Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 2 avril 2020

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 2 april 2020

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14 h 17 et présidée par M. Patrick Dewael.

De vergadering wordt geopend om 14.17 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.

 

Le président: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le Compte Rendu Intégral de cette séance ou son annexe.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het Integraal Verslag van deze vergadering of in de bijlage ervan.

 

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Sophie Wilmès, Alexander De Croo, Philippe De Backer.

 

01 Adoption de l’ordre du jour

01 Goedkeuring van de agenda

 

Collega's, voor een goed begrip deel ik u mee dat deze vergadering, met op de agenda mondelinge vragen, bijgewoond wordt door de vraagstellers en de fractieleiders. De regel is dat er twee leden per fractie aanwezig mogen zijn in het halfrond en elke fractie bepaalt onderling wie dat zijn.

 

Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.

Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.

 

02 Renvoi d'une proposition

02 Verzending van een voorstel

 

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 2 avril 2020 et à la demande des auteurs, je vous propose de renvoyer la proposition suivante à la commission de l’Énergie, de l’Environnement et du Climat: la proposition de loi (Mmes Barbara Creemers, Séverine de Laveleye, Laurence Hennuy, Tinne Van Der Straeten et Sarah Schlitz, MM Kristof Calvo, Georges Gilkinet et Dieter Van Besien, Mme Zakia Khattabi et M. Albert Vicaire) visant à interdire la mise sur le marché des biocides et des produits phytopharmaceutiques contenant des substances actives de la famille des néonicotinoïdes, n° 975/1.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 2 april 2020 en op verzoek van de indieners, stel ik u voor volgend wetsvoorstel te verwijzen naar de commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat: het wetsvoorstel (de dames Barbara Creemers, Séverine de Laveleye, Laurence Hennuy, Tinne Van Der Straeten en Sarah Schlitz, de heren Kristof Calvo, Georges Gilkinet en Dieter Van Besien, mevrouw Zakia Khattabi en de heer Albert Vicaire) tot invoering van een verbod op het op de markt brengen van biociden en gewasbeschermingsmiddelen die actieve stoffen van de familie der neonicotinoïden bevatten, nr. 975/1.

 

Cette proposition avait été précédemment envoyée à la commission de la Santé et de l’Égalité des chances.

Dit wetsvoorstel werd eerder verzonden naar de commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Questions

Vragen

 

03 Samengevoegde vragen van

- Steven Matheï aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De aanpak van de coronacrisis op lange termijn" (55000565P)

- Barbara Pas aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De communicatie van de regering over de aanpak van de coronacrisis" (55000566P)

- Georges Gilkinet aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De coronacrisis" (55000567P)

- Sander Loones aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "Het Belgische standpunt over de aanpak van de coronacrisis op het EU-niveau" (55000580P)

- Catherine Fonck aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "COVID-19" (55000582P)

03 Questions jointes de

- Steven Matheï à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La gestion à long terme de la crise du coronavirus" (55000565P)

- Barbara Pas à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La communication du gouvernement sur la gestion de la crise du coronavirus" (55000566P)

- Georges Gilkinet à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La crise du coronavirus" (55000567P)

- Sander Loones à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La position de la Belgique dans la gestion de la crise du COVID-19 à l'échelon UE" (55000580P)

- Catherine Fonck à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Le COVID-19" (55000582P)

 

03.01  Steven Matheï (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de eerste minister, het zijn bijzondere tijden nu de coronacrisis heel ons maatschappelijk leven op zijn kop heeft gezet. Intussen wordt de zorg op volle toeren gegeven aan de mensen die het nodig hebben en dit door verschillende actoren op het terrein. De maatregelen die noodzakelijk waren, worden afgedwongen door lokale besturen en door de veiligheidsdiensten. De mensen in de logistiek, het onderwijs en de voeding draaien volop mee om alles zo goed mogelijk te laten verlopen.

 

Gelukkig zijn er heel wat solidariteitsacties ontsproten, wat aantoont dat we in België toch ook een warme samenleving hebben. De focus ligt daarbij natuurlijk op de gezondheid van eenieder. Dat is goed en dat moet ook zo. Het is belangrijk om daarbij de economie en de economische gevolgen niet te vergeten. De economische motor moet immers blijven draaien. Ik heb een aantal vragen bij de korte en de lange termijn.

 

Voor de korte termijn hebben de regering en verscheidene ministers al tal van maatregelen genomen als het overbruggingsrecht, de mogelijkheden tot uitstel van belasting enzovoort. Ook de deelstaten hebben hun duit al in het zakje gedaan. Gisteren kondigde bijvoorbeeld Vlaanderen nog een heel aantal maatregelen aan. Dat heeft allemaal tot doel een economisch bloedbad en onnodige faillissementen te vermijden, inbegrepen de daarbij horende persoonlijke drama's voor zowel zelfstandige eigenaars als werknemers.

 

Wat vandaag nog ter tafel ligt, is de vraag naar incentives voor de werkende mensen en de vraag naar een combinatie van tijdelijke werkloosheid en tewerkstelling in bepaalde sectoren die het moeilijk hebben en die helpende handen tekortkomen, zoals de zorg, de retail en de akker- en tuinbouw.

 

Wat de lange termijn betreft, moeten wij absoluut vermijden dat we in een lange recessie terechtkomen en moeten wij focussen op investeringen (…)

 

De voorzitter: U moet afronden. Ik vestig uw aandacht op de spreektijd.

 

03.02  Steven Matheï (CD&V): (…)

 

De voorzitter: Collega's, ik maak nog eens van de gelegenheid gebruik om u mee te delen dat u twee minuten spreektijd krijgt en dat er een overschrijding van 15 seconden is ingecalculeerd.

 

03.03  Barbara Pas (VB): Mevrouw de eerste minister, de communicatie van de regering over de aanpak van de coronacrisis is een echte warboel. Openlijk spreken ministers elkaar tegen en spreken zij hun experten tegen. Op ongeveer 24 uur tijd kregen wij wel vier verschillende versies te horen over de vraag of koppels die niet bij elkaar wonen, elkaar al dan niet mogen bezoeken. Terwijl uw vice-eersteminister De Croo op de radio aankondigt dat het federaal onderzoekscentrum Sciensano de vraag zal herbekijken of iedereen een mondmasker moet dragen, houdt minister De Block vol dat mondmaskers niet helpen en dat zij een vals gevoel van veiligheid geven. In Tsjechië roept de overheid op om massaal mondmaskers te dragen, in Oostenrijk mag men de winkel niet meer binnen zonder mondmasker, in Slovakije en nu ook Bulgarije zijn maskers overal verplicht. In België kan men er een GAS-boete voor krijgen. PV's uitdelen is duidelijk makkelijker dan mondmaskers uitdelen.

 

Mevrouw de eerste minister, mondmaskers helpen wel degelijk: besmette personen beschermen zo anderen. Het is deze regering die voor een vals gevoel van veiligheid zorgt. Wat is er allemaal al niet beweerd in deze crisis? Testen helpt niet, een quarantaine na een vlucht uit het buitenland was niet nodig, het sluiten van de grenzen was ook niet nodig, en tot vandaag beweert u nog altijd dat mondmaskers niet helpen.

 

Mevrouw de eerste minister, vindt u het niet eerlijker om gewoon toe te geven dat wij geen maskers hebben, dat de zaak te laat werd ingeschat en dat wij nu wachten op voldoende productie? Klopt het dat het advies over de mondmaskers herbekeken wordt en dat er hierover zeer binnenkort een antwoord wordt verwacht, zoals uw vice-eersteminister beweert? Ik hoop dat u hierop een antwoord kunt geven, zodat er eindelijk een einde komt aan deze triestige mondmaskerade?

 

03.04  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la première ministre, notre cœur se serre, chaque jour, à l'annonce de nouveaux décès, à l'annonce du nombre de personnes admises en soins intensifs et qui luttent contre le virus.

 

Notre admiration et notre reconnaissance sont totales à l'égard du personnel des soins de santé qui se bat, chaque jour, avec elles. Notre gratitude est énorme aussi envers celles et ceux qui assurent les services de base ou qui acceptent de rester confinés chez eux pour éviter la propagation du virus.

 

Nous devons être à la hauteur de leurs efforts!

 

Madame la première ministre, ce qui est mis en œuvre, à ce stade, par le gouvernement fédéral n'est pas suffisant. Nous sommes inquiets pour le personnel de santé de première ligne dans les hôpitaux, mais aussi pour les infirmiers et les infirmières à domicile. Nous pensons aussi à tous les secteurs de l'aide aux personnes et particulièrement aux maisons de repos. Nous sommes inquiets pour toutes celles et tous ceux dont ils ont la charge.

 

Madame la première ministre, il est plus qu'urgent de pouvoir tester ce personnel pour permettre d'écarter les membres de ce personnel malades et éviter qu'ils ne contaminent les patients et les résidents, ce qui serait catastrophique.

 

Cela fait plus d'une semaine que des capacités supplémentaires de tests sont disponibles, mais non mises en œuvres. Des laboratoires privés et des universités sont prêts à réaliser des milliers de tests par jour. Ils n'attendent que le feu vert des autorités. Qu'attend-on?

 

Madame la première ministre, il est indispensable d'équiper ce personnel. Il serait insupportable de les laisser encore plus longtemps aller à la rencontre des patients sans être équipés correctement. Qu'en est-il du dédouanement et de l'homologation du matériel? Des stocks sont arrivés, sont entreposés dans des hangars, par exemple à l'aéroport de Bierset. A-t-on dégagé les moyens nécessaires pour accélérer ces procédures?

 

Si je m'adresse à vous, madame la première ministre, sur ces dossiers spécifiques, c'est parce que nous vous demandons d'utiliser votre autorité et votre rôle de première ministre pour accélérer la réponse à ces deux questions urgentes.

 

03.05  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de eerste minister, mijn vragen gaan over de Europese aanpak. Hoe krijgen we de noodzakelijke hulp zo snel mogelijk op de juiste plaats? Die vraag rijst in ons land, maar is eigenlijk voor heel Europa van toepassing. De regio's die het hardst getroffen zijn, zijn Italië en Spanje. Dat is bekend. Welnu, de Europese Unie kwam al met een fonds naar aanleiding van het coronavirus, goed voor meer dan 30 miljard euro, maar die hulp is niet op de juiste plaats terechtgekomen. In Hongarije zijn bijvoorbeeld 580 besmettingen. Dat land heeft 5,6 miljard euro steun gekregen. Spanje krijgt minder, maar telt wel meer dan 100.000 slachtoffers. Ook Italië krijgt minder. Dat land krijgt zelfs nog niet de helft van Hongarije en heeft meer dan 110.000 slachtoffers.

 

Dat is niet juist. Dat is niet eerlijk. We zouden dat allemaal moeten aanklagen.

 

Mevrouw de eerste minister, straks wordt een tweede schijf van dat Europees coronageld verdeeld. De Europese Commissie beseft dat de parameters niet correct zijn. Zij heeft zonet een nieuw voorstel gelanceerd om meer flexibiliteit toe te laten, zodat de landen die de steun het hardst nodig hebben, die steun ook echt zullen krijgen.

 

Zal België dat voorstel ook steunen, zodat de landen die de steun echt nodig hebben, die ook krijgen, en daarmee ook tegemoetkomen aan de commentaar van de N-VA?

 

Het coronafonds is een eerste stap. Wij weten echter allemaal dat het maar een beperkte hulplijn is en dat nog heel wat meer nodig zal zijn.

 

Wij zien debatten aankomen over eurobonds en over coronabonds. Nogal wat politici dromen daar al jaren over, zoals Guy Verhofstadt in het Europees Parlement.

 

Het zou jammer zijn te moeten meemaken dat zij de huidige crisis zouden misbruiken, om hun ideologische agenda door te drukken. Dat zou vooral jammer zijn, omdat wij daarmee Italië niet zouden helpen en omdat wij met coronabonds niet snel een oplossing kunnen bieden. Om dat deftig te doen, is immers één tot drie jaar nodig. Dat zeg ik niet; dat zegt de managing director van het Europees Stabiliteitsmechanisme.

 

Mevrouw de eerste minister, zal België op Europees niveau voor pragmatisme kiezen, zodat wij snel een oplossing kunnen geven? Zullen wij dus via het ESM werken, dat wij daarvoor ook willen versterken, zodat het geld snel terechtkomt bij de landen die het nodig hebben en het effectief wordt gebruikt voor investeringen in medisch en economisch materiaal?

 

03.06  Catherine Fonck (cdH): Madame la ministre, comme vous le savez, les soignants se donnent sans relâche pour les patients. Permettez-moi de rendre compte, encore une fois, de la situation qui reste extrêmement difficile sur le terrain. J'attire votre attention sur la pénurie de matériel de protection. Certains soignants restent toujours oubliés. Les pharmaciens n'ont toujours pas reçu de masques, et les kinésithérapeutes, quasiment pas non plus. Je me permets de vous interpeller sur ce sujet, encore et encore.

 

Le deuxième bras armé, à côté des mesures barrières et du confinement, est le dépistage massif. Il est évidemment vital. Nous devons répondre à deux questions. Qui est porteur du virus et peut contaminer, et qui a déjà été contaminé et est donc immunisé? On annonce 10 000 tests par jour. C'est une première avancée. Mais je voudrais insister auprès de vous. Pour tester un tiers de la population, il faudrait 300 jours. J'insiste dès lors pour qu'on puisse élargir toutes les possibilités de tests. J'attire votre attention sur l'arrêté royal qui a été pris par la ministre De Block le 17 mars, qui interdit les tests rapides. Je pense que cet arrêté pourrait être revu.

 

C'est d'autant plus vital que, sur le terrain, il reste des situations extrêmement délicates. La situation est très tendue dans les maisons de repos, notamment parce que des patients atteints du COVID-19 sortent de l'hôpital et se dirigent vers leur domicile ou vers les maisons de repos. Par rapport à cette difficulté, et au risque de contamination des autres résidents de maisons de repos, pourriez-vous examiner, avec les entités fédérées, la possibilité de structures intermédiaires entre l'hôpital et la maison de repos ou le domicile, pour éviter ce risque de contamination d'autres résidents?

 

Enfin, je voudrais évoquer le volet de l'anticipation de l'après confinement. Des annonces de reprise de certaines activités sont déjà parues. J'entends la date du 6 avril pour les Recyparcs, celle du 3 mai pour l'aéroport de Charleroi. N'est-ce pas prématuré? Y a -t-il eu concertation à ce sujet au Conseil national de sécurité? Cela a-t-il été discuté?

 

Enfin, j'appelle aussi à la cohérence européenne. Avez-vous pris des initiatives avec les pays limitrophes ou plus largement avec l'Europe, pour mener une action coordonnée et éviter au maximum les risques de rebond?

 

03.07 Eerste minister Sophie Wilmès: Mijnheer de voorzitter, geachte collega's, in dit halfrond en daarbuiten zijn wij ons allemaal terdege bewust van de omvang van de COVID-19-pandemie en van de ernstige gevolgen ervan.

 

Het is duidelijk dat de gezondheid van onze mensen prioritair is. Maar het virus heeft ook ons dagelijks leven, ons maatschappelijk leven en de vitaliteit van onze economie zwaar beïnvloed. In deze onrustige tijden is en blijft de overheid volledig toegewijd om de bevolking te beschermen.

 

Le gouvernement n'est, du reste, pas seul dans cette tâche. Je pense, bien sûr, aux différents niveaux de pouvoir qui participent, à leur échelle, à la gestion. Comme vous, monsieur Gilkinet, je pense également au personnel de santé, qui fait preuve d'un dévouement hors norme – malgré le stress et la fatigue –, aux forces de l'ordre, qui assurent le respect des mesures dans des conditions tout aussi difficiles, et, plus généralement, à toutes celles et tous ceux qui font tourner le pays grâce à leur travail. La Belgique les remercie pour leur courage et leur professionnalisme. J'ai nommé ici M. Gilkinet, mais je sais que chacune et chacun d'entre vous est préoccupé par cette question.

 

Derrière ces efforts qui méritent le respect, il reste la difficile réalité de la situation sanitaire, qui a été encore évoquée aujourd'hui – comme tous les matins. Malheureusement, nous devons dénombrer pour le moment 1 011 décès. Je voudrais profiter de ce moment court et fugace mais important pour adresser nos profondes condoléances à tous ceux qui ont perdu un être cher. Nous savons combien ces situations sont dramatiques.

 

Chaque matin, nos experts nous parlent de la difficile situation sanitaire. Ils ont également indiqué ce matin que nos efforts commençaient à porter leurs fruits et que la vitesse à laquelle le virus se propage diminuait. C'est en effet encourageant. Toutefois, je voudrais profiter du début d'un week-end qui s'annonce ensoleillé pour rappeler que ce n'est pas le moment de réduire les efforts. Nous savons combien c'est difficile pour chacun de nous: pour nos parents, nos enfants, nous-mêmes. J'insiste vraiment: quand on constate que les efforts paient, c'est précisément le moment où il importe de les poursuivre, dans l'intérêt de la santé de tout un chacun.

 

En ce qui concerne les hôpitaux, excusez-moi, monsieur le président, mais je voudrais faire le point. Vous savez qu'une analyse est fournie quotidiennement quant au nombre de lits disponibles, afin de prévenir toute saturation des hôpitaux. C'est la raison pour laquelle des seuils critiques ont été instaurés, en vue de garantir en amont une répartition optimale des patients entre chaque hôpital. Heureusement, cette redistribution est toujours possible aujourd'hui. En effet, selon les derniers chiffres qui m'ont été communiqués, l'occupation des lits en soins intensifs atteindrait le taux de 52 % sur l'ensemble du territoire.

 

Madame Fonck, vous avez évoqué la situation très difficile des maisons de repos. À la fois les hôpitaux travaillent à augmenter le nombre de lits disponibles en soins intensifs et, à la fois, nous essayons, avec les gouvernements des Régions, de développer par ailleurs, dans d'autres endroits, des capacités d'accueil pour les personnes qui devraient sortir de l'hôpital mais qui ne sont pas encore tout à fait en forme pour revenir en maison de repos. Ces capacités sont en plein développement. Nous soutenons évidemment les efforts des Régions dans cette perspective, puisque la lutte contre le coronavirus est nationale. C'est l'ensemble des forces qui peuvent être déployées par chacune et par chacun d'entre nous que nous devons développer.

 

Certes, la question de l'approvisionnement du matériel médical subsiste. Cela reste une préoccupation importante. Comme vous le savez, notre collègue, Philippe De Backer, a eu la charge de prendre en main cette difficulté qui est prégnante. Il utilise tout son temps pour ce faire. C'est sa priorité numéro 1. On parle effectivement de matériel médical. On parle aussi de matériel de test, avec à la clé non seulement la mise à disposition du matériel mais aussi les validations de ce matériel, l'accélération des procédures ainsi que la coordination. Ce sont les maîtres-mots et nous y travaillons.

 

Wat het gebruik van mondmaskers door het publiek betreft, begrijp ik dat mensen zich zo goed mogelijk willen kunnen beschermen tegen het coronavirus. Dat is een legitieme bezorgdheid. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie moeten de mondmaskers echter gereserveerd worden voor de zieken en de mensen die hen verzorgen. Onze deskundigen delen die mening.

 

Om heel duidelijk te zijn, zelfs al zou het aan te raden zijn voor de hele bevolking om een mondmasker te dragen, dan zou dat op dit moment niet haalbaar zijn. Ik wil u eraan herinneren dat er een tekort is op de wereldmarkt en dus niet alleen in België. Daarom heeft de RMG een prioriteitenlijst voor gebruikers opgesteld. Het is natuurlijk het medisch personeel dat blootgesteld is aan COVID-19 dat voorrang moet krijgen.

 

Rekening houdend met dit punt weten we dat we ook onze interne productiecapaciteit maximaal moeten ontwikkelen. Dat gebeurt echter niet van de ene dag op de andere.

 

C'est pourquoi le kern s'est réuni cette semaine, entre autres avec le secteur belge du textile, pour voir dans quelle mesure on peut être capable de lancer des initiatives au niveau belge dans les meilleurs délais. Ces contacts, ces engagements et ces initiatives se matérialiseront sous la houlette du ministre Geens.

 

Vous devez aussi savoir que nous avons rassemblé le secteur biopharma belge pour coordonner et booster les initiatives de recherche et de production dans le domaine qui nous intéresse au plus haut point pour l'instant, à savoir la lutte contre le coronavirus.

 

Het gezondheidsaspect van de crisis is inderdaad onze prioriteit, maar dat betekent niet dat wij de sociaal-economische gevolgen van deze crisis, die, zoals ik al zei, groot zullen zijn, verwaarlozen. Wij zijn volledig toegewijd. Ter herinnering, op 20 maart werd het tweede deel van het federaal sociaal-economisch beschermingsplan goedgekeurd. Een reeks maatregelen werd genomen om de koopkracht van de werknemers te waarborgen en de bedrijven en de zelfstandigen te ondersteunen. Die maatregelen zijn reeds vorige donderdag in de plenaire vergadering aan u uitgelegd.

 

Natuurlijk houdt het werk daarmee niet op. Het kernkabinet blijft zeer attent voor berichten van op het terrein. Wij werken voort, met die berichten in gedachten, samen met de RMG en met de Groep van Tien. Zo wordt momenteel een derde deel van het plan voor sociale en economische bescherming bestudeerd. Het doel is om de werknemers nog meer te ondersteunen.

 

On sait que les effets de la crise sont malheureusement appelés à s'inscrire dans le temps. C'est pourquoi nous devons aussi plancher dès à présent sur un scénario de sortie de crise. Pour ce faire, je tente de rassembler pour le moment un groupe d'experts de haut niveau. Ce groupe aura pour objectif d'élaborer une vision stratégique de déconfinement progressif. Ce groupe sera composé de membres éminents du monde scientifique, la santé d'abord, mais aussi de membres du monde économique et social.

 

Comme vous le savez, le Conseil national de sécurité a décidé le 27 mars dernier de prolonger les mesures jusqu'au 19 avril et le cas échéant, après évaluation, jusqu'au 3 mai. Il faut que vous vous souveniez aussi que ces décisions sont prises de manière collégiale, avec les Régions, chacun exerçant ses prérogatives pleines et entières dans ses compétences.

 

À partir du moment où nous considérons la reprise des activités, celle-ci se fera de manière progressive, comme je l'ai dit, mais certainement aussi à l'intérieur du cadre défendu par ces experts de haut niveau; ce groupe sera présidé par un scientifique. Je le répète, à ce moment-là encore, priorité sera donnée à la santé.

 

En ce qui concerne la gestion de la crise au niveau européen, le 26 mai dernier, j'ai eu l'occasion de participer à une réunion du Conseil européen par vidéoconférence. On y a abordé la question de la gestion des frontières, la mise en place d'un aperçu européen des stocks disponibles, des capacités de production et d'importation et le développement, au niveau européen, des efforts de recherche. On a également demandé au président du Conseil et à la présidente de la Commission de travailler aussi sur une exit strategy au niveau européen et sur un recovery plan économique.

 

Dans la perspective de ce sommet, j'ai été contactée pour soutenir une initiative de plusieurs États membres et nous avons, dans la foulée, écrit une lettre à Charles Michel, président du Conseil européen.

 

In die brief kwamen heel veel elementen aan bod, onder andere de uitwisseling van informatie over de verspreiding van het virus, de kwestie van de binnengrenzen en de noodzaak van flexibiliteit inzake de Europese begrotingsregels. Ook de economische situatie werd besproken.

 

Er werd geen oproep gedaan voor de lancering van een zogenaamde coronaobligatie. Er werd wel gesteld dat wij onder meer zullen moeten werken aan de invoering van een gemeenschappelijk schuldinstrument. De positie van België is niet nieuw, daar ons land altijd opengestaan heeft voor een discussie over een gedeeltelijke en voorwaardelijke onderlinge verdeling van de schuld.

 

In ieder geval zal België zich niet onvoorwaardelijk aan een dergelijk instrument verbinden. Daarom moet er echt werk gemaakt worden van een oplijsting van de voordelen en de beperkingen van een dergelijk instrument, zodat met volledige kennis van zaken kan worden geoordeeld of dat instrument wel of niet in de Europese Unie kan worden ingezet.

 

Wat de rest van uw vraag betreft, mijnheer Loones, Europa moet natuurlijk altijd proberen degenen te helpen die er het meeste nood aan hebben. Dat geldt voor Europa en dat geldt voor iedereen, meen ik, ook voor ons land, ook voor ons persoonlijk. België zal zeker en vast altijd die houding aannemen.

 

De voorzitter: Mevrouw de eerste minister, vanwege het belang ervan heb ik u uitvoerig en buiten de toegemeten tijd laten antwoorden. Ik verdubbel om die reden ook de repliektijd van elk lid die een vraag heeft gesteld.

 

03.08  Steven Matheï (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de eerste minister, ik ben blij met uw antwoord en ook met de maatregelen die u en uw regeringsploeg de voorbije weken hebben getroffen.

 

Inzake de economische maatregelen op korte termijn zullen wij blijven pleiten voor een mogelijke combinatie van tijdelijke werkloosheid en eventuele tewerkstelling in bepaalde sectoren, die het echt nodig hebben en waar helpende handen te kort zijn. Wij denken daarbij aan de zorgsector, aan de retailsector en aan de tuin- en akkerbouw.

 

Het zou een heel effectieve maatregel zijn, die bovendien niet per se meerkosten met zich hoeft te brengen.

 

Over de economische maatregelen op lange termijn wordt, naar wat ik heb gehoord, nu al nagedacht, wat een heel goede zaak is. Wij pleiten dan ook voor een echt relanceplan met tal van verschillende maatregelen, zowel gericht op het doen van investeringen door overheden en eventueel lokale overheden, als op het opkrikken van het vertrouwen van de consument.

 

Eenmaal de nu afgekondigde maatregelen zullen gaan liggen en zullen worden opgeheven, is het immers belangrijk dat de economie zich onmiddellijk kan herpakken en dat het leven kan doorgaan. Bestedingen van consumenten in de economie zijn daarbij heel cruciaal.

 

03.09  Barbara Pas (VB): Mevrouw de eerste minister, u zegt dat deze regering de aanbevelingen van de WHO volgt. Ik wist niet dat het een aanbeveling van de WHO was om de bevolking voor te liegen over het nut van mondmaskers omdat men er te weinig voorradig heeft. U zegt zelf dat de WHO mondmaskers voor zieke mensen aanbeveelt. Dan moet u weten wie ziek is. Dan moet u massaal testen. Er zijn heel veel zieke mensen die vandaag nog steeds niet worden getest.

 

Het is een aanbeveling van de WHO om het zorgpersoneel met mondmaskers te beschermen. U noemt dit een welvaartsstaat, maar tot op vandaag moeten wij vaststellen dat u niet in staat bent om het zorgpersoneel, de hulpdiensten en de ordediensten deftig en voldoende beschermingsmateriaal te bezorgen. Dat vind ik in deze tijd toch wraakroepend.

 

Het is een geblunder geweest tot nu toe. Er is geen strategische voorraad van mondmaskers. De bestellingen zouden via Guust Flater – Gaston Lagaffe begrijpt u misschien beter – vlotter verlopen zijn. Tienduizenden FFP2-mondmaskers die aan de ziekenhuizen werden geleverd, blijken nog niet eens geschikt voor medisch gebruik.

 

Mevrouw de eerste minister, dat moet uw prioriteit zijn. U moet het zorgpersoneel, dat wel goed bezig is en dat wel goed voorbereid is, beschermen om op die manier ook de bevolking te beschermen.

 

Er loopt heel wat mis. Wij hebben met het Vlaams Belang een voorstel tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie ingediend om een en ander na te kijken. Ik heb begrepen dat ook andere partijen die onderzoekscommissie genegen zijn, uiteraard na de crisis.

 

Het is inderdaad wel nodig om na te gaan hoe leiders van dit land hun macht gebruiken om wetenschappers te beïnvloeden in een poging hun eigen falen te camoufleren. De maskers zullen dan wel afvallen, mevrouw de eerste minister.

 

03.10  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Madame la première ministre, chers collègues, la priorité absolue des écologistes dans cette crise sanitaire que nous vivons, c'est la santé publique, c'est la protection des plus fragiles, c'est l'équipement des professionnels de la santé.

 

Si notre pays tient le coup ou à peu près, résiste, ce n'est pas grâce à notre capacité d'anticipation. Tout était écrit, en 2009, dans le plan pandémie, suite à la grippe (Influenza). Rien n'a été mis en œuvre. Cela nous met évidemment en colère. Si nous tenons le coup, c'est grâce au dévouement et à l'inventivité des soignants sur le terrain.

 

Madame la première ministre, je sais que les dossiers ont été répartis entre différents ministres, que des task forces ont été créées. Je pense qu'il est nécessaire de responsabiliser les uns et les autres. Mais il ne s'agit pas non plus de diluer la décision.

 

Si je me suis adressé à vous aujourd'hui, en toute connaissance de cause, c'est parce qu'il faut décider, aller de l'avant, foncer, agir; à l'image de ce que font les professionnels de la santé; et particulièrement sur ces deux questions que je vous ai posées: le testing et l'équipement.

 

Madame la première ministre, s'il vous plaît, appuyez sur l'accélérateur. Utilisez votre autorité et vous aurez notre soutien.

 

03.11  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de premier, voor het Europees debat luidt de vraag toch wel in welk kamp België zit, in kamp Zuid of in kamp Noord. Het traditionele antwoord van de premier luidt dat wij in geen enkel kamp zitten, maar dat België de diplomatieke brug zal zijn tussen het Noorden en het Zuiden van de Europese Unie. Dat klinkt mooi, maar de realiteit is dat u toch de indruk wekt dat u wel kamp kiest. Dat gebeurt wanneer u een brief ondertekent waarvan Griekenland, Spanje, Italië, Frankrijk en Portugal medeondertekenaars zijn, maar u tekende die brief in uw eentje, zonder overleg met de deelstaten. Overigens was ook de Belgische permanente diplomatieke vertegenwoordiging bij de EU, naar mijn informatie, niet op de hoogte. In een crisis doet u dat best niet. In een crisis kunt u best overleggen, zeker wanneer zulke zaken worden ondernomen en zeker wanneer de indruk wordt gewekt dat u wel pleit voor coronabonds. U zegt dat dit niet in de brief staat, maar de hele wereld heeft die brief toch wel anders gelezen.

 

Inzake het standpunt van België ben ik blij te vernemen dat u toch wat terughoudend bent ten aanzien van eurobonds. U wil een en ander eerst goed laten onderzoeken. Ik ben blij dat u de europarlementsleden van Open Vld, PS en Ecolo ervan hebt kunnen overtuigen om daar niet onmiddellijk in mee te stappen, want eurobonds zijn niet de oplossing om snel steun te geven aan Italië, echt onze grootste prioriteit. Er bestaan mechanismen die snel kunnen werken, waardoor de centen snel ter plaatse kunnen geraken. Laten wij die benutten. (Protest en rumoer)

 

De voorzitter: De heer Loones heeft het woord.

 

03.12  Sander Loones (N-VA): Ten slotte, het is goed dat u de Europese ambitie ondersteunt om de steun te laten terechtkomen bij de landen die de steun het meeste nodig hebben, zoals Italië. Toen N-VA dat punt maakte, werden wij uitgescholden in het Europees debat. Ik zie dat de Europese Commissie nu ons standpunt volgt. Dat u dat ook doet, is mooi.

 

De voorzitter: Mijnheer Loones, u moet afronden.

 

03.13  Sander Loones (N-VA): U zegt dat u dat niet alleen op Europees niveau, maar ook in eigen land doet. Welnu, ook daar zit er toch wel een onevenwichtige verdeling. Laten wij ervoor zorgen dat de financiële middelen terechtkomen in de regio (…)

 

03.14  Catherine Fonck (cdH): Nous sommes vraiment en désaccord avec ce qui vient d'être dit. Un patient est un patient, il n'y a pas d'étiquette sur son front, quelle qu'elle soit. La prise en charge et le soutien apporté doivent faire abstraction des étiquettes que certains voudraient y mettre.

 

Madame la première ministre, vous avez dit qu'il ne fallait surtout pas relâcher les efforts. C'est bien vrai! Que ce soit sur les mesures d'hygiène, sur la distance physique ou sur le confinement, il est vital de continuer. Permettez-moi d'insister pour que le gouvernement démultiplie ses efforts pour les soignants, qui se demandent s'ils auront assez de masques ou qui se demandent s'ils peuvent être testés. Cette situation pour les soignants est extrêmement difficile à vivre. Ils ont besoin de voir clair de semaine en semaine pour pouvoir prendre en charge les patients de manière optimale.

 

J'ai fait des propositions: plus de souplesse, lever certaines interdictions, lever certains freins. Tant mieux aussi si on peut avancer sur la production belge.

 

Pour les maisons de repos, la situation est délicate. Vous avez parlé de capacités mais il n'y a pas que cela. Il faut aussi éviter que des patients qui doivent sortir de l'hôpital parce qu'il n'y a pas d'autre choix contaminent des patients âgés plus fragiles.

 

Enfin, je retiens que vous plaidez pour la cohérence en Belgique. Il ne peut y avoir des vitesses différentes pour le déconfinement, ce serait le pire pour les citoyens. Il faut aussi une cohérence, à tout le moins avec les pays limitrophes, sinon le risque de rebond sera nettement plus important.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- Dieter Vanbesien aan Alexander De Croo (VEM Financiën en Ontwikkelingssamenwerking) over "Het dividend van BNP Paribas Fortis" (55000568P)

- John Crombez aan Alexander De Croo (VEM Financiën en Ontwikkelingssamenwerking) over "De dividenden van BNP Paribas" (55000570P)

- Raoul Hedebouw aan Alexander De Croo (VEM Financiën en Ontwikkelingssamenwerking) over "Het dividend van BNP Paribas Fortis" (55000571P)

04 Questions jointes de

- Dieter Vanbesien à Alexander De Croo (VPM Finances et Coopération au développement) sur "Le dividende de BNP Paribas Fortis" (55000568P)

- John Crombez à Alexander De Croo (VPM Finances et Coopération au développement) sur "Les dividendes de BNP Paribas" (55000570P)

- Raoul Hedebouw à Alexander De Croo (VPM Finances et Coopération au développement) sur "Le dividende de BNP Paribas Fortis" (55000571P)

 

04.01  Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, op het ogenblik dat heel de wereld de krachten bundelt in de strijd tegen het virus, op het ogenblik dat overheden en banken de handen in elkaar slaan om samen ervoor te zorgen dat ondernemingen, kmo's en zelfstandigen het hoofd boven water kunnen houden, op het ogenblik dat iedereen zich afvraagt waar dit zal eindigen en hoe de wereld er over enkele maanden zal uitzien, staat in Parijs een financiële reus, BNP Paribas, recht en kondigt aan dat hij zijn Belgische dochter Fortis financieel zal leegzuigen om dividenden uit te betalen. Hoe wereldvreemd kan men zijn? Zo moet het orkest van de Titanic zich hebben gevoeld. Er is niets aan de hand, we spelen rustig verder. BNP Paribas heeft het woord "corona" nog nooit gehoord en doet verder zoals gewoonlijk.

 

De Europese Centrale Bank vraagt dat de banken geen dividenden zouden uitbetalen. Mijnheer de minister, u vraagt hetzelfde aan de Belgische banken. Veel banken geven spontaan gevolg aan die oproep, maar sommige kijken dus ongegeneerd de andere kant op.

 

Wat BNP Paribas hier aankondigt, is onethisch. De gevolgen ervan gaan verder dan enkel een geldtransfer van Brussel naar Parijs. Als dat de houding is van een grote financiële speler in de eurozone, in hoeverre zal er dan nog vertrouwen zijn in de solidariteit en de slagkracht van een eengemaakte Europese bankenunie? Zo'n vertrouwenscrisis moeten wij te allen prijze vermijden.

 

Mijnheer de minister, ik heb daarom de volgende vragen. Ten eerste, bent u bereid om de vraag aan de banken om geen dividenden uit te keren dwingender te maken? Indien ja, op welke manier?

 

Ten tweede, bent u bereid om de maatregel breder te maken dan ons land alleen en om de Europese Centrale Bank en haar raad van toezicht te vragen om zo'n verbod op Europees niveau op te leggen?

 

04.02  John Crombez (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, we hebben nog geen idee van de diepte van de economische crisis. Op dit moment is het overal alle hens aan dek, ook bij zelfstandigen en ondernemers die het zelf moeilijk hebben. Zelfs die mensen zijn solidair en aan het helpen.

 

In een crisis zijn er natuurlijk altijd ondernemingen die proberen om superwinsten te maken en in de overtreffende trap ziet men dat bij een aantal grootbanken. Met een crapuleuze arrogantie, op een moment waarop we nog niet weten hoe erg het gaat worden, zeggen zij dat ze gewoon miljarden willen uitkeren aan aandeelhouders waarvan de meesten het niet nodig hebben. Wij horen dat trouwens zelf bij die aandeelhouders. Zij beslissen dat gewoon, zelfs in strijd met de regels van zorgvuldig bestuur van de banken zelf.

 

Mijnheer de minister, vorige week was onze voorzichtige vraag dus om ervoor te zorgen dat er in deze moeilijke omstandigheden geen dividenden worden uitgekeerd. We zullen die vraag nu echter in iets zeer dwingends moeten vertalen. Het Parlement mag immers op geen enkele manier aanvaarden dat binnen drie weken een miljardendividend wordt uitgekeerd, op een moment waarop niemand weet hoe groot de economische schade zal zijn.

 

Mijnheer de minister, ik zal daar twee zeer duidelijke vragen bij stellen en ik hoop ook op een duidelijk antwoord.

 

Ten eerste, bent u bereid om bij wet te verbieden dat er dividenden worden uitgekeerd, minstens tot 30 september, zolang de bankgarantie hier geldt? Zoniet zorgen we immers met belastinggeld voor reserves bij banken die ze dan kunnen uitkeren aan de aandeelhouders. U hebt hen gevraagd om dat niet te doen en ze steken gewoon de middelvinger op. Bent u bereid om bij wet te verbieden dat zij dividenden uitkeren?

 

Ten tweede, als zij gewoon doorgaan met hun internationale bancaire arrogantie, bent u dan bereid om ervoor te zorgen dat wij hier in het Parlement een amendement aannemen op de bankgarantiewet om alle overheidsgeld dat naar die Franse bank gaat terug te vorderen?

 

04.03  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Monsieur le président, mesdames et messieurs les ministres, notre peuple souffre. Les messages sont innombrables. Il est insupportable d'entendre tant de gens qui souffrent de la baisse de leur pouvoir d'achat, qui reçoivent, aujourd'hui, leur premier salaire ou ce qu'il en reste.

 

Monsieur le ministre, je tiens à vous donner quelques exemples, car je n'ai pas l'impression que le monde de la finance ait conscience de la situation. Il y a le cas de cette dame qui travaille 19 heures par semaine dans le cadre des titres-services et qui va devoir se débrouiller avec 600 ou 700 euros par mois. Il y a le cas de ce jeune homme de 32 ans, électromécanicien, qui a créé sa propre boîte, qui a engagé un travailleur, qui s'est lancé, qui a pris des risques et qui se retrouve, du jour au lendemain, sans aucun client. Ces gens ne parviennent plus à vivre! Et, en même temps, on apprend qu'une des plus grandes banques européennes décide de payer 1,9 milliard en dividendes. C'est quoi ce système? C'est quoi cette société? C'est quoi ces banques qui continuent à vouloir verser un maximum de pognon à leurs actionnaires alors que les gens souffrent?

 

Le pire, monsieur le ministre, c'est qu'on a donné plein d'argent à ces banques, en 2008, lors de la crise, et qu'elles étaient en grande difficulté. Combien a-t-on donné à Fortis? 10,4 milliards! Et, aujourd'hui, plutôt que d'aider les PME, plutôt que d'aider les travailleurs, les gens qui ne parviennent pas à joindre les deux bouts avec leurs crédits, Fortis continue à payer les dividendes à raison de 1,9 milliard.

 

Ma question est très claire, monsieur le ministre: allez-vous laisser faire? L'État est actionnaire de cette banque. Vous avez le pouvoir de dire stop et de décider que les dividendes ne doivent pas sortir des banques et doivent servir à aider les travailleurs. Monsieur le ministre, j'attends du volontarisme politique en la matière.

 

04.04  Alexander De Croo, ministre: Chers collègues, le coronavirus a un impact énorme au point de vue de la santé, mais aussi au point de vue financier. Beaucoup de gens voient leurs revenus baisser, ainsi que beaucoup d'entreprises.

 

De voorbije week hebben we zeer duidelijk gemaakt dat de banken een cruciale rol te spelen hebben op dit moeilijke moment, om ervoor te zorgen dat de financiering aan onze mensen, onze gezinnen en onze bedrijven, blijft komen. Vandaar dat we met de sector een overeenkomst hebben gesloten om ervoor te zorgen dat de gezinnen en bedrijven zes maanden uitstel krijgen op de huidige betalingen. We zullen ook met de overheid een schema van 50 miljard bijkomende financiering gedeeltelijk garanderen. We zullen samen met de sector, die zoals gezegd bijzonder veel goede wil toont, alles uit de kast halen om ervoor te zorgen dat voor wie getroffen is, de geldkraan niet wordt dichtgedraaid.

 

Mijnheer Crombez, in de commissie werd mij de vraag gesteld over het uitbetalen van dividenden. Ik heb zeer duidelijk gezegd wat voor mij prioritair is. Het ondersteunen van de reële economie, het opvangen van de verliezen heeft in mijn ogen absoluut voorrang op het uitkeren van dividenden of het inkopen van aandelen. Ik sta niet alleen met dat standpunt, zoals ook reeds gezegd: de ECB en ook mijn Franse collega hebben hetzelfde standpunt vertolkt. Een hele reeks banken heeft dit trouwens ook ingezien. KBC en ING hebben beslist om geen dividenden uit te keren. Bij Belfius vindt op dit moment een raad van bestuur plaats.

 

Par rapport à BNP Paribas, je ne veux et peux pas être le porte-parole de la banque évidemment. Néanmoins, il y a eu une communication hier de BNP Paribas, annonçant que la banque est en train de réévaluer la situation par rapport aux dividendes.

 

Het Belgische standpunt is de voorbije dagen zeer, zeer duidelijk geweest. Ik heb via diplomatieke contacten met Frankrijk de bevestiging gekregen dat dit standpunt ook in Parijs is gehoord en begrepen, en ik ga er dan ook van uit dat de herevaluatie waarvan ik daarnet melding heb gemaakt, betekent dat er geen dividenduitkering zal zijn.

 

04.05  Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik begrijp dat u uw invloed aanwendt om dit probleem op te lossen. Ik heb ook de indruk dat er van verschillende andere kanten druk wordt uitgeoefend op de bank om terug te komen op haar voornemen. Ik hoop dat ook de Franse overheid haar rol hierin zal spelen.

 

Het is echter niet de eerste keer dat deze bank beslissingen neemt die ons de wenkbrauwen doet fronsen. België is de grootste aandeelhouder van BNP Paribas. Wij hebben een zetel in de raad van bestuur. Het wordt tijd dat wij die stem luid laten klinken, het wordt tijd dat wij invloed hebben op het beleid van de bank, want als dat niet zo is, welk nut heeft het dan om die participatie te behouden? Als dat niet zo is, moeten wij onszelf maar eens de vraag stellen of wij daar nog wel thuishoren.

 

04.06  John Crombez (sp.a): Mijnheer de minister, ik had in de plenaire vergadering van vorige week voorspeld dat mijn betoog over uw wet op de bankgarantie – 50 miljard euro impliciete staatsschuld – er een zou zijn over de toekomst, namelijk over wat de banken zouden doen. Wij zijn nog maar zeven dagen verder en u herhaalt – dat siert u – dat u wilt dat zij geen dividenden uitkeren, maar zij trekken zich daar tot nu toe niets van aan. Er is een herevaluatie. Ik herhaal dat de wet die wij vorige week hebben aangenomen, maar één doel heeft, namelijk gezonde zelfstandigen en kmo's redden. Dat is het enige.

 

Ik snap dat u niet antwoordt op mijn vraag of wij de banken zullen tegenhouden met een wet als zij gewoon voortgaan met dat crapuleuze kapitalisme. Gaan wij dan het uitkeren van dividenden verbieden voor banken? Artikel 14 van de wet van 1996 voorziet in die mogelijkheid, dus dat zou niet eens nieuw zijn. Wij beseffen toch dat wij in onmogelijke omstandigheden zitten, waarin wij die grootbank dat geld niet gewoon zullen laten weghalen. Wij hopen dat zij zich zal gedragen, maar als zij dat niet doet in de komende weken, dan moeten wij ingrijpen en het wettelijk onmogelijk maken. Dat is blijkbaar de enige manier waarop zij echt luistert.

 

04.07  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Monsieur le président, monsieur le ministre des banques, vous avez en fait peu à dire sur les banques chez nous et c'est bien cela le problème. Nous vous avons déjà mis en garde la semaine passée sur le fait que la garantie bancaire ne devait pas être un chèque en blanc pour le secteur. Comme en 2008, va se poser la question de savoir qui va payer pour cette crise: les travailleurs ou les banques? À peine une semaine plus tard, on voit que les grandes manœuvres ont commencé. Une semaine! Honnêtement, je pensais qu'elles allaient attendre trois à quatre semaines, de façon à agir au milieu de la crise pour être un peu tactique. Non! Déjà maintenant, elles sont en train de penser au business.

 

Monsieur le ministre, vous nous dites que vous avez reçu des garanties. J'attends de voir. Il s'agit non seulement de savoir si des dividendes seront remis en France mais aussi de savoir si l'argent va sortir de Belgique. Ce sont deux questions séparées. Monsieur le ministre, avez-vous eu des garanties sur les deux aspects? Ou bien avez-vous eu des garanties uniquement sur les dividendes remis en France? Ou sur la question du départ de l'argent ici en Belgique?

 

Monsieur le ministre, vous devez aujourd'hui prendre le taureau par les cornes et garantir, par une loi, un dividend stop, tant pour le milieu bancaire que pour l'ensemble des multinationales.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Egbert Lachaert aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De naleving van de verplichte social distancing en andere crisismaatregelen" (55000576P)

05 Question de Egbert Lachaert à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le respect de la distanciation sociale et d'autres mesures prises pour gérer la crise du coronavirus" (55000576P)

 

05.01  Egbert Lachaert (Open Vld): Mijnheer de minister, op deze dag waarop wij opnieuw bijna 200 overlijdens op 24 uur door de coronacrisis moeten betreuren, is het niet het moment om losjes om te springen met de voorgeschreven maatregelen. Voor het weekend wordt mooi weer voorspeld. Natuurlijk zou iedereen daar graag van genieten en samen zijn in de buitenlucht. Maar dat kan op dit moment niet.

 

Onze politiediensten moeten kunnen instaan voor de handhaving van de opgelegde maatregelen. Dat is niet gemakkelijk. Wij moeten daarom van de burgers het nodige respect voor de politiediensten vragen. Onze politiemensen hebben het vandaag niet gemakkelijk. Zij worden vaak belaagd, zij worden zelfs bespuwd, iets wat wij zeker moeten veroordelen en waar wij streng tegen moeten optreden.

 

Mijnheer de minister, het College van procureurs-generaal vaardigde na de zogenaamde lockdownparty's, toen mensen ondanks de maatregelen samen bleven feesten, een richtlijn uit. Ik merk nu dat sommige korpschefs die richtlijn lezen als een vrijgeleide om af en toe met de stormram in een privéwoning binnen te dringen. Zij staan daarmee klaar, zo zeggen ze. Wij lezen ook berichten over warmtedrones aan de kust die kijken of niemand in de duinen beweegt. Wij horen over buren die elkaar verklikken en die nu de gelegenheid grijpen om burenruzies op die manier uit te klaren.

 

Mijnheer de minister, ik kan niet anders dan zeggen – en ik zal daarin niet alleen zijn – dat ik als liberaal pas voor een samenleving waarin men de huidige noodtoestand wil aangrijpen om een soort verklikkermaatschappij te creëren en waar de politiediensten carte blanche krijgen om onze privacy te schenden en om privéwoonsten te betreden.

 

Ik kom tot mijn vraag aan u. Er is een richtlijn van het College van procureurs-generaal over de betreding van privéwoonsten. Ik wil u vragen die samen met de minister van Justitie te verfijnen en te verduidelijken.

 

Dat u hard optreedt tegen mensen die in het publiek samenscholen waar zij niet moeten zijn of zich begeven naar plaatsen waar zij niet noodzakelijk moeten zijn, daar zijn wij het volledig mee eens. Maar de privacy van de mensen is een grondrecht, dat wij niet verloren mogen laten gaan in deze noodtoestand.

 

05.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Lachaert, ik wens in de eerste plaats nogmaals mijn oprechte deelneming te betuigen aan de families en de naasten van de overledenen ten gevolge van het COVID-19-virus. Ook de patiënten die op dit moment nog in het ziekenhuis verblijven en vaak hard voor hun leven moeten vechten, wil ik een hart onder de riem steken. Het medisch en het verzorgend personeel in de frontlinie en de personeelsleden in de essentiële en de onderzoekende sectoren draag ik ook een heel warm hart toe.

 

Mijnheer de voorzitter, mijnheer Lachaert, dames en heren, de Nationale Veiligheidsraad trof in ons land een reeks maatregelen met als doel het contact tussen mensen die potentieel drager van het virus zijn, te beperken. De meest concrete maatregelen betreffen het respecteren van de social distancing, waaronder een samenscholingsverbod voor meer dan twee personen. De meeste mensen, dus een overgroot deel van de bevolking, volgen die maatregelen goed op. Een deel van de bevolking heeft echter niet begrepen dat iedereen de social distancing-maatregelen moet naleven om het beoogde doel te bereiken.

 

Er dienen helaas nog veel interventies te worden uitgevoerd voor samenscholingen, het maken van niet-essentiële verplaatsingen, privéfeesten of horecazaken die zich niet aan de regels houden. Ik spreek dan nog niet van de spuwincidenten naar politieagenten, waarnaar u verwees. Dit is een laf en laaghartig fenomeen dat ik hier nogmaals zwaar wens te veroordelen. Wie zich daaraan schuldig maakt, zal ook heel zwaar worden bestraft.

 

Het systeem van onmiddellijke inning voor overtredingen zal in samenspraak met mijn collega, de minister van Justitie, worden veralgemeend.

 

Om de maatregelen zo maximaal mogelijk te laten respecteren, zijn onze politiediensten op het terrein van erg groot belang. Om hun optreden op het terrein uniform te laten gebeuren, hebben wij op 30 maart 2020 een omzendbrief geschreven, waarin duidelijke richtlijnen aan onze politiediensten worden gegeven.

 

In antwoord op uw vraag over het betreden van de privéwoonst kan ik u het volgende mededelen.

 

Het College van procureurs-generaal verwijst daarvoor in een recente omzendbrief vóór de coronacrisis expliciet naar de mogelijkheid van een bestuurlijke zoeking in privéplaatsen, wanneer, ik citeer, "het een uitermate ernstig en op handen zijnd karakter vertoont dat het leven of de lichamelijke integriteit van personen bedreigt. Vaststellingen van inbreuken in de privéwoonst zijn dus mogelijk door een beslissing van de lokale politiechef in overleg met de procureur des Konings."

 

Om af te ronden, geef ik nog mee dat wij, waar het moet, de regels verduidelijken en verfijnen. Daartoe zijn er permanente overlegstructuren, waaronder de taskforce GPI of Geïntegreerde Politie – Police Intégrée, die ik te dien einde heb opgericht.

 

Wij roepen echter ook iedereen op het gezond verstand te gebruiken.

 

Ik wil ten slotte – en ik wil dit echt niet nalaten – de tienduizenden politiemannen en –vrouwen die ongelofelijk werk verrichten, bedanken. Dank aan de hulpdiensten, de brandweer en de civiele bescherming. Wij stellen alles in het werk om hen op een veilige manier hun werk te laten uitoefenen. Dank ook aan alle burgers die solidair zijn en blijven.

 

De uitdaging waarvoor we staan is zwaar, maar volhouden is de boodschap. Haal een frisse neus buiten, waak over uw psychisch welzijn, maar respecteer vooral zeker de regels van sociale afstand.

 

De voorzitter: Als u dat wenst, krijgt u ook wat meer tijd voor uw repliek, mijnheer Lachaert.

 

05.03  Egbert Lachaert (Open Vld): Ik zal proberen bondig te zijn.

 

Mijnheer de minister, ik ben het met u eens dat we samen moeten instaan voor een correcte handhaving van de opgelegde maatregelen, met gezond verstand. Namens mijn fractie wil ik ook van respect voor onze politiemensen en andere handhavingsdiensten getuigen.

 

Als ik u vraag om een en ander te verfijnen, is dat omdat ons een aantal incidenten ter ore komt. Als buren bij de politie gaan klikken dat een buurman een feestje organiseert en het blijkt te gaan om een glas dat men drinkt op de verjaardag van een kind dat onder hetzelfde dak woont, dan drijven we op de duur af naar een samenleving die we absoluut niet willen, die niemand hier vanuit democratisch oogpunt zou willen.

 

We moeten samenwerken aan een oplossing voor de huidige noodtoestand, maar nooit, never, jamais, kan dit een alilbi vormen om een soort van politiestaat te organiseren, waar men zonder bemoeienis van een rechter zomaar in een private woonst binnen kan treden. Evenmin kan dit een aanleiding zijn om kliklijnen in het leven te roepen. Als we de problematiek van het virus willen aanpakken, als we dit kwaad samen willen bestrijden, dan kan de oplossing nooit zijn dat we al onze rechten en vrijheden overboord gooien. In dat geval houden we immers op het einde van de rit een nog veel groter kwaad over.

 

Daar wil ik als liberaal over waken, opdat u dit in verdere overlegmomenten goed verfijnt, zodat er proportioneel mee wordt opgetreden. Ik weet dat de ene burgemeester dit proportioneel doet, de andere misschien iets forser. Mijn enige vraag aan u is ervoor te zorgen dat dit proportioneel en democratisch blijft en dat onze liberale grondrechten niet in het gedrang komen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Questions jointes de

- Sophie Rohonyi à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La saturation des services de soins intensifs à la suite de la crise du coronavirus" (55000563P)

- Nawal Farih à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La crise du coronavirus" (55000564P)

- Karin Jiroflée à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La pénurie persistante de masques et d'autre matériel de protection" (55000569P)

- Peter Mertens à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La pénurie de masques" (55000572P)

- Patrick Prévot à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La crise du coronavirus" (55000578P)

- Kathleen Depoorter à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La pénurie de matériel médical et de protection" (55000581P)

06 Samengevoegde vragen van

- Sophie Rohonyi aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het bereiken van de maximumcapaciteit van de ic's ten gevolge van de coronacrisis" (55000563P)

- Nawal Farih aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De coronacrisis" (55000564P)

- Karin Jiroflée aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het blijvend tekort aan mondmaskers en ander beschermingsmateriaal" (55000569P)

- Peter Mertens aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De nood aan mondmaskers" (55000572P)

- Patrick Prévot aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De coronacrisis" (55000578P)

- Kathleen Depoorter aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het gebrek aan medisch en beschermend materiaal" (55000581P)

 

06.01  Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le président, madame la ministre, nous venons de passer le cap des 5000 personnes hospitalisées en raison du coronavirus. Parmi elles, 1144 sont aujourd'hui aux soins intensifs, ce qui porte le taux d'occupation des lits en soins intensifs à 52 %. Nous sommes donc loin des seuils critiques qui ont été évoqués tout à l'heure par Mme la première ministre.

 

Il n'en demeure pas moins que nous devons rester prudents, puisque nous n'avons toujours pas atteint le pic de l'épidémie, qu'il y a à côté de cela des personnes qui souffrent de maladies chroniques et qui doivent aussi pouvoir être prises en charge, mais aussi parce que ces chiffres ne constituent finalement qu'une moyenne. En effet, les services de soins intensifs de plusieurs hôpitaux dans le Hainaut, dans le Limbourg, mais aussi à Bruxelles, sont soit saturés, soit proches de l'être. Ce n'est pas moi, madame la ministre, qui le dis, mais eux-mêmes.

 

Vous allez me dire que vous avez un plan de répartition qui permet de transférer les patients en surnombre dans un premier temps dans les hôpitaux de la région et ensuite dans des hôpitaux plus lointains. Toujours est-il que ce plan ne satisfait absolument pas les hôpitaux concernés, puisque pour éviter une saturation de tous les hôpitaux d'une même région, ils vous ont appelée à adopter un plan de répartition qui viserait l'ensemble des hôpitaux du pays, en l'occurrence les hôpitaux des provinces moins affectées. C'est une demande que vous auriez refusée, ce qui les oblige aujourd'hui à se débrouiller entre eux.

 

Les hôpitaux bruxellois, encore ce matin, dans une tribune qui vous a été adressée à travers la presse, expliquent que l'ouverture de nouvelles unités pourrait être envisagée, mais à condition de régler en amont le problème récurrent de manque de matériel et de manque de médicaments. Ils vous appellent "à une prise de conscience immédiate et radicale de la gravité de la situation".

 

Madame la ministre, cela m'amène à vous poser les questions suivantes. Existe-t-il aujourd'hui un monitoring de la capacité des lits mais aussi du personnel effectif dans les services de soins intensifs dans chacun de nos hôpitaux? Est-il public ou à tout le moins disponible et accessible aux hôpitaux? Confirmez-vous votre refus d'adopter un plan de répartition national des patients à hospitaliser? Pour quelles raisons? Existe-t-il un plan d'urgence en cas de saturation du réseau? Enfin, quelles mesures allez-vous prendre pour assurer le suivi médical des patients qui ne souffrent pas du coronavirus mais de maladies chroniques? (…)

 

06.02  Nawal Farih (CD&V): Mevrouw de minister, de regering en uzelf hebben natuurlijk al heel wat maatregelen genomen, maar desondanks krijgen wij vandaag nog steeds heel wat vragen en zijn er nog veel onduidelijkheden vanuit het middenveld en het zorgpersoneel.

 

Ten eerste, voor ziekenhuizen is het nog steeds niet duidelijk hoeveel testen er echt zijn, waardoor ze de rivaliteit zien groeien tussen de verschillende ziekenhuizen. Het ene ziekenhuis in West-Vlaanderen test iedereen die binnenkomt. Een ander ziekenhuis in Limburg moet zich beperken en kan alleen patiënten met symptomen van COVID-19 testen. Op die manier krijgt niet iedereen dezelfde zorg die hij of zij verdient. Die zorg hangt af van de regio waarin men woont. Ik vind dat we hiervoor meer dwingende maatregelen moeten opstellen en veel concreter te werk moeten gaan.

 

Ten tweede, er blijft een tekort aan beschermingsmateriaal. Er is veel onzekerheid over de mondmaskers. Ik denk ook aan maanpakken. Heel wat verplegers moeten hun maanpakken zeven uur in een kartonnen doos stoppen om ervoor te zorgen dat ze virusvrij zijn en ze dan binnenstebuiten dragen. Ik denk niet dat wij dergelijke zaken in België nog kunnen verantwoorden.

 

Ten derde vreest men dat er over twee weken niet meer genoeg stock aan medicijnen zoals morfine, slaapmiddelen en spierverslappers is om COVID-19-patiënten te behandelen. Kunt u daarover meer informatie geven? Hoe zit het met de toelevering van medicijnen, meer specifiek van propofol en morfine?

 

06.03  Karin Jiroflée (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de minister, de ziekenhuizen smeken om mondmaskers. Besmette patiënten onbeschermd behandelen is een nachtmerrie. Die roep naar bescherming klinkt steeds luider. Iedereen trekt ondertussen aan de alarmbel. Huisartsen kunnen veel patiënten niet onderzoeken door een gebrek aan maskers, in de rusthuizen kampt twee op drie van de zorgpersoneelsleden met een tekort aan beschermingsmateriaal en ook thuisverplegers, apothekers, medewerkers van psychiatrische instellingen en in de gehandicaptenzorg blijven kampen met tekorten aan schorten, brillen en mondmaskers. Ook het personeel van supermarkten voelt zich te weinig beschermd en de federale politie diende nu zelfs een stakingsaanzegging in omwille van het gebrek aan mondmaskers.

 

Mevrouw de minister, ik ben ook schepen. Ik sta alle dagen op het terrein en ik kijk die mensen in de ogen die bij oude mensen aan huis gaan of die in rusthuizen werken. Ze zijn het beu, ze zijn boos en bang. Zorgpersoneel, winkelpersoneel en politieagenten, al deze mensen gaan voorop in de strijd tegen corona. Al deze mensen houden vandaag ons land recht en al deze mensen verdienen dus erkenning.

 

Ik herhaal wat ik vorige week heb gezegd. Ze verdienen vooral een overheid die hen beschermt, een sterke overheid die zorgt dat ze veilig kunnen werken, dat ze genoeg mondmaskers en ander beschermingsmateriaal hebben en dat ze niet ongerust moeten zijn om zelf besmet te worden.

 

Mijn vraag is dan ook heel eenvoudig. Mevrouw de minister, mijnheer de minister, wat is de stand van zaken in verband met de levering van mondmaskers en ander materiaal? Vorige week kreeg ik hier de belofte dat er elke dag een update zou komen als men zeker was van een zending. Ik heb geen update meer gehoord. Betekent dat dan dat er nog altijd geen zekerheid is?

 

06.04  Peter Mertens (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, elke avond om 8 uur applaudisseren wij voor de helden, maar helden hebben ook angst. Er zijn ongelooflijk veel mensen die zeggen dat ze bang zijn om in het ziekenhuis of het rusthuis te gaan werken. Ze hebben immers maar één maskertje dat ze 's avonds in een doos moeten gooien en waarbij ze dan maar moeten hopen dat de mondmaskers 's nachts ontsmet worden. Volgens een enquête gaat 94 % van het zorgpersoneel vandaag met schrik werken.

 

We kunnen over het verleden spreken, wat we ook moeten en zullen doen, maar vandaag is er een tekort aan mondmaskers. We moeten bespreken hoe dat komt. Waarom willen we 15 miljard investeren in F-35's en niet in strategische stocks? Dat is een debat dat we moeten voeren, maar nu moeten we het eerst hebben over oplossingen.

 

Ik heb drie concrete vragen. Ten eerste, waarom kan de overheid niet alle stocks van mondmaskers in ons land in beslag nemen? Waarom kunnen we de stocks die vandaag nog voorradig zijn bij Audi, Van Hool, DAF, BASF, Eastman en in de bouw niet in beslag nemen? Het gaat immers over honderdduizenden mondmaskers van de types FFP2 en FFP3. Ik begrijp niet waarom de heer Jambon wil dat bouwvakkers en asbestverwijderaars terug aan de slag gaan terwijl wij weten dat zij die maskers ook gebruiken.

 

Ten tweede, kan de overheid de invoer van mondmaskers niet exclusief via de overheid laten verlopen? Vandaag zien we immers dat allerlei tussenpersonen, traders en speculanten zich op die markt hebben gestort. U hebt zelf al met die speculanten te maken gekregen. Zoals men bij de vluchtelingencrisis mensensmokkelaars heeft, heeft men vandaag maskersmokkelaars. Leg dat aan banden en zorg ervoor dat dit van overheid tot overheid wordt geregeld.

 

Ten derde, waarom kunnen wij er niet voor zorgen dat de productielijnen worden aangepast, zoals dat bijvoorbeeld bij Seat in Spanje gebeurt of ook in de Verenigde Staten? (…)

 

06.05  Patrick Prévot (PS): Madame la ministre, chaque jour, les hôpitaux comptent. Ils comptent leurs masques, leurs blouses, leurs équipements de protection, leurs gants, leurs produits de désinfection, les filtres de leurs respirateurs, les médicaments, les anesthésiants et les écouvillons. Ces même écouvillons au sujet desquels vous nous aviez assuré, au sein même de cette assemblée, le 3 mars, qu'il n'y avait aucun problème de stock. Ces hôpitaux sont sur la corde raide. Certains pourront encore tenir quelques semaines, d'autres quelques jours.

 

Et que dire de tous ceux qui ne disposent toujours pas de matériel de protection? Je pense notamment aux kinésithérapeutes  et à l'ensemble du secteur paramédical, aux pharmaciens, aux pédiatres, et à certains infirmiers à domicile qui ne sont toujours pas équipés. Au-delà de cette situation particulièrement pénible, ces femmes et ces hommes se demandent si les autorités leur viendront concrètement en aide.

 

Oui, face à l'ampleur du problème, une task force a été mise en place, pilotée par votre collègue M. De Backer, mais les réponses manquent, et la transparence aussi. On nous annonce des commandes qui sont finalement avortées pour des raisons obscures. On nous annonce l'arrivée de masques qui sont finalement inutilisables, ou directement recalés lors des contrôles de qualité. Madame la ministre, j'ai plusieurs questions à vous poser. Et nous souhaitons aujourd'hui des réponses claires, avec des chiffres précis et des dates, pour nous, pour les patients mais également et surtout pour l'ensemble du personnel soignant.

 

Combien de masques chirurgicaux et FFP2 sont-ils actuellement en commande? Quand les prochaines livraisons sont-elle prévues? Qu'en est-il de la sécurité et des filières d'approvisionnement qui semblent faire défaut, comme on l'a vu ces derniers jours? Qu'en est-il des contrôles de qualité des équipements de protection, mais également des médicaments comme les anesthésiants? Ce gouvernement dispose-t-il oui ou non d'une vue globale des stocks actuels? Serait-il possible de faire le point sur ces informations quotidiennement avec les hôpitaux, pour qu'ils sachent à quoi s'en tenir?

 

06.06  Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, de waarheid over de discussie van een paar weken geleden, of het nu al dan niet een gewoon griepje is, heeft ons jammer genoeg ingehaald. Wij moeten nu echter met zijn allen vooruit, onze verschillen overstijgen en zorgen voor onze mensen. Dat telt nu. Er is al veel werk verzet, maar ik wil toch graag een aantal aandachtspunten met u doornemen.

 

Wij hebben nood aan behandelende medicatie. Wij zetten in op klinische studies, wat goed is. Ook chloroquine zou, eventueel in combinatie met antivirale middelen of antibiotica, mogelijk werkzaam zijn. Mevrouw de minister, tracht u de ziekenhuizen daarvan te voorzien? Zullen wij voldoende hebben? Veel producten worden in Wuhan geproduceerd en de vraag ernaar is wereldwijd.

 

Schaarste aan verdovende middelen voor de behandeling van patiënten wordt eveneens gemeld. Toch zijn die middelen van levensbelang, zoals een collega al opmerkte. In de afdeling intensieve zorg zijn er wel extra bedden, maar het lijkt erop dat de hoeveelheid beschikbare medicatie niet mee geëvolueerd is. Hoe zult u dat aanpakken?

 

Er is nog altijd een tekort aan mondmaskers voor de zorgberoepen, maar ook voor andere sectoren, zoals politieagenten en werkenden in de retail. Omtrent het advies om al dan niet mondmaskers te dragen in het openbaar, zijn de mensen in de war. Kunt u zorgen voor eenduidige communicatie vanuit de overheid?

 

Uw experts stellen ook dat er voldoende IZ-bedden zullen zijn, maar zullen er ook voldoende beademingstoestellen en voldoende wissel­stukken zijn?

 

Nog een werkpunt dat reeds vernoemd werd, is de beschermende kledij. Een huisarts die 100 kilo weegt en 1,90 meter groot is, krijgt een pakje maat medium. Hoe pakt u dat aan? Er is geen bescherming.

 

Tot slot kom ik tot de tests. We moeten echt meer testen op immuniteit en ook op de prevalentie van de ziekte. Zult u de zorgverstrekkers in eerste en tweede lijn testen?

 

De voorzitter: Ik geef nu het woord opeenvolgend aan beide ministers, die de spreektijd zullen verdelen.

 

06.07 Minister Maggie De Block: Dames en heren, dank u voor uw vragen. Het is nu iets meer dan twee weken sinds dit land in bijna lockdown is gegaan. Het virus is nog steeds onder ons. Het is onzichtbaar, maar het is er, in onze samenleving, in ons dagelijks leven, en het is zeer zichtbaar in de cijfers: het aantal mensen dat in het ziekenhuis ligt, het aantal mensen dat besmet is, het aantal mensen dat overleden is.

 

Onze capaciteit aan intensieve bedden is zichtbaar in onze tabellen. Ook het leed van de families en de naasten die treuren om een verlies blijft niet onzichtbaar voor het Parlement. Elk overlijden is een drama voor de nabestaanden. Het is dan ook gepast aan al de getroffen families mijn medeleven aan te bieden.

 

Dames en heren, het aantal ziekenhuisopnames is zichtbaar. Rond elk bed is dag en nacht een aantal zeer geëngageerde mensen in de weer om onze patiënten te omringen.

 

Het gevaar, en ook onze troef, zit in de cruciale week die voor ons ligt, en zeker in het weekend. Ik heb groot respect voor de hele medische, verplegende en verzorgende wereld, in ziekenhuizen, rusthuizen en alle andere voorzieningen voor kwetsbare mensen, want zij bekampen het virus met een ongelooflijke onzichtbare inzet en leveren 24 uur op 24 uur grote inspanningen.

 

Wij hebben een goed systeem van gezondheidszorg, en dat hebben wij nu echt nodig. In andere landen heeft men mensen moeten opgeven omdat er geen mogelijkheid meer was ze in een ziekenhuis te verzorgen. Wij hebben er goede hoop op dat het bij ons niet zover zal moeten komen, dankzij de inspanningen die in onze gezondheidszorg worden geleverd.

 

Ik wil dan ook iedereen bedanken die het land draaiende houdt, zeker de mensen uit de gezondheidszorg, maar ook alle mensen die in de andere sectoren nog aan het werk zijn, op verplaatsing of waar het kan thuis. Tot slot dank ik ook de vele mensen die helpen door de richtlijnen te volgen: de mensen die in hun huis blijven, die uit de buurt van anderen blijven wanneer zij toch naar buiten moeten, die meer dan regelmatig hun handen wassen. Nu mogen wij zeker niet nalaten de regels te blijven toepassen. Het is te belangrijk.

 

Er is de jongste dagen wat verwarring ontstaan over het gebruik van mondmaskers door mensen die geen hulpverleners zijn of die niet ziek zijn. Wij blijven herhalen dat wij de wetenschappers en de Wereldgezondheidsorganisatie volgen.

 

Mondmaskers hebben amper toegevoegde waarde en kunnen zelfs een vals gevoel van veiligheid geven. Laat ons ze, alsjeblieft, voorbehouden aan onze zorgverleners.

 

Ik doe ook een oproep aan de politici om hierover niet nog meer onrust te zaaien.

 

Nous travaillons d'arrache-pied pour faire en sorte que nous disposions d'un stock de masques, gants et combinaisons pour les personnes qui en ont besoin. Cette recherche n'est pas simple en temps de crise mondiale car il y a actuellement une pénurie partout dans le monde.

 

Philippe De Backer dirige la task force et va vous fournir un état de la situation. Il réalise un inventaire deux fois par semaine.

 

Entre-temps, nous continuons à travailler pour installer plus de lits, fournir du matériel et prévoir du personnel supplémentaire de sorte à être prêts à faire face au pire scénario. Nous accordons également une attention particulière à la répartition des patients dans les hôpitaux.

 

Elke dag is er een taskforce Search Capacity Hospitals and Transport die de verschillende beschikbare capaciteiten in elk ziekenhuis meerdere keren per dag monitort. Indien een ziekenhuis het risico loopt om te veel opnames op een te korte termijn te krijgen, dan wordt er al in een transfer voorzien voor de volgende opname en zo wordt de saturatie van het ziekenhuis opgevolgd.

 

Madame Rohonyi, on a maintenant un taux d'occupation de 52 % des lits qui sont déjà destinés aux patients COVID-19. On a également d'autres lits en soins intensifs, destinés aux autres patients, qui ne souffrent pas du coronavirus.

 

Pour le transport des malades, des mesures ont été prises pour réserver certaines ambulances aux patients probablement ou certainement touchés par le virus.

 

Voor het ziekenhuisvervoer naar de ziekenhuizen maar ook tussen de ziekenhuizen zijn de nodige plannen gemaakt. Dit werd uiteraard naar alle ziekenhuizen en alle ambulancediensten doorgestuurd.

 

Als we het hebben over capaciteit, dan gaat het nooit alleen over bedden, maar over het bed, de respirator, alles wat daar nodig is en zeker ook de capaciteit aan personeel dat nodig is.

 

Ik werk samen met de collega's van de deelstaten, zodat we ook de ouderen, de personen met een handicap en de bewoners van woonzorgcentra die besmet zijn zo goed mogelijk kunnen verzorgen.

 

Wij bereiden ook al de volgende fase van de strijd tegen corona voor. Eenmaal we veel meer testen kunnen doen, zullen we nieuwe uitbraken gericht kunnen indijken.

 

We hebben ook een aantal maatregelen snel kunnen nemen om patiënten en hulpverleners te helpen. Consultaties per telefoon of videocall zijn al mogelijk bij artsen, psychiaters, logopedisten en kinesitherapeuten. Er zijn ook aangepaste regelingen voor andere beroepen. We voorzien ook in een extra budget voor psychologische ondersteuning in deze moeilijke tijden.

 

Tot slot zorgen we ervoor dat de ziekenhuizen niet kraken onder het geweld van de coronapandemie. We voorzien in een extra budget van 1 miljard euro, zodat de ziekenhuizen zich daarover alvast geen zorgen moeten maken, dat ze de rekeningen kunnen blijven betalen, het nodige materiaal kunnen aankopen en de mensen kunnen vergoeden.

 

Dames en heren, het is belangrijk om te zeggen dat het virus nog niet helemaal bedwongen is, maar als we allemaal zo hard blijven werken, zullen we het samen klein krijgen.

 

Dank u wel voor uw aandacht.

 

De voorzitter: Dan is het woord aan de heer De Backer. Praat niet te dicht bij de micro. Ik deel nu al mee dat, gelet op de duurtijd van de antwoorden, de collega's voor hun repliek ook een dubbele spreektijd krijgen.

 

06.08 Minister Philippe De Backer: Mijnheer de voorzitter, de taskforce Shortages draait sinds vorige week op volle toeren. Wij hebben een team samengesteld van tien ervaren en internationaal geconnecteerde aankopers, die ons helpen om de nodige leads, waarvan er heel wat in onze richting komen, op te volgen. Ik wil, zoals velen onder u al hebben gezegd, wel benadrukken dat het bijzonder moeilijk werken is op de internationale markten. Alle landen, alle overheden, zijn op zoek naar dezelfde materialen en ook de organisatie en de logistiek worden met de dag moeilijker.

 

Pour le moment, afin de les inciter à poursuivre leurs livraisons, nous restons en contact avec les fournisseurs que nous connaissons et qui sont en train de fournir les hôpitaux. Nous en avons aussi contacté de nouveaux. Nous recevons environ cinquante propositions par jour, mais la plupart d'entre elles ne sont pas acceptées parce qu'elles n'offrent pas une garantie de qualité suffisante.

 

Nous sommes aussi en train d'examiner la possibilité de nouvelles productions en Belgique, par exemple sous la forme d'une collaboration entre les secteurs du textile et de l'automobile. En outre, il existe des stocks de certaines entreprises belges à l'étranger. Nous en avons retrouvé en Bulgarie et en Tunisie pour les rapatrier dans notre pays.

 

De même, nous étudions la possibilité de réutiliser certains matériaux. C'est ainsi que nous sommes occupés à développer un protocole destiné au réemploi des masques dans les hôpitaux.

 

We doen dus nog steeds whatever it takes. Hoewel de productiecapaciteit bij traditionele en betrouwbare Belgische leveranciers werd opgevoerd, blijven wij genoodzaakt om bestellingen te doen in het buitenland. Laat mij daarover heel duidelijk zijn: verdachte partijen worden geweerd. We zullen niet toelaten dat malafide en verdachte handelaars hier geld uit slaan ten koste van de gezondheid van de mensen die vandaag in de eerste linie staan.

 

Ik wil daar heel transparant over zijn. Hoe gaan wij daarbij te werk? Ten eerste controleren we van tevoren of de bedrijven waarbij we bestellen, voldoen aan de certificatie en de normering van internationale instellingen en of ze over de nodige certificaten beschikken. Als we daar geen zekerheid over hebben, vragen we om stalen op te sturen om die te laten controleren in Belgische labo's.

 

Op het moment van de levering wordt er door de FOD Economie en het geneesmiddelen­agentschap een tweede controle uitgevoerd op die producten. Als er geen zekerheid bestaat over de conformiteit, worden er stalen genomen van de loten. Opnieuw worden die in Belgische labo's getest. Pas wanneer aan alle voorwaarden inzake veiligheid is voldaan, worden de maskers op de markt gebracht. Is dit niet zo, dan worden de loten geweerd. Ofwel, indien de kwaliteit nog voldoende hoog is, worden ze gedeclasseerd naar comfortmaskers, zodat ze op het terrein nog kunnen worden gebruikt, maar niet meer door mensen die in rechtstreeks contact met patiënten staan. De FOD Economie en het geneesmiddelenagentschap leveren hier een apart attest voor af, dat duidelijk moet maken wat de kwaliteit van die mondmaskers is.

 

Ondanks alle controlemechanismen die werden geïnstalleerd, krijgen we zo'n grote hoeveelheid aan zeer heterogene maskers dat niet uit te sluiten valt dat er af en toe nog een lot van onvoldoende kwaliteit is. Dat zullen we dan ook terstond terugroepen.

 

Les matériaux fournis en concertation avec les Régions sont distribués sur la base des critères du Risk Management Group, le groupe des experts et des scientifiques qui émettent des avis quant aux priorités. Cela signifie qu'en cas de nouvelle pénurie, la distribution se fera prioritairement au personnel des hôpitaux et des soins de santé, selon les critères établis par ces experts. Toutes les entités de ce pays sont d'accord là-dessus.

 

Ik geef u ook graag een stand van zaken over de bestellingen en de leveringen. Elke dag komen er in ons land nieuwe mondmaskers en andere beschermingsmaterialen toe. Ik geef u nu de cijfers van de federale overheid.

 

De afgelopen tijd zijn er 22,6 miljoen chirurgische maskers geleverd, 20 miljoen verdeeld en nog 25,5 miljoen besteld. Er zijn 1,375 miljoen FFP2-maskers geleverd, 1,25 miljoen verdeeld en nog 9,1 miljoen besteld. Daarbovenop komen ook nog de donaties van 1,3 miljoen chirurgische maskers en 175.000 FFP2-maskers.

 

Wat de schorten en de handschoenen betreft, lopen de bestellingen vandaag voornamelijk nog via de ziekenhuizen, maar wij hebben zelf ook al 100.000 extra schorten en 289.000 dozen handschoenen besteld.

 

Wat de wissers voor de staalname van de PCR-testing betreft, zijn er op het moment bij de ziekenhuizen nog 73.000 staalnames mogelijk. We hebben er al 25.000 geleverd, waarvan er al 10.000 zijn verdeeld en we hebben er nog 2,5 miljoen bijbesteld.

 

Wat de medicijnen betreft, gaat er heel veel aandacht naar curares en morfines. Daarvan hebben wij de afgelopen dagen significante stocks kunnen verkrijgen, zodat wij daar in de komende weken geen penurie zullen noteren, maar die strategische stock verder aanvullen blijft absoluut een aandachtspunt.

 

Ik wil nog even een punt maken over het rationeel gebruik van de middelen. Wij zien soms een verschil van twee tot drie tussen ziekenhuizen wat het gebruik van het aantal materialen betreft. Ik roep de ziekenhuizen dan ook op om goed te rapporteren waar zij juist in nood zitten en te zorgen voor een rationeel gebruik op het terrein.

 

Ik maak nog een laatste punt over de testing. Dankzij de gezamenlijke inspanningen van universiteiten, biotechlabo's, farmabedrijven en labo's zitten wij vandaag aan 4.500 testen per dag. Tegen het weekend zullen wij aan 10.000 testen per dag zitten, en dan heb ik het alleen nog maar over de PCR-testing.

 

Wij beseffen natuurlijk ten volle hoe moeilijk de situatie is voor de woonzorgcentra, waar een heel kwetsbare groep mensen aanwezig is. Vandaar dat ik heb beslist om de komende dagen prioritair en in samenwerking met de regio's 20.000 PCR-testen uit te rollen over de woonzorgcentra om er een goed zicht op te krijgen in welke woonzorgcentra er effectief een besmetting is, zodat de regio's daar adequate maatregelen kunnen nemen en in extra personeel kunnen voorzien.

 

Natuurlijk zal er op basis van die positieve identificatie de komende dagen een verdere testing kunnen volgen.

 

Madame Fonck, il est vrai que nous avons interdit les self tests et les home tests sérologiques. La raison est très claire: ils ne sont pas fiables et ne sont pas validés! Va-t-on mettre sur le marché ces tests chers, qui ne fonctionnent pas et qui ne sont pas validés? Je ne le ferai pas!

 

Op het vlak van antigentesting hebben wij de afgelopen week gewerkt met een Waals bedrijf om ervoor te zorgen dat antigentests snel op de markt kunnen komen. Daarvan komen nu dagelijks twee- à drieduizend kits op de markt en dat aantal zal in de komende dagen verder worden opgedreven. Daarnaast kijken wij natuurlijk ook naar serologische testing, die wij volop aan het valideren zijn. Zodra wij duidelijkheid hebben over hoe wij die kunnen uitrollen over de labo's, zullen ook zij als tests in de markt en in de strategie worden ingeschakeld, maar ik zal dat niet doen voordat die immuniteitstests ook een duidelijke validatie hebben doorstaan.

 

Ik zal in de toekomst – minister De Block heeft het al gezegd – twee keer per week blijven rapporteren over de PPM en de maskers. Ik zal ook twee keer per week transparant blijven rapporteren over de schaal van de testing.

 

06.09  Sophie Rohonyi (DéFI): Madame et monsieur les ministres, je vous remercie de vos réponses.

 

Dans ce pays, nous avons la chance de bénéficier d'une grande transparence qui nous permet de bien percevoir la réalité de l'épidémie, car ce n'est pas toujours le cas ailleurs. Grâce à cette transparence, nous pouvons anticiper les besoins de nos hôpitaux et, par conséquent, prendre en charge les malades comme il se doit. Pour ce faire, madame la ministre, il convient d'entendre les demandes des médecins et du personnel soignant. Ce qu'ils réclament en ce moment, c'est du matériel médical, des médicaments en suffisance ainsi qu'un plan de répartition national des patients à hospitaliser.

 

J'entends qu'une task force a été mobilisée, que tout serait sous contrôle et qu'il n'y aurait pas de pénurie de médicaments. Toutefois, aujourd'hui, le personnel soignant et les médecins nous disent le contraire: ils s'inquiètent et tirent la sonnette d'alarme. De la même manière que vous vous concertez avec les experts, j'ose espérer que vous consulterez le personnel soignant et les médecins. À l'heure où ils se mobilisent chaque jour pour soigner nos malades et nous aider à entrevoir la fin de cette crise, c'est la moindre des choses que d'entendre et concrétiser leurs demandes.

 

06.10  Nawal Farih (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, mevrouw de minister, deze crisis is nieuw terrein voor iedereen. Toch wil ik een aantal punten aanhalen die van groot belang zijn.

 

Ten eerste gaat het over de bescherming van onze helden aan het front. Vragen naar beschermingsmateriaal en mondmaskers is immers geen paniekzaaierij. Integendeel, dat is verantwoordelijkheid nemen voor de helden die vandaag het werk doen op het terrein.

 

Ten tweede verwacht ik ook een sterke opvolging van het medicijnenbeleid. Ik hoop dat wij niet op tekorten afstevenen. Ik hoorde dat het momenteel goed zit, maar ik verwacht een goede opvolging om dat te garanderen.

 

Ten slotte, volksgezondheid is vandaag een groepssport, wij moeten hieraan samen trekken. Wij vragen heel veel van onze burgers en van onze helden aan het front. Mijnheer de minister en mevrouw de minister, communiceer alstublieft vaak met ons, om te bekijken of wij alles onder controle hebben.

 

06.11  Karin Jiroflée (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de minister, apothekers, thuisverpleegsters, mensen in de rusthuizen, zij die in de psychiatrie werken en in de gehandicaptenzorg, dat zijn de personen die op dit moment echt nog heel grote noden hebben.

 

Mijnheer de minister, ik ben dus best wel blij met uw opsomming, maar ik ben daardoor niet helemaal gerustgesteld en evenmin ben ik optimistisch. Mevrouw de minister, ik ben het met u eens dat wij niet allemaal met een mondmasker over straat moeten gaan lopen. Daarover zijn we het zeker eens. Alleen, die grote tekorten waren er echter reeds lang voordat men op straat begon rond te lopen met mondmaskers en ook vandaag zie ik dat nog niet in groten getale gebeuren. Gerust ben ik daar dus niet in.

 

Laat mij heel duidelijk zijn: sp.a is niet de partij die in het verleden wil gaan graven, die allerlei onderzoeken wilt gaan opzetten. Neen, wij willen een oplossing voor nu. Wij willen slechts één ding, wij willen dat harde werkers afdoende beschermd worden. Mevrouw de minister, dat is uw plicht. Mijnheer de minister, dat is uw plicht.

 

06.12  Peter Mertens (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de minister, ten eerste, wij hadden als strategische reserve 38 miljoen mondmaskers moeten hebben. Wij hebben ze niet. Het zijn voornamelijk de mensen in de frontlinie die het slachtoffer zijn van het feit dat wij die reserve niet hebben.

 

Ten tweede, mijnheer De Backer, u beweert dat u alles onder controle hebt. Sta mij echter toe vast te stellen dat het parcours tot nu toe een aantal vraagtekens oproept, zoals de bestelling van 5 miljoen maskers die uiteindelijk niet doorgaat en speculanten die op de laatste minuut de prijs opdrijven.

 

Het zijn vooral de mensen in de zorglinies die daarbij veel vragen hebben.

 

Mijnheer De Backer, daarom heb ik drie voorstellen gedaan om even de ideologie van de markt opzij te zetten en de overheid niet langer vragende en bedelende partij te laten zijn. De overheid moet een actor zijn die de honderdduizenden mondmaskers FFP2 en FFP3, die er in de zware industrie nu nog altijd zijn, niet vraagt, maar gewoon in beslag neemt. De overheid moet een actor zijn die tegenover de Europese Unie, maar ook tegenover China optreedt en de speculanten uitschakelt. Zij moet er  ten slotte ook voor zorgen dat wij, zoals in de Verenigde Staten, Spanje en Italië, aan een aantal industrieën niet vragen, maar opleggen en dat wij investeren, zodat de textielsector en delen van de automobielsector in mondmaskers kunnen investeren.

 

De overheid moet nu overgaan van een vragende en bedelende overheid en van een overheid die achter de feiten aanloopt, naar een interveniërende, actieve overheid.

 

Mijnheer De Backer, dat zijn drie heel constructieve voorstellen, die wij van op het terrein aan de taskforce willen voorleggen.

 

06.13  Patrick Prévot (PS): Monsieur le président, je remercie les ministres pour leurs réponses, même si je reste évidemment sur ma faim. L'ensemble du personnel soignant doit rester également sur sa faim avec les réponses apportées.

 

Je vous remercie, monsieur De Backer, pour le point de la situation. Je ne doute pas que vous travaillez énormément avec la task force pour essayer d'acheter du matériel en grande quantité. Malheureusement, cette réponse devient inaudible pour l'ensemble du personnel soignant, que ce soit dans les hôpitaux ou dans le secteur paramédical, pour nos infirmiers et infirmières à domicile. Ces gens ont besoin d'être équipés et ils ne le sont pas parce qu'il y a un flou artistique. On ne sait toujours pas combien de masques arriveront et dans quels délais. Cela contribue aux difficultés qu'ils rencontrent au quotidien sur le terrain. Ces personnes ne peuvent donc plus entendre ce message!

 

Madame la ministre, il y a un mois, presque jour pour jour, ce gouvernement nous décrivait le COVID-19 comme une simple grippe. Quatre semaines plus tard, nous dénombrons plus de 6700 hospitalisations, plus de 1100 personnes en soins intensifs et 1011 personnes décédées si l'on s'en tient uniquement aux chiffres officiels. Nous pensons d'ailleurs chaque jour à ces familles touchées par la maladie ou le deuil. Nous pensons également chaque jour au personnel soignant qui œuvre inlassablement, malgré la pénibilité du travail, malgré les discriminations dont ces femmes et ces hommes font malheureusement l'objet, et malgré cette épée de Damoclès au-dessus de leurs têtes: être contaminé ou contaminer leurs proches faute d'équipements de protection nécessaires.

 

Enfin, madame la ministre, monsieur le ministre, je terminerai par une phrase qu'on pouvait lire dans la presse hier. C'était un cri d'alerte des hôpitaux bruxellois, mais je sais qu'il est partagé par l'ensemble des hôpitaux du pays. Il disait ceci: "Ne pas croire le rapport dramatique qui est fait de la situation revient tout simplement à mépriser et à dénigrer le travail énorme actuellement accompli sur le terrain, avec des moyens qui ne sont pas dignes de ce siècle, de cette partie du monde, d'un welfare state".

 

06.14  Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Dat de taskforce nu op volle toeren draait, pleziert mij en stelt mij gerust. De verschuiving van bevoegdheden is blijkbaar wel een positief feit geweest.

 

Het zal ook de patiënten geruststellen dat u de leveranciers nu zult screenen op betrouwbaarheid, wat in het verleden minder gebeurde.

 

Inzake het rationeel gebruik in de hospitalen volg ik u niet. Ik geloof echt wel in de expertise van de artsen en het medisch personeel in de ziekenhuizen, die heel consequent omgaan met het materiaal dat hen toebedeeld wordt.

 

Inzake de tests hebt u gezegd dat u de serologische tests niet zult toestaan, aangezien die niet gevalideerd zijn. Waarom zet u wel in op de validatie van de antigentests, maar niet op de validatie van de serologische tests? Het is een beetje laat, mijnheer de minister. De mensen moeten getest kunnen worden.

 

Ik herhaal wat ik de vorige keer in de plenaire vergadering heb gezegd. Doe uw job, pak het aan. Ik vraag u om uw uiterste best te doen om ervoor te zorgen dat de patiënten medicatie en, heel belangrijk, zuurstof hebben.

 

Mevrouw de minister, u besprak de capaciteit en beschikbaarheid van toestellen. Ik voeg daar de wisselstukken aan toe, aangezien die heel belangrijk zullen worden.

 

U moet ook uw uiterste best doen om de patiënten te testen, zoals ik al zei, zodat zij tijdig in het ziekenhuis terechtkomen en daar ook een bed en voldoende personeel treffen.

 

Doe uw best om de zorgverstrekkers te beschermen. Die bescherming is nu ondermaats. Doe ook uw best om de werfreserve goed op te leiden, zodat zij, wanneer zij plots op een afdeling intensieve zorg terechtkomen, comfortabel en met voldoende kennis en zekerheid kunnen werken, en zodat zij het volhouden, ook mentaal. Ook daarop moet u inzetten. Zij moeten ook getest kunnen worden, zodat zij weten dat zij optimaal kunnen zorgen voor de patiënten.

 

Onze artsen en verpleegkundigen verzetten bergen. Ik vraag u om hen te respecteren in daden en niet in woorden.

 

De voorzitter: U moet afronden.

 

06.15  Kathleen Depoorter (N-VA): Onze N-VA-fractie zal oplossingen blijven aanreiken. Ik nodig u uit om die te aanvaarden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van Dries Van Langenhove aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De lockdown van asielcentra" (55000573P)

07 Question de Dries Van Langenhove à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le confinement total des centres pour demandeurs d'asile" (55000573P)

 

07.01  Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw De Block, ik heb eigenlijk veel te veel te zeggen voor de 2 minuten spreektijd die ik hier heb, maar ik zal mijn best doen. De Vlaamse koepelorganisatie van onder meer vakantieparken en campings Recread laat weten dat ze door uw diensten onder druk worden gezet om snel in nog meer plaatsen te voorzien voor asielzoekers. Er zou hun daarbij zelfs gezegd zijn dat "niet meewerken wel eens zware gevolgen zou kunnen hebben".

 

Ten eerste, wat zijn dat voor degoutante communistische praktijken? Laat die mensen toch zelf kiezen of ze hun eigendom al dan niet ter beschikking willen stellen voor asielzoekers in plaats van hen op die manier te intimideren.

 

Ten tweede, waarom hebt u nu nog extra plaatsen voor asielzoekers nodig? Schort toch gewoon, net als veel andere landen, het recht op asiel tijdelijk op. Ons land is in nood en er sterven dagelijks honderden mensen. Het is niet het moment om te focussen op het naar België halen van nog meer asielzoekers.

 

In de asielcentra heerst trouwens momenteel pure chaos. De coronarichtlijnen worden er totaal niet nageleefd. De asielzoekers troepen nog steeds samen in de dorpskernen en gaan in groepjes naar de supermarkt. Zo brengen ze niet alleen zichzelf, maar ook andere mensen in gevaar. Een anonieme medewerker van het Rode Kruis getuigt zelfs dat de meeste van de asielzoekers niet eens beseffen wat het coronavirus is. Dat zijn nochtans de mensen die later onze pensioenen zullen betalen, als we u mogen geloven.

 

Dat alles heeft ertoe geleid dat heel wat burgemeesters ondertussen smeken om de asielzoekerscentra net als de rest van Vlaanderen eindelijk in lockdown te laten gaan. Het is immers absurd dat de Vlamingen binnen moeten blijven, terwijl asielzoekers zomaar buiten mogen blijven lopen. Dat is bijna zo absurd als de praktijken van minister Geens, die wel wetten uitvaardigt om de Vlamingen te beboeten als ze buiten durven te komen, maar die tegelijkertijd zoveel mogelijk gevangenen vrijlaat.

 

Mevrouw de Block, waarom wil u nu, tijdens deze coronacrisis, nog meer asielzoekers opvangen? Gaat u die asielzoekers eindelijk in lockdown plaatsen? Waarom hebben de politiemensen, de cipiers en de mensen die in de asielzoekerscentra werken nog altijd niet voldoende mondmaskers? Beseft u wel wat voor ramp er op ons afkomt als deze mensen binnenkort gaan staken, zoals ze zeer terecht aangekondigd hebben?

 

07.02 Minister Maggie De Block: Mijnheer Van Langenhove, Fedasil volgt de aanbevelingen voor de residentiële collectiviteiten van de Risk Assessment Group, het wetenschappelijk team dat de overheid hierin adviseert. Die aanbevelingen schrijven geen lockdown van een centrum voor bij vaststelling van een bevestigd of verdacht COVID-19-geval, maar wel om de zieke persoon zoveel mogelijk van de andere bewoners te isoleren. Daartoe werden dan ook de nodige maatregelen getroffen.

 

Fedasil volgt de situatie en vaardigt continu de nodige instructies en maatregelen uit om de algemene richtlijnen van Volksgezondheid te vertalen naar de realiteit van de opvangcentra. De bewoners worden intensief gesensibiliseerd – natuurlijk in hun taal – over het nut van de hygiënemaatregelen en de noodzaak om afstand te houden en de contacten te beperken. De opvangcentra blijven bovendien in nauw contact met de betrokken burgemeesters en provinciegouverneurs om daar eventuele bezorgdheden te bespreken en gezamenlijke afspraken te maken.

 

De maatregelen worden opgevolgd en er wordt streng opgetreden tegen flagrante schendingen. Het in lockdown plaatsen van een centrum is een discriminerende en niet-proportionele maatregel, aangezien het niet nodig is om de volksgezondheid te beschermen. Wij houden ons aan de maatregelen die de wetenschappers ons aanbevelen. Zoals u weet, is de besmetting van het virus niet alleen verspreid over heel het Belgische grondgebied, maar eigenlijk over de hele wereld. Een ding is zeker: het virus maakt geen onderscheid tussen maat, kleur, leeftijd, geslacht of wat dan ook, en dat is misschien maar goed ook.

 

Ik begrijp de ongerustheid bij de lokale besturen en de bevolking, maar het is in deze crisis nodig om het hoofd koel te houden en niet eenzijdig bijkomende maatregelen aan opvangcentra op te leggen die geen nut hebben vanuit het perspectief van de volksgezondheid. Wij hebben dan ook gewerkt aan een uniforme aanpak, waarbij over maatregelen die door een lokale overheid worden overwogen, op voorhand wordt overlegd met Fedasil en de provinciegouverneur en waarbij de aanbevelingen van de experten op het vlak van de volksgezondheid worden gevolgd. Indien nodig kan ook steeds een bijkomend advies van de experten worden gevraagd. Het is enkel door gezamenlijk overleg dat wij kunnen komen tot afspraken en maatregelen die de volksgezondheid, de bewoners in het centrum, de veiligheid van de bewoners, maar ook van de mensen die er werken en van de bewoners van de gemeente op een evenwaardige manier beschermen.

 

07.03  Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de minister, u zegt dat we kalm moeten blijven, maar misschien had u de afgelopen maanden net iets minder kalm moeten blijven. Moeten wij trouwens nog iets geloven van wat u hier zegt, mevrouw De Block?

 

U hebt gelogen dat ons land was voorbereid op de coronacrisis. U hebt gelogen dat het om, ik citeer, "een milde griep zou gaan, die onder controle was". U hebt dokters die waarschuwden, uitgemaakt voor dramaqueens. U hebt gelogen dat het geen nut had om mensen die terugkwamen van Wuhan of Lombardije in quarantaine te plaatsen. U hebt burgemeesters die zelf maatregelen namen, belachelijk gemaakt. U hebt gelogen dat u de mondmaskers zou bestellen bij erkende leveranciers. U hebt zich daarna in't zak laten zetten door Turkse fraudeurs. U hebt daarna dan maar gelogen over het nut van die mondmaskers, omdat het uw fout is dat er te weinig zijn. Net op een moment waarop de burger zou moeten kunnen vertrouwen op de richtlijnen van de overheid, hebt u gelogen. U moet werken in het belang van de burger. U moet waken over de gezondheid van de mensen. U moet ervoor zorgen dat er genoeg mondmaskers komen voor iedereen die met anderen in contact komt. Als u dat niet kan, mevrouw De Block, dan vinden wij wel iemand die dat wel kan.

 

De voorzitter: Collega Van Langenhove, kunt u wat letten op uw taalgebruik, of is dat te veel gevraagd?

 

07.04  Dries Van Langenhove (VB): Ik heb daar zeker over nagedacht.

 

De voorzitter: U hebt daar goed over nagedacht?

 

07.05 Minister Maggie De Block: De maskers vallen af. (…)

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Question de Josy Arens à Philippe De Backer (Agenda numérique, Télécommunications et Poste) sur "Le déploiement du réseau 5G" (55000562P)

08 Vraag van Josy Arens aan Philippe De Backer (Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post) over "De uitrol van het 5G-netwerk" (55000562P)

 

08.01  Josy Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, nous venons d'assister à une opération médiatique inappropriée de Proximus au vu de la période de confinement que nous vivons. Je suis clair: Proximus nous impose la 5G dans les différentes communes sans avoir prévenu qui que ce soit, ni les bourgmestres, ni les échevins, ni les administrations communales. C'est via les médias que nous avons découvert l'arrivée de la 5G dans différentes communes de notre pays.

 

Bien évidemment, nous ne sommes pas opposés à l'évolution mais nous ne sommes pas insensibles non plus aux différents scientifiques qui nous mettent en garde sur l'impact de l'arrivée de la 5G sur la santé publique.

 

Monsieur le ministre, je vous demande dès lors d'insister auprès de Proximus pour qu'elle réenclenche l'entièreté de l'opération. Proximus doit commencer par contacter les communes pour que celles-ci puissent y travailler avec les citoyens. À ce moment-là, on pourra discuter sereinement de l'arrivée ou non de la 5G.

 

Il est clair aussi que nous souhaiterions en savoir plus sur l'impact sur la santé publique. Or, en cette période, nous savons plus que jamais quel est le prix de notre santé.

 

Il importe également de vous signaler qu'on annonce la 5G, alors que, dans la situation de confinement actuelle, les habitants de certains villages n'ont toujours pas la possibilité de télétravailler à défaut d'internet à haut débit. Je viens d'une région rurale à faible densité de population. Je pense notamment au village de Parette qui compte 123 habitants. Ce n'est effectivement pas 1 million d'habitants ni 300 000 habitants. Néanmoins, ces 123 habitants doivent pouvoir avoir accès aux services publics minimaux, comme tous les autres.

 

Monsieur le ministre, nous exigeons de Proximus un service public minimum beaucoup plus performant pour que, même dans les régions rurales peu peuplées, on puisse télétravailler. Je compte sur vous pour y arriver, monsieur le ministre!

 

08.02  Philippe De Backer, ministre: Monsieur le président, monsieur Arens, il est vrai que la 5G sera d'abord déployée au profit des applications industrielles, donc pour les zones industrielles, les ports, les grandes villes et les principaux nœuds routiers. Le projet de texte pour la mise aux enchères des fréquences de 5G prévoit de plus grandes obligations de couverture que pour la 4G. Les obligations de couverture montent jusqu'à 99,8 %. Actuellement, ces obligations s'élèvent à 99,5 %. À terme, la 5G sera aussi une alternative pour les zones blanches sans internet fixe rapide. En effet, la 5G permet d'obtenir des vitesses de fibres optiques dans les endroits où il ne serait pas rentable de faire des terrassements pour l'internet fixe. Bien souvent, il serait rentable en ces endroits de prévoir l'internet rapide via un pylône 5G.

 

J'en viens aux précautions et à la transparence vis-à-vis des commerces et des citoyens, concernant les rayonnements. Ce n'est pas parce que la technologie change, et que la 2G devient la 4G ou la 5G – on est d'ailleurs en train déjà de créer la 6G – que le rayonnement dans cette partie du spectre, appelé ondes radio, change également. On peut comparer cela à une autre technologie. Ce n'est pas parce qu'on est passé des bougies aux lampes à pétrole, puis aux lampes à incandescence, aux tubes néon, aux lampes économiques et à l'éclairage LED, que le rayonnement qui s'appelle "spectre de la lumière" change. Il n'y a pas de souci. Les normes internationales sont déterminées à cet effet, principalement pour éviter l'exposition et le réchauffement excessif. L'antenne relais se trouve bien trop loin pour causer un effet quel qu'il soit. L'intensité du rayonnement diminue selon une échelle logarithmique. Le gsm qui est contre votre oreille a beaucoup plus d'impact sur les micro-ondes que vous recevez que les pylônes impliqués dans la 5G.

 

08.03  Josy Arens (cdH): Monsieur le ministre, votre réponse est loin de me satisfaire. Finalement, je n'ai pas obtenu de vraie réponse. Excusez-moi!

 

Comme je vous l'ai dit, nous savons ce que vaut la santé publique. On ne sait rien du tout sur l'impact de la 5G sur la santé publique. Les bourgmestres sont complètement ignorés, tout comme les communes. Vive Proximus! Comment est-il possible qu'une entreprise d'une telle envergure agisse comme elle vient de le faire? C'est de la pure provocation en pleine période de confinement. Je n'en resterai pas là. Nous en reparlerons en commission. Je n'accepte pas ceci! Je vous remercie.

 

Le président: Que tout le monde garde son calme!

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Questions jointes de

- Benoît Friart à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "La préparation de la relance économique par l'Economic Risk Management Group" (55000574P)

- Christian Leysen à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "La préparation en temps de crise de la relance économique" (55000577P)

09 Samengevoegde vragen van

- Benoît Friart aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De voorbereiding van de relance van de economie door de Economic Risk Management Group" (55000574P)

- Christian Leysen aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De voorbereiding in crisistijd van de economische relance erna" (55000577P)

 

09.01  Benoît Friart (MR): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, nos entreprises connaissent aujourd'hui des moments extrêmement difficiles. Nombre d'entre elles travaillent au ralenti, tandis que d'autres se trouvent quasiment à l'arrêt, principalement à cause de problèmes d'approvisionnement de matières premières ou de pièces détachées indispensables au bon fonctionnement des chaînes de production et de conditionnement. Pour d'autres entreprises, ce sont, en aval, les canaux de distribution qui se sont refermés.

 

Le gouvernement a pris rapidement – et c'est très bien – des mesures essentielles. Je pense notamment au chômage temporaire, au report de TVA et de précomptes. Cela dit, nos entreprises – qui ont quasiment toutes arrêté leur production – doivent continuer à assumer des frais fixes très élevés, en termes de location de bâtiments, de leasing, de matériel d'entretien de l'outil de production et aussi de charges incompressibles. Beaucoup risquent certainement de se retrouver exsangues quand nous serons sortis de cette crise. L'avenir de nos industries, de nos entreprises et de nos PME n'est pas encore compromis, mais il s'annonce très problématique, surtout en termes de liquidités, voire de solvabilité.

 

Pour répondre à cette crise, le gouvernement a institué tout dernièrement l'Economic Risk Management Group, qui est présidé par le gouverneur de la Banque nationale de Belgique. Ses missions consistent notamment à livrer une analyse en continu de la conjoncture économique et à élaborer des propositions de mesures.

 

Madame la ministre, au vu de la situation, disposez-vous de davantage de précisions relatives à l'impact économique de la crise, en particulier dans les principaux secteurs d'activité de notre pays? Ensuite, quelle est l'approche de ces groupes d'experts qui doivent se pencher sur le sauvetage de notre économie? Comment vont-ils coopérer avec nos entreprises? Quelles sont les principales pistes étudiées?

 

09.02  Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, collega's, de coronacrisis is een globale crisis die alle continenten raakt met enorme gevolgen voor de volksgezondheid maar ook voor de economie.

 

De OESO heeft een aantal berekeningen gemaakt. Een lockdown van 3 maanden betekent een achteruitgang van de economische groei met 6 %. Men heeft het over een krimp van 10 %. Dat is heel veel voor de ondernemingen en de mensen.

 

Daarom de volgende boodschap. Blijven werken is daarom een daad van solidariteit: de zorg voor ouderen, de zorg voor zieken, zorgen voor de bevoorrading van winkels, zorgen voor afvalophaling en veel andere ondersteunende diensten.

 

Blijven werken is cruciaal in de komende weken, ook met het oog op het heropstarten van onze economie, wetende dat een gezonde economie het fundament van onze welvaartsstaat is.

 

We moeten daar nu al over nadenken. Ik ben blij dat de eerste minister heeft aangekondigd dat zij daartoe de nodige initiatieven neemt, want een efficiënte en doordachte relancestrategie is hoognodig omdat wij onze bedrijven moeten herlanceren en ervoor moeten zorgen dat de tewerkstelling ook in de toekomst gewaarborgd is.

 

Dat zal niet alleen lukken door geld in het circuit te pompen. Het woord bazooka werd veel gebruikt, maar dat is net zoals antibiotica. Als men het te veel gebruikt, wordt men immuun en heeft het geen effect meer. We weten ook dat dit door de volgende generaties moet worden betaald.

 

Mevrouw de minister, bent u van plan om ook maatregelen te nemen om technisch werklozen werk in andere sectoren te geven, zoals in de sierteelt of de landbouw, waar er nood is? Hoe zult u de sociale partners betrekken bij deze relancestrategie om onze economie ook slagkrachtig te maken voor de toekomst?

 

09.03 Minister Nathalie Muylle: Collega's, vorige week werd hier al kort over de Economic Risk Management Group gesproken. De heer Wunsch, gouverneur van de Nationale Bank, en de heer Piet Vanthemsche, die zijn strepen in de dioxinecrisis heeft verdiend, hebben als covoorzitters daarvan de leiding op zich genomen.

 

À cette occasion, j'ai également souligné un certain nombre de tâches importantes que ce groupe de travail réalise pour notre économie. Je les rappelle ici: mesurer l'impact de la pandémie de coronavirus sur nos entreprises, nos secteurs et nos marchés financiers, veiller à ce que nos entreprises et infrastructures critiques continuer à fonctionner (business continuity), proposer au gouvernement des mesures contre la crise et jouer un rôle de coordination à cet égard et réfléchir à des mesures pour assurer un redémarrage fluide de notre économie après la crise sanitaire.

 

Er is ook een taakverdeling tussen de beide voorzitters. De heer Vanthemsche is vandaag vooral bezig met alles wat te maken heeft met business continuity en met de link met volksgezondheid, terwijl de heer Wunsch acht werkgroepen aanstuurt die vooral werken rond de economische en financiële aspecten. Ik overloop ze even kort.

 

Voici un aperçu des huit groupes de travail: "Suivi de l'économie en temps réel", "Prévisions macroéconomiques et scénarios", "Implications budgétaires" (et chiffrage des mesures), "Retour du terrain" (problèmes et propositions de mesures), "Financement et soutien aux grandes entreprises", "Financement et soutien aux PME et aux indépendants", "Financement et soutien aux particuliers et aux travailleurs" et "Communication".

 

C'est au sein de ces groupes de travail que sont élaborées toutes les propositions relatives à la relance de l'économie.

 

Collega's, in al wat wij tot nu toe hebben gedaan, ligt onze eerste focus op de gezondheid en de gezondheidsaspecten en dat moet vandaag nog altijd het geval zijn.

 

Ten tweede, wat de gezondheid van ons economisch weefsel betreft, hebben wij, mijns inziens, met de maatregelen inzake technische werkloosheid niet alleen de koopkracht van de burgers maar ook de financiële draagkracht van onze ondernemingen ondersteund.

 

De tijdelijke werkloosheid is ook belangrijk wanneer wij aan de relance beginnen. Wij kunnen onze werknemers dan immers opnieuw inzetten. Zij zijn ook heel gemakkelijk opnieuw inzetbaar.

 

Wij hebben, zoals hier al is aangehaald, via verschillende maatregelen ook voor een forse liquiditeitsinjectie gezorgd. Het gaat zowel over uitstel van betalingen als over bankgaranties in het kader van kredietverleningen.

 

Niet onbelangrijk is bovendien dat de Economic Risk Management Group vandaag de economische situatie van onze Belgische bedrijven, in de sectoren en subsectoren goed monitort. De groep analyseert en formuleert aanbevelingen om te bekijken waar er op korte termijn liquiditeitsproblemen rijzen en om eventuele solvabiliteitsissues tijdig te kunnen counteren.

 

Dat zijn heel belangrijke aspecten, ook met het oog op een stapsgewijze normalisering van onze economische activiteit.

 

Mijnheer Leysen, u vroeg wat de stand van zaken is in verband met het opnieuw tewerkstellen van werknemers. Wij zijn volop bezig met de oplijsting van de behoeften in de sectoren. Zo is er de vraag van de voedings- en de distributiesector, van de zorg en zeker ook van de land- en tuinbouwsector, die op korte termijn 15.000 extra arbeidskrachten nodig heeft om te kunnen planten, zaaien en oogsten en alle bijhorende taken uit te voeren.

 

De regering is volop bezig mogelijke antwoordpistes te formuleren.

 

Wat de ERMG doet, is heel belangrijk. De ERMG heeft voeling vandaag, maar bekijkt door goede monitoring ook welke sterke maatregelen er kunnen worden genomen met het oog op een relance.

 

De voorzitter: Collega's Friart en Leysen, voor uw repliek krijgt u een dubbele spreektijd.

 

09.04  Benoît Friart (MR): Monsieur le président, cette fois, je vais tenter de m'en tenir au temps qui m'est imparti.

 

Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Je vous rejoins, en tout cas pour ce qui concerne l'aspect sanitaire qui est le plus important aujourd'hui. On doit d'abord régler cette question.

 

Par la suite, il faudra très vite se pencher sur l'aspect économique et financier. En la matière, l'Economic Risk Management Group devra jouer son rôle. Il sera également important que le fédéral, les Régions et les entreprises puissent continuer à s'accorder au mieux.

 

Selon moi, tous les entrepreneurs doivent être soutenus de la meilleure façon. En effet, ils font preuve d'une grande résilience, d'une volonté de rebondir. Si nous pouvons continuer à les aider grâce aux aides du fédéral et des Régions qui sont mises en place, notre économie se portera beaucoup mieux d'ici quelques mois.

 

09.05  Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. De dag komt dichterbij waarop wij de focus opnieuw kunnen verleggen van het verzorgen en het rouwen naar het opnieuw opbouwen en het verzekeren van de welvaart van onze generatie en de volgende generaties.

 

De basis moeten wij nu leggen. Ik meen dat het belangrijk is dat de solidariteit breed gedragen wordt, in Noord en Zuid, in overheid en privé. Wij moeten vooral lessen leren uit deze periode.

 

Wij leren dat wij wendbaar moeten zijn in uitzonderlijke omstandigheden, maar ook wendbaar in een veranderende wereld. Wij leren dat wij wendbaar moeten zijn wat de werking in de bedrijven betreft. Daar zien wij nu talrijke voorbeelden van. Ook wendbaar in de overheid, en waarschijnlijk ook in de regelgeving, zodat wij allen samen aan de toekomst kunnen bouwen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

10 Question de Mathieu Bihet à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "Les inquiétudes des travailleurs pendant la crise du coronavirus" (55000575P)

10 Vraag van Mathieu Bihet aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De bezorgdheden van de werknemers tijdens de coronacrisis" (55000575P)

 

10.01  Mathieu Bihet (MR): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, cela fait maintenant 20 jours – et je ne vous apprends rien – que le pays vit en confinement et que son activité économique vit au ralenti. La santé de nos concitoyens est, demeure et restera bien entendu la priorité absolue.

 

Le gouvernement a adopté de très nombreuses mesures depuis le début de la crise pour permettre à nos entreprises et à nos indépendants de passer au mieux cette période de crise sanitaire et économique. Elles constituent d'ailleurs une réelle bouffée d'oxygène pour eux.

 

En ce qui concerne les travailleurs, actuellement des mesures ont été prises pour garantir au mieux leur sécurité et leur santé, mais également pour sauvegarder au maximum leur emploi et leur pouvoir d'achat. C'était d'ailleurs un des engagements de ce gouvernement.

 

Je profite de l'occasion pour vous remercier, madame la ministre, ainsi que l'ensemble du gouvernement, d'être attentifs à chacun de ces aspects depuis le début de la crise, mais également de le rester.

 

Selon une étude Stepstone, 33 % des travailleurs sont aujourd'hui en arrêt de travail; 44 % d'entre eux télétravaillent mais 23 % d'entre eux continuent de se rendre sur leur lieu de travail.

 

Tout d'abord, en ce qui concerne les travailleurs en chômage temporaire, il semble que des retards soient annoncés dans le paiement des allocations de chômage. Dans un premier temps, je voudrais savoir si vous confirmez cette information. Dans l'affirmative, quelles sont les solutions dégagées par l'ONEM pour remédier à cette situation?

 

Par rapport aux travailleurs qui continuent de se rendre sur leur lieu de travail, on constate cependant chaque jour que certains secteurs sont encore en proie à des difficultés.

 

Madame la ministre, certains magasins de la grande distribution se sont mis en grève alors que la grande majorité d'entre eux ont conclu des accords sociaux. Un effet de contagion est-il à craindre? Comment garantir que ce secteur, aussi essentiel pour nous et pour l'ensemble des citoyens, puisse continuer à travailler?

 

Dans le secteur des titres-services, on constate qu'il y a différents positionnements en fonction des Régions. Ne pensez-vous pas qu'il faudrait une position commune venant du fédéral, qui assurerait la sécurité et surtout la santé de l'ensemble des travailleurs et ce, dans le respect des règles de répartition des compétences?

 

Enfin, certaines voix s'élèvent pour permettre à des travailleurs qui sont actuellement en chômage temporaire de travailler pour d'autres secteurs d'activité actuellement en manque cruel de main-d'œuvre. On pense singulièrement au travail saisonnier. Quelle est votre position à ce sujet? Je vous remercie.

 

Le président: Même en en ces temps difficiles, il faut respecter les traditions. Je félicite notre collègue M. Mathieu Bihet pour son maiden speech. (Applaudissements)

 

10.02  Nathalie Muylle, ministre: Monsieur le président, monsieur Bihet, je vous remercie pour vos nombreuses questions auxquelles je vais tenter de répondre. Je comprends évidemment que les travailleurs soient inquiets pendant cette crise.

 

Pour ce qui concerne les troubles dans la distribution alimentaire, nous suivons la situation de près: le président de la commission paritaire compétente nous fait rapport. Un accord a déjà été conclu par un certain nombre de grandes entreprises et, en tout état de cause, nous appelons au sens des responsabilités et à la concertation.

 

Votre question sur le secteur des titres-services sera abordée dans la réponse à la question de votre collègue Thémont. Je partage votre avis: nous avons besoin d'une position commune dans ce dossier. N'oublions pas que ce secteur est essentiel pour les services de soins ainsi que pour l'assistance sociale. C'est aussi très important.

 

Quant au contrôle du bien-être des travailleurs au travail, l'inspection Contrôle du bien-être au travail surveille la situation sur le terrain et effectue des inspections. Dans ce contexte, la sensibilisation est la tâche la plus importante, mais les entreprises qui enfreignent manifestement les règles sont fermées. Vendredi, elles étaient au nombre de 11. J'attends encore les chiffres de cette semaine.

 

Pour les secteurs où il y a pénurie de main d'œuvre à la suite de la crise du coronavirus, par exemple en raison du recours habituel à des travailleurs saisonniers, une proposition est à présent sur la table qui permettrait par exemple aux chômeurs temporaires de travailler dans ces secteurs.

 

Quant aux personnes qui possèdent un certificat de leur médecin traitant attestant qu'elles sont malades, celles-ci doivent bien entendu rester à la maison. Les personnes qui ne sont pas malades sont censées travailler. Le télétravail doit être exploité au maximum et les règles relatives à la distanciation sociale doivent être respectées. Les entreprises non essentielles qui ne sont pas en mesure d'obtempérer fermeront leurs portes et pourront recourir au chômage temporaire.

 

Les personnes qui doivent rester en quarantaine et qui ne peuvent pas faire du télétravail peuvent également recourir au chômage temporaire.

 

Pour les entreprises essentielles, il s'agit de recourir également le plus possible au télétravail et d'appliquer la distanciation sociale et, le cas échéant, de prendre des mesures préventives supplémentaires si la nature du travail l'exige.

 

10.03  Mathieu Bihet (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour ces réponses qui apportent un peu de clarté pour les travailleurs, singulièrement au sujet des accords sociaux.

 

Pour le paiement des allocations de chômage, il est important que ce problème soit réglé. Certains travailleurs ont des factures, des loyers ou des emprunts à payer et il ne faudrait pas que ce retard entraîne d'autres difficultés et des effets pervers en cascade.

 

Pour ceux qui continuent à travailler, il faut s'assurer que leur travail s'effectue dans des conditions de sécurité optimales. Nous devons pouvoir leur apporter un maximum de sécurité et de sérénité. Le MR y sera très attentif.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Question de Sophie Thémont à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "Les travailleuses du secteur des titres-services face au COVID-19" (55000579P)

11 Vraag van Sophie Thémont aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De werkneemsters in de sector van de dienstencheques tijdens de coronacrisis" (55000579P)

 

11.01  Sophie Thémont (PS): Madame la ministre, savez-vous combien gagne la personne qui vient travailler chez vous en titres-services? Un montant de 11,50 euros brut de l'heure. Savez-vous combien d'heures en moyenne représentent les contrats de ces travailleurs? Il s'agit de 21 heures. Savez-vous combien d'aides ménagères en titres-services travaillent en Belgique et pour combien de clients? Il s'agit de 140 000 travailleuses pour un million d'utilisateurs.

 

Ni vous ni moi ne sommes virologues, madame la ministre. Néanmoins, nous pourrons être d'accord sur un point: cette chaîne de travail est dangereuse. Alors que l'on parle aujourd'hui de confinement et de distanciation sociale, force est de constater qu'aujourd'hui, ces personnes vont travailler chez des familles avec enfants, qui sont confinées, mais aussi chez des personnes plus âgées. Cela représente un risque pour tout le monde.

 

Dans quelle société vivons-nous si nous ne pouvons pas venir en aide immédiatement à ces travailleuses qui, pour la plupart d'entre elles, ne gagnent même pas mille euros brut par mois?

 

Mon chef de groupe vous a d'ailleurs écrit un courrier à cet égard pour vous demander de suspendre l'activité de ces titres-services, à l'exception des courses ménagères. Il faut évidemment trouver une solution rapidement qui permette à ces travailleuses de rester chez elles en gardant leur salaire.

 

Si vous refusez de prendre une telle décision, madame la ministre, vous laissez ces travailleuses sans protection et vous les obligez à choisir entre leur santé et leur faible revenu.

 

La Wallonie et Bruxelles ont pris leurs responsabilités: on suspend et on garantira la rémunération. Tant les travailleurs que les patrons ont demandé au gouvernement fédéral de prendre également ses responsabilités. Suspendez ces activités de titres-services tout en veillant à maintenir les salaires. Si vous ne bougez pas, vous permettez aujourd'hui que certaines entreprises fassent pression sur ces travailleurs en leur demandant de reprendre leur activité. On met en danger la santé. Vous savez qu'il y a des femmes seules avec enfants qui n'ont pas de plan B et qui sont obligées de continuer à travailler; elles sont à la merci des pires excès du marché.

 

Mes questions sont les suivantes, madame la ministre, elles sont très simples. Je vous demande de protéger ces travailleuses en mettant fin aux activités des titres-services et en garantissant leur salaire en cette période de confinement. Je vous remercie.

 

11.02  Nathalie Muylle, ministre: Monsieur le président, madame Thémont, je suis au courant de l'inquiétude dans le secteur. J'ai reçu le courrier du PS, mais j'entends aussi des positions opposées. Les uns veulent fermer le secteur; les autres veulent l'activer. Ce n'est pas facile pour moi. N'oubliez pas non plus que le secteur des titres-services est un des secteurs considérés comme essentiels par le Conseil national de sécurité, où vous êtes représentés. Cela concerne les services de soins et d'assistance sociale aux publics vulnérables. C'est aussi important.

 

Pour ce qui est le volet non essentiel, il est très important que l'employeur soit tenu d'appliquer et de respecter toutes les mesures en matière de prévention, y compris la distanciation sociale.

 

Compte tenu de la situation de travail spécifique des travailleurs, aucune décision générale ne peut être prise. La situation doit être évaluée au cas par cas. Si les règles en matière de distanciation sociale ne peuvent être respectées, l'entreprise doit fermer. Si les règles en matière de distanciation sociale peuvent être respectes, le travail peut se poursuivre.

 

Lorsque, dans une famille où l'un donne de l'aide, une personne est malade ou placée en quarantaine, on parle d'une situation dangereuse, et bien sûr le travail n'est pas autorisé.

 

L'autorité fédérale est exclusivement compétente pour les conditions de travail et lès règles générales concernant la sécurité et la protection des travailleurs au travail. L'employeur doit, dans la mesure du possible, prendre des mesures préventives pour minimiser les risques pour les travailleurs, par exemple en fournissant des équipements de protection individuelle tels que des gants jetables.

 

Toutes vos questions relatives au financement des entreprises de titres-services relèvent de la compétence des Régions. Ce faisant, les questions relatives à la rémunération des travailleurs de ce secteur ne sont donc pas de mon ressort.

 

11.03  Sophie Thémont (PS): Monsieur le président, madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse qui ne me satisfait évidemment pas. En effet, vous savez très bien qu'en Wallonie et à Bruxelles, les fédérations d'employeurs dans le domaine des titres-services et les syndicats se sont exprimés d'une seule et même voix. Ils ont décidé de suspendre l'activité pour protéger la sécurité des travailleurs et des clients.

 

Je veux bien entendre qu'il faut protéger les travailleurs. Mais, comme il n'y a déjà pas suffisamment de masques et de gants pour les hôpitaux, comment en fournir à ce secteur?

 

Vous faites un choix incompréhensible aux yeux de mon groupe, madame la ministre. Les travailleurs les plus pauvres doivent absolument être protégés. Et j'insiste: leur santé, leurs droits sociaux doivent aussi être respectés.

 

Je voudrais terminer mon intervention en ayant une pensée particulière pour les travailleurs dont l'utilité sociale n'a pas de prix, ces travailleurs qui pourtant n'ont pas un gros salaire, et pour qui on manifestait bien peu d'intérêt, avant la crise du coronavirus. Je pense à ces femmes et ces hommes dont on trouve normal qu'ils travaillent le dimanche pour nous permettre de faire nos courses le dimanche. Je pense à ces femmes et ces hommes qui nous aident à nettoyer nos maisons pour moins de 1 000 euros par mois; à ces femmes et ces hommes qui gardent nos enfants dès l'aube, et ce parfois jusqu'à une heure avancée; à ces femmes et ces hommes qui nettoient nos rues et qui travaillent durant des heures parfois sans compter. Je pourrais continuer car la liste est très longue.

 

Après la crise sanitaire, nous devrons aller plus loin que nos remerciements et nos applaudissements. Nous devrons penser à une société où l'utilité sociale des métiers sera valorisée. Nous devrons améliorer les conditions de travail et de rémunération de ces femmes et ces hommes qui méritent plus que des applaudissements.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

De voorzitter: Collega's, terugblikkend op de ervaring van de laatste plenaire vergaderingen hebben wij regels afgesproken voor de organisatie van het vragenuurtje. Die gelden zowel voor de Parlementsleden als de regering.

 

Le temps de parole est limité. Je puis vous assurer que, pour le caractère attrayant de nos débats, il vaut mieux énoncer quelques points et y répondre brièvement, au lieu de retomber dans des espèces de semi-conférences – pour le dire ainsi. Vous dites "non", madame Thémont, mais j'ai constaté que quasiment chacun d'entre vous dépassait son temps de parole.

 

Gelet op de uitzonderlijke omstandigheden ben ik inderdaad wat soepeler, maar er zijn beperkingen in de spreektijd. Neem dat van mij aan. Zeg het aan uw medewerkers, of als u zelf de teksten voorbereidt, wees beknopt. Dat geldt zowel voor de Parlementsleden als voor de regeringsleden. Er moet een evenwicht zijn tussen beide.

 

12 Prise en considération de propositions

12 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents d’aujourd’hui, je vous propose de prendre en considération et de renvoyer à la commission compétente:

- la proposition de résolution (MM. Reccino Van Lommel, Tom Van Grieken et Erik Gilissen) relative au paiement des factures impayées non contestées adressées aux autorités fédérales, n° 1127/1;

- la proposition de loi (Mme Karin Jiroflée, M. Jan Bertels et Mme Meryame Kitir) modifiant la loi coordonnée du 10 juillet 2008 sur les hôpitaux et autres établissements de soins, à l'égard des victimes de la pandémie provoquée par le coronavirus COVID-19, en ce qui concerne les suppléments d'honoraires, n° 1129/1;

la proposition de loi (Mme Ellen Samyn, M. Tom Van Grieken, Mme Barbara Pas, M. Dries Van Langenhove et Mme Dominiek Sneppe) visant à instituer une commission d’enquête parlementaire chargée d’examiner la manière dont le gouvernement a géré la crise du coronavirus (virus COVID-19), n° 1130/1;

- la proposition de loi (Mme Kathleen Depoorter) modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en ce qui concerne les versements anticipés pour l’exercice d’imposition 2021, n° 1131/1.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van vandaag, stel ik u voor in overweging te nemen en naar de bevoegde commissie te zenden:

- het voorstel van resolutie (de heren Reccino Van Lommel, Tom Van Grieken en Erik Gilissen) tot betaling van niet-betwiste openstaande facturen gericht aan de federale overheid, nr. 1127/1;

- het wetsvoorstel (mevrouw Karin Jiroflée, de heer Jan Bertels en mevrouw Meryame Kitir) tot wijziging van de wet op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008, wat betreft de ereloonsupplementen ten aanzien van de slachtoffers van de pandemie veroorzaakt door het coronavirus COVID-19, nr. 1129/1;

- het wetsvoorstel (mevrouw Ellen Samyn, de heer Tom Van Grieken, mevrouw Barbara Pas, de heer Dries Van Langenhove en mevrouw Dominiek Sneppe) tot instelling van een parlementaire onderzoekscommissie belast met een onderzoek naar de aanpak door de regering van het coronavirus (COVID-19-virus), nr. 1130/1;

- het wetsvoorstel (mevrouw Kathleen Depoorter) tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat de voorafbetalingen voor het aanslagjaar 2021 betreft, nr. 1131/1.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

13 Adoption de l’ordre du jour

13 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.

Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.

 

Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.

Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.

 

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 9 avril 2020 à 14 h 15.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 9 april 2020 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 16 h 33.

De vergadering wordt gesloten om 16.33 uur.

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 034 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 55 PLEN 034 bijlage.