Plenumvergadering |
Séance
plénière |
van Maandag 17 oktober 2016 Namiddag ______ |
du Lundi 17 octobre 2016 Après-midi ______ |
De vergadering wordt geopend om 15.14 uur en voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.
La séance est ouverte à 15.14 heures et présidée par M. Siegfried Bracke.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:
Charles Michel,
Jan Jambon, Maggie De Block, Johan Van Overtveldt, Willy Borsus, Theo
Francken.
Maya Detiège,
wegens gezondheidsredenen / pour raisons de santé.
Federale
regering / gouvernement fédéral:
Didier
Reynders, Europese ministerraad Buitenlandse Zaken en Algemene Zaken
(Luxemburg) / Conseil des ministres européens Affaires étrangères et
Affaires générales (Luxembourg).
01 Hervatting van de bespreking van de verklaring van de regering
01 Reprise de la discussion de la déclaration du gouvernement
Wij hervatten de bespreking van de verklaring van de regering.
Nous reprenons la discussion de la déclaration du gouvernement.
Het woord is aan de heer Servais Verherstraeten.
La parole est à M. Servais Verherstraeten.
01.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, dames en heren van de regering, collega’s, eigenlijk heb ik een beetje de indruk dat wij voor de tweede keer dit jaar een debat over de State of the Union voeren. Ik vond dat wij vorige week donderdag al een debat hebben gevoerd, weliswaar een veeleer virtueel debat. Ik heb collega’s van de oppositie vorige week donderdag grote woorden horen gebruiken, omdat de regering niet rond was met haar beleidsverklaring. De oppositie vermoedde vooral dat de regering maatregelen zou nemen die vooral de gewone man zouden raken.
Collega’s, ik heb het nadeel dat ik hier al wat jaren meedraai en dat heeft mij geleerd dat veel geruchten en speculaties – collega Dewael zal dit zeker kunnen beamen – de realiteit vaak overtreffen.
Collega’s, vandaag bespreken wij de echte regeringsverklaring en ik stel vast dat een hele reeks maatregelen, waarvan de oppositie dacht dat de regering ze zou nemen, niet werden genomen. Dat is het verschil tussen de virtuele en de echte realiteit. De regering heeft niet tot een tweede indexsprong beslist. De regering heeft de indexkorf niet veranderd, zoals de vorige regering dat wel heeft gedaan. De regering heeft de werkloosheid niet beperkt in de tijd. Zij heeft de degressiviteit niet versterkt. Zij heeft de middelentoets voor vervangingsinkomens niet ingevoerd. Zij voert geen blinde besparingen door in de volksgezondheid. Zij bespaart, terecht, ook niet op veiligheid.
01.02 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer Verherstraeten, u bent vandaag de dapperste der Galliërs. Op die manier aan uw betoog beginnen, nota bene op de dag van het wereldwijd verzet tegen armoede, dat getuigt van heel veel moed en, stilaan ook, van zelfopoffering.
U zegt, ten eerste, dat er allerlei geruchten waren en dat het al bij al wel meevalt. Mijnheer Verherstraeten, de besparing op de uitkeringen van mensen in armoede is geen gerucht. De blokkering van de salarissen van werknemers is geen gerucht. De verlaging van de minimumlonen van jonge werknemers is geen gerucht. Het feit dat deze regering de inspanning grotendeels afwentelt op mensen die het moeilijk hebben, is geen gerucht, maar een bikkelharde realiteit, blijkbaar met de goedkeuring van CD&V.
Ten tweede, u waarschuwt voor virtuele debatten. Collega, we maken een virtueel debat mee. Op de belangrijkste vragen zijn er vandaag geen antwoorden. Ik ben vanochtend begonnen met te vragen naar de oplossing voor het ARCO-probleem: wat, wanneer, hoe en waarom er niets in de budgettaire tabellen is ingeschreven. Er kwam geen antwoord, met andere woorden, een virtueel debat! (Luid protest van de heer Van Rompuy)
De voorzitter: Mijnheer Van Rompuy, u krijgt straks het woord. We zullen ordelijk discussiëren en mijnheer Calvo, u rondt af.
01.03 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Ik begrijp de nervositeit in christendemocratische kringen.
Collega Verherstraeten waarschuwt voor een virtueel debat. Maar als wij niet weten, mijnheer Verherstraeten, wat er nu zal gebeuren met de eerlijke bijdrage van de grootste vermogens, dan hebben wij vandaag opnieuw een virtueel debat. Dan stelt iedereen de vraag: hoe kan een christendemocraat daarmee leven? Waarom gaat een christendemocraat met dergelijke overtuiging op het spreekgestoelte staan? Waarom bent u niet wat duidelijker tegen uw coalitiepartners, die van de dag van de State of the Union op de dag van het wereldwijd verzet tegen armoede een heel vervelende dag hebben gemaakt voor mensen die het al moeilijk hebben? Waarom treedt u dan niet harder op tegen uw coalitiepartners, die er mee voor zorgen dat we nu helaas deels een virtueel debat voeren?
01.04 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer Verherstraeten, u bent begonnen met erop te wijzen dat de oppositie vorige week op basis van geruchten en speculaties een virtueel debat voerde.
Wij hebben een debat gevoerd naar aanleiding van het gevecht dat u en uw partij zijn aangegaan. De crisis is namelijk ontstaan, omdat uw partij van mening was dat er al te veel was gevraagd van de mensen en dat het nu tijd was om een meerwaardebelasting in te voeren. U verklaart dat u niet hebt gedaan wat wij dachten dat u zou doen. Dat klopt: de meerwaardebelasting is er niet.
Stop dus met de oppositie te verwijten dat wij geruchten verspreiden en speculaties formuleren. Het is uw partij, die de speculaties en de geruchten in het halfrond hebt gegooid, terwijl u nu toegeeft blij te zijn dat u de indexsprong en de belastingverhogingen, die u in 2015 hebt doorgevoerd, vandaag niet herhaalt. Dat was dus niet de oppositie. Ik stel alleen maar vast dat uw partij er niet in geslaagd is de meerwaardebelasting door te voeren.
De voorzitter: De heer Verherstraeten heeft het woord.
01.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik had niet de indruk, toen ik de heer Calvo hoorde, dat hij een vraag wou stellen. Ik meende veeleer dat hij een uiteenzetting over selectieve punten wou geven.
Mevrouw Kitir, uiteraard zal ik straks tijdens mijn betoog op de meerwaardebelasting terugkomen, indien ik daartoe van u allen de gelegenheid krijg.
De regering neemt al twee jaar lang maatregelen en volgt ter zake een continue, evenwichtige, redelijke lijn. Haar maatregelen mogen ook in hun geheel worden beoordeeld. Wij hebben inderdaad ooit een indexsprong doorgevoerd. De Nationale Bank van België zegt daarover dat die indexsprong extra jobs heeft opgeleverd.
Mevrouw Kitir, wij hebben echter geen belastingverhoging, zoals u ze zopas hebt genoemd, maar een belastingverlaging doorgevoerd. Voor wie op de eerste plaats hebben wij dat gedaan? Dat was net voor de laagste inkomens.
Wat lazen wij een paar weken geleden nog in een Vlaamse kwaliteitskrant? De laagste inkomens zijn de grote overwinnaars en de huidige regering herverdeelt van hogere inkomens naar lagere inkomens.
Wij zullen de bruto-inkomsten van jongeren inderdaad een klein beetje verlagen. Mevrouw Kitir, hebt u vanochtend naar de eerste minister geluisterd? Hebt u geluisterd, toen hij verklaarde dat die verlaging netto zou worden gecompenseerd? Hebt u de passage over de startersbanen gehoord?
Onze maatregelen leveren duizenden extra jobs op. Ik hoor de oppositie nooit spreken over die jongeren die dankzij regeringsmaatregelen vandaag wel een job hebben, die zij gisteren niet hadden.
Als wij bepaalde maatregelen in de sociale zekerheid niet hebben genomen, dan heeft de regering dat zeer bewust gedaan. Wij beseffen namelijk dat de prille economische groei eerlijk moet worden verdeeld en goed moet worden gespreid. De economie heeft baat bij een goede spreiding van de welvaart, een samenleving ook.
Ik heb heel veel kritiek van de oppositie gehoord, collega’s. Dat hoort ook zo. Dat is haar opdracht en dat nemen wij haar uiteraard ook niet kwalijk. Wij hebben ze vooral gehoord over een maatregel links en rechts, die zij niet wil en die zij slecht vindt. Ik heb bijvoorbeeld niet van de oppositie gehoord dat de begroting in 2018 mordicus in evenwicht moet zijn. Wij weten wel waarom wij dat niet hebben gehoord. Dan moet de oppositie kleur bekennen, dan moet zij zeggen waar er zal worden bespaard, hoeveel en bij wie; dan zal zij moeten beslissen waar er zal worden belast en bij wie en hoeveel, en dat is moeilijker dan gewoon kritiek geven op een individuele maatregel.
01.06 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Mijnheer Verherstraeten, u begrijpt dus duidelijk niet wat wordt bedoeld als het gaat over het doen betalen van de grote vermogens. Dat is een beetje het probleem bij CD&V. Vanaf het begin had u het over een symbool, dat niets zou moeten opbrengen. Dat is het probleem op budgettair vlak. U zegt dat u een evenwicht wil in 2018, maar dan rijst toch de vraag waar wij het geld daarvoor zullen halen. Dat is wiskundig gezien het debat.
U hebt een interessant debat geopend door te stellen dat het tijd wordt dat de breedste schouders het meest bijdragen. CD&V heeft dat debat geopend in de meerderheid. Wat zegt de regering nu? Ze zegt dat de zaak zal worden bestudeerd.
Mijnheer Verherstraeten, waarom is er dan geen studie over de invloed van de regeringsmaatregelen op het aantal mensen dat nog een pensioen zal ontvangen? Dat zal niet worden bestudeerd, maar daarover wordt vandaag beslist. Er wordt vandaag ook beslist dat jongeren minder geld krijgen, zonder dat te bestuderen. Voor de maatregelen voor de grote vermogens komt er echter een studie over een paar jaar. Mijnheer Verherstraeten, een beetje principes! Ik dacht dat CD&V wat principes had en zou zeggen dat dit haar rode lijn is.
Wat zien wij echter? Eens te meer haalt CD&V niets binnen. Na de eerste taxshift en de tweede taxshift is het vandaag weer niets. Mijnheer Verherstraeten, heb wat principes. Het wordt tijd dat links in Vlaanderen zich wat laat horen.
01.07 Laurette Onkelinx (PS): Monsieur le président, un petit mot en ce qui concerne la trajectoire budgétaire.
Ce que vous dites est un peu étrange. Rappelez-vous: le respect très strict de la trajectoire budgétaire était une revendication forte des libéraux et de la N-VA. La première fois que j'ai demandé d'assouplir cette trajectoire - à l'époque, nous devions être en équilibre vers 2015 -, cela a été terrible: "Mais enfin, quelle inconséquence, comment peut-on faire cela!" Je pensais que c'était la seule solution et c'est d'ailleurs ce que nous avons fait pour éviter l'austérité et mettre sur pied plutôt une politique de rigueur. Vous arrivez en force, les libéraux et la N-VA, et vous dites: "En tout cas, avec nous, c'est l'équilibre en 2018." Tout ce que nous constatons, c'est que vous ne l'aurez pas! C'est impossible! Vous n'arrivez même pas à respecter le prescrit européen sur la diminution du déficit structurel et sur la dette. Vous n'allez pas non plus respecter les obligations supplémentaires que vous vous êtes mises sur le dos, dans le cadre de votre accord de gouvernement. Nous voulons simplement la sincérité et l'honnêteté, plutôt que de dire "goed bestuur", dites simplement que vous n'y arrivez pas et que vous abandonnez cette perspective d'équilibre budgétaire. Cela serait tout simplement plus honnête.
01.08 Servais Verherstraeten (CD&V): Collega Onkelinx, als we de begrotingen en meerjarenplanningen doorheen de geschiedenis van de Belgische politiek bekijken, is het volgens mij altijd goed om de boog zo strak mogelijk te spannen, zodat de pijl zo hoog mogelijk start, want tijdens zijn vlucht daalt hij altijd.
Het klopt dat wij het lastig zullen hebben om het traject te behalen dat Europa ons oplegt. Dat zal niet evident zijn. De economische groei in 2017 moeten we nog afwachten.
Collega Onkelinx, daarvoor ben ik evenwel niet beschaamd of verlegen. Mijn verleden zal ik ook nooit afzweren. In de afgelopen legislatuur hebben wij hetzelfde meegemaakt: wij hebben hoog gemikt, gemikt op een begrotingsevenwicht in 2016, maar dat hebben wij niet bereikt. Daar waren redenen voor. De economische groei was namelijk minder sterk dan veel economen hadden voorspeld. Ook de huidige regering wordt daarmee geconfronteerd. Wij moeten er dus het beste van maken en zeker niet overgaan tot een politique d’austérité, want die fnuikt de prille economische groei. Daarom hanteren wij het bedrag van drie miljard.
Kijkt u dan ook eens naar de nieuwe maatregelen. U hebt de cijfers van de regering gekregen. Het gaat om nieuwe maatregelen ten belope van 1,8 miljard. U ziet daarin een derde lastenverhogingen, een derde besparingen en een derde andere maatregelen.
Collega’s, ik vind dat een eerlijk en rechtvaardig compromis.
De voorzitter: Mijnheer Verherstraeten, mevrouw Onkelinx vraagt het woord.
01.09 Laurette Onkelinx (PS): Vous vous mettez une pression d'enfer et vous faites une politique qui ne sert pas le développement économique. Vous avez dès lors de mauvais résultats en termes de croissance. C'est cela qui ne va pas.
Par ailleurs, je voulais réagir à ce que vous avez dit: "Il vaut mieux avoir des objectifs très élevés pour faire un peu moins." Cela me fait penser à votre collègue Mark Eyskens qui disait toujours qu' "il vaut mieux avoir placé ses valeurs très haut pour pouvoir passer juste en dessous". Vous conservez la tradition chrétienne!
01.10 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw Onkelinx, ik deel uw mening niet. Als men niet ver wil springen, dan kan men nooit ver geraken. Ik denk dat men ter zake best ook wat ambitie heeft om te willen slagen.
Laten we de begroting eens onder de loep nemen.
Wij krijgen het verwijt te besparen in de Sociale Zekerheid en in de Volksgezondheid. Dat is ook zo, dat hebben de vorige regeringen ook gedaan. Ondanks die maatregelen stijgt echter het budget van de Sociale Zekerheid. Wij remmen alleen de groei af. De minister van Volksgezondheid is hier aanwezig. Er is vanochtend heel wat te doen geweest over besparingen in de Volksgezondheid. Wat zullen wij de komende twee jaar zien in het budget? De komende twee jaar zal het budget inzake Volksgezondheid met 1,2 miljard toenemen. Wij hebben daar inderdaad maatregelen genomen. Laten we ze eens onder de loep nemen. Drie vierde, bijna 700 miljoen is in afspraak met de Medicomut en met de ziekenfondsen. Ik heb al heel mijn leven vertrouwen in de sociale partners en zal dat blijven hebben. Als zij mee een akkoord aangaan, heb ik er vertrouwen in dat het rechtvaardige maatregelen zijn en dat ze billijk verdeeld zijn.
Laat ons de bijkomende maatregelen eens onder de loep nemen. Iets meer dan 200 miljoen, wat is daarvan het leeuwendeel? Dat zijn de zorgverstrekkers, waar we besparen door te sleutelen aan de indexering. Zij zorgen voor het leeuwendeel van de bijkomende maatregelen. Is er zo'n bezwaar dat wij meer investeren in generische geneesmiddelen, zodat de patiënt even goed wordt verzorgd en even snel kan genezen, maar dat het de samenleving minder kost? Wij hebben bij de besparingen inzake Volksgezondheid de patiënt maximaal ontzien.
De armoedegrens, dat is ook onze bezorgdheid. U hebt het terecht gehad over maatregelen die we nemen inzake de welvaartsenveloppe. Vorig jaar en dit jaar heeft deze regering 621 miljoen euro geïnvesteerd in de welvaartsenveloppe. Dat is 31% meer dan de vorige regering. Alle minima en forfaits zijn met 2 % gestegen, de berekeningsplafonds zijn met 1,25 % gestegen en het leefloon is met 6 % gestegen. Dit jaar en volgend jaar investeren wij niet minder, we investeren meer, namelijk 515 miljoen of 16 % meer dan de vorige regering deed. Wat vragen we aan de sociale partners? Verdeel dat niet algemeen en breed gespreid, wees selectief in uw keuzes en richt u op diegenen die het het allermoeilijkst hebben.
Collega’s, de vorige regering heeft veel inspanningen gedaan in een moeilijke context inzake welvaartsenveloppe. We mogen dat niet onder stoelen of banken steken. Deze regering doet nog meer, ze doet het nog beter in moeilijke omstandigheden.
01.11 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Collega Verherstraeten, wij zaten niet in de vorige regering en wij kunnen hier dus onbevangen over reflecteren.
Eerlijk gezegd, u bent bijzonder moedig want ik had niet verwacht dat u ook nog eens de verdediging van de besparing inzake de welvaartsenveloppe zou opnemen. Ik herinner mij de debatten van vorig jaar en het jaar ervoor. Het antwoord op de indexsprong en op de factuurstijgingen, onder andere dat van u als fractieleider van CD&V, was dat u goed zou zorgen voor de mensen die het moeilijk hebben. U zou 100 % van de welvaartsenveloppe toepassen. Dat is toen ruim gedeeld, ruim verspreid, een verkiezingsbelofte van CD&V. Vandaag moet u daarop terugkomen. Ik vind dat wrang, zeker na de discussie van de afgelopen week.
Mijnheer Verherstraeten, u hebt zich een week in alle bochten moeten wringen om uw collega’s ervan te overtuigen mensen die 50 000 euro meerwaarde boeken op aandelen een stukje te laten bijdragen. Vandaag zegt u tegen mensen in armoede, mensen die het moeilijk hebben, dat iedereen een steentje moet bijdragen – ik citeer u, deze ochtend op de radio. Wel, op de dag van het wereldverzet tegen armoede begrijp ik dat absoluut niet. Ik begrijp niet hoe u die besparing hier mee kunt verdedigen.
01.12 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer Calvo, ik heb daarnet in mijn uiteenzetting gezegd dat wij deze maatregel niet evident vinden, dat wij daarvoor niet stoer op onze borst slaan, maar dat wij getracht hebben om alle nieuwe maatregelen die wij hebben getroffen zeer breed, zo breed mogelijk, te spreiden. Wij nemen van niemand iets af. We geven alleen iets minder meer bij. Dat is het enige.
Bovendien wordt dat gecombineerd met andere maatregelen, bijvoorbeeld lagere taksen voor zij die een job vinden, want er zijn ook mensen met een job die in armoede leven. Met lagere taksen kunnen we dergelijke maatregelen ruimschoots compenseren.
Ik denk dat deze regering in een budgettaire context zeer veel inspanningen doet voor degenen die het het lastigst hebben, nog meer dan de vorige regering deed. Dit is een goede maatregel.
01.13 Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Verherstraeten, u zegt van de mensen niets af te nemen. Dan zou ik toch even in de korte geschiedenis van deze regering willen terugkeren.
Er is een indexsprong geweest die voor de laagste inkomens en voor degenen die in armoede leven zou worden gecompenseerd. Die indexsprong werd niet gecompenseerd, niet voor de laagste inkomens noch voor de mensen die in armoede leven.
U spreekt over de welvaartsenveloppe, dat was de oplossing voor de indexsprong. U zei dat die welvaartsenveloppe onder de vorige regering maar voor 85 % werd toegepast. Er is wel geen indexsprong doorgevoerd in de vorige legislatuur. De compensatie van die indexsprong is er nu ook niet. Kom nu niet zeggen dat er een indexsprong is geweest. Moet ik nog eens uitleggen wat het verschil tussen de koopkracht en de lonen die stijgen? Er is geen indexsprong geweest onder de vorige regering. Met deze regering is er wel een indexsprong geweest.
Bovendien, mijnheer Verherstraeten, de welvaartsenveloppe die tot nu toe is toegepast is geen 100 % want de kinderbijslag is eruit gehaald. Moet ik dat ook nog eens herhalen? Ik zeg niet dat ze onder de vorige regering voor 100 % werd toegepast. U zegt dat. Ze is voor 85 % toegepast. Er is nogmaals verlies voor de mensen die in armoede leven, voor de laagste pensioenen en voor de laagste inkomens.
Mijnheer Verherstraeten, dan komt u hier verdedigen dat de welvaartsenveloppe nog eens zal worden verminderd. Dus twee keer geen compensatie en nu nog een vermindering van de welvaartsenveloppe.
01.14 Charles Michel, premier ministre: Monsieur le président, j'estime que le sp.a est particulièrement mal placé pour faire la leçon sur un tel sujet.
Quelle est la réalité? La réalité, monsieur Vande Lanotte, c'est que le sp.a a inventé le saut d'index caché, déguisé en tripatouillant dans le mécanisme d'indexation. À l'époque, vous aviez réduit l'enveloppe bien-être à 60 %. Cette dernière a été portée à 100 %. Actuellement, elle est 16 % supérieure à ce que vous aviez décidé sous la précédente législature.
01.15 Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de eerste minister, u zegt dat wij de btw op de elektriciteit hebben verlaagd waardoor lonen en uitkeringen niet moesten worden geïndexeerd. U zegt verder dat u de btw hebt verhoogd en daarbovenop heeft u ook nog eens een indexsprong doorgevoerd. Volgens u voerde de vorige regering een verdoken indexsprong door.
Deze morgen hebben wij lessen gekregen in wiskunde. Daarstraks hebben wij lessen gekregen in fysica. Ik stel voor dat u die lessen nog eens nakijkt.
01.16 Eerste minister Charles Michel: Mijnheer de voorzitter, enkel de feiten.
Onder de vorige legislatuur werd de beslissing genomen om de btw op de elektriciteit te verlagen en dit werd geboekt als een opbrengst in de begroting als gevolg van de effecten voor de indexering. Deze regering heeft de beslissing genomen om voor 3,4 miljard euro minder fiscale en parafiscale druk te leggen op de mensen die werken, en dan in het bijzonder de lage en middenlonen.
Dat zijn de feiten!
01.17 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ga het niet over de geschiedenis hebben, want de indexkorf werd door de vorige regering ook nog gewijzigd door de solden, gsm’s en dergelijke meer.
Laat het ons echter hebben over deze regering. Wat u daarnet zei, collega Temmerman, klopt niet. Wij hebben wel gecompenseerd, vandaar dat het leefloon met 6 % is gestegen. Trek daar de indexsprong af en dan komt men nog steeds uit op zowat 4 % verhoging. Wij hebben de laagste pensioenen wel verhoogd. Wij hebben gepensioneerden wel vakantiegeld gegeven. Wij hebben fiscale maatregelen getroffen die de laagste inkomens ten goede zijn gekomen.
Een regering die de komende twee jaar vijf miljard euro meer uitgeeft in de sociale zekerheid – dit jaar twee en volgend jaar drie miljard euro – is geen sociale-afbraakregering maar een sociale-rechtvaardigheidsregering.
01.18 Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Verherstraeten, ik denk dat u ook het rapport van de armoedevereniging hebt gelezen. Mocht het allemaal zo goed gaan en mocht de armoede verminderen, zouden zij dit soort rapporten niet moeten schrijven. Misschien moet u dit nog eens lezen.
U zegt dat de laagste pensioenen verhoogd zijn, mijnheer Verherstraeten. Dat klopt. Maar hebt u ook de voorwaarden gelezen waaraan men moet voldoen om die laagste pensioenen te verhogen? Men moet een loopbaan hebben van 45 gewerkte jaren. Wie is daar het grootste slachtoffer van, mijnheer Verherstraeten? De vrouwen, want zij komen amper aan 26 jaar volledige loopbaan, of als het zeer goed gaat aan amper 30. U zegt nu dat de laagste pensioenen zijn verhoogd. Die zijn inderdaad verhoogd, heel uitzonderlijk, voor de mensen die een loopbaan hebben van 45 jaar. Voor heel veel mensen, waaronder alleenstaande vrouwen met kinderen die het nu zeer moeilijk hebben, is dat helemaal niet verhoogd en is er geen compensatie gebeurd.
Waar is het sociale gelaat waarover u altijd zo hoog van de toren blaast?
01.19 Servais Verherstraeten (CD&V): Ik ben al blij dat u erkent dat de laagste pensioenen verhoogd zijn. U zult ook niet ontkennen dat we vakantiegeld ter zake hebben gegund. U zult ook niet ontkennen, collega Temmerman, dat de taxshift en de fiscale wijzigingen ook een invloed hebben gehad op de netto-inkomsten van vele gepensioneerden ter zake.
Ik kom dan bij de fiscaliteit.
Ook inzake fiscaliteit vragen we inspanningen van de mensen, vooral van mensen met kapitaal. Als we een roerende voorheffing van 27 % verhogen naar 30 %, dan betekent dit dat de roerende voorheffing tussen 2011 en 2016 verdubbeld zal zijn. We verdubbelen het plafond van de beurstaks. We vermijden fiscale omzeiling via de interne meerwaarde in vennootschappen. We belasten de tankkaarten. Zeshonderd miljoen, vooral op mensen met kapitaal gericht.
Vorige week hebben wij inderdaad de discussie gevoerd over rechtvaardige fiscaliteit. Onze vraag kwam niet uit de lucht gevallen. Velen verwijzen soms naar aanbevelingen van de Europese Commissie, bijvoorbeeld wat de hervorming van de arbeidsmarkt betreft. Terecht. Maar wij lezen de aanbevelingen van de Europese Commissie in hun geheel. Zij bevelen ons ook een eenvoudige en rechtvaardige fiscaliteit aan, zoals het trouwens ook in het regeerakkoord is opgenomen.
Vorige week hoorde ik een collega opmerken dat de fiscale druk te hoog is en dat wij niet moeten zoeken naar wat wij nog meer kunnen belasten. Ik ben het daarmee eens. Ik krijg niet uitgelegd dat wij de fiscale druk nog fundamenteel meer zouden verhogen, maar ik krijg het evenmin uitgelegd dat een arbeider van een multinational die een overuur presteert en daarop belasting betaalt, terwijl de CEO van dezelfde multinational, wanneer hij aandelen ontvangt en daar meerwaarde op casht, daar geen belastingen op zou moeten betalen. Ik krijg dat niet uitgelegd. Ik krijg het zelfs niet uitgelegd aan een belegger die dividend ontvangt en daar 30 % taks op betaalt, terwijl een collega-belegger van hem in een vennootschap waar men geen dividend uitkeert en waar men de winsten oppot, waardoor de aandelen eigenlijk in waarde stijgen, geen belastingen zou moeten betalen als hij ze te gelde maakt. Hoe hoger wij de roerende voorheffing doen stijgen, hoe meer wij het andere laten. Zo creëren wij een discriminatie en onrechtvaardigheid. Ik vind echter ook, collega’s, dat wie risico’s neemt moet worden beloond. Wie zeer succesvol en zeer sterk is, mag daar ook een faire bijdrage extra in betalen.
Bij de aanvang van mijn betoog sprak ik over dingen die de regering niet heeft beslist. Ik kom bij de andere elementen die de regering ook niet heeft beslist en knopen die wij nog niet hebben doorgehakt: de hervorming van de vennootschapsbelasting, de belasting op de meerwaarden en aandelen en het activeren van spaargeld in de economie. Ik vind dit drie belangrijke dossiers, drie noodzakelijke dossiers, drie aanbevelenswaardige dossiers, elk van hen.
Ik richt mij tot de eerste minister. Ik zie dat de minister van Financiën even afwezig is, maar hij zal dadelijk wel terugkomen. Hij kent ter zake onze uitgangspunten. Een hervorming van de vennootschapsbelasting is noodzakelijk omdat wij als klein land niet op een eiland alleen leven en omdat ook landen rondom ons met die hervormingen ter zake bezig zijn.
Deze hervorming moet dan wel vooral gericht zijn op het bevorderen van de werkgelegenheid. Ze moet bovendien rechtvaardig en kmo-vriendelijk zijn. Tot slot — dat waren wij overeengekomen —, moet deze hervorming budgetneutraal moet zijn. Dat zijn vier belangrijke uitgangspunten.
Daar staat volgens mij nog een belangrijk uitgangspunt naast. De hervorming van de vennootschapsbelasting in ons land is belangrijk, maar als klein land in Europa hebben wij ook een stem te vertolken, in die zin dat wij als bevriende Europese landen elkaar niet de duvel mogen blijven aandoen met een race to the bottom. Succesvolle vennootschappen dienen, waar ook in Europa, een eerlijke bijdrage te betalen, zodat wij ons niet kapotconcurreren met een steeds maar dalende fiscaliteit.
01.20 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer Verherstraeten, u somt enkele voorwaarden op voor de hervorming van de vennootschapsbelasting, waarin ik mij kan terugvinden. Via de pers vernam ik evenwel dat die voorwaarden vervuld waren. Moet ik daaruit begrijpen dat de voorwaarden die u nu formuleert, niet vervuld waren in het voorstel van minister Van Overtveldt? Ik heb de minister horen zeggen dat de voorwaarden vervuld waren, dat het akkoord rond was en perfect budgettair neutraal, met tewerkstelling als extra bonus.
Als ik u goed begrijp, dan bent u het met die voorwaarden eens, maar als deze niet werden goedgekeurd door de regering en vandaag niet worden voorgelegd aan het Parlement, dan neem ik aan dat ze nog niet vervuld zijn in het voorstel van minister Van Overtveldt?
01.21 Servais Verherstraeten (CD&V): Collega Vanvelthoven, in verband met het dossier van het belangrijk drieluik heb ik vandaag al heel duidelijk het standpunt van onze fractie vertolkt. Wij zijn geenszins tegen een hervorming. Integendeel, wij zijn vóór een hervorming. De teksten van dat drieluik kunnen voor mij gerust op de regeringstafel komen als uitgewerkte ontwerpen met adviezen van diverse instanties, bijvoorbeeld de Nationale Bank en de Hoge Raad voor de Financiën. Het Parlement en desnoods ook het Rekenhof kunnen de teksten daarna bestuderen. Wij zullen geen risico’s nemen, maar wij gaan die hervorming evenmin uit de weg.
Ik ben blij dat u het eens bent met de uitgangspunten. Die uitgangspunten vind ik namelijk ook belangrijk voor een meerwaardebelasting op aandelen. Uiteraard hoort een dergelijke belasting ook rechtvaardig en kmo-vriendelijk te zijn. Dat is een van de redenen waarom wij hebben voorgesteld om de meerwaardebelasting niet voor kmo’s in te voeren. Wij hebben ook gepleit voor een belangrijke voetvrijstelling en voor een vrijstelling in geval van herinvestering, precies om te kunnen voldoen aan die uitgangspunten.
Ik meen dat het belangrijk is dat ook het derde luik wordt ingevuld: hoe kunnen wij spaargeld activeren om zo extra jobs te creëren? Elk van die drie dossiers dient voor meer economische groei en meer fiscale rechtvaardigheid.
Mijnheer de eerste minister, ik heb de dossiers samen genoemd, ik heb het een het drieluik genoemd. Een drieluik hangt aan elkaar. Vandaar dat ik ook tevreden was dat u gisteren stelde dat die dossiers hand in hand gaan. Ze dienen eigenlijk om elkaar te versterken. Voor ons zijn dit drie gekoppelde dossiers die wij samen met de regeringspartners wensen te realiseren, met respect voor ieders visie.
01.22 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer Verherstraeten, u zult mij wellicht vergeven dat ik, na alles wat er gebeurd is en al wat u daarover gezegd hebt, toch een kleine verduidelijking vraag, om zeker te zijn dat u het deze keer wel meent.
Wat betekent het voor CD& V dat die dossiers aan elkaar gekoppeld zijn? Betekent dit, als er een hervorming van de vennootschapsbelasting komt, per definitie een meerwaardebelasting? Of betekent dit soms dat men het samen bespreekt en eventueel het ene wel en het ander niet doet?
Ik meen dat het belangrijk is dat u daar vandaag duidelijkheid over brengt.
01.23 Servais Verherstraeten (CD&V): Collega Calvo, ik citeer de eerste minister. Ik moet even naar een andere pagina gaan. Ik zat aan de pagina over de vennootschapsbelasting, de meerwaardebelasting en het investeren van het actief, maar nu moet ik even naar bladzijde twee grijpen, waar staat: “Meer efficiëntie om jobs te creëren en meer rechtvaardigheid op fiscaal vlak, deze twee doelstellingen gaan hand in hand. Meer nog, ze moeten elkaar versterken”.
Collega Calvo, ik meen voldoende duidelijk te zijn geweest. En ik meen dat de voorbije week onze fractie en onze partij aan de regeringstafel ook voldoende duidelijk zijn geweest. Dit zijn drie goede dossiers, drie belangrijke dossiers en voor onze fractie en voor heel deze meerderheid zijn ze politiek gekoppeld. Ze zullen samen behandeld worden.
01.24 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer Verherstraeten, ik wil de pret niet bederven, maar ik wil uw voluntarisme toch enigszins intomen.
U zegt dat u deze week voldoende duidelijk bent geweest. Blijkbaar niet. Blijkbaar bent u niet voldoende overtuigend geweest. Trouwens, niet alleen ik zeg dat, ook Kris Peeters verklaart vandaag in de krant dat de premier blijkbaar niet doorhad hoe belangrijk de meerwaardebelasting was voor CD&V. Ik begrijp uw enthousiasme dus niet.
U hebt toch samen met mij gezien wie er heeft geapplaudisseerd. Wij stonden op het punt om te applaudisseren voor die eerlijke bijdrage voor de grootste vermogens, mevrouw Onkelinx heeft zich moeten inhouden, collega Kitir was ook bereid om te applaudisseren, maar uw eigen coalitiepartners niet. Dus ontstaat opnieuw de indruk dat u een kat in een zak koopt, dat u maar blijft toegeven en opschuiven en dat dit land dus blijft wachten, met dank aan CD&V, op een eerlijke bijdrage van de grootste vermogens. Als u uw ogen vandaag een beetje zou opendoen, dan zou u dat samen met ons vaststellen. Helaas, zou ik zeggen.
01.25 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, je voudrais profiter de la présence du premier ministre pour rappeler que, dans son discours, il est bien écrit: "ISOC/ encouragement à l’investissement/ impôt sur les actions y compris les plus-values." Mais ce n'est pas ce qu'il a dit hier. Monsieur le premier ministre, hier, sur ce trépied, comme vous l'appelez, vous n'en avez cité qu'un: encouragement à investissement.
L'enjeu est évidemment la priorité de pouvoir avancer sur ce que vous avez reporté à plus tard. C'est cela que les entrepreneurs de notre pays attendent. C'est cela que ceux qui travaillent à redresser le pays attendent. C'est ce à quoi vous vous étiez engagé la semaine dernière, en disant que cela vous prenait du temps, et que c'est aussi cela qui expliquait la crise gouvernementale. Vous alliez trouver des réponses et clairement vous engager pour les petites et les moyennes entreprises, pour la mobilisation de l'épargne vers l'économie réelle, ainsi que sur l'ISOC et la fiscalité. Et là, monsieur le premier ministre, nous sommes toujours gros-jean comme devant car ces décisions cruciales n'ont pas été prises.
01.26 Charles Michel, premier ministre: Monsieur le président, je suis interpellé, et avec grand plaisir, je réponds pour tenter de clarifier, si, sincèrement, certains n'avaient pas bien compris le message qui a été donné hier. Et je ne peux pas imaginer que certains feraient semblant de ne pas avoir compris. J'imagine qu'ils n'ont vraiment pas compris le message qui a été exprimé hier.
Deze regering houdt er een algemeen principe op na, dat is geen nieuw principe dat dateert van gisteren of eergisteren. Wij zijn ervan overtuigd dat een van de grote uitdagingen erin bestaat om twee belangrijke eisen, twee belangrijke engagementen, samen te brengen, namelijk rechtvaardigheid, dus een evenwicht zoeken, en economische efficiëntie. Ook bij de taxshift, een paar maanden geleden, beslisten wij om deze twee belangrijke engagementen inzake economische efficiëntie en rechtvaardigheid, aan elkaar te verbinden.
Pourquoi? D'une part, parce que nous avons concentré le tax shift sur la baisse des charges sur le travail au bénéfice des entreprises pour les inciter à embaucher et, d'autre part, parce qu'environ la moitié du tax shift a été consacrée au pouvoir d'achat spécialement des bas et des moyens salaires. Cela montre une efficacité économique d'un côté, et une justice fiscale, une équité fiscale, de l'autre.
Wij willen ons werk voortzetten. Mevrouw Fonck, wij hebben belangrijke bijkomende initiatieven en engagementen genomen. Zoals ik gisteren al zei, het gaat om zeven zeer grondige, substantiële strategische hervormingen voor de toekomst. Eén van die zeven hervormingen bestaat erin nog meer te doen, met als doel meer economische efficiëntie en tegelijk meer rechtvaardigheid.
Dans ce cadre-là, trois points importants ont été mentionnés tout à fait correctement par Servais Verherstraeten. Nous avons commencé depuis un certain temps déjà, avant l'été. Nous avons donné un mandat au ministre des Finances pour travailler sur l'impôt des sociétés. Nous avons même commencé à analyser des premiers textes de loi à cet égard dans les groupes de travail au sein du gouvernement.
Dans le même temps, nous avons considéré que nous devions aussi regarder comment aller plus loin sur ces enjeux-là en regardant comment mieux mobiliser l'épargne (270 milliards d'euros) et comment l'orienter vers l'économie réelle. Deuxièmement, nous étudierons l'agenda digital d'un côté, avec le soutien aux PME par exemple et troisièmement, la fiscalité sur les actions en ce compris les plus-values.
Sur le timing, je vois bien le petit jeu qui consiste à demander si c'est lié, si c'est assorti de conditions ou pas. Quelle est la réalité? On va tenter – et c'est la volonté politique des quatre partis – de progresser sur les différents sujets. Comme c'est chaque fois le cas pour un premier ministre, je devrai apprécier, à un moment donné, la maturité des dossiers, afin de les déposer sur la table du gouvernement avant de faire l'objet de décisions. C'est comme cela que nous allons travailler avec sérieux, en évaluant chaque fois les impacts positifs au regard des deux exigences que sont l'équité fiscale, la justice fiscale et l'efficacité économique. Ce que nous faisons, c'est du bon sens et c'est ainsi que ce gouvernement continuera à agir: avec bon sens!
01.27 Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, j'entends le premier ministre. En même temps, on ne sait toujours pas ce qu'il a à répondre quand on lui pose la question de savoir si, en l'absence de réforme de l'impôt des sociétés, il n'y aura pas non plus de taxation des plus-values. C'est cela que nous voulons savoir. Les deux dossiers sont-ils liés? Il nous semble comprendre que oui, mais vous ne le confirmez pas. Autrement dit, s'il n'y a pas de réforme de l'impôt des sociétés, le CD&V obtiendra-t-il néanmoins sa taxation des plus-values? C'est cela la question qui vous est posée, monsieur le premier ministre.
01.28 Charles Michel, premier ministre: C'est une vision – permettez-moi de le dire avec beaucoup de gentillesse, d'élégance et de délicatesse – extrêmement simpliste, extrêmement simpliste, monsieur Laaouej!
Nous travaillons sur des dossiers. On envisage les impacts positifs et on prend des décisions. Mais vous raisonnez effectivement d'une autre manière que nous. Nous l'avons constaté.
01.29 Ahmed Laaouej (PS): Je remercie M. le premier ministre pour son sens du compliment. Je l'accepte volontiers.
Mais vous conviendrez que réformer l'impôt des sociétés n'est pas mécaniquement lié à la fiscalité sur les plus-values. On peut très bien avoir une fiscalité sur les plus-values indépendamment d'une réforme de l'impôt des sociétés. Vous ne répondez donc pas à la question ou, plus exactement, vous y répondez en nous expliquant qu'en effet, en l'absence de réforme de l'impôt des sociétés, il n'y aura pas de taxation des plus-values. Les deux dossiers sont politiquement liés. Pourquoi avez-vous du mal à l'admettre? C'est assez simple à comprendre quand même!
01.30 Charles Michel, premier ministre: Monsieur Laaouej, ce qui compte pour nous, plutôt que les quelques jeux politiciens que vous voulez envisager, c'est la cohérence et l'efficacité des décisions pour la création d'emplois, pour l'activité économique et pour l'équité fiscale. C'est dans ce cadre-là que l'on va travailler, faire avancer le travail, la réflexion, les études et simulations sur l'ensemble des dossiers et nous veillerons en Conseil des ministres, le moment venu – le parlement en sera informé; ne vous inquiétez pas! – à prendre les décisions politiques sur le fond en toute cohérence, les dossiers les uns avec les autres.
01.31 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, je vous ai bien entendu parler du moment venu, du moment venu, du moment venu, mais vous n'avez rien dit de concret. En pratique, vous aviez toutes les possibilités pour concrétiser ces dossiers. Vous avez fait votre entrée politique au mois d'août, au mois de septembre avec un Plan national d'investissement. Pas un seul euro de votre budget n'est consacré à ce dernier. Rien n'est prévu pour la mobilité, pour le RER. Rien n'est prévu en matière énergétique. Rien n'est prévu pour le numérique ou l'innovation. Pour ce qui concerne la santé, pire encore, vous diminuez les budgets en particulier pour les hôpitaux. Pourtant, vous savez que des investissements dans ces domaines pourraient nous permettre de réaliser des économies demain.
Vous dites que vous verrez en temps utile. Vous savez que cela pose un problème politique comme vient de le dire de manière très diplomatique M. Servais Verherstraeten. J'ai lu Het Laatste Nieuws et De Morgen van vandaag. Le premier titre à la une a trait au choc des égos particratiques et des désaccords au sein de votre gouvernement.
Monsieur le premier ministre, quand ce gouvernement, qui est maintenant au pouvoir depuis deux ans, prendra-t-il effectivement des mesures économiques que nos petites et moyennes entreprises, les indépendants attendent? Qu'il s'agisse de l'ISOC, de mesures qui visent à rééquilibrer la fiscalité entre les multinationales et les petites et moyennes entreprises, l'épargne, un plan d'investissement public de relance, la question est de savoir quand vous comptez intervenir. Vous aviez la possibilité de le faire dans le cadre de cette déclaration de politique générale et vous ne l'avez pas fait.
01.32 Charles Michel, premier ministre: Monsieur le président, je ne veux absolument pas monopoliser la parole. Cette assemblée compte 150 parlementaires qui doivent pouvoir participer au débat. Cependant, je ne peux éviter de répondre à l'interpellation de Mme Fonck.
Tout d'abord, pour ce qui concerne le pacte d'investissement, une provision interdépartementale a bien été prévue. Elle sera notamment utilisée pour permettre d'accompagner le travail nécessaire pour procéder à la sélection des projets. Comme je l'ai dit hier, je souhaite que nous puissions avancer rapidement en la matière afin de concrétiser tout aussi rapidement ces éléments du pacte d'investissement. Tentons d'éviter les procès d'intention qui ne peuvent être étayés par des arguments.
Par ailleurs, je suis un peu perplexe. Où étiez-vous, madame Fonck, pendant deux ans? N'avez-vous pas vu que, durant ce temps, nous avons déposé 200 propositions de loi visant à réformer en profondeur le pays? Durant ces dernières années, quel est le gouvernement qui, à l'occasion d'une déclaration politique, a amené un budget et une réforme stratégique avec des textes de loi qui seront soumis, dans quelques jours, en Conseil des ministres? Quel est le gouvernement qui a pris autant de décisions en deux ans pour réformer structurellement notre économie et renforcer la cohésion sociale?
01.33 Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, u zal het mij niet kwalijk nemen dat ik mijn vraag toch tot de eerste minister richt.
Mijnheer de eerste minister, er blijven onduidelijkheden over het budget. Dat is hier al een paar keer vermeld. U weerlegt een en ander telkens, zoals ook nu met de discussie over het bedrag van 100 miljoen euro.
Mijnheer de eerste minister, het zou echter veel gemakkelijker zijn, mocht u ons de tabellen geven. Dan moesten wij niet over alle cijfers discussiëren. Dan zouden wij ze zwart op wit hebben en zouden wij een en ander niet moeten vragen. De vraag die hier gedurende de hele dag al een paar keer is gesteld, is wanneer wij nu uiteindelijk die tabellen krijgen.
01.34 Laurette Onkelinx (PS): Je remercie notre bouillonnant collègue M. Van Quickenborne, qui m'a dit simplement: "mais vous aussi, vous avez déjà conclu un deal". Je lui ai répondu que, oui. Cela fait évidemment partie du compromis politique. Au sein des différents partis d'un gouvernement, on conclut des deals, c'est évident. Reconnaissez-le tout simplement: vous avez conclu un deal, les uns et les autres, puisqu'il y a semble-t-il trois projets en même temps.
Ce qui inquiétant, c'est que votre premier ministre ne veut pas le dire. Cela signifie qu'il y a anguille sous roche, que quelque chose ne va pas et que vous êtes en train de tromper l'un des partenaires. Lequel? J'ai l'impression qu'une réponse va être apportée à très court terme.
01.35 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le premier ministre, je vous entends parler du plan national de relance d'investissements publics. Cet enjeu est majeur. Tous les niveaux de pouvoir sont concernés: les entités fédérées se sont engagées à avancer avec vous. Vous parlez aujourd'hui de 100 millions d'euros pour 2017.
Mais, monsieur le premier ministre, qui, dans toutes les gazettes, a expliqué que vous vouliez mettre plusieurs milliards sur la table? Plutôt qu'expliquer aujourd'hui que tout est fait et que tout est beau à travers votre budget 2017, vous devriez faire de ce dossier singulier, le plan national d'investissements, la priorité des priorités. Je regrette que votre budget ne contienne rien ou quasi rien à ce sujet, et je le redis.
01.36 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, j'aimerais faire le topo avec le gouvernement.
Il est à présent plus de 16 h 00. Sait-on, monsieur le premier ministre, quand les tableaux seront envoyés à l'Europe et quand nous allons les recevoir? Une partie des réponses se trouvera dans les tableaux et nous permettra d'éviter d'attendre et de poursuivre ce jeu de questions et de réponses, notamment par rapport aux chiffres des investissements et des engagements. Cela pourrait nous aider.
01.37 Sophie Wilmès, ministre: Le tableau budgétaire qui a servi de base aux discussions budgétaires a été déposé au parlement. Vous pouvez vous baser sur celui-ci pour intervenir en ce moment. Ce matin, vous faisiez référence au Draft Budgetary Plan (DBP). Ce document est différent. Il doit être envoyé à la Commission européenne. C'est un document particulier. Nous nous sommes engagés vis-à-vis du parlement et nous tiendrons parole: à la seconde où nous envoyons le DBP à la Commission européenne, nous l'enverrons en même temps au parlement. Nous avons encore jusqu'à ce soir pour le faire.
Je poursuis car j'ai vu votre réaction, monsieur Nollet. Ce n'est pas tout à fait correct. En effet, le DBP, comme vous le savez depuis le début, devait être envoyé à la Commission européenne le 15 ou le 17, alors que le débat budgétaire et celui sur l'état de l'Union devaient avoir lieu bien avant. Vous savez bien que le DBP ne fait pas partie des documents dont vous avez besoin pour débattre.
Vous n'avez pas besoin du DBP de la Commission européenne. Ce sont deux documents totalement différents, même s'ils sont liés bien entendu.
01.38 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, avez-vous officiellement reçu quelque chose?
Le président: Pas à ma connaissance.
01.39 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Merci, monsieur le président. Il faut aussi être correct, à un moment donné. Le président dit que nous n'avons encore rien reçu.
M. Borsus était présent en Conférence des présidents. Il nous a dit que le DBP nous serait transmis, parce que nous en avons besoin aujourd'hui. Depuis le début de ce débat, nous avons demandé de l'avoir en même temps. Je ne sais pas à quelle heure ferment les services de la Commission: 17 h 00, 18 h 00, 19 h 00? Mais nous l'aurons, je suppose, quand même aujourd'hui.
La dernière fois que nous avons eu cette discussion, c'était avec M. Jamar. Et puis, il y a eu un problème avec la photocopieuse. J'espère que nous ne serons plus dans ce genre de situation et que nous pourrons y voir clair.
Donnez-nous une heure, madame la ministre. Je
ne vous demandais pas de nous confirmer ce que M. Borsus nous avait déjà
dit en Conférence des présidents. Ce que je vous demandais, c'était de nous
indiquer l'heure à laquelle nous recevrions ce document européen. Merci.
01.40 Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik zou gewoon aan mevrouw de minister het volgende willen opmerken.
U wijst erop dat de regering van Europa uitstel tot vanavond heeft gekregen en dat de dag tot middernacht duurt. Ik wil u er echter aan herinneren dat er ook een Belgische wetgeving is. Eigenlijk moest de begroting volgens de Belgische wet voorbije zaterdag 15 oktober 2016 zijn ingediend. Dat staat zo in de wet. Daarin bent u dus ook niet geslaagd.
Het is toch maar normaal dat het Parlement naar aanleiding van de huidige discussie vraagt waarop het gewoon recht heeft. Ik herhaal dat de wet bepaalt dat de begroting voorbije zaterdag 15 oktober 2015 moest zijn ingediend. Eigenlijk hadden wij de tabellen dus zaterdag moeten krijgen.
01.41 Sophie Wilmès, ministre: Je ne peux que vous répéter ce que je viens de vous dire!
Vous avez reçu un premier tableau. En ce qui concerne le DBP, qui est un document particulier, vous le recevrez au moment où nous l'enverrons à la Commission européenne.
Vous devez savoir que le DBP ne concerne pas uniquement le budget de l'Entité 1, donc de l'État fédéral, mais concerne aussi le budget des Régions. Nous avons reçu les documents relatifs à la Région bruxelloise il y a une heure et demie! Nous travaillons en bon ordre. Une fois que le document sera complété, terminé, je vous garantis qu'on l'enverra au parlement à la seconde où on l'envoie à la Commission. Nous nous sommes engagés à le faire!
01.42 Servais Verherstraeten (CD&V): Collega’s, deze regering heeft de ambitie de economie ook op een andere wijze te versterken, namelijk door de hervorming op de arbeidsmarkt. Zij geeft het gepaste antwoord. De maatregelen inzake werk en wendbaar werk beogen twee doelstellingen: hoe combineren wij arbeid en gezin, en hoe kunnen wij soepeler inspelen op economische vragen van de werkgever?
Dit is een zoektocht naar evenwicht tussen werkbaar werk en economische flexibiliteit. Hierin, dat is afgesproken, zal een belangrijke rol blijvend weggelegd zijn voor de sociale partners, op sectorniveau en op ondernemingsvlak. Zij zullen mee akkoorden moeten afsluiten over de concrete invulling ervan.
Mijnheer de eerste minister, u bracht gisteren meer dan terecht hulde aan de slachtoffers en aan de mensen die op het terrein fantastische inspanningen hebben gedaan na de pijnlijke aanslagen in ons land. Dit leert ons dat veiligheid een topprioriteit van deze regering is en zal blijven en dat deze regering, met de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken op kop, gepaste maatregelen neemt om terreur te voorkomen waar het kan, en om terreur te bestraffen waar het moet.
Collega’s, absolute veiligheid bestaat niet. Wij moeten de onveiligheid beperken waar dat mogelijk is, maar dat doen wij zonder fundamentele mensenrechten in te perken.
Mijnheer de eerste minister, u hield gisteren zeer consequent een discours dat wij onderschrijven: een samenleving kan alleen sterker worden als wij mensen verbinden, als wij bruggen bouwen en geen muren.
Collega’s, het zou u verbazen mocht ik niet ook over dat ene dossier beginnen. Gisteren heb ik veel rumoer gehoord in deze assemblee, toen de eerste minister zijn engagement uitsprak een oplossing voor de ARCO-coöperanten uit te werken in de loop van 2017. Ik heb hier de wildste verhalen gehoord over een koppeling met andere dossiers.
Ook hier stel ik vast dat geruchten en speculaties ruimschoots de realiteit overstijgen. Ik was verbaasd over uw verbazing.
Dit zijn afspraken die werden gemaakt bij de regeringsvorming. Dit zijn afspraken die in het regeerakkoord staan en die de premier bij zijn inauguratie ook heeft uitgesproken. Dit werd herhaaldelijk door diverse leden van de meerderheid van verschillende politieke partijen gezegd. Die afspraken zullen worden gerespecteerd, met respect voor de grenzen van de Europese Commissie.
Collega's, laat ons even terugkijken. Laten we dan ook niet de engagementen vergeten die vorige regeringen omtrent dit dossier zijn aangegaan en die ook dit Parlement, toen zelfs met steun van buiten de meerderheid, is aangegaan en de wet en de waarborgregeling heeft goedgekeurd. Ik meen dat de ARCO-coöperanten voldoende lang hebben gewacht en ik dank u, mijnheer de eerste minister, voor dat terechte engagement. Nu de vereffening nakende is, denk ik dat de tijd is gekomen om knopen door te hakken.
Wij hebben een bewogen jaar achter de rug: vluchtelingencrisis, aanslagen, burgeroorlog in Syrië, de brexit en massale ontslagen bij bedrijven. Veel mensen zijn onzeker en vragen of ze het morgen wel beter zullen hebben. De vraag is hoe wij hiermee politiek moeten omgaan. Dan zijn er verschillende antwoorden mogelijk. We kunnen ervan uitgaan dat de problemen vanzelf verdwijnen, we kunnen ons terugplooien op onszelf, we kunnen de schuld op de anderen schuiven. Dat zijn mogelijke opties, maar dat zijn niet de opties van deze regering.
Wij hebben de plicht om mensen een perspectief te bieden door duidelijk te stellen dat wij die uitdagingen wel aankunnen, door onze schouders er samen onder te zetten en door iedereen een redelijke bijdrage te laten leveren. Dan kunnen we tegenstellingen overbruggen, dan kunnen we meningsverschillen overbruggen, dan kunnen we mensen sterk maken door hen aan een job te helpen, wat de regering doet; door ondernemers te steunen, wat deze regering doet; door noodzakelijke besparingen en nieuwe evenwichten rechtvaardig te verdelen en de zwaksten te ontzien, wat deze regering doet en door maximaal de veiligheid van de mensen te garanderen, wat deze regering doet.
Om die redenen bieden wij u het vertrouwen aan, mijnheer de premier.
01.43 Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega’s, de heer Verherstraeten heeft op het einde van zijn uiteenzetting verwezen naar de moeilijke internationale context waarin wij de afgelopen weken en maanden een beleid hebben moeten voeren. Hij heeft verwezen naar conflicten, naar de brexit, de situatie in Syrië.
Ik wil vandaag toch beginnen met een lans te breken voor de rol die ons land altijd heeft gespeeld in het kader van de Europese integratie. Wij behoren tot de founding fathers van Europa. Wij hebben altijd, al de generaties aan ons voorafgaand, die Europese droom gekoesterd en ook het principe van het vrij verkeer van mensen, diensten en kapitaal gehuldigd. Ik denk dat het belangrijk is om daaraan vandaag te herinneren, op een ogenblik dat men aarzelt, meer bepaald in ons land, om een vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie en Canada goed te keuren.
Ik wil daarmee beginnen, omdat ik denk dat de Europese integratie en ook die internationale positie van ons land ontzettend belangrijk is voor onze toekomstige economische groei en dus ook welvaart.
Wij hebben in de geschiedenis, mijnheer de eerste minister, in dit land, in deze contreien, de grootste welvaart gekend op het moment dat ons land met een open blik, met een open mind, handel dreef met de rest van de wereld. Wij hebben op dat vlak economische successen kunnen boeken, maar ook op het vlak van cultuur. Ik verwijs naar roemrijke periodes in de geschiedenis. Het is door niet door muren op te zetten of door grenzen te sluiten dat wij onze economie een dienst bewijzen. Ik denk dat wij dat principe vandaag nog eens naar voren moeten schuiven omdat de handel voor de EU een exclusieve bevoegdheid is.
Wij kennen een ingewikkelde staatstructuur waarin verschillende parlementen dergelijke akkoorden moeten ratificeren, maar eigenlijk had dat niet gemoeten. Eigenlijk heeft de Commissie hier een zeer beperkende rol, een zeer restrictieve interpretatie gevolgd door te zeggen dat elke lidstaat dat afzonderlijk moest ratificeren. Handel is eigenlijk een exclusieve bevoegdheid. Dan wordt men de speelbal van sommigen, sommigen ook die dat dossier zouden kunnen gebruiken voor interne politieke doelstellingen. Ik denk dat dit mogelijk is en men zich dan eens de vraag moet stellen of een vrijhandelsakkoord met Canada wel de goedkeuring kan krijgen van landen zoals Griekenland. Ik verwijs naar de heer Tsipras, niet bepaald een ideologische bondgenoot van de liberalen. Ik verwijs naar andere landen, die allemaal zeggen dat onze economie in Europa dit nodig heeft, want anders dreigt die economie een ‘oud’ continent te worden, een continent dat zou kunnen ‘scleroseren’.
Men heeft erop gewezen dat er een zwakke economische groei is in ons land. Die zwakke economische groei kenmerkt op dit ogenblik eigenlijk een beetje heel de Europese Unie, in mindere of meerdere mate. Er zijn landen die de voorbije jaren zwaardere klappen hebben gekregen en nu natuurlijk sterker groeien. Wij hebben die groei altijd min of meer kunnen handhaven, maar die groei situeert zich op een te laag niveau. Daarom moeten Europa en zeker ons land handel kunnen drijven naar Canada. Wij zijn geen protectionisten. Wij geloven in de successen van een economische handelspolitiek en die moeten wij veiligstellen.
De demarches van de komende uren en dagen zullen hopelijk succes opleveren. In het uiterste geval zou ik u willen suggereren om de minister van Buitenlandse Zaken zijn handtekening te laten plaatsen onder dat akkoord en dan zullen we wel zien wie jurisdictionele procedures zal uitputten om zijn gelijk te bewijzen. Voor de economie geldt echter first things first. Dit is voor ons een prioriteit!
Mijnheer de eerste minister, men verbindt hier allerlei conclusies aan uw balans na twee jaar. Ik zou namens mijn fractie heel duidelijk willen zeggen dat u blijft inzetten op jobcreatie en daarvoor hebt u onze steun. Een job is nog altijd de beste sociale bescherming. Men schijnt dat soms te vergeten. Sommigen staren zich misschien blind op deze of gene uitkering. Wat dat betreft, moeten wij niet blozen. Wij zullen altijd voor de zwaksten in de samenleving klaar staan.
Activeren, komen tot zelfredzaamheid, zorgen dat meer mensen aan de slag gaan en zorgen dat zij met zijn allen de schouders onder onze economie zetten om op die manier te basis te creëren voor toekomstige welvaart en welzijn, is de basis van uw beleid. U bent daarin geslaagd met twee stevige taxshifts en ik wil dat nog even heel duidelijk maken: het verlagen van de belastingen voor mensen die werken en het verlagen van de lasten voor mensen die werk geven. U verlaagt de lasten voor mensen die werken, zodat werken interessanter zou zijn dan niet-werken. U hoort mij hier geen beschuldigende vinger uitsteken naar welkdanig profitariaat dan ook, maar soms is het voor iemand interessanter om een passende betrekking te weigeren omdat de optelsom van de uitkeringen die men kan cumuleren of maximaliseren door niet te werken, in zijn situatie interessanter is.
Collega’s, daarom moeten wij de pensioenen, de uittredingsstelsels en ook de arbeidsmarkt hervormen. Wij creëren immers jobs, maar wij moeten soms vaststellen dat wij geen mensen vinden om die jobs in te vullen.
Wij maken ook de sociale zekerheid – ik zeg dit in aanwezigheid van de minister van Sociale Zaken – en de gezondheidszorg efficiënter.
Men mag het draaien of keren hoe men wil en opperen dat het niet om volwaardige jobs of vastbenoemde betrekkingen bij de overheid gaat, daarover gaat het eigenlijk niet. Ik merk dat vandaag landen als Duitsland, Nederland en de Scandinavische landen er effectief in zijn geslaagd de jobcreatie aan te zwengelen en ervoor te zorgen dat globaal meer mensen aan de slag gaan. 76 000 nieuwe jobs in twee jaar tijd is een nettojobcreatie. Ik wil ook de nadruk leggen op het feit dat het voornamelijk om privéjobcreatie gaat. Daar gaat het om. Het gaat daarbij zowel om jobs voor laag-, midden- en hooggeschoolden.
Mijnheer de eerste minister, er waren nog nooit zoveel starters en zelfstandigen, maar liefst 20 000 in 2015 en 2016. Bijgevolg daalt de werkloosheid dus globaal.
Heel belangrijk om de privéjobcreatie te laten doorgaan, is natuurlijk onze loonhandicap, die uw regering, voortgaande op vorige inspanningen – ik ben ter zake objectief – effectief tot 10 % heeft teruggedrongen. Het eerste wat nodig is om een goede swingende economie te hebben, zijn bedrijven die concurrentieel en competitief zijn. Voor het eerst sinds 2008 vertoont onze handelsbalans ook een overschot. Wij stellen tevens vast dat de bedrijfsinvesteringen opnieuw aantrekken en gemiddeld met 4 % groeien.
Een heel belangrijke vaststelling die ik ook nog even duidelijk wil maken, is dat de koopkracht van de mensen stijgt. Wij lezen de rapporten van de Nationale Bank van België en van andere instituten. Er kan naar andere maatregelen, ook op het niveau van de regio’s, worden verwezen en stellen dat ze tot hogere retributies en tot zwaardere facturen aanleiding hebben gegeven. U mag dat allemaal opnoemen. Het nettoresultaat is evenwel dat de koopkracht stijgt.
Met andere woorden, de regering zet volledig op die koopkracht in. Niet alleen bedrijven creëren immers groei. Ook consumenten creëren groei.
Is alles euforie? Is alles triomfalisme, zoals door de linkerzijde werd gesteld en gesuggereerd? Het zou alleen om hoeraberichten gaan. Nee, het zijn niet alleen maar hoeraberichten. Er zijn in de voorbije weken en maanden zware economische tegenvallers geweest.
“Vous n'avez pas le monopole du cœur.” Dat is een uitdrukking die Giscard d'Estaing gebruikt heeft. Op alle banken van deze Kamer en in alle lagen van de maatschappij zijn mensen gechoqueerd als er zaken gebeuren zoals bij ING en Caterpillar. Dat raakt ons allemaal zeer diep, maar in een open economie is daar geen wondermethode voor. Wij kunnen geen wet goedkeuren met als eerste artikel dat bedrijven hier moeten investeren, als tweede artikel dat bedrijven niet failliet mogen gaan en als derde artikel dat bedrijven een bepaald aantal jobs op jaarbasis moeten creëren. Wij kunnen alleen maar een kader creëren binnen hetwelk die ontwikkeling mogelijk is.
Ik kijk naar collega Kitir. Toen ik in de politiek begon, sloten in mijn provincie de Kempense steenkoolmijnen. In mijn provincie was het de absolute overtuiging toen dat het nooit meer zou worden wat het geweest was. Er was een conservatieve reflex. Er waren vijf nationale sectoren, weet u nog? Staal was daar ook een van. Voor mijn provincie was die sector ook belangrijk, want veel mensen uit Limburg gingen in het Luikse werken. Wij hebben gezien wat er gebeurd is met de vijf nationale economische sectoren, maar wij hebben ook gezien dat, na de sluiting van de KS in Limburg, een nieuwe economische ontwikkeling zich heeft kunnen voltrekken.
Toen Ford Genk sloot, was dat voor mij ook een mokerslag. Duizenden mensen verloren hun baan, maar vandaag moeten wij vaststellen dat de economie er toch in geslaagd is om een groter jobaanbod te creëren dan vóór de sluiting van Ford Genk. Dat wil dus zeggen dat wij positief moeten blijven denken. Er zijn moeilijkheden, maar er zijn ook altijd mogelijkheden. Wij moeten blijven geloven in de veerkracht van de economie. Daarom moeten wij kansen geven aan onze economie. Ik ben heel bewust begonnen met de vrijhandelsakkoorden. Die kunnen daarvoor enorm veel diensten bewijzen.
Zeg mij niet dat de brexit geen gevolgen heeft voor onze economie, want ons land is sterk afhankelijk van onze relatie met het VK. Dat zijn dus allemaal zaken die meegespeeld hebben. Wij moeten echter geen schrik hebben – ik kijk naar de minister van Digitale Agenda – van een aantal nieuwe fenomenen. De mensen hebben schrik van digitalisering, zeker in de context van ING. Vroeger was men ook bang door de uitvinding van de stoommachine. Mensen waren waarschijnlijk ook bevreesd voor de boekdrukkunst. Er zijn altijd nieuwe zaken op de markt gekomen die de economie fundamenteel hervormd hebben. Wij moeten die zaken omarmen in plaats van te denken dat wij die kunnen tegenhouden.
Daarmee kom ik tot mijn derde punt, mijnheer de eerste minister: als wij weten wat de mogelijkheden van de digitalisering zijn, dan moeten wij die ten volle grijpen en de zaken niet proberen tegen te houden. Wij moeten ervoor zorgen dat onze mensen goed opgeleid zijn, zodat zij van die mogelijkheden effectief kunnen gebruikmaken.
Daarom zeg ik ook dat wij verder moeten blijven hervormen. Dat is mijn volgende punt. Ik weet dat voor de Europese Commissie de cijfers belangrijk zijn, maar de hervormingen zijn ook belangrijk. Kunnen wij aantonen dat wij onze arbeidsmarkt voldoende flexibiliseren? Kunnen wij komaf maken met systemen die mensen veeleer uit het arbeidsproces weghalen in plaats van hen te motiveren of te stimuleren om eraan deel te nemen? Hoe zit het met onze loonhandicap?
Soms kijken mensen alleen maar naar wat niet in een akkoord staat, maar ik kijk naar wat er wel in het akkoord staat. En ik ben blij, want ik kom tot de vaststelling dat de e-commerce eindelijk een doorbraak vindt. Ik kijk opnieuw naar mijn collega uit Limburg. Mij doet het pijn aan het hart dat door het feit dat wij regels hanteren waardoor de nacht in ons land op een ander uur begint dan de nacht in Nederland, er een hele economische boom is over de grens. Via internet — wij kunnen dat niet verbieden of tegenhouden, en wij zouden het ook niet willen — doen wij bestellingen die constant geleverd worden door Nederlandse bestelwagens, door Nederlandse firma’s of door de Nederlandse post. Eindelijk, zou ik zeggen, is er daar een doorbraak, zodat wij in die markt ook honderdduizenden jobs in ons land zullen kunnen creëren.
Een tweede voorbeeld, zo belangrijk voor onze economie, is de competitiviteit en de loonhandicap. Wij hebben onder de vorige regering belangrijke stappen gezet om onze economie competitiever te maken. Ik verwijs naar het competitiepact, dat nog onder gewezen premier Di Rupo tot stand is gekomen, met inderdaad, collega Verherstraeten, een aantal ingrepen in de korf van de index om er inderdaad voor te zorgen dat wij de loonkostenhandicap zouden kunnen overbruggen. Collega’s, er is echter ook zoiets als een historische loonhandicap. Er bestond in ons land al een handicap voor de wet van 1996. Die wet krijgt nu eindelijk tanden, zodat in de toekomst loonpolitiek en loonaanpassingen zullen genegotieerd worden, rekeninghoudend met correctiemechanismen, die zullen gerespecteerd worden, zodat de loonkostenhandicap niet opnieuw uit de pan swingt.
Mijn volgende punt is het annualiseren van de arbeidstijd. Wij hebben daar maanden en maanden over gepraat, maar nu is het een feit, uitgaande van het overleg met de partners, dat wij nog steeds respecteren, maar vanuit een zeker subsidiariteitsprincipe op het niveau van de onderneming.
Als men dat doet, dan moet men effectief een bepaalde loonmassa, een aantal uren, respecteren. Wat is er in godsnaam op tegen als een onderneming de ene week bepaalt dat het alle hens aan dek is en dat er wat meer wordt gewerkt, terwijl het een andere week wat kalmer kan? In het kader van de annualisering wordt het evenwicht globaal gerespecteerd en worden werkgevers niet gejaagd naar overloon, wat opnieuw de concurrentiepositie zou kunnen dwarsbomen.
Is dat bovendien geen goede zaak voor kwalitatief werk, voor mensen die liever een aantal dagen thuis willen werken om hun werk te kunnen combineren met zorg voor het huishouden of met zorg voor een zieke ouder of een ziek kind? Dat zijn allemaal zaken die ertoe kunnen leiden dat mensen meer voldoening puren uit hun arbeid. En daardoor zorgt men uiteindelijk voor meer flexibiliteit en geeft men aan de mensen meer vrijheid om keuzes te maken, keuzes die zij zelf willen maken. Wij dachten dat dit allemaal niet kon, niet mocht, niet productief en niet efficiënt was in ons land, omdat er een stringent kader is en dat al wie daar niet aan beantwoordde eruit zou liggen.
Ik geef drie voorbeelden omdat ik denk dat ze belangrijk zijn op het vlak van het imago van uw regering, om een hervormingsregering te zijn. Ik heb het aanstonds ook nog over de cijfers.
Deze hervormingsregering kan zeggen dat inderdaad de e-commerce, de loonkostenhandicap, de wet van 1996, de annualisering van de arbeidstijd belangrijke projecten zijn, waarvan ik aanneem dat het Parlement er zich weldra over zal kunnen uitspreken. Niemand kan beweren dat vakbonden en werkgevers hier geen ernstige kans hebben gekregen om er akkoorden over te sluiten. Wij hebben de kans geboden aan het sociaal overleg, maar als in een gezonde parlementaire democratie het sociaal overleg niet tot resultaten leidt, komt het aan de politiek en aan het Parlement toe om beslissingen te nemen.
Konden er nog andere hervormingen aan uw indrukwekkende lijst van gisteren worden toegevoegd? Ik denk het wel. Op het vlak van fiscaliteit heb ik ook nog wel een aantal ideeën, en ik denk velen. Een aantal van die zaken moet nog grondig worden bekeken, ook na de simulaties.
Dan kom ik tot de drie dossiers waaraan de voorbije dagen veel aandacht werd besteed. Ik denk onder meer aan de hervorming van de vennootschapsfiscaliteit. Ik denk uiteraard ook aan de fameuze meerwaardetaks. Ik denk ook aan de maatregelen die door mijn fractie werden voorgesteld om ervoor te zorgen dat er veel meer spaargeld zou kunnen geïnvesteerd worden in onze economie.
Laat mij met het laatste beginnen. Ik heb goed geluisterd naar de heer Cooreman en ik heb hem ook zeer graag gelezen. Ik ga even terug in het verleden. In de periode 1981-1985 heeft dat wel een boom gegeven aan onze economie. Nu zitten wij Europees met een andere realiteit en de heruitgave van zo’n wet kan helaas niet meer, maar met de indexingrepen toen en met de boost die gegeven is door de wet-Cooreman-De Clercq hebben wij gezien dat wij in de jaren 1983-1985 over een springlevende economie beschikten.
Wij moeten dergelijke maatregelen opnieuw kunnen overwegen, gelet op de 260 miljard die geparkeerd staat op spaarboekjes en op het investeringspact dat u naar voren hebt geschoven. U zei dat wij meer zouden moeten kunnen investeren in ons land. Ik verwijs naar een andere eminentie, professor Moesen, die uitging van het onderscheid tussen lopende uitgaven en kapitaalsuitgaven. Het is niet logisch dat wij investeringen op dit moment door de stringente Europese regels voor hun totaliteit in één en hetzelfde begrotingsjaar moeten opnemen. Dat heeft ook een rem op publieke investeringen gezet. De Europese Unie — ik verwijs naar het plan-Juncker — heeft ook aangetoond dat investeringen in sectoren als telecommunicatie, digitalisering en infrastructuur cruciaal zijn om onze economie effectief te kunnen vernieuwen.
Het is belangrijk dat dit aspect onder ogen wordt genomen, want er was een zekere contradictie, mijnheer de eerste minister. Als men vaststelt dat nu 30 % roerende voorheffing wordt betaald en dat niets wordt betaald op de meerwaarde van aandelen, dan ben ik wel bereid om eens te onderzoeken of wij een slimme politiek kunnen bedenken waarin wij alleszins geen rem opwerpen voor mensen die hun spaargeld in de economie willen investeren. Men kan aan de ene kant mensen niet oproepen om aandeelhouder te worden, en tegelijk klaarstaan met de hamer om hen te penaliseren. Met een mix van maatregelen moeten wij er in ons land, met een berg slapend spaargeld, in kunnen slagen om de spaargelden te mobiliseren, in te zetten en te vertalen in productieve investeringen in de economie.
Een dergelijke aanpak moet worden onderzocht alvorens — ik zeg dat in alle kalmte — in de gauwte weer een nieuwe taks wordt goedgekeurd, waarbij ik mij de vraag stel wat de bedoeling van sommige collega’s aan de linkerzijde is.
Ik hoor hier de roep naar meer rechtvaardige fiscaliteit. Als ik zeg “ter linkerzijde”, dan vult iedereen dat in zoals hij dat wil invullen, collega Vanvelthoven. Meer rechtvaardige fiscaliteit, ik ben daar ook voor. Ik heb hier vorige week gezegd dat ik de huidige fiscaliteit te hoog vind, te penaliserend. De huidige fiscale druk in ons land – hoewel hij nu zakt – is nog altijd bij de hoogste voor sommige aspecten, mijnheer de minister van Financiën. Een aanpak van er gewoon nog iets bij te doen zodat het sociaal geweten dan gesust is, vind ik geen goede aanpak. Ik vind dat geen goede aanpak omdat het complexer is dan dat.
Ik wil nog even heel duidelijk maken dat wij volgens internationale rapporten de meest herverdelende fiscaliteit hebben. 10 % van de grootste verdieners betalen ongeveer 45 % van alle belastingen. De 50 % laagste verdieners betalen slechts 7 % van die belastingen. Daardoor zijn wij een van de minst ongelijke landen van de OESO. Ons land heeft in totaal 15 miljard aan vermogens- en vermogenswinstbelastingen. Wij kennen systemen – die zijn zo gegroeid – van successierechten, schenkingsrechten, roerende voorheffing, onroerende voorheffing…noem maar op. Men vergeet in de discussie vaak dat op alle componenten om een vermogen te vormen eigenlijk al eens belasting is betaald.
Wat mij dan zeker van het hart moet, mijnheer de voorzitter, is dat het lichtzinnig is te denken dat men alle problemen dan heeft opgelost. In sommige simulaties lees ik dat dit 70 à 80 miljoen opbrengt. Als ik sommigen hier hoor, dan moeten alle besparingen uit het verleden worden teruggeschroefd, dan heb ik geen enkel departement gehoord dat volgens sommige oppositiefracties in aanmerking zou kunnen komen voor meer besparingen, dan is elke besparing die men doet in de sociale zekerheid of in de gezondheidszorg een kaakslag. Dat moet natuurlijk onmogelijk worden gemaakt. Toch zou men met zo een belasting alle budgettaire problemen waarmee dit land geconfronteerd wordt kunnen oplossen. Ik zou zeggen, Simplicissimus is niet dood, mijnheer Calvo, Simplicissimus is springlevend en hij zit hier voor ons.
Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister van Financiën, mijn fractie is helemaal bereid om met een open blik te kijken naar deze dossiers. Wij hebben ter zake geen taboes, wij staan open voor verdere hervormingen op dat vlak.
Wij hebben echter een uitgangspunt: het moet goed zijn voor de economie. Fiscaliteit is een te belangrijke en te delicate materie om ook het buitenland en eventuele buitenlandse investeerders constant wisselende signalen te geven.
Als wij spreken over een hervorming van de vennootschapsbelasting, dan moeten wij voor goede simulaties zorgen, zodat er een minimumbelasting ingevoerd wordt voor de grotere bedrijven, maar vooral zodat de kmo’s er niet de dupe van zouden worden. Voor ons is dat belangrijk. Wij zullen beide dan ook samen doen.
Mijnheer de premier, mevrouw de minister van Begroting, tot slot wil ik in verband met de begroting opmerken dat het begrotingsjaar 2016 een moeilijk, problematisch jaar was. Enkele hervormingen en maatregelen raakten moeilijk uitgerold. Wij blijven in 2016 volgens mij flirten met de 3 %-grens van Europa. Als ik de begrotingsjaren 2016 en 2017 samen bekijk, dan denk ik dat wij kunnen zorgen voor een verbetering met 1,2 %, namelijk 0,6 % op jaarbasis, zoals Europa ons oplegt. Mevrouw de minister, ik begrijp dat u ook in een buffer voorziet van 739 miljoen.
Ik stel vast dat de ene fractie al wat meer budgettair geobsedeerd is dan de andere. Toch wil ik u duidelijk maken dat een begroting in evenwicht het streefdoel moet blijven voor uw ploeg. Een begroting in evenwicht, met de cijfers op orde, is volgens mij namelijk ook al een belangrijk instrument om vertrouwen te wekken in onze economie. Het ene kan niet zonder het andere: de begroting moeten we op orde krijgen en tegelijk moeten wij werken aan bepaalde sociaal-economische hervormingen.
Ik wil nog een opmerking maken over het veiligheidsgegeven. Mijnheer de eerste minister, u hebt daar gisteren uitvoerig bij stilgestaan.
Na de aanslagen in Parijs, na Verviers, en zeker na Maalbeek en Zaventem, heeft uw regering een pakket maatregelen aangekondigd. Die maatregelen raken stilaan vertaald in de daartoe opgerichte bijzondere commissie Terrorisme. Daarnaast is er nog een parlementaire onderzoekscommissie die in de komende weken en maanden hard zal werken om nieuwe maatregelen uit te denken, altijd met één restrictie voor ogen: wij mogen niet in de val trappen van diegenen die er eigenlijk op uit zijn de fundamentele waarden van onze rechtsstaat onderuit te halen. Het grootste plezier dat men terroristen en organisaties als IS kan doen, is het principe van de scheiding van de machten en het principe van de onafhankelijke rechtsstaat met de voeten te treden. Wij mogen niet in die val trappen.
Wij moeten maatregelen nemen, wij moeten in budgetten voorzien, en dat doet u ook. Maar voor mijn fractie is er altijd één fundamenteel uitgangspunt: bij bepaalde onderzoeksmethoden, zeker wanneer men overgaat tot het aanhouden van mensen, wanneer men mensen berooft van hun vrijheid, is er voor mijn fractie, en ik zal daar nooit van afstappen, een toetsing door een magistraat nodig.
In het verleden hebben wij periodes meegemaakt, ik verwijs ook na de periode na de Tweede Wereldoorlog, waar wij konden zien tot welke excessen, na de excessen van de oorlog, de andere beweging heeft geleid. Wij hebben gezien dat burgemeesters niet bestand waren tegen de druk van de maatschappelijke opinie op dat ogenblik.
Vandaar: houd het hoofd koel, en zorg ervoor, wanneer u nog nieuwe maatregelen overweegt, dat u altijd die toetsing maakt. Privacy is een fundamenteel recht. Veiligheid is natuurlijk ook een fundamenteel recht. Maar wij zullen geen betere veiligheid krijgen door onze privacy overboord te gooien. Ik meen zelfs: integendeel. Laten wij die fout niet maken. Laten wij waken over deze belangrijke uitgangspunten.
Mijnheer de eerste minister, ik denk dat het moeilijke weken zijn geweest voor u en uw ploeg, maar u staat hier en presenteert ons een programma dat op budgettair vlak orde op zaken stelt en het schip op koers houdt. Door de hervormingen die u voorstelt, geeft u blijk een hervormingsregering te zijn. Mijn fractie hecht daaraan ook heel veel belang.
De cijfers zijn bemoedigend. Ik ben ervan overtuigd dat, als wij nog een tandje zouden kunnen bijsteken en ook die andere werven tot een goed einde zouden kunnen brengen, wij daarvan de economische resultaten zouden kunnen plukken. Meer jobs, jobs, jobs, jobs blijft het uitgangspunt voor mijn fractie.
Doe verder, zie niet om, good luck, u hebt onze steun.
01.44 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, beste minister, beste premier, dit was geen gewone regeringsverklaring. Deze regering is met het zweet op het voorhoofd over de meet gestrompeld. Deze regering viert – ik citeer de premier: “wat ons verenigt is sterker dan wat ons verdeelt” – maar het is de verdeeldheid die deze regering verbindt.
Jullie vieren vandaag feest, maar de Belgen vieren niet met jullie mee. In plaats van deze begroting te gebruiken om een eerlijk evenwicht in jullie beleid te forceren, zijn er opnieuw de zieken, de werknemers, de gepensioneerden die ervoor moeten zorgen dat de rekeningen kloppen. Dit is een regering die kiest voor onderlinge ruzie en conflict, een regering die kiest voor halfslachtige en oneerlijke voorstellen, een regering die nooit kiest voor de mensen maar steeds weer voor zichzelf. De cinema van de voorbije week heeft hoegenaamd niets opgeleverd. Geen echte hervormingen die de mensen weer perspectief bieden.
Deze verdeelde regering kan onmogelijk verenigen, want de gevolgen van uw beleid worden steeds duidelijker. In een vingerknip wordt beslist om 1 miljard euro te besparen op de gezondheidszorg.
Ik verneem net dat op de Algemene Raad van het RIZIV geen meerderheid is gevonden om de begroting van 2017 goed te keuren. Ik hoor dat het artsensyndicaat het akkoord voor 2016-2017 heeft opgegeven. Dat wil zeggen dat de patiënt geen tariefzekerheid meer heeft, maar als het gaat over de bijdrage van de grote vermogens krijgen wij alleen een grote show zonder het minste resultaat.
Jullie verkondigen de redding van de jobs door flexibiliteit, maar vervolgens verliezen de meest flexibelen onder ons hun job. Jullie beloofden opnieuw een begroting op orde. Gisteren hoorde ik verschillende ministers verklaren dat jullie de piste nog openhouden om een evenwicht in 2018 te halen, maar iedereen weet dat als men geen vier maar slechts drie miljard euro bespaart, men het evenwicht loslaat.
Jullie hebben nu vooral bewezen dat jullie niet in staat zijn om te besturen, niet in staat zijn om eerlijke beslissingen te nemen. Mensen zouden al die veranderingen moeten accepteren omdat jullie iets in de plaats beloofden: meer flexibiliteit voor meer zekerheid, meer belastingen voor een sluitende begroting. Maar wat hebben jullie waargemaakt? Nieuwe banen zitten vol onzekerheid en uw begroting is een luchtkasteel. Niet de structurele oplossing staat centraal, maar wel de profileringsdrang van de vier regeringspartijen.
Wat zagen wij de afgelopen week? Met de peiling in het achterhoofd begint de CD&V in blessuretijd een paar tackles uit te delen. Iedereen weet dat een tackle een rode kaart betekent, dus game over. Een lagere vennootschapsbelasting, waarnaar onze kmo’s vragen en die echte jobs zouden opleveren, komt er niet. Een eerlijke fiscaliteit met een meerwaardebelasting om eindelijk de breedste schouders te laten bijdragen in plaats van altijd het geld te gaan halen bij diezelfde mensen, komt er ook niet.
De ruzie is bevroren, maar de problemen zijn niet opgelost. Denken jullie nu echt dat jullie met één groot gevecht, met één groot gebaar deze regering minder hard, minder oneerlijk en minder onrustig maken? Dat is een illusie! Jullie vermeende kleine overwinningen bieden geen grote antwoorden. De mensen willen eerlijke cijfers, meer veiligheid en echte jobs. Met jullie aanpak van conflicten en profileringsdrang maken jullie een gezamenlijk verhaal onmogelijk. Steeds weer bieden jullie niet de antwoorden waarnaar de mensen op zoek zijn. Jullie lijken niet te willen zien, niet te willen horen en niet te willen luisteren. Deze verdeelde regering kan onmogelijk verenigen.
Wij zijn nu halverwege de regeringstermijn. Het is nu al duidelijk met welke puinhopen jullie ons land zullen achterlaten. Jullie vroegen mensen op hun tanden te bijten en dan zou het allemaal goed komen. Jullie beloofden tegen 2018 een begrotingsevenwicht. Jullie zouden stoppen met het doorschuiven van de facturen naar de kinderen en de kleinkinderen.
Maar wat zien we? Jullie begrotingsoverleg begon met een zoektocht naar meer dan vier miljard euro. Dit tekort van vier miljard euro hebben jullie de voorbije twee jaar gecreëerd. Plots werd vier miljard euro drie miljard euro. Het streven naar de structurele verbetering van 0,84 % werd verlaten en beperkt tot het minimum dat Europa oplegt, namelijk de 0,6 %. Dit betekent dat jullie het afgesproken traject naar een structureel evenwicht in 2018 verlaten.
01.45 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mevrouw Kitir, wat u zegt, is interessant.
U zegt eigenlijk dat deze regering vier miljard had moeten besparen, in plaats van drie miljard. U vindt, met andere woorden, dat er voor een miljard euro extra inspanningen hadden moeten worden geleverd. Mag ik u dan eens vragen wat u precies voorstelt om in dat extra miljard te voorzien? Kom, voor alle duidelijkheid, niet opnieuw af met het belasten van de rijken, want die zitten waarschijnlijk al in uw drie miljard. Waar zult u, als socialistische partij, dat extra miljard vinden?
01.46 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer Van Quickenborne, ten eerste, ik zou eigenlijk willen dat jullie niet met een tekort van vier miljard zitten nadat jullie gedurende twee jaar zo veel van de mensen hebben gevraagd. Daar wil ik mee starten.
Ten tweede, ik hoor die verdediging al de hele dag. Ik heb de hele dag alle sprekers gevolgd. De verdediging van deze meerderheid luidt steeds: “Zeg ons eens, beste oppositie, hoe jullie het zouden doen?” Om te beginnen, zijn jullie aan zet. Jullie belofte was dat jullie goede huisvaders zouden zijn. Jullie zouden het allemaal veel beter doen. Welnu, ik merk dat er een tekort is van vier miljard, ondanks de maatregelen die jullie genomen hebben. Dat tekort kunnen jullie de oppositie niet verwijten.
Later in mijn speech – ik had er mij op voorbereid – zal ik trouwens alle alternatieven tonen die de sp.a heeft ingediend. Als u een beetje geduld hebt, dan zal het alternatief wel komen.
01.47 Peter Dedecker (N-VA): Mevrouw Kitir, u zegt dat deze regering het land in een puinhoop stort en dat u niet moet antwoorden op de vraag hoe u het zou doen. U moet daar inderdaad niet op antwoorden, mevrouw Kitir, want wij kennen het antwoord al. Ik geef maar een simpel voorbeeld. Ik verwijs naar de periode 1999 tot 2008, tot net voor de bankencrisis, want de bankencrisis zal ik jullie niet verwijten. Zo eerlijk zal ik zijn, maar in 1999 was er nog een primair saldo – het verschil tussen de inkomsten en uitgaven of het overschot zonder de rentelasten – van 6,3 %. Nog voor de bankencrisis was het gezakt tot 4 %. Jullie hebben als het ware het hele overschot opgegeten. Jullie zijn systematisch meer beginnen uit te geven en dan beklagen wij ons hier vandaag over het tekort op onze begroting. Hoe komt dat? Waarom en waaraan hebt u het overschot op de begroting verspeeld?
Ik kan alleen zeggen dat er daarvoor vandaag maar één oplossing bestaat, zijnde eindelijk besparen op de uitgaven. En dat is wat wij doen, want 70 % van de oefening maken besparingen op de uitgaven uit. Dat is de enige goede weg naar een structureel begrotingsevenwicht.
01.48 Meryame Kitir (sp.a): Komaan zeg!
01.49 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega Kitir, u komt hier, weggelopen uit het rode salonnetje. Wij weten dat het daar altijd gezellig is.
U komt uit een politieke periode waarin er door linkse en rechtse partijen werd uitgedeeld en waarin de alles-gratis-politiek werd gecultiveerd. Nu komt u hier doodleuk zeggen dat de toekomst toch eens ernstig voorbereid moet worden.
In één adem zegt u ook dat er geen lasten mogen worden doorgeschoven naar de toekomstige generaties. Echter, zodra deze ploeg voor ook maar één euro inspanningen levert, hetzij door te besparen of door bijdragen, om geen lasten door te schuiven naar de toekomstige generaties, staat u ook als eerste in de rij om daarop grote kritiek te hebben.
U zegt ook dat u wenst dat wij niet met een tekort zouden zitten. Welnu, in de politiek kunt u veel wensen hebben, maar op een bepaald moment moeten de zaken aangepakt worden. Dat is precies wat deze regering wilt doen.
01.50 Laurette Onkelinx (PS): Que la N-VA dise cela, nous pouvons encore le comprendre: elle n'était pas dans les différents gouvernements. Mais que les autres partis, qui étaient dans le gouvernement, commencent à tenir ce genre de propos, c'est surréaliste! Qui était premier ministre? Qui était ministre du Budget? C'est surréaliste!
Pour le reste, ce que nous cherchions, c'était obtenir un équilibre entre le travail sur les dépenses et le travail sur les recettes. Nous avons réalisé la règle des trois tiers: un tiers en dépenses, un tiers en recettes et le solde en divers. Vous, vous provoquez un déséquilibre complet, en allant chercher très peu du côté des recettes, auprès de ceux qui ont les épaules assez larges pour participer à la solidarité, et d'aller chercher le maximum pour mettre à mal la sécurité sociale, et pour le réaliser sur le dos des malades. C'est cela que nous vous reprochons, précisément, et, à la place du CD&V, je ne serais pas très fier.
01.51 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik besef dat er heel wat nieuwsgierigheid over onze alternatieven is. Ik ga er dus van uit dat iedereen tot het einde van mijn speech aandachtig zal luisteren, zodat u allen kunt horen op welke manier de sp.a het uiteindelijk zal doen.
Mijnheer Deseyn en leden van CD&V, kom mij alstublieft de les niet spellen, gelet op uw cinema van de voorbije week waarbij u zelf toegaf dat de lasten niet eerlijk verdeeld zijn. Een week later kunt u nog steeds geen concrete maatregelen voorleggen. Kom mij, als vertegenwoordiger van de sp.a, dus niet vertellen dat ik in mijn rode salonnetje zit en dat ik niet weet wat bij de mensen leeft en wat de mensen roepen.
U zou voor het sociale gelaat zorgen, maar dat hebt u niet gedaan. Kom mij dus niet de les spellen.
01.52 Roel Deseyn (CD&V): Mevrouw Kitir, u hebt precies nog niet begrepen wat wij eigenlijk aan het doen zijn. Wij zijn nu met de begrotingsbespreking het huishouden op orde aan het zetten. Onze partij heeft de pauzeknop ingedrukt, net omdat de resterende dossiers nog niet zijn uitgeklaard. Als u nu beweert dat er een hypocriet spel wordt gespeeld en er veel tralala is voor de show, dan hebt u blijkbaar niet begrepen wat tot op heden is bereikt.
01.53 Karin Temmerman (sp.a): (…)
01.54 Roel Deseyn (CD&V): Mevrouw Temmerman, u hebt natuurlijk heel veel noten op uw zang tijdens het debat. U bent echter wellicht te beroerd om toe te geven dat in een regering die als centrumrechts wordt gekwalificeerd, rechtvaardige fiscaliteit wel als thema wordt gecultiveerd en een plaats heeft in de regeerverklaring van de eerste minister. Het zal u wellicht bijzonder veel pijn doen dat binnen de regering over dat thema verder zal worden gesproken. Dat hebt u in al die jaren niet gekund. Ik aanvaard dat die vaststelling steekt.
Indien u van oordeel bent dat een partij die rechtvaardige fiscaliteit met de steun van de eerste minister en onze vice-eersteminister heeft weten te thematiseren, een nederlaag heeft geleden, is dat heel jammer voor die mensen die dagelijks van rechtvaardige fiscaliteit werk zullen maken en reeds hebben gemaakt.
01.55 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik zou graag even bij het tekort van vier miljard willen stilstaan.
De excuses die ik daarover heb gehoord, zijn hallucinant: de administratie deed zijn werk niet; de aangekondigde brexit lag aan de oorsprong en zelfs de dramatische aanslagen werden als excuus gebruikt. Wouter Beke had echter gelijk. Het is de eerste keer dat de economie groeit en de inkomsten tegenvallen. Dat betekent dus dat de economie erop vooruitgaat, maar onze begroting niet.
Mijnheer de eerste minister, het is dus goed om in eigen boezem te kijken. Het is uw regering die onrealistisch hoge inkomsten heeft ingeschreven. Uw regering zadelt mensen op met facturen die de groei bemoeilijken. Uw regering voert een taxshift door die niet is gefinancierd. U schuift dus de facturen naar onze kinderen door. Uw regering heeft stilaan ook een patent op overschattingen gekregen. Stop dus met het zoeken naar excuses en keer terug naar de realiteit. Alle incidenten binnen uw regering ontstaan door verdeeldheid. U blijkt niet te beseffen wat de resultaten zijn van uw beloofde medicijn. Uw aangereikte pil is niet alleen bitter, het effect ervan is desastreus.
CD&V keurde de laatste twee jaren alle asociale maatregelen goed. Tot algemene verbazing ontwaakten zij pas vorige week uit een diepe slaap. Zijn de peilingen de reden? Zijn de geluiden van protest binnen de eigen vakbeweging de reden? Of zijn uw eigen leden, die zich beginnen te roeren, de reden? Kris Peeters verklaarde: “De regering heeft reeds veel inspanningen gevraagd aan mensen die leven van een loon en een uitkering. CD&V meent dat niet altijd aan dezelfde mensen bijkomende inspanningen mogen gevraagd worden. Daarom moet er nu een meerwaardebelasting komen.”
Wat blijft er nu over van uw eis voor een meerwaardebelasting? Is CD&V er nu in geslaagd om de pijnlijke maatregelen voor de mensen te compenseren met een eerlijke bijdrage van grote vermogens? Integendeel. Door hun cinema is alles geblokkeerd. De meerwaardebelasting wordt bestudeerd. De hervorming van de vennootschapsbelasting wordt opnieuw bestudeerd. Als ultieme afleiding van al die gebroken beloftes maken zij een nieuwe belofte, deze keer in het ARCO-dossier.
U hebt beslist om niet te beslissen. U bent het erover eens dat u het niet eens bent. De ruzie die u hebt, is bevroren, beste eerste minister, maar niet opgelost. De conclusie is de volgende. In tegenstelling tot wat u beweert, schuift u de problemen voor u uit. U ontwijkt uw verantwoordelijkheid en viert zoutloze compromissen. Deze verdeelde regering kan onmogelijk verenigen.
Beste eerste minister, de conclusies van dat eindeloos schuiven en ontwijken zijn niet vrijblijvend. Onze veiligheid, de basis van onze samenleving, zou nooit het slachtoffer mogen zijn van deze besluiteloosheid. U hebt maatregelen genomen, met brede instemming van meerderheid en oppositie. Die eendracht gaf het land ook de kracht die het nodig had. Aanslagen midden in onze samenleving creëren een gevoel van machteloosheid. Alleen door samen op te treden, kunnen wij dat voorkomen. Samen als politieke partijen om te komen tot besluiten die genomen moeten worden, samen als veiligheidsinstanties om te waken over de veiligheid van ons land, samen als samenleving om te bouwen aan het vertrouwen om onze angsten te overwinnen.
Helaas zien wij dat deze regering eendrachtig optreden niet lang volhoudt. Deze zomer regende het verschillende plannen, niet van de regering, maar van de verschillende meerderheidspartijen. Partijen die niet luisteren, maar enkel druk bezig zijn met zichzelf, scheppen geen zekerheid en zeker geen veiligheid. Het gevoel van machteloosheid in onze samenleving wordt hierdoor alleen maar versterkt. Noodzakelijke oplossingen blijven uit en wij verliezen tijd, veel tijd, kostbare tijd die wij nodig hebben voor het nemen van de juiste beslissingen.
Beslissingen die u misschien moeilijk vindt, mijnheer de eerste minister, maar die niet moeilijk zijn. Ik denk dan aan een aanhoudingstermijn van 48 uur, zodat onze veiligheidsmensen hun werk goed kunnen doen. Ik denk aan één politiezone in Brussel, zodat de politie echt gezamenlijk kan optreden. Ik denk aan een budget voor de Veiligheid van de Staat, waarmee de federale procureur-generaal ook echt aan de slag kan.
Wat stellen we echter vast? U hebt ervoor gekozen om los van elkaar plannetjes te lanceren die de problemen niet oplossen, van het boerkiniverbod tot de noodtoestand, van gewapend bestuur tot alert bestuur en met als kers op de taart de tegenstrijdige veiligheidsplannen van de N-VA en CD&V. De mensen snappen het niet. Wij snappen het ook niet. Eendracht maakt macht, maar uw ministers kiezen er steeds weer voor om mensen tegen elkaar uit te spelen en om experts ver te houden van uw beslissingen. Precies dat benadrukt de verschillen binnen uw regering, mijnheer de eerste minister. Door constructieve voorstellen steeds opnieuw uit te stellen, maakt u de problemen alleen maar groter.
Ministers moeten zich bewust zijn van de belangrijkheid van hun uitspraken. Zij zouden hier het goede voorbeeld moeten geven. In plaats daarvan zitten in deze regering een aantal kampioenen in verwijten maken. In tijden van onveiligheid is echter dat ongepast. Mensen hebben behoefte aan duidelijke antwoorden. Meer dan ooit heeft de samenleving nood aan verbondenheid. Kibbelende ministers dragen daar niet toe bij. Een staatssecretaris, die Twitter als verwijtenbak gebruikt, dat hoort niet.
Iedereen is nodig om de uitdagingen aan te gaan. Waarom begrijpt deze regering dat dan niet?
Ik geef enkele voorbeelden.
Minister Jambon ging Molenbeek “opkuisen”, voorwaar een moeilijke klus. Staatssecretaris Francken noemde het vluchtelingenkamp in Brussel “een knus tentenkampje”; zwaar erover. Minister Jambon had het net na de aanslagen over “de dansende moslims”; nochtans is dat nooit bewezen. Niemand werd voor die uitspraken teruggefloten, dus kregen zij legitimiteit. Die verwerpelijke uitspraken leiden jammer genoeg tot een verharding van onze samenleving, terwijl van ons als beleidsvoerders verondersteld wordt om voldoende tegenwicht te bieden. Deze verdeelde regering kan onmogelijk verenigen.
Beste premier, beste ministers, jullie beloofden jobs. Voor sp.a is een job een activiteit waarbij een individu zich kan ontwikkelen en waarvoor hij of zij waardering krijgt. Elke job moet een deftig inkomen opleveren voor een goed leven. Sp.a twijfelt eraan dat u in staat bent om die definitie in te vullen. Uw medicatie heeft geen effect. Uw recept was: betaal extra facturen, word flexibeler en accepteer de indexsprong. Dan zou alles beter worden. Van de 70 000 gecreëerde jobs bieden er slechts 9 000 een voltijdse zekerheid. De overige jobs zijn interimfuncties en deeltijdse jobs en zelfs de flexi-jobs in de horeca zijn daarin meegeteld. Kortom, het merendeel van de gecreëerde jobs biedt minder zekerheid en minder loon. De 10 000 mensen die hun baan hebben verloren, hebben daar geen boodschap aan.
De winnaars van dat beleid zijn de werkgevers. Zij krijgen een blanco cheque. Waar het eigenlijk om draait, bent u grandioos vergeten. U bent vergeten om aan die blanco cheque ook maar enige jobgarantie te koppelen, een job waarvan de werknemer ook volgende week, volgende maand, volgend jaar zeker is.
Eigen aan kwakzalvers, veranderen jullie de medicatie niet. De extra flexibilisering door de wet-Peeters helpt de werknemer niet vooruit. De 38-urenweek gaat op de schop. Weken van 45 werkuren zullen meer de regel dan de uitzondering worden. Waarom komen jullie enkel tegemoet aan de vragen van de werkgevers en niet aan die van de werknemers? Hoe zullen de werknemers werk en privé nog kunnen combineren als enkel de werkgever zeggenschap heeft? Hoe zullen de mensen nog kunnen vechten tegen burn-outs en depressie?
Het wordt mensen telkens moeilijker gemaakt. Zelfs de zwangere vrouwen komen in het vizier. Hebben zij een risicojob die hun baby in gevaar brengt, dan worden zij nu verplicht om langer te werken. En de jongeren, welke zekerheid krijgen zij? Met uw maatregel kunnen zij voortaan onder het minimumloon worden tewerkgesteld. Alleen een menswaardig inkomen biedt onze jongeren garanties voor hun onafhankelijkheid en dat is nu onmogelijk.
01.56 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw Kitir, u verwijt ons dat wij niet naar experts luisteren. Mag ik dan armoede-expert Ive Marx citeren? Hij is de man van het alternatieve marxisme, zou ik zeggen. Gelukkig is collega Van Hees er nog, de man van de echte Marx, maar ik citeer Ive Marx.
Ik zal mij beperken tot één citaat over de genomen maatregelen: “In België heeft een relatief kleine groep mensen een laagbetaalde job, maar werk hebben is de enige echte uitweg uit armoede. Vergelijk het met Nederland. Daar hebben zij flexibiliteit al veel verder doorgevoerd, daar zijn de minimumlonen voor jongeren ook lager. De tewerkstellingscijfers zijn daar beter, net als die over armoede.” Dat is nu net het beleid dat wij voeren, mevrouw Kitir. Dat is het enige beleid dat fundamenteel het armoederisico tegenwerkt. Ik vind het bijzonder vreemd dat u daar als socialist tegen bent.
01.57 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mevrouw Kitir, wilt u tegen de heer De Roover zeggen dat onze fractie, en ik vermoed ook de uwe, geen aanhanger zijn van de Zuhal Demirdoctrine. Dat is eigenlijk wat de heer De Roover zegt. Dat is wat collega Demir een aantal maanden geleden in de krant heeft gezegd. Als ze honger hebben, als ze hun huur niet meer kunnen betalen, als ze echt in de miserie zitten, dan zullen ze wel werk vinden. Wel, mijnheer De Roover, dat is niet onze samenleving. Wij geloven daar niet in, omdat armoede niet werkt. Dat zou eigenlijk de heer Marx ondertussen, na al die studies, beter moeten weten.
01.58 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw Kitir, wilt u de heer Calvo eens zeggen dat hij mij blijkbaar niet begrepen heeft. Maar dat is niet de eerste keer.
01.59 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer De Roover, bedankt voor het citaat.
De sp.a zal elke job die er bijkomt toejuichen. Als u goed geluisterd hebt, mijnheer De Roover, dan zijn er bij die 70 000 jobs maar 9 000 mensen die echt zekerheid hebben. Al die andere jobs zijn voor mensen die deeltijds of interim werken. Hebt u al eens deeltijds gewerkt, mijnheer De Roover? Hebt u al eens via een interimcontract gewerkt, mijnheer De Roover?
(…): (…)
01.60 Meryame Kitir (sp.a): Ik ook, en er zullen er veel meer zijn. Dan weet u dat het hebben van een job heel belangrijk is, maar het hebben van een volwaardige job nog veel belangrijker, mijnheer De Roover. Die 70 000 jobs, als dat 70 000 volwaardige jobs waren, dan kon ik mee applaudisseren. Maar bij die 70 000 jobs zijn er veel flexi-jobs, mijnheer De Roover. Kom mij dus niet vertellen dat ik als sp.a’er het niet zou beamen dat een job de armoede zou wegwerken. Ik verwijt jullie echter dat jullie geen echte jobs creëren. Dat is het verschil tussen u en mij.
01.61 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mevrouw Kitir, ik moet eigenlijk zeggen dat ik van mijn stoel val van verbazing.
U zegt dat wij geen echte jobs creëren. U zegt dus tegen al die mensen, al die Vlamingen, al die Belgen die vandaag een interimjob doen dat zij geen echte job hebben. U zegt tegen al die mensen die vandaag in de horeca werken dat zij geen echte job hebben. Dat is een slag in het gezicht van alle mensen die dag in, dag uit werken om onze economie te doen draaien. Ik aanvaard dat niet!
01.62 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer Van Quickenborne, het kan u verbazen, u hoeft niet zo stoer te doen. De mensen thuis hebben dit debat gevolgd. Ik heb vandaag verschillende sms’en gekregen. Ook u, mijnheer Dewael, u komt uit mijn streek, u hebt mij geciteerd. We hebben zware schokken gehad in Limburg maar veel van die mensen zitten in onzekerheid, veel van die mensen shoppen van de ene job naar de andere job. Mensen vragen zekerheid, mensen vragen een volwaardige job.
Mijnheer Van Quickenborne, kom mij dus niet vertellen dat al die mensen die in een interimjob zitten hun werk niet goed doen. Die mensen vragen zekerheid en u biedt hun geen zekerheid. Dat is het verschil tussen u en mij.
01.63 Werner Janssen (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik ben ook arbeider geweest en ik heb gewerkt voor de toelevering aan Ford Genk. De meeste mensen in de toelevering aan Ford Genk en ook bij andere bedrijven begonnen in heel veel gevallen met een interimcontract. Dat kunnen dagcontracten zijn, dat kunnen weekcontracten zijn of dat kunnen maandcontracten zijn. Is dat de ideale oplossing? Niet altijd, maar het is wel een opstap naar vast werk.
In de firma waar ik gewerkt heb, is 90 % van de mensen met een interimjob begonnen, en zij werken er nog altijd, maar na verloop van tijd wel met een vast contract.
01.64 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de eerste minister, u bedankte gisteren de politieagenten, de leerkrachten, de militairen, de luchtverkeersleiders, de brandweermannen, voor hun dagelijkse inzet voor onze samenleving. Samen met vele anderen geven zij het beste van zichzelf. Jammer genoeg bedankt deze regering hen ook door aan hun pensioen te zitten.
De impact is groot. Leerkrachten moeten vier jaar langer werken voor hetzelfde pensioen. Politieagenten moeten 7,5 jaar langer werken voor hetzelfde pensioen. En ook militairen moeten 7,5 jaar langer werken voor hetzelfde pensioen. Maar wat, mijnheer de eerste minister, als langer werken niet meer lukt? Wat dan?
Ook in de gezondheidszorg zijn er zovele noden die vandaag niet gelenigd worden. Hulp bij stress en burn-outs wordt nog altijd niet terugbetaald. Hetzelfde geldt voor brillen en tandbeugels. Kankerpatiënten worden onvoldoende opgevangen. Deze regering bespaart nog liever een miljard op gezondheidszorg. Deze regering is te druk met zichzelf bezig om de gevolgen van haar eigen besluiten te overzien. Zij is te druk aan het vieren om te zien dat dit beleid enkel leidt tot meer problemen, te druk om te zien dat zij telkens opnieuw inspanningen vraagt aan dezelfde mensen. Maar zij die hun geld wegstoppen in Panama of op de Bahama’s worden met rust gelaten. Deze verdeelde regering kan onmogelijk verenigen.
Beste eerste minister, hier zit u dan. Waarschijnlijk vermoeid na de lange onderhandelingen. Misschien zelfs zo vermoeid dat u al lang vergeten bent wat u ooit beloofd hebt. Jullie vieren nu een klein feest, want jullie zijn blij dat jullie toch tot enkele beslissingen zijn gekomen. Na twee jaar zie ik echter vooral gebroken beloftes. U voelt niet wat er leeft, u ziet niet wat er gebeurt, en u luistert niet. Verwondert het u dan dat de mensen op straat komen? Zij zijn het beu dat zij altijd de inspanningen moeten doen. Zij zijn het beu dat zij altijd moeten betalen, dat altijd op hen bespaard wordt. Zij zijn het beu dat u meteen beslist hebt dat zij tot 67 moeten werken, terwijl dat voor dit Parlement nog steeds een brug te ver is.
Weet u wat ik echt beu ben? Dat u net doet alsof het niet anders kan. Alsof er maar één stappenplan mogelijk was. Zo poogt CD&V haar achterban stil te houden, zo geeft de N-VA haar Vlaams profiel op, en zo accepteert Open Vld de gaten in de begroting.
Er is echter wel een alternatief. Ontwaak uit jullie waandroom en zie de realiteit onder ogen. De sp.a deed concrete voorstellen om fraudeurs echt een straf op te leggen en die niet te laten afkopen, om alle vluchtwegen naar belastingparadijzen in Luxemburg, Panama of de Bahama’s te sluiten. Wat deed u? U stemde ze vrolijk weg en gaf de fraudeurs ondertussen een nieuwe kans op amnestie. De sp.a deed concrete voorstellen voor een meerwaardebelasting zodat de grote vermogens ook hun eerlijke deel zouden betalen zodat de breedste schouders de zwaarste lasten zouden dragen. Wat deed u? U stemde ze telkens vrolijk weg.
01.65 Peter Dedecker (N-VA): Dank u, mevrouw Kitir, voor uw bloemlezing over uw voorstellen, maar u mag niet vergeten dat u naast het doen van voorstellen ook nog enige tijd echt beleid hebt gevoerd. Wij zullen eens kijken wat dat beleid was.
Ik denk dat wij allemaal even gechoqueerd waren als wij zagen hoe immens de omvang van de constructies in Panama, de Bahama’s en consorten was. Een deel zal legaal zijn, maar een groot deel zal illegaal zijn. De omvang was immens.
Ik weet niet of u de dossiers goed hebt gelezen. Ik kan u aanraden om dat eens te doen. Wanneer zijn die constructies opgezet? Dat was niet in deze legislatuur. Die constructies zijn opgezet in de jaren ‘90 en de jaren 2000. Waar zat uw partij toen? Uw partij zat toen in de regering, mevrouw Kitir.
Meer nog. Als wij kijken naar die constructies, wie was daar hofleverancier van? Een grote bank was hofleverancier. Weet u wie in de raad van bestuur zat van die bank? Frank Beke en Patrick Janssens. Onder de periode van Frank Beke en Patrick Janssens heeft die bank maar liefst 663 van die constructies opgezet in Panama en consorten. Dat is de realiteit, mevrouw Kitir.
Dan gaan wij kijken hoe dat werd aangepakt. Onder John Crombez werd ook aan regularisatie gedaan. Wat gebeurde er met de regularisatie, een van de grootste regularisatierondes ooit trouwens, onder John Crombez? Men kon zijn zwart geld terugbrengen en daar een belasting op betalen. Waarop werd men beboet? Alleen op de opbrengsten uit het vermogen. Men wist dat het zwart vermogen daar zat, want men betaalde een regul op die opbrengsten, maar dat zwart vermogen zelf werd compleet ongemoeid gelaten. Dat is wat er gebeurde onder de socialisten.
Wij doen dat anders, mevrouw Kitir. Wij gaan dat zwart vermogen ook aanpakken. De constructies die werden opgezet op een moment dat uw partij in de regering zat, zullen nu worden aangepakt met N-VA in de regering. Dat is de kracht van de verandering. Dat is: eerlijker is beter.
01.66 Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, j'ai une question à M. Dedecker qui vient de tenir des propos ahurissants.
Le président: Non! Il faut passer par Mme Kitir.
01.67 Ahmed Laaouej (PS): Vous avez raison, monsieur le président. C'est un rituel.
Je m'étonne donc auprès de Mme Kitir d'entendre M. Dedecker nous expliquer que, selon lui, la plupart des constructions qui passent par le Panama sont légales. J'aimerais savoir d'où M. Dedecker tient pareille affirmation.
Vous avez des représentants dans la commission spéciale Panama Papers. On a fait l'audition de l'Inspection spéciale des Impôts. On a fait l'audition de la police judiciaire. On a fait l'audition de magistrats. Ils sont tous venus dire qu'à ce stade, les dossiers étaient à l'examen. Visiblement, M. Dedecker a des informations que nous n'avons pas. Peut-être connaît-il, de manière intime, les montages panaméens, je n'en sais rien. En tout cas, les propos qu'il vient de tenir sont tout à fait ahurissants.
Par ailleurs, je voudrais simplement dire que John Crombez, en deux ans, a fait rentrer plus de deux milliards d'euros dans les caisses de l'État au titre de la lutte contre la fraude fiscale. J'attends toujours les résultats de votre gouvernement, parce que, jusqu'à présent, on n'a quand même pas vu grand-chose!
01.68 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer Dedecker, om niet in herhaling te vallen: de Panama Papers, de Bahamas Leaks en de Lux Leaks zijn allemaal onder uw regering naar boven gekomen. (Tumult)
U mag heel de
geschiedenis erbij halen, maar de mensen zien vandaag dat mensen met grote
vermogens hun vermogens op een eiland verstoppen om maar geen belastingen te
moeten betalen en dat de regering daar niet daadkrachtig tegen optreedt
– alle voorstellen hieromtrent worden weggestemd – en zij pikken dat
niet meer, en wij ook niet.
De sp.a deed ook concrete voorstellen om de financiële stromen van terroristen aan te pakken, om de wapenhandel te bestrijden, om de aanhoudingstermijn te verlengen en om van Brussel één politiezone te maken. Die voorstellen werden niet weggestemd, zij werden zelfs niet eens besproken.
De sp.a legde een spoorplan op tafel, omdat wij geloven dat het belangrijk is om de trein opnieuw aantrekkelijk te maken, als wij de files weer korter willen maken en onze steden weer leefbaarder. Wat doet u? U bespaart liever drie miljard op de NMBS en er is zelfs nog geen beheersovereenkomst.
De sp.a diende concrete voorstellen in voor onze gezondheidszorg om de supplementen in de ziekenhuizen helemaal af te schaffen, omdat goede en toegankelijke zorg niet van iemands portemonnee mag afhangen. Wij dienden een voorstel in om het remgeld van zes euro voor iedereen in te voeren. De minister vindt dat een goed idee, maar toch boeken wij nog geen vooruitgang.
De sp.a diende concrete voorstellen in om via praktijktesten discriminatie op de arbeidsmarkt, omdat iemand te oud is of een vreemde naam heeft, echt aan te pakken. Ook op het vlak van werkbaar werk dienden wij voorstellen in over glijdende uurroosters, over het adoptieverlof, over het vaderschapsverlof en over het ouderschapsverlof.
Met de indexsprong op de huurprijzen en de btw-verlaging op elektriciteit diende de sp.a voorstellen in om de koopkracht van de mensen wel te versterken. Nieuwe, eerlijke en eenvoudige regels die de druk op werken verlichten, die armoede voorkomen en de gecreëerde rijkdom teruggeven aan de mensen, leken ons nochtans niet te veel gevraagd.
01.69 Koenraad Degroote (N-VA): Mevrouw Kitir, u geeft een opsomming van alle voorstellen die u hebt ingediend en waaraan geen gevolg werd gegeven. U vindt het ook schandalig dat men langer moet werken om zijn pensioen te krijgen. U had het specifiek over de politie.
U weet toch dat er een arrest is van het Grondwettelijk Hof dat de vroegere pensioenregeling op de helling zette, waardoor men een andere regeling moest uitwerken. Welk voorstel hebt u ingediend om tegemoet te komen aan het Grondwettelijk Hof? U hebt er misschien geen ingediend.
01.70 Meryame Kitir (sp.a): Het debat over langer werken, mijnheer Degroote, is een belangrijk debat. Deze regering heeft serieus studiewerk gekregen over hoe onze pensioenen er moeten uitzien en op welke manier zij dat moet realiseren en betaalbaar kan houden. Ik heb begrepen dat deze regering maar één recept uit heel die bundel onthouden heeft, met name het optrekken van de leeftijd. Op al het overige wordt geen antwoord geboden.
Mijnheer Degroote, mensen vragen zich af op welke manier zij langer moeten werken, op welke manier zij werk en privé moeten kunnen combineren, welke mogelijkheden zij hebben om het een beetje rustiger te doen als zij het niet meer aankunnen maar toch willen blijven werken. Dat zijn de vragen die de mensen zich stellen.
01.71 Koenraad Degroote (N-VA): U hebt niet geantwoord op mijn vraag met betrekking tot uw voorstel, maar u had geen voorstel.
01.72 Meryame Kitir (sp.a): Het wordt lastig als de waarheid wordt gezegd.
Ik rond af, mijnheer de voorzitter.
Mijnheer de premier, er zijn alternatieven, maar u kiest er niet voor.
01.73 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mevrouw Kitir, ik kom even bij het punt van daarnet.
Ik ben blijven zitten en heb goed geluisterd. U hebt gezegd dat u op het einde van uw speech zou zeggen hoe u dat miljard extra zou vinden. Ik som op: een spoorplan voor meer investeringen, in de gezondheidszorg de supplementen afschaffen, bijkomende verlofstelsels en een btw-verlaging.
Wel, dat levert geen miljard op, dat kost een miljard! Dat is een bijkomend effect van een miljard.
01.74 Meryame Kitir (sp.a): U bent selectief doof. Thuis kunt u op de repeatknop
drukken. Repeat, repeat, repeat.
Er zijn alternatieven, maar u kiest er niet voor. Moet ik ze herhalen? Wilt u ze wel horen? Wilt u ze wel kennen? Als u het niet kunt, waarom zit u dan in deze meerderheid, als dat uw antwoord is op alles? U ging er toch alles aan doen? Het is gemakkelijk om de oppositie de schuld van alles te geven.
De voorzitter: U was aan het afronden, mevrouw Kitir.
01.75 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de premier, zoals ik al een paar keer zei, de ruzies binnen uw regering zijn bevroren, maar de problemen zijn niet opgelost. Iedereen voorspelt nu al dat wij binnen enkele weken dezelfde discussies zullen voeren met waarschijnlijk dezelfde chaos tot gevolg als vorige week. De verdeeldheid in uw regering eist haar tol.
Ik concludeer.
Uw beleid is als een spinnenweb: de grote vogels vliegen er zo doorheen, maar de gewone vogels en de kleine vliegjes blijven erin plakken. U kiest niet voor de toekomst van iedereen.
De voorzitter: De heer Calvo zal zijn spreektijd delen met de heer Nollet, elk vijftien minuten.
01.76 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega’s, de tijd is beperkt dus ik vlieg er meteen in.
Mijnheer de eerste minister, ik meen dat na twee jaar de vragen voor de hand liggen. Zijn onze landgenoten beter af? Doen wij wat mogelijk is in dit land? Benutten wij wel alle kansen? Als het voor u goed is, zou ik het vooral daarover willen hebben. Sorry, collega’s Dedecker en De Roover, ik zal het niet over 25 jaar socialisme hebben. Ik zal het hebben over wat er kan in dit land.
Mijnheer de eerste minister, ik meen dat deze State of the Union nog altijd behoorlijk hard lijkt op deze van twee jaar geleden. Toen moest u uw maidenspeech houden in bijzondere omstandigheden. Nog steeds is dit een meerderheid die uitblinkt in verdeeldheid. Wat gewone mensen elke dag opnieuw doen, in de sportclub, op de werkvloer, in hun straat, lukt maar niet door deze meerderheid. Gisteren ging het over de meerwaardebelasting, vandaag over ARCO. Nog steeds zijn er problemen met de cijfers. Wij hebben een nieuwe minister van Begroting, maar zij heeft het probleem niet kunnen oplossen want wij hebben nog altijd dezelfde minister van Financiën.
Nog steeds, en dat is de belangrijkste vaststelling, is er nul ambitie inzake milieu en klimaat. Dat is de grote afwezige in dit debat over de State of the Union. Nog steeds worden inspanningen afgewenteld op gewone mensen, op gezinnen, alleenstaanden, werknemers en mensen die het moeilijk hebben. Dat geldt ook voor deze begroting.
U hebt gesproken over een investeringspact, maar daarvoor staat nul euro ingeschreven op de budgettaire tabel. 70 % van de inspanningen gebeurt door gewone mensen en mensen die het moeilijk hebben. Voor collega Van Rompuy som ik even het rijtje op: zieken, werkzoekenden, gepensioneerden, vrouwen met een kinderwens — men moet maar durven —, mensen op de vlucht, ontwikkelingsprojecten en jonge mensen. Ook mensen die werken worden getroffen via de loonblokkering en de minimumlonen.
Mijnheer de eerste minister, u hebt het over het DNA van de regering gehad. Dat zou jobs, jobs, jobs zijn. Neen, mijnheer de eerste minister, het DNA van de huidige regering is meer onrechtvaardigheid en meer ongelijkheid. Indien er iets is wat uw meerderheid bindt, is het dat.
U hebt het terecht gehad over een vijfde van onze landgenoten die met een armoederisico kampen. Met de huidige begroting is onze conclusie echter heel erg duidelijk. Het gaat om niet meer dan krokodillentranen. U meent het niet en doet niks of veel te weinig voor die mensen die het vandaag moeilijk hebben.
U werpt op dat er werk aan de winkel is, dat de regering goed bezig is en dat het hier en daar niet goed gaat. Ik heb bij de heer De Roover de fact check gedaan. Op heel veel punten gaat het niet goed. Er is geen reden tot euforie, zeker niet na de donkere septembermaand met ING en Caterpillar. Het valt mij trouwens op hoe weinig meerderheidsfracties daarover hebben gesproken.
Mijnheer de eerste minister, ik wil u nog het volgende meegeven. De hoop bijzonder kritisch na te denken, is naïviteit. Net daarom had uw State of the Union iets bijzonder vreemds en naïefs. Dat leert de eenvoudige conclusie van een fact check.
Dat overkomt ons niet. Het is niet alleen het verhaal van de aanslagen of van de brexit. Uiteraard zijn er moeilijke omstandigheden. Die resultaten en het feit dat ons land het op het vlak van jobcreatie, economische groei, werkzaamheidgraad slechter doet dan Europa, zijn het resultaat van uw regeringsbeleid, van een beleid dat te veel inzet op winsten, dividenden en aandeelhouders en veel te weinig op gewone mensen en de reële economie.
Collega’s, nochtans zou dat niet zo hoeven te zijn. België heeft heel veel troeven, om helemaal boven aan de rankings te staan. Er is immers weinig reden tot optimisme over het regeringsbeleid. Er is echter bangelijk veel reden tot optimisme, wanneer het over ons land en over onze landgenoten gaat. Heel veel landgenoten tonen vandaag immers al de weg. Heel veel landgenoten zijn vandaag keihard aan de slag om het beter te doen.
Ik denk bijvoorbeeld aan Khalid. Het is spijtig dat staatssecretaris Francken niet aanwezig is. Khalid ontvluchtte in 2015 zonder zijn familie zijn land, Irak. Vandaag is hij erkend vluchteling en oprichter van een project waarbij vluchtelingen met een medisch diploma stagelopen bij Belgische dokters. Khalid is een echte doener, iemand die staat te trappelen om volop deel uit te maken van onze samenleving.
Of neem Paul, de oprichter van Greenway, dat nogal wat collega's zullen kennen van in de supermarkt, in een restaurant of op een van onze festivals. Terwijl mevrouw Marghem en mevrouw Schauvliege bakkeleien over het klimaat, is hij al 18 jaar aan het timmeren aan een duurzame onderneming met 16 medewerkers, met een stevige omzet, want gezond en groen, dat werkt, mijnheer Peeters.
Of Jihad, een Antwerpse studente, misschien doet dat een belletje rinkelen. Een jong iemand, een van de vele jonge mensen in dit land, vol dromen en ambities, maar niet naïef. Ik leerde haar twee jaar geleden kennen tijdens een hogeschooldebat, toen al met een actie voor praktijktesten op het vlak van discriminatie, een stap die wij al lang hadden moeten zetten.
Of Christel, 54 jaar, jarenlang aan de slag als sales in een privébedrijf, tot plots de helft van het personeel op straat werd gezet, de zieke en de oude werknemers uiteraard eerst, mijnheer Peeters. Hoewel het niet gemakkelijk is, toch is Christel volop op zoek naar een nieuwe baan, zoals binnenkort ook helaas de medewerkers van ING, Caterpillar, Douwe Egberts en Axa.
Collega's, die mensen bestaan echt. Zo zijn er heel veel in ons land. Khalid, Paul, Jihad en Christel zijn hier. Zij volgen het debat, een debat dat veel te weinig over hen gaat en veel te veel over 25 jaar socialisme. Onze fractie, dankt die mensen voor hun inspanningen en hun leiderschap. Dat zou u ook moeten doen, mijnheer de eerste minister.
Het gaat hier al twee weken over de inspanningen van Kris, Maggie of Johan, maar de inspanningen die er echt toe doen, zijn de inspanningen van Khalid, Paul, Jihad en Christel.
U hoeft niet voor mij te applaudisseren, mijnheer de eerste minister. Collega's, u hoeft voor mij, voor de oppositie en voor collega Kitir, die wel met meer respect mag worden behandeld, niet te applaudisseren. Voor die vier mensen zou u wel moeten applaudisseren omdat zij staan voor het engagement en de veerkracht die onze samenleving zo eigen is. Die vier maken het tot een eer om dit land te mogen leiden. Het zijn vier mensen, en zo zijn er heel veel in ons land, die niet roepen. Ze kunnen zelfs niet staken.
(…): (…)
01.77 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Nog maar eens dat misprijzen.
01.78 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Calvo, ik wil in de eerste plaats mijn waardering uitdrukken voor de mensen naar wie u verwijst. Het zijn immers inderdaad mensen die een sterke bijdrage leveren aan onze samenleving. Ik ben ervan overtuigd dat de regering ook die mening deelt.
Collega’s, ik wil vandaag ook iets anders zeggen. Ik wil ook eens spreken namens al die jonge ondernemers, al die jonge starters, die mensen die vandaag onwaarschijnlijk veel risico’s nemen, met eigen kapitaal, om dit land vooruit te helpen. Als ik dan hoor hoe de voorbije uren de oppositie hier heeft uitgehaald naar aandeelhouders, naar kapitaal, naar ondernemers, die voortdurend het gelag zouden moeten betalen, dan vraag ik u om ook eens te applaudisseren voor die mensen, voor die ondernemers die het verschil maken. Dat zou u moeten doen!
Hetgeen u doet door hier permanent een riedeltje af te spelen van meer belastingen op ondernemers, meer belastingen en taksen voor mensen die de handen uit de mouwen steken, dat is hetgeen dat ons land niet behoeft. Dus applaus voor hen, maar ook applaus voor onze ondernemers.
01.79 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer Van Quickenborne, u bent zo vooringenomen dat u zelfs niet eens door hebt dat een van de vier mensen die wij hier uitdrukkelijk bedanken een ondernemer is. Af en toe wat meer luisteren, zou helpen.
01.80 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Ik luister zeer goed, u hebt daarnet gezegd dat deze regering niets doet voor de gewone man en de aandeelhouders dient. Mijnheer Calvo, het aandeelhouderschap is de essentie van bedrijven en de economie. Dat is de eerste les in de economie.
Als wij vandaag aan aandeelhouders vragen dat zij in plaats van 15 % roerende voorheffing 30 % betalen, dan beseft u niet hoeveel wij vragen aan die mensen. Dat betekent concreet dat in termen van miljarden, wij de opbrengst uit de roerende voorheffing op vijf jaar tijd verdubbeld hebben. Dat is 2,5 miljard euro extra die betaald worden door ondernemers. 2,5 miljard euro. U gaat eraan voorbij, maar u beseft niet hoe dat weegt op de ondernemers. Dat is de essentie.
De voorzitter: Mijnheer Vanvelthoven, ik herinner u eraan dat u zich tot de heer Calvo moet richten.
01.81 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer Calvo, een andere les in de economie die ik u wil meegeven is de volgende. Als deze regering beslist om de roerende voorheffing te verdubbelen, betekent dit dat de inkomsten dalen. Dat blijkt uit de cijfers, ik heb ze hier bij. De eerste acht maanden van 2015 in vergelijking met de eerste acht maanden van 2016: 6 % minder reële inkomsten uit roerende voorheffing met een verhoging van de roerende voorheffing.
De reden hiervoor is dat men in plaats van dividenden te laten uitkeren op de aandelen, vluchtwegen gaat zoeken en met andere woorden overgaat tot de verkoop van aandelen, om op die manier de winst te incorporeren. Dat is de reden waarom wij steunen wat CD&V vraagt, namelijk dat als men aandelen verkoopt, men daarop ten minste een stukje belasting betaalt.
Dat vinden wij rechtvaardig, maar dat is wat u verwerpt. Het gevolg is dat de inkomsten op roerend vermogen in ons land dalen, ondanks uw gepoch met de verhoging van de roerende voorheffing.
01.82 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik wil er niet te veel een cijferdebat van maken.
Mijnheer Calvo, wilt u aan mijn dierbare collega de volgende cijfers meedelen? In 2010 bedroegen de opbrengsten uit roerende voorheffing 2 518 miljoen euro en in 2016 bedraagt die opbrengst 4 953 miljoen euro. Dat is bijna een verdubbeling, zeker als de roerende voorheffing op 30 % wordt gebracht.
Mijnheer Vanvelthoven, ik weet niet waar u uw cijfers haalt. Het zal waarschijnlijk socialistische rekenkunde zijn. We kennen dat.
01.83 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, de heer Van Quickenborne kan misschien eens een doctoraat schrijven over het socialisme.
01.84 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer Van Quickenborne, ik vergelijk de twee jaren waarin u het voor het zeggen had in de huidige regering zonder socialisten. De opbrengsten van de eerste acht maanden van 2015 bedragen 2,9 miljard euro. De opbrengsten van de eerste acht maanden van 2016 bedragen 2,7 miljard euro. Dat is 6 % minder, terwijl er in de begroting op 15 % meeropbrengsten gerekend was. Dat is nu net wat wij minister Van Overtveldt verwijten. Deze regering is een gat in de begroting aan het maken door de zaken te overschatten. In realiteit komt er minder binnen.
Nogmaals, het vermogen dat u beweert te belasten, belast u niet. De inkomsten uit vermogens dalen in ons land en dat komt door de maatregelen die deze regering, CD&V inbegrepen, voortdurend neemt.
01.85 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Collega’s, ik was aan het vertellen dat Khalid, Paul, Jihad en Christel niet roepen, maar het wel verdienen om gehoord te worden.
Mijnheer de eerste minister, ik denk dat u meer voor hen kunt betekenen. U hebt zeven hervormingen aangegeven en daar zal ik er graag zeven tegenover zetten.
Ten eerste, het moet gaan om een mix van besparingen, investeringen en eerlijke inkomsten. Een oefening als redesign moet op een ernstige manier gebeuren. Het is ook onze overtuiging dat een sociale benadering van uitwassen in de gezondheidszorg efficiëntiewinsten kan opleveren.
Ten tweede, maak de vennootschapsbelasting eenvoudiger en eerlijker. Dat is ideaal, mijnheer Van Quickenborne, voor de ondernemer in de tribune. Vorder die 700 miljoen euro aan illegale staatssteun terug.
Ten derde, verschuif de lasten van arbeid naar de grootste vermogen. De 10 % meest vermogenden in ons land bezitten 1 000 miljard euro.
Ten vierde, koppel fiscale kortingen en subsidies aan jobcreatie. Als bedrijven zoals ING en Caterpillar sluiten, dan moet die steun teruggevorderd worden.
Ten vijfde, blokkeer het klimaatgeld. Dat is een boodschap voor minister Marghem. Investeer dat in een energiepact.
Ten zesde, mijnheer Van Overtveldt, steek meer dan een tandje bij op het vlak van de fiscale fraude. Ik weet niet of het jullie opgevallen is, collega's, maar ook in deze budgettaire tabel staat amper 50 miljoen euro extra inzake fiscale fraude. Dat is evenveel als voor de sociale fraude.
Mijnheer de eerste minister, het is onze overtuiging dat er in dit land veel meer mogelijk is en dat wat onze landgenoten verbindt veel sterker is dan wat hen verdeelt, alleen wordt het hen wel bijzonder moeilijk gemaakt op dit moment. De grootste partij in uw meerderheid houdt namelijk niet van België, van dit land. Ik maak mij eigenlijk niet zo heel veel zorgen over het confederale studiewerk van de heer De Roover. De vraag hoe zij dit land zullen splitsen, krijgen ze toch nooit opgelost. Ik maak mij echter wel zorgen, mijnheer de eerste minister, over de verdeeldheid die zij permanent zaaien in onze Belgische samenleving, de verdeeldheid die zij van u als eerste minister permanent mogen zaaien in onze Belgische samenleving.
Voor u, mijnheer De Roover, gaat het al lang niet meer over taal, cultuur of de hardwerkende Vlaming. Voor de N-VA gaat het vandaag steeds meer over de anderen iets niet gunnen. Afwisselend zijn het de Walen, de moslims, de vluchtelingen, de zieken en de werkzoekenden. Wie wordt er wel volop gesteund? De grootste vermogens en de multinationals, ook als zij Frans spreken. Dat is een versie van het nationalisme, mijnheer Dewael, mijnheer de eerste minister, waar ik de liberalen veel te weinig over hoor. Het is een versie van het nationalisme die eigenlijk gelijkstaat met egoïsme, met verdeeldheid en met miserie en waarin mensen tegen elkaar worden opgezet en begrijpelijke gevoelens van angst worden omgezet in haat en onverdraagzaamheid. Dat, mijnheer de eerste minister, is wat mensen in uw regering delen met typen als Orbán, Le Pen, Wilders en Trump.
Van de Amerikaanse verkiezingsdebatten kunnen wij nog wegzappen, maar in ons land schuift dat discours stilaan aan aan de tafel van de Ministerraad, want in uw regering zitten mensen, mijnheer de eerste minister, die jonge mensen louter op basis van hun voornaam veroordelen. Jihad, een meisje in de tribune, heeft het meegemaakt met een van uw staatssecretarissen.
Omdat het werkt aan een onlinetoog, omdat extreemrechts moet worden gecharmeerd, dixit de Kamervoorzitter, omdat de heer De Roover er zelfs een meerderheid mee wil maken. Die mensen mogen dat doen, ook van onze eerste minister.
Er zitten in uw meerderheid, mijnheer Michel, mensen voor wie de Grondwet een vodje papier is. U staat hier te kakelen en te praten over onze waarden, maar als die met voeten worden getreden, als daar nonchalant mee wordt omgesprongen, dan horen wij u niet als eerste minister, dan blijft u stil en laat u dat gebeuren.
01.86 Peter De Roover (N-VA): Ik begrijp ten volle waarom de heer Calvo in dit debat volkomen van het onderwerp wegzwemt. Ik verkeer nog altijd heel erg in spanning over de echt zinvolle voorstellen die hij gaat doen, in plaats van hier compleet offtopic een pad te gaan bewandelen dat nergens toe leidt.
Wat mij in het bijzonder stoort is dat u diegene bent die bij elke regeringsmaatregel de mensen opjut door de indruk te wekken dat zij worden benadeeld, door de indruk te wekken dat de gewone werkende mens als het ware door deze regering wordt uitgezogen, dat u door uw discours permanent angst creëert bij de bevolking en dat u hier nu de indruk komt wekken dat u een heilig boontje bent dat voor vereniging en eenheid staat.
Mijnheer Calvo, elke uiteenzetting van u in dit Parlement is een betoog dat zorgt voor verdeeldheid, een betoog dat zorgt voor tegenstelling, een betoog dat ervoor zorgt dat u mensen tegen elkaar opzet. Wat dat betreft bent u dus wel de allerlaatste van wie wij op dat vlak ook maar enige les te ontvangen hebben.
01.87 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Dat zegt dus de man die dit weekend nog het cordon sanitaire wou doorbreken. Mijnheer De Roover, ik heb geen think tank nodig om te weten wie er in deze zaal democraten zijn. U blijkbaar wel.
01.88 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer Calvo, dat u geen denktank gebruikt blijkt duidelijk uit ongeveer elke van uw uiteenzettingen, maar ik zou u toch even willen zeggen dat ik u vorige week niet in het publiek heb gezien. Het is dus heel vreemd dat u getuigt van iets waarbij u niet aanwezig was. Dat kenmerkt opnieuw uw discours.
01.89 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Hij heeft het zo niet bedoeld, ze zijn verkeerd begrepen, het is altijd van dat.
01.90 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer Calvo, wat ik wel merk is dat wanneer ik naar dat scorebord kijk, elke week in 90 % van de gevallen Vlaams Belang identiek stemt als uw fractie. Toch heb ik u nog nooit verontwaardigd deze Kamer zien verlaten om die reden.
Als u ons verwijt dat wij geen voorwaarden stellen aan wie ons steunt, is dat bijzonder hypocriet omdat wij daarin dezelfde houding aannemen als u hier in dit halfrond aanneemt.
01.91 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, u hebt het nu toch vastgesteld? Als men de handschoen opneemt, hebben de nationalisten niet zoveel te vertellen, hoor. Ik nodig u uit hen het terrein niet te laten bezetten, hen de boel niet te laten verzieken, en af en toe uw stem te doen horen op dat punt. Dat is wat wij verwachten van u als eerste minister.
U hebt terecht gezegd dat 2016 het jaar was van de vreselijke aanslagen van 22 maart. Wel collega’s, 2017 zal het jaar worden waarin beslist wordt hoe wij met die vreselijke aanslagen kunnen omspringen; welke pagina’s zullen volgen op die donkere bladzijden. Er zijn dan wellicht geen verkiezingen. In het Verenigd Koninkrijk, in Nederland, in Frankrijk, zijn die er wel. Toch is het mijn overtuiging, mijnheer de eerste minister, dat ook ons land op een kruispunt staat. Ook u staat voor een aantal fundamentele keuzes. Na twee jaar als eerste minister, als jongste eerste minister in de vaderlandse geschiedenis.
Welke eerste minister wil u eigenlijk zijn? Hoe wil u de geschiedenis halen, als een echte hervormer, als de eerste klimaatpremier, of als een fossiel? Als iemand die staat voor een nieuwe manier aan politiek doen, of als iemand die verloren loopt in de achterkamertjespolitiek? Als iemand die een dam legt tegen het oprukkend nationalisme en populisme van de heer De Roover, de heer Jambon en de heer Francken of al degene die voor hen de rode loper heeft uitgerold? Als auteur van een operatie rechtvaardigheid of als postbode van vele facturen? Dat is de keuze! Al twee jaar laat u zich op die punten door hen de verkeerde keuzes opdringen. Daar betalen wij als land en als samenleving een hoge prijs voor.
Maar wij leggen ons daar niet bij neer, als ecologisten. Wij tonen elke dag opnieuw dat men verschillen kan overstijgen, over de taalgrens heen. Wij zullen dit jaar, nog meer dan vorige jaar, de stem van de hoop zijn in dit halfrond. En hoop is niet naïef, collega’s, als realistische alternatief voor het naïeve optimisme van de heer Dewael en het angstig gesloten pessimisme van de heer De Roover. Wij, ecologisten, zijn possibilisten, wij zijn doeners. Khalid, Paul, Jihad en Christel zijn ook possibilisten en doeners.
U, mijnheer de eerste minister, u zou hun gids kunnen zijn. U zou hun belangrijkste bondgenoot kunnen zijn. Daarom zullen wij u dit jaar de hele tijd, dag in dag uit, ook als het u stoort, blijven herinneren aan wat u voor hen kunt betekenen.
Ik besluit.
U managet met veel horten en stoten deze vreemde, verdeelde coalitie. U managet enigszins deze coalitie, maar u leidt het land niet. Net in wat vandaag uw belangrijkste opdracht is, dit land inspireren, mensen samenbrengen, mensen verbinden, schiet u het meest tekort.
Om die reden, mijnheer de eerste minister, kunnen wij u het vertrouwen niet geven. Dat is de reden waarom wij, ecologisten, Nederlands- of Franstalig, u zullen blijven bestoken met voorstellen en oplossingen, want dit land verdient beter, want die vier mensen daarboven verdienen veel beter.
01.92 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, il est bientôt 18 heures. Comme ma collègue Onkelinx vous l'a demandé bien gentiment, auriez-vous des informations sur les documents que nous devons recevoir?
Le président: Non.
01.93 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): La réponse est non, pour ceux qui n'ont pas entendu, mais la journée n'est pas terminée. Les documents vont arriver.
Monsieur le premier ministre, cela fait maintenant deux années que vous êtes à cette fonction, à la tête du gouvernement. Vous étiez ici à la tribune du parlement, au mois d'octobre 2014, et je suis sûr que vous vous souvenez des engagements que vous aviez pris.
J'aimerais revenir sur un premier point que vous aviez évoqué à l'époque, un point sur lequel vous vous êtes engagé clairement. Il est rare, dans une déclaration de politique gouvernementale, d'avoir des engagements aussi précis et aussi chiffrés. Cela figure à la page 48, pour ceux qui veulent vérifier: "Les enveloppes Bien-être 2015-2016, 2017-2018 et 2019-2020 seront affectées à 100 %." Á 100 %! Vous étiez fier. Vous avez même complété votre texte: "Le gouvernement supprimera dès lors la réduction de 40 % des enveloppes qu'avait initiée le gouvernement Di Rupo." C'était votre engagement chiffré. Et aujourd'hui, votre gouvernement, votre majorité décide de faire marche arrière et d'abandonner cet engagement. C'est un renoncement, inacceptable. Vous faites cela le 17 octobre, Journée de la lutte contre la misère et la pauvreté. Ce faisant, ce sont les personnes les plus fragilisées, précarisées, qui auraient pu bénéficier des 100 %, qui sont touchées. Aujourd'hui, votre signal, votre réponse, c'est de leur dire, 75 %. C'est un renoncement, et il y en a d'autres.
Madame la ministre de la Santé, nous en avons discuté jeudi dernier. Vous aviez pris l'engagement publiquement, médiatiquement mais ici aussi au parlement, de ne pas faire de nouvelles économies dans le secteur des soins de santé. Vous sortez du conclave budgétaire avec 227 millions d'économies supplémentaires! Comment pourrez-vous justifier cela, la prochaine fois que vous donnerez encore une interview avec un engagement aussi clair que celui-là? J'ai encore les titres: "Pas touche aux soins de santé! Si on pousse plus loin les économies, ce sera sur le dos du patient."
Monsieur Ducarme, vous avez vous-même souligné cela: "Pas d'économies supplémentaires dans les soins de santé. Je suis avec la ministre." Et aujourd'hui, marche arrière toute. Encore un renoncement! On peut aller plus loin mais sur les soins de santé, arrêtons-nous quelques instants.
Le premier ministre a rappelé dans son allocution ici, dimanche midi, les chiffres qui augmentent, qui explosent même, des personnes qui sont en congé de maladie de longue durée, c'est-à-dire de plus d'un an. Ils sont effectivement 370 000 Belges, soit plus 14 % depuis que vous êtes là, c'est-à-dire en un peu plus d'une année. Il y a eu une croissance de 60 % en dix ans mais admettez que sur un an, vous faites mieux que toutes les années précédentes: 14 % d'augmentation, monsieur le premier ministre! Si on creuse ces chiffres, concernant les maladies mentales liées au burn out, aux dépressions – ce sont les chiffres officiels de Securex notamment – sachez que 30 % des travailleurs souffrent de stress au travail et que 53 % des maladies de longue durée sont liées au burn out. Vous pouvez sourire! Pour ces gens-là évidemment, vous pouvez sourire!
Quelle est votre réponse? Aujourd'hui, dans votre déclaration de politique gouvernementale en 2016, quelles sont vos propositions? Premièrement, on va augmenter les heures supplémentaires, on va libéraliser le secteur. On ne va même plus les payer en heures supplémentaires. Deuxièmement, on va augmenter le travail de nuit. On va libéraliser davantage le travail de nuit. Troisièmement, on va allonger la carrière jusque 67 ans.
Pensez-vous vraiment qu'avec ce type de mesures, vous allez pouvoir diminuer le nombre de personnes en congé de maladie de longue durée? Ce chiffre, vous l'avez vous-même cité, il vous effraie légitimement de ce point de vue-là et il est interpellant. C'est évidemment contradictoire. Il est impossible de dire qu'on va diminuer les burn outs et le stress au travail et en même temps augmenter et libéraliser les heures supplémentaires, le travail de nuit, l'allongement de la carrière. C'est impossible!
Mais je veux aller plus loin dans l'analyse. En effet, votre réponse aux gens qui souffrent consiste à leur dire, comme d'autres l'ont fait par le passé en s'adressant aux chômeurs, qu'ils seront activés. Après que les chômeurs aient été activés, vous allez activer les malades. Les malades de longue durée seront obligés de revenir sur le marché du travail. Telle est votre réponse aujourd'hui. Cela est véritablement scandaleux. Comme si ces gens attendaient de la part d'un gouvernement d'être davantage activés pour retourner sur le marché du travail!
Par ailleurs, cette politique s'applique également aux femmes enceintes. Quel est le signal que vous donnez en faisant savoir aux employeurs qui sont en phase de recrutement, par exemple, que s'ils engagent une femme enceinte, ils devront payer 10 % s'ils étaient amenés à l'écarter pour des raisons prophylactiques? Est-ce cela que vous voulez vraiment, monsieur le premier ministre?
Votre politique est inacceptable comme choix de société, comme réponse aux vrais problèmes que constituent les maladies de longue durée et le coût du travail. Le choix que vous faites aujourd'hui va renforcer les difficultés. Les chiffres sont là. On peut se retrouver l'année prochaine. La situation en la matière sera plus grave encore. Tel est votre bilan. Je répète que vos intentions sont pires que ce qui a été mis en place jusqu'à maintenant puisque vous approfondissez le problème, vous agrandissez le fossé pour ce qui concerne les gens en difficulté, les gens qui souffrent, les malades, les femmes, mais aussi les jeunes
Tout à l'heure, vous n'avez pas répondu à ma question concernant ces derniers. Quand vous décidez de diminuer de 20 millions d'euros les budgets consacrés actuellement à l'emploi des jeunes, quand vous faites marche arrière par rapport à des engagements qui ont été pris avec les partenaires sociaux en mars 2013, vous portez atteinte, monsieur le premier ministre, aux droits des jeunes de 18 à 21 ans qui travaillent, ceux dont nous avons besoin. Vous allez donc réduire leur salaire. En effet, il est question d'une réduction de 175 euros brut. Vous pouvez faire le calcul. Vous ne vous êtes pas engagé à ce que, demain, ces jeunes touchent davantage que ce qu'ils touchent aujourd'hui. Vous ne vous êtes même pas engagé à ce qu'ils touchent le même salaire. Mais comment pourriez-vous le faire avec une économie de 20 millions d'euros?
Lisez aujourd'hui les premières réactions par rapport à cette mesure, c'est cynique! C'est évidemment cynique. Pour un employeur, cela peut être intéressant mais quel signal envoyez-vous aux jeunes? Vous envoyez un signal aux femmes enceintes, je l'ai dit. Vous envoyez aussi un signal aux jeunes: "Vous ne méritez pas une vraie place sur le marché du travail". C'est tout le contraire de ce qu'il faut faire pour les inclure dans la société justement dans laquelle nous voulons aller.
Je n'ai évidemment pas le temps de développer mais mes collègues, Benoît Hellings et Wouter De Vriendt, le feront ultérieurement dans les travaux parlementaires: les 25 millions d'euros que vous reprenez à la Coopération au développement, franchement! Regardez aussi les chiffres, votre bilan. On était à 0,63 % du PIB en 2010, 0,49 % en 2014. Les diminutions avaient effectivement déjà commencé sous l'ère Di Rupo mais vous êtes passé à 0,42 % en 2015 et, pour 2017, vous retirez encore 25 millions d'euros. Il ne va bientôt plus rien rester! Et après, vous vous plaindrez qu'il y a tant de problèmes dans le monde et qu'il y a autant de candidats réfugiés aussi. Ne faut-il pas justement investir en amont, en prévention? Mais c'est le cadet de vos soucis!
D'autres engagements ont été pris, y compris récemment. Le ministre Peeters n'est plus dans l'assemblée pour l'instant et je le comprends. Mais le CD&V est toujours représenté car le chef de groupe est là. En ce qui concerne les plus-values, le 13 octobre 2016, le ministre Peeters nous donnait l'espoir de centaines de millions d'euros. C'est ce qu'il dit dans une interview. Le 16 octobre, zéro! Dans les tableaux budgétaires que nous n'avons pas encore reçus et que nous recevrons bientôt, c'est zéro! C'est là l'engagement que vous aviez pris.
Monsieur Ducarme, je vais revenir sur le taux d'emploi puisque, tout à l'heure, nous n'avons pas eu l'occasion d'aller jusqu'au bout de notre réflexion. Vous pouvez bien entendu citer d'autres chiffres. C'est important et je n'ai pas nié les chiffres que vous avez cités. Mais vous savez très bien qu'en matière d'emploi, c'est comme dans un budget, il y a deux colonnes. En budget, il y a les recettes et les dépenses. Pour l'emploi, il y a la création d'emplois mais aussi le nombre de personnes qui sont sur le marché de l'emploi. Ce n'est qu'en mettant ces deux chiffres en relation que cela donne un sens. Autrement, vous direz, j'ai un budget en équilibre parce que j'ai réduit les dépenses. Ah oui, manifestement, vous faites cela bien! Mais, comme le ministre des Finances le sait très bien, on regarde aussi les recettes et, là, c'est la catastrophe! Regardons maintenant le taux d'emploi. C'est le paramètre que vous aviez choisi et défendu ici à la tribune. Regardons où vous en êtes par rapport aux pays voisins. Je suis retourné voir les chiffres, monsieur Ducarme.
La Belgique est en régression et c'est le seul pays, avec le Luxembourg. Tous les autres pays, depuis novembre 2014 jusqu'à mai 2016, sont en progression. La Belgique n'atteindra pas les 73,2 %. Et cela, monsieur Laaouej, ce n'est pas à cause du Brexit. La progression moyenne en Europe, monsieur Ducarme est de 1,6 %. Alors qu'on ne dise pas que tout va bien, que tout va mieux et que l'emploi est la priorité. En ce qui concerne le taux d'emploi, vous êtes en recul par rapport à la situation dont vous avez hérité, il y a deux ans.
Vous niez, monsieur le premier ministre. C'est votre droit. Mais je vous mets au défi, lorsque vous viendrez à la tribune, de sortir d'autres chiffres en termes de taux d'emploi. Ils sont validés au niveau européen. Je les tiens à votre disposition.
Même chose pour le seuil de pauvreté. Dans l'engagement que vous avez pris ici en octobre 2014, vous déclariez que le gouvernement porterait les prestations minimales de sécurité sociale au seuil de pauvreté. Votre bilan est un encéphalogramme plat. En 2002, 77 % du revenu d'intégration sociale; en 2012, 77 % du seuil de pauvreté; en 2016, 77 %. Il y a un écart de 250 euros par mois par rapport au seuil de pauvreté. Pour vous, cela ne signifie rien, mais pour les personnes concernées, c'est énorme. Il fallait le pointer, en ce jour du 17 octobre.
On pourrait continuer mais je n'ai pas le temps de faire la liste de tous vos renoncements. Nous y reviendrons dans les débats budgétaires. L'investissement de 1 milliard d'euros à la SNCB, nous l'attendions. Pour le moment, il n'y a rien dans le budget. On a besoin de ce plan d'investissement. Quand viendra-t-il? Ce milliard est déjà insuffisant par rapport aux 3 milliards que vous retournez. Vous avez peut-être le document avec vous. Peut-être pourrez-vous vous engager tout à l'heure. Où est-il, ce milliard d'investissement? Par contre, le définancement prévu dès le début dans la colonne des dépenses, lui, est bien réel. Au Nord comme au Sud, les gens le sentent, tous les jours, dans les trains: le nombre de places, les retards, les trains supprimés, etc. Nous n'avons pas encore vu le moindre euro de l'investissement auquel vous vous étiez engagé.
Selon la page 99 de la déclaration, "le pacte énergétique sera concrétisé avant la fin 2015". On est bientôt en 2015! Ah non, on est en 2016 et on parle du budget 2017! Le pacte énergétique n'est toujours pas là. Là aussi, renoncement! Là aussi, retard! J'ai encore beaucoup de choses à dire mais je n'ai plus le temps. Monsieur le premier ministre, je les dirai ultérieurement.
Vos renoncements sont une forme d'abdication par rapport aux engagements que vous aviez pris, par rapport aux espoirs que vous avez créés, par rapport aux gens qui ont cru en votre parole. Cela fait deux ans que ces gens attendent des résultats, non pas par rapport à ce que nous souhaiterions, mais par rapport à ce que vous-même vous aviez dit. Même par rapport à cela, vous n'êtes pas capable aujourd'hui de leur répondre et de leur dire "parole tenue". Non, votre parole n'a pas été tenue, alors qu'il y aurait eu moyen de développer d'autres propositions. On en a parlé, on y reviendra lors des travaux budgétaires.
01.94 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, mesdames et messieurs les ministres, chers collègues, je voudrais d'abord faire deux grands constats sur le plan politique, constats qu'on peut tirer de votre déclaration d'hier mais également de vos décisions.
Le premier constat est que, la semaine dernière, vous êtes venu nous expliquer que la crise au sein du gouvernement se justifiait par la nécessité d'avoir une réforme ambitieuse en termes d'impôts des sociétés, de fiscalité plus juste, de mobilisation de l'épargne, d'un plan d'investissement. Un match s'est alors joué entre les différents partis de votre majorité. De ce match, entre mardi dernier et hier, dimanche, rien n'a changé! Niks, nada! Pas un seul point supplémentaire. On peut alors se demander quelles sont les tractations qui expliquent la sortie de crise entre mardi dernier et hier.
Si j'en crois la une de Het Laatste Nieuws et de De Morgen, j'ai vraiment l'impression que la guerre des tranchées est toujours ouverte. Personne n'est dupe. C'est vrai; vous avez abouti à un exercice budgétaire, mais celui-ci est un exercice minimum, un exercice comptable; j'y reviendrai. Les interrogations sur la solidité de votre budget restent entières.
Mais vous avez surtout remis à plus tard le cœur des réformes dont la Belgique a un cruel besoin. Franchement, on se demande si votre gouvernement est toujours en mesure de se mobiliser. Soi-disant, ce gouvernement montrait beaucoup de cohésion et était un symbole du goed bestuur. On n'en voit rien! Vous ne tenez que pour ne pas tomber. La question centrale est la suivante: êtes-vous encore en mesure de décider des réformes ambitieuses pour l'emploi, dans l'intérêt général, ou chacun va-t-il camper sur les positions de son parti? Pourtant, agir est vital lorsqu'on voit la situation économique de la Belgique; j'y reviendrai.
Le deuxième grand constat politique de ces derniers jours concerne la majeure partie des économies que vous avez décidées. Vous vous y êtes mis tardivement, mais quand j'observe la ligne du temps, je comprends mieux les événements. Regardez dans le rétroviseur et rappelez-vous ce qui s'est passé le 11 septembre dernier. La N-VA fêtait ses 15 ans à Plopsaland. Là, le président de la N-VA, Bart De Wever, avait déclaré urbi et orbi que le budget 2017 se règlerait sur le compte de la sécurité sociale et des soins de santé. C'est ce qu'a fait votre gouvernement. En quelque sorte, on peut appeler votre budget "le budget Plopsaland de la N-VA".
Venons-en au sérieux et à la solidité de votre budget. Au mois de septembre, le comité de monitoring a procédé à une actualisation. L'objectif de 4,2 milliards avait été fixé pour 2017, et à 1,6 milliards complémentaires pour 2016. Par je ne sais quelle magie, vous avez décidé de réduire ces 4,2 milliards pour 2017 à 3 milliards, et vous vous êtes arrêtés là. Nous n'avions pas très bien compris pourquoi il était passé de 2,4 à 4,2, sauf à parler en verlan: deux quatre, quatre deux.
01.95 Charles Michel, premier ministre: Je n'y avais pas pensé!
01.96 Catherine Fonck (cdH): Vous n'y aviez pas pensé? C'était totalement par hasard!
Et puis, c'est devenu 3 milliards. Mais par contre, l'effort de 1,6 milliard en 2016, que vous deviez faire pour rentrer dans les clous, est lui, comme par miracle, tombé à 300 millions d'euros. Pas un seul mot d'explication à ce sujet! Il faudra, monsieur le président de la commission des Finances, que vous nous expliquiez quand même par quelle magie ces chiffres ont été revus comme ça, par hasard, à la baisse.
On verra ce que la Commission européenne en dira. Je vous le rappelle, la Commission impose à la Belgique une trajectoire de minimum 0,6 % par an. Là aussi, vous avez inventé un nouveau modèle. Je parie que vous allez me dire, je vous entends d'ici: 1,2 % sur deux ans. Je parie que c'est ce que vous allez faire. Vous l'avez dit hier, tout à fait. Ce n'est pas cela que la Commission européenne exige. Elle exige 0,6 % par an. Nous verrons ce que la Commission européenne en dira et si elle suivra votre raisonnement, parce que ce n'est pas vraiment un signe de solidité et de sérieux.
Vous avez décidé, je le rappelais il y a un instant, de réaliser la majorité de vos économies dans la sécurité sociale et les soins de santé. Vous ne parlez pas non plus, dans le fameux tableau que vous nous avez rendu, de ce qu'il faudrait pour atteindre l'équilibre en 2018. Alors là, c'est la nébuleuse! Il y a des chiffres partout, sauf à cet endroit. Je ne peux pas imaginer que ce ne soit pas fait exprès. Je pense que nous serions tous tombés par terre à voir le chiffre d'économies nécessaires pour arriver à l'équilibre en 2018. Je ne parle même pas encore de 2019. Mais si vous êtes si certain d'arriver à l'équilibre, pourquoi n'écrivez-vous pas les chiffres noir sur blanc? Là encore, ce serait un signe de sérieux. Vous savez que c'est un chiffre impressionnant, puisque l'essentiel de l'effort en matière de financement du tax shift se marquera à ce moment-là.
Il y a quelques autres points nébuleux par rapport à votre budget. Le fameux redesign des administrations. Je vous rappelle qu'en cumulé, vous aviez prévu 750 millions sur la période 2015-2020, soit 300 millions en 2016 et 2017. Vous avez dit que vous l'abandonniez, à juste titre, car ce que vous avez fait n'a servi à rien: une vague centrale d'achats qui a rapporté pas grand-chose. Il fallait le faire, je suis d'accord. Mais alors ces fameux 300 millions en 2016-2017 ne figurent plus dans la trajectoire. Par quoi sont-ils remplacés? Mystère.
Et enfin, à ce stade, je voudrais m'arrêter un instant sur un point: le projet relatif aux voitures de société.
Vous savez que nous avions déposé une proposition visant à ce que le budget alloué aux voitures de société, dans la mesure où les citoyens souhaitaient peut-être se déplacer autrement qu'en automobile, cesse de financer les bouchons. Tant mieux, donc, si on leur laisse le choix! Cependant, en termes d'alternative à la voiture de société, en tout cas pour les automobilistes qui n'habitent pas Bruxelles, il faut se demander comment ils arriveront dans la capitale. Monsieur le premier ministre et monsieur le ministre Bellot, pouvez-vous nous garantir que les deux lignes RER vers Ottignies et Nivelles, qui sont indispensables, bénéficieront d'un investissement massif et rapide de sorte qu'elles soient achevées et qu'elles disposent d'une cadence horaire adéquate? Pas un euro n'apparaît dans le montage budgétaire du gouvernement! C'est pourquoi il est vraiment temps, monsieur le premier ministre, que vous preniez cet engagement clair ici et maintenant.
S'agissant des voitures de société, plusieurs questions se posent. Premièrement, sommes-nous d'accord pour laisser à leurs détenteurs l'intégralité de leur avantage? J'entends parler de forfait. Or, dans ce cas-là, cela ne correspond pas à l'intégralité de l'avantage dont ils disposaient. Deuxièmement, cela signifie-t-il bien qu'il n'y aura pas de nouvelle fiscalisation, tant du côté de l'employeur que du travailleur? Troisièmement, les travailleurs et employeurs dont cette partie de salaire n'est pas défiscalisée vont-ils pouvoir bénéficier du même avantage? Autrement, on instaurerait une discrimination qui serait évidemment inacceptable. Les intéressés attendent donc des réponses à toutes ces questions.
Nous avions plaidé pour que ce budget soit alloué à une enveloppe "qualité de vie", notamment pour les familles. Il importe naturellement qu'aucune perte ne soit enregistrée au détriment des travailleurs et que l'avantage soit intégralement maintenu.
Je voudrais à présent en venir au volet socio-économique.
Pour prendre de bonnes décisions, il faut d'abord un bon diagnostic. C'est le médecin qui parle; je ne peux m'en empêcher. On a déjà évoqué tous ces chiffres-là aujourd'hui, monsieur le premier ministre; je les avais déjà présentés devant vous la semaine dernière. Entre un portrait où on ne regarde que la situation de la Belgique et exclusivement celle-là, et une analyse qui prend en compte la réalité de nos pays voisins, le tableau est évidemment tout à fait différent. Si on ne regarde que la Belgique, on peut se dire contents de nous-mêmes. Si on regarde nos voisins, quels que soient les critères que l'on prend, la situation n'est pas idyllique.
En 2016, la croissance du PIB, que l'on prenne les chiffres du Bureau fédéral du Plan ou du FMI, est moins bonne que celle de l'Allemagne ou des Pays-Bas. En ce qui concerne les investissements privés, vous vous réjouissez toujours de leur augmentation de l'ordre de 6,2 %. Vous savez d'ailleurs que cela s'explique en partie par les taux d'intérêts bas. Mais en la matière, le Bureau du Plan estime la croissance, pour 2017, à 2,5 %, soit une baisse de 3,7 %.
Vous vous réjouissez également de l'augmentation des exportations. Là aussi, en 2016, c'est bien, mais en 2017, selon le Bureau du Plan, la balance commerciale devrait redevenir négative. Le pouvoir d'achat, j'en ai parlé tout à l'heure. Vous évoquez toujours 2 % et le Bureau du Plan, s'exprimant sur la progression du revenu disponible réel, estime qu'elle était de 1,4 % en 2016 et qu'elle sera de 1 % en 2017.
J'en viens à Eurostat et à l'inflation. En Belgique, elle est dix fois supérieure à la moyenne de la zone euro. Vous le savez, en la matière, c'est notamment à cause de la hausse de la TVA sur l'électricité et les accises sur les carburants; autant de points qui sont évidemment dus directement aux décisions politiques de votre gouvernement.
Enfin, en matière d'emploi, dois-je évoquer toutes les annonces de licenciements collectifs, dont on parle un moment et puis que l'on oublie au sein de votre gouvernement, en rappelant à quel point tout va bien? Faut-il aussi rappeler que la croissance du taux d'emploi de la Belgique, au deuxième trimestre 2016, est la troisième plus faible de la zone euro.
Tout ceci pour dire que la situation est tout sauf idyllique. C'est évidemment pour cela qu'il faut se mobiliser davantage et qu'il ne faut pas tarder à prendre des décisions; j'en parlais aussi tout à l'heure.
Je voudrais maintenant en venir à la réforme du travail. Le ministre de l'Emploi vient de revenir parmi nous. Je suis allée relire l'accord de gouvernement en ce qui concerne les différents chantiers en matière de réforme du travail.
L'accord de gouvernement disait: "de grandes réformes en matière d'emploi doivent être réalisées, dans un profond respect de la concertation sociale". Sur la forme - dois-je le redire ici -, vous n'avez pas respecté la concertation sociale, ou à tout le moins, vous avez tenté de faire semblant, puisque ce n'est plus de la concertation sociale, c'est de la concertation sociale cadenassée. Le contenu n'y est pas et le mode opératoire n'y est pas non plus. Vous donnez un canevas hyper strict. Seuls des détails peuvent évoluer, quand ils le peuvent encore.
Monsieur le ministre de l'Emploi, pour ce qui concerne le "WWW", je vais l'appeler ainsi, le "wensbaar et werkbaar werk", qui se traduit différemment en français, le choix du gouvernement est stupéfiant. Dans le fond, qu'est-ce que vous avez fait? Vous avez pris la partie "wensbaar" et la partie "werkbaar" est renvoyée à on ne sait pas très bien quand, ni même avec quel résultat.
En pratique, votre projet aujourd'hui, c'est un méga "wensbaar werk". En effet, qu'avez-vous décidé? Qu'avez-vous tranché? Qu'est-ce qui va s'appliquer avec certitude? C'est tout le volet qui est celui que les employeurs voulaient. À l'inverse, toutes les autres questions, qui concernaient plus particulièrement les travailleurs, sont renvoyées à la concertation sociale, qui pourra évidemment les bloquer. Que ce soit la conciliation famille-travail, que ce soit les épargnes-congé et le compte d'épargne, que ce soit les horaires flottants, que ce soit le télétravail occasionnel, que ce soit sur le groupement d'employeurs ou encore la formation, tout ça, non, c'est soi-disant dedans, mais ça ne figure pas dans les textes de loi. C'est renvoyé à la concertation sociale.
Par contre, l'annualisation, c'est tout de suite. Le passage du quota d'heures de 91 à 143 heures et le crédit de cent heures supplémentaires, c'est tout de suite! Je trouve que c'est particulièrement déséquilibré.
Même Sarkozy dit "travail flexible, oui, mais il n'est pas question qu'on travaille plus pour gagner moins" et il veut continuer à financer les heures supplémentaires. Ce n'est pas cela que vous faites.
Je voudrais terminer mon raisonnement sur les heures supplémentaires. Tout le monde ne gagne pas trois mille euros par mois ou plus. Il y a aussi des petits salaires.
À titre personnel et au nom du parti, nous avons toujours été favorables à ce qu'on puisse avancer en matière de flexibilité du travail, mais à condition que ce soit une flexibilité équilibrée, avec des avancées et une attention particulière pour les travailleurs. Vous annualisez, vous ne ferez donc pas 45 heures par semaine, vous pourrez faire plus une semaine et moins une autre semaine. Je suis d'accord, mais vous conviendrez quand même que pour un petit salaire voire un moyen salaire, la semaine où vous travaillez 45 heures, et que vous n'avez pas d'autre possibilité parce que le patron ne laisse pas nécessairement le choix, une heure de semaine, ce n'est pas la même chose qu'une heure de nuit et qu'une heure de week-end. En la matière, les quotas d'heures que vous annoncez, sans récupération et sans heures payées de manière supplémentaire, sont particulièrement interpellants pour les petits et moyens salaires.
Je pense qu'il y avait moyen de trouver un accord avec les partenaires sociaux. Quand vous avez présenté votre note précédente, ils étaient tous mécontents. En même temps, le président de l'UCM a dit qu'il y avait moyen de trouver un accord sur la loi de 1996 et sur l'AIP, puisqu'on va ouvrir les négociations pour un nouvel accord interprofessionnel. Je pense donc que c'était possible, d'autant plus qu'il y a des secteurs qui appliquent bien plus que le quota de 91 heures. Que fait-on avec les secteurs qui appliquent déjà aujourd'hui 150 ou 180 heures dans le quota des fameuses heures non récupérables, par exemple les secteurs de la construction ou de l'industrie automobile? Va-t-on dire que, puisqu'il y a un accord, on leur laisse la possibilité de continuer l'accord ou allez-vous en plus y rajouter les 100 heures supplémentaires? Je peux vous assurer que les représentants des travailleurs, qui ont été balayés sur ces matières alors qu'ils étaient d'accord d'avancer, attendent des réponses à ces questions.
01.97 Kris Peeters, ministre: Madame Fonck, vous êtes peut-être mal informée. Nous avons trouvé un consensus pour les deux projets, la loi de 1996 et les projets de travail faisable et de flexibilité. J'espère que nous prendrons une décision au sein du conseil des ministres pour les deux ou trois projets le plus rapidement possible. Donc ce que vous dites n'est pas correct. Le menu est aussi inclus dans notre projet; il ne s’agit pas seulement du socle.
Je suis convaincu que nous avons trouvé une solution acceptable pour les syndicats, avec les partenaires sociaux, surtout en ce qui concerne les 38 heures. Tous les éléments que vous avez mentionnés se trouvent dans le projet de loi.
01.98 Catherine Fonck (cdH): …Pour la concertation alors que sur le reste, non?
01.99 Kris Peeters, ministre: À ce sujet, madame Fonck, nous avons demandé un avis au Groupe des Dix. Nous attendons depuis des mois et des mois. À présent, nous avons décidé. La décision que nous avons prise est raisonnable et a ma préférence. Je suis convaincu que les syndicats ont demandé à jouer un rôle, par exemple dans la discussion sur les 38 heures. Nous avons décidé, selon l'article 20bis, que l'annualisation des 38 heures serait activée au niveau sectoriel et à celui des entreprises. Le syndicat peut activer les 38 heures comme base de l'annualisation. J'espère que vous et les autres membres du Parlement diffuserez l'information qu'il s'agit d'un consensus au sein du gouvernement, qui est acceptable pour les syndicats.
01.100 Catherine Fonck (cdH): Cela signifie clairement qu'aujourd'hui, vous n'allez pas couler la partie annualisation du temps de travail en laissant la partie concertation sur la vie familiale, télétravail, groupements d'employeurs à la concertation sociale. Est-ce exact?
01.101 Kris Peeters, ministre: Le socle est au menu, mais dans le menu, les partenaires sociaux sont responsables dans la pratique. Ils décident par exemple si, dans le menu de certains secteurs, les congés sont dedans ou pas. C'est cela l'idée: travailler avec un menu dans lequel les secteurs peuvent choisir quels instruments sont les plus raisonnables et les plus acceptables pour eux.
01.102 Laurette Onkelinx (PS): Le ministre a parlé; puis-je lui poser une question? C'est compliqué. La grande difficulté, si je ne m'abuse, est la suivante. Vous avez, comme vous dites, "un socle", obligatoire, prévu légalement, et à côté de celui-ci, un menu à négocier sectoriellement. Vous dites que vous trouverez très certainement des accords avec les organisations syndicales. Des accords viseront à faire au mieux dans le cadre des menus sectoriels. Mais la grosse difficulté est que, via le socle même, vous imposez aux travailleurs une série de régressions.
Je vous donne un exemple. Les heures supplémentaires sans repos compensatoire s'élevaient, auparavant, si je me rappelle bien, à 78 heures et elles pouvaient atteindre, par le biais d'un accord sectoriel, 143 heures. Qu'avez-vous décidé dans le cadre du socle commun obligatoire? Vous avez décidé de faire passer lesdites heures de 78 à 143, ce sans négociation sectorielle.
Par ailleurs, vous avez décidé de passer de 40 heures par semaine à 45 heures par semaine, sans prévoir de sursalaire pour les heures supplémentaires prestées. Cela fait également partie du socle commun imposé aux travailleurs.
Nous contestons ces mesures. En effet, les mesures qui peuvent être bénéfiques devraient pouvoir être négociées secteur par secteur. En outre, vous imposez, via une loi, des mesures qui constituent une régression sociale.
01.103 Kris Peeters, ministre: Monsieur le président, je voudrais intervenir pour rappeler que, pour ce qui concerne les 38 heures, nous avons trouvé une solution d'ordre technique. Ainsi, l'article 20bis prévoit que les syndicats peuvent activer l'annualisation au niveau des entreprises, au niveau sectoriel. Telle est la nouvelle mesure que nous avons prise.
01.104 Catherine Fonck (cdH):
(…)
01.105 Laurette Onkelinx (PS): Il y a quand même une différence entre l'annualisation (…) pendant un an et les mesures que vous prenez au niveau des 45 heures, les heures supplémentaires. De plus, pour ce qui concerne le quota, vous avez décidé de mettre en place un nouveau système prévoyant 100 heures supplémentaires, ce sans aucun motif. Cela figure dans le socle commun.
01.106 Charles Michel, premier ministre: Monsieur le président, nous aurons, bien entendu, l'occasion d'avoir des discussions sur les textes de loi dans le cadre du processus parlementaire puisque l'intention est de valider très vite les textes de loi au Conseil des ministres. En effet, quand il s'agit de matières aussi techniques, il peut y avoir un certain nombre de confusions, si on ne dispose pas des textes.
Cela dit, je voudrais appuyer les propos tenus par M. Kris Peeters. Vous avez raison de dire qu'un engagement a été pris concernant, tout d'abord, un socle et, ensuite, un menu. Le volet socle comprend la notion d'annualisation. Vous avez eu raison de le souligner.
Vendredi, lors du Conseil des ministres, nous avons validé un point extrêmement important selon lequel l'activation de ce principe d'annualisation du nombre d'heures ne se fait pas unilatéralement par le biais de la loi, mais dans le cadre d'une initiative via le règlement du travail ou la convention sectorielle.
Sur ce sujet, nous avons, depuis après Pâques, tenté de démarrer un principe de concertation avec les partenaires sociaux. Le ministre Peeters a rencontré, à plusieurs reprises, de manière formelle et informelle, les partenaires sociaux. Ensuite, à partir du mois de juillet, un texte a été adressé. Et une semaine avant la finalisation du budget, j'ai rencontré moi-même les partenaires sociaux qui, des deux côtés du banc, m'ont indiqué qu'ils n'arriveraient pas à avoir un accord sur ce sujet-là pour rendre un avis au gouvernement. Voilà la réalité!
Compte tenu de cet élément, nous avons pris nos responsabilités et j'ose dire que ma conviction, c'est que, grâce à cette loi et aussi à la loi de 1996, nous allons pouvoir donner une chance, dans les semaines et mois qui viennent, pour aider à réactiver la concertation au sein du Groupe des Dix sur des thèmes importants qui concernent les relations de travail: la flexibilité, la marge salariale dans le cadre de la loi de 1996. Et je verrai, comme je l'ai indiqué hier, les partenaires sociaux extrêmement rapidement, dans le courant de cette semaine probablement, pour faire en sorte d'expliquer précisément, techniquement, thèses à l'appui, quelle est la situation et de donner ainsi toutes ses chances – c'est notre souhait – à la concertation sociale. On peut ne pas être d'accord sur l'organisation prise dans la loi. Je respecte notre différence de point de vue par rapport à cela, madame Onkelinx ou madame Fonck, mais la volonté - en tout cas dans la mise en œuvre - est de garder un espace important pour les partenaires sociaux dans le cadre de l'activation du socle et dans le cadre des négociations du menu.
01.107 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le premier ministre, êtes-vous là en train d'affirmer qu'il n'y aura pas d'effets directs de l'annualisation?
01.108 Charles Michel, premier ministre: Je vous explique ici que l'annualisation …
01.109 Catherine Fonck (cdH): Oui ou non en fait? C'est tout!
01.110 Charles Michel, premier ministre: Vous posez une question d'une manière qui ne me permet pas de dire oui ou non. Alors, on peut effectivement faire du simplisme mais ce n'est pas mon choix.
(..) Ne vous sentez pas visée. Vraiment, ce n'était pas le but. Je vous répète que l'activation du volet annualisation devra être modalisée dans le cadre d'un règlement de travail ou d'une convention sectorielle. Vous aurez d'ailleurs l'occasion de voir les textes dans le processus parlementaire.
01.111 Catherine Fonck (cdH): Je pense que la réponse n'est pas très claire, monsieur le premier ministre. Et je ne suis pas dans un raccourci ou dans une critique facile.
01.112 Charles Michel, premier ministre: (…)
01.113 Catherine Fonck (cdH): C'est en fait très simple. Oui ou non, restera-t-il de la place aux partenaires sociaux, non pas pour négocier et s'accorder sur les aspects conciliation, congés, télétravail, formation, etc. mais y aura-t-il une concertation sur le tout et, donc, une possibilité de faire évoluer les textes sur le tout?
La vraie question est celle-là. Si ce n'est pas le cas, nous constaterons alors qu'il existe un déséquilibre dans la manière dont vous abordez le problème. Si c'est le cas, nous verrons bien. Je prends l'exemple de la formation. S'il y a bien un sujet qui constitue un enjeu majeur en termes de préservation de l'emploi et de compétitivité des entreprises, c'est celui-là. Je voudrais quand même rappeler que 43 % des métiers actuels seront automatisés dans vingt ans. Cela démontre qu'il s'agit d'une question essentielle. Vous avez déjà gelé les formations, qui représentent 1,9 % de la masse salariale, depuis deux ans. Il est plus que temps de pouvoir avancer.
Je répète que développer la flexibilité ne me pose aucun problème - la position de mon groupe diffère en la matière de celle de Mme Onkelinx -, mais à condition que ce soit équilibré et que la réalité des familles, des femmes et même des hommes, soit respectée. Reconnaissons que les femmes s'occupent beaucoup plus de la logistique familiale – peut-être pas partout, mais elles le font quand même davantage.
Pour la loi de 1996, là encore, la concertation a été repoussée.
S'agissant des starter jobs, j'aimerais émettre deux commentaires. Vous abaissez le salaire minimum brut. Tout à l'heure, je vous ai dit que vous deviez absolument vous engager – et vous m'avez répondu positivement – à éviter toute perte salariale nette. J'ai effectué un petit calcul, monsieur le premier ministre: 45 000 jeunes de moins de 21 ans sont concernés aujourd'hui. Si l'on fait une projection budgétaire pour examiner comment ne pas diminuer leur salaire net, cela représente un budget annuel de 62 millions d'euros, dont je n'ai pas vu la trace dans votre budget. Or, avec un rapide calcul de projection, c'est le montant qui vous est nécessaire pour ne pas diminuer le salaire minimum net des jeunes. J'ose espérer que, quand le gouvernement déclare que le salaire net ne baissera pas, ce n'est pas parce qu'il renvoie cette question aux entités fédérées. Je rappelle en effet que les mesures relatives au groupe cible ont été transférées à la suite de la sixième réforme de l'État. Il incombe bien évidemment au fédéral de garantir le maintien du salaire net.
Enfin, toujours en termes d'emploi, je voudrais aborder l'écartement des femmes enceintes.
C'est un sujet qui n'a pas l'air d'intéresser grand monde. Cette mesure, que ce soit dans une petite entreprise ou dans un hôpital, où 90 % du personnel est féminin et jeune, qui consiste à sanctionner l'employeur, qui ne trouve pas un autre travail pour une infirmière par exemple, va pénaliser les femmes dans leur recherche d'emploi. Quand l'employeur va les voir, il va leur dire que, si elles n'ont pas encore eu d'enfants, elles risquent de lui coûter une grossesse. C'est un fameux problème, c'est un effet pervers terrible sur l'engagement des femmes, et singulièrement des femmes jeunes.
Je voudrais aborder les soins de santé et faire le lien avec la lutte contre la pauvreté. Monsieur le premier ministre, vous en avez parlé hier par rapport à la population à risque en matière de pauvreté. Cela ne vous empêche pas de faire un tour de vis supplémentaire. En ce qui concerne l'augmentation du stage d'attente à douze mois pour l'invalidité, un jeune qui travaille depuis neuf mois, c'est "pas de chance" s'il tombe malade! Vous avez augmenté le stage d'attente pour l'invalidité de six à douze mois! Cela pénalise directement l'accès aux soins de santé. Chez les jeunes, des cancers, cela peut arriver! Vous entendre dire qu'il n'y aura aucun impact sur le patient est dès lors choquant. Vous entendre dire que tout va bien et qu'on diminue le budget, c'est une gifle à tous les professionnels de la santé qui s'investissent au quotidien pour les malades.
Pas besoin de plus de budget en santé? Qu'allez-vous répondre aux donateurs, aux bénévoles qui, chaque année, se mobilisent pour les opérations Cap 48 ou Télévie? À travers ces opérations, ils disent qu'il n'y a pas suffisamment de budget pour les malades, pour le cancer, pour les enjeux liés au handicap. Le fait de dire qu'au fédéral, on n'a pas besoin de budget en plus, je trouve que cela pose énormément question.
Madame la ministre de la Santé, vous avez dit non une fois, deux fois, trois fois: "On ne fera pas d'économies supplémentaires." Qu'avez-vous fait dans ce gouvernement? Vous ont-ils tout pris? Vous n'avez rien dit? Vous n'avez pas résisté? Il faut se battre! Vous me faites penser à la chanson d'Annie Cordy qui dit "j'voudrais bien, mais j'peux point". Je pensais qu'un ministre, quand il s'engage à dire qu'on ne fera pas d'économies supplémentaires sur la santé, il se bat! S'il ne se bat pas et s'il n'obtient rien, ce ministre ne tient plus la route!
01.114 Laurette Onkelinx (PS): Madame Fonck, je suis très attentive à ce que vous dites, et vous avez raison d'intervenir à ce sujet. Vous vous souvenez de l'échange de ce matin avec le premier ministre. Il disait, à propos des 900 millions, que ce serait en quelque sorte indolore, que cela ne toucherait pas les patients. Je viens d'apprendre cet après-midi que le Conseil général vient de refuser le budget.
Dans la note du gouvernement fédéral, il est par exemple question de supprimer 4 000 lits agréés, de fermer des services de maternité, des urgences, de services de soins intensifs de néonatalogie. Est-ce cela que le gouvernement appelle "ne pas toucher à la qualité des soins et ne pas toucher aux patients"?
01.115 Catherine Fonck (cdH): Je vais vous répondre à la place du gouvernement, madame Onkelinx, parce que le gouvernement n'aura pas le courage de répondre. Le gouvernement ne se rend pas compte que les hôpitaux, suite à des décisions qui se répètent, se trouvent en difficulté majeure par des économies directes qui leur sont imposées et à la suppression de lits. Comme si tout d'un coup, alors qu'un hôpital sur trois est dans une situation financière intenable, ces mesures-là allaient corriger quelque chose!
On a fait des projections dans les hôpitaux. D'ores et déjà, les hôpitaux ont fait leur petit calcul. Supprimer et imposer des économies supplémentaires, cela veut clairement dire devoir se priver de personnel, notamment de personnel infirmier. Se priver de personnel infirmier implique moins de temps, moins de soins aux patients. Savez-vous que les infirmiers ont de moins en moins de temps à octroyer aux patients, pour la simple et bonne raison que les patients sont de plus en plus âgés, et ont des pathologies très lourdes?
Croyez-vous qu'en supprimant 4 000 lits (et même si ce n'était que 2 000) on va pouvoir tout d'un coup faire sortir ces patients du jour au lendemain? Ce n'est pas un jeune qui a une prothèse de hanche. Je vous parle de patients âgés. La qualité des soins au patient va être touchée. Les professionnels qui ont déjà un turnover incroyable vont être durement sanctionnés. Ils vont devoir faire autant avec moins de personnel infirmier.
Madame la ministre, si vous n'étiez pas médecin, on vous reprocherait de ne pas vous intéresser au terrain. Vous qui êtes médecin, permettez-moi de vous dire combien cela est totalement hallucinant.
Non seulement, vous faites cela, mais en plus, vous infligez des sanctions supplémentaires aux hôpitaux. En effet, où vont les honoraires que vous touchez? Vous connaissez le système de la rétrocession des honoraires. Une partie de ceux-ci, entre 70 et 80 %, retournent à l'hôpital. Là encore, vous sanctionnez une nouvelle fois!
J'en viens aux infirmiers à domicile. Touchez-vous aussi aux honoraires de ceux-ci? Faut-il vous rappeler qu'en matière d'évolution salariale, ils ont reçu beaucoup moins que l'évolution du coût de la vie ces dernières années? Y touchez-vous? Excusez-moi, je trouve qu'en matière de santé, vous infligez une gifle à l'ensemble des professionnels de la santé. Vous allez détruire des emplois, singulièrement pour les infirmiers en hôpital. En sus, vous toucherez les patients de manière directe ou indirecte.
Je vous ai entendu, tout à l'heure, monsieur Servais Verherstraeten. Vous disiez que les mutualités étaient d'accord. Je rappelle qu'aujourd'hui, le Conseil général a dit non; je rappelle que vous ne respectez pas la norme légale que vous aviez vous-même fixée à 1,5 %.
Je ne reviendrai pas sur le terrorisme, parce que mes collègues Georges Dallemagne et Vanessa Matz se sont largement exprimés en la matière.
Nous attendions le plan de relance. Nous attendions que vous vous engagiez dans le domaine de ce qui a mené à cette mauvaise saga du gouvernement, cette dernière semaine. Nous nous attendions à avancer vers un grand pacte social.
Pour conclure, je vous citerai, monsieur le premier ministre. Hier, vous avez conclu votre discours par ces mots: "Nous voulons un avenir meilleur, plus solide, plus prospère. Nous voulons un avenir plus optimiste." Je partage vos propos. Je partage aussi vos objectifs de réforme concernant le soutien à l'emploi et à l'économie. Je partage votre souci de protéger et de développer l'emploi. Mais qu'avez-vous apporté à ceux qui s'activent pour redresser la Belgique? Je parle de ces travailleurs consciencieux et motivés. Oui, il y en a. Qu'avez-vous apporté à ces entrepreneurs et à ces indépendants des secteurs marchand et non marchand, petits et grands, qui ne comptent ni leurs heures, ni les risques qu'ils prennent? Je parle aussi de ces chercheurs qualifiés motivés, parfois visionnaires, et dont la capacité d'innovation déterminera notre prospérité à venir.
Quelle est votre réponse pour tous ceux que je viens de citer? Votre réponse est une crise gouvernementale d'une semaine qui aboutit à reporter, à plus tard ou à jamais, toute décision, en impôt des sociétés, en fiscalité plus juste, en mobilisation de l'épargne vers l'économie réelle ou encore en plan national d'investissement de relance. C'est là où nous vous attendions au cdH. C'est cela que, en tant que représentants du cdH, nous voulions mener comme politique. C'est là, que nous vous aurions soutenu.
Vous avez parlé hier de la question de la pauvreté: quelle est votre réponse? Vous remettez une énorme couche d'économies en soins de santé. Puis-je me permettre de rappeler que, entre 40 et 60 % des personnes doivent reporter les soins, faute de revenus suffisants. Vous citiez hier Saint-Exupéry et disiez: "Il ne s'agit pas de prévoir l'avenir, mais de le rendre possible." Très certainement, mais permettez-moi, au nom de mon groupe, d'ajouter ceci: il faut rendre possible l'avenir avec les citoyens, il faut construire cet avenir avec les citoyens et pas contre les citoyens. Vous l'aurez compris, nous ne voterons pas la motion de confiance au gouvernement.
01.116 Minister Maggie De Block: Ik zou graag een antwoord willen geven aan mevrouw Fonck, die eventjes de plaats van de minister van Volksgezondheid heeft ingenomen.
Mevrouw Fonck, wij hebben drie grote lijnen gevolgd bij de extra besparingen van 227 miljoen euro, want u weet dat drie vierde van de besparingen wel door het Verzekeringscomité worden gesteund.
Ten eerste, wij nemen zo veel mogelijk maatregelen die wij inbedden in een beleidsvisie, meer het goedkoopste geneesmiddel voorschrijven zodat de factuur voor de patiënt naar beneden gaat.
Ten tweede, wij nemen een aantal maatregelen om de hervormingen in de ziekenhuizen vlugger te laten gaan en te ondersteunen, gezien de precaire financiële toestand van de ziekenhuizen, iets waar u mij de verantwoordelijkheid niet voor kunt geven. Dat is omdat er vroeger geen programmatie is geweest, er geen ingrepen zijn gebeurd, er een wildgroei van erkende maar niet-verantwoorde bedden is geweest. Er moet orde op zaken worden gezet in de ziekenhuizen. Zij moeten meer in netwerken werken. In de MAHA-studie kunt u vaststellen dat het aantal pediatrische bedden in 2014 maar in de 40 % bezet was. Dat kunnen wij ons niet meer permitteren in de toekomst.
Ten derde, wij hebben ervoor gekozen om de patiënt maximaal te sparen in deze moeilijke besparingsronde. U zit hier dan te neuten over het gedeeltelijke inkrimpen van de index, mevrouw Fonck. U zegt dat het in evenwicht moet zijn. Wel, men kan de kool en de geit niet sparen. Wij hebben keuzes moeten maken. Het zijn de sterkste schouders die de lasten dragen. Wij vragen inderdaad een inspanning van hen, maar ik heb altijd gezegd dat de patiënt zo veel mogelijk moet worden gespaard. Wat wilt u nu?
U mag nu zeggen wat u wilt doen.
01.117 Laurette Onkelinx (PS): En ce qui concerne la mise en réseau, madame la ministre, il faut évidemment travailler en ce sens. Eu égard au paysage hospitalier, on avait d'ailleurs réclamé toute une étude du Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheid (KCE) qui devait soutenir une réforme d'ensemble. Personne ne met cela en cause. Vous aviez dit, au début de la législature, qu'il faudrait effectivement, sur base de cette étude et en concertation, avancer pour modifier ce paysage. Mais ce que vous faites ici, pour des raisons d'économies, c'est de manière brusque, maintenant, tout de suite, pour 2017, économiser 92 millions en supprimant des services qui sont indispensables (des services d'urgence, de néonatologie). C'est, pour moi, d'une violence rare. Effectivement, les hôpitaux vont avoir des difficultés et vont devoir licencier. Les conséquences seront également visibles sur la qualité des soins.
Par rapport à vos propos selon lesquels, comme l'a encore dit le premier ministre ce matin à la radio, vous allez y aller au scalpel en ne faisant presque rien, ce n'est pas vrai. Ce sont vraiment des économies à la hache!
01.118 Catherine Fonck (cdH): Madame la ministre, tout d'abord sur les antibiotiques, vous augmentez le ticket modérateur, parce que c'est de cela qu'il s'agit. Je m'étais déjà exprimée tout à l'heure. Existe-t-il un problème de consommation excessive d'antibiotiques, et surtout, de consommation inadaptée d'antibiotiques? La réponse est affirmative mais la manière dont vous tentez de répondre à ce problème ne s'inscrit pas du tout dans une stratégie de santé publique. Vous allez taper à côté du clou. Vous aurez certes un peu plus de sous, mais ce n'est pas pour autant que la consommation d'antibiotiques sera limitée. Une politique efficace en la matière passe d'abord et avant tout par ceux qui prescrivent.
Deuxièmement, sur les hôpitaux, vous parlez de leur évolution anarchique ces dernières années. Je vous donne des chiffres. Vous allez me dire qu'il y a trop de lits d'hôpitaux en Belgique par 1 000 habitants. Savez-vous que parmi les pays de l'OCDE – je les ai tous ici - c'est en Belgique qu'entre 2000 et 2013, on a le plus diminué le nombre de lits par 1 000 habitants? Tout cela pour dire qu'il n'y a pas du tout d'évolution anarchique. Ce sont les chiffres de l'OCDE.
Deuxièmement, faut-il faire évoluer le paysage hospitalier? Oui. Je le dis depuis longtemps. Faut-il réformer le financement des hôpitaux? Oui. Cela se fait-il du jour au lendemain en supprimant des millions supplémentaires? Cela ne se fait même pas au scalpel, même pas à la hache, mais à la tronçonneuse. Faut-il, de la sorte, supprimer des lits? Apporte-t-on ainsi, madame la ministre, une réponse de santé publique? Non, trois fois non.
Vous allez entraîner une telle diminution du budget des hôpitaux, lesquels sont déjà dans une situation difficile et qui doivent tous être reconstruits parce qu'ils ont plus de 20 à 30 ans, qu'il y aura des pertes d'emplois et que cela aura un impact qualitatif sur le patient.
Enfin, j'aimerais quand même que vous vous penchiez sérieusement sur les honoraires et sur la réalité des revenus des infirmières à domicile. Ce que vous avez dit en prétendant qu'ils avaient tous des gros revenus est faux, et ce avec des horaires et un rythme de travail au moins aussi important que celui d'un ministre.
01.119 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le président, merci.
Quelques éléments à la ministre puisqu'elle est intervenue. Il faut oser dire que le comité d'assurance soutient les mesures que vous proposez, alors que ce matin, les prestataires de soins et des représentants des organismes de soins ont voté contre. C'est aussi la preuve d'un certain mépris vis-à-vis de ces acteurs de la santé.
Nous avons réservé des moments en commission de la Santé pour que vous veniez nous dire où vous en étiez dans la réforme du financement des hôpitaux. Puis, pour ajouter plus de 200 millions à des économies en dernière minute, vous venez accélérer des processus en disant que ça va permettre 92 millions d'économies supplémentaires, en visant notamment des fermetures de lit dans les maternités et en pédiatrie. Madame la ministre, je voulais quand même vous rappeler votre mesure d'économie précédente: 18 millions par la diminution du nombre de jours de séjour en maternité. Vous avez dû revenir en arrière parce que vous ne vous étiez pas concertée avec vos collègues des Régions et parce que vous avez négligé la mise en place de l'ambulatoire auprès des femmes qui accouchaient. Vous répétez ici le même processus.
S'agissant des indexations, il est quand même fascinant de constater que vos réformes refusent d'harmoniser et de limiter les rémunérations souvent excessives de certaines catégories de médecins. Comme vous n'osez pas prendre vos responsabilités en ce domaine, vous vous en prenez à l'indexation de tous les prestataires de soins de santé. Cela traduit de nouveau un mépris envers les médecins généralistes et les infirmières.
Enfin, pour les antibiotiques, des mesures doivent être prises à l'égard des prestataires et des prescripteurs. De même, il convient d'informer et de sensibiliser les citoyens. Mais pourquoi sanctionner le patient qui, de toute façon, n'a accès à ces médicaments que si on les lui prescrit? C'est une disposition franchement aberrante et contraire à une politique de santé publique digne de ce nom.
01.120 Charles Michel, premier ministre: Monsieur le président, mes très chers collègues, je souhaiterais commencer cette intervention en remerciant les différents parlementaires de la majorité et de l'opposition qui sont intervenus.
Gouverner, c'est exprimer des choix; gouverner, c'est former le diagnostic d'une situation de la manière la plus lucide possible et entreprendre des réformes pour apporter des solutions et relever ainsi les défis auxquels nous sommes confrontés.
Au travers de cette déclaration gouvernementale, nous avons souhaité…
(Brouhaha)
De voorzitter: Collega’s, leest u artikel 48.3 van het Reglement.
De eerste minister heeft het woord.
01.121 Charles Michel, premier ministre: Je pense que nous avons eu tout au long de la journée un débat où nous avons réussi à nous écouter. Le Règlement permet au gouvernement d'intervenir dans le débat après les chefs de groupe, comme tous mes prédécesseurs l'ont systématiquement fait.
Monsieur le président, chers collègues, je
disais donc que nous avons fait des choix en introduisant un budget et en
activant un paquet de réformes. S'agissant du budget, nous avons souhaité… (Vives
protestations)
Ce n'est pas très digne de faire cela.
De voorzitter: Op elk moment kan de regering het woord vragen. Dat staat zelfs in de Grondwet.
01.122 Eerste minister Charles Michel: Mijnheer de voorzitter, mijn eerste doel was dat de begroting werd goedgekeurd. Het gaat om een oefening van drie miljard euro, gespreid over 2016 en 2017, zijnde 1,2 % van onze bruto-inkomsten. Die keuze hebben wij gemaakt. Naast de begroting hebben wij ook gekozen voor een tweede golf aan structurele en substantiële hervormingen.
Sta mij toe om over het budget nog wat toelichting te geven.
Trois milliards d'euros. Six cents millions de fiscalité, principalement sur le capital. Pas de taxe sur le travail, pas de taxe sur la consommation, pas de réforme du mécanisme d'indexation. Pas d'effort complémentaire demandé aux chômeurs. Et la progression de l'enveloppe bien-être de 15 % par rapport à la précédente législature. 3,4 milliards d'euros de baisse de la pression fiscale sur le travail, spécialement pour les bas et les moyens salaires. Un choix clair et un choix cohérent!
Wij hebben ook gekozen voor structurele en substantiële hervormingen. Wij hebben vandaag in het kader van de discussies en onze gesprekken de kans om een paar concrete antwoorden te bieden. Een belangrijk punt voor ons is inderdaad de overtuiging dat het mogelijk moet zijn om meer jobs te creëren. Meer jobs creëren, betekent meer zekerheid voor sociale cohesie en dat is ons engagement, dat is onze overtuiging. Om deze doelstelling te bereiken, hebben wij bijvoorbeeld een belangrijke beslissing getroffen inzake de hervorming van onze arbeidsmarkt.
Wat is de realiteit? Een paar maanden geleden, voor de zomer, hebben wij de sociale partners de kans gegeven om advies te verlenen. Ik heb ook de gelegenheid gehad, een week voor de start van de budgettaire discussies, gesprekken te voeren met de werkgevers en de werknemers. Ik heb duidelijk begrepen dat ze niet van plan waren een advies te geven over onze concrete voorstellen. Daarom hebben we in de schoot van de regering beslist om onze verantwoordelijkheden op te nemen.
Qu'y a-t-il sur la table, s'agissant du marché du travail? Une réforme, je veux l'affirmer, qui est équilibrée. Contrairement à ce que j'ai entendu, il ne s'agit pas de faire en sorte que cette réforme ait lieu dans l'intérêt d'une seule des parties. Par exemple, lorsqu'on permet dans cette réforme, comme nous le faisons, de procéder à un don de congé, lorsqu'un collègue a un enfant malade ...
01.123 Laurette Onkelinx (PS): (…)
01.124 Charles Michel, premier ministre: Ça, c'est scandaleux, madame Onkelinx? C'est cela votre interprétation?
Je veux continuer le propos. Par exemple, aujourd'hui, quand on doit se rendre à l'école, de manière impromptue, parce que son enfant a un souci ou un rendez-vous médical urgent, il faut prendre congé. Cela ne sera plus le cas à l'avenir grâce au télétravail occasionnel qui, dorénavant, sera octroyé.
01.125 Laurette Onkelinx (PS): Monsieur le président, je voudrais demander au premier ministre d'arrêter avec les contre-vérités. Depuis ce matin, c'est contre-vérité après contre-vérité. Que vient-il de dire sur la loi Peeters? Qu'il suffira que quelqu'un demande à son employeur d'alléger sa semaine de travail pour que celui-ci, bien entendu grâce à la loi Peeters, le lui accorde. C'est du n'importe quoi! Votre loi ne dit absolument pas cela. Votre loi dit que vous devez maintenant respecter la volonté de votre employeur d'augmenter le nombre d'heures de travail par semaine jusqu'à 45 heures, sans sursalaire. C'est ce que dit la loi Peeters! Ne venez donc pas raconter n'importe quoi! Pour qui nous prenez-vous?
01.126 Charles Michel, premier ministre: Madame Onkelinx, c'est votre droit, vous avez décidé de semer l'angoisse, l'inquiétude, de dire des contre-vérités. Ce qui est dans le texte ne correspond pas à ce que vous venez d'indiquer.
01.127 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, si je vous ai bien entendu, ce que vous proposez désormais comme modèle de solidarité, c'est l'offre, par les travailleurs, de jours de congé qui leur reviennent à d'autres travailleurs. On assiste ici à un retour au début du XIXe siècle. Ce n'est plus de la solidarité, c'est de la charité! Est-ce cela votre modèle? Est-ce cela le modèle de votre majorité? À un moment, les libéraux se sont battus pour organiser la solidarité en partant du principe que cela ne doit pas seulement se faire sur base volontaire, que cela doit être encadré. À quoi assiste-t-on aujourd'hui? À un recul d'au moins une centaine d'années en matière de droit social.
01.128 Charles Michel, premier ministre: Avec la loi qui est sur la table, nous proposons, par exemple, de permettre que les jours de congé qui n'ont pas été utilisés ne soient plus perdus, comme c'est le cas, aujourd'hui, en cas de changement d'employeur. Voilà de l'équité pour les travailleurs!
01.129 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Monsieur le premier ministre, c'est incroyable! Depuis hier, vous êtes obligé de raconter sans arrêt, de faire de la communication sociale parce que vous sentez que votre communication ne passe pas auprès de la population. Je vous le confirme!
Dites-vous aujourd'hui que n'importe qui, dans une entreprise, qui aura besoin de prendre du temps libre pour aller chercher son enfant à l'école aura ce droit? C'est ce que vous venez de dire! Vous mentez! La loi Peeters ne permettra pas cela! Par contre, elle court-circuite les organisations syndicales qui négocient ce genre de choses par secteur. On va individualiser la relation! Monsieur Michel, allez trouver votre patron pour lui dire que votre fille est malade! Que va-t-il vous répondre? Je ne peux pas te donner congé demain parce que la production passe avant! Il faut vivre dans la réalité, monsieur Michel, et ne pas vivre dans un monde de Bisounours!
01.130 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Collega’s, ik vind wel dat een applaus voor de eerste minister op zijn plaats is. Hij heeft de voorbije week alle deadlines gemist. Zijn State of the Union heeft hij niet gehaald. Europa heeft de documenten niet. Maar proficiat, want u hebt het zevenuurjournaal gehaald!
Ik zou van de gelegenheid gebruik willen maken. Er is een vraag die nog niet werd beantwoord en het antwoord op die vraag moet live in de journaals. In plaats van over alles en nog wat over andere dingen te zeggen…
De voorzitter: Mijnheer Calvo, de meeste journaals zijn reeds beëindigd.
01.131 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, kunt u voor de 11 miljoen Belgen nu eens zeggen wanneer die fiscale rechtvaardigheid er komt? Kunt u eens vertellen aan de heer Verherstraeten, of die koppeling er nu al dan niet komt? Als u dan toch een persconferentie organiseert, vertel dan het echte nieuws dat dit Parlement nog altijd niet weet. Doe dat eens voor alle camera’s; dan zult u iets goed hebben gedaan en anders is het een ordinaire show van…
01.132 Charles Michel, premier ministre: La très, très grande différence entre vous et nous, monsieur Calvo, c'est que vous parlez beaucoup et nous agissons. Nous prenons des décisions et nous réformons le pays!
De voorzitter: Mijnheer Calvo vraagt het woord voor een persoonlijk feit. Alleen de heer Calvo heeft het woord.
01.133 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, zo kan het niet.
U hebt nu de unieke gelegenheid om live alle
landgenoten toe te spreken. Dan doet u dat niet alleen met slogans. Dan doet u
dat niet alleen met kleine uithalen naar de oppositie. (Rumoer)
U hebt nu de vloer. Het is u gegund. U bent het nummer 1 van dit land. Maak echter van de gelegenheid gebruik.
Ik herhaal mijn vraag. Ik stop niet vooraleer u op mijn vraag antwoordt. Die persconferentie stopt niet, vooraleer u antwoordt. Wanneer komt de eerlijke bijdrage er? Wordt ze al dan niet aan de vennootschapsbelasting gekoppeld, zoals de heer Verherstraeten heeft verklaard? Antwoord op deze vraag, mijnheer de eerste minister!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
01.134 Charles Michel, premier ministre: M. Calvo est très impatient de m'écouter et d'entendre mes réponses, mais il est incapable de me laisser parler; je le regrette. (Rumoer)
Le président: Laissez parler le premier ministre.
01.135 Eerste minister Charles Michel: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik ben van plan om op de verschillende vragen te antwoorden, maar ik ga eerst verder met de structurele hervormingen.
Een tweede belangrijke hervorming betreft de wet van 1996. Dat is een belangrijk signaal dat wij geven en het is een belangrijk punt voor de toekomst. Het is een kans om onze competitiviteit te waarborgen en om jobcreatie te verzekeren, maar ook om een marge te bieden aan het sociaal overleg.
Dat is ook een belangrijk signaal voor de komende weken en maanden. Wij hopen dat het in de eerste maanden van 2017 mogelijk zal zijn om de sociale partners ruimte te geven voor een heel belangrijk punt, met name de evolutie van de brutolonen van de werknemers in ons land en de competitiviteit voor onze bedrijven.
Sur ces deux sujets-là, des textes de loi seront très rapidement soumis au Conseil des ministres et pourront – je l'imagine – être débattus avec beaucoup de passion dans cette assemblée.
Le troisième point important, c'est la volonté de progresser dans le cadre de l'agenda digital. Et contrairement à ce que j'ai entendu, cela va bien au-delà d'une loi, certes importante, la loi sur le e-commerce, qui doit favoriser la création de dizaines de milliers d'emplois dans un secteur en pleine mutation et extrêmement important pour l'avenir. L'agenda digital, c'est aussi continuer à faire en sorte que notre pays soit en mesure de relever le défi, pas seulement pour la vie des entreprises, mais aussi pour l'autorité, pour les administrations. S'il est possible, aujourd'hui, de faire ses courses et de réaliser des transactions bancaires par internet, nous devons aussi étudier la manière dont on peut favoriser les relations avec l'administration, de manière simplifiée et en utilisant davantage la capacité offerte pour les nouvelles technologies.
Een vierde belangrijk punt, ook een sterk signaal, is de hervorming van de fiscaliteit op het vlak de mobiliteit. Wij beogen voor de tankkaarten een andere fiscaliteit, met een effect voor de bedrijven, niet voor de werknemers. Wat is de bedoeling hiervan? Ik herhaal nogmaals dat het onze bedoeling is om voor de persoon die een bedrijfswagen krijgt meer vrije keuze te geven om, ofwel een ander vervoersmiddel te kiezen, ofwel te opteren voor meer nettoloon.
On aura aussi l'occasion de présenter plus précisément les propositions. Et je réponds déjà à quelques questions à ce sujet: il y a 650 000 voitures de société chez nous; les estimations ont été faites sur base d'une hypothèse selon laquelle 100 000 des personnes concernées s'inscriraient dans un tel mécanisme et décideront de s'orienter vers un autre mode de transport. Il faudra bien entendu peaufiner, parce que c'est typiquement le genre de réformes pour lesquelles la prévision n'est pas simple.
Je poursuis avec un autre point important à propos duquel mes collègues et moi avons tenté de réagir. Plusieurs l'ont indiqué – M. Nollet, je crois -, avec raison: ces derniers mois, la situation de l'emploi a progressé, mais –je l'ai dit hier, relisez mes propos – le taux d'emploi reste relativement stable. Personne ne nie qu'il stagne. Mais c'est parce que de nombreux jeunes arrivent sur le marché du travail et que le taux d'emploi des jeunes est bien trop faible et qu'il a baissé de manière significative ces dix dernières années. C'est la raison pour laquelle nous prenons une mesure avec les starter jobs. On peut dire ce qu'on veut, je veux indiquer que, dans le cadre de cette mesure, notre ambition n'est pas d'affecter le salaire net des jeunes travailleurs, madame Fonck, mais de travailler sur le salaire brut. Je voudrais aussi préciser, concernant le calcul que vous avez réalisé, que notre raisonnement porte évidemment sur les nouveaux emplois à partir du 1er janvier 2017; ce qui explique les différences d'estimations entre vos calculs et les montants pris en considération. Je tente, sur les faits, sur les arguments, d'apporter un certain nombre de réponses. L'ambition est de créer au moins 1 000 emplois supplémentaires par cette initiative.
01.136 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je voudrais d'abord remercier le premier ministre pour l'honnêteté de son propos concernant les paramètres du taux d'emploi. M. Ducarme a eu des difficultés à le faire, mais vous venez de reconnaître que l'encéphalogramme était plat en Belgique. Mais vous n'avez pas répondu à une question que je voudrais creuser car la situation est préoccupante, compte tenu de l'objectif que vous voulez atteindre d'ici la fin de la législature. L'Europe dit 2020, mais votre déclaration de politique gouvernementale parle de la fin de la législature. Donc, vous prétendez atteindre le 73,2 %. Vous êtes, pour l'instant, beaucoup plus bas. Aussi, pourquoi, dans tous les autres pays européens, le taux d'emploi est-il en croissance? La moyenne y est à 1,6 points de pourcentage en plus entre novembre 2014 et mai 2016. Pourquoi la Belgique est-elle - avec le Luxembourg, j'en conviens - le seul pays a être en négatif?
Je vous demande une explication, parce que cela me paraît…
01.137 Charles Michel, premier ministre: Je vous réponds.
01.138 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Nous pouvons connaître les raisons externes, tel le Brexit, mais ce dernier cas concerne aussi les autres pays. J'aimerais donc que vous nous disiez pourquoi, alors que ceux-ci progressent, vous régressez.
01.139 Charles Michel, premier ministre: Je vous réponds et vous allez comprendre. C'est directement lié à une situation démographique. Tous les pays européens n'y sont pas confrontés de la même manière. Prenez l'Allemagne, par exemple, qui enregistre de bonnes performances économiques, mais qui fait face à une vraie préoccupation démographique.
Comme je l'ai indiqué hier, nous voulons être lucides et clairvoyants sur le diagnostic. Les aspects positifs sont extrêmement nombreux: la relance des investissements, la croissance des exportations, le nombre le plus élevé depuis dix ans de créations d'entreprises – 90 000 -, l'augmentation du nombre de personnes qui choisissent de travailler comme indépendants. Mais nous sommes aussi préoccupés par plusieurs problèmes. Ainsi, nous prenons très au sérieux celui du taux d'emploi. D'où notre détermination à amplifier les réformes favorables à l'activité, à l'investissement et à l'emploi afin de progresser durant les prochains mois et les années à venir. Les perspectives sont positives, puisque, comme vous le savez, la Banque nationale annonce 140 000 emplois supplémentaires. Le Bureau du Plan est, quant à lui, plus optimiste dans ses prévisions en ce domaine.
01.140 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le premier ministre, je n'interviens pas pour le plaisir de vous interrompre.
Premièrement, je tiens à rappeler que si, dans la stratégie européenne 2020, l'objectif en termes de nombre d'emplois est clair, il en reste encore 400 000 à créer d'ici la fin de la législature. C'est la stratégie de l'Union européenne. Nous en sommes loin. Les réformes à entreprendre sont donc urgentes.
Deuxièmement, l'enjeu des starter jobs est d'importance au vu du nombre de jeunes peu qualifiés qui se retrouvent sans emploi, sans formation et sans stage. Vous avez pris l'engagement – et je vous en remercie, puisque je vous l'avais demandé – de rappeler et, en tout cas, d'affirmer que le salaire net ne serait pas diminué. Dont acte. Toutefois, je me permets de vous signaler que, si cette disposition ne s'applique pas à ceux qui occupent déjà un emploi, cela va entraîner un effet pervers terrible. En effet, ces jeunes risquent d'être mis dehors pour que l'employeur puisse en engager un autre, avec à la clef une baisse du salaire minimum brut. Le jeune en tant que tel ne sera pas lésé sur le plan salarial, mais s'il est remplacé par un autre, nous assisterons à la rotation des emplois. Dès lors, je me permets d'insister sur la nécessité d'analyser ce point et d'éviter de créer plus d'ennuis qu'on n'en résout. Cela dit, je suis favorable à ce que nous progressions sur la question des starter jobs, mais à condition que le maintien du salaire net à son niveau soit garanti.
01.141 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Monsieur le premier ministre, il vous faut toujours une cause externe à la faillite de votre politique de l'emploi. C'était le Brexit; maintenant, c'est parce que trop de jeunes arrivent sur le marché de l'emploi.
Au vu des derniers chiffres, je suis un peu étonné de constater qu'au début de votre législature, en 2014, selon les statistiques officielles, il y avait 1 320 000 jeunes entre 15 et 24 ans. Aujourd'hui, ils sont 1 308 000, c'est-à-dire qu'ils sont moins nombreux qu'à l'époque. Il faut arrêter d'aller toujours chercher des causes externes. Votre politique, elle ne fonctionne pas; c'est clair. On se situe en dessous des moyennes européennes de croissance en termes de taux d'emploi. La Belgique n'a pas de quoi se vanter. Le plus fou dans votre discours, c'est que vous tentez de faire croire que tout marche bien. Or, les gens voient bien - et les chiffres le montrent clairement - que ce n'est pas le cas.
Donc, s'il vous plaît, remettez-vous un peu en cause. Cette concurrence sur les salaires, cette concurrence sur la flexibilité, mettre les jeunes en concurrence avec les anciens, cela ne marche pas! Il est temps de revoir votre politique de l'emploi. À mon avis, celle-ci devrait être davantage basée sur des emplois stables, notamment ceux du service public que vous êtes en train de détricoter aujourd'hui, et pas sur des emplois fictifs ou des emplois de plus en plus intérimaires, flexibles, etc., indignes pour demain.
01.142 Charles Michel, premier ministre: Monsieur Hedebouw, je respecte votre point de vue. Vous ne croyez pas en l'initiative privée; vous ne croyez pas en l'innovation, la recherche, l'ouverture sur le monde. Vous croyez au repli, au protectionnisme, à la négation des initiatives privées. On a vu dans beaucoup de régions du monde où l'on a fait ces choix-là, ce que cela a donné en termes de pauvreté, de régression des libertés fondamentales et des droits humains.
Nous faisons un autre choix, empreint de liberté, de tolérance, d'ouverture et nous l'assumons!
Monsieur le président, très chers collègues, nous aurons l'occasion, dans les semaines et les mois qui viennent, de poursuivre ce débat démocratique, à la fois au travers du débat budgétaire, au travers de l'adoption par le parlement des lois-programmes, au travers aussi de l'ensemble des réformes qui viendront progressivement animer cette enceinte.
Ik geloof ook en wil het nog één keer bevestigen, dat de strategie voor de investeringen bijzonder cruciaal is. Dat is ook onze bedoeling. In het kader van de begroting zullen we de kans hebben om de volgende dagen en weken te tonen dat we daarbij een belangrijke rol willen spelen. We zijn ervan overtuigd dat het voor de mobiliteit, voor de digitale agenda en voor de toekomst van de energiesector cruciaal is om vandaag belangrijke keuzes te maken, met perspectief voor de volgende jaren. Ook daarin willen wij onze verantwoordelijkheid ten volle opnemen.
Ik heb gisteren ook de kans gehad aan te tonen hoe veiligheid en justitie belangrijke punten zijn voor ons. Jammer genoeg werden we in België, zoals in heel Europa, geconfronteerd met een nieuwe, zeer moeilijke uitdaging: de verdediging van onze fundamentele vrijheden en de bescherming van onze fundamentele rechten. Ik hoop ook daar dat het voor de meerderheid zelfs af en toe mogelijk zal zijn om met de oppositie een objectieve alliantie te vinden om concrete resultaten te boeken. Is dat gemakkelijk? Nee. Moeten we het anders doen? Ja, zeker moeten we proberen nog meer capaciteit vrij te maken voor onze veiligheidsdiensten. Dat proberen we opnieuw te doen met deze begroting. Jullie zullen ook de kans hebben in het kader van de analyse van het budget om te zien waar we de bijkomende middelen besteden om er resultaten mee te boeken.
Je voudrais simplement conclure à ce stade, en vous disant que nous mesurons, comme vous, que la situation n'est pas simple. Il est classique de la part de l'opposition de tenter de tronquer les propos de l'interlocuteur pour s'offusquer. J'ai tenté hier et encore aujourd'hui avec mes collègues de la majorité de dresser un portrait réaliste de la situation sur le plan économique, sur le plan social. J'ai mis l'accent hier, et je le fais encore aujourd'hui, sur cette fragilité, à laquelle nous sommes confrontés. Je pense ici à cette pauvreté qui effectivement mine la capacité de cohésion sociale.
Et peut-être, la grande différence entre cette majorité et une partie de l'opposition, c'est que nous croyons, nous, que cette question de la cohésion sociale ne sera pas résolue avec des slogans ou des intentions exprimées, mais avec des décisions. Il s'agit de réformes pour moderniser en profondeur notre économie, notre capacité de financer, dans la durée, les solidarités, les soins de santé, accessibles pour tous, les pensions, pour faire en sorte que les décisions prises aujourd'hui garantissent demain et après-demain le paiement des pensions. Je continue à affirmer ceci, n'en déplaise à certains, les résultats sont là: nous allons continuer le travail sur des sujets difficiles et importants, comme par exemple l'impôt des sociétés, la mobilisation de l'épargne pour soutenir mieux l'agenda digital, pour soutenir mieux les PME, pour soutenir mieux les jeunes entreprises, la fiscalité sur les actions aussi, et y compris les plus-values, sur tous ces sujets-là, monsieur Calvo.
Collega’s, mijnheer Calvo, ook aan deze ontwerpen, die belangrijk zijn voor de toekomst van onze maatschappij zullen wij voortwerken. Wij zullen analyses maken en studies uitvoeren, niet om de dossiers in de koelkast te stoppen maar om ertoe in staat te zijn goede en concrete beslissingen te nemen. Nogmaals, daarbij zullen wij steeds nagaan of de hervormingen positief, economisch efficiënt en rechtvaardig zijn. Deze eigenschappen gaan immers samen en het is onze bedoeling om daar nauwlettend op toe te zien.
Je le répète, nous avons une vision extrêmement claire et précise de l'avenir. Nous allons mettre en œuvre les réformes qui sont décidées. Nous allons travailler pour faire en sorte que l'avenir soit plus optimiste, plus solide, qu'il y ait plus de prospérité. C'est l'engagement que nous prenons et nous agissons!
(Applaudissements sur les bancs de la
majorité)
01.143 Laurette Onkelinx (PS): Monsieur le premier ministre, moi je suis très étonnée!
Le président: Un petit instant, madame Onkelinx. Apparemment, M. Maingain veut la parole en ce qui concerne l'ordre des travaux.
01.144 Olivier Maingain (DéFI): Monsieur le président, je siège dans cette assemblée depuis près de vingt-cinq ans. C'est la première fois qu'un premier ministre considère qu'il doit donner la réponse au parlement avant même d'avoir entendu l'expression de tous les démocrates. C'est un profond mépris à l'égard de la représentation parlementaire. Je rappelle que selon la Constitution, chaque élu représente l'ensemble de la Nation dans cette Assemblée, quelles que soient ses opinions par ailleurs.
Monsieur le président, c'est à vous qu'il appartenait de faire respecter l'égalité de traitement entre toutes les expressions démocratiques au sein de cette assemblée et de ne pas caviarder le déroulement de ce débat parce que le premier ministre avait sa montre calquée sur les émissions des journaux télévisés. C'est cela la vérité. Le premier ministre voulait être dans les JT!
01.145 Laurette Onkelinx (PS): Monsieur Maingain, je trouve que vous avez totalement raison. Toute une série de groupes n'ont pas pu s'exprimer. Le premier ministre n'a pas eu la décence de vous laisser parler. Je vous cède ma place. Je reprendrai la parole quand tous les groupes auront pu s'exprimer à cette tribune.
01.146 Olivier Maingain (DéFI): Je remercie Mme Onkelinx de cette attention, mais dans ces conditions, je considère que, comme vous n'avez pas fait respecter l'égalité de traitement, il n'y a plus lieu de s'exprimer en ce lieu. Nous aussi, nous pouvons utiliser les médias pour faire connaître la réalité de votre politique.
Finalement, monsieur le premier ministre, ce n'est pas parce que vous montez une nouvelle fois à la tribune pour faire les mêmes incantations et répéter, comme un perroquet, les mêmes arguments que vous nous aurez convaincus, pas plus que les citoyens!
01.147 Hendrik Vuye (onafhank.): Mijnheer de voorzitter, ik richt mij tot u.
U bent de voorzitter van alle Parlementsleden en u zou deze vergadering moeten organiseren op een manier dat alle Parlementsleden aan bod kunnen komen. Ik dank mevrouw Onkelinx voor haar geste, maar ik vind het beschamend dat u met een tv-verleden hier parlementaire vergaderingen organiseert op een zondag, op een moment dat er tv-uitzendingen zijn, en dat u dan ook nog eens om 19 u 00 het woord geeft aan de eerste minister. Ik vind dat van u beschamend. U bent niet de voorzitter van alle Parlementsleden; blijkbaar bent u de Parlementsvoorzitter van de regering!
01.148 Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, ondanks mijn jeugdige leeftijd zetel ik al mijn tiende jaar in dit Huis, en daarvoor was ik parlementair medewerker in de Kamer. Ik draai dus wel al even mee. Ik heb heel wat Kamervoorzitters zien gaan en komen, van verschillende signatuur — blauwen, tjeven, PS’ers —, maar ik heb nog nooit een Kamervoorzitter meegemaakt die zo’n voetveeg is van de regering als u.
Mevrouw Onkelinx heeft overschot van gelijk. Dat is hier altijd al de gewoonte geweest. Zij heeft een grotere democratische reflex dan de Kamervoorzitter. Het is hier altijd al de gewoonte geweest dat iedereen het woord kan voeren in een discussie. Het is niet normaal dat wij hier in het midden van een debat een beleidsverklaring deel 2 krijgen, en dat toevallig in prime time, op het moment van de nieuwsuitzendingen.
Ik sta erop dat u de traditionele volgorde aan de hand van de grootte van de fracties handhaaft vooraleer u er hier een volledig circus van maakt. Men heeft hier de mond vol over de zelfverklaarde democraten. Het Vlaams Belang zou zogezegd geen democratische partij zijn, maar ik heb hier nog geen enkele democratische reflex gezien noch respect voor de democratische regels die in een Parlement zouden moeten gelden.
01.149 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Monsieur le président, je vous ai vu tantôt: vous étiez mal quand le premier ministre est monté, vous vous êtes dit "là je n'ai plus rien à dire comme président; si l'exécutif débarque, il veut passer aux infos; moi comme président, je ne vais rien faire."
Ça ne va pas ça, monsieur le président, vous le savez très bien. Tous les collègues sont d'accord là dessus. Normalement on intervient tous ici, un par un, chaque groupe, et ensuite l'exécutif répond. Ça a toujours été comme ça. Et ici, d'un coup, vous l'avez vu se mettre là-bas.
C'est quoi la situation politique de cette affaire? C'est que vous essayez de grappiller chaque seconde de communication parce que vous sentez que vous êtes en train de perdre la bataille de la communication. Vous sentez que les gens ne vous suivent pas dans vos raisonnements et vous croyez qu'en allant gratter une seconde à droite ou à gauche dans les journaux télévisés, ça va marcher? Vous vous trompez complètement.
Je suis d'accord avec M. Maingain aujourd'hui. C'est scandaleux, monsieur le président. Nous n'interviendrons pas dans ce débat-là mais nous irons le dire à l'extérieur de ce parlement. Les gens restent en colère. Si vous croyez que vous pouvez tronquer un débat comme ça, ça ne marche pas!
01.150 Aldo Carcaci (PP): Monsieur le président, comme je suis le dernier à m'exprimer, je voudrais m'associer à tous mes collègues qui n'ont pu s'exprimer à cause d'un déni de démocratie. Peut-être que la démocratie, à certains moments, est calquée sur les grilles des programmes de la RTBF ou de RTL.
Monsieur Miller, s'il vous plaît, occupez-vous de vos affaires et on s'en porte très bien.
Monsieur le président, il y a un gros problème ici et c'est bien dommage. Nous représentons aussi des électeurs, les citoyens. Il n'y a pas que la majorité qui représente le peuple de ce pays.
01.151 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, je voudrais commencer par remercier M. Maingain de nous avoir rejoints pour les débats. On ne vous a pas vu beaucoup, monsieur Maingain, toute la journée. Monsieur Hedebouw, on ne vous a pas vu beaucoup non plus. Mais c'est bien que vous soyez là pour participer à ce débat important.
Monsieur le président, je suis depuis quelques années dans la maison aussi. J'ai vu précédemment le premier ministre Di Rupo monter à la tribune, répondre d'abord aux groupes et donc ce n'est pas nouveau. Je sais que vous faites feu de tout bois. Tout devient un scandale. Si je ne m'abuse, vous n'avez pas mis fin au débat. Que le débat se poursuive, s'il vous plaît. Revenons au fond. Je sais que vous vous agitez. Ça vous donne, à un certain nombre d'entre vous, l'essence pour poursuivre, mais il faudrait peut-être tout simplement poursuivre le débat.
01.152 Olivier Maingain (DéFI): Je savais pouvoir compter sur M. Ducarme pour sortir une énormité.
Il est vrai que sa majorité s'est habituée à ce que le représentant de son premier parti aille lire la gazette pendant que le premier ministre est dans l'hémicycle. Mais voyez-vous, monsieur Ducarme, ce reproche-là, vous ne pourrez pas me le faire parce qu'aujourd'hui, j'étais aux funérailles de M. Désir. Alors apprenez peut-être à réfléchir avant de vous exprimer.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
01.153 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik sluit mij aan bij de kritiek van heel wat collega’s.
Uw aanpak vertoonde volgens mij nog te veel kenmerken van uw vorige job. Vandaag bent u geen hoofdredacteur meer, dus u hoeft niet bezorgd te zijn om kijkcijfers, maar des te meer om de weerbaarheid van onze democratie.
Mijnheer de eerste minister, als u er dan toch voor kiest om een persconferentie te houden, dan moet u ook wel antwoorden op de vraag van de dag. Samen met collega Verherstraeten stel ik vast dat u niet antwoordt op onze vraag om duidelijkheid te verschaffen over de fiscale rechtvaardigheid.
Mijnheer de eerste minister, ik heb een aantal collega’s, van wie ik de ideeën van sommigen verfoei, horen aankondigen dat zij geen uiteenzetting meer wensen te houden vanwege uw optreden.
Volgens mij kunt u maar één zaak doen, en dat is aan deze fracties, die ook landgenoten vertegenwoordigen, vragen om hun uiteenzettingen alsnog te houden. U zou zich ertoe moeten engageren om ook de vragen van die collega’s te beantwoorden.
Vorige week hebben wij al een enorm schouwspel meegemaakt. U hebt al afspraken gemist met het Parlement en deadlines niet gerespecteerd. Daar zou nu nog bijkomen dat verschillende landgenoten hun stem niet laten horen in het Parlement door uw misprijzen.
Ik zou u dus uitdrukkelijk willen vragen om u te engageren ten aanzien van collega Maingain en andere collega’s, door hier aanwezig te blijven en door ook hun uiteenzettingen te beluisteren.
01.154 Charles Michel, premier ministre: Monsieur le président, très objectivement, je regrette quelque peu cette polémique. Pourquoi?
Je siège aussi comme parlementaire depuis quelques années. Je connais un peu le Règlement de la Chambre. Ce qui s'est passé, c'est la simple application de celui-ci mais pas seulement. C'est aussi la pratique de tous mes prédécesseurs. Ces derniers, systématiquement et sans exception, après avoir entendu les chefs de groupe des partis reconnus, prenaient la parole pour donner une première réplique.
J'ai participé tout au long de la journée aux débats en interagissant avec les collègues. Je regrette donc le spectacle donné. Je ne voulais pas participer à ce type d'image de notre parlement. Le débat démocratique mérite mieux que ce à quoi vous venez de vous prêter!
De voorzitter: Collega’s, ten eerste, en voor alle duidelijkheid, het debat gaat voort. Ik ga ervan uit dat de eerste minister ook blijft voor de uiteenzettingen van de groepen die geen deel uitmaken van de Conferentie van voorzitters, en die weldra aan bod zullen komen, volgens de afgesproken modaliteiten. Voor het overige is de geschiedenis wat ze is; ik ken die ook.
Ten tweede, dit is inderdaad de toepassing van het Reglement.
01.155 Charles Michel, premier ministre: Monsieur le président, comme c'est le cas depuis que je suis premier ministre, il va de soi que je resterai jusqu'à la fin des débats, contrairement à mes prédécesseurs qui, pour leur part, décidaient, à un moment donné, de s'en aller alors que l'on discutait de la déclaration gouvernementale ou du budget.
01.156 Hendrik Vuye (onafhank.): Mijnheer de voorzitter, ik heb gehoord wat de eerste minister gezegd heeft. Kan hij mij dan eens uitleggen waarom hij het in 2014 en 2015 anders heeft gedaan? Waarom heeft hij toen wel respect getoond voor de kleine fracties? Waarom heeft hij toen nadien wel op de vragen geantwoord?
Ik heb de indruk dat de toepassing van de normale democratische spelregels door de regering er bijzonder snel op achteruitgaat. In 2014 was het Kamerreglement blijkbaar anders. Ook in 2015 was het Kamerreglement blijkbaar anders. En in 2016, dank zij u, mijnheer de voorzitter, hebben wij blijkbaar een nieuw, onbestaand reglement.
De voorzitter: Mijnheer Vuye, ik denk het niet. Voor alle duidelijkheid, ik verwacht ook dat de eerste minister antwoordt na de uiteenzettingen van uzelf, mevrouw Pas en anderen.
Wij kunnen dus, eerlijk gezegd, het debat gewoon voortzetten. Het antwoord van de regering impliceert dat er nu een repliekrecht is, waarvan mevrouw Onkelinx gebruik wou maken, maar zij heeft er afstand van gedaan.
Zijn er nog leden die wensen te repliceren?
(…): (…)
De voorzitter: Zij zal dat nadien doen. Dat is geen enkel probleem.
Vraagt iemand het woord voor een repliek?
01.157 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, je ne vais pas répliquer au premier ministre pour laisser les autres parlementaires s'exprimer. Néanmoins, je voudrais quand même, monsieur le président, que vous n'en concluiez pas que nous n'avons plus le droit de réplique. Parce que cela dépasserait les bornes!
Le président: Vous aurez le droit à une réplique après les autres interventions, madame Fonck.
Dat neemt niet weg dat er nu een repliek kan worden gegeven door wie dat vraagt.
Vraagt iemand het woord voor een repliek?
(Les membres de DéFI, PTB-GO!, PP et VB quittent l'hémicycle)
(De leden van DéFI, PTB-GO!, PP en VB verlaten het halfrond)
01.158 Laurette Onkelinx (PS): Monsieur le président, je suis évidemment prête, je l'étais déjà, pour une réplique. Mais comme je l'ai dit, je donnerai la priorité aux groupes qui ne sont pas intervenus. Or, ils sont en train de quitter l'hémicycle les uns après les autres. Dans ces conditions, je vais évidemment répliquer, mais je regrette vraiment ce coup de canif dans la démocratie parlementaire.
Monsieur le premier ministre, au-delà de l'événement que nous venons largement de commenter, je me permets de vous dire que j'ai trouvé votre réponse très brève. Vous n'avez apporté de précisions sur rien. Vous avez fait des incantations. Vous avez répété des grandes phrases avec de grands mots, dans lesquelles on ne trouvait aucune réponse précise à nos interrogations. Cela montre bien que ce qui vous intéressait avant tout, c'était de faire un discours du genre congrès d'un parti alors que les caméras étaient là pour les journaux télévisés de 19 h et de 19 h 30. Je trouve cela tout à fait dommage.
Je voudrais revenir sur la question évoquée par M. Dewael, qui m'a étonnée. Si j'ai bien compris, monsieur Dewael, vous nous avez dit que vous trouviez inconcevable qu'une Région, dans le cadre d'un traité mixte, puisse empêcher l'État fédéral de signer le traité, notamment le traité CETA. Vous avez exhorté le premier ministre à prendre ses dispositions pour le signer malgré l'opposition de la Région wallonne et de la Fédération Wallonie-Bruxelles. Monsieur le premier ministre, comme vous n'avez pas répondu à M. Dewael, je me permets de vous interroger: qu'en est-il de l'interrogation de M. Dewael?
01.159 Charles Michel, premier ministre: Juridiquement et constitutionnellement, il ne m'apparaît pas possible que le gouvernement fédéral signe sans l'accord des Régions.
Nous sommes confrontés à une situation grave, très exceptionnelle, où une entité du pays, compte tenu de notre réalité institutionnelle, est en train de bloquer un accord, un accord majeur pour la relation entre l'Union européenne et le Canada. Le Sommet UE-Canada est mis en danger. Je reçois, depuis quelques heures et quelques jours, beaucoup de marques d'inquiétude à l'égard de la Belgique, à cause de ce choix, émanant de collègues de pays européens, de collègues canadiens aussi bien entendu, de collègues de toutes les familles politiques. À part le gouvernement wallon, quasiment tous les pays d'Europe ont déjà marqué leur accord pour permettre la signature. Je regrette cette situation.
01.160 Laurette Onkelinx (PS): Allez dire "Tout le monde a envie qu'on signe ce traité" aux agriculteurs, allez dire cela aux PME, allez dire cela aux associations qui se mobilisent! Au contraire, en l'état, le traité n'est pas acceptable. Vous avez raison de répondre à M. Dewael, je le souligne, que selon les termes de l'accord de coopération sur les traités mixtes, et selon les termes de l'article 163 de la Constitution, il ne vous sera pas possible de le signer sans l'accord des Régions. C'était une précision utile, vu la question de notre collègue.
Vous avez commencé votre intervention de manière bizarre et vous procédez systématiquement de la sorte. Ce matin, les dimanches aussi, chaque fois que vous êtes face à une caméra, vous commencez votre intervention en disant "Nous n'avons pas fait" et puis vous citez les horreurs que vous avez accomplies en 2016, à savoir le saut d'index, les taxes sur la consommation, etc. Comme si le fait de ne pas répéter deux fois les mêmes erreurs excusait les mesures que vous nous présentez! Je trouve cela étrange. Comme le dit excellemment ma collègue, ces mesures sont toujours d'application: la TVA sur l'électricité est toujours à 21 %. Nos concitoyens paient toujours les taxes sur la consommation. Le saut d'index est une mesure qui ne se répare pas dans le temps. Donc commencer à chaque fois de cette manière-là est un peu surprenant.
Vous êtes revenu sur les réformes structurelles et vous avez simplement résumé les propos que vous avez tenus, sans aucune forme de précision. Le changement de la loi de 96, tel que vous le proposez, en corsetant la négociation interprofessionnelle, posera des problèmes majeurs dans notre modèle de concertation sociale, non seulement au niveau fédéral, mais également dans chacune des entreprises, et pas seulement, au niveau sectoriel.
Ce qui est choquant, on l'a dit tout au long de la journée et je le répète, c'est que vous n'ayez rien de précis sur la taxation des plus-values chez les actionnaires et que vous allez, par contre, empêcher l'augmentation des salaires des salariés, ce qui est honteux.
Comme pour la loi sur les 45 heures, vous avez fait tout à l'heure un micmac entre ce qui est obligatoire dans le cadre du projet de loi et ce qui sera dans le menu sectoriel de négociation. Je dis et redis que, pour ce qui concerne tout le volet obligatoire, vous allez fragiliser la position du travailleur vis-à-vis de son employeur. Il sera malléable 45 heures par semaine, sans paiement de sursalaire et vous allez rendre plus compliqué les repos compensatoires pour celui qui fait beaucoup d'heures supplémentaires. En ce sens, vous ne nous avez évidemment pas convaincus une seule seconde sur le fait qu'il s'agissait d'une loi équilibrée entre travailleurs et employeurs.
Cependant, vous avez bien voulu reconnaître que notre pays n'allait pas si bien que cela et qu'à côté de certains clignotants que j'ai moi-même déclarés positifs, vous en aviez toute une série de négatifs. Qu'il s'agisse de la dette, de la croissance, de l'inflation, du taux d'emploi, notre pays ne se porte pas bien et j'attends encore maintenant la manière dont vous voulez prendre à bras-le-corps cette situation difficile dans laquelle vous avez plongé notre pays. Vous n'avez pas non plus répondu aux difficultés budgétaires majeures que vous rencontrez année après année. Vous faites de grandes projections et rectifiez chaque année le pacte de stabilité, parce que vous n'arrivez pas à vos objectifs. Mais là où je suis particulièrement étonnée, c'est sur le volet des soins de santé.
Je rappelle que sur un budget de 3 milliards, dont 1,5 milliard pour les soins de santé, vous prenez 900 millions sur les soins de santé. Vous avez dit et répété que cela ne ferait pas mal. Nous vous avons dit et répété que vous ne disiez pas la vérité. Plus les heures de cette journée passent, plus cela devient évident.
Tout à l'heure, le conseil général a refusé votre projet de budget; les prestataires de soins et les mutualités l'ont refusé. Madame, attendez-vous à des réactions difficiles. Mais, surtout, la position du gouvernement a été déposée devant les interlocuteurs. Nous avons pu voir les choses d'un peu plus près. Vous avez essayé de masquer le tout en prétextant que les économies se feraient sur les antibiotiques. Je n'y reviendrai pas. On sait que vous allez doubler le prix des antibiotiques au détriment des patients; ce n'est pas une politique de santé publique, mais une augmentation de la facture à la pharmacie.
Depuis lors, nous avons appris que vous aviez fait beaucoup d'autres choses. Nous avons parlé des hôpitaux et je vous ai précisé qu'il s'agissait de fermer 4 000 lits agréés, des services d'urgence, de néonatalité et d'autres services. Ce sera un jeu de massacre au cours de l'année 2017! Et ce n'est pas tout. Vous avez décliné, en exposant la position du gouvernement, une série d'autres économies. Un exemple? Vous ne rembourserez plus certains médicaments, comme les corticostéroïdes nasaux. Pourquoi? Pas pour une question de santé publique. Ces médicaments nécessaires ne seront plus remboursés.
Vous prenez 7 millions dans les maisons médicales. Vous me direz pourquoi vous sanctionnez les maisons médicales. Est-ce parce qu'on s'y occupe généralement des personnes les plus fragilisées? Vous me parlez de lutte contre la pauvreté.
Mes collègues savent-ils que, dans la note de gouvernement, figure la décision d'indexer le maximum à facturer? Qu'est-ce que cela signifie? Le maximum à facturer est ce système qui permet de rembourser aux patients les tickets modérateurs au-delà d'un certain seuil.
En indexant le MAF, ce que l'on n'avait pas fait les dernières années, vous diminuez globalement les remboursements au détriment des plus fragiles et notamment des malades chroniques et des personnes qui vivent dans la pauvreté et la fragilité.
Monsieur le premier ministre, dans votre réplique, vous avez recommencé un couplet sur la lutte contre la pauvreté mais toute une série de mesures que vous avez prises, notamment en soins de santé, vont directement conduire les plus pauvres d'entre nous à avoir des difficultés de vie supplémentaires. En ce jour de lutte contre la pauvreté, je trouve cela scandaleux!
Je terminerai en vous disant que, tout à l'heure, vous avez cité des déclarations que j'avais effectivement faites alors que j'étais ministre de la Santé. J'ai dès lors eu envie de reprendre quelques-unes de vos déclarations. Le 23 mai 2014, Charles Michel disait: "Pas touche à l'index, la priorité, c'est l'inverse!". Entre-temps, le gouvernement Michel a fait un saut d'index. Le 5 février 2012, Charles Michel disait: "Toucher à la TVA? Mais ce serait une mesure très inéquitable!". Entre-temps, le gouvernement Michel a augmenté la TVA sur l'électricité de 6 à 21 %. Le 1er juillet 2013, Olivier Chastel disait: "Augmenter les accises sur le diesel? Mais enfin, c'est pénaliser les travailleurs!". Entre-temps, le gouvernement Michel a augmenté les taxes sur le diesel. Enfin, le 5 octobre 2014, Daniel Bacquelaine disait encore: "On ne propose pas de toucher à l'âge légal de la pension!". Entre-temps, le gouvernement Michel a voté le recul de l'âge de la pension à 67 ans et va aggraver, dans ce budget, la situation de milliers de travailleurs.
Vous connaissez le proverbe: "Les paroles s'envolent, les écrits restent", mais avec vous, les paroles s'envolent, les écrits s'effacent, s'enfuient, s'évaporent. Bref, vous dites "Ne me croyez pas, je ferai le contraire de ce que je vous raconte". Ce n'est ni responsable ni crédible. Croyez bien, monsieur le premier ministre, que nous aurons à cœur, avec tous mes collègues, de répéter à l'envi que, quand vous faites une promesse, la première chose que vous vous acharnez à faire, c'est exactement le contraire. En ce sens, vous n'êtes pas crédible!
01.161 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de premier, even een korte repliek, zonder het debat dat we vandaag hebben gevoerd te willen overdoen. Ik heb vooral veel beloftes gehoord, weinig deadlines, weinig concreets.
U hebt gezegd dat u sommige maatregelen zult nemen als het moet met de oppositie. Ik wil u een voorbeeld geven, mijnheer de premier. U hebt gezegd dat we samen moeten werken aan de veiligheid van ons land. Na de aanslagen in Parijs bent u hier in het Parlement komen verkondigen dat u de aanhoudingstermijn zou verlengen tot 72 uur. De deskundigen in de commissie voor de terrorismebestrijding hebben daar hun visie op gegeven. Iedereen is het erover eens, mijnheer de premier, dat 48 uur nodig is. Niemand vraagt 72 uur. Die conclusie is een jaar geleden al getrokken. Wat stel ik vandaag vast? Er is vandaag nog steeds geen tekst ingediend om die aanhoudingstermijn te verlengen. Waar wacht u dan op? Als u zegt dat u maatregelen wil nemen om de veiligheid te garanderen, waar wacht u dan op?
Ten tweede, wat de meerwaardebelasting betreft heb ik de vier verschillende partijen elk een verschillende uitleg horen geven. Ik vrees dat met deze regering die roep om rechtvaardigheid niet zal worden beantwoord. De sp.a wil mee strijden voor die meerwaardebelasting maar als ik de vier regeringspartijen vandaag heb gehoord, dan vrees ik ervoor.
Ten derde, mijnheer de premier, u hebt altijd gezegd dat u niet aan de patiënten zou raken. Uw woorden waren nog niet koud of de raad van het RIZIV keurde de begroting voor 2017 niet goed. Het artsensyndicaat heeft zich teruggetrokken. De patiënten weten dus niet welk tarief zij morgen voor een consultatie zullen betalen. U zou de patiënten niet raken maar ik merk alleen dat de patiënten vandaag in onzekerheid verkeren.
01.162 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, eerst een vraag over de dienstverlening. Is het document voor Europa al aangekomen?
De voorzitter: Niet bij ons.
01.163 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Vindt u het niet jammer dat het document voor Europa het journaal van 19 u 00 niet gehaald heeft?
Vindt u dat niet jammer, mevrouw Wilmès?
Ik verwachtte dat naast het journaal van 19 u 00 ook de deadline voor Europa met een dikke rode, of blauwe stift in uw agenda zou staan.
01.164 Catherine Fonck (cdH): (…)
01.165 Sophie Wilmès, ministre: (…)
01.166 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Nog niet dus?
01.167 Catherine Fonck (cdH): (…)
01.168 Sophie Wilmès, ministre: (…)
01.169 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mañana, mañana, meen ik.
Le président: Comme convenu, nous recevrons les documents dès l'instant où ils seront transmis à la Commission européenne, madame.
01.170 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, misschien denkt u er beter aan om een en ander volgend jaar op tijd in te dienen en misschien nog een aantal zaken bij te sturen, want wat we zopas hebben gezien, was niet meteen een goed idee.
Ik vind het jammer dat wij op deze manier moeten eindigen. Kijk eens naar de banken. Dat is eenieders verantwoordelijkheid, maar u kunt daarin een rol spelen. Normaal gezien zou een State of the Union een moment moeten zijn om het Parlement in vuur en vlam te zetten en om te inspireren. Ik stel vast dat zelfs nogal wat parlementsleden van uw meerderheid het een beetje gênant vinden en kiezen voor iets anders.
Waarom maak ik hiervan alsnog een punt? Mocht het alleen maar een misprijzen ten aanzien van de oppositie zijn, dan zou ik daar nog mee kunnen leven, maar datzelfde misprijzen zag men in de uiteenzetting van collega De Roover vanochtend over jonge mensen; datzelfde misprijzen voelt men de hele dag vanwege de meerderheid, die het alleen maar over het verleden heeft en veel te weinig over de toekomst. Datzelfde misprijzen leest men in de begroting, die de inspanning afwentelt op gewone mensen, op vrouwen met een kinderwens, op jonge werkzoekenden en op mensen die ziek zijn. Mocht het alleen maar het misprijzen ten opzichte van het Parlement zijn, dan zou ik er nog mee kunnen leven.
Uiteraard zijn wij als oppositie kritisch, maar niet zonder te vermelden dat een aantal parameters positief evolueert. We kennen ondertussen het lijstje. Zo mogen we prima zeggen wanneer het gaat over het aantal starters en het aantal faillissementen. Maar ik vind dat u te snel heen gaat over een aantal parameters, die niet goed zijn.
(…): (…)
01.171 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Gaat het over de documenten van Europa? Zijn ze toegekomen?
(…): (…)
01.172 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Ik dacht dat het daarover ging, of over de meerwaardebelasting of de vennootschapsbelasting. Ik dacht dat u nog aan het overleggen was of u toch zou antwoorden.
Het rapport dat wij maken, gaat niet over doelstellingen die wij hebben uitgevonden. Collega Nollet heeft ernaar verwezen. De werkzaamheidsgraad was uw eigen doelstelling. Wat de jobcreatie betreft, ik heb het vanochtend heel kort aangehaald, maar het Planbureau voorspelde vóór uw maatregelen bijna evenveel jobs als het aantal waarmee u zich vandaag op de borst klopt.
Zelfs wat uw eigen doelstellingen voor de begroting betreft, was het toch niet uw ambitie om vandaag met een put van vier miljard te zitten? Ik denk het niet. Het rapport dat wij maken, gaat niet over zaken die wij verzinnen, maar over uw eigen doelstellingen; vandaar onze aanmoediging om op dat vlak een tandje bij te steken.
Ten vierde, collega Verherstraeten, weet u het antwoord: is het gekoppeld of is het niet gekoppeld? Is het gekoppeld?
01.173 Servais Verherstraeten (CD&V): Ja.
01.174 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Wat betekent de koppeling?
01.175 Servais Verherstraeten (CD&V): (…)
01.176 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Ik heb vastgesteld dat de eerste minister daar eigenlijk niet echt op heeft willen antwoorden. Het zal samen worden bestudeerd, maar het is niet zeker of het samen zal worden beslist. Ik moedig u aan, want, opnieuw, wij hebben alle twee nodig. Wij hebben de eerlijke bijdrage van de grootste vermogens nodig en wij hebben de eerlijke vennootschapsbelasting nodig. Ik had vandaag graag gehad dat de regering dat zou doen, maar de belangrijke vraag blijft voorlopig onbeantwoord.
Ik zal u helpen, mijnheer de eerste minister. Onze fractie zal u helpen. Wij gaan de druk verhogen. Vanaf nu tikt er voor collega Verherstraeten een klok. Ik heb het deze morgen aangekondigd en ik houd mij eraan. Als u, mijnheer Verherstraeten, en CD&V het voorstel over de meerwaardebelasting niet vóór het einde van de maand indient, dan doet onze fractie het. De klok tikt. De roep om rechtvaardigheid zal alleen maar luider worden. Ik geef u nog de kans om de operatie rechtvaardigheid zelf te doen, mijnheer Verherstraeten.
Collega’s, laat ons nu al in onze agenda noteren: als het voorstel er niet ligt vóór eind oktober, dan dienen wij integraal, hoe imperfect het ook is, het CD&V-voorstel hier in het Parlement in. Dan zullen wij het elke week agenderen in de commissie voor de Financiën. Dan zullen wij het elke week in de plenaire vergadering aanhalen, omdat die roep om rechtvaardigheid, mijnheer Verherstraeten, moet worden ingewilligd, eigenlijk al gisteren, liefst vandaag, hopelijk morgen, maar niet overmorgen of de volgende legislatuur.
Tot slot willen wij u ook helpen met het investeringspact.
(…): (…)
01.177 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Minister Van Overtveldt wil de teksten niet delen. Als u ze deelt, dan zal ook op dat vlak de klok tikken, want die twee dingen moeten absoluut gebeuren. Mijnheer Verherstraeten, noteer het in uw agenda, en u ook mijnheer Michel: eind oktober. Beschouw het gerust als een ultimatum van onze fractie en van een maatschappelijke meerderheid, en eigenlijk ook van een politieke meerderheid in het Parlement voor een eerlijke bijdrage van de grootste vermogens.
De laatste dienstverlening betreft het investeringspact. Ik heb u daarmee gefeliciteerd. Het is een van de lichtpunten na de goede woorden. Twee dagen na 22 maart is de oproep tot het investeringspact het lichtpunt wat de verklaringen van onze eerste minister het afgelopen jaar betreft. Maar het mag geen investeringspact zijn voor 2030, collega’s. Het moet een investeringspact worden vanaf 2017. Helaas merk ik geen spoor van de investeringsdrang in de begroting.
Omdat we dat debat vandaag niet zullen beslechten, mijnheer de eerste minister, heb ik een concreet voorstel. Ik kijk ook naar u, mijnheer de voorzitter. U hebt gezegd dat u voor het investeringspact met het Parlement wil samenwerken. Ik wil daarom een concreet voorstel doen. Laten we in het Parlement, omdat het pact de legislatuur zal overstijgen, omdat het de grens van meerderheid en oppositie moet overstijgen, een stuurgroep oprichten met de fractieleiders van de erkende fracties om er samen aan te schrijven.
Dat is aan het einde van een niet zo fraaie dag mijn uitgestoken hand aan u, om dat echt samen te doen, om niet alleen te zeggen dat wij dat samen doen, maar dat ook echt samen te schrijven. Dat is een concreet voorstel, mijnheer de eerste minister. Als u zich daarvoor nog wilt engageren, dan zijn er niet alleen onbeantwoorde vragen vandaag, want die zijn er helaas te veel.
01.178 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je voudrais poursuivre mon échange avec le premier ministre concernant le taux d'emploi.
Monsieur le premier ministre, votre réponse consiste à dire que le nombre de jeunes est en augmentation. Si telle devait être l'explication, le taux d'inactivité des jeunes serait en croissance.
01.179 Charles Michel, premier ministre: (…)
01.180 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Afin de vous permettre de réagir, je vous ai envoyé les graphiques relatifs au taux d'inactivité des jeunes. L'encéphalogramme est plat. Votre explication ne tient donc pas la route. Si votre argumentation permettant d'expliquer pourquoi la Belgique, contrairement aux autres pays, voit son taux d'emploi régresser, était exacte, on aurait pu le constater dans les graphiques relatifs à la tranche d'âge concernée. On se retrouve donc ici face à une absence d'explication.
Les faits sont là. La Belgique – avec le Luxembourg, j'en conviens – est le seul pays qui régresse au niveau du taux d'emploi alors que l'ensemble des autres pays avance. Et aucune explication ne nous est donnée pour justifier cette situation. Mais le premier ministre qui nous écoute attentivement, ce dont je le remercie d'ailleurs, nous répondra dans quelques instants.
01.181 Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, mon intervention s'inscrit dans la continuité des propos qui viennent d'être tenus par M. Nollet.
Le premier ministre a évoqué l'élément démographique Il a expliqué que la Belgique connaissait une démographie plus importante que d'autres pays. Il a cité le cas de l'Allemagne.
Quelles sont vos sources, monsieur le premier ministre? Êtes-vous en mesure de justifier cet argument et de nous fournir une analyse comparative de l'évolution de la démographie dans les pays de la zone euro qui pourrait expliquer que la Belgique est l'un des rares pays à connaître une baisse de son taux d'emploi?
01.182 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je vais attendre la réponse du premier ministre avant de poursuivre ma réplique.
Le président: En réalité, monsieur Nollet, les choses ne fonctionnent pas de la sorte.
01.183 Charles Michel, premier ministre: (…)
01.184 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, j'aurai un commentaire et, puis, deux conclusions importantes à faire dans cette réplique. Tout d'abord, je déplore que des parlementaires aient été complètement mis de côté par rapport à ce débat. Vous avez répondu que c'était une application stricte du Règlement. Mais il n'est évidemment pas écrit dans le Règlement qu'à 19 h 00, en direct, vous monopolisiez la tribune. J'avoue que c'est juste une question de respect. Pour certains, le respect, c'est peut-être désuet mais, en tout cas, pour moi, c'est une valeur fondamentale.
01.185 Charles Michel, premier ministre: (…)
01.186 Catherine Fonck (cdH): J'en viens maintenant à ma réplique.
Nous sommes disposés à travailler sur des dossiers qui sont cruciaux s'il y a des évolutions positives. Je veux citer trois dossiers. Le premier, c'est avoir un nouveau pacte social avec une réforme du travail, une modernisation du travail mais à condition que ce soit avec une flexibilité qui n'est pas imposée unilatéralement et surtout qui est associée à des questions et à des avancées concrètes comme la formation, l'équilibre avec la vie familiale et tout l'enjeu des congés thématiques, la question des sursalaires liés à ces heures supplémentaires et singulièrement pour les petits et moyens salaires, les heures flottantes et le télétravail pour ne prendre que quelques avancées concrètes qui me semblent indispensables pour avoir un équilibre. Une modernisation du travail est nécessaire mais doit prendre en compte la réalité des employeurs et celle des travailleurs.
Il y a des échanges par sms. Si je dérange, il faut me le dire!
Le président: Pas du tout, madame Fonck.
01.187 Catherine Fonck (cdH): Si quand même!
Un nouveau pacte social sera indispensable. Au-delà de la réforme de la modernisation du travail, il y a aussi la question de l'AIP.
Occupez-vous toujours le banc gouvernemental? Ou redevenez-vous parlementaire?
Le président: Continuez, madame Fonck!
01.188 Catherine Fonck (cdH): Je ne reste pas ici une demi-heure. Je vais rester ici trois minutes à tout casser! Pour moi, le respect n'est pas désuet mais peu importe!
Je disais qu'il est indispensable d'avancer sur un nouvel AIP. Quoi que vous pensiez des syndicats, quand certains s'emballent dans l'anti-syndicalisme primaire… Ils ne sont plus là mais peu importe. Conclure un nouvel AIP sera important pour les uns et les autres, tant pour les employeurs que pour les travailleurs.
Un deuxième chantier sur lequel nous sommes prêts à avancer s'il y a des évolutions positives, c'est en matière de sécurité et de lutte contre le terrorisme.
Mais il y a un dossier dont on n'a pas parlé et sur lequel on n'a pas avancé, même s'il est vrai qu'il n'est pas lié au budget: il s'agit de la révision de l'article 12 de la Constitution sur la privation de liberté sans intervention du juge d'instruction. Au-delà de cela, concernant la sécurité et la lutte contre le terrorisme, on voit des équipes surbookées, à genoux: Justice, police, renseignement, Défense. Il faut d'abord pouvoir récupérer les économies réalisées en 2015 et pérenniser les avancées. Les lois sont une chose mais l'opérationnel, pour les moyens humains, l'échange d'informations ou les nouvelles technologies qui nous permettront d'être plus efficaces en matière de lutte contre le terrorisme, est une question sur laquelle des avancées sont encore attendues.
Le troisième grand chantier, que j'ai pointé comme étant celui qui a manqué dans la décision de ce gouvernement, malgré la semaine de crise qu'il a entraînée, est celui des avancées en matière de fiscalité plus juste, avec une amélioration de l'ISOC pour les petites et moyennes entreprises, en matière de mobilisation de l'épargne vers l'économie réelle, en matière de plan d'investissements publics, que vous avez vendu en septembre à hauteur de plusieurs milliards et pour lequel il ne reste que 100 millions en 2017. Mobilité, énergie, numérique et innovation, et santé sont, pour nous, les quatre axes. Nous sommes prêts à avancer; nous avons des propositions très concrètes en la matière.
Enfin, le dernier point que je veux aborder concerne la santé. Je me battrai pour les malades, je me battrai pour les professionnels de la santé. Je me battrai encore et encore pour montrer à la ministre de la Santé, même si elle n'est plus là, qu'elle aurait mieux fait de se battre après ses grandes déclarations, ses grands engagements selon lesquels il n'y aurait plus d'économies après les 2 milliards d'économies qu'elle a déjà faites sur les deux dernières années. Je me battrai, je viendrai avec tous les arguments possibles et imaginables, tous les chiffres en matière de santé. Je me battrai aussi pour vous montrer combien les décisions qui sont prétendument anodines et indolores auront des répercussions majeures sur le secteur, sur le patient d'abord, de manières directe et indirecte, sur les hôpitaux et sur les professionnels de la santé, y compris au domicile.
Mesdames et messieurs du gouvernement, ces rendez-vous arriveront très prochainement et j'ose espérer que tous nos débats parlementaires vous apporteront des éléments de réponse, des idées – même si certains veulent passer plus de temps à autre chose que d'assister au travail parlementaire -, que ces propositions débattues aujourd'hui vont inciteront à revoir certains aspects de vos réformes.
01.189 Laurette Onkelinx (PS): Monsieur le président, nous sommes dans une situation particulière. Il faut reconnaître que les bancs parlementaires, notamment ceux de la majorité, se vident à une vitesse incroyable. Nous n'avons toujours pas les tableaux budgétaires promis par le gouvernement. Mais, surtout, le parlement a été déserté par les petits partis en raison du non-respect de la démocratie parlementaire.
Dans ces conditions, il n'est pas opportun de poursuivre ce débat avec un second tour. Ce serait donner raison au premier ministre quand il a montré son manque de respect vis-à-vis des petits partis et ce serait aussi débattre sans une écoute suffisamment assidue de la majorité.
Je propose par conséquent qu'on en termine.
01.190 Denis Ducarme (MR): (…)
01.191 Laurette Onkelinx (PS): Vous savez, monsieur Ducarme, ceux qui me connaissent savent qu'à ce niveau-là, je pourrais vous en remontrer! J'ai une certaine expérience.
Regardez ce parlement. Il ne ressemble plus à rien: il n'y a plus de VLD, les petits partis ont déserté. L'image du parlement pose un vrai problème.
01.192 Denis Ducarme (MR): (…)
01.193 Laurette Onkelinx (PS): Monsieur Ducarme, vous auriez mieux fait de garder des arguments quand vous étiez à cette tribune. Cela aurait été plus intéressant.
01.194 Sophie Wilmès, ministre: Je risque de me répéter mais, manifestement, cela n'est pas un problème.
Il était convenu qu'un tableau serait présenté pour les débats. Vous l'avez eu dès le départ. Le draft budgetary plan (DBP) ne constitue pas, a priori, un élément dont on a besoin pour les débats.
Pourquoi? Dès le départ, les travaux étaient organisés comme suit. L'état de l'union devait être fait, puis les débats, le vote de confiance, et seulement cinq ou six jours après, la remise du DBP à l'Europe, en même temps qu'au parlement. C'était l'accord. Nous nous y tenons. Dans les minutes qui suivent, nous allons envoyer ce plan à la Commission européenne. C'est vraiment une question de minutes, monsieur Nollet. Je vous annonce que nous sommes prêts. Au même moment, nous l'enverrons au parlement.
01.195 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, l'engagement de M. Borsus est important. Il représente le gouvernement en Conférence des présidents. Cet engagement était clair: nous recevions ces documents pour pouvoir procéder aux travaux en lien avec le budget et la déclaration. Pourquoi? Dans un premier temps, le calendrier était incertain. Nous n'avions pas la certitude d'avoir en même temps la déclaration et les chiffres, puisqu'il s'agissait de mardi dernier. Dans ce calendrier-ci, effectivement, je peux vous rejoindre.
Cependant, aujourd'hui, le calendrier est en décalage. Admettez-le. C'est aujourd'hui que les chiffres doivent arriver à la Commission européenne. Celle-ci a peut-être des horaires extensibles; peut-être travaille-t-elle déjà sous le régime du travail de nuit. Votre attitude est un peu cavalière. Vous nous laissez faire le constat qu'à 20 h 30, l'engagement qui a été pris de nous les donner aujourd'hui, le jour où le plan doit être remis, n'est pas encore rempli. Ceci montre qu'il existe quelques soucis, au-delà de la Région bruxelloise. Nous verrons lorsque nous serons en possession des documents. M. Borsus a pris l'engagement que nous les recevrions au moment où ils seraient transmis à la Commission européenne. Ce moment tombe effectivement aujourd'hui.
01.196 Willy Borsus, ministre: Monsieur le président, la fin du propos de M. Nollet est exacte. Nous sommes toujours engagés, sans la moindre variation, à transmettre les documents en même temps au parlement et à l'Europe.
Mme la ministre du Budget vient de confirmer cet élément. Il n'y a pas eu l'ombre d'une variation. Cela va donc se produire dans quelques minutes, comme nous nous y étions engagés.
Le président: Deuxième élément: la proposition de Mme Onkelinx.
Voor alle duidelijkheid, we moeten nu hoe dan ook even een technische onderbreking inlassen. We moeten de vergadering een kwartier schorsen om het systeem te resetten.
Als natuurlijk de hele Kamer het voorstel van mevrouw Onkelinx overneemt, kan ik alleen maar constateren dat het is wat het is. Wat doen wij?
01.197 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik meen dat dit inderdaad de meest wijze beslissing is.
Al bij al hebben wij vandaag een rijk debat gevoerd. Ik denk wel dat er een aantal punten voor verbetering vatbaar zijn en dat geldt voor ons allen, alsook voor de regering. Ik nodig u uit om daarover samen na te denken in de Conferentie van voorzitters, teneinde in de toekomst een belangrijke vergadering als deze in goede banen te leiden.
De voorzitter: Goed. En u bent het eens met het voorstel van mevrouw Onkelinx? (Instemming)
Ik overloop de andere fracties. Mevrouw Kitir is het ook eens met het voorstel, alsook mevrouw Gabriëls namens de Open Vld.
Monsieur
Ducarme, soutenez-vous la proposition de Mme Onkelinx?
(…): (…)
De voorzitter: Voor alle duidelijkheid, het is de Kamer die beslist over de agenda.
01.198 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, non, je ne soutiens pas la proposition de Mme Onkelinx.
Elle veut arrêter les débats. Un deuxième tour était prévu, pour lequel des parlementaires s'étaient inscrits. Mme Onkelinx, subitement, nous demande d'arrêter. Ce n'est pas à elle de décider du sort des collègues qui ont décidé de prendre part au débat.
01.199 An Capoen (N-VA): Mijnheer de voorzitter, wat is het voorstel precies? Is het de bedoeling om vandaag te stoppen en morgen voort te doen?
De voorzitter: Nee.
01.200 An Capoen (N-VA): Of gewoon stoppen?
De voorzitter: Mevrouw Capoen, het voorstel was gewoon te stoppen, maar ik heb begrepen dat een aantal Parlementsleden nog het woord wil voeren. Dus zullen wij nu een technische pauze houden. Het is nu 20 u 33. Laten wij herbeginnen om 20 u 50.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering maandag 17 oktober 2016 om 20.50 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le lundi 17 octobre 2016 à 20.50 heures.
De vergadering wordt gesloten om 20.33 uur.
La séance est levée à 20.33 heures.
Dit verslag heeft geen bijlage. |
Ce compte rendu n'a pas d'annexe. |