Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

Donderdag 4 april 2019

 

Voormiddag

 

______

 

 

du

 

Jeudi 4 avril 2019

 

Matin

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 9.30 uur en voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.

La séance est ouverte à 9 h 30 et présidée par M. Siegfried Bracke.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:

Geen/Aucun.

 

Berichten van verhindering

Excusés

 

Philippe Blanchart, Maya Detiège, Luc Gustin, Barbara Pas, Jan Penris, gezondheidsredenen / raisons de santé;

Sandrine De Crom, met zending / en mission.

 

Federale regering / gouvernement fédéral:

Didier Reynders, NAVO (Washington) / OTAN (Washington).

 

01 Agenda

01 Ordre du jour

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 3 april 2019, stel ik u voor de bespreking van punt 8 in te voegen na de bespreking van de punten 15 en 16:

8. - Wetsvoorstel (de dames Griet Smaers en Leen Dierick, de heren Gautier Calomne en Luk Van Biesen en mevrouw Carina Van Cauter) tot het toegankelijker maken van de rechtsbijstands­verzekering, nrs 3560/1 tot 6.

- Wetsvoorstel (de heren Christian Brotcorne en Benoît Dispa) tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde de verzekeringspremies voor rechtsbijstand fiscaal volledig te kunnen aftrekken, nrs 677/1 tot 3.

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 3 avril 2019, je vous propose d’insérer la discussion du point 8 après la discussion des points 15 et 16:

8. - Proposition de loi (Mmes Griet Smaers et Leen Dierick, MM. Gautier Calomne et Luk Van Biesen et Mme Carina Van Cauter) visant à rendre plus accessible l’assurance protection juridique, nos 3560/1 à 6.

- Proposition de loi (MM. Christian Brotcorne et Benoît Dispa) modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992, visant à permettre la déductibilité totale des primes d’assurances ″protection juridique″, nos 677/1 à 3.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 3 april 2019, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van vandaag in te schrijven:

- het wetsvoorstel (de heren Philippe Pivin en Jean-Jacques Flahaux en de dames Sandrine De Crom en Nele Lijnen) tot wijziging van artikel 25, § 1, van de wet van 27 april 2018 op de politie van de spoorwegen, nrs 3665/1 tot 4.

- het wetsvoorstel (de dames Sonja Becq en Sybille de Coster-Bauchau en de heren David Clarinval en Vincent Van Quickenborne) houdende diverse bepalingen inzake pensioenen, nrs 3577/1 tot 4.

De bespreking van dit laatste punt zal na de mondelinge vragen plaatsvinden.

- het wetsontwerp houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 30 januari 2019 tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten, nr. 3638/1.

- de voorstellen van verklaring tot herziening van de Grondwet, nrs 3708/1 en 2.

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 3 avril 2019, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de ce jour:

- la proposition de loi (MM. Philippe Pivin et Jean-Jacques Flahaux et Mmes Sandrine De Crom et Nele Lijnen) modifiant l’article 25, § 1er, de la loi du 27 avril 2018 sur la police des chemins de fer, nos 3665/1 à 4.

- la proposition de loi (Mmes Sonja Becq et Sybille de Coster-Bauchau et MM. David Clarinval et Vincent Van Quickenborne) portant des dispositions diverses en matière de pension, nos 3577/1 à 4.

La discussion de ce dernier point aura lieu après les questions orales.

- le projet de loi portant assentiment à l’Accord de coopération du 30 janvier 2019 entre l’Etat fédéral, les Communautés et les Régions relatif à la prévention et à la gestion de l’introduction et de la propagation des espèces exotiques envahis­santes, n° 3638/1.

- les propositions de déclaration de révision de la Constitution, nos 3708/1 et 2.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Ik stel u ook voor de bespreking van de dotaties aan bepaalde politieke partijen te laten voorafgaan aan de benoeming van de leden van het kenniscentrum van de Gegevensbeschermings­autoriteit.

Je vous propose également de discuter des dotations à certains partis politiques avant la nomination des membres du centre de connaissances de l’Autorité de protection des données.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

02 Verzending van amendementen naar de commissie

02 Renvoi d'amendements en commission

 

Ik heb amendementen ontvangen op het wetsvoorstel (de heren Damien Thiéry, Hendrik Bogaert, Veli Yüksel en Tim Vandenput) tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de werving en de professionele evaluatie van de militairen, nr. 3608/4.

J'ai reçu des amendements à la proposition de loi (MM. Damien Thiéry, Hendrik Bogaert, Veli Yüksel et Tim Vandenput) modifiant diverses dispositions relatives au recrutement et à l'évaluation professionnelle des militaires, n° 3608/4.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 3 april 2019, stel ik u voor deze amendementen te verzenden naar de commissie voor de Landsverdediging (art. 93, nr. 1, van het Reglement).

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 3 avril 2019, je vous propose de renvoyer ces amendements en commission de la Défense nationale  (art. 93, n° 1, du Règlement).

 

Het wetsvoorstel zal, na bespreking van deze amendementen in commissie, vandaag in plenaire zitting worden behandeld.

La discussion de la proposition de loi sera poursuivie en séance plénière, après examen de ces amendements en commission.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Ik heb amendementen ontvangen:

- op het wetsvoorstel (de heer Werner Janssen en mevrouw Rita Gantois) tot wijziging van de wet van 28 juli 1981 houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten, en van de bijlagen, opgemaakt te Washington op 3 maart 1973, alsmede tot wijziging van de Overeenkomst, aangenomen te Bonn op 22 juni 1979 en van het koninklijk besluit van 9 april 2003 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer, nr. 3202/4 en

- op het wetsvoorstel (de heer Frank Wilrycx, de dames Leen Dierick en Griet Smaers, de heren Damien Thiéry en Benoît Friart) tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt met het oog op het invoeren van een concurrerende inschrijvingsprocedure voor de bouw en exploitatie van productie-installaties in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België, nr. 3581/5.

J'ai reçu des amendements:

- à la proposition de loi (M. Werner Janssen et Mme Rita Gantois) modifiant la loi du 28 juillet 1981 portant approbation de la Convention sur le commerce international des espèces de faune et de flore sauvages menacées d'extinction, et des Annexes, faites à Washington le 3 mars 1973, ainsi que l'Amendement à la Convention, adopté à Bonn le 22 juin 1979 et l'arrêté royal du 9 avril 2003 relatif à la protection des espèces de faune et de flore sauvages par le contrôle de leur commerce, n° 3202/4 et

- à la proposition de loi (M. Frank Wilrycx, Mmes Leen Dierick et Griet Smaers, MM. Damien Thiéry et Benoît Friart) modifiant la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité en vue d'introduire une procédure de mise en concurrence pour la construction et l'exploitation d'installations de production dans les espaces marins sous la juridiction de la Belgique, n° 3581/5.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 3 april 2019, stel ik u voor deze amendementen te verzenden naar de commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de Nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw (art. 93, nr. 1, van het Reglement).

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 3 avril 2019, je vous propose de renvoyer ces amendements en commission de l'Economie, de la Politique scientifique, de l'Education, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture (art. 93, n° 1, du Règlement).

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

03 Technische verbetering

03 Correction technique

 

Bij e-mail van 2 april 2019 vraagt de vice-eersteminister en minister van Financiën en Ontwikkelings­samen­werking om een technische verbetering te willen aanbrengen aan het wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde teneinde schenkingen van niet-voedingsmiddelen aan de meest behoeftigen van btw vrij te stellen.

Par courriel du 2 avril 2019, le vice-premier ministre et ministre des Finances et de la Coopération au développement demande d’apporter une correction technique au projet de loi modifiant le Code de la taxe sur la valeur ajoutée en vue d'exempter de la TVA les dons de biens non alimentaires aux plus démunis.

 

Het wetsontwerp werd aangenomen in de plenaire vergadering van 28 maart 2019, nr. 3559/5.

Le projet de loi a été adopté lors de la séance plénière du 28 mars 2019, n° 3559/5.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 3 april 2019, stel ik u voor hiermede in te stemmen.

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 3 avril 2019, je vous propose d’approuver cette demande.

 

Een corrigendum met de technische verbetering zal op de webstek van de Kamer worden bekendgemaakt, nr. 3559/6.

Un corrigendum avec la correction technique sera publié sur le site web de la Chambre, n° 3559/6.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Wetsontwerpen en voorstellen

Projets de loi et propositions

 

04 Wetsvoorstel houdende diverse fiscale bepalingen en tot wijziging van artikel 1, § 1ter, van de wet van 5 april 1955 (3528/1-9)

04 Proposition de loi portant des dispositions fiscales diverses et modifiant l'article 1er, § 1ter, de la loi du 5 avril 1955 (3528/1-9)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Luk Van Biesen, David Clarinval, Roel Deseyn, Peter Dedecker, Dirk Van Mechelen, Eric Van Rompuy, Benoît Piedboeuf, Rita Gantois.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De heer Calomne, rapporteur, verwijst naar zijn schriftelijk verslag.

 

04.01  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, aurons-nous l'honneur de bénéficier de la présence du ministre pour cette discussion? Si elle ne présente pas de contenu politique majeur, il me semble néanmoins que, par principe, un membre de l'exécutif doit être là pour répondre aux éventuelles questions des collègues.

 

Le président: Monsieur Gilkinet, comme indiqué hier en Conférence des présidents, le ministre compétent, M. De Croo, est excusé. Il a été précisé qu'il serait remplacé par le ministre De Backer.

 

Comme vous, je constate que ce dernier n'est pas là. Je demande donc aux services de l'appeler afin qu'il nous rejoigne aussi rapidement que possible.

 

04.02  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik zal u niet vervelen met een bloemlezing van de verschillende mooie artikelen in een wet houdende diverse bepalingen, maar ik wil wel graag twee korte punten daarin onderstrepen.

 

Het gaat om twee belangrijke wijzigingen.

 

Via de eerste wijziging lossen wij een essentieel probleem op van de voorbije jaren, met name dat wanneer beursgenoteerde bedrijven hun aandelen opsplitsen of een spin-off creëren, daarop tot voor kort roerende voorheffing werd geheven. De belegger verloor daarop 30 %, ook al kreeg hij er eigenlijk geen opbrengst van. Het aandeel werd immers in twee delen opgesplitst, waarbij de som van beide delen dezelfde waarde had als het oorspronkelijke aandeel. De belegger kreeg geen opbrengst, maar mocht wel 30 % belastingen betalen, wat uiteraard niet zo fijn was. Dit euvel wordt via dit voorstel rechtgezet. In het verleden is zo'n opsplitsing een aantal keren gebeurd. Ik denk bijvoorbeeld aan de afsplitsing van Osram van Siemens, Verizon Communications van Vodafone, Kraft van Altria en, recenter, Google dat zijn aandelen opsplitste. Wie een A- en B- aandeel had, kreeg een C-aandeel. Men werd daarop achteraf niet meer belast, maar de rechts­zeker­heid was er niet op voorhand. Veel beleggers hebben hun aandeel op voorhand verkocht en nadien teruggekocht om de belastingheffing van 30 % te vermijden. Via deze wijziging zullen wij dergelijke toestanden voorkomen, zodat beleggers daarop geen belasting meer moeten betalen.

 

Een tweede belangrijk punt dat ik graag onder­streep, is de versterking van de economische groei en de sociale cohesie. In de relancewet werd een lastenverlaging voor de bedrijven uit de bouwsector goedgekeurd. Dat was een heel belangrijke lastenverlaging die voor jobcreatie zou zorgen. Helaas werd het indexeringsmechanisme van de niet-gedeeltelijke doorstroming van de bedrijfsvoorheffing niet correct doorgevoerd. Daardoor kon die maatregel niet in werking treden en zou men een veel te hoog minimumloon moeten betalen. Ook dat wordt nu rechtgezet, waardoor wij de jobcreatie ten volle kunnen versterken. Ik neem aan dat dit ook tot uw groot plezier is, mevrouw Temmerman.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3528/9)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3528/9)

 

Het wetsvoorstel telt 56 artikelen.

La proposition de loi compte 56 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 56 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 56 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

05 Wetsvoorstel tot instelling van een verlaagd btw-tarief bij de aankoop van fietsen en elektrische fietsen (3135/1-6)

- Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, met het oog op de toekenning van een belastingvermindering voor de aankoop van een fiets of een elektrische fiets (3206/1-2)

05 Proposition de loi instaurant un taux de TVA réduit pour les bicyclettes et bicyclettes électriques (3135/1-6)

- Proposition de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992, visant à accorder une réduction d'impôt à l'achat d'une bicyclette ou d'une bicyclette électrique (3206/1-2)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

- 3135: Laurent Devin, Gwenaëlle Grovonius, Karine Lalieux, Frédéric Daerden, Ahmed Laaouej

- 3206: Laurent Devin, Karine Lalieux, Gwenaëlle Grovonius.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Les rapporteurs, MM. Calomne et Gilkinet, se réfèrent au rapport écrit.

 

05.01  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, en tant qu'écologistes, nous ne pouvons que nous réjouir de la perspective d'une mesure qui favorise l'achat et donc l'utilisation des vélos, avec la perspective d'une diminution de la TVA proposée par les collègues du Parti Socialiste que je remercie, même s'il y a des vélos de toutes les sortes et de tous les prix.

 

Depuis l'annonce de l'adoption de cette mesure, de nombreux citoyens m'ont contacté pour savoir quand elle sera effective et s'ils devaient retarder l'achat de leur vélo. J'ai effectivement dû leur dire que cette diminution de la TVA doit recueillir l'accord de la Commission européenne, qu'elle est donc conditionnée à un feu vert de l'Europe. C'est prévu comme tel dans le texte après amendements. On verra bien ce qu'il en adviendra et si cette intention peut se traduire dans les faits.

 

Mais l'Europe doit, tout comme nous, être cohérente. Nous sommes engagés dans une lutte sans merci pour sauver la planète, éviter un réchauffement de celle-ci de plus de 1,5 °C ou de 2 °C qui aurait des conséquences énormes. Pour cela, il faut diminuer le nombre de kilomètres parcourus en voiture et donc favoriser des modes de mobilité alternatifs dont le vélo.

 

Monsieur Van Rompuy, il est clair que cette mesure aura un coût pour les finances publiques, comme d'autres mesures qui seront examinées aujourd'hui et que vous pointez justement pour leur impact budgétaire, mais en matière climatique, le coût de l'inaction sera encore beaucoup plus élevé que des mesures qui doivent encourager et soutenir nos concitoyens à choisir, par exemple, d'autres modes de mobilité moins polluants, d'isoler leur maison ou de soutenir les énergies renouvelables. C'est la raison pour laquelle, s'agissant d'une diminution du coût de l'achat des vélos via un abaissement de la TVA, nous soutenons cette proposition de loi avec enthousiasme.

 

05.02  Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, als liberale partij stellen wij ons uiteraard positief op ten overstaan van elke mogelijke verlaging van de belastingen, dus zeker ook hier wat betreft de btw op de aankoop van elektrische fietsen. Wij hebben dat voorstel ook in de commissie gesteund.

 

Er was een amendement van de heren Laaouej en Devin om het voorstel nu goed te keuren, maar het pas te laten ingaan na de goedkeuring door Europa. Dat was duidelijk een PS-amendement, na de interventie van mevrouw Smaers in de commissie. Wij hebben toen opgemerkt dat dit eigenlijk de omgekeerde manier van werken is. Normaal gezien bekijkt men eerst of een btw-verlaging mogelijk is. U moet weten, collega's, dat het verlagen van een btw-tarief niet altijd evident is. Men kan dat niet zomaar doorvoeren. Europa heeft een aantal tabellen met vorken waarbinnen de lidstaten mogen opereren voor het verlaagde tarief, het gewone tarief of het verhoogde tarief. Men moet dus telkens de toetsing maken of een dergelijke btw-verlaging voor Europa mogelijk is.

 

U zult zeggen dat wij voor andere voorstellen die zijn goedgekeurd die toetsing ook niet gedaan hebben. Wij hebben dat inderdaad niet gedaan, maar alleen omdat bepaalde landen die toetsing al hadden gevraagd. Ik neem het voorbeeld van de digitale prints, dat straks ook op de agenda staat. Daar stellen wij de btw-voet voor de gedrukte versie van een publicatie op hetzelfde niveau als de digitale versie ervan. Europa was al vragende partij om die twee tarieven op elkaar af te stemmen en had daartoe de opdracht gegeven.

 

Hier, in dit geval, gaat het echter om een nieuwe handelswijze die onze commissie aankleeft. Wij kunnen het voorstel nu aannemen, maar wij kunnen de sector niet zeggen wanneer de verlaging zal ingaan, en of ze wel ooit zal ingaan, doordat we afhankelijk zijn van de goedkeuring door Europa. Ik heb in de commissie al opgemerkt dat dit een incident creëert.

 

Voor de handelaars van de fietsensector is het momenteel een piekperiode. Het zal misschien verwonderen dat ik dit als liberaal zeg, maar het is in goede families een traditie dat de meter of de peter bij een vormselfeest, of iemand van de familie bij een lentefeest, een fiets aanbiedt aan de kinderen. Ik geef dit maar mee om aan te tonen dat de fietsensector in de maanden april en mei zijn grootste omzet draait. De voorraden daarvoor zijn reeds aangelegd.

 

Terecht leest men vandaag in een aantal kranten dat men deze maatregel vreest. De particulieren en de bedrijven die het woon-werkverkeer willen stimuleren, zullen misschien even willen wachten op Europa, want het gaat toch over een verschil van 15 %. Het kan drie, zes tot negen maanden duren vooraleer wij daarover een definitief uitsluitsel krijgen van Europa. Wij hebben er in de commissie reeds voor gewaarschuwd dat dit probleem zou kunnen rijzen op de markt. Dat wordt vandaag in verscheidene kranten ook aangehaald.

 

Collega's, om die reden hebben wij enig voor­behoud gemaakt. Wij zijn uiteraard voorstander van de goedkeuring van de btw-verlaging voor elektrische fietsen. De werkwijze die wij gehanteerd hebben in de commissie, is echter de omgekeerde werkwijze. Eerst is er de goedkeuring in de plenaire vergadering en daarna vragen wij de goedkeuring aan Europa, met alle gevolgen van dien. Wij vinden de koppeling van deze twee een gevaarlijk instrument en het legt op dit ogenblik eigenlijk de sector lam.

 

U hebt het vandaag in De Standaard kunnen lezen, persoonlijk heb ik er vertrouwen in dat Europa dit zal goedkeuren. U weet dat woon-werkverkeer met alternatieven voor de wagen moet worden gestimuleerd en dat de fiets het gezondste of meest aangewezen alternatief is. Het lijkt mij dan ook logisch dat Europa het licht op groen zal zetten om de mensen te stimuleren om een elektrische fiets of een comfortabele fiets te kopen.

 

Ik ben het dus niet eens met de sector, die zegt dat dit fake news is. Volgens mij zal Europa dit wel goedkeuren, mits een goede motivering. Nu evenwel gaan wij het omgekeerde krijgen. Er moet na de goedkeuring een reactie van Europa komen, dat zal poneren dat dit niet de werkwijze is die parlementen moeten hanteren, met eerst een goedkeuring onder voorwaarden, waarna Europa niets anders meer kan doen dan ja of neen zeggen.

 

In principe zullen wij de toetsing van Europa kunnen doorstaan, daar heb ik vertrouwen in. Ik vrees echter dat de huidige werkwijze om het nog vlug deze legislatuur erdoor te duwen – zonder gevolg voor de markt, want laten wij eerlijk zijn, er zal vóór het einde van het seizoen geen oplossing vanuit Europa komen – alleen maar vertragend zal werken voor de sector en het omgekeerde effect zal hebben van hetgeen deze wet beoogt, met name: zoveel mogelijk mensen op de fiets krijgen, als alternatief woon-werkverkeer, als alternatief voor de bedrijfswagens. Dat is de essentie van mijn betoog.

 

Ik herhaal dat wij voorstander zijn, maar wij willen wel rekening houden met de kritiek dat het voorstel eerst hier goedgekeurd wordt en dat het pas daarna bij Europa aangemeld wordt. Zo laat men de ingangsdatum afhangen van de goedkeuring door Europa.

 

05.03  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, het voordeel van een bespreking in twee stappen, eerst in de commissie, daarna in de plenaire vergadering, is dat men de tijd en ruimte krijgt om er nog een tweede keer over te reflecteren. Ik wil van die mogelijkheid dan ook graag gebruik­maken.

 

Onze fractie wil haar excuses aanbieden, omdat ik meen dat wij in de commissie iets fouts goed­gekeurd hebben. Ik bedoel niet dat de intentie fout is, allesbehalve zelfs, want het doorvoeren van de lastenverlaging is een zeer lovend initiatief. U zult in ons altijd een partner vinden om lasten­verlagingen door te voeren, zeker als die een toegevoegde waarde hebben op het vlak van stimulering, jobcreatie, ecologie en duurzame mobiliteit, want dat zijn uiteraard zeer goede zaken.

 

Wij hebben in de commissie echter een aantal opmerkingen gemaakt. Ten eerste, over de opportuniteitskeuze. Heel veel van de budgettaire kosten zullen gaan naar de korting op dure racefietsen, terwijl die niets te maken hebben met duurzame mobiliteit. Een elektrische fiets van 2 000 euro is iets anders dan een racefiets van 10 000 euro. Op dat vlak zou een opportuniteits­keuze kunnen worden gemaakt, maar verder is de weg van lastenverlagingen voor ons wel een goede weg. Ten tweede, wij hebben ook de opmerking gemaakt over de noodzakelijke goedkeuring door Europa. Daarop is er een creatieve en legistiek correcte oplossing van collega Laaouej gekomen om de wet maar in werking te laten treden na de goedkeuring door Europa. Collega Van Biesen heeft de techniciteit daarvan correct toegelicht.

 

Niettemin vrees ik bij nader inzien dat er wel een probleem kan rijzen. Ik ben namelijk niet zo optimistisch gestemd als collega Van Biesen over de goedkeuring door Europa. Wij hebben gezien hoelang bijvoorbeeld een wijziging aan de btw-richtlijn geduurd heeft voor de btw op e-boeken, digitale publicaties en digitale nieuwsmedia. Dat is een zeer lange lijdensweg geweest, ook al leek het om een evidente gelijkschakeling te gaan. Die procedure heeft verscheidene jaren geduurd.

 

Ik meen dat de drempel voor dit voorstel nog een stuk hoger ligt. De wijziging van de btw-richtlijn vereist namelijk een initiatief van de Europese Commissie. Het zijn niet de lidstaten of het Parlement die het initiatief nemen, maar wel de Europese Commissie. Zij heeft het initiatiefrecht op dat vlak. Daarna moeten alle 27 EU-lidstaten ermee instemmen. Als de Commissie geen initiatief neemt, dan komt die wijziging er niet. Als een lidstaat zich verzet, dan komt die wijziging er niet. Sta mij dus toe om iets sceptischer te zijn dan collega Van Biesen wat de potentiële goedkeuring door Europa betreft.

 

Wat is dan het mogelijke effect? U ziet de weerslag van het voorstel in de pers: er is sprake van aankondigingspolitiek. Er wordt een lasten­verlaging aangekondigd, die er misschien later komt, of die er misschien helemaal niet komt. Dat is een beetje zoals waar economen steeds voor vrezen, wanneer ze het hebben over deflatie: het uitstelgedrag. Wanneer mensen verwachten dat hun geld later meer waard zal zijn, dat ze later meer waar zullen krijgen voor hetzelfde geld, dat ze later een goedkopere fiets kunnen kopen, dan stellen ze hun aankoop uit. Dat zou een zeer negatieve impact kunnen hebben op de sector en niet bevorderlijk zijn voor de aankoop van elektrische fietsen en duurzame mobiliteit.

 

Daarom vraag ik het voorstel opnieuw naar de commissie te verzenden voor bijkomende reflectie hierover. Zo niet zal onze fractie het voorstel niet steunen, niet omdat wij niet akkoord gaan met een effectieve belastingverlaging, wel omdat wij vrezen voor het onbedoelde, negatieve effect op de fietsenverkoop. Dat is dan in tegenstrijd met het terechte doel van de initiatiefnemers van het voorstel. Best doen we er alles aan om de communicatie zeer duidelijk te stellen.

 

De voorzitter: Mijnheer Dedecker, ik hoor dat u de verzending van het voorstel naar de commissie vraagt. Hebt u daarvoor een amendement of kunt u daarvoor een artikel aanwijzen? Ik zou graag hebben dat u zich even beraadt over de technische weg om de terugzending aan de vergadering te kunnen vragen.

 

05.04  Eric Van Rompuy (CD&V): Collega's, wij hebben het voorstel in de commissie voor de Financiën van de Kamer unaniem goedgekeurd. Dat is niet op één vergadering gebeurd; we hebben daar twee vergaderingen over gehouden. Er zijn allerhande argumenten pro gegeven, onder andere naar aanleiding van een amendement dat vraagt om de goedkeuring van Europa af te wachten, wat een effect op korte termijn op de verkoop kan hebben.

 

Ik heb gisteren de pers gelezen en uiteenlopende reacties gemerkt. Sommige fietshandelaars zeggen dat ze een enorme voorraad hebben en dat mensen nu zullen wachten met de aankoop, terwijl ze niet weten hoe lang ze zullen moeten wachten. Andere fietshandelaars zeggen dat iemand die in de lente een nieuwe fiets wil kopen, geen maanden op een btw-verlaging wacht om dan 15 % minder te betalen. Als consumenten een fiets willen kopen voor een plechtige communie, dan zullen ze geen anderhalf jaar wachten op een mogelijke btw-verlaging. Zo werkt dat natuurlijk niet. Ik vind dat dus geen valabel argument.

 

Ten tweede, iedereen heeft het over het milieu. Kijk maar naar de klimaatbetogingen, die een andere mobiliteit voorstaan. De elektrische fiets wordt nu op alle mogelijke manieren gepromoot. Zelfs Lucien Van Impe zegt dat hij liever met een elektrische fiets rijdt dan met een gewone. Het fietsgebruik wordt nu, terecht, gestimuleerd. Fietsen worden echter steeds duurder en de btw-verlaging kan dus een positief effect sorteren. Op dat vlak is er een democratisch aspect.

 

De heer Dedecker wierp op dat sommige elektrische fietsen 10 000 euro en meer kosten, waarop de btw-verlaging ook van toepassing zal zijn. Dat is natuurlijk altijd zo met de btw, men kan daar geen inkomensvoorwaarden aan koppelen.

 

Onze fractie zal de verlaging blijven steunen. Ik vind dat men daar consequent in moet zijn. Kranten­artikelen over het Parlement, dat maar liefst 160 miljoen zou uitgeven en sinterklaas zou spelen, storen mij.

 

Mijnheer Calvo, we zullen hier niet over het budget beginnen. U kunt dat allemaal financieren met uw belastingverhoging van 8 miljard, dat is perfect mogelijk, nietwaar? En als dat niet kan, zullen wij dan maar groen geld drukken. Waarom niet? De helikopter vliegt over België en strooit zakjes met groen geld uit om de klimaatmaatregelen te betalen. Alle gekheid op een stokje, laten wij die discussie niet beginnen, mijnheer Calvo. (Protest van de heer Calvo)

 

Mijnheer Calvo, u hoeft niet van thema te veran­deren. Dat is uw tactiek. Het groene geld kan dienen om de btw-verlaging te financieren. Waarom niet? Voor mij is dat goed. Er hoeft geen geld te worden gedrukt om de verlaging te finan­cieren. De maatregel is perfect mogelijk zonder dat iemand er hinder van ondervindt.

 

Er is vandaag een optelsom gemaakt. Of de btw-verlaging 60 miljoen euro kost, weet ik niet. Ze kan immers ook een gedragswijziging met zich brengen. De mensen zullen misschien nog meer fietsen kopen en de verlaging zal dus misschien meer opbrengen. Het is vaak niet zo dat een verlaging minder opbrengt. Dat is trouwens een liberale stelling. De liberale stelling is dat hoe minder belastingen er zijn, hoe meer de mensen zullen consumeren en hoe meer een en ander zal opbrengen. Het zal dus allemaal zichzelf terugbetalen. Ik heb die stelling zelfs gisteren nog gelezen. De partijvoorzitter van Open Vld en de vice-eersteminister, de heer De Croo, stellen belastingverlagingen in het vooruitzicht die zichzelf helemaal zullen terugbetalen. De heer Van Mechelen gaf daarbij één goed voorbeeld, namelijk de registratierechten. Voor andere zaken kan dat echter niet.

 

Het Parlement is niet onverantwoordelijk. Wij zijn, alles bij elkaar geteld, in de commissie voor de Financiën – ik spreek nu heel ruim, namelijk met inbegrip van verschillende dossiers, zoals de rechtsbijstand, het Alimentatiefonds en de erfpacht, waarop mag worden gebouwd – misschien aan 100 miljoen euro gekomen, hoewel nu van 160 miljoen euro wordt gesproken.

 

Wie in de regering kan ons hier echter de les komen spellen over het feit dat wij wetsvoorstellen voor 100 miljoen euro zouden goedkeuren, terwijl de Hoge Raad van Financiën stelt dat in 2019 het tekort 8,5 miljard euro zal bedragen?

 

Mijnheer Dewael, alle beetjes helpen. Hier in het Parlement heeft de commissie voor de Financiën geen lessen over budgettaire tekorten te ontvangen. In 2021 zal immers zelfs 11 miljard euro nodig zijn, om het begrotingsevenwicht te bereiken.

 

Hoe kan men dan beginnen te chicaneren, zoals ik het noem, over bepaalde maatregelen, waarvan eigenlijk nog niet is geweten wat de kostprijs is en waarvan de maatschappelijke relevantie groot is? Wij hebben een paar weken geleden de btw op de planten verlaagd; dat was een voorstel van mevrouw Gantois en mevrouw Muylle. Die verlaging kost 29 miljoen euro. Ook Open Vld heeft dat voorstel goedgekeurd. Zullen wij ook die verlaging opnieuw in de commissie bespreken? Het voorstel is hier in het Parlement al unaniem goedgekeurd, zonder dat er veel bezwaren tegen zijn geuit.

 

Als het Parlement iets doet, zijn wij zogezegd onverant­woordelijk maar als de regering bepaalde maatregelen neemt… Wij hebben hier de taxshift voor 8 miljard goedgekeurd, zonder te weten hoe de compensaties in elkaar zaten. Ja, ik heb dat goedgekeurd. Ja, we hebben de belasting­verlaging goedgekeurd. We hebben ook een aantal compensaties goedgekeurd, maar die zijn er nooit gekomen. Er waren ook een aantal besparingen, maar dat debat ga ik hier nu niet voeren. Onze fractie heeft in de commissie zaken goedgekeurd. Wij zullen ons aan ons woord houden. Er zijn ook andere voorstellen die misschien minder in onze lijn liggen, maar dat hebben wij ook goedgekeurd.

 

Luk Van Biesen wordt de recordhouder van de wetgeving in dit Parlement. Hij heeft met de heer Piedboeuf zeker acht tot negen wetsontwerpen in de commissie ingediend en die zijn goedgekeurd en die hebben ook een kostprijs. Daar spreekt men niet over omdat dit van de regering komt. Daar zou ik toch willen pleiten voor enige consistentie.

 

Mijnheer de voorzitter, dit opnieuw verwijzen naar de commissie? Dan kunnen wij alles verwijzen naar de commissie. Het zal niet de mogelijke 59 miljoen euro zijn, ik ben ervan overtuigd dat het veel minder zal zijn, die de budgetten zal doen ontsporen.

 

Men wijst ons op onverantwoordelijkheid, terwijl er in dit land budgettaire tekorten zijn, mijnheer Dewael. U zult in de volgende legislatuur nog in dit Parlement zetelen. U zal dan wat meer moeten vinden dan 100 miljoen euro om het begrotings­evenwicht te realiseren.

 

U kunt daar mee lachen. U zegt dat wij onverantwoordelijk zijn. Ik neem dat niet. Het btw-voorstel van de fietsen is goed voor het milieu en voor de kleine man, want hij zal minder voor zijn fiets moeten betalen. Ik vind dat werkelijk capituleren voor stemmingmakerij in de media door een sector die momenteel toch booming is.

 

05.05  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer Van Rompuy, alle onvriendelijke zaken die u hebt gezegd over de regering in lopende zaken laat ik voor uw rekening. U geeft veel interviews de laatste dagen. U geeft veel uiteenzettingen, maar mijn moeder zei altijd: wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Het gaat niet op van te zeggen dat het hier maar over een paar tientallen miljoenen gaat, terwijl men in de regering wordt geconfronteerd met een tekort dat men zou hebben veroorzaakt en dat vele miljarden zou belopen. Dat is immers ook een collectieve verantwoordelijkheid, inbegrepen uw partij, die eveneens deel uitmaakt van de regering, mijnheer Van Rompuy.

 

Ten tweede, meen ik dat er een waarschuwing op haar plaats is. Wij hebben nu een regering in lopende zaken omdat er geen regering gevormd kon worden. Het Parlement heeft daardoor een grote vrijheid gekend en heeft er enkele wetten doorgedrukt, waarop wij nog altijd trots mogen zijn. Ik denk dat wij ervoor moeten opletten om zomaar in te gaan op alle voorliggende initiatieven, enkele weken voor de verkiezingen, ongeacht of de kostprijs ervan in de miljoenen dan wel in de tientallen miljoenen loopt.

 

Mijnheer de voorzitter, om die reden denk ik dat het goed is dat de Kamer de activiteiten stilaan stopzet, want anders wordt het een opbod van de ene tegen de andere, wat het Parlement evenmin siert, want dat is volgens mij een verkeerd begrepen onafhankelijkheid.

 

05.06  Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le président, le PTB se réjouit de cette proposition de loi et nous la soutiendrons pleinement.

 

En effet, la réduction de la TVA sur les bicyclettes est une bonne chose, comme précisé dans les développements de la proposition. Les bienfaits sont nombreux: exercice physique utile pour améliorer la santé, réduction des problèmes dus à la congestion routière et bénéfice pour l'environnement. Or, vous savez que le PTB opte de préférence - plutôt que de suivre la voix de la taxation pénalisante en matière d'environnement - pour des mesures positives: favoriser les transports nombreux et gratuits et favoriser l'usage de la bicyclette.

 

Au niveau national, il est vrai que la Wallonie a quelques leçons à apprendre de la Flandre en cette matière, même s'il est vrai que le relief y est peut-être différent; j'en veux pour preuve la situation dans ma propre commune qui ressemble davantage à la Suisse qu'au plat pays.

 

Ce qui est d'autant plus intéressant dans cette proposition de loi, c'est qu'elle suggère également la réduction de la TVA sur les vélos électriques, très bonne alternative peut-être un tout petit peu moins efficiente en termes de santé, mais en ce qui concerne la congestion routière et l'environnement, tout aussi bénéfique que la bicyclette non-électrique.

 

Dans ce cadre-là, le PTB a introduit un amendement. Autant il est bien de réduire la TVA sur l'achat de vélos électriques, autant il faut encore savoir en assurer l'usage. Pour utiliser un vélo électrique de manière efficiente, il doit être chargé. Il faut donc y mettre de l'électricité. Notre amendement vise donc à aussi réduire la TVA sur l'électricité à 6 %. D'une manière générale, outre la discussion relative aux vélos, la TVA à 6 % est une nécessité sociale. La TVA est l'impôt le plus injuste qui soit sur des produits de première nécessité tels que l'électricité: il nous semble qu'il est impératif de la ramener à 6 %.

 

Le PTB a récolté des dizaines de milliers de signatures dans une pétition demandant de ramener la TVA sur l'électricité à 6 %. Il n'est pas normal de payer le même taux de TVA sur le caviar que sur l'électricité, raison pour laquelle nous introduisons cet amendement à une excellente proposition de loi.

 

05.07 Laurent Devin (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, monsieur le secrétaire d'État, chers collègues, temps perdu dans d'interminables embouteillages, pollution de l'air, nuisances sonores … La liste des effets négatifs imputables au recours excessif à la voiture individuelle est longue et connue de tous. Face aux impacts négatifs sur l'environnement, nous devons offrir des alternatives aux citoyens et encourager le recours au vélo et aux transports en commun.

 

Selon la Fédération cycliste européenne, environ 13 % de la population belge utilise quotidiennement un vélo. La popularité du vélo est grandissante sur l'ensemble du pays car le recours au vélo est bon pour la santé et bénéfique pour le climat. Bon pour la santé car la pratique quotidienne d'une activité physique, même modérée, est positive, notamment en termes de prévention et de prise en charge de maladies chroniques telles que les cancers, les maladies cardiovasculaires, le diabète, l'obésité et l'ostéoporose.

 

Cette activité est également bonne pour la santé car elle réduit la pollution atmosphérique. À cet égard, l'Agence européenne pour l'environnement fait régulièrement le bilan de l'exposition de la population européenne aux polluants atmosphériques et dénonce l'influence du transport routier dans l'apparition de maladies graves telles que les maladies cardiaques, les troubles respiratoires et les cancers.

 

Le vélo est bon pour la santé de l'être humain, mais aussi pour celle de la planète, car il permet bien évidemment de réduire les émissions de gaz à effet de serre. Cette réduction est indispensable, sachant que le transport est l'un des points noirs de la politique climatique de notre pays. Les émissions du secteur des transports représentent désormais 22,5 % des émissions totales de la Belgique, alors que cette proportion n'était que de 14,3 % en 1990.

 

Le nombre de véhicules a augmenté de 59 % depuis 1990. Notre pays compte aujourd'hui près de six millions de véhicules. Pour respecter les engagements de la Belgique en matière de climat, il est donc indispensable de limiter les sources de pollution atmosphérique, en menant notamment des politiques de réduction de l'usage de la voiture individuelle et en investissant en faveur d'une mobilité plus écologique. L'utilisation du vélo pour se rendre au travail, par exemple, revient à contribuer au décongestionnement des villes puisque l'usager laisse sa voiture au garage.

 

Pour les petits trajets, le vélo constitue souvent un moyen de transport plus rapide que la voiture. Dans notre pays, les automobilistes perdent chaque jour un temps précieux, coincés dans les embouteillages, tout particulièrement à Bruxelles et Anvers, comme je l'ai évoqué en commission.

 

La trop forte densité de circulation a aussi un impact économique négatif. Les embouteillages récurrents font perdre du temps aux travailleurs et de l'argent aux entreprises. La compétitivité de l'économie belge est affectée.

 

Au regard des défis sanitaires, environnementaux et économiques liés au transport routier, il est donc indispensable pour les pouvoirs publics de promouvoir des alternatives permettant de limiter le recours à la voiture individuelle. Pour cela, il n'y a pas de solution unique. Cela doit passer par de multiples mesures cohérentes prises à tous les niveaux de pouvoir.

 

Mon groupe, bien conscient des nombreux avantages de la pratique du vélo, a décidé de réfléchir à des solutions pour encourager son utilisation. L'une d'elle est la diminution de la TVA sur les vélos, les vélos électriques et Speed Pedelec. Cette idée est défendue depuis de nombreuses années par l'ASBL GRACQ et son pendant flamand Fietsersbond. Ces deux organisations plaident en faveur d'une fiscalité plus juste et incitative envers la bicyclette. Une de leurs priorités est l'abaissement à 6 % du taux de TVA applicable lors de l'achat. Mon groupe estime que cela encouragerait la pratique du vélo et la rendrait socialement plus accessible.

 

Une diminution de 15 % du coût d'achat d'une bicyclette attirera plus de citoyens vers ce moyen de transport efficace et écologique. Cela permettrait également à un plus grand nombre d'avoir accès à des bicyclettes électriques qui sont, certes, coûteuses, mais d'excellentes alternatives à la voiture individuelle pour des courtes ou moyennes distances tout en permettant à un maximum de personnes de poursuivre une activité sportive malgré des moyens physiques diminués.

 

Comme vous le disiez, monsieur Van Hees, cela a peut-être moins d'impact, mais il est fort dans la mesure où cela permet à des personnes ne pratiquant plus le vélo, parce que c'est devenu trop éprouvant, de pouvoir envisager de se remettre en selle.

 

Vous l'aurez compris, ce texte vise donc à diminuer le taux de TVA applicable à 6 % pour l'achat de cycles, de cycles motorisés ou de Speed Pedelec tels que définis dans le règlement général sur la police de la circulation routière, étant entendu que les cycles motorisés et les Speed Pedelec n'entrent en considération que lorsqu'ils sont propulsés de façon électrique.

 

Je voudrais remercier M. Van Rompuy, président de la commission, pour avoir permis un débat constructif où chacun a pu s'exprimer.

 

La commission a évoqué le fait que la TVA est une prérogative de l'Europe. Nous avons donc déposé un amendement qui lie l'entrée en vigueur de ce texte à l'accord de l'Europe de baisser la TVA. Chers collègues, une fois ce texte voté, le gouvernement aura pour mission de négocier avec l'Europe pour obtenir soit une dérogation, soit une modification générale de l'annexe III de la directive TVA qui traite des exceptions au taux normal de TVA.

 

Monsieur le ministre, la balle est à présent dans le camp du gouvernement pour agir au plus vite afin que ce taux réduit soit rapidement d'application.

 

Un deuxième texte est joint à cette proposition de baisser la TVA. Il permet d'octroyer une réduction d'impôt pour l'achat de bicyclettes, de bicyclettes électriques jusqu'à 25 km/h et de Speed Pedelec jusqu'à 45 km/h. Actuellement, une réduction d'impôt est uniquement prévue pour les motocyclettes, tricycles et quadricycles propulsés par un moteur électrique mais elle exclut – et c'est bien dommage – les bicyclettes, les bicyclettes électriques et les Speed Pedelec.

 

Sans remettre en cause la pertinence de ces dispositions, il nous apparaît incohérent de proposer une réduction d'impôt pour les catégories précitées mais d'en exclure les bicyclettes, les bicyclettes électriques et les Speed Pedelec qui sont tout aussi bénéfiques pour l'environnement et la mobilité et dont le prix d'achat peut également s'élever à plusieurs milliers d'euros dans le cas des vélos électriques et des Speed Pedelec.

 

La proposition de loi jointe permet de corriger cette incohérence afin d'encourager un transfert modal de la voiture individuelle vers le vélo. Cette proposition de loi, malheureusement, n'a pas encore pu obtenir l'assentiment des collègues des autres groupes, pour le moment. Ce n'est rien. Nous y reviendrons. En attendant, chers collègues, je suis satisfait du débat lancé sur la pertinence d'un taux de TVA réduit pour les vélos. Je vous remercie de votre apport au débat et au vote qui interviendra aujourd'hui.

 

Ik wens u een mooie Ronde van Vlaanderen. Je vous souhaite un bon Tour des Flandres, dimanche. Je crois que nous serons plusieurs à le regarder. Pour avoir parcouru à deux reprises déjà le Tour des Flandres à vélo, mais en amateur, j'ai vu toutes les inscriptions quand on rentre à Brakel. Je vous souhaite donc beaucoup de plaisir sur les routes du Tour de Flandres si vous y participez samedi. Je vous souhaite beaucoup de plaisir devant votre poste de télévision et dans les côtes flamandes, dimanche.

 

En attendant, les 6 et 7 juillet à Bruxelles et le 8 juillet à Binche, dans la ville dont je suis le bourgmestre, j'espère vous accueillir nombreux pour fêter, tous ensemble, les cent ans du maillot jaune et le cinquantième anniversaire de la première victoire du roi Eddy Merckx à la grande boucle. Chers collègues, vive le vélo!

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3135/5)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3135/5)

 

Het wetsvoorstel telt 4 artikelen.

La proposition de loi compte 4 articles.

 

*  *  *  *  *

Ingediend amendement:

Amendement déposé:

Art. 2/1(n)

  • 4 – Marco Van Hees cs (3135/6)

*  *  *  *  *

 

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

Conclusion de la discussion des articles:

 

Het amendement wordt aangehouden.

L’amendement est réservé.

 

Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 tot 4.

Adoptés article par article: les articles 1 à 4.

*  *  *  *  *

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het aangehouden amendement en over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l’amendement réservé ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

06 Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, houdende opheffing van de sanctie wegens het niet-voldoen aan de voorwaarde betreffende het bedrag van de bezoldiging van de bedrijfsleider (2920/1-7)

06 Proposition de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 supprimant la pénalité en cas de non-conformité à la condition du montant de rémunération de dirigeant (2920/1-7)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Ahmed Laaouej, Frédéric Daerden, Luk Van Biesen, Griet Smaers, Steven Vandeput, Benoît Piedboeuf, Benoît Dispa, Georges Gilkinet, Meyrem Almaci, David Clarinval.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

MM. Piedboeuf et Dispa, rapporteurs, renvoient au rapport écrit.

 

06.01  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, pendant quatre ans, le gouvernement a réformé notre économie en profondeur et la réforme de l'impôt des sociétés est évidemment une de ces réformes importantes. Elle était notamment axée sur les PME, avec une réduction du taux d'imposition à 20 % jusqu'au 100 000 premiers euros. Elle est financée en grande partie par les grandes entreprises puisqu'il fallait un équilibre pour éviter un impact budgétaire important.

 

Dans un premier temps, le gouvernement avait décidé de ne pas porter à 10 % la pénalité qui était prévue. Ici, on la supprime complètement, y compris celle qui était prévue à 5 %. C'est donc une bonne nouvelle pour les dirigeants et pour les PME.

 

Nous nous étions aussi engagés à réaliser une évaluation de cette réforme de l'ISOC pour en connaître l'impact sur l'économie en général, sur les investissements et sur l'emploi. Il faudra faire cette évaluation parce qu'on y avait conditionné la suppression de cette pénalité.

 

Notre groupe s'est rallié à la proposition votée. Il n'est jamais trop tard pour corriger une ligne et nous l'avons fait de concert. Je remercie les collègues qui ont amené ce début de correction. Nous soutiendrons cette proposition.

 

06.02  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, je ne reviendrai pas sur les aspects polémiques qui ont, à certains moments, été très présents lors des débats sur la réforme de l'impôt des sociétés. Nous nous étions étonnés – mais aussi certains dans la majorité – de cette double peine infligée aux PME qui n'allouent pas une rémunération suffisante (45 000 euros) à au moins un de leurs dirigeants. Si elles n'allouent pas une rémunération d'au moins 45 000 euros à charge du résultat imposable, non seulement elles ne se voient pas appliquer le taux réduit – ce qui est déjà un surcroît d'impôt de 5 % – mais elles avaient en plus une pénalité de 5 %. Cela faisait un peu beaucoup.

 

Cette proposition, qui était en réalité d'ordre budgétaire et qui visait à financer le coût de la réduction du taux, était très mal reçue par les PME et leurs représentants, l'Union des classes moyennes en particulier.

 

Au sein de la commission, certains se sont montrés ouverts assez rapidement à une correction. C'est ce que nous avons réussi à faire.

 

Je tiens à remercier l'ensemble des collègues qui ont accepté de poursuivre le débat. Je tiens également à remercier le ministre De Croo, qui a compris l'importance de faire évoluer la position du gouvernement, ainsi que le président de notre commission, qui a rendu possible un débat qui n'était pas facile car un accord avait été pris au sein du gouvernement et au sein de l'ancienne majorité. Il fallait défaire cet accord, ce qui n'est jamais simple, mais le résultat est là.

 

Les PME nous remercient car elles comprennent l'effort fourni collectivement, même s'il faut bien reconnaître que c'est à l'initiative du groupe PS. Il faut aussi rendre justice à la vérité des faits.

 

Beaucoup de PME souffrent encore aujourd'hui d'un problème de trésorerie. Elles ne sont pas toujours capables d'allouer une rémunération de 45 000 euros. 

 

Elles comprennent maintenant que nous sommes attentifs à leur situation, que le législateur n'est pas là pour mettre des bâtons dans les roues du développement économique de ces entreprises qui constituent plus de 67 % de l'emploi en Belgique. 

 

C'est la raison pour laquelle je me réjouis que cette proposition de loi ait pu recueillir un large assentiment au sein de notre commission, comme cela sera sans doute le cas tout à l'heure au sein de notre assemblée.

 

06.03  Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, de heer Laaouej heeft zonet geschetst hoe dit voorstel tot stand kwam na verschillende gesprekken. Toen de maatregel door de regering werd ingevoerd bij de implementatie van de verlaagde tarieven voor de vennootschapsbelasting, bestond de vrees dat kleine ondernemingen, thans zelfstandigen, zich tot vennootschappen zouden omvormen of "vervennoot­schappelijken", zoals men dat noemt in de vakliteratuur. Om tegen te gaan dat er op die wijze minder belasting­inkomsten zouden ontstaan, werd het systeem uitgewerkt waarbij een vennootschap die de minimumbezoldiging van 45 000 euro niet uitkeert aan haar zaakvoerder, door een dubbele belastingsverhoging wordt getroffen. Immers, deze vennootschap kan niet meer genieten van het verlaagd tarief — die maatregel bestond al — maar ze wordt bovendien beboet ten belope van oorspronkelijk 10 %, daarna 5 %.

 

Van bij de aanvang hebben wij ons daartegen verzet, maar aangezien het om een totaalakkoord ging, hebben wij dat in de plenaire vergadering goedgekeurd. Wij hebben daaraan evenwel een duidelijke voorwaarde gekoppeld, met name dat wij de evolutie van de opbrengsten van de vennootschapsbelasting zouden nagaan. Wij hebben echter geconstateerd dat de vennoot­schaps­belasting, althans de graadmeter ervan via de voorafbetalingen door vennootschappen, nog nooit zo hoog is geweest als de voorbije jaren. Dat betekent dus dat er meer winsten gecreëerd worden. Immers, zelfs met een verlaagd tarief krijgt men toch verhoogde voorafbetalingen binnen. De Staat ontvangt dus meer dan of minstens evenveel belastinggeld als in het verleden.

 

De genoemde maatregel was een compen­serende maatregel die na een jaar geëvalueerd zou worden, maar wij hebben de officiële evaluatie van de FOD Financiën niet afgewacht. Aan de hand van de cijfers van de voorafbetalingen van vennootschappen stellen wij vast dat deze slechte, bestraffende maatregel beter kan worden ingetrokken. Een wetsvoorstel van de PS in die zin hebben wij als kapstok gebruikt. Dat wetsvoorstel werd medeondertekend door alle politieke partijen, uitgezonderd de Vlaamse socialisten, die het daarmee blijkbaar niet eens zijn. Dat is echter hun verantwoordelijkheid.

 

Wij hebben voor deze maatregel gepleit. Wij waren er vorig jaar al in geslaagd om de boete van 10 % te verminderen naar 5 %. Vandaag herleiden wij die 5 % naar 0 %, zodat deze uit het wetboek kan worden geschrapt. Wij gaan nog een stapje verder en maken deze maatregel retroactief, vanaf 1 januari 2018. Dat betekent dat bij de huidige aangiften van de vennootschaps­belasting, de zogenaamde Biztax, de programma's zullen moeten worden aangepast omdat men in die programma's al rekening hield met een boete wegens te weinig uitgekeerde bezoldigingen aan zaakvoerders.

 

Ik meen dat wij hiermee, op het einde van deze legislatuur, een van onze slechtste maatregelen terugschroeven. Ik dank dan ook alle collega's voor hun steun aan ons pleidooi voor het wegwerken van deze boete.

 

06.04  Eric Van Rompuy (CD&V): Mijnheer de voorzitter, onze fractie zal dit wetsvoorstel steunen.

 

Bij de bespreking, anderhalf jaar geleden, voelden wij in de commissie aan dat het koppelen van het bedrag van de bezoldiging van de zaakvoerder aan de verlaagde vennootschaps­tarieven voor problemen zou zorgen. Het is ook niet recht­vaardig om kmo's te beboeten door het bedrag van 45 000 euro in de wet te laten staan.

 

Uiteindelijk hebben wij een regeling in twee fasen gevonden. Ik meen dat de aangebrachte correctie noodzakelijk is. Op termijn zal dit boetetarief verdwijnen. De budgettaire kost is moeilijk te ramen, maar sommigen spreken van 20 tot 25 miljoen euro.

 

Ik had het daarnet over de btw voor de fietsen. De vennootschapsbelasting brengt in België 15 miljard euro op. De hervorming van de vennootschapsbelasting van vorig jaar heeft een kostprijs van ongeveer 5 miljard euro.

 

Wij hebben een aantal maatregelen genomen, onder meer in verband met de notionele intrest, maar wij weten op dit ogenblik absoluut niet welk verschil zij zullen maken. Het kan een verschil maken van honderden miljoenen, naargelang de evolutie van de intrest.

 

Men moet alles in perspectief zien. Deze maatregel is een faire maatregel ten opzichte van de kmo's, waar inderdaad een gevaar van "vervennootschappelijking" zou bestaan. Ik meen dat de heer Van Biesen dat ook heeft gezegd. Wij mogen de kmo's niet straffen voor een aantal zaken, zoals de vennootschapstarieven die voor hen werden verlaagd. Volgens mij werd daarvoor nu een goede regeling gevonden en daarin heeft de PS-fractieleider, de heer Laaouej, een groot aandeel. Hij heeft ingezien dat het oorspronkelijk voorstel moest worden gewijzigd wilden wij niet komen tot een regeling die heel nadelig is voor iedereen.

 

Wij zullen dit voorstel goedkeuren. Soms kan een regering fouten maken en kan het Parlement dat herstellen, maar dan moet men het Parlement niet verwijten dat het correcties doorvoert op maatregelen die, onder meer voor de kmo's, zeer onrechtvaardig zijn, en daarbij het budgettair argument gebruiken. De regering heeft anderhalf jaar geleden de vennootschapsbelasting verlaagd voor bijna 5 miljard en de globale opbrengst van de vennootschapsbelasting is 15 miljard. Zowel hier als in de media verkondigen dat wij die maatregel, die een rechtvaardigheidsmaatregel is ten opzichte van de kleine en middelgrote ondernemingen, om budgettaire redenen nemen, dat is het Parlement niet ernstig nemen.

 

Wij zijn verantwoordelijk en proberen maatregelen te nemen die consistent en rechtvaardig zijn en die een budgettaire kostprijs hebben, maar vergeleken met de budgettaire kostprijs van andere maatregelen is deze niet overdreven. Als men in 2021 een budgettair tekort van 11 miljard heeft, dan maakt deze maatregel minder dan 0,3 % uit van wat het budgettair tekort binnen een aantal jaren zou zijn. Laten wij dus alles in het juiste perspectief bekijken.

 

06.05  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, zoals de heer Van Rompuy zegt, moet men alles in perspectief zien. Als we kijken naar de hervorming van de vennootschapsbelasting, was dit een zeer belangrijke, essentiële en nood­zakelijke maatregel.

 

Er wordt soms gesproken over de kostprijs van de hervorming van de vennootschapsbelasting met de verlaging van de tarieven, maar het heeft weinig zin om uitsluitend over die kostprijs te praten, als men geen rekening houdt met de kostprijs van niets doen. Niets doen aan de historische situatie van onze vennootschaps­belasting had ons een veel grotere kostprijs opgeleverd, eenvoudigweg door het gebrek aan competitiviteit, het wegtrekken van onze bedrijven en het gebrek aan nieuwe starters. Daar hebben we toch wel een zeer belangrijke maatregel genomen. Als men ziet wat de hervormingen waren in de buurlanden en de rest van Europa met betrekking tot de vennootschapsbelasting, dan zou de kostprijs van niets doen onnoemelijke keren groter geweest zijn voor het land. Vandaar de noodzaak om de vennootschapsbelasting te hervormen en de tarieven te verlagen.

 

Er was voorzien in een aantal compensaties, onder meer de genoemde notionele-intrestaftrek. Ook dit onderdeel, deze dubbele sanctie voor kmo's die niet voldoen aan de 45 000 euroregel, was ook een vorm van compensatie waarin werd voorzien op vraag van degenen die vrezen voor een te groot budgettair gat. Ik denk dat we daar aan overshooting hebben gedaan. Een dubbele sanctie is gewoon te veel. Dat is geen goede zaak, want zo creëert men rechtsonzekerheid. U weet wat er gebeurt: een kmo of zelfstandige krijgt controle, een aantal uitgaven wordt verworpen, de belastbare winst neemt daardoor toe en men voldoet niet meer aan de regel. Meteen wordt men dan bovenmatig en disproportioneel gesanctio­neerd. Vandaar ook deze herstelmaatregel. Ik ben zeer tevreden dat men hiertoe het initiatief heeft genomen. Wij steunen dit ten volle, dat is de evidentie zelf.

 

Ik weet dat een aantal mensen vreest voor verdere "vervennootschappelijking", maar dat lijkt mij toch een wat overdreven vrees. Aan de ene kant heeft men vandaag een verlaagd tarief van 20 % op de vennootschapsbelasting, plus daarbovenop 30 % roerende voorheffing. Daar tegenover staat 50 % personenbelasting plus nog eens RSZ. Dat is een behoorlijk verschil, als men de twee tegenover elkaar stelt. De oplossing ligt dan natuurlijk niet in het verhogen van de lasten, maar in het verlagen ervan. Vandaar ons pleidooi om in de volgende legislatuur prioritair werk te maken van een hervorming van de personen­belasting. Die ligt te hoog en bestraft werken. Als we daar prioritair werk van maken, kunnen we zo de verdere "vervennootschappelijking" afremmen, prioritair door lasten te verlagen in plaats van ze te verhogen.

 

06.06  Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Monsieur le président, comme d'autres collègues l'ont déjà dit, ce texte que nous allons, j'espère, approuver aujourd'hui, revient sur une partie du débat que nous avions eu lors des discussions au sujet de la réforme de l'impôt des sociétés.

 

Mon groupe Ecolo-Groen avait soutenu le principe de diminuer l'impôt des sociétés tout en simplifiant et supprimant certaines niches fiscales qui ne profitent pas du tout aux PME et aux indépendants. Nous étions en faveur d'une réduction du taux pour les PME et les indépendants en particulier, parce que nous estimons qu'il faut encourager ces entrepreneurs et entrepreneuses qui représentent plus de 67 % de l'emploi en Belgique, mais surtout qui créent de l'emploi qui est ancré chez nous, ancré dans nos régions, contrairement à d'autres groupes qui quittent parfois précipitamment notre pays en laissant des familles entières sur le carreau. C'est rarement le cas en ce qui concerne les PME. Nous leur portons donc une attention particulière.

 

Au moment où les conditions d'accès à ce taux réduit pour les PME avaient été présentées, nous avions directement exprimé les plus grandes réserves. Nous avions d'ailleurs demandé avec d'autres collègues l'audition de l'Union des classes moyennes pour avoir leur avis sur la question. Cette pénalité de 5 %, couplée à l'augmentation de la rémunération minimale pour le dirigeant pour avoir accès à ce taux réduit, nous paraissait tout à fait injuste. Nous nous étions donc, depuis le début, opposés à cette augmentation de la barrière pour accéder à ce taux réduit et aussi à la pénalité qui y était couplée.

 

C'est un exercice très intéressant et je remercie les collègues du groupe socialiste d'avoir déposé un texte de loi pour réparer cette injustice, comme nous l'avons d'ailleurs aussi fait. Concernant la pénalité de 5 %, je pense que c'est tout simplement une question de justice envers ce secteur spécifique des PME et des indépendants que nous souhaitons encourager. C'est avec enthousiasme que nous soutiendrons évidemment ce texte, par ailleurs cosigné par mes collègues, Meyrem Almaci et Georges Gilkinet. 

 

Nous souhaitons également revenir à la rémunération minimum du dirigeant qui était d'application avant la réforme, c'est-à-dire 36 000 euros. Nous avons déposé une proposition de loi en ce sens et j'espère que nous pourrons aussi avancer en la matière, probablement lors de la prochaine législature. C'est un élément important pour nous; mais nous soutenons déjà ce premier pas qui a été fait.

 

Je remercie tous les collègues qui ont soutenu ce texte, surtout ceux et celles de la majorité qui, dans un premier temps, avaient introduit cette pénalité et qui, aujourd'hui, reviennent sur cette mesure injuste. Il faut aussi pouvoir le souligner.

 

06.07  Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le président, chers collègues, le PTB soutiendra cette proposition qui vise à remédier à une sanction que le gouvernement, alors majoritaire, avait imposée aux PME et qui est, du reste, assez révélatrice de la politique libérale en général. Son discours se montre toujours très favorable aux PME, mais les mesures prises se révèlent surtout fort avantageuses pour les multinationales. À ce titre, la réforme de l'impôt des sociétés est exemplaire. Tout d'abord, cette mesure constituait une double peine infligée aux PME, puisque celles qui étaient ainsi sanctionnées allaient payer un taux nominal plus élevé que celui dont s'acquittait une multinationale. Et je ne parle que du taux nominal, puisque le taux effectif visant les grandes sociétés est souvent proche de zéro, alors qu'il est actuellement de 25 % pour les PME. 

 

Le président: Monsieur Van Hees, M. Piedboeuf souhaite vous interrompre.

 

06.08  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, on peut dire beaucoup de choses, mais pas n'importe quoi. Comme je l'ai dit à l'instant, cette réforme de l'impôt des sociétés en faveur des PME est prise en charge à concurrence de 72 % par les grandes entreprises, notamment dans le cadre de la réforme des intérêts notionnels, de l'exécution de la directive ATAD (Anti Tax Avoidance Directive) et de l'instauration d'un impôt sur les bénéfices supérieurs à 1 million d'euros.

 

Bref, on peut raconter ce qu'on veut, mais pas n'importe quoi. Monsieur Van Hees, veuillez relire les textes des débats en commission!

 

06.09 Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le président, M. Piedboeuf aurait peut-être dû attendre avant d'intervenir: j'allais justement démonter tous les arguments qu'il vient d'avancer.

 

Les intérêts notionnels sont en effet modifiés à travers la réforme de l'impôt des sociétés, mais – en raison de la baisse des taux – ils ne représentaient déjà plus rien. L'impôt minimum sur les bénéfices supérieurs à 1 million d'euros relève de la blague, puisque les principales niches de l'impôt des sociétés sont maintenues – telle l'exonération des plus-values et des revenus définitivement taxés. Par conséquent, les multinationales continueront de payer zéro euro d'impôt sur des centaines de millions, voire des milliards de bénéfices.

 

Si l'on analyse le gain de cette réforme de l'impôt des sociétés pour les PME et les multinationales, on voit nettement que ce sont ces dernières qui sont gagnantes. En effet, cette disposition était censée se présenter en deux volets, faisant office de deux plateaux d'une balance. D'un côté, on réduisait le taux nominal de l'impôt; de l'autre, on supprimait les niches fiscales.

 

Les niches fiscales n'ont pas été supprimées, hormis quelques niches marginales. En revanche, les taux ont bien été réduits.

 

Qui a profité de la réduction de ces taux? Pour les PME, le taux est passé de 25 % à 20 %, ce qui correspond à une différence de 5 %. Pour les multinationales, il est question d'un passage de 35 à 25 %, ce qui correspond à une différence de 9 %. La réduction pour les multinationales est pratiquement deux fois plus élevée que celle pour les PME.

 

Il faut également et surtout prendre en considération la manne de cette réduction des taux. Quel est le budget de cette dernière dans la réforme de l'impôt des sociétés? Il est question de presque 5 milliards d'euros en termes de réduction des taux.

 

Sur ces cinq milliards, quel montant profite aux PME et quel montant profite aux grandes sociétés? Plus ou moins 123 millions sont affectés à la réduction des taux pour les PME. Autrement dit, seulement 2,5 % du budget consacré à la baisse des taux bénéficient aux PME profitant d'un taux réduit. Tout le reste, à savoir 97,5 %, est consacré à la réduction des taux pour les grandes sociétés. Dans ces circonstances, qui profite de cette réforme de l'impôt des sociétés?

 

Mais on peut aller plus loin et examiner ce qu'il en est des niches fiscales. Ces dernières n'ont pas été supprimées. Les principales niches fiscales qui profitent aux multinationales, les plus-values, les dividendes qui sont immunisés, vont continuer à profiter aux multinationales. En revanche, une série de PME sont exclues. Ainsi, par exemple, pour ce qui concerne les plus-values sur actions, les conditions ont été revues à la hausse. En effet, on a imposé les conditions pour les revenus définitivement taxés (RDT). Ce faisant, une PME qui réalise une plus-value sur actions et qui n'est pas un grand actionnaire en termes absolus ou relatifs de la société à participations n'aura plus droit à l'immunisation de la plus-value sur actions. Mais les multinationales qui sont de grands actionnaires continuent à avoir droit à l'exonération de la plus-value sur actions. De plus, cette exonération est relevée à 100 %. Il en va de même pour l'immunisation des dividendes via les RDT.

 

Donc, les multinationales vont continuer à bénéficier des niches fiscales qui ont même été étendues. Maintenant, la déduction atteint 100 %. Par conséquent, encore plus de multinationales paieront 0 % d'impôt sur des bénéfices qui se comptent en centaines de millions, voire en milliards d'euros.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2920/7)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2920/7)

 

Het wetsvoorstel telt 9 artikelen.

La proposition de loi compte 9 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 9 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 9 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

07 Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven wat de bepaalde publicaties betreft (3619/1-4)

07 Proposition de loi modifiant l'arrête royal n° 20, du 20 juillet 1970, fixant les taux de la taxe sur la valeur ajoutée et déterminant la répartition des biens et des services selon ces taux en ce qui concerne certaines publications (3619/1-4)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Luk Van Biesen, Dirk Van Mechelen, Benoît Piedboeuf, Gautier Calomne.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De heer Van Peteghem en de heer Laaouej, rapporteurs, verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

De heer Van Biesen heeft het woord in de algemene bespreking.

 

07.01  Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik denk dat we hier inderdaad een btw-anomalie wegwerken.

 

Ik heb daarnet verwezen naar de uiteenzetting van de voorzitter van onze commissie, de heer Van Rompuy, waarbij hij reageerde, en terecht, op een aantal insinuaties alsof wij vandaag zomaar een aantal btw-verlagingen doen om sinterklaas te spelen, om cadeautjes uit te delen. Wij willen hiermee integendeel bepaalde onjuistheden die zijn ontstaan door de evolutie in de tijd wegwerken.

 

Het is duidelijk dat een publicatie van een journalist, hetzij in gedrukte versie, hetzij in digitale versie, op geen enkele wijze een ander tarief zou mogen hebben. Dit is vandaag wel het geval. De gedrukte pers heeft een btw-voet van 0 % en de digitale publicatie heeft een btw-voet van 21 %. Europa heeft hierover opmerkingen gemaakt, met name dat men een eenvormig tarief voor ongeveer dezelfde prestatie moet hebben. Daarom hebben wij, de heren Van Mechelen, Piedboeuf, Calomne en ikzelf, het voorstel ingediend om de btw van een digitale print en een gedrukte print gelijkvorming te maken. Daarom komen wij uit op het laagste tarief. Wij hebben het tarief voor de gedrukte publicatie niet naar 21 % verhoogd. We zijn ingegaan op de suggestie om dit naar 0 % te brengen.

 

Ik denk dat wij hiermee, met het oog op de evolutie, concreter op de bal hebben gespeeld. Wij moeten hiervoor geen aanmelding van Europa krijgen, omdat Europa zelf de suggestie voor een eenvormig tarief doet. Daarnaast zijn ook een aantal andere landen ons vooraf gegaan om de btw-voet op gelijk niveau te brengen.

 

Ik wil wel een oproep doen aan de FOD Financiën om zo snel mogelijk een juiste omschrijving te doen van wat allemaal onder digitale publicaties valt. Er was een open vraag in de commissie of Gopress en Mediargus ook onder de btw-voet van 0 % vallen. Het is duidelijk dat het aan de FOD is om daarover duidelijkheid te creëren in een rondzendbrief of een nota om iedereen zo snel mogelijk op de hoogte te stellen welk btw-tarief zij precies kunnen gebruiken.

 

Ik denk dat wij hier vandaag een btw-anomalie wegwerken en zeker geen sinterklaas proberen te spelen.

 

07.02  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, zoals de heer Van Biesen terecht opmerkt, werken wij inderdaad een anomalie weg. Het is immers gek dat er een verlaagd tarief op papieren publicaties en dus op bedrukte dode bomen van toepassing is, terwijl dat niet het geval is voor de digitale versies, de ecologische weg. De wegwerking van die anomalie is dus eigenlijk ook een ecologische maatregel.

 

Wij hadden het daarnet in de discussie over de btw-verlaging voor fietsen over het moeizame proces om op Europees niveau de mogelijkheid te creëren de btw te verlagen. Ik ben dan ook heel tevreden dat minister Van Overtveldt zich ten volle heeft ingezet om in de Raad van de Europese Unie de weg vrij te maken, zodat de lidstaten volgens de btw-richtlijn een verlaagd tarief of zelfs het noodtarief niet alleen op de papieren maar ook op de digitale media mogen toepassen.

 

Het tarief is ook belangrijk. Dat wil ik even onderstrepen. Het gaat uiteraard over literaire werken alsook over journalistieke werken. Het gaat om een investering in de waarde van onze democratie en in de versterking van de democratie, wat een goede zaak is.

 

Ik zal het nu over de budgettaire kostprijs hebben, om de heer Van Rompuy met een mooie oplijsting te dienen.

 

Het verlaagd tarief versus het 21 %-btw-tarief betekent 164 miljoen euro minderontvangsten voor de overheid. Ten opzichte van het 6%-tarief gaat het om 47 miljoen euro minderinkomsten. Daar komt nog eens 12 miljoen euro bij voor de toepassing van het verlaagd btw-tarief en het nultarief voor digitale media. Met voorliggend voorstel voegen wij dus nog eens 12 miljoen euro bij, wat ten opzichte van de volledige oefening een heel beperkt bedrag is. Niettemin is het totaalplaatje niet mis. Bovenop komt nog eens 170 miljoen euro subsidie per jaar voor de verdeling van papieren kranten via bpost. Dat zet een aantal zaken in perspectief. Wij besteden behalve het bedrag voor het verlaagd btw-tarief op dode bomen ook nog eens 170 miljoen euro aan subsidie voor de verdeling van papieren kranten via bpost, wat ook niet mis is. Ten slotte, is er ook nog het gunstig fiscaal regime voor auteurs­rechten. De roerende voorheffing werd naar 30 % verhoogd, behalve op de auteursrechten. Daarvoor is ze beperkt tot 15 % of 61 200 euro, met zelfs een vrij hoog kostenforfait van 50 %, zodat de facto eigenlijk op het merendeel slechts 7,5 % belastingen worden betaald. Dat is een aanzienlijke tegemoetkoming voor auteurs en voor journalistieke werken.

 

Die totaalcijfers maken duidelijk dat de samen­leving bijzonder veel belastinggeld in onze democratie investeert.

 

07.03  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik sluit mij graag aan bij de basispositie van voorgaande sprekers dat met de voorgestelde tekst een anomalie wordt weggewerkt. Ik ben zelf een fervent lezer, of het nu digitaal is of op papier, dode bomen zoals de collega het noemt. Laten we hopen dat hiervoor niet te veel bomen meer moeten sneuvelen en dat we met andere methoden voort kunnen. Wat ons betreft, creëert men in ieder geval een level playing field en een logische volgende stap, waarvoor wij al lang vragende partij waren. Ik ben dus blij met die stap voorwaarts.

 

U zult echter hebben gemerkt dat wij ook een amendement hebben ingediend. De collega's van sp.a zullen het steunen en iedereen is welkom om het nog te ondertekenen.

 

Gebruikmakend van het debat willen wij namelijk ook de regeling voor de sterilisatie van huiskatten bespreken. Dat is bij ons gekomen na de verkeerd gelopen oefening – ik noem dat zo zonder enige negatieve connotatie overigens – van een overleg tussen GAIA, de drukkingsgroep, en de meerder­heid bij monde van de ministers Van Overtveldt, Reynders, Peeters en De Croo, die principieel voorstander waren van de verlaging van de btw op sterilisatie van katten.

 

Voor degenen die verantwoordelijkheid dragen in steden en gemeenten, is de overpopulatie van katten een zeer groot probleem. In de regio's Brussel, Wallonië en Vlaanderen is er terecht wetgeving goedgekeurd om katten verplicht te laten steriliseren. Zo wil men de problematiek van overbevolking aanpakken.

 

Ons amendement wil aan de terechte verplichting van sterilisatie een extra incentive toevoegen. Ik hoef u er niet aan te herinneren dat ik geen voorstander ben van extra koterijen in onze fiscaliteit. Er was echter na overleg met de drukkingsgroepen een principieel akkoord in de meerderheid. Voorts moeten we vaststellen dat de maatregel er idealiter toe kan leiden dat het probleem binnenkort een heel stuk kleiner zal worden. Die koterij zal zich dus voor een groot deel zelf opheffen. Het betekent dat het een effec­tieve maatregel is, die we nog zouden kunnen nemen voor het einde van deze legislatuur.

 

Als we ervoor willen zorgen dat de regionale wetten inzake sterilisatie ook worden nageleefd, dan is er meer nodig dan sensibilisatie. We moeten de kostprijs van een sterilisatie ook kunnen drukken. We hebben nu dus een unieke kans om via ons amendement het aangegane engagement nog te realiseren. Tegelijkertijd geven wij onze lokale besturen een extra middel om de overpopulatie aan te pakken. Die kost hen immers veel in termen van het vangen, aanpakken en uiteindelijk ook euthanaseren van de dieren.

 

Door de hinderpaal van de kostprijs te vermin­deren, kan de federale overheid de goedgekeurde wetten kracht bijzetten en sneller vooruitgang bieden. Dat lijkt ons een goede optie voor een wettelijk verplichte dienst. Een dergelijke maat­regel lijkt ons breed gedragen gezien het overleg en reeds uitgesproken engagement. Ik hoop dan ook dat wij daarvoor steun kunnen krijgen in de plenaire vergadering.

 

07.04  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, je ferai juste une petite remarque.

 

Dans ce cas-ci, on a procédé dans l'ordre, comme le rappelait mon collègue Van Biesen. Il y a deux ans, nous avions déposé une résolution, qui avait été votée, dans le but de recommander au gouvernement d'intercéder au niveau européen afin d'obtenir cette autorisation d'alignement des taux entre le numérique et le papier. Cette initiative avait été suivie d'effet. Nous aurions dû faire de même pour ce qui concerne les vélos, il est vrai. Finalement, cela a abouti et nous nous en réjouissons. La presse, la lecture, qu'elles soient sur un support papier ou via le numérique, sont des facteurs d'évolution intellectuelle et de culture générale. C'est une très bonne nouvelle et nous sommes impatients de la voir mise en œuvre.

 

07.05  Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, in de commissie hebben wij een evenwicht uitgewerkt over welke maatregelen wij aan de plenaire vergadering zouden voor­leggen en welke wetsvoorstellen wij hier nog zouden kunnen goedkeuren.

 

Wij hebben op geen enkele wijze het amende­ment gekregen dat mevrouw Almaci nu naar voren brengt. Wij hebben uiteraard ook bezoek gekregen van GAIA, zoals iedereen. U weet dat wij er voorstander van zijn het btw-tarief ter zake te verlagen en dat wij er geen enkel probleem mee hebben dat dit op een normale manier wordt toegevoegd aan de agenda, dus enigszins herschreven.

 

Maar laten wij eerlijk zijn, een btw-wijziging op digitale prints koppelen aan de sterilisatie van katten, gaat volgens mij te ver. Men had dit amendement beter eerst samen overlopen met de verschillende fracties om te zien bij welk wets­voorstel dit beter zou passen. Ik vind het betreurenswaardig dat de collega's eenzijdig het akkoord dat wij in de commissie voor de Financiën hebben bereikt, waarbij wij verschillende wets­voorstellen samen zouden bespreken en zoveel mogelijk eenparigheid zouden bereiken, in dit halfrond plotseling omvormen en ons vatten met een voorstel waarmee de meeste partijen het wel eens zijn, maar waarover wij eerst een grondig debat moeten kunnen voeren.

 

Ik betreur de manier waarop hier nu wordt gehandeld. Ik merk dat de commissievoorzitter toekomt. Ik betreur het dat een aantal politieke partijen hier nu een voorstel voorleggen strekkende tot een btw-verlaging voor de sterilisatie van katten.

 

07.06  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik meen dat de bekommernissen van mevrouw Almaci terecht zijn. De bekommernissen van GAIA op dat vlak zijn terecht.

 

Alleen meen ik dat het op dit moment inderdaad niet de goede manier is. Wij hebben net een discussie gevoerd over de btw-verlaging op elektrische fietsen. Men moet heksentoeren uithalen om op Europees niveau de mogelijkheid te krijgen om lokaal te beslissen over een btw-verlaging. Het debat zit vast.

 

De risico's op dat vlak zijn vrij groot. Het voorliggend voorstel voor een btw-verlaging voor digitale media heeft die lijdensweg doorstaan en het volledige traject afgelegd. Het doorstaat de toets. Ik wil dat voorstel absoluut niet hypothekeren door er nu iets aan te koppelen dat die toets nog lang niet doorstaan heeft. De intentie van het voorstel is absoluut nobel, maar, nogmaals, het heeft de toets nog niet doorstaan.

 

Ik wil het voorliggend voorstel absoluut niet hypothekeren. Ik meen dat wij beter een nieuw initiatief nemen, ook al kan dat jammer genoeg pas in de volgende legislatuur behandeld worden.

 

07.07  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik begrijp en respecteer absoluut de opinies van de collega's. Wel moet ik eerlijkheidshalve zeggen dat ik pas vorige week op de hoogte werd gebracht van het gegeven dat daarover al lang overleg plaatsvond bij de vorige meerderheid. Ik maakte geen deel uit van de vorige meerderheid en ik was van dat overleg niet op de hoogte, nog daargelaten dat ik het in dat overleg aangegaan engagement mee kon steunen of voor een tijdige indiening kon zorgen. In die zin begrijp ik wat, onder andere, de heer Van Biesen opmerkt.

 

Ik ben de eerste om de werkzaamheden van de Kamer in goede banen te helpen leiden. Ik wens ook niemand een pad in de korf te zetten. Ik stel slechts vast dat er bij de voormalige meerderheid een traject werd vastgelegd. Nu, in extremis, wordt vastgesteld dat er ter zake niets is inge­diend, terwijl vandaag het laatste moment is om maatregelen te nemen in deze legislatuur, zoals u zonet zelf aangaf, mijnheer Dedecker.

 

Er blijkt kamerbrede steun te zijn, want ook de N-VA en de Open Vld zeggen hun steun toe. Liefst van al had ik dat het niet van ons afhing dat er een amendement ingediend moet worden. Het beste was dat de tekst gewoon de weg vanuit de meerderheid kon volgen, waartoe blijkbaar ook het engagement was aangegaan. Nu is er echter geen resultaat bereikt. Daarom zoek ik een manier, samen met de organisatie die ons gecontac­teerd heeft, om dit alsnog op de agenda te zetten. Ik vind het dan wel een beetje spijtig dat ik zulke reacties krijg.

 

Collega's, als u uw steunt geeft en het engagement mee aangaat, kan de tekst terug naar de commissie worden gezonden en daarna opnieuw in plenaire vergadering worden behandeld.

 

Ik ben begonnen met te zeggen dat het een raar amendement is op dit punt. Ook het ander punt zijn wij zeer genegen, maar u kunt ons niet verwijten dat wij het ene punt eveneens genegen zijn. Het objectief is voor een stuk ook ontlasting, gelet op enkele verplichtende wetten van de lokale besturen. Daarom vinden wij het belangrijk om dat punt nog deze legislatuur op de agenda te zetten in de grootst mogelijke constructiviteit. Het is geenszins mijn intentie om er een welles-nietesdebat van te maken of zelfs een oppositionele positie in te nemen. Vorige week kreeg ik echter de vraag om dit in te dienen, mede gelet op het feit dat het vandaag de laatste kans is en dat er consensus over bestaat.

 

Daarom nodig ik iedereen uit om het samen met ons te ondertekenen. Het hoeft niet eens mijn amendement te zijn. Als het engagement breed gedeeld is, dan stel ik wel voor om het gewoon te doen. Ik meen dat wij op een vergelijkbare manier eerder al beslissingen hebben genomen. Koterij geniet mijn voorkeur niet, maar in deze logica is het volgens mij voor velen duidelijk dat het probleem grotendeels zal verdwijnen als de overpopulatie effectief wordt aangepakt. Het is een argumentatie die ik zelden gebruik, omdat ze zelden van toepassing is, maar hier wel.

 

07.08  Eric Van Rompuy (CD&V): Mevrouw Almaci, aan elk wetsvoorstel of wetsontwerp dat in de plenaire vergadering behandeld wordt, kunt u iets koppelen, maar de btw-verlaging op de sterilisatie van katten als een maatschappelijke prioriteit beschouwen – onder druk van GAIA, want daarover gaat het tenslotte – en dat thema koppelen aan een discussie over de verlaging van de btw-tarieven voor publicaties, is een puur electorale strategie van Groen. Dat is niet meer ernstig.

 

Een btw-verlaging op publicaties koppelen aan de sterilisatie van katten, is met ons lachen. Toen ik u bezig hoorde, dacht ik dat het een 1 aprilgrap was. Dat is geen manier van werken. Wij krijgen al veel kritiek op een aantal terreinen en nu zouden wij nog die zaken met elkaar vermengen of koppelen, in naam van het dierenwelzijn. Straks zullen wij over de bankierseed praten. Dat is werk op niveau. Op dat vlak doet het Parlement goede zaken, maar uw koppeling dient gewoon om GAIA ten gunste te zijn. Zij zullen al voor u stemmen, maak u niet ongerust. U zult er geen stem bij mee winnen, maar u maakt het Parlement daarmee belachelijk.

 

07.09  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Van Rompuy, ik vind de discussie, zoals u die voert, het Parlement onwaardig. U zegt dat dit geen maatschappelijk probleem is, maar dat is echt niet waar. In grote steden wordt het een groot maatschappelijk probleem. Ik kan u meenemen naar bepaalde plekken om aan te tonen dat het absoluut noodzakelijk is om katten steriliseren, zo niet gaat men zelfs naar een gezondheidsramp. Het is dus niet zomaar iets.

 

Wat de samenvoeging betreft, geef ik u volledig gelijk. Die koppeling kan eigenlijk niet, maar ik zit nu negen jaar in het Parlement en ik heb geleerd dat vooral de meerderheid, en zeker de regering waar u in zat, bijna niets anders deed. Er werden amendementen ingediend op wetsontwerpen die totaal niets met het onderwerp te maken hadden. Ik vind het dan ook minnetjes om nu te zeggen dat het hier om een electorale stunt gaat. Het was inderdaad een vraag, maar niet alleen van GAIA. Het is zeker ook een vraag van heel veel grote steden, die met die problematiek worden geconfronteerd. Mensen worden nu verplicht om katten te steriliseren. Wij vragen om de kostprijs te verlagen, zodat eenieder aan die verplichting kan voldoen.

 

Ik heb alle begrip voor de collega's die zeggen dat het moeilijk is om het op die manier te doen. Dat klopt. Ik heb er alle begrip voor, maar nood breekt wet.

 

07.10  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer Van Rompuy, ik ga een bekentenis doen: ik ben echt een kattenmadam. Al van kleins af aan ben ik omringd geweest door katten. Ik heb mijn kat van de hand moeten doen omdat mijn jongste zoon er allergisch aan is. De kat zit nu bij mijn buurvrouw waardoor ik ze toch nog een beetje bij mij heb, en toch ook niet.

 

Ik ken de problematiek van onze lokale besturen. Ik zou het in uw laatste weken als parlementslid niet verengen – dat zou u oneer aandoen – tot één drukkingsgroep die een vraag heeft gesteld. Ik treed op dat vlak collega Temmerman bij. Dit is een problematiek waar heel veel asielen, dierenartsen en lokale besturen mee worstelen. Zij zoeken allemaal naar een manier waarop dit probleem kan worden aangepakt.

 

De verplichting om te steriliseren is goedgekeurd in alle regio's. Er zijn mensen met niet zo'n grote portemonnee of die niet zo bedachtzaam omgaan met hun huisdieren. Men kan dan telkens de stok gebruiken of nadenken over de wortel.

 

Ik ben begonnen met te zeggen dat dit een vreemde combinatie is. Wij zitten op het einde van de legislatuur. Er zijn misschien nog een aantal mogelijkheden – als er nu geen consensus is over het amendement – om dit alsnog snel af te handelen.

 

Ik heb daarnet ook gezegd dat ik een boeken­wurm ben. Ik wil op geen enkele manier het andere initiatief fnuiken. Dat is niet mijn bedoeling. Ik wil echter ook geen kans mislopen. Ik steek de hand uit naar de collega's van de vroegere meerderheid die hetzelfde engagement hebben uitgesproken om dit alsnog mogelijk te maken, want dan hoeven we niet te wachten tot de volgende legislatuur.

 

Er zijn een aantal mogelijkheden. De dag is nog lang. Laat ons even samenzitten. Vóór wij over het amendement moeten stemmen, kunnen er misschien nog andere dingen gebeuren.

 

07.11  Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik meen dat wij het als partij zeker eens zijn met het principe. Om het probleem te kunnen oplossen, stel ik u als werkwijze voor, en ik vraag de collega's hierrover na te denken, om het amendement om te vormen tot een nieuw wetsvoorstel. Wij kunnen dit dan vandaag in de plenaire vergadering nog in overweging nemen. Op die manier wordt deze problematiek niet gekoppeld aan de digitale publicaties en kan het ene op geen enkele wijze het andere in het gedrang brengen want dit lijkt mij niemands bedoeling. Op die manier kunnen wij hiervoor een meerderheid zoeken.

 

Ik stel dus voor om het amendement terug te trekken en een nieuw wetsvoorstel in te dienen. Vervolgens kan worden gekeken of er een meerderheid voor kan worden gevonden zodat het eventueel na de paasvakantie kan worden behandeld. Dit lijkt mij het properste voorstel dat geen van beide elementen bezwaart.

 

De voorzitter: Dan vraag ik aan de indieners – mevrouw Almaci, mijnheer Gilkinet en mevrouw Temmerman – of het amendement wordt ingetrokken.

 

07.12  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, wij zullen ons samen zetten en het amendement intrekken op het moment dat er een nieuw voorstel is. Dan kunnen wij dat in overweging nemen. Dat lijkt mij logisch.

 

De voorzitter: Het amendement blijft nu bestaan?

 

07.13  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Tot de andere tekst klaar is en wij die kunnen indienen. Als dat gebeurd is, trekken wij dit amendement in.

 

07.14  Eric Van Rompuy (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij zijn gisteren overeengekomen dat de commissie voor de Financiën niet meer zou vergaderen. Ik denk dat wij gisteren al het werk dat wij moesten afwerken, hebben afgewerkt en dat wij de discussies nu in de plenaire vergadering zullen voeren.

 

Ik ben niet van plan om in de volgende weken een speciale commissie bijeen te roepen om de sterilisatie van katten nog goedgekeurd te krijgen vóór de ontbinding. De heer Van Biesen is een man van goede wil – ik ben dat soms ook – maar soms moet men durven.

 

Dit onderwerp is nooit ter sprake gekomen in de commissie voor de Financiën. Mevrouw Almaci, ik herinner mij geen enkele discussie over de sterilisatie van katten. Dat kan een maat­schappelijk probleem zijn, maar ik roep de commissie niet samen in de paasvakantie om daarover te spreken. Dat is niet ernstig. Dat is gewoon om de indruk te geven dat u daarom bekommerd bent. Dat kan een maatschappelijk probleem zijn, maar het Parlement dient daar niet voor. Mijnheer Calvo, binnen een paar maanden bent u aan de macht. De groenen maken een grote kans om mee in het bestuur te zitten en een meerderheid te hebben. Dan hebt u vijf jaar om de zaak van de sterilisatie van katten in het Parlement te regelen.

 

Ik doe niet mee aan een spelletje om de commissie voor de Financiën alleen daarvoor in de komende weken bijeen te roepen. Daarvoor zijn de problemen iets te ernstig.

 

De voorzitter: Ik begrijp dat het amendement wordt aangehouden en dat wij de algemene bespreking kunnen sluiten.

 

07.15  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega Almaci wou nog iets zeggen over dit punt. U hebt de bespreking iets te snel gesloten.

 

De voorzitter: Mijn excuses.

 

Mevrouw Almaci, u hebt het woord.

 

07.16 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik wil het debat niet op de spits drijven.

 

Mijnheer Van Rompuy, u kent mij beter dan de manier waarop u mij nu probeert weg te zetten. Ik stel voor dat wij in de marge van deze plenaire vergadering, die nog lang gaat duren, van gedachten wisselen. Ik heb geen intentie om wiens paasvakantie dan ook te vergallen. Ik heb werk genoeg in de paasvakantie. Ik heb geen intentie om de commissie voor de Financiën dingen aan te doen die ik ze niet wil aandoen. Deze materie is relatief eenvoudig. De dag is nog lang. Ik stel voor dat we in coulissen van het Parlement bekijken wat haalbaar is en wat niet, wars van alle manieren om zich te manifesteren in dit halfrond. Ik denk dat dit constructiever zal zijn.

 

07.17  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, het is ondertussen duidelijk dat de meeste mensen zich hier hebben uitgesproken over de inhoud. Dit is inderdaad een belangrijke maat­schappelijke bezorgdheid. Onze minister van Dierenwelzijn deelt die bezorgdheid uiteraard ook.

 

Het risico bestaat dat we het wetsvoorstel inzake digitale publicaties hiermee hypothekeren, omdat dit voorstel al het volledige traject in Europa heeft afgelegd.

 

Daarom wil ik een alternatief voorstel doen.

 

Wij hebben daarnet het voorstel van de btw-verlaging op de fietsen besproken. Mijnheer de voorzitter, in hoeverre is het mogelijk om de bespreking van het voorstel inzake de btw-verlaging op fietsen te heropenen en dat daar als amendement in te dienen? Het voordeel is dat de wet inzake de btw-verlaging op fietsen legistiek correct is, in die zin dat de wet pas in voege treedt zodra de Europese Commissie groen licht heeft gegeven. Op die manier kan uw amendement daarin worden verwerkt, wordt het vandaag nog goedgekeurd en zal het in werking treden zodra de Europese Commissie groen licht geeft. Op die manier hebben wij de bezorgdheid ter harte genomen, hebben wij op het federale niveau de mogelijkheid gecreëerd, is er een oplossing voor het vraagstuk en kunnen wij verder, zonder het huidige voorstel te hypothekeren.

 

De voorzitter: Mijnheer Dedecker, ik moet u teleurstellen. We kunnen de bespreking over het voorstel met betrekking tot de btw-verlaging voor fietsen niet heropenen. Er zal dus naar een andere weg moeten worden gezocht. Ik denk dat we die in de loop van de vergadering zullen vernemen.

 

07.18  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik vraag niet het woord over dat punt, want men voelt de wijsheid en de constructieve sfeer in het plenum om tot iets te komen.

 

Het gaat mij nu om een ander punt. Ik stel vast dat wij ons wellicht vrij laat zullen buigen over de lijst van grondwetsartikelen die voor herziening vatbaar worden verklaard. Ik ben al een tijdje vragende partij voor een bepaalde vorm van dialoog tussen Parlement en regering. De eerste minister heeft dat voorlopig altijd afgehouden.

 

Intussen stel ik echter vast dat de eerste minister hierover aan het twitteren is, terwijl wij hier in zijn afwezigheid over dat topic zullen vergaderen. Hij kondigt via Twitter aan dat hij een groot probleem heeft met de lijst die in het Parlement is goed­gekeurd.

 

Laat ik heel duidelijk zijn, onze fractie is trots op die lijst maar wij zullen bijvoorbeeld trachten het voorstel om artikel 1 voor herziening vatbaar te verklaren, eruit te halen, want wij vinden dat niet nodig. Integendeel, het brengt zelfs heel veel risico's met zich. De eerste minister valt echter via Twitter de lijst van het Parlement aan, terwijl hij daarover niet in dialoog wil gaan. Dat getuigt van heel weinig respect.

 

Mijnheer de voorzitter, kunt u contact opnemen met de eerste minister om te polsen naar zijn aanwezigheid tijdens dat debat? Het is logisch dat ik u de tijd geef om dat samen met de eerste minister te bekijken. Mocht het nodig zijn, dan zal onze fractie bij het begin van de namiddag­vergadering een motie indienen op basis van artikel 50 om de eerste minister te vorderen. Ik kan niet aanvaarden dat hij hierover niet met ons wil praten maar daar tegelijkertijd wel met rest van wereld over in dialoog treedt via Twitter.

 

Ik vraag u dus om in eerste instantie te proberen mijn punt constructief op te nemen. In het andere geval, wanneer de eerste minister daar niet op ingaat, zullen wij een motie indienen bij het begin van de vergadering. U kunt daar dan al rekening mee houden bij de regeling van de werkzaam­heden. De collega's weten dus dat er zich na de vragen een stemming zou kunnen aandienen.

 

De voorzitter: Ik heb twee antwoorden.

 

Ten eerste, zullen we contact opnemen met het kabinet van de eerste minister om hem uit te nodigen. Ten tweede, moet ik u zeggen dat u een dergelijke motie schriftelijk moet indienen.

 

07.19  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, die motie komt er onder voorbehoud, afhankelijk van het antwoord van de eerste minister. Als hij spontaan toezegt, hoeven we daar immers niet over te stemmen. Ik wil u dus eerst de kans geven om dat constructief te regelen met de eerste minister.

 

De voorzitter: Goed, het nodige zal gebeuren.

 

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3619/3)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3619/3)

 

Het opschrift in het Nederlands werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven wat bepaalde publicaties betreft".

L’intitulé en néerlandais a été modifié par la commission en "wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven wat bepaalde publicaties betreft".

 

Het wetsvoorstel telt 5 artikelen.

La proposition de loi compte 5 articles.

 

*  *  *  *  *

Ingediend amendement:

Amendement déposé:

Art. 3/1(n)

  • 1 – Meyrem Almaci cs (3619/4)

*  *  *  *  *

 

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

Conclusion de la discussion des articles:

 

Aangehouden: het amendement.

Réservé: l’amendement.

 

Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 tot 5.

Adoptés article par article: les articles 1 à 5.

*  *  *  *  *

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'amendement réservé ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het aangehouden amendement en over het geheel zal later plaatsvinden.

 

08 Verzending van amendementen naar de commissie

08 Renvoi d'amendements en commission

 

Er werden amendementen aangekondigd

- op het wetsvoorstel (de dames Griet Smaers, Leen Dierick, Isabelle Galant en Nele Lijnen, de heer Franck Wilrycx, mevrouw Caroline Cassart-Mailleux) houdende diverse bepalingen inzake Economie, nr. 3570/5 en

- op het wetsvoorstel (mevrouw Griet Smaers, de heren Benoît Friart en Frank Wilrycx en de dames Leen Dierick en Nele Lijnen) houdende wijzigingen aan boek I " Definities", boek XV "Rechts­handhaving" alsmede vervanging van boek IV "Bescherming van de mededinging" in het Wetboek van economisch recht, nr. 3621/1.

Des amendements sont annoncés

- à la proposition de loi (Mmes Griet Smaers, Leen Dierick, Isabelle Galant et Nele Lijnen, M. Frank Wilrycx, Mme Caroline Cassart-Mailleux) portant dispositions diverses en matière d'Economie, n° 3570/5 et

- à la proposition de loi (Mme Griet Smaers, MM. Benoît Friart et Frank Wilrycx et Mmes Leen Dierick en Nele Lijnen) portant modifications au livre Ier "Définitions", au livre XV "Application de la loi" ainsi que le remplacement du livre IV "Protection de la concurrence" dans le Code de droit économique, n° 3621/1.

 

Ik stel u voor deze amendementen te verzenden naar de commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de Nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw (art. 93, nr. 1, van het Reglement).

Je vous propose de renvoyer ces amendements en commission de l'Economie, de la Politique scientifique, de l'Education, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture (art. 93, n° 1, du Règlement).

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

09 Wetsvoorstel tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen (3625/1-3)

09 Proposition de loi introduisant le Code du recouvrement amiable et forcé des créances fiscales et non fiscales (3625/1-3)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Luk Van Biesen, Dirk Van Mechelen, Benoît Piedboeuf, Gautier Calomne.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De heer Steven Vandeput, rapporteur, verwijst aan het schriftelijk verslag.

 

09.01  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, en tant qu'écologistes, nous sommes particulièrement soucieux à la fois de la bonne perception de l'impôt – certaines techniques peuvent aider le personnel du SPF Finances à la réaliser correctement – et de la situation de certains contribuables. Cette situation a notamment été mise en évidence par les rapports réguliers de l'Ombudsman fédéral. Il s'inquiète des méthodes de recouvrement un peu trop automatiques, avec des conséquences très dommageables sur certains contribuables auxquels on ne laisse pas le temps suffisant pour se remettre en ordre d'un point de vue administratif, ni pour négocier avec le SPF Finances un plan d'apurement soutenable. Cela peut avoir des conséquences en chaîne très lourdes pour les intéressés et les faire basculer dans des situations parfois dramatiques de grande pauvreté.

 

Il s'agit d'un projet de loi transformé en proposition de loi, comme d'autres textes qui seront analysés aujourd'hui. Nous avons suggéré aux déposants de consulter ce service du Parlement qu'est l'Ombudsman fédéral pour lui demander son avis par rapport aux situations qu'il a lui-même mises en évidence, y compris lors d'auditions en commission des Finances. Cela n'a pas été réalisé. C'est dommage. Il faudra sans doute le faire a posteriori pour vérifier si un traitement différencié par rapport au type de dette fiscale et au type de contribuable n'est pas souhaitable.

 

C'est la raison pour laquelle nous n'avons pas soutenu ce texte en commission. De même aujourd'hui, nous nous abstiendrons en espérant, à défaut d'avoir pris le temps nécessaire avant le vote de ce texte, qu'il sera évalué et, le cas échéant, corrigé pour protéger les contribuables les plus fragiles d'une approche peut-être trop violente et trop automatique de récupération de créances fiscales, avec des conséquences parfois terribles pour les intéressés.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3625/3)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3625/3)

 

Het wetsvoorstel telt 139 artikelen.

La proposition de loi compte 139 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

Artikel 1 wordt aangenomen.

L'article 1 est adopté.

 

Op artikel 2 worden de artikelen 1 tot 96 artikel per artikel aangenomen.

À l'article 2, les articles 1 à 96 sont adoptés article par article.

 

Artikel 2 wordt aangenomen.

L'article 2 est adopté.

 

De artikelen 3 tot 139 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 3 à 139 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

10 Agenda

10 Ordre du jour

 

10.01  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik heb vernomen dat collega Calvo daarnet het woord heeft genomen met betrekking tot de aanwezigheid van de eerste minister bij het debat over de Grondwet. Er zijn daarvoor goede redenen en onze fractie zal die vraag zeker steunen.

 

Ik wil echter nog even opmerken dat om 11.01 uur, dat is één minuut na de deadline voor de indiening van actuele vragen, de eerste minister een twitterbericht heeft verstuurd dat bijzonder belangwekkend is. Hij zegt daarin: "De lijst van grondwetsartikels, die door de commissie voor herziening worden vatbaar verklaard, is communautaire waanzin. Ik zal me, vanuit de regering, verzetten tegen het openstellen van communautaire artikels." Ik herhaal het, dat twitterbericht dateert van 11.01 uur. Dat betekent dat wij daarmee geen rekening hebben kunnen houden bij het indienen van onze actuele vragen. Ik vind dat een majeur probleem. Laten wij eerlijk zijn, wat de eerste minister daar zegt, is toch wel bijzonder verregaand. De voorbije weken hebben de collega's van Groen en collega Dewael van de Open Vld tekst en uitleg gevraagd, die zij toen niet hebben gekregen. Nu wordt hier iets via Twitter naar voren geschoven dat de Kamer zeer aanbelangt.

 

Daarom wil ik vragen dat wij ons daarover buigen en dat bijvoorbeeld de mogelijkheid tot het indienen van vragen terug opengesteld wordt. Tussen 11.00 uur en de aanvang van de monde­linge vragen gebeurt er nu immers iets waarvoor het vragenuurtje bedoeld is.

 

10.02  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega De Roover, u hebt een stukje van de plenaire vergadering gemist, maar dat is normaal, men kan zeker niet alles bijwonen in zo'n lange plenaire vergadering.

 

Ik heb daarnet de kwestie ook aangeraakt, toen ik het twitterbericht las. U weet dat wij over heel veel zaken van mening verschillen. U wil alle artikelen open verklaren. U wil ook artikel 1 open verklaren. Wij zullen straks proberen om een meerderheid te vinden om dat te schrappen. Ik zie daar ook wel mogelijkheden, als bepaalde fracties zich beraden. Net als u vind ik dat dit twitterbericht van de eerste minister totaal ongepast is, zeker aangezien hij al een hele tijd de dialoog met het Parlement weigert.

 

Dat is de reden waarom ik daarnet aan de voorzitter gevraagd heb om contact op te nemen met de eerste minister om het debat over de Grondwet bij te wonen. Ik denk dat het nog interessanter is dat hij het debat bijwoont dan dat wij vragen stellen tijdens het vragenuurtje. De voorzitter zal contact opnemen. Als de eerste minister niet wil komen, ligt er een motie van ons klaar om de eerste minister op te vorderen op basis van artikel 50. Ik denk dat dit de beste manier is voor het Parlement om een signaal te geven.

 

De voorzitter: Mijnheer De Roover, uw voorstel en dat van de heer Calvo verschillen dus.

 

10.03  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik heb daarstraks ook aangegeven dat ik de heer Calvo in zijn voorstel steun. Het bijwonen van een debat verplicht de eerste minister echter nog niet eens tot actieve deelname.

 

De voorzitter: Mijnheer De Roover, ik heb uw vraag begrepen. Ik kan daarop ingaan en zal er ook op ingaan.

 

Ik stel voor dat de verschillende fracties die op dat punt iets willen wijzigen, zijnde een vraag intrekken en in plaats daarvan een andere vraag indienen, dat tot 12 00 uur kunnen doen.

 

10.04  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, onverminderd blijft ook mijn steun voor de vraag van de heer Calvo.

 

De voorzitter: De mededeling of de vraag aan het kabinet van de eerste minister is trouwens al vertrokken.

 

10.05  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik wou gewoon de hiernavolgende vraag stellen.

 

Mogen de partijen tot 12 00 uur een ander thema aankaarten?

 

De voorzitter: Nee. Zij kunnen bij het punt aansluiten, indien zij een ingediende vraag willen intrekken en een vraag over de grondwets­herziening willen indienen.

 

10.06  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, dat is toch een andere vraag?

 

De voorzitter: Dat klopt, inderdaad.

 

10.07  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mag een vraag worden vervangen door een nieuw thema?

 

De voorzitter: Ze mag worden vervangen door een vraag over het thema dat enkel en alleen rond de grondwetsherziening draait.

 

10.08  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik stel, ten tweede, de hiernavolgende vraag.

 

Wij zullen afwachten welke motie wordt ingediend inzake de gevraagde aanwezigheid van de eerste minister tijdens het debat over de herziening van de Grondwet. Vroeger was het evident dat hij een dergelijk debat volgde. Toen was echter meestal het debat door de regering aanhangig gemaakt op basis van een lijst die de regering zelf indiende. Het was nogal evident dat in dat geval de eerste minister het debat niet alleen volgde maar het ook actief mee begeleidde.

 

In onderhavig geval zou ik gewoon de hierna­volgende vraag willen stellen.

 

Indien de eerste minister aanwezig is tijdens het debat dat wij zullen voeren en wij het thema om 14 00 uur bovendien tijdens het vragenuurtje nog eens aansnijden, gaat het dan niet om dubbel gebruik?

 

Het gelanceerde twitterbericht is voor mij totaal onkies en is iets wat de eerste minister niet moet doen op een ogenblik waarop een van de drie actoren volop bezig is zijn proces ter zake af te ronden. Wij zullen afwachten wat de regering zal doen, nadat Kamer en Senaat hun proces zullen hebben afgerond. Dit twitterbericht is dus misplaatst.

 

Ik ben er echter geen voorstander van om het debat om 14 00 uur tijdens het vragenuurtje te voeren en het vervolgens, als u de bevestiging krijgt dat de eerste minister naar de behandeling van de Grondwet zelf komt, nog eens over te doen. Ik zou vandaag voor zoveel mogelijk efficiëntie pleiten.

 

De voorzitter: Ik wil twee punten meegeven.

 

Ten eerste, de eerste minister zal hoe dan ook tijdens het vragenuurtje aanwezig zijn.

 

Ten tweede, er was al een vraag die en bonne et due forme is ingediend over de verklaring tot herziening van de Grondwet en het standpunt van het kernkabinet, zoals dat hier geschreven staat. De vraag is door de heer Vuye ingediend.

 

Met andere woorden, ik blijf erbij dat tot 12 00 uur fracties vragen of één van hun vragen kunnen intrekken en deze kunnen vervangen door een vraag die bij de vraag van de heer Vuye aansluit.

 

10.09  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Om het enigszins logisch te organiseren en niet te wereldvreemd te werken, stel ik voor dat mijn motie pas behandeld wordt na het antwoord van de eerste minister op de actuele vraag over de Grondwet.

 

De voorzitter: Oké, dat is dan afgesproken.

 

Wetsontwerpen en voorstellen (voortzetting)

Projets de loi et propositions (continuation)

 

11 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling (3650/1-4)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beurs­vennoot­schappen, wat betreft de invoering van een bankierseed (2748/1-3)

11 Proposition de loi modifiant la loi du 25 avril 2014 relative au statut et au contrôle des établissements de crédit et des sociétés de bourse en vue d'instaurer un serment bancaire et un régime disciplinaire (3650/1-4)

- Proposition de loi modifiant la loi du 25 avril 2014 relative au statut et au contrôle des établissements de crédit et des sociétés de bourse en ce qui concerne l'instauration d'un serment bancaire (2748/1-3)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 3650: Meyrem Almaci, Georges Gilkinet, Luk Van Biesen, Benoît Dispa, Eric Van Rompuy, Peter Vanvelthoven, Ahmed Laaouej

- 2748: Meyrem Almaci, Georges Gilkinet.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De verslaggever is de heer Deseyn. Hij verwijst naar zijn schriftelijk verslag.

 

11.01  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik zal niet lang spreken.

 

Wij hebben heel lang en ernstig gewerkt aan het hier ingediende wetsvoorstel, dat door velen mee werd ondertekend. Ik dank allen die in de commissies Optima en Panama dit voorstel hebben ondersteund. Vanuit die commissies hebben wij gewerkt aan de realisatie van het wetsvoorstel. Het initiële wetsvoorstel kwam van de fractie Ecolo/Groen. Het is ons gelukt om in de commissie met veel werk en veel raadplegingen voor en achter de schermen te komen tot een gedragen voorstel, waaraan ook steun werd verleend door de collega's van Open Vld, de socialisten en CD&V.

 

Ik ben zeer blij te mogen vaststellen dat wij tot een maatregel hebben besloten, weliswaar geen wondermiddel, maar ook niet louter een symbolische maatregel: hij kan bijdragen aan het debat over goed bestuur en het herstellen van het vertrouwen in de bankensector. Op die manier kan hij ook opnieuw beroepsfierheid geven aan heel veel mensen die vandaag het beste van zichzelf geven in de financiële sector. Vandaag zijn we tot een eindpunt gekomen en kunnen we stemmen over dit voorstel tot invoering van een bankierseed. Ook de manier waarop we verder gaan, namelijk het laten uitwerken door Febelfin, geeft tegelijk de sector zelf daarin ruimte en doet eer aan zowel de aanbevelingen van de twee commissies als aan de intenties om met zijn allen verder te werken aan een beter financieel systeem. Dit is een klein, maar voor ons belangrijk element in het debat.

 

11.02  Eric Van Rompuy (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij hebben daar in de commissie unaniem over kunnen stemmen. Dit is inderdaad de uitvoering van de Optimacommissie. Ook in de Panamacommissie werd daar door verscheidene collega's voor gepleit.

 

We hebben ook overlegd met de sector, maar spijtig genoeg is die er niet in geslaagd ons een duidelijk alternatief voor te leggen. Dat was ook het geval met de Voetbalbond, waarvoor wij ook een aantal voorstellen hadden. Zij hebben dat deels niet kunnen waarmaken in eigen kring. Wij moesten op het einde van de legislatuur duidelijk zijn en hebben het voorstel dan ook goedgekeurd

 

In de artikelen 14 en 15 staat wel dat de inwerking­treding van deze wet moet gebeuren in overleg met de kredietinstellingen over de uitvoering en dat de Koning de inwerkingtreding van die wet bepaalt bij koninklijk besluit, vastgelegd na overleg in de Ministerraad. Voor de sector ligt de vraag dus voor om zelf een voorstel naar voren te schuiven, maar als de sector daar niet in slaagt, dan kan wat nu voorligt door een volgende regering wellicht bij koninklijk besluit worden doorgevoerd. Het Parlement legt de sector dus niet eenzijdig een dictaat op. Gedurende al zowat zes maanden heeft de sector de kans gehad, de opinie van het Parlement kennende, om een alternatief uit te werken. Naar mijn mening is het nodig dat wij de nu voorliggende tekst vandaag goedkeuren. Een advies van de Raad van State lijkt mij in dezen ook wel belangrijk, maar daartoe restte er geen tijd meer, dus ook dat zal voor de volgende legislatuur zijn. De nu voorliggende tekst is een consensustekst en ik hoop dat de sector daarop inspeelt. Als dit definitief wordt doorgevoerd, dan hoop ik dat eerst het advies van de Raad van State ingewonnen wordt, aangezien het toch wel een delicate aangelegenheid is.

 

Met CD&V zullen wij de nu voorliggende tekst in ieder geval goedkeuren.

 

11.03  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, zoals al gezegd, biedt ook het nu voorliggende voorstel een antwoord op een belangrijk maatschappelijke consensus. De nog bestaande cowboypraktijken moeten weggewerkt worden en de nu voorliggende tekst is daartoe een zeer goede manier. De vraag rijst wel of het de juiste manier is. De sector heeft namelijk een aantal goedwerkende initiatieven voorgesteld, onder meer naar Brits model. In het voorstel van de sector wordt niet zozeer de individuele bankier geviseerd zoals in het nu voorliggende voorstel, maar eerder de cultuur binnen de instelling.

 

Het nu voorliggende voorstel kan op zich een stap vooruit betekenen, maar tegelijk is het enigszins een voorafname op wat de sector zelf wenst te realiseren. Ik hoop dat een initiatief van de sector door het nu voorliggende voorstel niet onmogelijk gemaakt wordt, maar aangezien ik dat wel een beetje vrees, zal onze fractie zich bij de stemming onthouden. Niettemin sluit ik mij aan bij de uitspraken van de heer Van Rompuy omtrent het noodzakelijke overleg binnen de sector vooraleer een en ander bekrachtigd wordt.

 

11.04  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Madame Almaci s'est déjà fort bien exprimée au nom de notre groupe.

 

J'aimerais rappeler à M. Dedecker qu'au cours de la dernière législature, nous faisions partie ensemble de la Commission Dexia. Nous étions bien placés pour constater les dégâts qu'une mauvaise gestion, de mauvais choix stratégiques et une prise de risque démesurée du secteur bancaire pouvaient avoir sur les finances publiques, voire sur la stabilité d'un État tel que le nôtre.

 

Dès lors, notre préoccupation permanente est d'agir afin de diminuer ce risque et de renforcer le respect des responsabilités dans le chef des gestionnaires des banques, d'améliorer les règles fondamentales applicables au secteur bancaire ainsi que de renforcer la surveillance de ce secteur.

 

Ce serment bancaire est une des pièces du puzzle, un des leviers à activer pour atteindre l'objectif. Ce n'est pas le seul: on a bien senti une certaine résistance de la part de Febelfin, malgré un dialogue qui se voulait constructif. Nous pensons néanmoins qu'il faut aller de l'avant et nous nous réjouissons bien évidemment du consensus qui s'est presque dégagé - la N-VA n'ayant pas l'intention de soutenir l'initiative du vote de ce texte plus tard dans la journée.

 

D'autres initiatives similaires seront nécessaires au cours de la prochaine législature. Je formulerai ici deux priorités qui restent celles des écologistes.

 

La première concerne la séparation totale et nette des métiers bancaires, entre les activités les plus risquées, les activités de marché et l'activité de banque de dépôt, qui est essentielle pour nos concitoyens comme pour l'économie réelle.

 

La deuxième priorité consiste à laisser entre les mains de l'État fédéral la direction de la banque Belfius. Elle est aujourd'hui constituée à 100 % de capitaux publics et elle doit le rester, au travers d'un contrat de gestion très clair quant à la prudence dont il faut faire preuve dans ce cadre. Il faut garantir une orientation vers l'économie réelle, vers le financement de la transition, vers le service aux collectivités locales et aux associations.

 

Le gouvernement actuel a été tenté - mais n'y est pas parvenu - de porter en bourse cette banque aujourd'hui publique. Il ne l'a heureusement pas fait au vu des circonstances de marché et des circonstances politiques. Nous espérons trouver, au cours des prochains mois et des prochaines années, des partenaires qui nous aideront à transformer davantage cette banque Belfius et qui contribueront, avec un acteur de marché public aux côtés d'acteurs privés, à la poursuite de l'assainissement du secteur bancaire. Le vote du serment bancaire aujourd'hui constituera une étape dans cette voie.

 

11.05  Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, de liberale fractie zal deze bankierseed mee goedkeuren. Het is trouwens een aanbeveling van zowel de commissie Panama Papers als de commissie Optima.

 

Wij hebben graag samengewerkt met de christendemocraten en de groenen om tot deze consensustekst te komen. Wij zijn blij dat vandaag de bankierseed nog kan worden goedgekeurd.

 

De reden waarom dit nog tijdens deze legislatuur moest worden goedgekeurd, is toch ook een vingerwijzing naar de sector zelf. De sector moet dit wetsvoorstel ook zien als een zekere uiting van vrees door dit Parlement. De vrees bestaat immers dat er opnieuw nieuwe producten worden gemaakt en verkocht die verschillende keren worden verpakt. Hetzelfde gold destijds voor de hypothecaire producten. Door alle verpakkingen brengt men uiteindelijk immers een product op de markt dat helemaal niet meer overeenstemt met de werkelijke prijs.

 

Wij moeten iedereen in het bankwezen attent maken op dit probleem. Zij moeten zelf hun verantwoordelijkheid opnemen. Iedere financiële tussenpersoon, en dus niet alleen de bankinstellingen en hun personeelsleden, moet duidelijk beseffen dat er zich problemen kunnen stellen waarvoor zij mede verantwoordelijk zijn.

 

Het symbool van de bankierseed is dan ook veel meer dan louter een symbool. Het is een vingerwijzing voor de sector. Het is de sector attent maken op een probleem. Wij waarschuwen hen hiermee om niet opnieuw op een financiële crisis af te stevenen. Dat is de essentie van dit verhaal.

 

Ik hoop dat Febelfin en de banken deze bood­schap duidelijk hebben begrepen. Ik hoop ook dat zij met ons zullen samenwerken om vóór het einde van dit jaar deze bankierseed concreet uit te werken.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3650/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3650/4)

 

Het wetsvoorstel telt 15 artikelen.

La proposition de loi compte 15 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 7 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 7 sont adoptés article par article.

 

Op artikel 8 worden de artikelen 311/2 en 311/3 artikel per artikel aangenomen.

À l'article 8, les articles 311/2 et 311/3 sont adoptés article par article.

 

Artikel 8 wordt aangenomen.

L'article 8 est adopté.

 

Artikel 9 wordt aangenomen.

L'article 9 est adopté.

 

Op artikel 10 worden de artikelen 311/4 tot 311/8 artikel per artikel aangenomen.

À l'article 10, les articles 311/4 à 311/8 sont adoptés article par article.

 

Artikel 10 wordt aangenomen.

L'article 10 est adopté.

 

Op artikel 11 worden de artikelen 311/9 tot 311/12 artikel per artikel aangenomen.

À l'article 11, les articles 311/9 à 311/12 sont adoptés article par article.

 

Artikel 11 wordt aangenomen.

L'article 11 est adopté.

 

Op artiklel 12 worden de artikelen 311/13 tot 311/15 artikel per artikel aangenomen.

À l'article 12, les articles 311/13 à 311/15 sont adoptés article par article.

 

Artikel 12 wordt aangenomen.

L'article 12 est adopté.

 

Op artiklel 13 worden de artikelen 311/16 tot 311/18 artikel per artikel aangenomen.

À l'article 13, les articles 311/16 à 311/18 sont adoptés article par article.

 

Artikel 13 wordt aangenomen.

L'article 13 est adopté.

 

De artikelen 14 en 15 worden aangenomen.

Les articles 14 et 15 sont adoptés.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

Collega's, wij hebben ondertussen de voorzitter van de commissie voor het Bedrijfsleven kunnen contacteren. We zijn overeengekomen om deze commissie bijeen te roepen, omtrent de amendementen die ik een kwartier geleden heb opgenoemd, in de zaal Damiaan om 18.00 uur.

 

12 Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat de belastingvrijstelling voor de overdracht van erfpacht betreft (696/1-11)

12 Proposition de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992, en ce qui concerne l'exonération d'impôt pour la cession de l'emphytéose (696/1-11)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Sarah Smeyers, Frank Wilrycx, Luk Van Biesen, Peter Dedecker.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De heer Steven Vandeput, rapporteur, verwijst naar zijn schriftelijk verslag.

 

12.01  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wil de hoofdindiener van het wetsvoorstel verontschuldigen. Onze goede collega Sarah Smeyers heeft gisteren jammer genoeg haar vader begraven, vandaar dat ik dit even van haar overneem.

 

Zoals u weet, is het verwerven van een eigen woning de afgelopen jaren vrij duur geworden omwille van de heel sterk stijgende vastgoed­prijzen. Een aantal overheden probeert dat te verhelpen door middel van een juridisch instrument, met name de erfpacht. Dat betekent dat een eigenaar-verkoper niet de grond verkoopt, maar die in erfpacht geeft voor een periode van minimaal 27 jaar en maximaal 99 jaar. Hierdoor daalt de prijs van de grond of vervalt hij zelfs volledig omdat hij niet wordt verkocht of overgedragen.

 

Het instrument van erfpacht wordt vaak gebruikt bij herbestemmingsprojecten of restauratie­projecten van begijnhoven, kloosters, school­gebouwen, cultureel waardevolle gebouwen, die meestal eigendom zijn van een overheid. Ik denk dan aan de begijnhoven in Hoogstraten, Turnhout en aan de gebouwen in Wortel Kolonie en Merksplas.

 

Om het cultureel erfgoed te bewaren, wenst de grondeigenaar in die specifieke gevallen eigenaar te blijven van het gebouw. Er wordt dan een recht van erfpacht gevestigd op het bebouwd onroerend goed, waarbij de grond met de woning of het gebouw of alleen de woning of het gebouw in erfpacht wordt gegeven.

 

Wanneer de erfpachter renovatiewerken uitvoert, wenst hij die natuurlijk pro rata te recupereren bij de overdracht van zijn erfpacht. Tot op vandaag moet hij op die overdrachtsprijs 50 % personenbelasting betalen, wat het in de praktijk heel moeilijk of financieel zelfs onmogelijk maakt om bij een echtscheiding, wijziging van werk of op hogere leeftijd, wanneer men naar een rusthuis verhuist, de erfpacht over te dragen. Wanneer hij volle eigenaar van de woning zou zijn geweest, zou er meestal geen personenbelasting op de meerwaarde verschuldigd zijn.

 

Wij zijn dan ook tevreden dat bewoners en eigenaars van een woning in erfpacht hun woning zullen kunnen overdragen zonder die hoge belastingfactuur. Dat zal de leefbaarheid van die projecten zeker ten goede komen wanneer nieuwe erfpachters hun intrek nemen in hun woning in erfpacht.

 

Ik dank iedereen voor de constructieve samen­werking met betrekking tot dit wetsvoorstel.

 

12.02  Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ook ik ben dankbaar dat er een brede meerderheid is gevonden voor dit wetsvoorstel van collega Smeyers, aan wie ik mijn innige deelneming wil betuigen voor het verlies van haar vader.

 

Dit wetsvoorstel werkt een anomalie weg. Wanneer een particulier, die eigenaar is van de grond, een meerwaarde realiseert op de bouw van een woning en deze woning verkoopt, betaalt hij – gelukkig maar – geen meerwaardebelasting. Als men dat doen op een erfpacht, dat gaat meestal over rijkswachtwoningen, begijnhoven en dergelijke, dan moet men een investeerder vinden die dat wil opknappen en op de markt brengen. Hij betaalt op de meerwaarde van de woningen telkens een belasting op divers inkomen. Gelukkig hebben wij vandaag gezegd dat deze twee identieke verkopen nu gelijkgesteld worden in de fiscaliteit. Er zal dus geen meerwaarde­belasting meer verschuldigd zijn.

 

Dit zal ongetwijfeld de sector van het renoveren van bepaalde oudere gebouwen die eigendom zijn van gemeenten of OCMW's en andere, stimu­leren. Men kan ze op die manier ter beschikking stellen van eigenaars of ontwikkelaars die de woning volledig conform de voorwaarden kunnen renoveren.

 

Het wegwerken van anomalieën is ook een belangrijke taak van het Parlement, ook al gebeurt dit in een van de laatste zittingen.

 

12.03  Griet Smaers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, na een aantal discussies in de commissie hebben wij het voorstel goedgekeurd. Wij vinden het een goede zaak om tegemoet te komen aan de aangekaarte anomalie in het kader van de erfpachtvergoedingen en de verkoop van het erfpachtrecht.

 

Er lag ook een dossier bij minister Geens met betrekking tot een beter zakenrecht en de aanpassing van het Burgerlijk Wetboek met het oog op een meer geharmoniseerd kader voor zakenrecht, waarin ook een tegemoetkoming zou gebeuren naar het gemakkelijker toepassen van erfpachtovereenkomsten om bijvoorbeeld oude sites te renoveren en te laten heropleven.

 

Mevrouw Smeyers heeft ook een initiatief genomen met betrekking tot een fiscale aanpas­sing. Na overleg hierover zijn wij hierover tot een akkoord gekomen.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (696/11)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (696/11)

 

Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.

La proposition de loi compte 3 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

13 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën, teneinde het bedrag op te trekken dat als inkomensbovengrens dient om aanspraak te maken op een voorschot op het onderhoudsgeld (2601/1-7)

- Voorstel van resolutie om de Dienst voor alimentatievorderingen optimaal te doen functioneren (1210/1-3)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën, teneinde die Dienst echt algemene bevoegdheid te geven (2705/1-2)

13 Proposition de loi modifiant la loi du 21 février 2003 créant un Service des créances alimentaires au sein du SPF Finances en vue d'augmenter le plafond de revenus pour pouvoir bénéficier d'avances sur pension alimentaire (2601/1-7)

- Proposition de résolution visant à permettre un fonctionnement optimal du Service des créances alimentaires (1210/1-3)

- Proposition de loi modifiant la loi du 21 février 2003 créant un service des créances alimentaires au sein du SPF Finances afin que celui-ci devienne un véritable service universel (2705/1-2)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 2601: Catherine Fonck, Benoît Lutgen, Benoît Dispa, Vanessa Matz

- 1210: Fabienne Winckel, Ahmed Laaouej, Karine Lalieux, Özlem Özen, Gwenaëlle Grovonius

- 2705: Fabienne Winckel, Ahmed Laaouej, Karine Lalieux, Özlem Özen.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Le rapporteur, M. Gilkinet, renvoie à son rapport écrit.

 

13.01  Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik kan maar blij zijn met het voorliggende wetsvoorstel. In 2014 hebben wij het bedrag dat iemand mag verdienen om recht te hebben op onderhoudsgeld verhoogd van 1 350 naar 1 800 euro. Het vandaag voorliggende voorstel bepaalt – wij hebben daartoe een gezamenlijk amendement gesteund – dat ouders die recht hebben op onderhoudsgeld en het voorschot nodig hebben een inkomen mogen hebben van 2 200 euro; niet van 2 500 euro, zoals oorspron­kelijk voorgesteld werd, maar wel iets lager.

 

Met dit voorstel komt er een versterking voor eenoudergezinnen, waarvan wij allemaal weten dat zij ook financieel enorm kwetsbaar zijn. Het krijgen van onderhoudsgeld maakt vaak het verschil uit tussen volledig in de armoede terechtkomen of verder kunnen overleven. Op die manier kunnen kwetsbare gezinnen ondersteund worden. Wij weten dat een op de vier kinderen in eenoudergezinnen leeft. Het is dus een belangrijke stap vooruit, wat niet wegneemt dat de recuperatie van de voorschotten ook belangrijk is en blijft. Daarover was er namelijk ook discussie. Wij stellen vast dat de recuperatie van de verschuldigde bijdragen in stijgende lijn gaat. Het is belangrijk om ook daarop de focus te blijven leggen. Enerzijds, zorgen wij er dus voor dat eenoudergezinnen het financieel minder moeilijk hebben door het ontvangen van onderhoudsgeld, anderzijds, moet de recuperatie van die onderhoudsgelden op een efficiënte manier gebeuren.

 

13.02  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je monte à la tribune car il s'agit d'un texte vraiment important parmi ceux que nous avons pu débloquer au cours de ces dernières semaines. Cela nous réjouit. La collaboration a été possible depuis que le gouvernement est en affaires courantes et minoritaire. Cela a permis de débloquer des textes essentiels. On en a déjà cité quelques-uns aujourd'hui. Il y en aura encore lors de la dernière séance plénière.

 

Ce texte est très important puisqu'il concerne principalement les femmes et les familles monoparentales. Mettre en place un service des créances alimentaires et une législation en la matière a été une grande avancée sociale du gouvernement arc-en-ciel. Il ne suffit pas d'avoir un cadre, une législation, des services: il faut aussi les faire fonctionner en octroyant des moyens suffisants au niveau du SPF Finances pour ce service essentiel en organisant correctement la concertation.

 

La législation prévoit un comité d'accompagnement dont font partie certains collègues comme M. Van Biesen et dont faisait aussi partie Mme Gerkens. Il y avait une obligation de rapportage annuel pour pouvoir suivre l'évolution des besoins qui n'ont pas toujours été rencontrés mais les choses sont en train, je l'espère, de rentrer dans l'ordre. Il faut une récupération beaucoup plus efficace des créances dues. Nous avons soutenu une modification de la législation en la matière.

 

La dernière pièce du puzzle est le relèvement du plafond des revenus qui déterminent s'il y a ou non intervention du SECAL (service des créances alimentaires). C'est une question de justice à l'égard des femmes, déjà victimes du plafond de verre dans notre société. Les mesures en matière de pension les désavantagent très fortement sous cette législature. Elles sont souvent victimes de pères qui n'assument pas leurs responsabilités financières dans l'éducation des enfants. Certains ont voulu mettre en évidence le coût de la mesure, ce que nous avons contesté dès lors qu'en matière de lutte contre la pauvreté infantile, on a là un effet direct vers les familles concernées. C'est donc une mesure particulièrement efficace pour rencontrer un des objectifs que l'ensemble de cette assemblée dit partager.

 

Par ailleurs, il s'agit bien d'avances. Donc, si le système de récupération des créances est plus efficace, et il l'est devenu grâce aux modifications légales précédemment apportées, le coût net pour les finances publiques est particulièrement limité.

 

Idéalement, le plus juste serait de supprimer tout plafond, d'intervenir dans toutes les situations où des créances alimentaires ne sont pas payées. Cela reste notre objectif. Ici, en l'occurrence, sur la base de la proposition des collègues du cdH, que je salue, un compromis a pu être trouvé. Le montant prévu par les signataires initiaux de la proposition de loi a dû être diminué pour que d'autres collègues de l'ancienne majorité acceptent de soutenir le texte.

 

Nous avons prévu – ce qui n'existait pas – une indexation de ce montant de 2 200 euros. Ce n'est que justice. C'était une mesure très attendue. J'ai reçu de très nombreuses réactions positives des familles et surtout des femmes concernées.

 

Nous voterons avec enthousiasme ce texte, en espérant trouver, sous la prochaine législature, un ministre des Finances également intéressé par cette question importante et qui dotera le service des créances alimentaires de moyens humains et réglementaires suffisants pour réaliser le plus correctement et le plus complètement son travail essentiel pour l'égalité entre hommes et femmes et aussi pour la lutte contre la pauvreté infantile.

 

13.03  Luk Van Biesen (Open Vld): Collega's, de aanpassing die wij aanbrengen op voorstel van de cdH-fractie, houdt in dat het inkomensplafond voor het voorschot op de alimentatie wanneer die niet betaald wordt, fors verhoogd wordt.

 

Wij hebben hier een paar weken geleden al een belangrijk element inzake de DAVO aangepast. Wat is het grootste probleem? Dat is niet het systeem van de betalingen. Onze fractie wenst absoluut dat het bedrag en de toegankelijkheid tot het systeem gevrijwaard blijven, opdat de betrokkenen de alimentatie waarop zij recht hebben, ontvangen. De Staat levert daarvoor via de DAVO een belangrijke inspanning, omdat het onze wens is dat de rechthebbenden hun alimentatie ontvangen. Door de uitbreiding zullen nog meer mensen er een beroep op kunnen doen. Volgens de DAVO zou het om 11 000 dossiers gaan. Dat is uiteraard niet weinig.

 

Een paar weken hebben wij al een belangrijk element behandeld, namelijk de invordering. Wat is echter het grootste probleem bij de DAVO? Dat is dat de uitkering van de voorschotten zelden en moeilijk gerecupereerd kunnen worden. De heer Gilkinet heeft er al allusie op gemaakt. Ik heb, en mevrouw Gerkens na mij, als afgevaardigde van het Parlement in de DAVO kunnen ervaren dat het grootste probleem was om de uitbetaalde voorschotten te recupereren. Vaak zijn degenen die niet bereid zijn alimentatie te betalen, niet meer bereikbaar of niet meer terug te vinden door de Belgische Staat. Daarom heb ik recentelijk nog gevraagd naar een stand van zaken en of de voorschotten nu al beter kunnen worden gerecupereerd.

 

Welnu, het blijkt dat in de periode 2015-2018, dus vier jaar na elkaar, de Belgische Staat 113 miljoen aan voorschotten op alimentatie betaalde, terwijl hij daarvan 46 miljoen recupereerde, wat een stijging was. Ongeveer 40 % van de voorschotten werd gerecupereerd. Dat betekent uiteraard ook dat 60 % niet gerecupereerd wordt. Daar hebben wij vorige keer al een mouw aan gepast door de mogelijkheid te regelen dat er sneller kan worden ingevorderd bij wie de alimentatie moet betalen.

 

Wij zijn er natuurlijk voorstander van dat het plafond vandaag opgetrokken wordt en de toegankelijkheid uitgebreid wordt. Zo helpen wij 11 000 personen die vandaag recht hebben op alimentatie. Dat heeft uiteraard budgettair een consequentie, zolang wij niet in staat zijn de voorschotten te recupereren bij degenen die ze hadden moeten betalen.

 

Ons pleidooi is dus dat wij verdergaan met het dossier, opdat kinderen hun alimentatie krijgen en in normale omstandigheden kunnen opgroeien, maar dat ook de Staat alle middelen krijgt om het voorschot bij degene die de alimentatie verschuldigd is, te recupereren. Onder die duidelijke voorwaarde hebben wij ons akkoord verklaard om de voorgestelde forse verhoging van de inkomensbovengrens goed te keuren.

 

13.04  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, dans ce dossier, je dois aussi saluer les initiatives prises par le collègue Dispa. Ce débat a eu lieu sur la base de propositions de loi déposées par le groupe PS, mais également par le cdH. Elles visaient, l'une comme l'autre, à faire évoluer le plafond en deçà duquel est accordée l'intervention du SECAL. Les modalités étaient différentes, mais l'objectif était le même.

 

Nous nous sommes assez rapidement rendu compte que ce plafond de 1 800 euros qui existe actuellement était beaucoup trop bas, parce qu'il ne couvrait pas des réalités vécues par un certain nombre de personnes et, disons les choses, une majorité de femmes, qui ne voient pas arriver le paiement des pensions alimentaires et qui se trouvent pour cette raison dans des situations de précarité très importantes.

 

Nous avons porté ce montant de 1 800 à 2 200 euros, point de compromis auquel nous sommes arrivés en commission des Finances et du Budget; je ne doute pas que nous pourrons encore porter ce montant plus haut si une majorité peut se dégager dans les mois à venir. Mais déjà, porter ce montant de 1 800 à 2 200 euros permet de couvrir davantage de cas et, dès lors, de rencontrer les besoins vécus par ces familles, très souvent monoparentales, qui se retrouvent dans une situation financière extrêmement difficile, ne pouvant pas disposer de ressources suffisantes en raison d'un débiteur défaillant.

 

Monsieur le président, saluons à nouveau ici l'esprit de consensus qui a régné dans la commission des Finances et qui a permis de résoudre concrètement un problème. Je rappelle que nous étions sollicités par un certain nombre d'institutions, notamment la Ligue des Familles, qui avaient pointé la difficulté de ce plafond insuffisant de 1 800 euros non indexé. J'ai d'ailleurs suggéré et obtenu que le montant de 2 200 euros soit à l'avenir indexé, pour épouser l'évolution du coût de la vie, pour faire en sorte qu'il y ait une liaison directe entre cette somme et l'évolution du coût de la vie.

 

Le groupe PS s'en félicite, se félicite aussi d'avoir pu rallier à lui d'autres groupes pour avancer dans cette bonne direction.

 

13.05  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, op het gevaar af nog meer op te schuiven naar de collega's links van mij, zal mijn betoog ook enigszins enerzijds-anderzijds zijn.

 

Wij kunnen ons uiteraard vinden in de sociale bekommernis. Al te veel mannen, vrouwen zijn hier in de minderheid, nemen hun verantwoor­delijkheid niet op en betalen na hun echtscheiding hun alimentatie niet, alhoewel deze wel degelijk werd opgelegd. Dat is uiteraard een vorm van onverantwoordelijkheid die men niet kan tolereren. Uiteraard hoort men ook iets te doen voor de andere kant.

 

Het optrekken van de inkomensgrens is een mogelijkheid daartoe, maar de vraag is natuurlijk tot hoe ver men kan gaan en wat de impact daarvan is. Wij gaan die nu optrekken naar 2 200 euro, jaarlijks te indexeren. Ter vergelijking, twee derde van de Belgische gezinnen die een gezamenlijke fiscale aangifte indienen, hebben vandaag een netto-inkomen dat lager dan 2 200 euro per maand ligt. Er is daar toch wel een zekere discrepantie.

 

Het volgende werd ook reeds enkele keren aangehaald door de collega's: de invorderingen door de DAVO liggen veel te laag. Er moet daar een serieus tandje bijgestoken worden. Die liggen ongeveer rond 30 %. Dit wil zeggen dat 70 % van de voorschotten die de DAVO betaalt aan alimentatie, niet wordt teruggevorderd bij degene die deze hoort te betalen. Dat is veel te veel.

 

Dat kan echter ook leiden tot een pervers neveneffect. Koppels die samenblijven, draaien gezamenlijk op voor de kosten van hun kinderen, ze voorzien zelf in het levensonderhoud. Bij een scheiding schuift die kost voor een stuk door naar de maatschappij. Ik wil niet zover gaan om te stellen dat dit voorstel impliciet echtscheidingen bevordert, dat lijkt mij te kort door de bocht, maar in zekere zin kan men hier wel spreken van een herintroductie van de prijs van de liefde, zoals wij die gehad hebben bij de sociale uitkeringen. Hier treedt deze in zekere zin opnieuw op. Dat is een zekere vorm van voorzichtigheid die men dient te hanteren.

 

Gezien de belangrijke bekommernis maar ook gezien de neveneffecten en de grenzen, zal onze fractie zich hierop onthouden.

 

13.06  Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, je remplace avec beaucoup de plaisir notre collègue Dispa qui avait cosigné ce texte en commission des Finances. Il m'a demandé de profiter de l'occasion pour en féliciter le président, grâce auquel un consensus a pu être réuni au sujet d'un texte dont on a rappelé tout l'intérêt et toute l'importance. Le taux des pensions alimentaires impayées frôle en effet les 40 %. On a rappelé que les familles monoparentales sont les plus touchées par ce phénomène. C'est pourquoi le SECAL a été institué, mais ses plafonds d'intervention sont apparus peu adaptés à notre époque. Le seuil a donc été relevé à 2 200 euros, consécutivement aux travaux de la commission des Finances.

 

Comme l'a rappelé M. Van Biesen, ce ne sont pas 11 000 personnes, familles, femmes ou hommes qui sont en droit d'obtenir un secours alimentaire, mais bien 11 000 enfants qui sont concernés et qui bénéficieront de cette aide essentielle. C'est d'autant plus utile – toutes les études le démontrent – que le risque de tomber dans la pauvreté est deux fois plus élevé pour les familles monoparentales. La Chambre a fait preuve d'intelligence en travaillant à réduire ce risque de pauvreté infantile dans notre pays.

 

Cela dit, une telle mesure ne couvre pas tous les aspects du secours alimentaire impayé. En me coiffant de la casquette de membre de la commission de la Justice, j'ose espérer que, sous la prochaine législature, une proposition de loi que j'ai déposée pourra venir heureusement compléter ce dispositif que nous nous apprêtons à voter. En l'occurrence, elle vise à autoriser le magistrat qui rend une décision de condamnation à une contribution alimentaire à rendre possible, dès son jugement et pour autant que les conditions soient réunies, la délégation de sommes auprès de l'employeur. Cela permet non seulement d'éviter le recours au SECAL, mais également de responsabiliser le parent mauvais payeur, qui sait ainsi qu'il n'échappera pas à ses responsabilités pour peu qu'il dispose des moyens financiers d'honorer comme il se doit ses obligations. Si nous parvenons à nous mettre d'accord autour d'un tel texte, ce sera un nouveau pas accompli en faveur des familles monoparentales et de la lutte contre la pauvreté infantile.

 

C'est donc avec plaisir que le groupe cdH a pu constater le consensus atteint en commission des Finances.

 

13.07  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, le SECAL avait déjà été renforcé sous cette législature. On a permis le recouvrement par le biais de l'automatisation de l'ordre exécutoire, ce qui est une très bonne chose. On sait toute l'importance du SECAL dans le soutien aux familles et la lutte contre la pauvreté. Il est vrai, comme l'a précisé M. Brotcorne, que l'augmen­tation du plafond à 2 200 euros concerne 11 000 enfants. Comme l'a dit le collègue Laaouej, ce montant est en outre indexé.

 

C'est une très bonne nouvelle et nous soutien­drons ce texte qui va dans le sens du soutien aux familles et de la lutte contre la pauvreté.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2601/7)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2601/7)

 

Het wetsvoorstel telt 4 artikelen.

La proposition de loi compte 4 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

14 Wetsontwerp houdende wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle met betrekking tot de gegevensbescherming in het kader van het dosimetrisch toezicht (3586/1-3)

14 Projet de loi portant modification de la loi du 15 avril 1994 relative à la protection de la population et de l’environnement contre les dangers résultant des rayonnements ionisants et relative à l’Agence fedérale de Contrôle nucléaire par rapport à la protection des données relatives à la surveillance dosimétrique (3586/1-3)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Mme de Coster-Bauchau, rapporteur, renvoie au rapport écrit.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3586/3)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3586/3)

 

L’intitulé en français a été modifié par la commission en “projet de loi portant modification de la loi du 15 avril 1994 relative à la protection de la population et de l’environnement contre les dangers résultant des rayonnements ionisants et relative à l’Agence fédérale de Contrôle nucléaire en ce qui concerne la protection des données relatives à la surveillance dosimétrique".

Het opschrift in het Frans werd door de commissie gewijzigd in “projet de loi portant modification de la loi du 15 avril 1994 relative à la protection de la population et de l’environnement contre les dangers résultant des rayonnements ionisants et relative à l’Agence fédérale de Contrôle nucléaire en ce qui concerne la protection des données relatives à la surveillance dosimétrique".

 

Het wetsontwerp telt 6 artikelen.

Le projet de loi compte 6 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 6 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 6 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

15 Wetsvoorstel tot wijziging van bepalingen betreffende de geïntegreerde politie (3547/1-7)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 6 december 2005 betreffende de verdeling van een deel van de federale ontvangsten inzake verkeersveiligheid (3448/1-2)

15 Proposition de loi modifiant des dispositions relatives à la police intégrée (3547/1-7)

- Proposition de loi modifiant la loi du 6 décembre 2005 relative à la répartition d'une partie des recettes fédérales en matière de sécurité routière (3448/1-2)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 3547: Franky Demon, Veerle Heeren, Katja Gabriëls, Sandrine De Crom, Koenraad Degroote, Koen Metsu, Brecht Vermeulen, Sybille de Coster-Bauchau, Philippe Pivin, Françoise Schepmans

- 3448: Koenraad Degroote, Koen Metsu, Brecht Vermeulen.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Mme Fernandez Fernandez, rapporteur, renvoie au rapport écrit.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3547/7)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3547/7)

 

Het wetsvoorstel telt 9 artikelen.

La proposition de loi compte 9 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 9 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 9 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

Collega's, wij hebben vanmorgen twee amende­menten teruggezonden naar de commissie voor de Landsverdediging, om die vandaag nog te laten behandelen en daarna te laten terugkeren naar de plenaire vergadering. De commissie zal vanmiddag bijeenkomen in zaal Brel, na de mondelinge vragen.

 

Il y aura une réunion de la commission de la Défense nationale après les questions orales dans la salle Brel.

 

16 Wetsvoorstel in verband met de verandering van de vermelding "uit de echt gescheiden" in de administratieve akten (2873/1-6)

- Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, betreffende de verandering van de vermeldingen "uit de echt gescheiden" en "weduwnaar/weduwe" in de administratieve akten (2742/1-5)

- Wetsvoorstel betreffende de melding van de burgerlijke staat op uittreksels van de registers van burgerlijke stand, het Rijksregister en de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (3099/1-2)

16 Proposition de loi relative à la modification de la mention "divorcé(e)" dans les actes administratifs (2873/1-6)

- Proposition de loi modifiant le Code civil en ce qui concerne la modification des mentions "divorcé(e)" et "veuf(ve)" dans les actes administratifs (2742/1-5)

- Proposition de loi relative à la mention de l'état civil sur les extraits des registres de l'état civil, du registre national et de la Banque-Carrefour de la Sécurité sociale (3099/1-2)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 2873: Eric Thiébaut, Laurent Devin, André Frédéric, Fabienne Winckel, Nawal Ben Hamou, Julie Fernandez Fernandez, Emir Kir, Kristien Van Vaerenbergh, Gautier Calomne

- 2742: Gautier Calomne, Kattrin Jadin, Gilles Foret, Philippe Goffin, Carina Van Cauter, Caroline Cassart-Mailleux, Stéphanie Thoron

- 3099: Kristien Van Vaerenbergh.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Mmes de Coster-Bauchau et Heeren et M. Degroote, rapporteurs, renvoient au rapport écrit.

 

16.01  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de voorzitter, wij zijn uiteraard zeer tevreden dat wij dit wetsvoorstel vandaag kunnen goedkeuren in de Kamer. Wij hadden dit wetsvoorstel ook in de vorige legislatuur al ingediend en nu zal het deze avond hopelijk worden aangenomen.

 

In een aantal administratieve documenten, onder andere in het Rijksregister maar ook bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, worden nog steeds de kwetsende termen "uit de echt gescheiden" en "weduwenaar/weduwe" gebruikt terwijl dat vaak onnodig is. Deze termen zijn onnodig kwetsend voor de betrokkenen. De algemene regel wordt nu dat die termen verdwijnen uit de administratieve documenten behalve in die gevallen waarin het noodzakelijk is en de betrokkene er ook effectief voor kiest dat de burgerlijke staat in het document wordt vermeld. Dat keuzerecht is belangrijk omdat het ook juist een aandenken kan vormen voor een persoon als een term als weduwe of weduwenaar nog aanwezig is in een document.

 

Ik dank de collega's waarmee wij heel goed hebben kunnen samenwerken om dit wetsvoorstel tot een goed einde te brengen.

 

16.02  Gautier Calomne (MR): Monsieur le président, chers collègues, je ne reviendrai pas très longuement sur cette proposition de loi étant donné qu'elle a déjà été largement présentée et, à l'instant encore, par ma collègue. Cependant, permettez-moi de compléter ce qui vient d'être dit.

 

Pour commencer, le texte tel que nous l'avons amendé en commission des Relations extérieures est le résultat d'une collaboration constructive et positive entre les différents auteurs de trois propositions de loi émanant de la N-VA, du PS et des MR-Open Vld. Ces trois propositions portaient sur le même objet. Ce travail parlementaire témoigne d'une véritable volonté commune d'avancer au-delà des clivages partisans pour rencontrer notre objectif commun, un objectif au bénéfice des citoyens concernés.

 

Dans le souci de ne pas porter atteinte aux droits des tiers ni de créer des complications indues dans le cadre du droit international privé, notre proposition de loi telle que finalisée et votée en commission, prévoit que le Roi établira une liste de documents pour lesquels la communication de l'état civil du citoyen est nécessaire. Au sein de cette liste, une distinction sera désormais faite entre les documents où le maintien des mentions spécifiques des états de divorce ou de veuvage est strictement nécessaire et ceux où il ne l'est pas. C'est précisément dans cette dernière catégorie que la communication d'un état de divorce ou d'un état de veuvage se fera à la demande de l'intéressé par la mention "célibataire".

 

Pour le libéral que je suis, laisser la liberté de choix à chacune et à chacun était essentielle. Il n'était pas envisageable de contraindre des personnes accordant une importance à leur statut de divorcé ou de veuf à l'effacer. Un arrêté royal devra par la suite préciser les modalités de cette demande.

 

Par ailleurs, en dehors des documents repris dans la liste établie par le Roi, notre proposition de loi, telle que finalement amendée en commission, prévoit également que les documents produits par les instances ayant accès au Registre national des personnes physiques ou à la Banque-Carrefour de la Sécurité sociale ne feront pas mention de l'état civil des personnes intéressées.

 

À mon estime et à celle de mon groupe, ce texte constitue une avancée symbolique certes, mais réelle. Elle tend à répondre à une demande de plus en plus forte de citoyennes et citoyens directement touchés dans leur vie privée, sphère intime, par cette situation dont ils ou elles ne veulent parfois tout simplement plus.

 

Comme j'ai eu l'occasion de le répéter en commission, dans une société démocratique, les symboles sont importants. Il ne s'agit pas d'ôter des droits à une personne mais au contraire d'offrir une liberté supplémentaire, une nouvelle liberté à ceux et celles qui souffrent dans leur vie quotidienne de ne pas en bénéficier. Les témoig­nages et les retours sont d'ailleurs nombreux et positifs. Il me semble que mes collègues, comme M. Thiébaut par exemple, peuvent en témoigner et le confirmer également.

 

Depuis le dépôt de ces différentes propositions et leur médiatisation, nombre de divorcés ou de veufs attendaient une concrétisation de ce dossier. Je suis heureux que l'on ait pu parvenir - certes, sur le fil - au terme de cette législature, à cette proposition de loi commune et que l'on puisse, aujourd'hui ou demain selon la durée de nos travaux, à l'instar du vote intervenu en commission, adopter cette proposition à une très large majorité.

 

Chers collègues, je vous remercie pour votre attention et souhaite longue vie aux nouveaux célibataires.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2873/6)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2873/6)

 

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel betreffende de verandering van de vermelding “uit de echt gescheiden” en “weduwnaar/weduwe” in de administratieve akten".

L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi relative à la modification de la mention “divorcé(e)” et “veuf/veuve” dans les actes administratifs".

 

Het wetsvoorstel telt 2 artikelen.

La proposition de loi compte 2 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 en 2 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

17 Wetsvoorstel houdende wijziging van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen (3575/1-5)

17 Proposition de loi portant modification de la loi du 11 décembre 1998 relative à la classification et aux habilitations, attestations et avis de sécurité (3575/1-5)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Philippe Pivin, Katja Gabriëls, Sandrine De Crom, Franky Demon, Sybille de Coster-Bauchau, Françoise Schepmans.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

M. Emir Kir et Mme Sarah Smeyers, rapporteurs, se réfèrent au rapport écrit.

 

17.01  Koenraad Degroote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wil heel kort enkel mededelen dat onze fractie het voorstel niet zal steunen. Het houdt immers een ongeoorloofde discriminatie in. Het Parlement wil gewoon een vrijstelling van retributie aan één categorie, namelijk de journalisten, geven. Andere privéspelers, zoals bewakingsfirma's, komen gewoonweg niet aan de bak.

 

Dat is dus een onderscheid of discriminatie waarmee wij het niet eens zijn. Dat is de reden waarom wij het voorstel niet steunen, wat wij ook reeds in de commissie hadden medegedeeld.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3575/5)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3575/5)

 

Het wetsvoorstel telt 2 artikelen.

La proposition de loi compte 2 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

18 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 18 september 1986 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de overheidsdiensten (3645/1-4)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 18 september 1986 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de overheidsdiensten voor wat federale ambtenaren die lid zijn van een Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst betreft (3647/1-3)

18 Proposition de loi modifiant la loi du 18 septembre 1986 instituant le congé politique pour les membres du personnel des services publics (3645/1-4)

- Proposition de loi modifiant la loi du 18 septembre 1986 instituant le congé politique pour les membres du personnel des services publics en ce qui concerne les fonctionnaires fédéraux qui sont membres d'un Comité spécial du service social (3647/1-3)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 3645: Franky Demon, Sonja Becq

- 3647: Alain Top, David Geerts, Dirk Van der Maelen, Karin Temmerman, Monica De Coninck, Hans Bonte, Maya Detiège.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteurs zijn mevrouw De Crom en de heer Degroote.

 

18.01  Koenraad Degroote, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, wij verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3645/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3645/4)

 

Het wetsvoorstel telt 5 artikelen.

La proposition de loi compte 5 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 5 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 5 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

19 Wetsontwerp tot wijziging van de artikelen 2, 3, 3bis, 10, 11, 15 tot en met 15/4, 39, 43/4, 43/5, 43/8, 54, 58, 61 en 62 van, en tot invoeging van artikel 3ter in de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, en tot invoeging van artikel 37/1 in de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij (3327/1-10)

- Wetsvoorstel tot wijziging van wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers (2214/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij wat betreft de leeftijdsgrens voor deelneming via informatiemaatschappij-instrumenten aan openbare loterijen, weddenschappen, wedstrijden en kansspelen (2562/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van kansspelwet van 7 mei 1999 (2987/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, met het oog op een verbod op reclame voor online gokspelen (3106/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, met het oog op een verbod voor weddenschappen op activiteiten waaraan hoofdzakelijk minderjarigen deelnemen (3229/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, ter inrichting van een structureel overleg tussen de Kansspelcommissie en vertegenwoordigers uit de hulpverlening inzake verslaving en financiële schulden en vertegenwoordigers van gebruikers (3239/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers wat betreft de weddenschappen op paardenwedrennen (3245/1-3)

- Wetvoorstel tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers (3512/1-2)

19 Projet de loi modifiant les articles 2, 3, 3bis, 10, 11, 15 à 15/4, 39, 43/4, 43/5, 43/8, 54, 58, 61 et 62 de, et insérant l’article 3ter dans la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les paris, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs, et insérant l’article 37/1 dans la loi du 19 avril 2002 relative à la rationalisation du fonctionnement et de la gestion de la Loterie Nationale (3327/1-10)

- Proposition de loi modifiant la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les paris, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs (2214/1-2)

- Proposition de loi modifiant la loi du 19 avril 2002 relative à la rationalisation du fonctionnement et la gestion de la Loterie Nationale en ce qui concerne la limite d'âge pour participer aux loteries publiques, paris, concours et jeux de hasard par le biais des instruments de la société de l'information (2562/1-2)

- Proposition de loi modifiant la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard (2987/1-2)

- Proposition de loi modifiant la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les paris, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs, en vue d'interdire la publicité pour les jeux de hasard en ligne (3106/1-2)

- Proposition de loi modifiant la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les paris, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs en vue d'interdire les paris sur les activités auxquelles participent principalement des mineurs (3229/1-2)

- Proposition de loi modifiant la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les paris, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs, en vue d'organiser une concertation structurelle entre la Commission des jeux de hasard, les représentants des services d'assistance sociale en matière de dépendance et de dettes financières et les représentants des utilisateurs (3239/1-2)

- Proposition de loi modifiant la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les paris, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs en ce qui concerne les paris sur les courses hippiques (3245/1-3)

- Proposition de loi modifiant la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les paris, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs (3512/1-2)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 2214: Els Van Hoof

- 2562: Els Van Hoof

- 2987: Hans Bonte, Annick Lambrecht, Peter Vanvelthoven

- 3106: Peter Vanvelthoven, Annick Lambrecht, Meryame Kitir, Karin Temmerman

- 3229: Els Van Hoof

- 3239: Els Van Hoof

- 3245: Vincent Van Peteghem, Brecht Vermeulen, Luc Gustin, Patrick Dewael

- 3512: Brecht Vermeulen.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Mevrouw Özlem Özen en de heer Christian Brotcorne, rapporteurs, verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

19.01  Brecht Vermeulen (N-VA): Mijnheer de voorzitter, het werk in verband met het wetsont­werp dat hier voorligt, was er een van lange adem; het heeft een lang traject afgelegd en er zijn zeer veel zaken aan gekoppeld. Het was de bedoeling om het afgewerkt te krijgen tegen vorige zomer, maar beter laat dan nooit. De uitdaging was en is groot en zal dat, spijtig genoeg, altijd blijven.

 

De goksector is de voorbije jaren heel sterk veranderd. Lang geleden waren er enkel de Nationale Loterij en de casino's. In de voorbije tien jaar zagen wij op de televisie pokertoernooien met hip uitgedoste mensen met artiestenallures. Er werden belspelletjes georganiseerd. Ondertussen gaat de onlinewereld razendsnel, waardoor zelfs in games via lootboxen alle soorten kansspelen erbij komen.

 

De kansspelsector wordt niet onmiddellijk door iedereen op applaus onthaald, wel integendeel, en daar zijn ook redenen voor. Gokverslaving, minderjarigen die toch kunnen deelnemen aan weddenschappen of kansspelen, mensen met een leefloon of vervangingsinkomen die meer geld inzetten dan hun maandelijks inkomen, illegale circuits, witwassen, bedreiging, afpersing, niet-uitbetaling van de winst, criminaliteit in het algemeen, in de kansspelsector komt het allemaal voor.

 

De Kansspelcommissie is al zeer dikwijls onder druk komen te staan. De vete tussen de Nationale Loterij en de Kansspelcommissie is ook niet echt bevorderlijk voor een sereen klimaat. De structuur van de Kansspelcommissie dateert ook al van voor de onlineweddenschappen. We hebben gezien – die debatten zijn ook in het Vlaams Parlement gevoerd – dat de prestaties van de Rode Duivels op het wereldkampioenschap Voetbal gecombineerd ging met heel veel reclame voor onlineweddenschappen. Daardoor was er ook een spectaculaire toename van online­wedden­schappen voor sport.

 

De Kansspelcommissie heeft een structureel personeelstekort, zoals ook elk jaar in haar jaarverslag staat te lezen. Het was duidelijk dat daaraan iets moest worden gedaan, omdat de uitdagingen elk jaar toenemen. In 2011 telde de Kansspelcommissie nog 41 medewerkers, aangevuld met 4 leden van de federale gerechtelijke politie en 1 persoon van de lokale politie. In 2016 waren dat maar 33 personen meer, terwijl het werk eigenlijk sterk was toegenomen, zelfs bijna verdubbeld tegenover 2011. De voorzitter van de Kansspelcommissie, de heer Etienne Marique, klaagde in september 2017 al dat de IT-dienst van de Kansspelcommissie het met amper 3 medewerkers moest stellen, terwijl zij de goksector steeds intensiever moest volgen op het internet, omdat die daar veel actiever werd.

 

Ook zaken van matchfixing en gokken op eigen wedstrijden – ik verwijs naar de zaak van Olivier Deschacht – kwamen aan het licht. Met een betere opvolging door meer personeel zouden ook betere resultaten kunnen worden behaald.

 

Op 17 januari 2018 antwoordde minister Geens mij op een mondelinge vraag dat er 20 bijkomende personeelsleden zouden worden aangeworven. Wij zijn nu bijna anderhalf jaar later en er is eigenlijk nog niet zo veel veranderd, ook al werd opnieuw aangekondigd dat in 2019 alles zou worden afgehandeld.

 

Gokken, steeds meer Belgen doen het. 64 % van de bevolking ouder dan 18 jaar, zou al voor geld hebben gespeeld op een kansspel. Dat bleek althans uit een onderzoek van 2016. Uit dezelfde studie bleek duidelijk dat bijna een half miljoen Belgen onder de categorie van problematische of risicovolle spelers vallen. Problematische of risicovolle spelers zetten, gelet op de eigen inkomsten, te veel geld in en, vooral, riskeren ene gokverslaving. De gevolgen van een gokversla­ving zijn niet te onderschatten. Naast gezondheidsproblemen zijn er sociale problemen aan verbonden. Gokproblemen zijn ook veel moeilijker te detecteren dan bijvoorbeeld een alcoholproblematiek. Ze leiden allemaal tot zeer grote persoonlijke drama's.

 

Om die reden steunt onze fractie het wetsontwerp. Gokken of wedden moet zijn amusementswaarde kunnen behouden, zolang het maar blijft bij onschuldige toepassingen en binnen onschuldige grenzen. Wij moeten inderdaad genoeg inzetten op spelersbescherming. Wij menen dat het afleveren van bepaalde vergunningen daarom beter moet worden omkaderd. Er moeten ook maatregelen worden genomen om vooral jongere spelers te beschermen. Gemeenten moeten daarnaast meer bevoegdheden krijgen omwille van een lokale aanpak, die zijn nut kan bewijzen naast een federale aanpak.

 

Wij willen via het wetsontwerp een aantal zaken toevoegen, onder meer de uitbreiding van het EPIS of excluded persons information system. Dat komt voortaan aan de inkom van de wedkantoren te staan. De Nationale Loterij en enkele private wedkantoren waren tegen. Er werd veel tegenwind gegeven. Wij hebben dat ook in de commissie mogen ervaren. Zelf ben ik geen lid van de commissie voor de Justitie, maar ik heb het wetsontwerp namens mijn fractie opgevolgd. Ik heb het verschil in lobbywerk vastgesteld: zelf heb ik weinig lobbywerk ervaren; anderen des te meer.

 

Ik heb meer dan eens in de commissie­vergade­ringen en ook in de gesprekken daarbuiten aangegeven dat wij, enerzijds, wel zorgen voor een terechte verbetering van de bescherming van de mensen maar dat, anderzijds, een identiek product van dezelfde aanbieders op andere plaatsen zal voorkomen, namelijk in de krantenwinkels. Dat is geen level playing field. Onze fractie bekeek een aantal voorbeelden van krantenwinkels tot supermarkten, die een dergelijk product willen aanbieden, maar met het huidige wetsontwerp nog buiten de scope blijven, zonder EPIS dus. Dat is een probleem.

 

Een bijkomend probleem is dat er niet alleen een verschuiving zal zijn naar de dagbladhandelaars maar ook dat er schijndagbladhandels zullen ontstaan. Alsmaar vaker zien wij dagbladhandels­zaken die zogezegd een volwaardig aanbod hebben, terwijl het hun vooral te doen is om een weddenschapaanbod. Zij zouden theoretisch maximaal 50 % van hun omzet mogen halen uit weddenschappen. Zij krijgen daarvoor een vergunning van drie jaar. Maar wanneer worden zij gecontroleerd? Dat is ten vroegste na anderhalf jaar en in een aantal gevallen zelfs nooit.

 

Het is voor mensen met slechte bedoelingen dus zeer lucratief zo'n handel op te zetten. De aanpak daarvan zou kunnen bestaan uit de plaatsing van EPIS op de toestellen, de controle op de dagelijkse inzetten en zeker een betere definiëring van wat een dagbladhandel is. Maar dat is niet de bevoegdheid van de commissie voor de Justitie. Dat is de bevoegdheid van Economische Zaken.

 

Wij blijven erbij dat de technische mogelijkheden soms beperkt zijn. EPIS aanbieden op toestellen zou op het ogenblik technisch nog niet mogelijk zijn. Wij konden er op de korte termijn geen andere maatregelen bijdoen, spijtig, maar de uitdaging blijft voor de toekomst.

 

Er moet ook duidelijker dan nu bepaald worden bij welke dienst de politiemensen in de Kansspel­commissie zullen functioneren. Daar is in het verleden onduidelijkheid over geweest. Daar zijn problemen mee geweest. Er is gebleken dat de federale politie en de Kansspelcommissie elkaar soms tegenwerkten in plaats van met elkaar samen te werken. Daarbij is er nog de grotere impact door de samenwerking met de lokale politiezones. Daarom is een convenant tussen de Kansspelcommissie, de federale politie en de lokale politie van het grootste belang. Dan kan beter opgevolgd worden wie wat in welk dossier gedaan heeft en wat de stand van zaken is.

 

In de loop van de besprekingen werden veel discussies gevoerd, zij het telkens met een wisselend uitgangspunt. Wij moeten inderdaad de vraag stellen wat het uitgangspunt kan zijn voor kansspelen. Is dat de volksgezondheid, is dat economische principes zoals het vrij ondernemen, of is dat een legaal aanbod dat illegale praktijken moeilijker moet maken?

 

Volgens mij is het niet het een of het ander, maar moeten wij met alle dimensies als fundamentele uitgangspunten rekening houden. Daarom moeten wij in de toekomst zelfs nog verder gaan en tot een coregulering komen, waarbij de bescherming van de speler de verantwoordelijkheid van de Kansspelcommissie maar ook van iedere legale aanbieder wordt.

 

Wij zijn nog niet zo ver. Wij kregen nu al tegenwind bij de invoering van EPIS. Dergelijke regulering lijkt mij echter de juiste weg voor de toekomst.

 

Het werk is na de goedkeuring van het voorliggende wetsontwerp nog niet af. Er moet blijvend op sensibilisering worden ingezet opdat kansspelen effectief bij spelen blijft en niet verwoestend wordt voor de families en de gezondheid van de betrokkenen. Bovendien moeten wij blijven inzetten op de technologische verbetering van het EPIS, zoals ik al aangaf. Wij hebben daartoe ook de nodige initiatieven genomen, die spijtig genoeg niet door een meer­derheid konden worden goedgekeurd.

 

Ook al nam de totstandkoming van het wetsont­werp veel tijd in beslag, een aantal zaken toont aan dat wij in de toekomst meer ambitie moeten tonen dan de beperkte scope, die nu wordt voorgesteld. Politieke keuzes moeten zorgen voor een betere en gelijke toegang voor iedereen en voor een gelijk speelveld, wat er niet altijd is.

 

Ik heb verwezen naar de discussie over de verschuiving van de sportweddenschappen naar dagbladhandels en fake dagbladhandels. Wij moeten echter nog verder gaan en in de toekomst de 1 000 meterregel uitbreiden. Wij hebben op het moment een maximumaantal sportweddenschap­kantoren. Het aantal dagbladhandelszaken is echter niet gelimiteerd. Wij zouden dus een gelijkaardige maatregel moeten nemen voor dagbladzaken met een sportweddenschapaanbod. Wij hebben spijtig genoeg nagelaten de valse dagbladhandelszaken via een goede reglementering aan te pakken. Dat wij nu ook de gemeenten en de steden betrekken bij de problematiek, wordt hopelijk een eerste stap naar een betere controle ter zake.

 

Bepaalde producten moeten gecontroleerd worden, hetzij door de Kansspelcommissie hetzij door gemeentelijke of gewestelijke interventies. Producten van de Nationale Loterij worden echter veel minder en niet op een gelijke manier gecontroleerd. Ik geef opnieuw het voorbeeld van de dagbladwinkels. Daar geldt voor sportweddenschappen een plafond van 200 euro per persoon per dag. Dat wordt nauwelijks gecontroleerd, want er is geen identificatieplicht. Op producten van de Nationale Loterij kan men echter zonder enige beperking spelen.

 

Wij hebben ook de discussie gehad over het risico van witwassen van zwart- of crimineel geld. Daarover werd een studie gemaakt door de Kansspelcommissie, naar aanleiding van de vierde Europese antiwitwasrichtlijn. Wij moeten bedacht zijn op welke manier wij daarmee kunnen omgaan, want op dit moment kunnen dagbladhandelaars wel mensen identificeren als ze 1 000 euro willen inzetten, maar doorgaans is men slim genoeg en blijft men telkens onder die limiet en schakelt men vrienden, kennissen of anderen in. Hierdoor blijft met betrekking tot het witwassen zeer veel onder de radar.

 

Ik blijf ook herhalen dat het verschil in benadering tussen de Nationale Loterij en de private operatoren niet gezond is. Ik heb in de commissie verwezen naar Groot-Brittannië, waar de regulator van beide, de nationale loterij en private kansspelen, tot één geheel werd samengebracht. Bij ons is dat helemaal niet het geval. Ik heb ook verwezen naar een hoofdstuk in een boek van professor Denis Philippe, dat de tijd gekomen is om daaraan niet meer vast te houden en om dat samen te zetten in plaats van apart.

 

Collega's, ik kom tot mijn besluit.

 

Het goede is de vijand van het beste, maar men kan onmogelijk voor iedereen goed doen als er tegengestelde belangen zijn. Men kan ook niet blijven stilstaan bij het oude omdat de perfecte oplossing niet onmiddellijk aangeboden wordt. Er zijn praktische problemen, wij hebben er een aantal aangepakt, maar het werk is nog niet af. Wij zullen het wetsontwerp steunen.

 

19.02  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, beste collega's, wij hebben inderdaad een heel boeiende discussie achter de rug in de commissie, waar wij de tijd hebben genomen om heel grondig de teksten te bestuderen. Er werden ook heel veel amendementen ingediend, met toevoegingen en schrappingen.

 

Collega Vermeulen heeft er al op gewezen, dit is een van die teksten die beginnen te leven als ze op de agenda komen. Het onderwerp begint te leven bij diegenen die zich afvragen wat de goedkeuring van het betreffende wetsontwerp of amendement betekent voor hun jaaromzet. Zullen zij meer of minder winst hebben? Daar komt het eigenlijk op neer. Het is ook met die bedoeling dat er gelobbyd wordt.

 

U hebt er misschien iets minder last van gehad, omdat u geen officieel lid bent van de commissie voor de Justitie, maar zelfs vanuit de oppositie werden we benaderd. Ik kan mij dus indenken dat de leden van de meerderheid nog meer benaderd werden, omdat die normaal iets meer te zeggen hebben over de amendementen die al dan niet zullen worden aangenomen.

 

In dit dossier heeft het gelobby misschien niet gewerkt, hoewel ik een paar bedenkingen heb als ik het proces bekijk, maar de lobbyisten zijn wel aan de slag gegaan. De enige vraag die wij ons bij de bespreking van deze tekst moeten stellen, is wat wij als Parlement en als maatschappij willen. Willen wij een wet die zo streng mogelijk is en de belangen van onze inwoners zo veel mogelijk behartigt, de volksgezondheid beschermt en ervoor zorgt dat mensen niet of niet te snel in de financiële problemen komen door allerlei verslavingen, onder andere gokverslavingen? Of kiezen wij voor een vrijheid-blijheidmodel, waarin de markt zijn werk doet en de belangen van de goksector niet te veel geschaad worden?

 

Ik meen dat wij voor het algemeen belang moeten kiezen. Daarvoor zijn wij hier ook. De bescher­ming van de consument, de bescherming van de volksgezondheid en het tegengaan van gok­schulden moeten de belangrijkste uitgangspunten zijn.

 

Er zijn gemiste kansen, omdat er in de loop van de jaren zaken ontstaan, geëvolueerd en geregu­lariseerd zijn. Ik denk daarbij aan de zogenaamde 3.3-toestellen en live­wedden­schappen, die heel omstreden en volgens experten heel verslavend en gevaarlijk zijn, omdat men tijdens sportwed­strijden telkens opnieuw kan inzetten op de uitslag, zelfs tijdens de tweede helft, of kan gokken wie de volgende rode of gele kaart zal krijgen.

 

Deskundigen wijzen erop dat dit een zeer gevaarlijk systeem is waarin mensen heel gemakkelijk meegaan. Hetzelfde geldt voor de virtuele weddenschappen.

 

In de commissie hebben wij een aantal evidente amendementen ingediend om de teksten nog strenger te maken. Jammer genoeg zijn die niet aanvaard, iets wat ik eigenlijk niet goed begrijp.

 

Mijnheer Vermeulen, u hebt zelf opgesomd welke problemen zich voordoen, waar de controle onvoldoende is en waar we nog stappen verder zouden moeten zetten. Ik kan u daar grotendeels in volgen. Het enige wat u daarvoor moet doen is straks de amendementen die we indienden goedkeuren. Als u spreekt over het EPIS en zegt dagbladhandels en paardenrennen daar nu nog niet onder vallen, dan wij hebben een amendement klaar dat hen er ook onder laat vallen. Als u daarvoor een amendement indient zal ik dat ook goedkeuren.

 

19.03  Brecht Vermeulen (N-VA): Ik herken de tekst van uw amendement want die lijkt bijzonder goed geïnspireerd op iets wat ik zelf heb ingediend.

 

19.04  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer Vermeulen, volg uw hart. Overtuig uw fractie en liefst ook de meerderheid om deze amende­menten goed te keuren. Als u zo bezorgd bent omdat het EPIS onvoldoende is uitgebouwd en er nog heel veel mensen aan ontsnappen, wat belet u dan om straks gewoon voor te stemmen en het amendement goed te keuren?

 

19.05  Brecht Vermeulen (N-VA): Zoals ik daarnet al heb toegelicht is er een groot technologisch probleem om het EPIS op toestellen te zetten. Men kan moeilijk een EPIS-toepassing doen bij het binnenkomen van elke dagbladhandel zoals het wetsvoorstel dat nu voorstelt voor elk gokkantoor. Dat is het grote probleem, het moet op de toestellen worden geplaatst en op dat punt zouden er nog technologische problemen bestaan.

 

19.06  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Collega, alle problemen kunnen opgelost worden. Desnoods geven we meer tijd voor de inwerkingtreding van sommige bepalingen om in de nodige technologische oplossingen te kunnen voorzien. Niet alles moet immers tien dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad al in werking te treden. Als dat drie of zes maanden vergt kunnen we die artikelen evengoed dan pas in werking laten treden. Waar een wil is, is een weg. Ik heb echter de indruk dat er druk op de meerderheidspartijen is uitgeoefend om niet al te snel en al te ver te gaan.

 

Ik heb in de commissie ook verwezen naar een eigenaardigheid die erin geslopen is. De minister heeft vaak benadrukt dat overleg met de Gewesten noodzakelijk is, omdat zij ook een fiscale bevoegdheid hebben. De Gewesten verdienen geld aan de weddenschappen en de hele gokindustrie. Als wij op federaal niveau willen verstrengen, kan dit een invloed hebben op de fiscale inkomsten van de Gewesten. Daarom zou er overleg moeten zijn. Wel, Ik vind dit je reinste onzin. Als wij, op federaal niveau, vinden dat iets schadelijk is en wij strenger willen optreden of bepaalde zaken willen verbieden, dan moeten wij dat kunnen doen. Als dat leidt tot minder fiscale inkomsten voor de Gewesten, so be it. Ik meen dat wij nog altijd onze bevoegdheden ten volle moeten kunnen uitoefenen. Daarom is het zeer jammer dat verstrengingen die absoluut noodzakelijk zijn, door dergelijke regels worden vertraagd. Men verwijst naar een arrest van het Grondwettelijk Hof. Ik vraag mij af of dat arrest wel van toepassing is op de voorliggende materie en de verstrengingen ter zake.

 

Er was in maart 2018 ook een overleg. Er werd dan ook een voorontwerp van deze tekst aan de Gewesten voorgelegd. Ik kan alleen maar vaststellen dat een aantal wijzigingen is doorgevoerd na de oorspronkelijke tekst en degene die nu in de commissie werd voorgelegd. Het ging vooral over de 3.3-toestellen. Een jaar geleden was het duidelijk dat het niet de bedoeling was dat deze toestellen bijvoorbeeld nog in tankstations aanwezig zouden kunnen zijn. De Vlaamse administratie heeft zich daarop voorbereid en ging ervan uit dat dit verboden zou worden. In de laatste versie die aan de Kamer werd voorgelegd, was dit verbod plots verdwenen. Als men dan aan de minister vraagt hoe dat komt, wordt vaag verwezen naar een advies van de Raad van State, maar de Raad van State heeft daarover niets gezegd. Dus onderweg, ergens tussen maart 2018 en de indiening van de tekst enkele maanden geleden, is plots een verstrenging weggevallen, zonder dat men daarvoor ook maar enige logische verklaring kan geven.

 

Collega's, ik verwijs voor het overige naar de bespreking in de commissie en het uitstekend verslag dat daarvan bestaat. Ik wil aan dit Parlement vragen om heel ernstig de voorliggende amendementen, waarover wij straks zullen stemmen, te bekijken.

 

Het is evident dat deze amendementen werden ingediend. Een amendement strekt ertoe om de leeftijdsvoorwaarden te verstrengen, dus vanaf 21 jaar. Voor sommige zaken is nu de leeftijd van 18 jaar vooropgesteld, terwijl voor andere zaken de leeftijd van 21 jaar geldt. Laten wij voor alles de lat gelijk leggen op 21 jaar.

 

Er is ook een amendement tot invoering van een reclameverbod naar analogie van de reclame voor tabak. Dat is volgens mij absoluut noodzakelijk. Wij moeten dat gewoon doen. Volgens sommigen is men daar niet klaar voor en moet men daarmee wachten tot de volgende legislatuur. Wij moeten echter niet wachten tot men er klaar voor is, want zo kunnen wij blijven wachten.

 

Ten derde, een ander amendement betreft het maximumverlies. Het maximumverlies per week is nu 500 euro, dat is 2 000 euro per maand. Dat is voor veel mensen meer dan een maandloon. Dat is echt te veel.

 

Het Parlement heeft volgens mij de mogelijkheid om vandaag te zeggen dat het te veel is en om het te verminderen. Ons amendement halveert dat maximumverlies, van 500 tot 250 euro per week. Ik doe een oproep aan alle fracties om minstens deze minieme wijziging goed te keuren. Dit kan in de praktijk een wereld van verschil maken.

 

Wij vragen ook om de amendementen over EPIS uit te breiden. Collega's, ik sta helemaal open voor een subamendement om de termijn te verlengen. Dien het in en ik zal het met veel plezier steunen.

 

Tot daar mijn uiteenzetting op dit punt. Ik hoop dat wij een verstrenging kunnen aanbrengen. Als dat niet lukt, dan ligt er tijdens de volgende legislatuur wellicht heel wat werk op de planken om in dit dossier naar een hogere versnelling te schakelen en de wetgeving superstreng te maken.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3327/9)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3327/9)

 

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsontwerp tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de wedden­schappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, en tot invoeging van artikel 37/1 in de wet van 19 april 2002 tot  nationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij".

L’intitulé a été modifié par la commission en “projet de loi modifiant la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les paris, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs, et insérant l’article 37/1 dans la loi du 19 avril 2002 relative à la rationalisation du fonctionnement et de la gestion de la Loterie Nationale".

 

Het wetsontwerp telt 37 artikelen.

Le projet de loi compte 37 articles.

 

*  *  *  *  *

Ingediende amendementen:

Amendements déposés:

Art. 3/1(n)

  • 63 – Stefaan Van Hecke (3327/10)

Art. 18

  • 64 – Stefaan Van Hecke (3327/10)

Art. 26/1(n)

  • 65 – Stefaan Van Hecke (3327/10))

Art. 29

  • 66 – Stefaan Van Hecke (3327/10)

Art. 30/1(n)

  • 61 – Stefaan Van Hecke (3327/10)

Art. 31

  • 67 – Stefaan Van Hecke (3327/10)

Art. 32

  • 62 – Stefaan Van Hecke (3327/10)

*  *  *  *  *

 

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

Conclusion de la discussion des articles:

 

Aangehouden: de amendementen en de artikelen 18, 29, 31 en 32.

Réservés: les amendements et les articles 18, 29, 31 et 32.

 

Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 tot 17, 19 tot 28, 30 en 33 tot 37.

Adoptés article par article: les articles 1 à 17, 19 à 28, 30 et 33 à 37.

*  *  *  *  *

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

Collega's, wij gaan hier onze werkzaamheden schorsen.

 

Zoals u weet beginnen wij opnieuw om 14.15 uur met een verklaring van de eerste minister over de segregatie van metissen. De vergadering is geschorst.

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 4 april 2019 om 14.15 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 4 avril 2019 à 14 h 15.

 

De vergadering wordt gesloten om 12.58 uur.

La séance est levée à 12 h 58.