Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

Donderdag 22 november 2018

 

Avond

 

______

 

 

du

 

Jeudi 22 novembre 2018

 

Soir

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 18.18 uur en voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.

La séance est ouverte à 18.18 heures et présidée par M. Siegfried Bracke.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

 

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:

Maggie De Block, Daniel Bacquelaine.

 

Berichten van verhindering

Excusés

 

Philippe Blanchart, Luc Gustin, Vanessa Matz, Evita Willaert, gezondheids­redenen / raisons de santé;

Sonja Becq, Philippe Goffin, Annick Lambrecht, Özlem Özen, met zending / en mission;

Meyrem Almaci, buitenslands / à l'étranger.

 

Federale regering / gouvernement fédéral:

Pieter De Crem, ambtsplicht / devoirs de mandat.

 

Ordemoties

Motions d'ordre

 

Collega's, zoals aangekondigd zullen wij nu de twee moties behandelen die zijn ingediend door onze collega's van Ecolo-Groen.

 

Ik moet u melden dat ik intussen een derde ordemotie heb ontvangen, van de heer Dewael, ertoe strekkend, en ik lees: "De Kamer besluit om de resolutie van de heer De Vriendt over het VN-migratiepact"— waarna de verwijzing naar het nummer volgt —"te verwijzen naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen."

 

Als wij de logische orde respecteren, dan beginnen wij met de ontvankelijk verklaarde ordemotie van de heren Calvo en Gilkinet, waarbij het Parlement beslist om over te gaan tot de bespreking van de resolutie over het VN-migratiepact. Voor alle duidelijkheid, ik besef dat dit voorstel van resolutie nog niet in overweging is genomen. Vermits de inoverwegingneming eigenlijk geen punt is — in de regel nemen wij alles in overweging — denk ik dat wij dit nu kunnen doen.

 

De heer Calvo mag zijn ordemotie toelichten.

 

 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik begrijp dat een aantal collega's in extremis nog op zoek gaan naar een aantal formele argumenten om dit inhoudelijk debat uit de weg te gaan. Ik zou voorstellen om dat debat volop aan te gaan.

 

Voorts wil ik mij vooral focussen op de vraag om deze ordemotie goed te keuren, veeleer dan de premier op te vorderen. Ik heb beide vragen gesteld, maar in de loop van vandaag, ook bij het aanhoren van het antwoord van de eerste minister, is bij mij het inzicht gerijpt dat wij wellicht geen beroep moeten doen op hem om deze kwestie te ontleden. Het ontbreekt de eerste minister namelijk aan moed en leiderschap om zijn meerderheid een bepaalde richting uit te sturen.

 

Collega's, in afwezigheid van de eerste minister, moet dit Parlement zich heel symbolisch uitspreken. De fractie Ecolo-Groen vraagt niet elke week om een resolutie in extremis te agenderen. Wij doen dit omdat deze meerderheid ondertussen al bijna een maand hopeloos verdeeld is over een belangrijke kwestie. Ook in andere thema's, zoals de energiekwestie, de fiscale kwestie en de begrotingskwestie, kan gemerkt worden dat deze regering zich naar het einde sleept. Zij strompelt zo erg dat men zich afvraagt of de heer Beke meteen kandidaat-premier zal zijn of dat hij daar nog enkele maanden mee moet wachten. De collega's van CD&V anticiperen met hun lijstvorming al op een mogelijke val van de regering. U bent er misschien al mee bezig, collega's, maar wij niet. Onze focus ligt bij het goedkeuren van het VN-migratiepact.

 

De heer De Roover heeft ondertussen wellicht de vertaling van het VN-migratiepact gevonden op de website van Doorbraak. Blijkbaar leest De Roover dan toch niet alles wat op Doorbraak verschijnt, want hij wist niet dat er een vertaling was van het pact. Dit verklaart misschien wel waarom de N-VA de voorbije weken heel wat desinformatie heeft verspreid rond het migratiepact. Het was toch redelijk gênant De Roover aan de premier te horen vragen of het plan bindend of niet-bindend is en wat andere regeringen zouden doen. De N-VA is op zoek naar excuses om het VN-migratiepact toch maar niet goed te keuren. Collega's, stel dat de N-VA, een relatief jonge partij, in 1948 had bestaan, had ons land dan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens ondertekend? Ik vrees ervoor. Ik stel immers vast dat vandaag de N-VA op zoek is naar excuses om toch maar geen ja te zeggen.

 

Mijnheer Clarinval, wat gebeurt er dan?

 

Collega's, mijnheer Van Quickenborne, eigenlijk gebeurt er waarvoor de eerste minister in september 2018 op diezelfde tribune van de Verenigde Naties heeft gewaarschuwd.

 

Mijnheer Clarinval, de eerste minister vroeg toen om te vermijden dat extremisten en populisten de migratiepolitiek misbruiken om verkiezingen te winnen. Dat is wat Charles Michel op de tribune van de Verenigde Naties vertelde.

 

Collega's, dat is wat de N-VA vandaag doet. Zoals mensensmokkelaars migratie en mensen op de vlucht misbruiken om geld te cashen, misbruikt de N-VA het migratiedebat om electoraal te scoren.

 

Mijnheer Verherstraeten, u was het die zich afvroeg wat er eigenlijk is veranderd. U hebt die vraag gesteld. U hebt gevraagd wat er eigenlijk is veranderd sinds de vorige verklaringen, namelijk sinds de door de regering goedgekeurde verklaringen van de eerste minister en sinds de verklaringen van Theo Francken in de parlementaire commissie.

 

Mijnheer Verherstraeten, het antwoord ligt voor de hand. Het zijn die drie leden hier van het Vlaams Belang, dat terug in opmars is.

 

Collega's, helaas voor alle democraten, helaas voor Vlaanderen en helaas voor België is het Vlaams Belang een van de winnaars naast Groen van de gemeenteraads- en provincieraads­verkiezingen.

 

Collega's, dat is er veranderd: de N-VA blokkeert vandaag omdat zij wordt opgejaagd door en zenuwachtig wordt van extreemrechts. Ooit was het de missie van de heer De Wever om extreemrechts klein te maken. Ooit wou hij hun ideeën kapot en het nationalisme democratisch maken.

 

Mijnheer De Wever, vandaag loopt u achter de heer Dewinter aan en maakt u de huidige regering een slaaf van extreemrechts. U laat de heer Dewinter bepalen wat ons land, wat Vlaanderen, wat België en wat Europa op het internationale toneel vertelt. (Tumult)

 

De voorzitter: Collega's, wij luisteren naar de heer Calvo, die afrondt.

 

 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik hoop dat de zeldzame aanwezigheid van collega De Wever een impact heeft op de N-VA-fractie.

 

Mijnheer De Wever, dat doet een partijvoorzitter van een meerderheidspartij normaal gesproken: ervoor zorgen dat de regering functioneert. Maak dus van uw aanwezigheid gebruik om deze meerderheid te doen functioneren.

 

De voorzitter: Mijnheer Calvo, u moet afronden.

 

 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Collega's, op één punt was ik het met collega De Roover eens: wij zitten in het huis van de democratie. Dit is het moment. Als de regering er niet in slaagt om te beslissen, dan komt het het Parlement toe om de knoop door te hakken.

 

Mijnheer Dewael, u zei dat de knoop op het gepaste moment doorgehakt moet worden. Welnu, collega's, dit is het gepaste moment. Als ons land in Europa aan de tafel moet gaan zitten om die discussie te trancheren, dan moet onze regering wel een standpunt hebben.

 

De voorzitter: Mijnheer Calvo, u moet afronden.

 

 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer Dewael, als ons land in Europa aan de kar moet trekken, zoals u bepleit hebt, en als ons land in Europa kleur moet bekennen, dan moeten we wel weten welke kleur. Die kleur is ofwel democratisch en humaan, de kleur van de mensenrechten, ofwel het bruine, het grijze, het geslotene van extreemrechts en het populisme.

 

Collega's, in onze parlementaire werking gebeurt het zelden, maar ik wil u ertoe uitnodigen om niet volgens meerderheid en oppositie te stemmen. Liberale en christendemocratische collega's, ik roep u ertoe op om te stemmen vanuit uw overtuiging, met een Belgische traditie, met een hart voor de mensenrechten…

 

De voorzitter: Mijnheer Calvo, ik moet u onderbreken.

 

 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Met uw stem kunt u de minderheid van extreemrechts en populisten in het Parlement het onderspit laten delven. Het is tijd om te stemmen, het moment is nu aangebroken.

 

De voorzitter: Bedankt, mijnheer Calvo.

 

Collega's, het Reglement voorziet voor de bespreking van deze motie voor elke fractie in een spreektijd van vijf minuten.

 

Chers collègues, selon le Règlement, chaque groupe a droit à cinq minutes de temps de parole à propos de cette motion. Des groupes deman­dent-ils la parole?

 

 Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mag ik weten waarover deze ronde precies gaat: gaat het over de procedure of over de grond van de zaak?

 

Ik geloof dat de heer Calvo wenst dat zijn voorstel van resolutie onmiddellijk in plenum wordt behandeld. De grond van de zaak hebben wij al besproken tijdens het vragenuurtje. Ik heb een ordemotie ingediend, waarin ik vraag dat het geheel met bekwame spoed naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen wordt verwe­zen. Dat lijkt mij ordentelijk.

 

Ik denk dat de Kamer zich eerst moet uitspreken over die aanpak. Ofwel behandelt men het onmiddellijk in plenum, ofwel verwijst men het naar de commissie, maar iedereen weer een rondje laten lopen over de grond van de zaak, is non bis in idem. Dan krijgt men een herhaling van het vragenuurtje, en laat dat net nu het punt zijn waarvoor ik in de Conferentie van voorzitters heb gewaarschuwd.

 

Ik begrijp dat de heer Calvo zijn afspraak met de geschiedenis niet wil mislopen, maar ik wil de Kamer vragen om zich eerst uit te spreken. Is men het eens met mijn voorstel om het voorstel van resolutie te verwijzen naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen of zal de Kamer onmiddellijk de grond van de zaak bespreken?

 

Dat laatste lijkt mij problematisch, want wij hebben zelfs geen tekst. Ik ben voor elke vorm van virtuele realiteit, maar ik heb nog niet vaak meegemaakt dat de Kamer debatteert over iets waarvan de tekst zelfs nog niet is rondgedeeld.

 

Ik wil inschikkelijk zijn, maar ik vraag u met aandrang om eerst te laten beslissen of wij hiermee verder gaan of dat wij het naar de commissie verzenden.

 

De voorzitter: Ik heb de vraag begrepen.

 

Het voorstel van de heer Dewael is om onmiddellijk te stemmen. Ik moet wel over de beide moties laten stemmen, dat wil zeggen de motie van de heren Calvo en Gilkinet en vervolgens onmiddellijk de ordemotie van de heer Dewael.

 

Is de Kamer het ermee eens dat wij daarover meteen stemmen?

 

 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik wil de heer Dewael geruststellen. De tekst is al een tijdje beschikbaar. Hij werd trouwens in de voorbije dagen aan zijn eigen fractie bezorgd om die mee te ondertekenen. De tekst heeft ook een nummer. Hij bestaat dus.

 

Ik wil er gerust mee over nadenken hoe snel en ordentelijk wij de bespreking kunnen organiseren, maar de motie van collega Dewael komt eigenlijk neer op het verwijzen van het debat naar de lange termijn, zonder enig engagement om de tekst meteen kort en krachtig te bespreken in de parlementaire commissie. Onze fractie kan daarmee niet leven. Er staat geen termijn op en er is geen duidelijk engagement van de meerderheid. Ik handhaaf dus mijn vraag om de tekst hier en nu te bespreken. De motie van collega Dewael is veel te flou en dient vooral om tijd te kopen en de ongelofelijke verdeeldheid in zijn meerderheid toe te dekken. Ik zou van liberalen verwachten dat zij meer moed en overtuiging tonen, zeker in deze fase.

 

De voorzitter: De voorzitter van de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen vraagt het woord.

 

 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, als u en de Kamer hiermee akkoord gaan, zou ik willen voorstellen om de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen onmiddellijk samen te roepen om een agenda af te spreken, alsook een timing waarbinnen wij dat voorstel van resolutie kunnen behandelen.

 

De voorzitter: Ik begrijp dat de Kamer het ermee eens is dat wij overgaan tot de stemming. Wij spreken ons uit bij zitten en opstaan.

 

(…): (…)

 

De voorzitter: Dat zullen wij na de inoverwegingneming doen. Ik heb de heer Calvo ter wille willen zijn om de werkzaamheden redelijk ordelijk te laten verlopen. Ik heb zelf gezegd dat ik besef dat wij hier over de tekst van een resolutie spreken die nog niet in overweging is genomen. Ik weet dat, maar ik wou de werkzaamheden laten opschieten. Ik meen dat het een goed voorstel is om nu eerst te stemmen over de motie van de heer Calvo waarin de onmiddellijke bespreking gevraagd wordt.

 

Ik stel u dus voor om ons over die ordemotie uit te spreken.

 

Je vous propose donc de nous prononcer sur cette motion d'ordre.

 

De tweede ordemotie van de heren Calvo en Gilkinet wordt verworpen bij zitten en opstaan.

La deuxième motion d'ordre de MM. Calvo et Gilkinet est rejetée par assis et levé.

 

We gaan over tot de stemming over de ordemotie van de heer Dewael, waarin gevraagd wordt de behandeling van de resolutie te verwijzen naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen. Met bekwame spoed, heeft hij zelf gezegd.

 

De ordemotie van de heer Dewael wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

La motion d'ordre de M. Dewael est adoptée par assis et levé.

 

De motie van de heer Dewael is aangenomen.

 

Mijnheer Calvo, ik neem aan dat uw motie op basis van artikel 50 over de aanwezigheid van de eerste minister ondertussen is ingetrokken?

 

 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik stel voor dat de eerste minister zijn krachten spaart voor de commissie van begin volgende week.

 

De voorzitter: Oké, dan is dat punt afgehandeld.

 

De heer Van der Maelen vraagt het woord over de regeling van de werkzaamheden.

 

 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, is het niet mogelijk om verder te gaan op de weg die u daarnet bent ingeslagen? U zei dat resoluties altijd in overweging worden genomen. Zou het niet mogelijk zijn dat ik de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen onmiddellijk samenroep en dat wij in gemeen overleg bepalen wanneer wij de resolutie volgende week zullen bespreken? Daarmee geven wij invulling aan de bekwame spoed van collega Dewael.

 

De voorzitter: Ik denk dat iedereen in het halfrond wel beseft dat wij die resolutie zo snel mogelijk moeten bespreken, maar wij gaan toch even wachten op de inoverwegingneming, waarbij de verwijzing van de resolutie naar de commissie uitdrukkelijk wordt vermeld. Intussen zullen wij onze legislatieve arbeid voortzetten.

 

 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, M. Dallemagne et moi-même avons introduit une proposition de résolution portant sur le même sujet. J'imagine qu'elle sera jointe à celle de nos collègues d'Ecolo-Groen.

 

Le président: Bien sûr. C'est acquis, madame Fonck.

 

01 Vervanging van een lid van het Europees Parlement

01 Remplacement d'un membre du Parlement européen

 

Bij brief van 12 november 2018 laat de heer Sander Loones de voorzitter van het Europees Parlement weten dat hij op 12 november 2018 tot lid van de Belgische federale regering benoemd is.

Par lettre du 12 novembre 2018, M. Sander Loones informe le président du Parlement européen de sa nomination, le 12 novembre 2018, en qualité de membre du gouvernement fédéral belge.

 

Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de Akte van 20 september 1976 betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen is deze functie onverenigbaar met het mandaat van Europees Parlementslid.

Conformément à l'article 7, al. 1er, de l'Acte du 20 septembre 1976 portant élection des représen­tants au Parlement européen au suffrage universel direct, cette fonction est incompatible avec le mandat de membre du Parlement européen.

 

De opvolger die in aanmerking komt om de heer Sander Loones te vervangen is de heer Ralph Packet.

Le suppléant appelé à remplacer M. Sander Loones est M. Ralph Packet.

 

Het blijkt dat hij nog voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden, bedoeld in artikel 41 van de wet van 23 maart 1989 met betrekking tot de verkiezing van het Europees Parlement.

Il appert qu'il remplit toujours les conditions d'éligibilité prévues par l’article 41 de la loi du 23 mars 1989 relative à l'élection du Parlement européen.

 

Om de heer Ralph Packet in staat te stellen zijn mandaat van Europees Parlementslid uit te oefenen stel ik u voor de heer Ralph Packet voor te dragen als vast lid van het Europees Parlement.

Afin de permettre à M. Ralph Packet d'exercer son mandat de membre du Parlement européen, je vous propose de présenter M. Ralph Packet en qualité de membre effectif du Parlement européen.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Verslag van het adviescomité voor de Maatschappelijke Emancipatie

Rapport du comité d'avis pour l'Emancipation sociale

 

02 Tewerkstelling en gender (3270/1)

02 Emploi et genre (3270/1)

 

Bespreking

Discussion

 

De bespreking is geopend.

La discussion est ouverte.

 

De rapporteurs zijn mevrouw Van Hoof en de heer Flahaux, die verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

02.01  Fabienne Winckel (PS): Monsieur le président, mesdames et messieurs les ministres, chers collègues, la situation des femmes fait de plus en plus régulièrement l'objet de toutes les attentions au sein de cette Assemblée, à travers de beaux discours pour certains et à travers des propositions concrètes pour d'autres. Le rapport dont nous discutons aujourd'hui en est le parfait reflet.

 

Monsieur le président, chers ministres, chers collègues, je ne vous apprendrai rien en vous disant que les inégalités entre les femmes et les hommes demeurent particulièrement criantes dans le monde du travail. En effet, les femmes continuent toujours à être moins bien rémunérées pour un travail de valeur égale. (Brouhaha)

 

Le président: Chers collègues, puis-je vous demander votre attention?

 

02.02  Fabienne Winckel (PS): J'espère que le sujet intéresse au moins tout le monde au même degré que les autres sujets.

 

Je poursuis. Les femmes accèdent toujours plus difficilement aux fonctions à responsabilités. Les femmes rencontrent toujours davantage de difficultés pour concilier leur vie privée et leur vie professionnelle. Les femmes occupent toujours davantage de postes à temps partiel.

 

Les défis à relever sont donc encore nombreux et ils doivent l'être par tous les pouvoirs publics et dans toutes les sphères de la société. Car si les entités fédérées ont d'importantes compétences en matière d'éducation, de formation, de mise à l'emploi et de lutte contre les stéréotypes, le pouvoir fédéral a les clés en mains pour ouvrir certains verrous qui bloquent toujours cette égalité entre les femmes et les hommes sur le marché de l'emploi.

 

C'est donc avec beaucoup d'enthousiasme et d'ambition que les membres du comité d'avis pour l'Émancipation sociale ont décidé de s'emparer de cette problématique voilà plus de dix-huit mois. Pour nous aider à nourrir notre réflexion et à formuler des recommandations concrètes, nous avons décidé d'entendre des experts de tous les horizons: associations de terrain, instituts publics travaillant en faveur de l'égalité, syndicats, services régionaux d'aide à l'emploi et universitaires.

 

En tant que présidente du comité d'avis pour l'Émancipation sociale, j'interviens pourtant, aujourd'hui, avec de l'amertume et des regrets. Le travail mené fut long. Les auditions furent riches et les échanges très intéressants, mais les recom­mandations présentées sont clairement insuffisantes à mes yeux.

 

Mon groupe soutient évidemment le rapport qui est présenté. Je voudrais d'ailleurs remercier les personnes qui ont été auditionnées, les services de la commission et les rapporteurs Mme Van Hoof et M. Flahaux pour le travail important qu'ils ont fourni.

 

Toutefois, il est clair que, pour mon groupe, les recommandations formulées ne sont pas suffisamment concrètes, pas suffisamment précises et pas suffisamment ambitieuses. Ces recommandations constituent le compromis le plus large possible, un consensus bien trop mou dont nous ne pouvons plus nous satisfaire.

 

Je vous donne quelques exemples. Premiè­rement, en matière de lutte contre l'écart salarial, il n'y a aucune proposition concrète alors que de nombreux intervenants ont mis des pistes d'amélioration sur la table. Il a été souligné que plusieurs pays tels que l'Islande, le Royaume-Uni ou encore l'Allemagne ont pris des initiatives visant à renforcer l'égalité salariale en imposant davantage de transparence aux entreprises ainsi que la publicité des données salariales, selon diverses modalités. Mon groupe est convaincu que des pas supplémentaires doivent être faits rendant notamment plus contraignante la loi de 2012. Ici, il est simplement proposé d'évaluer, de poursuivre. Cela est bien insuffisant!

 

Deuxièmement, en matière de lutte contre le plafond de verre, on propose de mettre en place de nouveaux dispositifs. C'est un peu vague, vous en conviendrez. Comme je l'ai déjà dit en séance plénière, il y a deux semaines, j'espère que mes collègues du comité d'avis pour l'Émancipation sociale accepteront que l'on réalise, au sein de notre comité, une véritable radioscopie de la place des femmes dans les fonctions dirigeantes des entités publiques au sens large pour comprendre pourquoi le plafond de verre reste incassable à certains endroits et qu'enfin, nous puissions mettre sur la table des propositions concrètes dans ce cadre.

 

Troisièmement, en matière d'entrepreneuriat, le congé de maternité des indépendantes est passé de douze à quinze semaines.

 

Il s'agit d'une belle avancée, que nous devons souligner. Mais pourquoi ne pas avoir promu, pour l'avenir, un pas supplémentaire, en rapprochant la couverture sociale des indépendantes de celle des salariées, qui est de quinze semaines? Pourquoi ne pas avoir plaidé pour l'instauration d'un congé de paternité facultatif en faveur des indépendants, de manière à favoriser l'émancipation des femmes ainsi que l'égalité des hommes et des femmes indépendants?

 

Quatrième exemple, qui concerne la conciliation entre vie privée et vie professionnelle. C'est pour moi l'une des parties les plus faibles de ce texte. Les pistes dans ce cadre sont nombreuses. Prenons la réduction collective du temps de travail, et parce que certaines mesures faisaient l'unanimité chez les intervenants, la revalorisation du congé parental, pour permettre une meilleure répartition de celui-ci, ou la nécessité d'allonger et de rendre le congé de paternité obligatoire, qui a été soulignée à maintes reprises lors des auditions, afin d'ôter la pression qui est encore exercée sur les hommes qui en font la demande auprès de leur employeur. Cela permettrait de  consacrer la reconnaissance du rôle du père chez l'enfant dès sa naissance et d'atteindre ainsi l'égalité parentale au sein du couple. Il a pourtant été impossible d'obtenir une quelconque avancée en ce sens de la part de la majorité.

 

Et ce n'est pas tout! Une meilleure politique d'accueil de la petite enfance, mais aussi des personnes âgées, a été pointée comme étant indispensable pour aider les femmes et les hommes dans la conciliation de leurs vies privée et professionnelle. Difficile d'émettre des recommandations en ce sens, certes, puisque cela ressort des compétences des entités fédérées. Mais il y a un autre élément sur lequel nous aurions pu nous pencher: les aidants proches, qui mettent entre parenthèses leur carrière pour s'occuper d'un proche dépendant. Là non plus, la majorité n'a pas tenu compte des recommandations. Elle se contente de parler d'information, de sensibilisation et d'incitants pour améliorer cette difficile conciliation. C'est encore trop ou très faible.

 

Cinquième exemple, qui concerne l'accès au marché du travail et la lutte contre les discriminations envers les femmes, et spécifiquement les femmes d'origine étrangère.

 

Il ressort de nos auditions que les politiques d'activation au niveau régional sont essentielles pour sensibiliser ces femmes, leur fournir des conseils, leur proposer des formations. Au niveau fédéral, nous devons notamment permettre le développement des tests de situation. Nous pouvons nous en féliciter, car nous disposons d'un arsenal juridique suffisant. Celui-ci doit toutefois être affiné et amélioré pour assurer sa réelle effectivité, qui fait encore défaut aujourd'hui.

 

Le rapport d'évaluation des lois anti-discrimination est dans ce cadre un outil précieux, dont il ressort, et cela a été souligné lors de nos auditions, qu'il serait extrêmement utile de pouvoir mettre en place les fameuses actions positives. Mais pour cela, il manque un arrêté royal, que la majorité n'a pas voulu voir figurer dans nos recommandations, chose qui est totalement incompréhensible.

 

Sixième exemple: en matière de lutte contre les temps partiels involontaires, je suis assez étonnée de la faiblesse des propositions. C'est une question réellement préoccupante. En 2015, 27 % de la population active travaillait à temps partiel, dont 80 % de femmes. Sur l'ensemble des femmes actives sur le plan professionnel, 44 % travaillaient à temps partiel, avec des conséquences, et on ne le rappellera jamais assez, sur le salaire des femmes, sur leur autonomie économique et sur la répartition des tâches familiales.

 

Il était donc important de prendre des mesures concrètes pour améliorer cette situation. Elles ont d'ailleurs été mises sur la table. Je pense à la limitation des offres d'emploi proposées uniquement à temps partiel, ou encore à la révision de la réglementation relative aux heures supplémentaires dans le cadre du travail à temps partiel.

 

Que proposent aujourd'hui nos rapporteurs et la majorité? Rien! Parce que le gouvernement aurait déjà pris les mesures nécessaires. Cela nous semble complètement inaudible, et en totale contradiction avec ce qui a été mis en avant lors de nos auditions. Voyez la flexibilisation de l'emploi mise en place par ce gouvernement. Elle va rendre la tâche encore plus difficile aux femmes, qui auront davantage de difficultés à suivre une formation, par exemple, ou à s'occuper de leurs enfants qui, eux, ne fonctionnent pas de manière flexible. Leurs conditions de vie vont donc être rendues encore plus difficiles.

 

Cela me permet de faire une transition toute logique vers mon dernier point, à savoir l'importance d'évaluer l'impact sur les femmes des décisions prises par les pouvoirs publics.

 

De nombreux intervenants ont mis en avant les mesures négatives prises par ce gouvernement envers les femmes. Nous ne cessons de les dénoncer. Il s'agit du report de l'âge légal de la pension à 67 ans, du durcissement de l'accès à la pension anticipée, des attaques contre les périodes assimilées, de la flexibilisation à outrance de l'emploi, de la diminution de l'allocation garantie de revenus pour les femmes travaillant involontairement à temps partiel. Toutes ces réformes vont à l'encontre des femmes et d'une plus grande égalité. Il était donc pour nous indispensable de voir figurer dans les recommandations de ce rapport une évaluation de leur impact afin d'y apporter les correctifs nécessaires. Évidemment, une fin de non-recevoir est opposée à cette demande de la part de la majorité.

 

Monsieur le président, chers collègues, les recommandations formulées étaient adressées à la secrétaire d'État, Mme Demir, dont je déplore l'absence aujourd'hui, dans le cadre de la rédaction de son plan d'action fédéral "Genre et Emploi", mais aussi à l'ensemble des membres du gouvernement. Pour pallier les insuffisances que j'ai pointées et renforcer ce rapport, mon groupe et d'autres avaient proposé une série d'amendements; des propositions qui, je le rappelle, nous avaient été suggérées par les différents experts entendus en commission. Malheureusement, la majorité n'a fait preuve d'aucune ouverture. L'accord obtenu entre les différents partenaires et, sans doute, approuvé par le gouvernement, était apparemment intouchable.

 

Je ne peux m'empêcher de remarquer à nouveau ce grand écart entre les paroles et les actes. Je ne peux m'empêcher de penser à la sortie du livre de M. De Croo, intitulé "Le siècle de la femme" et qualifié par le premier ministre de "plaidoyer lançant un message fort et inspirant". Je rappelle que, parmi les propositions mises en avant dans ce livre, figure l'allongement du congé de paternité ou encore l'obligation de transparence pour les entreprises en matière d'écart salarial; deux éléments qui ne se retrouvent pas dans le rapport.

 

Je ne peux m'empêcher non plus de repenser à Mme Wilmès qui, dans une interview, disait ne pas comprendre que quelqu'un ne se définisse pas féministe, le féminisme consistant à reven­diquer que les femmes sont les égales des hommes.

 

Je ne peux m'empêcher de repenser au communiqué laconique tentant de faire croire que ce gouvernement se mobilise pour l'égalité homme-femme.

 

Je ne peux donc m'empêcher de penser que ce n'est que de la com.

 

Monsieur le président, chers collègues, on ne pourra pas aujourd'hui taxer l'opposition de mauvaise langue qui décrit l'action du gouvernement, parce que les éléments soulevés aujourd'hui l'ont été par de nombreux orateurs ayant pris part à nos travaux.

 

Si cette majorité voulait réellement lier ses belles paroles à des actes, les recommandations aujourd'hui sur nos bancs auraient été bien plus ambitieuses, bien plus concrètes, bien plus en faveur d'une réelle égalité entre les hommes et les femmes.

 

En tant que présidente du comité d'avis pour l'Émancipation sociale, je vous exprime aujourd'hui ma déception quant au contenu de ces recommandations finales. Mon groupe a d'ailleurs déposé une motion présentant une nouvelle série de recommandations importantes qui auraient dû figurer dans ce rapport et qui se font l'écho des nombreuses auditions que nous avons eues.

 

Madame Van Hoof, monsieur Flahaux, le compromis le plus large possible ne suffit plus. Le résultat ne me semble pas être à la hauteur du travail qui a été réalisé. Le résultat n'est pas à la hauteur de la richesse des auditions et des débats que nous avons eus. Et le résultat n'est tout simplement pas à la hauteur de l'enjeu, celui de l'égalité entre les hommes et les femmes sur le marché de l'emploi, enjeu qui n'a jamais été, à mon sens, celui du gouvernement. Je vous remercie pour votre attention.

 

02.03  Wim Van der Donckt (N-VA): Mijnheer de voorzitter, dames en heren ministers, waarde collega's, vooreerst wil ik collega Winckel bedanken voor de constructieve wijze waarop zij het voorzitterschap van het adviescomité heeft waargenomen in de voorbije maanden. Sinds april 2017 boog het adviescomité voor de Maatschappelijke Emancipatie zich over het thema gender en tewerkstelling.

 

Na het horen van een dertigtal personen en organisaties kwamen wij tot de bevestiging van onze eerdere vaststelling dat er rond dit thema nog heel wat problemen zijn. Onze staatssecretaris is zich hiervan zeer bewust. Sedert haar aantreden in februari 2017 pakt zij dit probleem daadkrachtig aan. Veel van de aanbevelingen die door het adviescomité werden gedaan werden reeds uitgewerkt door haar kabinet.

 

De resolutie werd goedgekeurd met zeven stemmen voor en twee tegen. Jammer genoeg vonden bepaalde partijen dat deze resolutie niet ver genoeg ging. Al de gedane aanbevelingen zorgen evenwel voor een betere opvolging en een verbetering van dit dossier dat onze aandacht verdient.

 

Het adviescomité heeft rekening gehouden met realistische verwachtingen zonder zich in de privésfeer te willen mengen. Daarom heeft het ook geen aanbevelingen gedaan over het verplicht opnemen van het vaderschapsverlof. Sensibiliseren is geen probleem, maar dit verplichten en zo een stok achter de deur hebben is soms een brug te ver.

 

Afgelopen jaar werd in samenwerking met Hogeschool PLX een campagne op het getouw gezet "Ouderschapsverlof zoekt vaders". In de loop van dit najaar bekijkt de staatssecretaris hoe deze campagne meer kan worden verankerd in de samenleving.

 

Het ouderschapsverlof is geen uitbreiding, maar zet in op betere opnames door de vaders. Dit kan, maar verplichten niet.

 

Ook voltijds werken moet zeker gestimuleerd worden. In dat kader nam de federale overheid reeds maatregelen om ook wie onvrijwillig deeltijds werkt, toe te leiden naar een voltijdse betrekking, dit door werkgevers aan te zetten om deze deeltijdse werknemers meer tewerk te stellen indien er werk beschikbaar is. Niet enkel de werkgever, maar ook de werknemer moet hiertoe aangespoord worden.

 

Een studie van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen toont aan dat meer dan 66 % van de inactieve vrouwen met een andere afkomst huisvrouw is, ten opzichte van 28 % inactieve huisvrouwen van Belgische afkomst. Deze groep vrouwen is een belangrijke groep van arbeids­actieven die een positieve impact kunnen hebben op een beter genderevenwicht op de arbeidsmarkt.

 

Wij steunen de aanbevelingen of de bevindingen van het adviescomité en kijken ook uit, samen met u, collega Winckel, veronderstel ik, naar de beleidsnota van de staatssecretaris van volgende week, die aan dat thema uiteraard ook bijzondere aandacht zal besteden.

 

02.04  Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le président, mesdames et messieurs les ministres, chers collègues, après des mois de travail, des dizaines d'auditions, j'étais très fier d'être rapporteur avec ma collègue et amie, Els Van Hoof, sur cette problématique Emploi et genre.

 

La vérité m'incite d'ailleurs à dire que la proposition de mettre ce thème à l'ordre du jour venait d'une députée qui n'était pas encore secrétaire d'État, Zuhal Demir. C'est elle qui avait proposé d'ajouter ce thème et je l'en remercie.

 

Je peux comprendre les remarques de Fabienne Winckel, que j'aime beaucoup par ailleurs, mais le comité d'avis est d'abord et avant tout un aiguillon obligeant à la transversalité de l'évolution de choses. En ce sens, le fait même d'aborder le sujet va déjà en soi faire changer les choses. Nous serons chargés, nous membres du comité d'avis, de faire en sorte que les ministres responsables fassent bouger les législations mais surtout l'application des lois existantes.

 

C'est d'ailleurs cela que nous avons remarqué en menant toutes ces auditions: dans toute une série de domaines, les lois existent mais ne sont pas encore suffisamment appliquées, voire pas du tout.

 

C'est cela l'intérêt fondamental de notre travail: mettre en lumière tout ce qui pose problème dans cette matière Emploi et genre.

 

À ce titre, je suis particulièrement fier, comme homme, d'être ici à la tribune. La toute première fois que j'ai siégé au comité d'avis pour l'Émancipation sociale en 2007, j'étais le seul homme, jusqu'à ce que le premier échevin Open Vld de Gand me rejoigne quand il est devenu parlementaire.

 

Cela signifie qu'à ce moment-là, les questions d'égalité n'intéressaient pas les hommes. Je vais dire quelque chose qui ne fera peut-être pas plaisir à la majorité d'entre eux. Encore aujourd'hui, beaucoup considèrent que c'est un problème de "nanas". Je ne suis pas du tout d'accord avec ce point de vue. Je crois que les choses vont changer en termes d'égalité homme-femme quand les hommes changeront à propos de cette question. Ce ne sont pas les femmes qui doivent devenir féministes, mais bien les hommes. C'est ainsi que nous changerons la donne et j'en suis profondément convaincu.

 

L'égalité homme-femme pose encore question aujourd'hui, même en Belgique, laquelle est plutôt un bon élève ou, du moins, un des moins mauvais élèves de la classe européenne et mondiale. C'est manifeste dans le monde du travail: inégalités salariales, pressions exercées, travail à temps partiel, accès au marché et j'en passe. Ce sont autant de facettes illustrant ce phénomène. Pour cette raison, le comité d'avis a décidé de réfléchir aux manières de combattre les agressions sexuelles. Il convient de rappeler que c'est grâce au comité d'avis que Mme la secrétaire d'État a mis en place les trois centres - bruxellois, liégeois et gantois - qui favorisent l'unicité dans l'accueil des victimes d'agressions sexuelles. Ce système fonctionne tellement bien qu'il enregistre - hélas! - deux fois plus de public que ce que nous avions anticipé. Du reste, la secrétaire d'État Zuhal Demir nourrit l'ambition d'en ouvrir un par province, tant ils sont malheureusement nécessaires.

 

Pour chacun des thèmes, nous avons tenté de retenir un maximum de considérations que nous ont exposées, comme l'a rappelé Fabienne Winckel, les nombreux témoins et experts que nous avons entendus.

 

Parce que les questions liées à l'égalité entre hommes et femmes dépassent évidemment les clivages entre partis, nous avons pris le pas de retenir les propositions qui bénéficiaient d'un consensus, toutes formations confondues. C'est en ce sens que je comprends Mme Winckel. Elle est dans l'opposition et elle doit donc essayer de pousser le bouchon le plus loin possible. Mais je tiens aussi à rappeler, comme l'a dit mon prédécesseur de la N-VA, que ce rapport a été approuvé plus largement que par la seule majorité gouvernementale. Je crois que c'est un point important.

 

Certes, madame Winckel, il y a des choses – je le dis à titre personnel – sur lesquelles j'aurais souhaité qu'on puisse aller plus loin mais l'objectif du comité d'avis est de travailler avec le consensus le plus large possible. C'est en ce sens que certaines demandes qui ont été formulées n'ont pas été retenues. Je tiens cependant à dire que nous avons retenu des propositions issues d'Ecolo et du sp.a notamment.

 

02.05  Fabienne Winckel (PS): Ce n'est pas une question de majorité contre opposition. Je ne pense pas, pour reprendre votre expression, que je pousse le bouchon trop loin. Je vais prendre deux exemples. Les experts qui sont venus nous voir nous ont dit à l'unanimité que le congé de paternité constituait un élément sur lequel on pouvait travailler, en le rendant obligatoire afin d'avancer sur l'égalité et de retirer cette pression exercée sur les pères quand ils en font la demande à leurs employeurs. Pour nombre d'employeurs, c'est en effet un moyen de pression qui fait que beaucoup de pères ne prennent pas leur congé. Je pense que cela aurait pu être un geste d'autant que ce message émanait de l'ensemble des personnes que nous avons reçues lors des auditions.

 

Un autre exemple qui me touche beaucoup, c'est par rapport au SECAL et aux créances alimentaires. On a juste mis une petite phrase en disant "améliorer l'accès" mais j'aurais aimé qu'on aille plus loin. C'est quand même revenu plusieurs fois lors des auditions. On sait que c'est un travail important pour les familles où l'un des deux parents est déficient en matière de paiement de la créance alimentaire. J'aurais donc aimé qu'on aille plus loin en assurant qu'on allait donner des moyens humains et financiers pour offrir un service véritablement efficace, sinon cette structure ne sera pas assez performante par rapport aux besoins de la société belge.

 

02.06  Jean-Jacques Flahaux (MR): Ce que vous dites n'est pas contradictoire avec ce que j'ai évoqué. Vous évoquez l'unanimité des experts – et vous n'avez pas tort – et j'évoque la composition du comité d'avis. Nous avons essayé d'aller le plus loin possible. Par exemple, l'expérience dont j'ai écho de la part de personnes qui ont bénéficié ou mis en œuvre le congé de paternité, c'est que les hommes deviennent plus féministes une fois qu'ils l'ont exercé.

 

Je suis d'accord avec vous sur le fond et je rêve que dans un avenir très proche, l'on aille vers cela. Mais pour l'instant, la composition du Comité fait en sorte nous n'avons pas pu aller jusque là. Mais je reste convaincu qu'il y aura encore des étapes à franchir après les élections législatives. Ce sera un bel enjeu pour les discussions que nous aurons.

 

Pour chaque thématique que j'ai énoncée, nous avons dressé une série de recommandations à l'attention de l'exécutif. Par exécutif, je vois de manière plus large que le gouvernement fédéral puisque, comme vous l'avez souligné vous-même, certaines matières sont de compétence régionale voire communautaire. Il faut que tout le monde avance d'un commun accord pour faire progresser les choses.

 

La question de l'égalité homme/femme retient l'attention et invite à intensifier la coopération entre les niveaux de pouvoir et à améliorer la coordination des initiatives prises par chacun. Cette question est avant tout sociétale et autant les Régions et Communautés que le fédéral ont leur rôle à jouer pour faire évoluer les mentalités. Dans ce cadre, l'enseignement en est un des éléments vitaux.

 

J'aimerais évoquer quelques recommandations. Pour ce qui est de l'écart, il est vrai que des choses restent à faire. Je rappelle que la Belgique est l'un des pays d'Europe – à part l'Islande, qui a récemment montré la voie – à avoir un écart salarial des plus faibles. Nous en sommes à peu près à 7 %.

 

C'est encore 7 % de trop et il faut pousser les feux. De ce point de vue, la loi de 2012 n'est pas suffisamment appliquée. Il faut veiller à l'application totale de cette loi en adoptant, le cas échéant, de nouveaux instruments législatifs ainsi qu'en favorisant l'adoption d'accords sectoriels et de mesures au niveau des entreprises en vue de combattre les écarts salariaux.

 

Concernant cet écart salarial, il faudra toujours évaluer l'effectivité de la loi en accordant une attention spécifique à l'application des rapports d'analyse au niveau des entreprises et au rôle du médiateur. Par ailleurs, il faut mettre davantage de données à disposition sur la structure de rémunération individuelle des entreprises afin de faciliter la recherche relative à l'écart salarial, tout en veillant à préserver la confidentialité de ces données. L'équilibre n'est pas toujours facile. Enfin, il faut définir les avantages dans l'analyse des rémunérations car les avantages en nature sont parfois un moyen d'accroître l'écart. Nous devons y travailler.

 

Pour lutter contre le plafond de verre, il faut étudier la possibilité de mettre en place de nouveaux dispositifs en comité de concertation interministériel ainsi qu'avec les partenaires sociaux, en encourageant l'accès des femmes aux fonctions supérieures et dirigeantes au sein de l'administration par des actions de monitoring.

 

Il y a aussi tout le volet de la symbolique. De ce point de vue, en Belgique, nous pouvons être contents d'avoir des femmes à la tête de deux de nos plus grandes entreprises publiques, la SNCB et Proximus. Les femmes avancent aussi par les exemples. Je pense notamment au fait que la personnalité politique la puissante en Europe est une femme, Angela Merkel. C'est évidemment un élément essentiel de motivation pour les jeunes filles et les femmes qui se disent "pourquoi pas moi".

 

L'entrepreneuriat féminin doit être encouragé en offrant une information sur les possibilités existantes et en soutenant les organismes qui offrent un accompagnement administratif ou financier pour démarrer une activité entrepreneuriale. L'image qu'une femme peut moins qu'un homme être chef d'entreprise est encore bien vivace, alors que c'est faux. En général, elles gèrent mieux les finances que les hommes, je l'ai souvent remarqué.

 

Il faut aussi améliorer l'information donnée aux femmes entrepreneures quant à l'allongement du congé de maternité de huit à douze semaines et à l'octroi de 105 titres-services, notamment via les secrétariats sociaux. Pour que les femmes puissent développer l'entrepreneuriat, il faut qu'elles soient aidées par la société.

 

La féminisation des métiers est un point auquel je suis extrêmement attentif, tout comme le MR. Il faut utiliser l'aperçu de l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes pour promouvoir l'emploi dans des secteurs où il y a une carence en femmes ou en hommes, notamment en développant la formation et l'information au sujet de ces secteurs, avec une attention particulière pour les métiers en pénurie. Il faut informer et sensibiliser les secteurs concernés, les entreprises et les PME.

 

Il y a souvent des liens entre les différentes thématiques. Prenons l'exemple du congé de paternité. Le congé de paternité est peu utilisé dans les secteurs où une majorité d'hommes travaillent, comme le transport routier ou la construction. Faire en sorte qu'il y ait davantage de femmes dans ces métiers permettra d'ouvrir les esprits et de changer les mentalités. C'est important.

 

Je me rends compte que je suis un peu long. Je pourrais encore parler de l'accès au marché du travail, des aspects institutionnels …

 

02.07  Catherine Fonck (cdH): Le document compte 200 pages!

 

02.08  Jean-Jacques Flahaux (MR): Madame Fonck, vous avez raison: c'est un document très riche. Nous avons travaillé énormément.

 

Je voudrais encore évoquer la problématique de la conciliation congé et vie privée avec le travail. Il y a beaucoup à faire. C'est un domaine où des choses existent et ne sont pas toujours utilisées par ceux pouvant en bénéficier. Donner des focus et inciter les administrations à faire des efforts supplémentaires d'information relèvent aussi des fonctions de notre rapport. On a, par exemple, évoqué le congé de paternité. Actuellement, de nombreux pères, indépendamment d'éventuelles pressions des employeurs, par méconnaissance ou parce qu'ils pensent qu'un homme qui prend un congé de paternité n'est pas un vrai homme, n'en profitent pas. Il faut changer cela.

 

Comme l'a dit Mme Fonck, le document est extrêmement long. Mais le but de notre discussion aujourd'hui – dommage que tous les députés ne soient pas présents – est de faire percoler les conclusions et recommandations de notre rapport pour que chacun s'en pénètre et fasse en sorte que les administrations des ministres les appliquent.

 

Certes, madame Winckel, les recommandations auraient peut-être pu aller plus loin. Mais si on appliquait déjà toutes celles contenues dans le rapport, nous aurions encore franchi une étape importante. Je suis le premier disposé, au nom du MR, à aller encore plus loin vers l'égalité complète entre les hommes et les femmes.

 

02.09  Els Van Hoof (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, net als mijn dierbare collega Jean-Jacques Flahaux ben ik opgetogen om hier vandaag als corapporteur van het adviescomité voor de Maatschappelijke Emancipatie de aanbevelingen over de situatie van vrouwen op de arbeidsmarkt te kunnen voorleggen.

 

Mijn bijzondere dank aan de voorzitter en aan alle collega's die hieraan constructief hebben meegewerkt. Het was een heel rijk debat in het adviescomité, dat nog vaak kan worden gehanteerd voor het opstellen van goede wetsvoorstellen. Wij zullen dat met zijn allen zeker doen.

 

Het waren heel intense maanden, van april 2017 tot januari 2018, waarin wij meer dan dertig experts hebben gehoord over gender en tewerkstelling.

 

Uit de vele analyses vanuit verschillende invalshoeken kunnen wij maar één zaak concluderen. Gendergelijkheid is nog niet verwe­zenlijkt in dit land. De loonkloof tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers blijft, allochtone vrouwen vinden maar met moeite de weg naar de arbeidsmarkt en vrouwen zijn nog altijd niet voldoende vertegenwoordigd in top­functies.

 

Zo blijven stereotypen als de traditionele verdeling van gezinstaken of de zachtere vrouw die niet geschikt is voor leidinggevende functies onderhuids diep ingebakken in onze gedachten en in onze wetten, of in de afwezigheid van wetten.

 

De bottomline is dat het krijgen van kinderen nog altijd discriminatoir werkt voor vrouwen of een negatieve impact heeft op de carrière, wat onaanvaardbaar is. Daarom zijn beleidsmaat­regelen nodig om die kloof te dichten. Die kloof is er niet vanzelf gekomen en zal ook niet vanzelf worden gedicht.

 

Vandaar dat er opgelegde en verplichtende maatregelen nodig zijn. Daarvan is onze fractie overtuigd. Dat is nooit gemakkelijk omdat ze ingrijpen in gewoontes en in de private sfeer. Toch is onze fractie ervan overtuigd dat het de enige manier is om te werken aan een gender­gelijke samenleving.

 

Het adviescomité heeft geprobeerd om door de hoorzittingen met de experts de problematiek ter zake te bundelen en gepaste oplossingen te formuleren. In elk aspect zijn er stappen vooruit­gezet.

 

Het is waar dat het nog niet ver genoeg gaat, maar de inkt van de aanbevelingen was nog niet droog of Alexander De Croo had ook een voortschrijdend inzicht en kondigde de eeuw van de vrouw aan. Ook minister Peeters kondigde aan dat hij vaderschapsdiscriminatie onder de loep zou nemen.

 

Ik denk dat onze zaak iedereen heeft geïnspireerd om verder te denken. Wij hebben het debat opnieuw op gang gebracht. Het is ook de taak van het adviescomité om in die consensus aanbevelingen te brengen die ook anderen zullen inspireren.

 

Kort wil ik het belang van enkele van de voorgestelde maatregelen toelichten.

 

De loonkloof is een eerste cruciaal en veelbesproken element. De loonkloof bestaat en zal niet vanzelf dichten als wij geen bijkomende maatregelen nemen. Vandaag bedraagt de loonkloof nog altijd 20 % en ze stabiliseert. In uurloon bekeken bedraagt de loonkloof nog altijd 7,6 %. Het verschil zit hem uiteraard in het deeltijds werk en wanneer het loon op uur- of op jaarbasis bekeken wordt. Van de werkende vrouwen werkt 44 % deeltijds en van de vrouwen met drie kinderen is dat 54 %, wat een waanzinnig aantal is. Een deel van die vrouwen, meer bepaald één op vijf, werkt onvrijwillig deeltijds. Met elk bijkomend kind groeit de loonkloof met 7 %.

 

Hoewel de loonkloof samenhangt met de tewerkstellingskloof en met deeltijds werk, spelen ook de extralegale voordelen mee, waarnaar collega Flahaux al verwees, en de – niet-geliefde – bedrijfswagen, want tegenwoordig heeft 53 % van de mannelijke kaderleden een bedrijfswagen, tegenover 38 % bij de vrouwen, en in het middenkader heeft 39 % van de mannen tegenover 15 % van de vrouwen een bedrijfswagen. Extralegale voordelen zijn dus duidelijk niet voor vrouwen bestemd. Wij vinden uiteraard dat daarover op het niveau van de onderneming meer transparantie moet bestaan. De loonkloofwet schiet ter zake een stukje tekort, wat overigens ook duidelijk is gebleken uit de hoorzittingen, want één op de drie analyseverslagen die op het niveau van de ondernemingen gemaakt moeten worden, wordt volgens de vakbonden niet correct ingevuld. Dat moet verbeteren en om die reden vragen wij dan ook een evaluatie van de loonkloofwet. De loonkloofwet voorziet in een rol voor een bemiddelaar indien het analyseverslag over de bezoldigingsstructuren niet volstaat. De rol van de bemiddelaar moet eveneens worden geëvalueerd, waarbij als een van de mogelijke opties nagegaan moet worden of de bemiddelaar eventueel kan worden verplicht.

 

De loonkloof is slechts een onderdeel van een complexe problematiek. Een ander probleem dat eigenlijk ten grondslag ligt aan verschillende andere problemen, vormen de diep ingebakken denkbeelden over de rol van vrouwen in het gezin, waardoor vrouwen niet de kans krijgen om zich ten volle op hun carrière te richten. Wij weten allen dat vrouwen per week zes uur minder vrije tijd hebben en per week zeven uur meer aan het huishouden spenderen. Mannen werken per week zes uur meer dan vrouwen op de arbeidsmarkt.

 

Dat zijn ongelijkheden die ongedaan moeten worden gemaakt. Wij stellen vandaag ook nog altijd vast dat er discriminatie is op de arbeidsmarkt: vier op de tien klachten die binnenkomen bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen gaan over zwangerschap en moederschap. Dat is in deze tijden aberrant. Een kind krijgen werkt nog altijd discriminerend en rolbestendigend. Een voorbeeld daarvan is ook borstvoeding: twintig procent van de vrouwen die borstvoeding geven, zeggen dat dat niet wordt toegestaan door hun werkgever op de werkvloer, terwijl de arbeidswet wel via een cao stipuleert dat, opdat op grond hiervan niet zou kunnen worden gediscrimineerd, een vrouw per halve dag een halfuur heeft om melk af te kolven. Vandaag kunnen vrouwen daarvoor niet eens een klacht indienen bij het Instituut, en dat moet anders; vandaar dat wij in het verslag voorstellen dat de verschillende criteria, zoals borstvoeding en vaderschap – want ook vaders worden gediscrimineerd als zij ouderschapsverlof willen nemen –, worden onderzocht om ze ook op te nemen in de antidiscriminatiewetgeving.

 

Ook medisch begeleide voortplanting moet in dat licht worden onderzocht. Dat is een heel intensief proces, waarbij vrouwen dikwijls afwezig zijn van het werk omwille van de intense behandeling die zij nodig hebben. Dat wordt niet altijd aanvaard door de werkgever. Er zijn al heel wat processen voor de rechtbank geweest waaruit discriminatie op het vlak van medisch begeleide voortplanting bleek. Daarom vinden wij dat dat ook moet worden onderzocht en dat het ook deel moet uitmaken van de antidiscriminatiewetgeving.

