Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 21 février 2013

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 21 februari 2013

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14.18 heures et présidée par M. André Flahaut.

De vergadering wordt geopend om 14.18 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.

 

Le président: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

 

Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l’ouverture de la séance:

Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:

Elio Di Rupo.

 

Excusés

Berichten van verhindering

 

Philippe Blanchart, Myriam Delacroix-Rolin, Nahima Lanjri, Patrick Moriau, Jan Van Esbroeck, pour raisons de santé / wegens gezondheidsredenen;

Caroline Gennez, pour devoirs de mandat / wegens ambtsplicht;

Vincent Van Quickenborne, empêché / verhinderd;

Laurent Louis, à l'étranger / buitenslands;

François-Xavier de Donnea, Ingeborg De Meulemeester, Els Demol, Christiane Vienne, OSCE / OVSE.

 

Questions

Vragen

 

01 Questions jointes de

- M. Damien Thiéry au premier ministre sur "la grève du 21 février 2013 et l'attitude du gouvernement face aux revendications du front commun syndical" (n° P1523)

- M. Kristof Calvo au premier ministre sur "la poursuite de la concertation sociale" (n° P1524)

- M. Mathias De Clercq au premier ministre sur "la poursuite de la concertation sociale" (n° P1525)

- Mme Julie Fernandez Fernandez au premier ministre sur "la grève du 21 février 2013 et l'attitude du gouvernement face aux revendications du front commun syndical" (n° P1526)

- Mme Karin Temmerman au premier ministre sur "la poursuite de la concertation sociale" (n° P1527)

- Mme Catherine Fonck au premier ministre sur "la grève du 21 février 2013 et l'attitude du gouvernement face aux revendications du front commun syndical" (n° P1528)

- M. Stefaan Vercamer au premier ministre sur "la poursuite de la concertation sociale" (n° P1529)

- M. Georges Gilkinet au premier ministre sur "la grève du 21 février 2013 et l'attitude du gouvernement face aux revendications du front commun syndical" (n° P1530)

- M. Daniel Bacquelaine au premier ministre sur "la grève du 21 février 2013 et l'attitude du gouvernement face aux revendications du front commun syndical" (n° P1531)

- Mme Zuhal Demir au premier ministre sur "la poursuite de la concertation sociale" (n° P1547)

01 Samengevoegde vragen van

- de heer Damien Thiéry aan de eerste minister over "de staking van 21 februari 2013 en de houding van de regering ten overstaan van de eisen van het gemeenschappelijk vakbondsfront" (nr. P1523)

- de heer Kristof Calvo aan de eerste minister over "het vervolg van het sociaal overleg" (nr. P1524)

- de heer Mathias De Clercq aan de eerste minister over "het vervolg van het sociaal overleg" (nr. P1525)

- mevrouw Julie Fernandez Fernandez aan de eerste minister over "de staking van 21 februari 2013 en de houding van de regering ten overstaan van de eisen van het gemeenschappelijk vakbondsfront" (nr. P1526)

- mevrouw Karin Temmerman aan de eerste minister over "het vervolg van het sociaal overleg" (nr. P1527)

- mevrouw Catherine Fonck aan de eerste minister over "de staking van 21 februari 2013 en de houding van de regering ten overstaan van de eisen van het gemeenschappelijk vakbondsfront" (nr. P1528)

- de heer Stefaan Vercamer aan de eerste minister over "het vervolg van het sociaal overleg" (nr. P1529)

- de heer Georges Gilkinet aan de eerste minister over "de staking van 21 februari 2013 en de houding van de regering ten overstaan van de eisen van het gemeenschappelijk vakbondsfront" (nr. P1530)

- de heer Daniel Bacquelaine aan de eerste minister over "de staking van 21 februari 2013 en de houding van de regering ten overstaan van de eisen van het gemeenschappelijk vakbondsfront" (nr. P1531)

- mevrouw Zuhal Demir aan de eerste minister over "het vervolg van het sociaal overleg" (nr. P1547)

 

01.01  Damien Thiéry (FDF): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, chers collègues, il est de notoriété publique que nous vivons dans le pays du surréalisme. Même l'Europe en fait état régulièrement. Une fois de plus, nous en avons un exemple parlant.

 

En effet, monsieur le premier ministre, vous nous dites, début du mois de février, de ne pas nous inquiéter, car tout fonctionne bien et que nous sommes même les meilleurs élèves de l'Europe. En définitive, aujourd'hui, nous avons affaire à une manifestation, sans parler des grèves qui ont eu lieu. En tout cas, ce qui est certain, c'est qu'elle traduit un mécontentement clair. À vous entendre, tout le monde ne tient pas le même langage!

 

La question qu'il faut se poser maintenant est de savoir si un dialogue subsiste encore. Nous ne sommes pas tous du même avis, mais de toute évidence, le malaise social est extrêmement présent. Il est bien réel. Ce qui pose problème à tous ces manifestants, c'est qu'ils ne voient pas de projet, ils n'ont aucune perspective d'avenir, ils n'ont réellement aucun espoir auquel se raccrocher pour apercevoir une lueur d'amélioration dans les mois et les années qui viennent.

 

Il existe pourtant un certain nombre d'accords entre les employeurs et les syndicats. Il y a deux exemples bien précis: d'une part, l'augmentation des allocations sociales et, d'autre part, les baisses des cotisations patronales.

 

En définitive, monsieur le premier ministre, ce que l'on vous reproche à l'heure actuelle, c'est quelque part l'immobilisme de votre gouvernement. Des propositions, il y en a. Par contre, ce que l'on constate, c'est qu'il y a de plus en plus de dissensions au niveau du gouvernement. On se pose la question de savoir quelle est la position des uns et des autres avec la ministre de l'Emploi? C'est là où se trouve le problème: l'immobilisme dû à la non-entente au niveau de la majorité.

 

Alors, les gens ont peur. Je terminerai par là, monsieur le premier ministre: les gens ont peur. Vous avez en son temps, un jour, utilisé l'image du "bain de sang social". C'était une bien belle formule, et elle vous a servi: votre présence ici aujourd'hui en est la preuve. Mais maintenant, j'espère que vous allez nous expliquer clairement ce que vous allez faire, monsieur le premier ministre, pour éviter ce bain de sang social! Les gens vous demandent d'agir non seulement au niveau de l'Europe mais bien ici en Belgique, parce que les manifestants n'en avaient que faire de l'Europe! C'est leur avenir aujourd'hui en Belgique qui est en jeu, et c'est à ce sujet qu'ils veulent une réponse!

 

01.02  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de premier, twee uur geleden stond onze fractie nog op de Anspachlaan, niet toevallig aan de beurs, om daar 30 000 tot 40 000 manifestanten een hart onder de riem te steken.

 

Was ik het met elk punt en elke komma van elke flyer eens? Neen. Werd ik enthousiast van alles wat werd gescandeerd? Neen. Onze fractie was wel present omdat we een heleboel van de inhoudelijke eisen begrijpen en steunen, net zoals het gevoel van verontwaardiging.

 

Er zijn vandaag redenen genoeg om als werknemer op straat te komen. Er is de affaire Dexia. Er zijn de fiscale constructies van middenveldorganisaties tot multinationale ondernemingen. Er is de uitholling van de index. Er is de unilaterale loonbevriezing. Zo kan ik nog wel even voortgaan. Uw regering slaagt er niet in om samen sociaal te hervormen. Sterker – en het is goed dat de heer De Croo net toekomt – uw regering kan zelfs geen akkoorden, geboekt door sociale partners, omzetten in wetgeving. Uw regering maakt bestaand moeilijk sociaal overleg nog moeilijker.

 

Er is de opmerkelijke rol van de minister van Werk, mevrouw De Coninck, die de visionaire, leidinggevende en verbindende figuur zou moeten zijn, maar daar allesbehalve in slaagt. Ik heb hier het interview van Humo met mevrouw De Coninck. Ik lees Humo heel graag. Sociaal overleg voer je niet via Humo, maar aan de onderhandelingstafel.

 

De vraag die onze fractie zich stelt, is wanneer uw regering met staken stopt. Wanneer zal uw regering de akkoorden die door de sociale partners zijn geboekt, omzetten en respecteren?

 

Wat hebt u deze ochtend verteld? Wat vertelt u aan de 30 000 tot 40 000 mensen die vandaag terecht boos en verontwaardigd zijn?

 

01.03  Mathias De Clercq (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ons land is vandaag in de ban van de nationale actiedag en was de afgelopen maanden, weken en dagen in de greep van het sociaal overleg of, beter gezegd, het gebrek daaraan.

 

Het sociaal overleg zit in het slop en werd abrupt opgeblazen door een bepaalde partner. Nochtans, en dat hoeft geen betoog, zijn de hervormingen op onze arbeidsmarkt fundamenteel en nodig.

 

Mijnheer de eerste minister, het sociaal overleg zal sociaal zijn of zal niet zijn. Door zich af te keren van de nodige hervormingen keert men zich uiteindelijk ook tegen de toekomst, een toekomst voor onze gezamenlijke samenleving, voor onze totale maatschappij, een toekomst die in het verleden steeds mee vorm heeft gekregen door dat sociaal overleg.

 

Ook ik, als jong politicus, wil blijven geloven in dat sociaal overleg, maar door het schouwspel van de afgelopen weken wordt dat moeilijker en moeilijker.

 

Mijn fractie staat voor die hervormingen, staat voor die verandering en wil die vooropgestelde hervormingen doorvoeren met de sociale partners als het kan, zonder als het moet, want het primaat van de politiek blijft voor mij een belangrijk uitgangspunt.

 

De uitdagingen waar wij voor staan, zijn groot.

 

Mijnheer de eerste minister, er moet nu echt duidelijkheid komen en er moet in het belang van de huidige en de toekomstige generaties landgenoten een perspectief worden geboden.

 

Mijnheer de voorzitter, ik heb derhalve twee vragen.

 

Ten eerste, mijnheer de eerste minister, wat is het resultaat van de bemiddelingspoging van de minister van Werk?

 

Ten tweede, zal de regering effectief zelf knopen doorhakken, de richting aangeven en een perspectief bieden, om dit land uit de sociale impasse te halen?

 

01.04  Julie Fernandez Fernandez (PS): Monsieur le premier ministre, aujourd'hui le front commun syndical a appelé à manifester en soutien au pouvoir d'achat, et plus globalement pour exprimer son mécontentement face à des mesures budgétaires ou liées à la compétitivité de notre économie. De grandes délégations de Ford Genk et d'ArcelorMittal nous rappellent, s'il en est besoin, le climat d'inquiétude dans lequel se trouvent les travailleurs, notamment à cause des restructurations que nous connaissons.

 

Nous sommes bien évidemment sensibles au message qui nous est adressé, mais nous devons aussi rappeler que, contrairement à d'autres pays européens, votre gouvernement a tourné le dos à une série de mesures. Chez nous, pas de recul de l'âge de la pension, pas de coupes budgétaires dans les budgets sociaux, pas de démantèlement des salaires, pas de rabotage dans les soins de santé à charge des patients. Et nous avons préservé l'index.

 

Rappelons aussi qu'il y a quelques semaines, vous avez engrangé une série de préaccords sur des dossiers cruciaux tels que la réduction des charges des entreprises, le relèvement des salaires minimums ou encore la liaison des allocations sociales au bien-être. Les travailleurs s'inquiètent du retard pris dans ces dossiers et de leur concrétisation. Pouvez-vous nous donner l'agenda du gouvernement en la matière?

 

Par ailleurs, suite au grippage de la concertation sociale, vous avez donné une mission de conciliation à la ministre de l'Emploi. Pouvez-vous nous dire où en est cette mission?

 

Monsieur le premier ministre, tant qu'il n'y a pas d'accord sur tout, il n'y a d'accord sur rien. Quelle réponse pouvez-vous donner aujourd'hui face à l'inquiétude des travailleurs?

 

01.05  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de eerste minister, vandaag hebben drie vakbonden in Brussel betoogd, samen met heel veel mensen. Dit is een zeer duidelijk signaal. In een economische crisis moeten moeilijke beslissingen worden genomen. Er leeft heel veel ongerustheid bij de mensen. Heel veel gezinnen komen niet rond, heel veel gezinnen voelen de crisis aan den lijve, heel veel gezinnen zijn het slachtoffer van de vele ontslagen. Dit is in heel Europa zo, in België is het niet anders. Mijn fractie heeft er dan ook alle begrip voor dat de ongerustheid heel duidelijk wordt geuit. Een duidelijk signaal, mijnheer de eerste minister.

 

Tegelijkertijd willen wij echter ook benadrukken dat deze regering er wel degelijk in slaagt om ons land op een sociale manier door de crisis te loodsen. Zij deinst er niet voor terug om moeilijke beslissingen te nemen, maar de sociale bescherming en de koopkracht van de gezinnen worden daarbij wel gevrijwaard. Zo is er een budget om de uitkeringen te verhogen en worden de lonen verhoogd dankzij de automatische indexering, iets wat heel veel naburige landen ons benijden. Mijnheer de eerste minister, in ons land worden de lonen en de uitkeringen verhoogd. In vele andere Europese landen kan men daar alleen maar van dromen.

 

De regering en de sociale partners hebben zich geëngageerd om de komende weken en maanden nog belangrijke beslissingen te nemen, onder meer over de verdeling van de welvaartsenveloppe en over het statuut arbeiders-bedienden.

 

Ik heb hier vorige keer al gezegd dat het noodzakelijk is dat men bij dergelijke moeilijke beslissingen een zeer breed draagvlak heeft. Vandaar het grote belang van deze onderhandelingen waarbij iedereen, elke partner op zich, zijn of haar verantwoordelijkheid moet nemen. Het is belangrijk dat wij heel snel tot resultaten komen.

 

Mijnheer de eerste minister, ik heb dan ook enkele vragen. Welke nieuwe afspraken werden er gemaakt om het sociaal overleg terug vlot te krijgen? Welk traject zal de regering volgen om tot een goed, degelijk sociaal akkoord te komen?

 

01.06  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, messieurs les ministres, chers collègues, à l'appel des syndicats, des milliers de personnes défilent aujourd'hui dans les rues de Bruxelles. Parallèlement, la concertation sociale patine depuis plusieurs semaines et le climat social se dégrade. Pourtant, quatre accords sont intervenus entre les syndicats et les patrons. Ces accords concernaient l'enveloppe de bien-être pour relever les pensions les plus anciennes et les plus basses, la diminution des charges patronales et le coût du travail, le salaire minimum des jeunes et la flexibilité.

 

Pour sortir de l'impasse et pour tenter de rétablir un climat positif, il est temps que le gouvernement concrétise les quatre accords intervenus entre les partenaires sociaux.

 

Monsieur le premier ministre, quand allez-vous traduire ces accords? Comment allez-vous œuvrer pour rétablir un climat positif indispensable pour la suite des dossiers à négocier entre partenaires sociaux?

 

01.07  Stefaan Vercamer (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, de 30 000 mensen die vandaag naar Brussel zijn gekomen, zijn ongerust. Zij zijn ongerust over het verloop van het sociaal overleg, maar vooral ook ongerust over hun eigen job, gezien de onzekerheid die er heerst, met sluitingen en herstructureringen.

 

Ik begrijp de ongerustheid van die mensen. Het sociaal overleg zit inderdaad reeds weken in het slop. Via het sociaal overleg wil men tot afspraken komen voor een versterking van de concurrentiekracht van onze bedrijven, door loonlastenverlaging en flexibilisering van de arbeid. Men wil ook tot afspraken komen over de bescherming van de koopkracht, via welvaartvastheid, via de besteding van die enveloppe en via de verhoging van de minimumlonen. Daarover gaat het.

 

Die 30 000 mensen weten uit ervaring hoe cruciaal het is dat er afspraken worden gemaakt en dat deze worden nageleefd, voor de goede werking van het bedrijf en voor het handhaven van de sociale vrede.

 

Ook voor ons blijft het sociaal overleg nog steeds het belangrijkste instrument om tot afspraken te komen in sociaal-economische dossiers, maar dan mag men natuurlijk niet weglopen van de onderhandelingstafel en dan moet de regering er inderdaad alles aan doen om dat sociaal overleg te vergemakkelijken en om vertrouwen op te bouwen. Dat doet men evenwel niet door als minister van Werk een openlijke mediaoorlog te voeren met de partners, zeker niet wanneer die minister de opdracht heeft gekregen om via informele contacten zeer voorzichtig dat vertrouwen te herwinnen.

 

Ook hier geldt dat men het beste aan tafel zegt wat men te zeggen heeft, maar niet via de kranten.

 

Een tweede belangrijk signaal dat deze regering kan geven om het vertrouwen te herwinnen, is duidelijkheid creëren over het respecteren van de reeds gemaakte afspraken. Dit wil ook zeggen dat men dan van de sociale partners mag verwachten dat zij zich engageren en moedig leiderschap betonen in moeilijke dossiers en ook in het moeilijkste dossier, met name dat van het eenheidsstatuut. Als zij dat niet doen, mogen zij ook niet klagen als anderen dit in hun plaats zullen doen. Vandaar dat het aangewezen is om vandaag alles in het werk te stellen om een perspectief te creëren om tot oplossingen te komen.

 

Mijnheer de eerste minister, hoever staat het met de informele contacten met de sociale partners? Is er een perspectief dat de groep van tien morgen opnieuw rond de tafel zal zitten? Zal de regering de voorstellen honoreren over de besteding van de welvaartsenveloppe, die ter tafel liggen?

 

01.08  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, j'étais en fin de matinée dans les rues de Bruxelles avec plusieurs dizaines de milliers de travailleurs: des Wallons, des Bruxellois, des Flamands, venant du secteur industriel, du secteur non marchand, de la fonction publique, des travailleurs qui sont fâchés, inquiets et déterminés.

 

Monsieur le premier ministre, madame Fonck, madame Fernandez, mijnheer Vercamer, votre gouvernement joue avec le feu en sabotant délibérément la concertation sociale.

 

Vous refusez de mettre en oeuvre les accords visant à relever les allocations les plus basses.

 

Vous ne répondez pas au secteur non marchand qui demande, légitimement, à bénéficier de réductions de cotisations sociales.

 

Vous avez décidé d'un blocage salarial que vous voulez prolonger via une modification de la loi de 1995 et vous envoyez votre ministre de l'Emploi. Quel meilleur pompier pyromane peut-on imaginer pour rétablir le dialogue?

 

Depuis des semaines, nous vous demandons de répondre à ces questions, de donner un signal clair. Croyez-vous vraiment que notre pays pourra relever les défis sociaux, économiques, environnementaux sans les partenaires sociaux?

 

Croyez-vous vraiment qu'on y arrivera en jouant les uns contre les autres, en faisant payer aux travailleurs une fois, deux fois, trois fois les mêmes maigres avancées, en remettant en cause des conquêtes sociales historiques – je pense à la réforme des pensions –, en pratiquant une austérité qui frappe les plus faibles? Nous ne le croyons pas. Nous pensons qu'il y a des alternatives. Nous vous demandons de mettre sur la table un véritable projet.

 

Ma question est toute simple. Elle est la même depuis la rentrée de janvier. Qu'allez-vous faire, monsieur le premier ministre, pour rétablir le dialogue et la confiance?

 

01.09  Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, chers collègues, quels que soient les positionnements des uns et des autres, la manifestation qui a lieu aujourd'hui nous rappelle deux choses. D'abord, c'est la nécessité de remettre sans cesse la concertation sociale sur le métier. Ensuite, c'est aussi la nécessité de lever les incertitudes.

 

Ce grand malaise traduit l'incompréhension et les interrogations suscitées par une attitude qui n'est pas toujours très claire, avouons-le, car les voix sont parfois discordantes. Les décisions ne sont pas toujours fermes quand il s'agit de réformes de structures – qui sont pourtant bien nécessaires et qui font d'ailleurs partie de l'accord de gouvernement. Il est donc nécessaire de clarifier les positions de ce dernier. Il n'y a rien de pire que l'incertitude, qui génère de l'inquiétude et de l'angoisse chez beaucoup de travailleurs, non seulement ceux qui manifestaient aujourd'hui, mais aussi ceux qui sont à leur travail.

 

Je note également avec une certaine inquiétude la confusion dans les termes utilisés.

 

Monsieur le premier ministre, il doit s'agir d'un grand malentendu dans l'utilisation des termes, dans la définition des objectifs, dans la constatation de la réalité.

 

Comme vous l'avez dit vous-même, nous n'avons pas développé une politique d'austérité, comparée à celles de bon nombre de pays européens, mais une politique de rigueur, qui est nécessaire. Cette politique est compatible avec la relance: elle vise à renforcer le pouvoir d'achat, à réduire les pièges à l'emploi, à favoriser la compétitivité des entreprises, objectifs nécessaires face à ce que l'on peut concevoir aujourd'hui comme une crise sociale.

