Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

Donderdag 28 september 2017

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Jeudi 28 septembre 2017

 

Après-midi

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.18 uur en voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.

La séance est ouverte à 14.18 heures et présidée par M. Siegfried Bracke.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

 

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:

Jan Jambon, Didier Reynders.

 

Berichten van verhindering

Excusés

 

Vanessa Matz, Marco Van Hees, wegens gezondheidsredenen / pour raisons de santé;

Stéphane Crusnière, Monica De Coninck, Peter De Roover, Roel Deseyn, Wouter De Vriendt, Kattrin Jadin, Dirk Janssens, met zending buitenslands / en mission à l'étranger.

 

Federale regering / gouvernement fédéral:

Charles Michel, Alexander De Croo, met zending buitenslands / en mission à l'étranger;

Steven Vandeput, persoonlijke redenen / raisons personnelles.

 

01 Mededeling

01 Communication

 

Bij brief van 26 september 2017 heeft de PS-fractie van de Kamer mij medegedeeld dat de heer Ahmed Laaouej als fractievoorzitter werd aangesteld.

Par lettre du 26 septembre 2017, le groupe PS de la Chambre m'a informé de la désignation de M. Ahmed Laaouej en qualité de président de groupe.

 

Nous l'en félicitons. (Applaudissements)

 

02 Wettig- en voltalligverklaring van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie

02 Constitution du "Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie"

 

Bij brief van 20 september 2017 brengt de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie ons ter kennis dat hij ter vergadering van die dag voor wettig en voltallig verklaard is.

Par message du 20 septembre 2017, le "Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie" fait connaître qu'il s'est constitué en sa séance de ce jour.

 

03 Wettig- en voltalligverklaring van de "Assemblée de la Commission communautaire française"

03 Constitution de l'Assemblée de la Commission communautaire française

 

Bij brief van 20 september 2017 brengt de “Assemblée de la Commission communautaire française” ons ter kennis dat zij ter vergadering van die dag voor wettig en voltallig verklaard is.

Par message du 20 septembre 2017, l'Assemblée de la Commission communautaire française fait connaître qu'elle s'est constituée en sa séance de ce jour.

 

04 Wettig- en voltalligverklaring van het Waals Parlement

04 Constitution du Parlement wallon

 

Bij brief van 20 september 2017 brengt het Waals Parlement ons ter kennis dat het ter vergadering van die dag voor wettig en voltallig verklaard is.

Par message du 20 septembre 2017, le Parlement wallon fait connaître qu'il s'est constitué en sa séance de ce jour.

 

05 Wettig- en voltalligverklaring van het Parlement van de Franse Gemeenschap

05 Constitution du Parlement de la Communauté française

 

Bij brief van 21 september 2017 brengt het Parlement van de Franse Gemeenschap ons ter kennis dat het ter vergadering van die dag voor wettig en voltallig verklaard is.

Par message du 21 septembre 2017, le Parlement de la Communauté française fait connaître qu'il s'est constitué en sa séance de ce jour.

 

06 Verzending van een wetsvoorstel naar een andere commissie

06 Renvoi d'une proposition de loi à une autre commission

 

Op aanvraag van de indiener stel ik u voor het wetsvoorstel (mevrouw Catherine Fonck) tot wijziging van de wet van 19 augustus 1948 betreffende de prestaties van algemeen belang in vredestijd, teneinde bij stakingen bij de overheid te waarborgen dat bepaalde prestaties van federaal algemeen belang uitgevoerd worden, nr. 1907/1, te verwijzen naar de commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven, teneinde het toe te voegen aan het wetsontwerp betreffende de continuïteit van de dienstverlening inzake het personenvervoer per spoor in geval van staking, nr. 2650/1.

À la demande de l'auteur, je vous propose de renvoyer à la commission de l'Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques la proposition de loi (Mme Catherine Fonck) modifiant la loi du 19 août 1948 relative aux prestations d'intérêt public en temps de paix, visant à garantir l'accomplissement de certaines prestations d'intérêt public fédéral en cas de grève dans le service public, n° 1907/1, afin de la joindre au projet de loi relatif à la continuité du service de transport ferroviaire de personnes en cas de grève, n° 2650/1.

 

Dit wetsvoorstel werd vroeger verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt.

Cette proposition de loi avait été précédemment renvoyée à la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Vragen

Questions

 

07 Vraag van de heer Filip Dewinter aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "het zogenaamde Stroomplan in verband met de mislukte strijd tegen drugs in Antwerpen" (nr. P2282)

07 Question de M. Filip Dewinter au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "le 'Stroomplan' et l'échec de la lutte contre les stupéfiants à Anvers" (n° P2282)

 

07.01  Filip Dewinter (VB): Mijnheer de minister, de war on drugs die door uw burgemeester en partijvoorzitter in Antwerpen werd afgekondigd, lijkt niet echt af te stevenen op een groot succes. Er is wel degelijk een war on drugs in Antwerpen, maar het is een drug war tussen verschillende etnische criminele bendes geworden die drugs verhandelen.

 

In 2013 werd in Antwerpen vijf ton drugs in beslag genomen, vorig jaar 30 ton, dat is een verzesvoudiging. U zou kunnen stellen dat die vergrote vangst een groot succes betekent voor de veiligheidsdiensten, maar dat klopt niet, want de massale inbeslagname van drugs heeft uiteindelijk niets te maken met de hoeveelheid drugs die aangeboden wordt op de Antwerpse straten. De prijs voor bijvoorbeeld cocaïne is nog nooit zo laag geweest als nu. Dat wijst er op dat het aanbod aan drugs zodanig groot is dat de Antwerpse gebruikers het niet eens meer opgesnoven krijgen. Dat is de huidige realiteit in Antwerpen. Daarbij komt het bendegeweld met 18 incidenten tussen verschillende clans en bendes in de voorbije maanden, waaronder schietpartijen en molotovcocktails, alles erop en eraan. Antwerpen lijkt wel een soort Chicago aan de Schelde geworden.

 

De federale regering pakt nu, naar aanleiding van een rapport van de federale politie, uit met een Stroomplan. Dat is vele jaren te laat, want reeds in 2007 werd in het International Narcotics Control Strategy Report van het Amerikaanse State Department gesteld dat er in Antwerpen 50 tot 60 ton cocaïne werd ingevoerd. De federale politie heeft dat toen weggelachen, zich daarbij in de kranten afvragend waar die cijfers vandaan zouden komen. Vandaag blijkt dat die cijfers zelfs een onderschatting waren, met alle mogelijke gevolgen. Antwerpen is dé doorvoerhaven voor Noord-Europa voor drugs, komende uit verschillende werelddelen, niet het minst uit Zuid-Amerika.

 

Het Stroomplan moet meer zijn dan het zoveelste symbolisch plan om de Antwerpse burgers en kiezers – over een jaar vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats – op hun gemak te stellen en de indruk te wekken dat er gehandeld wordt. Ik hoop dat dit ook zo zal zijn.

 

Ik geef slechts een voorbeeld, voorzitter, dan sluit ik af. Op het theoretische kader van de Antwerpse federale gerechtelijke politie van 550 is er een tekort van 150. Dit spreekt boekdelen. Er wordt ingezet op terrorisme en dat is goed. Ook de drugsproblematiek die werkelijk de spuigaten uitloopt in Antwerpen moet echter worden bestreden.

 

Graag toelichting bij uw Stroomplan.

 

07.02 Minister Jan Jambon: Mijnheer Dewinter, de gemeenteraadsverkiezingen zijn duidelijk in aantocht. Wat u in de gemeenteraad in Antwerpen brengt, brengt u dan ook naar het federale Parlement.

 

07.03  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): (…)

 

07.04 Minister Jan Jambon: Dan is er natuurlijk altijd een Calvo die u ondersteunt, mijnheer Dewinter; dat is nogal duidelijk. (Geroezemoes)

 

De voorzitter: Laat de minister aan het woord.

 

07.05 Minister Jan Jambon: Mijnheer de voorzitter, we hebben de tijd.

 

De voorzitter: Collega's, mag ik vragen om de minister te beluisteren?

 

07.06 Minister Jan Jambon: Mijnheer Dewinter, ik moet u tegenspreken wat de resultaten betreft van het beleid van het lokale bestuur in Antwerpen en vooral van het optreden van de politiemensen. Daar worden ongelooflijke successen geboekt. De heer De Wever heeft u in de gemeenteraad van Antwerpen de cijfers gegeven.

 

Het is echter waar dat het een drieste strijd is, dat klopt. Eveneens waar is – dat ziet men vaak bij criminaliteitfenomenen – dat de modus operandi wijzigt wanneer men sterk op een bepaald fenomeen inzet. In die zin meen ik dat de burgemeester van Antwerpen er goed aan gedaan heeft om de kat de bel aan te binden en ook op federaal niveau iedereen rond de tafel te brengen en samen met mijn collega’s Geens en Van Overtveldt, mijzelf en al onze diensten te bekijken hoe we gezamenlijk een tandje bij kunnen steken in de verschrikkelijke strijd tegen dat verschrikkelijk fenomeen van drugs.

 

Wij hebben op federaal vlak een goed voorbeeld, het Kanaalplan. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen. De strijd is nog niet gestreden en gaat nog een hele tijd verder, maar er worden op het terrein resultaten geboekt, zo’n goede resultaten zelfs dat andere gemeentebesturen uit het Brusselse komen vragen om aan te sluiten bij het Kanaalplan.

 

Hetzelfde model van het Kanaalplan zullen wij ook in Antwerpen toepassen voor de war on drugs. De politiecapaciteit verhogen, springt het meest in het oog, maar waar het in se om gaat, is een gezamenlijke aanpak met alle spelers op het terrein: de douane – evident –, de federale politie – evident –, de lokale politie – evident – en het gerecht – evident. Die moeten de handen in elkaar slaan om de drieste strijd tegen de drugs te winnen.

 

Het plan is daar ontstaan en gerijpt. Het is nog niet in detail uitgewerkt. Dat zal eerstdaags gebeuren, de besprekingen daarvoor zijn aan de gang. Ik zal te gepasten tijde tekst en uitleg geven over de concrete invulling van dat plan.

 

07.07  Filip Dewinter (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, laat mij toe te zeggen dat uw antwoord erg pover is. U zult te gepasten tijde tekst en uitleg geven bij het Stroomplan.

 

Mijn vermoeden blijkt juist te zijn. Het Stroomplan is vooral een doekje voor het bloeden, is vooral een pleister op een houten been, een symbolisch plan dat blijkbaar nog niet concreet gestalte heeft gekregen en dat moet dienen om de Antwerpenaar te sussen en gerust te stellen.

 

Wat die war on drugs in de Antwerpse straten betreft, worden de kleintjes inderdaad gepakt. De kleine drugsdealer wordt van de straat gehaald en de overlast die dat veroorzaakt verdwijnt, maar de grote jongens laat men lopen.

 

Er werd nog nooit zoveel cocaïne en drugs verhandeld in Antwerpen als vandaag het geval is. De war on drugs is uitgedraaid op een drugsoorlog tussen criminele etnische bendes met tientallen schietincidenten, uitgebrande auto’s en molotovcocktails naar woningen.

 

Een war on drugs betekent niet alleen dat men de takken van de boom snoeit, maar dat men de wortels aanpakt. De doelstelling kan niet zijn de overlast doen verdwijnen, de doelstelling moet zijn om in een stad als Antwerpen ervoor te zorgen dat drugs uit den boze zijn, voor zover dat kan in deze maatschappij.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van de heer Franky Demon aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "het probleem van mensensmokkel en vluchtelingen langs de autosnelweg" (nr. P2283)

08 Question de M. Franky Demon au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "le problème de la traite des êtres humains et des réfugiés le long des autoroutes" (n° P2283)

 

08.01  Franky Demon (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, de laatste weken worden er opnieuw meer en meer vluchtelingen gesignaleerd langs onze snelwegen en op de parkings langs de snelwegen. Wij weten dat de Vlaamse regering en minister Ben Weyts beslist hebben om het aantal privémensen dat die autosnelwegparkings bewaakt terug te schroeven. Wij merken ook dat mensensmokkelaars steeds driester te werk gaan.

 

Onze politiediensten hebben verschillende kerntaken. Een van die kerntaken is zeker en vast ervoor te zorgen dat de vluchtelingen die naar Engeland willen gaan, en die op parkings in vrachtwagens klimmen, kunnen worden opgepakt. Daar kruipt echter heel veel tijd in. Wij hebben wegpolitie, maar die moet heel veel hulp vragen aan de lokale politie. Als ze ter plaatse komen, zien wij dat de vluchtelingen en ook de mensensmokkelaars weg zijn.

 

Gisteren zei Brugs procureur Frank Demeester, die zich binnen het parket van West-Vlaanderen bezighoudt met mensensmokkel, dat de betrokken politiediensten als het ware aan de grond zitten, ze weten niet meer waar eerst gesprongen. Als wij weten dat in de huidige migratiecrisis de smokkelaars zich meer en meer richten op mensensmokkel, denk ik dat het gerechtvaardigd zou zijn dat er meer middelen en manschappen naar die problematiek gaan. Zowel de federale gerechtelijke politie als de scheepvaartpolitie hebben speciale eenheden, die speciaal voor mensensmokkel worden ingezet. Ik durf er dan ook voor pleiten om die eenheden te gaan versterken.

 

Mijnheer de minister, is de beslissing van uw collega Weyts om de snelwegparkings niet meer door de privésector te laten bewaken of om die privébewaking af te bouwen, gebeurd in onderling overleg?

 

Welke mogelijkheden ziet u om gecoördineerde maatregelen, lokaal, Vlaams en federaal, te nemen zodat de snelwegparkings niet opnieuw een trekpleister voor vluchtelingen worden?

 

Ten slotte, welke mogelijkheden ziet u om de politie te versterken in haar opdracht tegen mensensmokkel?

 

08.02 Minister Jan Jambon: Mijnheer Demon, ik bewonder u voor de volharding waarmee u op regelmatige tijdstippen de lokale problematiek bij u, die inderdaad ook nationale repercussies heeft, hier te berde brengt. U doet dat terecht.

 

U weet dat ik hier al meermaals heb gezegd dat de strijd tegen de mensensmokkel één van mijn prioriteiten is, die ook is opgenomen in het Nationaal Veiligheidsplan. De kadernota Integrale Veiligheid is één van de prioriteiten en daarin staan 39 acties opgesomd die specifiek tegen de mensensmokkel en het aantrekken van die vluchtelingen zijn gericht. Het Vlaams Gewest wendt middelen aan uit het Verkeersfonds en daar heeft, als ik me niet vergis, het Rekenhof een probleem mee. Het huidige contract loopt nog tot 12 oktober en stopt dan. Dat is geen eigen beslissing van het Vlaams Gewest als dusdanig, maar het is opgelegd.

 

Wij zijn ondertussen overleg aangegaan met het Vlaams Gewest, met het kabinet van minister Weyts, om te zien hoe we dat zullen aanpakken. Het is nog steeds mijn doel om die mensensmokkel met wortel en tak uit te roeien. Afhankelijk van het overleg zullen wij bijkomende middelen investeren in de federale politie, want als men prioriteiten stelt moet men daar ook middelen tegenover zetten. Dit is nog in overleg met het Vlaams Gewest en zal vóór 12 oktober worden afgerond.

 

Ik zal op geen enkele manier toelaten dat dit verder uitdeint. De middelen die daarvoor nodig zijn, zijn zowel mensen als technologie. Ten gepaste tijde zullen die middelen worden aangedragen, want ook die strijd tegen de zware criminaliteit willen we winnen.

 

08.03  Franky Demon (CD&V): Mijnheer de minister, ik ben blij te horen – mijn collega sprak van extra mensen in Antwerpen – dat u middelen en manschappen vrijmaakt voor West-Vlaanderen.

 

Laat ons vooruitkijken naar 12 oktober en dan bekijken of dit voldoende is. Ik ben alvast optimistisch.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, over "de medewerking van ambassades aan de uitwijzingen" (nr. P2284)

09 Question de M. Dirk Van der Maelen au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et européennes, chargé de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, sur "la collaboration des ambassades aux éloignements" (n° P2284)

 

09.01  Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, onze fractie is van oordeel dat uitwijzing een te belangrijke en te gevoelige materie is om de beslissingen dienaangaande alleen door een staatssecretaris te laten nemen.

 

Mijnheer de minister, ik heb drie vragen voor u.

 

Ten eerste, bestaat er al dan niet een algemeen afsprakenkader binnen deze regering dat ertoe strekt dat er, vooraleer uitwijzingsbeslissingen worden genomen, overleg plaatsvindt met uw departement van Buitenlandse Zaken?

 

Ten tweede, vorige week ging het hier over uitwijzingen naar Soedan. De eerste minister zei dat dit niet op de Ministerraad is geweest. Welnu, is er voorafgaand aan de demarche van de staatssecretaris overleg geweest met uw departement? Als u vooraf uw toestemming hebt gegeven, dit in contrast met Karel De Gucht en Hervé Hasquin, een gerenommeerd MR-politicus en historicus, die zwaar tillen aan de afspraken die met het Soedanese regime zijn gemaakt, dan zou ik willen weten op basis waarvan u dat hebt gedaan?

 

Ten derde, vandaag lezen wij in De Morgen dat de staatssecretaris vergevorderde plannen had om Zuid-Soedanezen uit te wijzen naar Zuid-Soedan. Werd u daarover op voorhand geraadpleegd? Zo ja, dan hoop ik dat u rekening houdt met het advies van uw ambassadeur, die de beste kenner van de situatie op het terrein is.

 

Ik hoop vandaag niet te moeten vernemen dat deze regering verder gaat dan Trump. De VS-administratie heeft op 18 september besloten dat er geen uitwijzingen uit de VS richting Zuid-Soedan zouden gebeuren. Als de informatie in De Morgen klopt, dan blijkt dat staatssecretaris Francken zelfs verder wenste te gaan dan de Trump-administratie.

 

09.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van der Maelen, in het algemeen is het zo dat onze ambassades geen specifieke rol spelen bij de uitwijzing van illegalen. De contacten gebeuren tussen de politiediensten. Dat is altijd zo geweest.

 

Wat Soedan betreft, verwijs ik naar het antwoord van de eerste minister. Er was geen sprake van een akkoord binnen de regering of tussen de staatssecretaris en mijn departement. Ik heb net gezegd dat wij geen specifieke rol spelen in de uitwijzingsprocedure.

 

Wat Zuid-Soedan betreft, kan ik u een zeer duidelijk antwoord geven. Staatssecretaris Francken heeft bevestigd dat er geen sprake is van uitwijzingen van Zuid-Soedanezen naar hun land. Ik heb dus met zeer grote interesse het – ik citeer – “ongevraagd advies” van onze ambassadeur in Kampala gelezen, maar er is geen sprake van uitwijzingen naar Zuid-Soedan. U mag De Morgen lezen, ik ook, maar er is geen sprake van uitwijzingen naar Zuid-Soedan. De vraag betreft wat anders.

 

09.03  Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de minister, de verslaggeving in De Morgen is duidelijk, in die zin dat er bij de ambassadeur in Kampala een vraag is toegekomen van Binnenlandse Zaken, alleen om te informeren of de begeleiders die met de Zuid-Soedanezen teruggaan, veilig zouden zijn.

 

Wij hebben vorige week en eerder deze week van de eerste minister gehoord dat toetsing aan het EVRM voor de regering een kardinaal punt is. Het is duidelijk dat men zelfs de moeite niet doet om de personen in Belgische overheidsdienst die het best de situatie in Zuid-Soedan kennen, te raadplegen over de veiligheid van de mensen die worden teruggestuurd. U moet nu niet ontkennen dat er plannen zijn.

 

De voorbije 50 jaar hebben de mensenrechten altijd centraal gestaan in ons buitenlands beleid, of het nu onder centrumlinkse of centrumrechtse regeringen was. Ons land had een goede reputatie op het vlak van mensenrechten. Deze rechtse regering schiet die reputatie aan flarden. Eerst stemde ze Saoedi-Arabië in de vrouwencommissie van de VN. Vorige week wilde ze mensen uitwijzen naar Soedan. Daarna laat men ook nog een staatssecretaris doen die plannen had om verder te gaan dan Trump en mensen uit te wijzen naar Zuid-Soedan. Dat is ongehoord!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van de heer Patrick Dewael aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, over "de Franse toekomstvisie voor Europa" (nr. P2285)

10 Question de M. Patrick Dewael au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et européennes, chargé de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, sur "la vision d'avenir de la France pour l'Europe" (n° P2285)

 

10.01  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de vice-eersteminister, de jongste jaren waren geen evidente tijden voor de Europese Unie. Er was de schuldencrisis, er was de migratiecrisis, en er was de beslissing van het VK de Unie te verlaten. Telkenmale wanneer er nationale verkiezingen zijn, kijken wij er belangstellend naar uit of, laten wij maar eerlijk zijn, de democratische partijen kunnen standhouden. Ik verwijs naar Nederland, Frankrijk en Duitsland.

 

Ik meen dat van business as usual er nu geen sprake kan zijn. Ik meen dat het moment gekomen is om heel grondig na te denken over de toekomst van de Europese Unie. Ik meen dat Commissievoorzitter Juncker in zijn Witboek de juiste vragen heeft gesteld en dat de Franse president Macron met echte antwoorden is gekomen. Hij is heel ambitieus. Hij heeft de vaste politieke wil vooruit te gaan met de Europese Unie en hij lanceerde een aantal ideeën waar mijn fractie al lang voor pleit, zoals: een sterke Europese defensie, verregaande samenwerking op het vlak van politie en inlichtingen, transnationale kieslijsten voor het Europees Parlement en, last but not least, een eengemaakt Europees asiel- en migratiebeleid.

 

Ik meen dat dit laatste een heel belangrijk element is in de discussies van de voorbije weken, dagen, en zelfs minuten. Die discussie toont aan dat wij daar echt nood aan hebben. Het is enkel met eengemaakte procedures, met grenscontroles aan de buitengrenzen van de Unie en met de toepassing van Europese afspraken als die van Dublin dat wij een ernstig migratiebeleid kunnen voeren.

 

Vandaar mijn vragen aan u, mijnheer de vice-eersteminister.

 

Het is mijn vaste overtuiging dat België zijn historische rol van trekker aan de kar moet spelen. Hoe zal ons land zich opstellen tegenover de verklaringen van president Macron?

 

Welke opportuniteiten biedt de Europese agenda de komende weken en maanden?

 

Ten slotte, hoe schat u de Duitse verkiezings­uitslag in? Immers, enkel wanneer de Duits-Franse as en de Benelux goed werken, kan Europa vooruitgaan.

 

10.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Dewael, u weet dat wij al enkele jaren in een aantal domeinen werken aan een eventuele hervorming van het beleid op Europees niveau. Met de zes stichtende landen hebben wij geprobeerd een nieuw idee op tafel te leggen.

 

Vorig jaar heb ik hierover een gesprek gehad met Emmanuel Macron. Hij was toen nog niet verkozen tot president. Ik heb toen hetzelfde idee geopperd om tot echte hervormingen te komen. Volgens mij is er geen nood aan een nieuw verdrag, maar wel aan concrete beslissingen op het vlak van defensie en veiligheid. Wij hebben ter zake trouwens al enige vooruitgang geboekt. Daarnaast moet er ook een echt sociaal-economisch beleid worden gevoerd in de 27 lidstaten, of binnen de eurozone. Indien dit niet mogelijk is, moet een initiatief worden genomen met een kleiner aantal landen.

 

Op het vlak van buitenlandse betrekkingen moet een gemeenschappelijk beleid worden gevoerd met een sterkere stem van Europa in de wereld. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het klimaatbeleid na de beslissing van de nieuwe Amerikaanse administratie. Ook op het vlak van migratie lijkt het mij mogelijk een zekere vooruitgang te boeken. Er moet een betere controle komen van onze externe grenzen en betere contacten met Afrikaanse landen.

 

Er moet ook nog een beslissing worden genomen over het asielbeleid. Binnen de Europese Unie bestaan ter zake een aantal verschillende meningen. Wij zullen werken met onze Franse en Duitse collega’s. De verkiezingen in Duitsland waren op dat vlak ook een signaal.

 

Met mijn vrienden van de liberale fractie moet worden gewerkt aan een nieuw programma voor Europa. Dit zal sowieso gebeuren in de Benelux. Ik meen dat België in dat kader een rol moet spelen, in samenwerking met Duitsland en Frankrijk. De volgende weken en maanden zullen wij werken aan zo’n programma. De Commissie heeft een kalender voorgesteld. De Commissie wil in maart 2019 een buitengewone Europese Raad organiseren over de toekomst van Europa.

 

Mijnheer de voorzitter, het lijkt mij zeer nuttig om in dit halfrond een debat te organiseren over die toekomst van Europa. Het lijkt mij belangrijk zeer concrete hervormingen te kunnen voorstellen in plaats van een nieuwe institutioneel debat te voeren over een nieuw verdrag.

 

U weet dat wij op veel punten in dezelfde richting denken als de heer Macron. U weet dat ik ten persoonlijke titel al vele jaren pleit voor een gezamenlijke kieskring, niet alleen op Europees vlak, maar ook in België.

 

10.03  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, over dat laatste zijn we het alvast eens, maar dat was niet het thema van mijn vraag.

 

Het antwoord van de vicepremier stemt mij tevreden. Op het punt van migratie en asiel wil ik nog eens een lans breken. De lidstaten van de Europese Unie kunnen daar allemaal eigen maatregelen in vooropstellen. Dit vraagstuk houdt de bevolking in de hele Europese Unie in belangrijke mate bezig. U weet dat de ketting maar zo sterk is als haar zwakste schakel. Het is mijn vaste overtuiging dat een uniform asielbeleid met verdediging van de buitengrenzen en met korte procedures de antwoorden kunnen bieden op de vragen die rijzen. Dit kan niet van de lidstaten afzonderlijk komen, maar moet uitgaan van de Unie zelf.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Question de M. Georges Dallemagne au ministre de la Justice sur "la réception par un détenu d'une lettre de recrutement de l'État islamique" (n° P2286)

11 Vraag van de heer Georges Dallemagne aan de minister van Justitie over "de door een gedetineerde ontvangen wervingsbrief van IS" (nr. P2286)

 

11.01  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, il semble que l'on recrute des détenus dans les prisons belges. Et le recruteur n'est pas n'importe qui, puisqu'il s'agit de l'État islamique. En tout cas, c'est l'information qui a été divulguée récemment dans un grand quotidien de la capitale et qui aurait été confirmée par le parquet fédéral.

 

Un courrier aurait été glissé sous la porte d'une cellule. Il contenait une proposition de recrutement de la part de l'État islamique en exposant des conditions, semble-t-il, très avantageuses, puisqu'il était promis au détenu de redonner un sens à sa vie, de même qu'on lui offrait un lopin de terre, des armes excellentes ainsi qu'un mode d'emploi pour quitter le territoire.

 

Cette information est évidemment fort inquiétante. En effet, nous savons que les prisons constituent un véritable creuset pour le radicalisme et qu'il est même possible d'y fomenter des attentats. Au regard de l'histoire récente de notre pays, il est extrêmement préoccupant d'apprendre qu'il est encore possible de faire parvenir un tel courrier à un prisonnier.

 

Monsieur le ministre, confirmez-vous cette nouvelle? Si oui, quand ce message est-il arrivé? Pourquoi a-t-il été adressé à cette personne en particulier? Une véritable campagne de recrutement a-t-elle été lancée? Cet individu a-t-il été ciblé en raison de caractéristiques particulières? Qui a envoyé ce courrier? Il semble que ce bureau de recrutement proposait des heures et des jours d'ouverture pour être contacté - à l'instar de n'importe quelle agence d'embauche.

 

Cela présente-t-il un risque particulier? Comment se fait-il que les dispositifs de surveillance, qui doivent prévaloir en prison, n'aient pas fonctionné? Comment ce courrier a-t-il pu arriver en milieu carcéral?

 

Des mesures spécifiques ont-elles été prises de votre côté depuis que l'on sait que des contacts extérieurs avec des détenus de droit commun peuvent les radicaliser et les entraîner vers le terrorisme? Comptez-vous prendre des dispositions particulières pour y remédier, notamment au vu de ces nouvelles informations?

 

11.02  Koen Geens, ministre: Monsieur le président, monsieur Dallemagne, nous connaissons l'affaire relative à cette lettre depuis quelque temps déjà. Une enquête approfondie sur son origine, son contenu et sa destination a été menée. Les services de Sécurité et de Renseignement ont évidemment été informés de son existence. Après enquête, les services ont conclu qu'il s'agissait purement et simplement d'une plaisanterie.

 

Il est important d'indiquer que cette enquête révèle que la lettre n'a pas été envoyée de l'extérieur de la prison mais que son auteur a récupéré une enveloppe qui était déjà en sa possession afin d'y insérer la lettre de recrutement. L'enveloppe a donc été un jour traitée par les services de la prison mais avec un autre contenu. Il était donc matériellement impossible pour la prison de connaître le contenu de cette lettre avant qu'elle soit révélée par le détenu en question, étant donné qu'elle a circulé uniquement parmi les détenus.

 

Je souhaite néanmoins profiter de l'occasion qui m'est donnée pour attirer l'attention sur la législation en vigueur en matière d'échange de lettres pour les détenus.

 

L'article 55, §1er, de la loi de principes de 2005 prévoit que "les lettres envoyées aux détenus peuvent, préalablement à leur remise, être soumises au contrôle du directeur ou du membre du personnel désigné par lui. En vue du maintien de l'ordre ou de la sécurité, ce contrôle porte sur la présence de substances ou d'objets étrangers à la correspondance. Ce contrôle n'autorise pas la lecture de la lettre, sauf s'il existe des indices personnalisés que cette lecture est nécessaire dans l'intérêt de l'ordre et de la sécurité. La lecture de la lettre peut, le cas échéant, avoir lieu en l'absence des détenus".

 

Le détenu qui a reçu la lettre n'était pas du tout connu pour des faits liés au radicalisme, à l'extrémisme ou au terrorisme. Au sein de la prison, son comportement ne posait aucun problème et il ne faisait nullement l'objet d'indications individualisées requérant un contrôle approfondi, du moins au moment de la réception de la lettre.

 

11.03  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, j'entends bien qu'il s'agit d'une mauvaise plaisanterie. J'avais eu des informations selon lesquelles le parquet confirmait l'enquête et l'existence de cette lettre.

 

Je pense que ce doit être l'occasion de vérifier que les mécanismes permettant d'éviter la radicalisation en prison et le recrutement de certaines personnes sont opérationnels.

 

L'actualité belge sur le plan du terrorisme reste extrêmement importante: des arrestations, des perquisitions, des inculpations. On apprend par ailleurs que certaines personnes censées être décédées ne le sont pas. Elles sont revenues en Belgique, notamment à Verviers. Cela mérite effectivement toute notre vigilance.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Questions jointes de

- Mme Nawal Ben Hamou au ministre de la Justice et à la secrétaire d'État à la Lutte contre la pauvreté, à l'Égalité des chances, aux Personnes handicapées, et à la Politique scientifique, chargée des Grandes Villes, adjointe au ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, sur "la campagne sur le sugardating" (n° P2298)

- M. Gautier Calomne au ministre de la Justice et à la secrétaire d'État à la Lutte contre la pauvreté, à l'Égalité des chances, aux Personnes handicapées, et à la Politique scientifique, chargée des Grandes Villes, adjointe au ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, sur "la campagne sur le sugardating" (n° P2287)

12 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Nawal Ben Hamou aan de minister van Justitie en aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, over "de campagne rond sugardating" (nr. P2298)

- de heer Gautier Calomne aan de minister van Justitie en aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, over "de campagne rond sugardating" (nr. P2287)

 

12.01  Nawal Ben Hamou (PS): Monsieur le président, ma question est adressée à Mme la secrétaire d'État.

 

Madame la secrétaire d'État, avant, quand on était aux études, les week-ends, on tenait la caisse à l'épicerie du coin ou on distribuait les journaux. Aujourd'hui, on se prostitue.

 

J'espère que, tout comme moi, vous avez été choquée par la publicité faite par le site de rencontres RichMeetBeautiful.com. Vous le savez sûrement, il s'agit de grands panneaux publicitaires qui incitent les jeunes étudiantes à s'inscrire sur ce site internet pour améliorer leur style de vie. Ce site, qui se présente comme un site de rencontres classique, n'est rien d'autre que de la prostitution déguisée.

 

Loin de moi l'idée de faire de la publicité pour ce genre de sites, ni de juger les jeunes filles qui ont décidé de s'y inscrire. Ce qui m'amène aujourd'hui à prendre la parole et à vous questionner, ce sont les raisons pour lesquelles ces étudiantes vendent leurs charmes. Lorsqu'on leur pose la question, elles vous répondent clairement qu'elles n'arrivent plus à payer leurs études, qu'elles ont de plus en plus de mal à assumer leurs factures, leur logement, leur minerval; et il faut manger aussi, et se vêtir. Le fond du problème, et ce qui nous préoccupe, c'est la précarité croissante dans laquelle vivent nos étudiants.

 

Sans oublier que ce style de vie entraîne aussi une grande insécurité. Ces femmes peuvent se retrouver dans des situations potentiellement dangereuses. Nous ne pouvons pas fermer les yeux et faire comme si de rien n'était. En tant que jeune femme, je me sens plus que concernée. Quel avenir et quelle dignité offrez-vous à ces jeunes femmes?

 

Plusieurs ministres de la Fédération Wallonie-Bruxelles ont pris leurs responsabilités en se constituant parties civiles au pénal pour incitation à la débauche et à la prostitution. Des bourgmestres ont fait interdire ce genre de panneaux publicitaires sur leur territoire. Par contre, de votre part, je n'ai vu aucune réaction. Rien du tout. Vous êtes secrétaire d'État à l'Égalité des chances, mais aussi à la Lutte contre la pauvreté. Comme je l'ai dit, c'est le vrai problème ici. Vous avez un rôle essentiel à jouer. Pourtant, depuis votre prise de fonctions, votre action dans ces domaines semble inexistante.

 

Madame la secrétaire d'État, je n'ai qu'une question à vous poser: allez-vous également prendre vos responsabilités dans ce dossier? 

 

12.02  Gautier Calomne (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, madame la secrétaire d'État, comme on l'a dit, la campagne de publicité Sugardating lancée, en début de semaine, aux abords de l'Université Libre de Bruxelles a choqué l'opinion publique tant son principe est écœurant, voire insidieux.

 

Comme ma collègue l'a déjà évoqué, le portail s'adresse directement aux étudiantes et leur propose d'améliorer leur quotidien en fréquentant un homme plus âgé et plus aisé financièrement.

 

Outre les stéréotypes sexistes et les caricatures que véhicule cette campagne, il s'agit clairement d'une opération de promotion de la prostitution déguisée.

 

Il est vrai que, très rapidement, des ministres de la Fédération Wallonie-Bruxelles, rejoints par des associations comme le Conseil des femmes francophones de Belgique ou encore l'Union des étudiants de la Communauté française, ont déposé  plainte au pénal. Le Jury d'éthique publicitaire a également été saisi.

 

Du côté local, un certain nombre de communes – je pense ici à Ixelles, Bruxelles-Ville ou Watermael-Boitsfort – ont également pris un certain nombre d'arrêtés d'interdiction. Dans la foulée, le ministre-président a pris, à son tour, un arrêté au niveau de la Région bruxelloise et s'est  tourné vers le parquet pour envisager quelles étaient les suites possibles. Il y a quelques heures, on a appris que le parquet de Bruxelles avait convoqué le responsable du site pour qu'il vienne s'expliquer.

 

Monsieur le ministre, s'il est vrai que la loi n'interdit pas de se prostituer, les faits de racolage et de proxénétisme sont, pour leur part, illégaux. Le Code pénal stipule en son article 380, § 1er, alinéa 4: "Sera puni d'un emprisonnement d'un an à cinq ans et d'une amende de cinq cents euros à vingt-cinq mille euros quiconque aura, de quelque manière que ce soit, exploité la débauche ou la prostitution d'autrui."

 

Monsieur le ministre, madame la secrétaire d'État, nonobstant le respect du principe de séparation des pouvoirs, avez-vous décidé de saisir vos services afin d'examiner la légalité de cette campagne de publicité?

 

Quels sont aujourd'hui les moyens à disposition du gouvernement pour lutter contre ce type d'activités? Plus précisément pour vous, madame la secrétaire d'État, dans le cadre de l'action du gouvernement en faveur de l'égalité des chances, qu'est-il possible de faire pour prévenir ce type de dérives à l'avenir?

 

12.03  Koen Geens, ministre: Monsieur le président, madame Ben Hamou, monsieur Calomne, le parquet de Bruxelles m'a confirmé qu'une enquête est en cours. Il a envoyé un communiqué de presse hier. Je le cite: "À l'initiative du procureur du Roi du parquet de Bruxelles, un procès-verbal a été rédigé à charge de X pour incitation à la débauche d'une personne majeure dans un lieu public (article 380bis). Une enquête est ouverte afin de déterminer si la campagne publicitaire Rich meet Beautiful engendre une infraction pénale. Dans le cadre de cette enquête, les services de police de la zone de Bruxelles-Capitale-Ixelles ont cherché activement la voiture et la remorque sur laquelle la publicité est affichée. Dans le courant de la soirée et de la nuit, le véhicule et la remorque ont été interceptés par la police de la zone de Bruxelles-Capitale-Ixelles. Le chauffeur et son compagnon ont été identifiés. Ils ne sont pas connus de la Justice et ont collaboré avec les services de police. L'enquête se poursuit afin de déterminer qui est exactement responsable de la campagne publicitaire concernée. La bâche publicitaire a été saisie et sera déposée au greffe correctionnel."

 

Au-delà des qualifications pénales, il faut évidemment s'interroger sur le plan éthique, au sujet de telles campagnes de publicité et de telles pratiques. Je ne peux que les déplorer.

 

12.04  Zuhal Demir, secrétaire d'État: Monsieur le président, madame Ben Hamou, je ne mentionnerai pas le nom de l'initiateur de cette histoire. Il ne s'est pas présenté hier au rendez-vous. Par ailleurs, il n'est pas nécessaire de lui offrir une promotion supplémentaire pour son concept. Les médias et les politiciens se marchent sur les pieds afin de faire de la publicité pour son site web. Hier, la secrétaire d'État bruxelloise était présente.

 

Mijn eerbare collega Els Van Hoof insinueerde zelfs dat mijn voorzitter ontucht normaal vindt omdat mevrouw Homans en ikzelf de hetze tegen de sugardaddycampagne niet wilden meevoeren. Dat wil ik nog steeds niet, laat mij hier heel duidelijk over zijn. Wat wij de afgelopen dagen hebben gezien is de beste marketing die deze man zich kon voorstellen. De hetze tegen de campagne was de campagne.

 

Ik zal hier dan ook heel kort over zijn: websites als deze, advertenties die seks aanbieden tegen betaling, dubieuze datingsites, ze bestaan al veel langer.

 

Madame Ben Hamou, aujourd'hui même dans La Dernière Heure, vous pouvez lire: "Service érotique complet à Ixelles", "Jardin secret ouvre ses portes", "Elles font la totale". Chaque jour, vous retrouvez ce genre d'annonces dans la presse.

 

Dat bestaat … (Protest en rumoer)

 

Le président: Chers collègues, restez calmes.

 

12.05 Staatssecretaris Zuhal Demir: Dat bestaat en doet zich voor, elke dag opnieuw, zonder dat ik daarover een collectieve politieke verontwaar­diging merk. Zij staan dagelijks in de kranten, die meisjes, en er worden er voortdurend nieuwe gezocht, geruisloos.

 

Het enige grote verschil is misschien dat de sugardaddycampagne gericht is tot jonge studentes, jonge vrouwen, van wie ik ervan uitga dat zij sterker en mondiger zijn dan de buitenlandse en vaak kansarme dames in de krantenadvertenties en achter de ramen. Ter bescherming van de studentes werd een oproep gelanceerd om de affiches te verbieden, zoals mijn collega Debaets aankondigde, maar voor de meer reguliere prostituees wordt gepleit voor de bouw van een megabordeel. Dat vind ik selectieve verontwaardiging ten voordele van dubieuze koppelaars.

 

Ik maak mij meer zorgen om studentes op de middelbare school die in handen vallen van loverboys. Onze regering, collega Geens en ik, maken ter zake geld vrij voor organisaties als Payoke.

 

En tant que femme politique, je veux être claire: cette campagne publicitaire est de mauvais goût!

 

De enige vraag bestaat erin wat wettelijk toegelaten is. Daarop heeft collega Geens geantwoord en dat wordt ook onderzocht.

 

12.06  Nawal Ben Hamou (PS): Madame la secrétaire d'État, vos réponses sont indignes d'une secrétaire d'État à l'Égalité des chances et à la Lutte contre la pauvreté!

 

Comme je l'ai dit – mais peut-être n'avez-vous pas écouté? –, il ne s'agit pas de faire de la publicité pour ce genre d'entreprise. Le fond du problème, c'est la précarité de ces jeunes. Visiblement, vous n'en avez que faire et vous avez décidé de fermer les yeux!

 

12.07  Gautier Calomne (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses claires.

 

Je pense que l'émoi populaire méritait une réponse à la hauteur. À cet égard, la forte mobilisation des autorités et des citoyens était importante. Sur le plan symbolique, il fallait se positionner.

 

Outre les questions que cela pose au plan juridique, il s'agit aussi d'un sujet sensible qui renvoie à des considérations sociales, morales et éthiques. Il est de la responsabilité des pouvoirs publics d'agir, surtout quand, en plus de la promotion de clichés sexistes, il s'agit d'une incitation à peine voilée à la débauche et à la prostitution réalisée en abusant, de surcroît, de la faiblesse et de la situation de fragilité de jeunes filles.

 

Persoonlijk feit

Fait personnel

 

12.08  Els Van Hoof (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik vind het opvallend dat deze reclame in alle universiteitssteden verboden wordt, behalve in Antwerpen.

 

Mijn redenering is dat er geen authentieke verontwaardiging is bij de minister voor Gelijke Kansen op Vlaams niveau en evenmin bij de staatssecretaris voor Gelijke Kansen op federaal niveau, terwijl zowel het Strafwetboek als de antiseksismewet duidelijke bepalen dat het gaat om een vernederende behandeling van jonge vrouwen.

 

Ik vind het de opdracht van de Vlaamse minister en de federale staatssecretaris voor Gelijke Kansen om daartegen op te treden. (Applaus op de banken van de oppositie, MR en CD&V)

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Samengevoegde vragen van

- de heer Peter Vanvelthoven aan de minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, over "de effectentaks" (nr. P2288)

- de heer Kristof Calvo aan de minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, over "de effectentaks" (nr. P2289)

- de heer Benoît Dispa aan de minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, over "de effectentaks" (nr. P2290)

- de heer Olivier Maingain aan de minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, over "de effectentaks" (nr. P2291)

- mevrouw Veerle Wouters aan de minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, over "de effectentaks" (nr. P2292)

- de heer Georges Gilkinet aan de minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, over "de effectentaks" (nr. P2293)

13 Questions jointes de

- M. Peter Vanvelthoven au ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale, sur "la taxe sur les comptes-titres" (n° P2288)

- M. Kristof Calvo au ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale, sur "la taxe sur les comptes-titres" (n° P2289)

- M. Benoît Dispa au ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale, sur "la taxe sur les comptes-titres" (n° P2290)

- M. Olivier Maingain au ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale, sur "la taxe sur les comptes-titres" (n° P2291)

- Mme Veerle Wouters au ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale, sur "la taxe sur les comptes-titres" (n° P2292)

- M. Georges Gilkinet au ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale, sur "la taxe sur les comptes-titres" (n° P2293)

 

De voorzitter: Collega’s, het volume van geluid is behoorlijk hoog. Mag ik u vragen te luisteren naar de vraagstellers?

 

13.01  Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s van CD&V, de verleiding is vandaag weer groot om op CD&V te schieten zoals wij dat helaas al een paar jaar moeten doen omdat CD&V altijd roept dat meerwaardebelasting, effectentaks en eerlijke belastingen er moeten komen. U beseft dat u nu opnieuw met een kluitje in het riet bent gestuurd, dus ik zal geen olie op het vuur gooien. Het kneusje van de klas is bekend.

 

Ik wil het hebben over de rol van de minister van Financiën in dit dossier.

 

U herinnert zich allemaal halfweg deze zomer, eind juli, het triomfalisme op alle regeringsbanken. De ministers stonden zich te verdringen voor de camera om de goednieuws­show te brengen. Ik heb hier een paar citaten van de minister van Financiën over de taks op de effectenrekeningen. “Het Zomerakkoord is geen budgettaire fictie. Alle claims die wij maken, of het nu gaat om de effectenrekeningen of de vennootschapsbelasting, zijn onderbouwd met het nodige cijferwerk. Ook van de schatting van 245 miljoen euro die de taks op de effectenrekening moet opbrengen, is de minister van Financiën overtuigd”. Klare taal.

 

Tot vorige week. Vorige week zei u iets totaal anders. Vorige week zei u plots, uit het niets, dat de effectentaks de toetsing van de Raad van State niet zal doorstaan en dat dit betekent dat die opbrengst van 245 miljoen euro niet zal worden gehaald. Dat zegt u.

 

Mijn eerste vraag is welke Johan Van Overtveldt wij nu moeten geloven? Wie van de twee is de ernstige minister van Financiën die wij hier verwachten? Is dat die van juli die zei dat de 245 miljoen er zullen komen of is dat die van anderhalve week geleden die zei dat ze er niet zullen komen? Welke is de ernstige minister van Financiën die heeft gesproken?

 

Ik heb begrepen dat de topministers vandaag zijn bijeengekomen. Wat betreft de effectentaks, zegt men hetzelfde als eind juli. Mijnheer de minister, u bent al een beetje op uw ongemak, want u hebt in de pers al gezegd dat de raming van de inkomsten niet van u komt, maar van anderen. U voelt de nattigheid al.

 

Mijn tweede vraag is of u zich binnen deze regering nog voldoende gesteund? U mocht er niet bij zijn toen het over uw bevoegdheid ging in juli, u mag er vandaag niet bij zijn.

 

13.02 Minister Johan Van Overtveldt: (…)

 

13.03  Peter Vanvelthoven (sp.a): U was er vandaag wel bij? Dat verwondert mij nog meer. Vandaag zegt de regering hetzelfde als in juli. Met andere woorden, men heeft niet geluisterd naar wat u anderhalve week geleden heeft gezegd.

 

Ik wil daar graag duidelijkheid over van u, want het is onbegrijpelijk dat een minister van Financiën op anderhalve maand tijd totaal van mening verandert.

 

13.04  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, er leek de afgelopen weken een wedstrijd aan de gang tussen de federale regering en de Universiteit Gent: zoveel mogelijk chaos en zo moeizaam mogelijk beslissen. Na negen rondes heeft de Universiteit Gent een rector gekozen, maar twee maanden na het Zomerakkoord zijn er nog heel veel losse eindjes in de federale regering. Dat is eigenlijk geen ernstige manier om over zulke gevoelige thema’s te beslissen. Het gaat er nu al twee maanden over of CD&V wint, of N-VA wint, of is het een gelijkspel? Dat interesseert onze fractie totaal niet, het enige wat ons interesseert is wie er wint en verliest in de samenleving met het Zomerakkoord.

 

Het klopt dat Johan Van Overtveldt absoluut niet de loyale minister is die men zou mogen verwachten, maar dat is niet eens het grootste probleem met de minister van Financiën. Het grootste probleem, collega’s, met deze minister van Financiën is dat alles wat nog maar naar fiscale rechtvaardigheid ruikt door hem wordt gesaboteerd, zelfs deze taks op effecten­rekeningen, een minimaatregel. Het gaat immers over een belasting van 0,15 %! Het is geen belasting op de middenklasse maar een belasting die men pas betaalt als men meer dan een half miljoen euro op een effectenrekening heeft! Als u denkt dat dit de middenklasse is, dan nodig ik u uit om wat meer buiten te komen en te praten met de mensen, want dat is niet de middenklasse. Dat zijn mensen met een stevig vermogen.

 

Mijnheer de minister, wanneer zult u stoppen met de boel te saboteren? Wanneer zult u doen wat van een minister van Financiën mag worden verwacht, met name akkoorden uitvoeren? Ten slotte, over het echte probleem, wanneer zult u eindelijk uw veto tegen fiscale rechtvaardigheid opgeven?

 

13.05  Benoît Dispa (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre des Finances, j'avais initialement posé ma question au premier ministre car, au-delà du cafouillage sur cette mesure concernant les comptes-titres, il me semblait évident qu'il y avait un problème de cohésion au sein de la majorité. On l'a d'ailleurs à nouveau constaté sur un autre sujet. Sur tous les grands dossiers fiscaux, les désaccords s'accumulent. Ce problème devient systématique. On l'a encore vu tout récemment en commission Panama Papers, où un membre de la majorité se réjouit de la levée du secret bancaire dans les recommandations de la majorité et un autre le dément aussitôt. Comprenne qui pourra! Impossible de savoir qui dit vrai et qui dit faux. Ils ont pourtant signé le même texte.

 

On constate ce double langage, ce pas en avant et ces deux pas en arrière, sur tous les sujets (la taxe sur la transaction financière, la taxe sur la spéculation, la taxe Caïman, etc.) et c'est de nouveau le même scénario ici en ce qui concerne la taxe sur les comptes-titres.

 

Monsieur le ministre des Finances, je ne sais pas si vous étiez à Tomorrowland mais, en tout cas, au cœur de l'été, vous avez cautionné l'accord du gouvernement, lorsque le premier ministre a sorti ce lapin de son chapeau pour dissimuler les désaccords au sein de la majorité sur l'idée d'une taxation des plus-values.

 

Après l'avoir approuvée, vous avez très récemment émis des doutes par rapport à cette mesure. Vous l'avez jugée discriminatoire au regard du seuil des 500 000 euros et vous avez été très dubitatif par rapport à son rendement, n'assumant pas le chiffrage budgétaire du gouvernement. Et, dans quelques instants, vous rentrerez certainement dans le rang et confirmerez l'accord pris ce matin au sein du gouvernement, qui réactive l'accord du mois de juillet. Ainsi, vous nous donnerez une nouvelle illustration de ce double discours permanent où l'on dit une chose et son contraire.

 

La question que j'ai envie de vous poser, monsieur le ministre, ne vise finalement pas tant à savoir s'il y a un accord au sein du gouvernement. On sait qu'il s'agira nécessairement d'un faux-semblant, d'un accord de façade. La question que je veux vous poser consiste à savoir si, en tant que ministre des Finances, vous engagez votre responsabilité sur ce dispositif. Affirmez-vous ici, devant l'Assemblée, que la mesure que vous préparez est effectivement non discriminatoire par rapport aux exigences du Conseil d'État et de la Cour constitutionnelle? Affirmez-vous que le rendement de 254 millions d'euros sera atteint? Cela représente le quart des initiatives nouvelles, des mesures contenues dans le budget 2018. Ce n'est pas rien! Assumez-vous cette responsabilité?

 

13.06  Olivier Maingain (DéFI): Monsieur le président, monsieur le ministre, à lire les sites d'information, le gouvernement se targue aujourd'hui d'avoir conclu un accord sur la fiscalité relative aux comptes-titres. Or, quand on lit le compte rendu, on éprouve le sentiment que le mystère s'épaissit et qu'aucune véritable solution n'a été présentée par le gouvernement.

 

D'abord, nous avons assisté à la polémique de l'été - une de plus! Nous savons, de toute façon, que vous êtes le gouvernement des polémiques, prétendument gestionnaire des finances publiques bien plus rigoureux que d'autres. Cela dit, on commence à relativiser lorsque l'on découvre la réalité du rendement de la taxe Caïman, des régularisations fiscales et de tant d'autres moyens financiers et recettes qui ont été annoncés. Nous voyons même que ces dernières s'évaporent. Vous construisez inlassablement votre budget sur du sable.

 

Aujourd'hui, l'information concerne la taxation des comptes-titres. Vous avez émis un doute, monsieur le ministre, quant à la faisabilité du projet. Je voudrais savoir en premier lieu quelle est la base imposable réelle et comment vous allez justifier juridiquement le montant choisi. Cet été, vous suggériez que, si l'on était situé juste en dessous de 500 000 euros, on n'était pas soumis à la taxe, mais qu'on l'était à partir d'un euro supplémentaire. J'attends votre explication à propos de l'aspect discriminant de ce montant, car j'aimerais comprendre votre raisonnement juridique.

 

Il semble en outre, d'après ce qui était annoncé par le site internet, que vous ne reteniez que certains véhicules financiers. Là encore, je souhaiterais saisir votre justification juridique.

 

Et puis, surtout, à l'instar de plusieurs collègues, je désirerais comprendre le rendement de la taxe: 250 millions, selon vos tableaux budgétaires; 0,15 % sur les comptes-titres de plus de 500 000 euros. Faites-moi le calcul et c'est une simple règle de trois. J'attends votre réponse pour vérifier si vous avez calculé correctement le montant total de la base imposable. Ce n'est pas très compliqué à réaliser. Vous allez me dire si le chiffre indiqué peut justifier les 254 millions de recettes espérées. Au surplus, des artifices fiscaux seront sans doute élaborés par les plus inspirés, en vue d'échapper à la taxation.

 

Bref, tout cela relève de l'improvisation et de l'amateurisme. Vous jetez tout simplement de la poudre aux yeux. Monsieur le ministre, il est peut-être temps que vous nous soumettiez des propositions sérieuses en matière de fiscalité et, en particulier, de réforme fiscale.

 

13.07  Veerle Wouters (Vuye&Wouters): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, hoe zit het nu met de belasting op effectenrekeningen? Naar verluidt is er in de Ministerraad een akkoord bereikt omtrent de modaliteiten. Er zal dan een advies worden gevraagd aan de Raad van State. U zegt dat het waarschijnlijk niet haalbaar is. Aandelen op naam zouden er niet onder vallen. U hebt zelf aangegeven dat het een ontsnappingsroute zou kunnen zijn. De vraag is dan of u de het afgesproken bedrag van 254 miljoen zult halen.

 

Ik stel deze vraag omdat ik minister Peeters gisteren hoorde zeggen dat het Zomerakkoord één en ondeelbaar is. Ik vraag mij dan ook af of de hervorming van onze vennootschapsbelasting in gevaar komt.

 

Na het Zomerakkoord gingen de ministers fijn feesten op Tomorrowland. Wat u te vieren had weet ik niet, want van het Zomerakkoord merk ik niets; ik zie alleen herfstgekibbel. Wat ik ook zie, is dat tomorrow niet is voorbereid. Er is helemaal niets. En waar is het principe van eerlijke belastingen? Ook dat is ver zoek.

 

Gisteren vernamen wij dat 62 miljard euro via Dubai wordt versluisd. Allemaal geen probleem. Uw reactie hierop is dat dit het gevolg is van een verdrag dat onder paars is gesloten. Wie is nu echter de minister van Financiën? U toch, dacht ik. U kunt voor verandering zorgen. Zult u stappen nemen?

 

Dan is er nog de belastingdruk. De belastingdruk moet omlaag, dat geeft u zelf ook toe. Het Wereld Economisch Forum plaatst ons weer in de top 10 van 130 landen. U weet net zo goed als ik dat het huidig systeem oneerlijk is omdat het zorgt voor maatschappelijke ontwrichting. Immers, aan de ene kant zijn er de ontwijkers en aan de andere kant de eerlijke belastingbetalers die vaak meer dan 50 % belastingen betalen. Voor ons is het duidelijk: wie hier geen belastingen wil betalen moet maar liefst elders gaan wonen en wie wel belastingen betaalt moet waar voor zijn geld krijgen en moet zien dat iedereen zijn steentje bijdraagt.

 

Mijnheer de minister, zijn volgens u de modaliteiten haalbaar? Ziet u een gevaar voor de hervorming van uw vennootschapsbelasting want het akkoord is één en ondeelbaar? Welke stappen zult u nog zetten voor eerlijke belastingen?

 

13.08  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, je suis d'accord avec vous: cette taxe sur les comptes-titres est mal fichue. Contrairement à vous, j'en partage l'objectif, c'est-à-dire de faire contribuer davantage les détenteurs des capitaux, les rentiers, ceux qui disposent de comptes-titres. C'est important dans l'équilibre budgétaire et la justice fiscale.

 

Mais je considère avec vous que l'accord du gouvernement n'est pas très bon. Pourquoi limiter le paiement de cette taxe à ceux qui détiennent plus de 500 000 euros? Pourquoi pas un taux plus élevé et plus progressif pour éviter les effets de seuil? Comment allez-vous contrôler, sans cadastre des fortunes, qui doit payer la taxe? Ce sont les questions que je me pose. La différence entre vous et moi, monsieur le ministre, c'est que le ministre, c'est vous!

 

Monsieur le ministre, si vous n'étiez pas d'accord, pourquoi avoir, au mois de juillet, accepté cette taxe sur les comptes-titres, pour la critiquer aujourd'hui? Je suppose que quand vous donnez un accord, c'est en connaissance de cause. Surtout, monsieur le ministre, quelle alternative proposez-vous à cette recette de 254 millions d'euros, telle qu'annoncée à la fin du mois de juillet lors de la conférence de presse triomphante du gouvernement fédéral? Faute de quoi, le budget du gouvernement fédéral serait une nouvelle fois tel le carrosse de Cendrillon qui, à minuit, se transforme en citrouille.

 

Monsieur le ministre des Finances, c'est décidément trop facile de dire oui à l'intérieur et puis de critiquer à l'extérieur et de saboter les décisions que vous avez acceptées. C'est décidément trop facile de toujours trouver des excuses pour ne pas avancer vers davantage de justice fiscale.

 

13.09 Minister Johan Van Overtveldt: Mijnheer de voorzitter, collega’s, de voorbije zomer heeft de regering een belangrijk akkoord gesloten, dat belangrijke maatregelen bevat om de concurrentiekracht van de Belgische economie op verschillende vlakken te verbeteren. Tegelijk versterken wij met enkele ingrepen de sociale bescherming.

 

Par ailleurs, nous sommes parvenus à un accord sur le budget pour l'année prochaine. Pour limiter davantage le déficit budgétaire, des mesures ont été prises au niveau des dépenses et des recettes. C'est dans ce cadre que s'inscrit la taxe sur les comptes-titres. Les principes ont été fixés l'été dernier et le gouvernement s'est mis d'accord ce matin sur les modalités précises qui seront intégrées dans la loi-programme.

 

Daarbij blijven we trouw aan de principes die deze zomer vooropgesteld en afgesproken werden en trachten we ook zoveel mogelijk de impact op het sociaal-economische weefsel en zeker op de kmo's te bepreken. Een eerste belangrijk principe is dat de belasting enkel en alleen van toepassing zal zijn op effecten die op een effectenrekening staan. Het gaat dan om kasbons, fondsen, alle obligaties, beursgenoteerde aandelen en warranten. De niet-beursgenoteerde aandelen vallen er dus niet onder.

 

Een tweede belangrijk principe is dat wie meer dan 500 000 euro op een effectenrekening heeft staan op de gehele som 0,15 % zal betalen.

 

Le gouvernement a également pris des décisions relatives aux modalités d'exécution plutôt d'ordre technique. Le fil conducteur est le principe selon lequel la perception de cette taxe complexe doit s'effectuer de la manière la plus facile possible pour le contribuable. Comme la taxe est libératoire, le contribuable peut, par exemple, en confier la perception totalement à la banque.

 

Des accords ont été conclus pour d'autres aspects comme, par exemple, la construction liée à l'usufruit, la nue-propriété, les indivisions ou les constructions juridiques. Une concertation sera organisée à ce sujet avec les collègues et le secteur pour veiller à une perception efficace de la taxe tout en insistant – je le répète – sur la simplicité pour le contribuable.

 

Ce matin, le gouvernement a confirmé l'inscription de 254 millions d'euros au budget de 2018 pour la mise en œuvre de cette mesure.

 

Dit rendement zal, net zoals voor andere beslis­singen in het kader van de begroting, permanent worden gemonitord. De teksten worden aan de Raad van State bezorgd. Dit is uiteraard een belangrijke toets waarbij kan worden geëvalueerd welke juridische en technische moeilijkheden er eventueel nog moeten worden aangepakt.

 

Het Zomerakkoord is een inhoudelijk bijzonder sterk en evenwichtig akkoord dat alle partijen hebben goedgekeurd. Ik twijfel er dan ook niet aan dat alle elementen uit het Zomerakkoord moeten en zullen worden uitgevoerd.

 

13.10  Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de minister, u kunt uzelf toch onmogelijk ernstig nemen. Uw laatste zinnen zijn quasi het tegenovergestelde van wat u anderhalve week geleden zei. Toen zei u dat die 245 miljoen euro opbrengsten hoogst dubieus was en de regeling zelf discriminatoir. Vandaag hebt u samen met de rest van de regering blijkbaar beslist dat dit allemaal flauwekul was. Met andere woorden, u moet nadenken over wat u zegt als minister van Financiën want in de toekomst zullen wij dat allemaal met een korrel zout moeten nemen.

 

U slaagt er wel in, tot grote spijt van mijn fractie, om ondertussen met glans te slagen in het opzet om de minister van fiscale onrechtvaardigheid te worden. Elke fiscale maatregel van de afgelopen drie jaar, die de bedoeling had de vermogens iets meer te laten bijdragen, heeft tot op vandaag 0,0 euro opgeleverd. Dit geldt ook nu weer voor deze maatregel!

 

13.11  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik vraag mij af waarvoor heel die cinema en al die onzekerheid van de voorbije tijd dan nodig waren. Het probleem is dat wij dat elke keer opnieuw zien. Alles dat naar rechtvaardigheid ruikt, wordt door u in vraag gesteld en gesaboteerd. Elke keer opnieuw, vanaf dag één tot de laatste dag, is wel bangelijk duidelijk dat er besparingen in de gezondheidszorg komen, besparingen in de pensioenen, besparingen bij werknemers. Dat wordt dan wel met één pennentrek beslist. En dan zegt de N-VA dat het nog niet ver genoeg gaat, dat het nog verder moet. Zo gaat het keer op keer. Keer op keer, beste collega’s, als het gaat over besparingen in de sociale zekerheid, wil de N-VA het gaspedaal intrappen, meer, meer en meer. Als het gaat over fiscale rechtvaardigheid, dan trekken zij de handrem op, dan is het minder, minder en minder. Zo gaat het elke keer opnieuw. Dit zorgt voor onrechtvaardige akkoorden en voor heel veel chaos en onzekerheid.

 

U doet er alles aan, met slecht gedesignde maatregelen, om het draagvlak voor fiscale rechtvaardigheid onderuit te halen.

 

Mijnheer de minister van Financiën, ik vertel u dat 84 % van de Vlamingen eerlijke bijdragen van de grootste vermogens willen. Ofwel gebeurt dat vóór de verkiezingen ofwel erna, maar in elk geval, de roep om fiscale rechtvaardigheid, beste collega’s van de N-VA, die zal niet verdwijnen.

 

13.12  Benoît Dispa (cdH): Monsieur le ministre des Finances, je ne veux pas vous accabler, parce que dans le fond, je vous plains. Vous êtes venu, contraint et forcé, nous présenter les principes et les modalités d'un accord pris en été, et que vous avez entre-temps critiqué. Maintenant, vous confirmez que vous rentrez dans le rang.

 

Vous ne donnez pas l'impression d'être convaincu de ce que vous dites. Je n'ai pas le sentiment que vous êtes rassuré; personnellement, je ne le suis pas du tout. Vous aviez raison de vous interroger sur le caractère discriminatoire de cette mesure, et sur le caractère aléatoire de son rendement. La suite confirmera malheureusement ces craintes; cette taxe sur les comptes-titres constituera un trou de plus dans le gruyère du budget 2018.

 

13.13  Olivier Maingain (DéFI): Monsieur le ministre, une constante existe: vous ne répondez jamais aux questions que l'on vous pose.

 

En somme, vous auriez pu nous lire votre espèce de communiqué de presse sans même que nous tenions un débat, puisque vous saviez d'avance que vous ne répondriez pas aux questions.

 

Vous ne répondez pas aux questions précises sur le caractère discriminatoire des mesures, ni sur le choix des véhicules financiers qui seront taxés, ni sur le rendement. Vous ne donnez pas un seul mot d'explication sur la manière dont vous arrivez aux 254 millions. Bref, c'est toujours la même méthode avec vous: le vide, le vide, mais aussi, à un moment donné, le vide quant au sérieux du budget que vous présentez!

 

13.14  Veerle Wouters (Vuye&Wouters): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik vermoed dat u stilletjes hoopt dat de Raad van State uw voorstel zal afschieten. Maar dan ben ik er niet helemaal zeker van of het Zomerakkoord zal worden uitgevoerd.

 

Drie problemen zie ik in uw beleid, mijnheer de minister.

 

Ten eerste, vaak neemt u maatregelen die vooral de Vlamingen treffen. Denk maar aan de stijging van de roerende voorheffing tot 30 %, denk maar aan de tankkaarten en aan het nieuwe beleid inzake bedrijfswagens. De Vlamingen en de Vlaamse kmo’s zijn de dupe.

 

Ten tweede, het valt toch wel op dat de maatregelen die betaald moeten worden door de gewone man hun doel overtreffen. Die brengen meer geld in het laatje dan gepland. Denk maar aan de btw, denk maar aan de accijnzen. De gewone man is de dupe.

 

Ten derde, ook bij de maatregelen die ontwijking en ontduiking moeten voorkomen, zien wij grove overschattingen van de inkomsten, die daarna ernstig moeten worden bijgesteld. Hetzelfde lot zal deze belasting beschoren zijn, meen ik. Ook hier is de eerlijke belastingbetaler de dupe.

 

Alstublieft, mijnheer de minister, zet in op een eenvoudig systeem, met eerlijke belastingen. Iedereen moet zijn steentje bijdragen. Laten wij er alstublieft voor zorgen dat de Vlaamse kmo’s het kunnen redden, want zij vormen het economisch weefsel van Vlaanderen.

 

13.15  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, soyons clairs: ceci n'est pas un accord budgétaire! D'une part, on ne voit pas comment, en changeant une des variables essentielles, vous arriverez à cette recette de 254 millions d'euros. D'autre part, vous misez très clairement sur l'avis du Conseil d'État pour faire à nouveau un enfant dans le dos au reste du gouvernement.

 

Ce n'est pas un accord et c'est grave! C'est un nouveau signe de votre déloyauté et de celle de votre parti envers les autres membres du gouvernement. Ce n'est pas la première fois! La lutte fiscale ne s'organise pas. La taxe Caïman est pleine d'échappatoires et est impossible à évaluer. L'accord pour les coopérateurs d’ARCO, c'est l'Arlésienne de ce gouvernement.

 

Vous pratiquez la déloyauté de façon permanente et je ne comprends pas les autres membres du gouvernement, le MR, le CD&V l’Open Vld. Qu'est-ce qui les motive à accepter cela si ce n'est la volonté de rester au pouvoir? La conséquence est un pays mal gouverné et un budget non maîtrisé, au détriment des générations futures, au détriment de la justice fiscale.

 

Monsieur le ministre, derrière vos dehors sages, vous êtes un dangereux pyromane! Il est urgent qu'on vous remette au pas au sein du gouvernement!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Vraag van de heer Eric Van Rompuy aan de minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, over "het dubbelbelastingverdrag met de Verenigde Arabische Emiraten" (nr. P2294)

14 Question de M. Eric Van Rompuy au ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale, sur "la convention préventive de la double imposition conclue avec les Émirats arabes unis" (n° P2294)

 

14.01  Eric Van Rompuy (CD&V): Mijnheer de minister, collega’s, mijn vraag heeft betrekking op de discussie over de belastingverdragen met de Verenigde Arabische Emiraten.

 

Ik zal het niet hebben over de effectentaks: de vragen daarover zijn gesteld. Mijn fractie is altijd van oordeel geweest dat moet worden uitgevoerd wat in juli werd afgesproken. Ik verheug mij erover dat de regering deze ochtend heeft gesteld dat de verschillende elementen uit het akkoord zullen worden uitgevoerd. Het komt het Parlement toe – er is nog altijd een parlementaire bespreking – om na te gaan welke soort aandelen daaronder vallen, of dat bijvoorbeeld de niet-beursgenoteerde zijn. Voor de opbrengst, 250 miljoen euro, zullen we allerhande instanties gebruiken om hiertoe te komen. Het akkoord van deze morgen is een bevestiging van wat er in juli is gebeurd, daar moet ik het niet meer over hebben. Ik betreur de stemmingmakerij die daarrond is gebeurd.

 

Mijn vraag heeft betrekking op een discussie die we al een hele tijd voeren, ook in de Panamacommissie. Mij stoort dat een beetje. In de pers wordt er gezegd dat 82 miljard euro van Belgische bedrijven zijn weggevloeid naar het buitenland, waarvan 62 miljard naar de Verenigde Arabische Emiraten. Het belastingverdrag bestaat sinds 1996, al 20 jaar. Mijnheer de minister, klopt deze informatie? Men heeft het over de diamantsector en de baggersector en zelfs over één bedrijf dat verantwoordelijk zou zijn voor 62 miljard. Dat zijn gigantische bedragen.

 

We hebben in de Panamacommissie een aantal aanbevelingen gedaan, onder meer dat de antimisbruiknormen zoals voorzien in de BEB’s moeten worden nageleefd. We hebben een grondige en onafhankelijke impactbeoordeling van die verdragen gevraagd. De dubbele niet-belastingverdragen zijn eigenlijk een schande. We zouden ze internationaal moeten aanpakken. Hoe kijkt de regering daar tegenaan? Wat denkt ze over de aanbevelingen van de Panamacommissie, die we hopelijk volgende week unaniem zullen goedkeuren?

 

14.02 Minister Johan Van Overtveldt: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van Rompuy, sta me toe eerst en vooral te verduidelijken dat de bedragen die u – correct – vernoemd hebt, over financiële stromen gaan, en zeker niet over winsten, laat staan belastbare winsten. Voorts kan ik u zeggen dat de fiscus die stromen van heel nabij volgt om na te gaan of er al dan niet fiscale implicaties of fiscale problemen zijn.

 

Met de Verenigde Arabische Emiraten heeft België een dubbelbelastingverdrag, waarop u gealludeerd hebt, dat dateert van 2003. Dat verdrag biedt België weinig of eigenlijk geen mogelijkheden om winsten die ter plekke laag of niet belast worden, effectief te belasten. Voor alle duidelijkheid, de Emiraten, Dubai, hebben geen vennootschapsbelasting, behalve voor banken en oliemaatschappijen. In het technisch vakjargon wordt die problematiek aangeduid met de CFC-regeling, welke afkorting staat voor controlled foreign company.

 

Dat alles neemt echter niet weg dat er ondertussen aan gewerkt wordt om via bepaalde aanpassingen die belastingverdragen een zinvolle uitkomst te geven. Dat zit met name besloten in de hervorming van de vennootschapsbelasting, waarbij wij ervan uitgaan, in het kader van internationale afspraken, dat entiteiten die in het buitenland onderworpen zijn aan een zeer lage belasting van 12,5 % of minder, toch van hieruit belast zullen kunnen worden. Dat aspect, die CFC-hervorming, dat een internationaal gegeven is, zit dus in de hervorming van de vennootschapsbelasting.

 

Toch blijf ik er erg voor pleiten om die problematiek zeker en vast ook op internationaal vlak te blijven behandelen. Dat kan uiteraard het best via Europese initiatieven, waarbij België ondertussen op een aantal vlakken al voorloper geweest is, of via de OESO. De problematiek van het al dan niet belasten blijft immers een internationaal gegeven, dat wij dan ook op dat niveau moeten aanpakken.

 

14.03  Eric Van Rompuy (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord.

 

Volgende week krijgen wij de aanbevelingen van de Panamacommissie. Er zijn teksten ingediend door de meerderheid en we hebben ook een verslag van de experts. Er zijn belangrijke paragrafen die gelijklopend zijn. Ik meen dat het de wil is van het Parlement dat internationale initiatieven moeten worden genomen om – het is geen fraude – het ontwijken van belastingen fors tegen te gaan. Het gaat natuurlijk niet om 62 miljard zoals in het kader van de financiële stromen, maar het gaat toch over zeer belangrijke bedragen. Hopelijk zullen we volgende week in de commissie een consensus kunnen bereiken over de aanbevelingen voor uitvoering door de regering. We moeten altijd optimistisch zijn en hopen. Ik meen dat er op dat vlak eigenlijk geen discussie is in het Parlement.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

15 Vraag van mevrouw Rita Gantois aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, over "de oorsprongsetikettering door de EU-lidstaten" (nr. P2281)

15 Question de Mme Rita Gantois au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, sur "l'étiquetage de l'origine des produits par les États membres" (n° P2281)

 

15.01  Rita Gantois (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, mijn vraag zal inhoudelijk enigszins anders zijn dan de vraag die ik u in de commissie had bezorgd en waarvoor u mij nog een schriftelijk antwoord zal bezorgen. De vraag was immers eigenlijk aan minister Kris Peeters gericht, die u naar hier heeft gestuurd. Niettemin dank ik u dat u hier bent.

 

Mijnheer de minister, in de Europese pers is de voorbije dagen opnieuw heel veel rond de verplichte oorsprongsaanduiding te doen geweest. Wanneer een land de regeling ter zake wil invoeren, moet het aan een drietal voorwaarden voldoen. De Europese Commissie oordeelt daarover en geeft daarna al dan niet de toestemming. Een en ander moet een positieve invloed op de volksgezondheid hebben. De regeling moet goed zijn voor de consument of ze moet fraude tegengaan. Indien dat niet het geval is, kan de Europese Commissie haar fiat niet geven. Het gaat immers om een erg protectionis­tische maatregel, die voor andere landen of voor ons land heel nadelig is. Dat is de theorie.

 

Wat gebeurt er in de praktijk? In de aanloop naar de nationale verkiezingen en in een poging haar melkveehouders te paaien, besloot de Franse regering voor de eigen melkproducten een verplichte oorsprongsaanduiding in te voeren, in de hoop dat de Fransen wat meer van hun eigen producten zouden kopen en consumeren alsook dat de productie bij de Franse boeren zou verhogen. Echter, de twee machtigste departementen van de Europese Commissie, zijnde Interne Markt en Mededinging – daarom stelde ik ook mijn vragen aan Kris Peeters –, waren het met die beslissing oneens. Zij verklaarden de Franse labels illegaal. Ook zouden de labels de interne markt in gevaar brengen. Dat zijn toch wel fundamentele bezwaren. Niettemin kreeg Frankrijk zijn zin. De Europese Commissie gaf haar fiat voor en groen licht aan die voorkeursbehandeling.

 

Is het volgens de Europese verdragen niet de taak van de Europese Commissie op de naleving van het Europees recht toe te zien? Zij schendt eigenlijk haar eigen verdragen.

 

Dat is in de eerste plaats heel nefast voor onze melkveehouders. Onze export naar Frankrijk is in 2016 met 17 % verminderd tegenover 2015. Uw voorganger, minister Borsus, vroeg een impactstudie daarover aan.

 

Het is duidelijk dat de problematiek de landbouw overstijgt. Het betreft immers een gevaarlijk precedent in het voordeel van de herverkaveling van de Europese interne markt. Indien de Commissie de regeling zou goedkeuren, wie houdt dan andere landen tegen om dezelfde regeling aan te vragen? Intussen zijn immers ook Spanje, Portugal en Litouwen vragende partij.

 

Een open, kleine economie als de onze is hiermee niet gebaat. Uw voorganger was zich daarvan ten zeerste bewust. Dit berokkent schade aan ons land, onze ondernemers en onze landbouwers.

 

Mijnheer de minister, welke stappen gaat u hiertegen verder ondernemen?

 

Is er reeds resultaat van de impactstudie?

 

Wat met de aansprakelijkheid van de Europese Commissie?

 

Hoe houden wij de neerwaartse spiraal van onze zuivelexport tegen?

 

15.02 Minister Denis Ducarme: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Gantois, de nationale systemen voor verplichte etikettering van de oorsprong van levensmiddelen veroorzaken reeds meerdere jaren een diepe kloof aan de tafel van de Europese Raad. Sommige lidstaten, waaronder Frankrijk, hebben het stilzwijgende akkoord gekregen van de Europese Commissie om een verplichte etikettering van de oorsprong in te voeren en dit sinds 1 januari 2017. De eerste cijfers van onze Nationale Bank wijzen op een sterke daling van de export van sommige producten naar Frankrijk sinds deze zomer. Dat is vooral het geval voor melk en zuivelproducten. Ook heeft de Belgische melksector een daling gezien van zijn handelstransacties tot 17 %.

 

België vreest dus dat de vele nationale initiatieven de interne markt negatief beïnvloeden. Daarom heeft mijn voorganger dit punt op de agenda geplaatst van de Europese Landbouwraad van 17 juli laatstleden. Daarbij werd gevraagd aan de Europese Commissie om de impact te evalueren van dit type maatregel op de interne markten en op de prijzen betaald door de consumenten.

 

België heeft er tijdens die Raad aan herinnerd dat het pleit voor het behouden van vrijwillige etikettering van de oorsprong van producten, om een verstoring van de interne markt te vermijden. Het Belgische standpunt werd gesteund door verschillende lidstaten, waaronder Luxemburg, Duitsland, Denemarken en de Tsjechische Republiek. Concluderend verklaarde de Europees commissaris voor Voedselveiligheid Andriukaitis open te staan voor die evaluatie. Hij wou wachten op de invoering van de nieuwe nationale wetgevingen die door andere lidstaten aangenomen zullen worden en die op de Franse wetgeving zullen lijken.

 

Mevrouw Gantois, ik zal bijzonder aandachtig zijn voor de opvolging daarvan. Ik bevestig u bovendien dat ik in dit dossier hetzelfde standpunt zal innemen als mijn voorganger. Ik ben van plan preciseringen te vragen aan de commissaris over de termijnen die hij nodig heeft om dat rapport voor te leggen.

 

15.03  Rita Gantois (N-VA): Dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister.

 

Ik meen dat wij op dezelfde lijn zitten. Wij wachten inderdaad de resultaten van de impactstudie af. Deze problematiek moet op Europees niveau absoluut blijvend aangekaart worden. Europa is van en is er voor al haar lidstaten. Regelgeving à la tête du client is niet aan de orde. U hebt gezegd dat andere landen ons standpunt delen. Ik zal hierover minister Peeters nog bevragen, want deze problematiek treft onze hele economie. Wij zijn van mening dat de Europese Commissie haar hand heeft overspeeld. Haar aansprakelijkheid komt in het gedrang.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

16 Question de Mme Julie Fernandez Fernandez au secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, chargé de la Simplification administrative, adjoint au ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, sur "les migrants soudanais et le non-respect de la Convention des droits de l'homme" (n° P2295)

16 Vraag van mevrouw Julie Fernandez Fernandez aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, over "de Sudanese migranten en de schending van het Verdrag van de Rechten van de Mens" (nr. P2295)

 

16.01  Julie Fernandez Fernandez (PS): Monsieur le président, chers collègues, monsieur Francken, vous avez pris l'initiative d'organiser la venue sur notre territoire d'une mission d'identification de migrants, composée d'officiels soudanais venus expressément de ce pays tortionnaire pour screener leurs compatriotes qui fuient cette même dictature.

 

Vous êtes soutenu par l'ensemble de votre gouvernement. Le premier ministre l'a d'ailleurs crié haut et fort mardi en commission.

 

Monsieur Francken, à vos provocations verbales nauséeuses, vient s'ajouter cette collaboration. Après avoir cité Hervé Hasquin la semaine dernière, permettez-moi aujourd'hui de saluer mon collègue Van Rompuy. Il y a enfin des voix qui s'élèvent dans cette majorité pour condamner vos paroles dégoûtantes mais aussi contre votre présence dans ce gouvernement.

 

Je suis d'accord avec vous, collègue Van Rompuy, combien de temps va-t-on encore tolérer cet homme dans cette fonction délicate et humanitaire au sein de ce gouvernement?

 

Monsieur Francken, je l'ai dit au nom du PS la semaine dernière en votre absence et je tiens à vous le répéter aujourd'hui les yeux dans les yeux, si vous me regardez en tout cas. Vous n'avez plus la responsabilité. Vous n'avez plus la dignité pour être dans un gouvernement!

 

Monsieur Francken, mesdames et messieurs de la majorité, nous le savons, la situation est extrêmement compliquée. Vous ne voulez pas d'un Calais bis, nous non plus. Mais arrêtez de faire croire que d'un côté, il y a les gauchistes laxistes, droit-de-l'hommistes et de l'autre, un gouvernement humain et responsable! Votre politique d'immigration n'est pas humaine et est encore moins légale.

 

Depuis la semaine dernière, on entend le premier ministre, le ministre de Affaires étrangères et le ministre de l'Intérieur marteler que toutes les procédures sont respectées, qu'il n'y a pas de violation des conventions internationales, qu'on respecte la loi, rien que la loi!

 

Ici encore, je voudrais saluer une collègue de la majorité qui, avec courage, s'oppose à la politique de ce gouvernement et lui rappelle qu'on ne renvoie pas des demandeurs d'asile dans un pays comme le Soudan. Madame Lanjri, je vous remercie de rappeler cette évidence et de plaider pour qu'on fasse exception à Dublin!

 

Mais monsieur Francken, il n'y a pas que certains membres de votre majorité qui déconstruisent votre argumentaire et votre politique humaine et ferme et respectueuse de la loi, puisqu'un arrêt rendu en urgence par le Conseil du contentieux des étrangers (CCE) sur un dossier soudanais dénonce la légèreté avec laquelle notre pays a osé traiter un tel dossier.

 

Voici donc mes deux questions.

 

L'arrêt du CCE montre que les garanties avancées ne sont pas appliquées avec la rigueur qui s'impose quand on traite avec un régime dont le président est poursuivi par la Cour pénale internationale. Pensez-vous que les circonstances soient de nature à créer de la confiance entre les migrants et les autorités dans la recherche de solutions humaines et équilibrées?

 

Quel est le contenu de la note du 22 septembre? Dans ce même objectif, ne pensez-vous pas que la suspension des renvois Dublin vers la France et l'Italie constituerait une mesure constructive pour la gestion des dossiers soudanais?

 

16.02  Theo Francken, secrétaire d'État: Monsieur le président, madame Fernandez, en effet, le Conseil du contentieux des étrangers (CCE) a suspendu un ordre de quitter le territoire qui a été délivré à un des Soudanais arrêtés au parc Maximilien. Je veux clarifier qu'il s'agit ici d'une personne qui avait introduit une demande d'asile en France avant de venir en Belgique, pays qu'elle a quitté sans attendre la réponse à sa demande.

 

Malgré l'assistance d'un avocat pro deo dans le centre fermé, cette personne a décliné l'introduction d'une nouvelle demande d'asile en Belgique. L'intention de mon administration était dès lors d'éloigner cette personne, pas vers le Soudan mais vers la France, bien sûr, pays responsable d'examiner sa demande d'asile en vertu du Règlement Dublin.

 

Je veux souligner ici devant vous que mon administration respectera toujours nos engagements sous la Convention des réfugiés ainsi que sous la Convention européenne des droits de l'homme. Cela implique que nous ne rapatrions vers son pays d'origine aucune personne qui a une procédure d'asile en cours, soit en Belgique, soit dans un autre État membre de l'Union européenne. Jamais!

 

En ce qui concerne le rapatriement des illégaux vers le Soudan, nous continuerons à organiser des rapatriements, comme le font déjà treize autres États membres de l'Union européenne. La Suède, par exemple, pays avec un gouvernement vert-rouge, a déjà rapatrié quinze Soudanais l'an dernier. De 2014 à 2016, la France, sous le PS, a rapatrié plus de 200 Soudanais. Chacun de ces rapatriements a été réalisé avec la collaboration des autorités soudanaises, ce qui implique aussi l'identification en France des personnes concernées par des fonctionnaires soudanais. Sous le PS!

 

Mesdames et messieurs, nos pays voisins prennent leurs responsabilités en la matière. Nous devons prendre les nôtres. Je le répète une fois pour toutes, notre pays ne deviendra pas un refuge pour ceux qui méprisent nos lois et optent pour un séjour illégal! Les personnes sans droit de séjour qui ne veulent pas demander l'asile en Belgique ou qui ont vu leur demande refusée doivent retourner: un retour volontaire si possible mais forcé si nécessaire. Point final!

 

16.03  Julie Fernandez Fernandez (PS): Monsieur le président, monsieur Francken, je sais que cela vous ennuie, mais je suis une parlementaire belge et, même si ce qui se passe ailleurs m'intéresse, aujourd'hui, c'est un membre du gouvernement belge que j'interroge, tout comme j'ai interrogé mardi le premier ministre. On me donne des informations sur les pratiques dans d'autres pays, mais telle n'est pas la réponse que je souhaitais entendre.

 

Encore une fois, le message est lancé, à savoir "circulez, il n'y a rien à voir et tout va bien"!

 

Je rappelle que vous avez pris l'initiative de faire entrer dans notre pays des gens qui ont du sang sur les mains, qui torturent, qui assassinent, qui tortureront et qui assassineront encore.

 

On nous prétend que les procédures sont respectées. Pourtant, le CCE nous dit le contraire.

 

Je terminerai mon intervention en citant une phrase de l'écrivaine allemande Caroline Hemtt: "La haine, c'est ce qui rend l'homme invisible à l'homme." Je suis triste de constater qu'à cause de vous, nous sommes encore un peu plus transparents.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

17 Vraag van de heer Wouter Raskin aan de staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "het gebruik van ANPR-camera's in de strijd tegen de sociale fraude" (nr. P2296)

17 Question de M. Wouter Raskin au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale, à la Protection de la vie privée et à la Mer du Nord, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "l'utilisation de caméras ANPR dans la lutte contre la fraude sociale" (n° P2296)

 

17.01  Wouter Raskin (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, de transportsector is een erg fraudegevoelige sector, met heel wat grensoverschrijdende sociale fraude, die moeilijk te controleren is.

 

Gisteren lanceerde u in de krant uw idee de data van de ANPR-camera’s in en om de Antwerpse haven te koppelen aan de data van de kilometerheffing, om op die manier tot meer gerichte controles en een meer gerichte strijd tegen de sociale fraude te komen. Dit lijkt mij een zeer interessante piste, maar ik kan mij niet van de indruk ontdoen — als ik mij vergis, zult u mij dat zodadelijk wel zeggen — dat er nog een aantal angels aan dit verhaal zitten. Er zijn nog enkele valkuilen op het pad.

 

Eerst en vooral, mijnheer de staatssecretaris, het project waarover wij gisteren konden lezen beperkt zich tot de Antwerpse context. Indien het positief geëvolueerd wordt, kan dit project uitgerold worden over het hele grondgebied. In dat geval, meen ik, moet er rekening gehouden worden met een aantal mogelijke obstakels. Als ik mij niet vergis, worden de data van de ANPR-camera’s beheerd door verschillende beheerders. Wij zullen de gegevens dus moeten koppelen.

 

Hebt u daarover al nagedacht? Wellicht wel. Hebt u al stappen ondernomen om te achterhalen of het haalbaar is om de data te koppelen aan de data van de kilometerheffing? Kan dat louter op federaal niveau worden geregeld? Is hierover, indien nodig, al overleg geweest met de regio’s? Zo ja, wat is daarvan het resultaat? Is er een wijziging van de federale of van de regionale wetgeving nodig, of op beide niveaus? Is die koppeling mogelijk, gelet op het feit dat er nog moet worden nagedacht over de privacy van de gegevens van de kilometerheffing?

 

Quid met de Europese regelgeving ter zake?

 

Ten slotte, quid met de timing van het Antwerpse project en van de mogelijke uitrol in de rest van het land?

 

17.02 Staatssecretaris Philippe De Backer: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Raskin, u weet dat wij een plan voor eerlijke concurrentie hebben opgesteld voor de transportsector, waarin letterlijk staat dat wij bij de regio’s zullen aftoetsen in welke mate nieuwe technologieën zoals ANPR-camera’s en het rekeningrijden met de ViaPass kunnen worden aangewend om sociale dumping op te sporen.

 

Op het moment van mijn aantreden heb ik meteen contact opgenomen met ministers Jambon en Weyts om overleg te plegen en te kijken hoe dit in de praktijk kan worden gebracht. Daarbij moet natuurlijk ook rekening worden gehouden met mijn tweede petje, namelijk dat van de privacy. Ook op dat vlak moeten wij zorgen voor de juiste wettelijke omkadering inzake bewaartermijnen, finaliteit en toegangsmodaliteiten.

 

Op het moment dat ik las dat er in Antwerpen een nieuw cameranetwerk werd uitgerold rond de haven, wat belangrijk is om de veiligheid van de Antwerpse haven te kunnen garanderen, meende ik dat het nuttig was om te kijken hoe die gegevens kunnen worden gekoppeld. Heel wat vrachtwagens uit het buitenland stoppen of vertrekken in onze havens. Het is dan ook belangrijk om die gegevens te kunnen gebruiken. Met deze gegevens kunnen wij ook veel gerichter controleren en onze middelen veel gerichter inzetten. Op die manier kunnen wij de zware problemen waarop u terecht wijst, namelijk sociale dumping in de transportsector, aanpakken.

 

Uw partijgenoten Jambon en Weyts zijn voorstander. Alle neuzen staan dus in dezelfde richting. Het is nu tijd om te ageren en actie te ondernemen. Ik reken erop dat zij dit binnen de kortste keren ook zullen doen zodat wij samen die sociale dumping in de transportsector kunnen aanpakken.

 

17.03  Wouter Raskin (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, dit is een duidelijk antwoord.

 

U schetst nogmaals de context met het plan voor de eerlijke concurrentie. Er is blijkbaar al overleg geweest. U hebt oog voor de inzet van nieuwe technologieën. Dit is ook een belangrijke evenwichtsoefening op het vlak van de privacy die u als bevoegd staatssecretaris zult opvolgen.

 

De ANPR-camera’s worden vandaag al gebruikt om verschillende vormen van fraude tegen te gaan. Ik denk dan aan het rijden met niet-verzekerde voertuigen of niet-betaalde verkeersbelasting. Ik meen dat het interessant kan zijn om die techniek ook in te zetten in de strijd tegen de sociale fraude. Als alle angels zijn weggewerkt, lijkt dit absoluut een interessante piste in een meer efficiënte controle op sociale fraude.

 

Wij zullen dit verhaal, samen met u, opvolgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

18 Vraag van mevrouw Nele Lijnen aan de staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "het aangekondigde arrest van het Grondwettelijk Hof over de flexi-jobs" (nr. P2297)

18 Question de Mme Nele Lijnen au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale, à la Protection de la vie privée et à la Mer du Nord, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "l'arrêt que doit rendre la Cour constitutionnelle sur les flexi-jobs" (n° P2297)

 

18.01  Nele Lijnen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, over de flexi-jobs worden heel wat onwaarheden verteld door de tegenstanders. Daarom is het misschien belangrijk om even vier factchecks te doen over de flexi-jobs.

 

Ten eerste, wie vier vijfde werkt mag onbelast bijverdienen in de horeca. Het zijn geen mini-jobs. Ten tweede, het systeem is zeer succesvol. Meer dan 25 000 mensen hebben flexi-jobs in de horeca. Zwartwerk werd wit. Ten derde, het is geen ondergraving van de sociale zekerheid. De werkgever betaalt werkgeversbijdragen aan 25 % en de werknemer bouwt sociale rechten op. Ten vierde, het is grondwettelijk, tot spijt van wie het benijdt.

 

Die grondwettelijkheid maakt dat de poort openstaat voor de uitbreiding ervan. Kunt u dus een stand van zaken geven, mijnheer de staatssecretaris? Kunt u ook zeggen wanneer de federale regering naar het Parlement komt om de uitbreiding door te voeren naar andere sectoren, maar ook voor de gepensioneerden?

 

18.02 Staatssecretaris Philippe De Backer: Mevrouw Lijnen, voor u staat een blij man, want we hebben inderdaad het bericht gekregen dat het Grondwettelijk Hof alle bezwaren die vakbonden tegen de flexi-jobs hadden van tafel zijn geveegd.

 

Dat wil zeggen dat de flexi-jobs rechtszekerheid hebben, dat de meer dan 28 000 mensen die vandaag een flexi-job uitoefenen op hun twee oren kunnen slapen en kunnen blijven werken. De horecamensen die flexi-jobbers tewerkstellen, kunnen daarmee dus rustig verder gaan.

 

U hebt ook gelijk als u zegt dat het de deur openzet naar uitbreiding. Ik heb altijd gepleit voor de uitbreiding voor gepensioneerden. De problemen met leerkrachten moesten worden aangepakt. Wij kunnen nu uitbreiden naar nieuwe sectoren. De kleinhandel, de bakkers, de beenhouwers, de warenhuizen, de kappers kunnen vanaf nu ook gebruikmaken van de flexi-jobs, want de regering heeft deze ochtend groen licht gegeven om de uitbreiding toe te staan vanaf 1 januari 2018.

 

Ik denk dat dit alleen maar goed nieuws is voor mensen die een flexi-job doen, voor de mensen die graag iets bijverdienen, om hun huis sneller af te betalen, om op vakantie te gaan. Dat is zeer goed nieuws, ook voor de handelaars die pieken en dalen beter kunnen opvangen. Vandaag in de horeca, binnenkort in tal van andere sectoren. Daar kunnen wij allemaal alleen maar blij om zijn.

 

18.03  Nele Lijnen (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik denk inderdaad dat deze zekerheid voor de horecasector zeer belangrijk was. Wij kunnen niet wachten tot de uitbreiding in het Parlement wordt behandeld. Wij kijken uit naar 1 januari 2018.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

19 Question de Mme Sybille de Coster-Bauchau à la secrétaire d'État à la Lutte contre la pauvreté, à l'Égalité des chances, aux Personnes handicapées, et à la Politique scientifique, chargée des Grandes Villes, adjointe au ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, sur "le bug informatique affectant les services d'aide aux personnes handicapées" (n° P2299)

19 Vraag van mevrouw Sybille de Coster-Bauchau aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, over "de informaticabug bij de diensten voor hulp aan personen met een handicap" (nr. P2299)

 

19.01  Sybille de Coster-Bauchau (MR): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, au mois de mars – il y a donc un peu plus de six mois –, vous aviez souligné en séance plénière les graves dysfonctionnements au niveau du logiciel de la Direction générale Personnes handicapées, ce qui avait provoqué de très gros retards dans l'administration. Vous aviez insisté sur l'absolue priorité de ce dossier.

 

J'ai un frère handicapé, et mon expérience montre combien le retard accumulé continue de grever l'efficacité du service. Cela concerne les demandes du public, les cartes de stationnement, les paiements, etc. Pourtant, je sais que vous avez donné un important coup de collier puisque vous avez renforcé le service en personnel (10 personnes à l'époque et on parle de 38 personnes aujourd'hui). Je sais que l'aide aux personnes handicapées est une matière complexe mais il s'agit de personnes vulnérables qui ont vraiment besoin de ce service d'appui.

 

Madame la secrétaire d'État, où en est la résorption du retard? Comment allez-vous le résorber, si ce n'est pas encore fait, et dans quel délai? À combien estimez-vous le coût de ce dysfonctionnement puisqu'on a dû engager du personnel complémentaire? Avez-vous un plan pour que les services soient efficaces pour les usagers lorsque le rythme de croisière sera atteint?

 

Vous aviez souligné que c'était l'entreprise Capgemini qui était le concepteur de ce nouveau logiciel. Envisagez-vous des mesures pour répercuter une partie du coût sur cette entreprise?

 

19.02  Zuhal Demir, secrétaire d'État: Madame de Coster, je partage complètement votre inquiétude. Je peux vous assurer que je mets tout en œuvre, en collaboration avec la Direction générale Personnes handicapées, pour rétablir au plus vite le traitement des demandes.

 

Door de problemen met de software Curam van Capgemini, die mevrouw Onkelinx nog had besteld, waren er heel lange wachttijden voor nieuwe aanvragen. Daarom heb ik beslist om terug te gaan naar het oude systeem Tetra. Ik heb dat gedaan voor de vier komende jaren, voor een bedrag van 4,5 miljoen euro.

 

U weet dat er in maart geen telefoons werden opgenomen bij de DG Personen met een handicap. Dat is nu wel het geval. De gemiddelde looptijd gaat in dalende lijn. Ik heb ook middelen vrijgemaakt om 38 nieuwe personeelsleden aan te werven, van wie er al 23 zijn aangeworven. De overige personen moeten nog worden aangeworven. In de volgende maanden kan bijgevolg een stijging van het aantal beantwoorde oproepen en behandelde dossiers worden verwacht.

 

Wat betreft de softwareontwikkelaar Capgemini, heb ik een onafhankelijke audit besteld, die zal onderzoeken of er fouten zijn gemaakt. De conclusies van de audit zal ik eind december krijgen en dan zal ik de nodige maatregelen nemen om te kijken hoe wij het geld kunnen recupereren van Capgemini.

 

19.03  Sybille de Coster-Bauchau (MR): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse.

 

Je me réjouis de savoir que vous avez pris des mesures. En effet, cette situation laissera des traces importantes, et particulièrement une perte de confiance de la part des usagers. Il faut tout mettre en oeuvre pour que ce département atteigne une efficacité performante. Je continuerai à m'intéresser à la problématique.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: Fin des questions orales.

 

20 Inoverwegingneming van voorstellen

20 Prise en considération de propositions

 

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

 

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 26 september 2017, stel ik u ook voor in overweging te nemen: het wetsvoorstel (de dames Anne Dedry, Muriel Gerkens en Evita Willaert) teneinde elke discriminatie in verband met borstvoeding te verbieden, nr. 2678/1.

Verzonden naar de commissie voor de Justitie

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 26 septembre 2017, je vous propose également de prendre en considération: la proposition de loi (Mmes Anne Dedry, Muriel Gerkens et Evita Willaert) visant à interdire toute discrimination liée à l'allaitement, n° 2678/1.

Renvoi à la commission de la Justice

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

21 Goedkeuring van de agenda

21 Adoption de l’ordre du jour

 

Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van donderdag 5 oktober 2017.

Nous devons procéder à l’approbation de l’ordre du jour de la séance du jeudi 5 octobre 2017.

 

Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.

Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.

 

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 5 octobre 2017 à 14.15 heures.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 5 oktober 2017 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 16.12 heures.

De vergadering wordt gesloten om 16.12 uur.

 

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 54 PLEN 185 bijlage.

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 54 PLEN 185 annexe.