Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 14 novembre 2019

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 14 november 2019

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14 h 17 et présidée par M. Patrick Dewael.

De vergadering wordt geopend om 14.17 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.

 

Le président: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le Compte Rendu Intégral de cette séance ou son annexe.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het Integraal Verslag van deze vergadering of in de bijlage ervan.

 

Ministres du gouvernement fédéral présentes lors de l’ouverture de la séance:

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Sophie Wilmès, Maggie De Block.

 

Excusés

Berichten van verhindering

 

Franky Demon, raisons de santé / gezondheidsredenen;

Simon Moutquin, assemblées internationales / internationale assemblees;

Goedele Liekens, à l'étranger / buitenslands.

 

Gouvernement fédéral / Federale regering:

Didier Reynders, en mission / met zending (Washington).

 

01 Prestation de serment d'un membre suppléant

01 Eedaflegging van een opvolgend lid

 

Par lettre du 31 octobre 2019, M. Charles Michel a présenté sa démission comme membre de la Chambre des représentants avec effet immédiat.

Bij brief van 31 oktober 2019 heeft de heer Charles Michel met onmiddellijke ingang zijn ontslag aangeboden als lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers.

 

Il annonce également prendre ses fonctions comme président du Conseil européen à partir du 1er décembre 2019.

Tevens kondigt hij aan op 1 december 2019 zijn functie als voorzitter van de Europese Raad op te nemen.

 

Le suppléant appelé à le remplacer est M. Vincent Scourneau, suppléant de la circonscription électorale du Brabant wallon.

De opvolger die hem zal vervangen is de heer Vincent Scourneau, opvolger voor de kieskring Waals-Brabant.

 

Aujourd’hui nous procédons donc à l'admission et à la prestation de serment de ce suppléant.

Wij gaan vandaag dus over tot de toelating en de eedaflegging van deze opvolger.

 

Les pouvoirs de ce suppléant ont été validés en notre séance du 20 juin 2019.

De geloofsbrieven van deze opvolger werden tijdens onze vergadering van 20 juni 2019 geldig verklaard.

 

Comme la vérification complémentaire, prévue par l'article 235 du Code électoral, ne porte que sur la conservation des conditions d'éligibilité, il apparaît que cette vérification, n'a, au vu des pièces obtenues, qu'un caractère de pure formalité.

Daar het aanvullend onderzoek door artikel 235 van het Kieswetboek voorgeschreven, uitsluitend slaat op het behoud van de verkiesbaarheidsvereisten, gaat het, gelet op de verkregen stukken, in de huidige omstandigheden om een loutere formaliteit.

 

Pas d'observation? (Non)

II en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Je rappelle que les membres élus par les collèges électoraux relevant de la région de langue française font partie du groupe linguistique français.

Ik herinner eraan dat de leden gekozen door de kiescolleges die behoren tot het Franse taalgebied deel uitmaken van de Franse taalgroep.

 

Je rappelle les termes du serment: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".

Ik memoreer de bewoordingen van de eed: "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Je jure d'observer la Constitution" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".

 

Je prie M. Vincent Scourneau de prêter le serment constitutionnel.

Ik verzoek de heer Vincent Scourneau de grondwettelijke eed af te leggen.

 

M. Vincent Scourneau prête le serment constitutionnel en français.

De heer Vincent Scourneau legt de grondwettelijke eed af in het Frans.

 

M. Vincent Scourneau fera partie du groupe linguistique français.

De heer Vincent Scourneau zal deel uitmaken van de Franse taalgroep.

 

Vragen

Questions

 

02 Samengevoegde vragen van

- Wouter De Vriendt aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De brandstichting in het asielcentrum van Bilzen" (55000167P)

- Annick Ponthier aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De brand in het asielcentrum van Bilzen" (55000168P)

- Meryame Kitir aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De brandstichting in het opvangcentrum van Bilzen" (55000172P)

- Georges Dallemagne aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De opzettelijke brandstichting in het opvangcentrum van Bilzen" (55000175P)

- Steven Matheï aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "Het asielcentrum in Bilzen" (55000176P)

- François De Smet aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De opzettelijke brandstichting in het toekomstige asielcentrum van Bilzen" (55000178P)

- Jean-Marie Dedecker aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De toenemende asielcrisis en de problematiek van de asielcentra" (55000181P)

- Robby De Caluwé aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De brand in Bilzen" (55000183P)

- Gaby Colebunders aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De brand in het asielcentrum van Bilzen" (55000185P)

- Georges Gilkinet aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "Bilzen" (55000187P)

- Wouter Raskin aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De brandstichting in het asielcentrum van Bilzen" (55000186P)

02 Questions jointes de

- Wouter De Vriendt à Sophie Wilmès (première ministre) sur "L'incendie d'origine criminelle au centre d'asile de Bilzen" (55000167P)

- Annick Ponthier à Sophie Wilmès (première ministre) sur "L'incendie dans le centre d'accueil de demandeurs d'asile de Bilzen" (55000168P)

- Meryame Kitir à Sophie Wilmès (première ministre) sur "L'incendie d'origine criminelle dans le centre pour demandeurs d'asile de Bilzen" (55000172P)

- Georges Dallemagne à Sophie Wilmès (première ministre) sur "L'incendie volontaire au centre pour réfugiés de Bilzen" (55000175P)

- Steven Matheï à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Le centre d'accueil de demandeurs d'asile de Bilzen" (55000176P)

- François De Smet à Sophie Wilmès (première ministre) sur "L'incendie volontaire au futur centre d'asile à Bilzen" (55000178P)

- Jean-Marie Dedecker à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La crise de plus en plus aiguë de l'asile et le problème des centres d'asile" (55000181P)

- Robby De Caluwé à Sophie Wilmès (première ministre) sur "L'incendie à Bilzen" (55000183P)

- Gaby Colebunders à Sophie Wilmès (première ministre) sur "L'incendie dans le centre d'accueil de demandeurs d'asile de Bilzen" (55000185P)

- Georges Gilkinet à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Bilzen" (55000187P)

- Wouter Raskin à Sophie Wilmès (première ministre) sur "L'incendie volontaire au centre d'accueil de demandeurs d'asile de Bilzen" (55000186P)

 

Mevrouw De Block is als minister bevoegd voor Asiel en Migratie aangeduid in de regering om de vragen te beantwoorden.

 

Ik heet echter ook de eerste minister welkom. Er waren vragen gericht aan beide leden van de regering. Mevrouw de eerste minister is op deze vergadering aanwezig. We gaan de vraagstellers beluisteren en mevrouw De Block zal de vragen beantwoorden. Ik laat het aan de wijsheid van de eerste minister om desgevallend, als zij dat wenst, ook het woord te nemen.

 

02.01  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Op de vooravond van Wapenstilstand werd een asielcentrum in ons land in brand gestoken. Dat is een tragische, verontrustende primeur voor België. Sommige reacties op sociale media waren ronduit ranzig en gruwelijk. Sommigen vonden het zelfs jammer dat het asielcentrum leegstond.

 

Collega's, een asielcentrum staat eigenlijk symbool voor een samenlevingsmodel: gastvrijheid, solidariteit met wie op de vlucht is voor oorlog en geweld, toewijding aan het internationaal recht en de rechtsstaat, die soms hard is, maar waarbij correcte, objectieve procedures gevolgd worden. Toen het asielcentrum in vuur en vlam stond, stond eigenlijk ook onze samenleving in brand. Laten wij dat als Parlement collectief veroordelen. Een coalitie van de menselijkheid is vandaag nodig. Geen meerderheid, geen oppositie, maar een vol en volledig Parlement dat die daad van agressie tegen asielzoekers veroordeelt.

 

Met onze fractie vragen wij aan de regering van lopende zaken een duidelijke stellingname hieromtrent. Wanneer er een nieuw asielcentrum in een wijk wordt geopend, vragen wij ook om aandacht te hebben voor overleg, betrokkenheid en inspraak van buurtbewoners. Wij begrijpen dat omwonenden zich soms ongerust voelen. Die ongerustheid moeten we ernstig nemen en daarop moeten wij een antwoord kunnen formuleren.

 

Ten slotte zie ik een dringende uitdaging voor sommige collega's in de Kamer om in de spiegel te kijken. Hier in het plenum zitten pyromanen van de samenleving, zonder twijfel. De politieke partij die protesteert tegen een asielcentrum met de slogan "Bescherm onze mensen", is niet onschuldig. Daarmee doet men alsof asielzoekers criminelen zijn, alsof wij onze samenleving moeten beschermen tegen asielzoekers. Een dergelijke taal moedigt agressie aan. Wie haat zaait, oogst gruwel en geweld. De geschiedenisboeken staan er vol van.

 

02.02  Annick Ponthier (VB): Mevrouw de minister, de brand die afgelopen zondagnacht in Bilzen werd aangestoken, is een criminele en verwerpelijke daad, die mensen in gevaar heeft gebracht, niet het minst de brandweerlui van mijn stad, maar ook de omwonenden. Voor het Vlaams Belang is het duidelijk: geweld kan nooit de oplossing zijn voor een politiek probleem.

 

De daad is niet alleen verwerpelijk, maar ook zorgwekkend, omdat hiermee de kritiek op het gevoerde asiel- en migratiebeleid verdacht wordt gemaakt, wat een contraproductief effect sorteert.

 

Terwijl het onderzoek naar de brandstichting loopt en iedereen best meer duidelijkheid afwacht, lijken sommigen immers al zeker te weten wie achter de daad zit. Uw partijgenoot en collega-minister van Samenleven zei gisteren onomwonden dat het om politieke terreur gaat, zonder enig bewijs. Hij beledigt daarbij mijzelf, mijn collega's en meer dan achthonderdduizend kiezers. Ik vind dat uitermate onbetamelijk en schandalig gedrag voor iedereen, maar zeker voor een minister in functie. Over verruwing van de samenleving en stigmatisering gesproken. Mevrouw de minister, ik hoop dat u in uw antwoord meer klasse aan de dag legt.

 

Wat vooral vragen opwekt in dit en andere dossiers, is de procedure die wordt gehanteerd met betrekking tot de inplanting van bijkomende asielcentra. Mijn stadsbestuur werd op donderdag 24 oktober met een sec telefoontje door u ingelicht dat het centrum er zou komen.

 

De infovergadering van het Rode Kruis voor de buurtbewoners komt er pas op donderdag 21 november, exact een maand later. Er is een totaal gebrek aan communicatie. Is het dan te verbazen dat buurtbewoners gefrustreerd raken, wanneer ze constant op een muur van stilte botsen?

 

Mevrouw de minister, hoever staat het met het onderzoek naar de omstandigheden van de brandstichting? Wat is de stand van zaken in verband met de opening van het asielcentrum? Hebt u als minister oor naar de verzuchtingen over het gebrek aan communicatie en de nood aan inspraak van de burgers inzake het inplanten van asielcentra?

 

02.03  Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, beste collega's, afgelopen weekend werd er een grens overschreden. De komst van een asielcentrum roept vaak vragen bij mensen op: hoeveel mensen komen er? Zal mijn buurt veilig zijn? Wat zal er veranderen? Die vragen moeten altijd een antwoord krijgen. Dat antwoord kan niet zijn dat politieke partijen die in het halfrond met belastinggeld zitting hebben, haatcampagnes op sociale media voeren. Dat kan echt niet.

 

Het antwoord op vragen en ongerustheid kan alleen maar een dialoog zijn. Praten, praten, praten. Mensen kunnen vrij hun mening geven. Mensen kunnen vrij hun ongenoegen uiten, maar wel binnen de grenzen van onze democratie.

 

Met het geweld van afgelopen weekend werd die grens overschreden. Met de brandstichting werd die grens overschreden. Met de haatdragende reacties werd die grens overschreden. Die hebben geen plaats in onze samenleving. Ik zal zelfs meer zeggen: geweld gebruiken om een politieke mening te uiten, is gewoon terrorisme. Punt aan de lijn. Het is dan ook goed dat het parket de feiten ernstig neemt, veroordeelt en onderzoekt.

 

Mevrouw de minister, welke lessen trekt u hieruit? Vindt u dat de buurt beter moet worden geïnformeerd bij de komst van een asielcentrum? Wat zijn de concrete gevolgen voor de huidige en de toekomstige asielcentra? Zullen extra veiligheidsmaatregelen worden genomen?

 

02.04  Georges Dallemagne (cdH): Madame la ministre, chers collègues, l'incendie de ce futur centre pour demandeurs d'asile n'a pu être possible qu'en raison d'un climat de haine et de peur qui a été développé, entretenu et propagé par certains responsables politiques et par certains partis. Cet incendie n'aurait pas été possible sans des campagnes à répétition menées par certains hommes politiques. Je pense notamment à l'ancien secrétaire d'État à l'Asile, Theo Francken. On se souvient de cette image d'un homme noir tiré par une ventouse qu'il avait trouvée suffisamment drôle pour la reproduire sur les réseaux sociaux.

 

Nous nous rappellerons aussi que des criminels ont été sortis de centres de détention pour qu'y soient placés des migrants, pour laisser entendre que ces derniers étaient plus dangereux que des malfaiteurs. Nous connaissons aussi, aujourd'hui, l'odieuse campagne du Vlaams Belang, illustrée par la main d'un homme noir qui se referme sur le visage d'un enfant blanc. Voilà ce qui a provoqué ce passage à l'acte, voilà la responsabilité politique qui se cache derrière ces actions xénophobes.

 

Mais cela n'aurait pas non plus été possible sans un manque d'anticipation de votre gouvernement, madame la ministre. En effet, nous savions qu'il était plus difficile de rouvrir des centres d'accueil que de les laisser ouverts, alors que les besoins en ce domaine étaient notoires. C'est donc un défaut de prévoyance.

 

Madame la ministre, j'en appelle à vous pour qu'advienne le sens de la responsabilité, de la dignité et de l'accueil afin que les auteurs de ces actes criminels soient poursuivis, que la sécurité dans ces centres de détention soit assurée et qu'enfin soit menée une politique responsable, digne et humaine en termes d'accueil de réfugiés.

 

02.05  Steven Matheï (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, net als heel veel mensen in ons land, zijn ook wij gechoqueerd door hetgeen in Bilzen gebeurd is. Het was een laffe daad om een asielcentrum, waar nota bene ook gezinnen met kinderen opgevangen zouden worden, in brand te steken. En dat in het weekend waarin er in elke gemeente in België voor verdraagzaamheid gepleit werd, in het kader van de vieringen voor 11 november. Wij zijn echter ook getroffen en gechoqueerd door de reacties van sommige mensen, die nacht ter plaatse in Bilzen maar ook en zeker op de sociale en andere media. Dat willen wij ten zeerste verwerpen.

 

Als wij kijken naar de cijfers van het Commissariaat-generaal met betrekking tot de toenemende stijging van het aantal vluchtelingen, zien wij dat de druk op het opvangnetwerk alleen maar stijgt. Door die stijgende druk komt men automatisch terecht bij de vele steden en gemeenten waar initiatieven door u genomen werden. Wij stellen vast dat op bepaalde plaatsen de communicatie en het inlichten van de lokale besturen slechts heel kort vooraf gebeurde.

 

Nochtans zijn wij van mening dat die lokale besturen, colleges en burgemeesters, die een goede voeling hebben met de omgeving, perfect met uw diensten kunnen samenwerken om goede informatie te geven aan de inwoners en om een zeker draagvlak te kunnen zoeken.

 

Als dat asielcentrum er dan uiteindelijk komt, hoe zit het dan met de veiligheid van de gebouwen zelf? Wij lazen dat u denkt aan camera's of privébeveiligingsfirma's, wat natuurlijk nood­zakelijk is, zowel voor de omwonenden als voor de toekomstige bewoners.

 

Mevrouw de minister, wat zijn de concrete plannen voor Bilzen?

 

Hoe gaat u om met de stijgende vraag naar opvangplaatsen?

 

Hoe gaat u om met de protesten?

 

Hoe gaat u een goede samenwerking opzetten of de samenwerking verbeteren met de lokale besturen, de burgemeesters, om dat draagvlak verder te verbeteren?

 

02.06  Dries Van Langenhove (VB): Beste collega's, mevrouw de minister, mijn vraag gaat niet over de brand in Bilzen en ik vind het dan ook spijtig dat mijn vraag aan deze reeks vragen is toegevoegd. Ik hoop dat de minister ook mijn vraag, die over een ander onderwerp gaat, concreet zal beantwoorden.

 

Mevrouw de minister, intussen is het een vaste afspraak dat ik u in de plenaire vergadering wekelijks moet ondervragen.

 

De voorzitter: Mijnheer Van Langenhove, als u niet wilt dat uw vraag bij deze reeks vragen aansluit, omdat uw vraag over iets anders gaat, dan lijkt het mij logisch dat wij uw vraag apart behandelen. Gaat uw vraag niet over de brand in Bilzen?

 

02.07  Dries Van Langenhove (VB): Neen, mijn vraag gaat niet over Bilzen.

 

De voorzitter: In dat geval zal ik u het woord geven voor uw mondelinge vraag onmiddellijk na het debat over deze problematiek. Gaat u daarmee akkoord?

 

02.08  Dries Van Langenhove (VB): Ja, goed.

 

De voorzitter: Mijnheer Dedecker, vraagt u in dit verband het woord?

 

02.09  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de voorzitter, ook ik heb een vraag voor de minister. De vraag gaat echter over beide aspecten, aangezien ik meen dat het ene niet los van het andere kan worden gezien. De brand in Bilzen is namelijk ook een gevolg van het asielbeleid dat momenteel gevoerd wordt.

 

De voorzitter: Mijnheer Dedecker, ik neem aan dat u niet namens de heer Van Langenhove spreekt. U hebt een vraag over beide aspecten. Als u het goedvindt, dan blijft uw vraag in dit debat behouden.

 

02.10  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de voorzitter, ik denk dat de heer Van Langenhove mans genoeg is om zichzelf te verdedigen.

 

De voorzitter: Dat denk ik ook.

 

02.11  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Het gaat mij om het feit van het doorsturen van de vraag. Mijn vraag was gericht tot minister De Block, niet tot eerste minister Wilmès. Ik heb een gemengde vraag die over beide aspecten gaat. Om die reden betreur ik de volgorde van de vragen.

 

De voorzitter: U krijgt zo dadelijk het woord, mijnheer Dedecker.

 

Mijnheer Van Langenhove, u komt met uw vraag aan bod onmiddellijk na het debat omtrent de brand in Bilzen.

 

02.12  François De Smet (DéFI): Madame la ministre, cet incendie est un acte gravissime pour la cohésion sociale, le vivre ensemble, mais il est aussi le témoin d'une époque lourde, où l'identité est devenue le réceptacle de toutes les peurs. Bien sûr, nous attendons de vous des mots de condamnation forts, tant sur l'incendie lui-même que sur les déferlements de haine sur les réseaux sociaux. Mais plus encore, je voudrais souligner combien ceci est le témoignage d'une époque où l'étranger ou le migrant est assimilé à un ennemi, à un envahisseur, même lorsqu'il est un demandeur d'asile venu chercher refuge chez nous. C'est une époque où les paroles mènent peu à peu aux actes. Cet acte inqualifiable nous rappelle que la lutte contre le racisme ne se résume pas seulement aux mots. Ce sont aussi, résolument, des actes.

 

En 2001, il y a bientôt 20 ans, se tenait à Durban la Conférence mondiale contre le racisme; j'y étais. J'ai entendu la Belgique, comme d'autres pays, s'engager à faire un plan interfédéral de lutte contre le racisme. Ce gouvernement-ci, pas plus que ceux qui l'ont précédé, n'est parvenu à établir ce plan.

 

J'ai deux questions très précises pour vous et pour le gouvernement, madame la ministre. Le parquet enquête sur l'incendie. C'est très bien. Mais à côté de cela, le gouvernement envisage-t-il le dépôt d'une plainte assortie d'une constitution de partie civile? Il est tout à fait en droit de le faire. Cela constituerait un signal extrêmement fort.

 

Deuxièmement, bien qu'en affaires courantes, le gouvernement pourrait-il envisager de relancer les négociations afin de conclure ce plan interfédéral de lutte contre le racisme? Vous pouvez le faire. En matière d'urgence, vous avez le droit de conclure des dossiers que vous avez entamés. Vous avez des gouvernements régionaux avec lesquels collaborer.

 

02.13  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, eigenlijk heb ik met u te doen. Het is nog geen maand geleden dat wij hier stonden en toen ging het over 39 mensen die langs Zeebrugge naar Engeland waren vertrokken en ondertussen gestorven waren. Het ging toen over die transmigranten.

 

Wij zijn nu een maand verder en ondertussen is er niets gebeurd. Het is zelfs zo erg dat door de vorige regering in opvang voor transmigranten werd voorzien in het opvangcentrum 127bis van Steenokkerzeel, maar daar zit nu niemand. Ondertussen bent u op zoek naar nieuwe plaatsen.

 

Ook op andere vlakken is er niets veranderd, dames en heren. Tot mijn verwondering hebben jullie gisteren nog een resolutie goedgekeurd om de grenzen nog wat verder open te zetten terwijl er al 39 mensen zijn overleden in Zeebrugge.

 

Mevrouw de minister, wij zijn ondertussen kampioen geworden in het aantrekken van nieuwe asielzoekers. Vorige dinsdag werden er nog 275 ingeschreven en wij zijn Europees kampioen met een verhoging van 18 % per jaar. In Duitsland is het aantal asielzoekers gedaald met 8 %.

 

U moet dan ook op zoek naar nieuwe asielcentra, want de wet verandert niet. Wij blijven dweilen met de kraan open. U weet dat ik uit een gemeente kom waar er al twintig jaar lang een asielcentrum is. Iedereen zal zich nog Zon en Zee herinneren.

 

Wij staan nu even ver als toen. Wij blijven hier immers een politiek spelletje spelen. Straks gaat het niet meer over die brand, maar over mekaar beschuldigen. Het gaat hier over rechts en links.

 

In mijn gemeente hebben wij twintig jaar ervaring op dit vlak. Misschien moet men eens beginnen luisteren naar de bevolking.

 

Wat nu is gebeurd, is crimineel. De schuldige moet volgens mij door Justitie worden aangewezen, maar niet hier in het Parlement door de tegenstanders te blameren. Men is immers onschuldig tot het tegendeel bewezen is.

 

Mevrouw de minister, u zou moeten luisteren. Als men een centrum wil inplanten, mag men dit niet zomaar van bovenaf opleggen. Men moet ook luisteren naar de bevolking.

 

Ik zal een anekdote vertellen. Ik heb ook geluisterd naar dat vrouwtje dat over het bejaardentehuis zei dat zij vroeger 1.600 euro per maand moest betalen om haar moeder daar onder te brengen, terwijl de overheid nu 32.000 euro per maand veil heeft om daar mensen te huisvesten die nog niets hebben bijgedragen aan de maatschappij. Luister ook daar eens naar, in plaats van hier constant de zwartepiet aan mekaar door te spelen.

 

02.14  Robby De Caluwé (Open Vld): Mevrouw de minister, beste collega's, 11 november, Wapenstilstand, is een dag waarop wij onder andere herdenken dat heel veel mensen in het verleden op de vlucht gingen voor de gruwel van oorlogen. Op de vooravond van 11 november gingen de vlammen door het dak van een gebouw in Bilzen.

 

Op het eerste gezicht leek het een gewone brand, maar het was iets anders. De brand bleek te zijn aangestoken. Het was een aanslag op de waarden waar wij voor staan. Gekozenen zouden die daad unaniem moeten veroordelen. Ik hoor ook wel dat dit gebeurt. Het is een moment waarop we humaniteit en solidariteit moeten tonen. Wij helpen mensen in nood. Mensen die op de vlucht zijn, bieden wij bed, bad en brood aan tot er duidelijkheid is over hun statuut.

 

Wij kunnen van mening verschillen over het asielbeleid. Er is wel wat aan te merken op het asielbeleid. Zo faalt Europa in de gemeenschappelijke aanpak. Wij vallen echter geen mensen aan. Dat soort acties tegen asielzoekers en andere mensen moeten wij heel streng veroordelen.

 

In dit halfrond zitten heel wat lokale bestuurders. Lokale bestuurders weten dat de komst van een asielcentrum vaak niet op applaus wordt onthaald. De mensen hebben daar vragen bij. Ze tonen zelfs angst. Niemand ontkent dat, maar op zo'n moment moeten wij politieke moed durven te tonen. Het is goed dat alle overheden hebben getoond de handen in elkaar te willen slaan. Minister Somers heeft gisteren beloofd om de gemeenten te steunen in hun aanpak. Wij juichen dat uiteraard toe.

 

Gemeenten kunnen ook helpen om een draagvlak te creëren. Met dialoog en vallen en opstaan, kunnen zij ervoor zorgen dat er een draagvlak komt. Gelukkig is het overgrote deel van de bevolking ook die mening toegedaan. Ik hoop dus dat wij allemaal samen de uitspraken die in Bilzen zijn gedaan onmiddellijk na de brand en nadien ook op sociale media, kunnen veroordelen.

 

Mevrouw de minister, wilt u namens de federale regering die aanslag veroordelen en steun geven aan de gemeenschap in Bilzen om dat incident te verwerken?

 

02.15  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, ik zal proberen binnen de spreektijd te blijven. U weet dat dit voor ons, Limburgers, niet eenvoudig is. Wij hebben net iets meer tijd nodig dan anderen om hetzelfde te vertellen.

 

Er is nog iets wat wij gemeen hebben, mijnheer de voorzitter, en dat is dat wij fiere Limburgers zijn. Hoewel dat voor mij deze week een dubbel gevoel gaf. Van ons etiket "Limburgse gastvrijheid" bleek nog maar heel weinig over.

 

Mevrouw De Block, toen ik vanmorgen Het Belang van Limburg opendeed, was ik toch opnieuw een beetje happier toen ik zag dat 97 % van de Vlamingen die wandaad, die brandstichting, afkeurt.

 

Ik ben als kind van een immigrant-mijnwerker opgegroeid in een multiculturele wijk in Genk. Wij zijn grootgebracht met mensen uit verschillende culturen, maar van een onveiligheidsgevoel was er totaal geen sprake bij ons. Onze analyse was heel duidelijk: siamo tutti neri. In de mijn was iedereen zwart.

 

Vandaag zie ik op de sociale media niets dan haatzaaierij en het zaaien van verdeeldheid. Als men verdeeldheid zaait, oogst men nu eenmaal haat. Deze week werden wij overstelpt met Twitterberichten van rechtse politieke Twitterkoningen die zeiden dat zij niet de aanleiding zijn van dit alles.

 

Mevrouw Ponthier, hoe kan u dat beweren, wanneer uw partij 600 euro heeft gesponsord voor de acties tegen het asielcentrum? Hoe kan u dat beweren wanneer uw partij constant vraagt parken op te kuisen?

 

Hoe kan u dan beweren dat u daar niets mee te maken hebt?

 

Mevrouw Ponthier, ik heb een opdracht voor u. Ik wil dit nogmaals duidelijk stellen.

 

U hebt hier daarstraks verklaard dat enkel extreemrechtse personen de brand hebben aangestoken.

 

De voorzitter: Mijnheer Colebunders, gelieve uw vraag te stellen.

 

02.16  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mevrouw Ponthier, uw partij heeft de ideologische lucifer echter doen branden. Dat is de duidelijkheid daarover.

 

De voorzitter: Mijnheer Colebunders, uw tijd is om. U moet afronden.

 

02.17  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, ik rond zo dadelijk af.

 

De voorzitter: U moet niet zo dadelijk maar wel nu afronden. U spreekt al meer dan twee en een halve minuut.

 

02.18  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw Ponthier, het is gemakkelijk een asociaal beleid te voeren, wanneer u constant de fout bij anderen legt. Vroeger waren het de Walen; nu zijn het de vluchtelingen. Wie zal het morgen zijn?

 

Daarom had ik graag een vraag aan mevrouw de eerste minister Wilmès willen stellen. Aangezien zij echter niet kon of wou antwoorden – blijf gerust zitten, mevrouw De Block –, zal ik ze aan de volledige regering stellen.

 

Ten eerste, neemt de regering de verantwoordelijkheid voor de sociale miserie die door haar beleid is gecreëerd en voor de haatzaaierij die voor dergelijke daden nodig is?

 

Ten tweede, wanneer komt er eindelijk een actieplan tegen de extreemrechtse haatzaaierij en het dito geweld?

 

De voorzitter: Mijnheer Colebunders, ik heb bij het begin van de vergadering aangegeven dat de eerste minister, in tegenstelling tot wat eerst was medegedeeld, eraan heeft gehouden hier toch aanwezig te zijn en dat zij zo dadelijk ook het woord zal nemen in het debat.

 

Ik geef nu het woord aan de heer Gilkinet.

 

02.19  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, des manifestations suscitées par certains collègues contre l'installation d'un futur centre d'asile, l'incendie criminel de ce centre d'asile, des personnes qui se réjouissent, ensuite, de cet incendie en regrettant que le futur centre était vide, ce n'est pas mon pays, ce n'est pas notre pays!

 

Mon pays, notre pays, c'est celui qui a fondé l'Europe, qui a signé tous les textes fondamentaux qui assurent les droits des êtres humains et leur égalité; c'est celui qui, il y a quelques mois, est allé à Marrakech signer le Pacte des migrations; c'est celui qui organise de la façon la meilleure possible – des progrès doivent être réalisés en la matière – l'accueil des réfugiés et des candidats réfugiés; ce sont les femmes et les hommes qui, de façon volontaire ou à la demande de l'État, assurent au quotidien cet accueil de personnes, de familles qui ont fui la guerre et la violence.

 

Certains collègues ont décidé de faire de cette question leur fond de commerce. Certains essaient de devenir populaires sur le dos de personnes qui souffrent et qui cherchent simplement la paix et la survie. C'est scandaleux!

 

En tant que responsables politiques, nous devons prendre notre part. Nous devons expliquer, rassurer et organiser de façon efficace et volontaire cet accueil. Et c'est notamment ce que nous vous demandons, madame la ministre.

 

En réalité, nous vous demandons deux choses: des mesures à court ou à moyen terme, le temps que vous serez encore ministre, pour que l'intégration, l'accueil, l'organisation de centres pour les réfugiés et les demandeurs d'asile se fassent en toute sécurité et dans le respect et, surtout, au nom du gouvernement, en présence de la première ministre, une condamnation claire de ce qui s'est passé à Bilzen et qui fait honte à notre démocratie.

 

02.20  Wouter Raskin (N-VA): Collega's, de brandstichting van enkele dagen geleden in het toekomstig asielcentrum in mijn stad was een criminele daad. Veel van de reacties die erop volgden, waren beneden alle peil, laat dat duidelijk zijn. Ook wat ons betreft kan daar geen discussie over bestaan.

 

Ik wil het vandaag vooral hebben over wat eraan voorafging. Zoals de heer Dedecker al zei, is natuurlijk alles met elkaar verbonden. Mevrouw De Block, u hebt ongetwijfeld vandaag de cijfers in De Tijd gezien. Er is een sterke instroom in dit land, terwijl onze buurlanden met een veel lagere instroom te kampen hebben of zelfs een daling van de instroom meten. Dat is de context. Een en ander is dus niet alleen een geopolitiek verhaal, het is ook een gevolg van het beleid van mevrouw De Block.

 

Dat heeft gevolgen en die gevolgen ondervonden wij de afgelopen dagen bij ons in Bilzen aan den lijve. Ik blijf erbij dat die plek een foute keuze is. Men neemt een slechte beslissing boven de hoofden van wie ermee te maken heeft, zonder dat iemand de moed heeft om een en ander te komen duiden, zonder dat iemand de context komt schetsen, zonder dat iemand nuance in het verhaal komt brengen. Niemand komt antwoorden geven op vragen, die heel normaal zijn in zo'n situatie. Niemand gaat in op de onzekerheden en de angsten die zulke beslissingen met zich meebrengen en die puur menselijk zijn. Niemand.

 

Vandaag zijn wij drie weken nadat wij het nieuws over het centrum via de krant moesten vernemen. Nog steeds hebben wij in Bilzen niemand gezien. Waar was u de afgelopen drie weken, toen wij in Bilzen smeekten om antwoorden? Wij hebben niemand gezien.

 

Een vertegenwoordiger van Fedasil is op de radio even komen vertellen dat de stad Bilzen wel degelijk gecommuniceerd zou hebben met haar inwoners.

 

De voorzitter: Denk aan de spreektijd.

 

02.21  Wouter Raskin (N-VA): Ik ben Limburger, mijnheer de voorzitter.

 

De voorzitter: Dan moeten we een apart artikel inlassen in het Reglement voor Limburgers. Daar ga ik niet mee akkoord. U hebt al meer dan twee minuten gesproken, dus stel uw vraag.

 

02.22  Wouter Raskin (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik rond af.

 

Die verklaring over de communicatie van de stad Bilzen was fout. Het Rode Kruis reageert zeer weinig empathisch op een aantal bedenkingen, waarvoor we oog moeten hebben. Vervolgens komt de heer Somers. Die ziet dat het federaal vastloopt en hij bezet in Bilzen het federale toneel. Aangezien het stadsbestuur van Bilzen volgens hem niet in staat is om te communiceren met de eigen inwoners, stuurt hij dan maar een verbindingsofficier.

 

Maar, mevrouw de minister, wij hebben geen verbindingsofficier nodig. Wij hebben nood aan politici die hun uitvoerende verantwoordelijkheid opnemen en die komen uitleggen waarom welke beslissing genomen is en die mee een draagvlak zoeken, anders komen we er niet.

 

Mevrouw de minister, gelet op de cijfers in De Tijd, bent u het met mij eens dat ook in dit land een kentering en een daling mogelijk zijn?

 

Ten tweede, bent u bereid om de noodzakelijke drempels die de heer Francken had ingebouwd, liever vandaag dan morgen weer in te voeren en ervoor te zorgen dat het probleem aan de basis wordt opgelost?

 

De voorzitter: Ik geef eerst het woord aan minister De Block en dan aan de eerste minister.

 

02.23 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, het zijn de dames die de democratie hier verdedigen.

 

Mijnheer Raskin, het opvangcentrum in Bilzen werd uitgekozen omdat het oorspronkelijk een goed uitgerust rusthuis was, waar wij mensen met lichamelijke klachten, die geen trappen op kunnen lopen of niet in de tuin kunnen voetballen, in onder kunnen brengen. Dat werd ook meegedeeld aan het gemeentebestuur van bij het eerste telefoongesprek.

 

Zoals altijd heb ik de dag na het sluiten van het contract de betrokken burgemeester ingelicht. Hij heeft meteen die namiddag zijn college en zijn gemeentebestuur ingelicht. De burgemeester kan dus niets worden verweten.

 

Nog in die week waren er contacten met het Rode Kruis, Fedasil en het gemeentebestuur en werd een stappenplan afgesproken hoe de buurtbewoners zouden worden ingelicht. De burgemeester heeft trouwens verklaard dat hij onder de indruk was van de expertise van Fedasil en het Rode Kruis.

 

Er was ook een buurtoverleg gepland. Men zou afspraken maken met de buurt over de manier waarop men na de opening van het centrum de dialoog open zou houden, via onder andere een centraal contactpunt en een wekelijks overleg.

 

Daarop heeft men niet gewacht. Men heeft ervoor gekozen om het gebouw na een feestje in brand te steken.

 

Monsieur Dallemagne, vous me posez des questions sur l'enquête judiciaire. Je ne suis pas juriste mais je peux vous dire que je ne peux rien communiquer sur cette enquête ouverte pour incendie volontaire. On ne connaît encore rien des auteurs des faits ni de leurs motifs.

 

Wat ik wel weet, is dat Fedasil al maanden alsmaar meer haatberichten ontvangt, net zoals zijn partner het Rode Kruis en hun werknemers, meestal via sociale media, maar ook bij georganiseerde protesten. Hang nu niet de politieke maagd uit, mevrouw Ponthier, u hebt daar ook staan roepen. Dus alstublieft, wees daar een beetje dapper over. Als u daar kunt staan roepen, dan kunt u dat hier ook toegeven.

 

Zo werd er bij een van de meetings in Zoutleeuw opgeroepen om het centrum in brand te steken en dan liefst met de asielzoekers erin. Ook dat konden we horen en lezen. Afgelopen week zagen we hoe enkelingen op de sociale media die gruwelijke feiten aanmoedigden en verheerlijkten. Dat zijn dan ook degenen die nu komen zeggen dat de brandstichting eigenlijk ongepast is en dat die niet had mogen gebeuren. Ik denk dat wij hier vandaag een statement moeten maken: dit is erover, dit is niet toelaatbaar, het stopt hier en nu. Dat standpunt moeten wij allemaal verdedigen, in de Dorpsstraat, in de Wetstraat, maar zeker in het Parlement, omdat wij democratisch verkozen zijn.

 

Hier gaat het om de fundamentele waarden van een democratisch halfrond. Hier gaat het om de bescherming van onze burgers. Hier gaat het erom dat onverdraagzaamheid tussen onze burgers wordt gevoed. Willen wij in zo'n Vlaanderen, in zo'n land, leven? Willen wij daarin functioneren?

 

Dat de mensen ongerust zijn en bang zijn voor de toekomst, is niet verwonderlijk. Onze medewerkers zijn bang om naar hun werk te gaan, ze zijn bang om naar huis te gaan, ze zijn bang wanneer ze een barbecue ruiken, dat hun dak in de fik staat. Dat is ook de realiteit van elke dag. Ik heb hun de raad gegeven elke bedreiging – de heer Francken weet dat, wij krijgen er ook veel – telkens aan de politie en het parket kenbaar te maken, zodat we daar een inventaris van kunnen maken.

 

In het licht van het voorbije incident roep ik iedereen op om mekaar niet de zwartepiet toe te spelen, maar om onvoorwaardelijk afstand te nemen van dergelijk geweld. Dat moeten wij doen in woorden en vooral in daden, in de Wetstraat, als er ergens een centrum komt, mevrouw Ponthier. Ik zie u knikken en ik zal u houden aan die belofte, ook in de toekomst. Mijnheer Dedecker, u hebt zoveel ervaring met Zon en Zee. Ik herinner mij nog hoe groot de ongerustheid was, toen Zon en Zee, dat voordien een vakantiepark was, een asielcentrum zou worden. Tussen haakjes, men zou kunnen zeggen dat u ervoor koos om Zon en Zee bij u te krijgen, want u bent verhuisd.

 

Het klopt dat een burgemeester daar veel aan kan doen. Ik meen dat de burgemeester van Bilzen van in het begin geprobeerd heeft tweedracht in zijn gemeente te vermijden. Ik ben echt die mening toegedaan.

 

Ik ben blij dat ook collega Somers bereid was het gemeentebestuur te steunen. Ik vind dat een hulp. Hij is voor een hechte samenleving en hij heeft daar zijn rol in te spelen. Dat heeft hij dan ook gedaan.

 

Als u daar nijdig om bent, mijnheer Raskin, kunt u zich daar ook altijd als vrijwilliger inzetten om bruggen tussen de mensen te bouwen.

 

Eerlijk gezegd, ik vind de hele kwestie niet aangenaam voor de inwoners van Bilzen, niet voor degenen die nu verdacht worden, maar ook niet voor degenen die zich aanbieden als vrijwilliger, zoals de eigenares, die haar levenswerk in vlammen zag opgaan, of haar familie. Dat is niet aangenaam. De sfeer zal in Bilzen vandaag niet hecht zijn en dat vind ik voor de inwoners nog het ergste.

 

Ik ben blij dat er geen slachtoffers gevallen zijn, ook niet bij de brandweermannen. Die hebben namelijk met gevaar voor hun leven een aangestoken brand geblust en weet dat een aangestoken brand erger is dan een spontane brand. Trouwens, er zijn daar vele middelen gevonden die ervoor hadden kunnen zorgen dat de hele buurt in de vlammen zou opgaan. Gelukkig is dat vermeden.

 

02.24  Sophie Wilmès, première ministre: Monsieur le président, dans la nuit de dimanche à lundi, un incendie s'est déclaré dans un futur centre pour demandeurs d'asile à Bilzen. Fort heureusement, aucune victime n'est à déplorer. S'en est suivi un déchaînement de haine sur les réseaux sociaux et on ne peut l'accepter. Une enquête est en cours.

 

Gelet op het belang van de feiten en de ernstige reactie erop, wilde ik vandaag de plenaire vergadering bijwonen. Het aantal vragen toont duidelijk aan hoe geschokt wij waren door deze gebeurtenis. Zoals elke democraat, zal ik alle daden van geweld en haat met klem blijven veroordelen.

 

Nos démocraties sont empreintes de valeurs intangibles de respect, de dialogue et d'ouverture. Ces valeurs doivent impérativement continuer à nous guider. De l'incompréhension ne peut jamais découler la violence, sous quelque forme que ce soit.

 

Misverstanden mogen nooit leiden tot geweld, in welke vorm dan ook. Het democratisch debat en de dialoog moeten worden aangemoedigd om de dynamiek die mensen tegen mekaar opzet, te doorbreken. Alleen door middel van dialoog en opvoeding kunnen wij immers dit samenleven opbouwen.

 

J'entends la demande de certains membres du Parlement qui en appellent à l'ensemble de ses membres pour condamner unanimement ce type de comportement et pour promouvoir, toujours unanimement, les valeurs d'ouverture, de respect et de dialogue qui sont les nôtres. Je peux vous garantir que vous trouverez un gouvernement qui partage cet appel et qui vous soutiendra.

 

De voorzitter: Collega's, ik geef u het woord voor een korte repliek. Ik waarschuw u er nu al voor dat er hier over een tweetal weken aftelklokken zullen hangen voor de spreektijd voor alle leden, Limburgers inbegrepen; het spijt me.

 

02.25  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik wil de eerste minister en minister De Block bedanken voor hun duidelijke veroordeling, hun duidelijke woorden vanuit het hart die getuigden van authenticiteit. Bedankt daarvoor, dat was duidelijk.

 

Tegelijk is dit evenwel een uitdaging die de regering in lopende zaken fel overstijgt. De volgende regering zal zich niet meer kunnen verstoppen, maar zal een verbindend antwoord moeten geven dat de mensen geruststelt in hun vragen over migratie en samenleving. De regering moet luisteren naar de bezorgdheid van mensen, maar wel te allen tijde met fierheid en kracht ons samenlevingsmodel verdedigen. Daarbij hoort de opdracht om ons asiel- en migratiebeleid goed uit te leggen en ook om leugens te ontkrachten, zoals leugens over massa-instroom en over asielzoekers als criminelen.

 

Collega's van het Vlaams Belang, ik zal mij altijd verzetten tegen wat jullie verkondigen en ook tegen de stijl van jullie uitspraken. Ik zal echter nooit jullie kiezers negeren, want zij kunnen met hun bekommernissen altijd terecht bij onze partij. Laat dat duidelijk zijn.

 

Mijnheer de voorzitter, wij moeten de bestaande bezorgdheden van de mensen capteren en er een stijlvol antwoord van oplossingen aan geven. Een recente enquête geeft aan dat 97 % van de Vlamingen zich volledig verzet en protesteert tegen de brandstichting in dat asielcentrum en dat is hoopgevend. Het Vlaams Belang kan dus nog tienduizenden euro's spenderen aan haatcampagnes op Facebook, op straat bestaat er een coalitie van menselijkheid. Nu hebben we nog een coalitie van menselijkheid nodig in het Parlement.

 

De voorzitter: Collega's, ik leg er nogmaals de nadruk op dat de spreektijd voor de repliek één minuut bedraagt.

 

02.26  Annick Ponthier (VB): Mevrouw de premier en mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoorden. Staat u me toe om even te reageren op een aantal dingen die hier geuit zijn.

 

Eerst wil ik enkele punctuele gegevens aanhalen. U zegt dat de burgemeester het bestuur van de stad heeft ingelicht, maar dat is niet gebeurd. Ik denk dat mijn collega uit Bilzen dat hier formeel kan bevestigen. Wij hebben het item zelf geagendeerd op de gemeenteraad van Bilzen, want anders kenden wij tot op vandaag misschien nog altijd geen details.

 

U spreekt over een feestje toen er brand werd gesticht, maar ik weet niet over welk feest u het hebt. Het feit dat er in opvang zou worden voorzien voor mindervalide asielzoekers is een detail dat wij hier nu vernemen en dat niet op de gemeenteraad van Bilzen werd meegedeeld. Ik denk dus dat er ter zake veel mank loopt.

 

Mijnheer de voorzitter, ik wens nog even te reageren op de selectieve verontwaardiging van enkele collega's. Ik meen dat een vreedzame actie nog altijd gepermitteerd is in de democratie waar u en ik voor staan, mevrouw de minister, maar een vreedzame actie wordt hier gelijkgesteld met een brandstichting, wat een crimineel feit is. Daar walg ik van, ik vind het de waanzin voorbij.

 

Ik wil er mij effectief tegen verzetten dat u dat hier durft te uiten.

 

Mevrouw de minister, pas uw procedures aan. Pleeg alstublieft overleg met de bewoners en het bestuur vooraleer de beslissing wordt genomen. Begin met te luisteren naar de mensen die uw beleid afwijzen en bekritiseren. Zij hebben hun buik meer dan vol van de aanhoudende asielstroom naar dit land. Begin misschien ook eens met te luisteren naar de partij die al die mensen verdedigt. Zij voelen zich aan hun lot overgelaten door uw beleid. Zij voelen zich onbegrepen. Begin te luisteren naar het Vlaams Belang, dat er al jaren voor waarschuwt dat het absorptievermogen voor meer migratie overschreden is. Wij zullen het democratisch verzet tegen de migratie-invasie blijven voeren, altijd en overal, met argumenten, maar altijd vreedzaam.

 

02.27  Meryame Kitir (sp.a): Mevrouw de minister, mevrouw de premier, ik wil u bedanken voor uw duidelijke statements. Ik wou dat ik kon zeggen dat het hele halfrond vandaag onderstreept dat geweld en haatzaaien niet kunnen. De realiteit is echter anders. De voorgaande spreker duidde het aan. Als mensen ongerust zijn, kan men niet, enerzijds, roepen dat men in dialoog moet gaan en, anderzijds, tegelijkertijd aan de mensen zeggen dat migratie een slecht verhaal is en de mensen opstoken en hun ongerustheid nog meer oppoken. Het is van twee zaken één.

 

Mevrouw de minister, u hebt een duidelijk signaal gegeven. Het is de opdracht van alle democratische partijen om daar vooral niet aan mee te doen.

 

02.28  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, madame la première ministre, madame la ministre, je vous remercie sincèrement pour vos mots très dignes.

 

Vous avez dit, madame la ministre, que les dames défendent la démocratie. Vous aurez les hommes à vos côtés pour défendre cette démocratie, soyez en sûre!

 

Cela s'est bien passé ces derniers temps à Senonchamps près de Bastogne, à Spa, à Jalhay, à Gent, à Leopoldsburg. Vous vous êtes déplacée la plupart du temps. Cela s'est moins bien passé à Zoutleeuw et à Bilzen, non à cause des bourgmestres mais en raison d'un climat qui s'est installé, en raison du fait que certains prétendent aujourd'hui instaurer la haine et la peur de l'autre.

 

Nous glissons lentement vers un abîme où l'assassinat éventuel de personnes étrangères pourrait se justifier en fonction d'un contexte. Nous devons être très attentifs à cette violence qui est en train de naître dans nos sociétés.

 

J'en appelle à chacun d'entre nous à faire en sorte d'éviter qu'à l'avenir nos démocraties glissent vers cet abîme. Nous ne savons pas ce que nous serons et où nous arriverons avec une telle évolution. J'en appelle vivement à ce que nous sauvions nos valeurs et notre démocratie.

 

02.29  Steven Matheï (CD&V): Mevrouw de eerste minister, mevrouw de minister, hartelijk dank voor de heel duidelijke  veroordeling van wat in Bilzen is gebeurd, maar ook van de uitlatingen van sommigen die niet door de beugel kunnen.

 

Het is alle hens aan dek om een antwoord te bieden op de vluchtelingencrisis. Ik ben blij te horen dat de communicatie met de lokale besturen heel ernstig wordt genomen. Wij willen oproepen om dit ook te blijven doen en om er zo mogelijk nog meer op in te zetten. Een goede communicatie en een goede samenwerking op het terrein kunnen de problematiek alleen maar ten goede komen.

 

02.30  François De Smet (DéFI): Madame la première ministre, madame la ministre, merci pour votre condamnation et ces mots très justes et très dignes. Je n'en attendais pas moins de vous, mais j'en attends toujours un peu plus. Je vous ai fait deux suggestions très précises. Je les répète, parce que je n'ai pas obtenu de réponse.

 

D'une part, je vous propose de considérer très sérieusement le dépôt d'une plainte contre X en partie civile par laquelle vous manifesteriez qu'on ne peut pas impunément, quand on est l'État belge, laisser un centre pour demandeurs d'asile être incendié, ce qui porte atteinte à l'ensemble de notre communauté.

 

D'autre part, je vous demande de réellement relancer les négociations pour un plan interfédéral de lutte contre le racisme. Si la cohésion nationale est vraiment ce que vous visez, vous avez la possibilité d'y travailler dès maintenant, même en affaires courantes, avec les Régions et Communautés. Je vous remercie.

 

02.31  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mevrouw de eerste minister, ik dank u voor het duidelijk antwoord.

 

Ik wil graag een voorstel doen aan deze geëerde vergadering. Ik zit hier nu al twintig jaar en het debat dat we vandaag voeren is nog net hetzelfde debat als in 1999. Alles wat we gedaan hebben, is een debat voeren over het al dan niet openhouden van de kraan. Vandaag hebben we het kraanwater letterlijk nodig om te gaan blussen.

 

Wat doen we nu? We geven elkaar de schuld en spelen een politiek spel. In plaats van dat politiek spel te spelen zouden we ook wetten kunnen voorleggen. We zouden eens over de grens kunnen kijken, want ik heb er zonet al op gewezen dat het cijfer in Duitsland met 8 % gedaald is. Kijk eens wat mevrouw 'Wir schaffen das' gedaan heeft. Kijk eens naar Nederland, waar het ook met 5 % gedaald is. Bekijk die wetsvoorstellen eens.

 

Dit is een collectieve verantwoordelijkheid van het Parlement, want wij maken de wetten. Wij maken de wetten die ertoe geleid hebben dat we de toestand van vandaag hebben. Wel, wij moeten de kraan sluiten voor onze eigen mensen, tegen het aantasten van onze eigen welvaart maar ook voor de sukkels die over zee komen en in vrachtwagens kruipen, om hen de valse hoop te ontnemen. Dat is uw verantwoordelijkheid, dat is een collectieve verantwoordelijkheid en dat is iets heel anders dan elkaar de zwartepiet doorspelen.

 

02.32  Robby De Caluwé (Open Vld): Mevrouw de premier, mevrouw de minister, beste collega's, asiel en migratie vormen een thema dat heel emotioneel beladen is. We hebben dat hier vandaag nog gemerkt. Het beroert ook heel veel mensen en het krijgt terecht veel politieke aandacht.

 

Ons uitgangspunt is echter altijd een strenge maar menselijke aanpak van de problemen geweest. We mogen nooit mensen in nood aanvallen, ook niet als politici. Er zitten partijen in dit halfrond die met belastinggeld lokale gemeenschappen verdelen, die haat en tweedracht zaaien in onze dorpen en steden, op Facebook en elders. Ze zoeken naar problemen en vergroten die uit.

 

Ik ben echter heel blij te vernemen dat de regering, net als ikzelf, deze daden veroordeelt en aan de kant staat van de mensen die een humane aanpak vragen.

 

02.33  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik zag dat uw woorden van diep kwamen en oprecht waren. Wellicht had u nooit gedacht dat een PVDA'er u gelijk ging geven, maar bij dezen zeg ik: dank u wel.

 

Ze hebben het u ook niet gemakkelijk gemaakt. Het beleid van de heer Francken om het aantal opvangplaatsen te verminderen heeft natuurlijk niet geholpen. Er moeten er nu weer geopend worden, dan worden er weer gesloten, dan worden er weer geopend; het is een zekerheid dat er dan protest komt. Voor integratie is continuïteit nodig en die is er nu niet. Wij willen ook afstappen van die grote centra. Dat is duidelijk. Kleine opvanginitiatieven zijn veel beter voor de integratie. En luister goed, ze zijn ook goedkoper.

 

Wij moeten wel om het volgende lachen. Diezelfde rechtse partijen die niet willen dat multinationals een eerlijke bijdrage leveren, stemmen voor het bombarderen van andere landen, zijn tegen ontwikkelingssamenwerking en willen niet dat er iets gedaan wordt aan de klimaatverandering. Het zijn die partijen die zorgen voor die vluchtelingen, laat dat duidelijk zijn. En dan zet men mensen tegen mekaar op. De enige die in hun vuistje lachen, zijn die multinationals en die 1 % allerrijksten.

 

Racisme is een misdaad en leidt naar fascisme. Wij blijven daartegen opkomen. Daarom zeg ik gisteren, vandaag en zeker morgen: siamo tutti neri.

 

De voorzitter: Mijnheer Colebunders, ik feliciteer u met uw maidenspeech in de plenaire vergadering.

 

(Applaus)

 

02.34  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, chers collègues, aucune nuance n'est possible. Aucune excuse n'est à trouver. Aucune statistique ne peut expliquer. Il y a juste à condamner. Dit kan niet! Ce n'est pas acceptable!

 

C'est ce que nous vous avons demandé d'affirmer, madame la première ministre, madame De Block. Vous l'avez fait et nous vous en remercions. La plupart des collègues l'ont fait également. Nous les remercions tout autant.

 

Ce qui s'est passé à Bilzen, ce n'est pas mon pays! Ce n'est pas notre pays! Notre pays, c'est celui du respect et de la solidarité. C'est celui qui respecte les règles internationales et qui accueille dignement les personnes qui fuient la guerre et la violence. J'espère, madame la ministre, que vous continuerez à faire votre travail, tant que votre gouvernement sera en affaires courantes. J'espère surtout qu'un futur gouvernement pourra se former, dont les mots respect et solidarité seront à la fois l'objectif et la méthode.

 

02.35  Wouter Raskin (N-VA): Mevrouw de minister, ik pik een aantal zaken uit uw antwoord.

 

Het stappenplan waar u naar verwijst, is dan toch een schildpaddenstappenplan; the best is yet to come. Wij hebben het in Bilzen alleszins nog niet gezien. Op 25 oktober las ik het nieuws op een nuchtere maag in de krant, op 21 november, volgende week, krijgen wij informatie. Het dossier is compleet mismanaged. Ik heb ook geen antwoorden op mijn vragen gekregen, dus ik wil er nog eens op aandringen om de instroom terug te dringen. De cijfers kunnen naar beneden, Theo Francken heeft u de handvatten gegeven. Ga er morgen alstublieft mee aan de slag.

 

Ten slotte, laat de trieste case, die Bilzen vandaag is, een aanzet zijn tot een bijsturing van het besluitvormings- en communicatieproces, in het bijzonder voor steden en gemeenten, zoals Bilzen, waar sterk leiderschap ontbreekt. Daar moet u echt zelf initiatieven nemen.

 

De voorzitter: Wij zijn klaar met deze reeks vragen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De vraag van de heer Van Langenhove over de piek in de asielaanvragen verdient nu eenmaal een aparte behandeling.

 

03 Vraag van Dries Van Langenhove aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De piek in de asielaanvragen" (55000169P)

03 Question de Dries Van Langenhove à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le pic de demandes d'asile" (55000169P)

 

03.01  Dries Van Langenhove (VB): Bedankt, mijnheer de voorzitter. Mevrouw de minister, het wordt intussen bijna een vaste afspraak dat ik u hier in de plenaire vergadering moet komen bevragen. Voor wij daar een gezellige gewoonte van maken, moet ik u toch wijzen op de ernst van de zaak.

 

Als er niet wekelijks nieuwsberichten zouden opduiken die aantonen hoe desastreus uw asielbeleid aan het aflopen is, hoefde ik hier vandaag niet te staan. Tijdens het laatste volledige beleidsjaar van de vorige staatssecretaris, 2018, steeg het aantal asielaanvragen met maar liefst 20 %. De Vlaming hield zijn adem in en hoopte dat het niet nog erger zou worden. Maar toen kwam u aan de macht, mevrouw De Block, en u zette de stijging van de vorige staatssecretaris gewoon door.

 

Dit jaar zien wij immers opnieuw een stijging. Er zijn nog eens 14 % meer asielaanvragen dan in 2018. En om het nog erger te maken werd in oktober opnieuw een record gebroken: maar liefst 2.925 mensen dienden een asielaanvraag in in België, terwijl het aantal asielaanvragen in de buurlanden Nederland en Duitsland fors aan het dalen is.

 

Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, alsof de toestroom nog niet groot genoeg is, alsof de onvrede bij de mensen nog niet erg genoeg is, stemde meer dan de helft van de collega's van dit halfrond voor nog meer migratie, voor nog meer asielaanvragen, voor een systeem dat nu al de toestroom niet meer aankan.

 

De geschiedenis zal hard zijn in haar oordeel over het gebrek aan verantwoordelijkheid van dit halfrond en zijn ministers. Het wordt hoog tijd dat er maatregelen genomen worden die de instroom beperken en bovenal de uitstroom vergroten.

 

Mijn vragen aan u, mevrouw de minister, zijn de volgende.

 

Bent u bereid dringend bijkomende maatregelen te nemen om de asielstroom in te dammen? Zo ja, welke?

 

Bent u bereid de regels voor gezinshereniging van erkende asielzoekers te verstrakken, en dus de termijn waarbinnen asielzoekers zonder de klassieke voorwaarden hun gezinsleden kunnen laten overkomen, in te korten tot drie maanden, zoals trouwens toegelaten wordt door de EU, en zoals dit toegepast wordt in andere EU-landen?

 

Tot slot, hoeveel capaciteit in gesloten centra voor gedwongen terugkeer werd er de afgelopen vijf jaar gecreëerd? Hoe groot is die capaciteit vandaag?

 

03.02 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van Langenhove, ik heb uw vragen niet nodig om te weten dat er eigenlijk een hogere instroom is, niet alleen in ons land, maar ook in Europa. Ik heb geen kritiek op statistieken in kranten, maar wij hebben onze eigen methode om dat allemaal op te volgen.

 

Ook in Duitsland en Nederland is het aantal asielzoekers aan het stijgen. Als u dit nu vergelijkt met de grote piek die Duitsland heeft gekend na "Wir schaffen dass", dan gaan de cijfers inderdaad naar beneden.

 

België is niet het enige land dat zou overspoeld worden door asielzoekers. Er is gedurende een zeer korte periode een lagere instroom geweest, maar sinds anderhalf jaar is die instroom opnieuw aan het stijgen. Die trend zien we ook in Europa. Eigenlijk lopen die curves gelijk.

 

In afwachting van een nieuwe regering – ik ben immers maar een minister in lopende zaken – hebben wij voor deze oplossing gekozen. U vraagt nieuwe wetgevende initiatieven. U bent hier nog niet zo lang, maar u zou toch al mogen weten dat daarvoor een regering met volheid van bevoegdheden nodig is.

 

Wij hebben ervoor gekozen om onze asielinstanties te versterken en meer dossiers te laten behandelen. Een van de redenen is dat mensen te lang in de opvang blijven hangen omdat er te weinig dossiers worden behandeld. Ik heb hiervoor in de maand februari al geld gevraagd.

 

DVZ nam in oktober niet minder dan 3.600 beslissingen. Ook het Commissariaat-generaal nam 2.000 beslissingen. Eindelijk stellen wij dus vast dat het aantal beslissingen per maand hoger ligt dan de instroom.

 

Dit betekent evenwel niet dat we er al zijn. Eén zwaluw maakt de lente niet. Het betekent wel dat er meer dossiers worden behandeld, namelijk een stijging met meer dan 50 % ten opzichte van de vorige maanden.

 

Wij zullen trachten te vermijden nieuwe centra te moeten openen, want wij merken dat de lokale weerstand, vooral in Zoutleeuw en Bilzen, groot is. Wij vergeten daarbij evenwel te vermelden dat op heel veel andere plaatsen die ontvangst zeer goed verloopt en daar niet dezelfde weerstand wordt ervaren. Dit wil evenwel niet zeggen dat wij op plaatsen waar er weerstand is niet verder moeten inzetten op dialoog met de betrokken buurtbewoners.

 

Stop er ook mee te zeggen dat er mirakeloplossingen zijn, zoals onwettige quota of andere onwerkbare maatregelen waarmee wij ons weer onsterfelijk belachelijk zouden maken en veroordeeld zouden worden als een soort mensenhaters. Wij zouden daarmee het bestaan van de democratische rechtsstaat in ons land naast ons neerleggen.

 

Wie een ander migratiebeleid wil, moet niet buiten het Parlement oproepen om de wetten niet meer na te leven, maar moet wel op nationaal en Europees niveau proberen een democratische meerderheid te vinden om het te wijzigen. Dat is de democratische weg, die ik zal blijven bewandelen. Het is niet de eenvoudigste weg. Ik krijg daarvoor van uwentwege altijd verwijten, maar dat neem ik er maar bij. Het is de weg die ik kies. Het is de duurzaamste en veiligste weg. Ik wil alle politici in dit halfrond, ook u, oproepen om die weg op te gaan.

 

Er is een rusthuis in brand gestoken en u bent de pyromaan van onze samenleving. Dat laten wij niet gebeuren.

 

03.03  Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de minister, u zegt dat ik u verwijt, maar het lijkt mij eerder andersom. U zegt dat ik de pyromaan ben, maar als u al veertig jaar lang naar het Vlaams Belang had geluisterd, dan was er nu helemaal geen brand geweest. U geniet blijkbaar van mijn uiteenzettingen, mevrouw De Block, want u weigert keer op keer op al mijn vragen te antwoorden. Maak u geen zorgen. U zegt dat u mijn vragen niet nodig hebt om te beseffen dat er iets fout loopt, maar ik zal mijn vragen toch blijven stellen, want u onderneemt geen actie.

 

Wij zullen niet wachten. U zegt dat wij moeten wachten op een volgende regering, maar wij kunnen niet wachten. Deze crisis loopt uit de hand. U zegt dat de mensen te lang in asielopvangcentra moeten blijven. Verkort dan de procedures. Wij zijn daar al heel lang vragende partij voor. Doe daar dan iets aan.

 

Mevrouw De Block, in uw antwoorden op de vragen van de andere collega's zei u heel duidelijk dat het hier stopt. Ik had gehoopt dat ook te horen als antwoord op mijn vragen. Zeg eindelijk eens tegen al die mensen die bezorgd zijn over de asielcrisis die in België woedt, maar in de rest van Europa blijkbaar niet, dat het hier stopt en dat u er iets aan zult doen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Questions jointes de

- Catherine Fonck à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La première victime de l'e-cigarette en Belgique" (55000174P)

- Els Van Hoof à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le premier décès dû à l'e-cigarette" (55000177P)

04 Samengevoegde vragen van

- Catherine Fonck aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het eerste dodelijke slachtoffer van de e-sigaret in België" (55000174P)

- Els Van Hoof aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De eerste vapedode" (55000177P)

 

04.01  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, lors de l'apparition de l'e-cigarette il y a quelques années, j'avais immédiatement mis en garde sur les risques présentés par ces nouveaux produits, mais également sur le fait qu'il fallait s'assurer que cela reste un produit destiné à l'arrêt du tabac. J'avais d'ailleurs plaidé à l'époque pour en faire un produit vendu exclusivement en pharmacie, pour éviter qu'il ne devienne un produit d'accroche et un produit récréatif.

 

Mais le lobby du marché a été le plus fort, et le marché s'est incroyablement développé. Depuis plusieurs mois, pas moins qu'une trentaine de patients sont décédés aux États-Unis, et des centaines de cas de pathologies pulmonaires sévères sont manifestement liés au vapotage, et semble-t-il plus particulièrement à certains produits.

 

Il n'y a eu depuis lors aucune réaction des autorités belges face à ce que je considère comme un réel problème de santé publique. Certes, nous avons une législation plus stricte qu'aux États-Unis, mais elle n'est en rien respectée, madame la ministre, que ce soit en ce qui concerne les mineurs, en ce qui concerne la nicotine dans le vapotage, et que ce soit sur internet ou dans les magasins. On est dans une situation où on des vapoteurs accrocheurs, sexys, ciblent particulièrement les jeunes et les non-fumeurs. L'information au consommateur est illisible et inaccessible.

 

Un jeune est décédé alors qu'il avait manifestement consommé de l'huile de cannabidiol par vapotage. Il est temps de se réveiller, il est temps de réagir!

 

Madame la ministre, me confirmez-vous que ce jeune décédé avait vapoté de l'huile de cannabidiol? Des prélèvement ont-ils été réalisés? Quand aura-t-on les résultats?

 

Il me semble, compte tenu de la gravité de la situation, que le principe de précaution doit être appliqué et que ce type de produit doit être interdit jusqu'à preuve du contraire. Plus globalement, il me paraît indispensable de faire strictement respecter la législation, ce qui n'est pas le cas aujourd'hui, sur l'e-cigarette et les produits de recharge, mais également d'en refaire un produit d'aide à l'arrêt du tabac et non plus un produit récréatif. Il est essentiel de protéger nos jeunes et les non-fumeurs. Il s'agit véritablement d'une question de santé publique.

 

04.02  Els Van Hoof (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, jammer genoeg is de 18-jarige Raphaël Pauwaert volgens de artsen de eerste vapedode in België. Zoals mevrouw Fonck reeds aangaf, staat in de Verenigde Staten de teller al op 39 doden.

 

Zowel bij Raphaël als bij de Amerikaanse slachtoffers was de CBD-vulling naar verluidt de oorzaak.

 

Mevrouw de minister, wij moeten voorkomen dat wij in Amerikaanse toestanden belanden. In de Verenigde Staten is het vapen immers een echte epidemie bij de jongeren geworden, in die mate zelfs dat in talrijke Amerikaanse staten de e-sigaret reeds een tijdelijke ban heeft gekregen.

 

Twee grote problemen zijn naar mijn mening de oorzaak vandaag.

 

Ten eerste, de e-sigaret wordt bewust aantrekkelijk gemaakt bij de jongeren. Er zijn talrijke smaakjes, gaande van popcorn- over vanille- en mango- tot snoepjessmaak. Dat maakt de e-sigaret bijzonder aantrekkelijk, waardoor de consumptie ervan bij jongeren wereldwijd in de lift zit.

 

Ten tweede, de idee achter de e-sigaret was het tabakontmoedigingsbeleid. De vraag is nu steeds meer of wij kiezen tussen de pest of de cholera, vooral bij jongeren. Wij lezen immers in de media dat de dampen van de e-sigaret zware metalen bevatten, zoals nikkel, tin en lood. Ook de aroma's kunnen heel toxisch zijn. Ik denk in het bijzonder aan die dodelijke cocktail van de CBD-vulling in de e-sigaret.

 

Mevrouw de minister, het is de taak van de overheid te reglementeren en strikt in te grijpen op dodelijke producten.

 

Daarom wil ik u de volgende vragen stellen.

 

Ten eerste, er is een advies van de Hoge Gezondheidsraad van 2015. Toen al werd gesteld dat het onmogelijk was op lange termijn de impact van de e-sigaret te bekijken. Is het nu, vijf jaar later, niet opnieuw tijd om aan de Hoge Gezondheidsraad een nieuw advies te vragen?

 

Ten tweede, zal u iets doen aan de dodelijke aroma's en CBD-vullingen, teneinde ze aan banden te leggen? Zal u eventueel ook pleiten voor een tijdelijke ban? Dat is in het belang van onze jongeren.

 

04.03  Maggie De Block, ministre: Madame Fonck, il est vrai que, depuis un certain temps, des informations nous parviennent, en provenance des États-Unis, en particulier sur des problèmes de santé et même des décès probablement liés à l'utilisation de cigarettes électroniques.

 

Dès que j'en ai été informée, j'ai demandé à mes services d'examiner la situation de plus près et de continuer à la suivre attentivement. Des premiers résultats de cet examen, il ressort que, dans la majeure partie des cas, ce sont des produits provenant des États-Unis. Il est aussi question de produits achetés au marché noir ou de l'utilisation de liquides pour la cigarette électronique de fabrication propre. Dans bien des cas, d'importantes quantités de substances illicites avaient été ajoutées.

 

Bij de omzetting in onze wetgeving, waar u bij betrokken was, hebben wij een aantal bepalingen verstrengd. Zo is het in ons land verboden dat adjuvanten, zoals CBD en andere, in de winkels verkocht worden. De producten die in de Verenigde Staten wel toegelaten zijn, worden door onze veel striktere regelgeving geweerd. Bovendien worden de vapewinkels hier geregeld gecontroleerd. Wij hebben er trouwens al enkele gesloten en de opening van nieuwe via de inspectiediensten van de FOD Volksgezondheid verhinderd.

 

Er werd ons meegedeeld dat de behandelend artsen een ernstig vermoeden hebben omtrent een link tussen de zware longontsteking waaraan een 18-jarige jongeman is overleden, en het gebruik van de e-sigaret. Die link leggen zij, omdat er geen enkele andere oorzaak wordt gevonden voor een dergelijke zware longontsteking bij een 18-jarige persoon.

 

Overigens vind ik het gepast om mijn medeleven te betuigen tegenover de familie en vrienden van de jongeman die daaraan overleden is. Ik meen dat wij het nodige respect moeten hebben voor de familie.

 

Wij wachten het verder verloop van het onderzoek af naar de precieze omstandigheden die tot het overlijden hebben geleid. Voor ons komt het er in de eerste plaats op aan om een volgende dode te vermijden. Het is nu echter te vroeg, zo zeggen ook de behandelend artsen, om conclusies te trekken. Het is echter wel goed dat de artsen een waarschuwing hebben uitgestuurd om aan te geven dat de e-sigaret niet zonder gevaar is.

 

Wij hebben de e-sigaret op basis van een advies op de markt toegelaten om af te kicken van het roken en wij zien wel dat er op dat vlak resultaten zijn. Het is echter zeker niet de bedoeling dat de betrokkenen de rest van hun leven blijven dampen.

 

Precies door de striktere omzetting van de richtlijn, waren er destijds verschillende betogingen, eentje zelfs op zondag voor mijn deur van zeker honderd vapers, die een echte wolk veroorzaakten. Dat is grappig en ludiek en kan geen kwaad. In ieder geval, onze diensten zullen de nodige inspanningen in dat verband blijven leveren. Er kan wel een actueler advies worden gevraagd aan de Hoge Gezondheidsraad, maar we hoeven op het advies, wat altijd veel tijd in beslag neemt, niet te wachten; wij moeten nu tot actie overgaan.

 

04.04  Catherine Fonck (cdH): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

Les autorités publiques ont fait preuve jusqu'ici d'un laxisme coupable. Certes, notre législation est plus sévère que celle des États-Unis mais, madame la ministre, elle n'est en rien respectée! Allez dans un vapshop, connectez-vous en trois secondes sur internet, vous le constaterez aussi vite que moi!

 

Nous avons ici par ailleurs la survenance du décès de ce jeune. Un décès terrible. Un décès qui est manifestement lié à certains composants de liquides de recharge. Le principe de précaution en matière de santé publique nous impose, vous impose, d'interdire ce type de produits jusqu'à preuve du contraire. Vous ne l'avez pas dit mais j'ose espérer que des prélèvements ont été réalisés, que les produits seront analysés afin de savoir de quoi il s'agit exactement et où ils ont été achetés.

 

Plus globalement, vous venez de le dire, vous êtes d'accord de passer à l'action. J'ai déposé une série de textes à la Chambre pour renforcer notre législation et, surtout, la faire beaucoup plus strictement respecter afin de protéger nos jeunes et les non-fumeurs. C'est une question de santé publique. C'est cela et ce n'est que cela qui doit primer. Ni le lobby, ni le marché ne doivent l'emporter!

 

04.05  Els Van Hoof (CD&V): Mevrouw de minister, voorzichtigheid is inderdaad de moeder van de porseleinwinkel, maar het lijkt er toch op dat de e-sigaret haar rol in het tabakontmoedigingsbeleid aan het voorbijschieten is doordat heel wat jongeren beginnen met vapen, wat eigenlijk niet de bedoeling is. Vandaag pleitte ook professor Tytgat voor meer controle. Hij vindt het onaanvaardbaar dat er extra middelen en aroma's worden toegevoegd aan de e-sigaret.

 

Wij moeten daar snel op ingrijpen. U zult toch een onderzoek moeten doen op basis van de controles, zodat wij bepaalde aroma's, zoals CBD-vullingen, kunnen verbieden. Die vullingen worden immers verkocht in verschillende CBD-shops. Ik weet vanuit Leuven dat een op vijf een te hoog THC-gehalte heeft en dat er aroma's zijn gevonden die 40 maal boven de toegelaten waarde gaan. Dat moeten wij voorkomen, zodat er geen doden vallen, zoals vandaag te betreuren is in het geval van Raphaël.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Questions jointes de

- Eliane Tillieux à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le budget de la santé" (55000179P)

- Catherine Fonck à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le budget des soins de santé 2020" (55000192P)

05 Samengevoegde vragen van

- Eliane Tillieux aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De gezondheidsbegroting" (55000179P)

- Catherine Fonck aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De gezondheidsbegroting 2020" (55000192P)

 

05.01  Eliane Tillieux (PS): Madame la ministre, vous avez annoncé un budget pour les soins de santé 2020. Il semble qu'il serait sur votre table, et serait annoncé pour le Conseil des ministres du 22 novembre prochain. Vous avez élaboré ce budget seule. Vous avez balayé d'un revers de la main la proposition sur laquelle s'étaient entendus les mutualités, les prestataires de soins et les établissements de santé. Nous en avons suffisamment parlé. Je ne reviendrai pas sur votre conception de la concertation. Il est temps maintenant de regarder vers l'avenir et de se tourner vers les solutions. Il est temps de dissiper le brouillard qui plane encore sur les têtes des acteurs de la santé, et surtout sur celles des patients.

 

Voici mes questions. Quid de la contribution du secteur pharmaceutique dans votre budget? Quid des mesures en faveur des patients? Vous avez regretté, dans la proposition émise par les partenaires, la place insuffisante réservée aux patients. Comment corriger-vous le tir à l'égard des patients? Comment corrigez-vous le tir vis-à-vis des femmes? Qu'en est-il des mesures relatives à la gratuité de la contraception pour les femmes jusqu'à 25 ans?

 

05.02  Catherine Fonck (cdH): Madame la ministre, j'avais prévu pour vous une question en commission. Ce budget 2020 de la santé avait fait l'objet d'un accord au sein du Comité de l'assurance, qui réunit tous les acteurs de la santé. Vous l'aviez saboté. Venant d'un gouvernement en affaires courantes, qui plus est minoritaire, on peut franchement s'étonner de voir un ministre agir de la sorte. Il y a d'ailleurs une grande variabilité de la notion d'affaires courantes en fonction de ce qui vous arrange ou ne vous arrange pas au sein du gouvernement.

 

Un IKW a eu lieu hier. Je n'en connais pas l'issue. On semble se diriger vers un passage au gouvernement la semaine prochaine.

 

Mes questions sont très claires. Tout d'abord, quelles modifications avez-vous apportées au budget au regard de la décision du Comité de l'assurance? Ensuite, vous engagez-vous à le soumettre au gouvernement si, et seulement si, un consensus se noue entre les acteurs de la santé représentés au sein du Comité de l'assurance?

 

Si je vous interroge aujourd'hui, c'est pour vous obliger à prendre position. Dans un gouvernement en affaires courantes et minoritaire de surcroît, boycotter les acteurs de la santé qui, pourtant, s'étaient mis largement d'accord en fixant des principes fondamentaux pour l'avenir et les patients serait totalement indécent et inacceptable.

 

05.03  Maggie De Block, ministre: Madame Tillieux, madame Fonck, la loi prévoit que, si le troisième lundi d'octobre, le Conseil général n'a toujours pas approuvé le budget, il revient au Conseil des ministres d'en endosser les compétences pour fixer le budget des soins de santé.

 

Un groupe de travail intercabinets s'est réuni hier en vue d'établir une proposition relative au budget des soins de santé pour 2020. Je ne puis anticiper la décision du Conseil des ministres, mais je puis déjà vous communiquer les lignes directrices de cette proposition de budget. Tout d'abord, la charge de financement pour la gestion globale ne sera pas augmentée par l'autorité fédérale vis-à-vis du rapport du Comité de monitoring.

 

Ensuite, la norme de croissance de 1,5 % est intégralement accordée sans aucun blocage structurel. De même, la masse d'indexation de 1,95 % est entièrement mise à la disposition de l'ensemble des prestataires de soins et des établissements de soins. De plus, nous allons accorder une sécurité tarifaire au patient. Quand le budget sera établi, les négociations médico-mutualistes pourront débuter.

 

Par ailleurs, des mesures d'économie seront prises pour un montant structurel de 161 millions d'euros dans le secteur pharmaceutique, de sorte que la facture du patient sera réduite automatiquement de 65 millions d'euros dès l'année prochaine. Les moyens financiers seront assurés en vue de la mise en œuvre du budget des soins de santé. Cela signifie, madame Tillieux, que la proposition consacre 65 millions d'euros aux patients.

 

Des mesures d'économies seront prises pour un montant structurel de 161 millions d'euros par an dans les spécialités pharmaceutiques.

 

Enfin, j'ai retenu la proposition votée ici, c'est-à-dire la contraception gratuite pour les femmes jusqu'à 25 ans. Je suis démocrate et j'ai respecté la décision prise par la Chambre. Il y a un budget qui est en équilibre pour 2020 et les principales parties prenantes du modèle de concertation assurances et soins de santé ont été informées de ces lignes directrices.

 

05.04  Eliane Tillieux (PS): Madame la ministre la proposition de budget formulée par les mutualités, les prestataires de soins, les établissements de santé apportait une série de mises en garde. À l'unanimité, les partenaires défendaient la nécessité d'augmenter la norme de croissance. À l'unanimité, ils ont aussi défendu un cadre budgétaire très clair et surtout stable. À l'unanimité, ils ont estimé qu'il fallait changer de cap pour garantir des soins de qualité accessibles à tous les patients. Il faudra prendre tous ces éléments en considération.

 

Je note dès à présent l'avancée qui m'apparaît très importante: vous allez enfin dégager des budgets pour mettre en œuvre la proposition de notre groupe votée ici-même en mars dernier pour permettre aux femmes jusqu'à 25 ans de bénéficier de la gratuité de la contraception. Je pense que notre combat a payé et que vous nous avez entendus. C'est un progrès immense pour le droit des femmes et pour leur émancipation dans notre société.

 

05.05  Catherine Fonck (cdH): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Vous rappelez ce que prévoit la loi mais la loi est silencieuse quand il s'agit de décisions qui seraient prises par un gouvernement minoritaire et en affaires courantes.

 

Vous dites avoir repris la main. C'est clair! Vous avez décidé seule, dans le dos des prestataires de soins et des grands acteurs de la santé. Vous nous dites que tout va bien et que vous avez informé le secteur. Vous l'avez certes informé, mais l'avez-vous consulté? Avez-vous eu son accord? À ce stade, on me dit qu'il n'y a pas d'accord du côté des acteurs de la santé.

 

Pour ce qui est de la contraception, c'est une bonne idée. Je plaide pour cela depuis des années. Mais qu'en est-il de  toutes les autres mesures qui étaient des avancées importantes pour les patients (prise en charge des patients atteints de maladies cancéreuses, meilleur remboursement au niveau dentaire, mesures relatives à la logopédie ou encore à la psychiatrie pédiatrique, etc.)?

 

Madame la ministre, vu les affaires courantes et le gouvernement minoritaire, je vous invite, une fois la décision prise, à adresser au Parlement l'ensemble du budget de manière à ce que nous puissions mener un débat fouillé en commission, quitte à le faire avec les acteurs de la santé.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Question de Caroline Taquin à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La mise en oeuvre des réseaux hospitaliers" (55000189P)

06 Vraag van Caroline Taquin aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De ontwikkeling van de ziekenhuisnetwerken" (55000189P)

 

06.01  Caroline Taquin (MR): Monsieur le président, madame la ministre, vous avez initié une grande réforme du paysage hospitalier en vue d'une amélioration de la qualité des soins et de leur efficience au travers de collaborations entre les hôpitaux de notre pays.

 

Cette nouvelle organisation impose bien sûr une collaboration entre les professionnels de la santé en milieu hospitalier mais aussi entre l'autorité fédérale et les entités fédérées en matière d'infrastructures, de partage de données et d'autres encore. Nous parlons ici d'une réforme qui visera plus de 4,3 millions d'hospitalisations chaque année. C'est évidemment extrêmement sensible, et ce d'autant plus au regard des préoccupations, notamment des blouses blanches, liées au personnel hospitalier, à la question des besoins en personnel infirmier, à la revalorisation de leur statut ou encore à l'organisation générale et administrative des structures.

 

D'ici au 1er janvier 2020, c'est-à-dire dans moins de deux mois, les réseaux doivent être installés en respectant des principes clairs. Chaque hôpital, général et universitaire, devra faire partie d'un réseau clinique locorégional, comprenant des soins de proximité tout en laissant le choix de l'hôpital ou du réseau hospitalier au patient.

 

À l'approche de cette date et indépendamment du travail en cours sur le financement d'urgence pour la fin de cette année 2019, pourriez-vous faire le point sur ce dossier? Précisément, pouvez-vous nous indiquer où nous en sommes dans l'intégration des services hospitaliers au sein de leur réseau respectif?

 

Cette réorganisation structurelle est-elle de nature à contribuer, fût-ce indirectement, à une amélioration des conditions de travail du personnel infirmier. Par ailleurs, la question de la continuité géographique est-elle garantie à ce jour par les entités fédérées?

 

Pouvez-vous nous indiquer si toutes les exigences sont déjà garanties, telle que la place des soins spécialisés dans chaque réseau?

 

Les accords nécessaires pour certains soins dits pointus, comme l'oncologie ou les soins cardiaques, sont-ils tous conclus entre tous les réseaux?

 

Enfin, en termes opérationnels, les systèmes de partage des données sont-ils déjà finalisés, notamment grâce à la forfaitarisation et aux dossiers électroniques?

 

06.02  Maggie De Block, ministre: Monsieur le président, madame Taquin, lors de la préparation de la loi du 28 février 2019, il a longuement été débattu de l'instrument qui sera utilisé pour approuver les réseaux cliniques locorégionaux.

 

Il a finalement été convenu d'approuver les réseaux par l'intermédiaire de l'instrument agréation/agrément. Ce choix implique que les Communautés prennent l'initiative de l'évaluation et de l'approbation de ces réseaux. Ce sont également les Communautés qui, au travers de leur politique d'agréation, devront veiller à la réussite des collaborations locorégionales entre les hôpitaux.

 

Un des grands objectifs de mon plan d'approche relatif à la réforme des hôpitaux est l'augmentation du taux d'encadrement des lits d'hôpitaux, taux qui est une des causes des effectifs infirmiers trop limités et de l'éparpillement trop important de ces effectifs ainsi que d'autres personnels soignants sur un grand nombre de sites hospitaliers. La qualité des soins peut être améliorée en concentrant l'expertise dans un nombre limité de sites. Cela permettra d'augmenter les effectifs du personnel soignant par site, ce qui aura un impact positif sur leurs conditions de travail.

 

Je constate que votre Communauté est en train de franchir le dernier obstacle pour pouvoir installer ces réseaux au début de l'année 2020. Entre-temps, pour ce qui nous concerne, nous n'avons pas perdu notre temps puisque des groupes de travail ont été mis en place au sein de l'administration de la Santé publique. L'un de ces groupes est chargé de procéder à une étude et d'organiser une concertation sur la nécessité des services d'urgence. En la matière, je pense pouvoir dire qu'il y aura un soutien scientifique en faveur des réseaux qui seront amenés à prendre des décisions. Mais avant d'avoir la possibilité de prendre des décisions, il faut connaître les contours des réseaux.  

 

J'ai entendu et j'ai vu que cela a fait l'objet d'avancées en Wallonie. Ils étaient un peu en retard, mais ils ont rattrapé ce retard. Cela me fait plaisir.

 

06.03  Caroline Taquin (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour ces précisions. Je pense en effet que votre département prend les contacts utiles et nécessaires avec les entités fédérées. Il semblerait cependant que les adaptations législatives nécessaires pour mettre en place les réseaux soient difficiles à mettre en œuvre.

 

Je compte sur vous. Votre message est assez positif par rapport à cette question. Je vous remercie pour votre vision qui prépare un futur solide pour le secteur hospitalier, au profit uniquement de la santé du patient. Je sais que vous restez attentive, et je vous en remercie également.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Collega's, aan de orde zijn nu twee samengevoegde vragen aan minister Marghem. Mevrouw Marghem heeft mij echter laten weten dat ze vertraging heeft. Ze kan elk moment toekomen, maar als de Kamer hiermee akkoord is, behandelen wij eerst de vraag gericht aan minister De Backer.

 

(Instemming)

 

07 Vraag van Björn Anseeuw aan Philippe De Backer (Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post) over "Het optimaliseren van de strijd tegen sociale fraude" (55000191P)

07 Question de Björn Anseeuw à Philippe De Backer (Agenda numérique, Télécommunications et Poste) sur "L'optimisation de la lutte contre la fraude sociale" (55000191P)

 

07.01  Björn Anseeuw (N-VA): Mijnheer de minister, verschillende media berichten vandaag over de sterke stijging van de opbrengsten van de strijd tegen de sociale fraude: van 138 miljoen euro in 2014 tot maar liefst 272 miljoen euro in 2018. Als dat het geval is, dan feliciteren wij u en alle betrokken collega's-ministers daarvoor bijzonder graag. Dat is inderdaad een prestatie van jewelste.

 

Het is ook zo dat verschillende maatregelen van de regering-Michel I moesten bijdragen tot een performantere strijd tegen de sociale fraude. Zo werd in 2017 de inspectiedienst van de RSZ samengevoegd met de Sociale Inspectie van de FOD Sociale Zekerheid. Vanochtend op de radio zei u dat die samenvoeging sterk heeft bijgedragen tot de stijging van de inkomsten. Het zal u niet verwonderen dat wij uw visie op dat vlak delen, namelijk dat de integratie van sociale inspectiediensten inderdaad voor een performantere strijd tegen de sociale fraude moet zorgen, maar wij stellen vandaag wel vast dat die verschillende sociale inspectiediensten nog allemaal los van elkaar, versnipperd en onder de bevoegdheid van verschillende ministers werken, elk met hun eigen visie, hun eigen manier van werken, hun eigen directiestructuur enzovoort.

 

Het kan nochtans anders. Dat zal u ook niet verwonderen, want wij hebben dat al meermaals herhaald. Wij verwijzen daarvoor naar het Nederlandse voorbeeld, waar er al sinds 2012 een eengemaakte sociale inspectiedienst is.

 

U schudt neen. Misschien moeten wij samen eens over het muurtje gaan kijken, maar daar doet men het met minder overheidsfuncties, met gemeenschappelijke databases, een gezamenlijk actieplan enzovoort.

 

Naar aanleiding van de tijdingen in de media en wat u vanmorgen op de radio hebt gezegd, heb ik twee vragen, mijnheer de minister.

 

Op welke manier heeft de in 2017 uitgevoerde fusie daadwerkelijk en concreet bijgedragen tot een verhoging van de inkomsten uit de strijd tegen de sociale fraude? Kunt u daarop een bedrag plakken? Dat benieuwt mij heel erg.

 

Wij herinneren ons dat u, ondanks herhaaldelijk aandringen van onze partij, eigenlijk geen voorstander bent van een eengemaakte sociale inspectiedienst in ons land en dat u daarom ook geen stappen in die richting hebt gezet. Bent u op dat vlak van mening veranderd?

 

07.02 Minister Philippe De Backer: Mijnheer Anseeuw, de regering heeft van de strijd tegen sociale fraude steeds een topprioriteit gemaakt. Samen met de sociale inspectiediensten zijn we gerichter gaan inzetten op het aanpakken van grote fraude, zoals sociale dumping in de bouw en het transport. Verder gingen we de uitkeringsfraude aanpakken en de strijd tegen criminaliteit in grote steden naar voren schuiven. Ook de strijd tegen domiciliefraude werd opgedreven. Dat was onze strategie.

 

Bovendien werden de inspectiediensten hervormd, acht diensten werden er vijf. Het ging daarbij niet alleen om de samenvoeging van de Sociale Inspectie en de RSZ, er waren veel meer veranderingen. Zo werd ook de backoffice gedigitaliseerd.

 

Deze stappen hebben bijgedragen tot het opdrijven van de cijfers. Zoals u al zei, ging het bij de start van deze regering om 138 miljoen euro en intussen is het bijna 300 miljoen euro. Over de ganse periode werd er voor meer dan 1 miljard euro aan fraude opgespoord en ook geïnd.

 

Waarom is de grote fusie die u bepleit geen goed idee? U leurt nu al drie jaar met dat idee en uw wordt daarin gesteund door een aantal socialistische kopstukken. Dat werkt echter niet. Als u het Nederlandse systeem goed bekijkt, dan zult u vaststellen dat die databanken gescheiden zijn en dat de inspectiediensten naast elkaar kunnen functioneren. Men komt bij ons kijken hoe wij het doen, niet omgekeerd. In de Scandinavische landen heeft men zelfs geen sociale inspectiediensten, daar doet de politie het werk op het terrein.

 

Wij houden de diensten deels gescheiden, ook al worden ze overkoepeld door de SIOD, die hun acties stroomlijnt. Wij gaan zo te werk omdat de strijd tegen illegale detachering anders is dan de strijd tegen domiciliefraude, omdat het aanpakken van faillissementen andere wetgeving betreft en andere specialisaties vereist dan bijvoorbeeld het opsporen van zwartwerk. De regularisatie van lonen is een andere competentie dan het opsporen van fictieve zelfstandigen. Misbruiken in de ziekteverzekering hebben niets te maken met criminele netwerken in grootsteden.

 

Wij respecteren de deskundigheid van de diverse inspectiediensten die heel dicht bij hun corebusiness blijven. Ik zal de zeer performante inspectiedienst die de sociale bijdragen int, miljarden per jaar, echt niet ergens anders onderbrengen. Dat lijkt mij absoluut geen goed idee. Dat zou de strijd tegen fraude op het terrein absoluut niet ten goede komen.

 

Wat we in de toekomst absoluut wel moeten doen, is nog meer samenwerken. U hebt gezien dat wij deze week een protocol hebben afgesloten tussen politie, Justitie en sociale inspectiediensten. Er wordt informatie uitgewisseld en er komt een Europese databank om direct toegang te krijgen tot gegevens om illegale detachering in ons land sneller te kunnen opsporen. Daar pleit ik al jaren voor, sinds ik in het Europees Parlement actief was. Dat is de weg die wij bewandeld hebben en die resultaten opgeleverd heeft. Ik hoop dat de volgende regering die weg ook zal blijven bewandelen om de strijd verder op te drijven.

 

07.03  Björn Anseeuw (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u beroemt zich op spectaculaire resultaten, maar daarbij moet een kanttekening worden gemaakt. Het Rekenhof heeft immers vastgesteld dat het traceren van die opbrengsten bijzonder moeilijk is. U goochelt hier met cijfers, maar het Rekenhof heeft daarbij vragen. Het Rekenhof heeft ook vragen bij de cijfers die de SIOD in zijn verslag over het jaar 2018 naar voren heeft gebracht. Misschien moeten wij dat dus met een korrel zout nemen. Daar komt nog eens bij dat u in 2018 van de 21 indicatoren die deze opbrengsten moeten traceren, er slechts 17 hebt gemeten. Ik stel mij daar vragen bij.

 

Het is natuurlijk het een of het ander. U zegt dat u die diensten niet samen zal brengen. Wij kunnen echter niet ontkennen dat er steeds een overlap is en dat het bundelen van die krachten en het bundelen van die verschillende expertises wel tot meer performantie, efficiëntie en resultaten kan leiden.

 

U zet geen stappen richting een eengemaakte sociale inspectiedienst en dat maakt dat u alvast niet de geschiedenis zult ingaan als de dapperste aller strijders tegen de sociale fraude. U vaart blind, want het traceren van die opbrengsten is ontzettend moeilijk en u strijdt in verspreide slagorde. Dit is alleen in het voordeel van de valsspelers en de profiteurs en dat moet echt stoppen. Daarom is die eengemaakte sociale inspectiedienst van levensbelang.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Samengevoegde vragen van

- Kris Verduyckt aan Marie-Christine Marghem (Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling) over "De kosten van de berging van het kernafval en van de sluiting van de kerncentrales" (55000180P)

- Thierry Warmoes aan Marie-Christine Marghem (Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling) over "De nucleaire provisies" (55000190P)

08 Questions jointes de

- Kris Verduyckt à Marie-Christine Marghem (Energie, Environnement et Développement durable) sur "Les coûts d'entreposage des déchets nucléaires et de fermeture des centrales nucléaires" (55000180P)

- Thierry Warmoes à Marie-Christine Marghem (Energie, Environnement et Développement durable) sur "Les provisions nucléaires" (55000190P)

 

08.01  Kris Verduyckt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de wet is heel duidelijk: in 2025 gaan de kerncentrales in ons land dicht.

 

In die sector is 2025 eigenlijk overmorgen. Wij moeten ons daarop voorbereiden en wij doen dat ook. Er is in ons land een Commissie voor nucleaire voorzieningen die daarop toekijkt.

 

Deze week kregen wij het laatste jaarverslag van deze commissie en daarin stond iets wat ons allemaal zorgen zou moeten baren. Er stond "dat er in ons land met de huidige wetgeving een aanzienlijk risico is dat onze burgers, onze gezinnen zullen opdraaien voor de kosten van de ontmanteling en het bewaren van de bestraalde splijtstoffen".

 

Dat is iets wat wij niet mogen aanvaarden. De burgers in ons land betalen immers al heel lang een hoge energiefactuur en hebben via die energiefactuur de kerncentrales eigenlijk al afbetaald, en straks zouden zij nog eens moeten opdraaien voor de kosten van de afbraak.

 

Dat kunnen wij niet accepteren. Ik hoor de nucleaire sector reclame maken voor zichzelf en zeggen dat de kerncentrales langer moeten openblijven. Een van de argumenten die zij daarvoor aanhalen, is dat kerncentrales goedkoop zijn. Ik vind dat gemakkelijk spreken. De kerncentrales zijn afbetaald en de sector hoopt bovendien dat de factuur voor de afbraak ervan wordt doorgestuurd. Dat kan niet.

 

Mevrouw de minister, ik heb maar één vraag. Hoe zullen wij dat voorkomen? Hoe zullen wij ervoor zorgen dat die wetgeving sluitend wordt gemaakt? Ik begrijp dat u daarmee al een tijd bezig bent. Maak uw werk af. U verwijst in de media naar het Parlement. Wel, het Parlement is hier, wij luisteren.

 

08.02  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Madame la ministre, les citoyens, aujourd'hui, se demandent s'ils vont devoir payer eux-même la facture du démantèlement et des déchets des centrales nucléaires. Comme l'a dit mon collègue, la commission qui contrôle les provisions payées par Electrabel et Luminus, les producteurs, a tiré la sonnette d'alarme dans son rapport 2018. Il existe un risque considérable que la population belge doive supporter ces énormes coûts à l'avenir.

 

L'Écho de mardi dernier vous pose la question: "Faut-il augmenter ces provisions?" Vous dites que vous n'en savez rien. Vous êtes ministre de l'Énergie, madame, en affaires courantes, soit, mais tout de même. Dans quel pays vivons-nous si vous ne savez pas, aujourd'hui, s'il faut ou non augmenter ces provisions?

 

Quel est le problème? Dans l'hypothèse minimale, il faut 25 milliards d'euros pour le démantèlement et la gestion des déchets. En caisse, nous avons 11 milliards. Le calcul est donc assez simple. Au rythme actuel, qui est de 177 millions d'euros par an, cette année-ci en tout cas, ce n'est pas 5 années qui seront nécessaires, a minima, pour payer ces frais, mais 79 ans.

 

De plus, pouvons-nous compter sur cet argent? Où sont ces 11 milliards? Ils se trouvent chez Synatom, une filiale d'Engie, la maison-mère d'Electrabel. Non seulement, ces milliards sont là, mais ils ont été prêtés par Synatom à la maison-mère.

 

Êtes-vous d'accord avec le fait que ces provisions annuelles, payées par Electrabel et Luminus, doivent être fortement revues à la hausse? Si oui, comment? Trouvez-vous normal que l'argent devant servir au démantèlement des centrales nucléaires et à la gestion des déchets ne se trouve pas dans un fonds public, mais soit aux mains d'Engie Electrabel? Ne craignez-vous pas qu'Electrabel organise sa propre faillite pour échapper à ses responsabilités?

 

08.03  Marie-Christine Marghem, ministre: Monsieur le président, chers collègues, je vous remercie pour vos questions dans un dossier extrêmement délicat.

 

Monsieur Warmoes, je reprendrai le mot que vous avez cité, tiré de cet article, en disant que "je n'en sais rien", parce que je ne peux rien en savoir. En effet, c'est l'ONDRAF, l'organisme national s'occupant de la gestion des déchets radioactifs, qui doit fixer au fur et à mesure les moyens nécessaires à solliciter auprès d'Electrabel et à localiser dans le fonds Synatom pour pouvoir assurer, le moment venu, c'est-à-dire vers 2040, le début du démantèlement des centrales nucléaires et ensuite le traitement des déchets hautement radioactifs. Cette période va s'étendre jusque 2120.

 

Je vous rejoins sur le fait qu'il nous faut être extrêmement stricts pour que le principe du pollueur payeur soit appliqué et qu'Electrabel assume la totalité de ce coût, sans que le moindre centime d'euro ne soit payé par le consommateur. C'est pour cette raison que le gouvernement m'a chargée de renforcer le cadre légal.

 

J'ai déposé un projet de loi renforçant la loi de 2003, qui donne beaucoup plus de pouvoirs à la Commission des provisions nucléaires et permet par exemple à celle-ci de diminuer le volant de manœuvre des prêts que Synatom peut faire à Engie. À l'intérieur de ce fonds, jusque 75 % des sommes peuvent être prêtées à la maison-mère. On peut diminuer le volant de manœuvre de ces prêts et avoir en caisse, en cash, un volume plus important.

 

Vous devez savoir deux choses. Sous mon impulsion, nous sommes passés à 11 milliards d'euros. C'est moi qui ai soutenu l'ONDRAF dans une demande maximaliste afin d'avoir un maximum d'argent au sein du fonds Synatom. L'ONDRAF a continué son travail et l'a probablement mis à niveau, en fonction des évaluations techniques effectuées.

 

En plus, j'ai doté la CPN d'un budget de fonctionnement, qui était bien nécessaire pour permettre à celle-ci de travailler de manière professionnelle, sachant que le travail de cette commission doit s'étendre sur les 100 ans à venir et doit pouvoir être transmis de génération en génération, avec des gens qui y travaillent à temps plein. Aujourd'hui, ce sont des personnes qui accordent du temps à la Commission des provisions nucléaires, du temps et leur professionnalisme, alors qu'il serait nécessaire que nous ayons une équipe à temps plein pour assumer le traitement et le contrôle de ces provisions.

 

08.04  Kris Verduyckt (sp.a): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord.

 

Ik hoor u zeggen dat de vervuiler betaalt. Dat is het principe dat wij in dezen zeker zouden willen toepassen. U zegt dat u een wetsontwerp klaar hebt. Wij wachten daarop en willen u daarbij de hand reiken.

 

Ik wil nog wel één ding daaraan toevoegen, dat belangrijk is voor ons. Vorige week hebben wij in de commissie de nucleaire heffing besproken. Ik hoef u er niet aan te herinneren dat wij die veel te laag vinden. De afgelopen vier jaar is er 1 miljard euro minder in de kas gekomen dan de jaren voordien. Het einde van het jaar komt in zicht, maar de tijd van cadeaus aan die sector is absoluut voorbij. Wij kunnen niet dulden dat de afbouw van de centrales wordt betaald door onze burgers. Wij reiken u dus de hand.

 

08.05  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Madame la ministre, vous n'avez pas répondu à ma question. Vous avez dit que vous mainteniez vos propos, à savoir "je n'en sais rien". Vous avez quand même un avis!

 

Un montant de 177 millions a été demandé, cette année, par arrêté royal. C'est vous qui avez fixé ce montant. Et  il s'agit bien d'un arrêté royal du gouvernement.

 

Cela dit, il s'agit de "cacahuètes" par rapport aux besoins, mais cela ne m'étonne pas au regard des liens qui existent entre votre cabinet et Electrabel. Cet aspect a d'ailleurs souvent été évoqué.

 

Vous voulez renforcer la Commission des provisions nucléaires. Mais ce qui nous intéresse, c'est l'argent. Il faut avoir la garantie ferme et nette, comme vous le dites, que les citoyens ne devront pas payer.

 

J'ai posé une question sur le fonds public à laquelle vous n'avez pas non plus répondu. Si vous donnez l'argent en fonds interne au producteur, ce dernier sera-t-il encore là en 2120 pour payer? J'en doute quelque peu.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Question de Malik Ben Achour à Nathalie Muylle (Emploi, Economie et Consommateurs) sur "L'étiquetage des produits des colonies israéliennes" (55000182P)

09 Vraag van Malik Ben Achour aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De etikettering van de producten uit de Israëlische nederzettingen" (55000182P)

 

09.01  Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, madame la ministre, au Proche-Orient, face à l'impasse profonde, abyssale dans laquelle se trouve le processus de paix, devant les souffrances humaines et humanitaires qui sont à nouveau à leur paroxysme, certains soufflent sur les braises, par exemple en déplaçant leur ambassade de Tel-Aviv vers Jérusalem. D'autres se montrent attentistes, lorsqu'il s'agit de réellement contribuer à des solutions politiques pour une perspective à deux États.

 

Cependant, avant-hier, une étape très importante a été franchie dans l'approfondissement de la politique de différenciation entre Israël et ses colonies. Je rappelle que les colonies existent et se propagent en violation complète du droit international et de la résolution 2334 des Nations Unies.

 

La Cour de justice de l'Union européenne a en effet tranché. Les biens exportés depuis les colonies israéliennes devront clairement mentionner leur véritable origine et non plus un "made in Israel" parfaitement trompeur. Il ne peut plus y avoir la moindre ambiguïté. Demain, un produit fabriqué dans les colonies devra être étiqueté comme tel. C'est tout sauf symbolique parce que les consommateurs, en l'occurrence les consommateurs belges, ont le droit de savoir et de choisir en connaissance de cause.

 

Si je vous interroge, madame la ministre, c'est parce que notre pays a bel et bien émis une directive sur le respect de la réglementation européenne en la matière. Mais le gouvernement n'a toujours pas donné les moyens de vérifier son application ni au niveau de votre SPF ni au niveau de nos douanes. C'est bien là que le bât blesse.

 

Dès lors, madame la ministre, quelles mesures comptez-vous prendre afin de permettre à notre pays de respecter, de manière effective, les textes européens en la matière? Quelles instructions et moyens allez-vous donner à votre SPF afin de rendre cette décision enfin effective, en ce compris avec votre collègue en charge des douanes?

 

09.02  Nathalie Muylle, ministre: Monsieur le président, monsieur Ben Achour, l'arrêt de la Cour de justice de l'Union européenne a été prononcé il y a à peine deux jours. Vous comprendrez que je n'ai pas encore pu l'analyser en détail.

 

L'arrêt donne une interprétation au règlement FIC relatif à l'information des consommateurs sur les denrées alimentaires et décrit en détail les notions de pays d'origine et de lieu de provenance. L'arrêt donne une interprétation contraignante à ce règlement.

 

Pour moi, il est très clair que les autorités, leurs surveillants et les acteurs économiques doivent se conformer à ce prononcé contraignant. J'ai demandé au SPF Économie d'informer les fédérations professionnelles au sujet de cet arrêt.

 

09.03  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, la colonisation constitue un phénomène illégal, et nous le savons tous. Depuis des années, elle empêche toute avancée dans le processus de paix. Tout en vous remerciant de vos réponses, je vous rappelle que l'heure est à un surcroît de volontarisme politique.

 

La décision de la plus haute juridiction européenne est plus importante qu'il n'y paraît. Promouvoir une politique de différenciation à l'égard des produits issus des colonies revient à donner à nos concitoyens la possibilité de savoir. De la sorte, ils ne pourront plus être complices à leur insu de cette colonisation illégale qui bafoue les droits fondamentaux des populations palestiniennes.

 

Il appartient désormais au gouvernement de prendre toutes les mesures qui s'imposent et d'accorder aux administrations les moyens ad hoc.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Vincent Van Quickenborne aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De financiële cijfers van de regio's" (55000184P)

10 Question de Vincent Van Quickenborne à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Les chiffres relatifs aux finances des Régions" (55000184P)

 

10.01  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, deze week stond er een berichtje in De Tijd, misschien ook in L'Echo, dat de budgetten voor 2020 van alle deelstaten in het rood gaan. Allemaal, van de eerste tot de laatste.

 

Als men het tekort optelt, komt men tot 2 miljard euro voor de deelstaten. Ook Vlaanderen, het immer spaarzame Vlaanderen, gaat in het rood. Dit heeft te maken met het afschaffen van de woonbonus en de verlaging van de registratierechten. In 2021 zal er opnieuw een evenwicht zijn.

 

De hoofdvogel werd afgeschoten door onze voormalige collega, Frédéric Daerden. Hij is intussen gepromoveerd tot minister van Budget in de Franse Gemeenschap. Het tekort bedraagt daar 6,4 %, of 708 miljoen euro op een totaal budget van 11 miljard euro. Toen hij om een reactie werd gevraagd, zei hij dat dit marginaal en beheersbaar is. Zo kennen we hem natuurlijk.

 

Mijnheer de minister, ik vind dat bijzonder verontrustend. Dit zijn allemaal regeringen met volheid van bevoegdheid en elk van die regeringen slaagt er niet in om een begroting op te stellen die niet in het rood gaat, en dat bij het begin van de legislatuur.

 

U weet wat de situatie is. Wij staan voor economisch zwaar weer. Het budget is een probleem. Wij hebben op dit ogenblik geen federale regering met volheid van bevoegdheid.

 

Wat vindt u van die situatie? Wat kan of zult u doen om die situatie alsnog te corrigeren?

 

10.02 Minister David Clarinval: Mijnheer Van Quickenborne, het begrotingstekort van België zal volgend jaar naar verwachting toenemen, zoals reeds aangegeven is in het jongste budgettair plan.

 

Enerzijds is deze evolutie te wijten aan het feit dat bij afwezigheid van een federale regering de berekeningen van het tekort voor het komende jaar bij ongewijzigd beleid zijn opgemaakt. Dit wil zeggen: zonder de mogelijkheid te hebben de nodige corrigerende maatregelen te nemen om de impact van de groeivertraging en de aanhoudende stijgingen van de uitgaven voor pensioenen en invaliditeitsuitkeringen te compenseren.

 

Anderzijds blijkt uit de recente begrotingswerkzaamheden van de Gemeenschappen en de Gewesten echter dat de toename van het bijna universele tekort in de verschillende Gemeenschappen en Gewesten de toename van het tekort in België voedt. In 2020 zou het totale tekort van de Gemeenschappen en Gewesten meer dan 2 miljard euro moeten bedragen.

 

Opgemerkt moet worden dat in tegenstelling tot de federale regering, die op dit moment in lopende zaken is, deze begrotingen worden opgesteld door regeringen met volheid van bevoegdheden. In een dynamiek van collectieve verantwoordelijkheid, in een federale Staat, is het belangrijk dat iedereen de nodige stappen onderneemt om deel uit te maken van een pad naar verantwoorde saneringen.

 

In dit verband kan ik begrijpen dat bepaalde Gemeenschappen en Gewesten de groei van het tekort rechtvaardigen door de noodzaak de nodige investeringen te doen. Ik herinner er echter aan dat de Gemeenschappen en de Gewesten onderworpen zijn aan de regels van het Stabiliteits- en Groeipact, en de ESR-regels. Op dit moment staan deze regels geen specifieke overweging van investeringen toe.

 

10.03  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik wil u bedanken voor uw antwoord.

 

Het stelt mij teleur dat aan de problematiek zo weinig aandacht wordt besteed. Het staat in één krant. Wij zien het nergens in de media verschijnen. Wij spreken hier nochtans wel over het huishouden van ons land, over de federale regering, die op dit ogenblik geen volheid van bevoegdheid heeft, en over de deelstaten, die allemaal in de rode cijfers gaan.

 

Collega's, dat zou uiteraard ook essentieel moeten zijn tijdens de besprekingen voor een regering in wording, dus bij de preformatie. Ik lees dat de preformateur voor die besprekingen vijf prioritaire thema's heeft aangeduid.

 

Mijnheer de voorzitter, één onderwerp of thema ontbreekt echter, met name het budget, de olifant in de kamer.

 

Ik hoop dat wij op een ernstige manier de budgettaire discipline kunnen herstellen. Dat is wat wij hier in het Parlement moeten doen.

 

Ik hoop ook dat wat wij hier in het Parlement doen, daartoe bijdraagt in plaats van dat wij het deficit nog meer laten oplopen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Einde van de mondelinge vragen.

 

Scrutin

Geheime stemming

 

11 Cour constitutionnelle – Présentation de candidats en vue de la nomination d'un juge d'expression néerlandaise

11 Grondwettelijk Hof – Voordracht van kandidaten met het oog op de benoeming van een Nederlandstalige rechter

 

L'ordre du jour appelle les scrutins pour la liste double de candidats que la Chambre doit présenter en vue de la nomination d'un juge d'expression néerlandaise à la Cour constitutionnelle.

Aan de orde zijn de geheime stemmingen over het dubbeltal van kandidaten dat de Kamer moet voordragen met het oog op de benoeming van een Nederlandstalige rechter in het Grondwettelijk Hof.

 

Les candidatures ont été annoncées en séance plénière du 7 novembre 2019.

De kandidaturen werden aangekondigd tijdens de plenaire vergadering van 7 november 2019.

 

Le document portant les noms de candidats a été distribué. (700/1)

Het stuk met de namen van de kandidaten werd rondgedeeld. (700/1)

 

Je vous rappelle que, conformément à l'article 32, alinéa premier, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, la liste double doit être adoptée à la majorité des deux tiers des suffrages des membres présents.

Ik herinner u eraan dat overeenkomstig artikel 32, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, het dubbeltal moet worden aangenomen met een meerderheid van twee derde der stemmen van de aanwezige leden.

 

Nous commençons par le scrutin pour le premier candidat. Après la proclamation du résultat de celui-ci, nous procéderons au scrutin pour le second candidat.

Wij beginnen met de stemming voor de eerste kandidaat. Na de bekendmaking van de uitslag hiervan zullen wij overgaan tot de stemming voor de tweede kandidaat.

 

Les bulletins de vote pour le premier candidat ont été distribués.

De stembiljetten voor de eerste kandidaat werden reeds rondgedeeld.

 

Le scrutin étant secret, les bulletins ne peuvent être signés.

Daar de stemming geheim is, mogen de stembiljetten niet ondertekend worden.

 

À l'appel de son nom, chaque membre est prié de venir déposer son bulletin non signé dans l'urne, en montant à la tribune, de ma gauche à ma droite.

Ik verzoek elk lid om bij het afroepen van zijn naam zijn ongetekende stembiljet in de stembus te komen deponeren. Gelieve langs mijn linkerzijde op het spreekgestoelte te komen en dit aan mijn rechterzijde te verlaten.

 

Je rappelle que seuls sont valables les bulletins qui mentionnent le nom d'un candidat présenté avant le scrutin et que sont nuls les suffrages exprimés en faveur de plus d'un candidat

Ik wijs erop dat alleen geldig zijn de stembiljetten waarop de naam voorkomt van een voor de stemming voorgedragen kandidaat. Zijn ongeldig de stemmen uitgebracht op meer dan één kandidaat.

 

Nous allons donc passer au vote pour le premier candidat.

We zullen dus overgaan tot de stemming voor de eerste kandidaat.

 

11.01  Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, in een rechtsstaat is het meer dan bedenkelijk dat een Grondwettelijk Hof bestaat uit twaalf politiek benoemde rechters. Om in de rest van zijn professionele leven een mooie blauwe toga te kunnen aantrekken, heeft men in dit land de juiste partijkaart nodig. Er is daarbij geen objectieve representativiteit of evenredigheid tussen de politieke fracties. De keuze van vandaag voor iemand uit het minipartijtje sp.a toont dat aan.

 

Wij protesteren tegen die gang van zaken. Alle partijen die openlijk zeggen dat zij tegenstander zijn van politieke benoemingen roep ik op om eens consequent te zijn en geen naam in te vullen op de roze stembiljetten die zojuist werden rondgedeeld. Als een derde van de Parlementsleden dat doet, dan blokkeren wij het hele politieke benoemingssysteem en verhogen wij de druk om werk te maken van een objectief systeem.

 

Collega's van de N-VA, wees consequent. Laat u niet verleiden door de gedachte dat het de volgende keer uw beurt is in deze baantjescarrousel. Collega's, indien u zo dadelijk wel aan die politieke benoemingen zou meedoen, stop er dan alstublieft mee om met het belerende vingertje naar andere landen, zoals Polen, te wijzen. U en de Europese Unie doen moeilijk tegenover Polen omdat de rechters van het hoogste rechtscollege in dat land politiek worden benoemd. U hoeft Polen echt geen lessen te geven, want wat u nu in de Kamer zult doen, is exact hetzelfde. U zult zo dadelijk overgaan tot een politieke benoeming. Het Vlaams Belang zal daar alleszins niet aan meedoen.

 

11.02  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, aangezien het een geheime stemming betreft, zal ik geen stemverklaring afleggen, want dat kan niet en het zou tegen de geplogenheden ingaan.

 

De opmerkingen van collega Pas lijken mij niet allemaal van belang ontbloot, maar er bestaat wetgeving ter zake. Er kunnen initiatieven genomen worden om die wetgeving te wijzigen en die moeten volgens mij ernstig bekeken worden. Wanneer wij immers de discussie nu voeren naar aanleiding van concrete kandidaturen, dan dreigt de discussie juist op die kandidaturen van toepassing te zijn.

 

Naast het probleem dat collega Pas aansnijdt, wil ik trouwens, zonder de procedure te betwisten, even nog een tweede aanraken. Met het oog op de toekomst meen ik dat wij erover moeten nadenken dat wij momenteel leden van het Grondwettelijk Hof aanstellen zonder zelfs hoorzittingen te organiseren, waardoor wij eigenlijk niet weten welke de doelstellingen, intenties of bekwaamheden zijn. Overigens wil ik de bekwaamheden van de kandidaten over wie wij vandaag kunnen stemmen, niet in twijfel trekken. Het ontbreekt ons echter aan mogelijkheden om de kandidaturen in een hoorzitting ernstig te bekijken. Los van de huidige specifieke situatie denk ik dat wij de verantwoordelijkheid moeten nemen om dat vanuit het Parlement te herbekijken.

 

Ik wil trouwens, zonder voorafname op ons stemgedrag, opmerken dat een lid van het Grondwettelijk Hof moet toezien op de naleving van de Grondwet. Dat betekent dat de loyauteit van de leden van het Grondwettelijk Hof moeilijk verdeeld kan zijn over verschillende landen, maar daarover kan wel twijfel ontstaan in het geval er sprake is van een dubbele nationaliteit van een lid. In dat verband wens ik te stellen dat een van de kandidaten navolging verdient in het initiatief dat zij heeft genomen om op dat vlak alle duidelijkheid te verschaffen. Ik citeer haar: "Om elke vorm van twijfel weg te nemen, heb ik de Algerijnse ambassade gecontacteerd om afstand te doen van mijn Algerijnse nationaliteit." Dat initiatief stellen wij zeer op prijs. Ik mag hopen dat toekomstige kandidaten voor het Grondwettelijk Hof dat goede voorbeeld volgen.

 

Le président: J'invite les deux membres les plus jeunes, Mme Mélissa Hanus et M. Dries Van Langenhove, à procéder à l'appel nominal.

Ik nodig de jongste twee leden, mevrouw Mélissa Hanus en de heer Dries Van Langehove, uit de namen af te roepen.

 

Il est procédé à l'appel nominal.

Er wordt overgegaan tot de naamafroeping.

 

Tout le monde a-t-il déposé son bulletin dans l'urne? (Oui)

Heeft iedereen gestemd? (Ja)

 

Je déclare le scrutin clos.

Ik verklaar de stemming voor gesloten.

 

Ik stel voor dat wij een tiental minuten schorsen.

 

La séance est suspendue.

De vergadering is geschorst.

 

La séance est suspendue à 16 h 32.

De vergadering wordt geschorst om 16.32 uur.

 

La séance est reprise à 16 h 44.

De vergadering wordt hervat om 16.44 uur.

 

La séance est reprise.

De vergadering is hervat.

 

12 Cour constitutionnelle – Présentation de deux candidats en vue de la nomination d'un juge d'expression néerlandaise – Résultat du 1er scrutin

12 Grondwettelijk Hof – Voordracht van twee kandidaten met het oog op de benoeming van een Nederlandstalige rechter – Uitslag van de 1ste geheime stemming

 

Résultat du scrutin pour le premier candidat

Uitslag van de stemming voor de eerste kandidaat

 

Votants

138

Stemmen

Blancs ou nuls

23

Blanco of ongeldig

Valables

115

Geldig

Majorité des deux tiers

92

Tweederde meerderheid

 

Mme Yasmine Kerbache a obtenu 115 voix.

Mevrouw Yasmine Kerbache heeft 115 stemmen gekregen.

 

M. Jan Bertels a obtenu 0 voix.

De heer Jan Bertels heeft 0 stemmen gekregen.

 

Mme Yasmine Kerbache ayant obtenu la majorité des deux tiers des suffrages, est proclamée première candidate à la place vacante de juge d'expression néerlandaise à la Cour constitutionnelle.

Mevrouw Yasmine Kerbache die de tweederde meerderheid van de stemmen heeft gekregen, is tot eerste kandidaat uitgeroepen voor het vacante ambt van Nederlandstalige rechter in het Grondwettelijk Hof.

 

(Applaudissements)

(Applaus)

 

Nous allons procéder maintenant au scrutin en vue de la désignation du second candidat.

Wij gaan nu over tot de stemming voor de aanwijzing van de tweede kandidaat.

 

J'invite les deux membres les plus jeunes, Mme Mélissa Hanus et M. Dries Van Langenhove, à procéder à l'appel nominal.

Ik nodig de jongste twee leden, mevrouw Mélissa Hanus en de heer Dries Van Langehove, uit de namen af te roepen.

 

Il est procédé à l'appel nominal.

Er wordt overgegaan tot de naamafroeping.

 

Tout le monde a-t-il déposé son bulletin dans l'urne? (Oui)

Heeft iedereen gestemd? (Ja)

 

Je déclare le scrutin clos.

Ik verklaar de stemming voor gesloten.

 

13 Demande d'urgence émanant du gouvernement

13 Urgentieverzoek vanwege de regering

 

Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi modifiant la loi générale sur les douanes et accises du 18 juillet 1977 et le Code de la taxe sur la valeur ajoutée transposant la directive (UE) 2017/1371, n° 706/1

De regering heeft de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot wijziging van de algemene wet inzake douane en accijnzen van 18 juli 1977 en het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde ter omzetting van richtlijn (EU) 2017/1371, nr. 706/1.

 

13.01 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, de rechtvaardiging voor de vraag om urgentie is de volgende. Dit wetsontwerp beoogt de gedeeltelijke omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt wat de eigen middelen van de Europese Unie betreft.

 

Met het oog hierop worden de nodige aanpassingen aangebracht aan de algemene wet inzake douane en accijnzen en het btw-Wetboek. Deze omzetting werd vereist tegen uiterlijk 6 juli 2019, vandaar de vraag tot urgentie. Anders zijn wij immers in gebreke.

 

Le président: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

L'urgence est adoptée par assis et levé.

De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

 

14 Prise en considération de propositions

14 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Vous avez pris connaissance dans le dernier ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Demande d'urgence

Urgentieverzoek

 

14.01  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Monsieur le président, je voudrais demander l'urgence pour notre proposition "blouses blanches", n° 704/1 afin d'être sûr que nous pourrons tenir les débats la semaine prochaine.

 

Le président: Vous me demandez l'urgence concernant ces propositions, monsieur Laaouej?

 

14.02  Ahmed Laaouej (PS): Les propositions ayant le même objet, monsieur le président. Il faut regrouper. Sinon, ça ne sert à rien.

 

De voorzitter: Het betreft het voorstel van de heer Hedebouw tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de "Witte Woede", nr. 704/1.

 

Il y a d'autres propositions dans le même contexte mais si on accepte l'urgence pour la proposition de M. Hedebouw, les autres suivent automatiquement.

 

Wij stemmen bij zitten en opstaan over de urgentie voor het voorstel nr. 704/1.

 

De urgentie wordt bij zitten en opstaan aangenomen.

L'urgence est adoptée par assis et levé.

 

Ik schors de vergadering voor vijf minuten in afwachting van het resultaat van de geheime stemming.

 

De vergadering is geschorst.

La séance est suspendue.

 

De vergadering wordt geschorst om 16.55 uur.

La séance est suspendue à 16 h 55.

 

De vergadering wordt hervat om 16.58 uur.

La séance est reprise à 16 h 58.

 

De vergadering is hervat.

La séance est reprise.

 

Scrutin (continuation)

Geheime stemming (voortzetting)

 

15 Cour constitutionnelle – Présentation de deux candidats en vue de la nomination d'un juge d'expression néerlandaise – Résultat du 2è scrutin

15 Grondwettelijk Hof – Voordracht van twee kandidaten met het oog op de benoeming van een Nederlandstalige rechter – Uitslag van de 2de geheime stemming

 

Résultat du scrutin pour le second candidat

Uitslag van de stemming voor de tweede kandidaat

 

Votants

136

Stemmen

Blancs ou nuls

26

Blanco of ongeldig

Valables

110

Geldig

Majorité des deux tiers

91

Tweederde meerderheid

 

M. Jan Bertels a obtenu 110 voix.

De heer Jan Bertels heeft 110 stemmen gekregen.

 

M. Jan Bertels ayant obtenu la majorité des deux tiers des suffrages, est proclamé second candidat à la place vacante de juge d'expression néerlandaise à la Cour constitutionnelle.

De heer Jan Bertels, die de tweederde meerderheid van de stemmen heeft gekregen, is tot tweede kandidaat uitgeroepen voor het vacante ambt van Nederlandstalige rechter in het Grondwettelijk Hof.

 

(Applaudissements)

(Applaus)

 

16 Adoption de l’ordre du jour

16 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons procéder à l’approbation de l’ordre du jour de la prochaine séance.

Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda van de volgende vergadering.

 

Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.

Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.

 

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 21 novembre 2019 à 14 h 15.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 21 november 2019 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 17 h 00.

De vergadering wordt gesloten om 17.00 uur.

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 013 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 55 PLEN 013 bijlage.