 

Een derde element dat ik zeker wil vermelden en waarover de voorbije weken heel wat te doen was, is de quotawetgeving van 2011. Deze wet, die vraagt dat de raad van bestuur van topbedrijven voor minstens een derde uit vrouwen bestaat, verdient ook bijsturing. Dat wordt ook duidelijk gezegd in de aanbevelingen en is van zeer groot belang. Toen de wet werd ingevoerd, schreeuwden managers van topbedrijven immers moord en brand dat het onmogelijk was om vrouwen te vinden voor de raad van bestuur. Nu horen wij daar niets meer over. Er is zelfs algemene tevredenheid over deze wetgeving en de toepassing ervan, in die mate dat het adviescomité voor de Maatschappelijke Emancipatie vraagt dat de wet vroeger wordt geëvalueerd dan vooropgesteld. In de wet was een evaluatie gepland in 2023, maar wij vragen al een evaluatie in 2020 en wij voegen er bovendien aan toe – want er staat heus wel wat in de aanbevelingen, die eigenlijk een kapstok voor de toekomst kunnen zijn – dat ook naar de directiecomités moet worden gekeken. Vandaag is minder dan tien procent van de leden van directiecomités een vrouw, vooral in de autonome overheidsbedrijven.

 

Een belangrijk aspect dat wij aan de tekst hebben toegevoegd, is dat het niet alleen gaat over de raden van bestuur, maar ook over de directiecomités waarin de overheid meerderheids­aandeelhouder is en waarin maatschappelijk kapitaal zit. Ook daarnaar moet worden gekeken.

 

Het adviescomité beveelt dan ook aan om op basis van een evaluatie gepaste maatregelen te treffen.

 

Afronden wil ik met een erg pertinent probleem, dat niet onvermeld kan blijven, namelijk de arbeidsparticipatie van vrouwen met een migratieachtergrond. Hun arbeidsparticipatie is bijzonder laag. Afhankelijk van het land van herkomst evolueert ze van 30 % tot 40 %. Het is nodig dat wij op dat vlak dringend tot actie overgaan. Wij moeten een tandje bijsteken met maatregelen op het gebied van activering, bewustwording en opleiding.

 

Choquerend zijn de cijfers in het rapport over vrouwen met een migratieachtergrond, die 18 % minder kans hebben om een reactie te krijgen op een sollicitatiebrief. Zij hebben ook 28 % minder kans om voor een jobgesprek te worden uitgenodigd.

 

Die cijfers zijn choquerend voor iedereen. De mysterycalls komen op dat vlak dan ook niks te vroeg. Bovendien moeten wij inzetten op opleiding en taal en het wegwerken van culturele barrières en moeten wij van werk een positief verhaal maken. Werk moet niet alleen iets zijn waardoor een materieel inkomen wordt verworven, maar moet ook iets zijn wat immateriële rijkdom geeft.

 

Dat is ook de getuigenis die wij van Ella in de commissie hebben gekregen. Voor vrouwen die met die culturele barrières kampen, is werk een erg verrijkende zaak, omdat zij daardoor op het werk kunnen netwerken. Op die manier kunnen wij het potentieel van vrouwen ook aanspreken.

 

Collega's, dat zijn in een notendop enkele belangrijke elementen uit het actieplan, met aanbevelingen inzake gender en tewerkstelling.

 

Wij kunnen niet langer tevreden zijn met erop te wijzen dat er toch al veel verbeterd is. In de vrije samenleving van de 21e eeuw, waarin u hopelijk allemaal het idee van gelijke kansen onderschrijft, kunnen wij met bijna-gelijkheid niet tevreden zijn.

 

Zoals daarstraks door een geschiedkundige historica, Sophie De Schaepdrijver, is aan-gegeven, is een doorbraak niet genoeg om gelijkheid te hebben. Wij moeten doorgaan en voor de effectieve gelijkheid gaan. Die zienswijze ondersteun ik volledig.

 

De aanbevelingen zijn een belangrijke stap in die richting, alsook een belangrijke stuwmotor voor initiatieven in de toekomst en een belangrijke kapstok waaraan veel kan worden opgehangen.

 

Ik hoop dan ook dat onze staatssecretaris voor Gelijke Kansen uiteindelijk met haar plan inzake gender en tewerkstelling naar buiten zal komen. Ik hoop dat zij dat nog vóór het einde van de huidige regeerperiode doet, zodat wij op een positieve manier kunnen voortwerken.

 

02.10  Nele Lijnen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, eerst en vooral wens ik de commissievoorzitter, mevrouw Winckel, te danken voor de goede organisatie van de commissie­werkzaamheden waarbij meer dan dertig sprekers werden uitgenodigd en heel wat hoorzittingen met experts plaatsvonden. Daarnaast dank ik alle sprekers, aan wie het rapport zal worden overgemaakt, alsook alle collega's en alle diensten die hieraan hebben meegewerkt.

 

De Open Vld-fractie steunt de voorliggende tekst. De heer Flahaux — ik zie hem momenteel niet zitten in het halfrond — zei daarnet dat mannen vaak vinden dat vrouwen het maar zelf moeten oplossen, dat het een vrouwenprobleem is. Wel, wij van Open Vld, met Alexander De Croo die de 21e eeuw heeft gebombardeerd tot eeuw van de vrouw, kunnen zeggen dat dit item, althans binnen onze partij, geen vrouwenprobleem meer is. Minister De Croo noemt zijn boek zelf een opdrachtboek, een boek om mee aan de slag te gaan. Wel, dit rapport is er ook een om mee aan de slag te gaan. Het is immers een lijvig rapport dat bijzonder veel informatie en cijfergegevens bevat, gekregen van de sprekers en de experts. Ook belangrijk is dat dit geen eindpunt is maar een nieuw beginpunt.

 

Dit is opnieuw een uitgebreid werkstuk. Een aantal maanden geleden hebben wij ook een uitvoerig rapport voorgesteld rond seksueel geweld. Vanuit het adviescomité zijn wij erin geslaagd om toch een aantal belangrijke thema's op de agenda te zetten. Het zal inderdaad een kapstok voor de toekomst vormen, mevrouw Van Hoof.

 

Er werd een brede waaier aan onderwerpen aangesneden, zoals de loonkloof, het glazen plafond, de precaire deelname van vrouwen met een migratieachtergrond aan de arbeidsmarkt, vrouwelijk ondernemerschap. De rode draad doorheen alle besprekingen was dat er inderdaad nog heel wat werk aan de winkel is, maar dat ook een belangrijk signaal wordt gegeven dat cijfermateriaal van essentieel belang is. Meten is en blijft weten. Op basis daarvan kunnen doordachte voorstellen naar voren worden geschoven.

 

Eens te meer werd in onze vergaderingen duidelijk dat het thema tewerkstelling en gender een huis is met vele kamers. Om ervoor te zorgen dat meer vrouwen aan de slag kunnen en blijven, moet  men verschillende problemen aanpakken. Een voorbeeld is het belang van voldoende en betaalbare kinderopvang, dat meermaals werd onderstreept. Een ander voorbeeld is het belang van opvang voor ouders, waarmee heel wat werkende gezinnen en vooral vrouwen worden geconfronteerd. Als wij met zijn allen massaal vinden dat vrouwen meer actief moeten zijn op de arbeidsmarkt, dan zijn dat elementen waarop wij moeten inzetten.

 

Inzake ouderschapsverlof pleit ik vooral voor flexibiliteit en keuzevrijheid, zodat ouders samen de puzzel kunnen leggen. U weet dat onze fractie daarvoor een aantal voorstellen op tafel heeft gelegd. Ik onderstreep dat de problematiek bij gescheiden ouders heel groot is en dat dit een belangrijk aandachtspunt blijft. Inzake themaverloven hebben wij gezegd dat, indien het budgettair mogelijk is, de voorwaarden voor het opnemen van het verlof in de verschillende stelsels moeten kunnen worden geflexibiliseerd. Daarnaast hebben wij nog heel wat voorstellen naar voren geschoven in onze aanbevelingen, waarmee wij effectief aan de slag kunnen gaan. Ik denk in dat verband bijvoorbeeld aan de taakverdeling, de rol van de vrouw in het gezin, de vervrouwelijking van de beroepen en vrouwelijk ondernemerschap. Deze week hebben wij trouwens bij het aanhoren van de beleidsnota's van verschillende ministers, onder wie minister Peeters en minister Ducarme, gemerkt dat zij vrouwelijk ondernemerschap mee hebben opgenomen in hun beleidsbrieven. Dat is een stap in de goede richting.

 

Dan zijn er nog het glazen plafond en de loonkloof. Minister De Croo verwijst er in zijn boek naar dat veel bedrijven beschikken over heel wat informatie, met tonnen gegevens inzake rekrutering, loopbaan, salaris en bevordering. Het is belangrijk om daar statistieken over op te maken, zodat wij over meer informatie beschikken, want, nogmaals, meten is weten.

 

Collega's, onze werkzaamheden zijn uitgemond in een reeks serieuze aanbevelingen, een kapstok voor de toekomst, een opdrachtenboek om mee aan de slag te gaan. Wij zijn alvast van plan om dat te doen en u kunt in die zin een aantal wetsvoorstellen van onze fractie verwachten.

 

02.11  Monica De Coninck (sp.a): Mijnheer de voorzitter, beste collega's, ik wil vooreerst de voorzitter van de werkgroep, Fabienne Winckel, bedanken voor haar zachtmoedige en diplomatieke aanpak. Voorts dank ik de collega's-leden in de commissie, waarin toch veel vrouwen zitting hadden, voor de respectvolle manier waarop de hoorzittingen georganiseerd werden en waarop men met mekaar omging.

 

Als men in de politiek een duurzaam beleid wil ontwikkelen, dan moet men goed nadenken over wat men kan verwachten en wat de uitdagingen zijn. Vervolgens moet men de gepaste acties ontwikkelen. Vaak wordt in de politiek gedacht dat, als men iets bedacht heeft, dat 's anderendaags realiteit zal zijn. Neen, de harde realiteit is dat men heel veel moet investeren om zaken te veranderen. Verandering vergt tijd, iets wat tegenwoordig net als geduld schaars is in onze maatschappij.

 

Een andere stelling die ik naar voren schuif, berust op mijn ruime ervaring. Als men iets wil veranderen in de maatschappij, dan moet men met de vrouwen beginnen. Als men een project opstart en de vrouwen zijn er niet enthousiast over, stop er dan maar mee, want het zal niet lukken. Vraag dat maar aan welzijns- en ontwikkelingswerkers, ze zullen mij gelijk geven. Voor de toekomst hebben we dus vooruitziende vrouwen nodig.

 

Wie de geschiedenis van het socialisme enigszins kent, weet dat het een zeer succesvolle beweging was, niet alleen voor vrouwen maar ook voor de kinderen van arbeidersvrouwen en arbeiders. Als men kijkt naar de toekomst, is het ook een van onze uitdagingen – ik zeg het met enige ironie, hoewel er veel waarheid in schuilt – om kwaliteit na te streven. Kwaliteit leveren kan men bijna niet meer alleen in onze complexe maatschappij. Sociaal intelligent teamwerk met veel mensen, waarbij men rekening houdt met eenieders behoeften, dat is de grote uitdaging voor de toekomst. Het gaat daarbij overigens om een typisch vrouwelijke attitude, hoewel ik best een filosofische discussie wil opzetten over de vraag of mannen die attitude ook kunnen ontwikkelen.

 

Ik vind het ook bijzonder pijnlijk, zelfs schandelijk, dat wij vandaag nog moeten praten over het onderwerp arbeid, tewerkstelling en gender. Ik ga ervan uit dat iedereen ervan overtuigd is dat men recht heeft op werkbaar werk, zoals de regering het omschrijft, maar we moeten ook eens bekijken wat dat werkbaar werk precies inhoudt. Is het kwaliteitsvol, respectvol en stabiel? Ik hoor hier namelijk dikwijls pleidooien voor meer werken, werk voor iedereen en langer werken, maar als men in het veld hoort over de omstandigheden waarin mensen soms moeten werken, dan kan men niet anders dan concluderen dat de situatie er niet op verbetert. Willen wij meer mannen en vrouwen aan het werk, dan moeten wij zorgen voor omkaderende maatregelen, waardoor mannen en vrouwen meer zin krijgen om te werken.

 

Veel mensen krijgen geen kansen. Er is heel veel discriminatie bij de toegang tot de arbeidsmarkt. Vaak is men te oud. Ik daag iedereen ouder dan 45 jaar uit om nog naar een job te zoeken. Men kan ook te jong en te onervaren zijn of te veel ervaring hebben, een handicap hebben, vrouw zijn, een vreemde naam hebben of te hoog of te laag geschoold zijn. Het is echt niet evident. Eigenlijk moeten wij werkgevers oproepen om hun conservatieve houding te laten varen, want zij zullen daarvan zelf het eerste slachtoffer zijn. Als men heel veel mensen zegt dat zij niet in staat zijn om te werken of als men ze geen kansen om te werken biedt, dan mag men achteraf niet klagen dat men geen goede werknemers vindt.

 

Het verslag is heel dik. Ik hoop dat het niet in een lade verdwijnt om nooit meer boven te komen. Dat is namelijk het grootste risico. Er worden aanbevelingen gedaan, onder andere met betrekking tot de loonkloof. Ik voel mij daarover zelfs persoonlijk aangesproken. Immers, in de lange discussies die ik als minister voerde met de sociale partners, vakbonden en werkgevers, spraken de werkgevers zich uit tegen dwingende maatregelen, argumenterend dat zij wel inzagen dat zij iets moesten doen aan de loonkloof; zij vroegen om de dynamiek te laten spelen, eraan toevoegend dat zij zich wel verantwoordelijk zouden opstellen.

 

Hetzelfde gold voor diversiteit. Overigens, voor mij gaat het thema man-vrouwverhouding ook over diversiteit. Men zou dus het punt over de loonkloof in de ondernemingsraad opnemen. Maar wanneer ik nu naar de resultaten kijk, stel ik vast dat over sociale aspecten zoals diversiteit, man-vrouwverhouding en de loonkloof weinig in het jaarverslag te vinden is. Mijns inziens moeten wij erover nadenken om het over een andere boeg te gooien. Men heeft de kans gehad om een en ander vrijwillig te doen. Als men daar niet op ingaat, moeten wij misschien maatregelen ter zake opleggen.

 

Er is, enerzijds, het glazen plafond en, anderzijds, de sticky floor, waarmee wordt bedoeld dat een werknemer onder aan de ladder blijft plakken. Een paar weken geleden voerden wij hier een discussie over het tekort aan vrouwen in functies met zeer veel verantwoordelijkheid naar aanleiding van het dossier betreffende de Nationale Bank. Nu is er een voorstel om tegen 2023 een derde van die functies aan vrouwen toe te bedelen. Er werd toen geopperd dat men vrouwen moet loskrijgen van de sticky floor en men ze ervan moet overtuigen dat ze capabel genoeg zijn om bepaalde jobs op te nemen. Immers, vrouwen denken wel vaker dat ze iets niet kunnen, dat ze niet goed genoeg zijn, niet mooi of niet slim genoeg. Welnu, wij moeten ons bewust zijn van die factor en op dat vlak een bewust beleid voeren.

 

Willen wij ook meer vrouwelijke ondernemers, dan moeten we beseffen dat dezelfde zaken spelen. Vrouwen hebben soms schrik om risico's te nemen en ondernemerschap is, zeker vandaag, niet evident.

 

Met het oog op de vervrouwelijking van beroepen moet er voor infrastructuur worden gezorgd, bijvoorbeeld bij de politie en de brandweer. Zo vermeld ik voorzieningen als toiletten voor vrouwen en kleedruimtes. Er moet een veilige omgeving gecreëerd worden. Ik vermeld ook de wijze van communiceren. Men moet respectvol met mekaar omgaan; dat is heel belangrijk.

 

Inzake de toegang tot de arbeidsmarkt speelt onderwijs volgens mij een erg belangrijke rol. Een goed diploma, een goede scholing, maakt de toegang tot de arbeidsmarkt gemakkelijker. Europa heeft België opnieuw op de vingers getikt vanwege de geringe participatie van vrouwen met een etnische achtergrond aan onze arbeidsmarkt. Waarschijnlijk zal dat volgende week nader besproken worden. De mysterycalls zijn een eerste stap om dat euvel weg te werken, maar naar mijn mening moeten er nog veel meer inspanningen geleverd worden.

 

Een volgend element, dat al enkele keren ter sprake is gekomen, is het vaderschapsverlof. Daartoe is er een mentaliteitswijziging nodig. Er is wel enige terughoudendheid om de opname ervan te verplichten. Welnu, ik vind het spijtig dat sommige partijen voortdurend hameren op wat sommige bevolkingsgroepen moeten doen, terwijl ze niet hameren op zaken zoals het vaderschapsverlof. Minderheden en nieuwkomers moeten inburgeren; ze moeten onze taal leren, zij moeten, moeten, moeten, allerlei zaken worden hen verplicht en opgelegd. Het vaderschapsverlof wordt daarentegen aan de individuele vrije keuze van vooral de werkgevers overgelaten. Dat vind ik niet consequent. Daarover moeten we eens ernstig discussiëren.

 

Tot slot, ik ben er bijzonder tevreden over dat de tekst een genderanalyse aanbeveelt in twee domeinen. Een eerste domein zijn de arbeidsongevallen. Veel gevolgen van arbeids­ongevallen worden ook erkend als beroeps­ziekten, maar die beroepsziekten zijn naar mijn mening vooral nog mannelijk gekleurd, terwijl verschillende ziektes samenhangen met typisch vrouwelijke beroepen. Een genderanalyse vind ik op dat vlak dus wenselijk en zo staat het ook in de aanbevelingen.

 

Een tweede domein handelt over het feit dat alsmaar meer vrouwen langdurig ziek worden. Natuurlijk participeren er meer vrouwen aan de arbeidsmarkt. Dat neemt niet weg dat er moet worden onderzocht waarom mensen uit sommige beroepscategorieën negen jaar eerder sterven dan anderen.

 

De levensverwachting van een poetsvrouw, bijvoorbeeld, ligt negen jaar lager dan die van iemand met een andere job. Wij moeten ook op die twee vlakken meegaan met onze tijd.

 

Voorts is een doorgedreven onderzoeksbeleid rond de verhouding tussen gezin, vrije tijd en werk aangewezen. Hier liggen een aantal aanbevelingen voor, maar als wij willen dat meer mensen werken en langer werken, dan moeten wij veel meer oog hebben voor de huidige werkcontext. Wij moeten nagaan hoe wij een en ander kunnen realiseren zonder dat mensen wegvallen wegens een burn-out, een depressie of fysieke problemen. Ook de mobiliteitsproblematiek heeft hier veel mee te maken. Dit moeten wij in de toekomst bekijken.

 

Ik begrijp dat de commissievoorzitter het resultaat een mager beestje vindt, te mager. Het is een stap, terwijl er eigenlijk twee of drie stappen nodig zijn.

 

Ik heb het amendement gesteund om een genderanalyse te maken van de maatregelen die door deze regering zijn genomen op het vlak van flexibilisering van werk, van pensioenen enzovoort. Jammer genoeg werd dit amendement niet goedgekeurd, hoewel zo'n analyse nochtans interessant zou zijn geweest om in de toekomst niet over dezelfde stenen te struikelen.

 

Voor alle duidelijkheid, de sp.a heeft de tekst goedgekeurd. Het is inderdaad slechts een stap, terwijl ik er ook liever twee had gezet, al brengt dat ons bij de discussie of het glas halfleeg of halfvol is. Als er serieus werk wordt gemaakt van wat nu voorligt — en er bestaat geen excuus om dat niet te doen — dan komt men al een eind verder.

 

02.12  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, chers collègues, au nom de mon groupe, je voudrais également remercier le comité d'avis pour l'Émancipation sociale pour son analyse des recommandations et, bien entendu, sa présidente.

 

Il est vrai que le constat est implacable. Les uns et les autres ont rappelé ici les différents aspects. Je ne les reprendrai donc pas, d'autant que le document est assez étoffé.

 

Pour aller droit au but, si je puis dire, je vous indiquerai que nous avons déposé de nombreuses propositions de loi, non seulement depuis le début de cette législature, mais aussi sous la législature précédente, portant sur toute une série de sujets comme la conciliation entre le travail et la vie personnelle, le SECAL et les créances alimentaires, les congés de maternité, les aidants proches, l'écart salarial, etc.

 

J'entendais tout à l'heure M. Flahaux dire que le rapport était là pour faire bouger les lignes et pour faire bouger le gouvernement. Mais, cher collègue, le législateur, c'est nous. Le législateur n'a pas à renvoyer la patate – si je puis m'exprimer ainsi – au gouvernement. Il peut évidemment décider de se saisir de ces matières et ce, pas uniquement à travers un rapport tel que celui dont question. Je ne peux donc qu'appeler mes collègues de la majorité et de l'opposition et, en particulier, le président de la commission des Affaires sociales – qui n'est pas présent dans cet hémicycle –, à faire le nécessaire pour que l'on puisse traiter, dans cette commission, de propositions de loi déposées de longue date et pour lesquelles il n'y a jamais eu ou quasiment jamais eu assez d'espace ou de possibilité pour les faire figurer à l'agenda, ce que je regrette. En effet, c'est à travers des modifications législatives que l'on pourra enregistrer des avancées concrètes en la matière. Certains textes ont été déposés depuis plusieurs législatures. Certains aspects mis en évidence dans ce rapport sont connus depuis plusieurs législatures. D'aucuns ont exprimé leur volonté, au moment des élections, pendant la période électorale, tous partis confondus, d'apporter des modifications.

 

Depuis lors, tout est bloqué. C'est bien de faire ce rapport mais il est temps de passer aux actes. Je le répète encore une fois: avançons en tant que législateur, sans renvoyer la balle au gouver­nement.

 

En ce qui concerne la position de notre groupe sur le vote de ce jour, nous approuverons les recommandations élaborées par le comité d'avis.

 

Comme je viens de le dire, nous pouvions aller beaucoup plus loin et faire preuve de plus d'ambition. Nous ne pouvons nous contenter de cette approbation de rapport puis retourner à nos occupations comme semble le faire la majorité avec la motion qu'elle soumet à nos suffrages. Nous devons faire davantage.

 

Chers collègues de la majorité et de l'opposition, j'ai entendu une bonne partie d'entre vous exprimer votre accord avec un grand nombre de points. Chiche! Mettons à l'agenda les propositions de loi existantes sur toutes ces matières! Concrétisez vos paroles car celles-ci ne me suffisent plus!

 

02.13  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le président, c'est à moi qu'il revient de conclure ce débat passionnant.

 

Je voudrais d'abord vous remercier et vous féliciter pour le travail impressionnant qui a été mené par le comité d'avis pour l'Émancipation sociale. J'ai pu prendre connaissance des 192 pages du rapport, avec moult avis et recommandations issus des auditions. J'ai trouvé ce texte très riche et très intéressant.

 

On peut y lire que certains constats sont sans appel et qu'une série de revendications et de recommandations reviennent systématiquement.

 

En revanche, j'ai été surprise en constatant que lorsqu'il s'agit de passer à l'acte et donc de rédiger les recommandations destinées à être votées en séance plénière, les ambitions se réduisent fortement. Au final, le texte qui nous est soumis aujourd'hui manque d'ambition et de fermeté.

 

Je prends l'exemple du congé de paternité, qui a été évoqué aujourd'hui. J'étais vraiment déçue de constater qu'il est uniquement proposé d'instaurer une campagne de sensibilisation pour encourager les pères à prendre un congé de paternité et à assurer davantage les tâches familiales.

 

J'entends aujourd'hui, par exemple, mon collègue M. Flahaux dire que l'envie y était mais que cela n'a pas été possible cette fois-ci, que les hommes ne sont pas prêts. Mais, vous savez, les femmes en ont marre d'attendre! Il me semble que, pour faire un enfant, il faut être deux. Je suis étonnée d'entendre que certains hommes n'auraient peut-être pas envie de s'occuper de leur nouveau-né pendant les deux premières semaines de sa vie. Je me dis qu'il y a peut-être un problème. Ou alors, c'est peut-être que les employeurs n'ont pas envie d'octroyer un congé de paternité à leurs employés. Cela m'interpelle, et c'est là que l'obligation devient intéressante.

 

À 31 ans, j'ai de nombreux amis et de nombreu­ses amies qui commencent à avoir des enfants. C'est vraiment dur, en fait. Quand le père doit repartir après à peine deux semaines, parce qu'il a choisi de prendre son congé, c'est déjà très dur. Dans les pays scandinaves, ils ont un an. En fait, c'est dans ces moments de la vie du bébé que la répartition des tâches se dessine. Si les hommes ne sont pas associés dès le départ à l'organisation et à la prise en charge des enfants, par la suite, c'est sur la femme que retombe toute la charge mentale de l'organisation du ménage et des tâches. L'homme, en fait, ne fait plus qu'aider sa femme dans les tâches à la maison et pour s'occuper des enfants. C'est pour cela qu'il faut urgemment mettre en place un congé de paternité obligatoire.

 

J'ai ensuite également pu constater que ce gouvernement avait tendance à un peu procrastiner sur certaines mesures. Par exemple, en ce qui concerne le gender mainstreaming, je lis que "les auditions ont révélé que les outils existants interviennent trop tard dans la procédure décisionnelle". Que propose au final le rapport? De réaliser une étude qui permettra éventuellement ensuite de voir quelle est la mesure à mettre en place; alors que la mesure à mettre en place est écrite noir sur blanc dans le rapport. J'ai un peu du mal à comprendre le moteur de tout cela et la véritable ambition.

 

Pour terminer sur ce point, même si je suis d'accord avec un certain nombre des propositions énoncées, je ne peux vraiment pas vous suivre quand vous dites que vous voulez poursuivre l'intégration de la dimension de genre de manière systématique, à tous les niveaux, dans toutes les mesures et les réformes mises en place par le gouvernement. L'analyse du bilan de votre gouvernement, toutes matières confondues, montre surtout des attaques systématiques contre les droits des femmes.

 

Prenez, par exemple, la réforme des pensions. On sait que les femmes ont les carrières les plus morcelées, que 50 % d'entre elles sont occupées par des temps partiels contre 10 % chez les hommes. On sait également que ce sont elles qui occupent les emplois les plus précaires. Ce sont elles qui sont les premières victimes des réformes de pension réalisées par vous, monsieur Bacquelaine.

 

Ensuite, en ce qui concerne la flexibilisation du marché du travail, organisée en ce moment par le ministre Peeters, ce sont également des attaques systématiques envers les droits des femmes.

 

Chers collègues, au fur et à mesure du travail réalisé dans cette commission, nous avons déposé une série d'amendements pour rehausser les ambitions du texte et les remettre en adéquation avec les propositions émises lors des auditions. Ils ont tous été rejetés.

 

Aujourd'hui, nous avons déposé une motion. C'est la dernière chance d'améliorer ce texte et de l'amener à la hauteur des auditions et de tout le travail que vous avez fourni. À travers ces mesures, que je ne vais pas toutes égrener, nous vous proposons, d'une part, d'aller plus loin dans les mesures que vous proposez et, d'autre part, d'introduire trois mesures qui me semblent essentielles et qui sont absentes de ces revendications.

 

Tout d'abord, nous voulons soutenir les aidants proches en préservant et en améliorant les droits sociaux. Ensuite, nous voulons allonger le congé de paternité de dix à quinze jours et le rendre obligatoire. Nous voulons également introduire un congé de paternité pour les indépendants. Il y a enfin une revendication très forte qui émane du terrain pour supprimer le fait que les femmes, si elles sont tombées malades pendant leur grossesse, voient leur congé de maternité réduit. Il faut absolument mettre un terme à cette situation totalement injuste qui est nuisible à la santé de l'enfant.

 

Pour conclure, j'aimerais rappeler une promesse que le premier ministre a faite, celle d'organiser des assises des droits des femmes. Ces assises doivent être organisées de façon honnête en les confiant à l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes et aux mouvements associatifs de défense des droits des femmes, dans le but de dresser un rapport quant à la situation globale des droits des femmes dans notre pays, tous domaines confondus, et d'adresser des recommandations précises à mettre en œuvre par les pouvoirs publics pour remédier aux problèmes constatés. C'est ainsi que vous pourrez démontrer votre réelle volonté de faire évoluer la place des femmes sur le marché du travail. Je vous remercie.

 

02.14  Daniel Bacquelaine, ministre: Monsieur le président, je souhaitais apporter un complément d'information.

 

La pension sanctionne la carrière, comme cela a toujours été le cas. Les droits de pension sont calcu­lés de la même manière pour les hommes et pour les femmes. C'est, bien entendu, sur la carrière qu'il faut agir pour entraîner une répercussion dans le système de pension.

 

Cela dit, plusieurs mesures causent un impact positif. Le Bureau fédéral du Plan et le Comité d'études sur le vieillissement les ont analysées. Ils considèrent que les réformes qui ont été entreprises depuis quatre ans entraînent des conséquences positives, particulièrement pour les pensions des femmes - du reste, plus que pour les hommes. Je m'en réjouis.

 

Au demeurant, je puis vous communiquer les derniers chiffres, que je viens de recevoir. La pension mensuelle moyenne pour le travailleur salarié a augmenté entre 2014 et 2017 de 6,03 % pour les hommes et de 14,32 % pour les femmes. S'agissant des indépendants, durant la même période, elle a augmenté de 5,73 % pour les hommes et de 24,59 % pour les femmes.

 

Ces chiffres sont incontestables, dans la mesure où ils proviennent du Service fédéral des Pensions, et montrent que, progressivement, grâce aux améliorations en termes de carrière - qui sont encore loin d'être suffisantes -, la pension des femmes augmente à présent plus rapidement que celle des hommes.

 

02.15  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie de votre réponse.

 

On constate que cette augmentation concerne une part assez faible des femmes, tandis que la situation d'autres stagne ou recule. Les attaques et le détricotage des périodes assimilées, visant des personnes aux carrières fragmentées, représentent un réel danger de précarisation pour les femmes. C'est pourquoi il importe de réduire les inégalités, notamment au moment du départ à la retraite.

 

De plus, à notre époque, les séparations devien­nent de plus en plus fréquentes. Il faut donc accorder aux femmes un pouvoir d'achat personnel et indépendant.

 

De voorzitter: De bespreking is hiermee gesloten.

 

Collega's, dit soort verslagen wordt doorgaans afgesloten door het stemmen van een motie. Er zijn drie moties ingediend (3270/2):

- een eerste motie, door Els Van Hoof, Jean-Jacques Flahaux, Nele Lijnen en Wim Van der Donckt;

- een tweede motie, door Fabienne Winckel en Daniel Senesael;

- een derde motie, door Evita Willaert en Sarah Schlitz.

Trois motions ont été déposées (3270/2):

- une première motion, par Els Van Hoof, Jean-Jacques Flahaux, Nele Lijnen et Wim Van der Donckt;

- une deuxième motion, par Fabienne Winckel et Daniel Senesael;

- une troisième motion, par Evita Willaert et Sarah Schlitz.

 

U heeft ze alle drie via de elektronische weg toegestuurd gekregen, waardoor ik ze niet meer hoef voor te lezen.

 

De stemming over de moties zal later plaats­vinden.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.

 

Wetsontwerpen en voorstel

Projets de loi et proposition

 

03 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen betreffende het directoraat-generaal Rekru­tering en Ontwikkeling van de Federale overheidsdienst Beleid en Ondersteuning (3266/1-5)

03 Projet de loi portant des dispositions diverses concernant la direction générale Recrutement et Développement du Service public fédéral Stratégie et Appui (3266/1-5)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Mevrouw Katja Gabriëls, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

03.01  Sybille de Coster-Bauchau (MR): Monsieur le président, chers collègues, je ne vais pas revenir sur les détails de ce projet de loi mais ce texte vise à finaliser une réforme structurelle assez importante. En effet, début 2017, le SPF Personnel et Organisation ainsi que les services qui en dépendent ont été regroupés dans un nouveau SPF Stratégie et Appui mais il fallait encore adapter les textes législatifs existants à l'intégration du Selor et du Service FED+ au sein de la direction générale Recrutement et Développement du SPF. Ce sera chose faite avec ce projet de loi. Le ministre l'a confirmé en commission. Une telle réorganisation sera de nature à générer des effets de synergie. Nous nous en réjouissons.

 

Par ailleurs, les entités fédérées sont actuellement représentées au sein du Comité de gestion du Selor. À cet égard, M. le ministre a indiqué qu'il souhaitait instaurer une forme de participation différente. Il nous a informés que celle-ci pourrait leur être garantie en permettant de siéger dans le groupe de pilotage "clients" créé par l'article 6 de l'arrêté royal du 22 février 2017 portant création du SPF Stratégie et Appui. Un arrêté royal sera pris à cette fin, nous a-t-il expliqué en commission. Il s'agit d'un point auquel nous sommes particulièrement attentifs car il faut en effet veiller à ce qu'une participation des entités fédérées soit garantie. Nous soutiendrons bien entendu ce texte.

 

03.02  Nawal Ben Hamou (PS): Monsieur le président, chers collègues, mon groupe s'opposera à ce texte. Sans vouloir refaire le débat, je vous en expose la raison. Le Selor est un organe à gestion séparée où sont représentées les entités fédérées. Le Conseil d'État dit clairement depuis le début que ce projet de loi porte atteinte à leur représentation. Entre-temps, il n'y a pas eu, lors de l'examen de la loi ni même entre la première et la deuxième lecture de ce texte, de concertation avec les entités fédérées. Ce n'est pas faute d'avoir essayé car j'ai tout tenté en commission pour que cela se fasse. Pour mon groupe, cette façon de faire n'est pas digne d'une loyauté fédérale vis-à-vis des entités fédérées. C'est pourquoi nous nous opposerons à ce texte.

 

03.03 Minister Sander Loones: Mijnheer de voorzitter, ik wil bevestigen dat wat is aangekondigd, ook zal worden uitgevoerd.

 

Er komt een koninklijk besluit waarin ook de deelstaten zullen worden vertegenwoordigd. Intus­sen zijn er ook acties waarbij de Gemeen­schappen en de Gewesten betrokken worden bij de organisatie van de dienst.

 

Er wordt dus geen vacuüm gelaten. Op dat vlak is het engagement duidelijk en bevestigd.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3266/5)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3266/5)

 

Het wetsontwerp telt 7 artikelen.

Le projet de loi compte 7 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 7 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 7 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

04 Wetsontwerp tot instelling van een vrij aanvullend pensioen voor de werknemers en houdende diverse bepalingen inzake aanvul­lende pensioenen (3356/1-4)

04 Projet de loi instaurant une pension libre complémentaire pour les travailleurs salariés et portant des dispositions diverses en matière de pension complémentaire (3356/1-4)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

04.01  Karin Temmerman, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.

 

04.02  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre, ce projet s'inscrit dans la généralisation de la pension complémentaire. Nous avons déjà échangé plusieurs fois ici et en commission sur ce thème. À chaque fois je vous rappelle, au nom de mon groupe, notre attachement à un premier pilier fort, le seul qui garantit une solidarité entre tous les travailleurs.

 

Nous ne sommes pas contre un deuxième pilier de pension et une généralisation de celui-ci. Mais ce pilier porte bien son nom: il ne doit être qu'un complément. Il doit servir à améliorer le pouvoir d'achat de nos pensionnés. Il ne peut contribuer à l'augmentation des inégalités dans notre société. Dans la réalité, c'est malheureusement ce qui se passe. Ce n'est pas moi qui le dis, mais la Cour des comptes, qui a affirmé que les pensions complémentaires ne jouaient pas leur rôle social dans notre pays. Elles ne sont pas socialement justes, elles concernent davantage les personnes qui ont un salaire élevé et qui auront donc une pension légale plus élevée. Actuellement, le deuxième pilier participe donc à accroître les inégalités entre les pensionnés.

 

Je voulais rappeler ces éléments avant d'entrer dans le cœur du sujet. Aujourd'hui, vous proposez cette pension  libre complémentaire pour les salariés. Un deuxième pilier "bis", situé au carrefour entre un deuxième pilier classique et un troisième pilier. En effet, il est lié à l'activité professionnelle – vous l'avez rappelé en commission –, mais sans contribution de l'employeur.

 

Dès 2016, le conseil académique avait torpillé cette mesure en expliquant que cette pension libre complémentaire ne ferait qu'accroître les inéga­lités. Pour ces experts, cette mesure est "la décision la plus risquée que le gouvernement ait prise". Au-delà de cette critique fondamentale, les plus grands spécialistes du sujet disent que la pension libre complémentaire constituerait un prétexte pour les employeurs de ne plus instaurer de régime de pension collectif.

 

Ce risque est réel. Il a été débattu en commission. Vous m'avez répondu qu'il était limité car le système n'avait qu'une vocation résiduaire, fixait un plafond et prévoyait des incitants fiscaux pour l'employeur instaurant un deuxième pilier collectif.

 

En effet, il reste ces incitants fiscaux. Mais je serais tenté de dire que malgré cela, pour un patron de PME, instaurer un deuxième pilier collectif aura un coût, même s'il veut faire plaisir à ses travailleurs. Et il y en a qui ont envie de faire plaisir à leurs travailleurs. Ce patron mesure ce coût et si un système individuel existe, il aura moins de scrupules à ne pas le faire. C'est évident. Donc, il y a un risque que cela freine la généralisation du deuxième pilier collectif. C'est vraiment un élément auquel il faut être attentif.

 

Au-delà, nous avons une autre inquiétude à l'égard des salariés – et tout comme nous l'avons eue vis-à-vis des indépendants – concernant leur protection quant aux produits proposés. Le deuxième pilier "bis" que vous proposez comporte des risques pour les travailleurs. Ce sont des produits compliqués, peu transparents, impliquant des frais parfois élevés sans garantie de rendement. On va finalement se retrouver avec deux catégories de salariés: ceux qui seront dans une logique collective où le rendement est garanti et ceux qui seront dans la logique individuelle, sans garantie de rendement.

 

Le Conseil d'État a d'ailleurs demandé de justifier cette différence de traitement. Vous y répondez en disant que chacun est libre de faire ce qu'il veut, mais la réalité est que ces travailleurs se retrouveront seuls face à l'organisateur à la recherche de rentabilité.

 

Dans ce système, tout est finalement supporté par le travailleur seul. Il doit lui-même négocier avec l'organisme de pension. Et c'est sur ses épaules que reposeront les frais et les risques financiers. Il est donc dans une position de faiblesse.

 

En termes de garantie, de protection des travailleurs, vous annoncez un arrêté royal. C'est prévu dans le dispositif légal. Il est en cours de préparation. Il est fondamental que les travailleurs soient correctement informés et que la trans­parence soit assurée. Ils doivent être dûment protégés. Mais, une fois de plus, c'est nous demander de voter votre projet sans pouvoir disposer de cet arrêté royal, pourtant crucial à nos yeux. C'est comme acheter un chat dans un sac. Nous avons vainement demandé d'obtenir cet arrêté. Il est en négociation avec la FSMA.

 

(…): (…)

 

04.03  Frédéric Daerden (PS): Le voter? Nous allons de toute façon voter quelque chose. Vous ne savez pas  comment. Je vous le dirai à la fin. Vous avez encore un doute?

 

Enfin, dernier élément, monsieur le ministre, votre projet prévoit un nouveau produit d'épargne individuelle subventionné, en plus des autres possibilités existantes qui ont un impact sur les finances publiques (assurance vie, épargne-pension, bref le troisième pilier). Cette pension libre complémentaire a un coût. Cela n'a pas l'air de vous préoccuper puisque vous avez déclaré en commission: "Je ne me pose pas la question de savoir combien cela coûte. Ce qui compte, c'est ce qu'elle va rapporter aux travailleurs." Ce sont quasiment les mots que vous avez utilisés. Et c'est notre priorité aussi, mais il faut être clair.

 

Quand vous dites que le projet va coûter 54 millions d'euros en vitesse de croisière, je crains que votre gouvernement vous demande d'aller rechercher ces 54 millions dans les autres enveloppes Pension, et donc au détriment du premier pilier de pension, le pilier le plus solidaire.

 

En conclusion, monsieur le ministre, chers collègues, je viens de développer plusieurs éléments quant à ce projet. Il ne généralise pas le deuxième pilier collectif, ce que nous aurions souhaité. Il permet à certains travailleurs, de manière individuelle, d'avoir un petit deuxième pilier bis, une quasi-épargne privée complé­mentaire.

 

Finalement, les véritables gagnants seront les institutions financières.

 

Pour ces différentes raisons, nous voterons contre ce projet, si vous aviez encore un doute.

 

04.04  Isabelle Galant (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, au début de cette législature, seules deux catégories de travailleurs pouvaient bénéficier d'une pension complémentaire: ceux dont l'employeur avait mis en place un deuxième pilier ainsi que les indépendants-dirigeants d'entreprise.

 

Depuis, des réformes implémentées par le ministre Bacquelaine et le ministre Ducarme sont venues compléter ce dispositif. Ainsi aujourd'hui, les indépendants, tant en personne physique que morale, peuvent se constituer une pension libre complémentaire. Pour les contractuels de la fonction publique, le gouvernement s'est engagé à instaurer un deuxième pilier. Pour les contractuels exerçant auprès des pouvoirs locaux, le gouvernement a mis en place un incitant financier pour soutenir les administrations locales souhaitant adhérer au système.

 

Il manquait évidemment une réponse à apporter aux travailleurs salariés qui n'ont pas accès au second pilier parce que leur employeur ou leur secteur d'activité n'a pas prévu de pension complémentaire ou uniquement une pension complémentaire d'un faible niveau. C'est précisément l'objectif de ce projet de loi.

 

Dorénavant, la possibilité sera offerte à ces travailleurs de se constituer progressivement un complément de pension qui serait financé par des prélèvements sur le salaire net. C'est bien là que réside toute la différence avec le troisième pilier qui, lui, se constitue en dehors de tout cadre professionnel.

 

En outre, il convient de rappeler que le projet de loi est élaboré en tenant compte des objections techniques formulées par le Conseil académique des pensions.

 

Dans la pratique, comment cela se passera-t-il? Rien de plus simple! Le travailleur informe son employeur de sa volonté de se constituer une pension complémentaire et choisit lui-même l'organisme de pension auquel il souhaite souscrire. Comme expliqué, il s'agit d'un contrat bipartite dans lequel l'employeur ne fait office que de boîte aux lettres. Le travailleur décide de la part de son salaire qu'il souhaite y consacrer avec un maximum de 1 600 euros par an ou 3 % de la rémunération brute annuelle tenant compte des réserves de pension qui sont déjà constituées au cours de la période de référence dans le deuxième pilier pour les salariés. Le travailleur bénéficiera des mêmes avantages fiscaux que s'il avait versé des contributions personnelles dans un engagement de pension organisé par l'employeur. Sigedis travaille actuellement sur le développement d'une application qui permettra de calculer le montant maximum pouvant être versé dans le cadre de la pension libre complémentaire salarié.

 

Peut-on craindre, comme cela a été formulé par plusieurs collègues, que cette mesure n'incite plus les employeurs à investir dans la pension de ces travailleurs? Je ne le pense pas. Comme le ministre l'a très bien expliqué, les avantages fiscaux et parafiscaux d'un plan de pension mis en place par l'employeur ou au sein du secteur continuent d'être plus attractifs tant pour les employeurs que pour les travailleurs. La crainte n'est donc, à mon sens, pas fondée.

 

Sur cet aspect, il me semble important de souligner que l'AIP qui doit prochainement intervenir pour la période 2019-2020 devrait – et c'est une volonté déjà formulée par le ministre – consacrer une partie de sa réflexion à l'évolution des pensions complémentaires.

 

Enfin, je rappelle que comme il s'agit de cotisations personnelles volontaires du travailleur, la garantie légale de rendement ne s'applique pas ici, contrairement aux pensions complémentaires organisées par les employeurs et les secteurs. L'employeur ou le secteur ne peut pas imposer un organisme de pension ou un produit de pension au travailleur. C'est ce dernier qui dispose de toute la liberté de décision.

 

Le système de plan libre complémentaire pour les travailleurs salariés est simple et facile à mettre en œuvre. Il permet surtout de lever une barrière qui existait pour les salariés dont les employeurs ou les secteurs, soit n'ont pas mis en place de pension complémentaire, soit ont mis en place une pension complémentaire d'un faible niveau. Dorénavant, tout le monde y aura accès. Je ne peux que me réjouir de cette avancée. Il est évident que mon groupe et moi-même soutiendrons ce projet.

 

04.05  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, "Een gevaarlijke wending in het pensioenbeleid" was de titel van een opiniestuk van de voltallige Academische Raad van Pensioenen in november 2016. Die Raad van professoren en pensioenexperts, aangesteld door de regering, was erg duidelijk. Ik citeer nogmaals: "Deze piste van individualisering is niet alleen strijdig met een echte ontwikkeling van de tweede pijler. Ze is ook gevaarlijk."

 

Mijnheer de minister, de Academische Raad is dus vernietigend voor de individuele tweede pensioenpijler die u met voorliggend wetsontwerp in het leven roept. De leden van de Raad uitten trouwens dezelfde bezorgdheid eerder al in de policy brief van maart 2016.

 

Ondanks de herhaalde adviezen van de Academische Raad, negeert u ze en zet u uw ideeën door.

 

Mijnheer de minister, niet alleen u doet dat. Toen ik de voorzitter van de commissie, de heer Van Quickenborne, bij de aanvang van de bespreking vroeg om de Academische Raad, die toch onze raadgever moet zijn wanneer het over pensioenen gaat, tijdens een hoorzitting over voorliggend ontwerp te horen, werd mijn voorstel direct door de meerderheid weggestemd.

 

De Academische Raad is dus goed, wanneer hij kan worden gebruikt. Wanneer de Raad echter ook maar iets van kritiek geeft, wordt hij gewoon genegeerd.

 

Voor alle duidelijkheid, collega's, geef ik mee dat ook mijn fractie voorstander is van een veralgemening van de tweede pijler, maar wel – laten we hierover duidelijk zijn – ter aanvulling van de eerste pijler, zijnde een wettelijke solidaire eerste pijler. Wij zijn echter heel sterk tegen een dergelijke individualisering. De individualisering ontmoedigt in hoge mate de verdere uitbouw van de nu bestaande collectieve tweede pijler.

 

Mijnheer de minister, de tweede pijler is een collectieve pensioenpijler en geen gesubsidieerde individuele spaarformule. Daarvoor hebben wij de derde pijler.

 

Dat is precies wat u doet met de tweede pijler. U maakt er een aanvullend spaarproduct van, met alle risico's van dien. Dat risico wordt nu enkel en alleen door de individuele werknemer gedragen. U vraagt werknemers vrijwillig een deel van hun loon af te staan, om te beleggen.

 

De werknemer moet daarvoor zelf onder­handelingen starten met de pensioeninstelling. Hij of zij staat hier dan ook in een zeer zwakke positie. De contracten zijn vaak heel technisch, weinig transparant en bijgevolg moeilijk te begrijpen. Aangezien er daarover geen collectieve onderhandeling is, zullen zwakkere werknemers de dupe zijn. Mijnheer de minister, als u dat niet gelooft, zelfs de banken hebben het in het verleden heel moeilijk gehad met beleggingen. Vele banken hebben verkeerd belegd. En daar zitten de grote specialisten. Hoe zou dan een individuele werknemer wegwijs kunnen geraken uit al deze producten waaruit hij kan kiezen?

 

Van de werkgever wordt alleen verwacht dat het bedrag dat de werknemer reserveert voor de individuele tweede pijler, afgehouden wordt van het loon. Hoe wilt u met dit wetsontwerp werkgevers nog warm maken voor de installatie van een collectieve tweede pijler, aangezien zij ter zake geen enkele verplichting meer hebben? Elk risico wordt doorgeschoven naar de werknemer.

 

Er is nog meer. Er is geen beperking op de financiële producten waarin geïnvesteerd kan worden. U zegt dat die er wel zal komen, met een koninklijk besluit. De collega zei het echter reeds, dit koninklijk besluit is er nog niet. Wij vragen ons af wat daarin staat. Eigenlijk had u dit koninklijk besluit samen met dit ontwerp moeten geven, om dan toch enige zekerheid aan de werknemer te kunnen geven.

 

Er is geen beperking van de kosten die de pensioeninstellingen kunnen aanrekenen. En er is helemaal geen transparantie. Ik heb u tijdens de bespreking gevraagd om het rapport van het Rekenhof over de tweede pijler nog eens door te nemen. Als u dit rapport doorneemt, zult u lezen dat dit een van de punten van kritiek is. Er is een groot verschil in de instellingen. De ene rekent andere kosten aan dan de andere. Wij hebben daarover in het verleden hoorzittingen gehouden. Iedereen beaamde dat. Er is daarin geen transparantie. Bij de collectieve tweede pijler kan men nu nog een aantal zaken gaan verbeteren. De individuele werknemer zal dit hoegenaamd niet kunnen.

 

In vergelijking met de collectieve tweede pijler heeft deze individuele tweede pijler geen gegarandeerd rendement. Het rendement van de belegging hangt af van het resultaat van de financiële markten. En laten die nu net niet altijd zo stabiel zijn. Dat weten wij nu wel met grote zekerheid.

 

Eergisteren nog bleek uit de ING Beleggings­Barometer dat de Belgische particuliere belegger steeds meer geneigd is de beurs te mijden, terwijl u, mijnheer de minister, de gewone werknemer richting die beurs duwt.

 

Individuele beleggingen aanmoedigen hoort niet thuis in een pensioenstrategie. Dit zeggen niet alleen verschillende collega's van de oppositie, maar ook de Academische Raad van Pensioenen.

 

Mijnheer de minister, u hebt altijd gezegd dat het wettelijk pensioen in de toekomst niet zal volstaan. Voor een minister van Pensioenen is dat een verkeerd uitgangspunt. De wettelijke eerste pijler zou grotendeels moeten volstaan en de tweede pijler zou enkel de aanvulling van die eerste pijler mogen zijn. Dat is uw opdracht als minister van Pensioenen.

 

Wat is uw oplossing? U wilt de tweede pijler individualiseren en u zegt dat de mensen zelf maar voor hun pensioen moeten zorgen. Ik ga nog iets verder dan de collega. Dit is geen tweede pijler bis, dit is een gecamoufleerde derde pijler.

 

Dat is hoegenaamd niet de manier waarop u de ongerustheid van de mensen over hun toekomstig pensioen zult wegnemen. Dit is geen echte hervorming van de tweede pijler. U maakt er gewoon een beleggingsinstrument van.

 

Ik citeer nogmaals de Academische Raad: "Men" – en daarmee bedoelt de Raad u en uw regering – "begint het sociaal contract te ontrafelen, terwijl wij" – de Academische Raad – "het precies wilden versterken; individuele risico's en ongelijkheid zullen door dit ontwerp toenemen."

 

De sectoren die geen tweede collectieve pijler hebben, zijn vaak de slechtst betaalde beroepen. Dat zijn de zwakke sectoren, zoals de textielsector en de schoonmaaksector, sectoren met grotendeels vrouwelijke werknemers. Wij hebben daarnet een grote discussie gehad over de gendergelijkheid in de tewerkstelling. Dit is alweer een voorbeeld van de manier waarop deze regering met vrouwen en werk omgaat, want dit zal weer ten nadele zijn van vrouwen die in deze zwakke sectoren worden tewerkgesteld. Dit zal ook weer ten nadele zijn van jongeren, wier eerste tewerkstelling meestal in die zwakkere sectoren gebeurt.

 

Als het goed afloopt, mijnheer de minister, zullen zij een goed pensioen hebben in uw individuele  tweede pijler. Als het slecht afloopt, wat toch dikwijls is gebeurd, zullen ze gewoon minder pensioen hebben. Hoe zal men daarin nog transparant kunnen zijn? Vooral, hoe zal men die communicatie verzorgen? Zult u een duidelijke communicatie- of informatiecampagne opzetten voor jongeren en werknemers uit al deze sectoren, om hen wegwijs te maken in de verschillende mogelijkheden en producten? Zult u dat doen, mijnheer de minister? Ik zou hierop graag een heel duidelijk antwoord krijgen, want anders blijft het een probleem voor deze werknemers, met alle risico's van dien.

 

Collega Daerden heeft er al naar verwezen en ik heb het u een paar keer gezegd tijdens de commissievergadering, evenals deze middag: u hebt duidelijk het rapport van het Rekenhof uit 2016 niet goed gelezen. Dit rapport heeft heel duidelijk aangetoond dat de tweede pijler er voornamelijk is voor deze mensen die momenteel een goed loon hebben, die dus een vrij goed pensioen van de eerste pijler hebben. Met uw individuele tweede pijler zullen zij die eerste pijler eventueel nog kunnen aanvullen. Voor de zwakke sectoren die geen collectieve tweede pijler hebben, zullen enkel de werknemers met een hoog loon, de kaderleden dus, in staat zijn om in de tweede, individuele pijler te voorzien. Dat wil weer zeggen dat zij naast een goed pensioen, een goede eerste pijler, bijkomend een goede tweede pijler zullen hebben. Het uitgangspunt van dit ontwerp zou verbreding moeten zijn, maar daarvan is helemaal geen sprake. De gewone werknemer die 1 300 tot 1 400 euro per maand verdient, zal geen geld overhebben om te storten voor zijn individuele tweede pijler, met alle gevolgen van dien voor zijn pensioen.

 

Mijnheer de minister, wie profiteert uiteindelijk van deze zaak? Nogmaals, de werknemers die reeds een hoog loon hebben, en bovendien ook de bankinstellingen die in deze individuele tweede pijler zullen voorzien. Dit wetsontwerp is een gemiste kans om van de tweede pijler een veralgemeende, collectieve, democratische tweede pijler te maken, die het risico niet bij de werknemer legt, maar hem beschermt met een rendementsgarantie, met een beperking van de kosten, met een beperking van financiële producten waarin kan worden geïnvesteerd, zonder risico op verlies en, belangrijk, overlegd in sociaal overleg.

 

Het door u beoogde doel zal niet worden bereikt. Er komt geen veralgemening, geen verbreding voor degenen die al een klein pensioen hebben. Er zal alleen een mattheuseffect spelen: meer pensioen voor de hogere pensioenen.

 

Alleen een algemeen collectief systeem is de beste garantie voor het behoud van de koopkracht, naast de sterke wettelijke sociale eerste pijler. Dit is ook mogelijk, want in Nederland heeft men die collectieve verplichting wel opgelegd.

 

Mijnheer de minister, ik denk dat het zeer duidelijk is dat wij dit wetsontwerp niet zullen steunen.

 

04.06  Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Mijnheer de voorzitter, ik zal niet in het lang en het breed herhalen wat ik in de commissie heb gezegd, maar ik wil toch even duiden waarom wij het voorliggend ontwerp niet zullen steunen. Het wetsontwerp betekent voor ons een verdere individualisering van de pensioenbescherming. Er wordt gesproken over de tweede pijler, maar het gaat eigenlijk, de facto, over de uitbreiding van de derde pijler. Verschillende collega's hebben al vermeld dat zelfs de Academische Raad van Pensioenen, de openbare commissie voor de pensioenhervorming, het bekritiseert in zijn policy brief 1 van maart 2016. De grote winnaars zijn de verzekeraars en de banken, die met een hoop geld gaan lopen op de kap van de gewone werkmensen. Dat zien wij overal in de private pensioenen en volgens een onderzoek van de KULeuven gaan de verzekeraars met een hoop geld lopen, tot wel 20 % van de premies.

 

De pensioenen voor werknemers en zelfstandigen behoren nu tot de laagste van Europa. In plaats van dat aan te pakken, gaat de regering de individuele pensioenen versterken. Bij de invoering van het aanvullend pensioen, de zogenaamde tweede pijler, vijftien jaar geleden, werden plechtige beloftes gedaan over de democratisering, solidariteit en veiligheid. Zo werd toen de tweede pijler verkocht. Wat zien wij vandaag? Die democratisering is eigenlijk een grote farce gebleken. Meer dan de helft van de premies gaat naar amper 5 % van de werknemers: CEO's, managers, kaderleden die miljoenen euro's opbouwen aan aanvullend pensioen, met alle fiscale voordelen van dien, versus peanuts voor de gewone werknemers.

 

Cette promesse de démocratisation de ce deuxième pilier n'en est pas du tout une dans les faits!

 

Nu dreigt ook de solidariteit te verdwijnen, want met het vrij aanvullend pensioen kunnen werknemers zelf beslissen om een tweede pijler te lanceren, terwijl men binnen de huidige tweede pijler per sector een pensioen opbouwt, vandaar de letterlijke benaming "groepsverzekering".

 

Ten slotte is er ook een probleem met de veiligheid. Voor de huidige pensioenen is er een rendementsgarantie. Die valt hier weg, zoals de Raad van State in zijn advies van 5 oktober aangeeft. Om nog even door te gaan op het veiligheidsaspect, de werknemer wordt hier vanuit het liberale dogma volledig zelf verantwoordelijk gesteld voor de eigen pensioenopbouw en zal zelf beslissen bij welke pensioeninstelling hij zal aansluiten. Hij zal volledig zelf de inschatting moeten maken van de betrouwbaarheid en solvabiliteit van de pensioeninstelling. Dat is onredelijk, want de krachtsverhouding tussen een individu en een pensioeninstelling is veel asymmetrischer dan die tussen een werkgever, die zijn personeel aansluit, en een pensioeninstelling. Een werkgever kan meer gewicht in de schaal leggen en zelf een betere risicoanalyse maken, door juristen in te schakelen, temeer omdat bij een foute afloop de werkgever een zekere rendementsgarantie heeft tegenover de werknemer. Nu zal de werknemer zelf volledig aansprakelijk worden en zal hij geen rendementsgarantie meer hebben. Dat is onverantwoord. Er wordt te veel risico bij het individu gelegd.

 

Om die redenen vinden wij dit wetsontwerp geen goed idee. Het zou de regering sieren indien zij het wettelijk pensioen zou versterken, omdat het de beste garantie biedt op solidariteit, veiligheid en democratische controle. Nu doet men het omgekeerde en financiert men zelfs de verdere individualisering, door die fiscaal voordelig te maken, terwijl men anderzijds van de daken schreeuwt dat de wettelijke pensioenen onbetaalbaar zijn. Dit is een zuiver ideologische maatregel, die de wettelijke pensioenen nog meer zal uithollen. Daarom zal de PVDA tegenstemmen.

 

De voorzitter: Als geen andere leden het woord vragen, heeft de minister het woord.

 

04.07  Daniel Bacquelaine, ministre: Monsieur le président, je ne vais pas être très long, parce que nous avons eu un débat déjà assez fourni lors de la commission des Affaires sociales. Je me réfère aussi aujourd'hui à l'excellente intervention de Mme Galant, qui a bien précisé la portée de ce nouvel avantage pour les travailleurs.

 

Je conçois bien que, pour certains, toute implication personnelle et individuelle dans la constitution des droits de pension soit considérée comme quelque chose de très toxique. C'est la césure habituelle entre ceux qui considèrent que c'est à eux de décider de ce que les individus peuvent faire et ceux qui considèrent que c'est plutôt aux individus eux-mêmes de faire ce choix.

 

Mon point de vue est que, très fondamentalement, nous offrons une capacité de choix à la personne dans le cadre de la constitution de sa pension. Nous lui permettons une liberté de choix. Nous lui permettons de saisir une opportunité. Cela me paraît plutôt positif.

 

D'ailleurs, je remarque que personne n'a soulevé ce type d'arguments lorsque nous avons élargi la pension complémentaire pour tous les indépendants, personnes physiques. Là aussi, l'approche de la constitution de ce deuxième pilier est individuelle. Je pense qu'il faut cesser de faire injure aux travailleurs salariés qui n'auraient pas les mêmes capacités que les indépendants à s'engager dans la voie d'un deuxième pilier individuel. Pour moi, tous les travailleurs ont cette capacité et doivent en tout cas bénéficier de cette liberté et de cette opportunité.

 

Permettez-moi aussi d'insister sur le fait qu'il s'agit bien d'un deuxième pilier et non pas d'un troisième pilier, madame Temmerman.

 

Het fundamentele verschil tussen het VAPW en de derde pijler bestaat erin dat het VAPW gelinkt is aan de beroepsactiviteit, wat niet het geval is voor de derde pijler.

 

Nous parlons donc bien ici d'un deuxième pilier. Ce système est résiduaire, dans le sens où - lorsque l'entreprise décide d'installer un deuxième pilier collectif à hauteur maximale de 3 % de la masse salariale -, le deuxième pilier libre s'éteint automatiquement. Priorité est évidemment accordée au dispositif organisé par l'employeur.

 

Toutefois, nous nous sommes rendu compte - et nous ne pouvions pas rester sans réagir à ce constat -, que plusieurs travailleurs n'avaient pas la chance de pouvoir bénéficier d'un deuxième pilier dans leur entreprise ou que celui dont ils disposaient se révélait très insuffisant. Pour ceux-là, il fallait trouver une solution. C'est bien le but du système mis en place.

 

Madame Temmerman, de nouveau, nous avons tenu compte des remarques du Conseil académique en ce domaine. Au départ, il s'était exprimé en défaveur d'un deuxième pilier d'une pension libre complémentaire pour travailleur salarié, sans aucune limite ni aucune précaution. Nous avons alors précisé que ce deuxième pilier était d'ordre résiduaire et qu'il incluait 3 % au maximum de la masse salariale. De plus, nous avons tenu compte des deuxièmes piliers déjà en vigueur, venant en déduction des possibilités de constitution du deuxième pilier libre.

 

De la sorte, je considère que nous sommes parvenus à un système qui permet de généraliser le deuxième pilier. Il s'agit donc d'une avancée significative. Pour ma part, je n'oppose pas, comme certains semblent le faire, le premier pilier au deuxième. Cela constitue évidemment une erreur fondamentale: on ne peut pas les opposer. En effet, le deuxième est complémentaire du premier, que nous renforçons.

 

Nous faisons partie des pays européens dans lesquels le premier pilier engendre une augmentation annuelle de pension. Or, dans beaucoup d'autres, je vous signale - au cas où vous l'ignoreriez -, que les pensions ont diminué, quand elles n'ont pas été gelées. Ce n'est pas le cas chez nous, au contraire. J'ai cité tout à l'heure les chiffres significatifs de l'augmentation moyenne des pensions entre 2014 et 2017. Bien entendu, si l'on veut atteindre un taux de remplacement plus élevé - et tel est notre objectif -, il faut y associer le deuxième pilier et faire en sorte que, quel que soit leur statut, tous les travailleurs y aient accès. C'est ce à quoi nous nous employons.

 

Nous généralisons et démocratisons le deuxième pilier pour faire en sorte que le taux de remplacement augmente et que chaque travailleur puisse bénéficier d'une pension avec un standard de vie qui soit plus en ligne avec ce qu'il avait lorsqu'il travaillait. Voilà la philosophie qui sous-tend ce projet. Je pense que c'est une opportunité pour les travailleurs qui, jusqu'à présent, n'avaient pas cette possibilité de se constituer un deuxième pilier.

 

04.08  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre, on ne va pas refaire le débat. Je vais réagir à la première partie de votre intervention. Loin de moi l'idée de penser que l'implication individuelle est toxique. Loin de moi cette pensée-là mais je pense qu'il faut être conscient des réalités. Ce n'est pas un problème de choix pour beaucoup de personnes. C'est un problème de capacité de choix. Elles n'ont pas la capacité de prendre une partie de leur rémunération mensuelle pour alimenter un deuxième pilier bis ou un troisième pilier. On peut ergoter sur les termes. C'est en tout cas un pilier où l'employeur ne contribue pas. C'est donc un choix individuel mais aussi une contribution purement personnelle. Le problème, c'est que beaucoup n'ont pas la capacité de cette contribution personnelle. Je ne fais pas référence au débat d'hier soir ni aux témoignages de toute une série de personnes qui n'arrivent pas à boucler les fins de mois. Si elles n'en ont pas la capacité, elles ne vont pas consacrer x euros à un deuxième pilier bis.

 

Le problème, c'est qu'on essaie de favoriser cela avec des deniers publics, parce qu'il y a des avantages. Le problème n'est pas qu'ils épargnent. Il faut suggérer aux personnes qui ont la capacité d'épargner pour leur pension de le faire. Mais certains n'ont pas la capacité de le faire et il est injuste que ceux qui peuvent le faire soient aidés. Ma crainte, comme je l'ai expliqué tout à l'heure à la tribune, c'est que cela se fasse au détriment du premier pilier. Vous mentionnez que le premier pilier augmente grâce à l'enveloppe bien-être, en tout cas dans les minima. Reconnaissez que notre premier pilier reste bas par rapport aux pays voisins. Nous affirmons que tout l'effort doit être concentré sur le premier pilier, sans créer des produits complémentaires purement individualistes.

 

04.09  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de minister, ik wil nog even op drie zaken ingaan. Ik ben het helemaal eens met wat de heer Daerden zei. Dat punt zal ik dus laten vallen.

 

Voorts houdt u vol dat het hier gaat om de tweede pijler, omdat de maatregel verband houdt met tewerkstelling en via de werkgever gaat. Maar men zou evengoed kunnen zeggen dat het een derde pijler bis is, waarbij de betalingen wel rechtstreeks door de werkgever worden gedaan. Het blijft een beleggingsproduct waaraan fiscale voordelen verbonden zijn, zoals dat geldt voor de derde pijler. In plaats van het zelf naar de bank te brengen, geeft de werknemer zijn werkgever de opdracht om de bijdragen naar de bank te sturen. Het blijft dus een beleggingsproduct. Zoals de Academische Raad al zei, het betreft hier geen pensioenbeleid. Individueel beleggen kan geen goed pensioenbeleid zijn.

 

Er is daarnaast het verschil met de zelfstandigen. Als u het rapport van de Academische Raad gelezen hebt, dan weet u dat er een groot verschil is. De Academische Raad zegt dat een dergelijk beleid normaal is voor zelfstandigen, die een totaal ander statuut hebben. Zij hebben ook geen gemeenschappelijke werkgever en zitten niet in een bepaalde sector. Het is dus normaal dat men hun die mogelijkheid biedt. Het is wel raar dat u het geen onrechtvaardigheid vindt dat de zelfstandige geen toegang heeft tot de normale collectieve tweede pijler. Dat vindt u kennelijk geen probleem. U vindt het alleen een probleem dat de zelfstandige wel kan rekenen op een individuele tweede pijler en de werknemer niet.

 

Mijnheer de minister, af en toe moeten we eigenlijk toch iets leren uit de geschiedenis. Ik heb dat vroeger al aangehaald, maar misschien moet u nu toch eens luisteren. In 1862 werd de ASLK opgericht. De ASLK werd deels opgericht om het individuele pensioensparen te organiseren voor de werknemer, uw individuele tweede pijler dus. Na een aantal jaren heeft men echter gezien dat dat totaal niet werkte.

 

Dat werkte niet om dezelfde reden die de heer Daerden zopas aanhaalde. Wie eigenlijk had moeten sparen om later in zijn pensioen te kunnen voorzien, had het geld niet om dat te doen. Daarom net is men na de Tweede Wereldoorlog overgegaan naar de collectieve sociale zekerheid, de eerste pijler, en later ook de collectieve tweede pijler om net de zwakkere werknemers met een laag loon de zekerheid van een pensioen te kunnen bieden.

 

U luistert alweer niet meer. Ik zou u toch aanraden om nog eens naar het rapport van de ASLK te kijken, naar de reden waarom men is overgegaan van het individuele pensioensparen naar het collectieve. U begaat dezelfde fout. Dat is jammer, want het had een totaal ander voorstel kunnen worden, waarmee men wel aan een verbreding en verdieping van de collectieve tweede pijler had kunnen doen.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3356/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3356/4)

 

Het opschrift in het Frans werd door de commissie gewijzigd in “projet de loi instaurant une pension libre complémentaire pour les travailleurs salariés et portant des dispositions diverses en matière de pensions complémentaires".

L’intitulé en français a été modifié par la commission en “projet de loi instaurant une pension libre complémentaire pour les travailleurs salariés et portant des dispositions diverses en matière de pensions complémentaires".

 

Het wetsontwerp telt 52 artikelen.

Le projet de loi compte 52 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 52 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 52 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

05 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken (3355/1-4)

05 Projet de loi portant des dispositions diverses en matière sociale (3355/1-4)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Mevrouw Nahima Lanjri, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

05.01  Stéphanie Thoron (MR): Monsieur le président, madame la ministre, monsieur le secrétaire d'État, chers collègues, le projet de loi que nous examinons, aujourd'hui, traite de diverses matières toujours dans un souci d'une plus grande sécurité juridique, d'une meilleure lisibilité et d'une efficacité renforcée.

 

Je ne reviendrai pas sur les mesures qui ont été prises. Cependant, je tiens à saluer, une nouvelle fois, les avancées en matière de congé d'adoption et de congé pour famille d'accueil pour les travailleurs salariés, mais aussi pour les travailleurs indépendants. Jusqu'ici, il n'y avait pas de reconnaissance pour les travailleurs indépendants qui adoptent. C'est maintenant chose faite.

 

Je souhaiterais également intervenir au sujet des amendements n°15 à 31 qui portent sur la loi du 6 septembre 2018 visant à renforcer le congé d'adoption et à instaurer le congé pour famille d'accueil. Cette loi doit entrer en vigueur le 1er janvier prochain. Ces amendements viennent réécrire le texte originel qui, selon l'administration compétente, pouvait présenter certaines imper­fections et donc des soucis au niveau de la praticabilité de la mesure. J'attire ici votre attention sur le fait que le délai d'introduction d'une demande pour ouvrir le droit au congé pour famille d'accueil passe de deux à douze mois.

 

On peut réellement parler d'avancées, chers collègues, car pour toutes ces familles, il s'agit d'une reconnaissance importante qui se voit, enfin, valorisée. Notre groupe soutiendra donc bien évidemment ce projet de loi.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3355/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3355/4)

 

Het wetsontwerp telt 99 artikelen.

Le projet de loi compte 99 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 68 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 68 sont adoptés article par article.

 

In artikel 69, worden de artikelen 1 tot 15 en 15/1 tot 15/4 artikel per artikel aangenomen.

À l'article 69, les articles 1 à 15 et 15/1 à 15/4 sont adoptés article par article.

 

Artikel 69 wordt aangenomen.

L'article 69 est adopté.

 

De artikelen 70 tot 99 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 70 à 99 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

06 Wetsontwerp houdende wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle met betrekking tot de milieueffectbeoordeling (3335/1-5)

06 Projet de loi portant modification de la loi du 15 avril 1994 relative à la protection de la population et de l'environnement contre les dangers résultant des rayonnements ionisants et relative à l'Agence fédérale de Contrôle nucléaire, en ce qui concerne l'évaluation des incidences sur l'environnement (3335/1-5)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

M. Eric Thiébaut, rapporteur, renvoie au rapport écrit.

 

06.01  Éric Thiébaut (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, en commission, le ministre Jambon a présenté rapidement ce projet de loi comme une simple mesure technique visant à transposer une directive européenne. Mais ce n'est pas le cas!

 

Le projet de loi pose une question politique. Comment l'État devra-t-il procéder à l'avenir s'il souhaite prendre une nouvelle décision de prolongation d'une centrale nucléaire? Devra-t-il consulter la population? Devra-t-il procéder à une étude d'incidence sur l'environnement? Devra-t-il permettre aux États limitrophes de prendre part à cette procédure? Aujourd'hui, le gouvernement répond 'non' à ces trois questions. Il s'agit d'une décision politique que mon groupe juge totalement inappropriée.

 

Chers collègues, la controverse avait déjà eu lieu lors de la prolongation de Doel 1 et Doel 2 et lors du débat, nous avions reproché au gouvernement de ne pas avoir prévu une évaluation des incidences sur l'environnement ni de consultation publique. Mais ce n'était pas seulement une question de bon sens. C'était aussi une obligation juridique: faire une enquête publique s'impose en vertu de la Convention d'Aarhus; permettre aux États limitrophes de prendre part à la procédure est une conséquence de la Convention d'Espoo et procéder à une étude d'incidence environnementale avec l'organisation d'une enquête publique est une obligation internationale. D'ailleurs, le Conseil d'État avait rendu des avis très clairs à ce sujet lors de la prolongation de Doel 1 et 2.

 

Cela n'a pas été fait et le gouvernement s'est donc exposé à des recours: un recours en annulation de la loi du 28 janvier 2015 a été introduit en janvier 2016 par deux ASBL, Inter-Environnement Wallonie (IEW) et Bond Beter Leefmilieu Vlaan­deren (BBL). Ce recours est toujours pendant au niveau de la Cour constitutionnelle et est remonté jusqu'à la Cour de justice de l'Union européenne avec une question préjudicielle.

 

Monsieur le ministre, nous sommes dans un contexte de concours, avec une procédure en justice. Dans ces circonstances, le pouvoir législatif devrait faire preuve de neutralité par rapport au litige en cours. Malheureusement, ce n'est pas le cas et on trouve dans votre projet non seulement la réaffirmation de la thèse du gouvernement dans le litige en cours – pas besoin d'enquête d'incidence ni de consultation publique pour Doel 1 et Doel 2 –, mais aussi – et c'est pire – un dispositif qui permettra au gouvernement de persister dans l'hypothèse où il perd en justice. À l'avenir, donc, quelle que soit la décision de la cour, une décision de prolongation pourra s'accompagner d'une simple note de screening, beaucoup moins contraignante qu'une enquête d'incidence avec consultation publique.

 

Chers collègues, l'avenir du nucléaire doit être un débat sociétal. Des collectifs de citoyens, mais aussi des personnes individuelles le réclament. Je ne parle même pas des Länder allemands qui s'inquiètent de l'état de nos centrales. Les déconvenues successives de Doel 1 et Doel 2 montrent qu'une analyse avant redémarrage a du sens.

 

Malheureusement, avec ce projet de loi, ce sera tout l'inverse. Tout fonctionne comme si le gouvernement préparait en coulisse la prolongation d'autres centrales nucléaires. Tout fonctionne comme si le gouvernement envoyait un pied de nez à la Cour de justice, dont il anticipe une décision qui ne lui sera pas favorable. Ce n'est pas respectueux de la population; ce n'est pas la direction que nous souhaitons prendre. C'est pourquoi nous avons redéposé des amendements et, au cas où ils ne seraient pas approuvés, nous nous opposerons évidemment à votre projet de loi.

 

06.02  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, zo meteen zal over dit wetsontwerp worden gestemd. Wij zullen tegenstemmen, zoals u in de commissie ook al had vernomen. Dit wetsontwerp zou het mogelijk maken dat de levensduur van onze oude, afge­schreven, onbetrouwbare en kaduke kerncen­trales wordt verlengd zonder milieueffectrapport en zonder openbaar onderzoek.

 

Op die manier, mijnheer de minister, interpreteert u de Europese richtlijn betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten. Alles draait, zoals de heer Thiébaut daarnet ook al zei, rond de definitie van "project". U vindt dus dat dit geen project is. De levensduurverlenging van een kerncentrale brengt hoe dan ook aanzienlijke investeringen met zich mee — dat hebben wij gemerkt — waarbij men allerminst kan uitsluiten dat er toch geen sprake zou zijn van een project zoals beschreven in de Europese richtlijn.

 

Volgens ons kan het niet dat niet mag worden nagegaan welke milieurisico's er verbonden zijn aan de levensduurverlenging, nogmaals, collega's, gezien de belabberde toestand waarin zij zich bevinden. Het is trouwens ook een juridische verplichting die voortvloeit uit het Verdrag van Aarhus en het Verdrag van Espoo, die wij beide hebben ondertekend.

 

Mijnheer de minister, eigenlijk hoeven wij deze discussie niet te voeren, want er kan hoegenaamd geen sprake zijn van een levensduurverlenging van de kerncentrales. Immers, de voltallige regering heeft hier in het Energiepact opge­nomen — en dat werd nogmaals bevestigd — dat de kernuitstap er zal komen in 2025. Ik begrijp dus niet waarom die bewuste passage met zoveel woorden in het voorliggend wetsontwerp moet staan. De levensduur van de kerncentrales zal niet worden verlengd, het zal niet nodig zijn, het is alleen maar indien, indien, indien… Wel, dan vragen wij wel een milieueffectrapport, maar dat weigert u. Waarom weigert u dit? Is het omdat de N-VA, zoals daarstraks met betrekking tot het migratiepact, net voor de eindmeet toch voor de verlenging van de kerncentrales zal stemmen?

 

Mijnheer de minister, het Europees Hof van Justitie heeft nog geen uitspraak gedaan, dus het lijkt ons dan ook voorbarig om nu al te stemmen over het voorliggend ontwerp. Wat zult u doen indien de uitspraak — hopelijk voor ons — in uw nadeel uitdraait? Zal men de tekst dan bijsturen? Wij hebben daar in elk geval geen zekerheid over, dus het zou beter zijn te wachten op die uitspraak.

 

Om alle twijfels en misverstanden uit de wereld te helpen — misschien zijn er wel goede bedoelingen —, hebben wij nogmaals ons amendement ingediend, dat het begrip "project" heel duidelijk definieert. Als men de levensduur van kerncentrales wil verlengen, zal dat dan onder "projecten" vallen en zal dan sowieso een milieueffectrapport noodzakelijk zijn. Aangezien wij de levensduur van de kerncentrales niet gaan verlengen, kan het geen kwaad ons amendement goed te keuren en dan is uw wetsontwerp alleen op dat punt niet overbodig, mijnheer de minister.

 

De voorzitter: Mevrouw Temmerman, de heer Wollants vraagt het woord.

 

06.03  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw Temmerman, ik ben er vrijwel van overtuigd dat u een redelijk goed zicht hebt op het standpunt van mijn partij. U laat het in de commissie meestal ook niet na om daarop te wijzen, maar ik wil u er natuurlijk ook op wijzen dat die kerncentrales niet draaien zonder milieueffectrapporten.

 

06.04  Karin Temmerman (sp.a): Ja, dat weet ik ook.

 

06.05  Bert Wollants (N-VA): U weet zeer goed dat er zelfs op dit moment een milieueffectrapport wordt opgemaakt voor de kerncentrale van Doel in verband met de spent fuel storage. Dat weet u. U zou kunnen zeggen dat dat rapport enkel daarover gaat en niet over de volledige kerncentrale. Ik zou u daarin kunnen volgen, maar tegelijkertijd moeten wij wel vaststellen dat er in 2010 een volledig milieueffectrapport is gemaakt voor de vier eenheden in Doel. Alle milieueffecten zijn daarin tegen het licht gehouden. Weet u wat het besluit was van dat milieueffectrapport? Kent u dat milieueffectrapport? Daar staat in wat het probleem is met de kerncentrale van Doel.

 

Ik citeer: "Samengevat kan gesteld worden dat de geluidsemissies ter hoogte van het beschermde natuurgebied grenzend aan de kerncentrale het meest kritisch zijn." Dat waren de ernstigste milieueffecten die men heeft kunnen vaststellen.

 

U zult ongetwijfeld repliceren dat er toen nog geen sprake was van het verlengen van Doel 1 en 2. Ik moet u op dat vlak echter tegenspreken. Het milieueffectrapport, zoals het toen is voorgelegd, uitgevoerd en goedgekeurd, had een luikje beleidsmatige randvoorwaarden, waarin de verlenging van Doel 1 en 2 werd opgenomen. Die verlenging staat in het rapport als rand­voorwaarde, waarbinnen de milieueffecten werden uitgevoerd. Het rapport is door het FANC goedgekeurd. Het is ook door LNE goedgekeurd en ondertekend door het hoofd van die dienst, een zekere Paul Van Snick, die u ongetwijfeld beter kent als de voormalige directeur van de beleidscel van Bruno Tobback.

 

Alle effecten zijn bekeken. Het milieurapport is uitgevoerd. Er is geen reden om dat werk opnieuw te doen.

 

06.06  Éric Thiébaut (PS): Monsieur le président, je suis surpris par l'intervention de mon collègue! Si tout va bien, pourquoi ne fait-on pas une étude classique d'incidence sur l'environnement pour rassurer tout le monde? Cela prendra un mois et on n'en parlera plus!

 

06.07  Karin Temmerman (sp.a): U bewijst gewoon wat wij zeggen, mijnheer Wollants.

 

06.08  Éric Thiébaut (PS): En ne le faisant pas, on jette le discrédit et on fait peur aux gens. On ne fait pas d'étude d'incidence, pas d'enquête publique, on n'associe pas les pays voisins; c'est bizarre!

 

S'il n'y avait jamais d'incident, s'il n'y avait jamais de panne, si tout marchait bien, on n'aurait pas de problème. Mais les incidents sont légion, nous avons de vieilles centrales et vous nous dites qu'on n'a pas besoin de faire une étude d'inci­dence. C'est ridicule!

 

06.09  Bert Wollants (N-VA): Ik wil nog even reageren. De heer Thiébaut zegt dat er vroeger, acht jaar geleden, inderdaad een volledig milieueffectrapport werd opgesteld met een publieksraadpleging, met de kans voor andere landen om in te grijpen. Dat is goedgekeurd. Er zijn geen milieueffecten vastgesteld. Als dat zo is, doe het dan gewoon opnieuw.

 

Met alle respect, maar dat is geen zinvolle besteding van de tijd. Al die onderzoeken zijn gebeurd. Iedereen heeft de kans gehad om daarin tussenbeide te komen. U zegt nu: laat ons dat gewoon nog een keertje opnieuw doen. Dat heeft geen zin. Die piste gaan we niet op.

 

06.10  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Wollants, u geeft ons gewoon gelijk. U zegt: er is geen probleem, dus laat ons maar een milieueffectrapport maken. Er was een rapport in het verleden dat gold tot aan de sluiting. Nu gaat u dat verlengen.

 

Mijnheer Wollants, dat is zoals een milieueffectrapport in een ander bedrijf. Als men daar verlengt, moet men sowieso terug een milieueffectrapport maken. Dat geldt zeker voor de grootste categorieën.

 

Mijnheer Wollants, als er geen probleem is, zoals u beweert – onze centrales vallen om de maand uit, er werken er nog twee van de zeven, dus er is weldegelijk een probleem, mensen zijn zeer ongerust – waarom moet dit dan hier in dit rapport staan? Waarom moet hier worden gezegd dat er expliciet bij een verlenging van de centrales geen milieueffectrapport moet worden gemaakt, terwijl we dat verplichten voor allerlei andere bedrijven die een verlenging van een bouw­vergunning of een milieuvergunning vragen?

 

Voor kerncentrales, waaraan zo veel meer gevaren verbonden zijn, gaat u dat niet vragen. De logica is daar totaal zoek.

 

Uw fractieleider heeft daarnet gezegd: u zou eens meer moeten luisteren naar de bevolking. In dezen zou u zeker meer naar de bevolking moeten luisteren. De bevolking is zeer ongerust over onze kerncentrales.

 

06.11  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw Temmerman, ik wil gewoon dat u ook even naar mij luistert, want u hebt niet geluisterd naar wat ik net heb gezegd. Ik zei namelijk dat het milieueffectrapport al rekening heeft gehouden met die verlenging. Men verwijst naar de wet op de kernuitstap als beleidsmatige randvoorwaarde en men zegt: "Met betrekking tot dit uitdovingscenario heeft de Belgische regering in een principebesluit recent bepaald dat de exploitatieduur van die kernreactoren" – Doel 1, Doel 2 en Tihange 1 – "met tien jaar kan worden verlengd." Dat is de basis van dat rapport. Daar wordt nergens verwezen naar een eindduur omdat men hier al rekening heeft gehouden met die verlenging. Al die effecten zijn dus al onderzocht.

 

Het feit dat die kerncentrales moeten worden stilgelegd, bewijst net dat de veiligheidsmaatregelen prima werken. Ik zou mij veel meer zorgen maken als die kerncentrales in die gevallen niet werden stilgelegd. Als u echter niet wil horen… U wil sowieso een nieuw milieueffectrapport. Hetzelfde onderzoeken, alles moet nog eens worden overgedaan, terwijl hier heel duidelijk naar voren is gekomen dat dit eigenlijk niet nodig is.

 

06.12  Karin Temmerman (sp.a): Dat is onderzoek uit het verleden, sowieso. Zeker wat de veiligheid van de kerncentrales betreft, kan men niet genoeg onderzoek doen, zeker als men in de toekomst nogmaals zou beslissen om hun levensduur te verlengen.

 

06.13  Michel de Lamotte (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, je serai relativement bref car le débat a déjà eu lieu.

 

Lorsque vous êtes venu avec ce projet en commission, on pensait qu'il s'agissait d'un projet technique puisqu'il était question de la transposition d'une directive modifiant une autre directive. Mais à la lecture des documents, on s'est rendu compte qu'il s'agissait d'un projet davantage politique car il est question de problématiques environnementales et d'une étude d'incidences sur l'environnement. Les choses ne sont pas claires.

 

Monsieur le ministre, même si vous y avez répondu, l'avis du Conseil d'État soulève un doute quant à la nécessité d'une étude d'incidences sur l'environnement.

 

Tant qu'à faire – si je peux me permettre l'expression –  faisons preuve de la plus grande transparence. Il n'y a pas de doute quant aux sys­tèmes qui fonctionnent. Par ailleurs, l'éventuelle prolongation des centrales nécessiterait une étude d'incidences sur l'environnement. Or, avec le texte qui nous est soumis, aujourd'hui, vous instillez le doute dans la tête des citoyens.

 

Je rappelle que nous sommes tenus par deux conventions, à savoir la Convention d'Espoo et la Convention d'Aarhus qui s'appliquent à notre droit. Nous estimons qu'il faut se soumettre à ces conventions et aller plus loin dans ces études qui sont nécessaires.

 

Je rappelle également qu'un recours est pendant devant la Cour constitutionnelle avec une question préjudicielle. N'anticipons pas quant aux résultats de cette dernière. Selon moi, le principe de précaution nécessiterait que l'on puisse avoir cette étude complète avec une enquête publique. S'il n'y a pas de problème, l'étude dont question ne posera aucun souci et vous pourrez continuer dans le sens que vous avez choisi. Avec la position adoptée, on met la charrue avant les bœufs, si vous me permettez l'expression. En effet, on aurait dû attendre que les choses soient en ordre.

 

Monsieur le ministre, nous avons déposé des amendements en commission. Par précaution, je redépose, en séance plénière, l'amendement que j'y avais déposé. S'il est adopté, nous adopterons votre texte. Mais s'il ne l'est pas, nous ne soutiendrons pas ce dernier.

 

06.14 Minister Jan Jambon: Mijnheer de voorzitter, collega's, dit is een discussie die wij ook al uitgebreid in de commissie hebben gevoerd. Ik wil een en ander nog kort herhalen.

 

Avec ce projet de loi, nous transposons fidèlement la directive EIE de l'Union européenne. L'exposé des motifs clarifie à cet égard la jurisprudence existante et faisant autorité de la Cour de justice de l'Union européenne.

 

Mevrouw Temmerman heeft terecht gezegd dat de discussie hier gaat over de definitie van het woord "project". Wij menen dat wij de juiste interpretatie geven aan dat woord.

 

Wanneer het Hof van Justitie in de toekomst een andere invulling zou geven aan het begrip project, dan is het evident dat wij dat zullen volgen en ons daaraan zullen aanpassen, maar op dit moment lijkt ons dat niet noodzakelijk.

 

Wij dienen de tekst dus in als een letterlijke omzetting van de Europese richtlijn.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3335/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3335/4)

 

Het wetsontwerp telt 9 artikelen.

Le projet de loi compte 9 articles.

 

*  *  *  *  *

Ingediende amendementen:

Amendements déposés:

Art. 6

  • 5 – Karin Temmerman cs (3335/5)

  • 6 – Eric Thiébaut (3335/5)

  • 8 – Michel de Lamotte (3335/5)

  • 7 – Eric Thiébaut (3335/5)

*  *  *  *  *

 

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

Conclusion de la discussion des articles:

 

Aangehouden: de stemming over de amende­menten, de artikelen 27/3 en 27/4 in artikel 6 en artikel 6.

Réservé: le vote sur les amendements, les articles 27/3 et 27/4 à l'article 6 et l'article 6.

 

Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 tot 5, de artikelen 27/5 tot 27/10 in artikel 6 en de artikelen 7 tot 9.

Adoptés article par article: les articles 1 à 5, les articles 27/5 à 27/10 à l'article 6 et les articles 7 à 9.

*  *  *  *  *

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen, de aangehouden artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et les articles réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

07 Voorstel van resolutie over de mensen­rechtensituatie in Colombia (3010/1-3)

07 Proposition de résolution relative à la situation des droits de l'Homme en Colombie (3010/1-3)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Gwenaëlle Grovonius, Philippe Blanchart.

 

De commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen stelt voor dit voorstel van resolutie te verwerpen. (3010/3)

La commission des Relations extérieures propose de rejeter cette proposition de résolution. (3010/3)

 

Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over dit voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indieners te hebben gehoord.

Conformément à l'article 88 du Règlement, l'assemblée plénière se prononcera sur cette proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement, les auteurs.

 

07.01  Peter Luykx, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.

 

07.02  Gwenaëlle Grovonius (PS): Monsieur le président, je voudrais juste dire un mot. Peut-être mes collègues ont-ils eu un moment d'égarement en commission. À l'occasion de l'examen de cette proposition de résolution en séance plénière, je leur donne une chance de pouvoir changer d'avis sur un sujet très important: la situation des droits de l'homme en Colombie. Je ne doute pas qu'ils analyseront ce texte avec la plus grande attention et que, le cas échéant, ils reverront leur vote dont je pense qu'il n'était que l'expression d'un moment d'égarement en commission.

 

De voorzitter: Geen andere spreker mag het woord nemen.

Plus personne ne peut prendre la parole.

 

De stemming over het voorstel tot verwerping van dit voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.

Le vote sur la proposition de rejet de cette proposition de résolution aura lieu ultérieurement.

 

Geheime stemmingen

Scrutins

 

08 Benoeming van de plaatsvervangers van de voorzitter van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten, van de plaatsvervangers van de leden van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten en van de plaatsvervangers van een Franstalig lid van het Vast Comité van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (3370/1)

08 Nomination des suppléants du président du Comité permanent de contrôle des services de police, des suppléants des membres du Comité permanent de contrôle des services de police et des suppléants d'un membre francophone du Comité permanent de contrôle des services de renseignements et de sécurité (3370/1)

 

Aan de orde zijn de stemmingen met het oog op de benoeming van de plaatsvervangers van de voorzitter van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten, van de plaatsvervangers van de leden van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten en van de plaatsvervangers van een Franstalig lid van het Vast Comité van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

L’ordre du jour appelle les scrutins en vue de la nomination des suppléants du président du Comité permanent de contrôle des services de police, des suppléants des membres du Comité permanent de contrôle des services de police et des suppléants d'un membre francophone du Comité permanent de contrôle des services de renseignements et de sécurité.

 

Op 8 oktober 2018 heeft de heer Frank Schuermans zijn kandidatuur ingetrokken voor het mandaat van eerste plaatsvervangend voorzitter van het Vast Comité P alsmede voor het mandaat van eerste plaatsvervanger van een Nederlandstalig lid van het Vast Comité P.

Le 8 octobre 2018, M. Frank Schuermans a retiré sa candidature pour le mandat de premier président suppléant du Comité permanent P ainsi que pour le mandat de premier suppléant d’un membre néerlandophone du Comité permanent P.

 

Op 12 oktober 2018 hebben mevrouw Régine Claeys en de heer Thibaut Vandamme hun kandidaturen voor de mandaten van eerste of tweede plaatsvervanger van lid van het Vast Comité P ingetrokken.

Le 12 octobre 2018, Mme Régine Claeys et M. Thibaut Vandamme ont retiré leurs candidatures pour les mandats de premier ou de second suppléant de membre du Comité permanent P.

 

Op 5 en 12 november 2018 werden alle andere kandidaten gehoord door de bijzondere commissie belast met de parlementaire begeleiding van het Vast Comité P en van het Vast Comité I. Mevrouw Laurette Onkelinx en de heer David Clarinval hebben verslag uitgebracht over deze hoorzittingen in de Conferentie van voorzitters van 14 november 2018.

Les 5 et 12 novembre 2018, la commission spéciale d'accompagnement parlementaire du Comité permanent P et du Comité permanent R a procédé à l'audition de tous les autres candidats. Mme Laurette Onkelinx et M. David Clarinval ont fait rapport de ces auditions en Conférence des présidents du 14 novembre 2018.

 

Het stuk met de namen van de kandidaten werd rondgedeeld (3370/1).

Le document portant le nom des candidats vous a été distribué (3370/1).

 

Voor het Vast Comité van toezicht op de politiediensten moeten wij overgaan tot de benoeming van:

de eerste plaatsvervanger van de voorzitter;

de tweede plaatsvervanger van de voorzitter;

een eerste plaatsvervanger en een tweede plaatsvervanger van de heer Herman Daens;

een eerste plaatsvervanger en een tweede plaatsvervanger van de heer Jack Vissers;

een eerste plaatsvervanger en een tweede plaatsvervanger van de ondervoorzitter (de heer Guy Cumps) alsmede

een eerste plaatsvervanger en een tweede plaatsvervanger van de heer Antonio Caci.

Pour le Comité permanent de contrôle des services de police nous devons procéder à la nomination:

du premier suppléant du président;

du second suppléant du président;

d'un premier suppléant et d'un second suppléant de M. Herman Daens;

d'un premier suppléant et d'un second suppléant de M. Jack Vissers;

d'un premier suppléant et d'un second suppléant du vice-président (M. Guy Cumps) ainsi que

d'un premier suppléant et d'un second suppléant de M. Antonio Caci.

 

Wij beginnen met de benoeming van de eerste plaatsvervanger van de voorzitter en van de eerste plaatsvervanger van de Franstalige ondervoorzitter.

Nous commençons par la nomination du premier suppléant du président et du premier suppléant du vice-président francophone.

 

De stembiljetten werden reeds rondgedeeld.

Les bulletins de vote ont déjà été distribués.

 

Daar de stemming geheim is, mogen de stembiljetten niet worden ondertekend.

Le scrutin étant secret, les bulletins de vote ne peuvent être signés.

 

We moeten eerst een of twee bureaus van stemopnemers bij loting samenstellen. Elk bureau bestaat uit vier leden. Ik stel u evenwel voor om voor de stemopneming de jongste twee leden aan te wijzen die heden aan het bureau hebben plaatsgenomen.

Nous devons d'abord procéder au tirage au sort d'un ou de deux bureaux de scrutateurs composés chacun de quatre membres qui seront chargés du dépouillement. Je vous propose cependant de désigner les deux membres les plus jeunes siégeant au bureau ce jour pour dépouiller les scrutins.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi

 

De dames Nawal Ben Hamou en Yoleen Van Camp worden aangewezen om de stemmen op te nemen.

Mmes Nawal Ben Hamou et Yoleen Van Camp sont désignées pour dépouiller les scrutins.

 

Ik stel u voor dat de stembiljetten geteld worden in de Conferentiezaal, in aanwezigheid van de stemopnemers.

Je vous propose de procéder au dépouillement des scrutins à la salle des Conférences, en présence des scrutateurs.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Ik verzoek elk lid om bij het afroepen van zijn naam zijn ongetekende stembiljet in de stembus te komen deponeren. Gelieve langs mijn linkerzijde op het spreekgestoelte te komen en dit aan mijn rechterzijde te verlaten.

À l'appel de son nom, chaque membre est prié de venir déposer son bulletin non signé dans l'urne, en montant à la tribune, de ma gauche à ma droite.

 

Ik nodig de stemopnemers uit de namen af te roepen.

J'invite les scrutateurs à procéder à l'appel nominal.

 

Er wordt overgegaan tot de naamafroeping.

Il est procédé à l'appel nominal.

 

Heeft iedereen gestemd? (Ja)

Tout le monde a-t-il déposé son bulletin dans l'urne? (Oui)

 

Ik verklaar de stemming voor gesloten. Ik nodig de stemopnemers uit over te gaan tot de stemopneming.

Je déclare le scrutin clos et invite les scrutateurs à procéder au dépouillement.

 

09 Inoverwegingneming van voorstellen

09 Prise en considération de propositions

 

In de laatst rondgedeelde agenda vindt u het wetsvoorstel (mevrouw Meryame Kitir) tot uitbreiding van de vergoeding en de duurtijd van het verlof voor medische bijstand aan zwaar zorgbehoevende gezins- of familieleden, nr. 3359/1, waarvoor de inoverwegingneming werd gevraagd.

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la proposition de loi (Mme Meryame Kitir) augmentant l'allocation et la durée du congé pour assistance médicale à un membre du ménage ou de la famille en situation de grande dépendance, n° 3359/1, dont la prise en considération est demandée.

 

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het Reglement wordt dit voorstel naar de bevoegde commissie verzonden.

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie la proposition à la commission compétente conformément au Règlement.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 21 november 2018, stel ik u ook voor in overweging te nemen:

- het wetsvoorstel (de heer Philippe Goffin cs) tot wijziging van de basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, nr. 3380/1;

Verzonden naar de commissie voor de Justitie

- het voorstel van bijzondere wet (de heer Olivier Maingain en mevrouw Véronique Caprasse) tot wijziging van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, wat de uittredingsvergoeding betreft, nr. 3383/1;

Verzonden naar de commissie voor de Herziening van de Grondwet en de Hervorming van de Instellingen

- het voorstel van resolutie (de heren Dirk Van der Maelen en Alain Top en mevrouw Julie Fernandez Fernandez) teneinde het Rekenhof te belasten met een onderzoek naar de budgettaire gevolgen van de vervanging van de F-16 gevechtsvliegtuigen, nr. 3384/1;

Verzonden naar de commissie voor de Landsverdediging

- het voorstel van resolutie (de heer Georges Dallemagne cs) over de ondertekening door België van het Mondiaal Pact voor veilige, ordelijke en reguliere migratie, nr. 3385/1;

- het voorstel van resolutie (de heren Wouter De Vriendt, Benoit Hellings, Kristof Calvo en Georges Gilkinet en de dames Meyrem Almaci en Sarah Schlitz) om de federale regering op te roepen het Global Compact for Migration zonder voorbehoud te steunen, nr. 3386/1.

Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 21 novembre 2018, je vous propose également de prendre en considération:

- la proposition de loi (M. Philippe Goffin et consorts) modifiant la loi de principes concernant l’administration pénitentiaire ainsi que le statut juridique des détenus, n° 3380/1;

Renvoi à la commission de la Justice

- la proposition de loi spéciale (M. Olivier Maingain et Mme Véronique Caprasse) modifiant la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980 en ce qui concerne l’indemnité de sortie, n° 3383/1;

Renvoi à la commission de Révision de la Constitution et de la Réforme des Institutions

- la proposition de résolution (MM. Dirk Van der Maelen et Alain Top et Mme Julie Fernandez Fernandez) visant à charger la Cour des comptes d’une enquête sur les incidences budgétaires du remplacement des avions de combat F-16, n° 3384/1;

Renvoi à la commission de la Défense nationale

- la proposition de résolution (M. Georges Dallemagne et consorts) relative à la signature par la Belgique du Pacte mondial pour des migrations sûres, ordonnées et régulières, n° 3385/1;

- la proposition de résolution (MM. Wouter De Vriendt, Benoit Hellings, Kristof Calvo et Georges Gilkinet et Mmes Meyrem Almaci et Sarah Schlitz) appellant le gouvernement à soutenir sans réserve le Pacte mondial sur les migrations, n° 3386/1.

Renvoi à la commission des Relations extérieures

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Demandes d'urgence

Urgentieverzoeken

 

09.01  Olivier Maingain (DéFI): Monsieur le président, je demande le bénéfice de l'urgence pour l'examen en commission de la proposition de loi n° 3383.

 

09.02  Gautier Calomne (MR): Monsieur le président, je demande le bénéfice de l'urgence pour l'examen en commission de la proposition de loi n° 3380, déposée par M. Philippe Goffin, relative à la loi de principes concernant l'administration pénitentiaire ainsi que le statut juridique des détenus. La demande est motivée par le fait que l'arrêté royal doit entrer en vigueur pour le 1er janvier 2019 au plus tard.

 

Il s'agit d'une proposition portée par tous les groupes démocratiques. Dès lors, je pense que l'urgence ne posera pas de problème.

 

De voorzitter: Wij zullen eerst stemmen over de vraag tot urgentie voor de behandeling van het wetsvoorstel van de heer Philippe Goffin tot wijziging van de basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, nr. 3380/1.

 

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

 

De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

L'urgence est adoptée par assis et levé.

 

We stemmen nu over de vraag tot urgentie voor de behandeling van het voorstel van bijzondere wet van de heer Olivier Maingain en mevrouw Véronique Caprasse tot wijziging van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot her­vorming der instellingen, wat de uittredings­vergoeding betreft, nr. 3383/1.

 

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

 

De urgentie wordt verworpen bij zitten en opstaan.

L'urgence est rejetée par assis et levé.

 

De heer Van der Maelen vraagt de urgentie voor het voorstel van resolutie van de heren Van der Maelen en Top en mevrouw Fernandez Fernandez teneinde het Rekenhof te belasten met een onderzoek naar de budgettaire gevolgen van de vervanging van de F-16 gevechtsvliegtuigen, nr. 3384/1.

 

09.03  Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, de vervanging van de F-16 leidt tot de duurste overheidsaankoop van de eerste helft van deze eeuw.

 

In alle andere landen heeft de ervaring geleerd dat er bijzonder omzichtig moet worden omge­sprongen met het ondertekend contract en dat er heel grote overschrijdingen van contractueel vast­gelegde prijzen zijn.

 

In andere landen, zoals de Verenigde Staten, Canada en Nederland, is het Rekenhof van bij de start van de procedure betrokken geweest bij de hele procedure voor de bestelling. Daarom vraagt onze fractie dat wij, zoals in die andere landen is gebeurd, vanaf nu het Rekenhof zouden inschakelen om alles heel goed na te lezen.

 

De firma waarmee wij scheep gaan, heeft immers de reputatie de voorgestelde prijzen, die contractueel niet omzichtig genoeg zijn vastgelegd, zwaar te overschrijden. Daarom is het goed dat een neutrale instantie, zoals het Rekenhof, in deze fase van de procedure zou worden ingeschakeld.

 

Wij vragen de urgente behandeling van onze resolutie.

 

De voorzitter: Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

 

De urgentie wordt verworpen bij zitten en opstaan.

L'urgence est rejetée par assis et levé.

 

10 Centrale Toezichtsraad voor het Gevangenis­wezen - Benoeming van de leden - Ingediende kandidaturen

10 Conseil central de surveillance pénitentiaire - Nomination des membres - Candidatures introduites

 

Overeenkomstig de beslissing van de plenaire vergadering van 20 september 2018 werd in het Belgisch Staatsblad van 26 september 2018 een oproep tot kandidaten bekendgemaakt voor de mandaten van lid van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen.

Conformément à la décision de la séance plénière du 20 septembre 2018, un appel au candidats a été publié au Moniteur belge du 26 septembre 2018 pour les mandats de membre du Conseil central de surveillance pénitentiaire.

 

Overeenkomstig artikel 24, § 1, eerste lid, van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden bestaat de Centrale Toezichtsraad uit twaalf effectieve (6 N + 6 F) en twaalf plaatsvervangende (6 N + 6 F) leden.

Conformément à l’article 24, § 1er, alinéa 1er, de la loi de principes du 12 janvier 2005 concernant l’administration pénitentiaire ainsi que le statut juridique des détenus, le Conseil central de surveillance est composé de douze membres effectifs (6 F + 6 N) et de douze membres suppléants (6 F + 6 N).

 

De Centrale Toezichtsraad telt onder haar effectieve en plaatsvervangende leden ten minste:

- twee Nederlandstaligen en twee Franstaligen die houder zijn van een diploma master in de rechtswetenschappen, waaronder minstens één Nederlandstalige en één Franstalige magistraat van de zetel;

- één Nederlandstalige en één Franstalige arts.

Le Conseil central de surveillance compte parmi ses membres effectifs et ses membres suppléants au moins:

- deux francophones et deux néerlandophones titulaires d’un master en droit, parmi lesquels au moins un francophone et un néerlandophone magistrat du siège;

- un médecin francophone et un médecin néerlandophone.

 

De Kamer van volksvertegenwoordigers dient onder de effectieve leden een bureau aan te wijzen, bestaande uit twee Nederlandstalige en twee Franstalige leden, waarvan minstens één lid per taalrol houder is van een diploma master in de rechtswetenschappen.

La Chambre des représentants doit désigner parmi les membres effectifs un bureau, composé de deux membres francophones et de deux membres néerlandophones, dont au moins un membre par rôle linguistique est titulaire d’un master en droit.

 

De volgende kandidaturen werden binnen de voorgeschreven termijn ingediend:

Les candidatures suivantes ont été introduites dans le délai prescrit:

 

Effectieve leden

Master in de rechtswetenschappen

- de heer Patrick Charlier (F), directeur bij UNIA

- mevrouw Catherine De Bruecker (F), federale ombudsvrouw

- de heer Claude Debrulle (F), lid van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen

- de heer Florent De Mond (N), ere-eerste advocaat-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen

- de heer Raf Gerits (N), substituut-arbeids­auditeur bij het auditoraat in Antwerpen

- mevrouw Sarah Grandfils (F), commissaris bij de Commissie van toezicht van de gevangenissen van Vorst en Berkendael

- de heer Francis Lefebvre (F), attaché bij de dienst genaderecht van de FOD Justitie

- mevrouw Olivia Nederlandt (F), onderzoekster F.R.S. – FNRS in penitentiair recht aan de Université Saint-Louis de Bruxelles

- mevrouw Greet Smaers (N), lid van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen

- de heer Marc Tysebaert (N), gewezen adviseur-generaal wetgeving en fundamentele rechten bij de FOD Justitie

- de heer Tony Van Parys (N), ere-advocaat, lid van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen

 

Tevens magistraat van de zetel

- de heer Marc Allegaert (N), ondervoorzitter en onderzoeksrechter in de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen

- de heer Henri Debucquoy (N), ere-eerste voorzitter van het hof van beroep te Gent

- de heer Walter Thiery (N), rechter in de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel

 

Arts

- de heer Jan Decock (N)

- de heer Yves de Locht (F)

- de heer Marc Vanderveken (F)

- de heer Norbert Verleyen (N)

- de heer Tony Vermeulen (N)

 

Overige leden

- de heer David Baele (N), opdrachthouder bij de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging opgericht bij de FOD Kanselarij

- de heer Ralf Bas (N), pedagogisch directeur van de Gemeenschapsinstelling “De Grubbe” te Everberg

- mevrouw Arlette Donnay (F), gewezen extern expert CAPEAS

- mevrouw Isabelle Etienne (F), coördinator bij de Brusselse Diensten voor Justitieel welzijnswerk

- mevrouw Brigitte Feys (F), partner-manager bij IF…Management

- de heer Lode Goukens (N), expert in de “Commission d’aide à l’édition” van de Fédération Wallonie-Bruxelles

- de heer Michel Gustot (F), administrateur Alphacom NV, commissaris bij de Commissie van toezicht van de gevangenis van Nijvel

- de heer Alain Harford (F), lid van de vzw “De Huizen – Les Maisons”

- de heer Pieter Houbey (N), begeleider in de Gemeenschapsinstelling “De Kempen” te Mol

- mevrouw Vinciane Saliez (F), directrice van de vzw I.Care

 

Membres effectifs

Master en droit

- M. Patrick Charlier (F), directeur de UNIA

- Mme Catherine De Bruecker (F), médiatrice fédérale

- M. Claude Debrulle (F), membre du Conseil central de surveillance pénitentiaire

- M. Florent De Mond (N), premier avocat général honoraire près la cour d’appel d’Anvers

- M. Raf Gerits (N), substitut-auditeur du travail près de l’auditorat d’Anvers

- Mme Sarah Grandfils (F), commissaire auprès de la Commission de surveillance des prisons de Forest et Berkendael

- M. Francis Lefebvre (F), attaché auprès du service des grâces du SPF Justice

- Mme Olivia Nederlandt (F), aspirante F.R.S. – FNRS en droit pénitentiaire à l’Université Saint-Louis de Bruxelles

- Mme Greet Smaers (N), membre du Conseil central de surveillance pénitentiaire

- M. Marc Tysebaert (N), ancien conseiller général législation et droits fondamentaux auprès du SPF Justice

- M. Tony Van Parys (N), avocat honoraire, membre du Conseil central de surveillance pénitentiaire

 

Également magistrat du siège

- M. Marc Allegaert (N), vice-président et juge d’instruction près le tribunal de première instance de Flandre occidentale

- M. Henri Debucquoy (N), premier président honoraire de la cour d’appel de Gand

- M. Walter Thiery (N), juge près le tribunal de première instance néerlandophone de Bruxelles

 

Médecins

- M. Jan Decock (N)

- M. Yves de Locht (F)

- M. Marc Vanderveken (F)

- M. Norbert Verleyen (N)

- M. Tony Vermeulen (N)

 

Autres membres

- M. David Baele (N), chargé de mission auprès du Service de la Simplification administrative du SPF Chancellerie

- M. Ralf Bas (N), directeur pédagogique auprès de l’Institution communautaire “De Grubbe” à Everberg

- Mme Arlette Donnay (F), ancienne experte externe CAPEAS

- Mme Isabelle Etienne (F), coordinatrice des Services d’Aide aux Justiciables (Commission Communautaire Commune Bruxelles-Capitale)

- Mme Brigitte Feys (F), partner-manager chez IF…Management

- M. Lode Goukens (N), expert auprès de la Commission d’aide à l’édition de la Fédération Wallonie-Bruxelles

- M. Michel Gustot (F), administrateur Alphacom SA, commissaire à la Commission de surveillance de la prison de Nivelles

- M. Alain Harford (F), membre de l’asbl “De Huizen – Les Maisons”

- M. Pieter Houbey (N), accompagnateur à l’Institution communautaire “De Kempen” à Mol

- Mme Vinciane Saliez (F), directrice de l’asbl I.Care

 

Plaatsvervangende leden

Master in de rechtswetenschappen

- de heer Patrick Charlier (F), directeur bij UNIA

- de heer Raf Gerits (N), substituut-arbeidsauditeur bij het auditoraat in Antwerpen

- de heer Tony Van Parys (N), ere-advocaat, lid van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen

 

Tevens magistraat van de zetel

- de heer Henri Debucquoy (N), ere-eerste voorzitter van het hof van beroep te Gent

 

Arts

- de heer Jan Decock (N)

- de heer Yves de Locht (F)

- de heer Norbert Verleyen (N)

- de heer Tony Vermeulen (N)

 

Overige leden

- de heer David Baele (N), opdrachthouder bij de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging opgericht bij de FOD Kanselarij

- de heer Ralf Bas (N), pedagogisch directeur van de Gemeenschapsinstelling “De Grubbe” te Everberg

- mevrouw Arlette Donnay (F), gewezen extern expert CAPEAS

- mevrouw Isabelle Etienne (F), coördinator bij de Brusselse Diensten voor Justitieel welzijnswerk

- mevrouw Brigitte Feys (F), partner-manager bij IF…Management

- de heer Lode Goukens (N), expert in de “Commission d’aide à l’édition” van de Fédération Wallonie-Bruxelles

- de heer Michel Gustot (F), administrateur Alphacom NV, commissaris bij de Commissie van toezicht van de gevangenis van Nijvel

- de heer Pieter Houbey (N), begeleider in de Gemeenschapsinstelling “De Kempen” te Mol

- mevrouw Vinciane Saliez (F), directrice van de vzw I.Care

 

Membres suppléants

Master en droit

- M. Patrick Charlier (F), directeur de UNIA

- M. Raf Gerits (N), substitut-auditeur du travail près de l’auditorat d’Anvers

- M. Tony Van Parys (N), avocat honoraire, membre du Conseil central de surveillance pénitentiaire

 

Également magistrat du siège

- M. Henri Debucquoy (N), premier président honoraire de la cour d’appel de Gand

 

Médecins

- M. Jan Decock (N)

- M. Yves de Locht (F)

- M. Norbert Verleyen (N)

- M. Tony Vermeulen (N)

 

Autres membres

- M. David Baele (N), chargé de mission auprès du Service de la Simplification administrative du SPF Chancellerie

- M. Raf Bas (N), directeur pédagogique auprès de l’Institution communautaire “De Grubbe” à Everberg

- Mme Arlette Donnay (F), ancienne experte externe CAPEAS

- Mme Isabelle Etienne (F), coordinatrice des Services d’Aide aux Justiciables (Commission Communautaire Commune Bruxelles-Capitale)

- Mme Brigitte Feys (F), partner-manager chez IF…Management

- M. Lode Goukens (N), expert auprès de la Commission d’aide à l’édition de la Fédération Wallonie-Bruxelles

- M. Michel Gustot (F), administrateur Alphacom SA, commissaire à la Commission de surveillance de la prison de Nivelles

- M. Pieter Houbey (N), accompagnateur à l’Institution communautaire “De Kempen” à Mol

- Mme Vinciane Saliez (F), directrice de l’asbl I.Care

 

Leden Bureau

- de heer Marc Allegaert (N), ondervoorzitter en onderzoeksrechter in de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen

- mevrouw Valérie Arickx (N), jurist bij de Directie Juridische Ondersteuning voor de Penitentiaire Administratie van de FOD Justitie

- de heer Ralf Bas (N), pedagogisch directeur van de Gemeenschapsinstelling “De Grubbe” te Everberg

- mevrouw Catherine De Bruecker (F), federale ombudsvrouw

- de heer Jan Decock (N), geneesheer

- de heer Yves de Locht (F), geneesheer

- de heer Florent De Mond (N), ere-eerste advocaat-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen

- de heer Bart De Temmerman (N), raadsheer bij het hof van beroep te Brussel

- de heer Vincent Eechaudt (N), docent penologie en penitentiair recht aan de VUB

- mevrouw Isabelle Etienne (F), coördinator bij de Brusselse Diensten voor Justitieel welzijnswerk

- de heer Raf Gerits (N), substituut-arbeidsauditeur bij het auditoraat in Antwerpen

- de heer Lode Goukens (N), expert in de “Commission d’aide à l’édition” van de Fédération Wallonie-Bruxelles

- mevrouw Sarah Grandfils (F), commissaris bij de Commissie van toezicht van de gevangenissen van Vorst en Berkendael

- de heer Michel Gustot (F), administrateur Alphacom NV, commissaris bij de Commissie van toezicht van de gevangenis van Nijvel

- de heer Alain Harford (F), lid van de vzw “De Huizen – Les Maisons”

- de heer Pieter Houbey (N), begeleider in de Gemeenschapsinstelling “De Kempen” te Mol

- mevrouw Marie Jadoul (F), assistent strafrecht en strafprocesrecht aan de UCL

- de heer Francis Lefebvre (F), attaché bij de dienst genaderecht van de FOD Justitie

- de heer Marc Nève (F), advocaat

- de heer Norbert Verleyen (N), geneesheer

- de heer Tony Vermeulen (N), geneesheer

 

Membres Bureau

- M. Marc Allegaert (N), vice-président et juge d’instruction près le tribunal de première instance de Flandre occidentale

- Mme Valérie Arickx (N), juriste auprès de la Direction Assistance juridique de l’Administration pénitentiaire du SPF Justice

- M. Ralf Bas (N), directeur pédagogique auprès de l’Institution communautaire “De Grubbe” à Everberg

- Mme Catherine De Bruecker (F), médiatrice fédérale

- M. Jan Decock (N), médecin

- M. Yves de Locht (F), médecin

- M. Florent De Mond (N), premier avocat général honoraire près la cour d’appel d’Anvers

- M. Bart De Temmerman (N), conseiller à la cour d’appel de Bruxelles

- M. Vincent Eechaudt (N), chargé de cours pénologie et droit pénitentiaire à la VUB

- Mme Isabelle Etienne (F), coordinatrice des Services d’Aide aux Justiciables (Commission Communautaire Commune Bruxelles-Capitale)

- M. Raf Gerits (N), substitut-auditeur du travail près de l’auditorat d’Anvers

- M. Lode Goukens (N), expert auprès de la Commission d’aide à l’édition de la Fédération Wallonie-Bruxelles

- Mme Sarah Grandfils (F), commissaire auprès de la Commission de surveillance des prisons de Forest et Berkendael

- M. Michel Gustot (F), administrateur Alphacom SA, commissaire à la Commission de surveillance de la prison de Nivelles

- M. Alain Harford (F), membre de l’asbl “De Huizen – Les Maisons”

- M. Pieter Houbey (N), accompagnateur à l’Institution communautaire “De Kempen” à Mol

- Mme Marie Jadoul (F), assistante de droit pénal et de procédure pénale à l’UCL

- M. Francis Lefebvre (F), attaché auprès du service des grâces du SPF Justice

- M. Marc Nève (F), avocat

- M. Norbert Verleyen (N), médecin

- M. Tony Vermeulen (N), médecin

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 21 november 2018 stel ik u voor de personen die zich kandidaat hebben gesteld naar aanleiding van de eerste oproep in het Belgisch Staatsblad reeds uit te nodigen voor een hoorzitting in de commissie voor de Justitie.

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 21 novembre 2018, je vous propose de déjà auditionner en commission de la Justice les personnes qui ont introduit leur candidature à la suite du premier appel au Moniteur belge.

 

Geen bezwaar? (nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (non)

Il en sera ainsi.

 

Geheime stemmingen (voortzetting)

Scrutins (continuation)

 

11 Vast Comité P – Benoeming van de eerste plaatsvervanger van mevrouw Kathleen Stinckens, voorzitster – Uitslag van de stemming

11 Comité permanent P – Nomination du premier suppléant de Mme Kathleen Stinckens, présidente – Résultat du scrutin

 

Stemmen

125

Votants

Blanco of ongeldig

5

Blancs ou nuls

Geldig

120

Valables

Volstrekte meerderheid

61

Majorité absolue

 

De heer Bart Van Damme heeft 120 stemmen gekregen.

M. Bart Van Damme a obtenu 120 suffrages.

 

De heer Jan Van den Berghe heeft 0 stemmen gekregen.

M. Jan Van den Berghe a obtenu 0 suffrage.

 

De heer Bart Van Damme, die de volstrekte meerderheid heeft gekregen, is benoemd tot eerste plaats­vervanger van mevrouw Kathleen Stinckens, voorzitster van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten.

M. Bart Van Damme ayant obtenu la majorité absolue, est proclamé premier suppléant de Mme Kathleen Stinckens, présidente du Comité permanent de contrôle des services de police.

 

12 Vast Comité P – Benoeming van de tweede plaatsvervanger van mevrouw Kathleen Stinckens, voorzitster

12 Comité permanent P – Nomination du second suppléant de Mme Kathleen Stinckens, présidente

 

Er blijft nog een kandidaat over. Bijgevolg verklaar ik de heer Jan Van den Berghe benoemd in de hoedanig­heid van tweede plaatsvervanger van mevrouw Kathleen Stinckens, voorzitster van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten met toepassing van artikel 157, nr. 6, van het Kamerreglement.

Il ne reste plus qu'un candidat. Je déclare donc M. Jan Van den Berghe élu en qualité de second suppléant de Mme Kathleen Stinckens, présidente du Comité permanent de contrôle des services de police en application de l'article 157, n° 6, du Règlement de la Chambre.

 

13 Vast Comité P – Benoeming van de eerste plaatsvervanger van de heer Guy Cumps, ondervoorzitter – Uitslag van de stemming

13 Comité permanent P – Nomination du premier suppléant de M. Guy Cumps, vice-président – Résultat du scrutin

 

Stemmen

127

Votants

Blanco of ongeldig

4

Blancs ou nuls

Geldig

123

Valables

Volstrekte meerderheid

62

Majorité absolue

 

Mevrouw Morgane Lobjois heeft 2 stemmen gekregen.

Mme Morgane Lobjois a obtenu 2 suffrages.

 

De heer Olivier Mazy heeft 4 stemmen gekregen.

M. Olivier Mazy a obtenu 4 suffrages.

 

De heer Vincent Stragier heeft 117 stemmen gekregen.

M. Vincent Stragier a obtenu 117 suffrages.

 

De heer Vincent Stragier, die de volstrekte meerderheid heeft gekregen, is benoemd tot eerste plaats­vervanger van de heer Guy Cumps, ondervoorzitter van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten.

M. Vincent Stragier ayant obtenu la majorité absolue, est proclamé premier suppléant de M. Guy Cumps, vice-président du Comité permanent de contrôle des services de police.

 

Nu gaan wij over tot de benoeming van de eerste plaatsvervanger van de heer Herman Daens (N) en van de eerste plaatsvervanger van de heer Antonio Caci (F).

Maintenant, nous procédons à la nomination du premier suppléant de M. Herman Daens (N) et du premier suppléant de M. Antonio Caci (F).

 

Ik nodig de stemopnemers uit de namen af te roepen.

J'invite les scrutateurs à procéder à l'appel nominal.

 

Er wordt overgegaan tot de naamafroeping.

Il est procédé à l'appel nominal.

 

Heeft iedereen gestemd? (Ja)

Tout le monde a-t-il déposé son bulletin dans l'urne? (Oui)

 

Ik verklaar de stemming voor gesloten. Ik nodig de stemopnemers uit over te gaan tot de stemopneming.

Je déclare le scrutin clos et invite les scrutateurs à procéder au dépouillement.

 

Naamstemmingen

Votes nominatifs

 

14 Moties ingediend tot besluit van het debat over het verslag van het adviescomité voor de Maatschappelijke Emancipatie – Tewerkstelling en gender (3270/2)

14 Motions déposées en conclusion du débat sur le rapport du comité d'avis pour l'Emancipation sociale – Emploi et genre (3270/2)

 

Deze moties werden ingediend in de plenaire vergadering van 22 november 2018.

Ces motions ont été déposées en séance plénière du 22 novembre 2018.

 

Drie moties werden in de volgende chronologische orde ingediend:

- een eerste motie werd ingediend door mevrouw Els Van Hoof, de heer Jean-Jacques Flahaux, mevrouw Nele Lijnen en de heer Wim Van der Donckt;

- een tweede motie werd ingediend door mevrouw Fabienne Winckel en de heer Daniel Senesael;

- een derde motie werd ingediend door de dames Sarah Schlitz en Evita Willaert.

Trois motions ont été déposées dans l'ordre chronologique suivant:

- une première motion a été déposée par Mme Els Van Hoof, M. Jean-Jacques Flahaux, Mme Nele Lijnen et M. Wim Van der Donckt;

- une deuxième motion a été déposée par Mme Fabienne Winckel et M. Daniel Senesael;

- une troisième motion a été déposée par Mmes Sarah Schlitz et Evita Willaert.

 

Ik stel u voor te stemmen over de moties in de chronologische orde van indiening.

Je vous propose de voter sur les motions dans l'ordre chronologique de leur dépôt.

 

Vraagt iemand het woord?

Quelqu'un demande-t-il la parole?

 

14.01  André Frédéric (PS): Monsieur le président, pour ce vote et les votes suivants, j'ai accepté de pairer avec M. Goffin.

 

De voorzitter: Ik breng de motie van mevrouw Els Van Hoof, de heer Jean-Jacques Flahaux, mevrouw Nele Lijnen en de heer Wim Van der Donckt in stemming.

Je mets aux voix la motion de Mme Els Van Hoof, M. Jean-Jacques Flahaux, Mme Nele Lijnen et M. Wim Van der Donckt.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

76

Oui

Nee

43

Non

Onthoudingen

11

Abstentions

Totaal

130

Total

 

La motion est adoptée. Bijgevolg vervallen de andere moties. (3270/3)

De motie is aangenomen. Par conséquent, les autres motions sont caduques. (3270/3)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

14.02  Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, de sp.a-fractie heeft voorgestemd.

 

De voorzitter: Waarvan akte. Ook de heer Beke heeft voorgestemd. De heer Piedboeuf heeft gestemd zoals zijn fractie.

 

15 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen betreffende het directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale overheidsdienst Beleid en Ondersteuning (3266/5)

15 Projet de loi portant des dispositions diverses concernant la direction générale Recrutement et Développement du Service public fédéral Stratégie et Appui (3266/5)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

78

Oui

Nee

49

Non

Onthoudingen

3

Abstentions

Totaal

130

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3266/6)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3266/6)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

De heer Servais Verherstraeten heeft voorgestemd.

 

16 Wetsontwerp tot instelling van een vrij aanvullend pensioen voor de werknemers en houdende diverse bepalingen inzake aanvul­lende pensioenen (3356/4)

16 Projet de loi instaurant une pension libre complémentaire pour les travailleurs salariés et portant des dispositions diverses en matière de pensions complémentaires (nouvel intitulé) (3356/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

78

Oui

Nee

49

Non

Onthoudingen

4

Abstentions

Totaal

131

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3356/5)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3356/5)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

De heer Jef Van den Bergh heeft voorgestemd.

 

17 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken (3355/4)

17 Projet de loi portant des dispositions diverses en matière sociale (3355/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

77

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

54

Abstentions

Totaal

131

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3355/5)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3355/5)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

18 Aangehouden amendementen en artikelen van het wetsontwerp houdende wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle met betrekking tot de milieueffectbeoordeling (3335/1-5)

18 Amendements et articles réservés du projet de loi portant modification de la loi du 15 avril 1994 relative à la protection de la population et de l'environnement contre les dangers résultant des rayonnements ionisants et relative à l'Agence fédérale de Contrôle nucléaire, en ce qui concerne l'évaluation des incidences sur l'environnement (3335/1-5)

 

Stemming over amendement nr. 5 van Karin Temmerman cs op artikel 6. (3335/5)

Vote sur l'amendement n° 5 de Karin Temmerman cs à l'article 6. (3335/5)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

 47

Oui

Nee

78

Non

Onthoudingen

7

Abstentions

Totaal

132

Total

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 6 van Eric Thiébaut op artikel 6. (3335/5)

Vote sur l'amendement n° 6 de Eric Thiébaut à l'article 6. (3335/5)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 5)

 

En conséquence, l'amendement est rejeté.

Bijgevolg is het amendement verworpen.

 

Stemming over amendement nr. 8 van Michel de Lamotte op artikel 6. (3335/5)

Vote sur l'amendement n° 8 de Michel de Lamotte à l'article 6. (3335/5)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 5)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 7 van Eric Thiébaut op artikel 6. (3335/5)

Vote sur l'amendement n° 7 de Eric Thiébaut à l'article 6. (3335/5)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 5)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen. De artikelen 27/3 en 27/4 in artikel 6 worden aangenomen. Artikel 6 wordt aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté. Les articles 27/3 et 27/4 à l'article 6 sont adoptés. L'article 6 est adopté.

 

19 Geheel van het wetsontwerp houdende wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle met betrekking tot de milieueffectbeoordeling (3335/4)

19 Ensemble du projet de loi portant modification de la loi du 15 avril 1994 relative à la protection de la population et de l'environnement contre les dangers résultant des rayonnements ionisants et relative à l'Agence fédérale de Contrôle nucléaire, en ce qui concerne l'évaluation des incidences sur l'environnement (3335/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

79

Oui

Nee

47

Non

Onthoudingen

6

Abstentions

Totaal

132

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3335/6)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3335/6)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

Collega's, er zijn nog een aantal geheime stemmingen, maar het resultaat van de vorige is nog niet gekend. Ik stel voor om de vergadering even te schorsen in afwachting van de resultaten. Het zal heel kort zijn.

 

De vergadering is geschorst.

La séance est suspendue.

 

De vergadering wordt geschorst om 21.57 uur.

La séance est suspendue à 21.57 heures.

 

De vergadering wordt hervat om 21.59 uur.

La séance est reprise à 21.59 heures.

 

De vergadering is hervat.

La séance est reprise.

 

Geheime stemmingen (voortzetting)

Scrutins (continuation)

 

20 Vast Comité P – Benoeming van de eerste plaatsvervanger van de heer Herman Daens, Nederlandstalig lid – Uitslag van de stemming

20 Comité permanent P Nomination du premier suppléant de M. Herman Daens, membre néerlandophone – Résultat du scrutin

 

Stemmen

125

Votants

Blanco of ongeldig

8

Blancs ou nuls

Geldig

117

Valables

Volstrekte meerderheid

59

Majorité absolue

 

De heer Peter De Smet heeft 111 stemmen gekregen.

M. Peter De Smet a obtenu 111 suffrages.

 

De heer Filiep Jodts heeft 6 stemmen gekregen.

M. Filiep Jodts a obtenu 6 suffrages.

 

De heer Peter De Smet, die de volstrekte meer­derheid heeft gekregen, is benoemd tot eerste plaatsvervanger van de heer Herman Daens, Nederlandstalig lid van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten.

M. Peter De Smet ayant obtenu la majorité absolue, est proclamé premier suppléant de M. Herman Daens, membre néerlandophone du Comité permanent de contrôle des services de police.

 

21 Vast Comité P – Benoeming van de eerste plaatsvervanger van de heer Jack Vissers, Nederlandstalig lid

21 Comité permanent P Nomination du premier suppléant de M. Jack Vissers, membre néerlandophone

 

Er blijft nog een kandidaat over. Bijgevolg verklaar ik de heer Filiep Jodts benoemd in de hoedanigheid van eerste plaatsvervanger van de heer Jack Vissers, Nederlandstalig lid van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten met toepassing van artikel 157, nr. 6, van het Kamerreglement.

Il ne reste plus qu'un candidat. Je déclare donc M. Filiep Jodts élu en qualité de premier suppléant de M. Jack Vissers, membre néerlandophone du Comité permanent de contrôle des services de police en application de l'article 157, n° 6, du Règlement de la Chambre.

 

22 Vast Comité P – Benoeming van de eerste plaatsvervanger van de heer Antonio Caci, Franstalig lid – Uitslag van de stemming

22 Comité permanent P – Nomination du premier suppléant de M. Antonio Caci, membre francophone – Résultat du scrutin

 

Stemmen

128

Votants

Blanco of ongeldig

16

Blancs ou nuls

Geldig

112

Valables

Volstrekte meerderheid

57

Majorité absolue

 

Mevrouw Morgane Lobjois heeft 102 stemmen gekregen.

Mme Morgane Lobjois a obtenu 102 suffrages.

 

De heer Olivier Mazy heeft 10 stemmen gekregen.

M. Olivier Mazy a obtenu 10 suffrages.

 

Mevrouw Morgane Lobjois, die de volstrekte meerderheid heeft gekregen, is benoemd tot eerste plaats­vervanger van de heer Antonio Caci, Franstalig lid van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten.

Mme Morgane Lobjois ayant obtenu la majorité absolue, est proclamée première suppléante de M.Antonio Caci, membre francophone du Comité permanent de contrôle des services de police.

 

Nu gaan wij over tot de benoeming van de tweede plaatsvervanger van de Franstalige onder­voorzitter

Maintenant, nous procédons à la nomination du second suppléant du vice-président francophone.

 

Ik nodig de stemopnemers uit de namen af te roepen.

J'invite les scrutateurs à procéder à l'appel nominal.

 

Er wordt overgegaan tot de naamafroeping.

Il est procédé à l'appel nominal.

 

Heeft iedereen gestemd? (Ja)

Tout le monde a-t-il déposé son bulletin dans l'urne? (Oui)

 

Ik verklaar de stemming voor gesloten. Ik nodig de stemopnemers uit over te gaan tot de stemopneming.

Je déclare le scrutin clos et invite les scrutateurs à procéder au dépouillement.

 

Aangezien de twee mandaten van tweede plaatsvervangend lid (N) van het Vast Comité P niet kunnen worden ingevuld, stel ik u voor een nieuwe oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken voor deze mandaten.

Étant donné que les deux mandats de second membre suppléant (N) du Comité permanent P ne peuvent pas être attribués, je vous propose de publier au Moniteur belge un nouvel appel aux candidats pour ces mandats.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

23 Vast Comité I – Benoeming van de eerste en tweede plaatsvervanger van de heer Laurent Van Doren, Franstalig effectief lid

23 Comité permanent R – Nomination du premier et second suppléant de M. Laurent Van Doren, membre effectif francophone

 

Voor het Vast Comité van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten moeten wij de eerste en de tweede plaatsvervanger van de heer Laurent Van Doren, Franstalig effectief lid, benoemen.

Pour le Comité permanent de contrôle des services de renseignements et de sécurité, nous devons nommer le premier ainsi que le second suppléant de M. Laurent Van Doren, membre effectif francophone.

 

De heer Thibaut Vandamme heeft zijn kandidatuur ingediend voor het mandaat van eerste plaatsvervangend lid.

M. Thibaut Vandamme a introduit sa candidature au mandat de premier membre suppléant.

 

Aangezien er slechts één kandidaat is, kan de heer Thibaut Vandamme, met toepassing van artikel 157.6 van het Kamerreglement, voor verkozen worden verklaard voor het mandaat van eerste plaatsvervanger van de heer Laurent Van Doren.

Étant donné qu’il n’y a qu’un seul candidat, la Chambre peut déclarer élu M. Thibaut Vandamme en qualité de premier suppléant de M. Laurent Van Doren, en application de l’article 157.6 du Règlement de la Chambre.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

De heer Michel Croquet heeft zijn kandidatuur ingediend voor het mandaat van tweede plaatsvervangend lid.

M. Michel Croquet a introduit sa candidature au mandat de second membre suppléant.

 

Aangezien er slechts één kandidaat is, kan de heer Michel Croquet, met toepassing van artikel 157.6 van het Kamerreglement, voor verkozen worden verklaard voor het mandaat van tweede plaatsvervanger van de heer Laurent Van Doren.

Étant donné qu’il n’y a qu’un seul candidat, la Chambre peut déclarer élu M. Michel Croquet en qualité de second suppléant de M. Laurent Van Doren, en application de l’article 157.6 du Règlement de la Chambre.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

24 Federale Commissie voor medisch en wetenschappelijk onderzoek op embryo's in vitro – Aanwijzing van de plaatsvervangende leden (3369/1)

24 Commission fédérale pour la recherche médicale et scientifique sur les embryons in vitro – Désignation des membres suppléants (3369/1)

 

Aan de orde is de geheime stemming voor de aanwijzing van de plaatsvervangende leden van de Federale Commissie voor medisch en wetenschappelijk onderzoek op embryo’s in vitro.

L'ordre du jour appelle le scrutin pour la désignation des membres suppléants de la Commission fédérale pour la recherche médicale et scientifique sur les embryons in vitro.

 

Overeenkomstig artikel 9, § 2, van de wet van 11 mei 2003 betreffende het onderzoek op embryo's in vitro, bestaat de Commissie uit:

- acht artsen (vier effectieve leden en vier plaatsvervangers);

- acht doctors in de wetenschappen (vier effectieve leden en vier plaatsvervangers);

- vier juristen (twee effectieve leden en twee plaatsvervangers);

- acht deskundigen in de ethische problemen en de sociale wetenschappen (vier effectieve leden en vier plaatsvervangers).

Conformément à l'article 9, § 2, de la loi du 11 mai 2003 relative à la recherche sur les embryons in vitro, la Commission se compose de:

- huit docteurs en médecine (quatre membres effectifs et quatre suppléants);

- huit docteurs en sciences (quatre membres effectifs et quatre suppléants);

- quatre juristes (deux membres effectifs et deux suppléants);

- huit experts en questions éthiques et en sciences sociales (quatre membres effectifs et quatre suppléants).

 

De Commissie mag niet minder dan een derde leden van hetzelfde geslacht tellen. Ze telt evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden. Voor elk effectief lid wordt een plaatsvervanger met dezelfde kwalificatie aangewezen.

La Commission ne peut compter moins d'un tiers des membres de chaque sexe. Elle compte autant de membres d'expression française que de membres d'expression néerlandaise. Pour chaque membre effectif, il est désigné un suppléant qui possède les mêmes qualifications.

 

De plaatsvervangers worden aangewezen door de Kamer met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

Les membres suppléants sont désignés par la Chambre, à la majorité simple des suffrages exprimés.

 

Het mandaat van effectief lid van de Commissie duurt vier jaar en is hernieuwbaar.

Le mandat du membre effectif de la Commission a une durée de quatre ans et est renouvelable.

 

De kandidaturen werden aangekondigd tijdens de plenaire vergadering van 18 oktober 2018.

Les candidatures ont été annoncées en séance plénière du 18 octobre 2018.

 

Het stuk met de namen van de kandidaten werd rondgedeeld (3369/1).

Le document portant le nom des candidats vous a été distribué (3369/1).

 

Ik vestig nochtans uw aandacht op het volgende:

J'attire cependant votre attention sur le fait que:

 

Voor de categorie "artsen" moeten wij niet stemmen. Er zijn evenveel kandidaten als te begeven mandaten. Bijgevolg zijn de heren Hugo Godoy en Willem Verpoest alsmede de dames Sophie Perrier d’Hauterive en Karen Sermon, met toepassing van artikel 157, nr. 6, van het Kamerreglement, aangewezen tot plaatsvervan­gende leden van de Federale Commissie voor medisch en wetenschappelijk onderzoek op embryo’s in vitro.

Il n'y a pas lieu de procéder à un scrutin pour la catégorie "docteurs en médecine". En effet, il y a autant de candidats que de mandats à pouvoir. Je déclare donc MM. Hugo Godoy et Willem Verpoest ainsi que Mmes Sophie Perrier d’Hauterive et Karen Sermon, en application de l'article 157, n° 6, du Règlement de la Chambre, désignés en qualité de membres suppléants de la Commission fédérale pour la recherche médicale et scientifique sur les embryons in vitro.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Voor de categorie "doctors in de wetenschappen" moeten wij niet stemmen. Voor de mandaten van Nederlandstalig doctor in de wetenschappen zijn er immers evenveel kandidaten als te begeven mandaten. Bijgevolg zijn de heer Björn Heindryckx en mevrouw Usha Punjabi, met toepassing van artikel 157, nr. 6, van het Kamerreglement, aangewezen tot plaats­vervangende leden van de Federale Commissie voor medisch en wetenschappelijk onderzoek op embryo’s in vitro.

Il n'y a pas lieu de procéder à un scrutin pour la catégorie "docteurs en sciences". En effet, pour les mandats de docteur en sciences néerlandophone il y a autant de candidats que de mandats à pourvoir. Je déclare donc M. Björn Heindryckx et Mme Usha Punjabi, en application de l'article 157, n° 6, du Règlement de la Chambre, désignés en qualité de membres suppléants de la Commission fédérale pour la recherche médicale et scientifique sur les embryons in vitro.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Overeenkomstig de beslissing van de Conferentie van voorzitters van 17 oktober 2018 stel ik u voor de FOD Volksgezondheid te vragen een nieuwe oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken voor de aanwijzing van de ontbrekende plaatsvervangende leden (Franstalige doctors in de wetenschappen).

Conformément à la décision de la Conférence des présidents du 17 octobre 2018, je vous propose de demander au SPF Santé publique de publier un nouvel appel aux candidats au Moniteur belge pour la désignation des membres suppléants manquants (docteurs en sciences francophones).

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Voor de categorie "deskundigen in de ethische problemen en de sociale wetenschappen" moeten wij niet stemmen. Er zijn evenveel kandidaten als te begeven mandaten. Bijgevolg zijn de heren Dan Lecocq en Marc Mayer alsmede de dames Kelly Tilleman en Hilde Van de Velde, met toepassing van artikel 157, nr. 6, van het Kamerreglement, aangewezen tot plaatsvervangende leden van de Federale Commissie voor medisch en wetenschappelijk onderzoek op embryo’s in vitro.

Il n'y a pas lieu de procéder à un scrutin pour la catégorie "experts en questions éthiques et en sciences sociales". En effet, il y a autant de candidats que de mandats à pourvoir. Je déclare donc MM. Dan Lecocq et Marc Mayer ainsi que Mmes Kelly Tilleman et Hilde Van de Velde, en application de l'article 157, n° 6, du Règlement de la Chambre, désignés en qualité de membres suppléants de la Commission fédérale pour la recherche médicale et scientifique sur les embryons in vitro.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

De Federale Commissie telt thans een derde vrouwelijke en mannelijke leden.

La Commission fédérale compte présentement un tiers de membres féminins et de membres masculins.

 

Wij moeten dus enkel voor de categorie "juristen" stemmen – dit voor één mandaat van Nederlandstalig jurist en één mandaat van Frans­talig jurist.

Il faut donc uniquement procéder à un scrutin pour la catégorie "juristes" – ceci pour un mandat de juriste francophone et un mandat de juriste néerlandophone.

 

De stembiljetten werden reeds rondgedeeld.

Les bulletins de vote ont déjà été distribués.

 

Daar de stemming geheim is, mogen de stembiljetten niet worden ondertekend.

Le scrutin étant secret, les bulletins ne peuvent être signés.

 

Om te stemmen moet men een kruisje in het vakje tegenover de naam van de gekozen kandidaten plaatsen. Stembiljetten waarop meer stemmen zijn uitgebracht dan er mandaten zijn, zijn ongeldig.

Il y a lieu de voter en traçant une croix dans la case figurant en regard du nom des candidats choisis. Les bulletins qui comporteraient plus de votes qu'il y a de mandats à pourvoir sont nuls.

 

We moeten eerst een of twee bureaus van stemopnemers bij loting samenstellen. Elk bureau bestaat uit vier leden. Ik stel u evenwel voor om voor de stemopneming de jongste twee leden aan te wijzen die heden aan het bureau hebben plaatsgenomen.

Nous devons d'abord procéder au tirage au sort d'un ou de deux bureaux de scrutateurs composés chacun de quatre membres qui seront chargés du dépouillement. Je vous propose cependant de désigner les deux membres les plus jeunes siégeant au bureau ce jour pour dépouiller les scrutins.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

De dames Nawal Ben Hamou en Yoleen Van Camp worden aangewezen om de stemmen op te nemen.

Mmes Nawal Ben Hamou et Yoleen Van Camp sont désignées pour dépouiller les scrutins.

 

Ik stel u voor dat de stembiljetten geteld worden in de Conferentiezaal, in aanwezigheid van de stemopnemers.

Je vous propose de procéder au dépouillement des scrutins à la salle des Conférences, en présence des scrutateurs.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Ik verzoek elk lid om bij het afroepen van zijn naam zijn ongetekende stembiljet in de stembus te komen deponeren. Gelieve langs mijn linkerzijde op het spreekgestoelte te komen en dit aan mijn rechterzijde te verlaten.

A l'appel de son nom, chaque membre est prié de venir déposer son bulletin non signé dans l'urne, en montant à la tribune, de ma gauche à ma droite.

 

Ik nodig de stemopnemers uit de namen af te roepen.

J'invite les scrutateurs à procéder à l'appel nominal.

 

Er wordt overgegaan tot de naamafroeping.

Il est procédé à l'appel nominal.

 

Heeft iedereen gestemd? (Ja)

Tout le monde a-t-il déposé son bulletin dans l'urne? (Oui)

 

Ik verklaar de stemming voor gesloten. Ik nodig de stemopnemers uit over te gaan tot de stem­opneming.

Je déclare le scrutin clos et invite les scrutateurs à procéder au dépouillement.

 

25 Vast Comité P – Benoeming van de tweede plaatsvervanger van de heer Guy Cumps, ondervoorzitter – Uitslag van de stemming

25 Comité permanent P – Nomination du second suppléant de M. Guy Cumps, vice-président – Résultat du scrutin

 

Stemmen

125

Votants

Blanco of ongeldig

9

Blancs ou nuls

Geldig

116

Valables

Volstrekte meerderheid

59

Majorité absolue

 

Mevrouw Déborah Dewulf heeft 3 stemmen gekregen.

Mme Déborah Dewulf a obtenu 3 suffrages.

 

De heer Olivier Mazy heeft 113 stemmen gekregen.

M. Olivier Mazy a obtenu 113 suffrages.

 

De heer Olivier Mazy, die de volstrekte meerderheid heeft gekregen, is benoemd tot tweede plaatsvervanger van de heer Guy Cumps, ondervoorzitter van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten.

M. Olivier Mazy ayant obtenu la majorité absolue, est proclamé second suppléant de M. Guy Cumps, vice-président du Comité permanent de contrôle des services de police.

 

26 Vast Comité P – Benoeming van de tweede plaatsvervanger van de heer Antonio Caci, Franstalig lid

26 Comité permanent P – Nomination du second suppléant de M. Antonio Caci, membre francophone

 

Er blijft nog een kandidaat over. Bijgevolg verklaar ik mevrouw Déborah Dewulf benoemd in de hoedanigheid van tweede plaatsvervanger van de heer Antonio Caci, Franstalig lid van het Vast Comité van toezicht op de politie­diensten met toepassing van artikel 157, nr. 6, van het Kamerreglement.

Il ne reste plus qu'un candidat. Je déclare donc Mme Déborah Dewulf élue en qualité de seconde suppléante de M. Antonio Caci, membre francophone du Comité permanent de contrôle des services de police en application de l'article 157, n° 6, du Règlement de la Chambre.

 

Collega's, we schorsen even in afwachting van het resultaat van de vorige geheime stemming. Er volgt daarna nog een naamstemming.

 

De vergadering is geschorst.

La séance est suspendue.

 

De vergadering wordt geschorst om 22.15 uur.

La séance est suspendue à 22.15 heures.

 

De vergadering wordt hervat om 22.26 uur.

La séance est reprise à 22.26 heures.

 

De vergadering is hervat.

La séance est reprise.

 

27 Federale Commissie voor medisch en wetenschappelijk onderzoek op embryo’s in vitro – Aanwijzing van de plaatsvervangende leden (3369/1) – Uitslag van de stemming

27 Commission fédérale pour la recherche médicale et scientifique sur les embryons in vitro – Désignation des membres suppléants (3369/1) – Résultat du scrutin

 

Stemmen

125

Votants

Blanco of ongeldig

2

Blancs ou nuls

Geldig

123

Valables

Volstrekte meerderheid

62

Majorité absolue

 

Juristen

Juristes

 

Nederlandstalige kandidaten

Candidats néerlandophones

 

Mevrouw Emilie Bekaert heeft 98 stemmen gekregen.

Mme Emilie Bekaert a obtenu 98 suffrages.

 

De heer Sven Gondry heeft 0 stemmen gekregen.

M. Sven Gondry a obtenu 0 suffrage.

 

Mevrouw Sarah Panis heeft 1 stem gekregen.

Mme Sarah Panis a obtenu 1 suffrage.

 

De heer Koen T'Syen heeft 17 stemmen gekregen.

M. Koen T'Syen a obtenu 17 suffrages.

 

Aangezien mevrouw Emilie Bekaert 98 stemmen heeft gekregen, dit is de volstrekte meerderheid, is zij aangewezen tot plaatsvervangend lid van de Federale Commissie voor medisch en weten­schappelijk onderzoek op embryo's in vitro.

Mme Emilie Bekaert ayant obtenu 98 suffrages, soit la majorité absolue, est désignée en qualité de membre suppléant de la Commission fédérale pour la recherche médicale et scientifique sur les embryons in vitro.

 

Franstalige kandidaten

Candidats francophones

 

Mevrouw Géraldine Mathieu heeft 15 stemmen gekregen.

Mme Géraldine Mathieu a obtenu 15 suffrages.

 

De heer Geoffrey Willems heeft 106 stemmen gekregen.

M. Geoffrey Willems a obtenu 106 suffrages.

 

Aangezien de heer Geoffrey Willems 106 stemmen heeft gekregen, dit is de volstrekte meerderheid, is hij aangewezen tot plaatsvervangend lid van de Federale Commissie voor medisch en wetenschappelijk onderzoek op embryo's in vitro.

M. Geoffrey Willems ayant obtenu 106 suffrages, soit la majorité absolue, est désigné en qualité de membre suppléant de la Commission fédérale pour la recherche médicale et scientifique sur les embryons in vitro.

 

Er zijn evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden.

Il y a autant de membres d'expression française que de membres d'expression néerlandaise.

 

Er is een derde leden van hetzelfde geslacht.

Il y a un tiers des membres du même sexe.

 

Votes nominatifs (continuation)

Naamstemmingen (voortzetting)

 

28 Voorstel tot verwerping gedaan door de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen van het voorstel van resolutie over de mensenrechtensituatie in Colombia (3010/1+3)

28 Proposition de rejet faite par la commission des Relations extérieures de la proposition de résolution relative à la situation des droits de l'Homme en Colombie (3010/1+3)

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 7)

Ja

81

Oui

Nee

44

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

126

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het voorstel van resolutie nr. 3010/1 is dus verworpen.

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de résolution n° 3010/1 est donc rejetée.

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

De heer Michel de Lamotte heeft gestemd zoals zijn fractie.

 

29 Goedkeuring van de agenda

29 Adoption de l’ordre du jour

 

Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van donderdag 29 november 2018.

Nous devons procéder à l’approbation de l’ordre du jour de la séance du jeudi 29 novembre 2018.

 

Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.

Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 29 november 2018 om 14.15 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 29 novembre 2018 à 14.15 heures.

 

De vergadering wordt gesloten om 22.29 uur.

La séance est levée à 22.29 heures.

 

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 54 PLEN 256 bijlage.

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 54 PLEN 256 annexe.

 

 

 


Detail van de naamstemmingen

 

Détail des votes nominatifs

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui         

076

Ja

 

Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Clarinval David, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Grosemans Karolien, Heeren Veerle, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Pivin Philippe, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Van de Velde Robert, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Yüksel Veli

 

Non        

043

Nee

 

Ben Hamou Nawal, Bonte Hans, Caprasse Véronique, Casier Youro, Chabot Jacques, Cheron Marcel, Corthouts Michel, Daerden Frédéric, De Coninck Monica, Dedry Anne, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Detiège Maya, Devin Laurent, Dewinter Filip, Di Rupo Elio, Fernandez Fernandez Julie, Geerts David, Gilkinet Georges, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Henry Olivier, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Maingain Olivier, Mathot Alain, Onkelinx Laurette, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Schlitz Sarah, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanvelthoven Peter, Winckel Fabienne

 

Abstentions

011

Onthoudingen

 

Brotcorne Christian, Carcaci Aldo, de Lamotte Michel, Delpérée Francis, Dispa Benoît, Fonck Catherine, Frédéric André, Goffinet Anne-Catherine, Lutgen Benoît, Vuye Hendrik, Wouters Veerle

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

078

Ja

 

Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Clarinval David, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Grosemans Karolien, Heeren Veerle, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Van de Velde Robert, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Vermeulen Brecht, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Yüksel Veli

 

Non        

049

Nee

 

Ben Hamou Nawal, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Caprasse Véronique, Casier Youro, Chabot Jacques, Cheron Marcel, Corthouts Michel, Daerden Frédéric, De Coninck Monica, Dedry Anne, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Detiège Maya, Devin Laurent, Dewinter Filip, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Fernandez Fernandez Julie, Fonck Catherine, Geerts David, Gilkinet Georges, Goffinet Anne-Catherine, Hellings Benoit, Henry Olivier, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Mathot Alain, Onkelinx Laurette, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Schlitz Sarah, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Vanvelthoven Peter, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wouters Veerle

 

Abstentions

003

Onthoudingen

 

Frédéric André, Hedebouw Raoul, Van Hees Marco

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui         

078

Ja

 

Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Clarinval David, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Grosemans Karolien, Heeren Veerle, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Vandenput Tim, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Van de Velde Robert, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Yüksel Veli

 

Non        

049

Nee

 

Ben Hamou Nawal, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Caprasse Véronique, Casier Youro, Chabot Jacques, Cheron Marcel, Corthouts Michel, Daerden Frédéric, De Coninck Monica, Dedry Anne, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Detiège Maya, Devin Laurent, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Fernandez Fernandez Julie, Fonck Catherine, Geerts David, Gilkinet Georges, Goffinet Anne-Catherine, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Henry Olivier, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Mathot Alain, Onkelinx Laurette, Pehlivan Fatma, Schlitz Sarah, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanvelthoven Peter, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wouters Veerle

 

Abstentions

004

Onthoudingen

 

Dewinter Filip, Frédéric André, Pas Barbara, Penris Jan

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui        

077

Ja

 

Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Clarinval David, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Grosemans Karolien, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Van de Velde Robert, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Yüksel Veli

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

054

Onthoudingen

 

Ben Hamou Nawal, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Caprasse Véronique, Carcaci Aldo, Casier Youro, Chabot Jacques, Cheron Marcel, Corthouts Michel, Daerden Frédéric, De Coninck Monica, Dedry Anne, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Detiège Maya, Devin Laurent, Dewinter Filip, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Fernandez Fernandez Julie, Fonck Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gilkinet Georges, Goffinet Anne-Catherine, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Henry Olivier, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Mathot Alain, Onkelinx Laurette, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Schlitz Sarah, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanvelthoven Peter, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wouters Veerle

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

047

Ja

 

Ben Hamou Nawal, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Caprasse Véronique, Casier Youro, Chabot Jacques, Cheron Marcel, Corthouts Michel, Daerden Frédéric, De Coninck Monica, Dedry Anne, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Detiège Maya, Devin Laurent, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Fernandez Fernandez Julie, Fonck Catherine, Geerts David, Gilkinet Georges, Goffinet Anne-Catherine, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Henry Olivier, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Mathot Alain, Onkelinx Laurette, Pehlivan Fatma, Schlitz Sarah, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanvelthoven Peter, Winckel Fabienne

 

Non        

078

Nee

 

Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Clarinval David, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Grosemans Karolien, Heeren Veerle, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Van de Velde Robert, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Yüksel Veli

 

Abstentions

007

Onthoudingen

 

Carcaci Aldo, Dewinter Filip, Frédéric André, Pas Barbara, Penris Jan, Vuye Hendrik, Wouters Veerle

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 006

 

 

Oui        

079

Ja

 

Becq Sonja, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Clarinval David, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Grosemans Karolien, Heeren Veerle, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Van de Velde Robert, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Yüksel Veli

 

Non        

047

Nee

 

Ben Hamou Nawal, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Caprasse Véronique, Casier Youro, Chabot Jacques, Cheron Marcel, Corthouts Michel, Daerden Frédéric, De Coninck Monica, Dedry Anne, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Detiège Maya, Devin Laurent, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Fernandez Fernandez Julie, Fonck Catherine, Geerts David, Gilkinet Georges, Goffinet Anne-Catherine, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Henry Olivier, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Mathot Alain, Onkelinx Laurette, Pehlivan Fatma, Schlitz Sarah, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanvelthoven Peter, Winckel Fabienne

 

Abstentions

006

Onthoudingen

 

Dewinter Filip, Frédéric André, Pas Barbara, Penris Jan, Vuye Hendrik, Wouters Veerle

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 007

 

 

Oui        

081

Ja

 

Becq Sonja, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Clarinval David, De Coninck Inez, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Grosemans Karolien, Heeren Veerle, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Van de Velde Robert, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

044

Nee

 

Ben Hamou Nawal, Bonte Hans, Caprasse Véronique, Casier Youro, Chabot Jacques, Cheron Marcel, Corthouts Michel, Daerden Frédéric, De Coninck Monica, Dedry Anne, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Detiège Maya, Devin Laurent, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Fernandez Fernandez Julie, Fonck Catherine, Geerts David, Gilkinet Georges, Goffinet Anne-Catherine, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Henry Olivier, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Mathot Alain, Onkelinx Laurette, Pehlivan Fatma, Schlitz Sarah, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanvelthoven Peter, Winckel Fabienne

 

Abstentions

001

Onthoudingen

 

Frédéric André