Séance
plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 5 décembre 2019 Après-midi ______ |
van Donderdag 5 december 2019 Namiddag ______ |
La séance
est ouverte à 14 h 15 et présidée par M. Patrick Dewael.
De vergadering wordt geopend om 14.15 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.
Le président:
La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série de
communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans
le Compte Rendu Intégral de cette séance ou son annexe.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het Integraal Verslag van deze vergadering of in de bijlage ervan.
Ministre du
gouvernement fédéral présente lors de l’ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Sophie Wilmès.
Nahima
Lanjri, raisons de
santé / gezondheidsredenen;
Maxime Prévot, en
mission / met zending.
Gouvernement
fédéral / Federale regering:
François
Bellot, Philippe Goffin, en mission à l'étranger / met zending
buitenslands.
01 Admission, vérification des pouvoirs et prestation de serment
01 Toelating, onderzoek van de geloofsbrieven en eedaflegging
Nous devons
procéder à l'admission et à la prestation de serment du suppléant appelé à
siéger en remplacement de M. Didier Reynders, démissionnaire en date du
30 novembre 2019.
Wij moeten overgaan tot de toelating en eedaflegging van de opvolger die in aanmerking komt om de heer Didier Reynders, die op 30 november 2019 ontslag nam, te vervangen.
Le suppléant
appelé à le remplacer est M. Philippe Pivin, suppléant de la
circonscription électorale de Bruxelles-Capitale.
De opvolger die hem zal vervangen is de heer Philippe Pivin, opvolger voor de kieskring Brussel-Hoofdstad.
Les pouvoirs
de M. Philippe Pivin ont été validés en notre séance du
20 juin 2019.
De geloofsbrieven van de heer Philippe Pivin werden tijdens onze vergadering van 20 juni 2019 geldig verklaard.
Comme la
vérification complémentaire, prévue par l'article 235 du Code électoral,
ne porte que sur la conservation des conditions d'éligibilité, il apparaît que
cette vérification, n'a, au vu des pièces obtenues, qu'un caractère de pure
formalité.
Daar het aanvullend onderzoek door
artikel 235 van het Kieswetboek voorgeschreven, uitsluitend slaat op het
behoud van de verkiesbaarheidsvereisten, gaat het, gelet op de verkregen stukken,
in de huidige omstandigheden om een loutere formaliteit.
Je vous
propose donc de passer à l'admission de ce membre.
Ik stel u dus voor tot de toelating over te gaan van dit lid.
Pas
d'observation? (Non)
Il en sera
ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Je rappelle que
les députés élus par le collège électoral de l'arrondissement de Bruxelles font
partie soit du groupe linguistique français, soit du groupe linguistique
néerlandais de la Chambre, selon qu'ils prêtent serment en français ou en
néerlandais. Si le serment est prêté en plusieurs langues, celle d'entre elles
qui est utilisée en premier lieu est déterminante.
Ik herinner eraan dat de volksvertegenwoordigers gekozen door het kiescollege van het arrondissement Brussel deel uitmaken van de Franse of de Nederlandse taalgroep van de Kamer, naargelang zij de eed in het Frans dan wel in het Nederlands afleggen. Wordt de eed in verscheidene talen afgelegd, dan is de taal waarin hij het eerst is afgelegd beslissend.
Je rappelle les termes du serment: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Ik memoreer de bewoordingen van de eed: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Je prie
M. Philippe Pivin de prêter le serment constitutionnel.
Ik verzoek de heer Philippe Pivin de grondwettelijke eed af te leggen.
M. Philippe
Pivin prête le serment constitutionnel en français.
De heer
Philippe Pivin legt de grondwettelijke eed af in het Frans.
M. Philippe
Pivin fera partie du groupe linguistique français.
De heer Philippe Pivin zal deel uitmaken van de Franse taalgroep.
Conformément
à l'avis de la Conférence des présidents du 4 décembre 2019, je vous
propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi la
proposition de loi (M. Servais Verherstraeten) modifiant des dispositions
diverses transitoires et relatives à l'entrée en vigueur en matière de Justice,
n° 803/1.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 4 december 2019 stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van vannamiddag het wetsvoorstel (de heer Servais Verherstraeten) tot wijziging van diverse bepalingen inzake overgangsregeling en inwerkingtreding betreffende Justitie, nr. 803/1, in te schrijven.
Pas d'observation?
(Non)
Il en sera
ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
03 Modification au sein du gouvernement
03 Wijziging binnen de regering
Par lettre
du 30 novembre 2019, la première ministre transmet copie de l'arrêté
royal du 30 novembre 2019 intitulé "Gouvernement – Démission –
Modification – Nomination".
Bij brief van 30 november 2019 zendt de eerste minister een afschrift over, van het koninklijk besluit van 30 november 2019 met als opschrift "Regering – Ontslag – Wijziging – Benoeming".
Le groupe MR
propose de remplacer M. Philippe Goffin, membre du Bureau démissionnaire,
par Mme Kattrin Jadin.
De MR-fractie stelt voor de heer Philippe Goffin als ontslagnemend lid van het Bureau te vervangen door mevrouw Kattrin Jadin.
Pas d'observation?
(Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
04.01 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de voorzitter, ik wil graag een opmerking maken.
Ik zie dat wij voor de eerste keer met een aftelklok zullen werken. Ik weet niet of u het programma Blokken kent, mijnheer de voorzitter? Daarin heeft men precies twee minuten tijd om een woord van acht letters te raden. Er bestaat in Nederland ook zo'n programma, Twee voor twaalf – parlementair is het straks twee ná twaalf –, en daarin heeft men twee minuten tijd om een woord van twaalf letters te raden.
U dwingt ons nu om een vraag te stellen aan een minister en de context daarvan te schetsen – de enige keer dat wij rechtstreeks in het Parlement een mondelinge vraag mogen stellen – in de democratische tijd van twee minuten. Men kan zeggen dat er in de commissies ook mondelinge vragen mogen worden gesteld, maar dan is de vraag al niet meer actueel.
De voorzitter: Maak uw punt, mijnheer Dedecker.
04.02 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de voorzitter, ik zou mij toch echt graag uitspreken hierover, want ik vind het een beschamend toneeltje voor het Parlement.
Het Parlement is er voor de vrije meningsuiting. Wij klagen allemaal over de particratie, wij klagen erover dat wij backbenchers zijn en dat wij niets mogen zeggen. Dit hier, het halfrond, is de enige plaats – ik ben heel verwonderd dat collega's hiermee instemmen – waar men vrij zijn mening mag uiten, waar men de tijd krijgt en waar de ministers aanwezig zijn; wat niet altijd het geval is in de commissies, daar kan men soms immers weken wachten en is de actuele waarde van de vraag al verdwenen. Ik vind het een triestige bedoening. Mijnheer Hedebouw, bijvoorbeeld, ik hoor u hierover niets zeggen. U bent nochtans beroemd geworden in Vlaanderen dankzij het vragenuurtje.
Ik rond af, mijnheer de voorzitter.
Straks zullen wij nog eindigen als een twitterparlement, waar wij onze klinkers en medeklinkers zullen moeten tellen.
De voorzitter: Ik neem nota van uw opmerkingen.
Ik zou u echter het volgende willen zeggen. Er is afgesproken om de in het Reglement voorziene spreektijd op een afdoende manier te meten. Mijnheer Dedecker, u heeft het misschien moeilijk met reglementen. Om ons toe te laten te weten in welk kader we spelen, is het goed te weten wanneer uw tijd voorbij is. Als u niet in staat bent om op twee minuten een vraag te stellen, dan neem ik daar ook nota van – met de toenemende leeftijd wordt het al wat moeilijker om bondiger te zijn, neem ik aan. Laat ons in elk geval toch proberen een proeve te doen in bondigheid. De regels zijn voor eenieder hetzelfde. Als u geen vraag kunt stellen op twee minuten is het volgens mij geen goede vraag.
Als u daar niet mee akkoord gaat, moet u een voorstel indienen tot wijziging van het Reglement waardoor iedereen net zo lang kan spreken als hij wil, maar dat kan ook niet de bedoeling zijn. In alle parlementen die we kennen, ook het Europees Parlement, is er op een of andere manier een vorm van tijdsbeperking, een minutage. Ik kan er niets aan doen dat u dat wel of niet aanstaat.
Ik stel voor dat we overgaan tot de mondelinge vragen.
- Georges Dallemagne à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La crise au sein de l’OTAN après le sommet de Londres et la coopération avec la France" (55000248P)
- Tim Vandenput à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Le sommet de l'OTAN à Londres" (55000254P)
- Michel De Maegd à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Le sommet de l'OTAN à Londres" (55000255P)
- François De Smet à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La crise au sein de l’OTAN après le sommet de Londres et la coopération avec la France" (55000258P)
- Georges Dallemagne aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De crisis bij de NAVO na de NAVO-top in Londen en de samenwerking met Frankrijk" (55000248P)
- Tim Vandenput aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De NAVO-top in Londen" (55000254P)
- Michel De Maegd aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De NAVO-top in Londen" (55000255P)
- François De Smet aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De crisis bij de NAVO na de NAVO-top in Londen en de samenwerking met Frankrijk" (55000258P)
05.01 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, madame la
première ministre, vous avez participé au sommet – important – du 70e anniversaire
de l'OTAN à Londres. La photo finale montrait l'unité de l'OTAN mais maquillait
mal les lézardes et points de discussion qui existent aujourd'hui.
Je me réjouis que
le président français ait donné un coup de pied dans la fourmilière bureaucratique
"otanienne". À travers cette
alliance de sécurité, nous traversons aujourd'hui une crise importante. À la
fois, nous connaissons le souverainisme des Etats-Unis et la trahison de la
Turquie envers notre allié dans la lutte contre l'État islamique. Le terrorisme
est une des principales menaces sur notre sécurité. Mais il y a des dissensions
internes importantes, une définition insuffisante des menaces auxquelles nous
sommes exposés ainsi qu'un manque de cohésion et de cohérence au sein de
l'alliance; cela, avec une Europe particulièrement faible, puisqu'elle est
incapable de mettre en place une véritable défense européenne.
Madame la première
ministre, j'ai compris que vous n'aviez pas simplement assisté à ce sommet,
mais que vous y aviez pris une part active, au point même de proposer, à
l'issue du sommet et d'une rencontre avec le président Macron, une
collaboration à la définition d'un avenir stratégique plus efficace pour cette
alliance de sécurité.
J'aimerais
connaître votre sentiment sur ce sommet.
Quel rôle la
Belgique compte-t-elle jouer? Quelle est son ambition pour faire en sorte que
cette alliance de sécurité soit à la mesure des enjeux de sécurité que nous
traversons?
05.02 Tim Vandenput (Open Vld): Mevrouw de eerste minister, u hebt uw eerste NAVO-top meegemaakt. Zoals wij konden lezen, was de sfeer in Londen niet bijster goed. Er bestaat al enige tijd discussie over de rol en de toekomst van de NAVO en met presidenten als Trump en Erdogan aan de tafel is dat niet evident.
Onze fractie is en blijft voorstander van de NAVO als garantie voor onze gemeenschappelijke veiligheid. Een alliantie werkt echter alleen maar als er cohesie en samenwerking is. België moet het goede voorbeeld blijven geven en de volgende regering zal meer moeten investeren in Defensie, zodat wij onze NAVO-verplichtingen kunnen nakomen.
Wij moeten dan ook weten waar de NAVO naartoe gaat. Trump spreekt dreigende taal, Macron vindt dat de NAVO hersendood is en Turkije ontketent oorlogen waarin wij ook kunnen worden meegesleept, en dat allemaal in een wereld waarin ook Rusland en China zich profileren.
Ons land is stichtend lid van de NAVO en wil een constructieve rol blijven spelen. Mevrouw de eerste minister, wij lazen dat u hebt aangeboden om een constructieve bemiddelaar te zijn om de cohesie in de NAVO opnieuw te versterken.
Ik heb twee vragen.
Kunt u toelichting geven over de manier waarop de NAVO haar strategische discussies in de toekomst zal voeren? Wat zal de positie van België zijn op het internationale toneel?
05.03 Michel De Maegd (MR): Monsieur le président, madame la première ministre, vous vous
êtes rendue à Londres pour participer à votre premier sommet de l'OTAN.
Vous nous aviez
présenté, il y a quelques jours, en commission, les grands enjeux de ce sommet.
Aujourd'hui, nous voudrions connaître vos impressions politiques suite aux
réunions ministérielles et multilatérales, et aux rencontres bilatérales que
vous avez eues à cette occasion.
Madame la
première ministre, sur le plan politique, l'OTAN va ouvrir un chantier
important de réflexion sur son avenir et plus particulièrement sur sa cohésion,
base de l'article 4 du traité. Comment cette réflexion sera-t-elle
organisée au sein de l'alliance?
Toujours sur le
plan politique, les relations de l'OTAN et de la Russie doivent s'inscrire dans
un dialogue constructif, mais, bien entendu, exempt de toute naïveté. C'est
cette tonalité qui doit nous guider notamment lors du sommet qui se tiendra
lundi prochain sur l'Ukraine.
La question turque
était également un des enjeux majeurs de ce sommet. Avez-vous perçu, madame la
première ministre, une meilleure compréhension des intérêts d'Ankara,
d'une part, et de l'Alliance atlantique, d'autre part?
Enfin, le spatial
devient un domaine opérationnel de l'Alliance atlantique, une dimension
essentielle au succès des opérations de l'OTAN. Pouvez-vous nous garantir que
nous défendons une vision de non-militarisation de l'espace? Forte de son industrie spatiale, la
Belgique peut-elle valoriser ses atouts dans ce secteur?
05.04 François De Smet (DéFI): Monsieur le président, madame la première ministre, ma question
sera plus générale.
Vous avez
participé à votre premier sommet de l'OTAN. Le monde dans lequel cette
organisation a été créée a bien changé. Les menaces ne sont plus du tout les
mêmes, mais elles sont fortes. Il y a évidemment la lutte contre le terrorisme.
Il y a la question de la Russie. Bien entendu, nous ne sommes plus face au
péril rouge des années 50.
Néanmoins, la
déclaration de Watford n'a pas commis l'erreur de désigner la Russie comme
ennemi, même si cela reste un pays qui constitue une menace pour ses voisins
immédiats. Il faut donc trouver un moyen d'avoir de meilleures relations avec
ce pays.
Cela dit, il est
surtout frappant de constater que, pendant que le monde changeait, l'OTAN n'a,
pour sa part, pas changé ou pas assez. C'est une organisation qui n'a pas
évolué. Et ce qui n'a pas changé du tout, c'est le rapport de force. En effet,
les Européens restent clairement dominés par les États-Unis dans cette
organisation.
Or,
on peut avoir des relations assez saines avec les États-Unis en matière de
défense, tout en constituant enfin une Europe de la défense. Mais nous,
Européens, restons des nains en la matière.
Ma question sera
toute simple.
En tant que
première ministre, fût-ce d'un gouvernement minoritaire en affaires courantes,
ressentez-vous le besoin de développer une vision de la défense européenne qui
pourrait commencer à s'ancrer? La Belgique est à la fois membre fondateur de
l'OTAN et de l'Union européenne. Notre pays pourrait donner une impulsion
bénéfique à cet égard.
De voorzitter: Mevrouw de eerste minister, het was de eerste keer dat u deelgenomen hebt aan de NATO-top. Ik wil u daarvoor feliciteren. U hebt verschillende vragen gekregen van vier sprekers.
Vous
disposerez de quatre minutes pour votre réponse, madame la ministre. Je sais que vous pouvez parfaitement
respecter ce délai.
05.05 Eerste minister Sophie Wilmès: Dank u voor uw vertrouwen, mijnheer de voorzitter!
Monsieur le
président, chers collègues, je remercie chacun d'entre vous pour ces questions
qui permettent de faire le point sur ce qui s'est passé pendant ce top. Nous
avions déjà eu l'occasion d'évoquer au sein du groupe RELEX les points que
j'allais pouvoir défendre au nom de la Belgique.
Au début du top,
on a parlé de crise, étant donné qu'il y avait eu des réflexions et des
remarques sur le fonctionnement de l'OTAN. Il ne faut pas se leurrer: quand on
est trente dans une Alliance, il arrive qu'il y ait des opinions divergentes,
d'autant plus quand le monde change, comme vous l'avez tous si bien relevé.
Pour la Belgique,
j'ai plaidé dans le sens du dialogue. J'ai expliqué qu'on ne pouvait pas à la
fois développer le dialogue à l'extérieur, vis-à-vis des pays tiers à
l'Alliance, et ne pas être en capacité de le faire au sein même de l'OTAN. Je
vous rassure tout de suite: je n'étais pas la seule à le dire lors de la
réunion. La plupart des pays ont joué la carte de l'unité. Pourquoi? Parce que
ce qui rend l'OTAN forte, c'est justement cet article 5 All for one,
one for all. À partir du moment où on garde cette unité dans le viseur, on
pourra continuer à être une Alliance forte qui fera du sens dans le maintien de
la sécurité.
Pour ce qui est du
développement européen, il est vrai que la défense européenne se raffermit. On
le voit et on le souhaite aussi. Mais le raffermissement de cette défense
européenne ne doit pas se voir comme une concurrence ou une opposition à
l'OTAN. On doit considérer cela comme étant un pilier qui se raffermit. Quand
la défense européenne se raffermit, l'OTAN se raffermit. Après avoir dit cela,
on rajoute ensuite l'essentiel. C'est que, pour la Belgique, l'OTAN reste la
pierre angulaire de la défense. Il faut pouvoir travailler sur les deux
tableaux. Nous avons
donc plaidé pour un renforcement de la coopération entre l'OTAN et l'Union
européenne.
Er zijn inderdaad nog andere punten besproken tijdens de vergadering. We hebben gesproken over het Global Response Plan voor het Oosten. Dat werd goedgekeurd door Ankara, wat niet zo was in het begin van onze bijeenkomst. Ook dat was een belangrijk punt. Verder werd nog beslist dat de ruimte tot vijfde operationeel domein zou worden verklaard. Dat is heel belangrijk. Ik bevestig natuurlijk dat België geen voorstander is van militarisering van de ruimte, het is een kwestie van betere informatie en coördinatie. We hebben ook een akkoord bereikt over de cost share, niet te verwarren met de burden sharing.
J'ai aussi entendu la question sur nos relations avec la Russie. La
position de la Belgique reste la même. Nous devons apporter une approche duale,
avec d'une part un dispositif de défense crédible et clairement dissuasif, et
d'autre part, garder ouverts les canaux de discussion avec la Russie dans le
cadre du Conseil OTAN-Russie.
Pour
terminer sur le sentiment général: oui, il y a eu des expressions fortes, mais
elles ont permis de relancer le dialogue sur le futur de l'OTAN. Vous aurez
remarqué que les décisions qui ont été annoncées concernent non seulement une
réflexion sur le futur de l'OTAN, mais aussi sur le renforcement de l'OTAN, ce
qui est fondamental pour nous, et avec de nouveau ce message d'unité, qui nous
est cher.
Monsieur le
président, j'ai pris cinq secondes de trop. Veuillez m'en excuser.
05.06 Georges Dallemagne (cdH): Madame la première ministre, j'ai
compris qu'il y avait une ambition, que j'espère forte. Je pense que la
Belgique, qui est un des États fondateurs de l'OTAN, doit retrouver sa parole à
l'extérieur. Nous avons dans ces domaines, notamment sur la question de la
défense européenne, pâti d'avoir, au sein du gouvernement précédent, un parti
qui était profondément eurosceptique et qui n'a pas travaillé sur cette
question de défense européenne. Nous devons enfin retrouver une autonomie
stratégique au niveau de l'Europe pour pouvoir peser plus au sein de
l'Alliance.
Nous devons
retrouver également un concept stratégique pour l'OTAN qui s'adapte beaucoup
mieux au contexte mondial actuel, et notamment qui dépasse les côtes de
l'Atlantique. Au-delà de ça, nous devons retrouver une cohérence interne forte
sur la base de cette proposition du président français. J'espère que nous
serons aux côtés de ces dirigeants qui mettent les points sur les i et qui
insistent sur les modifications fondamentales qu'il y a lieu d'apporter au sein
de ces alliances stratégiques.
05.07 Tim Vandenput (Open Vld): Mevrouw de eerste minister, dank u voor het antwoord.
Het verheugt ons te horen dat u een actieve rol wil blijven spelen om de crisis te bezweren, en dat er verder wordt nagedacht over de toekomst van de NAVO. Wij vinden de veiligheid in Europa en in België cruciaal en de NAVO speelt daar een belangrijke rol in.
Tegelijkertijd heb ik u echter ook horen zeggen dat er verder wordt gewerkt aan een Europese defensie binnen en naast de NAVO. U stelde dat we aan beide tegelijkertijd moeten werken. Ik herinner mij echter dat de heer Reynders in een commissievergadering eens terecht heeft opgemerkt dat die Europese defensie er alleen zal komen als de Europese defensie-industrie mee convergeert. Daar ligt nog een uitdaging voor de leiders van de verschillende landen. Laten we dus werken aan een sterke NAVO maar ook aan een sterke Europese defensie.
05.08 Michel De Maegd (MR): Madame la première ministre, je vous remercie pour votre réponse,
pour le pragmatisme et la sagesse de vos propos à l'issue de ce premier sommet
de l'OTAN.
En exergue, un
mot: coopération. Coopération mais avec réalisme, sans naïveté vis-à-vis de la
Russie. Coopération pour faire démentir le ressenti français de mort cérébrale
de l'OTAN, coopération en tant que membre du berceau de l'Alliance atlantique,
coopération pour nos intérêts sécuritaires notamment face aux problèmes de la
Syrie et coopération encore dans le domaine spatial non militarisé, vous l'avez
souligné, au bénéfice de notre industrie spatiale.
Nous faisons vœu,
madame la première ministre, que la coopération renforcée soit au cœur de notre
politique au sein de cette Alliance.
05.09 François De Smet (DéFI): Madame la première ministre, je
vous remercie pour votre réponse complète. Je ne doute pas une seconde de votre
engagement européen.
J'émettrai
toutefois un petit bémol sur la foi et la confiance que vous semblez placer
dans ce fameux article 5.
Je crois que la
présidence de M. Trump doit être une sorte de signal d'alarme. Avant son arrivée,
personne n'aurait imaginé qu'un président américain pourrait suggérer qu'un
jour, les États-Unis n'interviendraient pas automatiquement si une menace, par
exemple contre un État balte, se faisait jour. Ce signal d'alarme doit nous
rendre attentifs à ce qu'une construction de l'Europe de la Défense arrive le
plus rapidement possible. Merci d'y être attentive.
Het incident is gesloten.
06 Question de Özlem Özen à Koen Geens (VPM Justice et Régie des Bâtiments ) sur "Le préavis de grève dans les prisons" (55000246P)
06 Vraag van Özlem Özen aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der Gebouwen) over "De stakingsaanzeggingen in de gevangenissen" (55000246P)
06.01 Özlem Özen (PS): Monsieur le ministre, le 18 mars, grève à la prison de Louvain;
le 7 mai, à Bruxelles, Dendermonde, Hasselt, Lantin; le 26 septembre,
à Anvers; le 2 octobre à Turnhout; le 7 novembre, préavis à Mons; le
14 novembre à Ittre.
Monsieur le
ministre, la grève générale annoncée dans nos prisons est loin d'être une
surprise puisqu'elle constitue l'aboutissement d'un ras-le-bol légitime des
agents face aux promesses non tenues alors que les conditions de travail se
dégradent sans cesse. Ces hommes et femmes travaillent dans des conditions
désastreuses. Il est impossible d'accomplir un travail de réinsertion et
d'accompagnement. Les détenus sont pires à leur sortie de prison.
Aujourd'hui, les
agents pénitentiaires n'ont qu'une demande: exercer leur métier déjà difficile
dans des conditions humaines et en sécurité. Les économies imposées à la
justice et plus particulièrement à nos établissements pénitentiaires ont des
répercussions quotidiennes.
Ainsi, un détenu
s'est évadé de Jamioulx il y a trois semaines, alors qu'il était hospitalisé.
Il aurait dû être accompagné par deux agents expérimentés. Or on apprend qu'un
seul agent inexpérimenté aurait assumé cette tâche. C'est un exemple parmi
d'autres qui illustre l'état de nos prisons et de notre justice.
Monsieur le
ministre, quel bilan tirez-vous des économies imposées? Que répondez-vous aux
syndicats qui se sentent trahis car les
engagements n'ont pas été respectés? Comment allez-vous assurer la sécurité à
l'intérieur et à l'extérieur des prisons, quand des agents inexpérimentés et
peu nombreux sont mis en première ligne? L'évadé a-t-il été localisé?
Disposez-vous d'autres informations le concernant?
06.02 Koen Geens, ministre: Madame Özen, loin de moi
l'idée de vous dire que la situation des prisons de notre pays est idéale:
70 % des bâtiments datent du 19e siècle et cela ne peut
être résolu en une législature.
Beaucoup de
prisons ont été fermées ou partiellement fermées durant cette législature:
Tilburg aux Pays-Bas, Forest, par le bourgmestre et Merksplas, suite à un
incendie. J'ai donc perdu environ 800 places. Mais il y a beaucoup moins
de prisonniers en fin qu'en début de législature. J'en ai fait baisser le
nombre de 1 200 unités.
Dans le même temps, j'ai garanti un cadre. Il
n'est pas pleinement rempli parce que j'ai beaucoup de mal à recruter, surtout
au nord du pays. En 2017, j'ai recruté 609 agents pénitentiaires: 561 en
2018, et 381 au 1er octobre 2019. Je fais de mon mieux
pour remplir ce cadre, qui est rempli à 94 ou 95 % en ne tenant pas compte des
malades ou absents.
À propos de la
grève dont vous parlez, je suis fort triste qu'elle concerne le service
minimum. J'ai essayé de le négocier autant que faire se peut, non seulement la
loi de 2019 mais aussi les arrêtés royaux pendant tout l'été. Le dernier a été
publié hier. Une médiation est en cours au sujet du cadre qui doit être présent
par prison en cas de grève. Je suis sûr que nous y arriverons avec la bonne
volonté de tous. Je n'ai pas encore donné mon accord pour la grève et je ferai
de mon mieux pour l'empêcher.
06.03 Özlem Özen (PS): Monsieur le ministre, vous parlez de
service minimum mais vous savez que, vu le manque de moyens, nos prisons
fonctionnent déjà avec un service minimum. Votre politique pénitentiaire des
cinq dernières années a maintenu les prisons dans un autre siècle! Le manque
de considération et le mépris pour ceux qui sont confrontés aux tensions et
violences au sein des prisons a des répercussions pour les agents, les détenus
et la société dans son ensemble.
Monsieur le
ministre, votre discours ne change pas les faits. Vous avez mené une politique
répressive centrée sur la prison, votre projet de Code pénal en est un bon
exemple.
L'incident est clos.
- Jean-Marie Dedecker aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der Gebouwen) over "De bestraffing van teruggekeerde IS-strijders" (55000251P)
- Katja Gabriëls aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der Gebouwen) over "De vraag van de federale procureur om de strafmaat voor terreurmisdrijven te verhogen" (55000256P)
- Jean-Marie Dedecker à Koen Geens (VPM Justice et Régie des Bâtiments ) sur "Les sanctions contre les combattants de l'EI rentrés au pays" (55000251P)
- Katja Gabriëls à Koen Geens (VPM Justice et Régie des Bâtiments ) sur "La demande du procureur fédéral de durcir les peines en matière de terrorisme" (55000256P)
07.01 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de minister, als men in ons land iemand de keel oversnijdt, kruisigt of vermoordt, riskeert men een gevangenisstraf van 15 jaar tot levenslang. Als men dat in Syrië doet en dan naar hier komt, riskeert men hier 5 jaar cel. Wat zult u daaraan doen?
Stop de klok, mijnheer de voorzitter.
De voorzitter: U levert het perfecte bewijs dat men een pertinente vraag kan stellen in een zeer korte tijdspanne. Dank u wel.
07.02 Katja Gabriëls (Open Vld): Mijnheer de minister, ik heb het met u graag even over de uitspraken van de federale procureur, de heer Van Leeuw, die afgelopen week stelde dat terroristische misdrijven dikwijls te kort bestraft worden in ons land. Volgens hem ligt dat aan de correctionalisering van dergelijke feiten, waardoor dikwijls niet de wettelijke maximumstraf kan worden opgelegd. Ik had de indruk, maar die kan verkeerd zijn, dat de procureur bedoelde dat het bij de parketten bijna een automatisme geworden is te correctionaliseren. Nochtans, als men geen verzachtende omstandigheden in aanmerking moet nemen, kunnen terroristische feiten wel degelijk voor het hof van assisen worden gebracht.
Ik besef dat er in de vorige legislatuur heel wat discussie was over de rol van het hof van assisen, maar als wij de filosofie indachtig houden dat ernstige feiten met een zware impact op de maatschappij toch nog voor dat hof gebracht kunnen worden, meen ik dat terroristische misdrijven daar thuishoren.
Vandaar mijn vragen.
Ten eerste, wat is uw mening over het wel of niet automatisch correctionaliseren en het al dan niet berechten voor het hof van assisen van dergelijke misdaden?
Ten tweede, wij zijn volop bezig met de samenstelling van het nieuwe Strafwetboek. Kunt u enige toelichting geven? Plant u hogere straffen? Voor welke rechtbank zullen terroristische feiten in de toekomst gebracht worden?
Ten derde, er is een belangrijke discussie gaande over de terbeschikkingstelling van veroordeelden aan de strafuitvoeringsrechtbank. In het nieuwe Strafwetboek is daar geen sprake meer van, hoewel dat een nuttige maatregel kan zijn voor onder andere seksuele delinquenten en plegers van terroristische misdrijven. Plant u alternatieven voor het systeem van terbeschikkingstelling?
07.03 Minister Koen Geens: Dank u wel, mijnheer Dedecker en mevrouw Gabriëls, voor uw bondigheid. Ik zal proberen uw voorbeeld te volgen.
Ten eerste, op het ogenblik zijn er 140 IS-strijders teruggekeerd en er werden de voorbije vijf jaar 430 veroordelingen voor terrorisme uitgesproken. Dat betekent – u moet met het slechte dat u lijkt te zeggen, ook het goede kunnen zeggen – dat er heel wat mensen veroordeeld zijn die niet eens vertrokken zijn en dat er ook heel wat bij verstek veroordeeld zijn die nog ginder zijn of gestorven zijn.
In het algemeen heeft de procureur mijns inziens niet verklaard dat de strafmaten te gering zijn. Hij betreurde volgens mij wel dat het hof van assisen minstens voor terreurdaden niet werd afgeschaft en dat, omdat het niet is afgeschaft, veel van die feiten gecorrectionaliseerd worden omdat het nu eenmaal niet aangepast is om terreurmisdrijven voor een assisenhof te brengen, om allerlei redenen, waarvan de intimidatie van de juryleden door de feiten en de hoge veiligheidsmaatregelen niet de minste zijn. Daar gaat het veeleer over in het discours van de heer Van Leeuw dan over de strafmaten. Het gaat overigens over de strafmaten voor de lichtste terreurmisdrijven, zoals het vertrek naar Syrië of louter het deel uitmaken van een bende zoals Sharia4Belgium. Het gaat niet om de zware terreurmisdrijven.
Ten tweede, zou ik in het Parlement, nu iedereen hier zitting heeft en allerlei interessante initiatieven buiten de regering om kan nemen, misschien een lans ervoor willen breken om na de talloze hoorzittingen over het assisenhof na te denken over de manier waarop zware misdrijven, en in het bijzonder bendemisdrijven en terreurmisdrijven, in België berecht moeten blijven worden.
Ik ben bezig met de organisatie van het proces voor Maalbeek en Zaventem. Daar is een stuk van de NAVO-gebouwen voor afgehuurd. Dat wordt een gigantisch proces met duizenden burgerlijke partijen en met een assisenhof, omdat blijkbaar de ene kant van de zaal in het parlement vindt dat er nooit een jury mag zijn terwijl de andere kant van de zaal vindt dat er altijd een jury moet zijn. Dat speelt zowel bij de Nederlandstaligen als de Franstaligen. Ik heb dat via een totale correctionaliseringsmogelijkheid proberen op te lossen. Het Grondwettelijk Hof heeft die oplossing strijdig geacht met het gelijkheidsbeginsel. Alle alternatieven op het vlak van criminele kamers, die ik heb voorgesteld, werden verworpen.
In het nieuwe Strafwetboek zijn de straffen zwaarder. Het gaat om straffen die ook voor misdrijven van categorie vier en categorie vijf niet voor assisen komen. In het nieuwe wetboek van strafprocedure, dat ik hoop nog te kunnen indienen, wordt het hof van assisen afgeschaft. Dat zult u niet goedvinden, maar ik bid u om eens na te denken over de vraag hoe de taak van het assisenhof kan worden verlicht voor de zware misdrijven, zoals terreur- en bendemisdrijven, type bende van Nijvel, eventueel toch via een grondwetswijziging.
07.04 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de minister, ik heb die vraag niet gesteld om een lesje te krijgen over het hof van assisen. Ik heb die vraag gesteld naar aanleiding van wat procureur Van Leeuw heeft gezegd. Hij heeft wel een oplossing voorgesteld, met name een criminele kamer bij de correctionele rechtbank om dergelijke zaken te behandelen.
07.05 Minister Koen Geens: Middels een Grondwetswijziging!
07.06 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Ofwel weet hij er niets van, ofwel weet ik er niets van.
Het klopt ook niet als het over de strafmaat gaat. We zijn een rechtsstaat. Als men mensen die elders criminele feiten hebben gepleegd, naar hier laat komen om ze te berechten, dan moet men ook in staat zijn om hen hier te berechten. Als men veroordeeld wordt voor drugshandel in Singapore, dan wordt men daar berecht en kan men zelfs de doodstraf krijgen. We kunnen die mensen beter daar laten, zodat ze hun verdiende straf krijgen. Dat zou veel beter zijn.
07.07 Katja Gabriëls (Open Vld): Mijnheer de minister, dank u om enige nuance aan te brengen.
Ik denk dat het debat over het hof van assisen ook in de vorige legislatuur werd gevoerd. We moeten de discussie dringend hernemen, ook in het kader van het toekomstige proces over de aanslagen van 22 maart. Ik denk dat een debat hierover in het Parlement zeker nuttig is.
Ik heb gehoord dat u in het nieuwe Strafwetboek ook voorziet in hogere straffen. We berechten de mensen hier wel degelijk. Wij vinden alleen dat die feiten niet automatisch mogen worden gecorrectionaliseerd om budgettaire redenen. We moeten vooral zorgen dat het parket voldoende budgettaire middelen heeft om zijn taak uit te voeren.
Het incident is gesloten.
08 Question de Vanessa Matz à Koen Geens (VPM Justice et Régie des Bâtiments ) sur "L'état de délabrement du palais de justice de Verviers" (55000263P)
08 Vraag van Vanessa Matz aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der Gebouwen) over "De bouwvallige staat van het gerechtsgebouw van Verviers" (55000263P)
08.01 Vanessa Matz (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, je ne vais rien vous
apprendre en vous disant que le palais de justice de Verviers se trouve dans un
état déplorable, au point que certaines salles d'audience sont fermées pour le
moment. Plus grave encore, la vétusté du bâtiment est telle que certaines
parties doivent être étançonnées. Pour des raisons de sécurité, l'aile donnant
sur la place a dû être fermée.
Je sais que vous
vous êtes rendu sur place à plusieurs reprises, comme vous l'avez fait à
d'autres endroits – à Namur, par exemple. Vous êtes en charge de la Régie
des Bâtiments, mais aussi de la Justice. Par conséquent, votre portefeuille
ministériel réunit toutes les compétences pour agir dans ces dossiers.
Cependant, nous
avons appris qu'il faudrait environ cinq ans pour que vous puissiez lancer des
travaux. Vous comprendrez bien que ce délai est totalement inacceptable non
seulement pour le personnel judiciaire, mais également pour les justiciables.
En effet, une bonne administration de la justice passe aussi par un accueil
correct en termes de sécurité.
Monsieur le
ministre, pourrions-nous connaître le planning précis des différentes phases
des travaux qui vont se dérouler à Verviers? Le délai de cinq ans qui a été
annoncé est-il réaliste? Quelles mesures allez-vous prendre pour assurer un
fonctionnement digne et respectueux du personnel judiciaire ainsi que des
justiciables? Plus généralement, quel est le délai des travaux urgents qui sont
ou seront entrepris dans les autres palais de justice?
08.02 Koen Geens, ministre: Monsieur le président, madame Matz, les questions que vous
posez sont malheureusement trop importantes pour y répondre dans un si bref
délai. Si le président me le permet, je vous donnerai la réponse écrite dans
quelques secondes, de sorte que vous soyez parfaitement informée.
La situation de
nombreux palais de justice dans la capitale (Namur) et les sous-capitales de
Wallonie – je pense aux villes de Liège, Mons, Tournai et Verviers et je
ne veux pas du tout insulter leurs habitants en utilisant la notion de
sous-capitale – est réellement déplorable. Ce n'est pas la faute de ce
dernier gouvernement, ni du gouvernement précédent. C'est de la faute de tous
les gouvernements depuis la Seconde Guerre mondiale, dont vous avez fait
partie, dont le parti du président a fait partie et dont nous avons fait
partie, comme d'autres.
Cela signifie que
si nous plaidons tous, auprès de la Commission européenne, pour que les
investissements soient pris en compte pour calculer les 3 % et le déficit
budgétaire, nous savons que c'est pour faire des investissements dans des
délais plus brefs que cinq ans. Mais cela demande un déploiement de forces et
d'énergie qui est rare dans notre pays. Pour construire la prison de Haren, il
faut dix ans, en raison de tous nos problèmes compliqués de permis, de
régionalisation et autres. Si nous rencontrons ces problèmes à Verviers, à
Liège, à Tournai et à Mons, la situation sera identique.
Il y a des plans
pour tout, également pour Verviers. Nous avons acquis un bâtiment en
construction, face au palais de justice, pour une surface de
2 000 mètres carrés et de 657 mètres carrés. Ce bâtiment est en
cours de première installation avec pour finalité la Justice. Je n'ose pas vous
dire, comme pour chaque ouvrage, combien de temps cela va prendre. J'espère
beaucoup moins que cinq ans.
J'ai vraiment tout
fait, en tant que ministre de la Justice et maintenant de la Régie, pour faire
avancer les dossiers. Sachez que le prochain gouvernement a le devoir
d'accélérer les choses mais cela demandera des procédures de permis et un
déploiement de forces extraordinaire pour notre pays, qui est lent.
08.03 Vanessa Matz (cdH): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour cette réponse.
Vous ne m'apprenez
rien en affirmant que les procédures sont hyper-longues. Il y a bien sûr une
responsabilité partagée mais je pense qu'il y a aussi, avant vous, une lourde
responsabilité de n'avoir fait avancer aucun dossier sur la Régie des
Bâtiments, principalement pour la Justice. Je pense plus particulièrement à la
personne qui vous a précédé à la Régie des Bâtiments. Je ne cherche pas les
raisons pour lesquelles cela n'a pas été fait. Je souligne le fait que
l'accélération a eu lieu depuis que vous avez repris le dossier et que vous
avez la compétence cumulée des deux matières. Vous avez mis un certain nombre
de choses en avant.
S'il relève de la
responsabilité du futur gouvernement de mettre le turbo, cela relevait aussi de
la responsabilité du précédent gouvernement. On ne peut que déplorer que cela
n'ait pas été fait de manière optimale.
L'incident est clos.
09 Vraag van Joris Vandenbroucke aan Alexander De Croo (VEM Financiën en Ontwikkelingssamenwerking) over "De fiscale aftrekbaarheid van een appartement aan zee" (55000249P)
09 Question de Joris Vandenbroucke à Alexander De Croo (VPM Finances et Coopération au développement) sur "La déductibilité fiscale d'un appartement à la mer" (55000249P)
09.01 Joris Vandenbroucke (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, eergisteren heeft het hof van beroep te Gent een opmerkelijke uitspraak gedaan in het kader van een fiscaal geschil.
Wanneer een vennootschap een appartement aan zee gratis ter beschikking stelt van haar bedrijfsleider en als die bedrijfsleider dat appartement louter gebruikt voor privédoeleinden, om op vakantie te gaan, dan is dat appartement fiscaal aftrekbaar van de vennootschapsbelasting, zo oordeelt de rechter. Ik gun iedereen zijn vakantiegenoegens, maar dan natuurlijk wel graag op eigen kosten. Het is toch totaal onrechtvaardig dat veel mensen die correct de volle pot aan belastingen betalen, moeten opdraaien voor de fiscale voordelen van vakantieappartementen van bedrijfsleiders? Ik krijg dat niet uitgelegd. Aan jonge mensen die keihard moeten werken om een eigen woning te verwerven of aan de tienduizenden gezinnen die in Vlaanderen, Wallonië en Brussel op een sociale woning wachten, krijg ik niet uitgelegd dat uitgerekend zij moeten opdraaien voor de kosten van vakantieappartementen van bedrijfsleiders. Dat is toch de wereld op zijn kop?
Het gaat over de uitspraak van een rechter en het komt ons, in onze democratische rechtsstaat, niet toe om het werk van rechters te beoordelen. Echter, de rechter heeft zijn uitspraak gebaseerd op de wet en die wetten maken wij. Er zit een grove onrechtvaardigheid in een wet die mogelijk maakt wat ik zonet beschreven heb.
Mijnheer de minister, bent u het met mij eens dat het niet de bedoeling kan zijn dat de fiscale wetgeving mogelijk maakt dat vakantieappartementen van bedrijfsleiders fiscaal aftrekbaar zijn?
09.02 Minister Alexander De Croo: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Vandenbroucke, ik wil eerst het kader schetsen.
Wanneer is een kost aftrekbaar? Een kost is aftrekbaar als de uitgaven door de belastingplichtige zijn gedaan binnen een bepaalde belastbare periode, als het uitgaven zijn die dienen om een belastbaar inkomen te verwerven of te behouden en als er bewijsstukken zijn om dit te verantwoorden.
Over de belastbaarheid van dit soort kosten bestaat er weinig discussie, over de aftrekbaarheid ervan bestaat er vaak wel discussie.
Zoals u aangeeft, mag ik mij over de zaak zelf niet uitspreken, maar algemeen is er veel discussie over de aftrekbaarheid van appartementen, wel of niet aan de kust, in vennootschappen. Er zijn uitspraken in Cassatie en beroep geweest, ongeveer evenveel in de ene als in de andere richting.
De echte vraag is natuurlijk hoe het Parlement als wetgevende macht, of de regering als uitvoerende macht, daarmee omgaat.
In mijn ogen is het aan het Parlement of aan een regering in volheid van bevoegdheid om te beslissen of dit soort kosten van aftrekbaarheid kan worden uitgesloten. Dit soort zaken bestaat vandaag in de wetgeving. Kosten voor uitgaven met betrekking tot de jacht of pleziervaartuigen zijn expliciet van aftrekbaarheid uitgesloten.
Als minister in lopende zaken ben ik vrij beperkt in de posities die ik mag innemen, maar ik wil toch een richting aangeven. Wij hebben de voorbije jaren enorme inspanningen geleverd om het faciaal tarief van de vennootschapsbelasting te verlagen. Dat daalt volgend jaar naar 25 % en de eerste 100.000 euro is gedaald naar 20 %. Er worden dus heel wat inspanningen geleverd om het faciaal tarief naar beneden te halen. Misschien is het dan ook wel logisch dat men bijkomende stappen zet over wat aftrekbaar mag zijn en wat niet.
09.03 Joris Vandenbroucke (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Vier jaar geleden zei minister Van Overtveldt hetzelfde en beloofde ervoor te zorgen dat tweede verblijven niet kunnen worden ondergebracht in vennootschapsconstructies. Dat was het antwoord van een minister in volle bevoegdheid. Hij heeft dat evenwel niet gedaan.
Collega's, vandaag is het gemakkelijker om te geloven in sinterklaas dan in eerlijke fiscaliteit. Als wij de komende jaren geen werk maken van eerlijke fiscaliteit, en dat betekent niet meer of niet minder dan dat iedereen zijn faire bijdrage levert, zullen de mensen nog sneller het geloof verliezen in ons, in de politiek dan in sinterklaas.
Het incident is gesloten.
10 Question de Séverine de Laveleye à Alexander De Croo (VPM Finances et Coopération au développement) sur "La justice fiscale" (55000260P)
10 Vraag van Séverine de Laveleye aan Alexander De Croo (VEM Financiën en Ontwikkelingssamenwerking) over "Fiscale rechtvaardigheid" (55000260P)
10.01 Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le
ministre, demain, ce sera la Saint-Nicolas et, aujourd'hui, ce dernier nous a
fait l'honneur de nous rendre visite, à la demande du CNCD-11 11 11.
Il est venu nous
dire une chose très simple: il manque 600 milliards de dollars dans les
poches des États, 600 milliards partis sous forme de cadeaux fiscaux aux
multinationales, et il nous demande simplement d'arrêter de leur faire de tels
cadeaux. Pourquoi? Les constats sont très clairs.
Premièrement, les
caisses des États sont vides. Ils ne savent plus rendre les services de
première nécessité à leur population en termes d'enseignement, de soins de
santé, de mobilité, de transition énergétique, notamment.
Deuxièmement, on
se trouve face à une injustice fiscale majeure. Aujourd'hui, ce sont les
travailleurs, les PME et les artisans locaux qui paient leur juste part d'impôt
alors que les multinationales ont recours à de nombreux stratagèmes fiscaux
pour ne contribuer qu'un minimum, voire pas du tout au système.
Troisièmement, ce
système est inefficace sur le plan socioéconomique. Comme tous les
gouvernements font la même chose en même temps, à savoir baisser la fiscalité
sur les entreprises pour être, soi-disant, plus attractif, les gains en termes
de compétitivité sont nuls. Autrement dit, nos recettes fiscales diminuent pour
rien.
Est-ce une
fatalité, monsieur le ministre? Non. Des propositions existent et sont sur la
table. C'est notamment le cas au niveau de l'OCDE où il y a une proposition de
taxation unitaire sur les multinationales. C'est un premier pas vers la
nécessaire et urgente harmonisation fiscale.
Monsieur le
ministre, où en sont les négociations en vue de la taxation unitaire des
multinationales au niveau de l'OCDE? Quelle est la position défendue dans ce
cadre par notre représentant? Avez-vous donné un mandat impératif et
volontariste à ce dernier pour contribuer au bon aboutissement de cette
négociation aussi urgente pour la justice fiscale que pour nos finances
publiques?
10.02 Alexander De Croo, ministre: Madame de Laveleye, merci pour votre question. Vous m'en posez
désormais une chaque semaine. Je le prends comme un compliment.
Je partage votre
préoccupation en faveur d'un cadre fiscal juste. Mais dans ces discussions, il
faut faire attention à ne pas caricaturer. Vous avez tendance à dire que les
multinationales ne paient rien et que les PME sont discriminées. La réalité est
souvent beaucoup plus nuancée. Organiser la confrontation entre les grands et
les petits ne sert à rien car les uns ont besoin des autres.
Vous avez
spécifiquement parlé de l'OCDE. Vous savez que nous partageons cet effort. Nous
avons adopté une position pragmatique et surtout nous voulons adapter l'impôt
des sociétés à une nouvelle ère digitale. Mais il faut veiller aussi à ne pas
compliquer les choses plus qu'elles ne le sont.
Notre pays doit
veiller à ne pas se retrouver dans la situation de perdre beaucoup de revenus
fiscaux. On s'oriente en effet vers une imposition où les clients s'opposent.
Pour un pays comme la Belgique, dans lequel les entreprises exportatrices sont
nombreuses, si on va dans cette direction-là, on pourrait perdre beaucoup de
recettes fiscales et ce n'est pas le but.
Un processus de
consultation publique est aménageable dans le cadre de toutes ces discussions.
Par exemple, récemment, Oxfam a utilisé ce droit de consultation et une réunion
a eu lieu dans mon cabinet pour en débattre.
Dans un monde qui
se globalise de plus en plus et où la technologie joue un rôle crucial, c'est
un enjeu important. N'abusons
pas des caricatures et discutons!
10.03 Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre,
merci. Bien sûr, il ne faut pas opposer les grands et les petits. Mais on sait
qu'il y a des dizaines de multinationales dans le monde qui ont des revenus
écrasants et qui ne contribuent en rien au système fiscal. C'est un problème.
Vous parlez
d'enquêtes. Oxfam en a effectivement fait une. Elle montre que la population
belge est prête à revoir fondamentalement le système fiscal et trouve que les
multinationales ne paient pas assez. Nous savons que nous sommes dans un
système injuste. Votre rôle est de veiller à ce que chacun paie des
contributions proportionnelles à ses revenus, que les plus nantis assument un
effort plus important et que chacun s'acquitte correctement de l'impôt dû.
Nous vous
demandons de veiller vraiment à ce que les multinationales paient leur juste
part.
Het incident is gesloten.
11 Question de Hervé Rigot à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'expulsion d’un jeune Somalien" (55000247P)
11 Vraag van Hervé Rigot aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De uitzetting van een jonge Somaliër" (55000247P)
11.01 Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, madame la ministre, le 2 décembre
dernier, un jeune Somalien de dix-neuf ans a fait l'objet d'une tentative d'éloignement,
ou plutôt, devrais-je dire pour être exact, d'une quatrième tentative
d'éloignement. Ce jeune homme a déposé plainte pour des faits antérieurs qui,
s'ils devaient s'avérer exacts, seraient d'une extrême gravité: détention à
rallonge, usage disproportionné de la force, mépris du droit des victimes,
menottage au siphon d'un lavabo et j'en passe.
Une partie de ces
éléments fait l'objet d'une question à votre collègue M. De Crem, en
ce qui concerne l'attitude de la police. Je n'y reviendrai pas plus longuement,
puisque la plainte est toujours pendante. En tant que personnes respectueuses
des droits de la défense et de la présomption d'innocence, nous attendrons pour
commenter les faits.
Par contre, madame
la ministre, je m'interroge sur les événements dramatiques qui ont été relatés
dans la presse, et au sujet desquels j'ai pu également, comme nombre de mes
collègues, visionner des vidéos et lire des articles. Qu'a-t-il bien pu se
produire ce 2 décembre? Lors de cette dernière tentative, une employée de
MSF ainsi qu'un autre passager, qui se sont opposés à l'expulsion, auraient été
débarqués de l'avion et placés en détention préventive. Pouvez-vous me
confirmer cette information? Si elle est vraie, pour quel motif?
Cet éloignement
vise un demandeur enfermé depuis déjà dix mois. Confirmez-vous que ce jeune
homme est enfermé depuis tout ce temps, c'est-à-dire deux fois plus longtemps
que la durée maximale autorisée?
Le jeune Somalien
aurait été vu par un médecin qui ne l'aurait pas trouvé en état de voyager et
d'être expulsé. Madame la ministre, confirmez-vous l'existence d'un certificat
médical not fit to fly concernant cette personne? Comment expliquez-vous
alors le maintien de la tentative d'éloignement?
Il me revient
qu'un recours en extrême urgence aurait été introduit contre cette décision.
A-t-il été traité oui ou non? Comment les pratiques de l'Office des étrangers
sont-elles évaluées, et par quelle autorité externe?
11.02 Maggie De Block, ministre: Monsieur le président, monsieur Rigot, la politique de
retour a toujours suivi les mêmes principes: volontaire, si possible; forcé, si
nécessaire. Le retour forcé de personnes en séjour illégal forme donc la toute
dernière étape de la procédure. Il leur est donc toujours loisible de quitter volontairement
le territoire. Ce n'est qu'en cas de refus que l'on recourt à l'enfermement et
à l'éloignement forcé.
L'éloignement
reste quelque chose de difficile, mais il est soumis à des règles, des
directives et des contrôles très stricts. La première tentative forcée est
toujours non contraignante et dépourvue d'escorte. Si l'intéressé résiste,
l'opération est provisoirement arrêtée. Ce qui fut le cas. Un contrôle est mené
systématiquement. Chaque incident fait l'objet d'une enquête, comme ce sera le
cas dans ce dossier.
Comme vous l'avez
dit, la première tentative fut exécutée par la police. C'est mon collègue
Pieter De Crem qui va vous apporter des réponses à ce sujet.
En revanche, je
puis vous informer qu'un fonctionnaire de l'Office des étrangers était bien
présent, de même qu'une assistante sociale. Un responsable et deux directeurs
supervisaient aussi le déroulement de l'éloignement en question. Tout comme
M. De Crem, j'ai été informée de la tentative d'éloignement de cette
semaine, mais je n'ai reçu aucune indication selon laquelle les directives
n'auraient pas été suivies correctement dans le cas présent. Oui, il y avait
bien un document fit to fly, de même que toutes les mesures requises ont
été prises. De plus, il a été confirmé qu'il s'agissait d'une action organisée
par des tiers dans le but de perturber l'éloignement. J'estime que personne
n'est gagnant quand se produit une telle situation. Empêcher une expulsion ne
fait que reporter le problème.
11.03 Hervé Rigot (PS): Madame la ministre, tout comme mon
groupe, je suis évidemment totalement d'accord avec vous quant à la nécessité
de faire respecter les décisions administratives ou judiciaires, sans quoi nous
serions en proie – quel que soit le sujet – à un no man's land
intégral.
Vous avez souligné
aussi la nécessité de respecter les règles, en particulier lorsqu'il s'agit
d'êtres humains, lesquels nécessitent une application mesurée et cadrée des
décisions qui s'imposent.
Quels que soient
notre couleur de peau, notre genre, nos convictions, on ne peut jamais badiner
avec la dignité humaine, madame la ministre. J'ose espérer – et
j'en suis convaincu – que vous ne manquerez pas d'assurer le suivi du
rapport de l'Office des étrangers sur les éventuels incidents qui ont pu se
produire – que ce soit à charge de l'Office ou des tierces parties, comme
vous l'avez évoqué. Il est en effet essentiel, quoi qu'il arrive, de rappeler
avec Paul Ricœur que "quelque chose est dû à l'être humain du fait
qu'il est humain"; et ce quelque chose, madame la ministre, c'est la
dignité.
L'incident est clos.
12 Vraag van Frieda Gijbels aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het financiële kader voor de mondhygiënisten" (55000265P)
12 Question de Frieda Gijbels à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le cadre financier pour les hygiénistes buccodentaires" (55000265P)
12.01 Frieda Gijbels (N-VA): Mevrouw de minister, ik heb u onlangs in de commissie al ondervraagd over het gebrek aan een financieel kader voor mondhygiënisten, een nieuwe beroepsgroep die sinds ongeveer een half jaar aan de slag is. U gaf toen toe dat er voor hen geen terugbetalingssysteem bestaat, maar u merkte op dat dit ook voor andere beroepsgroepen het geval is.
Tegelijk had u eerder wel al beloofd dat er tegen juli dit jaar een terugbetalingssysteem zou komen of een soort budget uitgetrokken zou worden voor de mondhygiënisten. Die oplossing is er echter nog altijd niet. Dat zorgt voor grote onzekerheid bij de mondhygiënisten die door een gebrek aan terugbetaling van hun behandelingen niet volop kunnen worden ingezet voor datgene waarvoor zij nodig zijn, namelijk de preventie in de mondzorg.
Het RIZIV zou vermoeden dat er in de sector misbruiken zijn en zal daarom controles uitvoeren.
Mevrouw de minister, kloppen de berichten dat het RIZIV zal controleren? Zou het kunnen kloppen dat de terugbetaling of het terugbetalingssysteem achterblijft omdat er nog geen mondhygiënisten actief zijn in Wallonië?
12.02 Minister Maggie De Block: Mevrouw Gijbels, op dit ogenblik zijn er alleen in Vlaanderen mondhygiënisten afgestudeerd. Overeenkomstig het KB van 21 november 2018 konden zij erkend worden vanaf 30 juni 2019. In Brussel en Wallonië is de opleiding dit academiejaar gestart. Tot nu toe wordt er niet in een apart financieringsmodel voorzien om de net afgestudeerde mondhygiënisten te vergoeden voor hun prestaties en de geleverde zorg, maar wij weten wel dat alle afgestudeerde mondhygiënisten aan het werk zijn. Ze worden weliswaar betaald zoals elke bachelor in loondienst.
Punt 3.1 van de wijzigingsclausule bij het Nationaal akkoord tandartsen-ziekenfondsen van 2017-2018 voorziet in een onderzoek naar de integratie van de mondhygiënisten in het kader van het artikel 56, §2, van de GVU-wet. De vraag naar een financieringsmodel is aan de orde, aangezien de eerste lichting aan het werk is. Hoewel wij nog geen wetenschappelijk onderzoek hebben naar wat die nieuw afgestudeerde mondhygiënisten doen, bestaat er een reëel risico dat de mondhygiënisten alleen ingezet worden voor het verwijderen van tandsteen en korte consultaties die door de tandarts geattesteerd worden. Daarmee zou worden voorbijgegaan aan de preventieve taken en interventies die middels het KB aan de mondhygiënisten zijn toegewezen.
Het voorstel van financieringsmodel van de Nationale commissie tandheelkundigen-ziekenfondsen bevestigde mijn vrees. Daarom zoeken wij een ander model van zorgverstrekking in alle geledingen van de tandheelkunde, zowel in de preventieve als de curatieve zorg. Dat vergt uiteraard tijd. Wij werken momenteel aan het opstellen van een studieconcept waarvoor alle beschikbare informatie op het terrein wordt geraadpleegd. Dat zal vervolgens in de Dentomut worden voorgesteld.
12.03 Frieda Gijbels (N-VA): Mevrouw de minister, ik heb nog geen antwoord gekregen op de vraag of er effectief controles door het RIZIV gepland worden. Het zou immers de wereld op zijn kop zijn als u de mondhygiënisten zou erkennen terwijl er geen budget is om in een terugbetalingssysteem te voorzien maar het RIZIV wel zou gaan controleren op eventuele misbruiken in de sector. U weet waarschijnlijk beter dan ik dat elke euro die wordt ingezet voor preventie 3 euro besparing in de zorg betekent. Voor de mondhygiënisten maar zeker ook voor de patiënten hoop ik dus dat daar zo snel mogelijk werk van wordt gemaakt.
L'incident est clos.
- Jan Bertels aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het tekort aan verpleegkundigen, met meer onverwachte overlijdens als gevolg" (55000245P)
- Barbara Creemers aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De grotere sterfte door het tekort aan verpleegkundigen" (55000250P)
- Sofie Merckx aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De grotere sterfte door het tekort aan verpleegkundigen" (55000257P)
- Els Van Hoof aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het tekort aan verpleegkundigen" (55000259P)
- Jan Bertels à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La pénurie d'infirmiers et ses conséquences sur le nombre de décès imprévus" (55000245P)
- Barbara Creemers à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'augmentation des décès consécutive au manque d'infirmiers" (55000250P)
- Sofie Merckx à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'augmentation des décès consécutive au manque d'infirmiers" (55000257P)
- Els Van Hoof à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La pénurie d'infirmiers" (55000259P)
13.01 Jan Bertels (sp.a): Mevrouw de minister, het is genoegzaam bekend: de werkdruk van onze verpleegkundigen ligt te hoog. U weet dat allang en onze patiënten voelen dat ook elke dag aan. Hoe minder verpleegkundigen per patiënt, hoe groter het aantal patiënten niet de nodige zorg krijgt door tijdsgebrek.
Hoe minder verpleegkundigen per patiënt in een ziekenhuis, hoe groter de kans wordt op een overlijden. Een recente studie van de Universiteit Antwerpen bevestigt dat nog maar eens en kleeft daar nu ook een cijfer op: drie patiënten per duizend overlijden onverwachts door het personeelstekort en tijdsgebrek.
Sp.a vraagt allang meer handen aan en rond het bed, een betere personeelsbezetting in het jargon: verpleegkundigen, zorgkundigen, ondersteunend personeel, de zorgketen. Een betere personeelsbezetting kan de nodige kwaliteit van de zorg verzekeren. Mevrouw de minister, ik gebruik een citaat: "Tijd is geld", zei de manager. "Zorg is tijd nemen", zei de zorgverlener.
Mevrouw de minister, wat doet u opdat een verpleegkundige vandaag de nodige tijd kan en mag nemen om kwaliteitsvolle zorg te verlenen?
De voorzitter: Ik vergat te zeggen dat mevrouw Gijbels haar maidenspeech hield. Proficiat! (Applaus)
13.02 Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, soms gaat politiek over leven en dood. Dat klinkt hard, maar uit het onderzoek waarover vandaag in de krant werd bericht, wordt dat wel pijnlijk duidelijk. Ik geef alvast een compliment aan onze zorgverleners, want onze zorg en onze zorgverleners horen bij de top in Europa. Ze hebben echter ook maar twee handen en slechts zoveel uur in een shift. Ziekenhuizen met een personeelstekort zien meer patiënten onverwacht sterven, lezen we vandaag. Negen van de tien afdelingen uit het onderzoek zijn onderbemand om kwalitatieve zorg aan te bieden. Dat is een probleem in heel het land. Dat is een probleem in ziekenhuizen in Genk, in Luik, in Brussel en in Oostende.
Zorgen voor mensen dreigt in ons land bandwerk te worden, want onze verpleegkundigen hebben te weinig tijd om hun patiënten te verzorgen. In dat geval gaat politiek wél over leven en dood. Wij hebben meer handen in de zorg nodig, meer handen aan de ziekenhuisbedden. De besparingen in de gezondheidszorg botsen op hun grenzen, net zoals onze regering in lopende zaken, vrees ik, en dat is onaanvaardbaar.
Mevrouw de minister, het debat is niet nieuw. Vorig jaar, in een zelfde discussie, wees Zorgnet-Icuro er letterlijk op dat u niet kunt blijven besparen zonder ongelukken. Wat hebt u met dat advies gedaan? Hoe zult u zorgen voor meer handen in de zorgsector?
Verpleegkundigen zijn te veel bezig met zorgkundige taken, aldus het onderzoek. Als zij zich meer op hun medisch werk kunnen focussen, maakt dat de werkdruk menselijker. Ik vraag geen blanco cheque, maar wel een politieke keuze over de bestemming van ons geld in de zorg.
13.03 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Madame la ministre, il y a quelques semaines, lors d'une
manifestation des blouses blanches, une infirmière a brandi cette pancarte. Je
vous l'ai apportée pour vous la lire. Il y est inscrit: "Personnel épuisé
= patients en danger."
Aujourd'hui, dans
le journal, nous avons tous lu l'étude de l'Université d'Anvers qui confirme
que cette pancarte n'est pas un slogan mais une réalité. Plus on confie de
patients à une infirmière, plus il y a de décès parmi les patients.
Hoe meer patiënten een verpleegkundige moet verzorgen, hoe meer mensen riskeren te sterven.
Les
témoignages le confirment. Étant médecin généraliste, les patients me le
disent. La dernière fois que je me suis rendue à l'hôpital, on m'a dit:
"Docteur, les infirmières n'en peuvent plus. Elles courent dans tous les
sens." Les infirmières le disent aussi. "Tous les matins, je pars au
travail avec une boule au ventre. Je me demande quelle catastrophe va arriver",
dit une infirmière. "J'ai peur de me tromper", surenchérit une autre,
"car, si je donne le mauvais médicament aux patients, ils risquent de
mourir".
La plupart des
infirmières exercent ce métier pour soigner les gens, sauver des vies. Mais,
aujourd'hui, le secteur est en crise. Elles sont poussées vers la porte de
sortie. Elles sont au bord du burn-out et sont mises sous pression.
Il y a peu, le PTB
a fait voter ici un amendement en faveur d'un refinancement du secteur à
hauteur de 67 millions d'euros. C'est une bulle d'oxygène pour le secteur.
Où en est l'allocation concrète des moyens au secteur? Nous savons qu'en
Belgique, il y a, en moyenne, une infirmière pour dix patients, alors
qu'ailleurs en Europe, il y a une infirmière pour huit patients. Madame la
ministre, quel est votre plan pour remédier à cette situation?
13.04 Els Van Hoof (CD&V): Mevrouw de minister, uit onderzoek van de Universiteit Antwerpen blijkt, wat we al heel lang weten, dat het tekort aan verpleegkundigen levens kost. We zijn niet voorbereid op de vergrijzingsgolf. Bovendien is het beroep van verpleegkundige een knelpuntberoep, wetende dat er vandaag een enorme inzet van verpleegkundigen is. Dit zijn ernstige vaststellingen.
Er zijn een aantal zaken gebeurd in de vorige legislatuur, onder andere de erkenning van de specialist-verpleegkundige, het IFIC, de uitbreiding van het Sociale Maribelfonds onlangs. Er is echter veel meer nodig om meer helpende handen rond het bed van de patiënt te hebben.
Mevrouw de minister, ik heb hierover de volgende vragen.
Ten eerste, het is te gek voor woorden dat we verpleegkundigen rond lege bedden zouden hebben. U had de opdracht in het regeerakkoord om ziekenhuisbedden af te bouwen. Wat is daar de stand van zaken?
Ten tweede, men stelt vast dat op bepaalde diensten te veel verpleegkundigen zijn, op andere diensten te weinig. U had de bevoegdheid en een enorme vrijheid om te herprogrammeren. Wat is er gebeurd met die programmatiebevoegdheid?
Ten derde, het initiatief van de ziekenhuisnetwerken, een bijzonder goed initiatief want samenwerking helpt, is voorlopig een lege doos. Vanaf 1 januari moet dit in werking treden. Wat is de invulling vandaag? Hoe ver staat u met de uitvoeringsbesluiten van deze zorgopdrachten?
Ten vierde, een stokpaardje van CD&V, de erkenning van de teamverpleegkundige. Er kunnen taken aan zorgkundigen worden uitbesteed. Wij hebben een wetsvoorstel ter zake ingediend. Zal u dat voorstel steunen?
De voorzitter: Mevrouw de minister, vier sprekers en veel vragen. Ik geef u toch een vier tot vijf minuten voor uw globaal antwoord.
13.05 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, dat is genereus.
Dames en heren, net als u ben ik niet verbaasd, want de relatie tussen een hoger aantal verpleegkundigen rond de patiënt en de mortaliteit en de kwaliteit van zorg zijn gekend. Ook de relatie tussen het opleidingsniveau en de mortaliteit is gekend. Het rapport The future of nursing van 2018 beveelt opleiding van bachelor verpleegkundigen aan en wij zetten daar vol op in. In die zin is dit onderzoek een bevestiging van wat internationaal reeds bekend was.
Het is zo dat het aantal verpleegkundigen gewoon optrekken niet het antwoord is. Dat zegt ook deze onderzoeker. Iedere dienst is anders. De complexiteit en intensiteit van zorg verschilt van dienst tot dienst. Het aantal verpleegkundigen per dienst bepalen is dus maatwerk.
Het Kenniscentrum heeft dan ook een rapport klaar dat in kaart brengt of de huidige bestaffingsmaatregelen voldoende aangepast zijn aan de hogere zorgintensiteit door meer oudere mensen en meer mensen met comorbiditeit. Ons zorglandschap moet mee evolueren. De publicatie van dit rapport verwachten wij begin volgend jaar.
Ons huidige financieringssysteem voorziet in een supplementaire financiering in verhouding met de zwaarte van de geleverde verpleegkundige zorg via het BFM. Om meer verpleegkundigen te kunnen aantrekken, hebben wij massaal geïnvesteerd in de aantrekkelijkheid van het beroep: 500 miljoen extra voor nieuwe sociale akkoorden in de periode 2017-2020
Ten gevolge van de keuze die de sociale partners hebben gemaakt, ligt de focus van die bijkomende voordelen op bijkomende werkomstandigheden, waarbij nog een en ander te zeggen valt over de uitvoering hiervan in het paritair comité 330. Maar kom, het gaat om meer verlof, een betere uurroosterregeling, een betere vakantieregeling, het meer op voorhand kunnen plannen, en verloning volgens werk en minder volgens anciënniteit.
Door de kwaliteit van de zorg te verhogen, wordt de mortaliteit beïnvloed, en dat meer dan enkel door het aantal verpleegkundigen. De ondersteuning op de diensten zelf is ook een bepalende factor, gaande van zorgkundige tot logistieke ondersteuning, want het gaat erom voldoende handen op de werkvoer te hebben om alle zorgen te verlichten. Een andere factor is de werkomgeving zelf, waar onder meer de organisatie van de dienst en de faciliteiten die ter beschikking van de verpleegkundige gesteld zijn een verschil kunnen maken.
In Health at a Glance, uit 2018, lezen wij dat er in België meer verpleegkundigen per inwoner zijn dan gemiddeld in Europa. In België zijn er 11,2 verpleegkundigen per 1.000 inwoners, terwijl het Europese gemiddelde 8,4 verpleegkundigen per 1.000 bedraagt. Wat gaat er dan fout? Als wij het aantal verpleegkundigen per patiënt vergelijken, zien wij de omgekeerde verhouding. Hoe komt het dat de ziekenhuizen hun vacatures niet ingevuld krijgen? Hoe komt het dat er niet meer handen rond de patiënt zijn als wij toch zoveel meer verpleegkundigen hebben dan in andere landen? Wat doen die mensen daar dan? Doen die andere taken? Zijn zij niet bij de patiënt?
Daarom hebben wij inspanningen gedaan om de verpleegkundigen opnieuw de ruimte te geven echt verpleegkundigen te zijn en het klinische werk te doen waarvoor zij vroeger drie jaar opgeleid werden en nu vier jaar. Ik lees vandaag in de pers dat de zorgambassadeur het daarmee eens is. Daarom hebben wij gewerkt aan die taakverschuivingen en hebben wij eenvoudige handelingen toevertrouwd aan de zorgkundigen en het logistiek personeel.
Er zijn ook vermijdbare complicaties en ingrepen in ons land, waaraan wij iets moeten doen. Het gaat niet alleen over de bedden, mevrouw Van Hoof, maar ook over de overconsumptie. Wij hebben onderbezette afdelingen, met mensen die kunnen verschoven worden. Het wordt tijd dat er uitvoering wordt gegeven aan de wet op de locoregionale netwerken. Die starten binnen drie weken. Op het deelstaatniveau moeten er ook erkenningnormen gemaakt worden.
Wij hebben dus gewerkt aan een globale visie voor het verpleegkundig zorgdomein. U hebt enkele elementen genoemd. Het gaat om het beter inzetten van expertise, werk maken van de taakverschuiving, maatregelen die werkdruk verlagen zoals ondersteunend personeel, en een aangepaste werkomgeving.
Wij moeten, samen met de sector en de deelstaten, verdertgaan op de weg die wij zijn ingeslagen. Het heeft misschien te lang geduurd vooraleer er een globale visie kwam, maar wij moeten daarmee verdergaan.
De voorzitter: U hebt iets meer dan vijf minuten gesproken. U had vier à vijf minuten.
13.06 Jan Bertels (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik kan u één zaak met zekerheid meegeven. Ook het rapport van het Kenniscentrum zal er u op wijzen dat meer nodig is en dat er op sommige ziekenhuisafdelingen nog tekorten zijn. Daaraan moeten wij niet twijfelen. Dat zal zeker het geval zijn.
Ten tweede, verpleegkundigen die goed klinisch kunnen observeren en verbanden kunnen zien, zijn noodzakelijk, belangrijk en absoluut nodig voor een goede en kwalitatieve zorgverzekering. De verpleegkundigen, zeker in een ziekenhuis, zijn de hele dag aanwezig op de afdeling van het ziekenhuis. U hebt er zelf naar verwezen. De zorgambassadeur verwoordt het treffend en correct: verpleegkundigen moeten de tijd krijgen om te zien, te horen, te ruiken, te voelen, te luisteren en al hun zintuigen op scherp te stellen, zodat ze een goede en kwalitatieve zorgverlening kunnen bieden. Mevrouw de minister, ons zorgmodel moet dat bevorderen en niet tegenwerken.
Mijnheer de voorzitter, ik zal nog één opmerking maken.
Mevrouw de minister, waarschijnlijk of naar ik hoop hebt u vanmorgen op radiozender MNM de getuigenissen van vierdejaars bachelor verpleegkundigen gehoord. Zij geven twee boodschappen: een verminderde werkdruk en naar meer handen aan en rond het bed. Zij vragen, ten tweede, dat u hen laat doen waarvoor zij studeren, namelijk kwalitatieve zorg verlenen, zonder hen te overstelpen met administratieve en logistieke taken. (…) (microfoon is uitgeschakeld)
13.07 Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik hoor u heel veel uiteenzetten. Ik analyseer uw antwoord echter in drie grote punten. Ten eerste, maatwerk kost geld. Ten tweede, wij hebben een structurele aanpak nodig. Ten derde, wij hebben absoluut nood aan een globale visie.
Ik zie een minister met volle bevoegdheid voor mij. Ik kijk niet alleen naar u maar naar ons allemaal, naar alle 150 hier aanwezige Kamerleden. Hoe lang zullen wij nog tolereren dat het talmen blijft voortduren? Wij hebben een budgettaire crisis. Op sociaal en klimaatvlak staan wij voor gigantische uitdagingen. Nu is er ook het probleem van de ziekenhuizen. Hoe lang zullen wij nog tolereren dat partijen meer bezig zijn met politieke stratego dan met het vormen van een volwaardige regering die ons land vooruithelpt?
Het is overduidelijk dat dit land dringend nood heeft aan een volwaardige regering met een gezamenlijk project voor alle Belgen. Groen en Ecolo zullen altijd een partner zijn en wij zullen altijd onze verantwoordelijkheid nemen in het belang van de patiënten en van ons allemaal.
13.08 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Madame la ministre, beaucoup d'infirmières quittent,
aujourd'hui, le métier. Or, l'étude est claire: on a besoin de plus
d'infirmières.
Il faut améliorer
les conditions de travail et le salaire des infirmières afin d'inciter celles
qui ont quitté le métier à revenir, d'inciter celles qui comptent le faire à
renoncer à leur projet, d'inciter celles qui travaillent à temps partiel à
travailler à temps plein. Il faut également engager au niveau des métiers qui
aident les infirmières comme celui des aides-soignantes.
Vous vous êtes peu
exprimée au sujet des fonds nécessaires pour mettre en œuvre de telles mesures.
Or, cela nécessite beaucoup d'argent. On sait que des fonds ont été dégagés.
C'est un premier pas, mais il faut davantage d'argent. En effet, il est ici
question de la vie et de la mort, de patients qui doivent pouvoir être soignés.
Il faut investir dans ce secteur. Nous serons à côté des "blouses blanches"
dans les mois à venir pour faire en sorte que cet argent soit attribué au
secteur.
13.09 Els Van Hoof (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord.
Iedereen wil veilige en goede zorg, dat hebt u duidelijk uitgelegd bij alle initiatieven die u al hebt genomen. Ik meen echter dat er nog quick wins mogelijk zijn. Wij hebben echt meer verpleegkundigen nodig en het Vlaams regeerakkoord voorziet in de erkenning van de HBO5'ers, de erkenning van de teamverpleegkundigen. Daar moet u werk van maken, dan hebben we meteen meer verpleegkundigen rond het bed. Uw partij heeft dat goedgekeurd op Vlaams niveau en nu moeten we daar op federaal niveau werk van maken. Een andere quick win is te vinden bij de ziekenhuisnetwerken. Samenwerking helpt en het is de bedoeling dat aantrekkelijke ziekenhuisnetwerken aantrekkelijke jobs creëren. Wij wachten met ongeduld op de uitvoering van deze wet.
Het incident is gesloten.
14 Question de Caroline Taquin à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'augmentation de la consommation d'ecstasy" (55000261P)
14 Vraag van Caroline Taquin aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De toename van het xtc-gebruik" (55000261P)
14.01 Caroline Taquin (MR): Monsieur le président, madame la ministre, notre pays doit lutter en
permanence et toujours plus contre les trafics de drogue. Les drogues de
synthèse ne cessent de se développer et l'ecstasy en fait partie. L'Institut
Scientifique de Santé Publique a réalisé une nouvelle enquête sur la
consommation d'ecstasy dans notre pays. Les nouvelles ne sont pas
réjouissantes.
En 2013,
22 900 personnes répondaient en avoir consommé dans l'année. Aujourd'hui,
92 000 personnes répondent en avoir déjà consommé durant les
12 derniers mois. On parle évidemment ici uniquement des personnes ayant
accepté de participer à l'enquête et de reconnaître cette consommation. Ces
chiffres sont d'autant plus interpellants que les 15-34 ans représentent
la plus forte frange de consommation.
Face à cela, les
pouvoirs publics ont un rôle à assumer. Nous devons rappeler que la MDMA,
substance interdite, est un psychostimulant neurotoxique et que les risques
pour la santé sont connus: hyperthermie, dépression, épuisement, risques
d'allergie grave; tout ceci, sans parler des conséquences des mélanges avec
d'autres produits tels que d'autres médicaments.
S'il semble que
cette drogue ait été rendue plus accessible sur les 10 dernières années,
les saisies de ces pilules dans notre pays ont explosé: 62 000 en 2008
pour près de 500 000 en 2017. Selon Eurotox, il apparaît aussi que
d'autres substances et molécules non interdites sont utilisées pour produire
l'ecstasy.
Quels sont vos
constats face aux résultats de cette enquête et de ce qui peut être considéré
comme une banalisation de cette drogue? Quelles mesures de protection
peuvent-elles être prises rapidement pour endiguer cette consommation?
Une analyse des
substances non interdites utilisées pour produire la MDMA a-t-elle été réalisée
par le SPF Santé publique en vue d'en contrôler et d'en limiter
l'utilisation?
14.02 Maggie De Block, ministre: Madame Taquin, nous voyons en effet des doses de plus en plus
élevées apparaître dans les comprimés de MDMA. Ceci pourrait indiquer une
certaine normalisation, mais nous recevons également des signaux de la part
d'associations sur le terrain indiquant que les utilisateurs veulent être de
mieux en mieux informés.
Cependant, nous
n'avons jusqu'à présent pas constaté d'augmentation significative du nombre
d'admissions à l'hôpital dont la cause principale serait l'abus de MDMA. Nous
pouvons en effet suivre cet indicateur grâce à l'enregistrement des demandes de
traitement qui est effectué dans tous les cas d'abus de substance dans les
hôpitaux et les centres spécialisés.
En tant que
ministre de la Santé, je peux attirer l'attention sur les dangers de ces
produits. Sciensano analyse souvent de tels produits qui lui parviennent à la
suite de saisies, par exemple. Nous envoyons ensuite une alerte aux différentes
parties prenantes via le Système belge d'Alerte Précoce, en espérant de cette
façon mettre en garde les utilisateurs contre un produit en circulation encore
plus dangereux que les autres. Ces analyses sont bien entendu également
transmises aux partenaires judiciaires et policiers.
La Cellule
générale de Politique en matière de Drogues, au sein de l'administration du
SPF Santé publique, réunit également des représentants de mes collègues
les ministres de l'Intérieur et de la Justice. Elle est bien placée pour
examiner l'évolution de ces phénomènes. Par ailleurs, il faudra surveiller d'encore
plus près le marché des drogues synthétiques qui est en train d'évoluer.
14.03 Caroline Taquin (MR): Madame la ministre, je vous
remercie.
Comme on dit,
diffuser l'information contribue à réduire le risque de consommation. Je compte
sur vous, comme vous l'avez déjà fait dans d'autres domaines, pour travailler
conjointement dans le cadre de la Conférence interministérielle Santé publique,
à ce qu'on puisse poursuivre les efforts en termes de prévention, mais surtout
de protection. Je reviendrai vers votre collègue de l'Intérieur également en ce
qui concerne la répression.
Het incident is gesloten.
15 Vraag van Tomas Roggeman aan François Bellot (Mobiliteit) over "Het verloop van het proces over de treinramp in Buizingen" (55000252P)
15 Question de Tomas Roggeman à François Bellot (Mobilité) sur "Le déroulement du procès de la catastrophe ferroviaire de Buizingen" (55000252P)
De voorzitter: Ik wil u niet zenuwachtig maken, mijnheer Roggeman, maar dit wordt uw maidenspeech.
15.01 Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer de minister, eergisteren werden de NMBS en Infrabel veroordeeld in het proces over Buizingen, de grootste treinramp sinds de Tweede Wereldoorlog. Een jarenlange uitputtingsslag voor de rechtbank kwam daarmee ten einde. Het is een belangrijke stap in het verwerkingsproces voor de nabestaanden van de 19 dodelijke slachtoffers en de 310 gewonden. Toch is het nog niet volledig gedaan, want Infrabel en de NMBS wilden nog niet zeggen dat zij het vonnis aanvaarden en niet in beroep zullen gaan.
Mijnheer de minister, in welke financiële reserves voorzien de NMBS en Infrabel voor de vergoeding van de slachtoffers? Hoeveel van de 109 aanbevelingen van de bijzondere Kamercommissie Buizingen werden intussen nog niet in de praktijk gebracht? Zullen de NMBS en Infrabel in beroep gaan tegen het vonnis? Welk standpunt over een mogelijke voortzetting van het proces zal de regering, via de regeringscommissarissen bij de bedrijven, innemen?
Vindt u het moreel aanvaardbaar dat er na een slepende rechtsgang van tien jaar nog altijd geen duidelijkheid zou komen voor de slachtoffers en hun nabestaanden, en dat de spoorbedrijven nog een vervolg zouden breien aan het proces?
De voorzitter: Gefeliciteerd, mijnheer Roggeman, met uw maidenspeech, die perfect binnen de tijd was.
De vraag was gericht aan minister Bellot, die zich in het buitenland bevindt. De heer Clarinval, vice-eersteminister en minister van Begroting en Ambtenarenzaken, belast met de Nationale Loterij en Wetenschapsbeleid, vervangt hem.
15.02 Minister David Clarinval: Mijnheer Roggeman, ik heb van de minister van Mobiliteit, die zich laat verontschuldigen, een antwoord gekregen op uw vraag, dat misschien niet compleet is.
Het is goed dat er eindelijk een vonnis is omtrent het tragische ongeval. De slachtoffers en hun families hebben hier jaren op gewacht. Infrabel en de NMBS hebben laten weten dat ze het vonnis nog zullen bestuderen.
Op politiek vlak lijkt het nu raadzaam dat de commissie voor Mobiliteit het initiatief neemt om het vonnis te analyseren in het licht van de aanbevelingen van de commissie in verband met Buizingen.
Wij maken van de gelegenheid ook gebruik om opnieuw te onderstrepen dat er geen enkele besparing op het veiligheidssysteem ETCS werd gedaan, niet door de huidige regering en evenmin door de vorige. Dergelijke drama's mogen nooit meer gebeuren. Wij hebben daarvoor de nodige stappen gezet op financieel en wettelijk vlak. Het masterplan ETCS zit op schema, zoals de Kamercommissie op 23 april van dit jaar nog kon vernemen van de spoorbedrijven.
15.03 Tomas Roggeman (N-VA): Dank u, mijnheer de minister.
Al tien jaar, collega's, al tien jaar lang wachten de slachtoffers van Buizingen en hun nabestaanden op duidelijkheid! Zij zijn niet alleen slachtoffer van een verschrikkelijk treinongeval, zij zijn ook slachtoffer van een slepende rechtsgang.
Ze hebben nochtans het recht op duidelijkheid, het recht op de mogelijkheid om het verhaal na zo vele jaren af te sluiten. De verantwoordelijken moeten hen in de ogen kijken en de schade vergoeden, tenminste voor zover dat nog kan. Bij een beroepsprocedure, die opnieuw voor de komende jaren de juridische mallemolen in gang zou zetten, is niemand, maar dan ook niemand gebaat, de slachtoffers en de nabestaanden in de eerste plaats. Daar mogen wij niet aan beginnen.
Ik roep de regering dan ook op om via haar regeringscommissarissen bij Infrabel en de NMBS een duidelijk standpunt in te nemen tegen het starten van een beroepsprocedure. De NMBS en Infrabel moeten zich neerleggen bij het proces en hun verantwoordelijkheid dragen en op die manier het respect betuigen dat zij aan de slachtoffers verschuldigd zijn.
L'incident est clos.
16 Vraag van Tom Van Grieken aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De reeks granaataanslagen in Antwerpen" (55000264P)
16 Question de Tom Van Grieken à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "La série d'attaques à la grenade à Anvers" (55000264P)
16.01 Tom Van Grieken (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, 5 december 2018: één auto opgeblazen; 6 maart 2019: drie auto's in brand gestoken; 8 maart: twee granaten onder auto's gegooid; 19 maart: één auto opgeblazen; 22 juli: twee granaataanslagen; 2 september: vijf auto's vernield; 27 november: een granaat in een huis gegooid, maar niet ontploft; 28 november: een verkeerdelijk huis beschoten met een kalasjnikov, maar niet getreurd, dat werd op 2 december rechtgezet en het juiste huis werd beschoten met een kalasjnikov; twee dagen geleden, ten slotte, werd een granaat gegooid tegen een appartementsgebouw. Als wij die kleuterklok niet hadden, dan had ik nog kunnen doorgaan. Zeventig aanslagen op drie jaar tijd!
Als ik duizend bommen en granaten hoor, dan denk ik niet aan een stripverhaal van Kuifje, maar dan denk ik aan Antwerpen. Wij hebben zelfs Janssen&Janssen zien verschijnen: minister Jambon en de heer De Wever die hun Stroomplan aankondigden. Dan zou het allemaal wel eens worden aangepakt. Dat Stroomplan zou zelfs na een jaar worden geëvalueerd. Ik heb nog geen evaluatie gezien. Nochtans is die er wel. Sommige mensen hebben die al in handen. Wanneer wordt de evaluatie van het Stroomplan nu eindelijk openbaar gemaakt?
Klopt het dat er in die conclusies staat dat de douane nog steeds te weinig personeel heeft, dat de federale politie nog steeds te weinig middelen heeft en dat de federale en de lokale politie elkaar het leven zuur maken?
Maar vooral, mijnheer de minister, hoe zult u nog blijven wegkijken? Hoe lang zal het nog duren voor er een eerste onschuldig slachtoffer valt? Wat zult u eraan doen?
16.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van Grieken, ik wil u en het Parlement in eerste instantie zeggen dat dit soort gewelddadige criminele excessen niet passen in onze samenleving en ik veroordeel ze ten strengste.
De onderzoeken waarnaar u hebt verwezen, worden gevoerd door de federale gerechtelijke politie, onder leiding van de onderzoeksrechter en het parket van Antwerpen. De verschillende dossiers hebben al onze bijzondere aandacht genoten.
Er zijn verdachten geïdentificeerd en arrestaties verricht. Ik wil u niet de kans geven om de indruk te wekken dat er niets gebeurt, want dat is niet het geval, daarmee doet u aan misleiding van de publieke opinie. Gisteren werden nog vijf huiszoekingen uitgevoerd en drie verdachten aangehouden. Twee daarvan zijn reeds voorgeleid en werden bevestigd door de onderzoeksrechter, de derde persoon wordt vandaag voorgeleid.
Er is het geheim van het onderzoek, waardoor ik daarover weinig of niets kan meedelen. Er is een persmededeling van het parket van Antwerpen gekomen, waar het algemene kader werd geschetst waarin de diverse inspanningen werden geleverd.
Ik volg die problematiek van zeer nabij. Er komt ook een permanente evaluatie. Het resultaat daarvan zal in de loop van de komende dagen en wellicht volgende week kenbaar worden gemaakt. Ik sta permanent in contact met de commissaris-generaal van de federale politie, de directeur-generaal van de gerechtelijke politie en de gerechtelijke directeur van Antwerpen. Alle nodige federale capaciteit en expertise worden ingezet.
Ik zou hier echter het volgende aan willen toevoegen. Binnen de opdrachten van de federale politie en de andere actoren van het veiligheidsbeleid is het onafwendbaar dat er verdere, nieuwe en hogere capaciteit moet worden ingezet om niet alleen structureel, maar ook inzake middelen en personeel, op een bijzondere en andere benaderingswijze de problematiek van het drugsgebeuren in Antwerpen aan te pakken.
Voor alle duidelijkheid, de volgende minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken zal hieraan de nodige aandacht moeten besteden. Dit moet een apart hoofdstuk in het nieuwe regeerakkoord worden. De legalisering van drugs, wat jullie voorstellen, is echter niet de oplossing om deze illegale en criminele praktijken op te lossen.
16.03 Tom Van Grieken (VB): Bedankt voor uw antwoord, mijnheer de minister.
Het is echter wat betreurenswaardig dat die studie pas boven water komt nadat er hier vragen gesteld worden. De budgetten worden pas vrijgemaakt nadat Vlaams Belang hier aandacht voor vraagt.
In Antwerpen lachen ze eigenlijk al met de situatie. De talrijke teruggekeerde IS-strijders in Antwerpen hebben een grotere kans om te komen bij een granaataanval in Antwerpen dan in Aleppo. De 'war on drugs' is een 'drug war'. Het is het minste van mijn zorgen dat die Marokkaanse drugsfamilies elkaar uitmoorden. Hoelang zal het echter duren voor er een onschuldig slachtoffer valt?
De eerste taak van een overheid is de veiligheid van de burgers garanderen. De angst moet van kamp veranderen. Het zijn niet de onschuldige burgers, de onschuldige Antwerpenaar, die schrik moet hebben, maar de drugscriminelen. Maak er dus eindelijk werk van.
L'incident est clos.
17 Vraag van Erik Gilissen aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "Het regeringsstandpunt op de Belgische rondetafel van de FOD Economie over het Mercosur-akkoord" (55000244P)
17 Question de Erik Gilissen à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "La position gouvernementale sur l'accord avec le Mercosur à la table ronde belge du SPF Économie" (55000244P)
17.01 Erik Gilissen (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het vrijhandelsakkoord met de Mercosur-landen is een van de grootste handelsakkoorden ooit. Het akkoord zet onze grenzen open voor de import van grote hoeveelheden landbouwproducten uit de Mercosur-landen.
Er is echter ook heel wat protest tegen het akkoord, van landbouworganisaties en van diverse landen, Oostenrijk, Ierland en Frankrijk. Ook de Waalse regering heeft aangegeven het akkoord met de Mercosur-landen te willen verwerpen. Daarvoor zijn er een aantal redenen. De vleesproducten uit de Mercosur-landen zijn van bedenkelijke kwaliteit. Tot 20 % van het kippenvlees zou besmet zijn met salmonella. Grote delen van het Amazonewoud worden gekapt, platgebrand voor de industriële landbouw. Men neemt ginder ook een loopje met dierenwelzijn. Dat is ook allemaal niet belangrijk in de Mercosur-landen. Bovendien zet de import van goedkope producten uit de Mercosur-landen onze lokale bedrijven onder druk, bedrijven die reeds te lijden hadden onder de gevolgen van ziektes als varkenspest, blauwtong en kippenvirus en van de grote droogte terwijl ze toch hele wat inspanningen leveren omwille van duurzaamheid en investeren om te voldoen aan de geldende regels.
Mijnheer de minister, wat is uw standpunt en de dat van de FOD Economie met betrekking tot het handelsakkoord met de Mercosur-landen? Welk standpunt zal op de rondetafelconferentie ter zake ingenomen worden? Is de federale regering bereid om het Mercosur-akkoord eventueel te verwerpen?
De voorzitter: Mijnheer Gilissen, ik feliciteer u met uw maidenspeech. (Applaus)
17.02 Minister Denis Ducarme: Mijnheer Gilissen, op 11 juli was er in de Wetstraat 16 een vergadering met de Belgische landbouwsector. Die bood de gelegenheid om de quota uit het akkoord tussen de Mercosur en de EU in detail te bespreken. Ook de maatregelen in het akkoord over oneerlijke concurrentie en voedselveiligheid kwamen aan bod. Er werd overeengekomen dat de regering de evolutie van het dossier van zeer nabij zal opvolgen. Wij hebben een impactstudie gevraagd aan de FOD Economie. De publicatie hiervan werd aangekondigd voor begin 2020.
Intussen deed ik al een reeks stappen. In juli 2019 schreef ik een brief naar toenmalig Europees Commissaris Andriukaitis; ik schreef ook Europees Commissaris Hogan aan en ik schreef een brief aan de ministers van Landbouw van Frankrijk, Luxemburg, Duitsland en Nederland. Daarin wees ik opnieuw op het belang van een strikte toepassing van de Europese sanitaire regels op de producten van het Mercosur-handelsakkoord.
Mijnheer Gilissen, het zal natuurlijk aan de parlementsleden van de verschillende parlementen zijn om een beslissing over de kwestie te nemen, terwijl het aan de volgende federale regering is om de gedragslijnen te bepalen die zij zal verdedigen, wanneer het verdrag zal moeten worden geratificeerd.
Mijnheer de voorzitter, ik rond af.
Ik heb in de commissie al aangegeven dat voor mij persoonlijk het akkoord vandaag niet voldoende garanties bevat, noch voor de gezondheid van de consument noch voor het respect voor het milieu noch voor de bescherming van onze familielandbouw.
17.03 Erik Gilissen (VB): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord.
Ik wil even onderstrepen dat onze duurzame lokale bedrijven een belangrijke pijler van onze economie zijn. Zij zorgen voor werkgelegenheid en voor een positieve handelsbalans. Uiteraard is het ook belangrijk dat wij producten die hier beschikbaar zijn, niet uit andere landen importeren en er de halve wereld mee rondreizen. Dat is ecologisch niet verantwoord.
Daarom heeft het Vlaams Belang een voorstel van resolutie klaar, waarmee wij het Mercosur-handelsakkoord willen verwerpen.
De voorzitter: U bleef binnen de toegemeten spreektijd.
L'incident est clos.
18 Vraag van Gaby Colebunders aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der Gebouwen) over "De dwangsom die de stakerspost bij AB InBev boven het hoofd hing" (55000262P)
18 Question de Gaby Colebunders à Koen Geens (VPM Justice et Régie des Bâtiments ) sur "L'astreinte qui menaçait le piquet de grève chez AB InBev" (55000262P)
18.01 Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik weet niet of hier in het halfrond, met onze hoge lonen, nog wel bierdrinkers zijn, maar de werknemers van AB InBev zetten zich dag in, dag uit in voor onze wereldbekende bieren. Toch krijgen ze van de werkgever totaal geen respect. Een firma die op wereldvlak heer en meerster is in het brouwen van bieren doet niet eens de moeite om de lonen correct uit te betalen. De loonfiches zijn niet correct. Men moet soms maanden wachten op bedragen van meer dan 200 euro. Voor u is dat misschien niet veel, maar voor die mensen wel.
Weet u hoeveel winst AB InBev vorig jaar heeft gemaakt? Dat is 2,7 miljard euro. Weet u hoeveel belastingen ze daarop hebben betaald? Dat is 0,6 %.
Voor de werknemers stijgt de werkdruk jaar na jaar: harder werken voor minder zekerheid, voor een loon dat niet eens correct wordt uitbetaald. Dit moet niemand meer pikken. Met zulke winstcijfers mag men toch op zijn minst werkzekerheid en een correcte uitbetaling van de lonen eisen.
Na twee weken overleg geeft de directie nog geen millimeter toe. In de plaats van het sociaal overleg te respecteren roepen ze meteen de hulp in van de rechterlijke macht. Via een eenzijdig verzoekschrift sturen ze deurwaarders om het piket te breken en de monden van de vele arbeiders te snoeren.
Mevrouw de minister, staken is een recht. Vindt u het normaal dat de loonbrieven niet correct worden uitbetaald in een van de grootste bedrijven in België? Controleert u zelf de naleving van de Belgische sociale wetgeving door multinationals? Wat met het respect voor het sociaal overleg en het stakingsrecht?
Zult u naar aanleiding van dit schandaal een audit organiseren op AB InBev en andere multinationals om erop toe te zien dat de rechten van de werknemers worden gerespecteerd?
18.02 Minister Nathalie Muylle: Mijnheer Colebunders, aan het recht op staken kan niet worden geraakt. Wij willen dit zo houden. Dit ligt ook vast in heel wat internationale verdagen en staat niet ter discussie.
Met de procedure van het eenzijdig verzoekschrift dat de werkgever kan richten aan de rechtbank in het geval van een collectief conflict moeten wij behoedzaam omgaan. In een dergelijke procedure van eenzijdige verzoekschriften is er immers geen tegensprekelijk debat.
U vraagt ook naar de inhoud. Het is voor mij niet mogelijk om op de uitspraak van de rechter in te gaan. Wij zijn ook niet op de hoogte van alle feitelijke elementen in het dossier.
Als een partij vandaag echter vindt dat het eenzijdig verzoekschrift niet op de juiste manier is gebruikt, of wanneer wordt geraakt aan de uitoefening van het stakingsrecht en er geen sprake is van daden van geweld, schade van materiaal, financiële schade aan derden, dan is het altijd mogelijk om dit via gerechtelijke weg aan te vechten.
In 2002 heeft de toenmalige minister van Werk, mevrouw Onkelinx, samen met de sociale partners een herenakkoord afgesloten. Wij hebben met de vorige regering geprobeerd om de inhoud van het herenakkoord te moderniseren. Wij hebben het aan de Groep van Tien gevraagd, maar het is helaas niet gelukt. Er is echter een heel duidelijk engagement, van de werkgevers en de werknemers, om juridische procedures te vermijden. Er werd duidelijk voorrang gegeven aan het sociaal overleg, dat alle kansen moet krijgen. Voor mij blijft dat akkoord van kracht.
18.03 Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, de werkgevers praten bij elke staking over het herenakkoord, maar als de directie al jarenlang weigert te luisteren naar het personeel, dan is er geen sprake meer van een herenakkoord. Respect komt nu eenmaal van twee kanten.
Ik ben jarenlang vakbondsman geweest. Als een multinational jarenlang mensen kan uitpersen en hen niet correct behandelt, dan vindt iedereen dat normaal, maar als mensen voor de boterham van hun kinderen op straat komen, dan zijn het misdadigers. Dat kan voor ons niet meer. De eenzijdige verzoekschriften worden te pas en te onpas gebruikt. Wij verzetten ons tegen die juridische aanvallen op het stakingsrecht. Men kan zoveel deurwaarders blijven sturen als men wil, maar staken is een recht. Wij zullen het blijven verdedigen.
L'incident est clos.
De voorzitter: Einde van de mondelinge vragen.
Ik stel vast dat het de eerste keer is dat wij het vragenuurtje ongeveer binnen de afgesproken timing beëindigd hebben.
19 Proposition de loi modifiant la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité en ce qui concerne la composition du Conseil disciplinaire de la Commission de régulation de l'électricité et du gaz (680/1-3)
19 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt wat de samenstelling van de Tuchtraad van de commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas betreft (680/1-3)
Proposition
déposée par:
Voorstel ingediend door:
Patrick
Dewael.
La discussion
générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
19.01 Tinne Van der Straeten, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik wil verwijzen naar het schriftelijke verslag, en ik wil ook graag kort interveniëren. Ik weet niet of dat aansluitend kan? (Instemming)
Mijnheer de voorzitter, ik dank u voor uw initiatief om dit wetsvoorstel te maken, omdat wij inderdaad geconfronteerd worden met een schrijnend gebrek aan kandidaten voor de tuchtraad van de CREG. Het is nog niet zo dat de tuchtraad van de CREG vaak moet samenkomen – hij heeft nog geen enkel dossier behandeld – maar wij moeten hem natuurlijk wel samenstellen.
In de commissie hebben wij het erover gehad dat wij voor zulke zaken heel vaak een beroep doen op magistraten en dat wij hen misschien overbevragen. Het is volgens mij een goede zaak om toch de piste van de magistraten aan te houden en te bekijken of zij ons naar kandidaten brengt. Als zij ons alsnog niet naar kandidaten brengt, moeten wij het over een andere boeg gooien en misschien ook een beroep kunnen doen op juristen met een bepaalde staat van dienst. Wij sturen onze magistraten naar allerhande tuchtraden in allerhande sectoren. Zij worden eigenlijk op den duur voor alles gevraagd en misschien zijn er juridische profielen die evengoed in aanmerking zouden komen.
Ik stel dus voor om het pragmatisch aan te pakken en te kijken of het ons ergens brengt. Als dat niet het geval is, moeten wij een andere invalshoek nemen.
19.02 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik zou graag even kort iets zeggen over deze problematiek die ons al heel lang bezighoudt. U herinnert zich dat er in de vorige legislatuur verschillende oproepen zijn geweest om de zaak te regelen en dat dat maar bleef aanslepen.
Ik steun absoluut de piste van mevrouw Van der Straeten om kort op de bal te spelen. Als een volgende oproep ons inderdaad niet dichter bij een oplossing brengt, moeten wij daar kordaat op reageren en bekijken op welke manier het dan wel kan, want dan wil dat zeggen dat deze piste misschien niet onmiddellijk resultaat oplevert. Deze piste moet eerst wel worden bekeken om te zien of er een mogelijkheid is. Als dat niet zo is, dan moeten wij niet lang twijfelen om een volgende stap te zetten.
De voorzitter: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La
discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (680/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (680/3)
La
proposition de loi compte 3 articles.
Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
Aucun
amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des
articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
20 Wetsvoorstel tot wijziging van diverse bepalingen inzake overgangsregeling en inwerkingtreding betreffende Justitie (803/1-3)
20 Proposition de loi modifiant des dispositions diverses transitoires et relatives à l'entrée en vigueur en matière de Justice (803/1-3)
Proposition
déposée par:
Voorstel ingediend door:
Servais
Verherstraeten.
Sans rapport
Zonder verslag
La
discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion
générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (803/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (803/3)
La
proposition de loi compte 7 articles.
Het wetsvoorstel telt 7 artikelen.
Aucun amendement
n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 7 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 7 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des
articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
21 Budget de la Commission de régulation de l'électricité et du gaz (CREG) pour l'année 2020 (813/1)
21 Begroting van de Commissie voor de Regulering van de elektriciteit en het gas (CREG) voor het begrotingsjaar 2020 (813/1)
Overeenkomstig artikel 25, § 5, vierde lid, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt wordt de begroting door de Kamer goedgekeurd.
Conformément
à l'article 25, § 5, alinéa 4, de la loi du 29 avril 1999 relative à
l'organisation du marché de l'électricité, le budget est approuvé par la
Chambre.
Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (813/1)
De door de commissie aangenomen tekst geldt
als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (813/1)
La
discussion est ouverte.
De bespreking is geopend.
Le rapporteur,
M. Senesael, s'en réfère au rapport écrit.
21.01 Kris Verduyckt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, onze fractie zal de begroting van de organisatie goedkeuren. Natuurlijk hadden wij bij de bespreking al een aantal vragen, want wij moeten vaststellen dat voor het eerst in jaren de begroting stijgt. Het is de taak van iedere goede bestuurder om dan even te checken wat de reden is voor die stijging.
Men heeft ons ervan kunnen overtuigen dat er de afgelopen jaren heel wat efficiëntiemaatregelen genomen zijn, zodat de begroting de voorgaande jaren dezelfde bleef. De huidige stijging is onzes inziens te verantwoorden.
De CREG heeft natuurlijk een heel belangrijke rol in het energiedebat in ons land. Die rol zal de komende jaren niet verminderen. Integendeel. In de commissie discussiëren wij al een hele tijd over de energiebevoorrading van ons land en over het capaciteitsvergoedingsmechanisme of CRM, dat velen hier wel zullen kennen en het anders wel zullen leren kennen, omdat hierover in het Parlement nog vaak van gedachten zal worden gewisseld. De CREG heeft daar een belangrijke rol in te vervullen. Zij heeft daar extra werk aan. Zij heeft dat ook aangegeven. Zij krijgt straks extra taken ter zake van Europa.
De CREG waarschuwt ons ook voor overshooting. Die boodschap van de CREG moeten wij straks in het debat zeker meenemen.
Vandaag konden wij kennisnemen van een studie over de energiearmoede in ons land die de CREG, orgaan dat ook een belangrijke taak te vervullen heeft jegens alle energieverbruikers in ons land, uitvoerde. Collega,'s, er is op dat vlak een groot probleem. De cijfers zijn wat ze zijn. De energieprijzen zijn de jongste tien jaar flink gestegen en wij zien daar nu ook de gevolgen van. Minstens 400.000 gezinnen in ons land leven volgens de CREG in energiearmoede. Dat is niet niets. Het grootste deel van die 400.000 huishoudens betreft – het zal u niet verbazen – alleenstaanden en eenoudergezinnen. Daar zit echt het grootste probleem.
De CREG publiceerde ook vrij onrustwekkende cijfers inzake het sociaal tarief. Op tien jaar tijd is het aantal personen dat gebruikmaakt van het sociaal tarief voor elektriciteit verdrievoudigd, van 146.000 naar 438.000. Dat gaat dus om bijzonder veel mensen. Ik wil alle collega's uitnodigen daar eens goed over na te denken en de komende maanden en jaren werk maken van een sterk beleid ter zake. Ik meen dat wij op het vlak van energiearmoede een bijzonder slecht pad ingeslagen zijn. De CREG heeft ons daar vandaag op gewezen.
21.02 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik geef mijn uiteenzetting van op het spreekgestoelte, want ik vind het een belangrijk debat. Eigenlijk vind ik het enigszins jammer dat er verwezen werd naar het schriftelijke verslag. We hadden best een mondeling verslag mogen krijgen als weergave van de discussie die we in de commissie hadden.
Collega's, los van de inhoud van de begroting van de CREG moeten we even stilstaan bij de rol van het Parlement als het gaat over de energieregulator.
In de elektriciteits- en gaswet is immers op basis van Europese regelgeving verankerd dat het Parlement de controle op de CREG uitoefent. De energieregulator is onafhankelijk in ons land, onafhankelijk van de administratie en onafhankelijk van de uitvoerende macht. Via het Marktenhof is er uiteraard wel rechterlijke controle op de beslissingen van de CREG. Er is tevens politieke controle op de CREG en die gebeurt hier, in het Parlement. De 150 leden in de plenaire vergadering en de leden van de commissie zien toe op de begroting van de CREG en het beleid dat de instelling voert. Zij geven dus mee richting aan wat de CREG doet.
Collega Verducykt heeft terecht verwezen naar de communicatie van de CREG over energiearmoede. De CREG was hier verschillende keren op bezoek om toelichting te geven bij de werkzaamheden in het kader van het CRM. Voorts bepaalt de CREG ook de hoogte van de nucleaire repartitiebijdrage. De CREG voert dus heel wat zaken uit, maar uiteindelijk hebben wij wel de bevoegdheid om mee richting te geven aan datgene waarmee de CREG zich moet bezighouden. Als wij vinden dat energiearmoede een topprioriteit is, dan kunnen wij dat meegeven aan de CREG.
In onze commissie was er een heel grote consensus om eens te bekijken hoe wij op een meer proactieve manier met de CREG kunnen samenwerken. Wij hoeven ons niet te beperken tot een verplicht rondje in de commissie, nog snel voor het einde van het kalenderjaar. Op een namiddag moeten we dan een hele beleidsnota doornemen om het hier in de plenaire vergadering dan nog snel even voor het einde van het jaar af te werken met een verwijzing naar het schriftelijke verslag. We waren het erover eens te onderzoeken of we dat werk niet beter kunnen opdelen, opdat wij onze controleopdracht meer fundamenteel kunnen uitoefenen. Dat is iets wat mij al lang bezighoudt. Het zal waarschijnlijk een proces van trial and error worden, want we kunnen natuurlijk niet aan micromanagement doen. Ons werk mag geen dubbeltje zijn van wat de CREG doet. We zullen dus een procedure moeten vinden die zowel voor de CREG als voor ons werkbaar is. Hoe dan ook moeten wij meer proactief en minder reactief werken.
Wij moeten ons er alleszins van bewust zijn – dit is mij vooral bijgebleven uit de discussie – dat ook de werking van de CREG wordt gefinancierd via de energiefactuur van de mensen. Wat we van anderen verwachten, moeten we dus ook van de CREG verwachten. We moeten van de CREG dus ook verwachten dat die efficiënt met haar mensen en middelen omgaat. We moeten die instelling ook meenemen in een oefening om zo efficiënt mogelijk met de middelen om te gaan. Het gaat hier om een beperkte stijging, die slechts beperkt voelbaar zal zijn op de factuur, maar het is zeker geen vrijgeleide om de begroting te laten stijgen.
Collega's, het is mijn overtuiging dat we van de CREG ook moeten verwachten dat die zelf haar bevoegdheden ten volle uitoefent. Dat debat hebben we ook in de commissie gevoerd. Elke fractie had vragen en opmerkingen over de CREG-scan, het instrument dat door de CREG werd ontwikkeld om consumenten na te laten gaan of hun energiecontract wel degelijk het goedkoopste is op de markt. Iedereen voelt immers aan – de CREG heeft dit ook bevestigd – dat er meer dan 100.000 slapende producten op de markt zijn. Tienduizenden gezinnen zijn de voorbije jaren niet van contract veranderd. We moeten aan de CREG blijven vragen om hier proactief mee om te gaan. Onze regulator mag zich niet beperken tot de ontwikkeling van dergelijke instrumenten; hij moet daaraan ook doelstellingen en initiatieven koppelen en het Parlement achter de veren blijven zitten om de nodige initiatieven te nemen.
Als het gaat over het energiebeleid in ons land, denk ik dat de regulator voor het Parlement altijd de beste partner zal kunnen zijn. De regulator is per definitie onafhankelijk en werkt samen met andere regulatoren en instellingen als de Mededingingsautoriteit. Het is onze sterkste tegenkracht in de geliberaliseerde markt. Ik ben een voorstander van de geliberaliseerde markt, collega's. Ik ben ervan overtuigd dat de liberalisering ons veel goede zaken heeft gebracht, waaronder een daling van de elektriciteitsprijzen. Een vrije markt of geliberaliseerde markt betekent geen deregulering. Een vrije markt moet nog altijd op de juiste en meest efficiënte manier gereguleerd kunnen worden. Het gaat over een technische markt, waarbij het Parlement nooit een volledig inzicht in de werking zal kunnen hebben.
De regulator is bijgevolg voor de Ecolo-Groenfractie de beste partner om die zaken inzichtelijk te maken, zodat we hier met kennis van zaken een aantal initiatieven kunnen nemen. Ik denk bijvoorbeeld aan de bevestiging vorige week van het KB over de nucleaire repartitiebijdrage.
Het komt uiteindelijk aan de CREG toe om te controleren hoe die bedragen tot stand komen op basis van een zeer ingewikkelde formule in de wet. We hebben zelf niet de kennis en de achtergrond om die berekeningen te maken, de CREG wel. De CREG moet dan ook suggesties kunnen doen als partner over de manier waarop we de finaliteit van de wetgeving, met name een betere regulering, beter vorm kunnen geven.
Het Parlement is met de voorzitter van de commissie, de heer Van Quickenborne en u, mijnheer Dewael als voorzitter, voldoende geëquipeerd om die taak ten volle op een heldere manier op te nemen en om, zonder dat we overreguleren, wel richting geven aan wat wij belangrijk vinden. Hier moet op een productieve manier mee omgegaan worden. In de komende legislatuur zullen we zo een zeer vruchtbare samenwerking kunnen opstarten, die alleen maar kan leiden tot een betere en efficiëntere werking op de energiemarkt.
21.03 Kurt Ravyts (VB): Collega's, de politieke controle op de CREG gebeurt inderdaad door het Parlement. Het Parlement moet niet enkel richting geven aan de CREG, maar de CREG geeft ons ook input en stoffeert het beleid. Ze houdt de betrokken Parlementsleden ook permanent wakker. Het gaat dan om zaken als energiearmoede, zoals vandaag nog is gebleken.
De financiering van de CREG zit vervat in de federale heffing in de elektriciteitsfactuur. We moeten ons dan permanent afvragen of de CREG goed werk verricht. Het antwoord is volgens de Vlaams Belangfractie ja. Net als de andere commissieleden is de Vlaams Belangfractie trouwens vragende partij voor een meer structurele samenwerking met de regulator. De CREG schrijft in haar begroting 2020 een weliswaar niet spectaculair hoger bedrag in dan de voorgaande jaren. Een van de redenen is het niet onbelangrijk bedrag voor externe studies. Laten we in dat verband niet vergeten dat de CREG extra taken krijgt met de invoering van het CRM. De begroting van de CREG zit uiteraard vervat in de federale heffing. Hoe dan ook is de realiteit dat, zoals nu is voorzien in het Europese Clean Energy Package, aan de regulator meer taken worden toevertrouwd.
Collega's, er zitten veel interessante zaken in de actieradius van de CREG. Er werd al verwezen naar de CREG-scan. Wat de slapende contracten betreft, adviseert de CREG overigens om het zogenaamde consumentenakkoord bij te sturen, omdat er nieuwe spelers bijgekomen zijn, maar ook omdat de stilzwijgende contractverlenging nog steeds mogelijk is. Vaak leidt die tot een voortzetting van de duurste contracten. Volgens de CREG zouden er door de leveranciers alleen nog maar contractverlengingen op basis van actieve producten mogen worden aangeboden.
Laten wij ook niet vergeten – ik had er onlangs in de commissie een korte gedachtewisseling over met onze commissievoorzitter Van Quickenborne – dat de hoge eindfactuur van de elektriciteit in ons land substantieel in de hand wordt gewerkt door de distributienettarieven. Dat is een gewestelijke materie. De prijs voor de energiecomponent is sinds de liberalisering van de markt slechts licht toegenomen. Dat is een interessant gegeven voor wie hier en in de commissie graag zegt dat het al te gemakkelijk is om via de afgeschreven nucleaire centrales winst te maken en dat hij of zij het op die manier ook wel kan. Tegen die collega's kan ik alleen maar zeggen dat ons richtsnoer prioritair de eindfactuur voor de consument is. Als men met 100 % hernieuwbare energieproductie erin zou slagen om tegelijkertijd voor 100 % de bevoorradingszekerheid, de duurzaamheid en de betaalbaarheid te garanderen, dan zouden wij in een andere wereld leven, collega's, maar die andere wereld is er vandaag nog niet, ongeacht de al dan niet afgeschreven kerncentrales.
Wat de elektriciteitsfactuur als verkapte belastingbrief betreft, via de all-inprijs, zijn wij natuurlijk, al jarenlang, bereid om mee na te denken over onder meer het onttrekken van de federale bijdrage aan de factuur en dus over een andere financieringswijze van een aantal zaken. Die zaken zullen hier trouwens binnenkort opnieuw aan bod komen, collega's, wanneer de kwestie van de geblokkeerde indexering van het Fonds Gas en Elektriciteit legistiek, via een bekrachtigingswet, ter sprake zal komen.
Ik kom terug tot de CREG-begroting, mijnheer de voorzitter.
Ja, de CREG is nuttig. Vandaag publiceerde de CREG nog de resultaten van een studie over energiearmoede en het aandeel van de stroom- en gasfactuur in het huishoudbudget. Op basis van die studie formuleert de CREG trouwens een aantal interessante aanbevelingen zoals meer steun geven aan de huishoudens die het zwaarst zijn getroffen – daarover kunnen wij het de volgende weken nog hebben – maar ook het ontwikkelen van indicatoren van energiearmoede door de federale regering.
Ik denk ook aan de rol van de CREG bij de totstandkoming van de transmissienettarieven. Deze zullen volgend jaar een klein beetje dalen voor de consument, dankzij de CREG, die een eerste tariefvoorstel van Elia heeft geweigerd. En wie herinnert zich niet de rol van de CREG bij de totstandkoming van de korting op de federale bijdrage elektriciteit vorig jaar en dit jaar. De federale bijdrage was de voorbije jaren berekend door de netbeheerders op grotere volumes elektriciteit dan wat effectief door hen werd afgenomen op het transmissienet. Ze kregen meer geld binnen dan dat ze zelf aan Elia hadden betaald. Na de wetswijziging heeft de CREG de saldi per netbeheerder goedgekeurd en worden ze terugbetaald aan de eindafnemer.
U hebt het reeds begrepen, wij zullen deze begroting goedkeuren.
21.04 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik vind het eigenlijk niet erg dat er naar het schriftelijk verslag wordt verwezen. U kunt namelijk allen perfect zeggen wat u op uw lever hebt liggen en u hebt dat ook in de commissie gedaan. Ik vind dat het mondeling brengen van iets dat schriftelijk op papier staat een beetje overbodig is. Wij kunnen beter direct naar de grond van het debat gaan. Er volgt klein applaus uit Bilzen en Kapellen, waarvoor dank.
Laten wij het dan hebben over de CREG.
Het is absoluut belangrijk dat wij een sterke regulator hebben. Bij een liberalisering is er een scheidsrechter nodig, iemand op het terrein die ervoor zorgt dat iedereen de regels volgt. Dit wil zeggen dat deze regulator tanden moet hebben en deze moet durven gebruiken. Zo gaat dat nu eenmaal bij een liberalisering. Ik ben er blij om dat men dat in heel veel gevallen ook doet. De CREG zorgt ervoor dat wij op heel veel vlakken een nuttig debat hebben. De CREG vormt een nuttig tegengewicht om onze beslissingen mee vorm te geven.
Het is inderdaad zo dat voor de eerste keer in vele jaren de CREG iets meer geld vraagt. Dat is beperkt en moet ook beperkt blijven. De CREG moet efficiënt blijven werken. De meerwaarde van de CREG zit echter voor een groot deel in het feit dat de CREG ons die adviezen geeft die ervoor zorgen dat onze burgers en bedrijven extra kosten wordt bespaard.
Denk aan wat de CREG vandaag aan het doen is in het kader van het CRM-systeem. De adviezen die ze daarin geeft, zijn toch van een heel andere aard en geven een heel andere inschattingen dan een aantal andere spelers in de markt. Denk aan haar berekeningen, waaruit heel duidelijk bleek dat het hele capaciteitsmechanisme de komende 15 jaar wel eens 14 miljard euro zou kunnen kosten. Dat zijn zaken die wij nodig hebben om degelijke beslissingen te kunnen nemen en die overigens mee aan de basis liggen van een aantal amendementen die nadien door dit Parlement werden goedgekeurd en die deze kosten ernstig beperken.
Ik denk ook dat de piste om meer te overleggen met de CREG een nuttige piste is. Wij moeten dat absoluut doen, want het was de afgelopen jaren misschien net iets te veel het verplichte rondje "wij moeten de begroting van de CREG stemmen en dus de presentatie van de beleidsnota doormaken". Wij moeten daar veel korter op de bal spelen, want wij weten allemaal dat het in het verleden heel simpel was. Als men aan de minister vragen stelde over de bevoegdheden van de CREG, dan waren er twee mogelijkheden. Ofwel had de minister een leuk, interessant antwoord en zou ze zeggen wat ze zou doen, ofwel had de minister geen leuk of interessant antwoord en zou ze zeggen dat het een bevoegdheid van de CREG was. Voor dat soort zaken heeft het Parlement volgens mij de minister niet nodig als tussenpersoon. Wij moeten dat zelf kunnen doen, wij moeten zelf op dat debat wegen. Het feit alleen al dat de hoorzitting met de CREG over een beleidsnota ervoor heeft gezorgd dat er heel wat vragen over het afgelopen jaar bovenkwamen, bewijst dat daaraan duidelijk nood is, dat het Parlement wil worden gevoed en dat wij daarmee zelf aan de slag kunnen op het vlak van wetgevend werk. Ik denk dat dit de piste is die wij in de toekomst moeten volgen en waarvan wij meer werk moeten maken.
Ik zal niet ingaan op alle adviezen van de CREG van het afgelopen jaar. Er zaten er heel veel nuttige tussen, maar ik denk dat wij allemaal groot en flink genoeg zijn om die adviezen te lezen en daaruit zelf wetsvoorstellen of vragen te puren om er verder mee te gaan. Op dat vlak verwacht ik heel veel van die nauwere samenwerking met de CREG. Ik ben blij dat zij ervoor openstaat en ik ben blij dat iedereen die hier het woord heeft genomen daarachter staat. Dat stond zelfs in het schriftelijk verslag. Op die manier kunnen wij wat volwassener omgaan met de energiemarkt en kunnen de parlementsleden meer hun verantwoordelijkheid nemen.
Mijn fractie zal deze begroting dus steunen.
De voorzitter: Quelqu'un
demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La
discussion est close.
De bespreking is gesloten.
Le vote sur
le budget aura lieu ultérieurement.
De stemming over de begroting zal later plaatsvinden.
22 Commission de contrôle des dépenses électorales et de la comptabilité des partis politiques – Nomination des experts
23 Comité P – Nomination des seconds suppléants des membres néerlandophones
22 Controlecommissie betreffende de verkiezingsuitgaven en de boekhouding van de politieke partijen – Benoeming van de experten
23 Comité P – Benoeming van de tweede plaatsvervangers van de Nederlandstalige leden
Conformément à
l'article 1, 4°, de la loi du 4 juillet 1989 relative à la
limitation et au contrôle des dépenses électorales engagées pour les élections
de la Chambre des représentants ainsi qu'au financement et à la comptabilité
ouverte des partis politiques, la Chambre nomme quatre experts (2 F +
2 N) qui siégeront avec droit de vote à la Commission de contrôle.
Overeenkomstig artikel 1, 4°, van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, benoemt de Kamer vier experten, (2 N + 2 F) die met stemrecht in de Controlecommissie zullen zetelen.
Les candidatures
ont été annoncées en séance plénière du 26 septembre 2019.
De kandidaturen werden aangekondigd tijdens de plenaire vergadering van 26 september 2019.
Par lettre du
12 novembre 2019, M. Emmanuel Vandenbossche retire sa
candidature.
Bij brief van 12 november 2019 trekt de heer Emmanuel Vandenbossche zijn kandidatuur in.
La commission de
la Constitution et du Renouveau Institutionnel a entendu les candidats les 12
et 26 novembre 2019. Mme Özlem Özen, présidente de la
commission, a fait rapport de ces auditions en Conférence des présidents du
27 novembre 2019.
De commissie voor Grondwet en Institutionele Vernieuwing heeft de kandidaten op 12 en 26 november 2019 gehoord. Mevrouw Özlem Özen, voorzitster van de commissie, heeft verslag uitgebracht over deze hoorzittingen in de Conferentie van voorzitters van 27 november 2019.
Il n'y a pas
lieu de procéder à un scrutin pour les deux mandats d'expert francophone. En
effet, il n'y a que deux candidats pour ces deux mandats. Je déclare donc élus
MM. Raymond Molle et Philippe Quertainmont, en application de
l'article 157, n° 6, du Règlement de la Chambre, en qualité
d'experts de la Commission de contrôle des dépenses électorales et de la
comptabilité des partis politiques.
Voor de twee mandaten van Franstalig expert hoeven wij niet te stemmen aangezien er maar twee kandidaten zijn voor de twee mandaten. Bijgevolg zijn de heren Raymond Molle en Philippe Quertainmont, met toepassing van artikel 157, nr. 6, van het Kamerreglement, benoemd tot experten van de Controlecommissie betreffende de verkiezingsuitgaven en de boekhouding van de politieke partijen.
Pas d'observation?
(Non)
Il en sera
ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Nous devons
cependant procéder à la nomination des deux experts néerlandophones.
Wij moeten wél stemmen om de twee Nederlandstalige experten te benoemen.
La liste des candidats a été distribuée sur les bancs. (811/1)
De kandidatenlijst werd op de banken
rondgedeeld. (811/1)
L’ordre du
jour appelle également les scrutins en vue de la nomination des seconds
suppléants des membres néerlandophones du Comité permanent de contrôle des
services de police.
Aan de orde zijn tevens de stemmingen met het oog op de benoeming van de tweede plaatsvervangers van de Nederlandstalige leden van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten.
Les candidatures
ont été annoncées au cours de la séance plénière du 24 octobre 2019.
De kandidaturen werden aangekondigd tijdens de plenaire vergadering van 24 oktober 2019.
Par lettre du 1er novembre 2019,
M. Rudy Verbeeck retire sa candidature.
Bij brief van 1 november 2019 trekt de heer Rudy Verbeeck zijn kandidatuur in.
Le
18 novembre 2019, la commission spéciale chargée de l'accompagnement
parlementaire des Comités P et R a procédé à l'audition des candidats.
Mme Cécile Thibaut a fait rapport de ces auditions en Conférence des
présidents du 27 novembre 2019.
Op 18 november 2019 werden de kandidaten gehoord door de bijzondere commissie belast met de parlementaire begeleiding van de Comités P en I. Mevrouw Cécile Thibaut heeft verslag uitgebracht over deze hoorzittingen in de Conferentie van voorzitters van 27 november 2019.
Le document
portant le nom des candidats vous a été distribué. (810/1)
Het stuk met de namen van de kandidaten werd
rondgedeeld. (810/1)
Nous
commençons par les scrutins pour les deux experts néerlandophones de la
Commission de contrôle des dépenses électorales et de la comptabilité des
partis politiques et le mandat de second suppléant de M. Herman Daens.
Après la proclamation du résultat de ceux-ci, nous procéderons au scrutin pour
le mandat de second suppléant de M. Jack Vissers.
Wij beginnen met de stemming voor de twee Nederlandstalige experten van de Controlecommissie betreffende de verkiezingsuitgaven en de boekhouding van de politieke partijen en het mandaat van tweede plaatsvervanger van de heer Herman Daens. Na de bekendmaking van deze uitslagen zullen wij overgaan tot de stemming voor het mandaat van tweede plaatsvervanger van de heer Jack Vissers.
Les bulletins de
vote pour les mandats d’expert néerlandophone et le mandat de second suppléant
de M. Herman Daens ont été distribués.
De stembiljetten voor de mandaten van Nederlandstalig expert en het mandaat van tweede plaatsvervanger van de heer Herman Daens werden reeds rondgedeeld.
Le scrutin étant
secret, les bulletins ne peuvent être signés.
Daar de stemming geheim is, mogen de stembiljetten niet ondertekend worden.
A l'appel de son
nom, chaque membre est prié de venir déposer ses bulletins non signés dans les
urnes, en montant à la tribune, de ma gauche à ma droite.
Ik verzoek elk lid om bij het afroepen van zijn naam zijn ongetekende stembiljetten in de stembussen te komen deponeren. Gelieve langs mijn linkerzijde op het spreekgestoelte te komen en dit aan mijn rechterzijde te verlaten.
Je rappelle que
seuls sont valables les bulletins qui mentionnent le nom d'un candidat présenté
avant le scrutin.
Ik wijs erop dat alleen geldig zijn de stembiljetten waarop de naam voorkomt van een voor de stemming voorgedragen kandidaat.
J'invite les deux
membres les plus jeunes, Mme Mélissa Hanus et M. Dries
Van Langenhove, à procéder à l'appel nominal.
Ik nodig de jongste twee leden, mevrouw Mélissa Hanus en de heer Dries Van Langenhove, uit de namen af te roepen.
Il est procédé à
l'appel nominal.
Er
wordt overgegaan tot de naamafroeping.
Tout le monde
a-t-il déposé son bulletin dans l'urne? (Oui)
Heeft iedereen gestemd? (Ja)
Je déclare
le scrutin clos.
Ik verklaar de stemming voor gesloten.
La séance
est suspendue.
De vergadering is geschorst.
La séance est suspendue à 16 h 43.
De vergadering wordt geschorst om 16.43 uur.
La séance est reprise à 16 h 56.
De vergadering wordt hervat om 16.56 uur.
La séance est
reprise.
De vergadering is hervat.
24 Commission de contrôle des dépenses électorales et de la comptabilité des partis politiques – Nomination de deux experts néerlandophones – Résultat du scrutin
24 Controlecommissie betreffende de verkiezingsuitgaven en de boekhouding van de politieke partijen – Benoeming van twee Nederlandstalige experten – Uitslag van de stemming
Votants |
126 |
Stemmen |
Blancs ou nuls |
4 |
Blanco of ongeldig |
Valables |
122 |
Geldig |
Majorité absolue |
62 |
Volstrekte meerderheid |
M. Marc De Clercq a obtenu 30 voix.
De heer Marc De Clercq heeft 30 stemmen gekregen.
M. Herman
Matthijs a obtenu 92 voix.
De heer Herman Matthijs heeft 92 stemmen gekregen.
M. Gunther
Vanden Eynde a obtenu 115 voix.
De heer Gunther Vanden Eynde heeft 115 stemmen gekregen.
(1)
M. Gunther
Vanden Eynde ayant obtenu 115 voix, soit la majorité absolue, est
proclamé expert néerlandophone de la Commission de contrôle des dépenses
électorales et de la comptabilité des partis politiques.
Aangezien de heer Gunther Vanden Eynde 115 stemmen heeft gekregen, dit is de volstrekte meerderheid, wordt hij uitgeroepen tot Nederlandstalig expert van de Controlecommissie betreffende de verkiezingsuitgaven en de boekhouding van de politieke partijen.
(2)
M. Herman
Matthijs ayant obtenu 92 voix, soit la majorité absolue, est proclamé expert
néerlandophone de la Commission de contrôle des dépenses électorales et de la
comptabilité des partis politiques.
Aangezien de heer Herman Matthijs 92 stemmen heeft gekregen, dit is de volstrekte meerderheid, wordt hij uitgeroepen tot Nederlandstalig expert van de Controlecommissie betreffende de verkiezingsuitgaven en de boekhouding van de politieke partijen.
25 Comité P – Nomination du second suppléant de M. Herman Daens, membre néerlandophone – Résultat du scrutin
25 Comité P – Benoeming van de tweede plaatsvervanger van de heer Herman Daens, Nederlandstalig lid – Uitslag van de stemming
Votants |
133 |
Stemmen |
Blancs ou nuls |
21 |
Blanco of ongeldig |
Valables |
112 |
Geldig |
Majorité absolue |
57 |
Volstrekte meerderheid |
M. Wouter Benoit a obtenu 0 voix.
De heer Wouter Benoit heeft 0 stemmen gekregen.
Mme Ariane
Braccio a obtenu 3 voix.
Mevrouw Ariane Braccio heeft 3 stemmen gekregen.
M. Steven
Limbourg a obtenu 109 voix.
De heer Steven Limbourg heeft 109 stemmen gekregen.
M. Steven
Limbourg ayant obtenu la majorité absolue, est proclamé second suppléant de
M. Herman Daens, membre du Comité permanent de contrôle des services de
police.
De heer Steven Limbourg die de volstrekte meerderheid heeft gekregen, is benoemd tot tweede plaatsvervanger van de heer Herman Daens, lid van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten.
26 Comité P – Nomination des seconds suppléants des membres néerlandophones (continuation)
26 Comité P – Benoeming van de tweede plaatsvervangers van de Nederlandstalige leden (voortzetting)
Nous allons
maintenant passer au vote pour le mandat de second suppléant de M. Jack
Vissers.
We zullen nu overgaan tot de stemming voor het mandaat van tweede plaatsvervanger van de heer Jack Vissers.
J'invite les deux
membres les plus jeunes, Mme Mélissa Hanus et M. Dries
Van Langenhove, à procéder à l'appel nominal.
Ik nodig de jongste twee leden, mevrouw Mélissa Hanus en de heer Dries Van Langenhove, uit de namen af te roepen.
Il est procédé à l'appel nominal.
Er wordt overgegaan tot de naamafroeping.
Tout le monde
a-t-il déposé son bulletin dans l'urne? (Oui)
Heeft iedereen gestemd? (Ja)
Je déclare
le scrutin clos.
Ik verklaar de stemming voor gesloten.
27 Demandes d'urgence émanant du gouvernement
27 Urgentieverzoeken vanwege de regering
Le gouvernement a
demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt des
projets de loi suivants:
De regering heeft de spoedbehandeling gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van volgende ontwerpen:
1. Projet de loi de finances pour l'année budgétaire 2020,
n° 793/1.
1. Ontwerp van Financiewet voor het begrotingsjaar 2020, nr. 793/1.
2. Projet de
loi portant des modifications des mesures prises aux fins de la transposition
des directives ATAD, n° 828/1.
2. Wetsontwerp houdende wijzigingen aan de omzettingsbepalingen van de ATAD richtlijnen, nr. 828/1.
3. Projet de
loi portant confirmation des arrêtés royaux pris en vertu de la loi du
29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité et
de la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux
et autres par canalisations, n° 832/1.
3. Wetsontwerp houdende bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen krachtens de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, nr. 832/1.
4. Projet de
loi fixant le contingent de l'armée pour l'année 2020, n° 844/1.
4. Wetsontwerp tot vaststelling van het legercontingent voor het jaar 2020, nr. 844/1.
Je vous propose de
nous prononcer sur ces demandes.
Ik stel u voor om ons over deze vragen uit te spreken.
Mevrouw Kitir, u vraagt het woord over het urgentieverzoek voor wetsontwerp nr. 828?
27.01 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, we hebben het debat in de Conferentie van voorzitters gevoerd. Er was geen akkoord om het ontwerp inzake de omzettingsbepaling van de ATAD-richtlijnen te agenderen. De minister was gisteren in de commissie. Daar was er ook geen akkoord over de agendering.
Ik vraag dus een stemming om het al dan niet te kunnen agenderen.
Collega's, als u dit goedkeurt, betekent dit dat hier een zeer grote cadeau aan de multinationals wordt gegeven. Gezien de budgettaire toestand van vandaag, denk ik dat iedereen zich eens goed moet beraden over zijn stemgedrag.
De voorzitter: Dit gaat dus over het tweede wetsontwerp, mevrouw Kitir.
M. Laaouej
partage ce point de vue.
Zijn er andere meningen?
27.02 Minister Alexander De Croo: Mijnheer de voorzitter, ik wil de gelegenheid nemen om toe te lichten waarom wij erop aandringen om dit bij hoogdringendheid te agenderen.
Het gaat om een wetsontwerp dat behoorde tot een ruimer wetsontwerp inzake diverse fiscale bepalingen, dat dinsdag op de agenda van de commissie voor Financiën stond. Wij hebben het laatstgenoemde wetsontwerp geschrapt. Wij hebben dat gemotiveerd door te zeggen dat essentiële wijzigingen werden aangebracht.
Pour
prouver qu'il s'agit d'une manœuvre purement technique, une note a été rédigée.
Les dispositions contestées ont été placées dans un projet de loi à part. Je
tiens à vous faire part des raisons pour lesquelles nous sommes convaincus
qu'il est essentiel que ce projet de loi puisse encore être discuté en commission
de la Chambre.
Het wetsontwerp zorgt ervoor dat de bepalingen van de ATAD-richtlijn, die wij bij de hervorming van de vennootschapsbelasting hebben omgezet, beter worden afgestemd op de ATAD-richtlijn zelf. Het gaat eigenlijk enkel over de correcte omzetting van de richtlijn die tegen 31 december 2019 moet worden omgezet. Het wetsontwerp zorgt er dus voor dat ons land zijn internationale verplichtingen nakomt en niets meer dan dat.
Ce
projet de loi doit être transposé d'ici fin 2019 car il a un caractère
rétroactif. La limitation de la déduction des intérêts est déjà applicable pour
l'exercice d'imposition 2020, donc sur ce qui s'est passé cette année.
Vu l'interdiction
de la rétroactivité dans la fiscalité, il est nécessaire que le projet de loi
soit voté et adopté cette année encore. Si le projet de loi ne pouvait pas être
traité, le chaos juridique serait complet vu qu'en 2020, il n'est pas possible
de faire des adaptations au CIR concernant les revenus de 2019.
Deze wet bevat alleen technische wijzigingen. Zij zijn er gekomen omdat er bij de oorspronkelijke omzetting van de ATAD-richtlijn voor werd gekozen om bij de intrestaftrekbeperking een consolidatie in te voeren, zoals de richtlijn het voorziet. Doordat België geen echte consolidatie kent, werd een pseudoconsolidatie ingevoerd voor de intrestaftrekbeperking om het effect van een echte consolidatie te simuleren. Door het beperkte tijdschema waarbinnen de hervorming van de vennootschapsbelasting moest plaatsvinden, werd het principe van pseudoconsolidatie vastgelegd, maar werd vastgelegd dat de praktische uitwerking ervan door de Koning zou plaatsvinden.
Nu heeft de Raad van State bij de uitwerking geoordeeld dat de wetgever destijds delen van de praktische uitwerking eigenlijk in de wet had moeten opnemen en dat dus niet per koninklijk besluit kan doen. Het wetsontwerp bevat dus slechts de technische uitwerking van principes die reeds werden vastgelegd bij de hervorming van de vennootschapsbelasting.
Ce
qui précède n'a pas d'impact budgétaire car cette possibilité était déjà prévue
dans la loi du 25 décembre 2017 et le développement pratique qui y
est prévu. L'administration a conclu que les conséquences budgétaires
éventuelles ne remettront pas en cause le caractère budgétaire neutre de la
réforme de l'ISOC. Empêcher cela signifie aussi que la loi telle que prévue ne
sera pas applicable dans la pratique. Plus encore, nous risquons une transposition erronée de la directive, ce
qui empêcherait d'appliquer une consolidation réelle.
Ter conclusie, ik wil duidelijk maken dat dit geen uitbreiding is, geen versoepeling, maar slechts een technische manier om de pseudoconsolidatie die werd uitgewerkt in de wet van 25 december 2017 in de praktijk juist te doen verlopen. Het weigeren van een correcte consolidatie is eigenlijk een weigering van de basisbeginselen en de logica van de fiscaliteit zelf, en dat zou leiden tot een gebrekkige omzetting van de richtlijn. Ik meen dat dit een slechte zaak zou zijn die in ons land te laten plaatsvinden.
De voorzitter: U hebt minister De Croo gehoord. Mevrouw Kitir was het daar niet mee eens en de heer Laaouej volgt de mening van mevrouw Kitir.
Zijn er nog andere stemmen in dit verband?
27.03 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, ik ben wel verwonderd. Ik meende dat in de Conferentie van voorzitters een afspraak gemaakt was dat er nog een debat in de commissie zou zijn. Ik hoor de minister vandaag zeggen dat hij volle bak doorgaat. Wel, wij zullen niet toelaten dat hij volle bak doorgaat. Dat lijkt mij evident.
27.04 John Crombez (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik vind het ten gronde een belangrijke discussie. Volgens de regering in lopende zaken is er geen budgettaire impact, maar het is geen onbelangrijke wijziging. Over de grootte van de impact kan men discussiëren, maar externen en consultants zeggen dat het ontwerp een grote impact zal hebben op de berekening van de aftrek voor de multinationals.
Er is een groot verschil tussen een kleine technische aanpassing of een grote impact op de berekening. De berekeningen van externen gaan tot 150 miljoen. Een tijdje geleden hebben wij een heel debat gehad over een kleiner bedrag voor de zorg. Ik vind het belangrijk dat dit hier wordt gezegd. De regering kan zeggen dat het om een kleine aanpassing gaat, maar dat is niet zo. Dat het bedrag al voorzien is in een eerdere wetswijziging en een berekening, daar heeft niemand ooit een spoor van gezien. Ik wil dat dit voor het Parlement duidelijk is, want het gaat om veel geld.
27.05 Catherine Fonck (cdH): J'entends bien que le texte doit être traité avant
le 31 décembre. C'est factuel. Par contre, la responsabilité du
gouvernement est pleine et entière à ce sujet. Il aurait pu le présenter plus
tôt, en temps utile. À cet égard, il ne s'agit pas de bonne gouvernance.
Ceci étant, le
Parlement est aujourd'hui dans une situation particulière. En effet, le
gouvernement est minoritaire depuis près d'un an. Il ne s'agirait pas non plus
de bonne gouvernance de la part du Parlement d'empêcher qu'un texte soit envoyé
en commission. Il relève aussi de notre responsabilité de ne pas empêcher une
discussion qui pourrait avoir lieu en commission.
Il y aura une
discussion en commission. Si des points sont problématiques, c'est là que nous
devrons en débattre, monsieur le président, et non ici. Ce texte est
extrêmement complexe.
Même si le fait de
le faire si tard relève de la responsabilité pleine et entière du gouvernement,
nous soutiendrons cependant l'envoi en commission.
27.06 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wil even repliceren op wat de heer Hedebouw zei.
In de Conferentie van voorzitters werd inderdaad de opmerking gemaakt dat de minister in overleg zou treden met de commissie voor Financiën om de urgentie te verantwoorden. Daar zijn ook pogingen toe ondernomen in de commissie voor Financiën, verantwoording die echter op wat juridische hindernissen is gestuit bij een aantal parlementsleden. Toch heeft minister Clarinval die motivatie gegeven en ze is ons nadien ook via mail bezorgd. We hebben die motivatie dus gehoord en het is goed om vandaag te vernemen dat ze bevestigd en aangehouden wordt door de minister van Financiën. Dat overleg was er dus zeker.
Voorts wensen wij aan te sluiten bij de verklaring van mevrouw Fonck. Het gaat vandaag niet over het debat ten gronde maar alleen over de verwijzing naar de commissie. Als er opmerkingen zijn bij het ontwerp, dan staat het eenieder vrij om daar amendementen in te dienen en het debat te voeren. Wij kunnen dan beide zaken combineren, aangezien we de kans hebben om aan onze internationale verplichtingen te voldoen, terwijl tegelijkertijd het debat in de commissie kan worden gevoerd. Men kan daar dan stemmen over wat ter stemming moet worden gelegd.
Onze houding is duidelijk, wij steunen het urgentieverzoek.
27.07 Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, ik wil mij bij een aantal voorgaande sprekers aansluiten.
De voorgestelde tekst is niet meer de oorspronkelijk ingediende tekst. Die was immers veel te ruim en ondertussen heeft men die beperkt tot de richtlijn die voor het einde van het jaar moet worden behandeld. Hoewel de regering daar heel wat vroeger mee had kunnen aankomen en hoewel bij het voorafgaande fractieoverleg een bepaalde fractie, namelijk de onze, niet werd betrokken, beseffen wij wel dat de behandeling hiervan urgent is.
Constructief als wij zijn zullen we de verzending naar de commissie dan ook steunen. Het gaat hier vandaag niet over de inhoud, het gaat over de tijdige behandeling in de commissie. Laten we het inhoudelijke debat daar voeren. Wij steunen het voorstel om het debat tijdig te voeren.
27.08 Christian Leysen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, het betreft hier de consolidatie van de jaarrekeningen. Volgens de Belgische wetgeving zijn de ondernemingen al heel wat jaren verplicht al hun bedrijven die onder een en dezelfde controle zijn, te consolideren. Dat betekent dat zij ze moeten beschouwen als één onderneming.
Het is normaal dat in wetgevingen voor een juiste fiscaliteit de ondernemingen ook als één geheel worden beschouwd. Dat is het onderwerp van de interpretatieve uitwerking van een Europese richtlijn, die effectief voor eind 2019 moest worden goedgekeurd. Het is dus de logica zelve.
Ik begrijp dat het leuk is om altijd op de multinationals te schieten. Onze fractie is ook voorstander van een rechtvaardige fiscaliteit en van een billijke verdeling tussen grote en kleine ondernemingen, die op dezelfde manier moeten worden behandeld. Dat is echter een ander debat. Wij moeten er wel voor opletten dat wij het ons niet te gemakkelijk maken, door altijd op de multinationals te schieten, die hier in ons land voor heel veel werkgelegenheid zorgen.
In dit geval heeft men geen dossier om dat terecht te doen. Ofwel passen wij de logica van een Europese wetgeving toe, ofwel stopt men, indien men heel consequent is, met de consumptie van alle producten van multinationals, die men allen gebruikt.
De voorzitter: Collega's, het gaat alleen over een stem voor of tegen de urgentie.
27.09 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ter verduidelijking, we voeren hier niet het debat, maar wij zijn voor de agendering in commissie, maar niet voor de urgentie. Dat is wel een verschil. Als de urgentie er niet is, wil dat zeggen dat het geagendeerd wordt.
Op de Conferentie van voorzitters was er geen unanimiteit.
De voorzitter: Juist, maar de twee gaan voor een stuk samen.
Even voor de duidelijkheid, het gaat nu over het ATAD-ontwerp. Dat is het enige waarover discussie bestaat.
We zijn het eens over de urgentie voor het ontwerp van financiewet, over het wetsontwerp betreffende gas en elektriciteit, en het onwerp betreffende het legercontingent. Daar hoeven we niet langer over te debatteren. Daarover was gisteren in de Conferentie van voorzitters een consensus.
27.10 Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, Mme Kitir a raison et j'insiste
fortement. Il doit y avoir deux votes. Le premier doit porter sur l'inscription
du point à l'ordre du jour et le renvoi en commission. Le deuxième vote doit
porter sur l'urgence. Il faut deux votes. L'un n'implique pas l'autre. Je pense
que Mme Kitir a raison et je ne comprendrais pas qu'on fasse autrement.
De voorzitter: Ik ben het daarmee niet eens. Het gaat om een ingediend wetsontwerp waarover de regering de urgentie vraagt. Ik kan niets anders aan de Kamer voorleggen dan wat de regering vraagt. Inschrijving op de agenda van de commissie is natuurlijk een andere aangelegenheid, maar staat hier niet als dusdanig ter discussie.
27.11 Ahmed
Laaouej (PS): (…)
Le président: Il n'y avait pas de consensus
là-dessus en Conférence…
27.13 John Crombez (sp.a): (…) omdat het redelijk essentieel is.
Week na week aanvaarden wij redelijk gemakkelijk – de regering is in lopende zaken, dus er kan niet veel – de urgentie voor zaken die ertoe doen. De dingen buiten lopende zaken, zijn dringende zaken.
Kunnen wij de richtlijn omzetten? Absoluut. Er wordt een wijziging van de omzetting gevraagd. De regering redeneert dat die dringend is, omdat die wijziging nodig is. Ik zal het heel duidelijk zeggen, mijnheer Leysen, dus luister goed, terwijl u aan het typen bent: dat is onzin! U kunt dat vinden in de teksten van de OESO, waarin dat al heel breed bediscussieerd is, omdat in een paar landen de lobby van de multinationals die wijziging heeft laten aanbrengen, zonder dat zij nodig is. Als de urgentie gevraagd wordt, is dat omdat de regering in lopende zaken voorstelt om het voorstel van het VBO te aanvaarden, en niets anders.
Daarnet hebben wij het tekort aan verplegers besproken. Uit onderzoek blijkt dat daardoor mensen sterven, maar er kan niet rap iets gebeuren, omdat de regering in lopende zaken is. Een onnodig ding van de multinationals… Onnodig, ik herhaal het nog eens. Het is uw recht om dat te willen doen, maar hier komen zeggen dat dit hoogdringend en nodig is, is onwaar en gelogen.
De urgentie is niet afgesproken, mijnheer de voorzitter. De regering vraagt de urgentie, maar de redenering dat de wijziging nodig is en nu moet, is compleet onwaar. Het is gewoon toegeven aan de lobby van de multinationals, mijnheer Leysen. Ik zal hun producten blijven gebruiken, maar dat heeft weinig te maken met deze discussie. Het gaat erover dat er geld te kort is en dat er hier een enorm voordeel wordt gegeven. Check de websites. Kijk wat PwC erover schrijft, wat de OESO erover schrijft. Zij geven u allemaal ongelijk.
U zit hier uit uw nek te kletsen om een cadeau van 150 miljoen te geven aan de grote bedrijven op vraag van het VBO. Iets anders is hier niet aan de hand.
27.14 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Het debat ten gronde ontstaat al, dit alleen al toont aan dat dit ontwerp ernstig moet kunnen worden besproken.
Volgens mij zijn er twee punten waarover ik het Parlement zich graag zou zien uitspreken.
Ik dacht dat we in lopende zaken de afspraak hadden dat er een consensus moest zijn in de schoot van de Conferentie van voorzitters of een ontwerp al dan niet ligt binnen de perimeter van lopende zaken. Die consensus was er niet, daarom hebt u aangekondigd de plenaire daarover te vatten om het naar de commissie te kunnen versturen. Dat is het ene debat.
Het andere debat komt daar bovenop – in die zin begrijp ik wel de ergernis van een aantal collega's – namelijk om dit ontwerp niet alleen naar de commissie te versturen, maar het ook nog eens met urgentie te behandelen. Dat helpt niet heel erg, aangezien er al een polemiek bestond over het ontwerp. Dat is een keuze van de regering.
Mijn de voorzitter, u zou de Kamer de kans moeten geven zich over die twee punten apart uit te spreken. Dat zijn twee verschillende punten. Er was geen consensus, dus sturen we dit naar de commissie, ja of nee? Als het naar de commissie wordt verstuurd, wordt het dan met urgentie behandeld? Dat zijn twee verschillende punten waarover het Parlement zich apart moet kunnen uitspreken.
De voorzitter: Ik heb u goed beluisterd. Ik geef nog de heren Piedboeuf en De Roover het woord en zal dan de Kamer een voorstel doen.
27.15 Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, il n'y a effectivement pas eu de consensus en
Conférence des présidents, mais il était clair que des modifications devaient
être apportées au texte. Le ministre les a réalisées. Elles ont été exposées en
commission Finances où il a été expliqué que, sur la base de la directive déjà
validée, des ajustements devaient être faits pour en permettre l'exécution
correcte, ceci avant le 31 décembre.
Nous sommes donc
bien dans le cadre de l'urgence et du déroulement normal de ce qui a été validé
antérieurement. Nous allons évidemment soutenir cette procédure.
De voorzitter: Mijnheer De Roover, mijnheer Laaouej, normaal gezien heeft elke fractie één keer het woord in zo'n debat. Ik ben al zeer tolerant wat het Reglement betreft.
27.16 Peter De Roover (N-VA): Ik zal proberen geen onzin te verkopen. Ik bekijk het debat heel onbevangen. De multinationallobby's hebben mij nog niet gecontacteerd, noch de vakbondslobby. Ik kan dus vrij en open aan het debat deelnemen.
Er moeten drie dingen behandeld worden.
Ten eerste, is het voor de N-VA-fractie van uitermate groot belang of het ontwerp past binnen lopende zaken. Die discussie wordt geregeld gevoerd. Als een wetsontwerp niet past bij een regime van lopende zaken, dan hoort men te werken met een wetsvoorstel. Die filosofie hebben wij tot hier toe altijd gehanteerd. Indien daar eensgezindheid over is in de Conferentie van voorzitters, moet dat niet nader worden besproken. Die eensgezindheid is er echter niet wat onderhavig ontwerp betreft. Dus moeten wij daar hier over oordelen. Volgens de N-VA-fractie valt het ontwerp wel degelijk binnen lopende zaken, omdat het eigenlijk een gevolg is van beleid dat nog tijdens de regering-Michel I in de Kamer is goedgekeurd.
Ten tweede, moet de vraag worden beantwoord of de behandeling ervan urgent is. Als het ontwerp niet kan in een periode van lopende zaken, moet die tweede vraag niet eens behandeld worden. Indien het ontwerp wel kan in een periode van lopende zaken, zijn er twee mogelijkheden. Ofwel behandelen we het urgent, ofwel niet. De minister heeft goede argumenten aangehaald om aan te geven dat de behandeling effectief urgent is en dat ook op de tweede vraag bevestigend moet worden geantwoord. Dat staat allemaal los van de inhoudelijke discussie. Dat staat allemaal los van de standpunten die daaromtrent geformuleerd worden. Wij zullen daarover ongetwijfeld een ordentelijk debat in commissie kunnen voeren.
De derde vraag is of men voor of tegen is. Dat is vooralsnog niet aan de orde, er moet eerst een commissievergadering komen en daarna kan dat hier te gepasten tijde worden behandeld.
In de complete onbevangenheid, die mij eigen is, zeg ik dat onze fractie de mening is toegedaan dat er inderdaad twee stemmingen moeten plaatsvinden. De eerste stemming betreft de vraag of het al dan niet gaat om een lopende zaak. De tweede stemming betreft de urgentie. Wat ons betreft, is het antwoord twee keer ja. De rest kunt u merken wanneer u met veel aandacht de commissievergadering bijwoont.
De voorzitter: Aangezien wij gisteren geen consensus konden bereiken in de Conferentie van voorzitters over het feit of het wetsontwerp conform de notie lopende zaken is, moet de plenaire vergadering zich hierover uitspreken. Dat is de eerste stemming, welke moet plaatsvinden. Vervolgens is er een vraag van de regering in verband met de urgentie.
Aangezien het een stemming betreft met een belangrijk gevolg, stel ik voor dat wij niet stemmen bij zitten en opstaan, maar dat wij een naamstemming organiseren.
Voor de goede orde, wij stemmen over de vraag of het wetsontwerp houdende wijziging van de omzettingsbepalingen van de ATAD-richtlijnen binnen de notie lopende zaken valt.
Degenen die vinden dat het binnen de perimeter van het begrip lopende zaken valt, stemmen ja. Wie daarmee niet akkoord gaat, stemt neen.
Il est procédé au comptage électronique.
Er wordt elektronisch geteld.
(Vote/stemming 1)
138 leden hebben deelgenomen aan de stemming, 77 leden vinden dat het ontwerp valt binnen de notie van de lopende zaken, 61 leden zijn het daarmee niet eens.
Ik stel voor dat we onmiddellijk overgaan tot de tweede stemming. Wie de vraag tot urgentie voor wetsontwerp nr. 828 steunt, stemt ja. Anderen stemmen uiteraard tegen.
Il est procédé au comptage électronique.
Er wordt elektronisch geteld.
(Vote/stemming 2)
139 leden hebben deelgenomen aan de stemming. 77 leden hebben voor de urgentie gestemd, 62 tegen.
L'urgence est adoptée.
De urgentie wordt aangenomen.
Collega's, ik ga ervan uit dat de andere wetsontwerpen de urgentie hebben gekregen, tenzij iemand daarover de stemming vraagt? Ik verwijs naar de urgentieverzoeken voor het ontwerp van financiewet (nr. 793), het wetsontwerp houdende bekrachtiging van een aantal koninklijke besluiten (nr. 832) en het wetsontwerp tot vaststelling van het legercontingent (nr. 844).
Je crois que
tout le monde est d'accord pour adopter l'urgence. Hier aussi, en Conférence,
il n'y avait pas de voix contre.
Pas
d'observation? (Non)
Geen bezwaar? (Nee)
L'urgence est adoptée par assentiment.
De urgentie wordt bij instemming aangenomen
Geheime stemmingen (voortzetting)
28 Comité P – Nomination du second suppléant de M. Jack Vissers, membre néerlandophone – Résultat du scrutin
28 Comité P – Benoeming van de tweede plaatsvervanger van de heer Jack Vissers, Nederlandstalig lid – Uitslag van de stemming
Votants |
137 |
Stemmen |
Blancs ou nuls |
21 |
Blanco of ongeldig |
Valables |
116 |
Geldig |
Majorité absolue |
59 |
Volstrekte meerderheid |
M. Wouter Benoit a obtenu 102 voix.
De heer Wouter Benoit heeft 102 stemmen gekregen.
Mme Ariane
Braccio a obtenu 0 voix.
Mevrouw Ariane Braccio heeft 0 stemmen gekregen.
M. Steven
Limbourg a obtenu 14 voix.
De heer Steven Limbourg heeft 14 stemmen gekregen.
M. Wouter
Benoit ayant obtenu la majorité absolue, est proclamé second suppléant de
M. Jack Vissers, membre du Comité permanent de contrôle des services de
police.
De heer Wouter Benoit die de volstrekte meerderheid heeft gekregen, is benoemd tot tweede plaatsvervanger van de heer Jack Vissers, lid van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten.
29 Prise en considération de propositions
29 Inoverwegingneming van voorstellen
Vous avez
pris connaissance dans le dernier ordre du jour qui vous a été distribué de la
liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas
d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme
acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément
au Règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
Pas d'observation?
(Non)
Il en sera
ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
29.01 Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le président, je sollicite l'urgence pour notre
proposition de loi n° 835, qui vise à inscrire le féminicide dans le Code
pénal. Il s'agit de rester cohérents par rapport à un choix qui a été exprimé
de manière unanime lors de la séance plénière du 7 novembre. L'urgence
avait alors été accordée au texte porté par le cdH concernant le bracelet
antirapprochement, tout en soulignant que cette urgence devait bénéficier à
l'ensemble des dispositifs légaux qui viseraient la problématique des violences
portées à l'encontre des femmes. Je sollicite donc l'urgence pour ce texte. Je
vous remercie.
De voorzitter: Mevrouw Rohonyi vraagt de urgentie voor het wetsvoorstel teneinde vrouwenmoord in het Strafwetboek op te nemen, nr. 835/1.
Je vous propose de
nous prononcer sur cette demande par assis et levé.
Ik stel u voor om ons bij zitten en opstaan over deze vraag uit te spreken.
Collega's, aangezien het resultaat onduidelijk is, stel ik u voor een elektronische telling te houden.
Il est procédé au comptage électronique.
Er wordt elektronisch geteld.
(Tumult)
(Le vote n° 3 est annulé)
(Stemming nr. 3 wordt geannuleerd)
Daarjuist spraken er hier collega's over een kleutermentaliteit. Dat is een etiket dat u bij wijlen zelf verdient.
Gaat u even aandachtig zijn? We stemmen over het verzoek om urgentie van mevrouw Rohonyi voor het wetsvoorstel nr. 835/1.
Il est procédé au comptage électronique.
Er wordt elektronisch geteld.
(Vote/stemming 4)
69 leden stemmen voor, 69 leden stemmen tegen. Bij staking van stemmen is de urgentie verworpen.
L'urgence est rejetée.
De urgentie is verworpen.
Mag ik u ook nog meedelen dat we na deze plenaire vergadering nog een korte algemene vergadering zullen hebben van onze pensioenkas? Hoe meer we nu aandachtig zijn, hoe sneller het vooruitgaat.
30 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt wat de samenstelling van de Tuchtraad van de commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas betreft (680/3)
30 Proposition de loi modifiant la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité en ce qui concerne la composition du Conseil disciplinaire de la Commission de régulation de l'électricité et du gaz (680/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
139 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
(680/4)
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (680/4)
31 Wetsvoorstel tot wijziging van diverse bepalingen inzake overgangsregeling en inwerkingtreding betreffende Justitie (803/3)
31 Proposition de loi modifiant des dispositions diverses transitoires et relatives à l'entrée en vigueur en matière de Justice (803/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
138 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
138 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
(803/4)
En
conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant
que projet de loi à la sanction royale. (803/4)
32 Budget de la Commission de régulation de l'électricité et du gaz (CREG) pour l'année 2020 (813/1)
32 Begroting van de Commissie voor de Regulering van de elektriciteit en het gas (CREG) voor het begrotingsjaar 2020 (813/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Début du vote /
Begin van de stemming.
Tout le
monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem
nagekeken?
Fin du vote /
Einde van de stemming.
Résultat du vote
/ Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 7) |
||
Oui |
127 |
Ja |
Non |
0 |
Nee |
Abstentions |
12 |
Onthoudingen |
Total |
139 |
Totaal |
En conséquence, la
Chambre adopte le budget pour l'année 2020 de la CREG. Il en sera donné
connaissance à la CREG.
Bijgevolg neemt de Kamer de begroting voor het jaar 2020 van de CREG aan. Het zal ter kennis van de CREG worden gebracht.
Raison
d'abstention? (Non)
Reden van onthouding? (Nee)
33 Adoption de l’ordre du jour
Nous devons
procéder à l’approbation de l’ordre du jour de la prochaine séance.
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda van de volgende vergadering.
Pas
d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.
Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.
La séance est
levée. Prochaine séance le 12 décembre 2019 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering 12 december 2019 om 14.15 uur.
La séance est levée à 17 h 35.
De vergadering wordt gesloten om 17.35 uur.
L'annexe est reprise dans une brochure séparée,
portant le numéro CRIV 55 PLEN 016 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 55 PLEN 016 bijlage. |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Comptage
électronique – Elektronische telling: 001
Comptage
électronique – Elektronische telling: 002
Comptage
électronique – Elektronische telling: 003 (annulé/geannuleerd)
Comptage
électronique – Elektronische telling: 004
Vote
nominatif - Naamstemming: 005
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben
Achour Malik, Bertels Jan, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Clarinval
David, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven,
Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie,
De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, de Laveleye
Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter
Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet
François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie,
Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy,
Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael,
Gabriëls Katja, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Goblet Marc,
Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels
Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kherbache Yasmine,
Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe,
Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander,
Marghem Marie-Christine, Matheï Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens
Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen
Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot
Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Rigot Hervé, Roggeman
Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau
Vincent, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin
Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane,
Tison Philippe, Troosters Frank, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van
Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles,
Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Grieken Tom,
Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van
Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja,
Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Vermeersch
Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry,
Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Vote
nominatif - Naamstemming: 006
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben
Achour Malik, Bertels Jan, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Clarinval
David, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven,
Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block
Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, de Laveleye
Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter
Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet
François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie,
Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy,
Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael,
Gabriëls Katja, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Goblet Marc,
Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels
Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kherbache Yasmine,
Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe,
Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander,
Marghem Marie-Christine, Matheï Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens
Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen
Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot
Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Rohonyi
Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Senesael
Daniel, Sneppe Dominiek, Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont
Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe,
Troosters Frank, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van
den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van
der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan,
Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel
Valerie, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien,
Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire
Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Wollants Bert,
Zanchetta Laurence
Vote
nominatif - Naamstemming: 007
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben
Achour Malik, Bertels Jan, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen,
Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Clarinval David,
Cogolati Samuel, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John, Dallemagne
Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Dedonder
Ludivine, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon
Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover
Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie,
Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy,
Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael,
Gabriëls Katja, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Goblet Marc,
Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin,
Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kherbache Yasmine, Kir Emir, Kitir Meryame,
Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Leroy Marie-Colline,
Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine,
Matheï Steven, Matz Vanessa, Metsu Koen, Moutquin Simon, Muylle Nathalie,
Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick,
Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Rigot Hervé,
Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah,
Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Soors Jessika, Spooren
Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux
Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt
Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden
Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van
Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van
Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja,
Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Vermeersch
Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Willaert Evita, Wollants Bert,
Zanchetta Laurence
Boukili Nabil,
Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Vuyst Steven, Hedebouw
Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco,
Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry |