Séance
plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 19 mars 2020 Matin ______ |
van Donderdag 19 maart 2020 Voormiddag ______ |
La séance est ouverte à 10 h 23 et présidée par M. Patrick Dewael.
De vergadering wordt geopend om 10.23 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Sophie
Wilmès, Koen Geens, Alexander De Croo, David Clarinval.
01 Discussion de la déclaration du gouvernement
01 Bespreking van de verklaring van de regering
L'ordre du jour appelle la discussion de la déclaration du gouvernement.
Aan de orde is de bespreking van de verklaring van de regering.
Collega's, zou ik u mogen uitnodigen om stilaan plaats te nemen? Ik heb gezien dat de eerste minister ook is aangekomen.
Ik herinner nog eens aan de afspraken die wij hebben gemaakt in het kader van de Conferentie van voorzitters.
Je vous rappelle les accords conclus au sein de la Conférence des présidents.
Het geeft een ietwat vreemd beeld van de Kamer, maar wij zijn daartoe echt verplicht, om evidente redenen.
In het kader van de Conferentie hadden we ook gezegd dat de regering zou vertegenwoordigd zijn door de kern, dat wil zeggen: de premier en de vicepremiers. Als u vragen hebt, specifiek aan andere leden van de regering die niet aanwezig zijn, laat dat dan wel op tijd weten, zodat we die ministers kunnen verwittigen. Dat is ook gebruikelijk bij een debat over de regeringsverklaring. Dat is altijd zo: met een specifieke vraag voor deze of gene minister, laat u dat dus op tijd weten. Als we het daarover eens zijn, kunnen we starten met de werkzaamheden.
Ik stel voor dat we de gewone volgorde van sprekers respecteren. Ik stel ook voor dat u allemaal spreekt van op uw bank.
Het woord is aan collega Peter De Roover.
U wilt toch van op het spreekgestoelte tussenkomen?
Goed, dan zal ik mijn zetel wat achteruitzetten om voldoende afstand te houden van het spreekgestoelte.
01.01 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de eerste minister, geachte collega's, ik neem hier zeer ongaarne het woord. Dat wij hier vandaag met deze agenda op de tribune moeten staan en dat we het hier niet over corona gaan hebben, lijkt mij surrealistisch en onbegrijpelijk. Terwijl het coronavirus om zich heen grijpt vraagt dit kabinet, op basis van vage intenties en zonder programma, om tot een volwaardige regering bevorderd te worden.
Is deze regering een volwaardige regering en helpt het om corona te bestrijden als ze hier het vertrouwen krijgt? Ik ga graag even in op deze twee cruciale kwesties.
Het spijt me te moeten vaststellen dat de vraag om het vertrouwen uit te spreken in Wilmès II in schril contrast staat met het feit dat dit project verwekt werd uit wantrouwen tegen de N-VA bij enkele Franstalige partijen, zoals dit weekend is gebleken. Er was een logische weg die moest bewandeld worden, te weten de installatie van een breed gedragen noodregering, beperkt in tijd en beperkt in programma, met deelname van de grootste partijen uit Noord en Zuid, uitsluitend gericht op de bestrijding van de corona-uitdaging.
Wij hebben onze bereidheid getoond om de andere verschillen opzij te schuiven, maar we werden brutaal en koud afgewezen. Blijkbaar was de angst voor besmetting door de N-VA bij sommige partijen groter dan die voor corona. De afkeer om de grootste partij van dit land in deze crisissituatie mee haar verantwoordelijkheid te laten nemen stond zo'n breed gedragen oplossing in de weg.
Mag ik in dit Huis opmerken dat premier Charles de Broqueville in januari 1916 socialisten opnam in zijn kabinet, een groep die toen werd gezien als een revolutionaire bende die zich tot doel stelde de maatschappelijke orde volkomen overhoop te willen gooien? Hij deed dat omdat de omstandigheden die eenheid vroegen. Die grootheid kon het voorbije weekend niet aan de dag worden gelegd.
Mevrouw de eerste minister, dinsdag las u uw regeerverklaring voor in dit halfrond en wij beluisterden die met aandacht. U zei daar letterlijk: "prouver chaque jour que nous dépassons les querelles idéologiques stériles". Straks krijgt u het vertrouwen, wellicht van fracties die deze oproep duidelijk niet wensen te honoreren tijdens weekenddagen.
Dat u dinsdag opriep tot een union nationale klinkt dan ook wrang. U koos ervoor de leiding te nemen van een combinatie die wortelt in anti-N-VA-rancune, daarbij partijen die wel bereid waren tot constructieve samenwerking de arm omwringend. U had voor die eer moeten bedanken en inzetten op een brede samenwerking.
Wij worden gevraagd om ons vertrouwen uit te spreken voor een regering zonder programma, die dus in geen enkele betekenis van het woord een volwaardige regering kan worden genoemd. U zult daartegen inbrengen dat de bestrijding van corona het programma vormt en dat u daarvoor het vertrouwen vraagt. Sta mij toe daar geen geloof aan te hechten en de koppeling tussen corona en wat we hier deze ochtend staan te doen manifest af te wijzen. Wat dinsdagnamiddag en vanmorgen op deze tribune gebeurt, heeft met de strijd tegen het vreselijke virus spijtig genoeg niets te maken en dat betreuren wij zeer.
Dinsdagavond werden belangrijke beslissingen uitgevaardigd ter bestrijding van het coronabeest. Zat daar een beslissing tussen waarvoor het statuut van lopende zaken een hinderpaal zou zijn geweest? Het antwoord is neen.
U wees dinsdagnamiddag in dit Halfrond op wat al is gebeurd. Wij stellen inderdaad en gelukkig vast dat de deelstaten hun verantwoordelijkheid ten volle nemen en uitstekend samenwerken. Wij spreken daarvoor ons diep vertrouwen uit.
Uw opsomming dinsdag wekte absoluut niet de indruk dat uw regering in lopende zaken inzake coronabestrijding in een machteloze omgeving zou moeten opereren. U noemde het Crisiscentrum, de Nationale Veiligheidsraad, het Overlegcomité, de Risk Management Group, de Economic Risk Management Group. De werkzaamheden van die organen staan totaal los van de vertrouwenskwestie.
Dinsdag sloot u uw opsomming van noodzakelijke actiepunten af met de woorden: "Deze doelstellingen kunnen worden bereikt door het inzetten van volmachten voor zes maanden met een evaluatie na drie maanden."
Ook dat citaat toont aan dat uw anticorona-actieplan totaal losstaat van de vertrouwenskwestie die u hier stelt. Ook als zogenaamd volwaardige regering acht u volmachten noodzakelijk, die ook in lopende zaken konden worden verleend, zoals onder meer door oud-collega Johan Vande Lanotte werd beklemtoond.
Ik citeer u opnieuw uit uw voorstelling van het regeerakkoord.
"L'objectif simple et unique: protéger la santé de notre population."
U miste daarbij de kans om een verband aan te tonen tussen de vertrouwensstemming en de bestrijding van het coronakwaad. Daar is een goede reden voor: er bestaat geen verband tussen beide. Lopende zaken zijn uitgevonden om bij gebrek aan een volwaardige regering toch adequaat te kunnen reageren bij onverwachte crisissituaties. De coronacrisis valt daar vanzelfsprekend onder. De essentie van het begrip lopende zaken is nu net dat er volwaardig opgetreden kan worden in dat soort van acute situaties. Volwaardige regeringen worden gevormd op basis van een volwaardig regeerakkoord. Wij vragen dan ook om het debat eerlijk te voeren. Het coronacrisisargument is een vals voorwendsel om het vertrouwen te vragen. Gebruik het dan ook niet. Wat u vorige dinsdag in het Parlement zei, is niet het probleem en vergt geen vertrouwensstemming.
Wat mogelijk wel een probleem is, is wat u niet zei, mevrouw de premier. Als uitvoerende macht van een volwaardige regering, weliswaar zonder programma, kunt u straks met een regering die drie partijen omvat, onder de waterlijn beslissingen nemen die totaal losstaan van de coronacrisis, terwijl u in lopende zaken voor die andere dossiers wel gebonden was aan beperkingen.
Daarnaast is er natuurlijk de onuitgesproken hoop om een anti-N-VA-coalitie uit te broeden volgens de methode waarmee kikkers gekookt worden. Een aantal van uw partners beseft namelijk maar al te goed dat het initiatief dient om hen in een fuik te zuigen.
Ik noteer een opvallend zinnetje uit uw verklaring van afgelopen dinsdag, waarin u zegt "het kader van de lopende zaken voor de onderwerpen buiten deze crisis niet te zullen overstijgen." U zegt dus voor de coronacrisis volmachten te vragen en daarbuiten binnen het kader van lopende zaken te blijven. Als u dat meent, ontgaat mij de zin van het debat dat wij op het ogenblik voeren volkomen. Ik heb het gevoel dat wij u veelvuldig aan dat zinnetje zullen moeten herinneren, want het vermoeden bestaat dat u die belofte niet zult kunnen nakomen.
Omtrent corona, waar ons Huis zich nu volledig aan had moeten wijden, in plaats van aan een vertrouwens-naast-de-kwestie, zeg ik hier klaar en duidelijk het volgende.
Ten eerste, onze fractie zal alle zinvolle maatregelen steunen en kritisch begeleiden. De problemen met de mondmaskers bewijzen dat onze kritische ingesteldheid volkomen terecht is en dat wij op veel vlakken daadwerkelijk van nut kunnen zijn voor uw regering.
Ten tweede, onze fractie werkt een eerste reeks begeleidende voorstellen uit, die wij zullen indienen in het Parlement of rechtstreeks aan uw regering in een regime van volmachten zullen voorleggen.
Ten derde, onze fractie zal alle medewerking verlenen om COVID-19 doeltreffend te bestrijden.
Ik spreek de hoop uit dat de collega's van alle fracties in staat zijn "de dépasser les querelles idéologiques."
Ik moet mij spijtig genoeg vandaag ook uitspreken over die totaal andere zaak: de onnodige en overbodige vertrouwenskwestie.
Mijn fractie zal het vertrouwen niet geven, omdat het vertrouwen wordt gevraagd op basis van valse voorwendsels en omdat de coronazaak hier wordt vermengd met een verhaal van wantrouwen in de goede trouw van de N-VA.
Ik sluit mijn betoog met een oproep. Dat tegenstanders van de N-VA onze partij willen bestrijden, is een kenmerk van het democratische bestel, en daar heb ik geen probleem mee. Ik vraag met aandrang die strijd even te laten rusten en te beseffen dat de vijand nu corona heet en dat wij die gemeenschappelijk moeten aanpakken.
Afgelopen weekend werd onze uitgestoken hand brutaal geweigerd. Wij betreuren dat zeer, maar laten ons niet meesleuren in die negatieve spiraal.
Het coronavirus kan en zal overwonnen worden door de inzet van de mensen in de medische wereld alsook door iedereen die op een of andere manier ondersteunend werk levert. Zij zullen daarin slagen, omdat zij niet aan elkaar vragen tot welke partij ze behoren en omdat zij geen collega's zullen uitsluiten op basis van dat antwoord.
Laten wij in die geest zo snel mogelijk overgaan tot de echte orde van de dag en dat is niet het thema waar wij nu mee bezig moeten zijn. De gezondheid van onze burgers, in de breedste betekenis van het woord, hoort nu eenieders eerste bekommernis te zijn. Het is alvast de onze. Wat dat betreft, mevrouw de eerste minister, kunt u op ons rekenen.
01.02 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, dames en heren van de regering, collega's, vertrouwen: dat is de vraag van de eerste minister, en dat zal ook het antwoord zijn van de fractie Ecolo-Groen. Wij geven het vertrouwen aan de interim-regering om de coronacrisis te tackelen – tijdelijk en met die focus.
Voor ons gaat het vandaag echter niet over al die ministers die op post blijven, maar over de rekkenvullers, bestuurders van treinen, trams en bussen, mensen die zich vandaag inzetten als transporteur, politieagent, dokter en verpleger, over zij die hun eigen leven riskeren voor mensen in nood. Hen steunen en vertrouwen geven, is voor ons eigenlijk een vanzelfsprekendheid en een evidentie. Onze landgenoten verdienen dat vertrouwen.
Ja, er wordt gehamsterd en er zijn onverantwoorde feestjes, maar wij zien toch vooral veel solidariteit, veerkracht en burgerzin. Het hamsteren valt zo op, omdat er zoveel mensen over verontwaardigd zijn. Het applaus voor onze zorgverleners klinkt ondertussen luider dan het lawaai van de feestjes. Van Oostende tot Aarlen zijn mensen mondmaskers aan het stikken: kinderen, senioren, mensen zonder papieren, gedetineerden, verenigingen.
De curve van COVID-19 is akelig en maakt ons, denk ik, allemaal bang, maar evenzeer indrukwekkend is de opgang van de solidariteit in 2020: steiler en hoopvol. Dat is een beetje wat de Nederlandse historicus Rutger Bregman, een inspiratiebron en generatiegenoot, ons influistert: crisissen en rampen halen het beste in mensen naar boven.
Dat zou eigenlijk ook zo moeten zijn in de politiek, want – en daar is het vandaag nog niet over gegaan – wij staan aan de vooravond van een tekort aan bedden op intensieve zorgen. Bedrijven en hele sectoren zullen imploderen. Mensen zullen niet alleen hun baan verliezen, maar ook vrienden en familie. Afscheid nemen wordt heel moeilijk of zelfs onmogelijk.
Collega's, op een dergelijk moment bestaat geen meerderheid of oppositie. Corona is geen zaak van links of van rechts, van paars-groen of paars-geel, van Vlamingen of Walen. Het is een kwestie van leven of dood.
Mijnheer De Roover, de voorbije negen maanden is inderdaad helaas geen volwaardige regering gevormd. Net daarom is de voorliggende samenwerking tussen regering en Parlement noodzakelijk, met name om ons land doorheen de huidige crisis te leiden.
Iedereen is welkom, maar negen partijen slaan de handen in elkaar. Nog meer partijen zullen de bijzondere machten goedkeuren en steunen. Dat is in alle eerlijkheid een belangrijk signaal.
Voor ons is het ook niet het moment voor gemakkelijke kritiek. Ik zie ook de pijnpunten; wij zien ook de problemen. Die problemen zijn er echter in België, in Frankrijk en in Nederland. Zij zijn er niet alleen bij ons.
Collega's, evalueren is voor later. Wij kunnen nu zelfs al afspreken om in het Parlement na de crisis een post-coronacommissie op te richten. De nodige lessen trekken wij op dat moment wel.
Mevrouw de eerste minister, wij hebben echter wel een aantal bezorgdheden, die wij vandaag al willen delen.
Ten eerste, er is de gezondheid van heel wat werknemers die helaas niet kunnen thuisblijven en toch aan de slag moeten, alsook de onduidelijkheid daarover.
Ten tweede, er is de onzekerheid van freelancers in de creatieve en culturele sector.
Er is, ten derde, het lot van mensen zonder sterke belangengroepen. Ik heb het over mensen zonder een dak boven hun hoofd, over mensen zonder papieren en over mensen met psychologische problemen.
Mevrouw de eerste minister, wij moeten inderdaad alles doen. Indien wij echter echt alles willen doen, mogen wij niemand achterlaten. Ik beloof u dat die houding onze insteek zal zijn in de dialoog tussen de regering en het Parlement.
Collega's, het virus willen wij allemaal zo snel mogelijk naar de geschiedenisboeken verwijzen. De periode die wij nu beleven, moeten wij echter heel goed onthouden. Ze is ook heel belangrijk voor de toekomst. Ze leert ons heel veel over de toekomst. Ze leert ons hoe belangrijk onze verzorgingsstaat is en hoe ons land echt in lockdown gaat als alle vrijwilligers zouden staken. Ze leert ons ook hoe bepalend toeval en pech kan zijn voor succes en falen.
Collega's, vandaag beseffen wij dat laatste voor onze bedrijven. Ik hoop dat wij dit morgen ook zullen beseffen voor de mensen in armoede en voor de mensen die ziek zijn. Wie kwetsbaar is, moeten wij beter beschermen. Wat onze samenleving gezond maakt, moeten wij meer waarderen, niet alleen in crisistijd en niet alleen, mevrouw de eerste minister, met het huidige interim-kabinet, maar ook nadien. Vandaag is er applaus voor de mensen in de zorgsector. Laat die erkenning vooral niet tijdelijk zijn.
Collega's, corona is een ongeziene crisis met een grote economische en menselijke tol, maar wij beschouwen het ook als een kans voor ons allemaal, een aanleiding voor de Belgische politieke wereld om zich te herpakken, een aanleiding voor een meer volwassen relatie tussen regering en Parlement, een kans om te tonen dat samenwerken wel lukt.
Om deze crisis te tackelen en om die kans te grijpen, geven wij u het vertrouwen, maar evengoed, even duidelijk, even overtuigd, even hardnekkig vragen wij u om samen te werken, net om die crisis te tackelen en die kans te grijpen.
Collega's, in tijden van fysieke afstand moeten partijen en politici dichter bij elkaar komen. Solidariteit en samenwerking is het motto in onze ziekenhuizen. Dat moet het ook zijn in de Belgische politiek en in dit Parlement.
01.03 Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, chers collègues, "L'union fait la force"; notre devise nationale nous le rappelle, comme à chaque fois lorsque, au cours de son histoire, notre pays a vécu une épreuve. Notre devise nous rappelle que l'heure est à l'unité et au rassemblement.
Oui, chers collègues, – et je m'adresse du haut de cette tribune à l'ensemble de nos concitoyens – le premier antidote à cette crise sanitaire, c'est la solidarité. La solidarité: un choix, un choix éloigné du repli sur soi, de l'individualisme et des vaines querelles qui ne peuvent être de mise face à une crise d'ampleur planétaire.
En ces moments où toutes les forces vives du pays sont mobilisées pour nous permettre de surmonter cette épreuve, je veux ici, au nom des socialistes, saluer et remercier celles et ceux qui, au quotidien, en première ligne, luttent contre ce virus et s'efforcent de faire reculer la pandémie.
Je veux dire ici, au nom de mon groupe, notre gratitude, comme socialistes, bien sûr, mais surtout notre gratitude humaine aux femmes et aux hommes qui soignent et aident les personnes malades et en souffrance. Je parle du personnel soignant dans son ensemble (médecins en hôpitaux, médecins généralistes, infirmières, infirmiers, aides soignants, pharmaciens, logisticiens et techniciens des hôpitaux, et tous les autres, qu'ils soient en milieu hospitalier ou en externe). À toutes et tous, merci pour votre dévouement au service de nos concitoyens et du pays tout entier.
Que soient aussi remerciés les agents des services publics qui, de la police aux administrations fédérales, régionales, provinciales, communales, des transports publics aux agents pénitentiaires, des services sociaux aux enseignants, mais aussi – disons-le – ces hommes et ces femmes qui se mobilisent, qui sont avec nous encore aujourd'hui pour informer. Je pense ici au personnel des médias écrits, audiovisuels ou digitaux qui couvrent cette crise malgré le danger. Ils aident aussi – et c'est précieux – à lutter contre la désinformation, les fake news dont on voit à quel point, à l'air du digital, elles sont un fléau qui se propage aussi vite qu'un virus.
Saluons également, chers collègues, le courage de l'ensemble de nos concitoyens qu'ils soient en activité professionnelle ou non, qu'ils soient travailleurs salariés, commerçants, étudiants, pensionnés ou allocataires.
Au fond, saluons l'ensemble de la population qui est confrontée à d'importantes mesures qui sont autant de sacrifices.
Notre population, il est vrai, prend conscience de la situation et se montre à la hauteur. Nos concitoyens font preuve de civisme et montrent leur grande maturité. Ils comprennent que le confinement est une mesure extrêmement forte, mais que c'est aussi un geste de solidarité, une réponse collective pour enrayer la propagation de la pandémie pour protéger les plus fragiles, qui risquent de graves complications, ou même leur vie.
La confiance que nous allons vous accorder pour prendre des mesures afin de lutter contre le coronavirus et ses dangereux effets, c'est aussi le choix de la solidarité. Nous le ferons parce qu'en ces heures, ce qui commande, c'est la sauvegarde des intérêts vitaux de la Nation; et quel intérêt plus vital que la santé de notre population?
Nous accorderons notre confiance sans hésiter, mais nous le ferons avec lucidité et vigilance, que commande aussi notre attachement aux valeurs démocratiques. Il faudra certainement des mesures fortes et des moyens rapides pour faire face à la propagation de la maladie, pour faire face au manque de personnel et aux conditions de travail dans la chaîne sanitaire; pour répondre aux conséquences sociales et économiques des fermetures forcées d'entreprises et de magasins.
Oui, la confiance que nous allons accorder à votre gouvernement, madame Wilmès, est l'expression du refus du repli sur soi, le refus de la facilité. C'est le choix et la volonté de dépasser nos différences pour être plus forts ensemble contre la maladie.
Nous devrons, il est vrai, peut-être prendre des décisions difficiles pour garantir la continuité des services publics. Parce que, pour surmonter la crise, nous ne pourrons pas nous passer des services publics et en arriver à ce que des services de base ne soient plus assurés et aboutissent à renforcer la crise plutôt que de la résorber.
En parlant de solidarité, il y aurait beaucoup à dire sur une grande absente: l'Europe, qui ne parvient pas à parler d'une même voix; qui voit certains pays adopter des stratégies sanitaires éloignées les unes des autres, fermer leurs frontières de manière unilatérale, prendre des mesures éparses sans concertation; qui oublie l'importance de la coopération internationale; qui a laissé l'Italie, au début de la crise, être dévastée sans réagir ou sans développer la solidarité nécessaire.
Oui, il nous faudra une Europe plus solidaire. Nous en avons besoin. Pas une Europe qui sacrifie ses intérêts fondamentaux sur l'autel de calculs économiques à court terme, comme le montre tragiquement la crise sanitaire que nous traversons.
Alors déjà, lançons à l'Europe une exigence à partir de ce Parlement: que l'Europe desserre son carcan budgétaire d'austérité et que le financement des efforts budgétaires que nous allons consentir ne soit pas pris en considération dans le calcul du déficit autorisé ou du niveau de la dette publique.
La Commission doit prendre attitude et cela rapidement.
Monsieur le président, chers collègues, nous allons donc voter ce jeudi 29 mars – et cela fera date – une confiance au gouvernement et, dans quelques jours, des pouvoirs spéciaux pour la gestion de la crise. Ce n'est pas rien. Chacun en est conscient ou devrait l'être. Notre Parlement, représentation de la Nation, lieu primordial de notre démocratie représentative, va confier une partie de ses prérogatives constitutionnelles au gouvernement. C'est une décision grave. Nous le ferons par nécessité, mais nous le ferons aussi avec lucidité, la lucidité des démocrates que nous sommes. Les pouvoirs spéciaux ne peuvent pas et ne doivent pas se situer en dehors du cadre démocratique et, en particulier, du respect des droits fondamentaux et des libertés publiques.
Comprenons-nous bien, chers collègues, quand bien même des mesures fortes dans le domaine de la sécurité s'avéreraient nécessaires, et je l'ai dit, elles le seront, il appartiendra au gouvernement d'en assurer la proportionnalité à la lumière d'une double injonction: la nécessité et la constitutionnalité. À cet égard, la loi d'habilitation devra définir précisément le champ des pouvoirs spéciaux, lequel devra être explicitement lié à la gestion de la crise sanitaire et de ses effets économiques et sociaux pour une durée limitée. C'est aussi l'occasion, et le groupe socialiste le demande, de soutenir notre démocratie représentative en un moment où elle concède certains de ses pouvoirs au gouvernement, par l'apport de la démocratie sociale. Oui, nous vous demandons d'assurer la concertation sociale et l'implication des partenaires sociaux, en particulier les représentants des organisations de travailleurs.
Même si, à ce stade, nous n'avons pas encore examiné cette loi d'habilitation qui vous confiera les pouvoirs spéciaux, il faut déjà acter une décision importante, qui constitue un signal, sans doute insuffisant, mais un signal tout de même: une provision d'un milliard d'euros qui vient doter la réserve interdépartementale. Il faudra que ce signal soit suivi d'effets efficaces, avec des priorités – et les nôtres sont très claires: il importe de permettre à nos hôpitaux de disposer des moyens qui leur sont nécessaires pour affronter cette crise sanitaire. À ce titre, il faudra leur garantir un soutien significatif et pas seulement en urgence, mais aussi structurellement. En effet, il importe de répondre à certaines questions et d'avoir le courage de se demander comment, dans un pays comme la Belgique, nous nous sommes retrouvés face à un risque sévère de pénurie de masques en milieu hospitalier. Il faudra en tirer les leçons et voir comment nous en sommes arrivés là. Les coupes imposées au secteur des soins de santé n'en sont-elles pas la cause? Nous le pensons.
Cependant, devant cette crise aiguë, tournons-nous vers les solutions et voyons quelles mesures fortes nous devons prendre pour enrayer la pandémie, afin que le moins possible de Belges ne soient contaminés par le virus, que les hôpitaux puissent accueillir les malades dans de bonnes conditions et que nous puissions équiper correctement le personnel soignant en vue de limiter le nombre des victimes.
Des décisions palliatives ont déjà été prises (reports d'opérations et de soins) mais il nous faut des mesures curatives pour les hôpitaux, des mesures qui leur permettent de faire face à l'urgence et à l'importance de la situation.
Madame la première ministre, bien sûr, les urgences sanitaires appellent des mesures urgentes pour les hôpitaux, mais il faut d'emblée également penser à la résorption et à la solution des effets négatifs sur le terrain économique et social. Oui, madame la première ministre, il faudra rapidement dresser un diagnostic pour voir où nous en sommes car il y aura un très grand nombre, un trop grand nombre de travailleurs qui se retrouveront sans activité, renvoyés vers le chômage temporaire.
Alors, oui, madame la première ministre, je vous le dis: il faut que les pouvoirs spéciaux soient d'abord des pouvoirs sociaux. Les pouvoirs spéciaux devront, selon nous, privilégier des mesures qui soutiennent les citoyens et leurs revenus et, en particulier, le revenu de celles et ceux qui sont contraints de suspendre leur activité. Le chômage temporaire sera l'une des options, mais pensons aussi à celles et ceux pour qui cela ne suffira pas. Je pense en particulier aux aides ménagères dont certaines pourraient se retrouver avec un revenu de 500 euros. Comment peut-on vivre avec 500 euros? Elles sont plus de 140 000 dans notre pays. Il faudra trouver des solutions adaptées. À ce sujet, nous avons des propositions à formuler comme, par exemple, l'extension du congé prophylactique pour pouvoir y intégrer le COVID-19 et faire ainsi en sorte que nous puissions rencontrer des situations qui, pour le moment, ne rentrent (…)
Madame la première ministre, chers collègues,
le meilleur antidote à cette crise est, je l'ai dit, la solidarité. (…)
De voorzitter: Wij hebben afgesproken dat er op een flexibele manier kan worden tussengekomen, tussen vijf en tien minuten. Dat lijkt toch wel de naleving van de afspraak te zijn.
De heer Van Grieken heeft het woord.
01.04 Tom Van Grieken (VB): Mijnheer de voorzitter, beste collega's, onze tijd werd ernstig beperkt, het Vlaams Belang krijgt slechts vijf tot tien minuten om een regeerverklaring te becommentariëren. Eén van de vele voorbeelden hoe deze coronacrisis eigenlijk wordt misbruikt om snel, snel een regering te vormen.
Toch wil ik de weinige tijd die we krijgen, gebruiken om namens het Vlaams Belang steun te betuigen aan alle mensen die getroffen zijn door het coronavirus, zowel aan wie ziek is als aan wie nu zware economische verliezen lijdt. Het Vlaams Belang wil ook alle mannen en vrouwen die momenteel in de frontlinie staan een hart onder de riem steken: de dokters en al het personeel van rust- en ziekenhuizen, de leerkrachten die in allerijl afstandsonderwijs in elkaar moeten boksen en iedereen die opvang aan het organiseren is, maar ook alle mensen die werken in supermarkten, alle transportarbeiders en dokwerkers die blijven doorgaan zodat de aanvoer in dit land verzekerd blijft. Het Vlaams Belang dankt jullie van harte.
Ik zal duidelijk zijn. Mijn partij, het Vlaams Belang, zal maatregelen steunen die nodig zijn om deze coronacrisis te overwinnen. Die maatregelen, beste collega's, hadden eigenlijk allang genomen moeten zijn. Waarom wordt er eigenlijk amper getest? Waarom worden mensen die uit de getroffen regio's komen niet gescreend of in quarantaine geplaatst? Waarom zijn onze grenzen nog altijd niet gesloten? Zelfs het Duitsland van Angela Merkel sluit zijn grenzen. Waarom heeft dit land nog steeds geen echte lockdown? Het Vlaams Belang en de bevolking vragen dit nu al meer dan een week.
Beste collega's, niet alleen maatregelen in het belang van onze gezondheid zullen we steunen, ook economische maatregelen kunnen rekenen op de steun van het Vlaams Belang. Ik denk bijvoorbeeld aan schadevergoedingen of overbruggingskredieten voor kmo's en kleine zelfstandigen, bij wie het water nu al tot aan de lippen staat.
Onderzoek de mogelijkheden om de technische werkloosheid op te trekken tot 100 %. Anders, collega's, zullen mensen in problemen komen. Zij zullen hun huur niet meer kunnen betalen of zelfs de noodzakelijke middelen niet meer kunnen kopen.
Deze gezondheidscrisis mag geen sociale crisis worden.
Beste collega's, het mag duidelijk zijn, het Vlaams Belang staat aan de kant van de bevolking, maar niet aan de kant van de regering die hier vandaag wordt voorgesteld, mevrouw Wilmès.
Want wat een verschil tussen zij die zich de afgelopen dagen uit de naad gewerkt hebben voor onze gezondheid en zij die de afgelopen dagen politieke spelletjes hebben gespeeld. Wat een verschil tussen zij die zich belangeloos hebben ingezet en zij die zich vooral hebben ingezet voor hun eigenbelang. Wat een verschil tussen zij die werken voor ons algemeen welzijn en zij die werken voor hun politieke postjes.
Het enige wat u de afgelopen dagen hebt gedaan, is deze gezondheidscrisis misbruiken om uw bestuurlijke onkunde te verbergen en al uw politieke postjes veilig te stellen. U zou zich moeten schamen.
En toch, mevrouw Wilmès, toch staat u hier zonder het schaamrood op de wangen. U vraagt van ons twee zaken. U vraagt eenheid en vertrouwen. Wel mevrouw Wilmès, wel beste regering, eenheid kan ik u niet geven, want u hebt er nooit naar gezocht. En vertrouwen wil ik u niet geven, want ons vertrouwen hebt u in de afgelopen periode zwaar beschaamd.
U spreekt over eenheid, maar wij staan er
vandaag verder van af dan ooit. U hebt niet alleen de twee winnaars van de
verkiezingen buitenspel gezet, samen goed voor 1,4 miljoen stemmen, u hebt
zelfs de grootste partij van dit land, ook goed voor 1 miljoen stemmen,
publiekelijk de broek afgedaan. Il faut le faire!
U zette op die manier de helft van de Vlamingen opzij om uw Franstalige liberale machtshonger te stillen, gesteund door een links belgicistisch front. U zette Vlaanderen aan de kant, mevrouw. Uitgerekend de regio die het hardst zal getroffen worden door deze coronacrisis. Vlaanderen heeft niet alleen de oudste bevolking, het is ook het dichtstbevolkte deel van dit land. Vlaanderen is de economische motor. Vlamingen zijn 62 % van de bevolking, goed voor 70 % van de belastingen, en zij zijn goed voor 80 % van de export. Dat Vlaanderen, mevrouw Wilmès, was voor u van geen tel. U zou paars-groen tegen de wil van Vlaanderen doorduwen met de steun van Open Vld en CD&V.
De geschiedenis zal hard oordelen over de manier waarop u deze regering van zogenaamde nationale eenheid in elkaar hebt geflanst. Zelfs een journalist als Guy Tegenbos, die in 40 jaar wel wat heeft meegemaakt hier in de Wetstraat, stelde: "Nog nooit heb ik zoveel leugens, bedrog, postjesjagerij en politiek gekonkel gezien in één week tijd. Niet 'eendracht maakt macht' was het motto van de leepste onder de Belgische machthebbers, maar 'onenigheid en vuile trucs leveren mij postjes en macht'." Einde citaat. Een regering van nationale eenheid, laat mij niet lachen. In Antwerpen hebben wij een gezegde dat al veel ouder is dan deze coronacrisis: "met alle Chinezen maar niet met den dezen."
Ten tweede, mevrouw Wilmès, vandaag vraagt u ons om dezelfde ploeg die het vertrouwen van de bevolking heef beschaamd ons vertrouwen te geven. Deze regering heeft de crisis geminimaliseerd en er zeer slecht over gecommuniceerd. Als de regering al een maatregel nam, dan was die halfslachtig en vaak gewoonweg te laat. Nu vraagt u het Parlement u carte blanche te geven om gewoon verder te doen. Dat is voor Vlaams Belang onaanvaardbaar.
Beste collega's, deze regering is compleet ongeschikt en ze is ons vertrouwen om de crisis aan te pakken niet waard. Zo verklaarde de regering op 25 februari: "Maatregelen zoals in Noord-Italië zijn niet aan de orde." Op 2 maart stelde mevrouw De Block: "Ons land is klaar om de coronacrisis op te vangen." Een dag later vulde ze dat aan met: "Het is maar een griepje, geen agressief virus." De realiteit kan niet verder afstaan van de verklaringen van deze regering, want vandaag moeten we wel maatregelen nemen zoals in Noord-Italië. De regering was duidelijk niet klaar om het coronavirus op te vangen en het is zoveel meer geworden dan zomaar een griepje.
Het beste voorbeeld waarom deze regering ons vertrouwen niet waard is, is toch wel de verklaring van minister De Block van 5 maart: "Wij werken enkel met erkende leveranciers voor de levering van kwaliteitsvolle mondmaskers." De waarheid is dat er 5 miljoen mondmaskers werden besteld bij een Turkse partijgenoot van Maggie De Block die een startkapitaal had van 1.000 euro en nog nooit een jaarrekening had ingediend.
Vandaag staat u hier met dezelfde ploeg als de vorige omdat het volgens u niet het moment is om wissels door te voeren.
Beste collega's, de eerste wissel die men had moeten doorvoeren, was de wissel van Maggie De Block, die de afgelopen weken heeft aangetoond dat ze niet geschikt is voor de job van minister van Volksgezondheid.
Mijnheer de voorzitter, ik rond af. Het Vlaams Belang zal elke maatregel steunen die nodig is om deze coronacrisis te overwinnen. De weg zal lang zijn en niet eenvoudig, maar samen zullen we deze verschrikkelijke ziekte kunnen verslaan.
Er is echter nog een andere ziekte waarmee we vandaag worden geconfronteerd, een ziekte die hier leeft, in het Parlement, in de achterkamers, bij de politieke elite in dit land vol cynisme, hypocrisie en machtshonger, zonder eer en zonder moreel kompas, een ziekte die veel hardnekkiger te bestrijden is dan het coronavirus.
Daarom zeg ik u heel klaar en duidelijk: ons vertrouwen krijgt u niet. Dat hebt u namelijk al lang verloren. Van ons krijgt u alleen een certificaat van onbekwaamheid. Van de bevolking zult u de rekening krijgen. Dat beloof ik u.
01.05 Benoît Piedboeuf (MR): Madame la première ministre, messiers les vice-premiers ministres, monsieur le président, chers collègues, il en va de la vie politique comme de la vie en général. Il en est que les épreuves grandissent et d'autres qu'elles font sombrer, prisonniers qu'ils sont de leurs certitudes ou de leurs obsessions.
Face à l'adversité, lorsqu'elle survient, certains et certaines se redressent pour faire face, pour circonscrire avec sérieux et à-propos les risques, les dégâts, les évolutions possibles, les mesures à prendre et les précautions à observer. En s'entourant de scientifiques du plus haut niveau exposant clairement la situation sanitaire, le risque de débordement et donc de saturation de nos moyens de traitement, il fallait poser des actes d'évitement de la propagation pour ne pas courir le risque de devoir faire des choix vitaux.
Ces actes ont été posés et nous saluons ce sursaut de conscience qui a dépassé les clivages régionaux et communautaires. Pour poursuivre le travail et mettre en place les plans de sauvetage sanitaires, sociaux et économiques, il nous faut un gouvernement de plein exercice, légitime d'un point de vue démocratique et soumis au contrôle parlementaire. Si nous sommes réunis aujourd'hui dans une version clairsemée de séance plénière que la prudence impose, c'est pour mettre en place de façon démocratique les moyens de faire face collectivement à nos devoirs.
On peut avoir toutes les ambitions et tous les souhaits de composition de notre gouvernement. Nous ne devrions pas en être encore là aujourd'hui. Nous ne devrions pas encore nous interroger sur le modèle, et les affaires courantes devraient être derrière nous. Ce n'est pas le cas. Cependant, face à la situation, il n'est plus possible de tergiverser ni de poursuivre plus avant un jeu politique malsain qui nous détache de la réalité de notre population et des exigences salutaires.
Notre groupe votera, bien sûr, la confiance au gouvernement. Le temps n'est plus à l'idéologie ni à la construction politique mentale.
Nous nous retrouvons tous au même niveau. Nous sommes tous au même degré de gravité et ceux-là qui cherchaient, dans des différences de productivité, des fondements de différenciation communautaire en sont pour leurs frais, parce que l'urgence est la même pour tous. Qu'elles soient sanitaires, sociales ou économiques, des décisions doivent être prises; des secours de toute nature doivent être installés. Il faut faire face à l'actualité et préparer la reconstruction de nos différents tissus pour l'avenir.
Pour l'actualité économique, dix mesures de soutien aux entreprises et aux indépendants seront votées aujourd'hui après-midi en séance plénière, à l'instigation du ministre Ducarme: COVID-19 comme motif de chômage temporaire pour force majeure; amélioration du chômage temporaire pour raisons économiques; plan de paiement pour les cotisations patronales; plan de paiement pour la TVA, le précompte professionnel et les impôts; réduction des paiements anticipés et report ou dispense de cotisations sociales; assouplissement du droit passerelle pour permettre au plus grand nombre d'indépendants impactés d'obtenir un revenu de remplacement; non-application dans les marchés fédéraux des pénalités en cas de retard d'exécution.
La commission des Finances a adopté lundi le projet de loi ouvrant les crédits provisoires pour les mois d'avril, mai et juin, en y intégrant, sur l'initiative du ministre Clarinval, une première provision budgétaire d'un milliard d'euros affecté exclusivement aux mesures immédiates pour faire face aux besoins dans le cadre strict du coronavirus.
Un Comité de monitoring spécialement axé sur le volet socioéconomique dressera un bilan régulier des mesures.
L'Union européenne s'est mobilisée et a pris des décisions fortes en matière financière, pas encore au niveau politique ni au niveau sanitaire, prisonnière qu'elle est de son mode de fonctionnement: 37 milliards d'euros à destination des soins de santé, des PME, du marché du travail, 8 milliards d'euros pour des prêts de fonds de roulement pour 100 000 entreprises qui devraient passer à 150 000 entreprises avec 20 milliards d'euros supplémentaires.
La Banque européenne débloquera 10 milliards d'euros pour les PME et demande à la Commission le même montant.
Nos Régions ont chacune pris des mesures de soutien et ont affecté des budgets directement mobilisables pour soutenir notre niveau d'activité.
Des moyens financiers se mobilisent ou se mettent en place au niveau politique.
Au niveau humain, il me faut saluer, avec force et reconnaissance, le travail du corps médical et hospitalier, de nos médecins, de nos aides-soignants, de nos infirmières et infirmiers, de nos laborantins et scientifiques et de tous ceux qui, au quotidien, sont au service de notre population, de ses besoins urgents, parfois au péril de leur santé. Je salue également le travail de nos forces de sécurité, de nos magistrats et de nos militaires, tous mobilisés et déterminés à maintenir l'ordre public.
La bonne compréhension et le civisme de chacun devraient suffire, mais si ce n'est pas le cas, l'autorité publique doit être là, et elle le sera!
J'aurai également, en ces moments difficiles, une pensée pour tous nos aînés à domicile ou en maison de retraite, dans une situation de confinement qui peut être pénible. Ne les oublions pas! Appelons-les régulièrement, prenons de leurs nouvelles pour ne pas les laisser désemparés.
Au nom de mon groupe, je me réjouis de voir que de très nombreux partis politiques ont fait preuve de responsabilité et de sens de l'État en mettant de côté leurs divergences pour que le gouvernement puisse disposer d'une large et solide majorité. La majorité de la responsabilité, du devoir, de l'élévation de l'esprit et de l'empathie! Ces valeurs devraient conduire en tous temps l'action politique face à l'égoïsme, au racisme, au sentiment idiot de supériorité contredit par l'histoire. Puissions-nous, après cette épreuve, retrouver le sens politique profond, le sens des responsabilités dans le respect de chacun, dans le respect de chacune des communautés, en mettant en place un gouvernement avec une assise politique solide pour faire face à la reconstruction, pour faire face au niveau défi de réorganisation de notre État, pour en apaiser les tensions et retrouver le chemin d'un développement harmonieux et exemplaire, qui a mené notre pays vers les plus hauts niveaux dans le passé. Nos atouts sont nombreux, nos talents sont multiples, notre diversité est une chance! Les six prochains mois seront déterminants dans la lutte contre le coronavirus.
Madame la première ministre, messieurs les vice-premiers ministres, chers collègues, je suis persuadé que bien menés et avec la force de notre cohésion, nous parviendrons à surmonter cette épreuve. Madame la première ministre, nous comptons sur vous et vous pourrez compter sur nous!
01.06 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de eerste minister, heren ministers, collega's, wij leven sedert enkele weken in een ander land en in een andere wereld.
Wij maken ons allemaal zorgen over onze gezondheid, omdat wij worden geconfronteerd met een virus dat zich snel verspreidt en dat zijn geheimen nog niet heeft prijsgegeven. De voorzorgsmaatregelen van de diverse overheden zijn ongezien in vredestijd, maar wel absoluut noodzakelijk. Ze zijn nodig om iedereen te beschermen, in het bijzonder de meest kwetsbaren onder ons.
Het lijdt niet de minste twijfel dat we met zijn allen voor moeilijke weken en maanden staan. Onze gezondheidszorg, die tot de beste van de wereld behoort, zal onder druk komen te staan. Artsen en verplegend en verzorgend personeel staan in de frontlinie in de strijd tegen het coronavirus. Zij verdienen al onze steun en waardering.
Maar ook de vele anderen die zich beroepshalve of vrijwillig inzetten, verdienen dat. Zij zorgen er immers allemaal voor dat onze samenleving niet stilvalt, dat kinderen kunnen worden opgevangen, dat onze vitale economische sectoren blijven draaien, dat wij ons allemaal het broodnodige kunnen aanschaffen en dat de publieke dienstverlening gegarandeerd blijft. Wij zijn het aan hen verplicht om alles, maar dan ook alles in het werk te stellen opdat zij dat in veilige omstandigheden zouden kunnen doen.
Collega's, de crisis plaatst ons voor enorme uitdagingen en biedt tegelijkertijd ook kansen om onze manier van leven en onze economie anders en beter te organiseren. De hoeveelheid spontane solidariteit en veerkracht die mensen tonen, is hartverwarmend. We zien hoe creatief mensen zijn om hun dagelijks leven aan te passen aan de drastisch gewijzigde omstandigheden. Bedrijven en zelfstandigen zijn innovatief in de herorganisatie van hun werk, onder andere met thuis- en telewerk. Ik ben ervan overtuigd dat die dynamiek na de coronacrisis niet zal verdwijnen.
Tegelijk moeten wij van de crisis gebruikmaken om onze economie en bij uitbreiding de Europese economie minder kwetsbaar en dus weerbaarder en duurzamer te maken. De globalisering heeft ontegensprekelijk veel voordelen. We merken nu echter ook nadelen, zoals de afhankelijkheid van de invoer uit China voor productielijnen in onze bedrijven, zelfs voor essentieel medisch hulpmateriaal als mondmaskers. Daaromtrent moeten wij ook lessen trekken uit de crisis.
Collega's, de ongeziene omstandigheden zijn niet het moment om politieke meningsverschillen uit te vergroten. Niemand heeft vandaag boodschap aan nodeloze discussies. Dit moment verplicht ons om eendrachtig aan hetzelfde zeel te trekken. Dat zijn wij aan de mensen verplicht, omdat wij de slachtoffers van de coronacrisis niet in de steek mogen laten, omdat wij de gezinnen niet in de steek mogen laten, omdat wij de werknemers die getroffen worden door economische werkloosheid, niet in de steek mogen laten, omdat wij de zelfstandigen en bedrijven die het moeilijk hebben, niet in de steek mogen laten. Daarom moeten de overheden eensgezind en krachtdadig optreden. Samenwerking tussen alle overheden is dan ook broodnodig. Wij moeten samenwerken met onze burgemeesters, onze gouverneurs, met de deelstaatregeringen en met de andere Europese landen. Vooral dat laatste kan veel veel beter, want alleen samen zullen wij de coronacrisis kunnen overwinnen, niet met een ieder-voor-zich-aanpak.
Mevrouw de eerste minister, zoals de andere overheden, heeft ook uw regering in lopende zaken de voorbije weken niet stilgezeten. Zij heeft een reeks steunmaatregelen genomen om de eerste noden op te vangen. U zult ongetwijfeld nog bijkomende maatregelen nemen. De menselijke en economische impact van de coronacrisis zal namelijk groot zijn. Steun op allerlei terreinen is dus absoluut noodzakelijk. Niet alleen zal de regering steunmaatregelen nemen, ze zal er ook op toezien dat de steun efficiënt wordt besteed.
Collega's, wij hadden gehoopt dat deze crisis de totstandkoming van een volwaardige regering mogelijk gemaakt zou hebben. De mensen verwachten dat al maanden van ons. Het kan zijn dat de kiezers vorig jaar de kaarten moeilijk hebben verdeeld, maar dat mag geen excuus zijn om niet te overleggen en tot een compromis te komen. Democratie is een georganiseerd meningsverschil, maar partijen hebben ook de verantwoordelijkheid om tot een vergelijk te komen.
Het is niet door veto's te stellen dat problemen opgelost zullen worden. Met veto's zal de koopkracht van de mensen niet verbeteren. Met veto's zullen de gevolgen van de vergrijzing niet opgelost raken. Met veto's zal onze werkzaamheidsgraad niet toenemen. Met veto's zal het begrotingstekort niet verminderen. Met veto's zullen wij onze institutionele problemen niet oplossen, integendeel.
Een volwaardige en afgeslankte regering met volheid van bevoegdheid en met een sterke meerderheid in het Parlement zou de beste remedie zijn geweest om het vertrouwen in de politiek te herstellen en om de vele uitdagingen waarvoor ons land staat samen aan te pakken, want naast de coronacrisis zijn er ook vele andere problemen die oplossingen vragen.
Ik betreur dat zo'n regering niet mogelijk was. Wij hadden het liever anders gezien, maar wij mogen en zullen, samen met de collega's die steun bieden, onze verantwoordelijkheid niet uit de weg gaan. De toestand is te ernstig om de zaken op hun beloop te laten. Wij hebben de plicht om de slachtoffers van de coronacrisis maximaal te helpen, niet alleen degenen die zwaar ziek zijn of het nog zullen worden, maar ook de economische slachtoffers.
Mevrouw de eerste minister, u hebt er zich in uw verklaring toe verbonden om op termijn een federale regering te vormen die beschikt over een parlementaire meerderheid voor een globaal en positief project voor ons land. Uiteraard dient de aanpak van de coronacrisis voor u en de andere regeringsleden de eerste prioriteit te zijn, maar de vorming van een volwaardige regering met een sterke meerderheid moet ook een prioriteit zijn. Dat verwachten de mensen van u, maar dat verwachten de mensen niet van u alleen. Zij verwachten dat ook van ons, collega's. Zij verwachten dat iedereen die politieke verantwoordelijkheid draagt daaraan meewerkt. Wij mogen hen niet teleurstellen.
Mevrouw de eerste minister, u hebt ook aangekondigd voor zes maanden volmachten te vragen aan het Parlement om de coronacrisis het hoofd te bieden. Het is niet de eerste keer dat een regering in crisistijd volmachten vraagt. In uitzonderlijke omstandigheden zijn volmachten verantwoord, omdat de regering dan snel en krachtdadig moet kunnen optreden, maar volmachten zijn voor ons geen blanco cheque. Zij moeten beperkt blijven in de tijd en tot het opvangen van de gevolgen van de coronacrisis. Het is dan ook een goede zaak dat de regering alle fracties die de volmachten zullen steunen, proactief zal betrekken bij het overleg over de te nemen maatregelen in uitvoering van die volmachten en het is ook goed dat zij ze na drie maanden zal evalueren.
Mevrouw de eerste minister, u vroeg dinsdag het vertrouwen van het Parlement voor zes maanden om te doen wat moet worden gedaan in de strijd tegen de coronacrisis. U zult van onze fractie dat vertrouwen krijgen.
01.07 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Monsieur le président, vu la gravité de la situation, je ferai mon discours en deux parties, en français puis en néerlandais, pour ne pas trop alterner les langues.
Chers collègues, la situation est grave. Le défi est immense pour notre société et c'est d'abord une touche d'espoir dans ce formidable élan de solidarité qui traverse l'ensemble de notre population. Certains disaient auparavant: "L'homme est un loup pour l'homme" mais, ces dernières journées, nous avons vu que c'est tout à fait faux. L'homme n'est pas du tout un loup pour l'homme. L'homme est un homme solidaire pour l'homme.
On l'a vu tous les soirs, à 20 h 00, lorsque les gens applaudissent le corps médical qui lutte aujourd'hui au front du combat contre la maladie. On l'a vu par toutes ces initiatives spontanées de gens qui eux-mêmes fabriquent des masques pour le corps médical, que ce soit des travailleurs de Flandre, de Bruxelles, de Wallonie; des travailleurs sans papiers qui aident aussi dans l'ensemble de ces combats. On l'a vu dans toute cette formidable solidarité dans notre société.
La situation ne sera pas simple. Je veux souligner tout de suite un point positif pour le PTB: l'ensemble du monde politique, et particulièrement le gouvernement fédéral, a pris le taureau par les cornes. C'est un point positif d'avoir aujourd'hui une seule ligne de commandement par rapport à la cacophonie rencontrée.
Madame la première ministre, vous avez le soutien du PTB par rapport à cela: avoir une ligne claire, pouvoir dire clairement qui doit faire quoi dans notre société. Il était temps d'avoir cette cohésion. Il était temps aussi de démontrer l'absurdité de toutes ces compétences complètement éparpillées. On ne s'y retrouvait plus. Neuf ministres en concurrence les uns avec les autres. On le savait déjà avec le climat, maintenant on le sait avec la santé. Il est clair que l'unité fédérale, qu'un seul ministre de la Santé, pour pouvoir être efficace dans ce genre de moments, mais aussi dans d'autres moments, était quelque chose d'essentiel.
Pour nous, ce point est important. Pour cela, vous avez notre soutien, madame la première ministre. Nous serons un parti constructif, même si nous n'avons pas été consultés par les partis traditionnels. Nous serons constructifs parce que les soins de santé nous tiennent à cœur. Rappelez-vous, lorsque nous sommes venus avec le Fonds blouses blanches, d'aucuns nous traitaient de populistes, etc. Oui, ces 400 millions étaient nécessaires pour aider le corps médical, pour aider les infirmiers et les infirmières dans leur combat. Bien sûr, nous étions constructifs et, ensemble, nous avons réussi à obtenir ces 400 millions, avec les organisations syndicales. C'est important.
Nous sommes évidemment constructifs pour appuyer toutes les mesures qui seront prises aujourd'hui, hier et demain, comme par exemple la fermeture des magasins non essentiels. Vous avez évidemment notre soutien, madame la première ministre, parce que ces mesures sont urgentes.
Le PTB sera un parti constructif aussi, actif sur le terrain, pas uniquement des paroles, surtout des actes, comme vous le savez, avec nos 250 médecins, 250 infirmiers et infirmières de médecine pour le peuple; ces médecins du PTB qui tous les jours, travaillent, donnent tout ce qu'ils peuvent pour lutter contre cette maladie.
Madame la première ministre, vous demandez aujourd'hui le vote en faveur d'une confiance aveugle. Cela, nous ne pouvons pas vous l'accorder. Nous serons et nous devons rester une voix d'opposition constructive dans ce débat, car des débats il y en aura encore. Oui, nous devons discuter des raisons pour lesquelles nous ne disposons pas encore des masques nécessaires pour protéger le corps médical. Des problèmes subsistent et il faut pouvoir les soulever pour apporter une amélioration au milieu de la crise.
Oui, un débat se pose sur la question du confinement généralisé et il va se poursuivre, madame la première ministre. Je comprends votre décision d'imposer un confinement, mais il n'est pas généralisé. Je ne le comprends pas. Pourquoi des secteurs non essentiels à l'économie continuent-ils de produire? Ma messagerie vocale ne cesse de recevoir des messages de gens qui me disent: "Mais, Raoul, je travaille dans la construction!" Parlons-en, chers collègues! Aujourd'hui, nous prestons à juste titre un service minimum, mais ici, à la Chambre, un chantier est en cours. Vous les voyez, ces travailleurs du bâtiment qui continuent de bosser les uns contre les autres, en train de discuter et de se coordonner. Pourquoi ces secteurs non indispensables à l'économie, comme le bâtiment, poursuivent-ils leur travail? Pourquoi ce qui vaut pour beaucoup d'employés et de cadres supérieurs ne vaut-il pas pour les travailleurs de l'industrie? Ce deux poids deux mesures, nous ne pouvons pas le couvrir, madame la première ministre. Pourquoi les aides-ménagères doivent-elles continuer à bosser à ce point-là? Pourquoi ne prend-on pas des mesures pour ces travailleurs? Je reçois plein de messages à ce sujet.
Ce débat, madame la première ministre, doit pouvoir se poursuivre. Nous ne pouvons pas vous accorder une confiance aveugle en ce domaine, parce que nous ne partageons pas toutes vos options. Bref, il faut que ce débat continue. C'est nécessaire pour que le virus ne se répande pas, mais aussi pour que toutes nos allocations et ressources puissent être affectées aux secteurs qui ont besoin des gels et des masques. Je parle évidemment des hôpitaux. En laissant d'autres branches poursuivre leur production, nous ne cessons de disperser l'ensemble de nos forces.
Madame la première ministre, comme je vous l'ai dit, nous ne pourrons pas vous accorder une confiance aveugle, mais nous serons plus nuancés s'agissant des pouvoirs spéciaux. Vous allez les demander. Il nous paraît clair qu'il convient d'accélérer certaines procédures. Quand on parle de la nécessité d'un permis de bâtir pour construire un hôpital, il est évident qu'il faudra le donner. C'est pourquoi les appels d'offres devront se dérouler plus rapidement. Bien sûr, il faut pouvoir prendre des mesures en urgence. Cependant, je regretterais que le débat dans ce Parlement ne puisse pas continuer. Je vois que le conseil communal de Gand a décidé de garantir les débats grâce à des voies numériques. L'opposition pourra donc toujours s'exprimer. C'est la raison pour laquelle nous nous abstiendrons au sujet des pouvoirs spéciaux.
De situatie is heel erg. De PVDA zal zich natuurlijk heel constructief opstellen. Het lijkt mij belangrijk vandaag om te tonen hoe de solidariteit in onze maatschappij opnieuw een grote waarde wordt. Mensen zeggen soms dat het egoïsme heerst, maar dat is helemaal niet het geval. Mensen geven een applaus om 20 uur. Mensen maken maskers voor onze zorgverleners. Al die solidariteit komt vandaag terug naar boven op een fantastische manier.
Mevrouw de eerste minister, u zult kunnen rekenen op de solidariteit en de constructieve houding van de PVDA. Wij zijn een constructieve partij. U hebt onze steun omdat u een duidelijk en efficiënt beleid wil uitstippelen en niet met negen ministers in een kakofonie wilt vervallen. Dat duidelijk beleid is heel erg nodig. Ik begrijp trouwens niet dat er vandaag nog politieke partijen zeggen dat we goed kunnen functioneren met negen ministers die bevoegd zijn voor gezondheid. We wisten voor het klimaat al dat dit niet efficiënt was. Laat ons voor de volksgezondheid nu ook kiezen voor één minister. Dat is belangrijk voor de solidariteit.
U zult kunnen rekenen op de constructieve houding van de PVDA. U weet het. Wij hebben het extra budget van 1 miljard euro gesteund. Wij zullen dat blijven steunen. U kunt rekenen op een constructieve houding van de PVDA.
Toen wij twee maanden geleden met ons wittewoedefonds kwamen, werd gezegd dat de PVDA met populistische voorstellen afkwam. Vandaag moeten er honderden miljoenen euro's naar die sector gaan. Wij zullen constructief meewerken aan die oplossingen.
Wij zijn ook niet alleen maar een partij van woorden, maar ook van daden. Wij werken met elf dokterspraktijken op het terrein, met 25.000 patiënten vandaag, met 250 dokters en 250 verplegers van de PVDA bij Geneeskunde voor het Volk. Het is voor ons belangrijk om actief te zijn op het terrein. Dat moet gebeuren.
Toch kunnen wij u geen blindelings vertrouwen geven, mevrouw de eerste minister. Er is nood aan een definitieve constructieve oppositiestem in dit debat. Wij zijn het niet eens met alles. Kijk naar wat er is gebeurd bij mevrouw De Block en de maskers die er nog steeds niet zijn voor ons medisch korps. Dat kan toch niet. Daarover moet toch een debat worden gevoerd. Neem het debat over de lockdown, de niet-definitieve lockdown. Hoe kan het dat niet-essentiële sectoren nog altijd werken vandaag?
Ik kwam vanmorgen binnen in het Parlement. Wij werken hier met minimumdiensten om het virus niet te verspreiden, maar op de koer van het Parlement zijn bouwvakkers gewoon door aan het werken alsof er niets aan de hand is. Wat is dat voor een beslissing? Mijn mailbox zit vol met berichten van arbeiders die vragen waarom de hoogste kaders mogen telewerken en zij in de fabrieken moeten doorwerken. Laat ons toch de beslissing nemen dat de niet-essentiële sectoren vandaag stoppen met werken, opdat het virus zich niet zou verspreiden, maar ook en vooral opdat al onze energie kan gaan naar het helpen van ons medisch korps. Ik denk dat dit keibelangrijk is.
Collega's, die debatten zullen zeker nog doorgaan.
Mevrouw de eerste minister, inzake het geven van volmachten aan de regering zullen wij genuanceerder zijn. Er moeten snel beslissingen kunnen worden genomen. Dat is evident. In dat verhaal gaan wij mee. Wij begrijpen echter niet waarom in het Parlement het debat niet zou kunnen doorgaan. Laat ons maatregelen treffen om het debat te laten doorgaan. In de gemeenteraad in Gent, bijvoorbeeld, gaat het debat via elektronische weg door.
Mevrouw de eerste minister, daarom zullen wij ons bij de stemmingen over de volmachten onthouden omdat wij er niet akkoord mee kunnen gaan dat de parlementaire democratie een paar maanden zal worden opgeschort.
Chers collègues, je souhaite beaucoup de courage à tous, au peuple, au corps médical. Ensemble, nous réussirons à battre le virus!
De voorzitter: Dank u, mijnheer Hedebouw.
Prise en considération d'une proposition
Inoverwegingneming van een voorstel
Ik maak van dit korte moment gebruik om erop te wijzen dat ik een voorstel tot aanpassing van het Reglement heb laten verdelen, om ons toe te laten te vergaderen, rekening houdend met moeilijkheden inzake quorum en dergelijke, en gebruik te kunnen maken van mogelijkheden inzake videoconferentie.
Ik verzoek u om uw technici of fractiesecretarissen die tekst goed te laten bekijken, zodat we die volgende week in de commissie voor het Reglement en de Hervorming van de parlementaire werkzaamheden kunnen goedkeuren.
Je vous propose de prendre en considération
et de renvoyer à la commission compétente:
- la proposition (M. Patrick Dewael)
modifiant du Règlement de la Chambre des représentants visant à adapter la
manière dont la Chambre délibère à la suite d’une situation grave et
exceptionnelle qui menace la santé publique et qui empêche des membres de la
Chambre d’être physiquement présents, n° 1100/1.
Ik stel u voor inoverweging te nemen en
naar de bevoegde commissie te zenden:
- het voorstel (de heer Patrick Dewael)
tot wijziging van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers
teneinde de wijze waarop de Kamer beraadslaagt en besluit aan te passen ten
gevolge van een ernstige en uitzonderlijke toestand die de volksgezondheid
bedreigt en die het Kamerleden verhindert om fysiek aanwezig te zijn,
nr. 1100/1.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
De heer Lachaert heeft het woord.
02 Discussion de la déclaration
du gouvernement (continuation)
02 Bespreking van de verklaring
van de regering (voortzetting)
02.01 Egbert Lachaert (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de eerste minister, collega's, het coronavirus houdt ons land in de greep. Niet alleen ons land; de beelden uit Italië, waar ziekenwagens en militaire voertuigen heen en weer rijden met de overledenen van deze ramp, staan op ons netvlies gebrand.
De situatie in ons land is vandaag helemaal nog niet van dezelfde grootteorde. Wij mogen ook gelukkig zijn omdat ons gezondheidszorgsysteem goed uitgewerkt is en dat wij hopelijk klaar zijn om wat op ons afkomt aan te kunnen.
Wij staan samen voor een enorm moeilijke opdracht. Ik wil hier van de gelegenheid gebruikmaken om iedereen te feliciteren en te bedanken die er in dit land voor zorgt dat mensen geholpen kunnen worden. In ziekenhuizen, in woonzorgcentra, op vele plaatsen waar mensen hulp nodig hebben.
Op zich zou iedereen natuurlijk graag veiligheid inbouwen en thuisblijven, zoals gevraagd wordt door de regering, maar sommige mensen hebben die keuze niet. Voor sommige jobs moet men aanwezig zijn om ervoor te zorgen dat anderen geholpen worden of dat de winkelrekken vol blijven met voeding en dat de hele keten niet stilvalt. Op dat vlak wil ik namens mijn fractie iedereen bedanken die zich daarvoor, vandaag en de komende weken, zal inzetten.
Intussen proberen wij maatregelen uit te werken, mensen te informeren. Maar de chaos is toch een feit. Zelfs met de maatregelen die de regering neemt, en waarvan er vanmiddag een aantal op onze agenda staan, waaronder de overbruggingsvergoeding voor de zelfstandigen en de handelaars, die heel belangrijk is voor mensen die vandaag hun zaak moeten sluiten. Zij hebben hun vaste kosten en zij moeten toch verder leven? Wij zorgen ervoor dat zij een overbruggingsvergoeding krijgen. Maar zelfs dan, met alle maatregelen die genomen worden, en die ook wijzigen, zijn er enorm veel vragen bij die mensen.
Ik meen dat iedereen die politiek actief is, wij allemaal, maar ook mensen die lokaal actief zijn, dezer dagen de handen vol heeft door hulplijn te spelen voor heel veel mensen die vragen hebben wat nog kan of wat niet meer kan. Wij moeten ons uiterste best doen om de mensen zo goed mogelijk te informeren en door deze moeilijke situatie te leiden.
Er is geen eenvoudige of snelle uitweg uit deze moeilijke situatie. Zij zal nog enige tijd aanhouden. Het is dan ook de plicht van ieder van ons de regels die er zijn om ervoor te zorgen dat deze situatie zo kort mogelijk duurt, effectief na te leven.
U ziet, wij doen hier al ons best om afstand te houden. Help elkaar en blijf in uw kot, zoals onze minister van Sociale Zaken pleegt te zeggen.
Daarnet is de term "digitale samenkomst" gevallen. Het is ook onze plicht om in de mate van het mogelijke de situatie zo goed mogelijk op te volgen en bij te sturen waar mogelijk.
Collega's, dit zijn bijzondere tijden. Een crisis als deze biedt evenwel ook opportuniteiten, bijvoorbeeld tot samenhorigheid, samenwerking en het overstijgen van kleinere belangen, zoals de partijbelangen. Als politiek toeschouwer, want dit weekend was ik een toeschouwer, kon ik alleen maar met veel afgrijzen, samen met vele anderen, kijken naar het gedrag van sommige participanten in de discussie. Nu de opportuniteit er was om een regering te maken die nationale eenheid zou uitstralen, ging die kans jammer genoeg verloren, door politieke spelletjes, profileringsdrang of partijbelang. Zo geraakt men nergens. En het is schabouwelijk dat burgers die nu elke dag met belangrijke vragen zitten, hierop hebben moeten toekijken.
Ik ben dus geen gelukkig man als ik sommige verklaringen van de voorbije week bekijk. De verstrikte politieke Wetstraat moet nu uiteindelijk een ander creatief scenario bewandelen om ons land tot oplossingen te brengen. De crisis die voor ons ligt, kan immers alleen maar aangepakt worden door een regering met volheid van bevoegdheden. Een regering in lopende zaken met volmachten zou niet volstaan. Wij weten niet eens of het Parlement de komende weken nog fysiek zal kunnen vergaderen.
Wat moet er dan gebeuren als er besluiten moeten genomen worden of wetten moeten klaargemaakt worden die niet binnen de vandaag voorziene domeinen liggen? Wij spreken vandaag immers over economische maatregelen, over handelaars die moeten sluiten, over technische werkloosheid voor werknemers, wij hebben discussies over het leveren van mondmaskers, waaraan een tekort is in de zorgsector, die men dringend nodig heeft en waarop wij zitten te wachten. Morgen kan het echter evengoed gaan over de elektriciteitsbevoorrading of andere structurele problemen in ons land, die wij vandaag niet voorzien hadden. Wat moet er gebeuren als wij dan niet kort op de bal kunnen spelen met een regering met volheid van bevoegdheden en een Parlement dat zou gelimiteerd zijn in zijn manier van samenkomst?
Om die reden ben ik het niet eens met de collega's die zeggen dat het zou volstaan om de regering in lopende zaken te laten en haar een aantal volmachten te geven. Het Parlement zou dan ook geen enkele controle meer uitoefenen op die regering in lopende zaken. Wij zouden dan immers zelfs geen motie van wantrouwen kunnen indienen ten aanzien van de regering. Wij kunnen een regering in lopende zaken ook slechts beperkt ondervragen over haar beleid. Zij kan eigenlijk weinig nieuw beleid ontwikkelen.
Nu zal die regering, onder leiding van onze eerste minister, als ze het vertrouwen krijgt vanmiddag, wel volledig verantwoording moeten afleggen aan het Parlement.
Bovendien geven wij geen blanco cheque. Dat is duidelijk. Samen met de partijen die de volmachtbesluiten zullen goedkeuren, zal de regering worden opgevolgd.
Ik hoop dan ook dat iedereen die zich ter zake had geëngageerd, daarin zijn rol zal blijven spelen.
Het is voor mij ook duidelijk dat de regering die wij vanmiddag het vertrouwen willen geven, geen voorafname is van deze of gene coalitie. Het is een regering die de zaken doet die de burgers vragen en die moeten gebeuren, om ervoor te zorgen dat het land kan blijven doordraaien, dat de zorg kan worden geleverd en dat de economie en essentiële zaken kunnen gebeuren, zodat de bevoorrading in ons land is verzekerd. Het is een regering die doet wat ze moet doen om de crisis aan te pakken. De opvolging zal gebeuren door een aantal democratische partijen, die samen de besluiten willen goedkeuren om de regering dat alles ook te laten doen.
Ook is het duidelijk dat mevrouw de eerste minister Sophie Wilmès erop heeft gewezen dat de huidige situatie voor zes maanden geldt. Daarna oordelen wij opnieuw over wat er moet gebeuren.
Collega's, tegen dat ogenblik hoop ik werkelijk dat onder de politieke fracties en partijen een andere sfeer heerst, waardoor wij iets kunnen creëren dat constructiever is dan wat de voorbije week werd tentoongespreid. Iedere democratische partij moet goed beseffen dat met zo'n gedrag de mensen elk geloof in de politiek verliezen.
Collega's, plus est en nous. Onze fractie zal de regering gedurende zes maanden het vertrouwen geven. Ik roep alle democratische fracties hier in het Parlement op het algemeen belang boven het eigenbelang te zetten – country before party –, om duidelijke afspraken te maken tijdens het politiek overleg dat wij zullen houden en waarbij wij elkaar moeten steunen. Ons gemeenschappelijk doel, namelijk op de best mogelijke manier uit de huidige crisis in ons land geraken, moeten wij altijd voor ogen houden. Wij moeten ervoor zorgen dat de gezonde bedrijven en handelaars niet overkop gaan. Wij moeten ervoor zorgen dat de volksgezondheid kan worden hersteld en gegarandeerd. Wij moeten ervoor zorgen dat mensen hun job niet verliezen. Wij mogen hen niet in de steek laten, maar moeten hen antwoorden bieden. Wij moeten solidariteit tonen.
Net zoals iedereen in ons land nu solidariteit toont en zijn best doet om iedereen te helpen die noden heeft, moeten ook wij voor solidariteit staan. Samen komen wij op die manier de huidige moeilijke periode te boven.
02.02 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de eerste minister, heren ministers, collega's, de wereld is in crisis, Europa is in crisis, ons land is in crisis, misschien wel de grootste crisis die ons land ooit heeft meegemaakt. Het coronavirus bedreigt onze gezondheid, onze economie en onze veiligheid. Het virus maakt geen onderscheid tussen arm en rijk, tussen jong en oud, tussen land of taal. Iedereen kan worden getroffen, iedereen is bezorgd en wij moeten allemaal voor elkaar zorgen.
Daarom is het belangrijk dat alle burgers de veiligheidsmaatregelen consequent opvolgen en zo de levens van anderen redden. Daarom is het zo mooi dat veel vrijwilligers zich vandaag massaal inzetten om anderen te helpen in deze moeilijke tijden. Daarom verdienen al de mensen die vandaag in de vuurlinie staan, ons grootste respect. Zij zetten zich elke dag in voor anderen, ook al lopen ze daardoor een groter risico. Ook al zijn ze ongerust, toch kunnen wij elke dag op hen rekenen. De Belgen tonen zich niet enkel dapper, maar ook solidair. Enkel met solidariteit slaan wij ons samen door de crisis.
Collega's, voor die solidariteit is een sterke overheid nodig, een sterke overheid die een goede gezondheidszorg organiseert, een sterke overheid die de veiligheid garandeert, een sterke overheid die de noodzakelijke maatregelen neemt, niet alleen vandaag, maar altijd.
Artsen en zorgpersoneel hebben voldoende mondmaskers en ander beschermingsmateriaal nodig. Ziekenhuizen hebben voldoende bedden en geneesmiddelen nodig, zodat ze iedereen kunnen helpen. Bedrijven en personeel vragen om hun inkomen in deze crisistijden te beschermen. Al die mensen rekenen daarvoor op een sterke overheid.
Zoals ik al zei, zitten wij in een crisis. Uitzonderlijke tijden vragen uitzonderlijke maatregelen. Mensen verwachten van de politiek daadkracht en actie om elke burger te beschermen. Bij uw vraag naar ons vertrouwen en naar volmachten, mevrouw de eerste minister, staan de gezondheid en de veiligheid van de mensen centraal.
Daarom is er ook een beperking in de tijd; daarom is er ook een beperking in thema's die belangrijk zijn voor de aanpak van de crisis: volksgezondheid, sociale zekerheid, arbeidsmarkt, veiligheid en economie.
Op die manier geeft de regering dan ook aan dat ze geen misbruik wil maken van de situatie. De sp.a-fractie heeft er bewust voor gekozen om de volmachtenwet en de motie van vertrouwen te steunen. Beide zijn nodig in deze crisis. We willen immers niet het risico lopen dat er in volle crisis door procedures onnodig tijd wordt verloren om dringende maatregelen te nemen. Die tijd is nodig om mensenlevens te redden en de gezondheid en de veiligheid van mensen te beschermen. De volmachten en het vertrouwen zijn beperkt tot de aanpak van de crisis.
Voor sp.a moet nu alles wijken voor het garanderen van de gezondheid en de veiligheid van de mensen. Dat is nu de essentie, een oplossing voor de crisis. Daar moet de politiek zich vandaag mee bezighouden. Neem een voorbeeld aan al wie al van bij het begin verantwoordelijkheid heeft getoond en niet heeft gewacht op de politiek. Ik denk aan onze dokters en ons zorgpersoneel, onze winkelmedewerkers, onze postbodes, onze huishoudhulpen, onze slagers en onze bakkers, onze agenten en onze cipiers, onze koeriers en onze chauffeurs, onze vuilnisophalers, onze journalisten, onze leerkrachten, onze kinderverzorgsters en onze werknemers die niet thuis mogen blijven en iedere dag met een bang hart naar hun werk gaan. Ik denk ook aan alle burgers die de sense of urgency inzien, want de belangrijkste manier om het virus massaal niet te verspreiden is de burgerplicht om zo weinig mogelijk contact met elkaar te hebben.
Collega's, we zijn hier vandaag niet met velen, maar ik meen dat we samen wel luid kunnen applaudisseren voor alle mensen die vandaag ons land recht houden. (Applaus)
Premier, het
vertrouwen dat wij u vandaag geven is geen blanco cheque. Wij willen een
oplossing voor de crisis die ons land in zijn greep houdt. Daarom zal sp.a de
motie goedkeuren en geven wij ook onze volle steun aan een regering die de
volgende zes maanden als enige taak heeft de coronacrisis daadkrachtig aan te
pakken.
02.03 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, madame la première ministre, chers collègues, s'il est une chose sur laquelle nous sommes désormais d'accord, c'est que la situation est gravissime. Cette dernière requiert que l'on agisse rapidement, avec discernement et avec toute la force possible. Pour ce, il nous faut un gouvernement disposant d'un poids suffisant pour répondre aux attentes du pays.
On peut évidemment ergoter à l'infini et même polémiquer de manière stérile. Les propos de certains politiques ici ou sur les réseaux sociaux notamment, allant jusqu'à parler de "coronadictature", m'ont profondément choquée.
Il est des moments où l'on doit faire taire les divergences et se concentrer sur l'essentiel, sur ce qui est vital. Notre devoir est de faire face au tsunami pandémique qui nous frappe.
Nous pensons que, pour agir efficacement, le plus efficacement possible, il faut être uni autour du seul objectif que nous poursuivons tous: sauver un maximum de vies et tout faire pour éviter l'horrible dilemme italien de devoir choisir qui soigner. C'est pour cette raison que le cdH octroiera sa confiance à votre gouvernement.
La confiance que nous vous accordons n'est ni illimitée, ni aveugle. C'est une confiance pour une durée limitée, dans un cadre déterminé et avec un objectif bien identifié: la pandémie. Nous vous accordons notre confiance pour l'avenir parce que nous pensons que, tous ensemble, il est possible de faire mieux. Et nous vous appelons, madame la première ministre, mesdames, messieurs les ministres, à être encore plus attentifs aux réalités vécues sur le terrain.
Agir contre la pandémie, c'est garantir la prise en charge optimale des patients. C'est la priorité de toutes les priorités. Pour ce, il vous faut mettre tout en œuvre pour soutenir, pour mettre à disposition tout le matériel indispensable afin que les soignants puissent exercer dans les meilleures conditions possibles à domicile, à l'hôpital, en maison de repos, en tout lieu. Médecins, infirmiers, aides-soignantes, pharmaciens, dentistes, kinésithérapeutes, laborantins, techniciens, aucun soignant ne peut être oublié!
Je songe aux masques trop longtemps attendus, mais pas seulement.
Permettez-moi de partager avec vous ici la détresse de soignants comme, par exemple, celle des infirmiers à domicile. Les procédures interdisaient de leur distribuer des masques. Ils sont pourtant en première ligne, au contact direct des patients. Ils ne peuvent pas les aider en virtuel. C'est à vous de corriger le tir.
D'autres équipements vont manquer. Dans les hôpitaux aujourd'hui, les unités de soins intensifs sont déjà en train de repousser les murs. Les médecins sont déjà en train de tenter d'être créatifs pour démultiplier les respirateurs. C'est le cas dans ma région qui, il est vrai, figure parmi les régions les plus touchées du pays.
Il vous faut anticiper les besoins et faciliter au maximum la tâche déjà extrêmement lourde des soignants. Les jours qui viennent risquent d'être de plus en plus difficiles pour eux.
Je voudrais vraiment que vous soyez à l'écoute de tous les Belges. Dans le fond, c'est ce qu'ils vous ont demandé aussi: renforcer le soutien à tous les soignants. Les Belges vous l'ont symboliquement demandé hier soir à 20 h en applaudissant tous ces soignants.
Agir contre la pandémie pour freiner le virus, c'est aussi anticiper et adapter la stratégie. En la matière, certaines questions se posent. Comment garantir de manière efficace le confinement dans la durée? Comment, sur le plan européen, éviter que des décisions des pays limitrophes fragilisent la Belgique? Les Pays-Bas, par exemple, ont choisi une stratégie totalement différente sur le plan sanitaire.
Madame la première ministre, au plan européen, à vous de prendre des contacts le plus rapidement possible car on ne peut tenir des stratégies à ce point différentes dans des pays limitrophes! C'est mauvais pour tout le monde!
D'autres questions se posent sur la stratégie, notamment sur un dépistage beaucoup plus massif pour éviter des récidives lorsque le confinement pourra être progressivement levé.
Agir dans cette pandémie, c'est aussi tout faire pour en amoindrir ses conséquences et soutenir tous ceux qui sont touchés et balayés dans leur quotidien par la perte de leur emploi, par la diminution ou la perte de leurs revenus, par leur activité qui s'effondre et qui a été mise à l'arrêt suite aux décisions du gouvernement. Dans les familles, certains doivent garder les enfants du fait des écoles fermées. Certains perdent les économies d'une vie. Ils sont inquiets pour eux-mêmes et pour leur famille, ils sont inquiets pour leur avenir. Ils sont salariés, indépendants, fonctionnaires, retraités. Il y a de multiples secteurs et il est impossible de tous les citer.
Vous avez pris un certain nombre de mesures positives et nous les soutenons, ainsi que les Régions. Mais les appels à l'aide se multiplient et vous devrez prendre des mesures beaucoup plus fortes et beaucoup plus larges pour prendre en compte ces situations diversifiées avec la plus grande souplesse possible.
La route sera longue et difficile mais des lueurs pointent à l'horizon. Les premiers tests de vaccins et de médicaments ont débuté. Le confinement peut produire des effets. Des grandes entreprises adaptent leur production aux besoins. Les chercheurs de l'Université de Namur ont mis au point un nouveau test de dépistage qui permet de se passer des réactifs. Autant d'espoirs dans une situation difficile!
En Belgique, je vois les soignants qui se dévouent sans limite. Comme toujours! Je vois aussi de nombreuses personnes dans de multiples secteurs – alors qu'elles sont sans doute inquiètes pour leur santé – qui continuent leur job pour nous permettre de poursuivre tout simplement notre vie. Je pense à la police, la sécurité, la logistique, l'alimentation, le transport, la communication, mais il est impossible de les citer tous.
Qu'ils en soient toutes et tous profondément remerciés.
Je vois aussi que de très nombreux Belges font ce qu'ils peuvent pour se protéger mutuellement, avec beaucoup de bonne volonté. Nous avons tous un devoir: celui de sauver des vies comme soignants, mais aussi comme citoyens en respectant les règles. En effet, chacun de nous a besoin des autres pour aller mieux. Nous sommes tous des alliés les uns des autres. Du reste, l'expression "distanciation sociale" devrait être rebaptisée "distanciation physique", parce que, si le COVD-19 doit nous tenir éloignés les uns des autres physiquement, ce n'est pas vraiment le cas socialement: appels téléphoniques; échanges grâce à tous les moyens de communication et aux réseaux sociaux; petites aides bénévoles en faveur des plus fragiles, des aînés, des amis et des voisins - autant de belles petites choses de la vie. C'est notre force à tous.
Être solitaires ne nous empêche en rien d'être solidaires. Je vous remercie.
02.04 François De Smet (DéFI): Monsieur le président, madame la première ministre, chers collègues, nous devons faire face à des événements d'une ampleur inédite. Jamais, je crois, les générations politiques en charge aujourd'hui n'ont dû affronter un tel danger. Un danger non seulement pour les plus âgés ou les plus fragiles, mais également un danger pour chacun. En effet, rappelons-le ici: il y a, et il y aura, des victimes jeunes de ce virus.
L'épreuve que nous affrontons est redoutable parce qu'elle nous demande des efforts à contre-courant de ce qu'est la nature sociale de l'être humain. Elle nous demande de cesser de voir nos familles et nos amis, de nous replier chez nous. Elle nous demande de sauver des vies en nous restreignant dans notre vie de tous les jours, dans un monde où la liberté représente un acquis fondamental. Chacun doit accomplir sa part.
Moi aussi, à cette tribune, je souhaite remercier les soignants, les médecins généralistes et spécialistes, les infirmières et infirmiers - à l'hôpital, en home ou à domicile -, les pharmaciens ou encore les dentistes, mais également les forces de police, les pompiers, les caissières, les facteurs, les éboueurs, les agents pénitentiaires; toutes celles et tous ceux qui, par leur métier public ou privé sont contraints de rester sur le terrain.
Tous, ils sont aujourd'hui à la hauteur de la situation. Le minimum que nous devons tous faire, quelle que soit notre place dans cet hémicycle est de l'être, nous aussi.
Notre premier devoir est de donner au personnel soignant les moyens de se battre en leur fournissant bien sûr des masques et des respirateurs en suffisance, et rapidement; en leur octroyant des renforts pour prévenir le moment où ils seront débordés; en leur offrant du temps grâce aux mesures de confinement aptes à ralentir pour de bon cette épidémie.
Le premier contrat social, c'est celui qui protège physiquement les membres de la communauté, mais rarement il ne prend autant de sens qu'aujourd'hui. C'est à toute une population que nous demandons de restreindre ses libertés pour que nous puissions sauver des milliers de vies. Chacun comprend à présent que le prix à payer est nécessaire.
Nous devons aussi, bien sûr, aider les victimes indirectes sociales, car c'est un tsunami qui s'abat sur notre économie. Non seulement le secteur horeca, mais aussi les fournisseurs, le tourisme, la culture et tous les salariés ou indépendants dont l'activité a été stoppée net par l'épidémie ou par les mesures de confinement.
L'État fédéral et les entités fédérées devront trouver des moyens pour les aider. Ces moyens devront être à la hauteur du préjudice, c'est-à-dire exceptionnels. Je salue bien sûr la libération d'une provision exceptionnelle d'un milliard ainsi que les mesures déjà prises par le fédéral et les entités fédérées. Mais nous le voyons déjà, ce ne sera pas suffisant. Osons parler d'exonération de charges sociales ou de loyers commerciaux plutôt que de leur report. Osons demander la solidarité du secteur bancaire, notamment dans les crédits hypothécaires pour aider les plus précarisés. Car nous le savons, ces semaines, ces mois seront une période de néant en termes d'activité. Il serait donc normal que ce soit aussi le cas pour les charges.
Et puis songeons aux plus faibles: les sans-abri qui n'ont pas de chez-soi où se confiner; les demandeurs d'asile que nous ne pouvons pas décemment abandonner à leur sort et que je vous demande, madame la première ministre, de ne pas sacrifier; et puis tout simplement, celles et ceux que ce confinement risque d'enfermer dans la solitude.
Oui, le travail est gigantesque et d'évidence, le gouvernement n'aura que peu d'énergie pour se concentrer sur autre chose que la lutte contre ce virus.
Chers collègues, nous avons basculé dans une dimension où les catégories politiques habituelles ne sont plus valides. L'un des principes les plus fondamentaux en politique, c'est de pouvoir faire la différence entre ses adversaires et ses ennemis. Un adversaire, c'est un concurrent dans le champ démocratique, avec qui nous croisons le fer, mais selon des règles communément acceptées et dans des temps normaux. L'ennemi, c'est celui qui veut vous détruire et qui est une menace pour le système lui-même.
En démocratie, lorsque la menace est globale, existentielle, il ne devrait plus y avoir d'adversaire; il devrait y avoir un seul ennemi, en l'occurrence, ici, le coronavirus.
La logique, le bon sens, mais simplement aussi le sens de l'État, exigent de vous soutenir, madame la première ministre, dans cette période exceptionnelle et pour un mandat limité, parce que c'est la santé des habitants qui est en jeu. Parce qu'il n'y a plus de temps à perdre. Alors oui, on peut s'énerver qu'un gouvernement de plein exercice avec une véritable majorité ne soit pas advenu. Moi aussi, je le regrette, comme tous ceux qui se sont épuisés avec des propositions au cours des derniers mois.
Comment ne pas voir qu'aujourd'hui, l'essentiel est ailleurs? Comment ne pas réaliser que la menace à laquelle nous devons faire face exige de mettre de côté toute amertume, toute rancœur ou tout simplement tout autre intérêt? Comment, en un mot, peut-on ne pas se joindre à une union nationale, alors que, jamais dans l'histoire récente de notre pays, l'intérêt général n'aura été aussi facile à identifier, à savoir sauver des vies?
L'heure des bilans, notamment sur le financement des soins de santé ou sur les masques, viendra plus tard. Notre premier devoir aujourd'hui ici, c'est d'aider les soignants sur le terrain et protéger la population. Toute autre considération est secondaire et même un peu pénible. Je crois que l'histoire jugera plutôt durement celles et ceux qui auront préféré le jeu cynique et politique à l'intérêt général.
Dans son roman, La Peste, Albert Camus écrit ceci: "À partir de ce moment-là, il est possible de dire que la peste fut notre affaire à tous. Jusque-là malgré la surprise et l'inquiétude que leur avaient apportées ces événements singuliers, chacun de nos concitoyens avait poursuivi ses occupations, comme il l'avait pu, à sa place ordinaire. Et sans doute, cela devait continuer. Mais une fois les portes fermées, ils s'aperçurent qu'ils étaient tous, et le narrateur lui-même, pris dans le même sac et qu'il fallait s'en arranger."
Nous en sommes là, chers collègues. Les portes sont fermées mais nous sommes dans le même sac. La peste est là: celle du virus bien sûr mais aussi celle de l'égoïsme, de l'indifférence, du repli sur soi qui peuvent en faciliter la propagation. C'est une crise existentielle, non seulement parce qu'elle menace des vies mais aussi parce qu'elle nous contraint, pour nous en sortir, à faire société et à faire corps.
Je me réjouis que notre État fédéral ait ainsi retrouvé de la verticalité. Le fédéral impulse - c'est son rôle - en étroite coordination avec les entités fédérées au sein du Conseil national de sécurité. Cette crise nous rappelle non seulement qu'il existe encore un État fédéral, mais qu'il est indispensable. C'est dans les moments de crise que ce qui est précieux émerge.
Pour conclure, chers collègues, il y a longtemps, en réalité, que nos pays riches jouissant d'un certain bien-être au regard du reste de la planète, n'ont pas eu à expérimenter une telle peur, un tel inconfort – même si, un jour, ces désagréments paraîtront bien peu de choses au regard de l'histoire, au regard de ce que d'autres êtres humains ont à endurer chaque jour. C'est une épreuve que nous subissons tous ensemble et qui, au bout du compte, sera d'abord révélatrice sur nous mêmes.
Puissions-nous ainsi, le jour où nous en serons sortis, réaliser aussi la chance qui est la nôtre, malgré tout, de vivre dans un pays, certes avec ses défauts, avec ses précarités et ses blocages, mais qui a toujours maintenu et défendu un système de santé à la fois performant et accessible! Rendons-nous compte de notre chance et soyons à la hauteur pour préserver ce qui est plus précieux, à savoir la vie!
Pour cette raison, madame la première ministre, c'est avec conviction que, non seulement, mon groupe DéFi, vous accordera la confiance pour gérer cette crise, mais que nous vous aiderons du mieux de nos moyens, dans les six prochains mois, pour aider à protéger les habitants de notre pays. Je vous remercie.
De voorzitter: De heer Dedecker heeft het woord.
02.05 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de voorzitter, dames en heren ministers, collega's, laat me eerst zeggen dat ik wat beschaamd ben over mezelf omdat ik deze crisis niet heb zien aankomen en te laat heb gereageerd.
Het is geen excuus, maar er is wel een reden voor. Twintig jaar al zwerf ik rond hier, in dit Huis van wantrouwen. Ik moet het eerlijk zeggen: dat kan ook de geest besmetten. Mijnheer Lachaert, u zult het zich misschien nog herinneren van uw vader dat in 1999 Open Vld en paars aan de macht zijn gekomen met de dioxinecrisis. Door die crisis werden twintig miljoen kippen geslacht en het kostte de schatkist een half miljard euro. De enige doden die er toen waren, vielen er door de zelfmoord van enkele pluimveeboeren.
Ondertussen heb ik hier fipronil, creutzfeldt-jakob, SARS, vogel- en varkensgriepen de revue zien passeren. In 2009-2010 kenden we de Mexicaanse griep. Ook toen gaven we de regering volmachten. Volgens het Rekenhof heeft dit toen 85 miljoen euro gekost. Negen miljoen ongebruikte vaccins werden vernietigd en onlangs heeft men nog 4,7 miljoen rottende mondmaskers ontdekt in het leger.
Ik wil het dus niet gebruiken als excuus, maar ik heb altijd al wantrouwen gehad tegenover het gezag. Omdat ik mij toch vergist heb, mea culpa.
Ik ben echter niet alleen beschaamd over mijzelf. Ik heb vooral plaatsvervangende schaamte voor het vunzige en macabere machtsspel dat zich bij deze regeringsvorming heeft afgespeeld. Machiavelli zou de voorbije weken bij u in de leer geweest kunnen zijn. U kent allen waarschijnlijk, zeker aan Vlaamse kant, de éminence grise van De Standaard, journalist Guy Tegenbos. De collega verwees al naar wat hij schreef: "Ik volg de politiek al 40 jaar en heb nog nooit zoveel leugens, bedrog, postjesjagerij en gekonkel gezien in één week tijd." Daarom ben ik toch een beetje verwonderd over alle emotionele speeches die ik tot nu toe heb gehoord.
Laat ons even recapituleren. Terwijl de bevolking aan het hamsteren sloeg en angstvallig wacht op het virus, reikte de grootste partij van het land de hand aan de grootste partij van Wallonië. Er was dus een akkoord om een volwaardige noodregering te vormen om de oorlog aan te gaan, zoals ik het onze voorzitter zo mooi hoorde zeggen tijdens De Afspraak op tv.
In de politiek zijn woorden echter even vluchtig en giftig als chloroform en loert er een Brutus om elke hoek. Ik zag zondagmorgen de heer Magnette op RTL alles verloochenen wat de nacht voordien besloten was. In een land in crisis heeft men het recht niet om de democratie te negeren. Groen, CD&V, sp.a en Open Vld laten zich ten koste van de democratie meesleuren in een Waals discours van misprijzen voor de Vlaamse meerderheid.
Jullie verkopen je ziel aan een minderheidsregering met een Vlaamse minderheid. Het is voor mij zelfs ongezien en onbegrijpelijk dat socialisten en ecologisten applaudisseren voor een regering met tien liberale ministers. Hun enige verbindingslijm is het slijm van een griepvirus. De restregeringen Michel II, Wilmès I en Wilmès II zijn met 38 op 150 zetels de kleinste minderheidsregeringen die België ooit gekend heeft. Zij zijn, op de regering-Spaak II na, de enige minderheidsregeringen waar 's lands grootste politieke partij geen deel van uitmaakt. Spaak II kreeg echter nooit het vertrouwen van het Parlement en was slechts 18 dagen tussen de eedaflegging en de vertrouwensstemming aan het bewind.
Uw regering, mevrouw Wilmès, is de eerste minderheidsregering in 190 jaar Belgische geschiedenis die bijzondere volmachten krijgt van een leeg Parlement. Wie angst en emoties beheert, krijgt altijd absolute macht. Wij trekken ten strijde tegen de grootste crisis van deze eeuw met een ondemocratische lilliputregering. Wij moeten gigantische economische schade zien te voorkomen en die nadien zien te herstellen met een gedoogregering van schuldmagneten en belastingknuffelaars.
Mevrouw Wilmès, aangaande de maatregelen tegen het virus zelf zult u mijn steun krijgen, hoe klein ook. Ik verheug mij er zelfs over dat men ondertussen plots de hinderpremie ontdekt heeft. Het is een wet van mijzelf, uit 2004, die ik erdoor gekregen heb dankzij de toenmalige steun van mevrouw Laruelle, want alle linkse partijen die hier vandaag emotioneel staan te roepen, waren er toen tegen. Het heeft twee jaar geduurd om die wet indertijd door de Senaat goedgekeurd te krijgen. Het is een klein detail, maar het is dikwijls noodzakelijk de geschiedenis te kennen.
Mevrouw de premier, u vraagt nu het vertrouwen op basis van een mini-regeringsverklaring, waarin zo weinig mogelijk staat, en zonder een regeerakkoord. De grenzen van de bevoegdheden van uw regering worden zo vaag omschreven dat niets de volledigheid in de weg staat. Achter het mondmasker van corona schuilt een Waalse politieke strategie van Vlaamse onderwerping en regionale alleenheerschappij.
Als de mondmaskers na zes maanden zullen afvallen, zal Vivaldi waarschijnlijk niet zijn vier seizoenen spelen, maar zijn Gloria, ook de moeite om te beluisteren. De Vlaamse Parlementsleden kunnen dan De Stomme van Portici neuriën.
Een onthoofd Parlement in quarantaine, vertegenwoordigd door een handvol fractieleiders, moet hier nu het debat aangaan over een regeringsverklaring van haikuformaat.
Beste voorzitter, ik moet u eigenlijk feliciteren. U bent de sluwe, geslepen architect van deze anti-Vlaamse coalitie. U kent waarschijnlijk alle truken van de foor. Door mevrouw Wilmès als formateur aan te duiden en als premier de eed bij de Koning te laten afleggen, tegen alle afspraken in, wat ze hier nu allemaal vergeten, kan deze ploeg in principe aanblijven tot 2024. Alleen een motie van wantrouwen kan haar terugsturen.
Uw partij, de Open Vld, mijnheer de voorzitter, kwam aan de macht bij de dioxinecrisis en blijft er nu dankzij de coronacrisis.
Dit is geen volwaardige regering, collega's. Het is een minderheidsregering van MR, Open Vld en CD&V met gedoogsteun van PS, sp.a, Ecolo, Groen, DéFI en cdH onder leiding van de grootste poppenspeler in dit debat, Paul Magnette.
De gedoogsteun is zogezegd beperkt tot coronamaatregelen die onmiddellijk worden omgezet in volmachten, waardoor de gedoogsteun in werkelijkheid niets meer voorstelt. Erger nog, uw regering, de minderheidsregering Wilmès II, krijgt gedurende drie tot zes maanden alle macht in handen. Kan het nog ondemocratischer voor een parlementaire democratie?
U vraagt het vertrouwen, mevrouw, voor partijen die zelf het vertrouwen van de bevolking niet meer genieten. Als we de opiniepeiling van vorige week mogen geloven, behalen de twee Vlaams-nationalistische partijen samen de absolute meerderheid en halen al de andere nauwelijks het dubbele van de kiesdrempel. Kom mij dan niet vertellen dat ik jullie niet heb gewaarschuwd. Cynischer kan politiek haast niet zijn.
Wie niet ziek wordt van het coronavirus, wordt het waarschijnlijk van de huidige politiek.
De voorzitter: Wij zijn aan het einde van de eerste reeks uiteenzettingen gekomen. Ik geef het woord aan mevrouw de eerste minister voor haar repliek.
Mag ik vragen of er in het Halfrond leden zijn die na het antwoord van de regering zouden willen repliceren? Is daar enige belangstelling voor, teneinde dat organisatorisch te regelen?
Wij zullen afwachten en luisteren dan nu naar de eerste minister voor het antwoord van de regering.
02.06 Eerste minister Sophie Wilmès: Mijnheer de voorzitter, dames en heren volksvertegenwoordigers, het beschermen van de gezondheid van onze medeburgers is ons hoofddoel, onze plicht, onze verantwoordelijkheid, maar ook ons engagement.
Dat is wat ons allemaal moet mobiliseren, voortdurend, in de uren, dagen en weken die komen. In deze ongekende situatie is het absoluut noodzakelijk samen te werken. Ieder van ons heeft een rol te spelen, niet alleen om zichzelf te beschermen, maar ook om onze naasten en andere burgers te beschermen. Het verantwoordelijkheidsgevoel, de solidariteit, de moed, maar ook het vertrouwen in ons vermogen weer op te staan, sterker uit deze beproeving te komen, moet ons meer dan ooit drijven.
Ik besef hoe moeilijk de dinsdagavond aangekondigde nieuwe maatregelen liggen en hoezeer zij een impact hebben op ons dagelijks leven. Maar gelet op de urgentie en de ernst van de situatie zijn deze opofferingen onontbeerlijk.
Dans ce combat de dévouement, l'abnégation du personnel soignant, des chercheurs, des puéricultrices, des caissières et caissiers, de toutes celles et ceux que je ne nomme pas ici car la liste serait longue, de celles et ceux qui s'investissent au quotidien pour venir en aide aux autres et continuer à faire tourner notre pays, est exemplaire.
Gouvernements, parlements et toutes les autres entités du pays ont eux aussi un rôle essentiel à jouer. Ils doivent travailler main dans la main, en confiance mutuelle afin de prendre, au bon moment, les décisions qui s'imposent et veiller à leur implémentation de manière fluide et dans les meilleurs délais.
À ce sujet, je rappelle que chacune et chacun d'entre nous, en se rendant au travail le matin, peu importe les domaines d'activité, sommes autant de maillons d'une même chaîne, une chaîne humaine qui permet, en définitive, directement ou par des chemins un peu plus longs, d'assurer que les meilleurs soins puissent être apportés à nos malades.
Het vertrouwen tussen de regering en het Parlement moet formeel worden door middel van een vertrouwensstemming. Over een paar uur wordt u gevraagd om over de motie van vertrouwen te stemmen. Dat moet gebaseerd zijn op een essentieel principe, de huidige regering via de vertrouwensstemming de volledige capaciteit geven om deze crisis met succes te beheren, niet meer en niet minder. Zo verbinden wij ons ertoe om de gezondheidssituatie tijdens de coronacrisis te beheren, om de openbare orde te beheren en te handhaven alsook om de sociaal-economische problemen van de loontrekkenden en de zelfstandigen te verlichten. We moeten ook stap voor stap de economische ontplooiing en relance voorbereiden, zodra de crisis voorbij is.
Le vote de la confiance n'est pas un blanc-seing. Il ne permet pas au gouvernement de se soustraire à son obligation de transparence vis-à-vis du Parlement. Je me suis engagée à limiter l'action du gouvernement en dehors des sujets relatifs à la gestion de la crise du coronavirus. Les autres aspects seront gérés dans un cadre similaire à celui des affaires courantes. De plus, je reviendrai au plus tard dans six mois pour redemander votre confiance.
La question des pouvoirs spéciaux devra également être abordée en termes de santé publique, affaires sociales, sécurité et économie.
Dit zijn allemaal onderwerpen die met de verschillende vertegenwoordigers van de politieke partijen zullen worden verduidelijkt en uitgewerkt, vooraleer ze uiteraard ter stemming aan de Kamer van volksvertegenwoordigers zullen worden voorgelegd. De uitvoering van de bijzondere machten zal in ieder geval aan het einde van deze periode door het Parlement moeten worden gecontroleerd.
Zoals ik net heb gezegd, zal het vertrouwen tussen het Parlement en deze regering moeten blijken uit de formele stemming over een motie deze namiddag.
Ce vote de confiance s'inscrit dans la grande union que j'ai appelée de mes vœux, dans cette volonté de travailler ensemble de manière constructive et dans l'intérêt de tous. Chacun, chacune devra faire preuve de sang-froid, d'une grande capacité de travail, de sens critique mais de courage aussi, mettant de côté les stratégies et les déclarations de nature à nous diviser, alors que nous avons besoin, plus que jamais, d'être unis.
Iedereen zal blijk moeten geven van zelfbeheersing, van kalmte, van grote werkkracht, van kritisch inzicht en zeker van moed. Wij moeten afzien van strategieën en verklaringen die ons zouden kunnen verdelen, terwijl wij meer dan ooit verenigd moeten zijn.
Nous mesurons notre responsabilité. Je mesure la mienne. Vous trouverez en ma personne et dans l'ensemble du gouvernement un partenaire loyal et à l'écoute, mais aussi concentré sur sa tâche et pleinement mobilisé et déterminé à mener à bien sa mission.
Vous aussi, prenez soin de vous et continuez à prendre soin des autres.
Zorg goed voor uzelf en blijf goed zorgen voor de anderen.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord?
02.07 Tom Van Grieken (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de eerste minister, ik heb u horen verklaren dat er pas na het aflopen van de volmachten controle zal worden uitgeoefend.
Ik vind dat wij dat als democraten niet mogen laten passeren. Wij geven hier in emotionele tijden via een bijzondere wet snelsnel volmacht aan een minderheidsregering. Ik vind dat er deze namiddag een commissie moet worden opgericht, waarmee wij deze minderheidsregering iedere week kunnen controleren.
Wij gaan toch geen vijgen na Pasen hebben omdat wij pas achteraf controleren wat deze regering met deze volmachten doet?
Mevrouw de eerste minister, ik vind het jammer dat u het nu niet hebt herhaald, maar u hebt bij uw regeerverklaring gezegd dat alle partijen die u zouden steunen in uw volmacht zullen worden betrokken bij het tot stand komen van die volmacht. Ik heb u dat vandaag niet horen herhalen, dus ik vrees dat mijn partij eraan is voor de moeite en dat al uw woorden, zoals samenwerken, verantwoordelijkheidsgevoel, solidariteit en verenigd moeten zijn, maar praat voor de vaak zijn.
02.08 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik was oorspronkelijk niet van plan om een repliek te geven, maar ik zou het toch jammer vinden mochten de replieken zich beperken tot het betoog van de heer Van Grieken. Het is voor iedereen duidelijk dat er bijzondere tijden aanbreken, waarin evident ook onze werkzaamheden in de mate van het mogelijke moeten worden voortgezet. Ik heb daarnet in mijn betoog ook gezegd dat dat voor onze fractie heel belangrijk is.
Er is echter nog iets belangrijker dan dat. Ik begrijp, eerlijk gezegd, niet waarom sommige collega's het zo vaak over zichzelf hebben gehad vandaag, zo vaak over de eigen partij en zo vaak over de toekomstige coalitie. Op hetzelfde moment zijn hier medewerkers in de Kamer aan de slag, die vanochtend, net als vele andere landgenoten, zijn vertrokken met een klein hartje en zich afvragen of het virus hen vandaag te pakken zal krijgen. Het gaat vandaag niet over de N-VA, niet over Vivaldi, niet over paars-groen of paars-geel. Het gaat over een gemeenschappelijke vijand, en dat is het coronavirus.
Er is gesproken over opportunisme en cynisme, maar ik voel mij op dat vlak helemaal niet aangesproken. Ik ben tevreden dat socialisten, ecologisten, de collega's van cdH en DéFI zeggen dat zij in deze uitzonderlijke tijden geen ministerposten hoeven te hebben om te strijden tegen corona. Dat is exact hetzelfde, mijnheer Van Grieken, als wat mensen vandaag in de zorg doen. Onze dokters en verplegers vragen ook geen loonopslag om de crisis te bestrijden. In partijpolitieke termen en voor cynici is het misschien een risico om een regering te gedogen, maar ik kan als mens geen andere keuze maken.
Dat risico is klein bier vergeleken met het risico dat de mensen vandaag op het terrein lopen. Het is heel erg afwachten wat dit de komende zes maanden zal worden. Het is een democratisch experiment, maar ik denk dat wij dit aankunnen, dat dit land daartoe in staat is. Genoeg mensen, negen partijen met vier miljoen kiezers in dit land, kunnen dit samen doen. Dan lukt dat en dan laten wij ons niet afleiden door mensen die op dit moment met partijpolitiek bezig zijn. Die belofte kan ik alvast doen.
02.09 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de voorzitter, ik vind dit redelijk hypocriet. Ik hoor hier de les spellen door mensen die zeggen dat we nu met zijn allen moeten samenwerken. Hoewel ik maar een heel kleine bijdrage kan leveren, ben ik als eerste bereid om samen te werken. Wat ik aan de kaak heb willen stellen, is het macabere politieke spel dat uw partij heeft meegespeeld. Ik hoor collega's hier spreken over "verbinden". U heeft er de mond van vol, maar het spel dat u de afgelopen weken heeft gespeeld ten opzichte van de grootste partij in dit land, is een gemiste kans. Als men naar de oorlog gaat, doet men dat met een noodregering, met zoveel mogelijk mensen. De eerste die veto's heeft uitgesproken, was u. Ik heb uw partij gehoord, ik heb de heer Nollet gehoord, zondagmorgen op RTL, toen hij de heer Magnette bijsprong. U loopt aan het handje van Ecolo, omdat u anders vrijwel geen recht van bestaan meer heeft met 8 %. Ik heb er nog minder, maar stop toch eens met iedere keer iemand de les te spellen inzake verbinden, terwijl u de grootste partij bent inzake het uitsluiten van de grootste Vlaamse partij.
02.10 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Monsieur le président, je ne parlerai pas du passé. Ce qui nous intéresse, c'est la victoire pour le futur. Je pense que tout a été dit politiquement. Nous n'en rajouterons pas à ce sujet dans la réplique. Ce qui m'intéresse est que l'on continue à débattre du futur. Le mandat est tout de même très large. J'entends bien qu'il comprend la lutte contre le coronavirus. Le côté sanitaire est évidemment urgent et j'ai déjà dit qu'à ce sujet vous aviez le soutien constructif du PTB.
Cependant, de nombreuses autres questions vont se poser, notamment au niveau économique. Ce ne sera pas la première ni la dernière crise au sujet de laquelle le débat portera sur la question: "Qui va payer?". Nous verrons le bilan dans six mois. J'ai effectivement des craintes qu'une nouvelle fois les plus riches soient épargnés et que les plus pauvres et les travailleurs soient victimes. Ce débat restera animé par la gauche contre la droite. Il faut arrêter de dire que ce type de débat n'aura pas lieu. Je voudrais juste avoir des garanties que ce débat puisse continuer à avoir lieu.
Il y a d'abord un aspect technique. Le but n'est tout de même pas de continuer à se réunir comme aujourd'hui. Nous savons très bien que nous prenons des risques. Nous devons résoudre ce problème technique. Mais il y a aussi un accord politique.
Je rappelle que quand les pouvoirs spéciaux ont été votés, différentes traditions de débats se sont manifestées. Si j'ai bien relu les annales parlementaires, sous Martens-Gol, on a assisté à une grande tradition de longs débats démocratiques. Il paraît que le temps des questions et réponses durait des heures. Nous ne pouvons pas faire cela aujourd'hui vu les questions sanitaires. Il y avait beaucoup de questions de contrôle. Je rappelle que les pouvoirs spéciaux n'interdisent pas le contrôle au niveau du gouvernement.
Je me suis laissé dire que la tradition sous les pouvoirs spéciaux de Jean-Luc Dehaene était un petit peu moins démocratique et avait été un peu plus renvoyée. Je suis pour le fait d'obtenir des garanties que le débat parlementaire continuera par vidéoconférence. Le but n'est pas de continuer à se voir physiquement. Ce serait un mauvais exemple pour la population, et ce serait de toutes façons un mauvais exemple pour nous-mêmes aussi.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Mag ik in mijn hoedanigheid van voorzitter van de Kamer even op een aantal punten ingaan, opdat daarover geen misverstanden zouden bestaan?
Ten eerste, wij zijn na de verklaring van de eerste minister gevat door een motie. De vertrouwensstemming daarover zal deze namiddag om 14.30 uur plaatsvinden.
Eens de vertrouwensstemming is aanvaard, zal de normale parlementaire controle, niet alleen op het gebruik van eventuele bijzondere machten, maar op alle aspecten van het regeringsbeleid, kunnen worden uitgeoefend.
Er zullen ook moties kunnen worden ingediend, in voorkomend geval vertrouwensmoties en moties van wantrouwen.
Dat is vrij essentieel in een normaal parlementair bestel. De checks-and-balances moeten er zijn tussen een parlement, enerzijds, en een uitvoerende macht, anderzijds.
Uw dienaar heeft zich de voorbije dagen en weken altijd afgezet tegen de constructie dat aan een regering in lopende zaken volmachten zouden worden gegeven. In dat geval wordt immers effectief alles uit handen gegeven.
Dat is mijn persoonlijke overtuiging en ik geef dat ook aan in mijn hoedanigheid van voorzitter van de Kamer en niet om het debat te rekken. De eerste stap die wij moeten zetten, is effectief nagaan of het vertrouwen al dan niet kan worden gegeven.
Ten tweede, ik heb tot op het huidige uur – het is nu 12.29 uur – nog altijd geen tekst, tenzij er iets is toegekomen, over de bijzondere machten ontvangen.
Mijnheer Van Grieken, wanneer het Parlement door een dergelijke tekst wordt gevat, zullen wij die tekst vanzelfsprekend in de commissie moeten bespreken en die bijzonderemachtenwet moeten goedkeuren. Daarin zal natuurlijk ook worden bepaald op welke manier de parlementaire controle daarop zal moeten worden uitgeoefend.
Het voordeel van bijzondere machten is dat de regering snel en efficiënt besluiten kan uitvaardigen, maar die besluiten maken achteraf natuurlijk altijd het onderwerp uit van parlementaire controle en ratificatie. Als die tekst binnenkomt, zal ik daarmee doen wat moet, namelijk hem in overweging laten nemen et cetera. Dat is het normale parlementaire spel.
Als dat vandaag nog kan, dan zal het vandaag nog gebeuren. Als dat vandaag niet meer mogelijk is, dan zullen we onze werkzaamheden moeten organiseren. Daarom heb ik de Conferentie van de voorzitters deze namiddag, na afloop van de plenaire vergadering, bijeengeroepen.
Ten derde is er natuurlijk de stemming over de voorlopige kredieten. Als de vertrouwensmotie is aangenomen, dan sta ik er natuurlijk op – dat gebeurt eigenlijk in vrij grote consensus – dat er deze namiddag ook over het ontwerp inzake de voorlopige kredieten kan worden gestemd.
Daarmee heb ik de verschillende elementen aangegeven en weet het Parlement waar het voor staat.
Il reste une question qui a été posée hier en Conférence des présidents et j'ai proposé un texte en vue d'une adaptation du Règlement.
Het is niet eenvoudig om vergaderingen bijeen te roepen. Daarom stel ik voor dat wij gebruikmaken van aangepaste regels, onder andere in verband met het quorum. Middels videoconferenties zullen wij in de komende weken de mogelijkheid hebben om ons parlementair werk in aangepaste vorm uit te oefenen.
J'ai rédigé ce texte. Il a été distribué et pris en considération. La semaine prochaine, la commission du Règlement pourra donc également approuver un tel texte.
Dat wilde ik nog meegeven aan de Kamer, niet om polemisch te zijn, maar gewoon om te zeggen waarvoor wij nu staan de komende uren en dagen.
Ik stel voor dat wij onze werkzaamheden nu opschorten. We komen ten vroegste samen om 14.30 uur om de eenvoudige reden dat dit het moment was waarop de eerste minister mij haar motie heeft bezorgd.
We komen hier samen in dezelfde samenstelling in deze zaal. U weet hoe de stemwerkzaamheden zijn georganiseerd. Dat zal over verschillende commissiezalen worden verdeeld.
Vraagt nog iemand het woord?
02.11 Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, vous avez évoqué une Conférence des présidents. Je crois que cela suscite un petit trouble. Ce n'est pas prévu pour aujourd'hui?
Le président:
Si, c'est aujourd'hui, après la séance plénière, cet après-midi. De uitnodiging is rondgestuurd.
02.12 David Clarinval, ministre: Monsieur le président, en Conférence des présidents hier, nous avions également évoqué un vote sur le texte sur le droit passerelle. M. le ministre Ducarme doit-il venir? Il ne figure pas dans la liste des personnes autorisées à entrer.
Le président: Oui, c'est un autre projet. Cela va de soi. Nous avons convenu, en Conférence des présidents, que ce débat-ci se ferait en présence de la première ministre et des vice-premiers. Il va de soi, quand il y a un autre projet, que le ministre compétent soit présent.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 19 maart 2020 om 14.30 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 19 mars 2020 à 14 h 30.
La séance est levée à 12 h 33.
De vergadering wordt gesloten om 12.33 uur.
Ce compte rendu n'a pas d'annexe. |
Dit verslag heeft geen bijlage. |