Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 13 juin 2013

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 13 juni 2013

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14.18 heures et présidée par M. André Flahaut.

De vergadering wordt geopend om 14.18 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.

 

Le président: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

 

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Pieter De Crem, Didier Reynders.

 

Excusés

Berichten van verhindering

 

Alexandra Colen, Minneke De Ridder, Patrick Moriau, Reinilde Van Moer, pour raisons de santé / wegens gezondheidsredenen;

Juliette Boulet, congé de maternité / zwangerschapsverlof;

Eva Brems, Bert Schoofs, Jean Marie Dedecker (votes/stemmingen), Georges Gilkinet (votes/stemmingen), pour devoirs de mandat / wegens ambtsplicht;

Olivier Maingain, en mission à l'étranger / met zending buitenslands.

 

Le ministre Jean-Pascal Labille est en mission à l’étranger.

 

01 Ordre du jour

01 Agenda

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 12 juin 2013, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi le projet de loi portant sur la modification de l’Accord portant création de la Banque européenne pour la Reconstruction et le Développement (transmis par le Sénat) (n° 2831/1).

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 12 juni 2013, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag het wetsontwerp betreffende de wijziging van de Overeenkomst tot oprichting van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling in te schrijven (overgezonden door de Senaat) (nr. 2831/1).

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Questions

Vragen

 

01.01  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, wij hebben het bericht gekregen dat de eerste minister pas om 15 u 30 naar de Kamer kan komen, waarvoor wij alle begrip hebben.

 

Wij willen echter heel duidelijk zijn over de werkzaamheden. Wordt de heer Di Rupo, op het moment dat hij binnenkomt, ingelast in het vragenuurtje en niet achteraan de agenda, zoals in de documenten staat die wij hebben binnengekregen? Wordt, op het moment dat de eerste minister aanwezig is, de vraag afgewerkt die bezig is, waarna de eerste minister aan bod komt?

 

Le président: Je comprends bien. Il en sera ainsi.

 

02 Samengevoegde vragen van

- de heer Dirk Van der Maelen aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging over "het pleidooi van de minister voor een verdere militaire aanwezigheid in Afghanistan in 2014" (nr. P1848)

- mevrouw Annick Ponthier aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging over "het pleidooi van de minister voor een verdere militaire aanwezigheid in Afghanistan in 2014" (nr. P1849)

02 Questions jointes de

- M. Dirk Van der Maelen au vice-premier ministre et ministre de la Défense sur "le plaidoyer du ministre en faveur du maintien de la présence militaire en Afghanistan en 2014" (n° P1848)

- Mme Annick Ponthier au vice-premier ministre et ministre de la Défense sur "le plaidoyer du ministre en faveur du maintien de la présence militaire en Afghanistan en 2014" (n° P1849)

 

02.01  Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister van Landsverdediging, deze ochtend heb ik een Belgabericht gelezen waaruit blijkt dat u in het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie van Brussel de verklaring hebt afgelegd dat u een groot voorstander bent van een verlenging van onze aanwezigheid in Afghanistan, zelfs na 2014, door ons in te schrijven in de logica van de ondersteunings- en opleidingsoperatie.

 

Mijnheer de minister, daarover heb ik twee vragen voor u.

 

Ten eerste, is dat een persoonlijke mening of hebt u gesproken in naam van de regering?

 

Ten tweede, gelooft u echt dat de piste van opleiding en ondersteuning van het Afghaanse leger een heilzame piste is?

 

Eigenlijk stelt u voor om het geweer van de sterke Westerse schouder te verplaatsen naar een Afghaanse schouder. Die sterke Westerse schouder, waarmee ik de best opgeleide en best uitgeruste legers bedoel, is er in dertien jaar — dat is twee en een halve keer de duur van de Tweede Wereldoorlog — niet in geslaagd om tegen de Taliban in te gaan en het land militair te pacificeren.

 

Elk zinnig mens zou dat geweer niet verplaatsen van de Westerse schouder naar de zwakke Afghaanse schouder, want dat zal geen oplossing brengen. Het Afghaanse leger opleiden is gevaarlijke waanzin, en daarbij wik ik mijn woorden. Het is al een arm land, maar dan wordt het bovendien belast met een veiligheidsapparaat van leger en politie, bestaande uit 400 000 mensen, en dat is een zootje ongeregeld want zij halen meer de pers vanwege desertie of aanvallen op hun eigen trainers.

 

Het ergste is evenwel dat ik vrees dat zo de basis wordt gelegd voor een bloedig conflict. Immers, en dat is beslist, eenmaal de Westerse troepen de militaire operaties niet meer zelf uitvoeren of het Afghaanse leger niet meer bijstaan, zal dat land uiteenvallen door een etnische burgeroorlog waarbij goed bewapende opgeleide mensen mekaar op grote schaal zullen uitmoorden.

 

02.02  Annick Ponthier (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, op de NAVO-top van 4 en 5 juni laatstleden verklaarden de ministers van Defensie van de 28 NAVO-lidstaten zich akkoord met het algemene kader voor de toekomstige missie in Afghanistan, na 2014. Die missie, die Resolute Support zou heten, zal volgens NAVO-secretaris-generaal Rasmussen anders en beduidend kleiner zijn.

 

Ik wilde u hierover gisteren in de commissie interpelleren, met name over de inhoud van die missie Resolute Support, meer bepaald over de aard van de inzet, het aantal manschappen en, belangrijker nog, over het standpunt dat u als vice-eersteminister daar namens België ging verdedigen. Zoals u weet werden de commissiebezigheden gisteren, door nota bene uw eigen fractie, herleid tot een spelletje van meerderheid tegen oppositie en moest de commissievergadering uiteindelijk stopgezet worden.

 

Vandaar dat ik hier vandaag mijn vraag stel, temeer omdat u gisteren in de media verklaarde dat u duidelijk pleit voor een voortzetting van de Belgische militaire aanwezigheid in Afghanistan na 2014. U wil, zo zegt u in de media, dat België zich inschrijft in de logica van de ondersteunings- en opleidingsoperatie.

 

Mijnheer de minister, kunt u de inhoud van het kader van de NAVO-missie Resolute Support hier kort toelichten?

 

Welk voorstel zult u als vice-eersteminister, want ik neem aan dat dit tot nu toe nog een persoonlijk standpunt is, naderhand voorleggen aan de regering? Met andere woorden, welke taken ziet u weggelegd voor het Belgisch leger in Afghanistan na 2014?

 

Over welke termijn hebben wij het dan? Wat zou de geschatte kostprijs zijn van de eventuele integratie in die NAVO-missie Resolute Support?

 

02.03 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van der Maelen, mevrouw Ponthier, ik zal het regeerakkoord aanhalen en daarmee zal duidelijk zijn waarom ik gisterenavond voor de studenten van de Koninklijke Militaire School in Brussel heb gesproken over het nieuwe paradigma van Defensie, nieuwe uitdagingen, nieuwe middelen en een nieuw functioneren van de Belgische Defensie.

 

Ik haal het regeerakkoord aan, dat ook door u is goedgekeurd: “De regering stelt dat zij in volle samenwerking met haar partners van de NAVO, de Europese Unie en de Verenigde Naties een strategie en een kalender zal bepalen voor de terugtrekking van de Belgische troepen uit Afghanistan vanaf 2012, met een definitieve terugtrekking ten laatste in 2014”, zo zal geschieden, “zonder hun aanwezigheid ter plaatse met andere partnerlanden uit te sluiten om de heropbouw te ondersteunen”.

 

De engagementen voor 2014 zijn met andere woorden dus in het goedgekeurde regeerakkoord vervat. Dat blijft nog steeds onveranderd van toepassing, zoals alle onderdelen van de regeringsverklaring.

 

Op de NAVO ministeriële bijeenkomst van 4 en 5 juni werd het operatieconcept voor Resolute Support, de naam van de door de NAVO geleide missie na 2014, vastgelegd en goedgekeurd en werd opdracht gegeven om tegen oktober een operationeel plan uit te werken. De kostprijs daarvan is nog niet vastgelegd.

 

Ik wil eraan herinneren dat tijdens de ministeriële vergadering van februari van dit jaar de basisbeginselen werden vastgelegd, met name een troepenmacht die zich tussen de 8 000 en 12 000 personen situeert. De opdracht is train, advise and assist, met andere woorden opleiden, adviseren en bijstaan. Die troepenmacht richt zich op de training van het nationale en institutionele niveau, vanuit een regionale aanpak met maximaal vijf legerbasissen.

 

Voorts dient voor België voldaan te worden aan de VN-voorwaarden, zoals ik zelf in het debat heb ingebracht; die bepalen dat er een resolutie moet zijn goedgekeurd, dat de steun op vraag van het land zelf, in dit geval Afghanistan, dient te gebeuren, dat de opdracht in dat kader plaatsvindt, dat er nood is aan een status of forces agreement, een zogenaamd SOFA, dat moet tegemoetkomen aan de collectieve verwachtingen van onze partners, en dat de veiligheidsvoorwaarden ter plekke zijn vervuld.

 

In dat kader en op die voorwaarden ben ik een verdediger, een voorstander van een verlenging van onze aanwezigheid in Afghanistan na 2014, waarbij wij ons inschrijven in de logica van de ondersteunings- en opleidingsoperatie, zodat de resultaten van de ISAF-operatie niet verloren gaan.

 

Een nieuw element in heel die benadering is de houding van Duitsland, met wie wij samenwerken in het regional command north in het noorden van Afghanistan bij opleidings- en vormingsmissies, dat een beroep doet op België voor kennis en kunde om ook deel te nemen aan de door Duitsland gesteunde operatie.

 

Ik meld u ook nog dat de Belgische regering, bij monde van de eerste minister, de minister van Buitenlandse Zaken en mijzelf, zich in mei 2012 op de NAVO-top van Chicago reeds op een beduidende wijze heeft ingeschreven en geëngageerd door een financiële bijdrage van 15 miljoen dollar voor de heropbouw van Afghanistan goed te keuren.

 

Ten slotte zie ik dat de vragen aan andere departementen, het weze Justitie, het weze Binnenlandse Zaken, om België aan een dergelijke operatie te laten deelnemen, steeds worden doorgeschoven naar Defensie.

 

02.04  Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister dat hij de tekst van het regeerakkoord heeft voorgelezen. Ik zal dat ook eens doen, want er staat duidelijk in “een definitieve terugtrekking, ten laatste in 2014”. Die zinsnede betekent dat men in het regeerakkoord tot de conclusie komt dat, na dertien jaar proberen met de best uitgeruste legers tegen ongelofelijk hoge bedragen — voor België jaarlijks 100 miljoen euro de laatste jaren en globaal 125 miljard — de militaire piste heilloos is.

 

Ik verwijs naar het laatste zinnetje van het regeerakkoord. De sp.a is niet van plan om Afghanistan aan zijn lot over te laten. Wij zijn van oordeel dat wij samen met andere partners onze bijdrage moeten leveren voor de heropbouw.

 

Mijnheer de minister, een heropbouw zonder militaire verlenging, die gericht is op het ondersteunen van een interne politieke dialoog en een regionale diplomatieke conferentie. Het land wordt niet geholpen door er in plaats van Westerse militairen nu tot de tanden bewapende Afghaanse militairen in te zetten. Dertien jaar, het heeft lang genoeg geduurd. Die les zou u ook moeten trekken.

 

02.05  Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, bijna iedereen is het ondertussen erover eens dat de oorspronkelijke doelstellingen in Afghanistan niet werden gehaald. Toch heeft de Belgische regering, zoals u daarnet aanhaalde, ten gevolge van de top van Chicago vorig jaar beslist om het Afghan Trust Fund te steunen met een bedrag van ongeveer 15 miljoen euro per jaar en dat op een vooropgestelde termijn van tien jaar.

 

Eerste minister Di Rupo stelde toen dat de regering twee doelstellingen wilde bereiken, namelijk hetgeen werd bereikt, handhaven, en de terugkeer van het terrorisme voorkomen. Aan dat engagement, dat op zich uiteraard kan worden gesteund, werden amper voorwaarden gekoppeld. Als die er al waren, waren deze bijzonder vrijblijvend. Wat betreft de terugplooimogelijkheden, er werd met geen woord gerept over de al zo flauw geformuleerde voorwaarden die niet zouden worden gerespecteerd. Ik heb dat al een enkele keren aangehaald en onze fractie heeft daar toen veel bedenkingen bij geformuleerd.

 

Ook nu dreigt u een engagement aan te gaan, terwijl het Parlement totaal geen zicht heeft op de inzet, de kostprijs, de voorwaarden, enzovoort. U zult begrijpen dat onze fractie ook na uw antwoord van vandaag het voorstel met bijzonder veel scepticisme zal bekijken en voorlopig geen blanco cheque zal geven voor het engagement dat de regering eventueel hieromtrent wil aangaan.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

03 Questions jointes de

- M. Georges Dallemagne au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "le Partenariat transatlantique de commerce et d'investissement" (n° P1850)

- M. Georges Gilkinet au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "le Partenariat transatlantique de commerce et d'investissement" (n° P1851)

- Mme Karine Lalieux au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "le Partenariat transatlantique de commerce et d'investissement" (n° P1874)

03 Samengevoegde vragen van

- de heer Georges Dallemagne aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "het Trans-Atlantisch Handels- en Investeringspartnerschap" (nr. P1850)

- de heer Georges Gilkinet aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "het Trans-Atlantisch Handels- en Investeringspartnerschap" (nr. P1851)

- mevrouw Karine Lalieux aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "het Trans-Atlantisch Handels- en Investeringspartnerschap" (nr. P1874)

 

03.01  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, par votre voie, le gouvernement belge ainsi que les gouvernements des 26 autres États membres de l'Union européenne vont donner, ce vendredi, un mandat très important en vue d'entamer, avec les États-Unis, les négociations en vue de la signature d'un accord de commerce et d'investissement. Cet accord n'est pas un accord comme les autres. Il porte moins sur les barrières tarifaires qui n'existent quasiment plus aujourd'hui entre les États-Unis et l'Europe que sur toute série de questions réglementaires, des standards, des normes qui sont de temps en temps très importants pour les Européens et qui tiennent parfois à l'identité même de chacun des peuples européens. On a beaucoup parlé, et à raison, de l'exception culturelle. C'est d'ailleurs une des questions qui est sur la table. Mais il y a aussi toute une série d'éléments en matière sanitaire, en matière sociale et environnementale.

 

Pour ma part, je regrette quelque peu que ce mandat soit accordé sans débat préalable au sein de ce parlement sur la manière dont la Belgique abordera ces négociations. Le moins que l'on puisse dire c'est qu'en la matière, il y a eu très peu de débats.

 

Monsieur le ministre, cet accord est porteur d'éléments importants, intéressants pour l'économie européenne, l'économie belge. On parle d'un surcroît de croissance de l'ordre de 0,5 %, ce qui équivaut à un montant supplémentaire de l'ordre de 2 milliards par an pour l'économie belge. Il y a donc des points extrêmement intéressants, notamment pour nos entreprises. Ce faisant, quels sont les points offensifs que vous comptez mettre sur la table concernant les entreprises belges? Quels sont les points défensifs, les lignes rouges que la Belgique va défendre dans le cadre des négociations de cet accord très important?

 

03.02  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, cela fait effectivement plusieurs mois que les Ecologistes, dans différents parlements et notamment ici au Parlement fédéral, s'inquiètent du mandat donné à la Commission pour ce projet de partenariat de commerce et d'investissement entre l'Union et les États-Unis.

 

Il nous semble nécessaire de davantage préciser ce mandat de façon à pouvoir préserver les spécificités européennes en matière agricole, alimentaire, sanitaire et culturelle. La culture n'est pas une marchandise. L'exception culturelle défend la diversité. C'est à cet égard que je voudrais vous entendre plus particulièrement.

 

L'exception culturelle doit permettre aux différents États européens et à leurs composants de continuer à subventionner l'industrie cinématographique, la production et la création cinématographique, comme nous le faisons. Ne pas adopter ce principe de l'exception culturelle pourrait être dangereux.

 

Les parlements germanophone, de la Fédération Wallonie-Bruxelles et de la Région flamande se sont saisis de cette question et ont adopté des résolutions explicites en la matière. Le Sénat l'a fait aussi en commission et confirmera, je le suppose, le vote sur la résolution de notre collègue Benoit Hellings.

 

Je vais simplement vous la citer. Elle demande "que ces biens et services cinématographiques et culturels soient expressément exclus du mandat de négociation de la Commission et que la Belgique utilise si nécessaire son droit de veto au titre de protection de la diversité culturelle".

 

Dès lors, mes questions sont simples, monsieur le ministre des Affaires étrangères.

 

Quelle sera votre attitude lors du Conseil Affaires générales de demain qui déterminera le mandat de la Commission?

 

Allez-vous défendre le principe de l'exception culturelle?

 

Utiliserez-vous si nécessaire le droit de veto de la Belgique pour que ce mandat soit imposé à la Commission?

 

Le président: La question de Mme Lalieux remonte de commission.

 

03.03  Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, je n'ai pas eu de réponse en commission à cette question introduite le 27 mai.

 

Cet accord semble donc être sur le point d'aboutir, mais, comme l'ont dit mes deux collègues, les contours en sont totalement flous. Je dois dire que la résolution votée au niveau européen ne garantit rien par rapport à ces contours et les rend encore plus flous. Il y a des risques au niveau environnemental, économique, agricole, relatifs à la propriété intellectuelle, aux normes sociales, sanitaires, mais aussi bien évidemment culturels. Beaucoup d'artistes se réveillent aujourd'hui.

 

Il est vrai que selon les déclarations du commissaire européen qui gère le dossier, c'est le plan de relance le moins coûteux qu'on puisse imaginer. Pour nous socialistes, tout ne peut pas être accepté sous couvert d'un accord de libre-échange et de la croissance, même si nous la revendiquons tous. Il ne s'agit pas en catimini d'accepter des choses que les Européens s'interdisent aujourd'hui en matière notamment alimentaire, sanitaire ou culturelle.

 

Je me joins évidemment à toutes les questions qui ont été posées sur l'exception culturelle, en particulier relatives à la problématique de l'audiovisuel et du cinéma.

 

Monsieur le ministre, quel sera le mandat de la Belgique pour faire cela? Le contour du mandat de la Commission européenne pour ce "méga-accord" de libre-échange est-il connu? Quelle sera la position de la Belgique? Quelle conséquence surtout pour les normes sociales, environnementales, agricoles, culturelles, audiovisuelles, relatives à la propriété intellectuelle, sanitaires? Quels sont les avantages de cet accord?

 

Je sais que cette question dépasse peut-être le cadre d'une question d'actualité, mais je n'avais pas eu l'occasion de la poser et d'avoir une réponse complète en commission, monsieur le ministre. Vous n'y venez pas suffisamment souvent.

 

Le président: Profitez du passage du ministre.

 

03.04  Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, chers collègues, j'essaie de me tenir à la disposition de la Chambre, comme du Sénat, chaque jeudi. Plusieurs membres savent que j'essaie aussi de venir répondre à des questions posées en commission. Malheureusement, madame Lalieux, je suis parfois obligé d'arrêter vers 18 h 00 faute de présence parlementaire. Excusez-moi! Vous devez comprendre que le ministre des Affaires étrangères doit parfois être à l'étranger …

 

Cela étant, s'agissant de ce dossier proprement dit, nous avons eu l'occasion d'en débattre régulièrement au sein du parlement. Dans ce contexte, je voudrais être très clair: la position que je défendrai demain à Luxembourg dans le cadre du Conseil des Affaires étrangères chargé des affaires commerciales a été élaborée, bien entendu, au sein du gouvernement et, encore hier, en cabinet restreint.

 

M. Dallemagne l'a très bien dit, il ne s'agit pas tellement d'un problème tarifaire. Nous connaissons d'ailleurs l'objectif à cet égard: c'est zéro - et nous pouvons vivre avec des tarifs, si nécessaire. C'est le cadre régulatoire qui est en jeu. De part et d'autre de l'Atlantique, il doit être commun, parce que c'est la meilleure base pour élaborer un standard international. Sinon, nous devrons négocier individuellement avec des partenaires comme la Chine, le Japon, l'Asie du Sud-Est, etc. En tout cas, des deux côtés de l'Atlantique, je pense qu'on est conscient de la situation.

 

Plusieurs questions ont été posées en commission. D'abord, je vais aborder celle de M. Dallemagne sur les aspects offensifs et défensifs. Le SPF Économie a consulté très largement les fédérations d'entreprises et les Régions. Sur le plan offensif, plusieurs dossiers industriels concernent, pour la Belgique, les produits alimentaires et leur transformation – laquelle constitue un élément majeur. De plus, l'accès aux marchés publics des États-Unis reste une difficulté importante. Je pense à cette grande spécialité belge que sont les services de dragage, qui ne peuvent toujours pas conclure de contrats sur le continent nord-américain.

 

Parallèlement, un certain nombre d'aspects appellent de notre part une attitude défensive. Dans un premier temps, je citerai surtout le domaine de l'agriculture et parfois, certaines techniques utilisées aux États-Unis en matière de traitement des produits agricoles.

 

Je voudrais tout d'abord insister sur le fait que les États-Unis et l'Europe ensemble représentent 47 % du PIB mondial. C'est un tiers des flux commerciaux mondiaux, ce qui nécessite de travailler conjointement. D'après la Commission européenne, un accord commercial privilégié pourrait se traduire par une hausse de 28 % des exportations de l'Union vers les États-Unis, soit 187 milliards d'euros par an au bénéfice des exportateurs européens de biens et de services. Cela signifie une hausse du PIB de 0,5 point pour l'Union et de 0,4 point pour les États-Unis, bien entendu d'ici une vingtaine d'années probablement. De nombreuses études d'impact nationales vont dans le même sens; on peut varier sur l'ampleur.

 

Je rappellerai simplement que les États-Unis sont notre cinquième partenaire commercial et une source considérable d'investissements: 53 milliards de dollars investis en 2011, soit plus que le total des investissements américains en Inde ou en Russie. Les investissements à l'égard de notre pays représentent 130 000 emplois en Belgique. De la même manière, les investissements belges aux États-Unis concernent 300 entreprises et 165 000 emplois. À travers nos investissements, nous sommes le 9ème investisseur étranger aux États-Unis.

 

Les États-Unis et l'Europe sont des partenaires très importants dans le monde. Or, aucun accord ne les lie aujourd'hui. Il importe donc de nous orienter vers un accord régulatoire sur les mesures sanitaires et phytosanitaires – nous demandons des protections en la matière –, les contingents tarifaires, les droits à l'exportation. Toute une série de mesures doivent faire l'objet d'évaluations.

 

La consultation de la société civile a été très large. Nous avons à l'esprit la nécessité de protéger le cadre des normes environnementales et sociales telles qu'elles existent aujourd'hui, en Europe, en essayant de trouver un point de négociation avec les États-Unis en la matière.

 

Voilà qui pourrait d'ailleurs entraîner un renforcement des normes environnementales et sociales dans beaucoup de pays tiers.

 

Monsieur le président, pour terminer, le thème de l'audiovisuel.

Je ne me suis pas beaucoup exprimé sur ce sujet malgré le nombre de positions entendues dans les assemblées. Je suis particulièrement sensible à l'investissement dans l'audiovisuel et aux règles particulières adoptées en Europe en la matière. Si notre secteur du cinéma et de l'audiovisuel se porte aussi bien, c'est probablement dû au soutien des Communautés, mais aussi au soutien du tax shelter, une mesure que je connais particulièrement bien.

 

La position de la Belgique est claire à ce sujet, même si nous n'avons pas pu engager une position commune des Communautés dans les dernières concertations: l'exception culturelle reste la ligne. C'est la ligne politique que je défendrai encore demain.

 

Néanmoins, la formulation a toute son importance. Nous l'avons utilisée à l'échelon international et nous l'utilisons aussi depuis des années dans l'Union: je plaiderai pour que les services audiovisuels soient exclus de tout engagement européen dans l'accord commercial avec les États-Unis. En d'autres termes et afin d'éviter tout malentendu, je demanderai que le mandat des négociations ne prévoie pas d'engagement en matière de service audiovisuel.

 

Pour tous ceux – et, monsieur Gilkinet, dites-le à votre collègue au Sénat – qui en douteraient, cette ligne politique est celle de notre pays et celle de l'Union européenne depuis vingt ans.

 

03.05  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre des Affaires étrangères, je me réjouis de votre réponse. En effet, vous avez indiqué à quel point cet accord est important, d'une manière globale, pour une série de secteurs de la société.

 

À raison, il a beaucoup été question de la pointe émergée de l'iceberg, la culture, mais en oubliant les autres éléments, tout aussi fondamentaux, comme les éléments offensifs, car nos entreprises ont à y gagner dans un cadre réglementé plus important. Je rappelle que la balance commerciale est positive pour l'Europe par rapport aux États-Unis et que nous ne sommes pas le Petit Poucet face au géant capable de nous broyer.

 

Cela dit, il est vrai que l'Europe a fait certains choix de société fondamentalement différents de ceux de nos partenaires américains. Un exemple en matière alimentaire: la question des OGM.

 

Il sera donc important que ces choix de société, qui définissent progressivement notre identité au travers d'une construction européenne, ne soient pas galvaudés dans le cadre de cet accord et que, si possible, ces normes s'imposent de part et d'autre de l'Atlantique.

 

Vous avez dit que ce cadre régulatoire transatlantique devait, le cas échéant, pouvoir s'imposer dans les accords que nous conclurons avec le reste du monde. Je pense effectivement que ce doit être le ferment d'accords globaux avec d'autres partenaires importants comme la Chine ou l'Inde. Il faut retrouver le plus rapidement possible le multilatéralisme en matière d'accords commerciaux. C'est la vocation de l'Europe, c'est la vocation de la Belgique de chercher des accords multilatéraux. À travers cet accord bilatéral, il faut donc essayer de favoriser des accords multilatéraux pour l'avenir.

 

03.06  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour ces précisions, qui n'ont malheureusement pas pu être débattues en commission. Il faut travailler avec le reste du monde et les États-Unis mais pas à tout prix, pas sans mesurer les conséquences, pas sans protéger notre économie, notre culture et nos spécificités. Je vous rejoins quand vous dites qu'il faut faire levier pour faire évoluer les pratiques ailleurs, dans les domaines où l'Europe a une avance dont elle peut faire bénéficier le reste du monde, notamment en matière sanitaire ou en matière environnementale.

 

Je vous ai demandé d'être plus explicite sur la question de l'exception culturelle dès lors que le commissaire européen, belge et libéral, responsable du dossier reste flou et que la formation politique dont vous êtes issu s'est refusée à voter les résolutions au Parlement de la Fédération Wallonie-Bruxelles. Je vous demande donc de défendre ce mandat qui sera adopté au Sénat tout à l'heure. C'est une question démocratique: si une majorité donne un mandat à un ministre, il doit le respecter. C'est également un souci de défense de nos artistes, de nos producteurs, de nos créateurs. Vous avez parlé du tax shelter, système qui a son intérêt mais aussi ses limites, et sans les subventions données par les Communautés au cinéma, on risque de se diriger vers un appauvrissement culturel et une perte de diversité. Ce type de mécanisme d'aide directe au cinéma doit pouvoir subsister à l'issue de ces accords.

 

03.07  Karine Lalieux (PS): Monsieur le vice-premier ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

Cela dit, je continuerai à manifester notre inquiétude, pas sur la position belge car nous savons que vous êtes notre représentant là-bas mais, par rapport à la Commission, le mandat reste particulièrement flou. La résolution votée par le Parlement européen et que nous n'avons pas votée est également particulièrement large et floue.

 

Comme l'ont dit mes collègues, il ne faudrait pas qu'à un moment donné, on accepte des pratiques auxquelles l'Europe s'est toujours refusée de s'adonner sur le plan sanitaire, alimentaire, environnemental et social. Nous souhaitons continuer à préserver nos services publics, nos travailleurs, nos entreprises et la protection des consommateurs, ce qui n'est pas le cas, aujourd'hui, aux États-Unis. Nous resterons donc particulièrement attentifs.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- de heer Roel Deseyn aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de situatie in Turkije" (nr. P1852)

- mevrouw Özlem Özen aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de situatie in Turkije" (nr. P1853)

- mevrouw Els Demol aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de situatie in Turkije" (nr. P1854)

- de heer Bruno Valkeniers aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de situatie in Turkije" (nr. P1855)

04 Questions jointes de

- M. Roel Deseyn au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "la situation en Turquie" (n° P1852)

- Mme Özlem Özen au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "la situation en Turquie" (n° P1853)

- Mme Els Demol au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "la situation en Turquie" (n° P1854)

- M. Bruno Valkeniers au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "la situation en Turquie" (n° P1855)

 

04.01  Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vice-eersteminister, tot voor kort was Turkije bij ons bijna uitsluitend bekend als een land van zonovergoten vakantiebestemmingen en interessante culturele plaatsen, maar de laatste tijd is er daarin spijtig genoeg verandering gekomen. Daarom wil ik even de actualiteit in Turkije onder de aandacht brengen.

 

U bent er onlangs ook op officieel bezoek geweest. Als men de rapporten leest en de beelden bekijkt, dan moeten die aanzetten tot enige bezorgdheid in ons buitenlands beleid. Vanuit de verdediging van een aantal fundamentele rechten maak ik mij namelijk grote zorgen over de persvrijheid en de vrije meningsuiting. Wij zien dat er onrust en onlusten zijn en dat daartegen vrij repressief wordt opgetreden.

 

Wij mogen niet meteen vervallen in het veroordelen van een land of onze bilaterale relaties al te zeer schaden, maar wij hebben er alle belang bij dat een land in de periferie van de Europese Unie op een rustige, democratische weg goed kan gedijen.

 

Laat ons ook niet vergeten, collega’s, dat het gaat over een buurland van Irak, Iran en Syrië. Het imago van Turkije evolueerde positief, wat de humanitaire opvang van vluchtelingen uit Syrië betrof. Het is dan ook uiterst jammer nu te moeten vaststellen dat in Istanbul onlusten en repressieve reacties aan de orde zijn. Het zou goed zijn dat er via de minister van Buitenlandse Zaken een goede diplomatieke dialoog tot stand kan komen, dat er geen ruis op die lijn zit en dat er duidelijke afspraken kunnen worden gemaakt.

 

Mijnheer de vice-eersteminister, ik heb de volgende vragen. Hoe evalueert u de recente gebeurtenissen in het licht van de politieke relaties met Turkije, zeker in het licht van de onderhandelingen die eventueel kunnen leiden tot een geprivilegieerd partnerschap? Hebt u al gesprekken gehad met de ambassadeur van Turkije in België? Wat is het standpunt van de Belgische regering, ter voorbereiding van het EU-standpunt?

 

04.02  Özlem Özen (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, les événements de la place Taksim à Istanbul, généralisés sur l'ensemble du pays après plusieurs jours de protestations contre la politique gouvernementale en place, sont en passe de devenir un symbole pour la Turquie mais aussi plus largement pour l'Europe: le symbole fort de l'attachement des citoyens turcs à leur liberté et surtout aux valeurs inhérentes à la laïcité.

 

Ce qui frappe, c'est la coexistence de protestataires extrêmement diversifiés, mais aussi la violence de la répression policière reconnue en partie par les autorités. Ces dérives sont inacceptables puisqu'il s'agit de manifestations pacifiques d'une population qui se sent orpheline face à des dérives autoritaristes, invasives et dangereuses. À titre d'exemple, nous pouvons citer l'arrestation en masse de journalistes et d'avocats, qui évidemment suscite des questions.

 

Avoir gagné les élections, sortir d'un suffrage démocratique, n'excuse ni ne justifie tout. S'il est vrai que les Turcs doivent encore accomplir une part du chemin, entre autres pour garantir la liberté d'expression, la liberté de manifestation ou encore la concertation citoyenne, l'Europe doit également assumer ses responsabilités, c'est-à-dire assurer la démocratie et la stabilité dans cette région. La prospérité en Turquie est importante, évidemment pour ses habitants, mais aussi pour notre Union.

 

Monsieur le ministre, quel regard portez-vous sur les événements en Turquie et sur la répression policière à l'égard des manifestants? Avez-vous eu des échanges avec la représentation de ce pays en Belgique sur les différentes dérives du pouvoir que j'ai évoquées à l'instant? L'Union européenne compte-t-elle donner un nouvel élan au processus d'adhésion de la Turquie, et si oui, autour de quelles valeurs?

 

04.03  Els Demol (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de voorbije tien dagen is een lokaal protest tegen het rooien van bomen uitgegroeid tot een nationaal protest tegen het beleid van de regering-Erdogan, waarbij vooral het woord “vrijheid” centraal staat. Wat mij de voorbije week het meest opviel, was de zelfcensuur van de Turkse media inzake de gebeurtenissen daar. Het feit dat er de voorbije jaren 67 journalisten achter de tralies verdwenen, zal daar wellicht niet vreemd aan zijn.

 

Gisteren manifesteerden ook 3 000 advocaten om aan te klagen dat 73 van hun confraters gemuilkorfd werden door een kort of langer verblijf achter de tralies.

 

Een zeer recent rapport van Human Rights Watch besluit: “Eén van de meest fundamentele mensenrechtenproblemen in Turkije is in feite intolerantie voor vrije meningsuiting.” Ook de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, waar België deel van uitmaakt, uitte reeds haar bezorgdheid over de beknotting van de vrijheid in Turkije.

 

Tussen de betogers van de voorbije dagen bevonden zich veel minderheden, gaande van feministes, Koerden, milieuactivisten, bierliefhebbers zelfs, tot vertegenwoordigers van de holebibeweging. Heel het land staat in rep en roer.

 

Mijnheer de minister, morgen komt de Raad van de Europese Ministers van Buitenlandse Zaken bijeen. Zult u daar de situatie in Turkije aankaarten? Welk standpunt zal ons land daar innemen?

 

Welke boodschap hebt u reeds overgebracht aan de Turkse autoriteiten via onze ambassadeur daar of via de ambassadeur van Turkije in Brussel?

 

Hoe evalueert u de mediavrijheid en de vrijheid van meningsuiting in Turkije?

 

04.04  Bruno Valkeniers (VB): Mijnheer de minister, het is weer zover! De Turkse overheid, en met name premier Erdogan, laat weer zijn ware aard zien.

 

Nadat die man al gedurende jaren – want hij is al jaren aan de macht – de Turkse immigranten in Europa oproept om zich vooral niet aan te passen aan onze waarden en normen, nadat hij onlangs nog Nederland en België gekapitteld heeft omwille van onze adoptiepolitiek ten overstaan van Turkse kinderen, is het nu de eigen bevolking die hij het recht ontzegt op vrije meningsuiting, op betogingen.

 

Op het Taksimplein worden vredelievende betogers in ware Robocop-stijl door de politie aangepakt, met waterkanonnen, pantservoertuigen en traangas. Volgens de Conventie van Genève is traangas trouwens een verboden wapen, in oorlogstijd! Dit is blijkbaar niet het geval in vredestijd.

 

Mijnheer de minister, ondertussen zijn de eerste doden gevallen. Naast het feit dat de Turkse media mooi aan het handje lopen van de Islamitische AK-partij, lijkt Erdogan absoluut niet zinnens om in te binden en zijn eigen bevolking enige vrijheid van spreken te geven. Integendeel, vandaag zegt hij klaar en duidelijk dat hij een ultimatum stelt. Voor hem beperkt democratie zich tot eenmaal om de vier jaar gaan stemmen.

 

Ik heb dan ook de drie volgende vragen. Ten eerste, wat onderneemt de EU, wat onderneemt u, om aan de Turkse overheid te zeggen dat dit niet kan?

 

Ten tweede, tegen de Arabische dictaturen, die met extreem geweld de eigen bevolking kapittelden tijdens de zogenaamde “lentes”, werden sancties genomen. Gaat de Europese Unie, gaat u, ten overstaan van Turkije sancties nemen?

 

Ten derde, is er voor zo’n regime plaats in de EU? Wordt het echt niet tijd dat wij de onderhandelingen met zo’n land stopzetten en dat zij geen lid worden van de EU?

 

04.05 Minister Didier Reynders: Collega’s, er is een zeer ernstige situatie in Turkije. Wij volgen de situatie op, dag na dag en op basis van verschillende rapporten van onze posten in Istanbul en Ankara.

 

Op Europees vlak hebben wij dezelfde reactie als in België, namelijk een zeer grote ongerustheid, niet alleen over de situatie maar ook over de reactie van de overheid. Wij vragen een echte dialoog tussen de overheid en de bevolking. Het is logisch dat er betogingen zijn maar normaal gezien is het ook logisch dat er een echte dialoog wordt geopend.

 

Dat werd gezegd door Catherine Ashton maar ook door commissaris Füle gedurende een missie in Turkije. Ik heb dat namens België op 3 juni gezegd en dat is vorige week in de Senaat naar ik meen door mevrouw Laruelle herhaald. Ik was toen in de Verenigde Staten.

 

Er zijn verschillende elementen. Ten eerste, het gebruik van excessief geweld is onaanvaardbaar. Wij hebben dat niet alleen op Belgisch vlak gezegd maar ook op Europees vlak. Er waren drie doden bij de betogers en veel gewonden, maar ook één politieagent kwam om het leven. Het heeft geen zin dat die confrontatie verder escaleert. Wij hebben daarom een echte dialoog gevraagd tussen de overheid en de betogers, niet alleen over het specifiek probleem van het Taksimplein maar ook meer in het algemeen.

 

Je voudrais vous dire que nous défendons, en Turquie comme ailleurs, la liberté d'expression, de réunion et d'association. Ce sont des valeurs essentielles en Belgique et, de manière générale, en Europe. Nous demandons régulièrement à nos postes de suivre toutes les situations problématiques qui surgissent en Turquie. Je pense notamment à des procès en cours à l'encontre de journalistes. Nos représentants sur place assistent à ces audiences et y accompagnent les défenseurs des droits humains.

 

Quand nous observons la situation, il ne suffit pas de faire part de notre préoccupation ni de demander à dialoguer.

 

Wij kunnen misschien meer doen, wat naar mijn mening mogelijk is in een adhesieproces. Sinds 2005 was het via veel onderhandelingen rond adhesie mogelijk om echt druk te zetten op Turkije om tot een meer positieve evolutie te komen. Sinds enkele jaren was het onmogelijk om verder te gaan. Europa blokkeerde immers een mogelijke opening van nieuwe hoofdstukken voor een echt onderhandelingsproces met Turkije.

 

De blokkering is een mislukking. Wij moeten nu nieuwe hoofdstukken openen, niet alleen om onderhandelingen met Turkije te voeren, maar dankzij een nieuwe onderhandelingsronde kunnen wij echt druk zetten op Turkije. Het is de enige weg voor Europa om dat te doen.

 

Wij pleiten, samen met andere partners binnen de Europese Unie, voor een dergelijke evolutie

 

En outre, je voudrais simplement, comme Mme Ashton l'a fait hier au Parlement européen, appeler les autorités turques à un dialogue mais je crois comme elle que les développements actuels devraient pouvoir donner une chance à la Turquie de renouer avec ses engagements en faveur des valeurs européennes.

 

Dans ce sens, on peut saluer les déclarations du président turc comme celles de membres du gouvernement.

 

Ik herhaal dat wij gevraagd hebben dat een echte dialoog zou worden opgestart met de overheid en de betogers. Wij vinden dergelijk geweld onaanvaardbaar. Wij denken dat het mogelijk is om vanuit de Europese Unie meer te doen voor echte onderhandelingen met Turkije over verschillende hoofdstukken en om echt druk te zetten op ht land voor een evolutie richting onze waarden en niet richting andere waarden van andere landen in de wereld.

 

04.06  Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de minister, dit betreft een zeer belangrijke diplomatieke aangelegenheid. Wij hebben er alle belang bij dat het Turkse paard niet gaat steigeren: het paard van Troje kwam ook uit deze regio. Geopolitiek ligt Turkije tussen landen waar het extremisme meer aan de orde is dan de landen van de Europese Unie.

 

Wij hebben er alle belang bij om maximale steun te verlenen aan wie zich wil inschrijven in het mensenrechtendiscours: ik ben blij dat u dit discours steunt. Wij moeten elk engagement van de Turkse overheid aanmoedigen, zodat de hoop is gevestigd op en de blik is gekeerd naar de Europese Unie en niet naar meer dubieuze regimes in de wereld.

 

04.07  Özlem Özen (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. Il est évident que mon groupe soutient toutes les initiatives qui peuvent contribuer à l'expression libre et pacifique des revendications démocratiques et condamne donc fermement l'usage excessif de la force.

 

En effet, le droit de manifester est un principe fondamental de la démocratie. En tout cas, l'expression de la démocratie ne se limite pas uniquement au droit de vote, puisqu'elle se vit.

 

Aussi, les valeurs inhérentes à l'appartenance de ce pays au Conseil de l'Europe et à sa candidature d'adhésion à l'Union européenne doivent-elles à tout prix être respectées et, surtout, effectives.

 

Ce respect doit bien évidemment être assuré par les autorités turques, mais le continent européen doit, tout entier, assumer ses responsabilités en ce sens.

 

Je partage votre avis lorsque vous dites que la reprise des négociations permettra, en tout cas, de faire pression sur la Turquie pour le respect des droits fondamentaux.

 

04.08  Els Demol (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik ben ook een voorstander van dialoog.

 

De heer Erdogan zei dat hij al in contact was getreden, in dialoog was gegaan met de betogers. Toen diezelfde betogers daarover werden bevraagd, vroegen zij wie die mensen waren met wie hij had gepraat. Zij kenden hen niet. Als er een dialoog komt, laat het dan in godsnaam met de juiste personen zijn.

 

Bovendien is er ook sprake van een volksbevraging. De betogers hebben al laten weten dat zij daarmee niet akkoord kunnen gaan, want welke vragen zullen worden gesteld? Hoe zal een en ander worden geëvalueerd? Hoe zal men de juiste conclusies trekken? Volksbevraging, iedereen denkt er het zijne over.

 

Ik stel voor dat u de resolutie die onze fractie heeft ingediend ter harte neemt en bij uw volgende ontmoeting concrete vragen stelt aan de Turkse minister van Buitenlandse Zaken. Ik denk dat dit heel belangrijk is voor de minderheden, voor alle mensen die nu in Turkije worden gemuilkorfd.

 

Volgende week of binnen twee weken vertrekt er vanuit deze Assemblee een delegatie van een achttal personen naar Istanbul, waar in de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa onder andere over vrijheid zal worden gedebatteerd. Mijnheer de minister, ik verzeker u dat wij ons daar ter plaatse goed van de toestand zullen vergewissen en dat wij ons daarop goed zullen voorbereiden. Wij kijken uit naar uw mededelingen aan de ambassadeurs en de minister.

 

04.09  Bruno Valkeniers (VB): “Wij hebben tot dusver niet met geweld gereageerd op geweld, maar vanaf nu zullen onze veiligheidstroepen anders reageren. Over 24 uren is het protest voorbij.” Dixit Tayyip Erdogan.

 

Mijnheer de minister, wat doen wij, wat doet de EU? Wij gaan een blik nieuwe gesprekken opentrekken, de vlucht vooruit.

 

Die man zal het niet leren. Die islamitische AK-partij zal het niet leren, want het gaat economisch goed in Turkije.

 

Hij heeft de verkiezingen met een ruime meerderheid gewonnen en zal er wel voor zorgen dat hij de volgende verkiezingen ook wint of de tellingen wint, zoals een oud-collega van mij ooit heeft gezegd.

 

Ons beleid in verband met Turkije en het democratisch verzet aldaar is er één van twee maten en twee gewichten. Om der wille van de smeer likt de kat de kandeleer!

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Question de Mme Valérie Warzée-Caverenne à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, sur "les médicaments génériques" (n° P1860)

05 Vraag van mevrouw Valérie Warzée-Caverenne aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, over "generische geneesmiddelen" (nr. P1860)

 

05.01  Valérie Warzée-Caverenne (MR): Monsieur le président, madame la ministre, au vu de l'actualité, il règne à juste titre une inquiétude au sujet des médicaments génériques.

 

Un quotidien annonce aujourd'hui qu'un quatrième décès pourrait être lié à la prise d'un diurétique générique produit par le leader de la fabrication de médicaments génériques. L'enquête tend à démontrer qu'une erreur s'est produite lors du conditionnement des boîtes, certaines contenant des somnifères.

 

Beaucoup de voix s'élèvent pour dénoncer la multiplication des intervenants dans la chaîne de production des génériques.

 

Madame la ministre, en tant que ministre de la Santé publique, la question que l'on vous pose est celle-ci: faut-il craindre de consommer des médicaments génériques?

 

Existe-t-il des raisons de remettre en cause les procédures de vérification de ces produits ou d'inspection des sites de fabrication?

 

Y aurait-il lieu d'envisager de nouvelles mesures pour garantir totalement la qualité des médicaments mis sur le marché? Ou confirmez-vous que les contrôles réalisés actuellement sont suffisants?

 

05.02  Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, chère collègue, on connaît le contexte, à savoir qu'en France, dans l'usine de Teva, la substance active d'un somnifère a été utilisée à la place de celle d'un diurétique. Cela a provoqué trois morts.

 

À partir de là, certains remettent en cause les génériques en règle générale!

 

En attente de résultats définitifs de l'enquête en France, il ne faut pas tirer des conclusions précises sur la cause de ce drame. Chez nous, l'Agence des médicaments m'affirme qu'il n'y a pas eu un seul conditionnement erroné de chez Teva vendu sur le marché belge. Elle peut l'affirmer grâce aux contrôles effectués.

 

Pour ce qui est de la qualité des génériques en général, je rappelle qu'il n'y a pas plus de raison de douter des génériques que des originaux, puisqu'ils sont soumis aux mêmes contrôles. Les chiffres de notification des problèmes de qualité que l'Agence des médicaments m'a communiqués le montrent. Pour 2013, 11 cas ont été rapportés pour des génériques et 58 cas pour des originaux. C'est une indication parmi d'autres mais qui vous montre qu'il n'existe pas de problème spécifique aux génériques.

 

En outre, il s'agit souvent de problèmes mineurs concernant la couleur, la notice insuffisamment précise, etc.

 

Chez nous, et c'est unique, si le défaut du médicament est un tant soit peu important, un retrait immédiat du marché a lieu grâce au code-barres unique sur la boîte. C'est une réelle particularité de la Belgique et elle permet une traçabilité bien supérieure à celle de nos voisins.

 

Je peux également vous dire que nous menons une politique qui promeut non seulement les médicaments génériques, mais aussi les médicaments les moins chers. Nous souhaitons également sauvegarder la concurrence, notamment en termes de qualité entre ces derniers et les médicaments génériques.

 

Voilà ce qu'il ressort de l'ensemble des renseignements qui m'ont été communiqués par tous les acteurs qui s'occupent de la chaîne des médicaments. Vous pouvez donc être rassurée sur la situation en Belgique.

 

05.03  Valérie Warzée-Caverenne (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse et les éléments rassurants dont vous nous avez fait part.

 

Vous avez parlé des médicaments bon marché post-brevet. Ne serait-il pas intéressant de poursuivre la politique entamée l'année passée, en la matière?

 

Pour ce qui concerne les médicaments génériques, j'ai soulevé la question des différents intervenants qui participent à la création d'un médicament. À ce niveau, il serait peut-être intéressant d'avoir une réflexion en vue, notamment, de favoriser des productions de proximité.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Question de Mme Valérie De Bue à la ministre de l'Emploi sur "Délifrance à Nivelles" (n° P1856)

06 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de minister van Werk over "de vestiging van Délifrance in Nijvel" (nr. P1856)

 

06.01  Valérie De Bue (MR): Monsieur le vice-premier ministre, plusieurs drames sociaux ont malheureusement émaillé l'actualité. Cependant, il ne faut pas non plus oublier que des PME connaissent de grandes difficultés. En 2012, 11 000 faillites ont ainsi entraîné la perte de 22 000 emplois.

 

Le Brabant wallon est aussi touché. Plus particulièrement, le groupe Délifrance a annoncé au début de la semaine sa volonté de mettre fin aux activités de production de l'entreprise. Quatre-vingt-trois emplois sont donc menacés. C'est un véritable choc social pour la ville – Nivelles – où est installée cette société. C'est également dramatique pour les personnes dont l'emploi est indirectement concerné par cette activité industrielle. Je voudrais d'ailleurs leur témoigner toute ma sympathie.

 

Une procédure Renault a donc été mise en œuvre à l'annonce de cette nouvelle. Durant la première phase d'information, les travailleurs et la direction vont essayer de dégager des pistes.

 

Monsieur le ministre, j'aurais voulu savoir quelles mesures le fédéral pourrait prendre afin d'aider les travailleurs licenciés. Des contacts ont-ils été pris? Quels sont ceux que vous pouvez nouer avec vos homologues régionaux en vue d'une solution négociée? Quelles mesures pouvez-vous prendre pour accompagner les travailleurs?

 

06.02  Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, chère collègue, je réponds au nom de Mme De Coninck.

 

Tout d'abord, je tiens à exprimer mon soutien aux travailleurs de Délifrance Belgium, société qui a annoncé mardi au conseil d'entreprise son intention de fermer son unité de production à Nivelles. Quatre-vingt trois personnes sont concernées. Les activités administratives et commerciales occupant quarante-trois employés ne sont, quant à elles, pas menacées.

 

Je tiens à mettre l'accent sur le fait que l'annonce d'un licenciement collectif signifie le début de la phase d'information et de consultation, qui est primordiale. Il importe que les travailleurs et leurs représentants aient la possibilité de poser des questions et d'obtenir des réponses claires et nettes. D'autres possibilités que le licenciement collectif ou qu'une réduction du personnel licencié doivent être minutieusement étudiées en toute transparence et dans le respect des deux parties. Il est évident que le gouvernement – et, je le suppose, les gouvernements régionaux – veut d'abord mettre l'accent là-dessus.

 

La première chose à faire est de clarifier la situation et examiner les possibilités restantes.

 

Il va de soi qu'une telle décision est prise au niveau du siège du groupe, situé en France. Pendant la période de consultation et d'information, il importera, tant au niveau régional, communal que fédéral, d'impliquer le niveau de décision central dans ce processus. Jusqu'à présent, si nous avons bien compris, la direction en France ne s'est pas rendue sur place. Nous estimons que c'est surtout avec elle que nous devons discuter au début. Compte tenu de ce qui précède, le premier objectif est de tenter de sauver ce qui est encore possible. C'est seulement lors de la seconde phase, en cas de licenciements, que nous examinerons les moyens d'accompagner au mieux les ouvriers qui seraient sans emploi.

 

06.03  Valérie De Bue (MR): Monsieur le vice-premier ministre, je vous remercie pour votre réponse et l'intérêt de Mme la ministre pour le suivi de la situation sur le terrain. Je pense que ce genre de situation doit nécessiter le même suivi que les autres drames que nous connaissons et qui sont plus médiatisés. J'espère que tous les niveaux de pouvoir mettront tout en œuvre pour trouver des solutions, un accompagnement et des alternatives pour les travailleurs concernés.

 

Plus globalement, j'invite le gouvernement à poursuivre ses efforts pour relancer l'économie, aider les entreprises à se développer, diminuer les charges et simplifier le cadre administratif.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Samengevoegde vragen van

- de heer Jan Van Esbroeck aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "terugkerende Syriëstrijders" (nr. P1857)

- de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "terugkerende Syriëstrijders" (nr. P1858)

07 Questions jointes de

- M. Jan Van Esbroeck à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les combattants qui reviennent de Syrie" (n° P1857)

- M. Peter Logghe à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les combattants qui reviennent de Syrie" (n° P1858)

 

07.01  Jan Van Esbroeck (N-VA): Mijnheer de voorzitter, als ik mag, wil ik graag heel kort van de gelegenheid gebruikmaken om de collega’s te bedanken voor alle steun die ik de voorbije maanden heb gekregen. Dat heeft mij zeker en vast geholpen bij de behandeling en de genezing. Ik dank iedereen. (Applaus)

 

Mevrouw de minister, mocht er iets zijn dat u niet goed verstaat, vraag het dan gerust. Ik herhaal het met veel plezier voor u.

 

Alle gekheid op een stokje, de problematiek van de strijders die naar Syrië vertrokken, is bekend. De voorbije weken en dagen krijgen we alsmaar berichten over strijders die willen terugkeren, noodgedwongen of uit vrije wil; er zijn verschillende redenen. Als men echter maanden gestreden heeft in de Syrische burgeroorlog, dan kunnen we toch aannemen dat de betrokkenen ofwel totaal geradicaliseerd, ofwel volledig getraumatiseerd zijn. Denken we maar aan het filmpje dat afgelopen weekend op het internet te zien was. Als we zien welke wreedheden er in zo’n burgeroorlog gebeuren, dan kunnen we echt wel aannemen dat al de strijders extra aandacht van u verdienen.

 

Mevrouw de minister, strijders die aan dat soort acties deelnemen, maken zich ontegensprekelijk schuldig aan oorlogsmisdaden of aan misdaden tegen de menselijkheid. Ik wil hier vandaag echter niet hun rekening maken. Vandaag is het belangrijker dat de terugkeer van de betrokkenen naar dit land een bedreiging vormt voor de inwoners van dit land.

 

Mevrouw de minister, als minister van Binnenlandse Zaken bent u verantwoordelijk voor de veiligheid van alle inwoners van dit land. Ik heb dan ook enkele vragen voor u.

 

Kunt u mij vertellen hoeveel Syriëstrijders er vandaag al zijn teruggekeerd? Kunt u mij vertellen hoeveel er ginds nog zijn? Vooral, kunt u mij vertellen hoeveel strijders we nog mogen terug verwachten?

 

Wat gebeurt met hen? Hebt u enig zicht op hun lot?

 

Ik wil het met u nog even kort hebben over de Syrië taskforce, die u samen met uw collega-minister van Justitie –dit is mijn tweede en laatste vraag – hebt opgericht en met veel poeha in de media hebt aangekondigd. Hoe staat het nu eigenlijk met de taskforce?

 

Ik heb uw persbericht gelezen. Ik ken de vooropgestelde doelen. Ik vraag mij echter af – ik maak er mij ook ongerust over – of u al de nodige middelen hebt. Krijgt u van uw collega’s in de regering de mogelijkheid en de middelen om te doen wat u moet doen?

 

Ik twijfel immers wat aan de wil ter zake van uw collega’s, nadat ik de voorbije tijd de media heb gevolgd. Ik zie tegenstrijdige berichten en merk dat niet iedereen in de regering uw plannen voor honderd procent steunt. U wordt in het dossier tegengewerkt. Heel in het begin bijvoorbeeld werd u door uw collega Vande Lanotte tegengewerkt, zoals wij afgelopen week nog op televisie hebben vernomen, wanneer het ging over het voorstel van Hans Bonte.

 

Mevrouw de minister, ik heb dus nog een korte vraag. Krijgt u alle nodige middelen voor uw opzet?

 

Wat zult u met de strijders doen? Hoeveel zijn het er? Hoeveel mogen wij er terug verwachten?

 

Ik krijg heel graag uw antwoorden.

 

07.02  Peter Logghe (VB): Mevrouw de minister, de videofilm waarover de heer Jan Van Esbroeck het zopas had en waarin een oude man in Syrië wordt onthoofd in het bijzijn en met commentaar van Nederlandssprekende jihadstrijders, is ondertussen de wereld rondgegaan. Wij vernemen dat het gerecht een onderzoek naar terroristische activiteiten van negen Syriëstrijders is gestart.

 

Voor het overige blijft de regering in vaagheid uitmunten. Wij, de parlementsleden, krijgen totaal geen zicht op het beleid inzake de jonge Syriëstrijders.

 

Ten eerste, het verband tussen zwaar crimineel geweld alsook oorlogsmisdaden en islamitisch terrorisme, van vooral salafistische strekking komt steeds vaker in beeld. Mevrouw de minister, welke consequenties trekt u daaruit voor het veiligheidsbeleid op federaal vlak?

 

Ik blijf u met steeds dezelfde vragen bestoken en zal dat ook vandaag doen. Vroeg of laat zult u de vraag toch concreet moeten beantwoorden. Wat als op een mooie zomerdag een jihadstrijder inderdaad uit het vliegtuig stapt? Waar blijft uw terugkeerbeleid? Waar is het?

 

Ten derde, u was onlangs in Luxemburg in conclaaf met verschillende ministers uit ons omringende landen in verband met radicalisering en jihadstrijders. Mevrouw de minister, ik vraag u welke concrete maatregelen daar uit de bus zijn gekomen. Als er nog een conclaaf moet plaatsvinden, vraag ik u welke concrete voorstellen u daar zult verdedigen.

 

07.03 Minister Joëlle Milquet: Bedankt voor de vragen. Ik heb u een volledige nota over de specifieke en gedetailleerde genomen maatregelen bezorgd. De nota staat ook op onze website, met de verschillende maatregelen en procedures, zowel wat het preventieve aspect als wat het veiligheidsaspect betreft.

 

Zoals ik reeds heb uitgelegd, maakt de terugkeer van personen uit Syrië het voorwerp uit van een individuele benadering, geval per geval, binnen een welbepaald kader met welbepaalde procedures en een zeer duidelijke taakverdeling.

 

Er werd op vraag van de minister van Justitie en mezelf een specifieke procedure en een specifiek schema van aanpak opgesteld door de verschillende diensten. Die vergaderen samen op reguliere basis, soms meermaals per week maar ten minste één keer. Elk geval is verschillend en vereist een individuele benadering, afhankelijk van het profiel van de terugkeerder. Soms bestaat die uit een gerechtelijke procedure, soms is dat een geval voor de Veiligheid van de Staat, soms voor de lokale politie, soms wordt gekozen voor sociale maatregelen. Alles hangt af van het profiel.

 

Het profiel wordt opgesteld door de politie en de inlichtingendiensten. Zij zitten dus ook samen over de opstelling van de verschillende profielen. De nodige maatregelen zijn dus in elk geval samen beslist, maar ze zijn natuurlijk wel tamelijk verschillend.

 

Elke persoon die terugkeert van de strijd in Syrië wordt onmiddellijk, in gezamenlijk overleg, door de veiligheidsdiensten geanalyseerd. Het gaat over de inlichtingendiensten, de betrokken lokale politiezones, de federale politie, het OCAD, het Crisiscentrum, het federaal parket en de voorzitter van de taskforce Syrië. Ook sommige onderzoeksrechters worden erbij betrokken. Zij kunnen overgaan, zoals twee weken geleden, tot een aanhouding, met een embargo of zonder embargo. Dat hangt van geval tot geval af.

 

De lokale autoriteiten kunnen onmiddellijk of een beetje later op de hoogte worden gebracht. Elke betrokken burgermeester of korpschef van de lokale politie wordt door de voorzitter van de taskforce Syrië gecontacteerd, wanneer die op de hoogte wordt gebracht, met het verzoek om binnen de politie een contactpersoon inzake Syrië aan te wijzen. Die maakt dan deel uit van de taskforce Syrië, die wekelijks vergadert. Er zijn ook taskforces op het lokale en arrondissementele vlak. De link met de burgemeester en de gemeenten, voor de concrete gevallen van terugkeer, geschiedt via de contactpersoon Syrië en de zonechef.

 

U vraagt cijfers. Ik heb daarop al geantwoord. Wat de aanwezigheid in Syrië betreft, is het cijfer stabiel: tussen 80 en 100, waarbij er opnieuw jongeren naar Syrië trekken, maar evenzeer terugkeren. Op het ogenblik zijn er tussen de 10 en 20 personen. Verschillende maatregelen werden op dat vlak genomen, zoals de begeleiding en de opvolging door de verschillende veiligheidsdiensten, op basis van de verschillende profielen. Onze diensten werken heel hard.

 

Ik heb op reguliere basis ook vergaderingen met de diensten en de minister van Justitie en soms met de premier of de vertegenwoordiger van de premier. Wij volgen de situatie elke dag.

 

Wij beschikken reeds over de verschillende profielen van de betrokkenen en bij sommigen kan er een link zijn met de georganiseerde criminaliteit.

 

Ik heb vorige vrijdag een vergadering georganiseerd met mijn collega’s onder andere uit Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Spanje en Zweden. Zij hebben gepraat over hun verschillende problemen. Die zijn dezelfde, met soms dezelfde links met de georganiseerde criminaliteit. Over het algemeen gaat het om identieke profielen: jongeren van 23 à 25 jaar. Het is hetzelfde in Frankrijk en in Duitsland.

 

Wij hebben vele gezamenlijke maatregelen beslist om zo tot een betere Europese benadering te komen. Er zal ook concrete informatie tussen onze diensten worden uitgewisseld, net zoals good practices. Er komen ook andere gezamenlijke initiatieven, onder andere met betrekking tot de strijd tegen radicalisme en terrorisme op internet. Wij zullen binnenkort verschillende initiatieven nemen.

 

In september is er nog een vergadering met vertegenwoordigers van die landen. Zij hebben gevraagd dat België de piloot van de groep wordt. Dus dat betekent dat wij veel maatregelen nemen.

 

07.04  Jan Van Esbroeck (N-VA): Mevrouw de minister, uw antwoord stelt mij totaal niet gerust, het zal u misschien verbazen. Het plan ziet er allemaal goed uit, maar het is theorie. Net dat willen wij niet horen, dat horen wij al weken, maanden.

 

Er zijn drie redenen waarom ik mij echt ongerust maak. Ik staaf dat met praktijkvoorbeelden. U spreekt over de contacten met de lokale burgemeesters. Afgelopen week nog werd er iemand opgepakt in Willebroek en de burgemeester, die ik toevallig ken, was niet ingelicht.

 

07.05 Minister Joëlle Milquet: (…) Dit is wel belangrijk.

 

Le président: Madame la ministre, votre réponse était très longue. Permettez-moi de demander à chacun de respecter les dispositions du Règlement relatives aux questions orales urgentes. Monsieur Van Esbroeck, je vous demande donc de vous tenir au temps de parole qui vous est imparti. J'adresse cette demande à tous, car c'est insupportable!

 

07.06  Jan Van Esbroeck (N-VA): Dan begin ik meteen met mijn repliek, voorzitter.

 

Ik geef een tweede voorbeeld, mevrouw de minister. Een maand na de inwerkingtreding van uw taskforce verklaart de minister van Buitenlandse Zaken dat hij geen informatie krijgt. U beweert dat u wekelijks bijeenkomt, maar de informatie stroomt blijkbaar niet door tot de diensten die toch deel uitmaken van uw taskforce? Als ik het goed gelezen heb, maakt toch ook iemand van Buitenlandse Zaken daar deel van uit? Die krijgt blijkbaar geen informatie.

 

Gisteren verklaarde een woordvoerder, op wiens naam ik nu niet meteen kan komen, maar dat is niet zo belangrijk, dat hij kennis nam van wat er gebeurt via berichten in de media. Zij krijgen hun informatie blijkbaar via de media, maar niet via u.

 

Ten slotte citeer ik een frappante uitspraak van iemand aan de tafel van uw taskforce. Ik kan u spijtig genoeg niet zeggen van wie het komt, maar hij zegt: “Heel die praatbarak trekt op niks. Het is een paraplu. Het is een lege doos. Het is een paraplu om te laten uitschijnen dat deze regering …” (De voorzitter sluit de micro af.)

 

07.07  Peter Logghe (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord, al moet ik de collega bijtreden. Men kan moeilijk zeggen dat u uitblinkt in duidelijke communicatie en in het verstrekken van informatie. U zegt wel dat u met uw collega's van de ons omringende landen informatie zult uitwisselen, en dat zal wellicht nuttig zijn, maar ik vroeg u naar concrete maatregelen zodra de jihadisten terugkomen.

 

U zegt dat u geval per geval zult bestuderen, binnen een bepaald theoretisch kader. Ja, mevrouw de minister, een theoretisch kader, maar ik vraag u naar concrete maatregelen. Zullen betrokkenen worden opgepakt zodra zij van het vliegtuig stappen, of hoe zit het precies?

 

07.08 Minister Joëlle Milquet: Een bevel tot aanhouding is niet theoretisch, dat is concreet.

 

07.09  Peter Logghe (VB): U hebt het altijd over een schema, maar als wij u vragen naar concrete maatregelen blijft u het antwoord schuldig. Ik ben niet gerust over de toestand, mevrouw de minister. Wij zullen u blijven achtervolgen. Voor Vlaams Belang is de veiligheid van de mensen wel wat waard. Het spijt mij, maar u blijkt de veiligheid in elk geval niet hoog in het vaandel te dragen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Question de M. Damien Thiéry au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "les options définies lors de la Conférence sur la sécurité nucléaire en Europe des 11 et 12 juin 2013" (n° P1859)

08 Vraag van de heer Damien Thiéry aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "de beleidsopties naar aanleiding van de conferentie over de nucleaire veiligheid in Europa op 11 en 12 juni 2013" (nr. P1859)

 

08.01  Damien Thiéry (FDF): Monsieur le président, madame la ministre, nous avons appris que les autorités européennes dressaient un bilan de la sécurité des centrales nucléaires en Europe. C'est une bonne chose dans la mesure où il est à présent envisagé une uniformisation des normes en matière de sécurité nucléaire.

 

C'est la raison pour laquelle une deuxième conférence a été organisée par la Commission européenne et l'European Nuclear Safety Regulators Group, ces mardi et mercredi. Ce fut bien intéressant parce que cette réunion s'est passée dans d'excellentes conditions.

 

Madame la ministre, pouvez-vous nous expliquer ce qui est ressorti de cette conférence?

 

À côté de cet aspect, nous savons que doit être réexaminé le cadre législatif et réglementaire en matière de sûreté dans les installations nucléaires. À ce sujet, une nouvelle directive devrait être d'actualité, si j'ai bien compris, puisqu'elle devait sortir aujourd'hui.

 

Madame la ministre, si vous disposez du texte, pouvez-vous nous donner la primeur du contenu de cette directive?

Selon vous, serait-il possible d'établir des normes plus abouties généralisées à toutes les centrales européennes?

 

Enfin, un point plus délicat, car pesant dans la préparation et la gestion des crises, telle celle de Fukushima, c'est qu'en cas de catastrophe dans un pays européen, tous les autres pays seront directement concernés.

Actuellement, madame la ministre, avez-vous déjà établi des contacts avec les pays limitrophes sur ce point?

 

08.02  Joëlle Milquet, ministre: Monsieur le président, cher collègue, il est vrai que la rencontre s'est excellemment bien passée, organisée par le régulateur belge et en présence du commissaire européen.

 

Les choses évoluent comme nous le souhaitions. À plusieurs reprises, je me suis exprimée en vue d'obtenir enfin un cadre juridique contraignant en matière nucléaire, au niveau européen et au niveau international.

 

Tout le monde croit que c'est déjà le cas alors que ce ne l'est pas. Il existe des recommandations internationales, ce qui est sympathique, mais, au niveau européen, nous ne disposons encore ni de normes précises en matière de sécurité – excepté des paramètres prédéfinis –, ni de marche à suivre stricte pour encadrer une crise nucléaire.

 

Je me réjouis de la parution de cette directive, et je l'attends comme vous. Je vous l'enverrai par courriel dès que je l'aurai reçue. Il me semble qu'elle apporte des éléments importants par rapport au cadre juridique européen actuel.

 

Comme vous le disiez, un des éléments importants, c'est toute la problématique des plans d'intervention, plans d'urgence, éventuels plans catastrophe. Comme vous le savez, nous avons fait voici quelques mois quelques exercices grandeur nature sur le terrain. Nous en avons tiré différentes conclusions et nous sommes en train d'élaborer de nouvelles recommandations pour de nouveaux plans d'urgence en matière nucléaire. Je n'aurai aucun problème à en discuter également avec l'opposition si elle le souhaite

 

J'ai passé un accord spécifique Luxembourg-Belgique dans le cadre de la rencontre et du sommet avec les Luxembourgeois il y a un mois. Cet accord concerne notamment la gestion des crises nucléaires ou autres de protection civile.

 

J'ai rencontré mon homologue néerlandais la semaine dernière: nous ferons la même chose avec les Pays-Bas en septembre. Nous renforcerons également nos protocoles avec la France. Nous aurons donc d'ici à la fin de l'année renforcé tous nous protocoles d'accord en la matière avec l'ensemble des pays voisins.

 

08.03  Damien Thiéry (FDF): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse claire et encourageante. Vous ne devrez pas m'envoyer la nouvelle directive. Je pourrai, moi, vous envoyer le lien: elle vient de paraître sur le net voilà trois heures, je viens de le voir. C'est évidemment extrêmement intéressant.

 

Il y a une chose sur laquelle je pense qu'il faut insister. Vous avez déjà pris contact avec certains pays voisins, c'est très bien. Je rappelle que la France est probablement le collaborateur le plus indiqué, tout simplement parce qu'il y a en France 19 centrales, 58 réacteurs (et encore plusieurs en devenir). C'est un pays qui a énormément d'expertise, je vous encourage donc à entretenir vos contacts avec eux.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Samengevoegde vragen van

- de heer Patrick Dewael aan de eerste minister over "het overleg met de Gewesten in verband met de loonlastenverlaging" (nr. P1863)

- mevrouw Barbara Pas aan de eerste minister over "het overleg met de Gewesten in verband met de loonlastenverlaging" (nr. P1864)

- mevrouw Karin Temmerman aan de eerste minister over "het overleg met de Gewesten in verband met de loonlastenverlaging" (nr. P1865)

- de heer Jan Jambon aan de eerste minister over "het overleg met de Gewesten in verband met de loonlastenverlaging" (nr. P1866)

- de heer Jean Marie Dedecker aan de eerste minister over "het overleg met de Gewesten in verband met de loonlastenverlaging" (nr. P1867)

- mevrouw Catherine Fonck aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de afschaffing van de belasting op overuren" (nr. P1862)

09 Questions jointes de

- M. Patrick Dewael au premier ministre sur "la concertation avec les Régions sur la réduction des charges salariales" (n° P1863)

- Mme Barbara Pas au premier ministre sur "la concertation avec les Régions sur la réduction des charges salariales" (n° P1864)

- Mme Karin Temmerman au premier ministre sur "la concertation avec les Régions sur la réduction des charges salariales" (n° P1865)

- M. Jan Jambon au premier ministre sur "la concertation avec les Régions sur la réduction des charges salariales" (n° P1866)

- M. Jean Marie Dedecker au premier ministre sur "la concertation avec les Régions sur la réduction des charges salariales" (n° P1867)

- Mme Catherine Fonck au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "la défiscalisation des heures supplémentaires" (n° P1862)

 

09.01  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, premier, collega’s, in de pers wordt vandaag uitvoerig melding gemaakt van de intenties van de Vlaamse regering om met u rond de tafel te gaan zitten, om een overleg op te starten zodat het probleem van de loonkosten — onze competitiviteits- en concurrentiehandicap — kan worden ingedijkt. Wij delen de bekommernis van minister-president Peeters. De barometers over de toestand van onze economie blijven ongunstig. Ik lees net dat het Planbureau de groeiverwachting heeft bijgesteld en voor dit jaar zelfs een nulgroei voorspelt. Vanmorgen hebben enkele hoofdeconomen van banken het woord genomen om te melden dat wij tot nu toe voorop lagen in de eurozone, maar dat wij achterop dreigen te geraken als wij geen bijkomende maatregelen nemen.

 

Collega’s, ik herinner u even aan de maatregelen die de federale regering al genomen heeft en waar wij achter blijven staan. In het raam van de opmaak van de begroting, vorig jaar, hebben wij beslist tot een loonmatiging en ook tot een hervorming van het indexmechanisme, waardoor er dit jaar geen sprong zal zijn, dus die aanpassing werkt. Allen samen hebben wij een enveloppe uitgetrokken van om en bij de 700 miljoen euro lastenverlaging. Samen betekent dat voor ongeveer 2,2 miljard euro zuurstof die de federale regering geïnjecteerd heeft in onze economie.

 

Het voorstel dat Vlaanderen vandaag doet, vind ik belangrijk. Dat wijst op het feit dat men gelooft in samenwerking, in samenwerkingsfederalisme. Het heeft er ooit anders uitgezien. Ook heb ik begrepen dat de verklaring van de heer Peeters niet gratuit zou zijn, maar dat hij zowaar middelen, geld, budgetten zou willen investeren. Dat vind ik op zich een copernicaanse hervorming. Dat heb ik in het verleden nooit gehoord uit de mond van de Vlaamse minister-president.

 

Mijnheer de eerste minister, daarom wil ik u de volgende vragen stellen.

 

Heeft dat overleg plaatsgehad? Zo ja, heeft het al resultaten opgeleverd? Op welke domeinen ziet de Vlaamse regering dat overleg?

 

Ik geef als voorbeeld het betalen van de pensioenen voor de eigen ambtenaren. Dat gaat over 5 miljard euro. Het federaal niveau betaalt ongeveer 5 miljard euro aan pensioenen van ambtenaren van de Gewesten en de Gemeenschappen. Welnu, een loonkostenhandicap van 1 % komt overeen met ongeveer 1 miljard euro. Ik denk dus dat de Gewesten een substantiële bijdrage kunnen leveren. Als wij met zijn allen samenwerken, dan zouden wij nog sneller de competitiviteitshandicap kunnen wegwerken.

 

Daarom kan ik mij ook niet voorstellen dat de uitspraken die ik vandaag in de pers lees, alleen maar wat gazettenpraat zouden zijn. Ik geloof in de oprechte ernst van de Vlaamse regering om met ons rond de tafel te gaan zitten en iets te doen voor onze economie.

 

09.02  Barbara Pas (VB): Mijnheer de premier, de hoge lasten op arbeid zijn zowat het belangrijkste probleem van onze bedrijven vandaag. De Belgische loonkost is bij de allerhoogste van Europa en ook een pak hoger dan bij onze buurlanden. Een bijkomend probleem is dat hij ook sneller blijft stijgen dan bij onze buurlanden.

 

Naar aanleiding van de keuze van twee grote investeerders voor Nederland in plaats van Vlaanderen wegens de hoge loonkost, heeft de minister-president u opgeroepen om dringend werk te maken van de loonkostenproblematiek. Hij had deze oproep twee maanden geleden al gedaan, naar aanleiding van Volvo Gent dat aan de alarmbel trok. Ook meer dan een jaar geleden deed hij dezelfde oproep, maar telkens zonder resultaat.

 

Mijnheer Dewael, u wil met uw regering de loonkostenkloof met de buurlanden pas dichten tegen 2018. Ik heb ook de kranten gelezen vandaag. Ik neem de commentaren van de hoofdeconomen van de grootbanken dan ook zeer ernstig. Zij zeggen dat het lichtjaren te laat is om pas tegen 2018 de loonkostenkloof te dichten. Zij zijn ook scherp in hun formulering. Volgens hen dreigen wij niet enkel uit de kopgroep te vallen, maar zelfs uit het peloton te zakken.

 

Mijnheer de premier, vandaag zeggen die topeconomen dat het vijf vóór twaalf is. Men heeft al aan heel wat alarmbellen getrokken. Men zegt al lang dat het vijf vóór twaalf is, maar u hebt duidelijk de klok stilgezet en gekozen voor een status quo. Ik vraag mij af wat deze keer het resultaat zal zijn van het gesprek met de minister-president. De eerste en de tweede keer kreeg hij nul op het rekest. Misschien wordt het derde keer, goede keer? Beseft u nu eindelijk dat er een ommezwaai moet komen en dat er dringend maatregelen nodig zijn? Welke maatregelen zult u nemen? Wanneer zult u deze maatregelen nemen?

 

09.03  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, de vorige collega’s hebben het al aangehaald en de kranten staan er bol van. Er wordt aan de alarmbel getrokken. Wat ik echter schaamteloos vind, is dat er aan de alarmbel wordt getrokken door de bankeconomen. Misschien moeten wij hun geheugen een klein beetje opfrissen. Hoe komt het dat wij deze crisis kennen? Dat komt door diezelfde economen die een aantal jaren geleden niet konden voorspellen wat wij nu meemaken. Dat is de echte reden.

 

Hoe komt het dat een aantal regeringen problemen hebben met een begrotingstekort en met hun schuld? Dat komt doordat wij diezelfde banken hebben moeten redden met overheidsgeld. Dat mag ook eens worden gezegd. Het geheugen van deze economen is wel zeer kort. (Rumoer)

 

U moet niet zo zenuwachtig worden.

 

Wil dat zeggen dat er niets aan de hand is, collega’s? Uiteraard niet. Wij weten ook dat er een economische crisis is en dat het concurrentievermogen van onze economie beter kan en moet. Zoals de heer Dewael daarnet aanhaalde, heeft deze regering al een aantal heel structurele maatregelen genomen, onder andere 700 miljoen euro lastenverlagingen.

 

Ondanks de forse besparingen werd de koopkracht van de mensen toch beschermd. Er is inderdaad een loonstop in 2013 en 2014. Wat de heer Dewael daarnet nog vergat, is dat de energieprijzen onder controle zijn. Dat zijn maatregelen die de regering al heeft genomen om de competitiviteit van onze economie danig te verbeteren.

 

Is er nog meer nodig? Ja, collega’s, ja, mijnheer de eerste minister, er is nog meer nodig. Wij denken bijvoorbeeld aan de volkslening, die hopelijk binnenkort zal worden goedgekeurd. Wat ons betreft, mag er nog iets sterkers gebeuren dan de afgesproken verschuiving van lasten op arbeid naar lasten op vermogenswinst.

 

Ik heb daarom enkele vragen, mijnheer de eerste minister. Het is inderdaad zo dat de Vlaamse minister-president dringend maatregelen eist in verband met de verlaging van de loonlasten. Hoever staat het met de samenwerking met de Gewesten en de sociale partners in verband met de relancestrategie die vorig jaar werd afgesproken? Ik denk dat wij op dat vlak het geheugen van sommige regio's wat moeten opfrissen.

 

Welke maatregelen plant de regering nog om de concurrentiekracht te versterken? Voor alle duidelijkheid, nogmaals, voor ons kunnen nog extra stappen worden gezet inzake de verschuiving van loonlasten naar vermogenswinst.

 

09.04  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de eerste minister, morgen is het 14 juni en volgens sommigen is dat tax freedom day. Dat houdt in dat de gemiddelde werknemer tot hiertoe voor de Staat heeft gewerkt en dan eindelijk voor zichzelf kan werken.

 

Zij dwalen echter. Tax freedom day is niet morgen. Als men de totale loonkosten in rekening brengt — daarover hebben wij het hier toch — dan is die dag ergens in september of oktober. Dat is de huidige stand van zaken in ons land.

 

Waarover spreken wij als het over loonkosten gaat? Iedereen heeft hier immers de mond vol over dat begrip. Eurostat heeft de cijfers op een rijtje gezet. Een uur arbeidskost in België uitgedrukt in euro kost dit jaar 40,5 euro. Bij onze belangrijke handelspartners is dat gemiddeld 32 euro, dat wil dus zeggen een loonkosthandicap van 25 %.

 

Zelf woon ik ten noorden van Antwerpen. Sedert twee jaar is er daar een grote Nederlandse warenhuisketen neergestreken.

 

Waarover gaat de concurrentie in de warenhuissector? Over centiemen verschil in prijs van de producten. Elk element in de keten heeft dus belang. Waarmee concurreren onze warenhuizen zoals Delhaize en Colruyt? Met logistiek die uit Nederland komt en 32 euro per uur betaald wordt in plaats van 40 euro per uur bij ons. Dat is de loonkosthandicap waarover wij spreken. U zet onze werknemers met een handicap van 25 % voor schut.

 

Wij staan daarin niet alleen. Vandaag zijn de hoofdeconomen van de bank de boodschappers. Zij zijn niet degenen die de boodschap verkeerd gebracht hebben, zij delen mee wat er verkeerd gaat. Wat zegt de heer Vanden Houte? “België heeft te lang gewacht met maatregelen om de concurrentiepositie aan te pakken." Wat zegt de heer De Leus van KBC? “Het onder controle krijgen van de kosten van de vergrijzing, het hervormen van de loonindex, de verschuiving van belasting op arbeid naar milieu, meer concurrentie stimuleren in de retailsector, het zijn allemaal hervormingen die ons land nagelaten heeft." Wat zegt de heer De Keyzer van BNP? “Geen van onze handicaps op zich is onoverkomelijk maar de combinatie ervan is gevaarlijk. Spijtig genoeg lijkt de uitkomst van alle discussies over het structureel aanpakken van handicaps bij voorbaat vast te staan: het status quo."

 

Mijnheer de minister, mijn vraag is heel eenvoudig. Wanneer begint u te handelen?

 

09.05  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de premier, collega's, ik heb geen statistieken of economen meer nodig en ook geen kranten. Ik heb deze week een bezoek gebracht aan een metaalverwerkend bedrijfje in Stavele. Voor wie het niet weet, dat ligt in Bachten de Kupe. U kunt het controleren, het is het geboortedorp van uw collega Johan Vande Lanotte. Hoe dan ook, daar is al sedert 1967 een metaalverwerkend bedrijfje gevestigd. Het heeft momenteel een zestigtal arbeiders en is door de crisis teruggevallen tot de helft van de omzet. Voordien waren er negentig arbeiders. De uitbater is 74 jaar en zijn zonen zitten mee in het bedrijf. Zij voeren uit tot Sri Lanka en Papoea-Nieuw-Guinea en de Chinezen staan nu aan de deur. Zij hebben met alles geconcurreerd. Zij hebben geconcurreerd met ArcelorMittal want zij verwerken metaal. Zij zijn niet gesubsidieerd. Uw regering heeft ArcelorMittal wel gesubsidieerd.

 

Het bedrijf ligt op een kilometer van de grens. Grensarbeiders krijgt hij niet meer. Weet u waarom, mijnheer Di Rupo? Omdat de belastingen hier dankzij uw beleid hoger zijn dan in het socialistische Frankrijk.

 

Zij hebben echter problemen met hun bedrijf. Zij willen uitbreiden en hebben zopas een failliet bedrijfje uit Gosselies overgenomen. U kunt het nagaan. Zij geven niet op en zoeken personeel, maar vinden er geen. Vorige maand hebben zij 60 000 flyers uitgedeeld van Veurne, Bachten de Kupe tot Oostende om aan personeel te geraken, zonder resultaat.

 

Zij willen ook uitbreiden en automatiseren, maar vinden geen personeel.

 

Zij hebben een machine gekocht in Baskenland, Spanje, omdat die Spaanse fabriek gedurende drie jaar personeel levert, niet om aan die machine te werken maar om die machine te bewerken. De loonkosten liggen hier zo hoog. Het zijn geen Spaanse werknemers, maar Indiërs die hij aan onze barema’s betaalt.

 

Ik heb veel gezegd in een nutshell, mijnheer de minister. Wel, die nutshell is wat het beleid is in dit land is, te hoge loonkosten om te kunnen concurreren met bedrijven, de Chinezen die voor de deur staan en zodanig hoge belastingen dat men geen personeel meer vindt. Al deze zaken zijn symptomatisch voor uw beleid.

 

Ik heb maar een vraag. Wat zult u eindelijk daaraan doen?

 

Le président: Madame Fonck, vous avez la parole. On m'a demandé de joindre votre question à celles-ci.

 

09.06  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, je n'ai rien demandé du tout. J'ai déposé une question adressée au ministre des Finances qui porte sur un sujet précis.

 

Le président: Mais le ministre des Finances n'est pas là!

 

09.07  Catherine Fonck (cdH): Cette question ne porte manifestement pas sur le même sujet que les questions développées maintenant.

 

Le président: Dans ce cas, vous la poserez la semaine prochaine. C'est maintenant ou jamais!

 

09.08  Catherine Fonck (cdH): Qu'entendez-vous par "maintenant ou jamais"?

 

Le président: On a demandé de joindre votre question à celles posées au premier ministre.

 

09.09  Catherine Fonck (cdH): Ce qui est sûr, c'est que cette demande n'émane pas de moi. S'agit-il d'une demande du gouvernement?

 

Le président: Non. Le ministre des Finances n'est pas ici aujourd'hui. Que dois-je faire?

 

09.10  Catherine Fonck (cdH): Je vous propose de poser ma question même si elle ne porte pas sur le même sujet.

 

(Brouhaha sur divers bancs)

 

Monsieur le président, si vous me demandez de poser ma question maintenant, je le ferai. En revanche, monsieur le premier ministre, je vous demande de bien vouloir excuser cette question qui "tombe comme un cheveu sur la soupe".

 

Monsieur le président, monsieur le premier ministre, cette question était donc adressée au ministre des Finances car le secrétaire d'État à la Fonction publique a annoncé, ce matin, vouloir supprimer les impôts sur les heures supplémentaires.

 

Monsieur le premier ministre, s'agit-il d'une annonce ou d'un dossier en chantier? S'agit-il d'une décision? Cette disposition vise-t-elle uniquement la fonction publique ou tous les secteurs de l'emploi? Rappelons qu'un tout petit nombre d'heures supplémentaires sont prestées au niveau de la fonction publique. Pour ce qui concerne le secteur des salariés, 1,5 % de ces derniers ont effectué des heures supplémentaires en 2011.

 

Plutôt que de se diriger vers une exonération fiscale des heures supplémentaires, n'estimez-vous pas qu'il serait plus juste, plus efficace de diminuer la charge fiscale sur le travail, ce qui permettrait d'augmenter le salaire poche des travailleurs et donc leur pouvoir d'achat, mais également de diminuer la charge pour les entreprises et, ce faisant, d'augmenter leur compétitivité?

 

Monsieur le premier ministre, permettez-moi d'espérer que vos réponses seront en concordance avec mes questions.

 

Le président: Monsieur le premier ministre, vous qui avez réponse à tout, je vous cède la parole.

 

(…): Pas de parti pris ici!

 

Le président: Ce n'est pas un parti pris! Mais en permanence vous demandez que le premier ministre réponde à tout! Pour une fois qu'on a la possibilité de lui donner l'occasion de le faire, on la lui donne!

 

09.11  Elio Di Rupo, premier ministre: Monsieur le président, chers collègues, vous ne m'en voudrez pas de ne pas prendre part au débat interne au parlement et d'être humblement à la disposition des parlementaires.

 

Collega’s, ik dank u voor uw vragen.

 

Uw aandacht voor de economie en voor de concurrentiekracht van ons land is volkomen terecht. Vanaf mijn eerste dag als eerste minister pleit ik voor een relancestrategie naast de sanering van de overheidsfinanciën, zowel op nationaal als op Europees niveau. Ik maakte mijn pleidooi ook toen anderen opwierpen dat alleen sanering de beste relance is.

 

Collega’s, wij hebben in zestien maanden tijd een sanering van 20 miljard euro doorgevoerd. Parallel daarmee heeft de federale regering reeds in juli 2012 een relancestrategie opgestart, waarbij wij hebben opgeroepen om synergieën te creëren tussen de federale regering, de gewestregeringen en de sociale partners. Ik sta dus open voor overleg.

 

Collega’s, laat ons eerlijk zijn. Wij hebben een Europese sanctie vermeden. Wij zijn echter verplicht bijkomende begrotingsinspanningen te leveren. Later vandaag ontvangen wij het meest recente rapport daaromtrent van het Monitoringcomité.

 

Als ik mij baseer op de groeivooruitzichten van de Nationale Bank van België, verwacht ik dat ons land – Gewesten, Gemeenschappen en de federale overheid – voor 2013 en vooral voor 2014 grote, bijkomende inspanningen zal moeten leveren.

 

In het belang van onze ondernemingen en onze burgers is mijn voornaamste bekommernis het nakomen van onze budgettaire engagementen, zonder evenwel de economische motor van ons land te breken. Het is in die context dat elkeen maximaal moet bijdragen om de relance te ondersteunen.

 

Beste collega’s, wat heeft de federale regering sinds juli 2012 gedaan? Ten eerste, de federale regering heeft, zoals door de heer Dewael gezegd, extra middelen ingezet om de loonkosten voor de ondernemingen en de werknemers verder te verlagen. Het gaat concreet om meer dan 0,5 miljard euro lastenverlagingen voor bedrijven. Dat is een zeer, zeer grote inspanning in deze budgettair moeilijke tijden.

 

Ten tweede, wij zijn de eerste regering die de loonkloof met de buurlanden effectief aanpakt. Dit is een belangrijke maatregel, ook al blijven bijkomende inspanningen nodig op het vlak van loonkosten, maar ook op andere vlakken. Competitiviteit mag niet beperkt worden tot een loonkostendebat.

 

Ten derde, daarom hebben wij ook ingezet op onderzoek en ontwikkeling, een verlaging van de energieprijzen, administratieve vereenvoudiging enzovoort.

 

Wij hebben de Gewesten en Gemeenschappen uitgenodigd om binnen hun autonomie de competitiviteit van de ondernemingen maximaal te ondersteunen. De Gewesten en Gemeenschappen hebben nu al heel wat mogelijkheden om de loonkosten en de energiekosten te verlagen, om investerings- en opleidingssteun te geven en om procedures te versnellen en te vereenvoudigen, en dat op maat van de specifieke noden.

 

Beste collega’s, elke regering moet zich binnen haar bevoegdheden maximaal inspannen om de economie te ondersteunen en de sanering van de overheidsfinanciën verder te zetten.

 

Daarom is er volgende dinsdag een vergadering voorzien met minister-president Peeters en de andere ministers-presidenten en onder andere de minister van Financiën en de minister van Begroting. Samen zullen wij bekijken hoe wij de verdere sanering van de overheidsfinanciën kunnen verdelen en hoe wij binnen de budgettaire marges de samenwerking in het kader van de relancestrategie kunnen versterken.

 

Madame Fonck, je ne connaissais pas tous les détails de la situation. Je vous dirais que la proposition à laquelle vous vous référez n'a pas été débattue au sein du gouvernement. Si cette question devait se poser, il va sans dire que moi-même et le ministre restons à votre disposition.

 

Beste collega's, wees gerust. Of het nu over de Vlaamse, Waalse, Brusselse of federale regering gaat, het is de prioriteit van iedereen om zo snel mogelijk uit de crisis te geraken en om de toekomst van onze bedrijven veilig te stellen.

 

09.12  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de premier, ik dank u voor uw antwoord.

 

Dinsdag wordt een belangrijk moment in het overleg tussen de federale overheid en de Gewesten. De heer Jambon heeft daarjuist gevraagd wanneer u eraan zult beginnen. Ik meen dat het nuttig was om de maatregelen nog eens op te sommen die alleszins de federale regering heeft genomen in het bestrijden van de handicap van de concurrentiekracht. Het zou goed zijn dat iedereen, in de mate van mogelijke, voor zijn eigen deur veegt.

 

Ik geef een klein voorbeeld. De Vlaamse regering heeft, door een automatische toepassing van de financieringswet, om en bij de 3 miljard euro bijkomende middelen gekregen. Die 3 miljard euro, die men gekregen heeft, heeft men gewoon uitgegeven. Men maakt in Vlaanderen, in het Gewest waar ik woon, voor 0,0 % gebruik van de fiscale autonomie die men heeft. Niks. Nul. Zero! Dat is hetgeen vandaag gebeurt.

 

Ik heb een kleine suggestie. Als u volgende week de heer Muyters ontmoet, de minister van Financiën en Begroting, doe hem dan de suggestie om de onroerende voorheffing op materieel en outillage, die rechtstreeks de bedrijven treft en 240 miljoen euro voor Vlaanderen opbrengt, af te schaffen. Dan zal Vlaanderen eindelijk al een eerste bijdrage hebben geleverd voor een betere competitiviteit.

 

09.13  Barbara Pas (VB): Mijnheer de premier, de analyse over de concurrentiekracht vindt u terecht, heb ik u horen zeggen. Helaas trekt u er niet de juiste conclusies uit en komt de fundamentele ommekeer in uw beleid er niet. Een andere strategie komt er blijkbaar nog niet aan. Een ernstige verlaging van de lasten op arbeid, die noodzakelijk is voor onze concurrentiepositie en voor het overleven van onze duizenden kmo’s, komt er niet. U blijft maar aanmodderen en prutsen in de marge, zonder concreet plan. Wij hebben moeten vaststellen dat Action voor Nederland kiest. Helaas moeten wij ook vaststellen dat de Vlaamse regering en de federale regering niet voor actie kiezen.

 

In plaats van eerst voor eigen deur te vegen, schuift de Vlaamse regering de hete aardappel gemakkelijk door naar het federale niveau. Ik volg op dat vlak de heer Dewael in zijn kritiek. U kiest voor een status quo.

 

De heer Dewael heeft een aantal voorbeelden aangehaald over wat men op Vlaams niveau al kan doen voor de bedrijven. Ik zou er nog een voorbeeld aan willen toevoegen. Er bestaan momenteel 63 Vlaamse subsidies voor bedrijven. Kmo’s hebben echter niet de nodige mankracht in dienst om alles uit te pluizen zodat zij er effectief aanspraak op kunnen maken. Maak dan ook werk van een fiscale en een administratieve vereenvoudiging, het zal de bedrijven helpen.

 

Mijnheer de premier, ik had niet anders verwacht dan dat u gewoon zou blijven voortdoen want in een Belgisch kader is het onhaalbaar om echt een drastische loonlastenverlaging door te voeren. U weet niet hoe u dit moet financieren want u raakt nog niet eens budgettair rond. Ik zou u een suggestie willen doen. Ik wil u een voorstel doen waardoor u gemakkelijk een loonlastenverlaging van zelfs 25 % kunt doorvoeren. U kunt de nodige miljarden vrijmaken, alleen al door de transfers in de sociale zekerheid van Vlaanderen naar Wallonië stop te zetten.

 

U heeft keuze genoeg. U zou drastische maatregelen kunnen nemen, maar ik vrees dat dit binnen een Belgische, of zelfs een confederale context nooit zal lukken.

 

09.14  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik vind het een probleem in dit Parlement dat er echt niet naar mekaar wordt geluisterd.

 

Mevrouw Pas, u blijft zeggen dat deze regering niets doet en kiest voor een status quo. Zowel de heer Dewael als ik hebben toch herhaaldelijk gewezen op het aantal maatregelen dat deze regering al heeft genomen op het vlak van een loonlastenverlaging, maar blijkbaar moeten wij dit steeds herhalen. Blijkbaar begrijpt u dit niet.

 

Mijnheer de premier, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk dat dinsdag een heel belangrijke vergadering gepland staat. Het klopt ook dat wij dit samen zullen moeten doen: zowel de federale regering als de Gewesten en Gemeenschappen, en waarschijnlijk zelfs de steden en gemeenten. Collega’s, het is duidelijk dat wij iets moeten doen aan onze concurrentiekracht. U doet alsof wij daar geen voorstander van zijn. Neen, wij moeten daar iets aan doen, maar wij willen alleen dat dit op de juiste manier gebeurt.

 

09.15  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer Di Rupo, ik stel vast dat wanneer het gaat om te hoge loonnormen, enkel Vlaamse partijen interveniëren en dat wanneer het gaat om angst dat een belasting wordt afgeschaft, enkel Franstalige partijen interveniëren, maar dat zal louter toeval zijn.

 

Mijnheer Di Rupo, uw oproep eerlijk te zijn wil ik ter harte nemen. Wanneer u spreekt over een relancepolitiek, is het goed naar de cijfers te kijken. Onze loonkostenhandicap bedroeg in 2008 19 % en vandaag 25 %. Dat zijn de cijfers van Eurostat, en dat is iets anders dan het verkooppraatje dat u hier komt brengen.

 

Mijnheer Dewael, het is aandoenlijk hoe u keer op keer het spreekgestoelte bestijgt om uw onmacht te tonen op federaal niveau iets te doen, en dan Vlaanderen als hulplijn in te roepen. Keer op keer moet u Vlaanderen als hulplijn inroepen. Ik wil een wake-up call doen, mijnheer Dewael. De loonlasten zijn een federale bevoegdheid. Wij willen ze wel aan Vlaanderen overdragen, maar ik heb deze week begrepen dat u ons in die strijd niet meer steunt. Dat is genoteerd!

 

09.16  Jean Marie Dedecker (LDD): Premier, eigenlijk ben ik die goednieuwsshow een beetje beu, en ik denk heel wat mensen in Vlaanderen met mij. Ik ben het ook beu dat de zwartepiet tussen de partijen en ook tussen de regio’s wordt doorgeschoven. We zijn Europees kampioen in lasten op arbeid en in het betalen van belastingen.

 

Mijnheer de eerste minister, ik heb daarnet een verhaal verteld, uit het leven gegrepen. Ik nodig u uit om eens mee te gaan en met uw voeten in de West-Vlaamse klei te gaan staan in Bachten de Kupe en te gaan luisteren naar de mensen om te weten hoe moeilijk het is, om te weten dat de taalgrens hoger is dan de landsgrens om mensen te komen laten werken van Wallonië naar Vlaanderen, om te weten dat de werkloosheidsval nog bestaat, om te weten hoe moeilijk het is om te concurreren met anderen.

 

In de plaats van hier goednieuwsshows te verkopen, zou u beter eens de werkmanskiel aantrekken en eens gaan luisteren wat er in het veld gebeurt.

 

09.17  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, monsieur Jambon, avec vous, tout fait toujours farine au moulin pour transformer chaque question en histoire communautaire. Vous transformez complètement mes propos, et je suis persuadée que vous le savez!

 

Ma conclusion est simple: oui, une réforme fiscale s'impose tant pour diminuer les charges sur les entreprises et augmenter leur compétitivité, que pour diminuer la fiscalité sur le coût du travail et augmenter, ce faisant, le salaire poche et, par extension, le pouvoir d'achat des citoyens.

 

Aussi, plutôt que de transformer les propos d'autrui et de faire de la surenchère au niveau communautaire, je rejoindrai Mme Temmerman pour vous dire de prendre simplement la peine d'écouter ce que les autres disent!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van de heer Tanguy Veys aan de eerste minister over "de vertrekvergoedingen bij de NMBS" (nr. P1868)

10 Question de M. Tanguy Veys au premier ministre sur "les indemnités de départ à la SNCB" (n° P1868)

 

10.01  Tanguy Veys (VB): Mijnheer de eerste minister, ik heb goed nieuws voor u, sinterklaas bestaat nog! Ik heb nog beter nieuws, er is zelfs een sinterklaas bij de NMBS Holding, in de figuur van Jannie Haek.

 

Bij de NMBS is het grote verschil met de echte Sinterklaas het volgende. Ik heb hem voor de gelegenheid een mijter met kruis en baard gegeven. Bij de sinterklaas bij de NMBS Holding krijgen vooral de stoute kindjes iets in hun schoentje en is het sinterklaas zelf, die zijn schoentje vult.

 

Niemand minder dan Jannie Haek, de CEO van de NMBS-groep, mocht in 2012 met het hoogste loon naar huis gaan. Wij spreken, op basis van het jaarverslag van 2012, over 500 012 euro, inbegrepen een premie van net geen 100 000 euro voor prestaties geleverd in 2011.

 

Daarbij valt op dat het de heer Haek zelf is, die de hoogte van dat loon bepaalt. Hij moet zichzelf evalueren op basis van criteria die hij aan niemand moet voorleggen. Zogezegd moet hij het voorleggen aan een remuneratiecomité, maar ook daarvan is hij lid. Hij is in feite rechter en partij.

 

Op basis van dat loon zou men ervan uit kunnen gaan dat het heel goed gaat, niet alleen met de Staat maar ook met de NMBS, terwijl wij allemaal weten dat er, noch op financieel vlak, noch op het vlak van stiptheid, noch op het vlak van dienstverlening, goed nieuws te vertellen valt.

 

Als wij dan kijken naar de toekomst van de NMBS, ook wat dat betreft heeft sinterklaas Haek voor zichzelf gezorgd, want ook de komende jaren zal hij zeker geen honger of koude lijden. Stel dat op 1 januari sp.a’er Jannie Haek een schop onder de kont krijgt en iemand anders aan de top van de NMBS komt, dan nog zou Haek de komende jaren ongeveer 800 000 euro krijgen.

 

Mijnheer de eerste minister, dat is een bijzonder slecht signaal, zeker gelet op de situatie bij de NMBS, gelet op de financiën. Men kan er iets aan doen, men kan tegemoetkomen aan het probleem van de ontzaglijke ontslagvergoedingen. Mijnheer de eerste minister, wat zult u daaraan doen?

 

10.02 Eerste minister Elio Di Rupo: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, het verloningsregime in de beheersorganen van de autonome overheidsbedrijven wordt bepaald door de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. Die wet kent de autonome overheidsbedrijven grote vrijheid toe in de contractuele vastlegging van de bezoldiging van de gedelegeerd bestuurder. De bijzondere overeenkomsten tussen de gedelegeerd bestuurders van de NMBS-groep en de overheidsbedrijven werden in 2005 gesloten. Sindsdien werd de wet van 1991 aangepast, met name in 2010 en 2011.

 

Beste collega, de bedragen waarover wij het hier hebben, blijven overdreven. In die context zal de minister van Overheidsbedrijven binnenkort een wetsontwerp voorstellen om de salarissen en de vertrekvergoedingen van de CEO’s van de overheidsbedrijven te beperken.

 

10.03  Tanguy Veys (VB): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Om in de termen van sinterklaas te blijven, u speelt de zwartepiet door naar de volgende legislatuur. Als ik mij niet vergis, zullen de plannen van uw collega Labille enkel gelden voor toekomstige managers en CEO’s bij de NMBS-groep.

 

Al wie daar nu dankzij zijn partijkaart een postje heeft, zal zich kus tegoed kunnen blijven doen aan de graaicultuur conform de regelgeving en de wetten die zijn goedgekeurd.

 

Die wetten kunnen echter worden aangepast. Dat vergeet men altijd. De wetten worden hier goedgekeurd, dus men kan ze perfect aanpassen. Men kan nu zijn verantwoordelijkheid nemen en een einde maken aan die pak-de-poen-show.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Questions jointes de

- Mme Muriel Gerkens au premier ministre sur "la politique d'austérité en Grèce" (n° P1869)

- M. Thierry Giet au premier ministre sur "la politique d'austérité en Grèce" (n° P1870)

11 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Muriel Gerkens aan de eerste minister over "het bezuinigingsbeleid in Griekenland" (nr. P1869)

- de heer Thierry Giet aan de eerste minister over "het bezuinigingsbeleid in Griekenland" (nr. P1870)

 

11.01  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, chers collègues, depuis mardi soir, les citoyens de l'Union européenne vivent un moment particulièrement dramatique et préoccupant sur le plan démocratique. En effet, le premier ministre d'un État membre de cette Union européenne, lieu du respect des droits de l'homme et des droits de la démocratie, a décidé de fermer la télévision et la radio publiques. Cette décision suscite non seulement de l'inquiétude mais aussi de la colère et de l'indignation.

 

Monsieur le premier ministre, on ne peut s'empêcher de faire le lien entre cette décision et les politiques d'austérité imposées à la Grèce par l'Union européenne, par la Troïka. Cela sous-entend de devoir libéraliser toute une série de services, de faire des coupes sombres dans les budgets de ces services publics, de constater des faillites, des pertes d'emploi, des suicides de travailleurs grecs qui ne peuvent plus faire face aux attentes de leur famille. L'histoire nous l'a montré: quand un pays est confronté à de telles situations, il y a souvent un risque de dérive vers un régime dictatorial.

 

Monsieur le premier ministre, la semaine prochaine se tient un sommet de l'Union européenne; comptez-vous demander l'inscription de ce point à l'ordre du jour? Est-il normal que la troïka impose de telles exigences à un peuple tout entier alors qu'elle n'est composée que d'organes non élus (FMI, Banque centrale européenne et Commission européenne)? Allez-vous faire inscrire ce point à l'agenda pour que le Conseil des ministres puisse prendre des mesures, tenant compte de la réalité spécifique de la Grèce?

 

Enfin, nous sommes coresponsables de cette situation puisque c'est au sein du Conseil des ministres des Finances de la zone euro que des dispositions d'austérité extrêmes ont été acceptées vis-à-vis de la Grèce.

 

11.02  Thierry Giet (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, ce qui se passe en Grèce est d'une violence inouïe. On connaît la situation dramatique du peuple grec, l'austérité aveugle qui lui est imposée, le chômage intolérable, notamment des jeunes, les difficultés pour se soigner, la diminution des salaires, les coupes sombres dans les services publics. Soyons clairs, soyons lucides, le peuple grec est à bout!

 

Ma première question est adressée à cette assemblée: où sont les résultats? Aujourd'hui, nous sommes au-delà de cette situation lorsqu'il est décidé de débrancher une radio-télévision publique. C'est du jamais vu en démocratie. Certes, nous étions habitués à ce genre d'attitude, mais dans des régimes dictatoriaux.

 

Par ailleurs, ce qui interpelle aussi, c'est l'absence de gêne des institutions qui ont mis la Grèce sous contrôle de l'austérité et qui, au fond, portent une responsabilité dans ce qui se passe aujourd'hui. Je pense notamment à la Commission européenne qui, pourtant gardienne des traités, se borne simplement à prendre acte de la fermeture de cette radio-télévision publique en soulignant que cette décision appartient au gouvernement grec. Nous sommes face à une attitude de la troïka qui confine à l'autisme!

 

Monsieur le premier ministre, quelle réaction la Belgique peut-elle donner à cette situation? Plus largement, comment notre pays peut-il influencer les débats européens pour mettre fin à cette attitude inacceptable qui est de considérer les citoyens comme quantité négligeable avec les conséquences graves que l'on peut imaginer, au niveau politique notamment?

 

11.03  Elio Di Rupo, premier ministre: Monsieur le président, chers collègues, je tiens à vous remercier pour vos questions. Bien entendu, vous faites référence à cette fermeture des chaînes de la radio-télévision publique ERT en Grèce et à ses conséquences.

 

À l'heure où je vous parle, la situation apparaît confuse et des manifestations sont en cours. Vous le savez, il n'est pas d'usage d'interférer dans les affaires nationales d'un autre pays. Mais je dois vous le dire avec beaucoup d'honnêteté: nonobstant ma fonction, je suis ému de voir un organe de presse brutalement fermé par des autorités politiques.

 

Cette fermeture des chaînes de la radio-télévision publique grecque constitue une situation inédite, particulièrement violente. Cette méthode, chers collègues, est à mille lieues de notre modèle de société, modèle construit sur la concertation sociale et le dialogue permanent entre patrons, syndicats et gouvernement. Cette situation extrêmement grave dans un État membre de l'Union européenne duquel nous partageons de surcroît la monnaie doit être replacée, et vous l'avez tous deux fait, dans le contexte très dégradé de l'Union européenne.

 

Le moins qu'on puisse dire, c'est que la réponse de l'Union européenne à la situation grecque n'est pas couronnée de succès. Six années consécutives de récession et un chômage record: c'est un euphémisme. Il est urgent, me semble-t-il, comme vous l'avez indiqué, que les consciences se réveillent et que l'on change de cap. L'Union européenne – et c'est nous aussi – ne peut pas écarter d'un revers de la main toute remise en question.

 

Le FMI vient d'ailleurs d'admettre, je cite l'analyse, des "erreurs notables dans le premier plan de sauvetage de la Grèce il y a trois ans". Que fait-on du malheur des gens? Comment répare-t-on les erreurs notables? Qui répare?

 

Chers collègues, nous ne pouvons pas nous désintéresser du sort des citoyens grecs qui sont, comme nous, des citoyens européens. Ce sont nos concitoyens. Une nouvelle fois, nous devons le constater, l'austérité pour l'austérité, l'austérité pour finalité, cela ne revêt aucun sens. L'OMS l'a constaté, je cite: "L'austérité nuit gravement à la santé des citoyens". Prenons garde! L'austérité peut aussi nuire à la démocratie.

 

Dans ce contexte, même si ce n'est pas à l'ordre du jour du prochain Conseil européen, j'espère que l'Union européenne et la communauté internationale prennent cette affaire très au sérieux.

 

En conclusion, si nous aidons la Grèce – et un pays comme le nôtre y contribue – ce n'est pas pour la voir mourir, c'est pour la voir guérir!

 

11.04  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, je suis satisfaite d'entendre votre analyse de la situation tant sur l'inefficacité que sur le danger de politiques d'austérité, particulièrement lorsqu'elles sont imposées de manière aveugle et par une autorité extérieure au pays.

 

Je suis également heureuse de vous entendre proclamer que cette austérité représente un véritable danger pour le fonctionnement démocratique d'un pays. Voilà pourquoi j'établissais un lien entre cette situation et une décision qui porte atteinte aux droits fondamentaux de la démocratie par la fermeture d'outils de presse, a fortiori des outils de presse publics.

 

Vous l'avez reconnu, nous portons une part de responsabilité, car nous sommes membres de l'Union européenne.

 

Malheureusement, vous n'avez pas fait part de votre volonté de demander la mise à l'ordre du jour de ce point au prochain conseil européen. Or, rien n'interdit à un gouvernement de dénoncer une situation dramatique et des réponses inadéquates, ensuite de développer le consensus dénonçant l'inadéquation des mesures imposées à la Grèce, leurs conséquences catastrophiques et, enfin, d'exiger l'ajout de ce problème à l'ordre du jour du prochain conseil.

 

Voilà ce que j'attends de votre part.

 

11.05  Thierry Giet (PS): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

Chaque jour, notre pays démontre que rigueur budgétaire et soutenabilité sociale sont possibles. Nous avons emprunté le bon chemin. L'austérité n'a pas sens. Elle n'offre pas de solution. Elle n'a pas d'avenir économique et social. Et, aujourd'hui, avec la grève, nous pouvons nous rendre compte qu'elle est un danger pour la démocratie, mais aussi pour le rêve européen, ce qui est inacceptable!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Samengevoegde vragen van

- de heer Wouter De Vriendt aan de eerste minister over "de kliklijn voor sociale fraude" (nr. P1871)

- de heer Bart Somers aan de eerste minister over "de kliklijn voor sociale fraude" (nr. P1872)

- mevrouw Nahima Lanjri aan de eerste minister over "de kliklijn voor sociale fraude" (nr. P1873)

12 Questions jointes de

- M. Wouter De Vriendt au premier ministre sur "le point de contact en matière de fraude sociale" (n° P1871)

- M. Bart Somers au premier ministre sur "le point de contact en matière de fraude sociale" (n° P1872)

- Mme Nahima Lanjri au premier ministre sur "le point de contact en matière de fraude sociale" (n° P1873)

 

12.01  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, de aanpak van de sociale fraude, net als de strijd tegen de fiscale fraude, is zeer belangrijk. Wie fraudeert, fraudeert op de kap van ons belastinggeld, op de kap van zijn buurman, van zijn collega-werkgever die wel correct handelt.

 

Sociale fraude gaat bovendien heel vaak over slechte arbeidsomstandigheden, over illegale tewerkstelling, over uitbuiting, over economische uitbuiting en over koppelbazen, die niet traceerbaar zijn.

 

Het is heel begrijpelijk dat, alvorens een onderzoek te starten, de sociale inspectie een concreet aanknopingspunt nodig heeft. Daarom vinden wij een centraal meldpunt eigenlijk wel een goed idee.

 

Als wij echter toelaten dat eender wie volledig anoniem een anoniem e-mailadres kan installeren waarmee hij in het wilde weg klachten en beschuldigingen rondstrooit, dan ontketenen wij een heksenjacht waarbij de ene de andere verlinkt zonder drempels, zonder barrières.

 

Uiteindelijk zal dat zelfs de strijd tegen de sociale fraude belemmeren, omdat de sociale inspectie op de duur door de bomen het bos niet meer zal zien.

 

Groen wil een verplichting installeren, waarbij degene die aanklaagt, zijn klacht met naam en toenaam indient bij de sociale inspectie, waarna zijn naam desgevallend uit het dossier kan worden geschrapt, omdat hij om een of andere reden moet worden beschermd.

 

Is dat de werkwijze waarmee de regering zich akkoord kan verklaren? Of wil de regering nog steeds gaan voor een volledig anonieme procedure?

 

Premier, ik ben ontzet en verbaasd over de interne tegenstellingen in de regeringsploeg als het gaat over de aanpak van de sociale fraude. Welk antwoord zullen wij zo meteen van u krijgen? Wordt dat het antwoord van mevrouw Lanjri van CD&V vandaag in de krant of het antwoord van Nele Lijnen, senatrice van Open Vld, of van de PS? Of wordt dat eindelijk een coherent, duidelijk antwoord van de regering, waarin u als chef van de regering duidelijkheid creëert over de manier waarop u zo’n belangrijk probleem, zo’n belangrijke uitdaging als de sociale fraude wil aanpakken.

 

Mijnheer de eerste minister, ik vraag van u scherpte in uw antwoord. Ik vraag van u duidelijkheid. Ik vraag van u een verstandig en krachtig beleid tegen de fraude.

 

12.02  Bart Somers (Open Vld): Mijnheer de premier, de staatssecretaris heeft aangekondigd dat er een centraal meldpunt komt in de strijd tegen de sociale fraude. Wij juichen het toe dat de strijd tegen de sociale fraude wordt opgedreven en meer efficiënt wordt gemaakt. Waarom? Sociale fraude is onrechtvaardig en tast het draagvlak aan voor de solidariteit, voor ons systeem van sociale zekerheid. Een centraal meldpunt kan efficiënt zijn en is een noodzakelijk instrument. Het stroomlijnt de procedures, zorgt voor meer democratische controle en helpt de burgers die feiten kennen om ze ook te melden. Tot daar is het verhaal dus positief.

 

Onze fractie heeft het echter heel moeilijk — dat hebben wij ook gisteren in de Senaat heel duidelijk gemaakt — met het feit dat men dit centraal meldpunt ook kan gebruiken om anonieme klachten in te dienen. Dat is voor mijn fractie eigenlijk onaanvaardbaar. Waarom? Het is inefficiënt. De sociale inspectie zal met heel wat halve en hele leugens moeten werken. Het is vooral moreel onaanvaardbaar want op die manier belanden wij in een verklikkersmaatschappij, een maatschappij van de afgunst. Wij installeren daardoor eigenlijk een kille, beklemmende sfeer in onze samenleving en dat is precies wat liberalen niet wensen.

 

Premier, ik had graag een heel duidelijk antwoord van u gekregen, niet zozeer op de vraag of er een centraal meldpunt wordt geïnstalleerd maar wel op de vraag of deze regering zal toelaten dat er bij dat centraal meldpunt anonieme klachten worden geformuleerd. Voor ons gaat dat echt niet.

 

12.03  Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de premier, ook wij vernamen gisteren met verbazing via de krant dat de SIOD werkt aan een website waarop mensen sociale fraude anoniem kunnen aangeven. Laat duidelijk zijn dat onze fractie tegen elke vorm van fraude is. Elke vorm van fraude moet worden aangepakt, ook sociale fraude, anders haal men onze sociale zekerheid onderuit.

 

Wij hebben ook geen enkel probleem met het voornemen van de staatssecretaris om het aangeven van fraude te vergemakkelijken door dit te centraliseren en mogelijk te maken via een website. Dat vinden wij goed want daarmee verhoogt men de toegankelijkheid. Het is ook belangrijk dat mensen niet meer moeten zoeken waar dit aan te geven; voortaan kunnen zij op één plaats terecht. Dat is dus ook een goed punt. Wat goed is moet ook worden vermeld.

 

Wat ons verbaast en waarbij wij ernstige vragen hebben, is dat zulks voortaan anoniem zou kunnen. Bij wijze van spreken wordt gepromoot dat aangiftes van fraude anoniem zouden gebeuren.

 

Onze wetgeving laat vandaag al toe om in sommige gevallen, bijvoorbeeld bij schrik voor represailles of voor mogelijke nadelen voor zichzelf of familie te vermijden, de identiteit gedeeltelijk of volledig geheim te houden. Dat kan al en moet in sommige gevallen gebruikt kunnen worden. Wij stellen er ons wel vragen bij dat iedereen wordt opgeroepen om anoniem een en ander aan te geven.

 

Hoever staat het met de oprichting van die website? Is dat voor het einde van het jaar? Is het de bedoeling om anonieme aangiftes toe te laten voor alle klachten? Natuurlijk zorgt men hiermee voor een mogelijkheid tot misbruik door oncorrecte aantijgingen. De diensten zullen immers niet alles kunnen verifiëren, omdat zij niet beschikken over namen om verdere informatie op te vragen. Is het niet voldoende om de bestaande wet te hanteren, dus ervoor te zorgen dat de diensten de naam kennen en desnoods contact kunnen opnemen met de indiener van de klacht, wat discreet kan gebeuren, zonder anonieme aangifte?

 

Wat is het standpunt van de regering? Ik heb gehoord dat hierover nog niet werd beslist, maar de SIOD en de staatssecretaris hebben in de krant te kennen gegeven dat zij dit pad bewandelen. Wij hebben daar ernstige bedenkingen en bezwaren bij.

 

12.04 Eerste minister Elio Di Rupo: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, ik begrijp perfect uw standpunt, in het bijzonder van collega Somers.

 

Wat is de stand van zaken? De administratie, meer bepaald de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst, SIOD, stelt voor om een uniek klachtenformulier te gebruiken via een uniek meldpunt. Volgens de administratie is dat om redenen van efficiëntie, omdat er op dit moment langs allerlei kanalen meldingen binnenkomen over sociale fraude. Het gaat dus om een voorstel van de administratie dat niet in de regering is besproken.

 

Bij de bespreking van het voorstel zal er een bijzondere aandacht worden besteed aan zowel de rechten van de personen of de bedrijven die in de klacht worden geviseerd als aan de rechten van de persoon die een klacht indient. Er zal ook aandacht worden besteed aan de proceduremechanismen en verschillende aspecten van de zaak. Dat is de huidige stand van zaken.

 

In de loop van de volgende weken zal ik nagaan wat wij met het voorstel zullen doen.

 

12.05  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, uw antwoord is bijzonder problematisch. Een fractie van de oppositie en twee fracties van de meerderheid hebben u om extreme duidelijkheid gevraagd en u hebt die niet gegeven. U hebt geen garantie gegeven dat volledig anonieme klachten onmogelijk zullen zijn. U hebt dat niet gedaan.

 

Toen staatssecretaris Crombez de aankondiging deed, heeft hij zich niet gedistantieerd van het voorstel van de administratie. De dag daarop verklaren twee meerderheidsfracties dat zij voorbehoud aantekenen. Mijnheer de eerste minister, dat is problematisch en illustreert de gang van zaken binnen uw coalitie.

 

Mijnheer De Croo, België staat momenteel voor zeer grote uitdagingen. Ik vind het dan ook bijzonder problematisch dat in een ganse reeks belangrijke dossiers de regering blijk geeft van interne verdeeldheid. In dat verband denk ik bijvoorbeeld aan het eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden, aan de reactie op de kritiek van de Europese Commissie inzake de Belgische begroting, aan de spanningen omtrent de keuze voor groei of besparingen.

 

Mijnheer de eerste minister, uw ploeg heeft niet de kracht om een duidelijk antwoord te bieden op de maatschappelijke uitdagingen die zich stellen. U hebt dat vandaag nogmaals bewezen.

 

12.06  Bart Somers (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, mijn appreciatie van uw antwoord is een hele andere dan die van de vorige spreker. Ik ben heel tevreden. U begon immers met te zeggen dat u zich zeer goed kunt inleven in wat er op het spreekgestoelte, onder andere door mij, werd gezegd. Daaruit leid ik af dat u het inhoudelijk met ons eens bent.

 

Mijnheer De Vriendt, ik vind het spijtig dat u hier een platvloers partijpolitiek spel speelt. U kunt vaststellen dat men het er in dit halfrond, over de grenzen van meerderheid en oppositie heen, over eens is dat wij geen maatschappijmodel wensen waarbij zonder meer anonieme klachten kunnen worden ingediend tegen medeburgers. Men zou zich daarover op de oppositiebanken moeten verheugen, in plaats van hier een partijpolitiek spel te spelen. Het zou ons, als vooruitstrevende en open partijen, precies moeten binden.

 

12.07  Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik heb begrepen dat u onze bezorgdheid deelt en dat u die zult meenemen. Ik heb ook begrepen dat de regering ter zake nog geen enkele formele beslissing heeft genomen. Ik vind het noodzakelijk dat de kwestie eerst binnen de regering wordt uitgepraat en dat er rekening wordt gehouden met het standpunt dat hier geuit is, door de meerderheid en zelfs door de oppositie.

 

Op de website van de SIOD lees ik dat de eerste doelstelling erin bestaat het beleid uit te voeren dat de regering heeft vastgelegd. Dat bewijst ons punt dat de SIOD niet zomaar zaken kan aankondigen die niet eerst afgetoetst zijn binnen de regering. Dat is belangrijk.

 

Ik herhaal dat wij absoluut willen dat de sociale fraude wordt aangepakt. Het is soms verantwoord dat men gedeeltelijk of volledig anoniem kan getuigen. Wat niet werkt, is iedereen oproepen zomaar anonieme klachten in te dienen. Wij zien immers dat bij de BBI het merendeel van de ongegronde klachten, zoals blijkt uit het jaarverslag van 2011, gebaseerd zijn op anonieme aangiftes.

 

Wij moeten niet zozeer zorgen voor een kwantitatieve toename van de meldingen, maar vooral dat wat er gemeld wordt, goed wordt aangepakt, zodat er een signaal gegeven wordt dat wij het misbruik op een degelijke manier willen aanpakken.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: Je suis toujours en attente de la ministre de la Justice qui est retenue au Sénat. Nous allons avancer en l'attendant.

 

Projets de loi

Wetsontwerpen

 

13 Projet de loi contenant l'ajustement du budget des Voies et Moyens de l'année budgétaire 2013 (2769/1-6)

- Projet de loi contenant le premier ajustement du budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2013 (2770/1-4)

- Ajustement des budgets des recettes et des dépenses pour l'année budgétaire 2013 (2768/1)

13 Wetsontwerp houdende aanpassing van de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2013 (2769/1-6)

- Wetsontwerp houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2013 (2770/1-4)

- Aanpassing van de begrotingen van ontvangsten en uitgaven voor het begrotingsjaar 2013 (2768/1)

 

Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces deux projets de loi. (Assentiment)

Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze twee wetsontwerpen te wijden. (Instemming)

 

Conformément à l'article 116, dernier alinéa, du Règlement, ces projets de loi font l'objet d'une discussion générale limitée.

Overeenkomstig artikel 116, laatste lid, van het Reglement wordt een beperkte algemene bespreking gehouden.

 

Discussion générale limitée

Beperkte algemene bespreking

 

La discussion générale limitée est ouverte.

De beperkte algemene bespreking is geopend.

 

13.01  Christiane Vienne, rapporteur: Monsieur le président, je m'en réfère au rapport écrit.

 

13.02  Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de voorzitter, heren ministers, collega’s, ik heb een déjà vu. Begin januari stonden wij hier voor de bespreking van de initiële begroting. Herinner u de initiële begroting die de regering niet wenste op te maken binnen de daarvoor wettelijk vastgelegde termijnen en die te laat aan het Parlement werd voorgelegd. Op de dag dat wij in het Parlement de initiële begroting bespraken, kwam ook het rapport van het Planbureau, waaruit bleek dat de hypothesen waarvan de regering was vertrokken, hypothetisch en te optimistisch waren.

 

Vandaag, bijna een half jaar later, bespreken wij een begrotingscontrole die net zoals de vorige keer te laat is en opnieuw stellen wij vandaag vast dat de hypothesen waarvan men vertrokken is, vervallen zijn. Het Planbureau heeft dat vandaag gezegd. De Nationale Bank had dat al eerder gezegd.

 

Ook de Europese Commissie heeft inmiddels haar licht laten schijnen over het vele werk van de regering. Ook zij heeft intussen vastgesteld dat welke doelstelling men nu ook vooropstelt, of het nu de nominale of de structurele is, het allemaal niets uitmaakt en het er niet goed uitziet.

 

Ik denk dat wij het bijna een traditie mogen noemen dat in het Parlement de harde realiteit de fictieve perceptie van de regering telkens opnieuw onderuithaalt. Collega’s, herinner u dat in 2012 geen enkele doelstelling werd behaald, niet het tekort van 2,8 %, die de regering zelf ambieerde, niet het tekort van 3 %, die Europa vroeg. Het ging vorig jaar over een tekort van 3,9 %. Zelfs zonder Dexia zou het tekort ruim boven de 3 % hebben gelegen.

 

In 2013 blijkt opnieuw heel snel dat de doelstellingen niet bereikt kunnen worden en wordt de vooraf met Europa gemaakte afspraak niet nagekomen. De doelstelling na de begrotingscontrole vandaag is niet meer 2,15 %, maar 2,46 % tekort van het bbp, ondanks heel wat stoere verklaringen op verschillende fronten.

 

Misschien is het niet slecht om voor het verslag een kleine bloemlezing te geven van een aantal van die stoere verklaringen.

 

In het programma “De Zevende Dag” op 24 februari 2013 verklaart mevrouw Rutten, die toen waarschijnlijk over de inhoud van haar boekje aan het nadenken was: “Het is niet omdat Onkelinx brult, dat wij onze engagementen niet zouden nakomen.” Zij wilde vasthouden aan de begrotingsdiscipline en voor 2013 het tekort terugdringen tot de 2,15 % van het bruto binnenlands product, zoals destijds met Europa was afgesproken.

 

In dezelfde aflevering van “De Zevende Dag” wees CD&V-voorzitter Wouter Beke erop dat het niet de eerste keer was dat de PS opriep de begrotingsdiscipline te versoepelen. Ik citeer: “In het verleden heeft die partij ook altijd de duimen moeten leggen.”

 

Een week later verklaart minister van Pensioenen Alexander De Croo in de Gazet van Antwerpen het volgende. Ik citeer: “Geen sprake van om het tekort van 2,15 % voor dit jaar los te laten. Daar wil ik zelfs niet over discussiëren. Vanaf 2015 beginnen de vergrijzingkosten echt goed toe te slaan. We moeten dus zo snel mogelijk overschotten boeken. We mogen de zaken niet vooruitschuiven. We hebben echt geen nood aan uitstelgedrag, zoals studenten die denken: ik blok dat morgen wel.” De Croo beëindigt zijn uitspraken met de volgende opmerking: “Zo kom je te laat."

 

Hier, opnieuw op het spreekgestoelte, vraagt op 7 maart 2013 voorzitter van de Open Vld, mevrouw Rutten, zich het volgende af: “Waarom moeten wij onze afspraken nakomen? Voor een deel moeten wij dat doen, omdat het moet van Europa, omdat afspraken afspraken zijn en omdat wij het vertrouwen ten opzichte van de internationale markten en de wereld moeten behouden. Vooral echter moeten wij het doen voor onszelf, voor onze kinderen, voor de generaties na ons, zodat wij niet vervallen in groepsegoïsme". Alleen het laatste woord is in het geheugen blijven hangen.

 

Tot slot, namens de CD&V legt de heer De Potter tijdens hetzelfde vragenuurtje hier op het spreekgestoelte de hiernavolgende verklaring af. Ik citeer: “In het belang van de geloofwaardigheid van ons land moeten de afspraken die gemaakt zijn met Europa worden gehonoreerd.”

 

Collega’s, aldus rond ik mijn bloemlezing af. Het zijn allemaal mooie woorden. Wij weten echter intussen opnieuw dat de realiteit de grote beloften – of was het toen hoop, die hier werd uitgesproken? – heeft ingehaald. Alles werd ingeslikt.

 

Twee weken na de fameuze uiteenzettingen hier in het halfrond van het Parlement stellen wij vast dat de regering met een nieuw stabiliteitsprogramma komt, waarin de doelstellingen zijn aangepast. Een dergelijke werkwijze is natuurlijk de beste manier om doelstellingen te halen. Indien op een bepaald moment wordt vastgesteld dat de doelstellingen niet zullen worden gehaald, past de huidige regering, in plaats van een tandje bij te steken, zoals de studenten zouden moeten doen en dus zouden moeten bijstuderen, de doelstellingen aan.

 

Hoe doet men dat? Herinnert u zich dat er een plan was met een tekort van 2,85 % vorig jaar, 2,15 % voor dit jaar, 1,5 % voor volgend jaar en 0 % in 2015. Men laat die vroegere doelstelling los. Men zet de zaak helemaal op zijn kop en men gaat voor een structureel saldo en een structurele besparing. Dat is natuurlijk nieuw, collega’s, en de regering heeft in het kader van de newspeak al een en ander van zich laten horen.

 

De Belgen die werken, ondernemen of sparen, weten dat de regering eigenlijk belasten bedoelt, als zij het over besparen heeft. Als zij het heeft over belastingen vereenvoudigen, dan heeft zij het eigenlijk over belastingen verhogen. Nu is er een nieuw woord: structureel. Structureel was het woord van de maand maart. Structureel is echter niet wat wij ervan zouden denken, collega’s, bijvoorbeeld een maatregel die nu genomen wordt, doorloopt in de komende jaren en ons zo op lange termijn helpt om weer in evenwicht te komen. Neen, structureel komt er eigenlijk op neer dat de maatregel dit jaar structureel zou zijn en de volgende jaren zullen wij het dan wel weer zien.

 

Ik geef een eerste voorbeeld. Het dividend van de Nationale Bank is de voorbije jaren nogal serieus gestegen. Ook dit jaar is het serieus verhoogd. De minister van Begroting probeerde de geweldige toename van het dividend van de Nationale Bank dit jaar te verkopen als een structurele ingreep. Althans, dat probeert hij. Wij geloven dat niet. Europa gelooft dat ook niet. De vraag is: is dat structureel. Onze vraag is of die maatregel ons helpt om op lange termijn onze financiën gezond te maken. Kunnen wij jaar na jaar blijven rekenen op een dermate hoog dividend? Collega’s, er is niemand, die daarop positief kan antwoorden. Die maatregel kan dus niet structureel zijn.

 

Een tweede voorbeeld zijn de wisselkoersverschillen tussen de euro en de dollar. Die worden door de regering als structureel beschouwd. Dat is straf. Niemand in de wereld beschikt over een glazen bol, maar de regering wel. Zij kan dus bepalen dat de voordelige wisselkoersverschillen in het voorbije jaar ook voor de toekomst vastliggen.

 

Een derde voorbeeld van structurele besparingen zijn de besparingen bij de NMBS. Niemand van de ministers kan duidelijk maken waarover die besparingen juist gaan. Ik ben dus zelf maar eens op zoek gegaan. Ik heb daarbij vastgesteld dat de besparing bij de NMBS er eigenlijk op neerkomt dat de NMBS op 31 december een bedrag van 100 miljoen euro aan de Staat zal overmaken.

 

Het gaat om 100 miljoen euro aan fondsen die nog niet gebruikt zijn voor investeringen, dus vanuit de investeringstoelage. Op 1 januari wordt dat bedrag van 100 miljoen euro teruggestort aan de NMBS. Dat noemt de regering structureel besparen. Heeft dat een impact? Ja, natuurlijk. Dit jaar komt er 100 miljoen euro bij en vanaf 1 januari 2014 staan we al 100 miljoen euro in min. Dat is de impact van de structurele besparingen van de regering-Di Rupo. Op die manier worden de inspanningen niet alleen doorgeschoven, de inspanningen voor de toekomst worden zo ook verzwaard.

 

Ik geef een laatste voorbeeld van structurele besparingen van de regering. Het COIV werkt zijn achterstand weg en is daar al even mee bezig. Dat zorgt voor bijkomende opbrengsten. Een meevaller zou men zeggen. De regering noemt dat dan ook structureel. Daarover heb ik uitleg gevraagd in de commissie. Het antwoord van de minister luidt dat we nu al een paar jaar werken aan het inhalen van onze achterstand, dus dat mogen we toch wel structureel noemen. Dat is de manier waarop de regering omgaat met onze toekomst.

 

Collega’s, samen met u stel ik vast dat de nu voorliggende begrotingsoefening eigenlijk dezelfde is geweest als die in het verleden. Alleen de naamgeving is veranderd. Wat vroeger technische correcties waren, zijn nu structurele technische correcties geworden. Besparingen waarvan wij weten dat het eigenlijk belastingen zijn, zijn nu structurele besparingen geworden. Dat laatste is ten minste wel eerlijk, want belastingen zijn altijd al structureel geweest.

 

Net als bij voorgaande begrotingsoefeningen sinds de regering-Di Rupo de plak zwaait, bestaat ook de nu voorliggende begrotingscontrole opnieuw voor meer dan twee derde uit bijkomende ontvangsten. Ik geef enkele voorbeelden. De accijnzen op tabak zijn verhoogd. Tot daaraan toe, want tabak is ongezond, dus laat maar gaan, zou ik zeggen. Maar nu komt het. Ik vernoem de verhoging van het registratierecht op erfpacht- en opstalvergoedingen en de verhoging van het algemeen vast recht. Nog maar eens wordt er gemorreld aan de notionele-intrestaftrek en nog maar eens aan de bedrijfswagen. Nog maar eens komt er een aanpassing van de roerende voorheffing voor de pensioenfondsen. Ook al is de lijst aanzienlijk, ze is nog niet af. Het is zoals een elastiek. Een elastiek kan worden gerekt, totdat die breekt en ik denk dat wij bijna bij die breuk zijn als het gaat over de belastingdorst van de regering.

 

Als klap op de vuurpijl gaat deze regering op zoek waar nog wat geld kan worden gehaald. Een partij is heel moedig en zegt dat de vermogens zeker niet mogen worden belast. Zij stelt voor om in plaats daarvan eens te kijken naar de kapitalen van de ondernemingen, want daar is misschien nog iets te halen. Zo komt men inderdaad bij een belasting op de liquidatiebonus.

 

De liquidatiebonus is in feite het pensioen van de zelfstandige ondernemer. Tot 2002 was dit onbelast. Dit is ook vrij normaal want op de kapitaalaangroei van een onderneming zijn al alle lasten betaald. Vanaf 2002 bedroeg de belasting 10 % en die wordt nu eensklaps verhoogd naar 25 %. Dit is een verhoging van de belasting met maar liefst 150 %.

 

Het strafste van heel het verhaal is dat deze maatregel gisteren al werd goedgekeurd in de commissie. Deze maatregel zal in principe ingaan vanaf 1 oktober 2014, maar hij staat dit jaar al in de boeken begroot voor 80 miljoen euro. Deze regering gaat 80 miljoen euro halen door volgend jaar op 1 oktober een maatregel in te voeren. Men moet het toch maar kunnen!

 

Wij vroegen ons af hoe dit kon. De regering verhoogt de liquidatiebonus wat sowieso een aanslag is op het spaargeld van de ondernemers, maar werkt gelijktijdig ook snel een achterdeurtje uit waardoor men nu nog snel kan profiteren van de belasting van 10 %.

 

Dit is eigenlijk ongelooflijk. Wij zitten in een periode van economische crisis, een periode dat er jobs nodig zijn. Wij hebben nood aan ondernemingen die vertrouwen hebben en ondernemers die willen investeren in de toekomst. Net op dat ogenblik gaat men hen er eens tussenpakken.

 

Welke adviezen zijn er van de diensten gekomen? Ik wil u dit toch niet onthouden, collega’s. Het Rekenhof mocht weliswaar niet naar het Parlement komen, maar wij zijn dan maar naar het Rekenhof gegaan. Wij hebben daar vastgesteld dat de FOD Financiën effectief een aantal berekeningen heeft gemaakt en adviezen heeft verstrekt.

 

Er is goed nieuws voor de linkerzijde: de berekeningen met betrekking tot de inkomsten zijn plausibel. Dat is goed nieuws! De inkomsten werden niet “overraamd”. Die 80 miljoen euro zult u nog dit jaar kunnen halen. Daarnaast heeft de FOD Financiën ook eens gekeken naar de gevolgen voor onze ondernemingen en onze economie. Wat stellen wij op dat vlak vast?

 

De FOD zegt in zijn rapport aan de Ministerraad dat voor de bedrijven de kosten van de notariële akte, indien vereist, erbij komen. Om dingen te doen met kapitaal, moet men bij de notaris passeren en dat kost geld. De FOD zegt: “Een vermindering van de solvabiliteit van de onderneming die zich kan vertalen in een toename van de kosten van de dienstverlening, op fiscaal vlak een vermindering van de basis van de verrekening van de notionele-instrestaftrek.” Dit effect is volgens de FOD permanent, terwijl de opbrengst van deze maatregel een one shot is. De conclusie van de FOD Financiën is de volgende: “Op fiscaal vlak wordt de operatie op relatief kort termijn”, lees twee jaar, “deficitair en is er absoluut een negatieve economische fall-out te verwachten.”

 

Collega’s, ik heb hier reeds vaak gestaan en gezegd dat deze regering door het nalaten van structurele maatregelen nalatig is. Als ik dit advies van de FOD Financiën lees en ik stel vast dat deze maatregel wordt genomen, dan zeg ik dat deze regering misdadig bezig is. Deze regering speelt, ter wille van een paar miljoen euro in de begroting, met de toekomst van de economie, met het vertrouwen van onze ondernemers, die ervoor moeten zorgen dat wij ook in de toekomst onze verplichtingen ten aanzien van de maatschappij kunnen blijven nakomen.

 

Ja, zegt men dan, ja, maar deze begrotingscontrole draagt bij tot de langetermijnhoudbaarheid van onze financiën. Collega’s, ik kan zeggen dat dit er nauwelijks toe zal bijdragen. Wij hebben reeds zo vaak gehoord in het Parlement en in de media dat deze regering een ongeziene inspanning van 20 miljard euro heeft gedaan. Die 20 miljard resulteert in een verbetering van het structureel saldo van 3 miljard. Wel, als men zo werkt, kan ik begrijpen dat men denkt dat ondernemers appelsienen zijn die men kan blijven uitpersen. Als men een rendement haalt van een verbetering van 3 miljard op 20 miljard maatregelen, dan is dat een businessmodel waarin ik niet geloof.

 

Collega’s, de tweede zittijd, zoals de heer De Croo zei, is reeds zeker. De tweede zittijd is zeker en deze regering staat erbij en kijkt ernaar. Opnieuw had deze regering de kans om een aantal maatregelen te nemen die ons effectief op de sporen zouden zetten voor een vertrouwensvolle toekomst, maar ze heeft dat nagelaten.

 

Deze regering staat vandaag voor een nieuwe begrotingscontrole. Ik kan maar één zaak vragen, bijna op mijn knieën: lees alstublieft eens wat Europa geschreven heeft, kijk alstublieft eens naar de aanbevelingen. U hoeft naar mij niet te luisteren, maar bekijk eens wat Europa vraagt en neem dat als basis voor uw volgende oefening. Deze is immers niet geslaagd. Wij zullen haar dan ook niet steunen.

 

Questions (continuation)

Vragen (voortzetting)

 

14 Question de Mme Isabelle Emmery au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "le programme PRISM des services secrets américains" (n° P1861)

14 Vraag van mevrouw Isabelle Emmery aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "het PRISM-programma van de Amerikaanse geheime dienst" (nr. P1861)

 

14.01  Isabelle Emmery (PS): Monsieur le président, madame la ministre, la semaine dernière, plusieurs médias, notamment américains, se sont émus de programmes d'espionnage mis en place par les services secrets américains. Le programme PRISM a permis un accès en temps réel à des données d'internautes étrangers via les grands acteurs de l'internet que sont Google, Facebook ou Skype. L'auteur des fuites dans la presse nous dit qu'avec cette capacité, une majorité des communications humaines est automatiquement ingérée sans ciblage.

 

C'est inquiétant puisque aucune voie européenne de contrôle et de recours n'existe. Quant à l'accord transatlantique sur la protection des données, il est au point mort.

 

Ces scandales révélés par la presse sont inquiétants. Nous condamnons fermement ce genre de pratique.

 

Madame la ministre, savez-vous si les ressortissants belges et, plus largement, européens ont été visés par ce programme des services secrets américains? Les services secrets belges ont-ils eu accès à ces informations? Si c'est le cas, dans quelles conditions? Peut-on craindre un type d'espionnage industriel qui ferait la part belle au vol de secrets d'entreprises ou d'idées innovantes? Les régulateurs européens en matière de vie privée et de protection des données ont-ils réagi face à ce scandale? Comment les citoyens européens peuvent-ils contester la surveillance de leur correspondance privée opérée dans de telles conditions? Comment l'Europe compte-t-elle résister et quelles alternatives va-t-elle proposer pour éviter aux Européens d'être victimes de ce système de Big Brother?

 

Enfin, je voudrais évoquer l'accord de libre-échange entre les États-Unis et la Belgique. Qu'en est-il de l'ouverture de la protection des données informatiques et des garanties de respect de la vie privée dans cet accord?

 

14.02  Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, chère collègue, PRISM est un programme de surveillance, mis en place par les État-Unis et géré par l'Agence nationale de sécurité (NSA), une agence gouvernementale chargée de la collecte et de l'analyse des communications ainsi que de la sécurité des communications et des systèmes d'information du gouvernement américain.

 

D'après des informations révélées dans les médias ces derniers jours, le programme PRISM suit de manière étendue et automatique l'activité des internautes américains et étrangers. Il permet à la NSA de centraliser des informations (emails, fichiers, communications audio et vidéo, activités sur les réseaux sociaux, etc.) obtenues auprès de grandes entreprises américaines, telles que Google, Facebook, Microsoft, Yahoo.

 

Le scandale PRISM qui éclate actuellement aux États-Unis pose donc des questions quant aux méthodes de recueil des renseignements par les services de sécurité et au contrôle exercé sur ces derniers dans des États démocratiques.

 

Voici la situation telle qu'elle existe pour les informations collectées par nos services de renseignements. En Belgique, la loi du 4 février 2010, relative aux méthodes de recueil des données par les services de renseignements et de sécurité, fournit le cadre légal dans lequel la Sûreté de l'État peut agir pour recueillir des données à caractère personnel.

 

La loi prévoit un contrôle a priori par une commission administrative chargée de la surveillance des méthodes spécifiques et exceptionnelles de recueil de données par les services de renseignements et de sécurité. Cette commission, composée de magistrats et nommée par le Conseil des ministres sur proposition des ministres de la Justice et de la Défense, est chargée de surveiller la légalité et le respect de la vie privée des personnes potentiellement surveillées. Toute demande d'utilisation de ces méthodes de recueil des données est donc soumise à l'approbation de cette commission. Par ailleurs, le Comité permanent de contrôle des services de renseignements peut, quant à lui, exercer un contrôle a posteriori à sa propre initiative à la demande de la commission de suivi du Sénat.

 

En ce qui concerne les informations que nous recevons des services étrangers, nous devons tout d'abord préciser que la Sûreté de l'État n'a que rarement été en relation avec la NSA, organe américain au centre du scandale PRISM, qui n'est pas un partenaire direct de notre service.

 

Des représentants de cet organe ont, à quelques occasions, été présentés en tant qu'experts techniques au côté de nos interlocuteurs réguliers que sont la CIA et le FBI.

 

J'estime que la réaction doit avant tout intervenir à l'échelon européen. Le programme américain ne vise pas uniquement ou particulièrement des citoyens et des entreprises belges. En outre, les différentes négociations sur l'échange de données qui ont été menées ces dernières années avec les États-Unis l'ont été au niveau de l'Union européenne ou de la Commission européenne, et non sur le plan bilatéral.

 

La commissaire européenne de la Justice, Viviane Reding, a d'ailleurs déclaré, dès mardi, qu'elle aborderait la question du PRISM lors d'une réunion avec l'Attorney General américain, Eric Holder, demain, à Dublin et qu'elle exigerait, à cette occasion, que les États-Unis respectent les droits fondamentaux et les protections légales des citoyens européens. Le Parlement européen qui s'est réuni cette semaine à Strasbourg s'est déjà prononcé en ce sens. La question fera également l'objet d'une discussion lors d'une prochaine réunion du Conseil des ministres européen.

 

14.03  Isabelle Emmery (PS): Monsieur le président, madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse assez complète.

 

Comme vous, madame la ministre, je pense qu'une bonne partie de la solution réside dans la réaction européenne. Mais il faut bien dire que, pour l'instant, nous nous trouvons face à une Europe qui est incapable de protéger ses données et, ce faisant, la vie privée de ses citoyens.

 

Je dirai, pour conclure, que cela illustre encore une fois les carences européennes, notamment en cette matière. Je voudrais également dire en filigrane que nous aurions bien besoin, en Europe, d'un géant du numérique qui nous permette de gérer au mieux ce type de dossier.

 

Le président: Madame la ministre, la prochaine fois, je vous demanderai de donner la priorité à la Chambre.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Projets de loi (continuation)

Wetsontwerpen (voortzetting)

 

15 Projet de loi contenant l'ajustement du budget des Voies et Moyens de l'année budgétaire 2013 (2769/1-6)

- Projet de loi contenant le premier ajustement du budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2013 (2770/1-4)

- Ajustement des budgets des recettes et des dépenses pour l'année budgétaire 2013 (2768/1)

15 Wetsontwerp houdende aanpassing van de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2013 (2769/1-6)

- Wetsontwerp houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2013 (2770/1-4)

- Aanpassing van de begrotingen van ontvangsten en uitgaven voor het begrotingsjaar 2013 (2768/1)

 

Reprise de la discussion générale limitée

Hervatting van de beperkte algemene bespreking

 

La discussion générale limitée est reprise.

De beperkte algemene bespreking wordt hervat.

 

15.01  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre du Budget, lors du vote de tout à l'heure, pour les raisons que je vous détaillerai, mon groupe s'opposera au premier ajustement budgétaire que vous proposez.

 

Il est déjà dépassé par les faits. En effet, vous venez de recevoir les nouveaux chiffres du comité du monitoring et vous vous apprêtez à un nouvel exercice d'ajustement soit par la diminution des dépenses, ce qui a été largement la voie choisie jusqu'ici, soit par l'optimalisation des recettes.

 

L'impression laissée aux citoyens, et au parlementaire que je suis, est que, sous la pression de l'Europe et des marchés financiers, le seul projet de ce gouvernement est le budget. Le budget est bien sûr important, mais c'est un moyen et non une finalité.

 

Messieurs les ministres, je vous cite trois critères importants à nos yeux, qui se complètent et que nous appliquerons pour évaluer votre action budgétaire.

 

Le premier est le critère de la justice sociale.

Vos choix favorisent-ils la redistribution des richesses? Protègent-ils les plus faibles? Constituent-ils des outils de prévention capables d'éviter des problèmes sociaux, de sécurité, de scolarité, susceptibles de mener à des dépenses bien plus élevées dans le futur, faute de les éviter?

 

Le deuxième critère est la durabilité.

Vos choix aident-ils notre économie, nos entrepreneurs, nos investisseurs à se mettre en route vers l'économie du futur, à capter les emplois de demain en organisant une société plus efficace sur le plan énergétique, en préparant la transition écologique de l'économie?

 

Le troisième critère est l'efficacité.

Les économies réalisées constituent-elles de réelles économies? Préparent-elles plutôt des dépenses futures ou des recettes moindres? Les dépenses fiscales sont-elles efficaces ou, tels les intérêts notionnels depuis 2005, constituent-elles des effets d'aubaine pour des acteurs pas toujours respectueux de notre économie et de nos travailleurs?

 

Pas plus cet ajustement que le budget initial ne sont justes, durables ou efficaces.

Cet ajustement n'est pas juste: il frappe proportionnellement davantage les plus faibles alors que ce sont les épaules les plus larges, c'est-à-dire le secteur financier largement responsable de la crise que nous connaissons, qui devraient assumer la majeure partie de l'effort.

 

Ce ne fut pas le choix posé depuis sa mise en place par ce gouvernement.

Premier exemple, dois-je rappeler que vous avez diminué drastiquement – et ce sera encore accentué par cet ajustement budgétaire – l'enveloppe destinée à lier les allocations sociales au bien-être?

 

Cela veut dire moins de moyens pour les plus basses pensions et les plus faibles allocations, alors que ces revenus augmentés sont automatiquement dépensés par les intéressés pour satisfaire leurs besoins de base – se nourrir, se chauffer, se loger – et font ainsi tourner notre économie, contrairement à des rentrées financières qui ne font qu'enrichir ceux qui ont déjà beaucoup de moyens.

 

Deuxième exemple, votre gouvernement a décidé, sans respect de la concertation sociale, à la hussarde, de réformer le système des pensions. Les conséquences en seront très lourdes pour les travailleurs les plus faibles, et davantage encore pour les femmes aux carrières incomplètes ou dont les conditions salariales sont les moins avantageuses. On mesurera les effets de ces choix dans les prochaines années, car ils feront augmenter la pauvreté chez les aînés – et, en particulier, les aînées – et entraîneront une baisse de la confiance des citoyens envers le système de retraite du premier pilier, fondé sur la répartition et qui se montre le plus efficace ainsi que le plus durable.

 

Troisième exemple de l'injustice constituée par vos mesures budgétaires: vous avez décidé d'accélérer la dégressivité des allocations de chômage et vous avez poursuivi la politique de chasse aux chômeurs. Or certaines régions où est publiée une offre d'emploi pouvant susciter cinquante candidatures motivées et compétentes, connaissent une pénurie d'emplois – et pas de travailleurs. Cela a pour conséquence, et on le voit très clairement dans le cadre de cet ajustement budgétaire, messieurs les ministres, de réduire les budgets de l'assurance chômage, puisque les travailleurs en sont exclus ou perçoivent moins d'allocations et d'augmenter le nombre de revenus d'insertion sociale et, par conséquent, la charge sur les communes. Cela ne résout rien, puisque nous savons que la pauvreté se concentre dans certaines zones et que le mécanisme de financement du RIS ne prend pas en compte cette surcharge pour les villes.

 

Par ailleurs, s'agissant toujours de la justice sociale, votre gouvernement n'a pas pris de mesures efficaces en termes de création d'activités, de partage de l'emploi, d'adaptation de la carrière des aînés – que l'on veut faire travailler toujours plus tard, quel que soit leur état de santé, quelles que soient leurs conditions de travail – ou d'insertion des jeunes sur le marché de l'emploi qui, dans certaines régions, doivent continuer à chercher un travail qui n'existe pas. Or nous avons formulé des propositions innovantes qui sont susceptibles de favoriser le partage du temps de travail et, in fine, une transition plus douce vers l'emploi ainsi qu'un maintien de la compétence dans nos entreprises, qui risquent de perdre leurs travailleurs quand ils seront admis à la retraite, tandis que les jeunes auront été déqualifiés par le non-emploi.

 

En revanche, dernier exemple, vous avez "chipoté" – si je puis m'exprimer ainsi – à l'index en modifiant le panier de la ménagère, ce qui a finalement des conséquences équivalentes à un saut d'index et certains membres du gouvernement ne s'en cachent pas. Les conséquences sont donc très concrètes sur le pouvoir d'achat des personnes concernées, surtout les plus bas salaires, ainsi que sur la part salariale et donc sur le financement de la sécurité sociale.

 

Le premier critère d'évaluation de votre budget était-il juste socialement? Réponse: non! Il ne nous convient donc pas.

 

Votre ajustement budgétaire, monsieur Chastel, est-il durable? Avez-vous pris des mesures pour orienter l'économie vers un modèle plus efficient sur le plan énergétique et donc plus compétitif?

 

Dans cette réunion plénière, un débat a eu lieu sur la question salariale mais le déficit de compétitivité de notre économie est là. Tous les chiffres le montrent si l'on prend la peine d'étudier le rapport du Conseil central de l'Économie qui doit précéder les rounds de la négociation salariale. On connaît un problème de compétitivité dans le domaine de l'énergie et celui du coût des matières premières. Dans le coût de l'énergie et des matières premières, il y a deux variables: le prix unitaire et le volume consommé.

 

Si l'on se mettait tous ensemble en route vers un modèle plus efficient, si on dégageait des moyens pour isoler les maisons privées et les bâtiments publics, pour produire nous-mêmes l'énergie plutôt que d'importer chaque année pour 20 milliards de ressources fossiles, ce sont autant d'emplois qui pourraient être créés et d'économies réalisées.

 

Dois-je vous rappeler que vous avez décidé, en début de législature, de supprimer les aides fédérales à l'isolation? Cette décision a un effet ralentisseur immédiat sur le secteur de la construction à haut taux de main d'œuvre. C'est un manque de vision et vous négligez le facteur de compétitivité en la matière.

 

Votre budget, votre ajustement n'est donc ni durable, ni efficace. Les mesures d'austérité que vous avez décidées conduisent à une perte de confiance des acteurs économiques et à un ralentissement de l'économie. Tous les indicateurs le montrent, que ce soit les chiffres du chômage ou, dans le cadre du présent ajustement budgétaire, monsieur le ministre des Finances, la diminution des recettes fiscales de l'État, qui est constatée par le gouvernement et qui finalement justifie une partie de l'effort budgétaire supplémentaire.

 

Quand vous proposez une mesure d'économie, les chiffres que vous présentez sont des chiffres bruts, pas des chiffres nets. Il faut en déduire les effets négatifs en matière de recettes fiscales. C'est aussi le cas, je l'ai dit en commission, pour les mesures prises en matière de fonction publique.

 

D'une part, monsieur le ministre du Budget, quand vous décidez de retarder les paiements aux prestataires de services, aux fournisseurs de biens à l'administration fédérale, en rajoutant des étapes avant paiement, c'est vrai que cela fait travailler l'Inspection des Finances, mais en attendant, ce sont des PME, des indépendants qui attendent leur paiement.

 

D'autre part, il y a les travailleurs mêmes de la fonction publique, du SPF Finances. Comment voulez-vous lutter efficacement contre la fraude fiscale, phénomène que tout le monde reconnaît aujourd'hui, et contre la fraude sociale, sans contrôleurs sur le terrain et avec une diminution de 20 % depuis 2005 du volume d'emploi et du nombre de travailleurs de terrain, de cinq millions d'euros sur le personnel dans le cadre de cet ajustement budgétaire?

 

Certes, comme à peu près à chaque ajustement, on a modifié à la marge le système des intérêts notionnels, cette fois-ci, monsieur le ministre des Finances, en empêchant les entreprises de bénéficier à la fois du régime des revenus définitivement taxés et des intérêts notionnels. Je me demande vraiment comment personne n'y a pensé depuis 2005! Un contribuable privé ne peut pas déduire deux fois la même somme, mais les entreprises pouvaient le faire depuis 2005 dans le cadre des intérêts notionnels.

 

Trente millions d'économies. En presque dix ans, cela aurait pu aboutir à une somme importante.

 

Mais ce ne sont pas les seules failles du système. Vous connaissez le système du double dip. Vous connaissez notre demande visant à conditionner l'accès aux intérêts notionnels des plus grandes entreprises, qui bénéficient le plus de ce système, au maintien de l'emploi, et à accorder davantage les intérêts notionnels aux PME. Ces demandes n'ont pas été rencontrées. Pourtant, cela aurait pu rendre l'exercice plus efficace. Il ne l'est pas!

 

Au-delà de cette analyse générale et de la mesure que je viens de citer relative à la diminution de l'effectif au niveau du SPF Finances alors que toute le monde s'accorde à dire qu'il faut lutter contre la fraude fiscale, je voudrais pointer quelques mesures de cet ajustement qui ne font que renforcer cette tendance à l'injustice, à la non-durabilité, à l'inefficacité.

 

Le premier exemple que je voudrais épingler – rassurez-vous, je ne serai pas exhaustif – a trait à la reprise de réserves au niveau de la SNCB. Ce n'est pas une nouveauté; la SNCB a toujours été, au niveau fédéral, une variable de l'ajustement budgétaire. Cela n'a jamais été, si ce n'est de 1999 à 2003, une priorité du gouvernement fédéral. Les enjeux de mobilité tant pour les travailleurs que pour les entreprises sont plus importants que jamais. Il faut désengorger nos villes. Il faut faciliter la mobilité des travailleurs. Avec ces moyens, on pourrait accélérer les travaux du RER, les travaux de modernisation de nos lignes. Mais quand on n'a pas de solution budgétaire, on reprend quelques budgets d'investissement à la SNCB!

 

Le deuxième exemple, c'est celui des coupes claires dans les budgets de la Coopération au développement. Le CNCD rappelle, dans son dernier rapport, que le budget pour la Coopération au développement a diminué de 420 millions d'euros en 2012, suite aux mesures de gel budgétaire que vous avez décidées au mois d'octobre. Et la tendance s'accentue: initialement une diminution de 100 millions d'euros; ensuite, une diminution de 25 millions d'euros à l'occasion de cet ajustement; le gel de deux tiers des budgets de la coopération universitaire à l'occasion du mauvais débat sur les compétences dites usurpées; une diminution de un million d'euros du Fonds belge pour la sécurité alimentaire, des budgets pluriannuels, qui permettent de mener des politiques les plus efficaces possible, qui ne sont peut-être qu'une goutte d'eau dans l'océan par rapport au phénomène de famine, avec des partenaires étrangers qui attendent une aide de nos pays riches.

 

On décide de façon unilatérale de diminuer ces budgets. À ce rythme-là, nous serons loin de l'engagement de 0,7 % du PIB pour la coopération au développement que nous devons atteindre en 2015.

 

Le troisième exemple est le mauvais débat sur les compétences usurpées. De façon unilatérale, le gouvernement fédéral a décidé qu'il allait mettre 300 millions d'euros à charge des entités fédérées en n'assumant pas le fait qu'il s'agit simplement d'un acte unilatéral quant à des compétences qui n'ont jamais posé de problème alors qu'elles étaient exercées par l'État fédéral, sans remise en cause devant la Cour constitutionnelle du fait que c'était bien l'État fédéral qui était compétent. Si vous voulez stopper des politiques publiques fédérales, assumez-le comme tel plutôt que de vous retrancher derrière de soi-disant conflits de compétences!

 

Voilà les raisons pour lesquelles nous ne soutiendrons pas cet ajustement, pas plus que nous n'avons soutenu le budget initial. Mais ce n'est effectivement qu'une étape puisque vous entamez de nouveaux travaux pour un nouvel ajustement. Nous conserverons notre grille de lecture pour la suite: justice sociale, durabilité, efficacité.

 

Je dois vous dire que nous sommes inquiets. Nous avons parlé avec le premier ministre de la situation de la Grèce. Elle n'est pas si loin. Nous partageons la même monnaie, nous faisons partie de la même Europe. On voit que la logique d'austérité poussée à son extrême broie les citoyens, à commencer par les plus faibles, ralentit l'économie et menace la démocratie. Nous ne voulons pas de ce type de scénario pour la Belgique. Pourtant, c'est dans cette direction que nous pousse la Commission européenne et la logique du Traité budgétaire, avec l'accord des dirigeants des États. Quand il s'agit de choisir des trajectoires budgétaires, on prend la plus dure, la plus raide, plutôt que la trajectoire la plus souple qui ne tiendrait compte que des effets de conjoncture ou des effets contre-productifs des économies inconsidérées.

 

On se refuse à trouver de nouvelles recettes, notamment contre la spéculation et dans le secteur financier. Tout l'effort doit être réalisé par un calcul de moindres dépenses. On menace des systèmes sociaux qui ont fait leurs preuves et qui devraient être une matière dans laquelle les États sont totalement autonomes; je pense à l'indexation automatique des salaires.

 

De façon récurrente, l'Europe essaie de revenir sur cette politique qui est juste et efficace. En revanche, lorsqu'il s'agit de réformer les systèmes bancaires et financiers, de lutter contre la fraude, de dénoncer les mini-jobs en Allemagne, on n'entend plus rien!

 

Tous ces points, pour lesquels nous estimons que le gouvernement fédéral ne résiste pas suffisamment lors des réunions européennes ou quand il pose ses propres choix, menacent notre système social!

 

Certains ne se cachent pas de cet objectif. J'ai été épaté de lire le président du Mouvement réformateur le 27 mai dernier dans le journal L'Avenir qui décrit la crise que nous vivons comme une opportunité de mettre en œuvre des réformes que les libéraux voulaient depuis longtemps: moins de dépenses publiques, la dégressivité des allocations de chômage, la réforme des pensions, le parcours d'intégration. C'est là qu'on apprend que le projet libéral est un projet de régression sociale ou plutôt qu'on en a la preuve. Il est vrai que, dans cette interview, M. Michel fait référence aux crises comme étant des chances de réformer. Je peux rejoindre ce point de vue mais il y a des bonnes et des mauvaises réformes!

 

Les crises précédentes ont débouché sur des progrès et des conquêtes sociales, comme la création de la sécurité sociale après la Première Guerre mondiale, comme le New Deal de Roosevelt après la crise de 1930 qui, d'une part, décide de domestiquer le système bancaire, de séparer les métiers bancaires et, d'autre part, développe une politique d'investissement keynésienne dans l'emploi du futur.

 

Il existe des alternatives à ces scénarios de désespérance et de régression sociale. En ce qui concerne la taxe sur les opérations boursières et la taxation des plus-values, notre pays est une exception en Europe.

 

Monsieur le ministre des Finances, comme je vous l'ai dit cette semaine en commission, au niveau européen, nous devons nous battre avec les pays partenaires qui sont prêts à le faire pour la mise en place d'une taxe sur les transactions financières, qui serait à la fois juste et efficace pour mettre au pas le système financier. Pour le remettre au service de l'économie, une réforme plus fondamentale de l'impôt des sociétés et des intérêts notionnels s'avère nécessaire afin d'arriver à une fiscalité plus juste qui favorise le travail. Il faut mobiliser l'argent qui dort sur les carnets d'épargne, les produits de placement dans les fonds de pension, soit 600 milliards d'euros qui trop souvent servent à la spéculation et trop peu souvent à l'économie réelle et encore moins à l'économie sociale et ou l'économie du futur.

 

Partageons l'emploi avec le plan tandem entre les travailleurs âgés, qui demandent à pouvoir lever le pied, et les jeunes, qui ne demandent qu'à travailler! Mobilisons-nous avec les Régions pour un modèle d'efficacité énergétique! Mobilisons tous les moyens possibles contre la fraude fiscale! Investissons dans la formation, la recherche et le développement au niveau européen avec nos collègues! Instaurons des droits sociaux et environnementaux qui permettront de relocaliser notre économie ou de la laisser fonctionner ici et de faire progresser ainsi les pratiques en matière sociale et environnementale dans d'autres pays qui, aujourd'hui, nous font concurrence en pratiquant le dumping social ou environnemental.

 

Nous serons donc attentifs à la suite des travaux et des choix budgétaires. Nous demandons au gouvernement de changer de cap, de préserver les plus faibles, voire d'améliorer leurs conditions de vie, de choisir une trajectoire simplement soutenable, d'investir dans l'économie du futur, de poser des choix structurants, innovants et dynamisants, bref de rendre l'espoir à nos concitoyens, ce qui n'a pas été le cas jusqu'ici ni dans l'exercice budgétaire initial ni dans le cadre de cet ajustement budgétaire que nous rejetterons donc.

 

15.02  Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister van Financiën, mijnheer de minister van Begroting, waarde collega’s, het is een vreemd beeld. Wij bespreken vandaag de eerste begrotingscontrole, de eerste begrotingsaanpassing en vanavond ontvangt u het rapport van het monitoringcomité om vanaf morgen aan de slag te kunnen met uw tweede begrotingscontrole. Dit, om maar aan te geven hoe relatief een begrotingscontrole kan zijn. Deze begrotingscontrole is al voorbijgestreefd voor ze is goedgekeurd.

 

Het is ook de bevestiging van wat ik de voorbije maanden al heb gezegd en waar mijn fractie ook achterstaat, te weten het feit dat deze regering van begrotingscontrole naar begrotingscontrole sukkelt. Het werkwoord sukkelen is hier wel degelijk op zijn plaats. De ene donderpreek van Olli Rehn is nog maar net achter de rug of deze regering kan al opnieuw bijsturen via een volgende oefening.

 

Vanaf morgen zullen wij het waarschijnlijk wel merken op het voetpad van de Wetstraat 16 of op het bordes van de Lambermont, ministers die binnenkomen en buitengaan met allerlei verklaringen, bijvoorbeeld dat er naar een evenwicht moet worden gezocht tussen de belastingen en de besparingen — ik heb daar tot op heden nog niet veel van gemerkt, maar goed, dat is voor zo meteen — of, dat er structurele maatregelen moeten worden genomen om de begroting op koers te houden. En wellicht staat ons de komende dagen nog meer nietszeggend gewauwel te wachten.

 

De fractie van het Vlaams Belang was in elk geval niet onder de indruk, en nog steeds niet, van het bereikte akkoord over die eerste begrotingscontrole en de uitvoering daarvan. Het is knip-en-plakwerk geworden, een hele reeks maatregelen, die zich echter voornamelijk op de inkomsten concentreren.

 

Het gebrek aan structurele ingrepen toont aan dat deze regering alleen op de korte termijn handelt en systematisch probeert haar vel te redden. Sterker nog, de voorliggende begrotingscontrole is, zoals ik daarnet al zei, al achterhaald, want morgen begint u alweer aan de volgende oefening.

 

Ik moet ook vaststellen dat de pijlers waarop deze begroting 2013 is gebouwd steeds meer onderuitgaan. Een eerste element is de economische groei. Uw initiële begroting werd bij deze eerste begrotingscontrole bijgesteld. U bent nu geland op 0,2 %, als ik mij niet vergis.

 

Daarnet ging ik nog even kijken naar de website van het Planbureau en zij gaan er in hun prognoses voor de rest van het jaar van uit dat de economie gewoon stilvalt. Zij gaan ervan uit dat er geen groei meer zal zijn. Dat moet dus opnieuw bijgesteld worden tot nul.

 

Mijnheer de minister van Financiën, een tweede element is het gegeven dat uw belastinginkomsten sterk tegenvallen. Deze regering had nochtans bij de opmaak van haar begroting voor 2013 in de ramingen voorzien dat de belastinginkomsten met 3,2 % zouden stijgen. Ik heb u daar vorige week als eens over ondervraagd. In de eerste vier maanden viel dat al dik tegen. Er kwam 690 miljoen euro minder binnen dan een jaar geleden. Volgens de minister van Financiën — ik neem aan dat de minister van Begroting hem zo stilaan begint te kennen — was dat te wijten aan het slechte weer waardoor de bouw niet goed heeft kunnen presteren. Ik ben bereid om veel argumenten te aanhoren maar hier geloof ik eerlijk gezegd niet veel van. Er bestaat nog zoiets als de Laffercurve. Degenen die iets weten van economie zouden moeten weten dat naarmate een overheid steeds meer en ongebreideld belastingen heft er een kantelpunt komt waardoor de inkomsten dalen. Ik ben ervan overtuigd dat deze regering dat kantelpunt inzake de belastinglawine bereikt heeft. Dat er minder belastingkomsten zijn, heeft alles te maken met de manier waarop de werkende en ondernemende Vlaming aanvoelt dat er een wanverhouding bestaat tussen de belastingen die hij betaalt en wat de overheid ermee doet. De Vlaming voelt zich bijgevolg gemolken en wil gewoon het geld terug dat deze regering uit zijn zakken heeft geslagen. De uier is bij wijze van spreken leeggemolken; de melkkoe is volledig leeg.

 

In elk geval, van de mooie begrotingsdoelstellingen die deze regering bij haar aantreden in 2011 naar voren heeft geschoven, is niet veel in huis gekomen. De harde werkelijkheid haalt de perceptie die door deze regering werd gecreëerd systematisch onderuit. De begrotingsdoelstellingen voor 2012 werden niet gehaald, het begrotingstekort klokte in 2012 af op 3,9 % van het bbp in plaats van 2,8 %, zoals de regering ambieerde. Voor 2013 wordt al evenmin de initiële doelstelling gehaald; de regering hoopt nog te landen op een tekort van 2,5 % van het bbp, maar het zal bloed, zweet en tranen kosten om deze doelstelling te bereiken.

 

De vraag is of deze regering een jaar voor de verkiezingen nog de politieke samenhang heeft om een degelijk begrotingsbeleid te voeren. Hiermee bedoel ik of zij voldoende samenhang heeft om tot op het bot te gaan en te saneren aan de uitgavenzijde? Of wordt het toch weer een rondje lastenverhoging, ondanks de torenhoge belastingdruk?

 

Onder druk van de tegenvallende peilingen zal vooral Open Vld nog een schijnpoging doen om met getrokken messen tegenover de Parti socialiste te staan, al was het maar om de perceptie te creëren dat zij elkaar niets gunnen. De PS is zogezegd besparingsmoe, en Open Vld betaalt nu iedere bijkomende belasting cash in de peilingen. Hun toegift bij deze begrotingscontrole om de belasting op de liquidatiebonus te verhogen, waar Luk Van Biesen zich gisteren nog vrolijk over maakte, heeft veel kwaad bloed gezet bij de Vlaamse ondernemers. Ondertussen heeft deze regering haar doelstelling van het begrotingsevenwicht, nog altijd een cruciale parameter, al vlot doorgeschoven naar de volgende regering.

 

Onze eerste conclusie is meteen duidelijk: een regering die haar doelstellingen niet haalt, is naar ons inzicht geen geloofwaardige regering.

 

Zoals voorspeld heeft deze regering zich vooral toegespitst op de inkomstenzijde. De woordspeling is daarbij voor de regering enorm belangrijk. Zij spreekt niet over nieuwe belastingen, zij verhoogt gewoon de bestaande belastingen. Zo komt er een verhoging van de roerende voorheffing op de liquidatiebonus, van 10 % naar 25 %. De opbrengst daarvan wordt geraamd op 80 miljoen euro, die men in deze begroting inschrijft hoewel de maatregel pas volgend jaar ingaat. Er komt een verhoging van de accijnzen op tabak, waarvan de opbrengst wordt geraamd op 50 miljoen euro. Het registratierecht op erfpacht- en opstalvergoedingen wordt opgetrokken. U zou denken dat dit niet over veel geld gaat, maar het gaat toch om 48,6 miljoen euro.

 

Voorts is er de harmonisatie tussen de definitief belaste inkomsten en de berekeningsbasis van de notionele intrestaftrek. Het is de zoveelste keer dat men rommelt aan de notionele intrestaftrek. Mijnheer de minister, u moet weten dat wij daar geen grote voorstanders waren, maar wij zijn van oordeel dat het voor de bedrijven belangrijk is dat eens er een systeem is, de rechtszekerheid van dat systeem behouden blijft. Deze regering komt echter op haar beslissing terug en wil via de harmonisatie opnieuw een inkomst genereren van 30 miljoen euro.

 

Er is ook de verhoging op het algemeen vast recht vanaf 1 juli 2013 met een geraamde opbrengst van 15,7 miljoen euro en de verzaking van roerende voorheffing op dividenden toegekend aan buitenlandse pensioenfondsen, goed voor 5 miljoen euro.

 

Het enige structurele in de begrotingsaanpassing is de zoektocht naar verhoogde inkomsten en extra eenmalige maatregelen. Van echte structurele besparingen aan de uitgavenzijde is geen sprake en bijgevolg torst de regering nog steeds een tekort op haar begroting van 2,5 % van het bbp of zowat 9 miljard euro. Voor 2014 komt daar nog eens 3 miljard euro bij.

 

Het is waar, collega's, dat deze regering haar woorden kiest om alle discussies rond de structurele maatregelen te vermijden. Ze spreekt daarom sinds kort over maatregelen die het structureel saldo verbeteren. Elke regering heeft wel eens last van zo'n novum. Het is waarschijnlijk een kwestie van het kind een andere naam te geven. Alle maatregelen die passen in het kraam om het structurele saldo te verbeteren, worden dan meteen ook structurele maatregelen. Ik zeg maar wat, de opbrengst van de dividenden van de Nationale Bank van België zijn plots structureel. Ik heb nooit goed begrepen dat een dividend als niet-fiscale ontvangst een structurele opbrengst kon zijn, laat staan dat een extra dividend — er zit in deze begrotingscontrole een extra dividend van 300 miljoen euro — een structurele opbrengst zou zijn. Het zal waarschijnlijk aan mij liggen, maar ik ben er alvast van overtuigd dat de structurele maatregelen en de maatregelen die moeten bijdragen tot het structureel saldo, vooral oogverblinding zijn.

 

De uitspraak van Herman Van Rompuy, daags na het afronden van de begrotingscontrole, vond ik wel to the point. U herinnert het zich misschien niet, maar de begrotingscontrole werd afgerond tijdens de nacht van vrijdag op zaterdag, net voor de paasvakantie. Ik citeer Herman Van Rompuy even: “Wat België de laatste jaren bespaard heeft, is niet zo indrukwekkend.” Als gewezen eerste minister en gewezen minister van Begroting neem ik aan dat hij weet waarover hij spreekt. Hij is van oordeel dat ons land zich de voorbije jaren niet kapot heeft bespaard. Voor hem waren de structurele besparingen van 2010, 2011 en 2012 “heel beperkt”.

 

De voorzitter van de Europese Raad heeft die stelling niet alleen verkondigd daags nadat uw begrotingscontrole rond was, maar hij heeft ze op 1 juni nogmaals herhaald in een interview met De Tijd. “België heeft zich niet kapot bespaard. We kunnen nog een tandje bijsteken”, dixit Herman Van Rompuy.

 

Daar staat men dan als regering, met uw mantra van de grootste besparingsronde in de naoorlogse geschiedenis van dit land. Daar staat u dan met uw newspeak van 20 miljard euro harde besparingen.

 

Mocht het nu nog alleen de oppositie zijn die afkomt met het verhaal dat deze regering amper bespaart en steeds meer belastingen heft, dan kon de regering dat nog weglachen. Dat behoort immers tot het klassieke spel tussen meerderheid en oppositie. De cijfers worden echter stilaan duidelijk.

 

Om die cijfers kan niemand heen. De fiscale ontvangsten zijn gestegen van 93,6 miljard euro in 2011 naar 102,5 miljard euro in 2012. Dat is een stijging van ongeveer 9 miljard euro. Ik neem aan dat u dat niet betwist.

 

Het probleem is dus juist dat het niet alleen de oppositie is die dat zegt. Ik heb onlangs de analyse van de OESO gelezen. Die komt ook tot de conclusie dat de Belgische openbare financiën de afgelopen jaren amper gesaneerd zijn.

 

“Extra belastingen compenseren de extra uitgaven” is de stelling van de OESO. Ik weet niet of Yves Leterme heeft meegeschreven aan dat OESO-rapport, maar het zegt wel iets over de manier waarop de OESO uw begrotingssanering bekijkt en analyseert.

 

In ieder geval bestond de budgettaire consolidatie van deze regering de afgelopen jaren grotendeels uit nieuwe belastingen die vooral hebben gediend om de extra uitgaven te compenseren, extra uitgaven die gestegen zijn van 42,7 miljard euro in 2011 naar 48,3 miljard euro bij de begrotingscontrole van 2013, een toename van bijna 6 miljard euro. Dan vraag ik mij af waar die harde besparingen zitten.

 

Wij moeten ons geen illusies maken. Is het ooit anders geweest? Laat ons even kijken naar de meest recente periode. Tussen 2009 en 2012 kozen de regeringen voor hogere belastingen. Tussen 2009 en 2012 is er een stijging geweest van bijna 2,5 % van het bbp.

 

Tegelijkertijd werd de uitgavenkraan niet dichtgedraaid, zoals de meeste andere OESO-landen hebben gedaan. Integendeel, de uitgavenkraan werd in België nog meer opengedraaid.

 

De oppositie krijgt dus niet alleen de steun van de OESO. Ook een aantal economen begint zich achter die stelling te scharen. Wat zegt Bart Van Craeynest, de hoofdeconoom van Petercam? Ik citeer uit een interview met hem in Trends van vorige week: “De Belgische overheid drijft haar uitgaven al vijftien jaar stelselmatig op. Volgens de cijfers van de Europese Commissie stegen de Belgische primaire uitgaven, gezuiverd van conjunctuurschommelingen, sinds 1999 met 7,7 % van het bruto binnenlands product. In de eurozone kennen alleen Griekenland en Cyprus een grotere uitgavenstijging.” De laatste zin zegt natuurlijk al genoeg. “Nog opmerkelijker is dat de Belgische overheid de voorbije jaren rustig op dit pad doorging. Sinds 2008 namen de uitgaven toe met 3,9 % van het bruto binnenlands product, veruit de grootste stijging van de eurozone in die periode”, aldus eindigt het citaat van Bart Van Craeynest, hoofdeconoom van de instelling Petercam.

 

Collega’s, wij mogen ook niet vergeten dat in 2008 het primaire overschot, zijnde de ontvangsten min de uitgaven zonder de rentelasten, nog op 6,8 % van het bruto binnenlands product stond. Vandaag is ook dat surplus helemaal weggesmolten en helemaal opgesoupeerd. In 2013 zal het primaire saldo immers nipt op nul uitkomen.

 

Ik heb vandaag ook eens op de website van de Nationale Bank van België gekeken. Ik lees op de website een document “Economisch Tijdschrift juni 2013”, dus van recente aard. Ik bekijk het even en zie dat op pagina 22 een heel interessante tabel staat.

 

Collega’s, uit de tabel kan ik alleen maar vaststellen dat de huidige regering zodanig hard heeft bespaard dat de primaire overheidsuitgaven van 49,9 % van het bruto binnenlands product in 2011 naar 51,3 % van het bruto binnenlands product in 2014 zullen stijgen.

 

Wat staat in dezelfde tabel nog te lezen? Er staat dat de fiscale en de parafiscale druk van 43,5 % in 2011 naar 45,3 % in 2014 stijgen.

 

Bijgevolg, collega’s, vraag ik mij af hoeveel argumenten er nog moeten zijn om aan te tonen dat de huidige regering niet de tering naar de nering zet en dus niet de knip op de uitgaven zet.

 

Hoeveel argumenten moeten er nog zijn om aan te tonen dat deze regering een belastingregering is, waardoor de fiscale en de parafiscale ontvangsten blijven toenemen?

 

Ja, het is waar, ten tweede male, de fout ligt niet alleen bij de regering-Di Rupo, het souperen van het belastinggeld is inderdaad begonnen met de regeringen-Verhofstadt. De paarse regeringen van destijds hebben van de dalende rentelasten, van de verslechtering van het primaire saldo en de extra inkomsten gebruikgemaakt om de extra uitgaven te financieren. Zij hebben het geld dus niet gebruikt om het begrotingshuishouden op orde te stellen en de toekomst voor te bereiden. Dat mechanisme is destijds ingezet en is sindsdien niet gestopt. In plaats van destijds van de budgettaire toestand gebruik te maken om de staatsschuld drastisch terug te dringen, om begrotingsoverschotten te realiseren, om zich te wapenen tegen de gigantische uitdaging van de vergrijzing, is daarvan helemaal niets in huis gekomen. Al het geld werd uitgegeven door de toenmalige beleidspartijen, die vandaag ook in de belastingregering-Di Rupo zitten. Conclusie: geen verandering, no change, alleen het grote status-quo.

 

Ik stel ook vast dat met deze begrotingscontrole aan de gigantische budgettaire uitgaven zoals de kostprijs van de vergrijzing, de betaalbaarheid van de sociale zekerheid en de structurele afbouw van de staatsschuld niet de minste aanzet tot verandering wordt gegeven. Opnieuw wordt de hete aardappel doorgeschoven naar de toekomst. Ik stel ook vast dat deze regering versuft is door de lage stand van de rente. Wie de afgelopen dagen de rente wat in het oog heeft gehouden, kan alleen maar vaststellen dat ze opnieuw stijgt. Is dit een teken aan de wand? Ik weet het niet, maar het is in alle geval een signaal waarvoor wij alert moeten blijven. Kortom, collega’s, dit is opnieuw een begrotingscontrole om zichzelf aan de macht te houden, om de levensduur van de regering-Di Rupo I te verlengen in een poging om de rit zonder kleerscheuren door te komen.

 

Tijdens de bespreking van de initiële begroting heeft de Vlaams Belangfractie al gesteld dat de begroting 2013 een begroting zonder toekomstvisie is, niet op middellange en niet op lange termijn. Deze begrotingscontrole verandert daar blijkbaar niets aan. Het is dus opnieuw een operatie doorschuiven en uitstellen geworden.

 

Ik besluit, mijnheer de minister van Financiën en mijnheer de minister van Begroting. Bonne chance met uw tweede begrotingscontrole, maar deze eerste begrotingscontrole kan, net als uw begrotingsopmaak, niet op de steun rekenen van de Vlaams Belangfractie. Wij zullen dan ook straks met overtuiging uw begrotingscontrole verwerpen en dus tegenstemmen.

 

15.03  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega’s, begin dit jaar heeft de Ecolo-Groenfractie erop gewezen dat de regering zich geen verloren jaar meer kon permitteren en dat zij werk moest maken van een relance. Vandaag, o ironie, trekken degenen die voor een zeer groot stuk verantwoordelijk zijn voor de crisis, aan de alarmbel en roepen dat het vijf voor twaalf is. Ik heb het over de grootbanken ING, KBC en BNP Paribas Fortis. Zij zeggen dat de regering stilstaat.

 

Wat hebben wij nog gezien? Elio Di Rupo en Kris Peeters zaten gisteren voor het eerst samen over een concurrentieplan. Vijf jaar na de crisis en een jaar voor de verkiezingen zit men samen. Collega’s, dat lijkt natuurlijk meer op een verkiezingsstunt dan op een daadwerkelijk engagement om samen, met zo veel mogelijk bevoegdheidsniveaus, uit de crisis te raken.

 

Als men naar de staat van ons land kijkt, dan blijkt dat wij nood hebben aan engagement en actie van de regering, van de tripartite. Vandaag staan alle economische indicatoren in het rood. De economie is sinds de zomer van 2012 stilgevallen en zelfs in recessie gegaan. In 2012 sneuvelden meer dan 16 000 jobs. 2013 dreigt een kopie te worden van 2012. Er komt een nulgroei en er verdwijnen 17 700 jobs. Volgend jaar, in 2014, komen er daar netto nog eens een pak bij. Het Planbureau heeft vandaag nog de mededeling uitgestuurd dat wij in 2013 opnieuw naar een nulgroei zullen gaan.

 

Dit is de voorlopige sociale balans van de regering: er verdwenen al meer dan 33 000 jobs. Tegen het einde van de regeerperiode zullen het er zelfs meer dan 40 000 zijn. Als wij de cijfers bekijken inzake de werkloosheid en de prognoses van het Planbureau, dan weten wij dat de werkloosheidsgraad in ons land in 2012 7,6 % bedroeg. Volgens het Planbureau zal die in 2014 stijgen tot 8,5 %.

 

De consumenten durven geen geld meer uit te geven, waardoor ook de inkomsten uit de btw met 5 % zijn gedaald. De fiscale inkomsten stuiken in elkaar. In de eerste maanden van dit jaar daalden die met 2,1 %, terwijl de regering een groei van 3,2 % verwachtte. De regering kreeg zo bijna 700 miljoen euro minder inkomsten binnen.

 

Ik heb het gehad over de economische indicatoren, maar ook de sociale indicatoren staan in het rood. De kinderarmoede is verder toegenomen. 9,7 % van de kinderen en 10,4 % van de jongeren zit in de armoede, in ons land, een welvarend land, in de 21e eeuw. Het percentage werkende armen staat op het hoogste peil, 7,2 %, sinds het begin van de metingen. De armoede is structureel en moet dan ook structureel worden aangepakt. De werkloosheidsgraad bij de jongeren, de toekomst van ons land, blijft hoog, op 12,7 %.

 

Waaraan wij nood hebben, collega’s, is vertrouwen, maar dat is net hetgeen hier mankeert. De burgers en de bedrijven vertrouwen de regering niet meer. Zij hebben geen vertrouwen, niet meer in de economie, maar ook niet meer in de regering.

 

Wat de regering doet, is eigenlijk van de ene begrotingscontrole naar de andere voorthollen. Ik wil toch even terugkeren in de tijd met de begroting 2012. Herinner u dat de beleggersfederatie de enige was, die positief heeft gereageerd op de begroting van 2012. Zij was zeer snel om zeer opgelucht te reageren.

 

Het resultaat voor 2012 was dat geen enkele doelstelling werd gehaald. We kregen een barslecht rapport. Wij hebben nipt een Europese monsterboete kunnen vermijden van 750 miljoen euro. Minister Geens heeft op Kanaal Z zelfs toegegeven dat de periode 2010-2012 effectief niet goed is geweest.

 

Wat heeft de regering dan wel gedaan? Zij heeft het moeilijker gemaakt om arbeid en gezin te combineren door aan het tijdskrediet te raken. Zij heeft het duurder gemaakt om de verbouwen door de isolatiepremie en energiebesparende maatregelen af te schaffen. Zij heeft het moeilijker gemaakt voor de meest kwetsbaren onder ons, de werklozen, door de uitkeringen voor hen te verlagen, zelfs tot onder de armoededrempel. Het dossier van het eenheidsstatuut is tot op heden nog altijd niet opgelost.

 

Laten wij overgaan naar de begroting 2013. Herinner u dat ik zopas zei dat er vooral nood is aan vertrouwen, hoop en perspectief. Welnu, biedt de begroting 2013 dan wel perspectief op beterschap voor onze burgers en onze bedrijven? Er wordt in ieder geval verder bespaard tot op een niveau dat de economische motor in ons land dreigt stil te vallen. Ik wil in dat verband toch ook een zeer concrete en zeer harde, botte besparing aanhalen, namelijk die op het vlak van de ontwikkelingssamenwerking. Na de 420 miljoen euro in 2012 wordt er in 2013 nog eens 150 miljoen euro extra bespaard.

 

Als wij spreken over de begroting, dan is men eigenlijk al op weg naar een volgende begrotingscontrole. De oorzaak daarvan is dat men niet in staat is om op lange termijn structurele keuzes te maken, die langer meegaan dan enkele maanden. Men rommelt in de marge. Er was een eerste bijsturing in februari. Een tweede bijsturing is op komst in juni. Bovendien moet de regering in 2013 nog 1 miljard euro besparen. In 2014 komt daar nog eens 3 miljard euro extra bij.

 

Dit doet mij denken aan de salamitechniek, mijnheer de minister en mijnheer de staatssecretaris. Schijfje per schijfje snijdt de regering in de begrotingen, in de hoop dat de burgers het niet zien en de algemene trend niet door hebben. Ik kan u echter verzekeren dat zij niet dom zijn, want zij zien wat er gebeurt. Doordat de tripartiete regering van traditionele partijen op zo’n slinkse manier te werk gaat, gaat het vertrouwen de dieperik in, met als gevolg dat de economie nog meer stilvalt.

 

Het jaar 2013 dreigt een kopie van 2012 te worden als de regering het roer niet omgooit. Wat u vandaag doet, mijnheer de minister, mijnheer de staatssecretaris, is steeds meer brandstof halen uit de reeds stilstaande motor van de economie. Maar als wij die motor van onze economie opnieuw in gang willen krijgen, zijn er investeringen nodig, dan zijn er structurele maatregelen en vernieuwingen nodig, zowel ten opzichte van onze economie als ten aanzien van onze burgers. De groenen stellen reeds jaren voor om eindelijk werk te maken van een duurzaam relancebeleid, dat ons land op de sporen zet van wat een moderne economie hoort te zijn.

 

Wij hebben de voorbije dagen kunnen vaststellen, collega’s, dat de PS en Open Vld dezelfde slagzin hebben, namelijk de geëngageerde burger. Maar beste leden van de regeringspartijen, wij zouden reeds een heel eind verder komen in ons land als wij niet alleen over geëngageerde burgers zouden beschikken, maar ook over geëngageerde politici, politici die de moed en het lef hebben om naar structurele maatregelen te gaan in plaats van de ene begrotingscontrole na de andere. Wij hebben nood aan een geëngageerde ploeg, een geëngageerde eerste minister, met een geëngageerde regering. Het is alleen engagement, dat het vertrouwen bij bedrijven en bij de burgers kan herstellen.

 

Er is bovendien heel duidelijk een kloof tussen wat de regering zegt en wat de regering doet. Het is ongetwijfeld gemakkelijk en wellicht heel leuk, collega Van Biesen, om boeken te schrijven over engagement en over de plannen, die men heeft, maar natuurlijk moeten wij eens de balans opmaken van de partijen waar die boeken geschreven worden. Welk resultaat kunnen die partijen voorleggen als het gaat om daden en realisaties van de regeringen waarin zij vertegenwoordigd zijn? Het is een open vraag. Misschien komen de antwoorden straks, als de ministers het woord nemen.

 

Er moet dus een trendbreuk komen; er is nood aan een keerpunt; het aanmodderen moet stoppen. Immers, wij zitten op honderd meter van de meet, beste collega’s, op één jaar van de verkiezingen. In plaats van dat men er nu een sprint uitperst en alles op alles zet, is er stilstand. De motor valt stil, niet alleen van de economie, maar ook van de regering. De regeringspartijen investeren vooral in het stilhouden, in het zoveel mogelijk bedekken van hun interne tegenstellingen en meningsverschillen.

 

Men is aan het surplacen en men heeft schrik om te verliezen. Maar ik weet één ding. De stilstand, die de regering kenmerkt, is in feite achteruitgang. Stilstaan is achteruitgaan. Als ons land iets kan missen als kiespijn, dan is het wel achteruitgang, zeker in een context als vandaag, met de uitdagingen, die wij allemaal kennen.

 

Tegenstrijdige ideeën worden gelanceerd. Wij hebben hier het debat gehad over de kliklijn voor sociale fraude. Een staatssecretaris kondigt die aan na een initiatief van de administratie en onmiddellijk wordt men tegengesproken door twee parlementsleden van meerderheidsfracties.

 

Er is opnieuw vertraging, verwarring en onzekerheid in dat dossier. Waar wil men uiteindelijk naartoe? De premier is er zopas niet in geslaagd om die verwarring weg te nemen.

 

Er zijn ideeën genoeg, die onder andere in boekjes worden gepubliceerd. Er is echter kracht en coherentie nodig om die plannen te realiseren, om jobs te creëren, om die stroom aan faillissementen en ontslagen te stoppen, om onze burgers uit de armoede te halen.

 

Als wij zien waarover de regering of de meerderheidspartijen onderling vooral hebben gediscussieerd, is dat toch wel exemplarisch. Er is een spanning in de ploeg tussen degenen die vooral de nadruk op groei willen leggen, en degenen die de nadruk op besparing willen leggen.

 

Men moddert aan met het dossier van het eenheidsstatuut. De omslag naar een duurzame economie wordt nog altijd niet genomen. Als het gaat om een grondige fiscale hervorming, wijst men naar het Parlement: wij hebben niet de coherentie om die grondige fiscale hervormingen in de steigers te zetten, het is aan het Parlement. Dat is een mooie geste, maar ik denk dat er ook wat sturing en visie van de regeringsploeg nodig is. Het is dus hoog tijd om aan de slag te gaan.

 

Wij mogen alleszins niet de fout maken om te eenzijdig te sparen, want dat verstikt onze burgers en onze bedrijven.

 

Wat de regering wel moet doen, is de loonlasten verlagen om jobs te creëren. Ik geef u een cijfer: 54 % van de overheidsinkomsten komt van lasten op arbeid. Slechts 8 % van de overheidsinkomsten komt van opbrengsten uit vermogen. Dat onevenwicht moeten wij ongedaan maken, want dat is niet rechtvaardig.

 

Verschuif dan ook de lasten op vermogenswinsten, milieufiscaliteit. Het is trouwens ook een aanbeveling van de Europese Commissie om daarvan werk te maken. Pak de fraude harder aan. Gooi de afkoopwet, waarbij miljoenen fraudeurs ontsnappen, in de vuilnisbak.

 

Geef de economie opnieuw zuurstof door het spaargeld te mobiliseren met interessante interesten voor de burgers. Wij kijken met veel spanning uit naar de ideeën over de volkslening, die hopelijk binnenkort worden gepresenteerd.

 

Voer de steun voor isolatie en energiebesparende investeringen opnieuw in. Het is hallucinant dat die op federaal niveau werd afgeschaft. Dat is net wat men niet mag doen. Men draait de klok terug.

 

Stop ook met een aantal asociale besparingen door te voeren.

 

“Wij kunnen ons wat eenmaligheid veroorloven”, is een uitspraak van minister Geens. Tja, mijnheer de minister, over die uitspraak zouden wij serieus kunnen discussiëren. Wij hebben een andere mening. Wij vinden dat men vooral op structurele maatregelen moet inzetten. Die structurele maatregelen zijn best wel mogelijk. Wij hebben er een aantal opgesomd.

 

Didier Bellens liet weten dat het aandeel van Belgacom onder de 50 % tot zelfs 40 % kan zakken. Denkt de regering aan dat denkspoor?

 

Er zijn nog andere twijfelgevallen, die de bevolking en onszelf wat onzeker maken. Er staat een bedrag van 300 miljoen euro ingeschreven bij de usurperende bevoegdheden. Daarover is er echter nog steeds geen akkoord met de Gewesten en de Gemeenschappen. Hoe zeker kan die besparing dan wel zijn? Dan is er nog het extra dividend van de Nationale Bank van om en bij de 300 miljoen euro. De Europese Commissie zegt heel duidelijk dat dat bedrag niet structureel mag worden genoemd.

 

Ik concludeer dat wat we nodig hebben, wel degelijk structurele maatregelen zijn, die positieve vernieuwing die nodig is om ons land op de sporen te zetten naar een moderne en per definitie ecologische samenleving. We moeten vooruit met dat land, maar het is onze indruk en de indruk van heel velen met ons dat in de voorbije maanden de interne tegenstellingen in de regering een krachtig antwoord op heel veel uitdagingen belemmeren. Dat is een bijzonder pijnlijke vaststelling. U hebt nog een jaar om die trend om te keren. Ik zou zeggen, ga ervoor. Wij zullen u allemaal zeer, zeer dankbaar zijn.

 

15.04  Bernard Clerfayt (FDF): Monsieur le président, messieurs les ministres des Finances et du Budget, chers collègues, je suis abasourdi par cet ajustement budgétaire que vous avez déposé et que nous sommes invités à voter aujourd'hui. Je suis abasourdi car cet ajustement ne me rassure pas le moins du monde.

 

Vous vous souviendrez qu'au mois de janvier, alors que nous discutions du budget 2013, nous savions tous qu'il avait été confectionné à partir de mauvaises hypothèses de croissance. Je suis venu vous le dire à cette tribune. Au demeurant, je n'étais pas le seul: la Banque nationale et de nombreux experts vous l'avaient prédit. Cela ne vous a pas empêché de faire travailler les députés sur un budget construit à partir d'hypothèses de croissance du PIB de 0,7 % et d'une hypothèse d'inflation de 2 %, alors que l'économie était déjà en train de stagner.

 

Dans l'intervalle, la croissance attendue pour cette année avait été ramenée par la Banque nationale à 0 % et l'inflation à 1 %. Ces chiffres avaient évidemment une importance fondamentale relativement au calcul sous-jacent des recettes fiscales que vous espériez dans le budget. Non seulement, vous aviez surévalué la croissance, mais vous aviez également surestimé la base sur laquelle appliquer ce taux de croissance, puisque les recettes 2012 n'étaient pas au rendez-vous. Par conséquent, vous avez été obligés de revoir votre copie à peine un mois après le vote du budget initial 2013. Voilà pourquoi nous sommes ici.

 

Cela ne me rassure pas du tout, et encore moins quand je lis votre ajustement budgétaire, parce que celui-ci se base de nouveau sur une hypothèse de croissance économique de 0,2 %. Or, de nouveau, selon la Banque nationale et la Commission européenne, la croissance sera nulle cette année.

 

Je ne m'étonnerais donc pas de vous voir venir très prochainement avec un nouvel ajustement budgétaire. On se doute que vous y travaillez déjà. Quelle schizophrénie, monsieur le ministre du Budget, de venir défendre au parlement un budget dont vous avez discuté voici quelques mois et dont vous savez déjà qu'il ne tient pas la route, tout en préparant les réunions du gouvernement qui seront consacrées à d'autres ajustements budgétaires!

 

Ce gouvernement ne change donc pas de méthode. Vous prenez des mesures d'austérité qui minent chaque fois la croissance, qui vous empêchent d'atteindre les recettes fiscales estimées dans votre budget et qui vous obligent alors à organiser des ajustements budgétaires à répétition. Le gouverneur de la Banque nationale s'inquiète également des perspectives économiques pour notre pays. Vous l'avez entendu comme moi, il a dit: "Le gouvernement belge devra trouver un milliard d'euros cette année et quatre autres en 2014 s'il veut respecter les objectifs fixés par la Commission européenne".

 

Ce n'est pas étonnant quand on sait que la Belgique s'est fait réprimander pour ne pas avoir atteint les objectifs qu'elle s'était fixés l'année dernière déjà. J'entends certains me dire que l'on n'a pas atteint les 2,8 % de déficit public à cause de l'opération de recapitalisation de Dexia. C'est faux! Sans la recapitalisation de Dexia, nous n'atteignons de toute façon pas les 2,8 % de déficit. J'entends encore la vice-première ministre, Mme Onkelinx, se réjouir d'avoir obtenu un résultat de 2,96 % de déficit budgétaire. Mais quelques semaines plus tard, on apprenait qu'il dépassait largement les 3 %. Il ne faudra donc pas s'étonner qu'une fois encore l'Europe, elle l'a répété, soit très attentive aux décisions que nous prenons en Belgique.

 

Nous nous engageons donc à réduire notre déficit pour atteindre 2,54 % du PIB cette année. C'est un bel objectif, mais je pense qu'il ne sera pas facile de l'atteindre, et je reste convaincu qu'il ne faut pas relâcher l'effort budgétaire. Certains membres du gouvernement se sont exprimés dans la presse en souhaitant relâcher l'effort budgétaire. Je continue à plaider qu'il ne faut pas le faire, car relâcher l'effort budgétaire, c'est faire porter le poids de la dette sur les épaules des générations futures. C'est une attitude irresponsable, car elle mettrait en péril le taux d'endettement et ferait augmenter les taux d'intérêt que la Belgique doit servir sur sa dette.

 

En effet, la meilleure manière d'échapper à la menace de la dette importante à laquelle nous sommes confrontés, c'est de relancer l'économie et de réduire le poids relatif de la dette par rapport à l'activité économique réelle. Car la Banque nationale a chiffré la dette publique pour 2012 à 375,4 milliards d'euros, soit 99,6 % du produit intérieur brut. Selon la Cour des comptes: "pour ne pas laisser le taux d'endettement dépasser les 100 %, il convient que l'impact des mesures et des facteurs exogènes s'élève à un peu plus de 0,1 du PIB."

 

La seule manière de sortir la tête de l'eau, c'est donc de mener de concert une politique budgétaire claire qui allie recettes nouvelles mais surtout réduction de dépenses et une politique susceptible de relancer l'économie et qui donne du sens aux efforts demandés à la population et aux entreprises. Il est donc nécessaire de rester dans la trajectoire mais d'avoir à côté une stratégie de relance, une stratégie à moyen terme qui redonne confiance aux investisseurs et aux acteurs économiques.

 

Car à ce jour, je ne lis toujours aucune stratégie dans vos documents budgétaires. En un an et demi, votre gouvernement a prévu 300 millions d'euros pour la relance, soit 1 du PIB. Ce sont réellement des cacahouètes!

 

Quant à l'intensité de la reprise éventuelle, le climat économique dépend d'une chose fondamentale: la confiance des investisseurs, des acteurs économiques, des chefs d'entreprise, des citoyens dans le cadre économique que vous fixez pour ce pays. Or la confiance n'est pas au rendez-vous, il suffit de voir les montants de l'épargne qui sont sur les comptes bancaires. C'est bien la preuve qu'il y a un manque de confiance du citoyen. C'est la même chose en ce qui concerne les entreprises, où il n'y a aucun frémissement du côté des dépenses d'investissement parce que vous êtes incapables de fixer un cadre clair et d'indiquer aux acteurs économiques dans quelle direction la Belgique s'engage.

 

Pour l'instant, le citoyen n'a pas vraiment l'impression que le budget 2013, incluant votre ajustement, soit un message politique très clair. C'est à nouveau un budget fourre-tout où l'on ponctionne à gauche puis à droite, où l'on ne prend quasiment aucune mesure de relance, où l'on réduit les dépenses de secteurs assez inattendus.

 

Pour exemple, j'ai été choqué de cette intervention dans deux secteurs.

Alors que les mesures d'austérité que vous avez déjà prises en 2012 et en 2013 aggravent la crise, réduisent la croissance, ne vous permettent jamais d'atteindre les objectifs que vous fixez en termes de croissance, votre gouvernement a décidé des coupes budgétaires non négligeables dans l'octroi de l'aide aux CPAS.

 

Dois-je vous rappeler que réduire les moyens des CPAS est la mesure la plus antisociale qui soit? L'ajustement budgétaire prévoit, selon mes calculs, un manque de moyens de plus de 56 millions d'euros pour les CPAS. Or chaque personne résidant en Belgique a bien droit à l'aide sociale. Celle-ci a pour objectif de garantir un revenu minimum à l'ensemble de la population.

 

L'administration fédérale, qui préparait le budget, avait indiqué qu'un crédit supplémentaire d'un montant de 14 millions était indispensable pour assumer les charges budgétaires résultant d'un nombre croissant de bénéficiaires de l'aide sociale dans chacun des CPAS des 589 communes de ce pays. La Cour des comptes l'a dit et l'a répété dans son avis: un calcul actualisé du coût mensuel moyen – sur la base du nombre moyen annuel de récipiendaires de l'aide, belges et non belges, inscrits dans le registre de population – atteste également de la nécessité d'obtenir un crédit additionnel de 32,4 millions.

 

Les CPAS avaient donc grandement besoin de 46,6 millions supplémentaires. Alors que le constat du service public Intégration sociale, Lutte contre la pauvreté et Économie sociale était clair en termes de manque de moyens, le budget 2013 a amputé de 5 millions d'euros le crédit budgétaire, ce qui affaiblit plus encore les CPAS. Voilà comment j'arrive au chiffre de 50 millions qui manquent dans l'octroi de l'aide aux CPAS.

 

Je crains donc que les crédits budgétaires prévus dans l'ajustement ne soient pas suffisants pour supporter les coûts qui incombent à l'État dans le cadre des subventions légales à verser aux CPAS et impliqueront donc un transfert des charges vers les communes.

 

Il en va de même pour un autre département dont on a beaucoup parlé dans la presse: la Justice.

Pour ce qui concerne l'aide juridique, le budget ajusté ne propose qu'une augmentation de 6,5 millions d'euros par rapport au budget initial. Cela représente en fait 2 millions d'euros de moins que ce que la ministre de la Justice elle-même avait considéré comme le minimum minimorum acceptable dans le cadre de l'ajustement budgétaire de novembre 2012.

 

Je vous rappelle que la Cour des comptes, dans ses commentaires sur le budget initial, avait souligné que les crédits pourraient être insuffisants et avait même estimé cette insuffisance à plus de 15 millions d'euros.

 

Selon la Cour des comptes, l'impact de la réforme des procédures judiciaires relatives à la législation Salduz et la révision du système de points dans le cadre du dossier pro deo ne sont pas pris en compte dans le budget du gouvernement. Ces frais supplémentaires sont estimés à près de 11 millions d'euros pour l'arrêt Salduz et à 4,3 millions d'euros pour la révision du système de points dans le cadre du dossier pro deo.

 

Une autre poste problématique en matière de justice concerne des budgets prévus pour les établissements pénitentiaires. Alors qu'aucune réforme du système pénal n'est même ébauchée et que la surpopulation carcérale ne cesse d'augmenter – on vient encore d'avoir le cas de la prison de Forest où le bourgmestre doit prendre des mesures pour éviter l'aggravation de cette surpopulation carcérale –, le gouvernement se contente d'augmenter la capacité et le nombre des centres de détention, et estime qu'il est possible de diminuer le budget consacré à ces postes. Quelle schizophrénie, à nouveau! On voit le nombre de détenus augmenter et on diminue les frais consacrés à l'hébergement! Des économies sont faites dans les frais de fonctionnement centraux, dans les frais de fonctionnement et de personnel de l'expertise médicale, dans les frais de fonctionnement du cours de sécurité, dans les frais médicaux aux détenus. Dans ses observations, la Cour des comptes relève également que les crédits d'expertise médicale et de soins de santé diminuent de 457 000 euros alors qu'il y a une hausse des frais réels exposés dans les établissements pénitentiaires, sans compter les autres décisions qui sont prises.

 

Voilà deux exemples très clairs des mauvaises estimations sous-jacentes dans votre budget. Ces estimations sont établies – je l'ai rappelé – sur la base d'hypothèses de croissance qui, une fois de plus, ne se réaliseront pas et qui vous amèneront, dans les prochaines semaines, à repartir en conclave budgétaire pour tenter, une fois de plus, d'ajuster le budget pour arriver aux normes que la Commission européenne nous invite à respecter.

 

Voilà les raisons pour lesquelles mon groupe ne votera pas cet ajustement budgétaire.

 

15.05 Minister Olivier Chastel: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, eerst en vooral wens ik u te herinneren aan de volgende evoluties.

 

Ten eerste, het nominale begrotingssaldo daalde van – 5,6 % in 2009 tot – 3,9 % in 2012. Gedurende het jaar 2012 is dit saldo met bijna 0,8 % verslechterd wegens het uitzonderlijke en niet-recurrente karakter van de herkapitalisatie van Dexia.

 

Ten tweede, het structurele begrotingssaldo daalde van – 3,9 % in 2009 tot – 3 % in 2012.

 

Ten derde, de staatsschuld steeg van 95,7 % naar 99,6 % eind 2012. Dit moet worden vergeleken met het gemiddelde in de eurozone, dat gedurende diezelfde periode steeg van 80 % naar 92,7 %. Daarenboven is tijdens de begrotingscontrole 2013 beslist de schuldgraad in 2013 niet te laten stijgen boven 100 % van het bbp. De regering is vastbesloten op basis van de resultaten van 2013 de procedure van buitensporige tekorten te verlaten, door maatregelen te treffen die haar doelstelling – een structurele verbetering van 1 % van het bbp – zullen concretiseren.

 

Bij deze inspanning voor het jaar 2013 komen nog de engagementen die vervat zijn in het Stabiliteitsprogramma voor de jaren 2014 en volgende, wat de gemiddelde structurele inspanningen verhoogt tot boven 0,75 % van het bbp. Het traject dat in het Stabiliteitsprogramma bepaald is, legt als doelstelling voor 2014 een structureel saldo van – 1,2 % vast.

 

Vertrekkend van het door de Commissie geraamde structureel saldo van – 0,3 % voor 2012 betekent dit in feite een totale verbetering van 1,8 % voor de jaren 2013 en 2014. Het Stabiliteitsprogramma verwacht een structureel evenwicht in 2015 en een structureel overschot van 0,75 % van het bbp in 2016, wat overeenstemt met het medium term objective.

 

De nadruk zal meer worden gelegd op de doelstellingen in structurele termen, waardoor het begrotingsbeleid minder afhankelijk wordt van schommelingen op het vlak van de groeivooruitzichten en zo dus stabieler wordt.

 

Zoals werd herhaald door de eerste minister in het adviescomité werd in het regeerakkoord bepaald om de begroting in 2015 structureel in evenwicht te brengen. De regering komt haar verbintenissen inzake het begrotingsbeleid dus na.

 

Quel a été le contexte économique? Entre la confection du budget initial et le contrôle budgétaire, la situation économique a fortement changé. Dans ses perspectives économiques de février 2013, la Commission européenne prévoyait une légère croissance de 0,1 % du PIB dans l'ensemble de l'Union, une contraction de 0,3 % du PIB dans la zone euro et une croissance de 0,2 % pour la Belgique, ce qui s'inscrivait dans la lignée de l'estimation de l'ICN et du FMI. L'estimation de la croissance réelle a donc été revue à la baisse et est passée de 0,7 à 0,2 %.

 

Certes, la Commission européenne et la Banque nationale ont entre-temps publié leurs perspectives économiques de printemps, où elles réévaluent encore à la baisse la croissance économique à 0 % au lieu de 0,2 %. À l'inverse, dans ses estimations du 16 mai, le Bureau du Plan parlait d'une croissance pour 2013 pour la Belgique de 0,2 % du PIB, même si aujourd'hui il se ravise et nous annonce, lui aussi, une croissance de 0 %. Le gouvernement en tiendra évidemment compte dans son prochain ajustement budgétaire.

 

De tot nu toe in een ongunstige politieke en economische omgeving verkregen resultaten zijn positief. Ik zou graag aan de hiernavolgende punten herinneren.

 

Ten eerste, de bescheiden verbetering van het structurele begrotingssaldo in 2010-2011, met name + 0,4 %, dient te worden gezien in combinatie met de langste regeringscrisis die het land ooit heeft gekend.

 

Ten tweede, er is een totale daling met 1 % van de groei gedurende 2012 ten opzichte van de meest recente vooruitzichten die bij de opmaak van de begroting beschikbaar waren.

 

Ten derde, ondanks erg ongunstige omstandigheden werd in 2012 het structurele begrotingssaldo volgens de berekeningen van de Europese Commissie met 0,5 % verbeterd.

 

Ten vierde, het nominale saldo van 2012 bedraagt – 3,17 %, wat dus dichtbij de drempel van 3 % ligt, indien met de impact van het herkapitaliseren van Dexia geen rekening wordt gehouden.

 

De regering heeft erover gewaakt dat de koopkracht van de burgers niet wordt aangetast en dat geen maatregelen worden getroffen die een directe, negatieve impact op de economische activiteit hebben. Er werd op het niveau van de departementen en de sociale zekerheid naar besparingen gezocht, zonder het niveau van de dienstverlening aan te tasten.

 

In totaal hebben de maatregelen waartoe sinds het aantreden van de regering werd beslist, een gecumuleerde weerslag die op 20 miljard euro kan worden geraamd.

 

Voilà, monsieur le président, ce que je voulais dire aujourd'hui d'une façon générale, au-delà des discussions et des questions-réponses qui ont eu lieu en commission.

 

15.06 Minister Koen Geens: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, ik heb hier niet veel aan toe te voegen. Wat betreft de fiscale maatregelen die de begrotingscontrole ondersteunen, meen ik dat wij op een relatief verstandige wijze te werk zijn gegaan. Ik kon helaas niet van bij het begin van de debatten aanwezig zijn maar ik heb begrepen dat er nogal wat pijlen zijn gericht op de maatregel die wij hebben genomen met betrekking tot de liquidatiebonus. Ik wil daar heel kort op antwoorden.

 

Ik heb zelden geweten dat men het in werking treden van een maatregel twaalf maanden of zelfs langer van tevoren aankondigt. In dit geval was het vijftien maanden. Er is heel wat herrie over die maatregel maar de verhoging van het tarief voor de liquidatiebonus treedt pas in werking op 1 oktober 2014, wat betekent dat iedereen die ervan wil genieten nog van het verlaagd tarief gebruik kan maken.

 

15.07  Jan Jambon (N-VA): (…)

 

15.08 Minister Koen Geens: Mijnheer Jambon, het spijt mij, maar u kent te veel van fiscaliteit om u dat soort opmerkingen te mogen veroorloven. Men kan dat tarief van 10 % bovendien te eeuwigen dage verwerven door zijn liquidatiebonus te incorporeren in het kapitaal. Dat kan ook tot 1 oktober 2014. Als u ooit een regering hebt gekend die op die manier een fiscale maatregel aankondigde en de belastingplichtige de kans gaf om van het oude tarief gebruik te maken, dan sta ik open voor veel discussie.

 

Sommige parlementsleden hebben bij herhaling de parlementaire werken van 1919 ingeroepen tegen ons. Ik heb om die reden de splitsing van vruchtgebruik en naakte eigendom opnieuw laten nagaan. U moet oppassen wanneer u steevast blijft zeggen dat wij een belastingregering zijn want dat is niet waar.

 

Wij hebben bovendien de inbreng van nieuw kapitaal door kmo’s, die zich blijkbaar niet steeds gesteund weten door deze regering, zodanig begunstigd dat vanaf het derde jaar de dividenden met 15 % worden belast. Op die manier hopen wij de kmo’s aan eigen vermogen te helpen dat hen toelaat gemakkelijker krediet te krijgen.

 

Dat zijn twee fiscale maatregelen voor kmo’s waarvan ik denk dat ze aan de ene kant de schatkist nieuw geld kunnen opbrengen en aan de andere kant toch de ondernemingen niet straffen, maar ze integendeel belonen indien ze overgaan tot eigen vermogensvorming. Ik vind het vrij gemakkelijk om daarop rudimentaire kritiek uit te oefenen.

 

Les remarques de M. Gilkinet sur la question de l'intérêt notionnel et de sa déduction ont été largement débattues en commission des Finances, dont il est président.

 

Vous savez, monsieur Gilkinet, que nous avons de la sorte déjà abrogé une double déduction. Je suis très sensible à votre argumentation en matière de double dip et nous examinerons à nouveau la possibilité de remédier en cas d'abus. Comme je vous l'ai dit lors des discussions, les preuves d'abus ne sont pas énormes dans ce secteur.

 

Pour le reste, monsieur le président, les mesures proposées au niveau fiscal sont équilibrées. Elles ne découragent ni la consommation ni le travail. Aussi, à l'occasion de ce contrôle budgétaire, le gouvernement a-t-il bien travaillé!

 

15.09  Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de voorzitter, heren ministers, ik zal beginnen met de minister van Financiën.

 

Het is natuurlijk zo dat u 15 maanden vooraf een maatregel aankondigt die een rechtstreekse aanslag is op het spaargeld van de mensen. Daar komt het eigenlijk op neer: u pleegt een aanslag op het pensioen van mensen. Het feit dat u dat 15 maanden vooraf aankondigt en dat u dit jaar 80 miljoen euro inschrijft in de begroting voor die maatregel is juist het perfide van het hele verhaal. U rekent erop dat mensen vandaag vervroegd zullen liquideren. Dat is juist het perfide aan heel het verhaal.

 

Mijnheer de minister, het kan inderdaad gemakkelijk klinken om hier kritiek op te geven, maar ik zou niet weten wat ik anders moet doen. Het is immers echt onfatsoenlijk, zelfs onverantwoord. U gaat tegen het advies van uw eigen FOD in, die heeft gezegd dat de maatregel een economische weerslag zal hebben en dat hij op relatief korte en middellange termijn fiscaal negatief zal uitdraaien. Het is perfide dat u daartegen ingaat en de maatregel toch doorvoert. Het is gewoon een schande.

 

Mijnheer de minister van Begroting, ik hoor uw repliek graag aan. Ik dacht al bijna dat u naast mij had gezeten toen u zich erop hebt voorbereid. Ik heb het immers gehad over structurele maatregelen. Ik heb het woord structureel nogal wat gebruikt in mijn betoog. Ik heb het aantal keer dat u het woord structureel hebt gebruikt, niet geteld. Het was echter meer dan ik. In die zin wens ik u alvast proficiat. Het is natuurlijk zo dat, als men een woord veel herhaalt, het ofwel is om er heel veel de aandacht op te vestigen, ofwel om zichzelf voor een stuk te overtuigen. Als men iets zelf niet helemaal gelooft en het vaak genoeg zegt, zal men het zelf nog wel geloven ook.

 

Het is immers bijna lachwekkend dat de regering zich vandaag op de borst klopt met een tekort van het primair saldo ten overstaan van het jaar 2009. Als u zegt dat het structureel tekort is teruggelopen van 5,6 % naar 3,9 % vorig jaar en dat u nu raamt op 2,46 % uit te komen, dan zult u wellicht gelijk hebben.

 

Het is wel een feit dat een groot deel van die vooruitgang gepresteerd is in de periode die ons altijd wordt aangewreven als de periode waarin wij onverantwoordelijk zouden zijn geweest. Als wij de cijfers uiteentrekken, dan stellen wij namelijk een verbetering vast van het structureel saldo van 2009 tot 2011, dus vóór de regering-Di Rupo, met 1,7 %. Sindsdien bedraagt de verbetering nog maar 1,2 %. U moet het maar doen.

 

Mijnheer de minister, ik denk echt dat u in moeilijke schoenen staat. Ik geloof echt, met uw achtergrond en de achtergrond van uw partij, dat het niet gemakkelijk moet zijn om hier vandaag tegen ons te vertellen dat deze begrotingsoefening ons zet op het pad naar de toekomst.

 

Ik herhaal daarom gewoon wat ik daarstraks al gezegd heb: leest u eens goed na wat Europa van u vraagt. Neem dat voor u wanneer u begint aan uw tweede begrotingscontrole.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale limitée est close.

De beperkte algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi contenant l'ajustement du budget des Voies et Moyens pour l'année budgétaire 2013. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2769/1+6)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp houdende aanpassing van de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2013. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2769/1+6)

 

Le projet de loi compte 11 articles.

Het wetsontwerp telt 11 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 11 sont adoptés article par article, ainsi que les tableaux annexés.

De artikelen 1 tot 11 worden artikel per artikel aangenomen, alsmede de tabellen in bijlage.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi contenant le premier ajustement du Budget général des dépenses de l'année budgétaire 2013. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2770/1+2)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp houdende de eerste aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 2013. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2770/1+2)

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1-01-1, 1-01-2, 2.13.1, 2.13.2, 2.14.1 à 2.14.3, 2.16.1, 2.16.2, 2.17.1 à 2.17.3, 2.18.1 à 2.18.3, 2.19.1, 2.21.1, 2.25.1, 2.25.2, 2.32.1, 2.33.1, 2.33.2, 2.44.1, 2.44.2, 3.01.1, 4.01.1, 6.01.1, 7.01.1 sont adoptés article par article, ainsi que les tableaux annexés.

De artikelen 1-01-1, 1-01-2, 2.13.1, 2.13.2, 2.14.1 tot 2.14.3, 2.16.1, 2.16.2, 2.17.1 tot 2.17.3, 2.18.1 tot 2.18.3, 2.19.1, 2.21.1, 2.25.1, 2.25.2, 2.32.1, 2.33.1, 2.33.2, 2.44.1, 2.44.2, 3.01.1, 4.01.1, 6.01.1, 7.01.1 worden artikel per artikel aangenomen, alsmede de tabellen in bijlage.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

16 Projet de loi portant sur la modification de l'Accord portant création de la Banque européenne pour la Reconstruction et le Développement (2831/1-2)

16 Wetsontwerp betreffende de wijziging van de Overeenkomst tot oprichting van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (2831/1-2)

 

Transmis par le Sénat

Overgezonden door de Senaat

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

De heer Herman De Croo, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2831/1)

Wij vatten de bespreking aan van de artikelen. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2831/1)

 

Le projet de loi compte 2 articles.

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

17 Renvoi en commission

17 Terugzending naar de commissie

 

J’ai reçu des amendements du gouvernement sur le projet de loi-programme (2853/1).

Ik heb amendementen van de regering ontvangen op het ontwerp van programmawet (2853/1).

 

Je vous propose de renvoyer ces amendements à la commission de l’Économie, de la Politique scientifique, de l’Éducation, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l’Agriculture.

Ik stel u voor deze amendementen terug te zenden naar de commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en culturele instellingen, de Middenstand en de Landbouw.

 

Pas d'observations? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

18 Renvoi d’un projet de loi à une autre commission

18 Verzending van een wetsontwerp naar een andere commissie

 

À la demande du gouvernement, je vous propose de renvoyer à la commission des Finances et du Budget le projet de loi modifiant le régime de régularisation fiscale et instaurant une régularisation sociale (2874/1).

Op aanvraag van de regering stel ik u voor het wetsontwerp tot wijziging van het systeem van fiscale regularisatie en tot invoering van een sociale regularisatie (2874/1) te verwijzen naar de commissie voor de Financiën en de Begroting.

 

Ce projet de loi avait été précédemment renvoyé aux commissions réunies des Finances et du Budget et de la Justice.

Dit wetsontwerp werd vroeger verzonden naar de verenigde commissies voor de Financiën en de Begroting en voor de Justitie.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

19 Prise en considération

19 Inoverwegingneming

 

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 12 juin 2013, je vous propose également de prendre en considération la proposition de loi de Mmes Karine Lalieux, Laurence Meire et Marie-Claire Lambert et M. Olivier Henry visant à améliorer le fonctionnement du Service des créances alimentaires (n° 2877/1).

Renvoi à la commission des Finances et du Budget

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 12 juni 2013, stel ik u ook voor het wetsvoorstel van de dames Karine Lalieux, Laurence Meire en Marie-Claire Lambert en de heer Olivier Henry tot verbetering van de werking van de Dienst voor alimentatievorderingen in overweging te nemen (nr. 2877/1).

Verzonden naar de commissie voor de Financiën en de Begroting

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Demandes d'urgence

Urgentieverzoeken

 

19.01  Siegfried Bracke (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik zou uit naam van mijn fractie aandacht en hoogdringendheid willen vragen voor het wetsvoorstel nr. 2869/1 van de collega’s De Clercq en De Croo. Dit is een voorstel tot wijziging van het Strafwetboek wat betreft het zonder toestemming van de eigenaar in gebruik nemen van een onroerend goed. In mensentaal is dat een voorstel dat kraken strafbaar moet maken. Het is een even geniaal als simpel voorstel, met dank aan de collega’s De Clercq en De Croo. Het bestaat eenvoudig uit twee artikelen en men herschrijft gewoon artikel 439 van het Strafwetboek.

 

Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik vraag hiervoor de hoogdringendheid omdat dit tegemoetkomt aan een absoluut dringende nood. Ik zal, ter illustratie van het probleem, mijn eigen stad Gent nemen. Daar zijn op dit moment en volgens de laatste cijfers, zesennegentig panden gekraakt, waarmee vijfhonderd krakers gemoeid zijn. En, collega’s, ook sociale woningen worden daar gekraakt, wat uiteraard ten detrimente is van degenen die deze woningen normaal zouden moeten betrekken.

 

Wij stellen vast dat het stadsbestuur geen instrumenten heeft om een antwoord te bieden op dat kraakfenomeen. Daarom willen wij het voorstel van de collega’s De Clerq en De Croo urgent op onze agenda zetten. Het beantwoordt aan een behoefte. Ik zwijg dan nog over het feit dat voor een stad als Gent het kraakfenomeen gigantische financiële kosten met zich meebrengt, in termen van opkuiskosten en juridische kosten. Vandaar dat mijn fractie de urgentie vraagt voor dat voorstel.

 

Le président: Chers collègues, comme il vient de l'expliquer, M. Bracke demande l'urgence pour la proposition de loi n° 2869. Je vais donc vous demander de vous prononcer sur l'urgence par assis et levé.

 

L'urgence est rejetée par assis et levé.

De urgentie wordt bij zitten en opstaan verworpen.

 

19.02  Laurent Louis (indép.): Monsieur le président, je demande l'urgence pour ma proposition de résolution n° 2860 et je souhaite profiter des cinq minutes réglementaires pour la présenter à cette assemblée.

 

Chers collègues, la proposition de résolution pour laquelle je demande aujourd'hui l'urgence est une première en politique. Comme vous le savez, les citoyens n'ont plus confiance dans le monde politique, ils se sentent ignorés et méprisés par une classe politique qui se considère comme une élite, alors qu'elle devrait se comporter en serviteur du peuple.

 

Notre système démocratique démontre son inefficacité. Malgré les élections, ce sont toujours les mêmes mandataires qui siègent dans cette assemblée. Certains sont ici depuis plus de trente ans. Il faut donc du changement. Un vent de fraîcheur doit souffler sur ce parlement! C'est la raison pour laquelle je souhaite demander l'urgence pour ce texte qui vous propose de remplacer l'élection par le tirage au sort de citoyens volontaires. Par ignorance, par lâcheté, par insouciance ou, tout simplement, par peur de perdre des privilèges, aucun autre député que moi n'aurait pu déposer une telle proposition tant vous vous accrochez à votre place.

 

Pourtant, les politiciens ne représentent plus la population. Le rôle du citoyen est réduit aujourd'hui à son strict minimum: voter, élire un représentant. Attention, pas ceux qu'il a l'habitude de côtoyer chez le boulanger ou sur la place du village! Non! Il n'a le droit que d'élire une élite qui squattera une parcelle de pouvoir pendant des années, des individus qui feront leur plus beau sourire durant la campagne électorale, mais qui renieront toutes leurs promesses une fois élus.

 

Les politiciens d'aujourd'hui, au lieu d'être des créateurs de solutions, sont des créateurs de problèmes, des créateurs de crise, des créateurs de misère. En outre, pour être élu aujourd'hui, il faut de l'argent. C'est le nerf de la guerre! Plus vous en avez et plus vous avez d'élus, car plus vous avez les moyens de toucher les citoyens à grands coups de campagne publicitaire comme "Allo Flahaut"!

 

Une telle démocratie, dans laquelle seuls les plus fortunés ont accès au pouvoir, n'est pas une démocratie. La population belge ne décide plus de rien. Le résultat des élections n'est même plus respecté, puisque dans notre pays, un parti comme la N-VA, qui récolte 30 % des voix, qui est le plus grand parti du pays, se retrouve de facto dans l'opposition; un pays où les ministres ne sont même pas choisis en fonction de leurs compétences, mais en fonction des places disponibles et des personnalités des différents partis qu'il faut caser à droite ou à gauche.

 

Il faut que cela cesse! Il faut que vous ayez enfin le courage, mes chers collègues, de reconnaître votre échec et d'en tirer les conclusions!

 

Vous vous dites tous être de grands démocrates. Dès lors, pourquoi avez-vous confisqué le pouvoir aux citoyens? Croyez-vous que les gens de la rue soient moins capables que nous de faire notre travail? Certainement pas. Je peux même vous dire qu'ils feraient preuve d'un meilleur bon sens.

 

Nous ne sommes pas supérieurs au peuple. Je vous le dis, en ce qui me concerne, je fais confiance au peuple, car lui seul est libre alors que vous tous, vous êtes avant tout les petites mains de vos partis et des intérêts économiques et occultes qu'ils défendent. Des intérêts qui sont loin d'être dans l'intérêt des citoyens.

 

En ce sens, je suis fier et heureux d'être traité par le président de cette assemblée "d'accident de la démocratie". C'est vrai, moi qui souhaite véritablement rendre le pouvoir au peuple, au sein d'une assemblée dont les membres font tout pour conserver leurs privilèges, je suis un accident de la démocratie, de cette fausse démocratie que vous tous avez créée.

 

Aujourd'hui, tout évolue dans le monde. Pourquoi notre système électoral et nos institutions ne pourraient-ils pas évoluer puisque nos modèles reposent sur une base inchangée depuis 200 ans? Il me semble temps d'évoluer parce que le mot démocratie est usurpé: le pouvoir au peuple n'existe plus, surtout dans un pays comme le nôtre qui interdit le référendum.

 

Il me reste deux minutes.

 

Comme je l'ai dit, l'argent est prépondérant. Un individu, même s'il a les meilleures idées et le meilleur programme du monde, ne parviendra jamais seul à concurrencer un parti politique traditionnel; c'est impossible.

 

Et les médias? Les médias manipulent aussi les résultats des élections en influençant les électeurs. Il est prouvé qu'il y a un rapport parfait entre les temps de passage à la télévision et le résultat des urnes.

 

Est-ce cela, la démocratie? Je ne le crois pas. Rajoutons le rôle des partis politiques, idéologiquement marqués au point que tout les conduit à refuser l'union. Les partis, vos partis, divisent au lieu de rassembler.

 

Comme chez nous, le système privilégie les larges coalitions, autant dire que voter ne sert strictement à rien, tant le projet gouvernemental est à mille lieues des promesses électorales. Inutile de revenir sur les innombrables exemples de promesses non tenues. Demandons cela à notre premier ministre, il saura mieux vous en parler que moi!

 

Enfin, vous avez créé des politiciens professionnels, qui parfois se refilent les postes de père en fils, alors que cette fonction ne devrait pas être un métier, mais un service.

 

Bref, il est temps de proposer une alternative. Cette alternative, c'est cette résolution qui propose un système démocratique de sélection des élus par le biais du tirage au sort, un processus qui est la condition sine qua non pour conférer aux citoyens belges une égalité politique parfaite et pour atteindre l'incorruptibilité des dirigeants. (Le président coupe le micro.)

 

Le président: Vos cinq minutes sont écoulées.

 

19.03  Laurent Louis (indép.): (Brouhaha sur divers bancs) Mes chers collègues, le pouvoir ne nous appartient pas, il appartient aux citoyens.

 

Le président: C'est terminé, monsieur Louis! Vous avez dépassé vos cinq minutes.

 

19.04  Laurent Louis (indép.): Mais je vous remercie, monsieur le président, de m'avoir permis de m'exprimer, parce qu'il n'est pas simple de dire à une assemblée telle que la nôtre qu'elle est incompétente.

 

Le président: Je ne sais pas si vous vous considérez toujours comme faisant partie de cette assemblée!

 

Monsieur De Croo, vous pouvez intervenir pour un temps de parole de maximum cinq minutes.

 

19.05  Herman De Croo (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik vraag het woord voor een persoonlijk feit. Ik voel mij zwaar geviseerd door deze verdachtmaking van de democratie. Ik heb maar één zin. Ik zal hem in het Frans zeggen: "Ce qui est excessif, est insignifiant." (Applaus)

 

19.06  Laurent Louis (indép.): Monsieur le président, il est dommage que l'on considère la voix du peuple comme insignifiante. Sachez que beaucoup de nos concitoyens, monsieur De Croo, estiment qu'il n'est pas normal que la politique soit un métier. Vous avez considéré et vous considérez la politique comme une profession, profession que vous avez, d'ailleurs, transmise à votre fils qui a directement été propulsé ministre et président de parti. Franchement, l'exemple que vous donnez à la population est un exemple d'arrivisme qui atteint des sommets et qui écœure la population. Les citoyens en ont marre des politiciens parvenus tels que vous!

 

Le président: Chers collègues, M. Louis a demandé l’urgence pour la proposition de résolution n° 2860. Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

 

L’urgence est rejetée par assis et levé.

De urgentie wordt bij zitten en opstaan verworpen.

 

20 Demande d'urgence de la part du gouvernement

20 Urgentieverzoek vanwege de regering

 

Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant réforme des arrondissements judiciaires et modifiant le Code judiciaire en vue de renforcer la mobilité des membres de l’ordre judiciaire (n° 2858/1).

De regering heeft de spoedbehandeling gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de rechterlijke orde (nr. 2858/1).

 

Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

L'urgence est adoptée par assis et levé.

De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

21 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Bert Schoofs over "de onaanvaardbare praktijken in private rusthuizen" (nr. 89)

21 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Bert Schoofs sur "les pratiques inacceptables qui ont cours dans certaines maisons de repos privées" (n° 89)

 

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Justitie van 5 juni 2013.

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Justice du 5 juin 2013.

 

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 89/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Bert Schoofs;

- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Carina Van Cauter.

Deux motions ont été déposées (MOT n° 89/1):

- une motion de recommandation a été déposée par M. Bert Schoofs;

- une motion pure et simple a été déposée par Mme Carina Van Cauter.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

87

Oui

Nee

44

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

132

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

 

22 Wetsontwerp houdende de aanpassing van de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2013 (2769/1+6)

22 Projet de loi contenant l'ajustement du budget des Voies et Moyens de l'année budgétaire 2013 (2769/1+6)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

 

(Stemming/vote 2)

Ja

87

Oui

Nee

45

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

132

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2769/7)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2769/7)

 

23 Wetsontwerp houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2013 (2770/1+2)

23 Projet de loi contenant le premier ajustement du budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2013 (2770/1+2)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

87

Oui

Nee

45

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

132

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2770/5)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2770/5)

 

24 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 20 juli 1955 houdende instelling van een Nationale Raad voor de Coöperatie (2758/3)

24 Projet de loi modifiant la loi du 20 juillet 1955 portant institution d'un Conseil national de la Coopération (2758/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

96

Oui

Nee

1

Non

Onthoudingen

34

Abstentions

Totaal

131

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2758/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2758/4)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

24.01  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik heb voor gestemd.

 

25 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake pensioenen (2823/3)

25 Projet de loi portant des dispositions diverses en matière de pensions (2823/3)

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

96

Oui

Nee

1

Non

Onthoudingen

34

Abstentions

Totaal

131

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2823/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2823/4)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

26 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat betreft de termijn bij een vervangend verval van het recht tot sturen (1777/1)

26 Proposition de loi modifiant la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière en ce qui concerne la durée de la déchéance subsidiaire du droit de conduire (1777/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

131

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

132

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (1777/3)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (1777/3)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

26.01  Kristof Waterschoot (CD&V): Ik heb voor gestemd, mijnheer de voorzitter.

 

Le président: Dont acte.

 

27 Proposition de rejet faite par la commission de l'Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques de la proposition de loi modifiant l'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire en ce qui concerne l'emploi des langues au cours de l'examen de conduite (849/1)

27 Voorstel tot verwerping door de commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven van het wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs voor wat betreft het taalgebruik bij het rijexamen (849/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 7)

Ja

99

Oui

Nee

32

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

132

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de loi n° 849/1 est donc rejetée.

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het wetsvoorstel nr. 849/1 is dus verworpen.

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

28 Aangehouden amendement op het wetsvoorstel tot versterking van de transparantie, de onafhankelijkheid en de geloofwaardigheid van de beslissingen en adviezen op het vlak van de gezondheid, de ziekteverzekering, de veiligheid van de voedselketen en het leefmilieu (nieuw opschrift) (2041/1-6)

28 Amendement réservé à la proposition de loi visant à renforcer la transparence, l'indépendance et la crédibilité des décisions prises et avis rendus dans le domaine de la santé publique, de l'assurance-maladie, de la sécurité de la chaîne alimentaire et de l'environnement (nouvel intitulé) (2041/1-6)

 

Stemming over amendement nr. 11 van Thérèse Snoy et d'Oppuers cs tot invoeging van een artikel 4/1(n).(2041/4)

Vote sur l'amendement n° 11 de Thérèse Snoy et d'Oppuers cs tendant à insérer un article 4/1(n).(2041/4)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 8)

Ja

10

Oui

Nee

110

Non

Onthoudingen

12

Abstentions

Totaal

132

Total

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

29 Geheel van het wetsvoorstel tot versterking van de transparantie, de onafhankelijkheid en de geloofwaardigheid van de beslissingen en adviezen op het vlak van de gezondheid, de ziekteverzekering, de veiligheid van de voedselketen en het leefmilieu (nieuw opschrift) (2041/6)

29 Ensemble de la proposition de loi visant à renforcer la transparence, l'indépendance et la crédibilité des décisions prises et avis rendus dans le domaine de la santé publique, de l'assurance-maladie, de la sécurité de la chaîne alimentaire et de l'environnement (nouvel intitulé) (2041/6)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 9)

Ja

119

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

13

Abstentions

Totaal

132

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (2041/7)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (2041/7)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

30 Wetsontwerp tot wijziging van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wat betreft de nietigheden (41/11)

30 Projet de loi modifiant le titre préliminaire du Code de procédure pénale en ce qui concerne les nullités (41/11)

 

Geamendeerd door de Senaat

Amendé par le Sénat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 10)

Ja

110

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

22

Abstentions

Totaal

132

Total

 

Bijgevolg amendeert de Kamer het wetsontwerp. Het zal aan de Senaat worden teruggezonden. (41/12)

En conséquence, la Chambre amende le projet de loi. Il sera renvoyé au Sénat. (41/12)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

31 Wetsontwerp houdende bestraffing van de exploitatie van bedelarij en van prostitutie, mensenhandel en mensensmokkel in verhouding tot het aantal slachtoffers (2818/3)

31 Projet de loi portant répression de l'exploitation de la mendicité et de la prostitution, de la traite et du trafic des êtres humains en fonction du nombre de victimes (nouvel intitulé) (2818/3)

 

Overgezonden door de Senaat

Transmis par le Sénat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 11)

Ja

132

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

132

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2818/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2818/4)

 

32 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, wat (…) de bijeenroeping van de algemene vergadering betreft (338/8)

32 Projet de loi modifiant la loi du 27 juin 1921 sur les associations sans but lucratif, les associations internationales sans but lucratif et les fondations en ce qui concerne (…) la convocation de l'assemblée générale (338/8)

 

Geamendeerd door de Senaat

Amendé par le Sénat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 12)

Ja

132

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

132

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (338/10)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (338/10)

 

33 Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen, wat de waarborgen van de schuldeisers bij een kapitaalherschikking betreft (2800/3)

33 Proposition de loi modifiant le Code des sociétés, concernant les garanties des créanciers en cas de réorganisation du capital (2800/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 13)

Ja

128

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

128

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (2800/4)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (2800/4)

 

34 Wetsontwerp betreffende de bescherming tegen valsemunterij en de handhaving van de kwaliteit van de geldomloop (2771/4)

34 Projet de loi relatif à la protection contre le faux monnayage et au maintien de la qualité de la circulation fiduciaire (2771/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 14)

Ja

98

Oui

Nee

23

Non

Onthoudingen

10

Abstentions

Totaal

131

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2771/5)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2771/5)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

35 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 12 mei 2004 tot regeling van een beroepsprocedure in het kader van de bescherming tegen valsemunterij (2772/1)

35 Projet de loi modifiant la loi du 12 mai 2004 organisant une procédure de recours dans le cadre de la protection contre le faux monnayage (2772/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 15)

Ja

130

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

130

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2772/3)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2772/3)

 

36 Wetsontwerp tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen (2821/3)

36 Projet de loi modifiant diverses dispositions relatives au statut des militaires (2821/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 16)

Ja

132

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

132

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2821/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2821/4)

 

37 Wetsontwerp betreffende de wijziging van de Overeenkomst tot oprichting van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (2831/1)

37 Projet de loi portant sur la modification de l'Accord portant création de la Banque européenne pour la Reconstruction et le Développement (2831/1)

 

Overgezonden door de Senaat

Transmis par le Sénat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 17)

Ja

110

Oui

Nee

10

Non

Onthoudingen

10

Abstentions

Totaal

130

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2831/3)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2831/3)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

38 Adoption de l’ordre du jour

38 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.

Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.

 

À la demande de la ministre de la Justice, je vous propose de reporter le projet de loi complétant les articles 382ter et 433novies du Code pénal, ainsi que l'article 77sexies de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, relativement à la confiscation des immeubles (nos 2819/1 et 2) à une séance ultérieure.

Op verzoek van de minister van Justitie stel ik u voor het wetsontwerp tot aanvulling van de artikelen 382ter en 433novies van het Strafwetboek, en van artikel 77sexies van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met betrekking tot de verbeurdverklaring van de onroerende goederen (nrs. 2819/1 en 2) tot een volgende vergadering uit te stellen.

 

Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.

Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.

 

La séance est levée. Prochaine séance le mercredi 19 juin 2013 à 14.15 heures.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering woensdag 19 juni 2013 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 19.09 heures.

De vergadering wordt gesloten om 19.09 uur.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 53 PLEN 148 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 53 PLEN 148 bijlage.

 

 

 


Détail des votes nominatifs

 

Detail van de naamstemmingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

Oui        

087

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, Dierick Leen, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Perpète André, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

Non        

044

Nee

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Bracke Siegfried, Calvo y Castañer Kristof, Clerfayt Bernard, Coudyser Cathy, De Bont Rita, Dedecker Peter, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Goyvaerts Hagen, Jadot Eric, Jambon Jan, Lahssaini Fouad, Logghe Peter, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Ponthier Annick, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

Abstentions

001

Onthoudingen

 

Louis Laurent

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

Oui        

087

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, Dierick Leen, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Perpète André, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

Non        

045

Nee

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Bracke Siegfried, Calvo y Castañer Kristof, Clerfayt Bernard, Coudyser Cathy, De Bont Rita, Dedecker Peter, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Goyvaerts Hagen, Jadot Eric, Jambon Jan, Lahssaini Fouad, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Ponthier Annick, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

Oui        

087

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, Dierick Leen, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Perpète André, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

Non        

045

Nee

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Bracke Siegfried, Calvo y Castañer Kristof, Clerfayt Bernard, Coudyser Cathy, De Bont Rita, Dedecker Peter, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Goyvaerts Hagen, Jadot Eric, Jambon Jan, Lahssaini Fouad, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Ponthier Annick, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

ui        

096

Ja

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Perpète André, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

Non        

001

Nee

 

Louis Laurent

 

Abstentions

034

Onthoudingen

 

Annemans Gerolf, Bracke Siegfried, Clerfayt Bernard, Coudyser Cathy, De Bont Rita, Dedecker Peter, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Jambon Jan, Logghe Peter, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Ponthier Annick, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Thiéry Damien, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

Oui        

096

Ja

 

Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Ponthier Annick, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vercamer Stefaan, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

Non        

001

Nee

 

Louis Laurent

 

Abstentions

034

Onthoudingen

 

Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Bracke Siegfried, Calvo y Castañer Kristof, Clerfayt Bernard, Coudyser Cathy, Dedecker Peter, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo, Gerkens Muriel, Jadot Eric, Jambon Jan, Lahssaini Fouad, Luykx Peter, Maertens Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 006

 

Oui        

131

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Collard Philippe, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Ponthier Annick, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Uyttersprot Karel, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

001

Onthoudingen

 

Waterschoot Kristof

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 007

 

Oui        

099

Ja

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Perpète André, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

Non        

032

Nee

 

Annemans Gerolf, Bracke Siegfried, Coudyser Cathy, De Bont Rita, Dedecker Peter, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Jambon Jan, Logghe Peter, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Ponthier Annick, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

Abstentions

001

Onthoudingen

 

Louis Laurent

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 008

 

Oui        

010

Ja

 

Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Calvo y Castañer Kristof, De Vriendt Wouter, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Jadot Eric, Lahssaini Fouad, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Van Hecke Stefaan

 

Non         

110

Nee

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Collard Philippe, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dierick Leen, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Perpète André, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Uyttersprot Karel, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

Abstentions

012

Onthoudingen

 

Annemans Gerolf, Clerfayt Bernard, De Bont Rita, De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Louis Laurent, Pas Barbara, Ponthier Annick, Thiéry Damien, Veys Tanguy

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 009

 

Oui        

119

Ja

 

Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Collard Philippe, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Ponthier Annick, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Uyttersprot Karel, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

013

Onthoudingen

 

Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Calvo y Castañer Kristof, Clerfayt Bernard, De Vriendt Wouter, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Jadot Eric, Lahssaini Fouad, Louis Laurent, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Van Hecke Stefaan

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 010

 

Oui        

110

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Collard Philippe, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dierick Leen, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Perpète André, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Uyttersprot Karel, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

022

Onthoudingen

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Calvo y Castañer Kristof, Clerfayt Bernard, De Bont Rita, De Man Filip, De Vriendt Wouter, D'haeseleer Guy, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Goyvaerts Hagen, Jadot Eric, Lahssaini Fouad, Logghe Peter, Louis Laurent, Pas Barbara, Ponthier Annick, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Van Hecke Stefaan, Veys Tanguy

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 011

 

Oui        

132

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Collard Philippe, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Ponthier Annick, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Uyttersprot Karel, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 012

 

Oui        

132

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Collard Philippe, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Ponthier Annick, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Uyttersprot Karel, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 013

 

Oui        

128

Ja

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Collard Philippe, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Ponthier Annick, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Uyttersprot Karel, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 014

 

Oui        

098

Ja

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Perpète André, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

Non        

023

Nee

 

Bracke Siegfried, Coudyser Cathy, Dedecker Peter, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Wit Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo, Jambon Jan, Luykx Peter, Maertens Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

Abstentions

010

Onthoudingen

 

Annemans Gerolf, De Bont Rita, De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Louis Laurent, Pas Barbara, Ponthier Annick, Veys Tanguy

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 015

 

Oui        

130

Ja

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clerfayt Bernard, Collard Philippe, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Ponthier Annick, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Uyttersprot Karel, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 016

 

Oui        

132

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Collard Philippe, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Ponthier Annick, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Uyttersprot Karel, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 017

 

Oui        

110

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Collard Philippe, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dierick Leen, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Meire Laurence, Michel Charles, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Perpète André, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Uyttersprot Karel, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

Non        

010

Nee

 

Annemans Gerolf, De Bont Rita, De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Louis Laurent, Pas Barbara, Ponthier Annick, Veys Tanguy

 

Abstentions

010

Onthoudingen

 

Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Calvo y Castañer Kristof, De Vriendt Wouter, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Jadot Eric, Lahssaini Fouad, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Van Hecke Stefaan