomen om
opnieuw te komen tot conflictsituaties tussen Gemeenschappen in dit land.
Trouwens
het artikel op de voorpagina van de Gazet Van Antwerpen alsook
het dubbelinterview in De Standaard spreken boekdelen. Daarin
verklaren ze dat na de verkiezingen van 2014 de Grondwet eenzijdig aan de kant
zal geschoven worden en er een nieuwe Grondwet zal gemaakt worden. Maskers
vallen gelukkig af en toe af. Het geloof in het staatshervormend project wordt
opgeborgen en het conflict wordt weer gepredikt.
De N-VA
gelooft niet meer in stappen in de goede richting, zelfs als het grote zijn. Ze
gelooft alleen nog in de bigbangaanpak, het walhalla van de grote veranderingen
die alles oplossen. Zo lang zij die grote verandering niet krijgen, blokkeren
ze blijkbaar alles.
Ik
betreur als overtuigd Vlaming dat de grootste partij van Vlaanderen de keuze
gemaakt heeft om de Baert-doctrine, waarbij men zegt dat elke stap in de goede
richting een stap is die genomen mag worden zolang deze nieuwe stappen in de
staatshervorming niet in de weg staat, te verlaten voor de Maddens-doctrine, de
verrottingstrategie en het blokkeren van alles tot men zijn zin krijgt.
Dit communautaire akkoord moet rust en vrede brengen. Vandaag starten wij met de wettelijke vertaling van dit akkoord. Wij geloven in een staatshervorming via dialoog. Wij geloven in een betere samenwerking in België door meer autonomie voor de Gemeenschappen. Wij geloven in een beter België door meer Vlaanderen en meer Wallonië. Wij geloven niet in een beter Vlaanderen en meer Vlaanderen door en na conflicten. Laat ons dus vandaag starten. Open Vld stelt duidelijk dat het politieke akkoord ten volle gerealiseerd moet worden, met de eerste sequentie vóór het zomerreces en de tweede sequentie in 2013.
Waarom moet artikel 195 worden herzien? Over welke bevoegdheden en fundamentele bepalingen gaat het? Laat ons die even samen overlopen om de kritiek te weerleggen dat het hier slechts zou gaan om het inbakken in de Grondwet, van een aantal prerogatieven voor de Franstaligen in de Rand rond Brussel.
In de eerste plaats gaat het voor ons over het hervormen van het tweekamerstelsel. De hervorming van het tweekamerstelsel kan tot stand komen door de artikelen 43, § 1, 44, 2°, 46, 5°, 69, 71, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83 en 168 van de Grondwet aan te passen en zodoende de wetgevende bevoegdheden van de Senaat over te dragen aan de Kamer van volksvertegenwoordigers. Dat is een essentiële stap in de hervorming van de Senaat.
Een tweede belangrijk punt is het verankeren van het recht op kinderbijslag, dat in de Grondwet wordt opgenomen.
Een derde belangrijk punt voor ons is de gelijktijdigheid van de verkiezingen. Vanaf 2014 moeten de verkiezingen voor het federale Parlement en de regionale Parlementen opnieuw samenvallen. Daarvoor dienen de artikelen 46 en 117 van de Grondwet te worden gewijzigd zodat de duur van de legislatuur gelijkloopt. Door die aanpassingen zullen de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers voor vijf jaar worden verkozen. Die bepaling treedt in werking vanaf de eerste verkiezing van het Europees Parlement die op de publicatie volgt, met andere woorden in 2014.
Er zijn partijen die het samenvallen van de verkiezingen niet genegen zijn. De hoofdmoot van hun redenering is dat elk politiek niveau zijn merites heeft. Men kan in dat standpunt inkomen. Bij federale verkiezingen moet het voornamelijk over gaan over Justitie, pensioenen, buitenlandse en binnenlandse zaken en financiën en bij regionale verkiezingen voornamelijk over onderwijs, ruimtelijke ordening, economie en cultuur.
Iedereen heeft recht op zijn visie. Ik accepteer het standpunt van mensen die vinden dat verkiezingen beter op een ander moment plaatsvinden wanneer het over andere bevoegdheden gaat, maar het samenvallen van de verkiezingen bevechten in de commissie en tezelfdertijd de gemeenteraadsverkiezingen uitroepen tot een referendum over het federale beleid en, meer specifiek nog, op de man spelen – een referendum voor of tegen Elio Di Rupo – ontkracht de ernst van hun kritiek op dit punt.
Een vierde belangrijke punt is het grondwettelijk vastleggen van het bijzondere wettelijke principe tot wijziging van de essentiële bestanddelen inzake de BHV-kieskring en het gerechtelijk arrondissement. De weigering van de Franstaligen om de hervorming van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde en het gerechtelijk arrondissement te stemmen was de reden waarom mijn partij in 2010 terecht de stekker uit de regering trok. De splitsing vormt een van de fundamenten van het regeerakkoord. De kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde zal worden gesplitst. Daarbij zal men erover waken dat de fundamentele rechten van de burgers worden geconsolideerd en dat de nationale politieke problemen worden opgelost. Voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers zal in drie kieskringen worden voorzien: een kieskring Brussel-Hoofdstad, een kieskring Vlaams-Brabant en een kieskring Waals-Brabant. De zes randgemeenten zullen in een kieskanton worden samengebracht met Sint-Genesius-Rode als hoofdplaats.
Artikel 63, paragraaf 2 van de Grondwet wordt aangevuld met een tweede lid, luidende: "Teneinde de rechtmatige belangen van de Nederlandstaligen en de Franstaligen in de vroegere provincie Brabant te vrijwaren voorziet de wet echter in bijzondere regelingen. Alleen een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid bedoelde meerderheid kan die regels die deze bijzonder regelingen vastleggen, wijzigen."
Collega’s, de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde voor het zomerreces is uitermate belangrijk. Iedereen weet dat ik een fervent voorstander ben van die splitsing. Vandaag voel ik sinds dertig jaar als mandataris in een faciliteitengemeente voor het eerst een wil bij de lokale politici in die faciliteitengemeenten om eindelijk de strategie van het Franstalig radicalisme, vooral verwoord door het FDF, te verlaten. De faciliteitengemeenten behoren ondubbelzinnig tot Vlaanderen. Na de zesde staatshervorming zal dit geen voorwerp meer uitmaken van bespreking. "Nooit bij Brussel" is een feit. De homogene taalgebieden liggen finaal vast.
Er is ook een bevolkingsrealiteit. In mijn eigen gemeente Kraainem is 55 % van de inwoners Belg met een Franstalige identiteitskaart, 15 % is Belg met een Nederlandstalige identiteitskaart en 30 % is niet-Belg waarvan 27,5 % een EU-burger. Hiermee moet men rekening houden. Dat is ook de wil van de grote meerderheid van de bevolking. Samenleven en samen besturen is hun wil en ook onze wil. Deze staatshervorming brengt deze burgers dichter bij elkaar. Zij kunnen er eindelijk voor zorgen dat Nederlandstaligen, gematigde Franstaligen en Europeanen deze gemeente samen kunnen besturen, met dank aan het regeerakkoord en het communautaire akkoord.
Een vijfde belangrijk punt is de uitvoering van de aspecten van het Brusselakkoord. De versplintering van bevoegdheden hindert in heel wat gevallen de efficiëntie en de samenhang van het grootstedelijk gebied. Dit wordt ook vastgesteld in de Octopusnota van de Brusselse regering, van 25 januari 2008 en wordt bevestigd in het regeerakkoord van juli 2009. De zesde staatshervorming moet verbeteringen aanbrengen opdat een reeks taken en bevoegdheden kunnen worden uitgevoerd op een meer homogene en optimale manier voor de burger.
Een zesde belangrijke punt is de Raad van State die zich kan uitspreken over privaatrechtelijke gevolgen. Artikel 144 van de Grondwet stelt nu dat enkel bevoegde rechtbanken uitspraken kunnen doen over burgerrechtelijke en dus ook privaatrechtelijke geschillen. Met de toevoeging dat ook de Raad van State hierover kan oordelen zal deze zich ook onmiddellijk kunnen uitspreken over de privaatrechtelijke gevolgen zonder dat deze zaak voor een burgerrechterbank moet komen.
De aanpassing van artikel 144 van de Grondwet is nodig zodat de Raad van State en de federale administratieve rechtbanken zich ook over privaatrechtelijke gevolgen van een vernietiging kunnen uitspreken.
Een zevende, belangrijk punt is het positief injunctierecht voor de deelgebieden. Dat positief injunctierecht voor de deelgebieden draagt bij tot de overheveling van bevoegdheden naar de deelstaten en tot de vernieuwing van Justitie. Hiervoor is een wijziging van artikel 151 van de Grondwet vereist.
Collega’s, vandaag
openen we de deur voor een grote staatshervorming, die klaar moet zijn binnen
de twee jaar. Ze zal de communautaire spanningen doen vervagen en de burgers in
Vlaanderen, in Brussel en in Wallonië dichter bij elkaar brengen.
Kortom, vandaag
beginnen we een afdoend antwoord te geven aan de kiezer, die duidelijk wil dat
het land wordt hervormd en krachtig wordt bestuurd. Laten we dus starten met de
zesde staatshervorming en laten we onderhavig voorstel dan ook ondubbelzinnig
goedkeuren.
04.09 Barbara Pas (VB): Collega’s, wij hadden de bespreking liever uitgesteld, maar aangezien ze nu toch op de agenda staat, kunnen wij niet anders dan onze fundamentele kritiek en de daarbij horende amendementen toelichten.
Voor alle duidelijkheid, het Vlaams Belang is niet tegen een wijziging van artikel 195 van de Grondwet. Wij zijn niet tegen een wijziging van de procedure van artikel 195, integendeel. Wij hebben zelf een voorstel voor een herziening ingediend ter versoepeling van de procedure, weliswaar voor onbepaalde tijd in de toekomst. Uiteraard is het geen voorstel voor tijdelijke ad-hocregelingen, uitsluitend ten profijte van de huidige meerderheid, zoals er vandaag wel voorligt. Wat vandaag voorligt, is helemaal geen wijziging van de procedure van artikel 195 van de Grondwet. De enige bedoeling van de meerderheid en de groenen is om de Vlaamse toegevingen in de zesde staatshervorming inzake de kieskring BHV, inzake het gerechtelijk arrondissement BHV, inzake de samenvallende verkiezingen, inzake de constitutieve autonomie voor Brussel – noem maar op – via een vereenvoudigde procedure voor eeuwig in de Grondwet te betonneren. Daarna kunnen ze pas opnieuw gewijzigd worden via de bestaande oude, logge procedure.
In de commissie werd heel wat gediscussieerd over de juridische argumenten die tegen het voorstel in te brengen zijn. Hoorzittingen met specialisten werden geweigerd. Ook de mogelijkheid om de legaliteit van het voorstel te toetsen, werd afgeketst. We hebben veel kritiek van grondwetspecialisten kunnen lezen. Sommigen zien het voorstel als een tijdelijke schorsing van artikel 195 en vragen of dat niet in strijd is met een ander artikel van de Grondwet, artikel 187. Dat stipuleert dat de Grondwet noch geheel, noch ten dele kan geschorst worden. Andere grondwetspecialisten halen aan dat de bestaande logge procedure, de zogenaamde drietrapsraket met Preconstituante, ontbinding van de Kamers, verkiezingen, Constituante, juist als doel heeft dat de kiezer zich kan uitspreken over de voorgestelde grondwetswijziging. Doordat dat niet gebeurt via de nu voorgestelde procedure, noemen zij de wijziging ongrondwettelijk en ondemocratisch.
Andere grondwetspecialisten vinden de cruciale vraag in de huidige omstandigheden of een constituante tweemaal hetzelfde artikel mag wijzigen. Onder meer De Juristenkrant van 26 januari verwijst daarbij naar de theorie van de eenmalige bevoegdheid van de Constituante. Een grondwetsartikel kan volgens die stelling slechts een tweede maal worden gewijzigd als die wijziging een ander onderwerp heeft dan de eerste wijziging. Met andere woorden, eenmaal een grondwetswijziging doorgevoerd, heeft de Constituante haar bevoegdheid uitgeput.
Wat vandaag ter stemming ligt, is ongetwijfeld voer voor lange discussies onder specialisten. De heer Van Biesen heeft zopas de mening aangehaald van professor Alen, maar ik zou vijf andere grondwetspecialisten met een andere mening kunnen citeren. Feit is dat de meningen bij de grondwetspecialisten verdeeld zijn.
Is het fraude? Ik weet het niet en ik meen eerlijk gezegd dat de meerderheid niet van die vraag wakker ligt. Zelfs met 10 Crombez in de regering wordt grondwetfraude in België toch niet bestraft.
Los van de vraag welke grondwetspecialist gelijk heeft, bestaat er ook zoiets als fatsoen. Dat de voorgestelde oplossing hoogst onfatsoenlijk is, daar is vrijwel elke specialist het over eens. Ook daar ligt de meerderheid niet van wakker. Terwijl zij zelf alle mogelijke trucs op de Grondwet toepassen, zijn zij zelfs niet beschaamd kritiek te geven op de Hongaarse Grondwet.
Naast juridische argumenten zijn er heel wat fundamentele politieke argumenten waarom het voorstel geen goedkeuring verdient. Ik wil het in de eerste plaats hebben over de bedoeling ervan, de achterliggende reden waarom artikel 195 voor herziening vatbaar verklaard werd. Zopas heb ik de heer Van Hecke horen zeggen dat de wil van de Preconstituante essentieel is. Dat is inderdaad zo. Vóór de ontbinding van de Kamers werd uitvoerig gesproken over de keuze van de grondwetsartikelen die vatbaar verklaard moesten worden.
Over artikel 195 werden toen vele stoere verklaringen afgelegd. Ik heb er net als collega Van Hecke de verslagen van die besprekingen op nagelezen. Wie dat doet, krijgt een heel duidelijk beeld van de achterliggende bedoeling van artikel 195. Tijdens de bespreking in de commissie heb ik een poging gedaan het geheugen van mijn Vlaamse collega’s ter zake op te frissen. Ik heb een flink aantal betogen uit 2010 van leden van Open Vld, van CD&V, van sp.a geciteerd waaruit telkens bleek dat zij allen pleitten voor een vereenvoudiging van de procedure. Er was eensgezindheid bij de Vlamingen: de procedure van artikel 195 moest worden vereenvoudigd en daarom voor herziening vatbaar verklaard worden.
Vandaag stellen wij vast dat al die Vlamingen, hun stoere verklaringen ten spijt, ook inzake de vereenvoudiging van de procedure voor grondwetsherziening, over de hele lijn plat op de buik gingen voor de Franstaligen. De Franstaligen waren ten tijde van de besprekingen van de Preconstituante heel duidelijk. Zij stelden duidelijk dat de procedure niet mocht worden vereenvoudigd en zij krijgen vandaag gelijk.
Ik moet de PS eigenlijk feliciteren, want zij is de enige consequente partij in het debat. De PS heeft voor de verkiezingen bij de besprekingen als enige de idee verdedigd de truc die vandaag voorligt, toe te passen en artikel 195 te gebruiken als vehikel om een ander artikel dat niet op voorhand aan de kiezers werd voorgelegd, alsnog in de Grondwet te krijgen.
Aangezien mensen een tweede kans verdienen, bieden wij de Vlaamse partijen vandaag een tweede kans.
Dames en heren van de Vlaamse partijen, door ons eerste amendement straks te steunen, krijgt u de kans om wat u voor de verkiezingen aan de Vlaamse kiezer inzake de vereenvoudiging van de procedure hebt beloofd, ook daadwerkelijk na te komen. Het amendement vult immers de oorspronkelijke bedoelingen van de Preconstituante in, met name de herziening en vereenvoudiging van de procedure van de Grondwet.
Ik maak mij geen illusies over uw steun voor het amendement, want zoals iedereen ondertussen ook al weet, besef ik zelf maar al te goed dat Vlamingen alleen in een Belgische regering komen bij een dominante PS als zij net het tegenovergestelde doen dan hetgeen waarvoor de kiezers hen eigenlijk hebben gekozen.
Als wij eens overlopen wat er allemaal in het voorstel staat en waartoe het de aanzet geeft, wordt dat nogmaals aangetoond.
Bij het eerste punt onder artikel 1 wordt aan uitzonderingen vastgehouden, meer bepaald aan de huidige specifieke bepalingen van de pacificatiewet van 9 augustus 1988 en aan die van de functie van de gouverneurs. Die zin willen wij met onze tweede amendement schrappen, om de eenvoudige reden dat de Gewesten de hun voorgespiegelde volledige uitoefening van een autonomie over de provincies slechts kunnen realiseren als er geen uitzonderingen op die regel bestaan.
Het gaat om een uitzonderingsregel waarbij het College van Provinciegouverneurs bevoegd is voor allerlei materies inzake gemeente- en OCMW-aangelegenheden in de gemeenten Voeren en Komen. Die regeling is principieel onaanvaardbaar, omdat hiermee inbreuk op de volheid van bevoegdheid van de Gewesten over hun ondergeschikte besturen wordt gepleegd.
Bovendien, als men weet dat het College van Provinciegouverneurs eigenlijk maandelijks moet vergaderen maar dat het de voorbije twee jaar geen enkel dossier heeft behandeld, rijst de vraag welke zin het college nog heeft.
De Vlaamse overheid heeft trouwens ook zelf te kennen gegeven dat zij met die uitzonderingspraktijken komaf wil maken. Ik stel voor dat de collega’s die partijgenoten in de Vlaamse regering hebben, er de fiches 17, 18 en 20 op nalezen, die de Vlaamse administratie in opdracht van de Vlaamse regering ter voorbereiding van de zesde staatshervorming heeft gemaakt.
Door ons tweede amendement straks te steunen, komt u tegemoet aan het standpunt van de Vlaamse regering, die terecht elke beknotting van haar autonomie inzake de bevoegdheid van provincies en gemeenten afwijst en hierover exclusief bevoegd wil worden.
In onderhavig voorstel worden ook de voorbereidingen voor een hervorming van de Senaat getroffen. De Senaat wordt niet afgeschaft, zoals de Vlaamse partijen vroegen, maar wordt hervormd tot een ontmoetingsplaats van de Gemeenschappen.
Dat past perfect in het federale plaatje om de Gewesten en de Gemeenschappen onder de vleugels van de Belgische schoonmoeder te houden. Steun ons derde amendement straks, en zorg ervoor dat die Senaat volledig afgeschaft kan worden. Het zal trouwens ook een veel drastischere besparing zijn dan het toedraaien van de warmwaterkranen in dit huis.
Wat staat er nog in het voorstel? De deelstaten moeten een grotere greep krijgen op de verkiezing van hun eigen parlementen. Daar zijn wij het volledig mee eens. Maar waarom wordt er op dat vlak dan geen zo ruim mogelijke autonomie gegeven aan de deelstaten? Neen, het wordt in dit voorstel beperkt tot aspecten inzake de vaststelling van de duur van de legislatuur en de datum van de verkiezingen. De achterliggende bedoeling is dan ook duidelijk gekend: samenvallende verkiezingen. Op die manier wil men dezelfde meerderheidscoalities tot stand brengen op het federale en op het gewestelijke niveau. Dan kan er eerst een federale regering gevormd worden, waarbij de Franstaligen zoals steeds aan de Vlamingen hun wil opleggen, en in het verlengde daarvan kunnen de coalities in de gewestregeringen gevormd worden, die zo netjes gekaderd worden in de politieke akkoorden die op het federale niveau worden bekokstoofd. Dat is de aangewezen methode om elke eigen dynamiek aan het Vlaamse bestuursniveau te ontnemen.
En dan, niet onbelangrijk, BHV. In het regeerakkoord van de Vlaamse regering uit 2004 stond het principe van de splitsing zonder prijs nog ingeschreven, maar een zuivere en correcte splitsing is het helaas niet geworden. Wel zien wij een onzuivere uitbreiding van Brussel. De remedie is erger dan de kwaal. Vandaag worden de fundamenten gelegd om de Vlaamse toegevingen aan de Franstaligen, zowel inzake de splitsing van de kieskring als inzake de splitsing van het gerechtelijk arrondissement, grondwettelijk te betonneren. Dat betekent niet alleen dat dit niet meer ongedaan gemaakt kan worden zonder instemming van de Franstaligen, maar ook dat het tijdelijke karakter van de faciliteiten in die gemeenten, zoals de Vlamingen altijd hebben vooropgesteld, wordt opgeheven. De faciliteiten worden een definitief verworven recht.
Dat met de splitsing van BHV de zes faciliteitengemeenten deel zullen uitmaken van zowel de kieskring Brussel als de kieskring Vlaams-Brabant, is een slechtere regeling dan het zogenaamde inschrijvingsrecht uit de Egmontperiode. Elke drempel wordt weggeslagen en de Franstaligen kunnen in Vlaanderen voor Franstalige Brusselse lijsten gaan stemmen in hun eigen gemeente. De zes gemeenten worden bovendien gebundeld in een eigen kunstmatig kieskanton en resulteren in een soort van electorale corridor tussen Brussel en Wallonië.
Dan wil ik het vandaag nog niet hebben over de splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, splitsing die gepaard gaat met tal van Franstalige faciliteiten, maar die niet voorziet in een verticale splitsing van zowel parket als rechtbanken. Door de Franstalige rechtbanken gelijk bevoegd te maken met de Nederlandstalige voor alle vijfendertig gemeenten van Halle-Vilvoorde, zijn letterlijk de voorstellen van Olivier Maingain gevolgd.
Met de splitsing van het gerechtelijk arrondissement wordt elke verdere evolutie naar een Vlaamse Justitie gehypothekeerd. Wij hebben verscheidene amendementen ingediend, om het betonneren in de Grondwet van deze nefaste Vlaamse toegevingen inzake BHV te verhinderen. U kunt straks samen met ons de punten uit dit voorstel schrappen.
Ook de bepalingen van punt zeven van dit voorstel willen wij met één van onze amendementen schrappen. Daarin worden immers gemeenschapsbevoegdheden toegekend aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dat is een zeer nefaste evolutie en tegelijk een precedent en een eerste stap naar de ontwikkeling van een Brusselse autonome entiteit naast Vlaanderen en Wallonië. Het Gewest Brussel als Franstalig gebied binnen Vlaanderen is dan ook de grote overwinnaar van de staatshervorming.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt een totaal en volledig gewest dat zelfs bevoegdheden zal hebben die de andere Gewesten niet hebben. Het definitief erkennen en versterken van Brussel als volwaardig derde Gewest heeft verregaande gevolgen voor de positie van Vlaanderen. Voortaan moet Vlaanderen het in communautaire discussies opnemen tegen twee opponenten: het Waals Gewest/Franse Gemeenschap enerzijds en een volledig door de francofonie overheerst volwaardig Brussels Gewest anderzijds. Steeds twee tegen één.
Collega’s, ik kom tot mijn conclusie. De regering heeft geen meerderheid aan Vlaamse kant, maar heeft helaas wel Vlaamse lakeien bereid gevonden voor de aanzet van de zesde staatshervorming. Zoals dat bij elke staatshervorming in dit land het geval is geweest, komt een staatshervorming die extra – en dan nog beperkte – bevoegdheden overdraagt aan de deelstaten, er enkel als de Vlamingen er in ruil toegevingen voor doen.
De Franstaligen gebruikten ook deze keer een gemeenschappelijke strategie: een echte eigen-volk-eerst-mentaliteit. De communautaire akkoorden tonen duidelijk aan dat de Franstaligen de langlopende strategische doelstellingen van de PS dienen, ook na het uiteenvallen van het land. Denken wij maar aan de gedwongen BHV-splitsing die de fundamenten legt voor een corridor tussen Brussel en Wallonië.
Tegenover die gemeenschappelijke Franstalige strategie, die verder denkt dan België, stonden de Vlaamse onderhandelaars. Zij stemden in met de staatshervorming met als hoofdbeweegreden uiteindelijk een regering te kunnen vormen. Dit gebeurde zonder enige langetermijnstrategie en zonder enige voorbereiding op de splitsing van het land.
Integendeel, zij stemden in met een lange reeks toegevingen en tactische vergissingen, om toch maar aan een Belgische regering te geraken, daarbij opgejaagd door economische en bankencrisis, en door de baardgroei van Koen Fillet. Terwijl langs Vlaamse kant eigenlijk alle politieke concurrenten van het Vlaams Belang dachten dat zij op, wat zij zelf noemden, “een constructieve manier” aan een oplossing werkten voor de politieke blokkering van het land door het vormen van een nieuwe regering met een staatshervorming, was dit alles voor de Franstaligen slechts een tussenstapje. Alles staat voor hen immers in een heel ander teken, namelijk in het teken van tijd winnen. Tijd winnen om de transfers te laten voortduren en tijd winnen om ondertussen Wallonië en Brussel in een tegen Vlaanderen gerichte positie te brengen en voor te bereiden op de onvermijdelijke splitsing van het land.
Het Vlaams Belang zal u blijven waarschuwen tegen wat vandaag gebeurt. Wij zullen deze staatshervorming met alle beschikbare parlementaire middelen bestrijden en vandaag met overtuiging tegen dit voorstel stemmen. Deze staatshervorming dient immers niet om deze Staat een moderne structuur te bezorgen, maar enkel om België te laten overleven.
04.10 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, messieurs les ministres, chers collègues, le texte dont nous discutons aujourd'hui rend possible cette sixième réforme de l'État en exécutant l'accord politique intervenu entre les huit partis de la majorité institutionnelle. Reconnaissons-le, les huit partis respectent leur engagement! Les huit partis assument leurs responsabilités à la suite des accords intervenus. Si l'ouverture de la sixième réforme de l'État est rendue possible, c'est grâce à la disposition transitoire de l'article 195.
Lors de nos débats, certains collègues considéraient que l'article 195 n'était pas révisable. C'est ce que j'ai entendu en commission et encore ici ce jour. Il est révisable! Nous ne sommes pas en 2010! Nous ne refaisons pas le débat de 2010! L'histoire ne commence pas aujourd'hui!
L'article 195 est ouvert à révision. On l'utilise, mais pas n'importe comment ni pour faire n'importe quoi. Nous le modifions dans un but très précis, de façon transparente et avec de sérieuses balises.
Ces balises, c'est d'abord qu'il s'agit d'une disposition transitoire. On ouvre; on ferme! Ensuite, la liste des articles que l'on peut changer est inscrite. C'est donc bien de façon tout à fait transparente que cela se fait. Enfin, c'est également assorti d'un verrou supplémentaire, puisque le vote de cette disposition transitoire nécessite une majorité des deux tiers et, quand le parlement révisera les articles visés, il faudra une deuxième fois une majorité des deux tiers. Il s'agit donc de deux majorités successives aux deux fois deux tiers. C'est balisé de manière stricte, très stricte même. C'est du travail sérieux avec de solides garanties.
Bien sûr, à travers tous nos débats, certains partis ne sont pas d'accord sur le contenu. C'est évidemment leur droit mais je ne peux m'empêcher de relever qu'ils en profitent à nouveau pour dresser une communauté linguistique contre l'autre, disant que cette proposition ne servirait les intérêts que d'une communauté. Il est vrai que certains points étaient plutôt demandés par les néerlandophones. Il est vrai que certains points étaient plutôt demandés par les francophones. Toutefois, la majorité des points sont d'intérêt général pour l'ensemble des citoyens et dépassent le clivage communautaire. Pour n'en citer que quelques-uns, c'est le droit aux allocations familiales, le renouveau politique ou encore les compétences des Régions en matière de province.
Je conclurai ici, monsieur le président, messieurs les secrétaires d'État, chers collègues. Comme je le disais, nous n'en sommes qu'au coup d'envoi de cette sixième réforme de l'État qui doit nous amener vers une métamorphose de notre pays et, surtout, vers plus de pacification et de stabilisation de la Belgique.
Nous plaidons pour que le fil conducteur de nos futurs travaux soit la recherche du maximum d'efficacité dans l'articulation et la répartition des compétences, au plus grand bénéfice de tous les citoyens.
Ce coup d'envoi de la sixième réforme de l'État est aussi, chers collègues, la preuve qu'il est encore possible en Belgique d'arriver à des accords équilibrés et respectueux de chacun.
04.11 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le président, chers collègues, je n'entrerai pas dans les dimensions techniques développées par mon collègue Stefaan Van Hecke. Je voudrais resituer le moment que nous vivons dans le cadre de cette sixième réforme institutionnelle, importante pour l'avenir de l'État belge et surtout pour l'avenir de nos citoyens, de manière à permettre équité, égalité, solidarité et respect entre Régions et Communautés.
Cette réforme institutionnelle a été demandée d'abord par l'ensemble des partis flamands, puis sollicitée conjointement par les partis francophones à l'issue de plus de 550 jours de discussions. Elle est née sur base d'un accord sur un projet de réforme institutionnelle soutenu par huit partis: les six partis du gouvernement fédéral actuel plus Ecolo et Groen.
C'est dans ce contexte que nous soutenons la modification telle que proposée de l'article 195 de la Constitution, article qui définit le processus de modification de la Constitution. C'est en tant que Constituant que nous agissons aujourd'hui, en respectant les objectifs qui ont justifié l'ouverture à révision de cet article avant les dernières élections, en limitant cette modification à la période nécessaire pour la réforme institutionnelle profonde que nous réaliserons.
Nous voulons une réforme institutionnelle qui ait du sens, qui résulte des accords obtenus. Nous voulons des modifications d'articles de la Constitution qui sont nécessaires pour concrétiser cette réforme institutionnelle. Certains articles n'ont cependant pas été ouverts à révision; il est donc nécessaire de recourir au mécanisme 195 pour poursuivre la tâche.
Monsieur Weyts, il est vrai qu'Ecolo s'oppose à une modification de l'article 195 qui permettrait une révision permanente de la Constitution. Ecolo refuse aussi de participer à une dynamique impliquant une opposition permanente entre Communautés et Régions.
La voie choisie est donc celle qui rencontre nos préoccupations prioritaires actuelles, c'est-à-dire nous consacrer au respect des droits des citoyens, à leur accès à la justice où qu'ils soient sur notre territoire, à la reconnaissance de Bruxelles comme Région à part entière, ainsi qu'à son juste financement. Nous voulons nous consacrer au renouveau politique, à la réforme du Sénat, au transfert des compétences telles que prévues dans les accords, avec financement de ces transferts et de l'État fédéral.
Ce sont pour nous des combats prioritaires; dès lors, nous soutenons et nous nous inscrivons dans le cadre strict de cette nécessaire révision de l'article 195.
04.12 Olivier Maingain (FDF): Monsieur le président, messieurs les secrétaires d'État, chers collègues, il n'est pas étonnant que la première étape d'une réforme de l'État, telle que conçue par l'accord institutionnel, commence par une monstruosité juridique, un tour de passe-passe qui s'apparente à une véritable fraude constitutionnelle. Je vous en ferai la démonstration.
Il est vrai que je prends un certain plaisir – je réponds tout de suite en cela à M. Van Hecke – à relire les travaux préparatoires des déclarations successives de révision de la Constitution. M. Van Hecke nous a dit: "Quand on cite des propos des déclarations de 2003 et 2007, c'est de l'archéologie constitutionnelle. Avec quoi venez-vous! Ce n'est plus pertinent!". Comme si un processus constitutionnel – et c'est sans doute ce qui fait notre différence – était une sorte d'instantané que l'on n'apprécie qu'au regard d'exigences politiques d'un moment, alors que le principe même de la Constitution est de préserver la stabilité et la permanence des institutions sur le très long terme!
Si des voix autorisées, tant en 2003 qu'en 2007, ont dit toutes leurs craintes quant à l'entame d'une révision de l'article 195, ce n'est pas pour aujourd'hui les considérer comme étant des vieilles lunes ou alors il faut considérer que ceux-là mêmes qui s'exprimaient ne savaient pas de quoi ils parlaient.
J'ai encore la faiblesse de croire que si l'ancien président du Sénat, Armand De Decker, a dit que réviser l'article 195 était une régression démocratique – c'est un homme d'une longue expérience parlementaire –, c'est qu'il prévoyait bien tous les dangers d'une modification de cet article.
En effet, l'article 195 est le garant de la stabilité de l'État. Il est l'assurance de ne pas se précipiter dans n'importe quelle aventure institutionnelle et dans n'importe quelle instabilité permanente. En somme, la révision de l'article 195 équivaut à un engagement dans cette voie confédérale que souhaitent d'aucuns. C'est bien cela la menace!
Le professeur Delpérée doit sans doute beaucoup se tortiller pour se justifier. Je signale, monsieur Van Hecke, qu'on a fait la même déclaration de révision en 2010 qu'en 2007, exactement la même, notamment parce que le gouvernement était en affaires courantes et qu'un gouvernement en affaires courantes ne peut pas se permettre de modifier la liste des articles soumis à déclaration de révision.
Que disait le professeur Delpérée, sénateur par ailleurs?
(…): (…)
04.13 Olivier Maingain (FDF): Je ne dis pas que vous êtes Delpérée, bien entendu! Je ne voudrais pas vous faire soit cet honneur, soit cette injure selon le point de vue. Il revient à chacun de choisir!
Le professeur Delpérée disait qu'il ne voulait pas d'un snelrecht constitutionnel, c'est-à-dire ce que l'on fait exactement dans le cas présent. Il invitait le préconstituant à ne pas mettre le doigt dans la déclaration de révision de l'article 195 pour ne pas courir le risque du snelrecht constitutionnel auquel nous sommes confrontés.
Aujourd'hui, dans La Libre Belgique, Francis Delpérée tente de répondre et de se justifier. C'est plaisant d'ailleurs! Tout d'abord, il dit: "Silence" à Vincent de Coorebyter; "Vous n'êtes pas constitutionnaliste! Vous n'avez pas droit au chapitre", comme si, évidemment, tout citoyen qui n'est pas constitutionnaliste ne peut pas s'intéresser au fait de savoir si on garantit la pérennité d'une Constitution, mais c'est le côté un peu professoral du cher sénateur Delpérée, qui n'aime pas qu'on lui rappelle certaines vérités!
Ensuite, il dit à son successeur à la chaire de droit constitutionnel de l'UCL: "Silence, Verdussen, vous avez juste le droit d'entendre ce que moi, je vous dis, parce que je reste votre maître et que vous ne pouvez pas encore vous émanciper de mon enseignement".
(…): (…)
04.14 Olivier Maingain (FDF): Laissez-moi le plaisir d'apprécier ce moment particulier où je rappelle quelques auteurs!
J'ignore si Francis Delpérée sortira prochainement une nouvelle édition de son traité constitutionnel et je ne sais pas ce qu'il pourra écrire à propos de ces variations sur l'article 195, mais il aura, en tout cas, quelques difficultés à se citer lui-même alors que, généralement, c'est un exercice dans lequel il excelle!
Je ne saurais trop dire à quel point on s'engage dans une fraude constitutionnelle et je vais vous en faire la démonstration simple.
À quoi sert-il de voter encore une déclaration de révision de la Constitution si, à chaque fois, il suffit de déclarer révisable un seul article de ladite Constitution, le 195, et d'y introduire systématiquement une disposition transitoire dans laquelle on reprend tous les articles que l'on a envie de réviser?
Voilà le 'truc du trucage' ou, plus exactement, le 'trucage du truc'. Voilà ce que j'appelle la fraude constitutionnelle. Il est évident que c'est vider l'article 195 de sa portée que de recourir à ce trucage, et vous le savez tous! On se tortille, on dit que cela ne durera que le temps d'une législature; on dit avoir pris des garanties en prévoyant l'adoption de la proposition de révision à la majorité spéciale; on dit que nécessité fait loi, que l'on a un si bon accord! Nous en reparlerons le moment venu.
Déjà à propos de modestes circulaires, lorsque Mme Milquet dit que la loi prime sur les circulaires, le secrétaire d'État rétorque immédiatement que ce sont les circulaires qui priment sur la loi. Ce problème n'est toujours pas résolu. C'est vous dire combien l'accord a été longuement élaboré, avec précision et rigueur, si le débat sur le problème de l'emploi des langues sur les convocations électorales n'est toujours pas réglé! En effet, un ministre du gouvernement fédéral gardien de la loi fédérale en matière d'emploi des langues déclare que la primauté est donnée à la loi alors que le secrétaire d'État déclare que la primauté est donnée aux circulaires. On pourrait encore citer d'autres exemples. Mais nous reparlerons de la question lorsque vos textes nous seront soumis.
Bref, vous vous tortillez pour justifier l'injustifiable car vous savez parfaitement que vous allez droit dans le mur!
En commission, M. Wathelet a pris la précaution de dire que l'on pouvait se permettre de réviser plusieurs fois sous la même constituante la même disposition constitutionnelle. Il s'agit-là d'un enseignement tout à fait nouveau! On n'a jamais connu, au cours d'une même constituante, une même disposition constitutionnelle ayant fait l'objet de plusieurs modifications. Je me permets de vous rappeler ici qu'une disposition, cela peut être une phrase d'un article de la Constitution.
Vous avez dit que cela pouvait permettre de corriger des erreurs.
04.15 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: (…)
04.16 Olivier Maingain (FDF): L'article 41 a été modifié deux fois dans des alinéas différents. Si vous ignorez ce qu'est une disposition constitutionnelle, le Pr. Delpérée vous l'expliquera.
04.17 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: (…)
04.18 Olivier Maingain (FDF): Quand il disait, en 2007, qu'il ne faut pas faire de snelrecht, il était excellent. L'inconstance peut arriver, même à un éminent constitutionnaliste, surtout quand il est en contradiction avec ses propres écrits.
Vous allez être confronté à un problème. Je vous ai demandé, dans un souci de cohérence, de nous donner tous les textes d'application de cette disposition transitoire du 195 afin d'examiner la conformité entre les textes d'application et cette nouvelle disposition. Vous vous en êtes bien gardé! D'ailleurs, la transparence n'est pas ce qui caractérise cette réforme de l'État, c'est le moins que l'on puisse dire. On pourrait reprendre beaucoup d'aspects de vos accords pour démontrer qu'ils manquent vraiment de transparence et qu'il faut sans doute chercher encore aujourd'hui des solutions à un certain nombre de problèmes que vous n'avez pas encore traités. Nous vérifierons cela avec les textes en main.
Vous nous annoncez que la disposition transitoire du 195 ne vous suffit pas et que, même si on la vote aujourd'hui – c'est ce que vous avez dit en commission –, on pourra encore la modifier pendant la constituante. Vous avez la 'révisionite' aiguë! Rassurez-vous, cela se soigne! Réviser la Constitution n'est pas un acte de boucherie, c'est un acte de microchirurgie d'une rigueur et d'une précision qui est unique et définitif! Vous n'allez pas pouvoir revenir modifier la disposition transitoire du 195 à satiété à chaque fois que vous découvrirez votre incohérence sur le plan juridique. C'est cela que vous nous annoncez! Je peux vous dire que vous êtes en train d'introduire le snelrecht dans le snelrecht, c'est-à-dire sans doute les errances constitutionnelles que nous n'aurons jamais connues depuis que je siège dans cette assemblée. Et j'ai déjà suivi quelques travaux d'une constituante!
Au nom du groupe MR, je l'avais dit, tant en 2007 qu'en 2010, monsieur Van Hecke. Vous ne serez donc pas surpris de ma constance et de ma cohérence. Depuis lors, certains ont changé, mais pas moi.
J'avais dit à propos de l'article 195: "À supposer même que l'article 195 soit révisé au cours de la prochaine législature constituante, il ne serait pas constitutionnellement concevable que la nouvelle procédure qui serait issue de la révision de l'article 195 s'applique déjà au cours de la prochaine législature. Cela signifie que l'on ne pourrait pas, par une procédure de révision adaptée – ce que vous faites en l'occurrence – réviser, durant la prochaine législature, ce qui n'a pas été soumis à révision par l'actuelle déclaration."
Voilà ce qu'était la constance, la cohérence et le refus de ce que vous faites aujourd'hui, c'est-à-dire une fraude à la Constitution! On comprend dès lors en effet les propos de ceux qui, dans Le Vif/L'Express, comme le Pr. Verdussen, Vincent de Coorebyter et le Pr. Senelle, disent: "Cette dégradation de nos institutions ne fera que précipiter la fin du pays." C'est là le plus grand danger de votre réforme de l'État et de cette procédure expresse; c'est que vous créez le précédent qui permettra à tous les aventuriers institutionnels de venir, à chaque fois, avec une procédure qui ne respectera plus la continuité, la permanence de la Constitution. Vous ouvrez bien la voie aux séparatistes et aux confédéralistes, ce que je me refuse à faire!
04.19 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, collega’s, er is hier vandaag toch iets merkwaardigs aan de hand.
Ik ben een beetje verwonderd over de selectieve benadering van de bespreking van de wetten vandaag. Het is een dag van rouw. U hebt terecht het schema voor de bespreking vandaag gewijzigd en een aantal wetten en het vragenuurtje weggelaten.
En nu moeten wij hier net het belangrijkste element, de wijziging van de Grondwet, in galop bespreken. Op een dag dat wij bezig zijn met andere emoties, moeten wij hier heel snel grondwettelijk recht bespreken. Ik ben verontwaardigd.
Ongeveer drie weken geleden hebben wij hier over een resolutie gedebatteerd met betrekking tot de wijziging van de Grondwet in Hongarije. Men zei dat Viktor Orban een ontzettende dictator was omdat hij in het Hongaarse parlement op zich een tweederde meerheid heeft en de Grondwet wijzigt. Hij was bijna de Kabila van het moment.
Wat doen wij hier nu op een drafje? Wij zullen onze Grondwet wijzigen, tegen alle grondwettelijke regels in. Want, wat heeft de Constituante gedaan, mijnheer Doomst, toen zij de Grondwet opstelde? Zij zei dat het geen vodje papier was.
Ik kom nog terug op dat vodje papier, want u moet dat ergens in het collectief geheugen van CD&V hebben.
De Constituante heeft toen gezegd dat er over een wijziging van de Grondwet nog altijd een verkiezing moest gaan. Dat was de bedoeling, mijnheer De Croo. Men stelt artikels in wijziging, die dan worden veranderd, waarna ze opnieuw worden voorgelegd aan de kiezer. Dat is onze Grondwet.
Ik heb niets tegen het voorleggen van de artikels ter wijziging. Ik heb tijdens de vorige legislatuur nagenoeg de hele Grondwet in herziening gesteld. U hebt dat toen niet goedgekeurd, want men was toen bang dat iets zou gebeuren.
Er is nu evenveel angst. Nu moet het op een drafje gebeuren, want bij de nieuwe verkiezingen van 2014 – groot vraagteken of ik er nog bij zal kunnen zijn – zou er wel eens een tsunami kunnen komen van andere Vlamingen die nog een beetje verder zouden durven gaan dan wat er hier nu gebeurt.
U zult het nu niet alleen over artikel 195 hebben. In principe verkracht u ook artikel 187 van de Grondwet, dat zegt dat de Grondwet noch geheel, noch ten dele kan worden geschorst. En wat gebeurt er vandaag in dit Parlement?
In principe schorst u de Grondwet. U heft de grendels op om een aantal artikels te veranderen en als die artikels dan veranderd zijn, gaat u de grendels terug installeren, zodanig dat er achteraf niets kan gewijzigd worden.
En er moet nogal wat gewijzigd worden. Ik zal het daarover niet hebben, ik zal het heel kort houden. Het gaat over het afzien van belangenconflicten voor de transfers. U houdt de transfers in stand, ze worden in de Grondwet gegoten en er mag daaraan niets gebeuren, want een herziening zal moeten gebeuren volgens de oude grendels. Het gaat over het betonneren van het gerechtelijk arrondissement Brussel, met buitenissige voordelen voor de Franssprekenden in Vlaams-Brabant. Het gaat over het samenvallen van alle verkiezingen. En dit wordt dan gebetonneerd. De Vlaming staat vandaag de dag in zijn onderbroek op de markt in Halle en merkt nog steeds niet dat hij uitgekleed wordt.
Wat gebeurt er hier eigenlijk? U gaat de regels van het spel wijzigen en daarna de oude regels terug installeren. Het zijn precies twee voetbalploegen die voor de match afspreken dat ze voor deze match het penaltypunt op vier meter gaan leggen in plaats van op negen meter, dat ze een Vlaming in het doel gaan zetten, dat hij niet te veel mag bewegen en dat ze goals gaan maken.
Dit gebeurt hier vandaag in dit Parlement. Wel, daarvoor ben ik beschaamd. Ik ben niet beschaamd voor het feit dat de grondwetsartikelen allemaal in herziening worden gesteld. Wij zouden er beter eens over discussiëren, maar dan ook werkelijk, zoals onze Constituante gezegd heeft, en het de volgende keer voorleggen aan de kiezer, zoals de Grondwet het voorschrijft. Maar dat doen wij hier niet.
Mijnheer Doomst, ik zal uw geheugen opfrissen. Ik wil het hebben over 11 oktober 1978. Toen stond hier een man van één miljoen stemmen, de heer Tindemans. De heer De Croo weet dat nog, ik denk dat hij de enige in de zaal is die het meegemaakt heeft. Misschien zijn er nog anderen. De heer Tindemans stond hier en het ging over het Egmontpact. Er was discussie, het ging over artikel 195 en er waren opmerkingen van de Raad van State. De heer Cools en de Franstaligen zeiden toen dat men geen rekening moest houden met die opmerkingen van de Raad van State.
De heer Tindemans is het hier toen afgestapt en hij heeft toen de historische woorden gesproken: “U hebt als Staat de Grondwet te eerbiedigen, zo wil het de traditie in ons land. Laat u dat prerogatief niet ontnemen! Laat het Parlement niet ontkrachten tot een puur ornament zoals in totalitaire regimes!” Mijnheer Doomst, uw grote roerganger met één miljoen stemmen heeft dat toen gezegd.
Weet u wat hij toen gedaan heeft? Hij zei er nog iets bij: “De Grondwet is geen vodje papier!”. En hij is naar de Koning gegaan. Wat u nu doet, is van de Grondwet een vodje papier maken.
04.20 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer Dedecker, de Raad van State zal zich uiteraard over de herziene grondwetsartikelen kunnen uitspreken. Wij zullen horen wat het advies van de Raad van State is. Wij zullen de artikelen daaraan onderwerpen. Dat is geen enkel probleem. U vergelijkt twee zaken die niet met elkaar te vergelijken zijn. Wij zullen het correct doen. De Raad van State zal zich kunnen uitspreken. Daarover is er toen discussie geweest.
04.21 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer Doomst, u hebt mij slecht begrepen. U woont toch in de Rand? U zou het in principe dus allemaal moeten weten.
Het spijt mij om vandaag dit woord te gebruiken, maar jullie zijn hier en nu de Grondwet aan het verkrachten, om tegemoet te komen aan nieuwe regels van de Franstaligen en dan terug te keren naar het woord dat zo goed kent: de grendels. U gaat nu de transfers naar Wallonië betonneren. Later zal men die nooit meer kunnen veranderen, om maar een voorbeeld te geven. Het gaat ook over uw gerechtelijk arrondissement. Dat is niet grondwettelijk.
04.22 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Monsieur le président, je serai court, étant donné que le vote de ce jour est extrêmement important, mais encore insuffisant. Il s'agit d'une étape, d'un point de départ.
Parfois, nos débats me laissent l'impression que certains oublient le contenu de l'article 195, article révisable. Ce que nous faisons, c'est le réviser. Dire que cette manière d'agir est contraire à la Constitution, cela dépasse tout ce que j'ai entendu jusqu'à présent! À certains moments, j'ai le sentiment que nous ne tenons pas le même raisonnement juridique!
M. Maingain nous reproche de ne pas le réviser en totale transparence, mais il est absent quand on veut lui répondre. Si l'on ne peut se montrer transparent au parlement, où peut-on l'être? Oui, nous le faisons en toute transparence, à tel point que nous agissons de manière transitoire, limitée dans le temps, en listant de manière exhaustive les articles concernés dans la disposition transitoire insérée dans la Constitution, en indiquant pourquoi nous le faisons. Comment être plus transparent?
Ensuite, M. Maingain a développé la théorie selon laquelle le fait de réviser un article révisable empêche d'y toucher ultérieurement. C'est original! Après la révision d'un article, si l'on constatait une anomalie, une erreur, un excès de modification, on ne pourrait plus y toucher! On devrait attendre de rouvrir un article à révision pour la législature suivante avant de réparer l'erreur commise par le Constituant? Ce serait une manière très originale de travailler.
Il est clair que cette modification de l'article 195 n'empêche pas d'autres modifications à l'avenir. Vous dire si ce sera nécessaire, j'en suis incapable, évidemment! Mais je puis vous affirmer que cela ne l'empêche pas d'être revu à nouveau.
Il est selon moi, inimaginable qu'après avoir été modifié, un article ne puisse plus faire l'objet d'une nouvelle modification, sous une même législature, même si c'est pour corriger une erreur qui aurait été commise.
Tel est le message important que je souhaite envoyer aujourd'hui.
Avant de terminer, je veux remercier les parlementaires qui ont déposé ce texte qui rend possible cette indispensable réforme de l'État en respectant la volonté du préconstituant, ce en toute transparence.
Nous avons besoin de continuer à travailler dans ce même état d'esprit, à savoir dans le respect des accords, et en offrant aux citoyens, durant cette législature, ce qu'ils attentent, c'est-à-dire une véritable réforme de l'État.
04.23 Staatssecretaris Servais Verherstraeten: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik dank de collega’s voor hun serene tussenkomsten en ik sluit mij ook graag aan bij het dankwoord van de collega staatssecretaris voor de ondersteuning die wij hebben gekregen van de acht fracties om de afgesproken staatshervorming ook ten uitvoer te brengen.
Dit wetgevend initiatief is uiteraard, zoals door sommigen aangehaald, de eerste steen.
Collega’s, ik kom nog heel even terug op de kritiek dat wij de Grondwet niet zouden respecteren. Ik kan best begrijpen dat sommige collega’s inhoudelijk problemen hebben met deze grondwetswijziging. Ik kan ook best begrijpen dat collega’s problemen hebben met deze staatshervorming of met de uitvoering ervan. De vraag die zich vandaag stelt, luidt of er formeel, technisch, respect is voor de Grondwet? Het antwoord daarop is bevestigend. De Preconstituante heeft zich gemotiveerd uitgesproken en vele collega’s hebben daarnaar verwezen. De kiezer heeft zich uitgesproken na een communautair geladen verkiezing en nu moet de Constituante zich ook uitspreken met een tweederdequorum en -meerderheid.
Sommigen vinden dat wij te ver gaan en misschien een paar jaar zouden moeten wachten. Anderen vinden dat wij niet ver genoeg gaan en het hele artikel 195 zouden moeten wijzigen, of zelfs de Grondwet naast ons moeten neerleggen. Wij hebben gekozen voor de tussenweg, voor de voorzichtige wijze met drempels qua tijd, qua voorwerp en qua bedoeling. Wij raken niet aan de fundamentele rechten en vrijheden. De consequentie van die keuze is dat wij binnen deze legislatuur twee keer een tweederdemeerderheid nodig hebben, nadat wij tijdens de Preconstituante reeds een meerderheid nodig hadden.
Ik kom er nog heel even op terug of wij al dan niet de Grondwet zouden schorsen en de discussie over artikel 187 van de Grondwet. Uiteraard blijft artikel 195 van de Grondwet toepasselijk.
Deze Constituante is gemachtigd door de Preconstituante. Artikel 187 van de Grondwet is niet gecreëerd om de bevoegdheden van een constituante te limiteren en te beperken. Deze constituante wijzigt, zij schorst niet. Zij kan geheel wijzigen, zij kan gedeeltelijk wijzigen, zij kan ten definitieve titel wijzigen, zij kan ten voorlopige titel wijzigen. Er zijn heel wat overgangsbepalingen in de Grondwet. Deze Constituante oordeelt daar autonoom over. Artikel 195 blijft bijgevolg toepasselijk.
Collega’s, ik heb het even nagekeken: 138 artikelen van de Grondwet zijn niet voor herziening vatbaar verklaard. Zij kunnen in de huidige stand niet herzien worden. Artikel195 is voor hen ten volle toepasselijk. 63 artikelen zijn door de Preconstituante voor herziening vatbaar gesteld, 55 bestaande en 8 nieuwe. Artikel 195 van de Grondwet is hierop perfect toepasselijk. Men kan die artikelen in de loop van deze legislatuur wijzigen, maar de quorumvereiste en de tweederdemeerderheidsvereiste blijven bestaan.
Het huidige wetsvoorstel voegt daaraan 10 artikelen toe die niet voor herziening vatbaar waren en 5 nieuwe, maar ook daarop is artikel 195 toepasselijk, want als wij die wensen te wijzigen, dan zal de tweederdemeerderheid, naast de quorumvereiste, toepasselijk zijn. Artikel 195 is en blijft toepasselijk. Van een schorsing is er dan ook geen sprake.
Er was daarnet een
verwijzing naar het advies van de Raad van State, als hoogste rechtscollege.
De afdeling Wetgeving van de Raad van State is geen rechtscollege, laat
staan het hoogste rechtscollege. Zij is een adviesorgaan. Voor
grondwetsartikelen wordt het niet toegepast. Ik verwijs ter zake naar de
wetgeving van 1946 en 1993, waarover toen bewust werd gedebatteerd. Men heeft
er toen bewust voor gekozen zulks niet te doen.
Er werd hier
gezegd dat de Raad van Europa een beslissing heeft getroffen. De Raad van
Europa heeft geen beslissing getroffen. De Raad van Europa heeft de zaak naar
het Bureau doorverwezen. Het Bureau zal beslissen of er al of niet een
verwijzing naar de Commissie van Venetië komt.
Er is, ten slotte,
verwezen naar twee problemen met betrekking tot het arrest-Grosaru en de
schuldenrem.
Zoals terecht is aangehaald door de heer Van Hecke zijn dit uiteraard zaken die buiten het communautair akkoord vallen. Het Grosaru-arrest is bovendien niet eenduidig. De rechtspraak van Straatsburg laat in een klassieke democratie hoe dan ook mogelijkheden. Ook over de schuldenrem zijn er discussies of hiervoor een grondwetswijziging dan wel een bijzondere meerderheid vereist is. Er zal hoe dan ook gediscussieerd worden over de prevalentie van het Europees recht tegenover het intern recht. Dit zijn hoe dan ook discussies die buiten het communautair akkoord vallen. Ze zijn hier niet van toepassing.
De eerste steen die hier vandaag ligt, is een belangrijke eerste steen, waarmee de acht fracties heel duidelijk maken dat ze dit communautair akkoord in al zijn facetten, in al zijn integraliteit wensen uit te voeren en goed te keuren in de resterende periode van deze legislatuur. Ik dank de acht fracties voor hun intenties.
Le président: La discussion de l'article unique est close.
De bespreking van het enig artikel is gesloten.
* *
* * *
Amendements redéposés:
Heringediende
amendementen:
Article unique/Enig artikel
• 1 -
Barbara Pas cs (2064/2)
• 14 -
Barbara Pas cs (2064/2)
• 15 - Ben Weyts cs (2064/2)
• 2 - Barbara Pas cs (2064/2)
• 3 -
Barbara Pas cs (2064/2)
• 4 -
Barbara Pas cs (2064/2)
• 5 -
Barbara Pas cs (2064/2)
• 6 -
Barbara Pas cs (2064/2)
• 7 -
Barbara Pas cs (2064/2)
• 8 -
Barbara Pas cs (2064/2)
• 10 -
Barbara Pas cs (2064/2)
• 9 -
Barbara Pas cs (2064/2)
• 11 -
Barbara Pas cs (2064/2)
• 13 -
Barbara Pas cs (2064/2)
• 12 - Barbara Pas cs (2064/2)
* * *
* *
Le vote sur les amendements et la proposition de révision est réservé.
De stemming over de amendementen en het voorstel tot herziening wordt aangehouden.
05 Comité consultatif national des zones dans le cadre de la sécurité civile
05 Nationaal raadgevend comité van de zones in het kader van de civiele veiligheid
Le groupe CD&V m'a fait parvenir la
candidature de Mme Bercy Slegers en remplacement de Mme Leen Dierick comme
membre du Comité consultatif national des zones dans le cadre de la sécurité
civile.
De CD&V-fractie heeft mij de kandidatuur van mevrouw Bercy Slegers bezorgd ter vervanging van mevrouw Leen Dierick, als lid van het nationaal raadgevend comité van de zones in het kader van de civiele veiligheid.
Étant donné qu'il n'y a pas d'autres
candidatures, il n'y a pas lieu à scrutin et je proclame Mme Bercy Slegers élue
en qualité de membre du Comité consultatif national des zones dans le cadre de
la sécurité civile.
Aangezien er geen andere kandidaturen zijn, moet er niet gestemd worden en verklaar ik mevrouw Bercy Slegers verkozen als lid in het nationaal raadgevend comité van de zones in het kader van de civiele veiligheid.
06 Commission spéciale "Abus sexuels" - Désignation de deux experts
06 Bijzondere commissie "Seksueel misbruik" - Aanstelling van twee experts
Conformément à une proposition figurant au rapport de la commission spéciale relative au traitement d'abus sexuels et de faits de pédophilie dans une relation d'autorité, spécialement au sein de l'Église (n° 520/2) dont les recommandations ont été adoptées par la Chambre le 7 avril 2011, le Centre d'arbitrage en matière d'abus sexuels a été créé.
Overeenkomstig een voorstel van de bijzondere commissie betreffende de behandeling van seksueel misbruik en feiten van pedofilie binnen een gezagsrelatie, inzonderheid binnen de Kerk, waarvan de aanbevelingen door de Kamer op 7 april 2011 werden goedgekeurd (nr. 520/2), werd het Centrum voor arbitrage inzake seksueel misbruik opgericht.
En vertu du règlement d'arbitrage de ce Centre, il est institué un Comité scientifique.
Krachtens het arbitragereglement van dit Centrum wordt een Wetenschappelijk Comité opgericht.
Deux membres de ce Comité sont désignés par les autorités ecclésiastiques et les deux autres sont désignés par la Chambre.
Twee leden van dit Comité worden aangesteld door de kerkelijke overheden en de twee andere door de Kamer.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 14 mars 2012, je vous propose de désigner comme membres du Comité scientifique:
- M. Paul Martens, président émérite de la Cour constitutionnelle;
- M. Herman Verbist, avocat et professeur invité à l'Université de Gand.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 14 maart 2012 stel ik u voor als leden van het Wetenschappelijk Comité aan te stellen:
- de heer Paul Martens, emeritus voorzitter van het Grondwettelijk Hof;
- de heer Herman Verbist, advocaat en gastprofessor aan de Universiteit Gent.
Pas d'observation ? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar ? (Nee)
Aldus wordt besloten.
07 Renvoi d'une proposition de loi à une autre
commission
07 Verzending van een
wetsvoorstel naar een andere commissie
Je vous propose de renvoyer à la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique la proposition de loi de MM. Laurent Devin, Anthony Dufrane, André Frédéric, Eric Thiébaut, Rachid Madrane et Jef Van den Bergh modifiant le Code pénal en instaurant une circonstance aggravante pour les infractions commises à l'encontre des arbitres de manifestations sportives et les accompagnateurs sportifs (n° 2037/1) afin de la joindre à la proposition de loi de MM. Laurent Devin, Anthony Dufrane, André Frédéric, Eric Thiébaut et Rachid Madrane modifiant la loi du 21 décembre 1998 relative à la sécurité lors des matchs de football (n° 2038/1).
Ik stel u voor het wetsvoorstel van de heren Laurent Devin, Anthony Dufrane, André Frédéric, Eric Thiébaut, Rachid Madrane en Jef Van den Bergh tot wijziging van het Strafwetboek door invoering van een verzwarende omstandigheid voor strafbare feiten jegens scheidsrechters van sportwedstrijden en sportbegeleiders (nr. 2037/1) te verwijzen naar de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt, teneinde het toe te voegen aan het wetsvoorstel van de heren Laurent Devin, Anthony Dufrane, André Frédéric, Eric Thiébaut en Rachid Madrane tot wijziging van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden (nr. 2038/1).
Cette proposition avait été précédemment
renvoyée à la commission de la Justice.
Dit voorstel werd vroeger verzonden naar de
commissie voor de Justitie.
Pas d'observation ? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar ? (Nee)
Aldus wordt besloten.
08 Prise en considération de propositions
08
Inoverwegingneming van voorstellen
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du
jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en
considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een
lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je
considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les
propositions aux commissions compétentes conformément au règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze
als aangenomen; overeenkomstig het reglement worden die voorstellen naar de
bevoegde commissies verzonden.
Pas d'observation ? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar ? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 14 mars 2012, je vous propose également de prendre en considération :
- la proposition de loi de Mme Myriam Delacroix-Rolin, M. Christian Brotcorne et Mme Catherine Fonck modifiant l'article 135 de la Nouvelle loi communale du 24 juin 1988 en vue d'autoriser les communes à réglementer les heures d'ouverture des débits de boissons (n° 2099/1).
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique;
- la proposition de résolution de M. Stefaan
Van Hecke et Mme Muriel Gerkens concernant le mandat de la Belgique
au sein du Mécanisme européen de stabilité (n° 2103/1).
Renvoi à la commission des Finances et du
Budget;
- la proposition de résolution de
Mme Zoé Genot, M. Georges Gilkinet et Mmes Juliette Boulet et
Muriel Gerkens concernant l'organisation d'une consultation populaire sur le
Traité sur la stabilité, la coordination et la gouvernance dans l'Union
économique et monétaire (n° 2105/1).
Renvoi à la commission des Relations
extérieures.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 14 maart 2012, stel ik u ook voor in overweging te nemen :
- het wetsvoorstel van mevrouw Myriam Delacroix-Rolin, de heer Christian Brotcorne en mevrouw Catherine Fonck tot wijziging van artikel 135 van de Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988 teneinde de gemeenten toe te staan de openingstijden van de drankgelegenheden te reglementeren (nr. 2099/1).
Verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt;
- het voorstel van resolutie van de
heer Stefaan Van Hecke en mevrouw Muriel Gerkens over het mandaat van
België binnen het Europees Stabiliteitsmechanisme (nr. 2103/1).
Verzonden naar de commissie voor de
Financiën en de Begroting;
- het voorstel van resolutie van
mevrouw Zoé Genot, de heer Georges Gilkinet en de dames Juliette Boulet en
Muriel Gerkens betreffende de organisatie van een volksraadpleging over het
Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de economische en
monetaire unie (nr. 2105/1).
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen.
Pas d'observation ? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar ? (Nee)
Aldus wordt besloten.
09 Demande d'urgence de la part du gouvernement
09 Urgentieverzoek vanwege de regering
Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant des dispositions diverses (II) (n° 2098/1).
De regering heeft de spoedbehandeling gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende diverse bepalingen (II) (nr. 2098/1).
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
L'urgence est adoptée par assis et levé.
De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
10 Amendements réservés à la proposition de révision de l'article 195 de la Constitution (2064/1-4)
10 Aangehouden amendementen op het voorstel tot herziening van artikel 195 van de Grondwet (2064/1-4)
Les
propositions de révision de la Constitution doivent être adoptées à la majorité
spéciale (article 195 de la Constitution).
De voorstellen
tot herziening van de Grondwet moeten met een speciale meerderheid aangenomen
worden (artikel 195 van de Grondwet).
Stemming over amendement nr. 1 van Barbara
Pas cs op het enig artikel. (2064/2)
Vote sur l'amendement n° 1 de Barbara Pas cs à
l'article unique. (2064/2)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
36 |
Oui |
Nee |
106 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
142 |
Total |
Le quorum des présences est atteint. La
majorité des 2/3 n’est pas atteinte. En conséquence, l’amendement est rejeté.
Het quorum van de
aanwezigen is bereikt. De 2/3 meerderheid is niet bereikt. Bijgevolg is het amendement verworpen.
Stemming over amendement nr. 14 van Barbara
Pas cs op het enig artikel. (2064/2)
Vote sur l'amendement n° 14 de Barbara Pas cs à
l'article unique. (2064/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 1)
En conséquence, l’amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Stemming over amendement nr. 15 van Ben
Weyts cs op het enig artikel. (2064/2)
Vote sur l'amendement n° 15 de Ben Weyts cs à
l'article unique. (2064/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 1)
En conséquence, l’amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Stemming over amendement nr. 2 van Barbara
Pas cs op het enig artikel. (2064/2)
Vote sur l'amendement n° 2 de Barbara Pas cs à
l'article unique. (2064/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 1)
En conséquence, l’amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Stemming over amendement nr. 3 van Barbara
Pas cs op het enig artikel. (2064/2)
Vote sur l'amendement n° 3 de Barbara Pas cs à
l'article unique. (2064/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 1)
En conséquence, l’amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Stemming over amendement nr. 4 van Barbara
Pas cs op het enig artikel. (2064/2)
Vote sur l'amendement n° 4 de Barbara Pas cs à
l'article unique. (2064/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 1)
En conséquence, l’amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Stemming over amendement nr. 5 van Barbara
Pas cs op het enig artikel. (2064/2)
Vote sur l'amendement n° 5 de Barbara Pas cs à
l'article unique. (2064/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 1)
En conséquence, l’amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Stemming over amendement nr. 6 van Barbara
Pas cs op het enig artikel. (2064/2)
Vote sur l'amendement n° 6 de Barbara Pas cs à
l'article unique. (2064/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 1)
En conséquence, l’amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Stemming over amendement nr. 7 van Barbara
Pas cs op het enig artikel. (2064/2)
Vote sur l'amendement n° 7 de Barbara Pas cs à
l'article unique. (2064/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 1)
En conséquence, l’amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Stemming over amendement nr. 8 van Barbara
Pas cs op het enig artikel. (2064/2)
Vote sur l'amendement n° 8 de Barbara Pas cs à
l'article unique. (2064/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 1)
En conséquence, l’amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Stemming over amendement nr. 10 van Barbara
Pas cs op het enig artikel. (2064/2)
Vote sur l'amendement n° 10 de Barbara Pas cs à
l'article unique. (2064/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 1)
En conséquence, l’amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Stemming over amendement nr. 9 van Barbara
Pas cs op het enig artikel. (2064/2)
Vote sur l'amendement n° 9 de Barbara Pas cs à
l'article unique. (2064/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 1)
En conséquence, l’amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Stemming over amendement nr. 11 van Barbara
Pas cs op het enig artikel. (2064/2)
Vote sur l'amendement n° 11 de Barbara Pas cs à
l'article unique. (2064/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 1)
En conséquence, l’amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Stemming over amendement nr. 13 van Barbara
Pas cs op het enig artikel. (2064/2)
Vote sur l'amendement n° 13 de Barbara Pas cs à
l'article unique. (2064/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 1)
En conséquence, l’amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Stemming over amendement nr. 12 van Barbara
Pas cs op het enig artikel. (2064/2)
Vote sur l'amendement n° 12 de Barbara Pas cs à
l'article unique. (2064/2)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote précédent
est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 1)
En conséquence, l’amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
11 Ensemble de la proposition de révision de l'article 195 de la Constitution (2064/4)
11 Geheel van het voorstel tot herziening van artikel 195 van de Grondwet (2064/4)
Les propositions de révision de la Constitution doivent être adoptées à la majorité spéciale (article 195 de la Constitution).
De voorstellen tot herziening van de Grondwet moeten met een speciale meerderheid aangenomen worden (artikel 195 van de Grondwet).
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
103 |
Oui |
Nee |
39 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
142 |
Total |
Le quorum des présences est atteint. La
majorité des 2/3 est atteinte. En conséquence, la Chambre adopte la proposition
de révision de l'article 195 de la Constitution. Elle sera transmise en
tant que projet au Sénat. (2064/5)
Het quorum van de aanwezigen is bereikt. De
2/3 meerderheid is bereikt. Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot
herziening van artikel 195 van de Grondwet aan. Het zal als ontwerp aan de
Senaat worden overgezonden. (2064/5)
12 Adoption de l’ordre du jour
Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.
Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.
Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.
Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering woensdag 21 maart 2012 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le mercredi 21 mars 2012 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 18.33 uur.
La séance est levée à 18.33 heures.
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 53 PLEN 076 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 53 PLEN 076 bijlage. |
|
|
|
|
Vote
nominatif - Naamstemming: 001
Oui |
036 |
Ja |
Annemans
Gerolf, Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, Colen Alexandra, De Bont Rita,
Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De
Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie,
D'haeseleer Guy, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jambon
Jan, Logghe Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert,
Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde
Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van
Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert
Non |
106 |
Nee |
Almaci
Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe,
Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette,
Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof,
Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard
Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq
Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Deleuze
Olivier, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter
Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies
Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme
Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut
André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez
Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet
Georges, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric,
Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt
Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Maingain Olivier, Marghem
Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Michel Charles, Moriau Patrick,
Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rolin Myriam, Schiltz
Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et
d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf,
Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van
Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno,
Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Vercamer Stefaan,
Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve,
Wilrycx Frank
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 002
Oui |
103 |
Ja |
Almaci
Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe,
Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette,
Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof,
Caverenne Valérie, Clarinval David, Coëme Guy, Collard Philippe, Dallemagne
Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman,
de Donnea François-Xavier, Defreyne Roland, Deleuze Olivier, Delizée Jean-Marc,
Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq
Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael
Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery
Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric
André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George
Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Gustin
Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir
Meryame, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima,
Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur
Yvan, Michel Charles, Moriau Patrick, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem,
Perpète André, Rolin Myriam, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine,
Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers
Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens
Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Maelen
Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe
Myriam, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot
Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank
Non |
039 |
Nee |
Annemans
Gerolf, Beuselinck Manu, Bracke Siegfried, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra,
De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man
Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit
Sophie, D'haeseleer Guy, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien,
Jambon Jan, Logghe Peter, Maertens Bert, Maingain Olivier, Pas Barbara,
Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Thiéry Damien,
Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van
Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy,
Weyts Ben, Wollants Bert
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |