Séance plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 17 octobre 2019 Après-midi ______ |
van Donderdag 17 oktober 2019 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14 h 17 et présidée par Mme Valerie Van Peel, vice-présidente.
De vergadering wordt geopend om 14.17 uur en voorgezeten door mevrouw Valerie Van Peel, ondervoorzitter.
La présidente: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le Compte Rendu Intégral de cette séance ou son annexe.
Een reeks
mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan
deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het Integraal Verslag van
deze vergadering of in de bijlage ervan.
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l’ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Koen Geens.
Ludivine Dedonder, Patrick Dewael, raisons
familiales / familieaangelegenheden;
Daniel Senesael, Benelux.
Gouvernement fédéral / Federale regering:
Charles Michel,
Sommet européen / Europese Top;
Alexander De
Croo, réunion FMI et Banque mondiale / vergadering IMF en Wereldbank
(Washington);
Didier Reynders, visite d’État
(Luxembourg) / staatsbezoek (Luxemburg).
Collega's, ik wil de heer Dewael verontschuldigen, wiens moeder overleden is. Ik wens hem namens het voltallige Parlement veel sterkte toe.
Vous avez reçu un projet d'ordre du jour pour la séance d'aujourd'hui.
U hebt een ontwerpagenda ontvangen voor de vergadering vandaag.
Y a-t-il des observations à ce sujet? (Non)
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
02 Prestation de serment d'un membre suppléant
02 Eedaflegging van een opvolgend lid
M. Wouter Beke a prêté serment comme membre du gouvernement flamand.
De heer Wouter Beke heeft de eed afgelegd als lid van de Vlaamse regering.
L'article 59 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles dispose que le membre de la Chambre des représentants élu membre du gouvernement wallon, du gouvernement de la Communauté française ou du gouvernement flamand, cesse immédiatement de siéger et reprend son mandat lorsque ses fonctions de ministre prennent fin.
Artikel 59 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen bepaalt dat een lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers dat gekozen wordt tot lid van de Vlaamse regering, van de Waalse regering of van de Franse Gemeenschapsregering onmiddellijk ophoudt zitting te hebben en zijn mandaat weer opneemt wanneer zijn ambt van minister een einde neemt".
L'article 1bis de la loi du 6 août 1931 établissant des incompatibilités et interdictions concernant les ministres, anciens ministres et ministres d'État, ainsi que les membres et anciens membres des Chambres législatives dispose que le membre de la Chambre des représentants qui cesse de siéger par suite de sa nomination en qualité de ministre ou de secrétaire d'État du gouvernement fédéral ou par suite de son élection en qualité de ministre ou de secrétaire d'État d'un gouvernement régional ou communautaire, est remplacé par le premier suppléant en ordre utile de la liste sur laquelle il a été élu.
Artikel 1bis van de wet van
6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en
ontzeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers en ministers van
Staat, alsmede de leden en gewezen leden van de wetgevende Kamers bepaalt dat een lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers dat
ophoudt zitting te hebben ten gevolge van zijn benoeming tot minister of
staatssecretaris van de federale regering of zijn verkiezing tot minister of
staatssecretaris van een gewest- of gemeenschapsregering wordt vervangen door
de eerst in aanmerking komende opvolger van de lijst waarop hij gekozen is.
Aujourd’hui nous procédons à l'admission et à la prestation de serment du suppléant suivant:
M. Steven Matheï, suppléant de la liste CD&V de la circonscription électorale du Limbourg, en remplacement de M. Wouter Beke.
Wij gaan
vandaag over tot de toelating en de eedaflegging van de volgende opvolger:
de heer
Steven Matheï, opvolger op de CD&V-lijst van de kieskring Limburg, ter
vervanging van de heer Wouter Beke.
Les pouvoirs de ce suppléant ont été validés en notre séance 20 juin 2019.
De
geloofsbrieven van deze opvolger werden tijdens onze vergadering van
20 juni 2019 geldig verklaard.
Comme la vérification complémentaire, prévue par l'article 235 du Code électoral, ne porte que sur la conservation des conditions d'éligibilité, il apparaît que cette vérification, n'a, au vu des pièces obtenues, qu'un caractère de pure formalité.
Daar het
aanvullend onderzoek door artikel 235 van het Kieswetboek voorgeschreven,
uitsluitend slaat op het behoud van de verkiesbaarheidsvereisten, gaat het,
gelet op de verkregen stukken, in de huidige omstandigheden om een loutere
formaliteit.
Pas d'observation? (Non)
II en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Je rappelle que les membres élus par les collèges électoraux relevant de la région de langue néerlandaise font partie du groupe linguistique néerlandais.
Ik herinner eraan dat de leden gekozen door de kiescolleges die behoren tot het Nederlandse taalgebied, deel uitmaken van de Nederlandse taalgroep.
Je rappelle les
termes du serment: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik
zweer de Grondwet na te leven" "Ich schwöre die Verfassung zu
befolgen".
Ik memoreer de bewoordingen van de eed: "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Je jure d'observer la Constitution" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Je prie M. Steven Matheï de prêter le serment constitutionnel.
Ik verzoek de heer Steven Matheï de grondwettelijke eed af te leggen.
M. Steven Matheï prête le serment constitutionnel en néerlandais.
De heer Steven Matheï legt de grondwettelijke eed
af in het Nederlands.
M. Steven Matheï fera partie du groupe linguistique néerlandais.
De heer Steven Matheï zal deel uitmaken van de Nederlandse taalgroep.
- Barbara Pas aan Charles Michel (Eerste Minister) over "De relaties met Spanje na de politieke processen tegen de Catalaanse leiders" (55000097P)
- Peter De Roover aan Didier Reynders (VEM Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De politieke repressie in Spanje" (55000099P)
- Jean-Marie Dedecker aan Charles Michel (Eerste Minister) over "Het standpunt van de federale regering over de Catalaanse kwestie" (55000122P)
- Barbara Pas à Charles Michel (Premier Ministre) sur "L'incidence sur nos relations avec l'Espagne des procès politiques contre les dirigeants catalans" (55000097P)
- Peter De Roover à Didier Reynders (VPM Affaires étrangères et Défense) sur "La répression politique en Espagne" (55000099P)
- Jean-Marie Dedecker à Charles Michel (Premier Ministre) sur "La position du gouvernement fédéral sur la question catalane" (55000122P)
De voorzitter: Zoals afgesproken in de Conferentie van de voorzitters, zullen deze vragen beantwoord worden door vice-premier Koen Geens, minister van Justitie.
03.01 Barbara Pas (VB): Mijnheer de minister, deze week werden zeven democratisch verkozen politici en twee leiders van burgerbewegingen, de twee Jordi's, veroordeeld in Catalonië door het Spaanse hooggerechtshof voor samen meer dan 100 jaar gevangenisstraf. Dat is geen rechtspraak maar pure wraak.
Ze kregen elk negen tot dertien jaar straf. Zo veel krijgen de ergste dieven of de brutaalste verkrachters niet, ook niet in dit land, dat weet u. Men kan zelfs beter een teruggekeerde Syriëstrijder of een IS-adept zijn dan een Catalaanse politicus.
Zij zijn veroordeeld omwille van hun ideeën, omdat zij met hun democratisch en vreedzaam referendum hun verkiezingsbeloftes hebben uitgevoerd. Dat is men duidelijk niet gewoon.
De negen veroordeelden zaten bijna twee jaar in voorarrest. Beroep tegen de voorlopige hechtenis is zelfs nooit behandeld geweest.
Ondanks mijn vele vragen hierover bleef de regering, ook de vorige N-VA-regering, al die tijd stilzwijgend over de politieke gevangenen. Net zoals de Europese Unie huldigden ze zich in laf zwijgen. De Europese Commissie kijkt weg. Deze keer geen belerend vingertje over democratie. Hongarije en Polen weten ze liggen. Catalonië duidelijk niet.
De Catalaanse burgers laten zich gelukkig niet intimideren, mijnheer de minister. Zij komen vandaag massaal op straat. Zelfs wie tegen de Catalaanse onafhankelijkheid is kan toch niet anders dan het een schande vinden dat men via de rechter het recht op vrije meningsuiting inperkt en politieke tegenstanders als misdadigers achter de tralies steekt.
Mijnheer de minister, zal deze regering de monsterstraffen voor de democratisch verkozenen krachtig veroordelen? Heeft de premier dit gisteren of vandaag op de Europese Raad ter sprake gebracht? Gaat deze regering de Spaanse ambassadeur ontbieden? Gaat deze regering aan de Spaanse regering amnestie vragen voor de negen politieke gevangenen? Gaat deze regering in samenspraak met andere landen sancties opleggen aan die Spaans regering als men blijft weigeren om de negen politieke gevangenen vrij te laten?
Ik ben zeer benieuwd naar uw antwoord. Ik hoop dat u dit niet, zoals de vorige regering, als een interne Spaanse aangelegenheid zult afdoen.
03.02 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de minister, in 2006 was mijn zoon 14 jaar, een jonge puber op zoek naar zichzelf en, vooral, heel dikwijls op zoek naar de school. Intussen heeft hij met vallen en opstaan zijn studies afgewerkt. Intussen heeft hij, totaal verrassend en anders dan toen verwacht, een professionele richting gevonden. Vandaag, terwijl wij hier bezig zijn, is hij de wereld aan het verkennen in Thailand. 2006 en 2019, daar zit 13 jaar tussen. Ik moet u zeggen, mijnheer de minister: ik had die 13 jaar met hem niet willen missen.
Nochtans is dat wat boven het hoofd hangt van collega's van ons, die op een vreedzame manier een bepaalde politieke uiting hebben voorgelegd aan de Catalaanse bevolking. Nu kan men daar inhoudelijk over denken wat men wil – in een democratie zijn de gedachten vrij – maar alleen al het idee dat die collega's vandaag zijn veroordeeld en dertien lange jaren van hun vrijheid zullen worden beroofd voor iets wat tot het normale politieke proces behoort, is een onwaarschijnlijke schande.
Vandaag zien wij dat er massale optochten zijn in Catalaanse steden, niet alleen trouwens van voorstanders van het politieke project, maar van voorstanders van het politieke fatsoen. Het Vlaams Parlement heeft deze week unaniem zijn solidariteit uitgesproken met de gevangen politici. Mijn vraag is kort en bondig: welke acties zal deze regering ondernemen op Europees niveau om deze politieke schande aan de kaak te stellen?
03.03 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mevrouw de voorzitter, u hebt een gevaarlijke job. Als wij in Catalonië zouden wonen, dan zou u als parlementsvoorzitter tot 11,5 jaar straf worden veroordeeld omdat u in het Parlement een debat zou organiseren over de onafhankelijkheid en een referendum zou agenderen om een volksraadpleging te houden.
Dat is de straf die u, als parlementsvoorzitter, en 8 anderen zouden krijgen; opgeteld een gevangenisstraf van meer dan 100 jaar. Dat is meer dan wat de staatsgreepplegers van 1981 onder leiding van kolonel Tejero in Spanje hebben gekregen. U wordt meer gestraft omdat u de wil van het volk wilt uitvoeren dan wie een coup pleegde op het Iberisch Schiereiland.
Het gaat niet alleen hierover, er is nog een tweede zaak. In Spanje zijn ook drie Catalanen verkozen, met meer dan 1 miljoen stemmen. Dat is meer dan waarvan u allen kunt dromen. Vandaag mogen zij niet binnen in het Europees Parlement en mogen zij hun zitje daar niet opnemen. Wat een democratisch en juridisch deficit.
Mijnheer de minister, u kent Justitie en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Dat erkent het zelfbeschikkingsrecht van alle volkeren, op twee voorwaarden: het moet democratisch afgedwongen worden en het moet gaan om een nieuw democratisch staatsbestel. Die voorwaarden zijn vervuld en toch mogen die personen het Europees Parlement niet binnen.
Mijnheer de minister, ik heb twee vragen. Zoals collega De Roover al heeft gezegd, heeft het Vlaams Parlement gisteren unaniem de resolutie aangenomen om de Spaanse ambassadeur te ontbieden, om bij de Spaanse regering aan te dringen op een politieke dialoog, om bij de Europese Commissie aan te dringen op bemiddeling en om de mensenrechten te laten respecteren.
Wat zult u doen met Carles Puigdemont, die momenteel in Brussel blijft? Ik weet dat het afhangt van Justitie, maar voor iemand met een Belgische identiteitskaart zijn er volgens mij toch andere middelen mogelijk.
03.04 Minister Koen Geens: Mevrouw de voorzitter, ik heb de eer om u het antwoord van de Belgische regering voor te lezen.
Het Spaanse hooggerechtshof deed uitspraak in het proces van de twaalf Catalaanse onafhankelijkheidsleiders. Zij werden berecht voor hun deelname aan de gebeurtenissen van 1 oktober 2017 en het referendum van die datum.
Het is een soevereine beslissing van het Spaanse gerechtshof in een zaak die betrekking heeft op een interne aangelegenheid. Wanneer de nationale beroepsprocedures uitgeput zijn, kunnen de betrokken personen zich nog steeds wenden tot de Europese rechtsorde, met name tot het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, om hun rechten te doen respecteren.
De gerechtelijke procedures hebben de regering nooit belet om het belang van dialoog te onderstrepen, net zoals het belang van politieke discussies en verzuchtingen om tot een dialoog te komen.
Het klopt dat de regering akte heeft genomen van het Europese aanhoudingsmandaat dat is uitgevaardigd lastens de heer Puigdemont. Het is niet de eerste keer dat de Europese aanhouding wordt gevraagd. Ik ben ervan overtuigd dat de Belgische procedure, die voor de Belgische rechter wordt gevoerd met volledig respect voor de scheiding der machten, tot een rechtvaardig resultaat zal leiden.
Wij, als uitvoerende macht, hebben daarin geen enkele rol te spelen.
03.05 Barbara Pas (VB): Mijnheer de minister, ik had van u geen geweldig antwoord verwacht, maar dit is toch wel beneden alle peil.
Iedereen weet dat het een politiek proces is. Iedereen weet dat het hier geen Spaanse aangelegenheid meer betreft, maar die ver overstijgt. U moet veel meer doen dan oproepen tot dialoog. Oproepen tot dialoog doet de Catalaanse overheid al sinds 2006. Weet u wie er nog het meeste van al heeft gedaan? Dat is Oriol Junqueras, de brave man, die nu 13 jaar cel heeft gekregen.
Het is Spanje, dat al 13 jaar lang weigert om die dialoog aan te gaan. Het wordt daarin trouwens bijgestaan door koning Felipe, die getuigt van een ongelooflijke wereldvreemdheid, zoals wij dat van het ambt van een koning gewoon zijn.
De ideeën van de Catalanen zal men echt niet kapot krijgen door hen te intimideren en gevangenisstraffen op te leggen. Zij bewijzen dat door vandaag alweer massaal op straat te komen.
Mijnheer de minister, ik heb u vijf concrete vragen gesteld om bepaalde zaken te doen U doet geen van allen. De regering is in deze zaak even passief als de vorige, even passief als een konijn voor een lichtbak. Op ons kunnen de Catalanen wel rekenen. Het is echter heel duidelijk dat de Catalanen niet op uw regering kunnen rekenen. Wij hebben wel respect voor de wil van het volk voor zelfbeschikkingsrecht. Het zou u sieren, mocht u dat ook hebben.
03.06 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de minister, ik weet niet hoever uw ambities reiken om de eerste minister op te volgen. Ik denk dat het vandaag voor u een moeilijke klus is. Het antwoord dat hier is voorgelezen, kan niet anders dan teleurstellen.
Collega's, ik zal in mijn repliek iets voorlezen uit de krant van vandaag. De Vlaamse student Arne, die momenteel in Catalonië verblijft, zegt daar het volgende: "Van mij hoeft Catalonië niet zo nodig onafhankelijk te worden. Ik geloof juist sterk in eenheid. Daarom draag ik bewust geen Catalaanse vlag of andere symbolen, maar ik veroordeel de Spaanse mentaliteit, net als veel mensen hier. Je kan er stilaan niet meer omheen dat de Spaanse overheid fout bezig is, ongeacht je politieke voorkeur. Het begon al op de referendumdag twee jaar geleden, toen pleegde de politie buitensporig geweld, dan de censuur op de Catalaanse zender TV3 – journalisten mochten niet meer spreken over het referendum – en vooral ook wat er zich de laatste dagen afspeelt. Democratische politici zijn ineens monddood en gaan voor jaren de gevangenis in. Barcelona lijkt wel een belegerde stad. Ik zal nooit voorstander van onafhankelijkheid zijn, maar ik ben wel voor respect, democratie en persvrijheid, drie waarden die in Catalonië nu op het spel staan, drie waarden waar wij ons voor moeten hoeden om ze zo te laten belasteren."
03.07 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de minister, ik ben verwonderd dat u, een eminent jurist, zich wegsteekt achter het schaamlapje van de scheiding der machten. U weet heel goed dat al de vonnissen niets te maken hebben met de scheiding der machten, want als justitie zich bemoeit met de politieke macht, dan krijgt men een dergelijk halsrecht. En het gaat hier wel degelijk om halsrecht.
Ooit verkondigde de eerste minister – hij wordt binnenkort Europees president – op het spreekgestoelte van de Verenigde Naties – herinner u het Marrakeshpact, dat u misschien al vergeten bent – voor de hele wereld dat hij aan de juiste kant van de geschiedenis staat. Als hij in deze zaak hetzelfde zou durven te zeggen, dan zou hij als Europees president op de bühne van het Europees Parlement gaan staan en zeggen dat het om halsrecht gaat, en niet meer om justitie. Dat is bemoeienis met de politiek, en dat is heel gevaarlijk in Europa.
Ik zal er iets persoonlijks aan toevoegen, mijnheer de minister. Als er asielzoekers uit Catalonië komen, zijn zij welkom in mijn gemeente.
Het incident is gesloten.
- François De Smet à Didier Reynders (VPM Affaires étrangères et Défense) sur "Le rapatriement des enfants belges des camps syriens et le sort des ex-FTF" (55000100P)
- Georges Dallemagne à Koen Geens (VPM Justice et Régie des bâtiments) sur "Le conflit en Syrie" (55000103P)
- Jessika Soors à Koen Geens (VPM Justice et Régie des bâtiments) sur "L'incidence de la situation en Syrie sur la sécurité nationale" (55000108P)
- Yasmine Kherbache à Koen Geens (VPM Justice et Régie des bâtiments) sur "Le jugement des Belges partis combattre en Syrie" (55000109P)
- Michel De Maegd à Koen Geens (VPM Justice et Régie des bâtiments) sur "La situation en Syrie" (55000110P)
- Goedele Liekens à Koen Geens (VPM Justice et Régie des bâtiments) sur "L'invasion turque du Nord de la Syrie" (55000113P)
- Ellen Samyn à Didier Reynders (VPM Affaires étrangères et Défense) sur "L'éventuel rapatriement de combattants de l'EI en Belgique" (55000106P)
- Samuel Cogolati à Didier Reynders (VPM Affaires étrangères et Défense) sur "L'offensive militaire turque en Syrie et le sort des enfants belges" (55000114P)
- Christophe Lacroix à Didier Reynders (VPM Affaires étrangères et Défense) sur "La situation en Syrie" (55000107P)
- Peter De Roover à Didier Reynders (VPM Affaires étrangères et Défense) sur "L'offensive turque en Syrie" (55000123P)
- François De Smet aan Didier Reynders (VEM Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De repatriëring van Belgische kinderen uit de Syrische kampen en het lot van de ex-IS-strijders" (55000100P)
- Georges Dallemagne aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der gebouwen) over "Het conflict in Syrië" (55000103P)
- Jessika Soors aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der gebouwen) over "De impact van de situatie in Syrië op de nationale veiligheid" (55000108P)
- Yasmine Kherbache aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der gebouwen) over "De berechting van de Syriëstrijders" (55000109P)
- Michel De Maegd aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der gebouwen) over "De situatie in Syrië" (55000110P)
- Goedele Liekens aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der gebouwen) over "De inval van Turkije in Noord-Syrië" (55000113P)
- Ellen Samyn aan Didier Reynders (VEM Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Het mogelijk terughalen van IS-strijders naar België" (55000106P)
- Samuel Cogolati aan Didier Reynders (VEM Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De Turkse inval in Syrië en het lot van de Belgische kinderen" (55000114P)
- Christophe Lacroix aan Didier Reynders (VEM Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De situatie in Syrië" (55000107P)
- Peter De Roover aan Didier Reynders (VEM Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De Turkse agressie in Syrië" (55000123P)
04.01 François De Smet (DéFI): Madame la présidente, monsieur le ministre, dans les camps kurdes de la zone de conflit en Syrie, on compte un grand nombre d'enfants liés à la Belgique. Soixante-neuf selon l'OCAM, quarante et un identifiés et localisés d'après le délégué général aux droits de l'enfant. La majorité de ces enfants ont moins de cinq ans.
Monsieur le ministre, il faut rapatrier ces enfants. C'est une évidence humanitaire. Leur vie est mise en péril là-bas. C'est aussi une évidence sécuritaire, car laisser ces enfants là-bas aujourd'hui, c'est semer des graines de haine, de rancœur et d'endoctrinement dont se serviront les terroristes de demain.
Hier, le Conseil national de sécurité s'est réuni. Vous y avez participé. Apparemment, le Conseil a décidé de ne rien faire, parce que la situation sur place serait devenue trop dangereuse. Je veux bien le croire, mais quel gâchis, quand on songe que cela fait deux ans que le délégué général aux droits de l'enfant tente de faire revenir ces enfants. Certes, la Belgique a rapatrié six enfants – quatre orphelins et deux mineurs non accompagnés – mais c'est tout. C'est bien peu. Et maintenant, c'est sans doute trop tard.
Je sais pourquoi on ne s'est pas occupé des autres. Peut-être parce que ces enfants ont des mères suspectées et condamnées par contumace pour activités terroristes, et parce que votre gouvernement persiste à refuser tout retour d'adultes pour les juger, malgré que les acteurs comme l'OCAM et le parquet fédéral vous le demandent.
Vous vous y refusez sans doute par peur de l'opinion publique. Mais je pense que c'est un choix de court terme désastreux, qui met en péril la sécurité de ces enfants et, à terme, la nôtre. Alors que dans ce dossier, l'intérêt humanitaire rejoignait l'intérêt sécuritaire, nous sommes en train de perdre l'un et l'autre.
Monsieur le ministre, confirmez-vous ces informations selon lesquelles le Conseil national de sécurité refuse d'effectuer le rapatriement des enfants belges détenus en Syrie? Vu la position des différents acteurs demandant le retour de toutes les personnes concernées, ne regrettez-vous pas quelque peu de ne pas avoir rapatrié ces enfants durant les deux dernières années écoulées avant l'invasion de la Syrie par la Turquie? Enfin, le gouvernement ne peut-il pas tout de même envisager d'organiser un corridor humanitaire via la Turquie pour ramener ces enfants?
04.02 Georges Dallemagne (cdH): Madame la présidente, monsieur le ministre, nous connaissions déjà la trahison. Nous savions déjà que les Kurdes avaient été bien mal payés pour leur combat à nos côtés contre le terrorisme. Nous connaissons la tragédie humanitaire qui se joue sur le terrain.
Je viens de rencontrer un des hauts responsables kurdes qui arrive de Qamishli, le docteur Omar Abdel Karim qui est le négociateur pour la libération des familles de djihadistes belges. Il a déjà été en contact avec votre gouvernement. Il est aujourd'hui en Belgique et il demande à rencontrer à nouveau ce dernier.
Sur le terrain, on compte 350 000 personnes déplacées, des centaines de blessés, déjà des centaines de tués. La ville de Ras al-Aïn, où se trouvent des milliers de civils, est actuellement assiégée, encerclée par l'armée turque. Des images vidéo nous parviennent montrant l'utilisation de bombes incendiaires au phosphore ou au napalm – on ne le sait –, ce qui est parfaitement interdit par le droit de la guerre, notamment quand il s'agit de populations civiles.
Et il y a cette décision du Conseil national de sécurité qui maintient, contre l'avis de nos experts, contre l'avis du procureur fédéral, contre l'avis de l'OCAM, l'idée suivant laquelle nos djihadistes doivent être jugés au plus près des crimes qu'ils ont commis.
Nous savions que cette proposition était déjà très difficile, impraticable. Aujourd'hui, elle est évidemment parfaitement absurde. En réalité, nous avons totalement perdu la maîtrise du sort de ces personnes. Déjà onze Belges sont dans la nature dont deux hommes qui étaient détenus et qui sont considérés comme extrêmement dangereux. Mais, de manière générale, sur le terrain, la situation des djihadistes est encore beaucoup plus inquiétante puisque dans le camp de Aïn Issa, 800 familles de djihadistes se sont déjà échappées et ont probablement rejoint le sol turc. Des djihadistes se sont également échappés à Kobané. Nous avons donc complètement perdu le contrôle de la situation.
Monsieur le ministre, je vous demande de prendre vos responsabilités, de ne pas avoir peur de l'un ou l'autre, d'assurer notre sécurité, d'assurer la sécurité des populations qui nous ont défendus sur place, de faire en sorte qu'enfin, une Belgique, une Europe se lèvent pour assurer notre et leur sécurité. Je vous demande d'avoir une stratégie qui ne soit pas conduite par la peur, mais par la raison, sachant que nous devrons assurer beaucoup mieux notre sécurité à l'avenir.
Monsieur le ministre, quelle est votre stratégie? Allez-vous également demander, à l'instar des Kurdes, un corridor humanitaire pour que ces populations qui sont sous les bombardements puissent s'enfuir de cette zone de Ras al-Aïn et ainsi éviter un bain de sang?
04.03 Jessika Soors (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, onze nationale veiligheid werd zwaar op de proef gesteld de voorbije jaren. Europa en België hebben rampzalige gebeurtenissen meegemaakt die niemand wil herbeleven.
Een van de belangrijkste aanbevelingen van de onderzoekscommissie na de aanslagen was de absolute noodzaak aan meer coördinatie. Alleen moet ik vandaag vaststellen dat we nog geen stap verder zijn.
Het OCAD bevestigde gisteren dat er minstens twee Belgische strijders ontsnapt zijn uit gevangenissen in Syrië en ondertussen van de radar verdwenen zijn.
Het veiligheidsrisico waar experts ons maanden, zelfs jaren geleden op gewezen hebben, is vandaag realiteit. Waar zijn die strijders? Wat zijn ze van plan? Onze regering weet het niet.
Wat weet de regering wel? Zij weet wèl dat jonge Belgische kinderen zich in levensbedreigende omstandigheden in Syrische vluchtelingenkampen bevinden. Die kinderen waarvan de regering al twee jaar belooft dat ze hen zou terughalen, maar ook daarvan is nog niets in huis gekomen. Alleen al dit jaar stierven vier Belgische kinderen. Hoe lang gaat het nog duren voor de regering haar beslissing zal uitvoeren om de kinderen terug te halen?
De toestand in Syrië wordt met het uur complexer. De regering verliest het momentum om in te grijpen. De regering verliest de controle. Hoeveel strijders moeten er van de radar verdwijnen?
Ik kan alleen maar concluderen dat deze regering door haar getreuzel onze nationale veiligheid in het gedrang brengt.
Mijnheer de minister, daarom hoop ik dat u na de bijeenkomst van de Nationale Veiligheidsraad gisteren, na verschillende mediaoptredens waarin er nog geen duidelijk antwoord was, ons nu wel een duidelijk antwoord kunt verschaffen.
Wat doet België om de kinderen terug te halen? Welke acties onderneemt de regering om ervoor te zorgen dat volwassen strijders niet van de radar verdwijnen, maar dat ze berecht en opgesloten worden? Welke bijkomende inspanningen heeft de regering al geleverd, gezien de escalaties in de regio?
04.04 Yasmine Kherbache (sp.a): Mevrouw de voorzitter, collega's, mijnheer de minister, waar wij al maanden voor waarschuwen, is helaas gebeurd. Vijf Belgische IS-strijders die vastzaten in Syrië zijn op vrije voeten. Hierdoor dreigt niet alleen straffeloosheid, de situatie vormt ook een bedreiging, want het is niet omdat zij misschien niet meteen hier zullen staan, mijnheer de minister, dat zij niet gevaarlijk kunnen zijn.
Wij vragen al maanden concrete acties zowel om de bewaking van de Syriëstrijders daar in de regio als om een serieuze berechting te garanderen. Die urgentie is niet nieuw. Die is er al een hele tijd. Begin dit jaar zijn er alarmsignalen afgegaan toen president Trump aangaf dat de Europese landen hun verantwoordelijkheid moesten nemen voor de bewaking en de berechting van de Europese Syriëstrijders in die regio.
Wat heeft de regering gedaan? Twee jaar geleden werd de beslissing genomen om kinderen jonger dan 10 jaar die zich in de regio bevinden naar hier te halen. De volwassen IS-strijders zouden wij daar laten. Zij zouden daar bewaakt en berecht worden. Mijnheer de minister, het is niet omdat men de keuze maakt om daar voor berechting te zorgen dat die u van de verantwoordelijkheid ontslaat om te zorgen voor een serieuze bewaking en een serieuze berechting.
Wat de bewaking betreft, vernamen wij vorige week van minister De Crem dat wij kunnen rekenen op de Britten en de Amerikanen. Gisteren zei u dat wij moeten rekenen op de Russen en de Syriërs. Het is absoluut onduidelijk wat de afspraken zijn. De recente ontsnappingen zijn absoluut geen geruststelling.
Wat de berechting betreft, zei procureur Van Leeuw dat wij er alles moeten aan doen om ervoor te zorgen dat er een stevig strafdossier is, met bewijsmateriaal. Gisteren zei hij dat hij rekent op een regeringsbeslissing daarvoor.
Mijnheer de minister, waar wacht u nog op? Wat zijn de concrete maatregelen om, ten eerste, de bewaking van de Syriëstrijders aldaar te garanderen en, ten tweede, te zorgen voor een ernstige berechting?
04.05 Michel De Maegd (MR): Madame la présidente, monsieur le ministre de la Justice, les directeurs du SGRS, de l'OCAM, ainsi que le procureur fédéral nous ont donc fait l'état des lieux de la situation des Belges appartenant à Daech dans le nord de la Syrie. Je salue d'abord cet exercice de transparence. Cet état des lieux nous permet de nuancer des discours qui sont certes généreux sur le plan humain. En effet, qui n'est pas sensible au sort de ces enfants belges et de tous les enfants en Syrie? Certaines lectures confinent parfois, je le regrette, au simplisme, et peuvent s'avérer irresponsables pour la sécurité nationale. Celle-ci, à mon estime et à celle de mon groupe, doit être, après les attentats de mars 2016, notre priorité et celle de tous nos concitoyens. Désormais, il nous faut tirer les conséquences politiques de la nouvelle réalité en Syrie.
Monsieur le ministre de la Justice, comme l'OCAM nous l'apprend, nous avons perdu en quelques jours tous nos canaux d'information sur place. Il est urgent de rétablir ce réseau, en concertation avec nos pays voisins. C'est un instrument crucial pour comprendre et gérer la situation, tant sur le plan humanitaire que sur le plan sécuritaire. Il ne faut pas laisser se répandre cette fausse idée que le gouvernement reste passif et insensible à la tragédie qui se déroule pour l'instant. Il faut donc renforcer le monitoring politique constant de ce dossier, tout en tenant compte des avis du Conseil national de sécurité, sans oublier l'importance de la communication vers la population.
J'en viens au rapatriement des mineurs d'âge. Je ne parle pas ici des petits enfants de moins de cinq ans. Au-delà de la pyramide des âges, la pyramide de la dangerosité me paraît également fondamentale. Un profilage précis nous permettra de suivre de la façon la plus adéquate possible, au cas par cas, les mineurs de retour en Belgique.
Pour les adultes, un procès et un jugement, qu'ils aient lieu ici ou ailleurs, sont essentiels pour rendre justice aux victimes des atrocités commises. Il faut dialoguer au plus vite avec nos voisins et rapidement trouver une solution équilibrée entre la préservation de notre sécurité et l'impératif d'un procès équitable.
04.06 Goedele Liekens (Open Vld): Mevrouw de voorzitter, proficiat met de eerste uitoefening van het voorzitterschap in deze plenaire vergadering.
Mijnheer de minister, de situatie werd al uitgebreid geschetst door mijn collega's en aldus kan ik meteen met de deur in huis vallen en tot de essentie komen, wat voor mij overigens ook de reden was om in de politiek te gaan. De essentie is dat de situatie in de regio duidelijk zorgwekkend is. Dat geldt uiteraard voor de burgerbevolking ter plaatse — men zou soms vergeten dat daar ook nog burgers leven — maar ook voor de mensen hier in België, want zij zitten met angst en liggen wakker van deze situatie. Vergeet niet dat wij een van de grootste slachtoffers zijn geweest van terreurdaden door IS-terroristen, in Zaventem en in Maalbeek. Dat zijn de mensen niet vergeten; dat kruipt onder de huid en laat een trauma achter, en niet alleen bij de rechtstreekse slachtoffers.
De vraag wat er zal gebeuren met de IS-strijders aldaar; die in de vrije natuur zijn terechtgekomen, zoals de heer Van Tigchelt van het OCAD gisteren uiteenzette, blijft een grote zorg. Voor alle duidelijkheid, onder IS-strijders begrijp ik zowel volwassen mannen als vrouwen, maar geen kinderen want die zijn onschuldig. Het gaat om mensen die willens en wetens gekozen hebben om deel uit te maken van een dergelijk gruwelijk regime. Zij werken mee aan de horror van de 21ste eeuw, zoals wij IS toch wel mogen omschrijven. Daar liggen de mensen wakker van.
Meer bepaald gaat het om twee risico's. Het eerste risico houdt onzekerheid over de eigen veiligheid in. Wat als zulke strijders terugkomen en hier opnieuw terreurdaden plegen? De tweede vraag is wat er te gebeuren staat als die strijders ongestraft blijven. Het gaat niet om handtassendieven maar om mensen die ernstige misdaden hebben begaan en daarvoor moeten bestraft worden.
Op beide zorgen is er slechts één antwoord: dat die strijders ter plaatse berecht moeten worden. Immers, daar zijn de misdaden begaan en daar zijn de getuigenissen te vinden. Daar gebeurt het allemaal.
Wij weten wel dat de rechtbanken ter plaatse niet goed genoeg functioneren. Daarom stellen wij voor om samen te werken met een aantal Europese landen, om die mensen ter plaatse te berechten evenwel via een fair trial, rekening houdend dus met de mensenrechten — alleen IS houdt zich niet aan de mensenrechten.
Mijnheer de minister, die gruweldaden moeten bestraft worden en wij wachten al lang op gerechtigheid. Hoe kunt u ervoor zorgen dat de IS-strijders snel, efficiënt en eerlijk berecht worden? Wat hebt u daartoe al gedaan en wat zult u nog doen? Hebt u in dat verband al contacten gelegd met andere landen, zodat de mensen minder angstig worden en op hun twee oren kunnen slapen?
04.07 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de minister, ondertussen weet iedereen dat het Turkse leger vorige week een militaire operatie gestart heeft tegen de Koerden in Syrië. Volgens het OCAD, de instantie die zich bezighoudt met de analyse van de terreurdreiging, kan dit conflict tussen de Turken en de Koerden ook voor ons in België grote gevolgen hebben.
De Koerden bewaakten tientallen Belgische IS-terroristen en door de acties van Turkije zijn er intussen al minstens vijf IS-terroristen op vrije voeten gekomen. Er dreigt ook een nieuwe vluchtelingenstroom richting Europa op gang te komen. De topman van het OCAD, Paul Van Tigchelt, stelde voor om traceerbare IS-terroristen over te brengen naar België en ze in ons land te berechten en vast te houden.
Mijnheer de minister, volgt de regering het advies van het OCAD? Over hoeveel terroristen gaat het hier? Wat is het veiligheidsrisico voor onze bevolking? Het kan immers niet de bedoeling zijn dat wij al deze mensen naar hier terughalen.
Ik heb nog een laatste belangrijke vraag. De Belgische regering heeft in 2016 samen met de andere EU-lidstaten een vluchtelingendeal gesloten met Erdogan. De hele federale regering was voorstander van deze Turkijedeal. Vlaams Belang was de enige partij die waarschuwde dat dit ons tot het schoothondje van Erdogan zou maken. Wat gaat de regering doen als Erdogan de poorten naar het Europese vasteland openzet, iets waar hij nu al mee dreigt? Heeft de regering hier een concreet noodplan voor?
04.08 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la présidente, monsieur le ministre, cela fait des mois que les experts du parquet fédéral de l'OCAM tirent la sonnette d'alarme et, aujourd'hui, le chaos tant annoncé se produit sous nos yeux dans le Nord-Est de la Syrie.
Nous connaissons l'invasion turque qui défie toutes les règles du droit international et qui empêche surtout les Kurdes aujourd'hui de surveiller, de contrôler les camps où sont amassées les familles de djihadistes et les prisons où sont enfermés des combattants terroristes belges.
Monsieur le ministre, ce chaos, vous auriez dû, à tout prix, l'empêcher car, en 2017 déjà, votre gouvernement, le gouvernement fédéral avait un accord de principe pour rapatrier les enfants de moins de dix ans en Belgique. En deux ans, six enfants orphelins ont été rapatriés et, aujourd'hui, soixante-neuf enfants belges séjournent dans des conditions complètement désastreuses, dans des camps surpeuplés et sans accès aux soins de base.
Et ce n'est pas faute, pour les organisations spécialisées, pour les délégués généraux aux droits de l'enfant, d'avoir essayé de vous appeler à respecter la promesse du gouvernement fédéral. Plus grave encore, sur le volet sécuritaire cette fois-ci, comme l'OCAM nous l'a dit hier en commission des Relations extérieures, nous perdons petit à petit le contrôle de la situation. Nous perdons le contrôle sur ces combattants terroristes belges qui représentent, chers collègues, de véritables bombes à retardement pour notre sécurité nationale.
Monsieur le ministre, ma question est toute simple. J'espère que vous allez me rassurer et que ce que j'ai lu ce matin dans la presse, à savoir que le Conseil national de sécurité aurait décidé de ne rien faire, est faux. J'espère, monsieur le ministre, que le gouvernement fédéral prendra aujourd'hui des actions concrètes immédiates pour retrouver le contrôle sur ces combattants terroristes belges et pour rapatrier et sauver ces enfants belges retenus en Syrie.
04.09 Christophe Lacroix (PS): Madame la présidente, monsieur le vice-premier ministre, depuis mes précédentes questions, la situation a beaucoup évolué et de manière tragique. La Turquie a lancé une opération militaire totalement inacceptable en Syrie avec, en point de mire, les forces kurdes. Ces mêmes forces kurdes, faut-il le rappeler, étaient nos alliées d'une manière constante et ferme depuis très longtemps dans la lutte contre l'islamisme radical.
Nous restons au balcon face aux faits rapportés et c'est ce qui est tragique! Il s'agit d'une invasion aux lourdes conséquences diplomatiques, militaires, sécuritaires mais aussi et surtout humanitaires! Des conséquences qui doivent nous faire réagir afin de ramener le calme dans cette région mais aussi d'assurer la sécurité directement et indirectement de notre pays.
Je dois bien reconnaître que la position du gouvernement me semble relativement floue et en tout cas marquée de toute une série de points d'interrogation. Hier, les déclarations de plusieurs députés issus des rangs de la majorité m'ont laissé pantois! Finalement on ne sait pas ce qui a été décidé lors du Conseil national de sécurité.
Ces différents enjeux, monsieur le vice-premier ministre, méritent des réponses claires et la Chambre des représentants doit être impliquée au cœur du processus.
Dès lors, pourriez-vous m'indiquer l'évolution de la position belge, tant sur les aspects diplomatiques que militaires, défendue dans les différents forums européens et internationaux, ainsi que les initiatives bi- et multilatérales que notre pays a prises depuis la semaine dernière. Enfin, quelles réponses le gouvernement apporte-t-il à la question très sensible des Foreign Terrorist Fighters et à celle des enfants? Quelles concertations menez-vous notamment avec les entités fédérées?
04.10 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik had deze vraag gericht tot de minister van Buitenlandse Zaken, de heer Reynders, omdat ik het aspect ter plekke even zou willen belichten.
Wij weten wat daar gebeurd is. Er werd op een bepaald ogenblik groen licht gegeven aan Erdogan. Daarvoor wordt met de vinger gewezen naar Trump, niet onterecht natuurlijk. Laten wij echter niet vergeten dat, toen Trump in januari aan de Europese bondgenoten de vraag stelde welke bijdragen zij gaan leveren om ervoor te zorgen dat Turkije inderdaad die grens niet overschrijdt, wij in Europa spijtig genoeg collectief de ogen hebben gesloten. Wij hebben een beetje fluitend in het donker gedacht dat het probleem wel zou overwaaien door het te negeren.
Vandaag blijkt dat het niet alleen niet voorbijgaat, maar dat het hier integendeel gaat om een complete gamechanger, een woord dat gisteren ook al werd gebruikt. Door het wegtrekken van de VS, wellicht weldra gevolgd door Groot-Brittannië en Frankrijk, is het roer helemaal terug in handen gekomen van het Syrische regime van president Assad, in samenspraak met de Russen. De Koerden hebben eieren voor hun geld gekozen, want zij moesten wel eieren voor hun geld kiezen. Wij hebben hen in de steek gelaten nadat zij inderdaad, de heer Lacroix zei het al, enkele jaren lang voor ons de kolen uit het vuur hebben gehaald. Zij hebben nu een monsterverbond afgesloten, dat maakt dat Erdogan, met totale afwezigheid van de Westerse mogendheden zeg maar, nu botst op een Syrisch-Russische as.
Dat is een nieuwe situatie waarvoor wij niet blind kunnen zijn. De vraag gaat fundamenteel verder dan de symptoombestrijding. Mijnheer de minister, hoe gaan wij om met deze nieuwe situatie? Hoe gaan wij om met de nieuwe geopolitieke situatie, die wij prettig of onprettig kunnen vinden, maar die gewoon een realiteit is op het veld?
Er moet iets gebeuren. Anders zal Erdogan ons blijven chanteren. De deal met Turkije had zeker zin, maar was natuurlijk bedoeld om tijd te winnen, zodat wij onze zuidgrens zelf zouden kunnen beschermen. Daarvan is inmiddels jammer genoeg weinig werk gemaakt.
In welke mate is de prioriteit van deze aangelegenheid op Europees vlak doorgedrongen? In welke mate zult u daarvan de advocaat zijn?
04.11 Minister Koen Geens: Beste collega's, de situatie in Syrië is op dit ogenblik inderdaad vanuit geopolitiek standpunt zorgwekkend. Ik deel die analyse, die velen onder u gemaakt hebben.
Ik zal proberen achtereenvolgens de aandacht te vestigen op de aspecten van zowel buitenlandse zaken als van nationale veiligheid en van mensrechtelijke aard.
En tout état de cause, il faut que nous évaluions la situation au jour le jour. C'est un devoir quotidien du gouvernement et de nos services de sécurité – que je remercie par ailleurs pour leur implication. Ils vous ont informé hier, comme ils nous informent au quotidien. Ils ont fait un progrès énorme en établissant une situation d'information assez précise.
Premièrement, comme vous le savez, la Belgique a condamné le jour même l'opération militaire unilatérale turque dans le nord-est de la Syrie. Tout comme l'Union européenne, qui s'est penchée sur la situation lundi dernier, la Belgique considère que cette opération est inacceptable et exige qu'il y soit mis un terme immédiat. Avec les autres pays européens membres du Conseil de sécurité, la Belgique a tout de suite saisi le Conseil pour un débat sur la situation. La forte désapprobation de la Belgique ainsi que des partenaires européens au sein du Conseil de sécurité a aussi été communiquée en termes très clairs à l'ambassadeur de Turquie à l'occasion de sa convocation la semaine dernière par le ministre des Affaires étrangères.
Quant aux effets de l'opération turque, elle aura de lourdes conséquences humanitaires, avec des dizaines de victimes civiles et plus de 160 000 personnes qui ont fui les zones de combat. Comme vous le savez, le ministre des Affaires étrangères a déjà reçu le directeur général de l'Organisation internationale pour les migrations, António Vitorino, pour exprimer ses profondes préoccupations et pour avoir une vue précise de la situation sur le terrain.
Dans ses conclusions, le Conseil Affaires étrangères de l'Union européenne a très clairement indiqué que l'Union n'apportera pas d'aide à la stabilisation ou au développement dans les zones où les droits des populations locales sont bafoués ou violés. La Belgique et l'Union européenne n'accepteront donc pas la réinstallation forcée de réfugiés syriens dans la zone que la Turquie veut mettre sous son contrôle dans le nord de la Syrie.
Ten tweede, de Turkse inval dreigt ernstige gevolgen te hebben voor de stabiliteit van de hele regio. De precieze impact van deze gebeurtenissen op de machtsverhoudingen binnen Syrië is nog niet duidelijk.
Ten derde, de Turkse operatie brengt de strijd van de internationale coalitie tegen de Islamitische Staat ernstig in gevaar, aangezien de operatie de Koerdische strijdkrachten viseert die cruciale partners waren en zijn in de strijd van de coalitie en aan wie collega De Roover terecht hulde heeft gebracht vanuit dat perspectief.
Tijdens de Raad van Buitenlandse Zaken van vorige maandag heeft België de suggestie gesteund om zo snel mogelijk een bijeenkomst samen te roepen van de anti-IS-coalitie, met uitzondering van Turkije uiteraard. De Verenigde Staten hebben intussen bevestigd dat deze vergadering zal plaatsvinden in Washington op 28 oktober. Ons land zal daarbij aanwezig zijn. Zoals u weet, zullen ook staatshoofden en regeringsleiders zich deze week op de Europese Raad buigen over de acties van Turkije in Syrië. De vraag zal aan bod komen hoe de druk op Turkije kan worden aangehouden om deze operatie in het noordoosten van Syrië te stoppen. Ten slotte heeft ons land gisteren in de schoot van de NAVO de Turkse operatie sterk veroordeeld.
Over de vraag inzake eventuele sancties, economische of andere, moet worden overlegd op Europees niveau en dit in het kader van een gezamenlijke aanpak van de Europese Unie ten aanzien van de situatie in het noordoosten van Syrië. Ik verwijs naar de besluiten van de vergadering van de ministers van Buitenlandse Zaken van de Europese Unie van vorige maandag in Luxemburg, die duidelijk de Turkse actie hebben veroordeeld en de beslissing van enkele lidstaten hebben herhaald om onmiddellijk de toekenning van uitvoervergunningen van wapens naar Turkije stop te zetten. In België betreft dit een gewestelijke bevoegdheid en de drie Gewesten zijn hieromtrent unaniem en duidelijk geweest.
Chers collègues, s'agissant des Foreign Fighters belges et de leurs enfants, les chiffres sont évolutifs et varient en fonction des paramètres exacts utilisés. À ce stade, les chiffres à retenir sont les suivants: 43 adultes, hommes et femmes, et 56 enfants sont localisés dans des camps ou des prisons. S'il existe une confusion à cet égard, c'est parce que – la plupart du temps – il s'agit de gens qui sont hébergés dans des camps ou des prisons et que ce n'est pas une estimation du nombre total de Foreign Terrorist Fighters qui pourraient encore se trouver dans la région.
Pour de plus amples détails, je vous renvoie aux chiffres livrés hier par l'OCAM en commission des Relations extérieures. La position du gouvernement en faveur des enfants et de leur rapatriement est claire et inchangée. Il est donc faux de prétendre que la décision de les rapatrier est restée lettre morte. Cinq d'entre eux ainsi qu'une jeune adulte, tous orphelins ou non accompagnés, ont été rapatriés en juin. Pour les autres enfants, qui se trouvent avec leur mère respective, nous sommes bloqués par l'impossibilité pratique de séparer les enfants de leur mère. C'est la conséquence de l'attitude des Kurdes ainsi que des organisations humanitaires internationales.
Il est donc quelque peu ambigu de plaider constamment pour le retour des mineurs sans préciser que, dans la plupart des cas, c'est impossible à organiser sans admettre celui de leur mère. C'est la situation, madame Liekens, que je vis sur le terrain depuis plus de deux ans.
Quant aux adultes, la position du gouvernement belge est identique à celle de ses partenaires européens les plus concernés: il est préférable que ces Foreign Terrorist Fighters soient poursuivis et jugés dans la région. J'ajoute que le gouvernement et ses partenaires européens ne sont pas restés inactifs. Nous avons négocié constamment à ce sujet pour que la justice irakienne puisse les juger dans le respect des droits de l'homme.
Pour autant que je sache, aucun des partenaires européens, y compris ceux qui sont les plus aptes à intervenir, ne modifie pour l'instant sa position sur ce point malgré la situation dans la région. Des discussions sont en cours avec l'Irak. Il ne s'agit pas ici de faire juger les Foreign Terrorist Fighters en Irak à tout prix. La question des garanties humanitaires, en termes de droits fondamentaux, est évidemment un des éléments principaux dans ces discussions.
Opnieuw, wij volgen met de Veiligheidsraad deze situatie van dichtbij op en zullen volgende week opnieuw samenkomen met het oog op de risicoafweging.
Ik zeg niet, beste collega's, dat het risico onbestaande is dat er mensen uit die kampen of gevangenissen uiteindelijk naar het Belgische grondgebied terugkeren op een voor ons onvrijwillige wijze. Maar op dit moment menen wij dat het risico van een terugkeer onder de radar bestaat maar beperkt is.
Dat risico moet worden afgewogen tegen de andere risico's die de repatriëring van een 50-tal FTF'ers onvermijdelijk tot gevolg zou hebben. De veiligheidsdiensten hebben ons daar gisteren opnieuw, correct en tegensprekelijk, over geïnformeerd.
Ik herhaal tot slot dat wij een goed werkende procedure hebben, de hotspot in Turkije, die uitgebreid wordt naar aanleiding van de actuele situatie voor het geval Turkije Belgische FTF'ers op zijn grondgebied zou aantreffen en hen uitzetten.
Beste collega's, uw kritiek en uw correcte houding als burgers van dit land op het vlak van nationale veiligheid en mensenrechten nemen wij ten zeerste ter harte. Zij moedigen ons aan de situatie constant te blijven monitoren. Maar vergeet niet dat wij niet alleen zijn, dat wij in een pact zitten met de Europese geallieerden die gezamenlijk vooruit moeten gaan. Vergeet evenmin dat als wij beslissingen van deze orde nemen, wij dat niet doen door lang op voorhand aan te kondigen wat wij zullen doen, want dat zou in dergelijke omstandigheden niet verstandig zijn.
Ik heb u goed beluisterd. Wij zullen onze uiterste best doen om deze situatie zo goed mogelijk te blijven volgen met het oog op de nationale veiligheid en de mensenrechten.
04.12 François De Smet (DéFI): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. J'ai personnellement des doutes quant à la capacité à obtenir des garanties en termes de droits humains de pays comme l'Irak et la Syrie actuellement. Mais je vais surtout focaliser ma réplique sur la question des enfants.
Vous nous dites qu'il n'est pas possible de séparer les enfants de leur mère. Mais personne ne vous le demande! L'idée, c'est qu'en effet, pour pouvoir ramener ces enfants, il faut évidemment les ramener avec leur mère. En effet, beaucoup de ces mères sont soit soupçonnées, soit déjà condamnées par contumace pour des activités terroristes. Mais encore une fois, c'est la fixation du gouvernement sur sa position consistant à refuser de faire revenir des adultes qui l'empêche de faire revenir les enfants au nom de l'unité familiale. C'est quand même très cynique.
En réalité, même si je comprends que nous ne sommes pas tout seuls, et que nous sommes dans un ensemble européen, rien n'empêcherait de rapatrier ces enfants avec leur mère, et que ces mères - et d'ailleurs ces pères dans certains cas - soient jugés et condamnés ici pour leurs actes. Cela me paraît la seule solution à la fois humanitaire et sécuritaire.
04.13 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie. J'entends votre indignation. J'entends vos condamnations. J'entends aussi déjà les ricanements du président turc face à ces indignations, puisque dans les faits, il n'y a eu absolument aucune sanction, aucune réaction véritable de la part de nos gouvernements. Voilà la situation aujourd'hui.
Pour ce qui est de la justice, j'entends de nouveau cette piste de la justice irakienne. Je rappelle que l'immense majorité de nos djihadistes sont aujourd'hui en Syrie et que nous aurons donc à traiter soit avec Bachar el-Assad, soit avec les Turcs. Je rappelle que c'est à travers la Turquie que tous les djihadistes européens sont partis et que tous les djihadistes européens sont revenus commettre des attentats. Voilà la coopération qui nous attend en matière de justice.
Vous n'avez pas eu l'occasion d'y répondre, mais je voudrais, avant de terminer, vous dire que nous connaissons les deux Belges qui se sont échappés. Il s'agit de Yassine Cheikhi et de Mohamed Botachbakut. Il y en a un qui s'est signalé comme décédé - ce qu'il n'est pas. Il y en a un autre qui était volontaire pour des attentats terroristes en Europe. Voilà le résultat de votre politique en matière de sécurité. Je n'ai parlé que de sécurité, monsieur De Maegd.
La politique du gouvernement belge aujourd'hui, c'est que deux terroristes belges extrêmement dangereux sont aujourd'hui libres de leurs mouvements, sont passés sous les radars et que nous n'avons pas la possibilité des les poursuivre devant la justice.
04.14 Jessika Soors (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, doorgaans apprecieer ik uw genuanceerde toon in een gevoelig debat maar in dezen vind ik uw geruststellende toon ongepast. Voor onze veiligheid hebben wij geen geruststellende woorden maar wel daden nodig.
U verwijst naar de repatriëring van de kinderen en zegt dat het onmogelijk is om dat zonder de moeders te doen. De positie van Child Focus is echter dat dit juridisch wel mogelijk is. Dat was ook de aard van de resolutie die Ecolo-Groen recent heeft ingediend. Ik vraag u dus met aandrang om die resolutie te lezen en iets te doen om die kinderen terug te halen uit Syrië.
U hebt bovendien geen plan om de twee Belgische strijders die al ontsnapt zijn op te sporen, laat staan om er op korte termijn voor te zorgen dat de strijders die nu wel nog onder controle zijn gestraft en opgesloten worden. U verwijst ter zake naar een bijeenkomst op 28 oktober, dus pas binnen twee weken. Verder had u het over oplossingen van internationale berechting of berechting in de regio die op zijn best slechts op lange termijn zullen werken.
Ik kan dan ook alleen concluderen dat de regering op dit moment niet het maximale doet om onze veiligheid te garanderen. Als u samen met deze regering niet spoedig optreedt, dan zet u onze nationale veiligheid op het spel.
04.15 Yasmine Kherbache (sp.a): Mijnheer de minister, uw woorden zijn wel sussend maar allesbehalve geruststellend. Wat u gezegd hebt is wat u nu eigenlijk al maanden zegt over de berechting en de bewaking van de Syriëstrijders. Ik hoor geen concrete antwoorden op de vraag hoe u de bewaking van de Syriëstrijders in de regio gaat organiseren en welke concrete afspraken er gemaakt zijn.
Ik heb ook gewezen op het belang van een degelijk strafdossier naast de onderhandelingen die u voert met de Irakezen. Om straffeloosheid te vermijden is het belangrijk dat er voldoende bewijsmateriaal wordt verzameld. Dat is het alarmsignaal dat we gisteren hebben gekregen van federaal procureur Van Leeuw. Hij zegt dat zij wachten op een regeringsbeslissing.
Mijnheer de minister, waar wacht u nog op om de nodige mensen en middelen in te schakelen om ervoor te zorgen dat we straffeloosheid vermijden en deze criminelen op een serieuze manier kunnen berechten?
04.16 Michel De Maegd (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. Les informations et les incertitudes qui nous parviennent de Syrie en ce moment entraînent un sentiment anxiogène légitime et compréhensible, à peine trois ans après les attentats du 22 mars. Tous nos concitoyens doivent avoir des réponses à leurs interrogations pour apaiser leurs craintes sur la question syrienne dans tous ses aspects. Je parle d'abord de l'aspect sécuritaire, en Syrie même et, oui, monsieur Dallemagne, également en Belgique. Je parle aussi de l'aspect humanitaire, du rapatriement des enfants et de la gestion des adultes.
Un message clair du gouvernement, des décisions justes dans ce dossier hautement sensible et délicat doivent nous permettre d'améliorer notre gestion de la crise, d'apaiser le ressenti de la population ainsi que d'améliorer le vivre-ensemble, qui est le corollaire. Nous serons bien sûr vigilants, afin que le gouvernement poursuive son action.
04.17 Goedele Liekens (Open Vld): Mijnheer de minister, ik was aantal jaren geleden zelf in die kampen en heb de humanitaire tragedies die zich daar afspelen, met eigen ogen gezien. Er is ondervoeding; het is er ellendig. Het grootste risico is dat de kinderen daar ondergedompeld worden in de ideeën van het kalifaat. Dat betekent des te meer dat wij zo snel mogelijk die kinderen daar moeten weghalen.
Het is niet omdat men moeder is dat men geen risico voor de veiligheid vormt. Het is niet omdat men moeder is dat men geen IS-strijder kan zijn. Wij blijven bij ons standpunt: wij moeten bekijken hoe wij de kinderen daar zo snel mogelijk weg kunnen halen en laten wij de potentieel gevaarlijke mensen daar. Immers, de veiligheid van de Belgische bevolking blijft onze hoofdbezorgdheid en geen enkele IS-strijder mag ongestraft wegraken.
Mijnheer de minister, wij verwachten de grootste inspanning van u om daar ter plaatse hybride rechtbanken op te richten, zodat wij de IS-strijders niet hierheen hoeven te halen en zij daar ter plaatse veroordeeld kunnen worden. Als zij naar hier komen, blijven zij een risico. Wij willen toch niet het risico lopen dat iemand als de beul van Raqqa door een gebrek aan bewijzen hier vrijgesproken moet worden? Wij horen dat nu al een hele tijd, maar ik zou het kunnen parafraseren, na de blabla is het tijd voor de boemboem.
De voorzitter: Proficiat met uw maidenspeech, mevrouw Liekens.
(Applaus)
04.18 Ellen Samyn (VB): Dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister. Ik mag hopen dat de regering zich voorbereidt op een noodsituatie, in het geval Turkije effectief zijn poorten openzet. Vorige week zei ik het reeds dat de inval het zoveelste voorbeeld is waarmee aangetoond wordt hoe onbetrouwbaar Erdogan is. Het Vlaams Belang zegt al jaren dat wij met zo'n regime geen deals mogen sluiten. Wij dringen nogmaals aan op de onmiddellijke stopzetting van de toetredingsonderhandelingen van de EU met Turkije.
De regering moet luisteren naar de bevolking. Niemand wil IS-terroristen in ons land, ook niet degenen die hier vrijwillig berecht willen worden. Het signaal dat wij aan de regering geven, is simpel: bescherm onze mensen en laat geen enkele terrorist ooit nog binnen in ons land.
04.19 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, vous avez commencé par féliciter nos services de sécurité. Vous avez raison. J'invite le gouvernement fédéral à écouter nos services de sécurité. Ils nous disaient hier que la majeure partie des enfants étaient localisés au sein du camp d'Al-Hol, en dehors de la zone de combat. Il est donc opérationnellement possible pour notre pays de rapatrier ces enfants qui sont aujourd'hui en grave danger.
Quant aux solutions pour nous protéger contre ces terroristes étrangers, vous parlez d'un tribunal en Irak qui garantirait les libertés fondamentales. Le procureur fédéral nous l'a dit hier: nous ne pouvons pas compter sur l'Irak, qui connaît encore aujourd'hui la peine de mort, pour respecter les libertés fondamentales et les mêmes standards que notre pays.
Nous n'avons plus le temps d'attendre un hypothétique tribunal international pour juger ces terroristes. Nous devons tout faire – et je vous invite à passer à l'action – pour assurer notre sécurité nationale et sauver ces enfants.
04.20 Christophe Lacroix (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. La position de mon groupe est connue: l'opération turque doit cesser immédiatement. Il revient dès lors à la Belgique d'en tirer les conséquences, en ce compris au sein de l'OTAN, de l'Union européenne et du Conseil de sécurité des Nations Unies.
Cette invasion soulève de nombreuses questions et il n'y a pas de réponses simples ou toutes faites. Je vous rejoins sur ce point. Mais lutter contre Daech et assurer notre sécurité doivent être des priorités belges.
Au sujet des Foreign Terrorist Fighters, il s'agit d'œuvrer à la création d'un tribunal international à la hauteur de l'horreur de leurs faits pour les juger selon nos nomes juridiques.
Si une approche au cas par cas est la clé, priorité doit être donnée aux solutions humanitaires pour les enfants belges afin qu'ils soient sortis au plus vite de ce chaos et soient accompagnés par les services compétents, que nous avons demandé d'auditionner urgemment.
04.21 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de minister, veel directe oplossingen hebt u niet kunnen geven, maar dat is ook logisch, want die zijn er niet. Laten wij daar ook eerlijk in zijn. Wanneer ik alle suggesties die u hier vandaag hebt gekregen, op een rijtje zet, dan zijn wij niet veel dichter bij de oplossing, integendeel. Een aantal van de collega's wekt de indruk dat er de voorbije dagen en weken niets is gebeurd.
Er is een fundamenteel nieuwe situatie ontstaan. Laten wij zelfs niet vergeten dat wij, als wij niet opletten, volgens artikel 5 van de NAVO nog verplicht zullen zijn om, wanneer de Turkse strijdkrachten in een direct conflict komen met de Syrische troepen, de kant van de Turken manifest te gaan verdedigen. Stel u even de toestand voor die dan zou ontstaan.
Wij vragen dan ook om de nieuwe situatie juist in te schatten. Overigens wordt hierdoor nog maar eens bevestigd dat Turkije uiteraard geen lid kan zijn en worden van de Europese Unie, dat de prioriteit van de beveiliging van onze zuidergrens absoluut en eindelijk opnieuw hoog op de Europese agenda moet komen en dat wij, wanneer wij willen praten over de Foreign Terrorist Fighters, tot het onprettige besef zullen moeten komen dat wij morgen wellicht met de Syrische autoriteiten zullen moeten praten.
Het incident is gesloten.
05 Question de Florence Reuter à Koen Geens (VPM Justice et Régie des bâtiments) sur "La lutte contre les violences conjugales" (55000111P)
05 Vraag van Florence Reuter aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der gebouwen) over "De strijd tegen partnergeweld" (55000111P)
05.01 Florence Reuter (MR): Madame la présidente, monsieur le ministre, nous sommes au 21e siècle et jamais les violences conjugales n'ont été autant présentes dans l'actualité, que ce soit chez nous en Belgique ou dans les pays voisins. La France a d'ailleurs lancé un Grenelle des violences conjugales. C'est dire si la problématique est importante aujourd'hui.
Depuis le début de l'année, nous avons connu dix-neuf féminicides. C'est énorme! À côté de cet extrême, on constate au quotidien des abus, du harcèlement, des coups, des injures car la violence n'est pas toujours physique, elle est aussi verbale. Mais surtout, une étude de l'UCL publiée cette semaine vient de démontrer que dans huit cas sur dix, après la rupture, toutes ces violences se poursuivent. Les femmes quittent le mari violent – c'est quand même toujours dans ce sens-là – avec leurs enfants. Elles se retrouvent dans des institutions et elles continuent à être poursuivies, battues. Cela dure en général au minimum encore cinq ans.
Monsieur le ministre, on se demande ce que nous attendons pour agir de façon rapide et efficace d'autant qu'on voit que les pays qui ont pris des mesures fortes pour lutter contre ces violences ont obtenu des résultats. Je prends ici l'exemple de l'Espagne qui a notamment mis en place des tribunaux dédiés spécifiquement aux cas de violences conjugales. La justice a 72 heures pour ouvrir un dossier en cas de plainte. Si les preuves sont évidentes, un procès est lancé en 15 jours et on place un bracelet électronique à l'auteur des faits. S'il s'approche trop près de sa victime, la police a dix minutes pour agir.
Dans les entités fédérées, des mesures de prévention et des mesures d'accompagnement existent pour ces femmes qui ont été battues et qui ont fui. Mais au niveau fédéral, il faut agir vite sinon cela ne fonctionne pas. Quelles sont les mesures qui sont appliquées?
Vous avez rappelé en commission de la Justice, au mois de septembre, que nous avions des outils pour agir. En attendant, les faits sont là, les chiffres sont là. Les mesures que je viens de citer – et qui existent notamment en Espagne – peuvent-elles être appliquées dans notre pays? J'estime qu'il faut maintenir la pression et pouvoir répondre à ces femmes qui sont quotidiennement victimes de violences.
05.02 Koen Geens, ministre: Madame la présidente, madame Reuter, chers collègues, la lutte contre la violence domestique constitue une véritable priorité politique. En 2006, une circulaire fédérale y relative est entrée en vigueur. Elle prévoit des magistrats de référence, la focalisation sur la victime et l'élaboration par les procureurs de plans d'action dans chaque arrondissement.
Nous devons opter davantage pour une approche en chaîne multidisciplinaire. En outre, le droit pénal ne constitue pas la seule solution. C'est la raison pour laquelle nous avons trouvé une sanction très particulière à appliquer par le ministère public: l'interdiction de résidence, que nous venons de renforcer à travers la loi du 5 mai 2019. En vertu de cette nouvelle disposition, l'intéressé qui enfreint cette interdiction est plus sévèrement puni.
Ensuite, à l'échelle des Communautés, l'approche multidisciplinaire des "Family Justice Centers" a été choisie. Cette formule, impliquant de nombreux services, existe pour l'instant au Limbourg et à Anvers. Je dirais – même si c'est facile de le dire quand on siège au gouvernement fédéral – que cela devrait exister dans chaque province, mais cette responsabilité incombe aux Communautés.
Par ailleurs, nous avons instauré une exception légale au secret professionnel en cas de concertation entre différents services (médecin, police, procureur, etc.) à propos d'un cas précis, pour autant que le ministère public l'admette.
J'ajoute que nous avons installé des chambres spécialisées au sein des tribunaux, pour autant qu'ils le décident. Ils ont le pouvoir de le faire, ils peuvent nommer des magistrats spécialisés en ce domaine. J'y suis particulièrement favorable.
Enfin, le ministre De Crem, le ministre Peeters et moi-même avons signé une circulaire ministérielle relative à l'alarme harcèlement dans le cadre de la violence entre ex-partenaires afin de permettre un projet pilote à Gand concernant cette alarme. Cette circulaire définit précisément les tâches des services de police, notamment les zones et les centres d'information et de communication dans ce cadre. Une victime potentielle n'est autorisée à prendre part à ce projet pilote que si la concertation multidisciplinaire constate le risque d'une situation vitale. Voici les quelques mesures que je voulais vous soumettre.
05.03 Florence Reuter (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie. J'entends qu'il y a la volonté d'agir, d'agir mieux mais les chiffres, eux aussi, sont là. Je ne sais pas si vous avez eu l'occasion, comme moi, de visiter plusieurs centres qui accueillent ces femmes, la plupart du temps avec leurs enfants. Cette situation est insupportable.
J'invite donc le gouvernement ou le prochain gouvernement, peu importe, à agir rapidement. Les mesures que vous m'avez présentées sont évidemment volontaristes. Il y a des projets pilotes et des initiatives existent dans plusieurs provinces, même si elles doivent sans doute être étendues. Mais c'est vraiment la rapidité d'intervention qui fait que cela fonctionne. J'insiste également sur le suivi de l'auteur des faits après la rupture. Mon groupe avait déjà déposé une proposition de loi favorisant le bracelet électronique pour l'auteur de violences conjugales. Je pense qu'il faut continuer dans ce sens et intensifier parce qu'il y a urgence.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Collega's, ik verzoek u om u wat meer te houden aan de spreektijd van twee minuten.
06 Vraag van Franky Demon aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De betoging van Extinction Rebellion" (55000115P)
06 Question de Franky Demon à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "La manifestation d'Extinction Rebellion" (55000115P)
06.01 Franky Demon (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, afgelopen zaterdag ging de veelbesproken betoging van Extinction Rebellion door. Voor mij was dat alvast een heel andere betoging voor het klimaat dan die van de klimaatspijbelaars. Ik zag dat mensen in de neutrale zone, de zone waarin niet betoogd mag worden, vrij konden betogen. Ik zag dat sommige betogers trachtten de tuinen van het koninklijk paleis binnen te dringen. Ik zag dat het nodig was op het Koningsplein het openbaar vervoer te hinderen zodat er niet mee kon worden gereden.
Op een bepaald moment heeft de politie ingegrepen, volgens mij net iets te laat. Op de sociale media verschenen meteen filmpjes, ook van mensen die zeiden dat er sprake was van buitensporig geweld door politiemensen.
Ik heb enkele concrete vragen voor u.
Wie is verantwoordelijk voor de openbare orde bij dergelijke manifestaties in Brussel?
In de neutrale zone mag duidelijk niet betoogd worden. Waarom werd daar die zaterdag van bij het begin niet tegen opgetreden? Op basis waarvan zijn de ordediensten dan wel opgetreden en hebben zij arrestaties verricht?
Indien er buitensporig politiegeweld zou zijn geweest, wordt dit dan onderzocht en opgevolgd? Wordt de werkwijze aangepast?
Tot slot, wij hebben allemaal de uitspraken van de VSOA gehoord. Hoe staat u tegenover dergelijke uitspraken?
06.02 Minister Pieter De Crem: Mevrouw de voorzitter, collega Demon, op 12 oktober heeft de Brusselse politie 435 klimaatactivisten van Extinction Rebellion opgepakt. De actievoerders probeerden, zoals wij allemaal gezien hebben, de tuinen van het koninklijk paleis te bezetten en wierpen op en rond het Koningsplein blokkades op. Dat is binnen de neutrale zone, voor alle duidelijkheid.
Ik zal nog een cijfer aanhalen. In Brussel vinden ongeveer 1 000 betogingen per jaar plaats. Ik beschik weliswaar niet over een inventaris over wat precies een linkse betoging en wat precies een rechtse betoging zou zijn. Ik weet niet of een boerenbetoging links of rechts is, ik weet niet of een betoging voor Catalaanse onafhankelijkheid links of rechts is. In eigen land wordt deze beweging veeleer door rechtse partijen gesteund, terwijl zee in de eigen regio Catalonië veeleer door linkse partijen wordt gesteund. Is een betoging voor een hoger minimumpensioen links of rechts? Ook dat is immers een prominent punt in ieder programma, zowel te rechter als te linker zijde als in het centrum.
Collega's, elke betoging dient volgens mij op basis van een grondige en neutrale voorafgaande risicoanalyse en op eenzelfde manier te worden aangepakt. Er kan geen onderscheid zijn.
Er moet echter ook absoluut respect zijn voor de vrijwaring van die vrije en die neutrale zone. Het kan immers niet dat betogers, in dit geval klimaatactivisten, op deze manier bijna fysiek druk zetten op onze democratisch gekozenen en op de beleidsmakers van ons land.
De neutrale zone dient te allen tijde te worden gevrijwaard en bij overtreding moet er onmiddellijk worden opgetreden. Voor mij hoort hier nultolerantie bij en ik zal het crisiscentrum en de Hoge Ambtenaar van Brussel vragen om in het bijzonder daarop toe te zien.
Het beleid inzake de ordediensten in Brussel, waar meer dan 1.000 betogingen per jaar plaatsvinden, is echter in de eerste plaats de bevoegdheid van de burgemeester. Vooral daar moet de nodige reflectie gebeuren om dit soort incidenten in de toekomst absoluut te vermijden.
Wat het vermeend politiegeweld betreft, heb ik onmiddellijk het verslag van het crisiscentrum opgevraagd. Dat meldt dat de ordedienst zaterdag zeer professioneel is verlopen. Dit verbaast echt niet, want wij beschikken over een uitmuntend lokaal en federaal politiekorps.
Als wij de media mogen geloven, werd het uitlokken van politiegeweld in de neutrale zone aan het koninklijk paleis door Extinction Rebellion ruim op voorhand gepland.
Geweld tegen de politie is altijd en overal ontoelaatbaar, maar dat geldt eveneens voor disproportioneel geweld uitgeoefend door politiediensten tegen betogers. De korpschef heeft ondertussen een onderzoek bevolen, waarvan ik de resultaten samen met u met spoed verwacht.
06.03 Franky Demon (CD&V): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Ik ben blij dat u actie zult ondernemen, want een neutrale zone moet als dusdanig behouden blijven. Ook de burgemeester van Brussel moet zich daaraan houden. Voorts dank ik u voor uw duidelijke uitspraken.
Ik heb het niet gehad over linkse of rechtse betogers, aangezien ik dergelijke bewoordingen niet in de mond heb willen nemen. Ik hoop wel dat er actie ten aanzien van de burgemeester van Brussel zal worden ondernomen.
L'incident est clos.
07 Vraag van Tom Van Grieken aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De uitspraak van de minister over de bijkomende nood aan opvangplaatsen voor asielzoekers" (55000101P)
07 Question de Tom Van Grieken à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Les propos de la ministre sur le besoin de nouvelles places d'accueil pour les demandeurs d'asile" (55000101P)
07.01 Tom Van Grieken (VB): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, in dit land slepen wij ons eigenlijk van asielcrisis naar asielcrisis. Ministers komen en gaan, staatssecretarissen komen en gaan, maar de asielstroom naar ons land blijft maar duren.
In 2018, onder staatssecretaris Francken, steeg het aantal asielaanvragen met 20 %. Mevrouw De Block, u moet gedacht hebben "ik kan beter!" Op negen maanden tijd waren er 15 % meer asielaanvragen. In dit land is het permanent opendeurdag. Wel een dure opendeurdag, op kosten van de belastingbetaler, op kosten van de burger.
Mevrouw de minister, u hebt extra geld gevraagd in februari. U hebt extra geld gevraagd in juni. U hebt extra geld gevraagd in oktober. Het kostenplaatje om al die mensen hier op te vangen loopt op tot niet minder 411 miljoen euro. De gewone man en vrouw zou daaruit besluiten dat de limieten zijn bereikt. Maar niets is minder waar.
Mevrouw De Block, ik hoorde u vanochtend op de radio zeggen dat er 500 à 600 extra opvangplaatsen per maand nodig zullen zijn. Houdt het dan nooit op?
Hoeveel extra opvangplaatsen hebt u gecreëerd? Hoeveel bent u er nog van plan bij te creëren?
07.02 Minister Maggie De Block: Mevrouw de voorzitter, mijnheer Van Grieken, ik dank u voor uw vraag.
Het is geen geheim dat sinds de zomer van 2018 de bezetting in het opvangnetwerk voortdurend stijgt met ongeveer 500 personen per maand. Dit zal waarschijnlijk ook de komende maanden het geval zijn.
Ik heb al meermaals geantwoord op verschillende parlementaire vragen hierover, zelfs gisteren nog. Dit is dus zeker geen geheim.
De voornaamste reden voor de steeds grotere nood aan opvangplaatsen is niet zozeer de instroom die veel hoger is, maar wel de uitstroom die veel lager is. De bestaffing van onze asielinstanties is immers te laag.
Het niveau van de asielinstroom in België ligt momenteel ongeveer terug op het niveau van de voorbije 10 jaar.
De beduidende daling van het aantal beslissingen door een tekort aan personeel bij onze asielinstanties was dan ook problematisch. Ik heb dat tekort dan ook meteen aangepakt. Ik heb daarvoor één keer geld gevraagd. U bent nieuw hier, maar u verwart de voorlopige twaalfden met een eenmalige geldvraag. In het systeem van voorlopige twaalfden is het zo dat geld dat werd gevraagd in 2018 – een deel daarvan was van mijn voorganger en werd niet opgenomen in de begroting – om de zoveel maanden terug moet worden gevraagd.
Ik heb dat geld gebruikt om onze asielinstanties te versterken, met veel meer personeel, en om in te zetten op ontradingscampagnes. Ik heb dat geld gebruikt om die behandelingen vlugger te laten verlopen en om opvangcapaciteit bij te creëren.
Ik heb gisteren in de commissie gezegd, uw partijgenote was daar en heeft geluisterd, dat het vandaag veel moeilijker is om opvanglocaties te vinden dan vroeger. Mensen zijn bezorgd en ik begrijp dat. Ik ben vanochtend nog naar Moeskroen geweest om in conversatie te gaan met het personeel en met de mensen in de opvang.
Het is en blijft, of u dat nu graag hebt of niet, een wettelijke opdracht om opvang te organiseren. Wie in dit land asiel aanvraagt, heeft volgens de nationale en internationale wetgeving recht op bed, brood en bad. Wat u daarvan vindt, is uw mening, maar wij gaan geen mensen op straat zetten.
De structurele oplossing – ik heb dat gisteren al gezegd in antwoord op een andere vraag waar uw collega ook aanwezig was – ligt op Europees niveau. Ik heb al vaak geijverd – vorige week nog in Luxemburg – voor een betere samenwerking en meer solidariteit tussen de lidstaten, niet alleen met lidstaten-grenslanden, maar ook met lidstaten zoals ons land die het slachtoffer zijn van secundaire migratie.
Hoe komt het dat dit nu weer actueel is? Ik verwijs naar het conflict in Syrië, waarover de minister van Justitie daarnet nog vragen heeft beantwoord. De bezorgdheid kan ontstaan dat die situatie aanleiding geeft tot een nieuwe stroom van asielzoekers naar onze landen. Om die reden moeten wij ook in de volgende maanden opletten. Wij moeten erover waken dat de uitstroom verhoogt, wat gebeurt, hoewel nog niet op volle kruissnelheid, en dat de instroom zo laag mogelijk blijft.
Zoals u ziet, ik maak mijn huiswerk.
07.03 Tom Van Grieken (VB): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord, maar ik ben het met veel van uw uitspraken oneens. Ik ben misschien wel nieuw in het Parlement, maar eenieder weet wie de rekening betaalt van de massamigratie die u moet proberen te beheren. Van welk budget u het geld haalt, interesseert mij niet zoveel, maar ik weet dat onze mensen het moeten betalen. De mensen zijn het spuugzat om de factuur van de asielcrisis te moeten betalen.
Veel leden in de Kamer denken dat wij alles kunnen beïnvloeden, tot zelfs de opwarming van de aarde toe, maar blijkbaar kunnen wij migratie niet sturen of stoppen. In de gewone dorpsstraat hebben de mensen echter wel door wat er moet gebeuren. Vluchtelingen moeten opgevangen worden, doch niet hier, maar in hun eigen regio. De Europese buitengrenzen moeten op slot en wij moeten onze eigen grenzen controleren. En last but not least, er moet eindelijk werk gemaakt worden van een echt terugkeerbeleid. Wij moeten niet meer mensen opvangen, maar juist meer mensen terugsturen. Enkele jaren geleden had de regering nog een masterplan voor de terugkeer, maar in de praktijk is dat masterplan een flop gebleken. Dat masterplan is een disaster plan. Wij moeten opnieuw baas worden over onze eigen grenzen.
Het incident is gesloten.
08 Question de Patrick Prévot à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'enquête de Solidaris sur l'impact des inégalités sur la santé" (55000102P)
08 Vraag van Patrick Prévot aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het onderzoek van Solidaris over de impact van ongelijkheid op de gezondheid" (55000102P)
08.01 Patrick Prévot (PS): Madame la présidente, madame la ministre, chers collègues, un Belge sur cinq vit actuellement sous le seuil de pauvreté. Parmi ces personnes, figurent 250 000 travailleurs et des milliers d'enfants.
Derrière ces chiffres inacceptables, madame la ministre, se cache une réalité très dure et très complexe. Je ne parle pas des questions que se posent au quotidien ces personnes en grande précarité: arrivera-t-on à payer le loyer à la fin du mois? Arrivera-t-on à manger correctement jusqu'à la fin du mois? Pourra-t-on payer le voyage scolaire de nos enfants? Ce sont des questions que les personnes qui ont la chance de ne pas avoir de problème d'argent ne se posent pas. Mais elles sont pourtant le lot quotidien des personnes en grande précarité et qui doivent, malheureusement, très souvent faire un choix. Ce choix est souvent fait au détriment de la santé qui devient un second choix. Quand certains parents doivent choisir entre nourrir leurs enfants ou se soigner, les soins de santé passent au second plan.
Une étude de Solidaris sortie récemment démontre qu'un Belge sur quatre renonce ou postpose des soins de santé, faute de moyens. Ce chiffre est tout à fait inacceptable. Je sais, madame la ministre, que vous n'avez pas toujours été très attentive aux signaux envoyés par Solidaris, ce qui est dommage. En effet, cela aurait permis à votre gouvernement de mener une politique plus sociale et plus humaine en matière de soins de santé.
Permettez-moi de citer d'autres organismes et institutions. Ainsi, le Bureau fédéral du Plan révèle que le bien-être des personnes à revenus moyens entre 2016 et 2017 s'est surtout détérioré en raison de la dégradation de la santé. Le KCE indique que le pourcentage de personnes ayant dû reporter des soins de santé pour des raisons financières reste plus élevé que la moyenne européenne, en particulier pour les bas revenus. Enfin, la Commission européenne estime, quant à elle, que la Belgique est le pays où les inégalités d'accès aux soins entre les hauts et les bas revenus sont les plus marquées.
Madame la ministre, quelles sont les conséquences de ces inégalités sociales en termes de soins? Comme l'étude de Solidaris le démontre, plus les personnes sont en état de précarité, plus leur santé se dégrade et plus elles sont enclines à développer des maladies graves, invalidantes et chroniques. Et si on ajoute à cela le stress permanent dans lequel elles vivent, on peut facilement imaginer que leur espérance de vie est clairement diminuée.
Madame la ministre, c'est tout à fait inacceptable. Il y a clairement une urgence sociale, à laquelle votre gouvernement n'a pas pu répondre lors de la précédente législature.
Je n'aurai qu'une question. Que comptez-vous faire aujourd'hui et demain?
08.02 Maggie De Block, ministre: Monsieur Prévot, dans ce débat, la question est de savoir quelle est la cause de ces inégalités en matière de santé et que faire pour y remédier.
Depuis le début de la législature, le gouvernement Michel a créé plus de 210 000 postes et la totalité des enveloppes bien-être a été octroyée, ce qui a permis de faire augmenter les indemnités. Bien que l'activation soit une compétence régionale, nous nous sommes alliés avec le VDAB, le Forem, Actiris et l'AViQ pour travailler ensemble à la réinsertion des malades de longue durée et pour les gens qui sont au chômage.
Selon le rapport de l'OMS publié cette année et intitulé "Assurer à tous une vie prospère et en bonne santé", il y a cinq domaines essentiels qui impactent et qui contribuent aux inégalités de santé au sein de l'Union européenne. Premièrement, la sécurité financière explique 35 % des inégalités, la qualité des conditions de vie, 29 %, le capital social et humain, 19 %, les conditions de travail et d'emploi, 7 % et l'accessibilité aux soins de santé de qualité, 10 %. Le fait d'avoir une certitude au niveau de ses revenus constitue donc le point le plus important pour lutter contre les inégalités en matière de santé. Cela peut vous étonner mais ce rapport a relevé que les soins de santé ne contribuent que pour seulement 10 % dans le niveau de santé autodéclarée. En analysant cela de plus près, on constate que sur ces 10 %, les soins de santé abordables représentent 12 % de l'influence totale des soins de santé sur les inégalités en santé. Cela revient donc à 1,2 %.
Dans le domaine de la santé, c'est la qualité des soins de santé qui reste le facteur principal. Nous avons travaillé là-dessus pendant cinq ans.
Nous avons aussi pris des mesures pour diminuer les paiements directs en matière de santé. Selon l'OCDE, en Belgique, le out-of-pocket était de 17,5 % en 2013 et de 14,9 % en 2016.
Ce pourcentage a donc diminué.
Le rapport de l'OMS ne plaide pas pour une médecine gratuite comme vous le faites, mais il préconise plutôt d'identifier les problèmes et de prendre des initiatives proportionnées pouvant aider à garantir l'accessibilité aux soins de santé. C'est ce que nous avons fait pendant cinq ans. La conséquence est que davantage de gens ont bénéficié d'une meilleure qualité de soins de santé. L'accessibilité est bien une réalité dans notre pays et cela figure dans tous les rapports.
Je vous conseille donc vivement de ne pas seulement consulter les études de votre mutualité mais aussi celles de l'OMS!
08.03 Patrick Prévot (PS): Madame la ministre, merci pour la forme mais pas pour le fond, car je ne suis absolument pas rassuré. Je reste sur ma faim. Vous n'avez pas répondu à ma question, et pourtant il n'y en avait qu'une: que fait-on aujourd'hui et demain? Vous avez rappelé quelques mesurettes prises par votre gouvernement sous la précédente législature mais on a l'impression que pour vous, la précarité, ou en tous cas les inégalités en matière de santé, sont une fatalité, alors que ce n'est pas du tout le cas. C'est la conséquence de choix politiques. Vos choix politiques sous la précédente législature ont été désastreux. Dois-je rappeler les deux milliards d'économies dans nos soins de santé? Dois-je rappeler l'augmentation du prix de la consultation chez certains spécialistes et du prix d'une série de médicaments? Dois-je rappeler le refus de permettre aux plus fragiles et aux malades chroniques d'être dispensés d'avancer le montant de leurs consultations?
Je l'ai dit, les inégalités en matière de santé ne sont pas une fatalité. Il est inadmissible aujourd'hui que nos concitoyens fassent passer ces soins de santé au second plan. Pour éviter cela, nous demandons le remboursement complet des soins de base chez le médecin généraliste, le dentiste et le psychologue. Mais pour cela, nous avons besoin d'une sécurité sociale forte et cela n'a pas été le choix de votre gouvernement. Madame la ministre, si vous et votre gouvernement ne réagissez pas, vous vous rendrez coupables de non-assistance à personne en danger, et je pèse mes mots.
Het incident is gesloten.
09 Question de Nadia Moscufo à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'explosion du nombre de travailleurs invalides" (55000116P)
09 Vraag van Nadia Moscufo aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De exponentiële toename van het aantal langdurig arbeidsongeschikten" (55000116P)
09.01 Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Madame la ministre, selon la presse de ce matin, les Mutualités libres relevaient le nombre record de maladies de longue durée dans notre pays. Pour nous, c'est clair: s'il y a bien un chiffre honteux qui reflète votre politique antisociale - je veux parler de la politique défendue par ce gouvernement de droite -, c'est bien celui des 430 000 travailleurs malades de longue durée. Il nous préoccupe sans nous étonner. Au demeurant, à l'époque, nous vous avions prévenue en indiquant que vos politiques d'allongement de carrière allaient déboucher sur cette situation. Nous y sommes, madame la ministre.
Personnellement, j'ai travaillé pendant 21 ans chez Aldi. Savez-vous ce que c'est, madame la ministre, de porter des charges lourdes, d'avoir des journées de travail qui commencent à 08 h 30 pour se terminer à 19 h 30, de devoir décharger les camions, d'installer les caisses une à une sur les rayons et, entre-temps, courir dépanner sa collègue de la caisse, qui est débordée parce qu'il y a trop de clients et que le patron refuse d'engager? De plus, en fin de journée, il faut encore nettoyer le magasin. Et tout cela, dans le cadre d'un temps partiel qui donne droit à un salaire avec lequel vous ne pouvez même pas disposer d'une vie décente.
La détérioration des conditions de travail me touche particulièrement, dans la mesure où elle est ciblée sur les secteurs où travaillent principalement les femmes. Je ne pense pas seulement à Aldi, mais aussi au secteur du nettoyage, aux soins de santé et aux hôpitaux. Ce n'est pas pour rien que les blouses blanches mènent des actions depuis des semaines. Ce constat de dégradation des conditions de travail est aussi relevé par les mutualités. En vingt ans, le taux d'invalidité des femmes a plus que doublé, passant de 4 à 10 %.
Pendant cinq ans, quelle a été votre réponse, madame la ministre? Au lieu de vous attaquer à toutes ces causes que je viens de citer, vous avez mis la pression sur les travailleurs pour les réintégrer sur le marché du travail - censément pour leur bien. Or, madame la ministre, votre politique ne fonctionne pas. Comme le relèvent également les mutualités dans leur bilan, votre parcours d'intégration est inefficace et est, en réalité, "une machine à licencier", ainsi que le caractérise la FGTB.
Madame la ministre, ne pensez-vous pas qu'il est grand temps de remettre en cause cette chasse aux travailleurs et aux travailleuses malades?
Ensuite, il y a un grand absent dans votre "politique de responsabilisation", à savoir les patrons. Formant ce constat, les mutuelles proposent de déplacer cette responsabilisation sur deux axes: la prévention ainsi que des indemnités plus élevées. Que pensez-vous de cette proposition que le PTB soutient évidemment?
09.02 Maggie De Block, ministre: Madame la présidente, madame Moscufo, depuis vingt ans, nous assistons en effet à une augmentation du nombre d'invalides. On peut donc difficilement parler d'une explosion. Différentes causes expliquent cette tendance à la hausse.
Tout d'abord, la population vieillissante fait augmenter le nombre de personnes en incapacité de travail de longue durée dans la mesure où les risques y relatifs augmentent avec l'âge.
Nous observons ensuite une progression de certaines affections. Les affections musculo-squelettiques et les problèmes psychiques constituent entre autres une des causes d'absentéisme de longue durée.
On dit qu'il vaut mieux prévenir que guérir. La prévention de l'incapacité de travail a été un des fers de lance de ma politique. Par l'intermédiaire de différentes mesures, nous sommes parvenus à une politique intégrée en matière de prévention. Ainsi, j'attends, pour le début de l'année prochaine, les résultats de plusieurs projets-pilotes consacrés au burn-out. Nous devons continuer à nous concentrer sur cette voie pour prévenir les absences pour cause de maladie au travail.
En cas d'absence pour cause de maladie, les travailleurs en incapacité de travail ne veulent pas se résigner. Il faut donner toutes les chances aux personnes qui veulent travailler et qui sont en mesure de le faire. C'est pourquoi nous avons pris des mesures de réinsertion grâce à des trajets de réintégration sur mesure tant à la mutuelle que chez l'employeur, grâce à l'introduction d'un système de travail plus simple et avantageux pendant la maladie. Nous constatons que ces réformes ont atteint leur rythme de croisière. Le nombre d'autorisations pour reprendre progressivement le travail durant la maladie augmente d'année en année. Le nombre de trajets de recyclage avec suivi du médecin conseil de la mutuelle est manifestement en hausse. Le nombre d'invalides continue d'augmenter mais, depuis 2016, moins rapidement qu'auparavant.
Je veux vraiment qu'on change le paradigme de l'incapacité de travail à la capacité de travail. L'idée de départ, dans ce cadre, est toujours de voir ce que les personnes peuvent encore faire et non pas ce qu'elles ne savent plus faire. Pour ce faire, un état d'esprit constructif et la collaboration de tous les acteurs sont indispensables. On est en droit d'attendre dans ce domaine des efforts tant du secteur soignant, des mutuelles, des patients que de leur employeur.
09.03 Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. D'abord, je veux vous dire que les premières personnes qui souhaiteraient passer d'une situation d'incapacité de travail à une capacité de travail, ce sont les travailleurs eux-mêmes concernés. Malheureusement, la situation du monde du travail aujourd'hui ne le leur permet pas.
Je ne sais pas dans quelle tour d'ivoire vous vivez. J'ai moi-même vécu un burn-out. Si j'avais dû vivre mon burn-out dans la période où je travaillais encore chez Aldi, je n'aurais jamais pu reprendre le travail. J'aurais simplement fait partie des sept personnes sur dix qui suivent ce parcours de réintégration et qui, en bout de course, sont simplement licenciées parce que le patron ne leur octroie pas un travail adapté.
Vos bonnes intentions, je les entends bien, mais si vous ne changez pas clairement de paradigme, si vous n'arrêtez pas ce deux poids, deux mesures, si on ne fait pas payer les vrais responsables de cette situation qui cause des problèmes de santé aux travailleurs, à savoir les patrons, on n'y arrivera pas.
De voorzitter: Proficiat met uw maidenspeech.
(Applaus)
L'incident est clos.
- Melissa Depraetere aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "Het gebrek aan voldoende middelen voor het Fonds Gas en Elektriciteit" (55000112P)
- Greet Daems aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De energie-armoede bij één op vijf gezinnen" (55000117P)
- Melissa Depraetere à Nathalie Muylle (Emploi, Economie et Consommateurs) sur "Le manque de moyens du Fonds Gaz et Électricité" (55000112P)
- Greet Daems à Nathalie Muylle (Emploi, Economie et Consommateurs) sur "La précarité énergétique d'une famille sur cinq" (55000117P)
De voorzitter: Deze vragen zullen beantwoord worden door mevrouw Marghem, minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling.
10.01 Melissa Depraetere (sp.a): Mevrouw de minister, door de huidige regering is de elektriciteitsfactuur de voorbije jaren met honderden euro gestegen. Dat is een probleem voor heel veel gezinnen en zeker voor degenen die het vandaag al moeilijk hebben.
Gelukkig is er voor hen het Fonds Gas en Elektriciteit. Wij merken echter dat u er niet alleen in bent geslaagd de elektriciteitsprijzen te doen ontploffen, maar ook dat er geen middelen tegenover zijn gezet ten bate van dat fonds en de betrokken mensen.
Het gaat nochtans niet over een kleine groep. Eén op vijf Belgen leeft in energiearmoede, kan de factuur niet betalen en moet noodgedwongen besparen op gas, elektriciteit en verwarming. Wie in energiearmoede leeft, kan alleen maar hopen dat het straks niet te koud zal worden of niet te vroeg donker zal zijn.
Mevrouw de minister, u kunt het toch maar alleen met mij eens zijn dat er iets niet klopt wanneer de elektriciteitsfacturen zo gigantisch snel stijgen en de armoede blijft toenemen, terwijl de middelen voor het fonds niet verhogen.
Het fonds kan er nochtans voor zorgen dat de huidige regering echt een impact op de armoede kan hebben.
Mevrouw de minister, ik heb slechts één vraag voor u. Vandaag, op de Werelddag van Verzet tegen Armoede, horen wij nog maar eens hoeveel mensen het moeilijk hebben en op het einde van hun geld nog een stukje maand te overbruggen hebben. Daarom sluit ik mij aan bij de oproep, de noodkreet en de vraag van het Platform tegen Energiearmoede om extra middelen in het Fonds Gas en Elektriciteit te investeren. Ik hoor heel graag van u of u daartoe bereid bent.
10.02 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, het is vandaag, 17 oktober, de Werelddag van het verzet tegen extreme armoede. Ook in ons land is armoede een heel groot probleem en dat is onaanvaardbaar.
Armoedebestrijding zou een topprioriteit moeten zijn voor al onze regeringen, maar dat is het nu duidelijk niet. Ik zou even willen inzoomen op energiearmoede, want dat is uw bevoegdheid, mevrouw de minister. Terwijl België een van de rijkste landen ter wereld is, leeft momenteel 1 gezin op 5 in energiearmoede. U slaagt er niet in om dat cijfer te doen dalen, integendeel. Sinds de liberalisering zijn de energiefacturen alleen maar gestegen. Onder de regering-Michel is de factuur zelfs gestegen met meer dan 60 procent.
De winter staat voor de deur. Heel veel mensen in armoede zijn nu al bang aan het afwachten of zij hun verwarming wel zullen kunnen betalen. Zullen zij zich wel kunnen verwarmen? Voor hen is het elke dag dikketruiendag. Zij weten ook niet of zij hun kind wel een warm bad zullen kunnen geven. Kleren wassen is ook niet evident en dat, potverdorie, in 2019! Vindt u dat normaal?
Om de energiearmoede aan te pakken, is er het Fonds voor Gas en Elektriciteit. Dat helpt mensen die moeite hebben om hun energiefactuur te betalen. Het probleem is echter dat de financiering van dat fonds sinds 2012 bevroren is.
Mevrouw de minister, bent u bereid om tegemoet te komen aan de vraag van het Platform tegen Energiearmoede om de middelen van het Fonds voor Gas en Elektriciteit te verhogen met 30 miljoen euro per jaar, natuurlijk zonder de factuur van de mensen te verhogen?
Ik heb nog een heel simpele vraag. Wanneer zullen alle mensen in België eindelijk een betaalbare energiefactuur krijgen? Wanneer zult u uw verantwoordelijkheid hierin opnemen?
10.03 Minister Marie-Christine Marghem: Mevrouw de voorzitter, beste collega's, bij koninklijk besluit van 14 november 2012 werden de fondsen voor elektriciteit en gas die bestemd zijn voor de gedeeltelijke financiering van de uitvoering van de maatregelen vastgelegd door de wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering, bevroren door de vorige regering voor de jaren 2012, 2013 en 2014 op het niveau van 1 januari 2012. De huidige regering heeft hetzelfde gedaan voor de jaren 2015 tot 2019, omdat het regeerakkoord van oktober 2014 bepaalde dat de federale bijdrage op elektriciteit en aardgas naar beneden diende te worden herzien.
C'est exactement ce que vous avez dit: il faut trouver des fonds et éviter que la facture d'électricité augmente.
Je suis également sensible à l'analyse de la Fondation Roi Baudouin affirmant qu'il faudrait trente millions pour couvrir les besoins en pauvreté en Belgique. Quand vous savez que le fait d'indexer la cotisation fédérale, ce qui va nécessairement faire augmenter la facture d'électricité, ne nous permettra d'atteindre que 5 millions d'euros, vous voyez qu'il y a un grand nombre de solutions qu'il convient de développer, notamment peut-être une grande politique régionale d'efficacité énergétique des bâtiments. En effet, une part de l'effort à accomplir, c'est aussi éviter de consommer trop d'électricité par une sobriété et une efficacité énergétiques bien réglées.
Enfin, ce gouvernement a pris en compte la situation et a gelé l'augmentation du tarif social. Vous devez savoir que le ministre Kris Peeters et moi-même avons pris une décision qui consiste à geler le tarif social pour éviter que l'augmentation structurelle de la facture d'électricité impacte les clients protégés. Ce sont souvent d'ailleurs ces clients qui émargent au CPAS et qui en reçoivent une aide directe.
En ce qui concerne la manière dont ce gouvernement a poursuivi la politique de gel de la cotisation fédérale pour limiter l'augmentation de la facture de nos concitoyens, les arrêtés royaux qui ont été pris ont à chaque fois été approuvés quasi à l'unanimité par ce Parlement! L'arrêté royal qui doit encore faire l'objet d'une approbation par ce Parlement dans les quelques jours à venir peut permettre d'ouvrir une discussion sur ce point. Attention! Nous sommes en affaires courantes. Notre marge de manœuvre financière est donc limitée.
10.04 Melissa Depraetere (sp.a): Mevrouw de minister, u verwijst naar de beslissing van een vorige regering. Ik wil er toch even op wijzen dat u de twee situaties onmogelijk met elkaar kunt vergelijken. Vandaag zijn de facturen gigantisch gestegen door het beleid van deze regering, waardoor de nood aan tussenkomst van dat fonds veel groter is. De vorige regering heeft de btw op elektriciteit verlaagd tot 6 %. Er was een lagere factuur en dan is er natuurlijk ook minder nood aan de middelen uit dat fonds.
Als men het fonds vandaag bevriest, terwijl de factuur zoveel hoger ligt, dan is dat een onvergelijkbare situatie. Op een dag als vandaag, waarop we ons wereldwijd verzetten tegen armoede, had ik eigenlijk een duidelijker standpunt van u verwacht. U hebt hier een impact op, u kunt hier iets aan doen, doe het dan alstublieft ook.
10.05 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, u zegt dat u de bevriezing van het fonds niet wil opheffen omdat de factuur dan hoger zou kunnen worden. U vergeet er wel bij te zeggen dat de facturen al sinds 2002 heel sterk zijn gestegen.
U zegt verder dat u ook de sociale tarieven eenmalig bevroren hebt. U hebt dat echter alleen onder druk van de publieke opinie gedaan. Bovendien waren de sociale tarieven al met 10 % gestegen onder deze regering.
Tot slot zegt u dat er eensgezindheid was in het Parlement en dat de KB's unaniem werden goedgekeurd. Ik kan u nu echter formeel meedelen dat wij niet akkoord gaan met het bevriezen van het Fonds Gas en Elektriciteit. Wij zullen daar ook nooit akkoord mee gaan.
Het allergrootste schandaal is echter dat u het recht op energie niet kunt garanderen voor veel mensen in armoede, terwijl Electrabel vorig jaar nog 1 miljard euro winst heeft gemaakt. Dat is de echte schande. Zolang u de kant van Electrabel blijft kiezen, blijft niet alleen het Fonds Gas en Elektriciteit bevroren, maar ook de wil van deze regering om van de strijd tegen armoede een echte topprioriteit te maken.
De voorzitter: Ik feliciteer u met uw maidenspeech.
(Applaus)
Het incident is gesloten.
11 Question de Maxime Prévot à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "La Journée internationale pour l'élimination de la pauvreté" (55000104P)
11 Vraag van Maxime Prévot aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De Werelddag van verzet tegen armoede" (55000104P)
11.01 Maxime Prévot (cdH): Madame la présidente, monsieur le ministre, chers collègues, je suis particulièrement inquiet – et nous sommes nombreux à l'être – face à la précarité galopante, qui ne cesse de gagner du terrain partout dans le monde, mais aussi dans notre pays, singulièrement dans ses pôles les plus urbains. Cette situation nous impose de convoquer à la barre notre sens des responsabilités et notre devoir d'agir. Or, nous constatons aujourd'hui que les CPAS, qui sont censés être des filets de secours ultimes pour les personnes confrontées à la précarité, sont des filets de plus en plus troués.
Bien entendu, tous les niveaux de pouvoir ont un devoir d'action et de responsabilité. Mes collègues ont évoqué, en ce jour particulier, avec Mme Muylle, les enjeux du Plan fédéral de lutte contre la pauvreté. Les Régions doivent aussi agir. Mais les effets des actions mises en oeuvre par le fédéral ou par les Régions ne seront que ténus si les acteurs locaux qui sont en contact direct et permanent avec les citoyens, et issus du secteur associatif comme des pouvoirs publics, sont pris à la gorge.
Les CPAS aujourd'hui, monsieur le ministre, sont pris à la gorge. Ces cinq dernières années ont vu exploser le nombre de bénéficiaires du revenu d'intégration sociale: +74 %. Les dépenses pour ce revenu d'intégration sociale ont augmenté de 58 %. Dans le même temps, l'ONEM réduisait ses dépenses de 30 %, soit de presque trois milliards, dont un tiers lié à la diminution des allocations de chômage. On aurait tort de prendre cette diminution pour un signe de reprise ou d'embellie de l'emploi. C'est surtout, nous le savons, un transfert de charges qui s'est opéré du fédéral vers les pouvoirs locaux. Les CPAS sont soumis en plus, par le gouvernement auquel vous appartenez, à la diète, puisque d'année en année on a diminué les budgets d'aide sociale, le fonds lié à l'eau, le fonds mazout, et les aides pour l'enfance défavorisée.
Aujourd'hui, seul le fait que les communes viennent au secours des CPAS leur permet de tenir la dragée haute. Ces communes sont elles-mêmes en train de tirer la langue à cause de mesures, prises au niveau fédéral, qui les affectent, comme le tax shift (plus de 330 millions en moins pour les communes), le problème des pensions, les zones de police ou de secours pour lesquelles le fédéral ne paie pas son dû attendu depuis 2007.
J'ai entendu ce matin votre collègue dire que le dérapage budgétaire est dû au vieillissement de la population. S'il y a bien un événement prévisible dans ce pays, et c'est peut-être le seul, c'est bien le vieillissement de notre population. Dans quelle mesure êtes-vous en train de nous préparer de nouvelles coupes claires dans le budget de la sécurité sociale, qui risqueraient, une nouvelle fois, d'affecter les CPAS, dont les citoyens les plus précaires ont tant besoin?
11.02 Denis Ducarme, ministre: Madame la présidente, monsieur le député, je comprends et partage votre préoccupation. En tant que ministre de l'Intégration sociale, cette journée est importante puisque c'est, aujourd'hui, la journée mondiale de la lutte contre la pauvreté. Mais c'est au quotidien – et vous le savez – que nos CPAS sont en première ligne pour faire reculer la misère et la pauvreté dans notre pays.
Comme vous, j'ai entendu les déclarations de M. Vaessen que je rencontrerai la semaine prochaine, avec les fédérations de CPAS. Des réunions sont d'ailleurs organisées tous les mois. Naturellement, je ne peux pas parler ici de la part de responsabilité des autres niveaux de pouvoir, à savoir les communes et les Régions. Je ne peux que vous parler de ce que nous avons fait, pendant cinq ans, en faveur des CPAS.
Alors que nous sommes en affaires courantes, je dois vous rappeler que ce ne sont pas moins de 375 millions d'euros supplémentaires qui ont été mobilisés durant cette période pour les politiques d'intégration. Plus de 200 millions d'euros ont été injectés pour soutenir les frais en personnel des CPAS. Ces montants ont notamment permis de revoir ces frais qui n'avaient pas été revus depuis 2007, monsieur Prévot. Nous avons donc accompagné les CPAS. Ce n'est jamais assez, mais nous avons pris un certain nombre de mesures comme celle relative à l'augmentation du RIS, à huit reprises, pour les familles avec enfants. Entre le gouvernement précédent et le gouvernement Michel, plus de 200 euros supplémentaires ont été versés à ces familles.
Il est vrai qu'un certain nombre de CPAS sont confrontés à de grandes difficultés. Mais il y a aussi des évolutions positives. Ainsi, dans les grandes villes, le RIS s'est vu augmenté de seulement de 0,1 %. Donc, tout n'est pas négatif, même s'il reste énormément à faire.
Je partage votre préoccupation sociale. Le prochain gouvernement devra évidemment faire face à un certain nombre d'enjeux. Comme vous l'avez entendu, ce matin, il y a la question budgétaire, il y a la question du Brexit. Mais j'appelle l'ensemble des acteurs qui se réuniront autour de la table pour mettre en place le prochain gouvernement à s'engager sur le front social. Il y a des nécessités auxquelles il faudra répondre sur le plan social. Et les CPAS qui se mobilisent au quotidien pour faire reculer la misère, la pauvreté, devront être soutenus par le prochain gouvernement.
11.03 Maxime Prévot (cdH): Monsieur le ministre, j'entends votre conclusion en forme de profession de foi. On est toujours plus fort pour plaider à l'attention des suivants ce qu'on n'a pas pu faire soi-même. Mais en l'occurrence, j'ai entendu les améliorations que vous pensez avoir apportées à la situation des CPAS tout au long de votre mandat.
Aujourd'hui, même s'il y a eu des revalorisations, elles sont très largement inférieures aux besoins de financement dont ces CPAS font état, parce que dans le même temps, si on a donné avec une main, on a repris de l'autre, par une série de décisions fédérales qui impactent négativement les finances locales. Vous le savez, toutes les communes du Royaume sont aujourd'hui largement aux abois.
Il est fort probable, à la lumière de l'évolution ou de la non-évolution des discussions au niveau fédéral, que vous soyez encore ministre pendant quelques mois. Je m'en voudrais que vous utilisiez l'argument des affaires courantes comme cache-sexe pour justifier qu'on n'agisse pas. Si ce pays a été capable, en 2011, en affaires courantes, de déclarer la guerre et d'envoyer des F-16 en Libye, il doit être capable, en affaires courantes, de déclarer la guerre à la pauvreté et d'agir en conséquence. Je vous remercie.
Het incident is gesloten.
- Sophie Thémont à Nathalie Muylle (Emploi, Economie et Consommateurs) sur "La Journée internationale pour l'élimination de la pauvreté" (55000105P)
- Marie-Colline Leroy à Nathalie Muylle (Emploi, Economie et Consommateurs) sur "La Journée internationale pour l'élimination de la pauvreté" (55000118P)
- Nahima Lanjri à Nathalie Muylle (Emploi, Economie et Consommateurs) sur "La Journée internationale pour l'élimination de la pauvreté" (55000119P)
- Sophie Thémont aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De Werelddag van verzet tegen armoede" (55000105P)
- Marie-Colline Leroy aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De Werelddag van verzet tegen armoede" (55000118P)
- Nahima Lanjri aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De Werelddag van verzet tegen armoede" (55000119P)
12.01 Sophie Thémont (PS): Madame la présidente, madame la ministre, aujourd'hui en Belgique, une personne sur cinq est confrontée à un risque de pauvreté; quatre familles monoparentales sur dix sont confrontées à celle-ci; quatre enfants bruxellois sur dix sont en état "de déprivation". Au cours des dix dernières années, le nombre de travailleurs pauvres a augmenté de plus de 16 %.
C'est le constat que vous devez partager avec nous, madame la ministre. On ne peut pas banaliser la pauvreté. Pour nous, c'est inacceptable. Nous devons agir.
Vous assistez en tant que ministre à votre première Journée mondiale de lutte contre la pauvreté. Vous avez vraiment du pain sur la planche. Et pour cause: le bilan du gouvernement, dont vous héritez, est catastrophique. Ces cinq dernières années, avec ce gouvernement, le saut d'index, la modération salariale, les emplois précaires - tels les flexijobs et les emplois de plate-forme du style Deliveroo -, le nombre de travailleurs pauvres a explosé. Aujourd'hui, 5 % des travailleurs sont confrontés à la pauvreté. Cela signifie que 250 000 personnes se situent sous le seuil du risque de pauvreté, alors qu'elles se lèvent chaque jour pour aller travailler. C'est votre héritage.
Madame la ministre, un des principaux remparts contre la pauvreté est notre sécurité sociale. Sans elle, plus de quatre Belges sur dix seraient confrontés à la pauvreté. C'est cette même sécurité sociale que le gouvernement a détricotée sans cesse au cours des cinq dernières années et qui risque de ne plus être financée à partir de 2020.
Madame la ministre, mes questions seront simples. Comment allez-vous rectifier le tir? Quelles actions allez-vous entreprendre dès à présent pour lutter contre la pauvreté?
12.02 Marie-Colline Leroy (Ecolo-Groen): Madame la présidente, madame la ministre, hier, c'était la Journée mondiale du pain. Demain, ce sera la Journée mondiale du champagne. Quelle ironie! Bloquée entre ces deux journées, il y a la Journée mondiale de lutte contre la pauvreté.
Aujourd'hui, des associations se sont réunies pour poser un constat. C'est que ce gouvernement a aussi bloqué la lutte contre la pauvreté entre culpabilisation et stigmatisation. Nous savons que la lutte contre la pauvreté, c'est un combat politique structurel. Nous savons qu'il est aussi intergénérationnel. Le taux de pauvreté n'a cessé d'augmenter ces cinq dernières années. C'est un vrai problème. Ces cinq dernières années, c'est une augmentation de 30 000 personnes qui ont dû faire appel aux banques alimentaires.
Madame la ministre, mes questions sont simples. Ce gouvernement s'est engagé à relever les allocations sociales au seuil de pauvreté. Pouvez-vous nous dire ce qu'il en est concrètement aujourd'hui car nous ne le voyons pas? Et, puisque vous venez d'arriver, madame la ministre, j'imagine que vous avez beaucoup d'idées, d'envies et d'enthousiasme pour lutter contre la précarité et la pauvreté. Quelles seront vos premières mesures pour lutter contre la pauvreté?
12.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, in ons land leeft één op zes mensen met een inkomen onder de armoedegrens. Vijf procent van de Belgen kan zich de meest elementaire goederen en diensten die nodig zijn om fatsoenlijk te leven niet permitteren. En één op acht mensen leeft in een gezin waar niemand werkt of waar slechts af en toe iemand werkt.
U weet net als ik dat wie aan één van deze drie indicatoren blootgesteld wordt, of alle drie samen, een risico van sociale uitsluiting en armoede loopt.
In ons land zit 20 % van de Belgen in zo'n situatie. Eén op vijf Belgen loopt kans op armoede en sociale uitsluiting. Dat is een enorm aantal. Wij stellen vast dat dit aantal een hele tijd stabiel gebleven is, hoewel wij de ambitie hadden, en nog altijd hebben, het armoederisico naar beneden te halen.
Vandaag, op de Internationale dag voor de uitroeiing van armoede, komen die cijfers nogmaals naar boven.
U weet, mevrouw de minister, dat achter al die cijfers mensen schuil gaan. Achter al die cijfers schuilen moeders en vaders. Ouders die hun kinderen niet naar school durven te sturen omdat zij de rekeningen niet kunnen betalen, omdat zij schoolboeken niet kunnen betalen, omdat zij hun kinderen zelfs geen fatsoenlijk eten kunnen meegeven. Gezinnen die in te krappe en te vochtige woningen wonen omdat het anders niet betaalbaar is. Mensen die gezondheidskosten keer op keer uitstellen omdat zij het geld niet kunnen voorschieten.
Dat zijn allemaal schrijnende situaties die met inkomen te maken hebben maar die op heel het leven van die mensen wegen. Mensen in armoede hebben heel vaak te maken met depressies, met angsten, omdat zij dag in dag uit moeten vechten om rond te komen.
Daarom, mevrouw de minister, is het belangrijk dat wij allemaal samen op alle beleidsniveaus, gemeenten, het Vlaamse niveau, het federale niveau, moeten samenwerken om die armoede aan te pakken.
Mijn vraag aan u is dan ook duidelijk. Hoe komt het dat het aantal nog niet naar beneden is gegaan? Welke stappen kunt u nog ondernemen om armoede aan te pakken? Welke projecten ziet u nog mogelijk?
12.04 Minister Nathalie Muylle: Collega's, dank u voor uw vragen. De Internationale dag voor de uitroeiing van armoede is een heel belangrijke dag. Het is hartverwarmend om de vele initiatieven te zien die vandaag worden genomen over heel het land om de problematiek op de agenda te plaatsen. Ik heb vanmorgen de verschillende armoedeorganisaties ontvangen en met hen gesproken over de verwachtingen voor het armoedebeleid in ons land.
Er heeft mij iets geraakt. Vanmorgen zei een ervaringsdeskundige mij dat leven in armoede een slecht betaalde fulltime job is. Daarmee wees ze ook op de zware administratieve lasten die er voor hen vandaag zijn om allerlei aanvragen te doen en mee te zijn met de papiermolen. Wat ook heel duidelijk bleek uit dat gesprek vanmorgen is dat mensen niet willen worden gestigmatiseerd. We moeten die mensen zien als partners in de strijd tegen de armoede, niet als schuldigen die het allemaal aan zichzelf te danken hebben en het dan eigenlijk ook allemaal maar zelf moeten oplossen.
Ik geef graag enkele cijfers.
Trois indicateurs mesurent la pauvreté.
- La pauvreté monétaire: 16,4 % de la population vit maintenant en dessous du seuil de pauvreté. Cela représente une légère augmentation par rapport aux 15,5 % de 2014.
- L'indicateur de privation matérielle grave décrit la situation de personnes qui n'ont pas les moyens de se procurer des biens ou des services considérés comme essentiels à une vie décente. Cet indicateur a connu une légère baisse pour la période de 2014 à 2018: de 5,9 % à 4,9 %.
- L'indicateur de très faible intensité de travail est passé de 14,6 % en 2014 à 12,1 % en 2018.
Het globale armoederisico over de drie indicatoren is in 2019 stabiel gebleven. Het is echter duidelijk nog te hoog.
Wat wij in die cijfers heel duidelijk zien, is dat er ook een wijziging van de doelgroep is. Wij zien vooral dat vandaag werklozen, eenoudergezinnen, huurders en laaggeschoolden kwetsbaarder zijn, terwijl de ouderen er vandaag globaal gezien op vooruit zijn gegaan.
Het is echter duidelijk. Het is hier vandaag ook naar voren gebracht. Achter de statistieken en cijfers schuilen mensen. De betrokkenen hebben aan die cijfers ook geen boodschap. Zij willen weg uit de armoede. Het is dan ook de verantwoordelijkheid van het beleid, om hen daarin te steunen.
Collega's, zoals u hebt opgemerkt, is armoede in eerste instantie een kwestie van een waardig inkomen. De weg die op dat vlak moet worden afgelegd, is nog groot.
Laat mij duidelijk zijn. De voorbije legislatuur heeft de voltallige regering op het vlak van de welvaartsenveloppe en door de taxshift maatregelen getroffen en belangrijke stappen vooruitgezet. De laagste lonen zijn er immers op vooruitgegaan. De uitkeringen zijn meermaals opgetrokken, met een prioriteit voor de uitkeringen aan personen met het hoogste armoederisico.
Sta mij echter toe duidelijk te stellen dat wij er nog niet zijn. De uitkeringen voor leefloners en voor mensen met een handicap zitten nog ver onder de armoedegrens.
Het Planbureau heeft op vraag van mijn voorganger de kostprijs berekend. Alleen voor laatstgenoemde categorieën betekent dat een stijging met 1,2 miljard euro.
Het is dus duidelijk dat de volgende regering ter zake een traject zal moeten vastleggen. Een deel van de welvaartsenveloppe kan daarvoor worden gebruikt. Er zal echter meer moeten gebeuren.
Ik merk vandaag heel veel goodwill om dat te doen. Ik hoop ook dat wij de komende weken en maanden aan de onderhandelingstafel evenveel goodwill van jullie mogen ondervinden om op armoedevlak stappen vooruit te zetten.
Mais la pauvreté est complexe et multidimensionnelle.
Les gens doivent pouvoir participer pleinement et humainement à la société. Le récent prix Nobel d'Économie souligne l'importance de l'approche expérimentale de la pauvreté en s'adressant aux populations elles-mêmes et en les impliquant dans les solutions.
Het heeft mij ook geraakt omdat zij een experimentele aanpak van het armoedebeleid hebben voorgesteld. Dit was voor een stuk ook terug te vinden in de federale aanpak. Denk bijvoorbeeld maar aan het Housing First Project. We hebben geprobeerd om kwetsbare daklozen die een groot deel van hun leven op straat wonen, sociaal te integreren. Ik denk ook aan het empoweren van alleenstaande vrouwen met een leefloon in de Miriamprojecten. Daarnaast werden in verschillende overheidsdiensten ook ervaringsdeskundigen ingezet.
Des progrès sont nécessaires dans cette approche également. Les organisations de lutte contre la pauvreté, auxquelles j'ai parlé aujourd'hui, ont rappelé l'importance de la lutte contre la pauvreté dans les domaines de l'éducation. Le recours à des intermédiaires est très utile dans les écoles. Les questions de logement et d'endettement ont également été abordées.
Je coopère à l'initiative prise par cette Assemblée. Nous discuterons en détail de la question de la dette le mois prochain dans ce Parlement.
Recent is er ook een evaluatie gebeurd van het derde federale armoedebestrijdingplan.
Mijn administratie werkt aan nieuwe voorstellen voor een vierde plan dat richtinggevend zal zijn voor de komende periode.
U hebt gelijk als u zegt dat mensen in armoede geen boodschap hebben aan lopende zaken, geen boodschap hebben aan een volgende regering. Daarom moeten wij samen bekijken hoe wij kunnen inzetten op het versterken van het inkomen om een substantiële stap voorwaarts te kunnen zetten. Wij hebben reeds een stap voorwaarts gezet bij ouderen en wij moeten dit kunnen doortrekken naar jongeren en alleenstaanden. De bedoeling moet zijn om dit niet alleen te doen, maar om mensen in armoede mee de koers te laten bepalen.
12.05 Sophie Thémont (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses. Vous comprendrez que je ne suis pas satisfaite.
S'il n'y a pas de solution miracle pour lutter contre la pauvreté, il y a certainement des mesures fortes à prendre mais il y a surtout des choix politiques à faire. Il n'est pas normal qu'aujourd'hui, des travailleurs doivent le quinze du mois faire un choix entre se nourrir ou se soigner, qu'ils restent reclus chez eux, qu'ils n'aient plus de vie sociale. Cela n'est pas normal, madame la ministre!
Si nous voulons éradiquer la pauvreté, retroussons-nous les manches! Faisons preuve d'enthousiasme! Changeons la donne! Remontons le salaire minimum à 14 euros; remontons les allocations sociales au-dessus du seuil de pauvreté! Individualisons les droits sociaux!
Vous allez évidemment répliquer qu'il faut de l'argent. Oui, cela coûte entre 12 et 15 milliards d'euros par an. Mais aujourd'hui, l'évasion et la grande fraude fiscale, combien nous coûtent-elles, madame la ministre?
12.06 Marie-Colline Leroy (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie.
Vous avez évoqué le revenu d'intégration sociale. Il faudrait quand même indiquer qu'il manque à ce jour encore au moins 250 euros par mois par bénéficiaire pour leur permettre ne fût-ce que d'atteindre le seuil minimum pour une vie décente!
Vous avez évoqué l'enveloppe bien-être. Force est de constater aussi qu'elle n'a pas tenu ses promesses.
Vous avez évoqué un chiffre: 16,4 % de la population belge se situent en dessous du seuil de pauvreté. Vous parlez d'une légère augmentation. Mais c'est du jamais vu! Tel est l'élément principal de cette situation. En cinq ans, ce taux a augmenté considérablement. Un pour cent, c'est beaucoup, madame la ministre! On ne peut pas quand on parle de pauvreté et de précarité minimiser ce genre de chiffres.
Madame la ministre, je voudrais conclure en disant que la pauvreté n'est pas une fatalité, que la pauvreté est simplement une conséquence d'une politique. Des choix politiques peuvent être faits. Nous plaidons pour des choix politiques solidaires, inclusifs et démocratiques!
12.07 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, u bent nog niet zo lang in uw huidige functie aangesteld, maar het doet mij plezier te vernemen dat u het middenveld, de organisaties die met mensen in armoede werken, evenals ervaringsdeskundigen, heel snel hebt gehoord. De dialoog aangaan, is noodzakelijk. Veel Kamerleden beseffen immers niet wat het betekent om in armoede te leven. Volgens mij is het voor de meesten moeilijk zich te realiseren hoe een gezin onderhouden moet worden met een budget van 1.200 euro. Ik heb het als kind wel ervaren, moeten ervaren, wat het inhoudt om in armoede te leven. Ik heb de pech, maar misschien ook het geluk, gehad om dat te ervaren, wat gelukkig niet iedereen overkomt. Wel raad ik iedereen aan om de dialoog aan te gaan met mensen die weten wat armoede betekent. Mevrouw de minister, u doet dat, u hebt met ervaringsdeskundigen gesproken.
De cijfers – u vermeldde de 20 % – zijn stabiel gebleven, maar wij mogen niet berusten, zoals u zei. Het is niet de bedoeling om de cijfers stabiel te houden, wel om armoede uit te roeien. Elke mens in armoede is er een te veel. De projecten die u wilt opstarten of voortzetten, onder meer inzake de schuldenproblematiek, zijn van groot belang. U haalt ook terecht aan dat er gewerkt moet worden aan het optrekken van de uitkeringen, wat vooral een volgende regering zal toekomen.
Collega's, in verband met het optrekken van de uitkeringen voor leefloontrekkers, personen met een handicap en zieken, heb ik wetsvoorstellen ingediend, waarvan ik hoop dat wij die onder een volgende regering bij de begroting kunnen bespreken en goedkeuren.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ik heb een klein foutje gemaakt. Daarnet hebben twee collega's hun maidenspeech gehouden. Ik wens de dames Thémont en Leroy hiervoor te feliciteren.
(Applaus)
- Egbert Lachaert aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De uitvoering van het IPA en de verhoging van de minimumlonen" (55000120P)
- Gilles Vanden Burre aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "Het overleg in de Groep van Tien over de verhoging van het minimumloon" (55000124P)
- Egbert Lachaert à Nathalie Muylle (Emploi, Economie et Consommateurs) sur "L'exécution de l'AIP et la hausse des salaires minimums" (55000120P)
- Gilles Vanden Burre à Nathalie Muylle (Emploi, Economie et Consommateurs) sur "L'augmentation du salaire minimum discutée au sein du Groupe des 10" (55000124P)
13.01 Egbert Lachaert (Open Vld): Mevrouw de minister, in februari heeft de Groep van Tien een interprofessioneel akkoord gesloten, zij het dat het ABVV nog altijd dwarslag. Dat is jammer. Er waren natuurlijk elementen in het sociaal akkoord waar wij het niet mee eens waren, in zoverre dat men de loopbanen weer probeert te korten. Dat is iets waarmee wij de pensioenen niet betaalbaar kunnen houden op termijn.
Er zaten echter ook veel positieve elementen in het akkoord. De twee positieve zaken, sluiten aan bij de vorige vraag, namelijk de verhoging van de uitkeringen, de welvaartsenveloppe — het is heel belangrijk dat dit kan worden uitgevoerd — en de verhoging van de minimumlonen met 1,1 % voor mensen die het niet breed hebben, die het niet makkelijk hebben. Laten wij eerlijk zijn, beste collega's: dat was eigenlijk al een ruime interpretatie van wat de loonnormwet toelaat in ons land om de lonen te laten evolueren. Het werd met veel sympathie en interpretatie toegelaten om dat te laten gebeuren.
Blijkbaar is dat echter niet voldoende. Minstens één vakorganisatie, met name het ABVV, blijft erop hameren dat dit niet kan. Ik merk ook dat men, in weerwil van dit akkoord tussen de sociale partners, blijkbaar nog altijd geen consensus heeft gevonden om die 1,1 % uit te voeren. Tal van werknemers blijven dus verstoken van de loonsverhoging van 1,1 % omdat één vakbond zich daartegen blijft verzetten. Dat is redelijk onverantwoord.
Verschillende sectoren hebben wel al cao's gesloten om de lonen te verhogen. Kunt u mij zeggen waar de loonsverhoging van 1,1 % al wordt toegepast?
Ik kom tot het tweede deel van mijn vraag en probeer mijn spreektijd niet te veel te overschrijden, mevrouw de voorzitter.
Ik heb gelezen dat de sociale partners daarnaast werken aan een extra loonsverhoging, waarbij men er eigenlijk op mikt de lonen verder te laten stijgen — dat houdt natuurlijk risico's in voor de concurrentiekracht van onze ondernemingen — en dat men dat wil compenseren met tegemoetkomingen aan de ondernemingen, wat uiteraard de belastingbetaler alweer geld zal kosten.
Mevrouw de minister, bent u daarbij betrokken? Betrekt men de regering in lopende zaken hierbij? Wat zal dat de belastingbetaler kosten?
13.02 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Madame la présidente, madame la ministre, chers collègues, 1 594 euros brut par mois, c'est le montant du salaire minimum en Belgique; 1 594 euros brut par mois pour se loger, pour se nourrir, pour se déplacer, pour s'occuper de sa famille le cas échéant, pour essayer de libérer un peu de temps libre, pour pouvoir financer quelques loisirs, voire même aller une fois ou deux par an en vacances.
Ce montant de 1 594 euros brut par mois, c'est évidemment beaucoup trop peu pour pouvoir s'assurer d'une qualité de vie décente et digne. Et pourtant, des milliers de travailleuses et de travailleurs vivent cette situation et sont concernés par cette réalité, aujourd'hui, en Belgique. C'est pour cette raison, chers collègues, que pour les écologistes, augmenter le salaire minimum est une priorité politique. Bien au-delà, d'ailleurs, des accords interprofessionnels, avec, par exemple, la révision de la loi de compétitivité, qui a été modifiée par le gouvernement Michel Ier.
Le Groupe des Dix a discuté de toute une série de propositions. L'augmentation de 1,1 % avait été négociée au sein des accords interprofessionnels à partir de novembre prochain. Il y a un deuxième paquet d'augmentation de 2,4 % à partir d'avril de l'année prochaine, qui serait compensée par des réductions de cotisations sur les plus bas salaires. Le tout serait assorti d'autres conditions.
Nous avons appris hier matin que malheureusement, aucun accord n'avait pu être trouvé et que les discussions sont aujourd'hui bloquées.
Madame la ministre, mes questions seront assez simples. Que pensez-vous de ce paquet de mesures qui, à nos yeux, est un premier pas dans la bonne direction? Quel est votre avis? Que comptez-vous faire pour débloquer la situation, pour relancer le dialogue social qui est important et surtout, pour que les travailleuses et les travailleurs les plus précaires puissent, dès le mois de novembre, avoir une augmentation de salaire?
13.03 Minister Nathalie Muylle: Mevrouw de voorzitter, collega's, de Groep van Tien is gisteren opnieuw samengekomen om een mogelijke verhoging van het minimumloon te bespreken. Tijdens die vergadering werd er ook gesproken over de toepassing van artikel 39ter. Dat artikel betreft het activeren van het deel na 30 weken van de opzegvergoeding, teneinde de hertewerkstellingskansen van ontslagen werknemers te verhogen.
Les partenaires sociaux ont accepté de permettre à certaines organisations du Groupe des Dix de consulter leurs instances afin d'examiner la possibilité d'une augmentation progressive du salaire minimum, par exemple une augmentation de 1,1 % dans un premier temps et une augmentation supplémentaire de 2,4 % dans un deuxième temps.
De sociale partners zullen vervolgens, overeenkomstig het resultaat van de consultatie, bekijken of er in een eerste fase een verhoging van het minimumloon mogelijk is via het sluiten van een cao in de Nationale Arbeidsraad. Deze verhoging zal ook worden bekeken in het kader van een eventuele aanpassing van het eerder genoemde artikel 39ter. Ik meen dat wij daar de komende tijd duidelijkheid over mogen verwachten.
En tant que ministre de l'Emploi, j'ai eu plusieurs contacts ces derniers jours avec les différents responsables des organisations du Groupe des Dix, et j'en aurai encore dans les prochains jours. Je continue ainsi à suivre de très près l'évolution de ce dossier.
Mijnheer Lachaert, u hebt ook gevraagd in welke sectoren men akkoord is gegaan met de 1,1. We kunnen u de lijst bezorgen. De werkgeversorganisaties communiceerden daarover al vorige week. We zullen zien wat er de komende dagen gebeurt.
13.04 Egbert Lachaert (Open Vld): Mevrouw de minister, dank u. Het enige waar ik voor wil waarschuwen is – wij maakten dat vroeger ook al mee – dat er in de Groep van Tien een vorm van sluipende besluitvorming bestaat. Uiteindelijk kiezen burgers ons in verkiezingen, waarna er een regering komt. Dat duurt nu wel al een tijdje, maar hopelijk gaat een en ander de komende tijd wat sneller.
De regering is nu wel in een regime van lopende zaken, terwijl de Groep van Tien wel degelijk belangrijke beslissingen over de competitiviteit van onze ondernemingen en de competitiviteit van onze lonen neemt, ook al is dat met goede bedoelingen, namelijk om de laagste lonen wat meer te geven. In zoverre het akkoord binnen de afgesproken marges blijft, heb ik daar geen probleem mee en hoop ik dat het effectief kan worden uitgevoerd voor iedereen die daar recht op heeft. Als men met het akkoord echter daarboven gaat en het brengt kosten met zich mee voor de belastingbetaler, dan moet u daarbij betrokken zijn, ook al is de regering in lopende zaken. Wij moeten qua beleid weten wat het akkoord zal kosten, zodat wij het kunnen meenemen naar toekomstig beleid.
Er zijn nog andere opties. In Vlaanderen hebben wij de jobbonus ingevoerd. Dat is ook een manier om de laagste lonen wat bij te geven. In Vlaanderen gaat het over 50 euro per maand of 600 euro per jaar. In andere gewesten kan men dat ook doen. Waar er partijen met goede connecties met de vakbonden aan de macht zijn, zou ik hun aanraden om hetzelfde te doen.
13.05 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses. Vous parlez de contacts avec les partenaires sociaux, et c'est fondamental. On parle ici de 1,1 % d'augmentation pour le mois de novembre. C'est extrêmement peu et nous souhaitons que ce soit plus.
Il faut absolument que cette augmentation devienne réalité. Il faut aussi continuer avec des mesures ambitieuses qui ciblent les plus bas salaires. Pour nous, la situation actuelle n'est pas tenable. Il faut du volontarisme politique.
Avançons ici, au Parlement. Ce qui est sur la table des partenaires sociaux va dans la bonne direction, même si ce n'est pas suffisant.
Madame la ministre, je vous invite au volontarisme.
L'incident est clos.
14 Vraag van Anneleen Van Bossuyt aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De brexit" (55000121P)
14 Question de Anneleen Van Bossuyt à Nathalie Muylle (Emploi, Economie et Consommateurs) sur "Le Brexit" (55000121P)
14.01 Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mevrouw de minister, men zei wel vaker dat het de top van de waarheid zou zijn voor de brexit maar nu zou het echt wel eens zo ver kunnen zijn. Er is een conceptakkoord waarvan we de details nog moeten bekijken. Het staat wel vast dat België, en vooral Vlaanderen, een van de sterkst getroffen landen zal zijn als het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie verlaat.
Mevrouw de minister, ik heb een aantal concrete vragen. U weet dat Europa in een budget van 900 miljoen euro heeft voorzien in het Europees Solidariteitsfonds en het Europees Globalisatiefonds om de meest nadelige gevolgen van de brexit op te vangen voor onze bedrijven en ondernemers. Deelt u mijn mening dat wij bij de sterkst getroffen landen zullen zijn en dat het dan ook onze bedrijven zijn die van die fondsen gebruik moeten kunnen maken?
Zo ja, bent u het er dan ook mee eens dat de criteria om daarop een beroep te kunnen doen zo goed als onhaalbaar zijn voor heel wat van onze bedrijven en ondernemers? Een van die criteria is immers dat men binnen de vier maanden na het vertrek van het Verenigd Koninkrijk minstens 500 werknemers moet hebben ontslagen. Vermits onze economie vooral op kmo's draait is het voor onze bedrijven zowat onmogelijk om hieraan te voldoen. Zult u een aanpassing van die criteria op de Europese onderhandelingstafel leggen?
14.02 Minister Nathalie Muylle: Mevrouw Van Bossuyt, we hebben vandaag om 11.34 uur allen de tweet gezien waarin Commissievoorzitter Juncker zei dat er een deal was bereikt en dat bij beide onderhandelende partijen de wil bestond om tot een akkoord te komen om een no-deal te vermijden. Ik meen dat dit positief is.
De sleutel om dit akkoord in een terugtrekkingverdrag en een politiek akkoord om te zetten zal de komende dagen vooral in Londen liggen. De tijd is kort. Er zijn nog welgeteld zeven werkdagen tot 31 oktober om het volledige ratificatieproces af te werken. Uit de eerste reacties kunnen we opmaken dat de dagen vóór zaterdag nog heel spannend zullen zijn.
In een eerste reactie zei Commissievoorzitter Juncker dat de deal fair and balanced is. Ik meen dat dit de mogelijkheid opent om constructief door te gaan met de uitwerking van toekomstige relaties en het eventueel opmaken van een vrijhandelsakkoord.
De terugtrekkingsperiode zal 14 maanden duren, tot eind 2020. Na een gezamenlijk akkoord kan deze termijn ook nog worden verlengd.
Ik meen echter dat uw zorg ook mijn zorg is. Wij moeten stabiliteit geven aan onze bedrijven die kwetsbaar zijn voor de nieuwe marktomstandigheden. Wij moeten ervoor zorgen die stabiliteit te garanderen.
In het protocol over Ierland en Noord-Ierland is bepaald dat de douanecontroles aan de buitengrenzen van het eiland gebeuren en dat Noord-Ierland in het douaneterritorium van het Verenigd Koninkrijk blijft. De Commissie is er volgens mij ook in geslaagd om die twee elementen te verzoenen. Volgens mij is dit een goede zaak.
Van belang is volgens mij ook dat men blijft verwijzen naar het level playing field. Dit is volgens mij niet onbelangrijk. Dit geldt trouwens zowel inzake staatssteun, concurrentie, sociale en milieustandaarden, klimaatrelevante en fiscale regels als bestaande EU-standaarden en –reguleringen.
De federale regering blijft erover waken dat alles zo goed mogelijk wordt voorbereid. Ik raad jullie aan om eens te gaan kijken naar de site van de FOD Economie. U vindt daar een heel duidelijke vragenlijst terug voor zowel bedrijven als particulieren. De lijst bevat heel wat concrete vragen over onder meer de uitvoer van goederen, het openen van een bankrekening, wat te doen in geval van ziekte of wat als een student op Erasmus gaat in het Verenigd Koninkrijk.
De lijst bevat heel veel concrete vragen voor bedrijven en particulieren waarbij met verschillende scenario's wordt rekening gehouden. Ik meen dan ook dat dit echt wel een goed instrument is.
U kent wellicht ook onze brexitscan die vandaag nog heel veel wordt gebruikt. Er wordt hierbij op individueel niveau gekeken naar de mogelijke impact voor bedrijven en welke maatregelen kunnen worden genomen.
Wat uw concrete vragen betreft, u weet dat wij de komende weken in de schoot van de regering een aantal maatregelen zullen moeten nemen. Het is echter nog wat afwachten wat de komende dagen zullen brengen.
Ook op het vlak van tewerkstelling liggen maatregelen klaar. Wij hebben ons daarvoor gespiegeld aan de maatregelen in de crisisperiode 2009-2010, vooral voor bedrijven die geconfronteerd worden met een tijdelijke daling van het zakencijfer en die waarschijnlijk moeten overgaan tot tijdelijk ontslag in die periode.
Wij hebben ook maatregelen liggen inzake economische werkloosheid voor bedienden, alsook voor tijdelijk tijdskrediet en arbeidsduurvermindering.
Ik had de geschreven inleiding gekregen van de vragen die u stelde, dus ik wist niet dat u deze concrete vraag zou stellen. Ik wil daar ook verder op ingaan in de commissie.
Deze elementen zullen in de komende periode zeker bekeken worden in de regering. Wij kunnen ons vandaag enkel zo goed mogelijk wapenen en ervoor zorgen dat wij de maatregelen klaarliggen hebben. Zaterdag zullen wij zien wat er verder gebeurt.
14.03 Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mevrouw de minister, u noemde de maatregelen die op Belgisch niveau genomen worden. Ook op Europees vlak worden er maatregelen genomen. België is een nettobetaler, en dan vind ik het maar fair dat onze bedrijven daar een beroep op zullen kunnen doen.
De brexit is een belangrijk dossier dat op de Europese tafel ligt, maar ook het volgende financiële meerjarenplan, dat ook een belangrijke impact op onze economie en onze bedrijven heeft.
Vandaar mijn vraag om de algemeen afgevaardigden van de deelstaatregeringen mee op te nemen in de Belgische delegatie bij de Europese Raad. Als wij dat niet doen, zit België eigenlijk doof en blind aan de onderhandelingstafel.
Ik verwijs graag naar wat er vier jaar geleden gebeurd is toen de Vlaamse permanente vertegenwoordiger daaraan heeft kunnen deelnemen. Daardoor zijn interne Belgische politieke problemen vermeden kunnen worden.
Het is dan ook onbegrijpelijk dat eerste minister Michel de vraag die gesteld is door de Vlaamse minister-president negatief beantwoord heeft. Ik hoop op uw steun om dit in de toekomst op een andere manier te organiseren.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter:
Einde van de mondelinge vragen.
15 Renvoi d'une proposition de
loi à une autre commission
15 Verzending van een wetsvoorstel naar een andere commissie
Conformément à l’avis de la Conférence des
Présidents, je vous propose de renvoyer la
proposition suivante à la commission de la Justice:
- la proposition de loi visant à dépénaliser
l'interruption volontaire de grossesse et à assouplir les conditions pour y
recourir, n° 385/1.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van Voorzitters, stel ik u voor volgend wetsvoorstel te verwijzen naar de commissie voor Justitie:
- het wetsvoorstel teneinde vrijwillige zwangerschapsafbreking niet langer strafbaar te stellen en de uitvoeringsvoorwaarden ervan te versoepelen, nr. 385/1.
Cette proposition avait été précédemment
envoyée à la commission de la Santé.
Dit wetsvoorstel werd eerder verzonden naar de commissie voor Volksgezondheid.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
16 Proposition de modification de l'article 149 du Règlement de la Chambre des représentants en ce qui concerne la composition de la commission chargée du suivi du Comité permanent P et du Comité permanent R (520/1-3)
16 Voorstel tot wijziging van artikel 149 van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers betreffende de samenstelling van de commissie belast met de begeleiding van het Vast Comité P en het Vast Comité I (520/1-3)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Patrick
Dewael.
Discussion de l’article unique
Bespreking van het enig artikel
Le texte adopté par la commission sert de base
à la discussion. (Rgt 85, 4)
(520/1)
De door de commissie aangenomen tekst geldt
als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (520/1)
La discussion de l’article unique est ouverte.
De bespreking van het enig artikel is geopend.
16.01 Barbara Pas, rapporteur: Mevrouw de voorzitter, de Reglementswijziging zorgt in de huidige samenstelling van het Parlement voor een kleinere samenstelling van de begeleidingscommissies, met name Comité P en Comité I, wat hopelijk ook de efficiëntie ten goede zal komen.
De discussie over de Reglementswijziging heeft in de Conferentie van voorzitters meer tijd in beslag genomen dan in de commissie voor het Reglement zelf. Wanneer ik hier vandaag meld dat het voorstel eenparig werd goedgekeurd, heb ik dan ook zo goed als integraal het schriftelijk verslag naar voren gebracht.
La présidente: Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.
Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.
L’article unique est adopté.
Het enig artikel wordt aangenomen.
De bespreking van het enig artikel is gesloten. De stemming over het voorstel tot wijziging van het
Reglement zal later plaatsvinden.
La discussion de l’article unique est close. Le
vote sur la proposition de modification du Règlement aura lieu ultérieurement.
17 Prise en considération de propositions
17
Inoverwegingneming van voorstellen
Vous avez pris connaissance dans le dernier ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
18 Proposition de modification de l'article 149 du Règlement de la Chambre des représentants en ce qui concerne la composition de la commission chargée du suivi du Comité permanent P et du Comité permanent R (520/1)
18 Voorstel tot wijziging van artikel 149 van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers betreffende de samenstelling van de commissie belast met de begeleiding van het Vast Comité P en het Vast Comité I (520/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
131 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la proposition. La présente modification sera publiée au Moniteur belge.
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel aan. Deze wijziging zal bekendgemaakt worden in het Belgisch Staatsblad.
(Mevrouw Van Peel heeft vanop de
voorzittersstoel gestemd.)
19 Adoption de l’ordre du jour
Nous devons procéder à l’approbation de l’ordre du jour de la séance du jeudi 24 octobre 2019.
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van donderdag 24 oktober 2019.
Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.
Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 24 oktober 2019 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 24 octobre 2019 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten om 16.59 uur.
La séance est levée à 16 h 59.
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 009 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 55 PLEN 009 bijlage. |
|
|
|
|
Vote
nominatif - Naamstemming: 001
Oui |
131 |
Ja |
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour
Malik, Bertels Jan, Boukili Nabil, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge
Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Clarinval David, Cogolati
Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John,
Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé
Robby, Dedecker Jean-Marie, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, Demon
Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover
Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst
Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph,
Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck
Catherine, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Gijbels Frieda, Gilissen Erik,
Gilkinet Georges, Goblet Marc, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul,
Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Khattabi
Zakia, Kherbache Yasmine, Kitir Meryame, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe,
Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones
Sander, Matheï Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen,
Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara,
Piedboeuf Benoît, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin
Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie,
Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Sneppe Dominiek, Soors Jessika,
Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric,
Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt
Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vandenput
Tim, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Grieken Tom, Van Hecke
Stefaan, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van
Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert
Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt
Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita,
Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |