Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

Woensdag 17 december 2014

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Mercredi 17 décembre 2014

 

Après-midi

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 13.27 uur en voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.

La séance est ouverte à 13.27 heures et présidée par M. Siegfried Bracke.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:

Hervé Jamar, Johan Van Overtveldt

 

Berichten van verhindering

Excusés

 

Evita Willaert, wegens gezondheidsredenen / pour raisons de santé;

Éric Massin, wegens ambtsplicht / pour devoirs de mandat.

 

Begrotingen

Budgets

 

01 Wetsontwerp houdende de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2015 (495/1-6)

- Ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2015 (496/1-43)

- Begrotingen van ontvangsten en uitgaven voor het begrotingsjaar 2015. Algemene toelichting (494/1)

- Verantwoordingen van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2015 (497/1-23)

- Beleidsnota's (588/1-36)

01 Projet de loi contenant le budget des Voies et Moyens de l'année budgétaire 2015 (495/1-6)

- Projet du budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2015 (496/1-43)

- Budgets des recettes et des dépenses pour l'année budgétaire 2015. Exposé général (494/1)

- Justifications du budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2015 (497/1-23)

- Notes de politique générale (588/1-36)

 

Hervatting van de algemene bespreking

Reprise de la discussion générale

 

De algemene bespreking is hervat.

La discussion générale est reprise.

 

01.01  Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, heren ministers, collega’s, een bespreking van een begroting is een heel belangrijk moment.

 

Dat geldt a priori wanneer wij de eerste begroting bespreken van een nieuwe regering omdat die de eerste contouren schetst en de eerste maatregelen van die plannen uit het regeerakkoord uitdraagt en er uitvoering aan geeft.

 

Ik heb boeiende debatten gehoord. Ik zou zelfs bijna durven zeggen dat alles is gezegd. Alles is gezegd tijdens de regeerverklaring, alles is gezegd tijdens de daaropvolgende mediatieke debatten, alles is heel uitvoerig gezegd in de diverse commissies, meer in het bijzonder in de commissie voor de Financiën.

 

In de jaren dat ik hier zetel, heb ik een ding geleerd. Begrotingsdebatten zijn nooit definitief gedaan. Er zijn conjunctuurschokken, soms ten goede, soms ten kwade, er is de internationale context en de internationale toestand, er zijn belangrijke maatschappelijke gebeurtenissen in of buiten ons land die aanleiding geven tot een constante heractualisering van een begrotingsdebat.

 

Er is echter ook een constante en dat is de scheidingslijn tussen meerderheid en oppositie. Collega Onkelinx, ik luister altijd met aandacht naar u en ik heb dat vanochtend uiteraard ook gedaan. Ik vond uw uiteenzetting een mooi voorbeeld van de scheidingslijn tussen meerderheid en oppositie, en dat heeft mij niet verbaasd.

 

Toen ik het betoog van onze collega aanhoorde, deed mij dat terugdenken aan het betoog van de toenmalige fractievoorzitter van Groen bij de start van de eerste begrotingsbesprekingen van de regering-Di Rupo. Hij is hier aanwezig. Ik citeer wat hij zei in februari 2012: “De begroting die vandaag voorligt, is een begroting die wij onevenwichtig noemen. Deze regering denkt eigenlijk enkel nog aan besparen, hard besparen. In de lijn ook van wat Europa doet. Zij vergeet dat de rekening heel vaak wordt doorgestuurd naar de middenklasse en vooral naar de laagste inkomens. Intussen blijven zij die de crisis veroorzaakt hebben veilig buiten schot. Zij hoeven niet in te leveren.”

 

Dat waren de woorden van de oppositie in februari 2012. Toen ik daarnet het betoog van de oppositie hoorde, had ik de indruk dat het om copy paste ging: “één categorie moet inleveren, de anderen worden volledig ontzien”.

 

01.02  Laurette Onkelinx (PS): M. Verherstraeten, que j'écoute toujours avec beaucoup de plaisir et d'attention, compare des mots de deux interventions, mais pas des politiques de deux gouvernements qui se succèdent.

 

Oui ou non, n'avons-nous pas essayé, dans le dernier gouvernement, où votre parti était présent, de faire payer ceux qui avaient les épaules les plus larges pour faire l'immense effort que nous avons dû consentir? Oui ou non, n'avons-nous pas été chercher 7 milliards pour pouvoir équilibrer le budget? N'est-ce pas une différence majeure avec ce gouvernement qui préserve les actionnaires et le capital et qui, par contre, fait des économies beaucoup plus importantes sur les services publics?

 

Vous mettez en cause certains services publics. Vous auriez dû être là pour écouter votre ministre de la Justice, comme il souffrait en détaillant les coupes budgétaires dans son propre budget. Vous allez chercher chez les travailleurs, y compris le saut d'index, sans du tout avoir, par exemple, une compensation par les plus-values. Pour moi, même s'il y avait des plus-values, il ne faut pas le saut d'index, soyons clairs.

 

Ne vous contentez pas de dire qu'il y a des mots, dans les discours d'opposition, qui se ressemblent. Vous aurez toujours raison! Essayez de comparer les politiques développées par deux gouvernements successifs avec des différences qui sont majeures!

 

01.03  Servais Verherstraeten (CD&V): Collega Onkelinx, u weet – dat zal niemand mij verwijten – dat ik datgene wat de vorige regering heeft gedaan, nooit zal afvallen. De regering heeft toen voor belangrijke uitdagingen gestaan en heeft belangrijke maatregelen genomen die goed zijn geweest voor ons land. Dat geldt voor heel de toenmalige regering. Sommigen zitten er nu niet meer in en anderen zitten er nog steeds in. Ik kijk daar niet met schaamte op terug.

 

Het is echter niet zo, collega Onkelinx, dat de repliek van de oppositie op maatregelen van een regering, en in dit geval van een nieuwe regering, altijd gelijkluidend is. Dat is niet het geval. Vandaag is dat echter wel het geval, zo heb ik gehoord, en het zou mij verbazen mochten de andere collega’s uit de oppositie die straks nog het woord krijgen, andere geluiden laten horen dan wat zij hebben laten horen in de diverse commissies. Ik stel dan ook vast dat de kritiek die de vorige regering kreeg, eigenlijk bijna volledig dezelfde is als de kritiek die de huidige regering krijgt.

 

Ik vind dat niet toevallig en ik kom daar dadelijk nog op terug. Dat is niet toevallig omdat heel veel maatregelen gelijkaardig zijn. Vanmorgen zei u dat er enorm wordt bespaard op de primaire uitgaven. Wij besparen inderdaad zwaar op de primaire uitgaven. Ik zal dat niet ontkennen. Als wij echter de begrotingscijfers van de voorbije jaren nemen, zien wij dat de vorige regering ook serieus op de primaire uitgaven bespaarde, maar niet zoveel. De cijfers zijn wat zij zijn: 1,3 miljard onder de vorige regering en 2,2 miljard onder de huidige begroting. Er is dus een merkelijk verschil, maar ook toen was er een belangrijke besparing, onder meer op het vlak van de primaire uitgaven, waar u daarnet naar verwees.

 

Waarom is het niet toevallig, collega’s, dat de kritiek van de oppositie gelijkluidend is aan de kritiek op de vorige regering? Collega Onkelinx, dat komt omdat u toen, samen met de collega’s van de sp.a en samen met ons, die nog steeds in de meerderheid zitten, akkoord ging met het feit dat de loonlasten naar beneden moesten om de nodige competitiviteit te realiseren voor onze ondernemingen. Dat hebben wij voor 750 miljoen euro ook gedaan met de vorige regering.

 

U ging ermee akkoord te besparen om de tekorten te reduceren, om de facturen niet door te schuiven naar de komende generaties. U ging ermee akkoord om de pensioenen te hervormen en het vervroegd pensioen op te schuiven om zo de pensioenen van de toekomst te vrijwaren. Toen verdedigden jullie allen die maatregelen die wij nu gewoon voortzetten. Daarom is de kritiek van de oppositie eigenlijk gewoon copy paste en is ze klakkeloos dezelfde.

 

01.04  Laurette Onkelinx (PS): Monsieur le président, soyons sérieux: je n'ai jamais prononcé, jamais, dans aucune de mes interventions, dans aucun débat, l'expression "il n'y a qu'à". Jamais. Je sais que, pour effacer le déficit, il est nécessaire de prendre des décisions parfois difficiles.

 

Quand vous dites que j'étais d'accord pour l'une ou l'autre mesure, évidemment! Je sais pourquoi nous l'avons fait. Quand vous parlez de l'opposition, je comprends la critique d'Ecolo-Groen qui disait à l'époque que c'était dur. Oui, je comprends ce genre de critique. Mais la critique de la N-VA n'était pas du tout pareille: ce parti critiquait le fait que, pour rééquilibrer le déficit, nous cherchions des solutions du côté du capital.

 

Par exemple, on se souvient comme ils ont hurlé sur les boni de liquidation, sur la taxe sur les opérations de bourse, etc. Constamment. Ils ont hurlé quand nous avons instauré le fameux 309. Voilà un discours d'opposition totalement différent!

 

Ce que je vous reproche pour le moment, c'est de vous inscrire dans le droit fil de ce que veut la N-VA. D'ailleurs, c'est dans votre propre parti qu'apparaissent non pas les plus grandes critiques, mais les plus grands malaises par le fait de privilégier ce capital; pourtant, il devrait participer à l'équilibre de notre budget et aider à sortir notre pays des difficultés actuelles. Voilà la différence.

 

01.05  Servais Verherstraeten (CD&V): Collega Onkelinx, u verwijst naar een aantal fiscale maatregelen die vanuit een bepaalde hoek werden bekritiseerd tijdens de vorige legislatuur. Wij hebben toen onder meer de banken- en de beurstaks ingevoerd. Nu verhogen wij die banken- en beurstaks. Wij zetten de lijn gewoon door.

 

De vorige regering deed was moest en deze regering doet dat ook, maar zet nog een tandje bij. En daar zit inderdaad het verschil. Deze regering doet wat noodzakelijk is. Ik voel mij gerust nadat ik in een persbericht van de PS las dat 70 % van de Zweedse maatregelen al werden beslist in de vorige regering. Ik begrijp dan ook niet wat er zo verschrikkelijk is aan de maatregelen van deze regering.

 

01.06  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Verherstraeten, wat u zegt, klopt gedeeltelijk maar het is alweer niet de volledige waarheid.

 

Wat heeft de vorige regering gedaan? Die regering heeft een aantal noodzakelijke maatregelen genomen. Wij zaten toen in een economische crisis. De vorige regering heeft op drie jaar tijd — laten wij immers niet vergeten dat er eerst twee jaar werd gelanterfant omdat er maar geen regering kwam die de communautaire knoop kon ontwarren — een aantal maatregelen genomen om dit land terug op de rails te zetten.

 

Die maatregelen hadden toen wel een sociaal karakter. Iedere keer werd ervoor gezorgd dat de sterkste schouders ook de zwaarste lasten droegen. De vorige regering is begonnen met een taxshift. Door de schuld van de socialisten is er inderdaad een taxshift gekomen. U was daar toen bij!

 

Wij wilden verder gaan. De socialisten wilden ook in de vorige regering verder gaan. Hadden uw partij en een andere partij daarmee toen ingestemd, dan was er nu sprake van een echte taxshift. U strijdt nu voor een taxshift. U zegt dat die meerwaardebelasting er nu moet komen. Welnu, dit heeft bij de vorige regering op tafel gelegen, maar uw partij en andere partijen hebben dit tegengehouden. Dat is het essentiële verschil met deze regering.

 

01.07  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer Verherstraeten, u hebt daarnet een aantal interessante elementen aangehaald. U wees erop dat onder de vorige regering een grote inspanning is gebeurd. Er is een inspanning gebeurd, weliswaar twee derde op het vlak van belasten en slechts een derde op het vlak van besparen. Het klopt, wij gaan nu een tandje bijzetten. Het tandje dat wij bijzetten zal vooral besparen betekenen. De verhouding is namelijk omgekeerd, wij zullen twee derde realiseren via besparingen en slechts een derde via belastingen. Dat is een omgekeerde situatie vergeleken met de vorige regering. Dat is het groot verschil dat wij maken, de kracht van de verandering. Er komt dus een tandje bij, maar het is toch een grote verandering.

 

01.08  Karine Lalieux (PS): Monsieur Verherstraeten, pour couper les ailes à un canard que l'on nous présente depuis des semaines et dont vous parlez ici à la tribune, à savoir les 70 % de mesures positives signalées par le PS, je vous promets de déposer tout à l'heure le communiqué de presse sur votre banc. Si vous le lisez correctement, vous comprendrez que c'était 70 % des mesures positives que prend ce gouvernement, à savoir la réduction des charges que vous avez d'ailleurs remise en cause, l'enveloppe bien-être que vous remettez en cause dons son mode de fonctionnement aujourd'hui. Allez jusqu'au bout de la lecture des communiqués de presse! Mais pour être certaine que vous dites exactement ce qui est indiqué, je vous le remettrai tout à l'heure!

 

Par ailleurs, M. Dedecker a raison! La différence avec l'ancien gouvernement, monsieur Verherstraeten dont vous faisiez partie, c'est que les services publics pouvaient toujours rendre des services au public, ce qui est fondamental pour l'ensemble des citoyens. Demain, quel service public ira encore au public? La justice ne pourra plus être rendue, la sécurité ne pourra plus être assurée et je ne parle même pas de la SNCB. Cela, c'est votre bilan avec le gouvernement actuel!

 

01.09  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik dank de heer Verherstraeten om te wijzen op het consequent karakter van onze fractie en te citeren uit de excellente interventies van de heer Van Hecke. Ik meen dat wij getuigen zijn van een geweldige tjeventruc. De heer Verherstraeten moet men natuurlijk niets leren, dat mocht ik gisteren nog merken. Hij heeft er natuurlijk baat bij om het zoveel mogelijk over het verleden te hebben en daarover zoveel mogelijk polemiek op te wekken, maar het vooral niet over de toekomst te hebben.

 

Mijnheer Verherstraeten, ik hoop dat u daarmee het verleden bijna afsluit. Ik wil vooral uw reactie horen op de uitspraak van de heer De Croo dat de vermogensbelasting er niet komt. Ik wil vooral uw reactie horen op de heer Vuye, die daarnet zei dat hij daarover wil praten, maar met een waslijst van zevenendertig randvoorwaarden. Daar willen wij CD&V over horen. De geschiedenis, die kennen wij, en de mensen op straat ook. Wij willen weten wat u van plan bent de komende maanden.

 

01.10  Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, misschien is het niet slecht om af en toe te refereren aan de geschiedenis, om ze dan te vergelijken met de toekomst en daarna sommige collega’s erop te wijzen dat zij vervloeken wat zij gisteren aanbeden, en dat dit niet correct is. Dat is de bedoeling en dat heeft niets met trucs te maken, collega Calvo.

 

Ik hoor sommige politici zeggen dat er geen alternatief is. Ik ben het daarmee niet eens. Of men op lokaal of regionaal vlak, in dit land, in andere landen of in Europa aan politiek doet, er is altijd een alternatief; er zijn altijd mogelijkheden tot het maken van andere keuzes. Er zou een alternatief kunnen zijn om minder te besparen en het tekort te laten oplopen. Er zou een alternatief kunnen zijn om geen rekening te houden met de begrotingsregels van Europa. Er zou een alternatief kunnen zijn om de competitiviteit van de ondernemingen niet verder te verbeteren. Maar, collega’s, dat alternatief is niet ons alternatief.

 

Dat is niet het alternatief van deze meerderheid. Wij willen de problemen niet doorschuiven naar de komende generaties. Wij willen de problemen aanpakken en de toekomst veiligstellen.

 

Ik heb van oppositiezijde heel wat kritiek gehoord, maar zelden alternatieven, al werd gisteren hierop zeker een uitzondering gemaakt. Van de collega’s van de socialistische familie heb ik vooral gehoord wat zij niet wilden. Ik zou echter eens graag horen wat zij wel willen. Ik zou eens graag horen op welke manier zij tegen 2018 wel een begrotingstekort zouden dichtrijden.

 

01.11  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Verherstraeten, ik kan het u niet kwalijk nemen dat u niet in de commissie voor de Begroting aanwezig was. Mocht u echter aanwezig zijn geweest, dan zou u hebben gemerkt dat zowel de commissieleden van de PS als wijzelf alternatieve voorstellen hebben ingediend.

 

Dat is trouwens niet de eerste keer. Ook voordien hebben wij alternatieven gegeven. Er zijn dus zeker wel alternatieven die aangeven hoe wij een en ander zouden financieren. Dat weet u zelf. U staat immers blijkbaar ook achter die voorstellen, zoals een meerwaardebelasting.

 

De alternatieven zijn er wel degelijk. Zij zijn ook ingediend en wij zullen ze opnieuw indienen, mijnheer Verherstraeten. Aangezien u voorstander bent van elk van die initiatieven, geven wij uw partij de kans om deze vrijdag goed te keuren. Wij hopen dat u de moed daartoe hebt. Die moed, mijnheer Verherstraeten, had uw partij niet in de commissie. Alle voorstellen die u zelf doet en op deze tribune voorlegt, hebben wij al lang ingediend. Uw partij heeft ze in de commissie echter weggestemd.

 

De voorzitter: Collega’s, ik wijs erop dat op dit moment — ik chronometreer oppervlakkig — de tijd van de interrupties al even lang is als de spreektijd van de heer Verherstraeten tot nu toe. Dat belet natuurlijk niet dat er een debat mag zijn.

 

01.12  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, het is niet de eerste keer dat ik onderbreek vandaag. Ik zal er geen misbruik van maken, want ik kom straks ook op het spreekgestoelte.

 

Alternatieven worden vertaald in amendementen. Ik zal het nu eens hebben over wat ik het monster van Loch Ness noem, zijnde de vermogensbelasting of de vermogenswinstbelasting. Ligt hier vandaag één amendement van de oppositie voor dat de begroting probeert bij te sturen, om aan te geven dat zij die belasting onder welbepaalde modaliteiten wil invoeren? Hier wordt constant over dat issue gepraat, alsook over de voorwaarden, over de opbrengst ervan, over wie dat moet betalen en naar wie de opbrengst gaat.

 

Het is naar mijn mening het meest elementaire recht en de plicht van de oppositie om, wanneer zij beweert alternatieven te hebben, tijdens het begrotingsdebat een amendement in te dienen dat ertoe strekt een vermogensbelasting of een vermogenswinstbelasting in te voeren.

 

Collega Van Rompuy is blijkbaar nog niet klaar met zijn werkgroep binnen de CD&V. Wij kijken ernaar uit. De minister van Financiën reageert niet vanuit de meerderheid, maar vanuit de oppositie, terwijl ik zovele jaren geluisterd heb en gezegd heb: leg concrete voorstellen op tafel. Ik zal zeker niet zeggen dat er niets gebeurd is op het vlak van vermogensfiscaliteit. Ik kom daar straks op terug. Naar onze smaak gebeurde er soms te veel, maar het ging om politieke afspraken, en ik blijf die honoreren.

 

Voor de toekomst vind ik het toch elementair dat men een amendement indient, zodat de Kamer zich morgen kan uitspreken over de vraag hoe de verenigde oppositie de vermogensfiscaliteit ziet. Ik blijf op mijn honger zitten wat dat betreft, en ik vind dit tot nu toe het grootste manco aan dit debat.

 

De voorzitter: Mevrouw Temmerman? Hou het kort, iedereen.

 

01.13  Karin Temmerman (sp.a): Ik zal het zeer kort houden, mijnheer de voorzitter. Natuurlijk is er een voorstel. Wij hebben al veel eerder een wetsvoorstel ingediend, lang voordat deze bespreking van het budget begon. Bovendien, mijnheer Dewael, zullen wij naar aanleiding van de programmawet voorstellen indienen. Feel free om ze mee goed te keuren.

 

Nogmaals, wij hadden al een wetsvoorstel klaar in de vorige legislatuur. Het is uw partij, samen met CD&V, die dit voorstel heeft geweigerd. Ik vind het enorm klein van u dat u nu zegt dat er geen alternatieven zijn. U weet heel goed dat die voorstellen al zeer lang bestaan.

 

De voorzitter: Mijnheer Dewael? Hou het ook kort.

 

01.14  Patrick Dewael (Open Vld): Dit is de eerste keer dat ik intervenieer, mijnheer de voorzitter. Zij vindt wat ik zeg persoonlijk klein. Dat had ik van collega Temmerman niet verwacht.

 

Ik weet hoe ik zal stemmen. Ik zal niet van gedachte veranderen. Ik was er vroeger tegen en ik ben er vandaag nog altijd tegen. Zal het Parlement een concreet uitgewerkt sp.a-voorstel in handen krijgen, strekkende tot de invoering van een vermogensfiscaliteit?

 

01.15  Karin Temmerman (sp.a): (…)

 

(…): (…)

 

01.16  Patrick Dewael (Open Vld): Il n’y a pas d’amendement. Non.

 

Mijnheer de voorzitter, ik heb het niet over wetsvoorstellen die nog in overweging genomen moeten worden en die dan naar de Griekse kalender verwezen worden. Ik vraag of het Parlement ter zake een amendement zal behandelen, overmorgen? Dat is mijn vraag. Ik heb het over vrijdag.

 

Ik zou het verhelderend vinden voor de democratie mocht mevrouw Temmerman dat indienen. Dan kunnen wij ook afwachten wat de heer Calvo zal doen, want die heeft daar een andere mening over. Van de PS weet ik het eigenlijk niet goed, en van de PTB-PVDA weet ik het helemaal niet.

 

Ik wacht af…

 

(…): (…)

 

De voorzitter: Mijnheer Calvo? En daarna de heer Van Rompuy. Houd het kort, iedereen.

 

01.17  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Ik vind de uiteenzetting van de heer Dewael niet zozeer persoonlijk klein, ik vind ze vooral politiek leep. Ik voel mij helemaal niet aangesproken als het gaat om alternatieven. Wij hebben er gisteren een voorgesteld. Er worden behoorlijk wat voorstellen ingediend. Wij kunnen die amendementen vertalen, als wij willen. Mensen van de meerderheid zoals de heer Beke en de heer Van Rompuy mogen die zelfs eerst ondertekenen.

 

Mijnheer Verherstraeten, wat is het belangrijkste dat de heer Dewael heeft gezegd? Dat zijn twee zaken. Ten eerste, “wat de vorige regering op het vlak van taxshift heeft gedaan was al te veel”. Dat hebt u gezegd, mijnheer Dewael. Anders vragen wij om het verslag: “Zelfs iets te veel naar mijn goesting in de vorige legislatuur.” Dat hebt u gezegd, mijnheer Dewael.

 

Ten tweede: “Wat er ook voorligt, of u nu met honderd amendementen komt of met negentig, ik zal dat niet goedkeuren. Mijn mening blijft ongewijzigd.”

 

Na Alexander De Croo die in Reyers Laat zegt dat de vermogenswinstbelasting er niet komt, de heer Verherstraeten mag op zijn kop staan, herhaalt de heer Dewael dat hier nog eens.

 

Wat is uw antwoord daarop? Hoelang houdt u dat vol in deze regering, mijnheer Verherstraeten? Zij lachen u uit in uw gezicht.

 

01.18  Eric Van Rompuy (CD&V): Mijnheer Calvo, hoelang houdt Groen het vol om geloofwaardig te zijn met het voorstel om de 11 miljard euro die wij moeten vinden tegen 2019 in te vullen met 8,5 miljard euro aan belastingverhogingen of bijna 80 %? U bent de man van de toekomst. Dat zegt u over zichzelf.

 

U hebt daarnet gezegd dat wij niet meer over het verleden mogen spreken. Dat is voorbij. Men mag alleen spreken over de toekomst van Calvo en Groen en hoe zij de zaken zien.

 

Mijnheer Calvo, u hebt 8,5 miljard euro voorgesteld, las ik in de krant. U spreekt over de slechte communicatie van de regering, maar kijk eens naar de communicatie van Groen. Gisterenavond in het debat van Terzake, toen Verherstraeten zei dat u 8,5 miljard euro belastingverhoging ging doorvoeren, was dat ook niet waar, maar alle kranten hebben dat toch zo geïnterpreteerd. Ik wacht daar nog altijd op een ernstig alternatief.

 

Een tweede zaak, in de commissie werd het kaaimantaksvoorstel door sp.a ingediend, dat weliswaar werd weggestemd, maar er werd geen voorstel voor een vermogenswinstbelasting ingediend.

 

De sp.a heeft alleen een voorstel voor de kaaimantaks ingediend en dat werd weggestemd. U moet eerlijk zijn: een voorstel voor een vermogenswinstbelasting hebt u niet ingediend.

 

Mijnheer Dewael, CD&V heeft nooit gezegd dat wij nu in het kader van de begroting 2015 een voorstel zouden indienen. Dat hebben wij nooit gezegd. Mijnheer Van Biesen, u was daar getuige van. Ik heb dat van in het begin gezegd. Dat die kwestie in de volgende maanden op de politieke agenda komt, is echter ook duidelijk. Dat is wat CD&V gezegd heeft. U mag het op verschillende manieren interpreteren: wij zeggen dat een rechtvaardige fiscaliteit op de politieke agenda zal komen.

 

De voorzitter: Ik stel voor dat wij de heer Verherstraeten zelf ook iets laten zeggen. Mevrouw Temmerman, heel kort.

 

01.19  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Van Rompuy, ik heb zonet gezegd dat we deze voorstellen als amendement op de programmawet zullen indienen. De meerwaardebelasting komt in de programmawet. De kaaimantaks heeft uw partij opnieuw weggestemd.

 

01.20  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer Van Rompuy, u maakt de strategische fout die de heer Verherstraeten gisteren ook heeft gemaakt. Er zijn bij de oppositie mensen die een taxshift willen realiseren. De heer Dewael slaat die deur hier dicht in uw gezicht. Wat doet u? U valt uw partners in dat debat aan. Mijnheer Verherstraeten, antwoord nu eens op wat de heer Dewael hier zegt: in de vorige regering was het al te veel en zijn mening blijft ongewijzigd.

 

01.21  Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank u dat u mij het woord verleent.

 

Collega’s, in de loop van mijn uiteenzetting zal ik antwoorden op sommige vragen die zijn gesteld. Collega Calvo, ik zal daarop antwoorden. Ik meen dat u mij wel beter kent en weet dat ik het debat niet uit de weg ga, ook niet met u.

 

Ik heb daarstraks gezegd dat ik hier geen alternatieve voorstellen heb gehoord. Wij zijn ettelijke maanden geleden allemaal naar de kiezer gestapt met onze kiesprogramma’s, met onze berekende kiesprogramma’s. U had bijvoorbeeld een programma met meer dan 6 miljard aan besparingen in onze primaire uitgaven. Wel, daar heb ik al maanden niets meer over gehoord. Er waren wel voorstellen omtrent nieuwe taksen, maar over besparingen hoorde ik helemaal niets, dat terwijl er in het verleden toch ook engagementen waren om tot een evenwicht te komen. Dat punt wilde ik maken.

 

Wat dat betreft, heb ik gisteren wel andere voorstellen gehoord van Groen en ik kan hun niet verwijten dat ze niet ambitieus zijn. Ze zijn zeer ambitieus. We hebben vorige week een rapport gekregen van de OESO, dat stelt dat we op de derde plaats staan inzake belastingdruk. Wel, als we de voorstellen van Groen zouden goedkeuren, dan komen we aan de kop.

 

De voorzitter: Mijnheer Verherstraeten, u lokt het ook een beetje uit. Ik geef het woord aan de heer Calvo.

 

01.22  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer Verherstraeten, u vergelijkt appelen met peren. Als u de moeite deed om onze alternatieve begroting ten gronde te bekijken, zou u vaststellen dat wij exponentieel veel meer nieuw beleid plannen dan de regering. Dat is een heel belangrijk verschil, mijnheer Van Rompuy. Dat hoef ik u niet uit te leggen.

 

In dat nieuw beleid, mijnheer Verherstraeten, zit onder meer een veel sterkere lastenverlaging op arbeid, zit ook bijna drie miljard euro zuurstof voor onze kmo’s als het gaat over de vennootschapsbelasting en zit een pak investeringen in andere aspecten van de competitiviteit.

 

U mag dus niet zeggen dat u het probleem evenwichtig oplost en dat wij het met belastingen oplossen. Het verschil is wie de factuur betaalt. In uw oefening betalen de verpleegster, de onderwijzer, de gepensioneerde, de gewone werkende mensen. Bij ons betalen inderdaad de grootste vermogens, de grootbanken, de speculanten en de fraudeurs de prijs. Met veel plezier doen wij die oefening.

 

De voorzitter: Collega’s, ik hou van het debat, maar er zijn limieten.

 

01.23  Koenraad Degroote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wil enkel opmerken dat al wie de heer Calvo opsomt, in zijn redenering zelf de factuur zal betalen. Als ik vandaag in De Tijd lees dat al wie meer dan 250 000 euro bezit, onroerend goed incluis, als rijke mens wordt beschouwd, zullen er niet veel meer overschieten.

 

Mijnheer Calvo, u moet mij hier niets meer komen wijsmaken.

 

De voorzitter: Mijnheer Calvo, u komt straks aan het woord. Ik geef nu het woord aan de heer Verherstraeten.

 

01.24  Servais Verherstraeten (CD&V): Collega’s, ik heb de voorbije maanden heel veel reacties gehoord op het regeerakkoord.

 

Er zijn er die zeggen dat de regering een rechtse besparingsregering is, die er plezier in schept om mensen pijn te doen. Dat is even onjuist als zeggen dat de vorige regering een louter marxistische belastingregering was.

 

Van besturen karikaturen maken lost niets op. Mekaar karikaturen verwijten lost niets op. Karikaturen hypothekeren het overleg. Karikaturen hypothekeren de dialoog.

 

Ik begrijp de vragen van onze burgers. Ik begrijp hun ongerustheid over maatregelen die hun persoonlijke situatie raken. Ik beweer niet dat de maatregelen van de regering totaal niet gevoeld zullen worden. Dat zou ook niet juist zijn. Dat is het geval met maatregelen van elke regering. Dat was zo bij vorige regeringen. Dat is zo bij deze regering en dat zal ook zo zijn bij de volgende regeringen.

 

Collega’s, verwijt mij niet nog even gewoon terug te kijken naar de voorbije legislatuur. De fiscale maatregelen, bijvoorbeeld betreffende de aftrek voor energiebezuinigingen, de dienstencheques en de voordelen van alle aard, waren uiteraard niet pijnloos. Waren de maatregelen om het vervroegd pensioen op te trekken, pijnloos? Uiteraard waren die niet pijnloos. Waren de maatregelen inzake brugpensioen pijnloos? Uiteraard waren die niet pijnloos. De degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen raakte uiteraard ook mensen. Dat was in de vorige legislatuur het geval. Dat is ook nu het geval. Ik betwist dat niet.

 

Ik heb nog een persbericht, het laatste, waarmee ik mij tot sommige collega’s richt. Het is een persbericht van het ABVV-FGTB: “De besparingswoede van de regering-Di Rupo I betekent een forse sociale achteruitgang. De inspanningen zijn niet rechtvaardig verdeeld. De toekomst van de jongeren wordt op het spel gezet, de werklozen zullen verarmen, de koopkracht van de werknemers zal verminderen en hun pensioen zal krimpen. Deze maatregelen zullen de crisis alleen nog maar verergeren."

 

Collega’s, ik zou er ironisch op kunnen antwoorden: de persberichten van die vakbond zijn altijd dezelfde, alleen de naam van de eerste minister verandert. Voor de rest is alles gekopieerd.

 

De voorzitter: Mijnheer Calvo, laat nu eerst even de heer Verherstraeten uitspreken. Ik kom straks bij u terug. Dat is beloofd.

 

01.25  Servais Verherstraeten (CD&V): Toen werden die maatregelen verdedigd door partijen die nu in de oppositie zitten. Nu worden die maatregelen bekritiseerd. Ik meen ten onrechte, omdat de combinatie van al die maatregelen absoluut noodzakelijk is. Waarom is die noodzakelijk? Om meer jobs te creëren, om de competitiviteit te verbeteren en om de pensioenen van de toekomst veilig te stellen. Daarom worden die maatregelen genomen en daarom zijn ze nodig. Op die ingeslagen weg gaat deze regering verder.

 

Ons land is immers geen eiland in de wereld. Wij maken deel uit van Europa, waartegenover wij ons geëngageerd hebben en waarmee wij budgettaire afspraken hebben gemaakt. Wij voeren die afspraken niet uit omdat Europa ze ons verplicht, maar wel omdat dat noodzakelijk is. Dat doen wij, omdat wij van de andere Europese landen verwachten dat ook zij ter zake de afspraken nakomen. Wij doen dat, omdat wij de pensioenen willen hervormen, want wij willen dat ook de komende generaties een volwaardig pensioen krijgen. Wij nemen die maatregelen, omdat wij de bedrijven competitiever willen maken om jobs te kunnen behouden en nieuwe jobs te kunnen creëren. Wij doen dat, omdat wij meer mensen aan de slag willen helpen en omdat wij de mensen die al aan de slag zijn, langer aan de slag willen houden, om zo de pensioenen van morgen betaalbaar te houden.

 

Nogmaals, of men het daarmee nu eens of oneens is, er is bij sommige mensen ongerustheid. Dat is geen fait divers. Wij zijn daar niet doof voor. Daarom is het dringend tijd voor overleg en dialoog. Ik ben blij dat de gesprekken van gisteren tussen de sociale partners discreet konden verlopen en ik hoop dat dat in de komende dagen en weken eveneens gebeurt. Immers, de meeste werknemers, zelfs zij die deelgenomen hebben aan acties, willen geen verdere polarisering. Zij willen geen acties voor onbepaalde duur, maar wel oplossingen van structurele aard. Die oplossingen vinden wij niet aan de barricades, letterlijke noch figuurlijke, maar wel vinden we die oplossingen aan de tafel door overleg.

 

De regering heeft bewezen dat zij naar de sociale partners luistert. Dat blijkt niet alleen uit het regeerakkoord, uit de verklaringen van de eerste minister en uit de verklaringen van de door de regering gemandateerde bevoegde minister van Werk. Dat blijkt ook uit de maatregelen die wij reeds met de regering genomen hebben, uit de bijsturingen die wij hebben aangebracht inzake werkloosheid, inzake brugpensioen, inzake tijdskrediet, inzake loopbaanonderbreking en inzake inschakelingsuitkeringen. Wij hebben geluisterd en wij houden daar rekening mee, zonder evenwel aan de einddoelstellingen te verzaken. Dat doet de regering en dat zal zij blijven doen.

 

Ten slotte, de bankencrisis heeft fundamentele gevolgen gehad voor onze samenleving. Er leeft inderdaad een andere morele opvatting inzake verloning en fiscaliteit dan pakweg tien jaar geleden. Werknemers en werkgevers treft geen schuld aan die crisis. Die schuld ligt bij de banken die onverantwoorde risico’s hebben genomen. Werknemers, werkgevers en de overheid worden wel geconfronteerd met de gevolgen van die crisis.

 

Terwijl men het gisteren nog naïef noemde wanneer men een bepaalde werkwijze niet navolgde, zal men vandaag een bepaalde werkwijze als niet rechtvaardig percipiëren. Wie hard werkt en een belangrijk deel van dat harde werken aan de overheid geeft – ik denk dan aan werknemers, kmo’ers of vrijeberoepsbeoefenaars – hebben vragen bij het feit dat sommigen de dans ontspringen dankzij fiscale spitstechnologie.

 

Het is de ambitie dat iedereen correct bijdraagt aan de sanering van onze overheidsschuld en aan onze toekomst. En dan komen we inderdaad bij de taxshift terecht. Ik heb goed geluisterd naar de minister van Financiën in de Kamer. Ik heb goed geluisterd naar de eerste minister in de commissie voor de Binnenlandse Zaken naar aanleiding van zijn regeringsnota. Ik onderschrijf de inhoud volledig.

 

Ik heb ook goed geluisterd naar de collega’s van de oppositie en de meerderheid. Ik heb naar hun zorgen geluisterd. Ik heb ooit publiek gezegd en ik herhaal vandaag dat een taxshift in de meerderheid moet worden geregeld. De verzuchting die ik bij de meerderheid heb gehoord, namelijk dat het geen belastingverhoging mag betekenen, is ook onze bekommernis. Onze fractie wil niet meer belastingen, maar andere belastingen.

 

Als ik vandaag in de Kamer hoor dat er een vrijstelling moet komen, dan lijkt mij dat niet onlogisch. Er bestaat progressiviteit in de personenbelasting. Waarom zouden wij bij andere soorten belasting ook geen vorm van progressiviteit inbouwen? Dat lijkt mij allemaal rechtvaardig en logisch.

 

Wat ik hier hoor en wat wij al herhaaldelijk hebben gezegd, lijkt mij zeer logisch: de werkende middenklasse moet maximaal worden ontzien. Het lijkt mij logisch dat, als men over winst spreekt, het over nettowinst gaat. Het gaat over opbrengsten en verliezen. De nettowinst is het resultaat van de aftrek van het ene van het andere. Dat lijkt mij allemaal zeer logisch. Het zijn zorgen die wij allemaal delen.

 

Er is echter ook één zorg die iedereen op straat deelt. Het leven is na de bankencrisis niet meer het leven zoals het was. Wat wij de voorbije maanden hebben meegemaakt, kan men niet weggommen: EuroLeaks en Omega Pharma hebben het denken van de gemiddelde Belg omtrent een taxshift fundamenteel gewijzigd. Een taxshift wordt dan ook onafwendbaar, zonder dat mensen illusies moeten koesteren dat met een taxshift er straks geen pensioenmaatregelen nodig zullen zijn, dat met een taxshift straks geen besparingen nodig zouden zijn of dat met een taxshift de maatregelen van de regering niet nodig zouden zijn. Al die maatregelen zijn nodig.

 

Iedereen moet inspanningen leveren om een nieuw evenwicht te bereiken, om de toekomst te verzekeren, om economische groei met sociale vooruitgang te realiseren en om jobs te creëren. Deze begroting wil die doelstellingen realiseren en om die reden zullen wij de begroting goedkeuren.

 

01.26  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik zal het zo kort mogelijk houden. De zorgen die u citeert zijn ook onze zorgen. Niet gericht op de middenklasse? De voorstellen van Ecolo/Groen, check. Nettovermogen? Check. Alleen de grootste vermogens? Check. Uw zorgen zijn ook de mijne, mijnheer Verherstraeten, vandaar onze uitgestoken hand. Maar u danst rond de hete brij heen en u luistert manifest niet naar wat uw coalitiepartners hier komen vertellen. U hebt toch ook het interview op Reyers Laat gezien? De heer De Croo zegt: “De vermogenswinstbelasting komt er niet.” De heer Reynders zegt in L’Echo: “Wij gaan die socialistische fantasieën na vijftien jaar toch niet uitvoeren?” De heer Dewael zegt: “Ik ben niet van mening veranderd.” Kijkt u mij recht in de ogen en zeg: “Wij willen met CD&V een vermogenswinstbelasting.” Zeg het, want anders bent u medeplichtig aan het feit dat er mensen op straat komen omdat ze eerlijke belastingen willen.

 

01.27  Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer Calvo, bent u de laatste maanden doof geweest, dat u niet gehoord hebt dat wij hebben gezegd dat wij een taxshift willen, een verschuiving van de lasten op arbeid naar lasten op vermogen of andere vormen van inkomsten? Bent u misschien doof? Als u zegt dat de zorgen die de onze zijn met betrekking tot dat systeem, ook de uwe zijn, dan moet ik u zeggen dat uw begrotingscijfers dat niet aantonen: 7,5 miljard vermogensbelasting, zeg daarmee niet dat u de middenklasse wil ontzien, u ontziet dan niemand!

 

01.28  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, heren ministers, beste collega’s, de afgelopen weken zijn voor ons land zeer woelig geweest. Dat kan iedereen getuigen. Er is heel veel sociale onrust. Er is onrust bij de vakbonden, maar zeker ook in brede lagen van de bevolking.

 

Wij hebben op 6 november de massale betoging gehad, met meer dan 120 000 mensen, wij hebben de provinciale stakingen gehad, en maandag hebben wij de algemene staking gehad. Het is lang geleden, mijnheer Verherstraeten, dat er zo’n grote sociale onrust was in dit land.

 

Collega’s, voor een aantal onder u is het blijkbaar niet duidelijk, dus ik wil het nog eens duidelijk stellen. Het gaat hier niet alleen over mensen die staken, zoals altijd wordt gezegd. Heel veel mensen voelen die ongerustheid. Heel veel mensen zijn het niet eens met wat er onder deze regering gebeurt.

 

Ik wil dit illustreren met een klein stukje uit De Morgen, waar iemand zei dat hij wel is gaan werken, dat hij niet staakt, maar dat hij de regering toch wil zeggen dat zij moet nadenken en dat zij niet zomaar mag zeggen dat het altijd de vakbonden zijn. Neen!

 

Ik zal het u voorlezen: “Het is niet omdat wij niet staken dat wij ons geen zorgen maken. Want samen met elke euro snijden jullie ook stukje voor stukje de hoop weg op een betere toekomst. Ik zal daar vandaag op het werk geregeld aan denken, en ik hoop dat jullie er ook even aan denken eens het sociaal overleg van start gaat.”

 

Collega’s, het sociaal overleg, waar wij zoveel over gehoord hebben in de regeringsverklaring en tijdens de debatten in de commissies, is ook voor ons zeer belangrijk. Voor het land is het zeer belangrijk. De welvaart, de sociale vrede en alles wat wij opgebouwd hebben in het verleden, zijn gebouwd op het sociaal overleg.

 

Provocerende uitspraken, mijnheer de eerste minister, kan uw regering missen als kiespijn. De christendemocratische vice-eersteminister heeft dit zeer goed begrepen. Ik kan zijn ergernis over de uitspraken van een aantal mensen van de regeringspartijen goed begrijpen.

 

Mijnheer de eerste minister, uitspraken zoals “het zijn toch maar de vakbonden”, uitspraken zoals “ze staken altijd” en uitspraken zoals “deze mensen denken niet aan hun kinderen”, zijn geen uitspraken om het sociaal overleg beter te doen vorderen.

 

Mijnheer de eerste minister, er zijn ook de uitspraken: “Deze stakingen hebben niets met democratie te maken” of “Het zijn politieke stakingen”. Mijnheer de eerste minister, de essentie van een democratie is evenwel dat iemand zijn mening kan uiten, zowel hier in het Parlement als op straat. Dergelijke uitspraken zijn niet goed voor onze democratie. Zij ondermijnen immers onze democratie.

 

Als de reacties op het massale protest beledigingen zijn, als men het ongenoegen ontkent en negeert, dan is men minstens onverstandig maar vooral onverantwoord.

 

Mijnheer de voorzitter, ik hoop dat u het mij niet kwalijk neemt, maar ik zou ter zake even uw houding willen aankaarten. In uw hoedanigheid van voorzitter van het Parlement moet u boven de mêlee en het gewoel staan. U zou een bruggenbouwer moeten zijn tussen de verschillende fracties en de verschillende opinies. Uiteraard mag u uw opinie hebben. Uiteraard bent u vrij te doen en te laten wat u wil. Uiteraard mag u ook voor uw mening opkomen. Voor een Kamervoorzitter is bruggen bouwen echter veel beter dan de provocatie op te zoeken. Ik sta zeker niet alleen met mijn mening.

 

Collega’s, ik keer terug naar de begroting. Waarom is het protest zo massaal? Mijnheer Verherstraeten, ik ga even naar het verleden. Het is massaal, omdat vele mensen zich na de verkiezingen bedrogen voelen

 

01.29  Koenraad Degroote (N-VA): Mevrouw Temmerman, enerzijds merkt u op dat de Kamervoorzitter dat niet mag doen, maar anderzijds zegt u dat hij ook recht op een mening heeft, wat toch wel tegenstrijdig is. Ik zal daaromtrent echter geen polemiek voeren.

 

U werpt ook op dat de democratie wordt ondermijnd. Echter, wanneer mensen op de openbare weg andere mensen hinderen, heeft dat met staken niets meer te maken. Ook dat ondermijnt de democratie. Ik zou willen dat u die boodschap ook overbrengt aan de mensen die u verdedigt.

 

01.30  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Degroote, ik begrijp niet wat u bedoelt. Ik heb helemaal niets gezegd over het verhinderen van werken. Ik heb gewoon gezegd dat het een Kamervoorzitter past om boven de mêlee te staan en dat het een Kamervoorzitter past om bruggen te bouwen en om niet te provoceren. Ik meen dat u het daarmee eens bent.

 

Collega’s, waarom is dit protest zo massaal? Laten wij nogmaals even naar het verleden kijken, heel kort, mijnheer Verherstraeten, naar de verkiezingsprogramma’s. Nergens stond daarin dat de pensioenleeftijd zou worden verhoogd noch dat er een indexsprong zou zijn; integendeel, er zou geen indexsprong komen. Wel, dat maakt de mensen kwaad, mijnheer Verherstraeten.

 

Waarom zijn zij nog kwaad? Omdat zij de optelsom van alle besparingen, niet alleen van de federale regering maar ook van de Vlaamse regering — u kunt het mij niet kwalijk nemen dat ik alleen maar de zaken ken van Vlaanderen — heel erg voelen in hun portemonnee. Veel mensen begrijpen dat de inspanningen ongelijk verdeeld zijn.

 

Wat u ook moge beweren, zoals dat deze begroting evenwichtig zou zijn, u moet nu toch al beseffen dat ze dat niet is, dat de besparingen alleen bij de werkenden, de gezinnen en de gepensioneerden terechtkomen. De grote vermogens, de aandeelhouders en de fraudeurs, mijnheer Verherstraeten, worden in deze begroting gespaard.

 

Dan durft u nog te zeggen en te herhalen op deze tribune dat er geen alternatief is. Er is natuurlijk wel een alternatief. De vorige regering heeft ook bewezen dat er een alternatief is. U moet zich niet te veel zorgen maken, er zullen ongeveer achttien amendementen met alternatieven op de programmawet worden ingediend. Dat zullen ook amendementen zijn die al in de commissies werden ingediend, maar die u hebt weggestemd. Dan nog zeggen dat er geen alternatieven zijn, is een beetje overdreven.

 

Misschien moet u nu eens goed luisteren, want ik zal van die achttien alternatieven er vijf opsommen.

 

Ten eerste, de meerwaardebelasting. Daarover werd hier al ten overvloede gesproken. Ook de heer Verherstraeten zei daarnet dat de OESO zegt en bewijst dat de belastingdruk in ons land groot is. Dat is juist, maar de OESO zegt ook dat er nog veel kan gebeuren op het vlak van de belastingen op vermogen in dit land en dat die niet te hoog zijn; integendeel, ons land staat ongeveer derde laatste als het gaat over die meerwaardebelasting. De meerwaarde wordt niet belast in dit land, de heer Coucke heeft dat ten overvloede bewezen. Welnu, wij zullen in dat verband een alternatief voorleggen. En als men dan zegt dat het de middenklasse is die men zal belasten, dan herhaal ik dat 1,5 % 80 % bezit van de meerwaarden op aandelen. Het is dus helemaal niet de middenklasse die men zal belasten.

 

01.31  Peter Dedecker (N-VA): Mevrouw Temmerman, het is altijd proper als het debat eerlijk wordt gehouden en als de juiste terminologie wordt gebruikt. U zegt hier dat ons land volgens de OESO op de derde laatste plaats staat wat lasten op vermogen en vermogenswinsten betreft, maar dat is fundamenteel onjuist. Integendeel, wij zijn zelfs de derde hoogste, afhankelijk van de som de vierde hoogste, voor die zaken.

 

U verwart hier constant de concepten vermogensbelasting, vermogenswinstbelasting en meerwaardebelasting. Het gaat om drie fundamenteel verschillende zaken. Het zou proper zijn, mocht u daarin toch een correct onderscheid maken en de correcte zaken hanteren, dan weten wij tenminste waarover u het hebt; anders wordt het alleen maar verwarrend en worden de mensen inderdaad ongerust en opgejut.

 

01.32  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Dedecker, de OESO maakt een som van die drie. Het hangt ervan af hoe de berekening gebeurt. Als men het vergelijkt met het bruto nationaal product, dan staan wij inderdaad hoog, maar als men het vergelijkt met de belastingen die geheven worden op de totale som van het vermogen, dan staan wij derde laatste. Dit is een grafiek van de OESO en het is natuurlijk deze grafiek die wij moeten gebruiken.

 

01.33  Peter Dedecker (N-VA): Mevrouw Temmerman, dat zijn opnieuw twee afzonderlijke zaken. De opbrengst van een belasting is iets anders dan de belastingvoet. Dat hebt u inderdaad ook gezegd. De vraag is echter wat men het liefst heeft, een lage belastingvoet en een hoge opbrengst of een hoge belastingvoet met een lage opbrengst. Wij hebben bijvoorbeeld bij de registratierechten gemerkt dat toen wij de belastingvoet verlaagden, wij een hogere opbrengst kregen. Als het gaat over vermogensbelastingen zien wij dat wij dankzij intelligente vormen van vervmogenswinstbelasting en vermogensbelasting, dankzij intelligente, fijne systemen en dankzij een laag tarief een hoge opbrengst kunnen hebben, nog altijd de derde of vierde hoogste tegenover het bbp. Als ik moet kiezen tussen een lage belastingvoet met een hoge opbrengst en een hoge belastingvoet met een lage opbrengst, dan kies ik het eerste. U kiest blijkbaar het tweede. Wij kiezen iets fundamenteel anders en daar ben ik blij om.

 

01.34  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Dedecker, ik ben echt heel blij met uw interventie, want die bewijst juist de onrechtvaardigheid. U wil alleen op een bepaalde manier en op een gemakkelijke manier veel geld binnenhalen. Wat doet u? U gaat voor de indexsprong en u belast de loontrekkende, want dat is het gemakkelijkst. Echter, een eerlijke taxshift doorvoeren door degene die geld verdient uit arbeid en degene die geld verdient door zijn kapitaal te beleggen gelijk te belasten, daar bent u tegen. Wel, dat vinden wij fundamenteel onrechtvaardig. Dat is juist het verschil. Mijnheer Dedecker, mijnheer Verherstraeten, dat is het verschil tussen de vorige regering en deze. Dat is essentieel. Ik ben benieuwd wat CD&V daarover zegt.

 

Ik kom tot de kaaimantaks. Mijnheer Verherstraeten, u neemt mij de woorden uit de mond. Dat is een tweede voorstel dat wij zullen indienen. Wij hebben het al ingediend, maar uw partij heeft het weggestemd. Zoals heel veel sprekers hier voor mij al hebben gezegd moeten wij fundamenteel ingaan tegen belastingontwijking. De eerste minister zei, toen LuxLeaks boven water kwam, dat er zelfs niet werd gewacht op LuxLeaks. De kaaimantaks stond immers in het regeerakkoord. Jammer genoeg, mijnheer de eerste minister, staat hij niet in uw begroting. Hij is verdwenen uit de begroting. Mijnheer Verherstraeten, wij hebben u echter geholpen. Wij hebben een voorstel voor de kaaimantaks ingediend. Dit zal trouwens niet veel oplossen voor LuxLeaks, wel voor andere vormen van belastingontwijking, maar dat geheel terzijde. Wij hebben wel een voorstel ingediend voor die kaaimantaks waarvan iedereen zo’n voorstander is. Wat zien wij? De meerderheidspartijen, ook CD&V, hebben de kaaimantaks weggestemd.

 

Wij zullen ons voorstel opnieuw indienen, u kunt er dus opnieuw over stemmen.

 

01.35  Eric Van Rompuy (CD&V): Over de kaaimantaks hebben wij twee tot drie uur gediscussieerd met de professoren Maus en Philippe. Hun conclusie was dat de kaaimantaks, zoals hij circuleerde, eigenlijk zinloos was en zijn doel voorbijschoot omdat het alleen ging over fysieke personen en niet over vennootschappen.

 

Zoals ik ook na die hoorzitting heb gezegd, moeten wij die problematiek ten gronde bekijken in de commissie voor de Financiën. Het voorstel dat de heer Vanvelthoven bij wijze van amendement heeft ingediend en dat werd weggestemd, is precies het voorstel waarvan de twee professoren hebben gezegd dat het totaal zinloos en ondoelmatig is.

 

Mevrouw Temmerman, over de kaaimantaks hebben wij in de commissie uren en dagen gediscussieerd, maar nu doet u in deze plenaire vergadering alsof daarover nooit iets werd gezegd. U weet zeer goed dat de kaaimantaks, in haar huidige vorm, niet efficiënt is. Wat u voorstelde was volgens de twee voornoemde professoren en de hele commissie — de heer Laaouej was ook aanwezig — totaal zinloos. Ik betreur uw houding.

 

01.36  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Van Rompuy, wat ik vooral betreur, is dat deze regering zegt dat de kaaimantaks er onmiddellijk zal komen omdat er onmiddellijk iets moet gebeuren inzake LuxLeaks. Maar wat zien wij in uw begroting 2015 of in uw programmawet? Niets over de kaaimantaks.

 

Als u kritiek hebt op ons amendement, wij zijn altijd bereid om daarover te discussiëren en het aan te passen, maar hebt u dat gedaan? Nee.

 

U zit wel in de regering, u bepaalt wat uw meerderheid zal goedkeuren. Wij hebben geen voorstel gehad, mijnheer Van Rompuy. Deze kaaimantaks is gewoon uit de begroting verdwenen en staat bovendien niet in de meerjarenplanning of in de voorstellen die er moeten komen. Wij hopen dat die taks er nog zal komen.

 

01.37  Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik wil reageren op wat commissievoorzitter Van Rompuy zegt.

 

Ik was helaas niet aanwezig in de commissie omdat ik in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen was. Ik heb wel het commissieverslag gelezen en goed begrepen wat de twee professoren Maus en Philippe zeiden. Zij zeiden dat een kaaimantaks zinloos is voor LuxLeaks, maar wel nuttig voor de aanpak van problemen met andere belastingparadijzen. Het voorstel van collega Vanvelthoven en van onze fractie heeft dus wel zin.

 

01.38  Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega’s, de bespreking die de heer Van Rompuy zonet heeft geschetst, hebben wij inderdaad meegemaakt. Ook socialistische collega’s waren daarbij aanwezig. Daar werd ook gesproken over het voorstel van de heer Crombez, dat hij in de vorige legislatuur naar voren gebracht heeft. Wij vonden dat voorstel onvoldoende, waardoor wij het in de vorige legislatuur niet goedgekeurd hebben, maar wij blijven er wel achter staan.

 

Mevrouw Temmerman en mijnheer Van der Maelen, wij zijn inderdaad voor de invoering van een duidelijke doorkijktaks...

 

01.39  Karin Temmerman (sp.a): Waarom keurt u dat voorstel dan niet goed?

 

01.40  Luk Van Biesen (Open Vld): … maar dan wel een efficiënte taks. Het voorstel dat vandaag op tafel ligt, is onvoldoende. Het is een lightversie en dat willen wij niet. Wij willen een duidelijk systeem waarbij elke belastbare basis die van het ene naar het andere land wordt getransfereerd, kan worden gevolgd om na te gaan waar zij kan worden belast. Wij willen de belasting uiteindelijk in ons eigen land kunnen houden. De ingediende voorstellen zijn eigenlijk kopieën van het voorstel van de heer Crombez tijdens de vorige legislatuur. Die voorstellen zijn onvoldoende en daarom houden wij ze tegen.

 

01.41  Stéphane Crusnière (PS): Monsieur le président, nous venons encore d'avoir la preuve que la majorité veut interpréter les choses à sa manière. Je confirme, puisque j'étais également présent à ces auditions, les propos de M. Van der Maelen: cette taxe ne serait effectivement pas intéressante dans le cas des LuxLeaks, mais pour le reste, elle l'est. C'est d'ailleurs pour cela que nous avons soutenu l'amendement déposé par le sp.a.

 

01.42  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Van Biesen, dat kan toch niet? U zegt dat het een goed voorstel is, maar dat u eigenlijk nog verder wilt gaan. Welnu, amendeer ons voorstel dan. Wij willen gerust ook nog verder gaan. De waarheid is gewoon dat het voorstel er ligt en dat u het niet wilt goedkeuren. Geef dat toch toe.

 

01.43  Luk Van Biesen (Open Vld): (…)

 

01.44  Karin Temmerman (sp.a): Wij zullen zien. Er was een grote urgentie, alleen zien wij nu dat er noch in de begroting noch in de programmawet, ook voor zaken voor 2016, een voorstel staat.

 

Ik ben nog maar aan mijn tweede punt, mijnheer de voorzitter. Ik heb er vijf.

 

Een ander voorstel is het schrappen van de indexsprong. Vanmorgen hebben wij het er al enkele keren over gehad.

 

(…): (…)

 

01.45  Karin Temmerman (sp.a): Ik zal maar vijf voorstellen toelichten, van de 19 die wij zullen indienen.

 

Schrap de indexsprong, want die tast de koopkracht aan. De lastenverlaging op het loon zal er wel komen, maar ik heb nog altijd geen antwoord gekregen, van geen enkele van de meerderheidspartijen, op mijn vraag welke loonlastenverlaging er in deze begroting zit, behalve de indexsprong. Ik zal u zelf het antwoord geven: geen.

 

Mijnheer Verherstraeten, de vorige regering heeft wel in een lastenverlaging voorzien voor dit jaar. Deze regering heeft de verlaging verschoven naar 2016. Als de indexsprong er pas in juli komt, dan is er eigenlijk geen lastenverlaging.

 

01.46  Servais Verherstraeten (CD&V): Dat klopt, collega Temmerman, maar uw verhaal is niet volledig juist. Het klopt dat wij een geplande loonlastenverlaging van 450 miljoen met een jaar uitstellen, maar het klopt evenzeer dat wij een andere geplande loonlastenverlaging van 450 miljoen vervroegen. Het klopt dat wij een indexsprong zullen doorvoeren in de loop van volgend jaar. Collega Van Rompuy heeft vanmorgen verwezen naar de cijfers van de Nationale Bank over de koopkrachtconsequenties daarvan voor de mensen tegen 2019. Dat er voor de mensen niets in de begroting van volgend jaar staat, klopt helemaal niet. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de forfaitaire beroepskostenaftrek, waardoor de mensen vanaf 1 januari netto meer in hun loonzakje zullen hebben.

 

01.47  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Verherstraeten, collega’s, u hebt gewoon niet geluisterd naar wat ik heb gezegd. Ik heb gezegd dat in deze begroting 2015, naast de indexsprong, geen sprake is van een loonlastenverlaging. U hebt mij gelijk gegeven, want die verlaging is verschoven naar 2016. In 2015 zijn er echter geen extra maatregelen voor een loonlastenerlaging. Ik meende nochtans dat dit een van de belangrijkste aandachtspunten was van deze regering?

 

Het enige wat u doet, is een indexsprong in juli. Als u de kranten van de laatste dagen heeft gelezen, hebt u kunnen vaststellen dat heel veel economen en zelfs bedrijfsleiders zeggen dat die indexsprong geen zin heeft. Hierdoor komt er volgens hen trouwens geen loonlastenverlaging. Waarom dan ook die indexsprong behouden? Schrap die indexsprong!

 

Ik kom dan tot mijn vierde voorstel, namelijk een echte lastenverlaging.

 

01.48  Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw Temmerman, mag ik misschien verwijzen naar wat u deze ochtend hebt gezegd? U maakt een onderscheid tussen loonlastenverlagingen en loonsverhogingen of loonsverlagingen. U bekritiseert ons nu dat wij enerzijds een loonlastenverlaging vervroegen…

 

01.49  Karin Temmerman (sp.a): In 2017! Ik heb het nu over de begroting 2015.

 

01.50  Servais Verherstraeten (CD&V): Vanochtend vond u vooral de lonen belangrijk. Wat u zo belangrijk vond vanochtend vergeet u, namelijk de lonen die verhogen dankzij het verlagen van de personenbelasting. Het gaat hierbij over bijna een half miljard euro aan belastingverlagingen waardoor de lonen van de werkende mensen verhogen. U negeert dit compleet!

 

01.51  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Verherstraeten, u antwoordt nooit op mijn vraag. Ik kom daar nog toe! Ik had het nu over de loonlastenverlaging voor de werkgevers die u zo belangrijk vindt. In uw begroting 2015 is die er niet, want u hebt ze verschoven en u geeft mij ook steeds gelijk op dit punt, waarna u dan over iets anders begint.

 

Voer een echte loonlastenverlaging door. Maak de arbeid goedkoper, niet door een indexsprong, dus niet door de lonen te verlagen, mijnheer Verherstraeten, maar wel door een taxshift om de loonlastenverlaging te betalen. Wij vragen inderdaad geen lineaire loonlastenverlaging, maar wel heel gericht, zodat wij meer jobs kunnen creëren onder de laaggeschoolden, want daar zit het probleem en deze regering gaat daaraan voorbij. Dat is mijn vierde voorstel.

 

Mijn vijfde voorstel behelst het behoud van de pensioenbonus. Ook daarover hebben wij het deze morgen eigenlijk al gehad, maar wij begrijpen het helemaal niet. Deze regering heeft de pensioenleeftijd verhoogd. Het gaat er natuurlijk niet om de pensioenleeftijd te verhogen. Wel moet het een doelstelling zijn om de mensen langer te laten werken. Daarover is eigenlijk iedereen het eens, maar het moet werkbaar werk zijn. Wie vervolgens met pensioen gaat, moet een degelijk pensioen ontvangen. De regering moet er dan ook voor zorgen dat het pensioen degelijk gefinancierd is, zodat de mensen daarin gerust zijn. Maar wat doet uw regering? Het gaat niet over langer werken, maar over een symbolische verhoging van de pensioenleeftijd. Bovendien schaft u de pensioenbonus af. Dat betekent dus: langer werken voor een kleiner pensioen. Il faut le faire! Dat is echt wat deze regering doet.

 

Collega’s, dat zijn maar enkele voorbeelden die aantonen dat niet alleen het beleid onrechtvaardig is. Aangezien dat nu ook vertaald wordt in de begroting, kunnen wij met zekerheid stellen dat dit een onrechtvaardige begroting is.

 

Laat mij nog eens terugkeren naar de begrotingsbespreking. Sinds wij de discussie gevoerd hebben over de regeerverklaring en over het beleid, heeft deze regering met haar ministers toch wel een vrij groot brokkenparcours gereden. Ik wil die brokken nog wel eens kort overlopen.

 

In de nachtelijke vergadering over de regeerverklaring hebben wij de begrotingstabel gekregen die ons toont hoe wij deze regeerperiode zullen doormaken tot 2018. In die tabel en ook in de regeerverklaring stond dat er een extra maand gewaarborgd loon toegekend zou worden. Nu blijkt dat er protest is van de werkgevers en die maatregel wordt onmiddellijk uitgesteld. Dat gebeurde een dag na de regeringsverklaring.

 

Het weekend daarna waren er weer problemen met de cijfers inzake de NMBS. Minister Galant had het eerst over 2,1 miljard, dan over 663 miljoen, en ten slotte weer over 2,1 miljard; verwarring alom.

 

Op 4 november stelt collega Kitir in de commissie een vraag aan minister Peeters – ik ben blij dat u er bent, mijnheer de minister – in verband met de 127 miljoen euro bedoeld voor de sociale correctie op de indexsprong. De regering zegt immers ook altijd te zorgen voor sociale correcties voor de laagste lonen en de laagste uitkeringen. Collega Kitir vroeg hoe de regering dit wou doen, want volgens onze berekening is 127 miljoen bijlange niet genoeg. U hebt daar zeer eerlijk op geantwoord, mijnheer de minister. Er zal 1 % gaan naar de laagste uitkeringen en 0 % naar de werkloosheidsuitkeringen.

 

Een tijdje later, tijdens de begrotingsbesprekingen in de commissie, zeg ik opnieuw aan minister Jamar dat 127 miljoen niet voldoende is voor een correctie. Minister Jamar hield vol dat 127 miljoen euro wel voldoende is, maar dat de regering nog niet goed weet hoe dat geld zal worden verdeeld. De ene minister vertelt iets anders dan de andere.

 

Hoe dan ook, mijnheer de eerste minister, tijdens de regeerverklaring hebt u gezegd dat dit zou worden gecompenseerd. Uit de cijfers en de verklaringen van minister Peeters blijkt dat het slechts gedeeltelijk wordt geneutraliseerd, niet helemaal.

 

Op 5 november kondigt minister Reynders aan dat de besparingen op de federale culturele instellingen lager zullen uitvallen en dat er culturele uitzonderingen zullen zijn. Die avond zelf nog wordt hij teruggefloten door staatssecretaris Sleurs.

 

Op 14 november wordt de beleidsnota 2015 inzake Financiën voorgesteld. Wij hebben er daarnet al over gesproken. Plots is er geen sprake meer van de kaaimantaks. Tijdens de regeerverklaring werd nog gesteld dat die taks vaststond en dat de regering proactief optrad, maar nu was de kaaimantaks gewoon verdwenen.

 

Dan volgde nog de drietrapsraket bestaande uit het Rekenhof, de Europese Commissie en de Nationale Bank.

 

Ik zal kort enkele voorbeelden geven met betrekking tot het Rekenhof. Uiteraard zegt het Rekenhof dat er goede zaken in de begroting zitten. Ook wij vinden dat er goede zaken in de begroting zitten, zoals weinig eenmalige maatregelen. De heer Verherstraeten heeft daar reeds naar verwezen. Onder de vorige regering was dat trouwens ook zo. Het Rekenhof heeft toen ook die opmerking gemaakt. U ontkent dat, maar ik zal het u straks aantonen.

 

Ik zoek het voor u op: het Rekenhof heeft identiek hetzelfde gezegd. Ik zal het u tonen, straks, vanavond of vannacht; we zullen nog lang samen zitten. Men kan er niet onderuit dat het Rekenhof heel kritisch was voor de voorgestelde begroting.

 

Waar de regering het ook over heeft, is de bijdrage die ze toch wel van de grote vermogens zal vragen. Laten we er eentje nemen: de bankentaks voor de financiële sector. De regering raamt die op honderd miljoen. Het Rekenhof zegt dat het tien miljoen zal zijn. Daarop zegt de regering de bankentaks te zullen herberekenen. De bankentaks wordt uitgesteld. Dat is de tweede zaak die wordt uitgesteld. Na het gewaarborgd loon wordt nu ook de bankentaks uitgesteld.

 

Dan is er de beslissing over de geheime commissielonen. Collega Onkelinx had het vanmorgen al over de boetes van 309 %. Laten wij elkaar niet verkeerd begrijpen, collega’s: het gaat hier duidelijk over zwartwerk, zaken die in het zwart gebeuren met geheime commissielonen. Het Rekenhof was zeer verwonderd over de opbrengst ter zake, namelijk ter waarde van dertig miljoen, terwijl men minder streng zal zijn. De opbrengst kan dus niet groter zijn. Als we dan kijken naar de uittreksels van de FOD Financiën, dan zien we dat er een minderopbrengst zal zijn, geen meeropbrengst. De regering geeft uiteindelijk toe dat er een minderopbrengst zal worden genoteerd, maar voegt er onmiddellijk aan toe dat ze dat zal compenseren met de liquidatiebonus.

 

De volgende episode handelt over de liquidatiebonus. De opbrengst ervan had de regering lager ingeschat dan het Rekenhof. Het Rekenhof zei dat er hier een grotere opbrengst is. Die grotere opbrengst zal de regering nu inschrijven en daarmee zullen de minderopbrengsten gecompenseerd worden. Maar, mijnheer Jamar, wat u natuurlijk vergeten bent, ook al heeft de FOD Financiën dit duidelijk gezegd, is dat er ook een lagere opbrengst is, en dat er een kostprijs hangt aan de liquidatiebonus. U schrijft als opbrengst ervan 236 miljoen in. De kosten die de FOD Financiën voor u heeft berekend, bedragen 354 miljoen. Met andere woorden, een minwaarde van 47,5 miljoen, terwijl u 236 miljoen inschat.

 

Collega’s, ik neem de overheidsuitgaven onder de loep. Vorige collega’s hebben het er al heel uitgebreid over gehad hoe danig de overheidsuitgaven onderschat worden. Men bespaart zo zwaar dat bij de overheid nog heel wat moeilijkheden te verwachten zijn. U geeft dat toe.

 

Minister Jamar geeft het toe en zegt alles te zullen oplossen met de interdepartementale provisie. De interdepartementale provisie is hét modewoord in de voorgestelde begroting, zeker als het gaat over de overheidsuitgaven. Elk tekort wordt opgevangen door de interdepartementale provisie, die men zal verhogen met 167 miljoen.

 

Het Rekenhof heeft daarop geantwoord dat dat ruim onvoldoende zal zijn. De heer Jamar beaamt dat tijdens de bespreking in de commissie en verduidelijkt dat 100 miljoen aan investeringen naar Defensie gaat en dat de overblijvende 67 miljoen zal gebruikt worden voor het personeel. Minister Geens, die verantwoordelijk is voor Justitie, zegt nu reeds dat hij een besparing van 4 % op het personeel bij Justitie niet zal toepassen. Hij legt de lat op 1 % of 2 % en rekent daarvoor op de interdepartementale provisie. Mijnheer Jamar, ik heb het voor u uitgerekend: als hij 2 % bespaart, dan heeft hij bijna 27 miljoen nodig; als hij slechts 1 % bespaart, heeft hij 40 miljoen nodig. Op basis van de verklaring van één minister uit uw regering over zijn departement is die interdepartementale provisie voor het personeel bijna volledig opgebruikt.

 

Dan is er de fraudebestrijding. Mijnheer Verherstraeten, u zei dat u daarvan absoluut voorstander bent, dat u dat absoluut wilt. Maar dat blijkt helemaal niet uit de begroting. Trouwens, het Rekenhof zegt dat hij de opbrengsten daarvan niet kan berekenen, omdat hij geen gegevens ter beschikking heeft gekregen. Hoe gaat u aan fraudebestrijding doen? Ik wil er nogmaals op wijzen dat u in uw meerjarenplanning en ook nu in de begroting in 2015 ter zake 75 miljoen inschrijft, terwijl de vorige regering een gemiddelde van 300 miljoen per jaar noteerde. En u zegt dat u de fraude ernstig zult bestrijden, met amper een schamele 75 miljoen?

 

Voorts verplicht de Europese Commissie de regering terug te komen met haar werk in maart, omdat een aantal maatregelen moet worden geëvalueerd. De Europese Commissie zegt ook dat er een tekort is van 800 miljoen, aangezien zij maatregelen goed voor 800 miljoen niet aanvaard. U zit ook nog steeds met het probleem van het structureel saldo.

 

De Europese Commissie concludeert ook dat de taxshift die de regering doorvoert, zeer beperkt is en dat die groter moet zijn.

 

01.52  Peter Dedecker (N-VA): Mevrouw Temmerman, u zou zeer kort zijn over de Europese Commissie. Ik begrijp waarom, maar ik zou u toch even willen aanvullen.

 

De grootste opmerking van de Europese Commissie betrof onze schuldpositie van vandaag, de erfenis die wij kregen na 26 jaar socialistisch beleid.

 

Een volgend punt van de Europese Commissie handelde inderdaad over de taxshift. U was daarbij tijdens de hoorzitting. De ambtenaren van de Europese Commissie zijn voorzichtig. Zij proberen hun best te doen om vooral geen te grote politieke uitspraken te doen. Op een bepaald moment kon het blijkbaar echt niet meer verder. Men zag dat zij zich zichtbaar ergerden aan het simplisme waarmee over de taxshift werd geredeneerd. Zij zeiden expliciet dat het debat in België veel te simplistisch wordt gevoerd, alsof er alleen een taxshift van lasten op arbeid naar lasten op vermogen mogelijk zou zijn.

 

Als men goed leest wat de Europese Commissie schrijft, benadrukt zij vooral een taxshift, niet zozeer naar lasten op vermogen maar naar lasten op consumptie en op vervuiling. Op dat vlak zitten wij nog een heel stuk onder de percentages. Het zou fijn zijn, mocht u de uiteenzetting van de Europese Commissie volledig en correct weergeven.

 

01.53  Karin Temmerman (sp.a): Ik heb daar geen enkel probleem mee, mijnheer Dedecker. Wat u zegt, klopt, voor een deel. Alweer voor een deel. Inderdaad, de leden van de Europese Commissie zaten wat verveeld met het feit dat ze af en toe bijna politieke uitspraken moesten doen.

 

Wat u zegt, klopt ook niet, want tussen de lijnen door kon men zeer goed horen wat die taxshift voor hen was. Het ging inderdaad over een taxshift naar vervuiling en consumptie, maar ook, het spijt mij, mijnheer Dedecker, naar vermogen.

 

Ik zal u nog iets zeggen, want ik ben heel blij met uw onderbreking. U zegt: alweer. Het geeft mij de gelegenheid om iets te verduidelijken. U zegt dat de schuld die wij nu moeten afbouwen, de schuld is die jarenlang door socialisten is opgebouwd.

 

Soms, mijnheer Dedecker, is het goed om naar de geschiedenis te kijken. De heer Verherstraeten zal dat beamen. Er is een zeer grote schuldafbouw in ons land geweest tussen 1994 en 2007.

 

Collega’s, mag ik hier uw aandacht voor? Tussen 1994 en 2007, met de socialisten in de regering, is de schuld afgebouwd van 136 % naar 80 %! Dat, collega Dedecker, is wat u noemt de schuld van de socialisten!

 

01.54  Peter Dedecker (N-VA): Dank u voor uw antwoord, mevrouw Temmerman. Ik ben blij dat u zo blij bent wanneer ik intervenieer. Ik zal nog wat vaker interveniëren.

 

Ten eerste, wat de Europese Commissie betreft, moet u het publieke document eens bekijken. Dat is het officiële document, en daarin vind ik zo goed als niets over een lastenverschuiving naar vermogen. Er wordt gezegd dat er in het verleden al een paar gedaan zijn en ook dat er een kleine lastenverschuiving naar vermogen komt onder de regering, maar verder wordt enkel een lastenverschuiving naar consumptie en vervuiling aanbevolen. Dat zijn inderdaad zaken waarvan wij werk maken en waarvan wij gerust nog meer werk kunnen en willen maken.

 

Ten tweede, wat de schuldafbouw betreft, vind ik het zeer fijn dat u kijkt naar de paarse periode.

 

01.55  Karin Temmerman (sp.a): 1994 was lang voor de paarse periode, mijnheer Dedecker.

 

01.56  Peter Dedecker (N-VA): Tot 2007, zei u. Die eerste periode was inderdaad prepaars. Over die eerste periode onder Dehaene kan men inderdaad zeggen dat de primaire uitgaven fel beperkt zijn. Laat ik het bijna oneerbiedig zeggen: men heeft toen wel het geluk gehad dat er een daling van de rentevoeten was. Voor een land als België, met gigantisch veel overheidsschuld, maakt dat natuurlijk veel uit.

 

De tweede periode, vanaf 1999, de paarsgroene periode, wordt door economen echter altijd aangeduid als “het verloren decennium”. In die periode hadden wij een boomende economie. Het bbp ging er enorm op vooruit.

 

01.57  Luk Van Biesen (Open Vld): (…)

 

01.58  Karin Temmerman (sp.a): De heer van Biesen is het niet met u eens.

 

01.59  Peter Dedecker (N-VA): De heer Van Biesen kan straks antwoorden.

 

De voorzitter: Mijnheer Dedecker, ga door.

 

01.60  Peter Dedecker (N-VA): Wij hadden in die periode een boomende economie. De economie ging er enorm op vooruit en de rentelasten daalden nog meer, dus wij hadden gigantisch meer budgettaire marge. Maar wat heeft men toen gedaan? Men heeft ervoor gekozen de uitgaven te verhogen. Men is er, zelfs in die periode van boomende economie en dalende rentelasten, slechts één jaar in geslaagd de begroting in evenwicht te krijgen.

 

Ondanks alle trucs, ondanks de verkoop van gebouwen, om ze vervolgens te huren en ondanks de overname van pensioenfondsen is men er nooit in geslaagd een begroting in evenwicht te creëren en heeft men alleen maar schulden opgebouwd.

 

01.61  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, dans l'intervalle, Mme Temmerman a répondu aux inepties venant des bancs de la N-VA s'agissant du creusement de la dette à l'époque de la gestion à participation sociale. Je veux juste vous rappeler des chiffres précis, monsieur Dedecker. En 1993, le ratio dette/PIB était de 137,8 % et nous l'avons ramené à 86,9 % en 2007, soit juste un an avant la crise financière. Voilà les réalités!

 

De plus, votre politique de saut d'index va avoir un effet déflateur sur le PIB. C'est la Banque nationale qui le dit. C'est vous qui allez creuser le ratio dette/PIB. Ne venez pas dire ici des choses qui n'existent pas!

 

01.62  Eric Van Rompuy (CD&V): Laten we zoals de heer Calvo zegt naar de toekomst kijken. Mijnheer Dedecker, ik kom uit het Vlaams Parlement en minister Van Mechelen, de voormalige minister van Begroting, is hier ook. Hij had de begroting in evenwicht gebracht en de schuld op nul. In alle eerlijkheid, na de bankencrisis is de Vlaamse schuld echter opgelopen tot meer dan 7 miljard. De voormalige minister-president is hier ook. U kunt dat echter niet allemaal met elkaar vergelijken. Wij hebben een regering met u voor de toekomst, maar niet voor de analyse van het verleden.

 

Mevrouw Onkelinx, u applaudisseert, maar ik heb gezegd dat wij voor de toekomst samenwerken met de N-VA. Er is dus geen enkel probleem.

 

Mevrouw Temmerman, de Europese Commissie heeft gezegd dat deze regering voor 1,4 % van het bnp structurele maatregelen heeft genomen. Dat betekent in absolute cijfers meer dan 5 miljard aan saneringsmaatregelen. Als wij dat structureel bekijken, komt dat volgens de Europese Commissie neer op ongeveer 0,4 %. We moesten 0,6 % halen, maar ze zeggen dat dit verschil niet significant is. De minister heeft het ook een paar keer gezegd. Wij zijn dus volledig binnen de norm van de Europese Commissie gebleven. Ik meen dat dit toch een pluspunt is. Ze hebben ook gezegd dat de inspanningen die gebeuren evenwichtig zijn wat de verdeling tussen besparingen en inkomsten betreft. Ik meen dat wij dus een mooi rapport hebben van de Europese Commissie.

 

Een andere zaak is dat de economie momenteel niet goed draait, maar dat kan snel veranderen. Denk aan de olieprijzen. Vandaag las ik in de kranten dat de groei volgend jaar met 0,5 % zou toenemen. Nu echter de indruk wekken dat wij niet beantwoorden aan de normen van de Europese Commissie terwijl u zich verzet tegen elke vorm van besparing, dat vind ik intellectueel en politiek oneerlijk. Elke vorm van besparen vindt bij u geen genade.

 

01.63  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van Rompuy, het klopt niet dat wij ons tegen elke vorm van besparing verzetten. U was er in de vorige regering niet bij. Toen is er ook wel degelijk ernstig bespaard.

 

Ik heb ook nooit beweerd dat de Europese Commissie geen goede zaken vond. Mijnheer Van Rompuy, wanneer ik vroeger thuiskwam met een rapport waarop stond dat ik in september nog eens moest terugkomen, vonden mijn ouders niet dat ik goed had gewerkt en op die manier moest voortdoen. Het feit dat de regering van de Europese Commissie in maart 2015 moet terugkomen, wil toch wel iets zeggen.

 

Collega’s, de groeivooruitzichten van de Nationale Bank van België vormen het derde hoofdstuk. Na het Rekenhof en de Europese Commissie wil ik het over de Nationale Bank van België hebben.

 

Het klopt inderdaad dat de groeivooruitzichten er niet goed uitzien, waardoor een aantal zaken in de toekomst zullen moeten worden aangepast.

 

Echter, het feit dat wij een lagere groei hebben, is deels – wij zouden misschien zelfs grotendeels kunnen zeggen – te wijten aan de internationale economische toestand. Heren ministers, u kunt evenwel niet voorbij aan de vaststelling dat de Nationale Bank van België opmerkt dat de lagere economische groei ook te wijten is aan het gedaalde consumentenvertrouwen. Waarom is het consumentenvertrouwen gedaald? Ik lees letterlijk voor uit het verslag van de Nationale Bank van België: “Deze negatieve beoordelingen houden allicht verband met de aankondigingen van de diverse besparingsmaatregelen door de regering.”

 

Die uitspraak is natuurlijk ook een deel van de waarheid. Door de indexsprong, door het feit dat de regering de consumptie naar beneden haalt en door het feit dat de koopkracht vermindert, hebben wij op dat vlak een probleem.

 

Collega’s, ik vat samen. De regering heeft gebroken beloftes gemaakt.

 

De indexsprong wordt geneutraliseerd. Neen, de indexsprong is niet geneutraliseerd.

 

De huidige regering is zo fier dat de welvaartsenveloppe, waarover ik het nog niet heb gehad, voor 100 % zal worden besteed. Het Rekenhof heeft evenwel berekend dat ze niet voor 100 % maar voor 84 % zal worden besteed. Die 100 % was trouwens al door de vorige regering beslist, niet deze regering heeft dat beslist. Deze regering beslist dat de welvaartsenveloppe niet voor 100 % maar voor 84 % zal worden besteed.

 

Bovendien blijft het nog altijd onduidelijk wat op dat vlak met de fiscalisering van de welvaartsenveloppe wordt bedoeld.

 

Mijnheer de minister, niemand begrijpt waarom u dat doet. Zelfs de Europese Commissie wijst erop dat er ter zake een probleem is. U moet ze als uitgave inschrijven. Het kan dus niet dat u op die manier de lasten en de schuld zult laten dalen.

 

U beweert dat de welvaartsenveloppe voor 100 % wordt toegekend? Het spijt mij, heren, het Rekenhof heeft berekend dat er slechts 84 % wordt toegekend. U gaat onmiddellijk in tegen LuxLeaks, met de kaaimantaks? Het spijt mij, de kaaimantaks wordt uitgesteld. Althans, dat hopen wij. Wij zijn in blijde verwachting.

 

Er worden niet alleen beloftes gebroken, ook de rekening klopt gewoon niet. Het Rekenhof heeft uitgerekend dat de uitgaven met honderden miljoenen onderschat worden. Dat kunt u niet oplossen met de interdepartementale provisie. De Europese Commissie ziet een verschil van 800 miljoen. Dat werd daarnet bevestigd door de commissievoorzitter. De economische groei zal lager zijn. Dat wil zeggen, mijnheer de eerste minister, dat u opnieuw zult moeten besparen. Het consumentenvertrouwen daalt, waardoor de koopkracht vermindert en waardoor u in de toekomst opnieuw maatregelen zult moeten nemen.

 

Wat nog veel belangrijker is, collega’s, is de ongelijke spreiding, de ongelijke inspanning. De werkgevers protesteren tegen het gewaarborgd loon? Het wordt uitgesteld. De Raad van State maakt een opmerking over de bankentaks? Hij wordt uitgesteld. Wij hebben wat problemen met de kaaimantaks? Hij wordt uitgesteld. Alle andere maatregelen, die de mensen wel direct treffen, die niet naar de vermogenden gaan, die niet voor de aandeelhouders bedoeld zijn of voor zij die fraude plegen of aan ontwijking proberen te doen, die worden echter wel doorgevoerd.

 

Ik kom tot de discussie over de taxshift, mijnheer de eerste minister. Mijnheer Verherstraeten, misschien is het nuttig om toch nog eens te luisteren. Mijnheer Peeters, u verklaarde en ik citeer u letterlijk: “De mensen verwachten dat wij ook van de vermogenden een inspanning vragen.” Daar ben ik het helemaal mee eens. Mijnheer Verherstraeten, ik citeer u: “Als de zeer grote vermogens de dans ontspringen, is dat onrechtvaardig.” Daarnaast was er nog een hele reeks CD&V’ers die over de taxshift al dan niet verklaringen aflegden. Mijnheer Beke, u als voorzitter besloot de discussie een beetje. U zegt dat wij vijf jaar hebben om de taxshift te realiseren, maar de indexsprong en alle andere maatregelen kunnen evenwel niet worden uitgesteld. Die moeten onmiddellijk worden ingevoerd.

 

Voor de taxshift, waarvan zoveel economen en anderen zeggen dat ze een deel van de oplossing is, hebben wij vijf jaar de tijd. Kortom, weer een uitstel.

 

En dan hebben wij maandag als kers op de taart vicepremier De Croo, die zei dat de vermogenswinstbelasting er niet komt. Dat werd hier zonet beaamd door de heer Dewael. Mijn collega heeft de heer Verherstraeten en CD&V gevraagd wat zij ervan vinden, wat zij daarop zeggen, maar hij kreeg geen antwoord.

 

01.64  Egbert Lachaert (Open Vld): Mevrouw Temmerman, ik heb een kleine bemerking. Ik hoor u zeggen dat alle maatregelen die u negatief vindt voor de koopkracht en voor de gewone mensen, worden uitgesteld en niet op 1 januari in werking treden, en alle andere zaken wel.

 

01.65  Karin Temmerman (sp.a): De besparingen heb ik gezegd.

 

01.66  Egbert Lachaert (Open Vld): Dat is niet juist. Er is een enorm complex wettelijk kader nodig om de indexsprong te kunnen creëren. Dat is er zelfs nog niet. Dat is nog niet in werking. Er zijn zelfs sectoren die in januari misschien wel een index zullen genieten.

 

Het is niet juist als u zegt dat dit allemaal wel in werking treedt. Het moet zelfs nog allemaal worden opgesteld. Het is er nog niet.

 

Ik wil ook verwijzen naar de SWT-discussie, waarvan u goed weet dat er door de regering en de minister van Werk uitstel is verleend.

 

01.67  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Lachaert, wat ik echt niet begrijp, als het allemaal zo ingewikkeld is om die indexsprong door te voeren, als zovelen – ook ondernemers – zeggen dat het geen zin heeft, als economen zeggen dat er een andere manier is om aan die taxshift te doen en om aan loonlastenverlaging te doen, een andere manier die trouwens nog veel meer jobs zal opleveren, waarom doet u het dan?

 

Waarom in hemelsnaam blijft u dan vasthouden aan die indexsprong, als het zo’n groot probleem is om die door te voeren en als die bovendien voor 2015 geen enkele loonlastenverlaging teweeg zal brengen?

 

01.68  Egbert Lachaert (Open Vld): Nu gooit u echt intellectueel een aantal zaken op een hoop. De techniek om het in te voeren, is complex. Dat is niet zo evident. Er is zowel de private als de publieke sector. U weet goed dat de private sector anders werkt dan de publieke sector en dat de techniek om een indexsprong in te voeren niet eenvoudig is. Wie wat anders beweert, moet maar tonen hoe het dan zou moeten.

 

Daarnaast is er het principiële gegeven van die indexsprong. Dat werd nu al in elke uiteenzetting behandeld. De Nationale Bank heeft berekend dat die indexsprong goed is voor 60 000 jobs.

 

Volgens economen, niet volgens politici, zal volgend jaar de koopkracht voor tweeverdieners, voor werkende gezinnen stijgen en u veegt dat onder de mat. U bent daarin intellectueel oneerlijk.

 

01.69  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Lachaert, de discussie over het aantal jobs dat de maatregelen opbrengen, zal ik niet meer voeren. Zowel de Nationale Bank als het Planbureau indertijd, heeft berekend dat een gerichte lineaire lastenverlaging op de laagste lonen, gefinancierd met lasten op vermogenswinsten, bijna dubbel zoveel jobs oplevert. Dat leg ik nu al voor de zoveelste keer uit!

 

Mijnheer de eerste minister, u roept wanhopig dat deze regering uit une seule voix moet spreken. Zelfs vandaag, in dit halfrond, is het heel duidelijk dat une seule voix er niet is. Ministers spreken elkaar tegen in de commissie en in deze plenaire vergadering spreken zelfs de leden van de meerderheid elkaar tegen.

 

De conclusie is dat bijna alle bijdragen van vermogens, voorzien in de voorliggende begroting, worden uitgesteld. Wat nog overblijft, is de beurstaks, die amper 80 miljoen oplevert, alsook de vervroegde heffing op het pensioensparen, want dat beschouwt u ook als een belasting op vermogen.

 

Mijnheer de eerste minister, minister Peeters en andere leden van de regering, ik begrijp dat zeker niet van CD&V, maar ook niet van Open Vld. U zegt dat de middenklasse absoluut gespaard moet worden, dat de middenklasse absoluut niet wordt getroffen door de lasten op vermogens. Nochtans beschouwt u de vervroegde heffing op het pensioensparen als een belasting op vermogen; dat staat zowel op de lijst van de eerste minister als op de lijst van de heer De Wever. Wel, dat is schandalig, want hiermee raakt u echt de middenklasse. Het zijn immers niet de grote vermogens die aan pensioensparen doen, maar wel, ocharm, de tweeverdieners. U beschouwt dat echter als een taks op de grote vermogens.

 

01.70  Peter Dedecker (N-VA): Mevrouw Temmerman, het zou fijn zijn mocht u ook volledig en correct zijn. De heffing op het pensioensparen wordt inderdaad vervroegd, maar ze wordt ook sterk verlaagd. Het zou goed zijn mocht u aan de mensen die op straat staan te protesteren ook eens uitleggen dat wij die lasten op pensioensparen verlagen, in plaats van die mensen nog meer op te jutten.

 

01.71  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Dedecker, dat klopt helemaal niet, want ook de Europese Commissie heeft gezegd dat dit eigenlijk een eenmalige maatregel is.

 

Mijn punt is vooral dat dit volgens u een last op vermogen is. Uw partij, uw voorzitter, zegt dat dit een belasting is op de grote vermogens, terwijl het de gewone mensen zijn die aan pensioensparen doen en die u hiermee nogmaals raakt.

 

Mijnheer de voorzitter, ik zal afronden. Deze regering zit met een probleem. Deze begroting zit met een probleem. Het is een begroting van gebroken beloftes. Er is een probleem omdat de rekening niet klopt. Het Rekenhof en de Europese Commissie hebben hierop gewezen.

 

Er is echter vooral een probleem van geloofwaardigheid en onrechtvaardigheid. Hoewel deze regering beweert dat iedereen een inspanning moet doen, kunnen wij alleen maar vaststellen dat de rijkste 1,5 % volledig vrijuit gaat. De fraudeurs zullen nog een beetje mogen wachten op een echte, ferme aanpak.

 

Het protest zal niet verdwijnen. U hoopt van wel, dat weet ik, maar het zal niet verdwijnen. Het is niet door het protest te diaboliseren, dat het zal verdwijnen. Ik hoop dat u uw troepen op dat vlak in bedwang zult kunnen houden, mijnheer de eerste minister. U moet een echte dialoog voeren en dat weigert u. Zelfs vandaag is in deze Kamer nogmaals gezegd dat er enkel over punten en komma’s zal worden gediscussieerd. Daarmee lost u de onrechtvaardigheid van uw beleid en van uw begroting helemaal niet op.

 

Stop vooral met te beweren dat er geen alternatief is. De oppositie heeft hier al tot bedroevens toe bewezen dat er heel veel alternatieven zijn. Ik heb twee boodschappen voor u. Luister naar wat er gebeurt in de straat en luister naar de alternatieven. Maak vooral dat er een rechtvaardige begroting is.

 

De voorzitter: Mevrouw Temmerman u moet afronden. U kreeg evenveel spreektijd als de andere sprekers.

 

01.72  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik werd vaak onderbroken.

 

De voorzitter: Collega’s, ik moet u meedelen dat er 106 sprekers zijn ingeschreven omtrent de verschillende bevoegdheden. Het plan is om door te gaan tot en met het luik Binnenlandse Zaken. Bij leven en welzijn beginnen wij dan morgennamiddag, na onze gewone agenda, met het luik Asiel en Migratie en we vervolgen met het luik Openbaar Ambt en Buitenlandse Zaken. Dat is de agenda voor de komende uren. Vele uren, vrees ik.

 

01.73  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, premier, heren ministers, collega’s, mijn spreektijd gaat nu in en ik probeer hem te respecteren. Het moet mogelijk zijn om in ongeveer vijfenveertig minuten uit te leggen waarom ik het project van deze regering effectief steun.

 

Wij steunen het project van deze regering, mijnheer de eerste minister, omdat het een positief project is dat hoop en inspiratie in zich draagt voor de toekomst. Wij kunnen heel lang debatteren over het verleden en wie wat heeft gedaan, maar daar hebben de burgers van dit land weinig boodschap aan. De burgers van dit land willen horen met welke maatregelen wij welke doelstellingen kunnen bereiken. Dat is uw project, mijnheer de eerste minister, glashelder. U zegt dat u gaat voor jobcreatie. U zegt dat u meer mensen aan het werk wilt. U zegt dat u mensen die het kunnen, iets of wat langer wilt laten werken. Als wij daarin slagen, verbreden wij de basis waarop onze welvaart is gebaseerd. Daar komt het uiteindelijk op neer. Al wat wij creëren aan toegevoegde waarde via jobs maakt onder meer de basis uit van de sociale zekerheid. Ik trek de sociale zekerheid helemaal niet in twijfel, want dat is nogal eens de dialectiek die wordt gebruikt: men zou in de sociale zekerheid hakken. Neen, wie door de mazen van het net valt, om welke reden ook, moet aanspraak kunnen maken op onze solidariteit.

 

Uw tweede boodschap is dat wij ons land aantrekkelijker en attractiever moeten maken voor investeringen, of deze komen uit het binnenland of uit het buitenland. Laten wij er niet flauw over doen: vanuit het buitenland rijst een probleem, in die zin dat wij op dit ogenblik niet competitief zijn. In het verleden hebben wij te veel tijd verloren met het bepalen van het percentage van de loonkostenhandicap; die handicap is er, die is er in Europees verband, die is er tegenover onze drie belangrijkste handelspartners en het is onze verdomde plicht om die handicap weg te werken.

 

Ik kom uit een regio waar deze week het doek valt over een bedrijf dat duizenden mensen tewerkstelt. Ik zal niet peilen naar de oorzaken van het weggaan van de automotive in mijn provincie. Het is echter een domper, want op dit ogenblik vragen duizenden gezinnen in Limburg zich af wat de toekomst zal brengen.

 

Het is de plicht van de regering en van het Parlement om signalen uit te zenden dat de toekomst wordt voorbereid. Ik heb dan ook weinig boodschap aan de polemieken over de vraag wat de huidige of voorgaande regering al dan niet bijkomend had kunnen doen. Ik zal daar dadelijk nog even op terugkomen, maar ik pleit op dat vlak, zoals collega Verherstraeten, voor continuïteit. Voor een stuk bestaat er een collectieve politieke verantwoordelijkheid over wat vroeger is gebeurd en wat nu zal moeten gebeuren. Ik kom daar dadelijk nog even op terug.

 

Ik wil echter eerst duidelijk maken dat de regering het vertrouwen heeft gekregen van het Parlement. De regering bestaat uit vier partijen die alle vier in min of meerdere mate hebben gewonnen bij de voorbije verkiezingen. De regering heeft, niet op vijfhonderd dagen maar veel sneller, een regeerakkoord voorgesteld waarvoor in het Parlement de investituur werd verkregen. U beschikt dus met andere woorden, mijnheer de eerste minister, over democratische legitimiteit. Gebruik die, wat men ook moge zeggen in de straat. Ik luister naar wat men in de straat vertelt, maar ik luister ook naar wat men in de Wetstraat vertelt. Dat is voor mij nog altijd het primaat van de politiek.

 

Een tweede punt dat ik zou willen duidelijk maken, is dat alles wat overdreven is, zonder betekenis is. Er zijn in dit halfrond personen die uw legitimiteit betwisten. Zij zeggen dat uw legitimiteit in het Franstalig landsgedeelte geen evidentie is. Zij maakten er echter geen probleem van dat de vorige regering ook geen meerderheid had in de Nederlandstalige groep. Met andere woorden, uw regering zou het gevolg zijn van een beetje poker: hoe hebben zij uiteindelijk gedurfd deze coalitie tot stand te brengen?

 

Dan is er een dialectiek. Ik richt mij zowel tot de oppositie van gisteren als tot de partners van de nieuwe meerderheid.

 

De oppositie van vandaag zegt dat dit een kille besparingsregering is, een rechtse besparingsregering die eigenlijk geen oog heeft voor de noden van de mensen. Ik vind dat een onvoorstelbare karikatuur. Gisteren, en daarmee bedoel ik de vorige legislatuur, werd er kritiek gegeven tegenover een linkse belastingregering. Ik heb dat toen herhaaldelijk bestreden. Ik ben niet van gedachte veranderd, ik vond en vind dat ook een karikatuur. Wij hebben in die vorige regering samen met de socialisten, tot spijt van wie het benijdt, maatregelen genomen die noodzakelijk waren.

 

Niemand minder dan de vorige eerste minister heeft gezegd dat 70 % van het beleid van deze regering door hem zou kunnen worden onderschreven. Dan versta ik niet waarom hij 100 % heeft meegelopen in een betoging. Dat begrijp ik niet.

 

01.74  Laurette Onkelinx (PS): Il n'a pas dit cela. Si vous pouviez être correct dans la transmission des propos de l'ancien premier ministre, ce ne serait pas mal! Ce qu'il a dit, et c'est important…

 

Monsieur le premier ministre, vous m'écoutez? Taisez-vous deux minutes, s'il vous plaît! Permettez-moi de m'exprimer. (Protestations)

 

Je demande simplement au premier ministre de m'écouter, et quand il répondra, je l'écouterai.

 

L'ancien premier ministre a simplement dit que, dans la colonne "réinvestissements", notamment en termes de réduction de charges sociales pour les entreprises, ce que vous avez décidé figurait déjà en grande partie dans le Pacte de compétitivité conclu à la fin de la précédente législature. En ce sens, les 70 % dont vous parlez, monsieur Dewael, ce ne sont évidemment pas 70 % des décisions du nouveau gouvernement. Merci bien! Jamais, par exemple, nous n'aurions adopté des mesures telles que celles que vous avez prises relativement au saut d'index ou au bonus pension.

 

Citez tant que vous voulez M. Di Rupo, mais alors citez-le dans le texte et correctement!

 

01.75  Patrick Dewael (Open Vld): Ik zal mevrouw Onkelinx tegemoetkomen. Ik heb vandaag geen enkele behoefte om af te vallen wat ik heb verdedigd in de vorige meerderheid. Ik neem aan dat u dat ook niet wilt, want dat hebben wij samen gedaan. Dat was het voorwerp van politieke akkoorden, afspraken en compromissen die wij samen hebben verdedigd.

 

Ik moet hem niet citeren. Ik moet hem alleen observeren. Ik heb daarover misschien een voorbijgestreefde conservatieve opvatting, maar ik denk dat uittredende ministers en zeker een uittredend premier zich best een tijd terugtrekt en zich van politieke actie onthoudt.

 

Ik heb gezien dat de vorige eerste minister mee heeft gemarcheerd in een betoging. Hij heeft zich eigenlijk nog als zittend eerste minister in lopende zaken ontpopt als de nieuwe oppositieleider. Ik vind dat niet kunnen. Ik zeg u: dan komt men zichzelf opnieuw tegen.

 

Je peux le dire en français. On peut essayer de regagner sa virginité politique. Je ne sais pas si c'est votre ambition mais après vingt-six ans de pouvoir, il faut bien un peu plus de temps pour regagner sa virginité politique! Cela viendra, mais pas aujourd'hui!

 

01.76  Laurette Onkelinx (PS): (…)

 

01.77  Patrick Dewael (Open Vld): Madame Onkelinx, s'il faut gouverner ce pays sur base des sondages, on ne fait plus rien! Il n'est jamais entré dans mes ambitions politiques de gouverner un pays ou de soutenir un gouvernement sur base de sondages! Si on agit de la sorte, c'est la fin de la démocratie!

 

Collega’s, laat me het nog eens herhalen. Hetgeen deze regering doet, ligt in het verlengde van hetgeen werd gedaan tijdens de vorige legislatuur. Op het einde van de vorige legislatuur hebben wij vastgesteld – ik kijk nu naar mevrouw Temmerman – dat bij de politieke linkerzijde de politieke moed niet meer aanwezig was om dit beleid voort te zetten en te versterken.

 

Wij hebben samen dingen gedaan die ook niet in uw verkiezingsprogramma stonden. Wij hebben de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen ingevoerd. Die stond niet in het verkiezingsprogramma van de Parti Socialiste, die stond niet in het verkiezingsprogramma van sp.a. Wij hebben in 2011, onmiddellijk na de vorming van de regering, de pensioenhervorming ingevoerd. Ook die stond niet in uw verkiezingsprogramma. Wij hebben over die maatregel beslist. Wij hebben op het vlak van migratie en asiel een aantal wetten goedgekeurd die ook niet in uw verkiezingsprogramma stonden, maar die verdorie noodzakelijk waren voor de toekomst van dit land. Nu vervalt uw fractie in: “Het stond niet in het verkiezingsprogramma, u pleegt een zekere vorm van kiezersbedrog.” Wij nemen maatregelen die het gevolg zijn van een politiek akkoord. Dit regeerakkoord heeft hier het vertrouwen gekregen van een meerderheid van de Kamer. Mogen wij dat dan even uitvoeren!

 

Dat is de opdracht, mijnheer de eerste minister, die dit Parlement u gegeven heeft. Dat hebben wij in de vorige regering ook gedaan.

 

Diegenen die zeggen dat het vandaag allemaal anders is en dat het vroeger allemaal kommer en kwel was, zij dwalen! En diegenen die zeggen dat het vroeger de hemel was en vandaag kommer en kwel, zij dwalen. Wij voeren een versterking door van het beleid dat wij hadden ingezet. U werd echter vooral aan Franstalige kant door de PTB achternagezeten, en omdat zij gediaboliseerd werd door de nieuwe communisten heeft de PS haar staart ingetrokken. Zij heeft nog een spelletje poker gespeeld, maar is uiteindelijk in de oppositie terechtgekomen. U bent daar nu; geef deze regering na twee maanden ten minste de kans te bewijzen wat zij kan.

 

01.78  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, j'entends M. Dewael et je sens tout le bonheur qu'il a aujourd'hui à nous faire une catharsis publique pour répondre à la question qui le taraude depuis le début de la législature: se sent-il coupable ou se sent-il impuissant d'être allé, avec nous, rechercher sept milliards d'euros sur les revenus du capital lors de la législation précédente? C'est cela qui vous gêne, monsieur Dewael! C'est d'avoir à admettre que vous avez, sous la législature précédente, fait le tax shift dont vous êtes incapable aujourd'hui d'assumer les effets. Voilà la vérité! Vous êtes en quête d'une virginité retrouvée, la virginité de l'ultralibéralisme. Tant mieux si cela vous fait plaisir, monsieur Dewael!

 

01.79  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik zal het zeer kort houden. Mijnheer Dewael, niemand verwijt u dat u de regering verdedigt. Niemand. Waarom maakt u daar zo veel theater rond? Mag u die regering nog verdedigen? Uiteraard. Dat wordt ook van u verwacht. Mogen wij deze regering als oppositie echter ook aanvallen alstublieft? Dat is ook democratie. Als u zegt dat de mensen die betogen geen democratie is, dan is dit wel democratie: de oppositie laten spreken en hen deze regering laten aanvallen. Als u zegt dat deze regering uitvoert wat de vorige regering heeft beslist, dan zou ik graag eens horen hoe de N-VA daartegenover staat. De kracht van verandering zit dan wel zeer ver. U voert dan eigenlijk, zoals de heer Dewael zegt, een PS-beleid uit. Zeer raar.

 

01.80  Patrick Dewael (Open Vld): Mevrouw Temmerman, uiteraard mag er betoogd worden. Er is tegen deze regering betoogd en ik heb aandachtig geluisterd naar dat signaal. Ik heb mij hier wel geërgerd omdat de oppositie bezig was die 120 000 mensen in te kleuren nog voordat de betoging ontbonden was. Ze waren allemaal kwaad. Natuurlijk, betogen is een uiting van boosheid. Ze zeggen allemaal zogezegd hetzelfde. Ik kan dat niet analyseren en u kunt dat ook niet analyseren.

 

01.81  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): (…)

 

01.82  Patrick Dewael (Open Vld): U hebt dat wel gedaan, mijnheer Calvo. Wat ik kan zeggen, is alleen dat het er meer waren dan tegen de regering-Di Rupo. Toen kwamen er 60 000 à 70 000 op straat en die waren ook kwaad.

 

Ik stel u de vraag of u de maatregelen van de vorige regering in verband met de competitiviteit het voorwerp hebt laten uitmaken van sociaal overleg. Kent u de ingrepen van collega Vande Lanotte in de indexkorf die er eigenlijk toe hebben geleid dat wij sinds 2012 geen aanpassing meer hebben gekend van de lonen aan de index? We kennen hem. Hij is niet aanwezig en ik zal hem dus zeker niet viseren. Hij is een goede gewezen collega. Hij zei dat we er geen indexsprong van hoefden te maken en dat hij iets zou uitwerken. In de praktijk kwam dat op hetzelfde neer. In de praktijk zagen we dat de lonen niet aangepast werden aan de index. Er was dus de facto een indexsprong, de facto.

 

Vervolgens was er de maatregel van de btw op elektriciteit. Collega Verherstraeten, niet iedereen binnen de meerderheid was daarover even enthousiast, maar we hebben die maatregel genomen en hij heeft bijgedragen – zo hebben we die verdedigd – tot de competitiviteit. Mijnheer Peeters, we hebben het competitiviteitspact gesloten en gesteld dat we driemaal 450 miljoen euro zouden inzetten om de concurrentiepositie van onze bedrijven te versterken.

 

Hebben die maatregelen het voorwerp van sociaal overleg uitgemaakt?

 

(…): (…)

 

01.83 Patrick Dewael (Open Vld): Neen, en dat heeft tot een niet-akkoord geleid.

 

Mevrouw Temmerman, de laatste maatregel was de loonmatiging. Ik ken de heer De Leeuw een klein beetje. Hij was razend, want eenzijdig had de regering gedecreteerd dat de lonen voor twee jaar zouden worden bevroren. Heeft dat het voorwerp van sociale concertatie uitgemaakt? Neen. Was dat toen erg? Dat was minder erg dan nu, want u zat in de regering. Op die momenten is de rode vakbond wat minder kwaad dan vandaag. Dat is de realiteit.

 

Ik had mij voorgenomen om olie op de golven te gieten, maar ik kan mij toch niet inhouden. Er wordt nu gesteld dat het om een politieke staking gaat. Ik heb mensen van het ABVV/FGTB horen verklaren dat zij zullen staken en actie zullen voeren tot de huidige regering weg is. Geef mij nu eens een definitie van wat een politieke staking anders is. Hebben dergelijke uitspraken nog met normaal sociaal overleg te maken? Hebben ze met loon- en weddevoorwaarden te maken? Het gaat om een politieke staking. Het is een staking tegen de regering, met het doel de regering te doen verdwijnen.

 

01.84  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Dewael, u windt zich geweldig op. Ik herken u bijna niet. U windt zich geweldig op.

 

Ik ben mijn uiteenzetting begonnen met een oproep tot de eerste minister, om hem te vragen het sociaal overleg opnieuw op gang te brengen. U zal het denkelijk wel met mij eens zijn dat het sociaal overleg de basis is van de welvaart die wij vandaag hebben.

 

Ik heb aan de eerste minister gevraagd ervoor te zorgen dat zijn ministers geen opbod aan uitspraken zouden doen – de ene minister al wat sterker tegen de andere – om de mensen die kwaad zijn, die betoogd hebben en die gestaakt hebben, te diaboliseren.

 

U komt als volgende spreker op de tribune en doet opnieuw hetzelfde.

 

Mijnheer Dewael, dan moet ik geloven dat de huidige regering voluit voor het sociaal overleg gaat. U zal het mij niet kwalijk nemen als ik stel dat wat u nu doet en hebt verklaard, naar mijn mening zulks totaal ongeloofwaardig maakt. U wil geen sociaal overleg. U wil de zaken doordrijven. Uw houding en verklaringen bewijzen dat gewoon.

 

01.85  Monica De Coninck (sp.a): Mijnheer Dewael, er is wel sociaal overleg geweest. Het sociaal overleg heeft niet op alle punten een akkoord opgeleverd, maar er is wel overleg geweest. U moet niet iets anders beweren. Er wordt vanuit sommige hoeken altijd gezegd dat socialisten geen moedige beslissingen durven te nemen. Wij hebben met de vorige regering wel moedige beslissingen genomen. Er is tegen ons ook gestaakt en betoogd. Mijn kabinet is ook kort en klein geslagen, maar wij hebben toch een aantal beslissingen gehandhaafd.

 

01.86  Patrick Dewael (Open Vld): Ik maak voor de laatste keer mijn punt. Ik val niet af wat ik gisteren heb verdedigd. Ik zal dus niet zeggen dat wij toen de verkeerde beslissingen hebben genomen. Ik heb gewoon gezegd dat er personen verklaringen afleggen – witter wast wit – alsof wat er vandaag gebeurt, totaal verschillend is ten opzichte van vroeger. Dat is niet juist. Wat u zegt, is dat wat vroeger gebeurde, perfect normaal was en dat wat nu gebeurt, er helemaal over is. Dat is ook niet juist.

 

Men heeft natuurlijk overlegd en op bepaalde punten het niet-akkoord van de vakbonden genoteerd; ik ben vragende partij voor sociaal overleg. Ik hoop dat de oproep van de eerste minister en de inspanningen van de minister van Werk vruchten zullen afwerpen. Vindt u het echter normaal dat de regering een tweetal maanden geleden hier het vertrouwen heeft gekregen van het Parlement en dat men intussen van de ene actie naar de andere overstapt, zonder dat men aan tafel gaat zitten?

 

Wat gebeurt er in een normale verhouding tussen de regering en de sociale partners? De regering tekent het politiek kader uit en laat daarbinnen ruimte voor het sociaal overleg. Nu zeggen de sociale partners dat die maatregelen weg moeten. Ze gaan zelfs nog een stap verder: de fiscale politiek moet het voorwerp uitmaken van sociaal overleg. Ik heb in mijn leven nooit meegemaakt dat het fiscale beleid het voorwerp zou moeten uitmaken van sociaal overleg.

 

Nogmaals, het is de regering die het kader bepaalt. Ik hoop dat de partners aan tafel komen en goed luisteren naar wat er in bepaalde maatregelen zit. Het moet mij namelijk van het hart dat niet altijd de juiste informatie wordt gegeven. Ik zal niet zwaaien met termen als desinformatie, maar er zijn mensen die mij bijvoorbeeld vragen stellen over het gevolg en de impact van een maatregel op hun pensioen. Als ik vraag waar zij dat vandaan halen, dan wordt verwezen naar informatievergaderingen met de sociale partners en de vakbonden. Dat is desinformatie, om mensen op te jutten, op te jagen en angst in te boezemen. Daar is nog nooit een samenleving beter van geworden. Ik verwerp dat.

 

01.87  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer Dewael, in het kader van de juiste informatie zou ik u een vraag willen stellen. U hebt de vakbonden net een geweten geschopt, omdat zij de aspiratie hebben om mee te praten over de manier waarop men voor eerlijke belastingen zorgt in ons land. U hebt gezegd dat u dat niet aanvaardt, dat dat geen voorwerp van sociaal overleg is, dat hebt u pas gezegd.

 

Dat is eigenlijk een regelrechte aanval op de minister van Werk, de vice-eersteminister, die verantwoordelijk is voor het sociaal overleg. Mijnheer Peeters, eergisteren hebt u toch voorgesteld in het grote plan-Peeters, het plan voor pacificatie, dat ongeveer vijf uur heeft geleefd, om met de sociale partners, de werkgevers en de werknemers over de taxshift te spreken? Ja of neen? U hebt dat toch gedaan?

 

De heer Dewael zegt hier – het is de zoveelste keer in enkele dagen tijd dat Open Vld dit doet – aan zijn beste vrienden van CD&V om daarmee te stoppen; men wil de taxshift niet bespreken met de vakbonden; men wil de lont niet uit het kruitvat halen; men wil niet proberen een pacificatie tot stand te brengen; men doet gewoon zijn goesting en behoudt wat er is.

 

Mijnheer Dewael, u hebt niet alleen de vakbonden aangevallen, u hebt regelrecht gezegd dat de heer Peeters zich voortdurend vergist.

 

01.88 Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, ik wil gezien het persoonlijk feit toch even duiding geven. Het is natuurlijk juist dat het debat over fiscaliteit in de regering en het Parlement moet gebeuren, dat wil ik hier nogmaals onderstrepen.

 

Er is echter in 2010 een advies afgeleverd over de alternatieve financiering van de sociale zekerheid, met name via de btw en de roerende voorheffing. Men heeft in 2013 ook een advies gegeven over de impact van de alternatieve financiering en de zesde staatshervorming.

 

Ik heb zeer discreet geprobeerd af te spreken met de sociale partners – en daarvoor valt ook iets te zeggen – dat, wanneer wij bepaalde stappen zetten, een advies van de sociale partners inzake een alternatieve financiering van de sociale zekerheid een mogelijkheid is, tenminste wanneer men daartoe bereid is vanuit de sociale partners. Dat zou een bijdrage kunnen zijn aan het debat, dat in de regering en in het Parlement kan plaatsgrijpen.

 

In 2010 luidde het advies dat er twee basiselementen zijn voor de alternatieve financiering, namelijk de btw en de roerende voorheffing. Er werd toen een zeer interessant advies afgeleverd. Ik heb getoetst – en dit kan nog verder besproken worden – in welke mate een advies kan gegeven worden over de alternatieve financiering en de duurzaamheid van de financiering van de sociale zekerheid in het algemeen.

 

01.89  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer Peeters, ik ben het helemaal met u eens. Een fiscale hervorming is belangrijk en hoe groter het draagvlak daarvoor, hoe beter. Dat is een belangrijke bouwsteen voor het sociaal-economisch beleid. Als werkgevers en werknemers zich daarin kunnen verenigen, daarover kunnen adviseren, daarin richting geven, dan verwelkom ik dat. Ik vond dat een van de betere demarches die wij van de regering hebben gezien.

 

Dan kunt u toch alleen maar samen met mij vaststellen, door wat de heer Dewael hier op het spreekgestoelte komt vertellen, door wat de heer De Croo in Reyers Laat zegt, door wat mevrouw Rutten in een interview zegt, door wat de heer De Wever in interviews zegt – hij komt niet naar hier, hij neemt niet deel aan het parlementair debat –, dat het uw schoonmoeders zijn en blijven.

 

Mijn vraag is nog altijd hoelang u die schoonmoeder Patrick Dewael nog zult tolereren? Hoelang zult u blijven aanvaarden dat uw moeilijk werk met de sociale partners door uw eigen meerderheid, door uw collega’s in de Ministerraad, door fractieleiders van meerderheidspartijen, nog moeilijker wordt gemaakt? Hoelang zult u dat nog blijven aanvaarden, mijnheer Peeters?

 

Elke dag komt er een schoonmoeder bij.

 

01.90  Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik wil mij eerst excuseren. Ik was een beetje later wegens zware sociale conflicten bij de brandweer.

 

Wat mij opvalt, is wat een hallucinant debat hier wordt gevoerd over de vraag of de sociale partners recht hebben of geen recht hebben, uitgenodigd worden of niet uitgenodigd worden om adviezen over de fiscaliteit te geven.

 

Mag ik de collega’s erop wijzen dat er naast de Nationale Arbeidsraad ook zoiets bestaat als de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven? Kijk eens goed naar de wet met betrekking tot de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, kijk eens goed naar de agenda en lees eens de adviezen. Dan zult u weten dat wij in ons land een keiharde traditie hebben waarin ook de sociale partners in het kader van de concurrentiepositie en de concurrentieverhoudingen met de buurlanden de fiscaliteit bekijken en zeer terecht, denk ik.

 

Als ik u bezig hoor, mijnheer Dewael, is het alsof dat nu al principieel te ver zou gaan.

 

Als men binnenvalt in een discussie, die ik nu al drie kwartier aan het volgen ben, valt op hoe schizofreen er door de regering over het sociaal overleg wordt gesproken. Ik hoor iemand in de media pleiten dat wij rust nodig hebben voor een sereen klimaat en een sereen sociaal overleg, zelfs met nieuwe agendapunten. Hier hoor ik dan een van de meest karikaturale portretten over een vakbond, mijnheer Dewael. Het was niet enkel de rode vakbond, die op straat is gekomen.

 

01.91  Monica De Coninck (sp.a): Als men veranderingen in een maatschappij wil realiseren, kan de politiek een kader creëren, maar men moet bondgenoten zoeken om het beleid te realiseren. Traditiegetrouw, structureel ook, heeft men daarvoor het sociaal overleg nodig.

 

Deze regering heeft een aantal beslissingen genomen boven op de beslissingen van de regering-Di Rupo. Dat betekent dat men op heel korte tijd twee keer veel onzekerheid veroorzaakt. Dat betekent dat men heel bewust moet communiceren en dat men de maatregelen die men neemt, de finaliteiten die men heeft vastgelegd, relatief snel concreet moet invullen.

 

Ik heb nu de indruk dat heel veel mensen ongerust zijn over twee zaken. Er is bijvoorbeeld onzekerheid over de pensioenen. Wij moeten allemaal werken tot 67 jaar, maar dan komt minister Bacquelaine zeggen dat het maar om 19 % gaat.

 

Ik kan hetzelfde zeggen over het tijdskrediet. Dat maakt dat de mensen op de duur niet meer weten wanneer zij bijvoorbeeld met pensioen kunnen gaan en dat zorgt voor heel wat pijn in de realiteit.

 

Men heeft daar sociale partners voor nodig, ook voor uw communicatie. Men zou dat ten goede kunnen gebruiken en ik heb medelijden met Kris Peeters, want ik merk dat hij inspanningen doet voor de sociale partners aan beide kanten. Men moet de werkgevers immers ook niet onderschatten. Men probeert met hen te praten, maar er kunnen slechts resultaten zijn wanneer de coalitiepartners meewerken en als men heel goed weet wat de marges van de onderhandelingen zijn.

 

01.92  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, blijkbaar heeft men heel veel sprekers nodig om hetzelfde punt te maken. Ik geef u mijn punt nog een keer mee en dan wil ik erover stoppen.

 

Verontschuldig ons dat politieke partijen meedoen aan verkiezingen.

 

Verontschuldig ons ervoor dat wij bij die verkiezingen programma’s aan de mensen voorleggen. Verontschuldig ons ervoor dat wij op basis van die programma’s een regeerakkoord maken, en verontschuldig ons er misschien ook voor dat wij dat regeerakkoord willen uitvoeren. Als er tot op die hoogte geen probleem is, dan volgt de uitvoering van dat beleid, mevrouw De Coninck, en u knikt nu volmondig. De vakbonden stellen evenwel dat die maatregelen eruit moeten, of dat zij anders hun acties voortzetten. De vakbonden staken eerst en vervolgens komen ze misschien rond de tafel zitten. De vakbonden willen bovendien praten over elementen die niets met de uitvoering van het beleid te maken hebben, en wat eerder neerkomt op het herschrijven van het regeerakkoord. Welnu, dan verlaten de vakbonden de grenzen van het normaal sociaal overleg.

 

Ik wil de sociale concertatie alle kansen geven, maar ik aanvaard niet dat de sociale partners, of het nu werkgevers- of werknemersorganisaties zijn, zich in de plaats stellen van de politiek. Dat is voor mij het primaat van de politiek.

 

Nogmaals, ik daag iedereen uit om voorbeelden uit de afgelopen jaren te geven waarbij de sociale partners er op eigen kracht zijn uit geraakt. Ik vraag naar het jongste historisch akkoord dat de sociale partners nog hebben kunnen afsluiten. Ik heb de heer Peeters nog gekend toen ik minister was van Binnenlandse Zaken. Hij was toen nog de patron van UNIZO. Ik moet zeggen dat er ook enigszins een verschil is in de communicatie toen en nu. In al die jaren – ik maak de uitzondering voor het generatiepact – is er geen enkel akkoord op eigen kracht ontstaan en het generatiepact werd zodanig uitgehold dat het uiteindelijk geen enkele substantie meer had.

 

Weet u wanneer de sociale partners akkoorden kunnen maken? Als de regering geld geeft, als er voldoende smeer door de regering wordt aangereikt, als zij iets kunnen uitdelen of verdelen. So be it.

 

Denkt u nu echt, als de regering een stapje achteruit zet en de Groep van Tien rond de tafel gaat zitten, dat wij dan op een mooie morgen wakker worden en zullen horen dat er een historisch pact gesloten is over de toekomst die ons land moet uitgaan op fiscaal en sociaal vlak en op het vlak van de arbeidsorganisatie? De Groep van Tien komt daar niet uit.

 

Ik vraag dan wel om de keuzes van het Parlement en van de regering die een regeerakkoord verdedigt, tenminste onaangeroerd te laten. Anders is het alsof er twee democratieën bestaan, alsof wij naar een nieuwe onderhandeling gaan. Dat kan niet, de krijtlijnen liggen vast.

 

Zij worden uitgevoerd in overleg met de partners. Als dat overleg niets oplevert, dan beslist de politiek. Dat is het alfa en het omega van de parlementaire democratie, zoals ik dat heb geleerd.

 

01.93  Monica De Coninck (sp.a): Mijnheer Dewael, u spreekt zichzelf tegen. Enerzijds zegt u dat de partners er nooit uit geraken, anderzijds zegt u dat de politiek nooit durft te beslissen. Dat is niet waar. Wanneer de partners er de voorbije jaren niet uit geraakten, dan heeft de politiek beslist. Het zijn dus niet de sociale partners die in onze plaats beslissen. Onder de vorige regering zijn beslissingen genomen en werden de partners betrokken bij de uitvoering daarvan, maar niet alles werd aanvaard.

 

01.94  Patrick Dewael (Open Vld): Mevrouw De Coninck, het is onjuist wat u zegt. Op een bepaald ogenblik bent u immers mee aan tafel gaan zitten met de kabinetschef van de eerste minister om het eenheidsstatuut in een beslissende plooi te leggen, anders zou het nooit zijn gelukt.

 

Er zijn ooit andere afspraken gemaakt in het kader van begrotingen – ik verwijs naar 2013, met maatregelen op het vlak van de annualisering van de arbeidstijd, de schoolbelcontracten, het beter overeenstemmen van de noden van het gezin en die van de arbeidsmarkt – die nadien naar het sociaal overleg gingen, maar daar werden ze geblokkeerd.

 

Ik zal zelfs meer zeggen. Er zijn politieke beslissingen genomen en verdedigd in de Kamer, waarna ze naar het sociaal overleg werden gestuurd, zodat zij zouden worden geblokkeerd en men er nooit zou uit geraken. Dat is ook de realiteit. Het is echter een systeem waarvoor ik pas.

 

Ik zal echter overgaan naar mijn volgend punt, mijnheer de voorzitter.

 

01.95  Emir Kir (PS): Monsieur le président, c'est la première fois que j'interviens en séance plénière. Je voudrais dire à M. Dewael que j'ai du mal à le suivre et à le comprendre.

 

Selon moi, il ne faut pas confondre le gouvernement qui a terminé son travail avec le nouveau. Mon collègue Ahmed Laaouej a apporté un argument très fort: ce que vous faites aujourd'hui en matière de capital. C'est d'ailleurs l'objet des débats entre les membres du gouvernement, entre l'Open Vld et le CD&V.

 

Allez-vous reconduire ce qui a été réalisé par le gouvernement Di Rupo? Ce gouvernement osera-t-il prendre une mesure auprès des plus nantis dans notre pays?

 

Si je vous entends bien, vous nous dites que vous passerez en force. Vous nous expliquez que ce gouvernement a défini un cadre, que certains refusent la concertation sociale et qu'en fin de compte, le gouvernement décidera. Permettez-moi de rappeler certains éléments.

 

D'abord, je trouve choquant de vous attaquer aux syndicats comme vous l'avez fait. Vous parlez de grève politique. Mais toutes les grèves sont politiques en ce qu'elles s'adressent à un gouvernement: celles d'aujourd'hui, celles d'hier, celles de demain. C'est choquant de vous entendre dire que ces grèves seraient politiques. Qu'est-ce que cela sous-entend? Que les grèves seront interdites dans notre pays? C'est très grave!

 

Ensuite, vous nous expliquez qu'un cadre a été défini. De quel cadre parlez-vous? Vous parlez d'une batterie de mesures à prendre, mais pas à laisser. Il n'y a pas de choix. Hier, M. le premier ministre a pris la parole dans une chaîne nationale: aucun signal n'a été envoyé vers les syndicats, aucun signal vers le patronat. Pas la moindre ouverture.

 

Aujourd'hui, on vous entend parler avec la même fermeté. Pour résumer vos propos, nous devons être encore plus inquiets aujourd'hui qu'hier.

 

01.96  Patrick Dewael (Open Vld): Die laatste interruptie bevestigt eigenlijk helemaal mijn stelling. Ja, er is een politiek kader. Ja, we zullen dat kader uitvoeren. We zullen overleggen en leidt dat tot een consensus, des te beter. Leidt dat niet tot een consensus, dan wordt dat kader uitgevoerd: dat is het primaat van de politiek. U hebt het daar moeilijk mee, maar voor mij is dat de evidentie zelve.

 

Ik geef u een paar uitdagingen waarvoor we staan. Het zijn vaststellingen die gretig werden geciteerd uit allerlei rapporten. Het valt mij trouwens ook op dat de linkerzijde vandaag gretig citeert uit het IMF-rapport, de OESO, de Nationale Bank: alle mogelijke rapporten waar vroeger nogal meewarig over werd gedaan, zijn vandaag plots de bron van waarheid, behalve als er dingen in staan die niet in het kraam passen. Als het woord “taxshift” nog maar ergens in voorkomt, dan klinkt het dat de OESO ook voor een “taxshift” is. Diezelfde OESO vraagt zich een beetje verder wel af of wij het systeem van de automatische indexkoppeling wel kunnen aanhouden. Daar is de OESO dan verkeerd. Als men zegt dat er een taxshift moet gebeuren, is dat uiteraard in de richting van kapitaal. Als al die organisaties zeggen dat het in de richting van consumptie of btw kan gaan, dan kan dat niet; het kan alleen maar gaan over kapitaal. Dat is misschien geen lezing uit het Heilig Evangelie, maar alleszins een zeer selectieve lezing.

 

Vandaag staan wij in ons land voor een situatie waarin minder dan een kwart van de zestig- tot vijfenzestigjarigen werkt. Ik zeg u, collega’s, alleen Slovenië, Malta en Slowakije doen het slechter. De gemiddelde loopbaanduur is tweeëndertig jaar. Enkel Griekenland en Italië doen het slechter. De effectieve pensioenleeftijd in ons land is 59 jaar. Enkel Luxemburg doet het slechter. In 2060 zullen er volgens de extrapolatie nog maar twee werkenden zijn per gepensioneerde. De cijfers doen natuurlijk pijn, maar ze tonen wel aan dat er iets moet gebeuren. Amper één Belg op drie werkt vandaag nog in de private sector. Enkel Griekenland, Spanje, Italië en Frankrijk doen het slechter. Slechts twee op drie Belgen die kunnen werken, werken ook effectief. Over de loonhandicap heb ik het reeds gehad.

 

Als men met die cijfers wordt geconfronteerd, als dat de uitdagingen zijn waarmee ons land wordt geconfronteerd, dan moeten we maatregelen nemen. Dat is juist, zegt mevrouw Temmerman. Zijn de maatregelen die we vandaag dan nemen, gelijk te schakelen aan sociale barbarij? Zo probeert men het bijna te doen voorkomen: wat deze regering doet met dit land, is de meest kwetsbare mensen bijna overhevelen naar de sociale barbarij. De index blijft behouden: er wordt één sprong gedaan. Weet u wanneer we dat nog hebben gedaan? In de periode 1981-1985.

 

Wij hebben er toen drie genomen. Wij hebben op dat ogenblik ook, op vraag van de toenmalige gouverneur van de Nationale Bank, de frank gedevalueerd. Mijnheer de minister van Financiën, wij hebben toen ook een wet goedgekeurd die, naargelang van welke auteur in het zonlicht wou staan, de wet Monory-De Clercq of de wet Cooreman-De Clercq werd genoemd. Die wet moest het slapend kapitaal op de vele spaarrekeningen activeren en doen investeren, om zo het eigen vermogen van onze bedrijven te versterken.

 

Ik kan u zeggen dat door die maatregelen op vier jaar tijd de concurrentiekracht van ons bedrijfsleven volledig hersteld was. Ik kan u zeggen dat wij in 1981 een netto te financieren saldo van 13,2 % van het bbp hadden. Nu discussiëren wij over iets meer dan 3 %, hoe wij onder die 3 % geraken, en hoe wij zo snel mogelijk tot 0 % komen. Ik zal u besparen wie de minister van Begroting was op dat ogenblik, maar het tekort was 13,2 %. Met maatregelen als het Sint-Annaplan is het tekort teruggebracht naar 6 % of 7 %. Later kwam daar het Globaal Plan bij van Jean-Luc Dehaene en zo werd België stilaan gedelibereerd voor de eurozone. Dat is de realiteit!

 

Hoe heeft men die maatregelen genomen, tussen 1981 en 1985? Ik krijg bijna nostalgie naar Poupehan. Kent u dat nog, Poupehan? Er waren vier mensen aanwezig: Wilfried Martens, Jef Houthuys, Hubert Detremmerie en niet te vergeten Fons Verplaetse. Houthuys zei over die drie indexsprongen dat het niet prettig was, maar hij zou ze verdedigen bij zijn beweging. Verplaetse zei: “Als u dan toch bezig bent, devalueer de frank, dat is ook goed voor de concurrentiekracht.” Dat was toen het sociaal overleg, aan de oevers van de Semois. Zo ging dat vroeger.

 

Gisteren las ik in een artikel dat de heer Verplaetse zich de vraag stelt of er nog politieke leiders zijn in dit land. Wel, ik vraag aan de sociale organisaties of daar nog mensen zijn die vandaag hun verantwoordelijkheid willen opnemen en mee de maatregelen steunen die broodnodig zijn voor de toekomst, niet alleen van ons maar ook van onze kinderen en van onze kleinkinderen. Dat is de inzet van het debat dat wij vandaag voeren.

 

01.97  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik stel steeds vaker vast dat het verleden het enige is waarover deze meerderheid het eens is. De heer Verherstraeten heeft voorgelezen uit de geschiedenisboeken en de heer Dewael klopt hem op dat vlak nog met enige voorsprong.

 

Ik meen, mijnheer Dewael, dat deze regering, dat dit Mexicaans leger, waarvan niemand weet wie de baas is, heel slecht geplaatst is om te doceren in leiderschap.

 

Ik kom dan tot een tweede element. U hebt toch wel een heel vreemde en ouderwetse opvatting over democratie. U hebt nostalgie naar de tijd waarin vier mensen in een chalet in de Ardennen ons sociaal-economisch beleid definieerden.

 

Wij hebben een andere opvatting over democratie. Ja, democratie veronderstelt verkiezingen en een meerderheid in deze Kamer, maar er is zoveel meer. Wij leven in 2014. Democratie is veel meer dan verkiezingen. Waar is de tijd dat liberalen een pleidooi hielden voor burgerdemocratie, meer inspraak, meer luisterbereidheid en meer interactie? Nu staat u hier op de tribune te mijmeren over een tijd waarin vier mensen in een chalet nog konden beslissen. Dat heeft niets met democratie te maken!

 

01.98  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer Calvo, het is onvoorstelbaar hoe u een door mij gebruikte boutade naar uw hand zet. (Protest van de heer Calvo)

 

Ik heb de beleefdheid gehad om naar u te luisteren. Als u zich niet meer kunt bedwingen, stel ik u voor om buiten een luchtje te gaan scheppen. Dat is goed om af en toe te kalmeren. Er bestaan daar bovendien pilletjes voor. Uw hyperventilatie vind ik overdreven. U moet ook eens leren om te luisteren naar de argumenten van anderen en niet langer denken dat schuifelen op uw stoel u media-aandacht zal opleveren. Ik zie de pers zitten en ik vermoed dat zij dit moment hoogstwaarschijnlijk zullen gebruiken. Mag ik dan nu doorgaan?

 

01.99  Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik meen dat de heer Calvo zich op een punt vergist, want ik meen dat iedereen weet wie de echte baas is van deze regering.

 

Mijnheer Dewael, u had het over de devaluatie van de frank. Ik wil nog even terugkomen op uw uitspraak dat het bijzonder pijnlijk is om vast te stellen hoe laag de activiteitsgraad is bij ouderen op de arbeidsmarkt. Dit is een pijnlijke vaststelling voor elk van ons. U doet alsof een deel van het politieke spectrum, meer bepaald het linkerdeel, tevreden is dat in ons land heel wat ouderen aan de kant staan.

 

U moet eens kijken wat er op de arbeidsmarkt al een aantal jaren bezig is tot op vandaag. Als er in moeilijke economische tijden zoals vandaag sluitingen, saneringen, afdankingen of collectieve ontslagen zijn, dan zijn de oudere werknemers doorgaans de eerste slachtoffers. Ook vandaag, niettegenstaande de oproepen van werkgevers, niettegenstaande de oproepen van werkgeversorganisaties en regeringen, is het nog steeds de vijftigplusser die als eerste de deur wordt gewezen. Mijnheer Dewael, u moet eens kijken naar de pogingen die in het verleden zijn ondernomen, toen wij samen op zoek waren naar maatregelen om vijftigplussers extra kansen te geven, en u zult merken met welke geringe interesse het bedrijfsleven naar de vijftigplussers kijkt om te rekruteren. Even pijnlijk zijn de onderzoeken en de analyses in verband met sollicitaties. Ga eens na wie er antwoord krijgt en wie niet.

 

Mijnheer Dewael, ik meen dat er in de politiek een brede consensus bestaat om dat probleem aan te pakken. Ik meen ook dat er zeer veel te zeggen valt over het manco in het regeerakkoord, in het regeringsbeleid en in wat nu voorligt om effectief resultaten te kunnen boeken. Dat is de waarheid.

 

01.100  Patrick Dewael (Open Vld): Dat zijn beschouwingen, eigenlijk is het geen vraag. Dat mag allemaal, al hadden wij wel afgesproken dat elke fractieleider zijn punt zou kunnen maken. Dat dan systematisch wordt onderbroken, dat stoort mij niet, u doet maar. Maar eigenlijk hebt u mij geen vraag gesteld en de heer Calvo ook niet.

 

Ik kom niet meer terug op wat ik de finaliteit vind van sociaal overleg, daarop heb ik geantwoord. Mijnheer Calvo, ik kan alleen vaststellen dat democratie en leiderschap meer betekenen dan mensen angstig maken en dan angstige mensen achternalopen in een poging om ze politiek te recupereren, met het idee dat de boze mensen wel voor u zullen stemmen in de toekomst. Van een groene partij verbaast mij dat. Bij een groene partij die probeert een kloof te maken met andere linkse partijen, stel ik alleen vast dat de doelstelling van heel uw oppositieactie erop gericht is om een bepaalde vakbond te viseren en te zeggen dat men bij u moet komen omdat het dan allemaal anders en beter zal worden.

 

Ten tweede, over de meningsverschillen binnen de regering hoeft u mij niets te komen leren. Ik heb de open debatcultuur meegemaakt van 1999 tot 2007. De open debatcultuur werd verketterd door de collega’s aan christendemocratische zijde. De heer Van Rompuy vroeg wat voor een kiekenkot die regering-Dewael eigenlijk was. Wel, wij kwamen als verschillende componenten uit voor onze mening en verduidelijkten onze politieke opvattingen in het Parlement en nadien was er een regering die — tot spijt van wie het benijdt — een beslissing nam.

 

Die beslissing werd ook altijd genomen. Het was een manier van debatteren die toen als enorm verfrissend werd aangevoeld en die door uw voorgangers, mijnheer Bonte en mijnheer Calvo, door Steve Stevaert en Mieke Vogels, enorm werd gecultiveerd. Kom nu dus niet afvallen wat u gisteren hebt aanbeden, want toen vond u dat een fantastische vorm van nieuwe politieke cultuur.

 

Ik kom tot mijn volgend punt. Wat is de finaliteit van deze regeringsactie? Uiteraard is ons land geen eiland. Als de economische conjunctuur in de wereld en in de Europese Unie blijft slabakken, is het uiteraard een illusie te denken dat wij als klein land met een open economie in staat zijn daartegenin te gaan.

 

Wat wij wel moeten doen en wat onze verdomde plicht is, is ervoor zorgen dat wij mee zijn, dat wij onze structurele handicaps hebben weggewerkt, dat de concurrentiekracht effectief wordt hersteld, dat werken opnieuw aantrekkelijker wordt dan niet-werken en dat mensen opnieuw zin krijgen om aan de slag te gaan. Dat zijn de uitdagingen die wij wel kunnen aangaan. Ik ben ervan overtuigd dat bij een heropleving van de conjunctuur, wij als klein land niet alleen zouden kunnen meegaan, maar zelfs een voorsprong zouden kunnen nemen, terwijl, als wij niets doen, wij het risico lopen om hopeloos achterop te blijven hinken.

 

In dat verband denk ik aan Nederland. Ik heb het Nederlands beleid soms ook kritisch bekeken en gedacht dat de besparingen die daar werden doorgevoerd, de economie zouden ontwrichten. Wel, vandaag stel ik vast dat Nederland aankijkt tegen een economische groei van 1,5 %. En dan heb ik het nog niet over Ierland, een land dat onder curatele werd gesteld en dat de moed heeft gehad om maatregelen te nemen, waardoor het opnieuw mee kan. Er zijn andere voorbeelden, zoals Frankrijk. Ik heb daarover geen leedvermaak. Ik stel vast dat er op de meetings van de heer Hollande zaken zijn verkocht op het vlak van vermogensfiscaliteit, rijkentaks enzovoort, die heel Frankrijk als muziek in de oren klonken. Vandaag weet men beter. Het is een liberale bankier die in de regering van de heer Hollande orde op zaken moet stellen. Dat is de realiteit in Frankrijk. Ik heb wel gezien dat de PS tijdens de campagne applaudiseerde op de fantastische meetings waar de heer Hollande uiteindelijk zijn overwinning heeft behaald. Maar, mevrouw Onkelinx, als u het dan toch hebt over peilingen, je crois qu’il atteint 16 % pour le moment. Dat is de graad van vertrouwen in de Franse socialistische president. Dat is niet het voorbeeld dat mij zal inspireren.

 

01.101  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Dewael, het verwondert mij eigenlijk niet dat u Nederland als voorbeeld neemt. De groei in Nederland is inderdaad gestegen. Wat u echter niet vermeldt, is dat de ongelijkheid er ongelooflijk is gegroeid, dat de werkloosheid er heel erg is gestegen en dat ook de schuld is toegenomen. Het is er u dus enkel om te doen om één categorie uit een paar categorieën te verbeteren, maar niet om de hele bevolking en iedereen vooruit te helpen. Dat bewijst Nederland.

 

01.102  Laurette Onkelinx (PS): Puisque M. Dewael m'a citée, je me permets de lui répondre.

 

Depuis tout à l'heure, vous donnez des leçons à tout le monde: des leçons à l'opposition, à la gauche, aux Verts, aux syndicats. Puis vous bombez le torse en disant: "C'est nous qui décidons! Qu'est-ce donc cela que cette contestation?". Un peu plus de modestie!

 

Et si je puis me permettre, vous parlez beaucoup de courage: "Il faut avoir du courage", "Où est le courage chez les socialistes?", "Où est le courage chez les syndicats, comme auparavant?". Mais quel est votre courage à vous, par rapport aux actionnaires, par rapport aux dividendes? Vous l'avez eu, à un moment donné, sous l'ancienne législature, avec ce que vous avez fait sur les boni de liquidation. Où est-il, ce courage-là, pour le moment? Il est beaucoup plus facile de s'attaquer, sur le terrain, aux gens modestes qui vont perdre des centaines d'euros, plutôt que d'aller chercher des moyens sur le capital qui peut participer à l'effort.

 

Enfin, vous avez cité la France. Sachez, monsieur Dewael, qu'en France, il y a un impôt sur les grandes fortunes et qu'en France, il y a un impôt sur les plus-values!

 

01.103  Patrick Dewael (Open Vld): Het Franse voorbeeld van de rijkentaks geeft niet tot veel inspiratie aanleiding, want het heeft niets opgelost, het heeft niets opgebracht en het heeft geleid tot een kapitaalvlucht. Tot spijt van wie het benijdt, maar kapitaal is nu eenmaal moeilijk te vatten binnen bepaalde grenzen, tenzij, collega Calvo, men ervoor pleit om opnieuw een muur te bouwen en men denkt dat men zich kan afsluiten van de rest van de wereld. Ik denk niet dat zoiets kan.

 

Ik kijk naar de minister van Financiën. Veel van de oplossingen die er op dat vlak moeten komen, zijn oplossingen die samen met onze Europese partners moeten worden gevonden. Als men de strafste van de klas wilt zijn, vist men vaak achter het net.

 

01.104  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur Dewael, l'imprécision peut fonctionner quand on multiplie les effets oratoires, mais, à un moment donné, on est rattrapé par les faits.

 

Pour des raisons idéologiques qui vous appartiennent, j'ai vu vos supporters, sur les bancs de l'Open Vld, applaudir quand vous avez dit que l'impôt sur les grandes fortunes en France n'était pas concluant et que toutes les grandes fortunes fuient leur pays.

 

Comme vous le savez, nous n'avons pas seulement une proximité géographique avec la France, nous avons aussi une histoire commune. Elle a de vieilles administrations qui ressemblent aux nôtres. Parmi ces services, il y a la Cour des comptes qui comprend le Conseil des prélèvements obligatoires qui, chaque année, rend un rapport sur tous les impôts français et, en particulier, sur l'impôt sur les grandes fortunes. Qu'observe-t-on? On observe que, depuis l'introduction de cet impôt par François Mitterrand, le nombre de personnes assujetties a doublé, que son rendement a été multiplié par trois et qu'il rapporte bon an mal an de quatre à cinq milliards d'euros. Le départ des assujettis à l'impôt sur les grandes fortunes est, quant à lui, de 0,1 % par an. Voilà les faits, monsieur Dewael!

 

01.105  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, men probeert de mensen wijs te maken – het zijn sprookjes – dat er oplossingen zouden bestaan die volledig pijnloos zijn. De slogan “laat de rijken de crisis betalen”, is actueler dan ooit. Mij verbaast het niet dat die in de publieke opinie hoge percentages haalt. Ik hoor zeggen dat 84 % het eens zou zijn met zo’n taks. Willen wij dan eens nagaan wat er onder zo’n taks wordt verstaan? Heeft men het over het roerend vermogen? Neemt men het onroerend vermogen erbij? Gaat het over vermogenswinst? Hoe moet men die vermogenswinst vaststellen? Wie komt die bepalen en evalueren? Ik neem aan dat men dan ook een vermogenskadaster nodig heeft, met alles erop en eraan, maar dat zegt men er niet bij.

 

Wat wel karakteristiek is voor veel mensen, is dat zij denken dat die taks niet op hen van toepassing is, maar alleen op de mensen ‘boven’ hen. Zij denken namelijk dat zij niet rijk zijn. Een rijkentaks klinkt goed, want iedereen denkt dat die niet voor hem of haar bestemd is. Welnu, als die rijkentaks bestemd is voor de echte rijken, dan zal die, zeker in de Europese context, niet veel opleveren. Als het echter de bedoeling is, mijnheer Calvo – dit neem ik u ook zeer kwalijk – om in uw alternatieve begroting opnieuw de middenklasse te viseren, dan zeg ik u dat die mensen vandaag al veel te veel belastingen betalen. U zult hen opnieuw achternazitten om hen er nog maar eens bij te halen.

 

Ik zet mijn redenering voort. Vermogen, mijnheer Calvo, is iets waarvoor u op elk van de onderscheiden componenten om het samen te stellen, al belastingen betaald hebt. Het is dus een leugen wanneer men zegt dat er in ons land geen vermogensfiscaliteit is, die naam waardig. Uit Europese studies blijkt dat wij helemaal bovenaan staan, wat de personenbelasting betreft. Wat de vermogensfiscaliteit betreft, staan wij op de derde of vierde plaats.

 

Wij betalen roerende voorheffing. Wij betalen personenbelasting, bij de hoogste van de hele wereld. Wij betalen onroerende voorheffing. Wij betalen successierechten. Wij hebben dus verschillende vormen van vermogensfiscaliteit. De studiedienst van sp.a heeft aangetoond, in een mooi rapport, dat in de evolutie van de ontvangsten uit de verschillende vormen van fiscaliteit de vermogensfiscaliteit in de afgelopen jaren veel meer is gegroeid dan de fiscaliteit op personen. Zeg niet dat het niet bestaat, mevrouw Temmerman.

 

Men heeft mij zopas de vraag gesteld of wij de maatregelen die in de vorige legislatuur genomen werden, zoals de liquidatieboni en het optrekken van de roerende voorheffing naar 25 %, zullen terugschroeven. Dat is niet aan de orde.

 

Zeg dus niet dat men op dat vlak in het verleden niets heeft ondernomen. Ik heb maar één vraag voor u, mevrouw Temmerman. In Europa behoort België tot de landen met de hoogste belastingen op arbeid. Wij belasten arbeid zwaarder dan kaviaar. Arbeid moet wel een enorm luxeproduct zijn, want wij belasten arbeid zwaarder dan kaviaar. België staat op de vierde plaats wat vermogensfiscaliteit betreft.

 

Wanneer zullen de kameraden tevreden zijn? Als wij overal nummer één zijn? Zullen zij dan tevreden zijn? Als wij kampioen zijn in alle mogelijke vormen van fiscaliteit in alle mogelijke disciplines? Het zal zonder ons zijn.

 

Ik heb dit zopas het monster van Loch Ness genoemd; iedereen praat erover, niemand weet wat het juist is en niemand kent juist de repercussies. Het is echter iets waarvan men zegt dat men op die manier pijnloos geld kan binnenhalen voor de overheid, waardoor wij de andere mensen kunnen ontzien. Dat is een leugen.

 

Ik rond af, mijnheer de voorzitter. Wat staat er in het regeerakkoord? Voor mij is het regeerakkoord immers nog altijd iets wat de partijen tot wet strekt. Er staat het volgende in: “De regering zal de uitgaven beheersen en een parafiscale en fiscale verschuiving doorvoeren om een voldoende omvangrijke lastenverlaging te kunnen financieren, waarbij de belastingdruk op arbeid bestaande uit fiscale en parafiscale lasten aanzienlijk wordt verminderd, rekening houdend met nationale en internationale aanbevelingen ter zake."

 

In de voorliggende begroting is een taxshift van meer dan 2 miljard vervat. Ik durf ze bijna niet op te sommen, maar het gaat allemaal om maatregelen die te maken hebben met accijnzen, vermogen en dies meer. De minister van Financiën moet een aantal van die maatregelen trouwens nog implementeren. Men heeft dus een taxshift gedaan, waarmee effectief de verlaging van de lasten voor de mensen wordt gefinancierd.

 

Mevrouw Temmerman, u ontkent dat, maar dat toont aan dat u volledig te kwader trouw bent. Een goede bijlage bij een krant volstond immers om duidelijk te maken dat de vermindering van de personenbelasting, die ingaat vanaf 1 januari 2015 omdat zij doorgerekend wordt in de bedrijfsvoorheffing, en met een budgettaire kostprijs van 900 miljoen, voldoende was en er effectief toe zal leiden dat de zo verguisde indexsprong eigenlijk niets afdoet aan de koopkracht van de mensen, integendeel.

 

Dankzij het uitvoeringspercentage van de welvaartsenveloppe, waarvan u alleen maar kunt dromen, want dat hebt u nooit klaar gekregen in de vorige regering, worden de laagste inkomens, de uitkeringstrekkers, de gepensioneerden enzovoort ontzien. Er grijpt met andere woorden op dit ogenblik een taxshift plaats.

 

Open Vld vindt dat voor de toekomst het regeerakkoord prevaleert. Ik zal daar echter geen voorwaarden aan koppelen. Wij kijken naar de minister van Financiën, die in de regering uitvoering zal geven aan de passage over de verschuiving van de lasten.

 

Ik wil er één punt aan koppelen. Indien er effectief een verschuiving gebeurt, moeten de begunstigden voor ons de personen zijn die via de personenbelasting belastingen betalen. Wij willen geen shift om de overheid bijkomend te financieren. Wij willen geen shift om de bedrijven te steunen. Neen, de personenbelasting in ons land, die tot de hoogste in de hele wereld behoort, moet naar beneden.

 

Mijnheer de voorzitter, collega’s, mijn laatste woord is het volgende. Mijn betoog heeft aangetoond dat karikaturen maken van het beleid, leugens uitstrooien op straat en teren op de ongerustheid die bij vele mensen heerst over maatregelen die zullen worden genomen, volgens mij, wanneer men ze probeert uit te buiten, geen goede weg is. Wij hebben geen behoefte aan een nieuwe klassenstrijd. Wij moeten geen tegenstellingen tussen arbeid en kapitaal, tussen rijk en arm en tussen oud en jong opkloppen, door te stellen: er zijn wij en er zijn zij. Van die tegenstellingen wordt niemand beter.

 

Het politiek akkoord dat voorligt en dat in de begroting wordt vertaald, is een heel evenwichtig akkoord. Het houdt ook een belangrijk perspectief voor de toekomst in.

 

Mijnheer de voorzitter, ik zou willen eindigen met de wijze woorden van de Fransman Pierre Mendès France over het begrip democratie.

 

"La démocratie, c'est beaucoup plus que la pratique des élections et le gouvernement de la majorité. C'est un type de mœurs, de vertus, de scrupules, de sens civique, de respect de l'adversaire. C'est en fait un code moral."

 

Dat zijn woorden die kunnen leiden tot inspiratie over de wijze waarop wij hier met elkaar omgaan en hoe de sociale partners elkaar zouden kunnen vinden.

 

Mevrouw Onkelinx, u denkt toch niet dat ik mijn laatste citaat zou kiezen uit een bron die u vreemd is? Ik heb dat laatste citaat gekozen omdat u zou applaudisseren op het einde van mijn uiteenzetting.

 

Mijnheer de eerste minister, wij zullen u met overtuiging ons vertrouwen geven.

 

01.106  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Dewael, met dat laatste ben ik het helemaal eens. Ik ben ook zo mijn uiteenzetting begonnen. Ik kan echter alleen maar vaststellen dat spreker na spreker van de meerderheid hier het tegendeel aan het beweren is.

 

U had het over kaviaar. Het zijn net de mensen die de kaviaar voor de anderen maken die u blijft treffen.

 

U had het over desinformatie. U zegt dat wij alleen maar van de welvaartsenveloppe kunnen dromen. Excuseert u mij, u hebt het inzake de welvaartsenveloppe over 100 %, maar het is 84 %. U haalt er eerst wat af, namelijk de indexsprong.

 

De indexsprong wordt doorgerekend over heel de carrière. Ook dat zegt u niet. De landingsbanen zullen worden afgeschaft. De inkomensgarantie wordt na twee jaar gehalveerd. Wij zullen langer moeten werken voor minder loon.

 

Voorts hebt u het over een shift van 2 miljard euro. Ik heb daarnet in mijn uiteenzetting aangetoond dat meer dan de helft van de zaken die worden opgenoemd, is uitgesteld. Die shift is er dus momenteel niet, mijnheer Dewael.

 

U hebt nu ook nog gezegd dat ze er ook niet zal komen. Ik hoop dat de collega’s van CD&V dit goed hebben begrepen.

 

01.107  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer Dewael, in al uw heftigheid bent u uw balpen vergeten. Het was een heus spektakel!

 

Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik zal proberen het kort te houden, om ook de nodige ruimte te laten voor mijn favoriete collega, Jean-Marc Nollet. Er is in dit debat ook al heel veel gezegd.

 

Ik zou in mijn redevoering drie dingen willen doen. Eerst en vooral, nogal evident, wil ik stilstaan bij de begroting die nu voorligt. Dat is niet onbelangrijk, het is zelfs normaal om tijdens een redevoering de voorliggende begroting te bekijken. Als tweede element wil ik ons alternatief voorleggen, dat wij gisteren vanuit onze Ecolo-Groenfractie hebben voorgesteld. Ten derde, mijnheer de eerste minister, wil ik terugblikken op de eerste 67 dagen van uw regering.

 

Onze kritiek op het regeerakkoord was duidelijk en was tweeledig. In onze kritiek onderscheiden wij ons trouwens ook van andere fracties. Enerzijds vinden wij dat de begrotingsinspanningen onevenwichtig verdeeld zijn, omdat ze worden afgewenteld op de gewone gezinnen, op mensen die werken, op mensen die het vandaag al moeilijk hebben. Anderzijds, nochtans heel belangrijk in het jaar van de VN-klimaatconferentie en met het oog op Parijs 2015, zien wij nul ambitie inzake milieu. Dat was onze evaluatie die wij in deze assemblee gehouden hebben bij de voorstelling van het regeerakkoord.

 

Sindsdien is het eigenlijk steeds erger geworden. Ik zal niet de hele kalender met u overlopen, maar toch wil ik enkele maatregelen vernoemen die het sinds de voorstelling van het regeerakkoord erger hebben gemaakt.

 

De eerste minister heeft op het spreekgestoelte gezegd dat vanaf 2015 voorzien zal worden in 250 euro belastingvoordeel, door een verlaging van de personenbelasting via de forfaitaire aftrek voor beroepskosten. Dat is uiteindelijk 125 euro geweest, desinformatie dus.

 

Over de indexsprong werd bij het regeerakkoord een simulatie gemaakt omtrent de impact en de spreiding tussen de gezinnen en de bedrijven. Die impact is volgens de FOD Financiën anders, want die is sterker voor de gezinnen en veel lucratiever voor de bedrijven. Desinformatie.

 

Honderdzevenentwintig miljoen euro aan compensaties zou volstaan om alle uitkeringen te compenseren, zodat uitkeringsgerechtigden de indexsprong niet zouden voelen. Uiteindelijk blijkt er maar een gedeeltelijke compensatie te zullen worden toegekend. Desinformatie.

 

De bankenbijdrage zou volgens de tabel van minister Jamar, voorgelegd bij de regeerverklaring, 100 miljoen euro bedragen. Vandaag is de bankenbijdrage echter niet zeker of staat ze op losse schroeven.

 

De zaken worden dus steeds erger en wij worden voortdurend geconfronteerd met desinformatie. Op die manier heeft deze regering eigenlijk dag na dag, week na week, nieuwe manifestaties besteld, het maatschappelijk ongenoegen aangezwengeld.

 

In het tweede deel van mijn betoog wil ik het hebben over de begroting. Wij hebben in de commissie voor de Financiën interessante debatten gevoerd. De meerderheid was wel te vaak afwezig, mijnheer Verherstraeten, maar desondanks hebben wij interessante debatten gevoerd. Ik wil in het bijzonder de voorzitter van de commissie bedanken omdat hij het initiatief heeft genomen de Europese Commissie uit te nodigen voor onze beraadslagingen. Dat was de eerste keer.

 

Wij hebben ook een heel interessante sessie gehad met het Rekenhof. Ik vind het dan ook interessant daar in deze algemene bespreking bij stil te staan. Voor mij is dat veel relevanter dan de inflatie aan geschiedenislessen die wij hier al gekregen hebben.

 

Wat zegt het Rekenhof? Het Rekenhof heeft voor ons de oefening gemaakt welke inkomsten overschat zijn en welke dingen niet goed onderbouwd zijn. U krijgt niet uitgelegd, mijnheer Van Overtveldt, waarom u en de bevoegde staatssecretaris, mevrouw Sleurs, amper 75 miljoen uittrekken voor de strijd tegen de fiscale fraude.

 

Ook bij de impact van de besparingen plaatst het Rekenhof grote vraagtekens. Defensie, Justitie of cybersecurity, het lijstje is gemaakt. De heer Nollet heeft de oefening consequent toegepast op de begroting. Uw antwoord daarop was ruim onvoldoende, mijnheer Jamar.

 

Er is niet alleen een verschil van naar onze inschatting 321 miljoen, en naar inschatting van mevrouw Temmerman 400 miljoen euro, tussen de begroting en de inschatting van het Rekenhof, maar het Rekenhof heeft ook de verschillen in beeld gebracht tussen de berekeningen van de ambtenaren van uw administratie en uw eigen berekeningen.

 

Zo is er bijvoorbeeld de indexsprong. Waarom de indexsprong een dwaze maatregel is, daar hebben wij het al vaker over gehad. U komt bovendien vertellen dat de indexsprong budgetneutraal is en dat die vrij netjes gespreid wordt tussen de overheid, de gezinnen en de bedrijven. De inschatting van de FOD Financiën is echter totaal anders. Ik zal niet alle cijfers overlopen. Ik heb ze wel genoteerd. Er is heel veel over gediscussieerd in de commissiebesprekingen over de begroting. Niet alleen blijkt de indexsprong een asociaal karakter te vertonen, hij zou ook niet budgetneutraal zijn voor Entiteit I.

 

Wat voor een dwaze maatregel, beste collega’s, is die indexsprong eigenlijk? Ik stel vast, mijnheer Van Overtveldt, dat u zich selectief bedient van de cijfers van uw eigen administratie. Als het u goed uitkomt, maakt u er gebruik van; als het wat minder interessant is voor uw regering, dist u eigen cijfers op. Opnieuw: desinformatie!

 

Laat ik het concreet over de begroting hebben. Mijnheer de voorzitter, ik wil u vragen af en toe aan te geven hoelang ik aan het praten ben, zodat er zeker nog genoeg tijd overschiet voor collega Nollet. Wij zijn nog geen eengemaakte partij, maar wij verdelen wel netjes onze spreektijd.

 

Mijnheer De Roover, dat is gewoon samenwerking, dat heeft niets met confederalisme te maken. Mensen in de politiek die samenwerken, dat kan. Ik weet dat dit ongewoon is voor deze regering, dat het daar eerder gebruikelijk is om ruzie te maken, maar er zijn mensen in de politiek die, alhoewel ze niet dezelfde lidkaart hebben, overeenkomen, die netjes hun spreektijd verdelen en die ook hetzelfde zeggen. De heer Nollet en ik gaan hetzelfde zeggen, er zit lijn in onze fractie, er zit lijn in de oppositie, het is niet het Mexicaans leger van uw meerderheid, mijnheer De Roover.

 

Wat ziet men als men naar die begroting kijkt? Cijfers liegen niet. Er werd gesproken over angstige, conservatieve mensen, er werden karikaturen gemaakt enzovoort. Mijnheer Dewael, mocht er een taxatie zijn op karikaturen, u zou het voorbije uur een stevige bijdrage hebben geleverd aan de rijksmiddelenbegroting.

 

Het jaar 2015 wordt het jaar van de indexsprong, het jaar van de loonblokkering. U zegt voor de werkende mensen op te komen, maar u bevriest wel alle lonen, ook daar waar er ruimte is voor opslag. In de begroting ziet men ook 1,4 miljard euro in één jaar tijd aan besparingen in de sociale zekerheid, het deeltijds werken, de pensioenbonus, de wachtuitkeringen, de tijdelijke werkloosheid. Mensen die aan het knokken zijn, die zich willen inzetten voor onze samenleving, krijgen van deze regering met deze begroting een klets van 1,4 miljard euro aan besparingen in de sociale zekerheid.

 

Het jaar 2015 wordt ook het begin van het einde van de NMBS. Die besparing van 2,1 miljard in de komende vijf jaar begint volgend jaar. Er rijden al bijna geen treinen meer, de dienstverlening in het nieuwe vervoerplan, waarover collega Van Hecke ongetwijfeld ook nog iets gaat zeggen in het kader van de meer thematische bespreking, werkt de mensen reeds op de zenuwen. Wel, de besparingen bij de NMBS worden hier geïnitieerd in de begroting 2015.

 

Het jaar 2015 wordt ook het jaar waarin de nucleaire rente vermindert enzovoort.

 

Aan de andere kant is er de taxshift. Mijnheer Dewael, waar haalt u die 2 miljard euro vandaan? U zou dat toch eens moeten narekenen of moeten construeren voor ons, want die taxshift waarover u spreekt, zie ik niet. Beste collega’s, als wij kijken naar eerlijke bijdragen, dan zie ik voor 2015 alleen 80 miljoen euro beurstaks. In het jaar van de indexsprong, het jaar van de loonblokkering, het jaar van 1,4 miljard euro aan besparingen in de sociale zekerheid, is er aan de andere kant 80 miljoen euro beurstaks. In 2015 is er immers nog geen doorkijkbelasting, dat is voor 2016. In 2015 is er alleen 80 miljoen euro beurstaks, tegenover 1,4 miljard euro aan besparingen in de sociale zekerheid.

 

Dat krijgt een middenpartij normaal gezien niet uitgelegd. Dat is de scheeftrekking in deze begroting: er is nog geen doorkijktaks en nog geen vermogensbijdrage.

 

Ik had de oefening gemaakt en zal ze u gewoon geven, mijnheer Verherstraeten. Wat voor iemand anders een gesloten deur is, een deur die wordt dichtgeklapt, is voor u een deur die openstaat. Een CD&V-hand is blijkbaar snel gevuld als het gaat over openheid inzake de taxshift. Ik heb een oefening gemaakt met nog geen twee weken verklaringen van regeringsleden over de taxshift. Ik heb het niet recto verso afgeprint, dat is eigenlijk geheel tegen mijn overtuiging. Ik kom aan drie pagina’s met tegenstrijdige verklaringen over die taxshift. Dan kan men alleen maar vaststellen dat er één fractie heel duidelijk is en wordt getolereerd in die duidelijkheid. De heer Dewael mag hier vandaag gewoon zeggen dat de taxshift maatschappelijk niet belangrijk is, maar een monster van Loch Ness is. Hij heeft dat niet graag en hij zal niet van mening veranderen. De heer De Croo komt ermee weg om in Reyers Laat te zeggen: “Nee, de vermogenswinstbijdrage komt er niet.” U, mijnheer Verherstraeten, u zit daarnaar te kijken met uw gekende grijns, uw gekende smile: dat is toch plezant in deze regering, ze lachen mij in mijn gezicht uit en ik heb daar geen probleem mee.

 

Wees nu eens even duidelijk als de heren Dewael en De Croo daarover, stop ermee om met de voeten van de mensen te spelen. Een taxshift moet er nu komen, niet morgen of overmorgen, minstens moet er duidelijkheid komen over de plannen daarover. Of zult u nog eens een Kamercommissie vragen voor de fiscale hervorming? U zit al twintig jaar in de regering en elke legislatuur hebt u gepleit voor een fiscale hervorming en een Kamercommissie. Tijdens de vorige legislatuur is er ook een dergelijke praatbarak geweest. Toen was dat om Open Vld te onderhouden: men moest van het cliché van de belastingregering af en dus moest er een Kamercommissie over de fiscale hervorming komen. Dat was een praatbarak. Zullen we dat nu nog eens doen? Over de belangrijkste maatschappelijke werf die er voor deze regering is, moet u nu duidelijkheid verschaffen. U krijgt het sociaal protest niet stil, en terecht, als u vandaag niet zegt, mijnheer Verherstraeten, en doe dat alsjeblieft: “Ja, wij zullen een bijdrage vragen aan de grootste vermogens. Er is geen twijfel mogelijk, dat is niet het monster van Loch Ness, dat is geen deur die gesloten is, dat is een deur die wagenwijd openstaat, dat is het pad dat wij zullen bewandelen.” Wees daar nu alstublieft eens duidelijk over, mijnheer Verherstraeten.

 

01.108  Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer Calvo, u sprak daarnet over de kaaimantaks en de opbrengst ervan. In 2015 wordt geen opbrengst verwacht en in 2016 120 miljoen euro. U noemde dit peanuts. Mag ik eens verwijzen naar uw eigen ontwerpbegroting die u gisteren aan de pers hebt voorgesteld? In 2015 verwacht u ook geen opbrengst en in 2016 120 miljoen euro. Dit is een kopie van wat wij met deze regering van plan zijn en dat noemt u vandaag peanuts. Ik vind dat toch wel wat contradictoir.

 

U hebt graag dat wij in herhaling vallen en steeds in herhaling blijven vallen. Ik zeg het u nogmaals. Ik citeer het regeerakkoord: “De lasten op arbeid wegen ook in de personenbelasting te zwaar. In dit kader moet worden nagegaan of een verschuiving naar belastingen uit andere inkomsten dan arbeid, indirecte belastingen en/of ecofiscaliteit mogelijk is.” Er staat in het regeerakkoord wel degelijk “moet”.

 

Ja, collega Calvo, wij gaan daarvoor, maar dan wel volgens de modaliteiten die ik deze voormiddag reeds heb aangehaald.

 

01.109  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Collega’s, wat de heer Verherstraeten heeft gezegd, is toch ongelooflijk duidelijk. Ja, wij gaan ervoor. Ja, wij gaan ons best doen. De heer Dewael is veel duidelijker geweest. Hij heeft gezegd dat hij niet van mening is veranderd. De heer De Croo heeft gezegd dat een vermogenswinstbijdrage er niet zal komen. U zegt dat die er misschien zal komen. U zult alvast proberen. Wees toch eens even duidelijk als uw collega’s in de regering!

 

Ik pik niet dat u zegt dat u daarvoor tijd nodig heeft. U hebt wel over andere dingen heel snel kunnen beslissen. U hebt die indexsprong ook op een-twee-drie beslist. U hebt die 1,4 miljard euro aan besparingen in de sociale zekerheid gedurende een jaar ook meteen beslist.

 

Dit is een regering die zegt ambitieus te zijn, bevrijd van het juk van de socialisten en het verstikkende conservatisme. Dit zou toch zuurstof moeten geven om dingen te doen. Na verschillende legislaturen met Kamercommissies voor de fiscale hervorming neemt u vrede met het feit dat deze maatregel zal worden onderzocht.

 

Ik kom even bij een citaat van Koen Schoors. Wij hebben een probleem met de indexsprong en met werken tot 67. Er is ook niets mis met die houding. Dit heeft niets te maken met iemand blindelings te volgen. Dit heeft te maken met luisteren naar mensen en met empathie tonen.

 

Onze fractie heeft een probleem met de pensioenleeftijd en de indexsprong.

 

Mijnheer Verherstraeten, een interessante gedachte is de uitspraak van Koen Schoors. Hij oppert dat, indien het alleen over de pensioenleeftijd en de indexsprong ging, de deining nooit zo groot zou zijn. Dat klopt. De sleutel tot alles – tot de economische heropleving, tot sociale vrede en tot politieke stabiliteit – is immers hier en nu duidelijk aan alle mensen die werken in dit land en aan alle mensen die echt ondernemen in dit land en nog maar pas voor hun computer zitten, aangeven dat er binnen de kortste keren een vermogenswinstbijdrage komt en dat de regering zich daartoe engageert.

 

Die duidelijkheid kan u echter niet geven. Ik vraag mij derhalve af: quid CD&V? Quid Kris Peeters? Stop met de mensen blaasjes wijs te maken.

 

Mijnheer Van Rompuy, u kan nog altijd zeggen dat het zonder uw partij zal zijn.

 

01.110  Eric Van Rompuy (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Calvo, u bent inderdaad duidelijk. Groen en Ecolo hebben een heel duidelijk standpunt ingenomen.

 

Zij hebben gisteren verklaard dat er geen sprake kan zijn van een indexsprong. Er kan ook geen sprake van zijn om in de sociale zekerheid één miljard euro te besparen. Er mag geen verhoging van de pensioenleeftijd zijn. Besparingen bij de NMBS moeten weg. Besparingen bij Justitie moeten weg. De verlenging van de levensduur van de kerncentrale en elke vorm van besparing moeten worden weggewerkt.

 

Wat zij wel willen, is 8,5 miljard euro belastingverhoging: een afbouw van het voordeel voor bedrijfswagens, een vermogenswinstbelasting, een meerwaardebelasting en het verminderen van elke vorm van fiscale aftrek wanneer het gaat over zaken die met mobiliteit te maken hebben.

 

U bent dus heel duidelijk. U wenst niet en op geen enkele manier aan besparingen te doen. U wenst het gehele tekort dat wij hebben en dat wij van Europa moeten goedmaken, met belastingverhogingen aan te zuiveren.

 

Ik moet bekennen dat ik hier de voorbije jaren al veel heb gehoord. U aanvaardt blijkbaar het Europees kader, dat aangeeft dat wij in 2018 een nultekort moeten hebben; ik hoop toch dat Ecolo-Groen dat kader aanvaardt. Wel, ik heb nog nooit een politieke partij geweten die verklaart dat zij het Europees kader aanvaardt, die ook aangeeft dat wij competitiever moeten worden en dat we een loonhandicap van 4 of 5 % moeten wegwerken, maar die dat zonder besparingen wil doen, alleen met gigantische belastingverhogingen van 8 à 9 miljard euro.

 

Dat is de duidelijkheid van Groen. U komt hier de les spellen aan partijen die de moed hebben om op allerlei deelterreinen te zoeken naar inspanningen die beter gespreid zijn.

 

Mijnheer Calvo, wij zijn inderdaad voor een vermogenswinstbelasting. Wij zullen ter zake met een voorstel naar het Parlement komen. Er is echter nooit gezegd dat de invoering ervan in het kader van de begroting 2015 moet gebeuren. Ook in 2015 zal er zeker een moment komen dat de discussie daaromtrent niet uit de weg zal worden gegaan. Welke vorm en welke proportie de vermogenswinstbelasting zal aannemen, zullen wij uiteindelijk hier in het Parlement door middel van een wet moeten beslissen.

 

Stop echter met het verwijt dat er geen duidelijkheid is.

 

U bent duidelijk, maar uw wil gewoon het failliet van het land. U bent een jong Parlementslid. Wel, indien wij het programma van Groen zouden doorvoeren, zal dat een drama betekenen voor de jonge generatie. Dat zou een schuldenexplosie teweegbrengen en het failliet van het land.

 

01.111  Peter De Roover (N-VA): Wij krijgen hier een heel boeiende en creatieve invulling van het begrip belastingshift door Groen. Daar is door de vorige spreker al op gewezen. Ik wil echter ook heel even het citaat van de heer Calvo aanhalen. De heer Calvo is goed in citaten, dat hebben we deze morgen gemerkt. Mijnheer Calvo, ik wil nog even terugkomen op uw citaat van professor Schoors. Ik heb begrepen dat als de regering, zoals de eerste minister zegt, in het voorjaar komt met een project voor een totale of toch een flinke belastingherziening, de indexsprong en de stijging van de pensioenleeftijd wel verteerbaar zijn. Groen zal dus vanaf het voorjaar toetreden tot deze coalitie. Het zal mij benieuwen. U bent meer dan welkom.

 

01.112  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Ik sta even perplex. Is dat voorstel doorgepraat met de echte premier? Hij beslist immers, normaal gezien niet u, mijnheer De Roover, zoals de heer Michel ook meestal niet beslist. Maar goed, alle gekheid op een stokje, ik ben hier heel duidelijk over geweest toen ik heb verwezen naar de heer Schoors. Ik heb heel duidelijk aangegeven dat wij evident ook die indexsprong betwisten en dat wij evident nooit een indexsprong zouden aanvaarden. Wij betwisten werken tot 67. Het is evident dat wij ook dat nooit zouden aanvaarden. Ik meen echter dat Koen Schoors een punt heeft – vandaar het citaat – als hij stelt dat die taxshift hier en nu realiseren, in plaats van er enerzijds-anderzijds over te wauwelen, een heel belangrijke hefboom zou zijn, ook voor sociale vrede. Het grootste gevoel van oneerlijkheid dat leeft in de samenleving slaat niet op het feit dat mensen een tikkeltje langer moeten werken. In ons plan zat trouwens ook de ambitie om mensen gemiddeld langer te laten werken, om de kloof te dichten tussen de effectieve pensioenleeftijd en de huidige wettelijke pensioenleeftijd. Het breed gedragen gevoel van oneerlijkheid en onbillijkheid ontstaat omdat bepaalde mensen, de meest vermogende in dit land, de dans ontspringen op het moment dat er zo’n inspanning moet worden geleverd door de gewone mensen. Dat is het probleem. Vandaar ons pleidooi om het meteen aan te pakken.

 

Mijnheer Van Rompuy, ik heb u passioneel horen pleiten voor de toekomst. U zegt op te komen voor jonge mensen.

 

Wel, samen met u stel ik met heel veel plezier het regeerakkoord versus ons alternatief plan voor aan elke universiteit in dit land en wij zullen eens horen wat jonge mensen willen. Willen zij oude recepten op de kap van jongeren, wachtuitkeringen, mensen die het moeilijk hebben, of willen zij nieuwe ideeën zoals die van onze fractie?

 

U noemt het allemaal belastingen; dat was uw belangrijkste punt.

 

U hebt mij daarnet gezegd dat ik voorzichtig moet zijn om te citeren uit de krant. Ik stel voor om de oefening die wij hebben gemaakt te verspreiden, zodat iedereen perfect op de hoogte is. Dan kan de heer Van Rompuy vaststellen dat er een heel groot verschil is tussen wat wij voorstellen en wat de regering voorstelt, bijvoorbeeld over een nieuw beleid.

 

Ik lees de cijfers voor. Michel: 3,7 miljard euro voor het nieuw beleid op kruissnelheid in 2018. Volgens ons, met een substantiële lastenverlaging op arbeid met zuurstof voor de kmo’s: 10 miljard. Men kan de ene oefening niet met de andere vergelijken als men geen rekening houdt met de substantiële lastenverlagingen die wij doen.

 

U noemt het ook een veto tegen besparingen. Absoluut niet. Er is een besparing in de gezondheidszorg, een redelijke groeinorm, de strijd tegen medische overconsumptie. Wij plannen 1,8 miljard euro aan besparingen in de gezondheidszorg. Wij geloven dat dit efficiënter kan. Wij vinden ook dat elke euro op een goede manier moet worden uitgegeven.

 

In de openbare diensten plannen wij 1 miljard euro aan besparingen op kruissnelheid.

 

Probeer geen karikatuur te maken van ons plan. Daar zitten inderdaad bijdragen in van de grootste vermogens, van fraudeurs, van speculanten, van de grootbanken, maar ook een forse lastenverlaging voor mensen die werken, mijnheer Van Rompuy.

 

Onze voorstellen inzake vermogensfiscaliteit, dat zeg ik met de hand op het hart en met heel veel overtuiging, zijn niet meer van hetzelfde. Dat is een globale hervorming, die ook de bestaande oneerlijke vermogensfiscaliteit afschaft en inruilt voor een progressieve heffing op vermogensrendement. De grootste belastingverlaging voor de middenklasse in de geschiedenis van dit land is ons plan met betrekking tot de heffing op vermogensrendement.

 

01.113  Servais Verherstraeten (CD&V): Ik citeer niet uit de krant, maar van uw website: de automatische indexering van accijnzen 51, tabak 500, de intercommunales 213, de accijnzen 313, de liquidatie 500, de financiële sector 500, TOB 684, de derde pijler 300, fiscale fraude 1,200, de hervorming van de vermogensfiscaliteit 3,500, de nucleaire rente 216, de aandelenwaarde 434. Dat geeft in totaal 8,548 miljard. Ik haal uw cijfers aan. U bent zeer inventief.

 

Ik citeer gewoon uw cijfers, zijnde 8,5 miljard.

 

U hebt echter ook nog minderuitgaven: de niet-indexering van de fiscale uitgaven — volgens mij behoort dit tot de fiscaliteit — 125, de btw-harmonisering — volgens mij behoort die tot de fiscaliteit — 105, mobiliteit 1,2 miljard, het schrappen van fiscale gunstregimes, zoals de bedrijfswagens, 713, de notionele intrestaftrek, die gecompenseerd wordt, 2,8 miljard. U verbergt bovendien nog voor miljarden aan belastingen op andere posten. Eigenlijk voert u nog een grotere belastingverhoging door dan die 8,5 miljard. U wilt ook nog 1,5 miljard aan het Vlaams Gewest geven, zonder staatshervorming, en wellicht ook nog aan andere Gewesten. Daarover vind ik in uw tabellen zelfs helemaal niets terug. Uw rekeningen kloppen niet. Tijdens de kiescampagne was uw partij de slechtste leerling, wat de juistheid van het financiële programma betreft.

 

01.114  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Het is net andersom! Peeters heeft zijn programma drie keer moeten bijstellen.

 

01.115  Servais Verherstraeten (CD&V): Hier doet u dat opnieuw, maar op één punt bent u kampioen, u bent de belastingkampioen!

 

01.116  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer Verherstraeten, ik overloop de cijfers samen met u. Ik heb inderdaad gezegd dat wij kiezen voor een aantal nieuwe, andere inkomsten. Ik lees, samen met u: de loonbonus 1,5 miljard; een lastenverlaging op de werkgeversbijdrage, 1,5 miljard; een verhoging tot 100 %, geen 84 %, van de welvaartsenveloppe, 1,7 miljard; de koopkracht van de zelfstandigen, 200 miljoen in plaats van 150 miljoen. De groenen steken de blauwen voorbij, als het gaat over de koopkracht van de zelfstandigen.

 

(…): In theorie.

 

01.117  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Nee, niet in theorie, in onze tabel. Ik ga verder met de cijfers. De verlaging van het tarief in de vennootschapsbelasting voor de kmo’s, daar waar die het meest rendeert, bijna 3 miljard euro. Ons plaatje is dus niet onevenwichtig en wint niet het wereldkampioenschap fiscaliteit, maar het is wel een duidelijke keuze voor andere belastingen.

 

Als het gaat over belastingen en kampioen zijn, dan bent u de kampioen van enerzijds-anderzijds in de belastingen. U bent de kampioen van de fiscale hypocrisie. Deze regering is de kampioen, als het gaat over fiscale onrechtvaardigheid en het met de glimlach instandhouden ervan. Dat is het kampioenschap dat u wint. U kunt niet de ene keer zeggen dat de rekeningen kloppen en duidelijk zijn, en de andere keer dat de rekeningen niet kloppen. Wat is het probleem? Dat het u pijn doet dat er een fractie opstaat die rekening houdt met wat de mensen in de straat, mensen van het ACV, de KWB en de studenten denken, en dat die mensen zich daarin kunnen vinden.

 

U moest eens weten hoeveel mensen uit die periferie ons na gisteren gezegd hebben, telefonisch of via mail, dat er eindelijk een alternatief is en dat zij dat van CD&V hadden verwacht, maar dat gelukkig Ecolo-Groen bestaat.

 

01.118  Servais Verherstraeten (CD&V): Collega Calvo, u hebt het woord hypocrisie in de mond genomen. Ik stel echter voor dat u eens in de spiegel kijkt. U verkondigt dat u 7,5 miljard belasting uit vermogens wilt halen, terwijl u deze voormiddag zei dat u de middenklasse wilt ontzien. Wel, ik zal in dat verband het woord hypocrisie niet gebruiken, maar het is een contradictie.

 

01.119  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, je voudrais refroidir un peu l'enthousiasme de M. Calvo qui souhaite se marier avec Ecolo. Si ces mesures réfléchies avaient la moindre chance d'aboutir, on se demande pourquoi la première réalisation du PS et du cdH après les élections a été d'exclure Ecolo de leurs gouvernements.

 

01.120  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mevrouw Onkelinx, de heer Piedboeuf heeft u gevraagd waarom u de meest progressieve partij van Wallonië en Brussel uit de regeringen hebt geschopt. U moet daarop misschien in de cafetaria antwoorden.

 

Mijnheer Piedboeuf, ik denk in elk geval dat de Waalse regering andere keuzes zou maken met onze collega’s van Ecolo dan wat wij vandaag met de PS en cdH zien, wat trouwens behoorlijk wat gelijkenissen vertoont met wat we op federaal niveau zien.

 

Ooit zullen we misschien samen zitten in het Waals Parlement, wie weet. Als we één partij zijn, kunnen we overal opkomen. Dat kunnen we dan overwegen.

 

Ik maak vaart, want ik heb nog heel veel zaken te zeggen.

 

Ik begrijp dat het voor u vervelend is, mijnheer Verherstraeten, dat Parlementsleden u hier confronteren met uw partijprogramma en met de roots van de middenpartij, die CD&V ooit is geweest. Ik begrijp dat u dat vervelend vindt en dat u aandringt op een verhuis, maar zolang u die keuzes blijft maken, zitten wij hier met veel overtuiging en zullen wij dat blootleggen.

 

Ik zal een heleboel zaken die ik heb voorbereid, overslaan om de karikatuur die de heer Verherstraeten van ons plan maakt te weerleggen.

 

Ik kan ’s ochtends in de spiegel kijken. Het plan ligt geheel in de lijn van onze standpunten van vóór de verkiezingen. Ik heb er dus geen enkel probleem mee om in de spiegel te kijken. Ik vraag mij af of dat ook voor u nog het geval is.

 

Als het gaat over de middenklasse, stelt ons systeem van vermogenswinstbelasting, een vermogensrendementheffing, de 50 % laagste vermogens tot het mediaanvermogen vrij.

 

Ik herhaal dit met veel overtuiging. Als u kiest voor ons systeem, zou dat de grootste belastingverlaging voor de middenklasse in ons land zijn. Er wordt inderdaad een veel grotere bijdrage gevraagd van de 15 % rijksten in onze samenleving. Ik vind dat billijk.

 

Dat is het verschil. U vraagt die bijdrage aan werklozen, pas afgestudeerden, verpleegsters, onderwijzers, vaak ook kmo’s, terwijl wij die inspanningen aan iemand anders vragen. Dat is de keuze.

 

Dat is het verschil tussen het plan van Ecolo-Groen en het plan van de meerderheid, dat u nog schraagt met de glimlach, hoewel sommige partners u met een even grote glimlach uitlachen wanneer het gaat over de taxshift.

 

01.121  Eric Van Rompuy (CD&V): Mijnheer Calvo, u zegt eigenlijk dat een vermogensrendementheffing 3,5 miljard moet opbrengen.

 

01.122  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Ja, de federale meeropbrengst.

 

01.123  Eric Van Rompuy (CD&V): Iedereen die meer dan 250 000 euro bezit, inclusief de eigen woning, zal onderworpen worden aan die heffing. Dat verklaart natuurlijk hoe u 8 miljard vindt, want de eigen woning wordt bij die 250 000 euro geteld.

 

01.124  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Fout, fout!

 

01.125  Eric Van Rompuy (CD&V): Mijnheer Calvo, vervolgens lees ik dat Groen in een beweging alle kapitaalbelastingen zal afschaffen. De erfenisrechten worden afgeschaft, de schenkingsrechten worden afgeschaft, de registratierechten worden afgeschaft, de roerende voorheffing wordt afgeschaft en de onroerende voorheffing wordt afgeschaft. Ik wil ernstig zijn. Met uw voorstellen zet u, zo zegt de voorgaande minister van Financiën, de Vlaamse begroting op droog zaad. Indien u uw hervorming doorvoert, dan zou dat het einde betekenen van de financiering via gewestbelastingen van de begrotingen van de deelstaten. Om dat goedgekeurd te krijgen, hebt u in het Parlement zelfs een tweederdemeerderheid nodig.

 

U wilt eigenlijk nu meteen de taxshift doorvoeren. Iedereen die een eigen vermogen heeft van meer dan 250 000 euro, inclusief het eigen huis, wordt door u wegbelast, om 8 miljard te vinden. Vervolgens wilt u morgen een nieuwe staatshervorming doorvoeren om de successierechten, de registratierechten en de erfenisrechten af te schaffen. Welnu, dat is niet ernstig!

 

U spreekt hier voortdurend over partijpolitieke tegenstellingen, maar de fractie Ecolo-Groen zet zulke dingen op papier! Mijnheer Cheron, dat u dat aan de mensen presenteert als een serieus alternatief, is werkelijk nieuwe politieke cultuur op z’n jaren zestig. U maakt de mensen wat wijs.

 

01.126  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Nieuwe politieke cultuur van de jaren zestig? Dat zijn trauma’s van…

 

De voorzitter: Mijnheer Calvo, de heer Van Rompuy heeft het woord.

 

01.127  Eric Van Rompuy (CD&V): Mijnheer Calvo, ik ga even terug in het verleden.

 

Ik had een zeker respect voor u, want ik kende u niet persoonlijk, enkel via tv. Nu heb ik u hier echter gedurende twee maanden bezig gezien. U bent een karikatuur van een fractieleider van een karikatuur van een politieke partij, met grote gevolgen voor de welvaart van de mensen, indien uw plan wordt doorgevoerd.

 

Mijnheer Calvo, ik kan net zo goed doordrammen als u, ik kan dat ook. U dramt hier al zolang! Welnu, ik zal elke keer opnieuw herhalen hoe uw programma luidt. Dat is om beschaamd over te zijn!

 

01.128  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer Van Rompuy, ik weet waarom u mij aanpakt. Ik weet waarom u zegt dat ik een karikatuur ben enzovoort. Dat is immers de enige keer dat CD&V applaus krijgt. Dat is de enige keer. Want waar is de meerderheid het over eens? Over de oppositie, wanneer het gaat over het verleden, wat mevrouw Onkelinx sinds 1988 heeft gedaan. Wanneer een fractieleider uit 1987 komt spreken, die iets anders zegt dan wat u doet, wil u het daarover hebben, want over de rest bent u het niet eens. Over de rest bent u verdeeld. Ik weet dus heel goed waarom u daarover begint.

 

Maar dat is niet de essentie. De essentie is de begroting en het feit dat u de taxshift niet gerealiseerd krijgt. Daar bent u het niet over eens. Dus ik begrijp waarom u intervenieert. En wanneer het gaat over de vermogensrendementheffing, die wij voorstellen, zijn wij met geen enkel systeem getrouwd.

 

Maar inderdaad, daar zit de grootste lastenverlaging voor de middenklasse. In onze globale fiscale hervorming worden de bestaande kapitaalbelastingen afgeschaft en ingeruild voor een veel eerlijker systeem en een veel progressiever systeem. Daar is geen staatshervorming voor nodig. Dat kan men regelen via samenwerkingsovereenkomsten, zoals mevrouw Crevits er voor de slimme kilometerheffing ook een probeert te sluiten.

 

Ten slotte, als u struikelt over het systeem, staan wij daarvoor open. Wij zijn een betere bondgenoot dan uw collega’s van de meerderheid. Als u struikelt over het systeem, struikel dan niet over de fiscale meeropbrengsten. Ik heb hier het jongste rapport van de Hoge Raad van Financiën. De Hoge Raad heeft voor ons in kaart gebracht welke ruimte er is voor een taxshift, welke ruimte er is voor een vermogenswinstbijdrage.

 

Op pagina 15 van het rapport spreekt de Hoge Raad over 4 miljard euro aan federale meeropbrengsten in de fiscaliteit. Kom ons dus niet afschilderen als radicalen of als hippies die niet kunnen tellen. De Hoge Raad van Financiën heeft exact dezelfde berekeningen gemaakt.

 

01.129  Servais Verherstraeten (CD&V): Collega Calvo, ten eerste wil ik u suggereren technisch correct te interveniëren. Beweren dat men met een samenwerkingsakkoord de bijzondere financieringswet kan wijzigen, is, met alle respect, niet correct. Ik heb de indruk dat u de bijzondere financieringswet, waarvan de wijzigingen nochtans maar een paar maanden geleden goedgekeurd zijn, zelfs nog niet gelezen hebt.

 

Daarvoor is een wijziging van de bijzondere financieringswet nodig. Daarvoor is een tweederdemeerderheid nodig. Daarvoor is een staatshervorming nodig. Ik heb nochtans begrepen dat Groen die de komende vijf jaar niet wil. Wees alstublieft correct!

 

Ten tweede, u wenst alle taksen af te schaffen op het regionale niveau. Zo zijn er de onroerende voorheffing, de roerende voorheffing, de registratierechten, de successierechten. Die zullen ook niet budgetneutraal zijn, niet voor de regio’s, maar ook niet voor de gemeentebesturen.

 

De opcentiemen op de onroerende voorheffing voor de lokale besturen bedragen bijna 2 miljard. Wel, ik zal de CD&V-inwoners van Mechelen uitnodigen om in heel Mechelen uit te leggen dat met uw taxshift, die iedereen zal raken, want het is 250 000 euro inclusief de eigen woning, de Mechelaars dat mee zullen moeten betalen. Dat is onrealistisch en technisch onjuist.

 

01.130  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Ik kom in Mol ons systeem uitleggen.

 

01.131  Eric Van Rompuy (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Calvo, u hebt hier juist het rapport van de Hoge Raad van Financiën geciteerd. Op bladzijde 15 spreekt de Hoge Raad van Financiën over een uniforme belasting op spaarinkomsten. Ze zijn dus voor een globalisering van de verschillende vormen van spaaropbrengsten. Zij willen die spaaropbrengsten belasten aan een effectieve belastingvoet van de inkomsten uit spaargelden, die dicht zal aanleunen bij het hoogste marginaal tarief van de inkomstenbelasting. Dit wil zeggen dat de belastingvoet op spaargelden wordt verdubbeld. Dat levert inderdaad die 4 miljard op.

 

Dit wil zeggen dat elke spaarder in Vlaanderen, in Wallonië of in Brussel een verdubbeling zal krijgen. Is dat het standpunt van Groen, dat de effectieve belastingvoet van de inkomsten uit spaargelden wordt opgetrokken tot het hoogste marginaal tarief van de inkomstenbelasting? Want dat hebt u juist geciteerd. De opbrengst wordt geraamd op 1 bnp-punt of inderdaad 4 miljard euro. U hebt het daarnet gezegd. Bedoelt u dat? Want u hebt ons de les proberen te spellen door te zeggen dat wij onze dossiers niet kennen en niet weten wat de Hoge Raad van Financiën gezegd heeft. Is dat waar of niet? Zeg ook een keer ja of neen!

 

01.132  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): CD&V antwoordt reeds een hele dag niet en nu moeten wij ja of neen zeggen. Mijnheer Van Rompuy, ja, ik weet welke rapporten ik citeer en ja, ik ken de impact van ons voorstel. En ik wil daarover uren discussiëren. Ik zeg u, laten wij samenwerken om een taxshift, niet van 10 miljoen euro, niet van 100 miljoen euro, maar inderdaad van miljarden euro’s te realiseren. Dat hebben wij gedaan in ons plan: een forse lastenverlaging op arbeid en een verschuiving richting de grootste vermogens.

 

Ik begrijp eerlijk gezegd niet, mijnheer Van Rompuy, als u op zoek moet gaan naar vriendjes of bondgenoten – er is trouwens al een parlementaire meerderheid voor een vermogenswinstbelasting – dat u probeert die mensen weg te duwen. Wij steunen u in die voorstellen, wij zijn met geen enkel concreet voorstel getrouwd. Maar sorry dat wij voor en na de verkiezingen nog hetzelfde zeggen: zolang er geen argumenten op tafel komen om van mening te veranderen, doen wij dat niet. Wij willen samenwerken rond die taxshift, laten we dat alstublieft doen. Dat is een heel andere positie dan degene die de heer Dewael inneemt.

 

01.133  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, het wordt hier steeds interessanter, zeker als over alternatieve voorstellen wordt gesproken. Collega Van Rompuy heeft zeer terecht gewezen op de problemen in uw voorstel. U spreekt over een heffing van 8,5 miljard en uiteraard zal dat de middenklasse raken. De vraag is natuurlijk ook of dit voldoende zal zijn.

 

U zegt dat u alle bestaande vermogens- en vermogensrendementheffingen wilt vervangen door een nieuwe heffing. Kijkt u even naar de website van Eurostat. U ziet daar de opbrengst van belastingen op dividenden. Wat brengt dat op, samen met alle andere belastingen op stock? Men neemt dat daar allemaal samen, alles, ook op aandelentransacties en op aandelenwinsten. Dat brengt maar liefst 4 % van het bbp op. Ons bbp is een kleine 400 miljard euro; 4 % daarvan is 16 miljard euro. U gaat dus uw bestaande belasting vervangen door een nieuwe belasting die amper de helft opbrengt en u kunt nog andere kortingen toekennen. Dat moet ergens uit de hemel vallen of zo. Ik weet niet vanwaar u dat haalt, dat is blijkbaar rekenkunde à la Groen.

 

01.134  Griet Smaers (CD&V): Collega Calvo, ik stel voor dat u net zoals in de commissie uw show verder zet. Uw plan klopt niet, uw cijfers kloppen niet en over de taxshift hebben wij uitvoerig gedebatteerd in de commissie voor de Financiën en de Begroting. Wat blijkt? Het pikt wel degelijk bij Groen dat voor de eerste keer een taxshift effectief in een regeerakkoord staat. Zelfs alle jaren voorheen in alle legislaturen, ook toen Groen deel mocht uitmaken van een regering, werd er geen taxshift op tafel gelegd. Nu gebruikt u dat vanuit de oppositie om van ver met de taxshift te zwaaien. Het is wel degelijk de eerste keer dat de taxshift in een regeerakkoord staat en niet dankzij Groen.

 

01.135  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mevrouw Smaers, u bent wel heel snel tevreden. Dat is toch ook opmerkelijk: CD&V’ers hebben nog altijd zo’n trauma van paarsgroen dat ze er altijd opnieuw over beginnen. Heel vreemd, want dat is ondertussen toch al enige tijd geleden. Wij kunnen daar gerust nog eens een aparte commissie over organiseren, waarin ik het graag wil hebben over ons voorstel. Laten wij alstublieft de fundamentele keuze die wij moeten maken, die wordt gemaakt door de regering en die wij anders willen, niet uit het oog verliezen.

 

Het gaat om de vraag wie de inspanning draagt. Wordt zij evenwichtig gespreid, zoals in ons plan het geval is? Zullen de belastingen er anders uitzien in 2018 en 2019 dan vandaag? Of krijgen wij meer van hetzelfde en wordt de inspanning, zoals in uw begroting, heren Verherstraeten en Van Rompuy, gedragen door de gewone werkende mens? Dat is de belangrijkste keuze. U maakt immers wel degelijk een keuze. Er is immers een alternatief en dat maakt het debat zo boeiend en zo rijk.

 

Ik wil nog heel kort – het duurt langer dan gepland – stilstaan bij de afgelopen 67 dagen. Ik merk op dat de premier al een tijdje weg is. Wat hebben wij de afgelopen 67 dagen gezien, collega’s? De formatie duurde lang. Van bij de start was het leiderschap onduidelijk. Eerst was er iemand die geen premier wilde worden, dan iemand die premier zou worden, maar het uiteindelijk toch niet werd, en ten slotte nog iemand anders die toch premier werd en die sindsdien de ploeg niet onder controle krijgt.

 

Het was een woelige start in het Parlement – een gedeelde verantwoordelijkheid – maar ook erbuiten. Er zijn immers ministers en staatssecretarissen die zich blijkbaar niet kunnen gedragen zoals men dat van ministers en staatssecretarissen mag verwachten. Mijnheer Vuye, het gaat in het bijzonder over uw ministers en staatssecretarissen.

 

De meerderheid heeft alle ‘truken van de foor’ moeten bovenhalen in de Kamer. Zij sprak over de stijl van de oppositie en ze beschuldigde haar van procedurespelletjes; ze toonde brute force inzake afspraken in het Parlement om het niet te hebben over de inhoudelijke keuzes.

 

De eerste minister riep de regering gisteren op om met één stem te spreken. Er was een vicepremier die verklaarde de schoonmoeders beu te zijn. Er waren vicepremiers en partijvoorzitters die, aan de vooravond van een staking, letterlijk en figuurlijk het vuur aan de lont staken.

 

Dat is het bilan van 67 dagen federale regering: verdeeldheid, verdeeldheid en nog eens verdeeldheid, in de regering, maar – erger nog – ook maatschappelijk. Dat is misschien wel de grootste prijs die ons mooi land met zijn ongelofelijk groot potentieel betaalt voor deze regering: verdeeldheid tussen werkgevers en werknemers, tussen allochtonen en autochtonen, tussen Franstaligen en Nederlandstaligen. Elke dag, mijnheer De Roover, zorgt de regering voor conflict. Zij maakt niet alleen foute keuzes, zij heeft ook een huisstijl waarover de Ecolo-Groenfractie heel duidelijk stelt dat zij op een andere manier aan politiek doet. Elke dag tonen wij als twaalfkoppige tweetalige fractie dat samenwerken in ons land noodzakelijk is. Ons land heeft meer dan ooit nood aan die samenwerking.

 

Tot slot, dit zal niet het laatste debat zijn. Wij hebben onze oefening gemaakt. Ik ben er mij ten zeerste van bewust dat wij ons op die manier kwetsbaar opstellen. Natuurlijk krijgen wij daarom kritiek, maar dat wisten wij op voorhand. Wij hebben ons huiswerk echter gemaakt. Wij zijn duidelijk geweest. Dat is ook noodzakelijk op een ogenblik dat jullie ons proberen aan te praten dat er geen alternatief is, want er is wel een alternatief. Het kan wel anders! Het kan groener, het kan socialer en het kan efficiënter. Ik nodig trouwens iedereen uit, ook de collega’s in de oppositie, om een gelijkaardige oefening te maken.

 

Wij mogen ons niet neerleggen bij wat nu voorligt. Niemand mag zich daarbij neerleggen. Dat is de reden waarom wij met veel overtuiging deze begroting niet zullen goedkeuren. Wij hebben de documenten met veel aandacht gelezen. Wij hopen dat u met evenveel aandacht en met een even open geest ons alternatief zult bestuderen. Dit is een alternatief waarin heel veel mensen in dit land zich volgens mij kunnen vinden.

 

01.136  Catherine Fonck (cdH): En l’absence du premier ministre, c’est vers vous, messieurs les ministres que je me tournerai, et bien sûr vers l’ensemble des collègues.

 

C’est vrai que ce débat budgétaire s’inscrit dans un climat de méfiance croissante et les mouvements sociaux de ces dernières semaines montrent combien ce climat de tension va crescendo.

 

Les Belges se divisent de plus en plus. D’un côté, il y a ceux qui veulent absolument en découdre, sombrant même parfois dans l’excès, et de l’autre côté, il y a ceux qui souhaitent tout simplement pouvoir travailler.

 

Dans votre majorité, il y a ceux qui tendent à appeler à la concertation, sans pour autant, reconnaissons-le, s’en donner les moyens, et ceux, souvent de l’extérieur, des beaux-pères, des belles-mères, qui n’ont de cesse de souffler sur les braises, qui attisent les conflits plutôt que de chercher à tempérer et renouer le dialogue pourtant nécessaire au bon fonctionnement de notre pays.

 

Le premier ministre est toujours absent mais vous lui communiquerez le message. Il a demandé aux membres de son gouvernement de cesser les déclarations qui alimentent et surenchérissent dans la polémique. Autant de peaux de banane qui sont glissées plus particulièrement sous les pieds du vice-premier ministre aujourd’hui chargé de tenter de renouer la concertation sociale.

 

Il n’a pourtant même pas fallu une demi-journée après cette demande du premier ministre pour qu’un des vice-premiers ministres de ce gouvernement en remette encore une couche.

 

Aujourd’hui, force est de constater que toutes ces déclarations du gouvernement depuis plusieurs semaines mais également ce projet de budget ne contribuent en rien à rassurer. Ce projet ne rassure pas parce que bien que M. le premier ministre ait annoncé un gigantesque espace de négociation, on est toujours à la recherche de ce soi-disant espace gigantesque de négociation.

 

En effet, tout aussi vite, le premier ministre a fermé la porte en refusant de discuter des points qui font pourtant partie intégrante du périmètre habituel de la concertation sociale, que ce soit le saut d’index, l’âge légal de la pension à 67 ans ou encore la suppression de toutes les mesures qualitatives incitatives de fin de carrière.

 

Président: André Frédéric, vice-président.

Voorzitter: André Frédéric, ondervoorzitter.

 

Votre budget ne rassure pas non plus car son contenu est interpellant. On est en effet en droit d'attendre d'un budget qu'il soit crédible, efficace et équitable dans les efforts qu'il demande à la population. C'est évidemment sous l'angle de ces trois questions que je vais passer en revue votre budget.

 

Votre budget est-il crédible? Tient-il la route?

 

J'ai adoré, je l'avoue, la manière avec laquelle vous vous êtes réjouis de votre soi-disant très beau bulletin européen. Mais ce dont vous ne parlez pas, ce dont vous ne vous vantez pas, c'est que l'Europe vous a d'ores et déjà renvoyé en seconde session en début d'année prochaine. Vous devrez repasser sous la loupe européenne et, que ce soit au niveau européen ou lors de l'ajustement budgétaire qui selon moi ne tardera pas, je crains que vous y passiez une véritable partie de plaisir.

 

Reconnaissons d'abord qu'entre le budget présenté à l'Europe et celui que vous présentez aujourd'hui. Il n'y a pas photo! Il y a des pans entiers de budget qui ont méchamment évolué. Rien qu'en comptant le salaire garanti des deux mois ou en comptant les trous – je vais y revenir – en matière de justice, sans parler du reste, on en arrive très vite à un demi-milliard.

 

Pourtant personne ne pourra vous accuser de ne pas avoir cherché dans ce budget à réaliser des économies tous azimuts, des économies linéaires. C'est évidemment là que le problème se pose! Le problème n'est pas de vouloir réaliser des économies, mais c'est de faire des économies linéaires, tous azimuts sans le moindre regard sur les politiques menées et sur les moyens dont celles-ci ont besoin pour être efficaces. Réaliser des économies de manière linéaire, brutale, sans évaluation, sans priorité, n'a évidemment pas de sens car elles vont à l'encontre de l'efficacité des politiques menées.

 

À certains endroits, cela va même beaucoup plus loin puisqu'on est en droit de s'interroger sur la réalité de vos intentions. Est-ce que vous avez voulu faire des économies ou avez-vous matérialisé des trous budgétaires que vous serez amenés à combler d'une manière ou d'une autre? Certains diront qu'ils vont reventiler; d'autres qu'ils vont attendre le contrôle budgétaire.

 

Voorzitter: Siegfried Bracke, voorzitter.

Président: Siegfried Bracke, président.

 

Je ne prends qu'un exemple pour le département du SPF Finances. Il y en a beaucoup d'autres. La Cour des comptes a épinglé, pour ce seul département, un manque de plus de 106 millions d'euros. Et pas pour des choses anodines: les frais de justice et de poursuite, le relèvement de plafond pour bénéficier du Fonds des créances alimentaires, ce qui va toucher directement les familles monoparentales.

 

M. le ministre du Budget a assuré que ces montants seraient honorés. Mais avec quel budget? Si je pose cette question, à la limite ce n'est pas tellement sur les 106 millions que cela m'intéresse, mais c'est sur tout le reste. Pourquoi? Parce que c'est à l'image de quasi l'ensemble des ministres du gouvernement.

 

Vous avez tous, lorsque nous pointions des trous, évoqué la fameuse provision interdépartementale. Elle est magique, cette provision interdépartementale! Si on fait le compte, vous l'avez déjà utilisée au moins une dizaine de fois. Neuf fois, allez, monsieur le nouveau président du MR! Neuf fois, je veux encore bien. Mais franchement, ce n'est pas une provision interdépartementale telle qu'elle existe aujourd'hui. En tout cas, elle a été invoquée au moins dix fois pour le montant ad hoc. Maintenant, si vous le multipliez par dix! Ha oui. 100 millions. 10 millions, voilà autre chose maintenant.

 

Ils font tous appel à cette provision. Pour combler tous les trous, en ne comptant que ceux qui sont répertoriés par la Cour des comptes: vous pouvez compter, monsieur le ministre, ça ne fait pas le compte. Depuis lors, d'ailleurs, les choses ont évolué encore un peu plus puisque lors de la discussion de la loi-programme de la semaine dernière, vous y avez encore ajouté une série d'amendements qui auront un impact budgétaire alors même que votre budget n'est même pas encore voté. C'est bien, mais par rapport à cela, ça ne tient pas la route.

 

En sus, comme ministre du Budget, vous avez évoqué le fait que cette provision devait être réservée à des dépenses imprévisibles ou à caractère incertain. Pourtant, chacun des ministres l'a évoquée pour financer des dépenses qui sont prévues et des dépenses qui sont obligatoires.

 

À côté de ces trous budgétaires, il y a aussi des gouffres. Le summum de ces gouffres, c'est clairement le département de la Justice. Là, c'est la Bérézina; je ne vous apprends rien.

 

Il avait pourtant été immunisé sur le plan budgétaire lors de la précédente législature.

 

Aujourd'hui, à travers le budget 2015, vous proposez une réduction de 13 %. Je vous épargne l'ensemble des chiffres qui ont été passés en revue en commission. Rappelons que le budget ajusté de 2014 n'est même pas en mesure de couvrir les frais engagés en 2014. Le SPF Justice annonce d'ailleurs de multiples factures impayées au 15 novembre, pour au moins un montant de 186 millions d'euros.

 

Il y a encore plus grave et, si cela se passait ailleurs, peut-être que nous en ririons. Mais, franchement, il n'y a pas de quoi en rire. La Cour des comptes a alerté le parlement sur la question du budget insuffisant pour payer les magistrats nommés. On se retrouve donc avec des magistrats qui ne pourront être payés que 11 mois sur 12. La Justice est exsangue. Elle le sera davantage avec les coupes budgétaires que vous lui promettez et, pourtant, il y a des besoins criants qui se font jour à tous les étages: en matière de fonctionnement, de personnel, d'informatisation, d'établissements pénitentiaires, d'aide juridique pour ne citer que ceux-là. Votre projet de budget va venir renforcer encore un peu plus les nombreuses difficultés auxquelles doit faire face ce département.

 

Vous annoncez une Justice qui sera plus efficace pour expliquer ce budget, notamment grâce à l'informatisation. En même temps, les dépenses en investissement informatique, par exemple, pour la Justice sont – comprenne qui pourra – également réduites.

 

C'est le même constat que l'on peut dresser au niveau du département de la Défense. Pour citer le chef de l'état-major, lui-même, qui explique que le budget alloué aux opérations et à l'entraînement sera raboté de 20 %: 1 pilote sur 5 ne volera pas, 1 compagnie sur 5 ne s'entraînera pas, 1 navire sur 5 ne naviguera pas. Cela n'est pas cohérent! En l'espace de cinq ans: 1,5 milliard d'euros, 20 % sur l'ensemble de la législature. C'est énorme! Par rapport aux engagements que vous avez annoncés et aux politiques que vous voulez mettre en place, c'est complètement contradictoire.

 

En ce qui concerne la crédibilité de votre budget, la conclusion s'impose d'elle-même: il y a des trous, il y a des gouffres. Votre budget n'est pas crédible. Les chiffres parlent d'eux-mêmes. Vous reviendrez très rapidement en deuxième session, tant devant l'Europe que devant nous lors des ajustements budgétaires. D'ici là, la tâche ne sera pas aisée dans les différents départements concernés.

 

Le deuxième grand volet que je veux évoquer après celui de la crédibilité de votre budget, c'est de savoir s'il est efficace et équitable. On a déjà beaucoup discuté ce jour et, en la matière, toute une série de réformes sont indispensables. Faut-il donner un coup d'accélérateur au niveau socioéconomique? Oui! Faut-il réformer les pensions pour assurer leur viabilité? Oui! Faut-il assainir les finances pour ne pas reporter la charge de la dette sur la tête de nos enfants et de nos petits-enfants? Oui! Faut-il améliorer la compétitivité de nos entreprises et tout faire pour augmenter le taux d'emploi? Oui!

 

Là où nous ne vous rejoignons pas, c'est sur la manière d'y parvenir. Je débuterai tout d'abord par toutes les politiques concernant l'économie, l'emploi, la réforme fiscale, tout l'enjeu de la compétitivité des entreprises. L'étude de la Banque nationale a effectivement démontré la création d'emplois, mais uniquement grâce à certaines mesures de votre gouvernement: c'est donc le calcul d'un impact partiel.

 

Étant donné que vous semblez tellement croire que c'est positif - pourtant, nous l'avons demandé au ministre de l'Emploi, au président de la commission des Affaires sociales -, pourquoi ne demandez-vous pas une évaluation complète de l'impact de l'ensemble de vos mesures à la Banque nationale, pourquoi pas aussi au Bureau du Plan? Pourquoi refusez-vous de mesurer cet impact et pourquoi voulez-vous, au fond, nous présenter seulement l'impact de certaines mesures isolées? C'est une analyse partielle. Ce n'est évidemment pas correct et il serait opportun d'avoir une vue d'ensemble.

 

Quant à la compétitivité des entreprises, vous annoncez vouloir réduire les charges sociales de 33 à 25 %.

 

Dans la réalité, le taux effectif est déjà bien largement inférieur à 33 %, puisque ce que vous faites, c'est recycler pour une bonne part différentes mesures du Pacte de compétitivité décidé par le gouvernement précédent pour financer cette réduction du taux. Vous n'arrivez d'ailleurs pas à 25 %, malgré vos déclarations; aujourd'hui, pour arriver à 25 % des cotisations patronales, il manque environ 3 milliards. En sus, vous n'avez pas prévu de ciblage de ces réductions de cotisation, alors que les études démontrent un impact beaucoup plus important lorsqu'elles sont ciblées. Ce qui est interpellant, c'est que la diminution du taux telle que vous l'appliquez réduit l'avantage comparatif dont profitent actuellement les travailleurs à bas salaire. Vous renforcez, par là, les pièges à l'emploi.

