Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

Donderdag 21 januari 2016

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Jeudi 21 janvier 2016

 

Après-midi

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.21 uur en voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.

La séance est ouverte à 14.21 heures et présidée par M. Siegfried Bracke.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

 

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:

Kris Peeters, Jan Jambon.

 

Berichten van verhindering

Excusés

 

Paul-Olivier Delannois, Maya Detiège wegens gezondheidsredenen / pour raisons de santé.

 

Federale regering / gouvernement fédéral:

Charles Michel;

Alexander De Croo, World Economic Forum (Davos);

Johan Van Overtveldt, met zending buitenslands / en mission à l'étranger;

Jacqueline Galant, Europese Top Luchtvaart / Sommet européen Aviation (Schiphol);

Pieter De Crem, handelsmissie / mission économique.

 

01 Rouwhulde – de heer Marcel Gesquiere

01 Éloge funèbre – M. Marcel Gesquiere

 

De voorzitter (voor de staande vergadering)

Le président (devant l’assemblée debout)

 

Op 31 december 2015 is, in Veurne, Marcel Gesquiere overleden, oud-lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers. Hij was 85.

 

Hij is in 1930 in een arbeidersgezin geboren en was de derde van vijf zonen. Op zijn zestiende begon hij te werken. Eerst was hij een tijdje bediende bij een belangrijke financiële instelling, nadien ging hij aan de slag bij de RTT. En ondertussen bouwde hij aan zijn toekomst via avondcursussen.

 

Marcel Gesquiere bouwde een mooie politieke carrière uit op verschillende niveaus.

 

Membre actif dans le secteur syndical, il accède en 1975 à la présidence de la section locale du PSB (Parti socialiste belge). L’année suivante, il conduit la liste socialiste pour les élections communales à Furnes et fait entrer son parti dans la majorité où il restera jusqu’en 1982.

 

Marcel Gesquiere siège au conseil communal de Furnes et au conseil provincial de Flandre occidentale. De 1977 à 1981, il exerce la fonction d’échevin des Travaux publics de la commune de Furnes.

 

In 1987 is hij verkozen tot SP-volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Veurne-Diksmuide-Oostende. Hij vervulde dat mandaat tot eind 1991 en is daarna senator voor de provincie West-Vlaanderen geworden, tot 1995.

 

Van februari 1988 tot november 1991 was hij ook lid van de Vlaamse Raad als gevolg van het toen nog bestaande dubbelmandaat.

 

Bij de eerste rechtstreekse verkiezingen voor het Vlaams Parlement van 21 mei 1995 werd hij verkozen in de kieskring Veurne-Diksmuide-Ieper-Oostende. Hij was evenwel maar enkele maanden Vlaams volksvertegenwoordiger en werd in oktober 1995 opgevolgd door Jacky Maes.

 

Dans notre Assemblée, Marcel Gesquiere se taille une réputation de politicien affable, mais opiniâtre. Membre assidu de la commission de l’Agriculture et des Classes moyennes, il y intervient régulièrement sur la politique belge en matière d’hormones et pour défendre les intérêts du secteur de la pêche maritime.

 

Tout au long de sa carrière politique, il s’efforce sans relâche de résorber le retard économique, social et culturel du Westhoek, la région chère à son cœur, en promouvant notamment l’emploi dans cette région.

 

Bij het heengaan van deze integere en sociaal bewogen man heb ik zijn familie namens de Kamer mijn oprechte deelneming betuigd.

 

01.01 Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, collega's, samen met het Parlement wil de federale regering hulde brengen aan de heer Marcel Gesquiere.

 

Geboren en getogen in Veurne bouwde hij vanuit die West-Vlaamse gemeente een mooie politieke carrière op. Uiteindelijk was het ook in datzelfde Veurne dat hij op de laatste dag van 2015 overleed.

 

Marcel Gesquiere was een heel geëngageerd, hardwerkend en moedig man.

 

Il n'avait que seize ans lorsqu'il commença à travailler. Il fut tout d'abord actif au sein du syndicat. Au milieu des années '70, il décida de transposer son engagement dans la vie politique.

 

Hij brengt het tot in de Kamer en daarna in de Senaat, waar hij vele jaren blijft en met zijn uitgebreide levenservaring een grote meerwaarde is.

 

Hij was ook sterk aanwezig op het lokale niveau. In 1976 helpt hij zijn partij in de gemeentelijke meerderheid. In 1977 wordt hij schepen van Openbare Werken in de stad Veurne.

 

In West-Vlaanderen kende binnen de sp.a en natuurlijk in zijn gemeente iedereen hem. Zijn overlijden laat dan ook een grote leegte na bij al wie hem ooit mocht ontmoeten.

 

In naam van de federale regering betuig ik mijn oprechte medeleven aan zijn familie, zijn naasten en zijn voormalige collega’s. Wij wensen hen veel sterkte tijdens deze moeilijke dagen.

 

De voorzitter: Collega’s, ik stel voor dat wij ter nagedachtenis van de overleden collega enige stilte in acht nemen.

 

De Kamer neemt een minuut stilte in acht.

La Chambre observe une minute de silence.

 

02 Terugzending naar de commissie

02 Renvoi en commission

 

Ik heb een amendement ontvangen op het wetsvoorstel (de heer Patrick Dewael en de dames Carina Van Cauter en Sabien Lahaye-Battheu) tot wijziging van het Strafwetboek wat de strafbaarstelling van de aanranding van de eerbaarheid betreft, nr. 699/1.

J'ai reçu un amendement à la proposition de loi (M. Patrick Dewael et Mmes Carina Van Cauter et Sabien Lahaye-Battheu) modifiant la Code pénal en ce qui concerne l'incrimination de l'attentat à la pudeur, n° 699/1.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 20 januari 2016, stel ik u voor het wetsvoorstel terug te zenden naar de commissie voor de Justitie teneinde dit amendement te bespreken.

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 20 janvier 2016, je vous propose de renvoyer la proposition de loi en commission de la Justice afin d'y permettre l'examen de cet amendement.

 

Het wetsvoorstel zal, na bespreking van het amendement in commissie, vandaag in plenaire zitting worden behandeld.

La discussion de la proposition de loi sera poursuivie en séance plénière, après examen de l'amendement en commission.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Je laisse le président de la commission de la Justice fixer l'heure et la salle.

 

02.01  Philippe Goffin (MR): Monsieur le président, je vous remercie pour votre proposition. À quelle heure souhaitez-vous que nous réunissions la commission: après les questions ou dès à présent? Pour moi, peu importe: l'amendement est très bref.

 

Le président: C'est comme vous voulez!

 

02.02  Philippe Goffin (MR): Ce serait peut-être mieux juste après les questions, afin que chacun puisse y participer.

 

Le président: Il en sera ainsi.

 

03 Agenda

03 Ordre du jour

 

Ik stel u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag het voorstel van resolutie (de heren Philippe Blanchart, Stéphane Crusnière en Elio Di Rupo, de dames Gwenaëlle Grovonius, Fabienne Winckel en Fatma Pehlivan en de heer Dirk Van Der Maelen) over Polen en de verdediging van de Europese waarden, nr. 1581/1, in te schrijven.

Je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi la proposition de résolution (MM. Philippe Blanchart, Stéphane Crusnière et Elio Di Rupo, Mmes Gwenaëlle Grovonius, Fabienne Winckel et Fatma Pehlivan et M. Dirk Van Der Maelen) relative à la Pologne et à la défense des valeurs européennes, n° 1581/1.

 

De commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen stelt voor dit voorstel te verwerpen.

La commission des Relations extérieures propose de rejeter cette proposition.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Vragen

Questions

 

04 Vraag van de heer Egbert Lachaert aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, over "het investeringsklimaat in België" (nr. P0936)

04 Question de M. Egbert Lachaert au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, sur "le climat d'investissement en Belgique" (n° P0936)

 

04.01  Egbert Lachaert (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, wij hebben het heugelijk nieuws kunnen vernemen dat Audi in de komende jaren ernstig zal investeren in een elektrische terreinwagen, die in Vorst ontwikkeld zal worden. Het gevolg is dat wij 2 500 mensen een job zullen kunnen verzekeren. Wij spreken dan nog niet over toeleveranciers en andere ondernemingen, die daar evengoed wel bij zullen varen. Zeker 2 500 gezinnen zijn in positieve zin daarbij betrokken.

 

Dat is geen alleenstaand feit, want vandaag lezen wij in de krant dat het aantal collectieve ontslagen op een minimum zit sinds het begin van de crisis. Zelfs de vakbonden zijn enthousiast. Dat gebeurt niet alle dagen. Het resultaat van ons beleid wekt enthousiasme op, zelfs bij Rudy De Leeuw van het ABVV. Hij stelt met heel veel tevredenheid vast dat er in ons land jobs bijkomen.

 

Wij kunnen dan ook niet voorbij aan de maatregelen die hier in het afgelopen anderhalf jaar genomen zijn.

De verguisde indexsprong die als een antisociale maatregel werd afgeschilderd, leidt er nu toe dat 2 500 mensen in ons land een job hebben. De loonkostenhandicap, die er was sinds 1996, is weg door de maatregelen van deze regering en de vorige regering.

 

Onze taxshift heeft 150 miljoen euro vrijgemaakt voor ploeg- en nachtarbeid. Er is 80 miljoen euro vrijgemaakt voor hoogtechnologische activiteiten. U weet dat wij ook nog de werkgeversbijdragen naar 25 % zullen verlagen. Wij doen dat niet alleen voor de grote ondernemingen, mijnheer Calvo. Ook de kleintjes hebben er iets aan. Maggie De Block voert de maatregel van de gouden werknemer door. De eerste werknemer kan bijna lastenvrij aangenomen worden, wat voor starters bijzonder belangrijk is.

 

Er is dus een zekere tevredenheid over het beleid. Wij zien nu de resultaten daarvan. De oppositie en de vakbonden zijn op dat vlak schizofreen. Wij hoorden hier vorige week grote verklaringen over de rulings tegenover multinationals. Men gaf daar 200 % op af, zelfs al had men die in het verleden mee goedgekeurd, maar vandaag zien wij wel dat iedereen op de barricaden staat om te applaudisseren voor het resultaat van dat verhaal: meer jobs, meer werk en op die manier ook meer sociale zekerheid.

 

Mijnheer de minister, u hebt de onderhandelingen met Audi gevolgd, samen met de premier en minister Van Overtveldt. Waren de maatregelen die deze regering genomen heeft cruciaal voor het pakket dat er nu is?

 

04.02 Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, collega Lachaert, ik denk dat iedereen in het halfrond deelt in de vreugde van de beslissing die Audi heeft genomen om in 2018 die elektrische Audi hier te produceren.

 

Zoals bij elk positief nieuws, denk ik dat er veel vaders zijn die een pluim op hun hoed kunnen steken. Ik wil nog eens uitdrukkelijk onderstrepen dat het in eerste instantie natuurlijk om het bedrijf zelf gaat. Het management en ook de mensen die daar werken, verdienen een dikke pluim. Ik wil ook onderstrepen dat ook de deelstaatregeringen een bijdrage hebben geleverd, zowel die van Brussel, Vlaanderen als Wallonië. Tot slot, zoals dat verloopt bij positief nieuws, kan ik met grote bescheidenheid toevoegen dat ook het federaal niveau daartoe een bijdrage heeft geleverd. Het zijn dus vele pluimen op vele hoeden. Volgens mij is het voor iedereen goed dat die 2 500 arbeiders met de gezinnen die daaraan gekoppeld zijn, nu zekerheid hebben tot in 2025 en hopelijk ook ver nadien.

 

Wij hebben natuurlijk het geluk gehad, als ik dat zo mag zeggen, dat deze regering een aantal beslissingen heeft genomen die u hebt opgesomd. Het gaat om de indexsprong, de taxshift, de fiscale maatregelen van collega Van Overtveldt en ook maatregelen van de deelstaatregeringen. Wij hebben een totaalpakket gemaakt. Ik wil nadrukkelijk onderstrepen dat, wanneer er belangrijke investeringen gebeuren, wij allemaal de schouders daaronder zetten, elke overheid en elk bestuur, ook de gemeente en de provincie, om de investeerders ervan te overtuigen om hier hun belangrijke activiteiten te behouden. Mijnheer Lachaert, ik kan alleen maar bijtreden dat wij juist op tijd waren om Audi te overtuigen.

 

Ik denk dat wij ook nog veel andere bedrijven moeten overtuigen om bijkomend te investeren. Het bedrijf dat we nu vernoemen, is een multinational, maar ik ga ervan uit dat de maatregelen voor de kleine en middelgrote ondernemingen hetzelfde effect hebben. Dat heeft dan niet dezelfde envergure van 2 500 werkplaatsen, maar als die kleine ondernemingen allemaal werknemers aanwerven, dan denk ik dat we nog hogere cijfers bereiken. Ook voor de kleine en middelgrote ondernemingen heeft deze regering, met de steun van de meerderheid in het Parlement, ervoor gezorgd dat de economie verder kan groeien.

 

04.03  Egbert Lachaert (Open Vld): Mijnheer de minister, ik ben natuurlijk zeer tevreden met uw antwoord. Dat verbaast u niet.

 

Onze fractie heeft echter wel één bekommernis. De komende maanden zullen wij in een proces van sociale verkiezingen komen, een pre-electoraal klimaat. Het afgelopen anderhalf jaar hebben wij de hervormingstrein samen ondersteund en daar samen aan getrokken. Onze fractie hoopt dat de hervormingstrein nu niet stilvalt door het pre-electorale klimaat. Wij moeten er desnoods nog een locomotief aan toevoegen. U mag op onze fractie rekenen dat, als de trein dreigt stil te vallen, wij er een locomotief aan zullen toevoegen.

 

De flexi-jobs leveren tienduizenden jobs op. Evalueer dat systeem en bekijk of het in de toekomst naar andere sectoren kan worden uitgebreid. Omarm het nieuwe werken en wijzig de arbeidstijdregeling. Hopelijk worden binnen de rondetafel over werkbaar werk in de komende tijd akkoorden bereikt met de sociale partners.

 

Wij mogen de komende vijf maanden niet stilvallen. De hervormingstrein moet vooruitgaan, hij mag niet stilvallen. U hebt onze volledige steun om er verder aan te trekken.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Questions jointes de

- M. Georges Dallemagne au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "les initiatives en matière de lutte contre le terrorisme" (n° P0937)

- M. Hans Bonte au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "les initiatives en matière de lutte contre le terrorisme" (n° P0938)

- Mme Nawal Ben Hamou au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "les initiatives en matière de lutte contre le terrorisme" (n° P0939)

05 Samengevoegde vragen van

- de heer Georges Dallemagne aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "de initiatieven ter bestrijding van terrorisme" (nr. P0937)

- de heer Hans Bonte aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "de initiatieven ter bestrijding van terrorisme" (nr. P0938)

- mevrouw Nawal Ben Hamou aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "de initiatieven ter bestrijding van terrorisme" (nr. P0939)

 

05.01  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre de l'Intérieur, il y a deux mois, plus précisément le 19 novembre 2015, le premier ministre annonçait dix-huit mesures censées nous permettre de mieux lutter contre le terrorisme.

 

Depuis lors, c'est le calme plat! La plupart de ces mesures semblent être dans les limbes. En tout cas, très peu ont été mises en œuvre. Qu'en est-il de la dotation de 400 millions qui avait été promise à nos services de police, à nos services de renseignement, à la Défense? Qu'en est-il de toute une série de mesures qui avaient été promises en vue de la lutte contre les foreign terrorist fighters? J'en cite quelques-unes: un PNR belge, l'exclusion des prédicateurs de haine, le démantèlement des lieux de culte non reconnus, la fin de l'anonymat pour les cartes prépayées, un plan Molenbeek, le renforcement du screening pour l'accès aux emplois sensibles, etc. Je crois savoir qu'à peine deux ou trois mesures ont été réellement mises en œuvre. Pire encore, nous n'avons toujours pas de date pour ce qui concerne les mesures qui pourraient être mises en œuvre dans les prochains jours, les prochaines semaines, les prochains mois.

 

Par ailleurs, la commission Terrorisme du parlement n'a toujours pas de véritable programme à son ordre du jour. Certes, une discussion essentielle sur l'article 12 de la Constitution est en cours, mais il n'y a toujours pas de programme, ni de visibilité quant aux travaux de la commission dont question. En effet, le président de cette commission souhaite savoir clairement quelles sont les intentions du gouvernement.

 

Monsieur le ministre, qu'en est-il de ces dix-huit mesures du gouvernement? On annonce, aujourd'hui, qu'un niveau 5 de la menace pourrait être créé? Qu'en est-il exactement? Quand le gouvernement arrêtera-t-il de traîner en matière de lutte contre le terrorisme?

 

05.02  Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, ik zal niet herhalen wat de vorige spreker heeft gezegd. Inderdaad, meer dan twee maanden geleden stak de premier hier in het halfrond de hand uit naar het Parlement, dus ook naar de oppositie. Samenwerking over de partijgrenzen van meerderheid en oppositie heen is nodig om snel en efficiënt te kunnen optreden tegen terrorisme. Dat waren de woorden van toen.

 

Wij zijn twee maanden later en er is weinig concreets gebeurd. Ik stel vast, ongetwijfeld zoals u, mijnheer de minister, dat veiligheidsdiensten op hun tandvlees zitten, dat inlichtingendiensten in blijde verwachting zijn en dat lokale en federale politiediensten om extra steun vragen. We leven immers nog altijd met dreigingsniveau 3. Verbazend is dat er onduidelijkheid bestaat over de manier waarop de regering dat wil aanpakken. Precies op dat punt vraag ik om duidelijkheid.

 

Initieel was mijn vraag gericht tot de eerste minister, omdat ik in de krant lees dat er van de belangrijkste maatregel, namelijk de budgettaire ondersteuning met 400 miljoen euro, nog niets in huis is gekomen. Ik lees ook dat de eerste minister wacht op een advies van onze commissie. Ik richt mij tot de voorzitter van de commissie: ik lees dat het kabinet van de premier het advies van de parlementaire commissie afwacht om tot een verdeling te komen.

 

Mijnheer de minister, we waren gisteren in de commissie nog getuige van enige nonchalance en ontreddering op het lokale niveau. Ik hoorde collega’s immers vragen stellen die betrekking hebben op de manier van opvolging van geradicaliseerden, waarvoor de maatregelen reeds lang van toepassing hadden moeten zijn. Ik wil maar aangeven dat er orde in de chaos moet komen.

 

Wij zijn en blijven bereid om samen verantwoordelijkheid op te nemen. We willen echt wel weten in welk spel we spelen. Waar en wanneer zal de regering beslissen over de ondersteuning van de verschillende diensten? Wat is volgens u de rol van de parlementaire commissie ter voorbereiding daarvan?

 

05.03  Nawal Ben Hamou (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, depuis maintenant plus d'un an, notre pays vit en état d'alerte. Plusieurs lieux restent même en état d'alerte maximale niveau 4. Autrement dit, la situation en termes de sécurité est à considérer comme sérieuse et demande la prise de mesures concrètes. Je pense que nous partageons tous ce même avis dans cet hémicycle, majorité comme opposition.

 

En ce qui concerne les mesures proposées par le gouvernement, celle des moyens nous paraît la plus pertinente, et on ne devrait pas être ici dans des effets d'annonce. C'est important d'être créatif, d'avoir des idées, de proposer, par exemple, la création d'un niveau 5 de menace, comme vous l'avez exprimé dans la presse. Mais, concrètement, qu'en est-il de ces 400 millions d'euros qui se font attendre? Vous répondiez hier, en commission, que, trois mois après l'annonce de cette somme, vous n'avez toujours pas pris de décision quant à leur affectation.

 

05.04  Jan Jambon, ministre: Deux mois!

 

05.05  Nawal Ben Hamou (PS): Deux mois après, comme vous voulez.

 

Les citoyens, les policiers, les agents des services de sécurité et tous ceux et celles qui luttent contre le terrorisme sur le terrain ont besoin de réponses concrètes de votre part quant à l'affectation de ces moyens.

 

Monsieur le ministre, dans ce montant, quelle est la part des dépenses structurelles et la part des dépenses one shot? Quelle est la part dédiée aux services de police et de l'Intérieur? Quelle est la part dédiée aux services de la Justice? Une part sera-t-elle dédiée à la Défense? Quelle est la liste de vos projets? Pour ces 400 millions d'euros, au-delà de l'effet d'annonce, avez-vous quelque chose de concret à nous proposer?

 

05.06  Jan Jambon, ministre: Monsieur le président, chers collègues, je vous remercie pour vos questions, parce qu'il me semble utile de vous donner l'état d'avancement des différentes mesures.

 

Comme vous le savez, le gouvernement a déjà approuvé quelques-unes des dix-huit mesures, qui sont pour le moment examinées par le Conseil d'État. Nous attendons par conséquent sa réponse. Je pense au PNR, à quelques projets de loi du ministre de la Justice et à la suppression de l'anonymat des cartes prépayées.

 

La semaine prochaine, le kern se penchera sur les autres dispositions.

 

Wat de 400 miljoen euro betreft, wij hebben bij de verschillende veiligheidsdiensten projecten opgevraagd, zowel bij de federale politie als bij de lokale politie, de Veiligheid van de Staat en Defensie. Die projecten zijn binnengekomen. Momenteel liggen ze voor advies bij de collega bevoegd voor de begroting en de Inspectie van Financiën. Het is de bedoeling van de regering om volgende week een eerste pakket toewijzingen aan die projecten te doen.

 

Madame Ben Hamou, vous m'avez interrogé au sujet de la répartition entre les mesures structurelles et non structurelles. Il s'agira pour moitié de mesures structurelles et pour moitié de mesures non structurelles. Une légère différence pourrait intervenir selon les projets introduits, mais l'ordre de grandeur est de 50/50.

 

La répartition entre les différents services dépendra des décisions que nous prendrons d'ici la fin de ce mois, en fonction des projets qui sont pour l'instant sur la table du gouvernement.

 

Il en va de même pour le plan Molenbeek. Ce plan est prêt mais nous attendons les décisions budgétaires pour pouvoir le présenter. Ce sera également fait avant la fin de ce mois.

 

05.07  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, notre sentiment est que nos services de police travaillent, nos services de renseignement travaillent (des arrestations ont lieu presque tous les jours en Belgique) mais que le gouvernement avance à une lenteur qu'on lui connaît depuis le début de la législature sur cette question du terrorisme.

 

Deux mois, c'est très long, monsieur le ministre! Si demain, il devait y avoir un attentat en Belgique ou ailleurs, dans lequel des ressortissants belges sont impliqués soit comme auteurs soit comme complices et que nos services de renseignement ou de police nous diraient ne toujours pas détenir les moyens qui leur ont été promis, votre responsabilité serait gravement engagée, monsieur le ministre.

 

Nous vivons aujourd'hui à un rythme selon lequel un attentat terroriste est commis par jour dans le monde. Il est temps que le gouvernement travaille plus vite, plus efficacement et plus étroitement en collaboration avec le parlement. Il n'est pas admissible que la commission Terrorisme, qui a été mise en place à grands renforts de communication, il y a deux mois, n'ait toujours pas à son ordre de jour de programme clair, global, stratégique en matière de terrorisme. Il importe d'apporter rapidement la clarté quant aux travaux de cette commission et au lien entre le parlement et le gouvernement en matière de lutte contre le terrorisme.

 

05.08  Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de minister, uit uw antwoord leid ik af dat de eerste minister zich vergiste toen hij zei dat er eerst een advies nodig was van de commissie voor de Terrorismebestrijding. Dat kan iedereen overeenkomen. Het is goed dat de regering regeert en beslist. Blijkbaar zal ze komende vrijdag de eerste krijtlijnen trekken.

 

De goedkeuring van wetten tegen het terrorisme zal geen enkele jihadist tegenhouden. We hebben inderdaad ondersteuning nodig in het veld, maar ook verantwoordelijkheid op lokaal niveau. Ik zie nog heel veel problemen op het vlak van samenwerking en gegevensuitwisseling. De dynamische databank is intussen ook aan een hindernissenparcours begonnen.

 

Samenwerking is vooral nodig op lokaal niveau. Daar moeten risicogroepen en terugkeerders op een sluitende manier worden opgevolgd. Daarin moeten we investeren, anders halen we ons opnieuw problemen op de hals.

 

05.09  Nawal Ben Hamou (PS): Monsieur le ministre, je suis inquiète après avoir entendu votre réponse. Vous me donnez le sentiment de bricoler quelque chose, alors que la situation est sérieuse. La lutte contre le terrorisme, la sécurité de nos citoyens et les agents engagés dans cette lutte méritent beaucoup mieux que cela.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van mevrouw Meryame Kitir aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "het doorrekenen van de kosten van de wegsignalisatie bij een ongeval" (nr. P0940)

06 Question de Mme Meryame Kitir au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "la facturation des coûts de signalisation routière en cas d'accident" (n° P0940)

 

06.01  Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de minister, deze week hebt u in de commissie een toelichting gegeven over wat de kerntaken van de politie moeten zijn, maar ook in de kranten verschenen verschillende pistes. Ik wil even stilstaan bij één van die pistes die naar voren geschoven zijn, namelijk dat brokkenmakers voortaan zelf zullen moeten opdraaien voor de kosten van de signalisatie op de weg.

 

Mijnheer de minister, voor uw departement betekent dat misschien een besparing. Ik lees dat u eraan denkt de kosten van de signalisatie via de autoverzekering door te rekenen. In de realiteit betekent dit dat de premie van iedereen zal worden verhoogd. Het betekent een belastingverhoging voor iedereen, ook voor diegenen die geen ongeval veroorzaken.

 

Ik wil in het bijzonder de aandacht trekken op de jongeren. Jongeren hebben het vandaag vaak al heel moeilijk om een betaalbare autoverzekering te krijgen. Ik meen dus dat dit voorstel geen goede zaak is.

 

Mijnheer de minister, wat lost dit voorstel op? Op welke manier kan dit efficiënter en sneller gaan na een ongeval? Ik kijk uit naar uw antwoord.

 

06.02 Minister Jan Jambon: Dank u voor uw vraag, mevrouw Kitir. Het is misschien goed duidelijkheid te verschaffen.

 

Zoals ik al vaak heb gezegd, en gisteren in de commissie heb herhaald, het kerntakendebat is op generlei wijze bedoeld als een besparingsopdracht. U zegt dat het voorstel dat u er nu uitpikt tot een besparing op mijn departement zou kunnen leiden. Dat is niet waar. De bedoeling van het kerntakendebat is politiemensen politietaken te laten doen, en taken die geen politietaken zijn eventueel door anderen te laten doen. Dat is de essentie van het kerntakendebat: onze politiemensen inzetten voor politietaken.

 

Wat het specifieke geval van de signalisatie betreft, nergens is bepaald dat dit de verantwoordelijkheid is van de federale politie. Wel is de wegpolitie vaak als eerste ter plaatse, waar zij dan, ter beveiliging van de andere diensten, de signalisatie plaatst. Dit is een taak die veel capaciteit vraagt. In het verleden heeft het Vlaamse Gewest al geëxperimenteerd met het FAST-project. Dat was een goed project.

 

Wij stellen nu voor dat dezelfde redenering wordt gevolgd als bij milieuvervuiling: de vervuiler betaalt. Hier ook moeten de bijkomende kosten, daar dit geen taak is van de federale politie, door de veroorzaker van het ongeval worden betaald. Zoals de vervuiler betaalt, betaalt ook de veroorzaker.

 

Wat de verzekering betreft, nergens heb ik gezegd dat er een verplichte verzekering zal worden opgelegd om zich hiervoor te verzekeren. Ik kan mij indenken dat, als dit risico bestaat, de verzekeringsmaatschappijen een optioneel aanbod zullen doen zodat mensen zich voor dit risico, niet verplicht maar uit vrije wil, kunnen verzekeren.

 

Dat is dan een uitbreiding van het verzekeringspakket, wat mij een goede zaak lijkt. Ik heb dus nooit gezegd dat we hier spreken over een verplichte verzekering – ik zal er ook op toezien dat dit niet gebeurt – die specifiek voor jongeren de kosten zou verhogen.

 

Het gaat over hetzelfde principe als de vervuiler betaalt, de veroorzaker van de ongevallen gaat opdraaien voor de kosten.

 

06.03  Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de minister, het is goed dat u wil nadenken over de taken van de politie en hoe die efficiënter en praktischer kunnen worden uitgevoerd. Ik begrijp dat. Wat dit voorstel betreft vind ik het heel moeilijk te begrijpen hoe u ervoor zorgt dat de rekening niet doorgestuurd wordt naar alle burgers. Iedere chauffeur kan immers ooit een ongeval veroorzaken en de verzekeringen zullen proberen om iedereen in te dekken. In dat geval, als het risico bestaat, bestaat ook het risico dat de premie omhoog gaat.

 

Mijnheer de minister, de Vlaamse regering kennen we allemaal al van de Turteltaks. Ik meen niet dat het de bedoeling is dat de federale regering bekend wordt om de Jambontaks. Ik hoop dus bij deze dat dit niet zal doorgaan.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Question de M. Gilles Vanden Burre au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "la plainte au parquet concernant la décision d'attribution du marché public pour la construction de la prison de Haren" (n° P0941)

07 Vraag van de heer Gilles Vanden Burre aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "de klacht bij het parket over de toewijzing van de overheidsopdracht voor de bouw van de gevangenis van Haren" (nr. P0941)

 

07.01  Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, le temps de la clarté et de la transparence dans le dossier de la prison de Haren est arrivé. Depuis des mois, nous n'avons cessé de dénoncer les innombrables manquements dans ce dossier: l'opacité quant au coût total de ce projet – on parle de plusieurs milliards d'euros –, l'absence de contrat – il n'y a aucun document écrit qui lie le gouvernement, la Régie des Bâtiments et Cafasso, le consortium privé chargé de construire la prison – et l'obscurité totale autour des clauses de dédommagement si jamais le projet ne voit finalement pas le jour. Vous et votre collègue M. Geens avez toujours botté en touche les innombrables questions que nous avons posées.

 

Aujourd'hui, nous apprenons qu'une enquête est en cours au parquet de Bruxelles concernant l'octroi de ce marché public de plusieurs milliards d'euros. Elle porte sur la manière dont ce marché a été attribué. La presse parle même de faits présumés de corruption. Vous serez d'accord avec moi sur le fait que c'est très grave! De boulet, ce dossier est véritablement en train de se transformer en Harengate pour l'ensemble du gouvernement.

 

Il y a trois points sur lesquels j'aimerais que vous fassiez la lumière. Qui a déposé plainte au parquet de Bruxelles? Quelle est la nature de cette plainte? S'agit-il de la procédure du jury qui a décidé d'octroyer ce marché? S'agit-il de faits potentiels de corruption de fonctionnaires de la Régie des Bâtiments ou s'agit-il d'autre chose? Enfin, en tant que ministre de tutelle de la Régie des Bâtiments, que comptez-vous faire dans ce dossier qui accumule les erreurs, la mauvaise gestion et qui, pour nous, doit être arrêté ou revu de A à Z au plus vite?

 

07.02  Jan Jambon, ministre: Monsieur le président, monsieur Vanden Burre, j'ai pris connaissance de l'article dans La Libre sur l'enquête préliminaire concernant la conduite de la procédure d'attribution pour la construction de la prison de Haren. La Régie des Bâtiments a confirmé que la police, sur instruction du parquet du procureur, a pu consulter le dossier. La Régie a offert son entière coopération et a mis le dossier à la disposition du parquet.

 

La Régie des Bâtiments n'est pas au courant du fait que des individus ou des éléments seraient ciblés dans cette enquête.

 

Je souligne que cela ne concerne qu'une enquête préliminaire. Nous n'avons pas d'autre information et nous offrons toute notre coopération dans le cadre de cette enquête.

 

07.03  Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie. Je suis heureux de vous entendre parler d'ouverture et de coopération dans ce dossier. Depuis le début, cela a été fort peu le cas. Pour enchaîner sur la plainte en cours, j'aimerais que vous apportiez de la transparence au sujet des accords existant entre la Régie des Bâtiments et le consortium Cafasso. J'aimerais que vous fassiez de même pour les coûts en jeu pour l'ensemble du projet et pour les clauses de dédommagement dont j'ai parlé dans l'introduction.

 

En effet, ici, le problème majeur est l'opacité. Aujourd'hui, en tant que parlementaires, et singulièrement en tant que parlementaires de l'opposition, nous n'arrivons pas à faire notre travail sur ce dossier sensible et prioritaire.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Samengevoegde vragen van

- de heer Patrick Dewael aan de eerste minister over "de toekomst van Europa" (nr. P0943)

- de heer Stéphane Crusnière aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, over "de toekomst van Europa" (nr. P0944)

08 Questions jointes de

- M. Patrick Dewael au premier ministre sur "l'avenir de l'Europe" (n° P0943)

- M. Stéphane Crusnière au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et européennes, chargé de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, sur "l'avenir de l'Europe" (n° P0944)

 

08.01  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vice-eersteminister, collega's, de Europese Unie heeft een gigantisch potentieel en zou het leidende continent in de wereld kunnen zijn, maar is vandaag veeleer een reus op lemen voeten. Wij slepen ons van crisis naar crisis. Ik denk daarbij aan de bankencrisis, de monetaire crisis, gevolgd door de schuldencrisis en vandaag is het allemaal migratie- en asielcrisis wat de klok slaat.

 

Wij weten dat er constructiefouten zijn gemaakt. Wij weten dat we bijvoorbeeld de euro hebben ingevoerd zonder dat er sprake was van een fiscale of een begrotingsunie. Wij weten dat wij de Schengenzone mogelijk hebben gemaakt en de binnengrenzen hebben afgeschaft en ons pas nadien de vraag hebben gesteld wat we met de verdediging en de bescherming van de buitengrenzen zouden doen.

 

Vandaag worden er van Top naar Top en van JAI naar JAI telkens opnieuw spreidingsplannen afgesproken en ideeën geopperd over een betere bescherming van de buitengrenzen maar blijft zowel het een als het ander dode letter.

 

De situatie van Europese Unie is vandaag niet hoopgevend als ik een aantal verklaringen naar voren breng die de voorbije dagen werden afgelegd. Dat baart mij grote zorgen. Mijnheer Timmermans, vice-voorzitter van de Europese Commissie, houdt ernstig rekening met het falen van de Europese Unie. Mijnheer Tusk, de nieuwe Europese president, zegt dat als de lidstaten weigeren de gemaakte afspraken uit te voeren, hij toch geen tanks kan sturen om hen te verplichten die afspraken te honoreren. Ik vind dat bloedstollend en begrijp dat eigenlijk niet.

 

Wat doet de president van Europa vandaag om die afspraken effectief te laten honoreren? Ik denk dat hij aan stille diplomatie doet en het principe pour vivre heureux, vivons cachés huldigt. Ik zie geen dynamische voorzitter die aan de kar trekt en probeert de migratie- en asielcrisis met alle lidstaten samen te bezweren.

 

Als wij Schengen moeten prijsgeven, is dat een catastrofe voor de Europese economie, een kost die op 3 miljard euro wordt berekend. Ik kan dus niet aanvaarden dat men daarover lichtvaardig of lichtzinnig spreekt.

 

Mijnheer de vice-eersteminister, er is einde deze maand een JAI en in februari een Europese Top. Zal België opnieuw zijn rol van believer in Europa waarnemen en het voortouw nemen om die belangrijke verworvenheden, die ons zo dierbaar zijn, veilig te stellen en van deze crisis gebruikmaken om opnieuw stappen vooruit te zetten?

 

08.02  Stéphane Crusnière (PS): Monsieur le ministre, je suis heureux que ma question soit jointe à celle du chef de groupe Open Vld pour disserter sur l'avenir de l'Europe. Son parti ne manque jamais, par la voix du député européen Verhofstadt, de condamner fermement la Pologne. Malheureusement, hier en commission, le groupe de M. Dewael a balayé d'un revers de la main, comme la majorité dans son ensemble, l'idée d'une telle condamnation par notre assemblée et par le gouvernement, comme nous le proposions dans notre résolution.

 

On peut se demander si l'appartenance de la N-VA au même groupe "eurodestructeur" que le parti au pouvoir en Pologne ou que celui de Cameron ne l'emporte pas sur la tradition fédéraliste de notre pays, qui a joué un rôle fondateur dans la construction européenne. Je le crains, pire, je le constate.

 

Cela étant, comme l'a dit M. Dewael, l'heure n'est pas aux demi-mesures si l'on veut que le projet européen, reposant sur des valeurs de droit et de solidarité, survive à la crise actuelle. Je pense, bien entendu, aux lois liberticides qui sont prises en Hongrie, en Pologne, au Danemark; au délitement de Schengen; à l'érection des murs; au chantage de Cameron et aux propos intolérables sur les réfugiés.

 

Votre gouvernement y voit, pour sa part, des opportunités ou fait comme s'il n'avait rien vu dans une actualité pourtant brûlante. Mes chers collègues, les citoyens européens et ce projet irréversible méritent tout le contraire. L'Europe n'est pas le problème; elle doit être la solution.

 

Dès lors, monsieur le ministre, j'aimerais vous poser les questions suivantes. Comment la Belgique se positionne-t-elle vis-à-vis de la nécessité de sauvegarder l'État de droit en Pologne? Pourquoi cette majorité ne veut-elle pas nous suivre lorsque nous demandons une condamnation de telles atteintes aux valeurs démocratiques? Avez-vous personnellement condamné ces lois auprès de votre homologue polonais?

 

S'agissant du Brexit, nous savons que le débat reviendra au prochain Conseil. Quelle est la position qu'y défendra notre pays?

 

En termes de relance du projet européen, quelle attitude courageuse adoptera la Belgique pour réagir aux coups de butoir des "eurodestructeurs", dont certains se trouvent au sein même de votre gouvernement? J'en veux pour triste preuve votre opposition à la taxe sur les transactions financières ainsi qu'à tout projet social et de relance.

 

08.03 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, collega’s, het gaat om twee aparte vragen. Dat is wellicht logisch aangezien de vragen van twee verschillende partijen komen: enerzijds en anderzijds. Ik zal antwoorden op beide vragen.

 

Mijnheer Dewael, het spijt mij ook dat wij zoveel verklaringen horen met alleen vaststellingen en geen echte wil om door te gaan met een verdieping van de Europese Unie op twee domeinen, enerzijds de eurozone waarvoor dat al enkele jaren het geval is en, anderzijds de Schengenzone. Het is nu zeer belangrijk om tot een echte uitvoering van alle beslissingen te komen. België zal daarvoor zijn rol spelen in alle raden.

 

Voor Schengen betekent dat bijvoorbeeld een correcte hervestiging van vluchtelingen in Europa. Wij hebben een beslissing genomen over 160 000 vluchtelingen. Tot nu toe zijn misschien 300 vluchtelingen hervestigd. Het is tijd voor een correcte uitvoering van de beslissingen. Hetzelfde geldt voor een echte controle van de buitengrenzen. Dat is nuttig. Het is nu niet meer het moment om vast te stellen dat de Europese Commissie een voorstel ter zake doet, maar om een voorstel op tafel te leggen voor een korps dat de controle van de buitengrenzen op zich moet nemen.

 

Voor Turkije geldt dezelfde redenering. Wij zijn bereid om Turkije te helpen met een correcte opvang van de vluchtelingen, maar op voorwaarde van een concreet engagement van Turkije. Het is tijd om dat te zeggen.

 

In de volgende weken en maanden zal België zijn rol spelen. Er is misschien een opportuniteit, zoals de bespreking van de Brexit. Wat willen wij bereiken? Een echte verdieping van de Europese Unie in verschillende sterke domeinen. Die versterking moet er komen voor de eurozone, voor Schengen en voor de verdediging van de waarden van de Europese Unie.

 

Monsieur Crusnière, je ne vais pas me prononcer sur les procédures. Cependant, qu'a fait la Belgique sur ces différents points? Je n'ai pas attendu une proposition de résolution. J'avais déjà répondu à une question ici. J'ai reçu mon collègue polonais et je lui ai fait part de nos objections très claires concernant deux législations: l'une modifiant le tribunal constitutionnel, l'autre relative à la presse.

 

Nous soutenons évidemment la procédure lancée par la Commission européenne; mais c'est dans ce cadre que cela doit se passer. Je n'ai pas d'objection à ce que l'on vote des résolutions dans tous les parlements, mais ce n'est pas comme cela que la procédure se déroule. Elle se déroule entre la Commission et la Pologne.

 

En outre, j'ai demandé, et je vais continuer de demander que le Conseil des affaires générales en débatte. Je souhaiterais que ce soit le cas non seulement lorsqu'un problème se pose en Hongrie ou en Pologne, mais chaque année, sur un rapport concernant les droits dans les 28 États membres. Je l'ai dit ici en plénière: il n'y a pas de raison que le respect des droits soit moins contrôlé que le respect des objectifs budgétaires.

 

La Belgique va jouer son rôle dans tous ces domaines: le respect des droits, l'approfondissement de Schengen avec le renforcement de certains dispositifs, l'approfondissement également de la zone euro.

 

België heeft deze traditie en zal daarin verdergaan. We hebben een rol te spelen in de versterking van de mechanismen binnen de Europese Unie, de eurozone, Schengen en van de bescherming van de waarden van de Europese Unie.

 

08.04  Patrick Dewael (Open Vld): Ik heb de indruk dat twee aparte debatten elkaar vandaag ergens hebben gekruist.

 

Ik wil de minister bedanken voor zijn vrij voluntaristisch antwoord op mijn vraag aangaande de toekomst van Schengen. Het is van het grootste belang dat er in het kader van de bescherming en de verdediging van de buitengrenzen klare wijn wordt geschonken. Enerzijds zien Griekenland en Italië op tegen de enorme kostprijs die dit alles met zich meebrengt, maar anderzijds aarzelen ze om een stuk van hun nationale soevereiniteit af te staan aan de Europese Unie. Als die twee landen het niet alleen kunnen, dan moet Europa het doen. Zij moeten ermee akkoord gaan dat Europa zich in hun plaats stelt.

 

Collega Crusnière, u moet de kar niet voor de paarden spannen. Op dit ogenblik is een resolutie niet aan de orde omdat u heel goed weet dat het Europees Parlement inzake Polen een procedure heeft opgestart. U weet dat de Europese Commissie ter zake het voortouw heeft genomen. Wij willen eerst die Europese besluitvorming afwachten vooraleer in dit en in alle andere parlementen resoluties goed te keuren. Ik herinner u aan de Griekse situatie. We zagen een inflatie van alle mogelijke resoluties in alle nationale parlementen. In dezen kijk ik ook naar collega Van der Maelen. Mocht hij de decibels die hij hier tegen onze regering over Griekenland heeft ontwikkeld, gereserveerd hebben voor zijn kameraden van PASOK, dan zou het Griekse volk misschien iets minder lang verknecht geweest zijn.

 

08.05  Stéphane Crusnière (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Nous sommes effectivement de plus en plus loin de l'idéal de paix, de tolérance, et d'ouverture à l'autre qui avait présidé à l'édification européenne. On assiste, hélas, à un retour du nationalisme, du repli sur soi. Cela se traduit par la montée en puissance des partis populistes et eurosceptiques dans nombre d'États européens.

 

La question est simple. La Belgique continuera-t-elle à défendre le principe selon lequel il s'agit de créer une union sans cesse plus étroite entre les peuples d'Europe ou cédera-t-elle au chant des conservateurs et du repli sur soi?

 

Nous avons eu l'occasion de poser un geste fort vis-à-vis de ce qui se passe en Pologne. Par cette résolution, nous demandions une prise de position du parlement et du gouvernement. Vous aurez encore l'occasion de revoir votre positionnement, puisque ce point revient à l'ordre du jour. J'espère que nous pourrons compter sur votre soutien pour ce geste fort.

 

Dans ce contexte, ne soyez pas étonné que les citoyens se détournent du projet européen, car vous contribuez, je le crains, à son désenchantement et à son évaporation de fait.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Question de Mme Véronique Caprasse au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et européennes, chargé de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, sur "la ratification de la Convention-cadre pour la protection des minorités nationales" (n° P0942)

09 Vraag van mevrouw Véronique Caprasse aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, over "de ratificatie van het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden" (nr. P0942)

 

09.01  Véronique Caprasse (DéFI): Monsieur le président, monsieur le ministre, ce mercredi, notre pays a été applaudi pour les progrès accomplis en matière de droits de l'homme au cours de la deuxième session de l'Examen périodique universel à Genève, ce dont je me réjouis, tout comme vous certainement.

 

Cependant, je voudrais plus particulièrement attirer votre attention sur les recommandations faites par la Suisse qui a demandé la ratification, par la Belgique, de la Convention-cadre du Conseil de l'Europe pour la protection des minorités nationales. En réponse à ces recommandations, le chef de la délégation belge a fait savoir qu'un groupe de travail avait été constitué pour étudier le dossier.

 

Permettez-moi, monsieur le ministre, de vous indiquer la marche à suivre. Il n'y a pas de raison de tergiverser, de reporter cette question. En effet, il suffit que la Conférence interministérielle de Politique étrangère (CIPE) mentionnée lors de la signature de la Belgique le 31 juillet 2001 souscrive à l'avis qui avait été donné par la Commission européenne pour la démocratie par le droit, aussi appelée Commission de Venise, à la demande de la Commission des questions juridiques et des droits de l'homme du Conseil de l'Europe, et souscrit, par ailleurs, dans sa résolution 1301 du 26 septembre 2002 en aval du rapport de Mme Nabholz-Haidegger. En effet, la Commission de Venise avait considéré que les francophones vivant en région néerlandophone et en région germanophone peuvent être considérés comme des minorités nationales au sens de la convention-cadre, comme le sont les néerlandophones et les germanophones vivant en région francophone. Sur le plan juridique, réunir des experts, depuis quinze ans, à intervalles irréguliers n'a aucun fondement.

 

Monsieur le ministre, quand comptez-vous mettre ce point à l'ordre du jour de votre gouvernement pour qu'il puisse être soumis à notre parlement?

 

09.02  Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, chère collègue, je tiens, tout d'abord, à vous remercier. En effet, vous avez remarqué que l'Examen périodique universel de la Belgique au Conseil des droits de l'homme des Nations unies, à Genève, hier, s'est très bien déroulé. Il faut savoir que 104 pays sont intervenus avec un très grand nombre de félicitations concernant l'évolution de la situation en Belgique, ce – je tiens à le dire – à tous les niveaux de pouvoir. J'ai d'ailleurs remercié les délégations de chacun desdits niveaux qui m'ont accompagné à Genève pour défendre chacune des décisions prises. Tout s'est remarquablement bien passé et je vous remercie, madame, d'avoir constaté ce fait, à l'instar de tous ceux qui étaient présents, hier, avec moi à Genève. Avoir été remarqué de cette façon est une bonne chose pour notre pays.

 

Par ailleurs, je n'ai pas attendu votre question pour mettre le sujet que vous évoquez à l'ordre du jour. Je ne referai pas ici l'historique de la Convention, ni de la démarche qui a permis à la Belgique de signer, de s'engager dans la voie tout en ne procédant pas à la ratification. 

 

Une réserve avait été déposée dès le départ et prévoyait que la définition des minorités devait être formulée par la Conférence interministérielle de Politique étrangère. Le 6 juillet 2015, j'ai donc à nouveau demandé, comme sous la législature précédente, aux différentes entités de pouvoir recomposer ce groupe de travail qui est prévu en Belgique depuis quelque temps pour organiser la définition des minorités.

 

Là, madame Caprasse, vous allez pouvoir m'aider! Ce n'est pas tous les jours que je fais appel à un membre de l'opposition pour m'aider. Mais votre formation politique est présente dans un seul gouvernement, le gouvernement régional bruxellois. Figurez-vous que, depuis le mois de juillet, c'est le seul gouvernement qui ne nous a pas encore fourni les noms des experts qui participeront à ce groupe de travail. Pourriez-vous dès lors, dans les heures, les jours, les mois, les années qui viennent – au rythme de l'intérêt de votre parti pour cette convention, si vous souhaitez voir le dossier rapidement progresser – faire en sorte que le gouvernement bruxellois me fasse parvenir les noms des deux experts que nous lui avons demandés? Tout le monde a fait cet effort, tant la Région flamande que la Région wallonne. Je pense qu'un petit geste de la part d'un parti qui, semble-t-il, est très attaché à cette convention serait le bienvenu.

 

09.03  Véronique Caprasse (DéFI): Monsieur le ministre, j'irai trouver les représentants de la Région bruxelloise. Cela ne me pose aucun problème.

 

Il n'empêche que le gouvernement fédéral est à la tête. C'est la première entité du pays et c'est le gouvernement fédéral qui doit agir en premier lieu. Vous n'avez plus aucune excuse pour faire signer cette convention. Il n'y a que deux pays qui ne l'ont pas signée, la Grèce et l'Islande. Il y a de quoi être gêné! Notre pays n'arrête pas de donner des leçons à d'autres pays. Nous devons être les premiers à montrer l'exemple. Je pense que M. Thiéry sera d'accord avec moi.

 

09.04  Damien Thiéry (MR): Non!

 

09.05  Véronique Caprasse (DéFI): Tiens! Parce qu'on change de parti, on change d'avis! Monsieur Thiéry, je ne vous suis plus!

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

10 Question de M. Raoul Hedebouw au premier ministre sur "le Forum économique mondial de Davos" (n° P0945)

10 Vraag van de heer Raoul Hedebouw aan de eerste minister over "het World Economic Forum in Davos" (nr. P0945)

 

10.01  Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Monsieur Reynders, je suis content d'avoir été réorienté vers vous. Comme vous le savez, depuis le début de la semaine a lieu le Forum économique mondial de Davos, dont le but, indiqué dans la charte, est "d'améliorer l'état du monde".

 

Deux jours avant le début du Forum, Oxfam a sorti son dernier rapport annuel. Cette organisation y indique que, pour la première fois dans l'histoire de l'humanité, 62 personnes possèdent autant que 50 % de l'humanité.

 

Tweeënzestig personen bezitten evenveel als 50 % van de mensheid.

 

Le patrimoine de ces 62 personnes a augmenté de 1 000 milliards.

 

In het rapport staat dat in 2015 1 % van de bevolking evenveel bezit als 99 % van de totale bevolking. Oxfam dacht dat zulks in 2016 zou gebeuren. Dat feit is echter niet in 2016, maar in 2015 gebeurd.

 

En 2015, pour la première fois dans l'histoire de l'humanité, 1 % de la population possède autant que 99 % du reste du monde. Cette situation est intenable d'un point de vue social, d'un point de vue démocratique et du point de vue de la sécurité. Dans ce cadre, Oxfam démontre qu'un des problèmes fondamentaux est l'existence des paradis fiscaux. Ceux-ci minent complètement les rentrées budgétaires qui permettraient aux États de mener des politiques sociales.

 

De fiscale paradijzen zijn door Oxfam als een van de oorzaken van het probleem van de budgetten van de verschillende landen aangeduid.

 

Ma question est donc très simple, monsieur Reynders. Vous le savez, le PTB vient de sortir le "Happy Birthday" – j'en profite pour fêter avec vous le dixième anniversaire des intérêts notionnels. Comme ministre des Affaires étrangères, et même comme concepteur de la mesure, vous avez certainement fêté cet anniversaire. Nous démontrons chiffres à l'appui que cette mesure a coûté 40 milliards d'euros au budget de l'État belge, par le biais des cadeaux fiscaux.

 

Ma question est donc simple: qu'a défendu le ministre De Croo au Forum économique mondial de Davos en matière de responsabilité des paradis fiscaux? Pensez-vous qu'il faille une harmonisation vers le haut de cette fiscalité? Davos aurait été un moment particulier pour plaider en faveur d'une meilleure fiscalité des entreprises.

 

10.02  Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur Hedebouw, permettez-moi de vous répondre en français, puisque je vous ai surtout connu à Liège. Je suis ravi que vous vous soyez exprimé dans les deux premières langues nationales; il vous faudra encore faire un petit effort pour parler en allemand la prochaine fois.

 

À Davos se réunissent un très grand nombre de responsables du monde économique et du monde politique. Pour la Belgique, se trouvent à Davos le roi et la reine, qui vont d'ailleurs rencontrer le secrétaire général des Nations unies car la reine devient membre du groupe des défenseurs des objectifs de développement durable. Je crois que c'est une grande satisfaction pour la Belgique de voir que nous allons jouer un rôle actif aux Nations unies en matière de développement durable. Se trouvent aussi présents le ministre-président de la Région flamande et le vice-premier ministre Alexander De Croo dans un Forum Young Leaders. Je pense que c'est une bonne chose. Il a également participé à une session relative à la crise des réfugiés de Syrie et de ses pays avoisinants. C'est une bonne chose de voir se développer ce genre de débats.

 

En ce qui concerne ce que nous pouvons défendre à Davos, les intérêts notionnels en font bien sûr partie. Je n'ai pas particulièrement fêté leur anniversaire mais je me réjouis des décisions économiques qui sont prises tous les jours grâce à cette mesure. Il y a les mesures de décisions anticipées que nous pouvons fournir à des investisseurs potentiels mais aussi les diminutions de charges sur le travail en équipe et de nuit, les diminutions de charges sur les chercheurs ou sur les royalties liées à des brevets. Il y a encore les mesures plus récentes prises dans le cadre du tax shift.

 

En ce qui concerne l'effet de ces mesures, je constate que des entreprises que vous stigmatisez souvent investissent en Belgique, comme Audi à Forest ou AB Inbev à Jupille – un endroit qui vous tient à cœur. Vous pourriez donc de temps en temps relayer auprès des travailleurs de ces entreprises que c'est grâce à ces mesures et aux initiatives que nous prenons, à Davos ou ailleurs, qu'on obtient ces investissements et le maintien voire la création d'emplois.

 

10.03  Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Monsieur le ministre, j'entends bien vos réponses. Malheureusement, le lien de cause à effet entre le dumping fiscal tel que pratiqué par la Belgique et la création d'emplois n'a jamais été prouvé. D'ailleurs, le rapport de la Banque nationale, et vous le savez, indique que la déduction fiscale pour capital à risque – par exemple les intérêts notionnels – est d'une importance marginale pour la création d'emplois.

 

C'est évident quand on voit les différentes entreprises. Par exemple, la filiale financière d'Electrabel a fait un bénéfice en Belgique de 33 millions d'euros. Combien d'impôts, pensez-vous, a-t-elle payé en Belgique? Un euro! Un euro d'impôt, parce qu'elle a pu déduire fiscalement 38 millions d'intérêts notionnels. Et vous allez m'expliquer, monsieur le ministre, qu'aller défendre à l'étranger cette fiscalité au rabais est la cause de la création d'emplois.

 

Monsieur le ministre, vous ne vous êtes pas prononcé sur les causes des déséquilibres humains et sociaux dans le monde. Je dis ici, monsieur le ministre, que face à de tels déséquilibres, si nous voulons éviter les situations dramatiques existant dans les pays du Sud, dans l'ensemble du monde, nous devons aujourd'hui rééquilibrer la fiscalité mondiale.

 

Vous allez vendre la Belgique à Davos, vendre les intérêts notionnels, vendre la fiscalité à rabais pour mener vers le bas l'ensemble des fiscalités européennes et mondiales et mener vers le haut uniquement les bénéfices des entreprises. Je le regrette, monsieur Reynders, parce qu'il y a un débat de société: allons-nous persister dans un monde où 1 % des plus riches deviennent de plus en plus riches ou allons-nous répartir plus équitablement la richesse du monde? C'est le débat qui nous est soumis. Je regrette que notre gouvernement continue à foncer dans le mur de cette manière.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van de heer Filip Dewinter aan de minister van Justitie over "de klacht van een Franse moeder van één van de slachtoffers van de terreuraanslagen in Parijs" (nr. P0946)

11 Question de M. Filip Dewinter au ministre de la Justice sur "la plainte envisagée par une Française dont le fils a été victime des attentats terroristes de Paris" (n° P0946)

 

11.01  Filip Dewinter (VB): Mijnheer de minister, opnieuw een pijnlijk voorval. Mevrouw Nadine Ribet, de moeder van Valentin Ribet, een van de slachtoffers van de moorddadige aanslag van IS in de Bataclan in Parijs, wil de Belgische Staat aanklagen voor de moord op haar zoon. Zij doet dat op basis van schuldig verzuim, nalatigheid. Ik citeer haar: “Achter het nietsdoen van de Belgische overheid staan families die mensen verloren hebben.” Zeer pijnlijk maar niet onterecht als u het mij vraagt, zeker niet als men tot de conclusie komt dat vijf van de negen terroristen van de Parijse aanslagen ofwel de Belgische nationaliteit hebben, ofwel hier wonen, ofwel op een of andere manier banden hebben met België. Wellicht werden de wapens hier gekocht en werden de plannen hier beraamd, enzovoort. Men kan het die vrouw nauwelijks kwalijk nemen.

 

Mijn vraag aan u is dan ook vrij voor de hand liggend. Hoe reageert u als minister van Justitie op deze klacht? Ik weet wel dat het nog niet duidelijk is hoe die klacht er juridisch-technisch zal uitzien. Wordt het een burgerlijke klacht waarbij men gaat voor een schadevergoeding of wordt het een strafrechtelijke klacht? Dat is nog niet geweten en wellicht zal een aantal advocaten zich daar nu in Parijs over buigen. De vraag is hoe u omgaat met dit soort klachten. Het kunnen er immers meerdere worden. Ik kan mij voorstellen dat andere ouders — daar is ook sprake van — zich zouden aansluiten bij deze klacht als burgerlijke partij. Hoe gaat u daarmee om?

 

11.02 Minister Koen Geens: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Dewinter, ik dank u voor deze vraag. Uiteraard is een eerste manier waarop wij moeten omgaan met zo’n klacht het betonen van empathie met de moeder die wij alleen maar onze deelneming kunnen betuigen voor het pijnlijke gebeuren in Parijs en het overlijden van haar kind.

 

Wat betreft de klacht zelf heb ik momenteel echter net als u geen enkele kennis. Ik sta dus net zo ver als u. Ik heb geen kennis van een klacht met burgerlijkepartijstelling, noch van een gewone burgerlijke vordering voor een van onze rechtbanken. Als u mij dus vraagt hoe ik daarmee zal omgaan, dan is dat wat vroeg omdat ik de inhoud ervan niet ken. Ik zou geneigd zijn om het geval per geval te bekijken indien het individuele acties zijn. Als het collectieve acties zouden zijn zoals u aangeeft, dan zal ik dat uiteraard ook grondig bekijken.

 

Ik heb op dit ogenblik in elk geval geen weet van feiten of fouten van Belgische onderzoekers, die de aanslagen in Parijs zouden hebben veroorzaakt of zonder dewelke die feiten niet zouden hebben plaatsgehad. Ik kan dus niet anders dan afwachten, maar mijn medeleven is oprecht.

 

11.03  Filip Dewinter (VB): Mijnheer de minister, u bent een beschaafd man en ik apprecieer uw medeleven. Ik vrees dat dit net iets te weinig is, omdat u natuurlijk ook minister van Justitie bent en politieke verantwoordelijkheid draagt, niet alleen als minister, maar ook voor het collectief van deze regering en feitelijk voor het functioneren van de Belgische Staat. Dat geldt niet alleen vandaag voor uw regering, maar u bent gezien uw functie ook verantwoordelijk voor het falen van ons rechtsapparaat, van ons politieapparaat, van de overheid als dusdanig, en dat in lengte van jaren. Anders hadden deze feiten niet kunnen plaatsvinden. Ik viseer u dus niet als persoon, laat dat duidelijk gezegd zijn, ik viseer de overheid als dusdanig.

 

Deze klacht is alweer erg pijnlijk, niet alleen voor de reputatie van ons land in heel deze kwestie, maar voor iedereen die als ingezetene van dit land al eens in het buitenland komt. Ik vrees, mijnheer de minister, dat hieruit de gepaste conclusies moeten worden getrokken. De overheid zal op een bepaald moment toch wel eens mea culpa moeten slaan en de hand in eigen boezem moeten steken. Ze zal iets meer moeten doen dan het aanbieden van medeleven en zal moeten durven zeggen: ja, ons rechtsapparaat heeft gefaald, ja, de overheid heeft fouten gemaakt, ja, wij zijn verantwoordelijk voor wat in Parijs is gebeurd.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Vraag van mevrouw Sophie De Wit aan de minister van Justitie over "het positief injunctierecht" (nr. P0947)

12 Question de Mme Sophie De Wit au ministre de la Justice sur "le droit d'injonction positive" (n° P0947)

 

12.01  Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, u kent de feiten: illegalen dringen de havens binnen, brengen schade aan, zijn verwikkeld in vechtpartijen in de asielcentra of, erger nog, begaan aanrandingen en verkrachtingen in asielcentra. Onlangs was er zelfs een elfjarig meisje slachtoffer van. Dergelijke feiten nemen bovendien toe.

 

Justitie moet optreden. Daarover is iedereen het eens. Ze moet liefst snel optreden. Er mag immers zeker geen perceptie van straffeloosheid ontstaan. Dat is ook belangrijk voor het commissariaat-generaal, dat immers een veroordeling nodig heeft, om tot verwijdering van het grondgebied over te kunnen gaan en zelfs om, teneinde de zaken gemakkelijker te maken, betrokkenen op te sluiten.

 

Mijnheer de minister, vooral voor het draagvlak bij onze bevolking is snel optreden essentieel.

 

Ik heb daarom drie vragen voor u. Ten eerste, mijnheer de minister, wilt u er alstublieft op toezien dat Justitie, onze parketten en onze onderzoekers er wel degelijk alles maar dan ook alles aan doen om dergelijke feiten te vervolgen?

 

Ik besef dat er richtlijnen uitgevaardigd zijn, waarin zedenmisdrijven prioriteit hebben. Vervolging moet echter ook effectief en liefst en vooral snel gebeuren.

 

Zal u met het College van procureurs-generaal samen zitten om van die vervolging effectief werk te maken?

 

Ten tweede, mijnheer de minister, indien u merkt dat er toch iets mank loopt en de vervolging toch niet vlot loopt of gewoonweg niet gebeurt, zult u dan van uw positief injunctierecht gebruikmaken?

 

U hebt dat middel. Ik weet dat u dat recht niet graag gebruikt, wat ik ook begrijp. Het is immers een motie van wantrouwen tegenover het openbaar ministerie. Indien het niet nodig is, moet u dat recht dus zeker niet gebruiken.

 

Mijnheer de minister, indien het echter wel nodig is, zou ik hier graag van u de bevestiging krijgen dat u van het middel van het positief injunctierecht ook gebruikmaakt.

 

Ten derde – mijnheer de minister, dit is heel belangrijk – wanneer er een onderzoek loopt, wilt u er dan alstublieft samen met alle actoren van Justitie op toezien dat iemand die van dergelijke ernstige feiten, zoals de verkrachting van een elfjarige, wordt verdacht, niet zo maar na verhoor wordt vrijgelaten, maar dat hij, net zoals eenieder die dergelijke feiten pleegt, wordt vastgehouden? Wij hebben daarvoor de nodige middelen, namelijk de voorlopige hechtenis. Wij hebben daar ook wetgeving voor, die voor eenieder geldt.

 

Ik zou heel graag van u de bevestiging krijgen dat op dat vlak het nodige wordt gedaan.

 

Mijnheer de minister, ik reken dan ook op drie keer een volmondige ja.

 

12.02 Minister Koen Geens: Mevrouw De Wit, u bent werkelijk een eenvoudig parlementslid. Het kan volstaan dat ik ja antwoord, opdat u tevreden zou zijn.

 

Mocht het leven even gemakkelijk zijn, dan zou het niet zo moeilijk zijn.

 

U zegt, ten eerste, dat ik nauwlettend moet toekijken. Ja, ik kijk uiteraard nauwlettend toe.

 

Uw staatssecretaris en mijn eerbare collega Elke Sleurs heeft zopas een nationaal actieplan over gendergerelateerd geweld gemaakt. Met de steun van alle andere bevoegde ministers hebben wij dat voorgesteld.

 

Zoals al in de circulaire 2010/5 van mijn procureurs-generaal staat, is de aanpak van seksuele misdrijven een absolute prioriteit. Wij hebben dat ook opgenomen in onze kadernota Integrale Veiligheid en het nationaal politieactieplan, dat binnenkort wordt voorgesteld.

 

Mevrouw De Wit, we doen dat echter voor iedereen en gelijk, tot nader order. We kunnen immers noch meer, noch minder doen ten aanzien van asielzoekers dan ten aanzien van andere burgers.

 

Ten tweede vroeg u of ik gebruik zou maken van het positief injunctierecht, een middel dat mij door de wet gegeven wordt en dat in hoogst uitzonderlijke omstandigheden wordt gebruikt door de minister van Justitie, namelijk zijn procureur-generaal bevel geven om de procureur des Konings te gelasten met de vervolging zonder mogelijkheid van seponering. Uiteraard zal ik dat middel gebruiken wanneer dat nodig is. Vindt u dat een voldoende antwoord? Ik neem aan van wel, want ik heb u dat gisteren in de commissievergadering ook al gegeven, maar ik ken u, u bent een vrouw die pas met herhaling overtuigd kan worden. (Protest)

 

Ik bedoel een collega die slechts met herhaling overtuigd kan worden. Ik trek mijn woord terug.

 

Mevrouw De Wit, ten derde, ik moet erover waken of mensen niet worden vrijgelaten. Ik wil niet beweren dat het een onderwerp voor humor is, maar we moeten onszelf soms wel een beetje kunnen relativeren, als het enigszins kan. Uiteraard wil ik erop toezien dat de voorlopige hechtenis ten aanzien van die mensen correct gebruikt wordt, net zoals ten aanzien van alle andere daders. Het bewijs en de identiteit van de dader vallen natuurlijk niet altijd zo gemakkelijk te leveren. Ik beloof u echter – ik hoop dat u daar dan ten minste gelukkig mee bent – dat ik op 27 januari eerstdaags met de procureurs-generaal overleg zal plegen over de vraag of, met eerbiediging van de gelijkheid, er zich bijzondere maatregelen ten aanzien van asielzoekers zouden kunnen opdringen. Ik benadruk de voorwaardelijke wijs.

 

Mijnheer de voorzitter, ik heb gezegd.

 

12.03  Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, deze eenvoudige vrouw dankt u voor uw antwoord.

 

Ik ben blij met het signaal dat u wilt geven. Toch moet het volgende mij van het hart. Wat baten actieplannen, wat baten kadernota’s en wat baten richtlijnen waarin een prioriteit wordt vastgelegd, wanneer feiten zoals de verkrachting van een elfjarige tot gevolg heeft dat de verdachte de dag nadien gewoon wordt vrijgelaten?

 

Wat baat het dan dat de prioriteit op papier staat? Dat is de bezorgdheid. U begrijpt dat. Wij moeten echt het signaal geven dat er iets gebeurt, dat wij het probleem aanpakken en dat daarvoor iedereen samenwerkt.

 

Mijnheer de minister, misschien moeten wij ook eens durven na te denken over een soort van snelrecht. Het bestaande snelrecht zou moeten worden toegepast voor alle misdrijven. Zeker voor feiten gepleegd door illegalen of asielzoekers zouden we moeten durven na te denken over het inzetten van het snelrecht. Wat voor hooligans kan, mijnheer de minister, moet in die context zeker kunnen. Dit signaal moet er zijn: geen straffeloosheid, die feiten kunnen niet door de beugel en onze maatschappij en onze Justitie doen er ook iets aan.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Samengevoegde vragen van

- de heer Koen Metsu aan de minister van Justitie over "de Moslimexecutieve" (nr. P0948)

- de heer Veli Yüksel aan de minister van Justitie over "de Moslimexecutieve" (nr. P0949)

13 Questions jointes de

- M. Koen Metsu au ministre de la Justice sur "l'Exécutif des Musulmans" (n° P0948)

- M. Veli Yüksel au ministre de la Justice sur "l'Exécutif des Musulmans" (n° P0949)

 

13.01  Koen Metsu (N-VA): Mijnheer de minister, mijn vraag past in de perverse belangenoorlog die momenteel blijkt te woeden in het Executief van de Moslims van België. Dat orgaan is een creatie van de Staat, zoals iedereen weet. Het werd in 1999 opgericht en zou eigenlijk een brugfunctie moeten hebben tussen de moslimgemeenschap, de overheid en andere gemeenschappen.

 

Destijds kreeg de moslimexecutieve belangrijke verantwoordelijkheden toebedeeld, zoals de erkenning van imams en de aanstelling van islamleerkrachten, iets wat wij absoluut niet mogen onderschatten. Vriend en vijand zijn het er ondertussen over eens, ook u en ik, mijnheer de minister, dat het orgaan niet naar behoren werkt.

 

In 2015 kreeg de moslimexecutieve nog een werkingsbudget van om en bij de 400 000 euro en toch blijkt dat het orgaan onbereikbaar was voor het merendeel van de moslimgemeenschap. Meer nog, intern wordt modder naar elkaar gegooid. Een hervorming dringt zich dus op.

 

Gisteren ging de doos van Pandora helemaal open. Blijkbaar zijn een paar leden zo conservatief dat zij uw en onze hervorming die beoogt de moslimexecutieve op een moderne leest te schoeien, pogen tegen te houden.

 

Mijnheer de minister, morgen nodigt u de 17 leden van de moslimexecutieve uit. U roept hen op het matje, heb ik gelezen. U bent een vastberaden minister die graag met goed functionerende organen werkt. Het is een uitgelezen kans om met de vuist op tafel te slaan, om te stellen dat het zo niet langer kan.

 

Met welke boodschap stapt u naar de moslimexecutieve? Zult u eindelijk ook werk maken van een opsplitsing van de executieve in een Vlaamse en Waalse vleugel? Wanneer en hoe mogen wij resultaten verwachten?

 

13.02  Veli Yüksel (CD&V): Mijnheer de minister, enkele weken geleden kondigde de Brusselse regering een deradicaliseringproject aan waarbij de islam via een moderne interpretatie accuraat en bevattelijk zou worden uitgelegd. Jammer genoeg is dit project stopgezet wegens ernstige bedreigingen aan mensen die eraan meewerkten. Dat is betreurenswaardig en tekenend dat mensen die opkomen voor een niet-gewelddadige islam worden tegengewerkt.

 

Ook binnen de Executieve van de Moslims van België zou er een strijd woeden tussen enerzijds progressieve leden, die openstaan voor dit soort debatten, en anderzijds conservatieve leden, die verschillende initiatieven in dit verband tegenwerken.

 

Mijnheer de minister, u reageerde hierop door te eisen dat de Executieve van de Moslims van België orde op zaken zou stellen. U verwacht van dit orgaan dat het zijn verantwoordelijkheid opneemt, ik citeer, “om te helpen een islam te creëren die in overeenstemming is met de Europese cultuur.” Dat is ook wat de voorzitter en de meeste leden van de moslimexecutieve wensen.

 

Beste collega’s, de huidige gang van zaken is natuurlijk ten zeerste te betreuren, zeker in deze tijden, waar de moslimgemeenschap meer dan ooit haar plaats binnen onze samenleving zou moeten opeisen en dit soort projecten zou moeten steunen. Zo is er bijvoorbeeld ook de Belgische imamopleiding. De moslimexecutieve moet in deze een voortrekkersrol spelen, en dit soort zaken op een professionele manier aankaarten en aanpakken.

 

Ik weet, mijnheer de minister, dat u in de voorbije weken en maanden overleg hebt gepleegd met de leden van de Executieve van de Moslims van België.

 

Ik kom tot mijn vragen.

 

Ten eerste, welke stappen zult u ondernemen om binnen de Executieve van de Moslims van België orde op zaken te doen stellen?

 

Ten tweede, welke maatregelen zult u samen met de moslimexecutieve nemen om te werken aan een verdere professionalisering en responsabilisering ervan?

 

13.03 Minister Koen Geens: Mijnheer de voorzitter, collega's, paradoxaal genoeg denk ik dat de moslimexecutieve het vandaag beter stelt dan de voorbije vijftien jaar.

 

Dat wil echter helemaal niet zeggen dat ze het goed stelt. Wij hebben de voorbije vijftien jaar weinig anders dan grote interne strubbelingen gekend. Dat is vandaag minder het geval, maar uiteraard doen de radicalisering en het terrorisme een speciale saus op heel dit gebeuren.

 

Ik heb de voorbije vijftien maanden op drie punten gewerkt: responsabiliseren van de moslimexecutieve, bijdragen aan deradicalisering en deradicaliseringsinitiatieven en beter functioneren van de executieve.

 

Wij hebben het voorbije jaar het volgende gerealiseerd. Ten eerste, de islamconsulenten krijgen een bijkomende opleiding. Ten tweede, naast een charter voor imams is er een charter voor islamconsulenten. Ten derde, we hebben een principeakkoord over een Belgische diplomavereiste voor de opleiding van imams. Dat zijn een paar elementen die ik u toch wou voorleggen.

 

Vorige week woensdag heb ik met de voorzitter en de ondervoorzitter van de moslimexecutieve vergaderd. Er ligt een koninklijk besluit voor over de splitsing in twee subraden, Vlaams en Frans. Ik leg dat vrijdag een laatste keer ter consultatie voor.

 

Er ligt een koninklijk besluit voor over een intern reglement en ook een afstand van een aantal procedures die tot nu toe voor de Raad van State werden gevoerd.

 

De vier radicaliserende leden van de moslimexecutieve, waarover men het in de pers had, zullen aanwezig zijn. Ik meen dat zij niet debet zijn aan die bedreiging, maar ze zorgen voor heel wat opwinding en strubbelingen.

 

Wij zullen dat zo goed mogelijk bijleggen en eind deze maand zal het koninklijk besluit door de Koning en door mijzelf worden ondertekend.

 

13.04  Koen Metsu (N-VA): Mijnheer de minister, uw antwoord stemt mij enigszins hoopvol. Ik hoop dat het in de feiten ook voldoende en afdoende zal blijken. Ik zal dat verhaal heel kritisch blijven opvolgen, want als het niet fundamenteel verandert, dan loopt het slecht af. Vandaag is het zo erg – collega Yüksel heeft het ook aangehaald – dat de vernieuwers met de dood worden bedreigd. Het is vandaag zo erg dat de sleutelfiguren en de bruggenbouwers de handdoek in de ring werpen, nadat zij half knock-out gemept werden door zij die nog altijd met hun radicale ideeëngoed onze maatschappij op hun leest willen schoeien.

 

Als de gematigde islam en zij die het absoluut wel goed menen en een toegankelijke en moderne interpretatie van de Koran willen bewerkstelligen telkenmale worden teruggefloten, dan lijkt dat altijd veel erger dan vloeken in de kerk.

 

13.05  Veli Yüksel (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik ben tevreden omdat u het probleem erkent en er ook aan werkt. Dat blijkt uit het overzicht dat u gegeven hebt. Dit dossier, collega’s, is geen gemakkelijk dossier. Veel van uw voorgangers, mijnheer de minister, hebben hun tanden erop stukgebeten. Daarom hoop en wens ik dat u wel zult slagen en dat de moslimexecutieve een slagkrachtige, daadkrachtige en betrouwbare organisatie wordt, zodat zij kan werken aan de uitdagingen.

 

Dat u dit dossier op die manier aanpakt en dat u als verzoener het veld ingaat, is moedig. Collega’s, mijnheer de minister, de moslimgemeenschap verdient een betere vertegenwoordiging, door professionele mensen die de ernst van hun taken en opdrachten kennen en er ook naar handelen. Het moet echt gedaan zijn met ruzie te maken in de moslimexecutieve. De bevolking, en vooral de Belgische moslims, verwachten beleidsdaden en resultaten. Ik hoop, met u, dat de opdeling in twee colleges daartoe zal bijdragen.

 

De moslimexecutieve moet, ten slotte, ook haar verantwoordelijkheid opnemen in de strijd tegen radicalisme en extremisme. Zij moet daartoe ook heel concrete stappen zetten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Anne Dedry aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het rookbeleid in België" (nr. P0950)

- mevrouw Catherine Fonck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het rookbeleid in België" (nr. P0951)

- mevrouw Karin Jiroflée aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het rookbeleid in België" (nr. P0952)

14 Questions jointes de

- Mme Anne Dedry à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la politique de la Belgique en matière de lutte contre le tabagisme" (n° P0950)

- Mme Catherine Fonck à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la politique de la Belgique en matière de lutte contre le tabagisme" (n° P0951)

- Mme Karin Jiroflée à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la politique de la Belgique en matière de lutte contre le tabagisme" (n° P0952)

 

14.01  Anne Dedry (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, op elk pakje sigaretten staat ‘Roken is dodelijk’, ‘Fumer tue’ of ‘Rauchen ist tödlich’. Daarover bestaat dus eensgezindheid.

 

Deze week hebben coalitiepartners CD&V en N-VA een tabaksverbod voor -18-jarigen gelanceerd. U vindt dit niet prioritair. U hebt daarmee uw coalitiepartners uit hun kot gelokt. Het is ook heel hypocriet om dit voorstel in de media te lanceren en tegelijk in de commissie tegen het voorstel van de oppositie voor het neutraal sigarettenpakje te stemmen. Ook uw partij Open VLD en MR hebben in de commissie tegen dit voorstel gestemd.

 

Begrijp mij goed. Ik ben helemaal niet tegen de maatregel om de leeftijd naar achttien jaar op te trekken. We weten allemaal dat zestienjarigen inventief genoeg zijn om sigaretten te vinden, zelfs wanneer er een verbod is. Er moet meer gebeuren. We hebben een globaal pakket aan maatregelen nodig als we willen vermijden dat jongeren beginnen te roken. Geïsoleerde maatregelen hebben absoluut geen resultaat.

 

Zult u snel een pakket aan sigarettenmaatregelen treffen die verder gaan dan alleen maar waarschuwingen op het pakje?

 

Zult u voorzien in opvolging en controle voor 20 mei 2016?

 

Kortom, wil dokter Maggie in beweging komen?

 

14.02  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, 20 000 décès prématurés par an, la première cause de cancer: il est évidemment temps maintenant de franchir de nouvelles étapes dans la lutte contre le tabac.

 

Rappelez-vous, chers collègues, il y a à peine dix mois, nous en discutions en séance plénière et tous les partis de la majorité ont rejeté ma proposition de loi sur la mise en place d'un paquet neutre de cigarettes. Pire, vous avez tous, à ce moment, invoqué que les études, pourtant implacables sur le plan scientifique, ne valaient pas grand-chose. Votre cabinet, madame la ministre, est venu tenir le même discours.

 

J'entends maintenant que le CD&V a diamétralement changé d'opinion. Els Van Hoof et Nathalie Muylle sont effectivement sorties en faveur du paquet neutre, de l'augmentation radicale du prix du tabac ou encore, de l'interdiction complète de publicité. Et bien, nous sommes d'accord sur ces différents points et je m'en réjouis. J'espère qu'il ne s'agira pas seulement d'un effet de communication.

 

Toutefois, madame la ministre, votre responsabilité est aujourd'hui engagée. La question est très simple. Allez-vous profiter de la pression exercée par un de vos collègues de la majorité pour, maintenant, prendre des mesures ambitieuses et franchir de nouvelles étapes en matière de lutte contre le tabac? Dans l'affirmative, nous vous soutiendrons pleinement! J'espère que nous pouvons compter sur vous.

 

14.03  Karin Jiroflée (sp.a): Mevrouw de minister, u kent mijn bezorgdheid om genotsmiddelen zoals tabak en ook alcohol en de impact ervan op de latere gezondheid van jongeren en kinderen. Dat houdt mij wel eens wakker.

 

Heel vaak als wij u daarover vragen stellen zegt u dat dit geen prioriteit is, dat eerst de richtlijnen van Europa moeten worden omgezet. U weet evenwel heel goed, mevrouw de minister, dat de richtlijnen van Europa een minimum zijn. Wij kunnen en zouden veel meer moeten doen.

 

Studies en experts wijzen op maatregelen die wij kunnen nemen, maar u gaat daar niet op in.

 

Bij het middenveld en de bevolking is het draagvlak enorm groot, groter dan ooit. Ik vraag mij dan af waar u nog op wacht. Zelfs de tabaksindustrie brengt nu maatregelen naar voren. Waar wacht u nog op, mevrouw de minister? Een groot aantal landen in en buiten Europa bewijst de effectiviteit van een aantal maatregelen. Waar wacht u nog op?

 

Ik heb een korte en simpele vraag. Zowel met betrekking tot de gezondheid van mensen als met betrekking tot de ziekteverzekering kunnen wij een enorme winst maken als wij vandaag maatregelen nemen tegen het tabaksgebruik, in het bijzonder tabaksgebruik bij kinderen en jongeren.

 

Mevrouw de minister, in hemelsnaam, waar wacht u op?

 

14.04 Minister Maggie De Block: Mevrouw Dedry, mevrouw Fonck, mevrouw Jiroflée, natuurlijk wordt er gewerkt aan een antitabaksbeleid, want iedereen weet dat roken schadelijk voor de gezondheid is. Natuurlijk wordt gewerkt aan de omzetting van de Europese richtlijn. De voorstellen van deze week, die trouwens niet nieuw zijn, nemen wij ook mee in de discussie.

 

Het is echter wel de bedoeling om, dat heb ik altijd gezegd, met een pakket maatregelen te komen die uitgewerkt zijn, waarvoor een maatschappelijk draagvlak is en waarover een akkoord in de regering is. Daarvoor moeten er contacten zijn met de regeringsleden. U weet dat daarover in het regeerakkoord eigenlijk niets staat.

 

Wat is er ondertussen wel gebeurd? Ik heb het maatschappelijk draagvlak van een heel andere kant leren kennen. De accijnzen zijn gevoelig verhoogd: 10 % op de roltabak. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie moet de prijs immers met 10 % stijgen om het verbruik met 4 % naar beneden te halen.

 

Er is een verhoging van de prijs met 2 % op de sigaretten.

 

Wij hebben nog maatregelen genomen, de tweede poging om te ontwennen met Champix wordt nu terugbetaald.

 

On a remboursé plus de visites chez les tabacologues. En outre, l'arrêté royal relatif à la cigarette électronique a été finalisé à la suite de l'avis du Conseil Supérieur de la Santé.

 

Volgens de Hoge Gezondheidsraad past een elektronische sigaret wel in een ontradingsbeleid maar ze mag nooit aanleiding geven om ermee te starten en dan over te stappen op sigaretten. Dat koninklijk besluit komt eraan.

 

In ieder geval, ik werk voort aan een beleid, ook inzake ontrading van tabak. Ik doe echter niet mee aan het oplaten van ballonnetjes of aan steekvlampolitiek. Ik voer geen steekvlambeleid.

 

14.05  Anne Dedry (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik hoor één positief punt. U bent het met mij eens dat het een pakket aan maatregelen moet zijn. U kunt echter veel meer doen dan wat er zal gebeuren wanneer de verordening wordt omgezet. Een paar kleine maatregelen rond reclame? Niet genoeg, wat mij betreft helemaal geen reclame. Tabakswaren niet flagrant uitstellen achter de toonbank is één van de vele mogelijkheden waarover u nog niet heeft gesproken. U spreekt over accijnsverhoging. Dat is zeer minimaal, dat moet nog veel drastischer. Vooral meer middelen voor de controlediensten voor tabak en alcohol zijn nodig, want de controle hierop is zoals bij alcohol absoluut niet voldoende.

 

Mevrouw de minister, ik hoor uw goede wil, dus ga aan de slag en wacht niet tot 20 mei 2016.

 

14.06  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, je ne sais pas qui vous visiez en parlant des ballons d'essai. J'ose espérer que ce n'était pas votre collègue CD&V du gouvernement. En tout cas, différentes propositions de loi sont déposées, certaines d'ailleurs depuis de nombreux mois. Rien ne nous empêcherait ici, au sein du parlement, de débuter les travaux, débattre et avancer.

 

Vous ne cessez, madame la ministre, de vous retrancher derrière la transposition de la directive européenne. Vous le savez, cette directive européenne est archi-minimaliste. En plus, il a été décidé au niveau européen de ne pas trancher sur toute une série de points et de renvoyer ces décisions vers les États membres. C'est donc bien à la Belgique de prendre des décisions ambitieuses sur le sujet!

 

Bien sûr, le secteur des cigarettiers n'est pas d'accord. Mais madame, vous n'êtes pas la ministre des cigarettiers! Vous êtes la ministre de la Santé. Il en va de la vie de milliers de personnes. C'est à elles et à elles seules que vous devez penser. C'est elles et elles seules qui doivent guider votre politique et celle du gouvernement. Je vous remercie.

 

14.07  Karin Jiroflée (sp.a): Mevrouw de minister, ik was daarnet nog wat vergeten in mijn opsomming. Zoals mevrouw Fonck en mevrouw Dedry al gezegd hebben, ook uw coalitiepartners willen nu blijkbaar sneller gaan. Nadat ze tien maanden geleden een maatregel hebben weggestemd, stellen ze diezelfde maatregel nu opnieuw voor.

 

Mevrouw de minister, met alle respect voor de opsomming die u geeft, maar u gaat te traag. Vermits uw coalitiepartners wel willen, stel ik voor dat als u blijft wachten, dit Parlement heel snel datgene doet waarvoor het verkozen is, namelijk wetsvoorstellen goedkeuren die deze zaak vooruithelpen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

15 Question de M. Benoît Friart au ministre des Classes moyennes, des Indépendants, des PME, de l'Agriculture et de l'Intégration sociale, sur "l'incidence des mesures concernant les indépendants sur la sécurité sociale" (n° P0953)

15 Vraag van de heer Benoît Friart aan de minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie over "de impact op de sociale zekerheid van de maatregelen met betrekking tot de zelfstandigen" (nr. P0953)

 

15.01  Benoît Friart (MR): Monsieur le ministre, cette majorité est sensible aux PME, qui constituent l'un des fers de lance et l'un des moteurs de notre économie. Elles sont aussi une source de dynamisme, d'innovation et de création d'emplois. Cette majorité a pris des initiatives substantielles pour soutenir les indépendants, mais aussi pour stimuler la compétitivité de nos PME. Nous en retiendrons quelques-unes: la baisse des charges salariales, l'augmentation de la déductibilité des investissements, les mesures prises en faveur des indépendants défavorisés, les flexi-jobs, la politique de simplification administrative et, enfin, toutes les dispositions qui sont en voie d'entrer en vigueur et qui figurent pour le moment dans le plan des quarante mesures en faveur des PME.

 

Le gouvernement montre de la sorte qu'il souhaite aider nos entreprises et cela semble se vérifier dans les faits. En effet, la presse a rapporté tout récemment que l'encaissement des cotisations des indépendants était en forte augmentation l'année dernière, atteignant un montant de quelque quatre milliards – autrement dit 252 millions de plus qu'en 2014.

 

Il convient aussi de signaler une diminution du nombre de dispenses de cotisations – nous sommes passés de plus de 27 000 à 15 000 dossiers – et une augmentation du nombre d'indépendants.

 

Bref, tout cela indique que la confiance est retrouvée et que les mesures prises par le gouvernement portent leurs fruits.

 

Monsieur le ministre, comment comptez-vous extourner cette somme de 252 millions d'euros à l'égard des indépendants? Par ailleurs, que pensez-vous de l'importance de ce montant?

 

15.02  Willy Borsus, ministre: Monsieur le président, cher collègue, vous avez rappelé les chiffres portant sur la perception des cotisations des indépendants, qui ont évolué de 2,7 %, ainsi que la diminution significative des recours à la commission des dispenses – 11 000 demandes de moins en un an.

 

Il faut analyser ces chiffres à la lumière de différents éléments.

 

Premièrement, c'est le signe d'une confiance retrouvée. C'est un indicateur qui succède à beaucoup d'autres et qui confirme que des éléments de reprise économique, des éléments de confiance, tels que vous les évoquez, sont là et que les indépendants et les PME jouent un rôle central dans ce redéploiement économique.

 

Deuxièmement, cette année 2015 était l'année de la réforme du système de perception des cotisations sociales des indépendants. Dès lors, on doit conclure que cette adaptation a été largement et positivement appréciée par les indépendants concernés.

 

Troisièmement, la question se pose de l'évolution et de l'évaluation de cette réforme du système de perception des cotisations sociales des indépendants que nous sommes en train de mener avec le comité de monitoring qui a été créé pour ce faire.

 

Enfin, se pose aussi la question de l'utilisation de ces sommes. Celles-ci seront destinées, à mes yeux, à financer un certain nombre de mesures déjà décidées ou de mesures supplémentaires en faveur des indépendants que nous évoquerons dans la question suivante: des dispositions liées à l'entrepreunariat féminin, des dispositions liées notamment à l'amélioration des pensions des indépendants, la mise en œuvre du droit passerelle pour celles et ceux qui changent d'activité, l'entrepreunariat étudiant. Soit, toute une série de mesures qui vont permettre encore à nos indépendants de déployer leurs activités. Bien sûr, nous en discuterons ensemble, tant au gouvernement qu'au parlement et avec les structures représentatives.

 

15.03  Benoît Friart (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour toutes ces réponses. Elles confirment tout l'intérêt que manifeste notre gouvernement, notre majorité pour les indépendants, les PME et nul doute qu'en concrétisant cela, les indépendants et les PME engageront encore. Or, un des buts du gouvernement est de créer toujours davantage d'emplois. Nous pouvons en tout cas vous assurer, monsieur le ministre, que le Mouvement réformateur soutient entièrement et pleinement vos réformes.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

16 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Griet Smaers aan de minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie over "de maatregelen ten voordele van vrouwelijke ondernemers" (nr. P0954)

- de heer Gilles Vanden Burre aan de minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie over "de maatregelen ten voordele van vrouwelijke ondernemers" (nr. P0955)

16 Questions jointes de

- Mme Griet Smaers au ministre des Classes moyennes, des Indépendants, des PME, de l'Agriculture et de l'Intégration sociale, sur "les mesures en faveur des entrepreneuses" (n° P0954)

- M. Gilles Vanden Burre au ministre des Classes moyennes, des Indépendants, des PME, de l'Agriculture et de l'Intégration sociale, sur "les mesures en faveur des entrepreneuses" (n° P0955)

 

16.01  Griet Smaers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, ook zelfstandigen hebben recht op een gezin. De combinatie van een gezin met een eigen zaak is voor hen echter des te prangender dan voor vele werknemers. Ik wil dat probleem niet beperken wat de werknemers betreft, maar voor de zelfstandigen vergt de combinatie van werk en gezin zeker veel moeite. Voor vele zelfstandigen is hun zaak immers ook een kind; zij kunnen die niet loslaten en doen er alles voor, dat is hun passie, hun dagdagelijkse bezigheid. Ook al hebben vrouwelijke zelfstandigen moederschaprust, zij zouden ondertussen graag nog werken en zij doen dat ook, weliswaar deeltijds.

 

Daarom moet werkbaar werk voor zelfstandigen en in het bijzonder voor vrouwelijke ondernemers, een prioriteit zijn. Niet alleen voor henzelf, het blijkt immers dat zij er een absolute prioriteit wensen van te maken, maar voor ons allen en ook voor u, als minister bevoegd voor kmo’s en zelfstandigen.

 

Deze voormiddag heeft Unizo de resultaten gelanceerd van de enquête bij haar leden over een aantal vragen aangaande het sociaal statuut voor zelfstandigen. Daaruit komen drie belangrijke vaststellingen naar voren.

 

Ten eerste, bijna acht op tien zelfstandigen wensen een langere moederschaprust voor zelfstandige moeders die dat zelf wensen en die dat kunnen. U weet dat voorlopig de moederschaprust bij zelfstandigen beperkt is tot maximaal acht weken en dat men daar een groot onrechtvaardigheidsgevoel ervaart ten opzichte van de moederschaprust bij werknemers.

 

Ten tweede, meer dan de helft van de zelfstandigen wil werken tijdens die moederschaprust, en dus ook tijdens een eventuele langere moederschaprust. Men vraagt de mogelijkheid om tijdens de moederschaprust niet gepenaliseerd te worden en om ondertussen deeltijds te kunnen werken.

 

Ten derde, zelfstandigen, maar niet alleen zelfstandigen, ook heel veel werknemers, zouden gebaat zijn bij de inzet van gezinsondersteuners om de combinatie tussen arbeid of een eigen zaak en het gezin nog te kunnen verbeteren. Ik heb in dat verband in september 2015 een wetsvoorstel ingediend tot het creëren van het statuut van gezinsondersteuner en ik zou willen dat u daarvan mee werk maakt.

 

Mijnheer de minister, zult u een evaluatie laten maken door het Beheerscomité van de Zelfstandigen over de huidige regeling op het vlak van moederschaprust?

 

Zult u effectief werk maken van de herziening van het sociaal statuut van de zelfstandigen om te komen tot aanpassingen die tegemoetkomen aan de pertinente vraag tot uitbreiding van de moederschaprust?

 

Zult u mijn wetsvoorstel voor de gezinsondersteuner steunen?

 

16.02  Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je suis heureux d'aborder avec vous un sujet qui, au sein du groupe Ecolo-Groen, nous tient particulièrement à cœur. Il s'agit de la situation et de l'avenir des indépendantes et des entrepreneuses dans notre pays.

 

En effet, celles-ci sont souvent oubliées des politiques de soutien aux PME, aux TPE et aux indépendants. Elles sont singulièrement oubliées dans votre politique, vu que, jusqu'à la fin de l'année dernière, votre note de politique générale ne contenait que quelques lignes sur l'entrepreneuriat féminin.

 

Vous nous annonciez, il y a quelques semaines, un plan comportant des points précis. Un axe important nous semble manquer: celui du congé de maternité. La maternité a un effet important sur les projets entrepreneuriaux de nos concitoyennes. C'est ce qui m'amène à vous poser les deux questions suivantes.

 

Avez-vous des projets concernant la réforme du congé de maternité pour les indépendantes, et en particulier l'allongement de ce congé, puisqu'on sait qu'il est aujourd'hui de huit semaines quand, pour les salariées, il est de quinze semaines?

 

À côté du volet de la longueur du congé de maternité, avez-vous prévu des mesures de soutien durant ce congé? On sait que les engagements temporaires de soutien sont importants pour maintenir un magasin, un commerce, et pour effectuer les tâches administratives. Il est important que l'activité continue. Quelles mesures comptez-vous prendre pour soutenir les indépendantes en congé de maternité?

 

16.03 Minister Willy Borsus: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Smaers, mijnheer Vanden Burre, de toegang tot het vrouwelijke ondernemerschap is inderdaad een van mijn prioriteiten voor de huidige legislatuur. Mijn kmo-plan bepaalt bovendien dat de regering het vrouwelijke ondernemerschap zal aanmoedigen, overeenkomstig het actieplan Ondernemerschap 2020 van de Europese Commissie. In dat kader raadpleegt mijn kabinet momenteel de zelfstandigenorganisaties en de vrouwelijke ondernemers voor een betere afbakening van hun verwachtingen en de moeilijkheden en uitdagingen waarmee zij dagelijks worden geconfronteerd in hun relatie tussen werk en privéleven.

 

Het spreekt voor zich dat ik ook het algemeen beheerscomité raadpleeg.

 

Certaines dispositions sont à l'étude. Elles concernent le congé de maternité, sa longueur, ses modalités, la possibilité de concilier, tout en étant partiellement en repos de maternité, une activité professionnelle partielle. Elles visent également à simplifier des dispositifs existants, notamment sous la forme de titres-services. Elles consistent aussi à être à l'écoute de toutes les propositions et dispositions destinées à soutenir la possibilité de concilier activité professionnelle et situation personnelle, situation familiale.

 

Ik heb een aantal cijfers voor u.

 

En 2014, nous avions 1,015 million d'indépendants: 65,6 % d'entre eux étaient des hommes et 34,4 % étaient des femmes. En ce qui concerne les jeunes entreprises, les starters, nous avions, toujours en 2014, un peu plus de 97 000 entreprises débutantes. Parmi celles-ci, 60,2 % relèvent d'une activité exercée par un homme, tandis que 39,8 % sont portées par des femmes.

 

Ces cinq dernières années voient une tendance à la hausse de la représentation féminine. Mais cette augmentation est modeste, d'à peine plus de 1 %. 

 

Par ailleurs, j'ai l'intention de ne pas me limiter aux seules dispositions qui traitent et qui concernent légitimement la conciliation entre vie privée et vie professionnelle, mais de vous proposer un ensemble de mesures qui concernent les éléments qui font que l'entrepreneuriat féminin est, aujourd'hui, moins développé qu'il ne devrait l'être. En effet, nous devrions donner des signes forts et décider d'un certain nombre de mesures concrètes, rapides et précises. Dans quelques jours, je serai en mesure de partager tout cela avec vous.

 

16.04  Griet Smaers (CD&V): Mijnheer de minister, ik ben blij dat u, naast de vele aanzetten in het kmo-plan en een aantal acties die u reeds hebt ondernomen tot verbetering van het sociaal statuut van de zelfstandige, nu ook een pakket van maatregelen voorstelt om te komen tot een betere combinatie van werk en gezin, in het bijzonder voor vrouwelijke ondernemers, maar bij uitbreiding voor alle ondernemers en zelfstandigen.

 

De tijd van de cijfers en vaststellingen is echter voorbij. Wij weten ondertussen immers genoeg hoeveel vrouwen er bij de zelfstandigen zitten en wat de juiste problemen en vaststellingen zijn. Ik hoop dat wij nu heel snel in actie kunnen komen met betrekking tot de maatregelen en dat wij snel tegemoet kunnen komen aan de terechte vraag tot herziening van de moederschapsrust, die ik volledig ondersteun. Die is immers deels achterhaald gelet op de wensen die er vandaag zijn.

 

16.05  Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses.

 

Nous suivrons bien évidemment avec un grand intérêt les dispositions que vous allez présenter et nous ne manquerons pas de critiquer ces dernières dans un souci constructif.

 

Cela dit, je regrette que vous n'ayez pas mentionné le congé de paternité. Je profite donc de l'occasion pour vous inviter à avancer sur une première mesure qui nous est chère. Les conjoints, les maris, les hommes, les partenaires ont, en effet, également un rôle à jouer dans l'accompagnement de leur compagne indépendante. Dans ce cadre, l'allongement du congé de paternité serait certainement une excellente chose.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

17 Question de M. Richard Miller à la secrétaire d'État à la Lutte contre la pauvreté, à l'Égalité des chances, aux Personnes handicapées, et à la Politique scientifique, chargée des Grandes Villes, adjointe au ministre des Finances, sur "la réouverture d'un musée d'art moderne à Bruxelles" (n° P0956)

17 Vraag van de heer Richard Miller aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de minister van Financiën, over "de heropening van een museum voor moderne kunst in Brussel" (nr. P0956)

 

17.01  Richard Miller (MR): Monsieur le président, cette dernière question est peut-être un peu moins percutante, mais elle a toute son importance. Madame la secrétaire d'État, je vais vous poser une question relative à ce que l'on peut appeler un certain échec de la politique du PS à Bruxelles. Je ne vais pas être très mordant aujourd'hui, parce que j'ai une rage de dents, mais je voulais quand même le rappeler. Nous verrons à quel point nous en arriverons tout à l'heure. Je voulais quand même le signaler parce que la triste … 

 

17.02  Laurette Onkelinx (PS): (…)

 

17.03  Richard Miller (MR): Tout à fait! Avec beaucoup de ministres socialistes qui n'ont rien fait. J'ai d'ailleurs les citations de M. Magnette avec moi, je vais vous les rappeler.

 

C'est une saga assez longue, madame la secrétaire d'État, comme vous le savez, puisque cela fait cinq ans que ce Musée d'Art moderne à Bruxelles a fermé ses portes. Cinq ans que cette capitale européenne, cette capitale touristique, cette capitale très ouverte n'a pas de Musée d'Art moderne!

 

Plusieurs ministres socialistes se sont succédé. Je ne vais pas reprendre notre excellent collègue M. Courard, mais je ne peux quand même pas m'empêcher de citer les propos de M. Magnette. Juste une petite citation. M. Magnette, ministre de la Recherche scientifique, chargé de ce dossier, a dit: "Il faut arrêter de foufeler." Les services du sénat ont repris cela entre guillemets, faute de traduction possible. Ce n'est pas "froucheler", mais "foufeler" C'était tellement difficile à traduire.

 

C'était aussi probablement une façon pour M. Magnette de ne pas dire ce qu'il allait faire. Il faut être honnête. Il avait annoncé: "Laissez-moi un an et j'apporterai une réponse à ce dossier." Nous sommes en 2016, cinq ans plus tard, madame la secrétaire d'État.

 

Comme vous le savez, ce musée a fermé ses portes. Il n'est donc plus possible ni aux étudiants en arts plastiques ni aux chercheurs en histoire de l'art ni aux citoyens, qui ont contribué à acheter ces œuvres par leurs impôts, de les voir. Elles sont cachées dans des caves et on ne sait pas pourquoi. Il y a également eu toute une saga concernant la manière de réorganiser l'ensemble de ces musées.

 

Vous avez annoncé un plan et que vous alliez prendre vos responsabilités. C'est un investissement important en matière culturelle que le gouvernement Michel réaliserait.

 

Je voudrais vous entendre et avoir des détails sur le coût que cela représente, sur le projet tel que vous allez le développer et sur les délais.

 

17.04  Elke Sleurs, secrétaire d'État: Monsieur le président, monsieur Miller, comme vous le savez, ce dossier me tient à cœur. Vous savez également qu'il y a une divergence d'opinions entre le directeur général et moi-même. Il a à lui seul pris la décision de fermer le Musée d'Art moderne. Beaucoup de projets ont été lancés depuis sans que la collection d'Art moderne ne réapparaisse.

 

Quelle est la situation actuelle? Je suis d'avis que les collections du Musée des Beaux-Arts doivent être exposées au public, de préférence dans leur entièreté. Ceci implique la réintégration des collections au sein du Musée des Beaux-Arts.

 

Deux autres pistes connues ont été abandonnées. Aucun des deux bâtiments ne répondait aux exigences pour une utilisation en tant qu'espace muséal. Il serait injustifiable d'investir des deniers publics dans quelque chose qui ne convient pas à une collection si prestigieuse.

 

La réintégration au sein du Musée des Beaux-Arts fait l'objet d'une étude. Il en ressort qu'au moins 3 000 m² sont disponibles dans les extensions. Leur mise en service nécessite une remise en état générale et le coût provisoire s'élèverait à environ 10 millions d'euros. Je cherche ce budget et je compte impliquer toutes les parties concernées dans cette recherche. Les négociations sont en cours mais j'espère arriver à un résultat prochainement. Je pourrai vous communiquer un planning une fois cette étape franchie.

 

Je tiens également à préciser que les besoins sont grands dans tous les établissements scientifiques fédéraux. En tant que responsable de dix établissements, je veux éviter à tout prix que la réouverture des collections se fasse au détriment d'autres collections.

 

17.05  Richard Miller (MR): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie. Je suis heureux d'avoir entendu que vous confirmez cette volonté, que vous confirmez la volonté du gouvernement de remettre à la disposition du public le Musée d'Art moderne. Le conservateur précédent, M. Robert Jones – nous n'allons pas critiquer sa politique tellement il représente une figure importante –, avait toujours dit que c'était une erreur de fermer ce musée. Je suis très heureux qu'à travers votre action, madame Sleurs, le gouvernement Michel apporte une réponse pour Bruxelles et pour ce musée.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

De voorzitter: Einde van de mondelinge vragen.

 

Wetsontwerp en wetsvoorstellen

Projet et propositions de loi

 

18 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong wat het erkennen van het altruïstisch karakter van bloeddonatie door personen met genetische hemochromatose betreft (1231/1-6)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong, teneinde de mensen die aan genetische hemochromatose lijden, toe te staan bloed te geven (1375/1-2)

18 Proposition de loi modifiant la loi du 5 juillet 1994 relative au sang et aux dérivés du sang d'origine humaine en ce qui concerne le caractère altruiste du don de sang par des personnes atteintes d'hémochromatose (1231/1-6)

- Proposition de loi modifiant la loi du 5 juillet 1994 relative au sang et aux dérivés du sang d'origine humaine, visant à permettre aux personnes affectées d'une hémochromatose génétique de faire des dons de sang (1375/1-2)

 

Wetsvoorstellen ingediend door:

Propositions de loi déposées par:

- 1231: Valerie Van Peel, Renate Hufkens, Yoleen Van Camp, Jan Vercammen, Nathalie Muylle

- 1375: Catherine Fonck.

 

Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze twee wetsvoorstellen te wijden. (Instemming)

Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces deux propositions de loi. (Assentiment)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

18.01  Damien Thiéry, rapporteur: Monsieur le président, avant de m'en remettre à mon rapport écrit, je voudrais malgré tout signaler que majorité et opposition ont travaillé dans une ambiance extrêmement positive en commission. C'est un point important à souligner.

 

18.02  Valerie Van Peel (N-VA): Mijnheer de voorzitter, geachte collega’s, er zijn momenten, zelfs in het Parlement, waarop alle puzzelstukjes na jarenlang zoeken plots op hun plaats vallen. Dat was ook het geval bij het wetsontwerp dat vandaag voorligt. Er werd verschillende legislaturen over gesproken en gedebatteerd, maar het heeft tot nu geduurd voor er in de commissie een meerderheid, en zelfs unanimiteit, voor gevonden kon worden. Ik wil de collega’s van de commissie voor de Volksgezondheid daar hartelijk voor bedanken.

 

Waar gaat onderhavig wetsvoorstel over? Ik zal niet in een technische uitleg vervallen. Het komt erop neer dat tot nu toe patiënten met hemochromatose, ijzerstapelingsziekte die therapeutische aderlatingen moesten ondergaan niet het recht hadden dat bloed nadien aan het Rode Kruis te doneren, hoewel daaraan geen medische risico’s verbonden zijn en het in de meeste buurlanden wel wordt toegelaten.

 

Uit internationaal onderzoek bij 35 bloedtransfusiecentra in 33 landen blijkt dat 23 van die centra donoren met hemochromatose vandaag al toelaten. Ook het Rode Kruis is al een hele tijd voorstander van een wetswijziging ter zake.

 

Personen met erfelijke hemochromatose kunnen door een defect gen ijzer opstapelen in hun lichaam, wat kan leiden tot een toxisch ijzergehalte. Klinische hemochromatose kan zich ontwikkelen bij personen met een homozygote mutatie van het HFE-gen. De behandeling bestaat uit regelmatige aderlatingen. Die worden aangewezen bij de vaststelling van verhoogde ijzerwaarden. Door de aderlatingen normaliseert het ijzergehalte in het bloed en de organen opnieuw.

 

De eerste intensieve behandelingfase, de zogenaamde inductiefase, bestaat uit wekelijkse of tweewekelijkse aderlatingen. Daarna volgt er een soort onderhoudsfase waarin twee tot acht aderlatingen per jaar voldoende zijn. Naar schatting lijden in ons land zo’n 60 000 personen aan erfelijke hemochromatose, waarvan er nu 1 500 of meer aderlatingen ondergaan als behandeling.

 

Bij de overige personen is de mutatie ofwel niet gediagnosticeerd, zijn er geen abnormale ferritinewaarden of is er geen verhoogd risico op symptomatische ijzeroverbelasting. Voor personen bij wie de genetische diagnose wel werd gesteld, maar die geen therapeutische aderlatingen vereisen, zijn er trouwens ook geen bijzondere voorwaarden voor hun aanvaarding als bloedgever. Bij de huidige bloeddonoren zitten ook vandaag zeker niet-gediagnosticeerde personen met hemochromatose. Bovendien zijn er ook helemaal geen evidence based argumenten om personen met erfelijke hemochromatose op een andere wijze te beoordelen naar geschiktheid als donor van bloed en bloedderivaten dan andere individuen. Het bloed bevat in de beginperiode van de behandeling dan wel meer ijzer, het is verder volstrekt normaal. Zodra de patiënten zich in de onderhoudsfase van hun behandeling bevinden, is hun bloed dus ook perfect bruikbaar om te doneren. Vanzelfsprekend blijven hierbij dezelfde voorzorgsmaatregelen van kracht.

 

Aangezien het bloed zelf niet gevaarlijk is, wat was dan het probleem? Het achterliggende probleem situeerde zich lange tijd op ethisch vlak. Er was de ethische discussie of het doneren van bloed dat werd afgetapt om therapeutische redenen, wel voldeed aan het altruïstisch principe zoals voorgeschreven in de wet van 5 juli 1994. Artikel 5, eerste lid van die wet expliciteert het altruïstisch principe van bloeddonatie als volgt: “De afneming van bloed en bloedderivaten mag enkel plaatsvinden bij vrijwillige, niet-vergoede donors en met hun toestemming”. Ook de Hoge Gezondheidsraad gaf vooral op basis van dat artikel eerder een negatief advies ter zake.

 

Nochtans gaat het doneren van bloed na een therapeutische aderlating, wat ons betreft, helemaal niet voorbij aan het principe. Het is niet omdat de afname op zichzelf geen altruïstische beweegredenen heeft, dat de keuze om achteraf al dan niet te doneren geen altruïstisch motief kan hebben. Met onderhavig wetsvoorstel maken we die keuze voor de patiënt dus mogelijk. Hij kan dan kiezen tussen ofwel zijn bloed achteraf doneren, ofwel het laten vernietigen als medisch afval, zoals vandaag kortweg gebeurt.

 

Willen we verzekeren dat het bloed geen enkel medisch risico met zich meebrengt, dan kan donatie voor ons enkel in de onderhoudsfase en onder begeleiding van de arts die de patiënt begeleidt en opvolgt. Hierdoor zal de veiligheid volgens alle experts voldoende verzekerd worden. Dat bewijst ook de gang van zaken in de meeste Europese landen.

 

De wetswijziging is wat ons betreft niet enkel logisch en in de lijn van de geest van de huidige wet, ze is ook broodnodig. Ondanks sensibiliseringscampagnes omtrent goed bloedgebruik blijft een goede afstemming van bloeddonaties op de behoeften aan bloed en bloedderivaten immers een uitdaging. Elke dag hebben honderden patiënten bloed, plasma of bloedplaatjes nodig ten gevolge van een bevalling, een ziekte, een ongeval of een operatie. Elk zakje bloed kan levens redden, dat stelt ook het Rode Kruis. Elk jaar is er ook een verlies aan donoren in bloedtransfusiecentra, omdat donoren de leeftijdsgrens bereikt hebben of omdat een van de contra-indicaties voor bloeddonatie optreedt.

 

In 2014 daalde de stockvoorraad enkele weken lang ruim onder de 20 % van de optimale waarde. Ook vorig jaar trok het Rode Kruis meermaals aan de alarmbel, onlangs nog. Bij de meer dan 1 500 personen met erfelijke hemochromatose onder behandeling worden zoals gezegd twee tot zes aderlatingen en dus potentiële bloeddonaties per jaar uitgevoerd. Ruw geschat worden tot op vandaag minstens 6 000 bloedzakjes van donoren met hemochromatose weggegooid en verwerkt als biologisch afval. Het weggooien van nuttig en gezond bloed in tijden waarin nog steeds tekorten optreden, is voor ons ethisch niet te verdedigen. Ook veel patiënten beschouwen het als een onbegrijpelijke verspilling als hun bloed wordt weggeworpen. Zij zijn sterk gemotiveerd om te doneren. Donoren met hemochromatose zijn heel bereidwillige, regelmatige en trouwe bloedgevers, wat de transfusiezekerheid ten goede komt.

 

Met het wetsvoorstel laten we toe dat men afwijkingen toestaat op de frequentie van donatie, van viermaal per jaar naar zesmaal per jaar, mits behoud van het wettelijke, minimale donatie-interval van twee maanden. Het aantal extra mogelijke zakjes voor het Rode Kruis ligt wellicht nog veel hoger dan wat ik daarstraks heb vernoemd.

 

Samengevat, met het wetsvoorstel willen we personen met erfelijke hemochromatose volgens dezelfde criteria als andere potentiële donoren beoordelen naar geschiktheid als donor van bloed en bloedderivaten en het altruïstisch karakter van hun donatie ook erkennen. De wetswijziging geldt voor asymptomatische dragers van de hiv-mutatie en personen die lijden aan erfelijke hemochromatose, zodra die zich in een onderhoudsfase bevinden.

 

In de vorige legislatuur keurde de Senaat een resolutie goed waarin de senatoren de wil uitten om het probleem aan te pakken. Vandaag keur ik graag samen met u de wet goed die dat mogelijk maakt.

 

Namens al de patiënten die al jaren het gevoel hebben dat ze met hun bloed anderen kunnen helpen, maar hiertoe de kans niet kregen, namens het Rode Kruis, dat alle extra’s op dat vlak zeker kan gebruiken en namens alle extra patiënten die hierdoor in de toekomst geholpen kunnen worden, dank ik u alvast voor uw steun.

 

18.03  Daniel Senesael (PS): Monsieur le président, chers collègues, comme on vient de le rappeler, autoriser les personnes atteintes d'hémochromatose à donner leur sang est une question que l'on se pose depuis longtemps et qui fait largement débat.

 

Je ne reviendrai pas dans le détail sur cette problématique puisque ma collègue l'a déjà fait. Pour le groupe PS, le don de sang désintéressé et le dépistage objectif des contre-indications constituent, évidemment, des garanties fondamentales pour la sécurité de la transfusion sanguine.

 

Le Conseil Supérieur de la Santé se penchait déjà sur cette question en 2013. Jugeant que la transfusion chez les patients ayant bénéficié de saignées méritait une réflexion tant sur le plan éthique qu'épidémiologique, il a estimé nécessaire d'appliquer le principe de précaution, principe de précaution qu'il a réitéré dans un avis écrit transmis récemment à la commission de la Santé publique.

 

Au vu des échanges et avis que nous avons eus sur le sujet, et malgré la prudence affichée par le Conseil Supérieur de la Santé, nous avons décidé, à l'instar de l'ensemble de nos collègues, de soutenir ce texte. Nous avons ainsi souhaité être pleinement constructifs en prenant en considération l'ensemble des éléments qui nous ont été présentés.

 

Aujourd'hui, alors que nous parlons d'exclusion du don de sang, nous espérons, même si nous savons que les problématiques ne sont pas liées, que la commission de la Santé publique et l'ensemble de notre assemblée pourront accorder la même attention, avoir la même réflexion, lorsque nous aborderons très prochainement, je l'espère, la question des personnes exclues du don de sang en raison de leur simple orientation sexuelle.

 

18.04  Damien Thiéry (MR): Monsieur le président, chers collègues, mon intervention sera relativement brève, même si elle revêt une certaine importance.

 

Mon groupe et moi-même allons soutenir la proposition présentée par Mme Van Peel dont l'exposé à la tribune a été suffisamment conséquent.

 

Pour ce qui nous concerne, nous avons tenu compte de certains éléments. Nous avons constaté une réelle volonté de mettre fin à un certain gaspillage alors que le don de sang est précieux et qu'il permet au corps médical de sauver des vies.

 

On sait bien que des pénuries en dons de sang ont lieu régulièrement. Il aurait été dommage de se priver de donneurs supplémentaires. Il existait une volonté de mettre un terme à une situation que des patients hémochromatosiques vivaient comme stigmatisante, et de faire bouger les choses. Nous avons eu accès au rapport du Conseil Supérieur de la Santé, qui était un peu moins enthousiaste que celui de la Croix-Rouge.

 

La Croix-Rouge est également un partenaire extrêmement fiable en matière de politique de sang et de dérivés sanguins. Autant le Conseil Supérieur de la Santé a-t-il été prudent dans la position qu'il a réaffirmée, autant nous pouvons tenir compte de l'avis de la Croix-Rouge et être certains de ce qu'elle affirme. Cette dernière a signifié qu'il fallait un encadrement précis pour soutenir les patients atteints d'hémochromatose. Elle avait la volonté de malgré tout leur permettre le don de sang. La commission a été unanime. En tant que rapporteur, je tiens à souligner l'atmosphère très positive des débats. Ceux-ci nous permettront de voter de manière, je pense, unanime, cette proposition de Mme Van Peel.

 

18.05  Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, in naam van mijn fractie kan ik melden dat wij voorliggend voorstel, dat wij mede hebben ondertekend, volmondig steunen. Ik wil ook alle leden van de commissie voor de Volksgezondheid en in het bijzonder mevrouw Van Peel en mevrouw Fonck bedanken.

 

Het voorstel is een staaltje van hoe parlementsleden over de partijgrenzen heen kunnen samenwerken in een dossier. Wij hebben naar de inhoudelijke aspecten gekeken, ongeacht wat de opmerkingen van verschillende adviesinstanties waren. Wij hebben teksten aangepast en zijn volgens mij tot een goed besluit gekomen in het belang van de patiënt.

 

In dit dossier waren twee elementen voor ons van fundamenteel belang. Ten eerste, de veiligheid. Op elke manier moest de veiligheid kunnen worden gegarandeerd, zowel voor de patiënt als — meer zelfs — voor de recipiënt of ontvanger van bloed.

 

Ten tweede, de hele discussie over altruïsme, die geen struikelblok mocht worden in het geven van bloed. Wij moesten ervoor zorgen dat mensen die wel bereid zijn om bloed af te staan, dat ook kunnen. Een paar van mijn collega’s op lokaal niveau lijden aan hemochromatose. Zij moeten telkens meemaken hoe hun bloed wordt vernietigd, hoewel het op een veilige manier kan worden gedoneerd. Dat wordt nu geregeld, Zodoende is de kaap van het altruïsme, door de vrijwilligheid af te staan ook in een onderhoudsfase, geregeld. Daartoe hebben wij bepaalde adviezen deels naast ons neergelegd en zijn wij nagegaan wat de beste oplossing is in het belang van de patiënt.

 

Wij zijn dus blij met het voorliggend voorstel. Nogmaals, dit voorstel is een staaltje van goede samenwerking over de partijgrenzen heen om tot goede wetgeving te komen. Daarvoor dank ik de commissieleden.

 

18.06  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le président, chers collègues, comme cela a été relevé à plusieurs reprises, l'examen de cette proposition a permis un travail collectif en commission. Il a en outre permis de rafraîchir et d'actualiser certains avis demandés pour rencontrer la demande de ces personnes atteintes d'hémochromatose de pouvoir faire des dons de sang au vu des besoins qui existent aujourd'hui.

 

Dès les premières minutes, la commission a considéré que les dons de ces personnes étaient gratuits. Il n'y a pas un intérêt pour ces personnes, même si elles doivent faire des saignées régulières. Il est clair qu'elles sont dans une démarche de don, lorsqu'elles estiment que ce sang doit être donné à ceux qui en ont besoin.

 

Restaient les questions de sécurité et de santé. Les centres de transfusion ont indiqué que si on se limitait à certains types d'hémochromatose, que si des conditions précises étaient appliquées (conditions connues par les centres qui font les transfusions) et que si le travail se faisait en concertation avec les médecins du centre et les médecins généralistes ou spécialistes qui suivent ces personnes, il y avait les garanties de sécurité pour que ces personnes puissent exercer cette fonction de don.

 

Ecolo-Groen a aussi soutenu cette proposition. Je trouverais intéressant que le Conseil Supérieur de la Santé puisse continuer sa réflexion sur le sujet. Il nous a dit reconnaître l'altruisme, ce qui n'était pas une évidence dans son avis antérieur. Je n'ai pas l'impression qu'il ait rouvert la réflexion. Il a relaté une nouvelle fois ses conclusions en termes de questionnement santé de son rapport de 2013.

 

Il me semble nécessaire d'étendre et d'actualiser cette réflexion.

 

Enfin, je rejoins les préoccupations de certains intervenants. Nous avons franchi un pas en ce qui concerne les personnes atteintes d'hémochromatose. Comme nous l'avons demandé à la ministre en commission, il faut poursuivre cette extension aux personnes homosexuelles qui sont, pour le moment, écartées de ces dons parce que l'on considère qu'elles sont les seules à avoir un comportement à risque. Il faut orienter différemment le questionnement et permettre, dès lors, à un large public de participer à ce geste magnifique qu'est le don de sang.

 

18.07  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, beaucoup de choses ayant déjà été dites, j'insisterai simplement sur quelques points qui nous importent.

 

Nous soutiendrons bien évidemment cette proposition. J'en avais déposé une sans doute un peu plus complète. Comme l'ont rappelé M. Thiéry et d'autres orateurs, cela nous a permis – majorité et opposition – de modifier le texte de Mme Van Peel grâce à un amendement.

 

On considère généralement l'hémochromatose génétique comme une maladie rare. Or elle ne l'est pas tant que cela, puisqu'une personne sur trois cents en Belgique est concernée.

 

Il importe de ne plus gaspiller ce sang que l'on jette lorsque l'on pratique une saignée thérapeutique sur des patients souffrant d'une hémochromatose génétique. L'actualité nous le montre, puisque la Croix-Rouge a lancé voici deux ou trois jours un appel aux dons de sang en raison des pénuries en groupes A et O.

 

Par ailleurs, il convient de se montrer très vigilant tant pour le patient souffrant de ce mal – et je remercie, à cet égard, mes collègues, d'avoir accepté que l'on puisse associer étroitement les soignants – que pour le bénéficiaire du don de sang. En outre, toutes les autres contre-indications doivent rester pleines et entières. Il ne doit s'agir que d'un patient souffrant d'une hémochromatose génétique, sans autre maladie et qui ne soit pas porteur d'un virus.

 

Ce texte constitue une avancée positive. Chers collègues, puisque ce sang, évidemment vital pour les patients, sauve des vies, je voudrais profiter de l'occasion pour saluer les nombreux citoyens qui, de manière totalement désintéressée, donnent régulièrement leur sang, ainsi que le travail réalisé par la Croix-Rouge qui s'y investit quotidiennement.

 

18.08 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, ik dank de leden voor het indienen van het wetsvoorstel betreffende hemochromatose.

 

18.09  Hans Bonte (sp.a): (…)

 

18.10 Minister Maggie De Block: De bespreking was inderdaad afgelopen, maar ik heb nog het woord gevraagd, mijnheer Bonte. Ik ben beleefd. U weet dat, ik ben van uw streek.

 

Het is uiterst belangrijk dat de gezondheidstoestand van de donoren ook nadien nog wordt opgevolgd, dat er contact blijft en dat er een nauwe samenwerking blijft bestaan met de betrokken huisarts of specialist. De wettelijke basis die nu goedgekeurd zal worden, zal met andere woorden ook nog uitgevoerd moeten worden, volgens de principes van de evidence-based medicine, een leidraad die voor mij in steen gebeiteld is. Dat zal nu ook het geval zijn.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking aan van de artikelen. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1231/6)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1231/6)

 

Het opschrift in het Nederlands werd gewijzigd door de commissie in "wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong wat het erkennen van het altruïstisch karakter van bloeddonatie door personen met hemochromatose betreft".

L'intitulé en néerlandais a été modifié par la commission en "wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong wat het erkennen van het altruïstisch karakter van bloeddonatie door personen met hemochromatose betreft".

 

Het wetsontwerp telt 5 artikelen.

Le projet de loi compte 5 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 5 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 5 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

19 Wetsvoorstel betreffende het gebruik van videoconferentie voor de verschijning van inverdenkinggestelden in voorlopige hechtenis (993/1-8)

19 Proposition de loi relative à l'utilisation de la vidéoconférence pour la comparution d'inculpés en détention préventive (993/1-8)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Kristien Van Vaerenbergh, Sophie De Wit, Sarah Smeyers, Goedele Uyttersprot, Koenraad Degroote.

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De verslaggevers zijn de heer Terwingen en mevrouw Van Cauter. Zij verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

19.01  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik ben tevreden dat vandaag kan worden gestemd over dit wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel is een volgende stap naar een modernere en efficiëntere Justitie en strekt ertoe een wettelijke basis te bieden om het verschijnen via videoconferentie mogelijk te maken in de fase van de voorlopige hechtenis.

 

Momenteel worden dagdagelijks tientallen verdachten opgehaald uit de gevangenis om te verschijnen voor een rechter. Deze transporten vergen heel wat capaciteit van de politiediensten of van het veiligheidskorps. De agenten of leden van het veiligheidskorps moeten altijd met een man meer zijn dan de verdachten, wat bij de overbrenging van groepen gevangenen duur en tijdrovend is. Het veiligheidskorps is dus constant bezig met het ophalen van gevangenen uit de cel, met gearresteerde personen via gangen en liften naar de juiste rechtszaal te brengen en met het regelen van het vervoer van verdachten terug naar de penitentiaire instellingen. Hierdoor zijn deze agenten niet meer beschikbaar voor patrouilles of preventief toezicht in de gerechtsgebouwen. Nochtans is het voor de veiligheid van magistraten, griffiers, advocaten en burgers van kapitaal belang dat veiligheidsbeambten in de zittingzalen en wandelgangen kunnen patrouilleren.

 

Bovendien brengen de vele verplaatsingen van gevangenen ook een verhoogd risico tot ontsnappingen met zich mee. Naast de hoge kosten houden de dagdagelijkse transporten van gevangenen dus ook een ernstig veiligheidsrisico in.

 

Dit wetsvoorstel wil alvast in de fase van de voorlopige hechtenis een oplossing bieden voor dit probleem en hopelijk kunnen wij in de toekomst nog een stap verder gaan en dit uitbreiden naar de hele procedure.

 

In Nederland kan de videoconferentie al sinds tien jaar worden toegepast in de hele gerechtelijke procedure. In Italië is dat al mogelijk sinds 1998. Ook in andere landen, zoals Frankrijk, Noord-Ierland, Schotland, Zwitserland, Canada en Australië wordt de videoconferentie ingezet in strafzaken.

 

Het idee van het gebruik van de videoconferentie tijdens de fase voorafgaand aan het proces ten gronde is trouwens in België ook niet nieuw. In november 2012 werd al een proefproject opgestart in Charleroi en Leuven, waarbij verdachten, weliswaar mits hun toestemming, via videoconferentie voor de onderzoeksrechter verschenen. Voor dit project werden speciale camera's die de sprekers volgen, microfoons en beeldschermen gebruikt. Men kon eveneens documenten doorsturen door ze onder een scanner te plaatsen of in beeld te brengen in het zicht van de verdachte.

 

Op 10 april 2013 achtte de kamer van inbeschuldigingstelling van het hof van beroep van Bergen echter dat deze techniek onwettig was omdat de voorlopige hechteniswet alleen in de persoonlijke verschijning en de verschijning via vertegenwoordiging door een advocaat voorziet. Het proefproject werd dan ook stopgezet na vier maanden werking. Het wetsvoorstel komt nu net tegemoet aan het gebrek aan wettelijke basis voor het gebruik van videoconferenties.

 

De keuze om te verschijnen via videoconferentie wordt in het wetsvoorstel enkel aan de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstelling overgelaten en niet aan de gedetineerde zelf. Een onafhankelijke rechter is volgens ons het best geplaatst om over de vorm van verschijning te beslissen, bekeken in het licht van het hele onderzoek en rekeninghoudend met het recht op een eerlijk proces. Als het onderzoeksgerecht van oordeel is dat een verschijning per videoconferentie een onherstelbare schending zou uitmaken van de rechten van de verdediging, kan het beslissen om de gedetineerde persoonlijk te laten verschijnen. Het is trouwens te verwachten dat verdachten die net het gevaarlijkst zijn en die dus het meest in aanmerking komen om te verschijnen via videoconferentie, net degenen zijn die zouden kiezen voor een verschijning via een overplaatsing.

 

Een punt dat tegenstanders van het gebruik van videoconferentie soms aanhalen, is dat het wetsvoorstel niet in overeenstemming zou zijn met artikel 5 en 6 van het EVRM. Dat is echter niet zo. De vermelde artikelen waarborgen respectievelijk het recht op vrijheid en veiligheid en het recht op een eerlijk proces. Hieronder valt onder meer het recht op een persoonlijke verschijning, maar dat betekent niet dat inverdenkinggestelden altijd face to face voor de rechter in dezelfde ruimte moeten verschijnen. Ten tijde van de opmaak van het EVRM bestond immers de techniek van videoconferentie nog niet.

 

Bovendien aanvaardt het Europees Hof het gebruik van de videoconferentie mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. Ten eerste, de fysieke afstand tussen de rechter en de beklaagde mag geen belemmering vormen voor een interactief debat. Ten tweede, wanneer de rechter oordeelt dat het debat via videoconferentie zal plaatsvinden, moet die beslissing een wettig doel nastreven. Ten derde, de beklaagde moet op een vertrouwelijke wijze met zijn advocaat kunnen overleggen tijdens de videoconferentie. Hij moet zijn verweer via vertrouwelijke gesprekken met zijn raadsman kunnen opbouwen.

 

Het wetsvoorstel voldoet aan al deze criteria. Een later koninklijk besluit zal de modaliteiten verder uitwerken.

 

Ik dank iedereen die het wetsvoorstel in de commissie heeft gesteund en hopelijk straks ook zal steunen.

 

19.02  Özlem Özen (PS): Monsieur le président, chers collègues, je n'irai pas par quatre chemins. Mon groupe et moi-même nous ne soutiendrons pas ce texte, qui autorise sans l'encadrer la comparution par vidéoconférence en cas de détention préventive. En effet, ce texte s'inscrit dans la logique du gouvernement en matière de justice, c'est-à-dire réaliser de prétendues économies, toujours au détriment des droits des justiciables.

 

Ce sont de prétendues économies; en effet, aucune juridiction d'instruction, aucune prison du pays n'est équipée pour organiser des comparutions par vidéoconférence. Mieux, aucune ligne du budget que nous avons voté, il y a moins d'un mois, n'est prévue pour mettre en oeuvre un tel système. Soyons honnêtes, là n'est pas le véritable enjeu de ce texte. Ce qui est en jeu, ce sont les droits de la défense, la présomption d'innocence, le droit à un procès équitable. Ces éléments imposent de comparaître librement devant une juridiction. Réclamer sa liberté depuis une prison ne peut qu'influencer négativement un juge. Consciemment ou non, et qu'on le veuille ou non, le juge aura l'impression de simplement confirmer une situation plutôt que de mettre fin à une liberté.

 

Chers collègues, la comparution par vidéosurveillance pourrait être envisagée si et seulement si elle était suffisamment encadrée et répondait à certaines conditions imposées par la loi. C'est là que le bât blesse, puisque la vidéoconférence n'est pas du tout encadrée. Le gouvernement se laisse une latitude pleine et entière pour déterminer ses modalités d'exécution.

 

Nous avons eu de longs débats à ce sujet en commission. Nous avons rappelé que, s'agissant d'une restriction au droit de comparaître en personne et d'une restriction à la privation de liberté, une telle délégation de compétences n'est pas seulement choquante, elle était disproportionnée et donc illégale. Je tiens à le rappeler: une telle délégation à un autre pouvoir n'est pas contraire au principe de l'égalité pour autant que l'habilitation soit définie de manière suffisamment précise et qu'elle porte sur l'exécution des mesures dont les éléments essentiels sont fixés préalablement par le législateur.

 

La restriction au droit de comparaître en personne devant un juge doit être libellée en des termes clairs et suffisamment précis, permettant d'appréhender de manière prévisible les hypothèses dans lesquelles le législateur autorise pareille ingérence dans le droit. Cela n'est pas le cas dans la présente proposition.

 

Pourtant, ce n'est pas faute de propositions de l'opposition, notamment mon collègue M. Brotcorne, d'encadrer et de circonscrire la comparution par vidéoconférence. Nous avons proposé, à l'instar d'avocats.be, qu'elle ne puisse être organisée qu'avec l'accord de l'inculpé, dont le choix ne peut être définitif et pour autant qu'elle ne soit utilisée ni pour la confirmation d'un mandat d'arrêt ni pour la première comparution.

 

D'ailleurs, Mme Van Vaerenbergh, auteure de la proposition, a admis que le recours à cette pratique se justifie uniquement s'il y a un but légitime tel qu'un risque pour l'ordre public ou la sécurité des témoins. Nous sommes tellement d'accord avec cela que nous pensons que ce critère doit apparaître dans la loi, puisqu'il s'agit là d'un principe qui n'a pas vocation à se retrouver dans un arrêté royal comme proposé.

 

D'autres principes, relatifs au procès équitable et aux droits de la défense, devraient également apparaître dans la proposition de loi, et notamment sur la place et le rôle de l'avocat. L'avocat doit-il être aux côtés de son client ou proche de celui qui va prendre la décision? Comment l'avocat et son client vont-ils communiquer pour pouvoir assurer la confidentialité de leurs échanges si ceux-ci ont lieu par téléphone? Avec quel téléphone, d'ailleurs? Une autre question qu'on peut se poser: le champ de la caméra ne devrait-il pas s'étendre à toute la pièce pour que, de chaque côté, on puisse s'assurer que la discussion ne va pas être influencée par des éléments externes?

 

Le ministre avait suggéré qu'en cas d'alerte de niveau 4, toutes les comparutions se fassent par vidéoconférence. Voilà encore un principe qui mérite débat. Peut-on restreindre un droit de façon aussi généralisée dans une circonstance qui n'est pas liée à un niveau d'alerte quelconque?

 

En conclusion, pour notre groupe, cette proposition de loi n'est pas aboutie. Dans une matière qui touche à des droits aussi fondamentaux et sensibles, nous devrions faire preuve de beaucoup de prudence. Dans la droite ligne de son fameux "pot-pourri II", la majorité continue de considérer la justice comme un luxe en réduisant petit à petit les droits des justiciables. Mon groupe ne peut s'inscrire dans cette vision rétrograde.

 

Sans surprise, nous voterons contre ce texte.

 

19.03  Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, chers collègues, je n'aime vraiment pas cette proposition de loi. C'est vraiment une dérive dont nous serons comptables à moyen et long terme. À nouveau, sous prétexte de modernité fallacieuse, on va nous amener à battre en retraite vis-à-vis de l'efficacité de la justice et des droits individuels des justiciables. Sans vouloir faire d'affront à qui que ce soit, j'ai vraiment le sentiment qu'il ne faut jamais avoir assisté à une chambre du conseil et à une chambre des mises pour oser venir avec une telle proposition.

 

Que nous demande cette proposition? Quand le magistrat le considérera opportun, pour des raisons personnelles ou liées au dossier ou à la nature de l'infraction, il pourra décider qu'il n'est pas nécessaire de faire venir le détenu et qu'une vidéoconférence sera suffisante pour apprécier si la détention doit être maintenue ou pas.

 

Nous aurons l'occasion d'en reparler la semaine prochaine lors de ce faux débat sur le maintien ou non de la cour d'assises; mais nous avons fait l'état de l'importance et de la qualité de ce que l'oralité des débats peut apporter à l'évolution d'un dossier. Quand on est en chambre du conseil, ce n'est pas tant l'oralité qui compte mais le non-verbal. Pour celui qui a déjà assisté à une chambre du conseil ou à une chambre des mises, quand un magistrat interroge un détenu, quand il y a une interaction qui se produit, il y a parfois des non-réponses ou des réponses formatées mais il y a des attitudes qui peuvent être déterminantes pour se faire une opinion sur un dossier. C'est ce qu'on demande à un magistrat: trancher en fonction des éléments de fait et de droit mais aussi en fonction de son intime conviction.

 

On voudrait demain supprimer ce type de relation sous prétexte que cela nous évitera des coûts. Bien évidemment, puisqu'on ne devra pas transporter le détenu de la prison vers le palais de justice, que l'on évitera de transporter les pièces d'un local à un autre. Je crois que ce sont de fausses espérances.

 

Tout d'abord, quelle est la prison, hormis les toutes nouvelles prisons, quel est le palais de justice qui, aujourd'hui, sont équipés pour pouvoir assumer ce type de vidéoconférence? Si vous en connaissez, dites-le moi! À l'heure où, dans tous nos tribunaux, on se bat pour une informatisation digne de ce XXIème siècle, aucun endroit n'est en mesure de supporter ce que l'on nous propose aujourd'hui. Oui, peut-être pour une fois, sommes-nous proactifs, en avance sur les demandes. Mais être en avance à ce point, alors que cela ne répond pas à une réelle demande, c'est dommageable!

 

Nous connaissons deux manières de comparaître: comparaître personnellement ou comparaître sur représentation par un avocat que l'on a choisi. Et voilà qu'on nous dit que la vidéoconférence pourra remplacer tout cela mais que l'on ignore comment l'organiser. Aucune modalité! Aucun encadrement!

 

Lorsque nous posons des questions, la réponse est que l'on va renvoyer le tout au roi et qu'il trouvera bien les formules qui répondront aux différentes objections. Mais les objections sont fondamentales et il appartient au législateur de déterminer un minimum de critères, sur la base desquels le ministre pourra soumettre au roi des modalités plus concrètes!

 

Est-ce - c'est ce qu'il apparaît du texte - le seul président de la chambre du conseil ou de la chambre des mises en accusation qui déterminera s'il est opportun de comparaître par vidéoconférence? Demande-t-on l'avis de l'inculpé, du détenu ou de son conseil? Absolument pas!

 

Si la comparution se déroule la première fois par vidéoconférence, s'en tiendra-t-on à celle-ci pour l'ensemble de la procédure? Car un jour, on pourra décider que la comparution se fera par vidéoconférence, un autre, de façon personnelle, la troisième fois, par vidéoconférence. Ou ne décidera-t-on pas de recourir à la vidéoconférence tant que l'on s'imagine que la détention sera prorogée pour ne procéder à la comparution personnelle que lorsque les éléments seront mûrs pour qu'il y ait une libération?

 

De nouveau, ne sera-ce pas l'occasion de préjuger sur un dossier? Je dis que vous devez rester en prison, parce que je vais quand même confirmer votre mandat ou bien, je décide de vous voir parce que l'on pourra discuter sérieusement de votre libération conditionnelle?

 

Deuxième type de question. Comment cela va-t-il se dérouler? À un moment donné, il y aura des images, puisque les gens seront physiquement éloignés. Un des protagonistes sera en prison et l'autre, le président, sera dans son bureau ou dans la salle réservée à la chambre du conseil et la chambre des mises.

 

Où se trouvera le procureur du Roi? À côté de qui apparaîtra-t-il sur les images? Se trouvera-t-il dans son bureau ou assis à côté du président de la chambre des mises ou de la chambre du conseil, scénario qui contribuerait à atteindre l'objectif contraire à celui poursuivi, à savoir la neutralité de la situation.

 

On demande parfois que le ministère public ne soit plus associé au juge du fond dans nos tribunaux correctionnels. Et, demain, à l'occasion d'une vidéoconférence, on les verra assis l'un à côté de l'autre interpellant un détenu qui, pour sa part, se trouvera en prison. Où se trouvera l'avocat du détenu? Se trouvera-t-il dans la prison? Se trouvera-t-il au palais de justice à côté du magistrat et du procureur du Roi? Rien n'est dit! Rien n'est réglé dans le texte qui nous est soumis.

 

Par ailleurs, il faudra qu'un opérateur se trouve quelque part. En effet, il faudra que quelqu'un veille à ce que les images apparaissent sur l'écran. Il faudra que l'on puisse voir le magistrat quand il parlera. Il faudra également pouvoir voir le détenu lorsqu'il s'exprimera. Comment va-t-on "organiser" les images, à défaut de les "manipuler"? En effet, ces dernières ont un pouvoir de conviction et peuvent entraîner des décisions qui seront appréciées à partir, non plus d'un langage verbal, mais d'un langage audiovisuel. Cette situation est dangereuse.

 

Si on ne règle pas la présence de l'avocat, si ce dernier peut se trouver ailleurs qu'à côté de son client, que se passera-t-il quand, dans le cadre du débat interactif, le président posera une question au détenu et que l'avocat ne pourra pas aider son client à formuler sa réponse puisqu'il ne se trouvera pas à ses côtés? Les droits de la défense seront-ils bafoués? L'égalité des armes entre le président, le représentant du ministère public et le détenu aura-t-il encore droit de cité?

 

J'attire ici l'attention sur le fait que mes questions n'ont pas de lien avec des actes de terrorisme ou de grand banditisme. Il est ici question de détention préventive, avant qu'une décision au fond intervienne et de la liberté individuelle de chacun de ceux qui, à un moment ou un autre, se retrouvent sous les feux de la justice, à tort ou à raison, d'ailleurs. Toutes ces situations sont interpellantes pour les démocrates que nous sommes censés être tous dans cette assemblée. Il ne faut pas badiner avec ce genre de choses!

 

Imagine-t-on bien les difficultés matérielles auxquelles nous devrons faire face et qui sont, selon moi, relativement accessoires, mais aussi et surtout la réelle difficulté à rendre justice de manière sereine et conforme à nos obligations en matière de respect des droits de l'homme?

 

La meilleure garantie que l'on peut donner et conserver consiste à maintenir cette comparution personnelle du détenu devant le magistrat qui sera chargé de décider si, oui ou non, les liens du mandat d'arrêt doivent être confirmés. Faire autre chose ou donner une telle délégation au roi que celle que nous nous apprêtons de faire c'est vraiment, au sein de cette assemblée, abandonner une part de notre pouvoir dans une matière qui touche à la liberté fondamentale de nos concitoyens. Je ne peux l'accepter. Le cdH ne peut l'accepter.

 

19.04  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wil toch nog even een korte reactie geven op beide sprekers die net hun uiteenzetting hebben gehouden. We hebben in de commissie lang gediscussieerd over dit wetsvoorstel. Alle argumenten die we vandaag hebben gehoord hebben we ook in de commissie behandeld. Ik meen dat ik de meeste argumenten ook heb ondervangen in mijn betoog. Ik zal daar niet gedetailleerd op ingaan maar ik wil toch nog even zeggen dat het gebruik van de videoconferentie in Nederland al tien jaar bestaat. In landen zoals Frankrijk, Noord-Ierland, Schotland, Zwitserland, Canada, Australië en waarschijnlijk nog andere bestaat dit systeem ook al. Ik begrijp dus echt niet waarom wij een uitzondering zouden moeten zijn en waarom het enkel hier niet zou kunnen worden toegepast. Dat begrijp ik niet.

 

19.05  Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, vu que le ministre de la Justice vient d'arriver, nous pouvons espérer qu'il faudra un certain temps, et même un temps certain, avant que l'arrêté d'application ne soit pris et que cette disposition n'entre en vigueur. C'est du moins le vœu que je forme.

 

19.06  Olivier Maingain (DéFI): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, cette proposition de loi mérite en effet un débat juridique approfondi. En l'état de sa rédaction, elle n'apporte pas la sécurité juridique. C'est là que réside sa principale faiblesse et c'est là le reproche essentiel que nous adressons à ceux qui souhaitent la voter.

 

Bien entendu, il ne suffit pas d'invoquer l'existence de cette procédure dans d'autres États – au demeurant, parfois sous d'autres conditions que celles prévues par ce texte. Nous pouvons discuter du principe, mais ce sont les conditions émises par la proposition de loi qui sont insatisfaisantes, notamment au regard des exigences de la jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme.

 

Cette semaine, en commission de la Justice, lors des auditions de plusieurs acteurs du monde judiciaire au sujet de la proposition de notre collègue Christian Brotcorne sur l'appel en matière d'application des peines, le représentant des barreaux, Me Réginald de Béco, rappelait: "Certes, le TAP siège déjà et malheureusement en prison. Or ce simple fait induit une connivence évidente entre les membres du TAP et la prison, de sorte que le premier est l'otage de la seconde."

 

Nous estimons que la présente proposition va étendre ce rôle d'otage aux chambres du conseil et de mise en accusation. C'est d'autant plus regrettable que les inculpés en détention préventive sont en attente d'un jugement. En outre, nous ne nous trouvons pas dans le cas visé par la Cour européenne, où la jurisprudence a été invoquée au moment d'une décision de fond. Nous sommes ici dans une tout autre procédure. C'est d'autant plus grave que ces inculpés sont présumés innocents et qu'ils doivent, à ce titre, être jugés conformément à l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, qui précise le contenu du droit à un procès équitable. Parmi ces garanties figure le droit à ce que la cause du prévenu soit entendue équitablement, publiquement et dans un délai raisonnable par un tribunal indépendant et impartial établi par la loi.

 

C'est bien l'impartialité qui est mise en cause par la proposition de loi examinée. En effet, nous ne croyons pas que la procédure telle que fixée pour la vidéoconférence donne les garanties pour une décision de justice prise en toute sérénité et en toute objectivité. La double impartialité, que ne présente en aucune façon un établissement pénitentiaire, doit être non seulement effective, mais aussi apparente. Il n'y a donc aucune garantie de cette double impartialité.

 

Les débats en commission ont rappelé que l'utilisation de la vidéoconférence pour la comparution d'un inculpé en détention préventive pouvait malgré tout être conforme aux règles d'un procès équitable, mais moyennant le respect strict des garde-fous précisés par la jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme. Il est un peu faible de dire que "la jurisprudence pourrait évoluer" pour justifier la proposition de loi, comme on peut le lire dans les propos de l'auteur principal de la proposition de loi, dans le rapport de la commission.

 

Il faut bien constater que cet auteur a fait le choix de ne retenir aucune de ces garanties précisées par la jurisprudence de la Cour européenne. Il a d'ailleurs précisé qu'il n'incombait de toutes façons pas au législateur de préciser les modalités pratiques de la vidéoconférence, mais au gouvernement, en supposant que la pratique néerlandaise servira d'exemple.

 

Comment peut-on faire place, dans une matière touchant autant aux droits de la défense, à la supposition? Le droit au procès équitable mérite des garanties légales précises et non des approximations nourrissant une insécurité juridique que nous ne pouvons accepter, et qui donnera d'ailleurs lieu à des recours contre la loi. C'est inscrit d'avance: il y aura des recours de plusieurs avocats. Et lorsqu'une première décision aura été rendue selon la procédure fixée par la loi, si elle est adoptée, vous verrez qu'il y aura des contestations qui iront jusqu'à la Cour européenne.

 

Faut-il rappeler que la Convention européenne des droits de l'homme précise que la juridiction et son mode de fonctionnement doivent être établis par la loi, et non par un arrêté royal?

 

La proposition pose également des problèmes d'organisation pratique. Certes, on sait bien que la plupart des audiences de la chambre du conseil se tiennent à huis clos. Il existe néanmoins certaines exceptions à ce principe, par exemple lorsque la chambre du conseil fait droit à un réquisitoire d'internement. Sa décision doit être prononcée en audience publique, question qui n'est pas du tout réglée par la proposition de loi. Par ailleurs, lors de la clôture de l'instruction et des règlements de procédure, les parties civiles constituées peuvent assister à l'audience de la chambre du conseil. Que restera-t-il de cette publicité des débats si la justice est rendue en prison et, de surcroît, par vidéoconférence?

 

La proposition de loi est donc davantage justifiée par des raisons budgétaires qu'organisationnelles et pratiques. Pourtant, de l'aveu du précédent ministre de la Justice, il est impossible de calculer le coût des transports de prisonniers.

 

Donc avancer la réduction du coût des transports de prisonniers comme argument principal pour justifier cette proposition de loi est bien faible au regard de la garantie juridique requise par la jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme.

 

Dès lors, les auteurs de la proposition de loi seraient bien incapables de nous dire quelle sera la réalité des économies budgétaires espérées par l'instauration de la vidéoconférence, alors même que l'on ignore le coût du système actuel. Ne coûte-t-il d'ailleurs pas plus cher de déplacer les magistrats et les avocats plutôt que le détenu?

 

Quoi qu'il en soit, l'histoire se répète: alors que le gouvernement fédéral est incapable de financer correctement le pouvoir judiciaire, tendance qui devient préoccupante puisque le premier président de la Cour de cassation a dit toute sa préoccupation face à cette évolution préjudiciable à un État de droit, voilà que la majorité vient ajouter un élément supplémentaire d'instabilité du pouvoir judiciaire en délocalisant la justice vers les prisons, ne tenant compte aucunement de l'avis des juges et des avocats, qui y sont défavorables.

 

Nous pouvons espérer qu'en définitive, même si le ministre de la Justice devait permettre l'entrée en vigueur de cette proposition de loi dans un délai rapproché, la plupart des magistrats ne recourraient pas à cette faculté, la dédaigneraient et réserveraient à cette loi le sort que tout juriste quelque peu averti se doit de lui réserver, c'est-à-dire la non-application d'une loi inopérante et non respectueuse des garanties fondamentales. Je vous remercie.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (993/8)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (993/8)

 

Het wetsvoorstel telt 10 artikelen.

La proposition de loi compte 10 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 10 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 10 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

20 Wetsvoorstel tot wijziging van het Strafwetboek wat de strafbaarstelling van de aanranding van de eerbaarheid betreft (699/1-14)

20 Proposition de loi modifiant le Code pénal en ce qui concerne l’incrimination de l'attentat à la pudeur (699/1-14)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Patrick Dewael, Carina Van Cauter, Sabien Lahaye-Battheu.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

20.01  Sophie De Wit, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.

 

20.02  Carina Van Cauter (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, mensen maken en mensen kraken. Al te vaak stellen wij vast dat jonge kinderen, jonge mensen, minder jonge burgers, binnen en buiten de familie, binnen en buiten de school, in sportclubs of gewoon op straat het slachtoffer worden van seksueel misbruik.

 

De cijfers liegen er niet om. In 2014 dienden de parketten bijna 10 000 dossiers van aanranding van de eerbaarheid of verkrachting of met andere woorden 26 dossiers per dag te openen. Dan weten wij dat in deze cijfers de dossiers van pedofilie en intrafamiliaal geweld nog niet eens inbegrepen zijn.

 

Ook al kunnen deze cijfers misschien wijzen op een positieve trend dat steeds meer slachtoffers de weg naar een aangifte, naar hulp vinden, toch blijft seksueel misbruik een moeilijk uitroeibaar fenomeen. De strijd is dus nog niet gestreden en zal op verschillende fronten tegelijk onze aandacht vergen. Ik denk dan natuurlijk aan preventie, maar ook opsporing en gepaste bestraffing. Wij denken ook aan dadertherapie, zodat recidive waar mogelijk kan worden voorkomen.

 

Onze hoop is met andere woorden gericht op de mannen en de vrouwen op het terrein die dagelijks in de weer zijn voor onze veiligheid.

 

Ook van ons Parlement wordt verwacht dat wij niet de andere kant opkijken, dat wij niet stilzitten maar actie ondernemen waar nodig.

 

Wat de commissie Seksueel Misbruik ons in elk geval heeft bijgebracht is dat zwijgen in deze alleen de daders dient, nooit de slachtoffers. Dat door actie te ondernemen op het terrein daadwerkelijk een en ander kan veranderen, hebben wij in de praktijk vastgesteld. Denk maar aan het seksueel misbruik binnen de kerk en de dossiers waarin de kerk haar verantwoordelijkheid heeft opgenomen. Vandaag zijn 600 dossiers afgehandeld.

 

Misschien is dat trouwens een goed voorbeeld voor de moslimexecutieve, misschien moeten ook zij eens denken aan een meldpunt, om zo mee te werken aan de strijd tegen seksueel misbruik.

 

Collega’s, het staat onomstotelijk vast dat het optreden tegen voyeurisme in de praktijk tot moeilijkheden aanleiding gaf. Bij gebrek aan specifieke strafbaarstelling werd soms wel en soms niet opgetreden. Sommige rechtbanken kwalificeerden de feiten als een vorm van aanranding van de eerbaarheid, terwijl andere vonden dat bij gebrek aan geweld of bedreiging niet alle constitutieve elementen van een misdrijf aanwezig waren en dat de dader vrijuit kon gaan. Om kort te zijn, de kans dat een voyeur ongemoeid werd gelaten, was veel groter dan de kans dat hij werd bestraft.

 

Nochtans, collega’s, hoeft het geen betoog dat deze feiten zwaar ingrijpen op iemands seksueel eergevoel, integriteit en privacy. Bovendien wordt vastgesteld dat deze feiten vaak het begin zijn van verder afglijdend crimineel gedrag. Als wij kunnen optreden van bij de aanvang, door te zorgen voor een solide rechtsgrond, is de boodschap wat ons betreft zeer duidelijk.

 

Met de tekst die nu voorligt, dichten wij een lacune in onze wetgeving en vergroten wij de rechtszekerheid. Voyeurisme wordt op zich een strafbaar feit, het wordt strafbaar om een persoon te observeren, van hem of haar beeld of geluidsmateriaal te maken, met of zonder hulpmiddelen, zonder de toestemming of het medeweten van het slachtoffer dat ontbloot is of een seksuele daad stelt, in een omgeving waar hij of zij redelijkerwijze kon verwachten dat zijn of haar privacy niet zou worden geschonden.

 

Collega’s, naast het strafbaar stellen van voyeurisme hebben wij getracht een bijkomend probleem op te lossen, met name het verspreiden van naaktfoto’s of filmpjes zonder toestemming van het slachtoffer. Ook dit is vandaag niet strafbaar. Nochtans kunt u zich ongetwijfeld situaties voor de geest halen waar met de komst van internet en sociale media na een relatiebreuk dergelijke beelden als wraak worden rondgestuurd. Ook hiertegen willen wij kunnen optreden, om de rechten van de slachtoffers te kunnen laten gelden.

 

Collega’s, ten slotte wordt de kwalificatie van aanranding van de eerbaarheid uitgebreid met dwang, verrassing of list. Zo kan ook het bespieden van iemand die wordt bedwelmd – om medische redenen in slaap gebracht – strafbaar worden gesteld.

 

Beste collega’s, ik besluit met een Arabisch spreekwoord zoals een goede liberale vriend het mij naar aanleiding van het afscheid van zijn actieve loopbaan in herinnering bracht. Hij herinnerde mij eraan dat vier dingen nooit terugkomen: het gesproken woord, de afgeschoten pijl, het verleden en een kans die niet gegrepen wordt. Beste collega’s, waarde collega’s, ik wil u allen bedanken omdat we vandaag de kans grijpen om andermaal een stap te zetten in de strijd tegen seksueel misbruik.

 

Rest mij nog u allen te bedanken voor het geduld bij het totstandkomen en verbeteren van de teksten en uw medewerking daaraan. Tot slot ook een woord van dank aan onze fractieleider Patrick Dewael voor zijn inspiratie.

 

20.03  Barbara Pas (VB): Mevrouw Van Cauter, uiteraard zullen wij dit wetsvoorstel steunen, van ganser harte. Wij zijn blij dat die lacune in de wetgeving eindelijk opgevuld wordt. We hebben een gelijkaardig wetsvoorstel ingediend, zeer gelijklopend met het wetsvoorstel waarover vandaag gestemd zal worden, document nr. 1120. In de formulering is er echter een verschil tussen ons voorstel en wat vandaag voorligt. Wij schrijven het voorbehoud van een aanvaardbare reden en de kwaadwilligheid mee in de formulering in.

 

Ik heb een bekommernis waarover ik graag van u zou horen of dit voorzien is in het wetsvoorstel. Neem nu bijvoorbeeld een schooldirecteur die gegronde redenen heeft om aan te nemen dat er iets misloopt in de kleedkamer van de meisjes voor de turnlessen. Als hij op basis van geruchten die hij gehoord heeft zelf eens een kijkje gaat nemen, zou hem dan op basis van deze wet onterecht voyeurisme kunnen worden aangewreven door ouders die bijvoorbeeld boos zijn om slechte rapporten? Is kwaadwilligheid een voorwaarde? Kan er een aanvaardbare reden ingeroepen worden om dergelijke onterechte zaken tegen te gaan? Onterecht van voyeurisme beticht worden is natuurlijk ook iets wat we moeten vermijden.

 

20.04  Carina Van Cauter (Open Vld): Collega, ik wil u verwijzen naar het verslag van de besprekingen in de commissie. Wij hebben ook wat dit punt betreft een uitvoerige discussie gevoerd, onder meer met collega Van Hecke. Wanneer u alle constructieve elementen samen leest, vindt u een antwoord op de bezorgdheid die u net hebt geuit. Zulke situaties willen wij absoluut niet bestraffen. Door de verschillende elementen van de kwalificatie samen te nemen, hebben wij daarvoor een garantie ingebouwd.

 

20.05  Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, dit was een lacune die al lang bestond. Eindelijk zal het heimelijk bespieden van iemands naaktheid niet meer kunnen. Eindelijk zullen naaktbeelden niet zomaar, zonder toestemming, verspreid kunnen worden. Er zijn voorbeelden gegeven: wraakporno na een relatiebreuk, en zelfs jongeren die gepest worden op school. Wij weten allemaal dat dit verschrikkelijke gevolgen kan hebben voor de jongere die daar het voorwerp van is. Wij weten ook dat dit door de digitalisering, de media en via het internet vandaag vaker en sneller kan gebeuren. Dat de kwalificatie “aanranding van de eerbaarheid” wordt geactualiseerd door de aanpassingen inzake dwang, verrassing en list, daar kunnen wij alleen maar blij om zijn.

 

Vandaag worden hier leemtes in het seksueel strafrecht ingevuld die al lang moesten zijn ingevuld. De wet wordt aangepast, dit zal strafbaar zijn. Wij hebben nu een bijkomend middel om slachtoffers te beschermen, om op te treden en om als maatschappij te zeggen dat dit niet kan. De mazen van het net worden steeds meer gesloten.

 

Ik ben zeer blij met dit wetsvoorstel, mijnheer de voorzitter.

 

20.06  Philippe Goffin (MR): Monsieur le président, il est souvent reproché au législateur de rédiger des lois qui ne servent à rien ou qui compliquent l'arsenal juridique. Ici, ce n'est pas le cas car on tient compte, de l'évolution des mœurs, de l'évolution de la technologie mais aussi surtout de la jurisprudence qui était manifestement mal à l'aise par rapport à cette problématique du voyeurisme. Comme les arrêts de la Cour de cassation l'ont confirmé à plusieurs reprises, elle ne pouvait pas faire entrer tous les comportements de voyeurisme dans l'attentat à la pudeur. Il était donc nécessaire de légiférer.

 

L'Open Vld, par le biais de Mme Van Cauter, Mme Lahaye-Battheu et mon voisin communal, M. Dewael, ont pris les choses en main et ont présenté un texte en commission de la Justice qui a reçu le soutien de l'ensemble des groupes présents en commission. C'était important de pouvoir le faire. En effet, grâce à ce texte, d'une part, on lève une incertitude et, d'autre part, on donne un signal clair par rapport à des comportements qui ne sont pas acceptables.

 

Mon groupe se réjouit évidemment de cette proposition. Nous la soutiendrons, tout comme nous l'avons fait en commission.

 

20.07  Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, quand les textes sont bons comme c'est le cas ici, nous n'hésitons pas à les soutenir. Nous soutiendrons donc ce texte de la majorité.

 

20.08  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik kan mij aansluiten bij wat de commissievoorzitter heeft verklaard. Wij hebben in de commissie een heel rijke discussie gevoerd, waarbij iedereen, over de grenzen van meerderheid en oppositie heen, het eens was dat wij het probleem moesten kunnen oplossen. Dat is op een constructieve manier gebeurd. Ook de oppositie heeft op een constructieve manier meegewerkt.

 

Ik mag nogmaals onderstrepen dat het bestaan van de tweede lezing ons hier opnieuw heel erg heeft geholpen om de coherentie te bewaken. Het is immers vaak heel complex om een specifiek probleem aan te pakken. Dat heeft immers zoveel consequenties op andere wetgeving. De wetgevingstechnische dienst van de Kamer heeft ons daarbij uitstekend geholpen waardoor wij de tekst hopelijk perfect hebben kunnen maken.

 

Ik wens ook de commissieleden te bedanken voor de openheid die er in de commissie voor de Justitie altijd is om met die tweede lezing te werken. Het was trouwens mevrouw Van Cauter die dat zelf had voorgesteld. Ik dank ook de diensten die uitstekend werk hebben verricht en ons hebben bijgestaan om vandaag een kwalitatief hoogstaande tekst te kunnen afleveren.

 

Wij zullen vandaag dan ook met heel veel overtuiging de tekst goedkeuren.

 

20.09  Karin Jiroflée (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik wil mij gewoon bij de vorige spreker aansluiten.

 

Ik wil mevrouw Van Cauter proficiat wensen. Zij heeft ons bedankt voor ons geduld. Ik wil haar echter proficiat wensen voor de volharding waarmee zij heeft getracht het voorstel zo goed mogelijk in te passen, wat niet altijd eenvoudig was. Dat is deze namiddag nog bewezen.

 

Ook de sp.a zal voorliggend voorstel met grote overtuiging goedkeuren. Het voorstel dicht een lacune in de wet, die met de vooruitgang van de sociale media steeds groter dreigde te worden. Met het voorstel rijden wij het gat op een effectieve manier toe.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (699/14)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (699/14)

 

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel tot wijziging van diverse bepalingen wat de aanranding van de eerbaarheid en het voyeurisme betreft".

L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi modifiant diverses dispositions en ce qui concerne l'attentat à la pudeur et le voyeurisme".

 

Het wetsvoorstel telt 32 artikelen.

La proposition de loi compte 32 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 32 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 32 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l’ensemble aura lieu ultérieurement.

 

21 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst, aangaande het toezicht op de activiteiten van de buitenlandse inlichtingendiensten in België (553/1-6)

21 Proposition de loi modifiant la loi organique du 30 novembre 1998 des services de renseignement et de sécurité, concernant le contrôle des activités des services de renseignement étrangers en Belgique (553/1-6)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Stefaan Van Hecke, Benoit Hellings.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

21.01  Christian Brotcorne, rapporteur: Monsieur le président, cette proposition de loi a fait l'objet d'un avis positif du Comité R et d'un vote unanime des commissaires de la commission de la Justice. Je m'en réfère dès lors à mon rapport écrit.

 

21.02  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega’s, we hebben vandaag een speciale sessie, want uiteindelijk werden er al vier wetsvoorstellen na mekaar behandeld. Het betreft dus teksten die niet op initiatief van de regering, maar op initiatief van het Parlement tot in plenaire vergadering zijn geraakt. Dat is wel vermeldenswaardig.

 

Ik ben heel blij dat ik vandaag hier mag staan voor onderhavig wetsvoorstel, omdat het vanuit de oppositie veel steun heeft gekregen in de commissie en er unaniem werd goedgekeurd. Ik vind het belangrijk om dat te vermelden en ben blij dat er in de commissie openheid was om daar constructief rond te werken, niet alleen omdat het een voorstel is vanuit de oppositie, maar vooral omdat het hopelijk een aanzet mag betekenen om voorstellen op de agenda te plaatsen die reeds lang circuleren en logisch zijn, en vaak het gevolg zijn van suggesties en aanbevelingen van allerlei instanties aan het Parlement, en ze in wetteksten om te zetten.

 

Collega’s, elk jaar krijgen we heel wat rapporten, bijvoorbeeld van het College van procureurs-generaal, met heel veel suggesties voor soms technische of kleine aanpassingen, die noodzakelijk zijn. Al te vaak krijgen zij geen spoedbehandeling en blijft de behandeling ervan lang aanslepen. Hetzelfde kan worden gezegd van talrijke aanbevelingen die het Comité P of het Comité I heeft geformuleerd. De voorgestelde tekst is er zo een van. Hij is namelijk het gevolg van een aanbeveling die het Comité I al tot driemaal toe heeft gedaan. Voor het eerst gebeurde dat in het jaarverslag 2006, tien jaar geleden, vervolgens in het jaarverslag 2008 en dan nogmaals in 2012.

 

Ik wil even kort citeren uit het jaarverslag 2006 van het Comité I: "De controle op de activiteiten van buitenlandse inlichtingendiensten op Belgisch grondgebied is as such niet opgenomen als wettelijke taak voor Veiligheid van de Staat of voor de ADIV. Het Vast Comité I is van oordeel dat deze bevoegdheid expliciet in de wet zou moeten worden ingeschreven. De Belgische inlichtingendiensten zijn immers het best geplaatst om de activiteiten van, ook bevriende, buitenlandse zusterdiensten te herkennen en te beoordelen". Men verwijst trouwens ook naar andere Europese initiatieven en uitspraken daarrond.

 

De inhoud van het wetsvoorstel is dan ook vrij eenvoudig. Het geeft een wettelijke basis aan de inlichtingendiensten om effectief de werking van buitenlandse inlichtingendiensten op ons grondgebied te kunnen opvolgen.

 

Collega’s, we moeten niet zo maar een theoretische mogelijkheid voor ogen houden. In de praktijk doet het probleem zich ook werkelijk voor. Om die reden heeft het Comité I die aanbeveling dan ook geformuleerd.

 

Sta me toe om even in de actualiteit terug te gaan. Ik vond onmiddellijk een artikel terug in het Belang van Limburg uit 2014 met als titel: “Rwandese hitteams zijn actief in België.” In dat artikel stond het verhaal van een Canadese journaliste die naar België kwam. Zij voerde onderzoek uit naar moordpartijen door het Rwandese regime en wilde hier spreken met leden van de oppositie. Zij verbleef een week in België en werd hier een week lang beschermd door de Belgische Veiligheid van de Staat, omdat haar veiligheid in België niet kon worden gegarandeerd vanwege de aanwezigheid van Rwandese zogenaamde hitteams, waarover de Veiligheid van de Staat informatie had vernomen. Trouwens, Belgische journalisten werden in die periode ook beschermd om dezelfde reden.

 

Het tweede voorbeeld wil ik u ook niet onthouden. Toen de tekst in de commissie werd goedgekeurd, heb ik een mail gekregen van een inwoner van ons land in het Frans. Hij zegt: “J’habite à Bruxelles et réside en Belgique depuis plus de dix-sept ans. Je suis belge et d’origine rwandaise”. Hij vertelde mij hoe hij als jonge student actief was in een vereniging die aandacht besteedt aan en bezorgd is om de democratische evolutie in zijn geboorteland Rwanda. Vanuit de oppositie probeert hij daar iets aan te doen. Hij legt mij uit hoe hij regelmatig wordt gevolgd, geïntimideerd. Hij spreekt over: “À deux reprises, il m’est arrivé de croiser la route d’hommes de main à la solde du régime rwandais qui étaient venus nous insulter, nous menacer, nous intimider. La dernière fois, ils nous ont même volé nos téléphones".

 

Met andere woorden, het is niet alleen een theoretische mogelijkheid: er zijn buitenlandse inlichtingendiensten actief in ons land. Dat gebeurt niet alleen vanwege de aanwezigheid van Europese en internationale instellingen, waardoor we zo’n beetje de hoofdstad van de spionage zijn, maar vaak ook vanwege de aanwezigheid van oppositiegroepen in België, vaak vanuit landen van onze vroegere kolonies. Wie hier actief is, wordt vaak geschaduwd. Buitenlandse inlichtingendiensten zijn hier actief en zij intimideren hen.

 

Ik denk dat het van het allergrootste belang is dat wij een wettelijk kader creëren, waardoor onze inlichtingendiensten de buitenlandse inlichtingendiensten kunnen volgen en waardoor zij ook kunnen ingrijpen, als dat nodig is, ter bescherming van de veiligheid van wie in ons land woont.

 

Het is zeker een nuttige wet. Ik hoop dat de Veiligheid van de Staat en de militaire inlichtingendiensten er dankbaar gebruik van maken.

 

Ik dank de collega’s uit de commissie voor hun steun aan onderhavig voorstel. Ik hoop dat de samenwerking over de grenzen van meerderheid en oppositie heen in de toekomst nog mogelijk zal zijn. Dat was ook al het geval bij eerder besproken voorstellen. Hopelijk kunnen we in de commissie voor de Justitie en in de andere commissies op dezelfde manier blijven werken.

 

21.03  Peter Buysrogge (N-VA): De afgelopen tijd was er nogal wat publieke aandacht voor onze inlichtingendiensten. Terrorisme is een actueel thema. Tegelijk moeten de inlichtingendiensten ook aan andere belangrijke thema’s aandacht blijven besteden.

 

Collega Van Hecke heeft al gezegd dat er veel buitenlandse veiligheids- en inlichtingendiensten op ons grondgebied actief zijn. De redenen zijn aangehaald: ons land telt vele buitenlandse instellingen en internationale organisaties. België is op dat vlak een echte hotspot. Hoeveel spionnen er in ons land zijn, weten we eigenlijk niet. In het verleden zijn al eens cijfers genoemd. Alain Winants, de voormalige directeur van de Veiligheid van de Staat, zei ooit dat het er minstens vele honderden waren. Dat zijn zijn woorden. Er zijn er alleszins veel actief.

 

De opvolging van de buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten is dan ook al lang een vraag in rapporten van het Comité I. Onlangs stond die nog in het activiteitenverslag van 2012. Het voorstel van collega Van Hecke is na amendering voor onze fractie zeker een goede tekst. Wij hebben het risico genomen om geen tweede lezing te vragen. De tekst heeft het advies van het Comité I doorstaan.

 

Wij hebben een amendement toegevoegd over een samenwerkingsakkoord tussen ADIV en de Veiligheid van de Staat. Op basis van richtlijnen van de nationale veiligheidsraad moeten ze prioriteiten stellen en inschatten wat er van belang is, welke spionnen er moeten gevolgd worden en hoe men concreet te werk kan gaan.

 

Kortom, onze fractie zal het wetsvoorstel met plezier goedkeuren om op die manier een betere controle te kunnen uitoefenen op de verschillende veiligheidsdiensten die op ons grondgebied actief zijn.

 

21.04  Benoit Hellings (Ecolo-Groen): Monsieur le président, chers collègues, je voudrais tout d'abord féliciter notre collègue Van Hecke, qui est à la base de ce texte, qui crée une jurisprudence dont nous devrions nous inspirer, au sein de chacune de nos commissions, pour faire un travail législatif de qualité répondant aux besoins et attentes des citoyens et des services garantissant la sécurité des Belges au jour le jour sur le terrain.

 

Bruxelles est un nid d'espions, parce que, sur notre sol, se trouvent les sièges de l'Union européenne et de l'OTAN. C'est ce que disait le Comité R. C'est sur leur rapport que M. Van Hecke s'est basé pour pouvoir rédiger cette proposition de loi.

 

Nous savons aussi que les liens migratoires sont et ont été forts entre la Belgique et le Congo, la Belgique et le Rwanda, la Belgique et le Burundi, la Belgique et la Turquie, la Belgique et le Maroc. Or, nous savons que ces pays utilisent des agents de services de renseignement, des agents de sécurité, des espions pour pouvoir contrôler ce que font ce qu'ils considèrent comme des diasporas en Belgique, en particulier à Bruxelles.

 

Se pose aussi la question de l'Arabie saoudite, au cœur de l'actualité depuis de très nombreuses années. Actuellement - c'est un des enjeux du vivre ensemble pour l'avenir -, il s'agit de pouvoir constituer un Exécutif des musulmans de Belgique, qui soit à l'image de l'islam belge. Or, des agents infiltrés de l'Arabie saoudite, du Maroc et de la Turquie jouent un rôle trouble dans la constitution d'un véritable exécutif des Musulmans de Belgique, efficace et capable de faire émerger un véritable islam de Belgique.

 

La lutte contre la radicalisation est au cœur de quantité de projets que nous avons analysés et que nous allons analyser dans les semaines à venir. Pouvoir lutter contre ces officines, ces espions, ces agents étrangers qui manipulent une partie de nos concitoyens, les surveillent, les intimident est une façon de combattre efficacement ce phénomène de radicalisation.

 

La Belgique peut se féliciter d'être le réceptacle de nombreux réfugiés politiques. Aujourd'hui, dans nombre de pays du Sud, en particulier, en Afrique centrale, des citoyens engagés pour les droits humains trouvent sur notre sol, en particulier à Bruxelles, un réceptacle, un endroit où trouver l'asile politique.

 

Aujourd'hui, ces opposants politiques, ces militants des droits de l'homme sont protégés par nos lois, nos services de sécurité, notre police et notre société. Toutefois, les mêmes font l'objet de filatures et parfois d'actes d'intimidation. Nos services de renseignement, à commencer par la Sûreté de l'État, doivent pouvoir vérifier ce que font leurs homologues sur notre sol. La proposition de loi que les Verts ont déposée et que vous allez voter tout à l'heure le permettra désormais.

 

Je terminerai en abordant un aspect important. Aujourd'hui, la question qui se pose au regard de la nouvelle tâche qui est confiée à la Sûreté de l'État et aux services de renseignement de l'armée est celle des moyens, en particulier les moyens humains. Les missions de la première consistent principalement en des infiltrations, des filatures et un suivi des espions présents sur notre territoire. Ce ne sont pas des outils strictement informatiques qui vont l'aider à combattre le phénomène de l'ingérence visé par cette proposition de loi. Ce sont des moyens humains. Les Verts veilleront tout particulièrement à ce qu'une partie substantielle des 400 millions alloués à la lutte contre le radicalisme aille aussi aux équipes mêmes des services de renseignement.

 

Vous l'aurez compris, c'est donc avec enthousiasme que nous allons voter cette proposition de loi. Je vous remercie.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (553/6)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (553/6)

 

Het wetsvoorstel telt 7 artikelen.

La proposition de loi compte 7 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 7 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 7 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

22 Wetsontwerp houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de overdracht van toegewezen eenheden naar de gewesten voor de periode 2008-2012 (1439/1-3)

22 Projet de loi portant assentiment à l'accord de coopération entre l'État fédéral, la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale, relatif au transfert d'unités de quantité attribuée aux régions pour la période 2008-2012 (1439/1-3)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

22.01  Bert Wollants, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1439/3)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1439/3)

 

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

Le projet de loi compte 3 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

23 Voorstel van resolutie over Polen en de verdediging van de Europese waarden (1581/1-2)

23 Proposition de résolution relative à la Pologne et à la défense des valeurs européennes (1581/1-2)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Philippe Blanchart, Stéphane Crusnière, Elio Di Rupo, Gwenaëlle Grovonius, Fabienne Winckel, Fatma Pehlivan, Dirk Van der Maelen.

 

De commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen stelt voor dit voorstel van resolutie te verwerpen. (1581/2)

La commission des Relations extérieures propose de rejeter cette proposition de résolution. (1581/2)

 

Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over dit voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indieners te hebben gehoord.

Conformément à l'article 88 du Règlement, l'assemblée plénière se prononcera sur cette proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement, les auteurs.

 

Le président: Chers collègues, M. Benoit Hellings se réfère à son rapport écrit qui a, d'ailleurs, été distribué sur les bancs.

 

23.01  Philippe Blanchart (PS): Monsieur le président, chers collègues, désormais, en Pologne, un ministre peut "virer", sans aucune forme de procès, des patrons et des présentateurs de chaînes publiques.

 

Le gouvernement et un service de propagande contrôlent les médias. Plusieurs juges ont été remplacés. Le pouvoir constitutionnel est visé. Toute la hiérarchie des services de renseignement a été renouvelée en moins d'une journée. La police a accès aux relevés téléphoniques et bancaires de la population. Et de nouvelles réformes sont prévues, par ce gouvernement, dans les prochaines semaines. Bref, la Pologne utilise sa majorité pour démanteler le système de contrôle démocratique. On assiste à du majoritarisme arrivé par les urnes.

 

La souveraineté de l'État ne peut, en aucun cas, remettre en cause les valeurs communes qui sont les piliers, les règles de base de notre démocratie.

 

Certes, la Commission européenne rendra un rapport d'enquête au mois de mars. Par ailleurs, en commission, les collègues de la majorité – ce que je peux comprendre – ont voulu donner toutes ses chances à l'Union pour mener à bien sa nouvelle procédure d'enquête. Mais le jour-même, mardi, alors que nous discutions en commission, la ministre des Affaires étrangères polonaise bottait en touche ladite nouvelle procédure en déclarant cette dernière infondée et illégale.

 

Depuis, les représentants de ce parti conservateur n'ont eu de cesse de plaider leur souveraineté. Cela donne le ton, annonce la couleur et nous laisse deviner la portée éventuelle des conclusions de l'enquête et leur effet sur ce gouvernement épris d'un autoritarisme inacceptable pour les démocrates que nous prétendons être.

 

Chers collègues, ce texte demande à notre gouvernement de condamner les dérives liberticides à l'encontre du peuple polonais et de tenir cette position ferme et unique. En protégeant le parti conservateur polonais, nous abandonnerions des millions de Polonais qui résistent et qui ont besoin, plus que jamais, de notre soutien.

 

Cette résolution a une portée beaucoup plus globale que la seule Pologne. Elle mérite d'être réexaminée au regard, d'une part, de l'évolution de la situation en Pologne et ailleurs (en référence à d'autres faits malheureux qui se sont récemment produits en Hongrie et en Slovaquie) et, d'autre part, de la manière dont les conclusions de la Commission européenne seront reçues par ce gouvernement.

 

Chers collègues, je vous invite vraiment à réfléchir avant de renvoyer ce texte aux oubliettes parce qu'il émane d'un membre de l'opposition. Je vous demande simplement de voter contre le rejet de ce texte et de le renvoyer en commission pour l'examiner réellement et éventuellement introduire des amendements. Je vous remercie.

 

23.02  Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik wil van de passage in de plenaire vergadering gebruikmaken om toch nog eens te proberen de collega’s van de meerderheid te overtuigen van het feit dat wat in Polen te gebeuren staat, geen gewone zaak is en dat het, zoals de hoofdindiener, collega Blanchart, net zei, misschien verstandig zou zijn om terug te keren naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen.

 

Ik heb drie vragen. Mijn eerste vraag is wat er eigenlijk aan het gebeuren is in Polen. De collega’s van de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen weten dit, maar de andere collega’s niet. Ik zal u zeggen wat er reeds beslist is in Polen. Er werden drie beslissingen genomen waarover wij ons volgens mij zorgen moeten maken.

 

Ten eerste, twee dagen na de installatie van de nieuwe regering is de hele top van alle veiligheidsdiensten integraal vervangen.

 

Ten tweede, veertien dagen later volgde een nieuwe benoemingsprocedure voor de top van alle administraties en van alle overheidsdiensten, die de regering een discretionaire bevoegdheid geeft over deze ambtenaren. Kortom, een nooit eerder geziene politisering in één klap van heel de Poolse administratie.

 

Ten derde, als klapstuk, worden er bij het Grondwettelijk Hof vijf nieuwe rechters benoemd. Er komt een totale herziening van het functioneren van het Hof, zodat het in feite geen enkele beslissing van de regering ongedaan zal kunnen maken.

 

Collega’s, wat zit er nog in de pijplijn? Luister goed.

 

Ten eerste, alsof wat ik net heb opgesomd nog niet erg genoeg is, zit in de pijplijn nog de fusie van procureur-generaal en de minister van Justitie. Dat is nooit eerder gezien, procureur-generaal en minister van Justitie in dezelfde persoon!

 

Ten tweede, alle journalisten zijn ook doodongerust over de totale herziening van de wetgeving die de audiovisuele sector in Polen organiseert.

 

Ten derde, de hele kieswetgeving gaat op de schop. Het is nog niet goed geweten wat dit inhoudt, maar veel goeds voorspelt het niet.

 

Collega’s, die eerste drie punten zijn al gerealiseerd, de drie andere staan op het punt gerealiseerd te worden.

 

Collega’s, de tweede vraag die u zich moet stellen en waarbij ik u wil helpen, is wie daarop heeft gereageerd en op welke manier.

 

De eerste reactie kwam van secretaris-generaal Jagland van de Raad van Europa en van commissaris voor de mensenrechten Muižnieks van de Raad van Europa. Zij hebben naar Warschau de smeekbede gestuurd: keur de nieuwe wetgeving niet goed, keer de nieuw gestemde wetgeving om.

 

De tweede reactie kwam van de Europese Commissie. Collega’s, ik herinner mij debatten, hier in de Kamer, over Medgar in Slowakije. Ik herinner mij hitsige debatten over FPÖ en Oostenrijk. U herinnert zich misschien nog Louis Michel, toenmalig minister van Buitenlandse Zaken, die aanbeval niet meer in Oostenrijk te gaan skiën. Dat is misschien anekdotisch, maar wij hebben toen heel sereen en heel serieus met elkaar over de onrustwekkende evolutie gediscussieerd. Wij hebben hier ook al over Orban en Hongarije gedebatteerd. Echter, in geen van de drie gegeven voorbeelden heeft ooit een commissie de stap gezet, om de procedure wegens aantasting van de rechtsstaat in een lidstaat op te starten. Wel, in dit geval heeft de Europese Commissie dat wel gedaan.

 

Collega’s, wie heeft nog gereageerd? Het Europees Parlement, dat het moment gekomen acht om zijn steun te geven aan de actie ingezet door de Europese Commissie.

 

Vooral voor de leden van liberale oriëntatie maar hopelijk ook voor de andere leden lees ik u voor wat een gewezen eerste minister van dit land, Guy Verhofstadt, in het Europees Parlement heeft verklaard. Ik citeer:“Het is niet de verhoging van het quorum bij het Hof waarom het gaat; niet om de tweederdemeerderheid die u oplegt; niet om de opgelegde volgorde van te behandelen wetten; niet om de weigering van de presidente om de eed van aangewezen rechters te aanvaarden. Het gaat, mevrouw de premier” — hij richtte zich tot de eerste minister van Polen —“om al deze elementen samen. Daardoor wordt het Grondwettelijk Hof verlamd.” Einde citaat.

 

Collega’s, dinsdagvoormiddag dient collega Blanchart in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen van de Kamer een resolutie in met de woorden dat deze resolutie niet te nemen of te laten is. Hij vraagt niet dat er diezelfde dag wordt over gestemd en zegt dat zijn fractie openstaat voor amendementen van de meerderheid. De situatie is ernstig genoeg om er geen spel van meerderheid en oppositie van te maken, zegt hij, en hij vraag om samen te kijken hoe wij moeten reageren op die onrustwekkende evolutie in Polen.

 

Collega’s, het spijt mij dat ik het moet zeggen maar de meerderheid weigert de dialoog. De resolutie werd botweg weggestemd.

 

De voorzitter: Mijnheer Vandenput, u krijgt het woord, maar dit is in principe tegen het Reglement dus ik wil u vragen om het kort te houden.

 

23.03  Tim Vandenput (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, de heer Van der Maelen noemde de liberale partij en ik ben lid daarvan. Ik meen dat ik dus het recht heb om enige verduidelijking te geven.

 

Mijnheer Van der Maelen, wat wij in de commissie hebben gezegd — en u bent voorzitter van die commissie — is, ten eerste dat wij helemaal niet akkoord gaan met wat er vandaag in Polen gebeurt. Dat is een eerste punt. Ten tweede, als liberaal sta ik volledig achter wat Guy Verhofstadt heeft gezegd en wat u net geciteerd hebt. Wij hebben echter ook gezegd dat wij de kar niet voor het paard willen spannen en dat wij het onderzoek dat de Europese Commissie vandaag voert, zullen afwachten om conclusies te trekken. Als goede democraten, als bewakers van de democratie, zullen wij de eersten zijn, mijnheer Van der Maelen, om samen met alle democratische partijen in dit halfrond een initiatief te nemen als uit dit rapport zou blijken dat er actie moet worden ondernomen.

 

Dat hebben wij in de commissie ook gezegd, en om die redenen hebben wij dan ook beslist om te wachten op het verslag van de Europese Commissie.

 

Dat komt trouwens niet overeen met de inhoud van de resolutie van de heer Blanchart. Hij veroordeelt dat al, de kar voor het paard spannen.

 

Daarnaast vraagt hij om een onderzoekscommissie, maar er is al een onderzoekscommissie bezig. Dat is de enige reden waarom wij vinden dat die resolutie op dit moment niet kan.

 

De voorzitter: Er volgt nog een interruptie en ik neem aan dat die even kort zal zijn.

 

23.04  Peter Luykx (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega Van der Maelen, we moeten nu inderdaad niet sneller gaan hollen dan de Europese Commissie, die net vandaag in gesprek is gegaan met Polen. De nodige mechanismen die Europa moet onderhouden als hoeder van dat probleem, zijn lopende. De heer Timmermans en Polen zijn in gesprek. Dat hebben wij ook in de commissievergadering gezegd.

 

Wij hebben er geen enkel probleem mee om zelf ook een initiatief te nemen, want dat kan altijd. Het feit dat die resolutie vorige week in de commissievergadering weggestemd werd en niet verder bespreekbaar was, was om heel andere redenen en die redenen hebben wij toen ook verklaard. In die resolutie zit er intrinsiek een zodanige tegenstelling, dat wij daar niet mee kunnen leven. Dat was ons bezwaar.

 

Het ging dus niet over de situatie in Polen. Wij willen absoluut niet de indruk wekken dat wij akkoord gaan met wat er in Polen gebeurt; wij gaan daar niet mee akkoord. Het proces, de onderhandelingen die nu lopen tussen de Europese Commissie en Polen, moeten wij laten plaatsvinden. Zij moeten hun werk doen. Laat dat even gedijen. Wij kijken naar de resultaten ervan uit.

 

De resolutie die nu voorligt, is echter intrinsiek niet correct. In die resolutie wordt er gepleit voor de scheiding der machten. Welnu, laat de nodige juridische macht haar werk dan ook doen en sta dan ook toe dat dat proces uitgevoerd wordt.

 

In de resolutie wordt luidop gezegd dat we respect moeten hebben voor de vrije meningsuiting. Gelijktijdig echter wordt gesteld dat datgene wat in Polen gezegd wordt, niet gezegd mag worden. Dat kan niet. Om die reden werd de resolutie niet aanvaard.

 

De niet-aanvaarding van die resolutie sluit nog niet uit dat het debat ten gronde op een andere manier kan worden voortgezet.

 

23.05  Dirk Van der Maelen (sp.a): Ik heb daarnet gezegd dat de heer Blanchart heeft gedaan wat in vele andere parlementen gebeurd is of bezig is. De nationale parlementen, de lidstaten beraden zich namelijk zelf over zeer ernstige, zorgwekkende ontwikkelingen, daarover zijn wij het hopelijk eens, in niet zomaar een lidstaat. Het is een van de grootste lidstaten van de Europese Unie.

 

De collega heeft gezegd dat zijn resolutie niet te nemen of te laten is. Als u er problemen mee had, had u die kunnen amenderen, maar u hebt dit niet gewild. Wij hadden die resolutie heel gemakkelijk kunnen omturnen tot een steunverklaring aan de Commissie. Dat was een belangrijk signaal.

 

Hebt u het debat in het Europees Parlement gevolgd, collega’s? Het zal nodig zijn dat de Europese Commissie van de democraten en de believers in de rechtstaat steun krijgt. Het blijkt immers dat de Commissie vanuit verschillende hoeken in het Europees Parlement zelf onder vuur ligt over deze procedure.

 

Ik betreur het dat de meerderheid in dit Parlement die steunverklaring aan de commissie niet heeft willen afleveren.

 

23.06  Philippe Blanchart (PS): Monsieur le président, je suis d'accord d'attendre la fin de l'examen de la procédure et les propositions de conclusions. Même si, entre-temps, le gouvernement polonais s'est exprimé en dénigrant cette procédure en tant que telle, on peut attendre. Ce ne sera pas long, étant donné que les conclusions seront normalement livrées début mars.

 

Il n'empêche qu'on peut renvoyer ce texte en commission pour pouvoir l'examiner début mars. Cela ne me pose aucun problème. Aucun! L'essentiel, c'est qu'à un moment donné, après les conclusions de la commission d'enquête, nous puissions nous prononcer sur la situation en Pologne.

 

23.07  Richard Miller (MR): Monsieur le président, comme mes collègues, je souhaiterais intervenir car notre groupe ne veut pas qu'il y ait la moindre ambiguïté par rapport à l'attitude que nous avons eue en commission et que nous aurons tout à l'heure au moment du vote.

 

D'une part, ce n'est pas un jeu "majorité contre opposition". Sur un sujet aussi important que celui-là, si cela eût été possible, nous aurions été heureux d'aboutir à quelque chose ensemble. D'autre part, ce n'est aucunement une forme de soutien à la position polonaise. Nous sommes critiques face à l'évolution de la situation en Pologne.

 

Mais, en tant qu'Européens fort attachés au maintien de l'Union européenne et à l'amélioration de son fonctionnement, si nous votions une motion ou une résolution qui disait déjà, par avance, que l'État belge condamnait la Pologne, nous réduirions à zéro la crédibilité de la procédure mise en place par la Commission européenne.

 

Il y a eu des problèmes avec la Hongrie, et il n'y avait pas de procédure. Vous avez, monsieur Van der Maelen, rappelé la position de Louis Michel, qui avait demandé que l'on n'aille pas skier en Autriche. Il n'y avait pas de procédure non plus à ce moment-là.

 

Aujourd'hui, MM. Michel et Verhofstadt défendent une critique de la politique polonaise. C'est tout à fait normal: ils sont députés européens et ils s'expriment. Nous, si nous votons une résolution, nous parlons au nom d'un parlement national qui demande à son gouvernement national de condamner à l'avance, a priori, ce qui est en train d'être fait au niveau européen. C'est cela qui nous paraît dangereux.

 

Pourquoi? Parce qu'il y aura d'autres cas. La Commission européenne doit montrer aujourd'hui, avec la Pologne, qu'elle est capable d'avoir une procédure démocratique qui permet d'apporter des réponses. Aujourd'hui, tuer cette procédure par un vote a priori qui dirait déjà que l'État belge considère que tout ce qui se fait en Pologne est mauvais, ce n'est pas bon pour la crédibilité de la procédure européenne. Nous sommes forts attachés à celle-ci.

 

Enfin, si à l'issue de la procédure, il apparaît que la Commission déçoit, nous serons les premiers, en tant que libéraux, à proposer un texte et à défendre les valeurs de l'Union européenne.

 

Ce que vous voulez faire, c'est mettre la charrue avant les bœufs … 

 

23.08  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, j'aime beaucoup les interventions de M. Miller, mais lorsqu'il monte dans les tours, c'est qu'il a tort!

 

Monsieur Miller, votre position est abracadabrantesque pour trois raisons.

Premièrement, la majorité a appuyé M. Blanchart la semaine dernière pour voter l'urgence sur cette résolution. Nous l'avons obtenue! Jamais dans l'histoire de notre assemblée, on a voté l'urgence pour ensuite la mettre immédiatement de côté alors qu'elle était intéressante, interpellante et importante en soi.

 

Deuxièmement, ce que vous dites est inexact, monsieur Miller! M. Blanchart ne demandait pas le vote. On vient de vous le dire et de vous le réexpliquer. J'ignore dans quelle langue il faut vous le dire pour que vous compreniez. Il n'y avait pas de demande de vote. Il y avait demande d'examen, de dépôt d'amendement et la proposition d'emblée de M. Blanchart de postposer le vote pour pouvoir connaître les résultats de la procédure lancée par la Commission européenne.

 

Enfin, j'ai vu l'émotion de M. Louis Michel à l'égard de la Pologne. Monsieur Vandenput, j'ai vu l'émotion de M. Guy Verhofstadt. J'ai vu à quel point il tenait à ce que nous adoptions une attitude claire par rapport à la Pologne et sa considération pour des valeurs européennes. Et voilà le message que vous envoyez! Vous demandez qu'il n'y ait même pas un examen! Vous ne demandez même pas le report de l'examen de cette résolution! Vous demandez qu'elle soit purement et simplement définitivement écartée et qu'elle ne soit pas examinée par la Chambre. Un tel comportement est hallucinant!

 

Le président: Chers collègues, on vient de me dire qu'au regard de l'article 88 du Règlement de la Chambre, ce genre de débat n'est pas prévu. Mais comme ce dernier a été entamé, il faut le poursuivre.

 

23.09  Laurette Onkelinx (PS): Monsieur le président, j'ai entendu M. Miller dire qu'en déposant cette résolution, nous avons voulu faire un coup de pub.

 

Monsieur Miller, vous mettez ici en cause M. Blanchart. Vous mettez en cause sa sincérité. Vous mettez en cause ses convictions démocratiques, ses convictions en matière de défense des libertés dans ce pays, mais aussi dans l'ensemble des pays européens. Je dénonce votre mépris à l'égard de l'un de vos collègues qui, depuis toujours, se bat pour les Lumières en Belgique, mais aussi dans tous les pays européens.

 

Par ailleurs, je vous interpelle. Vous avez déclaré qu'il ne nous appartient pas, via le vote d'une résolution, de condamner à l'avance la Pologne, alors qu'un processus européen a été engagé. Sur ce point, je peux vous entendre. C'est la raison pour laquelle nous demandions que l'examen du dossier en commission puisse se poursuivre parallèlement au processus engagé au niveau européen, et notamment à l'enquête menée par cette dernière.

 

Ce que je demande encore une fois, ce n'est pas le vote, mais simplement la poursuite du débat en commission dans le respect de la procédure européenne. En effet, en votant contre cette résolution, vous laisserez entendre que vous refusez de vous immiscer dans ce débat et de défendre les libertés démocratiques, auxquelles chaque citoyen européen a droit.

 

Le président: La parole est à M. Richard Miller.

 

23.10  Richard Miller (MR): Monsieur le président, je vous remercie.

 

Madame Onkelinx, jamais je ne pense avoir mis en cause l'honnêteté intellectuelle de notre collègue Blanchart. S'il a pu le croire, je lui présente mes excuses. Ce n'était pas du tout dans mes intentions.

 

En revanche, ne venez pas jouer non plus les saintes-nitouches! Qu'un texte soit déposé tout à coup, accompagné d'une demande d'urgence par le Parti Socialiste et ses coreligionnaires flamands, cela montre bien l'existence d'une réflexion politique en vue d'une initiative à prendre avant la majorité! Votre volonté était de déposer un texte sans proposer aux collègues de la majorité de le défendre!

 

Le président: Je vais mettre fin à ce débat. Monsieur Blanchart, vous aurez le dernier mot.

 

23.11  Philippe Blanchart (PS): Monsieur Miller, sans chercher la polémique, car ce n'est pas mon but, je vous rappelle que l'urgence a été demandée en raison de l'agenda européen qui prévoit une réunion au début février. Ceux qui me connaissent un peu savent que je ne suis pas du genre à chercher un coup de pub!

 

Par ailleurs, je réaffirme que je ne demande pas l'urgence sur un vote, mais un travail sur un texte qui touche aux fondements des valeurs européennes. Je suis tout à fait d'accord avec vous pour respecter entièrement la procédure. Je respecte les institutions européennes. Le débat peut très bien débuter après le début mars et après que la Commission se sera prononcée sur les faits.

 

De voorzitter: Dat waren dus allemaal interrupties op het betoog van de heer Van der Maelen. Ik geef dus nu het woord aan de heer Van der Maelen, in de hoop dat hij kort besluit.

 

23.12  Dirk Van der Maelen (sp.a): Ik wil collega Vandenput en collega Miller vragen wat zij nog meer nodig hebben om ervan overtuigd te worden dat er iets grondig fout zit in een Europese lidstaat als, ten eerste, de secretaris-generaal van Europa zegt dat het daar niet goed zit, en, ten tweede, voor het eerst sinds de oprichting van de Europese Unie de Europese Commissie een procedure start om in een rechtsstaat een onderzoek uit te voeren naar het functioneren van de rechtsstaat? Heren, wat hebt u meer nodig? Waarom kan er – en dit is de kernvraag – als het zo overduidelijk is dat er iets fout zit, dan geen steunverklaring af voor de Europese Commissie? De Europese Commissie heeft die steun nodig. Ik heb daar vragen bij.

 

Collega Blanchart vraagt nu voor de tweede keer om niet te stemmen over de tekst en die terug te verwijzen naar de commissie. Maar ik heb het gezien aan uw lichaamstaal en gehoord aan uw woorden: u bent niet zinnens om dat te doen.

 

Ik wilde het niet zeggen, omdat ik hoopte dat we een consensus konden bereiken. Maar nu zal ik zeggen wat ik denk.

 

De N-VA gaat niet voort met het dossier, omdat PiS met Kaczynski deel uitmaakt van de conservatieve fractie, waar ook Cameron zitting in heeft, en omdat Bart De Wever in Europa een grote eurosceptische fractie wil opzetten om de verworvenheden van Europa uit te hollen. De N-VA verdraagt de kritiek via een stemming in ons Parlement op Polen niet.

 

De collega’s van CD&V zwijgen en volgen. Waarom is dat? Dat is omdat ze met een huizenhoog probleem in de eigen fractie zitten, genaamd Fides van Orban.

 

De collega’s van de liberale groep ontgoochelen me nog het meest. Liberalen en sociaaldemocraten stonden altijd schouder aan schouder om de democratie in Europa en de rest van de wereld te verdedigen en elke aantasting van de rechtstaat aan te klagen. Dames en heren, u mag niet van N-VA. U houdt uw bek toe. U hebt uw tong afgebeten.

 

De voorzitter: Collega’s, wat wij gedaan hebben, is zeer uitzonderlijk binnen artikel 88 van het Reglement.

 

Geen andere spreker mag het woord nemen.

Plus personne ne peut prendre la parole.

 

De stemming over het voorstel tot verwerping van het voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.

Le vote sur la proposition de rejet de cette proposition de résolution aura lieu ultérieurement.

 

24 Opvolgingscommissie seksueel misbruik – verlenging van het mandaat van twee leden van het Wetenschappelijk Comité van het Centrum voor arbitrage inzake seksueel misbruik

24 Commission de suivi abus sexuels – prolongation du mandat de deux membres du Comité scientifique du Centre d'arbitrage en matière d'abus sexuels

 

De Conferentie van voorzitters van 20 januari 2016 stelt aan de Kamer van volksvertegenwoordigers voor het mandaat van de leden van het Wetenschappelijk Comité van het Centrum voor arbitrage inzake seksueel misbruik aangewezen door de Kamer, de heren Paul Martens en Herman Verbist, te verlengen tot 31 maart 2016.

La Conférence des présidents du 20 janvier 2016 propose à la Chambre des représentants de prolonger le mandat des membres du Comité scientifique du Centre d'Arbitrage en matière d'abus sexuels désignés par la Chambre, MM. Paul Martens et Herman Verbist, jusqu'au 31 mars 2016.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

25 Opvolging van de griffier

25 Succession de la greffière

 

Overwegende dat de Kamer van volksvertegenwoordigers op 19 november 2015 ingestemd heeft met de vraag van de griffier haar ambt op 30 september 2016 te mogen neerleggen,

Considérant que la Chambre des représentants a accédé le 19 novembre 2015 à la demande de la greffière de pouvoir cesser d’exercer ses fonctions le 30 septembre 2016,

 

gezien de procedure voor de benoeming van de griffier die door de plenaire vergadering van 19 november 2015 werd aangenomen,

vu la procédure de nomination du greffier de la Chambre adoptée en séance plénière du 19 novembre 2015,

 

gezien de oproep tot kandidaten van 20 november 2015 en de kandidatuur ingediend door de heer Marc Van der Hulst, adjunct-griffier,

vu l'appel aux candidats du 20 novembre 2015 et la candidature introduite par M. Marc Van der Hulst, greffier adjoint,

 

gezien het gemotiveerd voorstel dat het Bureau van de Kamer op 6 januari 2016 heeft geformuleerd om eenparig aan de plenaire vergadering de heer Marc Van der Hulst, adjunct-griffier, als griffier van de Kamer voor te stellen, op datum van 1 oktober 2016,

vu la proposition motivée formulée par le Bureau de la Chambre le 6 janvier 2016 de présenter à l'unanimité à la séance plénière, M. Marc Van der Hulst, greffier adjoint, en qualité de greffier de la Chambre des représentants à la date du 1er octobre 2016,

 

overwegende dat de leden van de Kamer het volledig proceduredossier hebben kunnen inkijken en dat geen enkele opmerking werd gemaakt,

considérant que les membres de la Chambre ont pu consulter le dossier de procédure complet et qu'aucune observation n'a été faite,

 

overwegende dat de heer Marc Van der Hulst, adjunct-griffier, aan de voorwaarden voldoet die op 19 november 2015 door de plenaire vergadering van de Kamer werden vastgelegd,

considérant que M. Marc Van der Hulst, greffier adjoint, remplit les conditions fixées par la Chambre en séance plénière du 19 novembre 2015,

 

overwegende de bekwaamheidsbewijzen en verdiensten van de kandidaat,

considérant les titres et mérites du candidat,

 

overwegende dat artikel 157.6 van het Reglement van de Kamer bepaalt dat indien er slechts één kandidaat is deze verkozen wordt verklaard door de plenaire vergadering zonder geheime stemming,

vu l'article 157.6 du Règlement de la Chambre qui dispose que s'il n'y a qu'un candidat, celui-ci est proclamé élu par la séance plénière sans procéder à scrutin,

 

verklaar ik de heer Marc Van der Hulst verkozen tot griffier van de Kamer van volksvertegenwoordigers op datum van 1 oktober 2016.

je proclame M. Marc Van der Hulst élu en qualité de greffier de la Chambre des représentants à la date du 1er octobre 2016.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

(Applaus)

(Applaudissements)

 

De procedure met betrekking tot de benoeming van een nieuwe adjunct-griffier ter vervanging van de heer Marc Van der Hulst op 1 oktober 2016, zal op 22 januari 2016 worden opgestart.

La procédure en vue de la nomination d’un nouveau greffier adjoint appelé à remplacer M. Marc Van der Hulst le 1er octobre 2016, débutera le 22 janvier 2016.

 

26 Aanstelling als fractievoorzitter

26 Désignation d’un président de groupe

 

Bij mail van 21 januari 2016 heeft de N-VA-fractie van de Kamer mij medegedeeld dat de heer Peter De Roover als fractievoorzitter werd aangesteld.

Par mail du 21 janvier 2016, le groupe N-VA de la Chambre m'a informé de la désignation de M. Peter De Roover en qualité de président de groupe.

 

27 Bureau

27 Bureau

 

De N-VA-fractie stelt voor mevrouw Sarah Smeyers als ontslagnemend bureaulid te vervangen door de heer Hendrik Vuye.

Le groupe N-VA propose de remplacer Mme Sarah Smeyers, membre du Bureau démissionnaire, par M. Hendrik Vuye.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

28 Inoverwegingneming van voorstellen

28 Prise en considération de propositions

 

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

 

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Ik stel u ook voor het voorstel van resolutie (de heren Benoit Hellings en Wouter De Vriendt) betreffende de tussen de Europese Unie en Canada gesloten Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA), nr. 1597/1, in overweging te nemen.

Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen

Je vous propose également de prendre en considération la proposition de résolution (MM. Benoit Hellings et Wouter De Vriendt) relative à l'Accord économique et commercial global (CETA) conclu entre l'Union européenne et le Canada, n° 1597/1.

Renvoi à la commission des Relations extérieures

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Naamstemmingen

Votes nominatifs

 

29 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de Mme Gwenaëlle Grovonius sur "B-FAST" (n° 94)

29 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Gwenaëlle Grovonius over "B-FAST" (nr. 94)

 

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission des Relations extérieures du 13 janvier 2016.

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen van 13 januari 2016.

 

Deux motions ont été déposées (MOT n° 094/1):

- une motion de recommandation a été déposée par Mme Gwenaëlle Grovonius et par MM. Philippe Blanchart, Stéphane Crusnière et Dirk Van der Maelen;

- une motion pure et simple a été déposée par Mmes Sarah Claerhout et Nele Lijnen et par MM. Jean-Jacques Flahaux, Peter Luykx et Richard Miller.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 094/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Gwenaëlle Grovonius en door de heren Philippe Blanchart, Stéphane Crusnière en Dirk Van der Maelen;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Sarah Claerhout en Nele Lijnen en door de heren Jean-Jacques Flahaux, Peter Luykx en Richard Miller.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

29.01  Gwenaëlle Grovonius (PS): Monsieur le président, je voudrais attirer l'attention de tous mes collègues sur un élément qui me semble important dans ce dossier. Pour rappel, à la suite des événements catastrophiques au Népal, B-FAST a fait l'objet de nombreuses critiques sur la manière dont cette crise a pu être gérée. Dans ce cadre, le ministre s'était engagé à présenter un audit sur B-FAST. Cet audit a été livré au ministre dès le 23 novembre 2015 et a été discuté au Conseil des ministres dès le 18 décembre 2015. Malheureusement, chers collègues, aujourd'hui, 21 janvier 2016, en tant que parlementaires, nous n'avons toujours pas accès à cet audit sur B-FAST. C'est inacceptable! Je tenais à le dénoncer publiquement. Il est important que vous en soyez conscients.

 

Mon groupe a donc souhaité déposer cette motion pour que ses priorités concernant B-FAST puissent être entendues. Elles sont simples. Il faut faire en sorte que cet outil, déjà vieux de quinze ans et qui a fait ses preuves, puisse être pérennisé. Certes, il doit être évalué et il doit évoluer. Mais cela doit se faire d'une manière positive. Il faut faire en sorte que cet outil, cet instrument unique, qui doit rester public et qui permet de mener une action humanitaire avec tous les acteurs de nombreux départements belges, puisse continuer à fonctionner et à travailler de la meilleure manière qui soit.

 

Cela implique évidemment d'avoir une vision stratégique très claire, des priorités, des indicateurs et aussi, nous tenons à le souligner, des moyens. Des moyens humains, des moyens logistiques, des moyens matériels et bien évidemment aussi, mes chers collègues, des moyens budgétaires. C'est ce que mon groupe veut mettre en avant. C'est ce que le PS souhaite pour l'avenir de B-FAST.

 

29.02  Richard Miller (MR): Monsieur le président, nous avons bien entendu étudié le texte déposé par Mme Grovonius. Nous avons aussi entendu les réponses du ministre Reynders. Le ministre a souligné que l'évaluation de B-FAST était encore pleinement en cours, qu'elle était également appuyée par plusieurs autres rapports, à la fois au niveau interne et au niveau externe. Des choix stratégiques seront faits sur base d'une analyse qui sera présentée au parlement avec l'audit et le rapport externe.

 

Le ministre pense également qu'il est important, madame Grovonius, de tirer les leçons des missions précédentes. Cependant, il vérifiera s'il existe bel et bien des rapports sur ces missions. Enfin, le ministre a assuré que tous les documents seraient transmis au parlement une fois l'analyse finale réalisée.

 

En conclusion, et en fonction des arguments développés, nous avons estimé qu'il était nécessaire pour notre groupe de ne pas suivre la motion déposée par Mme Grovonius et nous avons déposé une motion pure et simple.

 

Le président: Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

82

Oui

Nee

61

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

143

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

 

30 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Willy Demeyer sur "la démission du président et premier vice-président de la Commission Permanente de la Police Locale" (n° 95)

30 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Willy Demeyer over "het ontslag van de voorzitter en eerste ondervoorzitter van de Vaste Commissie van de Lokale Politie" (nr. 95)

 

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique du 13 janvier 2016.

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van 13 januari 2016.

 

Deux motions ont été déposées (MOT n° 095/1):

- une motion de recommandation a été déposée par M. Willy Demeyer;

- une motion pure et simple a été déposée par M. Koen Metsu.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 095/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Willy Demeyer;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Koen Metsu.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

30.01  Willy Demeyer (PS): Monsieur le président, suite à la démission du président et du premier vice-président de la Commission Permanente de la Police Locale (CPPL) le 10 décembre dernier, le ministre a fait, en commission, amende honorable, ce qui est courageux. Il a reconnu son manque d'attention pour la CPPL, organe chargé de représenter l'intérêt des polices locales au sein de notre police structurée à deux niveaux. Il s'est engagé à apporter des réponses précises lors d'une assemblée générale ayant eu lieu ce 14 janvier, signaux positifs qui ont amené les intéressés à tenir leur démission en suspens.

 

Malheureusement, nous apprenons que ces bons engagements du ministre quant à l'attention portée à la composante locale de la police intégrée n'ont pas résisté longtemps à l'épreuve des faits. Selon mes informations, ces personnes ont décidé de maintenir leur démission.

 

Devons-nous comprendre que votre majorité est en faveur de ce modèle tant décrié par les mandataires et les policiers locaux, qui, délibérément, n'écoute pas la composante locale et ouvre les portes à une police qui s'éloigne de la population?

 

Chers collègues, ce modèle de police n'est pas celui du groupe socialiste.

 

Nous vous demandons de respecter notre modèle de police intégrée. Nous demandons que la composante locale de la police soit davantage intégrée au processus décisionnel. Nous voulons une police proche de la population. C'est pourquoi nous déposons cette motion demandant au gouvernement d'améliorer le fonctionnement de la Commission Permanente de la Police Locale en dotant celle-ci de moyens suffisants pour préparer et accompagner ces travaux.

 

En conclusion, j'appelle donc le ministre de l'Intérieur à s'atteler à ces problèmes, sur lesquels nous ne manquerons pas de l'interroger à nouveau en commission.

 

Le président: Merci, monsieur Demeyer. Chers collègues, il y a un problème avec la machine à voter.

 

Er is een probleem met de stemmachine. Wij kunnen op dit moment niet elektronisch stemmen. Daarom stel ik voor over de eenvoudige motie te stemmen bij zitten en opstaan.

 

Je propose que nous votions par assis et levé sur la motion pure et simple. Sinon, je vais devoir suspendre la séance. Nous essayerons de régler ce problème.

 

Wij proberen de machine aan de praat te krijgen.

 

(…): (…)

 

De voorzitter: Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 1)

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

 

31 Motions déposées en conclusion des interpellations de:

- M. Sébastian Pirlot sur "le plan stratégique et l'avenir de l'armée" (n° 97)

- M. Alain Top sur "le plan stratégique pour l’avenir de la Défense" (n° 99)

31 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van:

- de heer Sébastian Pirlot over "het strategisch plan voor het leger en de toekomst van het leger" (nr. 97)

- de heer Alain Top over "het strategisch toekomstplan voor Defensie" (nr. 99)

 

Ces interpellations ont été développées en réunion publique de la commission de la Défense nationale du 13 janvier 2016.

Deze interpellaties werden gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Landsverdediging van 13 januari 2016.

 

Trois motions ont été déposées (MOT n° 097/1):

- une première motion de recommandation a été déposée par M. Alain Top;

- une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme Julie Fernandez Fernandez et par MM. Stéphane Crusnière, Sébastian Pirlot et Éric Thiébaut;

- une motion pure et simple a été déposée par MM. Peter Buysrogge, Richard Miller, Dirk Van Mechelen et Veli Yüksel.

Drie moties werden ingediend (MOT nr. 097/1):

- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Alain Top;

- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Julie Fernandez Fernandez en door de heren Stéphane Crusnière, Sébastian Pirlot en Éric Thiébaut;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Peter Buysrogge, Richard Miller, Dirk Van Mechelen en Veli Yüksel.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

31.01  Sébastian Pirlot (PS): Monsieur le président, chers collègues, ayant déjà eu l'occasion de débattre longuement de ce début d'ébauche du plan stratégique, pourtant promis depuis de longs mois en commission Défense, et afin de ne pas prolonger inutilement la discussion de ce jour, vous me permettrez simplement de rappeler les quinze grands axes de la motion de recommandation déposée par mon groupe, afin d'aider le ministre Vandeput à rédiger enfin un plan qui tienne la route, "bien loin", comme dirait M. le vice-premier ministre De Croo, "des déclarations idiotes entendues il y a quelques jours, notamment sur les missiles Patriot".

 

Nous souhaitons:

- garantir la concertation sociale;

- garantir que la Défense reste une fonction régalienne;

- garantir un nombre d'engagements suffisants;

- maintenir un maximum de tâches au sein de l'armée, afin d'éviter le recours à des externalisations;

- garantir une répartition linguistique;

- garantir une répartition géographique équilibrée des quartiers militaires;

- garantir des moyens nécessaires afin d'assurer l'opérationnalité internationale de notre armée, notamment en gardant un focus sur l'Afrique et l'approche dite des trois D: Défense, Diplomatie, Développement;

- assurer la dimension européenne de la Défense dans la mise en place d'un pooling & sharing;

- dans le cadre des achats majeurs planifiés, privilégier le renforcement de l'industrie européenne de la Défense;

- s'assurer, en l'absence de réelle vision quant à l'avenir de notre armée, de ne pas reporter l'ensemble des impacts budgétaires de ceux-ci après 2019;

- inscrire résolument la Belgique et la Défense dans la lutte pour le désarmement nucléaire, notamment en matière de capacité de transport nucléaire sur le plan aérien;

- garantir dans l'application du plan stratégique que l'aide à la Nation demeure l'une des missions principales de la Défense;

- garantir l'implication de la Défense au travers de B-FAST;

- assurer l'avenir de la composante médicale et de l'avenir de l'hôpital royal militaire;

- continuer à faire de la Défense un acteur majeur du travail de mémoire et de la citoyenneté tourné vers les jeunes.

 

Je conclurai en paraphrasant cette citation bien à propos de Michel Chrétien, un auteur français: "La stratégie du ministre Vandeput consiste à continuer de tirer pour faire croire à l'opposition qu'il a encore des munitions".

 

31.02  Alain Top (sp.a): Mijnheer de voorzitter, dames en heren, collega’s, vijftien maanden na het regeerakkoord hebben wij uiteindelijk het strategisch plan van Defensie gekregen. Het plan en de uiteenzetting in de commissievergadering van vorige week doen meer vragen rijzen dan wij antwoorden hebben gekregen.

 

Eerst en vooral blijven wij ons afvragen hoe alle vooropgestelde investeringen betaalbaar zullen zijn. Er wordt tot 2030 in een globaal budget van 9,2 miljard euro voorzien voor de verschillende investeringsdossiers, maar als wij een voorzichtige raming maken, menen wij dat dit ruim overschreden zal worden. Om die reden vragen wij met onze motie dat het strategisch plan ten minste door het Rekenhof wordt becijferd.

 

Daarnaast vragen wij ook om het verslag van de Inspectie van Financiën te bezorgen aan de commissie. Zoals ik al zei, de uiteenzetting van de minister, vorige week, bracht meer vragen teweeg dan antwoorden. In plaats van duidelijke en vernieuwende keuzes, is het plan nog under construction. Moeilijke knopen worden niet doorgehakt en de minister zei zelfs ter verduidelijking dat bepaalde zaken nog moeten worden uitgeschreven. De minister stelt opnieuw een aantal belangrijke zaken uit, zoals keuzes over kazernes, inspanningen voor Europese samenwerking of de exacte impact op het personeel. Daarvoor moeten wij nu het stuurplan afwachten.

 

De vraag is dan ook of het plan van de minister nog deze legislatuur zal worden uitgevoerd.

 

We vragen ons ook nog af hoe het zit met het strategisch plan. De coalitiepartners weten het ook niet meer. Minister De Croo vond de aankoop van patriotraketten een ronduit onnozel idee. De voorzitter van CD&V stelde dat dergelijke debatten op basis van cijfers moeten gebeuren. Ik verwijs ook naar de voorzitter van Open Vld, die niet meer kon volgen, eerst willen besparen op sociale zekerheid en vervolgens onnodige aankopen doen. Het wordt dringend tijd voor de meerderheid om een sluitend akkoord te hebben, want ook het personeel wordt ongeduldig.

 

Dames en heren van de meerderheid, dit is het ogenblik om u nog aan te sluiten bij deze motie om transparantie te krijgen bij dit strategisch plan.

 

Le président: Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

82

Oui

Nee

60

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

142

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.

 

32 Motions déposées en conclusion des interpellations de:

- M. Georges Dallemagne sur "le programme des Journées diplomatiques 2016" (n° 102)

- M. Stéphane Crusnière sur "l'organisation des Journées diplomatiques" (n° 103)

32 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van:

- de heer Georges Dallemagne over "het programma van de Diplomatieke Dagen 2016" (nr. 102)

- de heer Stéphane Crusnière over "de organisatie van de Diplomatieke Dagen" (nr. 103)

 

Ces interpellations ont été développées en réunion publique de la commission des Relations extérieures du 13 janvier 2016.

Deze interpellaties werden gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen van 13 januari 2016.

 

Trois motions ont été déposées (MOT n° 0102/1):

- une première motion de recommandation a été déposée par M. Georges Dallemagne;

- une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme Gwenaëlle Grovonius et par MM. Philippe Blanchart et Stéphane Crusnière;

- une motion pure et simple a été déposée par Mme Sarah Claerhout et par MM. Jean-Jacques Flahaux, Peter Luykx, Richard Miller et Tim Vandenput.

Drie moties werden ingediend (MOT nr. 0102/1):

- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Georges Dallemagne;

- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Gwenaëlle Grovonius en door de heren Philippe Blanchart en Stéphane Crusnière;

- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Sarah Claerhout en door de heren Jean-Jacques Flahaux, Peter Luykx, Richard Miller en Tim Vandenput.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

32.01  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, le ministre des Affaires étrangères a proposé, dans le cadre du programme de travail des Journées diplomatiques, que nos 104 chefs de poste se rendent à Anvers, le vendredi 29 janvier, pour une séance de travail avec le président de la N-VA.

 

Cette visite ne nous semble pas acceptable dans la mesure où le ministre des Affaires étrangères demande à nos diplomates de participer à une opération publicitaire, partisane, qui plus est en faveur d'une personnalité qui ne cache pas sa volonté de voir disparaître notre pays, et donc la fonction de ces mêmes diplomates. En outre, cette visite s'inscrit dans un contexte particulièrement déplaisant puisque le président de la N-VA insiste, aujourd'hui plus que jamais, sur ses convictions anti-belges, mais également eurosceptiques. Cette visite indispose de nombreux diplomates qui estiment que leur devoir de réserve et leur impartialité sont ainsi bafoués.

 

Avec cette motion de recommandation, mon groupe demande que cette visite soit retirée du programme des Journées diplomatiques et que, par ailleurs, un espace officiel soit réservé aux représentants des entités fédérées à l'occasion des Journées dont question.

 

32.02  Stéphane Crusnière (PS): Monsieur le président, les Journées diplomatiques constituent toujours un moment important, tant sur le plan diplomatique qu'économique et politique. Les contacts qui sont pris à cette occasion se doivent d'être multiples et doivent couvrir tous les domaines des autorités compétentes dans les affaires internationales.

 

Quand nous avons eu vent du programme de ces Journées, nous avons été surpris et nous nous sommes interrogés. Tout d'abord, et cela nous concerne tous, une tradition avait été établie selon laquelle nos diplomates et les parlementaires devaient se rencontrer. Cela nous permettait d'évoquer avec eux la situation des pays où ils sont en poste, aussi bien sur le plan de la diplomatie parlementaire que dans le cadre de l'Union interparlementaire. Malheureusement, cette rencontre n'était plus prévue.

 

Les choses ont évolué, et je tenais à vous remercier, monsieur le président, ainsi que le président de la commission des Relations extérieures, M. Van der Maelen, d'avoir répondu favorablement à notre demande. Nous nous réjouissons donc de cette rencontre.

 

J'espère qu'à l'avenir, ce contact sera systématiquement prévu.

 

Un autre sujet d'interpellation porte sur les entités fédérées. En effet, aucun contact officiel n'était prévu, alors que la majeure partie des compétences en termes de commerce extérieur ont été régionalisées et que, par le passé, les interventions des ministres-présidents furent intégrées dans la partie officielle des Journées diplomatiques. Ce n'est pourtant pas faute de l'avoir demandé puisqu'à plusieurs reprises, le cabinet du ministre-président wallon a demandé à pouvoir intégrer le programme officiel et à rencontrer les diplomates. Nous le regrettons vivement et souhaitons que, dorénavant, ces demandes soient aussi prises en compte chaque année.

 

Notre troisième et dernière surprise concerne le ministre de la Défense. Nous avons également pu constater qu'aucun contact n'avait été programmé dans le contexte de ces Journées diplomatiques. Alors que ce gouvernement plaide pour une stratégie 3D, nous ne pouvons que nous en étonner.

 

C'est pourquoi j'ai déposé cette motion, qui demande de garantir chaque année la présence des entités fédérées dans le programme officiel, d'assurer le contact entre les diplomates et les parlementaires et d'y impliquer les ministres de la Coopération et de la Défense afin de refléter fidèlement la stratégie 3D de ce gouvernement.

 

Le président: Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

81

Oui

Nee

61

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

142

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.

 

33 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong wat het erkennen van het altruïstisch karakter van bloeddonatie door personen met hemochromatose betreft (nieuw opschrift) (1231/6)

33 Proposition de loi modifiant la loi du 5 juillet 1994 relative au sang et aux dérivés du sang d'origine humaine en ce qui concerne le caractère altruiste du don de sang par des personnes atteintes d'hémochromatose (1231/6)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

142

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

142

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel unaniem aan. Het zal als ontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1231/7)

En conséquence, la Chambre adopte à l'unanimité la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (1231/7)

 

34 Wetsvoorstel betreffende het gebruik van videoconferentie voor de verschijning van inverdenkinggestelden in voorlopige hechtenis (993/8)

34 Proposition de loi relative à l'utilisation de la vidéoconférence pour la comparution d'inculpés en détention préventive (993/8)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

84

Oui

Nee

57

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

141

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (993/9)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (993/9)

 

35 Wetsvoorstel tot wijziging van diverse bepalingen wat de aanranding van de eerbaarheid en het voyeurisme betreft (nieuw opschrift) (699/14)

35 Proposition de loi modifiant diverses dispositions en ce qui concerne l'attentat à la pudeur et le voyeurisme (nouvel intitulé) (699/14)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

140

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

140

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel unaniem aan. Het zal als ontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (699/15)

En conséquence, la Chambre adopte à l'unanimité la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (699/15)

 

36 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst, aangaande het toezicht op de activiteiten van de buitenlandse inlichtingendiensten in België (553/6)

36 Proposition de loi modifiant la loi organique du 30 novembre 1998 des services de renseignement et de sécurité, concernant le contrôle des activités des services de renseignement étrangers en Belgique (553/6)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 7)

Ja

140

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

2

Abstentions

Totaal

142

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (553/7)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet à la sanction royale. (553/7)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

37 Wetsontwerp houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de overdracht van toegewezen eenheden naar de gewesten voor de periode 2008-2012 (1439/3)

37 Projet de loi portant assentiment à l'accord de coopération entre l'Etat fédéral, la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale, relatif au transfert d'unités de quantité attribuée aux régions pour la période 2008-2012 (1439/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 8)

Ja

137

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

3

Abstentions

Totaal

140

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1439/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1439/4)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

38 Voorstel tot verwerping door de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen van het voorstel van resolutie over Polen en de verdediging van de Europese waarden (1581/1-2)

38 Proposition de rejet faite par la commission des Relations extérieures de la proposition de résolution relative à la Pologne et à la défense des valeurs européennes (1581/1-2)

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Vote/stemming 9)

Ja

80

Oui

Nee

54

Non

Onthoudingen

3

Abstentions

Totaal

137

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het voorstel van resolutie nr. 1581/1 is dus verworpen.

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de résolution n° 1581/1 est donc rejetée.

 

39 Goedkeuring van de agenda

39 Adoption de l’ordre du jour

 

Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergaderingen van de week van 25 januari 2016.

Nous devons procéder à l’approbation de l’ordre du jour des séances de la semaine du 25 janvier 2016.

 

Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.

Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 28 januari 2016 om 14.15 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 28 janvier 2016 à 14.15 heures.

 

De vergadering wordt gesloten om 18.57 uur.

La séance est levée à 18.57 heures.

 

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 54 PLEN 095 bijlage.

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 54 PLEN 095 annexe.

 

 

 


Detail van de naamstemmingen

 

Détail des votes nominatifs

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

082

Ja

 

Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Clarinval David, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Dewael Patrick, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van de Velde Robert, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

061

Nee

 

Almaci Meyrem, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Calvo Kristof, Caprasse Véronique, Carcaci Aldo, Cheron Marcel, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Monica, Dedry Anne, de Lamotte Michel, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewinter Filip, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Fernandez Fernandez Julie, Fonck Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Mathot Alain, Matz Vanessa, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Pirlot Sébastian, Poncelet Isabelle, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Top Alain, Vande Lanotte Johan, Vanden Burre Gilles, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Vanvelthoven Peter, Willaert Evita, Winckel Fabienne

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

082

Ja

 

Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Clarinval David, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Dewael Patrick, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van de Velde Robert, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

060

Nee

 

Almaci Meyrem, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Calvo Kristof, Caprasse Véronique, Carcaci Aldo, Cheron Marcel, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Monica, Dedry Anne, de Lamotte Michel, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewinter Filip, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Fernandez Fernandez Julie, Fonck Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Mathot Alain, Matz Vanessa, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Pirlot Sébastian, Poncelet Isabelle, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Top Alain, Vande Lanotte Johan, Vanden Burre Gilles, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Vanvelthoven Peter, Willaert Evita, Winckel Fabienne

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

081

Ja

 

Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Clarinval David, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Demir Zuhal, Demon Franky, Deseyn Roel, Dewael Patrick, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van de Velde Robert, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

061

Nee

 

Almaci Meyrem, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Calvo Kristof, Caprasse Véronique, Carcaci Aldo, Cheron Marcel, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Monica, Dedry Anne, de Lamotte Michel, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewinter Filip, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Fernandez Fernandez Julie, Fonck Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Mathot Alain, Matz Vanessa, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Pirlot Sébastian, Poncelet Isabelle, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Top Alain, Vande Lanotte Johan, Vanden Burre Gilles, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Vanvelthoven Peter, Willaert Evita, Winckel Fabienne

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui        

142

Ja

 

Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Caprasse Véronique, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Dedry Anne, de Lamotte Michel, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy, Demir Zuhal, Demon Franky, Deseyn Roel, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Hedebouw Raoul, Heeren Veerle, Hellings Benoit, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier, Mathot Alain, Matz Vanessa, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Vande Lanotte Johan, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Willaert Evita, Wilrycx Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

084

Ja

 

Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Clarinval David, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Demir Zuhal, Demon Franky, Deseyn Roel, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Pas Barbara, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van de Velde Robert, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

057

Nee

 

Almaci Meyrem, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Calvo Kristof, Caprasse Véronique, Cheron Marcel, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Monica, Dedry Anne, de Lamotte Michel, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Fernandez Fernandez Julie, Fonck Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Mathot Alain, Matz Vanessa, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pehlivan Fatma, Pirlot Sébastian, Poncelet Isabelle, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Top Alain, Vande Lanotte Johan, Vanden Burre Gilles, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Vanvelthoven Peter, Willaert Evita, Winckel Fabienne

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 006

 

 

Oui        

140

Ja

 

Almaci Meyrem, Becq Sonja, Bellens Rita, Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Caprasse Véronique, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Dedry Anne, de Lamotte Michel, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy, Demir Zuhal, Demon Franky, Deseyn Roel, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Hedebouw Raoul, Heeren Veerle, Hellings Benoit, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier, Mathot Alain, Matz Vanessa, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Vande Lanotte Johan, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Willaert Evita, Wilrycx Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 007

 

 

Oui        

140

Ja

 

Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Caprasse Véronique, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Dedry Anne, de Lamotte Michel, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy, Demir Zuhal, Demon Franky, Deseyn Roel, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hellings Benoit, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier, Mathot Alain, Matz Vanessa, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Vande Lanotte Johan, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Willaert Evita, Wilrycx Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

002

Onthoudingen

 

Hedebouw Raoul, Van Hees Marco

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 008

 

 

Oui        

137

Ja

 

Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Caprasse Véronique, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Dedry Anne, de Lamotte Michel, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy, Demir Zuhal, Demon Franky, Deseyn Roel, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Hedebouw Raoul, Heeren Veerle, Hellings Benoit, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier, Mathot Alain, Matz Vanessa, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pehlivan Fatma, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Vande Lanotte Johan, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Willaert Evita, Wilrycx Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

003

Onthoudingen

 

Dewinter Filip, Pas Barbara, Penris Jan

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 009

 

 

Oui        

080

Ja

 

Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Clarinval David, Dedecker Peter, Demir Zuhal, Demon Franky, Deseyn Roel, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Pas Barbara, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van de Velde Robert, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

054

Nee

 

Almaci Meyrem, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Calvo Kristof, Caprasse Véronique, Cheron Marcel, Crusnière Stéphane, Dallemagne Georges, De Coninck Monica, Dedry Anne, de Lamotte Michel, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Fernandez Fernandez Julie, Fonck Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Grovonius Gwenaëlle, Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Mathot Alain, Matz Vanessa, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pehlivan Fatma, Pirlot Sébastian, Poncelet Isabelle, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Top Alain, Vande Lanotte Johan, Vanden Burre Gilles, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanvelthoven Peter, Willaert Evita, Winckel Fabienne

 

Abstentions

003

Onthoudingen

 

Carcaci Aldo, Hedebouw Raoul, Van Hees Marco