Plenumvergadering |
Séance
plénière |
van Donderdag 8 januari 2015 Namiddag ______ |
du Jeudi 8 janvier 2015 Après-midi ______ |
De vergadering wordt geopend om 14.23 uur en voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.
La séance est ouverte à 14.23 heures et présidée par M. Siegfried Bracke.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:
Charles
Michel, Kris Peeters, Jan Jambon, Hervé Jamar, Maggie De Block, Daniel Bacquelaine,
Willy Borsus, Marie-Christine Marghem, Jacqueline Galant, Bart Tommelein, Elke
Sleurs, Theo Francken
Georges
Dallemagne, wegens gezondheidsredenen / pour raisons de santé;
Fatma
Pehlivan, familieaangelegenheden/ raisons familiales;
Catherine
Fonck, verhinderd / empêchée;
Benoît
Lutgen, ambstplicht / devoirs de mandat.
Federale
regering / gouvernement fédéral:
Alexander
De Croo, Didier Reynders, met zending buitenslands / en mission
à l'étranger.
01 Hulde aan de slachtoffers van de aanslag van Parijs van 7 januari 2015
01 Hommage aux victimes de l'attentat de Paris du 7 janvier 2015
De voorzitter (voor de staande Assemblee):
Le président (devant l'Assemblée debout):
Geachte collega's,
Met ontzetting hebben we kennisgenomen van de aanslag die gisterochtend gepleegd werd in het hoofdkantoor van het weekblad Charlie Hebdo in Parijs. Die weerzinwekkende terreurdaad heeft het leven gekost aan niet minder dan twaalf personen, onder wie acht journalisten, twee politieagenten, een schoonmaker en een bezoeker.
Zo veel lafheid wekt alleen maar diepe minachting op. Het is altijd een tragedie als iemand het leven laat. Woorden schieten dan ook helemaal te kort nu er zoveel levens abrupt en willens verwoest werden.
Het onderzoek is nu volop aan de gang, de schijnwerpers van de media zijn volop op het drama gericht. Gezagsdragers houden toespraken. Daarnaast zijn we in de eerste plaats van rouw en verdriet vervuld en heersen er onbegrip en verontwaardiging.
Deze tragedie confronteert ons op brutale wijze met de noodzaak om uiterst waakzaam te blijven als het gaat om de waarden die het fundament vormen van een moderne democratie. De vrijheid van meningsuiting moet worden gekoesterd en verdedigd. We kunnen de realiteit intussen niet ontkennen. Datgene waarin we met de diepste overtuiging geloven, wordt bedreigd: onze vrijheid.
Face à cette violence aveugle qui participe de logiques qui nous dépassent, il appartient à tous les hommes de bonne volonté de privilégier résolument le dialogue, l’entente et la coopération afin de tracer les voies d’un monde plus fraternel, plus solidaire et plus humain. Sans cela, ce que nous faisons ici, dans ce lieu par excellence de la démocratie, n’aurait pas de sens.
J’ai adressé
hier soir à l’ambassadeur de France nos condoléances émues et lui ai fait part,
au nom de notre Assemblée, de notre compassion pour les familles des victimes.
Je l’ai également prié de transmettre aux représentants du peuple français nos
marques de soutien et d’empathie.
01.01 Eerste minister Charles Michel: Mijnheer de voorzitter, collega’s, gisteren werd in Frankrijk een barbaarse daad gepleegd. Bij Charlie Hebdo zijn twaalf mensen vermoord omdat ze karikaturen tekenden.
Wij zijn gechoqueerd, gedegouteerd, woedend, maar vooral overmand door een immens verdriet.
In deze trieste tijden denken wij in de eerste plaats aan de slachtoffers, hun vrouwen, kinderen, familie en naasten. Ik heb gisteren namens het Belgische volk ons medeleven betuigd aan president François Hollande en aan alle Fransen.
En effet, c'est un deuil collectif. C'est le deuil de tous les humoristes. C'est le deuil de la grande famille des journalistes. C'est le deuil des Français mais, au-delà des frontières, c'est le deuil de tous les démocrates. C'est le deuil de toutes les femmes, de tous les hommes attachés aux valeurs de liberté et de tolérance, de tous ceux qui en jouissent ou de tous ceux qui en sont encore privés.
Nous avons la chance de vivre dans un pays libre. Nous avons la chance d'avoir une presse libre. La liberté de la presse est un droit sacré. C'est le droit de critiquer, de contester, de s'indigner, de blâmer, de condamner. C'est le droit de se moquer et c'est aussi le droit de rire. Mais ce droit a un prix. Partout dans le monde, des journalistes meurent régulièrement parce qu'ils défendent chèrement ce droit. Pour tout cela, les journalistes ont droit à notre reconnaissance et à notre admiration.
Door de aanval op die journalisten worden we allemaal aangevallen. Onze humanistische waarden en onze vrijheden worden bedreigd. De barbaarse daad van gisteren in de gebouwen van Charlie Hebdo was een terroristische aanslag. Het was een koelbloedige, berekende en dodelijke daad, die ons doet denken aan de tragische gebeurtenissen in het Joods Museum in Brussel. Net als in Parijs ging het om een tragische daad van fanatici. Het is echter net dat fanatisme dat Charlie Hebdo altijd heeft bestreden. "Charlie Hebdo" is als een held doodgegaan. Hij heeft nooit toegegeven. De journalisten wisten welk risico ze liepen. Sinds de commotie rond de cartoons werden ze vaak met de dood bedreigd. Toch hebben ze hun strijd niet gestaakt.
Mesdames et messieurs les députés, chers collègues, l'honneur de nos démocraties, c'est la liberté de croire ou de ne pas croire. Cette liberté fondamentale doit être pleinement garantie. Plus que jamais, nous devons rejeter toutes les formes d'amalgame. Nous devons combattre, sans pitié, toutes les formes d'extrémisme et de terrorisme. Plus que jamais, je veux en appeler au rassemblement de tous les démocrates.
We mogen ons niet laten intimideren. Alle democraten moeten nu rechtstaan. Wij mogen geen plaats of invloed geven en geen enkele toegift doen aan haatpredikers en terreurzaaiers. Meer dan ooit moeten wij schouder aan schouder staan om terreur geen enkele kans te geven.
Mesdames et messieurs, nous ne nous laisserons pas intimider. Tous les démocrates doivent être debout et combattre ensemble les semeurs de haine et de terreur. Nous devons tous nous serrer les coudes pour ne laisser aucune chance à la terreur de s'installer.
De voorzitter: Collega’s, ik stel voor dat wij ter reflectie en ter nagedachtenis van de slachtoffers enige ogenblikken stilte in acht nemen.
De Kamer neemt een minuut stilte in acht.
La Chambre observe une minute de silence.
De voorzitter: Collega’s, we hebben afgesproken, en ik heb alle fracties daarvan op de hoogte gebracht, dat wij alle vragen die verband houden met de aanslag in Parijs, zouden richten tot een drietal ministers. Wij zullen dat voor één keer van op het spreekgestoelte doen.
La parole est à M. Maingain.
01.02 Olivier Maingain (FDF): Monsieur le président, j'ai introduit une question qui a été orientée vers le ministre de la Justice; en réalité, elle est également en rapport avec le drame d'hier à Paris. Je demanderai à pouvoir me joindre à la série d'interventions en questions d'actualité au premier ministre, puisque tous les groupes s'expriment sur ce thème.
Le président: Je vais demander la présence du ministre de la Justice.
- de heer Patrick Dewael aan de eerste minister over "de terroristische aanslag op de redactie van Charlie Hebdo" (nr. P0160)
- mevrouw Vanessa Matz aan de eerste minister over "de terroristische aanslag op de redactie van Charlie Hebdo" (nr. P0161)
- mevrouw Laurette Onkelinx aan de eerste minister over "de terroristische aanslag op de redactie van Charlie Hebdo" (nr. P0162)
- mevrouw Karin Temmerman aan de eerste minister over "de terroristische aanslag op de redactie van Charlie Hebdo" (nr. P0163)
- de heer Servais Verherstraeten aan de eerste minister over "de terroristische aanslag op de redactie van Charlie Hebdo" (nr. P0164)
- de heer Hendrik Vuye aan de eerste minister over "de terroristische aanslag op de redactie van Charlie Hebdo" (nr. P0165)
- de heer Denis Ducarme aan de eerste minister over "de terroristische aanslag op de redactie van Charlie Hebdo" (nr. P0166)
- mevrouw Meyrem Almaci aan de eerste minister over "de terroristische aanslag op de redactie van Charlie Hebdo" (nr. P0167)
- de heer Raoul Hedebouw aan de eerste minister over "de terroristische aanslag op de redactie van Charlie Hebdo" (nr. P0168)
- de heer Jean-Marc Nollet aan de eerste minister over "de terroristische aanslag op de redactie van Charlie Hebdo" (nr. P0169)
- de heer Filip Dewinter aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Grote Steden en de Regie der Gebouwen, over "de terroristische aanslag op de redactie van Charlie Hebdo" (nr. P0170)
- de heer Koen Metsu aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Grote Steden en de Regie der Gebouwen, over "de terroristische aanslag op de redactie van Charlie Hebdo" (nr. P0171)
- de heer Olivier Maingain aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Grote Steden en de Regie der Gebouwen, over "de ontoereikende kredieten voor de Veiligheid van de Staat in het kader van de terrorismebestrijding" (nr. P0172)
- M. Patrick Dewael au premier ministre sur "l'attaque terroriste au siège de Charlie Hebdo" (n° P0160)
- Mme Vanessa Matz au premier ministre sur "l'attaque terroriste au siège de Charlie Hebdo" (n° P0161)
- Mme Laurette Onkelinx au premier ministre sur "l'attaque terroriste au siège de Charlie Hebdo" (n° P0162)
- Mme Karin Temmerman au premier ministre sur "l'attaque terroriste au siège de Charlie Hebdo" (n° P0163)
- M. Servais Verherstraeten au premier ministre sur "l'attaque terroriste au siège de Charlie Hebdo" (n° P0164)
- M. Hendrik Vuye au premier ministre sur "l'attaque terroriste au siège de Charlie Hebdo" (n° P0165)
- M. Denis Ducarme au premier ministre sur "l'attaque terroriste au siège de Charlie Hebdo" (n° P0166)
- Mme Meyrem Almaci au premier ministre sur "l'attaque terroriste au siège de Charlie Hebdo" (n° P0167)
- M. Raoul Hedebouw au premier ministre sur "l'attaque terroriste au siège de Charlie Hebdo" (n° P0168)
- M. Jean-Marc Nollet au premier ministre sur "l'attaque terroriste au siège de Charlie Hebdo" (n° P0169)
- M. Filip Dewinter au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé des Grandes Villes et de la Régie des Bâtiments, sur "l'attaque terroriste au siège de Charlie Hebdo" (n° P0170)
- M. Koen Metsu au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé des Grandes Villes et de la Régie des Bâtiments, sur "l'attaque terroriste au siège de Charlie Hebdo" (n° P0171)
- M. Olivier Maingain au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé des Grandes Villes et de la Régie des Bâtiments, sur "le manque de moyens budgétaires alloués à la Sûreté de l'État dans le cadre de la lutte contre le terrorisme" (n° P0172)
02.01 Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega’s, wij hebben zonet hier in het Parlement een minuut stilte in acht genomen, maar het is nu onze plicht om te spreken.
Collega’s, de aanslag in Parijs was een terreurdaad tegen weerloze mensen, maar de aanslag in Parijs was vooral een aanslag tegen onze waarden, en dat uitgerekend in de bakermat van de verlichtingsidealen, van liberté, égalité en fraternité.
De aanslag viseerde heel doelbewust journalisten en cartoonisten, mensen die zich dagelijks beroepen op de vrijheid van meningsuiting, een fundament van onze democratie, want zij stellen status, macht en gezag in vraag. En dat is goed, want status, macht en gezag moeten altijd onderhevig zijn aan kritiek, aan scepsis, want daaraan ontlenen zij juist hun legitimiteit.
Collega’s, terreur van alle slag heeft een doel, ze beoogt onze samenleving te destabiliseren, angst aan te jagen, een soort van collectieve paranoia te installeren, precies om die fundamentele vrijheden onderuit te halen. Gisteren ging het uitgerekend om de persvrijheid, een laffe aanslag op de media om de pers te intimideren. Wij mogen niet in de val trappen, want laten wij nooit stoppen met tekenen, laten wij nooit stoppen met op straat komen, laten wij nooit een duimbreed toegeven op onze rechten en op onze vrijheden. Het enige juiste antwoord dat wij moeten geven, is er een van meer openheid, van meer democratie, van meer vrijheid. Geen wraak dus, maar antwoorden met onze eigen waarden.
Mijnheer de eerste minister, wij zijn geschokt, maar angst is een zeer slechte raadgever. En wij moeten niet naïef zijn, er is een probleem met radicalisme in onze samenleving en de samenleving moet daarop een antwoord geven.
Daarom heb ik volgende vragen aan u en aan uw regering.
Gisteren was er een vergadering van de veiligheidsraad en ik had graag geweten welke bijkomende maatregelen u zult nemen om de veiligheid van onze burgers te waarborgen?
Mijn tweede vraag gaat over het overlegcomité van vanochtend. U hebt contact gehad met de deelstaten. Welke initiatieven gaan zij nemen? Ook de deelstaten hebben namelijk heel belangrijke bevoegdheden inzake preventie, detectie en nazorg.
Ten derde, uw regeerakkoord bevat een aantal passages inzake radicalisering en terrorismebestrijding. Hebt u plannen om die passages versneld te implementeren?
Mijnheer de premier, ik kijk uw antwoorden
met belangstelling tegemoet. (Applaus)
02.02 Vanessa Matz (cdH): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, mesdames et messieurs les ministres, il est des jours où il est plus agréable et moins triste de monter à la tribune. Aujourd'hui, je ressens une profonde émotion.
D'abord, une émotion vis-à-vis des personnes, lâchement assassinées; ces personnes étaient des journalistes, des policiers qui exerçaient leur mission, à savoir, pour les uns, informer la population, pour les autres, assurer la sécurité.
Ensuite, une émotion à l'égard des familles et des proches de ces victimes. Également une grande émotion envers les membres des professions visées.
Enfin, une toute grande émotion à l'annonce des immenses rassemblements populaires organisés dans diverses villes, que ce soit en France ou dans notre pays.
Permettez-moi seulement de regretter aujourd'hui que certains polémiquent déjà: ils voudraient briser cette unité qui s'est dégagée et démentir le slogan selon lequel "nous ne serions pas tous des Charlie". Permettez-moi donc de regretter cet aspect du drame. J'aimerais dire avec force et conviction, comme M. le premier ministre l'a souligné dans son mot d'hommage, que l'heure est au rassemblement, l'heure est à l'unité, l'heure n'est pas à la stigmatisation.
Chaque fois que vous lutterez contre le radicalisme, contre les extrémismes, chaque fois qu'il faudra participer à un combat pour la défense de nos droits démocratiques, nous serons à vos côtés pour ces combats.
Je n'entrerai donc pas dans la polémique en entamant des joutes politiciennes à cette tribune: l'heure est trop grave. Je vous répéterai simplement notre entier attachement à la défense de nos droits, à la lutte contre le radicalisme et les extrémismes et à la poursuite d'actions que nous souhaitons voir mises en œuvre.
En effet, avec Robert Badinter, qui s'est exprimé largement hier sur les antennes françaises, nous pensons qu'au-delà du chagrin et de la pitié, s'inscrit le devoir de justice. Pour nous, c'est essentiel. Les services français sont à l'œuvre depuis déjà bien longtemps. Il nous paraît important que justice soit rendue dans ce dossier et qu'en Belgique, nous puissions prendre toute la mesure des importantes réformes à mener.
À ce titre, je voudrais vous interroger sur plusieurs points. Quelles mesures avez-vous prises? Le niveau d'alerte a-t-il été ou non augmenté? Il semble que vous auriez sélectionné certains lieux particuliers. Pouvez-vous nous en dire davantage? Quels sont les résultats du Comité de concertation? Vous avez fait une déclaration forte d'unité et de rassemblement au niveau de ce comité. J'aimerais que vous souligniez l'ensemble des mesures que vous avez décidées lors de la réunion de ce comité à ce sujet. J'aimerais que vous nous donniez le timing des réformes prévues dans la déclaration de gouvernement pour lutter contre les extrémismes, le djihadisme et le radicalisme.
Au début de la semaine, vous avez évoqué la mise en place du Comité national de sécurité avant la fin janvier. Ne faudrait-il pas l'activer plus rapidement? Quel est le rôle actuel des organes qui ont déjà été mis en place? Je pense notamment à la task force Syrie qui, selon nos informations, s'est réunie une fois depuis l'installation du gouvernement, en décembre. N'y a-t-il pas lieu de la réunir puisqu'elle comporte en son sein l'ensemble des services censés assurer une meilleure coordination, un meilleur échange d'informations, une meilleure prévention des phénomènes? Je voudrais que vous puissiez nous donner le timing et le rôle de ces différents organes, qui avaient été mis en place et qui fonctionnaient plutôt bien.
Qu'il me soit permis de redire toute notre émotion et toute la tristesse qui est la nôtre, parce qu'elle est celle de tout un pays, de tous les pays européens démocrates. Et cet élan magnifique de personnes qui se sont réunies spontanément dément tous ces slogans, selon lesquels les gens seraient égoïstes, repliés sur eux-mêmes et focalisés sur leurs propres affaires. C'est un immense élan de solidarité et de générosité qui s'est dégagé hier.
Au travers de la politique que nous menons, je voudrais pouvoir donner raison à toutes ces personnes qui se sont réunies hier soir. (Applaudissements)
02.03 Laurette Onkelinx (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, chers collègues, il y a des moments pour le débat, des moments pour la polémique, et il y a des moments pour l'unité.
Cette unité des démocrates est ce qu'il y a de plus fort pour répondre à la barbarie. Cette unité est nécessaire pour que les familles des victimes, dans leur profonde tristesse, dans leur désarroi, sentent que le combat pour la liberté d'expression mené par leurs proches assassinés continue. Cette unité est indispensable pour revendiquer et défendre le droit de vivre dans une société où la liberté est une valeur cardinale.
Monsieur le premier ministre, les propos que vous avez tenus hier, après le Comité ministériel du renseignement et de la sécurité, et aujourd'hui dans cette enceinte, nous les partageons. Nous serons à vos côtés pour que la plus grande fermeté soit de mise contre les ennemis de nos libertés parce qu'une démocratie ne se défend pas seulement avec des mots et des valeurs. Nous serons à vos côtés pour que cette fermeté ne se gave pas de panique, de peur et d'amalgame.
Robert Badinter, ancien Garde des Sceaux français, disait hier qu'au-delà du chagrin et de la pitié, de la colère et de l'indignation, il fallait rejeter tout piège politique qui allumerait la haine entre les démocrates, quel que soit leur idéal politique, philosophique ou religieux.
Monsieur le président, celles et ceux qui ont perdu la vie étaient visés parce qu'ils symbolisaient, pour ce qui est des policiers, la sécurité du pays, et pour les journalistes et caricaturistes, la liberté de presse, d'expression, de critique, voire de provocation. Nous devons redire à tous les journalistes qui, aujourd'hui, sont en deuil que pour nous, leur liberté est sacrée.
Maryse, l'épouse du dessinateur Wolinski, disait qu'il était tombé au champ d'honneur de sa profession, qu'il y a une guerre contre la liberté. Et cette guerre, nous allons la gagner.
Mes chers collègues, devant la violence, le fanatisme, l'étroitesse d'esprit, la haine déversée par les terroristes et les barbares, nous devons nous serrer les coudes, nous rassembler. J'en appelle à un véritable pacte national qui, au-delà de cette enceinte, avec les autres gouvernements et parlements, avec les associations, renforce encore notre socle commun et lutte assidûment contre le radicalisme et contre la violence.
La démocratie a été profanée. Nous comptons sur vous pour une réponse à la mesure de cette barbarie. Et c'est sur cela que nous voudrions vous entendre aussi cet après-midi. (Applaudissements)
02.04 Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, dames en heren ministers, collega’s, l’amour est plus fort que la haine. Ik denk dat die cartoon zeer duidelijk was. Op dit moment past eigenlijk alleen stilte, solidariteit en vooral heel veel medeleven met de slachtoffers, hun vrienden, hun familieleden, het Franse volk en alle democraten in de hele wereld.
Wij zijn vandaag geschokt, kwaad en vol afschuw. Naast die stilte is er dan ook een zeer grote verontwaardiging.
Wij veroordelen op de felst mogelijke manieren die barbaarse daad. Dergelijke barbarij hoort niet thuis in onze samenleving. Vrije meningsuiting is niet toevallig een van de basiswaarden in onze democratie. Een samenleving kan immers maar goed functioneren wanneer er dialoog is tussen meningen. De aanslag daarop, was een aanslag op ons allemaal en is daarom onaanvaardbaar.
Maar wij moeten ons hoeden voor het antwoord daarop. Wij moeten ons hoeden om niet dezelfde fout te maken. Radicalisering beantwoorden met radicalisering is geen oplossing.
Laten wij zoeken naar een manier om onze democratische waarden te verdedigen. Laten wij verschillen van mening, dat is de basis. Laat de pers kritisch zijn en blijven, schrijvend en tekenend, en ons wijzen op fouten en op zaken die niet kunnen. Laten wij vooral, hier in het Parlement en ook erbuiten, zoeken naar de dialoog om onze democratische waarden samen te gaan verdedigen. Vrijheid, gelijkheid, verbondenheid, unis pour la démocratie. De waardigheid waarmee het Franse volk gisteren haar verontwaardiging uitte, verdient respect, verdediging en navolging.
Mijnheer de eerste minister, ik vraag u dan ook om alles in het werk te stellen om die dialoog verder mogelijk te maken, de dialoog in de verdediging van onze democratische waarden, zonder compromissen. (Applaus)
02.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega’s, zoals de vorige sprekers er meer dan terecht op hebben gewezen, gaat onze aandacht op de eerste plaats naar de slachtoffers, hun familie en verwanten. Het zijn helden, helden-journalisten, helden-politieagenten, helden-bewakers en helden-schoonmakers, helden uit alle gemeenschappen.
Er is een grens overschreden, niet voor de eerste keer. Al lang is er een grens overschreden. Wij voelen ons bedreigd in onze veiligheid: enkele maanden geleden in Brussel, gisteren in Parijs, waar morgen of overmorgen?
Ja, wij voelen ons bedreigd in onze fundamentele waarden en onze fundamentele rechten en vrijheden. Ja, collega’s, wij voelen ons bedreigd inzake persvrijheid en vrijheid van meningsuiting.
Wij verschillen vaak van mening. Dat maakt ons leven niet altijd even eenvoudig, maar iedere mens moet ook storende meningsverschillen, zelfs choquerende meningsverschillen, kunnen accepteren.
Geen enkele ideologie, geen enkele religie rechtvaardigt dat wordt geraakt aan de integriteit van mens en samenleving. Elke ideologie die naam waardig, elke religie beschermt mensen.
Onze reactie mag er geen zijn van angst. Angst is altijd een slechte raadgever. Onze reactie mag er geen zijn van capitulatie. Onze reactie mag er geen zijn van een absolute leger- en politiestaat die het dagelijkse leven van de overgrote meerderheid van de mensen, van alle rassen, standen en overtuigingen die het goed menen met onze samenleving, onmogelijk zou maken of fundamenteel zou beknotten.
Maar wij mogen evenmin blind zijn voor het groeiend extremisme. Wij mogen evenmin blind zijn voor gewelddadig radicalisme. Wij veroordelen elk gewelddadig radicalisme. Wij zullen onze waarden radicaal verdedigen, met alle democratische middelen, precies om de spanningen in onze samenleving te doen verminderen.
Mijnheer de eerste minister, uw regeerakkoord bevat duidelijke passages over de strijd tegen het terrorisme. Sommigen hebben gisteravond vragen gesteld bij het gegeven dat het dreigingsniveau 2, het gemiddelde dreigingsniveau, niet verhoogd werd. De experts zullen daar ongetwijfeld objectieve redenen voor hebben. Kunt u ze ons geven?
Het regeerakkoord voorziet terecht in een integrale aanpak, wat onder meer overleg met de deelstaten veronderstelt. Dat heeft vanmorgen plaatsgevonden. Welke conclusies werden daar getrokken?
Het regeerakkoord voorziet in overleg met het middenveld en in overleg met religieuze leiders. Alle groeperingen, rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken, moeten elk geweld compromisloos afwijzen, en zij moeten dat blijven herhalen.
In uw regeerakkoord wordt ook verwezen naar de ondersteuning van de lokale besturen om terrorisme voortijdig op te sporen. Zijn daarvoor reeds stappen ondernomen?
Er zijn uiteraard ook veiligheidsmaatregelen op het vlak van strafrecht, administratief recht en bestuur, onder meer om teruggekeerde strijders sneller op te volgen en om bepaalde strafwetgeving aan te passen of desgevallend te versnellen. Welke maatregelen kunnen versneld genomen worden om zonder paniek en evenwichtig te doen wat zich opdringt? (Applaus)
02.06 Hendrik Vuye (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, het is gepast te herinneren aan wat ongetwijfeld de meest beroemde zin is over de vrijheid van meningsuiting, namelijk dat die vrijheid van meningsuiting niet alleen geldt voor informatie of ideeën die gunstig worden onthaald of die als onschuldig of onverschillig worden beschouwd, maar dat die vrijheid van meningsuiting ook geldt voor die welke de Staat en andere groepen van de bevolking schokken, verontrusten of kwetsen. Dat is een zin uit het bekende arrest-Handyside tegen het Verenigd Koninkrijk uit 1976 van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Die zin heeft het Europees Hof sedertdien honderden malen herhaald. Het hof voegt daar de reden aan toe: “Zo willen het het pluralisme, de verdraagzaamheid van geest en de openheid, zonder dewelke een democratische samenleving niet kan bestaan".
We moeten ons er goed van bewust zijn dat elke inmenging in de vrijheid van meningsuiting op een dergelijke, gewelddadige wijze, het wezen zelf van de democratie aantast. Er zijn gisteren niet alleen twaalf doden gevallen, er zijn gisteren ook twaalf kogels afgevuurd, regelrecht in het hart van de democratie. Het moet duidelijk zijn dat geweld in het algemeen, terrorisme en gewelddadig jihadisme, in strijd zijn met onze fundamentele waarden.
Wat gisteren gebeurd is, is een beetje het 9/11 van de persvrijheid en van de vrijheid van meningsuiting. We mogen niet naïef zijn: de gebeurtenissen zullen ongetwijfeld gevolgen hebben en nog lang. Het is bijna zeker dat er een vorm van zelfcensuur zal komen. Hoeveel euvele moed moet men als cartoonist niet hebben om nu nog een tekening van de profeet te durven te publiceren? Niet alleen censuur, maar ook dergelijke zelfcensuur is onverenigbaar met de democratie. Daarom zou ik graag verwijzen naar artikel 17 van het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens, dat een verbod bevat op activiteiten die de mensenrechten schenden, maar tevens aan alle lidstaten de positieve verplichting oplegt om maatregelen te nemen om de democratie te beschermen. Dat is de gedachte dat de democratie weerbaar moet zijn.
Vandaar mijn vragen aan u.
Het regeerakkoord bevat een aantal passages over radicalisering. Wanneer en op welke termijn treden die in werking? Hoe zit het met de Nationale Veiligheidsraad en met het aangekondigde integrale veiligheidsbeleid?
Ik kijk uit naar uw antwoord. (Applaus)
02.07 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, hier, comme l'ensemble de la communauté nationale, chaque membre de cet hémicycle a été frappé par l'émotion, choqué par ces violences aveugles, choqué par l'annonce de l'assassinat de douze personnes à Paris, comme ce fut le cas lors de l'attentat du Musée juif de Bruxelles et, encore avant-hier, lors de celui d'Istanbul.
Hier, on s'est attaqué à la France, à Paris, à Charlie Hebdo. C'étaient des policiers au sol. C'étaient des journalistes. Qui, plus qu'eux, incarne cette valeur de liberté à laquelle nous sommes tant attachés? C'est en défendant cette liberté qu'ils sont morts.
Très clairement, on veut s'en prendre à nos valeurs. Certains ont décidé de les détruire. Certains ont décidé de détruire ce que nous sommes en nous déclarant la guerre. Il va donc falloir nous battre avec l'ensemble de la communauté nationale, avec nos meilleurs alliés, contre ces islamistes, contre l'obscurantisme. Ce sont ces musulmans, à nos côtés, qui vont combattre ce contre quoi ils ont indiqué à maintes reprises qu'on ne pouvait pas utiliser leur nom.
Au-delà de cette communauté nationale qui doit se lever face à cette violence aveugle, nous, en tant que politiques, nous devons dépasser l'émotion.
Les départs en Syrie de centaines de Belges ont contribué à nous ouvrir davantage les yeux. Nous avons déjà, lors du précédent gouvernement, fait preuve de davantage de réalisme et de fermeté. Nous n'avons pas été surpris d'apprendre – vous le répétiez lundi encore – que votre gouvernement avait décidé de placer, au sommet de ses priorités, la lutte contre le radicalisme, contre le terrorisme. Nous devons, aujourd'hui, poser des actes encore plus forts.
Nous attendrons naturellement de vous entendre sur la tenue rapide de la réunion du Conseil national de sécurité avec lequel vous pourrez mettre en oeuvre ces politiques fortes en matière de lutte contre le radicalisme et le terrorisme, telles que prévues dans l'accord de gouvernement.
Nous souhaitons naturellement vous entendre sur l'initiative prise de collaborer de manière étroite avec les Régions, quelles que soient les majorités dans ces Régions pour travailler ensemble contre le radicalisme. Nous aimerions vous entendre également sur les initiatives que vous avez prises en réunissant ce midi encore le Collège du renseignement et de la sécurité. Enfin, nous souhaiterions aussi vous entendre sur un élément fondamental qui est la collaboration, la solidarité européenne et internationale car, tout comme nos voisins, nous sommes visés. Comme cela a été dit, il faut naturellement se serrer les coudes et travailler de concert. (Applaudissements)
02.08 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de premier, collega’s, de aanval van gisteren op Charlie Hebdo in Parijs is een weerzinwekkende daad, doelbewust en met militaire preciesheid uitgevoerd op een symbool van de vrije meningsuiting, een tijdschrift dat met satire de wereld een spiegel voorhoudt. Het is een aanslag op de fundamenten van onze democratie, op onze integriteit.
Onze samenleving moet zich verzetten tegen de haat, het onbegrip en de polarisatie, waarop terrorisme teert en die haar voedingsbodem is. Hoopgevend is alvast de grote massa aan reacties, wereldwijd en over alle religies en nationaliteiten heen. En terecht.
De daders van dergelijke aanslagen maken geen onderscheid in hun slachtoffers, niet in Europa, niet in Syrië, nergens wereldwijd. Naast de cartoonisten en de redacteurs van Charlie Hebdo stierven gisteren ook de twee agenten die de redactie bewaakten. Een ervan was gewond en werd koudweg geëxecuteerd op straat. Hij smeekte in het Frans en het Arabisch voor zijn leven. Ahmed Marabet heette hij. Hij was 42 jaar en lid van de politievakbond. Hij stond op wacht om de leuze van Voltaire te helpen verdedigen. “Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal u recht om het te zeggen, met mijn leven verdedigen.” Hij heeft het met zijn leven bekocht en helaas was hij niet alleen.
De krachten die voor hem en alle anderen stonden, waren goed voorbereid en meedogenloos. Tegen zo’n gruwel kunnen wij als samenleving enkel onze menselijkheid benadrukken, ons medeleven uitsturen naar alle slachtoffers en hun naasten, de vaders en moeders bijstaan, die dag na dag hun kinderen proberen te beschermen tegen het gif van de radicalisering, onze verbondenheid uitdrukken met alle slachtoffers van aanslagen, waar ook ter wereld, in de brandhaarden van het Midden Oosten, evenals Australië en Madrid.
Collega’s, dit is het moment bij uitstek, niet om extremisme te beantwoorden met extremisme en niet om in de val van de escalatie die vandaag voor ons wordt gespannen, te trappen.
Jens Stoltenberg, oud-premier van Noorwegen, stelde na de aanslagen op Oslo en Utoya dat het antwoord op geweld nog meer democratie is, nog meer menselijkheid. Maar nooit naïveteit. Ik ben het daarmee volmondig eens. Wij kunnen de dodelijke slachtoffers niet terugbrengen, maar we kunnen wel toekomstige slachtoffers vermijden. Dat is onze taak als politici.
Mijnheer de eerste minister, er zijn vandaag al heel veel vragen gesteld, maar deze ene vraag wil ik u toch duidelijk stellen. Naar aanleiding van de aanslag in het hart van de waarden, waar wij allen voor staan, wil ik u vragen op welke wijze u niet alleen de veiligheid van onze burgers zult versterken, maar ook de polarisering tegengaan, de hand reiken en de dialoog versterken. (Applaus)
02.09 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Monsieur le président, chers collègues, il n'y a pas de mot pour condamner ce qui s'est passé hier à la rédaction de Charlie Hebdo. En mon nom et au nom de notre parti, je présente mes condoléances aux familles endeuillées.
À l'ensemble des victimes, aux familles, aux connaissances, mais surtout à l'ensemble des acteurs épris de démocratie qui se sont exprimés hier à travers ces milliers de rassemblements en France, en Belgique et à travers le monde, nous exprimons notre condamnation ferme de ces actes.
Aujourd'hui, nous devons réfléchir aux solutions que nous pouvons apporter à ce type de situation.
Je suis un produit de cette génération de Charb, de Wolinski, de Cabu, ceux qui ont réalisé ces premiers dessins qui nous ont fait réfléchir sur la société dans laquelle nous vivons, ce sentiment de liberté qui, à mon goût allait parfois trop loin, cette réflexion qu'ils avaient sur la société de toujours dire tout haut ce qu'on pense, ne jamais se taire. C'est de cet état d'esprit que nous devons nous emparer pour aborder ce débat sereinement, ce débat sur la responsabilité qui nous incombe de répondre à l'incroyable défi que suscite le massacre d'hier à Paris.
Monsieur le premier ministre, il faudra répondre à la priorité qui est de trouver les auteurs de ces actes atroces. Aussi, les autorités belges font-elles tout leur possible pour aider les autorités françaises à mettre la main sur les auteurs de cette barbarie?
Aujourd'hui, nous devons faire attention à ne pas entrer dans le jeu dans lequel ces barbares, ces terroristes veulent nous emmener. Un jeu qui est de polariser la société, une communauté contre une autre. Une responsabilité importante du monde politique, du monde associatif, de la société civile est de ne pas entrer dans ce jeu. En ce sens, je voudrais vraiment encourager tout le monde à s'inspirer des réactions des autorités norvégiennes, lorsqu'elles ont été confrontées au massacre perpétré par M. Breivik. Vingt-quatre heures après les événements, la première ministre norvégienne a posé un constat clair, celui qui veut que la communauté politique et la communauté civile répondent d'une manière mûre, d'une manière solidaire, d'une manière démocratique à ces défis que l'ensemble de ces terroristes nous lancent aujourd'hui.
C'est d'ailleurs aussi contre ces deux camps, contre cette formation d'une polarisation de la société, que Charb lui-même s'insurgeait. Il nous disait encore en juin dernier: "Il est pour moi très important, une fois pour toutes, que l'on ne fasse pas d'amalgame entre ces jihadistes et les musulmans."
Aujourd'hui, c'est de cet état d'esprit-là que nous devons nous inspirer pour contrer cette menace très importante envers le droit démocratique.
Het is ook in die zin dat wij vandaag samen alle krachten moeten bundelen om voor solidariteit te gaan, om tegen de polarisatie in te gaan. Het is ook in die zin dat ik echt betreur dat bepaalde politieke krachten, bijvoorbeeld iemand als Bart De Wever gisteren, het niet kunnen laten om aan te tonen dat de Partij van de Arbeid medeverantwoordelijk was voor wat er vandaag gebeurt. Laat ons dat alstublieft aan de kant zetten. Laat ons alstublieft geen politieke spelletjes spelen met wat er vandaag gebeurt.
Het is volgens mij heel belangrijk dat er vandaag cohesie is, dat wij samen koelbloedig kunnen nadenken over wat wij moeten doen en geen politieke spelletjes spelen om aan te tonen dat links verantwoordelijk is voor de situatie vandaag. Dat is ook de reden waarom wij niet in de logica van de strijd of de oorlog tussen de beschavingen mogen stappen. Laat ons daar niet op inpikken. Laat ons niet beweren dat de ene gemeenschap meer verantwoordelijkheid draagt dan een andere voor de situatie vandaag.
Vandaag is het belangrijk om solidariteit te tonen. Het is ook belangrijk om concrete maatregelen te nemen.
Mijnheer de eerste minister, u weet dat u onze steun krijgt voor maatregelen die genomen moeten worden. Men kan niet het niet zomaar laten gebeuren dat honderden jongeren uit Syrië naar hier terugkeren zonder iets te doen. Laat ons echter alstublieft opletten dat onze eigen vrijheden niet in gevaar worden gebracht, dat onze democratische vrijheden en ons recht om vandaag overal te kunnen gaan en spreken niet aangevallen worden.
Laat mij eindigen met een citaat van Benjamin Franklin: “He who trades freedom for his security will lose both and save none.” Ik kan dat alleen maar onderschrijven. Laat ons koelbloedig nadenken over een solidaire samenleving en voor oplossingen tegen die afschuwelijke, terroristische daden. (Applaus)
02.10 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, chers collègues, ce qui s'est passé hier à Paris, là même où a été signée, en 1948, la Déclaration universelle des droits de l'homme est un acte ignoble, crapuleux. Il n'y a pas de qualificatif assez puissant pour le décrire justement. C'est un acte d'une violence physique et symbolique inouïe. Quelle que puisse être la cause, il n'y en a pas qui puisse justifier ou expliquer qu'on ôte la vie d'autrui. C'est un acte qui a secoué nos consciences. En s'attaquant à un organe de presse, les auteurs s'attaquent à des hommes et à des femmes mais aussi à une valeur démocratique fondamentale que vous avez eu l'occasion de rappeler tout à l'heure: la liberté d'expression. Cette liberté que chérissaient tant les personnes touchées hier, Charlie Hebdo.
Cette liberté est une lueur indispensable pour lutter au quotidien contre toute forme de barbarie et d'obscurantisme. Monsieur le premier ministre, les valeurs fondamentales de tolérance, de sécurité et de solidarité devront être fortifiées pour ne pas laisser les barbares gagner le débats des idées et creuser des fossés entre les citoyens.
Nous avons entendu votre appel. Les écologistes, comme les autres formations politiques démocratiques, prendront activement part à cette réflexion au sein de cette assemblée et en dehors, sans tabou a priori mais sans surenchère également. Je le redis, ce qui s'est passé hier n'est pas tolérable. Ce qui s'est passé hier n'est tout simplement pas pensable.
Vous l'avez dit tout à l'heure, de même que le ministre de l'Intérieur l'a dit ce matin à la radio: on doit pouvoir rire de tout. Je suis d'accord avec cette phrase. Les terroristes ont décidé de défier notre système démocratique mais, nous le savons, une société tolérante et ouverte où les hommes et les femmes se respectent est le plus gros cauchemar des terroristes.
Monsieur le premier ministre, nous devons tous, tous les jours, construire et reconstruire les contours de cette société et de ce vivre-ensemble. Nous trouverons ensemble les réponses adéquates pour faire vivre ce cauchemar aux terroristes d'hier et à ceux qui seraient tentés de les imiter demain.
Nous sommes dans un moment difficile de notre vivre-ensemble; ne nous le cachons pas. Les réponses, vos réponses sont attendues. Les réponses sont importantes. Néanmoins, ceux qui prétendent avoir dès maintenant toutes les réponses ont tort et se trompent d'agenda.
Aujourd'hui, l'heure est au recueillement. Aujourd'hui, je suis Charlie; aujourd'hui, je suis Ahmed, agent de police; aujourd'hui, je suis Georges, dessinateur; aujourd'hui, je suis Jean, dessinateur; aujourd'hui, je suis Elsa, psychanalyste et chroniqueuse; aujourd'hui, je suis Stéphane, dessinateur; aujourd'hui, je suis Frédéric, agent d'entretien; aujourd'hui, je suis Franck, brigadier au service de la protection; aujourd'hui, je suis Bernard, dessinateur; aujourd'hui, je suis Philippe, dessinateur; aujourd'hui, je suis Michel, ancien directeur de cabinet; aujourd'hui, je suis tous ces prénoms de personnes dont nous sommes fiers et qui, par leur engagement et leur métier, respirent et dégagent la liberté. Aujourd'hui, nous pensons aussi aux onze blessés graves, encore entre la vie et la mort. Aujourd'hui, nous pensons aux familles des victimes: puissent-elles recevoir le réconfort nécessaire en ces moments difficiles.
Comme vous l'avez dit, monsieur le premier ministre, aujourd'hui, plus que jamais, nous devons nous rassembler pour défendre les valeurs de notre démocratie afin de ne pas laisser les barbares gagner le débat d'idées et creuser les fossés entre les citoyens. Comme le rappelait un journaliste ce matin, avoir peur, c'est mourir mille fois, c'est pire que la mort. Refuser la peur, rechercher ce vivre-ensemble avec acharnement, c'est défier, c'est faire reculer la mort.
Oui, avec acharnement, mais aussi avec humour.
Il est quelque peu difficile de parler de cet aspect en ce moment, mais
l'humour reste l'arme des forts, de ceux "qui n'ont même pas peur!".
Cette arme nous est léguée en héritage par ceux qui, hier, ont donné leur vie
pour la liberté. (Applaudissements)
02.11 Filip Dewinter (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega’s, als blijk van solidariteit en medeleven met de slachtoffers van de aanslag op Charlie Hebdo gisteren in Parijs, heb ik een cartoon meegebracht. (De spreker toont cartoon)
U kent de cartoon. Het is de cartoon die tien jaar geleden door Kurt Westergaard werd getekend. Ik heb hem ontvangen tijdens een toespraak die ik negen jaar geleden mocht geven voor de Free Press Association, waarvan Kurt Westergaard in Denemarken voorzitter is. De cartoon werd aan mij opgedragen en door Kurt Westergaard getekend.
Wat is veranderd sinds tien jaar toen het massale moslimprotest tegen die cartoon uitbrak en de aanslag die wij gisteren in Parijs hebben meegemaakt? Het antwoord is simpel. Er is niets veranderd. Integendeel, de situatie is nog erger geworden. Ze is het resultaat van tien jaar negeren en minimaliseren van islamradicalisme, tien jaar subsidies en faciliteiten voor de islam, tien jaar projecten van amper-integratiepolitiek, tien jaar politiek correcte discours van politici over verdraagzaamheid, multicultuur en tolerantie, zoals wij ze ook vandaag hebben mogen aanhoren, tien jaar vooral, waarbij omwille van politiek correcte redenen het probleem niet bij naam mocht worden genoemd.
Officieel is de islam een religie van vrede, tolerantie en verdraagzaamheid. Het debat over de politieke ideologie die achter de islam schuilgaat, mag en kan dan ook niet – zeker niet hier in het halfrond – worden gevoerd. Kritiek op de islam en op de islamisering van onze samenleving wordt sowieso weggezet als zijnde racistisch en xenofoob. Wie durft te beweren dat de Koran tot haat, geweld en onverdraagzaamheid aanzet, is hoe dan ook een islamofoob, die uit het politieke, mediatieke en maatschappelijke debat moet en zal worden geweerd.
Collega’s, zijn alle moslims extremisten en potentiële terroristen? Neen, dat zijn zij natuurlijk niet. Het overgrote deel – 95 tot 99 % – zijn gematigde en vredelievende mensen die het geweld schuwen en de aanslag van gisteren alsook alle andere aanslagen afwijzen en verwerpen. Betekent dat echter dat de islam gematigd en vredelievend is? Het antwoord is opnieuw nee. Niet de zogenaamde radicalisering, zoals ik het hier al tientallen keren heb horen uitspreken, is het probleem. Het probleem is de islam zelf.
Het gaat vandaag niet enkel over de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting. Het gaat over het feit dat de waarden van de islam haaks staan op onze manier van leven en op de fundamenten van onze westerse en Europese democratie. Het gaat over de vrijheid van meningsuiting, maar het gaat ook over de scheiding tussen Kerk en Staat en over de gelijkheid tussen man en vrouw.
Is er overigens een probleem, dames en heren, met radicaliserende katholieken, met radicaliserende vrijzinnigen, met radicaliserende Joden of — ik zeg maar wat — met radicaliserende boeddhisten? Nee, Charlie Hebdo spotte met alle godsdiensten en alle ideologieën, maar moest enkel geweld van moslims vrezen. Ik kan alleen maar vaststellen dat zeker niet elke moslim een terrorist is, maar dat heden ten dage zowat iedere terrorist wel een moslim is.
Collega’s, de slachtoffers die een jaar geleden zijn gevallen in het Joods Museum in Brussel, de slachtoffers gisteren in Parijs en de zovele andere slachtoffers van vele andere jihadistische aanslagen in Europa zijn in eerste instantie het slachtoffer van de lakse immigratiepolitiek van de overheid, van decennialange islamkolonisatie die daarvan het gevolg is geworden. Om het met de woorden van Winston Churchill te zeggen: “Wie de krokodil blijft voederen in de hoop hem te paaien, belandt meestal in zijn maag.”
De daders van de aanslag van gisteren waren geboren en getogen Franse moslims. Het zijn kinderen van de massa-immigratie en de multicultuur, die vandaag de aanslagen in de straten van onze Europese steden plegen. Alleen een streng beleid dat kordaat optreedt tegen eenieder die de jihadistische en salafistische islam aanhangt, die geweld predikt of verheerlijkt, kan soelaas brengen.
Dat betekent dat Syriëstrijders de nationaliteit moet worden afgenomen, dat wij hen liever kwijt dan rijk zijn, in plaats van hen hier, mijnheer de minister van Binnenlandse Zaken, krampachtig binnen onze grenzen te willen houden en te overtuigen met naïeve propagandafilmpjes op internet. Dat betekent dat radicale moskeeën moeten worden gesloten, dat haatpredikers hier niet de kans mogen krijgen om hun boodschap uiteen te zetten, dat moslims een loyauteitsverklaring moeten ondertekenen en de sharia moeten afzweren en dat de erkenning en de subsidiëring van de islam moet worden stopgezet.
De jongste vierentwintig uur was de verontwaardiging terecht groot. Ook degenen die in het verleden de massa-immigratie hebben toegejuicht, aangemoedigd en gefaciliteerd, die het probleem met de radicale islam hebben genegeerd en geminimaliseerd, ook degenen, politici, journalisten, intellectuelen en anderen, die iedere vorm van islamkritiek systematisch veroordeelden als zijnde racistisch en xenofoob, staan vandaag op de eerste rij met de badge “Je suis Charlie” en zijn verontwaardigd. Misschien waren degenen die vandaag “Je suis Charlie” dragen en roepen beter wat vroeger verontwaardigd geweest en wat vroeger op straat gekomen. Dan hadden wij de problemen niet gekend die wij vandaag kennen. En ja, wij politici zijn mee verantwoordelijk. Wij zijn wellicht de hoofdverantwoordelijken voor wat zich vandaag afspeelt in onze Europese steden. Velen van u hebben gezwegen toen het nog kon, velen van u hebben de andere kant uitgekeken toen het nog mogelijk was om de radicale islam te stoppen.
Collega’s, de aanslag gisteren was een zoveelste oorlogsverklaring van de radicale islam aan het vrije Westen. Er heerst op dit moment een klimaat waarin er niet meer mag gezwegen worden maar waarin moet ingegrepen worden. Wie onze westerse samenleving hier bij ons niet genegen is, die kan nog altijd — die moet — vertrekken naar plaatsen in het Midden-Oosten, in Irak, in Syrië en weet ik veel waar, waar het volgens hen zoveel beter is. Ik besluit met de woorden van de socialistische burgemeester van Amsterdam die gisteren zei: “Als het je hier niet bevalt, rot dan op”.
02.12 Koen Metsu (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister van Binnenlandse Zaken, beste collega’s, ik sta hier vandaag even aangedaan en aangeslagen als u allen. De Syriëstrijders blijken doorgaans jonge adolescenten te zijn, mensen die kneedbaar en beïnvloedbaar zijn, die doorgaans onder valse voorwendselen naar oorlogsgebied getransporteerd worden om daar opgeleid te worden tot koelbloedige moordmachines.
Ik moet met schroom toegeven dat mijn vrees van zes maanden geleden helaas bewaarheid aan het worden is. Deze jongeren trekken niet naar ginder om hun geloof te verdedigen en te betuigen, integendeel. Imam Laytouss van Gent heeft daarvan vandaag nog openlijk afstand genomen. Dit heeft allang niets meer met geloof te maken. Zij die Syrië bereiken, komen in een opleidingscentrum terecht, worden gebrainwasht,verleggen hun grenzen, nemen afstand van onze westerse waarden en normen en creëren hun eigen perverse grenzen. Zij leren daar journalisten koelbloedig de keel oversnijden. Zij worden tikkende tijdbommen. Dat heeft effectief niets met geloof te maken.
Uiteraard moeten wij vermijden dat potentiële vogels voor de kat naar dat oorlogsgebied trekken. Zij vormen een manifest gevaar eens zij die andere wereld van vernielzucht, moord en intolerantie betreden.
Politicoloog Benyaich, vanochtend nog op de radio, pleit voor een sterk preventief en repressief beleid tegen het radicale jihadisme. Hij zei dat een handvol extremisten ook ons land volledig kan lamleggen. Het is trouwens niet te vatten dat de teruggekeerde Belgische Syriëstrijders vandaag hun steun en lof betuigen aan hun broeders die gisteren nog verantwoordelijk waren voor deze laffe daad, voor deze laffe aanslag. Ik denk dat die radicale haatpredikers en de ronselaars de wortels zijn van dit onheil.
In de wetenschap dat tweehonderd Belgische Syriëstrijders zich momenteel met dood en verderf bezig houden in de conflictzone, en dat de reeds honderd teruggekeerde Syriëstrijders hier correct in de gaten worden gehouden door onze veiligheidsdiensten, lijkt het mij cruciaal dat wij er alles aan doen om eventuele vertrekkers met alle mogelijke middelen te ontmoedigen.
Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen.
Hoeveel Syriëstrijders vertrekken er nog maandelijks naar de conflictzone? Hoe zult u, samen met ons, die contrapropaganda uitrollen?
Hoe zult u vermijden dat de indruk ontstaat dat de overheid zich tegen de islam kant? Het is immers eigenlijk een maatregel voor de islam en voor de toegankelijkheid van eenieders geloof. Wordt de echte moslimgemeenschap betrokken bij uw plannen?
Mijnheer de minister,
collega’s, ik besluit mijn vraag met het betuigen van mijn respect aan die
helden, die mama’s en die papa’s, die gisteren koelbloedig werden doodgeschoten
in een hoofdstad, op drie uur rijden van Brussel. Laat dit, wat er vandaag in
ons Parlement en hierbuiten ook gebeurt, een heel duidelijk signaal zijn dat in
de strijd tussen barbarij en beschaving de beschaving altijd moet winnen. (Applaus)
02.13 Olivier Maingain (FDF): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, je tiens tout d'abord à vous remercier d'avoir déjà porté la protestation commune qui a été relayée ici par les différents porte-parole des groupes démocratiques.
C'est vrai que l'émotion est immense. Elle est à la mesure de l'écœurement devant la lâcheté, car l'acte d'hier, c'est avant tout un acte de lâcheté, comme tous les actes terroristes. La lâcheté de s'en prendre à des femmes et des hommes sans défense et d'abattre de sang-froid un policier au sol qui demandait la rémission.
L'émotion est immense et l'écœurement est partagé, parce que nous ressentons tous, à travers cet ignoble acte de barbarie, qu'il porte atteinte à ce qui est l'exigence la plus essentielle de la démocratie: la liberté de l'esprit, la liberté par la dérision, l'impertinence, l'insolence que représentait la rédaction de Charlie Hebdo, cette liberté qui nous vient du siècle des lumières qui, de Voltaire à Brassens et de Daumier à Wolinski, nous rappelle que l'argument d'autorité ne sera jamais un argument de démocrate.
Il faut saluer les rassemblements spontanés des citoyens qui, dès hier, nous ont rappelé que les peuples libres dans le monde partagent une force supérieure à celle de la violence: la conscience; la conscience des femmes et des hommes qui ne cèdent pas devant les fanatismes et les radicalismes.
Certes, la démocratie est vulnérable. En effet, elle n'existe que dans des sociétés ouvertes et qui acceptent la liberté de mouvement et donc le risque d'être exposé à ceux qui profitent de cette liberté.
Mais la démocratie demeure forte, non pas lorsqu'elle recourt aux moyens de ceux qui font preuve de barbarie, mais lorsqu'elle leur oppose sereinement la détermination de l'État de droit et de la justice. Voilà pourquoi il importe de donner à la justice, aux services de police et de sécurité tous les moyens de protéger la société.
On ne dira jamais assez, dans ces circonstances, combien réhabiliter l'autorité de l'État, ce n'est pas porter atteinte aux libertés, mais c'est, au contraire, garantir leur effectivité.
Cette autorité de l'État ne peut pas davantage s'affirmer s'il n'y a pas de valeurs intangibles partagées. Et je ne saurais dire combien nous avons tous été émus en voyant le reportage, hier soir, à la télévision française, à la sortie de l'Élysée, des chefs de culte et de conviction philosophique. Les représentants de tous les cultes étaient présents. Il y avait, notamment, le recteur de la Grande mosquée de Paris qui a rappelé combien ces valeurs, parmi lesquelles la laïcité de l'État, étaient partagées par tous les cultes de France.
Un débat sur cette valeur essentielle devra également avoir lieu chez nous, valeur non pas qui divise, mais qui rassemble et fédère tous ceux qui veulent protéger les convictions sincères, les convictions religieuses et philosophiques, mais qui veulent aussi que ces convictions ne s'expriment pas autrement que dans le champ de la démocratie partagée.
Il faut dire ici avec force que, malgré les expressions de ceux qui veulent conduire nos sociétés européennes à l'affrontement des religions ou des convictions philosophiques, il n'y a jamais de fondement rationnel aux actes de terrorisme ou de radicalisme. La vraie motivation des forces qui poussent à la haine, c'est l'exploitation des peurs, des faiblesses et des étroitesses d'esprit, c'est l'exploitation du fanatisme. À cela, il n'y a qu'une seule réponse à donner: l'audace, comme l'avaient les rédacteurs de Charlie Hebdo, comme l'ont tant de journalistes, de femmes et d'hommes qui, à travers des associations, portent le message de la libre pensée, de la pensée qui s'affirme grâce à l'éducation et à la formation.
La vraie réponse réside dans cette volonté de rappeler à des jeunes que c'est la formation et l'éducation qui leur permettront d'affronter les défis de la vie et non pas les croyances qui conduisent à nier la dignité humaine!
Pour conclure, monsieur le premier ministre, si je puis faire une suggestion, les temps d'émotion partagée sont des temps de parole et de convictions partagées, mais cette prise de conscience devrait s'accompagner d'un lieu d'expression bien au-delà de cette enceinte parlementaire, qui permettrait à toutes les forces démocratiques, à toutes celles et à tous ceux qui croient que la tolérance et la paix restent l'apanage de la démocratie, de venir répéter avec force leurs convictions et leur attachement à cette démocratie.
Je crois que vous devriez prendre l'initiative d'un appel à un grand rassemblement populaire, permettant aux citoyens d'exprimer un message: la démocratie est plus forte que la barbarie. (Applaudissements)
02.14 Charles Michel, premier ministre: Monsieur le président, chers collègues, il y a évidemment une immense émotion qui est partagée. J'étais présent hier soir place du Luxembourg et, comme d'autres l'ont exprimé à cette tribune il y a quelques instants, j'ai été frappé, j'ai été touché par cette réaction citoyenne spontanée partout en Belgique, ailleurs en Europe et dans le monde. C'est une manière de dire "stop", "ça suffit", "ça ne va pas"!
La conviction qui est la mienne plus que jamais aujourd'hui est qu'il doit y avoir un avant et un après. Après l'attentat au Musée juif de Bruxelles, l'attentat dramatique à Paris hier, je suis convaincu que tous les démocrates doivent être déterminés à être unis et rassemblés.
Ik wil in deze toespraak dan ook alle democratische partijen bedanken voor hun sobere boodschap. Het is mijn overtuiging dat het in deze moeilijke momenten voor onze fundamentele waarden cruciaal is om samen te werken.
Natuurlijk zijn er verschillen tussen ons: politieke verschillen, filosofische verschillen, maar wij delen een sokkel van fundamentele waarden: openheid, tolerantie, alsook de fundamentele vrijheden waarzonder geen democratisch systeem mogelijk is. Gisteren is een aanval gepleegd op mensen, op journalisten. Het was ook een aanval op onze fundamentele democratisch modellen.
Mesdames et messieurs, plusieurs d'entre vous m'ont interrogé sur les mesures qui ont été prises et sur l'action que le gouvernement veut mener dans le cadre de ce combat contre le radicalisme et le terrorisme. Nous avons, en concertation avec le ministre de l'Intérieur, immédiatement pris la décision d'organiser hier un Collège de renseignement et de sécurité, qui est une réunion qui rassemble nos experts dans le domaine afin de prendre les mesures adéquates.
Je confirme que, sur proposition de nos experts, il a été décidé de maintenir le niveau de menace à 2 sur une échelle de 4, avec la prise de mesures particulières de protection renforcée pour des sites et des intérêts particuliers et spécifiques. Vous comprendrez que je ne peux pas, à cette tribune, révéler de manière plus détaillée quelles sont les mesures et les sites en question, pour d'évidentes raisons de sécurité.
Nous avons aujourd'hui également, sur base des éléments complémentaires d'information qui ont pu nous être communiqués, notamment dans le cadre de la collaboration permanente avec nos collègues français, organisé à 13 h 00, il y a quelques instants à peine, une deuxième réunion du Collège pour évaluer la situation.
Je veux indiquer que nous sommes en état d'alerte; nous sommes évidemment prêts, le cas échéant, si c'était nécessaire, à chaque instant, à relever le niveau de sécurité et à prendre des mesures complémentaires. Nous devons trouver l'équilibre entre, d'une part, la vigilance et la détermination et, d'autre part, la préoccupation de ne pas céder à la panique, de rester calmes, de rester tranquilles dans une situation extrêmement difficile et délicate.
Je veux dire aussi que dans ce cadre, il est important de poursuivre, et nous allons le faire, la collaboration avec les autorités françaises. Nous sommes en contact permanent et nous avons communiqué notre disponibilité pour apporter notre soutien et notre aide dans le cadre des recherches qui sont en cours en ce moment même pour tenter d'appréhender les personnes suspectées de cet acte terroriste barbare et atroce.
Dat is dus een eerste reactie op deze tragische gebeurtenis van gisteren.
Een tweede punt gaat over het regeerakkoord en de richting die deze regering kiest om tegen terrorisme en radicalisme te vechten.
De laatste maanden en jaren werden regelmatig debatten over deze problematiek gevoerd. Ik ben mij ervan bewust dat hierover verschillen en nuances tussen ons bestaan, maar wij moeten het vandaag eerst eens zijn over de grote richtlijnen en de oriëntatie van een strategie tegen extremisme en terrorisme.
Dans quelques instants, mes collègues Jan Jambon et Koen Geens vont probablement détailler les mesures et l'action du gouvernement qui a démarré dans la lutte contre le terrorisme et le radicalisme, que ce soit en matière d'initiatives pour renforcer les sanctions et l'encadrement lorsque des combattants étrangers reviennent en Belgique et dans la zone Schengen, en matière de documents de voyage, en matière d'opérations de déradicalisation, en matière de présence sur les réseaux sociaux pour tenter de porter des contre-discours, pour lesquels des premières mesures ont déjà été prises par le Conseil des ministres il y a quelques semaines.
Comme nous nous y sommes engagés, le Conseil national de Sécurité va très rapidement devenir une réalité. Bien entendu, nous devons travailler vite. Bien entendu, nous sommes déterminés à accélérer les procédures et les processus de décision pour que, le plus vite possible, nous soyons opérationnels dans ce domaine.
Des initiatives sont prises pour mieux faire fonctionner le Conseil national de Sécurité avec le Collège du renseignement et de la sécurité, pour faire en sorte que les différents acteurs se retrouvent autour de la table afin d'être performants et efficaces.
Wij moeten echter ook de waarheid zeggen aan onze medeburgers, een nulrisico zal jammer genoeg nooit bestaan. Dat betekent dat wij onze beste inspanningen moeten leveren om het risico te verminderen, dat is de bedoeling van deze regering. Wij moeten de waarheid zeggen op dit vlak. Dat is een belangrijke boodschap die wij vandaag moeten meegeven.
Mesdames et messieurs, vous l'avez compris, il y aura des mesures préventives, des mesures répressives mais aussi une collaboration avec toutes les autorités, sur le plan belge (autorités locales et régionales), sur le plan européen et sur le plan international.
Ik heb de kans gehad om een vergadering te organiseren met de minister-presidenten van de deelgebieden. Dat was een kans voor ons allemaal om een engagement aan te gaan, om samen te werken tegen radicalisme en terrorisme.
Iedereen weet dat in het licht van de verschillende bevoegdheden in België elke autoriteit een positieve rol kan spelen. Een verbetering van de coördinatie, een positieve, constructieve samenwerking tussen ons is cruciaal.
Je pense qu'il est important qu'on puisse très rapidement lancer les opérations. Nous aurons des comités de concertation, des réunions opérationnelles dans les prochains jours et les prochaines semaines, avec les ministres responsables, pour faire en sorte qu'au-delà du vocabulaire, au-delà des discours, au-delà des mots, il y ait des actes, des engagements, des décisions qui soient pris pour donner plus de force à ce combat contre le radicalisme et contre le terrorisme.
Enfin, je voudrais aussi vous dire un mot d'un autre enjeu important.
Ik heb deze gevoeligheid ook gehoord, die ik zeer goed begrijp. Wij werden de twee of drie laatste jaren met nieuwe vormen van geweld geconfronteerd. Dat zijn nieuwe fenomenen voor de Europese landen. Dat is niet evident.
Dat betekent ook dat er op internationaal vlak meer moet worden samengewerkt. Men moet ter zake ook een evenwicht vinden tussen, enerzijds, de fundamentele en persoonlijke vrijheden en, anderzijds, de eisen voor de veiligheid, wat niet evident is. Het is niet eenvoudig om hierin een pertinent evenwicht te vinden. Ik ben er zeker van dat wij de volgende weken in deze assemblee hierover veel democratische debatten zullen voeren.
En ce moment, et depuis un certain nombre de mois, le Parlement européen a mis en débat la question de la facilitation des échanges de données concernant les passagers dans le cadre des transports. Nous sommes déterminés, avec le gouvernement – le ministre de l'Intérieur en a pris l'initiative –, à tenter de convaincre les parlementaires européens d'avancer dans ce dossier important.
Voilà quelques semaines, bien avant les attentats auxquels nous venons d'être confrontés, le Conseil européen a décidé de tenter de convaincre les parlementaires européens de progresser sur ce sujet; aujourd'hui, il est constaté des freins dans les échanges d'informations, une impossibilité d'aller aussi loin que souhaité en termes de transfert, de communication des informations et des données.
Un exemple: en Belgique, lorsque nos services de renseignement repèrent des agissements suspects de la part d'un voyageur au sein de l'espace Schengen, qui prend des billets d'avion dans des zones potentiellement délicates par rapport à des conflits djihadistes, notre service n'a pas accès à toutes les données, ce qui constitue une faiblesse, un problème dans le cadre d'actions à mener pour déjouer des risques d'attentat.
Je lance donc un appel pressant et solennel aux divers groupes politiques du Parlement européen pour faire progresser cet engagement important.
Mesdames, messieurs, pour conclure, j'ajouterai simplement que, dans la vie politique, nous connaissons des moments de confrontation, des moments de violence sur le plan du débat politique, de violence sur le plan démocratique, mais c'est cela l'honneur de la démocratie: ne pas partager le même point de vue et combattre avec l'arme de la parole écrite, verbale, argumentée, combattre via la force des idées. C'est cela qui fait la fierté des démocrates.
Lorsque nous sommes confrontés à une situation comme celle que nous rencontrons aujourd'hui, ma conviction c'est, plus que jamais, l'appel au rassemblement, au rassemblement des volontés, au rassemblement des démocrates pour porter les valeurs qui nous tiennent à cœur, pour affirmer que les démocrates sont debout, qu'ils regardent l'avenir avec la confiance, la force de la conviction et la force de la liberté. Et, surtout, avec l'espoir, l'espoir, l'espoir …
Merci à vous. (Applaudissements sur tous les bancs)
02.15 Minister Jan Jambon: Mijnheer de voorzitter, collega's, er werd hier al terecht heel veel hulde gebracht aan de slachtoffers, waarbij doden, zwaargewonden en lichtgewonden vielen. U zult het mij, als minister van Veiligheid, niet kwalijk nemen dat ik vanop dit spreekgestoelte speciaal hulde wil brengen aan de twee politiemensen en het hele politiekorps, ook in ons land. Zij zijn dagelijks, 24 uur per dag, bezig om de veiligheid van ons en alle burgers te garanderen. Ik houd eraan hulde te brengen aan die politiemensen.
Chers collègues, je peux vous confirmer que le niveau 2 de menace sera maintenu. Comme le premier ministre l'a dit, des mesures de prévention sont prises pour augmenter la protection de certains endroits stratégiques et sensibles. Nos services suivent les événements minute par minute et sont en contact permanent avec les services français. Si nécessaire, ce niveau de menace sera augmenté. À l'heure actuelle, en Belgique, nous ne voyons aucune raison d'augmenter ce niveau de menace qui, avant-hier, était de 2. Il restera au niveau 2. Il n'y a pas de raison de paniquer. C'est un message important dans les circonstances actuelles.
Er waren verscheidene vragen over de maatregelen zoals voorzien in het regeerakkoord. Dat zijn er een heel aantal. Wij zullen de Syriëstrijders die de dubbele nationaliteit hebben en die de intentie hebben om terug te keren, de dubbele nationaliteit ontnemen. Van zij die een verblijfsvergunning hebben en ginds daden van geweld en terrorisme gepleegd hebben, zullen wij hun verblijfsvergunning intrekken. Wij zullen specifiek maatregelen nemen voor de minderjarigen. Al die elementen werden opgenomen in het regeerakkoord.
Specialisten hebben mij gezegd dat een belangrijk element hierin de uitspraken volgende week in het proces rond Sharia4Belgium zouden kunnen zijn. Om die reden zijn de projecten van wet nog niet bij de regering ingediend. Wij wachten op de uitspraken volgende week en de elementen van veroordeling, en zullen dan de wetgevende projecten inzake die verschillende punten uit het regeerakkoord indienen bij de regering en daarna in het Parlement. Daarnaast zullen wij in overleg met de minister van Defensie nagaan, zoals voorzien in het regeerakkoord, hoe Defensie kan worden ingeschakeld in geval van verhoogde dreiging. Ik zeg wel degelijk: in geval van verhoogde dreiging. Wij worden daar met de neus op gedrukt na de feiten in Parijs gisteren.
Een aantal mensen heeft vragen gesteld over het programma van contrapropaganda. Mijnheer Metsu, eerst en vooral kan ik zeggen dat er momenteel nog altijd een tiental mensen per maand van hier naar Syrië of Irak afreist om daar te gaan vechten. Op de laatste Ministerraad voor het kerstreces keurden wij een pilootproject goed rond contrapropaganda. De Europese Ministerraad voor Binnenlandse Zaken heeft mij gevraagd daarin het voortouw te nemen en de Ministerraad heeft daarvoor het licht op groen gezet. Het idee dateert al van enkele jaren geleden, maar wij zullen het nu effectief uitvoeren. Het project gaat midden deze maand de operationele fase in bij de FOD Binnenlandse Zaken, binnen de algemene directie. Dit is een preventieve maatregel, naast alle repressieve maatregelen die ik net heb opgesomd.
Het is de bedoeling een tegendiscours te ontwikkelen op de sociale media. Men kan daar lacherig over doen. Men kan zeggen, zoals ik hier op de tribune heb gehoord: laat ze naar ginds gaan. Wij spreken hier over minderjarigen, mensen van dertien, veertien, vijftien jaar. Welk beschavingsmodel hebben wij als wij niet alle middelen in stelling brengen voor die mensen die nog een heel leven voor de boeg hebben, om ze hier te houden en een kans te geven op een toekomst hier, in onze beschaving? Zij die daar abdiceren, begaan volgens mij de grootst mogelijke maatschappelijke fout. Wij nemen die handschoen wel op.
Collega’s, ik zou daarin veel verder kunnen gaan, maar om de sereniteit in dit debat – die ik zeer waardeer – te behouden, houd ik het hierbij. (Applaus)
02.16 Koen Geens, ministre: Monsieur le président, chers collègues, je vous prierai tout d'abord d'excuser mon retard dû à un cas de force majeure. J'adhère évidemment aux propos tenus par le premier ministre au nom du gouvernement par rapport aux victimes des événements survenus hier à Paris.
Wat Justitie betreft wil ik kort zijn.
Monsieur Maingain, vous savez que je réponds toujours à vos questions dans la plus grande loyauté. Je ne manquerai pas de le faire aujourd'hui.
Tout d'abord, au sujet du Conseil Justice et Affaires intérieures (JAI), deux choses me semblent importantes au niveau européen et au niveau belge.
Enerzijds, moeten wij nagaan of wij niet dezelfde maatregel kunnen nemen zoals Frankrijk. Mijn kabinet is dat ernstig aan het bestuderen en volgende week zal ik daarover een onderhoud hebben met collega Jambon. Het onderhoud had eigenlijk vandaag plaats moeten hebben, maar door de omstandigheden kon dat niet. Het gaat meer bepaald om een administratieve maatregel die betrekking heeft op het niet laten vertrekken van Syriëstrijders naar het betrokken land.
Collega Francken, op het ogenblik zijn wij niet echt gewapend om op dat vlak te doen wat moet gebeuren. Personen die in verdachte omstandigheden, via Turkije of anderszins, naar die landen vertrekken, zouden wij daarvan moeten kunnen weerhouden.
Collega’s, u weet welk verdienstelijk werk onze landgenoot Gilles de Kerckhove, die op het niveau van de Europese Commissie belast is met de strijd tegen het terrorisme, al heeft geleverd. De vraag rijst of wij niet op een of andere manier onze Schengenakkoorden moeten aanpassen met het oog op de controle van personen die terugkomen aan de buitengrenzen. Door experts laat ik mij vertellen dat het scannen van onze paspoorten als wij opnieuw de Europese Unie binnenkomen, drie seconden duurt. Ik besef dat drie seconden zeer lang is als men zijn vliegtuig bijna mist. Moeten wij daarover toch niet ernstig nadenken? Gesprekken met mijn Deense collega, die op dezelfde manier getroffen is door het fenomeen van de Syriëstrijders, wijzen erop dat er nog zeer democratische en even vreedzame landen als het onze in dezelfde richting denken.
Monsieur Maingain, pour ce qui concerne votre question relative au budget de la sécurité de l'État en matière de lutte contre le terrorisme, il va de soi que les économie, qui touchent le département de la Justice comme tout autre département ministériel pour l'instant, ne seront pas appliquées à la lutte contre le terrorisme, dont la Sûreté de l'État fait une priorité absolue.
Cela signifie que nous économiserons d'abord sur des tâches non prioritaires, comme par exemple l'espionnage économique, et non sur la lutte contre le terrorisme. Ensuite, nous avons prévu un budget de 1,8 million pour précisément investir dans la lutte contre la cybercriminalité; nous essayons notamment de suivre les activités numériques des groupes et des individus terroristes. Enfin, nous menons une concertation très constructive avec les Affaires intérieures pour transférer le service Protection des personnes de la Sûreté de l'État. Ces trois mesures simultanées permettront de focaliser nos inspecteurs davantage sur la lutte contre le terrorisme.
Si nous ne bénéficions peut-être pas des moyens dont disposent les services de sûreté des Pays-Bas et du Danemark, mes services sont prêts, font de leur mieux et disposent de suffisamment de moyens pour lutter contre le terrorisme. (Applaudissements)
02.17 Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik dank de eerste minister en beide ministers voor hun toelichting.
Ik zou heel bondig nog twee punten naar voren willen brengen.
Een eerste belangrijk principe in de strijd tegen terreur is dat wij die strijd binnen de grenzen van een democratische rechtsstaat voeren. Ik besef dat wij in dat geval enigszins met ongelijke wapens strijden. Het grootste cadeau wat men aan terreur kan geven, is dat democratische systemen de grenzen van de rechtsstaat wegens zogezegde overmacht beginnen te verlaten en men dus een loopje neemt met de eigen principes. Dat is het grootste cadeau wat men aan terroristen kan geven.
Het is niet gemakkelijk. Mijnheer de eerste minister, heren ministers, u roept immers terecht alle hens aan dek. Laten we daar echter goed op toezien.
Een tweede belangrijk principe is het volgende. Ik heb het niet horen vermelden, maar ik weet dat een en ander in de pipeline zit. Een heel belangrijk medium of instrument waarvan terroristen gebruikmaken, is het internet. Er is gesproken over radicale imams. Ik onderschrijf dat met alle macht moet worden geprobeerd aan dergelijke imams iets te doen. Het internet is echter veel gevaarlijker. Het is een sluipend gif, dat moeilijk kan worden gedecodeerd en geanalyseerd. Het veronderstelt ook veel specialisatie bij de politie. Er is bij de federale politie een gespecialiseerde dienst, de Federal Computer Crime Unit. Ik pleit er in de huidige moeilijke budgettaire tijden voor dat wij er alles aan doen om die dienst te versterken.
Ik zou willen afronden met een soort parafrasering van wijlen Gaston Eyskens: alleen in de verdediging van tolerantie is extremisme een deugd.
02.18 Vanessa Matz (cdH): Monsieur le président, je remercie les trois ministres pour leurs réponses. J'espère, comme le premier ministre l'a dit dans sa réponse, que les mots mentionnés dans la déclaration seront rapidement traduits en actes, parce qu'il y a une vraie urgence et les évènements d'hier rendent ce dossier encore plus urgent.
J'ai déjà eu l'occasion plusieurs fois d'interpeller le ministre de l'Intérieur au sujet d'internet et sur l'absolue nécessité de rencontrer les grands acteurs d'internet que sont Google, Youtube etc, puisqu'on sait que toute la propagande et le recrutement se fait via ce réseau-là. Je suis contente d'entendre que la Belgique va mener à ce sujet un projet pilote au niveau européen. J'espère que nous irons aussi au-delà de cela.
J'ai entendu le ministre de la Justice dire que les budgets ne seront pas affectés pour ce qui est de la lutte contre le terrorisme. J'espère aussi, loin de toute polémique, que dans l'ajustement budgétaire, le gouvernement, qui a réduit de 17 % le budget de l'OCAM, pourra revoir sa position. En ces temps difficiles, il y a des priorités, et il faut immuniser un certain nombre de services, dont les services de police, mais aussi l'OCAM qui me paraît être un organe essentiel.
02.19 Laurette Onkelinx (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, en termes de sécurité, vous avez finalement résumé votre travail, notamment avec les acteurs du Comité ministériel du renseignement et de la sécurité, en disant "Nous sommes en alerte et nous sommes en vigilance, mais en même temps nous ne voulons pas céder à la panique." Je crois que cela résume votre travail pour le moment et je répète que j'y adhère complètement.
Je pense qu'il faut aussi, et c'est un petit peu ce que disait M. Patrick Dewael, gagner la guerre des idées. C'est certainement cela le plus difficile. Il y a internet et effectivement nous devrons probablement travailler ensemble avec le gouvernement dans cette enceinte pour être plus efficaces encore pour traquer les appels aux violences et au fanatisme sur internet; mais je pense qu'à côté de cela, il faut véritablement travailler sur ces idées avec les partenaires qui ont des compétences en la matière.
C'est pour cela que je parlais des Régions et Communautés. Il est clair que ce qui se fait à l'école, dans les formations, dans les politiques de prévention des quartiers est important; continuer, comme vous l'avez fait ce matin, à les mobiliser, à les coaliser autour d'un plan antiradicalisme me semble indispensable.
Par ailleurs, la parole est éclatée. Nous en avons entendu beaucoup dans cette enceinte mais elle est aussi dans les lieux de culte, les associations, les lieux où se réunissent les non-confessionnels, les usines. Elle est un peu partout et elle est éclatée. Je me demande donc si, comme on l'a fait dans le passé, il ne serait pas judicieux de réunir les représentants des cultes et des philosophies non confessionnelles ainsi que les partenaires sociaux et les coupoles d'associations pour qu'il puisse y avoir une parole, ensemble, de défense du socle commun de nos valeurs et de la défense des libertés.
Je terminerai en disant qu'un des caricaturistes de Charlie Hebdo a dit en son temps, alors qu'il était interrogé à la radio: "Pour nous, les religions, ce sont des idéologies comme les autres et nous combattons toutes les idéologies sans exception." Charlie Hebdo a dit également: "Surtout, nous voulons faire rire!"Je dirai dès lors à leurs successeurs potentiels, au nom du PS, de prendre la relève et, surtout, de continuer à nous faire rire!
02.20 Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, heren ministers, bedankt voor uw antwoord.
Ik heb eigenlijk maar één oproep. Voor ons ziet u de woorden “L’union fait la force. Eendracht maakt macht.” In de strijd tegen een aanval op onze waarden zijn die het enige antwoord, niet alleen hier, maar ook in de relaties met het middenveld en de andere bestuursniveaus. Daar moeten wij voort aan werken.
Ik hoop dan ook, mijnheer de eerste minister, dat u de nodige initiatieven zult nemen om ook met het middenveld en de vertegenwoordigers van alle religieuze en filosofische gezindheden en alle maatschappelijke overtuigingen voluit de strijd aan te gaan tegen het radicalisme en vooral voor het behoud van de waarden van onze democratie.
02.21 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de eerste minister, heren ministers, ik dank u voor uw antwoord.
Mijnheer de eerste minister, u hebt terecht gewezen op de gemeenschappelijke sokkel van waarden, rechten en vrijheden. De overgrote meerderheid van de bevolking en van onze assemblee wil de spanningen verminderen en niet verhogen.
Het regeerakkoord is uiteraard de leidraad. Er is geen risicoloze samenleving. Evident moet er nultolerantie zijn voor strijders die in buitenlandse conflicten willen gaan vechten. Maar even vanzelfsprekend is er ook, in de eerste plaats, preventie en dialoog nodig om de voedingsbodem van het radicalisme weg te nemen. Ik citeer Immanuel Kant: “Aan de einder wenkt een wereld van democratieën die hun geschillen in onderling overleg oplossen".
02.22 Hendrik Vuye (N-VA): Mijnheer de eerste minister, geweld is nooit de uiting van een mening. Geweld betekent net de vernietiging van de vrijheid van meningsuiting. Net daarom moeten wij geweld, terrorisme en gewelddadig jihadisme bestrijden. Wij moeten dat kordaat doen en wij moeten dat humaan doen. Wij moeten dat echter vooral doen, zoals u het hebt uitgedrukt, avec la fierté du démocrate, met de fierheid van de democraat. Daarin verschillen wij als democraten van terroristen en van niet-democraten. Wij respecteren wel de mensenrechten, ook wanneer wij antidemocraten bestrijden.
02.23 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, heren ministers, ik dank u voor uw antwoorden.
Zowel in de antwoorden als in de oproepen bleek duidelijk dat wij nood hebben aan een duurzame exitstrategie uit de polarisatie. Wij moeten met zijn allen goed nadenken op welke manier wij dat aanpakken.
Onze fractie apprecieert uw open houding vandaag. Wat gisteren gebeurd is en alle incidenten daarvoor mogen niet voor niets zijn. Wij moeten vandaag over alle partijgrenzen heen samen nadenken over hoe wij de veiligheid van onze burgers kunnen garanderen, hoe wij de polarisatie kunnen stoppen en hoe wij de haat de mond kunnen snoeren.
Het is aan ons om de komende dagen en weken escalatie te voorkomen. Die escalatie is op dit moment in Frankrijk helaas al aan de gang. Het is ook aan ons om te zorgen dat de voedingsbodem wordt weggenomen en dat het beginproces van radicalisering wordt gekeerd.
Gisteren was een zwarte dag voor de democratie. Gisteren verloor de samenleving. Vandaag en morgen moeten wij de rug rechten. Vandaag en morgen moeten wij de aanval beantwoorden met meer openheid, met meer democratie, met meer dialoog, met het woord, het potlood en humor, met wat mensen tot mens maakt, onze menselijkheid.
02.24 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, messieurs les ministres, je vous remercie pour les réponses concrètes que vous nous avez apportées.
Je partage, d'une part, votre volonté de ne pas céder à la panique et, d'autre part, de tout faire pour ne pas polariser la société belge ou européenne. Il s'agit ici d'une priorité importante qui a été évoquée aujourd'hui par une grande partie des groupes politiques présents dans cette enceinte.
Dans les mois à venir, il faudra, pour couper l'herbe sous le pied de l'ensemble de ces groupes radicalistes, avoir une logique inclusive, une logique de solidarité. En effet, ces extrémistes, ces groupes radicaux attendent que la société se polarise pour avoir une mainmise encore plus forte sur une partie de la population et commettre ces actes des plus abjects. J'encourage donc les autorités publiques à travailler avec les acteurs de terrain, le monde associatif, les communes, les enseignants – il s'agit donc de compétences qui dépassent le cadre fédéral – dans un souci d'une forte cohésion et de ne pas se laisser aller à la polarisation de notre société.
02.25 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, comme vous l'avez dit, nous vivons des moments difficiles en termes de vivre-ensemble.
Cependant, au détour de ce débat, j'ai pu constater quelques signes d'espoir. Ainsi, on assiste à une condamnation unanime, sans détour, de l'ensemble des forces démocratiques qui n'ont pas la prétention de détenir, à elles seules, la réponse. Nous devrons continuer à travailler sur cette question en collaboration avec les acteurs sociaux. Ensuite, j'ai également pu constater une volonté de travailler ensemble. Vous nous avez lancé un appel; nous y avons répondu. Nous espérons que cela pourra se concrétiser rapidement. Enfin, il y a – et c'est surtout cet aspect que je souhaite mettre en exergue – toutes ces manifestations spontanées, ces messages, ces témoignages ici et ailleurs, ces tweets et ces caricatures, ces caricatures qui font, parfois, tant de mal aux hommes et femmes politiques que nous sommes, mais aussi, parfois, tant de bien en nous rappelant notre modeste réalité.
Ces caricatures ont, malheureusement, amené certains à commettre des actes qui – je le répète – sont inacceptables et intolérables. Mais cela n'empêchera pas aux caricatures de "revivre", ce qui nous permettra d'acheter les prochains numéros de Charlie Hebdo; c'est également un signe d'espoir.
02.26 Filip Dewinter (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, het verloop van een debat als dit en de afwikkeling van een incident zoals we dat gisteren hebben meegemaakt, zijn gekend en voorspelbaar.
Ten eerste, we belijden ons medeleven met de slachtoffers. Een aantal emotionele acties, hoe goed bedoeld ook, moet de woede van de bevolking op een politiek correcte manier kanaliseren. Ten tweede, we minimaliseren het feit dat de terroristen moslims zijn en handelen vanuit een bepaalde religieuze en politieke ideologie. Ten derde, we gebruiken verhullende woorden. We spreken over Syriëstrijders, we hebben het over terrorisme, we hebben het over geweld, we hebben het over barbarij en oorlog tegen de terreur om toch maar niet te zeggen waar het eigenlijk echt en fundamenteel over gaat. Ten vierde, islamitische leiders worden opgevoerd in allerlei programma’s in de media om te komen vertellen dat de islamitische gemeenschap zich distantieert van de feiten en dat de islam in feite toch wel een religie van vrede, tolerantie en verdraagzaamheid is. Ten vijfde, islamkritische vertegenwoordigers worden geweerd uit het debat, zeker in de media waar zij uiteraard op dit moment niet aan bod mogen komen in het debat want er zou wel eens een escalatie van kunnen komen. Veel erger nog, dan moeten we zowaar het debat over de essentie van het probleem voeren. Ten zesde, komen er een aantal technische voorstellen en een paar stoere verklaringen in de zin van “alleen in de strijd voor tolerantie is extremisme een deugd” en “wij gaan radicaal voor de democratie vechten”. U kent dat soort uitspraken wel. Er wordt met de spierballen gerold. Ten zevende, we gaan uiteindelijk over tot de orde van de dag.
Dames en heren, dat is een gemakkelijk scenario dat we de voorbije jaren al zo dikwijls hebben meegemaakt, ondertussen zelfs al decennia. Een ding moet u echter zeer goed beseffen. Men merkt het in Duitsland, in Zweden, in Frankrijk, in Italië, in Oostenrijk en overal. Indien de autoriteiten in deze Europese landen niet langer in staat zijn om de veiligheid van de burger te garanderen tegen het moslim- en islamextremisme, dan zal de burger zelf het heft in handen nemen. Dan hebt u de escalatie waar u terecht zo voor vreest. Dan hebt u die escalatie echter niet te danken aan diegenen die de vinger op de wonde durven te leggen maar wel aan uw eigen onvermogen om op te treden en kordaat op te treden tegen de islamextremisten die onze democratie en onze waarden, normen en manier van leven uiteindelijk de oorlog hebben verklaard.
Tot slot nog een woord hierover. Velen
van u lopen met een badge “Je suis Charlie” rond. Dat is
fantastisch en ik wil daaraan wel meedoen, maar ik denk wij morgen misschien
een andere badge moeten dragen, namelijk: “Nous sommes Charles Martel”. Wij
zijn Karel Martel die bij Poitiers de eerste islaminvasie in Europa stopte.
Vandaag maken wij opnieuw een islaminvasie mee, via de immigratiekolonisatie en
via het moslimterrorisme en ook die invasie moeten wij vandaag stoppen. Nous sommes Charlie Martel.
02.27 Koen Metsu (N-VA): Mijnheer de voorzitter, les extrêmes se touchent, dat is heel duidelijk. Onze fractie vond het debat zeker en vast wel bemoedigend. De minister en heer Dewael hebben het nog eens zeer mooi beklemtoond, het tegendiscours op de diverse fora is noodzakelijk en urgent.
Ik ben een beetje verbaasd over het aantal vertrekkers, 10 vertrekkers per maand, dat zijn 10 potentiële tijdbommen per maand. Het is evenwel bemoedigend dat het wetgevend kader voor de integrale aanpak tegen de radicale jihadisering klaarligt. Niemand kan immers ontkennen dat de tijd weg tikt. Het afnemen van de dubbele nationaliteit en de verblijfspapieren lijkt mij alvast een stap in de goede richting. Mensen spreken immers reeds over het point of no return. Welnu, als wij dat letterlijk nemen, dan bedoelen wij daarmee dat wij zowel het vertrek naar als de terugkeer uit de conflictzone onmogelijk moeten maken. Wij moeten dit beschouwen als een tijdsaanduiding en bewijzen dat wij deze gitzwarte dag voor onze democratie samen op gepaste wijze kunnen verwerken.
02.28 Olivier Maingain (FDF): Monsieur le président, je n'avais pas demandé la parole mais après l'intervention que je viens d'entendre, je voudrais juste dire un mot. Il ne faut vraiment pas avoir le sens de l'histoire pour évoquer Charles Martel. C'est plutôt Charles Marteau qu'on vient d'entendre!
L'incident est clos.
De voorzitter: Zoals afgesproken met de verschillende fracties zullen wij de vergadering nu gedurende tien minuten schorsen. Wij hervatten de vergadering om 16.30 uur.
De vergadering is geschorst.
La séance est suspendue à 16.20 heures.
De vergadering wordt geschorst om 16.20 uur.
La séance est reprise à 16.34 heures.
De vergadering wordt hervat om 16.34 uur.
La séance est reprise.
De vergadering is hervat.
Collega’s, ik herinner u aan de bepalingen van het Reglement omtrent de spreektijd, namelijk twee minuten voor de vraag, twee minuten voor het antwoord en een minuut voor de repliek.
Ik heb die bepalingen voor het vorige debat niet willen toepassen, maar thans zal ik ze wel min of meer toepassen. Ik vraag u aldus er rekening mee te houden.
03 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de eerste minister over "het niet-overschrijden van de spilindex in 2015" (nr. P0173)
03 Question de M. Peter Vanvelthoven au premier ministre sur "le non-dépassement de l'indice-pivot en 2015" (n° P0173)
03.01 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de eerste minister, het Planbureau heeft de afgelopen week de vooruitzichten inzake de inflatie kenbaar gemaakt.
Volgens de inschattingen van het Planbureau zal er dit jaar geen indexsprong plaatsvinden. Ik wil het debat over de indexsprong hier niet opnieuw openen. U weet dat wij het geen goede beslissing vinden om de lastenverlaging daarmee te financieren. Het gevolg daarvan is vooral dat er in 2015 niet in een lastenverlaging voor onze bedrijven is voorzien.
U weet dat de regering-Di Rupo had beslist om in 2015 in een lastenverlaging van 450 miljoen euro te voorzien. Uw regering heeft die lastenverlaging uitgesteld, ervan uitgaand dat er een indexsprong zou komen waarmee u de bedrijven zou kunnen tegemoetkomen, maar dat is nu niet het geval.
Vandaag zitten wij in de situatie dat er in 2015 geen lastenverlaging voor bedrijven zal komen, precies op een moment dat onze economie in de huidige crisis dat absoluut nodig heeft.
Mijnheer de eerste minister, mijn pleidooi is dat deze regering het gezond verstand gebruikt en voor 2015 voor onze bedrijven toch in een lastenverlaging zou voorzien.
U kent onze oplossing daarvoor. Met een meerwaardebelasting op aandelen – wij zijn het enige land in Europa dat dit nog niet heeft – kunt u de 450 miljoen euro waarin de vorige regering al had voorzien, toch aan de bedrijven garanderen. Ik vraag dus om dat ernstig te overwegen. Gebruik het gezond verstand en beslis daartoe.
Ik heb twee vragen, mijnheer de eerste minister.
Ten eerste, is de regering daadwerkelijk van plan om toch in een lastenverlaging voor de bedrijven te voorzien? Daarvan zijn wij absoluut voorstander.
Ten tweede, hoe zit het nu met die taxshift? De heer Vuye zei een dezer dagen in een artikel – CD&V en N-VA hebben hun standpunt ter zake al gewijzigd – dat het enige probleem bij Open Vld lag. Dat is een beetje lastig voor de MR, alsof zij niet meespelen.
Als ik een beetje rondkijk, is eigenlijk iedereen voor die taxshift om de lastenverlaging voor de bedrijven te kunnen betalen, behalve Open Vld.
Mijnheer de eerste minister, ik kijk uit naar uw antwoord.
03.02 Eerste minister Charles Michel: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Vanvelthoven, ik dank u voor uw vraag. Ik zal proberen er nogmaals een duidelijk antwoord op te geven.
Een van de belangrijke doelstellingen van de huidige regering is het versterken van de concurrentiekracht van onze ondernemingen. Ik ben tevreden dat u vandaag ook die redenering volgt. Dat is een positief signaal. De competitiviteit van onze ondernemingen versterken betekent dat moet worden gewerkt aan een betere steun van de positie van de ondernemingen in ons land.
In het regeerakkoord zijn op dat vlak duidelijke beslissingen genomen.
Een eerste element is een indexsprong, dat is correct. Er is nu een rapport van het Planbureau, wat een nieuw element is. Op dat punt ben ik het eens met uw redenering. Een indexsprong zal er misschien later komen, indien er in de loop van 2015 geen indexatie komt. Dat is een element waarmee rekening moet worden gehouden.
Een tweede element is het competitiviteitpact. De regering zal die twee engagementen invullen. Door de verbetering van de competitiviteit zal de koopkracht van de werkenden toenemen. Er is goed nieuws vandaag. Het feit dat er in de loop van 2015 geen indexatie zal komen, betekent ook dat de mensen, wanneer ze werken, door onze goedgekeurde fiscale hervorming in de loop van 2015 meer geld zullen verdienen. Door de goedgekeurde fiscale hervorming, nemen de forfaitaire kosten toe, wat een verhoging betekent van het loon van de werkenden, in het bijzonder van de lage en de middenlonen. Dat is dus goed nieuws voor de komende maanden in 2015.
Er zijn voor de regering twee belangrijke elementen: ten eerste, de competitiviteit van de ondernemingen en, ten tweede, de koopkracht van de werkenden. Er is op dat vlak een sterk akkoord tussen de vier regeringspartijen.
Een derde punt betreft de taxshift. Ik herhaal nogmaals dat in de begroting voor 2015 al een belangrijke beslissing is genomen, die door het Parlement is goedgekeurd. Het gaat om een taxshift van 2,8 miljard euro.
Het betreft de volgende basisredenering: 100 % van de sanering met de vermindering van de publieke uitgaven, om in 2018 een evenwicht te bereiken.
Er komt een belangrijke fiscale hervorming en een belangrijke taxshift ten bedrage van 2,8 miljard euro. Alle nieuwe inkomsten zijn in de begroting van 2015 gebruikt voor de verbetering van de competitiviteit, voor de relancemaatregelen en voor de koopkracht van de mensen, in het bijzonder van zij die werken. Dat is een politieke keuze, die de regering heeft gemaakt.
De regering zal in de loop van de
legislatuur, zeker in het kader van een budgettaire controle, bekijken op welke
manier het mogelijk is de beste fiscale maatregelen te treffen. Wij kiezen heel
duidelijk niet voor de slogans. Een slogan heeft immers nog nooit een job
gecreëerd. De regering kiest voor een efficiënt fiscaal systeem. Dat betekent
een fiscaal systeem dat kansen biedt aan de mensen die werken, die willen
werken en die welvaart willen creëren. (Applaus op verscheidene banken,
ook op de banken van Open Vld)
03.03 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, uw antwoord moet voor het bedrijfsleven ongetwijfeld bijzonder ontgoochelend zijn. Ik begrijp niet dat er daarvoor nu op de banken van Open Vld zo enthousiast wordt geapplaudisseerd.
De grote lastenverlaging voor de bedrijven was de indexsprong, voor 2,6 miljard. Die komt er dit jaar niet. Ik heb voorgesteld om het op een andere manier te doen, maar ik begrijp dat deze regering dat niet van plan is.
U kunt daarover lacherig doen. Ik hoop dat de beelden rondgaan waarop u daarover lacherig doet, maar de bedrijven zullen dit jaar inzake lastenverlaging niets krijgen van deze regering en dat is in deze omstandigheden bijzonder betreurenswaardig.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Sonja Becq aan de minister van Justitie over "de interneringsomstandigheden" (nr. P0174)
04 Question de Mme Sonja Becq au ministre de la Justice sur "les conditions d'internement" (n° P0174)
04.01 Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ook Justitie heeft in ons land in de kijker gestaan wegens een droevig feit. De situatie van de heer Van den Bleeken heeft in elk geval opnieuw de aandacht gevestigd op de heel moeilijke en soms miserabele omstandigheden waarin geïnterneerden in onze gevangenissen verblijven. In het verleden werd België hier al regelmatig op gewezen door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Men noemt de internering al eens gemakkelijk de vergeetput van Justitie. Toch blijkt dat er ook binnen die groep nog een groep mensen bestaat van wie men zegt dat zij onbehandelbaar zouden zijn of van wie men zegt — zo staat het in de huidige interneringswet — dat de reïntegratie mogelijk is of dat internering nodig is tot men weer in de samenleving kan functioneren. Dat blijkt echter niet altijd mogelijk te zijn.
Daarom hebt u in deze concrete situatie naar een oplossing gezocht. Ik heb begrepen dat er een afspraak is gemaakt met Nederland, waar behandelingen wel mogelijk zouden zijn. De vraag naar de algemene zorg voor geïnterneerden, specifiek voor deze groep, blijft echter. Het is niet gemakkelijk om een oplossing te vinden zowel qua infrastructuur als qua de nood aan gekwalificeerde zorg en personeel.
Er zijn op dit moment een aantal pistes en er is een en ander in beweging, zoals het FPC in Gent, dat open is en waar betrokkene tijdelijk in een overgangssituatie zal verblijven. Het FPC van Gent en binnenkort dat van Antwerpen moeten uiteindelijk een reïntegratie en een samenwerking met en doorstroming naar de buitenwereld — als ik het zo mag zeggen — mogelijk maken. Hoe moeilijk het ook is om zorg te bieden aan mensen met een interneringsproblematiek, toch zijn wij als mens verplicht om ook die zorg te blijven dragen.
Ik heb dan ook enkele vragen, mijnheer de minister.
Wat zijn op dit moment de mogelijkheden van zorg voor geïnterneerden?
Wat is uw visie op de zorg voor de zogenaamde longstaygeïnterneerden? Hoe denkt u die zorg te kunnen uitbouwen? Hoe zal dat gebeuren? Bestaat hierover overleg met de ministers van Welzijn en Volksgezondheid?
04.02 Minister Koen Geens: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Becq, ik dank u voor uw vraag.
U weet dat dit Parlement de wet van 5 mei 2014 heeft goedgekeurd die in het Belgisch Staatsblad is verschenen op 9 juli 2014. Die wet behoeft enige reparatie op het vlak van de juridische terminologie, verwijzingen naar andere wetten en met name ook de externe rechtspositie van de geïnterneerde, die al te gemakkelijk wordt gelijkgeschakeld met de externe rechtspositie van een gedetineerde.
De nieuwe wet houdt misschien ook onvoldoende rekening met de diversificatie van de verschillende groepen van geïnterneerde personen. De definitieve invrijheidstelling is alleen mogelijk bij genezing, maar ook bij voldoende verbetering van de geestesstoornis die aanleiding heeft gegeven tot de internering. Een definitieve invrijheidstelling is niet mogelijk voor personen bij wie de geestesstoornis nooit beterschap kan kennen. Op dit ogenblik is er een lacune in de wet voor personen met mentale beperking en niet-aangeboren handicap, in zoverre zij niet definitief in vrijheid zouden kunnen worden gesteld.
U wijst terecht op het feit dat er moet worden samengewerkt met de Gemeenschappen. Wij hebben niet alleen het elektronisch toezicht, maar ook de beperkte detentie en de opvolging van voorwaarden bij invrijheidstelling op proef overgedragen aan de Gemeenschappen vanaf 1 januari. Het is echter evident dat wij met betrekking tot de geïnterneerden ook zouden kunnen denken aan samenwerking met bijvoorbeeld het Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap. Bovendien vervult dit agentschap vandaag al een rol bij de begeleiding van geïnterneerden. Ik verwijs ter zake naar de opvang in Merksplas.
Met het oog op de verdere uitbouw van zorgtrajecten zijn er netwerkcoördinatoren aangesteld vanuit Volksgezondheid. Zij slaan de brug tussen Justitie en het uitgebreide netwerk van de geestelijke gezondheidszorg.
Wat uw vraag naar longstayvoorzieningen betreft, klopt het dat onze instellingen op dat vlak een grote lacune vertonen. Dat is de reden waarom een beroep op Nederland zou worden gedaan. Long stay betekent dat de patiënten niet in vrijheid kunnen worden gesteld, niet alleen omdat zij niet kunnen verbeteren, maar ook omdat zij een gevaar blijven betekenen voor de samenleving. Wij zullen proberen een longstayinrichting te installeren en vinden daarvoor kracht in het regeerakkoord dat drie aandachtspunten bepaalt: ten eerste, voldoende budgettaire middelen om de uitvoering van het nieuw wettelijk kader op de internering te garanderen; ten tweede, de opvang van geïnterneerden in een aangepaste infrastructuur met geschikte zorgen en opvolging; ten derde, de oprichting van een gespecialiseerd centrum voor observatie en diagnosestelling bij daders.
Ik meen, mevrouw Becq, dat wij op die manier, na Gent waar men het op dit ogenblik zeer goed doet en gezien de aanbesteding voor Antwerpen, die in februari zal gebeuren, perspectieven kunnen bieden om geleidelijk aan een volledig kader te vinden voor de opvolging van geïnterneerden.
04.03 Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
De focus op deze groep mensen die in de gevangenis verblijven, is er niet altijd en vergt ook de nodige financiële inzet. Het is belangrijk dat dit signaal gegeven kan worden.
Ik zal de situatie uiteraard blijven opvolgen. Ik reken daarbij uiteraard ook op de ondersteuning vanuit Welzijn en Volksgezondheid. Het is namelijk niet evident om het alleen vanuit Justitie waar te maken.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Ine Somers aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de concurrentiestrijd tussen de ziekenhuizen" (nr. P0175)
05 Question de Mme Ine Somers à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la concurrence entre les hôpitaux" (n° P0175)
05.01 Ine Somers (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, maandag werd op de pagina’s van De Standaard uitgebreid ingegaan op de groeiende problematiek rond de ziekenhuisfinanciering. In een opiniestuk van de voorzitter en afgevaardigd bestuurder van het AZ Nikolaas in Sint-Niklaas werd de onderfinanciering van de ziekenhuissector aangekaart. Die situatie is vandaag de dag onhoudbaar geworden, omdat zij een enorme concurrentiestrijd tussen de ziekenhuizen heeft uitgelokt. Het streven naar marktaandeel wordt met de dag groter. Het rekruteren van patiënten is een streefdoel. Er werd zelfs gewag gemaakt van het feit dat ziekenhuizen patiënten doorverwijzen naar ziekenhuizen helemaal aan de andere kant van het land, omdat zij niet naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis wensen door te verwijzen, aangezien zij dat ziekenhuis als concurrentieel beoordelen.
Het is duidelijk dat die situatie niet gezond is: niet voor onze gezondheidszorg, niet voor de patiënt, niet voor de kwaliteit en de betaalbaarheid van het systeem. Die situatie legt een hypotheek op de vorming van klinische netwerken binnen eenzelfde geografische zone.
Dat opiniestuk is niet het enige dat daarover geschreven werd, want er is al meer inkt gevloeid over dat thema. Het blijkt al jarenlang een problematiek te zijn. Zo heeft ook het KCE daarover in de herfst van 2014 een rapport gepubliceerd waarin een aantal belangrijke zaken naar voren is gekomen. Steeds meer ziekenhuizen staan in het rood. De ziekenhuizen zijn niet aangepast aan de noden van de toekomst. Ook problematisch zijn de onderfinanciering, het overaanbod aan bedden, het overaanbod aan hooggespecialiseerde diensten, de niet-beloning naar kwaliteit en inhoudingen op erelonen. Zo kan ik nog doorgaan, die lijst is niet limitatief.
Het behoeft dus geen betoog dat die problematiek groot is en dringend aangepakt moet worden, vermits de sfeer die heerst onder de ziekenhuizen en de bijkomende stemmingmakerij nefast zijn voor een goede en efficiënte zorgverlening. Mevrouw de minister, u hebt daaromtrent al een en ander kort aangekondigd in uw beleidsnota.
Mevrouw de minister, ik heb voor u de volgende vragen.
Wanneer plant u een overleg met de betrokken actoren inzake die problematiek? Wij hebben vernomen dat er ook een taskforce opgericht zou worden. Wanneer zal dat overleg aanvangen en wanneer mogen wij in het Parlement de eerste resultaten verwachten?
Hebt u naast de quick wins die u al hebt aangehaald inzake de terugdringing van het aantal ziekenhuisbedden en de beperking van de gemiddelde verblijfsduur in de ziekenhuizen, nog andere quick wins voor ogen die u nu al kunt meedelen?
De voorzitter: Collega’s, ik wil u herinneren aan de bepalingen van het Reglement over de spreektijd. Zowel de minister als de vraagsteller is er geweldig over gegaan.
Het is nu aan u om beter te doen, mevrouw De Block.
05.02 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, omdat ik weet dat u heel streng bent, zal ik dat proberen.
Geachte mevrouw Somers, wij zijn de eerste overlegronde gestart op 8 december met de stakeholders. Wij hebben overlegd met alle ziekenhuiskoepels, dat zijn er veel. Nu zijn wij bezig aan een overlegronde met de ziekenfondsen en daarna volgt er een met de artsensyndicaten.
Daarnaast werken wij een methodologie uit voor de behandeling van dit inderdaad ingewikkelde dossier dat al vele jaren aansleept. Concreet zullen wij tegen eind maart met een actieplan naar de commissie voor de Volksgezondheid komen. Dat is al afgesproken met de voorzitter. Dit actieplan zal aangeven welke thema’s verder moeten worden uitgediept.
Kortom, wij willen een timing en een methodologie voorleggen aan het Parlement.
Het terugdringen van het aantal ziekenhuisbedden is wel moeilijk te benaderen als een quick win. Elke aanpassing aan de complexe manier waarop het budget inzake de financiële middelen van de ziekenhuizen wordt berekend, vereist eerst de nodige simulaties, dit om nefaste verschuivingen of andere onbedoelde effecten te voorkomen.
De ziekenhuisfinanciering zorgt voor structurele en complexe problemen die dan ook een goed overlegde aanpak vereisen. De steeds weerkerende signalen inzake onderfinanciering zijn daar een voorbeeld van. Als iets duidelijk moet worden, is het dat hiervoor tot nu toe geen gemakkelijke of snelle oplossingen bestaan.
Het regeerakkoord geeft niettemin aan dat de ziekenhuisfinanciering de juiste prikkels moet geven opdat de ziekenhuizen zouden samenwerken en opdat zij zich eventueel zouden specialiseren en in netwerken functioneren. De herfinanciering van de ziekenhuizen is daarbij zeer belangrijk.
Ik rond mijn betoog af, voorzitter, maar ik wil wel nog zeggen dat de deelstaten belangrijke stakeholders zijn. Zij zijn nu immers bevoegd voor het erkenningsbeleid. Wij moeten dus beter samenwerken met de deelstaten en met hen taakafspraken afbakenen. Zij zullen dan ook als laatste geconsulteerd worden.
05.03 Ine Somers (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik ben blij te mogen vaststellen dat van bij de aanvang van deze legislatuur al de daad bij het woord wordt gevoegd, dat u al met verschillende actoren hebt gesproken en dit op korte termijn zult voortzetten en dat u eind maart met een resultaat naar de commissie zult komen.
Ik doe van hieruit een oproep naar alle actoren die bij dit belangrijke dossier betrokken zijn om met het Parlement en de minister mee te werken en zonder oogkleppen op onze ziekenhuissector klaar te maken voor de toekomst. Dit in het belang van de betaalbaarheid, maar vooral in het belang van de patiënten.
Het incident is gesloten.
- M. Benoît Piedboeuf à la ministre de la Mobilité, chargée de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de Fer Belges, sur "le nouveau plan de transport de la SNCB" (n° P0176)
- Mme Isabelle Poncelet à la ministre de la Mobilité, chargée de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de Fer Belges, sur "le nouveau plan de transport de la SNCB" (n° P0177)
- de heer Benoît Piedboeuf aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "het nieuwe vervoersplan van de NMBS" (nr. P0176)
- mevrouw Isabelle Poncelet aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "het nieuwe vervoersplan van de NMBS" (nr. P0177)
06.01 Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, le nouveau plan de transport SNCB est mis en œuvre depuis quelques semaines. La situation de certains usagers a certainement été améliorée et cela a probablement apporté aussi quelques économies indispensables. Par contre, dans les zones rurales, plus particulièrement en province de Luxembourg, cela rouspète beaucoup. Il y a toute une série de problèmes: trains en retard, rythmes cadencés qui ne correspondent plus aux besoins des travailleurs ou des étudiants. Il y a également un problème d'articulation avec les TEC au niveau des services de bus.
Alors que l'on installe le plan de transport, plusieurs élus régionaux et fédéraux du cdH font peur à la population en annonçant que des lignes seront supprimées dans les zones rurales et que l'on va cesser de renforcer la ligne Bruxelles-Namur-Luxembourg. Ceci crée un flou vraiment préjudiciable à la vision que l'on peut avoir des progrès.
Madame la ministre, pourriez-vous dès lors faire le point sur les responsabilités par rapport à ce plan? À ma connaissance, il a été voté à l'unanimité. Les adaptations qui ont suivi les roadshows de la SNCB dans les provinces ont, me semble-t-il, elles aussi été votées à l'unanimité à l'exception du cdH, alors qu'il y avait des améliorations en zones rurales. Je souhaiterais savoir ce qu'il en est.
Au vu de la situation, on se rend compte que ce plan manque d'une vision globale. Franchement, on se demande comment il a été établi et ce qu'il se passe. Pourriez-vous dès lors, madame la ministre, élever le débat face à toutes ces manifestations en nous donnant votre vision du plan, la façon dont vous l'évaluerez et le ferez évoluer? Et surtout, en ce qui nous concerne, mais cela concerne probablement aussi d'autres régions rurales que la province de Luxembourg, pourriez-vous nous dire quelle est votre vision du chemin de fer dans les zones rurales?
06.02 Isabelle Poncelet (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, l'actualité de cette semaine est aussi la rentrée scolaire du deuxième quadrimestre. Cela concerne essentiellement les étudiants et les travailleurs dont certains utilisent le train pour se rendre à l'école ou au travail. Il est vrai que dans les régions rurales – et pas seulement dans la province de Luxembourg mais également dans l'arrondissement de Dinant et dans le Hainaut –, il existe d'énormes problèmes relatifs aux horaires des trains, notamment ceux du matin et ceux du soir, qui ne répondent plus du tout aux besoins des étudiants et des travailleurs. Dès lors, des aménagements d'horaires pourraient-ils être proposés rapidement?
On a pu en constater pour certains trains du côté de Vielsam. C'est une très bonne chose mais, dans d'autres régions, les horaires devraient faire l'objet d'une évaluation et être corrigés le cas échéant. Je prendrai un exemple. Arlon est une petite ville qui accueille près de 4 000 étudiants. L'horaire du train utilisé par ces étudiants, les professeurs et le personnel administratif ne correspond plus du tout à leurs besoins. En fait, on a supprimé le train rentable du soir et du matin. C'est une aberration.
Madame la ministre, pourrait-on disposer rapidement d'une première évaluation des changements d'horaires?
Surtout, peut-on espérer une modification rapide des horaires posant des problèmes importants dans les régions rurales, dont certains sont des trains L (comme l'exemple cité d'Arlon) ou P, c'est-à-dire des trains qui n'ont pas d'impact direct sur les lignes nationales?
06.03 Jacqueline Galant, ministre: Monsieur le président, chers collègues, je veux être une ministre honnête, sans propos ou attitude démagogique, contrairement à certains représentants politiques qui ont la mémoire courte ou qui assument peu les choix dont j'hérite.
Le plan de transport a effectivement été voté à l'unanimité au conseil d'administration de la SNCB qui se compose notamment des représentants du cdH. Il a été approuvé par le précédent gouvernement, après avoir subi des modifications à la suite de nombreux roadshows organisés par la SNCB. Ce plan adapté représentait une amélioration par rapport à la version précédente et un surcoût de plus de 7,33 millions.
Selon mes informations, en effet, seul le cdH n'a pas soutenu cette amélioration en conseil d'administration, en particulier pour les zones rurales; il me semble important de rétablir la vérité.
Pour rappel, ce plan de transport remplace le précédent datant de 1998, car le contexte a fortement évolué. Ce plan présente des avancées mais aussi des limites. Comme ministre, je veux l'assumer, ce que je fais notamment en allant présenter ce plan aux bourgmestres intéressés, dont ceux du cdH dans le Luxembourg et le Hainaut. Demain, je me rends à Theux, la commune de mon ami André Frédéric; ensuite dans toutes les provinces qui me le demandent.
Outre un examen journalier des maladies de jeunesse de ce plan, à mon arrivée, je me suis engagée à rassembler une task force dès la mi-2015, avec toutes les Régions, afin d'évaluer les problèmes structurels et d'en tenir compte dans l'élaboration du prochain plan de transport. Je ne souhaite pas commettre les mêmes erreurs que mes prédécesseurs qui n'avaient pas une vision intégrée de la mobilité.
Je veux prévoir une procédure plus transparente vis-à-vis des citoyens et des entreprises. Je souhaite une réflexion globale de la mobilité, sans tabous, dans le cadre budgétaire fixé. Il conviendra notamment qu'à chaque gare, des bus ou des trams attendent les clients, en particulier dans les zones rurales, que des lignes de transports publics régionaux ne soient pas en concurrence avec des lignes de chemin de fer en suivant le même itinéraire. C'est totalement contre-productif.
Entre-temps, les Régions ont aussi l'occasion de me communiquer toutes leurs remarques, toutes leurs priorités, notamment pour les zones rurales, et en particulier pour le Luxembourg.
Si le gouvernement de la Région wallonne veut faire de l'axe Bruxelles-Luxembourg sa priorité, en concentrant sa capacité de cofinancement, je ferai tout pour que la modernisation de cet axe soit renforcée et accélérée. J'attends aussi des gouvernements régionaux des priorités claires dans les prochains mois.
Enfin, j'ai demandé à la SNCB d'évaluer les problèmes, d'une part, liés au lancement de la mise en œuvre du plan de transport et, d'autre part, liés à des cas précis comme ceux qui touchent certaines écoles. Concernant ce dernier point, j'ai demandé à la SNCB de me soumettre des propositions d'adaptation; elles seront examinées dans les prochaines semaines. Nous en tiendrons compte dans l'élaboration du prochain plan de transport 2017, voire avant si ces adaptations peuvent être réalisées sans modification fondamentale.
Enfin, madame Poncelet, je veux vous dire que j'en ai marre de la mauvaise foi de votre parti. Vous direz à votre ministre régional que, quand je l'ai rencontré dans son cabinet, c'était de manière informelle et que la seule gare dont il m'a parlé était la gare de Namur, dont il est le bourgmestre.
06.04 Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse.
J'ai le sentiment qu'avec vous nous allons, enfin, voir clair!
06.05 Isabelle Poncelet (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, votre réponse ne me satisfait pas.
Le cdH était bien au conseil d'administration. À chaque fois, il a voté non lors du vote du plan de mobilité qui a été présenté. Ce que vous dites n'est donc pas exact. Le cdH est d'ailleurs le seul parti à n'avoir jamais voté en faveur de ce plan.
Par ailleurs, je n'ai pas reçu de réponse très précise quant à l'évaluation. Quand la recevrons-nous? Je pense ici notamment aux horaires.
Vous avez parlé d'intégration avec les autres modes de mobilité. On peut constater que, sur le terrain, cela ne fonctionne pas. Les TEC ne sont pas consultés. Il leur revient d'adapter leurs horaires en fonction des horaires des trains. Il en va de même pour les écoles. Cela ne va pas! C'est un manque de respect.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Emir Kir au secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, chargé de la Simplification administrative, adjoint au ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, sur "la protection des demandeurs d'asile issus des pays frappés par le virus Ebola" (n° P0178)
07 Vraag van de heer Emir Kir aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, over "de bescherming van asielzoekers uit ebolalanden" (nr. P0178)
07.01 Emir Kir (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, je vous questionne aujourd'hui sur la situation d'urgence sociale et humanitaire que connaissent de nombreux ressortissants originaires de Guinée, de Sierra Leone et du Liberia. Vous savez qu'une épidémie Ebola frappe durement ces pays. Devant cette situation, qui présente à la fois un risque sanitaire et humanitaire, il est légitime de s'assurer que le fait de répondre à nos obligations internationales et morales n'entraîne pas l'extension de l'épidémie sur notre territoire.
D'une certaine manière d'ailleurs, c'est cette inquiétude légitime qui a amené la suspension des retours forcés vers les pays touchés, notamment parce que le personnel encadrant refuse de s'exposer au risque de contamination, au point de nous amener à une situation assez ubuesque, qui est absurde, où nous jugeons ces pays trop dangereux pour y exposer, ne serait-ce que quelques instants, des agents de l'État belge, mais où nous considérons tout à fait normal de refuser leur demande d'asile et les encourageons à retourner au pays par leurs propres moyens. C'est, me semble-t-il, une manière assez cynique de traiter la question.
En réalité, ce qui se passe dans notre pays, c'est que nous leur refusons de mener une vie digne au minimum jusqu'à la normalisation de la situation dans leur pays d'origine.
Dès lors, monsieur Francken, concrètement, tous ces ressortissants sont aujourd'hui dans la rue, vivant dans la clandestinité. Certains d'entre eux ont investi un bâtiment insalubre et en très mauvais état sur le territoire de ma commune dans un bien appartenant à celle-ci. En plus de ceux qui ont investi ce bâtiment, d'autres migrants s'ajoutent en provenance de ces zones à risque, ce qui augmente considérablement le risque de santé publique, à l'origine de la situation.
Vous devez également savoir que les États-Unis ont décidé, quant à eux, de répondre à cette situation d'urgence en prenant une mesure de bon sens. Ils ont donné un statut provisoire à ces candidats réfugiés politiques originaires de Guinée, de Sierra Leone et du Liberia pour une durée de 18 mois.
Monsieur le secrétaire d'État, allez-vous offrir, à l'instar des États-Unis, un statut aux migrants qui viennent de ces pays touchés par l'épidémie? Dans l'intervalle, allez-vous prendre vos responsabilités pour permettre l'hébergement en urgence de toutes ces personnes qui sont en grande difficulté?
07.02 Theo Francken, secrétaire d'État: Monsieur Kir, chers collègues, d'après la loi belge, l'évaluation du besoin de protection des demandeurs d'asile relève de la compétence d'instances indépendantes; en l'occurrence, le Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides (CGRA) et le Conseil du contentieux des étrangers (CCE).
Le CGRA estime qu'il n'y a pas lieu d'octroyer le statut de réfugié ou de protection subsidiaire en tenant compte uniquement du risque lié au virus Ebola. Donc, sur base de la procédure d'asile, la reconnaissance d'un statut sur base du seul fait d'invoquer un risque de contamination par le virus Ebola n'est pas une option.
Le CGRA est d'avis qu'il n'y a pas lieu d'organiser une réglementation ad hoc complémentaire qui viendrait se greffer à la procédure d'asile existante. Les mesures existantes suffisent pour couvrir les situations nécessitant une protection.
07.03 Emir Kir (PS): Monsieur Francken, vous comprendrez aisément que je ne suis vraiment pas satisfait de vos réponses. Vous avez une attitude indigne. Vous refusez le statut à ces personnes qui sont en danger si elles retournent dans leur pays, mais vous n'allez pas au bout de votre logique, qui serait l'envoi d'ordres de quitter le territoire pour qu'ils retournent dans leur pays. Et puis vous les laissez dans la nature, dans les rues, dans la clandestinité. Il y a quelques jours, ils sont allés investir un bâtiment appartenant à la commune de Saint-Josse.
Vous avez la responsabilité de protéger les demandeurs d'asile. La seule réponse que vous nous donnez ici, c'est: "Je suis l'avis du CGRA." Mais monsieur Francken, vous êtes le ministre! Vous avez la responsabilité! Vous ne pouvez pas dire à ces gens: "Je ne vous donne pas un statut, ne fût-ce que provisoire." Donnez-leur un statut provisoire, comme les États-Unis, pendant une période qui permettra de voir si on peut mettre fin à l'épidémie Ebola dans les pays concernés.
Je ne peux pas accepter cette réponse. Je vous demande vraiment de réexaminer, à l'aune de ce que je viens de dire, la situation des ressortissants issus de ces trois pays victimes de l'épidémie Ebola.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Geheime stemming over de naturalisaties
Scrutin sur les demandes de naturalisation
De voorzitter:
Aan de orde is de geheime stemming over de naturalisaties. (695/1-2)
L’ordre du jour appelle le scrutin sur les
naturalisations. (695/1-2)
De leden wordt verzocht het voorstel van naturalisatiewetten te deponeren in de stembus.
Les membres sont priés de déposer la proposition de lois de naturalisation dans l’urne.
Het voorstel van naturalisatiewetten mag niet ondertekend worden.
La proposition de lois de naturalisation ne peut pas être signée.
Wanneer een lid gekant is tegen de naturalisatie van een aanvrager schrapt hij de naam van de belanghebbende op de lijst die hem werd bezorgd.
Le membre qui n’entend pas accorder la naturalisation à un demandeur biffera le nom de l’intéressé sur la liste qui lui a été remise.
Twee secretarissen moeten tot de stemopneming overgaan. Ik stel u voor mevrouw Nawal Ben Hamou en mevrouw Yoleen Van Camp als stemopnemer aan te stellen.
Deux secrétaires doivent procéder au dépouillement du scrutin. Je vous propose de désigner Mme Nawal Ben Hamou et Mme Yoleen Van Camp en qualité de scrutateur.
Ik nodig de secretarissen uit de namen af te roepen.
J'invite les secrétaires à procéder à l'appel nominal.
Er wordt overgegaan tot de naamafroeping.
Il est procédé à l’appel nominal.
Wij sluiten zo dadelijk de geheime stemming over de naturalisatieaanvragen.
Nous allons clore le scrutin pour les demandes de naturalisation.
Ik vraag de leden die zulks nog niet gedaan hebben, hun stembiljet onmiddellijk in de bus te steken.
Je prie les membres qui n’ont pas encore déposé leur bulletin de le faire immédiatement.
De geheime stemming is gesloten.
Je déclare le scrutin clos.
08 Vervanging van een lid van het Europees Parlement
08 Remplacement d'un membre du Parlement européen
De heer Louis Ide, lid van het Europees Parlement, is ontslagnemend op 19 december 2014.
M. Louis Ide, membre du Parlement européen, est démissionnaire en date du 19 décembre 2014.
De eerste opvolger die in aanmerking komt om hem te vervangen is mevrouw Anneleen Van Bossuyt.
Le premier suppléant appelé à le remplacer est Mme Anneleen Van Bossuyt.
De verkiezing van deze laatste als plaatsvervangend lid van het Europees Parlement werd tijdens de plenaire vergadering van onze assemblée op 30 juni 2014 goedgekeurd.
L'élection de cette dernière comme membre suppléant du Parlement européen a été validée par notre assemblée au cours de la séance du 30 juin 2014.
Betrokkene voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden, bedoeld bij de artikelen 1 en 41 van de wet van 23 maart 1989 met betrekking tot de verkiezing van het Europees Parlement.
L'intéressée remplit les conditions d'éligibilité prévues par les articles 1er et 41 de la loi du 23 mars 1989 relative à l'élection du Parlement européen.
Ik stel u voor mevrouw Anneleen Van Bossuyt voor te dragen als vast lid van het Europees Parlement.
Je vous propose dès lors de présenter Mme Anneleen Van Bossuyt comme membre effectif du Parlement européen.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
09 Federale Deontologische Commissie - Vierde oproep tot kandidaten
09 Commission fédérale de déontologie - Quatrième appel aux candidats
Aangezien de oproepen tot kandidaten voor het mandaat van lid van de Federale Deontologische Commissie, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 23 juli 2014 en 17 oktober 2014, onvoldoende kandidaturen hebben opgeleverd voor de categorieën "voormalige leden van de Kamer en/of Senaat" en "voormalige mandatarissen", werd, overeenkomstig de beslissing van de plenaire vergadering van 20 november 2014, een nieuwe oproep tot kandidaten voor deze categorieën bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 november 2014.
Les appels aux candidats pour le mandat de membre de la Commission fédérale de déontologie, parus au Moniteur belge des 23 juillet 2014 et 17 octobre 2014, n'ayant pas donné lieu à suffisamment de candidatures pour les catégories "anciens membres de la Chambre et/ou du Sénat" et "anciens mandataires", un nouvel appel aux candidats pour ces catégories a été publié au Moniteur belge du 28 novembre 2014, conformément à la décision de la séance plénière du 20 novembre 2014.
De Commissie bestaat uit zes
Nederlandstalige en zes Franstalige leden waarvan telkens één magistraat (of
hoogleraar), drie voormalige leden van de Kamer en/of Senaat en twee voormalige
mandatarissen. Ten hoogste twee derden van de leden mogen van hetzelfde
geslacht zijn.
La Commission se compose de six membres francophones et de six membres néerlandophones, dont pour chaque rôle linguistique, un magistrat (ou professeur), trois anciens membres de la Chambre et/ou du Sénat et deux anciens mandataires. Au maximum deux tiers des membres peuvent être du même sexe.
De kandidaturen dienden uiterlijk op 28 december 2014 te worden ingediend.
Les candidatures devaient être introduites au plus tard le 28 décembre 2014.
Drie kandidaturen werden ingediend binnen de voorgeschreven termijn.
Trois candidatures ont été introduites dans le délai prescrit.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 8 januari 2015 zal een vierde oproep tot kandidaten voor de categorieën "voormalige leden van de Kamer en/of Senaat" en "voormalige mandatarissen" in het Belgisch Staatsblad worden gepubliceerd. De kandidaturen dienen uiterlijk dertig dagen na bekendmaking van de oproep te worden ingediend.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 8 janvier 2015, un quatrième appel aux candidats pour les catégories "anciens membres Chambre et/ou Sénat" et "anciens mandataires" sera publié au Moniteur belge. Les candidatures devront être introduites au plus tard trente jours après la publication de l'appel.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
10 Controleorgaan op de politionele informatie bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer
10 Organe de contrôle de l'information policière au sein de la Commission de la protection de la vie privée
Bij brief van 24 december 2014 deelt de heer Dany Donnen mee dat hij zijn kandidatuur voor het mandaat van lid (expert) van het Controleorgaan op de politionele informatie niet heeft ingediend.
Par lettre du 24 décembre 2014, M. Dany Donnen communique qu'il n'a pas déposé sa candidature pour le mandat de membre (expert) de l'Organe de contrôle de l'information policière.
De Kamer
neemt akte van die informatie.
La Chambre
prend acte de cette information.
11 Urgentieverzoek van de regering
11 Demande d'urgence du gouvernement
De regering heeft de spoedbehandeling
gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening
van het wetsontwerp met betrekking tot geautomatiseerde verwerkingen van
persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de Belgische paspoorten en
reisdocumenten, nr. 731/1.
Le gouvernement a demandé l'urgence
conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi
relatif aux traitements automatisés de données à caractère personnel
nécessaires aux passeports et titres de voyage belges, n° 731/1.
Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken bij zitten en opstaan.
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande par assis et levé.
Il est procédé au vote par assis et levé.
Er wordt overgegaan tot de stemming bij zitten en opstaan.
(…)
Collega's, vermits ik niet zeker ben van het resultaat van de stemming stel ik voor om over te gaan tot de elektronische stemming over deze vraag.
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
67 |
Oui |
Nee |
48 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
116 |
Total |
En conséquence, l'urgence est adoptée.
Bijgevolg is de urgentie aangenomen.
12 Inoverwegingneming van voorstellen
12 Prise en considération de
propositions
In de laatst rondgedeelde agenda komt een
lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du
jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en
considération est demandée.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze
als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de
bevoegde commissies verzonden.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je
considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les
propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 7 januari 2015, stel ik u ook voor in overweging te nemen:
- het wetsvoorstel (mevrouw Nahima Lanjri, de heer Franky Demon en de dames Nathalie Muylle en Els Van Hoof) tot wijziging van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening wat de ritten zonder vervoer in het kader van de dringende medische hulpverlening betreft, nr. 733/1.
Verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing
- het wetsvoorstel (de dames Leen Dierick, Nathalie Muylle en Griet Smaers en de heer Jef Van den Bergh) tot reglementering van de boekenprijs, nr. 742/1;
- het wetsvoorstel (de dames Leen Dierick, Nathalie Muylle en Griet Smaers en de heer Jef Van den Bergh) tot wijziging van de wet van 19 april 2014 houdende invoeging van boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen, wat de reclame op hypothecair krediet betreft, nr. 743/1.
Verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale
wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 7 janvier 2015, je vous propose également de prendre en considération:
- la proposition de loi (Mme Nahima Lanjri, M. Franky Demon et Mmes Nathalie Muylle et Els Van Hoof) modifiant la loi du 8 juillet 1964 relative à l'aide médicale urgente en ce qui concerne les courses sans transport effectuées dans le cadre de l'aide médicale urgente, n° 733/1.
Renvoi à la commission de la Santé publique,
de l'Environnement et du Renouveau de la Société
- la proposition de loi (Mmes Leen Dierick, Nathalie Muylle et Griet Smaers et M. Jef Van den Bergh) réglementant le prix du livre, n° 742/1;
- la proposition de loi (Mmes Leen Dierick, Nathalie Muylle et Griet Smaers et M. Jef Van den Bergh) modifiant la loi du 19 avril 2014 portant insertion du livre VII "Services de paiement et de crédit" dans le Code de droit économique, portant insertion des définitions propres au livre VII et des peines relatives aux infractions au livre VII, dans les livres I et XV du Code de droit économique, et portant diverses autres dispositions, en ce qui concerne la publicité au crédit hypothécaire, n° 743/1.
Renvoi à la commission de l'Économie, de la
Politique scientifique, de l'Éducation, des Institutions scientifiques et
culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Ik stel u eveneens voor het voorstel van
resolutie (mevrouw Barbara Pas en de heren Filip Dewinter en Jan Penris) tot
veroordeling van de onaanvaardbare aanslag op het tijdschrift Charlie Hebdo
in Parijs, nr. 751/1.
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen
Je vous propose également de prendre en
considération la proposition de résolution (Mme Barbara Pas et MM. Filip
Dewinter et Jan Penris) condamnant l'attentat inadmissible contre
l'hebdomadaire Charlie Hebdo à Paris, n° 751/1.
Renvoi à la commission des Relations
extérieures
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
12.01 Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, ik vraag de urgentie voor het voorstel van resolutie nr. 751.
Eerst en vooral wil ik mijn dank uitspreken ten aanzien van de diensten voor hun snelheid, want het document werd deze voormiddag ingediend en ligt nu al klaar op de banken om in overweging te worden genomen.
Wij hebben deze namiddag een debat gevoerd over dit thema. Tijdens dat debat heb ik nagenoeg iedereen radicaal geweld horen veroordelen, ik heb ook nagenoeg iedereen het recht op vrije meningsuiting horen verdedigen en ik heb ook een oproep tot eendracht gehoord, over alle partijgrenzen heen. Dit voorstel van resolutie is daartoe een oproep. Deze tekst werd gisteren letterlijk goedgekeurd door alle partijen in het Vlaams Parlement.
Ik vraag de urgentie voor dit voorstel van resolutie, zodat ook dit Parlement formeel de gruwelijke aanslag in Parijs streng kan veroordelen. Vandaar mijn urgentieverzoek, mijnheer de voorzitter.
De voorzitter: Wij stemmen over het urgentieverzoek bij zitten en opstaan.
De urgentie wordt bij zitten en opstaan verworpen.
L'urgence est rejetée par assis et levé.
Collega’s, wij hebben een klein probleem. Er zijn nog vier naamstemmingen over de naturalisatiewet, maar de resultaten van de geheime stemming zijn nog niet binnen. Bijgevolg moet ik de vergadering schorsen. Wij zullen de vergadering hervatten zodra de resultaten binnen zijn.
De vergadering is geschorst.
La séance est suspendue.
De vergadering wordt geschorst om 17.28 uur.
La séance est suspendue à 17.28 heures.
De vergadering wordt hervat om 17.33 uur.
La séance est reprise à 17.33 heures.
De vergadering wordt hervat.
La séance est reprise.
Geheime stemming over de naturalisaties (voortzetting)
Scrutin sur les demandes de naturalisation (continuation)
Ziehier de uitslag van de geheime stemming
over de naturalisaties. (695/2)
Voici le résultat du scrutin sur les
naturalisations. (695/2)
Aantal stemmen |
123 |
Nombre de votants |
Geldige stemmen |
122 |
Votes valables |
Volstrekte
meerderheid |
62 |
Majorité absolue |
Alle naturalisaties hebben de volstrekte
meerderheid bekomen. Over het voorstel van naturalisatiewetten zal dadelijk
worden gestemd.
Toutes les naturalisations ont obtenu la majorité absolue. Le vote sur la proposition de lois de naturalisation aura lieu dans un instant.
Het voorstel van de commissie voor de
Naturalisaties omvat drie delen (A, B en C) die elk verscheidene aan te nemen
artikelen tellen.
La proposition de la commission de Naturalisations est divisée en trois parties (A, B et C) comportant chacune plusieurs articles à adopter.
Voorstel van naturalisatiewetten
Proposition de lois de naturalisation
13 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit (deel A) (695/2)
13 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 1er mars 2000 modifiant certaines dispositions relatives à la nationalité belge (partie A) (695/2)
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel van het voorstel van naturalisatiewet (deel A) zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble de la proposition de loi de naturalisation (partie A) aura lieu ultérieurement.
14 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel B) (695/2)
14 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 27 décembre 2006 portant des dispositions diverses et modifiant le Code de la nationalité belge (partie B) (695/2)
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel van het voorstel van naturalisatiewet (deel B) zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble de la proposition de loi de naturalisation (partie B) aura lieu ultérieurement.
15 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 4 december 2012 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel C) (695/2)
15 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 4 décembre 2012 modifiant le Code de la nationalité belge (partie C) (695/2)
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel van het voorstel van naturalisatiewet (deel C) zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble de la proposition de loi de naturalisation (partie C) aura lieu ultérieurement.
Wij gaan over tot de stemming over het voorstel van naturalisatiewetten waarvan wij zojuist de artikelen hebben besproken.
Nous allons procéder au vote sur la proposition de lois de naturalisation dont nous venons d'examiner les articles.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Neen)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
16 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit (deel A) (695/2)
16 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 1er mars 2000 modifiant certaines dispositions relatives à la nationalité belge (partie A) (695/2)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
117 |
Oui |
Nee |
3 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
120 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
naturalisatiewet (deel A) aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging
worden voorgelegd.
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi de naturalisation (partie A). Elle sera soumise à la sanction royale.
Mevrouw Nahima Lanjri heeft voor gestemd.
17 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel B) (695/2)
17 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 27 décembre 2006 portant des dispositions diverses et modifiant le Code de la nationalité belge (partie B) (695/2)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
(vote/stemming 2)
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi de naturalisation (partie B). Elle sera soumise à la sanction royale.
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
naturalisatiewet (deel B) aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging
worden voorgelegd.
18 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 4 december 2012 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel C) (695/2)
18 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 4 décembre 2012 modifiant le Code de la nationalité belge (partie C) (695/2)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
(vote/stemming
2)
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi de naturalisation (partie C). Elle sera soumise à la sanction royale.
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
naturalisatiewet (deel C) aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging
worden voorgelegd.
19 Voorstel tot verwerping door de commissie voor de Naturalisaties van de dossiers die in haar verslag nr. 695/1 op bladzijden 4 tot 9 zijn opgenomen
19 Proposition de rejet faite par la commission des Naturalisations en ce qui concerne les dossiers repris dans son rapport n° 695/1, aux pages 4 à 9
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
121 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
121 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet.
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot
verwerping aan.
19.01 Zakia Khattabi (Ecolo-Groen): Monsieur le président, mon vote n’a pas été pris en considération; je vote pour.
20 Adoption de l’ordre du jour
De voorzitter: Wij moeten overgaan
tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van donderdag
15 januari 2015.
Nous devons procéder à l’approbation de l’ordre du jour de la séance du jeudi 15 janvier 2015.
Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.
Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 15 januari 2015 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 15 janvier 2015 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 17.38 uur.
La séance est levée à 17.38 heures.
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 54 PLEN 026 bijlage. |
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 54 PLEN 026 annexe. |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||||
Vote
nominatif - Naamstemming: 001
Becq
Sonja, Bellens Rita, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter,
Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Claerhout Sarah, Clarinval David, De
Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad,
Demon Franky, De Roover Peter, Dewael Patrick, D'Haese Christoph, Dierick
Leen, Ducarme Denis, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît,
Gabriëls Katja, Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin
Luc, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien,
Lanjri Nahima, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Piedboeuf Benoît,
Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers
Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie,
Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van
den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel
Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer
Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye
Hendrik, Wilmès Sophie, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel
Veli
Almaci
Meyrem, Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Calvo Kristof,
Caprasse Véronique, Cheron Marcel, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, De
Coninck Monica, Dedry Anne, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc,
Demeyer Willy, Detiège Maya, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Di Rupo Elio,
Dispa Benoît, Frédéric André, Gerkens Muriel, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw
Raoul, Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir
Meryame, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Maingain Olivier, Massin Eric,
Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pirlot Sébastian, Poncelet
Isabelle, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Top Alain, Van der
Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Vanvelthoven
Peter, Willaert Evita, Winckel Fabienne
Carcaci
Aldo Vote
nominatif - Naamstemming: 002
Almaci
Meyrem, Becq Sonja, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bonte
Hans, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calvo Kristof,
Capoen An, Caprasse Véronique, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline,
Ceysens Patricia, Cheron Marcel, Claerhout Sarah, Clarinval David, Crusnière
Stéphane, Daerden Frédéric, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de
Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote Koenraad,
Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy,
Demon Franky, De Roover Peter, Detiège Maya, Devin Laurent, De Vriendt
Wouter, Dewael Patrick, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa
Benoît, Ducarme Denis, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Frédéric André,
Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel,
Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc,
Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir,
Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu
Sabien, Lalieux Karine, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Matz
Vanessa, Metsu Koen, Miller Richard, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Piedboeuf
Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter,
Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet,
Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Thiébaut Eric,
Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen
Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim,
Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Van
Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van
Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercammen Jan,
Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Willaert Evita,
Wilmès Sophie, Wilrycx Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters
Veerle, Yüksel Veli
Dewinter
Filip, Pas Barbara, Penris Jan
Vote
nominatif - Naamstemming: 003
Almaci
Meyrem, Becq Sonja, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bonte
Hans, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calvo Kristof,
Capoen An, Caprasse Véronique, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline,
Ceysens Patricia, Cheron Marcel, Claerhout Sarah, Clarinval David, Crusnière
Stéphane, Daerden Frédéric, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de
Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote Koenraad,
Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy,
Demon Franky, De Roover Peter, Detiège Maya, Devin Laurent, De Vriendt
Wouter, Dewael Patrick, Dewinter Filip, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di
Rupo Elio, Dispa Benoît, Ducarme Denis, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles,
Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Geerts David,
Gerkens Muriel, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle,
Gustin Luc, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Janssens Dirk, Jiroflée Karin,
Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert,
Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lanjri Nahima, Luykx Peter, Maingain
Olivier, Massin Eric, Matz Vanessa, Metsu Koen, Miller Richard, Onkelinx
Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pirlot
Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans
Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah,
Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Thiéry Damien,
Thoron Stéphanie, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp
Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Maelen
Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Van Hoof Els, Van
Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric,
Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercammen Jan, Verherstraeten
Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Willaert Evita, Wilmès Sophie,
Wilrycx Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli
|