 

Monsieur le premier ministre, j'entends que vous comptez rencontrer les syndicats. Que leur direz-vous au nom du gouvernement? Quelle est la position du gouvernement concernant les accords partiels déjà intervenus? Allez-vous les concrétiser? Quelle est la position du gouvernement en matière de flexibilité? Quelle est la position du gouvernement en matière de réforme du marché du travail ainsi que – élément important – du statut unique des ouvriers et des employés?

 

En bref, quel est votre échéancier? Comment remettre en place une concertation sociale qui, de l'avis de tous, est nécessaire dans notre pays?

 

01.10  Zuhal Demir (N-VA): Mijnheer de eerste minister, heren ministers, hoe is het zover gekomen? Ik vind de vragen die de meerderheidspartijen u hier stellen eigenlijk hallucinant.

 

Sta mij even toe uw geheugen op te frissen. Minister Vanackere kan misschien meeluisteren. U bent alle drie anderhalf jaar geleden overeengekomen en hebt ingeschreven in uw regeerakkoord dat u al de grote hervormingen, zoals het eenheidsstatuut, de flexibilisering, de annualisering en het nieuwe ontslagrecht, zou uitbesteden aan de sociale partners. Over al die dossiers zei u: “Tirez votre plan, sociale partners, doe het maar zelf!” Nu bent u verbaasd dat men er niet uitgeraakt. Eerlijk gezegd, ik zag het al van ver aankomen. Het stond in de sterren geschreven.

 

Wat is er vervolgens gebeurd? Minister De Coninck is het veld ingestuurd om de vakbonden te masseren en opnieuw aan tafel te brengen. Dinsdag zegt Mathias De Clercq in de commissie dat dit het primaat van de politiek is en Open Vld daar altijd voorstander van is geweest. Grote hervormingen moeten volgens hem in het Parlement worden besproken. Politici moeten hun verantwoordelijkheid nemen en grote hervormingswetten bespreken en goedkeuren in het Parlement.

 

Dinsdag zou onze commissie het gezamenlijk wetsvoorstel behandelen van N-VA, MR en Open Vld, over de annualisering van de arbeidstijd. Het was geagendeerd. Omdat de sociale partners er niet uitgeraken heb ik voorgesteld dit voorstel te bespreken en goed te keuren. Wie vond evenwel dat het opnieuw door de sociale partners moest worden behandeld, de heer De Clercq zelf!

 

Mijnheer De Clercq, u hebt mijn voorstel tot behandeling afgewezen. Het primaat van de politiek, ik weet niet waar u dat uithaalt, want u hebt zelf voorgesteld om die dossiers terug te sturen naar de sociale partners. De sociale partners geraken er echter niet uit.

 

Mijnheer de premier, daarom wil ik graag vernemen wat de concrete output is van het gesprek van de ministers De Coninck en De Croo en uzelf met de sociale partners.

 

Ten tweede, welk tijdspad hebt u afgesproken met de sociale partners?

 

Ten derde, zal de federale regering de aangekondigde hervormingen doorvoeren? Ik som ze nog even op: de loonhervorming, het eenheidsstatuut, annualisering en flexibiliteit. Alle lidstaten van Europa hebben al die hervormingen doorgevoerd, behalve België. Wanneer zult u dat doen? Het is niet vijf voor twaalf, maar zelfs al vijf over twaalf. De deadline van 8 juli voor het eenheidsstatuut komt eraan.

 

01.11  Elio Di Rupo, premier ministre: Monsieur le président, chers collègues, je vous remercie pour vos interventions. Permettez-moi, au nom du gouvernement, d'apporter quelques précisions.

 

Op 5 februari heeft het kernkabinet met spijt akte moeten nemen van de opschorting van het sociaal overleg. De voorbije twee weken zijn er informele contacten gelegd met de sociale partners om een antwoord te vinden op de gestelde vragen.

 

Het is nu tijd voor oplossingen. Het sociaal overleg moet snel en in de best mogelijke omstandigheden opnieuw worden opgestart. Het kernkabinet komt daarvoor deze namiddag opnieuw samen.

 

Chers collègues, je comprends les difficultés auxquelles sont confrontés notamment les travailleurs. Le gouvernement est solidaire, en particulier des nombreuses personnes qui ont perdu leur emploi. Nous en avons longuement parlé au sein de cette honorable assemblée.

 

Vous le savez, le gouvernement a adopté une stratégie de relance à laquelle nous voulons que les Régions et les partenaires sociaux, fédérations de patrons et syndicats, participent. C'est bien entendu par la concertation que nous parviendrons à sortir notre pays des difficultés. Nous ne redresserons notre pays qu'en unissant nos efforts, patrons, syndicats et gouvernement.

 

Je voudrais être très clair: il n'y a pas d'un côté les bons et de l'autre les méchants. Nous sommes tous dans le même bateau et nous cherchons les meilleures issues, dans l'intérêt de tous les citoyens de notre pays.

 

Chers collègues, je ne vais pas refaire ici la liste des mesures, dures, prises par d'autres pays qui ont l'euro comme monnaie. Contrairement à ce que certains affirment – je l'ai encore lu et entendu –, il n'y a pas de gel des salaires mais bien une modération. Cette modération s'est imposée non pas par la volonté du gouvernement mais par les faits! Les citoyens peuvent en attester: les pensionnés, les personnes qui ont un emploi, les personnes qui cherchent un emploi ont reçu une augmentation de 2 %, voire un peu plus, depuis décembre 2012 jusqu'à aujourd'hui, en fonction de certains types d'accords. C'est une réalité!

 

Bien entendu, il est très facile pour l'opposition de dire: "Je marche avec les syndicats". Tout le monde peut le faire! Mais dans une situation aussi difficile que celle que connaissent notre pays et les pays de la zone euro, l'heure est à la responsabilité et pas à l'irresponsabilité! (Applaudissements)

 

Outre ces questions liées à l'augmentation des salaires, je dois ajouter que les bas salaires ont également augmenté de manière significative. Malgré cette situation très difficile – il faut savoir de quoi nous parlons – les interlocuteurs sociaux, patrons et syndicats, ont cette faculté de proposer l'affectation, je le répète, malgré une situation hyper difficile, de 480 millions pour 2013 et 800 millions pour 2014 pour discuter (patrons, syndicats avec le concours du gouvernement) de domaines très importants, comme la réduction des cotisations sociales, le salaire minimum, l'adaptation d'un certain nombre de revenus au bien-être, le secteur non marchand.

 

Au stade où nous en sommes, j'appelle chacun à prendre ses responsabilités pour contribuer à améliorer la situation de notre pays, laquelle implique un certain nombre d'éléments. Mais le gouvernement se préoccupe d'un point, à savoir que malgré toutes les difficultés, chaque fois que l'on peut, on doit tenter de créer davantage d'emplois. Je dirai que chaque million, chaque dizaine de millions, chaque centaine de millions doivent contribuer à la création d'emplois.

 

Bien entendu, nous sommes partenaires et nous discutons en matière de souplesse dans l'organisation du travail, en matière de relations employés-ouvriers, et de l'adaptation en fonction de l'arrêt de la Cour constitutionnelle. Chacun doit prendre ses responsabilités. Le gouvernement prendra les siennes dans une concertation qui sera positive, comme elle l'a été, et dans un dialogue constructif.

 

C'est la raison pour laquelle j'inviterai avec le kern, la semaine prochaine, patrons et syndicats, à reprendre le dialogue entre eux avec le soutien du gouvernement.

 

Beste collega’s, België is geen eiland. Overal in Europa moeten regeringen rekening houden met de zware last die de financiële en economische crisis heeft veroorzaakt en met het uitblijven van de economische groei die nodig is om uit die crisis te geraken. Ondanks het terugvallen van de groei slagen wij er in België in om onze overheidsfinanciën te saneren en, ten eerste, de koopkracht van onze gezinnen maximaal te beschermen, ten tweede, tegelijk zuurstof te geven aan onze kmo’s en bedrijven en, ten derde, tegelijk de zwaksten in onze maatschappij te ondersteunen.

 

01.12  Damien Thiéry (FDF): Monsieur le premier ministre, vous êtes manifestement le roi des belles formules! Après le "bain de sang social", dont j'ai parlé tout à l'heure, nous voilà à l'heure de la responsabilité ou de l'irresponsabilité. Si j'entends bien ce que vous venez de dire, il faut se poser la question de savoir si les gens qui sont dans la rue aujourd'hui et qui manifestent pour ce que vous savez sont vraiment aussi à l'heure de l'irresponsabilité.

 

Vous voulez renouer avec le dialogue, je pense que tout le monde sera d'accord pour dire qu'il faut le faire. Mais laissez au moins aux partenaires une marge de manœuvre pour qu'ils puissent s'exprimer, pour qu'ils puissent avancer. Et écoutez-les! Montrez qu'au-delà des luttes intestines au sein de votre gouvernement, vous êtes prêt à avancer et à rendre la confiance aux Belges. C'est ce que nous vous demandons.

 

01.13  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is een beetje vreemd, op een dag dat er een kamerbrede consensus is over het feit dat wij een draagvlak moeten zoeken, dat u probeert om er een plat spelletje van meerderheid en oppositie van te maken.

 

U zei dat wij allemaal in dezelfde boot zitten. Nous sommes tous dans le même bateau. Inderdaad, en daarvoor hebben wij een sterke kapitein nodig, een kapitein die verbindt en die een visionair is.

 

Mocht u dezelfde assertiviteit die u toont ten aanzien van de collega’s van Ecolo — want u bent al in campagnetijd — aan de dag leggen ten opzichte van de haute finance, ten opzichte van de Electrabels van deze wereld of ten aanzien van de minister van Werk die het sociaal overleg moeilijker maakt, dan zou u een goede kapitein van die boot zijn.

 

Onze fractie is niet voor de status-quo, waarbij men alles laat gebeuren zoals het de voorbije vijftig jaar gebeurde; onze fractie is voor hervorming.

 

Open Vld vraagt nu al twee jaar een commissie over de fiscale hervorming. Welnu, pak de fiscale hervorming aan, verschuif de lasten van arbeid naar vermogen en vervuiling. Als u die hervorming doet, brengt u meer dan 30 000 mensen op straat. Dan brengt u niet alleen werknemers op straat maar ook werkgevers, niet om te protesteren maar om te applaudisseren. Dat zou er moeten gebeuren in dit land.

 

01.14  Mathias De Clercq (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Voor mijn fractie is inderdaad de tijd gekomen om duidelijk richting te geven, perspectief te bieden en knopen door te hakken.

 

Mijnheer de eerste minister, laat het duidelijk zijn, ook in het licht van het kernkabinet van deze middag, voor mijn fractie van Vlaamse liberalen is het essentieel dat het totaal pakket aan maatregelen wordt doorgevoerd en niet alleen het pakket dat wordt gefinancierd door het zakgeld dat door de regering op tafel wordt gelegd.

 

Mevrouw Demir, ik heb van u geen lessen te krijgen. Als puntje bij paaltje komt, doet uw partij altijd net hetzelfde als wat u vandaag het ABVV verwijt. U ontvlucht uw verantwoordelijkheid en als het moeilijk wordt dan verlaat u de tafel. Dat is de realiteit.

 

01.15  Julie Fernandez Fernandez (PS): Monsieur le président, je remercie bien évidemment le premier ministre de sa réponse. Je la comprends comme un appel constructif à la reprise de la concertation, que nous soutenons évidemment de toutes nos forces.

 

Je me permets enfin de dire à M. Gilkinet, puisqu'il m'a citée, que les membres du groupe socialiste n'ont besoin ni de manifestations, ni de caméras de télévision, ni de Belga, ni de tribune à la Chambre pour être quotidiennement aux côtés des travailleurs.

 

01.16  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik ben heel blij met uw antwoord.

 

Het bevat een aantal elementen waarvan een van de belangrijkste is dat alle maatregelen die wij in de toekomst moeten nemen over jobcreatie moeten gaan.

 

Een tweede element is dat wij een en ander gezamenlijk moeten doen. Wij moeten de dialoog opnieuw opstarten en gezamenlijk naar een oplossing zoeken om uit de huidige crisis te komen.

 

Collega’s, ik hoop dat zij die hier, op de rug van de mensen die het nu erg moeilijk hebben, af en toe de populistische toer opgaan, in het vervolg een ander discours zullen aanhouden. Ik hoop dat zij ook hun verantwoordelijkheid zullen nemen om dit land verder de goede richting uit te duwen.

 

01.17  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour votre réponse. Vous avez raison: la concertation sociale et le dialogue doivent évidemment reprendre, c'est comme cela que nous pourrons faire avancer l'intérêt général. Mais pour rétablir ce dialogue et cette confiance, le gouvernement doit aussi prendre ses responsabilités et avancer. Pour nous, il est temps que les quatre accords intervenus entre patrons et syndicats puissent être concrétisés et traduits.

 

01.18  Stefaan Vercamer (CD&V): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

U zegt heel terecht dat snel reageren en snel het sociaal overleg terug opstarten de beste antwoorden zijn om de onrust weg te nemen bij die 30 000 betogers. Dat is ook de mening van CD&V.

 

Als de Groep van 10 terug rond de tafel gaat zitten, engagementen aangaat en afspraken maakt over alle dossiers die op tafel liggen dan kan morgen de rust terugkeren. Wij hopen en rekenen erop dat de regering zich daarbij als een echte bruggenbouwer opstelt zodat iedereen op zijn plaats zijn verantwoordelijkheid neemt in het belang van de bedrijven en de 30 000 personen die vandaag in Brussel hebben betoogd.

 

01.19  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je prends acte avec intérêt de la position du premier ministre et du groupe socialiste quant à l'utilité, l'intérêt, la légitimité de la présence de mandataires politiques là où les travailleurs manifestent. Il est parfois utile d'y être pour prendre la température et, y compris, recevoir des critiques: en effet, je n'ai pas reçu que des fleurs!

 

Qu'est-ce que la responsabilité, monsieur le premier ministre, puisque c'était le thème de votre intervention? Je voudrais vous dire que nous n'avons pas peur de prendre nos responsabilités, que ce soit dans le cadre de la réforme de l'État ou des participations que nous assumons quand il s'agit d'aller au bras de fer avec les producteurs énergétiques ou les banquiers,… (Brouhaha dans l'hémicycle) …y compris, face au conservatisme de tous bords, quand il s'agit de protéger les plus faibles et d'étudier des réformes fondamentales.

 

Mais la responsabilité, monsieur le premier ministre, c'est aussi répondre aux partenaires sociaux quand ils viennent avec des accords, de les mettre en œuvre. J'entends Mme Fonck qui le réclame, mais cela fait des semaines que je le réclame.

C'est aussi prendre les décisions nécessaires en matière de régulation du secteur bancaire, du secteur financier, du secteur énergétique. Nous les attendons.

C'est encore réformer un système fiscal injuste et inefficace, investir dans les emplois de demain. Nous ne le voyons pas et nous avons plutôt l'impression que vous mettez en œuvre, sans lui, le programme du parti le plus important de ce parlement.

 

01.20  Elio Di Rupo, premier ministre: Monsieur le président, je voudrais juste donner un exemple à M. Gilkinet.

 

Le gouvernement et les partenaires sociaux étaient en discussion avec un agenda. Les membres du kern avaient, entre autres, osé relever un point: cette honorable assemblée, à l'unanimité, avait évoqué la nécessité d'une formation, notamment dans certaines conditions de chômage, économique ou autre. Le gouvernement – peut-être a-t-il mal réagi et vous me le direz – a donc transmis ce que le parlement, à l'unanimité, avait estimé nécessaire dans ces cas.

 

Nous leur avons demandé de voir si, par hasard, dans leurs propositions – puisqu'ils allaient continuer à discuter –, il ne serait pas possible de trouver une solution qui permettrait au gouvernement de revenir devant vous et de dire que le parlement est écouté.

 

Monsieur le président, je voudrais dire à M. Gilkinet, que peut-être nous avons mal fait. Je veux bien le reconnaître. Mais on pensait qu'en agissant de la sorte, on tenait compte de l'avis de ce qui est pour moi l'instance de contrôle du gouvernement, le parlement. On a entendu tant de fois que le parlement voudrait faire ceci ou cela. Le parlement, à l'unanimité, a donné une impulsion. On s'est permis de la transmettre.

 

Je redis qu'il n'y a pas d'un côté les bons et d'un autre côté les méchants!

 

01.21  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, il n'y a pas d'un côté les responsables et de l'autre les irresponsables! Vous prenez des exemples qui vous arrangent bien!

 

Je ne dis pas que le politique a une direction à donner en concertation avec les partenaires sociaux mais je peux vous donner de nombreux contre-exemples: la diminution de l'enveloppe destinée à la liaison au bien-être, décidée à l'origine de votre gouvernement alors qu'elle avait été obtenue de haute lutte par les partenaires sociaux dans le cadre du Pacte des générations, la décision de blocage des salaires, …

 

Le président: Monsieur Gilkinet, il s'agit d'une réplique!

 

01.22  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Je parle autant que le premier ministre!

 

Le président: Je vous invite à terminer votre intervention.

 

01.23  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): … la décision de modifier le panier de la ménagère avec un objectif clair de modération salariale, vos projets visant à modifier la loi de 1995 sur la compétitivité pour un blocage des salaires. Tout cela est de nature, comme je l'ai dit, à saboter la concertation sociale. Or – et je crois qu'il y a un consensus au sein de ce parlement à ce sujet – nous en avons besoin pour relever tous les défis de demain en matière sociale, économique ou environnementale.

 

01.24  Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, j'entends bien votre réponse et votre appel à la responsabilité, en quelque sorte. Je veux dire à notre collègue manifestant que, s'il n'a pas reçu que des fleurs, c'est parce que, fondamentalement, chacun et chacune – ceux qui manifestent comme ceux qui ne le font pas – ressentent bien que l'irresponsabilité n'est respectueuse ni de ceux qui travaillent ni de ceux qui cherchent un emploi. Je pense donc que nous devons, tous ensemble dans ce parlement, soutenir l'action d'un gouvernement qui recherche une solution. Celle-ci passe, je l'espère, par la concertation sociale.

 

Mais, quoi qu'il advienne, ce gouvernement devra prendre des décisions visant à réformer plusieurs structures dans ce pays. Il s'agit d'ouvrir de nouvelles perspectives à ceux qui travaillent ou à ceux qui cherchent un emploi, en s'appuyant sur le formidable réseau de PME existant dans ce pays, en réduisant les charges pesant sur le travail et en favorisant la prospérité et la création d'emplois. J'estime que c'est possible, mais cela appelle chacun à une certaine responsabilité.

 

01.25  Zuhal Demir (N-VA): Mijnheer de premier, ik weet niet op welke planeet u leeft, want u zegt dat u de kmo’s zuurstof hebt gegeven, maar ik lees elke dag – ik word er ook over aangesproken in Antwerpen en Vlaanderen – dat er heel veel faillissementen zijn bij de kmo’s. Er worden dagelijks werknemers ontslagen, omdat bedrijven herstructureren of omdat bedrijven wegtrekken doordat de loonlasten hier te hoog zijn en doordat wij nog een archaïsch, middeleeuws concept van de arbeidsmarkt hebben.

 

Mevrouw Temmerman, wat het opnemen van verantwoordelijkheid betreft, als dochter van een délégué weet ik heel goed wat dat is. Onze fractie stelt al anderhalf jaar voor, in het Parlement, in de commissie voor de Sociale Zaken, om de sociale partners uit te nodigen. Wij hebben altijd gevraagd om de vakbonden en de werkgeversorganisaties uit te nodigen. Samen met het Parlement kunnen zij nadenken over de modernisering van de arbeidsmarkt.

 

Ik stel echter vast dat de regering tot vandaag, februari 2013, ten eerste, het lef niet heeft om zelf de structurele maatregelen te nemen, die nodig zijn om ontslagen te vermijden en ervoor te zorgen dat werknemers hun job kunnen behouden en, ten tweede, ons, het Parlement, niet toelaat om samen met de sociale partners, die wij keer op keer hebben uitgenodigd, het debat te voeren in de commissie voor de Sociale Zaken.

 

Laten wij dus alstublieft ophouden met hypocriet te zijn. Mijnheer de premier, neem uw verantwoordelijkheid op.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van de heer Steven Vandeput aan de eerste minister over "het verhoogde Europese toezicht op de nationale begroting" (nr. P1532)

02 Question de M. Steven Vandeput au premier ministre sur "le renforcement de la surveillance du budget national par l'Europe" (n° P1532)

 

Le président: Je voudrais rappeler qu'une réunion du comité d'avis chargé des Questions européennes, consacrée au débriefing du sommet par le premier ministre, aura lieu mercredi de 10 h 30 à 12 h 00. Monsieur Vandeput, vous aurez sans doute l'occasion de revenir plus longuement sur votre question à cette occasion.

 

02.01  Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de voorzitter, dank u voor de indeling in de agenda.

 

Mijnheer Di Rupo, gisteren heeft men op Europees niveau na heel lang overleg uiteindelijk een akkoord bereikt over een verstrengd toezicht op de begroting, het zogenaamde ‘Two Pack’. In het kort komt het er eigenlijk op neer dat de nationale regeringen zich er in de toekomst in het kader van de stabiliteit op Europees niveau toe zullen verbinden om voor 15 oktober hun begroting aan de Europese Unie te bezorgen. Die krijgt dan zelfs voor de nationale parlementen de kans om commentaar te geven, met een periode van drie weken voor herstel en dergelijke meer in geval van opmerkingen. Ik heb van leden van uw regering begrepen dat u dat eigenlijk een goede zaak vindt.

 

Daaruit vloeit dan ook mij eerste vraag voort. Mijnheer Di Rupo, wat zult u doen om met uw regering naar dat traject te gaan? U beroept zichzelf er nogal eens op een goede leerling te zijn. Hoe zult u ervoor zorgen om bij de goede leerlingen van de klas te horen en effectief voor 15 oktober die begroting in orde te brengen? Dat is een eerste vraag.

 

U laat zich net zoals diverse leden van uw regering op internationale fora nogal eens laatdunkend uit over een andere vraag die Europa stelt, namelijk de vraag naar evenwicht en afbouw van schulden. Europa vraagt wat u trouwens ook op nationaal niveau overeengekomen bent, namelijk tegen 2015 een begroting in evenwicht om zo op lange termijn de schuld te kunnen afbouwen. Voor de goede orde herhaal ik even de doelstelling. Voor 2013 is het doel een tekort van 2,15 % van het bbp en voor 2014 nog 1,1 % wat in 2015 zou moeten resulteren in een evenwicht.

 

In dat verband wil ik u een volgende vraag stellen. Gaat u ook in dat opzicht mee met Europa? Kunt u vandaag formeel bevestigen dat u zult vasthouden aan het Stabiliteitspact zoals dat overeengekomen is met Europa? Het gaat dan om een tekort van 2,15 % in 2013 en 1,1 % in 2014 met een evenwicht in 2015. Ik ben niet de enige met vragen. Ook mensen in de straat hebben immers vastgesteld dat verschillende leden van uw regering zich nogal eens laten ontvallen dat we moeten opletten dat we onze economie niet kapot besparen, zoals zij dat dan noemen. Misschien kom ik daar straks nog op terug. Mijnheer Di Rupo, ik kijk alvast uit naar uw antwoord.

 

02.02 Eerste minister Elio Di Rupo: Mijnheer de voorzitter, collega’s, de goedkeuring door de Europese trojka – het Europees Parlement, de Europese Commissie en de Europese Raad – van de nieuwe regelgeving ‘Two Pack’, is uiteraard geen verrassing.

 

De regels hebben vooral onmiddellijke gevolgen op het praktische vlak. De regering zal aan de Europese Commissie sneller gedetailleerde gegevens moeten mededelen. De regering zal de begrotingsopmaak dus tijdig starten, om de documenten tegen 15 oktober bij de Europese Commissie te kunnen indienen. Ook de Gewesten en de Gemeenschappen zullen het nodige moeten doen, om de informatie tijdig aan de Europese Commissie te bezorgen.

 

De regering heeft het akkoord van de trojka niet afgewacht, om zich al voor te bereiden. De minister van Begroting heeft reeds een voorstel voor de organisatie van de begrotingswerkzaamheden op tafel gelegd, zodat de Europese verplichtingen kunnen worden gerespecteerd.

 

Collega’s, over het begrotingstraject kan ik het volgende meegeven.

 

Het vorige stabiliteitsprogramma werd in april 2012 ingediend. Het beoogde traject was gebaseerd op de toenmalige economische groeiprognoses. U weet echter dat de economische situatie snel kan veranderen.

 

Zoals elk jaar zal België eind april 2013 de geactualiseerde versie van zijn stabiliteitsprogramma bij de Europese Commissie indienen. Tegen die datum beschikken wij niet alleen over de wintervooruitzichten van de Europese Commissie, maar ook over de meerjarenprognoses van het Planbureau en over het advies van de Hoge Raad van Financiën. Op basis van die verschillende elementen en de Europese regels zal de regering natuurlijk het nieuwe programma vastleggen.

 

Voor 2013 heeft het Planbureau tot nu toe zijn groeivooruitzichten bijgesteld, met name van 0,7 % naar 0,2 %. De regering wacht momenteel op de geactualiseerde versie van de budgettaire ramingen van het monitoringcomité. Daarna zal zij vanaf 1 maart 2013 tot de begrotingscontrole overgaan.

 

02.03  Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer Di Rupo, ik dank u voor uw antwoord.

 

Het eerste deel van uw antwoord kan ons wat geruststellen, want men dacht dat de regering niet meer zou toekomen aan een begroting 2014. Ik heb zopas echter mogen noteren dat alles in het werk wordt gesteld om tegen 15 oktober 2013 een ontwerp van begroting te hebben voor 2014. Dat is goed nieuws.

 

Het tweede deel van uw antwoord maakt mij echter heel ongerust. Ik had – en samen met mij wie werkt, onderneemt en spaart in dit land – gehoopt dat u hier vandaag zou bevestigen dat u de uitdagingen van de toekomst, de uitdagingen van de vergrijzing vanaf 2015 en verder, tegemoet ziet en zult zorgen dat wij aan dat evenwicht in 2015 geraken.

 

U hebt dat niet gezegd. U hebt in het algemeen gesproken over tegenvallende groei en eventuele achterpoortjes in het regeerakkoord om daarvan af te stappen. Ik kan niet anders dan meer en meer ongerust worden.

 

Het grootste probleem vandaag is volgens mij niet dat u de economie kapot bespaart en kapot belast. Veel erger nog dan dat is dat u de mensen die vandaag ondanks alles, ondanks het feit dat zij door de regering worden bestempeld als fraudeurs en beknot worden op het moment dat zij het een beetje beter doen, de mensen die nog willen bijdragen aan een toekomst voor dit land, elk vooruitzicht op enig beterschap, op het einde van de tunnel ontneemt op het ogenblik dat u het traject loslaat.

 

Mijnheer Di Rupo, uw antwoord maakt mij ongerust.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

03 Question de M. Georges Dallemagne au premier ministre sur "le pillage de données et le sabotage d'une entreprise belge par la Chine" (n° P1534)

03 Vraag van de heer Georges Dallemagne aan de eerste minister over "het stelen van gegevens en saboteren van een Belgisch bedrijf door China" (nr. P1534)

 

03.01  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, je vous remercie de bien vouloir répondre à cette question que j'avais initialement adressée au ministre des Affaires étrangères. Je pense qu'effectivement, plusieurs membres du gouvernement sont concernés par la réponse que vous pourrez apporter.

 

Un rapport, qui fait actuellement grand bruit aux États-Unis et dans plusieurs pays européens, fait des révélations sans précédent à propos de cyberattaques d'une ampleur absolument inégalée organisées et menées directement par l'armée chinoise. Le rapport amène pas moins de 3 000 éléments de preuve à l'appui de ces affirmations. Ces cyberattaques constituent non seulement de l'espionnage, mais du pillage, du vol semble-t-il gigantesque de documents et d'informations d'une série de firmes nord-américaines et européennes, dont au moins une firme belge.

 

Ce rapport sans précédent établit pour la première fois des éléments de preuve, raison pour laquelle je n'emploie pas le conditionnel. L'armée chinoise elle-même organise cela dans une unité secrète basée à Shanghai employant plusieurs centaines de personnes dédiées uniquement au pillage, au vol ainsi qu'au sabotage – ils ont développé une quarantaine de virus informatiques – de sociétés, dont notamment une société belge.

 

Il était indiqué, notamment dans la note de politique générale du ministère des Affaires étrangères, que "la Belgique s'engagerait avec vigueur dans la coopération internationale visant à combattre la cybercriminalité".

 

Monsieur le premier ministre, confirmez-vous ces informations? Êtes-vous en mesure de nous communiquer les noms des entreprises belges ayant été visées par ces cyberattaques? Quelle est votre réaction à l'égard des autorités chinoises? Quelle est notre défense face à ces cyberattaques? Quels moyens sont-ils développés non seulement pour nous défendre, mais éventuellement pour pouvoir détruire ces sites qui nuisent à notre économie, à notre société, à notre sécurité?

 

03.02  Elio Di Rupo, premier ministre: Monsieur le président, cher collègue, j'ai pris connaissance de l'existence de ce rapport hier. Il émane d'une société privée appelée Mandiant. L'analyse de ce rapport est en cours au sein de mon cabinet.

 

Notre pays, singulièrement le gouvernement fédéral, est très attentif à garantir et à protéger nos intérêts économiques contre l'espionnage ou le vol en général. Il s'agit d'intérêts économiques, mais aussi d'emplois. Parmi les missions légales de nos services de renseignements - la Sûreté de l'État et le service de renseignement militaire -, figure bien entendu la protection de nos propres intérêts économiques.

 

Le gouvernement est très conscient du risque présent dans le monde cybernétique. C'est la raison pour laquelle, le 21 décembre, le gouvernement décidait de mettre en œuvre une stratégie de cybersécurité. Dans ce cadre-là, nous nous inscrivons dans un projet européen et dans la proposition de directive européenne qui a été publiée au début de ce mois par la Commission.

 

Je vous invite à revenir dans quelques semaines avec cette question, le temps que nous puissions poursuivre nos travaux. Peut-être serai-je autorisé à vous fournir davantage d'informations.

 

03.03  Georges Dallemagne (cdH): Merci, monsieur le premier ministre, pour votre réponse et votre vigilance en la matière ainsi que pour le travail réalisé par le gouvernement.

 

Je pense qu'il ne faut absolument pas banaliser ces attaques. Voici la réponse du président Obama concernant ce rapport: "Nous savions que des pays et des sociétés étrangères pillaient nos secrets industriels. Mais, maintenant, nos ennemis cherchent aussi à obtenir la capacité de saboter nos entreprises, nos institutions financières et nos systèmes de contrôle".

 

Il s'agit d'une attaque sérieuse. Je n'ai pas peur de le dire en tant que parlementaire. Je pense que la Chine, qui est très clairement visée dans ce rapport et contre laquelle il existe des éléments de preuve incontestables, même si elle nie aujourd'hui être à l'origine de ces cyberattaques, se comporte véritablement comme un État voyou. Il faut le dire. Elle se comporte comme un État criminel, elle enfreint très clairement une série de législations internationales.

 

Je compte aussi sur vous, au-delà des dispositifs dont vous avez parlé, pour réagir fermement auprès des autorités chinoises, s'agissant de ces cyberattaques à l'égard de nos entreprises.

 

J'ai fait le compte: sur ces cinq dernières années, le déficit commercial avec la Chine s'élève à 40 milliards d'euros. Ce n'est pas non plus étranger au fait que nos entreprises sont systématiquement pillées par des sociétés chinoises.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van de heer Jean Marie Dedecker aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de gevolgen van de zaak ACW-Belfius voor de belastingbetaler" (nr. P1533)

04 Question de M. Jean Marie Dedecker au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "les conséquences de l'affaire ACW-Belfius pour le contribuable" (n° P1533)

 

04.01  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, de Dexia-carrousel draait verder en dankzij mijn collega en naamgenoot Peter Dedecker is er terug een deksel van de beerput gelicht. Nu blijkt dat die winstbewijzen, die niet meer zouden mogen bestaan, want de belastingbetaler heeft de bank Belfius volledig afgekocht, in het bezit zijn van een of ander spookfirmaatje onder ACW-vleugel, namelijk de cvba Sociaal Engagement.

 

Mijnheer de minister, als ik het zo bekijk, ik denk dat de bonzen van het ACW, uw stal, en de predikanten van de kerk veel gemeen hebben. Ze prediken allebei celibaat en kuisheid, maar ze lopen er de kantjes af.

 

Mijnheer de minister, het ACW wordt beschuldigd van fiscale fraude, wat logisch is, iemand die een beetje van fiscaliteit kent, weet dat winstbewijzen alleen in aanmerking kunnen komen voor definitief belaste inkomsten als ze als aandelen beschouwd worden, en dat is alleen als er geld ingebracht wordt, en niet als ze klanten aanbrengen. Maar ik zal het daarover niet hebben.

 

Als het geen fiscale fraude is, is het in de eerste plaats ethische fraude en in de tweede plaats morele fraude, want het ACW doet net wat het de multinationals verwijt.

 

Mijnheer de minister, daar komt nog bij – dat woord is misschien nog niet gevallen – dat wij in dit geval misschien ook kunnen spreken over sociale fraude. Ongeveer 100 mensen zijn in dienst bij deze cvba. Wat moeten die mensen doen? Die winstbewijzen, die de belastingbetaler moeten toekomen want wij hebben die bank gekocht, moeten verdeeld worden over heel de zuil. Dat is wat die 100 mensen doen. Die 100 mensen doen dit zonder dat er gefactureerd wordt aan de andere entiteiten van die zuil. Wat doet ARCO? ARCO is in vereffening en die andere delen van de zuil betalen niet mee aan die vereffening, niet het ACW, niet het ACV, niet de mutualiteit.

 

Mijnheer de minister, u hebt ter zake een politieke verantwoordelijkheid, wat zult u doen opdat het geld van die winstbewijzen toekomt aan de belastingbetaler? Wat zult doen opdat die winstbewijzen, als ze niet toekomen aan de belastingbetaler, minstens toekomen aan de coöperatieve vennoten van deze vennootschap?

 

U hebt er in 2009 voor gezorgd dat de coöperatieve vennoten ten bedrage van ongeveer 1,5 miljard euro ten laste komen van de belastingbetaler. Zij hebben toen zelfs nog geweigerd om daarvoor een premie te betalen. U hebt een koninklijk besluit uitgevaardigd in 2011, vooraleer de boel definitief failliet ging, zodanig dat ze er toch van zouden kunnen genieten. De opbrengst van die winstbewijzen moet ofwel dienen in de vereffening van ARCO of moet teruggaan naar de belastingbetaler. Mijnheer de minister, ik vraag het u klaar en duidelijk, zal u dit doen?

 

U hebt gezegd dat u zich bedrogen voelde door het ACW. Dat verwondert mij, want u zit reeds 12 jaar in die structuren. Wat gaat u doen aan dit bedrog?

 

04.02 Minister Steven Vanackere: Mijnheer de voorzitter, ik ben dankbaar voor deze vraag. Ik ben blij dat Jean Marie Dedecker zijn vraag niet heeft ingetrokken want ik ben verbaasd dat Peter Dedecker zijn vraag heeft ingetrokken. Ik weet niet of dit het begin is van het intrekken van een staart want ik ben eigenlijk zeer blij met die vraag.

 

Tot 31 januari heb ik hier heel veel vragen gekregen over dit onderwerp. Vragen waarop geen antwoord kon worden gegeven want geen mens kan een antwoord geven en details bekendmaken over een beslissing, een afspraak die nog niet gesloten is. Daarenboven, transparantie geven over lopende onderhandelingen, die pas op 31 januari werden afgerond, bemoeilijkt de discussie. Dergelijke onderhandelingen beïnvloeden zou helemaal niet acceptabel zijn geweest, tenzij u zou willen dat de minister zijn laars lapt aan de OESO-richtlijnen inzake corporate governance voor bedrijven die eigendom zijn van de Staat.

 

Dat zijn de redenen waarom tot en met 31 januari u hier van mij de antwoorden heeft gekregen die u heeft gekregen. Sindsdien heb ik jammer genoeg geen vragen meer gekregen in dit Parlement. Ik ben dankbaar, mijnheer Dedecker, dat u mij nu de kans geeft om daarop in te gaan. Ik kan u nu antwoorden. Veel dank!

 

Laat mij even teruggrijpen naar de woorden van de CEO, Jos Clijsters, ik citeer: “Een heel positieve deal voor Belfius.” Wat positief is voor een honderd procent in eigendom van de Staat gehouden bank is bij uitbreiding ook positief voor de belastingbetaler. Alle winstbewijzen worden gekocht voor een bedrag van 110 miljoen euro terwijl zij in de boeken stonden voor 170 miljoen euro. Dit betekent dat Belfius een eenmalige winst zal realiseren van 60 miljoen euro. De belastingbetaler, eigenaar van de bank, zal een eenmalige winst realiseren van 60 miljoen euro. Daarenboven zal er jaarlijks een besparing zijn van ongeveer 10 miljoen euro dankzij het wegvallen van de preferente dividenden.

 

Die winstbewijzen – 30 000 in de bank en 100 000 in de verzekeringspoot – steunden op de inbreng van een commercieel handelsfonds waarvan, en ik citeer andermaal het management van Belfius: “… waarvan de effectieve historische aanbreng en het bestaan voor het management van Belfius onbetwistbaar is.”

 

Zij zijn “moeizaam waardeerbaar,” wat sommigen hier geïnterpreteerd hebben als “dus waardeloos.” “Moeizaam waardeerbaar” is echter niet hetzelfde als “zonder waarde.” Het gaat om een recurrente inkomstenstroom, die begroot is op jaarlijks 15 miljoen euro. Als men er vanaf kan geraken, is het iets waard!

 

Die winstbewijzen waren statutair en contractueel bijzonder sterk ingebed. Alleen een overeenkomst tussen de begunstigde en Belfius kon dit wijzigen. Ten onrechte is er beweerd dat de uitbetaling van de winstbewijzen strijdig was met de Europese afspraken. Dat is fout! Dat is expliciet fout! Ik kan dat met zoveel aplomb zeggen omdat dit een materie is die omstandig en expliciet door de Europese Commissie onderzocht is. De Europese Commissie heeft al geconcludeerd dat het een contractueel verplichte betaling betrof, en dat het verbod op de uitbetaling van discretionaire coupons, één van de engagementen uit 2009, hier dus geen toepassing vond.

 

Het is niet Vanackere die dit zegt, het is niet het ACW dat dit zegt, het is niet Belfius dat dit zegt, het is de Europese Commissie die dit zegt. Iedereen die er iets anders over vertelt, zeker zij die er weken op hebben kunnen studeren om het precies in de krokusvakantie in de media te brengen, moet dat geweten hebben.

 

Collega’s, dat is niet alles. Het gaat hier om iets wat 170 miljoen euro waard is in de boeken en dat werd aangekocht voor 110 miljoen euro. De betaling van een deel van die 110 miljoen euro wordt gespreid over tien jaar, maar het overgrote deel van dat bedrag, 72 miljoen euro, wordt door het ACW herbelegd in een door Belfius Bank uitgeschreven achtergestelde lening van het eeuwigdurende type, een perpetual.

 

Opgelet, het gaat hier dus om Tier 2 van het eigen vermogen. Met andere woorden, dit helpt Belfius bij het bereiken van de Baselnormen en bij het respecteren van de opdracht zijn kapitaalsbasis te versterken. Het gaat om een lening die tegen een marktconforme rente van 6,25 % werd uitgeschreven. Het management van Belfius laat mij weten dat als er kandidaten zijn, desnoods hier in het Parlement, die hun centen onder dezelfde voorwaarden in zo’n perpetual willen steken, die meer dan welkom zijn bij het management van Belfius.

 

Samengevat, het management van Belfius bevestigt mij dat het de betaalde prijs ten volle gerechtvaardigd vindt. Het gaat om een overeenkomst die de goedkeuring kreeg van het management, van de raad van bestuur, van de algemene vergadering, en die groen licht heeft gekregen van de Nationale Bank. Iedereen die beweert wat hier werd beweerd, vindt blijkbaar dat dit een stelletje incompetente mensen is, of dat zij bij een of andere samenzwering betrokken zijn.

 

Ik vind in ieder geval dat wij, overeenkomstig de OESO-richtlijnen, de door de overheid in eigendom genomen bedrijven moeten beheren met respect voor de autonomie voor de raden van bestuur. Dat, beste collega’s, is de reden waarom het niet altijd eenvoudig is op dit spreekgestoelte dingen te vertellen die nog niet afgerond zijn. Ik ben wel bijzonder blij dat ik u vandaag kan vertellen dat de afspraken die gemaakt zijn, niet alleen wettelijk conform zijn en Europees in orde zijn, maar ook in het voordeel van de belastingbetaler zijn.

 

Ik heb een paar vragen gehoord over de fiscale behandeling, waar ik gerust op wil ingaan in de commissie. Ik moet ook daar voorzichtig in zijn, want u weet dat collega Crombez een onderzoek heeft laten opstarten door de Bijzondere Belastingsinspectie. Het is niet aan mij om daar nu over te spreken in het Parlement. Alleen een onderzoek zal precies de elementen kunnen boven water halen die noodzakelijk zijn om daar een goed oordeel over te vellen.

 

Toch wil ik het volgende zeggen, dat ik snel heb opgezocht op mijn iPad, toen u aan het spreken was, mijnheer Dedecker. U zegt dat, in termen van DBI-aftrek, winstbewijzen geen aandelen zijn. De Raad van State heeft in zijn advies met betrekking tot een wetsvoorstel, dat later wet is geworden, van maart 2005 ingediend door Bart Tommelein, François-Xavier de Donnea en Dirk Van der Maelen geoordeeld dat er wel degelijk sprake is van een gelijkschakeling op fiscaal vlak, wanneer het gaat over inkomsten uit kapitaalsaandelen en de dividenden ervan, en de winstbewijzen en de inkomsten daaruit. Laat ons daar in de commissie duidelijkheid over verschaffen, maar laat ons niet vooruitlopen met verklaringen die vervolgens enkele weken later kunnen worden gelogenstraft met de gegevens erbij.

 

In elk geval is in het Parlement al heel veel gezegd geweest over dit onderwerp. Ik weet dat het gemakkelijker is iets te insinueren dan het te weerleggen. Dat is veel gemakkelijker. Als echter wat er vandaag wordt verteld over de fiscaliteit even ver ligt van de werkelijkheid, als dat wat men over de winstbewijzen en de afspraak van 31 januari heeft verteld, als de afstand tussen de werkelijkheid en wat men hierover heeft gezegd, even groot is, dan geeft dat toch wel een indicatie over de waarde van de uitspraken en de zekerheid dat er misschien nog wel een paar staarten zullen moeten worden ingetrokken in de nabije toekomst.

 

04.03  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de minister, het verheugt mij dat u eens blij bent dat ik een vraag stel, maar met uw antwoord zit u ernaast.

 

Ten eerste, wat het fiscaal aspect van de winstbewijzen betreft, het volgende. U hebt gelijk dat dit moet uitgevist worden. De spindoctors van het ACW kennen dat; wat zij de multinationals verwijten, doen zij zelf. Winstbewijzen worden als aandelen beschouwd als ze het gevolg zijn van kapitaalinbreng, niet in het geval van het ACW waarin ze worden beschouwd als een vergoeding voor het aanbrengen van spaarders. Dat staat letterlijk zo in de wet en dat zullen wij onderzoeken. Ik twijfel er echter geen seconde aan dat er apparatsjiks met een partijkaart in het instituut zullen zijn, die het op dat moment wel zullen aanpassen.

 

Ten tweede, mijnheer Verherstraeten, de winstbewijzen zouden zelfs niet meer mogen bestaan! Ze waren al een fantastische truc om uw zuil te bevoordelen. De bank werd in haar geheel verkocht, voor honderd procent, aan de belastingbetaler voor 4 miljard euro. Dat hebben wij met zijn allen betaald. Achteraf blijkt er een addertje onder het gras te zitten, want er daagt een spookfirma op die het allemaal gaat innen. Nu gaat men dat rechtvaardigen.

 

Ik kom tot mijn derde punt. Ik wil graag mee beleggen aan 6,75 %. Dat men mij morgen maar belt, en ik beleg!. Mocht dit een normale transactie zijn, dan zou dit geen lening zijn. Dit zou bijvoorbeeld betekenen dat ARCO — of liever dit instituutje dat prachtig als sociaal engagement wordt betiteld — een kasbonnetje koopt tegen de rente die ik moet betalen. Nee, zij krijgen 6,75 %. Wij zullen daar nog over discussiëren in de commissie. Dit is drie keer de normale rente die men krijgt op tien jaar.

 

Tot slot nog dit. Ik wil deze discussie wel voeren in de commissie en hopelijk komt ze er ook aan. Ik maakte deel uit van de Dexia-commissie. Ik heb het expertenverslag hier, maar niet het gepubliceerd verslag; ik heb hier het verslag in eerste instantie. Een meerderheid heeft ervoor gezorgd dat het werd weggestemd, nietwaar mijnheer ‘Waterdragers’? "Wie het afremmen van de verkoop van de staatsschuld heeft bevolen is in grote mate verantwoordelijk voor de ontmanteling van de groep”. Dat was nu net de Gemeentelijke Holding, dat was nu net de ARCO-groep. Dat moest er echter uit. Ook u hebt dat goedgekeurd, mijnheer Van Biesen.

 

Er is maar één oplossing om tot de waarheid te komen, om de beerput te legen tot de onderste steen, me name de oprichting van een echte parlementaire onderzoekscommissie met de volmachten van een onderzoeksrechter. Dan kunnen wij er komen, met een nieuwe Dexia-commissie, een echte parlementaire onderzoekscommissie.

 

Persoonlijk feit

Fait personnel

 

04.04  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u had deze keer blijkbaar wel zin om iets grondiger te antwoorden op een vraag die u blijkbaar had verwacht.

 

Waarom heb ik mijn vraag teruggetrokken? Omdat wij ons werk grondig willen doen. Ik heb geen zin om het zoveelste nietszeggende antwoord te krijgen. Nu had u ineens wel zin om te antwoorden, maar u hebt niet geantwoord op de juiste vragen.

 

U zegt dat de Europese Commissie het wel toelaat dat het ACW de centen krijgt. Wie heeft daarvoor gezorgd? Wie heeft daarvoor gelobbyd? Daarop wil ik het antwoord weten. Dat is waarover een onderzoekscommissie zich moet buigen. Ik ben benieuwd of u wel zin hebt om op die vragen te antwoorden. Wilt u wel met de waarheid worden geconfronteerd. Wilt u wel dat de waarheid naar boven komt, of bent u daar bang voor?

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Samengevoegde vragen van

- de heer Bert Schoofs aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de werking van de Veiligheid van de Staat" (nr. P1535)

- de heer Koenraad Degroote aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de werking van de Veiligheid van de Staat" (nr. P1536)

- de heer Michel Doomst aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de werking van de Veiligheid van de Staat" (nr. P1537)

05 Questions jointes de

- M. Bert Schoofs à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "le fonctionnement de la Sûreté de l'État" (n° P1535)

- M. Koenraad Degroote à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "le fonctionnement de la Sûreté de l'État" (n° P1536)

- M. Michel Doomst à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "le fonctionnement de la Sûreté de l'État" (n° P1537)

 

05.01  Bert Schoofs (VB): Mevrouw de minister, exact twee weken geleden, ook op een donderdagnamiddag, vond hier een speciale vergadering van de commissie voor de Justitie plaats, naar aanleiding van de perikelen rond de Veiligheid van de Staat en het feit dat er politici werden geschaduwd.

 

De minister van Justitie heeft toen geantwoord, maar er blijft toch nog een aantal vragen over. De minister heeft gezegd dat er geen lijst bijgehouden wordt door de Veiligheid van de Staat en dat de Veiligheid van de Staat wel bronnen van inlichtingen heeft, in binnen- en buitenland, maar dat er als zodanig geen lijst van organisaties of personen is.

 

De federale politie is allicht ook een bron van inlichtingen voor de Veiligheid van de Staat. In dat verband heeft zij gezegd: “De Veiligheid van de Staat beschikt bovendien niet over een lijst van op te volgen staatsvijandelijke organisaties.” Ze zei er trouwens bij “waarop het Vlaams Belang zou fungeren”, maar dat is niet van tel in onze discussie. “Deze lijst behoort toe aan de federale politie". Zij speelt dus in feite de hete aardappel door naar u.

 

Ik zou graag toelichting krijgen bij die lijst van de federale politie. Wie beheert die lijst? Wie controleert die? Welke wettelijke basis bestaat daarvoor? Worden er inderdaad nationalistische partijen geschaduwd? In de wet van 2010 staat namelijk duidelijk dat nationalisme per definitie extremisme is. Het benieuwt mij dus wel of de federale politie inderdaad een lijst bijhoudt van organisaties waarop, meer specifiek, nationalistische partijen voorkomen.

 

Ik zou ook graag in detail vernemen of u inderdaad een rapport aan de eerste minister zult overhandigen met betrekking tot de Veiligheid van de Staat, afkomstig van het departement Binnenlandse Zaken. In de media is er daarover iets te doen geweest. U zult dat misschien kunnen bevestigen. Zo ja, wat staat er in dat rapport?

 

Ten slotte, in de discussie in de commissie voor de Justitie twee weken geleden is dit even ontsnapt. Wie beschikt over de exacte veiligheidsmachtigingen in het koninklijk paleis en kan op basis daarvan de inlichtingen van de Veiligheid van de Staat waarnemen en er kennis van nemen?

 

05.02  Koenraad Degroote (N-VA): Mevrouw de minister, ik heb ook nog enkele vragen over de Veiligheid van de Staat.

 

De minister van Justitie heeft veertien dagen geleden gezegd dat er geen lijst van staatsgevaarlijke organisaties bij de Veiligheid van de Staat bestaat en dat die lijst aan de federale politie toebehoort.

 

Mevrouw de minister, bent u op de hoogte van die lijst? Wie staat daarop? Wie beheert die lijst? Wie stelt die op? Wordt ze jaarlijks aangepast? Waar is ze ter inzage en voor wie?

 

Gelet op alle heisa rond de Veiligheid van de Staat de afgelopen weken, welke hervormingen plant u om de werking te verbeteren?

 

Er moet ook nog een aantal benoemingen gebeuren: administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat, adjunct-administrateur-generaal en adjunct-administrateur-generaal bij OCAD. Hoe zit het met die benoemingen?

 

05.03  Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, een beveiligingssysteem voor woningen is het beste middel om dieven buiten te houden. Ik denk dat de Veiligheid van de Staat een onontbeerlijke dienst is om de democratie in een land proper te houden. Het is niet goed dat aan die noodzaak wordt getwijfeld.

 

Ik ontwaar een lichte vorm van het syndroom van Asperger in sommige stellingen daarover. Ik vind dat wij een en ander breed moeten bekijken.

 

Mevrouw de minister, kunt u bevestigen dat de regering voor honderd procent achter een goedwerkende veiligheidsdienst staat onder de vleugels van Justitie en liever niet onder die van de politie? Wij willen wel blauw op straat, maar hoed ons toch voor een blauwe politiestaat.

 

Ik verneem ook dat u via de premier een rapport bij de regering hebt ingediend voor een betere afstemming van de veiligheidsdiensten, de inlichtingendiensten, OCAD, politie en het ministerieel comité. Wat is de stand van zaken? Wanneer mogen wij een antwoord van de regering verwachten? Welke punten wilt u politioneel en justitieel optimaliseren, want daar mag u wel mikken?

 

Ik denk dat het Ministerieel Comité voor inlichting en veiligheid morgen samenkomt. Staat daar de timing van de beloofde audit op de agenda?

 

05.04 Minister Joëlle Milquet: Mijnheer de voorzitter, de verschillende vragen kan ik in twee delen opsplitsen.

 

Mijn collega van Justitie heeft enkel willen bevestigen dat de enige lijst van te volgen groeperingen die van de politie is. De lijst van de groeperingen die de politiediensten volgen in het domein van de openbare orde, wordt op het nationaal niveau beheerd door de federale politie. Die lijst is niet openbaar, maar uiteraard staan er geen politieke partijen op vermeld. De lijst is onderverdeeld in groeperingen van risicosupporters of gewelddadige groeperingen zoals stadsbendes, terroristische groeperingen, extremistische en anarchistische groeperingen en ook schadelijke sekten.

 

Enkele teksten vormen de wettelijke en reglementaire basis. Zo vernoem ik de wet op het politieambt, bijvoorbeeld artikel 5, de gemeenschappelijke richtlijn van de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie, de MFO-3, en de circulaire COL 7 van 2002.

 

De lijst wordt door de minister van Binnenlandse Zaken jaarlijks aangepast op basis van een voorstel van de federale politie na advies van OCAD, de Veiligheid van de Staat, de algemene directie Inlichtingen en Veiligheid van Defensie en het crisiscentrum van de regering.

 

Ik bereid momenteel een wetsontwerp voor om die problematiek aan te pakken door te verruimen naar de algemene nationale gegevensbank en door het informatiebeheer aan te passen en meer te verduidelijken in artikel 44 van de wet op het politieambt.

 

Wat de Veiligheid van de Staat aangaat, heb ik al een persbericht geschreven. Het bestaan van een competente en gecontroleerde inlichtingendienst is voor mij onontbeerlijk in het raam van de veiligheidspolitiek van heel het land. De polemiek, ontstaan naar aanleiding van enkele lekken over de inhoud van een verslag, mag dan geenszins er de grondslag van vormen om de werking van de Veiligheid van de Staat in diskrediet te brengen, noch die van haar huidige top.

 

Toch moeten natuurlijk sommige verbeteringen in overweging genomen worden. Daaromtrent heb ik een informeel rapport overhandigd aan premier Di Rupo, dat meerdere pistes omvat, onder meer de versterking van een betere samenwerking en uitwisseling van informatie tussen de verschillende diensten, zoals de politie en OCAD, en tussen de diensten en het ministerieel comité.

 

Het doel is voor mij de efficiëntie van de strijd tegen het radicalisme en het terrorisme nog te versterken.

 

Toch heb ik al herhaaldelijk gezegd, zowel in de regering als in het Parlement, dat het versterken van de informatie-uitwisseling tussen de politie en de Veiligheid van de Staat prioritair is. Ik heb er dus op aangedrongen om de bespreking van het protocolakkoord tussen de politie en de Veiligheid van de Staat opnieuw op te starten.

 

De Veiligheid van de Staat hangt af van de minister van Justitie en het thema zal besproken worden op het Ministerieel Comité voor inlichting en veiligheid, dat morgen samenkomt.

 

Zoals ik al heb vermeld, is de prioriteit noch het debat over het bestaan van de Veiligheid van de Staat noch dat over de opvolging van zijn topman. De prioriteit moet gaan naar het debat over de versterking van de strijd tegen de elementen die duidelijk de veiligheid van de Staat en zijn burgers bedreigen.

 

05.05  Bert Schoofs (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw omstandig antwoord.

 

Ik wil u op uw woord geloven dat politieke partijen niet worden gevolgd door de Veiligheid van de Staat of door de federale politie. Wat wij de voorbije weken hebben gezien, heeft echter aangetoond dat er misschien rook en dus misschien ook wel vuur is.

 

Wij zijn voor het afschaffen van de Veiligheid van de Staat zoals die nu bestaat en men hoeft daarvoor niet krankzinnig te zijn, waarvoor men ons en anderen die ons zijn bijgetreden, onder andere in het halfrond, versleten heeft, of Asperger te hebben.

 

Ik ken een aantal kinderen met Asperger en zij zijn meestal wel intelligent. Ik denk dus dat zij verstandig genoeg zijn om te begrijpen dat men de Veiligheid van de Staat niet als dusdanig moet afschaffen en dat het begrip veiligheid van de Staat moet worden gewaarborgd. De taak ter zake kan men echter evengoed onderbrengen bij de politiediensten, zoals dat het geval is in Scandinavische landen.

 

Als klap op de vuurpijl blijkt vandaag dat de federale politie wel een lijst bijhoudt van staatsgevaarlijke organisaties. Waarom brengt men de bevoegdheid dan niet onder bij de politie, als de lijst daar toch zit? Dan kan men de federale politie op dat punt controleren en is de Veiligheid van de Staat helemaal overbodig.

 

Mevrouw de minister, ik voel mij gesterkt door uw antwoord.

 

05.06  Koenraad Degroote (N-VA): Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord. Aangaande de lijst bij de federale politie hebt u omstandig geantwoord. Ik neem er nota van dat er een wetsontwerp zal volgen.

 

Ik heb echter niets gehoord over de topbenoemingen, die nog moeten gebeuren bij de diverse administraties. Ik veronderstel dat ik daar geen antwoord op krijg, omdat er nog onenigheid is in de regering. Dat zal wel de reden zijn. Ik geef u een goed tip. Om eruit te raken kan de regering misschien doen wat in de toekomst voor gouverneurs het geval zal zijn, namelijk hoorzittingen organiseren. Dat kan een middel zijn om sneller uit de benoemingscarrousel te raken.

 

Wat de hervormingen betreft, blijven wij voorstander van veiligheids- en inlichtingendiensten. Er zou echter beter moeten samengewerkt worden en ze moeten naar elkaar toe groeien. Wij drijven het niet zover als sommigen en pleiten dus niet voor de afschaffing ervan. We doen zeker geen populistische uitspraken over de afschaffing; wij zijn voor hervormingen. Hervormingen betekenen niet noodzakelijk afschaffing. Als wij in dit land grote hervormingen willen, dan zijn dat nog geen afschaffingen. Ik meen dus dat de premier zijn mening zal moeten herzien over wie er zeer, zeer gevaarlijk is.

 

05.07  Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord. Ik meen dat het staatsgevaarlijk is als het lot van de Veiligheid van de Staat, zoals nu, te lang het onderwerp vormt van krantenartikels. Dat moet uit de kranten gehaald worden en we moeten zorgen voor een beleid en beslissingen. Ik hoop dat we snel het hoofd koel krijgen, want het behoort tot het dna van de Veiligheid van de Staat om discreet en correct te werken. In een transitland als het onze is dat absoluut geen luxe.

 

Ik hoop dus dat het Comité I snel duidelijkheid kan brengen over mogelijke mankementen in de werking. Het kan niet dat rapporten gelekt of misbruikt worden. Ik hoop dat uw rapport een schoolrapport 2012-2013 kan worden, zodat we er nog punten voor kunnen geven voor het reces.

 

Voorts hoop ik dat de koppositie in die dienst duidelijk is. Niet alleen de ploeg, maar ook de trainer komt immers in het vizier. Ik meen dat dat geen goede zaak is.

 

De werknemers hebben vandaag ook gereageerd. Vooral voor speurders is het heel belangrijk de neuzen in dezelfde richting te kunnen krijgen. Er moet een goede speurneus zijn. Vandaar mijn vraag om zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen en een goede coördinatie op gang te brengen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van de heer Frank Wilrycx aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de incidenten met de GHB-drug" (nr. P1538)

06 Question de M. Frank Wilrycx à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les incidents liés à la drogue GHB" (n° P1538)

 

06.01  Frank Wilrycx (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de drug GHB is een drug die de voorbije jaren heel wat opgang maakt. Vooral in de grensstreken, zoals de Kempen, maar ook op andere plaatsen in ons land zijn vooral de voorbije weken en maanden heel wat incidenten met de bewuste drug gemeld.

 

Het is een vloeibare drug, die kleurloos, geurloos en smaakloos is en dus op een eenvoudige manier in het glas van een nietsvermoedende fuifganger kan worden gegoten. Het is dan ook niet zomaar dat de drug in kwestie sinds 2001 in toepassing van de Opiumwet werd verboden.

 

Het verschil met andere drugs is dat GHB vrij eenvoudig te maken is. De ingrediënten zijn gemakkelijk op de markt verkrijgbaar. De drug is gebaseerd op een product dat GBL noemt en een industrieel schoonmaakproduct is. Het recept is eenvoudig van het internet te downloaden.

 

Het is dan ook niet te verwonderen dat vele jongeren en zelfs kinderen met de bewuste drug experimenteren.

 

Een onjuiste dosering van de producten kan echter schadelijke gevolgen hebben. Een verschil van een halve gram kan tot tijdelijke black-outs en zelfs tot blijvende hersenbeschadiging leiden.

 

De lokale politiediensten en de spoeddiensten hebben dan ook de handen vol met het fenomeen. Zij hebben niet alleen de handen vol met de mensen die door eigen toedoen en een overdosis onder invloed geraken, maar vooral ook met de weerloze slachtoffers die de drug kregen toegediend.

 

Voor de lokale politiediensten maar ook voor de federale recherche vraagt de problematiek een heel specifieke benadering.

 

Op welke manier kan de geschetste materie, waarbij niet direct van een crimineel netwerk of van dealers wordt gesproken, maar waarbij vooral over thuisproductie wordt gesproken, in het Nationaal Veiligheidsplan worden aangepakt?

 

Is het misschien niet wenselijk, nu alle zonale veiligheidsplannen in opmaak zijn, dat er bepaalde aanbevelingen of instructies komen, zodat in de zonale veiligheidsplannen, die tegen eind 2013 moeten zijn afgerond, de problematiek als een prioriteit kan worden opgenomen?

 

Ten slotte, kan de verspreiding van GHB onder kinderen en jongeren worden tegengegaan?

 

06.02 Minister Joëlle Milquet: Mijnheer de voorzitter, op basis van de cijfers uit de algemene nationale gegevensbank betreffende de feiten gelinkt aan de drug GHB stellen wij voor het arrondissement Turnhout voor de jaren 2010, 2011 en het eerste semester van 2012 een lichte daling vast. De acties van de lokale politie van de regio Turnhout zullen bijdragen tot het bestendigen van de situatie.

 

Wat de politiezone van de regio Turnhout betreft, kan ik de volgende informatie geven. De prioritaire aanpak van drugs en druggerelateerde criminaliteit is opgenomen in het zonale veiligheidsplan en vormt ook een prioriteit van het nieuw nationaal veiligheidsplan. Wij zijn bezig met de voltooiing van een concreet actieplan voor elke gemeente.

 

In de periode 2008-2009 werd een probleem van productie en gebruik van de drug GHB, meer bepaald rond de gemeente Beerse, vastgesteld. Het parket van Turnhout, in samenwerking met de lokale politie, heeft hieromtrent de noodzakelijke maatregelen genomen en een onderzoek opgestart om het netwerk van dealers op te sporen en op te pakken. De operatie was zeer succesvol en de problematiek verdween bijna volledig in de loop van 2010. Er is ook nog een daling in 2011, maar sinds de tweede helft van 2012 zien wij hier en daar tekenen van een heropflakkering van het probleem.

 

In overleg met de betrokken gemeentebesturen en het parket werd beslist om kort op de bal te spelen en om een aantal gerichte controleacties uit te voeren. Op 16 februari 2013 vond reeds een eerste controleactie plaats in de gemeente Beerse. Wij zijn natuurlijk van plan, in samenwerking met de lokale en federale politie, om meer dergelijke acties uit te voeren.

 

06.03  Frank Wilrycx (Open Vld): Mevrouw de minister, op zonaal vlak wordt inderdaad hard gewerkt, zeker in de zones aan de grensstreek, waar het probleem de voorbije weken en maanden heel actueel is geworden.

 

Misschien kan er ook op nationaal vlak actie worden ondernomen, eventueel via een vraag aan de Europese Unie of het basisproduct, eigenlijk een industrieel schoonmaakproduct en vrij verkrijgbaar in de handel, kan worden gedenatureerd, zodat het niet meer geschikt is voor consumptie. Zo zou ook de vrije handel van de ingrediënten worden belemmerd.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Barbara Pas aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de veiligheid te Zaventem en mensen en middelen voor de luchtvaartpolitie" (nr. P1540)

- mevrouw Jacqueline Galant aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de veiligheidsmaatregelen op Brussels Airport" (nr. P1541)

- de heer Ben Weyts aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de veiligheid te Zaventem en mensen en middelen voor de luchtvaartpolitie" (nr. P1539)

07 Questions jointes de

- Mme Barbara Pas à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "la sécurité à Zaventem et les moyens humains et financiers de la police aéronautique" (n° P1540)

- Mme Jacqueline Galant à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les mesures de sécurité à l'aéroport de Bruxelles-National" (n° P1541)

- M. Ben Weyts à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "la sécurité à Zaventem et les moyens humains et financiers de la police aéronautique" (n° P1539)

 

07.01  Barbara Pas (VB): Mevrouw de minister, de daders van de brutale diamantroof van deze week op de luchthaven van Zaventem hebben zich ongetwijfeld zeer goed voorbereid en alles tot in detail uitgekiend. Er werd hen evenwel ook geen strobreed in de weg gelegd. Er is een schril contrast tussen het professionalisme van de daders en het amateurisme waarmee de luchthaven wordt beveiligd.

 

Ik geef een voorbeeld. Op het moment van de overval stonden welgeteld twee agenten in voor de beveiliging van heel het domein, inclusief een omheining van meer dan 22 kilometer. Het hek langs waar de daders gewoon het tarmac zijn opgereden, staat bovendien al meer dan tien jaar open.

 

Het is nochtans niet de eerste keer dat zoiets gebeurd. Wij hebben in de jaren 90 een aantal gelijkaardige roofovervallen op waardetransporten meegemaakt en in 2000 werd een vliegtuig van Lufthansa op identiek dezelfde wijze overvallen. De omheining werd toen doorgeknipt, men reed het tarmac op en laadde de kratten met diamanten in.

 

Het Vlaams Belang heeft na elk incident de bevoegde ministers daarover ondervraagd in dit Parlement, in 2000, 2001 en na het laatste incident in 2012. Telkens opnieuw werden audits beloofd, werden allerlei analyses gemaakt en werden vooral bijkomende maatregelen beloofd. In de praktijk is daar evenwel niets van in huis gekomen.

 

Mevrouw de minister, u moet mij toch eens uitleggen hoe het mogelijk is dat gangsters met dezelfde methode, op eenzelfde manier en altijd op eenzelfde plaats zulke roven kunnen plegen. U moet ons eens uitleggen waarom die beloofde maatregelen er de voorbije tien jaar niet zijn gekomen. De belangrijkste vraag is natuurlijk of die maatregelen er nu eindelijk zullen komen. Zult u maatregelen nemen om de gebrekkige beveiliging van de luchthaven van Zaventem te verbeteren? Zult u nu eindelijk van de gelegenheid gebruik maken om in te gaan op de wensen van de onderbemande luchtvaartpolitie? Zij vragen immers al jaren meer mensen en middelen. Zult u daar nu eindelijk op ingaan?

 

07.02  Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, madame la ministre, ce qui s'est passé ce lundi à l'aéroport de Bruxelles est extraordinaire et digne d'un scénario d'un film ou d'une série hollywoodienne: 37 millions en 2 minutes 50 secondes, huit hommes armés déguisés en policiers arrivent à emporter un tel butin.

 

Le secrétaire d'État, M. Wathelet, ici présent, a déclaré que toutes les normes de sécurité internationales ont été respectées et que l'aéroport répond à toutes ces normes et à toutes les exigences européennes. Excusez-moi, mais déclarer cela, c'est se rendre peu crédible, c'est se foutre du monde, car les malfrats sont restés onze minutes sur le tarmac sans être inquiétés! Je pense que depuis quinze ans, la sécurité n'a pas du tout évolué à l'aéroport de Bruxelles.

 

Un document non officiel pointe d'ailleurs toute une série de manquements et de lacunes graves: manque de clôtures conformes, des trous conséquents, pas de chemins de ronde complets, pas de caméras, des badges d'accès aux pistes pour véhicules non munis de puce magnétique et donc facilement falsifiables. De plus, comment expliquer qu'un vol commercial avec autant de passagers à bord assure un transport de valeurs avec tous les risques que cela peut entraîner?

 

Heureusement, madame la ministre, cette fois, comme les autres fois, nous n'avons eu aucune victime à déplorer. Mais allons-nous attendre qu'un drame se produise pour prendre des mesures concrètes? Il est temps de revoir toutes les règles de sécurité en bonne intelligence. Un audit de sécurité pour l'aéroport de Bruxelles me semble indispensable. En effet, seuls huit policiers étaient sur les pistes pendant que quatre d'entre eux s'occupaient du président croate! C'est quand même peu vu le nombre de passagers qui transitent dans cet aéroport.

 

Madame la ministre, aujourd'hui, nous sommes encore la risée du monde. Après cet enfant de douze ans, qui peut prendre l'avion sans contrôle et qui peut fuguer à Malaga, et quinze jours plus tard, un braquage aussi bien préparé, de nouveau, nous sommes montrés du doigt!

 

Madame la ministre, confirmez-vous tous ces manquement relatés dans la presse? Quelles seront les mesures prises dans l'immédiat? À la suite des attaques de fourgons qui ont défrayé la chronique, des escortes de police de transports de fonds routiers ont été renforcées. Ne faudrait-il pas faire la même chose pour les transports de fonds aéroportés? Trouvez-vous acceptable le transport d'objets de valeur à bord d'avions civils et commerciaux, alors qu'il s'agit visiblement d'un facteur de risque pour les usagers de l'aéroport?

 

07.03  Ben Weyts (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de overvallers hebben die maandagavond heel wat geluk gehad, want het was precies of het opendeurdag in Zaventem was. Nu blijkt dat het daar reeds tien jaar lang opendeurdag is, dat reeds tien jaar lang de hekken daar openstaan.

 

Mijn vragen gaan niet alleen over de beveiliging op het tarmac en over de afsluiting, dat is een bevoegdheid van de luchthaven, van BIAC, maar ook over de handhaving van de openbare orde aan de andere kant van het hekken. Wie controleert verdachten, verdachte voertuigen aan de buitenzijde van het hekken? Dat is uw bevoegdheid, dat is de bevoegdheid van de luchtvaartpolitie.

 

Op 18 februari om 20.00 uur waren zij met acht mensen waarvan er vier instonden voor de veiligheid van de Kroatische president. Toen waren ze nog met vier. Twee ongewapende agenten stonden in voor de regeling van het verkeer. Toen waren ze nog met twee. Twee mannen stonden in voor de beveiliging van een afsluiting van 22 kilometer, één voor 11 kilometer. Dan moeten ze ook nog de gewone politietaken verzorgen. Reeds jarenlang vraagt de luchtvaartpolitie om meer bemanning en meer middelen. Er is een onderbemanning van 25 %. Mag ik hopen dat dit incident dan ten minste één positief effect heeft, namelijk voor de luchtvaartpolitie.

 

N-VA vraagt niet om steeds meer politieagenten. Neen, wij vragen om ze efficiënt in te zetten daar waar ze nodig zijn. Net deze week komt het Comité P met een rapport, een audit van de algemene directie Gerechtelijke Politie van de federale politie. In dat rapport komt men tot de conclusie dat er daar bijna 200 te veel zijn. Het komt er dus op aan om de agenten daar in te zetten waar ze nodig zijn, waar ze het meest efficiënt zijn.

 

Ik vraag u heel concreet het volgende.

 

Ten eerste, wanneer krijgen wij een beveiliging, een beveiligde afsluiting?

 

Ten tweede, wanneer krijgt de luchtvaartpolitie eindelijk waarop zij recht heeft? Of om concreet te zijn, wanneer stoppen de opendeurdagen en begint voor de luchtvaartpolitie de jobdag?

 

Le président: Je rappelle simplement la réserve dont doivent faire preuve les membres de notre assemblée qui participent aux travaux de la commission de suivi des services de police.

 

07.04  Joëlle Milquet, ministre: Monsieur le président, chers collègues, voici quelques éléments concernant l'attaque à Zaventem.

 

Eerst en vooral, de bevoegde internationale en Europese instanties en de diensten van het directoraat-generaal voor de Luchtvaart voeren op regelmatige basis controles uit.

 

Ces contrôles font l'objet de rapports qui donnent lieu, le cas échéant, à des actions correctrices que l'aéroport doit mettre en œuvre. L'aéroport de Bruxelles-National a fait l'objet d'une inspection européenne en avril 2012, assez récemment donc. Celle-ci n'a révélé aucun manquement sérieux au niveau de la fouille et du contrôle d'accès.

 

Het is de luchthavenuitbater, BIAC, die verantwoordelijk is voor de preventieve bewaking op de luchthaven. Hij kan hiervoor een beroep doen op bewakingsondernemingen of op zijn eigen dienst.

 

Hetzelfde geldt natuurlijk voor de perimeterbewaking en voor de toegangscontrole van personeel en passagiers tot de site, alsmede voor de controle van de goederen die op de site komen. BIAC staat ook in voor het veiligheids- en detectiemateriaal van de perimeter.

 

Wat het waardetransport betreft, is er geen rechtsreeks waardetransport van buiten de luchthaven tot in het vliegtuig. Waarden die aan boord van een vliegtuig moeten, of die uit een vliegtuig worden gehaald, worden enkel overhandigd via een beveiligde ruimte van Brink’s op Brucargo. Daar worden zij afgeleverd of opgehaald. Het transport van de veilige ruimte tot in het vliegtuig, of omgekeerd, gebeurt door personeel en gepantserde voertuigen van Brink’s die enkel op de luchthaven actief zijn. Alle interne ritten van Brink’s op de luchthaven moeten vooraf aangemeld zijn aan LPA Zaventem.

 

Je suis tout à fait prête à en discuter. S'agissant des kerntaken et des fonctions policières de base, tenant compte des décisions politiques prises au cours des dernières années, il avait été décidé que l'on déchargeait la police de l'accompagnement des transports de valeurs pour confier cette mission aux services de gardiennage et aux sociétés de transport privé. Ces choix ont été formés de manière consensuelle dans cette assemblée. Depuis lors, le transport de valeurs est pris en charge exclusivement par les firmes de transport privé. Certains débats en commission démontrent que d'autres tâches devraient également être accomplies par ce secteur.

 

Nous pouvons ouvrir le débat, mais je tiens à souligner qu'on ne peut pas tenir des propos incohérents au sujet de la libération des tâches policières relatives à la sécurité des citoyens.

 

Naar aanleiding van de gewapende overval die zich maandag op de luchthaven van Zaventem heeft voorgedaan, heb ik, samen met staatssecretaris Wathelet, op dinsdag 26 februari een uitgebreid overleg gepland met tal van actoren, zoals de federale politie, de bevoegde directie van de FOD Binnenlandse Zaken, de dienst OCAD, vertegenwoordigers van de FOD Mobiliteit, het crisiscentrum, enzovoort. In een tweede fase zal ik, ook volgende week, een overleg hebben met de luchthavenautoriteiten, de waardetransportfirma’s en de diamantsector.

 

Dat dubbel overleg, met alle betrokken actoren, zal leiden tot het opstellen van een actieplan tot versterking van de veiligheid op de luchthaven van Zaventem, met concrete voorstellen, misschien een audit, en concrete maatregelen.

 

En ce qui concerne la présence policière au niveau de l'aéroport de Zaventem, plus de quatre cents policiers de la police fédérale y sont présents. Ce nombre a été augmenté de vingt-cinq unités en 2012 et le sera encore de plusieurs unités en 2013. Nous verrons, dans le cadre des discussions que nous allons avoir avec l'ensemble des acteurs, comment la répartition des rôles peut être adaptée, et comment le cas échéant la renforcer. Ce sont donc des décisions que nous allons prendre, sur la base d'une analyse fondée et fouillée, avec l'ensemble des acteurs et avec aussi le cadre budgétaire nécessaire.

 

07.05  Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

U hebt een overzicht gegeven van de bestaande controles, maar het is duidelijk dat er momenteel een beveiligingsprobleem is.

 

U kondigt een overleg aan, een zoveelste analyse. In 2000 waren er al drie audits en analyses met actieplannen.

 

De maatregelen moeten er nu dringend komen. Als u iets moet meenemen naar dat overleg, dan is het wel de ernst van de situatie als er geen maatregelen bijkomen, want dan zal dit zeker niet de laatste diamantroof op Zaventem geweest zijn. De diamantrovers riskeren trouwens toch geen zware straffen in dit land, dus een reden om weg te blijven hebben zij zeker niet.

 

Dit heeft zware gevolgen, in de eerste plaats rechtstreeks voor de diamantsector. Bij de overval van vorige maandag ging het om een kwart van de dagelijkse omzet. Antwerpen heeft de grootste en belangrijkste diamantsector ter wereld, precies omdat het het veiligste diamantcentrum ter wereld is. Als dat wegvalt wegens veiligheidsproblemen in Zaventem — al het transport van diamanten gebeurt immers via de luchthaven — dan is dat nefast voor de diamantsector.

 

Het is niet alleen voor de diamantsector nefast. Als het vertrouwen in de veiligheid van Zaventem weg is, zullen ook buitenlandse luchtvaartmaatschappijen twee keer nadenken en Brussels Airport misschien wel links laten liggen.

 

Ik ben nog het meest bekommerd om de veiligheid van de passagiers. Als gangsters in staat zijn om toe te slaan op het tarmac, dan zijn terroristen dat ook en zullen de dramatische gevolgen nog veel erger zijn.

 

Wacht alstublieft niet met die maatregelen, overleg niet te lang, maar voer die maatregelen liever vandaag in dan morgen.

 

07.06  Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, j'entends bien qu'une inspection européenne a eu lieu en 2012. Toutefois, j'ai lu dans la presse le témoignage d'un bagagiste qui expliquait que, déjà en 1995, il était possible de trouer la clôture de l'aéroport grâce à une simple pince et ainsi d'y pénétrer très rapidement. Énormément de faits se sont déroulés depuis quinze ans. Or aucune mesure substantielle n'a été prise.

 

Je suis donc heureuse d'entendre que vous allez entamer les discussions la semaine prochaine avec vos collègues et les différents acteurs. J'espère sincèrement que cela débouchera sur un plan qui sera rapidement mis à exécution, car il y a urgence. Je réitère ma demande d'organiser un audit de la sécurité de cet aéroport – comme vous l'avez évoqué – et de renforcer la présence policière. Enfin, il faut essayer de trouver une méthode pour éviter de transporter des valeurs et des passagers dans le même avion.

 

07.07  Ben Weyts (N-VA): Mevrouw de minister, u hanteert de gebruikelijke oplossing, met name alles te evacuëren naar een werkgroep, een taskforce. U hebt ondertussen al heel wat werkgroepen opgericht. Elk probleem tracht u in een werkgroep te begraven.

 

Op mijn vraag wat u zult doen inzake de onderbemanning van de luchtvaartpolitie, antwoordt u dat dit probleem binnen een paar jaar zal worden bekeken. Ik heb u er zelfs op gewezen, net zoals het Comité P, waar de werkkrachten te vinden zijn, waar er te veel zijn, waar u mensen kunt heroriënteren met het oog op een efficiëntere politiezorg.

 

In Zaventem staan professionele criminelen tegenover een onbemande luchtvaartpolitie. De criminelen staan tegenover een amateuristische beveiliging, zoals amateuristische tuindraad.

 

Als ik u hoor, mevrouw de minister, dan denk ik dat een dergelijke amateuristische beveiliging de minister heeft die zij verdient.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van mevrouw Leen Dierick aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "mogelijke energieschaarste volgende winter" (nr. P1542)

08 Question de Mme Leen Dierick au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "le risque de pénurie énergétique prévu pour l'hiver prochain" (n° P1542)

 

08.01  Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, vorig jaar hebt u hier een plan voorgesteld om de energiebevoorrading te garanderen. Ondertussen zijn er nieuwe feiten: twee kernreactoren liggen al een aantal maanden stil en dat zal waarschijnlijk nog een aantal maanden duren, omdat het FANC bijkomende tests heeft gevraagd. Gisteren stelde u in de commissie voor het Bedrijfsleven dat, indien beide reactoren komende winter inactief blijven, er mogelijk problemen van komen of zelfs een black-out in ons land. Dat is een slecht vooruitzicht.

 

Zult u extra maatregelen nemen om de energiebevoorrading te garanderen komende winter, als de twee reactoren inactief blijven?

 

In uw bevoorradingsplan hebt u een aantal maatregelen voorgesteld. U zou onder meer een kader creëren inzake de sluiting van thermische centrales. Wat is daarbij de stand van zaken? Wanneer zou dat mechanisme in werking treden?

 

Indien er zich op een bepaald moment problemen voordoen, is een zeer goed afschakelplan van belang. Elia is daar volop mee bezig, in overleg met de distributienetbeheerders. Op welke manier zou er nog overleg zijn met de regionale en lokale overheden? Zal er ook overleg zijn met de bedrijven die daardoor desgevallend worden getroffen?

 

Tot slot, momenteel heeft een aantal grote bedrijven afschakelcontracten. Dat houdt in dat ze minder energie verbruiken op vraag van Elia en daarvoor een compensatie krijgen. Waarschijnlijk zullen ook kleine ondernemingen als land- en tuinbouwbedrijven worden opgenomen in een afschakelplan. Ook zij kunnen schade lijden door een mogelijke afschakeling. Zult u ook voor hen voorzien in een mogelijke compensatieregeling?

 

08.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mevrouw Dierick, bedankt voor uw vraag. Zoals u hebt vermeld, zal België over enkele maanden een duidelijk afschakelplan hebben. Wij doen er alles aan om de bevoorrading te verzekeren. Ik heb zelfs aangekondigd dat er geen black-outs zouden zijn in de winter 2012-2013, ook al liggen Doel 3 en Tihange 2 nu stil.

 

Dat neemt niet weg dat men nooit kan vermijden dat een incident voor een plots probleem op ons net zorgt. We moeten altijd voorbereid zijn op schaarste. Als er ooit een afschakeling gebeurt, moet ze goed gepland en voorbereid zijn en dat vereist communicatie. Wie op een bepaald moment afgeschakeld kan worden, moet dat weten en zich daarop kunnen voorbereiden. Sinds 2005 zijn er reglementeringen ter zake, maar van voorbereiding was geen sprake. Ik heb nu in samenwerking met de gemeenten, de gouverneurs en de Gewesten het afschakelplan voorbereid.

 

Ik zal dat blijven doen, in contact met de Gewesten en de provincies. Wij doen er alles aan opdat het afschakelingsplan nooit in werking hoeft te treden. Maar als er ooit plots een probleem of schaarste ontstaat, dan kunnen wij best contact houden met de provincies en de Gewesten om het plan op de best mogelijke manier uit te voeren. Het is natuurlijk geen fantastisch, goed nieuws, maar als een zone ooit van het netwerk moet worden afgeschakeld, dan heb ik liever dat men voorbereid is, met een procedure, met communicatie en uitwisseling van informatie, dan dat zulke verregaande maatregelen worden genomen, zonder dat men weet wat te doen waar er al dan niet afgeschakeld wordt.

 

Het plan is dus nu voorbereid. U hebt ook verwezen naar de volgende winter. Als Doel 3 en Tihange 2 stil blijven liggen, dan is de vraag of de bevoorrading volgende winter wel verzekerd is. De volgende winter zal in ieder geval moeilijker zijn dan de huidige, omdat er in de tussenperiode ook andere productieplannen stilliggen

 

Wij moeten dus het plan van 4 juli 2012 uitvoeren, met de omkadering van de procedure voor de sluiting van andere centrales, met nieuwe investeringen in ons land en met een beter beheer van de vraag. Het gaat daarbij ook over de verbrekingscontracten. Wij blijven ook discussiëren met kleinere bedrijven die zich zouden kunnen engageren om op bepaalde momenten geen elektriciteit te gebruiken. Zij worden daarvoor vergoed, zoals dat voor grotere bedrijven gebeurt. Zo wordt de vraag dus beter beheerd en kunnen wij er zeker van zijn dat er geen afschakeling komt en de bevoorrading verzekerd is. Dat zou moeten gebeuren door contracten met een redelijke prijs.

 

Ook de winter 2013-2014 moeten we al voorbereiden. Hoe sneller wij een beslissing kunnen nemen over Doel 3 en Tihange 2, hoe beter. Dat is een belangrijk element. 2 000 megawatt is niet niets. Wij weten wat wij zullen moeten doen om de bevoorrading voor de volgende winter te verzekeren: de uitvoering van het plan van 4 juli 2012, met een beter beheer van de vraag, de omkadering van de sluiting van de andere centrales en het blijven stimuleren van andere investeringen in ons land. Zo kunnen wij de bevoorrading in de toekomst verzekeren.

 

08.03  Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord. Ik ben het eens met u dat wij zo snel mogelijk werk moeten maken van de maatregelen die u hebt aangekondigd, onder meer het beheer van de vraag en het aanmoedigen van het investeringsklimaat.

 

Wij dringen vanuit CD&V aan op een spoedige realisatie van de aangekondigde maatregelen. Het staat volgens mij buiten kijf dat de bevoorradingszekerheid de absolute prioriteit blijft en wij moeten er alles aan doen om een black-out te vermijden. Als er toch problemen komen, kunnen wij ons het beste hierop voorbereiden met een afschakelplan.

 

Wij dringen echt aan op overleg met de verschillende bedrijven en overheden, zodat zij over voldoende informatie beschikken. Het overleg mag zich niet beperken tot de grote ondernemingen, maar moet ook gevoerd worden met de vele land- en tuinbouwbedrijven die te maken kunnen krijgen met een afschakeling. Ook zij hebben recht op voldoende informatie, zodat zij zich kunnen voorbereiden om nog meer economische schade te vermijden.

 

Als er dan toch nog economische schade ontstaat door een afschakeling, dan dringen wij aan een compensatieregeling voor de geleden economische schade.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Questions jointes de

- M. Yvan Mayeur à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "l'aide médicale et le retour volontaire des sans-papiers" (n° P1543)

- Mme Maya Detiège à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "l'aide médicale urgente fournie aux sans-papiers" (n° P1544)

- M. Peter Logghe à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "l'aide médicale urgente fournie aux illégaux" (n° P1545)

- Mme Sarah Smeyers à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "l'aide médicale urgente fournie aux illégaux" (n° P1546)

09 Samengevoegde vragen van

- de heer Yvan Mayeur aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "medische hulp en vrijwillige terugkeer van mensen zonder papieren" (nr. P1543)

- mevrouw Maya Detiège aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "dringende medische hulp aan mensen zonder papieren" (nr. P1544)

- de heer Peter Logghe aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "dringende medische hulp aan illegalen" (nr. P1545)

- mevrouw Sarah Smeyers aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "dringende medische hulp aan illegalen" (nr. P1546)

 

09.01  Yvan Mayeur (PS): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, la Belgique a inscrit dans sa loi depuis déjà quelques années que la santé pouvait être garantie notamment au travers de l'aide médicale urgente. Cela se justifie doublement, d'une part, par le caractère humanitaire et indispensable de cette aide médicale urgente, certainement dans un pays démocratique, et, d'autre part, pour des raisons évidentes de santé publique.

 

Annoncer aux personnes atteintes par le VIH que la prise en charge de leur traitement sera conditionnée à leur engagement de retourner volontairement dans leur pays est évidemment un scandale absolu. Je voudrais recourir à une citation: "Face à cette tragédie sociale qu'est le sida, beaucoup de politiques sont basées sur les croyances de ceux qui sont au pouvoir, et ce n'est pas une bonne base pour fonder une politique de santé publique". Ces propos sont ceux de Peter Piot, professeur à l'Institut de médecine tropicale d'Anvers et directeur d'Onusida.

 

On apprend en outre que les femmes enceintes illégales seront traitées de la même manière. Selon le professeur de l'ULB Nathan Clumeck, directeur médical du CHU Saint-Pierre – le centre de référence sida pour la Communauté française – ne pas donner de trithérapie à une femme enceinte augmente de 30 à 40 % le risque de séropositivité chez son bébé. Il n'y a que les négationnistes du sida qui ont fait cela!

 

Cette situation actuelle à Anvers est invraisemblable. Il faut la dénoncer! Madame la secrétaire d'État, je vous demande de rappeler la loi, l'arrêté royal stipulant que l'aide médicale urgente peut couvrir les soins de santé de nature préventive et curative y compris chez les patients illégaux. D'ailleurs, quel que soit le statut du patient en Belgique, l'urgence n'est pas déterminée par le CPAS mais par un médecin. C'est le médecin qui décide et non pas la présidente du CPAS d'Anvers. Enfin, rappelez que le secret professionnel de la part des travailleurs du CPAS d'Anvers doit être garanti. C'est à la présidente du CPAS d'Anvers d'y veiller. Si ce n'est pas le cas, je vous demanderai, madame la secrétaire d'État, d'agir via la tutelle que vous exercez sur les CPAS et d'envisager d'agir contre ce CPAS.

 

09.02  Maya Detiège (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega’s, wij hebben allen via de pers vernomen dat de nieuwe voorzitter van het Antwerpse OCMW, mevrouw Homans, de toegang voor illegalen tot aidsremmers wil koppelen aan een terugkeertraject. Eigenlijk zegt zij letterlijk dat betrokkenen hun pillen krijgen op voorwaarde dat zij het afbollen. Ik kan het niet mooier zeggen.

 

Ik vind dit onmenselijk. Dat is pure chantage en het stigmatiseren van mensen met aids.

 

Dat is niet alles, collega’s. Naast de koppeling aan de terugkeer, is men blijkbaar ook selectief bij het toekennen van aidsremmers. Men verschuilt zich daarbij achter de uitspraak dat men “gewoon de federale regelgeving toepast” en zelfs dat men ze “flexibel toepast.” Men beweert ook dat men maar voor een beperkt aantal aidsremmers een federale vergoeding krijgt. Met andere woorden, de beleidskeuzes in Antwerpen zouden de schuld zijn van u, mevrouw de minister, en van minister Onkelinx.

 

Het is logisch dat een arts, maar niet de politiek, moet nagaan of medische hulp dringend is. Laten wij in dit geval niet rond de pot draaien. Mensen met aids die geen medicatie krijgen, sterven. Mensen met aids die geen goede begeleiding krijgen, kunnen anderen besmetten. Er is een risico voor de volksgezondheid wanneer men mensen met een besmettelijke ziekte uitsluit van behandeling.

 

Mevrouw de minister, via de pers heb ik vernomen dat u wil bekijken of er geen algemene regeling voor hiv-positieve illegalen kan worden opgelegd. Vandaar mijn volgende vragen.

 

Ten eerste, klopt het wat in de pers gezegd wordt over een algemene regeling? Hebt u andere plannen? Of is dit volgens u helemaal niet nodig?

 

Ten tweede, klopt het dat lokale overheden niet voor alle aidsremmers een federale vergoeding krijgen? Naar mijn weten klopt dit immers absoluut niet.

 

09.03  Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, collega’s, mijn insteek bij de voorliggende vraag zal allicht anders zijn. Mijn vraag is dan ook ouder dan de vragen van de andere vraagstellers.

 

Mevrouw de staatssecretaris, ik ben uitgegaan van de globale cijfers over de jaarlijkse staatstoelage voor dringende medische hulp aan illegalen, die u mij hebt bezorgd. Het ging om 38,5 miljoen euro in 2008, om bijna 40 miljoen in 2009 en om vlot boven 40 miljoen in 2010. In 2011 is er een daling merkbaar en gaat het om ongeveer 36 miljoen euro. Voor 2012 zijn er alleen voorlopige cijfers bekend.

 

Mevrouw de staatssecretaris, ten eerste, wanneer worden de definitieve cijfers van de staatstoelage voor dringende medische hulp aan illegalen voor 2012 bekendgemaakt? Hebt u ondertussen meer definitieve cijfers?

 

Ten tweede, mevrouw de staatssecretaris, wat in uw cijfergegevens bijzonder opvalt, zijn de ruim uiteenlopende regionale verschillen, wat u moet toegeven. De staatstoelage voor dringende medische hulp aan illegalen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedroeg in 2008 64 % van de kosten voor het hele grondgebied. Het aandeel van Brussel in 2011 steeg zelfs naar 68 %. Welke verklaring hebt u voor het erg hoge aandeel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?

 

U kunt wel lachen, mijnheer Mayeur, maar wij betalen echter wel het gelag.

 

Mevrouw de staatssecretaris, dat gegeven kan natuurlijk onmogelijk alleen worden verklaard door het hoger aantal vreemdelingen in en rond Brussel. De centrale vraag is of de nomenclatuur op dezelfde manier wordt toegepast. Welke controle hebt u in uw bevoegdheid van staatssecretaris op de beslissingen ter zake?

 

Ik wens concrete en volledige antwoorden te krijgen.

 

09.04  Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, er is grote opschudding over het beleid van het OCMW in Antwerpen. Aan een twintigtal — in werkelijkheid aan twee — illegalen zouden aidsremmers geweigerd zijn. In werkelijkheid werd de terugbetaling van de aidsremmers geweigerd. Grote woorden werden bovengehaald, zoals inadmissible. De heer Mayeur noemde ons fascistisch en uzelf noemde ons inhumaan.

 

De reden van de weigering van de terugbetaling was in beide gevallen verschillend. In het eerste geval bleek de illegaal niet behoeftig. In het tweede geval weigerde de illegaal medewerking aan het sociaal dossier.

 

De vraag rijst nu of een OCMW zomaar, zonder enige voorwaarde, aidsremmers moet toekennen, dan wel of het OCMW, integendeel, het recht en zelfs de plicht heeft om geval per geval te beoordelen.

 

Mevrouw de staatssecretaris, ik kan u zeggen, niet als voorzitter van het OCMW van Antwerpen, maar wel als voorzitter van een OCMW van een kleinere gemeente, dat ik het als mijn plicht beschouw om te controleren of een aanvraag gegrond is. Aidsremmers zijn niet goedkoop. Gemiddeld bedragen de kosten 800 euro per persoon per maand. Is het dan onredelijk om geval per geval te beoordelen?

 

Tenzij men natuurlijk het OCMW van de wereld wil spelen. Ook dat is een mogelijke beleidskeuze. Die keuze heeft wel andere en grotere gevolgen, zowel maatschappelijk als financieel.

 

Mevrouw de staatssecretaris, concreet heb ik de volgende vragen voor u.

 

Wat is uw standpunt en het standpunt van de regering daarover? Moet een OCMW blijven vragen naar een sociaal dossier en blijven vragen naar een medisch attest, zoals de federale wetgeving voorschrijft? Zo ja, wat is er dan zo inadmissible aan het beleid van het OCMW van Antwerpen?

 

Het is gemakkelijk om met grote woorden te zwaaien en grote morele verontwaardiging aan de dag te leggen. Bij de OCMW’s staat men echter met zijn voeten in de realiteit. Wij doen ons best. Elke dag nemen wij de aanvragen en de controles ernstig. Ik zie niets verkeerd in een onderzoek, geval per geval, van de aanvragen om dringende medische hulp. Als u dat wel ziet, dan vraag ik u wat daar verkeerd aan is.

 

09.05  Maggie De Block, secrétaire d'État: Monsieur le président, chers collègues, la réglementation relative à l'octroi de l'aide médicale urgente est clairement établie dans la loi de 1976 et par l'arrêté royal de 1996.

 

La loi sur les CPAS détermine que l'aide médicale urgente à une personne en situation illégale est une mission du CPAS. L'appréciation du caractère urgent de l'aide médicale incombe au médecin. Le coût est remboursé à 100 % par l'État fédéral au CPAS. Néanmoins, ce remboursement est soumis à une condition: le patient doit être dans le besoin; cette vérification est effectuée par le CPAS via une enquête sociale individuelle.

 

In die zin heeft het OCMW eigenlijk de taak om elk geval individueel te beoordelen. Daar bestaat dus geen enkel misverstand over. Dat gebeurt niet alleen in Antwerpen, het moet in elk OCMW gebeuren. Het gaat er dan wel enkel om na te gaan of iemand zich in staat van behoefte bevindt. Een OCMW kan geen voorwaarden toevoegen aan de wet. In tegenstelling tot wat sommigen tot gisteren hebben beweerd, is de terugbetaling door de federale overheid aan de OCMW’s ook niet verbonden aan bijkomende voorwaarden, bijvoorbeeld of de medicatie in het land van herkomst beschikbaar is.

 

Mevrouw Smeyers, u moet mij dus niet de vraag stellen of ik tegen een individueel onderzoek ben. Dat heb ik nooit gezegd. Ik heb alleen gezegd dat ik niet kan aanvaarden dat het OCMW beoordeelt of de medicatie gegeven moet worden. In die zin heb ik de laatste dagen in de verschillende perscommuniqués uit Antwerpen ook kunnen vaststellen dat men aan het landen is en dat de communicatie vandaag correct is.

 

Verder kan ik stellen dat er een ontwerp is dat reeds is goedgekeurd in de commissie van de Kamer om het systeem te hervormen en te vereenvoudigen. Momenteel loopt er een pilootproject. De facturen zullen via de Hulpkas voor Ziekte en Invaliditeit worden terugbetaald. Daardoor zal enerzijds de werklast voor de OCMW’s verminderen en, anderzijds een medische controle door de geneesheren van de hulpkas kunnen worden uitgevoerd.

 

Mijnheer Logghe, ik heb geen recentere cijfers. U weet goed genoeg dat de OCMW’s inzake de kosten die zij moeten doorgeven voor 2012 dat ook nog in de loop van 2013 moeten doen. Ik kan u pas vanaf midden dit jaar recentere cijfers geven.

 

Collega’s, ik kan het natuurlijk alleen toejuichen als sommige lokale besturen betrokkenheid tonen bij het beleid inzake vrijwillige terugkeer, een beleid waarop ik zeer sterk gedrukt heb en dat mij na aan het hart ligt. De concrete suggestie, in casu, het koppelen van dringende medische verzorging aan het ondertekenen van een terugkeerverklaring is voor mij echter een brug te ver. Daar kan ik mij echt niet in vinden.

 

Wat zullen we doen met een persoon die niet wilt terugkeren en een levensreddende ingreep nodig heeft? Zullen we hem ook voor die keuze stellen? Wat doen wij met iemand die zijn terugkeerengagement niet is nagekomen en die moet bevallen of doodziek is? Laten we die persoon ook in de kou staan?

 

Dat zijn ethische vragen en u moet eens de moeite doen om daarvoor tijd te nemen.

 

Natuurlijk is een effectief en doelmatig terugkeerbeleid van groot belang. Ik heb daarop ook sterk ingezet, u hebt dat ook gezien in de cijfers. De cijfers voor vrijwillige terugkeer zijn nooit zo hoog geweest. Er is een stijging met meer dan 46 % en de cijfers zitten nog steeds in de lift. De bijna dagelijkse berichten in de krant en oproepen op sociale media om uitwijzingen tegen te houden van mensen die hier lange tijd in de illegaliteit leven, tonen aan dat ik ook werk maak van de uitvoering van de beslissingen van de instanties. Ik ben echt niet van plan om iets essentieel als dringende medische verzorging te gebruiken als een chantagemiddel voor vrijwillige terugkeer. Ik heb het reeds gezegd, dat gaat voor mij veel te ver.

 

Mevrouw Smeyers, ik begrijp dat u enthousiast bent als nieuwe voorzitter van het OCMW in Aalst, maar heb nog niet de ambitie om OCMW-voorzitter van heel de wereld te zijn, het zal al moeilijk genoeg zijn om een goede OCMW-voorzitter voor Aalst te zijn.

 

09.06  Yvan Mayeur (PS): Monsieur le président, je remercie la secrétaire d'État. Je la connais depuis longtemps, puisqu'elle a siégé dans la commission de la Santé publique avant d'occuper cette fonction. Donc, je connais son engagement humain et juste pour les gens qui ont besoin de soins. Sa réponse en témoigne et traduit le caractère légal de ce qui est prévu dans notre législation, qui n'est pas laxiste. Ce dispositif vient en aide aux personnes qui se trouvent dans une situation de détresse humanitaire.

 

Je regrette franchement qu'une ville comme Anvers, au caractère cosmopolite, ouvert et international, montre déjà après quelques semaines d'activités dans une nouvelle direction un visage aussi méprisable. Je le regrette et je ne suis pas le seul: un Anversois célèbre que j'ai cité tout à l'heure, le professeur Peter Piot, de l'Institut de médecine tropicale et directeur de l'Onusida, ce monsieur d'Anvers vous dénonce avec moi, mesdames et messieurs de la N-VA!

 

09.07  Maya Detiège (sp.a): Mevrouw de staatssecretaris, ik ben enorm tevreden dat wij hetzelfde denken over de situatie in Antwerpen en dat u het ondertekenen van een terugkeerverklaring onaanvaardbaar vindt. Dat is trouwens onwettelijk. Het is blijkbaar de nieuwe stijl van sommigen in de politiek om mensen te stigmatiseren en tegen elkaar op te zetten, zelfs in levensbedreigende situaties. Dat is voor mij een brug te ver.

 

09.08  Peter Logghe (VB): Mevrouw de staatssecretaris, zoals reeds gezegd, België kan onmogelijk het OCMW van de hele wereld zijn. Als steeds meer burgers moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen en als ik de cijfers zie, tot voor kort, met betrekking tot dringende medische hulp, dan mogen er beleidsmatig inspanningen worden gevraagd om de onvoorstelbaar hoge bedragen weer onder controle te krijgen.

 

Mevrouw de staatssecretaris, ik zou u vooral willen bedanken voor de verklaring die u hebt gegeven over de verschillen tussen de Gewesten, wat de staatstoelage betreft. Wij zullen daar zeker op terugkomen. U mag gerust noteren dat u volgens het Vlaams Belang nog maar aan het prille begin staat van een daadkrachtig beleid. Ondertussen zijn er blijkbaar ook al aidsvluchtelingen, dus wij zijn er nog lang niet.

 

09.09  Sarah Smeyers (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, het gaat hier over twee illegalen die niet medisch geregulariseerd zijn. Dat wil zeggen dat zij in het land van herkomst een adequate behandeling konden krijgen en dat zij over voldoende financiële middelen beschikken om de behandeling te betalen. U verwijdert de illegalen niet en u verwijt nu een lokale overheid dat zij afspraken wil maken met die illegalen op basis van vrijwillige terugkeer. U zet de wereld op zijn kop, mevrouw de staatssecretaris.

 

Ik merk hier trouwens een zeer selectieve verontwaardiging.

 

Dit is gewoon de voortzetting van een beleid dat in 2011 al werd gevoerd, het beleid van het OCMW van Antwerpen van 2011 onder socialistische voorzitters.

 

Ofwel zeggen jullie nu: oei, dat wisten wij niet. Ofwel zeggen jullie, nu jullie in de oppositie zitten, dat jullie andere motieven ondersteunen. Ik durf het laatste te vermoeden.

 

Mijnheer Mayeur, in Vlaanderen mogen van u CD&V, Open Vld en sp.a zeggen wat ze willen, maar als de N-VA die woorden in daden omzet, dus het gezond verstand in beleid omzet, is dat plots fascistisch.

 

Even ten gronde. Het moet duidelijk zijn dat wie ziek is moet worden geholpen, in alle gevallen. Door een arts voor de medische hulp en als het om illegalen gaat ook. Dat is de wet en dat is maar goed ook. In alle gevallen door een arts, en als de persoon behoeftig is door het OCMW.

 

Geval per geval moet worden beoordeeld, op basis van een sociaal dossier en op basis van een medisch attest.

 

Het is de arts, mijnheer Somers, die beslist over het dringend medisch karakter van de behandeling en gelukkig niet de politicus. Hij moet waken over het goed beheer van de centen, op een rechtvaardige en correcte manier. Dat is wat in Antwerpen al jaren wordt gedaan en nu, helaas inadmissible, door de N-VA.

 

09.10 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik ben al dertien jaar in dit Halfrond aanwezig. Ik heb nog nooit iemand individuele dossiers weten citeren of details weten prijsgeven.

 

U noemt twee gevallen in Antwerpen. Ik denk dat ook de OCMW-voorzitters van de N-VA hun deontologie moeten kennen en hun zwijgplicht moeten eerbiedigen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Conseil d'État – Présentation d'un assesseur néerlandophone

10 Raad van State – Voordracht van een Nederlandstalig assessor

 

Le président: La liste de trois candidats présentés par le Conseil d'État pour une place d'assesseur néerlandophone a été communiquée à la Chambre le 15 janvier 2013.

De lijst met drie kandidaten voorgedragen door de Raad van State, voor een ambt van Nederlandstalig assessor, werd op 15 januari 2013 ter kennis gebracht van de Kamer.

 

La présentation n'étant pas unanime, la Chambre pouvait, conformément à l’article 70, § 1er, alinéa 8, des lois sur le Conseil d’État coordonnées le 12 janvier 1973, et dans un délai ne pouvant dépasser trente jours à compter de la réception de la communication de cette présentation, soit confirmer la liste présentée par le Conseil d'État, soit présenter une autre liste de trois noms.

Aangezien de voordracht niet unaniem is, kon de Kamer, overeenkomstig artikel 70, § 1, achtste lid, van de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, binnen een termijn van ten hoogste dertig dagen vanaf de ontvangst van de mededeling van deze voordracht, hetzij de door de Raad van State voorgedragen lijst bevestigen, hetzij een tweede lijst met drie namen voordragen.

 

Ce délai étant expiré, la liste présentée par le Conseil d'État est considérée comme confirmée par la Chambre.

Aangezien de termijn is verstreken, wordt de door de Raad van State voorgedragen lijst als bevestigd beschouwd.

 

11 Commission de la protection de la vie privée – Nomination des membres

11 Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer – Benoeming van de leden

 

Aux termes de l'article 23 de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l'égard des traitements de données à caractère personnel, il est institué auprès de la Chambre des représentants une commission de la protection de la vie privée. Cette commission est composée de membres désignés par la Chambre.

Krachtens artikel 23 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, is bij de Kamer van volksvertegenwoordigers een commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ingesteld. Deze commissie is samengesteld uit leden die worden aangewezen door de Kamer.

 

La commission comprend huit membres effectifs dont au moins un magistrat qui en assume la présidence. Il y a également huit membres suppléants dont au moins un magistrat.

De commissie bestaat uit acht vaste leden, onder wie minstens één magistraat, die voorzitter van de commissie is. Er zijn eveneens acht plaatsvervangende leden, onder wie minstens één magistraat.

 

La commission est composée d'un nombre égal de membres d'expression française et de membres d'expression néerlandaise.

De commissie bestaat uit een gelijk aantal Nederlandstalige en Franstalige leden.

 

Le président et le vice-président doivent appartenir à un rôle linguistique différent.

De voorzitter en de ondervoorzitter behoren tot een andere taalgroep.

 

Outre le président, la commission comprend au moins, parmi ses membres effectifs et parmi ses membres suppléants, un juriste, un informaticien, une personne pouvant justifier d'une expérience professionnelle dans la gestion de données à caractère personnel relevant du secteur privé, et une personne pouvant justifier d'une expérience professionnelle dans la gestion de données à caractère personnel dans le secteur public.

Benevens de voorzitter, telt de commissie onder haar vaste leden en onder haar plaatsvervangende leden, ten minste een jurist, een informaticus, een persoon die beroepservaring kan voorleggen in het beheer van persoonsgegevens afhangende van de private sector en een persoon die beroepservaring kan voorleggen in het beheer van persoonsgegevens afhangende van de openbare sector.

 

Les membres de la commission sont élus pour un terme de six ans, renouvelable, sur des listes comprenant deux candidats, pour chaque mandat à pourvoir, présentées par le Conseil des ministres.

De leden van de commissie worden gekozen voor een hernieuwbare termijn van zes jaar op door de Ministerraad voorgedragen lijsten die voor elk te bekleden mandaat twee kandidaten bevatten.

 

Le mandat des membres de la Commission a pris fin le 1er décembre 2010.

Het mandaat van de leden van de Commissie verstreek op 1 december 2010.

 

Par lettre du 4 février 2013, la ministre de la Justice transmet la liste des candidats approuvée par le Conseil des ministres en date du 21 décembre 2012.

Bij brief van 4 februari 2013 deelt de vice-eersteminister en minister van Justitie de lijst mee van de kandidaten die door de Ministerraad op 21 december 2012 werden voorgedragen.

 

Il s'agit des candidats suivants:

A. Membres effectifs

A.1. Président

- premier candidat: M. Willem De Beuckelaere (N)

- deuxième candidat: Mme Margareta Adriaensens (N)

A.2. Vice-président

- premier candidat: M. Stefan Verschuere (F)

- deuxième candidat: Mme Nicole Lepoivre (F)

A. 3. Juriste

- premier candidat: Mme Anne Junion (F)

- deuxième candidat: M. Yves Teughels (N)

A. 4. Informaticien

- premier candidat: M. Frank Robben (N)

- deuxième candidat: M. Jean-Marc Dinant (F)

A.5. Secteur public

- premier candidat: M. Jo Baret (N)

- deuxième candidat: M. Yves Roger (F)

A 6 Secteur privé

- premier candidat: M. Eric Gheur (F)

- deuxième candidat: Mme Françoise D'Hautcourt (F)

A.7. Septième mandat

- premier candidat: M. Gert Vermeulen (N)

- deuxième candidat: Mme Natacha Knaepen (F)

A.8. Huitième mandat

- premier candidat: Mme Severine Waterbley (F)

- deuxième candidat: M. Paul De Hert (N)

B. Membres suppléants

B.1. Président

- premier candidat: M. Dirk Van Der Kelen (N)

- deuxième candidat: M. Willem De Beuckelaere (N)

B.2. Vice-président

- premier candidat: Mme Mireille Salmon (F)

- deuxième candidat: M. Stefan Verschuere (F)

B.3. Juriste

- premier candidat: M. Frank Schuermans (N)

- deuxième candidat: Mme Sylvie Tack (N)

B.4. Informaticien

- premier candidat: M. Serge Mertens (F)

- deuxième candidat: M. Frank Robben (N)

B.5. Secteur public

- premier candidat: M. Yves Roger (F)

- deuxième candidat: M. Rudy Trogh (N)

B.6. Secteur privé

- premier candidat: M. Ivan Vandermeersch (N)

- deuxième candidat: M. Jan De Keye (N)

B.7. Septième mandat

- premier candidat: M. Joël Livyns (F)

- deuxième candidat: M. Emmanuel Quintin (F)

B.8. Huitième mandat

- premier candidat: M. Rogier De Corte (N)

- deuxième candidat: M. Dirk De Bot (N)

 

Het gaat om de volgende kandidaten:

A. Vaste leden

A.1. Voorzitter

- eerste kandidaat: de heer Willem De Beuckelaere (N)

- tweede kandidaat: mevrouw Margareta Adriaensens (N)

A.2. Ondervoorzitter

- eerste kandidaat: de heer Stefan Verschuere (F)

- tweede kandidaat: mevrouw Nicole Lepoivre (F)

A.3. Jurist

- eerste kandidaat: mevrouw Anne Junion (F)

- tweede kandidaat: de heer Yves Teughels (N)

A.4. Informaticus

- eerste kandidaat: de heer Frank Robben (N)

- tweede kandidaat: de heer Jean-Marc Dinant (F)

A.5. Openbare sector

- eerste kandidaat: de heer Jo Baret (N)

- tweede kandidaat: de heer Yves Roger (F)

A.6. Private sector

- eerste kandidaat: de heer Eric Gheur (F)

- tweede kandidaat: mevrouw Françoise D'Hautcourt (F)

A.7. Zevende mandaat

- eerste kandidaat: de heer Gert Vermeulen (N)

- tweede kandidaat: mevrouw Natacha Knaepen (F)

A.8. Achtste mandaat

- eerste kandidaat: mevrouw Severine Waterbley (F)

- tweede kandidaat: de heer Paul De Hert (N)

B. Plaatsvervangende leden

B.1. Voorzitter

- eerste kandidaat: de heer Dirk Van Der Kelen (N)

- tweede kandidaat: de heer Willem De Beuckelaere (N)

B.2. Ondervoorzitter

- eerste kandidaat: mevrouw Mireille Salmon (F)

- tweede kandidaat: de heer Stefan Verschuere (F)

B.3. Jurist

- eerste kandidaat: de heer Frank Schuermans (N)

- tweede kandidaat: mevrouw Sylvie Tack (N)

B.4. Informaticus

- eerste kandidaat: de heer Serge Mertens (F)

- tweede kandidaat: de heer Frank Robben (N)

B.5. Openbare sector

- eerste kandidaat: de heer Yves Roger (F)

- tweede kandidaat: de heer Rudy Trogh (N)

B.6. Private sector

- eerste kandidaat: de heer Ivan Vandermeersch (N)

- tweede kandidaat: de heer Jan De Keye (N)

B.7. Zevende mandaat

- eerste kandidaat: de heer Joël Livyns (F)

- tweede kandidaat: de heer Emmanuel Quintin (F)

B.8. Achtste mandaat

- eerste kandidaat: de heer Rogier De Corte (N)

- tweede kandidaat: de heer Dirk De Bot (N)

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 20 février 2013, le curriculum vitae des candidats sera transmis aux groupes politiques.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 20 februari 2013 zullen de cv's van de kandidaten aan de politieke fracties worden bezorgd.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

12 Éloge funèbre – M. Jacques Hoyaux

12 Rouwhulde – de heer Jacques Hoyaux

 

Le président (devant l'assemblée debout)

De voorzitter (voor de staande vergadering)

 

Mesdames, Messieurs, chers collègues, le 11 février dernier, M. Jacques Hoyaux, sénateur honoraire, est décédé à Watermael-Boitsfort à l'âge de 82 ans.

 

Après avoir obtenu son doctorat en droit à l'Université libre de Bruxelles en 1954, Jacques Hoyaux s'est engagé au Parti socialiste belge de l'époque. En 1963, il devint président de la section du parti à Lambusart, une fonction qu'il allait occuper sans interruption pendant vingt ans.

 

En mars 1974, M. Hoyaux fut élu sénateur pour l'arrondissement de Charleroi-Thuin. En tant que militant wallon et régionaliste convaincu, il a œuvré dès le début de son mandat à l'entrée en vigueur de l'article 107 quater de la Constitution. Cet article, qui renvoyait à la révision de la Constitution de 1970, prévoyait la création de trois Régions, dont les compétences et le fonctionnement seraient réglés par une loi spéciale.

 

Als staatssecretaris voor Institutionele Hervormingen in de regering-Tindemans II, van juni 1977 tot oktober 1978, en in de regering-Vanden Boeynants II, van oktober 1978 tot april 1979, trachtte Jacques Hoyaux een aantal bepalingen van het in mei 1977 gesloten Egmontpact uit te voeren.

Van april 1979 tot januari 1980 was hij minister van het Franstalig onderwijs in de regering-Martens I. In die hoedanigheid lag hij mee aan de basis van de wet van juli 1979 tot oprichting van voorlopige gemeenschaps- en gewestinstellingen.

 

Après la chute du gouvernement Martens Ier en janvier 1980, Jacques Hoyaux a retrouvé son mandat de sénateur. Au début du mois d'août de cette même année, il a voté avec enthousiasme en faveur de la loi spéciale fixant les compétences des trois Régions de Belgique, en application de l'article 107 quater de la Constitution. C'est avec une fierté non dissimulée qu'il a accepté en novembre 1980 la vice-présidence du tout nouveau Conseil régional wallon, une fonction qu'il exerça jusqu'en janvier 1983.

 

En tant que délégué de la Communauté française de Belgique, Jacques Hoyaux fut actif de 1983 à 1986 au sein de l'Agence de coopération culturelle et technique de Paris, une organisation intergouvernementale qui avait été créée en 1970 pour promouvoir la langue et la culture françaises et qui a ouvert la voie à l'actuelle Organisation internationale de la Francophonie. Il fut également président de l'Institut Jules Destrée pendant dix ans, de 1975 à 1985.

 

Hoewel Jacques Hoyaux zich in september 1985, na zijn vertrek uit de Senaat, uit het politieke leven teruggetrokken had om zich in Frankrijk te vestigen, bleef hij onverminderd aandacht hebben voor de Belgische politieke en sociaaleconomische ontwikkelingen.

 

Au nom de la Chambre, j'ai présenté à sa famille nos sincères condoléances.

 

12.01  Jean-Pascal Labille, ministre: Chers collègues, il est des hasards de l'histoire dont on peut se demander s'ils sont totalement fortuits. Le 11 février dernier, Jacques Hoyaux s'est éteint comme en écho au travail auquel se livre le gouvernement pour mettre en place et en oeuvre la sixième réforme de l'État. Jacques Hoyaux a su rappeler son combat à nos mémoires.

 

Régionaliste wallon convaincu, il a activement œuvré à la création des Régions wallonne et flamande en 1981, faisant de lui un des principaux architectes du fédéralisme belge. C'est d'ailleurs sur le résultat de ses travaux que nous continuons à redéfinir la maison Belgique qui, toutes et tous, nous abrite.

 

Je le disais, sa récente disparition revêt un caractère particulier dans le contexte actuel, car la création de Régions, Jacques Hoyaux l'a toujours entrevue comme un moyen d'assurer le bien-être de ses concitoyens et non comme une fin en soi nourrie par le rejet d'une autre communauté.

 

Chers collègues, le décès de Jacques Hoyaux nous rappelle à cette évidence: le temps finit toujours par avoir raison de nous et nous ne donnerons un sens à nos combats que par les actes que nous poserons.

 

Indépendamment des jeux politiques et autres alliances auxquelles nous nous plions du fait du secteur dans lequel nous évoluons, Jacques Hoyaux nous rappelle que nous ne devons notre présence dans cette Assemblée – et rappelons-nous bien cela! – qu'à la poursuite d'un objectif précis: servir la population, pour la population.

 

Avec le départ de M. Hoyaux, c'est un grand serviteur que le peuple belge voit disparaître et je tenais à lui rendre hommage.

 

La Chambre observe une minute de silence.

De Kamer neemt een minuut stilte in acht.

 

13 Prise en considération de propositions

13 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Le président: Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au règlement.

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 20 février 2013, je vous propose également de prendre en considération:

- la proposition de résolution de M. Denis Ducarme et Mme Corinne De Permentier visant à renforcer le screening des candidats et des membres civils et militaires de la Défense, et à renforcer les moyens du Service général du renseignement et de la sécurité (SGRS) (n° 2641/1).

Renvoi à la commission de la Défense nationale;

- la proposition de loi de M. Karel Uyttersprot modifiant la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des entreprises en vue de réduire le nombre de faillites et de purger les usages impropres de la loi (n° 2645/1).

Renvoi à la commission chargée des problèmes de Droit commercial et économique;

- la proposition de loi de M. Renaat Landuyt modifiant le Code pénal en vue d'incriminer le harcèlement moral (n° 2646/1).

Renvoi à la commission de la Justice;

- la proposition de MM. Gerolf Annemans et Hagen Goyvaerts et Mme Barbara Pas visant à instituer une commission d'enquête parlementaire chargée d'examiner les montages fiscaux mis en place par l'association de fait dénommée ACW (n° 2659/1);

- la proposition de Mme Meyrem Almaci et M. Georges Gilkinet visant à instituer une commission d'enquête parlementaire Dexia (n° 2660/1);

- la proposition de MM. Peter Dedecker et Jan Jambon visant à instituer une commission d'enquête parlementaire Dexia (n° 2661/1).

Renvoi à la commission des Finances et du Budget.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 20 februari 2013, stel ik u ook voor in overweging te nemen:

- het voorstel van resolutie van de heer Denis Ducarme en mevrouw Corinne De Permentier over een verscherpte screening van de civiele en militaire (kandidaat)-leden van Defensie en over een uitbreiding van de middelen van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV) (nr. 2641/1).

Verzonden naar de commissie voor de Landsverdediging;

- het wetsvoorstel van de heer Karel Uyttersprot tot wijziging van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van ondernemingen met het oog op de bestrijding van het aantal faillissementen en het uitzuiveren van oneigenlijk gebruik van de wet (nr. 2645/1).

Verzonden naar de commissie belast met de problemen inzake Handels- en Economisch Recht;

- het wetsvoorstel van de heer Renaat Landuyt tot wijziging van het Strafwetboek teneinde pesten strafbaar te maken (nr. 2646/1).

Verzonden naar de commissie voor de Justitie;

- het voorstel van de heren Gerolf Annemans en Hagen Goyvaerts en mevrouw Barbara Pas tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie inzake het opzetten van fiscale constructies door de feitelijke vereniging genaamd ACW (nr. 2659/1);

- het voorstel van mevrouw Meyrem Almaci en de heer Georges Gilkinet tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie Dexia (nr. 2660/1);

- het voorstel van de heren Peter Dedecker en Jan Jambon tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie Dexia (nr. 2661/1).

Verzonden naar de commissie voor de Financiën en de Begroting.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Je vous propose également de prendre en considération la proposition de loi de M. Alain Mathot, Mme Isabelle Emmery et MM. Olivier Henry et Olivier Destrebecq modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992, relative à l'extension du tax shelter aux créations couturières et de design (n° 2655/1).

Renvoi à la commission des Finances et du Budget.

Ik stel ik u ook voor het wetsvoorstel van de heer Alain Mathot, mevrouw Isabelle Emmery en de heren Olivier Henry en Olivier Destrebecq tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 om de tax shelter uit te breiden tot mode- en designontwerpen (nr. 2655/1), in overweging te nemen.

Verzonden naar de commissie voor de Financiën en de Begroting.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Je vous donne maintenant la parole en fonction de l'ordre de dépôt des propositions pour lesquelles l'urgence va sans doute être demandée. Je rappelle que le membre qui exprime la demande prend la parole. Il a cinq minutes pour s'exprimer. Un orateur par groupe politique pourra ensuite prendre la parole pendant cinq minutes s'il le souhaite.

 

Le premier signataire est M. Annemans qui ne souhaite pas intervenir. Le deuxième signataire est M. Goyvaerts.

 

Demandes d'urgence

Urgentieverzoeken

 

13.01  Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, er is de afgelopen dagen wel wat te doen geweest over het dossier van het ACW. In tegenstelling tot de andere politieke partijen heeft het Vlaams Belang geen nood om nog een rondje Dexia te doen. Niet dat het dossier ons niet na aan het hart zou liggen, maar wij weten waar deze bijzondere commissie ons destijds toe geleid heeft en dat is nergens met name. Wij hebben toen wel een paar dekseltjes van de potjes kunnen opheffen, maar zij waren even snel gesloten als geopend.

 

Ondertussen heeft het ACW in de afgelopen jaren het spel met de hoge heren bankiers, met de haute finance van België meegespeeld en ondertussen zitten zij een beetje op de blaren. Wij kennen allemaal het verhaal van de 300 000 winstbewijzen bij Belfius, de verzwegen elementen bij de onderhandelingen en de bekendmaking van de aankoop van Belfius Bank door de belastingbetaler. Er is ook nog het ARCO-verhaal. Men kan natuurlijk altijd proberen om recht te praten wat krom is, maar er zijn grenzen.

 

Laat ons al die holle verklaringen, al die perceptie achter ons laten. Het ACW kan draaien en ontkennen wat het wil, maar het zijn de feiten die tellen. Deed het ACW aan belastingontduiking? Het vermoeden wordt iedere dag groter en bijgevolg moet het worden uitgeklaard. Heeft het ACW aan morele belastingontduiking gedaan? Ongetwijfeld. Heeft het ACW belastingfraude gepleegd? Laat het ons uitspitten tot op het bot. Waren er elementen van belangenvermenging tussen de bestuurders van ARCO en de bestuurders van Sociaal Engagement? Laat ons het uitspitten tot op het bot. Heeft het ACW gehandeld met voorkennis? Laat het ons uitspitten tot op het bot. Hebben de jaarrekeningen van Sociaal Engagement aanleiding gegeven tot misleiding? Laat het ons uitspitten tot op het bot. Voldeed Sociaal Engagement aan de voorwaarden van de DBI-aftrek? Laat ons het uitspitten tot op het bot. Is er misbruik geweest van vennootschapsgoederen? Laat het ons uitspitten tot op het bot. En zo kunnen we nog even verder gaan!

 

Collega’s van CD&V, de tijd van Poupehan is voorbij. De tijd dat jullie alles binnen de zuil konden arrangeren, is voorbij. Dus moet het Parlement duidelijkheid scheppen met een onderzoekscommissie met een beperkt mandaat. Op drie maanden tijd moet alles duidelijk en afgerond zijn. Geen vendetta, geen heksenjacht, maar snel en efficiënt klaarheid scheppen, de zaak ophelderen, de focus op het ACW want al de rest is ballast op de kar met het zoveelste risico op het zich vast rijden en in de mist terecht te komen.

 

Laat ons gerenommeerde fiscale specialisten, vakmensen, maar ook de BBI en het ACW grondig ondervragen en aan de tand voelen, onder ede deze keer, dus een echte parlementaire onderzoekscommissie.

 

Het zou onaanvaardbaar zijn dat betrokkenen nog wat rookgordijnen kunnen optrekken. Wij moeten dit dossier in het Parlement op een snelle en efficiënte manier aanpakken. Als wij dat niet meer kunnen, kunnen wij er maar beter mee stoppen.

 

Het volk buiten het Parlement, de man en de vrouw in de dorpsstraat, verwacht opheldering van de volksvertegenwoordiging. Geen schijntheater, geen schimmenspel, vergeet het. Een volwaardige parlementaire onderzoekscommissie zonder pardon.

 

Vandaar ons voorstel om gefocust te werk te gaan en het onderzoek toe te spitsen op de fiscale constructies van de feitelijke vereniging ACW. Ik denk dat niemand daar iets op tegen kan hebben. Ik neem dat aan, dus verwacht ik van u een kamerbrede steun voor de hoogdringendheid van dit voorstel.

 

13.02  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, geachte collega’s, het was een woelige week, waarbij sommigen de gelegenheid te baat hebben genomen om een belangrijke middenveldorganisatie in ons land ernstige schade toe te brengen en al te spreken over fraude.

 

De bitse oorlog van afgelopen week werd mogelijk gemaakt, doordat de hier aanwezige meerderheidspartijen te veel vragen onbeantwoord hebben gelaten in het Dexia-dossier, daardoor en daardoor alleen. Door de pertinente weigering om alle losse eindjes weg te werken en het Dexia-debacle tot op het bot uit te spitten, kan iedereen die wil, zijn vijand kiezen. Voor sommigen is dat het ACW, maar daar doen wij niet aan mee. In tijden van crisis is een sterk middenveld broodnodig.

 

Het is misschien goed om de vraag te stellen hoe we tot hier zijn geraakt. Dan komt men onmiskenbaar bij de Dexia-commissie uit, die ongelofelijk veel losse eindjes heeft achtergelaten, die een bijzondere commissie was en nooit een onderzoekscommissie, die nooit verheldering heeft kunnen bieden over de gang van zaken voor noch na de redding van de bank. Dat betreft ook de rol van alle satellieten, ook die van de Gemeentelijke Holding bijvoorbeeld, waarvoor wij in het Vlaams Parlement een onderzoekscommissie hebben gevraagd en waarin de N-VA niet is meegegaan. Het betreft het gebrek aan politieke steun voor de splitsing van de bank, de druk op de Europese Unie, het gelobby om de bank te behouden als één geheel en de rol van bestuurders en management.

 

In de ontwerptekst van de bijzondere commissie hebben experts aangesteld door de meerderheid, zelf het Parlement aanbevolen en aangemaand om een strafrechtelijk en burgerrechtelijk onderzoek te overwegen.

 

Hoeveel meer hebt u nodig om uw verantwoordelijkheid als parlementsleden op te nemen? U hebt het nooit willen doen. Alle vragen ter verduidelijking van wat er bij Dexia gebeurde, hebt u elke keer van tafel geveegd. Dat hebt u gedaan om één reden, de politieke belangenvermenging. Dat de storm die vandaag woedt sommige politieke partijen een aanleiding biedt hun vijand te kiezen, is ook uw verantwoordelijkheid!

 

Het rapport en de aanbevelingen van de Dexia-partijen vertoonden belangrijke mankementen. Zelfs Febelfin begon ervan te geeuwen. Het enige wat ervan rest, zijn relicten.

 

Vandaag, geachte collega’s, zijn wij opnieuw vragende partij voor een echte onderzoekscommissie. Wij maken van de nood een deugd. Dat is niet nieuw, wij vragen het al jaren. Het was onze eerste aanbeveling na die flop van een commissie, vorig jaar.

 

Niet zo gek lang geleden vroeg ook sp.a dat. De afwikkeling van het Dexia-dossier moet dringend worden doorgelicht. Wij willen dus geen specifieke onderzoekscommissie met als doel één deel van onze samenleving schade te berokkenen door al op voorhand in de ontwerptekst te zeggen dat er fraude gepleegd is. Dat is niet de rol van het Parlement. De waarheid over Dexia blijft vooral een verhaal van megalomanie en politieke belangenvermenging, met nog steeds ernstige openliggende vragen.

 

Ondertussen blijft het grootste financiële debacle uit onze geschiedenis onopgehelderd. Maar de rekening ligt er. Vandaag betoogden 40 000 of 50 000 mensen tegen het afbrokkelen van hun koopkracht, wat mee het gevolg is van de bankencrisis. Zij vragen gerechtigheid. De burgers en de militanten van middenveldorganisaties willen weten waarom zij voor die rekening moeten opdraaien.

 

Als men wil dat de heksenjacht tegen het middenveld stopt, moeten de traditionele partijen een echte onderzoekscommissie toelaten, zowel hier in het federale Parlement als in het Vlaams Parlement. Het is stilaan de laatste kans.

 

13.03  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, nog geen jaar geleden vierden wij in dit Parlement het einde van de werkzaamheden van de bijzondere commissie Dexia. Het was een commissie waarvan de leden nooit de documenten van de toezichthouder hebben mogen inkijken. Het was nochtans de toezichthouder die al die jaren opperde dat bij Dexia alles meer dan in orde was. Het was een commissie die nooit Yves Leterme heeft mogen ondervragen. Yves Leterme kwam gewoon niet opdagen, hoewel hij een van de hoofdrolspelers was. Kortom, collega’s, het was een commissie die vooral niet op zoek mocht gaan naar de waarheid.

 

Wie was bang voor de waarheid? Ik vraag het mij nog altijd af, maar ik heb een sterk vermoeden dat wij betrokkenen ondertussen de Dexia-partijen noemen.

 

Collega’s, nu stellen wij in het Dexia-dossier heel wat nieuwe feiten vast. Wij stellen namelijk vast dat de belastingbetaler voor Dexia en Belfius miljarden moet betalen en dat slechts één organisatie hiervan beter wordt, met name het ACW.

 

Hoewel de Europese Commissie had verboden dat winsten aan aandeelhouders werden uitgekeerd, kreeg het ACW als enige partij miljoenen van een bank waarin de belastingbetaler miljarden pompt. Op de bedoelde miljoenen aan inkomsten betaalde het ACW zelfs nog geen euro belastingen. Bij het ACW noemen ze een dergelijke houding sociaal engagement.

 

Collega’s, die fiscale en strafbare feiten zullen nu onderzocht worden door de BBI en het parket. Dat is een zeer goede zaak, ik heb er alle vertrouwen in dat het onderzoek daar grondig zal gebeuren.

 

Wij moeten evenwel ook onze verantwoordelijkheid nemen. Wij mogen onze politieke verantwoordelijkheid hierin niet ontlopen. Wij moeten onderzoeken wie het al die jaren opnam voor het ACW. Wie heeft ervoor gezorgd dat het ACW al die jaren miljoenen kon incasseren bij een bank waarvoor de belastingbetaler moet opdraaien? Wie heeft ervoor gezorgd dat Europa akkoord ging met een uitzondering voor het ACW om te blijven incasseren van een failliete bank? Wie heeft ervoor gezorgd dat die winstbewijzen overeind bleven? Wie is hiervoor politiek verantwoordelijk?

 

De strafbare en fiscale aspecten moeten onderzocht worden door het parket en door de BBI. Voor het uitzoeken van de politieke verantwoordelijkheid is er slechts één plaats en dat is dit Parlement, met name in een onderzoekscommissie.

 

Wie kan er tegen zo’n onderzoek zijn? Wie is daar bang voor? Wie is bang voor de waarheid? Wie wil dat de belastingbetaler vooral niet weet waarom hij miljarden moet betalen voor een bank, terwijl er toch miljoenen naar het ACW vloeien?

 

Wie wil die waarheid kennen en wie is bang voor die waarheid? Ik vraag het mij af, maar wij zullen het snel weten.

 

13.04  Raf Terwingen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik ben het eens met mevrouw Almaci dat het een bewogen week is geweest. Termen als fraude, diefstal, oplichting, gesjoemel en graaicultuur zijn termen die we gewoon zijn van de heer Dedecker. Het is te zeggen, we zijn dat gewoon van Jean Marie Dedecker. Blijkbaar heeft de heer Peter Dedecker ze nu echter ook ontdekt en is er heel veel plaats gekomen voor allerlei soorten populisme. Het risico om hier met populisme besmet te worden, is blijkbaar nog groter dan het risico om in deze tijd griep te krijgen. Ik vind dat het virus van het populisme hier welig tier.

 

Ik wil over dat populisme twee dingen zeggen. Ten eerste, gaat het om de roep om parlementaire onderzoekscommissies. De N-VA zegt bewijzen te hebben van strafbare feiten en vindt dat er dus een onderzoekscommissie moet komen. Als die er niet komt, dan gaan ze naar de rechtbank of de politie. Dat is dus alleszins totaal onnodig. Mijnheer Jambon, ik weet dat u ondertussen de bocht al hebt gemaakt en dat u uw staart hebt ingetrokken. Ik baseer mij echter nog altijd op de teksten die op dit ogenblik voorliggen. U zegt dat die parlementaire onderzoekscommissie er moet komen. Collega’s, laten we ons zelf ook eens een dienst bewijzen in de politiek en het Parlement. Laten we stoppen met steeds als er iets onderzocht moet worden te roepen om parlementaire onderzoekscommissies en de mensen zo verkeerdelijk – verkeerdelijk – wijs te maken dat parlementaire onderzoekscommissies rechtbanken zijn die onderzoeken, oordelen en straffen. Dat is niet zo. Dat komt het gerecht toe. Uiteindelijk hebt u dat ook begrepen want ik heb de beelden gezien van de heer Dedecker die met zijn stapeltje papieren naar zowel de BBI als het gerecht ging. Dat was correct. Stop echter alstublieft met het populistische discours over die parlementaire onderzoekscommissies. Het komt immers bijna zover dat diegenen die tegen de onderzoekscommissies zijn de slechten zijn. Alleen diegenen die de parlementaire onderzoekscommissies steunen zijn dan de goeden. Dat gaat niet langer op, dat is plat populisme.

 

Ik stel trouwens vast dat N-VA hier een parlementaire onderzoekscommissie vraagt, terwijl zij dat in het Vlaams Parlement niet meer vraagt. Zelfs wat dat betreft, is Groen consequenter dan u. Als Groen consequenter is dan u, moet u zich vragen blijven stellen, want zij vragen dat op alle fronten en u niet. Ik stel mij daarbij toch vragen over uw geloofwaardigheid.

 

Nog iets dat mij op de maag ligt en dat heel weinig in de pers is gekomen, is het verhaal waarbij u zich telkens opnieuw de verdedigers van de ARCO-coöperanten noemt. Blijkbaar denkt u, en misschien is dat zo, maar dan moet dat duidelijk worden gemaakt, dat u de verdedigers bent, terwijl u net de enige bent, samen met het Vlaams Belang, om tegen de waarborgregeling te stemmen die hier werd goedgekeurd. Ik vraag mij werkelijk af waar u dat durft te blijven halen.

 

Collega’s, ik wil het wetsvoorstel even juridisch punt voor punt analyseren. In dat wetsvoorstel, waarin N-VA pleit voor een parlementaire onderzoekscommissies, staan twee redenen om dat te doen. De eerste reden is omdat de bijzondere commissie haar werk niet goed zou hebben gedaan. Letterlijk wordt er gezegd: “Er werd geen afdoende antwoord gegeven op de opdracht van de commissie”.

 

Ik vind dat straf. In de commissie heeft men het rapport mee goedgekeurd. Zowel de heer Jambon als de heer Dedecker als mevrouw Wouters hebben het rapport goedgekeurd en dan komt men hier nu zeggen dat die commissie niet goed heeft gewerkt. Dat gaat niet op. Dat is volgens mij een dubbele moraal.

 

13.05  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer Terwingen, ik zal het voor u proberen uit te leggen. Ik zal daar een poging toe doen. Het debat ging erover of wij een onderzoekscommissie mochten inzetten. Die hebt u toen tegengehouden. Het rapport werd gemaakt door een bijzondere commissie. In dat rapport stond niets verkeerds. Er stonden goede aanbevelingen in, maar de commissie heeft niet de volledige zaak onderzocht, want het was geen onderzoekscommissie.

 

Wij hebben natuurlijk het rapport van de bijzondere commissie goedgekeurd, maar dat neemt niet weg dat de onderzoekscommissie door u tegengehouden werd.

 

13.06  Raf Terwingen (CD&V): Mijnheer Jambon, u vraagt nu een parlementaire onderzoekscommissie omdat de bijzondere commissie haar werk niet goed heeft kunnen uitvoeren. Nochtans hebt u wel het rapport van de bijzondere commissie goedgekeurd. Dat is voor mij wel duidelijk.

 

Trouwens, ik ga daarmee akkoord, want volgens mij was het een goed rapport. Er staan verschillende dingen in opgenomen die momenteel verder uitwerking krijgen. Zo vernoem ik oplossingen omtrent bonussen, het bankentestament of de consumentenbescherming. Daarover werden belangrijke aanbevelingen geformuleerd die nu verder uitgewerkt worden.

 

Mijnheer Jambon, een tweede overtuiging, een tweede element dat u aanbrengt om nu toch opnieuw een parlementaire onderzoekscommissie te vragen, zijn de zogenaamde nieuwe feiten. Welnu, nieuwe feiten moeten aangegeven worden. U hebt dat ondertussen begrepen en daar ben ik blij om. Als er iets strafrechtelijk gebeurt, dan is aangifte daarvan zelfs verplicht. U hebt dat ondertussen begrepen en bent naar de BBI gestapt. Dat is goed. Eindelijk hebt u dienaangaande uw staart ingetrokken en een bocht gemaakt, wat volgens mij correct is.

 

Collega’s, in reactie op de beschuldigingen van verleden week, heeft de heer John Crombez, staatssecretaris van Fraudebestrijding, ook zelf aan de BBI de opdracht gegeven tot verder onderzoek. Voor ons is dat de juiste manier om de zaken aan te pakken. Wij hopen dan ook dat de BBI dat onderzoek nu zo snel mogelijk verderzet. Tot het tegendeel bewezen is, blijft natuurlijk het vermoeden van onschuld.

 

Bijkomend werd het dossier door de heer Dedecker ook aan het parket bezorgd. Ook daar kan men het werk dus aanvatten. Tot bewijs van het tegendeel, vertrouwen wij wel op de rechtsstaat.

 

Om die redenen zullen wij de urgentie van de voorstellen niet steunen.

 

13.07  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, vooreerst wil ik zeggen dat ik mij aansluit bij de drie partijen die een onderzoekscommissie vragen. Omdat ik zopas tijdens het vragenuurtje al eens had gevraagd naar een parlementaire onderzoekscommissie, was ik niet van plan nog eens naar het spreekgestoelte te komen, maar de heer Terwingen heeft mij uitgedaagd om een repliek te geven.

 

Waarom schuw ik de grote woorden niet, mijnheer Terwingen? Ik zal nog andere grote woorden gebruiken. De Staat heeft de grootste bankroof uit onze geschiedenis gepleegd, want Dexia was een staatsbank. Het was een bank in de handen van een vakbond, in de handen van de christelijke zuil, die de grootste aandeelhouder was in het land.

 

Er was de Dexia-commissie, een bijzondere commissie, want zij mocht geen onderzoekscommissie zijn. Natuurlijk mocht dat niet en nu hebt u weer angst van een onderzoekscommissie. Waarom hebt u angst om de waarheid te zeggen? Waarom? Mocht u recht in uw schoenen staan, zou u zelf een onderzoekscommissie vragen om een proces te voeren en te kijken waar wij aan toe zijn.

 

Vergelijken wij Dexia eens met wat er met Fortis is gebeurd. Bij Fortis worden de verantwoordelijken vandaag eindelijk voor de rechtbank gebracht. Waarom gebeurt dat niet bij Dexia? Waarom niet? Er is wel een commissie geweest in de zaak-Fortis; u was er toen waarschijnlijk niet bij of u hebt er niet veel van begrepen, maar ik wel. De commissie werd toen voorgezeten door een partijgenoot uit Oostende, dus u kunt het zeker wel weten. Wie was er voorzitter van de Fortis-commissie? Dat was Bart Tommelein. Nu kan er echter geen onderzoekscommissie in verband met Dexia komen, wegens de politieke betrokkenheid. Het is inderdaad moeilijk praten over fraude en over oplichting, en waarom? Omdat u allen de wet aanpast als het u past. Daarom noemt u het geen fraude en oplichting.

 

Zal ik een voorbeeld geven van wat ik oplichting noem? Als hier in het Parlement een wet wordt ingediend voor uw vennoten-coöperanten, dan kan ik u zeggen dat ik daar niet voor heb gestemd, omdat ik vind dat het gaat over aandeelhouders. Wij hebben vrijheid van stemmen, maar u niet. U moet luisteren naar de grote goeroe en alles indekken. Daarmee bent u allen bezig.

 

In 2009 werd hier een wet goedgekeurd waardoor de spaarders-coöperanten kunnen genieten van de waarborg tot 100 000 euro, net zoals spaarders. In de bepalingen van die wet staat dat de vennootschap die hiervan kan genieten, een bijdrage, een soort premie, een soort verzekeringspremie, moet betalen. Als ARCO dat vervolgens niet betaalt, dan wordt de week vóór Dexia voor de tweede keer failliet gaat, de wet gewoon aangepast. Ik kan dat niet anders omschrijven als een vorm van oplichting en dat wil ik aan de bevolking aantonen.

 

Mijnheer Terwingen, dat bedoel ik met oplichting. Het is gemakkelijk als men de macht bezit om alles onder een steen te steken en het deksel op de beerput te houden. Indien u eerlijk bent, dan vraagt u vandaag zelf een onderzoekscommissie, zodat u met uitgestreken gezicht tegen de bevolking kunt zeggen dat het uw schuld niet is, maar dat durft u niet want het is wel uw schuld!

 

Le président: Je n'ai plus d'intervenant inscrit. Dès lors, nous allons voter par assis et levé sur la première demande d’urgence qui concerne la proposition de MM. Annemans et Goyvaerts et Mme Pas visant à instituer une commission d'enquête parlementaire chargée d'examiner les montages fiscaux mis en place par l'association de fait dénommée ACW (n° 2659/1).

 

La demande d'urgence est rejetée par assis et levé.

Het urgentieverzoek wordt verworpen bij zitten en opstaan.

 

Deuxième demande d’urgence de Mme Almaci et M. Gilkinet relative à la proposition visant à instituer une commission d'enquête parlementaire Dexia (n° 2660/1).

 

La demande d'urgence est rejetée par assis et levé.

Het urgentieverzoek wordt verworpen bij zitten en opstaan.

 

Derde urgentieverzoek van de heren. Dedecker en Jambon betreffende het voorstel tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie Dexia (n° 2661/1).

 

La demande d'urgence est rejetée par assis et levé.

Het urgentieverzoek wordt verworpen bij zitten en opstaan.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

14 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Veerle Wouters over "de standpunten van staatssecretaris Crombez over de belasting op bedrijfswagens" (nr. 82)

14 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de Mme Veerle Wouters sur "la position du secrétaire d'État Crombez à l'égard de la taxe sur les véhicules de société" (n° 82)

 

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Financiën en de Begroting van 5 februari 2013.

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission des Finances et du Budget du 5 février 2013.

 

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 82/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Veerle Wouters;

- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Christiane Vienne en de heer Carl Devlies.

Deux motions ont été déposées (MOT n° 82/1):

- une motion de recommandation a été déposée par Mme Veerle Wouters;

- une motion pure et simple a été déposée par Mme Christiane Vienne et M. Carl Devlies.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une explication de vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

80

Oui

Nee

48

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

128

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

 

15 Adoption de l’ordre du jour

15 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.

Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.

 

Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.

Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.

 

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 28 février 2013 à 14.15 heures.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 28 februari 2013 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 17.36 heures.

De vergadering wordt gesloten om 17.36 uur.

 

 

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 53 PLEN 132 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 53 PLEN 132 bijlage.

 

 

 


  


Détail des votes nominatifs

 

Detail van de naamstemmingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

080

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Delizée Jean-Marc, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lutgen Benoît, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

048

Nee

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, Coudyser Cathy, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, Demir Zuhal, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jadot Eric, Jambon Jan, Lahssaini Fouad, Logghe Peter, Luykx Peter, Maertens Bert, Maingain Olivier, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Hecke Stefaan, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen