Séance plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 19 septembre 2019 Namiddag ______ |
van Donderdag 19 september 2019 Après-midi ______ |
La séance est ouverte à 14 h 19 et présidée par M. Patrick Dewael.
De vergadering wordt geopend om 14.19 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série
de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans
le Compte Rendu Intégral de cette séance ou son annexe.
Een reeks
mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan
deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het Integraal Verslag van
deze vergadering of in de bijlage ervan.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Charles
Michel, Alexander De Croo.
Peter Mertens,
raisons de santé / gezondheidsredenen;
Vincent Van
Quickenborne, à l'étranger / buitenslands;
Marianne
Verhaert.
Gouvernement
fédéral / Federale regering:
Marie-Christine
Marghem, GIEC (Monaco);
Denis
Ducarme, à l'étranger / buitenslands.
01 Prestation de serment de trois membres suppléants appelés à siéger en remplacement des membres élus en qualité de membre du gouvernement wallon et du gouvernement de la Communauté française
01 Eedaflegging van drie
opvolgende leden die zitting zullen hebben ter vervanging van leden gekozen tot
lid van de Waalse regering en de Franse Gemeenschapsregering
L'article 59 de la loi spéciale du
8 août 1980 de réformes institutionnelles dispose que le membre de la
Chambre des représentants élu membre du gouvernement wallon, du gouvernement de
la Communauté française ou du gouvernement flamand, cesse immédiatement de
siéger et reprend son mandat lorsque ses fonctions de ministre prennent fin.
Artikel 59 van de bijzondere wet van
8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen bepaalt dat een lid van de
Kamer van volksvertegenwoordigers die gekozen wordt tot lid van de Vlaamse
regering, van de Waalse regering of van de Franse Gemeenschapsregering
onmiddellijk ophoudt zitting te hebben en zijn mandaat weer opneemt wanneer
zijn ambt van minister een einde neemt.
L'article 1bis de la loi du 6 août
1931 établissant des incompatibilités et interdictions concernant les
ministres, anciens ministres et ministres d'État, ainsi que les membres et
anciens membres des Chambres législatives dispose que le membre de la Chambre des
représentants qui
cesse de siéger par suite de sa nomination en qualité de ministre ou de
secrétaire d'État du gouvernement fédéral ou par suite de son élection en
qualité de ministre ou de secrétaire d'État d'un gouvernement régional ou
communautaire, est remplacé par le premier suppléant en ordre utile de la liste
sur laquelle il a été élu.
Artikel 1bis van de wet van
6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en
ontzeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers en ministers van
Staat, alsmede de leden en gewezen leden van de wetgevende Kamers bepaalt dat een lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers die
ophoudt zitting te hebben ten gevolge van zijn benoeming tot minister of
staatssecretaris van de federale regering of zijn verkiezing tot minister of
staatssecretaris van een Gewest- of Gemeenschapsregering wordt vervangen door
de eerst in aanmerking komende opvolger van de lijst waarop hij gekozen is.
Nous devons donc procéder à l'admission et à la prestation de serment de ces suppléants.
Wij moeten dus overgaan tot de toelating en de eedaflegging van die opvolgers.
Il s'agit des suppléants suivants:
- M. Khalil Aouasti, premier suppléant de la liste PS de la circonscription électorale de Bruxelles-Capitale, en remplacement de Mme Caroline Désir;
- M. Hervé Rigot, premier suppléant de la liste PS de la circonscription électorale de Liège, en remplacement de M. Frédéric Daerden;
- M. Philippe Tison, premier suppléant de la liste PS de la circonscription électorale de Hainaut, en remplacement de M. Elio Di Rupo.
Het betreft:
- de heer Khalil Aouasti, eerste opvolger op de PS-lijst van de kieskring Brussel-Hoofdstad, ter vervanging van mevrouw Caroline Désir;
- de heer Hervé Rigot, eerste opvolger op de PS-lijst van de kieskring Luik, ter vervanging van de heer Frédéric Daerden;
- de heer Philippe Tison, eerste opvolger op de PS-lijst van de kieskring Henegouwen, ter vervanging van de heer Elio Di Rupo.
Les pouvoirs de ces suppléants ont été validés en notre séance 20 juin 2019.
De geloofsbrieven van deze opvolgers werden tijdens onze vergadering van 20 juni 2019 geldig verklaard.
Comme la vérification complémentaire, prévue
par l'article 235 du Code électoral, ne porte que sur la conservation des
conditions d'éligibilité, il apparaît que cette vérification, n'a, au vu des
pièces obtenues, qu'un caractère de pure formalité.
Daar het aanvullend onderzoek door
artikel 235 van het Kieswetboek voorgeschreven, uitsluitend slaat op het
behoud van de verkiesbaarheidsvereisten, gaat het, gelet op de verkregen
stukken, in de huidige omstandigheden om een loutere formaliteit.
Je vous propose donc de passer à l'admission de ces suppléants appelés à siéger en qualité de membre de la Chambre des représentants en remplacement des membres élus en qualité de membre du gouvernement wallon et du gouvernement de la Communauté française.
Ik stel u dus voor tot de toelating over te gaan van deze opvolgers die zitting zullen hebben in de hoedanigheid van lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers ter vervanging van leden gekozen tot lid van de Waalse regering en de Franse Gemeenschapsregering.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Je rappelle que les membres élus par les collèges électoraux relevant de la région de langue française font partie du groupe linguistique français.
Ik herinner eraan dat de leden gekozen door de kiescolleges die behoren tot het Franse taalgebied, deel uitmaken van de Franse taalgroep.
Je rappelle que les députés élus par le collège électoral de l'arrondissement de Bruxelles font partie soit du groupe linguistique français, soit du groupe linguistique néerlandais de la Chambre, selon qu'ils prêtent serment en français ou en néerlandais. Si le serment est prêté en plusieurs langues, celle d'entre elles qui est utilisée en premier lieu est déterminante.
Ik herinner eraan dat de volksvertegenwoordigers gekozen door het kiescollege van het arrondissement Brussel deel uitmaken van de Nederlandse of van de Franse taalgroep van de Kamer, naargelang zij de eed in het Nederlands dan wel in het Frans afleggen. Wordt de eed in verscheidene talen afgelegd, dan is de taal waarin hij het eerst is afgelegd, beslissend.
Je rappelle les
termes du serment: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik
zweer de Grondwet na te leven" "Ich schwöre die Verfassung zu
befolgen".
Ik memoreer de bewoordingen van de eed: "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Je jure d'observer la Constitution" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Je prie M. Khalil Aouasti de prêter le serment constitutionnel.
Ik verzoek de heer Khalil Aouasti de grondwettelijke eed af te leggen.
M. Khalil Aouasti prête le serment constitutionnel successivement en français et en néerlandais.
De heer Khalil Aouasti legt de grondwettelijke eed achtereenvolgens af in het Frans en in het Nederlands.
M. Khalil Aouasti fera partie du groupe linguistique français.
De heer Khalil Aouasti zal deel uitmaken van de Franse taalgroep.
Je prie M. Hervé Rigot de prêter le serment constitutionnel.
Ik verzoek de heer Hervé Rigot de grondwettelijke eed af te leggen.
M. Hervé Rigot prête le serment constitutionnel successivement en français, en néerlandais et en allemand.
De heer Hervé Rigot legt de grondwettelijke eed achtereenvolgens af in het Frans, in het Nederlands en in het Duits.
M. Hervé Rigot fera partie du groupe linguistique français.
De heer Hervé Rigot zal deel uitmaken van de Franse taalgroep.
Je prie M. Philippe Tison de prêter le serment constitutionnel.
Ik verzoek de heer Philippe Tison de grondwettelijke eed af te leggen.
M. Philippe Tison prête le serment constitutionnel en français.
De heer Philippe Tison legt de grondwettelijke
eed af in het Frans.
M. Philippe Tison fera partie du groupe linguistique français.
De heer Philippe Tison zal deel uitmaken van de Franse taalgroep.
Vous avez reçu un projet d'ordre du jour pour la séance d'aujourd'hui.
U hebt een ontwerpagenda ontvangen voor de vergadering vandaag.
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
Par lettre du 12 juillet 2019, le Chef de Cabinet du Roi m'a transmis les voeux de Sa Majesté le Roi pour le succès des travaux de notre Assemblée.
Bij brief van 12 juli 2019 heeft de Kabinetschef van de Koning mij de wensen van Zijne Majesteit de Koning voor het welslagen van de werkzaamheden van onze Vergadering overgezonden.
04 Constitution du Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale
04 Wettig- en voltalligverklaring van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement
Par messages du 18 juillet et du 16 septembre 2019, le Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale fait connaître qu'il s'est constitué en sa séance de ce jour.
Bij brieven van 18 juli en 16 september 2019 brengt het Brussels Hoofdstedelijk Parlement ons ter kennis dat het ter vergadering van die dag voor wettig en voltallig verklaard is.
05
Constitution du Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie
05 Wettig- en voltalligverklaring van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie
Par message du 18 juillet 2019, le Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie fait connaître qu'il s'est constitué en sa séance de ce jour.
Bij brief van 18 juli 2019 brengt de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie ons ter kennis dat hij ter vergadering van die dag voor wettig en voltallig verklaard is.
06 Constitution de l'Assemblée réunie de la commission communautaire commune
06 Wettig- en voltalligverklaring van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
Par messages du 18 juillet et du 17 septembre 2019, l'Assemblée réunie de la Commission communautaire commune fait connaître qu'elle s'est constituée en sa séance de ce jour.
Bij brieven van 18 juli en 17 september 2019 brengt de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie ons ter kennis dat zij ter vergadering van die dag voor wettig en voltallig verklaard is.
07 Constitution de l'Assemblée de la commission communautaire française
07 Wettig- en voltalligverklaring van de Assemblée de la commission
communautaire française
Par message du 18 juillet, l’Assemblée de la Commission communautaire française fait connaître qu'elle s'est constituée en sa séance de ce jour.
Bij brief van 18 juli 2019 brengt de Assemblée de la commission communautaire française ons ter kennis dat zij ter vergadering van die dag voor wettig en voltallig verklaard is.
08 Wettig- en voltalligverklaring van de Senaat
Par message du 18 juillet 2019, le Sénat fait connaître qu’il s’est constitué en sa séance de ce jour.
Bij brief van 18 juli 2019 brengt de Senaat ons ter kennis dat hij ter vergadering van die dag voor wettig en voltallig verklaard is.
09 Constitution du Parlement de la Communauté française
09 Wettig- en voltalligverklaring van het Parlement van de Franse Gemeenschap
Par message du 5 septembre 2019, le Parlement de la Communauté française fait connaître qu'il s'est constitué en sa séance de ce jour.
Bij brief van 5 september 2019 brengt het Parlement van de Franse Gemeenschap ons ter kennis dat hij ter vergadering van die dag voor wettig en voltallig verklaard is.
10 Constitution du Parlement wallon
10 Wettig- en voltalligverklaring van het Waals Parlement
Par message du 4 septembre 2019 le Parlement wallon fait connaître qu’il s’est constitué en sa séance de ce jour.
Bij brief van 4 september 2019 brengt het Waals Parlement ons ter kennis dat hij ter vergadering van die dag voor wettig en voltallig verklaard is.
11 Éloge funèbre – M. Serge Moureaux
11 Rouwhulde – de heer Serge Moureaux
Le président (devant l'assemblée debout)
De voorzitter (voor de staande vergadering)
Mesdames et messieurs, chers collègues, Serge Moureaux, membre honoraire de la Chambre, est décédé à Haltinne, le 25 avril, à l'âge de 85 ans.
Après avoir obtenu à l'Université Libre de Bruxelles les diplômes de docteur en droit et de licencié en notariat, Serge Moureaux se taille rapidement une réputation d'avocat à la fois extrêmement doué, mais aussi particulièrement engagé auprès du barreau de Bruxelles. Il conduit notamment le groupe d'avocats belges qui défend le Front de libération nationale algérien. Dans les années 80, il est l'avocat des parties civiles aux procès contre le Vlaamse Militanten Orde, contre le Front de la Jeunesse, ainsi que dans le procès relatif à l'incendie criminel des locaux de l'hebdomadaire de gauche Pour et dans celui du drame du Heysel.
Als telg uit een politiek nest – Serge Moureaux was de zoon van de liberale minister Charles Moureaux en de broer van minister van Staat Philippe Moureaux – wijdde hij zich met evenveel overgave aan zijn politieke mandaten, tot in 1985 voor het FDF, daarna voor de PS.
Als schepen van Etterbeek en van de Brusselse Agglomeratie, belast met ruimtelijke ordening, speelde hij van 1971 tot 1989 een determinerende rol in de strijd tegen de ‘Brusselisering’ en gaf hij de aanzet tot een volwaardige heropbouw van onze hoofdstad.
Serge Moureaux zette zijn inspanningen voor Brussel door van 1989 tot 1995, als lid van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en als voorzitter van de Raad van de Franse Gemeenschapscommissie.
Il est également très présent sur la scène politique nationale, au Sénat et à la Chambre. Durant ses quatre années d'activités dans cet hémicycle, il siège activement dans plusieurs commissions d'enquête parlementaire, parmi lesquelles la Commission Dutroux et la Commission des sectes, qu'il préside.
Mesdames et messieurs, chers collègues, avec le décès de Serge Moureaux, nous perdons un homme passionné, qui a marqué la vie politique à la fois par son énorme force de travail, mais aussi par son engagement et sa détermination. Sans oublier l'intellectuel dont la brillante érudition a fait un homme de dialogue. Convaincu qu'il est possible de cohabiter en parfaite harmonie, Serge Moureaux avait amorcé depuis plusieurs décennies la concertation avec les Bruxellois d'origine allochtone.
Nous présentons nos plus sincères condoléances à sa famille.
11.01 Charles Michel, premier ministre: Monsieur le président, chers collègues, Serge Moureaux, né à Etterbeek en 1934, est décédé à Haltinne à l'âge de 85 ans. Henriette, son épouse, l'a rejoint deux mois plus tard. Il est également le frère du ministre d'État Philippe Moureaux lui-même disparu au mois de décembre dernier. Serge Moureaux s'est distingué tant dans ses activités d'avocat que dans les nombreuses fonctions de responsabilité politique qu'il a exercées tout au long de sa carrière.
Hij behaalde een diploma notariaat en werd doctor in de rechten aan de Université libre de Bruxelles. Hij begon te werken aan de Brusselse balie in 1956. Van 1958 tot 1962, toen hij nog een jonge advocaat was, werd hij het hoofd van het Belgische advocatencollectief van het Algerijnse Front de libération nationale.
Il a participé à de très nombreux procès qui ont été largement médiatisés. Il s'est par exemple illustré comme conseil de la partie civile dans le procès contre le VMO pour le Front de la jeunesse mais également contre les incendiaires criminels de l'hebdomadaire POUR et comme partie civile pour l'État du Rwanda dans l'affaire Ntuyahaga.
En parallèle, il était extrêmement impliqué sur le terrain politique. Avant de rejoindre le Parti socialiste en 1985, il était d'abord engagé au sein du FDF. Entre 1971 et 1989, il fut échevin à Etterbeek et premier échevin francophone de l'Agglomération bruxelloise, sorte de prélude à la Région de Bruxelles-Capitale. En charge de l'Urbanisme et de l'Aménagement du territoire, il joua un rôle très déterminant dans la politique d'aménagement du territoire et de la rénovation urbaine et lutta contre la bruxellisation.
Daarna werd hij lid van de Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en voorzitter van de COCOF. Ook op federaal niveau was hij bijzonder actief. Hij was lid van de Senaat tot 1995 en lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers van 1995 tot 1999. In dat verband nam hij deel aan verschillende parlementaire onderzoekscommissies, waaronder de commissie-Dutroux, en was hij ook voorzitter van de parlementaire commissie inzake sekten.
Sa vie fut marquée par de nombreux combats pour la liberté des peuples et la défense des causes justes. Homme de culture également, il a présidé les éditions de l'ULB, le CIFAS, le centre vidéo de Bruxelles, le collège juridictionnel et la maison de la francité.
Au nom du gouvernement, monsieur le président, je m'associe à l'hommage rendu et souhaite beaucoup de courage à l'ensemble de ses proches, à qui nous présentons également nos plus sincères condoléances.
De voorzitter: Mag ik de Kamer uitnodigen enkele ogenblikken stilte in acht te nemen.
La Chambre observe une minute de silence.
De Kamer neemt een minuut stilte in acht.
12 Éloge funèbre – M. Jean-Pierre Grafé
12 Rouwhulde – de heer Jean-Pierre Grafé
Le président (devant l'assemblée debout)
De voorzitter (voor de staande vergadering)
Chers collègues,
Nous avons appris avec regret le décès de notre ancien collègue, Jean-Pierre Grafé, le 16 mai 2019, à l’âge de 87 ans.
Après des études de droit à l’Université de Liège, ce fils d’avocat, profondément attaché à la Cité ardente, milite activement dans diverses associations étudiantes. En 1953, il devient président des étudiants sociaux chrétiens.
En 1954, Jean-Pierre Grafé entame une carrière d’avocat à la Cour d’Appel de Liège. Peu après, le ministre d’Etat, Pierre Harmel, qui avait décelé ses talents parmi ses étudiants à l’Université de Liège, l’encourage à se lancer dans l’arène politique. Il intègre ainsi l’équipe des divers cabinets qui entourent Pierre Harmel lorsqu’il est aux affaires de 1958 à 1961.
Notre ancien collègue fait son entrée à la Chambre des représentants le 7 novembre 1971 pour le Parti social-chrétien. En 1973, Il est désigné comme ministre des Affaires wallonnes dans les gouvernements Leburton. Dans le gouvernement suivant dirigé par Leo Tindemans, il se voit confier, en avril 1974, le portefeuille de la Culture française.
Vervolgens bekleedde hij verschillende functies in de Cultuurraad van de Franse Gemeenschap, totdat hij van 1985 tot 1988 het voorzitterschap van de Raad van de Franse Gemeenschap bekleedde. In februari 1988 trad hij als minister van Toerisme en Internationale Betrekkingen tot de Executieve van die Gemeenschap toe. Onze voormalige collega zou van 1992 tot 1996 nog andere ministerposten in de Waalse regering en die van de Franse Gemeenschap bekleden.
Op 21 mei 1995 koos Jean-Pierre Grafé ervoor om zich op het gewestelijke niveau kandidaat te stellen voor de verkiezingen. Hij was daarmee één van de eerste 75 rechtstreeks verkozen volksvertegenwoordigers in het Waalse Parlement.
De 1999 à 2003, il siège à nouveau à la Chambre et met ensuite un terme à son parcours parlementaire.
Travailleur infatigable, ordonné, méthodique, Jean-Pierre Grafé a toujours géré ses dossiers avec sérieux et compétence. Il a toujours fait preuve d’une énorme disponibilité vis-à-vis d’un électorat fidèle et nombreux.
Tous ses partenaires politiques s’accordent pour souligner combien ce négociateur habile, obstiné et coriace s’est toujours fait un point d’honneur de respecter les accords passés et de veiller à leur bonne exécution.
J’ai transmis à sa famille les condoléances de notre assemblée.
12.01 Charles Michel, premier ministre: Monsieur le président, chers collègues, Jean-Pierre Grafé, né à Liège le 31 mars 1932, nous a quittés le 16 mai 2019 à l'âge de 87 ans.
Docteur en droit à l'Université de Liège, il s'inscrit ensuite au barreau de Liège. Il est l'un des premiers avocats à avoir fait du droit d'auteur sa spécialité. Il était notamment l'avocat de nombreux chanteurs belges et grand ami de Jacques Brel.
Hij zei van zichzelf dat hij, zolang hij het zich kon herinneren, altijd al een groot verantwoordelijkheidsgevoel heeft gehad. Hij was voorzitter van de christendemocratische studenten aan de Université de Liège en daarna ook op nationaal niveau.
En 1958, il devient attaché de cabinet auprès de Pierre Harmel, tour à tour ministre de la Justice, des Affaires culturelles et de la Fonction publique. La même année, il sera élu au conseil communal de Liège.
Jean-Pierre Grafé est élu député de Liège en novembre 1971 et est désigné comme ministre des Affaires wallonnes dans les gouvernements Leburton I et Leburton II, ensuite ministre de la Culture française dans les gouvernements Tindemans I et Tindemans II.
Entre 1988 et 1992, ce social-chrétien a occupé le poste de ministre de l'Enseignement et de la Formation, du Sport, du Tourisme et des Relations internationales au sein de la Communauté française. Il a été ministre des Travaux publics dans le gouvernement wallon. Il a aussi été ministre régional de la Recherche, du Développement technologique et des Relations internationales. Dans le même temps, il reçoit la responsabilité de l'enseignement supérieur à la Communauté française.
Il sera ensuite à nouveau député fédéral entre 1999 et 2003.
Jean-Pierre Grafé est un défenseur ardent de sa cité. Ce "dinosaure", comme il se qualifiait lui-même, laisse derrière lui cinquante années de passion et d'engagement politique.
Au nom du gouvernement, nous souhaitons rendre hommage à Jean-Pierre Grafé et transmettre nos sincères condoléances à ses proches.
De voorzitter: Ik nodig de Kamer opnieuw
uit een aantal momenten van ingetogenheid in acht te nemen.
La Chambre observe une minute de silence.
De Kamer neemt een minuut stilte in acht.
13 Éloge funèbre
– M. Armand De Decker
13 Rouwhulde – de heer Armand De Decker
Le président (devant l'assemblée debout)
De voorzitter (voor de staande vergadering)
Mesdames et messieurs, chers collègues, Armand De Decker, ministre d’État et ancien député, est décédé le 12 juin à Woluwe-Saint-Lambert, à l’âge de 70 ans.
Après avoir obtenu une licence en droit à l’Université Libre de Bruxelles, Armand De Decker devient avocat au barreau de Bruxelles et fait également son entrée dans la politique. De 1979 à 1981, il est secrétaire général du PRL alors présidé par Jean Gol. Il est conseiller au cabinet du ministre de la Défense Charles Poswick avant d’être élu député pour l’arrondissement de Bruxelles en novembre 1981. C’est le début d’une carrière longue de plusieurs décennies comme mandataire politique.
Armand De Decker siège à la Chambre durant 14 ans avant de passer en 1995 au Sénat, assemblée qu’il a en quelque sorte personnifiée et qu’il préside à deux reprises. Cet Européen convaincu est aussi un membre très actif de l’Assemblée parlementaire du Conseil de l’Europe et de l’Assemblée de l’Union de l’Europe occidentale, dont il est le président pendant trois ans.
Ondertussen had Armand De Decker ook aandacht voor het lokale en het regionale niveau.
Van 1989 tot 1995 was hij schepen van Cultuur, en van 2006 tot 2017 burgemeester van zijn dierbare gemeente Ukkel.
Van 1995 tot 1999 was hij voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. In datzelfde Brussels Parlement zou hij, na zijn vertrek uit de Senaat in april 2014, zijn politieke loopbaan beëindigen.
Chers collègues, avec la disparition d'Armand De Decker, nous perdons non seulement un homme politique de premier plan mais aussi une personnalité affable, toujours à la recherche du compromis et de la conciliation.
Après avoir été ministre de la coopération au développement du gouvernement Verhofstadt, il se voit confier en novembre 2007 par le Roi Albert II, la mission de prendre avec Herman Van Rompuy, une initiative afin d'entamer un dialogue durable en vue d’un renforcement de la cohésion entre les Communautés. En 2008, il fait partie du groupe de responsables politiques chargés de négocier une nouvelle réforme institutionnelle. Parce qu’il a toujours été convaincu du pouvoir du dialogue, Armand De Decker a soutenu chacun de ces projets avec toute son énergie.
Nous présentons nos sincères condoléances à son épouse Jacqueline et à sa famille.
13.01 Charles Michel, premier ministre: Monsieur le président, chers collègues, Armand De Decker est indéniablement une personnalité qui a marqué de son empreinte le débat politique belge au long des dernières décennies. Né d'une mère enseignante et d'un père artiste peintre, portraitiste reconnu – dont un de ses célèbres modèles fut le Roi Baudouin –, il entame des études de droit à l'ULB avant de devenir avocat.
In het begin van de jaren 80 ging hij in de politiek en werd hij adjunct-secretaris-generaal van de PRL en federaal parlementslid. In dezelfde periode begon hij ook te zetelen in de Raad van de Franse Gemeenschap, waar hij bleef tot 2003. Hij was zeer gehecht aan Brussel en was voorzitter van de Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 1995 tot 1999. Later keerde hij als ondervoorzitter terug naar die assemblee.
Il devint également président du Sénat, auquel son nom reste particulièrement attaché. Il exerça également cette fonction de 2007 à 2010, après l'avoir exercée entre 1999 et 2004. Pendant plus de vingt années, il siégea au sein de la haute Assemblée.
Il fut ministre de la Coopération au développement pendant trois ans. Ses qualités de diplomate, de médiateur, le conduirent notamment à endosser le rôle de conciliateur royal en 2007 aux côtés de Herman Van Rompuy. Il fut nommé ministre d'État en 2009.
Fervent défenseur du projet européen depuis le début de son parcours, particulièrement intéressé par les questions de défense, il fut également président de l'Assemblée de l'Union de l'Europe occidentale, membre de l'Assemblée parlementaire de l'Organisation pour la Sécurité et la Coopération en Europe et membre de l'Assemblée parlementaire du Conseil de l'Europe.
Enfin, sur le plan municipal, il s'est voué à sa commune, Uccle. Il y débute un mandat de conseiller communal en 1989 et en sera le bourgmestre entre 2006 et 2017.
Armand De Decker a marqué de son empreinte les différentes assemblées au sein desquelles il s'est illustré. On retient de lui son élégance, sa tolérance, sa courtoisie et son sens du compromis. Son amour pour l'Europe, la Belgique, Bruxelles, Uccle, n'a cessé de l'animer durant quarante années d'engagement politique.
Au nom du gouvernement, je me joins à vous, monsieur le président, pour rendre hommage à Armand De Decker et présenter nos plus sincères condoléances à son épouse Jacqueline, à son frère Jacques et à l'ensemble de ses proches.
De voorzitter: Mag ik de Kamer uitnodigen om een aantal ogenblikken stilte in acht te nemen bij de nagedachtenis van Armand De Decker.
De Kamer neemt een minuut stilte in acht.
La Chambre observe une minute de silence.
Collega's, voordat we aan dit eerste vragenuurtje beginnen, zou ik een aantal regels nogmaals in herinnering willen brengen. Wij hebben gisteren in de Conferentie van voorzitters afspraken gemaakt. Ook al is de regering in lopende zaken en heeft ze geen meerderheid in de Kamer, toch meen ik dat het behartigen van de lopende zaken het voorwerp moet kunnen uitmaken van een parlementaire bevraging, maar dan wel binnen die context.
Ik zou dit nog even willen meegeven aan de leden van de Kamer die vragen stellen aan de regering. Ik zal ook optreden als dit principe niet wordt gerespecteerd. Ik zeg ook heel duidelijk aan de leden van de regering dat zij volgens mij niet verplicht zijn om te antwoorden op vragen die dit bestek te buiten gaan. Het gaat over de notie lopende zaken, een begrip dat voldoende duidelijk gedefinieerd is.
Zijn daarover vragen, bemerkingen? (Nee)
- Jan Bertels aan Charles Michel (Eerste Minister) over "De door de premier geuite woede over het begrotingstekort" (55000007P).
- Raoul Hedebouw aan Charles Michel (Eerste Minister) over "De door de eerste minister geuite woede over het begrotingstekort" (55000010P).
- Jan Bertels à Charles Michel (Premier Ministre) sur "La colère exprimée par le premier ministre à propos du déficit budgétaire" (55000007P).
- Raoul Hedebouw à Charles Michel (Premier Ministre) sur "La colère exprimée par le premier ministre à propos du déficit budgétaire" (55000010P).
14.01 Jan Bertels (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega's, een vraag over de begroting is niet zomaar een technische vraag. De begroting is de uiting van de wijze waarop wij onze samenleving willen organiseren.
Mijnheer de eerste minister, ik heb gelezen dat de begrotingstoestand, een tekort van 13 miljard euro, u woedend maakt. Woedend, maar waarop? Op het tekort dat u zelf mee hebt veroorzaakt? Of woedend op wie? Op uzelf, als coördinerend minister, of op voormalig collega Van Overtveldt, die een aantal ongedekte cheques heeft laten uitschrijven?
Mijnheer de eerste minister, het siert u dat u politiek intellectueel eerlijk bent en zegt dat het begrotingstekort een probleem is.
Wie echter alle redenen heeft om kwaad te zijn, is de burger. Ik geef u twee erfenissen van de Zweedse coalitie.
Ten eerste, een begrotingstekort van 13 miljard euro dat wordt voorspeld voor het einde van de legislatuur. Dat cijfer is slechter dan het cijfer waarmee u bent gestart, 10,8 miljard euro. De put is alleen nog maar groter geworden.
Ten tweede, nog veel erger voor de burger en een absolute reden voor de burger om boos te zijn, zijn de cijfers, niet van mij, maar wel van het Federaal Planbureau, over de economische begroting, over de belastingsdruk voor gezinnen en vennootschappen, grote bedrijven en multinationals. De komende jaren zullen onze gezinnen maar liefst 13,4 miljard euro meer belasting betalen. Daar staat tegenover dat de vennootschappen in de komende jaren 1 miljard euro minder zullen betalen. Van een fiscale rechtvaardigheid gesproken! Dat is niet de fiscale rechtvaardigheid waar de burger, waar sp.a om vraagt.
Ik rond af. Gelet op het begrotingstekort moeten wij ook in lopende zaken bewarende maatregelen nemen. De sp.a heeft als eerste een bewarende maatregel durven voorstellen, een maatregel die niemand schaadt en die beoogt om de tweede fase van de verlaging van de vennootschapsbelasting voor grote bedrijven en multinationals, die volgend jaar ingaat, op te schorten om de begrotingsput niet nog dieper te maken en om de gezinnen in de toekomst niet nog meer lasten in de schoenen te schuiven.
De voorzitter: Mijnheer Bertels, u doet hier natuurlijk een suggestie voor de toekomst. We spreken duidelijk over het begrip lopende zaken en de manier waarop de ministers dat vandaag binnen de regering uitoefenen. Wat u voorstelt in verband met de vennootschapsbelasting is een optie voor de toekomst. U kunt dus niet verwachten dat de premier daarover een uitspraak kan of mag doen.
14.02 Eerste minister Charles Michel: Mijnheer de voorzitter, ik kan alleen mijn mening geven over de toekomst.
14.03 Jan Bertels (sp.a): Mijnheer de voorzitter, in het kader van de lopende zaken lijkt het mij een gepaste bewarende maatregel te zijn om de begroting niet verder te laten ontsporen.
De voorzitter: U mag dat in het Parlement voorstellen en als u daar in de commissie een meerderheid voor vindt, wordt het een andere zaak. U ondervraagt daar nu echter de regering over en de scheidingslijn is duidelijk. Het Parlement heeft volheid van bevoegdheid – uw controlerende bevoegdheid – maar u kunt de regering niet ondervragen over suggesties voor de toekomst, want dan gaan we dat te buiten.
14.04 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Monsieur le premier ministre, pendant cinq ans, vous avez justifié – au nom de l'équilibre budgétaire qui devait être obtenu – qu'on coupe dans les dépenses publiques, dans le chemin de fer, dans les salaires, dans toutes les politiques sociales.
De liberalen, de rechtse partijen, zeiden dat dit was om het evenwicht te halen. Zij gingen volop in het budget snijden en dat zou de begroting in evenwicht brengen. Vijf jaar lang hebben zij ons dat verkocht! Vijf jaar lang!
Quel est le résultat après cinq années de politiques libérales? Un trou de 13 milliards attendu en 2024! C'est la faillite complète de votre idéologie libérale, selon laquelle le fait de couper dans les dépenses va régler les problèmes budgétaires.
Het is echt een schande, beste liberalen, beste rechtse partijen, dat er vijf jaar later zo'n groot gat is. Net op dat ogenblik sprak de eerste minister het volgende zinnetje uit: "Ik ben woedend."
Le premier ministre, dans un accès de lucidité, déclare: "Je suis en colère!" On se dit alors qu'il est en colère contre les partis de sa majorité, qu'il est en colère contre sa propre politique. On se dit qu'il s'est réveillé, le premier ministre! Non, chers collègues! Non. Écoutez-bien cela: il est en colère contre les partis de l'opposition qui n'ont pas voté son dernier budget!
Monsieur le premier ministre, je ne vais pas vous poser de questions sur le futur. C'est interdit. Alors, parlons du passé! C'est le sujet de ma question. Le Comité de monitoring étant très clair sur le fait que les 7 milliards d'euros de déficit proviennent du tax shift, une mesure qui a été votée dans le passé, monsieur le premier ministre, assumez-vous la responsabilité d'un tel trou dans le budget? Pouvez-vous reconnaître devant la Nation que vous vous êtes complètement planté dans votre politique économique?
14.05 Eerste minister Charles Michel: Mijnheer de voorzitter, wij stellen vast dat het niet evident is om de perimeter van de lopende zaken te bepalen, maar ik zal toch proberen een paar antwoorden met u te delen.
De voorbije vier jaar heeft de regering, met veel debat in het Parlement, hard gewerkt om structurele hervormingen door te voeren. Wij zorgden voor een taxshift, waarvan ik overtuigd ben dat die nodig was, is en blijft om een fiscale hervorming door te voeren. Wij hervormden de arbeidsmarkt met het oog op meer flexibiliteit en om meer kansen te geven aan bedrijven om meer jobs te creëren. Bij elke begrotingsoefening en -controle hebben wij tot slot ook een inspanning geleverd voor de sanering van onze financiën om de situatie te verbeteren.
Wat zijn de resultaten vier jaar later? Er werden meer dan 250.000 jobs gecreëerd.
Durant les quatre dernières années, plus de 100 000 entreprises ont été créées. Nos investissements sont repartis à la hausse. Je tiens à être clair et précis à ce sujet: en décembre 2018, au moment où le gouvernement est tombé, le résultat budgétaire était tel que le déficit a été divisé par trois sur le plan structurel. À cette tribune, lorsqu'un parti a quitté la coalition gouvernementale, j'ai pris mes responsabilités en lançant un appel pour que nous puissions disposer d'un budget. En effet, à défaut de budget, nous ne disposons pas de leviers pour entreprendre les réformes nécessaires à la poursuite de l'assainissement.
J'ai constaté sur tous les bancs – hormis ceux des partis qui étaient restés au sein du gouvernement – un refus de la main qui avait été tendue pour éviter que nous ne nous retrouvions pendant un an en douzièmes provisoires et sans réformes structurelles et pour garantir que nous restions capables, jour après jour et semaine après semaine, de tenir le pays et de maintenir les comptes sur la bonne voie. Par conséquent, je persiste et je signe: chacun doit assumer sa responsabilité; c'est le Parlement qui n'a pas permis que nous disposions en 2019 d'un budget.
Que dois-je constater quelques mois après les élections de mai? Je m'abstiendrai évidemment de parler de l'avenir, mais j'observe qu'en ce moment même, un processus de formation n'a même pas encore démarré. Je le regrette. La responsabilité des différents bancs politiques doit être guidée par l'urgence.
Je note que la "brillante" proposition censée créer des emplois consiste à revenir sur des réformes fiscales visant à encourager l'esprit d'entreprise, les investissements et l'emploi. Chacun appréciera… Grâce au tax shift – et j'en suis fier! –, les bas et moyens salaires reçoivent 160 euros de plus chaque mois. C'est du pouvoir d'achat en plus, ce sont des jobs supplémentaires, c'est un pays qui est plus fort!
Il appartient à présent au Parlement et, je l'espère, demain, à un gouvernement de poursuivre cette ambition pour ce pays et ses citoyens.
14.06 Jan Bertels (sp.a): Mijnheer de eerste minister, ik wil twee zaken repliceren.
Ten eerste, een begroting is geen technisch document dat men zomaar even voorlegt aan de oppositie en haar vraagt het mee goed te keuren. Daar zitten maatschappelijke keuzes in. In uw ontwerpbegroting voor 2019 staan maatschappelijke keuzes die wij absoluut niet kunnen delen. Ik heb er een aantal opgelijst.
U belast de gezinnen en u vrijwaart de vennootschappen. Dat is geen rechtvaardige fiscaliteit. Daar gaan wij niet in mee.
Ten tweede, in de context van bewarende maatregelen, als we ze geen lopende zaken mogen noemen, is het onze verdomde plicht om de begrotingsput niet dieper te laten worden. Wij mogen geen fiscale cadeaus blijven uitdelen. Ik roep u op te kijken naar Nederland, voor sommige collega's een gidsland. In Nederland heeft premier Rutte, een liberaal, voorgesteld om minder te doen voor de multinationals en meer voor de gezinnen. Dat is ook hetgeen wij willen.
14.07 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, een heel korte repliek. Natuurlijk!
Monsieur le premier ministre, je vais vous dire que je trouve cela vraiment dégoûtant. En effet, la faillite de votre politique est claire et s'étale devant vos yeux. Vous voyez la misère sociale que vous avez créée, l'absence de réponse aux souffrances des gens et, en plus, un trou budgétaire de plus en plus profond.
Pour vous, c'est facile! Vous vous virez! Vous allez au Conseil de l'Europe et vous vous mettrez 25 000 euros par mois dans la poche. C'est facile! Je vois d'autres ministres libéraux, qui ont été de fervents défenseurs de ce tax shift, partir à la Commission.
Nous, nous continuons à vivre avec cette réalité que vivent les gens. Ils en ont marre de votre politique libérale. On ne peut pas parler du futur, mais le premier ministre en a tout de même parlé. J'ai entendu un petit signal. J'espère que lors de ces fameuses négociations, les vraies préoccupations des gens seront discutées, comme la pension à 1 500 euros net minimum, et une taxe des millionnaires qui éviterait que l'on vienne encore chercher l'argent dans nos poches.
De voorzitter: Ik herhaal nogmaals dat alle fracties hun voorstellen hier in het Parlement mogen indienen, maar zij mogen de regering niet confronteren, want de regering kan en mag daar niet op antwoorden. Dat zou immers intellectueel en politiek niet helemaal correct zijn.
L'incident est clos.
15 Vraag van Katja Gabriëls aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der gebouwen) over "De moeilijke strijd tegen radicalisering" (55000019P).
15 Question de Katja Gabriëls à Koen Geens (VPM Justice et Régie des bâtiments) sur "La lutte difficile contre la radicalisation" (55000019P).
15.01 Katja Gabriëls (Open Vld): Mijnheer de minister, ik wou het even hebben over de studie van de KU Leuven die vandaag werd uitgebracht. De studie ging over de verschillende deradicaliseringsprojecten en allerlei initiatieven die in verband daarmee in dit land worden genomen.
Volgens deze studie zou de strijd tegen radicalisering zijn doel enigszins missen. De onderzoekers wijzen erop dat het landschap zeer versnipperd is. Er zitten belangrijke bevoegdheden op federaal en Vlaams niveau, maar ook de lokale besturen hebben er een belangrijke rol in. Ze sommen vervolgens 107 gesubsidieerde projecten op, wat toch heel veel is.
Daar blijft het echter niet bij. Ze wijzen verder immers ook op de vertrouwenspositie van jeugdwerkers en de mensen op het terrein die onder druk komt te staan doordat heel de moslimgemeenschap dikwijls stigmatiserend wordt benaderd. Hiervoor is er een Vlaams maar ook een federaal actieplan. Er wordt dan ook gepleit om het beleid coherenter en overzichtelijker te maken.
Mijnheer de minister, ik heb hierover een drietal vragen voor u. Ten eerste, welk budget gaat op federaal vlak ernaartoe? Is er al een evaluatie gemaakt van de effectiviteit van de inzet van deze middelen? Hoe kunnen we die eventueel verbeteren?
Ten tweede, wat de verschillende overlegstructuren betreft, is er eigenlijk een overlegstructuur in verband met deze materie tussen de verschillende niveaus in dit land? Werkt die overlegstructuur?
Ten derde, hoe kunnen we volgens u tegengaan dat vaak alle moslims in dit land als een veiligheidsprobleem worden beschouwd?
Misschien kunt u in de marge van deze vraag ook even ingaan op de effectiviteit van de verschillende deradicaliseringsprojecten die lopen in de Belgische gevangenissen.
15.02 John Crombez (sp.a): Mijnheer de voorzitter, valt dit onder lopende zaken?
De voorzitter: Mijnheer Crombez, er wordt niet gevraagd naar de intenties van wat een volgende regering zou kunnen doen. Men vraagt gewoon uitleg over zaken die op dit ogenblik in de pers komen. Daar kan men ook uitleg over krijgen. De minister is trouwens…
15.03 John
Crombez (sp.a): (…)
De voorzitter: Het gaat hier over wat de minister nu kan doen, binnen zijn bevoegdheden en binnen het kader van lopende zaken.
15.04 Minister Koen Geens: Mevrouw Gabriëls, deze vraag is natuurlijk, zoals u zelf hebt gezegd, een vraag die aan vele ministers tegelijk wordt gesteld. Als ik de kranten vanmorgen goed gelezen heb, dan ging het vooral over de preventie. Zonder mijn bevoegdheid te willen minimaliseren, integendeel, is de preventie werkelijk niet datgene waarvoor Justitie bevoegd is.
Op het federale niveau is de problematiek vooral een materie van het departement Binnenlandse Zaken. Daar is een mobiel team ingesteld dat op verzoek naar de lokale besturen gaat, om daar op de juiste niveaus, waar hun dat gevraagd wordt, op te treden inzake preventie. U begrijpt evenwel dat preventie in de eerste plaats tot de bevoegdheden van de Gemeenschappen behoort. Ik denk dat bijvoorbeeld in het onderwijs, het niveau waar u vroeger uw vak uitoefende, een belangrijk deel van de preventieve invalshoek zit.
Spreekt men over preventie in Justitie, dan gaat het vooral over de preventie van radicalisering in de gevangenissen, want wij worden doorgaans verantwoordelijk geacht voor het verspreiden van de radicaliseringsplaag in de gevangenis, ook ten aanzien van mensen die eigenlijk niet geradicaliseerd in de gevangenis zijn binnengegaan.
Dat verhaal loopt sedert 2015. Binnenkort komt er een geactualiseerd plan "radicalisering in de gevangenissen", maar het eerste werd al ingediend en werd in werking gesteld in maart 2015, na Verviers en voor Parijs. Op dat ogenblik zijn wij begonnen met het voorbereiden van de twee vleugels in Ittre en Hasselt, waar personen worden ondergebracht die anderen overdreven radicaliseren.
De deradicaliseringsambtenaren die daar het werk doen, zijn van de Gemeenschappen. Dat werk wordt niet gedaan door het federaal gevangeniswezen. Het zijn mensen van de Gemeenschappen die de oefening op zich nemen, maar zij doen dat – voor zover ik dat kan beoordelen – op een erg verdienstelijke wijze.
Wij hebben op federaal niveau en op gemeenschapsniveau een Interministeriële Conferentie voor de Justitiehuizen, die de voorbije legislatuur zo'n 12 keer bij elkaar is gekomen en die heel verdienstelijk werk heeft geleverd op dit stuk en geprobeerd heeft om het jargon en het actieplan samen voor te leggen.
Ik verwachtte geen budgettaire vraag en ik zal er dus ook geen antwoord op geven, helemaal in de lijn van wat collega Crombez daarnet suggereerde: een begroting is mijn metier niet. Wat echter de maatregelen extra muros betreft, dat wil zeggen de opvolging zodra de gevangenen het huis hebben verlaten, is de Gemeenschap bevoegd, uiteraard vanuit de local task forces die worden gebruikt.
Ondanks het feit dat ik een grote versnippering suggereer, wat ook een beetje het verwijt was in De Morgen deze ochtend, wat de vraag zo dringend maakte, denk ik wel dat wij op dit stuk een voorbeeld zijn geweest voor het Koninkrijk, als ik dat zo mag zeggen. De vier ministers hebben samen geprobeerd om uitstekend werk te leveren. Dat kan worden bekeken op onze websites en in de verslagen, wat ik u aanraad, maar ik ben altijd bereid om bijkomende documentatie te verschaffen.
Tot slot vroeg u hoe wij tegengas kunnen geven tegen het idee dat elke moslim geradicaliseerd is en hoe wij die stigmatisering kunnen vermijden. Ik heb daar zo mijn idee over, namelijk door ons normaal te gedragen, wat ik zoveel mogelijk probeer.
15.05 Katja Gabriëls (Open Vld): Mijnheer Crombez, ik vroeg gewoon naar bestaand beleid, naar lopende projecten, dus dat valt wel degelijk onbetwistbaar onder lopende zaken.
Mijnheer de minister, ondanks het feit dat de bevoegdheden wat versnipperd zijn, heb ik toch een antwoord gekregen over de verschillende overlegstructuren. Wij hebben hierin op het federale vlak een belangrijke rol te spelen. Zowel binnen de politiediensten – u verwees uiteraard naar Binnenlandse Zaken – als binnen het gerechtelijk apparaat blijft de strijd tegen radicalisering een topprioriteit, ongetwijfeld ook in de volgende legislatuur.
Wij zouden er dan ook voor willen pleiten om de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen, voorgezeten door de heer Dewael, in de vorige legislatuur zeker op te volgen en ter harte te nemen, zodat er meer resultaten kunnen worden geboekt en de mensen op het terrein zich misschien ook beter ondersteund voelen.
L'incident est clos.
16 Vraag van Sander Loones aan Alexander De Croo (VEM Financiën en Ontwikkelingssamenwerking) over "Het ARCO-dossier" (55000015P).
16 Question de Sander Loones à Alexander De Croo (VPM Finances et Coopération au développement) sur "Le dossier ARCO" (55000015P).
De voorzitter: Dat is ongetwijfeld een lopende zaak.
16.01 Sander Loones (N-VA): Een langlopende zaak!
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, we kennen allemaal het ARCO-dossier: 800.000 mensen werden belogen en bedrogen, maar zijn vooral hun spaargeld kwijt. Het is een absolute schande en miserie.
Blijkbaar is hun miserie nog niet groot genoeg want vandaag lezen wij in de media dat de top van ARCO nog wat extra centen wil zien. Het is niet genoeg dat zij de spaarcenten hebben afgepakt, nee, er moet ook nog een sanctie bovenop komen. In het begin was er sprake van 2,6 miljoen euro. Wat later op de dag ging het al over 4 miljoen, 6 miljoen tot zelfs 11 miljoen euro. Ik meen dat we nu trouwens al aan 14 miljoen euro zitten dat door de slachtoffers zou moeten worden opgehoest.
Het warme middenveld, wordt wel eens gezegd. Ik krijg soms de indruk dat het warme middenveld er vooral zelf warmpjes in wil zitten.
Tegelijkertijd hebben wij dit weekend iets bijzonders gezien en dat maakt het tot een lopende zaak. Dit weekend hebben wij een interview kunnen zien in De Zevende Dag, waar uw collega, minister Koen Geens, een aantal vragen kreeg over ARCO. Zijn antwoord was dat de tijd rijp is om stappen vooruit te zetten. Volgens hem moeten extra maatregelen worden genomen. Hij zei bovendien dat er overleg heeft plaatsgevonden. Toen hij daarover extra vragen kreeg, wees hij erop dat hij daarover niets kon of mocht zeggen.
Precies omdat wij in een periode van lopende zaken zitten, baart mij dit zorgen! Minister Koen Geens is nog minister van Financiën geweest. Hij is ook jurist. Hij zou dan ook moeten weten dat er in dit dossier eigenlijk geen oplossing mogelijk is. Juridisch kan dit niet omwille van Europa. Dit is hier trouwens al herhaaldelijk aangetoond door voormalig parlementslid Peter Dedecker.
Dit brengt mij bij mijn vragen.
Wij zitten in een periode van lopende zaken. Als ik een minister hoor verklaren dat er overleg heeft plaatsgevonden en dat het tijd is om tot oplossingen te komen, en dat dit alles bovendien de begroting extra kan bezwaren met 600 miljoen euro, dan zou ik toch graag van de minister van Financiën de bevestiging te horen krijgen dat de regering in dit dossier niet bevoegd is en dat zij geen plannen heeft – nu, noch in de toekomst – om stappen in die zin te zetten.
16.02 Minister Alexander De Croo: Mijnheer Loones, u hebt eigenlijk vooral een statement gebracht, en daarna een korte vraag gesteld.
Net als u heb ik in de kranten gelezen dat mevrouw Swiggers de procederende coöperanten een proces zal aandoen. De Staat is daarin geen betrokken partij, dus als minister van Financiën heb ik ter zake geen standpunt in te nemen.
Het laatste feit is de uitspraak van het Europees Hof van 7 december 2018. Vanuit de regering in lopende zaken werd geen initiatief genomen. Een regering in lopende zaken moet zich beperken tot beslissingen die het vitaal functioneren van de overheid betreffen. Deze regering in lopende zaken zal dus geen verdere daden stellen in dit dossier.
16.03 Sander Loones (N-VA): Dat is een klaar en duidelijk antwoord. Wij zullen dit natuurlijk blijven opvolgen, want inderdaad, de regering is in lopende zaken. Wie niet in lopende zaken is, zijn beweging.net en ARCO, de mensen die met de centen gaan lopen zijn. Zij zouden wel kunnen optreden. Wat zij wel zouden kunnen doen, is die centen teruggeven, in plaats van onbetamelijke schadevergoedingen te eisen.
Ik meen dat wij toch mogen verwachten van het middenveld dat het de weg van de rechtvaardigheid kiest en niet die van juridische intimidaties.
Het incident is gesloten.
- Michel De Maegd à Didier Reynders (VPM Affaires étrangères et européennes et Défense) sur "Le rétablissement des relations entre la RDC et la Belgique" (55000013P).
- Samuel Cogolati à Didier Reynders (VPM Affaires étrangères et européennes et Défense) sur "La visite officielle du président de la République démocratique du Congo" (55000022P).
- Darya Safai à Didier Reynders (VPM Affaires étrangères et européennes et Défense) sur "La visite du président Tshisekedi" (55000023P).
- Michel De Maegd aan Didier Reynders (VEM Buitenlandse Zaken en Europese Zaken en Defensie) over "Het herstel van de betrekkingen tussen de DRC en België" (55000013P).
- Samuel Cogolati aan Didier Reynders (VEM Buitenlandse Zaken en Europese Zaken en Defensie) over "Het officiële bezoek van de president van de Democratische Republiek Congo" (55000022P).
- Darya Safai aan Didier Reynders (VEM Buitenlandse Zaken en Europese Zaken en Defensie) over "Het bezoek van president Tshisekedi" (55000023P).
17.01 Michel De Maegd (MR): Monsieur le ministre, à l'occasion de la visite d'État du président congolais Felix Tshisekedi, la Belgique saisit l'opportunité de retisser des liens étroits avec les nouvelles autorités politiques congolaises. Je tiens à souligner que les relations entre le peuple belge et le peuple congolais, notamment à travers la diaspora congolaise à Bruxelles, ont toujours été fortes et chaleureuses.
La visite du président Tshisekedi est l'occasion de lui présenter une série de mesures en matière politique, en matière de coopération au développement, en matière de défense, mesures que la Belgique veut mettre au centre de notre relation bilatérale. Le MR est attentif à la cohérence interne de toutes ces mesures.
Monsieur le ministre, la Belgique a, depuis 20 ans, toujours œuvré afin d'assurer une cohérence de l'aide occidentale au Congo, qu'elle provienne de l'Union européenne ou des Nations Unies.
Quelles initiatives allez-vous prendre pour fédérer l'aide occidentale dont le Congo a besoin? Même si nous mesurons la nécessité d'aider à la reconstruction des institutions congolaises, notamment les administrations, nous avons toujours été attentifs à ce que notre aide bénéficie au bien-être de la population congolaise, que ce soit en matière de santé – notamment la lutte contre Ebola – ou en matière d'aides agricoles. Quelles mesures concrètes le gouvernement belge peut-il initier à bref délai?
La République démocratique du Congo doit retrouver des relations apaisées avec l'ensemble de ses voisins, malgré le poids du passé. Comment contribuer à l'apaisement des tensions régionales et à la neutralisation des derniers groupes armés, sans pour autant ignorer la question de l'impunité et des souffrances subies par les populations civiles?
Enfin, des entrepreneurs belges et des membres de la diaspora congolaise ont marqué leur enthousiasme afin de relancer l'activité économique en RDC. Comment pouvons-nous contribuer à la sécurité juridique et financière de la relance économique dans le pays?
17.02 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, le président congolais a entamé une visite officielle dans notre pays ce lundi. Cette première visite du président Félix Tshisekedi en Belgique constitue un symbole fort. En effet, nos deux pays ont connu ces dernières années des relations de plus en plus tendues avec le régime de Joseph Kabila. Des consulats ont été fermés, des partenariats ont été arrêtés.
Alors que plus de 100 000 Congolais vivent aujourd'hui en Belgique, nous pensons que notre pays a le devoir de renouer des liens forts avec le Congo. Le Congo a connu ces dix dernières années plusieurs millions de morts, sans oublier les violences faites aux femmes, et plus de quatre millions de déplacés.
Nous avons donc aujourd'hui la responsabilité de renforcer notre coopération avec la République démocratique du Congo tout en veillant – et j'insiste – à respecter la souveraineté du pays. Car c'est bien vers nous qu'il faut regarder en priorité, en maintenant des investissements éthiques, en maintenant une coopération au développement forte en RDC et en veillant à la lutte contre le trafic de matières premières. Notre pays représente en effet une plaque tournante pour l'or, le coltan et les diamants.
Monsieur le ministre, quelle est la position du gouvernement fédéral à l'égard des sanctions internationales contre plusieurs personnalités congolaises de l'ancien régime? Quels accords et quelles lettres d'intention ont été signés cette semaine lors des différentes rencontres avec le président Tshisekedi? La Belgique va-t-elle rouvrir ses consulats et intensifier ses programmes de coopération au développement?
17.03 Darya Safai (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, president Tshisekedi is op bezoek. Na jaren van een verslechterde relatie met Congo, proberen wij nu een andere relatie op te bouwen. Er werden veel rode lopers uitgerold en president Tshisekedi legde heel wat bezoeken af. Wij hopen op samenwerking in de toekomst. De N-VA vindt het zeer belangrijk om een gezonde en volwassen relatie op te bouwen met andere landen.
Er blijven echter nog steeds vragen bestaan over het democratisch gehalte van de verkiezingen in Congo en over de macht die de familie Kabila nog steeds heeft.
Daarom, mijnheer de minister, verneem ik graag hoe u de huidige situatie in Congo evalueert. Ziet u kansen voor verbetering in de toekomst? Wij weten dat er zich op het vlak van de mensenrechten nog steeds problemen voordoen in Congo. Zal dat veranderen in de toekomst? Respect voor de mensenrechten is ook op politiek niveau belangrijk.
De voorzitter:
Alvorens het woord te geven aan de minister voor zijn antwoord, wil ik de drie
laatste sprekers feliciteren met hun maidenspeech. (Applaus)
Mocht ik streng zijn, dan zou ik aan die sprekers moeten zeggen dat er geen nota's mogen worden meegenomen naar het spreekgestoelte. Immers, wij spreken tot elkaar zonder schriftelijke voorbereiding. Ik heb echter gemerkt dat er een goede poging werd ondernomen. Ik vraag hen dus om zo weinig mogelijk gebruik te maken van voorbereide teksten, zoals zij min of meer hebben gedaan.
Mijnheer de minister, ook u hebt een voorbereide tekst bij?
17.04 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, collega's, zelfs voor een diplomatiek antwoord is improvisatie mogelijk, ook wat onze relaties met Congo betreft.
Ik wil het eerst hebben over de laatste verkiezingen in Congo.
Comme vous le savez, après un long processus, des élections controversées ont eu lieu et les résultats ont été confirmés par la Cour constitutionnelle. Dans le régime constitutionnel que l'on connaît, cela a permis de progresser malgré une situation politique, sociale, humanitaire, sécuritaire qui reste fragile.
Les autorités congolaises font encore face à de très nombreux enjeux. Je dois simplement signaler que le volontarisme du nouveau président suscite plutôt un environnement favorable. On a tendance, non seulement dans la région mais aussi au sein de la communauté internationale, à considérer, de manière critique, qu'il faut peut-être soutenir ce processus de réformes que le président annonce. Nous verrons comment les choses se dérouleront.
De president was sedert dinsdag in België en zal hier tot het einde van de dag blijven voor een officieel bezoek. Misschien blijft hij om privéredenen nog een paar uur langer. Tot nu toe is het bezoek echter zeer goed verlopen. Na een officieel contact met de eerste minister was er een werkvergadering met verschillende ministers. Daarna was er een audiëntie bij de Koning. Vervolgens namen de president van de DRC, Koning Filip en een aantal vertegenwoordigers van de regering deel aan een lunch.
Mijnheer de voorzitter, een dergelijk bezoek bevestigt de hernieuwing van de relatie tussen België en Congo. Wij willen een intensivering van deze relatie. Er werden verschillende akkoorden ondertekend. In feite gaat het om memoranda of understanding, dus met een niet-bindend karakter maar toch met de intentie, voor beide partijen, om verder te gaan.
Nous nous sommes engagés dans la voie d'un certain nombre de documents qui portent sur les affaires étrangères, les finances et la coopération.
Concernant les affaires étrangères, il s'agit de poursuivre sur le chemin de la réouverture qui a été réalisée sur l'initiative du nouveau président de la Maison Schengen. Celle-ci a changé de nom mais est toujours sous gestion belge. La réouverture de deux consulats est désormais annoncée: le nôtre, le Consulat général à Lubumbashi, et le Consulat de la RDC à Anvers. C'est l'engagement pris dans ce document. Il y aura également l'échange d'ambassadeurs. Nous avons déjà envoyé un ambassadeur à Kinshasa; il doit être accrédité. On avance donc dans cette voie des relations bilatérales sur le plan diplomatique.
Des échanges sont également prévus dans le domaine des finances mais j'insisterai sur le volet relatif à la coopération au développement soulevé dans de nombreuses questions. Vous l'avez précisé, monsieur le président, nous sommes effectivement en affaires courantes. C'est donc un programme de transition qui est annoncé. Il conviendra évidemment d'interroger le prochain gouvernement pour ce qui concerne la reprise d'un véritable programme de coopération plus large.
En attendant, des demandes émanent du côté congolais et on est prêt à y travailler. Ces demandes portent d'abord sur Ebola. En effet, il ne s'agit pas seulement d'éradiquer la maladie mais aussi d'en rechercher les causes et les origines pour éviter que ce fléau ne revienne dans les mois et les années à venir sur le territoire congolais. Il est aussi possible de jouer un rôle plus actif en matière d'éducation. La volonté existe. Cependant, le programme de transition sera évidemment relativement limité dans un premier temps. Il permettra au moins de reprendre la démarche.
Concernant la question des sanctions, la décision interviendra au niveau multilatéral. Nous avons eu la chance de garder une position européenne unanime sur toutes nos relations avec la RDC au cours des dernières années. Je crois qu'il faut continuer dans ce sens. On y reviendra probablement dans le courant des prochains mois.
Enfin, je dirai que la préoccupation première dans un pays comme la RDC concerne la paix et la sécurité. On ne peut pas relancer une démarche de développement si, notamment dans des régions importantes – je pense à l'Est –, on ne peut pas développer cette logique de paix et de sécurité. C'est pourquoi on a également repris langue en vue d'une coopération militaire à plusieurs égards: formations, opérations qui auront lieu l'an prochain avec la présence de responsables militaires belges et notamment d'un navire belge dans la région qui fera escale en RDC, avec probablement des centres de formation sur le terrain qui vont se développer. Nous avons formé dans le passé des bataillons mais aussi beaucoup de paracommandos. Il est possible de reprendre cette démarche. Ce volet-là est en développement comme le volet policier. Il n'y a pas encore d'orientation concrète mais il y a une volonté du ministre de l'Intérieur de reprendre une logique de coopération dans le domaine policier.
Comme je l'ai déjà dit, une bonne partie de l'opposition souhaite également laisser une chance à un programme de gouvernance différente. Si la gouvernance change au Congo, cela ne peut être qu'au bénéfice de la population congolaise. On l'a répété assez ces dernières années. Il s'agit probablement d'un des pays les plus riches en ressources, avec une des populations les plus pauvres. Si la gouvernance s'améliore, cela ne peut qu'aboutir à une situation plus favorable à la population congolaise elle-même.
17.05 Michel De Maegd (MR): Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, merci pour votre réponse. Nous avons tous entendu, avant-hier à Bruxelles, ces mots du président Félix Tshisekedi. Il nous disait: "La Belgique est une porte d'entrée de la coopération avec l'Union européenne." Il a ajouté, avec enthousiasme: "La Belgique est mon autre Congo."
Monsieur le ministre, chers députés, les Congolais eux aussi nous écoutent, nous entendent et nous regardent. À vrai dire, le Congo est le deuxième pays de cœur de bon nombre de nos compatriotes.
En matière d'affaires étrangères, de coopération au développement et de défense, ces vingt dernières années, sous l'impulsion de la famille libérale, notre pays a opéré un tournant positif dans ses relations avec ce pays. Puisse cet élan se poursuivre au bénéfice du peuple congolais!
Au Congo, en lingala, monsieur le président, si je peux me permettre, on dit: "Bondékopé bosangani ya Belgik nà Congo éwoumèla". En swahili on dit: "Inchi ya Belgik na Congo zièndelè urafiki zaidi tewa kesho na siki zoté". Cela signifie, chers amis, "que l'amitié et la fraternité perdurent toujours".
17.06 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je retiendrai un aspect de votre intervention. Si nous devons en effet renforcer nos liens avec la République démocratique du Congo, nous avons la responsabilité de ne pas oublier les millions de Congolais qui sont descendus dans la rue ces derniers mois pour défendre leur Constitution et leurs droits.
C'est pourquoi, selon moi, nous devons prendre une voie opposée à celle du président Trump, lequel a opté pour une réduction des dépenses dévolues à la coopération au développement et aux missions de paix de l'ONU. Tout au contraire, nous devons tout entreprendre pour renforcer la paix au Congo.
17.07 Darya Safai (N-VA): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord.
Het blijft belangrijk om de situatie met betrekking tot de mensenrechten te blijven opvolgen en misbruiken te blijven aankaarten telkens dat nodig is. Politieke gevangenschap is op zich iets wat wij moeten vermijden. Ik zou u dankbaar zijn om dit telkens aan te kaarten.
Het incident is gesloten.
- Ahmed Laaouej à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Les derniers développements dans le dossier des visites domiciliaires" (55000001P).
- François De Smet à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le rôle de l'OE ou de la commission Bossuyt dans le dossier des visites domiciliaires" (55000003P).
- Simon Moutquin à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La commission Bossuyt et le retour des visites domiciliaires" (55000008P).
- Vanessa Matz à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Les visites domiciliaires" (55000017P).
- Ahmed Laaouej aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De recente ontwikkelingen in het dossier van de woonstbetredingen" (55000001P).
- François De Smet aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De rol van de DVZ of de commissie-Bossuyt in het dossier van de woonstbetredingen" (55000003P).
- Simon Moutquin aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De commissie-Bossuyt en de terugkeer van de woonstbetredingen" (55000008P).
- Vanessa Matz aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De woonstbetredingen" (55000017P).
De voorzitter: Ik heb vooraf meegedeeld dat de vragen gesteld kunnen worden en dat u kunt antwoorden binnen de context van uw bevoegdheden.
18.01 Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, faut-il, dans cette enceinte démocratique, rappeler que la solidarité n'est pas un crime? Ce n'est pas une infraction. C'est une valeur, une vertu, chose qu'on vous a rappelée lorsqu'on vous a contraint, par une large majorité, à abandonner ce projet de loi aussi ignoble qu'inutile visant à autoriser des visites domiciliaires, érigeant précisément en délit la solidarité naturelle de centaines de milliers de nos concitoyens qui se sont manifestés soit directement, soit à travers les réseaux sociaux pour apporter un peu d'humanité dans le dossier délicat des migrants et des candidats réfugiés.
Qu'apprend-on aujourd'hui? On apprend que votre administration sert de secrétariat à la Commission Bossuyt chargée d'examiner les législations et d'assurer aussi le suivi de la problématique du retour. Faut-il aussi rappeler que cette Commission a été mise en place après le scandale des personnes refoulées vers le Soudan? On apprend que votre administration prête son concours à cette Commission pour examiner un projet de loi qui a été enterré.
Madame la ministre, comment se fait-il qu'un fonctionnaire de l'Office des Étrangers se soit cru autorisé à prêter son concours pour faire revivre ce projet de loi ignoble mais aussi scélérat visant la dignité humaine? Madame la ministre, il nous faut des explications.
18.02 François De Smet (DéFI): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, je rebondis sur cette étrange invitation reçue par l'association des juges d'instruction et qu'a envoyée la Commission Bossuyt. Elle est étrange dans la mesure où ce projet de loi sur les visites domiciliaires n'a jamais passé le cap du Parlement, grâce à la mobilisation de la société civile et, il faut le dire, de quelques membres de la majorité sortante.
Certes, la Commission Bossuyt poursuit son travail et a remis un rapport intermédiaire en février dernier. Le problème est que sa mission consiste à évaluer la politique actuelle d'expulsion et d'arrestation des étrangers et non pas, évidemment, à travailler sur des projets ou des propositions de loi qui ont avorté sous l'ancienne majorité grâce à une prise de conscience tardive – mais précieuse – d'une partie de la majorité de l'époque.
Bien entendu, madame la ministre, vous nous direz que vous n'avez rien demandé et que la Commission Bossuyt est indépendante. Rappelons quand même que celle-ci, à part M. Bossuyt lui-même, est composée exclusivement de membres d'institutions qui sont placées sous la coupole du SPF Intérieur, à savoir l'Office des Étrangers, le CGRA, Fedasil, ainsi que les services de police. Cette composition avait été critiquée en son temps, notamment par Amnesty International, parce qu'elle ne laissait aucune place à la société civile – y compris celle qui protège les droits fondamentaux. Tel est bien le problème: cette Commission, dans cette composition, a spontanément étendu son champ d'investigation à des projets de loi qui avaient tellement heurté la société qu'ils n'ont pu franchir le cap du Parlement.
Dès lors, madame la ministre, ma question sera toute simple: pouvez-vous nous dire de quel mandat dispose aujourd'hui cette Commission Bossuyt? Plus précisément, ce mandat a-t-il été étendu par hasard aux projets et propositions de loi non aboutis? Si oui, en vertu de quelle autorité? À la lumière de ces événements, ne pourriez-vous pas envisager d'en étendre la composition à la société civile, protectrice des droits fondamentaux?
18.03 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, cette semaine, nous apprenons que l'association des juges d'instruction a reçu une demande d'audition concernant le projet de loi permettant les visites domiciliaires.
Pour rappel, il s'agit de ce projet de loi scandaleux visant à autoriser une perquisition dans le domicile privé d'une personne hébergeant des migrants, remédiant ainsi au manque de solidarité du gouvernement en termes d'accueil.
Ce projet de loi avait à l'époque suscité énormément de réactions négatives et d'inquiétude de la part de citoyens indignés, de la part de 120 pouvoirs locaux, de toutes couleurs politiques, de certains démocrates dont le groupe Ecolo-Groen bien sûr, mais aussi de la part de la magistrature, qui avait déjà fermement rappelé son opposition à ce projet liberticide. Et pour cause: ce projet vise à criminaliser la solidarité.
Il reste pour nous, écologistes, inacceptable. Les visites domiciliaires remettent en effet en cause des principes élémentaires de notre démocratie: le principe de la solidarité, l'inviolabilité du domicile et l'indépendance des juges d'instruction, et j'en passe.
Le projet avait donc été abandonné. Voilà pourtant qu'il réapparaît d'une façon assez étrange. Madame la ministre, on nous a d'abord parlé d'une provenance de votre cabinet. Ensuite, on nous parle de l'Office des Étrangers, et maintenant, on nous parle d'une invitation de la part de la Commission Bossuyt qui, pourtant, n'avait pas du tout cela comme objet.
Madame la ministre, ma première question est très simple: qui a pris cette initiative? Pourquoi? Quelles suites allez-vous y apporter?
Ma seconde question est tout aussi directe: pouvez-vous nous dire une bonne fois pour toutes que ce projet est abandonné et qu'il le restera?
18.04 Vanessa Matz (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, il aura fallu, entre 2017 et 2018, un peu plus de deux mois pour que le Parlement enterre le projet de loi sur les visites domiciliaires. Ce projet est indigne et est, bien sûr, contraire aux libertés individuelles. Depuis 48 heures, des informations diverses nous parviennent. Nous aimerions savoir exactement ce qu'il s'est passé.
D'abord, on parle de l'Office des Étrangers. Puis, vous avez dit n'avoir pris aucune initiative dans ce dossier; selon vous, c'est la Commission Bossuyt qui l'avait prise. Ce n'est absolument pas le rôle de cette Commission. Sa fonction est d'évaluer la politique de retour.
Je ne peux même pas penser qu'il n'y ait pas eu, à un moment, dans un dossier aussi controversé, une impulsion politique. J'aimerais que vous confirmiez ou infirmiez cette affirmation. Comment une administration qui connaît la polémique que crée ce dossier, sa difficulté, qui sait que la société civile et une partie de la majorité se sont élevées contre ce projet, ainsi que le monde judiciaire, a-t-elle pu prendre cette initiative? Comment vous expliquez-vous sur ce dossier? Avez-vous ou non donné une impulsion politique pour qu'il soit revu? Je voudrais savoir qui souffle sur les braises de ce feu qui dormait, et qui est prêt à se rallumer.
18.05 Maggie De Block, ministre: Monsieur le président, après toutes ces rumeurs et ces fausses nouvelles dans la presse, je me réjouis de voir que vous êtes quatre à me poser la question: qui a fait quoi? Je dois bien vous avouer que c'est avec un certain étonnement que j'ai pris connaissance des articles publiés sur le sujet. À ceux qui me demandent de venir répondre en commission, je réponds que je suis disposée à le faire à tout moment concernant notamment la législation et afin d'expliquer de quoi il s'agit.
Il va de soi que ni mon cabinet ni moi n'avons pris d'initiative au sujet de la loi sur les visites domiciliaires. Je respecterai jusqu'à la fin de mon mandat tout ce qui a été décidé au sein de cette Chambre. Comme vous le savez, j'ai toujours respecté les décisions du Parlement.
J'ai entre-temps appris que ce sujet avait refait surface lors des travaux de la Commission chargée d'évaluer la politique de retour, comme l'a dit Mme Matz. Cette Commission présidée par M. Bossuyt a été créée, en mars 2018, justement dans le but d'évaluer cette politique ainsi que la collaboration entre les différents acteurs concernés. Son mandat reste inchangé. En tant que ministre en charge dans un gouvernement d'affaires courantes, il ne m'appartient pas de modifier ce mandat. Dès mon entrée en fonction, j'ai laissé l'opportunité à la Commission d'exercer ses tâches de manière indépendante, et je tiens à ce que cela reste inchangé.
Vous comprenez mon étonnement, hier. Dans le rapport intérimaire qui m'a été remis en février dernier, il a été mentionné que certaines ONG étaient en faveur d'une nouvelle enquête sur la question des arrestations domiciliaires. C'est la demande des ONG qui a vraiment incité la Commission à poser la question aux juges d'instruction sur le projet et à leur demander un avis quant aux éventuelles objections soulevées par les ONG et aux solutions envisageables. Cela me semble tout à fait légitime. Je suis plus particulièrement d'avis que cette demande s'inscrit pleinement dans le cadre du mandat de la Commission.
18.06 Ahmed Laaouej (PS): Madame la ministre, votre réponse est décevante. On aurait aimé vous entendre dire que vous alliez recadrer l'Office des Étrangers. Celui-ci n'a pas à faire revivre un projet de loi ignoble, qui a été enterré dans cette enceinte démocratique. Nous aurions aimé aussi vous entendre prendre définitivement position, et nous dire que vous choisissiez le camp du respect des libertés publiques, des droits fondamentaux et de la dignité humaine. Non, à vous entendre, c'est la faute des organisations non gouvernementales de défense des droits humains. Quelle déception, madame la ministre! Nous attendions de vous un peu de hauteur pour rappeler ce qui rassemble les démocrates. Mais non, vous avez aligné une série de faux-fuyants. Votre réponse est décevante, madame la ministre.
18.07 François De Smet (DéFI): Madame la ministre, je ne sais pas encore si je suis déçu, mais je suis à tout le moins perplexe. Je vous remercie d'avoir formulé les choses dans votre réponse. À l'entendre, je ne parviens pas à savoir si la Commission Bossuyt a ou non excédé les limites de son mandat. Il faut bien comprendre que d'initiative, elle se met à regarder ce que deviennent des projets ou des propositions de loi qui n'ont pas abouti. Elle en examine certains et certaines, mais pas d'autres. Sous la dernière législature, une proposition de loi visant à interdire l'enfermement des familles avec enfants en centres fermés a été discutée. Je ne pense pas que la Commission Bossuyt s'en soit emparée. Il y a donc une discussion à poursuivre. Je me réjouis de pouvoir avoir cette discussion avec vous et avec le président de la Commission Bossuyt, bientôt, en commission de l'Intérieur.
18.08 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse qui, je l'avoue, me laisse perplexe. Il est incroyable de renvoyer la balle au secteur associatif et aux ONG qui, je le répète, remédient au manque de solidarité du gouvernement et au non-respect de ses obligations internationales. Je vous avoue mon incompréhension. Je vous demande de rappeler cette Commission à l'ordre dans ses objectifs et éventuellement dans sa méthode de travail. Très peu d'acteurs de terrain y ont été impliqués.
18.09 Vanessa Matz (cdH): Madame la ministre, je vous avoue que je suis quelque peu étonnée d'entendre que c'est le secteur associatif, qui a tant combattu ce projet, qui serait à l'origine d'une demande éventuelle de révision ou de reformulation de cette loi sur les visites domiciliaires.
Il est clair que la Commission Bossuyt a outrepassé ses compétences. Nous avons bien entendu que c'est une commission indépendante, mais à mon avis, elle ne l'est que jusqu'à un certain point. Ici, elle est complètement sortie de sa mission.
La semaine prochaine, nous aurons l'occasion d'interroger le président de cette Commission sur son rôle exact. Nous serons extrêmement attentifs à ses réponses. Nous espérons que vous respecterez, comme ministre responsable dans le cadre des affaires courantes, le mandat que le Parlement a donné, à savoir que ce dossier soit définitivement enterré. Je vous remercie.
De voorzitter: De vragen omtrent die aangelegenheid worden ongetwijfeld vervolgd.
Ik feliciteer collega Moutquin met zijn maidenspeech. (Applaus)
L'incident est clos.
19 Vraag van Dries Van Langenhove aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De aan de vakantieparken gerichte federale omzendbrief over de opvang van asielzoekers" (55000002P).
19 Question de Dries Van Langenhove à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La circulaire fédérale aux villages de vacances sur les infrastructures pour demandeurs d'asile" (55000002P).
19.01 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de voorzitter, beste collega's, wij lazen het allemaal in de krant: de federale overheid schrijft vakantieparken en campings aan met de vraag of zij containerverblijven kunnen plaatsen voor asielzoekers.
Ik was, wellicht samen met u, behoorlijk verbaasd. Wij konden namelijk ook in de krant lezen dat de illegale migratie en de asielmigratie naar Europa eindelijk aan het verminderen is. Meer nog, in zowat alle Europese landen is het aantal asielaanvragen aan het dalen.
Mevrouw de minister, waarom schrijft u dan onze vakantieparken en campings aan met de vraag of ze nog meer asielzoekers kunnen plaatsen? Waarom is België het enige land waar het aantal asielaanvragen dermate stijgt? Uit de nieuwste cijfers van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen blijkt dat er nu al meer dan 16 % meer asielaanvragen zijn dan op hetzelfde tijdstip vorig jaar. Van 15.153 steeg het aantal naar 17.511.
Zou een reden misschien kunnen zijn, beste collega's, dat wij hier zo naïef zijn om maar liefst één op twee asielaanvragen goed te keuren? In Frankrijk is dat maar één op vier.
Zou het misschien kunnen zijn omdat er in België amper een schamel, bedroevend aantal van één op tien asielzoekers effectief het land wordt uitgezet?
Zou het misschien kunnen zijn, beste collega's, omdat wij in België zo naïef zijn geweest om niet alleen onze grenzen open te zetten, maar bovendien onze sociale zekerheid?
Mevrouw de minister, waarom moeten onze vakantieparken en campings in extra plaatsen voorzien voor asielzoekers, terwijl het aantal asielaanvragen in andere landen net daalt? Waarom is België het enige land waar de asielcrisis nog steeds erger lijkt te worden?
19.02 Minister Maggie De Block: Mijnheer Van Langenhove, Fedasil heeft inderdaad een brief geschreven aan de uitbaters van vakantieparken – het gaat niet om hotels, maar om chalets en misschien tenten – om een aantal plaatsen meer ter beschikking te hebben, als de vraag nog zou stijgen. Fedasil heeft tijdens de asielcrisis van 2015 een gelijkaardige oproep gedaan en daar is toen op ingegaan.
U weet goed dat het aantal asielaanvragen niet significant stijgt in ons land – wel de meervoudige asielaanvragen, maar niet de andere – en dat deze nood aan plaatsen niet het gevolg is van een hoog aantal aanvragen, maar wel van het feit dat de procedures van asielzoekers niet snel genoeg worden afgerond door onze administraties, waardoor de aanvragers langer in het opvangnetwerk blijven. Dat is de realiteit, dus gelieve u daar nog eens over te informeren.
Er zijn maatregelen genomen om meer personeel, zowel bij de Dienst Vreemdelingenzaken als bij het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, aan te werven om de asielprocedures sneller te doen verlopen. Dat begint stilaan vruchten af te werpen. U weet ook dat het voor niemand een goede zaak is als mensen te lang in de asielprocedure blijven en daarom werden die maatregelen genomen.
Wij moeten de mensen die in ons land zijn en die nog recht op opvang hebben, die opvang dan ook geven. Dat is een internationale verplichting en een engagement van ons land om dat op een deftige manier te doen. Ik word betaald om dat in mijn huidige functie uit te voeren en ik zal dat ook doen. U wordt betaald om vragen te stellen, maar dat is een andere zaak. Wij zullen het wellicht nooit eens zijn, hoewel wij niet ver van elkaar wonen.
Mensen moeten menswaardig worden opgevangen als zij een aanvraag tot erkenning als vluchteling hebben ingediend. U gaat daarentegen betogen aan asielcentra, met de kindjes voorop, dapper als u bent. U weet wat ik daarvan denk.
19.03 Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de minister, na zoveel jaren asielcrisis zijn wij blijkbaar nog steeds bezig met het aanpakken van de symptomen en niet met het aanpakken van de oorzaken. De namen van de bevoegde ministers zijn in de afgelopen jaren misschien wel veranderd, maar het migratiebeleid is nog steeds even rampzalig. Niemand is erbij gebaat dat onze kazernes, vakantieparken, campings en ondertussen zelfs onze rusthuizen worden volgepropt met asielzoekers: niet de omwonenden, niet de kindjes, niet de belastingbetalers, maar vooral niet de asielzoekers zelf, die immers geen toekomst hebben in ons land.
Kijk naar de ons omringende landen, die wel in actie schieten. Kijk naar het signaal van de kiezer, die smeekt om een rechtvaardigere maar vooral strengere migratiepolitiek. Kijk naar de cijfers in ons land, die veel slechter zijn dan in de rest van Europa.
En doe iets. Ten eerste, verstreng de wet op gezinshereniging. Ten tweede, trek het aantal plaatsen in de gesloten centra drastisch op in plaats van het aantal plaatsen in de vakantieparken. Ten derde, maak eindelijk werk van een echt terugkeerbeleid.
De voorzitter: Mijnheer Van Langenhove, u hebt een statement gemaakt, maar op het einde stelt u aan de minister vragen over kwesties die niet tot haar bevoegdheid in lopende zaken behoren. U kan daartoe parlementaire initiatieven nemen. Het is echter niet correct om een regering nu te confronteren en te vragen bepaalde handelingen uit te voeren, terwijl u weet dat zij dat niet kan. Indien u dat niet weet, moet u nog eens een aantal handboeken raadplegen.
Niettemin wil ik u toch gelukwensen met uw
maidenspeech. Dat moet ik immers nog aan mijn woorden toevoegen. (Applaus)
L'incident est clos.
- Sofie Merckx aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De initiatieven van de regering voor de terugbetaling van het geneesmiddel Zolgensma van Novartis" (55000004P).
- Eliane Tillieux aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De prijs van de geneesmiddelen" (55000005P).
- Karin Jiroflée aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Team Pia en de schandalig hoge prijzen van de geneesmiddelen in het algemeen" (55000006P).
- Barbara Creemers aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De maatregelen van de minister om de winsten van de farma-industrie transparanter te maken" (55000009P).
- Steven Creyelman aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De terugbetaling van de geneesmiddelen tijdens de erkenningsprocedure" (55000011P).
- Caroline Taquin aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De toegang tot innoverende geneesmiddelen" (55000012P).
- Catherine Fonck aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De prijs van innoverende geneesmiddelen" (55000016P).
- Nathalie Muylle aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De prijs van de innovatieve geneesmiddelen" (55000021P).
- Egbert Lachaert aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De problematiek van levensnoodzakelijke medicijnen" (55000018P).
- Sofie Merckx à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Les initiatives du gouvernement pour le remboursement du Zolgensma de Novartis" (55000004P).
- Eliane Tillieux à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le prix des médicaments" (55000005P).
- Karin Jiroflée à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le cas Team Pia et les tarifs scandaleusement élevés des médicaments en général" (55000006P).
- Barbara Creemers à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Les mesures de la ministre pour rendre les bénéfices de l'industrie pharmaceutique plus transparents" (55000009P).
- Steven Creyelman à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le remboursement des médicaments durant la procédure d'agrément" (55000011P).
- Caroline Taquin à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'accès aux médicaments innovants" (55000012P).
- Catherine Fonck à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le prix des médicaments innovants" (55000016P).
- Nathalie Muylle à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le prix des médicaments innovants" (55000021P).
- Egbert Lachaert à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le problème des médicaments vitaux" (55000018P).
De voorzitter: Mag ik aan iedereen vragen om beknoptheid na te
streven? In der Beschränkung zeigt zich erst der Meister.
20.01 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mevrouw De Block, 1,9 miljoen euro is de prijs voor één spuit. Die ene spuit kan misschien het leven van Pia verlengen. In welke wereld leven wij eigenlijk? Wie had ooit gedacht dat men zo'n bedrag zou durven vragen voor één spuit?
Dan sta je daar als ouder, dan telt geld niet en dan ben je tot alles in staat. Van die bereidheid maken multinationals als Novartis schaamteloos gebruik. Alle deskundigen zijn het erover eens dat de prijs van 1,9 miljoen euro niets te maken heeft met het onderzoek naar en de ontwikkeling van dat geneesmiddel. De kers op taart is dat het meeste onderzoek naar het geneesmiddel Zolgensma is gedaan met Frans overheidsgeld en zelfs met crowdfunding.
De prijs houdt enkel verband met het winstcijfer van Novartis. Novartis heeft in 2018 11,5 miljard euro winst gemaakt. Met de spuit van 1,9 miljoen euro zal het jaar 2019 vast een goed jaar zijn voor de aandeelhouders in deze zaak.
Tegenover de één miljoen Belgen die een sms hebben gestuurd voor Pia staat er één persoon. Die ene persoon bent u, mevrouw De Block. U bent immers onze minister van Volksgezondheid.
Ik meen dat iedereen zich afvraagt waarom u zegt dat u niets kunt doen. U hebt gezegd dat u niets kunt doen maar ik heb hier een artikel waarin staat dat in Portugal eenzelfde geval is voorgekomen in augustus van dit jaar. Daar heeft de regering wel ingegrepen. Waarom is dat in Portugal mogelijk en hier niet?
Ten tweede, wat gaat u doen tegen de woekerprijzen van de farmaceutische industrie in ons land?
20.02 Eliane Tillieux (PS): Madame la ministre, qui n'a pas été ému par cette petite Pia, par son combat contre une maladie rare, par ses parents et leur combat pour la sauver?
Je voudrais qu'on se place un instant dans la tête des parents, qui apprennent qu'il y a un médicament mais qu'il n'est pas disponible en Belgique, et surtout que son coût est exorbitant – 1,9 million d'euros. Les parents remuent ciel et terre. Ils lancent un appel aux dons et récoltent plus d'un million grâce à la solidarité de nos concitoyens. Tout devient possible, le médicament sera délivré à la petite Pia.
Les médecins ne sont pas d'accord sur la question de l'efficacité du médicament. Nous souhaitons que ce médicament produise ses effets et mon groupe réitère tout son soutien à la famille pour son courage.
Cet élan de solidarité et cet espoir ne doivent pas dissimuler les manquements et difficultés de notre politique de médicaments, particulièrement la question de l'accès aux médicaments de pointe et innovants.
Madame la ministre, sous la précédente législature, vous n'avez eu de cesse de couper dans le budget des soins de santé: 2 milliards d'économies. Dans le même temps, le budget des médicaments explose et vous n'exigez pas que les firmes pharmaceutiques passent à la caisse.
Madame la ministre, l'augmentation du prix des médicaments a été supportée par tous les citoyens. Mais quand une firme met sur le marché un médicament innovant, les citoyens ne peuvent y accéder parce que les prix sont exorbitants.
Madame la ministre, que pouvons-nous faire ici et maintenant pour faire en sorte que la sécurité sociale puisse prendre en charge le remboursement de ces médicaments et faire en sorte qu'il y ait enfin un équilibre entre les intérêts de ces firmes pharmaceutiques et les intérêts des patients?
Le président: Je rappelle que le temps de parole est de deux minutes.
Mevrouw Jiroflée, ik geef u het woord. Ik vermeldde het voorgaande echter gewoon in het algemeen. Ik zie de tijd immers voorbijgaan. Ik wil de eerste keer niet al te streng zijn, maar twee minuten is toch een streeftijd.
20.03 Karin Jiroflée (sp.a): Mijnheer de voorzitter, dat klopt.
Mevrouw de minister, collega's, "Pia": meer hoef ik niet te zeggen opdat iedereen zou weten waarover het gaat. Ons land heeft de voorbije week een warme golf van solidariteit gekend. Ik ben fier Belgische te zijn. Wij hebben dat knap gedaan.
Mevrouw de minister, tegelijk duwt die golf ons, politici, wel met de neus op de feiten. Ik heb het over het feit dat een farmabedrijf voor één spuitje 1,9 miljoen euro durft te vragen. Dat is schandalig en doet mij opmerken dat de farmasector zelf ziek is. Het is heel duidelijk dat in onderhavig geval de winst belangrijker is dan de mensenlevens.
Wat gebeurt er met de volgende Pia's? Die bedenking maken wij onmiddellijk. Zullen wij een dergelijke actie volgende week en de weken erna opnieuw doen? Wij weten allemaal dat zulks niet het geval is. Wij weten ook allemaal dat het niet wenselijk is. Dat zou geen goede zaak zijn.
De overheid moet daarentegen de farmasector duidelijk maken dat mensenlevens wel belangrijker zijn dan winst. Wij hebben een sterke overheid nodig met strikte regels, om een vuist te maken tegen de big farma.
Wij hebben daartoe een aantal concrete voorstellen, waarover wij ook de hele vorige legislatuur bezig zijn geweest. Ik haal er een drietal uit.
Ten eerste, de overheid moet duidelijke grenzen stellen aan de prijzen die wij in ons land willen aanvaarden. Stop de geheime onderhandelingen, die ons alleen maar bakken geld kosten.
Ten tweede, er moet transparantie en Europese samenwerking komen. Ook het Rekenhof en het KCE hebben dat al vaak aangegeven.
Ten derde, doorbreek het monopolie van de farmasector voor het onderzoek en de productie. De kostprijs van het onderzoek is al te vaak het excuus om schandalig hoge prijzen te vragen.
Mevrouw de minister, vooraleer ik mijn vragen stel, wil ik over die cijfers heel snel nog iets meegeven.
Pfizer bijvoorbeeld besteedt jaarlijks 6,6 miljard euro aan onderzoek. Aan marketing besteedt de onderneming 14 miljard euro, meer dan het dubbele. Johnson & Johnson trekt 9 miljard euro uit voor onderzoek en 20 miljard euro voor marketing. Wie die cijfers hoort, weet het wel.
Mijnheer de voorzitter, ik heb twee korte vragen.
Mevrouw de minister, ten eerste, welke stappen hebt u genomen in het concrete dossier van dit medicijn? Dat was immers een beetje onduidelijk. Eerst zei u dat u niets kon ondernemen en dan bleek u toch gepraat te hebben.
Ten tweede, bent u het ermee eens dat het dringend tijd is voor een sterkere overheid met sterkere regels als het gaat over de farmasector?
20.04 Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, die actie van Team Pia drukt ons met de neus op de feiten. Daar is het debat weer over de woekerprijzen van medicijnen. Een golf van solidariteit overspoelde Vlaanderen en heel België. Wij moeten hier in het Parlement, los van emoties, erkennen dat wij voor gigantische uitdagingen staan. Het is immers net door een gebrek aan politieke afspraken rond prijszetting van de medicijnen dat de farma-industrie zijn eigen gang kan gaan. Waarom zijn bepaalde medicijnen zo duur? Het antwoord is simpel: omdat het kan, omdat het mogelijk is.
Dat kan toch niet? Het kan toch niet zijn dat wij het leven van een kind laten afhangen van crowdfunding. Dat is toch niet de manier waarop wij onze gezondheidszorg willen organiseren, hoop ik.
Nu is het Pia, een paar jaar geleden was het Viktor. Een miljoen mensen hebben nu ge-sms't. Een miljoen mensen roepen u op om dat aan te pakken en een volgend geval te vermijden. Ik zie dit eigenlijk als een referendum, met een heel duidelijk oordeel. Een miljoen mensen vragen aan ons, aan de politiek om paal en perk te stellen aan de almachtige farma-industrie. Zij vragen ons om de procedures met betrekking tot prijszetting transparant te maken en te reguleren. Ik besef dat het moeilijke vragen zijn, maar wij mogen die hier niet uit de weg gaan. Het is onze verantwoordelijkheid om te werken aan een antwoord, voor alle Pia's die hier in België nog gaan volgen.
Mevrouw de minister, wat hebt u de voorbije jaren gedaan om dit aan te pakken, met nationale maar ook Europese regelgeving? Welke afspraken zijn er gemaakt met de farma-industrie om te werken aan een transparante prijszetting en om transparant te zijn over de winsten? Wat wilt u hieraan op korte termijn, in lopende zaken, nog doen?
20.05 Steven Creyelman (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, "Team Pia", het is ondertussen al een begrip geworden.
Ik vermoed dat ik niet alleen ben en dat ook de voorzitter, de minister en tal van collega's hier de jongste dagen een aantal sms'en heeft gestuurd om aan die 1,9 miljoen euro te geraken.
Wij moeten ons afvragen hoeveel Pia's ouders kunnen recupereren van de sociale zekerheid. Mevrouw de minister, mijnheer de voorzitter, u kent ongetwijfeld het antwoord. Ik en u allen kent het antwoord: 0,0 euro.
Die ouders waren verplicht om Miss-Belgiëgewijs een sms-actie op te zetten om hun dochtertje te redden. Ondertussen verklaart u, mevrouw de minister, in de media dat u daaraan niets kunt doen. Als een volleerd Pontius Pilatus wast u uw handen in onschuld en zegt u dat uw handen en voeten zijn gebonden, want dat het geneesmiddel in kwestie nog niet is erkend door het Europees agentschap voor geneesmiddelen.
Mevrouw de minister, daar stelt u mij toch teleur. Ik had van u wat meer creativiteit verwacht. Waarom kan in ons land, zoals de collega terecht aanhaalde, niet wat in Portugal kan? Waarom kan in ons land niet wat in Frankrijk kan? Waarom kan in ons land de terugbetaling niet worden geregeld van een geneesmiddel waarvoor er al een procedure loopt en waarvoor er een erkenning is in het buitenland?
20.06 Caroline Taquin (MR): Monsieur le président, madame la ministre, cette semaine, la Belgique a été émue, au Nord comme au Sud, par la situation de Pia, un bébé de neuf mois, une personne à part entière atteinte d'une maladie rare, l'amyotrophie spinale.
Actuellement soignée avec un médicament appelé Spinraza, ses parents ont souhaité lui donner accès à un médicament alternatif et nouveau, le Zolgensma. Devant le prix exorbitant de ce nouveau médicament, près de deux millions d'euros, les parents de Pia ont lancé une récolte de fonds sur internet et par sms. La mobilisation et la solidarité rapide et massive des Belges ont permis de récolter ce montant en deux jours à peine.
Cet immense élan de générosité relance évidemment le débat sur une série de questions, parmi lesquelles le prix de certains médicaments innovants pour les maladies rares, le remboursement de ces médicaments et aussi le dépistage de ces maladies rares qui, en l'occurrence, serait différent au Nord et au Sud du pays.
S'agissant du remboursement du Zolgensma, il faut rappeler que celui-ci ne peut être actuellement remboursé par l'INAMI car il n'a pas encore reçu l'agrément de l'Agence européenne des médicaments. Toutefois, afin d'accélérer la procédure de remboursement de produits pharmaceutiques, notre gouvernement collabore avec ceux des Pays-Bas, du Luxembourg et de l'Autriche depuis 2016 pour permettre un accès plus rapide à ces médicaments. C'est d'ailleurs grâce à cette collaboration que le remboursement du médicament Spinraza existe depuis l'an dernier.
Il semble d'ailleurs que vous ayez proposé à Novartis d'activer la procédure "compassionate use program" auprès de l'Agence fédérale des médicaments et des produits de santé. Cela devait permettre d'obtenir une autorisation de délivrance pour ce médicament.
Madame la ministre, où en est cette procédure? Avez-vous reçu une réponse positive de Novartis? Dans l'affirmative, quels en seraient les bénéfices pour Pia et pour d'autres patients belges? Dans quels délais? Plus globalement, pourriez-vous nous donner votre opinion sur cette situation? Quelles mesures avez-vous prises ou pourriez-vous prendre face à ces très lourdes charges financières pour les parents et les familles?
20.07 Catherine Fonck (cdH): Madame la ministre, nous avons en effet assisté à un bel élan de générosité et à une mobilisation des Belges autour de la situation dramatique de cette petite Pia, qui souffre d'une pathologie particulièrement sévère: l'amyotrophie spinale.
Je ne vais pas vous interroger spécifiquement sur le médicament Zolgensma, d'autant qu'il n'est pas encore homologué par l'Agence européenne des médicaments. De plus, soyons honnêtes, des médecins s'interrogent quant à son efficacité, compte tenu de l'âge de cette petite fille. Je ne vais pas non plus me lancer ici, comme d'aucuns, dans un procès en règle et unilatéral contre telle ou telle firme pharmaceutique. Oui, ces coûts, ces prix sont indécents!
Toutefois, il en va de notre responsabilité. Certes, il y a le cas de la petite Pia, mais il y a aussi de très nombreux autres patients qui souffrent de maladies rares et qui ont besoin de médicaments innovants, dont le coût est parfois très élevé – peut-être pas autant que celui dont nous parlons. Cela nous rappelle combien il est urgent que nous trouvions – nous tous, hommes et femmes politiques – des solutions efficaces. Je l'ai toujours dit depuis les cinq dernières années: l'initiative prise par le Benelux, l'Autriche et, plus récemment, l'Irlande était bien trop timide – puisqu'une partie de la solution requiert que l'on étende la question à l'échelle européenne.
J'en termine. Nous allons organiser prochainement des auditions en commission de la Santé publique. Madame la ministre, bien que nous soyons en affaires courantes, je vous soumets la proposition suivante. Notre responsabilité collective – gouvernement, Parlement et experts – consiste à trouver des solutions ambitieuses et efficaces pour tous les patients concernés. Dès lors, je vous propose de travailler tous ensemble, mais en restant concrets, car les affaires courantes ne peuvent évidemment pas nous empêcher, au vu de l'urgence, d'apporter des réponses efficaces à de telles situations.
20.08 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, Vlaanderen heeft de afgelopen week de kleine Pia leren kennen. Ik moet zeggen dat wat Vlaanderen gedaan heeft ook voor mij hartverwarmend was. Als mama en als jonge oma doet mij dat zeker wat.
Maar, er zijn heel wat Pia's in ons land. Ik voel hier, en ik heb daar veel begrip voor, heel veel warmte voor vele baby's en kleine kinderen. Maar laten wij de dingen in perspectief plaatsen, er zijn 500.000 Belgen die aan één van de 6.000 zeldzame ziekten lijden. Voor velen onder hen is er geen of slechts beperkte toegang tot innovatieve geneesmiddelen.
Laten wij daar samen iets aan doen.
Mevrouw de minister, ik weet dat u de jongste jaren, samen met uw administratie, al heel wat kaders geschapen hebt om hier iets aan te doen. Op het vlak van prijsvorming en terugbetaling is er al heel wat gebeurd. Ook op internationale fora hebt u ter zake al heel wat stappen ondernomen. Wij hebben dat in de vorige legislatuur samen, als ploeg, gedaan.
Voor mijn partij zijn drie dingen heel belangrijk, mevrouw de minister.
Ten eerste, wij moeten komen tot één Europese prijs. Het kan niet zijn dat men alle Europese landen gaat afschuimen om te onderhandelen en dan te zeggen: als het geneesmiddel erkend is, moet u die of die prijs betalen.
Ten tweede, het is heel belangrijk dat wij de terugbetaling koppelen aan de effectiviteit van het geneesmiddel. Als het werkt, moeten wij meegaand zijn. Als het niet werkt, moeten wij niet, of slechts gedeeltelijk, terugbetalen.
Ten derde en ten laatste, mevrouw de minister, wij zien vandaag wel vaker dat er dergelijk hoge prijzen gevraagd worden. Ik meen dat niemand hier er een probleem mee heeft als wetenschappelijk onderzoek op een correcte manier gefinancierd wordt. Dat daar een economische wetmatigheid mee samenhangt, zal voor de meesten in dit Parlement ook geen probleem zijn. Maar waar er wel een groot probleem is, is dat er heel grote marges genomen worden. Wij moeten eens nadenken over hoe wij in de toekomst de financiering van onderzoek en ontwikkeling kunnen loskoppelen van het in de markt zetten en het produceren van geneesmiddelen.
Mevrouw de minister, ik weet dat de regering in lopende zaken is. Ik weet dat u al heel wat gedaan hebt, en ik wil van u weten wat u hier, niet in de komende maanden, maar in de komende weken, verder aan zult doen.
20.09 Egbert Lachaert (Open Vld): Mevrouw de minister, iedereen in ons land kan alleen maar met een warm hart kijken naar de actie van afgelopen week. Iedereen die kinderen heeft, kan zich voorstellen dat, als men in die situatie belandt, men tot het uiterste zal gaan om voor zijn of haar kind er het maximum uit te halen, zelfs al is er op dit moment nog geen erkend medicijn. Men doet op zo'n moment het maximum om de redding te kunnen bewerkstelligen. Op dat vlak zeg ik chapeau voor wat de ouders van Pia hebben gedaan. Er zullen wellicht niet veel collega's zijn die geen sms hebben gestuurd, ook ik heb dat gedaan.
Dat wij dit als mens doen en als mens vinden dat wij moeten ingaan op de oproep van de ouders, betekent echter niet dat de minister die het beleid moet voeren, niet het hoofd koel moet houden. Dat is immers nog iets anders: wat men met overheidsgeld doet binnen een bepaald kader van erkenningen en hoe men omgaat met terugbetalingen, is iets anders dan de menselijke compassie die wij natuurlijk betuigen voor het geval dat zich heeft voorgedaan. Op dat vlak zit het natuurlijk wel wat ingewikkelder in elkaar.
Procedures als de Europese erkenning bestaan natuurlijk wel voor een reden, bijvoorbeeld om wetenschappelijk aan te tonen dat een medicijn ook werkt en dat het veilig is. Tot vandaag wordt dit trouwens door een aantal specialisten nog niet helemaal erkend. Wij hopen allemaal dat het werkt, maar wij zijn er helemaal niet zeker van.
Ik zal mij niet tot statements beperken, mijnheer de voorzitter. Ik heb de volgende vragen, mevrouw de minister.
Op dit moment krijgen SMA-patiënten het medicijn Spinraza. Ik las een artikel waarin stond dat heel veel patiënten blij zijn dat minister De Block de afgelopen jaren een half miljoen euro heeft uitgetrokken om dat geneesmiddel terug te betalen. Bent u bang voor een effect op de onderhandelingen over de erkenning van dat medicijn? Een aantal ouders maakt zich daar immers zorgen over.
Er is gezegd dat u niets kunt doen binnen lopende zaken, maar ik heb begrepen dat u toch iets hebt gedaan: u hebt aangedrongen op het compassionate-useprogramma. Ik wil daarover graag duidelijkheid. Wat hebt u precies gedaan ten aanzien van de producent en wat kon er aan dialoog worden bewerkstelligd?
De voorzitter: U krijgt dadelijk het woord, mevrouw de minister, maar ik wil eerst mevrouw Merckx, mevrouw Creemers, de heer Creyelman en mevrouw Taquin feliciteren voor hun maidenspeech.
(Applaus)
Ik wil nog eens de nadruk leggen op het feit dat in principe twee minuten spreektijd de regel is, maar wij moeten het nog wat gewoon worden. Sommigen zeggen dat ik met het ouder worden wat milder wordt, maar het is goed voor één keer, laat het ons zo zeggen. Volgende keer bereidt u het best weinig voor, want als u veel voorbereidt op papier, duren de speeches meestal te lang.
U hebt veel vragen gekregen, mevrouw de minister, van negen parlementsleden, dus ik zal voor u ook wat milder zijn. U mag uw ding doen, maar ook niet onbeperkt uiteraard.
20.10 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, ik dank u daarvoor. U wordt inderdaad milder, want ik ken u al langer.
Dames en heren, ik dank u voor de vragen. Terecht hebben velen vragen gesteld, want dit is natuurlijk een zeer emotionele zaak, met een kind dat lijdt aan een spierziekte zoals Pia. De oorzaak valt niet zomaar te verhelpen, het is een genetisch defect. Momenteel zijn er heel weinig behandelingsmogelijkheden. Zoals gezegd, is er Spinraza. Dat was eigenlijk een baanbrekend medicijn dat hier ook de Galenusprijs heeft gewonnen. Wij hebben toen samen met de Nederlanders hard onderhandeld om tot een behandeling te komen met een prijs van ongeveer 500.000 euro per kind of volwassene per jaar.
Dan is er het fameuze Zolgensma. De naam klinkt Nederlands maar het komt uit Amerika. Het is een medicijn dat op de oorzaak zou inwerken en dus het genetisch defect zou milderen. De effecten op lange termijn zijn nog niet helemaal gekend en er is ook niet echt veel onderzoek bij kinderen gedaan omdat dit natuurlijk allemaal nogal delicaat is.
Tot nu toe kreeg de kleine Pia een behandeling met Spinraza, maar het is normaal dat de ouders naar een meer definitieve oplossing zoeken. Het zou slechts een eenmalige prik zijn, weliswaar onder bepaalde voorwaarden. Ieder van ons die kinderen of kleinkinderen heeft, zou volgens mij hetzelfde doen. Men wil immers dat zijn kind geneest. De mensen hebben maar één wens, een gezond kind krijgen dat een zo goed mogelijke levenskwaliteit heeft. Daar kan ik hen natuurlijk helemaal in volgen.
Dan komen we bij het zakelijke aspect. De emotie is groot, maar wij zijn uiteraard gebonden aan procedures en registraties. Dit geneesmiddel is nog niet geregistreerd door het Europees Geneesmiddelenagentschap. Wij hebben natuurlijk navraag gedaan bij het Europees Geneesmiddelenagentschap en zij verwachten dat die registratie er tegen het einde van dit jaar zou komen.
Dan pas kan eventueel door de lidstaten afzonderlijk een goedkeuring volgen. Bij ons is het eerst aan de minister van Economie voor de prijszetting, waarna de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen volgt.
Dat is wat ik heb uitgelegd. Ik kan op dit moment niks doen aan de terugbetaling. Wij hebben de procedure immers nog niet eens opgestart. Wij mogen ze van Europa niet opstarten. Wij zijn op dat vlak inderdaad aan handen en voeten gebonden.
Ik heb wel direct de firma Novartis gecontacteerd voor de compassionate use. Voor clinical trials komt het kind niet meer in aanmerking. Ze was zogezegd al te oud en de aanvraag is te laat gebeurd. Die compassionate use, dus het gratis geven van het geneesmiddel door de firma aan het kind, dat niet nog eens anderhalf jaar kan wachten, is door het bedrijf geweigerd.
Novartis heeft dat inderdaad in Portugal gedaan, maar ook daar is op dezelfde manier een crowdfunding georganiseerd. Hier weigerde het bedrijf dat te doen, omdat wij een tiental nieuwe patiënten per jaar hebben en het ook niet weet wanneer de terugbetaling er zal komen.
Ik blijf de vraag stellen. Ik leg mij niet bij de zaken neer. Ik ben van oordeel dat een firma die eigenlijk een geneesmiddel op de markt brengt waarvan de research grotendeels werd gefinancierd door ofwel publieke middelen ofwel door de Fransen zelf, waarna het door Novartis voor veel geld werd opgekocht, ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft en menselijk moet blijven.
Het is inderdaad een erg dure behandeling die 1,9 miljoen euro kost. Mevrouw Merckx, u maakte er daarnet zelfs 1,9 miljard euro van. Dat is nog wat meer. Ik begrijp echter dat hier in de Kamer miljoenen en miljarden dikwijls niet ver uiteenliggen. Ik stel mij echter, net zoals u, ernstige vragen bij die kostprijs. Het gaat immers om een enorm en gigantisch bedrag.
U begrijpt dan ook dat het Bijzonder Solidariteitsfonds – nog een instelling die zou kunnen tussenkomen – daarvoor helemaal niet genoeg geld heeft. Het kan een bescheiden tussenkomst doen. Wanneer het echter 1,9 miljoen euro aan een kind besteedt, kan het Bijzonder Solidariteitsfonds voor alle andere patiënten niks meer doen en kan het ook maar twee patiënten per jaar meer terugbetalen.
Er was een actie van de ouders, zoals ook in Portugal is gebeurd, en er was de terechte geweldige emotie. De mensen zien immers de beelden van een onschuldig kind van negen maanden oud, dat in tegenstelling tot andere leeftijdgenootjes niet kan kruipen.
Dan komt natuurlijk de vraag waarom de overheid dat bedrag niet zomaar betaalt.
Waarom laat u daar uw hart niet spreken en waarom betaalt u dat als minister niet zomaar terug?
Er zijn regels. De waarde en veiligheid van het medicijn moeten door een aantal instanties worden erkend, en er moet met de overheid worden onderhandeld over een aanvaardbare prijs.
Stel dat de overheid zou beslissen om die 1,9 miljoen euro voor dit medicijn terug te betalen. Op dat moment geeft men bedrijven het signaal om al die onderhandelingen en terugbetalingsprocedures te vergeten. Stel dat ik zou bepalen wat wel en wat niet mag worden terugbetaald. Ik meen dat ik dan nog veel meer vragen zou krijgen in deze Kamer en veel meer emoties zou opwekken, want dat zou immers ook betekenen dat ikzelf kan beslissen wie al dan niet een terugbetaling krijgt. Ik meen dat het gezond is dat dit niet tot de politieke verantwoordelijkheid behoort.
Als door een actie op te starten en emotie op te wekken bij de publieke opinie zo'n exuberant bedrag kan worden opgehaald, zouden mensen wel eens op gedachten kunnen komen en zou ons systeem van terugbetaling van gezondheidszorgen helemaal overruled kunnen worden waardoor wij binnen de kortste keren geen geld meer zouden hebben.
Ik vind het engagement van deze miljoen burgers fantastisch, maar wij moeten ook aan de andere patiënten denken. De beschikbaarheid en terugbetaling van de medicijnen mag niet en nooit afhankelijk zijn van een sms-actie. Wij moeten structurele oplossingen uitwerken voor dit soort problemen.
Een aantal maatregelen is al genomen. Zoals u weet, heb ik een internationale samenwerking met vijf landen opgezet.
Madame Fonck, j'ai moi-même attendu très longtemps que l'Europe prenne l'initiative pour faire la même chose avec les 28 pays à l'époque, 27 aujourd'hui. Cela n'a jamais été le cas.
En dus heb ik zelf het initiatief genomen. Dit wordt erkend als best practice, weliswaar in het buitenland, maar hier natuurlijk niet.
Wat zou er gebeuren als onze patiënten geen toegang meer zouden kunnen krijgen tot deze geneesmiddelen? Mevrouw Jiroflée is er heel erg van overtuigd dat een maximumprijs alles zou oplossen. Wel, ik zeg u dat het nu al voor sommige bedrijven niet interessant is om bepaalde medicijnen in België aan te bieden, omdat wij zeer lage prijzen hanteren, dankzij het Toekomstpact. Het budget voor geneesmiddelen is met gemiddeld 1,5 % gestegen de voorbije vijf jaar, terwijl de inflatie 1,8 % was. Wij zijn dus onder het inflatieniveau gebleven. Ken uw cijfers als u mij wilt overtuigen.
Het Toekomstpact is precies tot stand gekomen om meer transparantie te geven. Dat was dus een goede zaak. Naar aanleiding van de hoorzittingen in de Kamer moeten wij eens nadenken over wat wij in een volgend Toekomstpact zouden kunnen opnemen, dus over welke afspraken wij moeten maken met de farmaceutische industrie.
Eén zaak is verkeerd gelopen in Europa en dat heb ik trouwens al aangekaart op Europees niveau. In 2000 heeft men de weesgeneesmiddelen een speciale bescherming gegeven gedurende tien jaar na hun erkenning door Europa als weesgeneesmiddel. Wel, dat was fout. De bedoeling was goed, omdat er tot dan te weinig onderzoek was naar weesgeneesmiddelen. Dat heeft nu echter geleid tot de monopoliepositie van een firma zodat deze zulke bedragen kan vragen. Ik heb dat reeds aangekaart op Europees niveau, bij de OESO en overal waar het kan. Op dat vlak moeten wij zoeken naar samenwerking binnen Europa. Ik ben blij dat sedert eergisteren een Belg regionaal directeur is van de WHO. Ik ben er zeker van dat hij ons daarbij wilt helpen.
Pour le reste, madame Fonck,
j'accepte votre demande de chercher des solutions pour tous les patients dans
notre pays. De grands défis se présentent à nous. Selon le horizon scanning,
ce qui se trouve dans le pipeline est immense. C'est énorme.
Ik ben al jaren bezig met de vraag hoe wij al die geneesmiddelen aan onze patiënten kunnen blijven aanbieden tegen een betaalbare prijs, voor de patiënt maar ook voor de overheid.
Pour cela, madame Fonck, il est vrai qu'il faut travailler ensemble sur une politique.
Alle politieke groepen moeten daar de schouders onder zetten, in grote solidariteit, omdat het hier om de patiënt gaat. Van politieke profilering met rare e-mails en tweets zal de patiënt niet beter worden.
20.11 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mevrouw De Block, als ik u goed begrijp dan blijft u bij uw standpunt. Het geneesmiddel zal binnenkort misschien op de markt komen, maar dan is het voor Pia natuurlijk te laat.
Ik denk aan het spreekwoord "nood breekt wet" en ik meen, mevrouw de Block, dat u hier uw verantwoordelijkheid absoluut niet opneemt. Ik wil u best het artikel geven waarin wordt uitgelegd dat de overheid in Portugal op de crowdfunding gereageerd heeft door de kosten op zich te nemen en het geld van de crowdfunding voor andere kinderen aan te wenden.
Laten wij het even niet over de toekomst maar over het verleden hebben. Wat u niet vertelt is dat uw politiek van de jongste jaren er één is geweest van geheime akkoorden met de farma-industrie via artikel 81. De bewijzen zijn er, dat heeft de kosten van bijvoorbeeld immuuntherapie uit de pan doen swingen, mevrouw De Block.
Vandaag hebben wij meer transparantie nodig en moeten wij de farmaceutische industrie voor haar verantwoordelijkheid stellen. Dat is mogelijk, bijvoorbeeld via dwanglicenties. Ik stel vast dat u daar geen oren naar hebt.
20.12 Eliane Tillieux (PS): Madame la ministre, nous n'avons pas parlé du dépistage précoce. On sait qu'on peut éviter la maladie si le traitement est pris avant l'apparition des symptômes. Là, les petits Belges ne sont pas égaux puisqu'en fédération Wallonie-Bruxelles, le dépistage est gratuit depuis mars 2018, mais pas en Flandre. Je souhaitais le signaler, même si cela n'est pas de notre compétence.
Pour moi, il est vraiment intolérable de constater que des parents au chevet de leur enfant malade apprennent l'existence d'un médicament à l'étranger, qui est rare et cher, et que les pouvoirs publics laissent faire les firmes pharmaceutiques qui imposent leur loi. Pour nous, socialistes, il faut permettre à tous d'accéder aux médicaments innovants grâce aux moyens de la sécurité sociale. Il faut une politique équilibrée qui fait en sorte que les médicaments – qui ne sont pas des biens comme les autres – soient disponibles pour tous et qu'on dise enfin "stop" à la seule logique de marché et au profit.
De voorzitter: Ik herhaal nogmaals dat u één minuut hebt voor een korte repliek en dus niet om een nieuwe uiteenzetting te beginnen.
20.13 Karin Jiroflée (sp.a): Mevrouw de minister, ik hoor u pleiten voor structurele maatregelen. Ik ben blij dat wij het daarover al eens zijn.
Ik herhaal mijn pleidooi om als overheid een vinger in de pap te hebben, wat mij betreft verschillende vingers in de pap. Als het onderzoek en de vermarkting van de medicatie zonder overheidsinmenging in handen blijft van de farma, brengt ons dat alleen maar ellende en zou ons dat een gezondheidszorg op twee snelheden opleveren.
Collega's, ik hoop dat wij het er toch over eens kunnen zijn dat wij geen gezondheidszorg op twee snelheden willen. Dat is heel duidelijk.
20.14 Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik hoor veel elementen van antwoord, maar weinig over die acties voor transparantie over de winsten in de farmaceutische industrie…
20.15 Minister Maggie De Block: (…)
20.16 Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Ik vroeg ook wat u daaraan al hebt gedaan in het verleden, maar daarover hoor ik niets.
Wel hoor ik heel veel vastberadenheid en veel fracties met dezelfde boodschap, met name om samen in de commissie aan de slag te gaan met één doel voor ogen, namelijk ervoor zorgen dat het niet van de goodwill van mensen afhangt of een leven al dan niet wordt gered.
Ik vind dat er in dit debat eigenlijk geen partijpolitiek zou mogen bestaan. Ik wil in de commissie met mijn fractie Ecolo-Groen zeker mee aan de kar trekken voor de toegankelijkheid van alle geneesmiddelen voor iedereen en om transparantie in de farmasector mogelijk te maken.
20.17 Steven Creyelman (VB): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord.
Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat u zich enigszins verschuilt achter Europese regelgeving, wetgeving, allerlei regeltjes. Aangezien het gaat over de gezondheid van onze mensen, had ik gehoopt dat u wat meer durf en lef zou tonen door voor een keer de kantjes er een beetje van af te lopen. Het stoot mij tegen de borst dat er in dit land blijkbaar geld is voor alles, geld voor de meest groteske onnozelheden. Er zijn miljarden om asielzoekers op te vangen. Wanneer het echter gaat over de gezondheid van onze eigen mensen, dan is er blijkbaar opeens te weinig of zelfs geen geld meer. Mevrouw de minister, daar heb ik eigenlijk maar één reactie op: ik vind dat een regelrechte schande.
20.18 Caroline Taquin (MR): Madame la ministre, je tiens à vous remercier pour les précisions que vous avez apportées. On entend beaucoup de "il n'y a qu'à". Je trouve dommage, de la part de certains, de surfer sur une histoire aussi émotionnelle, aussi dramatique et aussi sensible que celle de Pia. D'autres enfants et d'autres individus sont confrontés à ce problème, l'ont été et le seront. J'entends bien que la situation est complexe. Mon groupe entend également que vous vous êtes investie pour trouver des solutions. Évidemment, pour se rendre compte de la complexité d'un dossier, il faut avoir travaillé au sein d'un exécutif. Madame la ministre, nous serons donc à vos côtés, au travers du travail en commission, pour avancer de manière constructive.
20.19 Catherine Fonck (cdH): Madame la ministre, chers collègues, cet élan citoyen pour Pia doit aussi permettre un sursaut sur le plan politique. Nous manquons clairement d'anticipation sur le futur à la fois sur le coût, sur les remboursements et sur la disponibilité de tous les médicaments innovants. Cela représente effectivement un nombre important de médicaments qui ira croissant, et un nombre important de patients pour lesquels ces médicaments sont cruciaux.
Nous mettons sur la table trois propositions. D'abord, il convient de s'élargir à l'échelle européenne. Nous sommes encore trop petits malgré notre volonté de travailler ensemble sur des coûts communs. La France et l'Allemagne sont deux partenaires qui doivent pouvoir rapidement nous rejoindre. Ensuite, il faut s'efforcer d'avoir des procédures plus transparentes; cela doit s'imposer. Enfin, il faut envisager de payer les firmes en fonction de l'efficacité du traitement quitte à le répartir sur plusieurs années.
Madame la ministre, je vous ai bien entendue. Avançons ensemble au lieu d'essayer d'en tirer profit chacun de son côté sur le plan politique! Cela ne fera pas l'affaire de la petite Pia et cela ne fera jamais l'affaire non plus de tous les autres patients qui attendent aujourd'hui un coût raisonnable et une disponibilité la plus rapide possible pour les patients, dans le respect des règles évidemment. Je vous remercie.
20.20 Nathalie Muylle (CD&V): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord.
Collega's, ik doe een oproep om in de komende weken de nodige redelijkheid in dit debat te brengen, want ik heb hier heel veel zaken gehoord. Het ging bijvoorbeeld over dwanglicenties, maar als bedrijven vandaag ons land verlaten, dan zullen diezelfde partijen hier over een aantal maanden roepen dat de tewerkstelling in ons land verdwijnt.
Er werd ook over vaccinaties gesproken. Vaccinaties worden in Wallonië overigens door de farmasector gefinancierd. In Vlaanderen willen wij een goed en correct kader. Wij willen de juiste beslissingen nemen, vooraleer met vaccinaties verder te gaan.
Laten wij het debat eerlijk voeren, want patiënten hebben recht op duurzame en betaalbare oplossingen. Laten wij in de komende weken, voor de vele Pia's en de 500.000 Belgen die vandaag lijden aan een zeldzame ziekte, in alle correctheid en eerlijkheid samen aan tafel oplossingen vinden.
20.21 Egbert Lachaert (Open Vld): Mevrouw de minister, ik sluit mij aan bij de laatste twee sprekers. Ik heb van een aantal collega's heel emotionele pleidooien gehoord: een schande, het kan niet, het is erg. Sommige zaken in het leven zijn inderdaad erg, maar van beleidsdragers mag iets meer verwacht worden dan "schande" en "het kan niet" te roepen. Men verwacht dat wij op een redelijke manier naar oplossingen zoeken. Dat zal gebeuren via een weg van overleg en de evaluatie van procedures. Die procedures hebben hun bestaansreden. Wij kunnen niet van de ene dag op de andere van een internationaal bedrijf afdwingen dat het in het kleine land België een medicijn ter beschikking stelt. Als wij op die manier handelen, dan moeten we niet klagen dat de tewerkstelling in de hele farmaceutische sector in ons land binnenkort misschien verdwijnt. Vervolgens kan er een hoorzitting worden georganiseerd over de herstructurering in die bedrijven, want dat is toch wel erg.
Wij moeten dus iets meer verstand aan de dag leggen in emotionele debatten. Ik hoop dat wij in de komende weken verder zullen raken dan de waan van de dag en hier aan echt inhoudelijke politiek kunnen doen.
L'incident est clos.
21 Vraag van Valerie Van Peel aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De artsenquota" (55000014P).
21 Question de Valerie Van Peel à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Les quotas de médecins" (55000014P).
De voorzitter: Mevrouw Van Peel, het zal zeker niet uw maidenspeech zijn.
21.01 Valerie Van Peel (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het gaat opnieuw over de artsenquota. Er is een nieuw jaar gestart: de studie geneeskunde is begonnen en voor de 21e keer sinds de invoering van de contingentering op het federale niveau is men er in Franstalig België in geslaagd om dubbel zoveel studenten te laten starten als er op het einde van de rit een RIZIV-nummer zullen krijgen en dus wettelijk aan de slag kunnen.
In Vlaanderen is men voor de 21e keer zeer braaf geweest, want zo zijn wij, Vlamingen.
Ik vraag mij af of u daarvan schrikt, mevrouw de minister. Dat zou ik helemaal raar vinden, want ergens ligt u deze keer mee aan de basis van de situatie. Wij hebben in de vorige legislatuur samen een wet goedgekeurd die de lissage afschafte, maar na de verkiezingen hebt u slinks een KB uitgevaardigd waarmee u de wet overrulet en waarmee u eigenlijk opnieuw een generaal pardon hebt gegeven.
Nochtans is de situatie ernstig. Gisteren is het rapport van de Planningscommissie uitgebracht. Ik haal daar een paar elementen uit. Uit dat rapport blijkt – herinner u het pijnlijke debat van daarnet, waaruit blijkt dat er geld te kort is voor dure medicijnen, maar ondertussen laten wij onze gezondheidszorg door Franstalig België wel gewoon leegzuigen met hun overtal aan artsen – dat er een enorm overtal aan specialisten is, zelfs de helft meer per 10.000 inwoners dan in Vlaanderen, dat er een overtal aan huisartsen is, dat er niet wordt gespreid inzake de deelspecialiteiten, wat nochtans al heel lang een gemeenschapsbevoegdheid is, en – hiervoor ben ik in de vorige legislatuur ooit eens een uur lang onder vuur genomen door heel deze zijde – dat de Franstalige artsen minder werken dan de Vlaamse artsen.
De Franstalige artsen werken gemiddeld vier vijfden van een fulltime, de Vlaamse artsen gemiddeld zes vijfden van een fulltime. Dat is een klein verschil. Ik zal u uitleggen hoe dat komt: als er te veel artsen zijn, zijn er niet genoeg patiënten. Als er te veel artsen zijn, dan laten zij onderzoeken gebeuren die niet nodig zijn omdat zij ook graag hun brood verdienen. Als er te veel artsen zijn, krijgt men overconsumptie en de cijfers bewijzen dat in het zuiden van het land die overconsumptie veel hoger ligt. Daarom heeft men destijds de contingentering ingevoerd. Ik wil hiermee maar even aantonen dat het een ernstig dossier is.
Ik heb dan ook de volgende vragen, mevrouw de minister.
Hoe lang zult u de gezondheidszorg nog laten uitzuigen op kap van de Vlamingen? Waarom hebt u in godsnaam opnieuw een KB met een generaal pardon uitgevaardigd, nadat het Parlement ontbonden was? Wat zult u volgend academiejaar doen, want misschien zit u er dan nog en mag u weer een KB uitvaardigen?
21.02 Minister Maggie De Block: Mevrouw Van Peel, het is zeker niet uw maidenspeech over de contingentering maar ik heb het u al beter horen zeggen dan vandaag. Er zijn verschillende initiatieven genomen door de vorige regering om het systeem van de contingentering in Vlaanderen en Wallonië veilig te stellen. Er kwam een nieuwe verdeelsleutel van het Rekenhof en het wegwerken van de overtallen die over de jaren heen werden opgebouwd werd verplicht. Er ligt nu ook een sleutel om op een bepaald moment het overtal aan afstuderenden te beperken.
Ik heb geen generaal pardon gegeven. Er was in Vlaanderen een overtal aan studenten, door de jarenlange politieke impasse. Dat waren er 200 en aan de andere kant waren er dubbel zoveel. Dat zijn de feiten. Ik heb zelf geneeskunde gestudeerd en ik ben vandaag een boek gaan voorstellen voor jonge artsen. Ik nodig u trouwens uit om het te lezen. Het gaat hier om gemotiveerde mensen die zich door moeilijke studies heen worstelen. Ze studeren zeven jaar lang, ze worden gesponsord en ze doen allerhande jobs. Aan het einde wil u dan, juist omwille van uw grote gelijk, gaan zeggen dat die Vlaamse en Waalse jongens en meisjes hun diploma niet kunnen halen en dus hun droom om dokter te worden niet kunnen verwezenlijken. Wel, u kunt zo zijn maar ik ben niet zo.
We zouden daarover kunnen vergaderen binnen de interministeriële conferentie maar u weet dat die nog niet is samengesteld omdat we nog geen Vlaamse en federale minister van Volksgezondheid hebben. Er zijn wel al acht andere, dus het zal ooit wel loslopen. Daar ligt de sleutel. Daar moeten we praten over de formule die moet worden gebruikt om te bepalen hoeveel studenten er mogen starten met de opleiding tot arts, gebaseerd op de cijfers van de planningscommissie. Ik heb die planningscommissie trouwens uitgenodigd voor de interministeriële conferentie.
Wij hebben een voorstel van protocolakkoord opgesteld maar de federale regering heeft eigenlijk geen meerderheid meer. Mevrouw Van Peel, als u aan boord was gebleven, dan had u dat mee kunnen verdedigen, met al het vuur waarmee u hier altijd spreekt.
Ik stel vast dat het systeem van de contingentering in het Waalse regeerakkoord overeind blijft. Als we op federaal niveau ooit aan de onderhandelingstafel geraken, zult u mij aan uw zijde vinden om dat op tafel te leggen en oplossingen te zoeken. Die oplossingen kunnen echter niet komen van een minister van Volksgezondheid die alleen staat in lopende zaken.
21.03 Valerie Van Peel (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik heb u ook al beter geweten. Ik dank u om de wet uit te leggen die ik zelf, samen met mijn fractie, heb geschreven, dat was inderdaad de oplossing. Alleen zat daar een angel aan waarvan wij niet dachten dat u die zou gebruiken, met name via een koninklijk besluit toch weer toegevingen doen. U hebt dat inderdaad gedaan en ik had u niet kunnen tegenhouden, ook niet als wij er nog bij waren geweest.
Zolang de andere Vlaamse partijen het toelaten, zal deze saga nog blijven voortduren. De Franstalige partijen zullen daar niets aan willen veranderen zolang de rekening in het federaal gezondheidsbudget zit. Vlaanderen moet dus forser reageren in dit dossier. Er is een regeringsvorming bezig. Ik roep Vlaanderen op om te stoppen de braafste van de klas te zijn en dan ook nog eens de rekening te betalen. Wij moeten een eigen beleid voor onze Vlaamse studenten voeren.
Mevrouw de minister, die rekening mag u uitleggen aan de Vlamingen, want ik kan het niet meer.
L'incident est clos.
22 Vraag van Nawal Farih aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het gebruik van lachgas" (55000020P).
22 Question de Nawal Farih à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La consommation de gaz hilarant" (55000020P).
22.01 Nawal Farih (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het gebruik van lachgas bij jongeren blijft vragen oproepen. Het is in de eerste plaats een vergund geneesmiddel, dat de voorbije jaren door jongeren echter als drug wordt gebruikt.
Ik heb wat research gedaan en gemerkt dat ook op sociale media via Instagramkanalen lachgasflessen worden verkocht aan jongeren. Daarbij gaat het niet meer om slagroomcapsules maar wel om lachgasflessen van 2,5 liter. Lachgasflessen van 2,5 liter, die voor medicinale toepassingen in ziekenhuizen worden gebruikt, worden tegenwoordig aan jongeren verkocht, die daarmee tot een roes willen komen.
De gevolgen zijn, zoals u zelf weet, zeker niet te verwaarlozen. Ik heb het over hersenschade en dementie, maar ook over verschillende verkeersongevallen die zijn gebeurd onder invloed van lachgasgebruik. Onlangs, in juni 2019, was er in Kortessem een ongeval met vijf jongeren, die alle vijf het leven lieten.
In 2015 hebt u een werkgroep opgestart, om het gebruik van lachgas in kaart te brengen. Ik apprecieer dat initiatief enorm, maar de conclusie van toen is thans helemaal niet meer actueel. De realiteit toont aan dat het gebruik van lachgas zeker problematisch is, terwijl de conclusie van de werkgroep destijds was dat het niet problematisch zou zijn.
Bent u bereid opnieuw de opdracht te geven aan de werkgroep om het lachgasgebruik in kaart te brengen?
Wat kunt u, vooral gezien de stijging van de problemen, in lopende zaken ondernemen om het probleem weg te werken?
22.02 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Farih, ik dank u voor uw eerste vraag.
Het klopt inderdaad dat het recreatief gebruik van lachgas stijgt. Wij krijgen informatie uit het veld van onder andere de politie dat steeds meer lege slagroompatronen worden teruggevonden. Wij hebben inderdaad ook weet van ongevallen, waarvan mogelijk lachgas aan de oorzaak lag.
Er is het Wetenschappelijk Instituut Sciensano, dat af en toe via het Belgian Early Warning System on Drugs melding maakt van intoxicaties door lachgas. Het blijft echter om zeldzame gevallen gaan. Ook het Antgifcentrum ontvangt weinig oproepen daaromtrent. Experts hebben in ons land nog geen verslavingen gedetecteerd. Zij menen dat er op dit moment nog geen problematisch gebruik van lachgas is. Niettemin moet het probleem zeker onze aandacht krijgen.
Het gebruik ervan zomaar verbieden kan niet, omdat wij in onze reguliere voedingsindustrie het goedgekeurde voedingsadditief in kwestie frequent gebruiken.
Men mag ook niet vergeten dat er een eengemaakte Europese markt bestaat en dat dit product inderdaad in het buitenland kan worden besteld. Dat betekent echter niet dat wij geen enkele maatregel kunnen nemen. Er werd daarvoor een werkgroep Drugs opgericht via de Interministeriële Conferentie.
U vraagt mij om aan die werkgroep een nieuwe opdracht te geven, maar ik weet niet eens of ik dat wel mag doen in lopende zaken. Met uw groeten kan ik dat misschien vragen.
In elk geval blijven wij ermee bezig via de politie, de gemeentelijke diensten en de lokale besturen, alsook via de Gemeenschappen. Wij proberen het fenomeen van het gebruik van lachgas in te dijken. Jongeren zijn nieuwsgierig en willen dat voor de fun eens doen. Het effect is blijkbaar niet denderend, maar de aantrekkingskracht ligt in het feit dat het verboden is. Daarover zijn wij het eens.
De werkgroep blijft de zaak opvolgen. U zegt dat er een vorig advies is geweest, dat nog te braaf was en waarvan de conclusie was dat er nog geen probleem was. Ik denk dat er her en der op het terrein stilaan een probleem opduikt en dat de volgende werkgroep kordaat moet optreden.
22.03 Nawal Farih (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik begrijp dat het geen gemakkelijk aan te pakken probleem is. Het stelt mij evenwel gerust dat u ernaar uitkijkt om de volgende werkgroep te laten starten met mijn groeten.
Ik hoop dat u deze kwestie niet op haar beloop laat en dat wij samen kunnen ijveren voor het terugdringen van het gebruik van lachgas.
De voorzitter:
Ook de laatste spreker feliciteer ik met haar maidenspeech. (Applaus)
23 Voorstel van resolutie inzake steun voor de beslissing van de federale regering de dato 28 juni 2019 waardoor België zich ertoe verbindt deel te nemen aan het INSTEX-mechanisme (395/1-2)
23 Proposition de résolution soutenant la décision du gouvernement fédéral du 28 juin 2019 engageant la Belgique à participer au mécanisme INSTEX (395/1-2)
Cette proposition a été adoptée par la
commission des Relations extérieures en application de l'art. 76 du Règlement.
Dit voorstel is aangenomen door de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen met toepassing van art. 76 van het Reglement.
Le texte adopté par la commission sert de base
à la discussion. (Rgt 85, 4) (395/2)
De door de commissie aangenomen tekst geldt
als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (395/2)
23.01 Michel De Maegd, rapporteur: Monsieur le président, chers collègues, je voudrais débuter mon intervention en remerciant mes collègues de la commission des Relations extérieures qui m'ont fait l'honneur d'être le rapporteur du premier texte adopté par notre commission. Je voudrais également remercier les services pour la rapidité avec laquelle ils ont rédigé le rapport de nos débats depuis hier.
Vu la qualité de celui-ci, je renvoie au rapport écrit.
Désormais, j'interviens au nom de mon groupe politique, le Mouvement réformateur. Chers collègues, l'adhésion de la Belgique au mécanisme INSTEX est un des éléments d'un puzzle beaucoup plus vaste qui, pour la communauté internationale, compose le dossier iranien. On retrouve l'accord sur le nucléaire de 2015, la question de la prolifération des missiles, la question des sanctions imposées à l'Iran, l'influence de Téhéran dans la région – je pense au Yémen, à l'Irak, à la Syrie, au Liban –, sa rivalité avec l'Arabie saoudite et le caractère extraterritorial de législations américaines dont nous, Européens, contestons la légitimité.
Chacun de ces dossiers mérite, bien sûr, toute notre attention, mais c'est leur combinaison qui rend les solutions complexes, et, même sans découragement, aujourd'hui introuvables. Néanmoins, monsieur le président, chers collègues, la Belgique doit adhérer à ce mécanisme sur le fond comme sur la forme.
Sur la forme d'abord. Nous sommes belges, nous sommes européens, défenseurs du multilatéralisme. Notre présence pendant deux ans au Conseil de sécurité de Nations Unies comme membre non permanent en témoigne. Sur cette base, nous estimons que les relations commerciales, que les régimes de sanction et que les opérations militaires internationales doivent se dérouler dans le cadre de la communauté des Nations – l'Organisation mondiale du commerce, le Conseil de sécurité ou au moins l'Alliance atlantique.
Nous désapprouvons les mesures commerciales unilatérales, les blocages des mécanismes de résolution des différends, le recours à la force militaire en dehors de la légitimité d'une décision des Nations Unies ou l'adoption de législations nationales ayant un impact international.
Les canaux de paiement vers l'Iran sont particulièrement vulnérables à la politique de sanction menée par les États-Unis et ce, en raison du rôle international du dollar américain. Washington use de cet instrument national comme outil de sa politique étrangère. Bien sûr, nous le déplorons et le condamnons. Nous devons contourner ce quasi-monopole du dollar dans les transactions internationales en utilisant la force de l'euro.
De façon plus pragmatique, nous devons recourir à INSTEX comme à un moyen de contourner ces sanctions nationales dont nous récusons le principe même.
Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, chers collègues, deux arguments de fond ont convaincu la commission, qui a adopté presque unanimement la proposition de résolution.
Le premier, et vous l'avez bien souligné, monsieur le ministre des Affaires étrangères, constitue un signal positif et fort de soutien au Joint Comprehensive Plan of Action (JCPoA), lequel en a absolument besoin. À ce jour, nous ne disposons pas d'un autre moyen d'empêcher l'Iran de poursuivre son programme nucléaire vers des chemins menant à l'obtention de l'arme nucléaire. Si l'Iran la possédait, c'est l'ensemble du Proche et Moyen-Orient qui s'en trouverait structurellement affecté. Le JCPoA contient des mécanismes de surveillance très intrusifs qui doivent être pérennisés. Par ailleurs, l'Iran doit aussi pouvoir redévelopper son économie au profit de ses habitants et, à cette fin, commercer et bénéficier d'investissements étrangers. L'Iran doit pouvoir engranger des retours économiques consécutivement à son respect du JCPoA.
J'en viens au second argument de fond: la protection juridique et financière de nos entreprises. L'incertitude financière, qui découle de l'effet extraterritorial des décisions américaines, se fait également sentir chez nous. En 2017, nos relations commerciales avec l'Iran étaient prometteuses, puisque nous en étions le dixième partenaire commercial. Toutefois, dès 2018, la tendance s'est inversée. Les chiffres de l'Agence pour le commerce extérieur attestent qu'elle s'est malheureusement encore renforcée au premier trimestre de cette année, puisque la chute atteint plus de 60 %.
Grâce à notre adhésion à INSTEX, nous pourrons défendre nos positions dans les secteurs des médicaments, des appareils médicaux, de l'alimentation, de la construction et des biens de consommation. Deux tiers des exportations de notre pays vers l'Iran seraient concernés. En outre, INSTEX est pour l'instant un modeste outil, mais il convient de le considérer comme une première étape. Il conviendra d'analyser la réaction des opérateurs économiques et financiers et, dès qu'INSTEX sera opérationnel – soyons optimistes –, de l'étendre à d'autres secteurs économiques.
Voilà les principaux arguments qui motivent mon groupe à soutenir l'adhésion de la Belgique à INSTEX, avec l'espoir de voir évoluer positivement ce dossier dans les semaines à venir. Chers collègues, je vous remercie de votre attention.
23.02 Ellen Samyn (VB): Beste collega's, los van de financiële implicaties die de deelname aan INSTEX vereist, moeten wij ons de vraag stellen of het opportuun is op deze wijze in de kaart te spelen van het Iraanse ayatollahregime. Het is duidelijk dat INSTEX alleszins de sanctiemaatregelen tegen Iran ondermijnt, en wat dat betreft een precedent kan scheppen.
Zo blijkt uit de voorliggende resolutie dat er op dit moment geen draagvlak is binnen de EU. Niet eens de helft van de lidstaten is op dit moment voorstander van dit mechanisme.
Vanmiddag werd in het Europees Parlement met overweldigende meerderheid een resolutie over Iran goedgekeurd. Zij ging over de situatie van vrouwenrechtenactivisten in dat land en over gevangenen met zowel de Iraanse als een Europese nationaliteit. Zeer concreet gaat het over vrouwenrechtenactivisten die willekeurig gevangen werden gezet en veroordeeld zijn tot gevangenisstraffen tussen 16 en 24 jaar. Het gaat ook over de gevangenneming van een in Iran geboren Zweedse wetenschapper en arts, en over de CEO van een Oostenrijks IT-bedrijf. Dit gebeurt telkens op beschuldiging van spionage.
Dichter bij huis, VUB-professor Ahmadreza Djalali zit al drie jaar opgesloten op beschuldiging van spionage en werd na een schijnproces tot de dood veroordeeld.
Naast het morele aspect is de vraag trouwens of in handelstermen het sop de kool waard is. INSTEX is een ad-hocinstrument dat particuliere handelsbelangen wil behartigen, maar het schept zoals gezegd ook een gevaarlijk precedent voor de manier waarop Westerse sanctiemaatregelen, in dit geval de sancties van de VS, vermeden kunnen worden. Op die manier kan het Westen mogelijkerwijs worden beroofd van een machtig instrument in de internationale politiek.
Vlaams Belang kan daarom zijn goedkeuring niet geven aan deze resolutie.
De voorzitter: Mevrouw Samyn, welgemeend proficiat voor uw eerste speech.
(Applaus)
23.03 Yasmine Kherbache (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega's, de voorliggende resolutie zullen wij goedkeuren. Wij hebben daarover een grondige discussie gevoerd in de commissie. Onze amendementen werden ook goedgekeurd.
Wij vinden het echter ook belangrijk omdat het INSTEX-mechanisme nauw verbonden is aan de naleving van het nucleaire akkoord. Wij willen daarbij het signaal geven dat wij er alles moeten aan doen, zeker nu met de opgelopen spanningen in de regio, om dat akkoord te vrijwaren.
Bovendien beschermt INSTEX onze bedrijven. Het biedt rechtszekerheid en het gaat om handel met Iran, zij het beperkt tot de gezondheids- en voedingssector. Hierdoor komt het ook tegemoet aan de humanitaire noden van de Iraanse bevolking.
INSTEX is gekoppeld aan het uitdrukkelijk engagement dat Iran maatregelen moet nemen om witwaspraktijken aan te pakken en de financiering van terrorisme tegen te gaan.
Collega's, het is absoluut niet zeker of het mechanisme ook zal werken. Daarom hebben wij gevraagd om te komen tot een nauwgezette opvolging. Wij hebben om een rapportering aan het Parlement gevraagd. Wij vinden het belangrijk dat er op dat vlak stappen worden gezet.
Het is daarbij ook belangrijk dat wij ten aanzien van het Iraanse regime de mensenrechtenschendingen blijven veroordelen. Daarnaast moeten wij bij hen ook krachtig reageren tegen hun negatieve rol in het Midden-Oosten en Europa. Het regime deinst er immers niet voor terug om politieke dissidenten aan te pakken en zelfs uit te schakelen.
Kortom, deze resolutie is absoluut geen blanco cheque om de handel met Iran te ondersteunen. Wij zien het wel als een belangrijk politiek signaal om het nucleaire akkoord te laten respecteren. Wij menen immers dat dit belangrijk is voor de veiligheid.
23.04 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, wanneer het het Midden-Oosten betreft, moeten wij natuurlijk altijd oog hebben voor het gegeven van de stabiliteit, zowel voor de regio zelf als door het feit dat het een van de belangrijke leveranciers is van asielstromen, zoals wij ze in het verleden en tot vandaag hebben gekend.
Iran is een belangrijke actor en is geostrategisch eigenlijk zelfs zowat de winnaar in het Midden-Oosten van de eerste negentien jaar van deze eeuw. Het land heeft zich kunnen positioneren op een positie die Iran in het verleden waarschijnlijk nooit heeft gehad en is dus een belangrijke speler die de stabiliteit voortdurend minstens onder druk zet, maar die ook theoretisch een belangrijke partner zou kunnen zijn om de stabiliteit — dat is de logica van het feit dat het die stabiliteit onder druk zet — mee te garanderen.
De Verenigde Staten heeft met het oog op de interpretaties van de naleving van het nucleair akkoord onder president Trump een positie gekozen die Europa niet heeft gevolgd. Dat was terecht. De Europese Unie hoeft in dit soort aangelegenheden de soms wat ondoordachte houding van de Amerikaanse president zeker niet per definitie te volgen. Dat gezegd zijnde, mag dat ons niet brengen tot een naïviteit ten opzichte van het Iraans regime, dat volgens de actualiteit van de voorbije week weer blijk geeft van actieve of passieve invloed op de stabiliteit.
Wij hebben een paar vragen gesteld over het INSTEX-mechanisme, bijvoorbeeld over de rol van China en Rusland hierin. Laten wij ook daarin niet naïef zijn: onze terechte onafhankelijkheid ten opzichte van de Verenigde Staten moeten wij altijd in evenwicht brengen met een belangrijke mate van westerse solidariteit. In welke mate kunnen en zullen China en Rusland gebruik kunnen maken van een instrument als INSTEX om, over de Iraanse kwestie heen, een aantal internationale betalingsmechanismen een fundamenteel andere richting uit te duwen?
Ik sprak daarnet over de rol van Iran zelf, waarbij elke vorm van naïviteit uit den boze is. Er is hier terecht ook gesproken over het binnenlands beleid van Iran op het vlak van mensenrechten.
Ten slotte, ik heb tijdens de behandeling in de commissie deze week een aantal vragen gesteld over de effectiviteit van het instrument INSTEX. Laten wij eerlijk zijn, het is een lovenswaardige poging, maar toch is enige terughoudendheid op zijn plaats als men zegt dat nu een gegarandeerd mechanisme op poten wordt gezet dat kan doen waarvoor het eigenlijk dient.
Wij hebben eergisteren in de commissie het voorstel van resolutie goedgekeurd, maar wel tegen de achtergrond van het feit dat de Gewesten in deze nadrukkelijk betrokken moeten worden. Dat is gestipuleerd in de resolutie. Ook werd de belofte gedaan om experts te horen in de commissie tegen de achtergrond van de open vragen die blijven rijzen bij dit mechanisme.
Tegen die achtergrond zal mijn fractie deze resolutie goedkeuren, maar vanzelfsprekend is het onze bedoeling — en wij rekenen op iedereen om dat engagement in de commissie mee uit te voeren — dat wij binnen zeer afzienbare tijd de experts kunnen bevragen. Ook is het zo dat met de beoordeling van wat vandaag gebeurt, rekening moet worden gehouden bij de manier waarop de regering verder zal omspringen met deze zaak.
23.05 Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, c'est un débat très intéressant et constructif qui a été mené mardi en commission afin d'approuver cette proposition de résolution qui appuie l'adhésion de la Belgique à INSTEX. Ce fut un débat où le ministre a pu répondre de manière satisfaisante – et je l'en remercie – à nos nombreuses questions et réflexions. Les deux amendements socialistes ayant pu être intégrés au texte qui se trouve sur nos bancs aujourd'hui, nous soutiendrons cette proposition de résolution.
Chers collègues, cette démarche d'adhésion à INSTEX n'est pas anodine. Derrière elle se trouvent même des enjeux colossaux. Sous la précédente législature, mon groupe politique avait déjà lourdement condamné la décision américaine de sortir de l'Accord de Vienne sur le nucléaire et de relancer des sanctions économiques très dures vis-à-vis de Téhéran.
À l'image d'autres décisions de l'administration Trump, celle-ci, unilatérale, a, une nouvelle fois, des conséquences potentiellement dangereuses pour une région déjà armée jusqu'aux dents. L'actualité de ces derniers jours ne me dément pas. Car c'est bien l'administration Trump – nous l'avons rappelé en commission – qui, en premier lieu, est sortie des engagements du traité de 2015 en ouvrant probablement une boîte de Pandore. Ce que nous jugeons particulièrement problématique et inacceptable avec cette décision américaine, ce sont ses conséquences extraterritoriales. Cette décision et les sanctions potentielles qui l'accompagnent contre des entreprises européennes constituent une attaque en règle contre la souveraineté des Européens, notamment leur souveraineté à choisir librement leurs partenaires commerciaux.
Nous, Européens, nous ne sommes pas les esclaves diplomatiques, les vassaux diplomatiques des États-Unis. Voici l'un des messages du mécanisme qui est sur la table. Mais si INSTEX – et c'est le point de vue que nous avons défendu en commission – est un mécanisme intéressant pour préserver nos positions commerciales et défendre nos entreprises, il est aussi un outil politique dont il ne faut pas négliger la portée.
L'Accord de Vienne sur le nucléaire reposait sur un équilibre très délicat entre contraintes et bénéfices: Téhéran renonce au nucléaire militaire et, en échange, est libéré des sanctions qui pesaient sur le développement de son économie. S'il est vrai qu'un tel accord n'est jamais parfait, il avait néanmoins le mérite de rendre impossible la construction par l'Iran d'une arme atomique.
Aujourd'hui, alors que le retrait américain a probablement donné un coup mortel à l'Accord de Vienne, INSTEX peut peut-être dessiner un nouvel horizon de stabilité en offrant à l'Iran des bénéfices économiques l'incitant – c'est important – à rester dans le périmètre de ses engagements nucléaires.
Par conséquent, à nos yeux, il faut donc que l'équilibre entre contraintes et bénéfices contenu dans le mécanisme INSTEX se rapproche le plus possible de celui qui est à la base de l'accord de Vienne.
À cet égard, nous avons exprimé notre perplexité quant au champ d'action très restrictif d'un mécanisme dont le pétrole est exclu. Celui-ci est pourtant vital à l'économie iranienne. Les exportations de celui-ci ont été divisées par 25 au cours de ces derniers mois. Les bénéfices économiques d'INSTEX seront-ils suffisants pour sauver l'esprit, sinon la lettre de l'accord de Vienne, et ramener l'Iran au respect total et sans conditions de ses engagements nucléaires? Seront-ils suffisants pour contraindre ce pays à rester dans le périmètre de la non-prolifération? Ces questions sont essentielles.
Sur ce point précis, nous avons été satisfaits de constater la disponibilité du ministre, qui envisage, à terme, un élargissement du champ d'action d'INSTEX afin de renforcer l'intérêt du programme pour l'Iran et donc son potentiel effet stabilisateur pour le Moyen-Orient.
Néanmoins, pas question d'angélisme par rapport à l'Iran: son programme balistique pose question, son influence régionale est souvent néfaste et la situation des droits de l'homme dans le pays est mauvaise. Mais nous pensons que ruiner littéralement l'économie du pays – comme c'est le cas actuellement –, le priver de perspectives de développement et jouer le jeu de l'administration Trump ne feront qu'augmenter l'incertitude et le chaos, tout en renforçant les faucons un peu partout.
On ne peut pas trahir ses propres engagements, mettre à genoux un pays entier et espérer ensuite qu'il joue le jeu de la paix et de la coopération. INSTEX apparaît dès lors comme une lueur d'espoir européenne, certes ténue. Si cet instrument n'est pas la solution miracle, il a, à tout le moins, le mérite d'être un pas important effectué par nos partenaires européens. Il nous revient donc ici de le soutenir au nom de la défense de nos entreprises mais aussi dans la perspective d'une désescalade et d'une reprise du dialogue.
Il faut évidemment faire ce pas important en bonne intelligence avec les autres États membres mais aussi avec les entités fédérées belges, largement compétentes en matière de commerce extérieur.
C'est d'ailleurs le sens d'un de nos amendements votés en commission. Le second amendement vise, lui, à renforcer la conditionnalité du texte.
Le président: Je félicite notre collègue pour sa toute première intervention.
(Applaudissements)
23.06 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, je voudrais remercier les groupes et les membres de la commission pour le débat constructif que nous avons eu ainsi que pour le soutien très large à cette résolution et donc à la participation de la Belgique à l'instrument que constitue INSTEX.
Je rappelle qu'il s'agit un instrument de politique commerciale qui permet d'exécuter une partie des accords conclus avec l'Iran et de faire en sorte que la reprise du commerce international soit possible pour un certain nombre d'entreprises européennes, dans le cadre d'un certain nombre de secteurs.
On va poursuivre la négociation non seulement du côté européen pour organiser INSTEX mais aussi en partenariat avec l'Iran qui doit, de son côté, installer des règles de gouvernance très claires dans la logique de ce mécanisme.
Naast INSTEX is er nog een ander mechanisme, een opvolgingsmechanisme van het JCPoA zelf. Wij vragen aan Iran een correcte en loyale uitvoering van het JCPoA. Bij gebrek daaraan kan er bijvoorbeeld nog altijd tot sancties overgegaan worden, zoals in het verleden. INSTEX is een instrument voor het beleid inzake buitenlandse handel, maar wij zijn dus ook nog bezig met de kern van de zaak, namelijk de nucleaire akkoorden of het JCPoA, waarvoor een specifiek mechanisme bestaat.
Ik heb niets tegen hoorzittingen met experts. Deze mogen zo vlug mogelijk plaatsvinden. Daarna kan er in het Parlement een rapportering volgen. Dat was zo afgesproken in de commissievergadering. Er is dus nu een mandaat om verder te gaan met de onderhandelingen, maar daarna is er een mogelijkheid om terug te komen met de presentatie van het resultaat van de onderhandelingen.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendenten ingediend.
Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.
De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.
24 Nomination des délégués à l'Assemblée parlementaire de l’OSCE
24 Benoeming van de afgevaardigden bij de Parlementaire Assemblee van de OVSE
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 18 septembre 2019, je vous propose de procéder à la nomination des délégués à l'Assemblée parlementaire de l’OSCE.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 18 september 2019, stel ik u voor over te gaan tot de benoeming van de afgevaardigden bij de Parlementaire Assemblee van de OVSE.
Conformément à l’article 159 du Règlement, ces nominations se font à la représentation proportionnelle des groupes politiques. Conformément au principe de la représentation proportionnelle, la délégation est composée des 5 membres effectifs suivants:
Overeenkomstig artikel 159 van het Reglement geschieden deze benoemingen op grond van de evenredige vertegenwoordiging van de politieke fracties. Met inachtneming van de evenredige vertegenwoordiging ziet de samenstelling van de delegatie bestaande uit 5 vaste leden, er als volgt uit:
N-VA: Peter De Roover
Ecolo-Groen: Jessica Soors
PS: Malik Ben Achour
Vlaams Belang: Ellen Samyn
MR: Denis Ducarme.
Étant donné que le nombre de candidatures recevables correspond au nombre de places à conférer, il n'y a pas lieu à scrutin conformément à l'article 157, 6, du Règlement.
Daar het aantal ontvankelijke kandidaturen overeenstemt met het aantal te begeven plaatsen, moet, overeenkomstig artikel 157, 6, van het Reglement, niet gestemd worden.
En conséquence, je proclame élus les candidats présentés pour la délégation à l'Assemblée parlementaire de l’OSCE.
Dienvolgens verklaar ik verkozen de kandidaten voorgedragen voor de afvaardiging bij de Parlementaire Assemblee van de OVSE.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
25 Nomination des membres des commissions spéciales, des délégations aux assemblées internationales et des comités d'avis
25 Benoeming van de leden van de bijzondere commissies, de afvaardigingen bij internationale vergaderingen en de adviescomités
Conformément à l’avis de la Conférence des
présidents du 4 septembre 2019, je vous propose de procéder à la
nomination des membres des commissions spéciales, des délégations aux
assemblées internationales et des comités d'avis suivants:
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 4 september 2019 stel ik u voor over te gaan tot de benoeming van de leden van de volgende bijzondere commissies, afvaardigingen bij internationale vergaderingen en adviescomités:
Commissions spéciales
- Commission de la Comptabilité
- Commission des Pétitions
- Commission des Naturalisations
- Commission du Règlement et de la Réforme du travail parlementaire.
- Commission de contrôle des Dépenses électorales et de la Comptabilité des partis politiques
- Commission Achats et ventes militaires
Bijzondere commissies
- Commissie voor de Comptabiliteit
- Commissie voor Verzoekschriften
- Commissie voor Naturalisaties
- Commissie voor het Reglement en Hervorming van de parlementaire werkzaamheden
- Controlecommissie betreffende de Verkiezingsuitgaven en de Boekhouding van de politieke partijen
- Commissie Legeraankopen en –verkopen.
Délégations aux assemblées internationales
- Conseil interparlementaire consultatif du Benelux
- Assemblée parlementaire de l’Union pour la Méditerranée
- Assemblée parlementaire de l’OTAN
Afvaardigingen naar internationale
vergaderingen
- Raadgevende interparlementaire Beneluxraad
- Parlementaire Assemblee van de Unie voor de Middellandse Zee
- NAVO-Parlementaire
Assemblee
Comités d'avis
- Comité d'avis chargé de Questions européennes
- Comité d'avis pour l'Emancipation sociale
- Comité d'avis des Questions
scientifiques et technologiques
Adviescomités
- Adviescomité voor Europese Aangelegenheden
- Adviescomité voor Maatschappelijke Emancipatie
- Adviescomité voor Wetenschappelijke en Technologische Vraagstukken
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Conformément à l'article 158 du Règlement, les nominations des membres des commissions, des délégations aux assemblées internationales et des comités d'avis se font à la représentation proportionnelle des groupes politiques.
Overeenkomstig artikel 158 van het Reglement geschieden de benoemingen van de leden van de commissies, afvaardigingen bij internationale vergaderingen en adviescomités op grond van de evenredige vertegenwoordiging van de politieke fracties.
Les présidents de groupe m'ont fait parvenir
les noms de leurs candidats.
De fractievoorzitters hebben mij de namen van hun kandidaten medegedeeld.
Étant donné que le nombre de candidatures recevables correspond au nombre de places à conférer, il n'y a pas lieu à scrutin conformément à l'article 157, n° 6 du Règlement.
Daar het aantal ontvankelijke kandidaturen overeenstemt met het aantal te begeven plaatsen, moet, overeenkomstig artikel 157, nr. 6, van het Reglement, niet gestemd worden.
En conséquence, je proclame élus les candidats présentés. La composition des commissions spéciales, des délégations aux assemblées internationales et des comités d'avis sera publiée dans l'annexe au Compte Rendu Intégral.
Dienvolgens verklaar ik de voorgedragen kandidaten verkozen. De samenstelling van de bijzondere commissies, afvaardigingen bij internationale vergaderingen en adviescomités zal in de bijlage bij het Integraal Verslag worden bekendgemaakt.
26 Cour constitutionnelle – Présentation d'un juge d'expression néerlandaise
26 Grondwettelijk Hof – Voordracht van een Nederlandstalige rechter
Par lettre du 18 juillet 2019, le président de la Cour constitutionnelle fait savoir qu’à la suite de la mise à la retraite de M. Eric Derycke le 28 octobre 2019, une vacance d’emploi de juge néerlandophone sera publiée au Moniteur belge du 1er août 2019.
Bij brief van 18 juli 2019 deelt de voorzitter van het Grondwettelijk Hof mee dat in het Belgisch Staatsblad van 1 augustus 2019 een vacature zal worden bekendgemaakt voor het ambt van Nederlandstalige rechter, als gevolg van de opruststelling van de heer Eric Derycke op 28 oktober 2019.
Conformément à l’article 32, premier alinéa, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les juges de la Cour sont nommés à vie par le Roi sur une liste double, présentée alternativement par la Chambre des représentants et par le Sénat. La liste doit être adoptée à la majorité des deux tiers des suffrages des membres présents.
Overeenkomstig artikel 32, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof worden de rechters van het Hof voor het leven benoemd door de Koning uit een lijst met twee kandidaten, beurtelings voorgedragen door de Kamer van volksvertegenwoordigers en door de Senaat. De lijst dient te worden aangenomen met een meerderheid van twee derde van de stemmen van de aanwezige leden.
Le président de la Cour constitutionnelle communique qu’il revient à présent à la Chambre de présenter une liste.
De voorzitter van het Grondwettelijk Hof deelt mee dat het thans aan de Kamer toekomt een lijst voor te dragen.
Il sera pourvu à cette vacance sur la base de l’article 34, § 1er, 2°, de la loi spéciale (catégorie “ancien parlementaire“). Les candidats doivent donc avoir été membre pendant cinq ans au moins du Sénat, de la Chambre des représentants ou d’un parlement de Communauté ou de Région.
In de vacature zal worden voorzien op grond van artikel 34, § 1, 2°, van de bijzondere wet (categorie “gewezen parlementslid“). De kandidaten dienen dus ten minste vijf jaar lid te zijn geweest van de Senaat, van de Kamer van volksvertegenwoordigers of van een gemeenschaps- of gewestparlement.
La Cour se compose de juges de sexe différent, tant en ce qui concerne les juges visés au § 1er, 1° (catégorie “juristes“) que ceux visés au § 1er, 2° (catégorie “anciens parlementaires“) de la loi précitée. En tout état de cause, il est actuellement satisfait à cette condition.
Het Hof telt rechters van verschillend geslacht, zowel wat betreft de rechters bedoeld in § 1, 1° (categorie “juristen”), als deze bedoeld in § 1, 2° (categorie “gewezen parlementsleden“), van hogervermelde wet. Aan deze voorwaarde wordt momenteel hoe dan ook voldaan.
L’article 34, § 5, deuxième alinéa, de la loi spéciale inséré par l’article 12 de la loi spéciale du 4 avril 2014 portant modification de la loi du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle prévoit en outre que la Cour compte au moins un tiers de juges de chaque sexe. Cette disposition ne sera toutefois d’application qu’au moment où la Cour comptera effectivement un tiers au moins de juges du même sexe, ce qui n’est pas le cas à ce jour étant donné que la Cour compte actuellement trois juges féminins et neuf juges masculins.
Artikel 34, § 5, tweede lid, van de bijzondere wet, ingevoegd bij artikel 12 van de bijzondere wet van 4 april 2014 tot wijziging van de bijzondere wet op het Grondwettelijk Hof, bepaalt bovendien dat het Hof minstens één derde rechters van elk geslacht telt. Deze bepaling treedt evenwel pas in werking op het ogenblik dat het Hof effectief ten minste één derde rechters van hetzelfde geslacht telt. Dit is tot op heden nog niet het geval aangezien het Hof momenteel drie vrouwelijke en negen mannelijke rechters telt.
Jusqu’à cette date, vu l’article 38 de la loi spéciale du 4 avril 2014, le Roi nommera un juge du sexe le moins représenté si les deux nominations précédentes n’ont pas augmenté le nombre de juges de ce sexe.
Tot die datum benoemt de Koning, gelet op artikel 38 van de bijzondere wet van 4 april 2014, een rechter van het minst vertegenwoordigde geslacht wanneer de twee vorige benoemingen het aantal rechters van dat geslacht niet hebben verhoogd.
Mme Fientje Moerman étant la juge nommée en avant dernier lieu, la Chambre est actuellement libre de choisir de présenter soit un juge masculin, soit un juge féminin.
Aangezien mevrouw Fientje Moerman als voorlaatste rechter werd benoemd, heeft de Kamer thans de keuzevrijheid om een mannelijke of vrouwelijke rechter voor te dragen.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 4 septembre 2019, je vous propose de publier un appel aux candidats au Moniteur belge et de fixer à 30 jours le délai pour le dépôt des candidatures.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 4 september 2019, stel ik u voor een oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken en de termijn voor het indienen van de kandidaturen op 30 dagen vast te stellen.
Pas d’observation? (Non)
Il en sera
ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
27 Proposition de résolution soutenant la décision du gouvernement fédéral du 28 juin 2019 engageant la Belgique à participer au mécanisme INSTEX (395/2)
27 Voorstel van resolutie inzake steun voor de beslissing van de federale regering de dato 28 juni 2019 waardoor België zich ertoe verbindt deel te nemen aan het INSTEX-mechanisme (395/2)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
111 |
Oui |
Nee |
18 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
130 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (395/3)
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (395/3)
Raison d'abstention? (Non)
Reden van onthouding? (Nee)
(Mevrouw Darya Safai heeft niet gestemd.)
(M. Philippe Tison a voté comme son groupe.)
28 Prise en considération de propositions
28 Inoverwegingneming van voorstellen
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
Une liste complémentaire de propositions dont la prise en considération est demandée a été communiquée à la Conférence des Présidents. Cette liste sera également reprise en annexe du Compte Rendu Intégral.
Aan de Conferentie van Voorzitters werd een bijkomende lijst van voorstellen medegedeeld waarvan de inoverwegingneming is gevraagd. Deze lijst zal eveneens in de bijlage bij het Integraal Verslag worden opgenomen.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
29 Adoption de l'ordre du jour
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van donderdag 26 september 2019.
Nous devons procéder à l'approbation de l'ordre du jour de la séance de jeudi 26 septembre 2019.
Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.
Pas d'observation? (Non) L'ordre du jour est approuvé.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 26 september 2019 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 26 septembre 2019 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten om 17.16 uur.
La séance est levée à 17 h 16.
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 005 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte brochure
met nummer CRIV 55 PLEN 005 bijlage. |
|
|
|||||||||
|
|
|||||||||
Vote
nominatif - Naamstemming: 001
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben
Achour Malik, Bertels Jan, Bogaert Hendrik, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton
Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Clarinval
David, Cogolati Samuel, Creemers Barbara, Crombez John, Daems Greet, D'Amico
Roberto, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, de Laveleye
Séverine, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere
Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst
Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Farih
Nawal, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja,
Gijbels Frieda, Goblet Marc, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul,
Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi
Zakia, Kherbache Yasmine, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert
Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leysen Christian, Liekens Goedele,
Loones Sander, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Metsu Koen, Moscufo Nadia,
Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Özen Özlem, Piedboeuf
Benoît, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynders Didier,
Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Schlitz Sarah, Senesael Daniel,
Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile,
Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van
Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles,
Vandenput Tim, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van
Hoof Els, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien,
Verduyckt Kris, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert,
Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Wilmès Sophie, Wollants
Bert, Zanchetta Laurence
Bury
Katleen, Creyelman Steven, Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, Dewulf
Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts
Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van
Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans
Safai Darya |