 

Vous vouliez également, disiez-vous, encourager les personnes qui travaillent. Malgré cela, votre projet de budget ne précise en rien les contours d'une réforme fiscale. Parce qu'on ne peut pas appeler une réforme fiscale ambitieuse le fait d'augmenter les frais forfaitaires. Pour nous, ce n'est pas cela une réforme fiscale ambitieuse, d'autant plus, rappelons-le, que de nombreuses personnes n'en bénéficieront pas, à savoir toutes celles qui sont en frais réels. Les bénéfices des "mesurettes" fiscales que vous mettez sur la table aujourd'hui seront, pour la plupart, largement engloutis, pour ceux qui travaillent, à la fois par le saut d'index ou par d'autres mesures qui viendront lourdement grever le budget des PME.

 

Est-ce efficace et équitable? Permettez-moi encore d'en douter quand on voit qu'il n'y a rien de majeur au niveau de la contribution des spéculateurs - singulièrement sur la spéculation compulsive - et des fraudeurs. Vous préférez laisser tranquilles les spéculateurs qui réalisent le "jackpot" à coup de quelques clics informatiques, plutôt que de soutenir ceux qui se lèvent le matin et qui travaillent 8, 9, 10, 11 heures par jour. Pourtant, la situation économique nécessite clairement un glissement de la fiscalité – et surtout une réduction du coût et de la fiscalité sur le travail – vers d'autres sources. Créer de l'emploi, oui c'est possible en réformant la fiscalité et en étant beaucoup plus efficace que ce que vous proposez.

 

"C'est inscrit dans l'accord de gouvernement". En même temps, au-delà de cette inscription assez vague dans l'accord du gouvernement, il n'y a rien, aujourd'hui, de concret sur la table. Et c'est assez incompréhensible.

 

"Plus tard!", a dit, hier, le premier ministre, lors de son grand oral de communication.

 

Si je me réfère à tout ce que l'on a entendu ces dernières semaines, on peut évidemment en douter. En effet, on a tout entendu dire sur le tax shift. On a entendu "oui". On a entendu "jamais". On a entendu "peut-être". On a entendu "pourquoi pas?". On a entendu "oui, mais non". On a entendu "non". En pratique, aujourd'hui, il n'en résulte pas grand-chose.

 

Pour ce qui concerne l'impôt des sociétés, aucune réforme n'est annoncée. Pourtant, le taux nominal en Belgique est l'un des plus élevés de l'Union européenne. Les possibilités de réduire l'impôt sont pourtant nombreuses. À quand une réforme des intérêts notionnels - qui, aujourd'hui, profitent pour une grande part aux grandes multinationales -, au profit des PME qui sont, rappelons-le, le moteur de notre économie? Quand allons-nous avancer vers une diminution de l'impôt des sociétés?

 

Nous avons déposé, via des propositions de loi, toute une série d'alternatives en matière de quotité exonérée d'impôt, mais visant aussi une modification des intérêts notionnels en vue de déductions pour investissement et la réduction de l'impôt des sociétés (ISOC).

 

Est-il possible de procéder à une réforme fiscale ambitieuse avec les moyens actuels? Oui. Elle devrait être à la fois beaucoup plus orientée sur les petites et moyennes entreprises, ainsi que sur l'augmentation du salaire poche. Nous sommes en mesure, aujourd'hui, de proposer et de débattre de ces alternatives, en tout cas je l'espère, dans ce parlement.

 

Pour ce qui concerne le saut d'index, je me suis déjà exprimée tout à l'heure. Je ne reviendrai donc pas sur le sujet. Cependant, je voudrais attirer l'attention sur le fait que si, comme vous l'avez dit, le saut d'index sera corrigé, ce seront les classes moyennes qui ne bénéficieront pas de la compensation par le biais de l'augmentation des frais professionnels forfaitaires – et je ne parle pas de ceux qui optent pour les frais réels – et qui seront directement affectées par cette mesure.

 

On entend des patrons de l'UCM qui s'expriment à titre personnel.

 

On a également entendu des économistes, qui ne sont pas des gauchos et qui ont clairement appelé le gouvernement à revoir cette mesure du saut d'index. Force est de constater que le gouvernement est resté sourd à leur demande. Ce ne sont pas seulement des propositions des syndicats; elles émanent aussi de certains patrons. Je crois qu'il serait sain qu'à cet égard le gouvernement cesse de s'arc-bouter, puisque les pistes ne sont pas simplement suggérées par l'un des deux bancs.

 

Un autre thème sur lequel on peut constater de grandes contradictions entre les objectifs gouvernementaux annoncés et les mesures qui sont prises est évidemment celui des pensions. Autant nous partageons, bien entendu, la priorité qui consiste à augmenter le taux d'emploi des 55-65 ans et à rehausser progressivement l'âge de départ réel à la retraite, autant les premières mesures que vous prenez – de surcroît, en fuyant la concertation sociale – visent clairement l'âge – les 67 ans – et la disparition de toutes les dispositions incitatives, qualitatives et positives destinées à améliorer le taux d'emploi des 55 à 65 ans – qu'il s'agisse du bonus pension, comme on l'a vu avec la loi-programme, ou des crédits-temps de fin de carrière.

 

Oserais-je rappeler ici que la fameuse Commission de réforme des pensions, où siègent des experts éminents, a pointé qu'en menant exclusivement une politique du bâton, vous alliez obtenir d'importantes sorties parallèles du marché du travail? Le professeur Hindriks annonce 40 à 60 % de sorties parallèles du marché du travail. Il en résulte qu'avec votre réforme des pensions, vous passez à côté de l'objectif qui consiste à relever le taux d'emploi des 55 à 65 ans. Or je suis persuadée que plusieurs personnes sont motivées et prêtes à travailler plus longtemps, pour autant que leurs conditions de travail soient améliorées sur le plan qualitatif. Votre stratégie et les mesures que vous proposez mettent à mal cette possibilité. Vous risquez de manquer l'objectif et d'aboutir à une augmentation du taux d'incapacité et à des sorties parallèles vers le chômage, alors que ces gens auraient pu accepter de travailler plus longtemps, mais à des conditions différentes.

 

Le Plan Tandem est un bon exemple de mesures alternatives. Beaucoup d'entreprises ont développé des mesures positives, avec des résultats positifs. On pourrait apprendre beaucoup et faire évoluer ce débat de façon positive en écoutant l'expertise des partenaires sociaux.

 

J'ai évoqué tout à l'heure le budget de la Justice et, singulièrement, les contradictions concernant la volonté de votre gouvernement de faire de la sécurité un enjeu prioritaire. Force est de constater que le secteur de la Justice, que vous mettez à mal au plan budgétaire, n'est pas le seul à présenter des contradictions. C'est vrai, vous avez rebaptisé le portefeuille du ministre de l'Intérieur, qui devient le ministre de la Sécurité, supposant marquer la priorité accordée par votre gouvernement. J'entends régulièrement dans les partis de la majorité le slogan "Plus de bleu dans les rues". Mais avec votre budget, ce sera "Moins de bleu dans les rues", c'est très clair.

 

Dans votre budget, la Justice a déjà les bras coupés mais pour la police, ce n'est pas piqué des vers non plus! Près de 10 % de la réduction du budget de la police fédérale et de la police intégrée; au lieu de 1 400 policiers supplémentaires par an, vous passez à 800 policiers supplémentaires par an, ce qui est largement insuffisant au bon fonctionnement des services de police et complètement contradictoire avec vos grandes déclarations et votre volonté d'augmenter la sécurité des citoyens. Faire plus avec moins, allez-vous dire! Mais nous l'avons déjà entendu!

 

On entend aussi que l'État veut manifestement se décharger de ses responsabilités sur le privé. C'est ce qui sous-tend la politique de ce gouvernement. Je pense que c'est une erreur puisque des fonctions aussi essentielles que la police et la sécurité dans notre société doivent rester dans les mains de l'État.

 

En matière de sécurité, je ne vais pas citer toutes vos déclarations sur la lutte contre le terrorisme et le radicalisme. Dans les mots et dans les verbes, c'est une priorité mais, dans le même temps, le budget de l'OCAM, qui est pourtant un organe essentiel, surtout actuellement, dans la détection des phénomènes terroristes, diminue de 17 %.

 

Même constat pour le Centre belge de cybersécurité. Même constat pour la dotation fédérale aux zones de police: elle est réduite. Vous déclarez plus de sécurité et, par le budget, vous préparez moins de sécurité.

 

J'aborderai encore deux domaines dans lesquels nous relevons de fortes contradictions: le gender mainstreaming et la mobilité.

 

En matière de gender mainstreaming, un seul membre du gouvernement sait-il que la loi de 2007 lui imposait, dès le début de la mise en place de ce gouvernement, d'analyser l'impact sur le genre de toutes les mesures décidées?

 

Certes, nous avons entendu ou lu les deux ou trois petites phrases sibyllines sur l'importance de mener une politique en faveur des femmes. En même temps, madame la secrétaire d'État, avez-vous mesuré l'impact particulier des mesures de l'ensemble des départements sur les femmes?

 

En matière de pension anticipée, les femmes seront davantage touchées par la mesure puisqu'en moyenne, leur carrière dure environ 35 ans contre 45 ans pour les hommes.

 

En matière de crédit-temps non motivé, avec un enfant de moins de 8 ans, on peut disposer d'un crédit-temps motivé, mais quand il devient ado, le crédit-temps est supprimé.

 

Au plan des niveaux de pension, les femmes sont surreprésentées dans les pensions les plus faibles avec 59 % de femmes bénéficiaires d'une pension de moins de 1 000 euros.

 

En ce qui concerne l'accès au deuxième pilier que vous invoquez en fuyant l'investissement sur le premier pilier, il faut savoir que seulement 18 % de femmes bénéficient d'un deuxième pilier de pension contre 45 % d'hommes. En outre, comme le secteur non marchand n'a pas accès à un deuxième pilier, elles seront impactées très négativement.

 

Quant à l'allocation de garantie de revenu, vous l'avez abaissée de moitié après deux ans, plus encore d'une moitié s'il s'agit d'une cohabitante. La réduction atteindra la valeur d'un mois de salaire.

 

Au-delà des mots contenus dans votre accord de gouvernement sur l'intention de mener une politique en faveur des femmes, le constat est clair: vous n'avez à aucun moment évalué l'impact de vos mesures sur la dimension du genre, ni au moment de la mise en place du gouvernement, ni au moment des hearings, ni au moment des notes de politique de chaque ministre, ni au moment de la confection du budget.

 

En fait, vous êtes complètement hors la loi de 2007 sur le gender mainstreaming.

 

Je ne sais pas si c'est parce que les femmes sont extrêmement minoritaires dans votre gouvernement, mais à tout le moins, c'est clairement interpellant. Au-delà du travail de la Banque nationale et du Bureau du Plan sur l'impact réel de l'ensemble des mesures de votre gouvernement, je pense qu'il serait bon que l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes puisse également donner une analyse, puisque vous n'avez pas jugé bon, dans aucun des départements, de respecter la loi de 2007.

 

01.137  Hervé Jamar, ministre: (…)

 

01.138  Catherine Fonck (cdH): Je dirais exactement la même chose sur le gouvernement wallon, mais à l'inverse du gouvernement fédéral, il a mesuré l'impact sur les femmes des mesures qui ont été décidées par le gouvernement. Je trouve d'ailleurs que dans les débats d'aujourd'hui, il est beaucoup question du président Hollande, il est beaucoup question du passé, on renvoie vers les autres gouvernements. Mais assumez-vous ce que vous faites dans ce gouvernement?

 

Pouvez-vous me répondre, maintenant, là, tout de suite? Avez-vous mesuré l'impact de toutes les mesures sur la dimension de genre? Je serais ravie de vous entendre sur le sujet. Mais je pense que la réalité, c'est que vous n'en avez aucune idée!

 

Je vais faire comme tout à l'heure M. Van Rompuy: c'est oui ou c'est non?

 

01.139  Hervé Jamar, ministre: (…)

 

01.140  Catherine Fonck (cdH): La politique du Calimero: c'est un peu dommage!

 

01.141  Laurette Onkelinx (PS): (…)

 

01.142  Catherine Fonck (cdH): J'ose quand même espérer qu'il a compris la question, mais je pense qu'il ne s'y est pas intéressé et qu'aucun des ministres de ce gouvernement ne s'y est intéressé. Je terminerai, et je n'en dirai qu'un mot, par la politique de la mobilité qui fait aussi l'objet de contradictions entre votre budget et les priorités annoncées.

 

Nous y reviendrons, comme pour une série d'autres sujets, lors des débats thématiques. À cet égard encore, les contradictions sont flagrantes entre ce que vous annoncez et votre budget. La ministre Galant dit: "Afin de continuer l'assainissement financier de la SNCB et d'Infrabel, je ferai en sorte que la SNCB et Infrabel soient en mesure de répondre à la demande croissante." Et un cumul – 663 millions en 2019 – mais un cumul sur la législature de plus de 2 milliards d'euros! Dans ces conditions, je me demande comment vous ferez pour répondre aux attentes de la clientèle. Sécurité, ponctualité, qualité des services sont importantes pour les usagers.

 

Je ne peux m'empêcher non plus, compte tenu de l'actualité d'hier, de citer vos propos concernant le RER: "La mise en exploitation du RER sera accélérée et intégrée dans le plan de transport de la SNCB." Madame, messieurs les ministres, Infrabel, hier, a manifestement approuvé le budget à son conseil d'administration et sur la base des indications du gouvernement, il a prévu, pour 2015, 170 millions d'économie mais surtout, il a décidé de ralentir les grands chantiers wallons dont le RER. Encore une contradiction! Vous n'avez pas l'air d'être au courant mais telle est la réalité. Vous êtes représenté à ces conseils d'administration; vous ne pouvez donc pas ne pas être au courant mais le moins que l'on puisse dire, c'est qu'entre ce que vous dites et ce que vous faites, il y a un gouffre et énormément de contradictions.

 

Plusieurs ministres nous ont indiqué au fur et à mesure des présentations des notes de politique générale ces dernières semaines – j'avoue que j'ai adoré – qu'ils avaient des exceptions. Les exceptions culturelles! Bien! Les exceptions scientifiques! Bien, importantes pour la création d'emplois! Les exceptions justice! On a essayé mais cela n'a pas été facile!

 

Et n'oublions pas les exceptions pour continuer à lutter de manière plus efficace contre la fraude sociale et la fraude fiscale. Mais patatras! Quand on lit les budgets – c'est interpellant, mais je ne vais pas ici revenir sur chaque ligne budgétaire –, la seule conclusion qui s'impose, c'est que les exceptions, il n'y en a pas. C'est la règle bête, méchante et linéaire. On coupe les têtes partout, on n'essaye pas de cibler des politiques pour qu'elles soient plus efficaces, on fait des économies sans chercher à ce que celles-ci soient faites de manière intelligente, en investissant au niveau de politiques prioritaires.

 

01.143  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Je voudrais vous interrompre très brièvement. J'ai aussi recherché dans le rapport ce que l'on disait sur la question des exceptions. Je retombe sur un propos de M. le ministre. Et comme Mme Sleurs est là, cela pourrait l'intéresser également. Je lis dans le rapport que le ministre précise bien …

 

(…): (…)

 

01.144  Catherine Fonck (cdH): Mevrouw de minister, dit is ook aan u gericht.

 

01.145  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Je profite de l'attention de Mme la ministre pour aborder avec elle un point sur lequel Mme Fonck insiste à raison et qui est en lien avec cette question de l'exception.

 

Le ministre des Finances nous a dit en commission – cela figure au rapport et c'est contraire à ce qui a pu être dit dans d'autres commissions – que la question de l'exception scientifique devait encore être débattue. Vous nous dites qu'il y a une exception scientifique au même titre que l'exception culturelle. Or, le rapport dit clairement – et ce n'est pas un propos de l'opposition mais du ministre – que l'exception scientifique doit encore être débattue au sein du gouvernement. C'est bien là la preuve qu'il n'y a pas d'exception scientifique. Mme Fonck a raison à cet égard aussi.

 

01.146  Catherine Fonck (cdH): Il n'y a manifestement pas de réaction de la part du gouvernement. Ce n'est pas la première fois!

 

On voit donc – et je pense l'avoir suffisamment développé – des contradictions et des incompatibilités non négligeables entre les intentions du gouvernement, les déclarations des différents ministres, les soi-disant priorités du gouvernement et la réalité de votre budget.

 

Monsieur le président, chers collègues, j'en viens à ma conclusion. Ce budget est-il crédible? (Non) Ce budget est-il équitable? (Non) Ce budget est-il efficace? (Non) C'est trois fois non! Nous ne soutiendrons dès lors pas votre budget.

 

Nous avons déposé des propositions de loi alternatives, notamment sur tout ce qui concerne la création d'emplois, la fiscalité mais également la réforme des pensions. J'espère que nous pourrons en débattre ici au parlement.

 

Monsieur le premier ministre, puisque vous entrez en séance, je terminerai mon intervention par un appel. Vous n'étiez pas là au début mais je ne reviens pas sur ce que j'ai dit. Même si je vous sens d'humeur taquine, je vais être sérieuse. C'est un appel car il y a de quoi être inquiet lorsqu'on voit la surenchère des déclarations et des expressions de votre gouvernement. Malgré votre rappel à l'ordre de votre dernier Conseil des ministres, il n'a pas fallu quelques heures pour qu'un de ses membres en remette une nouvelle couche.

 

Dans un grand exercice de communication, vous avez parlé hier d'un espace gigantesque de négociation. Ce n'est évidemment qu'un leurre car, en même temps, vous fermez la porte à ce qui fait partie intégrante classiquement du dialogue avec les partenaires sociaux.

 

Je crois que votre cap aujourd'hui consiste à vouloir passer en force. C'est vrai. Vous essayez de faire passer la pilule par vos propos. Depuis environ 8 semaines au gouvernement, vous ne cessez de parler de main ouverte mais il ne se passe pas un jour sans que l'un de vos partenaires, de l'intérieur ou de l'extérieur de votre gouvernement, referme cette main et clôt chaque fois l'espace de dialogue qu'il peut se créer. Pendant ces huit semaines, vous et votre gouvernement avez choisi d'aller à la confrontation plutôt que d'aller dans le dialogue. Pourtant, monsieur le premier ministre, vous êtes le responsable de la concertation sociale.

 

C'est vous qui êtes le garant du fait que cette concertation sociale pourra se tenir dans de bonnes conditions et qu'elle pourra aboutir, y compris en mettant des mesures fortes et concrètes sur la table de négociation. Nous sommes à mille lieues de là! C'est donc à vous, maintenant, de quitter cette voie de la confrontation et de revenir à celle du dialogue. Agissez! L'urgence aujourd'hui pour l'ensemble des Belges est de retrouver de la sérénité pour remettre le pays dans la bonne direction. Je suis d'accord sur le fait que des réformes sont indispensables mais elles doivent être efficaces, crédibles et équitables.

 

Tournez-vous également vers les partenaires sociaux car ils peuvent apporter beaucoup au débat grâce à leur expertise.

 

Si je peux me permettre une suggestion en guise de conclusion, je vous dirais de travailler avec les partenaires sociaux plutôt que contre eux. Oui, notre pays a de grandes potentialités et les partenaires sociaux peuvent être très positifs et très utiles.

 

01.147  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, voilà un peu plus de deux mois que votre gouvernement est en place et cela fait deux mois que le pays tourne au ralenti. Vous avez fait le choix d'une politique d'austérité et vous traduisez ce choix dans un budget qui se révèle injuste socialement, économiquement inefficace, déséquilibré fiscalement et sans ambition environnementale! Je reviendrai sur chacun de ces points mais permettez-moi tout d'abord d'évoquer la situation politique.

 

Nous sommes au surlendemain d'une grève nationale quasi sans précédent.

 

Le mouvement social s'étend de jour en jour, bien au-delà des seuls syndicats que vous brocardez régulièrement et que vous vilipendez en compagnie des membres de votre majorité.

 

Monsieur le premier ministre, il faut être aveugle pour ne pas percevoir le malaise qui s'accroît dans une frange de plus en plus importante de la population, qui connaît des difficultés à subvenir à ses besoins, à se loger, à se nourrir, à se soigner, à se divertir, à se déplacer, à s'instruire et aussi à travailler.

 

Sur quoi portent leurs principales revendications? J'en ai listé cinq. Premièrement, et si l'on écoute bien les messages qui sont envoyés, il s'agit du transfert fiscal; deuxièmement, du saut d'index; troisièmement, de la pension à 67 ans; quatrièmement, de l'aspect linéaire et aveugle d'une série d'économies affectant la SNCB, la Justice et les questions culturelles et scientifiques, on vient d'en parler. La cinquième dimension est peut-être la plus fondamentale: je veux parler de l'absence d'espoir que vous offrez aux jeunes et à ceux qui, aujourd'hui, cherchent du travail.

 

Examinons pour chacun de ces points quelles sont vos réponses. Au demeurant, nous avons déjà eu l'occasion d'entendre hier en primeur votre discours à la télévision.

 

La fiscalité sur le capital? Pas maintenant. L'Open Vld est intervenu tout à l'heure pour fermer cette porte.

 

Le saut d'index? Pas question de le revoir.

 

La pension à 67 ans est inefficace et, par ailleurs, entraîne des coûts supplémentaires pour la sécurité sociale. Votre réponse? Pas question, on n'en discute plus. Porte fermée.

 

Les économies linéaires? On garde le cap, et tant pis pour les conséquences sur le secteur de la justice qui sera incapable d'honorer ses factures. Et tant pis si les magistrats devront attendre pour percevoir leur salaire ou si, du côté de la SNCB, les voyageurs auront moins de places et qu'il y aura encore moins de trains dans les gares et moins de gares pour accueillir les citoyens qui ont choisi ce type de mobilité.

 

S'agissant de la question fondamentale de l'espoir et de l'avenir, votre réponse est très simple: il n'y a pas d'alternative. Comme si, au nom de cette sacro-sainte "main invisible", la seule option était, pour vous, de détricoter le modèle social et économique qui est le nôtre et de différer la réponse à apporter aux défis sociaux, environnementaux et climatiques.

 

Or, c'est faux! Il y a bien entendu une alternative. C'est un choix que de maintenir une fiscalité sur le travail beaucoup trop lourde! C'est un choix que de maintenir un saut d'index, alors que les citoyens réclament de ne pas pratiquer ce saut d'index! C'est un choix que vous faites de vouloir absolument maintenir le recul de l'âge légal de la pension à 67 ans alors que d'autres voies sont possibles pour augmenter l'âge effectif de la pension. C'est un choix que vous faites de retirer - je referai les calculs avec M. Wathelet, car c'est un spécialiste en matière budgétaire - non pas 663 millions en 2019, mais de manière cumulée, nous oscillons autour des 3 milliards d'euros.

 

En effet, aux 2,1 milliards dont vous parlez, le gouvernement s'est empressé de rajouter annuellement 150 millions d'euros décidés par le précédent gouvernement mais manifestement non appliqués. On oscille donc bien autour des 3 milliards d'euros de manière structurelle, alors que – c'est une question de choix politique – les embouteillages à l'entrée de Bruxelles, d'Anvers et des grandes villes coûtent économiquement au pays 8 milliards d'euros. Ce chiffre émane de la FEB.

 

Comment pouvez-vous dire, monsieur le premier ministre, que vous vous tournez vers la compétitivité des entreprises quand, au même moment, vous supprimez la seule alternative possible aux embouteillages, à savoir les transports en commun. Trois milliards d'euros d'économies structurelles dans le secteur de la mobilité, des trains au niveau fédéral, 3 milliards d'euros cumulés sous cette législature alors qu'au même moment, les embouteillages coûtent 8 milliards d'euros chaque année.

 

Ne vous en déplaise - et mon collègue Calvo vous l'a déjà dit tout à l'heure -, il existe une alternative! Il est facile, monsieur Van Rompuy de railler cette alternative, de provoquer des crispations autour de certains éléments. Mais si vous prenez le temps d'examiner l'équilibre qu'elle présente ainsi que les grands paramètres, les grandes options, vous remarquerez, monsieur Van Rompuy, qu'avant de travailler sur les dépenses et sur les recettes, il y a d'abord un choix politique fondamentalement différent de l'austérité: celui de l'investissement. D'autres que nous optent également pour ce choix.

 

Lorsque Jean-Claude Juncker, au niveau européen, estime que pour pouvoir imaginer un avenir à la Commission européenne et, partant, à l'Europe, il faut commencer aussi par un choix d'investissement. Dans le cas présent, il s'agit d'un choix d'austérité. Notre plan alternatif comporte des investissements dans l'efficacité énergétique, dans les transports, dans tout ce qui est porteur d'avenir et génère de l'emploi localisé chez nous.

 

C'est la raison pour laquelle, parce qu'il y a un investissement, les politiques nouvelles, dont vous ne parlez pas - et vous avez le chiffre puisque vous avez regardé le tableau -, se chiffrent à 10,527 milliards d'euros dans notre proposition alternative. Effectivement, derrière ce choix d'investissement, il y a une différence fondamentale avec le choix de l'austérité, avec le petit milliard de politiques réellement nouvelles que ce gouvernement dégage. Mais si vous ne mettez pas en place ce turbo dont nous parlons dans notre alternative, alors ne pensez pas que vous aurez des résultats suffisants dans 5 ans.

 

D'autres que nous le disent. En période de récession, en période de contraction économique, il faut que l'autorité publique investisse davantage qu'elle ne le fait dans d'autres périodes. Vous refusez cette alternative mais elle existe et elle est chiffrée. C'est la raison pour laquelle je tenais à bien présenter les axes de cette réforme-là.

 

01.148  Eric Van Rompuy (CD&V): Ik denk dat we allemaal voor investeringen zijn. Waarom zouden we daar tegen zijn? Op Europees vlak heeft men een groot pakket van meer dan 300 miljard dat men gaat financieren via leningen op pan-Europees niveau. Ik sta daar volledig achter, dat had al veel vroeger moeten gebeuren.

 

Hier in België berust de investeringspolitiek echter bij de Gewesten. De investeringspolitiek voor onder andere openbare werken, energie en schoolinfrastructuur situeert zich op gewestelijk niveau. Nu moeten we van Europa in het kader van de ESER-richtlijnen investeringen onmiddellijk cash betalen. Dirk Van Mechelen is hier aanwezig en hij kent die mechanismen zeer goed. Leningen voor investeringen worden nu in de schuld opgenomen. Zo komt men bij de discussie over de schuld en het evenwicht van de begroting. Naast de investeringen in wat gebouwen en in de NMBS zijn echter heel weinig investeringsmateries nog federaal. Ik begrijp dus niet goed hoe de federale overheid – we zijn hier toch in het federale Parlement – een relance kan teweegbrengen via investeringen. Dat is een gewestelijke bevoegdheid. Daar botst men op een probleem waarover John Crombez elke week tussenkomt. Men moet de scholenbouw opnemen in de begroting, men gaat een groot begrotingstekort hebben enzovoort. Hetzelfde geldt voor de Oosterweelverbinding. De investeringspolitiek is nu voor 90 % van de investeringen een gewestelijke bevoegdheid en er is nu de Europese verplichting om investeringen in de begroting op te nemen, waar ze vroeger via bijvoorbeeld PPS gefinancierd werden. Als u het hebt over uw groot alternatief om 10 miljard te investeren, dan heb ik er grote vragen bij of dat wel een oplossing biedt voor het federale niveau.

 

01.149  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur Van Rompuy, vous avez – je pense – bien fait de prendre un autre ton que celui que vous avez utilisé tout à l'heure. Vous entrez dans le débat sur les choix d'investissement et le rôle des entités fédérées. Et vous avez raison. Peut-être pas sur le chiffre – je ne sais pas si le chiffre de 90 % d'investissements régionaux sur le total des investissements est un chiffre bien précis –, mais quand bien même.

 

Prenez maintenant, avec la même sagesse, le temps de lire notre plan budgétaire dans le détail. Vous l'avez puisqu'il est accessible, à la différence du tableau du gouvernement. Nous l'avons diffusé, d'abord sur internet, puis nous l'avons rendu accessible à tout le monde, avant même d'avoir un problème de photocopieuse. Je voulais donc vous rassurer: il est accessible, monsieur le ministre du Budget.

 

(Brouhaha)

 

Monsieur Jamar, on parle de chiffres. Cela peut vous déranger, mais nous sommes dans un débat important avec M. Van Rompuy. Parler de chiffres avec M. Cheron, ce n'est pas toujours …(rires)

 

Monsieur Van Rompuy, je reviens vers vous sur la question des investissements. Dans notre plan d'investissement, nous prenons, bien entendu, exclusivement en charge la partie fédérale. Vous l'avez citée vous-même: la SNCB nécessite des investissements. L'efficacité énergétique pour les bâtiments, cela fait partie de notre plan, vous avez raison. Vous pouvez nous appuyer sur ce volet-là. L'énergie – et on en parle régulièrement avec le black-out – a aussi une dimension fédérale. Mais la même politique – le même choix d'investissement – doit effectivement être effectuée aussi au niveau des Régions. Ce ne sont pas dix milliards qui portent exclusivement en investissements; il y a, dans les dix milliards, les investissements nécessaires. Mais je n'ai pas dit que les dix milliards étaient les seuls investissements, j'ai dit qu'il y avait dix milliards de politiques nouvelles. D'ailleurs, certaines des lignes développées dans la proposition du gouvernement sont également reprises dans notre proposition. Sur les investissements, je suis heureux que vous puissiez rejoindre ce premier plan de l'alternative.

 

D'autres principes de notre alternative: le transfert fiscal. Je pense qu'il est urgent de pouvoir réaliser un vrai transfert fiscal des revenus du travail vers les revenus du capital. Là aussi, je m'adresse à vous parce que je sais que vous êtes un homme de dialogue quand vous le souhaitez. D'autres, dans votre propre parti, ont dit qu'on n'avait pas suffisamment pu voir dans le budget où le capital était appelé à contribuer. C'est vrai. Mais dans notre alternative, c'est quelque chose qui est présent.

 

Et quid des intérêts notionnels? Aujourd'hui, ils n'ont plus de sens, messieurs les ministres des Finances et du Budget.

 

Monsieur le premier ministre, mes propos ont l'air de vous choquer. Je vais vous lire un extrait des propos tenus par le père des intérêts notionnels, M. Colmant, parus dans Le Vif/L'Express, il n'y a pas si longtemps que cela.

 

Le journaliste lui posait la question suivante: "Le gouvernement fait-il trop confiance à la main invisible? D'aucuns déplorent, par exemple que l'on encourage les entreprises sans autre contrainte en matière d'emploi". Il s'agit ici d'une critique que nous formulons également.

 

Voici la réponse de M. Colmant, ancien collaborateur de M. Reynders: "C'est vrai ce qui s'est passé pour les intérêts notionnels que j'avais initiés à l'époque, et je plaide coupable. Je m'étais dit que le marché suivrait son propre chemin et créerait de l'emploi, ce qui ne s'est pas vérifié. J'ai fait une erreur de jugement …" – c'est le père des intérêts notionnels qui le dit – " … mais nous étions dans une époque où la recapitalisation des entreprises était l'enjeu principal. Cette critique n'est pas fausse, mais cela oppose l'économie du marché qui joue sur l'offre et une vision plus étatique".

 

Et il poursuit: "S'il y a des incitants fiscaux, aujourd'hui, on devrait les lier à l'investissement et à l'emploi. La rénovation de la Belgique devrait être conditionnée par un effort conjoint d'investissement et d'emploi, une simulation de la prise de risque et de l'audace".

 

C'est cela notre alternative, monsieur Van Rompuy, au-delà des chiffres. On pourra en reparler en commission. C'est cela que nous défendons dans notre plan alternatif.

 

Une alternative existe. Il appartient au gouvernement de s'en saisir aujourd'hui, au plus tard. En effet, on sait très bien – vous étiez présent, vous présidiez la commission – que les délégués européens sont venus nous dire que de toute façon, en mars, ce gouvernement devra représenter son budget. Profitez-en!

 

01.150  Hervé Jamar, ministre: (…)

 

01.151  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Une seconde session, c'est une évaluation, monsieur le ministre du Budget. Vous irez vous expliquer.

 

Toujours est-il qu'au mois de mars, ils regarderont si vous avez effectivement été capable de mettre en place les mesures nécessaires et suffisantes, ce qui n'est pas le cas, pour l'instant.

 

Puis-je vous inviter dans ce contexte-là, à prendre …

 

01.152  Hervé Jamar, ministre: (…) demande d'aller plus loin dans nos mesures. C'est cela, chez vous, le grand écart!

 

01.153  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, comme M. Jamar me pose une question, je vais lui répondre.

 

Nous savons qu'au mois de mars, un rendez-vous vous est fixé. Profitez des vacances de Noël pour regarder le tableau: vous y verrez des chiffres et un résultat en équilibre. Évidemment, ce budget fait des choix courageux, dont nous pourrions discuter. D'ailleurs, comme le disait Kristof Calvo, il n'est pas fermé et il reste plusieurs options possibles sur le "shift fiscal". Néanmoins, il s'agit d'avoir la volonté de s'y mettre.

 

Je conclus. Rappelez-vous ce cadeau que je vous ai offert lors de la première séance de commission où nous avons eu l'occasion d'échanger sur les lignes budgétaires et sur les orientations de votre politique générale. Nous vous avions dédicacé le livre de Thomas Piketty; profitez des vacances pour le lire. Vous verrez combien il est nécessaire aujourd'hui de suivre l'alternative que nous proposons.

 

Vous avez jusqu'en mars pour vous en rendre compte, mais vous n'aurez pas de troisième session: à part les conseils émis par l'Europe, il existe un mouvement social qui attend de vous d'autres réponses que l'austérité que vous avez choisie pour l'instant.

 

De voorzitter: Ik zou nu het woord moeten geven aan iemand van de Vlaams Belangfractie, maar er is niemand aanwezig. Bijgevolg krijgt de heer Maingain het woord.

 

01.154  Olivier Maingain (FDF): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, mesdames, messieurs, chers collègues, l'examen d'un budget et a fortiori du premier budget déposé par un gouvernement qui entre en fonction est toujours l'occasion d'avoir un examen plus approfondi des orientations économiques qui sous-tendent les choix budgétaires de la nouvelle coalition gouvernementale.

 

En somme, votre gouvernement est assez obnubilé par le modèle allemand, le prétendu modèle allemand. On l'a entendu souvent dans les interventions d'un certain nombre de dirigeants de cette coalition gouvernementale: le processus depuis Schröder jusqu'à Merkel de réforme du travail en Allemagne, les réformes portant sur le pouvoir d'achat et des salaires en Allemagne sont source d'inspiration, réformes que Mme Merkel tente encore de vendre ou d'imposer à tous les pays membres de l'Union européenne, et singulièrement aux pays de la zone euro.

 

Or, aujourd'hui, de très bons économistes en Allemagne remettent en cause ce prétendu modèle allemand. Je m'en réfère notamment à l'économiste Steffen Lehndorff, dans son ouvrage Le triomphe des idées fausses, dont le quotidien Le Soir a encore fait écho récemment. Il démontre qu'aujourd'hui en Allemagne, plus d'un travailleur sur cinq (soit 22 % des actifs) gagne moins des deux tiers du salaire moyen, ce qui est la définition d'un bas salaire. Aujourd'hui, l'Allemagne est confrontée à une perte de croissance économique substantielle. Dès lors, elle risque de ne plus jouer son rôle moteur dans l'Union européenne. Les meilleurs économistes démontrent que la perte de la croissance économique tient à la diminution du pouvoir d'achat des familles et des ménages allemands, en raison de la diminution des revenus du travail.

 

Ce signal d'alarme de plus en plus évoqué par les observateurs économiques doit nous amener à réfléchir sur la question de savoir si, en Belgique, s'inscrire dans la même logique ne va pas nous conduire à terme au même constat d'un risque d'atonie de l'économie de nos pays de la zone euro.

 

Quand on constate les dernières évolutions des indicateurs économiques, force est de reconnaître qu'en Belgique, la faible croissance du PIB relevée au deuxième trimestre de 2014, s'explique non seulement par une contribution négative des exportations au PIB mais aussi par une diminution des investissements et une diminution des revenus des ménages.

 

Dès lors, tout miser, comme vous le faites, sur le seul critère de la compétitivité des entreprises au détriment même des salaires est un choix économique qui conduira tôt ou tard à une impasse en Belgique comme dans le reste de l'Europe.

 

Certes, on ne peut pas négliger le problème de la compétitivité des entreprises; et j'y reviendrai. Mais aujourd'hui, votre choix économique, c'est de considérer que le salaire, et même le salaire net en poche, est l'ennemi de la croissance et du soutien à l'activité économique. Soit dit en passant, le gel des salaires a déjà été décidé par le précédent gouvernement.

 

Je suis toujours heureux d'entendre que le MR, c'est l'alternative, mais le MR a cohabité 19 ans avec le Parti Socialiste au gouvernement fédéral. L'alternative est très relative.

 

01.155  David Clarinval (MR): (…)

 

01.156  Olivier Maingain (FDF): Ha ben oui! La différence, monsieur Clarinval, c'est que je l'assume, mais que vous n'osez plus l'assumer aujourd'hui. C'est cela, votre tour d'hypocrisie. Mais ce n'est pas grave. Faites croire que c'est soi-disant l'alternative!

 

Le gel des salaires, en effet, a été décidé par le précédent gouvernement. Vous maintenez ce choix et vous l'amplifiez avec le saut d'index. Je me souviens d'un débat de M. Chastel avec M. Di Rupo; il se défendait avec une ardeur, un acharnement, en disant: "Jamais nous ne ferons de saut d'index!" Je peux aller revoir avec vous le débat sur la télévision communautaire.

 

01.157  Denis Ducarme (MR): Monsieur Maingain, nous sommes un peu surpris, sur ces bancs, du procès que vous faites au saut d'index, dès lors que vous l'aviez dans votre programme.

 

01.158  Olivier Maingain (FDF): Oui. J'avais le courage de dire ce que je ferais.

 

01.159  Denis Ducarme (MR): Vous allez le voter avec nous, alors.

 

01.160  Olivier Maingain (FDF): Ce n'est pas ce que vous faites. Je vais vous expliquer. Moi je protégeais tous les bas et moyens salaires, jusqu'à 3 500 euros. Il faut lire les programmes, il faut écouter. C'est là que cela vous échappe.

 

01.161  Denis Ducarme (MR): Tout était dans la nuance!

 

01.162  Olivier Maingain (FDF): Tout était dans la précision et la rigueur intellectuelle, qui vous échappe parfois, en effet.

 

01.163  Denis Ducarme (MR): Vous avez déposé un amendement, évidemment?

 

01.164  Olivier Maingain (FDF): En effet, dans mon programme, j'avais l'honnêteté intellectuelle, en campagne électorale, d'assumer ce que vous niiez. Je disais qu'en effet, jusqu'à 3 500 euros bruts, il faut garantir l'indexation des salaires, parce qu'il faut garantir le pouvoir d'achat des bas et des moyens salaires.

 

Mais, pour tous ceux qui gagnent plus de 3 500 euros, pour cette partie supérieure à 3 500 euros, j'ai le courage de dire dans mon programme – et je le maintiens parce que c'est socialement équitable et économiquement nécessaire – que l'on peut l'écrêter car votre traitement, comme le mien, ne doit pas être indexé à 100 %. Le traitement du gouverneur de la Banque nationale ne doit pas être indexé à 100 %. J'avais le courage de le dire mais j'avais également le courage de dire que le maintien du pouvoir d'achat des bas et des moyens salaires doit, lui, être préservé à 100 %, ce que vous ne faites pas.

 

Je vais vous donner des données chiffrées très précises car j'ai encore entendu hier soir M. Michel ne pas répondre clairement quant aux pertes de revenus pour les bas et moyens salaires à la suite du saut d'index et la faible compensation de la déductibilité des frais de manière forfaitaire.

 

Je prends deux exemples pour des revenus qui ne sont pas très élevés. Je prends tout d'abord l'exemple d'un isolé qui perçoit une rémunération mensuelle de 2 500 euros bruts, soit 30 000 euros par an, à supposer que le taux additionnel à l'IPP dans sa commune soit de 7 %, ce qui correspond à une moyenne sur l'ensemble des communes de ce royaume. Avec le saut d'index, il perdra 600 euros bruts, soit 330 euros nets et il gagnera 190 euros par le gain de la hausse des frais forfaitaires. La perte équivaut donc à 140 euros. Voilà le résultat de la perte à l'année.

 

Prenons maintenant un couple dont les revenus sont de 62 400 euros l'an. Estimons que l'un gagne 5 200 euros bruts par mois, l'autre 2 100 euros bruts par mois, toujours dans une commune où les centimes additionnels s'élèvent à 7 %. Ils perdent ensemble 1 752 euros bruts, soit environ 780 euros nets. Le gain de la hausse des frais forfaitaires n'est que de 250 euros dans ce cas-là. Ils ont donc une perte annuelle de 530 euros. Voilà des chiffres.

 

Monsieur le premier ministre, vous dites qu'ils sont totalement faux. Donnez-moi alors votre calcul! Cela ne me pose aucun problème. J'attends votre calcul.

 

01.165  Charles Michel, premier ministre: Monsieur le président, chers collègues, très simplement pour la sérénité et la qualité des débats.

 

Une discussion politique sur l'opportunité, sur l'option de réaliser ou non un saut d'index, je respecte parfaitement ce débat démocratique. Les partis se sont longuement exprimés sur le sujet et j'y reviendrai dans ma réplique tout à l'heure.

 

En ce qui concerne les chiffres, quand certains réalisent des estimations ou, madame Fonck, quand PricewaterhouseCoopers (PwC) réalise des estimations, je demande de prendre en considération plusieurs paramètres substantiels pour aboutir à des chiffres corrects.

 

Premièrement, l'indexation doit-elle intervenir dès le 1er janvier 2015? Non, si l'indexation intervient, ce sera au milieu de l'année, vers juin, juillet, voire septembre, en fonction des secteurs et en fonction des comités; jamais au même moment. Or les calculs que vous exprimez, comme ceux de PwC, partent du postulat que l'indexation interviendrait au 1er janvier 2015. Ce n'est pas correct.

 

Deuxièmement, le calcul des frais forfaitaires professionnels doit être effectué pour 2015 et pour 2016 puisque la mesure, comme annoncé dès le premier jour de la présentation du tableau forfaitaire au parlement, est échelonnée: deux fois 450 millions sur 2015 et sur 2016. En conséquence de quoi, pour tous les salaires inférieurs à 2 000 euros nets par mois, grâce aux mesures correctrices, il résulte un léger gain par rapport à l'hypothèse d'une indexation des salaires. Au-dessus de 2 000 euros nets par mois, il résulte une perte qui se situe autour d'une dizaine d'euros par mois en prenant en compte l'impact de la compensation fiscale décidée grâce aux mesures que nous voterons ce vendredi.

 

Voilà la réalité. Vous pouvez chanter tous les chiffres que vous souhaitez, je mets au défi chacun dans ce parlement de contester la véracité des quelques chiffres que je viens de présenter dès lors qu'on prend en compte le fait que l'indexation des salaires aura un impact dans le courant 2015, avec effet en 2016 pour ce qui concerne la compensation fiscale décidée dans le cadre des mesures préconisées.

 

01.166  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, cette réponse, le premier ministre l'a donnée hier à la télévision. Elle a été examinée par un professeur d'université qui, cet après-midi, a donné son analyse, ses propres chiffres et qui a contredit ce que vient de dire le premier ministre.

 

Monsieur le premier ministre, je termine, au moins provisoirement.

 

La question qui se pose est de savoir pourquoi, alors que plusieurs partis ont demandé en commission à recevoir ce calcul catégorie par catégorie de la population pour 2015, mais aussi pour 2016 – quand on est en année pleine, en vitesse de croisière – en sachant que c'est sur toute la carrière que la différence va peser, vous ne présentez pas les chiffres lorsque nous sommes réunis en commission et pourquoi, en bout de débat, vous nous en sortez de nouveaux qui n'ont rien à voir et qui sont contredits au demeurant par des professeurs d'université. Venez en commission et donnez vos chiffres et vos tableaux, puisque vous dites que vous les avez! Nous pouvons suspendre et regarder cela ensemble!

 

Vous affirmez certaines choses que nous ne pouvons pas vérifier. Comment peut-on vous faire confiance alors que les chiffres ne figurent pas dans les tableaux?

 

01.167  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le premier ministre, quand vous présentez les chiffres de cette manière, vous ne tenez évidemment pas compte du cumul annuel de la perte entraînée par le saut d'index. Un seul saut d'index n'a pas seulement un impact sur l'année en cours; il en aura aussi un tout au long de la carrière, mais aussi en termes de pension.

 

Ensuite, vous ne corrigez pas le saut d'index pour les classes moyennes. Vous le faites pour les bas salaires, mais pas pour les salaires moyens. Quand vous invoquez les frais forfaitaires, il ne s'agit pas d'une correction complète. Bien au contraire. De nombreuses personnes ne pourront pas en bénéficier, et en particulier toutes celles et tous ceux qui sont en frais réels.

 

Dès lors, venir expliquer que les chiffres de l'opposition, mais aussi ceux de PwC, c'est de l'intox, et que ceux que des experts nous communiqueront, c'en est également, simplement parce que ces derniers ne sont pas à vos côtés sur le banc du gouvernement, c'est – passez-moi l'expression – prendre un peu les gens pour des cons.

 

01.168  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, je partage l'analyse de Mme Fonck. Monsieur le premier ministre, de fait, le saut d'index se cumule et la réduction forfaitaire sera linéaire d'année en année. Autrement dit, avec votre réduction forfaitaire, vous n'absorbez pas le saut d'index qui se cumule. Je partage donc l'analyse de Mme Fonck. Pour le reste, on se rappellera que ce qui va peser sur le budget des ménages, ce n'est pas que le saut d'index, c'est aussi toute une série d'autres mesures, par exemple en matière de soins de santé.

 

Je ne vais pas répéter ce qu'ont dit M. Maingain ou Mme Fonck. Je suis également d'accord avec M. Nollet.

 

Malheureusement, monsieur le premier ministre, votre raisonnement ne tient pas!

 

01.169  Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le premier ministre, vous oubliez un autre élément qui me semble assez fondamental. Qui va payer cette augmentation des frais forfaitaires? C'est le travailleur lui-même! C'est indiqué comme tel dans l'accord de gouvernement, via une hausse de la fiscalité indirecte. Ne dites pas que cela compense le saut d'index puisqu'on le paie soi-même!

 

De voorzitter: Monsieur… mijnheer Calvo

 

01.170  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, wij zijn een gemeenschappelijke groep, dus u mag mij ook in het Frans begroeten hoor. Geen probleem.

 

Mijnheer de eerste minister, we komen nu toch wel op een heel belangrijk punt. Met minister Van Overtveldt hebben wij in de Kamercommissie voor de Financiën veel debatten gevoerd over de echte impact van die indexsprong en het verschil tussen de cijfers van de FOD Financiën en de cijfers van de regering. U verwijst vandaag opnieuw naar cijfers, waarover u kennelijk beschikt. Ik zie op uw tafel ook een tabel liggen. Het lijkt mij een heel goede zaak dat u die cijfers, die simulatie van de resultaten van de indexsprong, aan het Parlement bezorgt. U zet zich volop achter die maatregel. Welnu, maak die cijfers dan openbaar.

 

Mijnheer Van Overtveldt, wij hebben goede debatten gevoerd, maar het is een feit dat er nu cijfers beschikbaar zijn omtrent een simulatie van de indexsprong. In de Kamercommissie waar wij de begroting bespraken, hebt u die niet gegeven, ondanks ettelijke vragen van de oppositie. Dat begrijp ik niet en daar heb ik het moeilijk mee.

 

Mijnheer de voorzitter, ik stel voor dat die tabel gekopieerd en uitgedeeld wordt. Daarvoor hoeft de vergadering niet geschorst te worden; dat kan snel gebeuren.

 

De voorzitter: Ik geef het woord aan de minister van Financiën.

 

01.171 Minister Johan Van Overtveldt: Mijnheer Calvo, u verwijst naar het debat dat wij gevoerd hebben over de inschatting van de terugverdieneffecten van de indexsprong en de verschillen tussen de cijfers van de regering en van het Rekenhof. Het Rekenhof baseert zich op zijn beurt vooral op cijfers van de FOD Financiën.

 

U herinnert zich zeker nog dat uw vraag toen luidde waar dat verschil in hemelsnaam vandaan komt. Dat lijkt mij een belangrijk gegeven in het kader van de vraag die u nu stelt. Ik roep de voorzitter van de commissie voor de Financiën als getuige op, bij wijze van spreken. Wij hebben toen overnight, binnen de 24 uur, een zeer gedetailleerde berekening bezorgd – u zult zich die nota nog wel herinneren – om uit te leggen waar die verschillen vandaan komen. Dat had in essentie met twee dingen te maken. Eerst en vooral werden er verschillende databanken gebruikt, namelijk nationale rekeningen, RSZ-bestanden et cetera. Daarenboven is de manier waarop de indexsprong zich ontrolt een complex gegeven, afhankelijk van cao’s, het tijdstip waarop de indexsprong plaatsvindt, de timing en dergelijke.

 

Ik herinner mij nog zeer goed, toen wij heel die uitleg gegeven hadden, dat uw enige conclusie luidde dat er een verschil is. Excuseer mij als ik dat nu misschien een klein beetje brutaal zeg: het was net het punt van de hele oefening dat wij dat verschil hebben uitgelegd.

 

Ik vind het van u dus niet correct als u beweert dat de regering geen cijfers overhandigt. De regering geeft die immers wel, de regering legt uit en beargumenteert. Daar moet u natuurlijk wel naar willen kijken.

 

01.172  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, daar ging het niet over. Dit was uw oefening en u hebt geargumenteerd waarom uw cijfers verschillen van die van de FOD Financiën. De FOD schat de impact van de indexsprong sterker in dan de regering.

 

De heer Michel heeft echter nog een ander document voor zich. Hij citeert nieuwe cijfers over de indexsprong voor de gezinnen en voor de volledige periode. Wij hebben u die cijfers trouwens gevraagd. U hebt een methodologische achtergrond geschetst, maar niet de impact voor de gezinnen jaar na jaar. De eerste minister beschikt over andere tabellen en documenten. Ik stel dan ook voor dat hij die bekendmaakt. U bent trots op de indexsprong, die u een fantastische maatregel vindt. Leg dan die cijfers op tafel, dan kunnen wij ze verifiëren.

 

De voorzitter: Mijnheer Calvo, de leden van de regering horen u en uw opmerkingen. Als zij niet reageren, kan ik hen daartoe onmogelijk verplichten.

 

01.173  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Het zou niet raar zijn, mocht een Kamervoorzitter een vraag van een Parlementslid ondersteunen. Het is niet verboden om die vraag te ondersteunen, mijnheer Bracke. U zou de eerste minister kunnen oproepen om die cijfers en documenten ter beschikking te stellen.

 

De voorzitter: De leden van de regering hebben uw vraag gehoord.

 

01.174  Charles Michel, premier ministre: Monsieur le président, je n'ai pas du tout l'intention de participer à du théâtre ou à du cinéma. Les débats parlementaires méritent de la sérénité, du sérieux. M. Maingain a exprimé des ordres de grandeur que je conteste formellement. J'ai expliqué les arguments sur la base desquels je conteste les chiffres cités par M. Maingain. Libre à vous de ne pas être convaincu par le raisonnement.

 

Nous aurons dans ce parlement, à de multiples reprises, l'occasion de débattre de la politique économique et sociale de ce gouvernement. Personnellement, je souhaite que l'on puisse poursuivre les débats sur les questions budgétaires.

 

01.175  Olivier Maingain (FDF): Monsieur le président, hier dans une émission, j'ai entendu le premier ministre dire sans cesse "en toute transparence, je vous dis les yeux dans les yeux". Je crois avoir entendu cette formule, qui avait dû être préparée par ses coachs en communication, au moins une demi-douzaine de fois.

 

01.176  Charles Michel, premier ministre: (…)

 

01.177  Olivier Maingain (FDF): Cela n'a rien d'arrogant! C'est tout simplement le rappel de vos propos! Si vous n'aimez pas être cité, je crains que vous ayez un problème. Mais ce n'est pas moi qui ai un problème.

 

Vous disiez donc à plusieurs reprises "en toute transparence". Je veux bien entendre que vous contestiez des chiffres, mais donnez-les! C'est quand même votre devoir d'exécutif devant le parlement de mettre toute l'information sur la table et d'éventuellement permettre à des experts d'analyser vos données. Et même lorsqu'un expert d'université conteste vos chiffres, vous dites que c'est lui qui se trompe!

 

En somme, ce que vous nous dites aujourd'hui me rappelle ce que vous disiez au cours de la campagne électorale à propos de la réforme fiscale proposée par le MR. Je me souviens du dernier débat entre présidents de parti diffusé sur RTL. D'ailleurs hier soir, un petit extrait a été repris, dans lequel vous annonciez avec aplomb et sérénité - et sans arrogance -, que vous pouviez garantir à une certaine catégorie de revenus 350 euros nets/mois de revenus complémentaires sans que cela ne coûte au budget de l'État. C'était vertueux! Sans que cela ne coûte quoi que ce soit au budget de l'État! Parfaitement! Allez revoir l'extrait sur RTL-TVI!

 

Votre réforme fiscale n'allait rien coûter! Elle était vertueuse par elle-même. On se demande pourquoi, si elle était si vertueuse, vous ne l'avez pas inscrite dès le début dans votre déclaration de politique générale, dans votre accord de gouvernement. Où sont passées vos promesses électorales? "La création d'un taux de 0 % pour la première tranche de revenus jusqu'à 13 000 euros" ce après quoi vous avez dû adapter quand la KUL a apporté des corrections sur l'estimation budgétaire de ce coût. Vous avez alors dit que cela visait les salaires jusqu'à 50 000 euros.

 

Où est passée votre réforme fiscale disant que le seuil à partir duquel un euro sur deux gagné par le travailleur est uniquement de l'impôt devrait être substantiellement diminué? Où êtes-vous passé avec votre réforme fiscale annoncée par le MR - réforme toujours vertueuse, qui ne coûtait rien au budget de l'État -, pour supprimer les tranches d'imposition de 30 et 45 %? Où est passée votre réforme des niches fiscales? Je pourrais encore parler de la TVA! Je me souviens avoir été avec vous voir des motards. Urbi et orbi on allait réduire la TVA à 6 % sur tous les équipements de motards dès l'entrée en fonction d'un nouveau gouvernement! Où est passée la suppression de la cotisation de solidarité sur les pensions, dont M. Bacquelaine a fait un cheval de bataille ici pendant des années? Nous étions ensemble, je le soutenais. Il avait raison! Où est-ce passé?

 

(…): (…)

 

01.178  Olivier Maingain (FDF): Il était justement bien placé pour supprimer la cotisation de solidarité. C'était un de ses thèmes privilégiés.

 

Vous avez annoncé tout cela durant votre campagne électorale et il y a des gens qui vous ont cru! Beaucoup de gens ont sans doute cru à la réforme fiscale que vous alliez réaliser en allégeant substantiellement les charges fiscales sur les revenus du travail. Et vous ne le faites pas! Vous ne le faites pas parce que vous n'avez pas d'accord dans votre majorité sur les nécessaires compensations budgétaires. C'est ça la différence! L'honnêteté intellectuelle voulait qu'on dise, en campagne électorale, comment on compense sur le plan budgétaire ces allégements de la fiscalité sur les revenus du travail.

 

01.179  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, le débat est très intéressant et le premier ministre y est entré en essayant de contester les chiffres, une fois de plus.

 

Monsieur le premier ministre, je voudrais que vous puissiez vous rendre compte de la situation dans laquelle le débat s'inscrit. Hier, vous annoncez en télévision que les gens vont y gagner, en tout cas une certaine catégorie de la population. Aujourd'hui, on vous démontre l'inverse et vous prenez la parole dans ce parlement pour nous dire que vous avez vos chiffres et que vous pouvez nous démontrer que ce n'est pas le cas. Qu'est-ce qui vous empêche, qu'est-ce qui vous retient, qu'est-ce qui vous gêne dans le fait de nous donner ces chiffres puisque vous êtes tellement sûr de vous-même? On peut regarder par catégorie de personnes, année après année, la situation réelle, l'impact réel de votre saut d'index – non pas en termes macroéconomiques, nous avons eu le débat avec M. Van Overtveldt – mais en termes microéconomiques, pour le portefeuille des gens.

 

Quel impact ce saut a-t-il pour les familles, pour les citoyens? Si vous voulez pouvoir répondre aux critiques, monsieur le premier ministre, donnez le tableau!

 

Peut-être est-ce parce que vous n'êtes pas certain de votre réponse que vous continuez à affirmer sans démontrer les choses! Donnez ce tableau. Ce serait si simple! À défaut, on ne pourra plus vous faire confiance à cet égard.

 

01.180  Olivier Maingain (FDF): Je rappelle également que le Bureau fédéral du Plan avait annoncé que l'indexation prendrait effet, en tout cas pour le secteur public, au mois de février. D'ailleurs, quand vous dites aux autres pouvoirs que grâce au saut d'index, ils gagnent éventuellement une non-dépense, indépendamment de ce montant gagné par d'autres niveaux de pouvoir …

 

01.181  Laurette Onkelinx (PS): Il y a des impacts sur les additionnels communaux.

 

01.182  Olivier Maingain (FDF): Je prends le raisonnement qu'on me donne. Bien entendu qu'il y a des impacts sur les additionnels communaux et ainsi de suite. Mais indépendamment de l'évaluation de ce saut d'index quant à la réalité du financement des pouvoirs publics inférieurs ou subordonnés, la vérité est que ce calcul vaut à partir de février. Vous le calculez dès février et non pas à partir du second semestre de l'année. Il faut donc être cohérent dans votre raisonnement.

 

Si ce que vous prétendez être un avantage d'un côté à partir du mois de février ne l'est plus pour la même période quant au calcul de la réalité des conséquences fiscales pour le contribuable, vous faussez continuellement les bases de comparaison.

 

Je reviens donc avec vos promesses électorales en matière fiscale. Où sont-elles? Elles ne sont pas là alors que vous prétendiez qu'elles étaient vertueuses et qu'elles ne demandaient pas de compensations budgétaires. Vous vous rendez compte aujourd'hui qu'elles n'étaient pas tenables sur le plan budgétaire et qu'elles demandent bien des compensations!

 

Vous ne voulez pas ouvrir un débat que même le Conseil supérieur des Finances, qui n'est pas un organe contestataire par définition, préconise. Qu'a proposé le Conseil supérieur des Finances, si j'ai bonne mémoire, dans son rapport de septembre dernier? Uniformiser par exemple les taux de fiscalité sur les revenus mobiliers à 25 %, ce qui ne serait pas assassin sur le plan de la fiscalité. Je ne suis pas pour une fiscalité confiscatoire des revenus mobiliers; je ne suis pas pour une fiscalité qui découragerait l'épargne et les investissements.

 

Un taux uniforme de 25 %, c'est vrai, c'est un gain de 1,1 milliard de recettes supplémentaires pour l'État que vous pouvez alors affecter à une diminution de la fiscalité sur les revenus du travail. Parce que, la vérité, c'est que le travailleur ne verra quasiment rien – à l'exception, peut-être, d'une petite catégorie, et encore! – de vos adaptations pour son revenu du travail. Vous avez d'ailleurs fait un choix de réduction linéaire des cotisations de sécurité sociale que même le président de l'Union des classes moyennes dénonce. Je relisais les déclarations de M. Godfroid, je vais vous les retrouver, c'était assez cinglant par rapport à votre proposition de réduction linéaire des cotisations de sécurité sociale.

 

J'ai aussi lu la réponse du ministre qui dit "C'est le taux nominal qui attire les investisseurs", sauf que 75 % des emplois en Belgique sont créés par les PME, bien plus que par les investisseurs étrangers.

 

Et que dit M. Godfroid dans une tribune libre - ce n'est pas quelqu'un qui vous est éloigné, que je sache -: "Si l'on veut soutenir les PME qui créent plus de 75 % des emplois dans ce pays, si l'on veut répondre au problème du chômage qui frappe majoritairement les personnes les moins qualifiées, il faut aussi et surtout réduire les charges patronales sur les salaires modestes. Pour l'économie et l'emploi, on ne peut pas se contenter d'une mesure, certes spectaculaire, mais qui profiterait largement aux grandes entreprises. Laisser les PME de côté serait contraire à la logique et aux promesses électorales". Deuxième prise en défaut de vos engagements électoraux fondamentaux.

 

Je résume: votre maître mot c'est l'abaissement de la fiscalité et de la parafiscalité sur les revenus du travail. Et bien moi, je vous mets au défi de me prouver, au terme de votre déclaration gouvernementale et au terme de votre budget 2015, que vous avez atteint l'objectif que vous avez annoncé sur les antennes de RTL-TVI en cours de campagne électorale, à savoir qu'un couple qui gagne environ 60 000 euros bruts par an, verrait pour chacun des deux conjoints un gain net de 350 euros par mois. Ça c'était votre engagement; j'attends que vous me le prouviez au terme de votre déclaration; j'attends vos chiffres!

 

01.183  Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Bonsoir tout le monde. Goedenavond iedereen. Aujourd'hui, je viens aussi pour accomplir une promesse. Ces dernières semaines, j'ai beaucoup circulé dans le pays.

 

Ik heb België een beetje doorkruist, voor de sociale strijd.

 

Dans les combats sociaux, dans les cafés, dans les familles, j'ai rencontré beaucoup de monde. Chaque fois, j'ai rencontré des gens qui m'ont dit: "Raoul, j'ai envie que tu ailles leur dire. Il faut que tu ailles leur dire à tous ces ministres, ce que nous vivons."

 

Au cours de ces rencontres, je me suis permis de prendre note de l'ensemble de leurs petits messages dans un petit carnet rouge. C'est un peu moins cher qu'un Atoma. J'ai pris note de leurs différents messages de manière à ce que je puisse vous les exprimer ici aujourd'hui au parlement.

 

Beaucoup de débats traversent notre société. C'est très positif. Notre démocratie s'en trouve redynamisée.

 

Er is geen bedrijf, er is geen familie, er zijn geen vrienden waar niet gediscussieerd wordt over het politiek programma, over de Belgische politiek, en dat is heel positief voor onze democratie.

 

Je pense, messieurs les ministres, que vous ne comprenez pas bien à quel point le débat se répand aujourd'hui dans l'ensemble de la société. Vous seriez très surpris du résultat de la mobilisation qui va naître dans les semaines à venir.

 

Het eerste verhaal dat ik wil vertellen gaat over Bea uit Antwerpen, 42 jaar. Mijnheer de eerste minister, Bea zegt dat de regering en Bart De Wever moeten stoppen met te zeggen dat wij allemaal op dezelfde tak zitten. Op de tak waarop zij leeft, moet zij elke ochtend om 06 u 00 klaarstaan om de hele dag te werken voor 1 450 euro netto. Dat is iets anders dan de tak waarop Marc Coucke leeft, Marc Coucke die zojuist 1,5 miljard euro in zijn zakken heeft gestoken en daarop 0 euro belastingen heeft betaald. Ze zei: “Zeg van mij tegen Charles Michel”, en ik zeg het u vandaag, “dat wij het beu zijn dat de regering alles voor de rijken doet en niets voor de gewone mensen.” Wel, Bea, ik heb het hem gezegd.

 

Ik denk dat Bea gelijk heeft. Wij zien vandaag dat er een groot debat is in de samenleving en dat de inspanningen echt oneerlijk verdeeld zijn. Meer dan 20 % van de Vlamingen zeggen dat.

 

Les efforts sont mal répartis. Les efforts sont toujours supportés par les mêmes petites épaules, alors que ce sont les grandes épaules qui devraient les supporter.

 

Si je voulais vous rapporter cette histoire aujourd'hui, monsieur le premier ministre, c'est parce qu'il faut arrêter de faire croire que tout le monde est égal devant l'austérité: 840 familles possèdent 84 milliards d'euros dans notre société en Belgique. Qu'on arrête de dire que tout le monde est sur le même bateau! Qu'on arrête de dire aujourd'hui à quel point les efforts sont équitablement répartis.

 

M. Piketty, économiste renommé que vous connaissez certainement, le démontre point par point. L'évolution, les décisions politiques et fiscales prises ces 30 dernières années – je vous rejoins en disant que des mesures injustes ont effectivement déjà été votées –, cette évolution fait que c'est la petite élite au-dessus de la société, soit 1 à 2 % de la population, qui profite aujourd'hui le plus de l'ensemble de nos mesures. Je pense qu'aujourd'hui, c'est ce débat de société qu'il faut pouvoir remettre en cause. Non, nous ne sommes pas tous sur le même bateau! Aujourd'hui, beaucoup de travailleurs travaillent dans les cales tandis que beaucoup de gens riches sont au-dessus, sur le pont tranquillement en train de naviguer au soleil.

 

Permettez-moi de vous citer une deuxième petite anecdote. Je rencontre Ahmed de Liège, 52 ans, à un piquet de grève. Écoutez ce qu'il me dit! "Il y a 30 ans, on nous disait déjà qu'il fallait faire des efforts pour atteindre le bout du tunnel et que c'était pour le bien de nos enfants." Il parle évidemment des années 80. "Aujourd'hui, 30 ans plus tard, c'est à mes propres enfants que l'on raconte exactement la même histoire, qu'il faut faire des efforts pour sortir de la crise." Monsieur Michel, je voudrais vous dire - Ahmed, je le dis à ta place: arrêtez de venir chercher chez nous les solutions à la crise. Vous voyez bien que cela ne marche pas. Je pense qu'il y a une vérité populaire là-dedans. Depuis 30 à 35 ans, on fait croire aux gens que la fin du tunnel est proche, qu'on va y arriver, qu'il faut encore un petit peu se serrer la ceinture et qu'in fine, on arrivera à sortir de la crise. Or, depuis 30 ans, on ne sort pas de la crise. Je pense qu'il est temps de se poser la question de savoir pourquoi.

 

La raison est très simple, c'est que les mesures d'austérité nous mènent en droite ligne vers la crise. Nous avons déjà évoqué les mesures imposées en Allemagne, qui était encore le grand exemple de la Belgique voici un an ou deux. La locomotive allemande est en panne. Pourquoi? Parce que les salaires ont été compressés en Allemagne. Cela nous mène en droite ligne vers la récession.

 

Or, aujourd'hui, on nous dit: "C'est super! Avec tous les efforts consentis, il n'y a déjà plus que 2,9 % d'écart salarial." Je vous pose dès lors la question suivante: qu'est-ce qui vous fait penser que la France, l'Allemagne et les Pays-Bas ne vont pas prendre exactement les mêmes mesures qu'ici en Belgique pour être, eux aussi, encore plus compétitifs?

 

Que ferons-nous dans un an, quand le rapport démontrera que la concurrence salariale nous pousse à nouveau vers le bas? C'est exactement dans cette spirale que nous mène votre politique.

 

Een ander voorbeeld dat de heer De Wever, burgemeester van België, vaak naar voren brengt, is Nederland. In Nederland zou alles beter gaan. In Nederland zouden alle maatregelen de economie beter doen draaien. Wat gebeurt er in Nederland? Ze hebben daar de lonen gewoon kapotgemaakt, ze hebben verschillende openbare diensten geprivatiseerd en ze hebben met de pensioenen van de mensen op de beurs gespeeld. Wat gebeurt er nu? Een echte recessie, met -3,8 % van het binnenlands product voor dit jaar. Waarom wilt u hier dezelfde oplossingen toepassen als in Nederland? Wij stevenen recht op de afgrond af.

 

Troisième anecdote: Geoffrey, que j'ai rencontré à Charleroi. Il était chaud, je vais donc recadrer son propos. Il travaille à Caterpillar. Je le cite: "Monsieur le premier ministre, on en a marre de vos cadeaux à toutes ces multinationales. Cela fait des années qu'on fait des cadeaux à toutes ces entreprises, soi-disant pour créer de l'emploi. Pourtant, elles continuent de licencier. Ne voyez-vous pas qu'on va droit dans le mur?"

 

Vous l'aurez sûrement lu dans la presse ce matin, le PTB a sorti une nouvelle étude publiée par les éditions du groupe Sudpresse. Mon collègue M. Marco Van Hees, ici présent, en est l'auteur avec notre service d'étude. Ils ont analysé le top 1000 (les 1 000 plus gros bénéfices) des entreprises en Belgique. Nous y avons déjà révélé qu'au nom de la concurrence fiscale, au nom de la création d'emplois, le taux d'imposition de ces 1 000 plus grandes entreprises en Belgique est de 6,7 %. Allez trouver n'importe quelle PME – il faut le dire, parce que vous prétendez les défendre –, elle paiera plus de 6,7 % d'impôts.

 

Souvent, vous invoquez que c'est pour créer de l'emploi. Alors, nous avons analysé l'utilisation des bénéfices de ces entreprises. Sur 48 milliards de bénéfices réalisés par ce top 1000, 50,2 %, 24 milliards d'euros sont reversés sous forme de dividendes et ne retournent pas dans l'économie réelle. L'ensemble des cadeaux que vous donnez à toutes ces entreprises se retrouveront dans les mois à venir tout simplement sur les comptes en banque des actionnaires, et pas du tout investis dans l'économie réelle pour créer de l'emploi.

 

Je finirai par la question des pensions, qui me tient évidemment à cœur. Je regrette un peu que le ministre des Pensions ne soit pas présent. Encore une anecdote.

 

Twee weken geleden stond ik bij het piket van Aviapartner in Zaventem. Johnny uit Vilvoorde, 36 jaar, zei me dat hij dagelijks 4 tot 5 ton bagage versleurde, vaak in heel moeilijke omstandigheden. Wie een vliegtuig laadt moet op zijn knieën in het vliegtuig zitten. “Mijnheer de eerste minister, ik moet u hopelijk niet uitleggen hoe zwaar dat is op lichamelijk vlak. Wat wilt u doen? Ons nog langer doen werken. Ik zie hier dagelijks oudere collega’s die doodmoe doorwerken. Waarom maakt u geen plaats voor jongeren in onze bedrijven, mijnheer de eerste minister?”

 

Wel, Johnny, ik heb het gezegd, ik heb de boodschap doorgegeven. Ik meen dat Johnny gelijk heeft. Het is onlogisch dat wij vandaag in een land als België, waar 600 000 mensen werkloos zijn, aan de ouderen vragen om langer te werken. De heer Bacquelaine antwoordt hierop iedere keer dat er in landen waar er langer gewerkt wordt minder werkloosheid is. Dat is totaal fout. Wij hebben met het studiebureau van de Partij van de Arbeid een analyse gemaakt van wat er in Zweden gebeurd is. In Zweden werd in 2000 de maatregel ingevoerd om het einde van de loopbaan in proportionaliteit te brengen met de leeftijd. In Zweden werden dus langere loopbanen ingevoerd in 2000. Tussen 2000 en 2014 steeg de werkloosheid bij de jeugd van 10 % tot 24 %. Het Zweeds model toont dus één zaak aan, met name dat ouderen langer doen werken meer jeugdwerkloosheid creëert.

 

Als de heer Bacquelaine zegt dat de werkloosheid daar lager is dan in andere landen, dan heeft hij gelijk. Wij moeten echter geen link maken tussen de maatregelen om langer te werken en de jeugdwerkloosheid. Hij stelt de vraag waarom in de Scandinavische landen de jeugdwerkloosheid gemiddeld lager ligt. Dat is helemaal niet omdat daar langer gewerkt wordt. De enige reden waarom er in Zweden en Denemarken minder jeugdwerkloosheid is, is dat in Zweden onder andere een vermindering van de arbeidsduur werd ingevoerd. Daarom zijn er meer jobs. Waarom is er minder werkloosheid in Denemarken? Omdat in Denemarken meer dan 50 % van het binnenlands product naar openbare diensten gaat. Daar gaat het over, daarom is er in de Scandinavische landen veel minder werkloosheid.

 

Monsieur le premier ministre, je terminerai par l'argument ultime que vous mettez en avant, l'argument ultime qui provient en droite ligne de l'Angleterre des années 80: il n'y a pas d'alternative, "there is no alternative". Les anciens nous racontent qu'à cette époque, Mme Thatcher nous rebattait les oreilles avec son "il n'y a pas d'alternative" et nous avons maintenant la version belge.

 

Si, il existe des alternatives à la politique actuelle. À condition d'ouvrir le débat. La question posée maintenant est de savoir où trouver l'argent.

 

Pourtant, Marco Van Hees et moi-même étions contents que le budget contienne deux petites mesures destinées à récolter du capital – bel effort, monsieur Jamar pour ces deux petites mesures –: la taxe bancaire et la taxe Caïman. Malheureusement, ces deux petites mesures ont été mises au frigo. Quelle déception!

 

Je plaide pour un débat de fond sur la fiscalité. Je sens que les avis sont très divergents, mais qu'il existe une pluralité d'avis sur le sujet, ce dont nous nous réjouissons.

 

Voilà six ans, lorsque nous avons lancé avec le PTB notre campagne sur la "taxe des millionnaires", nous étions seuls avec des organisations sociales et certains autres partis de gauche. Cette campagne était une forme de campagne d'éducation populaire à travers la Belgique et nous sommes aujourd'hui contents que, pour la première fois, ce débat concernant l'impôt sur la fortune se retrouve au parlement. C'est important.

 

Ik ben heel blij om te horen hoe men daar bij CD&V heel open voor staat. Tine Van Rompuy was en is nog altijd meter van onze campagne inzake de miljonairstaks. Het zou natuurlijk een grote vreugde zijn, Eric, mocht u samen met ons kunnen meestappen in onze campagne voor de invoering van de miljonairstaks in België.

 

De vraag wie de crisis zal betalen, is zeer belangrijk. Ik hoor de heer De Croo zeggen dat er geen vermogensbelasting kan komen zonder aan de middenklasse te raken. Mijnheer De Croo, de Partij van de Arbeid heeft een oplossing voor u! Met ons voorstel omtrent de miljonairstaks raken wij de middenklasse helemaal niet. Wij willen met de miljonairstaks echt de übertop, de 2 % rijkste gezinnen raken. Bij de 88 000 gezinnen die meer dan 1,5 miljoen euro bezitten, daar moet het geld worden gehaald. Het geld moet niet worden gehaald bij de middenklasse, die heeft gewerkt voor haar geld. Laten wij het geld gaan halen bij al wie boven 2 miljoen zit, bij wie vandaag renteniert, bij de fortuinen die slapen en die u niet zult activeren om de middelen in de economie te pompen. Met onze miljonairstaks kunt u zeker op 6 tot 7 miljard rekenen. Dat zorgt ervoor dat u dat geld niet moet gaan halen bij de arbeiders en de bedienden in dit land.

 

Je conclurai mon intervention en revenant sur le moment historique que nous vivons aujourd'hui. Je puis vous témoigner, monsieur le premier ministre, qu'il se passe sur le terrain quelque chose qui est très nouveau pour moi, à savoir une prise de conscience et de confiance d'une classe sociale en ses propres forces pour pouvoir faire reculer un gouvernement. Cela fait quinze ans que je milite, je n'avais jamais senti cela. Les plus anciens ne l'avaient plus senti depuis les années septante. Il y a aujourd'hui une classe sociale qui est en train de se rendre compte que si elle ne se bat pas pour ses acquis, la vision du gouvernement consistera non seulement à les leur retirer, mais aussi à les priver de ce droit de résistance sociale.

 

Ik hoorde Bart De Wever, en daarnet ook de heren Ducarme en Dewael, zeggen dat er niets meer moet zijn tussen de regering en de bevolking; dat, omdat wij één keer gestemd hebben, er geen recht meer is voor het middenveld om tussen te komen in het democratisch proces. Daarover gaat het. Dat is de achtergrond van de discussie vandaag. Een samenleving zoals de N-VA die wil, waar alleen de regering over alles beslist en het middenveld totaal aan de kant wordt geschoven. Wel, zo’n samenleving willen wij niet.

 

Une telle société, nous n'en voulons pas: une société où les relations sociales sont brisées. Je vous le dis, quand la classe des travailleurs commence à reprendre conscience et confiance en elle, elle est capable de soulever des montagnes. En 1886, quand, dans les enceintes parlementaires, le débat sur le travail des enfants s'est posé, le parlement dans son ensemble et certainement tous les ministres étaient favorables au travail des enfants. Leurs arguments étaient que ceux-ci travaillaient si bien dans les usines. Il fallait le "réalisme politique". Sans le travail des enfants, les entreprises belges du textile allaient tomber en faillite au bénéfice de leurs rivales anglaises. Il fallait être compétitif! C'était déjà l'argument mis en avant. Les petits enfants allaient nous rendre compétitifs. En 1886, le mouvement ouvrier a répondu: "Votre réalisme, ce n'est pas le nôtre. Nous allons vous faire reculer avec notre propre réalisme". Et les travailleurs ont fait reculer le gouvernement.

 

Lorsqu'en 1936 s'est posée la question des congés payés, le gouvernement de l'époque, qui était de droite, a répondu: "Ce n'est pas réaliste. Si on vous paie une semaine à ne rien faire, comment allons-nous être compétitifs?". Pourtant, le mouvement ouvrier a pris le dessus et a décidé de ne pas se laisser faire. Il a finalement obtenu les congés payés.

 

Quand, en 1945-1946, s'est posée la question de mettre sur pied une sécurité sociale, c'était exactement le même débat: cet argent n'allait, disait-on, pas être productif industriellement vu qu'il ne servirait qu'à rendre des soins aux gens et à financer des assurances-chômage. Pourtant, le mouvement ouvrier a cru dans son propre réalisme.

 

Messieurs les ministres, ne comptez pas sur les deux semaines de vacances pour que les gens s'endorment! Cela ne va pas se passer comme cela. Durant cette période, ils vont réfléchir sur la manière de poursuivre le mouvement. Je le sens profondément, une classe sociale est en train de reprendre confiance et conscience en elle. Et je puis vous le dire: nous allons continuer le combat et nous vous ferons reculer.

 

Je vous remercie.

 

01.184 Charles Michel, premier ministre: Monsieur le président, chers collègues, je souhaite d'abord remercier les différentes personnalités qui représentent la population belge qui siègent dans cette assemblée et qui se sont exprimées, qu'il s'agisse de l'opposition ou de la majorité. Il est important que cette assemblée soit l'espace où on peut échanger les arguments, où on peut partager les convictions et expliquer le chemin que ce gouvernement propose de suivre dans les prochains mois, dans les prochaines années.

 

Ik wil graag starten met een paar punten waarover iedereen het eens is, of waarover iedereen het eens zou moeten zijn. Wat is de diagnose voor ons land? Wat zijn de uitdagingen waarmee wij de afgelopen maanden geconfronteerd werden?

 

Ten eerste heeft België jammer genoeg een hoge schuldgraad, 107 % van de bruto-inkomsten. Dat is een zeer hoge schuldgraad en dat is een fragiel punt voor ons land. Het betekent dat we elk jaar 12 miljard euro aan de banken geven om onze schuld te betalen. Twaalf miljard euro is een belangrijk bedrag.

 

C'est l'addition de l'ensemble des départements d'autorité de l'État fédéral. Si je rassemble les ministères de l'Intérieur, de la Défense nationale, de la Coopération au développement, de la Justice, on se situe autour de 15 milliards d'euros. Voilà l'ordre de grandeur, voilà ce dont il s'agit. C'est un premier point que je veux mettre en évidence. Il y a 37 000 euros d'endettement par citoyen belge. Je pense que personne ne peut contredire ce constat. Personne ne peut le contester, personne ne peut s'en réjouir! Nous devons être déterminés à travailler pour voir de quelle manière nous empêchons que la dette continue à grossir; Au contraire, il faut voir de quelle manière nous pouvons progressivement résorber cette dette, qui est un handicap lourd, qui est une difficulté grave pour notre pays et pour notre avenir.

 

Ten tweede heeft België, net als vele andere Europese landen, een belangrijke opdracht in verband met de vergrijzing van de bevolking. De mensen leven langer en dat is goed nieuws. Maar het betekent ook dat de pensioenen steeds duurder worden voor de Staat en zwaarder wegen op de begroting. Ook de gezondheidszorg zal een belangrijk aandeel in de begroting uitmaken.

 

Ik ben ervan overtuigd dat iedereen hier, zowel de oppositie als de meerderheid, een oplossing wil vinden om onze sociale cohesie en sociale zekerheid duurzaam te financieren.

 

Quelles sont les possibilités qui s'offrent à nous? J'ai entendu certains dire qu'il n'y a pas d'alternative et d'autres dire qu'il y en a beaucoup. Personnellement, je crois qu'il y a plusieurs alternatives. Il y a un premier choix qui est de se dire, par exemple, que ce n'est pas grave, qu'on peut continuer à lâcher la bride des déficits, donc à creuser la dette, donc à faire en sorte que, demain, ce ne soit pas 12 milliards d'euros mais beaucoup plus que l'on consacrera chaque année à rembourser les banques. Ces montants pour le remboursement des banques ne sont pas disponibles pour le pouvoir d'achat, ni pour les soins de santé, ni pour les pensions, ni pour la justice, ni pour la sécurité, ni pour l'ensemble des fonctions qui sont essentielles. C'est vrai, nous avons fait le choix de la responsabilité avec deux priorités pour ce qui nous concerne.

 

Ten eerste willen wij onze engagementen voor een sanering respecteren. Het tekort moet onder controle zijn, dat is cruciaal voor onze toekomst. Dat is niet evident, dat is niet gemakkelijk. Dat moet ik aanvaarden. Er zijn departementen waar een structurele hervorming moet worden doorgevoerd en dat is niet gemakkelijk.

 

Ik geef een voorbeeld. Ik heb gehoord wat er over Justitie gezegd is. Men heeft gezegd dat er vele problemen zijn op dat departement. Dat is correct. Dat is echter niet nieuw.

 

Il y a un arriéré important et des paiements à honorer. Je veux mettre en évidence le fait que le gouvernement, il y a quelques jours, a décidé de débloquer 61 millions d'euros sur les crédits 2014 pour commencer à résorber les arriérés de factures pour le département de la Justice. Cela n'a pas été dit.

 

Nous savons qu'en 2015, nous devrons continuer à tenir ce département à l'œil pour veiller à ce que la Justice ait les moyens de fonctionner correctement et que les factures puissent être honorées. Certes, ce sera un point d'attention difficile, mais nous avons la volonté de trouver pour ce département comme pour d'autres les solutions nécessaires.

 

Je conteste donc le raisonnement selon lequel il y aurait des économies aveugles, linéaires, sans prendre en compte la spécificité des différents enjeux auxquels nous sommes confrontés.

 

Ik wil een tweede punt naar voren schuiven in verband met de sanering. Men heeft gekozen voor een sanering door een vermindering van de uitgaven. Dat is een duidelijke politieke keuze. Men had het ook anders kunnen doen. Ik respecteer dat voor sommigen een andere piste mogelijk was, namelijk een algemene verhoging van de belastingen. Zo kan men ook saneren. Misschien is dat uw piste, uw keuze, maar het is niet onze keuze.

 

Dans le même temps que l'on mène cet assainissement budgétaire, on a, en parallèle, une autre responsabilité. Et ce n'est pas un travail simple. C'est de faire en sorte que l'on puisse prendre des décisions qui soient bonnes pour le développement économique et la relance, qui protègent autant qu'il est possible le pouvoir d'achat des citoyens, spécialement ceux qui ont de faibles et de moyens revenus. Ces décisions sont prises au travers d'un certain nombre d'engagements qui sont historiques pour la compétitivité des entreprises.

 

La compétitivité des entreprises, c'est faire en sorte que l'on puisse donner la capacité à nos entreprises, les petites, les moyennes et les grandes, de conquérir de nouveaux marchés, de nouveaux clients. J'ai entendu les contestations, les raisonnements sur le pourcentage de notre PIB qui dépend des exportations.

 

Er is een zekerheid. Er is geen twijfel wat dat betreft. Ons land, in het hart van Europa, is een open economie. Wij zijn rechtstreeks verbonden met de situatie in onze buurlanden. Dat kan niemand betwisten. Men weet dat. Vandaag hebben onze ondernemingen een belangrijke loonhandicap. Dat is niet nieuw. Niemand kan dat betwisten en niemand heeft dat betwist.

 

Wij nemen concrete maatregelen ter zake. Er zijn twee zaken. Een indexsprong, men heeft het veel daarover gehad, is een eerste keuze, een eerste punt. Ik heb begrepen dat niet iedereen het eens is met die redenering. Dat aanvaard ik. Dat is democratie. Ik respecteer uw mening. Het is echter de keuze van deze regering. Een indexsprong is een mindere verhoging van een loon, het is geen vermindering van een loon.

 

Par ailleurs, comme cela a été dit, nous maintenons le caractère et le principe de l'indexation des salaires. Mais il est vrai, en 2015 exceptionnellement, il y a la décision de ne pas augmenter les salaires aussi fortement que cela n'aurait été le cas avec le saut d'index. Et cela avec une exception: ce sont les ordres de grandeur que j'ai donnés tout à l'heure.

 

Il y a des mesures de compensation qui sont décidées.

 

Er komen fiscale en sociale correcties. Fiscale correcties voor de mensen die werken en sociale correcties voor de mensen die niet werken. Heel concreet, ik bevestig nogmaals dat de compensatie volledig is voor de mensen die minder dan 2 000 euro netto per maand verdienen. Dat is correct. Men vraagt de andere mensen een kleine, redelijke inspanning en die wordt gebruikt om jobs te creëren. Het is niet de studiedienst van de regering die dat zegt, maar wel het Planbureau, de Nationale Bank en al de internationale instellingen. Zij zeggen dat onze structurele hervormingen goede hervormingen zijn om meer welvaart in ons land te krijgen. Niemand kan dat betwisten.

 

Nous avons la conviction que ces réformes structurelles pour la création d'emplois supplémentaires constituent la clé en vue d'une cohésion sociale.

 

Sans doute, la différence entre nous, c'est-à-dire entre cette majorité et ceux qui la combattent, nous tous qui disons, mais avec des mots distincts, que nous désirons davantage de développement économique et davantage d'emplois pour financer la solidarité, c'est que, nous, nous joignons la parole aux actes. Nous prenons des décisions, nous prenons des mesures, des mesures pas simples, pas faciles.

 

Il est vrai que ne rien faire, c'est ne pas s'exposer. Nous, nous prenons des responsabilités.

 

Ik heb nog een paar opmerkingen over twee belangrijke punten voor onze toekomst: de gezondheidszorgen en de pensioenen. Iedereen weet dat wij in ons land een van de beste gezondheidszorgsystemen hebben. Wij willen dat beschermen en waarborgen. Dit is voor ons van cruciaal belang en het is ook een kwestie van verantwoordelijkheid nemen voor de toekomst.

 

Welke beslissingen hebben wij genomen? Ik heb de laatste dagen en weken veel opmerkingen gehoord. Wij blijven echter dezelfde groeinorm hanteren zoals de afgelopen jaren. De laatste jaren bedroeg de reële groeinorm in de gezondheidszorg ongeveer 1,5 %. Er is geen sprake van een vermindering van het budget voor de gezondheidszorg. Integendeel, volgend jaar wordt meer dan een half miljard euro extra uitgetrokken voor de gezondheidszorg. Wij zijn ons ervan bewust dat wij rekening moeten houden met de in ons land beschikbare middelen om de solidariteit te waarborgen. Men moet echter ook rekening houden met de situatie en de noden van de mensen. De laatste dagen en weken werd ter zake veel foutieve informatie verspreid.

 

En ce qui concerne les pensions, nombre d'entre vous se sont exprimés au sujet de cette question importante. Il s'agit d'un débat de société. C'est la solidarité entre les générations.

 

Ik ben trots. Wij leven in een land dat in het begin van de vorige eeuw, namelijk in 1925, een pensioensysteem heeft georganiseerd. In 1925 was er een wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar, zoals vandaag.

 

Mais l'âge de l'espérance de vie, à cette époque, était de 58 ans. Aujourd'hui, l'âge de la mise à la retraite est toujours de 65 ans alors que l'espérance de vie est de 81 ans. Ce n'est pas nous qui l'avons mis en évidence. C'est un ministre des Pensions pour lequel j'ai d'ailleurs une estime particulière, Michel Daerden, qui a été un des premiers à dire avec courage la vérité. Si on ne fait pas des réformes structurelles dans le domaine des pensions, on ne parviendra pas à terme à financer le système des pensions.

 

C'est un ministre socialiste néerlandophone qui a participé activement aux meilleurs rapports des dernières années en matière de pension en Belgique et qui fait la démonstration que, sans réforme, on met en péril la capacité de payer les pensions pour les pensionnés actuels et pour tous ceux qui ont du travail et qui espèrent avoir une pension solide demain et après-demain.

 

Welke keuze hebben wij dus gemaakt voor de pensioenen? Wij hebben een heel redelijke en heel rationele keuze gemaakt. Enerzijds moeten mensen in het algemeen een langere loopbaan hebben. Jammer genoeg zijn wij immers ook de kampioenen op het vlak van de korte loopbaan. Dat is zo en ik betreur dat.

 

Dat is dus de eerste piste.

 

Zoals de heer Verherstraeten daarstraks ook heeft aangehaald, zijn wij op dat vlak doorgegaan in de logica van de vorige regering. Ik neem als voorbeeld de vervroegde pensioenen.

 

Des efforts ont été réalisés sous le précédent gouvernement, que je salue totalement. Ils étaient nécessaires. Nous avons poursuivi et amplifié les efforts en vue d'avoir en moyenne des carrières plus longues.

 

Mais cela ne suffit pas. Dans le même temps, il faut, à partir de 2030, allonger l'âge légal de la retraite, ne pas prendre les personnes au piège, ne pas, avant la date fatidique, dire qu'il faut tout bouleverser. C'est un des points très importants d'avoir le courage de mettre en œuvre une réforme des pensions.

 

De pensioenhervorming heeft twee doelstellingen.

 

Ten eerste, wij willen dat de huidige gepensioneerden de garantie hebben dat zij hun pensioenbedrag zullen behouden. Dat is een eerste engagement dat de regering aangaat. Zonder hervormingen is er ter zake een risico. Er is een duidelijk risico zonder hervormingen.

 

Ten tweede, wij denken ook aan de mensen die vandaag werken en die hopen op een goed en sterk niveau van hun pensioen wanneer zij gepensioneerd zullen zijn. Ook op dat vlak is het een kwestie van verantwoordelijkheid, die wij dan ook nemen.

 

Enfin, je voudrais évoquer un autre point qui a fait discussion: la fiscalité - les questions de tax shift et la manière dont on organise le financement des différentes fonctions de l'État.

 

Eerst en vooral is de beslissing van een taxshift genomen. Deze nieuwe fiscale maatregelen voor 2015 zorgen voor 2,8 miljard euro aan nieuwe inkomsten. Ook de inkomsten uit de indexsprong worden volledig gebruikt voor de relance, voor de competitiviteit en voor de versterking van de sociale correcties.

 

Dat is een eerste belangrijke stap, het is de basisredenering van deze regering. Wij zijn daarover zeer duidelijk. Alle nieuwe inkomsten worden gebruikt voor de competitiviteit, voor de relance, voor de jobcreatie, voor de reële economie, voor de koopkracht van de mensen. Dat is een duidelijke keuze.

 

Zo kom ik tot mijn tweede punt.

 

Certains l'ont dit, fort justement, dans l'accord de gouvernement existe la volonté, avec l'ensemble du Conseil des ministres et le ministre des Finances en premier lieu, de travailler sur des réformes de la fiscalité plus substantielles encore, avec une obsession absolue: protéger le plus possible les personnes qui travaillent et la capacité de créer des emplois.

 

J'ai entendu des slogans: "Il faut taxer le capital." D'autres: "Il ne faut absolument pas taxer le capital." Ce que nous voulons faire, c'est très simple: au sein du gouvernement, dans le calme et la sérénité, identifier les meilleures mesures fiscales possibles pour soutenir la création d'emplois, la création d'activité. Il n'est pas question pour nous de prendre des mesures qui auraient du sens d'un point de vue idéologique, dans un sens ou dans un autre, et qui seraient des non-sens sur le plan du développement économique et la création d'emplois.

 

Soutenir les investissements et faire en sorte qu'il y ait des moyens pour l'économie réelle dans notre pays, c'est cela le point d'accord de quatre formations politiques selon lesquelles l'emploi est la clef. Et c'est cela que nous voulons mettre en œuvre!

 

Geachte collega’s, nog een laatste belangrijk punt is het sociaal overleg. Het sociaal overleg in ons land berust op een sterke traditie. Sinds de eerste dag van de onderhandelingen om deze Zweedse coalitie te vormen, heeft men samen met de vier politieke partijen de beslissing genomen om een belangrijke ruimte te geven aan het sociaal overleg.

 

Als informateur was mijn eerste initiatief een ontmoeting met de sociale partners.

 

Later, als formateur met Kris Peeters, was ons eerste initiatief opnieuw een uitnodiging voor de sociale partners. Er is dus geen twijfel wat dat betreft. Ik stel enkel vast – dat is een keuze die ik moet respecteren – dat tegelijkertijd met de regeringsverklaring in de Kamer de vakbonden onmiddellijk hebben beslist om actie te voeren. Het is ook correct dat het in een periode met acties niet evident is om een serene en rustige ruimte te creëren voor een goede dialoog en overleg. Dat is zo.

 

De laatste acties zijn nu achter de rug, met de staking van 15 december. Ik doe opnieuw een oproep tot een serene dialoog met de sociale partners. Ik herhaal nog één keer dat de hele regering zich heeft geëngageerd om de voorwaarden te bieden voor een goede dialoog en een goed sociaal overleg. Tegelijkertijd weet men natuurlijk dat om goed te kunnen overleggen iedereen de wil moet hebben om dat overleg te voeren.

 

Nous avons clairement indiqué qu'il y a un espace substantiel pour la concertation sociale.

 

Je veux mettre trois points en évidence dans le cadre desquels il nous semble que la concertation sociale doit pouvoir s'exercer.

 

Il s'agit de l'enveloppe sociale, avec par exemple l'enveloppe bien-être, pour savoir comment revaloriser les prestations pour celles et ceux qui en ont le plus besoin. Voilà un premier champ pour lequel nous espérons que la concertation sociale pourra avoir lieu.

 

Un deuxième point, peut-être le plus important, la stratégie pour l'emploi. Nous prenons des décisions pour la compétitivité, les baisses de charges (960 millions d'euros), le saut d'index, les mesures de baisse des charges sur les trois premiers emplois créés dans les PME. Nous souhaitons que tous les partenaires sociaux s'engagent à faire en sorte que ces moyens soient mobilisés pour l'économie réelle, pour l'innovation, pour l'emploi, la formation, pour faire en sorte que cela nourrisse la prospérité de ce pays. Nous espérons que les partenaires sociaux prendront avec nous des responsabilités pour faire en sorte que ces engagements soient tenus.

 

Een derde punt zijn de pensioenen. Er is een voorstel om een nationaal comité voor de pensioenen op te richten, een ruimte waarin de sociale partners een zeer belangrijke rol hebben om de concrete maatregelen met ons te bepalen. Men geeft dus zonder twijfel een gigantische kans en ruimte voor een positief sociaal overleg.

 

Ik hoop dat iedereen op korte termijn in staat zal zijn om verantwoordelijkheden te nemen, samen met de regering. Dat is mijn hoop en dat is ook een oproep die ik hier opnieuw wil lanceren.

 

Monsieur le président, chers collègues, je conclus simplement en vous disant encore une fois que ma conviction, comme certains l'ont dit dans cette assemblée, c'est que notre pays est confronté probablement à un des moments importants de son histoire. On ressent bien que des décisions délicates, difficiles doivent être prises au risque de mettre en péril le modèle social qui nous tient à cœur, le modèle de solidarité et de cohésion qui nous tient à cœur.

 

Ces décisions, il y a deux manières de les envisager. Soit, on fait le choix d'une forme d'immobilisme, d'une forme de résignation ou on adopte une attitude qui consiste à semer la peur et l'angoisse et à travestir aussi la vérité par rapport à la réalité des mesures qui sont préconisées. Soit, on opte pour une autre démarche, celle du courage, de la responsabilité, de la vérité et aussi de l'espoir. C'est choisir l'espoir! Je ne veux pas être le premier ministre d'une majorité qui n'a pas pour ambition fondamentale de permettre aux jeunes de ce pays de vivre dans une société où les talents, les envies, les désirs, les rêves peuvent se réaliser.

 

Je ne veux pas un pays où c'est le gouvernement qui décide à la place des citoyens ce qui est bon pour eux. Je veux un pays dans le cadre duquel le meilleur est possible pour chacune et chacun. Dans un désert économique, ça n'est pas possible! Dans un désert social, ce n'est pas possible! C'est le sens de l'engagement que nous prenons. Merci pour le soutien de la majorité! (Applaudissements nourris sur les bancs de la majorité)

 

De voorzitter: Collega’s, er is tijd voor een repliek voor zij die dat willen.

 

01.185  Laurette Onkelinx (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, vous avez parlé, la plupart du temps, devant les bancs vides de la N-VA; cela veut tout dire!

 

Cela étant, avec de grands mots et de grands gestes, vous nous avez dit qu'il fallait que chacun soit responsable. "Avez-vous en tête", avez-vous dit, "l'ampleur de la dette? Est-ce que nous pouvons laisser cette société avec une dette pareille?" Mais qu'est-ce que vous croyez, monsieur le premier ministre? Qu'on vous a attendu pour le savoir? Qu'a-t-on fait, les dernières années, si ce n'est travailler, année après année, pour réduire le taux de la dette publique, qui a augmenté notamment à partir de la crise bancaire. En effet, auparavant – et vous le savez –, nous avions fait fondre cette dette publique. Et qu'a dit la Commission européenne, entendue dans notre commission des Finances, monsieur Van Rompuy? Que, justement, cette dette publique, elle ne serait probablement pas de 105,1 %, comme le gouvernement l'affirmait, mais de 107,3 %. Et le choix que vous faites, par exemple, du saut d'index va également avoir une conséquence négative et va augmenter ce ratio de la dette par rapport au PIB.

 

Alors, faire de grandes déclarations et constater que la dette augmente et que les mesures choisies vont peser encore davantage sur la dette, cela pose tout de même un petit problème!

 

Vous voulez créer des emplois. Je l'ai dit la fois dernière, je le répète: quel est le premier ministre qui, à votre place, n'a pas déclaré qu'il fallait créer des emplois? C'est une évidence, pour les gens d'abord, pour qu'ils aient un revenu. Et comment voulons-nous, notamment, financer la sécurité sociale s'il n'y a pas suffisamment d'emplois? Mais ne faites pas croire qu'il n'y a pas d'alternative à ce que vous proposez! Le saut d'index: vous nous faites croire que, finalement, il n'y aura pas de problème. On prend l'argent d'un côté, on le rend de l'autre et cela donne une opération nulle. Mais alors pourquoi n'avez-vous pas choisi une autre méthode? Pourquoi n'avez-vous pas mobilisé les 2,5 milliards pour une réduction complémentaire des charges sociales qui, elle, n'aurait pas pesé sur le ratio de la dette et qui n'aurait pas eu comme conséquence ce que l'on voit actuellement, à savoir qu'avec le saut d'index, vous attaquez les travailleurs, mais également les allocataires sociaux qui, eux, vont être victimes d'un cumul des mesures.

 

C'est le saut d'index, c'est la réduction de l'enveloppe bien-être, c'est la diminution des réductions d'impôts par la non-indexation. Les pensionnés, par exemple, au sujet desquels on affirme toujours une volonté d'augmenter la pension – à juste titre, en Belgique, les pensions sont trop basses – font partie des cibles, des victimes de votre politique.

 

Vous avez parlé des pensions et de l'espérance de vie. Vous avez évidemment raison, mais vous n'expliquez pas pourquoi, plutôt que d'augmenter l'âge de la pension à 66 puis 67 ans, de manière presque linéaire, vous avez éliminé toute cette politique. Ah, c'est une politique complexe, ça c'est vrai! Mais le bonus à l'emploi, les crédits-temps fin de carrière, les augmentations salariales pour ceux qui continuent plus longtemps, via des diminutions de cotisations sociales personnelles, tout cela constitue une politique qui ne sanctionne pas, mais qui soutient dans la perspective d'augmenter l'âge réel de prise de la pension.

 

Vous n'avez pas été très disert sur les services publics, parce qu'effectivement, ce que vous proposez, ce sont des mesures linéaires; je le dis et je le répète. Qu'est ce que c'est que des mesures linéaires? C'est que tous les départements sont touchés de la même façon, qu'on ne fait pas de différence entre les uns et les autres. Et tant pis s'il y a des services qui ne pourront plus être rendus à la population.

 

Le fiscal. Vous avez parlé de courage. "Il faut du courage". Je suis d'accord avec vous, on ne fait pas de la politique si on n'a pas de courage, vous avez raison. Mais où est votre courage quand, d'une part, vous tapez sur les uns et que, d'autre part, vous préservez les autres? On vous a cité, tout à l'heure, Omega Pharma, et on a bien fait. Préserver dans la situation que l'on connaît les actionnaires, les dividendes, le capital, j'appelle cela un manque de courage et c'est assassin!

 

Je vous ai cité toute une série de personnes, de cas. Cette personne qui travaille à temps partiel, par exemple, pour échapper au chômage et qui gagne 1 000 euros, vous allez lui prendre – vous ne l'avez pas contesté, c'est la réalité des chiffres – près de 150 euros bruts par mois. Vous imaginez-vous ce que cela représente, pour une personne qui gagne à peine 1 000 euros, ce que cela peut signifier et l'impact en termes de piège à l'emploi?

 

Vous n'avez rien dit, me semble-t-il, qui soit de nature à rendre l'espoir.

 

Vous vous dites favorable à la concertation sociale; moi aussi. C'est déjà bien de le dire. Aussitôt après, le premier de vos exemples est l'enveloppe bien-être.

 

Mais qu'avez-vous fait? Dans le cadre du pacte de compétitivité, nous avions convenu d'un deal avec les partenaires sociaux: nous avions diminué le montant des charges afin d'aider les entreprises; à la demande des organisations syndicales, nous avions décidé ensemble d'augmenter l'enveloppe bien-être (100 %), y compris la part réservée aux allocations familiales, comme repris dans la loi spéciale de financement. En outre, pour ne plus être confrontés à des débats difficiles avec les partenaires sociaux, nous pré-affectons 81 % du montant.

 

Qu'est-ce qu'ont engendré vos propositions? La part pour les entreprises est augmentée et vous supprimez ce qu'ont obtenu les syndicats. Vous dites pouvoir ensuite proposer ce dossier sur la table de la concertation sociale. Selon moi, ce n'est pas sérieux.

 

En ce qui concerne les pensions, tout dépend de la suite. Vous vous dites ouverts, tant mieux. Pourrons-nous réellement revoir des politiques déjà explicitées ici, des politiques d'ores et déjà proposées dans la loi-programme? Ou bien s'agit-il simplement de modalités d'application à la marge? Tout dépendra de votre courage à reconnaître que vous avez proposé de mauvaises mesures et que vous restez ouverts à la concertation sociale.

 

Idem quant à la stratégie pour l'emploi. Si nous vous donnons des arguments, dont l'un est le dernier rapport sur la compétitivité du Conseil Central de l'Économie, encore en phase de réalisation, si nous souhaitons autre chose que le saut d'index pour aider les entreprises, oui ou non, pouvez-vous répondre présents?

 

Voilà les questions fondamentales que les gens de terrain se posent, les questions fondamentales que les partenaires sociaux se posent, ainsi que les citoyens de ce pays à travers eux.

 

Monsieur le premier ministre, si vous avez du courage, montrez que vous pouvez proposer une alternative, une réelle alternative au profit de notre population.

 

01.186  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de eerste minister, bedankt voor uw antwoord, maar het zal u niet verbazen dat ik echt wel teleurgesteld ben en niet alleen wegens de inhoud ervan. Ik ben vooral teleurgesteld, omdat u, ook al bent u hier bijna de hele dag aanwezig geweest, op geen enkele van onze kritische opmerkingen en vragen hebt geantwoord.

 

U zegt dat er uiteraard keuzes moeten worden gemaakt en u onderstreept dat u die ook maakt. Dat is waar. Wij verschillen daarin: onze keuzes zijn anders dan uw keuzes. Erg is dat u uw keuzes niet verdedigt. Wij zeggen dat er alternatieven zijn voor uw keuzes; wij zeggen dat u met de keuzes die u maakt, problemen zult hebben, keuzes die u helemaal niet verdedigt. U zegt dat u voor uw aanpak hebt gekozen, omdat het zo is en u legt dat niet uit. Ik zal een aantal voorbeelden geven.

 

De lasten op arbeid moeten naar beneden. Wij moeten onze competitiviteit, waarvan de regering de mond vol heeft, verbeteren en de lasten op arbeid verminderen. Mijnheer de eerste minister, ik heb u tijdens mijn uiteenzetting gevraagd waar u in de begroting 2015, behalve met de indexsprong, de lasten op arbeid verlaagt? Nergens, mijnheer de eerste minister, er is alleen de indexsprong en die gaat pas in juli in. Met andere woorden, er is bijna geen lastenverlaging op arbeid in de begroting 2015.

 

Ik had eerlijk gezegd gehoopt dat u uw aanpak zou verdedigen. U blijft voorstander van de indexsprong, want die zou 60 000, 100 000 of weet ik hoeveel jobs creëren. U vergeet er wel bij te zeggen dat een groot deel van de berekening gebaseerd is op de competitiviteitsmaatregelen die de vorige regering genomen heeft. De resultaten daarvan zijn erbij gerekend.

 

Mijnheer de eerste minister, waarom doet u dat via de indexsprong? Ik heb dat ook aan verschillende ministers gevraagd, maar geen enkele heeft mij hierop een antwoord gegeven. U zegt dat de lonen niet te hoog zijn en dat u de lonen niet verlaagt. Mijnheer de eerste minister, u verlaagt de lonen wel! U tast de koopkracht immers aan. Als de prijzen stijgen en de lonen stijgen niet mee, dan daalt de koopkracht. U tast de lonen dus wel aan, wat negatief is, ook voor onze economie. Alle berekeningen, ook de berekeningen van de Nationale Bank, leren dat er meer jobs zullen gecreëerd worden als u niet lineair maar heel gericht de lasten op arbeid verlaagt.

 

U zult meer jobs creëren als u de jobcreatie niet door een indexsprong laat betalen, maar wel door heel gerichte ontvangsten via meerwaardebelastingen, ontvangsten op winsten uit vermogen. Ik vraag u waarom u dan toch nog vasthoudt aan die indexsprong. Daarop geeft u geen antwoord, mijnheer de eerste minister. U zegt dat uw regering voor de indexsprong kiest, omdat ze voor de indexsprong kiest.

 

Mijnheer de eerste minister, u zegt dat u een taxshift van meer dan 2 miljard uitvoert in 2015. U moet uw begroting wel eens goed lezen. Elke maatregel in verband met lasten op vermogens is uitgesteld in 2015, op één maatregel van 80 miljoen na. Uw regering beweert ook dat er nog een tweede maatregel is, namelijk het pensioensparen. Welnu, voor ons maakt wie aan pensioensparen doet, geen deel uit van de groep met grote vermogens. Er is dus geen taxshift naar de vermogens in 2015. Ik had dan ook gehoopt dat u daarvoor ten minste een aantal argumenten zou geven.

 

Ten slotte, uit uw uiteenzetting heb ik begrepen dat het sociaal overleg u zeer na aan het hart ligt; dat ligt ook ons zeer na aan het hart. Het sociaal overleg is de basis waarop ons land groot is geworden, maar de regering gooit het sociaal overleg in de prullenbak. Dat gebeurt niet alleen door verklaringen van uw ministers als zouden betogers of tegenstanders van de regering niet aan de toekomst of aan hun kinderen denken. Enkele van uw ministers bestempelen hen keer op keer als asociaal en dom. Dat is niet bevorderlijk voor het sociaal overleg, mijnheer de eerste minister. Ik hoef u dat eigenlijk niet uit te leggen. Wanneer het sociaal overleg moet starten, terwijl aan het kader niets meer veranderd kan worden, dan weet u vooraf dat het zal mislukken. U bent nu boos, omdat de mensen gereageerd hebben, maar u hebt het sociaal overleg van in het begin geen enkele kans gegeven. Evenmin roept u uw ministers ter orde, telkens als zij het sociaal overleg op een heel moeilijk punt onderbreken.

 

Mijnheer de eerste minister, als u inderdaad, zoals u zegt, een eerste minister wilt zijn die een toekomst geeft aan onze jeugd in België, zorg er dan voor dat het sociaal overleg echt gevoerd kan worden. Geen slogans, maar daden verwachten wij van u.

 

01.187  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, "l’exercice d’explication et de communication du premier ministre laisse perplexe. Plus de questions que de réponses".

 

Het zou het hoofdartikel van morgen kunnen zijn, maar het is het hoofdartikel van vandaag van mevrouw Delvaux in Le Soir.

 

Collega’s, dit had een goede repliek kunnen zijn van een eerste minister van een eendrachtige regering, na een ander debat waarin de regering en de meerderheid hadden getoond dat zij aan elkaar hangen en weten wat zij zullen doen, naast een gedeelde evaluatie van het werk van de oppositie. Het had een goede repliek kunnen zijn, maar wij hebben een periode achter de rug van chaos en meningsverschillen. Wij hebben een debat achter de rug waarin de meerderheidspartijen elkaar alleen maar vonden toen het ging over de kritiek op de oppositie en de analyse van het verleden.

 

De heer Van Rompuy heeft daarnet gezegd dat ik erop moet letten dat ik geen karikatuur word van een fractieleider. Wel, u moet erop letten dat u geen karikatuur wordt van een eerste minister. Ik ben een ongelofelijke fan van uw optimisme, maar uw optimisme begint steeds meer op naïviteit te lijken.

 

Ik kom tot een aantal specifieke punten.

 

Ten eerste, ik neem er akte van dat u niet antwoordt op onze vraag over de indexsprong. U dweept met nieuwe cijfers, maar u wilt die niet vrijgeven. Het gaat nochtans over een van de meest bekritiseerde maatregelen.

 

Ten tweede, wat de fiscale verschuiving betreft, eigenlijk hebt u zelf gezegd dat er verdeeldheid is in dit Parlement. U hebt gezegd dat u slogans gehoord hebt. Volgens de ene slogan zal de rijkentaks of vermogensbijdrage geïnd worden. Met andere slogans wordt opgeroepen om dat vooral niet te doen. Maak de oefening en u zult merken dat iedereen in de oppositie ervoor is. Iedereen in de oppositie heeft gezegd dat er een vermogensbijdrage moet komen. Inderdaad, er zitten ook mensen in uw meerderheid die helemaal aan de andere kant staan. De heer Dewael was er vandaag de belangrijkste woordvoerder van. Hij zei: “Wij zullen dat niet doen.” Dat is het grote probleem.

 

U stelt een begroting voor met een beurstaks van 80 miljoen euro en 1,4 miljard euro aan besparingen in de sociale zekerheid. Vandaag hebben wij nogmaals kunnen vaststellen dat er geen eensgezindheid is over de taxshift, over wat eigenlijk alles zal bepalen, namelijk de economische heropleving, de sociale vrede en de politieke stabiliteit.

 

Ten derde, u probeert het beeld te wekken dat dit een regering is van de uitgestoken hand. Het tegendeel is waar. U maakt deel uit van een regering van de middelvinger en de vuist. U hebt een Kamervoorzitter, die in principe de facilitator bij uitstek hoort te zijn van de dialoog en het maatschappelijk debat, die zich opwerpt als stakingsbreker. U hebt een vicepremier die zich gedraagt als een Vlaams-nationale vicepraeses van een studentenvereniging. U hebt voortdurend interne problemen.

 

Er zijn hier mensen, de heer Verherstraeten om precies te zijn, die vandaag gezegd hebben dat de klachten van de vakbonden copy-paste zijn van de afgelopen jaren. Op geen enkele manier toont u de bereidheid tot dialoog. Men kan heel veel zeggen dat men wil praten, maar men moet dit tonen. Men heeft het niet over verantwoordelijkheid, men moet die elke dag opnieuw tonen. Dat is het grote probleem van uw regering.

 

Ik kom dan, ten slotte, tot de intergenerationele solidariteit. U zegt voortdurend dat u geen schulden wilt doorgeven aan de toekomstige generaties. Zo probeert u uw hartvochtig verhaal, uw onevenwichtige keuzes op een sympathieke manier te verpakken. Uw regering en uw meerderheid schuiven een ecologische en sociale schuld door naar de toekomstige generaties. Hoe kunt u beweren te staan voor intergenerationele solidariteit ten aanzien van jonge mensen wier wachtuitkering wordt geschrapt? Hoe kunt u beweren te staan voor intergenerationele solidariteit ten aanzien van jonge mensen en kinderen die u ziek maakt door uw mobiliteitskeuzes en door bedrijfswagens met 4 miljard euro te blijven subsidiëren? Hoe kunt u beweren te staan voor de toekomst als u morgen zult beslissen om de levensduur van stokoude kerncentrales uit 1975 met tien jaar te verlengen?

 

De verontwaardiging over het doorschuiven van die sociale en ecologische schuld verklaart onze houding. Wij hebben onze oefening gedaan en een alternatief op tafel gelegd. Wij wensen u vanzelfsprekend prettige feestdagen toe en veel warmte, maar ook heel veel inspiratie. Er is heel veel inspiratie te vinden in dit land. Er zijn heel veel alternatieve signalen die van onderuit opborrelen. Wees daar alstublieft niet blind en doof voor. Het is bij uitstek de rol van een eerste minister om dergelijke signalen op te vangen. Pas dan kunt u een kapitein zijn van de Belgische boot en dat hebt u de afgelopen 67 dagen nog geen moment getoond, helaas.

 

01.188  Olivier Maingain (FDF): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, il ne suffit pas de répéter à l'envi que vous faites preuve de courage pour pouvoir en être crédité. Ou plus exactement, oui peut-être! Je vais vous dire en quoi. Vous n'aviez pas annoncé dans votre programme le saut d'index. Vous n'aviez pas annoncé dans votre programme l'allongement du temps de travail et la prolongation jusqu'à 67 ans. Non, vous ne l'avez pas ce courage! Nous l'avions. Moi, j'en avais parlé dans mon programme. Vous n'aviez pas annoncé dans votre programme les mesures fiscales nouvelles que vous imposez aux citoyens, car vous prélevez une fiscalité nouvelle. Vous n'aviez pas annoncé votre alliance avec la N-VA. Au contraire, vous la refusiez catégoriquement. Votre courage, ce n'est pas de faire face. Votre seul courage jusqu'à présent, c'est d'avoir fait volte-face.

 

Ensuite, dire tout simplement que les autres sont taxés d'immobilisme parce qu'ils n'adhèrent pas à vos propositions, alors que vous appelez à la dignité du débat, permettez-moi de penser que votre sophisme n'est pas honorable au regard du débat de qualité qui a eu lieu aujourd'hui et qui a permis d'entendre des propositions sur divers bancs.

 

En effet, dire tout simplement, parce que vous n'entendez pas au sein de votre majorité, un accord pour savoir vers quelle réforme fiscale vous êtes autorisé à aller, parce que vous n'entendez pas dans votre majorité un accord pour savoir comment vous pouvez vraiment ouvrir le débat sur la concertation sociale, parce que vous n'entendez pas au sein de votre majorité un accord pour savoir comment mettre fin à des économies linéaires qui vont durement pénaliser certains services publics, au point que, demain, la Justice ne pourra plus assumer des missions essentielles, que la sécurité ne sera plus assumée de manière avérée, dans certaines circonstances, parce que vous n'avez pas l'accord de votre majorité, dire que ceux qui viennent avec des propositions sont, par définition, partisans de l'exploitation des peurs, sont ceux qui surfent sur le populisme, ceux qui refusent de prendre des responsabilités, c'est en réalité votre absence de responsabilités au sein de la majorité qui conduit à l'inquiétude dans le pays et à la tension sociale que nous vivons pour le moment.

 

Telle est la véritable cause. Parce que ce que chacun perçoit, c'est que dans votre majorité, il y a finalement un parti qui plaide pour l'immobilisme parce qu'il y a un parti qui a un agenda caché. Lorsqu'il y a démantèlement des services publics qui exercent des missions d'autorité, c'est bien pour préparer demain le constat que la Belgique ne peut plus assumer certaines compétences, que l'État fédéral ne peut plus assumer certaines responsabilités.

 

Quand on verra que la Justice est en difficulté, on expliquera qu'il faut préparer une réforme avec des transferts de compétences en matière de justice. Quand on verra que la sécurité n'est plus assumée comme elle doit l'être, on nous dira qu'il faut une étape supplémentaire pour les transferts de compétences vers les Régions et Communautés.

 

En réalité, vous avez dans votre majorité un parti qui vous interdit des évolutions. La force de l'immobilisme est là, chez celui qui n'est jamais dans cette enceinte!

 

01.189  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le premier ministre, je vous remercie.

 

Dans votre intervention, j'ai entendu le même discours que celui que vous avez déployé hier et ce matin en télévision et en radio. Je n'ai pas eu l'impression du tout qu'un débat ou un dialogue s'était opéré ici au sein du parlement.

 

Je partage un certain nombre des constats que vous avez rappelés. Ces constats sont connus. En revanche, là où je ne vous suis pas, c'est que la question n'est pas de savoir s'il faut ou s'il ne faut pas faire des réformes. Ce n'est pas sur cela que porte le débat mais c'est pourtant de cette façon que vous le présentez!

 

Devoir faire des réformes, c'est une évidence, que ce soit pour assainir la dette, pour augmenter le taux d'emploi, y compris celui des 55-65 ans, que ce soit encore pour augmenter la compétitivité des entreprises. Ce sont des évidences qui, je l'espère, remportent une large majorité au sein de cette assemblée mais aussi, au-delà du parlement, au sein de la population chez qui il existe, selon moi, un consensus.

 

La question n'est donc pas celle-là mais plutôt de savoir comment faire ces réformes pour qu'elles soient les plus efficaces possibles et équitables en termes d'efforts demandés à la population.

 

Avant d'en venir aux sujets que vous avez évoqués, je voudrais quand même, si je peux me permettre, rectifier quelque chose. Vous invoquez le fait que vous avez dégagé 8 milliards d'euros en 2015 pour la réduction des cotisations sociales patronales. Ce n'est évidemment pas juste, puisque pour 5,9 milliards d'euros, il s'agit clairement d'un recyclage de mesures existantes.

 

Venons-en maintenant aux différents éléments que vous avez donnés. Comme vous ne croyez de toute façon pas les arguments amenés par l'opposition qui, qu'ils soient intéressants ou non, sont de toute façon incorrects – c'est le discours que j'entends maintenant depuis deux mois –, je vais apporter des contre-arguments qui ne sont pas les miens, ni ceux de l'opposition, mais qui sont ceux de gens pour qui, je pense, vous avez du respect.

 

Relativement au saut d'index, je vais devoir répéter ce que je disais tout à l'heure car vous n'étiez pas là, monsieur le premier ministre. Je ne vais pas contredire ce saut d'index ici: ce n'est pas la voix de l'opposition qui parle.

 

Certains patrons à titre individuel, l'Union des Classes moyennes, des économistes, M. Bruno Colmant qui a été cité, disent que ce saut d'index, tel qu'il est prévu, touchant surtout sans correction les classes moyennes, ne sera pas non plus positif en termes d'emploi. Ce n'est pas un argument de l'opposition, mais un argument de gens pour lesquels vous avez du respect.

 

Quand je parle de l'âge légal de la pension à 67 ans et surtout, de manière concomitante, de la suppression de toutes les mesures incitatives, qu'elles soient qualitatives ou qu'il s'agisse du bonus pension, qui permettent d'augmenter le taux d'emploi de 55 à 65 ans, je n'utilise pas mes arguments. Le professeur Hindriks dit que cela entraînera des sorties parallèles du marché du travail, 40 à 60 %, sans parler des invalidités, des incapacités de travail. Cela, monsieur le premier ministre, n'est pas un contre-argument de l'opposition.

 

À propos du tax shift, j'ai aujourd'hui pour la première fois entendu quand même un virage ici à la tribune. Comme quoi, peut-être que les propositions alternatives de l'opposition peuvent aussi quand même avoir un intérêt. Je vous ai entendu ici, pour la première fois, réellement parler de la volonté de ce gouvernement – enfin oserais-je dire, et tant mieux, quand même – de réaliser un tax shift.

 

Je me permettrai d'accrocher une plume au chapeau du CD&V qui a plaidé en ce sens depuis plusieurs semaines. J'espère seulement que ce ne sera pas une "réformeke" et qu'elle visera tout à la fois la compétitivité des entreprises, l'impôt des sociétés, la quotité exonérée d'impôt, les déductions pour investissement et le tax shift, afin que celui-ci soit une réforme fiscale véritablement ambitieuse. De la sorte, il y aura plus d'équité, mais aussi plus d'efficacité dans les mesures qui seront prises.

 

Enfin, je terminerai par la concertation sociale. J'ai dit tout à l'heure, et vous l'avez bien entendu, combien je pensais qu'il était urgent de renouer le dialogue et de sortir de la confrontation. Ce gouvernement, vous le vouliez ou non – je n'en sais rien. En tout cas, certains de ses soutiens ont voulu aussi entrer dans la confrontation avec les partenaires sociaux, en particulier les syndicats. L'heure est aujourd'hui à ramener de la sérénité et à faire avancer ce pays.

 

Dès lors, monsieur le premier ministre, nous vous donnons rendez-vous ici dans un mois pour savoir ce qu'il en est réellement de la volonté que vous affichez et qui devra se traduire en actes.

 

De voorzitter: Collega’s, er zijn geen replieken meer.

 

Terugzending naar de commissie

Renvoi en commission

 

Ik wijs er u op dat ik een amendement van de regering heb ontvangen op het wetsontwerp houdende tweede aanpassing van de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2014.

 

Ik stel voor het amendement te verzenden naar de commissie voor de Financiën, die wellicht morgen kan samenkomen. Het uur en de vergaderzaal zullen later worden meegedeeld. De commissie kan dan dat ene regeringsamendement bespreken.

 

01.190  Hervé Jamar, ministre: Monsieur le président, il s'agit d'une obligation qui est intervenue voici quelques heures. C'est le budget rectificatif européen dernière mouture 2014! Je prends quelques secondes pour bien expliquer l'urgence et l'importance de cette procédure assez spéciale. En effet, depuis moultes années, on n'en était plus arrivé là, c'est-à-dire à un conflit à l'intérieur du Conseil et entre le Parlement et le Conseil européen pour déterminer le budget rectificatif. J'ai personnellement assisté à ces réunions pendant deux ou trois jours. La procédure est telle que c'est la Commission qui doit faire une proposition alternative. En définitive, le Parlement européen a voté il y a quelques heures - mais nous venons d'en recevoir communication - pour augmenter, de mémoire, de quelque 24 millions d'euros ce budget rectificatif. Cela "s'impose" à nous, comme cela s'impose aux autres États membres.

 

Nous n'aurions pas pu aller plus vite; j'en appelle donc à la sagesse des uns et des autres pour obtenir le droit de pouvoir se réunir brièvement en commission pour voter l'ajusté comme il se doit afin de ne pas faire tache dans le milieu européen.

 

01.191  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, als ik u goed begrijp, stelt u voor om de commissie morgen tussen de middag bijeen te roepen.

 

De voorzitter: Er is nog geen tijdstip bepaald, maar ik stel voor dat wij dat niet doen op het moment van de mondelinge vragen.

 

01.192  Karin Temmerman (sp.a): Na de mondelinge vragen dan?

 

De voorzitter: Vóór de mondelinge vragen, met goedvinden van de commissievoorzitter.

 

01.193  Karin Temmerman (sp.a): Dat is dan tussen de middag, terwijl de meesten zich wellicht hebben georganiseerd om hier te zijn om 14 u 00. Dat lijkt mij dus wat moeilijk. De commissie kan ook na de mondelinge vragen worden samengeroepen. Alle leden van de commissie voor de Financiën en de Begroting zullen, vandaag of deze nacht nog, aan het woord zijn geweest en dus lijkt het mij beter om de commissie na de mondelinge vragen samen te roepen.

 

De voorzitter: Ik heb er geen bezwaar tegen dat dit meteen na de mondelinge vragen zou gebeuren.

 

01.194  Eric Van Rompuy (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij zitten hier met een amendement over 20 miljoen euro in verband met de Europese Unie.

 

Zoals mevrouw Temmerman zegt, zullen de meeste leden van de commissie voor de Financiën en de Begroting hier zijn na de mondelinge vragen en het lijkt mij ook beter dat de commissie dan wordt samengeroepen. Ik denk niet dat er veel discussie zal nodig zijn. Op die manier kan over het amendement worden gestemd en kan het hier nog in de begroting worden ingebracht. Ik weet niet of er veel mondelinge vragen zijn en het is dus moeilijk om een uur te bepalen.

 

01.195  Laurette Onkelinx (PS): Monsieur le président, vu la nature de l'amendement tel qu'il vient d'être expliqué par le ministre du Budget, nous ne nous opposerons en aucune manière à ce qu'il soit débattu sereinement et intégré dans le budget.

 

De voorzitter: Wij hernemen dan het voorstel van mevrouw Temmerman om meteen na de mondelinge vragen de commissie voor de Financiën en de Begroting samen te roepen. Op dat moment zullen wij nog wel bezig zijn met het debat over een aantal bevoegdheden die vannacht niet aan bod zullen komen.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Dan is aldus besloten.

 

Collega’s, om technische redenen moeten wij de vergadering nu even schorsen. Wij zullen dat doen gedurende twintig minuten en wij hervatten onze werkzaamheden dus om 20.40 uur.

 

La séance est levée. Prochaine séance le mercredi 17 décembre 2014 à 20.40 heures.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering woensdag 17 december 2014 om 20.40 uur.

 

La séance est levée à 20.20 heures.

De vergadering wordt gesloten om 20.20 uur.

 

 

Dit verslag heeft geen bijlage.

 

Ce compte rendu n'a pas d'annexe.