Séance plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 9 janvier 2020 Après-midi ______ |
van Donderdag 9 januari 2020 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14 h 19 et présidée par M. Patrick Dewael.
De vergadering wordt geopend om 14.19 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série
de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans
le Compte Rendu Intégral de cette séance ou son annexe.
Een reeks
mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan
deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het Integraal Verslag van
deze vergadering of in de bijlage ervan.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
François Bellot.
Evita Willaert,
raisons de santé / gezondheidsredenen;
Thierry Warmoes,
funérailles / begrafenis.
Collega's, het is niet de eerste keer dat u dit zult horen, maar ik maak van de gelegenheid gebruik om u allen mijn beste wensen voor 2020 aan te bieden. Ik wens u veel geluk en voorspoed en veel succes bij al wat u onderneemt.
Je constate que le ministre Bellot est présent. Je l'invite à prendre place à côté de moi. Il y a un accord au sein du gouvernement selon lequel M. Bellot répondra en premier, puisqu'il doit partir immédiatement après ses réponses.
Dat werd zo afgesproken binnen de regering.
- Joris Vandenbroucke aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De gevolgen van het vertrek van de CEO van Infrabel" (55000326P)
- Jean-Marc Delizée aan François Bellot (Mobiliteit) over "De afschaffing van het loonplafond voor de CEO van Infrabel" (55000331P)
- Barbara Pas aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De uitspraken van minister Bellot over het loonplafond voor topmanagers van overheidsbedrijven" (55000329P)
- Kim Buyst aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De CEO van Infrabel" (55000340P)
- Joris Vandenbroucke à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Les conséquences du départ du CEO d'Infrabel" (55000326P)
- Jean-Marc Delizée à François Bellot (Mobilité) sur "La suppression du plafond du salaire du CEO d'Infrabel" (55000331P)
- Barbara Pas à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Les déclarations du ministre Bellot sur le plafond salarial pour les patrons d'entreprises publiques" (55000329P)
- Kim Buyst à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Le CEO d'Infrabel" (55000340P)
01.01 Joris Vandenbroucke (sp.a): Mijnheer de minister, enkele dagen geleden vernamen wij dat de heer Luc Lallemand Infrabel gaat verlaten en gaat werken voor de Franse spoorwegen. U hebt daar onmiddellijk op gereageerd met de aankondiging dat de zoektocht naar een nieuwe volwaardige CEO meteen aangevat moet worden.
Maar daarnaast hebt u ook een opmerkelijk voorstel gelanceerd. U hebt gezegd dat het loon van de CEO's van de spoorwegmaatschappijen, die vandaag 290.000 euro per jaar verdienen, moet worden opgetrokken naar 400.000 of zelfs 500.000 euro per jaar. U moet maar durven, mijnheer de minister!
Wij zitten midden in een sociaal conflict bij het spoor. Een paar weken geleden hebben de werknemers van het spoor het werk neergelegd omdat een loonsverhoging van 1,1 % blijkbaar te veel gevraagd is. En dan komt u doodleuk met het voorstel het loon van de CEO's te verdubbelen. Hoe wereldvreemd kan een minister zijn?
Wat zou uw voorstel betekenen voor de reiziger? Als het loon van de CEO's verdubbelt, zullen er dan meer treinen rijden? Zullen zij stipter rijden? Ik dacht het niet!
Als ik de situatie van vandaag vergelijk met die van vijftien jaar geleden, toen de heer Lallemand begonnen is, zie ik dat de stiptheid gedaald is, en dat de reizigerstevredenheid gedaald is. Dus, uw voorstel is niet alleen wereldvreemd, het is ook compleet misplaatst.
Mijn vraag is heel eenvoudig. Bent u bereid afstand te doen van uw verklaringen, en hier te bevestigen dat er geen sprake van kan zijn dat het loon van de spoortop wordt opgetrokken?
01.02 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, j'ai été atterré de vous entendre, cette semaine, plaider pour le doublement du salaire des dirigeants des entreprises publiques, salaires plafonnés sous le gouvernement Di Rupo, à un niveau déjà fort confortable. Il me semble que les deux entreprises que sont la SNCB et Infrabel, avec ces salaires, n'ont pas été empêchées de travailler avec leurs compétences.
Plaider pour doubler un salaire représentant seize fois le salaire minimum des travailleurs est, de notre point de vue, une ineptie. C'est ahurissant et peut-être digne du thatchérisme des années 80. C'est aussi du mépris à l'égard des travailleurs. Car, aujourd'hui, après tous les efforts qu'ils ont fournis, ces derniers revendiquent une revalorisation salariale de 1,1 %.
Cette déclaration nous a paru vraiment intolérable même si elle a été faite à titre personnel. Autant vous dire que cela n'est pas audible pour les travailleurs des entreprises concernées.
Monsieur le ministre, en proposant de doubler le salaire des CEO du rail, quel message envoyez-vous aux travailleurs qui ont augmenté leur productivité de 20 % avec 4 500 collègues en moins, résultat des trois milliards d'économies que vous avez imposées à ce secteur? Pensez-vous que gagner seize fois le salaire minimum est vraiment trop peu pour remplir une mission au service de l'intérêt général?
01.03 Barbara Pas (VB): Mijnheer de minister, terwijl bij Infrabel in het personeel wordt gesnoeid en de werkdruk daar stijgt, terwijl daar in projecten wordt gesnoeid als de noodzakelijke ontsluiting van de haven van Antwerpen, de motor van de Vlaamse economie, is er volgens u blijkbaar wel de budgettaire ruimte bij Infrabel om zeer spectaculair het loon van de CEO te verhogen. Uitgerekend op de dag waarop de poetshulpen staken omwille van de loonstijging van 1 % op hun loon die zij niet krijgen, wilt u het loon van de CEO van Infrabel met meer dan 70 % verhogen. 290.000 euro vindt u niet voldoende. Om aan een bekwame opvolger van Lallemand te geraken, wilt u de topmanagers van de overheidsbedrijven een loon geven van een half miljoen euro. Mijnheer de minister, er zijn andere beroepsgroepen die een hoger inkomen kunnen gebruiken!
Wat een idee trouwens, dat hallucinant hoge lonen een garantie zouden zijn voor betere capaciteiten! Alsof er dan geen politieke benoemingen meer zouden zijn, alsof veel belastinggeld krijgen een garantie is voor bekwaamheid. Er zijn verscheidene ministers die dagelijks het omgekeerde bewijzen. Heel veel belastinggeld krijgen is echt geen garantie voor bekwaamheid. Integendeel: denk maar aan ons koningshuis.
Mijnheer de minister, ik vraag mij af of de regering uw waanzinnig en schaamteloos standpunt deelt, of u niet beter uw excuses zou aanbieden en of u ons ervan kunt verzekeren dat u die gedragslijn die vandaag voorziet in dat loonplafond van 290.000 euro voor overheidsbedrijven, niet zult aanpassen.
01.04 Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik ben eerlijk gezegd niet rouwig om het vertrek van de CEO van Infrabel, de heer Lallemand. Dat heeft niets te maken met zijn persoon, maar het beleid was de voorbije jaren gewoon niet goed genoeg. De helft van de treinen rijdt niet op tijd, de reiziger is niet tevreden en de huidige infrastructuur is onvoldoende om toekomstige uitdagingen aan te pakken. Bovendien, als een job waarbij men 290.000 euro per jaar verdient voor iemand te min is, dan is hij inderdaad niet de overheidsmanager die wij zoeken. Daarom begrijp ik ook helemaal niet, mijnheer de minister, dat u zegt dat 290.000 euro ons niet in staat zou stellen om een bekwame CEO te vinden.
Voor Groen moet zijn vertrek een kans zijn om de reiziger weer centraal te stellen, om ervoor te zorgen dat wij een openbaar vervoer hebben met betaalbare treinen, met stipte treinen en met toegankelijke treinen. Daarom heb ik een aantal vragen voor u, mijnheer de minister.
Is het uw persoonlijk standpunt dat 290.000 euro onvoldoende is of is dat het standpunt van de regering?
Bent u er inderdaad van overtuigd dat wij voor 290.000 euro per jaar geen bekwame CEO zullen vinden?
Welke kwaliteiten moet de CEO volgens u bezitten?
01.05 François Bellot, ministre: Monsieur le président, chers collègues, tout d'abord, mes meilleurs vœux. Je voudrais vous dire que je me suis exprimé à titre personnel, moi qui peux tout de même me revendiquer d'une bonne expérience dans les entreprises publiques, puisque je suis dans la commission des Infrastructures depuis 2000. J'y ai tout de même vu un certain nombre de choses à propos desquelles on doit s'interroger dans les entreprises publiques si on veut garantir à la fois leur avenir et l'avenir du service public, dans le monde qui est le nôtre
J'ai récemment appris la volonté de l'actuel CEO d'Infrabel, Luc Lallemand, de quitter son poste afin de rejoindre le gestionnaire du réseau ferroviaire français, SNCF Réseau, en tant que PDG. Cette opportunité témoigne de la reconnaissance des compétences et du professionnalisme des dirigeants et des managers belges sur la scène européenne, dans un monde où la concurrence européenne sur les talents est de plus en plus évidente, et souvent au détriment de la Belgique.
De uitdagingen voor het Belgische spoor blijven groot. Ik noem er enkele van. De veiligheid moet nog verhogen met de afwikkeling van het ETCS-dossier. Verder moet de modal shift worden versterkt in het kader van het bestrijden van congestie en de CO2-uitstoot. Tevens wordt een volgende verhoging van het spooraanbod beoogd door de uitrol van het nieuwe transportplan. Ook de sociale dialoog blijft een uitdaging.
Het is dan ook duidelijk dat de aanstelling van een nieuwe CEO geen vertraging mag oplopen.
La procédure de sélection devra être approuvée dans les prochains jours. Je souligne que celle-ci sera menée dans le même cadre que celle qui a vu la désignation de la CEO de la SNCB, dans les conditions prévues par la loi et dans le respect des plafonds salariaux prévus actuellement et décidés en 2013, ni plus, ni moins.
De vastgelegde salarisregels zullen daarbij gerespecteerd worden.
Je constate aujourd'hui que nous appliquons une recommandation qui n'est, du reste, pas toujours suivie dans d'autres institutions publiques belges. Ainsi, le plafond salarial d'un CEO atteint 329 000 euros dans la chaîne publique radio-télévisuelle francophone, soit 25 % de plus que la rémunération actuelle du CEO d'Infrabel. Seriez-vous d'avis que la gestion d'une compagnie telle qu'Infrabel soit moins complexe que celle de cette autre entreprise? La question mérite d'être posée.
Contrairement à ce qu'ont indiqué deux interlocuteurs, je ne me suis jamais exprimé à propos du niveau auquel on devrait établir le montant. Je souhaite préciser que le débat sur le plafond des rémunérations revêt toute son importance si l'on souhaite que les postes de management des entreprises publiques restent attrayants, dans des domaines extrêmement techniques où la concurrence des employeurs fait rage. Sinon, à fonction similaire, à risques, difficultés et défis équivalents, les candidats se détourneront des entreprises publiques et c'est tout le service public qui en pâtira. C'est pourquoi j'en appelle à un débat objectivé et serein dans un avenir proche, indépendamment du choix d'un nouveau CEO pour Infrabel, qui se déroule dans les mêmes conditions et dans les mêmes limites qu'aujourd'hui.
Lorsque, en tant que ministre de tutelle sur la SNCB et Infrabel, j'entends le nombre de talents qui ont quitté, depuis mon entrée en fonction - et pas parce que je suis ministre... (Rires)
Je l'espère en tous les cas, puisque plusieurs autres nous ont rejoints. Bref, quand je vois ces talents qui ont quitté le monde des entreprises publiques pour exercer le même métier dans des entreprises privées, parce qu'ils étaient aspirés par des conditions souvent bien plus favorables, je vous pose la question mais je n'y réponds pas. Ce sujet est clairement établi. Sachez que ce phénomène ne se limite pas aux managers, puisqu'on observe aussi chez des talents techniques – de tout niveau – une pénurie de personnel, de sorte que les règles de concurrence frisent parfois l'indécence.
Le président: Monsieur le ministre, vous devez conclure.
01.06 François Bellot, ministre: Je sais que ce débat sera difficile, mais il doit être mené si l'on veut conserver ou attirer dans les entreprises publiques les talents dont nous aurons besoin pour répondre notamment au défi climatique sur le plan de la mobilité.
01.07 Joris Vandenbroucke (sp.a): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. In de plaats van een wereldvreemd debat te openen over het verhogen van de lonen van de topmanagers bij het spoor stel ik voor om een ander debat te openen over de grote uitdagingen waarvoor men staat. Laat ons kijken hoe we de activiteiten van de NMBS en Infrabel maximaal kunnen samenbrengen in één bedrijf, met één CEO en één raad van bestuur. In de plaats van meer geld uit te geven aan de top kunt u op die manier besparen aan de top. Dat geld kunt u investeren in die zaken die belangrijk zijn voor het personeel en voor de reiziger.
01.08 Jean-Marc Delizée (PS): Nous sommes d'accord sur une chose: la nécessité d'un débat. Ce débat, nous l'avons initié par la résolution du groupe socialiste en commission de la Mobilité sur le plafonnement des rémunérations des dirigeants des entreprises publiques. J'ai toutefois envie, dans cette brève réplique, de sortir du cadre du rail.
Dans quel monde vivons-nous? Quand le gouvernement Michel 1er est arrivé au pouvoir, il y a un peu plus de cinq ans, vous aviez dit que vous alliez, par exemple, relever les allocations sociales minimales au niveau du seuil de pauvreté. Cinq ans après, on est loin du résultat promis: pour un isolé, 940 euros par mois. Dans ce contexte, proposer de doubler le salaire des patrons des entreprises publiques nous paraît indécent!
Vous nous dites que l'on n'attire pas les mouches avec du vinaigre. On parle ici d'un salaire de 290 000 euros. Ce n'est pas rien! Et vivre avec 940 euros par mois, c'est tout simplement impossible. C'est un débat de fond que notre Parlement, notre pays doit mener.
01.09 Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik geloof niet dat men voor die functie met een jaarloon van 290.000 euro geen bekwame mensen kan aantrekken. Het is trouwens geen compliment voor alle topmanagers in zulke functies dat dit per se moet worden verhoogd.
Als u dan toch zo bekommerd bent om het inkomen, zou ik veel liever hebben dat deze regering zich ontfermt over de 16,5 % van de bevolking die een risico loopt op armoede ten gevolge van zijn inkomen, 5 % van hen kan zich zelfs niet eens een dagelijkse warme maaltijd permitteren.
Mijnheer de minister, was u maar even begaan met de prijsstijging van de treintickets. Treintickets die betaald moeten worden door werkende mensen die een veel lager loon hebben dan die topmanagers. Ik vraag u om daar uw prioriteiten te leggen.
01.10 Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u zegt het zelf, het openbaar vervoer is nodig om de mobiliteitsproblemen vlot te trekken en de klimaatuitdagingen aan te pakken. En dus zou de discussie niet mogen gaan over de vraag of een jaarloon van 290.000 euro voldoende is. Dat lost het probleem immers niet op.
Het is tijd om te zorgen voor een openbaar vervoer dat een alternatief kan bieden aan de fileproblematiek en onze files kan vlot trekken. Wij vragen de toekomstige regering niet om 2,1 miljard euro te besparen op het openbaar vervoer, maar om erin te geloven, om erin te investeren en om ervoor te zorgen dat er betaalbare, toegankelijke en stipte treinen rijden, want dat verdient de pendelaar.
L'incident est clos.
02 Vraag van Wouter Raskin aan François Bellot (Mobiliteit) over "De inspanningen van de regering inzake verkeersveiligheid" (55000346P)
02 Question de Wouter Raskin à François Bellot (Mobilité) sur "Les efforts du gouvernement en matière de sécurité routière" (55000346P)
02.01 Wouter Raskin (N-VA): Mijnheer de minister, verkeersveiligheid is een actueel thema. Sla er de agenda van onze commissie voor Mobiliteit maar op na. Afgelopen dinsdag hebben wij een hoorzitting gehad over de nultolerantie voor alcohol in het verkeer. Later deze maand zal er een hoorzitting volgen over de doorstroming van de prioritaire voertuigen. Gisteren zei een politierechter in de krant, voor de tweede keer in korte tijd, geen voorlopige rijbewijzen te kunnen intrekken omdat de wet het niet toestaat.
Het is een thema waarmee onze commissie bezig is, maar dat ook de bevolking bezighoudt. Wij zijn het niet altijd eens over wat er moet gebeuren,maar dat is logisch in een democratie. Wij zijn het er echter wel over eens dat een onderdeel van elke oplossing de verhoging van de pakkans is.
Mijnheer de minister, wat is de stand van zaken omtrent de uitrol van de Mercuriusdatabank, waarin diverse gegevens gecentraliseerd worden, zodat het voor de politie makkelijk en efficiënt is om gericht te controleren, wat de pakkans gevoelig zou verhogen? Dat is beslist beleid. U hebt met deze regering geen mandaat om nieuw beleid te voeren, maar de uitrol van beslist beleid zou moeten kunnen.
Door de terreurdreiging en andere prioriteiten is de uitrol van dat systeem tijdens de vorige legislatuur een beetje vertraagd, maar in de huidige context, waarin er een gedeeltelijke stilstand heerst, wil ik u toch vragen, mijnheer de minister, of u een timing kunt geven voor de uitrol van het Mercuriusdatabankproject.
02.02 Minister François Bellot: Collega, ik dank u voor uw vraag. Ik heb altijd gezegd dat wij alleen samen de strijd voor meer verkeersveiligheid kunnen voeren. Dankzij de goede samenwerking tussen alle actoren hebben wij tussen 2012 en 2018 het aantal verkeersdoden met een derde kunnen doen dalen. Die samenwerking zal ook in de toekomst worden voortgezet.
Sinds 2017 is de Kruispuntbank van de rijbewijzen, Mercurius, operationeel. Voor mijn diensten is dat project in feite afgesloten. Er zijn wel nog contacten tussen de FOD Mobiliteit en de FOD Justitie voor een optimalisering van de uitwisseling van de gegevens met de database MaCH, waarin onder meer de vervallenverklaringen van het recht tot sturen opgeslagen worden. Het is ook aan de politie om een toepassing te ontwikkelen om de gegevens over een vervallenverklaring van het recht tot sturen te kunnen consulteren op het terrein. Het is tevens aan de politie om de pakkans nog te vergroten. Mijn collega van Binnenlandse Zaken kan u daarover meer informatie geven. Ik zal die belangrijke stappen voor meer verkeersveiligheid ook nog eens bij hem bepleiten. Hij is hier overigens aanwezig.
02.03 Wouter Raskin (N-VA): Mijnheer de minister, dank u wel voor uw uitleg.
Ik blijf erbij dat wij al heel lang wachten op de definitieve uitrol. Dit is zeker niet alleen uw verantwoordelijkheid, het is veeleer een gedeelde verantwoordelijkheid. Als ik vandaag onder de mensen kom, vraagt men mij hoe het zit in de politiek en wat ik eigenlijk doe. Ik leg dan uit wat wij in de commissie voor Mobiliteit doen. Mijn oproep aan de regering is om ook aan de slag te gaan en het besliste beleid uit te rollen.
Mijnheer de minister, ik zou u willen vragen om de regie in handen te nemen. Sla de handen in mekaar met uw collega's en zorg ervoor dat u samen met de commissie resultaten boekt.
L'incident est clos.
03 Vraag van Ortwin Depoortere aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De Brusselse oudejaarsrellen en de beveiliging van de hulpdiensten" (55000323P)
03 Question de Ortwin Depoortere à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Les émeutes du Nouvel An à Bruxelles et la sécurisation des services de secours" (55000323P)
03.01 Ortwin Depoortere (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, in de eerste plaats mijn beste wensen voor het nieuwe jaar. Vooral wens ik u een veilig 2020. Dat zal wel lukken in het verre Aalter, maar misschien wat minder voor de inwoners van Brussel, voor de gewone man en vrouw die jaarlijks geconfronteerd worden met de rellen die er plaatsvinden in de nacht van oud op nieuw. De cijfers die ik uit de verschillende media heb kunnen afleiden, zijn niet min. Er vonden 185 administratieve aanhoudingen en 26 gerechtelijke aanhoudingen plaats. Er werden 22 auto's en scooters in brand gestoken. Er viel zelfs één slachtoffer van een messteek.
Het verontwaardigt mij dat te moeten vaststellen, maar de reacties die ik nadien heb moeten lezen, verontwaardigen mij nog meer. In sommige reacties worden de feiten geminimaliseerd, waarbij het allemaal niet zo erg genoemd wordt of wordt opgemerkt dat het beter is dan vorig jaar. Samen met een grote meerderheid van de bevolking vraag ik mij af wat er dan wél moet gebeuren vooraleer die rellen ernstig genomen worden.
Nog hallucinanter is het als sommigen de oorzaak proberen te vinden in het alcoholmisbruik. Laten wij niet lachen, als alcoholmisbruik inderdaad de oorzaak was, dan was Vlaanderen, dan was ons land één groot slagveld.
Mijnheer de minister, het is dus dringend tijd om een kat een kat te noemen. Die rellen in Brussel en in andere grootsteden worden veroorzaakt door jonge vreemdelingen. Het is niet omdat die groep voor een stuk deel uitmaakt van het electoraat van de PS, dat wij dat niet meer mogen benoemen.
Mijnheer de minister, daarom zijn mijn vragen klaar en duidelijk. Hoe evalueert (…) om recht en orde terug te laten zegevieren in Brussel?
03.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Depoortere, u bent voorzitter van de commissie voor Binnenlandse Zaken in de Kamer. Ik wens ook u een zalig en gelukkig nieuwjaar.
Naar aanleiding van de vorige rellen tijdens de jaarwisseling 2018-2019 heb ik het initiatief genomen om samen met de politie van Brussel in de zes zones, in het bijzonder met de burgemeesters van Brussel en burgemeester Moureaux, samen te zitten en een aantal maatregelen in het vooruitzicht te stellen.
Er werd beslist om voor het hele Brusselse grondgebied met één centraal commando te werken om op die manier kort op de bal te spelen en geen straffeloosheid te tolereren. Er werd systematisch en doelgericht opgetreden, wat de bevolking heeft kunnen merken. De zaken zijn zeker niet geminimaliseerd. Er werd kort op de bal gespeeld en geen ruimte gelaten voor no-gozones of zones hors la loi.
De andere bescherming voor de hulpdiensten die ik heb aangekondigd, is uitgevoerd. De korpschef van de zone Brussel-Elsene heeft in zijn zogenaamd gold commando schitterend werk verricht.
Tijdens de nieuwjaarsnacht werden op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 185 bestuurlijke en 26 gerechtelijke aanhoudingen verricht. Ook door mijn toedoen heeft de politie voorafgaandelijk een taskforce opgericht om alle beelden te analyseren die op basis van andere gegevens bijkomende identificaties en ook arrestaties met zich hebben gebracht.
Er werden 55 gerechtelijke dossiers geopend voor brandstichting, opzettelijke slagen en verwondingen, wapenbezit, vernielingen en weerspannigheid. Het is de eerste keer dat zulks gebeurde. Voor de vervolgingen en vorderingen door de onderzoeksrechter verwijs ik u door naar de minister van Justitie.
Onze en mijn aanpak hebben bewezen dat er een meerwaarde is voor een eengemaakte politiezorg in Brussel en dus voor een eengemaakte zone. Behalve de bewezen operationele meerwaarde bij de handhaving van de openbare orde, waarvan meerdere burgemeesters ondertussen overtuigd zijn, zal een eengemaakte zone ook de capaciteitswinst opleveren die kan worden ingezet voor nabijheidspolitie, voor la police de proximité en voor la police des quartiers.
Elke vorm van brandstichting of vandalisme is ontoelaatbaar. Er is geen plaats voor straffeloosheid of voor no-gozones, nergens in België maar ook niet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Ik wens de burgemeesters te bedanken voor de goede samenwerking.
03.03 Ortwin Depoortere (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, wij zijn het alleszins over één zaak eens. Het klopt dat de één-commandostructuur haar vruchten heeft afgeworpen. Ze is een stap in de goede richting.
Mijnheer de minister, ik verwijs naar het wetsvoorstel van het Vlaams Belang, dat ertoe strekt één politiezone op te richten in Brussel-Hoofdstad. Het ligt ter bespreking voor in de commissie Binnenlandse Zaken. U bent welkom op die bespreking, om ook daar uw mening te geven. Ik verwacht een vlugge stemming over het voorstel.
Mijnheer de minister, afrondend wil ik nog meegeven dat wij naar een harde aanpak van die jonge daders moeten overgaan. Het moet gedaan zijn met het pamperbeleid. Wij moeten naar een nultolerantie overgaan. Het moet gedaan zijn met de taakstraffen. Wij moeten, indien nodig, naar bootcamps overgaan. Wij moeten af van de vrijblijvende boetes en we moeten, indien nodig, ook de ouders financieel verantwoordelijk stellen voor de criminele daden die hun kinderen plegen.
L'incident est clos.
- Christoph D'Haese aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der Gebouwen, Europese Zaken) over "Het DNA-onderzoek met betrekking tot de Bende van Nijvel" (55000335P)
- Servais Verherstraeten aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der Gebouwen, Europese Zaken) over "Het DNA-onderzoek met betrekking tot de Bende van Nijvel" (55000341P)
- Christoph D'Haese à Koen Geens (VPM Justice et Régie des Bâtiments, Affaires européennes) sur "Les tests d'ADN dans le cadre de l'enquête sur les tueurs du Brabant" (55000335P)
- Servais Verherstraeten à Koen Geens (VPM Justice et Régie des Bâtiments, Affaires européennes) sur "Les tests d'ADN dans le cadre de l'enquête sur les tueurs du Brabant" (55000341P)
04.01 Christoph D'Haese (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vicepremier, gisteren kwam er enigszins onverwacht nieuws vanuit het federaal parket. Na 34 jaar, na 28 doden en meer dan 40 gewonden werd de stilte doorbroken en werd aangekondigd dat honderden DNA-stalen zorgvuldig zouden worden afgenomen en nog zorgvuldiger zouden worden onderzocht.
Dat de nabestaanden en slachtoffers hiervan voorafgaandelijk niet correct op de hoogte werden gebracht, toont alleen maar een gebrek aan menselijk respect en empathie aan. Maar laat ons hoopvol blijven.
Ik wil hier één concrete vraag met drie onderdelen stellen. Wij krijgen soms wel eens het verwijt dat we te academisch of te theoretisch antwoorden. Ik wil u dus vragen om heel concreet te antwoorden, uit respect voor de slachtoffers.
Ten eerste, het onderzoeksteam gaat er op dit ogenblik op vooruit, als ik dat mag geloven. Zou u als minister van Justitie dat momentum niet met beide handen willen aangrijpen om de onderzoekscapaciteit, die op ons verzoek reeds hebt verhoogd, wat wordt geapprecieerd, nog bijkomend te verhogen? Beter laat dan nooit, het is heel laat, maar laat ons die kans grijpen.
Ten tweede, wat de slachtoffers en de nabestaande betreft, organiseer nog eens een vergadering waar die mensen, met respect voor het geheim van het onderzoek, correct worden geïnformeerd. Een paar losstaande gesprekken niet te na gesproken, dateert de laatste immers al van bijna twee jaar geleden.
Ten derde, maak gebruik van de performante onderzoekstechnieken, niet alleen voor het DNA, maar ook voor al wat de ballistiek en de teruggevonden wapens betreft.
Ik kijk uit naar uw concrete antwoorden.
04.02 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik denk dat iedereen die de criminele feiten van de jaren 80 van de Bende van Nijvel heeft gevolgd, als burger of als politicus in onderzoekscommissies, heel verheugd is met de gerechtelijke stappen waarover wij in de pers hebben kunnen lezen.
Ik verheug mij niet alleen op die gerechtelijke stappen, maar ook op de positieve technologische evoluties die deze stappen mogelijk maken. Wij zijn het aan de slachtoffers en hun nabestaanden verplicht om al het mogelijke te doen om die daders alsnog op te sporen, zelfs meer dan 30 jaar na de feiten.
Het Parlement heeft daarin zijn verantwoordelijkheid genomen door de verjaringstermijn te verlengen. Als minister van Justitie hebt u eveneens uw verantwoordelijkheid genomen en de zaken doorgegeven aan het federaal parket. Men kan niet ontkennen dat er sindsdien een nieuwe dynamiek in het onderzoek is gekomen. U hebt tevens de middelen verhoogd want als deze nieuwe technologieën extra middelen vergen, dan is het belangrijk dat we die ook aan de onderzoekscel geven.
Mijnheer de minister, in welke mate kan de nieuwe technologie ervoor zorgen dat men vergelijkingen met de aangetroffen sporen kan maken? In welke mate kan de nieuwe technologie aanleiding geven tot een doorbraak? Dat is toch een punt van bezorgdheid want we hebben de slachtoffers en hun nabestaanden al vaker valse hoop gegeven met bepaalde berichtgeving. Dat is wel het laatste wat we nu willen. Anderzijds hebben we echter ook de plicht om elke kans te grijpen. Wat zal er in de komende weken en maanden mogelijk zijn?
04.03 Minister Koen Geens: Mijnheer de voorzitter, op mijn beurt maak ik mijn beste wensen over aan u en alle collega's.
Het is duidelijk dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel al een paar jaar een nieuw elan heeft gekregen. Wat nu is gebeurd, is in dat perspectief niets nieuws. Het gaat hier in feite om een voortzetting van de zeer sterke inspanningen van het federaal parket en de speurders om de modernste onderzoekstechnieken, in dit geval de nieuwste DNA-methodes, te gebruiken om de sporen internationaal te vergelijken met het DNA van mogelijke verdachten via de uitgebreide DNA-databaken.
Ik wil erop wijzen dat het onderzoeksteam op dit ogenblik bestaat uit de beste mensen van het federaal parket en de onderzoeksrechter van Charleroi. Er is ook een uitstekende samenwerking tussen het federaal parket en de onderzoeksrechter van Charleroi. Ik overtuig mij daar geregeld persoonlijk van. Er is tevens een team van 27 speurders dat onder leiding van deze twee samenwerkt. Ik kan u melden dat dit op een zeer gunstige wijze verloopt.
Mensen valse hoop geven is nooit goed en we moeten daar dus voorzichtig mee zijn. Zaken dramatiseren als dat niet nodig is, is eveneens niet goed. Ik zal het federaal parket uitnodigen om opnieuw een slachtoffermoment te organiseren op een oordeelkundig gekozen ogenblik. Het is echter niet altijd het federaal parket dat zorgt voor lekken in het onderzoek of het openbaar maken van zaken.
Dat is soms totaal buiten de wil van het federaal parket.
Met betrekking tot de modernste onderzoekstechnieken wil ik erop wijzen dat niet alleen de techniek in de technologische betekenis van het woord de laatste jaren bijzonder goed is geëvolueerd, maar dat ook de juridische techniek bijzonder goed is geëvolueerd.
Ik hoop dat u mij de academische aard van het antwoord vergeeft, mijnheer D'Haese.
Dat wil zeggen dat wij op het vlak van bijzondere onderzoeksmethodes de laatste jaren in dit Parlement ook een zeer grote vooruitgang hebben geboekt. Het federaal parket bedient zich van al die technische maar ook juridische technologie die vandaag beschikbaar is.
Ik blijf zeer hoopvol gestemd. Ik nodig u uit om dat samen met mij te blijven, want we zijn het aan ons land verschuldigd om dit onderzoek tot helderheid te brengen.
04.04 Christoph D'Haese (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw heel gedeeltelijk antwoord. Ik kan mij uiteraard vinden in uw academische analyse dat de meest performante technieken moeten worden gebruikt.
Ik vind het spijtig dat u de kans niet grijpt om het onderzoeksteam nog verder uit te breiden. In het dossier van de Bende van Nijvel dringt de tijd meer dan ooit. Als we dat ooit voor een rechtbank willen brengen is er niet zo heel veel tijd meer.
Hoop doet leven. Seneca zei het al: na de hoop komt de vrees. Ik kom uit een stad waar een oud belfort staat met daarop een heel goede spreuk: nec spe, nec metu. We blijven hopen.
04.05 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de minister, we hebben niet veel tijd meer. We hebben tijd tot 2025. Als de onderzoekers vooruitzichten hebben op oplossingen, mochten ze in 2025 nog niet gevonden zijn, ik hoop dat het eerder is, dan zijn wij bereid om hen meer tijd te geven door de regelgeving aan te passen.
Ik ben blij dat de onderzoeksrechter en het federaal parket goed samenwerken. Het is in dit onderzoek in het verleden ooit anders geweest.
Laat ons justitie de middelen geven opdat deze nieuwe technologieën ook in andere cold cases dan de Bende van Nijvel kunnen worden toegepast, zodat we meer dossiers kunnen oplossen.
Mijnheer de minister, u hebt terecht gezegd dat de samenwerking met buurlanden en de uitwisseling van databanken mogelijkheden geven om nog meer zaken op te lossen. Ik hoop samen met de slachtoffers en nabestaanden op een doorbraak in dit dossier, want zij verdienen dat.
L'incident est clos.
- Christian Leysen aan Alexander De Croo (VEM Financiën en Ontwikkelingssamenwerking) over "De recordcijfers voor de drugsvangsten van de douanediensten in de Antwerpse haven" (55000337P)
- Steven Matheï aan Alexander De Croo (VEM Financiën en Ontwikkelingssamenwerking) over "De controle op drugs door de douane" (55000342P)
- Wouter Vermeersch aan Alexander De Croo (VEM Financiën en Ontwikkelingssamenwerking) over "De cocaïnehandel via de Antwerpse haven" (55000345P)
- Christian Leysen à Alexander De Croo (VPM Finances et Coopération au développement) sur "Les chiffres record en matière de saisies de drogue par les services douaniers au port d'Anvers" (55000337P)
- Steven Matheï à Alexander De Croo (VPM Finances et Coopération au développement) sur "Les contrôles antidrogue de la douane" (55000342P)
- Wouter Vermeersch à Alexander De Croo (VPM Finances et Coopération au développement) sur "Le trafic de cocaïne via le port d'Anvers" (55000345P)
05.01 Christian Leysen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, Antwerpen pakt graag uit met records. Vorig jaar was er een omslag van 235 miljoen ton en 11 miljoen containers. Daar kan men trots op zijn, maar er zijn ook cijfers waarop we niet trots kunnen zijn.
U weet dat de wereldwijde cocaïneproductie de laatste twee jaar met ongeveer een derde is gestegen tot 3.000 ton. Vorig jaar werd ongeveer 60 ton – 20 % meer dan het jaar voordien – in beslag genomen in de haven van Antwerpen. Wij zijn niet dé drugshaven. In Rotterdam ging het over 40 ton en een stijging met 50 %. Dit is een probleem dat zich in alle landen voordoet.
Om dit fenomeen
aan te pakken, is in de eerste plaats internationale samenwerking nodig. Ik
denk dan aan de Europese lidstaten maar ook de landen van herkomst.
Ik versta dat de
douane vandaag prima samenwerkt met het Kali-team, het parket en de federale
politie op het vlak van de maritieme toegangspoorten, maar zoals in de pers
reeds verscheen, staat ook een betere beveiliging en screening van het
containerverkeer in de haven op de agenda.
Het gaat ter zake
om een drieluik. Ten eerste, een soort neus die werkt op basis van de
luchtkwaliteit. Ten tweede, een scanner. Ten derde, het gebruik van artificiële
intelligentie.
Dit alles vraagt
de nodige budgetten. Het zou bovendien de bedoeling zijn om de 300.000
containers uit Zuid-Amerika prioritair te behandelen want alle 11 miljoen
containers controleren is onmogelijk.
Mijn vragen zijn
dan ook de volgende.
Hoe ver staat het
met de samenwerking met de buurlanden en de landen van herkomst? Zijn er
budgetten voor die nieuwe technologie? Plant u andere initiatieven om de
maatschappij te beschermen tegen deze ontwrichtende criminaliteit?
05.02 Steven Matheï (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, gisteren maakte u de cijfers bekend van Douane en Accijnzen wat betreft de cocaïnevangsten in de haven van Antwerpen. Het ging over meer dan 60 ton of een stijging van 23 % ten opzichte van 2018. Ten opzichte van zes jaar geleden is er zelfs sprake van een verzesvoudiging. De straatwaarde zou meer dan 3 miljard euro bedragen. Kortom, allemaal zeer indrukwekkende cijfers.
Wij stellen ook vast dat van de miljoenen containers die jaarlijks in de haven van Antwerpen passeren, maar een beperkt aantal containers wordt gecontroleerd. Tegelijkertijd zien wij dat de cocaïnemarkt stijgt. Dat lezen wij althans in het Europees Drugsrapport waarin ook wordt gewezen op de belangrijke rol van grote havens zoals die van Antwerpen.
Daarom is het belangrijk, mijnheer de minister, om de pakkans te vergroten. Het moet absoluut onze ambitie zijn om elke container op een of andere manier te kunnen controleren. Dat kan door middel van nieuwe technologieën. Er is bijvoorbeeld het 100 %-scanningproject van de douane, waarbij artificiële intelligentie, elektronische neuzen en een gerichte en vergevorderde risicoanalyse worden ingezet, allemaal middelen om de controle te versterken.
Ik heb hierover de volgende concrete vragen, mijnheer de minister.
Wat is de stand van zaken wat betreft de toepassing van de nieuwe technologieën?
Wat is de stand van zaken van het 100 %-scanningproject en wat is de timing waarbinnen dat project volledig zal worden uitgerold?
05.03 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, de Antwerpse haven is de drugsdraaischijf van Europa. De Antwerpse haven is de belangrijkste toegangspoort voor cocaïne uit Zuid-Amerika. Dat bleek vorige week nog uit een gezamenlijk rapport van de Verenigde Naties en de Werelddouaneorganisatie.
In Zuid-Amerika wordt ter plaatse, in de havens, steeds meer cocaïne onderschept. Er werd daar in 2019 maar liefst 63 ton cocaïne met als bestemming Europa onderschept, waarvan de helft – u hoort het goed – voor de Antwerpse haven bestemd was. Men zou denken dat, als er meer drugs worden onderschept voor het vertrek, er dan uiteindelijk minder drugs worden onderschept bij de aankomst, maar niets is minder waar in België. Gisteren kondigde u zelfs aan dat er nooit eerder zoveel cocaïne in beslag is genomen in de Antwerpse haven.
In de krant De Morgen kwam een voormalige Colombiaanse drugsbaron aan het woord. Hij was ronduit vernietigend voor België: "Zwaar geweld, zoals in Colombia, kan ook in Antwerpen. Verscheidene drugskartels hebben al voet aan de grond gekregen in België. Het kan niet dat die drugsmaffia onopgemerkt blijft. Dit wijst erop dat zij connecties hebben bij politie, politici, Justitie en andere sectoren. Wat er in Antwerpen gebeurt, is hallucinant. Slechts een heel kleine fractie van de containers in de haven wordt gecontroleerd. Vijftig jaar geleden waren wij al in staat om een man naar de maan te sturen, maar België slaagt er vandaag blijkbaar niet in om drugs in containers op te sporen."
Ik heb hierover de volgende vragen, mijnheer de minister.
Wat is de reactie van de regering op het vernietigende rapport van de Verenigde Naties en de hallucinante cijfers inzake drugsvangsten?
Welke maatregelen zullen de regering en specifiek de douane nemen om deze onaanvaardbare en kwalijke trend te keren?
05.04 Minister Alexander De Croo: Collega's, ik dank u voor uw vragen. In de voorbije jaren is de strijd van de douane tegen de doorvoer van drugs in de haven heel fors opgedreven. De drugsteams zijn versterkt. Er is geïnvesteerd in bijkomende scanners, er is meer samenwerking op internationaal niveau, en natuurlijk is er in het kader van het Stroomplan een zeer sterke samenwerking met Justitie, met de politie, en met de stad en de haven van Antwerpen.
Die inspanningen leiden tot meer onderschepping. In de landen van herkomst onderscheppen wij nu al een hoger tonnage aan cocaïne dan onze havens binnenkomt. De onderschepping steeg met 40 % in de landen van herkomst en met 25 % in de haven van Antwerpen.
Het is absoluut onze ambitie deze strijd verder op te drijven. Het project 100 % scanning heeft als doelstelling verschillende technologieën te combineren. Een ervan is een soort snuffelkraan. Elke container die van een schip gehaald wordt, zal op het moment dat hij opgetild wordt op een mechanische manier besnuffeld worden, in combinatie met X-stralen en artificiële intelligentie om de massieve hoeveelheid verkregen data te kunnen verwerken.
Er is een voorstudie gedaan door het IMEC en door de Universiteit Antwerpen naar hoe men dit project volledig kan uitrollen en hoe elke container kan worden gecontroleerd, maar ook hoe ervoor kan worden gezorgd dat dit geen disruptief effect heeft op de doorvoersnelheid van de haven.
Men zou vandaag elke container kunnen controleren. Dat zorgt er wel voor dat de doorvoertijd met ongeveer vier uur verhoogt en dat zou voor de haven van Antwerpen een onwaarschijnlijke stap achteruit betekenen op het gebied van competitiviteit.
Vandaag vinden de scans plaats op basis van risicoanalyse. Men zal zeggen dat op die manier slechts 1 % wordt gecontroleerd, maar de risicoanalyse zorgt er precies voor dat men controleert waar men het grootste vermoeden heeft dat er smokkelactiviteiten kunnen plaatsvinden.
Men gaat ervan uit dat de eerste elementen van het project 100 % scanning, met name het mechanisch snuffelen, binnen de vijf jaar kan worden gerealiseerd, en dat de volledige verwerking met artificiële intelligentie binnen de 10 jaar kan gebeuren.
Ik wil duidelijk zijn, met dit project zijn wij wereldwijd een absolute pionier. Dat kan in kleinere havens, maar er is vandaag geen enkele haven met de omvang van Antwerpen, die bij de grootste ter wereld is, die erin slaagt 100 % te controleren.
Ten slotte, de douane kan heel veel inspanningen doen om het aantal controles op te drijven, om het aanbod zo moeilijk mogelijk te maken, maar er is vandaag een aanbod omdat er een vraag is. Als er geen vraag is, is er ook geen aanbod. Wij moeten dus ook eens het debat durven voeren over de maatschappelijke kostprijs van het occasioneel gebruik van drugs. Aan die drugs hangt bloed, zowel in de landen van herkomst als in ons land. De economische en maatschappelijke kostprijs is gigantisch en die dragen wij allemaal.
05.05 Christian Leysen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, wij mogen hiermee inderdaad niet sloganesk omgaan en zeggen dat alle 11 miljoen containers per jaar moeten worden gescand. Wij moeten doelgericht werken.
Wij moeten het ook breder zien. Wij moeten niet alleen het aanbod maar ook de vraag beïnvloeden. Ook moeten de criminele organisaties meer gescreend en aangepakt worden. Ook moet de recuperatie van criminele vermogens worden aangepakt en moet er een versterkte bestuurlijke handhaving komen.
Efficiëntie is voor de haven belangrijk. De doorvoerfaciliteiten moeten vlot blijven verlopen. Ik wens u en uw collega's in de regering veel succes.
05.06 Steven Matheï (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de cijfers liegen niet, er is een grotere pakkans, er worden meer cocaïnetransporten onderschept, maar er is ook een grotere markt. Het is echt belangrijk om daarop volop in te zetten en om die pakkans nog te vergroten.
Ik ben blij te horen dat wij pionier zijn met het project dat hier wordt ingezet en uitgerold. Ik hoop dat wij de komende jaren nog sneller verwezenlijkingen kunnen boeken, zodat er echt iets gedaan kan worden op het terrein en zodat de toestroom van drugs naar ons land en verder in Europa kan worden ingeperkt.
05.07 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik ben ontgoocheld. Het is intriest, maar er worden in Antwerpen tegenwoordig meer lijntjes verbruikt dan bollekes. Het gebruik van cocaïne moet prioritair worden aangepakt. De maatregelen die u voorstelt, zijn slechts een dun laagje vernis. Wie krabt aan die vernis, ziet onmiddellijk het onderliggende probleem.
Europa wordt momenteel overspoeld door cocaïne en niet Rotterdam maar Antwerpen is de drugsdraaischijf van Europa. De rapporten en cijfers tonen aan dat de strijd tussen de douane en de drugskartels nog maar net begonnen is en intussen gaat Antwerpen reeds gebukt onder een spiraal van drugsgeweld, met brandstichtingen, granaataanslagen en beschietingen. Ook daarop hebben politie en justitie nog geen krachtig antwoord. Veiligheid is nochtans de belangrijkste en voornaamste taak van een overheid.
Laat ons goede voornemen voor 2020 ook het uwe zijn: de veiligheid van eerst onze mensen. Maak daar nu eindelijk eens werk van.
Het incident is gesloten.
06 Question de Raoul Hedebouw à Daniel Bacquelaine (Pensions) sur "La politique européenne en matière de pensions" (55000330P)
06 Vraag van Raoul Hedebouw aan Daniel Bacquelaine (Pensioenen) over "Het Europese pensioenbeleid" (55000330P)
06.01 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Monsieur Bacquelaine, vous êtes ministre des Pensions et vous avez voulu imposer aux travailleurs belges une pension à points, comme M. Macron tente de l'imposer en France; mesure antisociale. Vous avez dû faire marche-arrière – c'est important – à la suite de la mobilisation exemplaire des travailleurs.
Je rappelle qu'en septembre 2017, vous aviez dit que "cette réforme des pensions allait passer", qu'"elle allait être imposée aux travailleurs". En mai 2018, 70 000 travailleurs belges défilaient dans les rues de Bruxelles pour défier votre mesure de pension à points, 70 000! Et vous avez dû reculer. Pourquoi? Parce que, à l'instar de M. Macron, vous voulez appliquer une pension à points qui allait devenir une pension tombola. Je le rappelle, on ne mange pas avec des points quand on est pensionné, on veut des euros! Et vous vouliez faire fluctuer la valeur du point en fonction du budget de l'État et de l'espérance de vie. C'était vraiment scandaleux! Et c'est la même mesure que M. Macron veut imposer?
Et bien, en France, la mobilisation est identique: 1,8 million de travailleurs ont manifesté en décembre, 36 jours de grève, chers collègues, contre la mesure de la pension à points, mesure européenne que l'on veut appliquer en Belgique, en France et en Espagne.
Aujourd'hui, 200 manifestations dans les rues de Bruxelles!
Monsieur le ministre belge des Pensions, pouvez-vous apporter des conseils à M. Macron? Comment fait-on pour reculer sur une mesure antisociale? La déchire-t-on? L'enterre-t-on? En fait-on une boule que l'on jette à la poubelle? Expliquez à M. Macron comment un ministre qui a une mesure antisociale recule sur une mesure face à une telle mobilisation! Je suis content d'entendre votre réponse.
06.02 Daniel Bacquelaine, ministre: Monsieur Hedebouw, vous le savez, les réglementations en matière de pension sont nationales en Europe; Elles sont variées et variables. Les réformes sont entreprises dans chaque pays. Bien entendu, tous les pays européens sont confrontés au même problème: en raison d'une baisse de la natalité et une augmentation de l'espérance de vie, il y a de moins en moins de travailleurs pour un nombre croissant de pensionnés.
De fait, il existe trois possibilités: soit, on diminue les prestations – certains pays l'ont fait, la Belgique n'a pas emprunté cette voie; soit, on augmente les cotisations qui pèsent sur le travail – nous avons refusé cette facilité, qui était tout à fait néfaste sur le plan socio-économique; soit, on demande à chacun de travailler un peu plus longtemps et de faire en sorte d'allonger progressivement la durée des carrières. C'est l'option que nous avons retenue. Il y a plusieurs formules pour le faire: la pension à points, le compte individuel pensions.
Le Comité national des pensions en Belgique a préparé un rapport sur le sujet.
Dans la déclaration gouvernementale, il était prévu que la pension à points entrerait en vigueur en 2025 ou en 2030. Le débat n'est donc évidemment pas clos.
Une chose est sûre – même si cela peut vous déranger un peu –, en Europe, extrême droite et extrême gauche se regroupent souvent autour des mêmes thèses en cette matière et considèrent que les générations futures n'ont pas d'importance face aux enjeux purement populistes et immédiats. Ce n'est pas notre point de vue. Au contraire, nous pensons que les générations futures sont importantes, que nos enfants et leurs enfants après eux impliquent la nécessité de prendre des mesures courageuses pour sauvegarder notre régime de pensions et sauvegarder l'intérêt des générations qui nous suivent.
06.03 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, j'attendais quand même un peu plus de solidarité européenne! Je vous demandais de donner quelques conseils à M. Macron car il ne sait plus ce qu'il doit faire. Expliquez-lui comment on fait pour reculer sur des mesures! Vous me dites qu'on doit penser au futur de nos enfants et vous avez raison. Il y a de l'argent en Belgique, il y a de l'argent en France! En 2000, il y avait un milliardaire en Belgique. Aujourd'hui, il y en a 29! Allez chercher l'argent, monsieur le ministre!
C'est une des raisons pour lesquelles cette lutte en France est importante car, contrairement à ce que vous dites, on est en train d'appliquer en France, en Belgique, en Espagne, en Suède ou en Allemagne la même politique qui vise à faire travailler les gens plus longtemps, alors que vous-mêmes, en tant que politiciens, vous avez les bons salaires et les bonnes pensions! C'est cela qu'il faut décrier et c'est pour cela que les travailleurs belges doivent mener un combat avec les travailleurs français pour aller chercher des victoires!
Het incident is gesloten.
- Kathleen Verhelst à Philippe De Backer (Agenda numérique, Télécommunications et Poste (ancien dép.)) sur "L'exclusion de certains fournisseurs pour le développement des réseaux 5G" (55000344P)
- Michael Freilich à Philippe De Backer (Agenda numérique, Télécommunications et Poste (ancien dép.)) sur "Les mises en garde concernant la sécurité des réseaux et de l'infrastructure 5G" (55000347P)
- Kathleen Verhelst aan Philippe De Backer (Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post (vroeger dep.)) over "De uitsluiting van bepaalde leveranciers voor de uitrol van 5G-netwerken" (55000344P)
- Michael Freilich aan Philippe De Backer (Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post (vroeger dep.)) over "De waarschuwingen inzake de veiligheid van de 5G-netwerken en -infrastructuur" (55000347P)
De voorzitter: Aangezien collega Verhelst op dit moment niet aanwezig is, geef ik alvast het woord aan collega Freilich.
07.01 Michael Freilich (N-VA): Beste collega's, allereerst beste wensen aan iedereen!
5G is niet alleen sneller internet, het zal ook de technologie van de toekomst zijn. Heel onze maatschappij, heel ons leven zal daardoor veranderen in de toekomst. Ik heb het dan over transport, logistiek, de medische wereld, productieprocessen en ook miljoenen geconnecteerde apparaten. Wie 5G beheert, kan mogelijk mee kijken, mee lezen, mee luisteren, spioneren dus. Dat zowel wat burgers, bedrijven, overheid, politie als leger betreft. Het is dan ook evident en begrijpelijk dat de Veiligheid van de Staat voor 5G niveau 4 op 5 adviseert. Het gaat tenslotte over onze nationale veiligheid en onze strategische onafhankelijkheid.
Ik verneem dat Duitsland recent een brief heeft ontvangen met waarschuwingen over het netwerk en dit van een andere regering. Klopt deze informatie volgens uw bronnen? Wat zou er in die brief staan? Ik wil ook graag weten of de Belgische regering dergelijke brief heeft ontvangen van de Amerikaanse veiligheidsdiensten of de Amerikaanse ambassade. Indien ja, kunt u de inhoud daarvan kenbaar maken aan het Parlement?
U hebt mij deze week ook gemeld dat er in ons land geen wetgevend kader bestaat voor de veiligheid van 5G. Waarop wacht u eigenlijk om initiatieven te nemen? We zien dat onze buurlanden daarmee al een hele tijd bezig zijn. Frankrijk en Nederland hebben reeds concrete wetgeving. Waarom wachten wij? Wat zult u doen om zo snel mogelijk de veiligheid van de toekomst, namelijk 5G, te garanderen?
De voorzitter: Dan geef ik nu het woord aan collega Verhelst, die intussen is aangekomen.
07.02 Kathleen Verhelst (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, een snelle uitrol van 5G is voor de nodige innovaties in onze welvaartmaatschappij erg belangrijk, zodat ondernemingen daaraan kunnen werken. Ik ben dan ook zeer blij dat dit in hoorzittingen samen met het gezondheidsaspect allemaal zeer geruststellend bekrachtigd werd.
De beveiliging van de 5G-netwerken is natuurlijk een belangrijke kwestie. Wij lezen vandaag dat de veiligheidsdiensten ons het beleidsniveau 4 adviseren, welk niveau een beperking inhoudt van het gebruik van onderdelen van 5G-apparatuur afkomstig van niet-betrouwbare leveranciers. De regering moet beslissen wat zij met dat advies doet en welke specifieke maatregelen er moeten worden genomen.
De digitale markt is sowieso een internationale markt en bij uitstek dus ook een Europese markt. Het 5G-beleid kan volgens mij daarom best in samenspraak met andere lidstaten uitgewerkt worden, aangezien een verschil in aanpak zou leiden tot een ongelijk speelveld, wat zeker niet de bedoeling is.
Mijnheer de minister, u gaf al aan dat de Europese Commissie in januari een toolbox met precieze beschermingsmaatregelen zou aanreiken om de risico's voldoende af te dekken. De regering zal in haar beleid keuzes moeten maken.
Mijnheer de minister, klopt het dat onze veiligheidsdiensten adviseren om voor bepaalde apparatuur een beperking in te voeren? Hanteren de andere lidstaten dezelfde visie? Welke maatregelen plant u in het kader van dat advies?
Heeft er al overleg plaatsgevonden met andere lidstaten?
Wordt dat veiligheidsaspect met de nodige spoed behandeld, zodat het geen aanleiding kan geven tot vertraging van de veiling en de uitrol van 5G?
07.03 Minister Philippe De Backer: Mijnheer de voorzitter, geachte collega's, bedankt voor uw vragen. Ik wil mijn antwoord beginnen met te stellen dat er nog geen beslissing is genomen. Wij doen er alles aan om die beslissing op een heel doordachte manier te nemen gelet op de grote impact op onze economie en de veiligheid van ons land. Daarom gaan wij niet over één nacht ijs.
Wij zijn echter ook niet aan het wachten, mijnheer Freilich. Integendeel, een jaar geleden heb ikzelf op de Europese Telecomraad gepleit voor een gemeenschappelijke Europese aanpak. Die gemeenschappelijke aanpak is er nu, want in januari brengt de Europese Commissie een toolbox naar voren waaruit de landen kunnen putten om de verschillende problemen en risico's in verband met 5G en de veiligheid ervan gezamenlijk aan te pakken.
Aan onze eigen veiligheidsdiensten hebben wij exact hetzelfde gevraagd, namelijk een analyse te maken waarbij wordt nagegaan hoe wij op de best mogelijke manier het 5G-netwerk uitrollen en tegelijkertijd de veiligheid, de privacy en de cybersecurity van onze mensen en onze bedrijven kunnen garanderen. Een tussentijds rapport heeft gewezen op een stap naar veiligheidsniveau 4. Nu wordt volop nagegaan welke technische aspecten daartoe moeten worden uitgewerkt en hoe dat in een wetgevend kader moet worden gegoten. De kar kan niet voor het paard gespannen worden: eerst moet de risicoanalyse gemaakt worden en moet worden nagegaan hoe een en ander kan worden ingevuld, vooraleer er wetgevende initiatieven kunnen worden genomen.
Wij doen er dus alles aan om het op tijd klaar te krijgen. Wij doen er trouwens ook alles aan om de 5G-veiling zelf nog tijdig te kunnen organiseren en de operatoren op de hoogte te houden van de veiligheidsmaatregelen die zij in acht moeten nemen voor de uitrol van het 5G-netwerk. Het gaat over de nationale veiligheid. Men moet daar goed over nadenken. Wij moeten er alles aan doen om de veiligheid van het 5G-netwerk, dat zo belangrijk is voor onze digitale economie in de toekomst, absoluut ten volle te waarborgen. Dat moet gebeuren in overleg met andere Europese landen, zodat wij geen zaken doen die bijvoorbeeld in Frankrijk wel en in Nederland niet zouden kunnen. Er is een eengemaakte aanpak nodig. Dat is exact hetgeen wij aan het doen zijn. Wij zullen de volgende stappen zetten. Op basis van de veiligheidsrapporten van onze veiligheidsdiensten zullen wij wetgevende initiatieven nemen die zowel de veiligheid als de economische belangen van dit land in de komende decennia ten volle kunnen verdedigen.
07.04 Michael Freilich (N-VA): Dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister. U weet goed genoeg dat het, als het op de veiligheid van de burgers aankomt, om een bevoegdheid van de individuele lidstaten gaat. Dat betekent dat het mooi is om te wachten op Europa, maar niet verplicht.
Onze buurlanden hebben reeds wetgeving daarover. Nederland heeft een besluit. Frankrijk heeft wetgeving. Het is heel mooi om te zeggen dat wij ons achter Europa zullen scharen, maar ondertussen moeten wij wachten. Voor ons is de bescherming van de privacy van de burgers en onze bedrijven cruciaal. Als wij nog langer moeten wachten op initiatieven, dan stel ik voor dat het Parlement het heft in eigen handen neemt en zelf met wetgeving komt. Ik steek dan ook mijn hand uit naar alle hier aanwezige collega's. Voor de nationale veiligheid moeten wij over de partijgrenzen heen werk maken van stevige wetgeving, want het gaat om de individuele vrijheden van de burgers en de strategische onafhankelijkheid van het land.
07.05 Kathleen Verhelst (Open Vld): Mijnheer de minister, ik ben tevreden met uw antwoord. De kar wordt niet voor het paard gespannen. De volgorde wordt gerespecteerd. Het is belangrijk dat het een juiste wet wordt, zodat wij later niet moeten herbeginnen. Het is eveneens belangrijk dat er spoed gezet wordt achter die wetgeving met de juiste maatregelen en wij moeten ook de veiling in België goed op de rails krijgen.
De voorzitter:
Ik feliciteer de heer Freilich met zijn maidenspeech. (Applaus)
Het incident is gesloten.
- Sophie Thémont à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "La grève des aides ménagères" (55000324P)
- Anja Vanrobaeys à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "La grève des aides ménagères" (55000325P)
- Peter Mertens à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "La grève des aides ménagères" (55000334P)
- Sophie Thémont aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De staking van de poetshulpen" (55000324P)
- Anja Vanrobaeys aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De staking van de poetshulpen" (55000325P)
- Peter Mertens aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De staking van de poetshulpen" (55000334P)
08.01 Sophie Thémont (PS): Monsieur le président, madame la ministre, elles ont décidé de ranger aspirateurs, torchons et balais au placard ce mercredi. Je parle des 160 000 aides ménagères employées via les titres-services. Je dis "elles", parce que ce sont principalement des femmes qui occupent ces emplois. Elles ont décidé, ce mercredi, de descendre dans les rues afin de manifester leur ras-le-bol, à l'appel de la CSC. La semaine prochaine, elles le feront à l'appel de la FGTB. Les syndicats sont unanimes à ce sujet: la situation n'est plus tenable.
Ce qu'elles réclament est tout simple. Une augmentation de 1,1 %, qui est dérisoire et insuffisante par rapport au salaire moyen perçu - qui est de 11,50 euros de l'heure – et par rapport à la pénibilité du travail effectué.
Chers collègues, on parle ici d'une augmentation de 10 cents de l'heure. Elle leur est refusée aujourd'hui par leur patronat. Selon celui-ci, ses marges sont insuffisantes. C'est bien évidemment de la foutaise! Certains actionnaires de grandes entreprises de titres-services du pays se voient octroyer aujourd'hui des bonus de 6,8 millions d'euros. C'est un beau cadeau de fin d'année, me semble-t-il, sur le dos des travailleurs!
La cerise sur le gâteau, madame la ministre, est apportée par votre collègue M. Bellot qui, hier encore dans la presse, souhaitait relever de plusieurs dizaines de milliers d'euros le salaire des dirigeants de grandes entreprises publiques. Pour lui, le plafond de 290 000 euros n'est pas suffisamment élevé. Je dirais: que chacun choisisse son camp! Nous voulons aujourd'hui soutenir les travailleurs pauvres en situation de précarité, ceux qui n'arrivent plus à boucler leurs fins de mois et qui exercent des métiers pénibles.
Madame la ministre, j'ai deux questions à vous poser. Comptez-vous prendre les choses en main pour favoriser la concertation et mettre les partenaires autour de la table? (…) Comptez-vous relever le salaire minimum afin que chaque travailleur puisse vivre dans la dignité?
08.02 Anja Vanrobaeys (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, gisteren hebben de huishoudhulpen voor het eerst in hun bestaan gestaakt. Dat vraagt moed, want zij willen hun klanten niet in de steek laten. Zij gaan liever werken, maar ze zijn op. Het water staat hen aan de lippen.
Ze vragen eigenlijk maar een heel klein beetje respect, en wel om verschillende redenen. Respect omdat er heel veel van hen wordt verwacht. Uit de getuigenissen komt naar voren dat zij in vier uur woonkamer, badkamer en keuken moeten kuisen en liefst ook nog de rommel die er ligt moeten opruimen. Respect omwille van de fysiek zware arbeid die zij leveren. Ze moeten trappen op en af, dweilen uitwringen en soms zetels en kasten versleuren. Respect voor de fysieke gevolgen die hun werk met zich meebrengt: ontstoken polsen en schouders en een kapotte rug. Velen kunnen daardoor slechts deeltijds werken.
Zij vragen daarvoor een respectvol loon. In de 15 jaar dat ze bestaan, hebben ze nog geen enkele loonsverhoging gekregen en nu vragen ze ocharme om 1,1 % opslag. Die 1,1 % zou betekenen dat ze op het einde van hun werkdag een kopje koffie zouden kunnen betalen.
Als men hoort dat dit zelfs niet kan en als men verneemt dat een van hun werkgevers zichzelf op het einde van het jaar 6,8 miljoen euro heeft uitgekeerd, dan vind ik het logisch dat die mensen kwaad zijn en dat ze gisteren in actie kwamen en staakten, gewoon voor hun rechtvaardig deel van de koek.
Mevrouw de minister, ik heb maar één vraag. Zult u proberen het loonoverleg in de dienstenchequesector te deblokkeren zodat de huishoudhulpen het respect krijgen dat ze verdienen?
08.03 Peter Mertens (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik wens u een gelukkig nieuwjaar.
Ik heb u eind november 2019 hier op dezelfde plaats al over hetzelfde onderwerp geïnterpelleerd en ik heb toen al een aantal getuigenissen naar voren gebracht.
Gisteren hebben de leden van de poetshulpsector voor het eerst in hun leven gestaakt, wat niet evident is. Zij lopen immers van huis tot huis en het is dus niet evident zich te organiseren en het werk neer te leggen. Niettemin is dat gebeurd en het zal volgende week opnieuw gebeuren.
De getuigenissen komen steeds feller binnen. Ik zal er twee kort voorlezen.
Een zekere Sabine schrijft mij het volgende: "Op mijn achtendertigste werd artrose in mijn polsen en in mijn enkels vastgesteld. Ik ben nu tweeënveertig, Peter, en ik ben op." Ik herhaal het toch maar eens: "Ik ben tweeënveertig en ik ben op." Dat schrijft mij een dame.
Iemand anders schrijft mij het volgende: "Ik heb een onderzoek gedaan en mijn reuk- en mijn smaakzin zijn compleet verdwenen. Hoe komt dat? Dat komt door vierentwintig jaar kuisen met javel." Haar reukzin is weg; haar smaakzin is weg.
Wat vragen de betrokkenen? Zij vragen niet een klein beetje maar veel respect. Zij vragen rechtvaardigheid. Zij vragen ook een serieus loon. Zij vragen een verhoging van amper 1,1 %, wat eigenlijk niets is. Niettemin is die verhoging heel belangrijk. Het betekent immers dat zij in de maatschappij meetellen. Het wordt ook hoogtijd dat zij meetellen.
Ik wil u interpelleren omdat in de sector de loonspanning 1 op 89 is. Dat betekent dat een CEO in de poetssector na drie dagen werken evenveel heeft verdiend als een poetsvrouw op een heel jaar zal verdienen. Graaidag in de poetssector viel dus op 3 januari. Dat was vorige vrijdag, na drie dagen werken.
Mevrouw de minister, die verhoudingen zijn van de pot gerukt, onze maatschappij kan dat niet meer aan.
Daarom vraag ik u vandaag opnieuw het volgende. Wat zult u doen om effectief de verhoging van 1,1 % te realiseren en het nodige respect op te brengen voor zij die onze maatschappij dag in dag uit schoonmaken?
08.04 Minister Nathalie Muylle: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik dank u voor uw vragen. Wij hebben inderdaad eind 2019 tijdens de plenaire vergadering een gesprek ter zake gehad.
Er was toen nog geen overeenkomst in het paritair comité 322.01. Vandaag is die er jammer genoeg nog steeds niet.
Depuis lors, divers contacts ont été pris entre le conciliateur social et les partis individuellement. Ils n'ont pas encore abouti à une percée. Les syndicats réclament toujours une augmentation brute de 1,1 % des salaires. Dans de nombreux secteurs, ce pourcentage est effectivement appliqué. Du côté des employeurs, l'intention est d'accorder pour l'instant une prime unique pour 2020, ce que les syndicats jugent insuffisant.
Ik heb in november al zeer duidelijk gezegd dat ik heel veel begrip heb voor de vraag van de werknemers. U zegt terecht dat zij zware fysieke arbeid leveren die van grote maatschappelijke waarde is voor heel veel gezinnen met twee werkende ouders maar ook voor heel veel ouderen.
Collega's, ik hoor uw drie partijen op andere fora echter steeds zeggen dat loonakkoorden via het sociaal overleg moeten worden gesloten, tussen werkgevers en werknemers.
Nous ne pouvons pas intervenir, sans plus, dans la concertation sociale.
Dit debat werd ook in de regionale parlementen gevoerd. De prijs van de dienstencheques, de subsidies aan de dienstenchequesbedrijven en de fiscale aftrekbaarheid zijn een regionale bevoegdheid.
Ik heb ook vernomen dat mijn Vlaamse collega een rentabiliteitstudie heeft gevraagd om te bekijken hoe het met de ondernemingen is gesteld en welke mogelijkheden er zijn. De taxshift heeft op federaal vlak ook oplossingen gebracht.
Ik heb ter zake intense contacten gehad. De volgende dagen zal de sociale bemiddelaar opnieuw contact hebben met beide partijen. Ik zal dit proces vanuit mijn bevoegdheid de komende dagen volop ondersteunen met het oog op een goede afloop in de komende weken.
08.05 Sophie Thémont (PS): Madame la ministre, je vous remercie. Je ne suis évidemment pas satisfaite de vos réponses. Aujourd'hui, les ménagères frottent, nettoient, dépoussièrent, repassent à longueur de journée avec des conséquences importantes pour leur santé. Les arrêts maladie sont fréquents et, à la fin du mois, elles n'arrivent pas à nouer les deux bouts.
Chacun doit prendre ses responsabilités et il nous est impossible de faire la sourde oreille face à cette situation. Il faut donner toutes ses chances à la concertation sociale en mettant les partenaires autour de la table. Il faut également relever le salaire minimum à 14 euros de l'heure pour que tout travailleur puisse vivre dignement en fonction de l'évolution du coût de la vie.
08.06 Anja Vanrobaeys (sp.a): Mevrouw de minister, ik hoop dat het sociaal overleg alle kansen krijgt. Er is een sociaal bemiddelaar aangesteld en ik hoop dat u het overleg volop zult ondersteunen.
Huishoudsters die werken met dienstencheques hebben een maatschappelijke waarde voor gezinnen die werken en kinderen hebben, maar ook voor de ouderenzorg. Ik hoop dat zij op zijn minst die 1,1 % loonsverhoging zullen krijgen. Wij stellen immers vast dat er sprake is van een werkgever die zichzelf 6,8 miljoen euro aan dividend heeft uitgekeerd als een soort eindejaarscadeau. Met dat bedrag kan de loonsverhoging met 1,1 % vijf keer worden betaald.
Gelet op hun maatschappelijke waarde en het respect en de zichtbaarheid die zij verdienen, is een minimumloon van 14 euro per uur nodig.
08.07 Peter Mertens (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
De politiek kan wel degelijk een keuze maken. In deze maatschappij is er een onderklasse vlak voor onze neus. Deze onderklasse moet werken voor een hongerloontje van 11,5 euro bruto. Aan de andere kant is er bovenklasse voor wie het nooit genoeg lijkt.
De politiek in dit land, regering na regering, schijnt die bovenklasse te pamperen en neemt maatregelen voor die bovenklasse, terwijl men doof blijft voor de onderklasse. Ik verwacht van deze en de komende regering een krachtdadige politiek om stem te geven aan de onderklasse in onze maatschappij, aan zij die niet zichtbaar zijn om de minimumlonen te verhogen. Ik verwacht dat de politiek het signaal geeft dat zij luistert naar zij die vandaag hun mond openen en actie voeren voor deftige lonen.
Het incident is gesloten.
09 Question de Emmanuel Burton à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "L'accessibilité des services bancaires dans les zones rurales" (55000339P)
09 Vraag van Emmanuel Burton aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De beschikbaarheid van de bankdiensten in landelijke gebieden" (55000339P)
09.01 Emmanuel Burton (MR): Madame la ministre, ces dernières années, une diminution assez régulière du nombre de distributeurs de billets a été constatée. D'après mes informations, près de mille distributeurs ont disparu entre 2016 et 2018, ce qui pose un problème de distribution pour les habitants des zones rurales dans le sens où, à présent, ils doivent parcourir plusieurs kilomètres avant d'atteindre un distributeur.
Or, le Belge est fort attaché à son cash. Selon Febelfin, en 2018, pas moins de 264 millions de retraits ont eu lieu. C'est énorme! Ces derniers jours, quatre grandes banques ont décidé de se rassembler et de créer un réseau de distributeurs de façon à couvrir un peu mieux le territoire belge et principalement les zones rurales. Le but est d'arriver à une répartition plus équilibrée, mais aussi le plus possible en dehors du réseau bancaire de façon à être le plus indépendant possible par rapport aux décisions prises par l'une ou l'autre banque.
Madame la ministre, que pensez-vous de cette annonce faite par le secteur bancaire qui officialise la création de ce réseau? Comment garantir une bonne répartition géographique notamment dans les zones rurales? Y a-t-il eu une concertation avec Febelfin?
Notre groupe s'inquiète toujours de l'intérêt du consommateur. Y aura-t-il, le cas échéant, une augmentation des frais bancaires lors de retraits? Ce partenariat entre les banques risque-t-il d'entraîner un coût supplémentaire pour le consommateur?
09.02 Nathalie Muylle, ministre: Cher collègue, au sein de la commission de l'Économie, j'ai déjà reçu de nombreuses questions à ce sujet. Je réitère ma position: la tendance générale est à l'augmentation des paiements électroniques. Cette tendance ne peut être arrêtée et de nombreux autres pays européens sont, à cet égard, plus avancés que la Belgique. Je suis en faveur d'une société pauvre en espèces, mais non pas sans espèces. Certains groupes de consommateurs vulnérables dépendent du paiement en espèces et ne doivent pas être exclus des opérations de paiement.
Cependant, et c'est clair à mes yeux, les banques ont un rôle sociétal à jouer en termes de répartition géographique et de bonne disponibilité des distributeurs et des guichets. Afin de garantir la disponibilité d'un nombre suffisant de distributeurs automatiques dans le cadre de son contrat de gestion, bpost en met à la disposition aux endroits où il n'y en a pas.
J'ai également pris connaissance – et j'y suis favorable – de cette initiative récente des quatre grandes banques de travailler ensemble pour gérer conjointement leurs distributeurs automatiques. Cette coopération est inspirée par l'exigence de réduire les coûts et de réaliser les investissements nécessaires à l'achat de nouveaux dispositifs plus sûrs sur la base de besoins réels et de paramètres géographiques objectifs.
Ces banques ont l'intention d'offrir une disponibilité optimisée de liquidités sur un espacement limité et 95 % de la population belge disposeraient d'un distributeur dans un rayon de cinq kilomètres au maximum.
Je constate aussi que certaines Régions, villes et communes prélèvent encore une taxe sur les distributeurs automatiques de billets ou les agences bancaires. À mon avis, de telles mesures fiscales sont contre-productives pour les services fournis à la population locale. J'invite également les niveaux politiques décentralisés à prendre les mesures nécessaires.
09.03 Emmanuel Burton (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Je vous assure du soutien de mon groupe pour s'assurer que la bonne répartition géographique de ces distributeurs de billets sera bien maintenue, y compris dans les zones rurales. Nous serons attentifs à l'impact de ce nouveau partenariat, y compris pour le coût qui sera répercuté sur le consommateur.
Het incident is gesloten.
- Julie Chanson à Sophie Wilmès (première ministre) sur "L'aide de la Belgique dans la lutte contre les feux de forêts en Australie" (55000328P)
- Kattrin Jadin à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'aide de la Belgique dans la lutte contre les incendies en Australie" (55000338P)
- Vanessa Matz à Sophie Wilmès (première ministre) sur "L'aide de la Belgique dans la lutte contre les incendies en Australie" (55000343P)
- Julie Chanson aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "Belgische hulp voor de bestrijding van de bosbranden in Australië" (55000328P)
- Kattrin Jadin aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Belgische hulp voor de bestrijding van de bosbranden in Australië" (55000338P)
- Vanessa Matz aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "Belgische hulp voor de bestrijding van de bosbranden in Australië" (55000343P)
10.01 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, vous n'êtes pas sans savoir que, depuis le mois de septembre, des incendies apocalyptiques ravagent l'Australie à la suite d'un cocktail explosif combinant sécheresse et réchauffement climatique.
Durant cet été de la colère, nous dénombrons 26 morts, des dizaines de milliers d'habitants évacués, des milliers de pompiers qui sont à bout de force luttant contre pas moins de 150 feux combinés et, probablement la chose la plus dramatique de cette histoire, un écosystème aujourd'hui en péril.
Selon une étude de l'université de Sydney et du WWF, on aurait perdu pas moins d'1,5 milliard d'animaux toutes espèces confondues. Il faudrait également 250 ans pour régénérer les forêts détruites et brûlées.
Monsieur le ministre, cet écocide montre une fois encore l'urgence climatique dans laquelle nous nous trouvons. Paradoxalement, l'Australie a encore été pointée du doigt lors de la COP 25 à la suite de son refus de prendre des engagements pour le climat.
En début de semaine, Mme la première ministre disait être prête à assister l'Australie et que vous preniez des contacts avec l'ambassade notamment. Nous avons appris par ailleurs, mardi dernier, l'acceptation de la proposition de la France pour son aide à l'Australie.
Monsieur le ministre, pouvez-vous nous indiquer ce qui est ressorti de vos contacts avec l'ambassade? Pouvez-vous nous dire si vous avez déjà une idée de l'assistance qui pourrait être envisagée? Enfin, avez-vous l'intention de déployer la cellule B-FAST qui est adéquate, selon moi, pour ce genre de catastrophe humanitaire et écologique?
10.02 Kattrin Jadin (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, je vais rester dans la ligne des questions concernant les propos de notre première ministre qui, comme vous, témoignait en début de semaine, sa solidarité la plus totale avec ce que vit le peuple australien. Qui dit solidarité dit aussi proposition d'aide, avec les possibilités qui s'offrent à nous en tant qu'État belge, notamment la cellule B-FAST spécialement constituée pour ce genre de situation. En outre, j'entends que les pompiers belges, forts de leur modeste expérience, ont également émis le souhait de contribuer à une aide adéquate.
Monsieur le ministre, pouvez-vous nous dire si les contacts ont bien été entrepris avec l'ambassadeur d'Australie en Belgique afin de savoir si une aide de la Belgique est favorablement accueillie?
Dans ce cadre, nos opérations en termes d'aide pourront-elles être accomplies par B-FAST? Enfin, monsieur le ministre, avez-vous pu aborder la situation vécue par les pompiers et les autorités locales, afin que notre pays puisse contribuer à la reconstruction des infrastructures australiennes?
10.03 Vanessa Matz (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, il est inutile de rappeler l'ampleur des incendies d'une violence sans précédent qui ravagent l'Australie. Les conséquences en sont très graves et fort inquiétantes, tant pour les Australiens que pour l'équilibre écologique et l'écosystème de notre planète. La flore et la faune australiennes sont menacées en nombre. Plus de 6 millions d'hectares – soit deux fois la taille de la Belgique – ont été réduits en cendres. On a dénombré au moins 23 décès. Près de 500 000 animaux sont morts. Plus de 1 500 habitations ont été détruites par les flammes.
Bien entendu, la question du réchauffement climatique se situe au cœur de ce dossier, mais il nous importe ici de témoigner de toute notre empathie envers la population australienne eu égard à ce qu'elle vit. C'est ainsi que la première ministre a déclaré que la Belgique soutiendrait l'Australie dans les difficultés qu'elle traverse. Elle a ajouté que vous alliez prendre contact avec l'ambassade pour voir de quelle manière nous pourrions apporter notre aide.
C'est pourquoi je voudrais connaître, monsieur le ministre, ce qu'il est ressorti de vos entretiens. Quel support concret pouvons-nous apporter? À hauteur de quel montant cette aide peut-elle être matérialisée? Enfin, prévoyez-vous une coopération européenne à ce sujet?
10.04 Philippe Goffin, ministre: Chers collègues, tout d'abord, au nom du gouvernement, je réaffirme notre solidarité à l'égard de l'Australie et des Australiens dans cette catastrophe qui les touche. À ce stade, l'Australie n'a fait aucune demande d'intervention auprès de la communauté internationale. Dans ce contexte-là, B-FAST n'est pas autorisé à intervenir d'office. C'est un premier élément.
Le deuxième élément est le suivant. Des renforts américains, néo-zélandais et canadiens se trouvent sur place en ce moment, mais leur présence s'explique par des accords préalables, ce qui justifie leur présence et leur aide.
Troisième
élément, comme l'a dit la première ministre, des contacts ont été pris en
Belgique avec l'ambassade d'Australie. Ces contacts nous ont conduits à fixer
un rendez-vous lundi prochain. Lundi, nous connaîtrons exactement les besoins
et les desiderata de nos amis australiens dans le cadre de la catastrophe qui
les touche. Nous sommes également en contact quotidiennement avec notre
ambassadeur en Australie. Environ 8 000 Belges séjournent
actuellement en Australie. Des conseils de sécurité et de prudence leur sont
communiqués régulièrement. À ce jour et à notre connaissance, aucun de nos
ressortissants n'a connu de difficultés liées aux incendies actuels en
Australie.
10.05 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, merci pour votre réponse. Je suis bien consciente que l'Australie n'a pas encore émis de demande officielle. Comme je vous l'ai dit tout à l'heure, la France a fait un pas vers l'Australie et ce pas a été accepté. La France a envoyé plusieurs personnes qui sont arrivées ou devraient arriver aujourd'hui pour aider ce pays en difficulté.
Je suis tout à fait consciente que ce n'est pas à nous de résoudre ce problème climatique, mais ils ont en tout cas aujourd'hui un président climatosceptique qui ne prend pas les bonnes décisions. Je suis ravie d'entendre, monsieur le ministre, que vous avez pris contact avec l'ambassade. Vous aurez des réponses à nos questions dans les jours qui viennent. J'espère que vous ne manquerez pas de nous informer sur la probabilité d'envoyer des membres effectifs de nos corps de sapeurs pompiers, ou des membres de B-FAST si une demande officielle a lieu plus tard, afin de pouvoir résoudre ces problèmes sur place en Australie, où les hommes du feu n'en peuvent plus. La Belgique, aussi petite soit-elle, doit pouvoir aider dans ce genre de conflit climatique et humanitaire.
10.06 Kattrin Jadin (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour ces éclaircissements. En effet, il n'y a pas encore de demande officielle de la part des autorités australiennes. Notre démarche témoignant de notre solidarité et de notre disponibilité pour aider de manière logistique s'il le faut, était très importante. C'est quelque chose que nous devons évidemment réitérér si le besoin s'en faisait sentir. Nous pouvons rappeler également à notre population que, si elle souhaite être solidaire, toute une série de possibilités existent pour aider l'Australie, chacun selon ses moyens.
10.07 Vanessa Matz (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie pour ces précisions. Je vous remercie pour le caractère spontané, puisque, vous l'avez rappelé, il n'y a pas de demande actuellement. Une démarche positive a été entreprise, et nous la saluons vivement. Nous reviendrons très prochainement pour connaître l'aide financière ou matérielle que la Belgique peut apporter dans cette tragédie, à laquelle nous devons être particulièrement attentifs et pour laquelle nous voulons être solidaires.
Het incident is gesloten.
11 Question de François De Smet à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La situation des droits de l'homme en Arabie saoudite et la libération de Raif Badawi" (55000327P)
11 Vraag van François De Smet aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De mensenrechtensituatie in Saudi-Arabië en de vrijlating van Raif Badawi" (55000327P)
11.01 François De Smet (DéFI): Monsieur le président, monsieur le ministre, aujourd'hui, nous commémorons un bien triste anniversaire: celui qui marque les cinq ans du début de la peine de Raif Badawi, ce blogeur saoudien, lauréat du prix Sakharov en 2015, condamné, entre autres, à dix ans de prison et à mille coups de fouet pour avoir fait usage, sur son blog, de sa liberté d'expression.
Ce matin, avec quelques collègues de ce Parlement, nous avons participé à une action d'Amnesty International devant l'ambassade d'Arabie saoudite. Les dernières nouvelles sont en effet assez inquiétantes. Raif Badawi et son avocat entameraient une grève de la faim pour protester contre leur détention et, depuis leur transfert dans une prison sécurisée, leur mise à l'isolement.
Pourtant, ici, personne ne semble s'affoler. Nous continuons nos relations avec l'Arabie saoudite comme si de rien n'était, notamment sur le plan commercial, malgré que ce Parlement ait voté à l'unanimité en 2015 une résolution invitant à reconsidérer nos relations avec ce pays au vu de son triste bilan en matière de droits humains.
Nous qui pensons être les dignes héritiers des Lumières, nous qui, à raison, avons tous commémoré la mémoire des victimes de l'attentat de Charlie Hebdo – attentat contre la liberté d'expression lui aussi –, nous devons montrer la même force à l'égard de ce qui se passe à l'étranger. Nous devons rappeler que la liberté d'expression n'est pas seulement le droit de croire, c'est aussi le droit de ne pas croire ou de changer de religion et de pouvoir l'exprimer. Il est donc de notre devoir d'être intransigeants envers les pays qui ne respectent pas ces droits.
Monsieur le ministre, quelles sont les actions que notre diplomatie a menées auprès des autorités saoudiennes pour libérer Raif Badawi et son avocat et, plus généralement, toutes les personnes emprisonnées pour avoir exprimer une opinion? Depuis le vote de cette résolution, quelles réflexions notre diplomatie a-t-elle menées en vue d'accorder un peu mieux ses violons en matière de respect des droits humains dans nos échanges, en ce compris commerciaux?
11.02 Philippe Goffin, ministre: Monsieur De Smet, je partage évidemment vos préoccupations quant au sort du blogueur Raif Badawi, qui est incarcéré, comme vous l'avez rappelé, depuis 2012 en Arabie saoudite, où il a été condamné en 2014 à une peine d'emprisonnement et à des châtiments corporels. Il s'agit d'une sanction prohibée par la Convention contre la torture et autres peines ou traitements cruels, inhumains ou dégradants – à laquelle l'Arabie saoudite est partie.
À l'occasion de plusieurs déclarations, l'Union européenne a réitéré sa ferme opposition à cette peine et a appelé les autorités saoudiennes à suspendre toute forme de châtiment corporel en général, et donc aussi à l'égard de M. Badawi.
Comme pour tous les pays, les droits humains font partie intégrante, systématiquement et à tous les niveaux, des discussions bilatérales avec les autorités saoudiennes. Nous nous y employons aussi dans tous les forums compétents, comme ce fut le cas à Genève lors du dernier Examen périodique universel de l'Arabie saoudite. Nous y avons demandé une fois de plus la libération de toute personne emprisonnée uniquement pour avoir exercé ses droits à la liberté d'expression, d'association et de réunion pacifique – y compris les défenseurs des droits humains et les journalistes.
11.03 François De Smet (DéFI): Monsieur le ministre, je vous remercie de votre réponse.
Je ne doute pas de votre sincérité, mais l'expérience montre que l'exhortation et l'encouragement ne suffisent pas dans le cas de l'Arabie saoudite. Il faudra que notre pays et d'autres frappent là où cela fait le plus mal, en remettant en question une partie de nos échanges commerciaux.
À ce titre, j'émettrai une simple réflexion. Comme beaucoup ici, je peux observer que des informateurs sont en train de négocier dans la perspective d'une éventuelle majorité. Il existe un point commun entre toutes les notes qui circulent depuis des mois: on ne lit jamais un mot – ou très rarement – relatif aux affaires étrangères et, en particulier, au sujet du respect des droits humains à l'étranger. Cela constitue pourtant un volet essentiel de l'action d'un pays. C'est pourquoi j'espère que ce thème s'invitera – à moyen ou long terme – dans les négociations gouvernementales.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Fin des questions orales.
12 Proposition de résolution visant à encourager la mise en place de banques de lait maternel au sein des hôpitaux et à encadrer leur fonctionnement (31/1-5)
12 Voorstel van resolutie ter aanmoediging van de totstandbrenging van moedermelkbanken in de ziekenhuizen en over de vaststelling van regels voor de werking ervan (31/1-5)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Patrick
Prévot, Eliane Tillieux, Ludivine Dedonder.
Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (31/4)
De door de commissie aangenomen tekst geldt
als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (31/4)
12.01 Catherine Fonck, rapporteur: Monsieur le président, je renvoie au rapport écrit.
12.02 Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik wil de collega's van de PS danken voor het indienen van deze resolutie. Persoonlijk ben ik absoluut voorstander van borstvoeding. Ter voorbereiding van deze resolutie heb ik raad gevraagd aan Elke, de fantastische lactatiedeskundige die mij jaren geleden ook begeleid heeft. Zij vindt dat we moedermelkbanken zeker moeten aanmoedigen. Als lactatiekundige juicht ze dit volmondig toe.
Ze herinnerde mij er ook aan dat het nog niet zo lang geleden de normaalste zaak van de wereld was dat kinderen gered werden door de moedermelk van een andere moeder. De Belgische Vereniging van Lactatiekundigen beaamt dat. Zij stellen dat moedermelk de gouden standaard is voor alle pasgeborenen gezien de unieke samenstelling. Bovendien stellen ze dat moedermelk overduidelijk bijdraagt aan het verminderen van de neonatale sterfte maar ook aan het lagere risico van ziektes later in het leven.
Moedermelk uit moedermelkbanken is in het bijzonder bedoeld voor kwetsbare groepen van prematuren en andere hoogrisicopasgeborenen. Net bij die groepen worden de voordelen van moedermelk in het bijzonder aangetoond. Juist de moeders van baby's op de neonatale intensieve zorgen produceren echter jammer genoeg vaak onvoldoende melk om hun kindje te voeden. Deze resolutie is dan ook precies voor deze baby's bedoeld.
De Wereldgezondheidsorganisatie beveelt dit ook aan. In Europa zijn er op dit moment 238 actieve melkbanken en België kan dus niet achterblijven. Als we besluiten dit te doen, dan moeten we uiteraard investeren in sterke hygiëne en veiligheidsrichtlijnen zodat donormelk een veilig en kwaliteitsvol product is en blijft voor pasgeborenen.
Daar zullen dus ook middelen tegenover moeten staan want we moeten voor goed opgeleide professionele en logistieke medewerkers zorgen. Verder moeten we voor veilig materieel zorgen zodat alles superhygiënisch verloopt. Ook voor de screening van mama's die hun melk willen doneren, voor het screenen van melkstalen en voor het ontwikkelen van een scansysteem moet in een budget voorzien worden.
Als men kijkt naar de adviezen van de Wereldgezondheidsorganisatie en een aantal Europese centra gespecialiseerd in neonatale zorg, dan stelt men vast dat moedermelk overal de gouden standaard is voor baby's.
Het allerbeste willen voor de premature baby's zou men niet financieel of economisch mogen bekijken. Als men dat toch wil doen, probeer dan eens in rekening te brengen wat het zou kunnen opleveren als men kijkt naar de voordelen, later in het leven van die baby's. Dan zal men zien dat men dit veel eerder had moeten doen. 2020 is veel te laat om deze resolutie ter stemming voor te leggen.
Ecolo-Groen zal met heel veel overtuiging voor deze resolutie stemmen.
De voorzitter: Collega's, het is gemakkelijker voor de werking van de diensten om op voorhand te melden of u het woord vraagt bij een geagendeerd voorstel.
Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Gijbels.
12.03 Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wil de indieners van de resolutie bedanken voor het opnemen van de verschillende opmerkingen die in de commissie werden gemaakt. Ik denk dat het de resolutie heeft verbeterd.
Wij zullen ons echter onthouden omwille van de volgende redenen.
De vraag naar het officialiseren van de moedermelkbanken komt vooral van de Franstalige ziekenhuizen. Volgens de koepelorganisatie Zorgnet-Icuro is die vraag van de Nederlandstalige ziekenhuizen eerder beperkt tot onbestaande.
De indicaties voor het toedienen van de donormoedermelk zijn eerder beperkt. Het is alleen nuttig in de eerste levensweken van prematuren met een zeer laag geboortegewicht, met gezondheidsrisico's en alleen wanneer de moeder zelf geen borstvoeding kan geven.
Het wordt dan ook zeker niet als prioriteit aangestipt door Zorgnet-Icuro. Het kost ook veel aan apparatuur, mensen en middelen, maar als er ziekenhuizen zijn die dit willen inrichten binnen het bestaande budget van financiële middelen, dan kunnen wij daar volgens onze confederale logica niet tegen zijn.
Om deze redenen zullen wij ons onthouden.
12.04 Els Van Hoof (CD&V): Mijnheer de voorzitter, namens mijn fractie spreek ik volmondig onze steun uit voor dit voorstel van resolutie van collega Prévot.
Zoals reeds gezegd werd door onze collega van Groen is moedermelk een gouden standaard voor alle pasgeborenen. De positieve effecten van moedermelk zijn duidelijk bewezen. Moedermelk is beter voor de ontwikkeling van de hersenen van de baby. Ook voor premature baby's is moedermelk letterlijk en figuurlijk van levensbelang om neonatale sterfte te voorkomen.
De Wereldgezondheidsorganisatie spreekt zich sinds 2008 uit voor donormelk als het beste alternatief. In Europa zijn er al 238 actieve melkbanken. Ook in onze buurlanden. In België zijn er voorlopig 4 moedermelkbanken actief, twee in Brussel en twee in Wallonië. Het is vreemd dat er geen in Vlaanderen is.
Dit zou een gouden regel moeten zijn, maar wij moeten ook een beetje realistisch zijn. Op dit moment is nog geen enkele moedermelkbank erkend. Er zijn ook nog geen wettelijke regels bepaald inzake kwaliteit en hygiëne. Ik vind het goed dat de resolutie oproept die regels eerst te bepalen, om op die manier elk kind kwalitatieve en veilige donormelk te geven. Dan kan er ook wetenschappelijk onderzoek plaatsvinden.
Dit betekent echter niet dat er in elk ziekenhuis een moedermelkbank moet zijn, wat immers heel wat investeringen inhoudt. Ik vind het wel goed dat er in elk ziekenhuis een lactatieondersteunend programma is, binnen elke dienst voor neonatologie. Dat is iets anders dan een officiële moedermelkbank. Een erkende moedermelkbank laat immers toe dat vrouwen die geen patiënt van het ziekenhuis zijn er moedermelk kunnen doneren en dat andere ziekenhuizen die donormelk kunnen afnemen.
Dat betekent wel dat er heel wat controle nodig is, zowel van de donoren als van de moedermelk zelf. Dit mogelijk maken vraagt heel wat investeringen. De melk moet geanalyseerd worden. Ook de donoren moeten geanalyseerd worden. De melk moet gepasteuriseerd worden. Daarvoor moet het nodige materiaal ter beschikking zijn. Zij moet vrij zijn van bacteriën en virussen.
Vandaar de oproep van Zorgnet-Icuro dat een moedermelkbank niet overal nodig is. In Nederland is er maar één. In Denemarken beschikt men over twee erkende moedermelkbanken. Ik wil in mijn amendement dus oproepen één officiële moedermelkbank te organiseren in elke regio.
Ik inspireer mij op het doctoraat daarover van professor Veerle Cosyns die aanraadt omwille van de kwaliteit en het efficiënt inzetten van middelen één moedermelkbank per regio te organiseren en te erkennen.
Dit neemt niet weg dat anderen ook een moedermelkbank kunnen organiseren met eigen middelen, maar ik meen dat de overheid kwaliteit en efficiëntie voorop moet zetten en eerst moet beginnen met de erkenning van één officiële moedermelkbank per regio, en daar ook de nodige middelen tegenover moet zetten.
Vandaar mijn amendement om één moedermelkbank per regio te organiseren.
12.05 Robby De Caluwé (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, wij ondersteunen het dat de ziekenhuizen door de voorliggende resolutie worden aangemoedigd om in de dienst neonatologie lactatieondersteunende programma's uit te bouwen, maar dat gebeurt vandaag eigenlijk al. Ziekenhuizen worden daar vandaag al in ondersteund. Er is een specifieke financiering voor de opleiding inzake borstvoeding en ontwikkelingszorg van het medisch en verzorgend personeel van de materniteiten. In ons land zijn er op dit ogenblik reeds 47 ziekenhuizen die bereid waren om een dergelijk contract te sluiten.
Uiteraard ontkent niemand de meerwaarde van moedermelk. In een situatie waarin de moeder zelf geen melk kan geven, is moedermelk van een andere moeder zeker en vast een goed alternatief. Wij stellen echter vast dat wij helemaal geen zicht hebben op de behoeften. Daarnaast is er ook onzekerheid over de kosten van deze resolutie. De koepel van ziekenhuizen Zorgnet-Icuro stelde voorts in een advies dat hij moedermelkbanken niet als prioritair ervaart, maar dat er heel wat andere, dringendere uitdagingen zijn.
In de commissie werd het amendement van mevrouw Van Hoof dat zij net heeft toegelicht, afgewezen. Wij hebben dat echter gesteund en zullen het ook vandaag steunen, omdat wij denken dat één moedermelkbank voor het hele land zou moeten volstaan, in tijden waarin wij vooral moeten inzetten op efficiëntie. Mevrouw Van Hoof verwees zelf naar het voorbeeld van Nederland, waar er ook maar één moedermelkbank is. Wij willen wel meegaan in het voorstel om naar één moedermelkbank per Gewest te gaan, maar we zullen ons onthouden bij de stemming over het geheel van het voorstel van resolutie.
12.06 Karin Jiroflée (sp.a): Mijnheer de voorzitter, de voordelen van moedermelk werden hier al uitvoerig toegelicht door de collega's, dus ik zal ze niet meer herhalen.
Vooral als het gaat over prematuurtjes, zijn de voordelen legio. Moedermelkbanken oprichten in een aantal ziekenhuizen is dan ook een lovenswaardige doelstelling, waarachter wij ons volledig kunnen scharen. Onze partij heeft in een vorige legislatuur trouwens al een gelijkaardige resolutie ingediend in het Vlaams Parlement, dus ik denk dat het duidelijk is dat sp.a achter dit initiatief staat.
Het amendement van CD&V zullen wij niet steunen omwille van het feit dat dit een resolutie is en wij ervan uitgaan dat we beter eerst een duidelijk kader hebben en een duidelijk plan opstellen voor we ons uitspreken over waar die moedermelkbanken dan juist moeten komen en hoeveel het er moeten zijn.
Wij vinden de tekst goed zoals hij nu voorligt en wij zullen deze resolutie dan ook met overtuiging goedkeuren.
12.07 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, nous soutiendrons cette résolution, mais dans un cadre strict. Le premier message que je voulais faire passer, c'est la plus-value du lait maternel qui n'est plus à démontrer ainsi que l'importance de le promouvoir.
Deuxièmement, il n'est pas question pour nous, comme nous en avons eu trop l'impression au début des débats - de laisser penser que les sages-femmes ou les maternités ne feraient rien aujourd'hui en ce sens. C'est tout simplement l'inverse. Un travail majeur est réalisé au sein des maternités, depuis des dizaines d'années, pour promouvoir le lait maternel. Il me semble indispensable de le reconnaître ici et de le souligner.
Troisièmement, des banques de lait existent déjà. En développer de multiples, voire même, dans presque chaque hôpital ou chaque réseau n'est ni nécessaire ni pertinent. À l'inverse, nous sommes favorables au fonctionnement de quelques banques de lait dans le pays, dotées d'un encadrement budgétaire et humain suffisants, pour s'assurer surtout de la qualité du service et évidemment de la qualité sanitaire, puisque ce sont généralement des prématurés qui sont concernés, lesquels présentent davantage de risques sur le plan infectieux que des enfants nés à terme.
Aussi est-ce en fonction de ces remarques, monsieur le président, que nous soutiendrons cette résolution.
12.08 Patrick Prévot (PS): Monsieur le président, chers collègues, je pense que nous connaissons toutes et tous une maman qui souhaiterait allaiter son bébé prématuré et/ou hospitalisé en néonatologie, mais qui est dans l'impossibilité de le faire. Certains d'entre nous connaissent également des mères qui ont du lait excédentaire et qui souhaiteraient pouvoir en faire bénéficier d'autres enfants.
Cette proposition vise à rencontrer différents besoins: ceux des mères et des nouveau-nés, en développant un cadre légal pour ce qu'on appelle les banques de lait. Je pense qu'il est utile de rappeler que ces banques de lait peuvent être à usage interne et ne traiter que le lait de la propre mère pour son enfant; ou des banques de lait maternel à usage externe, qui traitent le lait de la mère mais aussi le lait de donneuses.
Nous le savons, les bénéfices du lait maternel ne sont plus à démontrer. Les différents collègues ont pu le signaler lors de leurs interventions. De nombreuses études ont également pointé le fait que ce lait maternel dispose de nombreuses propriétés anti-infectieuses, antivirales, antifongiques, antiseptiques et nutritives qui peuvent s'avérer d'autant plus importantes chez le nouveau-né malade ou prématuré.
Un rapport du Conseil Supérieur de la Santé paru en 2016 recommandait l'alimentation exclusive des prématurés avec du lait maternel.
Cependant, nous le savons également, les circonstances ne le permettent pas toujours, notamment lorsque le bébé ne sait pas téter parce qu'il est trop fragile par exemple, lorsque la mère ne peut pas produire les quantités de lait nécessaires ou encore lorsque la composition du lait maternel n'est pas adaptée aux besoins du nouveau-né. Je pense notamment aux mères qui suivent des traitements médicamenteux.
Faciliter la collecte et la gestion adéquate du lait de la mère propre mais, si ce n'est pas possible, aussi le recours au lait provenant de dons doivent, selon notre groupe, être encouragés. Cela se fait déjà. Je prendrai l'exemple du CHR de Liège où le lait maternel est donné aux nourrissons comme un médicament sur prescription d'une ou d'un pédiatre. Ces initiatives ne sont malheureusement pas nombreuses et, quand elles existent, elles ne sont pas connues des futures mamans. Certains hôpitaux refusent des dons tant internes qu'externes tandis que d'autres procèdent à des appels aux dons. Il n'existe d'ailleurs aucun cadre légal ni guide de bonnes pratiques concernant le fonctionnement des banques de lait dans notre pays, contrairement à ce qui existe en France notamment.
Pour notre groupe, il apparaissait intéressant d'avoir une vue globale, un instantané de la situation sur ces banques de lait puisque le secteur nous dit qu'il y a une demande. En suivant les recommandations du Conseil Supérieur de la Santé, nous estimons nécessaire d'encourager certains hôpitaux à développer des banques de lait pour gérer le lait issu de dons et à développer des collaborations avec les hôpitaux qui n'en ont pas.
Je sais que certains collègues ont parlé en commission de couler dans ce texte la nécessité d'avoir une banque de lait par Région. C'est d'ailleurs l'objet d'un amendement de Mme Van Hoof. Pour mon groupe et moi-même, cela ne nous semble pas pertinent puisque, justement, la difficulté est que nous n'avons pas de vue claire sur les besoins. Nous ne voulons pas circonscrire cette demande formelle, mais laisser les législateurs et les spécialistes développer ou non ces banques de lait.
L'encadrement de ces banques de lait selon qu'elles traitent le lait issu de dons ou de la propre mère nous semble indispensable, notamment la collecte, le stockage, la conservation et la distribution du lait maternel. C'est d'ailleurs la raison pour laquelle nous l'avons formellement inscrit dans cette proposition de résolution.
Pour conclure, chers collègues, je vous dirai qu'au parti socialiste, plus que dans d'autres partis certainement, nous sommes pour la liberté de choix des femmes. Raison pour laquelle ce texte ne vise nullement à stigmatiser les femmes qui feraient le choix, pour quelque raison que ce soit, de ne pas allaiter. Nous souhaitons seulement permettre à ces mères qui souhaitent allaiter leurs enfants de tout mettre en œuvre pour favoriser cet allaitement maternel. C'est précisément dans ce sens que nous avons défendu cette résolution relative aux banques de lait, qui a reçu en commission et je l'entends aujourd'hui également, le soutien de nombreux collègues. J'espère qu'il en sera de même aujourd'hui lors des votes.
Je reviendrai sur quelques questions ou déclarations des collègues en séance plénière. Je remercie Mme Creemers et l'ensemble de son groupe Ecolo-Groen pour leur attention et leur attitude constructive dans ce dossier.
12.09 Catherine
Fonck (cdH): (…)
12.10 Patrick Prévot (PS): Madame Fonck, vous êtes toujours prompte à réagir. Je le fais dans l'ordre. Madame Fonck, je vous remercierai aussi, ne vous inquiétez pas!
Je remercie la N-VA qui a participé à ce débat, mais je déplore néanmoins que cette logique de confédéralisme atteigne même les banques de lait maternel. Pour nous, au PS, en Belgique, un enfant est un enfant. Je trouve déplorable que vous ne souteniez pas pleinement cette proposition malgré l'attitude constructive que vous avez eue au sein de la commission.
Je remercie aussi M. De Caluwé et son groupe pour leur apport à ce texte. Je remercie le CD&V. Mais comme je l'ai dit, mon groupe ne pourra pas soutenir l'amendement de Mme Van Hoof puisque nous ne voulons pas circonscrire à ce point les banques de lait dans ce texte. Je remercie également nos collègues et camarades du sp.a pour leurs bons mots et leur attitude constructive.
Madame Fonck, j'ai gardé le meilleur pour la fin. Je vous remercie pour votre attitude – et je ne doute pas de celle-ci – au sein de la commission de la Santé. Je veux simplement vous dire qu'au niveau de notre groupe, il n'a jamais été question de laisser penser que le personnel soignant ne faisait rien. Je voulais donc vous rassurer. Je vous remercie pour le soutien que vous allez apporter à ce texte.
Le président: Quelqu'un
demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
* *
* * *
Amendement déposé:
Ingediend
amendement:
Verzoek/Demande
1,b
·
7 – Els Van Hoof (31/5)
* * *
* *
Le vote sur l'amendement est réservé.
De stemming over het amendement wordt
aangehouden.
Le vote sur l'amendement réservé et sur
l’ensemble de la proposition aura lieu ultérieurement.
De stemming over het aangehouden amendement en over het geheel van het voorstel zal later plaatsvinden.
13 Renvoi d'une proposition de loi à une autre
commission
13 Verzending van een wetsvoorstel naar een andere commissie
À la demande des auteurs, je vous propose de
renvoyer la proposition de loi (MM. Dieter Vanbesien, Georges Gilkinet et
consorts) modifiant la loi du
2 avril 1962 relative à la Société fédérale de Participations et
d'Investissement et aux sociétés régionales d'investissement en vue d'intégrer
les objectifs climatiques dans la mission de la Société fédérale de
Participations et d'Investissement (n° 893/1) à la commission des
Finances et du Budget.
Op verzoek van de indieners, stel ik u voor het wetsvoorstel (de heren Dieter Vanbesien en Georges Gilkinet cs) tot wijziging van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen, tot integratie van de klimaatdoelstellingen in de opdracht van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (nr. 893/1) te verwijzen naar de commissie voor Financiën en Begroting.
Cette proposition avait été précédemment
envoyée à la commission de l’Énergie, de l’Environnement et du Climat.
Dit wetsvoorstel werd eerder verzonden naar
de commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
14 Cour des comptes - Nomination d’un conseiller (Chambre française) - Appel aux candidats
14 Rekenhof - Benoeming van een raadsheer (Franse Kamer) - Oproep tot kandidaten
Par lettre du 6 décembre 2019, M. Philippe Roland, premier président de la Cour des comptes, communique que M. Michel de Fays, conseiller à la Cour des comptes, atteindra, le 20 juin 2020, l’âge de la retraite.
Bij brief van 6 december 2019 deelt de heer Philippe Roland, eerste voorzitter van het Rekenhof, mee dat de heer Michel de Fays, raadsheer in het Rekenhof, op 20 juni 2020 de pensioenleeftijd zal bereiken.
Conformément à l’article 1er, alinéa 3, de la loi du 29 octobre 1846 relative à l’organisation de la Cour des comptes, les conseillers sont nommés par la Chambre pour un terme de six ans.
Overeenkomstig artikel 1, derde lid, van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof, worden de raadsheren benoemd door de Kamer voor een termijn van zes jaar.
La Chambre doit donc procéder à la nomination d’un nouveau conseiller pour la Chambre française de la Cour des comptes.
De Kamer dient dus over te gaan tot de benoeming van een nieuwe raadsheer voor de Franse Kamer van het Rekenhof.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 8 janvier 2020, je vous propose de publier un appel aux candidats au Moniteur belge.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 8 januari 2020 stel ik u voor een oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
15 Prise en considération de propositions
15 Inoverwegingneming van voorstellen
Vous avez pris connaissance dans le dernier ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
16 Amendement réservé à la proposition de résolution visant à encourager la mise en place de banques de lait maternel au sein des hôpitaux et à encadrer leur fonctionnement (31/1-5)
16 Aangehouden amendement op het voorstel van resolutie ter aanmoediging van de totstandbrenging van moedermelkbanken in de ziekenhuizen en over de vaststelling van regels voor de werking ervan (31/1-5)
Vote sur l'amendement n° 7 de Els Van Hoof
à la demande 1, b. (31/5)
Stemming over amendement nr. 7 van Els
Van Hoof op verzoek 1, b. (31/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
70 |
Oui |
Nee |
58 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
128 |
Total |
En conséquence, l'amendement est adopté.
Bijgevolg is het amendement aangenomen.
Mijnheer D'Haese, wat wilt u zeggen?
(…): (…)
De voorzitter: Het kartel heeft voorgestemd, begrijp ik?
(De dames Nahima Lanjri, Sophie De Wit,
Valerie Van Peel en Kristien Van Vaerenbergh en de heer Christoph D'Haese
hebben voorgestemd)
17 Ensemble de la proposition de résolution visant à encourager la mise en place de banques de lait maternel au sein des hôpitaux et à encadrer leur fonctionnement, telle qu'amendée (31/4+5)
17 Geheel van het voorstel van resolutie ter aanmoediging van de totstandbrenging van moedermelkbanken in de ziekenhuizen en over de vaststelling van regels voor de werking ervan, zoals geamendeerd (31/4+5)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Mag ik iedereen
vragen om goed op te letten bij de stemming? We hebben allemaal goede
voornemens voor dit jaar.
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
98 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
35 |
Abstentions |
Totaal |
133 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution, telle qu'amendée. Il en sera donné connaissance au
gouvernement. (31/6)
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
resolutie, zoals geamendeerd, aan. Het zal ter kennis van de regering worden
gebracht. (31/6)
Raison d'abstention? (Non)
Reden van onthouding? (Nee)
18 Adoption de l’ordre du jour
Nous devons procéder à l’approbation de l’ordre du jour de la prochaine séance.
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda van de volgende vergadering.
Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.
Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 16 januari 2020 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 16 janvier 2020 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten om 16.28 uur.
La séance est levée à 16 h 28.
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 019 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte brochure
met nummer CRIV 55 PLEN 019 bijlage. |
|
|
||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||
Vote nominatif
- Naamstemming: 001
Anseeuw Björn,
Arens Josy, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter,
Creyelman Steven, Dallemagne Georges, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie,
De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover
Peter, De Spiegeleer Pieter, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen,
Dillen Marijke, Donné Joy, Farih Nawal, Fonck Catherine, Francken Theo,
Freilich Michael, Gabriëls Katja, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goffin
Philippe, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Lachaert Egbert,
Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Matheï Steven, Matz
Vanessa, Metsu Koen, Muylle Nathalie, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Ponthier
Annick, Prévot Maxime, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Roggeman
Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Sneppe Dominiek, Spooren
Jan, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh
Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hoof Els, Van
Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Quickenborne Vincent, Verhaert
Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter,
Verreyt Hans, Wollants Bert
Aouasti Khalil,
Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Boukili Nabil, Buyst Kim, Calvo
Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara,
Crombez John, Daems Greet, D'Amico Roberto, Dedonder Ludivine, de Laveleye
Séverine, Delizée Jean-Marc, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vriendt
Wouter, De Vuyst Steven, Flahaux André, Gilkinet Georges, Hanus Mélissa,
Hedebouw Raoul, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Laaouej Ahmed, Lacroix
Christophe, Leroy Marie-Colline, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia,
Moutquin Simon, Özen Özlem, Prévot Patrick, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie,
Schlitz Sarah, Segers Ben, Senesael Daniel, Soors Jessika, Thémont Sophie,
Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Vanbesien
Dieter, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Van der Straeten Tinne, Van
Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Vicaire
Albert, Vindevoghel Maria, Zanchetta Laurence
Vote nominatif
- Naamstemming: 002
Anseeuw Björn,
Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan,
Boukili Nabil, Briers Jan, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson
Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Crombez John,
Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie,
Dedonder Ludivine, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky,
Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De
Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick
Leen, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaux André, Fonck Catherine, Francken Theo,
Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilkinet Georges, Hanus Mélissa, Hedebouw
Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia,
Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Loones
Sander, Matheï Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen,
Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Prévot Maxime,
Prévot Patrick, Raskin Wouter, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie,
Safai Darya, Schlitz Sarah, Segers Ben, Senesael Daniel, Soors Jessika,
Spooren Jan, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane,
Tison Philippe, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van
den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Van der Donckt Wim,
Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van
Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris,
Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Wollants Bert,
Zanchetta Laurence
Burton
Emmanuel, Bury Katleen, Creyelman Steven, De Caluwé Robby, De Maegd Michel,
Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie,
Dillen Marijke, Gabriëls Katja, Gilissen Erik, Goffin Philippe, Jadin
Kattrin, Lachaert Egbert, Leysen Christian, Liekens Goedele, Pas Barbara,
Piedboeuf Benoît, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Samyn Ellen,
Scourneau Vincent, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Vandenput Tim, Van
Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Quickenborne
Vincent, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Vermeersch Wouter, Verreyt
Hans |