Plenumvergadering |
Séance
plénière |
van Donderdag 22 februari 2018 Namiddag ______ |
du Jeudi 22 février 2018 Après-midi ______ |
De vergadering wordt geopend om 14.18 uur en voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.
La séance est ouverte à 14.18 heures et présidée par M. Siegfried Bracke.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks
mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij
worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag
van deze vergadering opgenomen.
Une série
de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans
l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:
Charles
Michel, Marie Christine Marghem, Philippe De Backer.
Philippe
Blanchart, Véronique Caprasse, Catherine Fonck, Vanessa Matz, Fatma Pehlivan,
Marco Van Hees, Evita Willaert wegens gezondheidsredenen / pour
raisons de santé;
Benoît
Lutgen, wegens ambtsplicht / pour devoirs de mandat;
Sabien
Lahaye-Battheu, Raad van Europa / Conseil de l'Europe;
Rita
Bellens, Stéphane Crusnière, Kattrin Jadin, Nahima Lanjri,
OVSE / OSCE.
Federale
regering / gouvernement fédéral:
Theo Francken,
Kris Peeters, met zending buitenslands / en mission à l'étranger;
Zuhal
Demir, zwangerschapsverlof / congé de maternité.
- mevrouw Karin Temmerman aan de eerste minister over "het Energiepact" (nr. P2628)
- de heer Kristof Calvo aan de eerste minister over "het Energiepact" (nr. P2629)
- mevrouw Karine Lalieux aan de eerste minister over "het Energiepact" (nr. P2630)
- Mme Karin Temmerman au premier ministre sur "le Pacte énergétique" (n° P2628)
- M. Kristof Calvo au premier ministre sur "le Pacte énergétique" (n° P2629)
- Mme Karine Lalieux au premier ministre sur "le Pacte énergétique" (n° P2630)
01.01 Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de premier, u weet dat hier in het Parlement een overgrote meerderheid akkoord gaat met het maken van de switch naar hernieuwbare energie. Daarom hebben wij ook de kernuitstap ingeschreven in de wet. Daarom heeft uw regering ook beslist om een Energiepact te sluiten met de verschillende regeringen van dit land. Daarom moet de kernuitstap zeker in het Energiepact staan.
Uw regering raakte het echter niet eens, mijnheer de premier. Eind vorig jaar hadden wij een Energiepact. Iedereen of bijna iedereen was daar zeer blij om, maar uw regering raakte het er niet over eens. U hebt dan, zeer terecht, het dossier naar u toegetrokken. U hebt zelfs gezegd: "Ik laat niemand dit Energiepact torpederen." U hebt dan een studie besteld, om tijd te kopen en om de N-VA een beetje te paaien.
Gisteren hebben wij allerlei zaken gehoord van uw minister van Energie. Wij kunnen alleen maar besluiten dat het goed was dat u het dossier naar u hebt toegetrokken, want uiteindelijk weten wij nog altijd niet wat er nu zal gebeuren. Er zijn verklaringen geweest in de pers, maar de studie op zich konden we niet zien.
Mijnheer de eerste minister, u bent het er vermoedelijk mee eens dat naar de pers lopen en dan pas het Parlement inlichten geen goede manier van werken is. Vanmorgen hebben wij wel op de radio vernomen dat mevrouw de minister, in tegenstelling tot gisteren, toch bereid is om de studie aan het Parlement te geven. Mijn is eerste vraag is dan ook of u dat kunt bevestigen. Zullen wij vandaag de studie in onze mailbox krijgen?
Mijn tweede vraag is zo mogelijk nog belangrijker. Wanneer zult u uiteindelijk een beslissing nemen over het Energiepact? Bijna iedereen is het eens met de kernuitstap. De beslissing moet er snel komen, want de investeerders hebben tijd nodig voor de alternatieven. Wij hebben die beslissing nu nodig. U hebt de vorige keer gezegd dat u onmiddellijk na de studie knopen zou doorhakken. Wanneer zal de regering een beslissing nemen zodat wij uiteindelijk de omslag naar alternatieve energie kunnen maken?
01.02 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, nog nooit lagen de kaarten zo gunstig voor de doorbraak van hernieuwbare energie. Wereldwijd ziet men een doorbraak van groene, schone energie. Nog nooit was er in het Parlement zo'n groot draagvlak voor de assertieve uitrol van hernieuwbare energie. Nog nooit was het maatschappelijk draagvlak zo groot. Nog nooit was er zoveel ondernemerschap, zoveel goesting om die energietransitie waar te maken. De kaarten zijn dus bijna geschud. Er zijn ongelooflijk veel mogelijkheden, ook in ons land, om stappen vooruit te zetten, om weg te raken van onze plaats achteraan op de rankings en helemaal door te breken en uit te pakken met groene, schone energie, een belangrijke bron van tewerkstelling.
Er zijn echter nog spelbrekers, mijnheer de eerste minister. Er is de N-VA, die toch nog probeert om de stokoude kerncentrales langer open te houden, en er is ook uw energieminister, die met haar onhandig optreden de zaken soms nodeloos moeilijk maakt. U hebt een studie besteld, de zoveelste studie, misschien wel de 27e studie over de kernuitstap. Die studie is nu opgeleverd en de minister communiceert daarover in de pers, maar wil ze niet vrijgeven aan het Parlement. Die manier van werken irriteert en maakt de zaken moeilijker. Bart Tommelein vindt het eigenlijk ook niet ernstig dat hij de studie niet krijgt. Ik zou u dus willen vragen om niet te veel ruimte te geven aan de spelbrekers en vooral vooruit te gaan.
Ik heb twee vragen voor u, mijnheer de eerste minister.
Eerst en vooral, is het een goede zaak om te verklaren dat de studie er is. Zij lijkt opnieuw aan te tonen wat ook andere studies zeggen, namelijk: de kernuitstap is nog perfect haalbaar. Kunnen wij de studie krijgen?
Ten tweede, wanneer mogen wij eindelijk een beslissing verwachten? Het is hoog tijd om te beslissen, om vooruit te kijken.
01.03 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, c'est l'heure de vérité: êtes-vous capable de faire respecter votre accord de majorité, de sortir du nucléaire et de fermer l'ensemble des centrales nucléaires en 2025? Plus fondamentalement, monsieur le premier ministre, êtes-vous capable d'offrir aux générations futures une énergie et un approvisionnement énergétique plus sûrs et plus durables? En d'autres mots, avec la ministre de l'Énergie, êtes-vous capables de faire respecter l'accord de gouvernement par la N-VA?
Vous avez annoncé hier à la presse que la sortie du nucléaire coûterait 15 euros par an par ménage. Nous avions demandé l'étude en question, vous aviez refusé de la donner. Je suis très heureuse que, grâce à la pression du parlement, le premier ministre va nous la remettre. En effet, j'avais demandé hier à Mme Marghem de la demander au gouvernement ce matin. On peut dire que le parlement sert encore à quelque chose! Et j'avais peur que nous n'ayons pas de débat démocratique sur cette question, vu que vous n'aimez pas cela.
En dehors de cela, monsieur le premier
ministre, 15 euros par an, ce n'est pas rien pour les ménages. Nous savons
que la facture d'électricité pèse déjà très cher. (Brouhaha)
Monsieur le président, je demande un peu de respect.
De voorzitter: Collega's, ik stel voor dat u minder lawaai maakt en aandachtiger luistert.
01.04 Karine Lalieux (PS): Je disais que 15 euros par an, cela pèse dans la facture des ménages. Je ne voudrais pas que la sortie du nucléaire leur coûte. Je pense qu'ils ont déjà beaucoup de difficultés à finir leurs fins de mois. Il suffirait, monsieur le premier ministre, de faire redescendre la TVA de 21 à 6 %, comme nous l'avions fait sous le précédent gouvernement, pour que les ménages récupèrent plus de 150 euros par an. Du coup, la sortie du nucléaire ne leur coûterait pas.
Monsieur le premier ministre, nous vous demandons de nous remettre cette étude le plus vite possible, à la suite de quoi nous organiserons, avec le président, un débat démocratique dans ce parlement.
Monsieur le premier ministre, quand présenterez-vous le Pacte énergétique pour la sortie du nucléaire? Plus le temps passe, moins nous aurons la capacité de sortir du nucléaire et nous devrons construire de nouvelles centrales à gaz. Êtes-vous prêt à baisser la TVA de 21 à 6 % pour éviter que la sortie du nucléaire ait un coût pour les ménages?
01.05 Eerste minister Charles Michel: Mijnheer de voorzitter, collega's, in december 2017 hebben wij inderdaad binnen de Ministerraad akte genomen van een belangrijk document. Dat document is een ontwerp van energiepact, voorgesteld door de verschillende ministers van Energie van dit land, van het federaal niveau en van de deelstaten.
Dat was een tweede belangrijke stap. Ik hoef hier niet te herhalen dat wij een paar maanden geleden een belangrijk akkoord hebben goedgekeurd in het kader van de burden sharing.
Durant les années précédentes, il n'avait pas été simple de s'accorder sur un autre engagement très important pour être en mesure de faire respecter nos engagements internationaux.
Avec le gouvernement, je suis conséquent et cohérent. Depuis le mois de décembre, nous avons eu l'occasion de débattre du sujet à plusieurs reprises et j'ai, en effet, indiqué que nous voulions non seulement mettre en œuvre la loi votée en 2015, qui prévoit la sortie de l'énergie nucléaire en 2025, mais aussi prendre en compte en même temps les exigences de l'accord de gouvernement qui, je l'espère, sont largement partagées.
Er zijn vier belangrijke principes: de bevoorradingszekerheid, de effecten van een energiepact op de tarieven in de toekomst voor de bedrijven en de families, de beveiliging van de infrastructuur en natuurlijk het respect voor onze internationale engagementen. Ik denk daarbij in het bijzonder aan de akkoorden van Parijs.
Ik heb gisteren de cijfers gekregen en wij hebben nu drie bijkomende documenten. Dat was een beslissing van de regering, wij hadden meer informatie en meer becijfering gevraagd vóór de definitieve arbitrage daarover.
Trois documents: le premier est un rapport du Bureau du Plan, le deuxième est le rapport Albrecht et le troisième émane de PwC. Ils ont été partagés, ce matin, au sein du Conseil des ministres restreint. J'ai effectivement demandé à la ministre en charge du dossier, de les partager avec les gouvernements des entités fédérées et avec le parlement. Ainsi, désormais, de manière sage, rationnelle, calme, sereine et détendue, nous allons analyser les documents complémentaires. (…)
Merci pour votre soutien et vos encouragements sur le sujet.
Mevrouw Temmerman, ik heb een paar weken geleden gezegd dat er in 2018 een Energiepact komt. Wij zullen dit engagement volledig nakomen.
On va donc travailler très intensément, sur la base des documents complémentaires, dans les jours et dans les semaines à venir. Tout sera mis en oeuvre pour que, dans les meilleurs délais et en tout cas en 2018, soit conclu un pacte énergétique afin que l'on puisse donner un signal clair aux familles, aux entreprises et aux investisseurs.
Enfin, dernier point, je le répète encore, nous avons déjà beaucoup agi pour la transition énergétique. On va continuer. Nous sommes le deuxième pays en Europe, après la France, à avoir émis des obligations vertes. Je l'ai annoncé à la fin de l'année dernière. C'est une réalité qui se concrétise depuis le début de cette année-ci. Nous avons pris des dispositions très importantes pour les parcs éoliens en mer du Nord, s'agissant des compétences fédérales.
Nous sommes très déterminés à honorer nos engagements mais en le faisant de manière mesurée, responsable et en veillant à prendre en compte pour aujourd'hui, pour demain et pour après-demain, les exigences de sécurité d'approvisionnement, d'impact en termes de tarifs pour les consommateurs, qu'ils soient des particuliers ou des entreprises.
Vous voyez que nous sommes conséquents et cohérents. Nous allons continuer ce travail afin de prendre des décisions sur ce sujet aussi, comme nous avons fait la démonstration, depuis trois ans, de notre capacité à décider sur des sujets difficiles, délicats mais essentiels pour l'avenir.
01.06 Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord.
Het is positief in die zin dat u achter het Energiepact blijft staan. We hebben nu alle cijfers. U hebt echter niet geantwoord op de vraag of wij ook de studie kunnen krijgen. Ik heb vanmorgen van mevrouw Marghem gehoord dat ze de studie zal geven. Ik hoor nog graag van u de bevestiging dat wij deze studie daadwerkelijk in het Parlement zullen krijgen.
Mijnheer de eerste minister, u moet zeer goed weten dat er in het Parlement een zeer brede meerderheid bestaat om dit Energiepact op de rails te zetten. Ik stel dan ook voor dat u de dwarsliggers opzij laat liggen en vooruit gaat om dit Energiepact waar te maken.
01.07 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, u hebt zich duidelijk geëngageerd om de studie ter beschikking te stellen, waarvoor dank. Ik vraag mij alleen af waarom gisteren al die heibel en extra moeilijkheden door mevrouw Marghem werden gecreëerd, maar goed, we zullen de studie met veel aandacht lezen.
Het ziet er nu al naar uit dat ook deze studie andermaal aantoont dat de kernuitstap binnen handbereik ligt, dat we dat kunnen realiseren. Dat is goed nieuws.
Ik wil u ook nogmaals uitnodigen om alstublieft niet te veel rekening te houden met de N-VA die altijd maar achteruit kijkt. Zij dromen van kerncentrales die open blijven tot 2065. Ondertussen weet de rest van het Parlement dat dit totaal crazy is. Ik wil u uitnodigen om daarmee vooral niet te veel rekening te houden.
Mijnheer de eerste minister, ik wil u ook vragen om, als u een beslissing neemt, dat 110 % duidelijk te doen. Onze energiemarkt snakt naar rechtszekerheid. Dus geen beslissing met mitsen en maren, met heel veel vraagtekens. Die beslissing moet 110 % duidelijk zijn, zodat we kunnen beginnen te bouwen, jobs kunnen creëren en eindelijk het signaal kunnen geven dat wij hier en nu aan de toekomst beginnen te bouwen.
Ik hoop dat wij dat weldra van u zullen horen. Er zal alleszins ongelooflijk veel enthousiasme in het Parlement zijn zodra die beslissing is genomen.
01.08 Karine Lalieux (PS): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour votre réponse et votre intention de bien vouloir nous transmettre cette étude.
Par contre, vous ne nous donnez pas de timing en 2018. Or je pense qu'il faut agir dans les semaines à venir car, comme vous le savez, l'appel d'offres doit se faire très rapidement. Le temps joue contre nous. Le temps joue pour le nucléaire. Certains partenaires de votre gouvernement le savent très bien.
Je ne vous ai pas entendu non plus sur le Pacte énergétique. Il a été voté par le gouvernement wallon et le gouvernement bruxellois, pour lesquels la sortie du nucléaire aura bien lieu en 2025. Ce parlement compte une majorité en faveur de la sortie du nucléaire en 2025. J'aimerais dès lors que cette confirmation soit faite ici et maintenant. La sortie doit être garantie et assortie d'un coût moindre pour les familles et les entreprises.
Je vous invite donc à agir endéans les quelques semaines et non pas d'ici la fin 2018. Nous avons besoin d'une réponse. La sortie du nucléaire doit être confirmée, comme le dit votre accord de gouvernement.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Veerle Wouters aan de eerste minister over "de reactie van de eerste minister na de verklaring van de Union des Villes et Communes de Wallonie in het ARCO-dossier" (nr. P2631)
02 Question de Mme Veerle Wouters au premier ministre sur "la réaction du premier ministre après les déclarations de l'Union des Villes et Communes de Wallonie dans le dossier ARCO" (n° P2631)
02.01 Veerle Wouters (Vuye&Wouters): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de premier, dat de ARCO-spaarders aandeelhouders zijn, weten we sinds het arrest van het Hof van Justitie. Een van uw coalitiepartners geloofde of bevestigde dat liever niet, maar zij huldigen al eens graag het principe "eigen zuil eerst".
Aandeelhouders zijn aandeelhouders en zij moeten gelijk worden behandeld. Heel wat steden en gemeenten waren ook Dexia-aandeelhouder via de Gemeentelijke Holding. Zij hebben daarbij ook heel veel geld verloren. Er zijn al heel wat gemeenten die dat geld terug hebben opgehaald via hun belastingbetalers. De Waalse vereniging van steden en gemeenten meent dat zij net als de ARCO-coöperanten recht heeft op een vergoeding. Zij vraagt 220 miljoen euro en baseert zich daarvoor op het gelijkheidsbeginsel.
Mijnheer de premier, u weet dat mijn fractie niet echt gelooft in de toverformule die momenteel wordt uitgewerkt door zeer dure advocaten. Volgens ons zal u botsen op de staatssteun, maar zeker op het principe van het gelijkheidsbeginsel. Het is niet mogelijk om alleen ARCO-aandeelhouders te vergoeden. U zult ook andere aandeelhouders moeten vergoeden, zoals de Dexia-aandeelhouders en bij uitbreiding eigenlijk ook de Fortis-aandeelhouders.
Mijnheer de minister, potje breken, is potje betalen voor ons. Beweging.net heeft haar coöperanten bedrogen, dat staat als een zuil boven water. Wij vinden dan ook dat zij de vergoeding moeten betalen. U heeft dit dossier nu naar u toegetrokken, een van de zovele. Mijn vraag is dan ook of de Waalse vereniging van steden en gemeenten u een pad in de korf heeft gezet? Heeft dit een effect op uw toverformule?
Graag had ik een stand van zaken gekregen van het dossier.
02.02 Eerste minister Charles Michel: Mijnheer de voorzitter, beste collega's, zoals u weet, staat er in het regeerakkoord een engagement voor een ARCO-oplossing, een regeling voor de natuurlijke personen coöperanten. Dat is een eerste punt.
Ten tweede, ik heb inderdaad, net als u, de jongste dagen kennis genomen van de communicatie van de Waalse steden en gemeenten.
Ten derde, u weet ook – dat is geen geheim, daarover werd gecommuniceerd – dat in het kader van de potentiële beursgang van Belfius, de regering begin maart een definitieve beslissing zal nemen over een eventuele start van een procedure. Wij werken daar hard aan met verschillende juristen om de situatie te analyseren en om na te gaan welke oplossing er mogelijk is. Dat is niet gemakkelijk, want wij moeten met veel juridische elementen rekening houden. Het is de bedoeling om daarover in de volgende weken duidelijkheid te scheppen, rekening houdend met de juridische realiteit. Het is nu te vroeg om die vragen definitief te beantwoorden.
Ik bevestig de politieke wil van de regering om een ARCO-oplossing te ontwikkelen, conform het regeerakkoord, en a fortiori in het kader van een mogelijke, maar nog niet definitief besliste procedure in het kader van de beursgang van Belfius.
02.03 Veerle Wouters (Vuye&Wouters): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik dank u voor het antwoord.
Ik kijk uit naar begin maart 2018, zoals u hebt geantwoord, en naar de toverformule. U zal veel magische krachten nodig hebben om een en ander te verwezenlijken. U meldt immers dat het aspect van de natuurlijke personen in het regeerakkoord staat, wat ook klopt. Aandeelhouders zijn echter aandeelhouders en er is ook nog zoiets als het gelijkheidsbeginsel.
Begrijp ons echter niet verkeerd. Voor onze fractie geldt zeker dat de 800 000 ARCO-coöperanten een vergoeding moeten krijgen. Volgens ons moet echter niet de belastingbetaler die vergoeding betalen. De belastingbetaler heeft de ARCO-coöperant immers niet bedrogen. Het is Beweging.net die zijn coöperanten heeft bedrogen. Beweging.net zou die vergoeding ook perfect kunnen realiseren.
Het verhaal van Pontius Pilates moet Beweging.net niet vreemd in de oren klinken. De handen in onschuld wassen gaat niet. Datzelfde geldt natuurlijk ook voor het met de handen in de staatskas graaien. Ook dat gaat niet. Ik begrijp dan ook niet goed waarom Beweging.net niet de koe bij de horens vat en alvast een regeling uitwerkt. Ik realiseer mij echter dat het makkelijker is om naar de uier van de koe en dus naar de uier van de staatskas te grijpen.
Het incident is gesloten.
- M. Éric Thiébaut au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, et au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale, à la Protection de la vie privée et à la Mer du Nord, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "le Stroomplan pour une approche intégrée de la lutte contre la drogue à Anvers" (n° P2632)
- M. Luk Van Biesen au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, et au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale, à la Protection de la vie privée et à la Mer du Nord, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "le Stroomplan pour une approche intégrée de la lutte contre la drogue à Anvers" (n° P2633)
- de heer Éric Thiébaut aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, en aan de staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "het Antwerpse Stroomplan voor een geïntegreerde aanpak van de strijd tegen drugs" (nr. P2632)
- de heer Luk Van Biesen aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, en aan de staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "het Antwerpse Stroomplan voor een geïntegreerde aanpak van de strijd tegen drugs" (nr. P2633)
03.01 Éric Thiébaut (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, Anvers est, aujourd'hui, la capitale européenne du trafic de cocaïne. Ce n'est pas moi qui l'affirme, c'est ce qu'on peut lire dans la presse nationale et internationale, ces derniers jours.
Ce phénomène n'est pas nouveau puisque l'Observatoire européen des drogues et des toxicomanies signalait déjà que le port d'Anvers était la plaque tournante du trafic de cocaïne en 2014, en 2016 et en 2017.
Les derniers chiffres montrent que les saisies ont évolué. On est passé de 5 tonnes de cocaïne saisie en 2014 à 40 tonnes l'année dernière. Mais, malheureusement, cela n'est pas le reflet d'une augmentation des contrôles au niveau des douanes, mais plutôt d'une explosion du trafic de cocaïne dans le port d'Anvers.
Par ailleurs, il n'y a pas que le trafic qui ait explosé à Anvers. On a entendu dernièrement le directeur de la PJF d'Anvers affirmer que les violences qui accompagnent le trafic de cocaïne ont également explosé. On règle ses comptes, aujourd'hui, à la Kalachnikov dans les rues d'Anvers!
Monsieur le ministre, hier, j'ai lu dans la presse que vous annonciez un plan. Mais qu'a-t-on fait depuis trois ans? On le sait, depuis votre entrée en fonction, il y a eu des coupes budgétaires; la police judiciaire fédérale a perdu pratiquement 10 millions pour l'engagement de personnel. Ces coupes budgétaires n'ont-elles pas eu une influence sur la lutte contre le trafic de stupéfiants? Vous annonciez également l'engagement de 80 personnes dans une task force. Ces engagements constituent-ils vraiment un moyen suffisant pour régler le problème qui se pose à Anvers? Quel est l'état des forces sur le terrain?
03.02 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, mijnheer de vice-eersteminister, mijnheer de staatssecretaris, er is een groot drugsprobleem in Antwerpen, dat internationaal gerenommeerd is om zijn veilige en gescreende haven. Onze douane was een toonbeeld voor de wereld met haar scansysteem voor vrachtwagens. Dit Parlement was een aantal jaren geleden getuige van de installatie van dit performant systeem. Collega Jambon, u was er destijds bij, als parlementslid, toen dit fantastisch systeem werd voorgesteld dat elke vrachtwagen zou kunnen screenen op zijn inhoud waardoor het mogelijk zou zijn om exact te bepalen wat ons land binnenkomt.
De laatste jaren bleek dat systeem echter zeer vaak defect te zijn, waardoor slechts een zeer klein percentage van de containers wordt gescreend, met als gevolg dat via de haven van Antwerpen tonnen cocaïne binnenkomen. De drugsmaffia maakt sommige buurten onveilig, trekt jonge mensen mee in de criminaliteit en verziekt het sociale weefsel in de stad. Dat kunnen wij niet tolereren. De war on drugs valt uiterst moeilijk te winnen, maar wij mogen er nooit de ogen voor sluiten of criminelen vrij spel geven. Dat probleem kan een stad, een lokale politie, niet alleen oplossen. Daarvoor is er een ketenaanpak nodig.
Met het Stroomplan dat u hebt voorgesteld, wordt daar werk van gemaakt. Er komt een taskforce die alle diensten rond de tafel brengt, namelijk de lokale en federale politie, het stadsbestuur, het parket, de douane, de fiscus, de sociale-inspectiediensten en zelfs de Amerikaanse DEA. Alleen door alle puzzelstukjes op tafel te leggen, alleen door de radertjes in het drugsnetwerk op te jagen, kunnen wij dit probleem aanpakken en oplossen. Het Stroomplan zal grondig werk mogelijk maken. Zo wordt niet alleen ingezet op het topje van de ijsberg, de drugscriminelen zelf, maar ook op de rest van de ijsberg, de medeplichtigen en de criminele nevenactiviteiten. Staatssecretaris De Backer zet terecht hard in op de aanpak van de informele economie en louche handelspraktijken, met handelszaken die vaak worden gebruikt voor het witwassen van misdaadgeld. Dat geldt ook voor tal van havenarbeiders die tegen wil en dank worden afgeperst en worden meegezogen in de criminaliteit. Een betere screening is noodzakelijk.
In dat verband heb ik drie vragen.
Wanneer gaat de taskforce van start? Zullen de havenarbeiders strenger worden gescreend? Op welke manier zullen de Amerikanen worden betrokken bij deze operaties?
03.03 Jan Jambon, ministre: Monsieur le président, chers collègues, monsieur Thiébaut, M. Van Biesen a déjà fourni certains éléments de réponse à votre question dans son intervention. Il est étonnant de voir comment collabore ce parlement!
03.04 Luk Van Biesen (Open Vld): (…)
03.05 Jan Jambon, ministre: Cela n'engage que lui, mais maintenant, je vais engager le gouvernement par ma réponse, qui va avoir à peu près le même contenu que l'intervention de M. Van Biesen.
Monsieur Thiébaut, je vous remercie pour l'analyse que vous avez faite de la situation à Anvers. Cependant, nous l'avions déjà réalisée voici quelques mois, et nous avons présenté le plan d'action hier. L'analyse est une chose, mais c'est l'action qui est actuellement au programme. Que faisons-nous pour nous attaquer à la situation à Anvers? Finalement, dirais-je, nous mettons ensemble tous les services concernés, et ceci littéralement, en les réunissant sous le même toit. Il s'agit de la police locale – bien entendu –, de la police fédérale, des parquets, des services d'inspection économique, sociale et des finances, et des douanes.
Comme vous l'avez dit, nous démarrons avec une task force de 30 à 40 personnes, et nous augmenterons l'effectif jusqu'à 70 ou 80 personnes. Voilà le plan initial. Il est clair que nous réévaluerons les choses chaque mois. S'il est nécessaire de modifier ou d'augmenter la capacité, nous le ferons. D'où viennent ces effectifs? Ils viennent des différents services. Initialement, les 30 à 40 personnes seront détachées des différents services. Ceci se déroulera la semaine prochaine. L'augmentation à 80 personnes nécessitera sûrement que l'on recrute au sein des services concernés des personnes d'expérience qui peuvent être détachées vers cette task force sans qu'il y ait de trous supplémentaires dans les services de base. Voilà le plan et le planning.
Mijnheer Van Biesen, ik kom tot uw vragen.
Om te beginnen, de DEA is hier al actief. Er is een cel in België actief die eigenlijk voor heel Europa de drugsproblematiek volgt. De DEA is zeer geïnteresseerd in wat wij hier aan het doen zijn. Er zijn afspraken om met hen informatie uit te wisselen.
Vervolgens, wat de screening van personen betreft, bestaat er een misvatting, in die zin dat niet alleen de arbeiders zullen worden gescreend. De heer De Backer zal daar dadelijk nog op ingaan. Het is de bedoeling om over bonafide mensen te beschikken in cruciale functies, die de drugskartels eventueel zouden proberen om te kopen. Daarvoor werd op 18 januari een wet goedgekeurd door het Parlement. Het is deze wet inzake de NVO, de Nationale Veiligheidsoverheid, die wij zullen aanwenden om deze personen te screenen.
Ik ben ervan overtuigd dat wij dit fenomenaal probleem hiermee stevig aanpakken. Het betreft trouwens niet alleen Antwerpen. De haven van Antwerpen is echter een economische motor van ons land en wij zijn het aan onszelf verplicht om te trachten dat probleem onder controle te krijgen.
03.06 Staatssecretaris Philippe De Backer: Mijnheer de voorzitter, zoals minister Jambon al heeft aangegeven, is het goed dat de verschillende diensten beter gaan samenwerken. Ze worden fysiek samengezet, zullen gegevens kunnen uitwisselen en samen op pad kunnen gaan om de drugsproblematiek in ons land en meer bepaald in Antwerpen heel gericht aan te pakken.
De samenwerking met het buitenland is eveneens cruciaal om gegevens te krijgen maar ook om de samenwerking te verbeteren inzake bijvoorbeeld de lijnen naar Latijns-Amerika waar veel drugs vandaan komen. Het is een goede stap vooruit dat wij nu eindelijk in actie komen om dit probleem aan te pakken.
Er is natuurlijk ook ondermijning van binnenuit. Zoals de heer Van Biesen terecht opmerkte is het op sommige momenten heel duidelijk dat er op cruciale posities, zowel in de privébedrijven als bij de havenarbeiders, mensen worden benaderd om te kijken hoe zij tegen betaling bepaalde zaken kunnen doen voor de criminele milieus.
Vandaar dat ik heb bepleit dat op basis van risicoprofielen moet worden bekeken hoe er screening kan gebeuren. Dat is ook opgenomen in het plan. Men moet bekijken hoe mensen toegang krijgen tot de haven. Dat is belangrijk. Dat zal door de Nationale Veiligheidsoverheid worden gedaan. Wij hebben de wet in dat verband op 18 januari samen goedgekeurd en wij zullen deze aanwenden om de screenings uit te voeren en om ervoor te zorgen dat de mensen die zich laten omkopen gevat kunnen worden. Tegelijk zullen zij die wel eerlijk handelen ook beter beschermd worden. Het is immers niet logisch dat wij op de luchthaven iemand screenen die 's morgens broodjes komt smeren, terwijl iemand die in de haven dag in dag uit goederen behandelt die ons land binnenkomen, niet zou worden gescreend.
Een laatste punt waaraan ik heel graag meewerk is al wat te maken heeft met de sociale inspectie. Wij weten dat het witte goud dat ons land binnenkomt ook zwart geld genereert. Dat zwart geld vindt zijn weg naar louche handelszaken, naar carwashes, naar immobiliën. Zo zijn er soms garages gevestigd op de derde verdieping van een flatgebouw. Wel, die zaken zullen wij nu controleren, met de sociale-inspectiediensten en met de arbeidsauditeurs, om te zorgen voor leefbaar werk in Antwerpen, voor meer ruimte voor eerlijke handelaars en opdat de buurt in Antwerpen eindelijk wordt opgekuist.
03.07 Éric Thiébaut (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. Je remercie aussi mon collègue, qui est venu largement en renfort des membres du gouvernement sur cette question.
Monsieur le ministre, vous nous dites que vous avez déjà pris connaissance du problème il y a trois mois. Je sais qu'il y a eu une réunion avec M. Geens à Anvers. Vous avez été informé du problème. Mais c'était il y a trois mois. Je vous parle de constats déjà faits en 2014, il y a quatre ans. Je trouve que c'est très long. Quatre ans pour réagir, c'est trop long. Votre plan, selon moi, arrive bien tard.
L'image dégradée d'Anvers, capitale européenne du trafic de cocaïne, est à mon sens aussi imputable à son gestionnaire. Le bourgmestre, qui aime tant et si souvent donner des leçons à tout le monde, n'a franchement pas été efficace dans ce dossier, dans la lutte contre la criminalité organisée.
03.08 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de vice-eersteminister, het zal u niet verbazen dat deze kordate aanpak voor mijn partij de juiste aanpak is.
Ik moet u er echter op wijzen dat de tijd om dit alles te implementeren beperkt is, aangezien de drugsproblematiek in en om Antwerpen en de drugstrafiek via de Antwerpse haven duidelijk en ondubbelzinnig bestaat. Ik hoop dan ook dat ik hier binnen een paar weken opnieuw mag staan om het resultaat, een cleane Antwerpse haven, te kunnen bespreken.
Het incident is gesloten.
- Mme Caroline Cassart-Mailleux au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "l'incidence de l'arrêt de la Cour de justice de l'Union européenne sur le temps de garde des pompiers volontaires" (n° P2634)
- M. Benoît Dispa au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "l'incidence de l'arrêt de la Cour de justice de l'Union européenne sur le temps de garde des pompiers volontaires" (n° P2635)
- M. Koen Metsu au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "l'incidence de l'arrêt de la Cour de justice de l'Union européenne sur le temps de garde des pompiers volontaires" (n° P2636)
- M. Paul-Olivier Delannois au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "l'incidence de l'arrêt de la Cour de justice de l'Union européenne sur le temps de garde des pompiers volontaires" (n° P2637)
- M. Franky Demon au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "l'incidence de l'arrêt de la Cour de justice de l'Union européenne sur le temps de garde des pompiers volontaires" (n° P2638)
- mevrouw Caroline Cassart-Mailleux aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "de gevolgen van het arrest van het Europees Hof van Justitie voor de wachttijd van de vrijwillige brandweerlieden" (nr. P2634)
- de heer Benoît Dispa aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "de gevolgen van het arrest van het Europees Hof van Justitie voor de wachttijd van de vrijwillige brandweerlieden" (nr. P2635)
- de heer Koen Metsu aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "de gevolgen van het arrest van het Europees Hof van Justitie voor de wachttijd van de vrijwillige brandweerlieden" (nr. P2636)
- de heer Paul-Olivier Delannois aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "de gevolgen van het arrest van het Europees Hof van Justitie voor de wachttijd van de vrijwillige brandweerlieden" (nr. P2637)
- de heer Franky Demon aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "de gevolgen van het arrest van het Europees Hof van Justitie voor de wachttijd van de vrijwillige brandweerlieden" (nr. P2638)
04.01 Caroline Cassart-Mailleux (MR): Monsieur le ministre, cette semaine, la Cour de justice de l'Union européenne a rendu un arrêt dans lequel elle assimile le temps de travail de garde presté par les pompiers volontaires à du temps de travail en tant que tel.
Je le cite: "Le temps de garde qu'un travailleur est contraint de passer à son domicile, avec l'obligation de répondre aux appels de son employeur dans un délai de huit minutes – ce qui restreint très significativement la possibilité d'exercer d'autres activités –, doit être considéré comme du temps de travail". La Cour tranche ainsi une question préjudicielle posée par la cour du travail de Bruxelles dans un dossier opposant des pompiers volontaires à la Ville de Nivelles.
Il appartient désormais au juge national de décider s'il abonde dans le sens de l'arrêt européen et, dans l'affirmative, de statuer ensuite sur les montants qui seront dus.
Toutefois, ce tout nouvel arrêt est clairement susceptible d'entraîner des effets qui dépassent largement le cadre de cette affaire judiciaire. D'abord, le financement des rémunérations qui seraient dues par les zones de secours provoquerait un impact considérable sur les finances communales. Ensuite, l'Union des Villes et des Communes a invoqué le risque qui pèserait désormais sur le statut des pompiers professionnels.
Dès lors, monsieur le vice-premier ministre, mes questions seront les suivantes. Si l'arrêt européen devait faire jurisprudence et être appliqué à tous les pompiers volontaires belges, quelle solution envisagez-vous? Et même, quelles seraient vos propositions tangibles pour soulager les zones de secours de cette nouvelle charge financière?
Toujours dans la même hypothèse, pourriez-vous nous communiquer une estimation? L'administration est-elle en train d'examiner les montants concernés?
Par ailleurs, monsieur le vice-premier ministre, en réponse aux craintes de l'Union des Villes et des Communes, pouvez-vous m'indiquer quel serait l'impact sur le statut des pompiers volontaires? De même, quid du recours désormais exclusif aux pompiers professionnels? Comment envisagez-vous d'y répondre?
Ce matin, j'ai fait un petit calcul en notant qu'un pompier volontaire qui commence une garde un lundi matin jusqu'au mardi midi exécuterait ses trente-huit heures. Un pompier professionnel qui se trouverait dans ce cas me semble représenter un exemple éclairant. Je souhaiterais donc vous entendre à ce sujet.
04.02 Benoît Dispa (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, la Cour de justice de l'Union européenne a rendu son arrêt en réponse aux questions préjudicielles qui lui avaient été posées au sujet de la problématique des pompiers de Nivelles.
Je prendrai, dans le but de respecter la séparation des pouvoirs, une précaution oratoire: je ne veux pas vous mettre dans l'embarras ni ne souhaite que vous vous exprimiez sur le bien-fondé de cet arrêt ou sur l'argumentaire développé par les avocats des uns et des autres.
Je désire néanmoins vous interroger sur la lecture que vous faites de cet arrêt ainsi que sur la portée que vous lui conférez non pas seulement pour ce qui concerne les pompiers de Nivelles puisqu'il appartient à la cour du travail d'en faire l'interprétation et de prendre une décision en la matière mais, au-delà, parce qu'il y a lieu de s'interroger quant à l'impact sur le régime global des pompiers volontaires en Belgique.
Je rappelle que ces derniers sont une pièce maîtresse de l'organisation de la sécurité civile en Belgique. Il s'agit, dès lors, de prendre soin de ce pilier, ce qui suppose une juste rémunération ainsi qu'une sécurité juridique et financière notamment pour les gestionnaires des zones de secours. Or, cet arrêt suscite des questionnements quant à son impact.
D'une part, nous entendons des espoirs pour une rémunération accrue pour les gardes effectuées et, d'autre part, des inquiétudes dans le chef des pouvoirs locaux quant aux surcoûts pouvant être générés ainsi qu'à leur prise en charge. Il y a un questionnement et une inquiétude. L'Union des Villes et Communes développe une analyse nuancée laissant entendre que l'arrêt pourrait ne pas avoir de conséquences sur le régime global des gardes de pompiers volontaires parce que ce régime se fonde davantage sur la disponibilité délibérément consentie par les volontaires et non pas sur une obligation de présence à domicile.
Partagez-vous cette analyse? Quelle est donc votre lecture de cet arrêt? Vous vous doutez, monsieur le ministre, que votre réponse est très attendue tant par les pompiers volontaires que par les pouvoirs locaux.
04.03 Koen Metsu (N-VA): Mijnheer de minister, gisteren publiceerde het Europees Hof een arrest waarin gesteld wordt dat de wachttijd van de vrijwillige brandweer moet worden gelijkgesteld met arbeidstijd. Meer zelfs, er wordt gesuggereerd dat daar een vergoeding tegenover zou moeten staan, wat eigenlijk de bevoegdheid van de lidstaten is.
De aanleiding was een zaak uit 2009. In Nijvel hebben toen 36 vrijwilligers het toenmalige systeem aan de kaak gesteld. Zij vroegen zich af hoe vrijwillig vrijwillig nog is als zij van thuis uit oproepbaar moeten zijn en binnen de acht minuten in de kazerne moeten zijn? Dat was toen de regeling met hun toenmalige postoverste. Ik kan mij daar iets bij voorstellen. Sindsdien heeft uw voorgangster, mevrouw Milquet, ter zake een rondzendbrief opgesteld, en ook u timmerde naarstig aan het statuut van de vrijwillige brandweer.
Ik meen dat nu bevestigd wordt dat onze hulpverlening echt stoelt op die vrijwilligers. Ik wil het als volgt samenvatten: onze vrijwillige brandweer kan oproepbaar zijn. Wij vragen effectief een minimaal engagement. Men kan via een softwaresysteem die oproepbaarheid aan- of uitklikken. Maar het kan absoluut niet de bedoeling zijn dat men van thuis uit oproepbaar zou moeten zijn. Integendeel.
Wij hebben 12 000 vrijwillige pompiers. Dat is drie vierde van het totaal. Ik kan mij inbeelden dat die in eerste instantie zeggen: dit is interessant, er komt een extra vergoeding aan. Maar ik heb vanmorgen informeel contact gehad met de Vereniging Vlaamse Brandweervrijwilligers (VVB) die zegt dat zo'n systeem onhoudbaar en onbetaalbaar is.
Vandaar mijn korte vragen aan u, mijnheer de minister; ik weet dat u de vrijwilligers ook een warm hart toedraagt.
Ten eerste, meent u dat dit arrest dat werd uitgevaardigd op basis van een zaak uit 2009, ook op de huidige rechtspersoonlijkheid van de hulpverleningszones van toepassing is? Laten wij hopen van niet.
Ten tweede, zo ja, wat zou de impact zijn op onze vrijwilligers? Ik vermoed dat u het mij eens zult zijn dat dit onbetaalbaar zou zijn.
04.04 Paul-Olivier Delannois (PS): Monsieur le ministre, la Cour de justice de l'Union européenne a rendu une décision dans le dossier délicat du temps de garde des pompiers. Le temps de garde qu'un travailleur est contraint de passer à domicile est maintenant considéré comme du temps de travail. On se réjouit que la question soit tranchée. Les pompiers volontaires sont dévoués au service de la sécurité, parfois aux dépens de leur vie de famille et même de leur vie tout simplement.
Il est désormais établi en droit que les périodes de garde sont des périodes de travail!
Cette décision touche 12 500 pompiers volontaires et cela aura donc un impact financier certain, auquel il faudra faire face pour permettre aux zones de secours de maintenir le haut niveau de protection qu'elles offrent à la population.
Monsieur le ministre, j'espère qu'il n'est pas question de faire porter ces efforts par les autorités communales. Allez-vous prendre des mesures budgétaires de sorte que la continuité du service ne soit pas impactée par cette décision de justice?
04.05 Franky Demon (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, wij weten allemaal dat er in België 18 000 brandweermensen zijn. Van die 18 000 brandweermensen zijn er 12 000 vrijwilligers. CD&V heeft bij de hervorming van de brandweer altijd gevraagd en ervoor gestreden dat het statuut van de vrijwillige brandweerman goed zou zijn. De vrijwilligheid toont immers hun motivatie en zorgt ervoor dat het volledige civiele verhaal betaalbaar blijft.
Wij weten allemaal dat de vrijwillige brandweermensen niet instaan voor het louter of meestal bestrijden van branden. Meestal zijn zij er integendeel voor het verlenen van dringende medische hulp. Wat is er specifiek aan de dringende medische hulp? Dat is dat ze niet kan worden ingepland. De hulpverlener moet als het ware wachten tot hij of zij op interventie moet.
Gisteren heeft het Europees Hof van Justitie aangegeven dat die wachttijd werktijd moet worden. Zoals u weet, wordt in België de wachttijd niet betaald. Mocht nu blijken dat de wachttijd ook als werktijd moet worden betaald, dan hebben wij een groot probleem. Het zet het systeem van de vrijwillige brandweer op de helling en veroorzaakt een grote kostprijs. Mijn grootste zorg is echter dat de vrijwillige brandweerlui op termijn volledig onbetaalbaar worden.
Daarom heb ik drie kleine vragen voor u.
Wat zijn volgens u de gevolgen voor de werking van onze Belgische brandweerdiensten? Hebt u al oplossingen voor die gevolgen? In welke mate brengt de uitspraak van het Europees Hof van Justitie de dienstverlening in het gedrang?
04.06 Jan Jambon, ministre: Chers collègues, comme vous l'avez dit, la Cour de justice de l'Union européenne s'est effectivement prononcée hier au sujet des sapeurs pompiers volontaires. Mes services et mes collaborateurs examinent actuellement cet arrêt qui date d'hier après-midi mais dans un souci de clarté, je souhaite quand même apporter quelques éléments.
L'arrêt concerne un cas antérieur à la réforme des services d'incendie. Les faits datent de 2009, donc bien avant cette réforme. À l'époque, la mobilisation et la flexibilité des sapeurs pompiers volontaires étaient traitées d'une certaine manière dans la zone Nivelles. C'était un peu particulier. Le sapeur pompier volontaire était tenu de rester à son domicile et devait arriver à la caserne dans les huit minutes qui suivaient l'appel. Ceci était stipulé dans le statut des sapeurs pompiers volontaires à Nivelles. Une sanction était même prévue pour ceux qui arrivaient en retard.
Sur ce cas-ci, la Cour s'est prononcée mais depuis la réforme des services d'incendie, la disponibilité des volontaires est régie par un arrêté royal du 19 avril 2014 relatif au statut administratif des services d'incendie et par une circulaire du 22 avril 2014 relative à l'organisation de la disponibilité des volontaires des services publics d'incendie.
Dat koninklijk besluit en die rondzendbrief geven aan de beschikbaarheid van de vrijwilligers een heel andere invulling. De heer Metsu heeft dat zonet redelijk goed verwoord. Ten eerste, met de vrijwilligers wordt overeengekomen wanneer zij beschikbaar zijn. Ten tweede, de meeste zones beschikken over een technologie waarmee de vrijwilliger zich als beschikbaar kan melden, of omgekeerd waarmee de vrijwilliger in bijvoorbeeld onvoorziene omstandigheden kan uitloggen en zich niet beschikbaar meldt. Daaromtrent zijn er geen sancties voorzien. De context is dus wel totaal verschillend met de regeling die in Nijvel in 2009 gold.
Velen onder u hebben gezegd dat wij inderdaad bijzonder dankbaar moeten zijn, eerst en vooral voor het werk dat heel de brandweerorganisatie levert, en in het bijzonder voor de 12 000 vrijwilligers, die het mogelijk maken dat wij de brandweer op die manier kunnen organiseren. Ik wil hen voor al die inspanningen dan ook danken.
Vooraleer concreet op de zaak in te gaan, wacht ik de studie af. Ik neem aan dat wij daar volgende week in de commissie voor de Binnenlandse Zaken nader op kunnen ingaan.
In mijn antwoord van vandaag heb ik vooral willen meegeven dat het geval van Nijvel niet meer overeenkomt met de tegenwoordige uitvoering na de hervorming van de brandweerzones.
04.07 Caroline Cassart-Mailleux (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse et les différents éclaircissements que vous avez pu nous donner aujourd'hui.
Il est clair que le débat n'est pas terminé. Comme l'ont dit certains collègues, nous ne sommes pas là pour nous immiscer dans une décision juridique mais bien pour voir comment donner suite à cette décision, déterminer comment prendre position concernant nos zones d'incendie.
Les deux impacts sont bien là. Vous venez d'apporter des précisions sur l'impact budgétaire, mais il y a aussi un impact sur les pompiers volontaires. Ils sont près de 12 000 et effectuent un travail remarquable. Ils sont des pièces maîtresses dans nos zones. Je suis issue d'une commune rurale et l'on se rend compte combien ils sont indispensables.
Nous reviendrons sur le débat. Je pense que d'ici huit jours, vous aurez des informations supplémentaires.
04.08 Benoît Dispa (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse.
Rien de ce que vous avez dit n'est contestable. Je suis d'accord avec votre analyse. Vous faites preuve de prudence et je comprends que vous attendiez une analyse plus complète de la part de vos services. En même temps, des décisions antérieures, dont certaines remontent à 2012, allaient déjà dans le sens qui vient d'être confirmé. La donne n'est donc pas totalement nouvelle.
Une fois les études terminées, il me paraît important d'adresser une communication à l'ensemble des zones de secours. Pour le moment, les incertitudes donnent lieu à des discussions néfastes pour la sécurité des intervenants. Il ne s'agit pas de savoir qui va gagner entre les pompiers volontaires ou les gestionnaires de zones de secours, mais de trouver un système qui permette de rassurer les uns et les autres, qui garantisse une juste rémunération ainsi que la sécurité juridique et financière.
Je vous invite à y contribuer en édictant, éventuellement, une circulaire ou en adressant les analyses à l'ensemble des zones de secours lorsqu'elles seront terminées.
04.09 Koen Metsu (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ook ik dank de minister.
Wij zeggen blijkbaar allemaal hetzelfde. Het spreekt voor zich dat zowel onze beroepsbrandweerlui als onze vrijwilligers hun job met hart en ziel doen. Het is voor hen een passie en heel dikwijls ook een roeping. Vaak zit het ook in het bloed. Ik behoor zelf tot de hulpverleningszone Rand met 21 gemeenten. U kent ze zelf ook heel goed. Van de 850 medewerkers zijn daar 800 vrijwilligers. Er heerst een sfeer van onduidelijkheid. U bent bereid om enige verduidelijking te geven. Men heeft zelfs de indruk dat dit het einde betekent van de vrijwillige brandweer. Ik hoor u heel duidelijk zeggen dat dit niet het geval is. U noch wij beogen dit, integendeel. Het systeem zou letterlijk onbetaalbaar worden.
Wij dragen de vrijwilligers een warm hart toe omdat zij figuurlijk onbetaalbaar zijn. Ik heb begrepen dat wij daar volgende week verder over praten. Laat ons verder pleiten voor hun job.
04.10 Paul-Olivier Delannois (PS): Monsieur le ministre, je suis évidemment d'accord avec les propos qui ont été tenus sur l'importance des pompiers volontaires dans l'organisation d'une zone. Vous avez voulu vous montrer rassurant. Mais moi, je ne suis pas du tout rassuré. Chat échaudé craint l'eau froide! Les communes ont déjà été roulées concernant les zones de police. Il nous avait été dit que la fusion n'allait pas coûter un seul franc belge (à l'époque) aux polices. Pour les zones de secours, il nous a toujours été dit que ce serait moitié-moitié. Je peux vous prouver par a + b que ce n'est pas nécessairement le cas.
Mme Cassart posait la question de l'impact financier. Je peux lui dire que pour la zone de Wallonie picarde, qui couvre 19 communes, cela coûterait à mon avis plus ou moins 1,3 million d'euros.
Vous n'avez pas répondu à la question de savoir qui paiera si cet arrêt est d'application dans le futur? Surtout, répondez-moi: "Pas les communes"!
04.11 Franky Demon (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik begrijp dat u zich niet volledig kunt uitspreken. Voor ons is het belangrijk dat wij blijvend appreciatie hebben voor de vrijwillige, maar ook voor de beroepsbrandweer, dat de dienstverlening goed blijft uitgevoerd worden, maar ook dat alles betaalbaar blijft.
Ik denk dat wij mekaar de komende weken dus zullen zien in de commissie en dat wij dan hopelijk meer duidelijkheid kunnen krijgen.
Het incident is gesloten.
- M. Olivier Maingain au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "l'arrestation de personnes en séjour illégal à l'ASBL Globe Aroma" (n° P2639)
- M. Koenraad Degroote au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "l'arrestation de personnes en séjour illégal à l'ASBL Globe Aroma" (n° P2651)
- M. Stefaan Van Hecke au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "l'arrestation de personnes en séjour illégal à l'ASBL Globe Aroma" (n° P2640)
- M. Raoul Hedebouw au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "l'arrestation de personnes en séjour illégal à l'ASBL Globe Aroma" (n° P2641)
- de heer Olivier Maingain aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "de aanhouding van illegalen bij de vzw Globe Aroma" (nr. P2639)
- de heer Koenraad Degroote aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "de aanhouding van illegalen bij de vzw Globe Aroma" (nr. P2651)
- de heer Stefaan Van Hecke aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "de aanhouding van illegalen bij de vzw Globe Aroma" (nr. P2640)
- de heer Raoul Hedebouw aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "de aanhouding van illegalen bij de vzw Globe Aroma" (nr. P2641)
05.01 Olivier Maingain (DéFI): Monsieur le président, monsieur le ministre, une opération des services de police a eu lieu, ce 9 février, dans un centre culturel, dans les locaux de l'association du secteur artistique Globe Aroma. Parmi les personnes présentes en ces lieux, il semblerait que sept personnes étaient sans titre de séjour légal: cinq d'entre elles ont été relâchées après plusieurs heures passées au commissariat, tandis que deux autres auraient été emmenées au Centre fermé 127bis et y seraient encore aujourd'hui. Cette opération de police a été ordonnée par la police fédérale et il semble que la zone de police de Bruxelles-Ixelles ait été invitée à y participer.
Cette opération a soulevé de vives protestations et un certain étonnement. Pourquoi intervenir en ce lieu, même si c'était peut-être pour vérifier l'identité de certaines personnes? Monsieur le ministre, il semble qu'il aurait été déclaré à la directrice de l'association que l'opération était justifiée pour des raisons d'inspection sociale. D'autres sources évoquent plutôt un contrôle dans le cadre du plan BELFI ou du Plan Canal, même si le bourgmestre de la Ville de Bruxelles dénie le fait que cette ASBL soit connue pour tout lien avec le monde du radicalisme, voire de l'islamisme radical.
Dès lors, avant de porter quelque jugement que ce soit, monsieur le ministre, je voudrais comprendre les motivations de cette opération.
Qui l'a ordonnée? Quels services ont-ils été associés, en dehors des services de police fédérale et zonale? Quelle était sa motivation légale? Quel était l'objectif poursuivi? Quel est le sort réservé aux personnes qui ont été arrêtées et qui, à ce jour, n'auraient pas été libérées? Quelle est leur situation sur le plan légal? Quelle conclusion tirez-vous du rapport sollicité par le bourgmestre de la Ville de Bruxelles sur cette opération? Comme je le disais, celui-ci semble contester que la motivation de cette opération soit justifiée notamment par le Plan Canal.
05.02 Koenraad Degroote (N-VA): Mijnheer de minister, ik wil het ook even hebben over de operatie van 9 februari laatstleden, een gecoördineerde actie tussen de lokale politie Brussel, de federale gerechtelijke politie en een aantal andere inspectiediensten. Daarbij zou een aantal illegalen die weigerden het land te verlaten, zijn opgepakt.
Deze zaak geeft weer aanleiding tot commentaar. Er wordt gezegd dat er buitensporig geweld werd gebruikt, dat men zijn boekje te buiten is gegaan en dat bepaalde zaken niet door de beugel kunnen. Het moet mij van het hart dat ik het met dergelijke uitlatingen op voorhand een beetje moeilijk heb, want de jongste tijd gebeurt het heel vaak dat bepaalde zaken worden uitvergroot of bewezen worden geacht, terwijl zij nog niet zijn onderzocht of achteraf zelfs blijkt dat het bewijs niet kan worden geleverd. Denk bijvoorbeeld aan de commissievergadering op 22 december over de folteringen. Achteraf blijkt niets bewezen, maar tijdens die vergadering werden wel straffe verklaringen gedaan.
Ik heb hierover de volgende vragen, mijnheer de minister.
Paste de actie van 9 februari in het Kanaalplan? Werd er proportioneel of disproportioneel geweld gebruikt? Zijn bepaalde diensten hun boekje te buiten gegaan? Werden er illegalen opgepakt die weigerden gevolg te geven aan een bevel om het grondgebied te verlaten?
05.03 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, vrijdag 9 februari, de opening van een tentoonstelling had een mooi moment moeten worden, maar wat gebeurt er? Plots staat de politie aan de deur. Een twintigtal personen valt net op dat mooie moment van de opening van de tentoonstelling binnen, blijkbaar met veel machtsvertoon. Mogelijke redenen die worden aangegeven zijn een controle van de vzw-wetgeving, de sociale inspectie, er is ook sprake van de DVZ. Er is heel veel onduidelijkheid. Viel men misschien binnen in het kader van het Kanaalplan? Het Kanaalplan viseert de georganiseerde economische en financiële criminaliteit, maar op basis daarvan binnenvallen is vreemd.
Voor alle duidelijkheid, verenigingen staan niet boven de wet. Verenigingen moeten ook controles kunnen krijgen: fiscale controle of controle op basis van de vzw-wetgeving. De overheden die financieren voeren ook controles uit bij die verenigingen. Dat is op zich geen probleem, maar de vraag is alleen wat hier nu werkelijk aan de hand is. De organisatie is wel speciaal, want ze werkt met vluchtelingen aan culturele projecten. Er is dus een zekere gevoeligheid met betrekking tot de werking. Er wordt aan de personen die meewerken ook niet gevraagd om hun verblijfsstatus mee te delen.
Ik heb al veel elementen gehoord. De burgemeester van Brussel heeft veel kritiek op de actie. Ik hoor vanmorgen Vlaams minister Sven Gatz in het Vlaams Parlement antwoorden op vragen. Hij zegt: het was geen vraag van de sociale inspectie, niet van de auditeur, het was een initiatief van de lokale politie. Ik hoor mijn collega zeggen: het is een gecoördineerde actie van de federale politie. Vanmorgen hoor ik zeggen: het was op bevel van de procureur-generaal. Iedereen schiet naar iedereen.
Mijnheer de minister, ik wil eindelijk weten wat er eigenlijk is gebeurd.
Wie heeft die opdracht gegeven? Wat was de aanleiding? Was dat in het kader van het Kanaalplan? Was dat in het kader van een gerechtelijk onderzoek? Was dat in het kader van aanwijzingen voor georganiseerde criminaliteit? Welke procedure werd gevoerd? Is er een rechter tussenbeide gekomen?
Ik denk dat het essentieel is dat daarover duidelijke antwoorden komen. Anders kunnen we niet weten wat er precies is gebeurd en of de procedures correct zijn toegepast.
05.04 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Monsieur le ministre de l'Intérieur, nous avons appris avec une grande stupéfaction l'intervention d'une vingtaine d'agents de police dans un centre culturel à Bruxelles, le 9 février. Les récits font froid dans le dos. Une représentation culturelle devait avoir lieu. Les agents de police sont arrivés et ont collé les gens par terre avec une certaine violence verbale et physique. J'espère que vous nous fournirez, dans votre réponse, un peu plus d'informations sur les faits.
Sept personnes ont été arrêtées ce soir-là, dont deux sont toujours aujourd'hui en détention. Il s'agit notamment de Mounir, un militant de la CSC, très actif dans la défense des droits des sans-papiers qui travaillent sur les chantiers. Si vous avez l'occasion de visiter l'exposition de la station de métro Arts-Loi, vous verrez le fameux Mounir en question. Il est présent sur une photo, parce qu'il était à l'époque en train de travailler sur ces chantiers. Il était présent ce soir-là dans le cadre de cette mobilisation.
C'est cela qui fait froid dans le dos, chers collègues. Une fois de plus, ce sont les personnes qui organisent la solidarité qui ont été victimes des visites des agents de police. Comme dans le cadre du débat sur les visites domiciliaires, il s'agit d'une intimidation dirigée contre tous les acteurs culturels et les personnes actives dans les ASBL qui aujourd'hui réalisent un travail d'intégration de ces personnes. Vous montrez ces gens avec votre gros doigt: "Regardez-les! Ils ne s'intègrent pas." Quand une ASBL travaille à organiser cette solidarité, vingt-cinq agents de police débarquent chez elle. C'est vraiment le monde à l'envers!
Qui est responsable de cette opération? Tout le monde se rejette la balle. On ne sait pas. En Belgique, il est apparemment possible de mener une opération de police avec vingt-cinq agents et de ne pas savoir, deux semaines plus tard, qui l'a demandée. A-t-elle eu lieu dans le cadre du plan BELFI, du Plan Canal ou de l'Inspection sociale? A-t-elle eu lieu à la demande du bourgmestre de Bruxelles, du niveau fédéral? On ne le sait toujours pas. C'est de la folie. Je suis vraiment content que le ministre s'apprête à nous répondre et à nous donner les informations, deux semaines après les faits!
Monsieur le ministre, j'ai deux questions à vous poser.
Qui a décidé de cette opération? Que savez-vous des actes de violence perpétrés ce soir-là?
05.05 Jan Jambon, ministre: Monsieur le président, je vous remercie.
Chers collègues, comme vous l'avez mentionné, une action de contrôle BELFI a eu lieu le vendredi 9 février aux environs de 16 h 00 auprès de l'ASBL Globe Aroma, à Bruxelles.
BELFI est un programme multidisciplinaire, impliquant différentes agences, géré par la police judiciaire (DR 5) et qui est placé sous le contrôle du procureur général et de l'auditeur du travail de Bruxelles. Son objectif est de "contrôler les personnes morales qui sont soupçonnées d'implication dans ou de soutien au radicalisme violent ou qui sont soupçonnées d'être infiltrées par des personnes liées au radicalisme violent ou aux phénomènes connexes". Les phénomènes connexes sont ceux liés au commerce illégal de drogue, d'armes ou de faux documents. BELFI existait déjà avant la mise en œuvre du Plan Canal mais fait partie de son volet judiciaire.
Dans le cas de l'ASBL Globe Aroma, la police locale de Bruxelles a elle-même demandé l'action dont question. Je suis formel à cet égard. Dès qu'une partie demande une telle action, l'initiative est prise par la plate-forme qui prépare les actions BELFI et à laquelle participent la police locale, la police fédérale et les services de l'Inspection sociale.
La décision a été prise collégialement. L'action démontre que la culture de collaboration multidisciplinaire entre différents services lors d'actions de contrôle est clairement ancrée dans les mœurs.
De controle daar was gericht op een tiental rechtspersonen, uiteenlopend van aard en juridische vorm. De actie – daarin ben ik formeel – was niet specifiek gericht op mensen zonder papieren, maar naar aanleiding van die controles bij die tien personen en bij Globe Aroma zijn inderdaad wel een aantal mensen zonder papieren of met het bevel om het grondgebied te verlaten aangehouden.
Het tijdstip en de wijze waarop wordt opgetreden, alsook de inzet van politiepersoneel wordt bepaald in het BELFI-platform. Uit de informatie die ik heb gekregen, blijkt dat de actie over het algemeen zonder incidenten is verlopen en dat ook de gecontroleerde personen hun medewerking verleenden aan de actie. Een aantal aanwezigen weigerde de aanmaning van de politiediensten op te volgen, hoewel deze volgens de politie hoffelijk en binnen het wettelijk kader werd geuit. Men heeft dan versterking ingeroepen van politiemensen in uniform. Tot daar de feiten.
Ik meen dat de actie 100 % legitiem is. Wat de wijze betreft waarop de actie door de politiemensen werd uitgevoerd, loopt er op dit moment een onderzoek door het Comité P. Vraag mij nu niet om daarover uitspraken te doen. Ik stel voor dat wij het rapport van het Comité P afwachten en dan de conclusies trekken. De actie is voor mijn part 100 % legitiem en alle procedures werden gevolgd. Voor de uitvoering op het terrein wachten wij het rapport van het Comité P af.
05.06 Olivier Maingain (DéFI): Je remercie le ministre d'avoir apporté un éclairage plus précis sur les conditions de cette intervention qui, en effet, avait suscité plus que des interrogations.
Je prends acte de ce qu'il ne semble pas qu'il y ait eu des arrestations judiciaires à la suite de cette opération, en rapport avec l'objectif poursuivi par les autorités judiciaires. Mais nous ne pouvons pas davantage la commenter, puisque cela relève évidemment du secret des autorités judiciaires.
Dans l'attente d'en connaître peut-être l'issue d'une autre manière, je vous remercie de votre réponse.
05.07 Koenraad Degroote (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw omstandig antwoord.
Ik ben blij met de duidelijkheid die u verschaft hebt en met het feit dat alles legitiem is verlopen. Wij zullen inderdaad het onderzoek van het Comité P afwachten, maar op het eerste gezicht zijn die mensen hun boekje zeker niet te buiten gegaan.
Ik ben het met u eens, mijnheer Van Hecke, als u zegt dat die vzw's zeker niet aan controle mogen ontsnappen. Wij hebben hetzelfde idee daarover. Controle op die vzw's, en zeker op die Brusselse vzw's, is zeker geen overbodige luxe, na wat wij de laatste dagen gehoord en gelezen hebben. Daarom heb ik nog een boodschap voor de collega's van de PS en in het bijzonder voor mevrouw Lalieux, die vermoedelijk al naar het stadhuis in Brussel vertrokken is: de actie van 9 februari is zeker verlopen volgens marktconforme prijzen. Daar kunt u van op aan.
05.08 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik dank u voor de duidelijkheid.
Het gaat hier dus niet over het Kanaalplan. Dat zou ook niet gekund hebben, want de voorwaarden daarvoor zouden niet vervuld zijn. Het gaat over BELFI. De DR5 van de federale politie wordt ingeschakeld wanneer het gaat over vermoedens van radicalisme van mensen of organisaties. Eigenlijk zegt u dat er, volgens de informatie die men gekregen heeft, aanwijzingen waren dat er in die organisatie geradicaliseerden actief zouden zijn of zich daar zouden hebben opgehouden. Dat is een heel zware, indirecte beschuldiging voor die organisatie, niet van u, maar van de diensten die de operatie opgezet hebben. Ik verwijs naar het antwoord van minister Gatz vanmorgen. Hij heeft gezegd dat Globe Aroma volkomen in orde is, wat verantwoording en zo meer betreft, en dat er geen enkele aanwijzing is dat daar iets fout zou zijn gelopen. Toch heeft men die operatie opgezet.
Wij hebben hier ook een mooi stukje van het Belgisch kampioenschap pingpong gezien. Als er gevraagd werd wie verantwoordelijk is en wie het initiatief genomen heeft, dan stuurde men de bal voortdurend naar elkaar toe. Ik noteer dat het initiatief of de vraag blijkbaar uitging van de Brusselse lokale politie. Ik hoop dat zij over voldoende elementen beschikte om die hele actie op poten te zetten, want als achteraf zou blijken dat er niets aan de hand is, dan heeft men zomaar een hele organisatie in een slecht daglicht gesteld.
Ik kijk dus uit naar het rapport en niet alleen om meer te weten te komen over het gedrag van de politie zelf. Ik hoop namelijk ook dat het onderzoek aan het licht zal brengen of er voldoende aanwijzingen en elementen waren om tot die actie over te gaan. Dat is voor mij zeker essentieel.
05.09 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Monsieur le ministre de l'Intérieur, ce sont bien des soupçons d'activité terroriste – autrement dit, des accusations lourdes –, qui ont été invoqués pour justifier la venue de vingt à vingt-cinq agents de police au siège de cette ASBL. J'espère que l'enquête du Comité P permettra d'éclairer cette affaire.
En tout cas, une telle intervention ne se décide pas à la légère. J'espère, monsieur le ministre, qu'on ne peut pas rentrer dans les bureaux de n'importe quel parti d'une façon aussi cavalière. Cette affaire est très inquiétante.
J'espère, dès lors, que les investigations du Comité P permettront de savoir si une telle initiative a été prise à la légère. Si c'est le cas, le risque est de succomber à la stigmatisation de la société civile, aujourd'hui très présente.
Monsieur le ministre, je forme le vœu que la mobilisation se poursuivra et que nous serons nombreux, ce dimanche à 14 h 00 à la Gare du Nord, pour manifester contre cette politique de criminalisation du monde associatif qui organise la solidarité sur le terrain, là où l'État n'est plus présent.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Barbara Pas aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de federale financiering van Oxfam" (nr. P2642)
06 Question de Mme Barbara Pas au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "le financement fédéral d'Oxfam" (n° P2642)
06.01 Barbara Pas (VB): Mijnheer de minister, de voorbije dagen is gebleken dat vele rampgebieden door medewerkers van Oxfam als een grote tippelzone worden beschouwd. De rest van de hulpverleningssector volgt. Vandaag kwam nog aan het licht dat medewerkers van Plan International kinderen misbruikten. Eerder al moesten we vernemen dat er alleen al vorig jaar bij Artsen Zonder Grenzen 24 gevallen van seksueel wangedrag plaatsvonden. Veel mensen durven dergelijk misbruik dan nog niet eens te melden.
Vrouwen en kinderen in nood seksueel misbruiken, laffer bestaat niet, hoewel de reacties bijna even laf waren. Ik heb niet zo veel verontwaardiging gezien, geen collega's die er parlementaire vragen over stellen, laat staan een vraag naar een parlementaire onderzoekscommissie, zoals dat het geval was bij misbruik in de kerk. Er kwam geen hashtag MeToo. Al bij al bleef de aandacht zeer beperkt. Het bleef vooral beperkt tot ontkenning en minimalisering. De directeur van Oxfam, Mark Goldring, beperkte zich tot de uitspraak: we hebben toch geen baby's vermoord. In eigen land waren de reacties al even hallucinant. In Terzake vond een normloze journalist dat die medewerkers toch ook recht hadden op een verzetje. Een al even normloze voorzitter van Oxfam België noemde het seks afdwingen bij vrouwen en zelfs bij kinderen in ruil voor noodhulp details van het verleden. Met andere woorden, zwijg er alstublieft over en blijf vooral storten.
Mijnheer de minister, alles minimaliseren en de problemen wijten aan enkele rotte appels gaat niet meer op, nu intussen is uitgekomen dat al die hulporganisaties al tien jaar op de hoogte waren van de misbruiken. Zij ontvingen verscheidene rapporten die hen daarvoor waarschuwden. Daar is echter niets mee gedaan.
U hebt al een externe audit aangekondigd. Mijn vraag is of daarin onderzocht wordt of Oxfam België op de hoogte was van de schandalen?
Er is dit jaar 7,4 miljoen euro aan federaal belastinggeld bestemd voor Oxfam. Zult u de financiering opschorten tot er volledige klaarheid is?
In het dossier van Oxfam-medewerker en recidivist Roland Van Hauwermeiren kwamen ook financiële onrechtmatigheden aan het licht. Mijnheer de minister, vindt u het geen goede gelegenheid om de besteding van de middelen door de hulporganisaties te controleren?
06.02 Minister Alexander De Croo: Mevrouw Pas, dank u voor de vraag.
Het wangedrag van de medewerkers van Oxfam UK is absoluut degoutant en verwerpelijk. Daarmee herhaal ik mijn reactie van twee weken geleden toen de feiten aan het licht kwamen. Het gaat over seksueel misbruik van de meest kwetsbaren, meisjes en vrouwen die in een humanitaire catastrofe op zoek zijn naar voeding en bescherming, wat bovendien gepaard gaat met misbruik van een gezagsrelatie en van een hulpsituatie.
De feiten werden gepleegd door een landgenoot die in dienst was van Oxfam UK in Haïti. Ik heb laten nagaan of er een link is met het Belgische beleid. Oxfam UK is geen partnerorganisatie van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. Oxfam Solidariteit, Oxfam Wereldwinkels en Oxfam Magasins du Monde zijn dat wel. Ik heb aangekondigd een audit te laten uitvoeren inzake hun procedures met betrekking tot integriteit. Zij waren trouwens vragende partij om die audit te laten uitvoeren. Die organisaties moeten beseffen dat zij boven elke verdenking moeten staan en dat, als er disfunctionaliteiten zijn, dat absoluut niet zonder consequenties kan blijven.
Trouwens, anderhalf jaar geleden heb ik in tempore non suspecto de integriteitsverplichting ten opzichte van ngo's strenger gemaakt. Ik heb gevraagd dat ngo's een ethische code naleven. Ik ga ervan uit dat de ngo's die mede het Belgische beleid uitvoeren, dat ook doen. Wie dat niet doet, moet begrijpen dat men geen deel uitmaakt van het Belgische beleid. Ik heb de voorbije jaren ongeveer 20 ngo's die het Belgisch beleid uitvoeren, geschrapt vanwege een te gebrekkige capaciteit om te kunnen omgaan met overheidsmiddelen. In elke organisatie kunnen er rotte appels zijn.
Daarmee is de kous niet af. Een ethische code, transparantie over eventuele fouten, een intern sanctiemechanisme, de indiening van een klacht bij strafbare feiten, dat is het minimum wat ik verwacht van elke organisatie die werkt met Belgisch overheidsgeld. In het Engels is er het gezegde Sunshine is the best disinfectant. Daar ben ik het absoluut mee eens. Wanneer men werkt met overheidsmiddelen, moet men transparant zijn. Er kunnen af en toe fouten gebeuren, maar het soort toedekoperaties dat we in het Verenigd Koninkrijk hebben gezien, aanvaard ik nooit voor ons land.
06.03 Barbara Pas (VB): Mijnheer de minister, dank u voor uw antwoord.
Ik noteer dat u geen verdere stappen onderneemt om de besteding van middelen door hulporganisaties meer te controleren.
U hebt het over rotte appels. U zegt dat het individuele personen zijn die zich schuldig maken aan wangedrag. Dat kan men inderdaad geen hele organisatie kwalijk nemen. Maar men kan, men moet het een organisatie kwalijk nemen als zij dat gedrag niet controleert bij de eigen vereniging, als zij geen maatregelen neemt om dat wangedrag in de toekomst te vermijden en als zij het jarenlang in de doofpot steekt, omdat de reputatie van de vereniging belangrijker wordt gevonden dan de bescherming van de slachtoffers.
U hebt niet geantwoord op mijn vraag of de centen zullen blijven vloeien. Ik ga ervan uit dat dit het geval is. Het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland hebben in mijn ogen de enige juiste beslissing genomen, namelijk de volledige opschorting van de subsidies van Oxfam. U wacht blijkbaar uw eigen externe audit niet af. U wacht de klaarheid niet af. Ik noteer dat de regering meteen de volgende schijf belastinggeld aan Oxfam doorstort.
Het incident is gesloten.
- M. Georges Dallemagne au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et européennes, chargé de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, sur "le massacre à la Ghouta et l'incursion turque en Syrie" (n° P2643)
- M. Richard Miller au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et européennes, chargé de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, sur "le massacre à la Ghouta et l'incursion turque en Syrie" (n° P2644)
- M. Vincent Van Peteghem au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et européennes, chargé de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, sur "le massacre à la Ghouta et l'incursion turque en Syrie" (n° P2645)
- de heer Georges Dallemagne aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, over "het bloedbad in Ghouta en de Turkse invasie in Syrië" (nr. P2643)
- de heer Richard Miller aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, over "het bloedbad in Ghouta en de Turkse invasie in Syrië" (nr. P2644)
- de heer Vincent Van Peteghem aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, over "het bloedbad in Ghouta en de Turkse invasie in Syrië" (nr. P2645)
07.01 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, l'UNICEF disait qu'il n'y avait pas de mot pour qualifier la situation dans la Ghouta, située à l'est de Damas. Pourtant, il faut bien essayer de qualifier ce qui se passe là-bas. Ce n'est pas une guerre. Ce sont des massacres. C'est une boucherie. En fait, c'est du terrorisme puisqu'il s'agit pour les avions de Bachar el-Assad, mais aussi de Poutine, de bombarder spécifiquement des écoles, des hôpitaux, des civils.
Pendant ce temps, nous ne faisons rien. Nous publions un communiqué dans lequel nous nous disons préoccupés, comme si Poutine, comme si el-Assad allaient se soucier de nos préoccupations. Au même moment, la Turquie, l'un de nos alliés au sein de l'Alliance atlantique, décide d'envahir la Syrie, de passer la frontière, et ce, une nouvelle fois, avec le feu vert de Poutine.
Et que faites-vous, monsieur le ministre des Affaires étrangères? Vous appelez à la "retenue". C'est le qualificatif que vous avez utilisé. Alors qu'un pays viole le droit international, envahit un pays, crée un nouveau front dans cette guerre interminable, vous appelez à la retenue!
Monsieur le ministre des Affaires étrangères, je vous demande de me dire ce que vous allez, enfin, essayer de faire pour qu'on arrête ce bain de sang. Je vous vois sourire!
Si les chiffres ont une nouvelle fois été minimisés en Belgique – dans votre communiqué, vous parlez de plusieurs dizaines de morts depuis l'offensive de Bachar el-Assad, – votre homologue, M. Le Driant, parle, quant à lui, de 100 morts par jour. C'est beaucoup plus, monsieur le ministre des Affaires étrangères!
Je vous demande, aujourd'hui, ce que nous allons faire, nous, en Europe, pour que notre dignité, pour que la vie des Syriens soient préservées, pour que cette guerre, pour que cette agonie interminable s'arrêtent enfin. Qu'allez-vous faire pour que nous puissions, finalement, peser dans ce conflit, pour que nous arrêtions de laisser faire les hordes de Bachar el-Assad, que nous arrêtions de laisser faire la Russie, notre nouveau partenaire – tel est le qualificatif utilisé par notre premier ministre lorsqu'il est allé en Russie en demandant que l'on arrête d'ostraciser M. Poutine –, que nous arrêtions de laisser faire M. Poutine en Syrie et que nous arrêtions de laisser faire la Turquie dans l'enclave d'Afrine?
07.02 Richard Miller (MR): Monsieur le ministre des Affaires étrangères, ce qui se passe actuellement en Syrie, et plus précisément dans la région de la Ghouta, à l'est de Damas, région désignée par les autorités officielles syriennes, est un véritable acte de barbarie qui ne répond à aucune raison, aucun motif stratégique. Comme mon collègue M. Dallemagne l'a dit, c'est un bombardement de la population par des avions de Bachar el-Assad, avec également une intervention russe. Cette situation, qui est un véritable abus de puissance militaire, suscite une interrogation sur l'utilité de la diplomatie dans le conflit syrien.
Monsieur le ministre, selon vous, quelles sont les démarches utiles à entreprendre pour obtenir une cessation des hostilités dans la Ghouta? Comment abordez-vous cette situation? Quelle est votre analyse sur ce qu'il est possible de faire du point de vue diplomatique? Faut-il adopter une nouvelle résolution du Conseil de sécurité, qui établirait une trêve humanitaire afin de permettre l'évacuation des personnes? Est-ce possible?
Comment impliquer les différentes forces militaires en présence, à travers un mécanisme de surveillance efficace? Au sein du processus diplomatique initié dans le cadre de la résolution 2254 du Conseil de sécurité, identifiez-vous des éléments nouveaux qui permettraient de débloquer le processus?
Enfin, au point de vue humanitaire, parvenons-nous à aider les civils syriens sur place? Le faisons-nous directement ou à travers l'aide humanitaire de l'Union européenne?
J'aimerais vous entendre sur ces différentes questions, monsieur le ministre des Affaires étrangères, tout en sachant l'intérêt et l'attention que vous portez à ce dossier extrêmement important.
07.03 Vincent Van Peteghem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het geweld in Syrië escaleert.
De gebieden van Oost-Ghouta en Idlib worden getroffen door het geweld van Assads leger. In Afrin wordt de voornamelijk Koerdische bevolking geconfronteerd met een Turkse militaire operatie. De Syrische revolutie, die ook een streven was naar meer vrijheid, is ontaard in een burgeroorlog. Het land is volledig gedestabiliseerd, niet alleen militair, maar ook humanitair. Het internationaal en humanitair recht worden consequent geschonden. De afgelopen weken vielen er honderden slachtoffers, waaronder veel kinderen en vrouwen. Ziekenhuizen worden vernietigd. In Idlib alleen zijn de afgelopen weken meer dan 300 000 mensen op de vlucht geslagen. De humanitaire situatie is schrijnend.
Er heerst dan ook een gevoel van hulpeloosheid en machteloosheid, ook bij de internationale gemeenschap. Wij kunnen de burgers, die het slachtoffer zijn van al wat daar aan het gebeuren is, natuurlijk niet aan hun lot overlaten. Het is onze plicht als internationale gemeenschap om deze burgers te beschermen en te zoeken naar een politieke en humanitaire oplossing.
Ik heb twee vragen.
Ten eerste, wat betreft de humanitaire situatie. De VN noemt de situatie in Syrië de hel op aarde. Burgers zitten vast en zijn aan het wachten op hulp. Wij moeten dan ook zo snel mogelijk humanitaire hulp kunnen bieden aan die burgers. Mensen moeten kunnen worden gerepatrieerd. Hoe gaan wij daarvoor zorgen? Is er al enig zicht op een oplossing?
Ten tweede, wij moeten ook nadenken over een duurzame oplossing voor dit conflict. Wij moeten een verdere destabilisatie van de regio koste wat kost vermijden. Wij hebben immers duidelijk gemerkt dat militaire acties geen oplossing bieden. Wat kan Europa nog doen? Hoe gaan wij dat politiek proces in de VN versterken? Hoe gaan wij ervoor zorgen dat er na zeven jaar eindelijk een oplossing komt voor Syrië?
07.04 Didier Reynders, ministre: Chers collègues, nous assistons aujourd'hui à une dégradation catastrophique de la situation, avec la barbarie qui est à l'œuvre dans plusieurs régions de Syrie.
Er vonden de voorbije dagen barbaarse daden plaats in Idlib en elders. En inderdaad, ook bij de Turkse aanval in de regio van Afrin, alsook op andere plaatsen, is dit het geval.
Dans la Ghouta orientale, il y a un grand nombre de morts, des personnes prises au piège et des centaines de milliers de personnes qui sont obligées de se déplacer – si elles le peuvent – ou de vivre sous les bombardements.
Je vais être très clair sur ce que nous faisons. Nous n'avons pas attendu l'une ou l'autre question au parlement pour tenter d'agir et je remercie d'ailleurs les parlementaires qui ont souhaité aller dans le même sens.
Nous travaillons sur trois éléments.
Ten eerste, het is misschien een beetje raar om te zeggen in de huidige omstandigheden, maar wij proberen om een aantal bewijzen te verzamelen in verband met de zeer zware feiten op het veld.
Il y a un mécanisme international, que la Belgique contribue à financer, qui tente de recueillir un certain nombre de preuves de crimes de guerre, de faits qui ne peuvent rester impunis. C'est la première chose qu'on peut faire sur le terrain.
La deuxième est de travailler à une résolution du Conseil de sécurité des Nations Unies et tenter d'arriver à la fois au cessez-le-feu et à l'aide humanitaire.
Ces quinze derniers jours, j'ai eu l'occasion de rencontrer à Bruxelles le représentant de l'opposition, M. Al-Hariri, et Staffan de Mistura, l'envoyé spécial du Secrétaire général des Nations Unies, pour préparer un certain nombre de démarches. Au début de la semaine dernière, j'étais à Moscou où j'ai rencontré mon homologue, Sergueï Lavrov, avec une démarche très claire sur la demande d'un arrêt des bombardements, d'un cessez-le-feu et d'un accès humanitaire. À la fin de la semaine dernière, nous nous sommes réunis avec mes collègues des Affaires étrangères au Gymnich – réunion informelle des Affaires étrangères – à Sofia. À cette occasion, nous avons non seulement redemandé un cessez-le-feu et un accès humanitaire immédiat mais j'ai aussi eu l'occasion d'interpeller directement mon collègue turc des Affaires européennes pour lui dire que la situation dans la région d'Afrin était inacceptable.
Wij zullen verdergaan met onze reactie tegen de verschillende actoren, zijnde Rusland, Syrië maar ook Turkije, die tot zo'n bijzonder zware situatie op het veld willen komen.
Ce matin, je suis rentré de New York où j'ai rencontré la représentante permanente américaine, Nikki Haley, et des représentants permanents des pays européens qui siègent pour l'instant au Conseil de sécurité pour essayer de voir comment renforcer cette démarche en vue d'y obtenir une résolution. Il y a un blocage au sein du Conseil de sécurité et nous faisons tout pour tenter de le lever. Mon collègue français ira à nouveau à Téhéran et à Moscou pour plaider dans le même sens.
En ce qui concerne l'accès humanitaire, j'ai travaillé hier avec Peter Maurer, président de la Croix-Rouge internationale, qui est dans la même situation que nous. Il souhaiterait avoir un accès dans ces zones qui sont bombardées pour l'instant.
La démarche est donc d'aller vers une résolution du Conseil de sécurité. Des réunions sont encore programmées maintenant.
Enfin, il n'y aura de solution – même après un cessez-le-feu et un accès humanitaire – qu'à travers une démarche politique.
Mijnheer Van Peteghem, er moeten inderdaad nieuwe onderhandelingen worden gevoerd in Genève. Ik heb dat ook gezegd aan Staffan de Mistura. Wij werken daaraan. Wat men daar moet doen is zorgen voor verdeling van de macht.
C'est exclusivement en partageant le pouvoir à travers les différents acteurs de la Syrie que l'on pourra organiser une paix durable. C'est la seule façon d'agir.
Je voudrais dès lors vous dire que le gouvernement belge, la diplomatie belge et moi-même, monsieur Dallemagne, nous ne ménageons pas nos peines, jour après jour. Je viens de passer quinze jours à Moscou, à New York, à Sofia, à Bruxelles pour plaider sur ce point. Vous disiez tout à l'heure "vous souriez", c'est parce que c'est un peu fatigant de ne pas sentir un soutien plus fort quand des gens meurent pour l'instant en Syrie et que nous faisons tout pour obtenir une résolution du Conseil de sécurité!
(Applaudissements sur les
bancs du MR)
07.05 Georges Dallemagne (cdH): Je serais gêné de vos applaudissements! Je serais gêné de l'attitude de la Belgique sur le plan diplomatique.
Le ministre des Affaires étrangères nous dit que la situation à Afrin n'est pas acceptable. Mais ce n'est pas la situation à Afrin qui n'est pas acceptable, c'est l'envahissement par la Turquie d'un pays voisin! C'est cela qui est inacceptable et c'est cela que vous n'avez pas dit. C'est une violation du droit international – et vous ne l'avez toujours pas dit – de la part d'un allié de l'OTAN qui met en danger cette même organisation. C'est cela qui est inacceptable et c'est cela que le ministre des Affaires étrangères n'a pas dit. Il laisse faire, ne convoque pas l'ambassadeur de Turquie, ni de Russie.
Notre premier ministre considère que Poutine est un partenaire – qui est ostracisé – alors que nous savons que c'est aujourd'hui l'homme le plus dangereux du monde. Il a déstabilisé l'Europe, le Proche-Orient, les États-Unis d'Amérique. Et vous considérez qu'il ne faut pas l'ostraciser! C'est cela notre diplomatie, c'est ce que vous applaudissez sur les bancs du MR? Je ne serais pas fier.
Nous attendons que vous convoquiez l'ambassadeur de Turquie et l'ambassadeur de Russie, que vous mettiez à la porte le chargé d'affaires syrien qui est encore sur notre territoire, que vous fassiez en sorte qu'il y ait une no-fly zone dans le nord de la Syrie, que les hélicoptères de Bachar el-Assad arrêtent de bombarder les hôpitaux avec leurs barils de poudre et d'explosifs. Voilà ce qu'il faut faire!
07.06 Richard Miller (MR): Monsieur le ministre, je serai moins énervé que l'orateur précédent.
J'ai écouté très attentivement l'ensemble des réponses que vous avez apportées aux questions légitimes qui ont été posées. Je constate qu'une action est menée depuis plusieurs semaines à différents niveaux et au sein de différentes instances, à Sofia, à New York, à Moscou ou à Bruxelles.
Au niveau de notre groupe, monsieur Dallemagne, nous n'avons pas de leçons à recevoir quant au fait que nous avons une totale confiance dans l'action diplomatique qui est menée par notre ministre des Affaires étrangères, que ce soit en essayant d'établir une relation avec les Russes, en plaidant pour une résolution au niveau de l'ONU ou en essayant de faire bouger l'Europe, y compris sur le plan humanitaire.
07.07 Vincent Van Peteghem (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Het is duidelijk dat wij in eerste instantie de Syrische burgers moeten beschermen. Dat is onze eerste taak. Wij moeten zoeken naar een humanitaire oplossing in Syrië.
Ik hoorde u zeggen dat daar barbaarse daden plaatsvinden en dat zulks onaanvaardbaar is. Wat ginds gebeurt moeten wij inderdaad veroordelen. Het geweld dat daar plaatsvindt, kunnen wij niet accepteren. Wij moeten echter ook durven nadenken over de rol die wij er zullen spelen. Voor een groot deel van Syrië is het al lang geen burgeroorlog meer. Er zijn daar zoveel internationale machten, zoals de Verenigde Staten, Rusland, Iran en Turkije, die proberen op het Syrische grondgebied aanwezig te zijn, met alle gevolgen van dien. Wij moeten dus nadenken over en zoeken naar een duurzame oplossing voor Syrië en dat moet op Europees niveau gebeuren. Wij moeten zowel op humanitair als op politiek vlak naar een oplossing zoeken.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Karin Jiroflée aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de sterke stijging van de ereloonsupplementen" (nr. P2646)
08 Question de Mme Karin Jiroflée à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la forte hausse des suppléments d'honoraires" (n° P2646)
08.01 Karin Jiroflée (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, deze week vlogen de supplementen ons om de oren. Eerst waren er de berichten over UZ Leuven waar, als wij alles mogen geloven, de kwaliteit van de zorgverlening kan afhangen van de soort kamer die de patiënt kiest. Daarna berekende het InterMutualistisch Agentschap dat de ereloonsupplementen in de jongste tien jaar bijna verdubbeld zijn, terwijl in diezelfde periode het overigens verboden werd om supplementen aan te rekenen in een meerpersoonskamer. Sommige patiënten betalen meer dan 30 000 euro extra en de trofee werd gewonnen door iemand die 54 000 euro extra betaalde. We kunnen dat bijna niet geloven. Ik hoop nog altijd dat die gevallen grote uitzonderingen zijn. Vandaag blijkt dat de gynaecologen de grote slokop zijn, met 1 000 euro extra per bevalling.
Mevrouw de minister, dat artsen meer krijgen voor een behandeling omdat hun patiënten in deze of gene kamer liggen, moet nu toch echt uit de tijd zijn. Dat is klassengeneeskunde. U hebt in dat verband terecht bepaalde praktijken veroordeeld; met uw veroordeling ben ik het helemaal eens. Alleen, mevrouw de minister, in uw geval is veroordelen niet genoeg. U moet er ook iets aan doen. Een deel van die supplementen vloeit naar de ziekenhuizen, maar wij hebben niet eens een zicht op de concrete bedragen. Voor de financiering van de ziekenhuizen bent u verantwoordelijk.
Mevrouw de minister, heel concreet wil ik u vragen wanneer u eindelijk werk maakt van de beloofde hervorming van de ziekenhuisfinanciering? Wanneer knipt u eindelijk de link door tussen de supplementen en de ziekenhuisfinanciering? Alleen door die link door te knippen, zo ben ik ervan overtuigd, kunnen wij uiteindelijk die schandalige ereloonsupplementen afschaffen.
08.02 Minister Maggie De Block: Mevrouw Jiroflée, alle patiënten, zonder onderscheid, hebben recht op de beste zorg, en daar moeten wij allemaal ons steentje toe bijdragen. De problematiek van de ereloonsupplementen sleept inderdaad al meer dan 10 jaar aan. Sinds het begin van de legislatuur werk ik daaraan, onder meer door een verbod op supplementen in twee- en meerpersoonskamers in daghospitalisatie.
Ik heb artsen en ziekenfondsen aangemoedigd om in het recente Medicomut-akkoord een aantal pistes te formuleren die in concrete maatregelen kunnen uitmonden.
Concreet zijn dat de volgende pistes.
Ten eerste, meer transparantie voor de patiënten door een voorafgaande kostenraming vanaf 1 januari 2019 zodat de patiënt weet wat hij/zij zal moeten betalen voor een geplande ingreep. Voor ereloonsupplementen zal ook een maximumbedrag worden opgenomen. De kostenraming zal gelden als een wederzijdse verbintenis en is dus een juridisch afdwingbaar contract. Op de factuur zal ook worden gepreciseerd welk deel van wat de patiënt betaalt voor het ziekenhuis is en welk deel voor de arts zelf is.
Ten tweede, bij bepaalde bijzondere situaties zoals transplantaties, kankergevallen of kinderen met zware ziekten, zal er ook een geplafonneerde maximumprijs zijn. Over deze punten zijn de artsen en ziekenfondsen momenteel in gesprek.
Aan de FOD Volksgezondheid en het RIZIV heb ik gevraagd om een overleg te organiseren en een standstill te onderhandelen. Een voorstel zal worden geformuleerd tegen 30 juni 2018.
U vraagt wanneer de ziekenhuisfinanciering er komt. Wat betreft de laagvariabele zorg, zal de eerste stap in de tweede helft van dit jaar worden gezet. Dat is zo gepland en de voorbereidingen in de administraties daarvoor zijn volop bezig, maar ook in de ziekenhuizen waar ook aanpassingen moeten gebeuren.
Mevrouw Jiroflée, ik pak de supplementen dus echt wel aan. Ook patiënten die in de toekomst zelf voor een eenpersoonskamer kiezen, zullen echt wel weten hoeveel zijn aan supplementen betalen en welk bedrag daarvan naar het ziekenhuis gaat en welk bedrag naar de arts zelf gaat.
08.03 Karin Jiroflée (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik erken dat u een aantal zaken hebt gedaan. Alleen die ultieme hervorming schijnt u elke keer voor u uit te schuiven. Alleen door de link tussen de ziekenhuisfinanciering en de ereloonsupplementen door te knippen, zullen wij echt kunnen komen tot een afschaffing van die supplementen. Sp.a is daar vast van overtuigd. Maar die stap schuift u steeds maar voor u uit. Voor onze fractie moet gezondheidszorg betaalbaar én kwaliteitsvol zijn voor iedereen. Wij zijn daarvan al heel lang overtuigd.
Ik hoop dat u daarvan werk zult maken in de toekomst en dat ultieme werk niet langer voor u uit zult schuiven en daarin met vaste hand zult ingrijpen.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Wouter Raskin aan de staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "de schijnzelfstandigheid bij Brusselse vzw's" (nr. P2650)
09 Question de M. Wouter Raskin au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale, à la Protection de la vie privée et à la Mer du Nord, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "l'emploi de faux indépendants dans des ASBL bruxelloises" (n° P2650)
09.01 Wouter Raskin (N-VA): Mevrouw de minister, something is rotten in the state of Brussels, dat is de reden waarom ik hier vandaag voor u sta.
Voor ik mijn concrete vraag stel, wil ik mij eerst verontschuldigen. Voor u staat namelijk een eenvoudige en gewone man. Dat was alvast mijn snelle conclusie, nadat ik afgelopen maandag de bevoegde schepen van de stad Brussel – ik zie haar niet meer in de zaal – in Terzake hoorde zeggen dat de zaak-GIAL strikt juridisch geen probleem vormt en dat de bedragen die circuleren, marktconform zijn. Dat de gewone man dat wellicht niet begrijpt, so be it, leek het wel. Wel, hier staat de gewone man, mevrouw de minister. Ik begrijp dat niet, ik weiger dat te begrijpen en ik spreek in naam van heel mijn fractie.
Als wij zien dat een bestuurder van een niet onbelangrijke stad, die de publieke zaak moet dienen, toelaat dat een directeur boven op zijn wedde als directeur, als een soort consultant tot 1 000 euro per dag extra factureert, en dat gedurende 18 jaar, dan begrijpen wij dat niet. Achttien jaar lang, men kan dat bijna niet bevatten.
Mevrouw de minister, ten eerste, bent u bereid om in navolging van uw collega Van Overtveldt, die onmiddellijk de hand aan de ploeg sloeg en zijn diensten de opdracht gaf een onderzoek te starten naar het fiscale deel, een onderzoek te voeren naar het sociale deel in het dossier?
Ten tweede, enkele maanden geleden was er Samusocial, gisteren was er GIAL, vandaag staat in De Tijd een stukje over de vennootschap Brinfin, ik had er nooit van gehoord. What's next, collega's? Wat zal er volgen? Ik ben ervan overtuigd dat het hierbij niet zal blijven, mevrouw de minister. Bent u bereid om proactief alle vennootschappen en alle vzw's gelinkt aan de stad Brussel, te onderzoeken op sociale fraude?
09.02 Minister Maggie De Block: Collega Raskin, u zei het reeds, de gewone man begrijpt dat niet. Hoe dan ook moeten de regels in het kader van de sociale zekerheid correct worden nageleefd, omdat wij alleen op die manier de achterliggende solidariteit kunnen onderhouden. Hier ontduikt men eigenlijk de bijdrage aan de sociale zekerheid. Het is erg te moeten vaststellen dat dit sommige zelfverklaarde herauten van de solidariteit in herinnering gebracht moet worden.
Het gekozen statuut mag niet strijdig zijn met de socialezekerheidswetgeving. Wanneer de partijen hun onderlinge relatie formeel als zelfstandigen organiseren, terwijl uit de feiten blijkt dat iemand elke dag in dezelfde onderneming dezelfde functie vervult en aan dezelfde ploeg leiding geeft, dan klopt dat niet en is er misschien sprake van schijnzelfstandigheid. Dan is het natuurlijk nodig dat er een onderzoek door de inspectiediensten van de RSZ plaatsvindt.
Ik herinner u eraan dat Philippe De Backer en ik de voorbije maanden al een aantal onderzoeken organiseerden bij vzw's in Brussel, in Charleroi, in Antwerpen, in Luik en andere grote steden, in het kader van het Grootstedenplan. In sommige steden zijn er enorm veel vzw's. Nu komen die één voor één als bubbels aan het oppervlak. Zij zullen dan ook één voor één onderzocht worden. Er zal geruimd worden, wanneer wij het onderkruipen van onze sociale zekerheid vaststellen. Dat zijn wij aan onszelf verplicht.
09.03 Wouter Raskin (N-VA): Mevrouw de minister, ik kan hier weinig op repliceren. Ik volg u helemaal. Het klopt dat uw collega De Backer al een hele tijd bezig is met goed werk. In de commissie spreek ik mijn steun daarvoor regelmatig uit.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om te verwijzen naar actie 19 van zijn actieplan tegen sociale fraude van dit jaar, waarbij de RSZ inderdaad naast de acties van het Grootstedenplan 15 publieke werkgevers zal doorlichten. Voor mij mogen dat er meer zijn.
Als u niet weet, waar u moet beginnen, heb ik een tip voor u, mevrouw de minister. Ik citeer wat mijn goede collega zei bij de start van de vragenronde: C'est l'heure de la vérité.
L'incident est clos.
- de heer Raoul Hedebouw aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "de Pano-reportage over de NMBS" (nr. P2647)
- mevrouw Nele Lijnen aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "de Pano-reportage over de NMBS" (nr. P2648)
- M. Raoul Hedebouw au ministre de la Mobilité, chargé de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de fer Belges, sur "le reportage du magazine Pano sur la SNCB" (n° P2647)
- Mme Nele Lijnen au ministre de la Mobilité, chargé de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de fer Belges, sur "le reportage du magazine Pano sur la SNCB" (n° P2648)
10.01 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, hebt u gisteren de Pano-reportage kunnen bekijken?
10.02 Minister François Bellot:
Ja.
10.03 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Ze was indrukwekkend, wat een situatieschets van ons openbaarvervoerbedrijf.
Collega's, werknemers vertelden in de reportage, ten eerste, dat zij, in tegenstelling tot wat wij mogen doen, gewoon niet mogen spreken over de realiteit die zij binnen het bedrijf meemaken. Vandaag, in 2018, kan het in België nog dat werknemers een verbod krijgen om aan de buitenwereld en aan de pers uit te leggen hoe de situatie binnen de NMBS is. Zij hebben het over een angstcultuur in het bedrijf. Het zijn zij, de werknemers, de treinbegeleiders en de treinbestuurders, zij die alle dagen werken om ons naar het werk te brengen, die spreken van een angstcultuur en een sanctiecultuur. Zij geven ook aan dat zij dat niet naar buiten mogen brengen.
Mijnheer de eerste minister, mijn eerste vraag gaat daarover. Acht u die situatie normaal? Zou u in uw hoedanigheid van minister niet duidelijk moeten maken dat de betrokken werknemers vandaag het recht hebben om te spreken en de pers te vertellen hoe het er vandaag bij de NMBS aan toegaat?
Ten tweede, mijnheer de minister, er zijn in de Pano-reportage vele getuigenissen naar voren geschoven over de gevolgen van de splitsing van de spoorwegmaatschappij in Infrabel, enerzijds, en de NMBS, anderzijds. Werknemers binnen het NMBS-bedrijf leggen uit dat zij in het verleden misschien een half uur moesten wachten voor een rood sein, terwijl dat nu twee à drie uur duurt. Zij leggen ons uit hoeveel directeurs er zijn.
À voir ce reportage, il y a presque plus de chefs que d'Indiens dans cette entreprise!
Zij legden ons uit hoe het komt dat de splitsing van het bedrijf weer eens een verdubbeling van het omkaderend personeel met zich meegebracht heeft. Er ging veel levendigheid van die mensen uit, maar men voelt dat zij in het bedrijf weinig respect krijgen voor het werk dat zij verrichten. Ik meen dus dat er echt moet worden opgetreden, mijnheer de minister.
Ik heb twee vragen.
Ten eerste, vindt u niet dat die mensen spreekrecht moeten krijgen?
Ten tweede, is het geen heel slecht idee geweest om het bedrijf te splitsen? Is het geen tijd om opnieuw een eengemaakte NMBS te vormen?
10.04 Nele Lijnen (Open Vld): Mijnheer de minister, de reportage van gisteren was ontluisterend.
Ik kreeg nochtans een déjà vu. Op 18 oktober 2017 schreef en vertelde mevrouw Dutordoir, de CEO, eigenlijk het scenario van de Pano-reportage. Voor ons was dat geen geheim. De militaire structuur en de sancties, de personeelsleden – of moeten wij de nummers zeggen, zoals in de strafkampen – die anoniem moesten getuigen uit angst voor represailles, het hopeloos achterhaald informaticasysteem en de administratieve overlast, waren eigenlijk geen nieuws. Goddank heeft men ondertussen het carbonpapier afgeschaft.
In 2018 blijkt de NMBS een oud staatsbedrijf, uit de vorige eeuw. De wantoestanden, het waterhoofd en de misinvesteringen zijn geen nieuws, maar blijven wel ontluisterend, mijnheer de minister. Zal de NMBS performant worden, of zal zij de boot missen in de straks geliberaliseerde markt?
De NMBS moet de klant centraal stellen, met de finesse van een Italiaanse delicatessenwinkel. Dat is belangrijk. Het is een opdracht voor de CEO, mevrouw Dutordoir, die, gelukkig maar, de anonieme getuigen in bescherming neemt. Dat is een heel belangrijk signaal, want vandaag staat de CEO aan de zijde van de werknemers, van het personeel. Dat lijkt niet alleen zo, het is ook zo op het terrein. Zij zet stappen op het terrein. Ze heeft ons dat beloofd in oktober 2017. Vandaag heeft ze al heel veel stappen gezet om dat waterhoofd weg te werken. Toch gaat het niet snel genoeg. Toch kunnen wij de tanker niet snel genoeg keren.
Mijnheer de minister, wat wij kunnen wij doen om de CEO, die aan de zijde van het personeel staat, te ondersteunen, zodat de Pano-reportage definitief naar het archief kan, samen met het carbonpapier en de stoomtreinen?
10.05 Minister François Bellot: Mijnheer de voorzitter, ik wil eerst en vooral benadrukken dat het spoorwegpersoneel ons diepste respect verdient. Er wordt dagelijks gewerkt aan een kwaliteitsvolle dienstverlening voor de reizigers.
A-t-on appris quelque chose de neuf hier par cette émission? Les observateurs avertis disent: "Absolument, non! Cette situation, on la connaît depuis très longtemps."
Het regeerakkoord en de door de regering ontwikkelde visie op de spoorwegen zijn duidelijk. Wij willen een modern spoorbedrijf dat de klant en diens veiligheid en comfort als prioriteit centraal stelt.
Il est midi moins cinq pour cela! Pourquoi? Parce qu'en 2023, c'est l'ouverture du marché et cette entreprise doit rattraper un retard de modernisation. Le souhait, la volonté, c'est d'y arriver d'ici 2023.
Onmiddellijk na mijn aantreden heb ik in mijn beleidsnota beide ondernemingen gevraagd hun beleid te moderniseren met een klantgerichte strategische visie die onder andere socio-economische efficiëntieprojecten beheert, een sneller rendement op investeringen en een ruimere motivatie van hun menselijk kapitaal beoogt. Dit zijn blijvende aandachtspunten.
Ik ben ervan overtuigd dat een verdere modernisering en digitalisering, en het verhogen van de productiviteit niet alleen de wens is van de regering. Alle Belgen, treinreizigers of niet, steunen dit voornemen.
De regering gaat dan ook verder op het ingeslagen pad om onze spoorbedrijven voor te bereiden op de komende opening van de markt. Net omdat wij de NMBS zo belangrijk vinden, gaan wij ons allemaal verder inzetten om van de toekomst een succes te maken en te zorgen dat de NMBS ook in een vrije Europese spoormarkt elke dag opnieuw een stipte, comfortabele en veilige treinoperator kan zijn en blijven. Het zijn niet de recepten van het verleden die dit mogelijk zullen maken.
10.06 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u moet toch ook aandachtig luisteren naar wat er in de Pano-reportage werd gezegd.
Natuurlijk zijn er heel veel problemen van het verleden. Het is een feit dat veel partijen in het verleden heel lang deel hebben uitgemaakt van de regering, dus zij zullen hun eigen verantwoordelijkheid daarvoor wel kennen. De NMBS-werknemers zeggen echter vooral dat heel recente beslissingen, zoals de splitsing van het bedrijf in 2005, voor grote problemen zorgen. Zij leggen ons uit dat die splitsing ervoor zorgde dat zij twee chefs hebben en dat zij voor de coördinatie in geval van een rood licht de ronde van België moeten doen om te weten te komen wat er aan de hand is. Zij zeggen ons dat er vandaag problemen zijn en daarop antwoordt u niet.
Een tweede probleem betreft het recht om te spreken. Er wordt gezegd dat de mensen niet mogen spreken. Laat ons vandaag een politiek signaal geven. Kunnen wij hier het signaal geven dat morgen elke NMBS-medewerker in de pers mag spreken?
Mijnheer de minister, zullen wij hier vandaag een politieke verklaring afleggen voor spreekrecht voor de NMBS-werknemers? Zullen wij dat doen? Of is het gewoon blalabla en in de feiten mag dat niet om redenen van geheimhouding enzovoort. Niemand zal dat hier dus doen omdat de structuur behouden moet blijven. Het blijft bij algemeenheden.
Het enige verweer dat de NMBS-werknemers hebben tegen die militaire macht daar, is hun collectieve kracht, die zij volgende week dinsdag zullen tonen tijdens hun acties. Wat u wilt doen, is zelfs die collectieve kracht breken. Wel, daarmee zullen de NMBS-werknemers helemaal niet akkoord gaan.
10.07 Nele Lijnen (Open Vld): Collega Hedebouw, het spreekrecht werd gegeven door de CEO, die haar vleugels spreidt en zegt dat iedereen in haar bedrijf het recht moet hebben om zijn mening op een open en transparante manier te uiten. Laten wij dat hier vandaag onderstrepen.
Ik hoor u hier zeggen dat we beter teruggaan naar de vorige eeuw, door opnieuw één groot staatsbedrijf te maken. Onze fractie stelt echter voor om privémiddelen binnen te brengen, net zoals dat met bpost en Proximus is gegaan, of op de manier zoals VTM heeft bereikt in de sector van de media ten opzichte van de toen zeer oubollige staatszender BRTN. De mediasector is vandaag performant dankzij de komst van VTM, dankzij privégeld op de markt. Laten wij daarop inzetten. Laten wij naar de 21e eeuw kijken, en niet meer terug, begot, naar de vorige eeuw, mijnheer Hedebouw.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Gilles Vanden Burre au ministre des Classes moyennes, des Indépendants, des PME, de l'Agriculture et de l'Intégration sociale, sur "les 50 ans du statut social des indépendants" (n° P2649)
11 Vraag van de heer Gilles Vanden Burre aan de minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie over "vijftig jaar sociaal statuut van de zelfstandigen" (nr. P2649)
11.01 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, hier soir, un anniversaire important a commencé à être célébré: le cinquantenaire du statut social pour indépendants. Il est important à nos yeux pour deux raisons que je vais exposer.
La première raison tient au fait que cela permet de mettre en lumière le million d'indépendants que compte notre pays, ces hommes et femmes qui portent des projets, prennent des risques, qui se lancent dans l'entrepreunariat. On sait à quel point c'est difficile, en particulier dans les premières années. Trop souvent, ces acteurs ne sont pas mis en avant, mais cet anniversaire nous offre l'opportunité d'y remédier.
C'est également l'occasion de rappeler à quel point une couverture sociale pour les indépendants est fondamentale. Les chiffres nous ramèrent malheureusement à une dure réalité: 15 % des indépendants vivent aujourd'hui sous le seuil de pauvreté. C'est évidemment beaucoup trop.
Des réformes visant à augmenter le niveau de leur pension, à élargir leur couverture médicale ou à étendre le filet financier de sécurité sont donc indispensables. C'est pourquoi depuis 50 ans, systématiquement, les écologistes soutiennent ces réformes. Nous sommes convaincus que le million d'indépendants a droit à une qualité d'emploi digne du XXIe siècle.
Monsieur le ministre, même si de nombreuses réformes ont eu lieu depuis un demi-siècle, il reste beaucoup à faire. Je voulais donc vous interroger sur ce que vous comptez faire d'ici à la fin de la législature et mettre en avant les trois priorités du groupe Ecolo-Groen qui ressortent des textes que nous avons déposés.
Le premier texte a trait à l'équilibre vie familiale –vie professionnelle et appelle à l'instauration d'un congé de paternité pour indépendants. On en a déjà discuté en commission. Je sais que vous êtes favorable au principe. Avez-vous une idée de l'atterrissage de la proposition?
Nous souhaitons étendre le droit passerelle pour protéger celui ou celle qui lance son projet en cas de difficultés, voire de faillite. L'UCM demande également son élargissement. Souhaitez-vous aussi légiférer à ce propos?
La mise en place d'un statut simplifié pour les indépendants qui se lancent faciliterait le trajet administratif et tout ce qui a trait aux cotisations sociales et fiscales. Pouvez-vous nous suivre également à ce sujet?
11.02 Denis Ducarme, ministre: Monsieur le président, monsieur Vanden Burre, je vous remercie de votre question.
Vous avez raison, nous avons honoré hier un rendez-vous humain: avec le premier ministre et le souverain, nous étions autour des indépendants pour fêter le 50e anniversaire de leur statut social, mais également afin de revenir sur une histoire difficile.
Il s'agit, en effet, de mettre fin aux discriminations frappant les indépendants. Nous savons que de grandes avancées ont été enregistrées depuis 2003, avec l'attribution à Sabine Laruelle des fonctions que je remplis aujourd'hui. Je pense en particulier au droit intégral au remboursement des soins de santé, entré en vigueur en 2008; au lancement de la première réforme relative aux cotisations en 2013; à l'égalisation des allocations familiales en 2014. Enfin, les enfants d'un indépendant étaient considérés comme égaux à ceux des salariés!
Puis, naturellement, une accélération a été constatée à partir de 2014. Plusieurs mesures en témoignent: l'égalisation des pensions minimum des indépendants; la réforme du droit-passerelle; le congé de maternité pour les indépendantes, passé en 2017 de huit à douze semaines. Je peux aussi vous citer la réforme des cotisations des indépendants ou encore les nouvelles mesures en faveur des starters.
Si une telle accélération dans l'amélioration du statut social des indépendants a pu avoir lieu à partir de 2014, c'est bien évidemment parce qu'elle nécessitait – vous avez souligné, monsieur Vanden Burre, qu'aujourd'hui encore 15 % des indépendants vivent sous le seuil de pauvreté –, compte tenu des réticences qui étaient les siennes autrefois, l'absence du Parti socialiste dans ce gouvernement. C'est pourquoi nous avons avancé plus rapidement en ce domaine.
11.03 Ahmed Laaouej (PS): C'est lamentable!
11.04 Denis Ducarme, ministre: Mais non, ce n'est pas lamentable; c'est seulement la réalité. Si le statut social des indépendants n'a pas avancé plus rapidement, c'est parce que vous étiez au pouvoir et que vous continuiez à freiner la possibilité d'enregistrer des progrès qui auraient pu être produits plus tôt!
11.05 Ahmed Laaouej (PS): C'est scandaleux!
11.06 Denis Ducarme, ministre: Le scandale, c'est la manière dont vous avez bloqué naguère l'égalisation des allocations familiales et des pensions minimum pour les indépendants. Vous avez été le frein pendant des années à l'amélioration de leur statut social; vous le savez!
Vous n'aimez pas les indépendants! Cessez de le cacher! Non, ce n'est pas un slogan. Ce sont des actes, du concret. C'était impossible avec le Parti socialiste à bord.
Il reste du travail, monsieur Vanden Burre, en effet.
(…): (…)
11.07 Denis Ducarme, ministre: Si les indépendants étaient tellement importants pour M. Laaouej, il pouvait poser une question, aujourd'hui, relative au cinquantième anniversaire du statut social des indépendants.
Le président: Merci à tous les deux!
11.08 Ahmed
Laaouej (PS):
(…)
11.09 Denis Ducarme, ministre: Non, des actes, monsieur Laaouej! J'en veux pour preuve les réalisations devenues possibles depuis un certain nombre de mois, parce que vous n'êtes plus à bord. Et nous allons continuer, monsieur Vanden Burre. C'est la raison pour laquelle nous avons lancé, hier, en compagnie du souverain et du premier ministre, une campagne qui s'adressera à l'ensemble des indépendants, pour poser les jalons des améliorations que nous devons encore apporter à leur statut social.
Je souhaite répondre à un élément important.
Nous avons des accords. Je prends par exemple le congé de paternité. En tant que ministre des Indépendants, je sais que vous êtes engagé à ce niveau-là. Je me battrai également pour apporter ce congé de paternité aux indépendants.
11.10 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, je retiendrai surtout la dernière phrase de votre intervention et votre introduction, car j'estime sincèrement que le million d'indépendants dans ce pays mérite mieux que des invectives entre partis.
Il est fondamental pour nous – c'est d'ailleurs la raison pour laquelle j'ai souligné l'historique des 50 ans. Mon objectif était de marquer le coup – de protéger – il est ici question de statut social – ceux et celles qui se lancent, ceux et celles qui prennent des risques pour remédier aux discriminations qui existent et qui ont existé. Il est important de protéger et d'encourager. Il importe d'encourager ceux qui prônent un modèle durable, créateur d'emplois, ancré chez nous.
Écolo-Groen se bat également pour préserver un équilibre entre la vie professionnelle et la vie familiale. Je vous prends au mot pour ce qui concerne le congé de paternité. Nous avons d'autres propositions. Nous en débattrons en commission.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Einde van de mondelinge vragen.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie
van voorzitters van 21 februari 2018, stel ik u voor op de agenda van
de plenaire vergadering van deze namiddag het wetsvoorstel (de heren Christian Brotcorne en
Benoît Dispa) tot wijziging van artikel 375 van het Wetboek van de
Inkomstenbelastingen 1992, nrs 201/1 tot 4, in te trekken en te verzenden
naar de commissie voor de Financiën en de Begroting.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 21 février 2018, je vous propose de retirer la proposition de loi (MM. Christian Brotcorne et Benoît Dispa) modifiant l’article 375 du Code des impôts sur les revenus 1992, nos 201/1 à 4, de l’ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi et de la renvoyer en commission des Finances et du Budget.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
13 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt met betrekking tot de nadere regels betreffende de federale bijdrage tot financiering van sommige openbare dienstverplichtingen en van de kosten verbonden aan de regulering van en controle op de elektriciteitsmarkt (2853/1-3)
13 Projet de loi modifiant la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité concernant les modalités de la cotisation fédérale destinée au financement de certaines obligations de service public et des coûts liés à la régulation et au contrôle du marché de l'électricité (2853/1-3)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Mevrouw Karine Lalieux, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.
13.01 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik meen dat het goed is om hier in de plenaire vergadering toch een aantal woorden over te zeggen.
Waar gaat dit over?
De federale bijdrage wordt geïnd door de distributienetbeheerders en doorgestort naar het federale niveau via Elia. Het probleem dat zich daar voordeed is dat er jaren te veel is geïnd. Elia heeft natuurlijk enkel een zicht op de volumes die via haar net passeren maar door de meer en meer decentrale productie ligt dat uiteraard anders als het gaat over het verbruik op het niveau van de distributienetbeheerders. Daardoor is er een som beginnen accumuleren die niet kon worden uitgegeven omdat er helemaal niet zoveel moest worden betaald via de tarieven en dergelijke meer.
De drie Gewesten zijn daar anders mee omgegaan. In Brussel en Wallonië zijn die sommen stap voor stap gedeeltelijk uitgekeerd zonder dat er eigenlijk een effectieve wettelijke oplossing werd geboden voor het probleem. Men heeft daar echter een weg voor gevonden. In Vlaanderen ging het uiteindelijk om 75 miljoen euro. Dat bedrag had zich opgestapeld, had eigenlijk geen bestemming en kon wettelijk gezien ook niet worden uitgekeerd. Vorig jaar heeft onder andere mijn collega Andries Gryffroy in het Vlaams Parlement de vinger op de wonde gelegd. Men is tot de vaststelling gekomen dat dit geld absoluut terug moest naar de consumenten aangezien we uiteraard bezorgd zijn om de energieprijs.
We zijn blij dat daar ondertussen een oplossing voor werd geboden en dat dit probleem zich in de toekomst niet meer kan voordoen. Hierdoor kunnen we 75 miljoen euro terug in de zakken van de gezinnen en de bedrijven stoppen, waar dat geld ook thuishoort.
Mijn fractie zal dit ontwerp dus met enige overtuiging goedkeuren.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het
woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2853/3)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2853/3)
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Le projet de loi compte 3 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
14 Wetsontwerp houdende de wijziging van de wet van 20 juli 2006 betreffende de oprichting en de werking van het federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de financiering van het federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten (2836/1-4)
14 Projet de loi portant modification de la loi du 20 juillet 2006 relative à la création et au fonctionnement de l'Agence fédérale des médicaments et des produits de santé et portant diverses autres dispositions relatives au financement de l'Agence fédérale des médicaments et produits de santé (2836/1-4)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
14.01 Nathalie Muylle, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het
woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2836/4)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2836/4)
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp met betrekking tot de financiering van het Federaal Agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten".
L’intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi relatif au financement de l'Agence fédérale des médicaments et produits de santé".
Het wetsontwerp telt 69 artikelen.
Le projet de loi compte 69 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 69 worden artikel per artikel aangenomen, alsook de bijlagen I tot VII.
Les articles 1 à 69 sont adoptés article par article, ainsi que les annexes I à VII.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote
sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
15 Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 wat de bestaansmiddelen van wezen betreft (1488/1-7)
15 Proposition de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en ce qui concerne les ressources des orphelins (1488/1-7)
Voorstel ingediend door:
Proposition déposée par:
Johan Klaps,
Peter Dedecker, Robert Van de Velde, Hendrik Vuye, Veerle Wouters,
Egbert Lachaert, Luk Van Biesen, Benoît Piedboeuf, Griet Smaers.
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
De rapporteur is de heer Deseyn, hij verwijst naar het schriftelijk verslag.
15.01 Johan Klaps (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, de maatschappij evolueert zeer snel en wordt steeds complexer. Wij spreken over digitale revolutie, over veranderingsmanagement en transitie. De wet en de wetgever lopen telkens achter de feiten aan in hun pogingen om een zo goed mogelijk antwoord te bieden op alle nieuwe, ingewikkelde constructies. Dat zorgt er jammer genoeg voor dat de wetgeving vaak ook zeer complex wordt. Gelukkig moet het niet altijd ingewikkeld zijn en kunnen wij soms met simpele ingrepen een schrijnend probleem oplossen. En dat moet niet altijd veel geld kosten.
Het voorliggend wetsvoorstel om wezenrente niet meer vanaf de eerste euro als bestaansmiddel te beschouwen, maakt een zeer groot verschil voor weduwen, weduwnaars en hun kinderen. Ik verduidelijk dit even. Als één van de ouders overlijdt, ontvangen de kinderen een vergoeding die men de wezenrente noemt. Die wezenrente wordt vandaag, in tegenstelling tot onderhoudsgeld zoals alimentatie, vanaf de eerste euro als bestaansmiddel in aanmerking genomen. Onderhoudsgelden daarentegen worden voor de eerste 3 270 euro niet als bestaansmiddel aangezien. Het gevolg is dat weeskinderen fiscaal gezien eigen middelen hebben en bij het uitvoeren van vakantiewerk bijvoorbeeld, snel niet meer ten laste zijn van de ouder, met alle fiscale gevolgen van dien.
Met dit voorstel wordt de wezenrente tot een bedrag van 1 800 euro, te indexeren, aan deze uitzondering toegevoegd en dus niet langer als bestaansmiddel aangemerkt, zoals nu al het geval is voor onderhoudsgerechtigde kinderen. Op deze wijze zullen wezen ten laste van de langstlevende ouder en kinderen ten laste van de gescheiden ouder onder dezelfde voorwaarden ten laste blijven van hun ouder.
Het Rekenhof raamt dat ongeveer 2 500 wezen door het wetsvoorstel fiscaal ten laste kunnen blijven van hun ouder en baseert zich daarbij op de raming en cijfers van Famifed. Wezen zullen, zoals kinderen van gescheiden ouders, onder dezelfde voorwaarden vanaf hun zestien jaar vakantiewerk kunnen doen tot zij zijn afgestudeerd, of niet langer recht geven op kinderbijslag. Dat was in 2001 immers ook de reden om onderhoudsgeld tot 1 800 euro, te indexeren, niet langer als bestaansmiddel aan te merken. Wij stelden toen immers vast dat het onderhoudsgeld dat een kind ontvangt, gecombineerd met vakantiewerk, dikwijls tot gevolg had dat het niet langer ten laste viel van de alleenstaande ouder. Wezen zullen dus voortaan op dezelfde wijze als kinderen van gescheiden ouders ten laste blijven van de langstlevende ouder en ook aan vakantiewerk kunnen doen.
Dat wetsvoorstel past bovendien perfect in het beleid waarbij wij werken zoveel mogelijk willen stimuleren. Een vakantiejob kan een ideale opstap zijn naar een eerste job na het afstuderen. Kortom, weeskinderen kunnen net als hun leeftijdsgenoten een eerste werkervaring opdoen zonder dat zij of hun familie hiervan de dupe zijn. Het verliezen van een ouder is al erg genoeg, men moet niet nog eens fiscaal worden benadeeld ook.
Collega's, het wetsvoorstel werd ondertekend door alle fracties van de meerderheid en zelfs door een voltallige fractie van de oppositie. Het werd unaniem goedgekeurd in de commissie en ik hoop, samen met alle betrokken weeskinderen, dat dit uw unanieme steun krijgt, straks bij de stemming in deze plenaire vergadering.
15.02 Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, nous nous réjouissons de cette initiative prise par notre collègue. Nous la soutenons parce qu'il s'agissait de mettre fin à une discrimination. Tout cela va dans le sens de la solidarité à l'égard des plus faibles.
De voorzitter:
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1488/7)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1488/7)
Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
La proposition de loi compte 3 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote
sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
16 Aanbevelingen over de aanvullende indicatoren naast het bbp (2351/1-2)
16 Recommandations sur les indicateurs complémentaires au PIB (2351/1-2)
De bespreking is geopend.
La discussion est ouverte.
Mevrouw Dierick, rapporteur, heeft mij laten weten dat zij verwijst naar het schriftelijk verslag.
De aanbevelingen van de commissie zijn de volgende:
1. De aanvullende indicatoren, zoals gepubliceerd in de jaarlijkse verslagen van het Federaal Planbureau die werden voorgesteld in 2016 en 2017, moeten ingedeeld worden in een zo beperkt mogelijk aantal categorieën of hoofdindicatoren zoals opgenomen in art. 108, eerste lid, k), van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen. Het Federaal Planbureau dient te komen tot een selectie van ongeveer tien hoofdindicatoren.
Het Federaal Planbureau wordt verzocht om over de pertinentie en de nuttigheid van de indicatoren te denken.
2. Men streeft ernaar dat zoveel als mogelijk van de gekozen indicatoren Europees geografisch en historisch vergelijkbaar zijn.
3. Indien mogelijk worden de aanvullende indicatoren weergegeven per geslacht, leeftijd, inkomenscategorie en gewest.
4. De reflectie en het verder onderzoek naar de composiete indicatoren moet worden verricht.
5. Men dient de samenhang tussen de set aanvullende indicatoren naast het bbp en indicatoren van duurzame ontwikkeling te versterken, meer bepaald in de context van de opvolging van de door de Verenigde Naties gestelde duurzame ontwikkelingsdoelstellingen.
6. Zoals bepaald bij voornoemde wet van 21 december 1994 moeten de indicatoren uitgewerkt worden op basis van de participatie van de bevoegde overheidsdiensten en het Belgische middenveld en moet de samenvatting van de resultaten deel uitmaken van het jaarverslag van de Nationale Bank van België.
Les recommandations de la commission sont les suivantes:
1. Les indicateurs complémentaires, tels que publiés dans les rapports annuels du Bureau fédéral du Plan présentés en 2016 et 2017, doivent être répartis en un nombre aussi limité que possible de catégories ou d’indicateurs principaux, comme visé à l’article 108, alinéa 1er, k), de la loi du 21 décembre 1994 portant des dispositions sociales et diverses. Le Bureau fédéral du Plan doit arriver à une sélection d’environ dix indicateurs principaux.
Le Bureau fédéral du plan est par ailleurs invité à réfléchir à la pertinence et à l’utilité des indicateurs retenus.
2. Il faut veiller dans la mesure du possible à ce que les indicateurs retenus permettent des comparaisons géographiques et historiques au niveau européen.
3. Dans la mesure du possible, les indicateurs complémentaires doivent être répartis par sexe, âge, niveau de revenus et Région.
4. Il faut mener une réflexion et poursuivre les recherches sur les indicateurs composites.
5. Il faut renforcer la cohérence entre l’ensemble des indicateurs complémentaires au PIB et les indicateurs de développement durable, en particulier dans le contexte du suivi des objectifs de développement durable proclamés par les Nations Unies.
6. Comme le prévoit la loi précitée du 21 décembre 1994, l’élaboration des indicateurs doit se faire sur base de la participation des services publics et de la société civile belge et la synthèse des résultats doit être publiée dans le rapport annuel de la Banque nationale de Belgique.
16.01 Griet Smaers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de aanbevelingen zijn een gevolg van de eerste twee rapportages van het Planbureau in de commissie voor de Economische Zaken in februari 2016 en februari 2017. Wij hebben, weliswaar enigszins laattijdig, met het Parlement een set aanbevelingen geformuleerd, met het oog op een betere rapportage en gedachtewisseling met het Planbureau. Onze gedachtewisseling resulteerde in een set van zes duidelijke aanbevelingen, die unaniem door de commissie werd aangenomen. We leggen die vandaag ter beraadslaging, zodat onze assemblee in plenum ze aan het Federaal Planbureau kan bezorgen.
Daartoe hebben wij een motie ingediend, die wij ter ondersteuning van de aanbevelingen graag goedgekeurd zien.
De voorzitter: Tot besluit van de bespreking van het verslag van de commissie voor het Bedrijfsleden, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw over de aanvullende indicatoren naast het bbp werd volgende motie ingediend door mevrouw Griet Smaers, de heren Benoît Friart en Michel de Lamotte, de dames Nele Lijnen en Leen Dierick en de heer Johan Klaps.
Ze luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord het verslag van de commissie Bedrijfsleven over de bespreking van de aanvullende indicatoren naast het bbp, hecht haar goedkeuring aan de aanbevelingen van de commissie".
En conclusion de la discussion du rapport de la commission de l'Économie, de la Politique scientifique, de l'Éducation, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture sur les indicateurs complémentaires au PIB la motion suivante a été déposée par Mme Griet Smaers, MM. Benoît Friart et Michel de Lamotte, Mmes Nele Lijnen et Leen Dierick et M. Johan Klaps.
Elle est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu le rapport de la commission de l'Économie concernant la discussion sur les indicateurs complémentaires au PIB, approuve les recommandations de la commission."
De stemming over de motie zal later plaatsvinden.
Le vote sur la motion aura lieu ultérieurement.
Bij brief van 19 januari 2018 zendt de voorzitster van de Raad van de Franse Gemeenschapscommissie de tekst over van een op 19 januari 2018 door de plenaire vergadering aangenomen motie betreffende een belangenconflict, bedoeld in artikel 32 van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.
Par lettre du 19 janvier 2018, la présidente de l'Assemblée de la Commission communautaire française transmet le texte d'une motion adoptée, en séance plénière, le 19 janvier 2018, concernant un conflit d'intérêts tel que défini par l'article 32 de la loi ordinaire du 9 août 1980 de réformes institutionnelles.
Het belangenconflict slaat op het wetsontwerp betreffende de economische relance en de versterking van de sociale cohesie, nr. 2839.
Le conflit d'intérêts porte sur le projet de loi relatif à la relance économique et au renforcement de la cohésion sociale, n° 2839.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 21 februari 2018 zal de Kamerdelegatie bestaan uit de heren Wim Van der Donckt (verslaggever), Frédéric Daerden (verslaggever), David Clarinval, Stefaan Vercamer en Vincent Van Quickenborne (voorzitter van de commissie voor de Sociale Zaken), mevrouw Meryame Kitir, de heer Georges Gilkinet en mevrouw Catherine Fonck.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 22 février 2018, la délégation de la Chambre sera composée de MM. Wim Van der Donckt (rapporteur), Frédéric Daerden (rapporteur), David Clarinval, Stefaan Vercamer et Vincent Van Quickenborne (président de la commission des Affaires sociales), Mme Meryame Kitir, M. Georges Gilkinet et Mme Catherine Fonck.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Overeenkomstig artikel 102, nr. 3, van het Kamerreglement zal ik het overleg met de Raad van de Franse Gemeenschapscommissie regelen.
Conformément à l'article 102, n° 3, du Règlement de la Chambre, j'organiserai une concertation avec l'Assemblée de la Commission communautaire française.
18 Comité R – Titre honorifique
Bij brief van 30 januari 2018 vraagt de voorzitter van het Vast Comité van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, namens het Comité, dat de heer Gérald Vanden Walle, gewezen lid van het Vast Comité I, de eretitel van zijn functie zou mogen dragen.
Par lettre du 30 janvier 2018, le président du Comité permanent de contrôle des services de renseignements et de sécurité demande, au nom du Comité, qu’il soit permis à M. Gérald Vanden Walle, ancien membre du Comité R, de porter le titre honorifique de sa fonction.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 21 februari 2018 stel ik u voor de heer Gérald Vanden Walle de eretitel van lid van het Vast Comité van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten te verlenen.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 21 février 2018, je vous propose d'accorder à M. Gérald Vanden Walle le titre honorifique de membre du Comité permanent de contrôle des services de renseignements et de sécurité.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
19 Parlementaire Assemblee van de Unie voor de Middellandse Zee
19 Assemblée parlementaire de l'Union pour la Méditerranée
De N-VA-fractie heeft mij de kandidatuur van de heer Peter De Roover ter vervanging van de heer Jan Vercammen, als effectief lid, overgelegd.
Le groupe N-VA m'a fait parvenir la candidature de M. Peter De Roover en remplacement de M. Jan Vercammen comme membre effectif.
Aangezien er geen andere kandidaten zijn, hoeft daar niet over te worden gestemd en verklaar ik de heer Peter De Roover verkozen als effectief lid in de Parlementaire Assemblee van de Unie voor de Middellandse Zee.
Étant donné qu'il n'y a pas d'autres candidatures, il n'y a pas lieu à scrutin et je proclame M. Peter De Roover élu en qualité de membre effectif de l'Assemblée parlementaire de l'Union pour la Méditerranée.
20 Verzending van een voorstel
van resolutie naar een andere commissie
20 Renvoi d'une proposition de
résolution à une autre commission
Op aanvraag van de indiener, stel ik u voor het voorstel van resolutie (de heer
Georges Dallemagne) over de Belgische militaire operaties, nr. 255/1, te
verzenden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen.
À la demande de l’auteur, je vous propose de
renvoyer à la commission des Relations extérieures, la proposition de
résolution (M. Georges Dallemagne) concernant les opérations militaires
belges, n° 255/1.
Het wetsvoorstel werd eerder verzonden naar
de commissie voor de Landsverdediging.
Cette proposition avait été précédemment
renvoyée à la commission de la Défense
nationale.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
21 Einde opdracht tijdelijke commissie "Terrorismebestrijding"
21 Fin de mission commission temporaire "Lutte contre le terrorisme"
De Conferentie van voorzitters van 7 februari 2018 stelt voor om de voorstellen die nog aanhangig zijn bij de tijdelijke commissie “Terrorismebestrijding”, te verwijzen naar de bevoegde commissies.
La Conférence des présidents du 7 février 2018 propose de renvoyer aux commissions compétentes les propositions qui sont encore pendantes à la commission temporaire “Lutte contre le terrorisme”.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d’observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Bijgevolg stel ik u voor de desbetreffende voorstellen te verwijzen als volgt:
- commissie voor de Justitie:
de voorstellen 711, 755, 756, 757, 782, 822, 1279, 1483, 1549, 1589, 1591, 1624, 1634, 1748, 1771, 1874, 1968, 2057, 2204, 2448, 2457, 2510, 2900
- commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt:
de voorstellen 710, 810, 915, 1175, 1234, 1412, 1466, 1606, 1629, 1785
- commissie voor de Financiën en Begroting:
de voorstellen 1542, 1544, 1620, 1714, 1817, 1942
- commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen:
het voorstel nr. 2332
- commissie voor de Herziening van de Grondwet en de Hervorming van de Instellingen:
het voorstel nr. 762
- commissie voor de Landsverdediging:
het voorstel nr. 763
- bijzondere commissie voor het Reglement en voor de Hervorming van de parlementaire werkzaamheden:
het voorstel nr. 889.
Par conséquent je vous propose de renvoyer les propositions en question comme suit:
- commission de la Justice:
les propositions 711, 755, 756, 757, 782, 822, 1279, 1483, 1549, 1589, 1591, 1624, 1634, 1748, 1771, 1874, 1968, 2057, 2204, 2448, 2457, 2510, 2900
- commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique:
les propositions 710, 810, 915, 1175, 1234, 1412, 1466, 1606, 1629, 1785
- commission des Finances et du Budget:
les propositions 1542, 1544, 1620, 1714, 1817, 1942
- commission des Relations extérieures:
la proposition n° 2332
- commission de la Révision de la Constitution et de la Réforme des Institutions:
la proposition n° 762
- commission de la Défense nationale:
la proposition n° 763
- commission spéciale du Règlement et de la Réforme du travail parlementaire:
la proposition n° 889.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d’observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Bijgevolg stel ik u voor de opdracht van de tijdelijke commissie “Terrorismebestrijding” te beëindigen.
Par conséquent, je vous propose de mettre fin à la mission de la commission temporaire “Lutte contre le terrorisme”.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d’observation? (Non)
Il en sera ainsi.
22 Urgentieverzoeken vanwege de regering
22 Demandes d'urgence émanant du gouvernement
De regering heeft de spoedbehandeling gevraagd, met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot registratie van de dienstenverleners aan vennootschappen, nr. 2898/1.
Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant enregistrement des prestataires de services aux sociétés, n° 2898/1.
22.01 Sophie Wilmès, ministre: Monsieur le président, il s'agit effectivement d'un projet de loi qui transpose les articles 7 et 3 partiellement et l'article 47 de la directive (UE) 2015/849 du Parlement européen et du Conseil du 20 mai 2015 relatifs à la prévention de l'utilisation de systèmes financiers aux fins de blanchiment de capitaux et de financement du terrorisme. Cette transposition doit être opérée le plus rapidement possible.
Le président: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
L'urgence est adoptée par assis et levé.
De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
De regering heeft eveneens de spoedbehandeling gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot wijziging het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie voor wat betreft de minimumovergangsuitkering, nr. 2917/1.
Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant modification de l'arrêté royal du 30 janvier 1997 relatif au régime de pension des travailleurs indépendants en application des articles 15 et 27 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions et de l'article 3, § 1er, 4° de la loi du 26 juillet 1996 visant à réaliser les conditions budgétaires de la participation de la Belgique à l'Union économique et monétaire européenne en ce qui concerne l'allocation de transition minimum, n° 2917/1.
22.02 Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, il nous faut une motivation. Pas formelle! Substantielle!
Le président:
S'il n'y a pas de motivation ou d'explication à donner, je propose de reporter
ce point à la semaine prochaine. (Assentiment)
De regering heeft eveneens de spoedbehandeling gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende wijzigingen van de wet van 23 juli 1926 betreffende de NMBS en het personeel van de Belgische Spoorwegen en aan het Gerechtelijk Wetboek inzake de sociale verkiezingen voor bepaalde organen van sociale dialoog van de Belgische Spoorwegen, nr. 2939/1.
Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant modification de la loi du 23 juillet 1926 relative à la SNCB et au personnel des Chemins de fer belges et du Code judiciaire en matière d'élections sociales pour certains organes de dialogue social des Chemins de fer belges, n° 2939/1.
22.03 Sophie Wilmès, ministre: Monsieur le président, il s'agit effectivement d'un projet de loi qui porte modification de la loi du 23 juillet 1926 relative à la SNCB et au personnel des Chemins de fer belges et du Code judiciaire en matière d'élections sociales pour certains organes de dialogue social des Chemins de fer belges.
Ce projet de loi apporte des ajouts et des modifications à l'organisation de ces élections. Compte tenu du calendrier et du rétroplanning, nous voulons que les candidats à ces élections puissent participer et se porter candidats dans les meilleures conditions possibles. Il faut pouvoir avancer rapidement pour que l'ensemble du dispositif soit prêt et disponible pour ces candidats potentiels.
22.04 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, c'est bien de demander l'urgence mais ce projet est déjà inscrit à l'agenda de la commission de l'Infrastructure de mardi après-midi.
De voorzitter: U hebt gelijk, mevrouw, maar dat is op zich geen bezwaar om de urgentie niet te vragen.
22.05 Ahmed Laaouej (PS): Nous avons eu une motivation formelle de Mme la ministre. Je la remercie mais nous aimerions une motivation substantielle.
De quel rétroplanning s'agit-il? De quoi s'agit-il concrètement?
22.06 Sophie Wilmès, ministre: Monsieur Laaouej, je peux vous faire le rétroplanning. Je pensais qu'on allait trop rentrer dans la matière mais je peux vous le faire. Il n'y a aucun problème.
Les élections sociales doivent avoir lieu du 3 au 7 décembre 2018. Pour pouvoir respecter le délai ainsi que les délais formels relatifs aux opérations préliminaires à cette procédure électorale, ces opérations préliminaires doivent commencer au plus tard le 4 septembre 2018, c'est-à-dire 90 jours avant la date du 3 décembre.
Il y a des articles et la date de dépôt des listes des candidats est le 9 octobre – ce que je vous ai expliqué –, pour pouvoir donner la chance aux candidats potentiels de s'inscrire et de poser leur candidature dans les meilleures conditions possibles. Étant donné cette date du 9 octobre, les syndicats doivent introduire leur candidature pour le 9 avril 2018 au plus tard. Il s'agit donc de clôturer le dispositif ici à la Chambre dans les délais suffisants pour offrir la possibilité aux syndicats et aux candidats potentiels de s'inscrire dans une démarche, en pleine connaissance de cause.
J'espère avoir répondu à votre question.
22.07 Ahmed Laaouej (PS): Je vous remercie, madame la ministre, pour cette véritable motivation – enfin! – parce que depuis tout à l'heure, on ne peut pas vraiment dire que le gouvernement ait brillé par ses explications!
De voorzitter: Ik stel u voor om ons over die vraag uit te spreken.
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
L'urgence est adoptée par assis et levé.
23 Inoverwegingneming van voorstellen
23
Prise en considération de propositions
In de laatst rondgedeelde agenda komt een
lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du
jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en
considération est demandée.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze
als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de
bevoegde commissies verzonden.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je
considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les
propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 21 februari 2018, stel ik u ook voor in overweging te nemen:
- het wetsvoorstel (mevrouw Kristien
Van Vaerenbergh) betreffende de procedure van onmiddellijke verschijning,
nr. 2942/1.
Verzonden naar de commissie voor de
Justitie
- het voorstel van resolutie (mevrouw
Sybille de Coster-Bauchau en de heer Stéphane Crusnière) over de
segregatie waarvan de metissen uit de periode van de Belgische kolonisatie in
Afrika het slachtoffer zijn geweest, nr. 2952/1.
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlande Betrekkingen
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 21 février 2018, je vous propose également de prendre en considération:
- la proposition de loi (Mme Kristien
Van Vaerenbergh) relative à la procédure de comparution immédiate,
n° 2942/1.
Renvoi à la commission de la Justice
- la proposition de résolution (Mme Sybille
de Coster-Bauchau et M. Stéphane Crusnière) concernant la ségrégation
subie par les métis issus de la colonisation belge en Afrique, n° 2952/1.
Renvoi à la commission des Relations
extérieures
Bijkomend stel ik u voor de volgende
voorstellen in overweging te nemen:
- het wetsvoorstel (de heer Egbert
Lachaert) betreffende de opmaak van een gedragscode voor de behandeling van
letselschade en de opmaak van "Letselschade Richtlijnen",
nr. 2943/1.
Verzonden
naar de commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs,
de nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw
- het wetsvoorstel (de heer Egbert
Lachaert) ter versoepeling van het kader inzake loopbaansparen,
nr. 2944/1.
Verzonden
naar de commissie voor de Sociale Zaken
- het wetsvoorstel (de heer Koenraad
Degroote) tot wijziging van de wet van 7 december 1998 tot
organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee
niveaus, nr. 2945/1.
Verzonden
naar de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de
Algemene Zaken en het Openbaar Ambt
Je vous propose de prendre également en
considération les propositions suivantes:
- la proposition de loi (M. Egbert
Lachaert) visant à l’établissement d’un code de bonne conduite pour le règlement
des dossiers de lésions corporelles ainsi que de "Directives Lésions
corporelles", n° 2943/1.
Renvoi à la commission de l'Économie, de la
Politique scientifique, de l'Éducation, des Institutions scientifiques et
culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture
- la proposition de loi (M. Egbert
Lachaert) visant à assouplir le cadre relatif au compte épargne carrière, n°
2944/1.
Renvoi à la commission des Affaires sociales
- la proposition de loi (M. Koenraad
Degroote) modifiant la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de
police intégré, structuré à deux niveaux, n° 2945/1.
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
23.01 Hendrik Vuye (Vuye&Wouters): Mijnheer de voorzitter, ik bemerk dat er een voorstel nr. 2929 is dat opnieuw handelt over de motie gestemd door de gemeenteraad van Ronse in verband met de faciliteiten. Die motie is daar gestemd door CD&V, Groen, N-VA en Open Vld en gesteund door het Vlaams Belang. Het betreft een voorstel dat mevrouw Wouters en ik heel goed kennen, vermits het een overname is van ons voorstel.
Vorige keer heeft N-VA ons voorstel niet gesteund. Wij steunen hier het voorstel van N-VA wel en daarom vraag ik de hoogdringende behandeling ervan.
De voorzitter: Mijnheer Degroote?
23.02 Koenraad Degroote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, bij mij gaat het over een ander voorstel dat aan de agenda is toegevoegd. Mag ik het nu daarover hebben of moet ik nog even wachten?
De voorzitter: Even wachten.
Eerst wordt de urgentie gevraagd voor het voorstel nr. 2929.
Ik stel u
voor om ons over die vraag uit te spreken.
Je vous
propose de nous prononcer sur cette demande.
De urgentie is
verworpen bij zitten en opstaan.
L'urgence
est rejetée par assis et levé.
23.03 Koenraad Degroote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik vraag de hoogdringendheid voor het voorstel nr. 2945.
We naderen immers de gemeenteraadsverkiezingen en na de gemeenteraadsverkiezingen moeten de politieraden worden samengesteld. Daarbij kunnen zich een aantal problemen voordoen waar fusies van politiezones hangende zijn, gerelateerd aan fusies van gemeenten. In bepaalde gevallen gaat dat gepaard met een defusie van een bepaalde gemeente uit een zone. Omdat zoiets heel complex kan zijn en om de continuïteit van de werking van de politieraden te garanderen in de overgangsperiode, moeten er een aantal aanpassingen gebeuren. Vandaar dat wij de hoogdringendheid vragen om de werking te kunnen garanderen.
De voorzitter: Dank u, mijnheer Degroote.
Zoals u heeft vernomen, collega's, vraagt men de urgentie voor het voorstel nr. 2945.
Mag ik vragen dat zij die de urgentie steunen nu rechtstaan?
De urgentie wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
L'urgence est adoptée par assis et levé.
24 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt met betrekking tot de nadere regels betreffende de federale bijdrage tot financiering van sommige openbare dienstverplichtingen en van de kosten verbonden aan de regulering van en controle op de elektriciteitsmarkt (2853/3)
24 Projet de loi modifiant la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité concernant les modalités de la cotisation fédérale destinée au financement de certaines obligations de service public et des coûts liés à la régulation et au contrôle du marché de l'électricité (2853/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
129 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
129 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2853/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2853/4)
25 Wetsontwerp met betrekking tot de financiering van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (nieuw opschrift) (2836/4)
25 Projet de loi relatif au financement de l'Agence fédérale des médicaments et produits de santé (nouvel intitulé) (2836/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
75 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
54 |
Abstentions |
Totaal |
129 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2836/5)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2836/5)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
26 Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 wat de bestaansmiddelen van wezen betreft (1488/7)
26 Proposition de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en ce qui concerne les ressources des orphelins (1488/7)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
129 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
129 |
Total |
Bijgevolg
neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter
bekrachtiging worden voorgelegd. (1488/8)
En
conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant
que projet de loi à la sanction royale. (1488/8)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
27 Motie ingediend tot besluit van het debat over het verslag over de aanvullende indicatoren naast het bbp (2351/1-2)
27 Motion déposée en conclusion du débat sur le rapport sur les indicateurs complémentaires au PIB (2351/1-2)
Een motie werd ingediend door mevrouw Griet Smaers, de heren Benoît Friart en Michel de Lamotte, de dames Nele Lijnen en Leen Dierick en de heer Johan Klaps.
Une motion a été déposée par Mme Griet Smaers, MM. Benoît Friart et Michel de Lamotte, Mmes Nele Lijnen et Leen Dierick et M. Johan Klaps.
Deze motie werd ingediend in de plenaire vergadering van 22 februari 2018.
Cette motion a été déposée en séance plénière du 22 février 2018.
Ik breng de motie van mevrouw Griet Smaers, de heren Benoît Friart en Michel de Lamotte, de dames Nele Lijnen en Leen Dierick en de heer Johan Klaps in stemming.
Je mets aux voix la motion de Mme Griet Smaers, MM. Benoît Friart et Michel de Lamotte, Mmes Nele Lijnen et Leen Dierick et M. Johan Klaps.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Begin van
de stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et
vérifié son vote?
Einde van
de stemming / Fin du vote.
Uitslag van
de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
129 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
129 |
Total |
De motie wordt aangenomen. (2351/3)
La motion est adoptée. (2351/3)
Er zal daarvan kennis worden gegeven aan het Planbureau.
Il en sera
donné connaissance au Bureau du Plan.
28 Adoption de l’ordre du jour
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van
de agenda voor de vergadering van donderdag 1 maart 2018.
Nous devons procéder à l’approbation de l’ordre du jour de la séance du jeudi 1er mars 2018.
Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.
Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.
Ik wens u
een aangename voortzetting.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 1 maart 2018 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 1er mars 2018 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 17.02 uur.
La séance est levée à 17.02 heures.
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 54 PLEN 215 bijlage. |
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 54 PLEN 215 annexe. |
|
|
|
|
Vote nominatif -
Naamstemming: 001
Oui |
129 |
Ja |
Almaci Meyrem,
Becq Sonja, Ben Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried,
Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo
Kristof, Capoen An, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline,
Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Clarinval
David, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de
Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote Koenraad, de
Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis,
Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Detiège Maya, Devin Laurent, De
Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph,
Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez
Julie, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît,
Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel,
Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Hedebouw
Raoul, Heeren Veerle, Hellings Benoit, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée
Karin, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lalieux
Karine, Lambrecht Annick, Lijnen Nele, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin
Eric, Mathot Alain, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet
Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Penris Jan, Piedboeuf
Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans
Françoise, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren
Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Thoron
Stéphanie, Top Alain, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk,
Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles,
Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van
Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van
Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven
Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen
Brecht, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel
Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif -
Naamstemming: 002
Oui |
075 |
Ja |
Becq Sonja,
Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne
Gautier, Capoen An, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia,
Chastel Olivier, Clarinval David, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille,
Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel,
Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dumery Daphné,
Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant
Isabelle, Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren
Veerle, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lijnen
Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Piedboeuf
Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Smaers Griet,
Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron
Stéphanie, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp
Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt
Wim, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent,
Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer
Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Wollants
Bert, Yüksel Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
054 |
Onthoudingen |
Almaci Meyrem,
Ben Hamou Nawal, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Calvo Kristof, Casier Youro,
Chabot Jacques, Cheron Marcel, Dallemagne Georges, De Coninck Monica, Dedry Anne,
de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis,
Detiège Maya, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewinter Filip, Di Rupo Elio,
Dispa Benoît, Fernandez Fernandez Julie, Frédéric André, Geerts David, Gerkens
Muriel, Gilkinet Georges, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jiroflée Karin,
Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Maingain
Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen
Özlem, Pas Barbara, Penris Jan, Pirlot Sébastian, Poncelet Isabelle, Senesael
Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Top Alain, Vanden Burre Gilles, Van der
Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Vanvelthoven Peter, Vuye Hendrik, Winckel
Fabienne, Wouters Veerle
Vote nominatif -
Naamstemming: 003
Oui |
129 |
Ja |
Almaci Meyrem,
Becq Sonja, Ben Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried,
Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo
Kristof, Capoen An, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline,
Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Clarinval
David, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de
Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote Koenraad, de
Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis,
Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Detiège Maya, Devin Laurent, De
Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese
Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez
Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Frédéric André, Friart
Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens
Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc,
Hedebouw Raoul, Heeren Veerle, Hellings Benoit, Janssen Werner, Janssens Dirk,
Jiroflée Karin, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert,
Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lijnen Nele, Luykx Peter, Maingain Olivier,
Massin Eric, Mathot Alain, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet
Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Penris Jan, Piedboeuf
Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter,
Schepmans Françoise, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine,
Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien,
Thoron Stéphanie, Top Alain, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van
Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vanden Burre
Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Maelen Dirk, Van Hecke
Stefaan, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem
Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien,
Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais,
Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters
Veerle, Yüksel Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif -
Naamstemming: 004
Oui |
129 |
Ja |
Almaci Meyrem,
Becq Sonja, Ben Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried,
Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo
Kristof, Capoen An, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline,
Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Clarinval
David, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck
Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote
Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc,
Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Detiège Maya,
Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dewinter Filip, De Wit
Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery
Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Frédéric
André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts
David, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc,
Hedebouw Raoul, Heeren Veerle, Hellings Benoit, Janssen Werner, Janssens Dirk,
Jiroflée Karin, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert,
Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lijnen Nele, Luykx Peter, Maingain Olivier,
Massin Eric, Mathot Alain, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet
Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Penris Jan, Piedboeuf
Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter,
Schepmans Françoise, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine,
Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien,
Thoron Stéphanie, Top Alain, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van
Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vanden Burre
Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Maelen Dirk, Van Hecke
Stefaan, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem
Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien,
Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais,
Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters
Veerle, Yüksel Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |