Plenumvergadering |
Séance plénière |
van Donderdag
24 januari 2019 Namiddag ______ |
du Jeudi
24 janvier 2019 Après-midi ______ |
De vergadering wordt geopend om 14.19 uur en voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.
La séance est ouverte à 14 h 19 et présidée par M. Siegfried Bracke.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks
mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij
worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag
van deze vergadering opgenomen.
Une série
de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans
l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l’ouverture de la séance:
Sophie Wilmès.
Kattrin
Jadin, ambtsplicht / devoirs de mandat;
Philippe
Blanchart, Roel Deseyn, Luc Gustin, Sébastian Pirlot, Evita Willaert,
gezondheidsredenen / raisons de santé;
Francis
Delpérée, buitenslands / à l'étranger.
Federale
regering / gouvernement fédéral:
Chales
Michel, Alexander De Croo, World Economic Forum Davos;
Kris
Peeters, buitenslands / à l'étranger;
Didier
Reynders, met zending / en mission.
01 Rouwhulde – de heer Frans Verberckmoes
01
Éloge funèbre – M. Frans Verberckmoes
De voorzitter (voor de staande vergadering)
Le président (devant l'assemblée debout)
Op 8 januari overleed in Dendermonde Frans Verberckmoes, eresecretaris van de Kamer. Hij was 87.
Na het behalen van de diploma’s van doctor in de rechten en licentiaat in de criminologie, vestigde Frans Verberckmoes zich als advocaat in Dendermonde. Tegelijk engageerde hij zich in de liberale partij, en werd hij in 1965 kantonaal voorzitter.
In november 1971 werd Frans Verberckmoes verkozen tot Kamerlid voor de PVV. Als onvermoeibare verdediger van de rechten van de zelfstandigen, was hij bijzonder actief in de commissie voor de Middenstand, waarvan hij aan het einde van de jaren 70 kortstondig voorzitter was. Ook de commissie voor de Landbouw genoot zijn volle aandacht. Vanuit zijn onafgebroken streven naar een leefbare landbouw legde hij zich toe op de problematiek van de ruilverkavelingen, en spande hij zich in voor een wettelijke regeling van de financiële steun aan kleine landpachters.
Gedreven door respect voor de boerenstiel, bekleedde Frans Verberckmoes ook een tijdlang het voorzitterschap van de commissie voor de Landbouw van de Interparlementaire Beneluxraad.
De décembre 1985 à octobre 1991, Frans Verberckmoes assuma la fonction de secrétaire de la Chambre. Après vingt années passées dans cette assemblée, il acheva sa carrière politique nationale en tant que sénateur provincial, de décembre 1991 à juillet 1994.
Après avoir quitté la politique nationale, Frans Verberckmoes resta encore quelques années conseiller communal à Termonde, où il était en outre président de plusieurs associations socioculturelles libérales. Jusqu’au début des années 2000, il demeura une personnalité influente au sein du mouvement libéral local.
Dames en heren, geachte collega’s, we verliezen in Frans Verberckmoes een bijzonder gedreven en sociaal geëngageerd politicus, die ook een zeer gewaardeerde figuur was in zijn geliefde stad Dendermonde.
Namens de Kamer heb ik zijn echtgenote Renée
en zijn familie onze oprechte deelneming betuigd.
01.01 Minister Sophie Wilmès: Mijnheer de voorzitter, beste collega's, de regering sluit zich aan bij het Parlement om hulde te brengen aan onze voormalige liberale collega, de heer Frans Verberckmoes.
Frans Verberckmoes was een liberaal in hart en nieren. Gedreven door sterke overtuigingen wijdde hij een groot deel van zijn leven aan de politiek. Tijdens die periode leverde hij vooral strijd om de rechten van de zelfstandigen en de middenklasse te verdedigen. In 1981 richtte hij het Liberaal Verbond voor Zelfstandigen op, waarvan hij tot eind jaren 80 de voorzitter was. Hij was ook zeer actief op lokaal niveau en in de verenigingswereld en werd zeer gewaardeerd in zijn stad, Dendermonde.
Namens de regering betuig ik mijn diepste medeleven aan zijn familie en dierbaren. We wensen hen veel moed in deze moeilijke tijd.
De voorzitter: Collega's, mag ik u vragen ter nagedachtenis van onze overleden collega een moment stilte in acht te nemen?
De Kamer neemt een minuut stilte in acht.
La Chambre observe une minute de silence.
- M. Frédéric Daerden au premier ministre sur "les négociations salariales et l'accord interprofessionnel" (n° P3363)
- Mme Meryame Kitir au premier ministre sur "les négociations salariales et l'accord interprofessionnel" (n° P3364)
- M. Egbert Lachaert au premier ministre sur "les négociations salariales et l'accord interprofessionnel" (n° P3365)
- Mme Zuhal Demir au premier ministre sur "les négociations salariales et l'accord interprofessionnel" (n° P3366)
- M. Stefaan Vercamer au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, de la Lutte contre la pauvreté, de l'Égalité des chances et des Personnes handicapées, sur "les négociations salariales et l'accord interprofessionnel" (n° P3368)
- M. Raoul Hedebouw au premier ministre sur "les négociations salariales et l'accord interprofessionnel" (n° P3369)
- de heer Frédéric Daerden aan de eerste minister over "het loonoverleg en het interprofessioneel akkoord" (nr. P3363)
- mevrouw Meryame Kitir aan de eerste minister over "het loonoverleg en het interprofessioneel akkoord" (nr. P3364)
- de heer Egbert Lachaert aan de eerste minister over "het loonoverleg en het interprofessioneel akkoord" (nr. P3365)
- mevrouw Zuhal Demir aan de eerste minister over "het loonoverleg en het interprofessioneel akkoord" (nr. P3366)
- de heer Stefaan Vercamer aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, Armoedebestrijding, Gelijke Kansen en Personen met een beperking, over "het loonoverleg en het interprofessioneel akkoord" (nr. P3368)
- de heer Raoul Hedebouw aan de eerste minister over "het loonoverleg en het interprofessioneel akkoord" (nr. P3369)
Het antwoord op deze vragen zal worden gegeven door mevrouw Wilmès, de minister van Begroting en van Ambtenarenzaken.
02.01 Frédéric Daerden (PS): Monsieur le président, madame la ministre, avec tout le respect que j'ai pour vous, permettez-moi de vous dire qu'il est inadmissible qu'au moment où nous connaissons une crise de la concertation sociale, le premier ministre et le ministre de l'Emploi aient préféré se rendre à Davos.
Les négociations de l'AIP ont échoué. Tout augmente sauf le salaire. Avec votre loi de 2017, la marge n'est que de 0,8 %, soit des miettes. Sans cette loi, on aurait au moins eu une marge de 1,8 %. Ce n'est pas grand-chose; c'est 1 % de plus que ce qui ressort des calculs en application de la loi de 2017. Ce n'est en tout cas pas cela qui aurait tué nos entreprises.
Selon les patrons, la loi, c'est la loi. Il est donc impératif de revenir sur la loi de 2017 relative à la réforme de la loi de 1996.
En Belgique, si on tient compte des subsides salariaux, les salaires sont plus bas que chez nos voisins. Ce n'est pas moi qui le dis, c'est le rapport du Conseil Central de l'Économie.
Après un saut d'index, après une flexibilisation du marché du travail, et ils en veulent encore plus, avec la modération salariale déjà subie par les travailleurs, la coupe est pleine pour ses derniers. Il est temps de prendre des initiatives, madame la ministre. Comment allez-vous faire en sorte que la concertation puisse reprendre sur des bases saines? En outre, les partis du gouvernement minoritaires sont-ils prêts à adapter ou à déroger à la loi de 1996 ainsi modifiée?
02.02 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, beste collega's, het loonoverleg voor de komende twee jaar tussen de werknemersorganisaties en de werkgeversorganisaties is opgeschort. Zij geraken er niet uit. De loonsonderhandelingen hebben als doel de concurrentiepositie van onze bedrijven op peil te houden en ook ervoor te zorgen dat de werknemers in ons land een eerlijk loon krijgen.
Er moet rekening worden gehouden met de loonwet. Mevrouw de minister, uw regering heeft de loonwet nog verstrengd. Door de verstrenging van de loonwet zijn de onderhandelingen bijna onmogelijk geworden. Het is bijna onmogelijk een loonsverhoging te creëren voor de werknemers. Die veranderingen zijn eigenlijk verantwoordelijk voor de huidige impasse.
Collega's, de werknemers hebben al zware inspanningen geleverd. Ik vernoem de loonmatiging, de indexsprong van 2 %, waardoor de lonen niet meestegen met de prijzen, en de hogere facturen. Ondertussen werden de loonkosten voor de werkgevers met miljarden verlaagd door de taxshift. We kunnen dus best wel stellen dat de loonkostenhandicap in ons land bijna weggewerkt is.
Ondertussen is er een economische groei. In onze buurlanden stijgen de lonen met 6 %. De winsten van de aandeelhouders stijgen met 270 %. De werknemers krijgen echter slechts 0,8 % voor de komende twee jaar, belachelijk weinig. Zonder de verstrenging van de wet-Peeters hadden de werknemers op een loonsverhoging van 1,8 % kunnen rekenen, meer dan het dubbele.
Beste collega's, die wet moet dus aangepast worden. Daartoe hebben wij een wetsvoorstel klaar. Ons wetsvoorstel zorgt ervoor dat de werknemers opnieuw de zekerheid krijgen dat hun loon volstaat om hun facturen te betalen. De hoogdringende behandeling van ons voorstel werd vorige week in de Kamer goedgekeurd en het staat dan ook op 6 februari geagendeerd in de commissie voor de Sociale Zaken.
Mevrouw de minister, is de regering in lopende zaken bereid om, samen met het Parlement, ons voorstel te steunen?
02.03 Egbert Lachaert (Open Vld): Mevrouw de minister, deze week hebben de vakorganisaties het overleg over het nieuwe IPA verlaten. Dat is een unicum. Zij kondigen ook onmiddellijk een staking aan voor februari. Dat zal de eerste keer zijn, meen ik, dat men staakt tegen een regering die er eigenlijk niet meer is.
De verkiezingen zijn in aantocht, en men wil eigenlijk een politiek signaal geven tegen het beleid van de vorige regering. Niet uw regering, maar de regering in de vorige samenstelling. Men zegt dat er sjoemelsoftware in de wetgeving zou zijn geslopen, waardoor een hogere loonmarge niet mogelijk is.
Misschien moet ik toch eens samenvatten wat die wet precies deed, of doet. In ons land waren de loonkosten – de loonkosten zijn iets anders dan wat de mensen netto krijgen – op tien jaar tijd, sinds 1996, 4,6 % duurder geworden dan de loonkosten in onze buurlanden. Die handicap is slecht voor onze economie, slecht voor onze tewerkstelling, slecht voor de inkomsten van onze sociale zekerheid, slecht voor de welvaart in dit land.
Dat heeft die wet aangepast. Die wet heeft een veiligheidsmarge ingebouwd om ervoor te zorgen dat de lonen in ons land mee evolueren met die van onze belangrijkste handelspartners. Niet die van Zuidoost-Azië, niet die van Vietnam, maar die van onze belangrijkste handelspartners. Dat is belangrijk voor de handhaving van onze competitiviteit.
Moeten wij daarom blind zijn voor het probleem van de koopkracht? Natuurlijk niet. Voor de mensen is het vandaag inderdaad niet makkelijk.
Mevrouw Kitir zegt dat er miljarden euro aan korting gegeven zijn aan de werkgevers, maar laten wij niet vergeten dat de taxshift de grootste belastingkorting in 20 jaar is voor de werkenden op onze arbeidsmarkt. Iemand met een mediaan inkomen heeft er per maand 140 euro netto bij. Een eindejaarspremie van 1 600 euro netto komt er bij. Er zijn kosten bijgekomen, daar moeten wij oog voor hebben, maar men moet stoppen met leugens te vertellen over wat de taxshift is. Dat is het essentiële probleem met de vakbonden: zij hebben hun eigen achterban zodanig opgenaaid met PVDA-taal dat zij die eigen achterban vandaag niet meer meekrijgen.
Mevrouw de minister, mijn vragen zijn de volgende.
Zal de regering de sociale partners nu ontvangen? Het lijkt mij echt wel het beste dat zij opnieuw aan de tafel gaan zitten. De regering is in lopende zaken, en het aanpassen van een wet kan nu niet meer door de regering gebeuren.
Kortom, wat is de insteek van de regering? Wat zullen de eerste minister en de minister van Werk doen eens zij terug zijn uit Davos?
02.04 Zuhal Demir (N-VA): Beste collega's, mevrouw Wilmès, twee dagen geleden hebben de vakbonden jammer genoeg beslist om het overleg te verlaten. Het ging nog maar pas over de loonstijging en de welvaartsenveloppe. Waarschijnlijk is niemand hier van mening dat er geen loonstijging mag komen. Er is al een indexering van 2 %. Uiteraard mag er iets bovenop komen. Dat spreekt voor zich. Wij hebben inspanningen gevraagd aan onze werknemers. Wij hebben dat gedaan om de concurrentiepositie van onze bedrijven en de economische welvaart in dit land te bestendigen.
Wij hadden een loonkostenhandicap, mevrouw Kitir, sinds de wet van 1996 en zelfs daarvoor. De jobs die er daarvoor waren, waren er niet meer. Dankzij heel wat maatregelen zijn er 200 000 jobs bijgekomen in de private sector. De taxshift van collega Johan Van Overtveldt op de lonen van de werknemers heeft gewerkt. Dat er nu een loon- en koopkrachtstijging moet komen, is evident.
Voor onze fractie is ook de welvaartsenveloppe belangrijk, want het gaat over 700 miljoen euro, wat wel eens vergeten wordt. Die 700 miljoen is voor 100 % te besteden. De vorige regering, de regering-Di Rupo, heeft er maar 60 % van besteed. Als het van onze fractie afhangt, dan zouden wij die enveloppe aan de kleinste pensioenen willen besteden en, in tweede instantie, aan de meest kwetsbaren. De gehandicaptenuitkeringen zijn voor ons veel te laag. Die twee categorieën moeten absoluut worden opgetrokken.
Mevrouw Wilmès, net zoals wij dit met de arbeidsdeal, met Jan Spooren, en de hervorming van Justitie, met Sophie De Wit, gedaan hebben, willen wij onze verantwoordelijkheid opnemen om hier in dit Parlement, zowel voor de koopkrachtstijging van de werknemers als de verhoging van de laagste pensioenen en gehandicaptenuitkeringen, een oplossing te zoeken. Dat zijn wij onszelf verplicht, want de valentijnstaking zal het probleem niet oplossen. Over vier maanden zijn er verkiezingen. Als de vakbonden aan politiek willen doen, dan moeten zij zich vooral verkiesbaar stellen. Wij reiken de hand.
02.05 Stefaan Vercamer (CD&V): Mevrouw de minister, het loonoverleg is dinsdag afgesprongen en er werd een nationale staking aangekondigd op 13 februari. De loonmarge van 0,8 % blijkt het grootste struikelblok te zijn, maar er zijn ook nog andere problemen: de minimumlonen, de flexibiliteit, de eindeloopbaanproblematiek.
Ik kan alleen maar betreuren dat er vandaag niet verder wordt onderhandeld, want het is niet zomaar een Wetstraatdossier. Het gaat over het inkomen van miljoenen mensen. Het heeft geen zin om op kap van die mensen aan politieke profileringsdrang te doen. Het enige wat telt, is onderhandelen om een correct evenwicht te vinden tussen de koopkracht en het concurrentievermogen. Ik versta de standpunten van beide partijen: de werkgevers zijn bezorgd over hun concurrentiepositie en krijgen de vacatures niet ingevuld, terwijl de werknemers zien dat de economie bloeit en zij willen dat de koopkracht evenredig stijgt. Zij maken zich ook zorgen of zij het werktempo zullen kunnen aanhouden tot hun pensioen en of zij een voldoende hoog pensioen zullen krijgen.
Angst is echter een slechte raadgever. Van politici verwacht men dat zij problemen oplossen. Wij verwachten dat van de sociale partners ook. Wij roepen hen op om hun verantwoordelijkheid op te nemen en leiderschap te tonen, want het helpt niet om het werk en het gesprek stil te leggen. De enige te volgen weg is onderhandelen in dialoog. Enkel dan kan er een akkoord worden bereikt over de lonen, de werkorganisatie en de eindeloopbaanproblematiek. Bovendien – minstens even belangrijk – hangt dit dossier samen met de welvaartsenveloppe, een te besteden enveloppe van 700 miljoen euro om de inkomens van de kwetsbaarste groepen op te trekken. Het zou onverantwoord zijn mocht men hierover geen akkoord sluiten, vandaar onze oproep om verder te onderhandelen.
Ik vraag aan de vakbonden om terug naar de onderhandelingstafel te komen, want een akkoord is van groot belang, zowel voor de besteding van de welvaartsenveloppe als voor het loon van de werknemers, vooral in de zwakke sectoren. Als er geen akkoord is, dan dreigen zij immers het grootste slachtoffer te worden van een te beperkte koopkrachtverhoging. Voor de werkgevers geldt hetzelfde: er kan een ontsporing van de loonkosten volgen bij een vrije loonsonderhandeling, dus ook aan hen een oproep tot redelijkheid. Uit een studie van SD Worx blijkt immers dat men meer vragen krijgt om de loonwet te omzeilen en zo toch een loonsverhoging toe te passen. De werkgevers moeten dus oor hebben voor de verzuchtingen van de werknemers inzake koopkracht, werkbaar werk en de eindeloopbaanproblematiek.
Mevrouw de minister, welke initiatieven zult u nemen om de sociale partners opnieuw rond de tafel te krijgen?
02.06 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Mevrouw de minister, hier wordt een verhoging van 0,8 % voorgesteld, terwijl er zoveel winsten geboekt worden in België. Ik begrijp echt niet hoe het kan dat men maar 0,8 % kan vastleggen.
Een paar maanden geleden hebben we getoond dat uw regering in vier jaar 9 miljard euro van de lonen naar de winsten heeft overgedragen, 2 % van het bbp is gewoon overdragen. Er ging 191 euro per werknemer gewoon verloren door de maatregelen die u hebt genomen.
Mijnheer Lachaert, u kunt zeggen dat dat PVDA-taal is. Dat is echter geen PVDA-taal, het is gewoon de taal van het volk. Dat is dezelfde taal; dat is evident.
Het kan niet dat onze lonen zo worden bepaald.
Je ne vous comprends pas, mesdames et messieurs les libéraux. Vous parlez sans arrêt de liberté. Vous voulez de la liberté: l'individu doit pouvoir négocier seul; il faut respecter la loi de l'offre et de la demande, etc. Mais quand il s'agit des salaires, cette liberté disparaît au profit d'une norme imposée qui prévoit des sanctions, y compris pour les employeurs qui ne voudraient pas respecter cet accord.
Waar is die fameuze vrijheid, collega's, dames en heren liberalen? Geef de sectoren vrijheid van onderhandelen. Waarom gaat u met zoveel drang en druk in tegen die vrijheid?
Je ne comprends pas les libéraux: ils sont pour la liberté d'exploiter, mais ils la refusent en ce qui concerne les salaires. J'aimerais qu'ils nous expliquent pourquoi, l'espace d'un instant, ils ne sont plus en faveur de la liberté.
Vu que le Parlement, paraît-il, détient le pouvoir – puisque vous êtes en affaires courantes, madame la ministre –, nous avons introduit une proposition de loi visant à supprimer la loi de 1996. Cette dernière se caractérise en effet par son caractère injuste. En effet, quelles mesures croyez-vous que les dirigeants allemands, français et néerlandais prendront après le gel des salaires en Belgique? Macron va aussi bloquer les salaires. Ce sera pareil aux Pays-Bas et en Allemagne. Cette spirale vers le bas se poursuivra et posera un grave problème. Étant donné que le pouvoir d'achat se réduira, comme l'Organisation internationale du travail l'a démontré, les personnes consommeront moins, de sorte que la crise économique perdurera.
Dès lors, madame la ministre, vous qui, en tant que libérale, défendez autant la liberté, pourquoi ne la prônez-vous pas lorsque vous contraignez les salariés à accepter le taux de 0,8 %? Je suis très curieux d'entendre votre réponse.
02.07 Minister Sophie Wilmès: Mijnheer de voorzitter, collega's, voor de regering is het natuurlijk van essentieel belang dat het interprofessioneel overleg en de rol van de sociale partners worden gewaarborgd. De kwaliteit van de sociale dialoog is en blijft een constante focus voor onze regering.
In december 2018 heeft het kernkabinet de Groep van Tien ontvangen om samen een onderhandelingskader te creëren. Voor het sociaal overleg is er volledige autonomie in drie essentiële dossiers.
Ten eerste, de sociale partners worden uitgenodigd om autonoom en op basis van het verslag van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven de loonmarge voor de jaren 2019-2020 vast te stellen.
Ten tweede,
de sociale partners worden uitgenodigd om vóór 31 januari 2019 een
akkoord te bereiken over de toewijzing van de welvaartsenveloppe. U herinnert
zich wel dat ik in december 2018 tijdens de vergadering over de
financiewet de wens van de regering heb herhaald om die enveloppe in 2019 in
uitvoering te brengen.
Ten derde, de
sociale partners worden ook uitgenodigd kader-cao's te sluiten met het oog op
de verlenging van de traditionele tweejaarlijkse cao's.
Tout comme vous, nous avons appris, mardi, que les négociations interprofessionnelles étaient suspendues. Le gouvernement déplore cette situation et appelle au sens de la responsabilité des partenaires sociaux afin d'atteindre le double objectif légitime qui est, d'une part, de garantir une augmentation des salaires, outre l'indexation qui demeure acquise et, d'autre part, de garantir la compétitivité de nos entreprises dans un pays à l'économie ouverte et fortement dépendante de sa capacité d'exportation.
Le Conseil central de l'économie indique que la marge maximum est fixée à 0,8 %, comme le prévoit la loi. Par ailleurs, le gouvernement a décidé de consacrer 100 % de l'enveloppe bien-être qui est portée à 716 millions en 2020. Celle-ci permettra à nouveau de revaloriser les allocations les plus basses puisque le gouvernement avait déjà décidé d'octroyer 100 % de l'enveloppe bien-être depuis son entrée en fonction, contrairement à ce qui avait été fait sous la précédente législature.
En outre, le tax shift, rappelons-le, a permis de rehausser très sensiblement le salaire net des travailleurs et particulièrement les bas et les moyens salaires. Compte tenu de l'importance d'un accord social pour les travailleurs, pour les entreprises et pour le relèvement des allocations les plus basses, le gouvernement appelle les partenaires sociaux à poursuivre le dialogue autour des négociations salariales, de la répartition de l'enveloppe bien-être et de l'accord interprofessionnel, dans le cadre de l'autonomie qui leur est consacrée.
02.08 Frédéric Daerden (PS): Madame la ministre, j'entends que le gouvernement déplore la situation. Mais quand le banc patronal méprise les représentants des travailleurs, quand le gouvernement depuis le début de cette législature soutient aveuglément les demandes du banc patronal, il ne faut pas s'étonner de la réaction des représentants des travailleurs. C'est injuste de mettre la faute de la situation sur le compte des travailleurs. C'est un premier élément.
Deuxième élément, je vous entends ainsi que certains intervenants des partis du gouvernement. J'allais dire de la majorité mais ce n'est plus cela. Il ne faut pas mélanger le thème de la marge et le thème de l'enveloppe bien-être. L'affectation de l'enveloppe bien-être n'a rien à voir avec l'AIP. Les patrons ont voulu globaliser les choses mais le problème de l'affectation de l'enveloppe bien-être, c'est le CNT. Et les représentants des travailleurs attendent le banc patronal.
Troisième élément, j'entends qu'il n'y a pas d'ouverture de votre part, et donc des partis du gouvernement, quant à une adaptation, une dérogation, une suppression de la loi de 2017. Pour faire un saut d'index, vous n'avez eu aucun scrupule à déroger à cette loi. Pour la paix sociale, pour une plus grande justice sociale, dérogeons à cette règle, comme vous l'avez fait pour le saut d'index!
02.09 Meryame Kitir (sp.a): Mevrouw de minister, uw antwoord zal onvoldoende zijn om de partners weer aan de tafel te krijgen, vrees ik. Als u wil dat het sociaal overleg alle kansen krijgt, dan moeten de partners aan tafel dezelfde wapens hebben. U kunt nu wel zeggen dat sociaal overleg voor u belangrijk is; we hebben in het verleden gezien dat dat niet zo is.
Het sociaal overleg is nu opgeschort wegens het percentage loonsverhoging dat de werknemers nog mogen krijgen. De discussie is of het loon met 0,8 % of 1,8 % mag stijgen. De sociale partners hebben niet de autonomie om zelf te bepalen wat wel of niet kan. Het probleem is de verstrenging van de loonwet. Dat staat alle overleg in de weg.
Ik roep nogmaals op om de wet aan te passen. U hebt een week de tijd om eventueel met een sociale bemiddelaar de sociale partners weer aan tafel te krijgen. Als dat niet zo is, nodig ik ieder uit, die het toch zo goed bedoelt en die ook vindt dat de hardwerkende Vlaming een eerlijk loon moet krijgen, om ons voorstel op 6 februari te steunen.
02.10 Egbert Lachaert (Open Vld): Mevrouw de minister, er worden nogal wat handen gereikt vanuit de oppositie naar de regering in lopende zaken om bepaalde initiatieven te nemen en ook vanuit de voormalige coalitie om voort te gaan met het beleid dat op tafel ligt. Ik hoop dat u erin slaagt om ook de sociale partners de hand te reiken en iets constructies tot stand te brengen. Dat kan alleen maar in ieders belang zijn. Een boksmatch in de loopgraven zal niemand vooruithelpen.
Ik denk dat de thema's duidelijk zijn. Voor ons moeten er twee zaken uit het IPA komen en als dat niet lukt, dan moeten die via het Parlement worden verwezenlijkt.
Ten eerste, men heeft een maximale loonmarge van 0,8 %. Gebruik die om netto zoveel mogelijk aan werknemers te geven. Als het brutobedrag te weinig bijbrengt voor de werknemer, zorg dan dat er netto zoveel mogelijk bijkomt voor werknemers. Die mogelijkheden zijn er, zoals de winstpremie of de niet-recurrente resultaatgerichte bonus conform cao 90.
Ten tweede, mevrouw Demir heeft verwezen naar de welvaartsenveloppe en de hand uitgestoken. Laten wij alstublieft ervoor zorgen dat de zwakste mensen in de samenleving niet de gevolgen moeten dragen van de blokkering in het sociaal overleg. Laat de verkiezingen in mei aan de kandidaten die dan op kandidatenlijsten zullen staan; zij zullen aan politiek doen. Laten we erover waken dat het sociaal overleg op een andere manier gebeurt en dat daar niet aan politiek wordt gedaan. Laten wij ervoor zorgen dat de twee doelgroepen vooruit kunnen gaan.
02.11 Zuhal Demir (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord.
Ik hoor de linkse partijen zeggen dat de loonnormwet moet worden teruggeschroefd, maar laten wij daarover heel duidelijk zijn. Dat gaat heel expliciet over de brutoloonkosten, de loonkostenhandicap, de concurrentiepositie van onze bedrijven. Ik wil dat toch onderstrepen. Ik heb het hier over de nettostijging voor onze werknemers. Ik meen dat wij daar van alles kunnen doen binnen het kader dat vandaag op tafel ligt.
Ik herhaal nogmaals de oproep om de welvaartsenveloppe vooral te besteden aan de kleinste pensioenen, aan de mensen die een hele loopbaan van 30 tot 40 jaar hebben gewerkt en die het met een heel klein pensioen moeten doen.
Het liefst van al hebben wij uiteraard dat de sociale partners tot een akkoord komen, maar wij weten ook dat als dat niet lukt, zoals de vakbonden hebben aangegeven, de regering in principe aan zet is. Die regering is er echter niet, vandaar dat wij onze verantwoordelijkheid willen nemen voor alle werknemers en voor de meest kwetsbaren in onze samenleving. Ik wil vandaag nogmaals de hand reiken, zoals wij dat hebben gedaan met de arbeidsdeal en met de hervorming van Justitie.
02.12 Stefaan Vercamer (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Het sociaal overleg moet inderdaad alle kansen krijgen. Er is geen alternatief. De sociale partners moeten die kansen echter ook grijpen.
Mijn oproep is zowel aan de werknemers als de werkgevers gericht. Wees beiden redelijk en onderhandel verder over een correct evenwicht tussen koopkracht en concurrentievermogen.
02.13 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Mevrouw de minister, ik heb gezien dat u heel uw speech hebt voorgelezen. De speech is waarschijnlijk geschreven door de heer Timmermans van het VBO. Hij bepaalt immers duidelijk de politiek van deze regering. Hij is ook hoofdcommunicator geworden van de regering voor dit dossier.
De heer Timmermans zegt: "De wet is de wet." Daar gaat het over. Collega's, wij moeten die wet vervangen. Die wet is juist het probleem. Die wet neemt de vrijheid van onderhandelen bij de sectoren gewoon weg. Wij moeten die vrijheid teruggeven aan de sectoren. Er moet in alle sectoren vrij kunnen worden onderhandeld.
Collega's, ik stel dan ook voor om de wet van 1996 gewoon te vervangen door een andere wet. Ik voel dat de werknemers vandaag erg goed aanvoelen dat het VBO alles te zeggen heeft aan deze regering. De vakbonden hebben dan ook gelijk om voor een algemene staking te gaan op 13 februari.
Cette grève générale du 13 février concrétisera le ressenti des travailleurs, à savoir que le pouvoir du gouvernement actuel, en affaires courantes ou non, est complètement entre les mains du grand patronat. C'est la FEB qui dicte tout ce qui se dit ici en matière de salaires. C'est pour cela que les travailleurs, parce qu'ils n'ont pas de rapport de forces ici, partiront en grève générale. Ils auront tout le soutien du PTB pour réussir cette grève, dans tous les secteurs, dans les trois coins du pays, pour faire reculer le patronat et ce gouvernement en affaires courantes.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Katja Gabriëls aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken over "de problemen met de nieuwe procedure voor de voornaamswijziging voor veroordeelden" (nr. P3350)
03 Question de Mme Katja Gabriëls au ministre de la Sécurité et de l'Intérieur sur "les problèmes posés par la nouvelle procédure de changement de prénom pour les condamnés" (n° P3350)
03.01 Katja Gabriëls (Open Vld): Mijnheer de minister, kortere, eenvoudigere en ook snellere procedures, daar kan niemand tegen zijn. Onze partij heeft altijd prioriteit willen geven aan meer administratieve vereenvoudiging en de regering heeft daar ook aan gewerkt.
Een van de resultaten was dat minister Geens samen met het Parlement sinds 1 augustus de wet op de voornaamswijziging versoepelde. Er hoeft geen aanvraag meer te worden gedaan bij de FOD Justitie, er hoeft geen beslissing van de minister meer te komen en er hoeft geen aanzienlijke som geld te worden neergeteld. Dat is dus een goede zaak. Men stapt het gemeentehuis binnen als Jef en men komt buiten als Piet, zo simpel is het vandaag. Tienduizend Belgen maakten de voorbije vijf maanden van 2018 reeds gebruik van het systeem.
Het gevolg is een wijziging in het Rijksregister en een nieuwe identiteitskaart. Blijkbaar is het Rijksregister echter niet gekoppeld aan de ANG, de Algemene Nationale Gegevensbank. Laat dat nu net de databank zijn die de politie gebruikt bij controles om bepaalde personen na te trekken.
Er wordt nu gesignaleerd dat bij routinecontroles bepaalde personen die misbruik willen maken van dat systeem, gemakkelijk wegkomen. Ook bij reizen naar het buitenland zou men makkelijk de controle kunnen passeren door de voornaamswijziging. In de krant konden we tevens lezen dat het problemen geeft bij de toekenning van veiligheidsmachtigingen aan beroepsgroepen voor wie een bepaald veiligheidsrisico speelt. Jef had wel een strafblad, maar de nieuwe Piet staat met een blanco strafregister geregistreerd.
Mijnheer de minister, klopt het dat de ANG niet gekoppeld is aan het Rijksregister en dat er dus extra moeilijkheden ontstaan met personen die van dat goede systeem misbruik willen maken? Zult u die twee databanken op korte termijn toch aan elkaar kunnen koppelen? Plant u nieuwe initiatieven om het probleem in de toekomst te verhelpen?
De voorzitter: Vooraleer ik het woord geef aan de minister, moet ik
opmerken dat er echt te veel lawaai is. De vragen en antwoorden zijn op de duur
onhoorbaar. Collega's, indien u aan andere leden iets te vertellen hebt, mag ik
vragen dat u dat in de wandelgangen doet. Je vous prie de faire cela dans les couloirs.
Écoutons le ministre.
03.02 Minister Pieter De Crem: Mevrouw Gabriëls, de vraag die u hebt gesteld, kadert in een verkeerd omschreven problematiek, waarover recent werd bericht. Er is geenszins een zogenaamd datalek in de politiedatabanken, zoals werd vermeld. Er is wel een probleem van beperking van de bevraging van de politiedatabank.
Onze dienst ICT heeft namelijk bevestigd dat de politiediensten volledige toegang tot de informatiegegevens in het Rijksregister hebben, inclusief de gegevens in de zogenaamde historiek. Dat betekent dat bij een naamswijziging zowel de oude als de nieuwe naam toegankelijk is. Het probleem ligt dus niet aan de toegang tot de informatiegegevens in het Rijksregister.
Een doorgedreven automatisering voor de naams- en adreswijzigingen tussen het Rijksregister en de politiedatabanken staat op de planning van het eerste semester van 2019. Ze moet op 30 juni 2019 beëindigd zijn. Dat betekent dus dat tegen die periode de procedures voor de politiemedewerkers zodanig zullen worden vereenvoudigd dat mogelijke vergissingen tegen die periode, dus vanaf 1 juli 2019, nagenoeg onmogelijk zullen zijn.
03.03 Katja Gabriëls (Open Vld): Mijnheer de minister, bedankt voor het antwoord.
Ik juich het ook toe dat u er een initiatief wordt genomen om beide databanken te koppelen.
U meldt dat de politie wel toegang tot het Rijksregister heeft. Dikwijls wordt bij gewone controles evenwel enkel op naam en voornaam gecontroleerd. De politie moet er dus meer op bedacht zijn het Rijksregister ook op de historiek te controleren, wat blijkbaar niet altijd gebeurt. Indien in de toekomst de koppeling automatisch gebeurt, kunnen wij vermijden dat van de goede procedure, waar wij, voor alle duidelijkheid, zeker achterstaan, nog misbruik kan worden gemaakt.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Filip Dewinter aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, Armoedebestrijding, Gelijke Kansen en Personen met een beperking, over "het toenemende aantal handelszaken die cashbetalingen weigeren" (nr. P3351)
04 Question de M. Filip Dewinter au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, de la Lutte contre la pauvreté, de l'Égalité des chances et des Personnes handicapées, sur "le refus croissant des commerçants d'accepter des espèces" (n° P3351)
04.01 Filip Dewinter (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik had deze vraag graag aan de minister van Consumenten gesteld, maar die is de belangen van de consumenten in Davos aan het verdedigen, neem ik aan, en daarom zult u zo goed willen zijn om deze vraag te beantwoorden.
U weet dat cashgeld steeds meer wordt geweerd, zowel door bedrijven als door de overheid. Cashgeld wordt vervangen door allerlei betaalkaarten, kredietkaarten, apps, digitaal betalen via smartphones en dergelijke. Onder het mom van het verhogen van de veiligheid en de efficiëntie haalt men het cashgeld uit de mensen hun zakken. Dit keer gebeurt dit wel heel erg letterlijk en wordt het vervangen door al die andere betaalmiddelen.
In de praktijk weten wij allemaal dat dit voor een stuk drogredenen zijn en dat de echte reden is dat bedrijven hierdoor heel veel centjes besparen. De overheid en de betrokken commerciële megabedrijven krijgen daardoor de kans om de consument te volgen in alles wat hij doet en laat, letterlijk en figuurlijk. Big Brother is – ook op dat vlak – watching you.
De voorbije maanden en jaren hebben een aantal parkeerbedrijven in ons land het cashgeld gebannen. Dat is reeds zo in bijvoorbeeld Aalst, Gent en sinds enkele weken ook in Antwerpen. Men kan daar enkel nog met betaalkaarten zijn parkeergeld betalen. Dat is banaal en misschien zelfs triviaal, maar het geeft wel een bredere trend aan. De overheid moet evenwel zijn rol spelen in het bewaken van wat de wetgever heeft bepaald, via onder andere een Europese verordening van 2010, waarin uitdrukkelijk staat dat – ik citeer: "iedereen, voor het voldoen van een schuld, gebruik moet kunnen maken van eurobiljetten en -munten".
Ik weet dat minister Peeters in het verleden ter zake reeds een omzendbrief van de VVSG heeft laten verspreiden. Er zijn echter opnieuw feiten die erop wijzen dat daar nauwelijks gevolg aan wordt gegeven. Mijn vraag is dan ook wat de overheid zal doen om ervoor te zorgen dat het recht van iedere burger op het gebruik van cashgeld in alle omstandigheden, in dit land wordt gegarandeerd?
04.02 Minister Koen Geens: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Dewinter, ik geef u inderdaad het antwoord dat mijn collega Peeters heeft voorbereid.
De wettelijke betaalkracht van de euro is Europees geregeld in de verordening waarvan u spreekt. In principe kan een schuldenaar zijn schuld dus voldoen door gebruik te maken van eurobiljetten en euromunten. Uiteraard zijn er situaties, zoals bij e-commerce, waarbij er geen enkel persoonlijk contact is tussen handelaar en klant en er dus om praktische redenen geen gebruik kan worden gemaakt van cash. Bovendien kunnen schuldeiser en schuldenaar akkoord gaan om te betalen met een overschrijving.
Inzake de parkeervergoedingen heeft collega Peeters eind 2017, zoals u hebt aangehaald, de steden en gemeenten aangeschreven om hen te wijzen op de betaalkracht van munten en biljetten en aandacht gevraagd voor dat gegeven bij de overstap naar elektronische parkeermeters, vooral voor burgers die niet beschikken over een bankkaart of een ander elektronisch betaalmiddel. De VVSG heeft geantwoord dat de gemeenten gemachtigd zijn om in hun reglement de betalingswijze zelf vast te leggen. Daarbij verwijst de VVSG naar rechtspraak van de Hoge Raad in Nederland – dus Nederlandse rechtspraak – die zegt dat het feit dat een parkeervergoeding niet met chartaal geld kan worden betaald, niet strijdig is met de Europese verordening.
Het probleem is dat de regels van de verordening niet strafrechtelijk kunnen worden gesanctioneerd, waardoor de Economische Inspectie door geen enkele wetsbepaling belast is met het toezicht op de naleving ervan. De Inspectie kan dus niet optreden. Het komt een Belgische rechter toe om zijn religie op te maken over de vraag of hij, zoals de Nederlandse, vindt dat de verordening zulks toelaat.
04.03 Filip Dewinter (VB): Mijnheer de minister, ik kan mijn repliek vrij duidelijk en simpel houden. Als volksvertegenwoordiger of als individueel burger, dus betrokkene, rest ons namelijk slechts de mogelijkheid om het gebruik van cashgeld via een rechter te vrijwaren, ook voor parkeermeters en dergelijke. De parkeermeters zijn maar een symbooldossier, want het gaat over veel meer. Zo zien wij dat bedrijven systematisch proberen om cashgeld te bannen, om redenen die wij al hebben aangehaald.
Ik denk dat wij als overheid het recht van iedere burger op het gebruik van cashgeld moeten blijven vrijwaren. Laten wij vooral niet vergeten dat niet iedereen over een betaalkaart beschikt of er gebruik van wenst te maken. Cashgeld is het enige alternatief, zeker voor de zwaksten in onze samenleving en ook voor oudere mensen die graag nog cashgeld gebruiken. Alle andere redenen, zoals veiligheid en efficiëntie, moeten ondergeschikt zijn aan het fundamenteel recht van iedere burger om cashgeld te kunnen blijven gebruiken, ook bij parkeerautomaten.
Het incident is gesloten.
- M. Olivier Maingain au ministre de la Justice, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "l'appel à l'aide des magistrats" (n° P3352)
- M. Christian Brotcorne au ministre de la Justice, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "l'appel à l'aide des magistrats" (n° P3353)
- de heer Olivier Maingain aan de minister van Justitie, belast met de Regie der Gebouwen, over "de hulpkreet van de magistraten" (nr. P3352)
- de heer Christian Brotcorne aan de minister van Justitie, belast met de Regie der Gebouwen, over "de hulpkreet van de magistraten" (nr. P3353)
05.01 Olivier Maingain (DéFI): Monsieur le ministre, le pouvoir judiciaire n'a généralement guère bénéficié dans le temps de l'intérêt et de l'attention des autres pouvoirs. Il est vrai que le financement du pouvoir judiciaire est menacé depuis plusieurs années. Mais sous votre majorité et l'actuel gouvernement, nous avons rarement entendu autant de protestations de la part des magistrats, contestant les choix budgétaires et les orientations de votre politique judiciaire.
Faut-il rappeler les déclarations du premier président de la cour de cassation, M. de Codt, qui avait été jusqu'à dire que sous l'influence de votre politique, on transformait notre État de droit en État voyou qui marchande sa fonction de rendre la justice, obligeant les magistrats à juger un nombre de contentieux sans cesse croissant avec un personnel de plus en plus réduit et un budget soumis, sous votre gouvernement, à une réduction linéaire de 10 % entre 2015 et 2019? Ensuite, ce fut le président de la quatorzième chambre correctionnelle de la cour d'appel de Bruxelles qui dénonçait un État hors-la-loi. L'Union professionnelle des magistrats dénonçait en 2017 la pénurie de magistrats en disant combien cela pourrait conduire à la paralysie d'une partie importante des juridictions. C'est aujourd'hui au tour du premier président de la cour d'appel de Mons, M. Morandini, de dénoncer les conséquences de cette situation en des termes très concrets. Il cite des contentieux qui vont prendre un tel arriéré que le sens de la justice n'est plus rencontré.
Rarement, on aura connu un tel désarroi dans le monde judiciaire! Ne parlons même pas de l'état du patrimoine immobilier de la justice! Tant d'années de négligence conduisent aujourd'hui à un constat pénible qui fait que le pouvoir judiciaire est dévalorisé aux yeux des citoyens, menacé dans son fondement même au point que pour beaucoup de justiciables, le recours à la justice paraît dérisoire et inefficace.
Il est temps de donner le signal du redressement. Avec d'autres, nous déposerons des amendements le moment venu lors de l'examen des crédits budgétaires en affaires courantes pour permettre de combler les cadres à 100 % des effectifs tant dans la magistrature assise que dans la magistrature debout ou dans les greffes.
Monsieur le ministre, je vous demande d'accepter une mesure simple nécessaire: permettre la publication des futures places vacantes dans la magistrature au moins un an à l'avance pour que les procédures puissent aboutir au moment où les magistrats prennent leur retraite ou quittent leurs fonctions, de sorte qu'il ne faille pas attendre plusieurs mois voire plusieurs années avant de les remplacer, avec des diminutions de cadres et d'effectifs inacceptables.
05.02 Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le ministre, je m'associe à ce qui vient d'être dit par notre collègue Maingain. Ce n'est pas faute d'avoir, pour les groupes politiques de notre Parlement, attiré l'attention à plusieurs reprises sur l'état désastreux dans lequel se trouve le monde judiciaire. Le dernier rappel de M. le premier président Morandini sonne comme un échec de la politique de votre gouvernement, et aussi comme un échec de votre politique en la matière.
Sous prétexte de faire des économies budgétaires qui doivent permettre le redressement du pays, on en est arrivé à ne plus remplir les cadres, à ne pas publier les vacances, à les retarder. Ce sont des artifices budgétaires qui permettent de gagner de l'argent. Mais en attendant, qu'est-ce que cela signifie dans les tribunaux? On ferme certaines chambres. On ne sait plus travailler parce que les toitures s'écroulent et que tout est décrépi. L'informatisation ne suit pas. On ne poursuit plus toute une série d'infractions parce qu'on n'a pas les moyens de les suivre au niveau du parquet ou parce qu'on ne dispose pas des chambres ad hoc pour les juger.
Aujourd'hui, monsieur le ministre, le monde judiciaire en appelle au Parlement. Nous sommes très honorés de cet appel mais comment allons-nous pouvoir y répondre s'il n'y a pas un minimum de bonne volonté du côté de l'exécutif? J'entends bien qu'il y a des problèmes budgétaires. Nous sommes aujourd'hui en affaires courantes et nous travaillons avec des systèmes de crédits provisoires. Allez-vous attendre que le Parlement, comme M. Maingain vient de le dire, amende éventuellement les deuxièmes, troisièmes ou quatrièmes crédits provisoires ou allez-vous obtenir du gouvernement qu'il présente des majorations substantielles du budget de la Justice?
Ceci serait nécessaire rien que pour faire face aux obligations légales! On ne vous demande rien d'autre, monsieur le ministre. Vous devez respecter la loi. On vous demande aujourd'hui de remplir les cadres à 100 % et non, par décision unilatérale et souveraine, à 80 ou à 90 %. Vous devez veiller à ce que les publications soient faites suffisamment tôt quand elles sont connues et à ce qu'elles le soient immédiatement quand elles arrivent par incident. Peut-être devez-vous réfléchir à la manière de rendre plus attractive la fonction de magistrat, de manière à ce que les places ouvertes attirent suffisamment de candidats susceptibles de faire carrière dans le monde judiciaire?
05.03 Koen Geens, ministre: Monsieur le président, monsieur Brotcorne, monsieur Maingain, je vous remercie pour vos questions et de partager mes préoccupations pour le financement correct de la Justice.
Lors de cette législature, des efforts ont été demandés à tous les services publics. Force est de constater que, sur la base des chiffres disponibles du SPF, le nombre d'équivalents temps plein au sein de l'Ordre judiciaire a évolué de 10 805 à 10 373 unités endéans cette législature. Comparé aux autres services publics, je crois que nous nous en sortons considérablement mieux.
De nombreuses initiatives de modernisation ont été lancées, notamment en matière de charge de travail et d'informatisation, ce qui explique que le recul des effectifs se manifeste au niveau des emplois de catégorie D.
En ce qui concerne la magistrature, le gouvernement précédent a terminé avec un remplissage des cadres de 93,7 %. En ce moment, avec les postes vacants publiés et les départs annoncés, nous espérons 94 %. Compte tenu des départs et des recrutements, il y aura 2 454 magistrats sur un cadre de 2 611. Pour l'instant, il y a 152 publications dont 105 pour le siège, 45 pour le ministère public et 2 pour la Cour de cassation; 5 pour la cour d'appel de Mons, dont le premier président Morandini. Le siège comptera 1 519 membres sur un cadre de 1 621, le parquet 891 sur 947 et la Cour de cassation, 44 sur 43.
Les mêmes préoccupations concernent le personnel judiciaire. En ce moment, l'objectif est d'assurer un taux de 89,4 %, le but étant de disposer de 6 532 greffiers, secrétaires de parquets et personnel administratif sur un cadre de 7 309. Il y a 431 procédures de recrutement en cours dont 310 pour le siège, 121 pour le parquet et 9 pour la Cour de cassation. En outre, des remplacements de personnel hors cadre sont en cours tels que les juristes, criminologues, des experts des services d'appui, huissiers et autre personnel logistique.
Je vous donne tous ces chiffres secs pour vous montrer qu'on ne se repose pas et que, de temps à autre, quand cinq postes sont en cours pour des conseillers à la cour d'appel de Mons, il est triste d'entendre de telles lamentations. Si un débat s'impose sur le refinancement de l'Ordre judiciaire, il doit se tenir par rapport à l'évolution des dépenses de tous les secteurs publics.
Or, je n'ai pas entendu, pour entamer ce débat de concert avec tous les acteurs de l'Ordre judiciaire que, comme évoqué en commission de la Justice dans la proposition du budget 2019, les dépenses de l'Ordre judiciaire devraient franchir pour la première fois le cap du milliard d'euros, ou plus précisément 1,013 milliard, soit une augmentation nette de 55 millions par rapport à 2018.
Avec vous, je suis conscient que le refinancement ne pourra se faire en un coup. C'est la raison pour laquelle je salue vos intentions de soutenir mes interventions en fonction des priorités qui s'imposent. En l'occurrence, dans le cadre des douzièmes provisoires, mes services n'ont pas attendu pour réclamer la redistribution des provisions interdépartementales afin de garantir le remplacement nécessaire de tous les départs.
05.04 Olivier Maingain (DéFI): Monsieur le ministre, ce n'est pas la première fois que nous vous interrogeons sur l'état des effectifs de la magistrature. À chaque fois, vous nous donnez des statistiques sur des procédures d'appel à candidature. D'abord, permettez-moi de dire que je suis prêt à reprendre le débat en commission. Nous pouvons reprendre l'historique pour savoir à partir de quel moment vous avez lancé les appels à candidatures pour les différentes places déclarées vacantes. Vous verrez qu'il y a des délais anormalement longs.
J'ajoute – évidemment, cela ne va pas plaire à certains – qu'il faut constater des déséquilibres communautaires et régionaux dans les taux de remplissage des cadres. En effet, il y a des déséquilibres. Oui, la magistrature assise a aujourd'hui un taux de remplissage plus élevé en Flandre qu'en Wallonie, avec un taux respectif de 92 % et de 86 %. Il en est de même au parquet.
Peut-être avez-vous fait des efforts pour diligenter les procédures au bénéfice de certaines juridictions plus particulièrement du nord du pays. Peut-être avez-vous été plus lent et moins favorable pour des juridictions du sud du pays.
Voilà les déséquilibres qui ont été constatés à de multiples reprises dans des statistiques que nous avons pu compiler au fur et à mesure, et que les magistrats confirment eux-mêmes par leurs déclarations. Permettez-moi de penser que, si vous aviez fait le travail que vous prétendez avoir fait aujourd'hui, le monde de la magistrature ne serait pas en train de protester unanimement.
05.05 Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le ministre, une fois de plus, vous nous citez des chiffres mais, de ce fait, nous avons l'impression que vous ne prenez pas la juste mesure de la situation désastreuse dans laquelle se trouve l'organisation judiciaire. Mieux, en les énonçant, vous avouez qu'au regard du cadre existant, ces chiffres se situent en deçà de ce que la loi vous demande d'accomplir. Bref, en tant que ministre de la Justice, vous reconnaissez que vous travaillez dans l'illégalité, étant donné que vous ne remplissez pas le cadre imposé par la loi.
Si ce cadre a été mis en place à un moment, c'est bien parce qu'il répondait aux besoins objectifs qui avaient été évalués. Dès lors, il n'existe aucune raison, sinon celles d'ordre budgétaire que vous invoquez comme c'est le cas dans d'autres services publics, pour justifier qu'il n'ait pas été rempli. Une nouvelle fois, c'est la preuve du détricotage des services publics. Parmi ceux-ci, l'un d'entre eux est particulièrement visé, qui constitue l'un des pouvoirs constitutionnels de la nation, à savoir le pouvoir judiciaire. Il importe que vous compreniez combien il est urgent de lui trouver des modes de financement.
Voici moins d'une heure se tenait une réunion de la commission de la Justice, monsieur le ministre. En tant que membres de l'opposition, nous avons fait preuve d'ouverture. Nous avons aussi constaté que l'ancienne majorité pouvait se rabibocher pour s'accorder sur certains textes. Par conséquent, j'espère que, parmi les priorités que vous avez souhaité soutenir, le refinancement figure à la première place.
Het incident is gesloten.
- M. Marco Van Hees à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "les Pharma Files et les pratiques interpellantes de l'industrie pharmaceutique" (n° P3354)
- Mme Karin Jiroflée à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "les Pharma Files et les pratiques interpellantes de l'industrie pharmaceutique" (n° P3355)
- M. André Frédéric à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "les Pharma Files et les pratiques interpellantes de l'industrie pharmaceutique" (n° P3356)
- Mme Veerle Wouters à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et de la Migration, sur "les Pharma Files et les pratiques interpellantes de l'industrie pharmaceutique" (n° P3357)
- de heer Marco Van Hees aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "de Farma Files en de laakbare praktijken van de farmaceutische industrie" (nr. P3354)
- mevrouw Karin Jiroflée aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "de Farma Files en de laakbare praktijken van de farmaceutische industrie" (nr. P3355)
- de heer André Frédéric aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "de Farma Files en de laakbare praktijken van de farmaceutische industrie" (nr. P3356)
- mevrouw Veerle Wouters aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie over "de Farma Files en de laakbare praktijken van de farmaceutische industrie" (nr. P3357)
06.01 Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le président, madame la ministre, le 21 août 2018, je vous adressais une question écrite sur les potentiels conflits d'intérêts au sein de votre cabinet. Je demandais notamment combien de membres de votre cabinet s'étaient trouvés dans des situations de conflits d'intérêts potentiels, quels étaient le nom de ces personnes, leur fonction et les entreprises ou lobbies qu'elles avaient rencontrés. Vous deviez normalement répondre dans les vingt jours ouvrables. Aujourd'hui, je n'ai toujours pas de réponse à cette question.
À la lecture du quotidien Het Laatste Nieuws, je comprends que vous n'y ayez pas répondu. Il y est question des "Pharma Files", et votre cabinet est au cœur du scandale.
En effet, on trouve au sein de votre cabinet un certain Bart Vermeulen qui a été chef économiste chez pharma.be, le lobby du médicament. Par après, il a été engagé chez UCB, une grande firme pharmaceutique belge qui appartient à trois riches familles belges (Janssen-Solvay-Boël). Il est ensuite arrivé dans votre cabinet où il est responsable de la politique pharmaceutique. Quel hasard! C'est ce qu'on appelle les "portes tournantes". On va du privé au public et du public au privé.
Dans votre cabinet, les portes tournent dans les deux sens car il y a aussi un autre cas: celui d'Ellen Vanhaeren qui a une fonction-clé dans votre cabinet car, quand la sécurité sociale refuse de rembourser un médicament, c'est elle, au sein de votre cabinet qui négocie avec les firmes pharmaceutiques, lors de négociations secrètes, pour dire qu'on va quand même rembourser le médicament. Il y a notamment un médicament contre l'hépatite C pour lequel vous et votre cabinet avez accordé le remboursement. Il coûte 25 000 euros par malade en Belgique à la suite de votre visa. En Inde, il coûte 300 euros par malade!
Cette même personne membre de votre cabinet a également négocié pour le Revlimid, un médicament de la multinationale américaine Celgene qui a été poursuivie aux États-Unis pour des fraudes sur les prix, notamment pour le Revlimid qu'Ellen Vanhaeren a négocié. On apprend que, voici quelques mois, cette personne a quitté votre cabinet pour rejoindre une multinationale du médicament. Laquelle? Il s'agit justement de Celgene avec laquelle elle avait négocié ces prix et ce remboursement.
Madame la ministre, trouvez-vous normal qu'il y ait ce genre de conflits d'intérêts? Pourquoi n'avez-vous pas répondu à ma question écrite du mois d'août sur les conflits d'intérêts au sein de votre cabinet? Enfin, quand vous avez appris que votre collaboratrice avait été engagée par une multinationale avec laquelle elle avait négocié, avez-vous lancé une enquête sur toutes les négociations qu'elle a menées avec diverses multinationales du médicament?
06.02 Karin Jiroflée (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, marktmanipulatie, misbruik van Europese regelgeving, een geneesmiddel dat stijgt van 38 euro naar 12 750 euro, patiënten zonder medicijn, het Solidariteitsfonds geplunderd door één producent, tientallen producten die een veelvoud kosten van de prijs waarvoor apothekers ze zouden kunnen maken… U raadt het al, we hebben het over de Farma Files. Dan heb ik het nog niet gehad over belangenvermenging en geheime deals, de prijsafspraken met de farmasector waar niemand het fijne van weet.
U, mevrouw de minister, hebt die mogelijkheid die als uitzondering moest dienen, op een schandalige manier uitgebreid en misbruikt, ook voor producten zonder aangetoonde meerwaarde.
Vandaag lezen we dat uw voornaamste adviseur inzake geneesmiddelen ondertussen werkt voor een groot farmabedrijf. Niemand zal het ons kwalijk nemen als we hier vragen bij hebben, vooral als we weten dat uw manier van werken de ziekteverzekering al 600 miljoen euro heeft gekost; 600 miljoen, collega's, naar de farma-industrie, terwijl de ziekenhuizen in dit land in het rood gaan en artsen zich minder en minder aan de tarieven houden door uw besparingen, mevrouw de minister. Dichtgenaaide zakken voor de patiënten en de ziekenhuizen, maar u vindt altijd wel iets extra voor de farmasector.
We hebben het al meerdere keren gevraagd en we hebben het hier al een aantal keren ter stemming gelegd, waarop u het liet wegstemmen. Ik vraag het u opnieuw en we zullen dat opnieuw en opnieuw blijven doen: wat zult u doen om die 600 miljoen te recupereren van de farmasector?
06.03 André Frédéric (PS): Monsieur le président, madame la ministre, sur le même thème, je souhaite élargir les questions.
Ce qui m'intéresse et ce qui intéresse mon groupe, au-delà de tout ce qui vient d'être évoqué, c'est aussi le patient qui doit, me semble-t-il, en matière de soins de santé, être au centre de nos préoccupations. Le patient n'échappe pas à ce qui est mis en lumière dans la presse ces derniers jours, madame la ministre, à savoir votre politique désastreuse en matière de médicaments. J'ai le sentiment que vous avez mis en place cette politique main dans la main, depuis le début de cette législature, avec l'industrie pharmaceutique.
Je prendrai trois extraits d'articles.
Un premier article nous explique récemment qu'un traitement pour une maladie génétique mortelle dont je vous évite le nom a augmenté 335 fois en dix ans passant de 38 euros à 12 750 euros! Pour se soigner aujourd'hui en Belgique, je trouve cela tout à fait inadmissible!
Le deuxième exemple quotidiennement relayé dans les médias, ce sont les pharmaciens qui affichent leur mal-être aux vitrines de leurs officines. Ils disent que depuis des mois, ils ne peuvent plus fournir aux malades des médicaments importants dont ces femmes et ces hommes ont pourtant besoin pour des traitements contre le cancer, pour des problèmes cardiaques, pour des problèmes psychiatriques: huit cents médicaments manquent à l'appel aujourd'hui! C'est effectivement extrêmement interpellant.
Qu'avez-vous fait jusque-là pour prévenir cette situation, madame la ministre? Vous avez augmenté de nombreux médicaments fort importants pour plus de 40 millions d'euros issus de la poche des ménages! On vient d'y faire allusion, vous avez négocié secrètement ces accords que l'on connaît avec le secteur pharmaceutique pour mettre sur le marché des médicaments très coûteux, à des prix exorbitants, avec un dérapage du budget pharmaceutique de 500 millions! Finalement, vous avez proposé aux pharmaciens de trouver un médicament de remplacement en cas de pénurie. À titre personnel, j'ai quelques craintes.
Finalement, mais ce n'est pas l'essentiel de mon propos, je vais vous écouter très attentivement aussi, madame la ministre, à propos de cette collaboratrice qui s'occupait précisément de la politique des médicaments dans votre cabinet et qui vient de passer dans une firme multinationale importante.
Madame la ministre, j'ai une seule question. Les intérêts de l'industrie pharmaceutique priment-ils donc réellement pour vous sur les intérêts du patient?
06.04 Veerle Wouters (Vuye&Wouters): Mevrouw de minister, uw beleid streeft ernaar de geneesmiddelen zo snel mogelijk bij de patiënt te krijgen. Wij steunen dat beleid, maar u moet ook erkennen dat er een structureel budgettair tekort is. Wij krijgen de geneesmiddelenfactuur niet betaald. Wij moeten erkennen dat het huidig model op zijn limieten stuit, en dat doet u ook.
Het gaat echter over mensen en hun gezondheid, en daar springt men niet zomaar lichtzinnig mee om. U niet en wij ook niet, maar de farmalobby heeft daar precies wat minder moeite mee. Het is algemeen bekend dat de farmalobby een goed geoliede geldmachine is. Als wij de Farma Files van deze week lezen, zien wij dat de farmalobby vertegenwoordigd is in de Commissie voor de Tegemoetkoming Geneesmiddelen (CTG). Bovendien zou de ondervoorzitter van die commissie ook aandeelhouder zijn van een aantal farmabedrijven. Men kan de vraag stellen of dat dan nog een onafhankelijk orgaan is. Men werkt natuurlijk ook met artsen-influencers. Die zou men zelfs tot 150 000 euro per jaar betalen. Zogezegd is dat dan voor consultancy en lezingen. Dat moeten dan toch wel heel speciale lezingen zijn.
Ik vind het nog veel erger dat men oude geneesmiddelen plots in een nieuw jasje steekt en ze als een nieuw geneesmiddel laat registreren, met een nieuwe naam en een hogere prijs. De overheid en de patiënt zullen dat wel betalen. Het ergste hieraan is de problematiek van de weesgeneesmiddelen die er zijn voor zeldzame ziekten, waar men gewoon emotionele chantage pleegt, want de overheid stapt wel mee en zal wel betalen.
Deze problematiek is absoluut niet nieuw, mevrouw de minister, maar wij moeten duidelijk zijn: de sociale zekerheid dient niet om de kassa van de farma-industrie te spijzen. Zij moet er zijn om de patiënten te helpen. De limieten zijn immers wel degelijk bereikt. U hebt niet meer zoveel tijd, mevrouw de minister, maar welke maatregelen zult u de komende tijd nog nemen?
06.05 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik dank u voor uw vragen.
Monsieur Frédéric, je vous remercie d'avoir parlé du "patient", car d'autres n'ont pas prononcé ce mot.
Eerst en vooral, laat ons tot de essentie terugkomen, de patiënt. Ik heb de voorbije dagen veel voorstellen gelezen over het geneesmiddelenbeleid. Ik vat ze even samen. Als ik een geneesmiddel terugbetaal, dan zwicht ik voor de farmalobby en als ik het niet terugbetaal, dan ben ik een onmens en laat ik in de patiënt in de kou staan. Dat is een goede samenvatting van uw oneliners en uw tweets.
Veel mensen denken dat wij in België een eigen beleid kunnen voeren, zodat alle problemen opgelost zijn. Dat klinkt goed. België moet niet zwichten voor de farmalobby, farmabedrijven moeten hun licenties afstaan en wij zullen dat dan allemaal goedkoper produceren. Als u dat gelooft, dan kent u echt niets van de sector. Meer zelfs, de grote meerderheid van die goedbedoelde voorstellen zou net een omgekeerd effect hebben en onze patiënten beletten om behandelingen te krijgen.
Wat mensen lijken te vergeten, is de versnelling die wij hebben gedaan om nieuwe geneesmiddelen sneller naar de patiënt te brengen. U hebt het voorbeeld gegeven van hepatitis C. Hepatitis C is een ziekte die wij kunnen genezen. Kijk naar de kosten, maar kijk ook naar de vermindering van de maatschappelijke kosten. Die mensen blijven gezond en kunnen aan de slag blijven. Dat is voor u misschien minder belangrijk dan voor hen. Hetzelfde geldt voor hiv en aids, voor sommige kankerpatiënten en voor mensen met een zeldzame spierziekte. Meer en langer leven, maar ook meer levenskwaliteit dankzij de aanwezigheid van een sterke geneesmiddelenindustrie in ons land.
Mevrouw Wouters, het klopt dat het model op zijn grenzen botst. Ik heb dat al verschillende keren gezegd en ik ben daarover al gaan spreken bij de WHO en in Europa. Wij hebben al verschillende hervormingen doorgevoerd en wij moeten daaraan blijven werken.
Mevrouw Jiroflée, u hebt het over het statuut van het weesgeneesmiddel om er munt uit te slaan en over de Italiaanse firma's die daarin kampioen zijn. Ik ben het met u eens dat dit absoluut niet kan, maar het gaat erom dat het EMA, het Europees Geneesmiddelenagentschap, een geneesmiddel dat meer dan 60 jaar oud was, dus buiten licentie, buiten patent, nog het statuut van weesgeneesmiddel heeft gegeven. Daardoor had het een bescherming van tien jaar. Die Italiaanse firma, die er toch wel maffieuze praktijken op nahoudt, heeft alle firma's opgekocht en heeft daarna ook nog alle licenties op de grondstoffen genomen. Wij zijn tot in China gegaan om die grondstoffen te proberen kopen.
Ik heb dit probleem twee keer aangekaart op de EPSCO, en het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten heeft het bij het Europees Geneesmiddelenagentschap aangekaart, maar er is nog geen oplossing op dit moment.
J'ai entrepris des discussions avec des ministres d'autres pays pour agir de concert, de sorte qu'une pression soit exercée sur les autorités européennes.
Il ne s'agit pas de paroles en l'air. Comme vous le savez, j'ai mis en place le système BeneluxA, au sein duquel se déroulent des négociations entre la Belgique, les Pays-Bas, le Grand-Duché de Luxembourg, l'Autriche et l'Irlande, en vue de parvenir ensemble à une politique durable dans le secteur des médicaments destinés à soigner les patients atteints de maladies orphelines. Ce partenariat est bien connu du secteur.
Wij gaan ook na wat wij in ons land kunnen doen. Er wordt gesproken over magistrale bereidingen door een apotheker. Ik heb die maatregel laten opnemen in het meerjarenkader dat wij met de apothekers hebben afgesproken. Wie denkt dat magistrale bereidingen voor alles mogelijk zijn, moet ik teleurstellen. Het is bekend dat de apothekers het al moeilijk hebben om magistrale bereidingen van normale geneesmiddelen te maken. Voor magistrale bereidingen van weesgeneesmiddelen zijn er bovendien nog andere vereisten. Men moet, ten eerste, de grondstof kunnen krijgen. Ten tweede, men moet ook de technieken, de technologie en de expertise daarvoor hebben. Het gaat soms om zeer complexe formules. Er is ook geen oplossing voor levende materialen die in medicatie opgenomen worden.
Cela vaut aussi pour les thérapies cellulaires et géniques.
Het FAGG werkt voort aan een kwaliteitskader daarvoor.
Hoe werkt de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen, waarover reeds veel gezegd werd?
Een firma die een geneesmiddel hier op de markt wil brengen, doet een aanvraag bij de CTG. In de CTG zetelen de ziekenfondsen, een aantal experts en een aantal academici. Zij beslissen over de wetenschappelijke evidentie en dat traject wordt doorlopen. Pas als de CTG oordeelt dat het geneesmiddel onder artikel 81 moet vallen, mag ik onderhandelen. Ik heb vorig jaar 14 beslissingen van de CTG om artikel 81 toe te passen, teruggestuurd. De CTG moet haar verantwoordelijkheid nemen en haar werk doen. Ik heb dat goed gemotiveerd. Dus ik wil geenszins alle geneesmiddelen via artikel 81 toelaten.
In verband met mijn medewerkster, zij is een topexperte in de materie. Zij was gedetacheerd vanuit de overheid. Zij heeft de overstap gemaakt naar de farmaceutische industrie, die haar gerekruteerd heeft, omdat zij vorig jaar zelf voor 300 miljoen aan besparingen heeft gezorgd in de farmaceutische industrie. Men heeft dus geoordeeld dat ze beter aan de kant van de industrie kan staan dan aan de andere kant.
Er wordt nu een heksenjacht georganiseerd ten aanzien van mijn medewerkers. Ik sta garant voor de kwaliteit van mijn medewerkers en zal geen melkboerin aannemen om mijn farmaceutisch beleid uit te tekenen.
06.06 Marco Van Hees (PTB-GO!): Madame la ministre, c'est incroyable! Vous justifiez le conflit d'intérêts. Vous faites un plaidoyer en faveur des firmes pharmaceutiques. Vous êtes parfaitement dans votre rôle.
Vous êtes malheureusement loin d'être la seule à pratiquer le conflit d'intérêts au sein de ce gouvernement. Depuis 2014, les conflits d'intérêts sont multiples. Didier Reynders a comme chef de cabinet une administratrice du holding Ackermans & van Haaren. La ministre Marghem a eu dans son cabinet plusieurs cadres d'Electrabel. L'ancien ministre Steven Vandeput avait un collaborateur qui est parti chez Lockheed Martin, le fabricant du F-35. MM. Jambon et Geens sont liés au secteur diamantaire. Et où se trouvent le premier ministre et deux de ses vice-premiers ministres aujourd'hui? Ils sont à Davos, à la grand-messe du grand capital.
Voilà la réalité de ce gouvernement! Voilà la réalité du système capitaliste! On a affaire à un gouvernement qui est constitué de larbins du grand capital!
06.07 Karin Jiroflée (sp.a): Het model botst op zijn limieten. Daarmee ben ik het helemaal eens, mevrouw de minister. Maar het is uw taak om naar oplossingen te zoeken. Wij hebben vanuit de oppositie een aantal voorstellen gedaan met ons pillenplan, maar u gaat door met niet-transparante afspraken, en wat u ook moge beweren, ook voor die producten die geen meerwaarde betekenen.
Conclusie na de berichtgeving over de Farma Files, de sociale zekerheid wordt met volle snelheid opgelicht door de farma-industrie en de regering laat betijen.
Wanneer zieken te lang thuisblijven, bent u er als de kippen bij om het woord "misbruik" in de mond te nemen en ze verplicht aan het werk te zetten. Twee maten en twee gewichten. Eens te meer twee maten en twee gewichten, nu al vijf jaar lang, mevrouw de minister!
06.08 André Frédéric (PS): Madame la ministre, j'interviendrai brièvement en restant sur le sujet.
En effet, je le répète, ce qui m'intéresse dans la réflexion de ce midi, c'est le patient. Votre réponse n'est évidemment pas satisfaisante. Nous devons nous atteler à réfléchir à une autre politique du médicament, où l'intérêt des patients serait la stricte priorité. Une telle politique n'aurait pas pour priorité les intérêts de l'industrie pharmaceutique. Une telle politique pose des conditions au financement de la recherche, et surtout, rend les médicaments accessibles à tous, y compris aux plus faibles d'entre nous.
J'ai le sentiment, madame la ministre, que cela n'a jamais été vraiment votre préoccupation, ni celle, d'ailleurs, de votre gouvernement et de votre ex-majorité en attente de renouvellement. Je ne veux pas personnaliser le débat. Ce n'est pas l'intérêt des patients qui vous importe. Madame la ministre, vous roulez uniquement pour l'industrie pharmaceutique, et je le regrette profondément.
06.09 Veerle Wouters (Vuye&Wouters): Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord.
Het allerbelangrijkste is dat de patiënt centraal staat. Welke discussie we hier ook voeren, het gaat om de patiënt die geholpen moet worden en die niet in de zak gezet mag worden.
Ik vind het voorstel van de apothekers dan ook een goed idee. U hebt gezegd dat het moeilijk is maar we moeten alles op alles zetten. De grondstoffen moeten op de lijst voor terugbetaling komen zodat zowel de patiënt als de Staat een eerlijke prijs betalen. Dat is belangrijk. We weten immers allemaal dat die apothekers geen winkeljuffrouwen zijn. Zij zijn perfect opgeleid om magistrale bereidingen te maken. U zegt zelf dat we daar misschien nog sterker op moeten inzetten in de opleiding van apothekers.
We hebben heel dringend een oplossing nodig in dit verhaal. Ik vrees dat er anders straks een shutdown komt van een deel van onze sociale zekerheid. Daarvan zal slechts een iemand de dupe zijn, namelijk de patiënt. Dat kunnen we natuurlijk niet tolereren. De graaicultuur van de farmalobby loopt de spuigaten uit en kent geen grenzen. We moeten ingrijpen, want de Staat kan geen geldezeltje blijven spelen. Laten we inzetten op de patiënt.
L'incident est clos.
- mevrouw Meyrem Almaci aan de minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling over "de klimaatbetogingen" (nr. P3358)
- de heer Michel de Lamotte aan de minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling over "de klimaatbetogingen" (nr. P3359)
- de heer Raoul Hedebouw aan de minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling over "de klimaatbetogingen" (nr. P3360)
- mevrouw Sarah Schlitz aan de eerste minister over "de klimaatbetogingen" (nr. P3361)
- Mme Meyrem Almaci à la ministre de l'Énergie, de l'Environnement et du Développement durable, sur "les manifestations en faveur du climat" (n° P3358)
- M. Michel de Lamotte à la ministre de l'Énergie, de l'Environnement et du Développement durable, sur "les manifestations en faveur du climat" (n° P3359)
- M. Raoul Hedebouw à la ministre de l'Énergie, de l'Environnement et du Développement durable, sur "les manifestations en faveur du climat" (n° P3360)
- Mme Sarah Schlitz au premier ministre sur "les manifestations en faveur du climat" (n° P3361)
07.01 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, collega's, in 1988 schreef Etienne Vermeersch het boek De ogen van de panda. Het ging over de milieuproblematiek, vanuit een filosofisch opzicht. Ik was toen nog een studente. Later heb ik ook les van hem gekregen. Vandaag is hij overleden. Vandaag, op een schooldag, gingen ook 35 000 studenten de straat op. Eerst waren zij met 3 000, dan met 14 000, nu met 35 000 jongeren. Zij hebben maar één vraag, een vraag naar meer engagement en een duidelijke klimaatambitie vanuit de politiek.
Als die vraag niet wordt beantwoord, dan zullen zij terugkomen. Terecht, want ons land haalt vandaag geen enkel van zijn engagementen. Wij halen geen enkele van de vooropgestelde klimaatdoelstellingen waaronder wij onze handtekening hebben gezet in Parijs; niet op het vlak van hernieuwbare energie, niet op het vlak van de CO2-uitstoot, niet op het vlak van energiebesparing.
De stem die de jongeren vandaag laten horen en die zij zullen blijven laten horen, is ongelooflijk belangrijk. Blijkbaar is het de enige manier om ernstig genomen te worden. Toen wij in december met 75 000 waren, op de eerste klimaatbetoging, werd hun stem niet gehoord. Zowat daags erna stapte u bijna rechtstreeks vanuit de betoging het vliegtuig in, naar de klimaattop in Katowice, waar bleek dat ons land geen steun gaf aan de ambitieuze klimaatplannen die daar voorlagen.
Beste collega's, de echte klimaatspijbelaars zitten in de regering. De afgelopen jaren hebben zij kans na kans gemist om hun verantwoordelijkheid te nemen. De ecorealisten, dat zijn de jongeren vandaag, dat zijn al die mensen die hun stem laten horen en op straat komen voor meer ambitie. Zondag zullen zij met een veelvoud zijn. Wij zullen mee met hen opstappen.
Het is heel eenvoudig. Het is geen debat meer. Wij weten dat de klimaatverandering een feit is. Wij weten dat de oplossingen er liggen. Wij weten dat de kosten van het nietsdoen vele malen de kosten van het ingrijpen overschrijden. Het is heel duidelijk wat wij moeten doen. Collega Van Hecke heeft het gisteren gezegd: investeer in het openbaar vervoer, investeer in hernieuwbare energie, investeer in een circulaire economie. Het levert jobs op en zorgt ervoor dat wij het klimaat kunnen redden. Het is een absolute win-winsituatie.
Mevrouw de minister, 2019 moet het jaar van de ommekeer worden. Dat vragen de jongeren, dat vraagt de groene fractie, dat hebben u en andere regeringen nagelaten te doen. Zult u eindelijk in actie schieten?
07.02 Michel de Lamotte (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, ce matin, 35 000 jeunes ont défilé dans les rues de Bruxelles, de Liège et à d'autres endroits pour affirmer leur préoccupation pour leur avenir climatique. Moi aussi, je m'inquiète de la planète que je laisserai à mes enfants. Ceux-ci sont des jeunes adultes qui me challengent tous les jours et m'interpellent sur le sujet.
Mais nous, ici, qui sommes-nous et que faisons-nous? Ceux qui siègent sur les bancs du gouvernement nous ont beaucoup parlé, ces derniers jours, de coachs climat, d'un site My2050. Je ne suis pas sûr que cela fasse mouche chez eux. Par contre, ce que tous retiennent – ils m'en parlent –, c'est l'inexplicable pas de côté qui a été fait lorsqu'il a fallu voter les directives européennes sur l'énergie renouvelable et l'efficacité énergétique.
Ce matin, nous avons eu droit à un petit pas de côté, un mea culpa qui, une fois de plus, est venu avec un temps de retard, comme souvent lorsqu'il est question d'environnement.
Du côté des parlementaires, rappelons-nous, il y a un mois, nous avons voté ici une résolution engageant la Belgique à rejoindre les pays les plus ambitieux et à augmenter nos objectifs en matière de réduction des émissions de gaz à effet de serre. Madame la ministre, depuis lors, quelles sont les actions mises en place suite à cette résolution?
Au même endroit, il y a un mois, le premier ministre plaidait pour un plan d'urgence climatique. Il ouvrait les portes. Mais rien, aucune action depuis un mois. Je crois que nul ici n'est dupe. En tout cas, les manifestants qui sont dans la rue ne le sont pas. Ce ne sont pas quelques mots couchés sur le papier qui sauveront le climat. Ce qu'il faut urgemment, c'est une feuille de route avec des mesures concrètes qui nous permettront de tendre ensemble vers ces ambitions que nous nous sommes fixées. Cela implique une série de remises en cause sur des choses bien précises (voitures de société, investissements renforcés à la SNCB, dans les circuits courts, et j'en passe).
Ne nous voilons pas la face: même si notre pays réduisait aujourd'hui ses émissions de gaz à effet de serre de 100 %, cela ne resterait qu'une goutte d'eau à l'échelle du monde. Mais nous devons montrer l'exemple et avoir beaucoup plus d'ambitions concrètes.
En aucun cas ce modèle, s'il est précisé, ne doit être celui de l'accroissement des inégalités. L'objectif n'est pas de maintenir la qualité de vie de ceux qui sont déjà les plus favorisés en faisant peser le poids sur le reste de la population.
Madame la ministre, il y a du boulot. Quel est votre programme pour les trois mois qui restent?
07.03 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Madame la ministre, "on est plus chaud que le climat! On est plus chaud que le climat!"
Avez-vous entendu, madame la ministre? Ils étaient 35 000 à nous dire que vous n'entendiez pas, que vous n'entendiez rien de ce qu'ils avaient à dire. Non, vous n'écoutez pas ce qu'ils ont à dire!
Ze liepen warm voor het klimaat vandaag, met 35 000 in de straten. Vorige week waren ze met 12 500. Ze kwamen u zeggen, mevrouw de minister, dat uw klimaatcoaches helemaal geen oplossing zijn.
Ils ont vraiment pris comme une offense votre proposition d'envoyer des coachs climat, madame la ministre. (…)
Vous allez voir: le combat n'est pas encore terminé!
Madame la ministre, l'ASBL avec laquelle vous travaillez, GoodPlanet Belgium, va envoyer des coachs climat dans les écoles.
Mevrouw de minister werkt met de vzw GoodPlanet Belgium.
Qui sont les partenaires avec lesquels travaille Mme la ministre libérale du Climat? Je vais vous les citer. Il y a tout d'abord Luminus, qui possède des centrales nucléaires en France – des centrales qui bousillent notre planète! Vient ensuite AXA Belgium, le monde bancaire qui engrange du pognon dans les énergies fossiles. Puis, voilà Ikea. Ah! Les grandes multinationales qui détruisent les forêts. C'est donc cela, vos partenaires, madame la ministre? Attendez car j'arrive avec la cerise sur le gâteau!
Het is nog niet gedaan! Een andere partner is Umicore, het bedrijf dat Hoboken totaal heeft vervuild. Het zijn stuk voor stuk multinationals die alleen maar aan geld denken en die onze planeet kapot maken. Dat zijn de partners van de vzw GoodPlanet Belgium, die vandaag de klimaatcoaches opleidt die onze scholen bezoeken. Dit is een schande, collega's! Dat is de reden waarom de jongeren op straat komen. Zij voelen dat jullie meewerken met de multinationals.
Ce matin, madame la ministre, vous étiez invitée par la RTBF. Une jeune fille vous y a posé une question: "Qu'allez-vous entreprendre contre les gros poissons? C'est toujours à cause des citoyens, des petites gens. Il faut venir avec une gourde à l'école, etc." Ce que Mme la ministre a répondu est important, monsieur le président. En effet, elle a appelé les jeunes à dialoguer avec les entreprises pour les aider à devenir plus durables. Vous avez rappelé que les mesures incitant les multinationales à fournir des efforts existaient et avez alors cité l'exemple de la taxe sur les émissions de CO2. Or cette mesure, qui est entrée en vigueur voici cinq ou dix ans, ne fonctionne pas.
07.04 Marie-Christine Marghem, ministre: C'est faux!
07.05 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): C'est pourquoi nous n'avons droit qu'à une réduction de 1 % du CO2, parce que ce marché libéral et cette taxe que l'on va faire voter ici pour faire payer les travailleurs ne fonctionnent pas. Il faut désormais des normes contraignantes. Une question vous est posée par les jeunes, madame la ministre.
Une loi Climat sera-t-elle votée pour imposer des normes, non pas à négocier, mais à appliquer dans les entreprises?
Je suis très curieux d'entendre votre réponse.
07.06 Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, ce matin, j'ai rencontré des milliers de jeunes qui manifestaient pour le climat dans les rues de Bruxelles. Madame la ministre, vous devez savoir que ces jeunes parlent beaucoup de vous, mais malheureusement pas en bien.
En fait, ils en ont marre des excuses. Ce qu'ils attendent, ce sont des actes forts. Il est donc temps d'arrêter de leur expliquer que vous travaillez beaucoup, mais qu'ils ne comprennent pas très bien. Cela ne prend plus! Ces jeunes ne veulent pas de coach climat dans leur école, ils veulent une loi Climat. C'est peut-être dans votre gouvernement qu'il faudrait un coach climat. Ces jeunes ne veulent pas non plus de discussions avec les entreprises. Ce qu'ils attendent, c'est que votre gouvernement interdise aux multinationales de produire du plastique ou du CO2 de façon inutile pour une croissance à tout prix. Vous devez absolument leur imposer d'investir dans les alternatives, si vous voulez que les choses changent.
Madame la ministre, comment comptez-vous répondre aux préoccupations de ces milliers de jeunes pour qu'ils puissent retourner en classe l'esprit serein et éviter qu'ils continuent à manifester toutes les semaines, pendant des mois?
Je vous ai entendue, ce matin, à la radio, évoquer enfin la mise sur pied d'une loi Climat. S'agissait-il de paroles en l'air ou s'agissait-il d'un véritable engagement?
07.07 Marie-Christine Marghem, ministre: Monsieur le président, chers collègues, tout comme vous, j'ai eu l'occasion de rencontrer les jeunes qui sont de plus en plus nombreux à manifester dans les rues.
La rencontre que j'ai eue avec eux, hier, à mon cabinet, a été source d'enseignements précis. En effet, au-delà de ce qu'ils peuvent entendre quant à ce que le gouvernement fédéral et les gouvernements régionaux font dans ce pays, ils veulent, pour leur avenir, une ou plusieurs actions fortes qui montrent que nous sommes radicalement tournés vers la solution qui leur permettra d'envisager un avenir serein. C'est pour cette raison que les ministres régionaux et moi-même avons décidé, à Katowice, de nous réunir de façon très resserrée afin d'améliorer la gouvernance climatique et la convergence de nos politiques. En effet, comme vous l'avez signalé à l'occasion de vos interventions, il y a eu le pataquès du vote négatif de la Belgique sur la directive relative à l'efficacité énergétique et aux énergies renouvelables.
C'est ainsi que, avec Mme Fremault, présidente de la Commission nationale Climat, nous avons décidé de nous réunir très régulièrement. D'une part, nous voulons élaborer ensemble un cadre de gouvernance qui soit plus performant et transparent. D'autre part, nous voulons réfléchir à une agence interfédérale du climat et à une loi Climat. Dans le cadre de la Commission nationale Climat, l'enceinte dans laquelle nous travaillons, cette loi interfédérale Climat viendrait remplacer l'accord de coopération de 2002, qui doit manifestement être réformé. En effet, cet accord de coopération montre que la gouvernance climatique n'est pas suffisante.
J'en viens aux affirmations de M. Hedebouw.
Celui-ci avait bien commencé son intervention et a un peu fléchi vers la fin. Monsieur Hedebouw, les entreprises que vous citez sont des entreprises qui participent, comme vous l'avez dit, au marché ETS. Elles sont pénalisées, dans le cadre de ce marché, par une augmentation significative du prix de la tonne de CO2 qui est passé récemment de 5 à 25 euros. L'argent récolté, puisqu'il y a échange à la bourse européenne, permet au gouvernement de ce pays de financer des politiques climatiques, notamment dans les Régions, en visant l'amélioration de l'efficacité énergétique et le verdissement du transport.
Il est donc très important d'allier, dans la lutte contre le réchauffement climatique, toutes les forces vives. De votre part, cela ne m'étonne certainement pas, mais je suis étonnée que, parfois, on oppose des choses sur lesquelles on devrait travailler de manière convergente.
Je veux parler non seulement des politiques aux différents étages de ce pays, des parlementaires et des politiques participant à l'exécutif, avec la résolution interparlementaire sur le climat qui a été votée le 20 décembre, mais aussi du niveau européen. Il faut encore ajouter les entreprises elles-mêmes qui participent, avec le bras de levier financier qui leur est propre, à différentes actions, notamment dans le verdissement de la production d'énergie. En effet, les entreprises que vous avez citées ont, d'une part, un quota et une évaluation très favorables en matière de reconfiguration de leurs procédés de production. D'autre part, certaines sont également des vecteurs d'installations de production d'énergie propre. Il me semble donc important et cohérent que nous puissions tous travailler ensemble. C'est le but de l'agence interfédérale Climat dont la structure sera destinée à être permanente. Elle confèrera plus de transparence à une gouvernance qui sera davantage mathématique et transcendera les différents gouvernements, afin de répondre à l'urgence climatique.
07.08 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik heb heel goed geluisterd. Ik hoor wat ik eigenlijk al heel lang hoor: veel woorden, beloften, verwijzingen naar werkgroepen, maar nog altijd geen timing, geen hard engagement.
Vijfendertigduizend jongeren zijn vandaag op straat gekomen. Zij hebben geen boodschap aan excuses elke keer opnieuw; zij hebben geen boodschap aan het verwijt, elke keer opnieuw, dat zij hun verantwoordelijkheid niet opnemen, omdat ze op straat komen in plaats van op de schoolbanken te zitten. Zij moeten van alles en nog wat horen van de cynici aan de rechterzijde, die proberen de klimaatopwarming zo lang mogelijk te ontkennen. Zij hebben geen nood aan paternalisme. Zij hebben geen nood aan woorden. Zij hebben nood aan acties. Zij zijn constructief, positief. Zij nemen hun verantwoordelijkheid op, maar het enige wat zij krijgen, is wind; wind in de vorm van woorden en de wind van voren.
Ik herhaal wat ik daar zie en wat hier zo weinig aanwezig is: dat het is het gevoel, niet het gevoel van nu of nooit, maar het gevoel het is nu of nu! Er is geen alternatief. Er is geen planeet B.
Zondag zullen wij er staan, mevrouw de minister, naast hen, opnieuw, tot de sense of urgency niet alleen bij de regeringen doordringt, maar ook in het halfrond, tot iedereen hier samen met ons dezelfde vragen blijft stellen en op dezelfde nagel blijft kloppen: een klimaatwet, nog deze legislatuur. Dat is ook onze verantwoordelijkheid en wij nemen die op. Dat is het enige antwoord, dat wij met opgeheven hoofd kunnen geven aan de jongeren. Daarvoor verwacht ik elke week meer en meer steun, van u allemaal.
07.09 Michel de Lamotte (cdH): Madame la ministre, j'ai rencontré des jeunes lors de la manifestation d'aujourd'hui. Le 3 décembre, j'ai défilé avec plus de 75 000 manifestants. Ils ne veulent plus de promesses, ils veulent des actions. Je vous ai demandé quel était votre programme. Vous m'avez parlé d'actions fortes. Lesquelles? Comment? Dans quel délai? J'attends toujours. Vous m'avez parlé d'un cadre de gouvernance mais est-ce suffisamment fort pour pouvoir aboutir?
Le Parlement s'est prononcé pour un certain nombre de recommandations dans la résolution. Madame la ministre, je vous demandais ce que vous aviez mis en œuvre depuis un mois. Vous êtes tenue à une obligation de résultat dans les trois mois. J'attends que vous puissiez expliquer clairement ce que vous allez proposer.
07.10 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Madame la ministre, vous avez dit ce matin à la radio qu'on était complètement à côté de la plaque pour ce qui s'est passé à Katowice. Vous n'avez pas dit cela en revenant de Pologne mais vous avez changé d'avis suite à la pression de la rue. Vous avez raison car vous vous êtes complètement plantés à Katowice. Cette pression va continuer dans les semaines à venir, sinon vous n'allez rien faire.
Waarom? Omdat u gewoon meegaat met al die multinationals. Wat zegt u ons vandaag? U zegt dat de multinationals die achter uw klimaatcoaches staan, al veel CO2-emissierechten moeten betalen. Dat wil zeggen dat zij nu al slechte leerlingen zijn en zij gaan u nu helpen om de coaching uit te bouwen. Dat is gewoon te gek.
Madame la ministre, j'ai fait mon ten years challenge avec mon ticket de bus. Les jeunes veulent des solutions et se rendent compte que les transports en commun sont de plus en plus chers. Savez-vous combien coûtait un ticket de bus il y a dix ans?
Of het nu bij De Lijn, bij de MIVB of bij de TEC is, weet u hoeveel het tien jaar geleden was? 1,2 euro. Weet u hoeveel dat vandaag kost? 3 euro en dat op tien jaar tijd. Dat is de ten years challenge. Dat is het probleem. Jongeren willen duidelijke oplossingen en politieke wil kan daar iets aan doen. Dat is de reden waarom ze gratis openbaar vervoer willen.
Le transport public gratuit est une solution concrète pour résoudre les problèmes écologiques.
Il existe des solutions concrètes, madame la ministre. Arrêtez votre inertie et prenez en mains les vrais problèmes que représentent ces 300 multinationales qui sont responsables de 40 % de la production de CO2 en Belgique. Qu'on les fasse payer et pas nous!
07.11 Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses qui sont définitivement insatisfaisantes au regard des questions que je vous ai posées.
Une des interpellations qui m'a le plus marquée ce matin est celle de jeunes affirmant: "Vous, vous mourrez de vieillesse et nous, si nous ne faisons rien, nous mourrons du changement climatique". Je pense que c'est exact et ils ont une lucidité extrême. Face à celle-ci, je pense que votre gouvernement n'est pas à la hauteur.
Nous devons prendre nos responsabilités de façon horizontale, à tous les étages de la Maison Belgique et dans toutes les matières. Vous avez évoqué les voitures de société ce matin. Il faut agir en la matière. Pour l'interdiction des pesticides et bien d'autres matières, nous devons lutter de façon transversale contre les changements climatiques.
Nous devons aussi montrer l'exemple et nous positionner en leader sur la scène internationale. Nous en avons les moyens en tant que pays riche. Nous devons prendre nos responsabilités vis-à-vis de ceux qui vivent ailleurs et des générations futures.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Richard Miller au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et européennes, et de la Défense, chargé de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, sur "l'évolution de la situation politique au Venezuela" (n° P3362)
08 Vraag van de heer Richard Miller aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse en Europese Zaken, en van Defensie, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, over "de evolutie van de politieke situatie in Venezuela" (nr. P3362)
Le président: La réponse sera donnée par la ministre de l'Énergie, de l'Environnement et du Développement durable.
08.01 Richard Miller (MR): Monsieur le président, madame la ministre, c'est la première fois que je vous pose une question d'actualité.
En mai 2018, Nicolas Maduro a été réélu à la tête du Venezuela avec près de 67 % des voix, malgré une forte abstention et une dénonciation d'irrégularités de la part de l'opposition. Le 10 janvier 2019, le président avait pris ses fonctions pour un second mandat entraînant les critiques des Européens, de Washington et des pays voisins. Après des mois de contestations et de violences politiques, le président de la Chambre Juan Guaidó s'est autoproclamé président par intérim. Quelle est la base constitutionnelle ou légale de ce changement d'autorité à la tête de l'État? L'opposition est-elle jugée plus crédible malgré ses profondes divisions? Est-elle capable de prendre des mesures fortes (lutte contre l'inflation, sécurité) pour ramener la sérénité dans l'ensemble du pays?
Madame la ministre, un certain nombre d'États – et ceci montre bien la difficulté de ce dossier et les enjeux en matière de sécurité – comme l'Amérique du Nord (Canada) et des États d'Amérique du Sud (l'Argentine, le Chili, la Colombie, le Guatemala, le Panama, etc.) ont soutenu et reconnu ce nouveau président en exercice. Quelle est l'attitude des pays européens? Y aura-t-il une concertation pour une réponse commune? Je pense que la réponse des États européens diffère de la position développée par les pays d'Amérique du Nord et du Sud. Évoque-t-on l'organisation possible et rapide de nouvelles élections qui seraient jugées crédibles mais qui seraient aussi respectueuses de la volonté populaire, de la volonté démocratique du peuple vénézuélien?
Madame la ministre, l'ancien président Maduro s'était également tourné vers la Russie et la Chine. Je ne sais pas s'il avait pris contact avec le PTB. La Russie et la Chine ont développé une attitude différente de celle des États-Unis. Ces pays demandent que le Venezuela ne devienne pas une partie d'échecs de politique étrangère. L'actuel changement politique n'offre-t-il pas une opportunité de réintroduire le Venezuela dans la sphère d'influence des démocraties libérales au sens large?
08.02 Marie-Christine Marghem, ministre: Monsieur le président, monsieur le député, je vous remercie pour votre question qui témoigne d'une connaissance très fine de la situation au Venezuela.
Comme vous le savez, j'ai l'honneur de vous répondre – c'est une première – puisque M. le vice-premier ministre, Didier Reynders, est actuellement à New York où il participe à plusieurs débats au Conseil de sécurité.
Pour ce qui concerne la situation au Venezuela qui est extrêmement délicate mais qui, par ailleurs, est aussi susceptible d'évoluer très vite dans les heures et jours à venir, je me réfère tout d'abord, si vous le permettez, à la déclaration de l'Union européenne faite hier soir. La Belgique soutient pleinement les messages contenus dans cette déclaration notamment l'appel au lancement immédiat d'un processus politique menant à des élections libres et crédibles. La violence excessive utilisée par les forces de sécurité contre la population doit être condamnée. Elle est inacceptable. Nous appelons aussi, en tant que Belgique, à ce que le régime visant à garantir les droits et la sécurité des membres de l'Assemblée nationale et notamment de son président, M. Juan Guaidó, puisse entrer en œuvre. Comme la situation au Venezuela porte atteinte à la stabilité de la région entière – vous l'avez amplement illustré dans votre question –, je tiens à vous dire que la Belgique est en faveur d'un débat au Conseil de sécurité à très très bref délai.
08.03 Richard Miller (MR): Madame la ministre, il est vrai que cette question vient en bout de séance mais cela n'ôte rien à l'importance de ce dossier qui peut prendre une dimension conflictuelle vraiment grave, parce que cela peut mobiliser différents États. Pour les quelque 31 millions de citoyens vénézuéliens, l'enjeu est extrêmement important. Je rappelle qu'en 2017, un million de Vénézuéliens ont quitté le pays en un an, fuyant la famine, la violence, la répression, à tel point qu'en août 2018, le Pérou a dû décréter l'état d'urgence dans trois de ses provinces parce qu'il y avait l'arrivée de plus 4 200 immigrés par jour. Je pense que nous avons intérêt à tirer les leçons de la politique qui a été menée au Venezuela et d'en tirer les conséquences également pour les choix politiques que nous faisons.
Enfin, je souligne, pour ce qui nous concerne et pour ce qui concerne ce dossier, l'importance du fait d'avoir un siège au Conseil de sécurité. Là, nous pouvons marquer la différence et agir dans un dossier d'une telle importance. Je me réjouis qu'après avoir eu ce poste au Conseil de sécurité, notre ministre, M. Reynders soit déjà à pied d'œuvre. Je me réjouis aussi, étant donné que notre pays a adopté le pacte onusien, que nous ayons, dans cette Assemblée de l'ONU, toute l'autorité pour pouvoir faire entendre notre parole. Je vous remercie, madame la ministre.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Sarah Schlitz au ministre de la Mobilité, chargé de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de fer Belges, sur "l'offre de Green Tickets par la SNCB pour les manifestations en faveur du climat des 24 et 27 janvier 2019" (n° P3370)
09 Vraag van mevrouw Sarah Schlitz aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "het Green Ticket van de NMBS voor de klimaatmarsen van 24 en 27 januari 2019" (nr. P3370)
09.01 Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, chers collègues, hier, je lisais le quotidien Metro pendant que j'étais installée dans le train. J'ai failli tomber de ma banquette quand j'ai appris que la SNCB refusait d'octroyer les green tickets (5 euros aller-retour) aux participants de la grande manifestation climatique de ce dimanche. En revanche, sur le site de la SNCB, j'ai pu constater qu'elle proposait des tarifs avantageux pour se rendre au salon de l'Auto!
Ce matin, cela a été dit et répété, 35 000 élèves ont manifesté dans les rues de Bruxelles. Beaucoup d'entre eux sont venus de Wallonie. Cela prouve que le mouvement s'étend bien au-delà de Bruxelles et de la Flandre. Du reste, c'est une fois encore la SNCB qui a joué les trouble-fêtes, en ne prévoyant pas de places supplémentaires dans les trains, alors qu'il était extrêmement facile de prévoir cette augmentation du nombre de voyageurs désireux de se rendre à la manifestation.
Quelque chose me chiffonne dans cette affaire. Je ne comprends pas en effet pourquoi la SNCB ne saisit pas l'occasion de devenir une véritable alliée climatique; elle qui fait pourtant partie de la solution.
Monsieur le ministre, nous nous sommes aperçus que Mme Marghem n'était pas capable de grand-chose. Je vous demande si vous l'êtes de petites choses. Allez-vous prier la SNCB de revoir sa copie et de proposer les green tickets aux manifestants de dimanche?
09.02 François Bellot, ministre: Madame Schlitz, comme vous le savez, la SNCB avait décidé de proposer un green ticket afin que les citoyens puissent se rendre à Bruxelles le 2 décembre, en vue de participer à la Marche pour le climat, et ce dans le contexte de la grande conférence internationale de la COP24 qui s'ouvrait à cette date en Pologne.
Par la même occasion, la SNCB souhaitait s'inscrire dans cet événement de très grande ampleur, en qualité d'acteur belge de la mobilité de premier plan, qui œuvre chaque jour pour l'environnement en proposant une mobilité verte et durable. En effet, le déplacement ferroviaire consomme dix-huit fois moins de carbone que la voiture.
La SNCB a communiqué hier sur la manifestation de dimanche. Dans sa communication, elle a souligné les différentes options tarifaires avantageuses déjà disponibles pour les personnes qui veulent se rendre à Bruxelles ce dimanche: les billets week-end permettent de bénéficier de 50 % de réduction sur le tarif normal. Les Go Pass pour les jeunes et le Rail Pass, quant à eux, offrent aussi une alternative très bon marché par rapport au billet standard.
La SNCB a donc décidé de ne pas mettre en vente de ticket spécial pour dimanche, tout comme la STIB d'ailleurs. Il s'agit d'une décision opérationnelle de la SNCB. Les collègues m'avaient introduit une demande que j'avais relayée auprès de la SNCB. Il s'agit d'une décision opérationnelle d'elle-même et j'entends la respecter, étant donné que la SNCB est une entreprise publique autonome.
J'insiste sur ce dernier point. On ne peut pas, d'un côté, demander, comme on l'entend souvent en commission dans ce parlement, que le politique évite d'interférer à tout bout de champ dans les décisions opérationnelles quotidiennes de l'entreprise, et de l'autre côté, que le politique impose des décisions purement opérationnelles dans d'autres situations.
Il faut aussi savoir que contrairement à une information qui circule, pour le salon de l'auto, il s'agit d'une B-excursion. Une B-excursion est un accord commercial entre une entreprise commerciale et la SNCB, où chacun s'engage à baisser le tarif normal de 30 %. Ici, le ticket normal peut être diminué de 50 % puisque c'est le week-end.
Je rappelle aussi que la SNCB renforcera son offre de trains, mais bien malin qui peut me dire ici combien de milliers de personnes il y aura dimanche. Si vous avez un chiffre à me citer, je serais bien intéressé. L'offre de trains sera significativement renforcée, la SNCB ajoutera des trains, et des trains à simple étage seront remplacés par des doubles étages, offrant ainsi 50 000 places supplémentaires. Les informations sont déjà disponibles aujourd'hui dans les différentes gares.
J'incite vraiment les uns et les autres à se renseigner sur les offres tarifaires, parce que très souvent, les gens qui se déplacent en train les ignorent, même en dehors du cadre de telles manifestations.
09.03 Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je suis évidemment déçue de votre réponse. Je ne sais pas si vous vous en rendez bien compte, mais un ticket week-end depuis Liège, pour prendre un exemple au hasard, coûte 15,50 euros. Les étudiants, les personnes qui bénéficient du revenu d'intégration, et même une grande partie de la population ne peuvent pas se permettre de débourser autant d'argent pour vous adresser des signaux forts pour que vous fassiez votre boulot!
Le signal que la SNCB envoie est très mauvais. Je n'irai pas plus loin.
L'incident est clos.
De voorzitter: Einde van de mondelinge vragen.
10 Comité P - Benoeming van de tweede plaatsvervangers van de Nederlandstalige leden - Tweede oproep tot kandidaten
10 Comité P - Nomination des seconds suppléants des membres néerlandophones - Second appel aux candidats
Overeenkomstig
de beslissing van de plenaire vergadering van 22 november 2018 werd
in het Belgisch Staatsblad van 14 december 2018 een oproep
tot kandidaten bekendgemaakt voor de mandaten van tweede plaatsvervanger van de
Nederlandstalige leden van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten.
Conformément
à la décision de la séance plénière du 22 novembre 2018, un appel aux
candidats a été publié au Moniteur belge du
14 décembre 2018 pour les mandats de second suppléant des membres
néerlandophones du Comité permanent de contrôle des services de police.
Er werden geen kandidaturen ingediend.
Aucune candidature n’a été introduite.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie
van voorzitters van 23 januari 2019 stel ik u voor een tweede oproep
tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken voor de
mandaten van tweede plaatsvervanger van de Nederlandstalige leden van het
Comité P.
Conformément à l’avis de la Conférence des
présidents du 23 janvier 2019, je vous propose de publier au Moniteur belge
un second appel aux candidats pour les mandats de second suppléant des membres
néerlandophones du Comité P.
Geen
bezwaar? (Nee)
Aldus
wordt besloten.
Pas
d'observation? (Non)
Il en sera
ainsi.
11 Verzending van een wetsvoorstel naar een andere commissie
11 Renvoi d'une proposition de loi à une autre commission
Op vraag van de indieners, stel ik u voor het wetsvoorstel (de heer Werner
Janssen en mevrouw Rita Gantois) tot wijziging van de wet van
28 juli 1981 houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake de
internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten,
en van de bijlagen, opgemaakt te Washington op 3 maart 1973, alsmede
tot wijziging van de Overeenkomst, aangenomen te Bonn op 22 juni 1979
en van het koninklijk besluit van 9 april 2003 inzake de bescherming
van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het
desbetreffende handelsverkeer, nr. 3202/1, te verwijzen naar de commissie voor het Bedrijfsleven, het
Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en culturele
Instellingen, de Middenstand en de Landbouw.
À la demande des auteurs, je vous propose de
renvoyer à la commission de l'Économie, de la Politique scientifique, de
l'Éducation, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des
Classes moyennes et de l'Agriculture, la proposition de loi (M. Werner Janssen et Mme Rita
Gantois) modifiant la loi du 28 juillet 1981 portant approbation de
la Convention sur le commerce international des espèces de faune et de flore
sauvages menacées d'extinction, et des Annexes, faites à Washington le
3 mars 1973, ainsi que l'Amendement à la Convention, adopté à Bonn le
22 juin 1979 et l'arrêté royal du 9 avril 2003 relatif à la
protection des espèces de faune et de flore sauvages par le contrôle de leur
commerce, n° 3202/1.
Dit wetsvoorstel werd op
28 juni 2018 verzonden naar de commissie
voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de
nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw.
Cette proposition de loi avait été renvoyée
le 28 juin 2018 à la commission de
l'Économie, de la Politique scientifique, de l'Éducation, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de
l'Agriculture.
Op vraag van bovenvermelde commissie werd
het wetsvoorstel op 20 september 2018 verzonden naar de commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing.
À la demande de la commission susmentionnée la
proposition de loi avait été renvoyée le 20 septembre 2018 à la commission de la Santé publique, de l'Environnement et
du Renouveau de la Société.
Geen
bezwaar? (Nee)
Aldus wordt
besloten.
Pas
d'observation? (Non)
Il en sera
ainsi.
12 Inoverwegingneming van voorstellen
12
Prise en considération de propositions
In de laatst rondgedeelde agenda vindt u een
lijst van voorstellen waarvoor de inoverwegingneming werd gevraagd.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du
jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en
considération est demandée.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 23 januari 2019, stel ik u ook voor in overweging te nemen:
- het wetsvoorstel (de heren Jan Spooren, Benoît Piedboeuf, Eric Van Rompuy, Luk Van Biesen cs) tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de fiscale bepalingen van de jobsdeal, nr. 3482/1;
- het wetsvoorstel (mevrouw Vanessa Matz cs) houdende belastingregels op de winst van bedrijven met een aanmerkelijke digitale aanwezigheid, nr. 3483/1;
- het wetsvoorstel (mevrouw Vanessa Matz cs) houdende invoering van een voorlopige digitaledienstenbelasting (DDB) op de inkomsten uit de levering van bepaalde digitale diensten door de “digitale reuzen”, nr. 3485/1.
Verzonden naar de commissie voor de
Financiën en de Begroting
- het voorstel (mevrouw Véronique Waterschoot en de heer Wouter De Vriendt cs) tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie die ermee wordt belast volledige klaarheid te scheppen aangaande de procedures voor de toekenning van humanitaire visa door België, sinds het aantreden van de heer Theo Francken als staatssecretaris voor Asiel en Migratie, nr. 3484/1.
Verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 23 janvier 2019, je vous propose également de prendre en considération:
- la proposition de loi (MM. Jan Spooren, Benoît Piedboeuf, Eric Van Rompuy, Luk Van Biesen et consorts) modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en ce qui concerne les dispositions fiscales relatives au deal pour l’emploi, n° 3482/1;
- la proposition de loi (Mme Vanessa Matz et consorts) relative aux règles d’imposition des bénéfices des sociétés ayant une présence numérique significative, n° 3483/1;
- la proposition de loi (Mme Vanessa Matz et consorts) relative à la création d’une taxe provisoire (TSN) portant sur les produits générés par certaines activités des géants du numérique, n° 3485/1.
Renvoi à la commission des Finances et du
Budget
- la proposition (Mme Véronique Waterschoot et M. Wouter De Vriendt et consorts) visant à instituer une commission d’enquête parlementaire chargée de faire toute la lumière sur les procédures d’octroi de visas humanitaires par la Belgique depuis l’entrée en fonction du secrétaire d’État à l’asile et la migration Theo Francken, n° 3484/1.
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
12.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zou graag de urgentie vragen voor het wetsvoorstel nr. 3470 van mevrouw Dumery en mezelf met betrekking tot de toegang tot schoolstraten.
De voorzitter: Wij zullen ons op de gebruikelijke wijze uitspreken bij zitten en opstaan over de urgentie.
De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
L'urgence est adoptée par assis et levé.
13 Adoption de l’ordre du jour
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van
de agenda voor de vergadering van donderdag 31 januari 2019.
Nous devons procéder à l’approbation de l’ordre du jour de la séance du jeudi 31 janvier 2019.
Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.
Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.
De vergadering van volgende week zal veel langer duren dan die van vandaag, aangezien er twaalf voorstellen en ontwerpen op de agenda staan.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 31 januari 2019 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 31 janvier 2019 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten om 16.20 uur.
La séance est levée à 16 h 20.
De bijlage is opgenomen in een aparte brochure
met nummer CRIV 54 PLEN 267 bijlage. |
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 54 PLEN 267 annexe. |