Séance plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 8 juillet 2021 Après-midi ______ |
van Donderdag 8 juli 2021 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14 h 24 et présidée par Mme Eliane Tillieux, présidente.
De vergadering wordt geopend om 14.24 uur en voorgezeten door mevrouw Eliane Tillieux, voorzitster.
La présidente: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série
de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans
le Compte Rendu Intégral de cette séance ou son annexe.
Een reeks
mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan
deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het Integraal Verslag van
deze vergadering of in de bijlage ervan.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Alexander
De Croo, Sarah Schlitz.
01.01 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, ik vraag het woord voor een ordemotie. U kent mij als een verdediger van de rechten van het Parlement en van de controlefunctie die het Parlement moet uitoefenen.
Wij zullen straks een debat houden over de regeringscommissaris, mevrouw Haouach, en ik wil daar niet op inbreken. Daar zullen straks diverse vragen over gesteld worden. Ik zie dat de antwoorden zullen worden gegeven door de eerste minister en door mevrouw Schlitz, als politieke verantwoordelijke.
Wij hebben de betrokkene zelf niet in het Parlement kunnen spreken, omdat een voorstel van ons daartoe is verworpen. Na de vastlegging van de agenda, gisteren in de Conferentie van voorzitters, heeft er zich een nieuw feit voorgedaan. Terwijl de regeringscommissaris niet in de commissie moest verschijnen, omdat wij daar geen meerderheid voor gevonden hebben in de commissie, heeft zij zich wel op Facebook geuit over de aangelegenheid. Nu misken ik de waarde van Facebook niet, maar dat is natuurlijk geen parlementair debat.
Wij betreuren die werkwijze. Hier zijn ook uitspraken over gedaan door ministers, in de voorbije uren. In die nieuwe omstandigheden willen wij erop aandringen - en ik zal daartoe een ordemotie indienen - dat de Kamer zich erover zou uitspreken om de voorzitter van de commissie voor Gezondheid op te roepen volgende week een vergadering hierover te organiseren.
Wij kunnen niet in de plaats van de commissie treden, maar wij kunnen ons als Kamer wel richten tot de voorzitter van de commissie voor Gezondheid met het uitdrukkelijke verzoek dat hij een vergadering van die commissie zou beleggen, onverwijld, zo snel mogelijk, waar de regeringscommissaris rechtstreeks bevraagd kan worden door de Kamerleden, zodat wij ons controlerecht kunnen uitoefenen.
Ik ben zo vrij u een ordemotie in die zin ter hand te stellen, in de hoop dat wij het er allemaal over eens zijn dat wij zo snel mogelijk ons normale parlementaire controlerecht kunnen uitoefenen.
De voorzitster: Mijnheer De Roover, wij zullen straks, na de mondelinge vragen, over uw verzoek spreken.
01.02 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la présidente, initialement, le plus intéressant est d'entendre le premier ministre et la secrétaire d'État sur leur réaction aux déclarations publiques qui ont été émises par la commissaire à l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes. Cependant, j'entends la demande de mes collègues de la N-VA de pouvoir entendre la principale intéressée. Cette demande est tout à fait légitime et mon groupe y avait également pensé. Sur la base des réponses qui seront données par les différents membres du gouvernement à ce sujet, je pense toutefois que nous pourrions également appuyer cette demande au moyen de notre propre motion d'ordre. Ainsi, nous aurions un débat serein et constructif sur cette question.
C'est la raison pour laquelle je dépose également, au nom de mon groupe DéFI, une motion d'ordre en ce sens.
La présidente: C'est une raison de plus pour nous pencher sur le sujet après les questions d'actualité.
- Dries Van Langenhove aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De antidemocratische uitspraken van een regeringscommissaris" (55001825P)
- Daniel Bacquelaine aan Sarah Schlitz (Gendergelijkheid en Kansengelijkheid) over "De inachtneming van het neutraliteitsbeginsel door de regeringscommissarissen" (55001826P)
- Sophie Rohonyi aan Sarah Schlitz (Gendergelijkheid en Kansengelijkheid) over "Het standpunt van de regering over de uitspraken van de regeringscommissaris bij het IGVM" (55001828P)
- Georges Dallemagne aan Sarah Schlitz (Gendergelijkheid en Kansengelijkheid) over "De uitspraken van de regeringscommissaris bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen" (55001827P)
- Jean-Marie Dedecker aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De houding van de regering na de uitspraken van de regeringscommissaris bij het IGVM" (55001832P)
- Servais Verherstraeten aan Sarah Schlitz (Gendergelijkheid en Kansengelijkheid) over "De uitspraken van de regeringscommissaris" (55001837P)
- Darya Safai aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De uitspraken van de regeringscommissaris Ihsane Haouach" (55001844P)
- Egbert Lachaert aan Sarah Schlitz (Gendergelijkheid en Kansengelijkheid) over "De uitspraken van een regeringscommissaris in Le Soir" (55001845P)
- Malik Ben Achour aan Sarah Schlitz (Gendergelijkheid en Kansengelijkheid) over "De uitspraken van de regeringscommissaris bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen" (55001848P)
- Séverine de Laveleye aan Sarah Schlitz (Gendergelijkheid en Kansengelijkheid) over "De verklaringen van de regeringscommissaris" (55001849P)
- Dries Van Langenhove à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les propos antidémocratiques d'une commissaire du gouvernement" (55001825P)
- Daniel Bacquelaine à Sarah Schlitz (Égalité des genres et Égalité des chances) sur "Le respect du principe de neutralité par les commissaires du gouvernement" (55001826P)
- Sophie Rohonyi à Sarah Schlitz (Égalité des genres et Égalité des chances) sur "La position du gouvernement à la suite des déclarations de la commissaire du gouvernement à l'IEFH" (55001828P)
- Georges Dallemagne à Sarah Schlitz (Égalité des genres et Égalité des chances) sur "Les déclarations de la commissaire du gouvernement à l'Institut pour l'égalité des femmes-et des hommes" (55001827P)
- Jean-Marie Dedecker à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La position du gouvernement à la suite des déclarations de la commissaire du gouvernement à l'IEFH" (55001832P)
- Servais Verherstraeten à Sarah Schlitz (Égalité des genres et Égalité des chances) sur "Les déclarations de la commissaire du gouvernement" (55001837P)
- Darya Safai à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les déclarations de la commissaire du gouvernement Ihsane Haouach" (55001844P)
- Egbert Lachaert à Sarah Schlitz (Égalité des genres et Égalité des chances) sur "Les déclarations d'une commissaire du gouvernement dans Le Soir" (55001845P)
- Malik Ben Achour à Sarah Schlitz (Égalité des genres et Égalité des chances) sur "Les déclarations de la commissaire du gouvernement à l'Institut pour l'égalité des femmes-et des hommes" (55001848P)
- Séverine de Laveleye à Sarah Schlitz (Égalité des genres et Égalité des chances) sur "Les déclarations de la commissaire du gouvernement" (55001849P)
02.01 Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, ik ga jullie verrassen, want eigenlijk heb ik geen probleem met de islam, als die 6.000 kilometer hiervandaan wordt beleefd. Welke impact heeft het op onze democratische waarden dat 6.000 kilometer hiervandaan mensen kiezen voor de sharia? Geen enkele. Maar weten jullie wie er wel een negatieve impact heeft op onze democratische waarden? Jullie, de haute finance die decennialang gastarbeiders uit Marokko en Turkije heeft geïmporteerd, enkel en alleen voor financieel geldgewin, zonder te denken aan de vele maatschappelijke samenlevingsproblemen die dat teweeg zou brengen. Die problemen zijn immers toch enkel voor het plebs, voor het gepeupel. Daar heeft men geen last van als men in de chique villawijken woont, ver van al die geïmporteerde vreemdelingen.
Maar ook de linkse partijen zijn hier schuldig. Jullie blijven tot op vandaag een massa migranten importeren, zodat ze op jullie zouden stemmen. Hadden jullie dan gedacht dat die gastarbeiders hun achtergrond gewoon zouden vergeten, dat de massa migranten hun religieuze overtuiging gewoon zouden vergeten en op jullie zouden blijven stemmen, zonder daarvoor iets terug te vragen? Natuurlijk niet!
Als Ihsane Haouach zegt dat de democratische waarden van dit land moeten evolueren naarmate het aantal moslims in België stijgt, en dat moslims zich moeten organiseren om druk uit te oefenen op de politieke instellingen, dan maakt zij geen fout. Zij doet gewoon wat van een vrome moslima wordt verwacht. Het zijn jullie die fouten hebben gemaakt door deze mensen massaal naar hier te halen en ze nadien te overladen met politieke postjes in ruil voor stemmen.
Mijnheer De Croo, iemand die onze democratie en onze vrijheden niet respecteert, hoort niet benoemd te worden tot regeringscommissaris. Het is dus in de eerste plaats aan u om uw fout te erkennen en Ihsane Haouach te ontslaan. In de tweede plaats moet u ook eens goed nadenken en luisteren naar mevrouw Haouach. Wat ze zei, klopt wel degelijk. De omvolking heeft een gigantische impact op onze democratie en onze vrijheden. Wie dat blijft ontkennen, is zeer naïef en zelfs kwaadwillig.
02.02 Daniel Bacquelaine (MR): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, madame la secrétaire d'État, revenons au sujet sans le pervertir.
L'interview donnée au journal Le Soir, le 3 juillet dernier, par la commissaire du gouvernement auprès de l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes a transformé nos interrogations en de fortes inquiétudes, voire, parfois, en une véritable stupéfaction.
Nous sommes inquiets quand votre commissaire du gouvernement, madame la secrétaire d'État, subvertit le sens même de la neutralité en portant le voile au sein de l'Institut où elle exerce une charge que le Conseil d'État considérait résolument déjà en 2013 comme une fonction publique. Nous sommes inquiets quand votre représentante foule au pied son devoir de réserve en répandant, dans la presse, des propos polémiques et militants.
Nous sommes stupéfaits quand votre commissaire prétend que l'interdiction du port de signes convictionnels dans les administrations est discriminatoire, contredisant ainsi la Cour constitutionnelle. Nous sommes stupéfaits quand votre représentante ajoute qu'il conviendrait de décliner le principe de séparation de l'Église et de l'État en fonction d'un changement démographique, accordant ainsi une valeur toute relative à l'un des principes fondateurs de l'État de droit, celui qui garantit précisément la liberté de conscience, la liberté de culte, la liberté de croire ou de ne pas croire. Enfin, nous sommes stupéfaits quand votre commissaire bidouille une interview donnée antérieurement sous l'égide d'un organisme, en retirant les passages les plus violemment communautaristes.
Madame la secrétaire d'État, il est grand temps – me semble-t-il – de se ressaisir. Un rappel à l'ordre de votre commissaire est indispensable, tout comme une réaffirmation claire, sans ambiguïté de votre attachement aux valeurs de liberté et aux droits fondamentaux qui caractérisent un État démocratique.
Je vous entendrai avec une grande attention.
02.03 Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le premier ministre, madame la secrétaire d'État, à l'instar de mes collègues, j'ai lu très attentivement l'interview de votre commissaire du gouvernement auprès de l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes, le week-end dernier dans le journal Le Soir, et dans laquelle elle exposait ses idées directement en lien avec sa fonction, idées qui posent problème. Lesquelles?
Premièrement, l'interdiction de signes convictionnels dans la fonction publique serait par essence discriminatoire. C'est une opinion militante qui nie la vertu de la neutralité du service public, à savoir offrir la garantie de l'égalité de traitement entre tous les administrés.
Deuxièmement, la séparation de l'État et de l'Église devrait pouvoir être déclinée selon les évolutions démographiques. Nous pourrions ainsi avoir une neutralité à géométrie variable selon les revendications religieuses des uns et des autres ou encore sous l'effet de rapports de force. Qui peut croire un seul instant en la paix sociale si c'est la force du nombre qui finalement l'emporte?
Troisièmement, les femmes qui font aujourd'hui l'objet de pressions parce qu'elles ne veulent pas porter le voile ou parce qu'elles veulent le retirer seraient très minoritaires parce que l'on en parle très peu. La commissaire à l'égalité homme-femme minimise ainsi les victimes du patriarcat alors qu'elle se doit de les protéger tout autant que les autres. Elle doit aussi veiller à la libération de leur parole ainsi qu'à leur émancipation.
Mme Haouach garde-t-elle votre confiance après ses déclarations publiques? Reflètent-elles la position du gouvernement sur le principe de neutralité? Adopterez-vous un code d'éthique qui s'imposerait à l'ensemble des membres du gouvernement, mais aussi à ses délégués quant à la neutralité des actes et des apparences? De quelle manière aujourd'hui pouvez-vous nous garantir que Mme Haouach veillera au respect des droits de toutes les femmes, sans exception? Je vous remercie.
02.04 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le premier ministre, madame la secrétaire d'État, qu'on ne s'y trompe pas: aujourd'hui, c'est un débat de principe qu'on essaie d'avoir avec le gouvernement, un débat sur les principes de démocratie, les principes fondamentaux qui régissent nos règles de vie en société. Il se fait que cela porte sur une personnalité qui vient d'être nommée commissaire du gouvernement auprès de l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes.
La question n'est pas de savoir si l'on accepte ou pas ses opinions: elle peut avoir les opinions qu'elle veut. La question est de savoir si ces opinions sont compatibles avec la fonction dans laquelle elle a été nommée. Et force est de constater que ses propos, ses attitudes du passé sont tellement problématiques qu'elle-même a tenu, aujourd'hui, à les corriger, à les changer, à les maquiller.
Effectivement, il y a un an, elle tenait, à l'occasion d'un rapport sur le Forum européen des femmes musulmanes, des propos tout à fait particuliers, puisqu'elle appelait à la constitution d'un lobby musulman, puisqu'elle fustigeait les musulmans qui ne votaient pas suffisamment pour des personnes qui défendraient leurs droits dans la société. On aurait pu croire qu'elle parlait de droits sociaux, de droit au logement ou de droit au travail, mais non, les droits étaient résumés au foulard, au voile, au cours de religion et à l'abattage rituel. Difficile, dès lors, d'imaginer une conception plus communautariste de la société.
Je vous le demande, monsieur le premier ministre, madame la secrétaire d'État: est-ce là votre conception de la vie en société? Cette vision communautariste est-elle votre conception de la défense de l'égalité entre les femmes et les hommes? Allez-vous faire dériver cette société, la nôtre, qui depuis tant d'années, tant de décennies, se bat pour un modèle d'intégration où chacun est un citoyen à parts égales, vers une évolution communautariste, où les communautés s'affrontent les unes les autres dans une vision fragmentée, une vision antagoniste de la société? Est-ce cela, votre modèle de société, est-ce cela que vous allez imposer à la Belgique dorénavant?
02.05 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de premier, ervoor ijveren en propageren dat de demografie een omslagpunt bereikt zodat men genoeg kiezers invoert om zijn politieke ideeën te kunnen doordrukken, noemt men de theorie van de omvolking. In het Duits noemt men dat Umvolkung. Vrijheden en verworvenheden worden dan bepaald in functie van de nieuwe, overheersende groep. Als ik vandaag moet lezen dat uw regeringscommissaris blijkbaar aanhanger is van deze theorie, en dan nog pleit voor een herijking van onze grondwettelijke scheiding tussen Kerk en Staat, dan zouden de sluiers voor de ogen van uw regering moeten afvallen.
Mevrouw Haouach is regeringscommissaris voor het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IVGM). Ze wordt dus verondersteld neutraal te zijn, maar in wezen ontpopt ze zich tot een echte activiste die haar functie misbruikt om haar eigen politieke opvattingen en haar eigen islamitische geloofsovertuiging door te drukken met haar openbaar ambt. Mevrouw Haouach is niet aan haar proefstuk toe. Ze holt van het ene incident naar het andere. Op het forum van moslimvrouwen pleitte ze ervoor om een politieke islamitische lobby te vormen. Ze richtte Bruxelloise et voilée op ter promotie van de hoofddoek, het symbool voor de onderdrukking van de vrouw.
Uw liberale voorbeeld, professor Etienne Vermeersch, zei ooit dat wie de hoofddoek draagt, de Koran en de sharia vertegenwoordigt en absoluut niet neutraal is in het openbaar ambt. Blijkbaar stelt ze nu ook nog de scheiding tussen Kerk en Staat in vraag. Premier, haar cv is misschien van beton, haar neutraliteit is van karton. Er is maar één oplossing: haar doorsturen. Zult u dat doen, ja of nee?
02.06 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de eerste minister, mevrouw de minister, de regeringscommissaris heeft gisterenavond bericht dat ze het principe van de scheiding tussen Kerk en Staat en de gelijke behandeling tussen burgers niet in vraag heeft willen stellen. Als fractie nemen we akte van dat standpunt, en dat is ook het enig juiste standpunt. En ja, ze heeft dit wellicht niet zo bedoeld. En ja, ze is ook onnodig geprovoceerd geweest. Maar ja, en dat heeft ze ook erkend, ze heeft onhandig gecommuniceerd. Van een regeringscommissaris, van welke instelling dan ook, verwachten we terughoudendheid en voorzichtigheid bij publieke communicatie.
Collega's, er moet ruimte zijn voor godsdienstbeleving, privaat en publiek. Zoals er ook ruimte moet zijn voor de beoefening van andere rechten en vrijheden. Die rechten en vrijheden moeten elkaar trouwens ook in evenwicht houden en respect voor elkaar betonen. Iedereen die het recht heeft op die rechten en vrijheden kan zich niet onttrekken aan de regels die de Staat haar of hem oplegt. Iedereen heeft het recht op, maar ook de plicht tot gelijke behandeling.
Terecht, er is een demografische uitdaging, maar die is niet onze normen en waarden aan die demografische evolutie aanpassen. Die uitdaging is wel ons afvragen hoe we in die steeds diversere samenleving alle mensen bij elkaar kunnen houden. Dat veronderstelt overleg, wederkerigheid, respect voor de normen en waarden die we hier al eeuwen in onze samenleving hebben.
In gepolariseerde tijden, mijnheer de eerste minister, is het de opdracht van de regering en haar vertegenwoordigers om die mensen bij elkaar te brengen en die mensen bij elkaar te houden. Mijn vraag aan jullie is: hoe realiseren we die samenhang en hoe kunnen we voorkomen dat we met communicatie die samenhang in het gedrang zouden brengen?
02.07 Darya Safai (N-VA): Mijnheer de eerste minister, enkele weken geleden ondervroeg ik u al over Ihsane Haouach en vandaag sta ik hier opnieuw, deze keer wegens haar uitlatingen.
Ik citeer: "De discussie is niet stellen wij de scheiding van Kerk en Staat in vraag, het is hoe je die rijmt met een verandering in demografie." Met andere woorden, het neutraliteitsprincipe zou volgens mevrouw Haouach moeten worden aangepast aan de regels van de islam. Ik hoopte op een sterk signaal van de regering, maar wat ik vanmorgen in de pers las, geeft mij niet veel hoop. Na een facebookbericht van mevrouw Haouach waarin zij aangeeft dat zij zich misschien wat ongelukkig heeft uitgedrukt, lijkt alles vergeten en vergeven.
Daar ga ik niet in mee. In een ander interview voor het European Forum of Muslim Women deed zij nog een paar straffe uitspraken, waarin zij hoopt om via de politiek meer islamitische regels te realiseren.
Mijnheer de eerste minister, het is een primeur in de geschiedenis van ons land: een regeringscommissaris die openlijk een ideologie promoot die haaks staat op alles waar onze liberale democratie voor staat. Ik kijk bij dezen naar alle regeringspartijen om eindelijk een sterk signaal te geven. Mijnheer de eerste minister, vindt u dat de houding van mevrouw Haouach nog steeds verenigbaar is met haar functie? Ik verwacht een duidelijk signaal van u. Ik dank u op voorhand.
02.08 Egbert Lachaert (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, mevrouw de staatssecretaris, een diverse samenleving met verschillende culturen en gemeenschappen die moeten samenleven, houdt voor iedereen inspanningen in om daar een succesverhaal van te maken. Dat is niet evident. In ons land kennen we een aantal principes al bijna tweehonderd jaar en die maken het mogelijk dat we in een diverse samenleving kunnen samenleven. Dat zijn grondwettelijk verankerde principes, zoals de scheiding van Kerk en Staat, de neutraliteit van de overheid, neutrale ambtenaars. Het zijn fundamentele principes voor ons die van belang zijn om in een samenleving divers te kunnen samenleven.
Natuurlijk is er ook de individuele keuze van iedere burger om te zijn wie hij wil zijn, het geloof te hebben dat hij wil hebben, de cultuur te hebben die hij wil hebben. In het publieke forum ontstaat er dan natuurlijk op een bepaald moment een spanningsveld tussen die twee. Dat is een degelijk maatschappelijk debat waard. Het is een fundamenteel debat waard dat we moeten hebben om die diverse samenleving mogelijk te maken. Dat debat verdient soms beter dan wat ik de laatste weken heb gezien aan platitudes van de ene kant naar de andere kant. Dat verdient een degelijk debat in dit halfrond. De heer De Roover heeft gelijk dat we dit moeten kunnen doen in dit halfrond.
Ik heb echter ook het interview gelezen van de regeringscommissaris in Le Soir dit weekend. Zij wekt daar de indruk dat bepaalde principes zouden moeten worden aangepast aan de demografie. Daar wil ik een duidelijk standpunt van de regering. De liberalen kunnen dat immers natuurlijk nooit aanvaarden. De grondwettelijke principes moeten blijven bestaan. Als we daaraan tornen, is een diverse samenleving ook niet mogelijk. We moeten er dus voor zorgen dat die principes bewaard blijven.
Kan u bevestigen dat het regeringsstandpunt ook is dat we die grenzen zullen bewaken?
Is er, gezien de heisa, met mevrouw Haouach afgesproken om dit soort zaken in de toekomst te vermijden? Dit kan zich natuurlijk niet meer herhalen.
02.09 Malik Ben Achour (PS): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, madame la secrétaire d'État, le débat que nous menons aujourd'hui devrait être un débat fondamental et pas un débat autour d'une personne. La commissaire du gouvernement auprès de l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes a clarifié ses propos hier et, surtout, c'est ce qui nous intéresse ici, le gouvernement a bien précisé qu'elle s'était exprimée à titre personnel. Dont acte.
Ceci devrait nous permettre de nous replacer dans un authentique débat d'idées, un débat sur les libertés, nos libertés, un débat qui appelle une réflexion collective dans le respect des valeurs démocratiques. Et je pense, chers collègues, que nous avons l'obligation morale de nous obliger à avoir un débat qui porte sur les valeurs.
On ne peut pas accepter que des principes fondamentaux, comme les libertés, la laïcité, l'impartialité de l'État, la séparation de l'Église et de l'État, la neutralité inclusive ou pas, soient détournés et mobilisés pour servir des extrêmes, pour servir des intérêts politiciens, pour servir des causes qui ne respectent pas les droits fondamentaux, pour stigmatiser des groupes de personnes en raison de leur foi, de leur couleur de peau ou de leur orientation sexuelle. Un débat de cette importance ne peut pas se tenir sur Twitter. Ce n'est en tout cas pas notre conception du débat démocratique.
Pour en revenir à l'interview de la commissaire du gouvernement, je souhaiterais savoir, madame la secrétaire d'État, comment vous percevez ses déclarations. Quel cadre de fonctionnement entendez-vous lui rappeler, en se souvenant que sa tâche principale est d'accomplir les missions que lui confie la loi dans le respect du principe général d'impartialité de l'État?
02.10 Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, madame la secrétaire d'État, ce week-end, Mme Haouach, la commissaire du gouvernement au sein de l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes, s'exprimait après plusieurs semaines d'agitation dans la presse et sur les réseaux sociaux, ainsi qu'à la suite d'une réunion difficile du CA de l'Institut, qui a fait beaucoup de bruit. Durant ces semaines agitées, la légitimité de Mme Haouach a été largement débattue et souvent remise en question, parce qu'elle porte un foulard.
Dans ce cadre, monsieur le premier ministre, vous avez rappelé ici même que Mme Haouach avait été sélectionnée pour son profil professionnel et en raison de son CV – je vous cite – "en béton". Cependant, en s'exprimant ce week-end dans la presse, elle a émis une remarque qui nous a fortement interpellés, en déclarant que le principe de séparation entre l'Église et l'État pouvait se décliner en fonction de la démographie.
Un tel raisonnement n'est évidemment pas acceptable à nos yeux.
Je voudrais profiter de l'occasion qui m'est offerte aujourd'hui pour rappeler que les écologistes considèrent que la séparation des Églises et de l'État constitue l'un des principes fondateurs de notre démocratie. Sans elle, la liberté individuelle est impossible, tout comme l'égalité entre les citoyens. Il est véritablement primordial de le souligner et de rappeler que ces combats pour les libertés, pour l'émancipation, pour l'égalité se situent au cœur des combats écologistes. Y compris dans certains dossiers difficiles, je crois que notre ligne a toujours été très claire à la Chambre. Il importait également de rappeler que, pour nous, chacun de ces combats doit évidemment se distancier nettement de tout conservatisme religieux.
Depuis lors, Mme Haouach a précisé ses propos - et c'est très bien! Néanmoins, il me semble essentiel, monsieur le premier ministre et madame la secrétaire d'État, de vous entendre aujourd'hui vous exprimer sur votre position relative à ce concept fondateur de nos libertés individuelles et de notre combat pour l'égalité et l'émancipation, à savoir celui de la séparation des Églises et l'État. Je vous en remercie déjà.
02.11 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw de voorzitster, collega's, ik dank u voor de vragen in een belangrijk debat over een fundamentele kwestie, namelijk de scheiding van Kerk en Staat. Ik heb drie elementen van antwoord in dat brede debat.
Ten eerste, de scheiding tussen Kerk en Staat in ons land is principieel. Daarover mag geen enkele twijfel bestaan.
Monsieur Dallemagne, comme vous l'avez dit, c'est un débat de principe. Ce qui nous lie en tant que Belges, ce n'est pas une conception toute faite de ce qui est bon ou encore moins une interprétation religieuse, par exemple, par rapport à cela. Ce qui nous lie vraiment dans notre pays, c'est notre citoyenneté ancrée dans une Constitution: le contrat social entre nous, auquel tous les Belges doivent adhérer. Notre Constitution est très claire: l'égalité des hommes et des femmes est établie dans l'article 11bis. L'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes joue un rôle important dans ce domaine.
Bovendien verankert onze Grondwet naast de vrijheid van eredienst ook de scheiding tussen Kerk en Staat. Dat is een fundamenteel principe.
In ons land hebt u het recht en de vrijheid om religie of levensbeschouwing te beoefenen op de manier waarop u dat wil. Of u nu ongelovig bent, vrijzinnig, atheïst of agnost, u hebt daarin alle vrijheid.
U hebt de vrijheid dat te doen binnen de grenzen van de wet. Levensbeschouwelijke of religieuze voorschriften kunnen op geen enkele manier voorgaan op de wet.
Die democratische basiswaarden verdragen geen enkel relativisme. Het zijn immers net die basiswaarden die ervoor zorgen dat wij een samenleving kunnen zijn in al haar diversiteit, waarin we op een vreedzame manier met elkaar kunnen samenleven, ongeacht iemands afkomst, ongeacht iemands ideeën en ongeacht iemands levensbeschouwelijke of religieuze manier waarop hij of zij naar het leven kijkt.
Die diversiteit heeft steeds ons land gekenmerkt en is ons bijzonder dierbaar.
Je me réfère aussi à cet égard à la déclaration commune des représentants des cultes et de la laïcité du 13 juin 2018 dans laquelle ils confirment ensemble explicitement: "La séparation de l'Église et de l'État et la primauté de l'État de droit sur la loi religieuse sont des valeurs inaltérables sur lesquelles nous ne pouvons pas transiger."
Laat het duidelijk zijn, de regering neemt afstand van elke suggestie die zou gewekt worden dat dit herbekeken zou moeten worden. Er is geen plaats voor relativisme in dit domein.
Ik wil een tweede punt maken. Het is duidelijk dat grondrechten, in de brede zin, onder druk staan. We mogen de ogen daar niet voor sluiten. Er is niet enkel een discussie over de scheiding van Kerk en Staat, het gaat evenzeer over andere grondrechten, op het gebied van LGBTI's en het tegengaan van discriminatie. Ik hoop dat iedereen die zich hier vandaag heeft laten horen over de bescherming van grondrechten ook begrijpt dat die grondrechten een geheel vormen. Het is geen kwestie van pick and choose in onze Grondwet, om te bepalen wat men al dan niet belangrijk vindt. Ik hoop dat iedereen die hier gestaan heeft, begrijpt dat ze allemaal even belangrijk zijn en dat men daar geen 3 Suissescatalogus van kan maken. Onze Grondwet is alomvattend, ons samenlevingscontract met het geheel van grondrechten die we allemaal samen moeten beschermen en versterken.
Enfin, j'aimerais parler de l'importance de la sérénité. En ce qui concerne spécifiquement la tâche et la mission d'une commissaire du gouvernement, permettez-moi de vous tracer cette ligne rouge. Le Code déontologique des mandataires publics est très clair: une commissaire du gouvernement doit exercer son rôle sans alimenter le moindre préjugé ou stéréotype, ni dans une direction ni dans une autre direction.
Onpartijdigheid is daarvan een essentieel onderdeel. De regering zal dus niet aanvaarden dat de onpartijdigheid met voeten wordt getreden. Dat wil zeggen dat de passage van het voorbije weekend niet voor herhaling vatbaar is. Er is geen enkele ruimte meer voor nieuwe incidenten of nieuwe controverse op dat domein.
02.12 Staatssecretaris Sarah Schlitz: Mevrouw de voorzitster, geachte volksvertegenwoordigers, Ik ben tevreden met de verklaringen over de uitspraken in het interview van zaterdag die mevrouw Haouach gisteren aflegde.
Je la cite: "Je n'ai jamais voulu remettre en question le principe de la séparation des Églises et de l'État ni l'application de ce principe. Ce principe est un fondement de notre démocratie au même titre que la liberté de conscience, l'égalité des citoyens devant la loi et la neutralité de l'État. Ces principes sont les boucliers de nos libertés."
Mevrouw Haouach bevestigt duidelijk en terecht dat er geen sprake is van twijfel over de scheiding tussen Kerk en Staat.
Il va sans dire que ma vision, en tant que membre du gouvernement, consiste à inscrire mon travail dans le respect des principes fondateurs de l'État, et dans la défense des libertés fondamentales garantie par la Constitution.
Dit was altijd al het geval en dit zal altijd zo zijn. Mevrouw Haouach heeft mij tijdens een gesprek verzekerd dat dit ook voor haar geldt.
L'interview de Mme Haouach a eu lieu à titre personnel. En tant que secrétaire d'État, j'évalue la commissaire du gouvernement sur la base de sa mission qui consiste à assister avec voix consultative aux réunions du conseil d'administration et à introduire un recours contre les décisions qui seraient contraires aux statuts, à la loi ou l'intérêt général. Il a été dit précédemment que "Mme Haouach a un CV en béton". Ses compétences ont déjà été démontrées à plusieurs reprises lors des réunions du conseil d'administration, avant et pendant cette controverse.
Ik hoop dat wij nu kunnen overgaan naar de periode na de controverse.
Un appel à la sérénité et au travail constructif a été adressé à tous les membres du conseil d'administration. Je souhaite réitérer cet appel ici devant vous.
Het citaat van mevrouw Haouach was ongelukkig, maar is voor mij voldoende opgehelderd. Ze heeft beklemtoond dat ze geen publieke verklaringen meer wenst te geven. Tegelijkertijd, dames en heren, begrijp ik waarom mevrouw Haouach heeft willen reageren na weken van aanvallen op en insinuaties rond haar persoon.
Je suis par ailleurs profondément préoccupée par ce climat politique qui semble exclure certaines citoyennes et certains citoyens de la société, qui les somme de se justifier davantage ou fait reposer sur eux une suspicion automatique. Je garantis que je continuerai à défendre les droits et les libertés de chaque personne, de chaque femme, indépendamment de ce q'elle veut porter ou ne veut pas porter. Les droits humains ne sont pas à la carte selon nos orientations politiques ou selon les options qu'on préfère soutenir. Le vivre-ensemble demande une défense inconditionnelle de tous les droits, tous les jours, et c'est ce à quoi je m'engage ici aujourd'hui. Je reste convaincue que pour travailler sur les vrais problèmes de société, il n'est pas toujours utile d'être le plus présent dans les journaux ou le plus bruyant sur Twitter.
Van elk debat een splijtzwam maken, is nergens goed voor.
J'en terminerai en vous
répétant, chères députées et chers députés, que la séparation des Églises et de
l'État n'est pas négociable et ne le sera jamais! En gardant cela à l'esprit,
je vous invite à nous remettre au travail pour construire une société plus
juste et plus solidaire. Dank
u! Merci!
02.13 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de eerste minister, hebt u al ooit van het begrip takia gehoord? Ik kan u slechts aanraden om er eens een en ander over op te zoeken. Mevrouw Ihsane Haouach is een zeer verstandige vrouw, wat wordt bevestigd door haar academische adelbrieven. Zij weet zeer goed wat ze zegt als zij zegt dat moslims zich moeten gaan groeperen om onze politieke instellingen en onze democratische waarden onder druk te zetten. Zij weet zeer goed wat ze zegt als zij zegt dat de demografie ervoor kan zorgen dat onze vrijheden en onze democratische waarden worden aangepast en mee moeten evolueren met de omvolking en de demografische evolutie.
Mijnheer de eerste minister, mevrouw de staatssecretaris, wie denkt u dat u iets wijsmaakt als u hier verklaart dat mevrouw Haouach het zo niet had bedoeld, dat er onhandig is gecommuniceerd en dat zij het niet nog eens mag doen? Zij mag het denken en ze mag het uitvoeren, maar liefst niet nog eens zeggen in de pers, want anders kunt u hier voor problemen komen te staan. Mevrouw Haouach is tenminste eerlijk, zij komt uit waarvoor zij staat. U doet dat niet, mijnheer de eerste minister. Het enige dat u doet, is nog meer van onze vrijheden afbreken, door mensen die opkomen tegen deze islamisering op te sluiten in de gevangenis.
02.14 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le premier ministre, merci pour votre réponse. Madame la secrétaire d'État, je prends acte des dénégations de la commissaire du gouvernement, qui n'a donc pas dit ce qu'elle ne voulait pas dire. Je me permets quand même d'insister sur le fait que ces principes fondamentaux et ces libertés fondamentales sont pour nous non négociables. Il n'y a pas de renoncement possible. Il n'y a pas d'accommodements possibles par rapport à ces principes fondamentaux parce que de ceux-ci découlent nos libertés, applicables à chacun, dans notre société. C'est cela qui permet de "faire société": lorsque nous partageons un socle de valeurs communes que nous défendons.
Je voudrais mettre en garde contre toute dérive éventuelle par rapport à ce principe et vous dire que parfois, nous nous sentons bien seuls, notamment par rapport à ceux qui généralement ont défendu avec nous ces valeurs fondamentales. Je demande donc à chacun de prendre la mesure de la gravité de cette situation et de faire en sorte que tous ensemble, nous défendions, à l'avenir, une société solidaire, bien sûr, mais qui respecte les droits et libertés de chacun de ses membres.
02.15 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la secrétaire d'État, je me dois de vous dire que votre réponse est extrêmement décevante. Tout d'abord, vous ne reconnaissez toujours pas que Mme Haouach représente bien le gouvernement à partir du moment où elle vous représente auprès de l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes. C'est précisément à ce titre qu'elle se doit de respecter le principe de neutralité de l'État. Plutôt que de la convaincre de cette nécessité, que nous dites-vous aujourd'hui? Vous dites qu'elle s'est exprimée à titre personnel sur des sujets directement liés à sa fonction, et que dorénavant, elle ne fera plus de déclaration publique.
Ensuite, vous nous dites que le doute quant à ses déclarations, quant à son attachement ou non au principe de neutralité, a aujourd'hui été dissipé grâce à sa déclaration formulée hier sur Facebook. Pardonnez-moi, mais la commissaire n'a toujours pas clarifié ce qu'elle a dit quant au principe de neutralité et de laïcité, c'est-à-dire qu'il s'agit de fondamentalisme. En outre, elle a également tenu des propos selon lesquels elle regrettait l'absence, aujourd'hui, d'un lobby politique qui serait à même de faire pression contre des mesures qui vont précisément vers la neutralité mais aussi vers la mixité entre les hommes et les femmes.
On retient deux choses de tout cela, madame la secrétaire d'État. Premièrement, la neutralité est essentielle et c'est la raison pour laquelle nous allons continuer à porter notre texte visant à l'inscription de la laïcité de l'État dans la Constitution. Deuxièmement, la commissaire doit s'expliquer non sur Facebook mais devant les parlementaires. C'est précisément la raison pour laquelle nous avons déposé une motion d'ordre en ce sens.
02.16 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le premier ministre, vous avez fait référence au contrat social, à la citoyenneté, à la Constitution. Vous avez effectivement fait référence à ce débat fondamental de principe. Nous sommes à la croisée des chemins aujourd'hui sur le modèle de société que nous voulons construire ensemble dans une société diversifiée où chacun est un citoyen responsable à égalité de droits.
Je ne peux me contenter de votre réponse, madame la secrétaire d'État. Vous avez adressé un carton jaune. Vous avez dit que c'était la dernière fois. J'aurais préféré que vous adressiez un carton rouge. Vous parlez tout le temps d'un curriculum vitae en béton mais la question n'est pas la qualité professionnelle de cette dame. La question, c'est que déjà en 2017, elle fustigeait la Cour de justice de l'Union européenne parce qu'elle autorisait l'interdiction du voile dans les entreprises. Elle a aussi contredit la Cour constitutionnelle. Elle a voulu changer des paroles qu'elle avait dites parce qu'elles étaient compromettantes à l'égard de la fonction qu'elle exerce aujourd'hui. Je pense qu'elle n'a pas sa place comme commissaire du gouvernement à l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes. Les femmes et les hommes méritent mieux comme contrôle de la part du gouvernement sur les fonctions de cet institut.
02.17 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mevrouw de staatssecretaris, ik weet niet of u Nederlands kunt lezen, maar hier staat iets prachtigs, dat voor u en uw regeringscommissaris geldt. Hier staat: "Met de hoofddoek op de barricade". Ziet u het? Kunt u het lezen? Ik zal dat straks desgevallend vertalen. Daarin lees ik nog iets interessants. De heer Bouchez van de MR, die ik de last man standing in the liberal world vond, stelt: "Mevrouw Haouach blijft een aanfluiting van de neutraliteit van de Staat en zit daar niet op haar plaats." Ik heb dat niet gehoord van jullie.
Dat is ook mijn mening. Ik meen dat zelfs haar excuses niet kunnen worden aanvaard en niet alleen wegens de takia, wat betekent dat een islamgelovige het eigen vel mag redden en liegen tegen ongelovigen. Ook wegens het recidivisme kunnen haar excuses niet worden aanvaard. Het is niet het eerste ongeval. Het is een opeenstapeling van ongevallen. Ik zal nog niet praten over het beleid van apartheid en zwembaduurtjes. Het is de aankondiging van een nieuwe catastrofe.
Mevrouw de minister, wil u zelf uw vel redden, offer dan uw regeringscommissaris op. Dat zou heel verstandig zijn.
02.18 Darya Safai (N-VA): Mijnheer de eerste minister, u stelt dat passages zoals er in de krant verschenen, niet meer mogen worden herhaald. Zij weerspiegelen echter haar echte visie, ongeacht of zij dat nu zegt of niet zegt. Een regeringscommissaris in functie die openlijk een ideologie promoot, staat haaks op alles waar onze liberale democratie voor staat.
Vandaag geeft u een zeer gevaarlijk signaal
aan onze bevolking en aan onze toekomstige generaties. Ik spreek uit ervaring.
Ons nageslacht zal u beoordelen. Ik zal het nooit aanvaarden. De N-VA zal het
nooit aanvaarden. Neutraliteit moet blijken door haar verschijning. Ofwel doet
zij haar hoofddoek uit tijdens de uitoefening van haar functie, ofwel vragen
wij haar ontslag. Punt.
02.19 Malik Ben Achour (PS): Monsieur le premier ministre, madame la secrétaire d'État, la réaffirmation des valeurs fondamentales comme inaltérables est importante. Le rappel que les droits fondamentaux sont des droits universels et qu'ils ne laissent aucune place à la discrimination, quel qu'en soit le moteur, est très important également.
Cela dit, je rappelle que nous déposons un texte qui appellera un grand débat public autour de la révision de la Constitution. Ce débat devra être mené sereinement en partant du caractère fondateur des valeurs.
Certains ont rappelé à juste titre l'importance de ne jamais transiger sur la défense de nos libertés individuelles. Je souligne qu'il est bien dommage d'avoir eu à constater que les mêmes personnes n'étaient pas au rendez-vous lorsque nous défendions l'égalité des droits pour les couples de même sexe, de l'universalité des valeurs fondamentales.
02.20 Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, madame la secrétaire d'État, il était important pour nous aujourd'hui de vous entendre réaffirmer le principe fondamental de la séparation entre les églises et l'État, votre attachement à nos libertés individuelles et à l'égalité absolue entre tous les citoyens. C'était important, vous l'avez fait sans ambiguïté et je vous en remercie.
Je souligne néanmoins que je regrette certains propos tenus ici aujourd'hui mais aussi précédemment sur les réseaux sociaux, en particulier les attaques personnelles portées à la commissaire depuis le premier jour. Nous faisons de la politique ici et pas du poujadisme contre des personnes. Je rappelle que si le débat sur la laïcité, sur la séparation de l'État et des églises, sur la liberté individuelle est fondamental, il doit absolument se faire en dehors de toute mauvaise foi, de tout jeu politique et de toute surenchère, qui l'ont trop longtemps animé ces dernières semaines.
Plusieurs collègues ont dit aujourd'hui qu'on appelait à un retour de la sérénité – Monsieur le premier ministre et madame la secrétaire d'État, vous l'avez dit aussi –, et c'est comme cela que nous allons défendre nos libertés individuelles et notre égalité. C'est pour cela que nous sommes là.
Het incident is gesloten.
- Maxime Prévot à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La vaccination chez les soignants" (55001830P)
- Vincent Scourneau à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La suite de la campagne de vaccination" (55001840P)
- Maxime Prévot aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De vaccinatie bij de zorgverleners" (55001830P)
- Vincent Scourneau aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "Het verdere verloop van de vaccinatiecampagne" (55001840P)
03.01 Maxime Prévot (cdH): Madame la présidente, monsieur le ministre, je souhaitais aujourd'hui me faire le relais d'une question maintes fois abordée, y compris par mes collègues Catherine Fonck et Georges Dallemagne, mais qui prend une ampleur toute particulière au fur et à mesure que la vaccination augmente et que la part de nos concitoyens doublement ou simplement vaccinés connaît effectivement des taux appréciables. Il faut d'ailleurs pouvoir le saluer, y compris depuis les bancs de l'opposition.
Toutefois, la préoccupation gagne aujourd'hui ces mêmes professions que nous avons applaudies, à juste titre, qui méritent, tout aussi légitimement, de continuer à être soutenues et valorisées, à savoir le personnel soignant des institutions d'hébergement pour personnes âgées et personnes handicapées ou agissant en milieu hospitalier. Plus que chez d'autres professions, on constate chez les soignants une proportion de réticence assez conséquente, à tout le moins interpellante.
Effectivement, comment convaincre les derniers réfractaires à accepter de se faire vacciner pour eux-mêmes et pour la collectivité, pour que la vie puisse reprendre sous toutes ses facettes, quand ceux qui sont en première ligne et qui sont actifs dans le secteur médical témoignent de leurs plus vives réserves? On entend, dès lors, aujourd'hui, non plus des politiques s'interroger à cet égard, mais des scientifiques, des infectiologues, des épidémiologistes, des biologistes… dire que le débat doit peut-être s'ouvrir sur la question de rendre contraignante la vaccination pour ce personnel qui est en première ligne, avec un public qui, généralement parce qu'il le fréquente, est lui-même plus fragile. D'aucuns prétendent même – mais je ne suis pas compétent pour juger du caractère fondé de cette affirmation – que ce vaccin serait le plus sûr de l'histoire, pour reprendre des propos repris dans la presse récemment.
Je souhaitais connaître votre intention pour faire en sorte, non qu'on foule du pied le principe (…)
03.02 Vincent Scourneau (MR): Monsieur le ministre, manifestement, la Belgique ne sera pas championne d'Europe de football – c'est dommage, mais c'est ainsi –, mais peut-être sera-t-elle championne du monde de la vaccination. Dans ce cadre-là, il valait la peine, tout d'abord, de vous féliciter et de remercier aussi toutes les personnes qui ont contribué à cette part significative de réussite pour la Belgique. En effet, aujourd'hui, ce sont 80 % des adultes qui ont reçu leur première injection. L'opération se poursuit.
Malgré tout, il convient de rester prudent. Nous constatons en effet la réapparition de variants. De plus, un certain temps s'est déjà écoulé entre les premières doses administrées à la fin 2020 et en janvier dernier, parfois de manière massive, dans les institutions. Je pense, bien sûr, aux personnes plus âgées. Nous savons avec certitude que cette vaccination s'estompe avec le temps. D'où certaines inquiétudes.
Monsieur le ministre, au vu de ces considérations et eu égard à la prudence légitime que nous devons exprimer dans ce contexte, j'aurais souhaité savoir si, en Conférence interministérielle, vous aviez déjà évoqué la possibilité d'une vaccination complémentaire, peut-être une troisième, et de protocoles qui permettraient d'augmenter significativement l'immunité des personnes déjà vaccinées. Pourriez-vous nous en dire plus à ce sujet? Cette question est déjà traitée par les gouvernements de certains pays voisins. Je pense ainsi à la France et au Royaume-Uni. Il serait donc tout à fait intéressant de savoir si cette question est abordée au sein du gouvernement et, bien sûr, des exécutifs régionaux. Disposez-vous d'un stock suffisant? Intégrez-vous de nouvelles procédures éventuellement en impliquant les médecins généralistes plus de manière significative? (…)
03.03 Frank Vandenbroucke, ministre: Madame la présidente, chers collègues, je m'adresse tout d'abord à M. Prévot. Malgré le succès de notre campagne de vaccination, il est vrai que le taux de vaccination dans différents établissements de soins est largement inférieur à ce qu'il devrait être. C'est un problème grave.
Le choix personnel de se faire vacciner ou non est une valeur importante mais, si ce choix implique qu'un établissement de soins ne peut plus garantir un niveau de protection suffisant, alors nous avons un problème sérieux pour la sécurité des patients.
J'ai donc proposé à mes collègues, les ministres de la Santé des entités fédérées, de développer un plan d'action tangible, concret et ambitieux, un plan d'action commun de la Conférence interministérielle Santé publique en étroite collaboration avec les associations professionnelles, les différentes organisations coupoles et les partenaires sociaux.
Une étape cruciale dans un tel plan d'action commun, c'est la transparence sur le taux de vaccination du personnel soignant dans chaque institution de soins, chaque maison de repos, chaque hôpital, chaque secteur. Je vais donc proposer de publier les taux de vaccination pour toutes les institutions individuelles. Ainsi, le public peut en prendre connaissance. Car, si vous confiez une personne âgée, comme votre père ou votre mère, à une maison de repos, vous avez le droit de savoir combien de membres du personnel sont vaccinés ou non. Je crois que la population a droit à cette transparence. La même chose vaut évidemment pour les hôpitaux et, mutatis mutandis, il faudra aussi travailler sur les secteurs. Je proposerai un plan d'action commun en étroite collaboration et en concertation avec tous les acteurs de terrain. Ce sera un plan de la Conférence interministérielle.
En réponse à la question de M. Scourneau, il est vrai qu'une phase de vaccination de type booster pourrait potentiellement commencer avant la fin de cette année, du moins pour les personnes à risque. Toutefois, des études sont encore en cours pour évaluer la nécessité d'une troisième injection. Il reste possible que l'immunité d'un schéma complet de vaccination perdure suffisamment dans le temps pour rendre cette troisième injection superflue à court terme.
Les conclusions de cette étude sont attendues pour septembre ou octobre, au plus tôt. Rien à ce stade ne permet de déterminer si les vaccins disponibles dans leur composition actuelle pourraient être utilisés à cette intention ou si de nouvelles formules devront être mises au point pour contrer les nouveaux variants du virus.
Les laboratoires pharmaceutiques, dont Pfizer&BioNTech, développent actuellement des vaccins dont les compositions sont adaptées. Tenant compte des informations connues à ce stade et de la taille de la population et du groupe cible à vacciner et des caractéristiques des vaccins de génération suivante, la task force vaccination a rédigé un blueprint pour se préparer aux phases additionnelles de la vaccination. Ce document explore des pistes pour l'organisation des phases ultérieures de vaccination de la covid-19. Ce document d'étude est très étoffé. Mon temps étant ici limité, je peux vous communiquer que ce document a été publié. Il est téléchargeable sur infocoronavirus.be dans la catégorie des avis de la task force, site sur lequel vous pouvez consulter le blueprint très détaillé que nous avons déjà à disposition pour préparer une troisième injection et les phases suivantes de la vaccination. Je vous remercie.
03.04 Maxime Prévot (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Je vais être honnête avec vous, les propos que vous venez de tenir constituent une annonce forte et nouvelle. En prenant la décision de créer un mécanisme de publication du taux de vaccination du personnel dans les institutions de soins et en portant ce taux à la connaissance du grand public, vous allez générer un effet induit, comme on le connaît parfois au niveau des universités, avec un ranking qui induit le sentiment que certains établissements prendraient plus au sérieux que d'autres cette problématique de personnel vacciné pour traiter la patientèle probablement à risque.
C'est sans doute une manière d'éviter à ce stade de rendre contraignante la vaccination et de pouvoir en même temps faire en sorte que chaque établissement assume aussi la situation de fait permettant à chacun des patients d'être ou pas soigné en connaissance de cause.
Je resterai attentif à la manière dont vous envisagez d'opérationnaliser les choses. Parfois, il y a énormément de bonne volonté dans les directions des (…)
03.05 Vincent Scourneau (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Elles s'inscrivent dans le prolongement de la question de mon estimé collègue. J'attire votre attention sur le fait que les dates que vous prévoyez dans la réorganisation éventuelle sont peut-être un peu tardives compte tenu du fait que les centres de vaccination ont déjà annoncé leur fermeture. Il serait peut-être malheureux, par cause de forclusion, de se retrouver dans une situation – et surtout par respect pour toutes ces personnes qui se sont investies dans ces centres de vaccination – où on ne pourrait plus intervenir avec le même appui logistique.
J'imagine que dans ces circonstances, les médecins généralistes auront davantage un rôle à jouer. Nous y serons attentifs.
Vous avez toute la confiance de notre groupe pour trouver les mesures les plus adéquates.
L'incident est clos.
04 Vraag van Jan Briers aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het Covid Safe Ticket voor de sport-, de jeugd- en de cultuursector" (55001836P)
04 Question de Jan Briers à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le Covid Safe Ticket pour les secteurs du sport, de la jeunesse et de la culture" (55001836P)
04.01 Jan Briers (CD&V): Mijnheer de minister, vanaf 13 augustus treedt het CST in werking, beter bekend als het Covid Safe Ticket. Het geldt alleen voor massa-evenementen vanaf 5.000 bezoekers, dus bijvoorbeeld voor megafestivals als Pukkelpop. Dit houdt in dat elke aanwezige een covid safe paspoort heeft of beschikt over een PCR-test of een sneltest. Iemand die niet getest is komt er dus niet in, veiliger kan het niet.
Toch blijven we met een belangrijke vraag zitten. Waarom wordt deze tijdelijke maatregel niet tegelijkertijd toegepast voor de hele cultuur-, sport- en jeugdsector, ook voor concerten in onze kleinere concertzalen, onze kerken en kathedralen, onze operahuizen, onze sportzalen en jeugdhuizen? De schrik zit erin dat het deltavirus nieuwe politieke beslissingen ten voordele van cultuurbeleving, sport en jeugd zal uitstellen. Het Covid Safe Ticket biedt nochtans de oplossing. Nu al dreigen festivals, concerten en andere evenementen in het najaar immers te worden geschrapt, gewoon door de blijvende onzekerheid. De sector bloedt nog steeds, dat weet u ook.
Welke oplossing biedt de regering op korte termijn, dus zeker vóór het zomerreces voor één van onze sterkst getroffen sectoren?
04.02 Minister Frank Vandenbroucke: Om te beginnen wil ik herhalen dat het Covid Safe Ticket een applicatie is die naakte gegevens, zonder meer, op het Europees coronacertificaat zal interpreteren in het licht van onze eigen Belgische spelregels om toegang te geven tot grote evenementen.
Technisch is dit Covid Safe Ticket deze week al klaar, maar daarnaast is er ook een goede wettelijke basis nodig om dat te mogen gebruiken. Dat veronderstelt een samenwerkingsakkoord. Dat samenwerkingsakkoord zal hier worden voorgelegd en er zal over worden gedebatteerd, net zoals in alle andere parlementen van alle deelentiteiten van dit land.
Voor alle duidelijkheid mijnheer Briers, het is niet zo dat de sportsector daarvan uitgesloten is. De intentie van het Overlegcomité, op basis waarvan het samenwerkingsakkoord aan de parlementen zal worden voorgelegd, is om het Covid Safe Ticket te gebruiken voor de toegang tot massa-evenementen met meer dan 5.000 deelnemers en dit vanaf 13 augustus, maar we willen dat ook mogelijk maken als een test, als een experiment voor kleinere evenementen. Het zal dus niet alleen maar voor evenementen met meer dan 5.000 deelnemers kunnen worden gebruikt. Bij wijze van experiment zullen we ook de mogelijkheid creëren om dit voor kleinere evenementen te doen.
Het is een misverstand dat dit niet geldt voor sportevenementen. Een voetbalmatch in een groot stadion met meer dan 5.000 bezoekers valt ook binnen deze definitie.
Ik ben het met u eens dat het Covid Safe Ticket in deze periode van grote onzekerheid over wat ons nog te wachten staat het instrument bij uitstek is om onze vrijheid te organiseren. Het is het instrument bij uitstek om onszelf te beschermen en ook om de eventsector mogelijkheden te geven. Dan heb ik het ook over evenementen in sport, cultuur en ontspanning.
Ik moet natuurlijk wel werken binnen het politieke draagvlak dat ik daarvoor kan creëren. U weet dat hierover verschillende meningen bestaan. In de huidige stand van zaken behoudt men dit liefst voor grote events. Ik volg uw mening dat dit voor heel wat events zeer goed zou zijn, maar dat is het voorwerp van een politiek debat.
Ik wil wel opmerken dat we dit instrument echt niet kunnen gebruiken als er geen correct wettelijk kader is, want het gaat over gevoelige persoonlijke gegevens. Dat kader vraagt parlementair werk.
Mevrouw de voorzitster, ik richt mij tot deze Assemblee, maar ook tot alle andere assemblees in dit land. Wij kunnen voor dat samenwerkingsakkoord niet wachten tot 13 augustus. Wij moeten dat eerder hebben. Als wij de kleinere events de mogelijkheid willen geven om dit bij wijze van test of inoefening ook te gebruiken, dan zou het samenwerkingsakkoord eind juli klaar moeten zijn. Dat zal de komende weken ongetwijfeld nog heel wat parlementair debat en parlementair werk vragen.
De voorzitster: Mijnheer de minister, uw spreektijd zat er totaal op, maar kom.
04.03 Jan Briers (CD&V): Mijnheer de minister, bedankt voor uw duidelijkheid. Ik weet dat u, de premier en onze minister van Binnenlandse Zaken, telkens uit hoofde van zijn of haar functie, achter een versoepeling staan, achter een maatregel staan die niet alleen voor grote massa-evenementen geldt, maar ook voor kleine culturele, sport- en andere evenementen. Ik weet ook dat een of twee partijen in onze coalitie die nochtans tijdelijke maatregel niet direct gunstig gezind zijn. In de voorbije maand hebben die partijen hartstochtelijk de belangen van de artiest verdedigd. Welnu, dit is het moment om nog sterker te tonen dat u echt achter de artiesten, sportlui en jongeren staat.
L'incident est clos.
- Maria Vindevoghel aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De ontslagvergoeding voor de voormalige CEO van bpost Jean-Paul Van Avermaet" (55001829P)
- Nathalie Dewulf aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De toekomst van bpost" (55001833P)
- Maria Vindevoghel à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "L'indemnité de licenciement de l'ex-CEO de bpost, Jean-Paul Van Avermaet" (55001829P)
- Nathalie Dewulf à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "L'avenir de bpost" (55001833P)
05.01 Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik ben de voorbije maand naar verschillende acties van postmensen geweest. Zowel in Huizingen als in Kortenberg hebben de personeelsleden gestaakt omwille van een te hoge werkdruk. De job is te zwaar. Ik heb er verhalen gehoord van onder meer Rudi die 11 uur per dag moet werken en maar 7,36 uur betaald is. We hebben even uitgerekend hoeveel hij daardoor verdient per uur. Dat komt op nog geen 9 euro per uur. Deze week lezen we dan in de krant dat de ex-CEO, de heer Van Avermaet, maar liefst 5,5 miljoen euro cash krijgt, niet in consumptiecheques, terwijl de mensen zich kapot werken. Terwijl de postbodes sleuren met postzakken vullen de CEO's hun zakken met geld.
Van bij de aanstelling weten we eigenlijk al dat de heer Van Avermaet niet de juiste man was op de juiste plaats voor bpost. Ondertussen werd hij in de Verenigde Staten in verdenking gesteld voor illegale prijsafspraken en riskeert hij daar tien jaar gevangenisstraf. In september van vorig jaar heb ik bij uw voorganger, de heer De Backer, een vraag gesteld rond de heer Van Avermaet. De heer De Backer antwoordde toen het volgende: "Indien de CEO een ernstige fout maakt, dan kan dat leiden tot onmiddellijk ontslag zonder enige vergoeding".
Mevrouw de minister, was u op de hoogte van de ontslagvergoeding van de heer Van Avermaet?
Wat is het standpunt van de regering?
Bent u bereid om de ontslagvergoeding terug te vorderen?
Zal de volgende CEO bij ontslag ook zo'n ontslagvergoeding krijgen?
05.02 Nathalie Dewulf (VB): Mevrouw de minister, begin 2020 nam Jean-Paul Van Avermaet de teugels in handen als de nieuwe CEO van bpost. Slechts enkele maanden later werd duidelijk dat men met de keuze van de heer Van Avermaet de bal heeft misgeslagen. De voormalige clustermanager van G4S werd in april 2020 reeds aangestipt als een van de hoofdverdachten in het dossier over prijsafspraken, waarvan een van de mogelijke benadeelden nu net de Belgische overheid is. Met Danny Vandormael, de CEO van Seris die ook verdacht wordt in het dossier, zetelde de heer Van Avermaet afwisselend als voorzitter van de BVBO. Het enige verschil is dat de heer Vandormael enkele dagen na de start van het onderzoek in juni 2020 al ontslagen bleek te zijn, iets wat bij de heer Van Avermaet helemaal niet is gebeurd.
Dat is echter nog steeds niet het toppunt van het dossier. Het toppunt is de centrale datum in het onderzoek: 17 september 2019, nog voor de start van de heer Van Avermaet bij bpost dus. In maart 2021 werd hij door de druk van het Parlement dan toch ontslagen.
Nu blijkt echter dat de heer Van Avermaet een ontslagvergoeding van 500.000 euro zal ontvangen of reeds ontvangen heeft. Ik heb hierover de volgende vragen, mevrouw de minister.
Was men op de hoogte van het dossier over prijsafspraken in de beveiligingssector voor het aantreden van de heer Van Avermaet bij bpost?
Vindt u het kunnen dat een CEO die ervan verdacht wordt de overheid te hebben benadeeld, toch een ontslagvergoeding cadeau krijgt nadat hij ontslagen wordt wegens een grove fout, wetend dat de bestuursleden hem een gebrek aan competentie, integriteit en transparantie verwijten?
Tot slot, zult u een vrijwaringsclausule hanteren in het contract van de nieuwe CEO?
05.03 Minister Petra De Sutter: Mevrouw Vindevoghel, mevrouw Dewulf, uw vragen zijn terecht en ik wil daarom graag het dossier toelichten.
Ik geef eerst even de chronologie. Op 14 maart 2021 werd het contract met de heer Van Avermaet beëindigd. Een maand later, op 19 april 2021, werd bpost gedagvaard door de heer Van Avermaet. Voor de algemene vergadering van 12 mei 2021 werd door de vorige raad van bestuur, na rijp beraad en juridisch advies te hebben ingewonnen, de beslissing genomen om een minnelijke schikking te treffen.
De minnelijke schikking werd op 10 juni 2021 ondertekend. bpost heeft me laten weten dat zij ten tijde van het ondertekenen van het contract met de heer Van Avermaet ook een gerenommeerd expertenkantoor hebben geraadpleegd. U verwijst naar een clausule, die u een vrijwaringsclausule noemt. Die clausule zou dit hebben kunnen vermijden. Maar dat was geen courante praktijk op dat moment. Ik kan u verzekeren dat dit zal veranderen. Dit zijn de feiten.
Bpost is een autonoom, beursgenoteerd bedrijf. Ik zal mij aan deze feiten houden, maar voeg nu wel mijn eigen mening toe. Ten eerste vind ik een dergelijke minnelijke schikking betreurenswaardig. Dat wil ik heel duidelijk stellen. Zoals u ook al zei, geven elke dag duizenden postbodes en andere medewerkers van bpost het beste van zichzelf. Voor hen, maar ook voor mij, heeft dit verhaal een bittere nasmaak.
Maar bpost is een autonoom bedrijf. De vorige raad van bestuur heeft beslist en gekozen om over te gaan tot een minnelijke schikking om een rechtszaak af te sluiten, om het bedrijf op de volgens hen en hun adviseurs best mogelijke manier te beschermen, waardoor de nieuwe raad van bestuur en de nieuwe CEO hier niet meer mee belast zou worden. Een gerechtelijke procedure zou immers heel lang duren. Dat zou dan onzekerheid meebrengen met betrekking tot de uiteindelijke kost voor het bedrijf, gezien het juridische conflict. Zo werd ook reputatieschade en interne onrust binnen het bedrijf vermeden.
In het kader van deze schikking, is bpost contractueel gehouden tot een geheimhoudingsverplichting en kan hierover verder ook geen inhoudelijke informatie vrijgeven. Dat zou enkel de tegenpartij kunnen voeden. Ik zal me daar dus ook niet aan wagen. Wat de hoogte van het bedrag betreft, verwijst u naar bedragen in de pers. Maar ik kan nog toevoegen dat dit publiek zal gemaakt worden in het remuneratieverslag voor 2021, zoals het hoort. Dat zal volgend jaar verschijnen.
Dat bedrag is een compromis. U moet weten dat de heer Van Avermaet een veel hoger bedrag vorderde. Dit bedrag komt overeen met een opzegvergoeding van twaalf maanden, zoals in het contract stond. Het bedrag is reeds uitbetaald. Dit is een beslissing van de vorige raad van bestuur, niet de nieuwe, want die is op dit moment nog steeds bezig met de zoektocht naar een nieuwe CEO.
Hoe verloopt dat? Welnu, er is een headhuntersbureau aangesteld dat ondersteuning zal verlenen bij die zoektocht. Dat is een ander kantoor dan datgene wat betrokken was bij de zoektocht naar en aanstelling van de heer Van Avermaet.
De raad van bestuur van bpost heeft er bij de huidige headhunter op aangedrongen dat er een grondige analyse gebeurt van alle kandidaten, met een uitgebreide screening en ook een achtergrondcheck, forensic check genoemd, van de topkandidaten om scenario's zoals datgene wat we hier vandaag bespreken, in de toekomst niet meer mee te maken.
Het contract met de nieuwe CEO zal heel zeker clausules bevatten met betrekking tot transparantie, tot de vertrouwensrelatie met de raad van bestuur en tot de impact op de reputatie van het bedrijf. Ik kan u verzekeren dat ik erop aandring dat er inderdaad een speciale clausule in het contract wordt opgenomen, en ik neem aan dat men ook zal leren uit het verleden. Die clausule zal bpost en de Belgische staat beter moeten beschermen met het oog op de toekomst. Dat kan bijvoorbeeld door de CEO te laten verklaren dat er op het moment van de ondertekening van het contract geen geschillen of onderzoeken tegen hem of haar aanhangig zijn. U zult begrijpen dat dit ook het voorwerp is van juridisch overleg tussen partijen.
05.04 Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, als ik nu denk aan al die postmannen, dan vermoed ik dat die mensen heel boos zijn. Ze hebben zich al het hele jaar uitgesloofd en hebben zo hard moeten werken voor een laag loon, want ze worden slecht betaald.
Dat iemand als de heer Van Avermaet vertrekt met zo'n grote som, is hallucinant. Als een gewone postbode een fout maakt, en bijvoorbeeld een reclameblad niet in de brievenbus steekt, dan krijgt hij een formulier 9. Als hij een paar keer zo'n formulier 9 krijgt, verliest hij mogelijk zijn baan. Dat de ex-CEO die zodanig zware fouten gemaakt heeft, er zo van afkomt, is onbegrijpelijk voor de gewone postmensen.
Ik hoop echt dat u bij de aanstelling van de nieuwe CEO zult luisteren naar het personeel en dat het iemand wordt die de werknemers en hun belangen zal verdedigen.
05.05 Nathalie Dewulf (VB): Mevrouw de minister, hoe is het mogelijk dat er zo gefaald is? In de raad van bestuur van bpost zetelen nog altijd bestuursleden die kozen voor de heer Van Avermaet en die niet willen inzien dat zij zich vergist hebben in hun keuze. Zij beslissen nog altijd mee over de toekomst van bpost. Weer typisch België. Het gerecht heeft zich nog niet uitgesproken in de zaak van de heer Van Avermaet, of hij schuldig of onschuldig is, en toch kreeg de voormalige CEO van bpost een groot bedrag uitbetaald. Een regelrechte schande.
Hopelijk wordt een betere keuze gemaakt met de nieuwe CEO. Maar daarover zijn er nu ook al kopzorgen. De bestuursleden die vroeger ook deel uitmaakten van de raad van bestuur ijveren voor een externe kandidaat.
Het moet iemand zijn die het bedrijf goed kent, een duurzame werkgever die zijn rol moet opnemen, die de capaciteiten heeft om het bedrijf te leiden. Het postbedrijf heeft al genoeg imagoschade geleden.
L'incident est clos.
- Marijke Dillen aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De war on drugs" (55001834P)
- Katja Gabriëls aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De strijd tegen de georganiseerde misdaad" (55001839P)
- Ben Segers aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De war on drugs en de strijd tegen de georganiseerde misdaad" (55001841P)
- Sophie De Wit aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De war on drugs" (55001842P)
- Marijke Dillen à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La guerre contre les drogues" (55001834P)
- Katja Gabriëls à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La lutte contre la criminalité organisée" (55001839P)
- Ben Segers à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La guerre contre les drogues et la lutte contre la criminalité organisée" (55001841P)
- Sophie De Wit à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La guerre contre les drogues" (55001842P)
06.01 Marijke Dillen (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, kogels in het hoofd op klaarlichte dag in Amsterdam. Zo komt het wel akelig dichtbij, want ook bij ons wordt de georganiseerde misdaad steeds sterker en steeds brutaler. Op drie jaar tijd verdubbelde het aantal magistraten, politici, journalisten en advocaten dat bescherming krijgt. Er wordt al heel, heel lang gewaarschuwd voor liquidaties.
Op 4 september 2018, nu drie jaar geleden en helaas ook een aantal granaataanslagen en brandstichtingen verder, stond er in De Tijd te lezen, en ik citeer letterlijk: "Er zijn nog geen liquidaties op klaarlichte dag op straat, zoals in Nederland schering en inslag is, maar het is een kwestie van tijd voor dat ook in Antwerpen het geval wordt."
Ook federaal procureur Frédéric Van Leeuw is duidelijk, en ik denk dat we het erover eens zijn dat hij het zeker kan weten. Ik citeer nogmaals: "De mensen hebben er echt geen idee van hoe gewelddadig de georganiseerde criminaliteit is geworden. We moeten onze volledige veiligheidscultuur herdenken. Als we vandaag in ons land tien mensen tegelijk onder bescherming plaatsen, zit de hele dienst op zijn tandvlees. In Nederland staan ze daar al veel verder, want de feiten hebben hen daartoe gedwongen. Wij hoeven niet te wachten tot het te laat is."
Vandaar, mijnheer de minister, deze duidelijke vraag. Ons land moet heel dringend in actie komen. Wat gaat u doen? Bent ook u bereid om de veiligheidscultuur te herdenken en komt er eindelijk een echt, grondig plan om de georganiseerde criminaliteit ten gronde aan te pakken?
06.02 Katja Gabriëls (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, verschrikkelijk nieuws toch wel uit Nederland deze week, want een gekend misdaadjournalist wordt op klaarlichte dag en in het centrum van Amsterdam neergeschoten. Wij moeten opletten met wat wij vandaag zeggen, want niets is nog zeker, maar voor de opdrachtgever van die laffe aanslag wordt gekeken in de richting van een van de beruchtste drugscriminelen in Nederland. Dat een dergelijke aanslag kan gebeuren, doet uiteraard schokgolven ontstaan bij onze noorderburen, maar ook hier in België laat dat niemand onberoerd. Volgens VTM Nieuws zegt de Vlaamse Vereniging van Journalisten dat ook bij ons bedreigingen tegen journalisten steeds meer voorkomen. Dat aspect van deze zaak, de bedreiging van de vrije journalistiek, is zeer verontrustend, omdat ook onze democratie bedreigd wordt.
Een tweede facet is dat de georganiseerde misdaad, met drugscriminaliteit in het bijzonder, steeds driester te werk gaat, ook in ons land. Geregeld wordt er melding gemaakt van aanslagen in woonbuurten en afrekeningen binnen het drugsmilieu. Gelukkig kunnen wij soms ook het goede nieuws vernemen van een aantal successen, zoals grote drugsvangsten in onze havens of recent nog de indrukwekkende resultaten van Sky ECC. Sommigen zeggen dat wij de war on drugs niet kunnen winnen, wat toch ook wel een verontrustende boodschap is, want de drugsgerelateerde misdaad brengt onze rechtsstaat in het gedrang en in gevaar, en zorgt ervoor dat ook onschuldige mensen, burgers, meegezogen worden in een spiraal van onaanvaardbaar geweld. Wij weten dat de strijd tegen drugs moeilijk zal zijn, maar als overheid moeten wij uiteraard alles uit de kast halen en voldoende middelen ter beschikking stellen. Ik weet dat u bij uw aantreden als minister van Justitie van die strijd een prioriteit hebt gemaakt.
Mijnheer de minister, kunt u hier in de Kamer nog eens duidelijk schetsen welke de aanpak van u en de regering is ten aanzien van de georganiseerde misdaad, en in het bijzonder de war on drugs?
Hebt u zelf weet van bedreigingen tegen journalisten in ons land? Wat is de omvang van dat probleem? Hoe gaan politie en Justitie met zulke bedreigingen om?
06.03 Ben Segers (Vooruit): Mijnheer de minister, gisteren werd Nederland opgeschrikt door een aanslag op een misdaadjournalist. Ik gebruik de term opgeschrikt en niet verrast, aangezien we niet verrast zijn. De drugsmaffia is de jongste jaren steeds ruwer en meedogenlozer geworden. We zagen dat al veel langer, niet alleen in Nederland maar ook in België. In Antwerpen worden buurtbewoners al te vaak opgeschrikt door kogelregens en granaatinslagen. Ook hier hebben nooit eerder zoveel magistraten, journalisten, advocaten, politici en politiemensen bescherming gekregen, omdat ze in hun functie bedreigd werden door de drugsmaffia, gewoon omdat ze hun job deden.
De war on drugs faalde de voorbije jaren en bleek vooral een slogan te zijn. Er werden amper middelen tegenover gezet en het gevolg was dat de gebruiker achterbleef met een strafblad en zonder behandeling, terwijl de grote drugsbaronnen, die miljoenen verdienen, angst en terreur konden blijven zaaien in onze steden. Gisteren hoorde ik de Antwerpse burgemeester nog uithalen naar zowat iedere drugsgebruiker.
Ik ben blij dat de regering wel de switch maakt van een war on drugs naar een war on dealers. Dat beleid geeft de drugsgebruiker niet steeds de schuld, maar zet in op preventie, schadebeperking en intensieve begeleiding van de problematische gebruikers. Het beleid schakelt tegelijkertijd een versnelling hoger in de strijd tegen de georganiseerde drugsbendes en de internationale drugstrafiek.
We zagen u dat ook met volle overtuiging doen bij operatie Sky, voorbij de slogans. Hoedje af daarvoor. Het is absoluut nodig om een versnelling hoger te schakelen, want in een rechtsstaat moet iedereen veilig kunnen zijn en zijn job kunnen doen. Advocaten moeten hun cliënten kunnen verdedigen, onderzoekers moeten kunnen onderzoeken en journalisten moeten stukken kunnen schrijven, zonder te vrezen voor hun leven.
Mijnheer de minister, hoe zult u nog hoger schakelen, zodat we de veiligheid van iedereen kunnen garanderen? Iedereen moet immers in alle veiligheid zijn job kunnen blijven doen, vooral bij de verdere afhandeling van operatie Sky.
06.04 Sophie De Wit (N-VA): Gisteren lezen we in Het Laatste Nieuws: "Hoe het gedogen van een jointje heeft geleid tot nietsontziend geweld in Nederland: van getolereerde hasj tot bloedrode cocaïne". Dat is een Nederlandse studie. Nederland is te lang te laks gebleven. De criminaliteit zit daar nu overal, met geweld tot gevolg. Wanneer het regent in Nederland, druppelt het in België.
Federaal procureur Frédéric Van Leeuw was vandaag duidelijk. Hij zegt niet verbaasd te zijn en dat men in België ook al 65 personen beschermt. Hij onderstreept dat wat we nu dringend nodig hebben, actie is. Dringend. We moeten, aldus de procureur, dringend onze veiligheidscultuur herdenken.
U zult straks zeker opwerpen dat u in Justitie investeert met extra middelen en extra mensen. Dat is goed, mijnheer de minister, want Justitie en politie voeren al veel te lang een ongelijke strijd. Maar is dat voldoende? Zullen wij er daarmee komen? Neen, er is een globale gecoördineerde aanpak nodig.
Ik had mijn vraag ook kunnen stellen aan de minister van Financiën, aan de minister van Binnenlandse Zaken, aan de minister van Economie. Ik mis die globale aanpak van de regering, in het regeerakkoord en in de verschillende beleidsnota's.
Wat dan toch aangekondigd werd - en dan denk ik aan het havenverbod van december -, is nog niet uitgevoerd. Er is nochtans het Stroomplan van de vorig regering. Dat is er. Dat wacht op verfijning. De suggesties liggen voor. Maar de regering doet daar niets mee.
Waar zijn sommige regeringspartijen wel mee bezig? In Brussel willen zij gebruikersruimtes inrichten, daar wil de overheid faciliteren dat men verboden harddrugs gebruikt. Gedogen dus. Ik kom terug bij het begin. Gedoogbeleid leidt tot nietsontziend geweld.
Mijn vragen aan u,
mijnheer de minister, zijn zeer helder. Bij ons neemt ook het geweld toe,
jammer genoeg. De oproep van de federale procureur was zeer duidelijk: actie is
nu nodig. Waar wacht u op?
06.05 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster, collega's, wat zich dinsdagavond afspeelde in de Lange Leidsedwarsstraat in Amsterdam, is afgrijselijk. Nadat in 2019 een advocaat werd doodgeschoten, werd ditmaal een gerenommeerd journalist in het vizier genomen. Wij hopen allemaal vurig dat hij het overleeft.
Criminelen doen dat met één doel, een angstklimaat creëren en mensen doen buigen voor terreur.
Ook in ons land gaat de drugsmaffia steeds driester te werk met granaataanslagen in Antwerpen. Ook in ons land hebben advocaten schrik. Ook in ons land worden journalisten bedreigd. Nooit zullen wij aanvaarden dat de vrije pers en de rechtsstaat, twee fundamenten van onze democratie, worden bedreigd door die narcoterroristen.
De kop van de slang zit in Nederland, maar het lijf loopt door Antwerpen en ons land.
Vanaf dag 1 is de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit de strijd van de voltallige regering. De georganiseerde criminaliteit kreeg op 9 maart 2021 een mokerslag met het oprollen van het Sky-netwerk. De federale procureur en de directeur van de federale gerechtelijke politie vroegen mij in november 2020, zijnde een maand na mijn aanstelling, om extra personeel en extra middelen. Wij leverden met de regering onmiddellijk 61 mensen extra bij Justitie. De minister van Binnenlandse Zaken zorgde voor een versterking van de FGP Antwerpen. Hoogtechnologisch materiaal zorgde voor een strijd met gelijke wapens.
Collega's, dat is nog maar de eerste stap. Wij moeten nu de netwerken op alle fronten te lijf gaan.
Mevrouw De Wit, een eerste front is een gecoördineerde aanpak van de georganiseerde criminaliteit. Met ons Stroomplan XXL zorgen wij voor een versterkte samenwerking tussen alle partners. Wij hebben geleerd uit de evaluatie van het eerste Stroomplan. Daarom zullen wij de zaak nu beter aanpakken.
Ten eerste, wij doen dat, door een havenprocureur, die de regie in handen heeft. Ten tweede, wij doen dat, met lokale en federale politie, die samenwerken in operationele teams. Ten derde, wij doen dat door strafuitvoeringsonderzoeken die de criminelen raken in hun portefeuille. Recent werd 5 miljoen euro aan bezittingen van de zogeheten Makreelbende verbeurd verklaard.
Door deze gecoördineerde aanpak zullen veel meer dossiers naar boven komen. Het is precies daarom dat wij met deze regering in 165 extra medewerkers bij Justitie voorzien, goed voor een structurele investering van 8,5 miljoen euro.
De bestaande diensten versterken en diensten beter laten samenwerking is veel beter dan de oprichting van het zoveelste nieuwe agentschap. Laat ons leren van Nederland. Daar heeft men een nieuw agentschap opgericht. Dat leidde tot een concurrentiestrijd met de landelijke recherche. Professor Fijnaut noemt die oprichting vandaag in De Standaard een vergissing.
Een tweede front is de beveiliging van onze havens. We zorgen voor een beter beveiliging van haventerminals met strengere regels. Elke container zal dankzij de inspanningen van de minister van Financiën worden gescand. Er komt een havenverbod voor drugsmisdadigers. Het advies van de Raad van State op het wetsontwerp dat we klaar hebben is positief.
Deze aanpak beperken we trouwens niet tot de haven van Antwerpen. Ook de havens van Zeebrugge en Gent zullen beter worden beveiligd. We verliezen ook het hinterland daarbij niet uit het oog, want het gaat niet alleen over de zwendel, het gaat ook over ecstacylabo's in de Kempen en Limburg.
Een derde front is de verzameling van data. Wie zich afvraagt waarom dataretentie met respect voor de privacy zo belangrijk is, krijgt hier het antwoord. Het is van levensbelang dat speurders, na goedkeuring door een onderzoeksrechter, met criminelen kunnen meeluisteren. Daarom werken we een nieuwe dataretentiewet uit en investeren we 23 miljoen euro extra in data-interceptie.
Een vierde front is de internationale samenwerking. Voor Operatie Sky werkten we nauw samen met Europese bondgenoten Europol en Eurojust. Met UNODC pakken we de problemen aan in de bronlanden.
We aanvaarden niet dat de Golfstaten vrijhavens voor topcriminelen zijn. Daarom staan we in nauw contact met die landen om uitleveringsakkoorden met hen af te sluiten.
Tot slot kom ik tot de vraag van collega Segers. Er is geen drugsmarkt zonder drugsgebruikers. Maar het idee dat enkel bestraffen het probleem zal oplossen is een vals idee. Mevrouw De Wit, zelfs in Antwerpen is er een Free Clinic, met een programma rond spuitenruil. In plaats van te wijzen naar Brussel kijkt u beter naar Antwerpen en andere steden. In tal van steden zijn er drugopvolgingskamers die verslaafden via hulpverlening terug op het rechte pad willen krijgen. Die aanpak vermindert de recidive, die aanpak willen we uitbreiden naar de rest van het land.
Collega's, ik kom tot mijn besluit. De strijd tegen de georganiseerde criminaliteit is geen evidente strijd. We staan oog in oog met een miljardenbusiness die geld verdient op de kap van de volksgezondheid. Maar toch boeken wij resultaten. Dit jaar is er een record van 54 ton cocaïne in beslag genomen. Er zijn vijf xtc-labs opgerold. Alleen al in het Sky-dossier werden 253 personen gearresteerd, onder meer voor corruptie: stadsambtenaren, ziekenhuispersoneel, advocaten, politieagenten, douaniers en parketmedewerkers. Laten we ons niet van tegenstander vergissen. We kunnen enkel resultaten boeken door op alle niveaus samen te werken, lokaal, gewestelijk en federaal, en door samen de strijd aan te gaan en zo de narcoterreur een halt toe te roepen.
06.06 Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben blij te horen dat u niet bij de pakken zult blijven zitten, maar ik hoop vooral dat het niet bij woorden zal blijven. Het dient gezegd dat uw woorden niet altijd gevolgd worden door daden. Denk maar aan de aankondiging van het seksueel strafwetboek in april, dat bij urgentie vóór het reces zou worden behandeld. Dat wordt nu opnieuw uitgesteld, waarschijnlijk omdat er geen akkoord is.
Laat het alstublieft niet bij aankondigingspolitiek blijven, maar handel en maak vooral voldoende financiële middelen vrij. Hopelijk zal u in dit dossier niet wachten tot er onschuldige slachtoffers vallen. Ik zal uw Stroomplan XXL en de uitvoering daarvan heel nauwkeurig opvolgen. Op de steun van het Vlaams Belang mag u alleszins rekenen voor de snelle uitwerking.
06.07 Katja Gabriëls (Open Vld): Mijnheer de minister, ik ben uiteraard zeer tevreden met de extra middelen die de regering uittrekt, ook met de extra personeelsinzet. Het komt er zeker op aan om samen te werken, met Justitie, federale en lokale politie, hulpverlening, preventie, maar ook internationaal. Deze georganiseerde criminaliteit is immers per definitie grensoverschrijdend. Ik ben het er met u over eens dat we hard moeten blijven optreden. Het gaat immers niet alleen om jongeren die hopen snel een zakcentje te verdienen en daardoor hun leven vergooien, omkopingen van dokwerkers of bruut straatgeweld, maar ook om miljarden crimineel geld dat circuleert en dat een destabiliserend effect heeft op de economie. Het gaat vooral om mensenlevens die in gevaar gebracht worden. Dat alles is onaanvaardbaar. Deze regering zal de strijd blijven voeren en zal middelen en personeel vrijmaken om deze strijd te voeren. U krijgt hiervoor alle steun van onze fractie.
06.08 Ben Segers (Vooruit): Mijnheer de minister, Vooruit staat voor een war on dealers. Dat is een oorlog met focus op de maffia, eerder dan op de occasionele druggebruiker. Dat is de strijd die we moeten voeren als we willen dat ons land ook echt veiliger wordt, als we willen dat de Antwerpenaren niet meer opgeschrikt worden door nachtelijke kogelregens of granaatontploffingen, als we willen dat iedereen met een gerust gemoed zijn job kan doen om de drugsmaffia aan banden te leggen. Dat is ook wat u doet, dat blijkt ook heel erg uit uw antwoord. Dat blijkt ook vooral heel erg uit uw daden.
Met operatie Sky wonnen we een veldslag tegen de maffia, maar als we de oorlog tegen de maffia ook willen winnen, zullen we onze politiemensen, onze magistraten, onze journalisten ook beter moeten beschermen. Dan moeten we onze politiediensten ook blijven versterken, zoals u aangeeft, met middelen en mensen. U had het ook over de geïntegreerde teams, waar ik bijzonder blij mee ben. In het verlengde daarvan zou ik ook willen pleiten voor een andere passage uit het regeerakkoord, met name voor de multidisciplinaire onderzoeksteams die specifiek gericht zijn op de strijd tegen de drugsmaffia. Ik wens u daar alle succes mee.
06.09 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, dank u voor uw antwoord. Vooreerst, spuitenruil is iets anders dan een gebruikersruimte, maar die discussie voeren we zeker nog.
Ik hoor u van alles zeggen over het Stroomplan. Het zou fijn zijn als u het deze keer ook effectief zou uitvoeren, in plaats van het te laten optekenen in de krant. Wat u een Stroomplan XXL noemt, noemt men op het terrein eerder extra light, als ik de signalen mag geloven. Dus, doe daar iets aan.
Kent u dit boek? Het laat drugscriminelen aan het woord. Zij komen graag naar ons land. De pakkans is klein, de straffen zijn laag en men komt vroeg vrij. Daar moeten we iets aan doen. We hebben een tienpuntenplan. We hebben het gisteren, op 7 juli 2021, voorgesteld. Doe er iets mee.
L'incident est clos.
- Barbara Creemers aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De PFOS-normen en de communicatie van het FAVV" (55001835P)
- Karin Jiroflée aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De communicatie van het FAVV over de PFOS-vervuiling" (55001838P)
- Greet Daems aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De communicatie van het FAVV over de PFOS-normen" (55001843P)
- Daniel Senesael aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De PFOS-normen en de communicatie van het FAVV" (55001846P)
- Frieda Gijbels aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De PFOS-verontreiniging" (55001850P)
- Leen Dierick aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De PFOS-verontreiniging in de omgeving van de chemische fabriek van 3M te Zwijndrecht" (55001851P)
- Erik Gilissen aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De PFOS-verontreiniging" (55001852P)
- Barbara Creemers à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les normes en matière de PFOS et la communication de l'AFSCA" (55001835P)
- Karin Jiroflée à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La communication de l'AFSCA sur la pollution au PFOS" (55001838P)
- Greet Daems à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La communication de l'AFSCA sur les normes en matière de PFOS" (55001843P)
- Daniel Senesael à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les normes en matière de PFOS et la communication de l'AFSCA" (55001846P)
- Frieda Gijbels à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La pollution au PFOS" (55001850P)
- Leen Dierick à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La pollution au PFOS aux alentours de l'entreprise chimique 3M à Zwijndrecht" (55001851P)
- Erik Gilissen à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La pollution au PFOS" (55001852P)
07.01 Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, collega's, mensen willen weten of hetgeen ze eten, veilig is. Die bezorgdheid wordt aangescherpt in periodes zoals nu, nu er sprake is van PFAS.
In ons land zorgt het FAVV, onze waakhond, dat ons voedsel veilig is. In het PFOS-dossier zegt het FAVV sussend dat ons eten veilig is, maar het baseert zich daarvoor op normen van dertien jaar geleden. Europa zei in september vorig jaar dat die normen achterhaald zijn en dat die tot wel duizend keer strenger zouden moeten zijn. Duizend keer.
U zult mij wellicht antwoorden dat het tijd vraagt om die waarschuwing van Europa en die normen om te zetten naar Belgische normen. Minister Vandenbroucke zei ons dat dat midden of eind volgend jaar in orde zou zijn. Dat we meer dan twee jaar moeten wachten op de omzetting van zulke normen, dat begrijp ik niet. Ik begrijp niet waarom het nodig is twee jaar te wachten om bedrijven te sensibiliseren, om onze labo's klaar te maken, om het FAVV zorgvuldig te laten communiceren over de normen en over onze voedselveiligheid. Waarom kunnen we niet sneller schakelen, als we zien dat ons buurland Nederland nu klaar is met normen ter zake en die binnenkort zal toepassen.
Mijnheer de minister, kunt u uitleggen waarom u het FAVV laat communiceren dat alles in orde is, terwijl we dat eigenlijk niet weten. Ik begrijp niet waarom we moeten wachten tot eind 2022 voor we veilige normen hebben, en evenmin waarom de overheid en het FAVV er niet in slagen om een beleid te voeren dat ons voedsel en zodoende onze gezondheid beschermt, voordat er weer een schandaal is.
07.02 Karin Jiroflée (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, er bestaat al enkele weken grote bezorgdheid over het PFOS-schandaal in Zwijndrecht. Over de kwaliteit van ons voedsel in de winkel kwam er echter een geruststellende boodschap van het FAVV, ons voedselveiligheidsagentschap. Naderhand bleek die geruststellende boodschap te berusten op verouderde limieten, aangezien het FAVV zich baseerde op dertien jaar oude Europese normen. Dertien jaar is een eeuw in wetenschappelijke termen. Nochtans heeft Europa vorig jaar een nieuw advies uitgebracht dat honderden keren strenger is dan het voorgaande en op basis waarvan het wetenschappelijk comité van hetzelfde voedselveiligheidsagentschap een spoedadvies publiceerde dat nieuwe limieten vaststelt.
Mij komt het voor dat de boodschap voor de mensen op zijn minst misleidend was. Waarom baseert het FAVV zijn communicatie op die oude normen? Als mensen al niet meer kunnen rekenen op correcte informatie van de overheid, waar moeten we dan naartoe?
Mijnheer de minister, kunt u mij garanderen dat het voedsel dat in de winkel ligt, dat wij alle dagen eten en dat mensen aan hun kinderen voorzetten, elke dag veilig is?
07.03 Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, er zijn geen verontrustende PFOS-waarden aangetroffen in landbouwproducten in de regio Zwijndrecht. Dat was de geruststellende boodschap van het FAVV vorige week. Voor de landbouwers, die al weken in onzekerheid leven, was dat natuurlijk een grote opluchting. De reactie van een van de fruittelers in de regio was dan ook treffend. Hij zei dat de boodschap perspectief gaf omdat het FAVV zoiets toch nooit zou zeggen als het niet absoluut zeker is.
Nu blijkt echter dat het FAVV zich baseerde op totaal verouderde normen. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid publiceerde een jaar geleden al een advies voor een nieuwe norm, die maar liefst 238 keer strenger is. Dat is toch onvoorstelbaar. Het FAVV probeerde zich gisteren te verdedigen en zei dat het geen beleid kan voeren op basis van een advies, maar de huidige normen zijn ook gebaseerd op een advies, weliswaar een advies van dertien jaar geleden. Het is dus onzin dat het FAVV zijn normen niet kan verstrengen.
Mijnheer de minister, ik heb drie vragen voor u.
Zult u alle meetgegevens publiek maken zodat wij ze zelf kunnen vergelijken met de recentste wetenschappelijke normen?
Zult u het FAVV dwingen om de recentste wetenschappelijke normen toe te passen en dus zijn actielimieten aan te passen?
Tot slot, er is sprake van dat de boeren zelf zullen moeten opdraaien voor de kosten van bijkomende analyses, boven op het verwachte inkomensverlies. Daar kan voor ons natuurlijk geen sprake van zijn. Drie weken geleden heb ik u daarover al een vraag gesteld, maar u hebt daar toen niet op geantwoord. Ik stel de vraag vandaag dus opnieuw. Zult u boeren volledig compenseren als er problemen zijn?
07.04 Daniel Senesael (PS): Madame la présidente, monsieur le ministre, chers collègues, vous savez, tout comme moi, que les PFAS font partie intégrante de l'actualité depuis plusieurs semaines, avec la mise en lumière d'une importante pollution au PFOS à Zwijndrecht, près d'Anvers, pollution vieille de plusieurs décennies.
La semaine dernière, l'AFSCA s'invitait également dans l'actualité puisqu'elle publiait une nouvelle qu'on aurait pu croire rassurante. En effet, selon l'Agence, les taux de PFOS observés dans la viande, le lait, les œufs produits dans la zone ne dépassent pas le seuil de dangerosité. Apprendre cette nouvelle fut un soulagement pour les habitants et les producteurs locaux – on peut aisément l'imaginer.
Toutefois, pour établir son verdict, l'AFSCA a utilisé un seuil de dangerosité fixé par l'Agence européenne de sécurité des aliments, il y a treize ans. À l'époque, il était question de 150 nanogrammes de PFOS par kilogramme de poids corporel par jour. Ce seuil a été revu en 2020 pour passer à 0,63 nanogramme. Il est donc une centaine de fois plus strict.
On sait que cela a des répercussions sur la santé, sur le système endocrinien, que cela peut entraîner des malformations, de multiples cancers, des troubles neurologiques ou même une diminution de réponse aux vaccins. Voilà ce qui risque d'arriver avec les PFOS à Zwijndrecht et pour les futurs Zwijndrecht.
Monsieur le ministre, comment est-il possible que l'AFSCA n'ait pas tenu compte des normes en vigueur? Manquer de rigueur, c'est ici jouer avec la confiance des gens. C'est aussi jouer avec la santé.
Une Conférence interministérielle de la Santé s'est tenue aujourd'hui. Quelles mesures ont-elles été évoquées?
Les PFAS sont largement présents dans les emballages alimentaires et dans les pesticides. Cette situation est inquiétante. Les dangers liés à ces substances sont trop grands pour que nous laissions notre population y être exposée. Il faut agir, monsieur le ministre. Quelles sont vos actions?
07.05 Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, de problematiek van PFAS en PFOS is intussen al ruim geschetst. We krijgen PFOS binnen via onze voeding en de rol van het FAVV, het agentschap dat moet waken over onze voedselveiligheid, is dan ook zeer belangrijk. Nu blijkt dat daar problemen opduiken. Terwijl het FAVV al meer dan tien jaar screent op PFAS en PFOS, blijken de normen die gehanteerd worden om de alarmdrempels te bepalen, behoorlijk achterhaald te zijn. Blijkbaar wist de wetenschap dat al, maar is het FAVV niet gevolgd.
Wij ondervroegen afgelopen week de minister van Volksgezondheid over de problematiek en ook hij gaf aan dat de gehanteerde normen achterhaald zijn. Hij voegde er bovendien aan toe – dit verontrust mij ten zeerste – dat er een probleem was met de labo's van het FAVV. Blijkbaar kunnen die de lagere concentraties van PFAS en PFOS niet detecteren. Dat doet mij toch de wenkbrauwen fronsen.
Mijnheer de minister, wat zijn we dan eigenlijk aan het doen op het moment, als wij achterhaalde normen hanteren voor de toegenomen controles in Zwijndrecht? Welke conclusies zullen we daaruit kunnen trekken? Waarom heeft het FAVV de jongste wetenschappelijke inzichten niet gevolgd?
Beschikken wij
eigenlijk wel over apparatuur die de hedendaagse concentraties aan PFAS en PFOS
kunnen detecteren? Zijn onze installaties wel up-to-date?
Vandaag was er een
interministeriële conferentie over PFOS met de verschillende beleidsniveaus.
Minister Demir heeft daar aangegeven dat zij de kwestie PFOS op de Europese
agenda wil zetten. Ik had graag van u gehoord welke concrete voorstellen u hebt
gedaan tijdens die vergadering.
07.06 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de minister, ik sta hier met een zeer groot déjà-vugevoel. Drie weken geleden stond ik hier ook met vragen over het PFOS-dossier. Ik vroeg u toen om duidelijkheid te verschaffen en zekerheid te geven aan de inwoners en de landbouwers rond het 3M-bedrijf, want de ongerustheid was groot.
Ik stelde ook vragen over de rol van het FAVV. Ik vroeg waarom het meest recente advies, van 2020, over de toegelaten normen voor PFOS nog niet werd toegepast in België. U deelde toen mee dat het FAVV bij gebrek aan normen op Europees niveau zelf actielimieten heeft gedefinieerd. Maar wat blijkt nu? De normen die het FAVV nu gebruikt, zijn oude normen, van 2008. Die normen zijn drastisch hoger dan de nieuwe normen die Europa reeds vorig jaar heeft gedefinieerd. Men gebruikt nu dus sterk verouderde normen. Ze zijn 250 tot 1.000 keer minder streng dan dewelke Europa reeds vorig jaar heeft meegedeeld. Dat lijkt op nalatigheid van het FAVV en dat is ontoelaatbaar, want het gaat hier over onze gezondheid en over onze voedselveiligheid.
U kondigde op 1 juli aan dat u een specifieke bemonsteringcampagne in een straal van 15 kilometer rond het bedrijf zou uitvoeren. Meten is weten. Dat is een goede actie. Maar dan willen wij uiteraard dat de resultaten snel bekend zijn en ook snel gecommuniceerd worden. Er moet dus voldoende labocapaciteit zijn en er moeten voldoende middelen zijn.
Mijnheer de minister, wij zijn nu al meer dan een maand later sinds de PFOS-bom losbarstte. En toch zijn de ongerustheid en de onzekerheid nog altijd zeer groot.
Hoe zult u zorgen voor voldoende labocapaciteit en middelen voor het FAVV?
Wanneer zullen de landbouwers uiteindelijk de resultaten krijgen? Wanneer weten wij dat ons voedsel effectief veilig is?
Wanneer zal het FAVV de meest recente normen toepassen?
In welke steunmaatregelen zult u voorzien voor de getroffen landbouwers?
07.07 Erik Gilissen (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, collega's, boeren en hobbytuinders in een ruime straal rond de 3M-fabriek zijn ongerust. Zij mogen de eieren en de groenten nog eten, maar is dat wel veilig?
Het FAVV heeft stalen laten analyseren van vlees, eieren en melk in een straal van vijftien kilometer rond de 3M-fabriek. De resultaten van de analyse liggen lager dan de normen. Dat is echter niet moeilijk. Dat zijn immers niet de recentste normen. In 2008 was de norm 150 nanogram; in 2016 werd die norm verlaagd naar 20 nanogram; in 2020 werd de norm in Europa nogmaals verlaagd naar een inname van 0,63 nanogram.
Mijnheer de minister, hoe is het mogelijk dat de vervuiling zo lang onder de radar is kunnen blijven?
Waarom werden de nieuwste normen niet gehanteerd voor de analyses van de stalen? Bent u van mening dat de oude normen volstaan voor de analyses? Welke waarden werden trouwens vastgesteld bij de analyses?
Bent u van mening dat het voedsel dat afkomstig is uit de omgeving van de 3M-fabriek, ongevaarlijk is voor de volksgezondheid? Of bent u van mening dat bijkomende stappen nodig zijn om de veiligheid van de voedselketen te garanderen?
Last but not least, wie zal opdraaien voor de nadelige gevolgen en het gevaar voor de voedselveiligheid en de volksgezondheid?
Ik kijk uit naar uw antwoorden.
07.08 Minister David Clarinval: Mevrouw de voorzitster, dames en heren volksvertegenwoordigers, zoals ik tijdens een vorige vergadering al zei, blijf ik de milieuvervuiling met PFOS in Zwijndrecht zeer aandachtig volgen. In eerste instantie wil ik de verantwoordelijkheid van de verschillende autoriteiten ter zake herhalen. De kwesties in verband met milieuvervuiling vallen onder de bevoegdheid van de Gewesten. Het is dus het Vlaamse Gewest dat bevoegd is inzake de bodem- en waterverontreiniging in Zwijndrecht. Ik ben belast met de veiligheid van de voedselketen en zal u dus enkel antwoorden wat dit aspect betreft.
Ik hoor en lees meerderen onder jullie de normen in de pers stigmatiseren die het FAVV gebruikt in zijn monitoring. Ik zou daarom uw aandacht willen vestigen op enkele elementen. De Europese Commissie is exclusief bevoegd om de normen te bepalen. Zij is als enige bevoegd om geharmoniseerde normen te bepalen voor producten en diensten. Die normen gelden dan voor alle lidstaten.
Wat de PFAS betreft, werden er, zoals u weet, nog geen normen vastgelegd op Europees niveau. Bij gebrek aan Europese normen, heeft het FAVV in 2008 actielimieten bepaald op basis waarvan het agentschap zijn controleopdracht kan uitvoeren.
Het FAVV heeft niet gewacht op de artikelen in de pers over Zwijndrecht om op PFAS te controleren. Sinds 2008 werden er immers 450 monsters van levensmiddelen geanalyseerd in heel België. Zij waren allemaal lager dan de actielimieten, gedefinieerd door het FAVV.
Op 3 juni 2021 las het FAVV in de pers dat er een milieuvervuiling was in Zwijndrecht. Ik heb onmiddellijk de Europese Commissie aangeschreven om te zeggen dat het noodzakelijk was snel te beschikken over geharmoniseerde normen. De Commissie heeft zich ertoe verbonden een snelle procedure op te starten om normen goed te keuren. Op basis van de informatie van de Europese Commissie zou een ontwerp met normen in december 2021 ter goedkeuring kunnen worden voorgelegd.
Quant au rôle de l'AFSCA, il serait faux d'affirmer que celle-ci n'aurait pas eu une démarche proactive en la matière. Au contraire, comme je l'ai déjà dit, elle a elle-même fixé des limites d'action, il y a plusieurs années, afin de pouvoir effectuer sa mission de contrôle faute de normes légales européennes. Ces limites d'action n'existent pas chez nos voisins, ni en France, ni aux Pays-Bas, ni au Luxembourg, ni même en Allemagne.
Par ailleurs, sur la base du dernier avis de l'EFSA (l’Autorité européenne de sécurité des aliments), un avis a été demandé au Comité scientifique (SciCom) de l'AFSCA. Cet avis a été publié le 1er juillet. Il reprend une série de recommandations que l'AFSCA a immédiatement mises en œuvre.
À propos de la première recommandation, en accord avec le premier ministre et le ministre de la Santé, j'ai demandé à l'AFSCA de lancer un monitoring supplémentaire. Ce monitoring cible 37 exploitations agricoles situées dans un rayon de 15 km autour du site de Zwijndrecht. Les analyses porteront principalement sur les œufs, les abats comestibles, la viande d'élevage et le lait. Les résultats sont attendus pour la mi-juillet.
Pour ce qui concerne la deuxième recommandation, un monitoring de background destiné à connaître la teneur normale en PFAS de denrées alimentaires produites en dehors d'une zone contaminée sera également lancé cette semaine.
Quant à la troisième recommandation, nous sommes dans l'attente des inventaires régionaux d'autres zones potentiellement à contrôler.
En conclusion, en bonne entente avec mon cabinet, l'AFSCA a agi proactivement et de manière très réactive pour implémenter les recommandations du SciCom. Par contre, il ne lui incombe pas de définir elle-même les normes. Pour prendre une image qui parlera à tout le monde: ce n'est pas à un agent de police que l'on demande d'écrire le Code de la route.
07.09 Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, u zegt dat het FAVV proactief gereageerd heeft en dat er een extra monitoring komt, maar net zoals na de fipronilcrisis heeft het FAVV niet proactief gecommuniceerd. U kunt stellen dat de communicatie wel in orde was, maar minister Vandenbroucke heeft dinsdag in de commissievergadering nog verklaard dat de communicatie gebaseerd was op een document uit 2017. In dat document uit 2017 staat op pagina 28 dat de PFOS-normen gebaseerd zijn op normen uit 2008. Als het FAVV vervolgens toch verklaart dat alles in orde is, noem ik dat geen proactieve communicatie. Aangezien men zich gebaseerd heeft op oude normen, kan niet worden gesteld dat ons voedsel veilig is.
Mijnheer de minister, ik hoop dat wij hierop aanstaande dinsdag in de commissie grondig kunnen doorgaan. Ik vraag dat u vertegenwoordigers van het FAVV meebrengt zodat het agentschap ons de cijfers kan voorleggen. Vervolgens kunnen we, naar aanleiding van de audits, die we hier ook al uitvoerig besproken hebben, evalueren of er grondig en proactief gecommuniceerd werd, want daarover ben ik het niet met u eens.
07.10 Karin Jiroflée (Vooruit): Mijnheer de minister, het verheugt me dat u het advies van het Wetenschappelijk Comité van het FAVV meeneemt en dat u of het FAVV daarmee aan de slag gaat.
Ik heb echter echt wel een probleem met het feit dat er zo, ik noem het bijna roekeloos, werd gecommuniceerd. De wetenschappelijke basis voor de uitgebrachte communicatie is dertien jaar oud, maar toch wordt gesteld dat alles in orde is. Dat kan voor mij niet. De bevolking heeft recht op een duidelijk wetenschappelijk advies. Als er geen advies kan worden uitgebracht, dan moet dat eveneens transparant worden meegedeeld. Tegelijk moet het FAVV duidelijk maken dat het zo snel mogelijk wel zal doen wat de recentste wetenschap voorschrijft. Ik hoop echt, aangezien er al meerdere communicatieproblemen voorgevallen zijn, dat het FAVV zich daar bij een volgende gelegenheid wel aan houdt.
07.11 Greet Daems (PVDA-PTB): Ik heb u drie vragen gesteld. Ik heb op drie vragen niet echt een antwoord gekregen. U hebt zich wel proberen te verstoppen achter Europa. U zegt dat u niets kunt doen zolang er geen wettelijke normen op Europees niveau worden vastgelegd. Dat argument houdt gewoon geen steek. U zegt zelf dat het FAVV ook al eigen actielimieten heeft opgesteld, zonder die Europese normen. Het FAVV kan dus perfect nu al strengere limieten toepassen. Wij eisen dan ook dat dat gebeurt.
De meetgegevens van het FAVV moeten zo snel mogelijk publiek gemaakt worden. U hebt daar niet op geantwoord. Ik betreur dat ten zeerste. Wat houdt u tegen?
Ik heb een duidelijke vraag gesteld over de compensatie van de getroffen boeren. Ook op die vraag hebt u niet geantwoord. Dat is echt wel verontrustend. Het is onaanvaardbaar dat boeren op een of andere manier zullen moeten opdraaien voor wat er hier aan de hand is.
07.12 Daniel Senesael (PS): Monsieur le ministre, j'insiste, mais je suis profondément inquiet quant à la problématique des PFAS et des PFOS. Je voudrais rappeler que nous pouvons agir tous ensemble. D'ailleurs, la semaine dernière, à l'unanimité – et je remercie encore mes collègues pour cela – nous avons voté pour cette proposition de résolution PFAS, avec plusieurs demandes. Parmi celles-si se trouve la demande de l'étiquetage national, qui serait une première européenne.
Les mesures prises ces dernières années par de nombreux pays européens en matière d'analyse, de prévention des risques et de recherche d'alternatives nous montrent qu'il est possible de relever le défi qui se présente à nous. Aujourd'hui, nous ne pouvons plus attendre. C'est ensemble, fédéral, Communautés et Régions qu'il nous revient d'unir nos forces pour être les pionniers de la lutte contre les PFAS et être à la hauteur de nos responsabilités, celle de protéger l'environnement et la santé de tous les Belges. Voilà ce qui est nécessaire pour demain!
07.13 Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, ook ik heb niet op al mijn vragen een antwoord gekregen, maar wij zullen hierover dinsdag ongetwijfeld nog goed kunnen debatteren.
Het is inderdaad spijtig dat er geen Europese drempelwaarden zijn. Ik hoop ook dat het voorstel van minister Demir om dit op de Europese agenda te plaatsen en vooral om daar concrete acties aan te verbinden door veel lidstaten zal worden gesteund. Ik hoop ook dat u daarop zult aandringen bij uw collega's in de verschillende Europese landen.
Ik stel ook voor dat u een rapport over de detectiecapaciteit van onze labo's aan het Parlement bezorgt, zodat wij weten wat die labo's kunnen en niet kunnen en wij daar een helder zicht op krijgen.
Iedereen moet hier ten volle zijn rol spelen, niet alleen op het Vlaamse niveau, maar ook op het federale niveau. Het FAVV gaat over de voedselveiligheid. We moeten daarop kunnen rekenen. Die rol moet ernstig worden genomen. Als uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat lagere waarden van PFAS en PFOS schadelijk kunnen zijn, dan moet daarover helder en duidelijk worden gecommuniceerd.
07.14 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. Het is goed dat er extra staalnames gebeuren en er proactief wordt gereageerd. Het is belangrijk dat er nu snel resultaten komen en dat er helder en transparant wordt gecommuniceerd tegenover de getroffen landbouwers.
Ik blijf op mijn honger zitten voor mijn vraag of in financiële steun voor de getroffen landbouwers zal worden voorzien. Ik hoop dat dit wordt bekeken.
Ik blijf ook bezorgd over de communicatie van het FAVV. Het is niet de eerste keer dat ik die bezorgdheid uitdruk. Uit het persbericht lijkt het alsof er niets aan de hand is, maar daar ben ik niet 100 % zeker van. Ik wacht liever de resultaten af. Ik vind dat er meer aandacht naar de communicatie moet gaan. Het blijkt dat we normen hanteren die 13 jaar oud zijn, die dus verouderd zijn en dat er dringend nieuwe normen moeten komen. Er moet dus aan die communicatie worden gewerkt.
Vlaanderen is koploper op het vlak van de vaccinaties. België moet ook op Europees niveau een voortrekkersrol opnemen om zo snel mogelijk te streven naar geharmoniseerde Europese normen. Onze volksgezondheid heeft daar recht op.
07.15 Erik Gilissen (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord, maar eigenlijk neemt men in dit land toch te vaak een loopje met de voedselveiligheid. Ik heb in het verleden al vragen gesteld over wantoestanden in slachthuizen, met de beelden erbij. U zult zich dat nog wel herinneren.
Lokale besturen en overheidsinstanties waren al jaren op de hoogte van de vervuiling, maar grepen niet in en nu blijkt zelfs dat 3M al jarenlang vervuild regenwater loosde zonder op de vingers getikt te worden. Het is hoogtijd voor een krachtig optreden, de verantwoordelijken moeten hun verantwoordelijkheid opnemen en opdraaien voor het opruimen van hun rommel.
Mijnheer de minister, het is tevens uw taak en uw verantwoordelijkheid om te waken over de veiligheid van de voedselketen. Neem uw verantwoordelijkheid op en zorg voor die nieuwe normen. Voor Vlaams Belang mag de burger niet weer de dupe zijn van het wanbeleid.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
La présidente: Ceci clôture les questions orales.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 7 juillet 2021, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance de cette semaine.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 7 juli 2021 hebt u een gewijzigde agenda voor de vergadering van deze week ontvangen.
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
09 Renvoi d'amendements en commission
09 Verzending van amendementen naar een commissie
J'ai reçu des amendements sur le projet de loi portant des mesures de soutien temporaires en raison de la pandémie du COVID-19, n° 2070/1.
Ik heb amendementen ontvangen op het
wetsontwerp houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de
COVID-19-pandemie, nr. 2070/1.
Je vous propose de renvoyer ces amendements à la commission (art. 93, n° 1, du Règlement).
Ik stel u voor deze amendementen naar de commissie te verzenden (art. 93, nr. 1, van het Reglement).
Pas
d'observation? (Non)
Il en sera
ainsi.
Geen
bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
10 Motions d'ordre (continuation)
Chers collègues, je propose maintenant d'aborder les motions déposées, à savoir une motion d'ordre de DéFI, signée par M. De Smet et Mme Rohonyi, et une motion d'ordre de la N-VA, signée par M. De Roover.
10.01 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, geachte collega's, ik zou kunnen verwijzen naar de collega die het daarnet over de PFOS-problematiek had en die heel terecht heeft gezegd dat er in de commissie hopelijk dieper op ingegaan kan worden en dat het FAVV daarover grondig kan worden bevraagd. Dat is een heel terechte vraag. Dat is ook het normale parlementaire werk, dat moet dus mogelijk zijn.
Over regeringscommissaris Ihsane Haouach zijn er in het debat van daarnet door de regering uitspraken gedaan, waarna toch de vraag blijft bestaan of de betrokken dame zich daar ook aan wil houden. Het antwoord daarop kan natuurlijk niet gegeven worden door de premier of de staatsecretaris. Zij kunnen wel zeggen wat voor hen de ruimte van optreden is. Maar het is belangrijk dat we de uitspraken van de betrokkene daartegen afmeten. Maar dat is een theoretische oefening, wanneer we haar daar zelf niet in kunnen horen via de normale manier van democratisch controlewerk.
Een vraag van onze fractie daarover in de commissie is deze week spijtig genoeg door de meerderheid verworpen. Het argument van een van de meerderheidspartijen was dat hier in de plenaire daarover een actuadebat zou worden gevoerd. Dat actuadebat hebben we niet gehad. Er was een vragenronde met twee minuten en één minuut repliek, maar dat biedt natuurlijk niet de mogelijkheid om de betrokkene zelf te horen, zoals ik toen heb opgemerkt.
We kennen nu het kader dat de regering geschetst heeft. Ik mag aannemen dat dat ook een strikt kader is. Het is dan nogal vanzelfsprekend dat wij daar de houding van de regeringscommissaris tegen willen afmeten. Ik wil ook even opmerken, en dat is geen detail, dat een voorzitter van een regeringspartij van mening is dat de verklaring via Facebook door de betrokkene niet volstaat. Ik wil geen voorafname doen of die verklaring al dan niet volstaat, ik wil dat gewoon afmeten met de opmerkingen van die persoon zelf.
Daar zit ook een redelijk principieel kantje aan, mevrouw de voorzitster. Er is het feit dat wij allemaal de sociale media gebruiken, dat is een goede manier om te communiceren met het publiek. Maar de sociale media zijn geen alternatief voor een parlementair debat. Die verschuiving betreur ik. Enerzijds wordt er gezegd dat een bepaalde persoon, een regeringscommissaris, niet zal worden bevraagd in het Parlement. Anderzijds wordt een mededeling op Facebook wel gebruikt als argument om dat debat te beslechten. Daar kunnen we ons niet bij neerleggen.
Het is natuurlijk aan de commissie en niet aan dit orgaan om de werkzaamheden van een commissie te regelen. Daarom heb ik mijn vraag heel duidelijk in die zin geformuleerd, dat de Kamer aan de voorzitter van de commissie in kwestie zou vragen om, met het oog op de bevraging van mevrouw Haouach, zo snel mogelijk vóór het reces uiteraard – ik weet, de tijd dringt – een vergadering bijeen te roepen om het parlementair controlerecht behoorlijk te kunnen uitoefenen. Ik reken erop, collega's, dat wij die vraag eensgezind kunnen formuleren.
10.02 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la présidente, chers collègues, nous attendions beaucoup des explications du premier ministre ainsi que de la secrétaire d'État à l'Égalité des chances.
J'ai notamment retenu de leur réponse que Mme Haouach ne s'était pas exprimée au nom du gouvernement, mais en son nom personnel.
Nous ne sommes pas dupes! Mme Haouach s'est exprimée sur des sujets qui sont directement liés à sa fonction, fonction d'autorité qui plus est, ce qui engage donc le gouvernement dans son entièreté. En effet, Mme Haouach représente bien le gouvernement. Elle est la déléguée de Mme la secrétaire d'État pour l'Égalité des chances auprès de l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes. D'ailleurs, le Conseil d'État l'a encore réaffirmé assez récemment.
Dans son arrêt, le Conseil d'État précise que le poste de commissaire est un poste de confiance. C'est à ce titre que la commissaire a le pouvoir de bloquer des décisions, si elle estime que celles-ci vont à l'encontre de l'intérêt général ou de la loi. Mais elle a aussi le devoir de respecter le principe de neutralité dans les actes et les apparences. Finalement, il s'agit ici d'une pure application de notre Constitution, mais aussi du Code de déontologie des mandataires publics, comme l'a admis M. le premier ministre tout à l'heure.
J'ai fait preuve de curiosité et je suis allée voir ce que prévoit expressément ce Code. Il dit ce qui suit: "Les mandataires publics – parmi lesquels les commissaires du gouvernement – sont au service de tous les citoyens, sans discrimination d'aucune sorte. Dans leur attitude ou comportement, ils s'abstiennent de manifester des préjugés ou des stéréotypes." Ils sont également tenus à un devoir d'impartialité.
Force est de constater que cette exigence n'a pas été respectée, pas plus que le principe de neutralité. Il n'a pas été respecté dans les apparences en raison du port ostentatoire d'un signe religieux dans le cadre d'une fonction d'autorité, mais aussi et surtout, aujourd'hui, dans les actes. C'est cet élément qui est le plus grave. C'est ce qui nous pose fondamentalement problème. En effet, Mme Haouach a tenu des propos qui visent à adapter ou plutôt à édulcorer le principe de neutralité de l'État ou encore à combattre les mesures qui ne font que découler de ce même principe. Ce langage est militant. Il nourrit les amalgames entre neutralité et discrimination, ce qui est extrêmement dangereux. Pourquoi? Parce qu'il peut mettre à mal tous les efforts déployés depuis des décennies en faveur de la protection des minorités.
C'est en cela que les explications que nous devions recevoir du premier ministre, mais aussi de la secrétaire d'État à l'Égalité des chances étaient fondamentales. Elles devaient nous permettre de savoir si la commissaire bénéficie aujourd'hui encore de la confiance du gouvernement qui est responsable devant ce Parlement.
Nous étions dans le cadre de notre contrôle parlementaire. Or, si le premier ministre a rappelé l'importance du principe de neutralité et que, par conséquent, il fera en sorte qu'il n'y ait plus de nouveaux incidents du même genre, la secrétaire d'État, quant à elle, a minimisé très fortement la gravité des déclarations publiques émises.
Ces déclarations sont d'autant plus dangereuses et inacceptables qu'elles nient l'engagement pris par le gouvernement dans son accord et pour lequel il a obtenu la confiance de ce même Parlement. Je le cite: il "s'engage à faire reculer toutes les formes de discriminations, notamment les inégalités qui pénalisent les femmes, mais aussi à mener une politique volontariste qui s'attaquera aux déséquilibres structurels et historiques."
Au lieu de cela, la déléguée d'un membre du gouvernement a entendu renforcer ces déséquilibres. C'est juste inacceptable. Chers collègues, c'est la raison pour laquelle notre groupe estime que la commissaire doit absolument être entendue. Cela fait partie de notre mission de contrôle parlementaire. Je vous remercie.
10.03 Patrick Dewael (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, ik beperk mij tot de procedure. Ik heb niet de bedoeling om het debat ten gronde helemaal over te doen. Ik hoor dat alle argumenten die daarnet naar voren zijn gekomen, voor een stuk worden herhaald.
Op het eind van zijn betoog zei de heer De Roover ook dat het niet de bedoeling is om in de plenaire vergadering de werkzaamheden van een commissie te regelen. Men vraagt eigenlijk dat de plenaire vergadering zou beslissen wat er zou moeten gebeuren in de schoot van een commissie. Zo zou de Kamer echter afstappen van de regel dat het de commissies zijn die hun werkzaamheden regelen. Ik heb begrepen dat de vraag naar een hoorzitting in de loop van deze week aan bod is gekomen en dat de commissie daar negatief over heeft beschikt en verwezen heeft naar het actualiteitsdebat van deze namiddag.
Ik begrijp dat men die vraag herhaalt, maar dat moet gebeuren in de schoot van de commissie. De commissie moet zich kunnen beraden en een beslissing nemen of een hoorzitting aan de orde is in functie van nieuwe elementen. Men vraagt eigenlijk dat u, mevrouw de voorzitster, aan de commissievoorzitter zou zeggen dat de plenaire vergadering vraagt dat de commissie een debat zou organiseren over deze aangelegenheid. Daarmee zouden wij afstappen van het principe dat elke commissie zelf haar werkzaamheden regelt. Dat is mijn mening.
Ik heb er geen bezwaar tegen dat u als postbus fungeert en de vraag gewoon aan de voorzitter van de commissie bezorgt, maar als de plenaire vergadering zegt dat de commissie dat debat moet organiseren, dan kunnen wij door middel van ordemoties in de toekomst alle mogelijke debatten in commissies regelen en dat kan volgens mij niet de bedoeling zijn.
10.04 Benoît Piedboeuf (MR): Madame la présidente, je partage l'avis de M. Dewael. Sur le fond, le premier ministre a recadré les choses avec précision. Je n'irai pas jusqu'à dire qu'il a sifflé la fin de la récréation mais quasiment. En tout cas, il a recadré les choses précisément et nous avons confiance dans le chef du gouvernement. Il a dit qu'il n'y aurait plus de dérapage.
Nous pensons que la responsabilité du comportement d'un mandataire est la responsabilité du mandant et non pas du mandataire. C'est d'ailleurs la raison pour laquelle, en commission, nous avions souhaité l'audition du mandant et du mandataire. Comme ce n'était pas le vœu de la commission, nous nous sommes abstenus.
En l'occurrence, la question est de redemander à la commission de se prononcer sur le sujet. C'est de la compétence de la commission.
Pour notre part, la mise au point claire du premier ministre nous suffit, étant entendu que plus aucun dérapage ne sera toléré. C'est ce que le premier ministre a lui-même dit. Par conséquent, nous restons dans ce cadre.
10.05 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Madame la présidente, je tenais à rejoindre la remarque de forme et de procédure du collègue Dewael. Ce sont en effet les commissions parlementaires qui règlent leurs travaux.
Sur le fond, je tenais à rappeler que le présent débat a déjà été abordé cette semaine en commission de la Santé, laquelle s'est ensuite exprimée – comme l'a rappelé le collègue Piedboeuf – en rejetant clairement cette demande. De plus, un débat d'actualité s'est tenu cet après-midi avec le premier ministre et la secrétaire d'État Sarah Schlitz, qui ont tous deux éclairci ce dossier ainsi que les engagements et valeurs du gouvernement. Cela nous semblait aussi essentiel.
Par ailleurs, aucun élément neuf n'est apparu sur le fond. Nous ne voyons donc pas pourquoi nous devrions reprendre des auditions ou y inviter la commissaire du gouvernement, d'autant que c'est le gouvernement qui est responsable politiquement et qui s'est exprimé de manière limpide cet après-midi.
10.06 Peter De Roover (N-VA): Ik ben het eens met collega Dewael. Zeggen dat die commissie moet samenkomen valt buiten onze competentie. Dit is echter een verzoek. De Kamer kan zoiets uiteraard verzoeken, dat is geen enkel probleem, maar het is de commissie die haar werkzaamheden moet regelen. Dit Huis kan echter een verzoek richten aan die commissie, in die zin is de ordemotie ook opgesteld. Wij leggen geen verplichting op want anders zouden wij zoals gezegd uit de rol vallen die ons is toegemeten. Ik geef u dus gelijk maar dat is geen argument tegen de tekst die wij hebben ingebracht.
Collega Vanden Burre, dat er geen nieuw feit zou zijn, staat natuurlijk haaks op heel deze zitting. Het staat ook haaks op het Facebookbericht, twee feiten die hebben plaatsgevonden na de commissievergadering waarnaar u verwezen heeft. Het zijn nieuwe gegevens. De parlementaire controle die wij hier in het halfrond kunnen uitoefenen ten opzichte van de premier en de staatssecretaris heeft plaatsgevonden. Die vrijheid hebben we. Het gaat hier trouwens niet om een burger. Ik zou het een zeer slechte zaak vinden als wij hier burgers in een commissie zouden uitnodigen om zich te verantwoorden. Hier gaat het echter om een regeringscommissaris. De enige bestaande mogelijkheid ligt niet hier in de plenaire vergadering, hier kunnen wij de betrokkene niet uitnodigen om haar vragen te stellen. De enige manier om dat te doen is diegene die wij suggereren.
Collega Piedboeuf, het is geen kwestie van de woorden van de premier en de staatssecretaris vertrouwen, de kwestie is of wij van de betrokkene kunnen vernemen of zij binnen dat kader kan en wil functioneren. Dat is iets heel anders. Wij hebben hier gehoord wat het regeringsbeleid is en dat is een mooie maatstaf die wij kunnen hanteren. Als Parlement moeten wij echter wel de mogelijkheid hebben om na te gaan of die maatstaf geaccepteerd wordt, niet alleen door de regering maar ook door de betrokkene.
Tot slot kan ik de collega's alleen oproepen om verklaringen in de media en zelfs in de sociale media niet te zien als een alternatief voor de normale parlementaire controle op wat volgens mij toch een belangrijk fenomeen is. Anders hadden wij daar geen dagenlange commotie over gehad in de media, had uw voorzitter zich daar niet heel nadrukkelijk over geuit, waren er geen kritische vragen gesteld en had de regering zich niet uitgesproken zoals ze dat nu gedaan heeft. Het gaat niet om een bagatel. De parlementaire controle wordt gehalveerd, indien de mogelijkheid niet wordt gegeven die ik hier vraag te suggereren aan de commissie.
10.07 Benoît Piedboeuf (MR): Madame la présidente, je ne vais pas allonger la discussion. Je répète que la secrétaire d'État avait la responsabilité de désigner qui elle voulait. Elle l'a fait et on a dit ce qu'on en pensait à l'époque. On a eu encore un débat à ce sujet-là. Le mandant est responsable de son mandataire et c'est au mandant de répondre.
Aujourd'hui, il y a eu une réponse. On peut en penser ce qu'on veut bien entendu mais le premier ministre a dit qu'il y avait eu un dérapage et qu'il n'y en aura plus. Nous en restons à la confiance au premier ministre.
10.08 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la présidente, je ne parlerai pas au sujet de la motion qui a été déposée par mes collègues de la N-VA. Ce n'est pas moi qui l'ai déposée.
Je voudrais simplement clarifier l'objet de la motion déposée au nom de notre groupe.
Cette motion est une demande pour faire en sorte que les membres du Parlement puissent entendre, dans les plus brefs délais, la commissaire du gouvernement à l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes, avant les vacances parlementaires. Je tiens donc à rassurer M. Dewael. Je comprends parfaitement sa préoccupation. Il s'agit ici d'une demande adressée au Parlement pour faire en sorte qu'une audition ait lieu en commission. Libre ensuite à la commission, dans le cadre de l'ordre de ses travaux, de déterminer les modalités de l'audition de Mme Haouach, audition qui devra se faire sur la base des réponses que nous avons obtenues aujourd'hui de la part du premier ministre et de la secrétaire d'État mais aussi des "clarifications" qui ont été apportées par Mme Haouach sur Facebook, qui n'est pas un canal de contrôle parlementaire tel qu'on devrait l'entendre et tel que la Constitution l'entend.
Ces éléments sont survenus après la commission de la Santé de mardi lors de laquelle une demande d'audition avait effectivement été formulée. Cette demande a été refusée mais elle l'a été sans avoir égard aux éléments qui sont survenus entre-temps. C'est donc dans le cadre de notre mission de contrôle parlementaire que nous estimons que la commission doit pouvoir se pencher sur l'audition de Mme Haouach pour pouvoir clarifier ses propos et vérifier si elle est encore apte à exercer correctement la fonction qui est la sienne.
De voorzitster: Een eerste ordemotie werd ingediend door de heer Peter De Roover en luidt als volgt:
"Door de vergadering van de Conferentie van voorzitters van 7 juli 2021 werd de voorlopige commissie-agenda voor de week van 12 juli 2021 gevalideerd. Deze voorlopige agenda werd gisteren rondgestuurd aan de leden van dit Huis.
Gelet op de recente ontwikkelingen en de nieuwe elementen in het dossier met betrekking regeringscommissaris Haouach, in het bijzonder haar eigen verklaringen alsook de talloze reacties hierop door diverse regeringsleden, vragen wij de Kamer om aan de voorzitter van de commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen te vragen de commissie onverwijld samen te roepen teneinde regeringscommissaris Haouach te kunnen horen."
Une première motion d'ordre a été déposée par M. Peter De Roover et est libellée comme suit:
"Lors de sa réunion du 7 juillet 2021, la Conférence des présidents a validé l’ordre du jour provisoire pour la semaine du 12 juillet 2021.
Cet ordre du jour provisoire a été distribué hier aux membres de notre assemblée.
Compte tenu des développements récents et des éléments nouveaux dans le dossier concernant la commissaire du gouvernement Haouach, en particulier de ses propres déclarations ainsi que des innombrables réactions à ces déclarations de divers membres du gouvernement, nous demandons à la Chambre de demander au président de la commission de la Santé et de l'Égalité des chances de convoquer sans délai la commission afin de pouvoir entendre la commissaire du gouvernement Haouach."
Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette motion.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over die motie uitspreken.
La motion est rejetée.
De motie wordt verworpen.
Une deuxième motion d'ordre a été déposée par M. François De Smet et Mme Sophie Rohonyi et est libellée comme suit:
"La Chambre,
après avoir entendu les explications de monsieur le Premier ministre et de madame la secrétaire d’État à l’Égalité des genres, à l’Égalité des chances et à la Diversité sur les propos de Mme Ihsane Haouach, commissaire du gouvernement à l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes, parus dans le journal Le Soir du 3 juillet 2021,
- vu l’article 54 du Règlement de la Chambre des représentants;
- vu l’arrêté royal du 17 mai 2021 portant désignation de Mme Ihsane Haouach en qualité de commissaire du gouvernement auprès de l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes;
- vu les déclarations publiques de Mme Ihsane Haouach, commissaire du gouvernement à l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes, dans le journal Le Soir du 3 juillet 2021;
- considérant que le cabinet de la secrétaire d’État à l’Egalité des genres, à l’Egalité des chances et à la Diversité a affirmé que Mme Ihsane Haouach ne représente ni l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes, ni même le gouvernement fédéral;
- considérant qu’au regard de la fonction de Mme Ihsane Haouach, ses déclarations publiques engagent pourtant bien le gouvernement fédéral;
- considérant que, selon les termes de l’accord du gouvernement, ce dernier s’engage "avec détermination pour faire reculer toutes les formes de discrimination, notamment les inégalités qui pénalisent les femmes" mais aussi que le gouvernement entend mener "une politique active en matière d'égalité des genres et une politique volontariste qui s'attaquera aux déséquilibres structurels et historiques";
- considérant que les propos de Mme Ihsane Haouach sont de nature à porter atteinte au principe de neutralité de la fonction publique, entendue par tradition constitutionnelle comme exclusive d'apparence depuis des décennies;
- considérant que, selon les termes de l’arrêté royal de nomination du 17 mai 2021, la formation et les expériences professionnelles et associatives de Mme Ihsane Haouach permettent d’attester de ses connaissances et de son expérience dans les matières de la gestion publique ainsi que de l'égalité des genres;
- considérant que Mme Ihsane Haouach exerce une fonction de dévolution de l’autorité publique qui impose le respect du principe de neutralité;
- considérant que lors de la demande d’audition de Mme Ihsane Haouach en commission de la Santé et de l'Égalité des chances du 6 juillet 2021, les partis de la majorité fédérale ont refusé de faire droit à cette demande pourtant légitime;
- considérant que la Chambre des représentants constitue le cœur de la démocratie qui est chargée du contrôle du gouvernement fédéral par le biais du contrôle politique et du contrôle de la politique des ministres et secrétaire d’État;
les auteurs de la présente motion d’ordre demandent que les membres de la Chambre des représentants puissent entendre, dans les plus brefs délais, Mme Ihsane Haouach, commissaire du gouvernement à l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes, suite aux propos parus dans la presse du 3 juillet 2021, et dans tous les cas avant les vacances parlementaires".
Een tweede ordemotie werd ingediend door de heer François De Smet en mevrouw Sophie Rohonyi en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de toelichting van de eerste minister en de staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit over de uitspraken van mevrouw Ihsane Haouach, regeringscommissaris bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, die in de krant Le Soir van 3 juli 2021 verschenen zijn,
- gelet op artikel 54 van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers;
- gelet op het koninklijk besluit van 17 mei 2021 houdende aanstelling van mevrouw Ihsane Haouach tot regeringscommissaris bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen;
- gelet op de publieke verklaringen van mevrouw Ihsane Haouach, regeringscommissaris bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, in de krant Le Soir van 3 juli 2021;
- overwegende dat het kabinet van de staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit verklaard heeft dat mevrouw Ihsane Haouach noch het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen noch de federale regering vertegenwoordigt;
- overwegende dat in het licht van de functie van mevrouw Ihsane Haouach, haar publieke verklaringen de federale regering nochtans wel degelijk binden;
- overwegende dat overeenkomstig de bewoordingen van het regeerakkoord de regering zich ertoe verbindt "alle vormen van discriminatie te bestrijden, onder meer die tegenover vrouwen" en ze "een actieve genderpolitiek zal voeren en een voluntaristisch genderbeleid dat structurele en historische onevenwichten aanpakt";
- overwegende dat de uitlatingen van mevrouw Ihsane Haouach afbreuk doen aan het beginsel van de neutraliteit van het openbaar ambt, die in de traditie van de Grondwet al decennialang geen uiterlijke tekenen duldt;
- overwegende dat overeenkomstig de bewoordingen van het koninklijk besluit van 17 mei 2021, de opleiding en beroeps- en verenigingservaring van mevrouw Ihsane Haouach aantonen dat er kennis en ervaring heeft inzake openbaar bestuur alsook gendergelijkheid;
- overwegende dat mevrouw Ihsane Haouach een functie van openbaar gezag uitoefent die de eerbiediging van het neutraliteitsbeginsel impliceert;
- overwegende dat tijdens de bespreking in de commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen van 6 juli 2021 van de vraag om mevrouw Ihsane Haouach te kunnen horen de federale meerderheidspartijen geweigerd hebben dat legitiem verzoek in te willigen;
- overwegende dat de Kamer van volksvertegenwoordigers het hart van de democratie vormt en belast is met het toezicht op de federale regering via de politieke controle en het toezicht op het beleid van de ministers en staatssecretarissen;
vragen de indieners van deze motie dat de Kamerleden zo spoedig mogelijk, en in ieder geval vóór het parlementair reces, mevrouw Ihsane Haouach, regeringscommissaris bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, naar aanleiding van de uitspraken die op 3 juli 2021 in de pers verschenen zijn, zouden kunnen horen."
Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette motion.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over die motie uitspreken.
La motion est rejetée.
De motie wordt verworpen.
Propositions et projets de loi
11 Proposition de résolution condamnant les détentions arbitraires dans des "camps de rééducation" et soutenant les initiatives internationales et européennes visant à protéger les Ouïgours (1789/1-7)
- Proposition de résolution relative à la situation des Ouïghours (1469/1-2)
- Proposition de résolution visant à condamner les actions perpétrées par le gouvernement de la République populaire de Chine envers les Ouïghours et les minorités musulmanes de la région autonome ouïghoure du Xinjiang (1780/1-2)
- Proposition de résolution relative au travail forcé des Ouïgours dans la région autonome chinoise du Xinjiang (1807/1-2)
11 Voorstel van resolutie betreffende de veroordeling van de willekeurige detentie in "heropvoedingskampen" en de ondersteuning van internationale en Europese initiatieven ter bescherming van de Oeigoeren (1789/1-7)
- Voorstel van resolutie over de situatie van de Oeigoeren (1469/1-2)
- Voorstel van resolutie waarbij wordt opgeroepen tot veroordeling van de acties van de regering van de Volksrepubliek China tegen de Oeigoeren en de moslimminderheden in de Oeigoerse autonome regio Xinjiang (1780/1-2)
- Voorstel van resolutie over de dwangarbeid van de Oeigoeren in de autonome Chinese regio Xinjiang (1807/1-2)
Propositions déposées par:
Voorstellen ingediend door:
- 1789:
Goedele Liekens, Marianne Verhaert, Michel De Maegd
- 1469: Ahmed Laaouej, Christophe Lacroix, Hugues Bayet, Malik Ben Achour
- 1780:
Samuel Cogolati, Wouter De Vriendt, Guillaume Defossé, Simon Moutquin, Dieter
Vanbesien, Séverine de Laveleye, Claire Hugon, Marie-Colline Leroy,
Kristof Calvo, Julie Chanson
- 1807: Els Van
Hoof, Georges Dallemagne.
Le texte
adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1789/6)
De door
de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking
(Rgt 85, 4) (1789/6)
L’intitulé a été modifié par la commission en "proposition de résolution condamnant les détentions arbitraires dans des "camps de rééducation" et soutenant les initiatives internationales et européennes visant à protéger les Ouïghours et les autres minorités musulmanes turciques".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "voorstel van resolutie betreffende de veroordeling van de willekeurige detentie in "heropvoedingskampen" en de ondersteuning van internationale en Europese initiatieven ter bescherming van de Oeigoeren en van de overige etnisch-Turkse moslimminderheden".
11.01 Vicky Reynaert, rapporteur: Mevrouw de voorzitster, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.
11.02 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitter, onderhavig voorstel van resolutie gaat over een uitermate belangrijke aangelegenheid. Het nieuws dat ons over de betreffende bevolkingsgroep bereikt, is uitermate alarmerend.
Het probleem met regimes als het Chinese is klassiek: de informatie komt altijd onrechtstreeks en is moeilijk te verifiëren. Daarom was het uitermate belangrijk dat wij daar boeiende en inhoudelijk sterke hoorzittingen over hadden. Er kan namelijk geen enkele twijfel over bestaan dat daar dingen gebeuren die ieders afkeer moeten oproepen. Een van de vragen die we behandelden, was of hier in formele zin sprake is van een genocide.
We moeten met dat woord voorzichtig omspringen, niet uit pudeur, maar omdat zo'n term een betekenis heeft, ook internationaalrechtelijk, en we moeten ons ervoor hoeden die betekenis uit te hollen door het woord onvoorzichtig te gebruiken. Die klaarheid hebben de hoorzittingen ons verschaft. Dat is voor een stuk de sterkte van regimes als het Chinese, die heel duidelijke, klare vaststellingen altijd moeilijk, om niet te zeggen onmogelijk maken. Die hoorzittingen hebben het inzicht doen rijpen dat er een aantal aanpassingen moest gebeuren aan de oorspronkelijke tekst, zodat die minder vatbaar wordt voor kritiek.
Ik denk dat er over de essentie een vrij grote consensus was – de discussie ging over een aantal formuleringen –, met uitzondering van de collega's van de Partij van de Arbeid, PTB, waarvoor collega De Vuyst het woord voerde. Ik zal de collega's van de PVDA misschien verrassen door te zeggen dat ik hun uiteenzettingen bijzonder nuttig vond. Ik zal mij er niet gemakkelijk vanaf maken door te zeggen dat zij zich als paladijnen van het Chinese regime hebben laten kennen. Het is immers altijd goed dat er in een debat tegenstemmen zijn. Dat daagt ook de indieners van het voorstel van resolutie en degenen die probeerden de tekst te verbeteren, uit om scherp te blijven in de discussie.
Ik vind het wel verbazingwekkend dat de sterke neiging tot kritische ingesteldheid van de PVDA niet in elk debat even groot is. De partij heeft hier een houding aangenomen die in schril contrast staat met de houding die ze in soortgelijke gevallen aanneemt wanneer het andere delen van de wereld betreft. Wanneer ik hier het vermoeden zou uitspreken dat een zekere sympathie voor het regime ginder mee de oorzaak is geweest voor de andere houding, begeef ik me misschien op glad ijs. Echt vergezocht is dat mogelijk toch niet.
Dat betekent wel dat de stemming straks wellicht niet unaniem zal zijn en dat betreur ik. Misschien komen de collega-kameraden nog op andere gedachten. Dan heeft het debat in de plenaire vergadering nog zin gehad.
De N-VA-fractie zal zich alvast wel achter de verbeterde tekst zoals hier geamendeerd voorligt, scharen. Mijn zin voor realisme leert mij dat het effect ervan wellicht beperkt zal zijn, ook al stellen we vast dat de vertegenwoordigers van dat land met heel veel aandacht de teksten en werkzaamheden hebben gevolgd. Het laat hen toch niet volledig onverschillig. Hopelijk kan hiermee dan toch een klein steentje aan het vinden van een oplossing, ook al is die nog veraf, kunnen worden bijgedragen Wij scharen ons ten minste bij de groep van landen die zich uitspreken tegen die zeer ernstige, fundamentele aantasting van mensenrechten. De boodschap zou krachtiger zijn, als die unaniem wordt gebracht.
11.03 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la présidente, chers collègues, je dois vous avouer que je suis particulièrement ému et fier de pouvoir intervenir une dernière fois dans ce qui a vraiment été un parcours du combattant pour faire reconnaître les crimes contre l'humanité, mais aussi le risque sérieux de génocide contre la communauté ouïghoure en Chine.
Nous faisons toutes et tous partie de cette génération qui a grandi avec pour mot d'ordre "Plus jamais ça!", en référence, bien évidemment, à la Shoah. Je rappelle par exemple qu'il y a tout juste 20 ans, lors d'un examen à l'école primaire, l'institutrice nous avait demandé d'analyser une chanson, à savoir "Né en 17 à Leidenstadt", qui posait notamment la question suivante: "Sur les ruines d'un champ de bataille, aurais-je été meilleur ou pire que ces gens, si j'avais été Allemand? (…) Aurais-je entendu ces cris portés par le vent? (…) On saura jamais c'qu'on a vraiment dans nos ventres. (…) L'âme d'un brave ou d'un complice ou d'un bourreau?"
Ces questions, chers collègues, nous ne pourrons jamais vraiment y répondre avec certitude. Non, nous ne savons pas, nous ne savons pas ce que nous aurions fait à la place d'un Allemand en 1940-1945, à la place d'un Sud-Africain durant l'apartheid. En revanche, il y a une question à laquelle nous pouvons répondre aujourd'hui: que faisons-nous ici et maintenant face aux pires crimes contre l'humanité du 21e siècle? Je vise évidemment l'internement, la détention arbitraire de plus d'un million de Ouïghours complètement innocents, dans des camps de concentration dans le Xinjiang, tenus par le régime communiste chinois.
Je vise évidemment ces campagnes de torture, de travail forcé, de viols systématiques des femmes ouïghoures. Je vise évidemment et j'accuse, j'accuse la Chine de ces séparations forcées d'enfants arrachés à leurs parents pour être rééduqués à la Han, c'est-à-dire la majorité ethnique en Chine. Et c'est pour répondre à ces crimes que nous sommes aujourd'hui réunis une dernière fois, pour marquer un vote historique, pour envoyer un signal très fort à Pékin depuis notre assemblée démocratique en Belgique et dire "Stop!", stop aux atrocités car, oui, en Belgique, nous devons être de ceux qui résistent plutôt que les moutons dans le troupeau.
Je suis fier que notre pays puisse voter ce texte ce soir – j'espère de manière unanime comme le disait le collègue De Roover – et j'espère que nous pourrons être fiers de la Belgique qui deviendrait le sixième pays au monde, après le Canada, les Pays-Bas, le Royaume-Uni, la Lituanie et la Tchéquie, à reconnaître ce risque sérieux de génocide à l'encontre des Ouïghours.
Je lance aussi un appel aux collègues du PTB. Je pense que, ce soir, nous pouvons envoyer un signal très fort à Pékin si nous décidons de voter à l'unanimité ce texte. Il n'est pas trop tard. Vous pouvez encore choisir le camp de la dignité humaine, des droits humains, de l'égalité. Cette question-ci n'est pas une question de gauche ou de droite, mais une question de justice, une question basique de liberté. On n'enferme pas des êtres humains simplement en raison de leur religion, simplement en raison de leur minorité ethnique. C'est hors de question. C'est effroyable et nous devons le dire clairement à l'unanimité ce soir, à l'issue de ce vote.
Les mots ont leur importance, chers collègues. Nous n'avons jamais vraiment discuté des origines, de la généalogie de ces termes de "crime contre l'humanité" et de "génocide". Je vous avoue que j'ai passé ma soirée d'hier à lire un livre de la bibliothèque de la Chambre, de Raphael Lemkin. C'est un des plus grands juristes du XXe siècle. Il est d'origine juive polonaise et il a vécu la Shoah. Il a vu les siens éliminés. C'est lui qui a forgé la notion de génocide qui n'existait pas jusqu'alors. Son collègue, Hersch Lauterpacht, également d'origine juive et polonaise, professeur de droit international à Cambridge, a forgé la notion de crime contre l'humanité. C'est intéressant et important aussi car cela rend notre débat plus pertinent de revenir aux sources de ces termes et de ces notions fondamentales du droit international contemporain qui est aujourd'hui en vigueur.
Un hasard, une coïncidence, tous deux, Hersch Lauterpacht et Raphaël Lemkin sont issus de la même ville de Lemberg anciennement en Pologne, aujourd'hui en Ukraine. Tous deux ont vécu sous l'occupation allemande. Lemberg n'est pas un coin comme les autres. C'est peut-être une ville dont vous n'avez jamais vraiment entendu parler. Lemberg se trouvait à l'époque sous la juridiction d'un des pires dirigeants nazis, Hans Frank né en 1900, ancien avocat personnel d'Adolphe Hitler, gouverneur général de la Pologne occupée. C'est de Lemberg qu'en 1942, Hans Frank a annoncé la solution finale. C'est aussi lui qui se retrouva à Nuremberg en 1946 jugé, condamné pour crimes contre l'humanité.
Pourquoi convoquer les mémoires de ces deux juristes, Raphaël Lemkin et Hersch Lauterpacht? Je pense qu'il est important de dépasser la réalité technique, juridique, légale du droit international qui nous a beaucoup occupés, c'est vrai, et qui fait aussi l'honneur de nos travaux en commission durant deux journées entières d'auditions. Je pense qu'il est aussi important de rendre hommage aux véritables intentions de ces auteurs qui ont fait changer le cours de l'histoire du droit international. Il est vrai que, souvent, dans le combat qui nous occupe pour la reconnaissance du génocide ouïghour, nous nous sommes heurtés aux questions critiques de personnes qui ne voyaient pas de meurtres au Xinjiang, qui disaient même qu'il n'y a pas de génocide. Certains allaient même plus loin et nous disaient: "Attention, vous risquez de galvauder la notion de génocide en parlant de génocide au Xinjiang!".
J'ai envie de dire: retournons aux sources du droit! Lisez de nouveau Raphaël Lemkin et ce qu'il disait dans les années 1940: "En règle générale, le génocide ne signifie pas nécessairement la destruction immédiate d'une nation sauf lorsqu'il est réalisé par des meurtres en masse. Ce terme de génocide entend plutôt signifier un plan coordonné de différentes actions visant la destruction de fondements essentiels de la vie de groupes ethniques dans le but d'exterminer ces groupes eux-mêmes. Un tel plan a pour objectif la désintégration des institutions à la fois sociales et culturelles, de la langue, des sentiments nationaux, de la religion et de la vie économique de ces groupes."
C'est vrai, je le reconnais aisément, les termes de la convention de 1948, la première adoptée sous l'égide de l'ONU qui punit et prévient ce crime de génocide, sont plus restrictifs. Comme l'ont rappelé plusieurs juristes ainsi que plusieurs rapports d'académiques indépendants, d'ONG internationales pour la défense des droits humains, les crimes dont nous parlons au Xinjiang à l'encontre de la communauté ouïghoure sont tous constitutifs du crime de génocide tel que décrit avec les critères listés à l'article 2 de la convention onusienne de 1948.
Oui, chers collègues, la réponse de cette assemblée, la réponse de notre Parlement doit être sans équivoque et absolument claire. En détruisant les mosquées, la culture et la langue ouïghoure, les liens familiaux d'hommes, de femmes et d'enfants, en emprisonnant à vie les leaders intellectuels, académiques et culturels, oui, la Chine tue l'âme et le cœur du peuple ouïghour. Ce n'est pas qu'un génocide culturel. Il est aussi biologique et physique, en s'attaquant aux femmes au travers des campagnes de stérilisation forcée. Un rapport récent nous indique que le taux de natalité au sein de la population ouïghoure a chuté de 48,74 % entre 2017 et 2019. C'est du jamais-vu, nulle part ailleurs sur terre!
Pour le dire avec les termes de Vanessa Frangville, professeure en Études chinoises à l'ULB et directrice du EASt (ULB Centre for East Asian Studies), si nous ne faisons rien, si nous n'agissons pas aujourd'hui comme parlementaires, le peuple ouïghour sera rayé de la carte dans une génération.
Voilà la raison pour laquelle nous sommes réunis en plénière pour envoyer ce signal très fort à Pékin. Car oui, il serait contraire à la morale tout comme au droit international de nous limiter à simplement exprimer nos plus vives préoccupations. Non! La destruction planifiée et intentionnelle d'une minorité ethnique porte un nom en droit international. Il faut oser appeler un chat un chat. Oui, il s'agit bel et bien d'un risque sérieux de génocide en cours.
Le dire, c'est bien; le faire, c'est mieux. Je vous avoue que c'est notre fierté de pouvoir défendre ce texte, qui – encore une fois – a été élaboré avec différents partis politiques, au-delà des lignes traditionnelles.
Pourquoi est-ce le Parlement qui agit en la circonstance? Il est vrai qu'à Nuremberg, il s'agissait d'une première pour une juridiction internationale. Malgré toutes les bonnes intentions de la communauté internationale en 1946, vous le savez comme moi, d'autres tribunaux internationaux ont été constitués, comme en témoignent le procès du génocide rwandais en 1994 et le tribunal pour l'ex-Yougoslavie. Mais soyons clairs: dans le cas qui nous occupe aujourd'hui, s'agissant du Xinjiang où les Ouïghours sont victimes de la politique ultra-répressive de la Chine, il ne sera certainement jamais possible de poursuivre Xi Jinping, à la tête du régime communiste chinois, devant une juridiction internationale. Il faut dire les choses platement, de manière transparente au Parlement belge: la raison en est tout simplement que la Chine détient le droit de veto au Conseil de sécurité. Elle a rejeté la juridiction de la Cour pénale internationale de La Haye, ainsi que celle de la Cour de justice internationale. Dès lors, il est impossible de s'imaginer que se tiendra un jour un grand procès à La Haye pour crime contre l'humanité et génocide. Voilà la raison pour laquelle, encore une fois, nous devons, comme élus du peuple belge, comme parlementaires, comme représentants démocratiques d'un pays libre, oser prononcer cette parole forte, oser prendre nos responsabilités à la fois morales, éthiques et légales au regard de la convention de 1948 et oser dénoncer ce génocide en cours.
J'aimerais terminer en rappelant que les mots ne suffisent pas. D'un côté, vous ne pouvez pas condamner l'invraisemblable, dénoncer des crimes contre l'humanité et, de l'autre, faire comme si de rien n'était et poursuivre le business as usual avec la Chine. Vous ne pouvez pas sacrifier les valeurs fondamentales de l'Union européenne sur l'autel du commerce international à travers des investissements de plus en plus étendus avec la Chine. C'est le premier rappel: le gel de cette convention d'investissement signée en décembre entre l'Union européenne et la Chine, sans aucune référence contraignante au droit international et aux droits humains. Nous disons aujourd'hui clairement ici, au Parlement belge, que cette convention d'investissement entre l'Union européenne et la Chine est onbespreekbaar tant qu'il n'y aura pas de référence contraignante aux droits humains et à l'interdiction du travail forcé.
Le deuxième appel, la deuxième action concrète, le deuxième levier que nous pouvons activer ce soir, à l'issue du vote, c'est la fin des conventions d'extradition vers la Chine signées avec les pays européens. On n'extrade pas vers un tel pays un individu qui risque la torture et la peine de mort.
Il y a un troisième appel important que nous pouvons lancer, qui a aussi tout son sens. Nous avons parfois l'impression que tout cela se passe à des milliers de kilomètres alors que nous savons que plusieurs multinationales occidentales profitent de ces échelles industrielles absolument affolantes de travail forcé et d'esclavage, au XXIe siècle, des Ouïghours en Chine. Nous disons, encore une fois très franchement, par le biais de cette résolution, stop aux importations de produits issus du travail forcé dans les chaînes d'esclavage en Chine.
Chers collègues, je m'en voudrais de terminer mon allocution sans reconnaître, avec beaucoup de gratitude, mais aussi de modestie, l'énorme soutien apporté par ces improbables compagnons de route issus, tout d'abord, de la communauté ouïghoure de Belgique. Je sais qu'ils nous regardent depuis la tribune. Je suis ému de voir Ekber, de voir Ablimit Tursun, de voir aussi cette femme qui a eu le courage de venir témoigner devant notre commission, Qelbinur Sidiq, réfugiée aux Pays-Bas qui a connu l'horreur de ces camps de concentration en Chine. Je suis ému de les voir encore avec nous aujourd'hui, à la tribune, eux qui se battent depuis des années pour que ces atrocités soient, enfin, reconnues. Il est important de leur rendre hommage. Je pense au président Abdullam (Imerov), à la professeure Vanessa Frangville, à Dilnur Reyhan de l'Institut Ouïghour d'Europe de Paris.
Je pense aussi à tous ces jeunes. Ce qui m'a le plus marqué durant ce combat pour la reconnaissance du génocide ouïghour, au cours de ces derniers mois, ce sont tous ces jeunes qui se sont mobilisés aux quatre coins du pays, à Verviers, à Liège. Ces jeunes issus de la minorité ouïghoure, de la deuxième ou de la troisième génération, se battent pour la dignité. Des jeunes de Tournai prenaient congé à l'école secondaire pour pouvoir assister à des débats parlementaires. Ces jeunes forcent le respect et l'admiration de notre assemblée démocratique. Merci du fond du cœur à toutes ces chevilles ouvrières de la dignité humaine. Aujourd'hui, nous vous rendons hommage. Cette conviction dans l'humanité et dans la diversité peu importe votre couleur de peau, votre ethnie, votre religion, votre genre fait la grandeur de notre pays. Ce soir, la Belgique, notre petit pays, sera un peu plus grande car nous aurons osé sauver un peu d'humanité.
11.04 Malik Ben Achour (PS): Madame la présidente, à mon tour d'exprimer la fierté de mon groupe d'avoir pu contribuer à faire émerger ce texte important. Nous avons été parmi les premiers à nous inquiéter gravement de la situation de cette minorité ouïghoure en Chine.
Je commencerai par rappeler que cette population principalement musulmane représente 25 millions de personnes vivant dans la région autonome du Xinjiang. Je rappelle aussi que la situation des Kazakhs et des autres peuples turciques de cette région autonome du nord-ouest de la Chine est tout aussi inquiétante. Depuis des mois, des organisations de défense des droits humains, dont Human Rights Watch, accusent la Chine d'avoir interné dans cette région au moins un million de musulmans dans ce qu'elle appelle des camps de rééducation politique.
Je me souviens d'un dîner que nous avons eu avec l'ambassadeur de Chine – la présidente de la commission et d'autres collègues y étaient aussi – lors duquel nous avions interrogé collectivement l'ambassadeur quant à ces camps. Il nous avait expliqué que c'était un moyen d'éduquer des populations très défavorisées pour leur permettre d'accéder plus facilement à l'emploi. À l'aune des révélations de ces éléments – qui sont devenus publics depuis lors – on mesure tout le cynisme de cette réponse qui nous avait été faite à l'époque par l'ambassadeur de Chine.
On ne s'en étonnera guère, Pékin dément ce chiffre d'un million de personnes et parle, comme je viens de le dire, de centres de formation professionnelle, le but étant d'aider ces populations à trouver un emploi et de l'éloigner, selon la propagande chinoise, de l'extrémisme et du terrorisme.
Comme cela vient évidemment d'être fait par les collègues qui m'ont précédé, je voudrais aussi rappeler que les femmes ouïghoures seraient également soumises à des stérilisations forcées. C'est d'ailleurs ce que nous a confirmé Mme Sidiq, lorsqu'elle a été auditionnée par notre commission des Affaires étrangères. C'était absolument bouleversant. Elle a relaté des faits tous plus innommables les uns que les autres.
Tout ceci constitue donc, selon les experts qui sont venus partager leurs analyses et compétences académiques impressionnantes sur ce dossier, une preuve d'une volonté féroce de la Chine de nuire à une population en visant à faire disparaître l'identité de ce groupe. C'est ce qu'on appelle l'acculturation forcée.
Nous tenions évidemment à remercier encore une fois ces témoins et experts pour tous les éclairages et les brillantes analyses qu'ils nous ont livrées et qui nous ont guidés de manière tout à fait substantielle dans notre travail, pour nous permettre de livrer à cette assemblée un texte qui nous semble répondre à la gravité de la situation.
Si nous saluons évidemment les positions prises par notre pays au sein de l'ONU et de l'Union européenne, nous pensons que, sur le plan bilatéral, cette situation doit également être une priorité. Au-delà des constats partagés, il faut agir pour mettre en place des mécanismes qui nous permettront de récolter suffisamment de preuves pour objectiver une approche ferme et solide ancrée dans des principes juridiques reconnus. Il faut également agir auprès des autorités chinoises afin de leur rappeler que notre pays ne peut pas accepter que les droits d'une minorité soient ainsi et aussi brutalement bafoués et, de surcroît, qu'il soit porté atteinte à l'intégrité physique, psychologique et culturelle des membres de cette minorité.
Car tous ces éléments composites et interconnectés nous poussent en effet à craindre – et c'est le sens profond du texte que nous votons aujourd'hui – un risque sérieux de génocide. Ces pratiques constituent également des violations de nombreux droits humains, dont l'interdiction du travail forcé, la liberté de religion, la liberté d'expression, le droit à la vie privée, l'interdiction de la détention arbitraire, et j'en passe, qui sont consacrés par le droit international coutumier.
Pour le parti socialiste, c'est en ayant une approche ferme et solide, basée sur des principes juridiques reconnus, en pointant les bonnes qualifications et conséquences juridiques des violations des droits humains à l'égard de ces populations par la Chine, que nous pourrons agir le plus efficacement. L'existence même de ces violations graves et systématiques des normes impératives du droit international entraîne en effet des obligations spécifiques pour la Belgique. Elles découlent de la responsabilité internationale des États, et cela a été parfaitement expliqué par un des experts auditionnés par la Commission.
En effet, comme Belges et comme Européens, nous siégeons au sein d'instances internationales. Nous devons donc condamner ces différentes violations du droit international, ces crimes de persécution et ces violations massives des droits humains, qui peuvent être en effet constitutifs de crimes contre l'humanité. La Chine a reçu pour ces faits des critiques et sanctions d'à peu près partout à travers le monde, à des fins de rééducation politique, et nous devons prendre, nous aussi, les mesures appropriées, en coopération avec d'autres États, parties prenantes de la Convention sur le génocide, afin de prévenir tout risque de génocide. C'est notre responsabilité impérieuse.
Nous devons demander la constitution d'une commission d'enquête internationale indépendante, pour établir de la manière la plus précise les faits et les qualifications juridiques applicables. Enfin, nous devons veiller à ne prêter aucune assistance au maintien de la situation découlant des violations des droits de la population ouïghoure. Ceci a d'immenses implications sur nos relations bilatérales avec la Chine.
Il s'agira donc également de veiller à ce que le commerce entre la Belgique et la Chine ne puisse, en aucune manière, contribuer aux violations des droits de cette minorité, et je pense notamment ici à la prohibition du travail forcé, qui a déjà poussé plusieurs grandes entreprises à revoir ou à reconsidérer leurs relations de production avec la Chine.
Comme je l'ai déjà dit en commission, il nous parait donc impératif d'avancer le plus rapidement possible vers un cadre législatif contraignant en matière de diligence raisonnable au niveau belge et au niveau européen. Mon groupe défend d'ailleurs un texte à ce sujet et il sera très attentif à sa bonne évolution au sein du Parlement.
Il s'agira également de rester plus que vigilants concernant la négociation de l'accord Union européenne-Chine sur les investissements. La question du respect des droits humains doit rester une priorité absolue. Cela fait évidemment partie de nos missions les plus essentielles dans le concert des nations mais également dans le champ des relations internationales.
Je voudrais conclure, madame la présidente, avec votre autorisation, en m'adressant à mon tour à nos collègues du PTB. Je voudrais leur rappeler que les droits humains sont des droits universels. Ils ne sont pas à géométrie variable. Ils doivent être défendus partout et tout le temps. Même si les adversaires de la Chine utilisaient ces attaques brutales contre les Ouïghours pour gagner des points face à la Chine, cela ne changerait rien aux faits. Ces camps de concentration existent. Le travail forcé existe. Les stérilisations forcées existent. Les assassinats existent. Le processus d'acculturation existe, de manière incontestable. Oui, un autre vote qu'un vote unanime aujourd'hui serait condamné moralement, je pense, devant l'histoire. C'est la responsabilité de chacun d'entre nous d'envoyer un signal fort et clair par un vote unanime, tout à l'heure sur ce texte qui, encore une fois, est historique. Je vous remercie.
11.05 Annick Ponthier (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, de voorliggende voorstellen kaarten de mensenrechtenschendingen aan ten aanzien van de Oeigoerse en andere etnische minderheden in de regio Xinjiang.
Wij hebben er in de commissie Buitenlandse Zaken veel tijd aan besteed, inclusief hoorzittingen met experts inzake de erkenningscriteria van genocide maar ook met een rechtstreekse getuige, wat uiteraard niemand van ons, parlementsleden, onberoerd heeft gelaten.
Ik moet bekennen dat het jammer was dat het voorstel ten slotte op een drafje, bijna met de karwats, door de commissie werd gejaagd met bijzonder weinig respect voor de oppositie. Een amendement dat te elfder ure werd ingediend, herschreef quasi het hele voorstel. De leden van de commissie, althans de leden van de oppositie, kregen de bedenkelijke opdracht alles op een uur tijd na te kijken en te verwerken. Een dergelijke aanpak is onwaardig voor een resolutie van die aard, die heel belangrijk is, zoals iedere uiteenzetting hier al heeft onderschreven. Dat zal de huidige meerderheid echter klaarblijkelijk worst wezen.
Collega's, laat ons over de essentie een aantal zaken duidelijk stellen.
Onze fractie veroordeelt met klem de systematische mensenrechtenschendingen tegen de Oeigoeren, met name hun detentie in concentratiekampen, waar zij worden geïndoctrineerd om trouw te zweren aan de Chinese Communistische Partij en ook het slachtoffer worden van foltering, van een mensonterende behandeling, van executies en van organenroof.
Collega's, dat zijn de totalitaire praktijken die kunnen worden verwacht van een staat die althans op cultureel vlak door en door communistisch is. Onder Xi Jinping begeeft het Chinese regime zich namelijk op een sneltrein naar een staalharde dictatuur, die inzet op volledige onderwerping of zelfs uitroeiing van etnische of culturele minderheden, zoals de Oeigoeren, maar ook van de Tibetanen en Falun Gong-aanhangers. Chinese burgers worden nauwlettend in de pas gehouden met allerlei sociale kredietsystemen en spionage. Er is geen enkele ruimte voor politieke dissidentie. Van de verdragsrechtelijke soevereiniteit en de democratie van Hongkong is ook geen sprake meer.
Niet alleen in eigen land gedraagt China zich despotisch, ook in de regio beweegt het met militaire middelen op termijn naar annexatie van Taiwan en slorpt het in een rotvaart de Zuid-Chinese Zee op ten behoeve van de Chinese marinebases.
Dit alles, collega's, om aan te tonen op welke agressieve manier China te werk gaat. Recent kwam een aantal van onze Europarlementsleden, en zelfs leden van onze commissie zoals collega Cogolati, op de zwarte lijst van Peking te staan. Pure politieke intimidatie tegen kritische buitenlandse stemmen, dus, die China steevast afdoet als ondermijning van zijn soevereiniteit en inmenging in interne aangelegenheden.
De Chinese soevereiniteit strekt zich tegenwoordig wel heel ver uit.
Wat wij hier allemaal bediscussiëren inzake mensenrechten van minderheden is meer dan terecht. Maar komt dit echt uit de lucht gevallen? Hebben wij al niet veel langer een groot probleem met Peking dat niemand durfde te benoemen en aanpakken? Mijn partij, het Vlaams Belang, heeft van begin af aan niet enkel de steeds agressiever wordende politiek van China aangekaart, maar ook de economische invloed van dat land. Want die is ook een grote bedreiging voor onze contreien. Over de nefaste en oneerlijke concurrentie van de Chinese maakindustrie, of namaakindustrie, en de overnames van onze strategische sectoren kunnen wij heel veel zeggen. Het zou ons op dit moment echter te ver leiden en ons te ver van de essentie afleiden van waarover wij het vandaag hebben.
Maar het is op economisch vlak dat deze regering een flinke dosis goedgelovigheid aan de dag legt. Wij zien dat bij het investeringsakkoord dat op Europees niveau wordt aangekaart, maar ook het recent door dit Parlement geratificeerde uitleveringsverdrag met China doet de wenkbrauwen fronsen.
Gelet op de hier reeds veelvuldig aangetoonde mensenrechtenschendingen jegens minderheden en critici van het regime is het, ons inziens, waanzin een uitleveringsverdrag af te sluiten met die dictatuur waarvan sprake. Internationale organisaties, mensenrechtenexperts en de vervolgde minderheden en activisten die uit China gevlucht zijn, geven aan dat zij uitermate bezorgd zijn over dit soort uitleveringsakkoorden. We weten het, Peking gebruikt dit soort verdragen immers als stok achter de deur om hun rechtsopvatting overal ter wereld te laten gelden en dissidenten, ook in het buitenland, in hun greep te houden.
De diplomatieke garanties die China ter zake geeft, bieden uiteraard weinig zekerheid, zoals experts ook bevestigen. China breekt, net als inzake de liberalisering van hun markt en eerlijke vrijhandel, steeds weer zijn beloftes.
Collega's, hoe goed bedoeld ook, de amenderingen op dit voorstel zullen het uitleveringsverdrag slechts opschorten wanneer de situatie verergert. Zo staat het in het voorstel te lezen. Nu, beste collega's, wat moet er nog gebeuren opdat u geen Chinese onderdanen meer terugstuurt naar een dergelijk regime? Is er werkelijk nog meer bewijs nodig van wat er allemaal gaande is om dit soort verdragen te durven opschorten? Ik weet dat het gestipuleerd staat in het verdrag, maar ik vrees, met de meerderheidspartijen die deze resolutie hebben ondertekend en die ook de ratificatie van het uitleveringsverdrag hebben bevestigd eerder dit jaar, dat dit waarschijnlijk dode letter zal blijven. Ik hoop dat het niet zo zal zijn, maar de praktijk geeft ons weinig hoop ter zake.
De positieve
behandeling van China was voornamelijk het geval in het initiële voorstel van
de Open Vld. Dat was zeer vreemd. De poeslieve behandeling van China die nog
steeds doorschemert in de tekst zoals die geamendeerd is, kadert allicht in de
Pekingpolitiek van onze premier. Maar in welke wereld leven wij als politieke
partijen, waaronder de liberalen, een speerpunt maken van positieve
betrekkingen met een communistische dictatuur. Dit zegt, ons inziens, heel wat
over de uitholling van onze waarden en het feit dat deze al lang niet meer
worden verdedigd zoals het hoort door de partijen die zich hiermee afficheren.
Eén ding is zeker, collega's, men kan communistische dictaturen nu eenmaal niet
vertrouwen.
Mevrouw de voorzitster,
collega's, ik besluit met te zeggen dat onze fractie deze resolutie zal steunen
omwille van de aanhoudende schendingen van mensenrechten ten aanzien van
minderheden. De erkenning en veroordeling van een stille genocide tegen de
Oeigoerse etnische minderheden met alle wreedheden die daarmee gepaard gaan, is
ons inziens een juiste beoordeling van wat er in Xinjiang gaande is. Een sterk
signaal is dus nodig.
We vragen tegelijkertijd dat deze regering stopt met lippendienst te bewijzen en eindelijk, samen met een sterke veroordeling ter zake, de politiek van appeasement aan te passen aan de realiteit en de behoefte van de Westerse wereld. De politiek van samenwerking en openheid lijkt immers nog nooit geholpen te hebben om China te liberaliseren of te democratiseren, integendeel. Onze partij is voorstander van een harde lijn tegen China, omdat we anders opnieuw in de luren dreigen te worden gelegd.
Tot slot licht ik het amendement dat we vandaag opnieuw indienen toe. Het geamendeerde voorstel dat verwijst naar "Oeigoeren en andere etnisch-Turkse moslimminderheden" is voor ons te beperkt. Wij willen het opschrift vervangen door '"alle minderheden". Ook niet-moslimminderheden worden in China namelijk vervolgd en geconfronteerd met gedwongen orgaanextracties, zogenaamde opvoedingskampen en andere vervolgingsmethoden. Wij denken hierbij zeer duidelijk aan de Falun Gongaanhangers en de christenen.
Wij hopen dat dit amendement alsnog door de Kamer zal worden goedgekeurd.
11.06 Els Van Hoof (CD&V): Mevrouw de voorzitster, geachte collega's, ook ik ben blij dat deze resolutie hier voorligt. Ik hoop uiteraard dat ze unaniem zal worden goedgekeurd. We hebben wel onze tijd voor deze resolutie genomen. Het klopt niet dat dit er op een drafje werd doorgesleurd. Wij hebben een week de tijd gegeven, ook aan de oppositie, om de amendementen door te nemen.
Men zegt soms dat ik optimistisch of naïef ben als ik zeg dat ik het federaal parlement van een klein land als België wel degelijk een impact op de wereldpolitiek kan hebben. Ik besef natuurlijk dat grootmachten als Rusland en China niet meteen zullen inbinden als wij mensenrechtenschendingen veroordelen, maar het signaal dat wij vandaag geven wordt wel degelijk gehoord.
Vooreerst is dat in ieder geval een erkenning van het leed van het volk van de Oeigoeren. Aan de Oeigoeren die ik nu in de publiekstribune zie zitten, zeg ik: wij erkennen uw leed, wij weten wat er gebeurt en wij zullen actie ondernemen.
Natuurlijk wordt dat signaal niet alleen gehoord door het volk van de Oeigoeren, uiteraard ook door China. China reageerde als door een wesp gebeten. China waarschuwde voor een mogelijke verslechtering van de bilaterale betrekkingen en eist dat wij deze fout onmiddellijk rechtzetten. Beste collega's, daarop kunnen wij maar één antwoord geven, namelijk dat het nooit fout is om de vervolging en mishandeling van duizenden mensen te veroordelen. Het is nooit fout om te eisen dat mensenrechtenschendingen onmiddellijk worden stopgezet. Wij mogen ons niet laten intimideren, ook al legt China ons straks misschien nieuwe sancties op, al dan niet tegen ons Parlement, in welke context ik collega Cogolati prijs voor zijn doorzettingsvermogen.
Mensenrechten zijn universeel. Een pleidooi voor mensenrechten is geen inmenging in een interne aangelegenheid. Ik ben nogal aanhanger van de Responsability to protect doctrine van de VN die stelt dat in geval er zich mensenrechtenschendingen voordoen waartegen de nationale overheid van dat land niet optreedt, het de verantwoordelijkheid van een ander land is om ertegen op te treden en ervoor te zorgen dat verdere onmenselijkheden voorkomen worden. Dat doen wij dan ook vandaag. Dat kan de wereld vaststellen, want het wordt steeds duidelijker dat China zijn boekje te buiten gaat betreffende de Oeigoerse minderheid. De maskers vallen af. De ogen gaan open.
De trieste cijfers hebben we al enkele keren gehoord. Honderdduizenden Oeigoeren werden gedeporteerd naar kampen en worden tot dwangarbeid gedwongen. 1,8 tot 3 miljoen Oeigoeren worden willekeurig gevangen gehouden in zogenaamde heropvoedingscentra, waar zij te maken hebben met voedselgebrek, foltering, mishandeling en seksueel misbruik. Bijna 1 miljoen kinderen, waaronder baby's, zouden gescheiden worden van hun ouders. Vrouwen zouden in de kampen moeten overgaan tot abortus of gesteriliseerd worden. Dat is gruwelijk. Ik ben dan ook tevreden dat we, in de commissie althans, tot een consensustekst zijn gekomen met een zeer forse boodschap. Er wordt ook expliciet erkend dat er een ernstig risico van genocide tegen de Oeigoerse minderheid bestaat en dat we alles moeten doen om die te voorkomen.
Het gaat hier niet alleen over woorden en algemene veroordelingen, we roepen ook op tot actie. Onze fractie had een eigen resolutie, die ook nog in de Senaat werd neergelegd door collega Sabine de Bethune. Daarin pleiten wij niet alleen voor diplomatieke druk maar ook voor de financieel-economische aspecten van deze mensenrechtencrisis. China is uiteraard een van de grootste katoenproducenten ter wereld. De Oeigoerse autonome regio alleen al verzorgt twintig procent van de mondiale katoenproductie. Het risico bestaat dat wij ook vandaag kleren dragen in katoen dat uit deze regio afkomstig is.
De afgelopen week
is opgevallen dat ook het Franse gerecht een onderzoek geopend heeft naar vijf
grote modeconcerns, die mogelijk geprofiteerd hebben van katoen geproduceerd in
Xinjiang. Het gaat om de bekende modebedrijven die we allemaal kennen uit onze
grote winkelstraten: Bershka, Uniqlo tot het Spaanse moederbedrijf van
modeketen Zara. Daar moeten we een voortrekkersrol blijven spelen zodat
bedrijven niet medeplichtig worden aan deze grove mensenrechtenschendingen.
We hebben een
aantal heel duidelijke zaken opgenomen. Die moeten we enerzijds aanpakken op
het niveau van de Europese Unie, met bijvoorbeeld strenge importrestricties.
Anderzijds moeten we, als er niets gebeurt, aanvullende maatregelen onderzoeken
die ervoor zorgen dat we geen producten die geproduceerd zijn door dwangarbeid,
hier consumeren of gebruiken.
Natuurlijk pleiten
we voor een structurele oplossing op Europees niveau inzake due diligence
en de zorgplicht. Maar er mag ook een nationaal kader worden uitgewerkt dat
sterk is en ondersteunend werkt. Ik ben ook blij dat er in de commissie voor
Economie binnenkort hieromtrent hoorzittingen starten. Dat zal een heel
belangrijk instrument worden om dwangarbeid en dergelijke schendingen van het
recht op arbeid te fnuiken. We moeten er ook voor zorgen dat onze posthoofden
in de landen waar de schendingen gebeuren, geresponsabiliseerd worden en dat
die landen daar op blijven aangesproken worden. Zij moeten controles doen op
die toeleveringsketen om ervoor te zorgen dat men zich niet direct of indirect
schuldig maakt aan mensenrechtenschendingen.
Ik vind het goed dat meerdere bedrijven – bedrijven die heel bekend zijn, zoals H&M, Nike en Adidas – hebben besloten om de productie uit Xinjiang te boycotten. Dat is een heel belangrijk signaal. Het is enkel door samen aan een zeel te trekken en door een samenspel van economische en diplomatieke druk dat wij China raken waar het echt pijn doet, namelijk op financieel-economisch gebied. Op die manier maken wij echt duidelijk dat het gaat over een gruwelijke onderdrukking die onmiddellijk moet stoppen.
Wij geven dat signaal heel duidelijk met het voorstel van resolutie. Het is niet naïef, maar geeft een duidelijk signaal en maakt een wereld van verschil, zowel voor de Oeigoeren als voor China, dat merkt dat er veel landen zijn die de situatie niet meer verdragen en dat het hen raakt in de portemonnee.
Ik wil iedereen danken voor de goede samenwerking en ik mag hopen dat het voorstel van resolutie unaniem wordt aanvaard.
11.07 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, chers collègues, je tiens à rappeler aujourd'hui, le jour où l'on discute de cette résolution, que le PTB désapprouve la manière dont la Chine a pris en main la situation au Xinjiang. Le pays est confronté dans cette province à des mouvements djihadistes et à des attentats terroristes depuis des années. Entre 1992 et 2013, une série d'attaques meurtrières ont eu lieu et ont coûté la vie à des centaines de personnes. Face à cela, les autorités chinoises ont fait le choix d'une approche très répressive. Selon un rapport chinois de mars 2019, il y aurait au moins 43 000 Ouïghours condamnés pour terrorisme et activités illégales au Xinjiang depuis 2014. C'est un chiffre disproportionné pour une population de dix millions d'Ouïghours. Il y aurait aussi des centaines de milliers d'autres Ouïghours obligés de suivre des programmes de déradicalisation. C'est pour nous une situation qui n'est pas acceptable.
Dans une lettre du 1er novembre 2019, une douzaine d'experts des Nations Unies se prononcent aussi de manière très critique sur l'application des lois antiterroristes chinoises au Xinjiang. Je les cite: "Nous sommes conscients des nombreux défis sécuritaires auxquels la Chine est confrontée et du devoir de l'État d'assurer la sécurité et la sûreté de la population notamment par des approches préventives. Cependant, nous sommes gravement préoccupés par le fait que les mesures prévues par la loi antiterroriste pour atteindre cet objectif ne sont ni nécessaires ni proportionnées. L'action disproportionnée des autorités centrée sur la répression des droits des minorités risque d'aggraver tout risque de sécurité."
Ceci dit, chers collègues, il ne faut pas être naïf. Derrière l'intérêt soudain de certains gouvernements occidentaux pour le sort des Ouïghours, se cachent clairement d'autres intérêts. Les avancées chinoises au niveau économique et technologique menacent clairement la domination des États-Unis et des pays occidentaux au niveau mondial. L'alliance militaire de l'OTAN et l'Union européenne qualifient la Chine de "rival systémique". Les derniers sommets de l'OTAN et du G7, qui a eu lieu récemment, ont confirmé cette attitude avec des déclarations assez claires à ce propos.
Chaque guerre est précédée d'une diabolisation de l'adversaire. Aujourd'hui, les mêmes méthodes sont utilisées par l'impérialisme américain qui a une longue histoire de propagande noire et grise contre les pays qui s'opposent à ses intérêts. On se souvient des mensonges au sujet des armes de destruction massive qui ont précédé la guerre en Irak ou les mensonges qui ont servi à justifier la guerre en Libye, pour ne citer que ces deux pays qui sont devenus des champs de ruines suite aux interventions dites humanitaires et qui ont vu leurs conditions d'existence reculer des décennies en arrière.
Comment peut-on croire ceux qui ont bombardé les populations musulmanes au Moyen-Orient, détruisant leurs États, avec des centaines de milliers de morts et des millions de réfugiés, et qui prétendent aujourd'hui défendre les musulmans en Chine? Les Palestiniens subissent une occupation militaire et un apartheid depuis des décennies sans qu'aucune sanction réelle n'ait été prise contre Israël. Le Parlement fédéral a même rejeté l'année passée une résolution appelant à sanctionner l'État d'Israël tant que celui-ci continue à violer des dizaines de résolutions de l'ONU et le droit international. Le Yémen est le théâtre d'une grave agression militaire par une coalition menée par l'Arabie saoudite depuis 2014, qualifiée par l'ONU comme la pire crise humanitaire du monde, et les gouvernements occidentaux n'ont rien entrepris de conséquent contre leur allié saoudien. En Inde, le parti nationaliste de Narendra Modi mène une politique de persécutions systématiques contre les musulmans depuis des années et est en train de construire des camps dans l'État d'Assam pour y déporter des populations musulmanes auxquelles il a fait retirer la nationalité indienne. Aucune de ces situations n'amène d'interventions fortes ou de campagnes de la part des États occidentaux. Israël, l'Arabie saoudite et l'Inde restent au contraire de proches alliés des États-Unis et de l'Occident.
Le PTB se bat pour le respect des droits de l'homme, contre l'islamophobie et l'oppression des minorités, ainsi que contre la guerre. Nous ne rentrons pas dans la logique de guerre froide dans laquelle nous évoluons aujourd'hui. Au contraire, nous avons besoin d'un large mouvement qui défende le dialogue et la paix, raison pour laquelle notre groupe s'abstiendra sur cette résolution.
11.08 Marianne Verhaert (Open Vld): Mevrouw de voorzitter, collega's, we hebben wel degelijk de tijd genomen een sterk voorstel van resolutie over het thema uit te werken. De parlementsleden van Vlaams Belang zijn blijkbaar vergeten dat er een week tijd was om de aangepaste tekst door te nemen.
Vandaag zal het Parlement in ieder geval een sterk signaal geven. Ik had gehoopt dat we dat unaniem zouden kunnen doen, maar de voorgaande fractie heeft duidelijk aangegeven dat ze met een bepaalde selectiviteit naar mensenrechten kijkt. Het blijft me onduidelijk waarom het voor de collega's van de PVDA zo moeilijk blijft om een kamp een kamp te noemen. Het is waar, we spreken hier over China, een grootmacht. Maar als verkozen liberaal parlementslid zal niets of niemand mijn vrijheid van meningsuiting inperken, zeker niet als het om mensenrechten gaat. Het staat het Chinese parlement ook vrij om resoluties aan te nemen of statements te maken als het bezorgd is over het reilen en zeilen in de Europese Unie of België. Uiteindelijk zijn het de staten, die op het internationale toneel als een soort waakhond moeten optreden. Het respect voor de parlementaire vrijheid is geen eenrichtingsverkeer.
In de Kamer nemen we veel resoluties aan. We doen dat, omdat mensenrechten nu eenmaal centraal staan in ons Belgisch binnenlands en buitenlands beleid. Vandaag is dat niet anders en zullen we hetzelfde doen voor de mensenrechten van de Oeigoerse gemeenschap. Een paar weken geleden hebben we tijdens de hoorzittingen naar de moedige getuigenis van mevrouw Sidik, een getuigenis die door merg en been ging, geluisterd. Die getuigenis is van ontzettend groot belang om andere Oeigoerse vrouwen aan te moedigen om zich te durven uit te spreken over de gruweldaden die tegenover hun gemeenschap gepleegd worden.
Degenen die zich aan verkrachting, seksueel misbruik en foltering schuldig maken, moeten en zullen hiervoor gestraft worden. Daarvoor zet mijn fractie zich in en zullen wij ons altijd blijven inzetten. In liberale democratieën staat vrijheid centraal: vrij om te geloven, vrij om zijn taal te spreken, vrij om over het eigen lichaam en als vrouw over seksuele rechten te beschikken. De seksuele en reproductieve rechten van vrouwen worden internationaal beschermd. Die komen alsmaar vaker onder druk te staan.
Met ons voorstel van resolutie kaarten collega Liekens en ikzelf duidelijk de misdaden tegen Oeigoerse vrouwen aan. Het was ons namelijk opgevallen dat die nauwelijks aan de orde werden gebracht door andere nationale parlementen. Collega's, never again, dat is de belofte die onze voorouders hebben gedaan, een belofte die vandaag nog op ieder van ons rust. Het rust op onze schouders om ervoor te zorgen dat het verleden zich niet herhaalt.
Er moet een internationaal onderzoek komen, er moet een VN-rapporteur worden aangesteld en er moet toegang verleend worden aan internationale waarnemers en onafhankelijke deskundigen. We moeten voorliggende tekst niet goedkeuren in de idealistische hoop dat er morgen iets zal veranderen, maar wel om trouw te blijven aan onze waarden en de eigen legitimiteit en geloofwaardigheid te vrijwaren.
Natuurlijk mogen we niet blind zijn voor een van de grootste mensenrechtenschendingen van dit tijdperk. Er is een preventieplicht om te voorkomen dat de geschiedenis zich herhaalt. Op basis van die preventieplicht moet ons land, moeten alle staten ter wereld optreden. Als elk nationaal parlement ons hierin volgt, als we elke nationale regering ertoe kunnen brengen om te doen wat wij in onderhavig voorstel van resolutie aan onze regering vragen, dan kunnen we wel degelijk iets betekenen voor de Oeigoeren.
Tot slot wil ik een deel van tekst in de verf zetten dat vooralsnog onvoldoende werd belicht. China is een mondiale grootmacht, maar toch is het land zich steeds harder en vijandiger beginnen op te stellen. Het gaat niet enkel over de Oeigoeren, het gaat ook over de democratie in Hongkong, de oplopende druk op Taiwan en zoveel meer. Wij betreuren dat, want zovele mondiale uitdagingen kunnen alleen worden opgelost door samen te werken.
We vragen in ons voorstel dan ook om de dialoog te blijven voeren. Alleen door diplomatie en dialoog kunnen we immers samen een sterke, veilige en vreedzame toekomst opbouwen. We hebben andere ideeën en visies, maar mensenrechten zijn universeel. Mijn verzoek aan China is duidelijk, namelijk om toegang te verlenen aan objectieve VN-instanties en in dialoog te gaan. We kunnen zo veel bereiken door samen te werken, maar dat kan enkel als het internationaal recht en de internationale standaarden worden nageleefd. Vandaag kunnen we hiermee een sterk en vooral effectief signaal geven.
11.09 Vicky Reynaert (Vooruit): De opkomst van de Volksrepubliek China in de wereldpolitiek is eigenlijk een van de grootste mondiale veranderingen sinds de val van de Berlijnse Muur. Het groeiende belang van China in de internationale betrekkingen brengt bovendien een groot aantal uitdagingen met zich. De relaties met China de komende jaren zullen zich in twee dimensies afspelen. Eerst en vooral zal China in steeds belangrijkere mate de economische, ecologische, sociale en politieke ontwikkelingen en uitdagingen mee vorm geven. China is daarom een wereldmacht, die we niet kunnen isoleren, noch negeren en een permanente dialoog lijkt dus wel nodig. Ten tweede nemen belangen- en waardeconflicten toe. China is niet alleen een grootmacht waarmee allicht een dialoog zal nodig blijven, maar tegelijkertijd een economische concurrent en een antagonist op het vlak van ideologie en maatschappijorganisatie.
De Vooruitfractie zal resoluut het Europese model van democratie, rechtstaat en fundamentele rechten en vrijheden gekoppeld aan sociale markteconomie verdedigen, terwijl het Chinese model duidelijk gebaseerd is op autoritarisme en staatskapitalisme. Het voorliggend voorstel van resolutie handelt precies over grootschalige mensenrechtenschendingen, voornamelijk tegen de Oeigoeren, binnen dat autoritaire kader. We stellen met grote bezorgdheid vast dat de politieke situatie en de burgerrechtensituatie in China de afgelopen jaren alsmaar verder is verslechterd. Het gerechtelijk apparaat is niet onafhankelijk en de Chinese communistische partij heeft haar controle over alle segmenten van de samenleving aanzienlijk versterkt. Fundamentele rechten en vrijheden zoals vrijheid van meningsuiting, persvrijheid, vrijheid van vereniging, vrijheid van demonstratie en vrijheid van godsdienst worden massaal aan banden gelegd. De media worden gebruikt voor opiniecontrole en digitale technieken worden gebruikt voor sociale surveillance. De ruimte van het maatschappelijk middenveld wordt steeds kleiner. Daarbovenop komen ernstige schendingen van de mensenrechten, zeker in de regio Xinjiang en ten opzichte van Tibet en andere etnische minderheden, die in de hoorzitting misschien minder aan bod kwamen, maar uiteraard ook belangrijk zijn, evenals de onderdrukking van dissidente meningen.
Zoals wij hebben geleerd uit de hoorzittingen met juridische experts maar ook uit de heel beklijvende getuigenis en zoals ook blijkt uit de rapporten van mensenrechtenorganisaties, wiens onderzoeken erg betrouwbaar zijn, is er sprake van heel ernstige schendingen van de mensenrechten in de regio Xinjiang. Oeigoeren en andere inwoners worden zonder reden opgepakt en vastgezet in strafkampen, mishandeld, uitgebuit en verkracht.
De schendingen zijn zodanig ernstig dat er sprake is van misdaden tegen de menselijkheid, maar ook van een ernstig risico van genocide. De andere sprekers hebben uitgelegd hoe wij in de commissie voor Buitenlandse Zaken tot die conclusie zijn gekomen.
Dat erkennen als Parlement, is van groot belang, omdat het belangrijk is dat wij, de samenleving, het signaal geven dat wij dat niet aanvaarden en ook nooit zullen aanvaarden.
Collega's van de PVDA, daarom is het jammer dat u de voorliggende resolutie niet zult steunen. Ik heb de uitleg gehoord, vooral over de rol van de Verenigde Staten, hoewel de resolutie over China gaat.
Hoe komt het dat uw partij opkomt voor arbeidsrechten overal ter wereld, maar tegelijkertijd pertinent weigert op te komen tegen de dwangarbeid die de Oeigoeren moeten ondergaan. Die dwangarbeid wordt ontegensprekelijk aangetoond door internationale mensenrechtenorganisaties, die u nochtans wel betrouwbaar acht in andere zaken rond mensenrechtenschendingen. Wanneer het echter gaat over China, kiest u ervoor alle rapporten van die organisaties te negeren.
Hoe kan het dat uw partij opkomt voor het internationaal recht, bijvoorbeeld in het conflict tussen Israël en Palestina, maar dat zij de andere kant opkijkt wanneer gerenommeerde juristen in onze commissie komen toelichten hoe het internationaal recht wordt geschaad?
Bijvoorbeeld, professor Dubuisson heeft heel duidelijk uitgelegd dat er een duidelijke schending is van het internationaal verdrag inzake de uitbanning van elke vorm van rassendiscriminatie.
Gelooft u dan zo heilig in de communistische ideologie dat u zelfs niet meer in staat bent de uitwassen van de ideologie te zien, namelijk dat het streven naar een absolute en totale gelijkheid de vrijheid onderdrukt? Dat is immers exact wat in China gebeurt. Daar worden vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging, vrijheid van godsdienst en vrijheid van demonstratie op een gruwelijke wijze onderdrukt.
Vrijheid is een essentieel onderdeel van een democratie. Ze is immers een van de drie pijlers die nodig zijn voor de democratie. Zonder vrijheid is er geen democratie maar is er een dictatuur.
Daarenboven is het voor mij beangstigend om de uitleg van de PVDA in de pers te lezen. Ze is immers een exacte kopie van de reactie van China op onze resolutie, namelijk dat wij ons niet te bemoeien hebben met de binnenlandse aangelegenheden van een andere staat. China moeit zich echter wel met de binnenlandse aangelegenheden van onze Staat, want zo functioneert de wereld uiteraard niet. Alle landen in de wereld zijn door handelsstromen en door uitwisselingen tussen personen onlosmakelijk met elkaar verbonden en voor zwijgen, weigeren om iets te zeggen over onze relaties met China, wegkijken van wat er gebeurt en doen alsof er niets aan de hand is, bestaan twee woorden: schuldig verzuim.
Wij kwalificeren de schendingen van de mensenrechten als een ernstig risico op genocide en dus is het ook nodig om op te treden, want alleen al krachtens artikel 1 van het verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide uit 1948 zijn alle verdragspartijen verplicht om preventieve maatregelen te nemen. Diplomatieke druk is nodig, maar niet voldoende. Gerichte sancties tegen personen betrokken bij de mensenrechtenschendingen zijn nodig, maar niet voldoende. Het voorkomen van de uitlevering van personen die mogelijks zullen worden gefolterd, is dan ook van het grootste belang en dat is ook waartoe de regering wordt verzocht. Daarnaast wordt de regering ook gevraagd om het bilaterale uitleveringsverdrag met China te herbekijken, zeker als de situatie nog verergert.
Het is ook belangrijk om te handelen via onze economische relaties, daarom zijn wij van mening dat de goedkeuring van het EU-China-investeringsakkoord gesloten op 30 december moet worden bevroren, zeker zolang de Chinese sancties tegen Europese personen en instanties die de mensenrechtenschendingen aankaarten, zoals onze collega, blijven gelden. Bovendien is het van belang om aan te dringen op bindende en afdwingbare afspraken op het vlak van sociale, milieu- en klimaatrechten, mensenrechten en arbeidsrechten. Als het ooit zover komt, zal België het EU-China-investeringsakkoord enkel aanvaarden als de standaarden bindend en afdwingbaar zijn.
Bijna elke maand moeten wij in de pers lezen dat goederen afkomstig uit de regio Xinjiang en die in dwangarbeid zijn gemaakt, terechtkomen op de Europese interne markt. Door dat toe te laten, houden wij het systeem ook mee in stand. Daarom vraagt het voorstel van resolutie om op Europees niveau te ijveren voor strenge importrestricties om goederen gemaakt in dwangarbeid te verbieden op de Europese interne markt. In afwachting van een optreden op Europees niveau, wordt de regering gevraagd om te onderzoeken welke maatregelen op nationaal niveau kunnen worden getroffen tegen de invoer van producten die verband houden met ernstige schendingen van de mensenrechten, bijvoorbeeld dwangarbeid of kinderarbeid. Dat kan allicht onder artikel 36 van het verdrag betreffende de werking van de EU.
In dat opzicht is ook de zorgplicht van de bedrijven belangrijk. Het voorstel van resolutie vraagt de regering dan ook om een voortrekkersrol te spelen in de uitwerking van een Europees wetgevend kader inzake de zorgplicht en hiervoor een nationaal kader uit te werken. Wij hebben hiertoe, samen met de collega's van de PS, een wetsvoorstel ingediend.
Mevrouw de voorzitster, onze fractie zal deze resolutie uiteraard steunen.
11.10 Georges Dallemagne (cdH): Madame la présidente, je me réjouis de l'adoption – que j'espère la plus large possible – d'un texte important qui a été porté notamment par notre collègue Cogolati. Il est important de pouvoir qualifier les grands crimes qui sont commis aux quatre coins de la planète – en l'occurrence, ils sont commis en Chine – de manière juste et correcte. Nous avons fait des travaux sérieux sur cette question au sein de la commission des Relations extérieures.
Ce "crime contre l'humanité" et ce "risque grave de crime de génocide" sont des qualifications qui me semblent tout à fait à la hauteur des enjeux qui se déroulent dans le Xinjiang aujourd'hui.
Ce texte a déjà un impact et une importance. On le voit dans les menaces et les intimidations que nous recevons de la part de la Chine. Contrairement à ce que dit notre collègue du PTB, ce n'est pas facile de pointer du doigt les crimes commis en Chine, les abus en matière de droits humains. C'est peut-être aussi pour cela qu'il a fallu un peu de temps, car ces crimes sont commis depuis un certain nombre d'années. Au contraire, on est inquiet chaque fois qu'on pointe du doigt des problèmes qui se passent dans ce vaste pays. On sait qu'il y aura des intimidations, on sait qu'il y aura des risques de rétorsion, certains autres pays l'ont déjà connu à leurs dépens. Nous faisons preuve aujourd'hui de courage face à ces crimes commis par le régime chinois aujourd'hui.
Ces crimes concernent une vaste population. On cherche à éradiquer son identité, sa culture, sa religion, ses habitudes. C'est aussi un crime qui préfigure probablement la manière dont la Chine entend à l'avenir organiser l'ordre social et les relations dans son propre pays – mais aussi les relations internationales. Cet autoritarisme, cette volonté de changer de paradigme sur le plan politique, d'effacer finalement la démocratie, ne concernent pas que la Chine mais aussi sa vision du monde.
Non, ce n'est pas facile de s'adresser à la Chine et je ne peux accepter l'argument profondément choquant du PTB selon lequel il s'agit de diaboliser la Chine, ce qui serait une préfiguration de la guerre que l'Europe et les États-Unis veulent mener contre elle. C'est un argument assez grotesque! Nous ne menons aucune guerre à l'égard de la Chine. Sa volonté est celle d'une grande puissance. Pour ma part, j'accueille volontiers le souhait de chaque pays d'en devenir une, mais alors ce doit être dans le respect des règles édictées depuis longtemps par les Nations Unies, impliquant de respecter les droits humains et la manière dont nous essayons tous ensemble de protéger la dignité et la liberté de chaque individu aux quatre coins de la planète. Ce n'est certainement pas le cas de la Chine aujourd'hui.
Cette proposition de résolution a une portée politique essentielle, mais elle en possède une aussi sur le plan économique. Notre groupe soutiendra tous les efforts visant à élaborer un cadre législatif contraignant, permettant de définir la responsabilité des entreprises qui voudraient commercer avec la Chine, en particulier avec le Xinjiang, en évitant les produits en provenance de cette région et qui résulteraient du travail forcé. Ces mesures me semblent importantes pour l'avenir. Nous resterons attentifs à ce que puisse être mis en place un cadre contraignant à cet égard.
Je compte aussi beaucoup sur la diplomatie belge pour appliquer cette résolution et en assurer le suivi. En effet, ce texte me paraît primordial, clair et courageux. Notre Parlement peut en être fier. Nous agissons pour qu'à l'avenir la dignité et les libertés de ces personnes soient respectées.
J'espère également que la Chine entendra ce message et qu'elle ne se contentera pas de paroles d'opposition, en nous disant que ce sur quoi nous avons enquêté et reçu des rapports n'existe pas. Ce serait une erreur tragique de sa part. J'espère dès lors qu'elle entendra le message adressé par le Parlement belge.
11.11 François De Smet (DéFI): Madame la présidente, chers collègues, moi aussi, je suis fier, ce soir, d'appartenir à un Parlement courageux. Courageux car la situation des Ouïghours en Chine est inacceptable. La République populaire de Chine et son gouvernement nous démontrent, encore une fois, que leur priorité n'est pas la protection des droits humains.
Amnesty International a fait état de la situation inhumaine, dramatique dans la région du Xinjiang (meurtres, tortures, traitements inhumains, interdiction de quitter le territoire, système de surveillance abusif, travail forcé, etc.) La liste est malheureusement trop longue pour la citer dans sa totalité ici.
Le rapport de Human Rights Watch du 19 avril 2021 est tout autant accablant, surtout lorsque l'on découvre que la population ouïghoure n'est pas la seule population à être persécutée par les autorités chinoises. En effet, selon ce rapport, les dirigeants chinois sont responsables de politiques généralisées et systématiques de détention de masse, de torture et de persécution culturelle parmi d'autres crimes qui peuvent être évidemment considérés comme des crimes contre l'humanité.
Pékin prétend offrir une formation dite "professionnelle" et "une déradicalisation". Cette rhétorique ne peut pas occulter la triste réalité de ce qui se passe dans ces camps et qui doit être condamné par toute la scène internationale. À cet égard, nous saluons le fait que le Haut-Commissaire des Nations Unies aux droits de l'homme devrait également assurer un suivi et faire rapport sur la situation au Xinjiang.
Toutefois, si de telles actions de l'ONU sont les bienvenues, elles ne doivent pas empêcher les États de poser des actes forts. La directrice de Human Rights Watch en Chine a d'ailleurs précisé qu' "il est de plus en plus clair qu'une réponse internationale coordonnée est nécessaire pour mettre fin aux crimes contre l'humanité commis par la Chine", et ce, bien que la Chine soit un État puissant qui est aujourd'hui difficilement contournable – reconnaissons-le – dans le cadre des relations internationales et commerciales.
Chers collègues, nous sommes très heureux de voir cette proposition de résolution aboutir. Nous saluons tout d'abord le fait que cette proposition de résolution prend en compte une multitude de réponses tant nationales, qu'européennes et internationales.
Mon groupe reste convaincu qu'une des façons de garantir le respect des droits humains dans le monde reste l'implémentation des outils juridiques internationaux existants. C'est dans cette optique que la demande faite au gouvernement de poursuivre ses efforts dans le cadre du dialogue bilatéral avec la Chine afin de promouvoir la ratification du Pacte international relatif aux droits civils et politiques, le statut de Rome de la Cour pénale internationale ainsi que les autres outils, reste une nécessité.
De plus, nous constatons que la solution est malheureusement souvent économique. C'est pourquoi nous comprenons et encourageons la mise en œuvre de la demande faite au gouvernement de geler l'approbation de l'accord global Union européenne-Chine sur les investissements, conclu le 30 décembre 2020, tant que les sanctions chinoises seront d'application.
Notre gouvernement doit également pouvoir faire pression à tous les niveaux de pouvoir, et auprès de toutes les instances. Nous soutenons donc la Belgique dans ses démarches auprès de l'Union européenne et des Nations Unies.
Nous avons, je dois le dire, été particulièrement outrés de voir que le porte-parole de la diplomatie chinoise, Zhao Lijian, appelait la Belgique à "rectifier immédiatement son erreur", dénonçant d'ailleurs un de nos confrères, M. Cogolati, qui se trouve encore et toujours aujourd'hui sur la liste des personnalités européennes visées par des sanctions chinoises. Cette intimidation chinoise vis-à-vis d'un de nos collègues est scandaleuse. Elle montre à quel point le régime de Xi Jinping n'est pas prêt à prendre des mesures fortes pour le respect des droits fondamentaux des Ouïghours sur son territoire. J'ajouterais même, à l'attention de mes collègues du PTB, que ce seul fait, cette seule intimidation, aurait mérité une unanimité forte de toute notre assemblée. Je déplore que cela ne puisse pas être le cas. (Applaudissements)
Pour toutes ces raisons, notre groupe soutiendra avec détermination cette proposition de résolution, en espérant que toutes les mesures demandées au gouvernement seront mises en oeuvre par le gouvernement belge. Nous espérons également que le seul parti qui s'est abstenu finira par dépasser son point de vue et ses idéologies géopolitiques actuelles. En effet, on ne négocie pas avec les droits humains et encore moins avec les crimes contre l'humanité. Je vous remercie.
La présidente:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
* * * * *
Amendement
déposé:
Ingediend amendement:
Intitulé/Opschrift
•
5 – Annick Ponthier cs (1789/7)
* * * * *
L'amendement est réservé.
Het amendement wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement réservé et sur
l’ensemble de la proposition aura lieu ultérieurement.
De stemming over het aangehouden amendement en over het geheel van het voorstel zal later plaatsvinden.
12 Proposition de loi portant des dispositions urgentes en matière de Justice (2084/1-4)
12 Wetsvoorstel houdende dringende bepalingen inzake Justitie (2084/1-4)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Katja Gabriëls,
Khalil Aouasti, Philippe Goffin, Cécile Thibaut, Koen Geens, Ben Segers,
Stefaan Van Hecke.
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
De rapporteur is mevrouw De Wit, zij verwijst naar het schriftelijk verslag.
12.01 Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mevrouw de voorzitster, ik zal kort het woord nemen over dit wetsvoorstel. Het is eigenlijk een wetsontwerp. Ik meen dat het initieel de bedoeling was het een ontwerp te noemen, maar het is dan toch een wetsvoorstel geworden. De heikele punten zijn eruit genomen en het is met hoogdringendheid door de Kamer behandeld.
De reden waarom ik het woord neem, is dat wij ons voor dit wetsvoorstel onthouden hebben. Misschien vergt dat toch een woordje uitleg.
Ten eerste, wat de urgentie betreft, vragen wij ons af of dit voorstel wel echt urgent was, of dat de urgentie gecreëerd is. Dat is een vormelijk aspect. Het gebeurt wel vaker, meen ik, dat de urgentie wordt gecreëerd.
Ten tweede, dit is een wetsvoorstel houdende diverse bepalingen. Het gaat heel breed. In het merendeel van de bepalingen kunnen wij ons vinden. De evaluatie van de familierechtbanken bijvoorbeeld. Wij zijn er uiteraard voor dat die plaatsvindt. De periode die in aanmerking wordt genomen, is misschien een klein beetje te ruim, maar wij stemmen daar voor.
De reden waarom wij ons onthouden, is eigenlijk wegens twee bepalingen.
Ten eerste, artikel 3 gaat over de cross-border. In dit wetsvoorstel is een kleine rechtzetting aangebracht, maar wij waren principieel tegen. Dus wij houden die principiële houding aan voor deze versie.
Ten tweede, wegens de laatste bepalingen van dit wetsvoorstel, over de aanwerving van extra magistraten en personeel in Brussel naar aanleiding van het proces over de aanslagen. Wij wensen uiteraard dat dit proces in de goede vorm verloopt. Die aanwervingen kunnen misschien nodig zijn, maar wij weten dat in Brussel al sinds jaar en dag problemen zijn. Daar wordt sinds jaar en dag om een werklastmeting gevraagd, maar die is nog altijd niet gebeurd. Wij weten ook dat er in Brussel een audit wordt gevraagd, maar dat wij daar nog altijd geen resultaten van hebben. Nu stellen wij weer vast dat ad hoc magistraten en personeelsleden buiten kader worden aangeworven. Dat is de reden waarom wij ons zullen onthouden voor dit voorstel.
Er staat een aantal interessante bepalingen in, bijvoorbeeld inzake de databank van vonnissen en arresten. Dit is een heel belangrijk wetsvoorstel dat wij in de vorige legislatuur op initiatief van de heer Verherstraeten hebben goedgekeurd in zowel de commissie voor Justitie als in de commissie voor Grondwet. Maar blijkbaar is dat intussen al een klein beetje achterhaald. Spijtig genoeg, want dit is een heel belangrijk project voor Justitie. Dit wordt nu opnieuw uitgesteld. Wij moeten er jammer genoeg in meegaan, omdat we voor voldongen feiten gesteld worden. Wij hopen uiteraard dat er wel stappen worden gezet in de juiste richting, zodat, als er een nieuw project komt, dit snel tot een goed einde kan gebracht worden.
Dat zijn de redenen waarom wij ons onthouden bij dit wetsvoorstel, dat eigenlijk initieel een wetsontwerp was.
12.02 Marijke Dillen (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, onze fractie heeft inhoudelijk geen enkel probleem met dit wetsvoorstel houdende dringende bepalingen inzake Justitie. Maar eigenlijk moeten we wel eerlijk zijn, in een aantal gevallen gaat het om beweerde dringende bepalingen. Niet allemaal, dat geef ik toe, maar daar kom ik dadelijk op terug.
Wij hebben geen enkel probleem om de hoogdringendheid mee te ondersteunen voor de gevraagde wijzigingen van het Wetboek van strafvordering, idem dito voor de wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek. We hebben uiteraard ook geen probleem met de instelling van de tijdelijke personeelsformatie met het oog op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016. Immers, ook al gaat dit proces pas in september 2022 van start, beseffen wij maar al te goed dat het op het terrein geen vanzelfsprekendheid zal zijn om snel voldoende magistraten en griffiers te vinden.
We hebben uiteraard ook geen probleem met de kantoorvergoeding die toegekend wordt aan het gerechtspersoneel voor het telewerken in het kader van de huidige gezondheidscrisis, waar u hier, volledig terecht, een rechtsgrondslag voor creëert.
Ik moet zeggen, mijnheer de minister, dat ik wat de hoogdringendheid betreft ook begrip kan opbrengen voor de wijziging van de wet van 30 juli 2013 betreffende de invoering van de familie- en jeugdrechtbank. Die evaluatie zal worden uitgesteld naar september 2023. Inderdaad, 2020 was absoluut geen normaal werkingsjaar, omwille van corona, zeker niet voor familie- en jeugdrechtbanken en kan inderdaad ook geen correcte basis vormen voor een dergelijke evaluatie. Dat klopt. Mijnheer de minister, ik heb toch enige ervaring op het terrein en ik kan zeggen dat dit niet meer geldt voor 2021, waar de situatie min of meer genormaliseerd is. De evaluatie zou wel in 2022 kunnen plaatsvinden. Ik betreur daarom het uitstel naar september 2023. Ik meen dat er op het terrein toch wel een aantal pijnpunten is die in de evaluatie naar boven zullen komen. Het kan nuttig zijn om daaraan te werken en concrete oplossingen in te voeren.
Onze fractie heeft ook het gevoel dat het gevraagde uitstel niet zozeer te maken heeft met de covidcrisis, maar eerder met het feit dat geen enkele universitaire instelling in dit land bereid is om in te gaan op de openbare aanbesteding die u hebt uitgeschreven. Ik begrijp dit echt niet. Misschien waren de opgelegde voorwaarden veel te streng, daarover kan ik niet oordelen, maar voor een universiteit moet het toch een boeiende en uitdagende opdracht zijn om een evaluatie te mogen maken en ook een leerrijke opdracht, die misschien aan interessante en nuttige voorstellen ter verbetering kan worden gekoppeld.
Een andere zaak met betrekking tot de hoogdringendheid waarmee wij het moeilijk hebben zijn de wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek. Inhoudelijk hebben wij geen opmerkingen, maar waarom dit op een drafje moet worden gestemd ontgaat mij.
Ik betreur ook bijzonder dat de bekendmaking van vonnissen en arresten opnieuw op de lange baan wordt geschoven. Dit zou op het terrein nochtans een bijzonder nuttige informatiebank kunnen zijn, zeker voor rechters, advocaten, studenten, universiteiten enzovoort. Mijnheer de minister, ik wil er echt op aandringen dat u snel werk maakt van het wegwerken van de lacunes in de wet van 5 mei 2019 die de oprichting van een kwaliteitsvolle gegevensbank van vonnissen en arresten vandaag verhinderen. Hiervoor is blijkbaar een nieuw wettelijk kader nodig, maar geef alstublieft aan de verschillende stakeholders die u hierbij wil betrekken de opdracht om hiervan snel en grondig werk te maken en liefst binnen een duidelijk tijdschema.
Eens even buiten de landsgrenzen kijken, kan misschien al veel nuttige en bruikbare informatie opleveren, waarmee ik herhaal wat ik in de commissie al zei. Het huiswerk dient niet van nul af aan te worden uitgevoerd. Nogmaals, de mensen op het terrein zullen u heel dankbaar zijn.
Bij de inhoud van het wetsvoorstel/wetsontwerp heeft onze fractie geen bedenkingen, geen opmerkingen en geen kritiek. Wij zullen dit dan ook steunen.
12.03 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, je ferai une courte intervention. Nous sommes maintenant habitués à recevoir des textes qui comportent différentes dispositions dans lesquelles il y a "à boire et à manger". C'est aussi une manière de glisser des dispositions qui ne sont pas acceptables au milieu de dispositions qui vont dans le bon sens, ce qui peut brouiller les pistes. C'est encore le cas pour cette proposition de loi.
Je commencerai par le positif. Une disposition crée un cadre temporaire prévoyant le recrutement de personnel pour faire face au procès des attentats de Bruxelles. C'est un procès important qui nécessite des moyens humains renforcés. Nous soutenons ce renforcement, même si nous préférons un respect des cadres légaux, et ce même en période normale.
Nous soutenons aussi l'octroi d'une prime pour le télétravail au personnel judiciaire, ce qui nous semble être la moindre des choses.
Ensuite, je relève deux points, à mon sens négatifs, que nous ne pouvons pas soutenir. La proposition contient une rectification technique rendue nécessaire par l'augmentation des amendes routières. Mon groupe s'est prononcé contre cette nouvelle taxe injuste, dissimulée derrière le nom de "frais administratifs". Nous sommes donc forcément contre cette nouvelle disposition.
Une autre disposition adapte le Code judiciaire à la suite de la loi votée dernièrement qui permet aux magistrats qui le souhaitent de travailler jusqu'à 75 ans au lieu de 73 ans. Là encore, mon groupe ne peut soutenir cette réforme qui vise à combler les trous dans la magistrature en allant chercher les juges retraités. Le secteur n'en veut pas. Ce que veulent les magistrats, c'est surtout que le personnel nécessaire soit engagé dans le respect des cadres légaux. Mon groupe et moi-même avons d'ailleurs formulé cette demande à de nombreuses reprises.
En conclusion, il y a du bon et du mauvais dans ce texte. C'est pourquoi nous nous abstiendrons.
12.04 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster, ik wil kort nog even reageren op de betogen van de collega's. Eerst en vooral wil ik voor de voorzitter van onze commissie zeggen dat de artikelen 9, 10 en 11, waarbij we magistraten aanwerven, absoluut noodzakelijk zijn om het tweede assisenhof in Brussel te laten werken, zodat wij het proces van de aanslagen op een goede manier kunnen aanvatten en afwerken. Als we niet in vervanging zouden voorzien van die magistraten voor de rechtbank van eerste aanleg en het hof van beroep van Brussel, dan zouden we bepaalde kamers misschien moeten sluiten. Dat kunnen we ons uiteraard niet permitteren, mede gezien de huidige situatie in Brussel. Denk maar aan wat recent gebeurd is bij het hof van beroep in Antwerpen in de zaak-Julie Van Espen, toen een kamer werd gesloten. Zulke zaken kunnen we ons absoluut niet permitteren. Daarom dringen wij absoluut aan op de goedkeuring van de artikelen 9, 10 en 11.
Het is inderdaad een wetsvoorstel en geen wetsontwerp. Initieel hadden we voorzien om een wetsontwerp naar de Kamer te brengen. Aan de Raad van State was gevraagd om het advies tijdig, voor 24 juni, te geven, maar dat is niet op tijd bij ons geraakt. Daarom hebben we gekozen voor een wetsvoorstel. De meeste bepalingen moeten immers dringend behandeld worden omdat de inwerkingtreding van bepaalde zaken moet worden uitgesteld.
Mevrouw Dillen, het is juist dat er één bepaling is die ontsnapt aan die urgentie, met name de wijziging van het Gerechtelijk Wetboek. Maar bij de behandeling van de vorige wet hadden we, na tussenkomst van collega Geens, beloofd om een vergetelheid recht te zetten in een volgende tekst. Daarover hebben wij dus woord gehouden.
Over de opmerking van collega Dillen over de databank, die is niet alleen nuttig, ze is ook nodig. Er is goed werk geleverd. Alleen is bij nader toezien gebleken dat de wet van 2019 niet voorziet in een brondatabank, een oorspronkelijke databank van alle vonnissen en arresten. Uit een brondatabank zou dan kunnen worden geput om te publiceren. De Gegevensbeschermingsautoriteit heeft ons daarop gewezen. Vandaar dat een nieuwe wet wel degelijk nodig is.
De voorbije maanden hebben de drie colleges hard gewerkt aan correcties. Op 19 mei hebben zij een akkoord bereikt. De bedoeling is nu dat we dat nieuwe ontwerp voorleggen aan de Raad van State, aan de Gegevensbeschermingsautoriteit en dan naar het Parlement komen. Dat is een zaak, de juridische.
Een tweede zaak is de technische kant. Wij willen, eenmaal een dergelijke databank bestaat en vonnissen en arresten worden gepubliceerd, dat dit gebeurt met respect voor de mensen die erin worden vermeld. Dat betekent dat de vonnissen en arresten moeten worden geanonimiseerd en gepseudonimiseerd. Dat veronderstelt dat de magistratuur zonder overdreven werklast technisch in staat moet zijn om dat in orde kunnen brengen.
Je termine par les remarques de M. Boukili, notamment celles qui concernent le Code judiciaire. Monsieur Boukili, ce que nous faisons là, c'est à la demande explicite des magistrats mais, en même temps, comme je l'ai expliqué en commission de la Justice, nous allons augmenter les effectifs au sein de mon département d'ici la fin 2022, à raison de 1 400 personnes. En outre, plus de 800 magistrats et membres du personnel administratif seront engagés pour renforcer la justice. Il ne s'agit donc pas d'opposer l'un et l'autre, ce que nous faisons ici est en combinaison avec le renforcement de la justice.
12.05 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Je voudrais juste faire une petite rectification: quand je dis que les magistrats sont contre, je ne fais que relayer l'avis de l'Association Syndicale des Magistrats (ASM), qui s'est positionnée contre cette disposition. Tous les magistrats ne sont pas demandeurs, même si je me réjouis du recrutement de magistrats, qui sont si nécessaires au fonctionnement de la justice.
La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2084/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2084/4)
L’intitulé a
été modifié par la commission en "proposition de loi portant des
dispositions urgentes en matière de justice".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel houdende dringende bepalingen inzake justitie".
La proposition de loi compte 13 articles.
Het wetsvoorstel telt 13 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 13 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 13 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
13 Projet de loi modifiant le Code des sociétés et des associations et la loi du 16 mars 1803 contenant organisation du notariat et portant des dispositions diverses à la suite de la transposition de la directive (UE) 2019/1151 du Parlement européen et du Conseil du 20 juin 2019 modifiant la directive (UE) 2017/1132 en ce qui concerne l'utilisation d'outils et de processus numériques en droit des sociétés (2047/1-9)
13 Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en van de wet van 16 maart 1803 op het notarisambt en houdende diverse bepalingen ingevolge de omzetting van Richtlijn (EU) 2019/1151 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht (2047/1-9)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
De rapporteurs, de
dames Thibaut en Verhelst, verwijzen naar het schriftelijk verslag.
13.01 Katrien Houtmeyers (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, collega's, vooreerst, onze fractie vindt het een goede zaak dat vennootschappen voortaan via louter digitale weg zullen kunnen worden opgericht. Een verdere digitalisering van het notariaat juichen wij vanzelfsprekend evenzeer toe.
Maar onderhavig wetsontwerp is er in onze ogen ook een van gemiste kansen. Er bestaat al langer ontevredenheid over de matige snelheid waarmee en de manier waarop vennootschappen in België worden opgericht, alsook over de verplichte tussenkomst van notarissen bij de oprichting van vooral vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en de bijhorende kosten. Zeker een vennootschap met standaardstatuten zou veel sneller en goedkoper moeten kunnen worden opgericht. In een aantal EU-landen kan een vennootschap probleemloos in één dag worden opgericht. Denken we maar aan onze gidslanden Nederland en Frankrijk; bij onze zuiderburen is er trouwens geen verplichte tussenkomst van een notaris voor de oprichting van vennootschappen.
Had de voorliggende hervorming niet op z'n minst kunnen worden aangewend om de verplichte tussenkomst van notarissen en de daaraan verbonden kosten zeker bij standaardoprichtingen op de helling te plaatsen. Dat had ons land toch heel wat ondernemingsvriendelijker kunnen maken. Een aantal weken geleden stond er in Knack weer eens een ontluisterend artikel over de exuberante winstmarges van de notarissen. Door de jaren heen palmen de notarissen steeds meer terrein in en voor steeds meer aangelegenheden wordt hun tussenkomst verplicht. Mijnheer de minister, veel van uw voorgangers beten hun tanden al stuk op een hervorming van dat beschermde beroep. Het is dan ook echt een gemiste kans dat de voorgestelde omzetting niet is aangegrepen om wat verandering te brengen in die verplichte en vrij dure tussenkomst van notarissen bij de oprichting van vennootschappen.
U verbaasde er zich tijdens de bespreking in de commissie voor Justitie over en wierp ons voor de voeten, mijnheer de minister, dat de N-VA kennelijk plots tegen het notariaat was. Het was niet heel correct en zelfs een beetje vals om die perceptie op te hangen. U mag in de pers blijkbaar ballonnetjes oplaten en de hoge erelonen van notarissen voor de aanschaf van een eigen eerste woning bekritiseren; wij daarentegen zouden ons in dit huis geen vragen mogen stellen bij de verplichte tussenkomst van een notaris bij de oprichting van vennootschappen. Van een dubbele moraal gesproken!
Voor alle duidelijkheid, voor heel wat rechtshandelingen zoals statutenwijzigingen bij vennootschappen stellen we de tussenkomst van notarissen absoluut niet ter discussie, maar wel voor bijvoorbeeld de oprichting van standaardvennootschappen met standaardstatuten. Wie graag snel en goedkoop zo'n vennootschap wil oprichten, moet daar volgens ons van de overheid de beste kansen toe krijgen.
Wij willen starters en kleine ondernemingen dan ook alle kansen geven om te ondernemen, zeker nu zij steeds meer in concurrentie treden op een eengemaakte Europese markt. Wij durven dus inderdaad de financiële drempel van de verplichte tussenkomst van een notaris bij de oprichting van standaardvennootschappen ter discussie te stellen.
Wie daarentegen graag ook wat kwaliteitsadvies krijgt bij de oprichting van zijn vennootschap, mag uiteraard ook gerust advies vragen en daarvoor een prijs betalen voor professioneel advies. Dat kan echter het advies van een notaris zijn, een jurist of een accountant.
Het is dan ook vooral intriest dat u als zogezegd donkerblauwe liberaal in de bres springt voor het behoud van een dergelijke financieel aanzienlijke drempel om een vennootschap op te richten.
Met voorliggend wetsontwerp kiest u dus duidelijk voor een conservatieve oplossing. Het advies van het notariaat, dat veeleer een lofbrief is aan uw adres, sterkt ons dan ook in de overtuiging dat hier misschien toch niet het onderste uit de kan is gehaald om een modernisering te bereiken.
Het klopt misschien wel dat wij nu voor een keer tot de voorlopers behoren voor de omzetting van Europese richtlijnen. Dat is echter misschien ook wel te wijten aan het feit dat andere landen wel meer fundamentele en gedurfde keuzes op het vlak van het faciliteren van snelle en goedkope manieren voor de digitale oprichting van een vennootschap hebben gemaakt.
Om de redenen die ik hier net heb aangehaald en omwille van de gemiste kansen zullen wij ons bij de stemming over het wetsontwerp onthouden.
13.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster, ik zal het debat in de commissie hier niet overdoen, maar wil toch een paar bemerkingen maken.
Mevrouw Houtmeyers, u verwijst, ten eerste, naar het artikel in Knack over het notariaat. Ik wil erop wijzen dat het in het artikel uitsluitend ging over erelonen op vastgoedtransacties en dat niet is verwezen naar de kostprijs voor de oprichting van een vennootschap.
Ten tweede, de reden waarom ik mij verbaas over de houding van de N-VA, is dat naar aanleiding van de totstandkoming van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen de discussie is gevoerd over de rol van een notaris ter zake. Toen is uw partij in elk geval niet opgestaan om te vragen wat u nu vraagt. Misschien heeft dat te maken met voortschrijdend inzicht. Het is mij in ieder geval opgevallen dat u dat toen niet vroeg, en nu wel.
Ten derde, kan er daarover een debat worden gevoerd? Ja, dat kan, maar er moet wel rekening worden gehouden met Europese wetgeving ter zake die vereist dat bij de oprichting van een vennootschap ofwel een authentieke akte nodig is, dan wel een controle door een administratie of een gerechtelijke instantie. De bewering dat een vennootschap zomaar digitaal kan worden opgericht zonder enige interventie, is niet conform de voorschriften van Europa. Vandaar dat ik toch in die zin ben tussengekomen.
Met wat nu voorligt, zetten wij een belangrijke stap, aangezien wij een van de eerste landen in Europa zullen zijn, mede dankzij de inspanningen van het notariaat, waar vanaf 1 augustus 2021 vennootschappen volledig digitaal zullen kunnen worden opgericht. Dat zal de vereenvoudiging van het ondernemerschap zeker ten goede komen.
13.03 Katrien Houtmeyers (N-VA): Mijnheer de minister, u verwijst inderdaad naar het artikel in Knack, dat ikzelf ook heb aangehaald. Waarom kan het in vraag worden gesteld voor de aankoop van een privéwoning, maar kan het niet in vraag worden gesteld voor de oprichting van een eenvoudige vennootschap?
U wijst erop dat wij daarmee in de vorige legislatuur geen probleem hadden. In de vorige legislatuur maakten wij deel uit van de regering en moesten er compromissen worden gesloten. Dat maakt volgens mij nogmaals duidelijk dat N-VA als partij wel degelijk compromissen kan sluiten. De voordelen van het nieuw Wetboek vennootschappen en verenigingen wogen voor ons veel meer door dan de enkele minpunten die wij er toen in zagen. Bij de goedkeuring van dat wetboek hebben wij dat zowel in de commissie als in de plenaire vergadering heel duidelijk gezegd.
U zegt dat een notaris moet optreden als een fraudecheck. Daarbij rijst de vraag of de notaris de enige is die een fraudecheck kan uitvoeren. Andere, nog betere of meer onafhankelijke instanties kunnen dat misschien ook doen. Daarbij denk ik aan ondernemingsrechtbanken of parketten, zoals dat in Frankrijk het geval is. Is Frankrijk dan zoveel meer fraudegevoelig? Die bedenking kunnen we misschien ook maken.
13.04 Minister Vincent Van Quickenborne: U bent blijkbaar een grote aanhanger van het Franse model, maar mij wordt verteld dat wanneer een vennootschap in Frankrijk niet wordt opgericht via een notaris, maar via het gerecht, er dan wordt gekozen voor een zeer lange weg om een vennootschap op te richten. Ik wil het notariaat niet aan de kant schuiven om te kiezen voor een weg die ervoor zorgt dat alles veel trager, veel minder efficiënt en veel bureaucratischer zal verlopen. Ik ben daar absoluut niet toe bereid. Elke andere discussie wil ik gerust voeren, maar ik ben niet bereid om een stap achteruit te zetten en de Franse weg op te gaan in dit dossier.
La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2047/9)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2047/9)
L’intitulé en
néerlandais a été modifié par la commission en "wetsontwerp tot wijziging
van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en van de wet van
16 maart 1803 tot regeling van het notarisambt en houdende diverse
bepalingen ingevolge de omzetting van Richtlijn (EU) 2019/1151 van het
Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van
Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale
instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht".
Het opschrift in het Nederlands werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en van de wet van 16 maart 1803 tot regeling van het notarisambt en houdende diverse bepalingen ingevolge de omzetting van Richtlijn (EU) 2019/1151 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht".
Le projet de loi compte 34 articles.
Het wetsontwerp telt 34 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 34 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 34 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
14 Proposition de loi modifiant la loi organique du 18 juillet 1991 du contrôle des services de police et de renseignement et de l’Organe de coordination pour l’analyse de la menace et visant à élargir les conditions de nomination des greffiers du Comité R et du Comité P (2064/1-3)
14 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, alsook tot verruiming van de voorwaarden tot benoeming van de respectieve griffiers van het Vast Comité I en van het Vast Comité P (2064/1-3)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
André Flahaut,
Benoit Piedboeuf, Cécile Thibaut, Servais Verherstraeten, Patrick Dewael, Bert
Moyaers, Stefaan Van Hecke.
Sans rapport
Zonder verslag
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
14.01 André Flahaut (PS): Madame la présidente, cette proposition de loi vise à débloquer une situation qui persiste maintenant depuis des mois, à savoir l'impossibilité pour le Parlement de lancer des procédures de recrutement pour des greffiers au Comité P et au Comité R, étant donné que les conditions pour postuler à ces emplois sont très limitées. Il faut un master en droit. Nous avons été amenés à refuser des candidats qui étaient surdiplômés mais qui ne détenaient pas de master en droit. Nous avons donc dû les refuser et arrêter les procédures.
Les Comités P et R ne sont plus dotés de greffiers aujourd'hui. Il y a donc une certaine urgence. La commission l'a bien compris et a adopté cette proposition à l'unanimité, sans rapport d'ailleurs. Cela nous permettra sans doute de lancer très rapidement dans la foulée les procédures de recrutement et ainsi peut-être avoir, dans quelques semaines ou dans quelques mois, des greffiers dans ces deux organismes qui sont mis, pour l'instant, à forte contribution compte tenu des événements qui se produisent au sein de certains services de renseignement et de sécurité.
La présidente: Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2064/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2064/3)
L’intitulé a
été modifié par la commission en "proposition de loi modifiant la loi
organique du 18 juillet 1991 du contrôle des services de police et de
renseignement et de l’Organe de coordination pour l’analyse de la menace afin
d’élargir les conditions de nomination des greffiers respectifs du Comité
permanent R et du Comité permanent P".
Het
opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel tot wijziging van de
wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie en
inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse
teneinde de voorwaarden tot benoeming van de respectieve griffiers van het Vast
Comité I en van het Vast Comité P te verruimen".
La proposition de loi compte 3 articles.
Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
15 Projet de loi modifiant la loi du 16 mai 2003 fixant les dispositions générales applicables aux budgets, au contrôle des subventions et à la comptabilité des communautés et des régions, ainsi qu'à l'organisation du contrôle de la Cour des comptes (2005/1-3)
- Projet de loi modifiant la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l'État fédéral (2010/1-3)
15 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof (2005/1-3)
- Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat (2010/1-3)
Je vous propose de consacrer une seule
discussion à ces deux projets de loi. (Assentiment)
Ik stel u voor één enkele bespreking aan
deze twee wetsontwerpen te wijden. (Instemming)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
De voorzitster: De rapporteur is de heer Loones; hij verwijst naar het schriftelijk verslag.
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi no 2005. Le texte adopté par la commission sert
de base à la discussion. (Rgt
85, 4) (2005/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
van het wetsontwerp nr. 2005 aan. De door de commissie aangenomen tekst
geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2005/3)
Le projet de loi compte 3 articles.
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi no 2010. Le texte adopté par la commission sert
de base à la discussion. (Rgt
85, 4) (2010/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
van het wetsontwerp nr. 2010 aan. De door de commissie aangenomen tekst
geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2010/3)
Le projet de loi compte 5 articles.
Het wetsontwerp telt 5 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 5 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 5 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
16 Samengevoegde interpellaties van
- Dominiek Sneppe aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De problemen aan de top van de FOD Volksgezondheid" (55000157I)
- Kathleen Depoorter aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De topman van de FOD Volksgezondheid" (55000158I)
- Sofie Merckx aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De evaluatie van de topman van de FOD Volksgezondheid" (55000161I)
- Dominiek Sneppe à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "Les problèmes au comité de direction du SPF Santé publique" (55000157I)
- Kathleen Depoorter à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "Le président du comité de direction du SPF Santé publique" (55000158I)
- Sofie Merckx à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "L'évaluation du responsable du SPF Santé publique" (55000161I)
16.01 Dominiek Sneppe (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, wat is er toch aan de hand met uw FOD Volksgezondheid? Het is al langer bekend dat het rommelt aan de top van de FOD Volksgezondheid maar dat waren slechts geruchten, dat werd althans steevast gezegd als we daar vragen over stelden. Op 6 juni stond echter zwart op wit in De Standaard: "De federale topambtenaar van Volksgezondheid is met ziekteverlof na een tweede ontoereikende evaluatie, dit in volle afloop van de coronacrisis en met cruciale hervormingen in het vooruitzicht".
In de bijzondere commissie COVID-19 kwam diezelfde topambtenaar getuigen dat het helemaal niet zo goed gaat bij de FOD Volksgezondheid. Er is te weinig personeel, er zijn spanningen tussen politiek en ambtenarij en binnen de FOD zelf. Een Vlaams spreekwoord zegt dat waar rook is ook vuur is. De oppositie was dus al enigszins argwanend toen u op de vraag van de collega van de N-VA antwoordde dat u nu voor de vijfendertigste keer zou antwoorden dat er helemaal geen audit aan de gang is, noch een evaluatie, niet bij het FAGG, noch bij de FOD Volksgezondheid. Wie schetst echter onze verwondering toen wij in de krant het tegendeel lazen. Er was wel degelijk een evaluatie, een tweede ontoereikende zelfs.
We willen hier voor de zekerheid nogmaals de vraag stellen of er nu al dan niet een evaluatie was. Volgens de pers was er immers duidelijk wel een evaluatie, een tweede ontoereikende zelfs. Ofwel was u niet op de hoogte van deze evaluatie, ofwel liegt u. Ik weet niet wat u het ergst vindt, maar voor Vlaams Belang zijn beide opties even erg. Als u niet op de hoogte bent, dan loopt er duidelijk iets verkeerd binnen uw administratie en dat is dan uw verantwoordelijkheid. Geen wonder dus dat er ook heel wat verkeerd loopt bij het beheersen van de coronacrisis. Als u naar aanleiding van vragen van de oppositie echter halve waarheden of hele leugens vertelt, dan is dat een democratisch probleem, een probleem van het Parlement. Een dergelijk probleem leidt tot een democratisch deficit.
Als in de commissie gevraagd wordt om de aanwezigheid van de minister te vorderen om tekst en uitleg te verschaffen, dan is er opeens grote eensgezindheid binnen Vivaldi. Men vindt dat geen dringend probleem, de oppositie moet maar interpelleren als ze dat zo belangrijk vindt. Dat is natuurlijk jammer, want het zou ook anders kunnen. Daar verschilt het Vlaams Belang duidelijk met de Vivaldipartijtjes. Het Vlaams Belang zou in dialoog gaan met de oppositie, openlijk en transparant, met alle kaarten op tafel, uit respect voor de democratie, uit respect voor het Parlement, quod non bij de Vivaldipartijtjes.
In volle gezondheidscrisis is het blijkbaar geen probleem voor de Vivaldipartijen dat de federale overheidsdienst, die de crisis moet beheren en beheersen, een stuurloos schip is geworden. Collega Jiroflée durft zelfs te beweren dat de regering goed bezig is. Neen, de Vivaldiregering is niet goed bezig. Dé federale overheidsdienst die de gezondheidscrisis stevig zou moeten aanpakken, is een stuurloos schip. De voorzitter van de FOD krijgt tot tweemaal toe een ontoereikende evaluatie. Er zijn spanningen binnen de overheidsdienst zelf en met de politiek. Dat is niet nieuw. Uw voorganger, mevrouw De Block, kon dat ook al ervaren en gaf reeds de eerste negatieve evaluatie.
Ook gaf de ambtenaar in kwestie in de bijzondere commissie COVID-19 toe dat er inderdaad wel wat spanningen zijn en vooral ook dat er een gebrek is aan personeel. Om de crisiscel te bemannen, moest men immers zelfs een gepensioneerd ambtenaar reactiveren. Het is dus een probleem dat al langer bestaat, maar waar geen structurele oplossing voor wordt gezocht. Die etterende wonde is door de coronacrisis gewoon nog wat meer gaan etteren.
De vragen die ik over het dossier heb, zijn de volgende. Hoe komt het dat een topambtenaar als deze, die een aanvullend diploma van de Vlerick Business School en een specialisatie interne audit aan de Universiteit Antwerpen heeft behaald en die publiceert over performancemanagement in het openbaar bestuur, een tweede ontoereikende evaluatie krijgt? Wat deed hij met de eerste ontoereikende evaluatie? Wat deed de overheid? Zijn er precedenten in deze of andere federale overheidsinstellingen en, vooral, hoe moet het nu verder?
Dat u en uw partij, maar ook de rest van de Vivaldipartijtjes het niet belangrijk genoeg vinden om er tekst en uitleg over te geven in een extra commissievergadering, is een teken aan de wand dat er niet veel zal veranderen. In plaats van dat de wonde goed uitgekuist is, zal zij dus blijven etteren.
U hebt nochtans grote hervormingen aangekondigd binnen uw departement, maar met dit stuurloos schip zult u nog voor u goed en wel op zee bent op de klippen lopen. Daarom, mijnheer de minister, krijg ik graag een antwoord op de volgende vragen.
Zal het Parlement inzage krijgen in dit dossier? Wanneer zal het Parlement inzage krijgen in dit evaluatiedossier? Welke gevolgen zal dat hebben voor de broodnodige hervormingen van de gezondheidszorg? Zult u een volledige audit laten uitvoeren voor de diensten onder uw bevoegdheid, en in het bijzonder voor de FOD Volksgezondheid en het FAGG?
16.02 Kathleen Depoorter (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, het is via persberichten dat wij op de hoogte zijn gebracht dat er beslissingen waren genomen inzake het functioneren van de heer Auwers, topman van de FOD Volksgezondheid. In volle afhandeling van de coronacrisis stellen wij dus vast dat de topambtenaar die Volksgezondheid moet leiden, met ziekteverlof is na een tweede ontoereikende evaluatie, waaraan ook een verbeteringstraject gekoppeld is. Aldus de pers.
Nu blijkt dat de heer Auwers al twee weken met ziekteverlof is en dat hij tijdelijk vervangen is door de heer Mortier, directeur-generaal, afkomstig van het departement Dier, Plant en Voeding. Zo komt de FOD Volksgezondheid voor de tweede keer in de grootste crisis van de eeuw zonder leidinggevend ambtenaar te staan. Stuurloos op het schip, het schip dat al geen politieke kapitein had. Het blijkt nu ook geen ambtelijke kapitein te hebben bij het beheersen van deze crisis.
Het was inderdaad al in april van vorig jaar dat uw voorgangster, mevrouw De Block, een negatieve evaluatie had gegeven en de heer Auwers op een zijspoor had gezet. Nu, de leden van de covidcommissie die toegang hebben tot de vertrouwelijke informatie weten allemaal, net als de regeringsleden, dat er effectief functioneringsproblemen waren. Er waren problemen bij de aankoop van de mondmaskers en ook bij het zoeken naar aanbestedingsmogelijkheden om nieuwe mondmaskers te kopen, en dergelijke meer.
De heer Auwers werd vervangen door de heer De Coster, die uit pensioen kwam en daar te lang naar zijn zin zat. Hij was immers van plan om al in juli terug te keren naar dat pensioen.
Maar dus, mijnheer de minister, het was heel goed geweten dat er functioneringsproblemen waren, door u en door de parlementsleden. De functie en de verantwoordelijkheid van de voorzitter van de FOD in een dergelijke crisis zijn gigantisch groot.
Vandaar de interpellatie. Ik zou immers graag duidelijkheid krijgen over de aard en de ernst van de situatie van de functioneringsproblemen van de heer Auwers, en vooral ook over de impact die dit heeft gehad op de FOD volksgezondheid.
Ik zou u ook willen vragen om mee te delen wie er kennis had binnen de regering, wat daarover gezegd is, vanaf wanneer en wat de reacties waren. Ik vind dat u duidelijkheid zou moeten scheppen ten opzichte van het Parlement omtrent het hernemen van de functies van de heer Auwers, over de incidenten, de evaluaties, de periode waarin hij effectief een andere job uitvoerde en uw rol daarin. In hoeverre hebt u dit doorgesproken met uw regeringspartners?
In een dergelijke crisis is het ook heel belangrijk dat bij het heropnemen van de functie opvolging, begeleiding, ondersteuning en dat er voorwaarden zijn rond de eerdere incidenten en de ontoereikende evaluaties. Graag had ik vernomen wat u exact hebt gedaan.
Het lijkt mij ook bijzonder dat een leidinggevend ambtenaar na twee negatieve evaluaties gewoon kan blijven functioneren, al zeker gezien de toestand van het land en de verantwoordelijkheid die hij heeft.
Ik wil u meteen ook de vraag stellen of er nog andere functioneringsproblemen zijn binnen de FOD of binnen het FAGG. Daar hebben we al vaak over gepraat. We kennen allemaal de problemen die zich hebben voorgedaan in de crisis. Zijn er vandaag nog functioneringsproblemen gekend die u wenst te evalueren, waar u wenst iets aan te doen?
We hebben hier vaak over gedebatteerd in de commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen, in de bijzondere commissie COVID-19 en in de plenaire vergadering. Ik heb u telkens gevraagd een audit uit te voeren van die toch heel belangrijke federale organisaties, in casu gezondheidszorg: het FAGG en de FOD. Hoe komt het dat u die vraag telkens naast u hebt neergelegd? Hoe komt het dat uw partij en alle regeringspartijen in de bijzondere commissie COVID-19 de aanbeveling van de N-VA-fractie om die audit in te richten weggestemd hebben? Waarom gaat u daar niet in mee als u op de hoogte was van een dergelijke problematiek?
16.03 Sofie Merckx (PVDA-PTB): De heer Auwers, de topman van de federale overheidsdienst Volksgezondheid, is op dit moment ziek nadat hij voor een tweede keer geen positieve evaluatie kreeg. Dat er problemen waren in de leiding van de FOD Volksgezondheid bleek onrechtstreeks toen in april vorig jaar in volle covidcrisis in allerijl een gepensioneerd ambtenaar werd gevraagd om het roer over te nemen. In augustus 2020 zou mevrouw De Block een verbeteringstraject opgelegd hebben aan de heer Auwers na een niet-positieve evaluatie. Ook u zou nu opnieuw niet tevreden zijn over het functioneren van de topambtenaar.
Deze situatie doet ernstige vragen rijzen over het functioneren van de heer Auwers, maar ook over de werking van de FOD Volksgezondheid in het algemeen en natuurlijk ook de politieke verantwoordelijkheid daarin. Het schip zit zonder kapitein en dat op het moment dat we toch nog steeds in volle crisis zitten.
Het schip dienst Volksgezondheid heeft ook wel heel wat mankementen. Dat hoorden we ook in de getuigenissen in de bijzondere commissie COVID-19. We hoorden zo dat de FOD Volksgezondheid echt sterk onderbemand is, een schip met weinig matrozen dus. Sleutelfiguren zoals mevrouw Quoilin van Sciensano, de heer Auwers zelf en de heer Pardon vertelden hoe structurele onderfinanciering van de opeenvolgende regeringen, met de N-VA inbegrepen, de gezondheidsadministratie werkelijk uitholde. Zo was de dienst Public Health Emergencies, die internationale uitbraken in de gaten moest houden, teruggevallen op één persoon.
Ook microbioloog Emmanuel André, die getuige was van de eerste golf en de aanpak, sprak in de bijzondere commissie COVID-19 over de lege plateaus op de FOD Volksgezondheid.
Dat politiek besparingsbeleid op onze overheidsdiensten betalen we vandaag, enerzijds, door een administratie die de crisis niet naar behoren aankon en, anderzijds, moet de overheid voor miljoenen euro's beroep doen op dure consultancybureaus zoals KPMG en Deloitte.
De vraag is ook in hoeverre het hier om een politieke afrekening gaat. Mevrouw De Block heeft nooit haar ontslag gegeven, ondanks haar verpletterende en loodzware verantwoordelijkheid bij het vernietigen en niet vernieuwen van de strategische voorraad mondmaskers.
We weten uit de bijzondere commissie COVID-19 dat de administratie verschillende nota's stuurde met voorstellen voor het heraanleggen van een nieuwe stock, maar dat het kabinet van De Block daar geen prioriteit van maakte. Integendeel, zij zaten in een blinde budgettaire orthodoxie van de Zweedse regering met de N-VA en ze vonden 100 miljoen euro voor een bestelling mondmaskers te veel geld. We kennen allemaal de prijs die we daarvoor hebben betaald.
Mijnheer de minister, was u op de hoogte van de evaluatie die uw voorgangster gaf aan de heer Auwers? Had die te maken met de mondmaskersaga, zowel het vernietigen van de mondmaskers, het niet heraanleggen van de stock als het laat bestellen van de mondmaskers? Werden voorwaarden aan zijn functioneren gesteld? Werd aan die voorwaarden voldaan? Wat is de reden dat u de heer Auwers geen positieve evaluatie hebt gegeven? In De Tijd konden we lezen dat de heer Auwers verweten wordt dat hij geen crisismanager is geweest.
Welke problemen stelt u vast bij de FOD Volksgezondheid? In hoeverre zijn die het gevolg van het disfunctioneren van de heer Auwers?
In de pers lazen we ook dat de Vivaldiregering het ontslag van de heer Auwers bij de regeringsvorming zou hebben besproken, maar dat men de brandweer niet wilde vervangen op het moment van de brand.
Welke maatregelen hebt u genomen of zult u nemen om de situatie op de FOD Volksgezondheid op korte en middellange termijn te verbeteren? In welke extra budgetten is voorzien? Hoe zult u van de FOD Volksgezondheid een sterke overheidsdienst maken die echt actief kan optreden? Werd ondertussen extra personeel aangeworven of plant u dat nog te doen?
16.04 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitster, collega's, de heer Auwers is als voorzitter van de FOD Volksgezondheid, Beveiliging van de Voedselketen en Leefmilieu een mandaathouder. Mandaathouders worden jaarlijks geëvalueerd en overeenkomstig de vastgestelde procedure is er een tussentijdse evaluatie van de heer Auwers gebeurd over de periode 2020.
De wetgeving zegt duidelijk wie er toegang heeft tot dat evaluatiedossier: dat is de houder van de managementfunctie zelf, de directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie van de betrokken overheidsdienst en de evaluatoren – in dit geval zijn dat mijn collega's Van Quickenborne, Clarinval en Khattabi als tweede evaluatoren – en ikzelf. Zij hebben toegang tot het personeelsdossier in die vorm, maar voor de rest behoort het evaluatieverslag tot het personeelsdossier en dat valt niet onder de openbaarheid van bestuur. Ik zal daar dan ook verder geen enkele inhoudelijke toelichting bij kunnen geven.
Ik kan wel bevestigen wat in de kranten is verschenen. De evaluatie was niet positief, omdat er geconcludeerd werd "te ontwikkelen". Dat is niet hetzelfde als een negatieve evaluatie. Ik wist natuurlijk dat er bij de vorige evaluatie ook besloten was dat de evaluatie zou luiden: "te ontwikkelen". Voor het overige kan ik hier echt niet ingaan op de inhoud van een personeelsdossier.
Het is duidelijk dat het hier gaat over de evaluatie van een mandaathouder. Dus, mevrouw Sneppe, voor de zesendertigste keer, neen, het is geen evaluatie van de instelling, dat is iets anders. De instelling is natuurlijk een bijzonder belangrijke instelling op dit ogenblik van de crisis. We zijn ze ook wezenlijk aan het versterken op het vlak van personeel en werkingsmiddelen. In de begrotingscontrole 2021 is voor de FOD Volksgezondheid een extra bedrag vrijgemaakt van afgerond 8 miljoen euro. Eigenlijk moet dat toelaten om 65 voltijdse eenheden aan te werven. Dus de FOD wordt versterkt qua mankracht.
De bestaande problemen bekijken wij natuurlijk ook nauwkeurig en wij proberen ons uiterste best te doen om de FOD vooruit te helpen. Daar mag u zeker op rekenen.
De heer Auwers is inderdaad met ziekteverlof, zoals gezegd. Hij wordt op dit ogenblik vervangen door de heer Philippe Mortier.
16.05 Dominiek Sneppe (VB): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord, al ben ik er niet heel tevreden mee, maar dat kan ook aan mij liggen. U zegt dat de FOD inderdaad niet wordt geëvalueerd en dat u de vragen daarover al voor de zesendertigste keer beantwoordt. Misschien moet u van een evaluatie wel echt werk maken.
U zegt dat 65 voltijds equivalenten zullen worden aangeworven, maar het probleem dat de heer Auwers in de bijzondere commissie COVID-19 naar voren bracht, was net dat die vacatures niet ingevuld geraken. Er moet toch een reden zijn waarom dat niet gebeurt.
Naast het gegeven dat uw antwoord bijzonder kort was, kunt u geen inzage geven in het dossier. Dat vind ik uiteraard zeer jammer en wij zullen u de vraag opnieuw stellen om alsnog inzage te kunnen krijgen. De parlementaire controle dient er namelijk ook toe te kunnen controleren hoe die evaluatie gebeurt.
U bent ook niet ingegaan op de vraag of er een audit zal worden georganiseerd. U zult wel zorgen voor extra personeel.
Wij hebben gezien dat de FOD Volksgezondheid vierkant draait, toch zeker in de huidige crisis. U zult enkel iets doen aan het personeelstekort, wat niet gemakkelijk zal zijn, maar het is dan toch al iets. U zult echter niet de hele FOD aanpakken.
Ik denk dat u het daarin verkeerd hebt. Hoe kan het schip een juiste koers varen, als, ten eerste, de spanningen tussen de kapitein en de rederij niet opgelost geraken? Ten tweede, wordt er niets gedaan aan de dreiging van muiterij bij de matrozen, al zijn het er weinig. Ten derde, de kapitein het schip heeft verlaten, weliswaar tijdelijk.
Mijn indruk is dus dat het schip van uw overheidsinstelling gedoemd is om op de klippen te lopen, zelfs met de nieuwe matrozen. Het is gedoemd om op de klippen te lopen als er niet ingegrepen wordt. Ik herhaal dus mijn vraag om een grondige audit te laten uitvoeren, te beginnen bij de FOD Volksgezondheid om vervolgens de scope uit te breiden tot het FAGG. Daar heeft men tijdens de coronacrisis ook heel wat steken laten vallen. Zo was er om er maar een te noemen de saga met de DiaSorintests, die in de pers kwam. Na het heel recente rapport van het Rekenhof raad ik u aan om ook Sciensano maar eens onder de loep te nemen.
Om gehoor te krijgen op mijn vragen, heb ik een motie klaar die ik zal indienen. Daarmee dring ik erop aan om, ten eerste, het Parlement zo snel mogelijk inzage te verschaffen in het evaluatiedossier van de federale topambtenaar van Volksgezondheid, en om, ten tweede, een volledige audit te laten uitvoeren van de diensten onder de bevoegdheid van de minister van Volksgezondheid en in het bijzonder de FOD Volksgezondheid en het FAGG.
16.06 Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de minister, ik kan mij niet ontdoen van de indruk dat u, die mij oprecht begaan lijkt met de volksgezondheid, zelf niet tevreden zou zijn met dit antwoord.
Ik stel vast dat na vijf maanden of eigenlijk na een jaar, zijnde de periode waarin het probleem gekend is, een topambtenaar met een functioneringsproblematiek, die aan het hoofd staat van uw belangrijkste dienst en uw belangrijkste taak, namelijk ons uit de coronacrisis loodsen en die coronacrisis beheersen, gewoon aan zet blijft en dat u de ontwikkeling van de betrokkene of de te ontwikkelen verbetering een gangbaar feit vindt. Waarom hebt u die laattijdigheid gehanteerd? Waarom hebt u de betrokkene van bij het begin van het jaar opnieuw op die belangrijke functie geplaatst? Volgens het persbericht is hij met ziekteverlof, wat u ook hebt bevestigd. In welke mate gaat het echter om een gedwongen ziekteverlof en om het gevolg van het verbeteringstraject? In welke mate is de persoon echt ziek?
Mijnheer de minister, u geeft aan dat u de werking van de FOD verbetert. U bent immers aan het aanwerven. In februari 2021 had u echter een derde van de voorziene personeelsleden ingevuld. Dat aantal is niet toereikend, om de huidige crisis te beheersen.
De taak van ons, parlementsleden, is u en de regering te controleren. Mijn vraag in de commissie voor Gezondheid, om u te horen over de functioneringsproblematiek, de negatieve evaluaties en het verbeteringstraject van een topambtenaar, is een belangrijke aangelegenheid. Niettemin is onze vraag weggestemd. Niettemin achtte u het niet noodzakelijk naar het Parlement te komen, om uitleg over de zaak te komen geven en om in alle discretie rond het dossier uit te leggen wat u effectief op korte termijn aan het probleem zou doen en waarom u er niet op tijd iets aan hebt gedaan.
Mijnheer de minister, u geeft aan dat het geen negatieve evaluatie was, maar een te ontwikkelen verbetering. Er was nog zicht op verbetering. Dit is echter een topjob en die moet ook top uitgevoerd worden. De intensivist, de spoedarts, de verpleegkundige en de zorgkundige hebben hun job in deze crisis top uitgevoerd. Dat is ook wat de overheid moet verwachten van wie sowieso veel verantwoordelijkheid draagt: input en het leiden van het beleid in deze crisis. Bij deze topjob hoort professionaliteit en alert functioneren.
Het blijft mij dan ook verbazen dat de Parlementsleden van de meerderheid het omertaprincipe hanteren. Als ik een terechte vraag stel om uitleg te krijgen in de commissie, drukken ze op het knopje om aan te geven dat dit niet nodig is. Is dit echt geen grondig onderzoek waard? Zijn onze patiënten en zorgverstrekkers het niet waard om dit grondig te gaan onderzoeken? Vindt men het echt niet belangrijk om te bekijken welke oorzaak die slordigheden en tekortkomingen in deze crisis hebben en wat we daaraan kunnen doen? Is dit een totaal gebrek aan interesse of is het apathie? Zijn er soms potjes die gedekt moeten blijven? Geen van de drie vind ik goed, mijnheer de minister. Dit moest en kon beter. Ik kan het niet vatten.
Ik heb trouwens het vaste geloof dat ook de collega's dit niet kunnen vatten, zeker de collega's die mee aan het stuur zaten van de bijzondere commissie COVID-19 en over alle vertrouwelijke informatie beschikten. Zij weten heel goed wat er fout is gelopen. Ik ben ervan overtuigd dat zij, voor onze covidpatiënten en onze zorgkundigen, voor alle families die geleden hebben en doden moesten betreuren, wel willen meedenken en dieper willen graven. Ze moeten ervoor zorgen dat die audit van de FOD en het FAGG er komt.
Mijnheer de minister, ik heb dan ook een motie van aanbeveling ingediend die gestoeld is op twee pijlers, namelijk een grondige evaluatie en audit van de FOD en het FAGG, maar ook ervoor zorgen dat het Parlement zijn taak kan doen. Wanneer een Parlementslid vraagt dat een minister uitleg komt geven in het Parlement, dan moet dat ook effectief gebeuren.
16.07 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, je comprends bien sûr que vous ne puissiez pas aller dans le détail des éléments personnels mais, en même temps, on aurait peut-être pu trouver une autre solution pour en discuter. Il s'agit quand même d'un service très important, le SPF Santé publique, qui se retrouve aujourd'hui sans capitaine. En ce sens, la réponse que vous avez donnée me laisse sur ma faim.
Aujourd'hui, il est temps de tirer les vraies leçons de cette crise. Ce n'est pas l'affaire d'une personne, et cela, j'en suis convaincue. Il s'agit du problème. J'aurais voulu vous entendre davantage sur ce que vous demandez à M. Auwers de faire. Quelle est votre vision de notre service de santé publique? Comment doit-il fonctionner? Au début de la crise, ce service était exsangue. Le peu de choses qu'on aurait pu préparer pour faire face à cette pandémie n'étaient pas prêtes. Le plan pandémie n'était pas prêt, le stock stratégique avait été détruit et pas renouvelé, sous la responsabilité de Mme De Block. Finalement, il a fallu aller chercher des avis ailleurs, dans des bureaux de consultance, etc. Nous devons tirer les conclusions de ce problème-là.
Nous avons besoin d'un service public fort, qui sache agir, et être efficace, pour protéger la population. En effet, c'est ce qui a manqué. Vous dites qu'il y a 65 équivalents temps plein engagés. C'est une bonne chose, mais est-ce assez par rapport à l'ensemble des tâches à accomplir? Combien de temps plein devrait-on avoir? Combien n'en a-t-on pas perdu durant toutes ces années d'économies?
Dans ce cadre, j'ai déposé une motion de recommandation. Aujourd'hui il est temps de mettre vraiment fin à l'austérité, d'investir dans un service public fort qui sache agir pour protéger la population, prendre en main tous les problèmes de santé publique, qu'il s'agisse du covid ou d'autres problèmes.
De voorzitster: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion, les motions suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Dominiek Sneppe en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van de dames Dominiek Sneppe, Kathleen Depoorter en Sofie
Merckx
en het
antwoord van de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid,
- gelet
op de getuigenis in de bijzondere commissie COVID-19 van verschillende topambtenaren
binnen de FOD Volksgezondheid over de spanningen tussen de ambtenarij en
de politiek;
- gelet
op de getuigenis in de bijzondere commissie COVID-19 van verschillende
topambtenaren binnen de FOD Volksgezondheid over het personeelstekort;
- gelet
op de belangrijke opdracht van de FOD Volksgezondheid, zijnde de
beheersing en het beheer van de gezondheidscrisis;
- gelet
op de gebrekkige aanpak van en de vele blunders tijdens de coronacrisis;
vraagt de
regering
- het
Parlement zo snel als mogelijk inzage te verschaffen in de evaluatiedossiers
van de federale topambtenaar van Volksgezondheid;
- een
volledige audit te laten uitvoeren voor de diensten onder de bevoegdheid van de
minister van Volksgezondheid, en in het bijzonder voor de
FOD Volksgezondheid en het FAGG."
Une première motion de recommandation a été déposée par Mme Dominiek Sneppe et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mmes Dominiek Sneppe, Kathleen Depoorter et Sofie Merckx
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
- vu le témoignage en commission spéciale Covid-19 de plusieurs hauts fonctionnaires du SPF Santé publique sur les tensions entre l’administration publique et le monde politique;
- vu le témoignage en commission spéciale Covid-19 de plusieurs hauts fonctionnaires du SPF Santé publique sur le manque de personnel;
- vu la mission importante qui incombe au SPF Santé publique en matière de maîtrise et de gestion de la crise sanitaire;
- vu les manquements dans la gestion de la crise du coronavirus et les nombreuses erreurs commises durant cette crise;
demande au gouvernement
- de donner le plus rapidement possible au Parlement accès aux dossiers d’évaluation du haut fonctionnaire fédéral de la Santé publique;
- de commander un audit complet des services placés sous l’autorité du ministre de la Santé publique et en particulier du SPF Santé publique ainsi que de l’AFMPS."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Kathleen Depoorter en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van de dames Dominiek Sneppe, Kathleen Depoorter en Sofie
Merckx
en het
antwoord van de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid,
- gelet
op de persberichten omtrent het functioneren van de heer Tom Auwers, voorzitter
van de FOD Volksgezondheid, en in het bijzonder de incidenten, de
ontoereikende evaluaties, het op non-actief zetten en het ziekteverlof waarmee
deze topambtenaar geconfronteerd werd onder zowel minister Vandenbroucke als
minister De Block;
- gelet
op de weigering van de meerderheidspartijen in de commissie voor Gezondheid en
Gelijke Kansen om de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid op te vorderen naar de commissie voor Gezondheid en Gelijke
Kansen om duiding te komen geven bij de problematiek;
- gelet
op de letterlijk levensbelangrijke taak van de voorzitter van de
FOD Volksgezondheid als kapitein op het schip en de impact van zijn
functioneren op een goede aanpak van de huidige gezondheidscrisis en de
behartiging van de volksgezondheid in het algemeen;
- gelet
op het belang van de optimale garantie van de parlementaire controlefunctie en
het respect voor de democratisch verkozen volksvertegenwoordigers en de
bevolking die zij vertegenwoordigen;
- gelet
op het wantrouwen dat uit een gebrek aan transparantie kan voortvloeien bij de
bevolking en de ondermijning van het maatschappelijke draagvlak voor de
maatregelen met het oog op de aanpak van de COVID-19-crisis die hierdoor
bewerkstelligd wordt;
vraagt de
regering
- de
FOD Volksgezondheid en het FAGG aan een onafhankelijke audit te laten
onderwerpen;
- de
continuïteit, leiding en goede werking van de FOD Volksgezondheid en het
FAGG nauwer op te volgen en op duurzame wijze te garanderen;
- erover
te waken dat er binnen de regering en de overheidsdiensten steeds voldoende
respect is voor het draagvlak van haar maatregelen bij de bevolking en de
parlementaire controlefunctie van de parlementsleden;
- er
zorg voor te dragen dat de nieuwe politieke cultuur er één is van wederzijds
respectvolle en constructieve samenwerking tussen meerderheid en oppositie, in
een klimaat van maximale transparantie."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme Kathleen Depoorter et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mmes Dominiek Sneppe, Kathleen Depoorter et Sofie Merckx
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
- vu les articles parus dans la presse concernant le fonctionnement de M. Tom Auwers, président du SPF Santé publique, en particulier les incidents, les mentions d’évaluation insuffisantes, la mise en disponibilité et le congé pour maladie auxquels ce fonctionnaire dirigeant a été confronté, tant sous le ministre Frank Vandenbroucke que sous la ministre Maggie De Block;
- vu le refus des partis de la majorité en commission de la Santé et de l'Égalité des chances d’exiger du vice-premier ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique qu’il vienne s’expliquer sur cette problématique en commission de la Santé et de l'Égalité des chances;
- vu la mission littéralement vitale du président du SPF Santé publique en tant que capitaine de navire et l’impact de son fonctionnement sur une approche adéquate de la crise sanitaire et sur la défense de la santé publique en général;
- vu l’importance de garantir de façon optimale la fonction de contrôle parlementaire et le respect des représentants élus démocratiquement et de la population qu’ils représentent;
- vu la méfiance qu’un manque de transparence peut engendrer auprès de la population et l’affaiblissement de l’adhésion sociétale aux mesures de gestion de la crise du covid-19 qui en résulte;
demande au gouvernement
- de soumettre le SPF Santé publique et l’AFMPS à un audit indépendant;
- de suivre de plus près et de garantir durablement la continuité, la direction et le bon fonctionnement du SPF Santé publique et de l’AFMPS;
- de veiller à ce qu’au sein du gouvernement et des services publics, il y ait toujours un respect suffisant de l’adhésion de la population à ses mesures et de la fonction de contrôle parlementaire des députés;
- de veiller à ce que la nouvelle culture politique soit mutuellement empreinte de collaboration respectueuse et constructive entre la majorité et l’opposition, dans un climat de transparence maximale."
Een derde motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Sofie Merckx en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van de dames Dominiek Sneppe, Kathleen Depoorter en Sofie
Merckx
en het
antwoord van de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid,
- overwegende
dat er reeds geruime tijd sprake is van problemen bij de
FOD Volksgezondheid betreffende onderbemanning en functioneren;
- gelet
op het feit dat reeds in april 2020, midden in de coronacrisis, gevraagd
werd aan gepensioneerd ambtenaar Christiaan Decoster om het crisisbeleid over
te nemen;
- overwegende
de getuigenissen in de bijzondere commissie COVID-19 van mevrouw Sophie
Quoilin, de heer Auwers en de heer Pardon over de structurele onderfinanciering
van de opeenvolgende regeringen die de gezondheidsadministraties uitholde;
- gelet
op het feit dat er op de afdeling Public Health Emergencies van de
FOD Volksgezondheid slechts één persoon werkzaam was;
- overwegende
de uitspraken van de heer Emmanuel André in de bijzondere commissie COVID-19
over de "lege plateaus op de FOD Volksgezondheid";
verzoekt
de regering
- om
af te stappen van de budgettaire orthodoxie inzake het volksgezondheidsbeleid
en de federale overheidsdiensten;
- om
te investeren in een sterke publieke overheidsdienst, met voldoende capaciteit
en middelen om dergelijke crisissen te beheersen."
Une troisième motion de recommandation a été déposée par Mme Sofie Merckx et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mmes Dominiek Sneppe, Kathleen Depoorter et Sofie Merckx
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
- considérant qu’il est déjà question depuis longtemps de problèmes auprès du SPF Santé publique concernant le manque de personnel et le fonctionnement;
- eu égard au fait qu’en avril 2020 déjà, en pleine pandémie du covid, il a été demandé à M. Christiaan Decoster, un fonctionnaire retraité, de reprendre la gestion de la crise;
- eu égard aux témoignages en commission spéciale Covid-19 de Mme Sophie Quoilin, de M. Tom Auwers et de M. Paul Pardon au sujet du sous-financement structurel des gouvernements successifs qui a vidé de leur substance les administrations de la santé;
- eu égard au fait qu’une seule personne travaillait au sein du département Public Health Emergencies du SPF Santé publique;
- eu égard aux propos tenus par M. Emmanuel André en commission spéciale Covid-19 au sujet des "plateaux vides au SPF Santé publique";
demande au gouvernement
- d’abandonner l’orthodoxie budgétaire concernant la politique de santé publique et les services publics fédéraux;
- d’investir dans un service public fédéral solide disposant d’une capacité et de moyens suffisants pour faire face à de telles crises."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Maggie De Block en Melissa Depraetere en de heren Gilles Vanden Burre en Benoît Piedboeuf.
Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Maggie De Block et Melissa Depraetere et MM. Gilles Vanden
Burre et Benoît
Piedboeuf.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
16.08 Melissa Depraetere (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, ik zou graag de urgentie vragen voor de eenvoudige motie.
De voorzitster: Waarvan akte. Er zal dus vandaag over de motie worden gestemd.
La Chambre doit procéder à la nomination d’un membre effectif néerlandophone – membre du Bureau du Conseil central de surveillance pénitentiaire.
De Kamer dient over te gaan tot de benoeming van een Nederlandstalig effectief lid – lid van het Bureau van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen.
Les candidatures ont été annoncées en séance plénière du 10 juin 2021.
De kandidaturen werden tijdens de plenaire vergadering van 10 juni 2021 aangekondigd.
La Chambre doit procéder à la nomination d’un membre effectif néerlandophone du Conseil d’administration de l’Institut fédéral pour la protection et la promotion des droits humains.
De Kamer dient over te gaan tot de benoeming van een Nederlandstalig effectief lid van de Raad van bestuur van het Federaal Instituut voor de bescherming en de bevordering van de rechten van de mens.
Les candidatures ont été annoncées en séance plénière du 12 mai 2021.
De kandidaturen werden tijdens de plenaire vergadering van 12 mei 2021 aangekondigd.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 7 juillet 2021, je vous propose de procéder à ces nominations au cours de la séance plénière du 15 juillet 2021.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 7 juli 2021, stel ik u voor over te gaan tot deze benoemingen tijdens de plenaire vergadering van 15 juli 2021.
Étant donné
la difficulté d’organiser un scrutin secret dans l’hémicycle, je vous propose
de suivre la procédure suivante:
Gelet op de moeilijkheid om een geheime stemming te organiseren in het halfrond, stel ik u voor de volgende procedure te hanteren:
- Les
membres peuvent voter dès le vendredi 9 juillet 2021 jusqu’au jeudi
15 juillet 2021 à 16 h 00. Les bulletins de vote ainsi que
les documents parlementaires sont à leur disposition au Secrétariat général.
- De leden kunnen stemmen vanaf vrijdag 9 juli 2021 tot donderdag 15 juli 2021 om 16.00 uur. De stembiljetten en de parlementaire stukken liggen ter beschikking bij het Secretariaat-generaal.
Je rappelle que seuls les membres peuvent recevoir le bulletin de vote, celui-ci doit être rempli sur place et déposé dans l’urne.
Ik herinner eraan dat enkel de leden het stembiljet in ontvangst kunnen nemen, het ter plaatse dienen in te vullen en in de stembus deponeren.
- Les urnes contenant les bulletins de vote seront ouvertes au cours de la séance plénière du jeudi 15 juillet 2021 dans la Salle 3.
- De urnes met de stembiljetten worden geopend tijdens de plenaire vergadering van donderdag 15 juli 2021 in Zaal 3.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Vu que le nombre de suffrages émis est insuffisant, nous devons reporter à la séance plénière du 15 juillet 2021 le dépouillement des scrutins sur:
- les demandes de naturalisations (n° 2058/1) et
- la nomination des membres suppléants dans le cadre du renouvellement de la moitié des mandats des commissions de nomination pour le notariat (n° 1989/1).
Aangezien het aantal uitgebrachte stemmen onvoldoende is, dienen wij uit te stellen naar de plenaire vergadering van 15 juli 2021 het opnemen van de stemmingen over:
- de
naturalisaties (nr. 2058/1) en
- de benoeming van de plaatsvervangende leden in het kader van de hernieuwing van de helft van de mandaten van de Benoemingscommissies voor het notariaat (nr. 1989/1).
Les membres peuvent voter jusqu’au jeudi 15 juillet 2021 à 16 h 00. Les bulletins de vote ainsi que les documents parlementaires sont à leur disposition au Secrétariat général.
De leden kunnen stemmen tot donderdag 15 juli 2021 om 16.00 uur. De stembiljetten en de parlementaire stukken liggen ter beschikking in het Secretariaat-generaal.
Je rappelle que:
- seuls les membres peuvent recevoir le bulletin de vote, celui-ci doit être rempli sur place et déposé dans l’urne;
- la proposition de lois de naturalisation ne peut pas être signée;
- le membre qui n'entend pas accorder la naturalisation à un demandeur, biffera le nom de l'intéressé sur la liste qui lui a été remise;
- les urnes contenant les bulletins de vote seront ouvertes au cours de la séance plénière du jeudi 15 juillet 2021.
Ik herinner eraan dat:
- enkel de leden het stembiljet in ontvangst kunnen nemen, het ter plaatse dienen in te vullen en in de stembus deponeren;
- het voorstel van naturalisatiewetten niet mag worden ondertekend;
- wanneer een lid gekant is tegen de naturalisatie van een aanvrager hij de naam van de belanghebbende schrapt op de lijst die hem werd bezorgd;
- de urnes met de stembiljetten worden geopend tijdens de plenaire vergadering van donderdag 15 juli 2021.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
19 Renvoi d'une proposition à une autre commission
19 Verzending van een voorstel naar een andere commissie
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents, je vous propose de renvoyer la proposition de loi suivante à la commission des Affaires sociales, de l’Emploi et des Pensions:
- proposition de loi (Mmes Nathalie Muylle et Maggie De Block) améliorant et affinant le statut sui generis des médecins spécialistes en formation, tant sur le plan de la protection sociale qu’en ce qui concerne les règles du droit du travail, n° 2089/1.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters stel ik u voor het volgende wetsvoorstel te verzenden naar de commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen:
- wetsvoorstel (de dames Nathalie Muylle en
Maggie De Block) houdende een verbetering en verfijning van het
sui generis-statuut van de artsenspecialisten in opleiding, zowel op het
vlak van sociale bescherming als inzake arbeidsrechtelijke regels, nr. 2089/1.
Cette proposition de loi avait été précédemment
renvoyée à la commission de la Santé
et de l’Égalité des chances.
Dit wetsvoorstel werd eerder verzonden naar
de commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen.
Pas
d'observation? (Non)
Il en sera
ainsi.
Geen
bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
20 Demandes d'urgence émanant du gouvernement
20 Urgentieverzoeken van de regering
Le gouvernement a demandé l'urgence conformément
à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant
extension du champ d’application de la loi du 24 décembre 2020
relative au travail associatif, n° 2094/1.
De regering heeft de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende uitbreiding van het toepassingsgebied van de wet van 24 december 2020 betreffende het verenigingswerk, nr. 2094/1.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
20.01 Staatssecretaris Thomas Dermine: Mevrouw de voorzitster, de hoogdringendheid wordt ingeroepen ingevolge de recente beslissing van het Overlegcomité over de kalender van de versoepelingen waarbij socioculturele activiteiten onder bepaalde voorwaarden opnieuw kunnen plaatsvinden.
Een eerste versoepeling is ingegaan vanaf 8 mei 2021. Verdere versoepelingen volgden in juni en in functie van de verdere evolutie van de COVID-19-pandemie, zullen bijkomende versoepelingen volgen in juli.
In het licht van deze beslissingen is het noodzakelijk om de sector nog voor het zomerreces rechtszekerheid te bieden over het al dan niet van toepassing zijn van de tijdelijke regeling van verenigingswerk op de hoger vermelde socioculturele activiteiten.
La présidente: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.
L'urgence
est adoptée.
De urgentie wordt aangenomen.
Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant des dispositions diverses urgente en matière de santé, n° 2097/1.
De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende diverse dringende bepalingen inzake gezondheid, nr. 2097/1.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
20.02 Staatssecretaris Thomas Dermine: Mevrouw de voorzitster, de urgentie wordt ingeroepen omdat het ontwerp bepalingen omvat die om diverse redenen een urgent karakter hebben. Voor alle in het ontwerp in aanmerking genomen bepalingen werd dit urgente karakter erkend door de Raad van State.
20.03 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, er zijn zeker elementen in het wetsontwerp die de urgentie verdienen, maar die urgentie is natuurlijk vooral nodig door de laattijdigheid van het initiatief, niet zozeer omdat het reces plots opduikt. Dat heeft tot gevolg dat de kwaliteit van het parlementair werk wordt aangetast. Mocht dat eenmalig zijn, dan zouden wij daarmee kunnen leven, maar het gebeurt geregeld. Er is ook geen rekening gehouden met de 48-urenregel. Dit is een kwalijk patroon aan het worden. Om die reden zullen wij – symbolisch, vermoed ik, want het zal toch geen effect hebben op het eindresultaat – tegenstemmen, hoewel ik begrijp dat er elementen van urgentie in zitten. Ik zou de regering echt willen vragen om de urgentie niet uit te lokken door zelf laattijdig haar huiswerk te doen.
La présidente: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.
L'urgence
est adoptée.
De urgentie
wordt aangenomen.
21 Prise en considération de propositions
21
Inoverwegingneming van voorstellen
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
22 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de Mme Katleen Bury sur "Le déploiement du bracelet anti-rapprochement" (n° 153)
22 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Katleen Bury over "De implementatie van de antitoenaderingsarmband" (nr. 153)
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Justice du 30 juin 2021.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Justitie van 30 juni 2021.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 153/1):
- une motion de recommandation a été déposée par Mme Katleen Bury;
- une motion pure et simple a été déposée par Mme Katja Gabriëls.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 153/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Katleen Bury;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Katja Gabriëls.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?
22.01 Katleen Bury (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, na Spanje gebruikt Frankrijk nu ook een antitoenaderingsarmband in de strijd tegen intrafamiliaal geweld. Deze armband dient door de veroordeelde ex-partner te worden gedragen. Net als bij een enkelband dient het apparaat door hem gedragen te worden en kan het alleen door een gemachtigde worden verwijderd. Het slachtoffer dient een ontvangstbox te dragen. Zodra de stalker te dicht in de buurt komt, krijgt die persoon een bericht. Wanneer de dader een verboden zone betreedt, worden de ordediensten automatisch verwittigd. In Spanje heeft dit systeem alvast geleid tot een forse daling van een aantal gevallen van intrafamiliaal geweld en het aantal moorden op ex-partners.
De vraag tot invoering van deze armband is niet nieuw. Eind 2019 kwam het in de commissie reeds ter sprake toen er in enkele dagen tijd twee vrouwen door hun ex-partner werden vermoord. Sindsdien is deze lijst zorgwekkend gestegen en blijft het stil over dit broodnodige initiatief.
Een ander initiatief met een antistallkingsapp, een proefproject in Gent dat liep tot eind mei, is slechts een kleine stap in de goede richting, omdat de slachtoffers zelf een noodknop dienen in te drukken. Het is dan in veel gevallen te laat voor de hulpdiensten om nog te ageren.
Minister Van Quickenborne zei in de commissie dat hiervoor een parlementaire werkgroep werd opgericht, die door corona slechts twee keer is samengekomen en ondertussen een stille dood is gestorven. Dat is iets dat we wel meer zien bij de minister, een enorme aankondigingspolitiek, wekelijks een goednieuwsshow in verschillende kranten, maar op het terrein en in het Parlement blijft het stil. Ook de hervorming van het seksueel strafrecht was gepland voor Pasen. Dit werd opgeschoven naar het zomerreces en deze week werd het pardoes van de agenda gehaald. Dat is toch niet meer ernstig te noemen.
Met deze motie vragen wij aan de regering om eindelijk een tandje bij te steken, om deze antitoenaderingsarmband op te nemen in onze wetgeving en om de termijn om tot veroordeling over te gaan drastisch in te korten, zodat slachtoffers veel sneller en efficiënter kunnen worden beschermd.
La présidente: Début du vote / Begin van de stemming.
Fin du vote
/ Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
85 |
Oui |
Nee |
54 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
(M. Malik Ben
Achour a voté comme son groupe)
(De heer Björn Anseeuw heeft zoals zijn
fractie gestemd voor alle stemmingen)
(Mme Marie-Christine Marghem a voté
comme son groupe pour tous les votes)
23 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Erik Gilissen sur "L'obligation de conserver les données des utilisateurs" (n° 154)
23 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Erik Gilissen over "De verplichte bewaring van gebruikersdata" (nr. 154)
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Économie, de la Protection des consommateurs et de l'Agenda numérique du 30 juin 2021.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Economie, Consumentenbescherming en Digitale Agenda van 30 juni 2021.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 154/1):
- une motion de recommandation a été déposée par M. Erik Gilissen;
- une motion pure et simple a été déposée par M. Albert Vicaire.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 154/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Erik Gilissen;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Albert Vicaire.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration
avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
23.01 Erik Gilissen (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, de regering wil niet alleen telecomproviders, maar ook diensten als WhatsApp, Telegram of Facebook Messenger verplichten om gebruikersdata op te slaan en ter beschikking te houden van het gerecht. Bovendien zullen ook meer instanties toegang krijgen tot deze gegevens. Met een nieuw wetsontwerp wil men niet alleen inzage krijgen in de telecommetadata van nagenoeg het hele Belgische grondgebied, maar wil men ook toegang krijgen tot de versleutelde informatie in chatapplicaties. Zo was althans in de pers te lezen.
De media zijn blijkbaar al ruim vóór het Parlement op de hoogte van de inhoud van het voorontwerp van een wet die de door het Grondwettelijk Hof vernietigde dataretentiewet moet vervangen. Het Europees Hof van Justitie en het Grondwettelijk Hof oordeelden onlangs dat de bewaarplicht van communicatiegegevens in strijd is met het recht op privacy. De zogenaamde dataretentiewet werd op 24 april 2021 dan ook vernietigd door het Grondwettelijk Hof. Met dit nieuwe wetsontwerp negeert de regering blijkbaar niet alleen dit oordeel, maar gaat ze zelfs een heel stuk verder. De organisaties die de vorige wet aangevochten hebben bij het Grondwettelijk Hof reeds aangegeven opnieuw gerechtelijke stappen te zullen ondernemen tegen deze nieuwe wet.
Het bijhouden van deze gegevens is niet alleen een gevaar voor de privacy, maar ook een bron van informatie voor het bestrijden van misdaden zoals terrorisme, drugshandel en dergelijke meer, alsook voor het opsporen van vermiste personen. Maar, dat mag uiteraard geen vrijgeleide zijn om het recht op privacy van alle burgers zomaar te negeren. Het gerecht heeft trouwens nog andere middelen ter beschikking. Facturatiegegevens kunnen zonder de nieuwe wet ook nog steeds opgevraagd worden bij telecomoperatoren. Tevens zijn er op heel wat drukke plaatsen tegenwoordig ook camerabeelden beschikbaar, die kunnen worden ingekeken.
Het Vlaams Belang erkent uiteraard het nut van zulke gegevens in de strijd tegen diverse misdrijven, maar vraagt om de uitwerking van een evenwichtig wetgevend kader met aandacht voor de privacy van de burger en uitgaande van het principe dat men onschuldig is tot het bewijs van het tegendeel. Tevens vragen we dat de nieuwe wetgeving rekening houdt met de recente uitspraken van het Grondwettelijk Hof, en daarvoor hebben wij dan ook een motie ingediend.
La présidente: Début du vote / Begin van de stemming.
Fin du vote
/ Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
87 |
Oui |
Nee |
52 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
(Mme Kattrin Jadin a voté comme son groupe)
24 Motions déposées en conclusion des interpellations de
- Mme Dominiek Sneppe sur "Les problèmes au comité de direction du SPF Santé publique" (n° 157)
- Mme Katleen Depoorter sur "Le président du comité de direction du SPF Santé publique" (n° 158)
- Mme Sofie Merckx sur "L'évaluation du responsable du SPF Santé publique" (n° 161)
24 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van
- mevrouw Dominiek Sneppe over "De problemen aan de top van de FOD Volksgezondheid" (nr. 157)
- mevrouw Katleen Depoorter over "De topman van de FOD Volksgezondheid" (nr. 158)
- mevrouw Sofie Merckx over "De evaluatie van de topman van de FOD Volksgezondheid" (nr. 161)
Ces interpellations ont été développées en séance plénière de ce jour.
Deze interpellaties werden gehouden in de plenaire vergadering van heden.
Quatre motions ont été déposées (MOT n° 157/1):
- une première motion de recommandation a été déposée par Mme Dominiek Sneppe;
- une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme Katleen Depoorter;
- une troisième motion de recommandation a été déposée par Mme Sofie Merckx;
- une motion pure et simple a été déposée
par Mmes Maggie De Block et Melissa Depraetere et MM. Gilles
Vanden Burre et Benoît
Piedboeuf.
Vier moties werden ingediend (MOT nr. 157/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Dominiek Sneppe;
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Katleen Depoorter:
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Sofie Merckx;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Maggie De Block en Melissa Depraetere en de heren Gilles Vanden Burre en Benoît Piedboeuf.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Début du
vote / Begin van de stemming.
Fin du vote
/ Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
85 |
Oui |
Nee |
53 |
Non |
Onthoudingen |
4 |
Abstentions |
Totaal |
142 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
(M. Maxime Prévot a voté comme son
groupe)
25 Aangehouden amendement op het voorstel van resolutie betreffende de veroordeling van de willekeurige detentie in "heropvoedingskampen" en de ondersteuning van internationale en Europese initiatieven ter bescherming van de Oeigoeren en van de overige etnisch-Turkse moslimminderheden (nieuw opschrift) (1789/1-7)
25 Amendement réservé à la proposition de résolution condamnant les détentions arbitraires dans des "camps de rééducation" et soutenant les initiatives internationales et européennes visant à protéger les Ouïghours et les autres minorités musulmanes turciques (nouvel intitulé) (1789/1-7)
Stemming over amendement nr. 5 van
Annick Ponthier cs op het opschrift. (1789/7)
Vote sur
l'amendement n° 5 de Annick Ponthier cs sur l'intitulé. (1789/7)
Begin van de stemming
/ Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
18 |
Oui |
Nee |
99 |
Non |
Onthoudingen |
23 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen en is het opschrift aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'intitulé est adopté.
(Mevrouw Eva Platteau heeft zoals haar fractie
gestemd)
26 Geheel van het voorstel van resolutie betreffende de veroordeling van de willekeurige detentie in "heropvoedingskampen" en de ondersteuning van internationale en Europese initiatieven ter bescherming van de Oeigoeren en van de overige etnisch-Turkse moslimminderheden (nieuw opschrift) (1789/6)
26 Ensemble de la proposition de résolution condamnant les détentions arbitraires dans des "camps de rééducation" et soutenant les initiatives internationales et européennes visant à protéger les Ouïghours et les autres minorités musulmanes turciques (nouvel intitulé) (1789/6)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
125 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
12 |
Abstentions |
Totaal |
137 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (1789/8)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (1789/8)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
(M. Maxime
Prévot a voté comme son groupe)
27 Wetsvoorstel houdende dringende bepalingen inzake justitie (nieuw opschrift) (2084/4)
27 Proposition de loi portant des dispositions urgentes en matière de justice (nouvel intitulé) (2084/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
105 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
36 |
Abstentions |
Totaal |
141 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
(2084/5)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction
royale. (2084/5)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
28 Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en van de wet van 16 maart 1803 tot regeling van het notarisambt en houdende diverse bepalingen ingevolge de omzetting van Richtlijn (EU) 2019/1151 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht (nieuw opschrift) (2047/9)
28 Projet de loi modifiant le Code des sociétés et des associations et la loi du 16 mars 1803 contenant organisation du notariat et portant des dispositions diverses à la suite de la transposition de la directive (UE) 2019/1151 du Parlement européen et du Conseil du 20 juin 2019 modifiant la directive (UE) 2017/1132 en ce qui concerne l'utilisation d'outils et de processus numériques en droit des sociétés (2047/9)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de stemming
/ Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 7) |
||
Ja |
116 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
22 |
Abstentions |
Totaal |
138 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2047/10)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2047/10)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
(Mmes
Sophie Thémont et Nathalie Gilson ont voté comme leurs groupes)
(De heer Joy Donné heeft zoals zijn
fractie gestemd)
29 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse teneinde de voorwaarden tot benoeming van de respectieve griffiers van het Vast Comité I en van het Vast Comité P te verruimen (nieuw opschrift) (2064/3)
29 Proposition de loi modifiant la loi organique du 18 juillet 1991 du contrôle des services de police et de renseignement et de l'Organe de coordination pour l'analyse de la menace afin d'élargir les conditions de nomination des greffiers respectifs du Comité permanent R et du Comité permanent P (nouvel intitulé) (2064/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 8) |
||
Ja |
139 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
(2064/4)
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (2064/4)
30 Projet de loi modifiant la loi du 16 mai 2003 fixant les dispositions générales applicables aux budgets, au contrôle des subventions et à la comptabilité des communautés et des régions, ainsi qu'à l'organisation du contrôle de la Cour des comptes (2005/3)
30 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof (2005/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 9) |
||
Ja |
126 |
Oui |
Nee |
12 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
138 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2005/4)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2005/4)
31 Projet de loi modifiant la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l'État fédéral (2010/3)
31 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat (2010/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 10) |
||
Ja |
123 |
Oui |
Nee |
12 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2010/4)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2010/4)
(M.
Patrick Prévot a voté comme son groupe)
32 Adoption de l’ordre du jour
Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour des séances de la semaine prochaine.
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergaderingen van volgende week.
Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.
Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.
La séance est levée. Prochaine séance le mercredi 14 juillet 2021 à 10 h 15.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering woensdag 14 juli 2021 om 10.15 uur.
La séance est levée à 20 h 06.
De vergadering wordt gesloten om 20.06 uur.
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 117 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 55 PLEN 117 bijlage. |
|
|
|
|
Vote
nominatif - Naamstemming: 001
Oui |
085 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe,
Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Chanson Julie,
Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Dallemagne Georges, De Block
Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Smet
François, De Vriendt Wouter, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon
Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis,
Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriels Katja, Gilson Nathalie, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir
Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni
Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mathei Steven,
Matz Vanessa, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Özen Özlem, Parent Nicolas,
Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime,
Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie,
Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont
Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Van den Bergh Jef, Van
Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles,
Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja,
Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais,
Vicaire Albert, Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Non |
054 |
Nee |
Arens Josy,
Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby, Creyelman
Steven, D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet, De Roover Peter, De
Spiegeleer Pieter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie,
Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Donné
Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals
Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander,
Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier
Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen,
Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van
der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Lommel Reccino, Van Peel
Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel
Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 002
Oui |
087 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel,
Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile,
Creemers Barbara, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De
Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Smet François, De Vriendt Wouter, Defossé
Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick,
Dierick Leen, Ducarme Denis, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriels Katja,
Gilson Nathalie, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Jiroflée
Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri
Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mathei Steven, Matz
Vanessa, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent
Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot
Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi
Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline,
Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Van den Bergh
Jef, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles,
Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja,
Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais,
Vicaire Albert, Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Non |
052 |
Nee |
Boukili
Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby, Creyelman Steven,
D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet, De Roover Peter, De Spiegeleer
Pieter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter
Kathleen, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Donné Joy, Francken Theo, Freilich
Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers
Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu
Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt,
Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van
Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Hees Marco, Van
Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh
Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry,
Wollants Bert
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 003
Oui |
085 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert Hendrik,
Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst
Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers
Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye
Séverine, De Smet François, De Vriendt Wouter, Defossé Guillaume, Delizée
Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen,
Ducarme Denis, Flahaut André, Gabriels Katja, Gilson Nathalie, Goffin Philippe,
Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir,
Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni
Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mathei Steven,
Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas,
Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime,
Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie,
Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont
Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Van den Bergh Jef, Van
Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke
Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris,
Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert,
Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Non |
053 |
Nee |
Boukili
Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby, Creyelman Steven,
D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet, De Roover Peter, De Spiegeleer
Pieter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter
Kathleen, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Donné Joy,
Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals
Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander,
Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier
Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen,
Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van
der Donckt Wim, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van
Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans,
Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert
Abstentions
|
004 |
Onthoudingen |
Arens Josy,
Dallemagne Georges, Fonck Catherine, Matz Vanessa
Vote
nominatif - Naamstemming: 004
Oui |
018 |
Ja |
Bury
Katleen, Creyelman Steven, De Spiegeleer Pieter, Dedecker Jean-Marie,
Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara,
Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank,
Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans
Non |
099 |
Nee |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan,
Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel,
Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Amico Roberto, Daems
Greet, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de
Laveleye Séverine, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven,
Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael
Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriels
Katja, Gilson Nathalie, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence,
Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert,
Lacroix Christophe, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian,
Liekens Goedele, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter,
Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem,
Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Prévot Maxime,
Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie,
Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont
Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Van den Bergh Jef, Van
Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanbesien Dieter, Vanden Burre
Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt
Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire
Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Abstentions
|
023 |
Onthoudingen |
Buysrogge
Peter, D'Haese Christoph, De Roover Peter, De Wit Sophie, Depoorter Kathleen,
Donné Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid,
Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Raskin Wouter,
Roggeman Tomas, Safai Darya, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der
Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert
Vote
nominatif - Naamstemming: 005
Oui |
125 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel,
Bury Katleen, Buysrogge Peter, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel,
Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, D'Haese Christoph,
Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de
Laveleye Séverine, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De
Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée
Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere
Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné
Joy, Ducarme Denis, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriels
Katja, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Goethals Sigrid, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild,
Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert,
Lacroix Christophe, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian,
Liekens Goedele, Loones Sander, Mathei Steven, Matz Vanessa, Moutquin Simon,
Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara,
Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick,
Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence,
Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn
Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin
Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane,
Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van
der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van
Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter,
Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta,
Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen,
Verherstraeten Servais, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Willaert Evita, Wollants
Bert, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
012 |
Onthoudingen |
Boukili Nabil,
Colebunders Gaby, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Vuyst Steven, Hedebouw
Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco, Vindevoghel
Maria, Warmoes Thierry
Vote
nominatif - Naamstemming: 006
Oui |
105 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel,
Bury Katleen, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cornet Cécile, Creemers
Barbara, Creyelman Steven, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé
Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Smet François, De Spiegeleer
Pieter, De Vriendt Wouter, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky,
Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick
Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriels
Katja, Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy
Laurence, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert
Egbert, Lacroix Christophe, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Mathei Steven, Matz Vanessa, Moutquin Simon,
Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara,
Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick,
Prévot Maxime, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky,
Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben,
Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut
Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Van den Bergh Jef, Van
Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel
Reccino, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput
Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne,
Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans,
Vicaire Albert, Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
036 |
Onthoudingen |
Boukili
Nabil, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby, D'Amico Roberto, D'Haese Christoph,
Daems Greet, De Roover Peter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker
Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Donné Joy, Francken Theo, Freilich Michael,
Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels
Yngvild, Loones Sander, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia,
Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Safai Darya, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp
Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Hees Marco, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh
Kristien, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert
Vote
nominatif - Naamstemming: 007
Oui |
116 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan,
Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buyst Kim, Chanson Julie, Cogolati Samuel,
Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, D'Amico
Roberto, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De
Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De
Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon
Franky, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie,
Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Ducarme Denis, Flahaut André, Fonck
Catherine, Gabriels Katja, Gilissen Erik, Goffin Philippe, Hanus Mélissa,
Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir,
Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Leoni Leslie, Leroy
Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mathei Steven, Matz Vanessa,
Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert,
Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît,
Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime,
Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé,
Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe
Dominiek, Taquin Caroline, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane,
Troosters Frank, Van den Bergh Jef, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van
Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vanbesien
Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh
Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen,
Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert,
Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
022 |
Onthoudingen |
Buysrogge
Peter, D'Haese Christoph, De Roover Peter, De Wit Sophie, Depoorter Kathleen,
Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Houtmeyers
Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Raskin Wouter, Roggeman
Tomas, Safai Darya, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim,
Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert
Vote
nominatif - Naamstemming: 008
Oui |
139 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Burton
Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Chanson Julie, Cogolati
Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven,
D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Block
Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Roover Peter,
De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De
Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon
Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael
Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Ducarme
Denis, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael,
Gabriels Katja, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Goethals
Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence,
Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir,
Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Leoni Leslie, Leroy
Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mathei Steven,
Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin
Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara,
Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick,
Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence,
Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn
Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin
Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane,
Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van
der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove
Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien,
Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim,
Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst
Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire
Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Wollants Bert,
Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 009
Oui |
126 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Burton Emmanuel, Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet
Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, D'Haese Christoph, Dallemagne
Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye
Séverine, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt
Wouter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée
Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere
Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné
Joy, Ducarme Denis, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich
Michael, Gabriels Katja, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilson Nathalie,
Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers
Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej
Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline,
Leysen Christian, Loones Sander, Mathei Steven, Matz Vanessa, Metsu Koen, Moutquin
Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara,
Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick,
Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence,
Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn
Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin
Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane,
Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van
der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van
Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter,
Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta,
Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen,
Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert,
Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
012 |
Nee |
Boukili
Nabil, Colebunders Gaby, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Vuyst Steven,
Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco,
Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 010
Oui |
123 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Burton Emmanuel, Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet
Cécile, Creemers Barbara, D'Haese Christoph, Dallemagne Georges, De Block
Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Roover Peter,
De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie,
Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky,
Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael Patrick,
Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Ducarme Denis,
Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriels Katja,
Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Goethals Sigrid, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild,
Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe,
Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Loones Sander, Mathei
Steven, Matz Vanessa, Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle
Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen
Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Raskin
Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman
Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael
Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile,
Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp
Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke
Stefaan, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel
Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles,
Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja,
Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais,
Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Willaert Evita, Wollants Bert,
Zanchetta Laurence
Non |
012 |
Nee |
Boukili
Nabil, Colebunders Gaby, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Vuyst Steven,
Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco,
Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |