Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 8 novembre 2012

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 8 november 2012

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14.23 heures et présidée par M. André Flahaut.

De vergadering wordt geopend om 14.23 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.

 

Le président: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

 

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Elio Di Rupo, Steven Vanackere, Monica De Coninck

 

Excusés

Berichten van verhindering

 

Philippe Blanchart, Myriam Delacroix-Rolin, Patrick Moriau, pour raisons de santé / wegens gezondheidsredenen;

Sophie De Wit, Barbara Pas, congé de maternité / zwangerschapsverlof;

Benoît Lutgen, devoirs de mandat / ambtsplicht;

Jean-Marc Delizée, Peter Luykx, en mission à l'étranger / met zending buitenslands;

Eva Brems, à l'étranger / buitenslands.

 

M. John Crombez est en réunion pour EUROPOL.

 

01 Admission, vérification des pouvoirs et prestation de serment

01 Toelating, onderzoek van de geloofsbrieven en eedaflegging

 

M. Manu Beuselinck est démissionnaire en date du 6 novembre 2012.

De heer Manu Beuselinck heeft op 6 november 2012 ontslag genomen.

 

La suppléante convoquée pour le remplacer est Mme Cathy Coudyser, deuxième suppléante de la circonscription électorale de Flandre occidentale.

De opvolger die werd uitgenodigd om hem te vervangen is mevrouw Cathy Coudyser, tweede opvolger voor de kieskring West-Vlaanderen.

 

Les pouvoirs de Mme Cathy Coudyser ont été validés en notre séance du 6 juillet 2010.

De geloofsbrieven van mevrouw Cathy Coudyser werden tijdens onze vergadering van 6 juli 2010 geldig verklaard.

 

Comme la vérification complémentaire, prévue par l'article 235 du Code électoral, ne porte que sur la conservation des conditions d'éligibilité, il apparaît que cette vérification, n'a, au vu des pièces obtenues, qu'un caractère de pure formalité.

Daar het aanvullend onderzoek door artikel 235 van het Kieswetboek voorgeschreven, uitsluitend slaat op het behoud van de verkiesbaarheidsvereisten, gaat het, gelet op de verkregen stukken, in de huidige omstandigheden om een loutere formaliteit.

 

Je vous propose donc de passer à l'admission de ce membre.

Ik stel u dus voor tot de toelating over te gaan van dit lid.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Je rappelle les termes du serment: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".

Ik memoreer de bewoordingen van de eed: "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Je jure d'observer la Constitution" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".

 

Je prie Mme Cathy Coudyser de prêter le serment constitutionnel.

Ik verzoek mevrouw Cathy Coudyser de grondwettelijke eed af te leggen.

 

Mme Cathy Coudyser prête le serment constitutionnel en néerlandais.

Mevrouw Cathy Coudyser legt de grondwettelijke eed af in het Nederlands.

 

Mme Cathy Coudyser fera partie du groupe linguistique néerlandais.

Mevrouw Cathy Coudyser zal deel uitmaken van de Nederlandse taalgroep.

 

(Applaudissements)

(Applaus)

 

02 Ordre du jour

02 Agenda

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 7 novembre 2012, je vous propose de reporter au mercredi 14 novembre 2012 la nomination des membres effectifs non notaires des Commissions de nomination pour le notariat (n° 2460/1).

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 7 november 2012, stel ik u voor de benoeming van de werkende leden niet-notarissen van de Benoemingscommissies voor het notariaat (nr. 2460/1) te verdagen naar woensdag 14 november 2012.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Délégation étrangère

Buitenlandse delegatie

 

Chers collègues, avant d'entamer notre séance des questions, je voudrais saluer la présence à cette tribune d'une délégation de l'Assemblée nationale du Bénin qui, dans le cadre de notre protocole de coopération, passe une semaine dans nos locaux. (Applaudissements)

 

Questions

Vragen

 

03 Questions jointes de

- M. Damien Thiéry au premier ministre et au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la recapitalisation de Dexia" (n° P1256)

- M. Hagen Goyvaerts au premier ministre et au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la recapitalisation de Dexia" (n° P1257)

- M. Herman De Croo au premier ministre et au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la recapitalisation de Dexia" (n° P1258)

- Mme Catherine Fonck au premier ministre et au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la recapitalisation de Dexia" (n° P1259)

- Mme Christiane Vienne au premier ministre et au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la recapitalisation de Dexia" (n° P1260)

- Mme Marie-Christine Marghem au premier ministre et au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la recapitalisation de Dexia" (n° P1261)

- M. Kristof Waterschoot au premier ministre et au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la recapitalisation de Dexia" (n° P1262)

- M. Georges Gilkinet au premier ministre et au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la recapitalisation de Dexia" (n° P1263)

- M. Peter Dedecker au premier ministre et au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la recapitalisation de Dexia" (n° P1264)

- M. Jean Marie Dedecker au premier ministre et au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la recapitalisation de Dexia" (n° P1265)

03 Samengevoegde vragen van

- de heer Damien Thiéry aan de eerste minister en aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de herkapitalisering van Dexia" (nr. P1256)

- de heer Hagen Goyvaerts aan de eerste minister en aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de herkapitalisering van Dexia" (nr. P1257)

- de heer Herman De Croo aan de eerste minister en aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de herkapitalisering van Dexia" (nr. P1258)

- mevrouw Catherine Fonck aan de eerste minister en aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de herkapitalisering van Dexia" (nr. P1259)

- mevrouw Christiane Vienne aan de eerste minister en aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de herkapitalisering van Dexia" (nr. P1260)

- mevrouw Marie-Christine Marghem aan de eerste minister en aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de herkapitalisering van Dexia" (nr. P1261)

- de heer Kristof Waterschoot aan de eerste minister en aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de herkapitalisering van Dexia" (nr. P1262)

- de heer Georges Gilkinet aan de eerste minister en aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de herkapitalisering van Dexia" (nr. P1263)

- de heer Peter Dedecker aan de eerste minister en aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de herkapitalisering van Dexia" (nr. P1264)

- de heer Jean Marie Dedecker aan de eerste minister en aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de herkapitalisering van Dexia" (nr. P1265)

 

Chers collègues, je vous propose de commencer notre série de questions sur la recapitalisation de Dexia. Étant donné que le nombre de questions est important, je demande à chacun de respecter le temps de parole et d'éviter de répéter le contexte global qui, manifestement, est connu de tous.

 

03.01  Damien Thiéry (FDF): Monsieur le président, je vous remercie. Je tenterai de ne pas répéter ce que mes collègues n'ont pas encore dit …

 

Mes chers collègues, monsieur le premier ministre, mesdames et messieurs les ministres, tout le monde s'accorde à dire que la recapitalisation de Dexia est absolument nécessaire, au vu des résultats du dernier trimestre, qui affichent une perte de l'ordre de 1,225 milliard.

 

Je rappelle qu'une recapitalisation consiste avant tout à injecter de l'argent frais dans un organisme en l'avenir duquel on croit. On parle d'un montant de 5,5 milliards, dont 53 % devront être supportés par notre pays, soit environ trois milliards d'euros. On a peut-être tendance à vite oublier que, dès 2008, un montant colossal avait été réinjecté - trois milliards pour la Belgique sur un total de 6,4 milliards – pour redynamiser l'entreprise, avec les résultats que nous connaissons désormais.

 

La répartition des garanties de l'État a été modifiée, puisqu'on arrive à 51,41 % pour la Belgique. Comme le ministre des Finances l'a expliqué sur les ondes ce matin, on se rapproche de la clef historique de 50-50. Malgré tout, cela signifie un effort supplémentaire de 165 millions pour notre pays. Certes, le plafond des garanties définitives a été diminué de 90 à environ 85 milliards. Si l'on se base uniquement sur ce fait, on peut donc estimer que la situation paraît favorable.

 

Cependant, monsieur le premier ministre, quelques points me laissent perplexe. En effet, on peut se demander si la clef de répartition relative aux interventions des États ne fera pas jurisprudence en cas de recapitalisation, comme nous le pensons bien entendu.

 

J'ai entendu le ministre des Finances dire ce matin que cela ne produirait probablement pas d'impact sur le budget 2013. Néanmoins, il est question d'un investissement immédiat de trois milliards. Il est évident qu'à côté de cela, le risque est grand d'assister à la disparition d'une partie des 300 millions de garanties de cette année.

 

Sérieusement, je me demande, monsieur le premier ministre, monsieur le ministre des Finances, si en définitive, il n'aurait pas été plus intelligent de réaliser un audit sérieux, détaillé et rationnel sur la situation réelle de cette entreprise qu'on dit déficitaire.

 

Peut-on garantir que les 6 milliards que nous allons injecter seront suffisants pour faire revivre cette société et lui donner un avenir?

 

En définitive, n'aurait-il pas mieux valu analyser ce qu'aurait réellement coûté une faillite plutôt que de réinjecter à plusieurs reprises des montants, ce qui malgré tout ne garantit pas la pérennité de cette entreprise?

 

Le président: Je vous remercie mais vous avez dépassé votre temps de parole.

 

03.02  Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister van Financiën, het minste wat we kunnen zeggen is dat er in de afgelopen weken aardig wat blufpoker is gespeeld in verband met de kapitaalverhoging voor Dexia. Mijnheer de minister van Financiën, excuseer dat ik u de schatbewaarder van het ACW noem, maar u hebt daar ongetwijfeld uw aandeel in gehad. Sinds vannacht weten we dat er voor 5,5 miljard euro aan kapitaalvoorziening is afgesproken. De federale regering en dus de belastingbetaler neemt daarvan 2,9 miljard euro voor haar rekening.

 

Ik meen dat daarmee de kous niet af is. Integendeel, de erfenis van het Dexiadossier blijft zeer complex. Anderzijds namen we vandaag kennis van een aantal commentaren die doen vermoeden dat er toch nog wel wat addertjes onder het gras zitten. Ik heb u vanochtend op Radio 1 in het programma De Ochtend gehoord. U sprak wat zalvend, zoals het een pastoor betaamt. Ik stel alleen vast dat de regering haar kar aan het keren is. U herinnert zich nog dat uw voorganger, eerste minister Leterme, zei dat de afhandeling van het Dexiadossier de belastingbetaler geen eurocent zou kosten. Integendeel, we zouden er nog geld aan verdienen vanwege de premies die zouden moeten worden betaald. Anderzijds stond daar natuurlijk de waarborg voor de openstaande risico’s ten belope van miljarden tegenover. We kennen het dossier zoals men daarover vannacht een akkoord heeft bereikt.

 

Ten eerste, wat die vergoedingen betreft, verneem ik dat er een verlaging is gekomen van 90 basispunten tot 5 basispunten voor de premies die door de restholding van Dexia moeten worden betaald. Kunt u ons vertellen welke impact dat heeft op de begroting? Tot op heden schreef u immers met gemak 300 miljoen euro in de begroting in. Ik neem aan dat dat bedrag niet meer zal worden gehaald.

 

Ten tweede, hoe zit het met de oude waarborgen? Blijven die behouden of is er een nieuwe verdeling van de risico’s overeengekomen met de Fransen? In het verlengde daarvan, is er een overeenkomst met Frankrijk over de renteswaps? Hoe zit het trouwens met de toxische producten bij DCL? Maakt dat ook deel uit van het akkoord dat u met Frankrijk hebt gesloten?

 

Wat de 3 miljard euro betreft die de federale regering en dus de belastingbetaler op zich neemt, hoe zit dat nu begrotingstechnisch? Komt dat bedrag in de begroting terecht of komt slechts een deel daarvan in de begroting? Wordt het soms volledig verschoven naar de staatsschuld? Kunt u dat uitklaren?

 

Tot slot, mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, wat is de blootstelling van Belfius in het hele Dexiaverhaal momenteel? Zal Belfius binnenkort misschien ook een kapitaalverhoging nodig hebben? Ik ben uitermate benieuwd naar de antwoorden die u zult geven op mijn vragen.

 

03.03  Herman De Croo (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, mijnheer de vice-eersteminister, collega’s, wij denken dat het geen slechte deal is geweest.

 

Dat men een vermindering van 10 miljard heeft verkregen wat de waarborgen betreft, weliswaar te compenseren met een kapitaalverhoging, zal wellicht door meerderen onder ons als een gunstige wending worden beschouwd.

 

Er zaten twee partners aan de onderhandelingstafel, namelijk Frankrijk en België, maar er is een derde partner, de Europese Unie, de Europese Commissie, en daarover heb ik hoopvolle vragen. Zij hadden een aantal bezwaren, bijvoorbeeld over de behandeling van Dexma, over het integraal afsplitsen ervan en wat er nog overblijft aan toxische kredieten.

 

Daarnet werd de lagere staatswaarborg ook al aangehaald. Wordt die als een gunstregeling beschouwd of wordt die aanvaard? Aangezien Dexia geen commerciële activiteiten meer uitoefent en niet concurrerend zal optreden, is dat waarschijnlijk bewaarheid geworden.

 

Hoe wordt tegemoetgekomen aan de vroegere kritiek over de mogelijke link met de deelname van ARCO aan de kapitaalverhoging van Dexia in 2008? Hoe staat het met de garantieregeling voor de ARCO-coöperanten?

 

Ik wil ook graag weten of in de deal die u vannacht hebt gesloten, de kapitaalbehoefte voor de verplichte aankoop van Dexia Sabaddel in Spanje is medegefinancierd of niet. Is die begroot geweest? Welke waarborgen hebben wij daar?

 

Ten slotte wil ik de hoop uitspreken, mijnheer de vice-eersteminister, dat de Europese resolutiemechanismen en het Europees resolutiefonds u en ons ter zake zouden kunnen helpen.

 

03.04  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, monsieur premier ministre, monsieur le vice-premier ministre, monsieur le ministre des Finances, nous avons tous entendu les propos que vous avez tenus, ce matin à la radio, en particulier sur l'accord intervenu. Nous avons également pris connaissance de la modification de la répartition des garanties entre la Belgique et la France. Cette nouvelle répartition constitue, certes, une amélioration. Cependant, je me pose la question de savoir si ces garanties sont accordées à titre temporaire. Si oui, jusqu'à quand? Si non, cet accord est-il validé de façon officielle ou officieuse par la Commission européenne? Sur quelle durée porte-t-il?

 

Chacun sait que le dossier Dexia est un dossier pourri. Mais sait-on à quel point? Raison pour laquelle je vous interroge aujourd'hui.

 

Monsieur le ministre, pouvez-vous affirmer que cette recapitalisation sera la dernière? Peut-on être sûr qu'il ne s'agit pas d'un puits sans fond? Dispose-t-on d'un inventaire très clair des charges qui pèsent encore sur Dexia, mais aussi d'une vision claire sur le long terme? L'État belge pourra-t-il récupérer tout l'argent investi? N'est-il pas temps de demander à des experts de réaliser un audit très clair sur la dette de Dexia?

 

03.05  Christiane Vienne (PS): Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre des Finances, je ne peux m'empêcher, aujourd'hui, de ressentir un sentiment de révolte, de me dire qu'une nouvelle fois, il faut financer Dexia, qu'une nouvelle fois, la puissance publique, c'est-à-dire les citoyens, vous et moi, doit mettre la main à la poche pour soutenir le groupe Dexia.

 

Je me souviens d'une époque pas si lointaine, où avec beaucoup d'arrogance et de suffisance, les responsables de ce secteur traitaient avec mépris cette puissance publique auprès de laquelle ils ont cherché le secours aujourd'hui.

 

Donc, je m'inquiète de l'avenir, je m'inquiète de ce dossier. Et je voudrais vous demander, monsieur le ministre des Finances, de nous détailler l'accord. Vous nous en avez parlé ce matin. On en a parlé dans la presse, mais c'est ici, au sein de ce parlement, que nous attendons de vous les détails de cet accord. Je ne m'étendrai pas davantage, car tellement d'encre a coulé sur ce dossier que maintenant, notre seul espoir est de voir enfin le bout du tunnel.

 

03.06  Kristof Waterschoot (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister van Financiën, collega's, bij dergelijke akkoorden kan men de volgende morgen gelukkig vrij snel de reactie van de markten zien. Iedereen heeft de voorbije weken interventies in het dossier gedaan en nu kan men vaststellen dat de markten heel goed reageren. Het rentepeil is nog nooit zo laag geweest.

 

Waaraan ligt dat nu? Ik weet dat sommigen dit niet graag horen, maar het risicoprofiel van België is gedaald door het akkoord.

 

Ik heb wel nog twee vragen aan de regering. Wat is voor onze partij erg belangrijk? Dat is de afbouw van het risico, het creëren van rust op de markt en een stabiel bankenlandschap. Dat is de doelstelling die wij allemaal zo snel mogelijk moeten verwezenlijken.

 

Ik heb dus twee heel concrete vragen, mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister van Financiën.

 

Ten eerste, kunt u nog verder toelichten hoe het akkoord past in de versnelde afbouw van de draak Dexia die nog boven ons hangt? Past dat in de strategie om er zo snel mogelijk op een goede manier vanaf te geraken en naar een normaal bankenlandschap terug te keren?

 

Ten tweede, er bestond ook nog een financiëel verband tussen Dexia en Belfius, de bank van de overheid. Zijn er gevolgen voor de positie en de stabiliteit van Belfius in het betreffende akkoord? Heeft de regering daaraan voldoende gedacht?

 

03.07  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, monsieur le ministre des Finances, je vous ai entendu ce matin à la radio essayer de nous présenter comme un bon accord ce qui n'en est pas un, c'est-à-dire une nouvelle recapitalisation d'une banque en perdition par l'État belge. Il est difficile d'y voir quelque chose de positif. Vous me faites penser à l'alchimiste qui a transformé l'or en plomb et qui, ensuite, voudrait qu'on l'applaudisse.

 

Le fait que 3 milliards d'euros supplémentaires soient consacrés à la recapitalisation de Dexia et alourdissent la dette de l'État belge n'est pas une bonne nouvelle. Cela va ajouter de la pression sur les moyens à dégager pour la relance de l'économie et sur les matières sociales.

 

Le fait que la Belgique reste garante à hauteur de 44 milliards d'euros, soit plus de 12 % de son PIB pour la suite de la vie de cette bad bank n'est pas une bonne nouvelle non plus. La France continue à s'en sortir nettement mieux, malgré le fait qu'elle a une puissance économique beaucoup plus forte que la nôtre et qu'elle est davantage responsable des problèmes chez DCL. La commission Dexia l'a démontré.

 

Aujourd'hui, l'épée de Damoclès – certes un peu rétrécie – reste au-dessus de nos têtes. Le fait qu'on n'y voie pas plus clair sur le contenu du portefeuille et sur les liens avec Belfius n'est pas non plus une bonne nouvelle, tout comme l'absence de décision de réforme et de régulation du secteur bancaire et financier et l'absence de volonté de faire contribuer le secteur financier à l'équilibre budgétaire de l'État.

 

Il y avait donc un "faux suspense". Et face à ce faux suspense, monsieur le ministre, je ne peux que vous demander: est-ce fini? Ou bien devrons-nous encore payer longtemps? Avez-vous des garanties que cette nouvelle recapitalisation est la fin définitive des recapitalisations du secteur bancaire et financier par l'État et par les citoyens?

 

03.08  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, monsieur le ministre des Finances, dans les annonces qui ont été faites ce matin, nous avons constaté un nouvel équilibre.

 

La convention passée qui réglait les sorts – car il y en a eu plusieurs – de Dexia est bel et bien morte. Aujourd'hui, c'est un nouvel équilibre qui s'offre à nous et qu'il faudra manager.

 

Monsieur le ministre, je souhaiterais vous poser quelques questions. Tout d'abord, en ce qui concerne la rémunération des garanties, on passe de 90 points de base à 5 points de base, c'est-à-dire qu'on la divise par 18? Le risque effectif que nous courons est-il, lui aussi, divisé par 18? Je ne parle pas du risque théorique qui est le maximum de la garantie, qui passe de 90 milliards à 85 milliards, mais du risque effectif de 55 à 65 milliards.

 

Ensuite, combien coûtent, en termes budgétaires, cette diminution de la prime d'assurance et l'augmentation de 3 % (de 50 à 53 %) de la participation au capital?

 

Enfin, dans le communiqué de presse de Dexia de ce matin, je lis que l'on utilise des verbes au conditionnel dans le paragraphe relatif à la fameuse action à 8 %. Il n'y a pas un seul verbe au présent ni au futur simple! Je voudrais donc savoir quel impact peuvent avoir ces fameux 8 % sur le déficit. Même si je sais qu'il n'y a peut-être pas d'impact direct sur le déficit mais plutôt sur la dette, monsieur le premier ministre, monsieur le ministre des Finances, par rapport à Eurostat, je m'inquiète toujours! Ce sont aujourd'hui des vues de l'esprit. Alors que l'on pourrait (au conditionnel) rémunérer l'action à 8 %, avez-vous une idée de ce qu'il en est de la crédibilité d'une telle annonce?

 

03.09  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de minister, u ziet er redelijk gelukkig uit. Ik hoorde vanmorgen alvast op de radio dat u gelukkig was. U had natuurlijk ook goed nieuws: we zullen voor 10 miljard minder blootstaan aan de waarborgen voor Dexia. Dat klinkt goed, maar daar staat wel een en ander tegenover, met name de kapitaalverhoging van vandaag.

 

In 2008 nam België 50 % van de kapitaalverhoging voor zijn rekening. Vandaag is dat meer. Wij zullen Dexia immers samen met Frankrijk met 5,5 miljard euro herkapitaliseren. Wij geven 5,5 miljard aan een bank die de eerste maanden van dit jaar voor 2,4 miljard euro verliezen boekte.

 

Mijnheer de minister, het gaat niet meer over waarborgen, maar over cash. Voor die cash krijgen wij vandaag preferente aandelen. Wij krijgen voorrang als Dexia ooit een dividend uitkeert. Ik vraag mij af of er nog iemand gelooft in een dividend van Dexia. Iemand vergeleek het al met de aankoop van business seats in een neerstortend vliegtuig. Het zijn dure business seats en volgens KBC Securities is het koersdoel van Dexia vandaag 0,01 euro. Mijnheer de minister, uw aandelen zijn dus niets waard, niets, nada, nougatbollen.

 

Het wordt evenwel nog erger, mijnheer de minister. Vorig jaar beloofden de Fransen een aantal leningen van DMA, de Franse poot, over te nemen voor 12 miljard euro. Vandaag blijkt uit het akkoord dat dat slechts voor 7,4 miljard is. Wij gaan er dus op achteruit. DMA staat in de boeken van Dexia voor 1,4 miljard euro. Wij verkopen het vandaag aan de Fransen voor een symbolische euro. Het lijkt leuk te zeggen dat Frankrijk 47 % van de waarborgen voor zijn rekening zal nemen, maar als men bekijkt wat de ene Franse hand geeft, dan ziet men tegelijkertijd dat de andere Franse hand dat dubbel en dik terugneemt.

 

Mijnheer de minister, eigenlijk dragen wij van de kapitaalverhoging geen 53 % maar 100 %. Het kleine België draait voor 100 % op voor de malaise bij een Franse bank.

 

Ik heb twee vragen voor u, mijnheer de minister.

 

Ten eerste, wat hebt u eigenlijk binnengehaald in die onderhandelingen? Op welk vlak zijn wij er vandaag beter aan toe dan vorige week?

 

Ten tweede, krijgt het Parlement volledige inzage in alle details van de deal die u hebt gesloten met Frankrijk?

 

Ik kijk uit naar uw antwoord.

 

03.10  Jean Marie Dedecker (LDD): Ik zal mij beperken tot de essentie. Er is al zo veel gezegd dat het bijna belachelijk wordt. Zo zei iemand dat de ingreep fantastisch is, want dat de markt er goed op reageert. De ingreep is zo goed dat Belfius vandaag 1 000 werknemers ontslagen heeft! Het is dus fantastisch wat u daarnet gezegd hebt, mijnheer de waterdrager!

 

Op 11 augustus zei de grote baas van de Nationale Bank van België, toch niet de minste: “Zonder kapitaalverhoging dreigt Dexia failliet te gaan.” Het kostte hem bijna zijn postje. Het is nu drie maanden later en wat moeten wij doen? Wij moeten de belastingbetalers opnieuw aanspreken om het vehikel Dexia te redden.

 

Dat wordt dan opnieuw verkocht alsof het een goede zaak is. De Fransen zeiden: beter één vogel in de hand dan tien in de lucht; de Belgen zeiden opnieuw het omgekeerde. België moet nu opdraaien voor 53 % van de kapitaalverhoging.

 

Mijn eerste vraag, mijnheer de eerste minister, is hoe de aandelenstructuur nu in elkaar zit? Wordt België nu hoofdaandeelhouder? Hoe zit het met ARCO, die bank van het ACW die verantwoordelijk is voor het wanbeheer bij Dexia? Het gaat immers niet alleen om de activa, we nemen ook alle schulden over.

 

Ten tweede, welke impact heeft het akkoord op de begroting? Het Franse Instituut voor Nationale Rekeningen heeft gezegd dat de kapitaalverhoging daar in de begroting komt. Hier ook? Overigens doet dat er niet veel toe: ze komt immers bij onze overheidsschuld en wij zullen opnieuw moeten betalen.

 

Ik ben tevreden dat de heer Reynders intussen aangekomen is. De heer Reynders heeft samen met de heer Leterme in 2008 gezegd – en daarna verschillende keren herhaald – dat Dexia ons geld zou opbrengen. Wij konden volgens de heer Reynders Dexia dus gerust inschrijven in de begroting, voor 300 miljoen euro of zo. Ik heb mevrouw Marghem, van zijn partij, daarnet echter horen zeggen dat het gedeeld moet worden door 18. In plaats van 90 basispunten gaat het nu om 5 basispunten. Wij zijn op het moment dus al gerold.

 

Mijnheer Di Rupo, ik verwacht van u een aantal antwoorden op de vragen. Ik stel vast dat wie Franse socialistische vrienden heeft, al financiële vijanden genoeg heeft.

 

03.11  Elio Di Rupo, premier ministre: Monsieur le président, chers collègues, Dexia tout comme Fortis sont des affaires déplorables avec des conséquences douloureuses tant pour les citoyens que pour notre État.

 

De Belgische, Franse en Luxemburgse overheden zijn in 2008 en 2011 financieel tussengekomen om Dexia te redden.

 

Sous la houlette de mon prédécesseur, Yves Leterme, et du ministre des Finances de l'époque, Didier Reynders, la Belgique a pris les mesures de soutien financier tant en capital qu'en garanties.

 

Si la Belgique n'était pas intervenue, environ 4 millions de citoyens, de particuliers, qui avaient un compte chez Dexia Banque Belgique, devenue depuis lors Belfius, risquaient de tout ou presque tout perdre et des milliers d'emplois auraient été perdus. Ainsi, c'est l'économie belge dans son ensemble qui aurait été affectée.

 

Als gevolg van die beslissing bedraagt het totaal van de waarborgen door de drie landen op dit moment 74 miljard euro, met een plafond van 90 miljard; 60,5 % van dat bedrag, of 44,8 miljard euro, wordt door België gewaarborgd. Frankrijk waarborgt 36,5 % en Luxemburg 3 %.

 

En l'état actuel des choses, la Belgique a récupéré Dexia Banque, qui est devenue Belfius. Belfius vit désormais sa vie et se développe séparément de Dexia, même s'il existe toujours certaines relations.

 

Par ailleurs, le Holding Dexia, pour lequel nous détenons déjà ces garanties de plus de 44 milliards, a gardé un portefeuille d'actifs à très long terme, dont des obligations à haut risque. Aujourd'hui, le Holding Dexia est en cours de démantèlement (ou run off) grâce auquel on tente de diminuer progressivement ce risque; néanmoins, cette tentative prendra plusieurs dizaines d'années.

 

Ainsi, ce n'est pas demain que nous serons débarrassés de cette charge. Je rappelle que les garanties offertes in illo tempore étaient destinées à sauver non une banque, mais le bien de 4 millions de citoyens. Ces garanties et ces efforts financiers nous poursuivent.

 

Ce démantèlement de Dexia ne peut être réalisé n'importe comment. J'apprécie beaucoup les conseils des uns et des autres: certains disent "stop!". C'est ce que j'ai lu sur internet. Stop? Si c'est le cas, il sera demandé à notre pays de réaliser les 44 milliards de garanties. C'est de la folie à l'état pur!

 

Je ne comprends même pas comment certains peuvent s'avancer sur un tel terrain et faire croire aux citoyens qu'il est possible de se débarrasser aussi aisément d'un dossier aussi lourd et dramatique: "Vous n'avez qu'à…"

 

C'est ainsi que le Holding Dexia doit répondre maintenant, outre tout ce que j'ai indiqué, aux exigences de fonds propres imposées par le contrôleur des banques réunies au sein du Comité de Bâle, système dénommé "règle de Bâle III".

 

La position du gouvernement est claire: continuer à accompagner le Holding Dexia non par plaisir, par envie, mais parce que nous y sommes forcés. Nous voulons agir ainsi afin d'éviter un appel de garanties de l'État belge. Si nous refusions de fournir à la société Holding Dexia les moyens financiers lui permettant de poursuivre son démantèlement de manière ordonnée, l'État serait contraint d'honorer les garanties que je viens d'évoquer, soit plus de 44 milliards.

 

Pour vous donner un ordre de grandeur: 44 milliards d'euros, cela signifie une augmentation du ratio de dette de 12 % de notre PIB. Nos finances publiques et nos concitoyens en payeraient donc le prix! Pour l'expliquer simplement à ceux qui disent "il n'y a qu'à": 44 milliards d'euros, cela représente environ 4 000 euros par citoyen. Voilà ce que cela veut dire!

 

Na intense onderhandelingen onder leiding van de minister van Financiën hebben de Belgische en de Franse Staat beslist om zowel voor de versterking van de eigen middelen als voor de waarborgen één enkele verdeelsleutel te gebruiken. Tot nu toe was de verdeelsleutel voor het kapitaal 50/50 tussen België en Frankrijk. In de verdeelsleutel voor de waarborgen had België een aandeel van 60,5 %.

 

Na de onderhandelingen met Frankrijk zijn er drie veranderingen doorgevoerd. Ten eerste, de verdeelsleutel voor de eigen middelen wordt 53 % in plaats van 50 %. Op een bedrag van 5,5 miljard betekent dit 165 miljoen euro extra. Ten tweede, het plafond van de waarborgen werd verlaagd, met name van maximum 90 miljard naar 85 miljard. Ten derde, de verdeelsleutel voor de waarborgen daalt aanzienlijk in het voordeel van België.

 

C'est d'ailleurs de cela dont on a beaucoup discuté. Ainsi, la part de la Belgique dans le montant maximum de la garantie passe de 60,5 à 51,4 %. Autrement dit, la Belgique pouvait être amenée à devoir débourser 54,5 milliards d'euros. Ce montant maximal va être ramené à 43,7 milliards, soit une diminution de 10,8 milliards. Ce sont ces chiffres qu'il faut mettre en relation avec l'accroissement des fonds propres auquel nous devons procéder.

 

Si nous n'étions pas intervenus, si nous avions gardé l'accord que nous avions pris in illo tempore, sous le précédent gouvernement, il aurait fallu procéder à une augmentation des fonds propres à raison de 50/50. Aujourd'hui, la répartition est de 53/47. Cela représente une différence de 165 millions. En contrepartie, il y a une diminution de la garantie d'une valeur maximale de 11 milliards d'euros, en fonction des efforts consentis. Pour être bref, cet accord constitue une réduction substantielle du risque potentiel pour nos finances publiques.

 

Par ailleurs, je voudrais attirer votre attention sur un autre élément. Je veux parler de l'augmentation de nos difficultés suite à des interventions financières dans des banques, comme cela a été le cas avec Fortis et Dexia.

 

Consciente de cette situation, l'Union européenne ne peut demander aux États à la fois de venir au secours des institutions financières et les pénaliser.

 

Si nous en avions le temps, outre le cas de la Belgique, nous pourrions nous étendre sur le cas du reste de l'Europe. Dexia Holding est une banque systémique. La Belgique et la France travaillent de concert dans l'intérêt de nos deux pays, mais dans l'intérêt de l'Europe. L'Union européenne ne peut donc nous demander d'intervenir et en même tant nous pénaliser. C'est ainsi que la France et la Belgique considèrent que les efforts financiers qu'elles consentent avec les 5,5 milliards qu'elles apportent ensemble ne doivent pas être imputés directement sur le déficit de leurs budgets. Dans cet esprit, comme cela a été écrit dans le term sheet, la Belgique et la France se sont engagées à faire tous leurs meilleurs efforts en vue d'obtenir la confirmation, par Eurostat, du traitement de la recapitalisation comme opération financière. De cette façon, cela n'aurait pas d'impact sur le déficit budgétaire de nos deux pays, mais uniquement sur le stock de dettes.

 

Enfin, pour répondre à M. Gilkinet, il n'y a pas eu de discussion avec les instances européennes en vue d'une recapitalisation directe du Holding par le Mécanisme européen de stabilité. En effet, ce dernier permettra une recapitalisation directe des banques européennes une fois que le mécanisme de supervision de l'ensemble des banques aura été mis en place. Cela ne devra pas intervenir avant la fin ou, en tout cas, dans le courant de l'année 2013.

 

Quant à la question de Mme Fonck, j'ai évoqué personnellement le dossier avec le président Hollande en marge des Conseils européens. Les négociations ont été menées par les deux ministres des Finances.

 

Ik wil de minister van Financiën en zijn medewerkers dan ook feliciteren met het tot een goed einde brengen van deze belangrijke opdracht. De overeengekomen verdeelsleutel is bovendien voordeliger voor België dan wat genoemd werd in de media. Ik heb gehoord dat er sprake was van 55 % voor België en 45 % voor Frankrijk, maar dat was niet juist. Het resultaat van de onderhandelingen werd gisterenavond unaniem goedgekeurd door het kernkabinet.

 

Le montant de l'opération d'augmentation des fonds propres a été fixé en concertation avec les banques centrales, sur la base de la meilleure estimation possible des besoins de Dexia au cours des prochaines années. Il inclut également une marge de sécurité.

 

Enfin, le conseil d'administration du Holding Dexia comptera dorénavant cinq administrateurs belges et quatre français. Il appartiendra à ces neuf administrateurs de veiller en particulier aux intérêts de l'État français, de l'État belge et de l'État luxembourgeois et de gérer le Holding Dexia de manière à ce que le démantèlement se fasse dans les meilleures conditions possibles.

 

Monsieur le président, si vous le permettez, le ministre des Finances pourrait fournir des informations plus détaillées sur l'accord.

 

03.12  Steven Vanackere, ministre: Monsieur le président, je ne serai pas trop long.

 

Comme l'a dit le premier intervenant, il s'agit d'une recapitalisation qui était absolument nécessaire.

 

Het is zeker de moeite op de verschillende vragen in te gaan. In de commissievergadering zal ik uiteraard veel meer details kunnen geven. Aan mijnheer Jambon wil ik zeggen dat ik mij ertoe engageer om over een gemaakte afspraak met het Parlement perfect transparant te communiceren.

 

Mijnheer Jambon, u hebt altijd begrip opgebracht voor het feit dat het tijdens een onderhandeling bijzonder moeilijk is voor een executieve om met het Parlement te spreken over de stappen, de strategie en de aanpak. Die informatie kan de onderhandelingspositie namelijk verzwakken. Ik garandeer u echter dat wij de perfecte transparantie in detail zullen geven tijdens de vele uren die wij ongetwijfeld met elkaar zullen doorbrengen bij de bespreking van die details. De details zal ik nu niet vermelden. Wel wil ik nu tot de kern van het verhaal komen.

 

Collega’s, de kern van het verhaal is de volgende. Ten aanzien van de absoluut noodzakelijke herkapitalisatie van 5,5 miljard, zijn wij tot een akkoord gekomen om België 53 % van die kapitalisatie te laten dragen, en niet 50 % zoals dat misschien verwacht zou worden aan de hand van de sleutels uit het verleden. Ja, het klopt dus dat wij voor 165 miljoen, ofwel 3 %, meer participeren in een kapitaaloperatie van preferente aandelen voor de verschillende staten.

 

Tegenover die extra Belgische inspanning van 165 miljoen staat toch wel een belangrijke tegenprestatie. Onze economie, het vertrouwen van de mensen en van de bedrijven gaat gebukt onder een enorme portefeuille met een plafond van 90 miljard aan overheidswaarborgen. De omvang daarvan is eigenlijk te groot om bij stil te staan, zeker in vergelijking met ons bruto nationaal product. Van die 90 miljard moest België tot nu toe 60,5 % voor zijn rekening nemen, namelijk een totaal van 54,5 miljard euro.

 

Naar aanleiding van de afspraak van gisterennacht en een inspanning voor een bijkomend bedrag van 165 miljoen, slagen wij erin om de participatie van België in die waarborg te doen afnemen met 10,8 miljard euro, omdat wij niet alleen de sleutel wijzigen op het niveau van de kapitalisatie, maar omdat wij ook de participatie in de waarborgen aanpassen. Zodoende moeten wij niet langer 60,5 % van die waarborg torsen, maar slechts 51,4 %. Dat is een vermindering met meer dan 9 % op een totaalbedrag dat momenteel niet meer 90 miljard bedraagt, maar 85 miljard, zoals de premier daarnet gezegd heeft.

 

Wij zullen blijven werken om dat getal verder naar beneden te krijgen. Die 85 miljard is uiteraard bedoeld om voldoende ruimte te creëren, om ervoor te zorgen dat Dexia in staat is te functioneren zonder nog verder een beroep te hoeven doen op steun.

 

Vele collega’s hebben vragen gesteld over de ontvangsten. Het is waar dat wij het gewoon geraakt zijn om de zorg dat in dit dossier geen enorm accident gebeurt, te associëren met de bedragen die de begroting incasseert voor die waarborgen. Wat nu zal worden aangerekend aan Dexia, bedraagt vijf basispunten.

 

De heer De Croo heeft terecht de vraag gesteld of wij er goed voor gezorgd hebben dat de Europese Commissie op de hoogte blijft en constructief wil meewerken aan hetgeen moet leiden tot een herstructureringsprogramma. Ik kan u verzekeren dat het antwoord ja is. Ik ga niet zeggen dat ze mee in de zaal zat, maar wij hebben er uiteraard voor gezorgd dat ze perfect op de hoogte was van wat wij hebben gedaan.

 

Ik kan u verzekeren dat het voor een instelling in haar situatie, waarbij ze geen nieuwe activiteiten mag ontwikkelen, vanzelfsprekend is dat men goed moet opletten wat de vergoeding is die men vraagt. Als men geen nieuwe activiteiten kan ontwikkelen en men de rendabiliteit kunstmatig kapotmaakt door een heel hoge vergoeding te vragen, kan men immers met zekerheid weten dat er binnen een aantal jaren een nieuwe kapitalisatieoefening moeten plaatsvinden. Dat is uitdrukkelijk niet de bedoeling. De bedoeling is hier en nu te kunnen zeggen dat Dexia op eigen houtje verder moet varen, met inderdaad een vergoeding op de waarborg van vijf basispunten.

 

Voor degenen die specifiek naar de begroting voor 2013 vragen, bevestig ik dat de fameuze upfront fee wel degelijk verschuldigd is. Ik bevestig u ook dat de oude bedragen voor de waarborgen van 2008 verschuldigd zijn. Ik kan u dan ook zeggen dat de groep van mensen die tracht om de begroting 2013 tot een goed einde te brengen, nu kan rekenen op een verbetering met ongeveer 140 à 150 miljoen euro ten gevolge van ontvangsten die wij in een eerste fase niet hadden opgenomen in het monitoringcomité.

 

Ik wil afsluiten met een laatste punt. Weinigen hebben erover gesproken, maar een van de cruciale elementen van de deal is dat Frankrijk zijn belofte nakomt, de belofte die reeds gemaakt werd toen België de bank die nu Belfius is, uit Dexia heeft gelicht. Toen heeft Frankrijk beloofd dat het hetzelfde zou doen met de kredieten ten aanzien van de municipaliteiten.

 

Dankzij de operatie die men DMA is gaan noemen en waarover Frankrijk met de Europese Commissie tot een akkoord zal komen, zullen wij erin slagen om de liquiditeiten van Dexia voor 12,5 miljard te verbeteren, zullen wij erin slagen 9,4 miljard aan delicate kredieten – ik gebruik het woord toxisch niet graag – uit Dexia te halen en te stoppen daar waar ze horen, namelijk in de Franse poot.

 

Mijnheer Gilkinet, u hebt mij op de radio gehoord en u denkt dat ik gezegd heb:

 

"Tout est pour le mieux dans le meilleur des mondes".

 

Dat hebt u mij nooit horen zeggen.

 

Vous ne m’avez jamais entendu tenir de tels propos! Je ne sous-estime pas le poids de ce qui pèse sur notre économie et nos finances. Je dis simplement qu'il faut, certainement en politique, être "amélioriste", c'est-à-dire qu'il ne faut être ni pessimiste, ni optimiste naïf. Ce que nous avons fait cette nuit, grâce aussi à la coopération avec les collègues français, c'est une amélioration de la situation au niveau de la population belge.

 

J'en viens à un dernier élément.

 

De raad van beheer zal voortaan inderdaad uit een meerderheid van Belgen bestaan. Wij hebben ook definitief verankerd dat Dexia door een Belg geleid zal worden. De CEO zal altijd een Belg blijven.

 

03.13  Damien Thiéry (FDF): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, monsieur le ministre des Finances, vous avez eu un message rassurant et c'est de votre devoir. Vous me voyez quand même relativement perplexe. Il est vrai que nous sommes arrivés à 53 % mais, en définitive, si on examine les chiffres de plus près, soit 53 % contre 47 %, on est plus proche de la proposition de la France qui était de 55 % contre 45 % que de la nôtre.

 

Vous ne vous êtes pas prononcé sur un éventuel audit pour connaître la réalité et l'avenir de cette société. Cela n'aurait-il pas été préférable? Je n'ai rien entendu à ce sujet! Je n'ai rien entendu non plus quant à une étude sur une faillite potentielle. Vous ne nous donnez aucune garantie qu'à terme, nous ne devrons pas réinjecter un certain nombre de milliards supplémentaires à charge des contribuables. Je reviendrai dès lors en commission pour obtenir des réponses claires à ces questions.

 

03.14  Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister van Financiën, in tegenstelling tot mijn voorganger ben ik helemaal niet overtuigd van uw antwoord. U komt hier de zaak een beetje verbloemen. De eerste minister komt ons zelfs een beetje afdreigen met de mogelijke enormiteit van een catastrofe bij een faillissement van 44 miljard euro, maar daarvoor komt u natuurlijk rijkelijk te laat. U had in 2008 moeten bekijken wat u had moeten doen, u moet vandaag niet komen zeggen wat het rampscenario zou zijn.

 

Ten tweede, wat u ook doet met die 3 miljard euro – inschrijven in de begroting of niet, bij de staatsschuld voegen of niet –, het komt erop neer dat u dit bij de belastingbetaler legt die ervoor opdraait. U heeft vannacht een akkoord gesloten waarbij iedere belastingplichtige 420 euro op tafel zal moeten leggen om dat bedrag op te brengen.

 

U komt verklaren dat Dexia vanaf nu de eigen boontjes moet doppen. Dat zou er nog aan mankeren, maar daarmee strooit u wel zand in de ogen. U weet zeer goed dat de molensteen van Dexia nog jarenlang rond de nek van de belastingbetaler zal hangen. Bijgevolg is het einde van die erfenis helemaal nog niet in zicht. Ik hoor collega’s spreken over het einde van de tunnel. Er is misschien een einde aan de tunnel, maar op het einde daarvan brandt er helemaal geen licht meer.

 

Ik geraak er dan ook steeds meer van overtuigd dat men in 2008 de verkeerde beslissing heeft genomen. Men had moeten kiezen voor de IJslandse optie. Dan had men al die knoeiers van bestuurders voor de rechter kunnen slepen en voor hun verantwoordelijkheid kunnen plaatsen in plaats van de factuur levenslang bij de belastingbetaler te leggen.

 

03.15  Herman De Croo (Open Vld): Mijnheer de premier, mijnheer de vicepremier, dank u voor uw antwoord. Ik heb vijf vragen gesteld. (…) Ik begrijp dat u dat niet kunt doen binnen het korte bestek van dit debat. U hebt mij gerustgesteld wat de lage rente betreft en inzake de goedkeuring van de Europese instanties.

 

Ik had nog wat vragen over Dexma-Frankrijk, waarover ik later misschien nog meer uitleg zal kunnen krijgen. Ik heb geen volledig antwoord gekregen over de relaties tussen ARCO en Dexia, maar dat komt wel. Ik heb evenmin antwoord gekregen over Sabadell, de fameuze Spaanse tak van Dexia, maar dat komt ook nog wel.

 

Voor de rest ben ik ervan overtuigd dat u inspanningen zult doen opdat de Europese instellingen ons zullen helpen om bij deze oplossing het nodige te doen. Ik dank u voor uw inzet.

 

03.16  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le premier ministre, monsieur le vice-premier ministre, je vous remercie pour vos réponses. Vous n'aviez pas vraiment le choix. Le hic dans ce dossier est qu'il fallait choisir entre la peste et le choléra, reconnaissons-le. Le nouvel équilibre que vous avez négocié est meilleur que le précédent.

 

Il convient également de reconnaître la légitimité des inquiétudes de nos concitoyens. La Belgique s'est engagée en termes de garanties à hauteur de 11 % de son PIB, alors que la France l'a seulement fait pour 2 % du sien. Toute mauvaise nouvelle venant du Holding expose donc fortement notre pays.

 

J'espère que le gouvernement mettra tout en œuvre pour que cette recapitalisation soit la dernière. Un monitoring continu et une vigilance de Sioux s'imposent dans le dossier Dexia.

 

03.17  Christiane Vienne (PS): Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre des Finances, j'aimerais insister sur deux points. D'abord, la priorité consiste à protéger les travailleurs, les emplois, les épargnants et l'économie réelle. Il n'existait donc pas d'autre solution que de recapitaliser Dexia; il fallait passer par là. Les conditions dans lesquelles vous avez réussi à renégocier ce dossier me paraissent correctes.

 

Ensuite, j'aimerais attirer votre attention sur l'avenir. Il faut poursuivre le travail de régulation du secteur bancaire. Il me semble essentiel aujourd'hui de donner un coup d'accélérateur aux mesures que nous souhaitons prendre. Je pense tout particulièrement à la séparation des métiers. Ce dossier devient de plus en plus urgent.

 

03.18  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, je remercie le premier ministre et le ministre des Finances pour leur réponse. Je reste sur ma faim concernant le coupon à 8 %, mais nous aurons peut-être l'occasion d'en reparler puisque vous avez classé cet élément dans la catégorie des détails.

 

La rémunération des garanties me pose un problème. Je voudrais relever l'intervention de M. Dedecker. Il a mélangé deux périodes: une période 2008-2011, où la rémunération des garanties rapportait à l'État belge 300 millions d'euros par an. Aujourd'hui, au moment où ce nouvel accord émerge, elle a rapporté environ 1,250 milliard à l'État belge.

 

Nous avons bien compris que la diminution de la rémunération de ces garanties était liée à une difficulté de capital, donc de fonds propres. Aussi, espérons qu'en diminuant le coût de ces garanties, on évitera ou on reculera suffisamment loin une demande de recapitalisation.

 

J'espère que c'était la bonne technique. En cas de recapitalisation, au lieu d'avoir 50 % dans cette affaire, si nous prenons 53 %, les équilibres ne seront plus les mêmes.

 

03.19  Kristof Waterschoot (CD&V): Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister van Financiën, als men de vragen van de voorbije maanden in dit halfrond en in de commissie voor de Financiën bekijkt, dan blijkt dat gevraagd werd dat de regering het risico dat België heeft genomen, sterk zou laten dalen. Dat is gebeurd. Men heeft ook gevraagd dat de portefeuille gestructureerde kredieten snel afgebouwd zou worden. Dat is gebeurd. Men heeft gevraagd dat België opnieuw de controle van de constructie Dexia zou overnemen. Dat is ook gebeurd.

 

Voor ons zijn de prioriteiten het verminderen van het risico en het nastreven van een stabiel bankenklimaat zodat de banken hun rol, het ondersteunen van de reële economie, weer kunnen waarmaken.

 

Het dossier blijft echter een risico en – daarvoor reken ik op deze regering – het moet dan ook heel goed beheerd worden. Ik meen dat de eerste minister en de minister van Financiën, met het verhaal dat vandaag voorligt, bewezen hebben dat zij dat kunnen.

 

03.20  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, messieurs les ministres, comme vous l'avez dit, c'est cette garantie de 44 milliards d'euros qui nous pousse à agir. Mais elle ne vient pas de nulle part! Elle a fait l'objet d'une négociation des gouvernements dans lesquels vous siégiez, même si vous n'étiez pas à la manœuvre.

 

Ce très mauvais accord – nous l'avons toujours dit – négocié par M. Reynders, par M. Leterme, avec la complicité silencieuse des trois autres partis du gouvernement est un problème qui subsiste.

 

Quand on a un très, très mauvais accord, c'est difficile de faire pire. Vous avez un peu amélioré les choses mais cela reste un très mauvais accord.

 

En disant cela, je ne suis pas pessimiste, je suis réaliste, monsieur le ministre des Finances! Vous vous dites "amélioriste"; je voudrais que vous soyez réformiste en matière de finances. Il y a tant de choses à faire que nous réclamons et proposons à chaque fois que possible, que ce soit depuis cette tribune ou lors des débats en commission Dexia.

 

1. Il faut faire toute la clarté sur ce qui figure encore dans le portefeuille de Dexia, les crédits toxiques dont a parlé le premier ministre. Le président de la commission des Finances est à votre disposition pour y travailler.

 

2. Il faut réformer d'urgence et profondément le secteur bancaire et financier pour qu'il arrête de peser sur les finances publiques.

 

3. Il faut le faire contribuer au retour de l'équilibre budgétaire de nos États; or vous l'épargnez systématiquement dans le cadre de vos discussions budgétaires.

 

4. Il faut une renégociation, pas de quelques pour-cents; les 44 milliards restent trop élevés. J'ai cité la piste européenne. Elle a été relevée par le premier ministre et je m'en réjouis. Étudions avec l'Europe la manière de faire porter ce fardeau sur davantage d'épaules que les seules épaules de notre État, mais pas à n'importe quelles conditions. C'est un problème international et j'espère me tromper en disant qu'on reparlera encore souvent de Dexia et de recapitalisation à cette tribune.

 

03.21  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de minister, ik wil u in de eerste plaats danken voor uw antwoord op mijn tweede vraag naar transparantie. U bent ter zake een duidelijk engagement aangegaan. Ik respecteer en waardeer dat. Ik kijk er ook naar uit in de commissie.

 

Mijn eerste vraag had betrekking op iets compleet anders. Waar zijn wij er vandaag beter aan toe? Wat hebt u binnengehaald?

 

U hebt gezegd dat u 165 miljoen euro extra betaalt om minder te worden blootgesteld aan de waarborgen, waarover u daarnet zei dat wij die normaal niet zullen moeten uitbetalen omdat Dexia zijn eigen boontjes kan doppen. Het is het een of het ander. Als dat zo is, had u er ook niet voor moeten betalen.

 

Een volgend punt is Dexma. U zegt blij te zijn dat Frankrijk zijn beloftes zal nakomen. Het gaat over beloftes die al een jaar oud zijn. Wij vragen al een jaar lang systematisch op deze tribune naar een timing. Hoe zit het daarmee? Wanneer zal Frankrijk die beloftes eindelijk nakomen, waaraan volgens Europa niet kan worden geraakt?

 

Vandaag zegt u trots dat u hebt binnengehaald dat Frankrijk zijn beloftes zal nakomen. Sorry, ik ben daarover vrij kritisch, want ik heb nog altijd geen timing gezien.

 

Mijnheer de minister, ik denk dat wij nood hebben aan een project inzake financiële geletterdheid. Ik denk dat ik daarvoor een goede lesgever ken. Misschien mag Yves Leterme eens naar de commissie voor de Financiën komen om een woordje uitleg te geven over hoe wij nu uiteindelijk geld aan Dexia gaan verdienen, hoe wij overgestapt zijn op gratis waarborgen en cash betalingen van de schatkist aan Dexia.

 

03.22  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de minister, collega’s, er zijn geen winnaars in dit dossier. De Fransen noch de Belgen zijn winnaars; er zijn alleen verliezers. Wie is dé verliezer? Dat is de belastingbetaler. Dit dossier loopt nog tot in het jaar 2070 en is nog een last voor onze kleinkinderen. Als alles goed gaat, is het dan uitgedoofd.

 

Mijnheer de eerste minister, ik hoorde u daarnet vragen wat het alternatief is. Er is momenteel geen alternatief omdat wij het dossier vanaf 2008 verkeerd hebben behandeld.

 

Wat is er gebeurd? De melkkoe is weg. Belfius is weg. Wat zal er in de toekomst gebeuren? Een resem kapitaalverhogingen. Ik hoop dat u luistert, mijnheer de minister van Financiën, want vier mensen hebben gevraagd of dit de laatste keer is. Het kan de laatste keer niet zijn. Wanneer gaat u ons de waarheid vertellen? Ter zake is er constant geld van de overheid nodig voor de kapitaalverhogingen.

 

Wat hebt u gedaan? U hebt de verdeelsleutel veranderd. Nog meer voor de Belgen, want die waarborgen worden nooit aangesproken. Het zal gaan met geld dat van de belastingbetaler komt.

 

Ik geef één voorbeeld, met name van rommelkredieten die nog openstaan bij Dexia, zijnde 23 miljard op Spanje en 34 miljard op Italië, mijnheer de minister. Over twee jaar staan wij hier opnieuw, om nogmaals 2 miljard te vragen.

 

Ik heb slechts één vraag: zeg ons de waarheid. Wij praten over Dexia. Wie is verantwoordelijk?

 

U kunt over een Belgische of over een Franse CEO praten. De vorige CEO’s van beide nationaliteiten deugden niet. Wij blijven evenwel met de erfenis achter.

 

Mijnheer de minister, ik rond af. De eigenaars van de bank deugden evenmin. De eigenaars waren de gemeenten, de Gemeentelijke Holding, u, de overheid. De eigenaars waren ook het ACW, de christelijke zuil, de vakbond en de mutualiteiten. Zij zijn medeverantwoordelijk voor het debacle van vandaag, dat onze kinderen en kleinkinderen nog tot in 2070 zullen moeten afbetalen. Dat is de toestand.

 

Mijnheer de minister, ieder jaar of elke twee jaar hier komen bedelen voor enkele miljarden euro, waarbij telkens hetzelfde scenario opduikt: dat maakt mij kwaad.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Renvoi d'amendements en commission

04 Verzending van amendementen naar commissie

 

Le président: J'ai reçu des amendements sur le projet de loi portant fixation d'une mesure transitoire relative à la réforme de la pension de retraite anticipée des travailleurs indépendants (n° 2418/1).

Ik heb amendementen ontvangen op het wetsontwerp houdende vaststelling van een overgangsregeling met betrekking tot de hervorming van het vervroegd rustpensioen voor zelfstandigen (nr. 2418/1).

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 7 novembre 2012, je vous propose de renvoyer ces amendements en commission de l'Économie, de la Politique scientifique, de l'Éducation, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 7 november 2012 stel ik u voor deze amendementen terug te zenden naar de commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Cette commission se réunira immédiatement après la séance plénière.

 

05 Samengevoegde vragen van

- de heer Jan Jambon aan de eerste minister over "de begrotingsopmaak en de voorlopige twaalfden" (nr. P1266)

- de heer Jean Marie Dedecker aan de eerste minister over "de begrotingsopmaak en de voorlopige twaalfden" (nr. P1267)

- de heer Christophe Lacroix aan de eerste minister over "de begroting 2013" (nr. P1268)

- mevrouw Karin Temmerman aan de eerste minister over "de begrotingsopmaak en de voorlopige twaalfden" (nr. P1269)

- de heer Carl Devlies aan de eerste minister over "de begrotingsopmaak en de voorlopige twaalfden" (nr. P1270)

- de heer Stefaan Van Hecke aan de eerste minister over "de begrotingsopmaak en de voorlopige twaalfden" (nr. P1271)

- mevrouw Muriel Gerkens aan de eerste minister over "de begroting 2013" (nr. P1272)

05 Questions jointes de

- M. Jan Jambon au premier ministre sur "la confection du budget et les douzièmes provisoires" (n° P1266)

- M. Jean Marie Dedecker au premier ministre sur "la confection du budget et les douzièmes provisoires" (n° P1267)

- M. Christophe Lacroix au premier ministre sur "le budget 2013" (n° P1268)

- Mme Karin Temmerman au premier ministre sur "la confection du budget et les douzièmes provisoires" (n° P1269)

- M. Carl Devlies au premier ministre sur "la confection du budget et les douzièmes provisoires" (n° P1270)

- M. Stefaan Van Hecke au premier ministre sur "la confection du budget et les douzièmes provisoires" (n° P1271)

- Mme Muriel Gerkens au premier ministre sur "le budget 2013" (n° P1272)

 

05.01  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Di Rupo, collega’s, het is vandaag 8 november. Normaal had u op 9 oktober op deze tribune moeten staan om uw State of the Union te doen.

 

U hebt dat toen niet gedaan. Er was de daaropvolgende zondag immers een bepaald evenement in dit land. U hebt ons altijd voorgehouden dat u volop bezig was met de voorbereidingen en dat u kort daarna naar dit Parlement zou komen met een State of the Union en de krachtlijnen van de begroting 2013 – en u hebt ook over 2014 gesproken – zou uiteenzetten.

 

Wij zijn vandaag nagenoeg een maand verder en wat is het beeld dat wij krijgen? Geen State of the Union, geen begroting, een regering die verdeeld is, geruchten die naar buiten komen, mevrouw Onkelinx die komt zeggen dat zelfs het begrotingspad van de Europese Commissie zal worden verlaten, de heer Vanackere die ons komt zeggen dat de nodige tijd zal worden genomen, dat de kwaliteit belangrijker is dan de timing.

 

In de zomer volg ik dat. Vandaag, 8 november, wanneer wij nog minstens 5 tot 7 weken nodig hebben om een begroting door dit Parlement te halen, volg ik u daarin niet meer. U had hier moeten zijn.

 

De heer Reynders komt gloriërend uit de Lambermont en zegt dat wij voor voorlopige twaalfden gaan. Ik lees dat als “Di Rupo kan het niet”. Ik vraag u nu, mijnheer Di Rupo, wanneer u naar het Parlement komt met een begroting of gaat u voor voorlopige twaalfden? Dat is een heel duidelijke vraag. Geef ons en de natie daarover duidelijkheid.

 

05.02  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, veertien dagen geleden stond ik hier ook. U was toen boos op mij omdat ik zei dat de toestand hopeloos was, maar dat u ze blijkbaar niet ernstig nam.

 

Wij zijn veertien dagen later. Uw begroting ligt er nog niet, dus zo ernstig kunt u de toestand niet nemen. De toestand is zelfs nog verslechterd. Er zijn bijvoorbeeld 9 156 faillissementen, de werkloosheid piekt, vandaag is er nog Belfius en zelfs het ACW, de bankenrover van Dexia, is nu een bedrijf in moeilijkheden. En bij Philips in de Kempen wordt het ook stil, want ook daar wordt het licht uitgedaan.

 

Het enige wat ik merk, mijnheer de eerste minister, is dat u uw onmacht aan het toegeven bent. U hebt de noodprocedure opgestart om te regeren met voorlopige twaalfden. Dat dit gebeurt door regeringen in lopende zaken kunnen wij begrijpen, maar voor de rest was dat geleden van 1991 met de heer Martens.

 

Ik heb maar één vraag. Mijnheer Di Rupo, wanneer ontwaakt uw regering uit de coma? Wanneer stopt u met proefballonnetjes op te laten en met eerst alles in de pers af te toetsen? Het gaat constant over belastingverhogingen, over het verhogen van de onroerende voorheffing, over het verhogen van de btw van 21 naar 22 % en over een meerwaardebelasting op aandelen.

 

Wanneer zult u structurele maatregelen nemen? Wanneer komt er een relancepolitiek?

 

05.03  Christophe Lacroix (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, je ne suis pas le garant de la tradition. Néanmoins, il me semble que le plus important pour le gouvernement est d'offrir à notre pays et à ses citoyens des perspectives de relance tout en maintenant l'objectif de ramener le déficit sous la barre des 3 %. Le budget est toujours un exercice difficile – je ne vous apprends rien – mais certains le sont davantage en raison des contraintes imposées par le contexte et les perspectives économiques. Le comité de monitoring a évoqué un effort supplémentaire de 3,7 milliards; l'ampleur de l'effort à réaliser cette année est donc importante alors que la crise bancaire et financière continue à peser lourdement sur nos épaules.

 

Monsieur le premier ministre, quel est le calendrier pour le budget 2013? L'administration du Budget est-elle prête à recourir, le cas échéant, aux douzièmes provisoires comme cela a déjà été le cas dans le passé, sous les gouvernements Leterme et Verhofstadt?

 

Le président: Je félicite M. Lacroix pour sa première intervention au sein de notre assemblée. (Applaudissements)

 

05.04  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, een maand geleden stond ik hier ook, met dezelfde vraag. Ik stond hier om te vragen naar de timing voor het opstellen van de begroting.

 

Mijnheer de eerste minister, wij hebben nog steeds geen akkoord. Dat is geen goede zaak. Er is positief nieuws vanuit Europa. Kwaliteit is inderdaad belangrijker dan snelheid, maar wij zijn allemaal ongerust. Wij moeten dringend die begroting op orde hebben.

 

Dat het een moeilijke opgave is, weten wij allemaal. Ze is zeker niet vergemakkelijkt door de ontslagen bij Ford Genk en de herstructureringen en collectieve ontslagen in ons land. Het is duidelijk dat er extra stappen moeten worden gezet voor de concurrentiekracht, maar ik wil nog eens duidelijk herhalen dat de index voor ons niet in vraag kan worden gesteld.

 

In tijden van crisis is enkel inzetten op besparingen niet goed. Men moet inzetten op jobs, op het creëren van jobs en op economische groei. Veel structureler en nuttiger dan het aanpakken van de index is ervoor zorgen, via de wet op het concurrentievermogen, dat onze loonevolutie gelijke tred houdt met die in de ons omringende landen.

 

Mijnheer de eerste minister, wij willen meer jobs. Dat wil ook zeggen dat wij de druk op jobs en de lasten op arbeid moeten verminderen. Ik herhaal wat ik de vorige keer al zei: wij moeten komen tot een verschuiving van lasten op arbeid naar lasten op vermogenswinst.

 

Ik heb twee vragen.

 

Ten eerste, en deze vraag werd al door verschillende collega’s gesteld: kunt u ons een duidelijke timing geven voor het opstellen van de begroting? Dit land heeft die dringend nodig.

 

Ten tweede, is de regering van plan om boven op de begrotingsinspanningen ook in te zetten op jobs en economische groei, zonder dat men de koopkracht aantast?

 

05.05  Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega’s, de huidige regering heeft tot nu toe een goed parcours afgelegd op het vlak van de begroting. De begroting 2012 werd gekenmerkt door een aantal belangrijke structurele maatregelen, onder meer in de sector van de pensioenen en in de sector van de werkloosheid.

 

De begroting 2013 plaatst ons opnieuw voor belangrijke uitdagingen, misschien zelfs grotere uitdagingen dan in 2012, gelet op de moeilijke economische situatie. Hetzelfde geldt voor de begroting 2014. De opmaak van de begroting 2013 en de beslissingen voor de begroting 2014 die samen met deze begroting genomen moeten worden, vormen een zeer belangrijke uitdaging voor deze regering. Deze begroting is aan de ene kant een test voor deze regering, maar zij biedt aan de andere kant de regering de kans haar daadkracht te tonen.

 

Voor onze fractie zijn er twee prioriteiten.

 

Op de eerste plaats zijn er de saneringsinspanningen, die voor ons moeten bestaan uit structurele maatregelen. Ik geef een aantal voorbeelden: een meer efficiënte overheid die werkt tegen lagere kosten; een grotere responsabilisering van de overheidsmanagers; maatregelen die tussen de ambtenaren gelijkheid van pensioenen bewerkstelligen; en maatregelen die de overconsumptie en het misbruik in de gezondheidszorg tegengaan.

 

Op de tweede plaats zijn er maatregelen op sociaaleconomisch vlak: maatregelen inzake competitiviteit, maatregelen die de concurrentiekracht van onze ondernemingen verbeteren.

 

Mijnheer de eerste minister, graag krijg ik van u een stand van zaken. Welke groeiraming zult u als premisse hanteren bij de opmaak van de begroting 2013?

 

05.06  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, maandag konden wij vernemen dat uw regering werkt aan een noodbegroting met voorlopige twaalfden. Dat is natuurlijk het gevolg van het uitblijven van een begrotingsakkoord. Ik zie daarvoor twee belangrijke oorzaken.

 

Ten eerste, uw regering toont een totaal gebrek aan urgentie en lijdt aan chronisch uitstelgedrag. Wij hebben dit reeds vóór de zomer gezien. Dit is nefast voor ons land, voor de bedrijven en de werknemers.

 

Ten tweede, de regering raakt er niet uit. De regering is verlamd door interne twisten. Uw regering slaagt er niet in om die interne tegenstellingen te overstijgen en een gezamenlijk project uit te tekenen.

 

Mijnheer de eerste minister, ik herinner mij nog goed dat u hier een paar weken geleden, op dit spreekgestoelte, op het einde van een lang antwoord hebt gezegd: “Deze regering is een anticrisisregering.” Wie gelooft dat nog?

 

Mijnheer de eerste minister, uw regering is geen anticrisisregering, maar volgens mij een regering in crisis. Hoe kan er daardoor vertrouwen ontstaan? Dit vertrouwen is nochtans erg belangrijk voor de burgers en de bedrijven die aarzelen om te investeren en mensen aan te werven. Hoe gaat u dit vertrouwen herstellen? Het creëren van een klimaat van vertrouwen is ook een relancemaatregel en die is gratis. Kies dus in eerste instantie daarvoor!

 

Mijn vragen zijn heel concreet, mijnheer de eerste minister.

 

Wat is nu precies de timing voor de begrotingsopmaak? Ik merk zelfs dat de fractieleiders van de meerderheid die timing evenmin kennen. Ik hoop dat u het ons zult kunnen zeggen.

 

Komt er uiteindelijk ook een relanceplan, een plan om jobs te creëren?

 

05.07  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, comme l'a rappelé mon collègue Stefaan Van Hecke, le 11 octobre dernier, vous nous avez fièrement déclaré que votre gouvernement était un gouvernement anti-crise. Et toujours comme mon collègue de Groen, je dois constater que votre gouvernement est, en fait, un gouvernement en crise. Le budget 2013 n'est toujours pas déposé et vous parlez même de douzièmes provisoires.

 

Mais ce qui est particulièrement choquant, c'est que si des passes d'armes entre des ministres, entre des partis politiques, font effectivement partie des jeux et des habitudes en période de conclave budgétaire, ce qui se passe pour le moment et ce qui se dit traduit un manque de respect total envers les citoyens.

 

Nous assistons à un manque de respect vis-à-vis des travailleurs, qu'ils aient un emploi ou non, qu'ils soient syndiqués ou non. Nous assistons à un manque d'expression minimale quant à la prise en compte et la nécessité de défendre des mesures de redéploiement économique, alors que tous les jours, nous assistons à la fermeture d'entreprises et au licenciement de nombreux travailleurs. Nous assistons à un silence assourdissant sur la régulation à accentuer auprès des banques et des organismes financiers alors que – on le voit encore – on doit recapitaliser Dexia. Nous assistons à un silence scandaleux, lorsque les représentants des pompiers s'aperçoivent qu'il n'y aura pas ou que vous ne voulez pas ou qu'on n'encourage pas un financement alternatif pour leur permettre de remplir leurs missions.

 

Monsieur le premier ministre, comptez-vous exiger de la part de vos ministres qu'ils s'expriment en respectant au minimum les citoyens? Pouvez-vous nous donner une réponse claire, et non des formules qui vous permettent d'échapper à la réalité, en ce qui concerne la présentation du budget? Des douzièmes provisoires sont-ils envisagés? Pouvez-vous nous présenter un calendrier de mesures claires qui, en tout cas, garantissent que tous les efforts consentis ne seront pas supportés par les travailleurs et les acteurs économiques qui investissent, et qui ne faciliteront plus la spéculation plutôt que l'argent investi dans l'économie et qui permettront le respect de la solidarité et le respect des missions de service public?

 

05.08 Eerste minister Elio Di Rupo: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, zodra de ramingen van het monitoringcomité beschikbaar waren, heeft de regering de werkzaamheden voor de begrotingscontrole voor 2012 en de begrotingsopmaak voor 2013 opgestart, met een perspectief voor 2014. De regering heeft eerst haar verantwoordelijkheid genomen voor de begrotingscontrole voor 2012 en daarna heeft zij gewerkt aan de opmaak van de begroting voor 2013.

 

De begrotingscontrole voor 2012 werd afgesloten met een bijkomende inspanning van 811 miljoen euro. In minder dan 11 maanden heeft de regering dus een sanering van 14 miljard euro gerealiseerd. Op basis van de recentste ramingen van de Europese Commissie brengt dit het tekort dit jaar onder de 3 %. De Europese Commissie heeft België gisteren dan ook gefeliciteerd met het begrotingsbeleid en aangemoedigd om dit voort te zetten. De Commissie heeft het over een “smart and carefully calibrated fiscal consolidation”.

 

En ce qui concerne le budget 2013, l'effort supplémentaire à accomplir est considérable. Nous devons absolument poursuivre l'assainissement de nos finances publiques. C'est essentiel pour que notre pays puisse se redresser.

 

Chers collègues, ne tournons pas autour du pot! C'est un moment très difficile pour le pays, très difficile pour les citoyens car les efforts supplémentaires qui seront demandés seront considérables. Le gouvernement travaille d'arrache-pied à l'analyse d'un grand nombre de possibilités. Les conséquences de chaque mesure examinée sont analysées en profondeur. Le gouvernement trouvera les solutions permettant de réaliser l'assainissement indispensable. Il le fera de la manière la plus efficace et la plus équitable possible.

 

Par ailleurs, comme vous le savez, les mauvaises nouvelles industrielles se sont accumulées ces dernières semaines. Ce n'est pas ici qu'il faut le dire! On parle de milliers d'emplois qui se perdent. Et comme un malheur ne vient pas seul, nous devons ajouter à tout cela la détérioration de la croissance économique dans la zone euro et, bien entendu, chez nous.

 

Au moment de la formation du gouvernement en décembre dernier, les prévisions de croissance économique pour notre pays pour 2013 étaient de 2,1 % du PIB. Elles sont aujourd'hui de 0,7 %. Et pour répondre à la question de savoir quelle hypothèse de base est prise en compte, c'est celle des chiffres de la Commission européenne, soit 0,7 %. Pour vous donner un ordre de grandeur – et permettez-moi d'insister là-dessus –, les conséquences d'une telle dégradation de 2,1 % à 0,7 % du PIB, à savoir une diminution de 1,4 %, représentent un effort supplémentaire de près de 3 milliards d'euros d'assainissement pour l'ensemble des pouvoirs publics. Nous devons prendre cette situation en compte et, reconnaissons-le, cela ne relève pas uniquement de l'activité du seul gouvernement belge. Ce n'est pas une consolation mais nous devons aussi mesurer ce qui se fait et se passe dans les autres pays européens.

 

Dans les circonstances très difficiles que nous connaissons, la Commission européenne, avec ses prévisions, nous place proches de l'Allemagne qui affiche 0,8 % de croissance prévisible en 2013 contre 0,7 % pour la Belgique.

 

C'est nettement mieux que les prévisions pour la France (0,4 %) ou pour les Pays-Bas (0,3 %). Je ne parlerai pas de l'Italie (-0,5 %), de l'Espagne (-1,4 %), ni des prévisions plus mauvaises encore pour d'autres pays car tel n'est pas notre propos

 

Quant à la zone euro dans son ensemble, la Commission prévoit une croissance de seulement 0,1 % contre une croissance de 0,7 % pour notre pays.

 

Pour être bref, le gouvernement veut relever deux défis: l'assainissement budgétaire et, comme on me l'a demandé, le soutien à l'emploi et à la compétitivité des entreprises. Nous voulons rendre confiance. Ma conviction est que cette tâche sera difficile, mais que nous y arriverons.

 

Inzake de werkgelegenheid en de competitiviteit van de ondernemingen zal de regering samenwerken met de sociale partners. Iedereen — regering, vakbonden en werkgevers — moet zijn verantwoordelijkheid nemen.

 

De regering heeft de sociale partners maandag ontmoet en ziet hen morgen weer.

 

Ik ben het met u eens dat, door de omvang van de taak, de traditionele datum voor het indienen van de begrotingsdocumenten werd overschreden. Dergelijke laattijdigheid is echter gerechtvaardigd door het belang van wat op het spel staat.

 

Pour terminer, comme il se doit dans de telles circonstances, le ministre du Budget a demandé à son administration de préparer un projet de loi ouvrant des crédits provisoires. Et il l'a fait en vue d'assurer, si nécessaire, la courte transition avant le vote du budget proprement dit. Il s'agit là d'une précaution élémentaire. Si nous n'avions pas agi ainsi, on aurait parlé à bon droit d'un gouvernement imprévoyant.

 

Mijnheer Jambon, ten slotte richt ik mij tot u. Ik zal, volgens uw eigen woorden, de natie een duidelijk antwoord geven. Merci infiniment.

 

05.09  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer Di Rupo, ik moet eerlijk bekennen dat een zekere bewondering voor u zich van mij meester maakt. Nadat hier een plejade van Kamerleden u vragen gesteld heeft, slaagt u erin om gedurende tien minuten niets te zeggen en rond de pot te draaien. U verkondigt blabla en beantwoordt geen enkele concrete vraag, behalve die over de 0,7 %.

 

Wij kunnen er allemaal wel even mee lachen, want op zich is dat misschien grappig. De huidige omstandigheden staan dat echter niet toe. In de vorige plenaire vergadering stonden wij hier te treuren, terecht, om Ford Genk. Sindsdien hebben we Philips gekregen. Vandaag krijgen we Belfius op ons bord. Op zulke momenten verwacht men van een regering dat ze regeert, dat ze stopt met spelletjes te spelen en zeker stopt met niet te antwoorden op vragen die hier terecht gesteld worden.

 

Mijnheer Di Rupo, u hebt een taak. Kom die alstublieft na.

 

05.10  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, wij hebben één zaak bijgeleerd. Voor de eerste keer in twintig jaar wordt de noodprocedure voor voorlopige twaalfden opgestart voor een regering die zich niet in lopende zaken bevindt. Inderdaad, groene collega’s, dit is een regering in crisis.

 

Voor het overige, wij hebben hier drie keer op de preekstoel gevraagd wanneer de begroting ingediend zou worden. Opnieuw worden wij hier met een kluitje in het riet gestuurd.

 

Mijnheer de premier, ik wil u nog één ding zeggen. Stop met kakelen en leg uw begrotingsei.

 

05.11  Christophe Lacroix (PS): Monsieur le premier ministre, merci pour votre réponse, même si elle en mécontente certains.

 

Le plus important est de présenter, malgré les difficultés et les contraintes que vous avez évoquées, un budget qui favorise la relance, qui maintienne le pouvoir d'achat des citoyens et qui garantisse la pérennité de notre système social.

 

05.12  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de eerste minister, u hebt gelijk. Op elf maanden tijd heeft deze regering al heel veel gedaan en heel veel bespaard. Tot spijt van wie het benijdt, staan we nog altijd in de kopgroep van Europa, dat is gisteren nog eens bevestigd. Zonder de inspanningen van deze regering hadden we daar niet gestaan. Het zou goed zijn, mocht men dat ook eens erkennen.

 

Dat neemt niet weg dat de komende begroting voor sp.a rechtvaardig moet zijn en de zwaarste lasten op de grootste schouders moet leggen. De mensen moeten terug hoop krijgen. De begroting moet perspectieven bieden voor de toekomst van dit land.

 

05.13  Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de eerste minister, de prioriteiten die ik net heb geformuleerd, enerzijds de sanering met structurele maatregelen en, anderzijds, de strijd voor de concurrentie en de concurrentiekracht, blijven. Ik wijs erop dat Nederland en Frankrijk met socialisten in de regering een aantal belangrijke structurele maatregelen hebben genomen. Ik hoop dat zulks ook in België het geval zal zijn.

 

05.14  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, de Europese Unie heeft misschien vertrouwen in u en uw regering maar de burgers en de bedrijven wantrouwen u. Aan u de keuze voor wie u wil regeren.

 

Onze keuzes zijn duidelijk. Verlaag de lasten op arbeid en verschuif die naar de grootste vermogens en milieuvervuiling. Morrel niet aan de automatische indexering. Berg de indexsprong op om de laagste inkomens en de middenklasse te redden. Verhoog de btw niet. Haal het geld bij de notionele-intrestaftrek, de nucleaire rente en de bijdragen aan de banken die wij hebben moeten redden en die de oorzaak waren van zo veel crises. Haal het niet bij de arbeiders, de bedienden, gepensioneerden en werklozen.

 

Mijnheer de eerste minister, u verwijst naar het mooie Europese rapport dat u blijkbaar hebt gekregen. U verwijst ernaar om te tonen dat België het blijkbaar nog niet zo slecht doet en het misschien wel goed doet. Ik daag u uit. Neem dat rapport van de Europese Unie mee naar de poorten van Ford Genk en leg die mensen uit hoe goed wij het wel doen. Durft u dat?

 

05.15  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, j'avais espéré avoir une réponse claire, je n'ai entendu que des formules. Monsieur Lacroix, vous avez dit que nous avions eu des réponses importantes garantissant la relance et la solidarité. Je n'ai rien entendu de tout cela! J'ai entendu des formules vagues qui ne représentent pas des engagements. Qu'y a-t-il derrière les mots que prononcent les membres de votre gouvernement?

 

Vous n'avez pas répondu à mon souhait de demander à vos ministres, lors de leurs passes d'armes et quand ils s'expriment, de veiller à respecter les citoyens et les travailleurs. Je me permets encore d'insister à ce sujet car la situation est difficile pour beaucoup de familles dans notre pays.

 

En ce qui concerne le timing, nous n'avons pas eu de réponse claire. Monsieur le président, je m'adresse également à vous en disant que si le gouvernement prend le temps nécessaire pour réaliser son budget, il faudra que le Parlement ait le temps nécessaire pour l'examiner, ainsi que pour examiner des propositions de loi qui pourront combler les lacunes, par exemple à propos du financement alternatif des pompiers. Nous avons déposé des propositions de loi pour qu'ils soient financés à partir des cotisations d'assurance incendie.

 

J'espère que nous pourrons travailler de manière intelligente et sereine et non pas de manière rapide et superficielle, comme nous y sommes habitués depuis l'investiture de ce gouvernement.

 

Le président: Je voudrais vous faire remarquer que M. Frédéric a repris une de mes propositions concernant le financement alternatif des pompiers.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de EU-steun voor Ford in Turkije" (nr. P1273)

06 Question de M. Bert Schoofs au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "l'aide de l'Union européenne à Ford en Turquie" (n° P1273)

 

06.01  Bert Schoofs (VB): Mijnheer de vice-eersteminister, het was even slikken gisteren, toen wij moesten lezen dat Ford blijkbaar een bedrag van 100 miljoen euro mag investeren in een fabriek in Turkije voor de vernieuwing van de lijn voor de Ford Transit, die daar geproduceerd wordt, terwijl dezelfde multinational in Europa binnen de grenzen van de EU twee fabrieken sluit, namelijk Ford Genk, waar duizenden jobs sneuvelen, en eveneens Ford Southampton.

 

Bekomen van de eerste schok vroeg ik mij af waarom een multinational 100 miljoen euro aan EU-steun mag investeren in Turkije, een land buiten de EU. Turkije is geen lidstaat van de EU, het is wel een bevoorrechte handelspartner. Turkije is evenmin een ontwikkelingsland. Het is noch een EU-lidstaat noch een ontwikkelingsland. Het is een van de sterkst groeiende handelsnaties ter wereld op dit ogenblik.

 

Ik stelde mij eveneens de vraag of de vakbonden in Turkije zouden kunnen protesteren en enkele akkefietjes zouden kunnen uithalen zoals in Keulen. Ik denk dat ze nog niet thuis zouden zijn. Ik bedoel dat letterlijk: ik denk dat ze de eerste zes maanden in de gevangenis zouden moeten verblijven.

 

Mijnheer de vice-eersteminister, ik heb een hele hoop vragen. Ik had die graag gesteld aan een socialist, omdat de socialisten natuurlijk de pleitbezorgers zijn van de toetreding van Turkije tot de EU. Ik kan de vraag echter ook aan u stellen, want u bent lid van de raad van gouverneurs van de Europese Investeringsbank, die de 100 miljoen euro aan Ford heeft bezorgd om te besteden in Turkije.

 

Mijnheer de vice-eersteminister, u kunt dat ook aan de poorten van Ford Genk gaan zeggen, zoals collega Van Hecke zopas reeds suggereerde in een ander dossier. Kunt u aan de poorten van Ford Genk gaan verklaren waarom Europees belastinggeld, van die Fordarbeiders, van toeleveranciers, gebruikt wordt om, via een multinational in Turkije, hun jobs hier op de tocht te zetten met duizenden tegelijk?

 

06.02 Minister Steven Vanackere: Vooraleer u uw vraag hebt opgesteld, hebt u ongetwijfeld de website bezocht van de Europese Investeringsbank om te beseffen dat die bank niet alleen in Europa investeert. Ik ben ervan overtuigd dat u dat weet. De EIB heeft in Turkije een mandaat – er is trouwens een duidelijke band met de EU als kandidaat-lidstaat – waardoor plaatselijke projecten geen goedkeuring vereisen van de EIB-gouverneurs.

 

Ik heb het laten opzoeken. Het gaat over een beslissing die op 5 juni 2012 werd genomen via een stilzwijgende procedure op het niveau van wat men de raad van bewind noemt, dus niet, zoals u schijnt te insinueren, op het niveau van de raad van gouverneurs. Er werd inderdaad een lening van 190 miljoen euro goedgekeurd voor een investeringsproject van Ford in Turkije. Voor alle duidelijkheid, het project werd nooit op mijn niveau bediscussieerd. Volgens de procedure is de toegekende lening wat men noemt een day-to-daybeslissing, te meer omdat het een lening op eigen kapitaal betreft.

 

Welk project wordt er concreet mee gefinancierd? De lening is bedoeld voor de modernisering van een Fordfabriek in Turkije. Daarbij wordt in de eerste plaats niet ingezet op productie- of capaciteitsverhoging. Ik zou dan met u vinden dat dat toch wel wat bijzonder is. Het gaat echter over een technologische modernisering om onder meer tegemoet te komen aan de EU-wetgeving inzake het drastisch verminderen van de CO2-uitstoot. Het project voldoet aan de strenge voorwaarden van de EIB en werd goedgekeurd op zijn eigen merites.

 

Ik wil nog eens onderstrepen dat het besluit werd genomen in juni 2012, dus in tempore non suspecto, en losstaat van de recente noodlottige beslissing van het Fordmanagement om de vestiging in Genk te sluiten, die een duidelijke link heeft met de capaciteitsbezetting.

 

Ik vind het wat vreemd dat men een associatie tracht te maken tussen de instelling en het vreselijk probleem dat zich in Genk heeft voorgedaan.

 

06.03  Bert Schoofs (VB): Mijnheer de vice-eersteminister, u vindt dat vreemd. Ik zal u zeggen wat ik vreemd vind. Ik vind het vreemd dat ik komende zondag, wanneer ik mee in de betoging zal stappen – ik ben namelijk uitgenodigd door de burgemeester van Genk, een partijgenoot van u –, tegen de actievoerders zal moeten zeggen dat 100 miljoen euro van de EU niet geïnvesteerd wordt in Genk, maar in Turkije. Al die organen die u noemt, zullen wel leuk zijn, maar geen enkel ervan is democratisch verkozen, door niemand hier. Wat hier gebeurt, geeft een fikse deuk aan het ethisch gehalte van de besluitvorming bij de EU, aan de perceptie ervan en aan het democratisch gehalte ervan.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Samengevoegde vragen van

- de heer Wouter De Vriendt aan de vice-eersteminister en minister van Pensioenen over "het wettelijk voorgeschreven rendement voor groepsverzekeringen" (nr. P1274)

- mevrouw Karolien Grosemans aan de vice-eersteminister en minister van Pensioenen over "het wettelijk voorgeschreven rendement voor groepsverzekeringen" (nr. P1281)

- mevrouw Catherine Fonck aan de vice-eersteminister en minister van Pensioenen over "het voortbestaan van de groepsverzekering" (nr. P1282)

- de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister en minister van Pensioenen over "het wettelijk voorgeschreven rendement voor groepsverzekeringen" (nr. P1283)

- de heer Damien Thiéry aan de vice-eersteminister en minister van Pensioenen over "het voortbestaan van de groepsverzekering" (nr. P1284)

07 Questions jointes de

- M. Wouter De Vriendt au vice-premier ministre et ministre des Pensions sur "le taux prescrit par la loi pour les assurances de groupe" (n° P1274)

- Mme Karolien Grosemans au vice-premier ministre et ministre des Pensions sur "le taux prescrit par la loi pour les assurances de groupe" (n° P1281)

- Mme Catherine Fonck au vice-premier ministre et ministre des Pensions sur "la pérennité de l'assurance de groupe" (n° P1282)

- M. Peter Logghe au vice-premier ministre et ministre des Pensions sur "le taux prescrit par la loi pour les assurances de groupe" (n° P1283)

- M. Damien Thiéry au vice-premier ministre et ministre des Pensions sur "la pérennité de l'assurance de groupe" (n° P1284)

 

07.01  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, sta mij toe van de gelegenheid gebruik te maken om u in uw hoedanigheid van nieuwe minister van Pensioenen succes toe te wensen. Ecolo-Groen zal u zeker steunen, indien u voor een sterker, sociaal pensioenbeleid zorgt. Indien u zulks niet doet, zullen wij u natuurlijk met zoveel woorden heel duidelijk op een en ander wijzen.

 

Mijnheer de minister, ik wil u meteen de opportuniteit geven om een aantal verstandige zaken uiteen te zetten.

 

Mijnheer de minister, wat het aanvullend pensioen betreft, merken wij op dat zes werknemers op tien vandaag een dergelijk aanvullend pensioen heeft. AG Insurance is de grootste groepsverzekeraar. Die groepsverzekeraar heeft echter een belangrijke zaak aangekondigd, namelijk dat de maatschappij vanaf 1 januari 2013 niet langer het wettelijk vastgelegd gewaarborgd minimumrendement voor de aanvullende pensioenen zal honoreren.

 

Op dit moment is wettelijk vastgelegd dat 3,75 % wordt gegarandeerd voor elke storting van werkgevers en 3,25 % voor elke bijdrage van werknemers. AG Insurance zal deze percentages tot 2,25 % laten zakken, ook voor de bestaande contracten, wat nieuw is.

 

Wij kennen een zekere aansleep van het dossier. Inderdaad, P&V, Axa en een aantal andere groepsverzekeraars hebben, omwille van slechte resultaten op de beurs en van een slechte marktsituatie, de gepensioneerden en de pensioenopbouwende personen medegedeeld dat zij het gegarandeerd minimumrendement niet langer kunnen respecteren.

 

Nu gaat het echter ook om bestaande contracten. Het is wettelijk bepaald dat de werkgever in een dergelijk geval moet bijspringen en het tekort moet compenseren, wat meteen mijn eerste vraag aan u is.

 

Mijnheer de minister, een dergelijke situatie kan niet eindeloos blijven duren. Er kan geen pensioensysteem worden opgebouwd op basis van een aanvullend pensioen dat van de markt afhangt. Wanneer het dan slecht gaat met de markt, kan niet zomaar worden gewezen naar de werkgever, die in voorkomend geval dan maar moet bijspringen en de verliezen moet compenseren. Zo’n toestand is niet eindeloos en is een risicofactor voor de werkgevers. Zij kunnen hun meerjarenbudgetten immers niet plannen, indien zij met een volatiele factor zoals de aanvullende pensioenen rekening moeten houden.

 

Ten tweede, het VBO en Assuralia, de koepel van groepsverzekeraars, hebben allebei aan de regering gevraagd om het gewaarborgd minimumrendement te laten vallen. Zij willen dus geen compensaties meer, zoals wij ze nu kennen. Zij willen dat rendement gewoon laten vallen en de marktsituatie volgen.

 

Ik zou ter zake graag uw mening kennen, in uw hoedanigheid van nieuwe minister van Pensioenen.

 

Ik verheel niet dat Ecolo-Groen erg bezorgd is, omdat wij menen dat het niet verstandig is pensioenen op te bouwen op basis van een marktsituatie en van tegenvallende beurscijfers. Wij moeten aan gepensioneerden en aan mensen in hun loopbaan zekerheid bieden. Een en ander kan enkel door een voldoende sterke eerste pijler en een voldoende sterk wettelijk pensioen uit te bouwen.

 

Le président: C'était un peu long pour une première intervention…, sans doute un cadeau d'accueil au ministre.

 

07.02  Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de minister, mijn actuele vraag is overgekomen uit de vergadering van de commissie voor de Sociale Zaken van 16 juli. Misschien kan onder uw frisse impuls de commissie iets vaker worden samengeroepen.

 

Vijfenzeventig procent van de werknemers in de privésector heeft een groepsverzekering als aanvullend pensioen. De werkgevers die zo’n groepsverzekering afsluiten moeten een bepaalde rente garanderen, 3,25 % per jaar op de eigen bijdrage en 3,75 % op de bijdrage van de werknemer. Als die beleggingen te weinig opbrengen, dan moet de werkgever het tekort opvangen. De verzekeraars trekken aan de alarmbel en hebben de rente verlaagd, met als resultaat dat de werkgevers de tekorten moeten bijpassen.

 

Ik heb twee concrete vragen. Mijnheer de minister, hebt u die problematiek al besproken met de verzekeringssector en de werkgeversorganisaties? Wat leverde dit overleg op?

 

Ten tweede, welke initiatieven zult u, als minister van Pensioenen, nemen om de betaalbaarheid van de groepsverzekeringen te waarborgen?

 

07.03  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, ma question a été déposée voilà un mois. Il s'agissait d'une question à poser en commission et nullement, me semble-t-il, destinée à une séance plénière. Cela étant, je m'y joins, ayant été "aspirée" parmi les questions orales de plénière.

 

Le contexte vient d'être rapidement tracé. Il est certain que la déclaration de certains assureurs a affolé les pensionnés, voire les futurs pensionnés. Je pensais l'histoire réglée puisque l'ex-ministre des Pensions ne m'avait pas encore répondu en commission.

 

Monsieur Van Quickenborne, il me semble que vous aviez clairement déclaré dans la presse qu'il n'était pas question de diminuer le taux légal garanti.

 

La seule actualité qui me semble donc tenir la route aujourd'hui est d'entendre de la bouche du nouveau ministre des Pensions, la confirmation qu'il n'y aura pas de modification du taux légal garanti.

 

07.04  Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, al enkele maanden geleden werd duidelijk gewaarschuwd dat het wettelijk gewaarborgd rendement bij groepsverzekeringen voor verschillende verzekeraars absoluut geen haalbare kaart meer was en dat een ingreep van de overheid meer dan nodig zou zijn. Als verzekeringsmaatschappijen het wettelijk gewaarborgd rendement niet kunnen betalen, moeten de werkgevers immers het verschil dichtrijden.

 

Ondertussen hebben Axa en Mercator hun dreigement uitgevoerd, bij gebrek aan een juiste reactie van de regering. Het rendement is gedaald tot onder het wettelijk minimum. Ik meen dat het nu aan de regering is om te reageren.

 

Ik heb de volgende vragen, die aansluiten bij deze van mijn collega's. Deze en vorige regeringen hebben altijd volgehouden dat burgers een deftig aanvullend pensioen moesten kunnen opbouwen. Ik vraag u concreet welke bijsturende maatregelen u zult nemen om het rendement van groepsverzekeringen te handhaven?

 

Dit onderwerp zou naar verluidt eind dit jaar op de tafel van de loononderhandelingen komen. Kunt u dit bevestigen? Wanneer wordt het concreet besproken?

 

Ik hoop dat u deze bijkomende factuur toch niet zult afwentelen op de werkgevers. Als u dat toch doet, mijnheer de minister, dan waarschuw ik u ervoor dat dit het einde betekent van de groepsverzekeringen zoals wij ze momenteel kennen.

 

Ik ben benieuwd naar uw antwoord.

 

07.05  Damien Thiéry (FDF): Monsieur le président, monsieur le ministre, je serai relativement bref, les choses ayant déjà été exposées.

 

La situation me paraît exceptionnelle: d'une part, l'État encourage la conclusion d'assurances groupes en accordant des avantages fiscaux tant aux entreprises qu'à leur personnel et, d'autre part, la baisse des taux des obligations a pour conséquence que les assureurs ne parviendraient plus à garantir les taux initialement prévus. C'est surréaliste! On nous dit que peut-être les entreprises devront financer la différence. Par ailleurs, la FEB nous indique que cela poserait un gros problème.

 

Dès lors, selon vous, combien d'assureurs ont-ils déjà baissé leur taux garanti?

 

Confirmez-vous que si l'on diminue ce taux à 2,25 %, cela représenterait globalement un montant de 60 milliards d'euros?

 

Est-il vrai qu'un groupe de travail se penche sur ce problème au sein de vos services? Malheureusement, on lui demanderait de se réunir en toute confidentialité.

 

Pourriez-vous m'indiquer si le gouvernement a entamé une concertation avec le secteur directement concerné?

 

07.06 Minister Alexander De Croo: Mijnheer de voorzitter, ik dank de vraagstellers om mij de gelegenheid te bieden een maidenantwoord te geven, alhoewel ik niet weet of het woord bestaat. (Applaus)

 

Ik hoop dat ik vanaf nu altijd een applaus krijg vooraleer mijn antwoord te geven. Dat is zeer motiverend.

 

De heer De Vriendt riep mij op om verstandige zaken te zeggen. Dank u. Ik speel de bal naar u terug, want ik hoop dat u vanaf nu ook alleen verstandige zaken zult zeggen.

 

Ik wil eerst en vooral zeggen dat men geruststellende bewoordingen moet gebruiken als men het heeft over de tweede pijler. Honderdduizenden dragen bij tot die tweede pijler. Ik wil daarover heel duidelijk zijn. Er is geen enkele reden om ongerustheid te zaaien of die tweede pijler wel zal bijdragen tot een pensioen waarop zij recht hebben. Meer zelfs, deze regering voert de politiek om de tweede pijler te verbreden en wil ervoor zorgen dat meer mensen toegang krijgen tot die tweede pijler.

 

Ik hoop dat ik in de komende maanden daarin mijn volle energie kan steken. Het verbreden van de tweede pijler is voor mij een essentieel element van een goed pensioensysteem.

 

Ik verdedig het feit dat er een gegarandeerd rendement is. Als mensen sparen voor hun pensioen, willen zij dat dit kapitaal gegarandeerd is, maar zij willen meer dan dat. Zij willen ook dat er een zeker rendement is op datgene waarvoor zij en hun werkgever sparen. Ik verdedig dat gegarandeerd rendement dus. Dat ligt ongeveer 1 tot 1,5 % boven de langetermijninflatie. Ik denk dat wij dat in stand moeten houden. Dat is ook het beleid van deze regering.

 

Ik wil even ingaan op wat specifiek in de wet staat. Het gaat over de WAP. Daarin wordt niet bepaald dat het rendement specifiek door de verzekeraars moet worden gegarandeerd. Dat rendement moet door de werkgever worden gegarandeerd.

 

Er is trouwens een verschil tussen de verzekeraars en de pensioenfondsen. Bij de verzekeraars moet men op elk moment een bepaald rendement naar voren kunnen schuiven. Bij de pensioenfondsen heeft men de mogelijkheid om meer op de lange termijn te spelen.

 

Dat is een van de elementen waarnaar wij volgens mij moeten kijken. Er is geen level playing field tussen de verzekeraars en de pensioenfondsen.

 

In plaats van te spreken over het verlaten van het pad van de garantie op een minimumrendement is het nuttiger om te kijken op welke manier wij kunnen zorgen voor een level playing field tussen de verzekeraars en de pensioenfondsen. Ik meen dat dit een taak is voor het sociaal overleg. Dat werd hier al door een aantal mensen aangegeven. Ik ben bereid om zo snel mogelijk met de sociale partners rond de tafel te gaan zitten om te kijken op welke manier wij ervoor kunnen zorgen dat het minimumrendement behaald wordt, zonder dat de ene of de andere daarvoor op een overdreven manier moet opdraaien.

 

Dans sa question écrite, Mme Fonck parlait de la façon de maîtriser les risques et du danger que les choses se passent mal.

 

Trois éléments entrent en ligne de compte à ce niveau. Tout d'abord, comme les fonds de pension sont externalisés, ils sont dissociés du risque du patrimoine de la société. C'est là une manière de garantir une diminution du risque. Ensuite, la surveillance prudentielle exercée par la FSMA et la Banque Nationale joue un rôle en la matière. Enfin, l'employeur a le devoir de combler le déficit, si nécessaire. Comme je vous l'ai dit, je vais me pencher sur les mesures à prendre afin d'éviter une intervention des employeurs dans ce cas de figure.

 

Ces trois éléments visent à garantir au mieux la diminution des risques dans le deuxième pilier. Mais je suis prêt à examiner, avec les partenaires sociaux, la manière de diminuer encore les risques qui subsistent dans une moindre mesure actuellement.

 

Je pense ainsi avoir répondu aux questions "aspirées" ou non qui ont été posées. Certains éléments évoqués par M. Thiéry touchent à des sujets très pointus. Je suis tout à fait prêt à y répondre par le biais de questions écrites.

 

07.07  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, eerst wil ik het volgende zeggen. Dat sommigen twijfelen aan de actualiteitswaarde van deze vraag, vind ik eerlijk gezegd nogal hallucinant.

 

Collega Fonck, AG Insurance is de grootste verzekeraar en de aankondiging dateert van een tweetal weken geleden. Het gaat om honderdduizenden mensen die aan pensioenopbouw doen onder bestaande contracten. AG Insurance kan het gegarandeerd minimumrendement uit die bestaande contracten naar eigen zeggen niet meer respecteren. Mijn vraag is dus zeker actueel en relevant.

 

Mijnheer de minister, u zegt dat u nog altijd het gegarandeerd minimumrendement garandeert, maar u antwoordt eigenlijk niet op mijn vraag. U gaat niet in op het knelpunt. Als een groepsverzekeraar zegt dat het dat gegarandeerd minimumrendement niet meer geeft, dan moet dat door de werkgever worden gecompenseerd. Dat kan niet eindeloos blijven duren. De werkgevers trekken namelijk nu al aan de alarmbel. Op dat knelpunt hebt u niet geantwoord. Dat is de clou, dat is de zwakke plek. Het is de achilleshiel van heel het systeem van aanvullende pensioenen.

 

Laten wij even logisch denken. Er worden gegarandeerde minimumrendementen beloofd in een financiële marktsituatie die zeer instabiel is. Als men in de marktsituatie die minimumrendementen niet kan betalen, dan is er altijd een derde partij die opdraait voor de kosten. Het systeem van aanvullende pensioenen is dus deficitair, het is zeer labiel en volatiel. Op dit moment betalen de werkgevers. Ik spreek dan nog niet over de onzekerheid ten aanzien van de werknemers, de mensen die aan pensioenopbouw doen. Vooralsnog hebt u niet geantwoord op dat knelpunt. Ik hoop dat u dat binnenkort in de commissievergadering misschien wel doet.

 

07.08  Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wil eerst even het woord richten tot collega De Vriendt.

 

Mijnheer De Vriendt, ik voelde mij in een bepaald opzicht aangesproken. Ik heb niet gezegd dat de vraag niet actueel is. Ik heb gezegd dat de vraag toen al actueel was en nu nog altijd actueel is. Ik heb willen aangeven dat mijn vraag al dateert van 16 juli, maar nu pas kan worden beantwoord. Het is toch een heel belangrijke problematiek. Ik heb daarom een oproep gelanceerd om de commissie wat vaker samen te roepen.

 

Mijnheer de minister, ik kom nu tot mijn repliek op uw antwoord.

 

U bent uw antwoord begonnen met te zeggen dat er geen ongerustheid hoeft te zijn over de tweede pijler.

 

De grote vraag die echter niet beantwoord werd, luidt wie dat zal betalen. Er zijn dienaangaande drie mogelijkheden. Ten eerste, ofwel garanderen de verzekeringsmaatschappijen de rente, maar dat kunnen zij naar eigen zeggen niet dragen. Ten tweede, als het percentage in de wetgeving gegarandeerd blijft, dan betekent dat extra kosten voor de werkgevers. Dat komt bij in de emmer die nu al heel vol is. Ten derde, een laatste mogelijkheid is een aanpassing van de wetgeving om de gegarandeerde rente naar beneden te halen.

 

U zegt dat u geen voorstander bent van de laatste mogelijkheid, omdat de kosten dan op de rug van de werknemers terechtkomen. Ik heb u hier echter geen keuze horen maken in uw antwoord. U zegt dat wij moeten zoeken naar een manier, naar maatregelen, maar u blijft vaag. Volgens mij schuift u het probleem gewoon door.

 

07.09  Catherine Fonck (cdH): Monsieur De Vriendt, je vous trouve très sympathique, mais si vous estimiez que ce problème était tellement d'actualité, vous auriez dû poser cette question depuis un certain temps.

 

(…)

 

Pour notre part, cela fait un mois que nous les avons déposées! M. Van Quickenborne – avec lequel je ne suis pas toujours d'accord – s'était exprimé très clairement.

 

Monsieur le ministre, je vous remercie de votre réponse. Je tiens à souligner une chose importante. Les pensionnés actuels et futurs ne peuvent être floués dans cette histoire. Il serait absolument inacceptable de changer les règles du jeu après coup. En effet, certains d'entre eux bénéficiaient de ce système depuis un grand nombre d'années. Il est donc fondamental de maintenir une protection suffisante des affiliés et un taux qui soit garanti légalement.

 

Cela étant, en résulte-t-il un surcoût pour les employeurs? Oui. Peut-il être important? Oui. Contrairement au précédent intervenant, je n'ai pas perçu de flou. Vous avez affirmé vouloir avancer afin de trouver une solution. Si c'était si simple, on l'aurait trouvée depuis longtemps et la question ne se poserait donc plus.

 

Enfin et surtout, essayez de conclure. Vous aurez notre soutien.

 

07.10  Peter Logghe (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. U zegt dat we gerust mogen zijn, dat u het zult bekijken, maar als ik uw antwoord hoor, ben ik absoluut niet gerustgesteld. U zegt het te zullen bekijken met de fiscale partners, maar u antwoordt niet concreet wanneer u het zult bekijken of welke oplossing er uit de bus zal komen.

 

Ik vraag u duidelijk en concreet te antwoorden op de vraag. Hoe zult u het verschil dichtrijden tussen het wettelijk gegarandeerd rendement, dat u zegt te willen behouden, en het rendement dat uiteindelijk wordt uitbetaald? Zult u dat verschil door de werkgevers doen betalen of niet? Wat is uw engagement in dezen? Ik heb op die vraag van u geen antwoord gekregen, dus u hebt mij niet gerustgesteld. Miljoenen werknemers zitten in het systeem van een aanvullend pensioen. Ik vraag u: hoe zult u die mensen geruststellen?

 

07.11  Damien Thiéry (FDF): Monsieur le ministre, bravo pour votre première réponse en cette enceinte.

 

Je suis satisfait d'apprendre que le gouvernement souhaite entamer une concertation avec le secteur. Votre prédécesseur aurait sans doute déjà pu le faire puisque le problème date depuis un bon bout de temps déjà.

 

Ensuite, je vous confirme que la différence, estimée à 60 milliards d'euros, ne pourra pas être prise en charge par les employeurs; la FEB est très catégorique sur ce point. Vous et le gouvernement devrez donc trouver une solution permettant de ne léser personne et en tout cas pas tous les citoyens qui ont cotisé jusqu'à présent.

 

Je reviendrai avec des questions plus précises en commission puisque je n'ai pas reçu de réponses satisfaisantes aujourd'hui.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van mevrouw Kristien Van Vaerenbergh aan de minister van Justitie over "de gerechtelijke achterstand en de organisatie van het gerecht" (nr. P1279)

08 Question de Mme Kristien Van Vaerenbergh à la ministre de la Justice sur "l'arriéré judiciaire et l'organisation de la Justice" (n° P1279)

 

08.01  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, er is ongerustheid bij de Nederlandstalige magistraten en het Nederlandstalig griffiepersoneel in de Brusselse Nederlandstalige rechtbanken. Vorig weekend trokken zij nog aan de alarmbel. U hebt dat waarschijnlijk ook gehoord. Het personeel en de werking van Justitie vallen natuurlijk onder uw bevoegdheid.

 

Mevrouw de minister, het akkoord over Brussel-Halle-Vilvoorde is een slecht akkoord. Het is een akkoord dat gebaseerd is op verkeerde cijfers, op een 20/80-verhouding. Intussen weet iedereen dat dit niet strookt met de werkelijkheid. De gevolgen zijn nu reeds gekend en zijn dramatisch, want wij zullen aankijken tegen nog meer gerechtelijke achterstand.

 

Vanochtend heb ik op de radio nog een item gehoord met betrekking tot de fiscale zaken. U hebt er zelf ook op gereageerd in De Tijd. Dat duidt reeds op de achterstand die er heerst voor de Nederlandstalige fiscale zaken.

 

U gaat gewoon verder, samen met de regering. Ik wil nogmaals herhalen wat de voorzitter van de arbeidsrechtbank vorig weekend heeft gesteld. U zal nu één been amputeren van de Brusselse Nederlandstalige rechtbanken. U gaat ze dan laten verder pikkelen op één been in afwachting van een beloofde werklastmeting, waarvan de resultaten bekend zullen zijn in 2014. Dan zal u trachten te herstellen wat u reeds aangericht hebt, terwijl men nu reeds weet dat u dat zult moeten herstellen. Aan de andere kant heeft men dan de 80 % voor de Franstalige magistraten, dat sowieso gegarandeerd is.

 

Na de werklastmeting, nadat die resultaten bekend zijn, zullen er, telkens er één Nederlandstalige magistraat bijkomt, automatisch vier Franstalige magistraten bijkomen, zodat die verhouding gegarandeerd blijft. Als dat geen goed tewerkstellingstraject is voor die Franstalige magistraten!

 

De bedoeling van de hervorming van het gerechtelijk arrondissement was toch een betere werking van Justitie en minder gerechtelijke achterstand? Wat u echter zult bewerkstelligen, is een slechtere werking van Justitie en nog meer gerechtelijke achterstand.

 

Mevrouw de minister, ik heb maar een duidelijke vraag voor u: wat zult u nog doen om die zelfgeorganiseerde ramp recht te trekken?

 

08.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, beste collega, het hof van beroep van Brussel beschikte in 2011 over 70 voltijds equivalente magistraten. De eerste voorzitter van het hof van beroep kan die vrij inzetten in de verschillende kamers: strafzaken, jeugdzaken, civiele zaken enzovoort. Hij is dus niet gebonden aan een kader van bijvoorbeeld alleen maar 4,5 magistraten. Hij kan zelf beslissen hoe die kamers worden ingedeeld.

 

Ik wil er overigens op wijzen dat het hof van beroep van Brussel de afgelopen tien jaar een forse vooruitgang heeft geboekt in de strijd tegen de gerechtelijke achterstand. Het aantal hangende zaken in burgerlijke aangelegenheden is gedaald van 22 000 naar 11 800. In correctionele aangelegenheden bleef het aantal hangende zaken de afgelopen vijf jaar veeleer stabiel, tussen 1 700 en 1 600, maar ondanks de toegenomen productiviteit is ook het aantal nieuwe zaken gestegen.

 

Er is dus al vooruitgang geboekt, maar er blijft een belangrijke gerechtelijke achterstand. Daarom is het natuurlijk van belang dat wij dit jaar ook de tijdelijke kaders van de raadsheren in de hoven van beroep kunnen verlengen, zodat in Brussel, en bij uitbreiding in de andere hoven, de historische achterstand verder weggewerkt kan worden.

 

Tot slot herhaal ik dat het Vast Bureau Statistiek en Werklastmeting voorziet dat de gegevens voor het rapport “Werklastmeting” van alle hoven van beroep tegen eind 2012 beschikbaar zullen zijn en dat het bureau in 2013 het resultaat kan hebben.

 

08.03  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mevrouw de minister, dat is geen antwoord op mijn vraag. U weet dat er nu al een gerechtelijke achterstand is. Waarom gaat u dan nog verder met een akkoord dat nog meer achterstand zal bewerkstelligen?

 

Wij hebben dat van in het begin gezegd. De hele juridische wereld is van mening dat het een slecht akkoord is.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Question de Mme Kattrin Jadin à la ministre de l'Emploi sur "la fermeture de l'usine Colgate-Palmolive à Liège" (n° P1280)

09 Vraag van mevrouw Kattrin Jadin aan de minister van Werk over "de sluiting van de Colgate-Palmolive-fabriek te Luik" (nr. P1280)

 

09.01  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le président, madame la ministre, après Arcelor Mittal, après Ford Genk et Duferco la semaine dernière, nous venons d'apprendre la fermeture de l'entreprise Colgate Palmolive à Herstal en région liégeoise. Les 70 personnes qui travaillent aujourd'hui sur le site de cette entreprise internationale perdront leur emploi en juin 2013. Colgate Palmolive avait annoncé un plan de restructuration mondial mais le personnel de son site liégeois pensait, en tous les cas jusqu'il y a peu, être protégé par sa spécialisation dans la recherche.

 

Madame la ministre, mes questions sont simples.

 

Comment enrayer cette succession de fermetures d'entreprises et de faillites qui laissent présager un avenir particulièrement morose pour l'économie de l'ensemble de notre pays, que ce soit au Nord ou au Sud?

 

Selon mes informations, la procédure Renault aurait été entamée. Les travailleurs ont-ils été informés? Une cellule de restructuration sera-t-elle mise en place?

 

09.02  Monica De Coninck, ministre: Monsieur le président, madame Jadin, l'entreprise a annoncé le 5 novembre dernier sa décision de fermer son site de production à Milmort et de supprimer les emplois dans sa section commerciale et services à Bruxelles. Cela signifie que 43 emplois sur 86 risquent de disparaître. En outre, Colgate Palmolive Research & Development a annoncé vouloir licencier 49 de ses 65 employés.

 

Cette décision était inscrite dans le cadre d'un plan général visant à réduire les frais de personnel du groupe américain. Il souhaite réaliser cet objectif, notamment grâce à l'extension du partage des services, la rationalisation des fonctions globales et l'optimalisation de la chaîne d'approvisionnement et des sites d'activité pour une plus grande efficacité, une réduction des coûts et une accélération de la mise sur le marché.

 

L'annonce du licenciement collectif est le signal de départ de la procédure Renault, à savoir la phase d'information et de consultation. Les représentants des travailleurs peuvent poser des questions, émettre des propositions ou formuler des remarques. L'employeur étudie ces questions, propositions ou observations et y répond.

 

Mon administration – le président de la commission paritaire 116 – suit évidemment cette affaire de près et se tient à la disposition des parties, en cas de nécessité. Mais nous avons le sentiment que la stratégie de l'entreprise est de délocaliser ses activités au Mexique.

 

09.03  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le président, madame la ministre, vous avez donné de nombreuses informations. Cependant, vous n'avez pas répondu aux questions que j'ai posées mais c'est sans doute pour des raisons budgétaires dont nous débattrons d'ici la fin de l'année, tout comme des mesures qui devront être mises en place en termes d'attractivité afin de pouvoir sauvegarder plus d'emplois dans notre pays. La fermeture de l'usine Colgate Palmolive n'est qu'une ixième conséquence de la situation actuelle. J'espère que nous pourrons travailler tous ensemble afin de répondre au plus vite au problème.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Samengevoegde vragen van

- de heer Mathias De Clercq aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "het actieplan tegen homo- en transfobie" (nr. P1275)

- de heer Bruno Tuybens aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "het actieplan tegen homo- en transfobie" (nr. P1276)

10 Questions jointes de

- M. Mathias De Clercq à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "le plan d'action contre l'homophobie et la transphobie" (n° P1275)

- M. Bruno Tuybens à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "le plan d'action contre l'homophobie et la transphobie" (n° P1276)

 

10.01  Mathias De Clercq (Open Vld): Mevrouw de vicepremier, het is de afgelopen maanden duidelijk geworden dat homofoob geweld in onze samenleving een ernstig probleem vormt. Gisterenavond nog werden we opnieuw geconfronteerd met aantijgingen, bedreigingen en beledigingen tegenover holebi’s. Het is bijzonder schrijnend dat te moeten vaststellen in onze samenleving, in onze steden. De tragische dood van een jonge Luikenaar, Ihsane Jarfi, in april was het trieste hoogtepunt van die ernstige sluimerende problematiek.

 

Niet lang daarna kondigde de regering aan tegen eind november met een actieplan te zullen komen tegen homo- en transfobie. Dat plan zou ook deel uitmaken van een ruimer plan tegen discriminatie. Ik meen dat dat een goed idee is. De premier drukte erop dat er ernstig werk van moest worden gemaakt. Mevrouw de vicepremier, ook u schoof een aantal maatregelen naar voren, teneinde die problematiek stevig te lijf te gaan. De essentie daarvan vormden een nationaal actieplan, een omzendbrief en strafverzwaring. Ook interessant was dat er referentiepersonen komen bij de politie.

 

Mevrouw de minister, als liberale fractie zijn wij er echt van overtuigd dat elk individu, ongeacht de afkomst of de geaardheid, volwaardig moet kunnen deelnemen aan de samenleving. Iedereen moet zich kunnen ontplooien zonder angst voor uitsluiting en intimidatie. Als liberalen geloven wij in gelijkwaardigheid en openheid.

 

Mevrouw de minister, kunt u herbevestigen dat het onze regering menens is om echt wel de strijd aan te gaan met die verwerpelijke tendensen en acties in onze maatschappij?

 

Kunt u een stand van zaken geven betreffende de naar voren geschoven maatregelen ter zake?

 

Is er al overleg geweest met de regio’s, aangezien het zeer belangrijk is dat het onderwijs ook een rol speelt in de aanpak van het probleem?

 

10.02  Bruno Tuybens (sp.a): Mevrouw de minister, mijn vragen liggen uiteraard in dezelfde lijn. Mijn eerste vraag over het onderwerp aan de minister van Binnenlandse Zaken hier in de plenaire vergadering dateert van 25 maart 2010. Tweeënhalf jaar later zijn er verdienstelijke aanzetten gegeven, onder meer door minister Turtelboom, maar we blijven een beetje op onze honger wat concrete maatregelen betreft.

 

We moeten zeer multidisciplinair reageren op de reeds geschetste problematiek.

 

Een of twee maatregelen zullen vast en zeker niet het verschil maken. Bij de politie moet de problematiek op elk niveau au sérieux worden genomen. De overtredingen moeten worden geregistreerd om een betere inzage in de problematiek te krijgen. Het onderwijs is al vernoemd. De Gemeenschappen hebben zeker hun verantwoordelijkheid, net zoals het verenigingsleven.

 

Ik merk dat over diverse onderwerpen studies worden besteld. Misschien is het goed om een socioloog of een departement Sociologie van een universiteit aan het werk te zetten om te onderzoeken hoe het komt dat voornamelijk moslimjongeren als dusdanig met de problematiek omgaan. Daarmee wil ik niet zeggen dat de problematiek alleen maar bij moslimjongeren voorkomt. Integendeel, zoals men ook heeft vastgesteld in Luik en Aalst.

 

Wij hebben gehoord dat er in de zomer een actieplan zou komen. Dat is nadien verschoven naar november. Er zouden verbeterde aangiftes en zwaardere straffen komen.

 

Waar staan we nu? Kunt u een duidelijke en concrete richting bepalen?

 

Niet alleen de politici maar ook een hele grote groep mensen in onze samenleving wachten op een antwoord. Ik hoop dat u vandaag uw licht daarover kan laten schijnen.

 

10.03 Minister Joëlle Milquet: Zoals ik al uitgebreid heb uiteengezet in de commissie voor de Binnenlandse Zaken van 4 juli 2012, voert de regering op het ogenblik acties in de strijd tegen geweld op holebi’s. Zo is er de opmaak van het Nationaal Actieplan Homofobie en Transfobie. Dat plan bevindt zich in de eindfase en bevat meer dan honderd concrete maatregelen. Het ontwerp werd zoals gepland op 5 november voorgelegd aan de stuurgroep en zal over enkele weken besproken worden in de verschillende interkabinettenwerkgroepen.

 

Vorige week en ook nog deze week hebben wij een groot aantal vergaderingen gehad met de verschillende betrokken partners. Het plan wil alle actoren bij de acties betrekken, zowel het maatschappelijk middenveld als de verschillende administraties en kabinetten, inclusief de Gemeenschappen en de Gewesten.

 

Het Nationaal Actieplan zal strategische en operationele doelstellingen bevatten: onder meer sociologische analyse, preventie, bescherming van de slachtoffers, een efficiënte aanpak door politie en Justitie en het actief opsporen en voorkomen van geweld.

 

Door het uitwisselen van informatie en andere vormen van samenwerking tussen de betrokken partners kunnen alle acties gecoördineerd worden. Het Nationaal Actieplan bevat onder meer een rondzendbrief van het College van procureurs-generaal, naar analogie van bestaande rondzendbrieven zoals COL 4. De rondzendbrief heeft als doel het opsporings- en vervolgingsbeleid inzake racisme, discriminatie en geweld tegen holebi’s eenvormig te maken.

 

In het voorstel tot rondzendbrief, dat reeds uitgewerkt is, werd een bepaling opgenomen inzake referentieambtenaren bij de politie, naar analogie van de referentieambtenaren voor partnergeweld.

 

Kortom, over enkele weken zal het Nationaal Actieplan klaar zijn. De verschillende maatregelen ervan zullen een collectieve strategie toelaten op elk beleidsniveau. Wij zullen daarover binnenkort meer uitleg kunnen geven.

 

10.04  Mathias De Clercq (Open Vld): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik meen dat wij het Nationaal Actieplan heel snel moeten uitvoeren, zodat wij als samenleving een fors signaal geven dat wij de situatie niet aanvaarden. Ik meen dat wij echt niet tolerant mogen zijn voor dergelijke intolerantie. Ik kijk uit naar de concrete maatregelen.

 

10.05  Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, als wij wereldwijd actie voeren voor mensen die gevaar lopen omwille van hun ideeën, moeten wij dat ook doen in ons land voor mensen die gevaar lopen om wie zij zijn.

 

Wij moeten in eigen boezem durven kijken. Als dit Parlement deze problematiek erg belangrijk had gevonden, dan stonden wij al verder. Ik meen dat wij eens goed moeten nadenken over de eventuele rol van het Parlement in de aanpak van deze problematiek.

 

Ik hoor van de minister dat het plan binnen enkele weken volledig rond zal zijn. Ik hoop dat er in het plan ook gesproken wordt van een contact met de religieuze leiders. Ik heb het dan niet alleen over de islam, maar ook over de katholieke kerk en de joodse gemeenschap om hen rond de tafel te krijgen.

 

Ik roep ook de allochtone holebigemeenschappen op om moedig op te staan en mee te helpen om de mentaliteitswijziging, die nodig is, te realiseren. De holebibewegingen in Vlaanderen hebben dit in Vlaanderen gerealiseerd of op zijn minst geïnitieerd. Ik hoop dat ook zij hun rol zullen spelen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Question de M. Laurent Louis à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les mesures pour assurer et garantir le contrôle des agissements de Michelle Martin à Malonne" (n° P1277)

11 Vraag van de heer Laurent Louis aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de toezichtsmaatregelen met betrekking tot de handel en wandel van Michelle Martin te Malonne" (nr. P1277)

 

11.01  Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, madame la ministre, après avoir sali mes proches et moi-même en affirmant, de façon mensongère, dans les médias que j'avais publié des photos d'autopsie de Julie et Mélissa sur mon site internet et après avoir essayé de me faire passer pour un monstre aux yeux de l'opinion publique, vous comprendrez qu'il est un peu difficile pour moi d'encore éprouver le moindre respect à votre égard. Il n'est donc pas agréable pour moi de vous poser cette question. Mais l'actualité m'y contraint, et je vous prie de m'en excuser.

 

Madame la ministre du mensonge et de la manipulation…

 

Le président: Monsieur Louis, Mme la ministre demande la parole. Et c'est normal! C'est encore moi qui donne la parole et qui la retire dans cette assemblée! Si cela ne vous plaît pas, vous pouvez sortir!

 

Ensuite, je voudrais simplement dire que vous avez attaqué la ministre et qu'elle a le droit de vous répondre pour un fait personnel. Voilà le Règlement!

 

11.02  Joëlle Milquet, ministre: Monsieur le président, monsieur Louis, premièrement, j'estime que la vie politique se base sur le respect. Deuxièmement, ce que vous expliquez est mensonger. Je n'ai jamais exprimé ces points de vue. Enfin, troisièmement, j'aimerais bien que vous vous exprimiez à l'égard d'un ministre d'une autre manière. (Applaudissements)

 

11.03  Laurent Louis (MLD): Cette semaine, nous avons pu lire dans la presse les révélations des sœurs clarisses, selon lesquelles Michelle Martin serait logée dans une maison annexe au couvent. C'est une fois de plus choquant, bien entendu. Pourquoi Martin n'est-elle pas placée en permanence sous la surveillance des sœurs? Pourquoi bénéficie-t-elle de privilèges?

 

Ces révélations sur sa vie aux Clarisses choquent, mais surtout elles m'inquiètent. Savez-vous pourquoi? Tout simplement parce que, des quatre accusés du procès d'Arlon, seul Dutroux est aujourd'hui encore véritablement incarcéré. Et c'est pourtant le seul qui ne soit pas le responsable de la mort et des sévices infligés à Julie et Mélissa. Dès lors, je me demande s'il ne valait pas mieux être présent lors des tortures commises sur les enfants pour bénéficier des largesses de la justice et du monde politique, sans doute tous les deux trop mouillés dans cette affaire.

 

Madame la ministre, quand on sait que Nihoul coule des jours paisibles à Knokke, que Martin dispose d'une maison privée; quand on lit le jugement récent de la 14e chambre civile de Bruxelles, qui examine le jugement des assises d'Arlon et qui reconnaît Nihoul comme chef de l'organisation Dutroux et auteur de trafic d'êtres humains, il y a de quoi se poser des questions.

 

Pouvez-vous nous dire quelles sont les mesures prises pour éviter que les privilèges accordés à ces criminels ne mettent en péril la sécurité publique dont vous êtes censée être la garante? Contrôle-t-on les allers et venues de Martin, ses appels téléphoniques? A-t-elle accès à internet? Ses visites sont-elles surveillées? Bref, quelles sont les mesures prises par l'État et par la police pour empêcher que cette organisation de malfaiteurs ne se reconstitue?

 

11.04  Joëlle Milquet, ministre: Monsieur Louis, de nombreux points semblent vous inquiéter. Moi, ce qui m'inquiète, c'est que vous ne connaissiez pas la répartition des compétences. Ce genre de questions relève du domaine de la Justice. Je vous prie, dès lors, de vous adresser à la ministre de la Justice.

 

11.05  Laurent Louis (MLD): En effet, c'est bien ce que je dis, madame la ministre de l'Intérieur, vous ne garantissez plus l'ordre public en Belgique. Votre absence de réponse constitue votre plus bel aveu. Je vous en remercie. (…)

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Question de M. Ronny Balcaen à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les déchets radioactifs chez Duferco" (n° P1278)

12 Vraag van de heer Ronny Balcaen aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "het radioactief afval bij Duferco" (nr. P1278)

 

12.01  Ronny Balcaen (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, en septembre 2011, un accident se produisait dans la chaîne de production de Duferco à La Louvière via l'introduction de matières radioactives, plus précisément du césium 137, dans le processus de production. J'avais eu l'occasion d'interpeller votre prédécesseur à l'époque sur la question des responsabilités autour de cet incident.

 

Visiblement, la gestion des suites de cet accident pose encore problème puisque, comme Le Soir nous l'apprend dans son édition d'aujourd'hui, il y a un problème de gestion des déchets issus de cet accident de production, à savoir 600 tonnes de poussières contaminées au césium 137. Ces poussières seraient peu radioactives et essentiellement dangereuses via inhalation.

 

Jusqu'à présent, cet accident n'a provoqué que la contamination des installations et non pas des travailleurs. Nous espérons que, dans la gestion qui suivra, ce sera toujours le cas.

 

Quant à la gestion de ces 600 tonnes de poussières radioactives, des questions se posent sur la responsabilité, le financement et la manière de traiter ou de stocker à plus long terme ces déchets qui, aujourd'hui, sont toujours stockés sur le site de Duferco à La Louvière. Or, l'accident s'est produit voici plus d'un an. Cela pose donc question.

 

Mes questions sont donc particulièrement concrètes et orientées vers les solutions à trouver.

 

Madame la ministre, le stockage actuel ou la nouvelle solution de stockage à plus long terme sur le site de Duferco ou plus idéalement sur un autre site garantissent-ils le confinement de ces déchets et éviteront-ils toute dispersion dans l'environnement? Au-delà de la nécessité de stocker, il y a aussi la nécessité de traiter ces déchets. Que peut-on dire aujourd'hui sur les solutions qui pourraient être mises en œuvre pour traiter ces 600 tonnes de déchets radioactifs? Enfin, qu'en est-il de la responsabilité et du financement? L'ONDRAF rappelle que la responsabilité est aujourd'hui essentiellement celle de Duferco. On sait dans quelle situation se trouve l'entreprise actuellement. Comment peut-on garantir à long terme une prise en charge du financement de ce traitement des déchets?

 

12.02  Joëlle Milquet, ministre: Monsieur le président, cher collègue, ainsi que vous le disiez, nous avons connu un incident dans l'entreprise Duferco, le 25 septembre 2011, classé au niveau 1 de l'échelle INES.

 

Depuis lors, notamment à la demande de l'AFCN, les 600 tonnes de déchets radioactifs faiblement contaminés ont été placées dans des frisomats, conteneurs de protection fermés et étanches, entreposés sur le site dans des bâtiments fermés et interdits d'accès au public. Il s'agit d'une solution d'attente avant une solution définitive.

 

À la demande de l'AFCN, un bâtiment de stockage, avec des mesures de sécurité spécifiques, a été nouvellement construit. Le 21 septembre 2012, il a reçu l'autorisation d'accueillir les déchets actuellement stockés en conteneurs.

 

En raison du conflit social actuel, le transfert des conteneurs vers le bâtiment de stockage n'a pu avoir lieu. Cette situation est à l'origine de la parution d'une circulaire de l'AFCN, le 6 novembre 2012, demandant que l'entreprise Duferco assume l'organisation du transfert des déchets des conteneurs vers le centre de stockage.

 

Nous attendons que ce transfert puisse être exécuté dans les meilleurs délais. À défaut, nous prendrons toutes les mesures adéquates. Actuellement, une coordination a lieu entre l'AFCN l'ONDRAF, Duferco et mon cabinet. Mon collègue Melchior Wathelet et moi-même nous assurerons dans les jours à venir de ce que Duferco puisse se charger de ce transfert et, dans le cas contraire, nous étudierons les mesures à prendre pour le rendre opérationnel.

 

Par ailleurs se pose la question du cadre légal. Jusqu'à présent, les entreprises sont financièrement responsables de ces transferts. Un provisionnement existe pour les centrales nucléaires, mais non obligatoire pour d'autres types d'entreprises, comme Duferco, qui n'est nullement une entreprise de cette catégorie.

 

Nous réfléchissons à ce cadre légal. Nous voulons renforcer les responsabilités des entreprises et prendre des mesures de précaution financières visant, en cas de problème, à éviter une faillite. Nous réfléchissons aussi à l'intervention éventuelle de l'ONDRAF. La législation actuelle nous paraît trop stricte: elle ne permet pas à l'ONDRAF d'agir sans offrir de solution intermédiaire en cas de réelle difficulté.

 

12.03  Ronny Balcaen (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses particulièrement complètes.

 

Il est vrai qu'après Best Medical Belgium et Duferco, on s'aperçoit, comme vous l'avez dit, que le cadre légal n'est plus du tout approprié pour prendre en compte le financement et la responsabilité des différents intervenants dans le traitement des déchets.

 

Vous êtes en pleine réflexion sur la question, nous aussi. Le groupe Ecolo-Groen a déposé une proposition de résolution à ce sujet. J'espère qu'elle pourra vous aider afin de remédier au problème dans un délai très bref.

 

Pour ce qui concerne le point très précis qui nous occupe, un nouveau bâtiment de stockage a été conçu, ce qui est une bonne chose. Cela s'explique sans doute par le fait que les conditions de stockage actuelles ne sont pas idéales. En tout cas, je constate que l'AFCN souhaite avancer sur cette question. Nous serons attentifs à ce que ces déchets puissent être transférés dans les délais les plus brefs dans la zone de stockage la plus efficace.

 

Monsieur le président, vous constaterez que mon intervention a été brève.

 

Le président: Tout est relatif. Vous avez été plus court que certains, mais plus long que d'autres.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Projets et propositions

Ontwerpen en voorstellen

 

13 Proposition de résolution relative à la protection du Parc national Yasuní en Équateur (1520/1-5)

13 Voorstel van resolutie voor de bescherming van het Nationaal Park Yasuní in Ecuador (1520/1-5)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Kristof Calvo, Thérèse Snoy et d’Oppuers, Dirk Van der Maelen, Christian Brotcorne, Éric Jadot, Juliette Boulet, David Clarinval, Philippe Blanchart, Franco Seminara, François-Xavier de Donnea

 

Discussion

Bespreking

 

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1520/5)

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1520/5)

 

La discussion est ouverte.

De bespreking is geopend.

 

13.01  Daphné Dumery, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.

 

13.02  Christiane Vienne (PS): Monsieur le président, chers collègues, il est vrai qu'une question qui tourne autour d'un parc naturel en Équateur peut sembler très éloignée de nos préoccupations. Pourtant, nous sommes face à des enjeux importants, c'est-à-dire trouver l'équilibre entre la préservation des intérêts économiques d'un pays partenaire de notre Coopération au développement et la préservation d'un parc naturel dont la biodiversité est menacée par les intérêts avides de certains.

 

Cet équilibre ne se trouve pas – vous l'aurez compris –, au niveau d'un seul État mais bien au niveau planétaire. C'est pourquoi notre pays, par l'intermédiaire de Paul Magnette, a soutenu l'initiative Yasuní.

 

Si mon groupe est cosignataire du texte, nous avons déposé des amendements sur trois points essentiels.

 

Tout d'abord ce débat doit, au-delà du cadre bilatéral déjà utilisé par le biais de notre coopération, être mené au niveau européen et multilatéral, notamment dans le souci d'assurer la transparence de la gestion d'un tel fonds et ce, indépendamment du cycle politique de ce pays.

 

Ensuite, il faut généraliser notre approche de ce genre de dossier. Cette confrontation entre intérêts divergents se retrouve dans de nombreux autres dossiers, notamment dans la résolution déjà adoptée ici sur l'Arctique et celle dont nous débattrons sur le parc des Virunga.

 

Enfin, ce débat doit intégrer une dimension sociale afin de veiller à respecter les intérêts de la population locale. Apporter notre appui à cette initiative, c'est également appuyer un processus transparent en faveur des populations.

 

Nous avons également soutenu l'amendement du CD&V visant à imposer comme condition de toute contribution le fait que le suivi de ce projet soit confié à une tierce organisation indépendante.

 

Enfin, je tiens à redire qu'il est évident, pour nous, dans l'état actuel des finances publiques, que les moyens financiers destinés à ce futur fonds ne peuvent peser sur le budget de la coopération belge et compromettre des projets déjà en cours dans ce pays partenaire.

 

Permettez-moi de conclure en disant qu'on ne peut nier la visée internationaliste d'un tel texte. Cette résolution, que nous avons pleinement soutenue, s'inscrit dans un débat plus large, qui est crucial pour notre planète et la sauvegarde de son environnement contre des intérêts économiques aveugles. Sans dire que le modèle Yasuní est la solution, il s'agit urgemment de porter ce débat, au-delà du cas unique de l'Équateur, sur la scène internationale et ce, à travers toute l'Union européenne.

 

Oui, des extractions de pétrole, de minerais et d'autres ressources très profitables sont possibles dans des zones vitales pour notre planète et ses habitants, mais à quel prix! Le prix de condamner notre planète et les générations futures! Le prix du risque de plus en plus grand de déclencher des conflits régionaux et des drames sociaux.

 

Mes chers collègues, ce débat n'est pas clos et cette résolution n'est peut-être qu'un des prémices de l'orientation que devra prendre la communauté internationale à l'avenir.

 

13.03  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Monsieur le président, chers collègues, cette résolution sur le Parc national Yasuní a été introduite par mon collègue M. Calvo et moi-même et co-signée non seulement par des membres de notre groupe mais, avec grand plaisir pour nous, par nombre de collègues. Comme l'a dit Mme Vienne, cette résolution porte en germe un mécanisme de soutien, qui pourrait s'appliquer à beaucoup d'autres cas, où l'exploitation de ressources fossiles est en concurrence avec la préservation du patrimoine naturel et la préservation de ressources très importantes, même du point de vue économique.

 

Le Parc national Yasuní en Équateur est connu pour sa richesse au point de vue écologique et aussi pour abriter des peuples indigènes, qui ont un mode de vie très spécifique qui mérite d'être protégé. Ce parc, malheureusement pour lui, est sous pression en raison de la présence de gisements très importants de pétrole. On parle de 900 millions de barils de pétrole. Cela équivaut à 20 % des réserves de pétrole en Équateur. Vous imaginez l'enjeu pour le gouvernement et combien il doit résister à la pression des sociétés pétrolières ainsi qu'à celle engendrée par les besoins économiques immédiats de son pays!

 

Si l'exploitation de ces réserves devait avoir lieu, ce serait une catastrophe d'ampleur internationale sur le plan environnemental, vu les caractéristiques du parc, vu aussi le rôle joué par ce type de milieu dans la maîtrise des changements climatiques. On peut vraiment admirer le courage du gouvernement équatorien qui a proposé de renoncer à exploiter le sous-sol de son parc. Il a d'ailleurs comptabilisé aussi ce qu'il évitait en termes de CO2. Il a estimé qu'il évitait l'émission de 407 millions de tonnes de CO2.

 

Effectivement, il a renoncé à l'extraction du pétrole dans ce parc tout en lançant un appel à la communauté internationale pour constituer un fonds, s'appelant le Fonds ITT Yasuní, du nom du parc, et qui est géré par le Programme des Nations unies pour le Développement (PNUD).

 

L'idée est que ce fonds soit affecté à deux grandes politiques. D'une part, il s'agit du développement des énergies renouvelables en Équateur et, de l'autre, de la protection des écosystèmes et de la lutte contre la déforestation. L'objectif est aussi de favoriser le développement social des populations installées dans les zones proches ainsi que d'encourager les efforts dans la réduction de la consommation d'énergie dans le pays.

 

Il s'agit donc de soutenir la transition du pays vers un développement durable et équitable en diminuant la dépendance aux énergies fossiles. Cette affectation du fonds serait donc très profitable et pourrait servir d'exemple de mode de développement différent en Amérique latine.

 

Il est également intéressant de noter qu'ils ont associé la population équatorienne à ce projet. S'ils sollicitent le financement de la communauté internationale, ils ont aussi demandé aux Équatoriens de donner un peu d'argent. C'est ainsi qu'ont été rassemblés plus de deux millions de dollars en provenance de la population locale.

 

Heureusement, des États importants comme l'Italie et l'Allemagne ont apporté un soutien à ce projet d'une façon ou d'une autre: promesse de remise de dettes, soutien à des études de faisabilité et d'impact. Par ailleurs, le gouvernement wallon a promis 1,5 million d'euros pour le Fonds Yasuní, dont quelque 500 000 euros ont déjà été versés.

 

En déposant cette résolution, nous voulions essayer d'obtenir un engagement du gouvernement fédéral en faveur de ce projet. Au cours de la discussion en commission, une forte adhésion a été constatée. Néanmoins, quelques collègues ont exprimé une certaine méfiance. Je regrette ainsi quelque peu les amendements du CD&V qui ont fait supprimer le qualificatif "financier" du soutien à accorder au projet. Or il doit justement être d'ordre financier. D'autres ont demandé qu'il y ait des études préalables et qu'il soit garanti que le fonds ne puisse être détourné de son objet et qu'il ne puisse dépendre d'un gouvernement. Je peux le comprendre. Au demeurant, les garanties que vous avez exigées sont là, dans la mesure où ce fonds est géré par une entité indépendante du gouvernement.

 

Depuis 2010, il est géré dans le cadre du Programme des Nations unies pour le Développement par un steering group qui compte des représentants de l'État équatorien, des représentants d'autres donateurs, des représentants de la société civile et des membres du PNUD.

 

Il me semble que l'on peut avoir des assurances sur l'affectation de ce fonds, sur le fait qu'il ne sera pas détourné et qu'il ne dépendra pas de la responsabilité d'un seul département.

 

La résolution amendée a été adoptée à l'unanimité. Le groupe Ecolo-Groen s'en réjouit beaucoup.

 

Comme l'a dit Mme Vienne, il y a un intérêt plus large dans cette résolution, à savoir que le mécanisme que nous soutenons ici pourrait être appliqué ailleurs. Nous y reviendrons assez rapidement et peut-être déjà dans le cadre de la résolution sur le Parc national des Virunga.

 

Pour les écologistes, la lutte contre les changements climatiques et la préservation de la biodiversité doivent amener à un renforcement du soutien accordé aux pays du Sud, propriétaires d'un capital naturel fondamental pour l'humanité. En développement durable, on appelle cela les "responsabilités communes différenciées". Ayant déjà consommé beaucoup de pétrole, nous ne pouvons pas indéfiniment dire aux pays actuellement en voie de développement qu'ils ne peuvent pas consommer le pétrole qui se trouve chez eux sous prétexte que cela détruirait les dernières grandes réserves de la planète. Il faut effectivement sauver ces réserves biologiques mais nous devons contribuer à leur sauvegarde sous le principe de cette responsabilité commune et différenciée. J'espère que nous poursuivrons ce débat.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion est close.

De bespreking is gesloten.

 

Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.

Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.

 

Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.

De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.

 

14 Commission de suivi ‘’abus sexuels’’ – prolongation du mandat de deux membres du Comité scientifique du Centre d'arbitrage en matière d'abus sexuels

14 Opvolgingscommissie ‘’seksueel misbruik’’ – verlenging van het mandaat van twee leden van het Wetenschappelijk Comité van het Centrum voor arbitrage inzake seksueel misbruik

 

La Conférence des présidents du 7 novembre 2012 propose à la Chambre des représentants de prolonger le mandat des membres du Comité scientifique du Centre d'Arbitrage en matière d'abus sexuels désignés par la Chambre, MM. Paul Martens et Herman Verbist, jusqu'au 31 juillet 2013.

De Conferentie van voorzitters van 7 november 2012 stelt aan de Kamer van volksvertegenwoordigers voor het mandaat van de leden van het Wetenschappelijk Comité van het Centrum voor arbitrage inzake seksueel misbruik aangewezen door de Kamer, de heren Paul Martens en Herman Verbist, te verlengen tot 31 juli 2013.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

15 Prise en considération de propositions

15 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

16 Proposition de résolution relative à la protection du Parc national Yasuní en Équateur (1520/5)

16 Voorstel van resolutie voor de bescherming van het Nationaal Park Yasuní in Ecuador (1520/5)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

125

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

125

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (1520/6)

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (1520/6)

 

(De heer Frank Wilrycx heeft ja gestemd)

 

17 Adoption de l’ordre du jour

17 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.

Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.

 

Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.

Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.

 

La séance est levée. Prochaine séance le mercredi 14 novembre 2012 à 14.15 heures.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering woensdag 14 november 2012 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 17.21 heures.

De vergadering wordt gesloten om 17.21 uur.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 53 PLEN 110 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 53 PLEN 110 bijlage.

 

 

 


Détail des votes nominatifs

 

Detail van de naamstemmingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

125

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Colen Alexandra, Collard Philippe, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Madrane Rachid, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Ponthier Annick, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wouters Veerle

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen