Séance
plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 6 février 2014 Après-midi ______ |
van Donderdag 6 februari 2014 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14.26 heures et présidée par M. André Flahaut.
De vergadering wordt geopend om 14.26 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Pieter
De Crem, Monica De Coninck, Melchior Wathelet.
Minneke De Ridder, Flor
Van Noppen, pour raisons de santé / wegens gezondheidsredenen;
Gerolf Annemans, Charles
Michel, pour devoirs de mandat / wegens ambtsplicht;
Roel Deseyn, OCDE / OESO;
Gerald Kindermans, OTAN / NAVO;
Kristof
Waterschoot, à l'étranger / buitenslands.
Sont absents: le premier ministre et le ministre des Affaires étrangères.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 5 février 2014, je vous propose de reporter la discussion du projet de loi modifiant la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l'État fédéral (nos 3283/1 à 4).
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 5 februari 2014, stel ik u voor de bespreking van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat (nrs 3283/1 tot 4) te verdagen.
Nous inscrirons ce point à l'ordre du jour lorsque nous aurons reçu l'avis de la Cour des comptes sur ce projet.
Je vous propose également sur avis conforme de la Conférence, de terminer nos travaux à 17 h 30, et de reporter les points non traités au mercredi 12 février 2014.
Ik stel u eveneens voor, overeenkomstig het advies van de Conferentie, onze werkzaamheden te beëindigen om 17 u 30 en de niet-behandelde punten te verdagen naar woensdag 12 februari 2014.
Pas d'observations? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
02 Application de l'article 50 du Règlement
02 Toepassing artikel 50 van het Reglement
Chers collègues, j'ai reçu à 13 h 10 un message de M. Van Hecke et de Mme Gerkens rédigé comme suit:
"Monsieur le président, à l'agenda de la séance plénière de ce jeudi après-midi figurent des questions d'actualité sur le salaire de la CEO de Belgacom posées par pas moins de huit groupes politiques.
Le Premier a fait des déclarations à ce sujet lors de la séance plénière du 9 janvier. Vu l'importance du dossier et les déclarations personnelles du Premier, nous estimons impératif que le Premier soit présent au moment du débat sur ce dossier.
Dès lors, le groupe Ecolo-Groen demande, par la présente, sur la base de l'article 50 de la Chambre, que la Chambre réquisitionne la présence du premier ministre Elio Di Rupo à la plénière de cet après-midi.
Je vous remercie d'avance et vous prie d'agréer nos salutations les plus distinguées."
Je signale que le sujet a été évoqué, hier, en Conférence des présidents. Le premier ministre avait informé, comme il se doit, le Parlement qu'il ne pouvait pas être présent aujourd'hui, accompagnant le Roi et la Reine à Paris pour une visite d'État. La Conférence des présidents avait acté cette situation.
J'ai eu ce matin M. Van Hecke au téléphone. Je lui ai répété ce que je viens de vous dire. Certaines questions avaient été adressées au premier ministre et d'autres à M. Labille. L'ensemble des questions a donc été renvoyé à M. Labille qui répondra tout à l'heure.
Le Règlement étant le Règlement, et je suis là pour faire veiller au respect du Règlement, un membre par groupe peut, en principe, à la suite de cette demande, intervenir pendant cinq minutes (Rgt, art. 48, 1, 6°). Je demande donc aux groupes de se signaler.
De heer Van Hecke, de heer Jambon, M. Louis… Mais monsieur Louis, vous n'êtes pas un groupe! Néanmoins, je veux bien faire une exception et vous accorder deux minutes de temps de parole.
Het woord is aan
de heer Van Hecke.
02.01 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega’s, we staan hier niet elke week op het spreekgestoelte om procedure-incidenten te veroorzaken door het Reglement toe te passen. De toelichting bij de reden waarom Ecolo en Groen de premier opvorderen, zal niet veel tijd vergen, geen vijf minuten.
Er zijn drie vaststellingen te doen. Ten eerste, vandaag interpelleren niet minder dan acht politieke fracties over het loon van de CEO van Belgacom. Het is duidelijk dat dit een heel belangrijk punt is aan het hoofd van de agenda in plenaire vergadering. Ten tweede, de premier heeft het dossier naar zich toe getrokken. Hij heeft hier in plenaire vergadering op 9 januari geantwoord op vragen daarover. Hij heeft letterlijk gezegd: “Het kernkabinet op 18 december 2013 heeft beslist om de verloning van de CEO van Belgacom te beperken tot maximaal 650 000 euro, met name een vaste verloning van 500 000 euro en een variabele verloning van maximaal 30 % van de vaste verloning." Vandaag blijkt dat niet het geval te zijn.
De premier is hier niet. We kunnen hem niet ondervragen over de uitspraken die hij heeft gedaan in de plenaire vergadering op 9 januari. Hij is hier niet vandaag. Collega’s, het moet me van het hart wat ik ook gisteren in de Conferentie van voorzitters heb opgemerkt: de premier is heel vaak afwezig de voorbije weken. We hebben dat nagegaan: 6 op 13 plenaire vergaderingen van het parlementaire jaar is hij niet aanwezig geweest. Soms was er een goede reden, zoals een Europese top, die we hem niet kwalijk kunnen nemen. Meegaan met de Koning op staatsbezoek naar Parijs kan men wel inschatten en regelen via de agenda. Wij vinden het onaanvaardbaar dat hij om die reden hier niet aanwezig is.
Praktische redenen kunnen ook niet worden ingeroepen. Met de Thalys staat men hier op anderhalf uur. Wij zijn bereid om tot 18, 19 of 20 uur te wachten tot de premier hier is. Dat is geen enkel probleem. Trouwens, er staan nog activiteiten op het programma na de plenaire vergadering. Er is dus tijd genoeg.
Ik besluit. Het dossier van de toplonen van Belgacom is een belangrijk dossier. De premier heeft er zich persoonlijk over uitgesproken en verklaringen afgelegd en wij wensen hem daarover te interpelleren. Daarom vragen wij op basis van artikel 50 van het Reglement dat de Kamer hem opvordert om naar hier te komen en te antwoorden op de vragen van alle fracties.
02.02 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, democratie primeert boven monarchie. Als zich enorme discussies in de regering ontspinnen, als de regering hier vrij sterke verklaringen over bepaalde thema’s aflegt, als men ziet dat die verklaringen in de praktijk met voeten worden getreden, dan moet de eerste minister hierover kunnen worden ondervraagd en niet de minister die onder vuur ligt.
Ik ondersteun daarom het verzoek van Ecolo-Groen om de eerste minister toch te ondervragen. Wij hebben geen enkel probleem. De Thalys rijdt toch, of Di Rupo daar nu op zit of niet. De ecologische voetprint komt dus zeker niet in gevaar. Daarom sluit ik mij aan bij het verzoek om de eerste minister deze namiddag nog naar de Kamer te vragen om uitspraken te doen over het verschil tussen de woorden en de daden van de regering.
02.03 Laurent Louis (indép.): Monsieur le président, M. Di Rupo se fait de plus en plus rare au sein du parlement, préférant assurément les voyages à l'étranger plutôt que répondre des actes de son gouvernement devant cette assemblée qui, idéalement rappelons-le, devrait être souveraine! Cependant, chacun sait que c'est loin d'être le cas actuellement.
Par ailleurs, M. Di Rupo a de plus en plus tendance à choisir les questions auxquelles il accepte de répondre.
Je sais qu'on est à quelques mois des élections. Je sais que sa politique est tellement désastreuse qu'il est très désavantageux pour lui de se présenter devant nous pour répondre de ses actes. Mais M. Di Rupo est quand même grassement payé et ce n'est pas pour détruire le pays ou fuir ses responsabilités par peur d'une sanction claire des électeurs en mai prochain.
Je soutiens donc le groupe Ecolo-Groen. Je partage également le point de vue de la N-VA.
Aujourd'hui. M. Di Rupo a peur. Cependant, nous n'avons pas besoin d'un premier ministre qui a peur, mais bien d'un premier ministre qui respecte ses concitoyens en venant s'expliquer devant ce parlement.
02.04 Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, ik wil aan de collega’s Jambon en Van Hecke toch zeggen dat hierover gisteren in de Conferentie van voorzitters niet zo veel te doen is geweest als vandaag het geval is.
Collega Jambon zou moeten weten dat in dit land monarchie altijd boven democratie komt. Op zich is dit dan ook geen verrassing.
De vraag is gericht aan de heer Labille. De N-VA-fractie heeft een gelijkaardige vraag gericht aan de heer Labille. Met de verkiezingen in aantocht begrijp ik dat Groen een nummertje wil opvoeren om de socialisten te pesten. Wij wensen ons daar niet bij aan te sluiten.
Uiteraard moet de premier zo veel mogelijk aanwezig zijn in dit Parlement op momenten als deze, maar aan zulke opportunistische nummertjes doen wij niet mee!
Le président: J'ai entendu les uns et les autres. Hier, en Conférence des présidents, nous avions décidé d'une manière de procéder. Aujourd'hui, je ne sais pour quelle raison, on revient sur ce dossier. Le Règlement prévoit qu'après avoir entendu les groupes qui souhaitaient s'exprimer, la Chambre se prononce pour savoir s'il faut réquisitionner le premier ministre ou pas.
Je demande à ceux qui sont pour la réquisition de se lever.
Épreuve contraire.
La demande est rejetée par assis et levé.
Het verzoek wordt bij zitten en opstaan verworpen.
Je vais donc signaler au premier ministre qu'il n'est pas obligé de revenir.
L’incident est clos.
02.05 Laurent Louis (indép.): Monsieur le président, cela n'a rien à voir avec cela.
Le président: De quoi s'agit-il? Qu'y a-t-il encore?
02.06 Laurent Louis (indép.): Monsieur le président, mon micro est coupé et j'ai mal à la gorge.
Le président: Prenez du Strepsils, monsieur Louis!
02.07 Laurent Louis (indép.): Monsieur le président, j'ai encore le droit de parler avec le micro.
Le président: Votre micro est maintenant branché. Vous voyez bien que la lumière rouge est allumée.
02.08 Laurent Louis (indép.): Monsieur le président, je voulais simplement dire que j'étais triste de voir que nous suspendions les débats à 17 h 30. Je viens de l'apprendre et ce, pour fêter des politiciens qui (…) à leur tête depuis trop longtemps (…)
Le président: Monsieur Louis, si c'est pour tenir de tels propos, je fais couper votre micro.
02.09 Laurent Louis (indép.): (micro coupé à la demande du président)
Le président: Malheureusement, monsieur Louis, cela ne figurera pas aux annales parlementaires.
02.10 Laurent Louis (indép.): (…)
03 Vraag van de heer Bert Wollants aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging over "de nieuwe vliegroutes" (nr. P2260)
03 Question de M. Bert Wollants au vice-premier ministre et ministre de la Défense sur "les nouvelles routes aériennes" (n° P2260)
03.01 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vice-eersteminister, collega’s, op het dossier van de vliegroutes en luchthavens hebben al heel veel leden hier in de Kamer hun tanden stukgebeten.
De heer Schouppe heeft een verdienstelijke poging gedaan om tot een luchthavenakkoord te komen. Zijn poging werd door de Vlaamse regering onder impuls van CD&V, de N-VA en sp.a ook gesteund, zij het onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat er ook een spreiding van de routes boven de Noordrand kwam.
Wat wij vandaag zien, is exact het omgekeerde. Twee routes zullen worden verschoven tot boven de Ring in de richting van Vlaanderen. Tegen de bundeling met de bestaande routes gaat zulks lijnrecht in.
Ten tweede, bij de Zuluroutes, die definitief zouden worden afgeschaft, moeten wij vaststellen dat dit niet gebeurt. Er wordt daarvan afgestapt, wat ingaat tegen de principes van het luchthavenakkoord, dat voor kortere routes en voor minder concentratie boven sterk bewoonde gebieden pleitte.
Het is tegen een dergelijke evolutie dat de Vlaamse regering, met Kris Peeters op kop, reageert. Zij reageert in de eerste plaats tegen Belgocontrol. Wij weten echter allen dat niemand, zeker niet bij Belgocontrol, iets doet zonder het fiat van de bevoegde staatssecretaris. Bijgevolg moet ik vaststellen dat de kritiek van Kris Peeters tegen de staatssecretaris is gericht.
Mijnheer De Crem, u en uw regering worden op dat vlak teruggefloten, wat went.
Ik heb een aantal vragen.
Ten eerste, het gaat hier duidelijk om een schending van het luchthavenakkoord. Heeft de regering daartoe de opdracht gegeven? Is het de staatssecretaris die zijn boekje te buiten is gegaan? Wat zal de regering tegen de genomen beslissing doen?
Ten tweede, wij hebben gisteren allen de kritiek van bijna alle Vlaamse partijen kunnen horen. Zij wierpen op dat er geen inspraak, geen overleg en geen impactstudie is geweest, en in een dossier als dit is dat dom, dat weten wij allemaal. Betekent dit, mijnheer de vice-eersteminister, dat de luchthavenakkoorden, door de genomen beslissing, in de vuilbak worden gegooid? Blijft u die beslissing verdedigen?
03.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, om te beginnen wil ik zeggen dat de eerste minister niet aanwezig kan zijn, zoals meegedeeld aan de Kamer, omdat hij de koning en de koningin vergezelt op een officieel bezoek aan Parijs, waar hij een onderhoud heeft met onder anderen de Franse president François Hollande. Hij heeft mij gevraagd om dat nogmaals aan de Kamer mee te delen en te onderstrepen dat zijn reden van afwezigheid werd meegedeeld aan de Conferentie van voorzitters.
Collega, u stelt een vraag over de problematiek met betrekking tot het standpunt van de Vlaamse regering en het verzoek dat is ingediend bij de Raad van State. De federale regering heeft, zoals u allen, vernomen dat de Vlaamse regering stappen heeft gezet bij de Raad van State. Momenteel kan ik u echter niet meer meedelen dan deze gegevens. Wij hebben niet meer details. Ik kan u evenmin meer zeggen over de eventuele stappen die de federale regering zal zetten met betrekking tot de juridische positie van de Vlaamse regering. Wij wachten op informatie die wij ter zake ook van Belgocontrol zullen ontvangen.
Er wordt ook een vraag gericht aan collega Wathelet door andere of misschien dezelfde collega’s. Hij zal in zijn antwoord een aantal technische details meedelen. Het standpunt van de regering zal echter worden gevormd op basis van de gegevens die zij ook van Belgocontrol heeft gekregen, zoals het in de voorbereiding van een dergelijke juridische procedure verloopt. Tot daar mijn antwoord.
03.03 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de vice-eersteminister, ik had verwacht dat u effectief een antwoord zou geven. Het lijkt mij immers niet onwaarschijnlijk dat u zowel het nummer van mevrouw Schauvliege als dat van de heer Peeters hebt, dat zij u af en toe contacteren over dossiers en dat u zou kunnen overleggen.
Dat overleg heeft echter niet plaatsgevonden. Men heeft ervoor gekozen om de Vlaamse regering helemaal niet te raadplegen. U geeft dus vrij spel aan de heer Touwaide en aan de heer Wathelet om het verkiezingsprogramma van cdH te realiseren. Ik vind dat bijzonder jammer.
Ik kan maar één oproep doen aan de weinige Vlamingen die de regering ondersteunen: kom af en toe eens op voor de mensen die u hebben verkozen. Ik doe hierbij een oproep aan de heer De Croo, aan mevrouw De Coninck, aan de heer De Crem: los het op! Kom op voor zij die voor u hebben gestemd, als er dat nog velen zijn.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Hans Bonte aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "de vliegroutes boven Zaventem" (nr. P2279)
04 Question de M. Hans Bonte au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "les routes aériennes au-dessus de Zaventem" (n° P2279)
04.01 Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de staatssecretaris, ik was wat verbaasd over het antwoord van minister De Crem, die aankondigt dat er een aantal technische gegevens zullen worden verschaft. Ik had het aanvoelen dat hij betwijfelt dat minister-president Peeters effectief naar de Raad van State zal trekken. Men heeft nochtans klaar en duidelijk aangekondigd dat dit zal gebeuren. Mijnheer Wathelet, misschien moet u de technische gegevens eens bezorgen. Een aantal burgemeesters hebben u op 2 augustus uitgenodigd voor overleg, maar wij hebben zelfs geen ontvangstmelding gekregen.
Feit is dat een moeilijk tot stand gekomen compromis, dat ook deels verlammend gewerkt heeft in vorige regeringen, deels om zeep wordt geholpen door de eenzijdige invoering van een aantal technische zaken die tot gevolg hebben dat men effectief een grotere concentratie heeft boven de Noordrand en dat men op Vlaams grondgebied niet in staat is om een spreiding door te voeren. Met andere woorden, ik meen dat u aanleiding geeft tot een nieuwe politieke carrousel. Wij hebben het gezien. In weerwil van de CD&V-fractie in het Vlaams Parlement heeft de minister-president aangekondigd naar de Raad van State te zullen gaan.
Mijnheer de staatssecretaris, ik wil er toch op aandringen dat u wat duidelijkheid verschaft over een zinnetje dat mij intrigeerde in de media. U weigert elk commentaar, maar uw woordvoerder zegt: “Wathelet buigt niet.” Wat betekent dat? Betekent dit dat u weigert een overleg te organiseren, zoals het gezond verstand voorschrijft, tussen de federale overheid en de Vlaamse regering? Betekent het dat u blindelings Belgocontrol en Touwaide zult blijven volgen? Wat betekenen de drie woordjes “Wathelet buigt niet”?
04.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer Bonte, zoals velen hier hebt u zeker ons regeerakkoord gelezen. In het regeerakkoord werd vermeld dat de akkoorden van 2008 en 2010 die door mijn voorganger, de heer Schouppe, werden afgesloten, zullen worden uitgevoerd. Die akkoorden werden gesloten na overleg en discussie met de verschillende andere regeringen van ons land.
Het gaat dus niet alleen om de Vlaamse regering, maar ook om de Brusselse en de Waalse regering. Er zijn in dit land dus ook nog andere regeringen. Als het over de Vlaamse regering gaat, beginnen jullie te praten, maar jullie kunnen ook luisteren naar de andere regeringen in ons land. De Waalse regering is daar natuurlijk wel minder bij betrokken dan de twee andere. U begrijpt waarom.
Na verschillende contacten en overleg heeft de heer Schouppe twee akkoorden gesloten, in 2008 en 2010. Ik zal, in het volle respect voor ons regeerakkoord, die akkoorden uitvoeren. Ik zal daarin geen bocht maken, ik zal die uitvoeren. De prioriteit daarbij is duidelijk de veiligheid. Dat heb ik ook al in de commissie gezegd. Ik zal geen enkel risico nemen wat de uitvoering van die akkoorden betreft. Veiligheid blijft mijn prioriteit. Met volle respect voor de veiligheid zal ik die akkoorden volledig, globaal en integraal uitvoeren.
Ik hoor inderdaad verschillende mensen of regeringen die daarmee enkele problemen hebben. Ik heb via de pers vernomen dat de Vlaamse regering een procedure zal starten bij de Raad van State, maar ik weet niet op welke basis, tegen wat en zelfs niet tegen wie. Is het tegen Belgocontrol of de AIP? Ik heb, zoals u, de pers gelezen. Ik veronderstel dat er ooit een procedure zal worden gestart. Na de start van die procedure zal ik misschien begrijpen waarom zij problemen hebben.
Ik heb ook gelezen dat andere regeringen problemen hebben met de uitvoering van de akkoorden. Er zijn ook nog andere Vlamingen, die niet in de Noordrand wonen, die eveneens problemen hebben met die akkoorden, maar er is een spreiding en die is, wat de hinder betreft, evenwichtig. Er zijn nu eenmaal vliegtuigen en voor de bevolking die dicht bij de luchthaven woont, brengen die lasten met zich mee. Die lasten moeten op een evenwichtige manier worden gespreid en dat zal ik blijven doen.
Ik zal deze akkoorden, zoals vermeld in het regeerakkoord, blijven uitvoeren, in het volle respect voor de veiligheid, in het volle respect voor de adviezen van Belgocontrol en in het volle respect voor het regeerakkoord. Ik zal op dat vlak zeker geen bocht nemen.
04.03 Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, u hebt een opsomming gegeven van de regeringen die dit land rijk is, maar u maakt de Belgen iets wijs, namelijk dat u bezig bent met een correcte uitvoering van een moeilijk compromis. U zegt dat u het compromis correct uitvoert, maar dat is hoegenaamd niet het geval en dat werd u reeds bij herhaling duidelijk gemaakt, ook door de Vlaamse overheid en de andere regio’s. Een evenwichtige spreiding is inderdaad een van de vijf principes van de twee akkoorden, maar de concentratie is nog nooit zo groot geweest en de macht van de regio om de vluchten te spreiden is nog nooit zo beperkt geweest.
Mijnheer de staatssecretaris, ik heb u één politieke vraag gesteld. “Wathelet buigt niet”, heb ik geciteerd. In een deftig land, met mensen die inderdaad die regeringen respecteren, gaat men in overleg als er problemen zijn in plaats van te forceren dat een rechter een uitspraak moet doen.
(Rumoer)
Het incident is gesloten.
- M. Benoît Drèze au vice-premier ministre et ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord sur "l'index" (n° P2261)
- M. Stefaan Vercamer au vice-premier ministre et ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord sur "l'index" (n° P2262)
- M. Wouter De Vriendt au vice-premier ministre et ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord sur "l'index" (n° P2263)
- de heer Benoît Drèze aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over "de index" (nr. P2261)
- de heer Stefaan Vercamer aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over "de index" (nr. P2262)
- de heer Wouter De Vriendt aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over "de index" (nr. P2263)
05.01 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, je remercie les orateurs précédents d'avoir chauffé la salle!
Monsieur le ministre, ce matin, la presse relayait le blocage entre les partenaires sociaux concernant l'index, sujet sensible et ô combien important.
En réalité, l'essentiel a été fait puisqu'un accord a été conclu fin de l'année dernière sur une réforme du calcul de l'index. Un différend subsiste concernant un coefficient d'adaptation entre l'ancien système et le nouveau.
Cette matière est du ressort du Conseil National du Travail qui, apparemment, n'est pas parvenu à un accord. Il semblerait que le Groupe des 10 ait été mandaté pour déminer le dossier. La presse indique qu'ils se sont encore réunis hier jusque tard dans la soirée sans trouver de solution.
L'impact est potentiellement très important puisque les salaires sont liés à l'index. Dans certains secteurs, l'indexation peut même être appliquée tous les mois, ce qui pourrait éventuellement poser problème dans les jours à venir. Cela a également des conséquences sur les allocations sociales, les loyers, les pensions alimentaires. De justesse, un accord pragmatique a permis de verser les pensions alimentaires qui n'auraient pas pu l'être en l'absence de coefficient, ce qui bloque certains calculs.
De surcroît, il faut tenir compte des impacts budgétaires. Si en pourcentage, on parle d'une divergence de vues infime entre les représentants des patrons d'un côté et les représentants des travailleurs de l'autre, un petit coefficient appliqué sur toute la masse salariale représenterait plusieurs dizaines, voire plusieurs centaines de millions d'euros qui se retrouveraient soit dans la poche des travailleurs, soit dans celle des patrons.
Je lis dans la presse que cette matière est du ressort exclusif des partenaires sociaux et que votre cabinet aurait indiqué que vous ne pouviez pas prendre la main. J'ai entendu par ailleurs à la radio ce matin, sur la chaîne publique francophone, que vous auriez annoncé prendre le relais demain s'il n'y avait pas d'accord mais cette information est peut-être inexacte.
Monsieur le ministre, vu ces incertitudes, mes questions sont les suivantes.
Confirmez-vous le retard dans la publication de l'index qui aurait dû avoir lieu le 30 janvier? Confirmez-vous le désaccord entre les partenaires sociaux et la saisine du Groupe des 10? Confirmez-vous qu'un accord devrait intervenir pour demain au plus tard? Avez-vous la capacité juridique de prendre des mesures en cas de blocage? Comptez-vous en prendre? Plus fondamentalement, quelles seraient les conséquences pratiques dans le monde du travail et pour les citoyens de la persistance éventuelle d'un blocage?
05.02 Stefaan Vercamer (CD&V): Mijnheer de vice-eersteminister, de nieuwe index is een heel belangrijk dossier. Een akkoord erover tussen de sociale partners is onontbeerlijk. Vanmorgen had ik nog hoop dat er vanmiddag een akkoord zou worden aangekondigd, want de website van de FOD Economie meldde toen nog dat het nieuwe indexcijfer op 6 februari om 14 u 00 gepubliceerd zou worden. Vanmiddag bleek dit ijdele hoop. Men heeft de website intussen aangepast. Nu staat er te lezen dat de sociale partners nog enkele dagen nodig zullen hebben om tot een akkoord te komen en dat de nieuwe index gepubliceerd zal worden op dinsdag 11 februari om 14 u 00.
De geloofwaardigheid van de sociale partners komt daardoor zwaar in het gedrang. Ik ben een believer in het sociaal overleg en ik hoopte dat men een nieuw elan zou vinden na het akkoord over arbeiders en bedienden. Het dossier inzake de nieuwe index is niet alleen belangrijk voor de loonvorming en voor de sociale uitkeringen, bij uitstek het terrein van de sociale partners, maar ook voor onze begroting en voor onze openbare financiën.
Er is nochtans afgesproken dat men niet zou raken aan het mechanisme van de index, namelijk dat lonen blijvend aangepast worden aan de levensduurte. Wel wil men de indexkorf actualiseren en aanpassen aan het reële consumptiegedrag van vandaag. Over dit basisakkoord is men het eens, maar over de toepassing lijkt men het niet eens te geraken, en dat valt te betreuren.
De sociale partners zitten voor vele dossiers terecht mee aan tafel. Dat is een goede zaak, zolang iedereen zijn verantwoordelijkheid opneemt. Men moet ook zijn verantwoordelijkheid durven op te nemen in moeilijke dossiers, in moeilijke tijden. Men heeft een voorbeeldfunctie te vervullen. Men moet zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen in dit dossier. Als men daar niet toe in staat is, moeten wij ons toch eens bezinnen over de werkrelatie tussen de sociale partners.
Mijnheer de minister, wat is de jongste stand van zaken inzake het sociaal overleg over de index? Is dinsdag 11 februari de ultieme datum voor een akkoord? Wat zal de regering doen als er tegen volgende week dinsdag geen akkoord is, gelet op de zware gevolgen die dit kan hebben voor onze begroting en onze financiën?
05.03 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega’s, mijnheer de minister, dit debat gaat niet over de vraag of wij voor dan wel tegen de index zijn. De mensen kennen de posities van de verschillende politieke partijen ondertussen wel. Partijen als N-VA en Open Vld willen van het indexsysteem, zoals het vandaag bestaat, af. Zij willen het helder principe loslaten dat wanneer de prijzen stijgen, ook de lonen en pensioenen mee moeten stijgen. Groen is van dit principe wel heel duidelijk voorstander. Wij zullen niet raken aan de index omdat de index volgens ons de koopkracht van de mensen beschermt. De index heeft ervoor gezorgd dat de binnenlandse consumptie in ons land op peil is gebleven, zelfs ten tijde van een economische crisis.
Het debat gaat wel over de vraag of de index nog representatief is. Wat moet de index doen? De index moet ervoor zorgen dat het loon of het pensioen stijgt als de prijs van een volle winkelkar in de supermarkt stijgt. Dat doet de index hoe langer hoe minder door het foefelen en door de uitholling van de index door de regering-Di Rupo en door u als bevoegd minister.
Ik geef twee voorbeelden. Een eerste manipulatie is gebeurd toen de regering merkte dat de prijzen van energie, zoals gas en elektriciteit, begonnen te stijgen. De regering wilde die prijsstijgingen afvlakken door een gemiddelde te nemen van een jaar. Toen de prijzen begonnen te dalen, besliste men maar gauw om het toch bij de oude methode te houden. Een tweede manipulatie is de beslissing om vanaf 2013 de soldenprijzen mee in rekening te brengen. Op zich is dat verdedigbaar. Er werd echter beslist om de soldenprijzen van 2013 te vergelijken met de gewone prijzen van 2012, waardoor de conclusie luidt dat de prijzen eigenlijk niet zo fel waren gestegen. Niet moeilijk, als u zich baseert op soldenprijzen! Dergelijke methodologische ingrepen van de regering hebben ervoor gezorgd dat de index kunstmatig naar beneden werd gedrukt en dat de stijging van de prijzen niet weerspiegeld werd in de stijging van de lonen van de mensen, en van de uitkeringen en de pensioenen.
Die manipulatie zorgt volgens mij ook voor wantrouwen bij de sociale partners. De sociale partners weten immers niet wat deze regering eigenlijk van plan is. Volgen er nog herzieningen van de indexmethodologie? Komt er nog een kunstmatige ingreep om de index zo laag mogelijk te houden?
Laten wij de index houden voor wat hij is, neutraal, niet meer, niet minder dan een correcte afspiegeling van de prijzen, zodat de mensen het in hun portemonnee voelen. Als de prijzen stijgen, stijgt ook hun loon of hun pensioen. Dat is een eerlijk en rechtvaardig principe dat wij hier te allen tijde zullen blijven verdedigen.
05.04 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, chers collègues, j'ai relevé plusieurs questions et diverses observations.
De heer De Vriendt had het over 2013. De index heeft nog nooit zo correct de evolutie van de koopkracht weergegeven als vandaag.
Daarvoor hebben wij de wijziging in verband met de solden gedaan. Eurostat vroeg daar al tien jaar om en aanvaardde onze inflatiecijfers al jarenlang niet meer, omdat, als men de fictie aanhoudt dat er geen solden zijn, men die index ondergraaft.
Het was meer dan nodig dat wij de index hebben aangepast. Dat is een correcte werkwijze. Op het moment van de solden liggen de prijzen lager en daarmee mag in de index rekening worden gehouden.
De volgende aanpassing betrof de energieprijzen. Dat is een vraag geweest van werkgevers en werknemers en ze werd goedgekeurd door werkgevers en vakbonden. Daardoor wordt de prijsstijging op een correctere manier weergegeven, omdat er rekening mee wordt gehouden dat men in december en januari meer energie verbruikt en die maanden dus meer moeten doorwegen.
Dat zijn tot op vandaag de enige twee aanpassingen. Inzake de solden hebben de vakbonden zich niet akkoord verklaard. Wat de energieprijzen betreft, waren ze zelfs vragende partij.
C'est en octobre qu'a commencé l'enquête sur le budget des familles. Jusqu'à ce jour, toutes les décisions ont été prises par les partenaires sociaux au sein de la Commission de l'indice et le gouvernement n'est jamais intervenu dans cette procédure.
De nieuwe methodiek, de nieuwe korf, de nieuwe berekening is door de Indexcommissie vastgelegd, zonder dat de regering daar een jota aan heeft veranderd. Het nieuwe indexcijfer is bekend en werd vastgelegd door de Indexcommissie.
Il s'agit d'un travail assez important: la modernisation de la méthodologie, via les nouveautés informatiques, donnera plus de temps aux inspecteurs pour contrôler les prix, ce qui leur est quasiment impossible aujourd'hui. Il s'agit d'un accord conclu entre patrons et syndicats. Nous disposons donc d'un nouveau chiffre.
Que reste-t-il à réaliser? Une seule chose: la conversion de l'ancien chiffre en ce nouveau chiffre.
En fait, tous les huit ans, cette discussion dure des mois. Une fois, elle a même duré jusqu'en mars avant que l'on parvienne à déterminer la conversion.
Wat zal de regering doen? De regering blijft erop aandringen dat de sociale partners daar een akkoord over sluiten. De regering kan op het einde van de rit verplicht worden in te grijpen en zelf beslissen.
Nous ne pouvons pas rester sans décision d'ici mars, cela causerait des problèmes à tous les salariés censés bénéficier d'une indexation en février. Mais le gouvernement n'a pas fixé de date. Les partenaires sociaux ont demandé de patienter jusqu'à mardi pour tenter de trouver un accord.
Ze hopen dinsdag een akkoord tot stand te brengen. Als ze een akkoord kunnen bereiken, wat wij hopen, dan is heel de indexhervorming met de nieuwe methodiek, de nieuwe korf en de conversie gebaseerd op een volledig akkoord tussen werkgevers en werknemers. Dat hopen wij ten zeerste.
05.05 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie d'avoir apporté des réponses concrètes et d'avoir rassuré. Je pense effectivement, comme la presse le relaie, qu'il n'y a pas de péril à très court terme. C'était l'objet de ma question. Nous savons que nous avons quelques semaines devant nous.
Quant à ce que j'ai entendu ce matin à la radio, c'était non fondé. Le ministre ne va pas intervenir d'autorité dans les vingt-quatre heures. Comme le ministre, j'ai été étonné des propos d'Ecolo-Groen qui non seulement ne sont pas fondés, mais portent en outre atteinte au crédit des partenaires sociaux. Je suis content que nous n'ayons pas laissé passer ces propos.
05.06 Stefaan Vercamer (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik deel uw hoop om zo snel mogelijk tot een akkoord te komen, want hoe groter het draagvlak, hoe beter en dan zeker voor een dergelijk dossier. Ik hoop dat wij zo snel mogelijk tot een akkoord komen met de sociale partners.
Mag dit echter een oproep zijn aan die sociale partners om ook in andere dossiers snel hun verantwoordelijkheid op te nemen? Er liggen immers nog heel wat dossiers op tafel. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de afwikkeling van het eenheidsstatuut. Het wordt tijd dat de sociale partners tijdig hun verantwoordelijkheid opnemen.
05.07 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik wil beginnen met een van uw opmerkingen, met name dat het maar logisch is om de soldenprijzen mee in rekening te brengen. Uiteraard. Ik heb dit hier zelf trouwens ook aangehaald. Als men de soldenprijzen van 2013 mee in rekening brengt, moet men ze vergelijken met de soldenprijzen van 2012 en niet met de gewone prijzen van 2012.
Dit indexsysteem is hoe langer hoe meer een index van de Aldi aan het worden. Het is geen correcte afspiegeling meer van de prijzen en de prijsstijgingen die mensen voelen in hun portemonnee. Wij willen dat de instrumentalisering van de index voor eigen belangen stopt en dat men er een neutraal mechanisme van maakt. Als de prijs van de winkelkar in de supermarkt stijgt, moet men dit ook voelen in het loon en het pensioen.
Mijnheer de minister, durft u te zeggen dat de prijzen sinds de laatste indexering, die in september 2012 plaatsvond, niet meer zijn gestegen? Durft u dat werkelijk te zeggen? Het VBO, Agoria en zelfs uw eigen FOD Economie hebben de impact berekend van uw methodologische kunstgrepen. De prijzen zijn wel degelijk gestegen, maar de index is niet gevolgd door de kunstgrepen die u hebt doorgevoerd. Mijnheer de minister, dat is iets wat wij niet en nooit kunnen aanvaarden.
05.08 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, de FOD Economie heeft effectief de prijsevolutie berekend. Het resultaat was net het omgekeerde van wat u zegt, mijnheer De Vriendt. Dit staat op papier. Ik kan u dit laten bezorgen. De prijzen zijn met 0,12 % minder gestegen dan het indexcijfer. Dat is de waarheid.
U geeft de indruk dat er allerlei zaken zijn gebeurd. Alle cijfers zijn gevalideerd door vakbonden en patroons. De index is nog nooit zo correct geweest. De prijzen zijn iets trager gestegen dan de index van de consumptieprijzen. Dat staat zwart op wit op papier.
05.09 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik heb de cijfers van het VBO en van Agoria bij mij. De impact van de niet-spreiding van de prijzen van gas en elektriciteit op de lonen en de pensioenen van de mensen bedraagt –0,18 %. Een deel van de prijsstijgingen wordt dus niet in de stijging van de lonen en de pensioenen gereflecteerd. De impact van de onjuiste berekening van de soldenprijzen op de lonen en de pensioenen van de mensen bedraagt –0,24 %.
Het begint te tellen, mijnheer de minister! De prijzen stijgen, maar de lonen en de pensioenen niet.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Barbara Pas aan de minister van Justitie over "de opsporing en de vervolging van het misdrijf genitale verminking" (nr. P2264)
06 Question de Mme Barbara Pas à la ministre de la Justice sur "la recherche et la poursuite des délits de mutilation génitale" (n° P2264)
06.01 Barbara Pas (VB): Mevrouw de minister, vandaag is het de Internationale Dag tegen vrouwelijke genitale verminking. Het gaat om barbaarse praktijken waarbij de slachtoffers, vaak nog heel jong, niet alleen fysiek, maar ook psychisch voor het leven worden verminkt. Het is heel triestig om vandaag te moeten vaststellen dat genitale verminking bij vrouwen en jonge meisjes maar niet uitgeroeid raakt. Integendeel, door de massale import van migranten uit Afrika, moslimlanden in het Midden-Oosten en moslimlanden in Azië krijgen die barbaarse praktijken ook hier steeds meer voet aan de grond.
Het aantal besneden vrouwen in België werd in 2007 geschat op 6 260. In 2012 zouden het er al meer dan 13 000 zijn. Dat is een verdubbeling, op vijf jaar tijd. Maar liefst 4 000 jonge meisjes in dit land lopen het risico om gruwelijk verminkt te worden. Dat zijn vreselijke cijfers. Ook al is, volgens artikel 409 van het Strafwetboek, vrouwenbesnijdenis in België expliciet verboden sinds 2001, toch zijn er steeds meer meldingen dat men zich ook in dit land steeds meer schuldig maakt aan die barbaarse praktijken. Het blijft helaas niet bij reclame maken voor vrouwenbesnijdenissen in de preken van Brusselse imams, ook in de praktijk worden vrouwenbesnijdenissen hier clandestien toegepast.
Mevrouw de minister, welke acties inzake opsporing worden er concreet ondernomen? Wordt er een prioriteit van gemaakt? Is er een procureur-generaal specifiek bevoegd voor die problematiek? Hoeveel daders, zowel vrouwen die het toepassen als mannen die vrouwen daartoe aanzetten, werden er ondertussen al vervolgd?
06.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, geachte collega’s, het is voor ieder van ons duidelijk dat genitale verminking een schande is. Het is een aanslag op het vrouw-zijn. Het brengt voor een vrouw niet alleen grote psychische problemen mee, maar ook grote fysieke problemen. Terwijl de genitale verminking plaatsvindt, vaak zonder verdoving, worden er ook vaak mensenlevens op het spel gezet.
In ons Nationaal Actieplan ter bestrijding van partnergeweld en andere vormen van intrafamiliaal geweld 2010-2014 is dit dossier een van de prioriteiten. Ons opsporings- en vervolgingsbeleid vormt het sluitstuk van de gerechtelijke vervolging, maar het moet vooral ook een afschrikeffect hebben op de mensen, zodat zij het niet meer doen.
Het aantal geregistreerde feiten blijft zeer beperkt. Wat is de reden daarvan? Wij zagen in 2012 een stijging, maar het aantal bleef beperkt, in vergelijking met het aantal mensen dat ermee te maken zou kunnen hebben. Waarom was er in 2012 een stijging? Omdat wij in 2011 het spreekrecht hebben ingevoerd. Het probleem is immers dat veel vrouwen genitale verminking niet durven aangeven omdat het een essentieel onderdeel is van hun cultuur. Zij zijn te bang om naar de politie te stappen. Wij merken trouwens ook in andere dossiers die te maken hebben met de intimiteit van personen dat er een black box is bij de politie.
Daarom hebben wij het spreekrecht ingevoerd, dat maakt dat elke actor – het ziekenhuis, de arts, de medewerkers van Kind en Gezin, de politie of het parket – zijn verantwoordelijkheid kan opnemen en klacht kan indienen.
Uiteraard is er altijd medewerking nodig voor een goed vervolgingsbeleid. Inderdaad, zoals u zegt, om artikel 409 van het Strafwetboek te kunnen toepassen, is de medewerking van het slachtoffer nodig. Het is dus van belang, naast het sluitstuk van het Nationaal Actieplan en naast de initiatieven die wij al genomen hebben, te blijven sensibiliseren en te blijven zeggen dat genitale verminking onaanvaardbaar moet zijn.
Dit is een belangrijk dossier voor ons. In 2011 is het spreekrecht ingevoerd. Sinds vorig jaar biedt het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding een opleiding “Seksuele delinquentie” aan, waarin genitale verminking vervat zit. Deze opleiding is verplicht voor alle tweedejaars magistraten. Zij maakt deel uit van de vervolgopleiding, precies om te sensibiliseren en ervoor te zorgen dat zulke klachten een hoge prioriteit krijgen binnen Justitie.
Wij hebben het wetgevend initiatief om ertegen op te treden, maar wij zien vooral dat de drempel om naar de politie of Justitie te stappen en aangifte te doen, nog altijd veel te hoog is.
Wij willen allemaal het punt van de genitale verminking op de agenda zetten. Wij hebben al een wetgevend initiatief, maar wij moeten vooral tegen elke vrouw die ermee te maken heeft, zeggen dat zij dit niet mag aanvaarden.
Dit raakt een vrouw in het meest essentiële van haar vrouw-zijn en de samenleving steunt vrouwen om aangifte te doen. Wij beschikken over een wettelijk arsenaal om te vervolgen en kunnen alle juridische steun verlenen waarop men recht heeft.
06.03 Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
U duidt aan hoe moeilijk het is om de medewerking van de slachtoffers te krijgen. Dat toont alleen maar aan hoe groot de psychische terreur is van de gemeenschappen waarin deze barbaarse praktijken zich voordoen.
U zegt dat het aantal gevallen hier beperkt is. Uiteraard betreft dat het aantal geregistreerde gevallen. Net omdat men het niet durft te melden, liggen de cijfers in de praktijk veel hoger dan het aantal gevallen dat u kunt registreren.
Ik ben blij dat u het probleem erkent. Ondanks de alarmerende en stijgende cijfers ontkent een aantal collega’s-ministers van u immers het licht van de zon en beweert dat het hier niet gebeurt.
Als ik hoor dat het ziekenhuis in Anderlecht vier gevallen per week binnenkrijgt voor nazorg en verzorging van complicaties, als ik de cijfers van mevrouw Onkelinx bekijk, waaruit blijkt dat de terugbetaling voor de nazorg en de behandeling van de complicaties op enkele jaren tijd met 35 % is toegenomen, dan kan ik niet anders dan vaststellen dat het probleem alleen maar groter is geworden.
U moet ervoor zorgen dat meisjes die hier geboren zijn en hier wonen niet meer aan zulke barbaarse praktijken worden onderworpen.
Preventie is nodig, maar dat alleen is niet voldoende. Er moet een afschrikeffect zijn. Er moeten voldoende maatregelen zijn, er moet meer controle zijn en er moeten meer opsporingen gebeuren. De pakkans moet worden verhoogd.
Alleen een harde aanpak en een verhoging van het afschrikeffect zijn volgens mij de meest effectieve middelen om deze gruwelijke barbaarse praktijken de wereld uit te helpen.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Carl Devlies aan de minister van Justitie over "het gebrek aan voortgang in fraudezaken" (nr. P2265)
07 Question de M. Carl Devlies à la ministre de la Justice sur "l'inaction dans les dossiers de fraude" (n° P2265)
07.01 Carl Devlies (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, in de loop van 2013 werd de publieke opinie verscheidene malen geconfronteerd met gerechtelijke uitspraken inzake dossiers van fiscale fraude of witwassen, waarin een rechtbank vaststelde dat er sprake was van een verjaring of van het overschrijden van de redelijke termijn. In de toelichtingen die ik u gaf in de commissie voor de Justitie, heb ik een aantal voorbeelden gegeven waarbij de Belgische Staat reeds voor de voorbeelden samen in het jaar 2013 173 miljoen euro misliep. Nochtans lagen soortgelijke situaties in 2007 ten grondslag aan de oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie die haar conclusies heeft ingediend in 2008 en die een aantal aanbevelingen heeft geformuleerd in verband met Financiën en Justitie. Toch moeten wij vandaag vaststellen dat de resultaten uitblijven. Dat blijkt ook uit het verslag dat de heer Delepière, de voorzitter van de Cel voor Financiële Informatieverwerking, heeft gebracht in de commissie voor de Financiën in de maand december.
Teneinde een juiste inschatting te kunnen maken van de situatie, had ik u een aantal vragen gesteld en een aantal cijfers opgevraagd. Ik heb die niet gekregen binnen de termijnen voor de schriftelijke vragen en de mondelinge vragen. Ik vraag u nu één cijfer, om toch een idee te krijgen van de toestand op het terrein.
Meer bepaald zou ik graag weten hoeveel dossiers die reeds meer dan vijf jaar geleden werden opgestart, nog steeds niet behandeld werden door de raadkamer, waarvoor er dus nog geen beslissing is door de raadkamer.
Waarom stel ik u precies die vraag? Wij kunnen namelijk veronderstellen dat dossiers waarvan het onderzoek reeds meer dan vijf jaar aansleept, zullen worden geconfronteerd met het risico van verjaring of van overschrijding van de redelijke termijn, mede gelet op alle vertragingsmechanismen bij procedures voor de raadkamer. Daarom, mevrouw de minister, vraag ik dat u mij één cijfer geeft, eventueel opgesplitst per hof van beroep. Dat ene cijfer is vandaag voor mij belangrijk. Ik hoop dat de andere informatie mij zal worden bezorgd in de commissie.
07.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, we stellen vast dat er meer zaken binnenkomen.
Wat het witwassen betreft, kwamen er in twee jaar tijd een derde meer zaken binnen bij Justitie. In 2010 waren dat er 1 658, in 2012 2 106 zaken. Ik zal u alle cijfers bezorgen. Wat de fiscale fraude betreft, kwamen er in twee jaar tijd 10 % meer dossiers binnen.
Tegelijkertijd stellen we vast dat er sinds 2010 ook meer veroordelingen zijn. Er waren in twee jaar tijd een vijfde meer veroordelingen voor witwassen en heling. Het ging dus om een verhoging met 20 %, van 230 tot 269. Voor de fiscale fraude hebben we geen exacte cijfers. We weten echter dat er jaarlijks 500 à 600 veroordelingen zijn. Dat stemt ongeveer overeen met het aantal binnenkomende dossiers.
Uit de doorlooptijden maken we op dat fiscale zaken bij de onderzoeken horen die de langste doorlooptijden hebben. Daarvoor zijn er verschillende redenen. We hadden te weinig specialisatie en te weinig personeel. Voorts is de fiscale wetgeving soms te complex. We hebben echter geïnvesteerd in acht gespecialiseerde rechters, in snelrechters, in fiscale substituten, in gespecialiseerde onderzoeksrechters, in bijkomende substituut-procureurs-generaal en uiteraard in de justitiehervorming, die ook meer specialisatie mogelijk zal maken.
U hebt ongetwijfeld ook het rapport van het Rekenhof ingezien. We merken dat er soms een probleem is met de inning van de fiscale boetes. Daarom heb ik samen met collega Geens een actieplan ingediend bij de Ministerraad. Daarmee kunnen we veel meer fiscale boetes innen. Veroordelingen zonder inningen hebben natuurlijk geen zin. Als we streven naar een nultolerantie inzake de strafuitvoering, dan geldt dat natuurlijk ook voor fiscale zaken. Ik weet echter dat we daar op het goede spoor zitten met collega Geens.
Mijnheer de voorzitter, ik heb hier een tabel met de gedetailleerde cijfers. Ik hoop dat ik die gewoon aan collega Devlies mag bezorgen. Ik wil de cijfers ook voorlezen, maar ik meen dat dat niet zo interessant is. Mijnheer Devlies, de tabel bevat alle informatie die u gevraagd hebt.
07.03 Carl Devlies (CD&V): Mevrouw de minister, u hebt een toelichting gegeven, maar in feite hebt u geen precies antwoord gegeven op die ene vraag over één cijfer, die ik u heb gesteld. Ik zal de cijfers zo dadelijk nakijken. Het feit dat u dat ene cijfer niet hebt willen geven, geeft mij het gevoel dat er iets te verbergen valt.
Indien Justitie niet werkt, komt de hele fraudebestrijdingsketen in gevaar. Indien heel wat dossiers inderdaad steeds in onderzoek blijven, zoals mij wordt gezegd, en te laat voor de raadkamer komen, dan is er een heel groot risico dat vele van de betrokken zaken verjaard worden verklaard of dat de redelijke termijn overschreden wordt. Dat is ook een heel grote bedreiging voor de inkomsten van de Belgische Staat.
Ik zal de cijfers nakijken, maar ik ben wat bevreesd, omdat u mij dat ene cijfer, wat van kapitaal belang is, niet geeft. Indien de cijfers geen bevredigend antwoord bevatten, zal ik de vrijheid nemen om de voorzitter van de commissie voor de Financiën te vragen of een hoorzitting kan worden georganiseerd met de voorzitter van het College van procureurs-generaal.
Het incident is gesloten.
- M. Laurent Louis au premier ministre sur "l'exclusion de chômeurs et les conséquences pour les CPAS" (n° P2266)
- M. Philippe Blanchart à la ministre de l'Emploi sur "l'exclusion de chômeurs et les conséquences pour les CPAS" (n° P2267)
- Mme Zoé Genot au premier ministre sur "l'exclusion de chômeurs et les conséquences pour les CPAS" (n° P2268)
- de heer Laurent Louis aan de eerste minister over "de uitsluiting van werklozen en de gevolgen daarvan voor de OCMW's" (nr. P2266)
- de heer Philippe Blanchart aan de minister van Werk over "de uitsluiting van werklozen en de gevolgen daarvan voor de OCMW's" (nr. P2267)
- mevrouw Zoé Genot aan de eerste minister over "de uitsluiting van werklozen en de gevolgen daarvan voor de OCMW's" (nr. P2268)
08.01 Laurent Louis (indép.): Monsieur le président, d'ici quelques jours, grâce au premier ministre Di Rupo, deux pandas géants chinois arriveront en Belgique. Ils auront droit à une cérémonie d'accueil à leur descente d'avion à Zaventem. Non, je ne rigole pas, c'est du sérieux! Pour cette cérémonie, pour leur location à la Chine et pour la construction de leur maison au parc Pairi Daiza, près de Mons, ce sont près de 10 millions d'euros qui seront gaspillés.
Au même moment, un syndicat, la FGTB, annonce que pour réduire les dépenses de l'État, plus de 55 000 Belges seront exclus du chômage au 1er janvier 2015. Pour eux, il n'y aura aucune cérémonie, bien entendu! Les Belges semblent avoir moins de valeur aux yeux du gouvernement Di Rupo que des pandas géants.
Parmi les personnes exclues du chômage, nous trouvons en majorité des femmes (64 %). Un tiers des exclus sont chef de famille, souvent un parent célibataire avec un enfant. Il y a aussi des isolés, des handicapés qui se retrouveront sans le moindre centime pour survivre dans notre pays. Vous vous attaquez donc aux plus faibles. Votre politique désastreuse va conduire des enfants à la pauvreté. Quel nom doit-on donner à un gouvernement qui s'attaque à ses enfants?
En derniers recours, ces victimes de votre chasse aux chômeurs devront se tourner vers les CPAS pour mendier une aumône, que nos communes seront bien incapables de financer à moins de s'endetter encore plus auprès des seules que votre gouvernement protège au final, les banques. C'est une catastrophe: 55 000 Belges sans rien, du jour au lendemain!
C'est écœurant, surtout que, le même jour, on apprend que Mme Leroy, la nouvelle CEO de Belgacom, touchera 800 000 euros par an. C'est toujours le même refrain: "Selon que vous serez puissant ou misérable (…)."
Croyez-vous vraiment, madame la ministre, que le fait de rayer 55 0000 personnes du chômage va régler tous nos problèmes et que cela va relancer l'économie? Je n'ai pas peur de le dire, Di Rupo et ses amis sont en train de tuer la population belge.
Madame la ministre, confirmez-vous ces chiffres désastreux? Si oui, dites-moi, s'il vous plaît et très clairement, en quoi une telle mesure sera bénéfique pour notre pays? J'ai beau chercher, je ne comprends pas! Comment pouvez-vous sciemment plonger des Belges dans la misère sans que votre morale ou votre conscience ne vous empêche d'agir de la sorte?
08.02 Philippe Blanchart (PS): Monsieur le président, madame la ministre, je ne serai pas aussi excessif et manichéen que mon prédécesseur. Cependant, depuis quelques semaines, des chiffres pour le moins inquiétants circulent quant aux conséquences de la réforme des allocations d'insertion, notamment pour les jeunes demandeurs d'emploi.
Mon objectif n'est pas de commenter dans un sens ou dans l'autre les orientations qui ont été prises, sur la base d'études, en matière d'indemnisation. Mais il est clair que les mesures prises posent un énorme problème pour un certain nombre de jeunes qui ne déméritent pas nécessairement au niveau de la recherche de leur premier emploi, mais qui vont, malheureusement, d'échec en échec, vu le contexte socioéconomique difficile dans certaines régions.
Nous aurons certainement l'occasion de débattre de cette question ultérieurement car, pour nous, le dossier n'est pas clos. Dans l'immédiat, la limitation dans le temps des allocations de chômage inquiète, pour ne pas dire affole, les opérateurs de terrain, les CPAS qui sont déjà confrontés à une surcharge de travail et à des difficultés financières de plus en plus graves.
Si les estimations avancées par la FGTB quant au nombre d'exclusions à partir de 1er janvier 2015 devaient se confirmer, le coût supplémentaire pour les CPAS wallons serait de l'ordre de 97 millions d'euros. C'est en tout cas ce qu'a déclaré, ce mercredi, le président de la Fédération des CPAS.
Madame la ministre, le surcoût pour les CPAS de la réforme des allocations d'insertion et de la réforme des allocations de chômage dans son ensemble – les jeunes ne sont pas les seuls concernés – sera intenable, si des mesures de soutien ne sont pas prises. Ce sont les missions des CPAS qui risquent de ne plus pouvoir être menées. En effet, il y aura un effet direct en matière de financement des allocations de chômage qui devront être prises en charge par les CPAS. Par ailleurs, cela occasionnera une surcharge de travail pour les assistants sociaux, notamment chargés de l'insertion professionnelle, qui ne pourront plus faire leur travail correctement. Or, l'insertion est, pour l'instant, la seule piste possible pour ces jeunes et pour les institutions.
Madame la ministre, quelle est votre appréciation de la situation? Quel message allez-vous adresser aux CPAS? La loi-programme de fin 2013 a apporté un début de réponse à cette problématique en termes de compensation budgétaire pour les CPAS. Cependant, elle est basée sur des données de 2012. Or, on sait que cette année-là, les CPAS n'ont pas été très touchés. Le choc s'est essentiellement produit en 2013. Il portera encore ses effets en 2014 et en 2015.
Ces chiffres seront-ils actualisés? Le gouvernement est-il bien en mesure d'assumer les conséquences de ce choix politique?
08.03 Zoé Genot (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, le 21 novembre dernier déjà, je voulais interroger M. Di Rupo à ce sujet; déjà, il m'avait fait faux bond. Je comprends qu'il soit plus facile de parader avec le Roi à Paris, mais il s'agit ici d'un sujet grave, qui mérite une réponse: sa place est donc ici.
J'observe que certains collègues semblent découvrir maintenant, grâce à cet excellent article de Sudpresse et à l'étude de la FGTB wallonne de M. Bodson, que tous seront concernés et que les toutes premières concernées seront les communes wallonnes.
Je vois rire M. Destrebecq. Monsieur Destrebecq, vous êtes échevin de l'Emploi à La Louvière: 1 191 chômeuses et chômeurs vont se retrouver à la rue, sans un euro, dès le 1er janvier si nous ne faisons rien.
M. Di Rupo, absent aujourd'hui, il aura bien du mal à ne pas croiser les 993 Montois qui seront aussi concernés.
M. Mathot, présent tout à l'heure, bourgmestre de Seraing, verra 932 citoyens dans cette situation.
M. Drèze, également présent tout à l'heure, connaîtra 2 409 chômeuses et chômeurs sans revenus au 1er janvier.
On peut hausser les épaules, mais je crains que ce ne soit pas suffisant. Il est inacceptable que 50 000 chômeurs perdent leurs allocations au 1er janvier. Nous devons agir et sûrement pas rester les bras ballants.
Il est souvent question des jeunes, mais beaucoup d'entre eux ont mon âge et j'ai presque 40 ans. Ne parlons plus alors de jeunes, mais de personnes qui ont vécu des carrières atypiques: qui ont eu un emploi, qui ont subi des périodes de chômage, qui ont connu des temps partiels et qui, de ce fait, n'ont pu se constituer des droits au chômage complets. Il s'agit majoritairement de femmes, souvent seules avec enfant(s), cheffes de famille. Ce sont 32 000 Wallonnes et Wallons, 10 000 Bruxellois, 8 000 Flamands qui se retrouveront sans solution à cette date.
Certains affirmeront que nous n'avons pas le choix, qu'il convient de faire des économies. De quoi parle-t-on? D'après les estimations, cette mesure rapportera 460 millions. Si l'on retire les compensations aux CPAS, la non-consommation et ses conséquences sur la TVA, le montant final est estimé à 120 millions net. Peut-on se permettre un bain de sang social pour 120 millions?
Il ne s'agit plus de gestion, mais d'une mesure idéologique et d'une volonté de punir les chômeurs. C'est inacceptable.
Madame la ministre, la question est très simple et nous l'avions adressée à M. Di Rupo. Votre gouvernement est-il prêt à bouger avant la fin de cette législature pour que nous ne devions pas assister à ce bain de sang social et pour ne pas laisser les communes et les CPAS face à ces situations?
08.04 Monica De Coninck, ministre: Monsieur le président, chers collègues, l'origine du chômage est une forme de système d'assurance au sein duquel les personnes qui sont devenues chômeurs involontaires peuvent recevoir des allocations de chômage. Un système d'assurance implique que toute personne qui reçoit des allocations a également contribué au système. Ce n'est pas pour rien que le système s'appelle "assurance chômage".
Les jeunes qui ont quitté l'école n'ont pas payé de cotisation mais peuvent néanmoins réclamer des allocations. On attend dès lors de leur part qu'ils fassent preuve d'une démarche active de recherche d'emploi. C'est un système unique en Europe. Il ouvre des droits dans l'assurance chômage sans qu'une cotisation n'ait été payée. Je défends aussi ce système. C'est un système important pour enregistrer les jeunes qui sont demandeurs d'emploi.
Depuis sa formation, le gouvernement s'est attaché à mettre en œuvre l'accord gouvernemental. Ainsi, le système des allocations d'attente a été transformé depuis le 1er janvier 2012 en un système d'allocations d'insertion comportant plus de conditions d'octroi activantes. La limitation du droit à trois ans est entrée en vigueur le 1er janvier 2012 et tous les compteurs ont été mis à zéro à ce moment-là. Un certain nombre de personnes qui touchent des allocations d'insertion verront donc leur droit aux allocations expirer à partir du 1er janvier 2015.
En ce qui concerne les jeunes qui sont chefs de famille, isolés ou cohabitants privilégiés, la période de trois ans commence à partir de leur trentième anniversaire. La période des 36 mois peut être prolongée à certaines conditions, par exemple, par des périodes de travail.
J'ai soumis un projet d'arrêté royal, la semaine dernière, au Conseil des ministres, qui prévoit de faire courir le droit pour les jeunes qui travaillent à temps partiel et qui ont droit à des allocations de garantie de revenus jusqu'à la fin du contrat de travail. Ce projet a été adopté en Conseil des ministres le 31 janvier 2014.
Ce projet prévoit également que, pour les jeunes qui présentent des problèmes mentaux ou psychosociaux et/ou une inaptitude de travail permanente d'au moins 33 %, le droit aux allocations d'insertion sera prolongé de deux à cinq ans.
Pendant la période des allocations d'insertion, le jeune doit non seulement être disponible pour le marché de l'emploi, mais il doit aussi prouver qu'il cherche activement du travail. Le jeune qui perçoit des allocations d'insertion devra prouver tous les six mois qu'il a fourni suffisamment d'efforts. Les services régionaux compétents pour l'emploi accompagnent ce jeune dans sa recherche d'emploi.
Les chiffres qui circulent allègrement dans la presse sont incorrects et complètement sortis de leur contexte. Permettez-moi d'expliquer cela davantage! Selon l'ONEM, maximum, j'insiste, maximum 27 000 personnes perdront leurs allocations. Le chiffre de 55 000 est tout à fait faux.
Le gouvernement a élaboré un arsenal de mesures de réduction des frais salariaux qui augmentent fortement les opportunités d'emploi des jeunes demandeurs d'emploi, en particulier les peu qualifiés.
L'accord gouvernemental prévoit une compensation pour les CPAS, si les mesures prises dans le cadre de la réglementation chômage représentent une charge financière supplémentaire pour ces organismes.
Cette réforme suppose en effet un transfert des charges aux communes. Les pourcentages de remboursement du salaire minimum à charge de l'État fédéral et au profit des CPAS seront augmentés d'un coefficient représentant le budget équivalent à cette fin et les possibilités d'accompagnement des CPAS seront renforcées. D'une manière générale, le gouvernement veillera à ce que les modifications de la réglementation n'entraînent pas un transfert des charges vers les CPAS sans adaptation correcte de leurs moyens.
Si j'analyse en profondeur les données, je remarque que parmi les personnes qui perdront leurs allocations, environ 20 000 d'entre elles font partie d'un ménage qui compte un deuxième revenu.
L'année dernière, j'ai essayé, à l'aide des instruments qui étaient disponibles au niveau fédéral, de soutenir les jeunes afin de leur donner un bon départ sur le marché de l'emploi et ce, en particulier pour les jeunes dont la formation de base n'est pas très poussée ou peu appréciée sur le marché de l'emploi.
Les frais salariaux ressentis comme trop élevés des jeunes peu qualifiés ayant quitté l'école et leur employabilité non immédiate ou la non-adéquation de leurs connaissances scolaires avec les besoins du marché de l'emploi sont les raisons qui sont le plus souvent évoquées lorsqu'on hésite à donner une chance aux jeunes. Nous avons investi au maximum dans ce qu'il était possible de faire avec les instruments fédéraux et ce, d'une part, en facilitant l'adéquation entre les jeunes et le marché de l'emploi durant maximum un an et, d'autre part, en soutenant l'engagement des jeunes sur le marché de l'emploi pendant trois ans. Le but du régime Activa est d'endiguer le chômage des jeunes. Grâce à cette réduction, le salaire brut du jeune travailleur peu qualifié s'approche du salaire net et il devient intéressant pour les entreprises de les engager.
La proposition sur les chèques-emploi doit permettre, de façon simple au niveau administratif, aux petites entreprises de donner une chance aux jeunes peu qualifiés sur le marché de l'emploi.
En outre, l'on collabore avec l'Europe afin d'augmenter les chances des jeunes de trouver un emploi. Le Fonds européen de garantie pour la jeunesse met des moyens considérables à disposition des Régions afin de combattre le chômage des jeunes.
Selon la Commission européenne, toute personne de moins de 25 ans qui n'a plus de formation ou d'emploi depuis quatre mois doit se voir offrir un emploi, une formation ou un stage de qualité. Cette 'garantie jeunesse' sera financée par le biais du Fonds social européen et sera intégrée dans la politique de l'emploi de chaque État membre.
Au total, il s'agit d'un montant de plus de 42 millions d'euros pour la Belgique qui est mis à disposition des Régions afin de permettre de lutter contre le chômage des jeunes. Seules les Régions où le chômage des jeunes dépasse les 25 % entrent en ligne de compte. À cet égard, la Flandre ne reçoit pas de moyens financiers; mais en Wallonie, les moyens sont dégagés pour les provinces de Liège et du Hainaut. La Région bruxelloise reçoit également des moyens de ce Fonds de garantie pour la jeunesse.
Comme vous le constatez, plusieurs raisons expliquent que ce nombre sera inférieur. L'objectif est d'accompagner les jeunes vers l'emploi.
08.05 Laurent Louis (indép.): Madame la ministre, vous ne pouvez pas l'avouer et donc vous récitez la loi, mais nous verrons après les élections du mois de mai que les chiffres étaient bien exacts.
Au début du XXe siècle, le PS fut créateur de progrès sociaux; aujourd'hui, il est créateur de misère sociale. Le pire, c'est que le Parti Socialiste crée cette pauvreté pour en tirer des profits électoraux. À ces mêmes personnes qui seront privées de tout, le Parti Socialiste osera affirmer lors de la prochaine campagne électorale que sans lui, il y a aura un bain de sang social, alors que c'est lui-même qui aujourd'hui est en train de le créer!
Il le crée avec l'assentiment du MR qui voit d'un bon œil, bien entendu, un futur endettement de nos communes auprès des banques; et du cdH, qui a appris à 'fermer sa gueule' et à renier ses principes pour assouvir tous les désirs du Parti Socialiste qui lui garantit une place au pouvoir.
Voilà donc quelle est la réalité: notre pays est en danger à cause des partis politiques, de leur soif de pouvoir et de leur asservissement aux lobbies qui les dirigent. Tout ce qui compte, c'est de faire des voix pour prendre le pouvoir et se mettre toujours plus d'argent dans les poches.
C'est la réalité! À vous tous qui représentez ces partis politiques qui détruisent notre pays et appauvrissent nos concitoyens, je n'ai qu'une chose à dire: honte à vous!
08.06 Philippe Blanchart (PS): Monsieur Louis, il est difficile de s'exprimer après vous. Vous parlez comme un (…) (mot retiré à la demande du président) et vous utilisez sans cesse la diabolisation. Je trouve que ceci n'a pas vraiment sa place ici. C'était un petit commentaire personnel.
On ne découvre pas le problème dans les CPAS parce que beaucoup de membres de mon parti sont présidents de CPAS; ils côtoient les allocataires sociaux et sont donc au fait de ce problème. Il ne faut pas entrer dans la diabolisation parce que la loi-programme prévoit une compensation sur base des chiffres 2012. Je pense que cette compensation sera insuffisante et qu'il faudra peut-être reconsidérer la question. Le poids financier sera double: il y aura un impact financier sur les CPAS avec le paiement des allocations sociales et une surcharge de travail pour les travailleurs sociaux. J'entends que des moyens seront mis en œuvre pour les jeunes peu qualifiés, ce qui est tout à fait louable, mais ils le seront vraisemblablement à d'autres niveaux de pouvoir. Or ce sont les CPAS qui accueilleront ce public.
08.07 Laurent Louis (indép.): Monsieur le président, je me permets de répondre à M. Blanchart. S'il me prend pour un (…), je lui dirais que venant d'un (…) (mot retiré à la demande du président), c'est un beau compliment! C'est vous, M. Blanchart, qui faites semblant de dénoncer un système que vous avez vous-même mis sur pied avec le Parti Socialiste et M. Di Rupo. Vous pouvez me traiter de tous les noms que vous voulez, vous êtes un (…)!
08.08 Zoé Genot (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je ne suis pas du tout rassurée par votre réponse. Vous dites qu'il y en aura 27 000 au 1er janvier. D'après tous les chiffres que j'ai vus, il s'agit plutôt de 50 000. Mais même si ce n'était que 8 000 ou 5 000 personnes qui perdront leurs allocations au 1er janvier, c'est déjà beaucoup trop!
J'ai entendu beaucoup de blabla mais pas d'espoir! Les gens veulent travailler et veulent qu'on cesse ces mesures punitives à leur encontre. Vous nous parlez de chèques-emploi et autres, mais ces mesures n'existent que dans les journaux. Elles n'existent pas sur le terrain, on ne propose pas d'emplois aux jeunes!
Certaines mesures pourraient être prises. Par exemple, en Wallonie, le Plan Tandem fonctionne et on pourrait le généraliser! Imaginons qu'un quart des travailleurs de plus de 55 ans décide de passer à mi-temps, cela permettrait à 132 000 jeunes d'avoir de l'emploi! C'est une solution!
Aujourd'hui, on crée de la pauvreté, on crée de la misère et on casse la sécurité sociale!
Het incident is gesloten.
- de heer Tanguy Veys aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de vergoeding van de CEO van Belgacom" (nr. P2269)
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de vergoeding van de CEO van Belgacom" (nr. P2270)
- de heer Peter Dedecker aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de vergoeding van de CEO van Belgacom" (nr. P2271)
- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de vergoeding van de CEO van Belgacom" (nr. P2272)
- mevrouw Valérie De Bue aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de vergoeding van de CEO van Belgacom" (nr. P2273)
- de heer Jean Marie Dedecker aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de vergoeding van de CEO van Belgacom" (nr. P2274)
- de heer David Geerts aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de vergoeding van de CEO van Belgacom" (nr. P2275)
- de heer Stefaan Van Hecke aan de eerste minister over "de vergoeding van de CEO van Belgacom" (nr. P2276)
- M. Tanguy Veys au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "la rémunération du CEO de Belgacom" (n° P2269)
- Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "la rémunération du CEO de Belgacom" (n° P2270)
- M. Peter Dedecker au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "la rémunération du CEO de Belgacom" (n° P2271)
- Mme Karine Lalieux au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "la rémunération du CEO de Belgacom" (n° P2272)
- Mme Valérie De Bue au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "la rémunération du CEO de Belgacom" (n° P2273)
- M. Jean Marie Dedecker au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "la rémunération du CEO de Belgacom" (n° P2274)
- M. David Geerts au ministre des Entreprises publiques et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "la rémunération du CEO de Belgacom" (n° P2275)
- M. Stefaan Van Hecke au premier ministre sur "la rémunération du CEO de Belgacom" (n° P2276)
09.01 Tanguy Veys (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u bent zich een beetje aan het profileren als de Waalse Houdini, weliswaar in het circus-Di Rupo. Alles wat u tot nu toe in uw beleid naar voren hebt gebracht, blijkt één grote illusie te zijn.
Zo noem ik als voorbeeld de CEO van de NMBS, Jo Cornu, voor wie het plafond van zijn toploon vastgelegd werd op 290 000 euro, maar hij blijkt in feite veel meer te verdienen als ik de 230 000 euro aan schnabbels mag meetellen die de heer Cornu bijeen graait bij Belgacom, KBC en Agfa Gevaert. De invulling van die functie aan de top van de NMBS zou nochtans een fulltime bezigheid moeten zijn. Het is geen bedrijf om enkel via e-mail te leiden.
Als tweede noem ik de heer Jannie Haek, die voor ocharmen 290 000 euro tewerkgesteld is bij Lotto. Het blijkt dat hij nog eens aan de jackpot trekt door bij de Participatiemaatschappij Vlaanderen nog wat bij te verdienen.
Ten derde vernoem ik de heer Descheemaecker, van wie u zelf zei dat zijn ontslagvergoeding van 1,3 miljoen euro excessief was, hoewel u zelf weigerde om er een bedrag op te kleven. Welnu, als beloning werd hij benoemd als voorzitter van de raad van bestuur van Brussels Airport.
Mijnheer de minister, u en uw premier betoogden op 9 januari hier, in de Kamer, met keiharde zekerheid en onweerlegbare stelligheid dat de nieuwe CEO van Belgacom met een bedrag van 560 000 euro binnengelokt moest en zou worden. Ook dat blijkt nu een illusie te zijn. Wij horen namelijk bedragen tot 800 000 euro. Als uw kabinet daarop wordt aangesproken, dan luidt de reactie dat het om extralegale voordelen gaat waarop u geen vat hebt. Daarbij inbegrepen zijn een levensverzekering, een auto met chauffeur en allerlei extralegale voordelen. U wast uw handen in onschuld, dan niet meer als een Waalse Houdini, maar als Pontius Pilatus.
Mijnheer de minister, we zouden kunnen vervallen in cynisme en ermee lachen, maar in feite is het stuitend. Elke beslissing die u hebt genomen, is in tegenspraak met de realiteit. Daarom denk ik dat de tijd gekomen is om de eer aan uzelf te houden. In het verleden hebben mensen, momenteel niet aanwezig, voor veel minder ontslag genomen.
Mijnheer de minister, daarom vraag ik u of u de eer aan zichzelf zult houden.
09.02 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de voorbije maanden hebt u en heeft ook de eerste minister zowel hier in het Parlement als in de media meermaals de spierballen laten rollen over de loonplafonds bij onze overheidsbedrijven. Ik verwijs ter zake onder meer naar wat de eerste minister begin januari 2014 hier in de Kamer heeft verklaard. Hij heeft toen uiteengezet dat het kernkabinet had beslist de verloning van de CEO’s van Belgacom en bpost tot maximum 650 000 euro te beperken.
U hebt gisteren in de media verkondigd dat het loonplafond van mevrouw Leroy enkel op haar basisloon en haar bonus slaat.
Mijnheer de minister, deze politieke uitspraken stroken niet altijd met de bedrijfseconomische realiteit. Zulks is voor ons niet verwonderlijk. Meer nog, onze fractie heeft u daarvoor meermaals gewaarschuwd. Denk maar aan onze vragen over het spanningsveld tussen de verloning van de CEO en de verloning van de directeurs, of over de eventuele financiële stap achteruit die zou moeten worden gezet.
Ik herhaal dat wij de vraag steunen naar een billijke verloning voor overheidsmanagers zonder excessen, zoals in het regeerakkoord is opgenomen. Wij steunen ook ten volle de regels inzake corporate governance.
Collega’s, de tijd dat één minister zich eenzijdig met het reilen en zeilen van een overheidsbedrijf bemoeit, ligt gelukkig ver achter ons.
Echter, collega’s, volgens ons is de tijd ook gekomen om het eindelijk eens over de inhoud te hebben, namelijk over de vraag wat overheidsbedrijven precies moeten doen. Over deze vraag willen wij het hebben.
De CEO van Belgacom, mevrouw Leroy, zal op 21 maart 2014 hier in dit Huis in de commissie voor de Infrastructuur haar intrede maken. Haar aanstelling is succesvol verlopen. Zij maakte ook een goede start. Laten wij in de commissie met haar een inhoudelijk debat voeren, bijvoorbeeld over de vraag of het uitbaten van een telecombedrijf een kerntaak van de overheid is. Volgens ons is dat niet het geval.
Mijnheer de minister, daarom zijn onze vragen vandaag tweeërlei.
Ten eerste, wat is uw reactie op het totale loonpakket van de nieuwe CEO van Belgacom? Steunt u het voorstel dat door de raad van bestuur is uitgewerkt? Kan u ons ter zake alstublieft totale transparantie geven?
Ten tweede, ik heb nog een vraag over het inhoudelijk aspect. Acht u het ook niet de hoogste tijd om ons eindelijk op de werking van het mooie bedrijf in kwestie te focussen?
09.03 Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik denk dat u iets uit te leggen hebt, als ik de uiteenzetting van collega Lahaye-Battheu hoor. Ik heb een beetje een déjà vu, want ik heb dat nog gehoord. Misschien herinnert u het zich nog; in december gaf Johnny Thijs, een zeer goede CEO, aan geen verlenging van zijn mandaat te willen, ondanks een afspraak tussen hem en de raad van bestuur, waarin ook de vertegenwoordigers van uw regering zitten, maar u stelde zich daarboven, u legde uw wil op en daarna was er iets gebroken.
De reactie van Open Vld was vrij fors. Op de voorpagina van Het Laatste Nieuws sprak voorzitter Gwendolyn Rutten zeer forse taal: “Minister Labille heeft iets uit te leggen.” Men ging u op het matje roepen. Er was veel tamtam, maar achteraf, bij het buitenkomen, zat er slechts een beetje ruis op de lijn, niet meer en niet minder. Is dat nu ook opnieuw het geval? Zit er vandaag ook opnieuw ruis op de lijn?
Ik dacht immers dat het duidelijk was. Toen, op 19 december, zei u op dit spreekgestoelte: “Het loon van de nieuwe CEO van Belgacom wordt geplafonneerd op 650 000 euro, 500 000 euro vast en 150 000 euro variabel.” Ik ben niet de enige die dat zo begrepen heeft, ook vice-eersteministers Johan Vande Lanotte en Didier Reynders hebben het zo begrepen. Zij stellen vandaag: de afspraak was 650 000 euro en geen cent meer. Dat zeggen zij.
En wat zien wij nu? U neemt hier een populistisch-ideologische maatregel, maar die wordt nu reeds stiekem omzeild met allerlei extraatjes en extralegale voordelen. Zo komt er een bonus boven op de variabele verloning. Het geven van een bonus is een vorm van goed bestuur, maar hier komt er een bonus boven op een andere bonus. Waarvoor dient die andere bonus dan? Dat is mij niet zo duidelijk, u hebt iets uit te leggen.
Wat is hier nu eigenlijk aan de hand? Strookt de informatie die u ons gaf op 19 december vandaag nog met de werkelijkheid? Is het nog steeds correct of zit er opnieuw een beetje ruis op de lijn? Ik ben benieuwd.
09.04 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, comme l'ont répété mes collègues, le 19 décembre 2013, nous vous avions interrogé sur le futur salaire du CEO de Belgacom. Très clairement, vous nous aviez expliqué, comme cela vient d'être dit, que le plafond de la rémunération serait de 500 000 euros pour le salaire fixe et de 150 000 euros pour la partie variable.
Je rappelle à chacun que la nomination de Mme Leroy a été saluée par tout le monde, surtout pour ce qui est de la clarté et de la transparence de cette nomination. En outre, cette nomination s'inscrivait aussi dans le cadre du plafonnement de son salaire à 650 000 euros, comme l'avait décidé le gouvernement. Des informations dans la presse ont fait état hier d'un "package" pour Mme Leroy qui dépasserait ces 650 000 euros.
Monsieur le ministre, comme mes collègues, je souhaiterais faire la lumière dans ce dossier. Confirmez-vous que le salaire de Mme Leroy ne dépassera pas les 650 000 euros, tel que défini par le gouvernement et qu'il restera à cette hauteur?
09.05 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, le dossier des rémunérations des entreprises publiques revient à la une de l'actualité, alors qu'on espérait pouvoir aborder des dossiers de fond et particulièrement les perspectives de développement de nos entreprises publiques.
Bien évidemment, l'accord de gouvernement de 2011 prévoyait de réduire l'écart entre les salaires les plus élevés et les plus bas des entreprises publiques. Le gouvernement s'est ensuite accordé sur différents plafonds qui ont été rappelés par plusieurs collègues. Je ne reviens donc plus sur les chiffres. Il est vrai que la presse s'est fait l'écho de chiffres qui dépassaient ce montant de 650 000 euros pour le salaire du CEO de Belgacom, un salaire qui peut atteindre jusqu'à 800 000 euros si l'on tient compte de différents avantages extralégaux. Mais il ne s'agit pas uniquement de l'entreprise Belgacom. Plus globalement, tous les CEO d'entreprises publiques peuvent bénéficier de différents avantages ou avoir d'autres mandats et contourner les plafonds qui ont été décidés par le gouvernement. Je pense notamment à Belfius, à Dexia, à la BNB, à la Loterie Nationale et à la SNCB.
Monsieur le ministre, qu'en est-il au niveau des chiffres? Quelle est la réalité rencontrée par le plafond décidé par le gouvernement? Nous voyons que certains observateurs et experts remettent en cause la méthode qui a été adoptée, à savoir celle de l'instauration de plafonds. Elle n'est pas efficace. Elle est contournée. Monsieur le ministre, seriez-vous d'accord de remettre en question cette méthode? D'autres méthodes pouvaient atteindre cet objectif de réduire les disparités salariales au sein des entreprises publiques.
Enfin, une autre réalité à ne pas oublier sont les disparités entre les salaires des différents directeurs et les salaires des CEO ou des directeurs, qui bénéficient de salaires bien plus élevés que leur big boss direct.
09.06 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, wij leven in een prachtige socialistische bedrijfscultuur. Alle CEO’s zijn blijkbaar gelijk voor de wet, maar sommigen zijn meer gelijk.
Het laatste jaar is de regering voortdurend bezig met een soap over de overheidsbedrijven. Wij hebben hier een jaar aan een stuk de benoemingspolitiek in allerhande bedrijven gezien. Het ging over de poppetjes. Het was een echte soap waarin de partijkaart belangrijker was dan de bekwaamheid. Denk maar aan de NMBS, Dexia, bpost, Belgacom, Belgocontrol, de Nationale Lotto enzovoort.
Mijnheer de minister, om dit te verdoezelen, want de regering en sommige ministers weten dat zij te ver zijn gegaan in de postjespakkerij, heeft men zich opgeworpen als de predikanten van de financiële kuisheid, de predikanten van het normbesef. Al wie daaraan niet voldeed, volgde de graaicultuur.
Mijnheer de minister, nu blijkt opnieuw dat u ons hebt voorgelogen.
Misschien ben ik de enige die hier durft te zeggen dat ik er niets op tegen heb dat de CEO van bijvoorbeeld Belgacom 1 miljoen euro per jaar verdient. Daar mag voor mij nog een bedrijfswagen bij, een groepsverzekering, een hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques, ecocheques, werkcheques en Bongobons om een goed weekend door te brengen. Waar ik wel iets tegen heb, is dat u de boel hier zit te belazeren. U komt eerst met een basisloon van 500 000 euro en een bonus van 150 000 euro, en dan komt er zoveel bij.
Het gaat niet alleen over dit geval, mijnheer de minister. Vorige week ging het hier over Dexia. Uw collega zei dinsdag dat hij akkoord ging met de bezoldiging, maar kwam donderdag op zijn besluit terug. Het gaat over mensen zoals de heer Cornu en de heer Haek die, als zij niet genoeg verdienen door uw kuisheidsbesef, worden toegelaten tot het schnabbelcircuit van bestuursmandaten. Het loon van de heer Thijs moest worden teruggeschroefd tot 650 000 euro, maar achteraf bleek dat het ook 800 000 euro kon zijn.
Mijnheer de minister, wil u eens klaar en duidelijk zeggen wat uw loonbeleid is en welke normen u hanteert?
09.07 David Geerts (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, er zijn in het Parlement, zowel in de plenaire vergadering als in de commissie, al veel vragen gesteld en heel wat debatten gevoerd over deze materie.
Voor de sp.a is het duidelijk dat ter zake het regeerakkoord moet worden uitgevoerd. Ik citeer: “In overheidsbedrijven moet de loonkloof redelijk zijn. De regering neemt daartoe de nodige initiatieven. Het variabele deel van de bezoldiging moet worden beperkt tot maximaal 30 % van het vaste salaris en er mogen geen managementvennootschappen meer worden gebruikt.” In het regeerakkoord staat dus zeer duidelijke taal.
Voor de sp.a was het van primordiaal belang dat de lonen van overheidsmanagers werden afgetopt en dat de loonkloof werd verkleind.
Mijnheer de minister, u zei in dit Parlement dat het vast loon 500 000 euro en het variabel deel maximaal 150 000 euro zou bedragen. Ik lees dat de raad van bestuur spreekt over de mogelijkheid van een bonus op een bonus. Klopt dat? Kunt u ons zeggen wat er nu van aan is?
09.08 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik merk dat de sfeer in de regering vandaag zeer goed is, van bij het begin van de plenaire vergadering tot op het einde.
Collega’s, vandaag gaat het debat niet over de hoogte van het loon van een CEO. Dat debat hebben wij al gevoerd en wij kennen de standpunten van iedereen daaromtrent. De liberalen en de N-VA willen dat loon een beetje hoger, de socialisten een beetje lager, CD&V wil enerzijds een beetje meer en anderzijds een beetje minder. Het is soms wat moeilijk.
Vandaag gaat het debat echter over wat ministers kunnen en mogen verklaren in hun antwoorden op de parlementaire vragen. Mogen zij het Parlement voorliegen? Iedereen heeft het zeer goed begrepen, of men nu kijkt naar de uitgestuurde communiqués, de krantenartikels, de interviews, of men luistert naar wat de eerste minister op 9 januari in de Kamer heeft verteld: het was allemaal een en dezelfde boodschap. Ik citeer de verklaring van de eerste minister op 9 januari: “Op 18 december 2013 heeft het kernkabinet beslist om de verloning van de CEO van Belgacom te beperken tot maximaal 650 000 euro, met name een vaste verloning van 500 000 euro en een variabele verloning van maximaal 30 % van de vaste verloning.”
De realiteit is echter dat wij vandaag vernemen dat het loon kan stijgen met 150 000 euro, als wij de berichten in de kranten mogen geloven. Het gaat hierbij dan om geheime extra bonussen die nog worden toegekend. Collega’s, als wat de premier hier in het Parlement zegt later in de feiten niet blijkt te kloppen, dan heeft de premier wel degelijk een groot probleem.
Wat zegt minister Labille? Minister Labille reageerde gisteren in de kranten en de media door te stellen dat die extraatjes nog mogelijk zijn omdat het gaat om zaken van vroeger die nu nog bestaan. De afspraak over het loon betrof volgens hem enkel het vaste gedeelte en de toegelaten bonus. Hij had het natuurlijk niet over alle andere bonussen.
Mijnheer de minister, u wist dat het bedrag hoger kon liggen en u geeft ook toe dat u dit wist, maar dat hebt u of de premier nooit verklaard. U en de premier hebben dit verzwegen aan het Parlement. U hebt het Parlement en de bevolking niet correct ingelicht.
Ik kan dan ook vier conclusies trekken. Ten eerste, u wist het. Ten tweede, u hebt het niet meegedeeld. Ten derde, u probeert er nu een draai aan te geven die totaal ongeloofwaardig is. Ten vierde, u en de premier hebben het Parlement misleid en voorgelogen. Dat pikken wij niet! En dat mag het Parlement ook niet pikken.
Ziehier mijn duidelijke vragen.
Ten eerste, wat is er precies beslist door het kernkabinet?
Ten tweede, waar werd de beslissing genomen om de lonen alsnog te verhogen? Was dat uw beslissing, een beslissing van de kern of een beslissing van de regering?
Ten derde, toen de premier antwoordde tijdens de plenaire vergadering van 9 januari, was hij toen door u al dan niet op de hoogte gesteld van het feit dat de lonen hoger konden zijn dan 650 000 euro?
09.09 Jean-Pascal Labille, ministre: Monsieur le président, chers collègues, avant de répondre aux questions des honorables membres, je souhaiterais, tout d'abord, revenir aux faits.
Ten eerste, op 18 december 2013 werd het kernkabinet het eens over de beperking van de vaste bezoldiging van de gedelegeerd bestuurder van Belgacom tot 500 000 euro bruto per jaar, waaraan een maximale variabele bezoldiging van 150 000 euro kan worden toegevoegd.
De variabele bezoldiging van 150 000 euro wordt niet automatisch verleend. Ze zal enkel worden toegekend indien alle vastgestelde doelstellingen worden gehaald.
Overigens werden de vertrekvergoedingen beperkt tot twaalf maanden vaste bezoldiging, met inbegrip van eventuele vergoedingen voor het niet-concurrentiebeding. De stock options worden niet meer toegelaten.
Het gaat hier om heel belangrijke wijzigingen ten opzichte van het bezoldigingspakket dat voor de gedelegeerd bestuurder van Belgacom van toepassing was voordat de regering de nieuwe regels uitvaardigde.
Deuxièmement, pour ce qui concerne la convention de l'administrateur délégué, suite à la fixation de ces principes par le gouvernement le 18 décembre 2013 et la nomination de Mme Leroy par le Conseil des ministres, le 9 janvier 2014, Belgacom a négocié avec Mme Leroy les termes de sa convention particulière.
Je vous rappelle si besoin est – ce qui est parfois manifestement le cas – que la loi du 21 mars 1991 précise très clairement – je vais y revenir – que cette convention est signée entre l'administrateur délégué et le conseil d'administration de l'entreprise. Le ministre de tutelle ne rédige pas, ni ne signe ladite convention, convention par ailleurs confidentielle. Vous le savez, monsieur Jambon, puisque que vous avez travaillé dans les secrétariats sociaux.
Pour ce qui concerne la rémunération variable, la décision du Conseil des ministres restreint est extrêmement claire sur le sujet: c'est 150 000 euros maximum et pas un euro de plus.
En conséquence, je m'opposerai, si nécessaire, lors de l'assemblée générale, à toute demande éventuelle du conseil d'administration qui viserait à augmenter la partie variable de la rémunération au-delà de 150 000 euros, montant brut annuel, comme cela a été écrit dans une certaine presse.
Wat de verzekeringen betreft waarop Belgacom voor mevrouw Leroy heeft ingetekend, de raad van bestuur heeft beslist de voordelen te behouden waarop zij als lid van het directiecomité recht had. Belgacom bevestigt dat de andere leden van het directiecomité vergelijkbare verzekeringen genieten en dat het de voortzetting betreft van voordelen die mevrouw Leroy als lid van het directiecomité genoot.
Enfin – et ce sujet ne m'empêchera pas d'aborder également les sujets de fond, madame De Bue, comme je l'ai déjà fait cette semaine avec Mme Leroy –, en entendant certains propos, je ne peux m'empêcher de vous livrer cette réflexion personnelle.
Il aurait été bien plus judicieux de légiférer en la matière, mais il est vrai que, pour cela, il eût fallu et du courage politique et de l'ambition politique; je sais que c'est parfois difficile pour certains.
09.10 Tanguy Veys (VB): Mijnheer de minister, u maakt zich er vrij gemakkelijk van af door te zeggen: “Had het Parlement zijn werk gedaan, had het ervoor gezorgd dat er een wet was die de toplonen kon beteugelen, maar blijkbaar was er een gebrek aan politieke moed.”
Ik kan alleen vaststellen, mijnheer de minister, dat het loonplafond een springplank is geworden. De spreuk “less is more” is hier wel degelijk van toepassing. Ik hou mijn hart vast voor de discussie straks over het loon van de nieuwe CEO van bpost. Ook daar zal men achteraf wel enkele kunstgrepen vinden om diens loon op te krikken.
De collega’s van Open Vld die pleiten voor een loonbeleid zonder excessen, wens ik eraan te herinneren dat de excessieve lonen van mensen als Didier Bellens en Johnny Thijs, onder meer door hun partij werden beklonken.
De collega’s van Groen die spreken over woordbreuk of over lonen die buiten verhouding zijn, herinner ik eraan dat de heer Thijs onder paars-groen benoemd werd. Ik vind het zeer hypocriet dat zij een loonbeleid aan de kaak stellen waarvoor zij zelf mee verantwoordelijk zijn.
Wie ook een verantwoordelijkheid draagt, mijnheer de minister, is uw eigen raad van bestuur. U hebt vat op uw regeringscommissarissen, want zij zijn politiek benoemd. Zij hadden hun verantwoordelijkheid kunnen opnemen, maar zij hebben dat evenmin gedaan.
Mijnheer de minister, ik roep u op: maak een eind aan dit volksbedrog. Probeer uw geloofwaardigheid te herwinnen en houd de eer aan uzelf.
09.11 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. U moet toch met ons erkennen dat er een zekere tegenstrijdigheid is tussen, enerzijds, uw spierballengerol op het vlak van loonplafonds en de nieuwe wind die u op dat vlak wilde laten waaien, en anderzijds de mist die u in dit dossier, jammer genoeg, opnieuw hebt gespuid.
Ik stel vast dat vandaag kamerbreed om transparantie wordt gevraagd in dit dossier. Die transparantie kan er enkel komen – ik vraag dat uitdrukkelijk als voorzitter van de commissie – wanneer wij met de commissie, desnoods achter gesloten deuren, het contract kunnen inzien. Enkel op deze manier zal er transparantie kunnen zijn. Mijnheer de minister, u schudt “neen” en dat betreur ik. Aan de ene kant stelt u dat u als minister iets zult doen aan de verloning, aan de andere kant verschuilt u zich achter de raad van bestuur. Wij gaan met deze werkwijze niet akkoord!
09.12 Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, wat een show! Mijnheer de minister, wat is het nu? U doet hier op 19 december forse uitspraken: een absoluut plafond! Nu zegt u hier dat u er eigenlijk niks over te zeggen hebt. Wat is het nu? Ofwel legt u een regel op en houdt u zich daaraan, ofwel zwijgt u erover: dat is toch logisch.
Ik vraag me af, mijnheer de minister, wat de andere regeringspartijen ervan denken nu duidelijk is geworden dat u op 19 december en ook in januari het Parlement een rad voor de ogen hebt gedraaid. Op 19 december was collega Geerts zeer triomfantelijk. Alle vragen van sp.a met betrekking tot de verloning waren doorgevoerd en er was een wettelijk plafond. Nu blijkt dit niet waar te zijn.
Collega’s van Open Vld, hoelang duldt u dit? Uw uitspraak was vrij fors, mevrouw Lahaye-Battheu, en ik dank u daarvoor. Ik stel ook vast dat u een lans breekt om het verplicht meerderheidsaandeelhouderschap bij Belgacom af te schaffen. Ik ga daarmee helemaal akkoord, wees gerust. Intussen staat u wel toe dat een lid van de regering voor dit Parlement informatie achterhoudt over een regeling die vandaag van kracht is. Mevrouw Lahaye-Battheu, zet uw woorden van vandaag hier om in daden. Alstublieft: trek uw conclusies!
09.13 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, je remercie M. le ministre pour ses éclaircissements. Déjà en décembre dernier, j'avais souligné que certains ne résisteraient pas à faire de la surenchère politique sur la question du salaire des CEO. J'ai l'impression que l'on recommence à ce sujet.
En décembre dernier, le groupe socialiste avait déjà dit – et je crois que le ministre partage ce point de vue, mais nous ne sommes pas seuls à siéger au sein de ce gouvernement – que le plafond idéal aurait dû se chiffrer à 290 000 euros pour l'ensemble des CEO des entreprises publiques. Mais je pense effectivement – je regarde les bancs des libéraux –, que vous n'étiez pas d'accord. Évidemment, l'exception des sociétés cotées en bourse fait que ce plafond a été dépassé.
Je persiste à dire qu'il n'y aura jamais eu autant d'avancées dans un dossier concernant les salaires des CEO de nos entreprises publiques. On en parle depuis dix ans. Des ministres se sont succédé. C'est la première fois qu'il y a une limitation du plafond, une limitation claire des bonis, une limitation claire des stock options. Je rappelle aussi, pour ceux qui veulent davantage de transparence, qu'il y a aussi le respect des droits sociaux de la population.
(Protestations sur divers bancs)
Je n'en ai pas terminé, monsieur le président!
Si vous le permettez! Nous acceptons de mettre deux propositions sur la table. L'une d'entre elles est déjà déposée et nous essayons de la faire accepter depuis longtemps. Vous pouvez rire, mais vous savez qu'une proposition de loi est sur la table – c'est une réalité – depuis des mois, voire des années pour limiter le plafond des chefs d'entreprise et des CEO à vingt fois le plus petit salaire de l'entreprise. J'attends votre courage politique pour la voter et il n'y a personne pour nous rejoindre et pour la voter!
(Protestations sur divers bancs)
Je rappelle aussi que nous pouvons également changer la loi de 1991. Mais à cet égard, je pense qu'une majorité ne se dessinera pas. Dès lors, arrêtez les grands mots! Des avancées considérables ont été enregistrées. Nous voulons faire respecter le montant de 650 000 euros. C'est normal! Mais cessez de monter sur vos grands chevaux et de faire de la récupération politique par rapport à ce dossier.
09.14 Valérie De Bue (MR): Monsieur le ministre, merci de votre réponse, mais plusieurs questions restent en suspens.
La méthode choisie, celle des plafonds, ne semble donc pas efficace sur le terrain. En effet, elle est contournée. D'ailleurs, ce n'est pas uniquement chez Belgacom, comme d'aucuns l'ont rappelé.
Il me paraît donc préférable de remettre ce procédé en question, même si l'objectif louable de lutter contre la disparité salariale était partagé par tous les partis du gouvernement. Sans doute n'avons-nous pas évoqué ici tous les éléments lors des débats de décembre et janvier; c'est dommage de ne pas avoir été plus clair.
Il est vraisemblable que, malheureusement, d'autres problèmes surgiront encore et que nous n'avons pas fini de parler du dossier des rémunérations. Pourtant, nous savons que d'autres urgences appellent une intervention dans ce secteur.
09.15 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de minister, mocht er een prijskamp bestaan voor struisvogelpolitiek, dan zou u waarschijnlijk met stip genoteerd staan. U kwam hier met veel poeha met uw financiële kuisheidspolitiek aankondigen dat u de zaken zou regelen. Nu verstopt u zich achter het feit dat het bedrijf een arbeidscontract heeft opgesteld. Het is zelfs nog erger, want in feite bent u een specialist ter zake, mijnheer de minister. U bent hier als minister benoemd. U bent niet verkozen, u komt hier een interimjob doen. U stelt zich niet meer verkiesbaar. U was de kampioen van de mandaten, u had er 58. Als ik er eentje naast mocht zitten, moet u het maar zeggen. U had 58 mandaten waarvan 14 geremunereerd.
Mijnheer de minister, weet u waarom ik dit herhaal? Ik herhaal het omdat u de pretentie hebt om het Parlement de les te komen lezen omtrent het feit dat er geen wetgeving bestaat inzake de remuneratie in al deze bedrijven. Bij al deze bedrijven zijn de raden van bestuur doordesemd van politieke benoemingen van alle partijen, uitgezonderd de mijne, want die is te klein. Wij hebben wetgeving over corporate governance. Bestuurders moeten daarop toezien. Wij hebben hier minister De Clerck benoemd bij Belgacom, ook met een riante wedde, want de vertrekpremie moest toch worden ondervangen. Nu verstopt u zich daarachter. U komt het Parlement hier voorliegen over de hoogte van deze wedde.
Mijnheer de minister, in plaats van u niet verkiesbaar te stellen op 25 mei kunt u vandaag beter de eer aan u zelf houden. Liegen in het Parlement is immers een doodzonde en dat hebt u hier gedaan.
09.16 David Geerts (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik hoor hier in de repliek woorden als “show” en “poeha verkopen”. Wel, ik heb een totaal andere vaststelling. In het regeerakkoord hebben wij vastgelegd dat wij de lonen zouden beperken. Dat is gebeurd, zonder enige show, zonder poeha. Is het gebeurd of is het niet gebeurd? Wij stellen vast dat er een beperking van de lonen is bij de CEO’s. Nu mag u nog zo veel aanhalen, die lonen zijn beperkt.
Wat de verloning met een verhouding van 1 op 20 betreft, ik meen dat dit een goed voorstel is. Ik kijk er dus naar uit te zien wie dit mee zal steunen.
Ten slotte, wat de invulling van overheidsbedrijven betreft, denkt sp.a effectief dat overheidsbedrijven een meerwaarde kunnen creëren. Wij willen hierover het debat aangaan en wij zullen aantonen dat er een meerwaarde kan zijn.
09.17 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, wij
zijn getuige geweest van het betere bochtenwerk van de regering en de
meerderheidspartijen, en ook van enkele opmerkelijke uitspraken. Ik viel bijna
van mijn stoel toen ik van op de PS-banken hoorde pleiten voor respect voor de
sociale rechten van CEO’s die miljonair zijn, terwijl werklozen naar het OCMW
worden gestuurd. Il faut le faire.
Ik hoorde ook een pathetische oproep om alles wettelijk te regelen. Welnu, wij zullen de eerste partner zijn om aan tafel te gaan zitten en dat probleem wettelijk te regelen. De legislatuur is nog niet voorbij. Wij moeten nog niet in staking gaan. Wij moeten de campagne nog niet beginnen. Wij kunnen nog wetten maken. U kunt op onze steun rekenen om een wettelijk kader uit te werken, zodat zoiets niet meer kan gebeuren.
Mijnheer de minister, ik hoorde u ook zeggen dat u eigenlijk hebt toegelaten dat mevrouw Leroy haar bestaande rechten kon behouden. Zij had een pensioenpakketje van 100 000 euro. Dat wilde u behouden. Dat is opmerkelijk, want u wist dat een paar maanden geleden natuurlijk ook. Mevrouw Leroy had dus voordien al een pensioenpakket van 100 000 euro. Dat het niet verhoogd zou zijn, daar geloof ik niet veel van.
Mijnheer de minister, de regering heeft een probleem. Ofwel wist de premier dat de vergoedingen veel hoger lagen, en dan heeft de premier een probleem; ofwel wist de premier niet dat het loon hoger kon zijn, toen hij op 9 januari hier stond, en dan hebt u een serieus probleem, want dat betekent dat u het hem niet gemeld hebt. Ik kijk nog even naar u. U hebt ook niet geantwoord op die vraag. Was de premier op de hoogte, toen hij hier op 9 januari die verklaring aflegde? U schudt nee. De premier was dus blijkbaar niet op de hoogte. Dan hebt u een groot probleem. Misschien was het kernkabinet op de hoogte? Dan heeft de hele regering een probleem.
Collega’s, wij stellen hier vast dat de heer Labille zijn geloofwaardigheid totaal heeft verloren. Hij heeft in zijn antwoord ook aangetoond dat hij in deze regering de meest nutteloze minister is.
09.18 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, het Parlement wordt hier met een heel ernstig feit geconfronteerd, met name een tegenstelling tussen de daden die de regering aankondigt en haar effectieve daden. Ik neem heel graag het voorstel van mevrouw Lahaye-Battheu ter harte en ik vraag aan het Parlement om de heer Labille naar de commissie te laten komen, desnoods achter gesloten deuren, om de afgesloten contracten op tafel te leggen. Als dit Parlement zichzelf respecteert, dan moeten wij dat in deze omstandigheden van een minister durven vragen. Ik neem heel graag de uitgestoken hand van Open Vld aan om dat voorstel effectief te implementeren.
Mijnheer de minister, bent u bereid om die openheid van zaken te geven?
Le président: On soumettra la question quand elle sera posée, et là où elle doit être posée. Il n'y a pas encore de proposition formelle. J'ai entendu les arguments des uns et des autres; j'ai entendu Mme Lahaye et M. Jambon. On avisera lorsque quelque chose sera concrètement déposé.
Het incident is gesloten.
Ordre du jour / Agenda
Je vous informe que nous n'aurons sans doute pas l'occasion d'aborder aujourd'hui la discussion des projets et propositions inscrits à l'ordre du jour.
10 Question de M. Joseph George au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "la fiscalité des carnets d'épargne" (n° P2277)
10 Vraag van de heer Joseph George aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de belastingregeling voor de spaarboekjes" (nr. P2277)
10.01 Joseph George (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, vous me permettrez de m'inquiéter quelques instants du sort réservé à l'épargne figurant sur les carnets de dépôt en Belgique et ce, d'autant plus vu son importance.
Le 23 janvier dernier, la Cour constitutionnelle décidait que le régime fiscal pour les intérêts des dépôts d'épargne réglementés était contraire à la libre prestation des services et discriminatoire dans la mesure où ce régime de faveur ne s'appliquait qu'aux dépôts d'épargne reçus par les établissements de crédit situés en Belgique.
En fait, nous avons un double régime favorable: l'exonération sur la première tranche d'intérêt jusqu'à 1 900 euros et un taux réduit de 15 % plutôt que le précompte habituel de 25 %. La Cour de justice de l'Union européenne avait déjà mis le doigt sur cette problématique.
Permettez-moi d'aller, aujourd'hui, un peu plus loin que les questions qui vous ont été posées en commission en vous interrogeant à la lumière des choix opérés par la Cour constitutionnelle. Cette dernière a choisi de ne pas prévoir de limitation dans le temps de son arrêt d'annulation. Cela signifie que les dispositions annulées sont censées n'avoir jamais existé. Elles disparaissent ex tunc de l'ordre juridique. Il faut en tirer toutes les conséquences. Par ailleurs, il ressort également de l'arrêt d'annulation que le taux de faveur a été annulé en ce qui concerne tant l'impôt des personnes physiques que le précompte mobilier.
Monsieur le ministre, quelles sont les conséquences de cet arrêt d'annulation au niveau du précompte mobilier et de l'obligation de déclaration pour les revenus attribués ou mis en placement à partir du 1er janvier 2013? En effet, le taux réduit de 15 % applicable au précompte mobilier n'a été annulé que pour les revenus de l'année 2012.
Le gouvernement pense-t-il maintenir ce taux réduit de 15 % en l'étendant aux carnets d'épargne réglementés auprès de tous les établissements de crédit de l'Espace économique européen?
Par quels moyens les établissements de crédit établis en Belgique vont-ils ou seront-ils invités à récupérer le précompte mobilier complémentaire pour les revenus de l'année 2012? Le cas échéant, votre administration envisage-t-elle de recouvrer l'impôt directement auprès de l'épargnant via la déclaration d'impôt des personnes physiques? Dans cette hypothèse, de quels moyens légaux dispose-t-elle pour obtenir des informations utiles concernant ces contribuables?
Quelles sont les modalités envisagées pour la perception d'une cotisation supplémentaire sur les revenus mobiliers pour l'exercice d'imposition 2013?
10.02 Koen Geens, ministre: Monsieur le président, monsieur George, immédiatement après la publication de l'arrêt de la Cour constitutionnelle, j'ai chargé mon administration d'en étudier les conséquences en détail et de proposer des solutions appropriées.
Les adaptations entre-temps proposées du Code des impôts sur les revenus, qui sont actuellement dans une phase finale de concertation, vont dans le sens d'une consolidation de la situation antérieure de sorte qu'il n'y aura, en fin de compte, ni gagnant, ni perdant. Je compte les présenter à un prochain Conseil des ministres et j'aurai ensuite le plaisir de vous les soumettre.
10.03 Joseph George (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse.
Il est vrai que l'arrêt de la Cour constitutionnelle pose une série de questions quant à la praticabilité de ses effets. J'attends avec beaucoup d'intérêt le projet que vous déposerez à cet égard. J'ajoute que nous devons garder à l'esprit l'importance que revêtent pour la Belgique les dépôts sur les comptes épargne.
Het incident is gesloten.
11 Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de ICT-situatie bij de fiscus" (nr. P2278)
11 Question de M. Luk Van Biesen au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "la situation en matière de TIC au sein de l'administration fiscale" (n° P2278)
11.01 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik ben nu iets minder dan tien jaar Kamerlid en gedurende die tien jaar werden bijna maandelijks vragen gesteld over de ICT-implementatie bij de FOD Financiën. Vroeger waren er vlijmscherpe vragen van de heren Bogaert en Devlies, later volgden de heer Nollet, de heer Gilkinet, de heer Goyvaerts, mevrouw Wouters en af en toe ook de heer Jambon. Steeds werd dezelfde vraag gesteld, namelijk hoe het staat met de implementatie van de ICT-projecten bij de FOD Financiën.
Mijnheer de minister, deze vragen waren zo talrijk omdat het over veel geld gaat. Jaarlijks wordt ongeveer 120 miljoen euro geïnvesteerd in ICT-projecten bij de FOD Financiën, in tien jaar tijd is dat meer dan 1,2 miljard euro.
Ik lees nu dat er een vernietigend rapport zou zijn van KPMG over dat informaticabeleid bij de FOD Financiën. Nochtans, op alle vragen werd geantwoord dat alles in orde was. Minister Reynders zei steeds dat de sfeer bij Financiën goed was, dat was zijn dooddoener. Daarna volgde minister Vanackere met een gelijkaardige terminologie, namelijk dat een en ander onder controle was. Wij zijn met de commissie voor de Financiën zelfs een paar keer nieuwe projecten mogen gaan bekijken. Later bleek het om modules te gaan die men zou gaan implementeren, maar die ons voor waarheid werden verkocht. Wij zijn dus steeds met een kluitje in het riet gestuurd. Men zei steeds dat die 120 miljoen euro die jaarlijks geïnvesteerd wordt, goed wordt besteed en uiteindelijk zal leiden tot een betere werking van de FOD Financiën.
Wat lezen wij nu? Een vernietigend rapport van KPMG, waarin duidelijk en ondubbelzinnig gesteld wordt dat men zelfs niet weet waarvoor die 120 miljoen euro per jaar effectief bestemd is.
Ook het STIMER-project, dat de invordering en inning van de fiscale schulden moest verbeteren om zo de fiscale achterstand te kunnen wegwerken, liep faliekant af; 19 miljoen euro werd in de vuilbak gesmeten.
Het lijkt een vernietigend rapport te zijn, want reeds voordat het rapport verscheen, heeft de verantwoordelijke bij de FOD Financiën ontslag genomen. Hij krijgt nu de fantastische taak om de zesde staatshervorming bij Financiën mee te begeleiden, iets dat uiteraard bijzonder belangrijk is, want het is de grootste staatshervorming ooit. Ik zal die functie dus zeker niet onderschatten. Het is echter toch bijzonder eigenaardig dat vooraleer wij in het Parlement de kans gekregen hebben om dit rapport te bekijken, er reeds een verantwoordelijke op het departement de biezen moet pakken.
Mijnheer de minister, kunt u hier de vernietigende conclusies van dat rapport bevestigen?
Welke concrete maatregelen stelt u in het vooruitzicht om het hoofd te kunnen bieden aan de aanslepende IT-problemen bij de fiscus?
Een van de conclusies luidt ook dat de geïntegreerde aanpak voor de gehele FOD Financiën met dertigduizend personeelsleden niet lukt. Het voorstel luidt om de aanpak nu per departement te laten gebeuren, waar telkens nieuwe kleine projecten van gemaakt worden. Zal dat inderdaad het gevolg zijn?
Welke budgetten zult u nu opnieuw vragen? Hoeveel zult u vragen om de ICT op het rechte spoor te brengen?
Kortom, mijnheer de minister, wat zult u met het rapport doen?
11.02 Minister Koen Geens: Mijnheer Van Biesen, op een bepaald ogenblik was ik bang dat u zou zeggen dat de FOD Financiën van de klaver naar de biezen liep. Ik neem aan dat u dat niet wilde zeggen. Wij doen ons best.
Het directiecomité van de FOD Financiën besliste meer dan een jaar geleden een audit van de informatisering te laten uitvoeren. De audit had betrekking op het ICT-gebeuren in de FOD in zijn geheel en niet enkel op de ICT-stafdienst. De implementatie van de ICT is immers een zaak van samenwerking tussen business en ICT.
Die omvattende audit werd eind november 2013 opgeleverd. Het eindverslag vermeldt tal van pijnpunten en bevat ook aanbevelingen.
Die aanbevelingen worden nu een voor een uitgevoerd, in een duidelijke planning voor de komende maanden en jaren. Voorbeelden van die aanbevelingen zijn een verbeterde sturing van de projectuitvoering en de samenstelling van de projectenportfolio, een betere afstemming van de ICT op de businessdoelstellingen, een verbetering van de operationele efficiëntie, een optimalisatie van de inzet van middelen voor de ICT-ondersteuning enzovoort.
Het is normaal dat nieuwe applicaties kinderziektes vertonen. Dat is niet alleen het geval bij de overheidsdiensten. Intussen kan ik bevestigen dat een aantal applicaties al zijn gestabiliseerd, zoals de Paperless Douane, Intervat voor de elektronische indiening van btw-aangiftes en Tax-on-web, zowel de indienings- als de berekeningsmodule.
Ik kan u bevestigen dat de stafdirecteur ICT heeft gevraagd om zijn mandaat te beëindigen op 31 augustus 2014. Hij wordt belast met een nieuwe opdracht betreffende de geïnformatiseerde gegevensuitwisseling tussen de FOD en andere overheden.
Er wordt eerstdaags een vacature gelanceerd via Selor, teneinde een nieuwe stafdirecteur ICT aan te werven.
Voor het overige kan ik mij niet uitspreken over individuele situaties van personeelsleden, net zomin als ik dat in andere gevallen kan doen over individuele fiscale dossiers.
Wij zullen ons uiterste best doen om de zaken zo snel mogelijk helemaal in orde te krijgen wat ICT betreft.
11.03 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Wij vangen echter elke dag signalen op dat bepaalde applicaties meer dan de gewone kinderziektes doormaken. Bijvoorbeeld bij Intervat duurt het soms langer om elektronisch een aangifte te doen dan de btw-aangifte zelf in te vullen en boekhoudkundig te verwerken.
Soms werkt het personeel uren aan een dossier en moeten zij aan hun computer zitten wachten tot het lichtje brandt dat de gegevens eindelijk worden aanvaard. Het gaat dus om meer dan kinderziektes en dat heeft de audit van KPMG duidelijk gemaakt.
Ik vraag niet om te zeggen dat alles beter zal gaan en in orde zal komen, maar om daadwerkelijk te handelen en samen met het hoofd van de FOD Financiën in onze commissie een duidelijk overzicht te komen geven van wat men er allemaal aan doet.
Men kan niet blijven zeggen dat men heel wat inspanningen heeft geleverd; 120 miljoen euro per jaar is veel geld. Zowel wie bij de FOD werkt als de belastingbetaler verdient een betere dienstverlening dan vandaag het geval is.
Ik roep u daarom op om de kwestie honderd procent ter harte te nemen en daaraan te werken.
Uw partij heeft alles gedaan om niet alleen het hoofd van de FOD Financiën te leveren, maar ook de staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en de minister van Financiën. U hebt nu alle sleutels in handen. Ageer nu. Maak er iets van en laten we ervoor zorgen dat de belastingbetaler krijgt waarvoor de toebedeelde 120 miljoen euro per jaar diende te worden besteed.
Het incident is gesloten.
12 Question de M. David Clarinval au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Régie des Bâtiments et au Développement durable, adjoint au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "la construction d'une nouvelle prison à Dinant" (n° P2280)
12 Vraag van de heer David Clarinval aan de staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen en Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de bouw van een nieuwe gevangenis in Dinant" (nr. P2280)
Le président: La question de M. Clarinval ne concerne pas la construction d'une nouvelle prison mais d'un nouveau palais de justice à Dinant.
12.01 David Clarinval (MR): Monsieur le président, il s'agit bien d'un palais de justice et non d'une prison. Quoique parfois l'on passe d'abord par le palais de justice avant d'aller en prison.
Monsieur le secrétaire d'État, en province de Namur, la construction d'un nouveau palais de justice à Dinant est un peu comme le monstre du Loch Ness: on en parle depuis longtemps, mais on ne le voit pas venir. Et à Namur également, chers collègues.
Mais récemment, des nouvelles positives nous laissaient à penser que le dossier avançait bien puisque le permis de bâtir, les acquisitions et expropriations de terrains étaient en cours de réalisation. Nous avions donc bon espoir de voir aboutir ce dossier.
Malheureusement, des nouvelles plus récentes, des rumeurs persistantes nous laissent à penser qu'il y aurait des problèmes au niveau du gouvernement en ce qui concerne la poursuite des travaux, notamment sur la décision relative au choix du marché public, compte tenu de la réorganisation du paysage judiciaire. Dès lors, les inquiétudes sont vives dans la province à cet égard.
Monsieur le secrétaire d'État, ce dossier est-il réellement remis en cause actuellement? Quand le gouvernement va-t-il choisir le mode de marché? Avez-vous reçu des instructions émanant des services de la Justice en vue d'arrêter ce dossier? Les rumeurs circulant actuellement au sein des palais de justice sont-elles exactes?
12.02 Servais Verherstraeten, secrétaire d'État: Monsieur le président, cher collègue, les services de la Régie des Bâtiments n'ont pas pu préparer une réponse détaillée vu le changement de sujet de la question, qui concerne un palais de justice et non pas une nouvelle prison à Dinant – projet dont je n'étais pas au courant puisqu'il n'existe pas.
Le dossier du palais de justice dans cette région intègre, outre la justice, les fonctionnaires du SPF Finances. Le dossier administratif et technique est en pleine préparation. Les aspects techniques de ce dossier sont presque finalisés.
Ensuite, il faut une étude et une préparation relative aux aspects financiers. Il faut examiner quelle méthode de financement permettra d'obtenir un financement optimal. Ces aspects sont encore en cours d'étude.
Dès que le dossier, administratif et financier, sera finalisé, je le proposerai au Conseil des ministres.
12.03 David Clarinval (MR): Monsieur le secrétaire d'État, il est vrai que l'intitulé erroné de la question a pu rendre difficile la préparation de votre réponse et je vous remercie d'autant plus d'avoir bien voulu donner suite à mes interrogations.
Je comprends donc que le dossier suit son cours et que le gouvernement ne réalise aucun blocage à son encontre pour raison de réforme du paysage judiciaire. Il n'est donc pas remis en cause. De là, nous pouvons comprendre que le dossier suit son cours et qu'il sera très prochainement mis en adjudication selon une technique que vous aurez à choisir bientôt. C'est bien cela?
12.04 Servais Verherstraeten, secrétaire d'État: Oui.
12.05 David Clarinval (MR): Je vous en remercie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Prise en considération de
propositions
13 Inoverwegingneming van voorstellen
Le président: Vous
avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la
liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een
lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je
considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les
propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze
als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de
bevoegde commissies verzonden.
Pas d'observations? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 5 février 2014, je vous propose également de prendre en considération la proposition de résolution (MM. Jef Van den Bergh et Joseph George) relative à un cadre légal spécifique pour le financement participatif, n° 3335/1.
Renvoi à la commission des Finances et du
Budget
Overeenkomstig
het advies van de Conferentie van voorzitters van 5 februari 2014,
stel ik u ook voor het voorstel van resolutie (de heren
Jef Van den Bergh en Joseph George) houdende een specifiek wetgevend
kader voor crowdfunding, nr. 3335/1, in
overweging te nemen.
Verzonden naar de commissie voor de Financiën
en de Begroting
Je vous propose également de prendre en
considération:
- la proposition (MM. Stefaan
Van Hecke et Ronny Balcaen et consorts) visant à instituer une commission
d'enquête parlementaire chargée d'enquêter sur le rôle des services de renseignement
dans le cyberespionnage, n° 3341/1.
Renvoi à
la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique
- la proposition de loi (Mme Carina
Van Cauter et M. Renaat Landuyt et consorts) portant modification et
complétant les dispositions transitoires de la loi du 1er décembre 2013
portant réforme des arrondissements judiciaires et modifiant le Code judiciaire
en vue de renforcer la mobilité des membres de l'ordre judiciaire,
n° 3342/1.
Renvoi à
la commission de la Justice
Ik stel u eveneens voor in overweging te
nemen:
- het voorstel (de heren Stefaan Van
Hecke en Ronny Balcaen c.s.) tot oprichting van een parlementaire
onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de rol van
inlichtingendiensten in cyberspionage, nr. 3341/1.
Verzonden
naar de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar
Ambt
- het wetsvoorstel (mevrouw Carina Van
Cauter en de heer Renaat Landuyt c.s.) houdende wijziging en aanvulling van de
overgangsmaatregelen van de wet van 1 december 2013 tot hervorming
van de gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk
Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de rechterlijke
orde, nr. 3342/1.
Verzonden
naar de commissie voor de Justitie
Pas d'observations? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
14 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Barbara Pas over "de uitspraken van Herman Van Rompuy inzake de toetreding van Turkije tot de EU" (nr. 91)
14 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de Mme Barbara Pas sur "les déclarations de Herman Van Rompuy concernant l'adhésion de la Turquie à l'Union européenne" (n° 91)
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen van 29 januari 2014.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission des Relations extérieures du 29 janvier 2014.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 91/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Barbara Pas en door de heer Bruno Valkeniers;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Christiane Vienne en door de heren Herman De Croo en Georges Dallemagne.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 91/1):
- une motion de recommandation a été déposée par Mme Barbara Pas et par M. Bruno Valkeniers;
- une motion pure et simple a été déposée
par Mme Christiane Vienne et par MM. Herman De Croo et Georges Dallemagne.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?
14.01 Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, de aanleiding van mijn interpellatie, die bijna acht maanden nadat ik ze had ingediend alsnog in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen werd behandeld, was een aantal uitspraken van Herman Van Rompuy, toen hij in mei 2013 in Turkije was. Hij beweerde toen stellig, en ik citeer, “dat de waarden van democratie en politieke vrijheid evenzeer worden gekoesterd in het moderne Turkije”.
Ik vond dat een bizarre uitspraak, wetende dat nergens in de wereld zo veel journalisten in de gevangenis zitten dan in Turkije en dat daar ook hoogleraars, schrijvers en andere intellectuelen gevangenzitten wegens het uiten van hun mening. Censuur is daar alomtegenwoordig.
Collega’s, zoals u weet, werd vóór de start van de onderhandelingen met Turkije bepaald dat het toetredingsproces op elk moment zou kunnen worden stilgelegd, indien zou blijken dat Turkije op flagrante wijze de regels overtreedt. Het gaat onder meer over de regels inzake het respect voor de democratie en inzake het respect voor de rechten van de mens.
Turkije voldeed niet eens aan de genoemde voorwaarden om zelfs nog maar aan de bewuste onderhandelingen te beginnen.
Na het grootschalig, blind politiegeweld tegen vreedzame demonstranten in het voorjaar zou het dan ook logisch zijn geweest dat de toetredingsonderhandelingen formeel zouden zijn stopgezet. Ook na de grootschalige zuiveringsoperaties in gerechtelijke milieus en in politiekringen, in verband met het corruptieschandaal, moest een stopzetting van de onderhandelingen een logisch gevolg zijn geweest.
Zelfs een krachtige veroordeling van die praktijken was er voor de Europese Unie en voor deze regering te veel aan. Er gebeurt exact het tegenovergestelde, want in plaats van sancties tegen Turkije wordt het Erdoganregime actief beloond door het openen van twee nieuwe hoofdstukken in het onderhandelingsproces.
Bij alle negatieve rapporten op rij heeft de Europese Unie zich in alle mogelijke bochten gewrongen om er toch maar geen conclusies uit te moeten trekken. Af en toe uitte men bezorgdheid. Ook deze regering geraakt niet verder dan dat, maar als puntje bij paaltje komt, blijft men zonder meer vasthouden aan het perspectief van de Turkse toetreding. Met hun eufemistische praatjes, het bang wegkijken van de realiteit, maken de EU-bewindslieden zich belachelijk en totaal ongeloofwaardig.
Nu is het welletjes geweest. Voor ons moeten die toetredingsonderhandelingen definitief worden stopgezet. Wij hebben daartoe een motie ingediend. Ik reken daarvoor op uw aller steun.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Begin van de stemming / Début du
vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn
stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
(…): (…)
Le président: Chers collègues, le vote n'est pas clôturé. À ce stade-ci, je demande que l'on vérifie son vote. Et ceux qui, comme moi, se sont trompés ont l'opportunité de changer leur vote.
Il faut savoir reconnaître ses erreurs dans la vie!
Einde van de stemming / Fin du
vote.
Uitslag van de stemming /
Résultat du vote.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
85 |
Oui |
Nee |
50 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
Dat moet te wijten zijn aan de negatieve invloed van de voorzitter van het Vlaams Parlement, die aanwezig is bij het publiek. Het is de eerste keer dit jaar.
(Applaudissements)
(Applaus)
15 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van heer Bruno Valkeniers over "de aanslagen op Christenen tijdens onder meer de kerstperiode" (nr. 115)
15 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Bruno Valkeniers sur "les attentats dont sont victimes les chrétiens notamment pendant la période de Noël" (n° 115)
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen van 29 januari 2014.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission des Relations extérieures du 29 janvier 2014.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 115/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Bruno Valkeniers en door mevrouw Barbara Pas;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Christiane Vienne en door de heren Herman De Croo en Georges Dallemagne.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 115/1):
- une motion de recommandation a été déposée par M. Bruno Valkeniers et par Mme Barbara Pas;
- une motion pure et simple a été déposée
par Mme Christiane Vienne et par MM. Herman De Croo et Georges Dallemagne.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?
15.01 Bruno Valkeniers (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, u mag straks nog eens proberen op het juiste knopje te drukken.
Collega’s, tijdens de voorbije kerstdagen is nogmaals ten overvloede duidelijk geworden dat het belijden van hun geloof voor heel veel christenen, elke dag opnieuw, levensgevaarlijk is. Volgens Open Doors, een organisatie die zich inzet voor de vervolgde christenen, worden wereldwijd niet minder dan honderd miljoen christenen vervolgd. Schattingen van het aantal slachtoffers per jaar lopen op tot honderdduizend.
Hoewel de onderdrukking van en het geweld tegen christenen ook vooral voorkomt in landen als Noord-Korea en India, bestaat de door Open Doors opgestelde Ranglijst Christenvervolging 2013, of men het nu graag hoort of niet, hoofdzakelijk uit islamitische landen. De zogezegde Arabische Lente is voor hen een gore winter geworden. Egypte, Pakistan, de Syrische, Irakese en Nigeriaanse rebellen maken er allemaal een systematiek van om christenen te discrimineren, te vervolgen en te vermoorden. Helaas gebeurt dit maar al te dikwijls met medeweten van of georganiseerd door overheden.
Het ontstellend aantal feiten, aanslagen en terreurdaden bewijst volgens ons dat er vandaag niet zozeer een probleem van islamofobie is maar veeleer van christofobie. Daarom wil Vlaams Belang u deze motie ter goedkeuring voorleggen.
Collega’s, toch nog even dit. Het is verwonderlijk dat de Kamercommissie, nog voor zij wist dat ik na mijn interpellatie deze motie zou indienen, reeds een eenvoudige motie had ingediend. Ik vermoed dat die met tientallen op voorhand ter beschikking liggen om de oppositie af te blokken. Dat zal in dit land democratie zijn, zeker?
Toch hoop ik dat u voor uw feestje straks uw verantwoordelijkheid zult opnemen en mijn motie zult goedkeuren.
De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn
stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du
vote.
Uitslag van de stemming /
Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
88 |
Oui |
Nee |
48 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
136 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
16 Éloge funèbre – M. Damien Yzerbyt
16 Rouwhulde – de heer Damien Yzerbyt
Le président (devant l’assemblée
debout)
De voorzitter (voor de staande
vergadering)
Nous avons appris le décès, le 19 janvier 2014, de notre ancien collègue, Damien Yzerbyt.
Agé de cinquante ans à peine, la maladie a eu raison de la détermination et du courage d’un homme qui ne voulait pas abdiquer. Les réactions unanimes qui ont salué sa mémoire témoignent du respect que notre ancien collègue n’a jamais cessé d’inspirer.
Hij is gestorven in het harnas, en heeft, met zijn onmiskenbare politieke talent, tot op het laatst zijn mandaten van Waals parlementslid en schepen voor financiën en openbare werken van de stad Moeskroen uitgeoefend.
Damien Yzerbyt vivait sa vie politique avec conviction et passion. Licencié en philologie romane de l’Université catholique de Louvain (UCL) et professeur de français et de religion au Collège technique Saint-Henri de Mouscron, Damien Yzerbyt se lance en politique en 1987, à une époque où l’enseignement francophone subit de profonds bouleversements. Engagé dans les mouvements associatifs, il siège en 1997 au conseil communal de Mouscron et devient échevin en 2001.
Candidat aux élections législatives de 2003 et aux régionales de 2004, il remplace à la Chambre, du 30 juillet 2004 jusqu’au 19 avril 2005, notre collègue Catherine Fonck devenue ministre du gouvernement de la Communauté française. Il reprend ensuite le siège de Jean-Pierre Detremmerie au Parlement wallon, suite à la démission de celui-ci.
Ook al had hij maar een paar maanden zitting in de Kamer, we zullen ons hem herinneren als een oprecht en beginselvast man, die een afkeer had van hoogdravende en gezwollen taal. 'Recht op het doel afgaan', dat was in zekere zin zijn devies. Damien Yzerbyt was een bescheiden en loyaal Parlementslid, een man die niet te beroerd was om aandachtig te luisteren naar anderen. Niet alleen zijn collega's uit alle fracties hadden veel waardering voor hem, ook de vele culturele en sportverenigingen waarin hij zich inzette en waarvoor hij tijd noch moeite spaarde.
Damien Yzerbyt était aussi un grand travailleur, un homme de dossiers, certes, mais aussi un homme de terrain proche des gens. Il s’est donné sans compter pour sa ville de Mouscron qu’il aimait tant et dont il connaissait les dossiers comme personne. C’est que l’action locale était devenue l’une de ses passions dans la mesure où elle lui permettait d’être en contact avec les franges les plus diverses de la population de sa ville mais aussi de sa région, la Wallonie picarde. À ses yeux, la seule finalité possible du développement économique demeurait le progrès social, et il s’efforça de traduire cette conception dans tous les dossiers qu’il traitait.
Au nom de la Chambre des représentants, j’ai présenté mes condoléances à la famille de notre regretté collègue.
16.01 Joëlle Milquet, ministre: Monsieur le président, le 19 janvier dernier, Damien Yzerbyt nous quittait à l'âge de 50 ans, au terme d'un combat qu'il a livré avec dignité, grandeur, sans jamais se plaindre et avec un courage extraordinaire.
Weinig mensen, zelfs eminente, kunnen zich erop beroemen zich volledig te hebben ingezet voor de gemeenschap. Dat was wel het geval voor Damien Yzerbyt, schepen van Moeskroen.
Il a laissé en ultime message ce poème amérindien: "Je vous remercie de l'amour que chacun m'a démontré. Maintenant, il est temps pour moi de voyager seul. Pendant un court moment, vous pouvez avoir de la peine. Laissez les souvenirs apaiser votre douleur. La confiance vous apportera réconfort et consolation. Je ne suis pas loin, la vie continue. Quand il sera temps pour vous de partir, je serai là pour vous accueillir."
Damien Yzerbyt hield van zijn rang. Hij hield van de mensen en van mensen houden was, zoals hij het vaak herhaalde, ze respecteren en ze dienen. Hij hield ervan voor iedereen tijd te nemen om te luisteren en raad te geven, maar ook om te onderhandelen. Voor hem waren de beloften, de projecten, de keuzen geen woorden, maar vooral daden.
Pétri de qualités humaines, sympathique, d'un naturel affable, très investi dans le monde associatif et dans son action politique quotidienne, Damien Yzerbyt était de ces hommes dont l'esprit clair et concret, inventif et méthodique, loyal et généreux, incarnait les valeurs d'humanisme.
Hij was ook een harde werker. Drie weken voor zijn dood verdedigde hij nog zijn begroting voor de gemeenteraadsleden.
Hij was een veelzijdig, cultureel ontwikkeld man. Hij was al op jonge leeftijd behept met het heilig vuur voor de politiek en heeft die passie in zijn carrière nooit verwaarloosd.
Il s'y était préparé lors de ses études en philologie romane et de théologie, en contribuant aux activités de l'Assemblée générale des étudiants de Louvain.
Zijn politieke inzet is begonnen in zijn stad Moeskroen, waarvan hij een kind was, een echte Hurlu. Geëngageerd in de politiek sinds 1987 kwam hij op voor de gemeenteraadsverkiezingen in oktober 1994 en zat hij als verkozene in de gemeenteraad vanaf 1997. In 2001 werd hij schepen belast met Stedenbouw, Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Jeugd, Mobiliteit, Pensioenen en Erediensten.
Homme de dossiers, Damien Yzerbyt a mis son intelligence, ses compétences et ses qualités au service de grands projets pour la Wallonie et pour Mouscron. Visionnaire, il disait préférer le dialogue à la confrontation. C'est avec ténacité, constance et conviction qu'il déploiera sa ville (construction de logements, création de nouvelles voiries, etc.) mais, à chaque fois, avec une vision globale.
Cet engagement pour sa ville ne se démentira jamais. Au soir des élections d'octobre 2006, Damien Yzerbyt est reconduit dans son mandat d'échevin de la ville de Mouscron et, pour la Wallonie picarde, Damien était aussi une voix forte et respectée dans l'enceinte du Parlement wallon ou de celle de la Fédération Wallonie-Bruxelles.
Zijn parcours bewijst zijn wensen. Damien Yzerbyt was een humanist, geknipt voor de publieke werking, met een onverzettelijk vertrouwen in de mens en gehecht aan de omkadering van de jongeren, vooral de meest kwetsbaren onder hen.
Il avait à peine 50 ans. Lui qui disait avec sa verve picarde: "Je ne cherche pas à faire une performance, encore moins à épater la galerie. C'est dans mon caractère; je me connais. Je ne partirai pas faire un tour du monde pour tirer ma révérence. Mon tour du monde à moi – et ce n'est pas démagogique de le dire –, c'est à Mouscron que je le ferai."
Hij heeft met passie voor zijn stad een leven geleid, met ziel en betrokkenheid.
Je voudrais saluer ici son courage impressionnant, sa générosité, la force de son engagement social, son sens de l'autre et de la vie, si rare, ses grandes compétences, son intelligence vive et son honnêteté sans faille. Il a fait de sa vie un exemple.
Je tiens, comme vous, monsieur le président, à exprimer à la famille de Damien ma sympathie et à lui présenter mes plus sincères condoléances.
La Chambre observe une minute de silence.
De Kamer neemt een minuut stilte in acht.
17 Adoption de l’ordre du jour
Le président: Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.
Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerpagenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.
Je vous rappelle que la semaine prochaine, mercredi après-midi, nous commencerons nos travaux par les points qui étaient inscrits à l'ordre du jour d'aujourd'hui. Nous prolongerons éventuellement la séance de mercredi. Il y aura aussi une réunion jeudi. Nous devons ajouter à l'ordre du jour de la semaine prochaine la proposition de résolution sur la situation en Ukraine (n° 3262). Nous allons interrompre maintenant et à 18 h 00 nous reprendrons la séance pour les jubilaires.
Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.
Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 6 février 2014 à 18.00 heures.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 6 februari 2014 om 18.00 uur.
La séance est levée à 17.23 heures.
De vergadering wordt gesloten om 17.23 uur.
L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 53 PLEN 183 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met
nummer CRIV 53 PLEN 183 bijlage. |
|
|
|
|
Vote nominatif - Naamstemming: 001
Oui |
085 |
Ja |
Arens Joseph, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart
Philippe, Bonni Véronique, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette,
Caverenne Valérie, Clarinval David, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De
Bue Valérie, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier,
Delizée Jean-Marc, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Destrebecq Olivier,
Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, Dierick Leen, Drèze
Benoît, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant
Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Goffin Philippe,
Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Kitir Meryame, Lacroix Christophe,
Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen
Benoît, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence,
Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Mylle Gerda, Nyanga-Lumbala
Jeanne, Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Sampaoli Vincent, Schiltz
Willem-Frederik, Seminara Franco, Senecaut Manuella, Slegers Bercy, Somers
Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien,
Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter
Carina, Van den Bergh Jef, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle
Bruno, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vercamer
Stefaan, Vienne Christiane, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank
Non |
050 |
Nee |
Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y
Castañer Kristof, Colen Alexandra, Coudyser Cathy, De Bont Rita, Dedecker
Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester
Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie,
D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel,
Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Lahssaini
Fouad, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Maingain
Olivier, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate
Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput
Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer
Reinilde, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert,
Wouters Veerle
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 002
Oui |
088 |
Ja |
Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien,
Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonni Véronique, Bonte Hans, Brotcorne
Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Collard
Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clercq Mathias, De Croo
Herman, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, De Permentier Corinne, De
Potter Jenne, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael
Patrick, Dierick Leen, Drèze Benoît, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck
Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline,
George Joseph, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed,
Jadin Kattrin, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert
Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Louis Laurent, Lutgen Benoît,
Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Mouton
Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Mylle Gerda, Nyanga-Lumbala Jeanne,
Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Sampaoli Vincent, Schiltz
Willem-Frederik, Seminara Franco, Senecaut Manuella, Slegers Bercy, Somers
Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien,
Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter
Carina, Van den Bergh Jef, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van
Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven
Peter, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank
Non |
048 |
Nee |
Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y
Castañer Kristof, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean
Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal,
Demol Elsa, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné,
Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen,
Grosemans Karolien, Jadot Eric, Jambon Jan, Lahssaini Fouad, Logghe Peter,
Luykx Peter, Maertens Bert, Maingain Olivier, Pas Barbara, Ponthier Annick,
Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse,
Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van
Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Veys Tanguy, Weyts Ben,
Wollants Bert, Wouters Veerle
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |