Séance plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 14 octobre 2021 Après-midi ______ |
van Donderdag 14 oktober 2021 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 11 h 41 et présidée par Mme Valerie Van Peel, vice-présidente.
De vergadering wordt geopend om 11.41 uur en voorgezeten door mevrouw Valerie Van Peel, ondervoorzitster.
La présidente: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Tinne Van der
Straeten, Mathieu Michel.
01 Reprise de la discussion de la déclaration du gouvernement
01 Hervatting van de
bespreking van de verklaring van de regering
Discussion thématique (continuation)
Thematische bespreking (voortzetting)
Minister Van der Straeten heeft het woord.
01.01 Minister Tinne Van der Straeten: Mevrouw de voorzitster, collega's dank u voor uw vragen.
Dit is dus een voortzetting van het debat dat we ondertussen meer dan 24 uur geleden gestart zijn. In het thematische debat zijn nog een aantal elementen aangebracht waarop ik graag verder inga. Het zal vermoedelijk ook niet de laatste keer zijn dat wij over dit thema zullen praten, want nog voor het einde van het jaar komen we met een aantal wetsontwerpen naar het Parlement die handelen over dezelfde thema's.
Voor ik inhoudelijk inga op de aspecten van de energienorm, het sociaal tarief en een aantal andere punctuele vragen die in het debat aan de orde kwamen, wil ik nog een inleidende opmerking maken.
Een aantal van de premissen die naar voren zijn gekomen in het debat aanvaard ik niet. Het gaat meer specifiek over drie premissen.
Ten eerste, werd hier gezegd dat ik louter iets doe voor een bepaalde groep, 20 %, en niets voor de rest. Wij hebben hier gisteren al herhaaldelijk gezegd dat het de keuze is van de regering – beleid voeren, is keuzes maken – om doelgericht op te treden. Dat gaat over de mensen die het BIM-statuut genieten en recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming. Echter, we grijpen ook structureel in voor iedereen, via een grondige hervorming van de factuur.
Ten tweede, er wordt hier vaak gesproken over de middenklasse. Welnu, in de begroting zitten structurele maatregelen specifiek voor de middenklasse. Men kan niet alles aanpakken alleen via de energiefactuur. Daarnet werd hier nogal badinerend gezegd dat het gaat over de keuze tussen centrales op gas of kerncentrales; dat was een opmerking van u, mijnheer Wollants. Ik meen dat uw fractieleider gisteren heel duidelijk heeft herhaald dat er ook in uw hypothese, waarin u heel duidelijk kiest voor de verlenging van 2 gigawatt nucleaire energie, nog altijd gascapaciteit nodig is. Dat was ook de reden waarom we ondertussen meer dan een jaar geleden samen de CRM-resolutie gemaakt hebben.
Ten derde, de heer Francken heeft gezegd dat hij de zaken met een politieke bril bekijkt. Dan is het lose-lose. Mijn bril, mijnheer Francken, is de bril van de bevoorradingszekerheid, van betaalbaarheid en duurzaamheid. Dat is een triple win. Zo sta ik in mijn beleid. Ik sta hier om beleid te voeren. Ik ben hier om het regeerakkoord uit te voeren en om oplossingen uit te werken.
We staan voor een grote energietransitie, naar een energiesysteem gebaseerd op hernieuwbare energie. Ik las vandaag het bericht dat de eerste vergunning is afgeleverd voor een groenewaterstofplant in de Benelux. Twee weken geleden heeft ArcelorMittal de grootste klimaatinvestering in ons land aangekondigd. De energietransitie is bezig. Het komt erop aan om een aantal zaken daarin te versnellen. Daarvoor is een duidelijk kader nodig, een rechtszeker kader, dat zekerheid op lange termijn biedt.
01.02 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de minister, ik had wel verwacht dat u op mijn woorden zou reageren, wat het politieke en strategische aspect betreft, zoals ik het zelf bekeek en bekijk. Voor de diepgaande analyses hebben we gelukkig Bert Wollants in onze fractie.
Ik betwist niet dat duurzaamheid belangrijk is. Integendeel, die is absoluut noodzakelijk. Onze slogan in Vlaams-Brabant was "Vlaams en groen". In Lubbeek, waar ik burgemeester ben, is duurzaamheid zeer belangrijk. Ik ontvang elke week Zuhal Demir, als het moet, en u ook, hoewel we niet zoveel bevoegdheden hebben in uw gebied. Daar gaat het echter niet over.
De manier waarop het nu gespeeld wordt en het feit dat uw eigen ecologische beweging uw partijsecretariaat kwam volhangen met affiches van de beweging Tegengas, is moeilijk uitlegbaar. U doet daar natuurlijk uw best voor en ik wens u daar veel succes mee, want dat is vooral uw probleem en niet het mijne. Ik heb wel dezelfde ervaring gehad bij de Volksunie, op het einde, toen de snoodaard die links voor mij zit met de Vlaamse Volksbeweging de barricaden kwam bezetten, met de slogan "gedaan met geven en toegeven".
Ik heb een parallel getrokken met uw partij, want uw eigen achterban volgt u niet meer en bekladt uw secretariaat om duidelijk te maken dat de CO2-uitstoot van de gascentrales er niet meer bij kan en dat het klimaat prioritair is en niet de uitstap uit het nucleaire. Dat is een analyse die ik maak. Daar blijf ik bij. U hebt ongetwijfeld een andere analyse, maar we zullen finaal wel zien waar u landt.
01.03 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Francken, energie is de levensader van onze economie. Elke industriële omwenteling die er is geweest, is er altijd gekomen met energie als katalysator: vuur, steenkool, olie en vandaag de elektrificatie.
Het energiebeleid of het energiedebat louter door een politieke bril bekijken, is de economie, de mensen en de bedrijven die vandaag geconfronteerd worden met hoge energieprijzen in de kou laten. Dat is niet hoe ik in het beleid sta. Dat is niet hoe deze regering in het beleid staat. Voor ons is het een triple win, om het met de woorden van Ursula von der Leyen te zeggen. Wat goed is voor het klimaat, is goed voor de economie en is goed voor iedereen.
Om dat kader te bieden – daar was ik gestopt – aan onze samenleving, aan onze gezinnen en aan onze bedrijven, hebben wij de energienorm ontwikkeld. Daar zijn zeer veel vragen over. Dat is zeer terecht en ik zal dan ook de tijd nemen om daar grondig op in te gaan. Twee van de drie sprekers hebben daarover duidelijkheid gevraagd. Hoe werkt het systeem? Over welke bedragen gaat het? Hoe is het systeem opgezet? Hoe zal het verder ontwikkeld worden? Vanwaar komen de bedragen?
Vandaag kunnen wij een structurele maatregel voorstellen omdat wij daar op tijd mee begonnen zijn. Nadat mijn team daarop had gestudeerd, hebben wij een eerste keer samengezeten om de aanpak te bespreken. Dat was met de foto van een gedekte tafel met een lasagne, de lasagne van onze energiefactuur. Als ik het vandaag heb over het federale aandeel op de energiefactuur wil ik meteen heel duidelijk zeggen waarover ik het heb. Ik heb het over de federale bijdrage op de elektriciteitsfactuur en op de gasfactuur en over de openbaredienstverplichtingen, de toeslagen op de Elia-tarieven. Vandaag zijn dat offshorewind, de strategische reserve en het CRM, ingeschreven in de wet en geïmplementeerd vanaf 2025. Over die componenten hebben wij het. Als men die bekijkt, op de factuur of in de beschrijving in de wet, dan is het een lasagne. In het beleid in de voorbije jaren werd de keuze gemaakt om die zaken te verrekenen in de energiefactuur. Vandaar zeggen wij allemaal, van links tot rechts, dat de energiefactuur een tweede belastingbrief geworden is.
Daar staan posten op en die verhogen, zonder dat men het gemerkt heeft. Die verhogingen komen op slinkse wijze op uw factuur terecht. In dit halfrond hebben we de gedeelde visie dat dat niet de manier is waarop we in de toekomst willen werken. Dat was een gedeelde visie, toen wij hier de CRM-resolutie goedgekeurd hebben. Dat was de visie van de vivalidregering, toen zij haar regeerakkoord heeft gemaakt. Dat is wat wij de afgelopen zes maanden hebben uitgewerkt. Dat is ook wat wij in de komende maanden ter stemming zullen voorleggen en dat is wat geïmplementeerd zal worden vanaf 1 januari 2022. Dat is onze energienorm.
Wat gebeurt er met de energienorm? In eerste instantie is dat de accijnshervorming waarover hier veel gesproken werd in de afgelopen 24 uur. Het hele federale aandeel, die hele lasagne op de factuur, brengen we samen en hervormen we tot één accijns. Het gaat dan over de federale bijdrage en over de openbaredienstverplichtingen. In het regeerakkoord en in onze CRM-resolutie hebben we ook opgenomen dat de referentie daarvoor 2021 is en dat wij het federale aandeel op de factuur niet willen laten stijgen ten opzichte van 2021. Daarom hebben we de tarieven van de accijns gealigneerd op het niveau van 2021. Dat is het eerste dat we hebben gedaan.
We hebben gewerkt vanuit het principe van factuurneutraliteit. Dat was ook wat er eigenlijk in de CRM-resolutie stond. Toen werd er nog geredeneerd vanuit de degressiviteit, maar omdat we nu werken met een accijns zal dat niet meer nodig zijn. Factuurneutraliteit wil zeggen dat degenen die vandaag bijdragen niet slechter en ook niet beter af mogen zijn, vandaar maken wij telkens de vergelijking met 2021.
De energienorm is de beoordeling van de koopkracht van de gezinnen, enerzijds, en de competitiviteit van de bedrijven, anderzijds. In onze accijnswetgeving hebben wij daar de tools voor. Wij hebben daar het gereedschap voor. Het bestaat vandaag al in de accijnswetgeving. Het gaat met name over de vrijstellingen. Voor elk van de bestaande vrijstellingen is er geëvalueerd of het behoud ervan nodig is vanuit het principe van de factuurneutraliteit. Als wij de vrijstellingen behouden, zal een bepaalde groep, een gezin of een verbruiker met een bepaald verbruik dan meer of minder betalen? De tweede vraag die wij gesteld hebben, is of er een competitiviteitsnadeel is. Als wij de vrijstelling behouden, of niet behouden, komt de concurrentiekracht dan in het nadeel?
De heer Warmoes heeft verwezen naar de FORBEG-studie om te zeggen dat er eigenlijk geen probleem is. Ik verwijs u naar de grafieken 92 en 93, mijnheer Warmoes. Daarin zult u zien dat er wel degelijk industrieën zijn in dit land die een competitiviteitsnadeel hebben. Dan zullen wij inderdaad vrijstellingen toepassen.
Gezinnen die recht hebben op het sociaal tarief, krijgen nu al een vrijstelling. Er bestaat nu al een kleine accijns op de factuur. Maar ook een aantal bedrijven krijgen die om hun competitiviteit te vrijwaren.
Een aantal leden heeft gevraagd om inzicht te krijgen in die cijfers. Voor het komende jaar, 2022, betekent dat 156 miljoen euro, zoals u kunt zien in de tabellen. Hoe is dat bedrag opgebouwd? Langs de ene kant wordt een aantal kosten geneutraliseerd, want het gaat over 2021, zoals ik net gezegd heb. De heer Wollants heeft me al verschillende keren om de oren geslagen met de rapporten van de CREG waaruit blijkt dat er voor bepaalde componenten prijsschommelingen en -stijgingen zijn. Maar dat willen we net niet, dat is juist de energienorm: een regelknop op de factuur. De regelaar ligt op het niveau 2021. We doen dus een neutralisatie voor de kosten van de federale bijdrage voor de klanten met een sociaal tarief voor elektriciteit. Dat gaat over 21 miljoen euro.
We doen ook een neutralisering voor de kosten voor de offshorebijdragen op de elektriciteitsfactuur. Dat gaat over 30 miljoen euro. We doen bovendien een neutralisering van de kosten van de federale bijdrage op de gasfactuur. Dan gaat het over 52 miljoen euro. Dat bedrag heeft te maken met de stijgende kosten door de stijgende energieprijzen. Gisteren is er gezegd dat de stijgende energieprijzen een impact hebben op de stijgende federale bijdrage. Wij nemen die kosten op ons en schuiven die niet langer door naar de energiefactuur.
Vervolgens passen we een aantal vrijstellingen op de elektriciteits- en gasfactuur toe, zowel voor gezinnen als voor bedrijven. We bekijken dat dus in zijn geheel. Daar gaat het samen om 53 miljoen euro, gelijk verdeeld tussen gezinnen en bedrijven: 26 miljoen voor de ene groep, 27 miljoen euro voor de andere. We zijn dus de enige entiteit in dit land die een energienorm heeft, die de koopkracht van de gezinnen en de concurrentiekracht van bedrijven verbetert.
Er zijn ook vragen gesteld naar de cijfers omtrent de gezinnen. In die 30 euro komen verschillende elementen samen: het neutraliseren van de kosten op de elektriciteitsfactuur, de federale bijdrage in offshorebijdragen en het neutraliseren van de kosten van de federale bijdrage op de gasfactuur.
Voor het komende jaar gaat het om een besparing van 30 euro die niet wordt doorgerekend in de factuur. Dit systeem wordt structureel ingeschreven, wat betekent dat deze analyse jaar na jaar wordt gemaakt. Daarom durft deze regering te spreken van een structureel optreden. We knippen in de manier waarop kosten worden aangerekend. Vanaf 2022 zullen we zo die energienorm operationeel kunnen maken.
Daar eindigt het niet. De eerste stap van die energienorm bestaat, zoals ik heb gezegd, uit de toepassing van die vrijstellingen. We moeten echter ook op duurzame manier kijken naar wat gebeurt met de koopkracht. Wat gebeurt er met de competitiviteit van de bedrijven? Daarvoor gebruiken we de FORBEG-studie. We zullen in de wet inschrijven dat de CREG de bevoegdheid krijgt om op basis van de FORBEG-studie een studie uit te voeren. Op de energiefactuur zal voor elke component en elke gebruikerscategorie een vergelijking worden gemaakt met het buitenland om na te gaan of er sprake is van een afwijking. We zullen ook een benchmark vastleggen, want niet iedere afwijking is significant. De studie wordt uitgevoerd tegen 15 mei. Bij vaststelling van een significante afwijking ten opzichte van de vastgelegde benchmark zal de CREG de opdracht hebben aanbevelingen te formuleren met het oog op de verbetering, de bijsturing en de vrijwaring van de koopkracht, net zoals voor de competitiviteit.
We zullen dit geheel nog dit jaar aan het Parlement voorleggen om de implementatie ervan op 1 januari 2022 te kunnen verwezenlijken. De teams van Financiën zijn klaar voor de implementatie. De leveranciers zullen hun facturen moeten aanpassen. Zij zijn hun systemen nu al aan het aanpassen voor de doorvoering van die andere grote verandering, het nieuwe marktmodel MIG 6. Dit vergt een enorme inspanning, een gigantische bijdrage van de leveranciers waarvoor ik zeer erkentelijk ben. Ze zullen op 1 januari klaar zijn voor de implementatie.
Ik wil nu inzoomen op het sociaal tarief, waarover vragen zijn gesteld, en meer bepaald met betrekking tot de samenstelling van het bedrag van 220 miljoen euro. Collega Warmoes, 100 miljoen euro daarvan staat voor de verhoogde kostprijs voor de verlenging van het sociaal tarief in 2021.
Als wij vandaag 20 % van de gezinnen kunnen helpen, is dat maar één kant van het verhaal. Die gezinnen worden immers al geholpen, omdat we in februari beslist hebben om het sociaal tarief uit te breiden voor die uitgebreide doelgroep. Wij zijn geconfronteerd met stijgende prijzen, waardoor ook de budgettaire kosten, initieel ingeschat op 176 miljoen euro, met 100 miljoen euro toenemen. Dat is de impact die wij creëren met het sociaal tarief voor die grote groep.
Er zit ook 32 miljoen euro in voor de uitfasering. Het is een uitbreiding van het sociaal tarief tot aan de lente, over de winter. We zullen die mensen nadien ook niet zomaar aan hun lot overlaten en zeggen dat ze maar verder hun plan moeten trekken. We zullen een uitfasering doen. Dat wil concreet zeggen dat we een tussentarief zullen ontwerpen zodat deze mensen op geleidelijke wijze teruggebracht worden naar de commerciële markt.
Vervolgens zit er 72 miljoen euro in voor de korting van 80 euro die inderdaad als opzet heeft om de stijging op te vangen die inherent is aan het sociaal tarief. Dat is de snelste manier om te ageren.
Tot slot zit er 16 miljoen euro aan extra middelen in voor het Fonds Gas en Elektriciteit, een fonds dat dit Parlement een warm hart toedraagt, want het was dit Parlement dat in december 2019 de indexering voor het eerst sinds lang opnieuw heeft mogelijk gemaakt. Die middelen zullen inderdaad een focus krijgen op mensen die het sociaal tarief niet krijgen. De mensen die vandaag bij het OCMW zijn en die een bredere armoede- en schuldenproblematiek hebben, zijn niet noodzakelijk mensen die het sociaal tarief hebben. Dat is de reden waarom we in extra middelen voorzien.
Wat het sociaal tarief betreft, wil ik een bruggetje maken met iets wat u gezegd heeft, mijnheer Wollants. U heeft verwezen naar een initieel voorstel van mijn fractie, met name over de toekenning van het sociaal tarief in het kader van de coronacrisis om sneller te kunnen ingrijpen. Het initieel voorstel van de groene fractie was te werken met een inkomensplafond dat we gekozen hebben voor BIM, voor het recht op de verhoogde tegemoetkoming, en dat uit te breiden met 30 %.
Wat u aangeeft, klopt echter. Er is vandaag geen instrument dat ervoor zorgt dat een en ander automatisch kan worden toegepast.
Met de regering heb ik verschillende manieren bestudeerd waarop wij verder konden cibleren. Er is echter geen pasklaar instrument. Er is geen pasklaar instrument dat wij onmiddellijk kunnen inzetten. Mensen worden echter vandaag wel geconfronteerd met de stijgende facturen. Dus werken met het inkomensplafond breidt de groep uit. Daarin zitten ook werkende mensen. Niemand hier wil categorieën van groepen tegen elkaar opzetten. Er is geen concurrentie tussen mensen die het meer of minder of het meest moeilijk hebben. Het is doelgericht optreden voor de een en tegelijkertijd structureel optreden voor de andere. Het is echter ook snel kunnen ageren. Dat is ten dele gebruikmaken van de bestaande instrumenten en ook gewoon beleid voeren en het regeerakkoord ter harte nemen en uitvoeren.
Daarom kunnen wij hier naar voren komen met een structurele hervorming die iedereen helpt. Misschien had u graag grote bedragen gezien. Ik kan dat begrijpen. Echter, een ad-hocbeleid en ad-hocoplossingen hebben ons land nooit verder gebracht. Het is veel belangrijker structureel te kunnen optreden en structureel beleid te kunnen voeren. Dat is wat onze economie en de energietransitie nodig hebben.
Op het vlak van het sociale beleid is het vooral ook een gedeelde verantwoordelijkheid tussen alle entiteiten van dit land. Ook tussen die entiteiten hoeft geen concurrentie te bestaan. Wij zien vandaag dat mensen met betalingsmoeilijkheden in Brussel en Wallonië door hun commerciële leverancier gedropt – een lelijk woord – worden, tegen het sociaal tarief beleverd worden. In Vlaanderen is dat tegen het ontradingstarief.
Mijnheer Wollants, u hebt daarnet meegegeven dat u dat zelf nog hebt uitgedokterd. Ik heb niet zo goed begrepen wat u precies hebt uitgedokterd. De discussie over het ontradingstarief zal hier nog wel een tijdje doorgaan, vermoed ik. Als u vandaag de V-test doet, zal u echter merken dat het ontradingstarief voor gas lager is dan de commerciële tarieven en tot de laagste behoort voor elektriciteit. Zij zijn niet uniform voor heel Vlaanderen. Dat klopt. Zij zijn niet geplafonneerd. Dat klopt ook. Feit blijft echter dat ook in de Gewesten de hefbomen er zijn om op het sociaal beleid te ageren, ook wanneer het gaat over klanten met betalingsmoeilijkheden die worden gedropt. Ter zake is er een verschillende praktijk in Brussel en Wallonië tegenover Vlaanderen. Het is echter aan de Gewesten om dat aan te pakken.
Tot slot wil ik nog ingaan op een aantal factuele elementen die hier zijn aangebracht.
In België is de gasvoorraad op peil. Er staat vandaag niets anders in de krant. We zijn bij de drie beste van Europa. Ondertussen zitten we op EU-niveau aan een gasgraad boven 70 % en worden er binnen de EU ook maatregelen genomen om dat op korte termijn te verbeteren. De Europese Commissie heeft gisteren wat zij haar 'gereedschapskist' noemt gepubliceerd, waar het onder andere gaat over de inkoop van gas via groepsaankopen, specifiek om die gasvoorraden te kunnen aanvullen.
Ik wil het ook even hebben over het CRM.
Mijnheer Van Lommel, wat u hebt gezegd, tart alle verbeelding. Laten we het bij de feiten houden. U hebt gesproken over het volop subsidiëren van gascentrales. U volgt al een tijdje de discussies in de commissie voor Energie. Het CRM is het investeringsmechanisme om nieuwe capaciteit te ondersteunen. Omdat we in alle omstandigheden een probleem van bevoorradingszekerheid hebben omdat 5 van de 7 kerncentrales niet kunnen openblijven, hebben we nieuwe capaciteit nodig. Dit is technologieneutraal.
Aan iedereen in dit halfrond die tevergeefs de poging doet om het CRM systematisch te verengen tot gascentrales, zeg ik heel duidelijk: u bent fout. Als dat zo zou zijn, dan had de Europese Commissie op 27 augustus nooit het CRM zonder voorwaarden goedgekeurd. Ze had mij zelfs niet laten komen en mij gezegd om naar huis terug te keren. Dé voorwaarde om een investeringsmechanisme te kunnen hebben, is technologieneutraliteit.
Om die technologieneutraliteit te waarborgen, hebben wij extra maatregelen genomen, net om ervoor te zorgen dat het in de feiten ook effectief technologieneutraal is. Dat hebben we gedaan door twee veilingen te organiseren, eentje 4 jaar op voorhand, die op dit moment afgelopen is, en eentje 1 jaar op voorhand. Voor die tweede veiling hebben wij veel volume opzijgezet, net om projecten zoals batterijen en opslag alle mogelijke kansen te geven en geen overcapaciteit aan centrales op gas te contracteren.
"Het juiste genoeg", zoals mevrouw Leen Dierick op een bepaald moment gezegd heeft in de commissie. Het gaat over het bepalen van het juiste genoeg. Niet te veel en niet te weinig. Het is ondertussen genoegzaam bekend dat wij in de T-4-veiling die nu is afgelopen, de nieuwe capaciteit beperkt hebben tot het strikt noodzakelijke: maximum 2 à 3 centrales op gas.
En u weet ook, mijnheer Van Lommel, al maakt u er hier abstractie van – u komt naar de commissie, u volgt de debatten, u leest de pers want u citeert constant uit persartikels – dat we complimenten gekregen hebben van de Europese Commissie omdat we een stap verder zijn gegaan en omdat we ons niet beperkt hebben tot het loutere staatssteunaspect van dit beleid, maar bijkomende duurzaamheidscriteria hebben ingebouwd. Strikt genomen was dat niet nodig, want de CO2-uitstoot kan niet stijgen. Die is geplafonneerd op Europees niveau. En toch hebben wij bijkomende voorwaarden opgelegd om ervoor te zorgen dat die centrales een ombouw gaan doen, zodat ze zich inschrijven in de energietransitie en optimaal gaan samenwerken met zon en wind.
Ik hoor u zeggen, mijnheer Van Lommel: "Dat is duur, het is dure energie." Er zijn twee technologieën die vandaag dalen in prijs: zon en wind. U heeft gezegd: "Het is duur, mevrouw Van der Straeten, om dat te gaan importeren." Ik verwijs u naar de laatste twee rapporten van de CREG – en verder, maar voor de twee recentste hoeft u maar twee keer te klikken op hun website – waarin voor elk jaar de analyse gemaakt wordt van onze elektriciteits- en gasmarkt en meer specifiek van onze export. En dan zult u zien, mijnheer Van Lommel, dat de twee laatste interconnecties die ons land in gebruik heeft genomen, namelijk die tussen België en het VK en tussen België en Duitsland – twee interconnecties met het oog op grote hoeveelheden hernieuwbare energie die naar ons land gebracht kunnen worden en geëxporteerd kunnen worden – gezorgd hebben voor prijsconvergentie. Interconnecties zorgen voor prijsconvergentie.
En we gaan er nog een maken, zoals u wel weet, namelijk met Denemarken. Het plan is om ons land te verbinden met een zeer groot windmolenpark op zee dat ze daar gaan bouwen. Om nog meer van die goedkope elektronen naar ons land te brengen. Dus nee, mijnheer Van Lommel, ik kan niet aanvaarden dat we het energiedebat voeren op basis van een deel van het verhaal, dat u dan nog verengt. Het gaat over bevoorradingszekerheid, betaalbaarheid en duurzaamheid. Het gaat over onze economie en over onze gezinnen.
Het is lang genoeg zo geweest dat het energiedebat verengd werd tot een debat over kommer, kwel en problemen. Neen, de energiesector is een sector van oplossingen en van opportuniteiten. Energie brengt ons land welvaart bij. Dat is in het verleden zo geweest en dat zal in de toekomst ook zo zijn. Niemand in dit land, niemand die zijn factuur betaalt, niemand die geconfronteerd wordt met hoge prijzen, niemand die investeringsbeslissingen neemt, is gebaat met een betoog in dit Parlement waarin halve feiten en halve waarheden worden verteld. Dat is niet hoe ik erin sta. Dat is niet hoe deze regering erin staat. Dat is niet de manier waarop wij beleid voeren.
Meer specifiek over het CRM kan ik zeggen dat de veiling afgelopen is. Dat wil zeggen dat Elia op dit moment werkt aan een rapport over de veilingresultaten. Dat zal aan de CREG bezorgd worden ter validatie, en dat zal worden gepubliceerd, uiterlijk op 31 oktober, zoals in de wet staat. In het regeerakkoord hebben wij gezegd, en dat is om 02.00 uur vannacht herhaald door de eerste minister en daarvoor ook door anderen in dit halfrond, en ook in de pers, dat wij een analyse zullen maken van de resultaten. Die analyse gaat over twee aspecten: de bevoorradingszekerheid en de prijs. Dat zal gebeuren in november. En dus zal ik daar vandaag niet op vooruitlopen. Ik kan daar ook niet op vooruitlopen. Er komt een rapport. Er komt een evaluatie. Al de rest is vandaag speculatie.
Wij zijn er evenwel bijna. Het is 14 oktober vandaag. Dat wil zeggen: 31 oktober is over twee weken, en november is volgende maand. Dan kunnen wij op verschillende momenten het debat op een goede manier voeren. Want het debat moet worden gevoerd, op het scherp van de snee. Er moeten keuzes worden gemaakt. Er kunnen keuzes worden gemaakt. Dat is belangrijk, want de verandering waar wij voor staan, is groot. Iedereen in dit land verdient dat wij daar op een goede manier naar kijken. Laten wij dat dan ook doen. Wij hebben dat verschillende keren gedaan in de commissie. Het voorbereidend werk voor het CRM is daar een voorbeeld van. Het is een voorbeeld van hoe wij in dit Parlement niet met een klassieke oppositie zitten, en niet met een klassieke meerderheid.
Mijnheer Wollants, ik verwijs naar de deratingfactoren, ik verwijs naar de CRM-resolutie, waaraan u vanuit uw fractie hebt meegewerkt om dit systeem vlot te trekken. Omdat u ook gelooft in het belang van bevoorradingszekerheid. Omdat u niemand zonder elektriciteit wil zetten. Omdat u dat risico ook niet wil nemen.
Er waren ook vragen van de meerderheid. Mijnheer Leysen, u hebt verschillende keren gewezen – mevrouw Dierick is nu weg – op de noodzaak om het debat over het CRM te koppelen aan de energienorm en om van beide een Siamese tweeling te maken. U zei verschillende keren dat wij verder dan de huidige legislatuur moeten denken en dat wij dat niet voor ons uit kunnen schuiven. Mijnheer Verduyckt, u hebt verschillende keren gezegd dat als het over competitiviteit gaat, het CRM een middel bij uitstek is om de productiemarkt open te breken. Mijn fractie heeft zeer vaak gewezen op de duurzaamheidscriteria.
Er wordt hier veel gesproken over mevrouw Marghem, maar ik doe daar niet aan mee. Zij is met het dossier begonnen en toen zij geen minister meer was, is zij elke keer als Kamerlid naar de commissie gekomen om te zeggen dat de nieuwe Europese methodologieën nageleefd moesten worden, wat wij ook hebben gedaan. Ik vind dat dat ook respect verdient, collega's.
Wij moeten samenwerken in dit dossier. Het
is in het belang van ons land, het is een strategisch dossier, maar ik ben er
optimistisch over. Ik kom graag naar het Parlement, wij voeren hier altijd een
goed debat. Er ligt nog veel werk voor ons en wij kunnen dat samen tot een goed
einde brengen. (Applaus)
01.04 Peter De Roover (N-VA): Ik zal niet reageren, mevrouw de voorzitster, want dat zal collega Wollants doen, maar in de media hebben wij een gedetailleerde lijst van investeringen gezien die wij, als Kamerleden, niet hebben gekregen. In De Tijd staan daar nogal wat details over. Gisteren sprak de eerste minister over transparantie en dergelijke. Het is natuurlijk vreemd dat de pers meer informatie heeft over die belangrijke dingen dan het Parlement. Ik vind dat nogal stuitend, daarom breek ik even in.
Kunt u aan de regering vragen dat wij zo snel mogelijk die documenten krijgen? Het is toch een ongehoorde manier van werken dat zij worden achtergehouden voor het Parlement.
01.05 Minister Tinne Van der Straeten: Ik zie geen reden waarom wij informatie zouden achterhouden voor het Parlement. Dat doen we toch nooit?
01.06 Peter De Roover (N-VA): U spreekt tot iemand die wel houdt van een vleugje humor. Ik neem aan dat u meteen de eerste minister contacteert, want mijn vraag is wel ernstig bedoeld. We kunnen ons daar niet met een grapje vanaf maken.
Jammer genoeg vertelt u inderdaad een grap, want de regering deelt niet consequent informatie en zeker niet in deze zaak. Het gaat over een gedetailleerde lijst van investeringen, waarvan wij maar een heel algemeen cijfer hebben gekregen. Wij hebben er het raden naar wat ermee gebeurt. Het gaat over heel veel belastinggeld. Dat is geen fatsoenlijke manier om met het Parlement om te springen. Ik zou willen dat u de eerste minister vraagt om dat zo snel mogelijk recht te zetten.
Het is een onfatsoenlijke werkwijze, zeker tegen de achtergrond van de grote transparantiebelofte van de eerste minister. Zijn woorden zijn nog maar net gedrukt in het verslag en alweer houdt hij zich daar niet aan.
01.07 Bert Wollants (N-VA): Het is goed dat u het systeem voor de energienorm, waarmee u wilt werken, hebt verduidelijkt. U had het vooral over de kostprijs van 156 miljoen, maar niet over het exacte afbouwscenario voor de kosten.
01.08 Minister Tinne Van der Straeten: Dat klopt. In de getallen voor de meerjarenbegroting gaan we voort op scenario's, zoals die ons bezorgd zijn door de CREG. De minderinkomsten tussen het ene en het andere jaar zijn te wijten aan de 100 miljoen euro van de offshoreproductie. Bovendien is er telkens de regularisatie over 2 jaar. Die 100 miljoen euro komt onder andere door de minderafname door de covidcrisis. In de volgende jaren zien we dat dat toch anders is. Bij de bespreking van het wetsontwerp in de commissie zal ik de cijfers meebrengen.
01.09 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik denk dat het belangrijk is om te weten hoe het systeem zal functioneren. Ik heb niet alle cijfers voorhanden, maar ik krijg de indruk dat het kosten in twee richtingen neemt. Enerzijds is er niet direct een bedrag geplakt op het effect voor de competitiviteit, in vergelijking met de buurlanden, en moet er een deel van de potentiële stijging van de vroegere heffingen ten opzichte van de meerkosten in 2021 aan worden toegeschreven. Anderzijds lijkt de energiefactuur uiteindelijk toch niet met gemiddeld 30 euro ten opzichte van 2021 te verminderen.
Uw beleidskeuze zorgt ervoor dat de stijging en het verschil met de ons omringende landen worden beperkt, maar het betekent niet noodzakelijk dat het verschil tussen 2021 en 2022 in federale meerkosten gemiddeld 30 euro is. Dat kan volgens die rekenkunde perfect 10 of 15 euro zijn, als het daarmee ook een stijging van 10 of 15 euro van de federale meerkosten zou verhinderen. Op dat vlak moeten we wel opletten.
De zaak is zo complex dat verwijten aan de pers niet passen; het is nu eenmaal niet gemakkelijk om een en ander weer te geven. Hoe dan ook moeten we mijns inziens op dat punt in commissie doorgaan. Immers, de verlaging van de gas- en elektriciteitsfactuur zal niet noodzakelijkerwijs gemiddeld 30 euro bedragen; dat is het geval als men het vergelijkt met de mogelijke evolutie ervan in 2022 bij niet-ingrijpen. Dat verschil is er niet een ten opzichte van 2021. Dat moeten we onderzoeken, want gezinnen en bedrijven zullen natuurlijk wel nagaan wat de kostprijs was in 2021 ten opzichte van 2022 en welk voordeel ze met het systeem ontvangen Die cijfers hebben we vandaag niet. Ik denk dat we dat in de commissie helder moeten krijgen.
Wat de vergelijking met de ons omringende landen betreft, ik heb er ook uw voorgangster al voor gewaarschuwd om het precieze effect te meten. Op dit moment doen de gasprijzen overal wat raar, het is moeilijk om te vergelijken, maar de afgelopen jaren waren onze gasprijzen bij de laagste van de ons omringende landen.
Uw oefening mag u niet doen besluiten dat, alles samengenomen, de lagere gasprijs voor een groot stuk de hogere elektriciteitsprijzen compenseert en dat er aan het einde van de rit geen significant verschil is. Dan zou de boodschap wel eens kunnen luiden dat men niets aan de elektriciteitsprijs hoeft te doen, aangezien de gasprijs de stijging compenseert. Maar niet iedereen gebruikt gas en wie een warmtepomp of elektrische wagen heeft, heeft niet noodzakelijk verwarming op gas. Gebruikt men beide parameters voor de vergelijking en niet de vectoren apart, dan zou men wel eens tot rare resultaten kunnen komen. Maar natuurlijk ken ik de exacte cijfers niet en weet ik evenmin hoe u een en ander zult toepassen. Wij moeten dat dus bekijken.
In afwachting van het confederalisme kom ik ook even op voor onze Waalse vrienden, waar 52 % met stookolie verwarmt. Ook met die problematiek moeten we rekening houden. Dat is in mindere mate een probleem in Vlaanderen, al bestaat het nog wel, voor alle duidelijkheid. Het samentellen van die vectoren zou daar een probleem kunnen zijn.
Ik kijk in elk geval uit naar de teksten die u zult aanleveren.
01.10 Minister Tinne Van der Straeten: Uw toelichting is natuurlijk de perfecte illustratie waarom wij in ons land verschillen moeten kunnen overstijgen en waarom wij moeten kunnen samenwerken, in plaats van een opbod te organiseren.
U verwees naar warmtepompen en elektrificatie. U verwees naar stookolie, met het verschil tussen Wallonië en Vlaanderen. Het aanpakken van de energiefactuur is een gedeelde verantwoordelijkheid en iedereen kan vanuit de eigen bevoegdheden optreden. Als wij dat doen, kunnen wij elkaar versterken. Wij pakken vandaag het federaal aandeel aan, dat is 5 % op de factuur. Bij de Gewesten liggen er ook hefbomen.
En wij hoeven dat niet in een concurrentielogica te doen. Zij die vandaag hun facturen betalen, hebben immers een verschillende context en kunnen geholpen worden met energie-efficiëntiemaatregelen, met het ondersteunen van investeringen in hernieuwbare energie. Er werd vandaag een zeer interessant idee daarover gelanceerd in de pers door een energie-expert.
Het zou iedereen helpen als wij die verschillen kunnen overstijgen en daadwerkelijk samenwerken, om op die manier structureel te zorgen voor betaalbare energie.
01.11 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik begrijp uw punt, maar tegenover dat punt staat dat het soms heel moeilijk is om een maatregel uit te dokteren die het meest aangepast is voor Vlaanderen en op hetzelfde moment het meest aangepast voor Wallonië, gelet op de verschillende context. We zien bijvoorbeeld grote verschillen in het gebruik van houtkachels en pelletkachels. Met één silver bullet kunnen die twee heel verschillende problemen maar moeilijk opgelost worden. In de afgelopen dagen is dat nogal naar voren gekomen, want dat geldt naast energiebeleid bijvoorbeeld ook voor arbeidsmarktbeleid. Soms moeten we durven te erkennen dat er een verschillende aanpak nodig is, in plaats van één aanpak voor iedereen, waarover iedereen dan ook even ontevreden is.
De manier waarop u het Fonds Gas en Elektriciteit wil inzetten, moeten we ook absoluut bekijken. U zegt dat het de snelste methode is, maar dat is alleen de snelste methode als u niets of niet te veel hoeft te veranderen aan die rondzendbrief, dus als u geen wettelijk initiatief hoeft te nemen om de wet van 2002 aan te passen. Wanneer er wel een wetgevende aanpassing nodig is, verliest u een hoop tijd, terwijl ik heb begrepen dat u uw maatregel nog voor de winter uitwerking wil laten hebben. Dat is mogelijk een probleem.
In een ver verleden heb ik nog enkele jaren meegedraaid in het bijzonder comité van een OCMW-raad. Daar heb ik gemerkt dat de toepassing via dat zogenaamd fonds-Vande Lanotte niet altijd zo snel verloopt als wij zouden willen. U zegt dat het de snelste manier is om iets te doen, waarin ik u wel enigszins kan volgen als u het regelgevend kader enkel via de rondzendbrief in orde moet brengen, maar vervolgens moet er nog een stap gezet worden opdat de mensen er echt iets aan hebben, wat weer een ander aspect is. Als het over bijvoorbeeld een energiezuinige koelkast of energiezuinige wasmachine gaat, weten wij dat het effect ervan op de factuur pas na verloop van een jaar zichtbaar wordt, wat de consument dus pas sterk vertraagd zal voelen, niet tijdens de winter. Dat heeft ook te maken met de aanrekening van voorschotfacturen. We zijn er nu wel erg gedetailleerd op aan het ingaan.
De specifieke raming voor kwartaal 1 van volgend jaar bedraagt 208 miljoen euro. Ik kom met mijn berekening aan een ander bedrag, gelet op de stijging van de plafonds. Daarop zullen we later dieper moeten ingaan. Daar moeten we eens naar kijken. Misschien zitten daar middelen in die nu toch al zijn vrijgemaakt en die we kunnen gebruiken om een ruimer deel van de middenklasse mogelijkheden te geven.
Er is ook al heel veel gezegd over het CRM. Voor alle duidelijkheid, ons standpunt is dat we zo weinig mogelijk gascentrales willen, als het kan zelfs liefst geen. Er zijn in het verleden al heel wat ingrepen gebeurd. Ik ben bewust ook aan de slag gegaan om zaken uit de wetgeving aan te passen en te verbeteren. U zou kunnen vragen waarom ik daaraan zit te sleutelen, als ik toch geen gascentrales en geen CRM wil. Ik doe dat om ervoor te zorgen dat de kostprijs onder controle blijft. Het is niet omdat ik tegen het hele mechanisme ben – ik heb twee keer tegengestemd – dat ik vervolgens moet zeggen dat het mag kosten wat het wil. Dat zou de wereld op zijn kop zijn.
In die zin moet ik u ook niet herinneren aan een van de methodes die werden gehanteerd om ervoor te zorgen dat een heel pak capaciteit uit die eerste veiling is verdwenen. Dat had toevallig te maken met een amendement dat ik destijds heb toegevoegd, met name het amendement met betrekking tot die 200 uur. Volgens de berekening komt dit uit op 1,4 gigawatt die daardoor verschuift. Dat is 1,4 gigawatt die niet werd geveild in T-4 en waarvoor geen gascentrales in aanmerking komen.
In dat opzicht is de grote vraag welke andere stappen er werden gezet om dat verder naar beneden te krijgen, naast het meerekenen van de afvalverbranders en de WKK's die eventueel nog actief zouden blijven. Ik heb heel hard moeten vechten om het amendement inzake de 200 uur overeind te houden. Het was enigszins voor uw terugkeer, uw herrijzenis in het Parlement, maar ik werd ook door mensen van uw fractie benaderd om dat amendement van die 200 uur alstublieft aan te passen zodat het eruit ging.
Ik herinner mij ons eerste debat naar aanleiding van de verkiezingen van 2019. U hebt me toen gezegd dat ik dat amendement alleen geschreven had om de kerncentrales open te houden. Vandaag gebruikt u dat amendement om ervoor te zorgen dat we minder gascentrales nodig hebben. Misschien hebben we elkaar dus ergens gevonden. Nu nog die 2 gigawatt en dan zijn we er helemaal uit.
Collega's, op een aantal vlakken moeten we verder kijken dan de effectieve gevolgen. Alleen vrees ik dat het effect van die energienorm veel kleiner zou kunnen zijn dan wat ons voorgehouden is. Ik wil gerust kijken naar wat er effectief in de commissie gebeurt, want het is zeer moeilijk om besprekingen te voeren zonder dat de teksten op tafel liggen. Er moet ernstig bekeken worden of die 30 euro, oorspronkelijk zelfs 50 euro, wel een effectieve realisatie zou zijn. Ik zie daar mogelijk andere dingen gebeuren, die aan het einde van de rit de energiefactuur misschien op een heel andere manier zullen beïnvloeden. Als het effect voor 2021 en 2022 dan ergens tussen 10 en 20 euro ligt, dan is een maatregel zoals die in Vlaanderen, die tot 70 euro zou kunnen opleveren, absoluut nog niet zo slecht voor de grotere groep van de middenklasse. We moeten kijken welke richting het uit gaat.
Ik onthoud vooral dat ik de teksten eens wil zien, want die 30 euro lijkt me nu al een overschatting. Verder zullen die 120 en die 60 heel sterk afhangen van de inschattingen die gedaan worden op het vlak van competitiviteit in vergelijking met de ons omliggende landen. Daar gaan we dus ongetwijfeld zeker nog over spreken.
01.12 Minister Tinne Van der Straeten: Het is natuurlijk van twee dingen één. De afgelopen tijd hebt u geen moment onbenut gelaten om mij, helemaal terecht, te wijzen op de berekening van de CREG die aangaf dat er een overschrijding was met 100 miljoen euro voor de offshore. Gisteren en ook vandaag maande u aan om op te letten met de kosten van de federale bijdrage, de kosten van de stijgende prijzen en de kosten van het sociaal tarief.
U laat niet na om te wijzen op het feit dat er stijgende kosten zijn. Die zijn er en dat was het systeem tot nu toe. Als de kosten stijgen, worden die meteen doorgerekend in de factuur. U kunt mij dus niet enerzijds de hele tijd waarschuwen voor kosten, om dan anderzijds te komen zeggen dat die 30 euro niet klopt. Dat is niet consistent.
We zorgen voor een regelknop op de factuur, om ervoor te zorgen dat de kosten niet op de factuur terechtkomen. Het is dus effectief een besparing. Het is dit jaar een besparing en nadien zal jaar na jaar berekend worden hoe die kosten evolueren. Daar kunnen we dan dieper op ingaan in de commissie, tenzij alle collega's precies willen weten hoe het zit met de evolutie van de kosten van offshorewindenergie. Nadien komt er ook het CRM aan, we weten binnenkort ook wat de kosten daarvan zijn. Op die manier werkt het.
Het is wel van twee dingen één, collega Wollants. Er zijn kosten, daarover ben ik het met u eens, maar we hebben ze uit de factuur gehaald. Dat is wat we hebben gedaan.
01.13 Bert Wollants (N-VA): Ik wil gewoon zeggen dat, als de Vlaamse regering morgen zegt dat de Vlaamse meerkosten volgend jaar niet zullen stijgen en ze er nadien effectief voor zorgt dat die geen 100 euro zijn gestegen, uw fractiegenoten in het Vlaams Parlement zullen zeggen dat ze niets gedaan heeft. Daar moet u ook waakzaam voor zijn.
01.14 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, ik ga even repliceren op een paar zaken die u gezegd heeft.
Eerst en vooral, als u spreekt over groene waterstofcentrales, kan ik dat alleen maar toejuichen. Zoals u weet ben ik daar een bijzonder grote voorstander van. Ik begrijp ook dat het niet evident is, gelet op de bevoegdheidsverdeling en dergelijke in dit land, zoals dat het geval is in tal van dossiers.
Een wettelijk kader scheppen is één zaak, maar u spreekt over investeringen en die zullen inderdaad vaak uit de privésector moeten komen. U zegt verder dat men binnen de Benelux werkt, maar ik heb in de commissie al vaak aangehaald dat we zien dat men in Nederland meer ambitie uitstraalt. Daar zegt men de absolute pionier te willen zijn inzake waterstof. Daarom hamer ik ook vaak op ambitie. We moeten ervoor zorgen dat we in Vlaanderen de waterstoftrein niet missen, onze industrie heeft dat absoluut nodig.
U heeft gesproken over het sociaal tarief en de uitfasering ervan. U zegt dat u daarna overgaat naar een tussentarief, maar wat zal u doen indien blijkt dat die hoge energietarieven van vandaag nog een tijd aanblijven? We hebben daar nu nog geen zicht op. Zal u uw beleid nog herzien of aanpassen?
Er is ook gesproken over het CRM. Ik ontken niet dat dit technologieneutraal is. In de praktijk wisten we echter wel vanaf het begin dat het zou gaan om gascentrales, ook al is dat een technologieneutraal gegeven. Ik begrijp, mevrouw de minister, dat u geconfronteerd wordt met een vroeger beleid waarmee u verder moet. Ik geloof dat u niet kan toveren. Ik besef dat er vroeger ter zake te weinig actie is ondernomen en dat we daardoor in deze situatie zitten.
Het Vlaams Belang heeft zich destijds onthouden met betrekking tot die CRM-resolutie. We staan immers met de rug tegen de muur. Zelfs als bepaalde kerncentrales openblijven, zal men naar alternatieven moeten zoeken. Die kerncentrales zijn er nu toch. Men kan praten over kernafval, men kan voor of tegen kerncentrales zijn, maar ze zijn er nu eenmaal. Mevrouw de minister, had u zelfs maar overwogen om de kerncentrales open te houden, dan kon u ook de afgesproken energietransitie doorvoeren, maar dan had u minder gascentrales nodig gehad. Deze realiteit kan u niet ontkennen.
Daarom hadden we als Vlaams Belang een wetsvoorstel ingediend om de levensduur van een aantal kerncentrales te verlengen en om op zijn minst gesprekken aan te gaan met de exploitant om na te gaan wat mogelijk was. Ik betreur dat dit niet is gebeurd. Indien u had gekozen voor die twee kerncentrales, had u nu minder gascentrales nodig gehad.
Mevrouw de minister, ik begrijp waarom u de interconnectie wil doorvoeren, maar ik ben er echter deels een koele minnaar van. Ik licht toe waarom. U spreekt over een zekere prijsconvergentie. Het is echter belangrijk dat wij zoveel mogelijk inzetten op energieonafhankelijkheid. Ik ben immers niet graag afhankelijk van het buitenland. U stelt dat wij nu moeten zorgen voor een interconnectie met Denemarken. We doen dat niet zomaar, dat weet u ook. In de toekomst zullen we dus bijzonder sterk afhankelijk zijn van de energie uit Denemarken. Wij moeten ervoor zorgen dat wij zoveel mogelijk energieproductie in eigen handen hebben.
Waarom moet u opteren voor die interconnectie of interconnectiviteit? Dat is omdat de productie van zon en wind onvoorspelbaar is. Dat is nu eenmaal een gegeven.
Ik ben er niet zo zeker van dat de import van groene energie, zoals u ze noemt, daadwerkelijk zo goedkoop zal zijn. Evenmin ben ik niet zeker dat wij nadien niet het gevoel zullen hebben dat wij 'gesjareld' zijn, zoals destijds met de uitverkoop aan Frankrijk. Toen zijn wij ook energie moeten beginnen importeren. Met die bezorgdheid blijf ik vandaag zitten. Ter zake hebt u mij nog steeds niet kunnen overtuigen.
01.15 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, ik begrijp de honger van de leden naar meer informatie. Alles op zijn tijd echter. Ik apprecieer ten zeerste de degelijkheid en de duidelijkheid van de minister in haar betoog.
Het is duidelijk dat wij hier geen paniekvoetbal moeten spelen of paniek moeten zaaien. Uiteindelijk zijn de oplossingen die wij moeten uitwerken immers oplossingen die over de legislatuur heen moeten werken en ook de steun moeten hebben van alle beleidsniveaus.
In tegenstelling tot de heer Van Lommel ben ik de mening toegedaan dat wij in het kader van een coherent Europees beleid met onze buurlanden en de leden van de Europese Unie moeten samenwerken.
Als voorzitter van de commissie kijk ik echter alleszins uit naar de nadere toelichtingen die er te gepasten tijde zullen komen en naar de debatten in de commissie voor Energie en Klimaat.
01.16 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Van Lommel, laten we even naar de cijfers kijken.
België importeert vandaag 544,6 terawattuur aan energie. Daarvan is 43 %, of 235,7 terawattuur, petroleumproducten, dus ruwe aardolie en afgeleiden en 24 %, of 31,9 terawattuur, uranium. Ik heb u vorige week gezegd dat uranium niet uit de Limburgse mijnen komt en petroleum niet uit een offshoreboorplatform op de Noordzee. Verder importeren wij nog eens 33 %, of 177 terawattuur, gas. Dat is vandaag de importafhankelijkheid van België. Kom dus niet af met te zeggen dat die kerncentrales onze importafhankelijkheid zullen verbeteren. Het uranium, de brandstof voor die kerncentrales, komt immers niet uit België.
Binnenkort kom ik naar de regering en daarna naar het Parlement met de waterstoffusie. Dat is een manier om veerkrachtiger te zijn en om minder afhankelijk te zijn van import, net zoals de inspanningen die we in eigen wateren leveren als het gaat over wind op zee. Het is de keuze voor hernieuwbare energie die ons weerbaarder zal maken omdat we akkoorden kunnen sluiten, zodat we interconnecties kunnen maken met meer en andere landen dan vandaag het geval is. We zullen meer keuze hebben.
Uw verhaal, mijnheer Van Lommel, is alleen een optie als men een eiland is. Daarvan hebben we ook voorbeelden. Ierland heeft vandaag een betrouwbaarheidsnorm van acht uur, de hoogste betrouwbaarheidsnorm van de Europese Unie, omdat het geen interconnecties heeft en omdat het niet kan rekenen op het importeren of uitwisselen van energie. Tegenover import staat immers ook export. De twee laatste jaren waren we netto exporteur.
Het is niet nodig om het telkens te vereenvoudigen tot simplismen, want het is niet simpel. Het is complex en daarop antwoordt men met een gesofisticeerd, doelgericht en structureel beleid.
01.17 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, zeggen dat energie een basisvoorziening van een bijzondere strategische aard is, en bepleiten dat je die zoveel mogelijk in eigen handen neemt en zelf produceert, los van het buitenland, is dat dan zo abnormaal? Ik denk dat dat gewoon een kwestie van gezond verstand is. Dat heeft niks met simplisme te maken. Ik begrijp niet tot wat u het debat wil reduceren.
Elektriciteit in eigen land produceren, mag het nog? Ik wil niet afhankelijk zijn van het buitenland. We hebben dat in het verleden gehad met olie, en ik weet dat dat in de toekomst ook zo zal zijn met waterstof. Dat zullen we sowieso zien. We hebben hoorzittingen gehad, ik weet dat er nu al gesproken wordt over groene waterstof uit Latijns-Amerika. Ik zie de bui al hangen. Energie is iets wat we zoveel mogelijk hier bij ons moeten produceren en in eigen handen houden. Op die manier kunnen we ook de prijs mee bepalen en beperken voor de mensen. Dat lijkt me maar logisch.
01.18 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, bij een aantal elementen uit uw antwoord heb ik toch een paar opmerkingen of bijkomende vragen.
U bent begonnen met iets te zeggen als: ik sluit niemand uit, ik werk doelgericht maar ook structureel. Oké, als u wilt kunnen we dat toegeven. U geeft 30 euro tegemoetkoming aan die fameuze 80 % van de gezinnen die geen recht hebben op een sociaal tarief. Dit ten opzichte van een stijging van de factuur met 714 euro. Dus ja, u doet iets, maar dat is minder dan een druppel op een hete plaat.
Wat dan het structurele betreft, zoals u natuurlijk weet is het huidige systeem van degressiviteit onrechtvaardig, want de kosten van de subsidies aan de offshore worden nu doorgerekend op de factuur – en in de toekomst ook, maar dan via een accijns. Eigenlijk komen die vooral op de factuur van de gezinnen terecht, want die betalen de volle pot, en de grootverbruikers – de grote bedrijven – hebben een degressief tarief en betalen dus veel minder. Ik heb u gevraagd hoe u hiermee zult omgaan, aangezien u die heffingen gaat omvormen tot accijnzen. Ik vermoed en hoop dat collega Verduyckt daar nog op gaat terugkomen, want hij heeft al verschillende keren verwezen naar de oneerlijke verdeling van de Vlaamse heffingen, want daar betalen de gezinnen ook het grootste deel, maar federaal is dat ook zo. Ik meen uit uw antwoord te hebben begrepen – maar ik had daar graag bevestiging van – dat u dat onrechtvaardig systeem in stand gaat houden.
Dan een kleine rechtzetting over de FORBEG-studie. Ik heb gezegd dat er volgens die studie globaal geen probleem is met de competitiviteit van de ondernemingen wat betreft de energieprijs, tegenover de ons omringende landen.
Ik heb echter gezegd: "globaal en er zijn enkele uitzonderingen". U hebt daar in uw antwoord ook op gewezen. Maar heb ik het goed begrepen dat u enkel voor die specifieke bedrijven een op maat gemaakte oplossing zoekt? U hebt ook over een vrijstelling voor bepaalde sectoren gesproken.
Verder zei u ook dat wij de enige entiteit zijn die de koopkracht verhoogt. Dat vond ik eigenlijk nogal straf. Wat u doet aan de energieprijs is eigenlijk de stijging een klein beetje compenseren. U vermindert of vertraagt een klein beetje die stijging, maar dan mag u niet spreken over een verhoging van de koopkracht. Uw entiteit, de federale regering, is ook degene die de lonen geblokkeerd heeft, mevrouw Van der Straeten. De koopkracht verhoogd? Neen, dat kunnen wij moeilijk aanvaarden.
U hebt het ook graag over correcte feiten. U hebt gezegd dat u 20 % van de gezinnen heeft geholpen in januari. Dat is niet waar. U hebt 10 % geholpen, want van de 20 % van de gezinnen die vandaag van het sociaal tarief genieten, genoot ongeveer 10 % al van het sociaal tarief. Die hadden daar al recht op. U hebt daar 10 % aan toegevoegd. Nogmaals, dat is een hele goede maatregel. Wij hebben die ook gesteund. Maar u mag wel niet zeggen dat u 20 % van de gezinnen geholpen hebt.
U hebt twee of drie keer herhaald dat u snel en doeltreffend wou ageren. Daar zijn wij natuurlijk ook voor, want het is nu dat het probleem rijst. Maar wat ons betreft, is de snelste en meest doeltreffende actie die u kon doen, de btw verlagen. Dat is een effectieve maatregel. Volgens onze berekeningen levert die de gezinnen 321 euro op. Dat is een pak meer dan de 80 euro en de 30 euro waarmee u afkomt. Dat wordt toegepast door Spanje. Dat werd ook aanbevolen door de Europese Commissie, waar u blijkbaar toch goede relaties mee hebt. Het ABVV en Test-Aankoop zijn daar ook voor, net als waarschijnlijk nog vele andere organisaties van het middenveld.
Wij hebben het al gezegd, wij betreuren natuurlijk dat de PS en Vooruit, die daar een breekpunt van hadden gemaakt, dat niet verwezenlijkt hebben. Connor Rousseau betreurt dan ook in zijn videochat dat hij het niet gehaald heeft. Maar met zijn krokodillentranen zijn de mensen natuurlijk niets. Ik moet ook uw geheugen een beetje opfrissen, mevrouw Van der Straeten. Ik heb het nagetrokken en in 2016, ik vermoed dat u toen parlementslid was, hebben Ecolo en Groen gestemd tegen de verhoging van de btw op energie van 6 % naar 21 %.
Jullie hebben toen tegengestemd, dus toen waren jullie voor die 6 %. Nu moet ik vaststellen dat vier partijen het in de regering niet kunnen halen tegen twee kleine liberale partijtjes, en dat vind ik jammer.
Ik heb voorts nog twee opmerkingen. Het is goed dat u het bedrag van 16 miljoen euro hebt bevestigd in de begrotingstabel, maar ik vroeg waar het cijfer op gebaseerd is en of er nu voldoende middelen in het fonds aanwezig zijn. Daar hebt u niet op geantwoord en evenmin op de vraag of het indexatiemechanisme zou worden aangepast. U hebt ook helemaal niet geantwoord op de vraag over de biobrandstoffen, waarvan akte. Ik vermoed dat u daarover nog aan het onderhandelen bent met uw liberale partners.
01.19 Minister Tinne Van der Straeten: Ik heb inderdaad niets gezegd over de btw, maar dat hoeft ook niet te worden herleid tot de vraag welke politieke partij voor of tegen een verlaging daarvan is. U verwijst naar Spanje, maar is die vergelijking zo terecht? Er is vandaag in ons land een heel specifieke context. De heer Laaouej heeft dat gisteren heel eloquent gebracht. Er is in ons land een automatische loonaanpassing naar aanleiding van de indexering, wat Spanje niet heeft. Het is juist dat er in de gereedschapskist van de Europese Commissie ook iets staat over de btw en Spanje past dat toe, maar wij hebben andere methoden om te ageren. Ik zou de vraag ook kunnen omdraaien naar deze open vraag: als de btw wordt verlaagd, zou dat dan niet leiden tot een indexsprong, waardoor de mensen die u zo eloquent verdedigt, uiteindelijk slechter af zouden zijn?
01.20 Kris Verduyckt (Vooruit): Ik wil graag ingaan op de verlaging van de btw tot 6 %. Ik heb het daar gisteravond ook over gehad met uw fractieleider, mijnheer Warmoes. Het gaat ook over akkoorden maken en oplossingen zoeken. Dat is inderdaad ons standpunt. Dat was het gisteren en dat zal het morgen ook zijn, maar ondertussen heeft de regering wel een akkoord gesloten met een pak maatregelen die ertoe zullen doen voor de mensen die dat vandaag het meest nodig hebben. Dat is voor ons het belangrijkste. Ik heb vannacht aan uw fractieleider gezegd dat de PVDA beter ook eens akkoorden leert te maken. Volgende week stemmen wij over de interparlementaire klimaatresolutie en alweer gaat u aan de kant staan.
Mijnheer Warmoes, u herleidt het energiebeleid tot een verlichtingsknop: het is aan of uit. Dat is niet zo. Dat is net hetzelfde als bij de discussie met het Vlaams Belang over de gascentrales. Het is niet gascentrales of kerncentrales. De N-VA was gisteren tenminste zo moedig om ootmoedig toe te geven dat er in de energiemix inderdaad gascentrales zullen zitten.
Die verenging van het debat, die de minister veroordeelt, moet eruit. Deze discussie is veel te complex en verdient veel meer intellectualiteit dan hier vandaag aan de dag wordt gelegd.
01.21 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): U komt elke keer met hetzelfde aan, het begint te verslijten.
Wat het sluiten van akkoorden betreft, vermeldt u de interparlementaire resolutie. Daar kwam u gisteren ook mee aan bij de heer Hedebouw. U zei onterecht dat wij aan de kant zijn blijven staan. Dat hebben we echter niet gedaan. We hebben met de heer Muyters gesproken die daar het initiatief nam. We hebben ook voorstellen gedaan, waarvan sommige weerhouden zijn. We hebben dus actief meegewerkt aan het verbeteren van die interparlementaire resolutie. De eerste versie van de heer Muyters was helemaal imbuvable voor ons, maar ook voor u, voor Ecolo-Groen en voor bepaalde andere entiteiten. Hij heeft daaraan gewerkt en er is een tweede en vervolgens een derde versie gekomen.
Als wij zeggen dat iets voor ons een breekpunt is, dan is dat ook een breekpunt voor ons. Als de wetenschap zegt dat het min 65% moet worden, moeten we daar gewoon naar handelen en moeten er niet allerlei economische beschouwingen bijgehaald worden. De heer De Croo heeft gisteren zelf gezegd dat het een kwestie van leven of dood is. Het is de belangrijkste uitdaging voor onze generatie. Wij hebben dan ook gevraagd om er minstens een moratorium in te zetten op het ontginnen van nieuwe oliebronnen. We gaan naar nulemissie in 2050, maar zouden wel toelaten dat er nieuwe oliebronnen aangeboord worden. Dat is gewoon krankzinnig.
U maakte een breekpunt van de btw. Op een bepaald moment worden er keuzes en een compromis gemaakt. Wij kunnen ook compromissen maken. U laat dat in de huidige situatie, met het exploderen van de energieprijzen, vallen voor een pak maatregelen die niet op dezelfde hoogte staan als de situatie waarmee de gezinnen nu worden geconfronteerd.
Er is een loonindexering in België die er niet is in Spanje. U weet ook dat de index in België vervalst is.
Energie zit dus wel in de indexkorf, maar brandstoffen als diesel en benzine niet. Overigens werkt het indexeringsmechanisme ook vertragend. Ten eerste worden de verhogingen dus niet volledig doorgerekend en daarenboven is er een vertragend effect. Als u de btw vandaag verlaagt, is het effect ervan op de index ook pas binnen een aantal maanden zichtbaar. In afwachting van een maatregel betalen de mensen nog altijd te veel. Daarenboven wegen de energie-uitgaven voor de armste gezinnen relatief veel sterker door in hun totale uitgaven in vergelijking met wat die gezinnen winnen bij een indexering die twee maanden later wordt doorgevoerd. Een btw-verlaging is dus, gelet op de impact op de huidige tarieven voor huishoudens, sowieso een voordeel voor de mensen. Dat is geen indexsprong, op zijn hoogst wordt een indexering eventueel een beetje uitgesteld. Gezinnen met een laag inkomen hebben er alle belang bij dat de btw nu verlaagd wordt.
01.22 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Warmoes, "eventueel een beetje uitgesteld", dat klopt niet als het over een indexsprong gaat. Die wordt overgeslagen, niet ingehaald.
01.23 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, die redenering is eigenlijk krankzinnig. Naar analogie kan de btw op water evengoed op 21 % worden gebracht, en de btw op brood eveneens, want dan zullen de lonen stijgen. De onnozelheid schuilt erin dat men stelt dat de lonen pijlsnel zullen stijgen als op alle producten een btw van 21 % wordt geheven. Waarom dan geen 50 %? Zo werkt het niet.
De voorzitster: Vraangt nog iemand
het woord? (Nee)
Dan sluiten we de bespreking met minister Van der Straeten en vatten we de thematische bespreking aan met vragen aan staatssecretaris Michel.
01.24 Koen Metsu (N-VA): Mevrouw de voorzitster, initieel had ik mij niet ingeschreven, maar ik dank u omdat u mij alsnog kort het woord wil verlenen.
De openheid van informatie aan de vertegenwoordigers van het volk ten opzichte van de openheid van informatie aan de vrienden van de pers, doet vragen rijzen. Ik heb ook bepaalde zaken gelezen in De Tijd waarbij ik de wenkbrauwen fronste. Ik voel mij dus verplicht om het woord te nemen.
Nog stuitender vond ik collega Leysen van Open Vld, die zei: "Ik begrijp die honger naar informatie maar alles op zijn tijd." Wanneer moeten wij dan die informatie krijgen? Na het debat? Is dat dan de nieuwe politieke cultuur? Ik vraag mij dan ook een beetje af wat men te verbergen heeft. Ik gun de pers en de media trouwens alle informatie, maar dat geldt ook voor ons, de vertegenwoordigers van dat ruimere volk.
Het volgende deed mij de wenkbrauwen fronsen. Vandaag lees ik in De Tijd dat er 150 miljoen euro gaat naar de renovatie van het overheidspatrimonium. De klemtoon zou daarbij liggen op het energiezuiniger maken van gebouwen. Mijnheer de staatssecretaris, u schoof minder dan twee weken geleden zelf 500 miljoen euro naar voren om de overheidsgebouwen energiezuiniger te maken. Een korte rekensom leert dat dit een delta is van 350 miljoen euro.
Een beetje verder terug in de tijd, maar nog steeds recent, op 29 september 2021 las ik eveneens in De Tijd, die is tegenwoordig interessanter om te lezen dan de officiële regeringsdocumenten, dat u een plan op de regeringstafel legde waaruit bleek dat er de komende 10 jaar 5 miljard euro aan investeringen nodig is om het gebouwenpatrimonium van de federale overheid op punt te stellen. Een tiende van dat bedrag diende voor energierenovatie, zijnde die 500 miljoen euro. 2 miljard was al gereserveerd in de budgetten van de Regie der Gebouwen. Er moest nog 3 miljard euro gevonden worden om het plan uit te voeren. Van die 3 miljard, niet zo goed onderhandeld denk ik dan, krijgt u 150 miljoen. Aan dat tempo, zo leert ons een andere kleine rekensom, zal dat 20 jaar duren.
Volgens u was het de eerste keer dat er 10 à 15 jaar vooruitgekeken werd. U maakte een foto van het gebouwenpatrimonium en de noden. Het ging dus om een combinatie van vragen van vakministers en de ingrepen die nodig zijn om het patrimonium up-to-date te maken. De prioriteiten zijn het vervangen van sterk verouderde gebouwen, ik denk daarbij ook aan enkele gevangenissen, en het energiezuiniger maken van het gebouwenpark. Voor die laatste ambitie krijgt u effectief geld.
U eiste die 3 miljard euro niet op. U wilde transparantie en bewustwording creëren voor de gigantische noden. Het was aan de regering om te beslissen of het plan gedeeltelijk of volledig zou worden uitgevoerd, welke werken prioritair zijn en in welk tempo het plan zou worden uitgevoerd.
Het aantal projecten kon worden verminderd of de lijst kon over vijftien jaar in plaats van over tien jaar worden gespreid.
Welke berekening werd gebruikt om het bedrag van 150 miljoen euro te bepalen? Waarom schoof u dan initieel 500 miljoen euro naar voren? Hoe verklaart u dus dat gat van 350 miljoen euro? Zal er slechts een klein deel van wat nodig is, kunnen gebeuren en wat met de rest?
Om uw plan volledig uit te voeren, ontbreekt er dus nog 2,85 miljard euro. Wat heeft de regering daarover beslist? Werd er een begrotingsplan uitgetekend voor de komende tien of twintig jaar? Zo neen, waarom niet? Vanwaar zal al dat geld moeten komen of zijn ook dat weer zorgen voor later? De 150 miljoen euro zijn peanuts in vergelijking met de 3 miljard euro die noodzakelijk is. Het is een ministapje vooruit en aan dit tempo gaat het veel te lang duren.
Om de kostprijs voor de overheid te drukken, zult u minder huren, wat verstandig is. Dat is een stevige trendbreuk met het verleden, want onder de paarse regeringen van Guy Verhofstadt werden heel veel administratieve gebouwen verkocht en vervolgens opnieuw gehuurd onder de zogenaamde sale-and-lease-backoperaties. Zij spekten op korte termijn de begroting, maar joegen de overheid op langere termijn op kosten. U merkte op dat wij jaarlijks 450 miljoen euro huur betalen, waarvan 30 miljoen euro voor de Financietoren. Tegen 2030 zou dat 10 % minder moeten zijn. Ook hierover heb ik een paar vragen.
Hoeveel sale-and-lease-backcontracten hebben wij momenteel nog lopen? Hoeveel wilt u de komende drie jaar besparen op de huurkosten voor de federale overheid en hoe zal dat bedrag worden bereikt? Ik verwijs nog eens naar De Tijd, waarvan ik fan ben en u ook, denk ik. Vandaag kunnen wij in De Tijd lezen waar het miljard euro aan investeringen tegen 2024 naartoe gaat. De krant verwijst naar een lijst met 29 investeringen. In de begrotingstabel vinden wij echter maar één lijn terug met het bedrag gespreid over drie jaar, namelijk 200 miljoen euro in 2022, 350 miljoen in 2023 en 450 miljoen euro in 2024. Wat daarachter schuilgaat, weten wij echter absoluut niet, maar de media wel, terwijl de eerste minister dinsdag nog de mond vol had over de transparantie van de regering over de cijfers ten aanzien van het Parlement. Hij had nochtans, samen met zijn vicepremiers, eerst de pers ingelicht over de begrotingsplannen. Dat is gewoon een minachting van de parlementaire democratie. Dat hebben wij al aangeklaagd, maar u trekt de lijn gewoon verder. Zo kan de oppositie haar werk niet doen. Dat kan uw doel zijn, maar wij zullen ons niet gewonnen geven. Het hoort niet dat de pers meer weet dan wij.
Kunt u bevestigen dat in het begrotingsakkoord een lijst met 29 publieke investeringen is opgenomen? Wanneer werd die lijst aan ons, aan het Parlement bezorgd? De pers krijgt meer informatie en cijfers dan wij. De transparantie van de premier is dus niet zo groot als hij dinsdag pretendeerde of beweerde. Dit is geen manier van werken. Op die manier wordt het werk van het Parlement onmogelijk gemaakt. Daarom vond ik het noodzakelijk, mevrouw de voorzitster, om hierop terug te komen.
01.25 Christian Leysen (Open Vld): Voor alle duidelijkheid: alles op zijn tijd en op de juiste plaats betekent dat men in het kader van een professioneel beheer soms geduld moet hebben. Men moet echter ook communiceren. Maar ik begrijp ten volle dat in deze tijden van klassieke en digitale media, die steeds belangrijker worden, de controle soms wat moeilijker is. Er is ook nog de verleiding. Gisteren heeft uw fractievoorzitter ook niet aan de verleiding kunnen weerstaan om het debat van de fractievoorzitters te verlaten voor een tv-opname. Laten we dus realistisch blijven…
(Geroezemoes)
Dat geldt voor iedereen en het is een realiteit waar we moeten mee leven.
Ik heb nog enkele vragen voor de staatssecretaris, want het gaat effectief over veel geld. Het gaat niet alleen over geld uitgeven, maar ook over 'goed' uitgeven. We weten dat er bij de Regie der Gebouwen nog werk aan de winkel is en dat er daar een cultuur geïnstalleerd moet worden waarin een grotere aandacht is voor meer duurzaamheid en meer efficiëntie in de besteding van de middelen, en niet alleen aan de techniciteit. Ik wou ook graag weten hoe ver hij daarmee staat en hoe hij een en ander verwerkt in zijn actieplan.
01.26 Staatssecretaris Mathieu Michel: Beste Kamerleden, ik weet niet hoe de pers dat document heeft gekregen. Ik zal uw vraag aan de premier stellen.
Jullie hebben opgemerkt dat de Regie der Gebouwen een belangrijk instrument is ten dienste van verandering. Ik denk daarbij aan het klimaat, telewerk, de impact van de coronacrisis enzovoort. De Regie heeft, in alle eerlijkheid, de laatste jaren veel inspanningen gedaan om zich te verbeteren, maar het is ook waar dat er nog werk gedaan moet worden. Ik ben er zeker van de Regie der Gebouwen op een rigoureuze manier beheerd moet worden, op lange, middellange en korte termijn. Op lange termijn moet er een visie zijn. We moeten lucide zijn.
Dat is de reden waarom ik een meerjareninvesteringsplan wou. Ik heb dat ook in mijn beleidsnota gezegd, een jaar geleden.
Wat is een meerjareninvesteringsplan? Eerst is er het startpunt, met name het kadaster van behoeften maken. Ik heb daarvoor gezorgd met al mijn collega's. We hebben 5 miljard behoeften geïdentificeerd. Het gaat over gevangenissen, justitiepaleizen, administratieve gebouwen en ook – dat is belangrijk – een klimaatplan.
Na het kadaster hebben we een planning nodig. Dat is het investeringsplan. Deze regering heeft ter zake reeds de middelen vastgelegd voor niet minder dan 2 miljard euro. Ze komen uit de algemene begroting van de Regie der Gebouwen. Ze komen ook uit beslissingen die al door de ministerraad genomen werden. Nu moeten we onze prioriteiten bepalen en op die manier onze ambities en de beschikbare middelen met elkaar verzoenen.
Het is correct dat we niet altijd alles kunnen doen. Volgens het kadaster is er voor 5 miljard aan behoeften en we hebben 2 miljard. Hier hebben we iets meer, tussen 120 en 130 miljoen voor een aantal zaken zoals de vermindering van het energieverbruik, maar ook voor een aantal prioriteiten. Want als we maar 2 miljard hebben voor de komende jaren, en dat is het engagement van deze regering tot het einde van de legislatuur, dan weet ik niet hoe het na 2024 zal gaan. Daarom moeten we nu een aantal prioriteiten vastleggen.
Een eerste prioriteit is het energieverbruik van onze gebouwen verminderen, dat is heel belangrijk voor ons, en de Regie der Gebouwen is een instrument ten dienste van de verandering. We zullen hiertoe audits uitvoeren om het kadaster van het energieverbruik aan te vullen.
Mijn motto luidt done is better than perfect. Dus hebben wij niet gewacht om het werk te starten. Elke dag verbeteren wij de energie-efficiëntie van onze gebouwen door te isoleren, HVAC en het installeren van zonnepanelen. Bijvoorbeeld, in Ukkel hebben wij aan de Space Pole 270 zonnepanelen geïnstalleerd. Dat leidt tot een vermindering met 36 ton CO2. Het is onze bedoeling onze uitstoot met 500.000 ton CO2 te verminderen tegen 2040. Dat is al lopende. Elke dag investeert de Regie der Gebouwen in de efficiëntie van onze gebouwen.
De prioriteiten zijn inderdaad, ten eerste, het klimaat maar, ten tweede, ook de symbolische gebouwen. Ik wil ook de toegankelijkheid van de gebouwen garanderen. Er moeten echter ook prioritaire politieke keuzes worden gemaakt.
Het is correct dat wij de looptijd van beleggingen mogen veranderen. We beschikken over het kadaster van vijf miljard euro voor tien of vijftien jaar, het kan door het BFM of door PTP's of door creatieve oplossingen worden gedaan.
Een ander punt behalve de langetermijnvisie is rigueur en een betere structuur in het proces in het dagelijks beheer. Dat betreft de interne werking van de Regie der Gebouwen. Wij kunnen daarover lang spreken. Wij hebben daarover in de commissie al veel gesproken. Ik ben altijd beschikbaar daarvoor. Dat betreft ook een beter onderhoud van de gebouwen. Een beter onderhoud van de gebouwen zorgt immers voor een langere levensduur, waardoor op lange termijn de investeringsbehoeften dalen.
Dat betekent ook het beheer van de vastgoedportefeuille. Het gaat over een mutatie van onze gebouwen. We verlaten de oude gebouwen voor nieuwe. Er is minder oppervlakte nodig door de new places of working, we ondersteunen telewerk, maar worden ook vaker eigenaar in plaats van huurder van onze gebouwen. Dat is mijn mening.
Zoals u hebt gezegd, spenderen we vandaag 450 miljoen euro per jaar aan huurovereenkomsten. Ik ben er zeker van dat wij door het verminderen van de oppervlakten, bijvoorbeeld in Brussel, waar we bijna 300 m² minder kunnen gebruiken, ongeveer 50 miljoen euro per jaar kunnen besparen. Dat is ook een manier om meer rigueur te brengen. Er is ook het opwaarderen van lege gebouwen. Vandaag hebben wij in heel België ongeveer 300.000 m² die leegstaan. We moeten die opwaarderen en een nieuwe functie geven en als dat niet kan, moeten we dat verkopen.
De begroting is heel belangrijk voor een rigoureus beheer, maar als wij een goede visie hebben, een duidelijk beeld van de behoeften en een transparante manier om de prioriteiten te identificeren, dan zorgen wij voor meer rigueur en meer efficiëntie. Ik heb gezegd dat de Regie der Gebouwen een tool ten dienste van verandering is. We moeten dat engagement respecteren en veel zaken veranderen en verbeteren in het beheer. Dat is een taak die ik elke dag vervul.
01.27 Koen Metsu (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, uw openingszin op mijn vraag naar openbaarheid van bestuur en het ontvangen van die documenten, luidde: "Ik weet niet hoe de pers dit document gekregen heeft, ik zal dit aan de premier vragen." Men heeft dus wel degelijk weet van het bestaan van zo'n document.
Laat mij toch stellen dat dit indruist tegen alle regels van openbaarheid van bestuur en respect voor de vertegenwoordigers van het volk. Dat is mijn mening. Onze fractie heeft dit al meermaals gezegd en we hopen dat de regering daar eindelijk oor voor zal hebben. Wees niet bang voor een eerlijk debat waarin we beschikken over dezelfde documenten en dezelfde inhoud.
Voorts heb ik u horen zeggen dat u prioriteiten hebt moeten kiezen. Drie miljard werd 150 miljoen. Ik denk dat u aan de onderhandelingstafel zwaar heeft moeten inbinden, maar het zij zo.
Wat ik zeer interessant vind, is ook de besparing op de huurkosten. De regering-Verhofstadt dacht op korte termijn: sale-and-lease-backformules zijn bijzonder lucratief voor enkelen. Men verkoopt een gebouw voor peanuts om op korte termijn de begroting op orde te krijgen en na verloop van decennia moeten wij dat dan heel duur terugbetalen. Daarover zegt u, mijnheer de staatssecretaris, voor 450 miljoen euro aan huurgelden te betalen en dat u ervan uitgaat dit jaar hier in Brussel 300 m² minder zullen moeten huren, wat neerkomt op een besparing van 50 miljoen euro. 300 m² is een ruim appartement, dus ik begrijp absoluut niet hoe u aan 50 miljoen euro besparing komt. U mag mij dat gerust even toelichten, misschien was het een verspreking, dat hoop ik althans, want anders zijn we heel gek aan het redeneren.
Mijn laatste vraag waar ik graag een antwoord op wens, gaat over de strijd tegen de straffeloosheid en het streven naar 100 % strafuitvoering. Ik wil graag weten wat het budget is dat u nu specifiek opzij heeft gezet voor onze gevangenissen.
01.28 Staatssecretaris Mathieu Michel: Het was duidelijk: het was 300.000 m². Met een prijs van bijvoorbeeld 175 euro per m² zorgt dat voor een besparing van ongeveer 50 miljoen euro per jaar. Dat is een interessant bedrag in vergelijking met andere vastgoedprijzen in België.
Uw tweede vraag ging over de gevangenissen. Ik ken de precieze cijfers niet vanbuiten, maar u mag mij daarover een schriftelijke vraag stellen, ofwel kunnen wij het daarover hebben in de commissie naar aanleiding van de komende beleidsnota. Wel kan ik u meedelen dat wij ongeveer 1.000 plaatsen extra plannen in de gevangenissen. Het gaat vaak om design, build, finance and managed-projecten. Het gaat om een bedrag dat niet altijd gemakkelijk te identificeren is.
De voorzitster: Als er verder geen vragen of interventies zijn, kunnen wij deze thematische bespreking afsluiten. Ik zie staatssecretaris Mahdi nog niet, al is hij twee keer opgeroepen.
Hij is in de koffiekamer, hoor ik. Dan neem ik aan dat hij er aankomt.
Ik zie de heer Van Langenhove niet. Die is blijkbaar vertrokken. Dan staat er nog één spreker genoteerd.
01.29 Peter De Roover (N-VA): Er bereiken mij net berichten dat de streaming plat zou liggen. Dat is wel vervelend.
De voorzitster: Mijnheer De Roover, men vertelt mij dat er inderdaad een paar problemen zijn met de oude websites, maar dat het normaal gezien in orde komt. Wanneer, is natuurlijk de vraag.
Ondertussen is de staatssecretaris binnengekomen.
01.30 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de staatssecretaris, wij hebben vorig jaar een discussie gehad, niet lang na uw aanstelling, bij de begroting. Bij het investituurdebat is dat niet echt aan bod kunnen komen omdat er toen geen themadebatten waren. Bij de begroting konden we wel een discussie voeren.
Ik heb u toen veel succes gewenst en gezegd dat het niet gemakkelijk zou zijn. Migratie is een heel moeilijk departement, misschien wel het moeilijkste, omdat het heel snel heel emotioneel wordt omdat het over mensen van vlees en bloed gaat, en omdat de inzichten en meningen hierover zeer verdeeld zijn. Dat is zowel zo in de samenleving als in de democratische veruitwendiging van de samenleving, zijnde een parlement. In de volksvertegenwoordiging zitten heel verschillende meningen over asiel en migratie. U hebt een ambitieus regeerakkoord en een ambitieuze regeerverklaring. Bij het investituurdebat was er een best wel stevig luik waarbij de heer De Croo inging op wat de bedoeling was. Het was enerzijds een luik waarbij werd ingezet op een betere Europese grensbescherming, en anderzijds een heel duidelijk luik dat ging over terugkeer. Mensen die niet in aanmerking kwamen, moesten effectief worden teruggestuurd.
We zijn nu een jaar verder en de eerste minister heeft in zijn regeerverklaring ditmaal nauwelijks een woord gezegd over uw thema. Uw thema is wat naar de achtergrond verdwenen, alhoewel wat op Europees, maar ook op mondiaal vlak, en in Vlaanderen en België gebeurt nog actueel is. Het is minder prioriteit omwille van corona, het sociaal-economische en het energiedebat enzovoort. Dat begrijp ik allemaal, maar u zit wel op een belangrijk departement. Het is ook een departement waarbij de kiezer, zeker in Vlaanderen, een heel duidelijk signaal heeft willen geven. Ik zie dat als een vraag naar meer verstrenging, verduidelijking en verandering. De eerste minister zei het volgende:
"Il est temps de mettre en place une gestion européenne de l'asile et de la migration avec des frontières extérieures solides."
Twee zinnen, meer werd er niet aan gewijd. Dat zijn twee zinnen meer dan wat de premier zei over pensioenen, want daaraan heeft hij nul zinnen gewijd, maar het is nog altijd bijzonder mager en erg weinig.
Wat de premier inhoudelijk gezegd heeft, is eigenlijk bijzonder triestig. Tot zowel uw als mijn grote frustratie is dit namelijk bij uitstek het dossier waarin op Europees niveau geen of nauwelijks vooruitgang is geboekt. De Europese buitengrenzen blijven lek. De instroom is na de coronaperiode opnieuw heel sterk gestegen. Het aantal boten dat toekomt op Lampedusa is onhoudbaar, de instroom vanuit Turkije naar Griekenland is weer sterk gestegen en er doen zich ook problemen voor tussen Wit-Rusland en Litouwen en Polen, waar momenteel een hekafsluiting opgericht wordt. Stap voor stap zijn we een eigen fort Europa aan het bouwen, vol prikkeldraad. Dat is een feitelijke waarneming. Ik vel er geen moreel oordeel over, dat laat ik aan anderen over, maar ik kan wel vaststellen dat er heel fors wordt ingezet op grensbescherming, overigens ook bij de instroom over land tussen Turkije en Griekenland, waar ook hekken worden gebouwd. Op een bepaald moment werd er daar een soort van geluidskanon ingezet, wat helemaal vreemd was. U hebt daar ook op gereageerd. Al die zaken nemen we waar.
Ondertussen zien wij dat er op het Europese niveau geen enkele vordering wordt geboekt. Europees Commissievoorzitter von der Leyen gaf een schot voor de boeg bij haar State of the Union, enkele weken geleden, bij de opening van het Europees jaar. Vreemd genoeg zei ze daarin nauwelijks iets over asiel en migratie, terwijl zij daar twee jaar geleden twee commissarissen voor heeft aangesteld, met name mevrouw Johansson, een zeer progressief-linkse Zweedse dame, en de heer Schinas, een Griek, bevoegd voor our European way of life, die het asiel- en migratiedossier mee moet bestieren. Volgens mij, maar collega Loones zal dat nog beter weten dan ik, is het nog nooit gebeurd dat er voor één thema twee commissarissen zijn aangeduid. Er werden daarvoor twee commissarissen aangesteld omdat mevrouw von der Leyen net wou onderstrepen hoe belangrijk dat thema voor Europa is, want het zijn twee supercommissarissen. Dat is nog nooit gebeurd. Europa wou tonen dat het naar zijn kiezers luistert en doorheeft dat het iets moet doen, we need to fix our border, en daarom werden er zelfs twee commissarissen voor aangesteld. Dat mevrouw von der Leyen daarover twee jaar later bijna niets meer zegt, is niet alleen pijnlijk, het is een teken aan de wand.
Ik overloop toch even hetgeen ik hoor in de wandelgangen en verneem van onze mensen in de LIBE-commissie. Ik las het volgende in De Tijd: "Die Europese aanpak laat op zich wachten. Twee jaar nadat een nieuw asiel- en migratiepact door voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen trots werd aangekondigd en ze er haar topprioriteit van maakte, wordt hierover nog amper gesproken. De onderhandelingen zitten gewoon volledig vast en de ijdele hoop dat men op het Europese niveau deze legislatuur nog zal landen op een akkoord over alle hervormingen en nieuwe richtlijnen en verordeningen slinkt elke dag.".
Sta me toe het artikel even te overlopen.
Ten eerste, een nieuwe regeling omtrent de asielprocedure zit nog in de beginfase. De werkzaamheden worden nu pas hervat, na wijziging door de Commissie.
Ten tweede, de terugkeerrichtlijn. Een nieuw ontwerp werd vorig jaar gepresenteerd. Er werden maar liefst 754 amendementen ingediend. Sinds eind vorig jaar is er geen enkele beweging meer op het vlak van de terugkeerrichtlijn.
Ten derde, met de richtlijn over de opvangcondities is er niets meer gebeurd tijdens deze legislatuur. Die is geblokkeerd sinds 2019.
Ten vierde, het EU-framework voor hervestiging. Het dossier ligt stil. Het dossier werd teruggestuurd naar de onderhandelingen op technisch niveau sinds het Oostenrijks voorzitterschap en dat is reeds een tijdje geleden.
Ten slotte, de hervorming van de kwalificatierichtlijn. Het dossier maakt deel uit van onvoltooide zaken die werden overgedragen uit de vorige legislatuur. Sindsdien is er niets gebeurd.
Dan is er ook nog de nieuwe regeling rond Eurodac. Dat is heel belangrijk. Aangezien de onderhandelingen over de rest van het asielpakket in 2019 in een impasse zijn geraakt, is ook het Eurodac-voorstel geblokkeerd. Nadat de Commissie in 2020 een gewijzigd voorstel had gepubliceerd als onderdeel van het bredere asiel- en migratiepakket, benadrukte ze haar steun aan alle elementen van het voorlopig akkoord tussen het Parlement en de Raad over het voorstel uit 2016. De Commissie verwacht dat de medewetgevers het voorstel snel zullen goedkeuren op basis van het reeds bereikte akkoord. De rapporteur hoopt ook snel over te kunnen gaan tot de interinstitutionele onderhandelingen, maar heeft nog geen concrete datum.
En zo kan ik nog een tijdje doorgaan.
Ik vind het bijzonder ironisch dat als de eerste minister van dit land dan toch iets zegt over asiel en migratie – een thema dat zoveel mensen na aan het hart ligt, waarover zoveel mensen een mening hebben en waarvan zij verwachten dat er een beleid wordt gevoerd – het dan net gaat over het Europese dossier, waar alles geblokkeerd zit. Het enige waarnaar u ook reeds een paar keer hebt verwezen, is het feit dat er nu een echt Europees asielagentschap wordt opgericht. Het EASO zou een boost krijgen.
U zegt dat, doordat het EASO een boost krijgt, de procedures aan de buitengrenzen korter zijn. Ik heb u al een paar keer gevraagd of u dat cijfermatig kunt aantonen. Hoeveel korter is dat? Zijn die procedures verkort? Hoe zijn ze verkort? Wat was de procedure vroeger in Griekenland? Stel, ik kom morgen aan op Lesbos en ik vraag asiel aan. De eerste afspraak voor een interview is twee jaar later. Toen ik staatssecretaris was, was dat althans zo. Als men een neen kreeg, moest men in beroep gaan. Die beroepsinstantie deed er een paar jaar over. Zo was men daar de facto een paar jaar.
Het zou interessant zijn om dit debat in de commissie te voeren en een vergelijking te maken van de duur van de procedures in Italië, Griekenland of Spanje van de laatste tien jaar. Is die gedaald? Is die gedaald de laatste maanden, sinds de oprichting van het Europese Asielagentschap? Zal die de komende jaren dalen? Als dat zo is, is dat een goede zaak. U weet dat ik daarover heel sceptisch ben.
Het gaat dus niet de goede kant uit, integendeel. Het dossier zit compleet geblokkeerd. Sta mij toe om het onwaarschijnlijk ironisch te vinden dat mevrouw von der Leyen op een bepaald moment zei dat de Commissie al haar huiswerk had gemaakt: alle richtlijnen zijn klaar en zijn doorgestuurd naar het Parlement enerzijds en naar de Raad anderzijds.
Het Parlement, met een zeer linkse meerderheid in die commissie, wil nog meer naar links, nog meer mensenrechten, meer burgerrechten, meer open borders, het nog moeilijker maken om mensen terug te sturen. In de Raad zit men met de Visegradlanden die serieus naar rechts willen. Er zijn landen die het hiermee voor een groot stuk eens zijn. Dan zijn er de West-Europese landen die vooral een oplossing willen. Zij willen een eerlijke spreiding. Zij vinden dat iedereen zijn fair share moet nemen. Dat geraakt er echter niet door omdat de Visegradlanden dat blokkeren en omdat Italië en Griekenland vinden dat ze veel te veel moeten nemen. Zij willen vluchtelingen vooral doorsturen, want ze eigenlijk ook doen. Dat is een van de grootste problemen. Dat was bij mij ook al een groot probleem, maar dat alleen wordt groter en groter. Ik heb het dan over de secundaire migratiestromen, waarvoor u nu een ontradingscampagne heeft gestart.
Dat is gewoon een complete soep. Is dat uw schuld? Neen, dat is niet uw schuld. Ik ben trouwens niet zo goed in de schuldvraag. U hebt dat ook geërfd. Mevrouw De Block ging naar die raden, ik ging naar die raden, de heer Wathelet heeft dat ook gedaan. Men kan alleen maar vaststellen dat het niet vooruitgaat en dat het alleen maar erger wordt.
We zitten ook met de Franse presidentsverkiezingen. Dat gaat daar nu al op het scherp van de snee. Ik ben het boek van de heer Zemmour aan het lezen. Het is bijna uit. Hij spaart het Europese beleid niet, hij spaart het Europese migratiebeleid niet, hij spaart Europa niet. Hij wil meer soevereiniteit.
Hetzelfde geldt voor de heer Barnier, net als mevrouw Le Pen uiteraard. En de heer Macron is nu – na het nieuwe boek van die twee journalisten – blijkbaar ook een populist geworden en zal niet anders kunnen dan met een streng migratiepakket komen. Zijn minister van Binnenlandse Zaken, Gérald Darmanin, is daar voor een stuk het beeld van, met zijn uitspraken over het vechten tegen de islamisten en de radicale islam, maar ook over een ander migratiebeleid. Vorig weekend communiceerde hij nog dat hij het beu is dat België zoveel migranten naar Frankrijk doorstuurt en dat er extra grenscontroles zullen komen. Volgens Darmanin zou de helft van de transmigranten in Frankrijk, die richting het VK vertrekken, via België komen. In de electorale campagne voor mei 2022 zal het een opbod worden inzake de rechtse thema's veiligheid, migratie, terreur en radicale islam. Het zal mooi om te zien zijn. U zult nogal iets meemaken.
Wat er zeker niet zal komen, zijn doorbraken in de Europese Raad. Vergeet dat maar. Er zal niets gebeuren. Ik heb het genoegen gehad om afgelopen weekend lang te praten met mevrouw Krimi, een Parlementslid van La République en Marche, in Lissabon tijdens een vergadering van de Parlementaire Assemblee van de NAVO, waar ook collega De Vriendt aanwezig was. Zij werkt rond migratie en zei dat het heel moeilijk is op het Europese niveau. Ook in Frankrijk bestaat hieromtrent een bijzonder vergiftigd debat op dit moment. Ik ben dus echt pessimistisch. Ik denk dat niet alleen u, maar de hele Europese Unie geen deuk in een pakje boter geslagen krijgt. Het zal heel moeilijk worden de komende jaren.
Ik heb een nogal kritisch stuk geschreven over de stilstand en de verloren jaren inzake migratie. U hebt een aantal initiatieven genomen en hebt ook een aantal dingen beloofd over het Europese verhaal of er alleszins toch mee uitgepakt. U hebt zich onder andere al meermaals sterk gemaakt dat het Europese migratiepact er zal komen. Het is volgens u noodzakelijk dat dat er absoluut komt. Het Europese migratiepact behelst niet één richtlijn, maar tien à vijftien dingen die moeten gebeuren, waarvan ik er een heel deel heb opgesomd en waarvan het overgrote deel geblokkeerd is om politieke, ideologische, technische en juridische redenen.
U hebt zich ook sterk gemaakt dat u er voor de zomer voor zou zorgen dat landen die hun illegale onderdanen niet terugnemen, een soort Europees visumsanctiesysteem opgelegd zouden krijgen. U zei dat u daarvoor zou zorgen tegen de zomer, maar u kon niet zeggen over welke landen het ging. Ik begrijp dat dat diplomatiek gevoelig ligt. De heer Van Langenhove en ik vragen u tweewekelijks of maandelijks naar een stand van zaken hieromtrent.
Ik denk dat dit heel moeilijk ligt. Vanuit de wandelgangen van het Schumannplein hoor ik dat dit compleet geblokkeerd is en dat er voor de uitslag van de Franse presidentsverkiezingen niks zal bewegen op het vlak van migratie. Dat is wat ik hoor maar misschien kunt u mij tegenspreken. Over die belofte komt dus niks in huis.
Daarnaast hebt u op het Europese vlak een aantal initiatieven genomen. Nog niet zo lang geleden heeft u een brief gestuurd. Die brief ligt dan op de Knack-redactie. Over hoe die daar belandt, heb ik geen enkel idee. Ik zou het interessant vinden als de voorzitter van de commissie en alle leden van die commissie daar ook inzage van kunnen krijgen. Uit het artikel in Knack heb ik begrepen dat het gaat over de toepassing van de Dublinregels in Griekenland. Het probleem is dat heel wat mensen in Griekenland aankomen en doorreizen naar Duitsland, België en Nederland. In Eurodac zien wij, via de vingerafdrukken, dat die mensen eerst in Griekenland zijn geweest en daar dus terug naartoe moeten. Want dat is het systeem. Maar eigenlijk kunnen we geen terugkeer op Griekenland organiseren omdat het asielsysteem van dat land zo rampzalig slecht is en het opvangsysteem er ook benedenmaats is.
Hoe staat het daarmee? Ik heb gelezen dat deze brief bij de Griekse minister op een heel koude steen is gevallen. Is dat zo? Heeft u verder overleg gehad met uw Griekse collega over de toepassing van de Dublinrichtlijn in Griekenland?
De voorzitster: Collega Francken, ik onderbreek u even om u te melden dat de streaming van onze vergadering nog steeds zou platliggen. Dat wil zeggen dat de collega's die hier niet aanwezig zijn, niet kunnen volgen. Ik vrees dat ik dus een kleine schorsing zal moeten voorstellen.
De vergadering is geschorst.
La séance est suspendue.
De vergadering wordt geschorst om 13.42 uur.
La séance est suspendue à 13 h 42.
De vergadering wordt hervat om 15.16 uur.
La séance est reprise à 15 h 16.
De vergadering is hervat.
La séance est reprise.
Voorzitter: Eliane Tillieux, voorzitster.
Président: Eliane Tillieux, présidente.
La présidente: Suite aux interruptions de transmission informatique, nous avons dû interrompre la séance. Il semble que les difficultés sont résolues. Néanmoins, des tests sont encore effectués pour nous permettre de voter en toute sécurité tout à l'heure. Il semble que le streaming fonctionne à nouveau mais n'hésitez pas à vous manifester s'il y avait encore des problèmes.
We gaan verder met de heer Francken.
01.31 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de voorzitster, 48 uur na de State of het Union van de premier zit ik wel in de zaal.
Ik wil even hernemen waar we waren. Ik had een aantal zaken gezegd over asiel en migratie. Ik wil het graag hebben over een aantal elementen. Asiel en migratie was een belangrijk thema tijdens de verkiezingen en is een belangrijk thema dat sterk leeft in onze samenleving. Niet alleen hier, maar in heel Europa en in heel de westerse wereld blijft dat een van de hete hangijzers. Dat is belangrijk en het is op zich goed dat we daarover praten.
Het is een omstreden thema, een thema waarover er heel uiteenlopende meningen bestaan, van links over rechts en waarmee er heel wat emotie gepaard gaat. Dat heb ik zelf mogen meemaken als staatssecretaris, net zoals u, mijnheer de staatssecretaris, en zoals mevrouw De Block gedurende de jaren dat zij het departement in goede banen heeft proberen leiden. Dat is een heel emotioneel thema. Het gaat over mensen van vlees en bloed, over grenzen en over harde beslissingen die men soms moet nemen. Dat is nooit gemakkelijk.
Terwijl de premier vorig jaar in zijn investituurverklaring best veel heeft gezegd over asiel en migratie, zegt hij er een jaar later bijna niets meer over. Hij heeft twee zinnen gezegd:
"Il est temps de mettre en place une gestion européenne de l'asile et de la migration avec des frontières extérieures solides."
Meer heeft hij niet gezegd. Daarmee moesten wij het doen. Ik moet bekennen dat zulks een heel mager beestje is.
Ik trek ook de parallel met wat enkele weken geleden door de voorzitster van de Europese Commissie, mevrouw von der Leyen, is verklaard tijdens haar State of the Union. Hoewel ze twee jaar geleden ter zake heel ambitieuze plannen op tafel legde, was het nu ook een bijzonder mager beestje. Zij heeft een heel ambitieuze agenda op tafel gelegd en heeft te dien einde zelfs twee supercommissarissen aangeduid. Het is volgens mij de eerste keer ooit in de geschiedenis van de Europese Commissie dat twee commissarissen werden aangeduid voor één portefeuille, namelijk mevrouw Johansson en de heer Schinas.
Hoe langer het duurt, hoe minder er echter over wordt gezegd. Dat komt natuurlijk, omdat gewoon geen enkele vooruitgang wordt geboekt. De grens blijft volledig openstaan of blijft lekken. Er zijn heel wat problemen aan de zuidgrens. Na het coronajaar 2020 is in 2021 het aantal illegale binnenkomsten opnieuw heel sterk gestegen. Wij zitten met problemen in Wit-Rusland, waar migranten als wapen worden gebruikt door het pro-Russische regime van Loekasjenko, om Europa te destabiliseren. Er worden hoge hekken opgetrokken. We zitten met een probleem tussen Griekenland en Turkije, zowel met de zeegrens als met de landsgrens. Er komen steeds meer boten toe op Lampedusa, met alle mogelijke ellende en problemen van dien.
Wanneer wij kijken naar de heel ambitieuze agenda twee jaar geleden van de Europese Commissie maar ook van de huidige regering, die nu is teruggebracht tot twee zinnetjes in de regeerverklaring, dan merken wij dat het vooral gaat over een nieuw Europees asiel- en migratiepact. Dat is niet één pact met één wetgeving of één soort wet. Dat zijn tien à twintig aanpassingen van Europese richtlijnen. Dat gaat van de terugkeerrichtlijn over de kwalificatierichtlijn, de hervorming inzake hervestiging, de richtlijn over opvangcondities van asielzoekers, de nieuwe asielprocedurerichtlijn tot het hervormen van Eurodac. Noem maar op.
Al die zaken liggen stil. Ze zijn geblokkeerd. Er zijn ofwel juridische problemen ofwel politieke of ideologische problemen. De Europese Raad raakt het niet eens. Er zijn grote tegenstrijdige punten van geloof tussen, enerzijds, de Oost-Europese Visegradlanden, die voor een heel strikte en rechtsere aanpak zijn en, anderzijds, landen zoals Griekenland en Italië, die natuurlijk willen dat de migranten doorreizen. Zij willen niet dat zij iedereen moeten opvangen. Er is dan ook nog West-Europa, dat vooral een verhaal brengt van eerlijke spreiding van de asielzoekers over alle Europese lidstaten, maar telkens een veto krijgt van de landen van Oost-Europa, die gewoon geen asielzoekers willen overnemen.
Dat is nu al jaren bezig en ik heb die discussies ook jarenlang mogen aanhoren in al die Europese vergaderingen. U mag dat nu doen, mevrouw De Block heeft dat ook jaren gedaan, maar er is eigenlijk geen vooruitgang geboekt op het Europese niveau. Dat is niet mijn schuld, noch die van mevrouw De Block en evenmin die van u, mijnheer Mahdi, dat is een vaststelling. We raken er gewoon niet uit en dat is bijzonder problematisch.
Wat ik frapperend vind, is dat de premier
zoveel had kunnen zeggen over asiel en migratie en hij er maar twee zinnetjes
over zegt, die dan nog over dat Europese beleid gaan. Het Europese beleid dat
compleet geblokkeerd zit en in de soep draait. Ik vind het opmerkelijk dat hij
dan juist daarvoor kiest. "Avec des frontières extérieures solides", niets is
minder waar.
Mijnheer Mahdi, u hebt zelf het afgelopen jaar en de afgelopen maanden een aantal initiatieven genomen en een aantal aankondigingen gedaan. U hebt enerzijds gezegd hoezeer u achter het Europese migratiepact staat. Ik heb u er al vaak een passioneel pleidooi over horen houden. U blijft zeggen dat het er zal komen, dat het is wat we nodig hebben en wat er moet gebeuren. U zegt dat we de mensen snel en efficiënt zullen screenen aan de buitengrenzen van de Europese Unie. Dat zijn dan die frontières extérieures solides, neem ik aan.
U weet dat ik daar een heel andere mening over heb. Snel en efficiënt screenen aan de buitengrenzen proberen we al sinds 2015 met de oprichting van de hotspots. Dat lukt gewoon niet. Een van de grootste redenen waarom het niet lukt, is dat de grenslanden in het zuiden, vooral Italië en Griekenland, helemaal niet willen dat het zo efficiënt werkt. Griekenland heeft ondertussen al meer dan 1 miljard euro subsidies gekregen van Europa voor het uitwerken van een deftig asielsysteem, maar het is nog altijd een complete puinhoop.
Dan kan men twee dingen denken. Ofwel
krijgen ze hun boeltje niet georganiseerd omdat Griekenland gewoon een complete
failed state is, ofwel is er
een bewuste agenda. Ik denk eigenlijk dat het een combinatie van beide is. Het
is zeker ook de bedoeling om het allemaal heel traag te laten verlopen zodat
mensen dan maar voor een stuk uit wanhoop doorreizen naar andere lidstaten in
Europa. Want in Griekenland is het een complete soep.
Dat is
mijn mening, u heeft daar een andere mening over. U gelooft wel in het op korte
termijn efficiënt afwerken van asielaanvragen en beroepsprocedures in landen
als Italië en Griekenland. Daartoe, zegt u, is er een eerste grote stap gezet
met de oprichting van een volwaardig Europees asielbureau. Echter, het EASO
bestaat al jaren en wordt nu geüpgraded. Er komen nog meer mensen werken die
het voor een stuk zullen overnemen van de landen aan de buitengrens.
Ik heb
twee vragen. U zegt dat daardoor de procedures korter zijn. Hoeveel korter zijn
de procedures daardoor geworden? Graag een overzicht daarvan zodat we het
daarover eens kunnen hebben, dat mag ook in commissie.
Ten tweede, wat dan met de beroepsinstantie? Is in die EASO-procedure aan de buitengrens het beroep inbegrepen, of blijft het beroep in handen van de rechtbanken van de lidstaten zelf? Blijft de RVV van Griekenland en van Italië bevoegd? Ik heb het hoofd van de RVV van Italië ooit mogen ontmoeten. Die man leek me niet meteen de sense of urgency te voelen die vele regeringsleden en parlementsleden in West-Europa wel voelen, dat kan ik u wel zeggen. Ik weet niet of hij nog steeds aan het hoofd staat, maar dat was wel een bijzondere ervaring.
Hoe dan ook, u blijft er dus bij dat het Europese migratiepact de zaken zal veranderen. Daarnaast heeft u over het tweede grote pijnpunt, het terugkeerverhaal, gezegd dat een van de grote problemen daarbij de onwil van landen van herkomst is om hun illegale onderdanen terug te nemen. Daarvoor komen er Europese visumsancties. U heeft die beloofd tegen de zomer. We zijn nu al een stuk in de herfst en er is nog niets van in huis gekomen. Heeft u daar enig zicht op vooruitgang?
U weet dat ik van oordeel ben dat, zolang de Franse presidentsverkiezingen niet voorbij zijn, het heel moeilijk zal zijn om op het vlak van migratie op het Europese niveau vooruitgang te boeken, omdat Frankrijk dat op dit moment gewoon niet wil. Ze willen interferentie vermijden met de presidentiële campagne die daar op het scherp van de snee gevoerd zal worden, met als kandidaten ook heel wat kanonnen op rechts die heel verregaande voorstellen doen: een stop op gezinshereniging, het terugdringen van het Europees Hof van Justitie en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens als het gaat over uitspraken die aan de soevereiniteit van de Franse staat raken, zeker inzake migratie en grenscontrole. Dat zijn geen softe dingen. Is daar ergens vooruitgang te verwachten?
Daarnaast las ik in Knack dat u een boze brief heeft gestuurd, met een aantal collega's, aan uw Griekse collega in het kader van de Dublinprocedure. Het gaat dus over het terugsturen van asielzoekers die in Griekenland zijn binnengekomen, daar vingerafdrukken afgegeven hebben, hier opnieuw asiel aanvragen en dan helemaal terug naar Griekenland moeten. Dat loopt voor geen meter. Uw brief daarover zou op een koude steen gevallen zijn in Athene, las ik in Knack. Is dat zo? Kunt u daar wat meer uitleg over geven? Wat gaat u nu doen om ervoor te zorgen dat die Dublinterugkeer naar Griekenland toch nog enigszins kan functioneren? Want dat is natuurlijk een heel belangrijk aankomst- en doorreisland – illegale aankomst, by the way – in de Europese Unie.
U start een ontradingscampagne om de secundaire migratiestromen tegen te gaan, waarbij u onder andere zegt dat men niet hoeft te komen omdat wij de Dublinverordening heel strikt zullen toepassen. U kunt echter zelfs voor mensen uit Griekenland die Dublinverordening niet toepassen, terwijl Griekenland en Italië twee heel belangrijke landen van binnenkomst zijn. Dat is op zijn minst vervelend. Graag krijg ik wat dat betreft enige toelichting.
Daarnaast hebt u al een aantal beloften gedaan, maar in de praktijk zien wij daar heel weinige van. U hebt onder andere het internationaal pleidooi tegen de terugkeerstop naar Afghanistan gesteund. Dat was opmerkelijk. Drie dagen en veel miserie binnen de regering later kreeg u nul op het rekest. Uw collega's van Groen en Ecolo waren het absoluut niet met u eens. De situatie was natuurlijk sterk veranderd. De taliban zaten plots al op Kabul Airport. Zij namen de hoofdstad over, en er was geen sprake meer van terugkeer. U probeerde met die brief uw kracht te tonen, maar u kreeg het deksel op de neus.
Daarnaast hebt u een aantal andere dingen gelanceerd. Ik wil daar toch even bij stil staan en u naar de stand van zaken vragen. U hebt gesteld dat er twee nieuwe gesloten terugkeercentra voor illegalen zouden komen. Ik heb u daar vorig jaar over ondervraagd, naar aanleiding van de begroting. Ik had ook de heer Michel daar al over ondervraagd aangezien hij bevoegd is voor de Regie der Gebouwen. Die wist mij te zeggen dat die centra in deze legislatuur niet meer zouden opengaan. Geen van beide. U schrok daarvan en zei dat u met de heer Michel zou overleggen. U zou proberen aan de timing te sleutelen zodat het toch noch zou kunnen lukken. Mijn vraag is hoe het daarmee zit. Zal dat lukken? Zullen die twee gesloten terugkeercentra voor illegalen nog in deze legislatuur opengaan?
Daarnaast hebt u op een bepaald moment gepleit voor verplichte vaccinatie in de asielcentra en de gesloten centra voor illegalen. Ik meen dat er ook nu nog geen verplichte vaccinatie is in die centra. Die piste hebt u gelanceerd, maar ook dat is niet gelukt.
Op een bepaald moment, tijdens de crisis in Afghanistan, hebt u ook gezegd dat de EU-Turkijedeal moest worden uitgebreid met Afghanen. Ik heb daar met de heer De Vriendt over kunnen praten in Terzake. Ik heb hem gevraagd wat hij daarvan vond, en hij was het daar niet mee eens. Wat is dan uw standpunt? Zal de EU-Turkijedeal worden uitgebreid met Afghanen of is de wil van Groen wet?
U hebt heel veel aangekondigd. Op een bepaald moment hebt u gepleit voor woonstbetreding light. U ging daarmee naar het kernkabinet. De heer Gilkinet van Ecolo tweette onmiddellijk "No pasarán". Ook dat was een pijnlijk moment. Hoe zit het eigenlijk met die woonstbetreding light? Komt daar nog iets van? Uit de twee zinnen van de heer De Croo kan ik dat niet opmaken.
Op een bepaald moment zei u dat er een probleem was met de gedwongen terugkeer. Mensen weigerden een coronatest en zonder negatieve coronatest konden ze niet teruggestuurd worden. Er zou een systeem moeten worden gevonden waarbij het laten afnemen van een coronatest wordt verplicht voor illegalen die weigeren mee te werken en zo hun repatriëring blokkeren. Het is te gek dat mensen in een gesloten centrum zo'n test weigeren, waardoor de luchtvaartmaatschappij of het thuisland hen niet aanvaardt. Ze kunnen immers corona hebben. Zo'n test kan ook niet verplicht worden. Er is dus een groot probleem in de gesloten centra.
U wil dat laten verplichten, maar de linkerzijde in de regering reageerde onmiddellijk dat dit niet zou gebeuren. Ook daar is er aankondigingspolitiek, maar in de praktijk is daar ook niets van in huis gekomen. Bent u daar nog mee bezig? Heeft u daar een alternatief voor bedacht? Wat zal u daarmee doen? Is het probleem van het weigeren van de coronatest nog echt een acuut probleem in de centra?
De terugkeercijfers zijn dramatisch. Dat heeft deels te maken met corona en deels met het feit dat internationaal vliegverkeer heel moeilijk is geweest, maar dat zijn niet de enige oorzaken. Hoe zit het juist met de terugkeer naar Marokko? De terugkeer naar Marokko verloopt al anderhalf jaar heel moeilijk. Kan u dat bevestigen? Is er terugkeer naar Marokko?
Zo ja, kunt u daarover meer duiding geven? Is dat dossier ondertussen soms opgelost? Hebt u daarvoor diplomatieke inspanningen geleverd? Wat is de stand van zaken? Marokko is immers een heel belangrijk land op het vlak van de terugkeer, dat weet u ook. Heel veel mensen van Marokkaanse origine verblijven illegaal op ons grondgebied. Dat is een natuurlijk een serieuze streep door uw en onze rekening, een serieuze streep door het hele systeem. Voor ons is dat niet prettig om te lezen. Daarover kreeg ik graag wat meer uitleg.
Ik las dit weekend dat de Franse minister van Binnenlandse Zaken, de heer Darmanin, absoluut niet tevreden is over de Belgische transitmigratieaanpak. Hij zei dat 50 % van alle transitmigranten die met een bootje naar Groot-Brittannië afreizen via België Frankrijk binnenkomen. Hij kondigde ook strengere grenscontroles aan. U hebt dan een Belga-bericht laten verschijnen waarin u zei dat u een Europese oplossing wenst. Mevrouw Verlinden liet weten dat ze dit geen manier van samenwerken vindt, dat ze dit niet collegiaal vindt en dat dit geen goed nabuurschap is om het zo uit te drukken.
Ik heb in de wandelgangen van de Wetstraat gehoord dat er een overleg met de Franse collega is geweest. Kunt u dat bevestigen? Was u daarbij aanwezig? Wat gaat er nu gebeuren? Gaat u uw aanpak met betrekking tot de transitmigranten nu verstrengen? Wat gaat u daarmee doen?
Ik heb straks nog een paar vragen over de hongerstakers.
Ik heb een tiental punten waarover u het afgelopen jaar veel verklaringen hebt afgelegd, voorstellen hebt gedaan en zaken hebt gelanceerd, maar waarvoor u keer op keer nul op het rekest hebt gekregen. Een aantal zaken ligt niet volledig in uw handen. U kunt er niets aan doen dat er Franse presidentsverkiezingen zijn, die zeer omstreden zullen zijn, en dat Frankrijk op dit moment het Europese verhaal platlegt zodat u de Europese visasancties niet binnenhaalt. Dat is niet uw schuld, dat weet ik wel. Het was misschien wel verstandiger geweest om wat voorzichtiger te communiceren en dat in de commissie niet zo fors te beloven tegen de zomer van 2021.
Ik denk dat het belangrijk is om te weten hoe het nu juist zit.
Ten slotte, voor ik overga naar een aantal punctuele vragen over de evacuatie en de hongerstaking, wil ik het hebben over de asielopvangcrisis. Ik vind het heel opmerkelijk dat de premier daarover met geen woord heeft gerept tijdens zijn toespraak. Ik begrijp dat de asielcentra echt vol zitten. U heeft een oproep gelanceerd naar alle burgemeesters. Ik heb die ook ontvangen. U vraagt daarbij om bijkomende plaatsen te creëren. U heeft ook alle immobiliënkantoren of -makelaars aangeschreven met de vraag of ze nog plaats hebben. Als ik het goed begrijp, is de nood dus bijzonder groot.
U heeft 471 miljoen euro gekregen als initieel asielopvangbudget voor 2021. Ik heb u daar toen op aangesproken. Dat is het hoogste budget ooit in de geschiedenis van België. Als initiële begroting was dat nooit hoger. Mijn vraag is of u daarmee toekomt? Er is een tweede begrotingscontrole gepland voor dit jaar als ik mij niet vergis. Een aanpassing van de begroting zit er dus nog aan te komen. Heeft uw kabinet daarvoor budgetten bijgevraagd? Komt u toe met 471 miljoen euro voor dit jaar?
Hoe zit het juist met de creatie van extra plaatsen in de asielopvang? Maakt u zich zorgen dat er mensen geen plaats zullen hebben of is er voorlopig nog geen probleem? Hoe ziet u dat zelf? Hoe hoog was de instroom in de maand september? Heeft u daar al cijfers over, waarschijnlijk wel? Kunt u daarover wat meer informatie geven?
Ten slotte, nog twee vragen over de hongerstaking. Ik heb de heer Laaouej een vraag gesteld tijdens het debat. Ik heb hem gevraagd of hij vindt dat het dossier van de hongerstakers prioritair moet behandeld worden door uw administratie. Ik heb u daar al een twintigtal schriftelijke vragen over gesteld. Ik vind het vreemd dat ik heel wat cijfers opvraag en dat u zegt dat u ze nog niet kunt geven maar wel volledige transparantie zult geven aan het Parlement. Ik vind dat vreemd want als ik bijvoorbeeld naar de nationaliteit vraag van de hongerstakers, moet u daar toch al een overzicht van hebben. Als een dossier binnenkomt, wordt immers direct genoteerd wat de nationaliteit is. Volgens de parlementaire procedure moet de vraagsteller de primeur krijgen van het antwoord. Het antwoord moet er niet komen op het moment waarop u een rapport ter beschikking stelt van de Kamer. Ik denk niet dat het zo werkt. Het Reglement van de Kamer zit volgens mij anders in elkaar. Maar wij gaan dat hier niet uitvechten, ik zal dat wel eens ter sprake brengen in de commissie.
Als ik het goed begrepen heb, lopen er momenteel ongeveer 400 humanitaire regularisatiedossiers. Worden die dossiers prioritair behandeld en liggen die dus boven op de stapel van enkele honderden – ik weet niet hoeveel het er zijn – of zelfs een paar duizend dossiers in verband met artikel 9bis? Kunt u dat toelichten?
U hebt ook gezien dat de ex-hongerstakers bijzonder nerveus zijn. Momenteel verblijven zij nog altijd in de Begijnhofkerk en zij dreigen nu al met een nieuwe hongerstaking.
De regering heeft veel moeilijke momenten gekend, wat eigen is aan regeren, maar in het afgelopen jaar was het moeilijkst moment wellicht toen minister Dermagne publiek verklaarde dat de PS haar ministers zou terugtrekken uit de regering, als er een dode bij die hongerstaking viel. Uiteraard zou iedereen een dode verschrikkelijk vinden en betreuren. Ecolo-Groen heeft zich bij de PS aangesloten door te zeggen dat er zo snel mogelijk een doorbraak moest komen, aangezien de situatie compleet uit de hand liep. Ook had Ecolo-Groen principiële problemen met de manier van aanpak.
Ik heb toen begrepen dat die dossiers prioritair zouden worden aangepakt. Klopt het dat die dossiers nu bij voorrang worden behandeld? Zo ja, wanneer verwacht u de uitkomst van die aanvragen? U hebt mij gestuurd dat er op 4 oktober zowat 390 dossiers voor de 9bis-procedure hangende zijn. U zegt dat u geen nieuwe instructies hebt gegeven, dus er zijn geen nieuwe elementen.
In de wandelgangen hoor ik dat er heel veel Maghrebijnse dossiers tussen zitten, uit Algerije en vooral heel veel uit Marokko. De kans lijkt mij bijzonder klein dat een Marokkaans 9bis-dossier goedgekeurd wordt. Vaak hebben die mensen helemaal niet veel procedures doorlopen en zijn ze ook helemaal nog niet zo lang hier. Dus ook op basis van het criterium van lang verblijf kunnen de aanvragen niet worden goedgekeurd en ik zie niet in voor welke criteria ze wel in aanmerking komen.
U zegt dat u geen nieuwe instructie geeft. Als dat waar is, krijgen alle dossiers een neen. Als die asielaanvragers allemaal een neen krijgen over enkele dagen of weken, dan is de kans groot dat ze hun hongerstaking hervatten. Dat wordt natuurlijk een bijzonder delicaat moment in heel dat regeringsverhaal hier, want ze blijven toch bijzonder militant.
U hebt steeds redelijk helder gecommuniceerd over de hongerstakers. U hebt steeds gezegd dat u geen uitzonderingen kunt maken, want dat als u dat doet, het hek van de dam is en dat het aantal hongerstakers dan van 400 naar 4.000 zal stijgen in twee maanden tijd. Dat is ook de lijn die mevrouw De Block steeds heeft bewandeld. Als ik mij niet vergis, waren er op een bepaald moment kraanbezettingen. Dat ging dus nog een heel stuk verder. Met die heel zware, diepmenselijke strategieën, eigenlijk chantage probeert men dan de overheid ervan te overtuigen van de lijn af te wijken, de wet opzij te zetten en toch papieren te geven.
Gisteren noteerde ik van de heer Laaouej – het was een heel interessant debat – dat het enige wat zijn partij van de staatssecretaris vraagt, is om meer begrip op te brengen voor de hongerstaker, die niet zomaar met die actie begint, maar dat doet in complete wanhoop, als een wanhoopsdaad. Zo heb ik het gisteren begrepen. Als het niet juist is, kan iemand mij steeds verbeteren.
01.32 Servais Verherstraeten (CD&V): Collega, hij heeft dat inderdaad gezegd, maar hij zei ook dat de regelgeving ter zake gold en diende toegepast te worden.
01.33 Theo Francken (N-VA): Maar met soepelheid geïnterpreteerd moest worden.
01.34 Servais Verherstraeten (CD&V): Ik wil niet contra legem interpreteren.
01.35 Theo Francken (N-VA): Ik probeer tot een punt te komen. Mijn punt is het volgende. Als het klopt, zoals de staatssecretaris mij gezegd heeft, ook publiekelijk in de commissie, dat er effectief op geen enkele wijze een nieuwe instructie gegaan is naar de administratie over hoe de 9bis-dossiers behandeld moeten worden, en als het waar is wat ik hoor, namelijk dat er bij de 400 dossiers heel wat Maghrebijnse dossiers zijn van mensen die nog niet zo lang in België zijn, dan kan de Dienst Vreemdelingenzaken die regularisatie niet toestaan.
Als dat niet kan, op basis van de huidige instructies, die al jaren bestaan, dan zullen zij heel tevreden zijn en opnieuw een hongerstaking beginnen. Daar dreigen zij nu al mee. Als ze daar opnieuw mee beginnen, dan zullen ze misschien niet meer met 400, maar met 800 zijn en dan heeft de regering een kanjer van een probleem. Dat denk ik. Dat is mijn punt.
Mijn vraag is heel concreet of die dossiers prioritair behandeld zullen worden door uw administratie, volgens het principe last in, first out?
Wat de evacuatie betreft, ik ben geschrokken door iets wat ik daarnet heb gelezen. Het gaat over een Afghaanse tolk die altijd met het Nederlandse leger heeft samengewerkt, in het kader van de NAVO-operatie aldaar gedurende vele jaren. De Nederlandse inzet was er groter dan de onze, maar wij hebben ook altijd een behoorlijke bijdrage geleverd aan iets wat eigenlijk compleet mislukt is, namelijk nation building, maar daar zullen we het nu niet over hebben. We hebben dat wel gedaan en ik heb dat trouwens altijd gesteund. Dat is wel iets om lessen uit te trekken. Ik ben er nog altijd niet uit hoe we het bijvoorbeeld in Mali moeten aanpakken, maar dat is niet voor deze thematische bespreking.
Volgens een Belga-bericht van vandaag zitten er nog een 60-tal Afghanen vast die met het Belgische leger hebben samengewerkt. "Voor 45 Afghaanse ex-medewerkers van België – dat zijn mensen die onze militairen altijd hebben geholpen – en 63 mensen die gevaar lopen, ligt er geen Belgisch evacuatieplan op tafel", dat schreef De Tijd donderdag. Het gaat over voormalige medewerkers van Defensie en, onder andere, mensenrechtenverdedigers. Op de Belgische evacuatielijst staan nog 442 mensen. Zij worden opgedeeld in vier categorieën: Belgen, mensen met een geldige verblijfsvergunning, mensen die voor België gewerkt hebben en mensen die gevaar lopen. Voor de eerste twee groepen is de evacuatie bezig. België maakt daarvoor gebruik van Qatarese vluchten die vertrekken vanop de luchthaven in Kaboel.
Qatar laat echter enkel Belgen of houders van een Belgische verblijfsvergunning toe op het vliegtuig. De twee andere categorieën, voormalige werknemers en mensen die gevaar lopen, mogen dus niet mee als passagier. Die 108 mensen moeten kiezen: ofwel wachten ze af in Afghanistan, ofwel nemen ze een landroute naar Pakistan om zich daar aan te melden bij de Belgische ambassade. België ontmoedigt echter die laatste optie omdat het grensgebied te gevaarlijk is.
Vandaag lees ik dat een Afghaanse tolk die het Nederlands leger altijd heeft geholpen, werd geëxecuteerd in Afghanistan. We zitten dus nog met 45 mensen in een dergelijke situatie die vastzitten in Afghanistan. Blijkbaar krijgen we die niet naar hier. Maar er zijn nog een 300-tal andere mensen ter plaatse, waaronder een aantal Belgen, landgenoten, maar ook een aantal mensen met een Belgische verblijfsvergunning. Deze categorie van mensen zijn vreemdelingen, geen Belgen, en zij vallen dus onder uw bevoegdheid, mijnheer de staatssecretaris.
Hoeveel van die mensen zijn erkende vluchtelingen of subsidiair beschermden? Dat is het punt waarover veel commotie is ontstaan. U weet dat ik het moeilijk heb met mensen die tegen de regels in naar ginder terugkeren en daarna prioritair worden geëvacueerd en zelfs prioriteit krijgen op onze tolken en fixers die jaar en dag de NAVO of de Belgische Defensie hebben geholpen. Ik vind dat verschrikkelijk. Hebt u cijfers daarover?
De afgelopen dagen heb ik antwoorden op schriftelijke vragen ontvangen. Ik vind het nog steeds zuur dat erkende vluchtelingen met die evacuatie zijn meegekomen en zelfs hun partner zonder verblijfsrecht hebben kunnen meebrengen. Het zou om een twintigtal mensen gaan. Deze mensen hadden daar nooit mogen zijn en zijn er bovendien in geslaagd om de procedure van gezinshereniging te omzeilen.
01.36 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer Francken, ik wil reageren op wat u hebt gezegd omdat u meerdere keren naar mijn partij heeft verwezen. We zitten hier voor de regeerverklaring en voor het begrotingsdebat. In een lange uiteenzetting heeft u heel wat zaken met betrekking tot asiel en migratie aangehaald, thema's waarover we in commissie in debat kunnen gaan.
U hebt eerst verwezen naar het Europese Migratiepact.
Ik deel dezelfde bezorgdheid als u over het Europese migratiebeleid. Dat moet beter geregeld worden. We zien vandaag pushbacks aan de buitengrenzen. Het Dublinakkoord moet herzien worden. Dat zit aan zijn limiet. Er zijn problemen met Griekenland. Ook relocatie is nodig enzovoort. We moeten werken aan het Europese asiel- en migratiepact. We moeten daaraan samenwerken als deel van Europa. Ik ben minder cynisch dan u. Het zal heel moeilijk worden. We moeten er ook niet op wachten om als land een eigen asiel- en migratiebeleid te voeren. Deze regering engageert zich er wel degelijk voor om onze eigen wetgeving op orde te krijgen. We verbeteren onze eigen wetgeving inzake asiel en migratie. U bent dat project zelf gestart, maar dat is nog niet voltooid. Deze regering wil dus wel werk maken van een nieuw migratiewetboek zodat we betere en vereenvoudigde regels die verduidelijkt worden. Dat is een heel belangrijk werk voor deze coalitie.
Enerzijds zeggen we dat de Europese buitengrenzen beschermd moeten worden, we zijn niet voor ongecontroleerde migratie. Uw partij schetst soms het doembeeld van de open grenzen. Iedereen is het daar wel over eens. Anderzijds is er het recht op internationale bescherming. Dat is het hele probleem. Hoe kunnen mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en internationale bescherming zoeken voor politieke vervolging wel in de mogelijkheid verkeren om asiel aan te vragen? We moeten onder ogen zien dat die twee zaken in contradictie staan. U zegt zelf ook dat mensen asiel moeten kunnen aanvragen. Mensen op de vlucht voor oorlog hebben het recht om veiligheid op te zoeken. Het thema veiligheid is voor uw partij toch zeer belangrijk. Ik vind dat ook. Mensen in oorlogssituaties die zich onveilig voelen, moeten het recht hebben om naar veiliger oorden te gaan en te zorgen dat zij asiel krijgen als ze daar recht op hebben. Dan zoeken zij vluchtroutes en proberen ze die veiligheid te bekomen. Dan verwijst u naar de situatie op de Griekse eilanden, Lampedusa en terecht. Dat is de realiteit van vandaag. Mensen komen op deze manier naar Europa. Zelfs als ze hier aankomen, moeten ze jarenlang wachten in een asielprocedure op de Griekse eilanden. Het is niet idyllisch daar, dat zijn gesloten vluchtelingenkampen. De huidige Griekse regering doet er alles aan om de omstandigheden daar zo moeilijk mogelijk te maken. Het befaamde afschrikeffect zien we daar in de praktijk, met alle gevolgen van dien voor de mensenrechten van mensen en ook kinderen die daar jarenlang in de kampen zitten. Daar ben ik echt bezorgd over. Daarom is het belangrijk dat er op het Europese niveau aan gedacht wordt om dat op een betere manier te doen. U zegt dat de Europese Commissie daar werk van maakt en met maatregelen komt. Het Europees Parlement is volgens u veel linkser dan de Europese Commissie, want zij willen meer mensenrechten.
Ik heb u dat horen zeggen en dan vraag ik mij af of u zegt dat rechts geen verdediger van de mensenrechten is. Vindt u mensenrechten dan niet belangrijk? Dat is iets waar onze partij voor staat. De mensenrechten moeten gerespecteerd worden en we blijven daarop hameren.
U zegt dat het migratiedebat een vergiftigd debat is. Dat klopt. Ik geef u daarin gelijk. Als Groen praat, dan wordt dat vaak gekarikaturiseerd als dat wij voor open grenzen zijn. Dan wordt dat een vergiftigd debat. Daarom is het belangrijk dat politieke leiders het debat op een serene manier voeren. U weet heel veel en hebt heel wat expertise en ik waardeer soms uw kennis ter zake, maar ik denk dat uw partij in eigen boezem moet kijken wanneer het gaat over de manier waarop u migratie gebruikt, ook electoraal, om daarmee te scoren.
Onlangs had ik in de commissie een aanvaring met mevrouw Safai. Na een debat waarin ik nota bene vroeg om Belgische IS-strijders die zich schuldig hadden gemaakt aan slavernij van jezidi's strenger te berechten en te zoeken naar getuigenissen van jezidislachtoffers, zag ik daarna op Twitter dat mevrouw Safai een filmpje postte waarin ze zei dat Groen pleitte voor straffeloosheid voor IS-strijders. Ik vind het ongelooflijk hoe uw partij soms de zaken bij de haren kan trekken. Wij zeggen dat vrouwen en kinderen van IS-strijders uit die kampen moeten en naar hier moeten komen en dat, als zij zich schuldig hebben gemaakt aan slavernij en genocide op jezidi's en aan andere misdaden, zij moeten worden berecht. Dat is het pleidooi dat ik heb gehouden en u, mevrouw Safai, heeft dat op Twitter helemaal uit zijn context getrokken. Spreekt u over een vergiftigd debat? Kijk dan in eigen boezem.
Ik wil het nog even hebben over de hongerstakers en de mensen zonder papieren. Mijnheer Francken, u hebt het ook gehad over de mensen zonder papieren en de hongerstaking begin deze zomer. Het is niet omdat mijn partij zegt dat het een probleem is en het is niet omdat wij het probleem onderkennen dat die mensen in onze samenleving zijn, dat wij zeggen dat zij allemaal papieren moeten krijgen. Dat zijn twee aparte zaken. Ik heb in de commissie trouwens altijd gepleit voor een structurele oplossing voor mensen zonder papieren. Ik heb niet gepleit voor een voorkeursbehandeling van de hongerstakers. We moeten onderkennen dat er in onze samenleving heel veel mensen zijn zonder papieren en dat er daarvoor structurele oplossingen nodig zijn.
Onlangs was er op de televisie een geweldige reeks, Kinderen van de migratie, over arbeidsmigratie. Daarin werd geschetst hoe België na de oorlog omging met arbeidsmigratie.
Wij zien dat wij in het begin niet veel aandacht hadden voor hun arbeidsomstandigheden en leefomstandigheden. Wij hebben heel weinig geïnvesteerd in begeleiding bij integratie. Dat is een punt dat uw partij vaak aanhaalt. Wij hebben te weinig geïnvesteerd in integratie. Het programma maakt ook de geschiedenis duidelijk van de manier waarop ons land omgaat met arbeidsmigratie.
Ik vrees dat de manier waarop wij vroeger met arbeidsmigranten zijn omgegaan zich op dit moment herhaalt voor de mensen in irregulier verblijf. Hun situatie verdient een debat over de manier waarop wij daarmee omgaan. Ik verwacht in die zin heel veel van de aangekondigde interministeriële conferenties over migratie en integratie en over werk. Dat debat moeten wij in die conferenties voeren met de deelstaten. Het is een problematiek die een debat verdient.
01.37 Darya Safai (N-VA): Mevrouw Platteau, u hebt het over IS-weduwen, IS-terroristen en straffeloosheid.
Wat wij vandaag hebben, is inderdaad straffeloosheid voor die IS-vrouwen. Zij zijn actief door uw regering gerepatrieerd. U was daar voorstander van. U hebt dat zogezegd voor de kinderen gedaan. Die vrouwen zijn er echter vandaag en zij krijgen maximum vijf jaar celstraf, waarna zij na twee of drie jaar of misschien eerder allemaal op opnieuw vrijgelaten worden. Noemt u dat een straf? Dan hebt u een verkeerd beeld van wat straffen zijn voor terroristen, die meermaals van hier naar ginds zijn vertrokken, om tegen u, tegen het Westen en tegen onze beschaving te strijden.
U noemt dat een straf. Ik erken dat niet als een straf. Ik heb nooit dat beeld op video …U hebt verschillende keren in de commissie gewoon tegen mij gepleit en voor de jezidi's gepleit. U kan de rechten van de IS-strijders niet verdedigen om ze naar hier te halen en hier te berechten, en tegelijkertijd beweren dat u opkomt voor de jezidi's.
Indien u gewoon een beetje nadenkt over wat zij hebben meegemaakt en over de genocide die wij allen unaniem hebben goedgekeurd en erkend, dan zou u nooit stellen dat de IS-vrouwen naar hier moeten worden gebracht om na twee jaar gewoon opnieuw vrij op straat in het Westen rond te lopen.
01.38 Theo Francken (N-VA): Mevrouw Platteau, ik wil ik een aantal dingen repliceren.
Ten eerste, u noemt me cynisch. Ik ben niet cynisch, ik ben realistisch. Mijn toon kan misschien wat cynisch klinken, maar laten we zeggen dat het hooguit sarcasme is. Ik heb ook al wel wat gezien de afgelopen 21 jaar, en zeker de laatste jaren, op migratie.
Ten tweede, u zegt erin te blijven geloven. Ik niet. Dat zal niet werken, dat kan niet werken, dat zal nooit werken. Niet met de huidige lidstaten, niet met het huidige politieke klimaat. Niet met de manier waarop het systeem draait. Men krijgt die terugkeer nooit deftig georganiseerd, is het niet omdat die landen niet meewerken, dan wel omdat er zoveel beroepsmogelijkheden zijn.
Ben ik tegen mensenrechten? Natuurlijk niet. Maar er zijn wel grenzen. Als men het zover laat komen dat het operationeel, in de praktijk, niet meer uitvoerbaar is, dan vind ik dat er ook eens gepraat mag worden over de rechten van de mensen die hier zijn, de ontvangende samenleving. Daar wordt nooit aandacht aan besteed, lijkt het wel. Want als ik kijk naar onder andere de verkiezingsuitslag in Vlaanderen, dan denk ik dat er heel veel mensen net het signaal geven om te zeggen: kijk ook eens naar ons, dit kan toch niet de bedoeling zijn!
Ik ben dus absoluut niet tegen mensenrechten, maar zoals met alles in het leven moet er een evenwicht zijn. Daar gaat het natuurlijk over. Als ik zie wat voor discours er soms worden gehouden in de LIBE-commissie en wat voor applaus dat oplevert, onder andere van uw fractie, dan val ik steil achterover. Want dat is het de facto organiseren van de open grens. U pleit ervoor om in een richtlijn het verbod in te voeren op de opsluiting van gezinnen met kinderen en de opsluiting voor alle minderjarigen overal te verbieden. Dan geeft men hun beter papieren. Als men ze finaal niet gedwongen verwijderd krijgt, zal men natuurlijk een systeem krijgen waarbij het gewoon helemaal vierkant draait.
Soms heb ik de indruk dat u zoveel zand in die motor wil van het terugkeerverhaal dat de motor zelf kapotgaat. Die indruk heb ik soms als ik de debatten in de LIBE-commissie volg. Ik weet niet of u dat doet, maar ik doe dat dus. Dat bent u daarom niet, dat zijn uw collega's: collega's van uw fractie, maar zeker van de communistische fractie. Dat is gewoon crazy. Men kan zeggen: ieder zijn mening, we leven in een democratie, het georganiseerd meningsverschil op een vredevolle manier, en laten we dat vooral zo houden. Maar ik denk er het mijne over. Kom dus alstublieft niet met een verhaal in de trant van "Bent u dan tegen de mensenrechten?" Natuurlijk ben ik niet tegen de mensenrechten, wat een complete onzin. Ik ben absoluut 100 % voorstander van de mensenrechten, maar ik ben ook voor het in de praktijk kunnen brengen, voor het operationeel kunnen krijgen van een aantal dingen zoals het toepassen van de wetgeving. Iemand die hier niet mag blijven, moet normaal terug naar zijn land, maar krijgt nu een bevel om het grondgebied te verlaten dat hij toch niet toepast. 95 % blijft de facto hier.
Het is een complete ramp. Men moet dan overgaan naar een verhaal waarbij men een gedwongen terugkeer in stelling brengt. Dat is duur en moeilijk. We hebben al een verschrikkelijk trauma met Semira Adamu en dat wil niemand opnieuw meemaken. Ik niet, Maggie niet, Patrick niet en Sammy niet. Niemand wil dat, maar daar gaat het natuurlijk niet over. U moet het wel nog geoperationaliseerd krijgen. Het wordt alleen steeds moeilijker. Dat is de realiteit. Uw terugkeer zult u dus nooit opgelost krijgen. Dat is al een groot probleem van het Europese Migratiepact.
Ten derde, een snelle asielprocedure in Griekenland? Yeah, right. Die duurt vier jaar. Wat is snel? Alles is relatief in het leven, maar als het vier jaar duurt, zou u dan zelf niet doorreizen als u een Syrische vluchteling was? U zou dat zelf ook doen. Ik zou dat ook doen. Ik zou niet blijven. Zij organiseren zelf hun systeem zo slecht dat er niemand blijft. U moet daar ook niet naïef in zijn. We hebben al 1 miljard euro gegeven om de asieldiensten in Griekenland beter te laten werken. Waar is al dat geld naartoe? In Italië is het nog erger.
Collega's, wat wij nodig hebben, is een paradigmashift. Ik sta achter de Conventie van Genève, die van mij zelfs geactualiseerd mag worden, maar met 190 ondertekenaars zal dat nooit lukken, ook daar ben ik realistisch in. Wij zullen het dus moeten doen met die conventie, die is wat ze is. Voor de internationale bescherming van echte vluchtelingen is er geen enkel probleem, maar we zullen dat niet doen op het Europese grondgebied. Dat zullen we niet meer doen. In mijn idee worden die mensen allemaal in bescherming genomen, de echte vluchtelingen tenminste, maar niet beloond voor de illegale reis die zij ondernemen naar het Europese continent. Dat doen we niet meer. Daar stoppen we mee.
Dat is de enige manier waarbij men zich houdt aan de Conventie van Genève, maar waarbij men de illegale migratie en de illegale smokkel, de miljardenbusiness van de smokkel en de mensonwaardige verdrinkingen in de Middellandse Zee eindelijk kan stoppen. Dat is het model dat we moeten volgen.
Moeten wij een homo uit Ghana terugsturen naar Ghana? Natuurlijk niet. Als we weten dat iemand opgeknoopt zal worden, omdat hij homoseksueel is, dan zullen wij hem uiteraard niet terugsturen. Moeten wij een Syriër terugsturen naar Syrië? Moeten wij een Afghaan terugsturen naar Afghanistan? Nee. Wij moeten die mensen internationale bescherming bieden, maar wij zullen hen niet meer belonen voor de illegale reis die ze ondernomen hebben naar ons continent. Dat doen we niet meer.
In ruil kunnen we ons hart tonen door mensen die in opvangfaciliteiten in de buurlanden zitten, zoals Jordanië en Turkije, via een UNHCR-programma te laten binnenkomen via hervestiging, een resettlement program. Zo toon je je hart, maar ben je wel eindelijk de illegale smokkel aan het bestrijden. Dat is mijn model, en dat bestaat en werkt efficiënt. Het zal niet perfect zijn, want er zijn nog land- en zeegrenzen, er zullen altijd wel gaten in het systeem zitten. Maar het zal veel beter zijn dan wat we nu al tien of twintig jaar meemaken, en het wordt alleen maar erger, erger, erger…
Dat is het alternatief dat ik graag op de tafel leg. Ik zal altijd op die nagel blijven kloppen. Vroeg of laat zullen de ogen wel opengaan. Is het niet nu, dan misschien na de Franse presidentsverkiezingen. Het zal van een groot land moeten komen, maar het zal zeker wel komen.
In verband met het Migratiewetboek zegt u dat het Europese verhaal heel moeilijk ligt, maar dat u het wetboek zal hervormen om niet bij de pakken te blijven zitten. En u zegt dan dat ik dat ook niet rondgekregen heb, en dat is juist. Ik hoop dat het nu wel lukt. Ik heb wel begrepen dat het eigenlijk om een codificering van het Migratiewetboek gaat. Dat betekent dat het beter leesbaar wordt en juridisch beter aangepast is; dat er een aantal koterijen gesloopt worden, zodat je een soort huis krijgt. Structureel zal dat op het vlak van asielmigratie echter niets oplossen. Uw asielverhaal zit voor een stuk in Europese richtlijnen en omzettingen. Hier en daar kun je misschien aan een knopje draaien.
Het is echter nooit de bedoeling geweest van het Migratiewetboek om het probleem van de illegale migratiestroom te regelen. Je kunt misschien alleen een aantal procedures verbeteren. Niet alles wat de heer Mahdi gedaan heeft, is slecht. Ik vind het goed dat hij het opschortende karakter van een aantal beroepsprocedures heeft stopgezet. In de omzetting van de studentenrichtlijn zitten ook goede dingen, maar ook een aantal minder goede. Niet alles was slecht het laatste jaar. Het Migratiewetboek zal alleszins niet de wonderoplossing zijn voor wat de mensen elke dag meemaken, zijnde de illegale migratie en alle moeilijkheden van dien. De oplossing moet van Europa komen en daar zit het volledig geblokkeerd. De vooruitgang daar gebeurt met muizenstapjes.
Op wetgevend vlak heb ik een dertigtal wetsvoorstellen ingediend. Tien daarvan zijn al weggestemd. Er gebeurt dus op dat vlak niets voor bijvoorbeeld een verstrenging van de gezinsherenigingwetgeving, zeker als het gaat over de procedure en de periode voor onder meer gezinsleden van erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden.
U zegt dat er een interessante reeks loopt, namelijk Kinderen van de migratie. Ik ben het ermee eens dat we te weinig hebben gewerkt rond integratie. Ik doe opnieuw een warme oproep aan de collega's, onder andere de Brusselse politici, om eindelijk werk te maken van een verplicht parcours d'intégration in Brussel. Dat is nu eindelijk goedgekeurd. Wij vieren over twee jaar twintig jaar Vlaams inburgeringsbeleid. Dat is een succesverhaal. Het is heel moeilijk geweest om ook de Franstaligen hiervan te overtuigen. Dat is in 2017 of 2019 goedgekeurd, maar nog altijd niet in uitvoeringsbesluiten gegoten. Er is in Brussel dus nog altijd geen parcours d'intégration obligatoire. Het is toch nodig om daar eindelijk werk van te maken. Het zou zeker helpen. Daar had vroeger al meer aan moeten worden gedaan, maar toen waren we nog niet eens geboren. Dat betreft de grote migratiegolf van de jaren vijftig en zestig.
Eigenlijk kan dat ook niet worden vergeleken met wat er nu bezig is. U maakt de vergelijking met de illegale migratie. U zegt dat het beter was gelopen als we toen bijvoorbeeld de Turkse gemeenschap in de mijncités beter hadden geïntegreerd. De Turkse mijnwerkers van toen zijn voor u de illegale immigranten van nu. De ngo's en vakbonden vragen ook vaak om de illegale migranten papieren te geven. Er immers zo veel handen nodig, zeker in knelpuntberoepen. Het is echter niet zo simpel. Het is veel moeilijker dan dat. Ik heb een schriftelijke vraag ingediend om te peilen hoeveel van de 400 personen in 9bis die nu een regularisatiedossier hebben ingediend ooit een werkvisum hebben gehad. Het antwoord was nul als ik me niet vergis. Dat zijn dus geen groepen die heel veel ervaring hebben in knelpuntberoepen en opleiding hebben genoten. Dat is absoluut niet het geval. Dat betekent niet dat die mensen niks kunnen. Een aantal van die mensen kuist in de horeca 's nachts. Een aantal van die mensen werkt effectief. Ze wisselen zelfs identiteitskaarten uit om toch te kunnen gaan werken bij interimkantoren. Dat is schrijnend. Daar moeten oplossingen voor komen. De vergelijking maken met de volledig legale en gewilde migratiestromen in de jaren zestig, onder andere naar Limburg, maar ook naar het Luikse voor de staalindustrie, gaat gewoon niet op. Over twintig jaar kunnen we het er eens over hebben hoe dat geëvolueerd is. Misschien hebt u het dan wel bij het rechte eind. Dan zal ik dat zeker ook toegeven.
Wanneer gaat die eerste interministeriële conferentie door? Hebt u daar al een zicht op? Wat staat er op de agenda? Ik heb daar met de heer Jambon al over gesproken.
Ik ben wel benieuwd. Ik denk dat het nodig is dat een aantal punten wordt aangehaald.
Ik was ook in de vergadering over de IS-strijders en de straffeloosheid. Ik denk dat u niet mag onderschatten hoe sterk de emotie bij een bepaald deel van de bevolking leeft dat de strafmaat veel te laag is. De regering betaalt trouwens 1,3 miljoen euro, dat is onwaarschijnlijk veel geld, om hen actief te repatriëren en hen hier te laten berechten. Ik heb het dan niet alleen over de uitgesproken straf, maar ook over de strafuitvoering.
U hebt misschien ook het frappante voorbeeld van een van de IS-vrouwen in Vilvoorde gelezen, de stad van de heer Mahdi. De heer Bonte heeft ook gezegd dat hij dat niet kon begrijpen. Ik denk dat zij drie of vier maanden een enkelband heeft gehad en een of twee maanden in de gevangenis zat. Ik denk dat ze nu zelfs zonder enkelband zit. Ze heeft vijf jaar effectief gehad.
Ik twijfel niet aan uw oprechtheid als u zegt dat er bijkomend onderzoek moet gebeuren naar wat er met de jezidi's is gebeurd. Bruno Struys en een aantal andere journalisten hebben daarover een hele mooie reeks gemaakt. Er zijn vragen gesteld. Er wordt echt werk van gemaakt, heeft ook de heer Van Quickenborne beloofd. We zullen zien. Dit ligt in de handen van het parket. Dat is een stuk onafhankelijk.
Ik twijfel niet aan uw oprechtheid, maar u kunt er niet omheen dat veel mensen zich afvragen of de straf wel proportioneel is ten opzichte van de daden die zijn gepleegd. Hoe langer dat geleden is, hoe meer er ook boven komt van wat er in Syrië en Irak allemaal is gebeurd. Dat zorgt voor heel veel onvrede en emotie over de straffeloosheid. Dat is een heel belangrijk element in het hele debat.
01.39 Barbara Pas (VB): Mevrouw de voorzitster, ik wil mij ook nog aansluiten bij het debat over de IS-strijders. Wij zijn altijd van mening geweest dat de IS-gangsters berecht en bestraft moeten worden in de regio waar ze misdaden hebben gepleegd. Ik denk dat het meer dan duidelijk is dat er voor degenen die de samenleving openlijk de rug hebben toegekeerd en ze letterlijk en figuurlijk naar het leven hebben gestaan in dit land geen plaats meer is.
Dat was tot 4 maart ook de houding van de regering. Toen zei de regering dat zij alleen kinderen zou terughalen.
Wij hebben toen gewaarschuwd dat de moeders daarvan misbruik zouden maken om ook te kunnen terugkeren. Het is een zeer bizarre wending, want de regering heeft zelfs rechtszaken ingespannen om die moeders te beletten terug te keren.
Op 4 maart antwoordde eerste minister De Croo hier in het vragenuurtje ineens dat de Belgische regering wel bereid is om, geval per geval, die moeders te gaan terughalen. De reden die daarvoor opgegeven werd, was dat het veiliger zou zijn om ze hier te berechten. De argumentatie over de straffeloosheid, de flauwe straffen en de enkelbandjes ga ik niet eens herhalen. De redenering was dat wij ze hier kunnen volgen en dat ze daar onder de radar verdwijnen. Het belang van het kind was ook een van de aangehaalde argumenten.
Ik heb dan ook een heel eenvoudige vraag. Ik heb daarop trouwens nooit een antwoord gekregen, ik heb nochtans verschillende ministers verscheidene keren daarover bevraagd. Voor de mannelijke IS-terroristen zou deze regering nog steeds streven naar berechting in de regio waar zij misdaden hebben begaan. Wat als blijkt dat een berechting in die regio niet mogelijk is? Dat is een argument dat ook werd gebruikt voor de moeders. Wat als blijkt dat zij ook in het belang van het kind willen terugkeren? Ik heb daarop nooit een antwoord gekregen.
Vermits men plots de kar keerde met betrekking tot de moeders, bestaat de kans dat deze regering ook de kar gaat keren met betrekking tot de mannelijke IS-strijders. Ik heb van niemand in de regering, ondanks herhaaldelijk aandringen, de garantie gekregen dat de mannen niet naar dit land zullen worden gehaald. Ik heb daarover geen enkele garantie gekregen en dat stelt mij niet gerust.
Temeer omdat ik ook nooit een antwoord heb gekregen op mijn vragen naar de criteria op basis waarvan zal worden beslist, geval per geval, welke IS-moeders worden teruggehaald. Er was in dat geval sprake van de vraag of ze ondertussen de IS-ideologie hadden afgezworen, maar zelfs dat werd niet bevestigd door de minister. Laat staan dat ik antwoord kreeg hoe dat criterium concreet beoordeeld zou worden.
Ik moet de groenen feliciteren. Zij hebben de regering in deze het geweer van schouder doen veranderen. Die moeders worden teruggehaald, helaas op grote kosten voor de belastingbetaler. Ik wil echt uw standpunt eens kennen. Waarom geldt de argumentatie van het belang van het kind en de argumentatie dat het veiliger is dat ze niet in het buitenland onder de radar zitten, voor moeders en niet voor mannelijke IS-strijders?
Ik maak niet graag een onderscheid tussen mannen en vrouwen. Uw partij pronkt er ook mee om dat niet te doen, dus ik wil daar graag een antwoord op.
01.40 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw de voorzitster, ik begrijp dat er Kamerleden zijn die naast de thematische bespreking over asiel en migratie nog andere discussies willen voeren over andere thema's.
01.41 Barbara Pas (VB): Mijn betoog was gericht tot de collega van Groen die het dossier van de IS-strijders heeft aangesneden. Dat was dus een logische vraag over haar redenering. Als u echter al het woord geeft aan de staatssecretaris, dan zou ik eerst nog van de gelegenheid gebruik willen maken om hem enkele vragen te stellen, mevrouw de voorzitster.
Ik zei gisteren bij de algemene bespreking al dat ik het zeer opvallend vind dat de eerste minister asiel en migratie maar twee zinnetjes waard vond in zijn regeringsverklaring. Ik hoop dat dat geen voorteken is van het prioriteitenlijstje van de regering, mijnheer de staatssecretaris. Ik vond dat zeer opmerkelijk, omdat uit de cijfers blijkt dat het aantal asielaanvragen ondertussen opnieuw volop aan het stijgen is. Het precoronaniveau is ondertussen weer bijna bereikt.
Ik zal vergelijken met cijfers uit 2019, want 2020 was een coronajaar en ik denk dat die vergelijking niet correct zou zijn. Van januari tot augustus 2019 waren er 17.500 asielaanvragen, in dezelfde periode van dit jaar waren er 15.048 asielaanvragen. Als men de coronamaanden van 2021 er nog uit weglaat en de cijfers van juni tot augustus van beide jaren vergelijkt, is er zelfs sprake van een stijging met 11 % want in 2019 waren er in die periode 6.500 asielaanvragen en in 2021 7.200 asielaanvragen. Ik weet niet of u al officiële cijfers voor september hebt, mijnheer de staatssecretaris, maar die zouden eerstdaags beschikbaar moeten zijn. Als ik mij niet vergis, hebt u begin oktober in de pers het cijfer van 3.000 asielaanvragen laten vallen.
Als we uitgaan van die 3.000 aanvragen is ook dat in vergelijking met twee jaar voordien een stijging van 12 procent. Er is dus nog altijd een enorme instroom. Ook het aantal aanvragen binnen de EU stijgt. De migratie-instroom en de asielcrisis zijn nooit van de agenda weggeweest. Het stelde mij dan ook teleur dat het enige dat de eerste minister daarover te zeggen had, was dat hij als een pontius pilatus kijkt naar de Europese Unie. Het is de Europese Unie die de buitengrenzen moet beschermen en daar moeten wij het mee doen. Uiteraard moeten die buitengrenzen beschermd worden maar we weten allemaal hoe goed de Europese Unie dat migratiebeleid de voorbije decennia heeft beheerd. U weet dat wij niet van u verwachten dat u op de Europese Unie wacht voor het een en ander. Ik weet dat u een van de weinigen bent die gelooft in dat EU-migratiepact. Wij zijn niet zo naïef dat wij daar veel heil van verwachten.
Ik zou van u een verklaring willen horen. Kunt u verklaren waarom België voor de niet-begeleide minderjarigen of de zelfverklaarde niet-begeleide minderjarigen het populairste land van heel Europa is? Heeft u daarvoor een verklaring? Waarom gebeuren 1 op de 5 van die aanvragen in dit land? Dat zou ik heel graag van u horen.
Collega Francken heeft reeds een aantal zaken aangehaald. Ik zal die niet allemaal herhalen en zeker niet zo uitgebreid. De essentie wil ik er echter wel uit halen. Ik mis de ambitie, die stond trouwens ook niet in het regeerakkoord, om die instroom aan te pakken. U mag daarvoor niet alleen rekenen op de Europese Unie. Ik geef maar een voorbeeld. Het is iets dat u perfect zelf kunt. Over de voorwaarden voor gezinshereniging, al was het maar het afstemmen op de regelgeving van onze buurlanden, hebben we het voorbije jaar niets meer vernomen. Ik mag hopen dat dit wel nog uw ambitie is. De instroom beperken is immers maar één zaak. We weten allemaal dat de achilleshiel de uitstroom is. Die ligt helemaal lam en corona heeft daar uiteraard geen goed aan gedaan. Maar blijven wachten op die Europese visumsancties lijkt mij ook geen goed idee. Ik vraag mij af waarom dit land niet kan wat andere landen kunnen, zoals bijvoorbeeld Frankrijk dat zelf beslist heeft om tegen drie Noord-Afrikaanse landen visumsancties af te kondigen Waarom kan Frankrijk dat en België niet, vraag ik mij dan af?
Voor het dossier van de woonstbetredingen kan ik ook alleen maar de groenen feliciteren. Zij houden die noodzakelijke maatregel langs alle kanten tegen, zelfs met uw lightversie raakt u niet door de ministerraad, maar als al die zaken uitgesloten blijven en uw masterplan voor de terugkeercentra niet uitgevoerd raakt, dan kunt u geen efficiënt terugkeerbeleid voeren.
Mijn collega Van Langenhove heeft u al geregeld gevraagd naar de stand van zaken van de capaciteit in de gesloten terugkeercentra. U kondigde dat masterplan graag aan, maar daarna kregen wij van staatssecretaris Michel doodleuk te horen dat die twee aangekondigde nieuwe centra er in deze legislatuur niet zullen staan. Wat is het nu? Zullen ze er staan, want ze zijn wel broodnodig, of niet?
Het enige dat nog overblijft, is de verhoogde inzet op de vrijwillige terugkeer. Op zich is daar uiteraard niets op tegen. Die piste werd in het verleden al meermaals bewandeld en heeft handenvol geld gekost, maar bleek niet bepaald een succes. Ook de vrijwillige terugkeer zal dus niet veel zoden aan de dijk brengen.
Mijnheer de staatssecretaris, vanwaar komt uw gebrek aan ambitie om zelf maatregelen te nemen om de instroom aan banden te leggen? Ik heb in mijn repliek op de antwoorden van de eerste minister verwezen naar Denemarken, waar met kordate maatregelen het aantal asielaanvragen op het laagste peil in 20 jaar gebracht werd. Als Denemarken dat kan, waarom kan België dat dan niet?
Ik heb de eerste minister voor de voeten geworpen dat er heel wat zaken die in het regeerakkoord beloofd werden, door verschillende ministers en staatssecretarissen, in het voorbije jaar niet uitgevoerd zijn. Ik heb in het regeerakkoord niet veel ambitie gezien om de instroom aan banden te leggen, inzake het terugkeerbeleid en de woonstbetredingen of voor de beperkte onderbrenging van gezinnen in aangepaste terugkeerunits. U hebt dus wel uw belofte gehouden, want die ambitie was er helemaal niet.
Ik hoop dat u de belofte van die uitbreiding van de capaciteit van de gesloten centra niet zal breken. Ik vraag u met aandrang om uw hoop niet langer te stellen in het EU-migratiepact, want ofwel bevestigt dit enige wereldvreemdheid, ofwel wil men, zoals De Croo, door het verwijzen naar de EU het eigen onvermogen of de eigen onwil camoufleren.
Ik vreesde bij het aantreden van deze regering dat het migratiebeleid meer van hetzelfde zou zijn. Dit jaar moet ik echter vaststellen dat het van kwaad naar erger gaat.
01.42 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de staatssecretaris, als West-Vlaming heb ik veel belangstelling voor het dossier van de transmigratie. Ik zou enkele vragen willen stellen over de illegale oversteek aan de Vlaamse kust, het cameraschild van uw partijgenoot en eventueel ook over de afhandelingscentra in West-Vlaanderen.
In augustus probeerde een recordaantal illegalen en transmigranten het Kanaal over te steken. We hebben de cijfers gekregen: in 2021 hebben tot nu toe meer dan 12.500 migranten geprobeerd om het Kanaal over te steken, tegenover ongeveer 8.000 migranten in heel 2020. Dit vertegenwoordigt een stijging met meer dan de helft. Aan de Vlaamse kust, in de haven van Zeebrugge en in heel onze provincie is deze stijging sterk merkbaar. Halverwege 2021 zijn er in dit land al ruim 3.000 illegale transmigranten geteld.
Mijnheer de staatssecretaris, enkele vragen in verband met die illegale oversteek en dat cameraschild. De Franse en de Britse ministers van Binnenlandse Zaken hebben in juli een reeks afspraken gemaakt over nieuwe maatregelen tegen de illegale migratie. Zo zullen veel meer Franse politieagenten de Franse stranden controleren en heeft het Verenigd Koninkrijk Frankrijk ruim 60 miljoen euro toegezegd om de migratie tegen te gaan.
Frankrijk zet op de stranden militairen in om de instroom en zeker de oversteek tegen te houden. Dat konden we lezen in de media.
Bent u betrokken bij de gesprekken met Britse collega's? Pleit u daar ook voor middelen vanuit het Verenigd Koninkrijk voor Vlaanderen? Over welke middelen gaat dat dan? Waar pleit u voor? De Britse minister van Binnenlandse Zaken wil mensen ontmoedigen om het Kanaal over te steken door hogere celstraffen in te voeren voor mensensmokkelaars en illegale migranten. Bent u daar ook een pleitbezorger voor? Wil u ook hogere celstraffen voor die mensensmokkelaars en illegale migranten?
Ik had het in mijn inleiding over het recordaantal migranten dat in augustus geprobeerd heeft om vanuit Frankrijk het Kanaal over te steken naar het Verenigd Koninkrijk. Dat meldde onder andere het Britse ministerie van Binnenlandse Zaken. Meer dan achthonderd mensen verspreid over dertig kleine bootjes probeerden bijvoorbeeld op zaterdag 21 augustus de oversteek te maken. Franse autoriteiten hebben diezelfde dag bijna tweehonderd mensen verspreid over tien boten kunnen tegenhouden. Het vorige record was gevestigd op 12 augustus. Toen hebben bijna zeshonderd mensen proberen over te steken. Tot nu toe hebben in 2021 meer dan 12.500 migranten geprobeerd het Kanaal over te steken, tegenover 8.000 migranten in 2020. Dat is dus een stijging met meer dan de helft voor dit jaar. Mevrouw Pas had het net over de stijging van het aantal asielaanvragen. Ook in het kader van transmigratie zien we opnieuw een enorme stijging in dit land.
Daarenboven moet er volgens uw partijgenoot, de West-Vlaamse gouverneur, de heer Decaluwé ook nog rekening gehouden worden met de bijkomende instroom van illegalen en vluchtelingen door de nieuwe humanitaire crisis in Afghanistan. Een groot deel van die vluchtelingen is volgens de heer Decaluwé onderweg naar het Verenigd Koninkrijk. De oversteek gebeurt vaak vanuit Frankrijk, maar ook vanaf de Belgische kust. Ook de haven van Zeebrugge is een belangrijke toegangspoort naar het Verenigd Koninkrijk. Dat is een belangrijke plaats voor illegalen om zich op te houden.
Daarom dringt de West-Vlaamse gouverneur er bij de federale regering, de Vlaamse regering en ook bij de Europese Unie op aan om te investeren in thermische camera's langs onze Vlaamse kust. Deze performante camera's kunnen mijlenver op zee de kleinste warmtebron ontdekken. De bestaande radars waarover wij beschikken, kunnen die niet detecteren. De douane, de milieu-inspectie en de drugsbestrijdingsteams kunnen daarvan gebruikmaken om op een heel efficiënte manier delicten te ontdekken.
Mijnheer de staatssecretaris, u weet misschien dat die bootjes niet alleen worden gebruikt om illegalen de oversteek te laten maken, maar ook om drugs te vervoeren. Dan heeft men twee of drie vliegen in één klap.
Mijnheer de staatssecretaris, hebt u hierover contact gehad met de West-Vlaamse gouverneur? Wat is de visie van de federale regering over dat thermische cameraschild? Is de federale regering bereid om mee te investeren in dat cameraschild? Zo ja, met welke middelen? Zal de federale regering hierover in overleg treden met de Vlaamse regering en de Europese Unie?
Tot slot wil ik het hebben over een afhandelingscentrum dat er in West-Vlaanderen zou komen. Ik ben blij dat de minister van Justitie intussen aangekomen is. Hij heeft in de West-Vlaamse media plots uitgepakt met een centrum voor illegalen in West-Vlaanderen. Toen is uw partijgenoot uit Jabbeke, Hendrik Bogaert, in een kramp geschoten, omdat de heer Van Quickenborne had gezegd dat dit centrum wellicht in Jabbeke zou komen. De heer Bogaert heeft onmiddellijk een interview aan de regionale tv-zender Focus-WTV gegeven, waar hij het volgende zei: "Men heeft mij hierover gecontacteerd. Eerst ging het over een gesloten opvangcentrum. Nu is het iets helemaal anders, een meer open centrum, wat ik al vermoedde. Wij hebben er absoluut geen vertrouwen in dat men dit op een goede manier kan organiseren voor Jabbeke."
Uw eigen partijgenoot heeft er dus eigenlijk geen vertrouwen in dat uw regering dat op een goede manier kan organiseren voor West-Vlaanderen, voor Jabbeke in het bijzonder.
Mijnheer de staatssecretaris, ik heb u daar toen over ondervraagd en u hebt daarbij heel wat vragen teruggespeeld. Ik heb toen nog opgemerkt dat onze werking erin bestaat dat de Parlementsleden vragen stellen aan de staatssecretaris, niet andersom.
Ik citeer nog even uit uw toenmalig antwoord: "Waar er wel plannen voor bestaan, is de creatie van een nieuw gesloten centrum voor de vasthouding van personen in onwettig verblijf in het kader van de terugkeer. Dat is het bestaande gesloten centrum in Brugge." Ik vermoed dat u opvangcentrum De Refuge bedoelt. U weet echter dat De Refuge zal sluiten, wat de vraag oproept waarheen het verplaatst zal worden. Die vraag leeft in Brugge en bij uitbreiding in heel West-Vlaanderen.
U antwoordde ook nog: "De plannen rond het gesloten centrum krijgen vorm in het geïntegreerde infrastructuurplan terugkeer. Er wordt bekeken welke de meest geschikte locaties zijn voor dergelijke gesloten centra, waarbij het ook niet de bedoeling is om aparte gesloten centra te hebben voor transitmigranten. Wanneer transitmigranten voor een gedwongen verwijdering in aanmerking komen en in het kader daarvan worden vastgehouden, worden zij, zoals andere mensen in onwettig verblijf, vastgehouden in een gesloten centrum van de Dienst Vreemdelingenzaken. Er moet uiteraard altijd wel een mogelijkheid zijn tot terugkeer. Er is dus geen specifiek onderscheid of een specifiek centrum voor transitmigranten, anders dan voor anderen."
Mijnheer de staatssecretaris, over welke locaties hebt u het? Welke locaties komen in aanmerking voor de verplaatsing van opvangcentrum De Refuge?
Ik kom aan het slot van mijn betoog inzake transmigratie. Frankrijk en Engeland beginnen de illegale migratie eindelijk ernstig te nemen, België blijft dienaangaande vandaag hopeloos achter op de tendensen en evoluties. Dat heeft als gevolg dat de illegale migratie zich verlegt van de Franse kust naar onze Vlaamse kust. Terwijl Frankrijk politieagenten en extra militairen inzet om de Franse stranden te bewaken, is het voor onze politie jammer genoeg dweilen met de kraan open. Dat kan niet voor het Vlaams Belang.
Voor ons moeten de illegalen aan de Vlaamse kust en elders in Vlaanderen die rondzwerven, worden opgespoord. Een land zoals dit land dat uiteindelijk illegaliteit tolereert op zijn grondgebied kan zich geen rechtsstaat noemen. Illegaliteit is en blijft voor ons een vorm van criminaliteit. Een kordate aanpak is dus vereist. Die illegalen moeten dus niet alleen opgepakt worden, maar ook opgesloten worden. Niet alleen het Vlaams Belang, maar ook de lokale burgemeesters zijn vragende partij voor een oplossing, zoals een duidelijk centrum dat wordt toegewezen voor die illegalen, zodat ze kunnen worden vastgezet als ze worden opgepakt, in afwachting van uitzetting uit het land.
Die burgemeesters klagen dagelijks of bijna wekelijks aan dat die personen vandaag een papiertje krijgen met het vriendelijke verzoek of zij toch eventueel zo vriendelijk zouden willen zijn om het grondgebied te verlaten. Dat is wat ons betreft niet ernstig.
01.43 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Tweede poging. Dank je wel collega's voor jullie vele vragen in een begrotingsdiscussie, die ruimer gaat. Het is altijd goed om het te hebben over migratie. Dat is effectief een zeer belangrijk thema. De meeste vraagstellers verwezen naar de tussenkomst van de eerste minister. Dat is goed, mevrouw Pas, voor alle duidelijkheid.
Ze zijn allemaal van mening dat het toch wel opvallend is dat de eerste minister inzake migratie enkel over Europa spreekt. Iedereen heeft het dan zelf drie vierde van zijn tijd over alles behalve het Belgische migratiebeleid. U hebt het over Europese samenwerking, internationale samenwerking, het terugkeerbeleid op het Europese niveau. Dan gaat het over visumsancties, Eurodac, de opvangrichtlijn en ik kan zo doorgaan. Het ging heel lang over het stuk dat de eerste minister terecht heeft aangebracht. Ik ben zeer tevreden om vast te stellen dat ook u hebt opgemerkt dat de eerste minister in zijn toespraak een heel belangrijk aspect van Asiel en Migratie aanbrengt, namelijk het belang van de Europese samenwerking en het belang van internationale samenwerking.
Hij heeft het ook gehad over het belang van de Europese buitengrenzen. Uiteraard begint alles daar. Het begint allemaal daar omdat wij België zijn in de Europese Unie en niet Canada of Australië. Ik heb dat reeds een paar keer gezegd op andere locaties en met andere mensen. Ik droom er soms ook wel van Justin Trudeau te zijn. Hij is een mooie man met hippe sokken. En hij brengt af en toe een boodschap waarvan ik denk amai dat is een heel positieve en voluntaristische mens.
Als de heer Trudeau zegt dat hij elk jaar 20.000 mensen gaat opvangen, denk ik ja goed, in een land dat vier keer zoveel inwoners telt en zoveel groter is dan België, en in vergelijking met eender welk Europees land, is het gemakkelijk om zoiets te zeggen. Het is heel gemakkelijk wanneer men aan de andere kant van de oceaan zit.
Wij zijn voor een stuk gedoemd om te werken op het Europese niveau, maar ergens moeten wij ook ergens onze hoop daarop vestigen. Het alternatief voor Europese samenwerking en voor grijs haar van Europese samenwerking zijn lege winkelrekken en kilometerlange files aan een pompstation.
Collega's van het Vlaams Belang, u raakt wat gefrustreerd. Mijnheer Francken, ik denk u ook. Ik herinner mij nog een tweet waarin u zei dat de Britten, nu ze uit de Europese Unie zijn, eens goed gingen kunnen lachen met de Europese Unie. Lachen met lege winkelrekken en pompstations. Ik denk niet dat er iemand is die urenlang heeft staan aanschuiven aan een pompstation in Groot-Brittannië en heeft zitten lachen in zijn auto.
01.44 Theo Francken (N-VA): Bij mijn weten is er brede steun voor de brexit bij de Britten. Het is hun democratische keuze. Als men de vraag opnieuw zou voorleggen, zou er bevestiging zijn van die keuze. Dat is hun democratische keuze. Het is niet de uwe, maar u hebt daarover niets te zeggen. Ik heb daarover ook niets te zeggen, ik heb daar een mening over maar ik heb er geen inspraak in.
De Britten hebben een stuk soevereiniteit teruggewonnen op verschillende vlakken. Er bestaat daarover over het algemeen tevredenheid. Als er morgen opnieuw een referendum zou komen, zouden de brexiteers het opnieuw halen.
Ik vind het gemakkelijk om één ding eruit te halen om te zeggen dat het verkeerd was. Dat kan uw oordeel zijn. Maar ik denk dat de Britten kunnen beslissen voor zichzelf. Groot-Brittannië is een nogal onafhankelijk land, met een zeer eigenzinnige bevolking.
Ik heb veel respect voor de Britten. Ik heb er ook al veel jaren goede contacten mee. De Britten blijven ook lid van de NAVO en komen hun engagementen inzake internationale vredeshandhaving meer na dan wij. Onder andere in de strijd tegen terreur, bijvoorbeeld IS, of voor de jezidi's, doen de Britten pakken meer. Ik vernoem ook de evacuatieoperatie uit Afghanistan. Vandaag nog hebben ze aangekondigd dat ze 1.000 mensen extra zullen helpen.
Zoals collega De Roover al aan de premier zei; ik vind het toch enigszins ongepast om altijd de rekening te maken van een bondgenoot die wij al zoveel jaren heel dicht bij ons hebben. In economisch opzicht gaat het om een partner waarmee wij heel veel business doen. Er wordt altijd een rekening gemaakt om in de vergelijking te kunnen stellen hoe goed wij het wel hebben in de Europese Unie. Ik stel voor dat we eerst onze eigen problemen oplossen, vooraleer de rekening te maken van de Britten. Dat lijkt mij het beste.
01.45 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Francken, sta mij dan toe het over de Europese Unie te hebben. We beseffen dat we deel uitmaken van een Europese Unie. Iedereen heeft daarover een mening, al ben ik ook zeer benieuwd naar de meningen in de toekomst. Bij alle sprekers merk ik frustratie omtrent het trage proces van de Europese Unie. Daarover zijn wij het dan alvast allen eens. Het gaat extreem traag, te traag. De Europese Unie heeft een vluchtelingencrisis gekend in 2015 en 2016, de grootste vluchtelingencrisis sinds de Tweede Wereldoorlog, maar is er in die periode niet in geslaagd om met voldoende sense of urgency tot noodzakelijke grote hervormingen te komen. Dat kan ik met jullie samen vaststellen, dat is niet moeilijk, dat klopt.
De vraag rijst wat we daaraan doen. Op welke manier kunnen wij er toch voor zorgen dat Europa doet wat wij van Europa verwachten? We kunnen vaststellen wat er allemaal niet goed of te traag gaat, niet vordert, over wie er waar blokkeert, maar daardoor heb ik het leven van geen enkele Vlaming of Belg verbeterd. Wat kunnen we doen opdat het migratiebeleid op het Europese niveau beter, gecontroleerder, humaner en sterker is dan het huidig beleid? Er is namelijk niets humaans aan mensen die maandenlang op de dool zijn, die van het ene naar het andere land trekken, die asiel aanvragen in verschillende landen, die maandenlang in procedures zitten om uiteindelijk neen te horen. Het Europese asiel- en migratiebeleid moet dus beter, moet anders en moet worden hervormd.
Europa doet een aantal zaken die men moet willen zien en waarin men moet geloven. Ben ik de enige die nog gelooft in Europa? Ik hoop dat ik niet de enige ben die nog gelooft in Europese samenwerking. Ik hoop dat ik niet de enige ben die niet gelooft dat als een als land het alleen wil doen, het dan beter zal zijn, want dat is niet zo. Dat hebben we allemaal gezien. De coronapandemie heeft ons geleerd dat wanneer wij onze grenzen sluiten in de strijd tegen een virus, wij daarvan economisch grote gevolgen dragen.
We hebben nood aan samenwerking. Ik denk dat niemand dat in vraag stelt. De vraag is dus hoe we tot een beter beleid kunnen komen. De Europese Unie heeft op bepaalde vlakken wel al vooruitgang geboekt. Opnieuw, voor de duizendste keer, te traag, maar als het EASO is gerealiseerd, is dat een eerste element. Dan bestaat er een agentschap op het Europese niveau met een pool van experts die snel kunnen reageren wanneer er druk komt op bepaalde landen, zoals Griekenland.
Ik ben met mijn collega Wilmès naar Griekenland gegaan en ook daar hebben de Grieken aangegeven dat, met dank aan de Europese Unie, die procedures veel sneller zijn. Ze zijn niet meer zo traag als in het verleden in tijden van crisis. Het is de bedoeling dat dit overal, altijd en structureel zo is. Op dat vlak is het EASO een eerste belangrijke stap. Is het EASO genoeg? Zullen we het daarmee redden? Neen, uiteraard niet.
Symbolisch is het echter belangrijk dat we uit de filosofie stappen dat het alles of niets is. Zoals verschillende collega's terecht hebben aangegeven, is het Europese asiel- en migratiepact niet één document, niet één richtlijn die moet worden veranderd. Het gaat onder meer over de opvangrichtlijn, die moet worden aangepast om ervoor te zorgen dat wie al een vluchtelingenstatus in een land heeft niet meer wordt opgevangen in een ander land als hij daar aanklopt en asiel aanvraagt. Dat is een problematiek die wij ook in België heel goed kennen.
Eurodac is de volgende stap op de agenda, naast het EASO. Dat moet ervoor zorgen dat we een betere uitwisseling doen van biometrische informatie over personen die migreren en die van het ene naar het andere Europese land gaan. Het is belangrijk dat we daar vooruitgang boeken.
Uiteraard gaan we er daar alleen mee niet geraken. België heeft gevraagd om een simulatieoefening te doen. Een aantal landen kan op Europees niveau nog beter doen dan wat wij doen: in hun parlementen lang en veel spreken en elkaar steeds weer herhalen. Op de laatste Europese Raad heb ik gezegd dat ik de volgende een tape zou sturen. Dan moet ik zelf niet meer gaan. Een aantal landen herhaalt telkens weer dat ze pleiten voor solidariteit en een aantal andere voor verantwoordelijkheid. Dat verhaal ken ik, dus ik zal ook mijn bandje afspelen.
Ik wil niet alleen cynisch zijn. Daarom heb ik die simulatieoefening gevraagd om te bekijken wat het concrete resultaat zou zijn, mochten we een globaal Europees asiel- en migratiepact hebben. Die oefening zit nu op technisch niveau. Ik kan voorlopig alleen zeggen dat, als zo'n pact zou worden uitgevoerd, alle landen er beter zouden van worden. Het is dus belangrijk om die landen ook cijfermatig te overtuigen met harde bewijzen dat ze er beter van worden.
Daar gaat het in Europa vaak om. Europese landen zijn er zo goed in om elkaar klein te krijgen. Het beste voorbeeld daarvan zijn de terugkeerakkoorden. Heel de wereld lacht er ons mee uit: 27 keer komt er een Europees land of een lid van de Europese Unie langs dat graag een terugkeerakkoord wil onderhandelen, en het moet beter zijn dan de buurlanden links en rechts. Mochten we die terugkeer op Europees niveau aanpakken en bekijken hoe we landen van herkomst kunnen versterken, met betere handelsrelaties, dan wordt iedereen daar beter van.
Die simulatieoefeningen moeten ervoor zorgen dat er ratio komt in het debat en minder fake news. Asiel en migratie kunnen ratio, facts & figures, goed gebruiken. De Europese Unie is op dit moment bezig met die simulatieoefening. Het gaat traag, veel te traag, maar we duwen wel.
Een andere realisatie, ik vind het vreemd dat ik er niets over heb gehoord, is de Blue Card op het Europese niveau. Er zijn immers vormen van migratie die noodzakelijk zijn. Daarover zal iedereen het toch wel eens zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan arbeidsmigratie. Ik hoor mensen soms zeggen dat er een volledige migratiestop voor alles en iedereen moet zijn. Ik stel alleen maar vast dat, wanneer landen dat doen, men in situaties terechtkomt zoals aan de andere kant van de Noordzee.
Een Blue Card is belangrijk. Ik heb gezien dat er ook mensen zijn, bijvoorbeeld Assita Kanko in het Europees Parlement, die zeer tevreden zijn, terecht, dat de Europese Unie daarin een stap heeft gezet. Er is hoop. Er is moed. Er zijn mensen over partijgrenzen heen die hoop hebben en die geloven in de Europese Unie. God zij dank.
Er is het EES-systeem, het Entry-Exit System, dat ervoor moet zorgen dat we weten wie Europa binnenkomt en wie Europa verlaat, gedigitaliseerd, zodat we een zicht hebben op iedereen die hier aankomt. Ook dat is belangrijk. Ook daaraan moet worden gewerkt, want Schengen is alleen maar levensvatbaar als er controle is over wie Europa binnenkomt en wie Europa verlaat. Ja, dat is belangrijk. Doen we voldoende? Is het genoeg? Zullen we er zo geraken? Neen, maar we zetten wel stappen.
Een volgende belangrijke stap, die heel kort maar eigenlijk onvoldoende werd vermeld - men doet de Europese Unie daarmee onrecht aan - zijn de visumsancties. Men zegt dat ik in de commissie beloofd heb dat dit tegen de zomer klaar zou zijn. Ik zou graag de Europese Unie zijn, maar dat is niet zo. In de commissie heb ik alleen maar gezegd dat de Europese Commissie heeft beloofd om tegen het einde van de zomer te komen met een lijst van landen die in aanmerking kunnen komen voor visumsancties, gebruikmaken van de visumcode, die een jaar daarvoor in februari is goedgekeurd. Dat is op zich ook een heel belangrijke stap, als men weet dat Europa heel lang geweigerd of getalmd heeft om landen te sanctioneren die niet willen doen waar ze internationaal eigenlijk toe verplicht zijn.
Het is dus belangrijk te vermelden dat de Europese Commissie haar werk inzake de visumsancties heeft gedaan. Tegen het einde van de zomer was de lijst klaar. Die lijst is naar de Raad gegaan en het is aan hem om te bekijken welke landen welke visumsancties kunnen krijgen. Ik kan u meedelen dat Gambia ondertussen van de Raad te horen heeft gekregen dat het sancties opgelegd zal krijgen. U zegt dus dat het te traag gaat en dat er niets gebeurt rond de visumsancties, maar voor Gambia is dat wel al gebeurd en daar zal het ook niet stoppen. Men zal op het Europese niveau blijven bekijken hoe men visumsancties kan en moet gebruiken om landen te verplichten te doen waar zij internationaal toe verplicht zijn.
01.46 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, u fulmineert in uw discours over fake news en pleit voor een debat op basis van ratio in plaats van emotie, maar u hebt intussen voor de tweede of derde keer een discours afgestoken over de brexit, die uiteindelijk weinig of niets te maken heeft met het debat van vandaag. Wie verspreidt er fake news als u beweert dat wij lege winkelrekken zouden hebben en niet meer zouden kunnen tanken aan de pomp wanneer een land een strikter migratiebeleid zou voeren en wanneer de Europese Unie haar buitengrenzen beter zou controleren? Wie verspreidt er dan precies fake news? Kunnen de mensen in Denemarken nog naar de supermarkt, kunnen zij nog naar het tankstation? Ik denk het wel. Nochtans heeft dat land een veel strikter en veel beter migratiebeleid dan wij. Wat zegt u dus eigenlijk als u beweert dat er een link zou zijn tussen lege tankstations, lege winkelrekken en een strikter migratiebeleid?
Heel wat van onze buurlanden hebben bijvoorbeeld veel betere terugkeercijfers en een veel striktere gezinshereniging dan wij, maar ik zie daar toch geen lege winkelrekken en benzinepompen. Waarom verziekt u het debat door op die manier in te spelen op de emotie van de mensen en de mensen bang te maken voor een strikter migratiebeleid? Ik vraag het mij af, want u pleit voor een debat zonder fake news.
01.47 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, misschien nog heel kort over de brexit. In deze tijden van tankstations en brandstof- en voedseltekorten heb ik er eens de laatste poll bijgehaald. De conservatives, de echte brexiteers, stijgen fors en Labour zakt heel fel. Ze gaan terug naar 40 procent. Het zijn cijfers waar u en ik alleen kunnen van dromen. Misschien halen we dat ooit samen, wie weet.
Alleszins is het zo dat het belangrijk is om te vermelden dat de Britten die over hun eigen soevereiniteit beschikken, het nog niet zo zwartgallig inzien met die brexit. Ze geven de partij die de grote trekker is van dat verhaal meer dan ooit tevoren hun stem.
01.48 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Als het gaat over de terugkeercijfers op Europees niveau en andere landen die betere cijfers voorleggen, weet ook mijnheer Van Langenhove dat er een rapport is van de Europese Rekenkamer waaruit blijkt dat het een Europees probleem is. Alle Europese landen leggen heel slechte cijfers voor. Op dat vlak is het goed om het correct te houden. Ik zou dan ook graag hebben dat wij dat ook effectief doen.
Iedereen gebruikt wel een land of een voorbeeld...
01.49 Dries Van Langenhove (VB): Bedankt voor uw opmerkzaamheid, mijnheer de staatssecretaris, maar u heeft niet duidelijk aangegeven waar de link zou zijn tussen de voorstellen die collega Pas en Vermeersch hier juist hebben gedaan en de vragen die zij hebben gesteld over het opsporen en uitwijzen van illegalen en de lege winkelrekken en tankstations. Als u wilt aantonen dat het geen fake news is dat u hier verspreidt, toon ons dan de link aan tussen wat het Vlaams Belang heeft voorgesteld en de lege tankstations en winkelrekken. Ik zie de link niet.
Pleiten voor gecontroleerde buitengrenzen, pleiten voor een gedegen terugkeerbeleid heeft niets te maken met de bangmakerij die u hier tentoonspreidt.
01.50 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Bij iedere zin kunnen we tussenkomen en reageren. Ik kon dat ook doen bij alle tussenkomsten. Ik weet niet in welke mate dat gunstig is voor een degelijke discussie.
(Rumoer)
(Brouhaha)
Ik geef dat gewoon mee. Ik zal het Parlement het woord niet ontnemen maar ik weet niet in welke mate dat dit nuttig is. Uiteindelijk kunnen wij elkaar toch nog vinden over de partijgrenzen heen, oppositie en meerderheid. Dat is heel fijn.
Ik merk ook dat we soms voorbeelden van landen aannemen als het ons goed uitkomt. In het ene land is het beter zus en in het andere land is het beter zo. We verwijzen ook vaak naar verkiezingen. De ene verwijst naar verkiezingen in dit land… Ik zou kunnen zeggen dat de verkiezingen in Duitsland uitgewezen hebben dat… Dat is cherrypicking. Iedereen kan dat doen, maar ik weet niet of dat gebaseerd is op de juiste feiten.
Ik heb een vraag gekregen over de brief gericht aan Griekenland inzake secondaire migratie. Het is een vraag die ik ook al in de commissie heb gekregen. Het is een terechte vraag omdat het gaat over een terechte frustratie die er bestaat. We weten dat er heel wat mensen een asielaanvraag hebben lopen in Griekenland of zelfs al een vluchtelingenstatus hebben in dat land en toekomen in een ander Europees land, bijvoorbeeld België, en dan opnieuw een aanvraag indienen. Dat zet het systeem onder druk.
Dat is de reden waarom er een brief is gestuurd om dat aan te kaarten en vooral om te bekijken hoe wij de problemen kunnen aanpakken. Waar gaat het in het geval van Griekenland heel vaak over? Het is soms onmogelijk om iemand terug te sturen naar Griekenland, omdat die persoon in Griekenland niet de juiste opvang zou kunnen genieten. Er zijn correcte cijfers aangehaald over de steun die aan Griekenland werd verleend. Daar mag natuurlijk ook iets tegenover staan. Dat was ook de vraag. Na de brief en de vraag van verschillende landen, waaronder ook Duitsland, zijn die steunmaatregelen die gericht zijn op integratie in Griekenland ook aanvaard.
Dat zijn belangrijke stappen, omdat die ervoor moeten zorgen dat we de Dublinverordening kunnen blijven uitvoeren. Men moet er dus voor zorgen dat in andere landen in de Europese Unie de kwaliteit van de opvang goed is, want anders komt men in de problemen met de Dublinverordening.
Hetzelfde geldt trouwens voor de relaties met derde landen, zoals Turkije. Het allerbelangrijkste voor mij is ervoor te zorgen dat opvang in derde landen, in Turkije of in landen van de regio waar er een conflict is, degelijk is. De meesten die het departement een beetje kennen, zullen kunnen beamen dat 90 % van alle vluchtelingen in de wereld opgevangen wordt in de regio. Als men daar niet voor degelijke opvang zorgt, dan trekt een groot deel van de vluchtelingen door naar een ander land. Het wordt dan ook moeilijk om in degelijke opvang te voorzien in die landen, als er niet in geïnvesteerd wordt. Vandaar heeft de Europese Unie ook aangegeven dat er geïnvesteerd moet worden in humanitaire hulp en internationale organisaties, zoals het UNHCR, die op het terrein een verschil maken en die ervoor kunnen zorgen dat personen goed opgevangen worden.
Er is ook gesproken over ontradingscampagnes en informatiecampagnes. Die zijn inderdaad noodzakelijk om mensen op de juiste manier te informeren. Het heeft weinig zin wanneer mensen uit een bepaald land geen nood hebben aan internationale bescherming niet de juiste informatie krijgen. Niemand wordt er beter van door slecht geïnformeerd op weg te gaan richting de Europese Unie.
Wij hebben daarvan al een aantal voorbeelden gezien. Tijdens de covidcrisis diende plots een heel grote groep uit de Braziliaanse gemeenschap asielaanvragen in, omdat men dacht dat men via een asielaanvraag hier een werkvergunning zou kunnen krijgen. Dat was fake news. Dat circuleerde in de gemeenschap en zoiets moet worden aangepakt. Ik denk ook aan de Afghaanse gemeenschap in de Europese Unie, met mensen die al een tijdje in Europa verblijven. Vandaag dienen sommigen asielaanvragen in in andere Europese landen. Ook daarvoor is een ontradingscampagne nodig. Die loopt via sociale media. Het heeft geen zin om door te reizen als er al een asielvraag loopt in een ander land. Dat zal niet helpen. Men moet wachten en de asielprocedure in dat land doorlopen. Daarover juist informeren, is gewoon belangrijk.
Met betrekking tot de verplichte vaccinatie van asielzoekers heb ik gezegd dat het belangrijk is om te onderzoeken of er een juridische mogelijkheid bestaat om daartoe over te gaan, net zoals dat soms wordt overwogen voor andere doelgroepen. Waarom doen wij dat specifiek voor die doelgroep? Het kan gaan over een grote gemeenschap van twee- tot vierhonderd mensen die samenleven in een opvangcentrum, met heel veel circulatie. Het is dan belangrijk dat die mensen en de medewerkers zo goed mogelijk worden beschermd. In het algemeen belang is het dus goed als die mensen gevaccineerd worden. Op het terrein levert een aantal asielcentra heel mooi werk, met een vaccinatiegraad die veel hoger ligt dan in andere gemeenten, van Antwerpen tot Charleroi. Er zijn dus goede resultaten, er wordt aan gewerkt en het is goed dat wij dat voortzetten.
Er is al gezegd dat het belangrijk is om te onderzoeken hoe wij een PCR-test in het kader van de terugkeer verplicht kunnen maken. Sommige mensen weigeren de PCR-test immers net op het moment dat zij teruggestuurd moeten worden, wat het systeem onder druk zet. Het land van herkomst gebruikt COVID-19 vervolgens als argument om de terugname te weigeren. Dat is helaas een loophole in het systeem. Het is belangrijk dat wij hieraan werken en dat wij onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de hiaten in het systeem op te vullen.
De terugkeer is uiteraard voor heel veel landen een probleem. Ik heb daarnet al gezegd dat de EU op dat vlak veel beter zou moeten samenwerken. De EU zou Europese terugnameakkoorden moeten sluiten en zou de visumsancties ook kunnen gebruiken als hefboom tijdens Europese onderhandelingen over terugkeer. Voor een land als België is dat nog veel belangrijker, omdat wij als kleiner land niet hetzelfde gewicht hebben in onderhandelingen als de grotere Europese landen. Wij moeten echter doen wat wij moeten doen en wij onderhandelen bilateraal zolang het moet, maar in een ideale wereld moet het Europese niveau zijn volle gewicht in de schaal werpen.
Ik heb vragen gekregen over de Noord-Afrikaanse landen, waar het inderdaad vaak behoorlijk stroef verloopt. Dat kan iedereen die dit departement goed kent beamen. Op dat vlak hoop ik dat we vooruitgang kunnen boeken en merk ik dat er in het recente verleden niet veel goeds uit is voortgekomen. Er is ooit een MoU geweest, op een moment waarop er heel veel opportuniteiten waren. Het was een beetje te vergelijken met het Europese asiel- en migratiepact, op het moment van de vluchtelingencrisis bestond er een momentum op bilateraal niveau tussen België en een aantal Maghreblanden naar aanleiding van de aanslagen die hadden plaatsgevonden. In dat kader waren er onderhandelingen. Ik dacht toen dat we op dat moment zouden kunnen bewijzen dat we de juiste hefbomen gebruiken om die landen te overtuigen om te doen wat we van hen verwachten, namelijk hun eigen onderdanen terugnemen.
In het MoU, dat trouwens slechts een jaar geldig was, ging het enkel over identificatie. Pas op, dat is al iets. Het ging echter enkel over identificatie en we moeten veel meer kunnen. We moeten in staat zijn om die landen ervan te overtuigen dat ze datgene moeten doen waartoe ze internationaal verplicht zijn. Mensen die hier aankomen en geen nood aan bescherming hebben, moeten kunnen terugkeren, ook naar Maghreblanden. Daar moeten we dus aan werken. Ik werk daar ook dag en nacht aan. Iedereen die intellectueel eerlijk genoeg is, zal erkennen dat het geen eenvoudige opdracht is en dat heel veel Europese landen daarmee worstelen. We hebben de laatste weken echter gemerkt dat er af en toe bereidheid lijkt te zijn om beter samen te werken. Het komt er nu op aan om te zien of het meer is dan bereidheid.
Wat de uitspraken van minister Darmanin betreft, die heeft het momenteel niet gemakkelijk in Frankrijk. Wij worden geconfronteerd met transitmigratie en in Frankrijk is dat nog veel sterker het geval. Moet ik nu zeggen dat dit zo is omdat wij het qua beleid veel beter doen dan Frankrijk? Het heeft natuurlijk gewoon te maken met de geografische realiteit, de afstand tussen Frankrijk en Engeland is nu eenmaal veel korter, wat maakt dat mensen vanuit Frankrijk proberen te vertrekken. Ze zitten daar dus met een gigantische uitdaging. Wijzen naar elkaar heeft trouwens geen zin. Mijn collega's uit Groot-Brittannië zeiden dat ze uit de EU gestapt waren en dat het hier stopte voor hen. Ze vroegen of er geen bilateraal readmissieakkoord kon worden gesloten tussen België en Groot-Brittannië, zodat zij iedereen die bij hen aankwam naar België konden terugsturen.
Ik hoop toch dat we meer kunnen doen dan dat. Ik hoop dat we ook voor een versterking van onze Europese buitengrenzen kunnen zorgen en ik hoop dat de Britten daaraan willen meewerken, want het blijven uiteraard onze partners. De middelen die Groot-Brittannië wil vrijmaken om de buitengrenzen te versterken en de veiligheid te verhogen zijn uiteraard meer dan welkom. Inzake veiligheid zie ik niet in waarom wij niet zouden kunnen rekenen op onze Britse collega's.
Inzake de aanpak van transitmigratie en wat met transitmigranten te doen, al dan niet opsluiten, zijn de meningen verdeeld. Ik meen dat wij over die verschillen in aanpak gewoonweg heel open moeten communiceren. Iemand die hier aankomt en die wij effectief kunnen terugsturen kan vrijwillig terug. Als het moet, verloopt die terugkeer echter gedwongen, met opname in een gesloten centrum vooraleer die persoon terugkeert naar het herkomstland. Ook transitmigranten moeten teruggestuurd worden als dat effectief mogelijk is.
De capaciteit van de gesloten centra is een uitdaging, het aantal plaatsen is zeer beperkt. We kunnen ervoor kiezen om die plaatsen te vullen met mensen van wie we weten dat wij hen effectief op korte termijn kunnen terugsturen. We kunnen er echter ook voor kiezen om die plaatsen te gebruiken voor transitmigranten uit landen als Eritrea, Somalië en Syrië, zoals dat in het verleden gebeurd is. De toenmalige politiek bestond erin dat daarmee het signaal werd gegeven dat mensen uit die landen beter niet naar hier konden komen en dat wie toch kwam, gestraft kon worden.
Ik meen dat we allen moeten erkennen dat dit in realiteit niet gewerkt heeft. De cijfers van de transitmigratie zijn namelijk niet verzwakt, het probleem is niet verminderd. De frustratie bij de politie is alleen maar vergroot en de frustratie van medewerkers van de Dienst Vreemdelingenzaken in de gesloten centra eveneens. Er moesten immers mensen in een gesloten centrum worden vastgehouden, 24 of 48 uur lang, en vervolgens weer worden vrijgelaten, wat bijzonder frustrerend is. Opnieuw, de meningen daarover mogen verschillen.
Ik denk dat er gewerkt moet worden aan voldoende capaciteit, maar ik streef er ook naar om de beschikbare capaciteit te gebruiken voor mensen die we effectief kunnen terugsturen. Wie komt uit landen en regio's waaruit men effectief vlucht voor oorlog en vervolging, moeten wij toeleiden naar de juiste procedures om asiel aan te vragen, zodat zij beschermd worden, want het non-refoulementprincipe zal niemand ooit in vraag stellen. Dat laatste hoop ik althans. Wij sturen niemand terug naar een land of regio als we denken dat die persoon daar zijn leven riskeert.
Dan kom ik bij de opvang. Er is geen extra budget voor de opvang gevraagd. Het budget dat we hadden was al belangrijk en noodzakelijk. Het klopt dat we met het opvangbeleid voor grote uitdagingen staan. Dat heeft met heel wat zaken te maken, bijvoorbeeld met een correcte instroom. Men moet ervoor zorgen dat de mensen die hier aankomen daadwerkelijk mensen zijn die nood aan bescherming hebben.
Vandaag is het op Europees niveau maar ook op Belgisch niveau zo dat twee op de drie mensen die asiel aanvragen geen nood aan internationale bescherming blijken te hebben. De laatste cijfers die ik heb gezien, hadden het over 38 %. Het aantal mensen dat nood heeft aan bescherming is elk jaar ongeveer hetzelfde. Men moet dus zorgen voor een correcte instroom van de juiste mensen en een juiste screening aan de grenzen.
Men moet er ook voor zorgen dat het opvangbeleid verstandiger is en dat men een dynamisch bufferbeleid heeft, waarbij men rekening kan houden met de fluctuaties die er zijn. Mevrouw De Block en de heer Francken zullen kunnen beamen dat er maanden zijn waarin er meer asielaanvragen zijn dan in andere. Dat aantal zal elk jaar ongeveer hetzelfde zijn.
Zorgen voor een dynamisch bufferbeleid is de grote uitdaging. Ook daar hebben we gezegd dat we zouden zorgen voor voldoende opvangplaatsen voor de mensen die daar nood aan hebben. Dat is niet eenvoudig, maar het is wel wat er moet gebeuren. Men moet uiteraard ook rekening houden met de instroom die er is. Men moet ervoor zorgen dat men daarin realistisch blijft.
Mijnheer Francken, u hebt die vraag een aantal keren gesteld. Ik weet niet of ik ooit op uw repliek over hervestiging heb gereageerd. Men moet ervoor zorgen dat hervestiging kan gebeuren op het moment waarop het opvangnetwerk dat aankan. U hebt ooit gezegd dat ik dat moest doen. Twee weken daarvoor was al aan de diensten gezegd dat ze ervoor moesten zorgen dat het hervestigingsprogramma op dat moment bevroren werd, wat niet betekende dat men het moest stopzetten. We moeten mensen hervestigen die gescreend worden en die nood blijken te hebben aan bescherming. Dat is onze internationale plicht. Dat zullen we ook blijven doen, maar men moet daar verstandig mee omgaan.
Over de hongerstakers heb ik een uitspraak gehoord die ik vreemd vond. Mijnheer Francken, ik parafraseer even wat u zei. U stelde dat de overgrote meerderheid Marokkanen zijn en dat we weten dat het voor Marokkanen altijd neen is. Dat was zowat uw uitspraak. Ik denk dat u kunt erkennen dat dit niet klopt. In de top vijf van de nationaliteiten voor de regularisatieaanvragen van de laatste jaren, staat de Marokkaanse nationaliteit vrij hoog genoteerd.
Zomaar zeggen dat alle Marokkanen een neen krijgen? Ik zou u willen vragen om dat niet te doen want ik krijg vaak die opmerking van mensen van Marokkaanse nationaliteit die een regularisatieaanvraag indienen. Zij zeggen dat ze gediscrimineerd worden en dat ze sowieso worden afgewezen omdat ze Marokkaans zijn. Dat is niet waar. Zeg dat dus ook niet. Het is belangrijk dat ons regularisatiebeleid vandaag de dag zeer correct en humaan is. Mijnheer Francken, u hebt daar mee voor gezorgd. U hebt in de commissie tegen mij gezegd dat u daar niet openlijk over hebt gecommuniceerd omdat dat anders zou zorgen voor extra aanvragen. U hebt er toen wel voor gezorgd dat ouders met schoolgaande kinderen ook mee geregulariseerd konden worden. U hebt instructies gegeven aan de Dienst Vreemdelingenzaken die het regularisatiebeleid op dat vlak terecht humaner hebben gemaakt. Dat is goed. Ik begrijp waarom u daar niet over hebt willen communiceren. Het is wel belangrijk om dat vandaag te zeggen omdat een aantal mensen die een aanvraag indienen nog te vaak zeggen dat het zo inhumaan is. Dan moet ik zeggen dat dat niet klopt. Er is de laatste jaren veel aan veranderd, alleen heeft niemand dat ooit gezegd. Bij deze is het hier in de plenaire vergadering ook duidelijk gezegd.
Die dossiers worden behandeld en er zijn een aantal dossiers die we zo snel mogelijk behandeld willen zien. Ook mensen die in de kerk zaten van de VUB of ULB worden zo snel als mogelijk behandeld. Ze krijgen exact dezelfde behandeling en procedure als alle andere. Het zou het minst correct zijn als iemand op basis van andere instructies of een andere behandeling een antwoord zou krijgen, bijvoorbeeld omdat hij of zij een hongerstaking heeft ondernomen, omdat hij of zij ergens een gebouw heeft bezet. Ik zou dat niet correct vinden. Hopelijk kan snel een antwoord krijgen ervoor zorgen dat iedereen sneller weet waar hij of zij aan toe is. Hopelijk komt er geen nieuwe hongerstaking, maar daar moeten we samen voor zorgen. We moeten de juiste communicatie uitsturen. Ik stel mij soms vragen over de communicatie van de oppositie. We moeten duidelijk maken waar het over gaat en uitleggen waar ons regularisatiebeleid voor staat, en zeggen dat het altijd humaan zal blijven. Dat heb ik ook altijd gezegd aan hen. Het is humaan en het zal het ook blijven. De aanvragers hebben ook heel veel tijd gestoken in het invullen van hun aanvragen. Ze hebben hun dossier goed willen voorbereiden. Dat heeft tijd in beslag genomen. Dat is op zich geen probleem. Iedereen heeft de ruimte om zijn dossier voor te bereiden. Die dossiers zullen nu worden behandeld.
Ook wat dat betreft, heb ik altijd gezegd dat ik er geen enkel probleem mee heb er transparant over te zijn. Ik vind dat dit correct is. Ik vind dat het zo moet zijn.
Ik vind het goed dat er over de evacuatieoefening gesproken wordt. Het is belangrijk aan te geven dat deze regering ervoor gekozen heeft mensen te evacueren. De Belgische onderdanen, uiteraard. Dat is onze plicht. Maar daarnaast ook mensen die zij aan zij met ons gestreden hebben voor een vrije samenleving. Mensenrechtenactivisten, vrouwen die gestreden hebben voor een wereld waar ieder kind en iedere vrouw kan huppelen op straat. En ja, ook de tolken en de fixers van Defensie.
Er zijn vragen gesteld over de precieze aantallen, die bij mijn collega van Defensie liggen, maar in ieder geval is het voor ons van belang te benadrukken dat wij kosten noch moeite hebben gespaard om die mensen die zij aan zij met ons gestreden hebben - de tolken, de fixers, de dames van Mothers for Peace - mee naar hier te krijgen, in alle veiligheid.
Ik vind het soms een beetje vreemd dat ik de reactie krijg dat er zelfs mensen zijn die hun partner hebben meegenomen. Pas op, als het gaat over vluchtelingen die naar daar teruggekeerd waren, terwijl zij eigenlijk niet hadden moeten terugkeren, is het terecht aan te geven dat dit niet mag. Dat moet worden gecontroleerd. Er moet worden nagegaan of dat om de juiste redenen was. Ik heb al aangegeven dat er soms redenen zijn waarom het alsnog mag. Dus laten wij niet op de discussie vooruitlopen. Laten wij afwachten en bekijken wie wat kan en wat niet. Daarvoor is onderzoek nodig. Maar dat iemand zijn partner meeneemt, dat is toch logisch?
Wij hebben het hier gehad over de militairen en over de tolken en de fixers, die voor ons gestreden hebben. Defensie was daar ter plaatse. In Afghanistan. In Kaboel. Tijdens de evacuatie. Defensie heeft personen geëvacueerd die op onze lijst stonden en die daar zeiden dat ze daar met hun vrouw en twee kinderen waren.
01.51 Theo
Francken (N-VA): Daar gaat het niet over.
01.52 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Daar gaat het voor een stuk ook over. Niet voor u misschien, mijnheer Francken, maar ik hoor soms de opmerking dat sommigen met hun de partner naar hier zijn gekomen. Dan wil ik de vraag stellen wat wij dan hadden moeten doen. Hadden wij op de luchthaven van Kaboel op dat moment tegen onze mensen van Defensie moeten zeggen om die vrouwen en kinderen daar achter te laten?
Het kan zijn van niet, maar dan krijg ik dat graag verduidelijkt, en daar zijn wij daarmee rond. Dan weet ik dat. Ik meen dat onze mensen van Defensie daar prachtig werk geleverd hebben. Ik wil hen daarvoor ontzettend bedanken. Ik vind dat zij dat correct hebben gedaan.
Over het Migratiewetboek zijn vragen gekomen inzake de codificatie. Wij willen meer dan codificeren. U moet mij daarvoor verontschuldigen. Ik ben een christendemocraat. Indien ik het wil doen, wil ik het tot in de kleinste details en helemaal grondig aanpakken. Ik wil er ook voor zorgen dat wij tot een Migratiewetboek komen dat zorgt voor een echte hervorming. Wij hebben daarin heel belangrijke stappen gezet.
In het verleden is het werk niet afgemaakt. Ik kan alleen maar meegeven dat de realiteit is wat ze is. De diensten hebben de voorbije jaren hun studiewerk al gemaakt en bekeken wat allemaal moet gebeuren om tot een degelijk migratiewetboek te komen. Het migratie- of vreemdelingenrecht is immers al tientallen jaren oud en er zijn paragrafen die verwijzen naar andere paragrafen, die niet meer bestaan. Het is totaal archaïsch geworden. De realiteit is echter dat er op politiek vlak niets aan is gebeurd.
In februari 2021 hebben wij dus een commissie opgericht met de nodige experts, die op dit moment bezig zijn met dat werk te doen en met een bevraging van alle mogelijke actoren om het beleid te verbeteren. Ik kan alleen maar hopen dat iedereen dat goed vindt. Het is dus meer dan louter codificeren. Het zou goed zijn, mocht het ooit zijn gecodificeerd geweest. Ondertussen proberen wij echter meer te doen dan dat.
Inzake de interministeriële conferentie is het belangrijk dat wij samenwerken over de beleidsdomeinen heen en over de politieke niveaus heen, tussen het federale niveau en de regio's. De thema's die in de conferentie aan bod komen, zijn legio. Er zijn immers heel veel thema's waar er overlapping is.
Het is heel belangrijk dat wij het ook hebben over de niet-begeleide minderjarigen, omdat bij hen gewoon heel vaak wordt gekeken en onvoldoende wordt samengewerkt. Wij moeten bekijken hoe wij de problemen het beste aanpakken, hoe wij ervoor zorgen dat geen kind op straat moet slapen en hoe wij zorgen voor de juiste begeleiding. Dat is een van de belangrijke thema's.
Een ander belangrijk thema, dat ook aan bod zal komen, is het activeren van personen, altijd vanuit wettig verblijf. Ook op dat punt is er echter een noodzaak aan het activeren van mensen en aan de juiste legale migratiekanalen. De West-Vlaming die mij de vraag heeft gesteld, is even vertrokken. Hij zou mij kunnen bevestigen dat er zeker in West-Vlaanderen bij heel veel werkgevers vraag is naar personeel, omdat zij heel veel mensen nodig hebben en gigantisch veel nood hebben aan arbeidskrachten.
Begrijp mij niet verkeerd. Ook op de Belgische arbeidsmarkt zijn er nog voldoende mensen die wij geactiveerd kunnen krijgen. Ook daaraan werkt de overheid. Maar alleen met die mensen zullen wij er niet komen. Ook Europees en buiten de Europese Unie zullen wij nood hebben aan legale arbeidsmigratie, omdat wij mensen nodig hebben, om onze economische motor aan te zwengelen. Dat moeten wij dus doen. Ook dat zal deel uitmaken van de interministeriële conferentie.
Mevrouw Pas, u had het over de prioriteiten van de regering en vroeg of dit een prioriteit is. Uiteraard. Als de premier benadrukt dat we het moeten hebben over die Europese samenwerking, dan is dat omdat daar het sluitstuk van het migratiebeleid zit. Ik ben heel blij dat hij zegt dat het gaat om Europese samenwerking en het versterken van die buitengrenzen, zodat we weten wie binnenkomt en wie effectief nood heeft aan bescherming. Opnieuw, twee op de drie blijkt uiteindelijk te moeten terugkeren naar het land van herkomst. Niemand wordt daar beter van. Ik vind het versterken van die buitengrenzen een heel belangrijke ambitie die de premier mee op tafel legt en ik vind het goed dat hij daarvan een prioriteit maakt.
Mevrouw Pas, ik ben ook oprecht blij dat u intellectueel correct bent geweest toen het ging over de instroom. U hebt gezegd dat de instroom toeneemt. We zien daar de laatste maand een stijging en we zitten nu opnieuw op het niveau van voor covid. U hebt gezegd niet de vergelijking te willen maken met 2020, want dit was een covidjaar. Ik dank u daarvoor en hoop dat iedereen in uw partij dat doet. Toen we in de covidperiode zaten, toen alles al een maand volledig dicht was en niemand asiel had aangevraagd, namen de cijfers een beetje toe. Toen sprak het Vlaams Belang over een spectaculaire stijging met 70 %, wat in absolute cijfers marginaal was in vergelijking met wat het normaal gezien was.
Ik vind het bijzonder goed dat u dat doet en ik kan alleen maar hopen dat dit zo blijft. Ik ben blij dat ik het hier kan zeggen, want wanneer ik u op social media corrigeer op dergelijke praktijken word ik soms gecensureerd. Als ik een uitspraak doe over het terugsturen van een imam wordt mijn commentaar verwijderd. Censuur werkt soms blijkbaar in een bepaalde richting. Ik ben heel blij omdat ik merk dat er een positieve shift in de communicatie is. Mevrouw Pas, u mag mijn compliment aannemen. Ik ben heel blij dat u nu de juiste cijfers in de juiste context plaatst en hoop dat dit zo blijft.
U vraagt mij of ik geloof in het Europees Pact. Ik moet geloven in een Europese oplossing. Uiteraard moet ik niet alleen dat doen. We moeten op Belgisch niveau zorgen voor een beter asiel- en migratiebeleid, met een Migratiewetboek dat zorgt dat men niet van procedure naar procedure stapt en eeuwenlang in procedures vastzit, waardoor de terugkeer wordt bemoeilijkt. Mensen hebben echter ook recht op de juiste bescherming wanneer zij daaraan nood hebben. Ik moet wel mee geloven in een Europese oplossing omdat ik weet dat als we het systeem echt volledig willen verbeteren wij de Europese Unie daarvoor nodig hebben. Ik moet geloven in Europese oplossingen en ik moet duwen op het Europese niveau om het op dat vlak beter te doen.
Ik merk dat de Europese Unie op het vlak van visumsancties stappen heeft gezet die drie jaar geleden niemand denkbaar had geacht. Dat zullen velen hier in de zaal beamen. Ik kan alleen maar hopen dat we ter zake beetje bij beetje vooruitgang boeken.
De Europese Unie maakt ook werk van de versterking van de buitengrenzen. Daar heb ik an sich geen probleem mee, zolang mensen nog steeds de ruimte hebben om zich op een gecontroleerde manier aan te melden en asiel aan te vragen. De heer Francken zelf uitte in commissie zijn bezorgdheid over "fort Europa", dat de grenzen hermetisch zou afsluiten, zodat niemand nog asiel zou kunnen aanvragen. Ik deel die bezorgdheid. We moeten ervoor zorgen dat iedereen op een gecontroleerde manier op het moment dat hij of zij nood heeft aan bescherming, die bescherming kan vinden.
Mevrouw Pas, uw opmerking dat vrijwillige terugkeer gigantisch veel geld kost, klopt niet. Ik kan daarbij alleen maar verwijzen naar een rapport van de commissie-Bossuyt, waar u moeilijk van kunt zeggen dat die niet op de juiste manier gewerkt heeft. Daarin staat te lezen dat gedwongen terugkeer 12 keer zo duur is als vrijwillige terugkeer. Lost men dus met vrijwillige terugkeer alles op? Nee, uiteraard niet. Maar hoe meer mensen we ervan kunnen overtuigen om vrijwillig terug te keren, hoe minder gedwongen terugkeer kost. Vandaar ook onze hoge ambitie om niet alleen 20.000 of 30.000 bevelen om het grondgebied te verlaten, uit te reiken, maar de uitvoering ervan ook op te volgen. Iedereen die zo'n bevel krijgt moet opgevolgd worden. Die moet begeleid worden richting terugkeer en als die daar niet in wil meestappen, moet die gedwongen teruggestuurd worden. Men moet de betrokkenen wel op de juiste manier begeleiden, vandaar ook ons heel ambitieuze asiel- en migratiebeleid.
Men vraagt wat ik al heb binnengehaald. Welnu, er zijn meer terugkeerbegeleiders, meer migration officers, mensen die mee bij het CGVS onderzoeken of iemand al dan niet recht heeft op bescherming, snellere procedures en de betere afstemming van de diensten op basis van een audit. Dat zijn belangrijke maatregelen, waarvoor wij een historische investering hebben gedaan, die noodzakelijk was en op termijn haar vruchten zal afwerpen. Uiteraard zullen de mensen die we vandaag aanwerven, morgen nog niet het verschil maken, maar hopelijk wel overmorgen, eens ze gevormd en opgeleid zijn. De machine werd structureel versterkt en dat is belangrijk.
Wordt er overlegd met de Britse collega's? Uiteraard hebben wij gesprekken met onze Britse collega's. Wanneer de Britten willen investeren en in middelen voorzien om de grenzen te versterken, doen ze dat ten opzichte van Frankrijk en zullen ze dat ook ten opzichte van ons land doen. Er is uiteraard een gedeelde verantwoordelijkheid en gedeelde bevoegdheden inzake transitmigratie en de bilaterale relaties met het Verenigd Koninkrijk. Vandaar dat ik samen met collega Van Quickenborne en met collega Verlinden daarvoor trajecten uitwerk en een plan op poten zet.
Uiteraard vind ik dat wij moeten samenwerken met de Britten, weliswaar niet op de manier die zij voorstaan en die erin bestaat om de samenwerking te beperken tot de onderhandeling van een re-admissieakkoord op bilateraal niveau en transmigranten naar ons terug te sturen, zodat het probleem voor hen is opgelost. Ook op dat vlak moeten wij Europees samenwerken.
U wijst terecht op de link tussen mensensmokkel en drugssmokkel. Wij moeten die criminele circuits aanpakken. Ik merk trouwens dat ook Europa wakker is geschoten. Wij moeten de problemen bij de wortel aanpakken, dus degenen die het systeem zo verpest hebben, en niet alleen de kleine visjes die mee op de boot kruipen.
U had het over de noodzakelijke capaciteit in de gesloten centra. Het geïntegreerd infrastructuurplan Terugkeer is afgewerkt en nu moeten we daarmee verder, net zoals met de refuge.
Welke pistes bekijken wij? Het gaat in Jabbeke niet over een opvangcentrum of over een afhandelingscentrum, maar over een gesloten centrum, waar wij effectief kunnen werken aan terugkeer van personen die wij terug moeten kunnen sturen.
Ik rond af. Het is voor de regering belangrijk om werk te maken van een gecontroleerd en beter migratiebeleid waarin wij migratie niet per definitie als een probleem beschouwen. Wij hebben immers legale migratie nodig en moeten mensen die nood hebben aan bescherming, kunnen beschermen. Dat was gisteren zo, dat is vandaag zo en dat zal morgen zo blijven.
Ik hoop vooral dat wij de terechte
frustraties kunnen wegwerken door een aanpassing van het systeem zowel op
Belgisch als op Europees niveau. Opnieuw, ik draag misschien een beetje hippe
sokken, maar ik ben niet Justin Trudeau en ik zit niet aan de andere kant van
de oceaan. Wij zullen dus Europees moeten samenwerken. Ik zal blijven beuken op
de Europese deur en zal met u blijven vaststellen dat het te traag gaat en dat
het sneller moet, omdat Europa daar nu nood aan heeft, niet over vijftien jaar.
Met klagen alleen raken wij er echter niet, vandaar dat ik alles in het werk
stel zowel op Europees als Belgisch niveau opdat men het nodige zou doen. (Applaus)
01.53 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor de uitgebreide toelichting. Ik geef enkele elementen van antwoord.
U zegt dat het te traag gaat, maar dat is niet mijn grootste frustratie. Het gaat altijd traag in Europa en het mag altijd sneller gaan. In België gaat het ook traag, in Vlaanderen gaat het ook traag, in mijn eigen gemeente gaat het soms te traag. Voor mij mag alles sneller gaan. De grootste frustratie is wel dat het met het asielbeleid gewoon de verkeerde richting uitgaat. Ik geloof fundamenteel niet in het Europese migratiepactmodel waarbij men via een asielaanvraag verblijfsrecht op het Europese grondgebied kan krijgen. Daar geloof ik niet in. Dat kan gewoon nooit werken.
Voor mij moet het dus niet sneller gaan, want wat u wilt doen, zal toch nooit werken. U zult de illegalen niet teruggestuurd krijgen. De ratio zal superlaag blijven. U mag wel een akkoord hebben met Gambia, maar het zal gewoon niet lukken, door de eigen procedures, door alle mogelijke Europese rechtspraak en richtlijnen, door de actieve tegenwerking van de individuele illegale migrant en de thuislanden, door het feit dat het hele asielsysteem zo zwaar en log is geworden, door het gebrek aan echte solidariteit tussen de Europese lidstaten en door het feit dat het klimaat er niet naar is dat een en ander zal verbeteren, meer zelfs, het zal nog verslechteren.
U kiest voor de verkeerde optie, aangezien die optie nooit kan werken. Voor mijn part mag een afhandeling aan de buitengrens twee dagen duren, of zelfs twee maanden, wat u nooit zult halen. U zegt dat het EASO daar vanaf nu aan werkt, maar in de hotspots werd het EASO al ingezet in Griekenland toen ik er een bezoek bracht, want officieren van het EASO werkten toen al in Lesbos en op Lampedusa. Er is nu gewoon meer volk aangeworven, maar voor het overige is er niet veel veranderd. Dat model zelf kan dus gewoonweg niet werken.
Uw jaloezie ten opzichte van Canada deel ik voor een stuk, maar ik denk dat we vooral kunnen leren van een model zoals in Australië. Dat model kan natuurlijk niet perfect gekopieerd worden en uiteraard moet de opvang ook beter zijn, maar wel moet u ervoor zorgen dat u een aantal akkoorden sluit.
01.54 Minister Vincent Van Quickenborne: Mijnheer Francken, sta me toe even het woord te vragen, met alle sympathie voor het goede werk dat u gedaan hebt, en los van een aantal dingen die gebeurd zijn. Ik ben ooit bij u op het kabinet geweest in de Wetstraat 18, wat u zich misschien nog herinnert.
01.55 Theo Francken (N-VA): Ja, zeker.
01.56 Minister Vincent Van Quickenborne: Ik was toen parlementslid en ik besprak toen het Australisch model, omdat mij dat toen een goed model leek. U hebt mij toen, op het kabinet in de Wetstraat 18, letterlijk geantwoord dat dat model in Europa niet kon werken, dat Europa een ander continent was en dat men dat niet zou toelaten. U hebt mij er toen van overtuigd om dat denkspoor niet te verdedigen. Nu stel ik vast dat u dat wel doet. Alstublieft, stick to the point. Blijf bij wat u doet en wat u toen vertelde.
01.57 Theo Francken (N-VA): Ik vind die opmerking bijzonder flauw, maar ik zal er wel op antwoorden. Voor een regering is het probleem met het Australisch model dat de Europese asielprocedurerichtlijn het niet toelaat. Dat heb ik toen gezegd, ik weet nog heel goed wat ik toen heb geantwoord. Op he moment kunnen er gewoonweg geen pushbacks georganiseerd worden wegens de Conventie van Genève. Volgens een strikte interpretatie is het volgens mij wel mogelijk. Frontex heeft dat uitgezocht en daar bestaan heel interessante documenten over. De Conventie van Genève vormt geen belemmering, maar wel de Europese asielprocedurerichtlijn. Vooral enkele uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens maken pushbacks onmogelijk.
Hoe kan dat aangepakt worden? We moeten een akkoord sluiten vergelijkbaar met de EU-Turkijedeal. Op grond daarvan worden toch mensen teruggestuurd op voorwaarde dat zij ter plaatse goed worden opgevangen en in het kader van de asielprocedure in Turkije een asielaanvraag kunnen indienen. Die werkwijze moet ook in een aantal andere landen worden toegepast. Dat kan wel degelijk, al zullen er ook enkele aanpassingen voor moeten worden doorgevoerd.
Vooraleer echter de Europese politiek aangepast kan worden, zullen we moeten beginnen met het Belgisch regeringsstandpunt op die lijn te krijgen.
Wat is het probleem? Steeds meer mensen beginnen in te zien dat het huidige model nooit efficiënt kan werken, maar dat men volgens het officiële regeringsstandpunt mee moet in de logica van het verblijfsrecht na een illegale reis in Europa en het positief beantwoorden van een asielprocedure. Een aantal partijen wil daar niet van afstappen, niet vandaag, niet gisteren, niet morgen of overmorgen, nooit. Zij vinden het minder belangrijk dat men illegaal is doorgereisd, voor hen moeten deze mensen verblijfsrecht krijgen en een asielprocedure mogen opstarten. Ik deel dat standpunt niet. Dat is de grote uitdaging. Het interesseert me minder dat het te traag gaat dan dat het de verkeerde richting uitgaat. Het kan absoluut niet werken. Iedereen zal er zijn tanden op stuk bijten. Deze regering zal er nu mee geconfronteerd worden want we gaan een nieuwe asielcrisis tegemoet, of ze is er al.
U zegt dat u al twee weken voor ik het gevraagd had, beslist had om het hervestigingsprogramma te bevriezen. Dat wist ik niet. Als staatssecretaris heb ik dat ook ooit beslist, toen er nergens plaats was. De heer De Vriendt heeft daar toen grote stennis over gemaakt. Er was veel commotie. Blijkbaar geeft dat nu geen probleem bij de groene partij, die toen wel grote bezwaren had. Het is maar een vaststelling.
Het is interessant dat u zegt dat we de cijfers correct moeten weergeven. U verwijst naar een studie van het Europees Rekenhof waaruit blijkt dat de terugkeercijfers in heel Europa dramatisch slecht zijn. Dat is heel relevant, want het is uw partij, bij monde van de heer Demon, die altijd heeft gezegd dat de terugkeercijfers in België veel slechter zijn dan in andere Europese lidstaten. Dat werd me keer op keer als een dweil in mijn gezicht gegooid, op basis van een EASO-rapport. Ik heb dan altijd geantwoord dat er anders geteld wordt. Als een illegaal in Nederland het bevel krijgt om het grondgebied te verlaten en men stuurt daarna de politie voor een huisbezoek maar de persoon in kwestie is niet thuis, dan beschouwt men die als teruggekeerd. Was het maar zo simpel… In België tellen we alleen de mensen die per vliegtuig effectief teruggekeerd zijn en waar afgetekend is dat de terugkeer ook heeft plaatsgevonden.
Daarom heb ik altijd gezegd dat dit fake news was en intellectueel compleet oneerlijk. Ik vind het goed dat u nu zegt dat die terugkeercijfers eigenlijk in heel Europa rampzalig slecht zijn. Dat betekent dat we niet meer spreken over die EASO-studie. Ik zal die nooit tegen u gebruiken, want dat is intellectueel oneerlijk, maar zowel mevrouw Lanjri als de heer Demon hebben die constant tegen mij gebruikt. Ik kan het maar in herinnering brengen.
U hebt het over mevrouw Kanko en de Europese richtlijn rond de working permit. Dat is voor ons ook het issue niet. Arbeidsmigratie kan worden gestimuleerd. We doen dat in Vlaanderen trouwens op een heel performante manier. Wij zijn geen partij die anti-Europa of anti-Europese Unie is. Daarover gaat het niet. Het gaat erover dat de weg die we nu aan het bewandelen zijn volgens mij een heilloos pad is dat naar nergens leidt.
Mijnheer Mahdi, u zegt dat ik niet meer mag zeggen dat vooral Marokkanen worden geweigerd. Ik hoor in de wandelgangen dat er heel veel Maghrebijnen, vooral Marokkanen, tussen de hongerstakers zouden zitten en dat de kans om een humanitaire regularisatie te krijgen niet groot is. U zegt dat ik dat niet mag zeggen, want dat ik toch moet weten dat Marokko een van de nationaliteiten is die heel vaak wel een 9bis-goedkeuring en dus een verblijfstitel krijgt. Ik heb die cijfers even door een van mijn mensen laten opsnorren, want dat is toch een statement, zeker als u zegt dat ik dat niet meer mag zeggen. Ik zal zelf wel beslissen wat ik zeg of niet zeg. Dat is een gezond principe in een rechtstaat, in een democratie.
Ik heb de top vijf van nationaliteiten van geregulariseerde personen bij. In 2019 stond Marokko niet in de top vijf, in 2020 wel, zijnde op de vierde plaats, met 234 goedgekeurde regularisatieaanvragen. Ik heb niet meer dan de top vijf bij. Die komt uit uw eigen statistieken. Wat interessant is, is dat in uw eigen jaarverslag ook de top vijf van nationaliteiten van geweigerde personen staat. Daar staat Marokko niet op vier, maar wel op de eerste plaats, met in 2019 329 geweigerde Marokkaanse 9bis-aanvragen en in 2020 318. Er worden dus heel veel Marokkaanse aanvragen geweigerd. Ik verduidelijk waar ik dat vandaan heb.
Als u zegt dat ik dat beter niet kan zeggen, want dat de mensen dan zeggen dat DVZ discriminatoir werkt, dan begrijp ik dat. Men moet daar voorzichtig mee zijn, maar waar heb ik dat vandaan? Mijn ervaring uit de praktijk is de volgende. Heel wat mensen die de Marokkaanse nationaliteit hebben, zijn vaak mensen die hier geen asielprocedure hebben opgestart, en wel om de volgende redenen.
Ten eerste, het erkenningspercentage voor Marokkanen is bijzonder laag omdat Marokko een relatief stabiele democratie is. Nu zeker met de overwinning van de liberale partijen, dat is een zeer goede zaak. Ik heb die vrouwen daar gezien en niemand was gesluierd. Het is een zeer progressieve regering. Als dat in die landen allemaal kan, ben ik zeer hoopvol gestemd voor de toekomst.
Ten tweede, in de Marokkaanse gemeenschap bestaat ook heel veel respect voor de koning en de monarchie. Als men asiel aanvraagt, zegt men eigenlijk dat men op de vlucht is en dat zijn rechten geschonden zijn in het thuisland. Dat wordt compleet niet getolereerd. Dat alleen al zorgt voor een stigma, want dan doet men zijn land en nationaliteit oneer aan. Dat zijn de twee redenen waarom er zo weinig Marokkaanse asielaanvragen zijn.
Heel veel van die Marokkanen die een 9bis-aanvraag indienen, hebben dus nooit een asielprocedure gehad. Dat is één element. Heel veel van hen zijn illegaal doorgereisd via Ceuta, Melilla of de Canarische Eilanden en hebben zo Europa bereikt, vaak via Spanje, en zijn doorgereisd. Zij dienen vaak een 9bis-aanvraag in na een niet al te lang verblijf. Zij hebben dus geen verblijf van 10 jaar hier, ze hebben ook geen procedure die reeds 4 of 5 jaar loopt, want ze hebben nooit een asielaanvraag ingediend en voor al de rest moet men in het thuisland een aanvraag indienen en dat doen ze ook niet.
Een werkvisum kunnen zij hier niet aanvragen, dat moet in het thuisland gebeuren. Idem voor een studentenaanvraag, daarvoor heeft men een inschrijvingsbewijs nodig. Daarvoor komen die allemaal niet in aanmerking. Ik heb zo tientallen mensen gesproken, misschien wel honderd, uit de Maghreb, met dezelfde problematiek, die hier illegaal op het grondgebied zijn.
Dat is de reden waarom heel veel van die dossiers worden afgewezen. Mijn veronderstelling is, als er effectief veel hongerstakers uit de Maghreb bij zijn, zij heel vaak een negatief antwoord zullen krijgen. Die mensen gaan zeer malcontent zijn. We zullen zien.
U hebt een heel duidelijke lijn getrokken. Ik begrijp wel dat die dossiers prioritair behandeld zullen worden. Dus dat is last in, first out. Oké, goed. Dan verwacht ik ergens de komende weken nieuws en ook een rapport. U zei dat u alle transparantie gaat geven over wie, wat en hoe. Ik ben daar zeer benieuwd naar.
Met betrekking tot de verplichte vaccinatie en de PCR-tests, u zegt dat u dit allemaal moet onderzoeken. U mag dat natuurlijk zoveel onderzoeken als u wilt, maar ik denk dat dit niet evident zal zijn.
Er is het verhaal dat de opvang beter moet in de regio van herkomst, want dat er dan minder mensen zullen doorreizen. Ik ben voor een betere opvang, maar ik weet niet of dat een trigger is om niet door te reizen. We mogen dat, vrees ik, niet overschatten. Europa is het welvarendste continent van de wereld. Het verschil is nog steeds groot, ook al zijn de opvangfaciliteiten in een tentenkamp ergens veel beter dan nu, dan nog zal de trigger om naar hier te komen nog steeds groot zijn.
De Europese Unie heeft gisteren ook aangekondigd dat men 1 miljard euro zal vrijmaken voor opvang in de regio, waaronder ook Iran en Pakistan, neem ik aan. Dat geld moet ook voor de strijd tegen terrorisme worden gebruikt. Ik weet niet of u dat ook in het Belga-bericht hebt gelezen. Ik zie de ironie daarvan in. Europees geld steken in de strijd tegen terrorisme in Iran of Pakistan, dat getuigt toch van enige Europese naïviteit. Het is niet uw geld, het is Europees geld, maar ik denk niet dat dit veel zal uitmaken.
We zullen dus afwachten wat er van de Europese terugkeerakkoorden komt.
Ik wil nog een punt verduidelijken. Ik heb er geen probleem mee dat de partner van een Afghaanse fixer die voor de NAVO heeft gewerkt meekomt. Ik heb zelfs actief gepleit om die mensen te redden. Men moet partner en kinderen natuurlijk niet achterlaten. Het is evident dat zij mee mogen. Het is ook evident dat men daarvoor bijzondere omstandigheden inroept en men hen een visum voor kortverblijf geeft, waarna zij hier een procedure voor gezinshereniging op ons grondgebied kunnen opstarten. Daar gaat het mij echter helemaal niet over.
Mij gaat het over het volgende. Ik lees in uw schriftelijke antwoorden dat in totaal een zeventigtal mensen, subsidiair beschermde en erkende vluchtelingen, is binnengehaald met de evacuatieoperatie, waarvan 26 met partner en waarvan 20 partners zonder verblijfsrecht. Dat waren geen tolken of fixers. Dat waren erkende vluchtelingen, mensen die daar totaal niet mochten zijn. Zij hebben gewoon hun partner, waarvoor ze normaal een gezinsherenigingprocedure moeten opstarten, binnengebracht. De kans op erkenning zal echt niet zo simpel zijn. Dat vind ik dubbel zuur. Ik vind het erg dat ze zijn afgereisd, dat ze zijn geëvacueerd en dat ze dan ook nog eens hun partner binnenbrengen, die illegaal is en met de relatie volgens de Belgische Staat nog niet is vastgesteld. Dat vind ik hallucinant.
Er staan nu nog 442 mensen op de evacuatielijst, waarvan 108 geen prioriteit zijn, want dat zijn mensen die via Pakistan Europa binnen moeten raken. De anderen kunnen via Kaboel met Qatar Airways gaan. Dat zijn Belgen en vreemdelingen met verblijfsrecht in België. Hoeveel erkende vluchtelingen zijn daarbij? Hoeveel partners zijn daarbij? Ik zal deze vragen nog schriftelijk indienen, want dit lijkt mij een categorie waarnaar u nog eens goed moet kijken. Als dit een praktijk blijft, zult u mij hierover zeker nog tegenkomen, want dit is onuitlegbaar.
Tot slot wens ik u veel succes in verband met het Migratiewetboek. U zegt dat u meer ambitie hebt dan de codificatie alleen en ik neem daar akte van. U zegt dat u een christendemocraat bent en dat u het daarom goed in elkaar probeert te puzzelen. Het is echter wel de christendemocratie die sinds de vreemdelingenwet van 1989 al die kleine bijhuizen heeft gecreëerd.
Waarom is de wetgeving zo onleesbaar? Waarom is de vreemdelingenwet gewoon een soep geworden? Waarom is het nodig om een Migratiewetboek te maken? Dat is natuurlijk omdat er gedurende 30 jaar wetten zijn goedgekeurd die nooit deftig op elkaar zijn afgestemd. Dat heeft dus een bepaalde geschiedenis, het is wat het is. Ik hoop dat het nu wel zal lukken en wens u ook daar veel succes mee.
Mijnheer de staatssecretaris, als conclusie kan ik alleen zeggen dat uw beleid mij het afgelopen jaar niet heeft overtuigd, zeker niet. Ik meen dat u absoluut van goede wil bent en goede intenties hebt. Ik twijfel ook niet aan uw woord wanneer u zegt dat u dag en nacht werkt aan een beter migratiebeleid. Uw inzet en uw goede bedoelingen zijn zaken waar ik zeker niet aan twijfel.
Door de omstandigheden, de koers die door Europa is uitgezet en de regering waarin u zit, denk ik echter dat het heel moeilijk zal worden en dat de asielcrisis u volgend jaar echt volledig zal opslorpen. Het zal moeilijk zijn om mensen ervan te overtuigen dat het migratiebeleid echt een andere richting uit moet.
01.58 Dries Van Langenhove (VB): Geachte staatssecretaris, ik wil me excuseren. Ik was daarnet heel even weg, want ik had de pech dat er iemand op de parking tegen mijn wagen gereden is. De politie had even mijn papieren nodig om een en ander voor de verzekering te kunnen regelen. Behoorlijk wat pech dus. Ik weet niet of het een van de collega's was. De politie zei dat hij niet verzekerd was, dus ik hoop dat het niemand uit dit halfrond was. Die pech heb ik dus ook weer gehad.
Maar goed, het is wel een stevig debat geweest. Ik heb alles kunnen volgen via de gsm, ook toen ik buiten aan de wagen stond. Ik heb dus uw uiteenzetting en de repliek wel gehoord.
Intussen zijn we 32 uur aan een stuk aan het vergaderen en dat eist zijn tol. De eerste minister nam al uitvoerig het woord en alle fractieleiders zijn ook hun ding al komen doen, de meesten zelfs bijna een uur lang. Toch was er tot staatsecretaris Mahdi na ongeveer 30 uur het woord nam maar één onderwerp dat eigenlijk nog amper of niet aan bod was gekomen. Daar konden we al conclusies uit trekken, conclusies die al een jaar bevestigd worden en door uw betoog vandaag nog worden versterkt. Migratie of massamigratie, een onderwerp dat verkiezing na verkiezing als de grootste zorg van de Vlamingen naar voren komt, blijkt keer op keer een te verwaarlozen detail voor Vivaldi.
Er moet niets veranderen en als er iets verandert, dan mag dat zeker de kansen van illegale migranten om zich hier te vestigen niet in het gedrang brengen. Daarover waken Groen en Ecolo zeer nauwgezet. Twee weken geleden nam uw CD&V-collega Franky Demon het woord in de commissie. Hij zei dat het tijdelijk vastzetten van illegale migranten die een gezin vormen in allerlaatste instantie mogelijk moet zijn. Dat is heel logisch, maar toch werd het fenomeen dat ik net beschreef, meteen duidelijk. Uw collega's van Groen en Ecolo namen het woord en wezen collega Demon meteen terecht. In geen geval, zelfs niet als iedere logica en billijkheid het voorschrijft, mogen gezinnen van illegale migranten gedwongen worden teruggestuurd en tijdelijk worden vastgezet. Over migratie moet dus worden gezwegen en als er eens een CD&V'er over spreekt, u of uw collega Demon, dan wordt die meteen op zijn plaats gezet door Ecolo en Groen. Die plaats is niet in het centrum, maar uiterst links. Dat is de positie die u nu inneemt als vijfde wiel aan een wagen die enkel linksaf kan slaan.
Zo miskent u de miserie van vele Vlamingen totaal. Niemand kan immers nog om de miserie heen die wordt veroorzaakt door de massamigratiecrisis die u weigert ten gronde aan te pakken. Pendelaars en treinconducteurs krijgen dagelijks te maken met geweld van zwartrijders. Leerkrachten, intussen zelfs die uit de kleinste plattelandsdorpjes, zien hun job steeds moeilijker worden, want hoe kan men nog het beste halen uit ieder kind als steeds meer leerlingen en ouders niet eens onze taal spreken, behalve als het is om islamlessen of halalmaaltijden te eisen. Dan vinden zij opeens wel de juiste woorden.
Ook jonge koppels worden nu geconfronteerd met de gevolgen van de massamigratie. Een huis huren of kopen wordt stilaan onbetaalbaar. De invloed van de massamigratie daarop is onmiskenbaar, zeker in Vlaams-Brabant, waar de overstroming van Brussel niet alleen de criminaliteitscijfers en de schooluitval doet pieken, maar intussen ook de huizenprijzen.
Ook studenten, die vroeger vaak nog de luxe hadden om op kosten van mama en papa en in de afgeschermde leefwereld van de studentenbuurt en de universiteit enkele jaren links te zijn, worden nu met hun neus op de feiten gedrukt. Hun rectoren willen hen liefst zo snel mogelijk vervangen door niet-witte studenten en als zij 's avonds al eens naar de Overpoort of de Oude Markt durven te gaan, lopen zij het risico te worden aangerand of neergestoken, voornamelijk door nieuwe Belgen. Dacht u soms echt, beste linkse collega's, dat de steekpartijen in Leuven of de recente rellen in de Overpoort van Gent het werk van studenten waren? Misschien waren het uitwisselingsstudenten uit Kinshasa of Marrakesh. Als minister Verlinden haar werk doet, zouden wij dat nog te weten kunnen komen, maar helaas, oppakken en bestraffen zal niet gebeuren.
Iedereen wordt vandaag geconfronteerd met de nefaste gevolgen van de massamigratie. In alle beleidsdomeinen staat er een olifant in de kamer die niemand durft te benoemen. Ook u durft dat niet. We horen u amper, om niet te zeggen nooit, over de gigantische maatschappelijke impact, ook vandaag niet. Die impact is er op het arbeidsmarktbeleid, het onderwijs, Justitie, de politie, het openbaar vervoer en de huizenmarkt. Overal duikt het migratiespook op, maar nergens wordt het benoemd. Er kleeft een groen-rode plakker over uw mond en het erge is dat u die er zelf hebt opgeplakt toen u het monstrueuze regeerakkoord hebt getekend dat u vandaag wanhopig probeerde te verdedigen. Die groen-rode plakkers kleven over de monden van de gehele coalitie. Groen en rood wrijven zich momenteel in de handen. De instroom is immers gigantisch en de uitstroom minuscuul. Zolang er niemand over praat, zolang iedereen rondloopt met een mentale plakker over de mond zullen die stromen blijven bestaan. Vandaag heeft het maar liefst dertig uur geduurd alvorens het zeer belangrijke onderwerp migratie een eerste keer de aandacht krijgt die het verdient.
In de State of the Union van de heer De Croo was de migratiecrisis precies onbestaande. Wie hem aanhoorde, zou concluderen dat massamigratie eigenlijk helemaal geen zorg is van de meeste Vlamingen. Er werd anderhalve zin op de volledige regeerverklaring gespendeerd aan migratie, gewoon om de verantwoordelijkheid zoals steeds af te schuiven op de Europese Unie. Men zou nochtans kunnen denken dat er bij de onderhandelingen van de regeringspartijen in de afgelopen weken uitgebreid is gesproken over migratie en dat er eindelijk schot in de zaak zou komen om erger te voorkomen. De hongerstakers en de Afghanistancrisis liggen immers nog vers in het geheugen. Besparen op de migratiefactuur is blijkbaar nog steeds taboe.
In tijden waarin gewone Vlamingen het al moeilijk hebben om de factuur voor elektriciteit of gas te betalen, krijgt die gewone Vlaming er jaar na jaar een extra miljardenfactuur bovenop voor de onophoudelijke instroom van een massa migranten. Die miljardenfactuur zal blijven stijgen. Fedasil is voortdurend op zoek naar bijkomende opvangplaatsen om de zogenaamde vluchtelingen in te huisvesten. Dat bevestigt u vandaag opnieuw. U wil blijven faciliteren in plaats van af te stoppen. Gisteren raakte er trouwens bekend dat er een zware vechtpartij was in het Fedasilcentrum van Rocourt, met niet minder dan veertig betrokkenen. Dit is een van de vele honderden gewelddadige incidenten per jaar in de asielcentra, om nog maar te zwijgen van alle incidenten die erbuiten worden veroorzaakt. Vlakbij Rocourt ligt trouwens nog een groot asielcentrum, dat van Spa. Deze regering wil de capaciteit van dat asielcentrum optrekken tot 550 migranten. Dat er in Spa heel veel mensen getroffen zijn door de watersnood en nog steeds in de miserie zitten, kan deze regering blijkbaar heel weinig schelen.
Het credo van Vlaams Belang is onze mensen eerst. Het credo van deze regering is duidelijk onze mensen laatst. In plaats van te focussen op de door de overstromingen getroffenen en op alle andere Walen en Vlamingen in de miserie, blijft deze regering de opvangcapaciteit opdrijven en de instroom van migranten faciliteren. De teller staat intussen al op 26.000 asielzoekers die op dit moment in ons land worden opgevangen.
Ook het aantal asielaanvragen gaat al maanden in stijgende lijn. Wij zitten zelfs al opnieuw op het niveau van voor de coronacrisis. Wat een prestatie! Een heel trieste vaststelling.
U hebt vandaag niet de minste ambitie getoond om de massale instroom in dit land een halt toe te roepen. Over de voorzichtige en vage aankondiging van een eventuele herziening van de voorwaarden voor gezinshereniging, om ze af te stemmen op de regeling in onze buurlanden, is vandaag ook niets vernomen.
De instroom blijft dus gigantisch, zowel wat de legale als de illegale migratie betreft. Terwijl maatregelen die een effect op de instroom zouden kunnen hebben uitbleven, werd het al mank lopende terugkeerbeleid verder gehandicapt en uitgehold. Met bijzondere dank trouwens aan de groene partijen, die als parlementaire arm van de migratielobby zelfs de kleinste en meest redelijke en noodzakelijke verstrakking van het migratiebeleid blijven blokkeren.
Mijnheer Mahdi, u kondigde al meermaals aan dat u de terugkeercijfers wil opdrijven, ook vandaag nog. Het bleef echter bij aankondigingen. Meer zelfs, door twee essentiële instrumenten uit te sluiten, verergert u de situatie nog, met name het tijdelijk onderbrengen van gezinnen die weigeren terug te keren in aangepaste terugkeerunits en een regeling die de politie eindelijk moet toelaten om onwillige illegalen thuis op te pakken. Beide blijven uitgesloten. Enige maanden geleden wou u nog met een verwaterde oplossing komen en uw collega's overtuigen, maar vandaag hebben wij u er niet eens over gehoord.
Wat de gesloten terugkeercentra betreft, nog een maatregel die cruciaal is voor ons terugkeerbeleid, laat deze regering het ook totaal afweten. Nadat Mathieu Michel verklaarde dat Sammy Mahdi de beloofde terugkeercentra nooit zou realiseren in deze legislatuur, kondigde u aan, mijnheer Mahdi, dat u hard zou werken om ze toch te realiseren. Een zoveelste belofte die u niet hebt ingelost. Vandaag, een jaar later, zien wij in de regeringsverklaring en in uw betoog geen concreet plan daarvoor.
Terwijl op binnenlands vlak elke geloofwaardige maatregel uitblijft om de instroom af te remmen en de uitstroom te vergroten, wordt er steevast gewezen in de richting van de Europese Unie, die op deze manier steeds dienstdoet als het vijgenblad waarachter de regering haar eigen onbekwaamheid of zelfs onwil om iets te doen probeert te verbergen.
Dat het EU-beleid meer dan te wensen overlaat, ontkent de Vlaams Belangfractie zeker niet. We verwijzen er zelf vaak naar, zoals u zelf zegt, mijnheer Mahdi. Maar dat ontslaat u niet van de plicht om ook zelf dringend te doen wat kan en moet, zowel op binnenlands als op buitenlands vlak. Zoals collega Pas heeft aangehaald, hebben de Fransen aangetoond dat dat perfect mogelijk is met de visumsancties tegen drie Noord-Afrikaanse landen.
Collega Pas heeft het gevraagd maar er kwam nog geen antwoord. Wat houdt u tegen om ook de juiste stappen te zetten? Wat houdt uw regering tegen om de voorwaarden voor gezinshereniging te verstrakken en om ontwikkelingshulp te koppelen aan de terugname van illegale onderdanen? Dat zijn enkele van de vele maatregelen die u zelf op het Belgische niveau kunt nemen.
Dat het anders kan, wordt aangetoond door Denemarken. Dat land zag het aantal asielaanvragen dalen tot het laagste peil in 20 jaar en kondigde aan dat kordaat beleid nog meer te verstrakken. Mette Frederiksen herhaalde haar verkiezingsbelofte en stelde dat het de bedoeling is om op termijn het aantal erkende asielzoekers te herleiden tot 0. Dat is wat anders dan den Belgique, waar we het wereldrecord asielzoekers lijken na te streven.
Het is totaal naast de kwestie, mijnheer Mahdi, om te verwijzen naar de wachtrijen aan de benzinepompen in Groot-Brittannië. U zou beter eens een vergelijking maken met Denemarken. Nog niet zo lang geleden keurde het Deense Parlement met een ruime meerderheid een voorstel goed dat een radicale omwenteling in het asielbeleid, de Australische aanpak van illegale migratie, wil invoeren. Dat Deense initiatief zou natuurlijk effectiever en efficiënter zijn, mocht de Europese Commissie zich achter zo'n opzet scharen. Helaas blijft die tot op heden vasthouden aan open asielloketten voor illegale migratie, terwijl dat systeem ondertussen zijn onwerkbaarheid overduidelijk heeft bewezen.
En ja, daar gaat het om de Europese Commissie en niet om u, mijnheer Mahdi. Maar u en de regering kunnen daar wel een impact op hebben. Op dat vlak schiet u schromelijk tekort. De onwerkbaarheid geldt trouwens ook voor het met veel bombarie aangekondigde EU-Migratiepact. Intussen lijkt alleen u, mijnheer Mahdi, daar nog in te geloven. Net zoals alle eerdere pogingen om tot een gemeenschappelijk Europees asiel- en migratiebeleid te komen, is ook het fameuze en met veel trompetgeschal aangekondigde EU-Migratiepact tot mislukken gedoemd.
Het concept van de Europese Commissie blijft onveranderd uitgaan van open Europese asielloketten voor illegale immigratie van waar ook ter wereld, gekoppeld aan een bureaucratisch systeem van spreiding over heel Europa, ook naar natiestaten die volledig terecht en geheel democratisch hebben beslist dat het genoeg is geweest.
U wilt die landen overrulen en de Europese Unie gebruiken als stok om ze te slaan tot ze de massamigratie aanvaarden.
In plaats van nog meer tijd te verspillen aan onrealistische en onwerkbare plannen, die de Europese lidstaten enkel maar verdelen, moeten de aandacht en de prioriteit uitgaan naar zaken waarover de meeste lidstaten het wel eens zijn, namelijk, ten eerste, de terugkeer van degenen die geen recht op asiel hebben en, ten tweede, het indammen en het stopzetten van een verdere instroom aan illegale migranten.
Mijnheer Mahdi, indien u dat deed en vanuit uw bevoegdheid in de federale regering eindelijk uw verantwoordelijkheid nam en deed wat u vanuit België kunt, dan is heel veel mogelijk. U kunt veel doen. Denk maar aan de woonstbetreding bij illegaliteit, visumsancties, de verstrenging van de gezinshereniging, de uitbreiding van de capaciteit in de gesloten terugkeercentra of het mogelijk maken van de gedwongen terugkeer voor gezinnen. Indien u bovendien ons land eindelijk laat aansluiten bij de groeiende coalitie van EU-lidstaten die de Europese buitengrenzen willen sluiten en echt werk willen maken van een structureel terugkeerbeleid, is er nog veel meer mogelijk.
Ik rond af. Collega's, er wordt vaak gedaan alsof massamigratie een soort natuurlijk fenomeen is en alsof de miljoenen migranten die naar Europa komen, onvermijdelijk zijn. Dat is het niet. Massamigratie is geen natuurlijk fenomeen, maar is het gevolg van politieke beslissingen. Dat is, enerzijds, een pijnlijke vaststelling. Dat betekent immers dat er een politieke elite is, die doelbewust ons continent en ons land heeft overspoeld met een massa migranten zonder integratiekansen. Wij herinneren ons allemaal nog de wir schaffen das-lokroep van Merkel, die ook hier in de Kamer werd geëchood. Het is dus een pijnlijke vaststelling dat onze politieke elite niet het beste met ons voorheeft en ons sociaal weefsel kapotmaakt in ruil voor kiesvee en goedkope arbeid.
Anderzijds is het feit dat de crisis werd veroorzaakt door politieke beslissingen, een heel hoopgevende vaststelling. Indien die werd veroorzaakt door politieke beslissingen, kan die ook worden omgedraaid door politieke beslissingen. Collega's, dat is onze historische verantwoordelijkheid en onze plicht aan onze nakomelingen. Daarom zal de Vlaams Belangfractie erop blijven hameren dat u zowel op het Belgische als op het Europese niveau alle mogelijke beleidsmaatregelen moet nemen om massamigratie in te dijken en om te draaien.
In tegenstelling tot de uiteenzettingen van de eerste minister, de fractieleiders en eigenlijk ook van u, mijnheer Mahdi, bevatte mijn betoog concrete en haalbare voorstellen. Iedereen kan het nalezen in het verslag. Ik begrijp immers dat na 32 uur aan een stuk debatteren wel eens wat kan worden vergeten. Zelfs u kwam niet verder dan wat gerommel in de marge. Uw verduidelijkingen van het Migratiewetboek en uw terugkeercoaches zijn lovenswaardige initiatieven, maar wij weten allebei dat dat absoluut niet het verschil zal maken.
De concrete voorstellen over migratie die mijn fractie vandaag heeft gedaan bij monde van collega's Pas, Vermeersch en ikzelf zouden wel het verschil maken en de Vlamingen eindelijk het migratiebeleid geven waar ze al zoveel jaren om smeken. Ga ermee aan de slag. Het eerste jaar van uw mandaat hebt u al verloren. Gebruik de tijd, die u nog rest.
La présidente: Ceci clôture la discussion thématique relative aux compétences de M. Mahdi. Nous passons donc aux compétences de Mme De Bleeker.
01.59 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, collega's, we naderen stilaan het einde van het debat, aangezien nu het laatste hoofdstuk is geopend, het hoofdstuk van de begroting. Het debat duurt al ongeveer 32 uur. Ik moet zeggen dat ik hier al frisser gestaan heb, want ik ben maar twee uur slaap en een frisse douche verder, maar ik houd er wel aan om hier te staan.
Meer specifiek sta ik op het spreekgestoelte om een aantal redenen.
Ten eerste, na dit debat vind ik dit de gepaste plaats om eerst en vooral iedereen te bedanken. Ik bedank graag alle collega's voor het grondige debat. Op sociale media zie ik dat journalisten zich beginnen af te vragen waarom een debat zolang moet duren. Daar kunnen vragen bij worden gesteld, maar ik denk dat we vooral blij moeten zijn dat we hier een grondig debat kunnen voeren.
Ten tweede, ik wil zeer graag ook de diensten bedanken, die hier al 32 uur alles van zichzelf hebben gegeven. Ik dank ook u, mevrouw de voorzitster, en ik dank alle medewerkers, ook de tolken, die alles gedaan hebben om het mogelijk te maken dat wij hier opnieuw echt een parlement zijn dat ten gronde kan debatteren over een zeer belangrijk document.
Ten derde, ik wil op het spreekgestoelte staan omdat de regering-De Croo vandaag eigenlijk echt van start gaat. Het afgelopen jaar was een bijzonder jaar, waarin het coronaproces beheerd diende te worden. Vanaf nu zullen wij wat meer vervallen in wat gebruikelijk is in het Parlement, namelijk de bespreking van sociaal-economische hervormingen en maatschappelijke discussies. Laten wij hopen dat het Parlement zo snel mogelijk weer in volle slagorde kan vergaderen, waarbij iedereen welkom is.
Ik houd eraan op deze tribune te staan, omdat deze voor het eerst sinds anderhalf jaar terug open is. Alle debatten tot nu toe heb ik gevolgd vanop mijn bank, in het volle respect voor de afgesproken coronaregels. Nu pas is deze tribune terug open. Collega's, ik denk dat wij daar echt bij moeten stilstaan, wij moeten dat echt als een heuglijk moment vieren. Wij kunnen opnieuw als volwaardig parlement samen zijn en een grondig debat voeren.
Ieder heeft in het debat zijn stijl en zijn aanpak. Ook dat is leerzaam. De voorbije 32 uur hebben we parlementsleden gezien die hun dossiers kennen. Ministers hebben er blijk van gegeven dat zij zeer hard hebben gewerkt, andere ministers zijn door de mand gevallen. We zagen mensen die liever een tekst voorlezen dan spontaan, vanuit kennis, het debat aan te gaan. Elkeen zijn stijl, elkeen zijn aanpak, maar dat zegt veel. Ook dat is waar een parlement om zou moeten draaien.
Ik maak het concreet en kom tot u, mevrouw De Bleeker. Waarover hebben wij het vandaag en eigenlijk reeds twee dagen aan een stuk? De eerste minister heeft gerepliceerd en gezegd wat volgens hem de essentie van het debat is. De eerste minister zei dat voor hem de essentie van het debat is dat de ene zegt dat de regering te veel doet terwijl de andere zegt dat zij te weinig doet wat maakt dat dit volgens de premier een centrumregering is.
Dat is totaal niet waarover dit debat gaat. Dat is niet de essentie. Dit debat gaat over vertrouwen. De regering vraagt het vertrouwen aan het Parlement om zaken te kunnen doen. U vraagt dat wij geloofwaardigheid hechten aan de beloftes die u maakt. Dat is de essentie van het debat. Dat is ook wat onze fractie heeft proberen af te toetsen tijdens dit debat. Bent u te vertrouwen? Is hetgeen u op papier zet en komt verdedigen in dit Parlement geloofwaardig? Mogen wij dat geloofwaardig vinden? Daarover gaat het in essentie echt.
Ik vind het jammer dat de eerste minister
daarvan een soort van partijpolitieke analyse gemaakt heeft. Ik hield meer van
zijn speech vorig jaar in het Europees Parlement, want toen maakte de eerste
minister de belofte voor een andere politiek. Hij kondigde toen het volgende aan, ik citeer: "Nous avons non seulement besoin d'un plan de relance, mais
aussi d'un plan de confiance."
Ik vond toen dat hij gelijk had. Dit Parlement, deze democratieën die hier samenkomen, hebben niet alleen nood aan sociaal-economische hervormingen en debatten, maar er is ook nood aan debatten die het vertrouwen in de politiek herstellen. Dat is de taak van ons allemaal. Ik vond de boodschap van de premier juist. Ik vond het jammer dat hij die boodschap niet heeft herhaald.
Mevrouw De Bleeker, voor u zal het geen verrassing zijn dat ik deze speech opbouw rond het thema geloofwaardigheid, omdat dat het thema en de rode draad van onze politieke actie was en de wisselwerking die wij het laatste jaar in de commissie voor Begroting hebben gehad. Ik heb u keer op keer vragen gesteld. Denkt u dat wat de regering doet geloofwaardig is? Waar zou u de lat leggen? Moet die lat hoger worden gelegd? Welke initiatieven zou u nemen? Zijn die haalbaar of niet? Dat is in essentie wat wij hebben gedaan.
Vanaf nu begint de tijd waarop wij u aan die lat zullen afmeten, mevrouw de staatssecretaris. Tot nu kon u zeggen dat u de begroting-Lachaert had geërfd, die snel in elkaar was gestoken, een jaar geleden, na zeer korte onderhandelingen die zeer lang geduurd hebben. U kon zich daarachter verschuilen, maar vanaf vandaag kan dat niet meer. Dat is een heuglijk moment, collega's. Wij vieren vandaag de geboorte van de eerste begroting van staatssecretaris De Bleeker. Proficiat, mevrouw de staatssecretaris. Uw eerste begroting komt eraan. Is die echter realistisch? Is die geloofwaardig? Mogen wij die ook vertrouwen? Daarover gaat het.
Ik heb de grafiek van het IMF waarin staat dat wij niet goed bezig zijn al aan mevrouw De Block getoond. Ik zal de grafiek niet opnieuw tonen. U kunt die ook bekijken. Ik zal mij concreet toespitsen op u, mevrouw de staatssecretaris. U hebt het laatste jaar veel gecommuniceerd, zowel in de media als in het Parlement. U hebt een aantal straffe uitspraken gedaan. De uitspraken die bij mij het meest zijn blijven hangen, zijn die in Het Laatste Nieuws, waar u zei: "Elk dossier krijgt van mij een kritische analyse voor ik het goed- of afkeur. Ik volg de financiële impact van de maatregelen op.".
U hebt dus gezegd dat elk dossier dat in de begrotingstabel terechtkomt eerst de toets-De Bleeker moet doorstaan. Het komt niet in de tabel voordat u eerst hebt gezegd of het goed of slecht is. U hebt zich als een Iron Lady geprofileerd. U zei ook: "Als de PS met hocus pocus afkomt, dan zal dat bij mij niet lukken.".
Hoeveel hocus pocus zit er nu eigenlijk in wat we op papier hebben ontvangen en wat we de voorbije 32 uur hebben gehoord? We hebben een zeer boeiend debat gehad met de heer Dermagne, nog altijd een overtuigd regionalist. Het is zeer fijn om met hem te praten. Tegelijkertijd valt hij door de mand, wat de cijfers betreft. Bij de terugverdieneffecten van het aantal jobs klopt toch iets echt niet. Hebt u dat nagekeken? Hebben die de hocus-pocustoets doorstaan? Hebt u die goed- of afgekeurd?
Ik heb zelf de berekening gemaakt. Wanneer we, afgezet op drie jaar, de jobs die erbij komen bij ongewijzigd beleid, optellen bij de bij de extra jobs waarvan u zegt dat ze zullen komen – ik geloof daar niets van – dan komen we uit op ongeveer 40.000 jobs per jaar. Reken dat op 9 jaar, dus 2030; de drempel om de 80 %-werkzaamheidsgraad te halen, dan zouden er met uw beleid ongeveer 380.000 jobs worden gecreëerd. We hebben er echter 660.000 nodig om die 80 % te halen. U komt hier af met grote beloftes dat alle problemen zijn opgelost en dat zelfs de pensioenen betaald kunnen worden met de extra jobs die worden gecreëerd, maar u raakt niet aan uw eigen drempel. U hebt er 660.000 nodig en komt aan 380.000. Dat zijn mijn cijfers niet, maar die van het Planbureau bij ongewijzigd beleid, aangevuld met uw 13.500 jobs. Ik vind dat weinig geloofwaardig.
Ik kan ook niet geloven dat u die cijfers hebt goedgekeurd en dat u die niet hebt doorgeprikt als hocus pocus. Aanvankelijk stond in de tabellen 400 miljoen aan terugverdieneffecten door jobcreatie. Alle arbeidsmarktexperten hadden daar al vragen bij. Ik had eigenlijk verwacht dat er nu eindelijk een pakket zou komen om die 400 miljoen te ondersteunen, maar wat hebt u gedaan? U hebt die 400 miljoen opgeblazen tot 1,2 miljard. U hebt de ballon nog drie keer groter geblazen. Doorstaat dat de hocus-pocustest?
Ten tweede, we hebben een aantal interessante fiscale debatten gehad met minister Van Peteghem en ook met minister Dermagne over fraude. De bedragen daarvoor lopen in de tabellen op tot 1 miljard. Gelukkig heeft de regering ingezien dat dat al onrealistisch genoeg was om er geen scheppen meer bovenop te doen. Wat stel ik vast in het debat? Minister Dermagne zegt dat hij met de piste sociale fraude op zijn eentje die targets haalt. Dat is wat hij hier vannacht heeft verkocht, terwijl op bladzijde 9 van het verslag van het Monitoringcomité uw eigen topambtenaren concluderen dat ze geen informatie hebben die die stelling kan bevestigen. Uw eigen topambtenaren hanteren blijkbaar de hocus-pocustest, doorprikken die ballon en zeggen dat hetgeen daar wordt gezegd, niet correct is. Ik stel u dezelfde vraag, mevrouw de staatssecretaris. Gelooft u dat?
Ten derde, we hebben het al gehad over de inflatie en de index. U neemt die niet mee. Het is alom bekend dat de inflatie hoog is en dat er een nieuwe indexering aankomt. We verwachtten dat die factoren worden meegenomen in de begrotingstabellen en hebben nagevraagd of dat het geval is. Het antwoord dat wij in het Parlement krijgen, is dat dat nog niet is gebeurd. U trapt opnieuw in de val waarin u al een paar keer bent getrapt.
Ik kom tot een belangrijker punt. We hebben hier een heel uitgebreid debat gehad met ministers Khattabi en Van der Straeten, waarbij vooral het debat met minister Van der Straeten van hoog niveau was. Als Parlementslid kan ik alleen maar respect hebben voor de drive en de dossierkennis van een minister als minister Van der Straeten. Evenzeer heb ik bijzonder veel respect voor het wederwoord dat zij heeft gekregen van de echte machine van onze fractie, Bert Wollants, de man die geen slaap nodig heeft en die op zijn eentje de hocus pocus van minister Van der Straeten heeft doorgeprikt. Dat was het inhoudelijke debat van de vakminister. Wat u hoorde te bezorgen, is de budgettaire impact.
Het is geen geheim dat de kernuitstap met een factuur komt en dat er aan de gascentrales een subsidieprijs vasthangt. Maar wij zien daarvan niets verschijnen in de tabellen. U zult opwerpen dat daarover nog beslissingen moeten genomen worden en dat dat voor november is. Maar mevrouw de staatssecretaris, wij weten het toch allemaal, het debat is hier gevoerd; het gaat hier alleen nog over de vraag hoeveel gascentrales het worden en hoeveel miljarden aan subsidies daarin worden geïnvesteerd.
Ik zou toch minstens verwacht hebben dat u de laatste nacht aan de onderhandelingstafel, die blijkbaar toch nogal warrig is verlopen, uw hand in de lucht zou hebben gestoken met de verklaring dat er een lijntje moest worden opgenomen voor de financiering van die gascentrales, die er sowieso aankomen.
Hetzelfde geldt voor de pensioenhervorming van mevrouw Lalieux. Mevrouw de minister, het spijt mij dat wij het debat niet rechtstreeks met u hebben kunnen voeren. Dat is geen verwijt aan u, wij hadden zelf dat debat moeten aanvragen. In de plaats daarvan hadden we een debat daarover met uw fractieleider, de heer Laaouej, en met de eerste minister. Ik zal niet zeggen dat dat even goed is, want natuurlijk horen wij het liefst de minister aan het woord, maar het was toch ook van een mooi niveau. Bovendien had de eerste minister de luxe te kunnen aansluiten bij de mooie worden van de heer Laaouej. Uit dat debat bleek alvast dat het totaal niet duidelijk is dat de pensioenhervorming wel degelijk budgetneutraal zal zijn.
Daarvoor hebben wij hier 32 uur gedebatteerd. Daardoor is het Parlement tot de vaststelling kunnen komen dat die hervorming de hocus-pocustest niet doorstaat. U komt met pensioenplannen waarvan u geruststellend beweert dat ze betaalbaar zijn dankzij de tewerkstellingsgraad van 80 %. Maar het debat met minister Dermagne heeft net aangetoond dat u de 80 %-tewerkstellingsgraad niet haalt en u dus de centen niet binnenhaalt. U zegt dat het wel klopt.
De eerste minister dacht een handigheidje te hebben gevonden. Hij zei tegen onze fractieleider Peter De Roover dat hij het niet begrepen had, dat het hier ging over de begroting 2022 en dat er in 2022 geen budgettaire impact zal zijn op de pensioenen. Natuurlijk is dat ridicuul, want wij krijgen tabellen tot 2024. De eerste minister heeft daarna zelf moeten bevestigen dat de heer De Roover gelijk had en dat er aan de voorgelegde tabellen wel degelijk aanpassingen zullen moeten worden doorgevoerd.
Collega's, daarom hebben wij in het Parlement een debat van 32 uur. Zo kunnen we u confronteren met uw eigen woorden en ministers die niet slim genoeg zijn om onderling met elkaar af te stemmen, betrappen op hun eigen fouten.
Als uw werk goed in elkaar zat, zouden wij niet tot die constateringen komen. Het is geen slordig werk, het is gewoon fout werk. Dat zijn fouten, mevrouw de staatssecretaris, waar u op zou moeten wijzen, want het is uw begroting.
Vervolgens was er het zeer boeiende debat met minister Dedonder over Defensie. Trouwens, ik heb wat schroom te spreken over Defensie, gelet op mijn ellenlange carrière daar als het ware. Ik vind dat ik dan het beste uit het debat wegblijf, want het gaat niet over mijn aanpak. Maar goed, ik heb in het begin een aantal debatten met mevrouw Dedonder gevolgd en ik heb ook het debat vannacht gezien. Zij is zeker gegroeid in haar rol. Alleszins weet zij zeer goed hoe zij een aantal zaken moet verkopen die feitelijk volledig niet kunnen kloppen.
Mevrouw Dedonder belooft hier aan de militairen een loonopslag, die zij absoluut verdienen, en die 150 miljoen euro zal kosten. Zij krijgen die weliswaar pas in 2024 of 2025. Wij hebben jarenlang het verwijt gekregen dat wij de financiering voor Defensie te ver vooruitduwden, maar dat is precies wat minister Dedonder nu opnieuw doet.
Volgens mevrouw Dedonder komt het allemaal in orde met de loonopslag van samen 150 miljoen en zal er niet op operaties worden bespaard. Die operaties zullen in totaal zelfs nog geld bij krijgen, terwijl wij uit het debat met de eerste minister hebben geleerd dat Defensie mee moet besparen, volgens hetzelfde ritme als de andere departementen.
Terwijl Defensie aanvankelijk, zoals de veiligheidsdepartementen, vorig jaar een trager besparingsritme opgelegd kreeg, zal zij nu een forser ritme opgelegd krijgen. Mevrouw Dedonder maakt ons dus gewoon blaasjes wijs en dat is bijzonder jammer, want zij doet dat op de kap van hardwerkende militairen, die dit jaar in het bijzonder bewezen hebben dat wij ze nodig hebben en dat zij een gigantisch waardevol werk verrichten. Zij hebben dat gedaan bij de overstromingen in Wallonië, zij hebben dat even goed gedaan op de buitenlandse missies.
Ik herhaal het, een debat van 32 uren heeft waarde. Het gaat niet over de duurtijd, het gaat over het uitvissen van wat er gezegd wordt en het gaat erom dat we volwaardig onze rol kunnen spelen als Parlement.
Ik was van plan om staatssecretaris Dermine te ondervragen, maar ik heb die invitatie ingetrokken, omdat ik Thomas graag zijn nachtrust gunde. Het spijt mij echter gigantisch dat ik dat niet gedaan heb, omdat nadien, in een later debat, is gebleken dat opnieuw een van de fouten van uw regering bijna niet of maar halvelings aan het licht was gekomen. U hield opnieuw informatie achter voor het Parlement.
In uw begrotingstabellen staat dat u voor 1 miljard euro aan investeringen zult doen. Wat stellen wij vast? De krantenredacties hebben die tabellen. Er staan artikels in De Tijd en De Morgen, maar wie heeft die tabellen niet? Wij. Het Parlement heeft die tabellen niet. Nadat de premier hier gestaan heeft en nadat mijn fractievoorzitter hem erop aangesproken heeft dat er transparantie nodig is en dat er respect moet zijn voor het Parlement, presteert uw regering het opnieuw om cruciale informatie alleen aan de pers te geven en niet aan het Parlement. Dat moeten wij te weten komen in het debat. Dat is gewoon niet correct!
(Met overslaande stem) Weet u wat nog minder correct is?
Ik mag niet kwaad worden. Ik heb te weinig geslapen.
Wat nog minder correct is, is dat wij in de laatste alinea van het artikel in De Morgen moeten lezen dat staatssecretaris Dermine aankondigt om morgen vrijdag een persconferentie te geven over de cijfers. Het Parlement krijgt die tabel niet. Wij moeten zelf de cijfers naar boven spitten. Dan zien wij dat de journalisten die wel krijgen en dat Dermine het nog presteert om morgen een persconferentie te plannen, nadat er van ons verwacht wordt om het vertrouwen te geven aan uw regering. Hoe zou u in godsnaam dat vertrouwen waard zijn, als u zelfs die basisinformatie niet kunt delen? Wij hebben met aandrang die documenten gevraagd. Ze zijn bezorgd via mail om 16.07 uur.
Ik heb trouwens wel gezien waarom die informatie niet werd bezorgd: de getallen zijn nog gewijzigd. U hebt gewoon nog wat gechipoteerd. Blijkbaar mochten wij dat niet zien.
Voor de heer Dermine is er nog wat werk.
Hij komt met een factuur. Tot nu toe was u tevreden. Wij allemaal, of toch halvelings, want hij kwam met een Europese cheque van 5,9 miljard euro, met meer dan een miljard voor de federale begroting om investeringen te doen. Het is een cheque waarvoor wij te veel betalen, want wij krijgen veel te weinig geld van Europa, maar dat debat hebben we al gevoerd.
Tot nu toe kwam de heer Dermine met een cheque, maar we stellen vast dat hij nu een factuur voorlegt. Omdat Europa foute parameters gebruikt bij de verdeling van die coronasteun, zullen we vanaf volgend jaar 750 miljoen euro minder krijgen. We hebben staatssecretaris Dermine gevraagd hoe hij dat zal aanpakken en gezegd dat hij zal moeten schrappen in projecten of ten minste zal moeten nadenken over de financiering. Hij heeft onze vraag genegeerd.
Als de Europese Commissie becijferingen maakt en aangeeft dat het een bepaalde richting en navenante grootteorde uit gaat, denk ik dat als u het vertrouwen vraagt, dat vertrouwen vereist dat u, mevrouw De Bleeker, een aanwijzing geeft dat u daarmee rekening zal houden. Wij zien dat niet in uw tabellen. Hocus pocus.
Mevrouw De Block, ook met u hebben we debatten gevoerd. Wat mij specifiek interesseert, is de taxshift. Tijdens het debat werd het verhaal gebracht van de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid en dat er een taxshift was, dat de mensen niet echt meer betaalden. De conclusie van het debat was dat u een belastingregering bent, zoals ook blijkt uit de begrotingstabellen. Deze regering met de Open Vld voert 1 miljard extra belastingen in. Er kan een debat over worden gevoerd of het al dan niet goede beslissingen zijn. Zijn er zaken die vandaag te weinig belast worden, die wat meer kunnen belast worden? Dat is een valabel debat zolang het thuishoort in de logica van een taxshift waarbij de globale belastingdruk niet stijgt.
Maar hier zegt onder andere mevrouw De Block dat er wel een taxshift is en dat de werkenden meer geld gaan krijgen enzovoort. Maar er is helemaal geen shift, er zijn alleen extra belastingen ter waarde van 1 miljard euro.
Dat hebt u heel handig gecommuniceerd, mevrouw de staatssecretaris. Ik geef toe dat u zeer goed communiceert in de media. U hebt de indruk kunnen wekken dat u een besparing wilde doorvoeren van 3 miljard euro, terwijl u gezegd hebt dat u een begrotingsoefening van 3 miljard moet doen. Dat is een wezenlijk verschil.
Een begrotingsoefening van 3 miljard wil zeggen dat u 1 miljard bespaart, 1 miljard extra belastingen invoert en nog een miljard diversen doet. Dat miljard waarvan sprake zal in de komende jaren zeker nog wat hoger liggen. Maar de communicatie was goed: de mensen denken dat u wil besparen terwijl Open Vld extra belast. Dit is een belastingregering en als u dat probeert te doorprikken, mevrouw de staatssecretaris, gelooft u in uw eigen hocus pocus.
Ten slotte nog een vraag aan u, mevrouw de staatssecretaris. In de commissie is er veel gedebatteerd over de begroting en de uitgaven. Het gaat daarbij ook altijd over de staatsschuld en de impact op de staatsschuld, maar nu hebben we nog geen enkele tabel gezien met de impact van uw maatregelen op de staatsschuld. Gaat die naar beneden? Met hoeveel? Wat is de impact op de intrestlasten en op de begroting? Ik zou die tabellen graag te zien krijgen, ook om te weten of de 1,2 miljard lening aan Wallonië correct wordt ingeboekt. Dan zullen we het vooral hebben over de intresten die in de schuld moeten worden opgenomen. Als Parlement moeten we dat weten.
Het fundamentele debat was natuurlijk dat er hoera geroepen werd voor een federale lening, maar dat men niets wilde weten van een Vlaamse lening. Maar dat debat wil ik met u niet voeren.
Met u wil ik wel het debat voeren over de staatsschuld en de stand van zaken daarvan. Krijgen wij de telling te zien of zal dat pas later kunnen?
Jobs, fraude, inflatie, pensioenen, psychologen zijn ook thema's. Over psychologen hebben wij het zelfs nog niet gehad, namelijk over de 11 euro voor een bezoek aan de psycholoog. Voor 11 euro kunnen wij naar de psycholoog. Dat is wat minister Vandenbroucke heel mooi in de markt heeft gezet. Nu blijkt die maatregel totaal ondergefinancierd te zijn. Experts stellen dat daarvoor een investering vereist is van anderhalf miljard euro.
Mevrouw de staatssecretaris, ik heb weinig geslapen, maar in de commissie hebt u geantwoord dat het budget daarvoor nu 230 miljoen euro bedraagt. De communicatie is groot, maar er is slechts een zesde of een zevende van het benodigde bedrag ingeschreven.
Mevrouw de staatssecretaris, ook daar is de vraag aan u of er nog iets van komt. Indien die 11-euromaatregel er komt, zullen daarvoor extra centen moeten worden uitgetrokken in de begroting. Er staat in elk geval geen enkele lijn daarvoor in de tabellen. Wij weten niet of er centen voor zijn.
Er zit dus hocus pocus in aan alle kanten. Dat is mijn fundamentele vraag aan u, mevrouw de staatssecretaris. Wij weten dat u goed kan communiceren. Ik wil echter vooral weten of u ook iets te zeggen hebt in de regering, of u geloofwaardig bent, of u met uw vuist op tafel slaat en duidelijk maakt dat wat op papier wordt gezet, pure lucht is en zeepbellen zijn die in uw gezicht zullen uiteenspatten.
Dat is immers wat er zal gebeuren. Wij weten nu al dat er begrotingscontroles aan komen. Dat weet u ook. U weet ook dat lucht die in cijfers wordt gepompt, uiteindelijk altijd wel naar boven komt.
Ik kom tot een kort tweede deel, waarin ik het wil hebben over vertrouwen krijgen en geloofwaardig zijn, waarover we in de Kamer al een interessant debat gevoerd hebben met onder andere mevrouw Melissa Depraetere en de premier. Zij stelden het volgende: om vertrouwen waard te zijn en om geloofwaardig te zijn, moet er actie worden ondernomen. Die stelling juist, maar het is volgens mij niet voldoende. Naast dingen doen, naast actief zijn, naast de planning en organisatie van hervormingen op het terrein, is er ook geloofwaardigheid nodig in de cijfers, met name door eerlijkheid. Dat heb ik daarnet helemaal toegelicht.
Ik wil even specifiek ingaan op wat Melissa Depraetere en de premier suggereerden, namelijk dat het vertrouwen hersteld wordt wanneer de ministers dingen doen. In dat opzicht heeft het debat van de afgelopen 32 uur mij de ogen geopend.
De coronapandemie was in de eerste plaats een gezondheidscrisis en veiligheidscrisis, respectievelijk onder verantwoordelijkheid van minister Vandenbroucke en minister Verlinden die het evident gigantisch druk gehad hebben in het afgelopen anderhalf jaar. Met minister Verlinden heb ik over communautaire aspecten gedebatteerd, maar ik heb er begrip voor dat zij prioriteit heeft moeten geven aan binnenlands bestuur. De coronapandemie werd dan nog door ernstige overstromingen gevolgd. Ik heb er minder begrip voor dat minister Clarinval, eveneens bevoegd voor het institutionele, op dat vlak helemaal niets heeft gedaan. In essentie was corona een veiligheids- en gezondheidscrisis. Dat de bevoegde ministers keihard hebben gewerkt, hebben wij allen gezien.
Heel wat ministers stonden echter helemaal niet in het heetst van de strijd, niet in de eerste vuurlinie. Af en toe moesten zij naar een Overlegcomité of meebeslissen om een reeds vastliggende steunmaatregel te verlengen, maar voor het overige stonden zij eigenlijk niet in de vuurlinie.
Terwijl minister Verlinden en minister Vandenbroucke keihard aan het werken waren, ben ik ervan uitgegaan dat al die andere ministers ook keihard aan het werk waren. Immers, geloofwaardigheid wordt hersteld met daadkracht. Ministers kunnen zorgen voor hervormingen die op het terrein effect hebben. Maar wat een teleurstelling is dat gebleken!
Mevrouw Lalieux, ik zie dat u opstaat. U bent echter het eerste voorbeeld daarvan. Ik weet dat het geen link heeft met de speech, maar u bent het eerste voorbeeld. U stond niet in het heetst van de strijd tegen de coronapandemie. Iedereen, ook de pers, ging ervan uit dat u met een fenomenaal plan zou komen voor de pensioenen, dat u een putsch zou kunnen plegen, dat de PS de trofee van de hervormingstrein zou kunnen binnenhalen en dat alles supergoed voorbereid zou zijn.
Wat hebben wij echter gezien? Dat het blijkbaar uw enige ambitie is geweest om een goede torpedo los te laten. Ik heb de indruk dat dit de taakverdeling lijkt te zijn onder de ministers: staatssecretaris Dermine moet de voluntarist zijn binnen de PS-lijn en uw rol is blijkbaar om alles dat in het regeerakkoord staat en dat de PS niet graag heeft te liquideren en te torpederen. U hebt dat heel succesvol gedaan met uw pensioenhervorming. Het is heel goed gelukt. Of dat in het voordeel van de belastingbetaler is, durf ik te betwisten. U hebt op dat vlak uw rol echter goed gespeeld. Vicepremier Dermagne staat daar enigszins tussen. Hij moet de redelijkheid zelve zijn en de man die tot deals komt.
Dat is eigenlijk wel een goede taakverdeling, die politiek goed doordacht is. Alleen is ze een beetje doorzichtig. Ze zorgt er ook voor dat wij nu allemaal in de penarie zitten. Wij gingen er immers van uit dat u minstens keihard werkte aan wat er in het regeerakkoord stond over de richting die aan de pensioenen werd gegeven, teneinde een plan uit te tekenen dat in lijn was met die ambities.
Dat is echter totaal niet het geval. Het enige wat de eerste minister immers kon doen was het elegant verwoorden, door te verklaren dat wij de pensioenen moeten loskoppelen van elke budgettaire discussie en dat die loskoppeling de reden is waarom hij er in zijn verklaring niets over zou zeggen.
Dat er niet naar de gepensioneerden moet worden gekeken om budgettaire opbrengsten te halen is ook onze mening. Dat is echter niet de reden waarom wij nu al 32 uur lang amper over de pensioenen hebben gepraat. De reden waarom wij de voorbije 32 uur amper over de pensioenen hebben gepraat, is dat uw torpedo erg succesvol is geweest.
Wanneer u weet dat twee collega-ministers keihard werken om een pandemie te beheren, is het absoluut niet correct als u niet hetzelfde doet, om op dezelfde manier tot resultaten te komen. U moest ervoor te zorgen dat, wanneer zij wat tijd kregen om erover te discussiëren, er zaken op tafel lagen die de relance en de doorstart vooruit konden helpen. Uw domein gaat immers ook over activering en over de vraag op welke manier wij ervoor kunnen zorgen dat meer mensen op een verstandige manier aan de slag kunnen blijven, waardoor ze ook extra pensioen kunnen krijgen en van hun oude dag kunnen genieten.
Ik vind het niet ernstig dat er ministers zijn die keihard werken en dat intussen zo'n belangrijk dossier, dat een van de parels aan de kroon van elke hervorming zou moeten zijn, wordt mismeesterd. Ik vind dat niet correct.
Ik zou hetzelfde kunnen zeggen over minister Dermagne, want zijn rekensom rond de jobs lukt niet. Ik zou hetzelfde kunnen zeggen over minister Clarinval. Waar zijn de voorbereidingen om de economie te herlanceren? Toen het erom ging steunfondsen uit te delen, was minister Clarinval op het appel. Dat was goed, want we hadden die maatregelen nodig om onze ondernemingen door de crisis te sleuren. Nu het echter gaat om het organiseren van de doorstart van de economie, heb ik nog geen grote projecten gezien.
Minister Gilkinet stond ook niet bepaald in de vuurlinie van de coronacrisis. We hebben hem een aantal keren gezien, bijvoorbeeld toen het ging over aan het raam zitten op de trein of niet, maar dat was het wel. De grote andere plannen hebben wij nog niet gezien. Wat we nu wel hebben gezien, is dat Ecolo erin geslaagd is om stevige budgetten voor de NMBS los te wrikken.
Dat zien we wel, maar niet wat daar allemaal mee moet gebeuren. Ik ben geen specialist inzake mobiliteit en zal dat ook niet pretenderen, maar ik ga er wel van uit dat een generalist als ik toch iets zou moeten hebben opgepikt als er grote plannen zouden zijn. Ik zou daar toch minstens een idee van moeten hebben. Ik heb zelfs niet het gevoel dat daar iets gebeurt.
Mevrouw de staatssecretaris, ik kom bij u. De genoemde mensen zijn minister, zij zijn volwassen, zij zijn bevoegd voor hun portefeuilles en zij zouden hun job moeten doen. Helaas is het echter ook uw werk, want als al uw collega-ministers niet doen wat ze beloofd hebben, als zelfs de doelstellingen van het onrealistische en weinig ambitieuze regeerakkoord niet worden gehaald, dan wordt het uw probleem. Het IMF zegt dat u de slechtste begroting van Europa aflevert.
Tot besluit heb ik nog enkele laatste vragen voor u. Wat zult u hier zelf concreet aan doen? Welke stappen moeten er nog worden gezet? We hebben nu een principiële politieke discussie en daarna moet die worden vertaald in begrotingstabellen. Ik ga ervan uit dat uw administratie al aan het werk is gezet, dat die tabellen worden voorbereid, dat de interkabinettengroepen zullen draaien, dat dit allemaal op papier wordt gezet en dat er een dubbelcheck van de cijfers zal worden gedaan. Dat is het eerste wat u kunt doen, doe die dubbelcheck.
Het is niet omdat dit hier nu met veel show en bombarie verkocht is, dat het zo moet blijven. Niets belet u om fictie en hocus pocus, lucht en zeepbellen in de cijfers te doorprikken. Dat zou ook in het voordeel van de heer Van Peteghem spelen. Als de cijfers niet kloppen, wordt er immers gekeken naar de belastingtrein. Dan zal het balletje wel heel snel opnieuw richting CD&V rollen, omdat die nu eenmaal de minister van Financiën levert.
Ook u hebt er dus belang bij om wat extra tijd te nemen om de cijfers juist te zetten. Het is natuurlijk gênant als je iets moet aanpassen wat het volledige land al heeft gelezen of gehoord in de krant of persconferenties. Als u zo slim was geweest om dat gewoon in het Parlement te doen, hadden alleen de mensen die onze filmpjes bekijken op Facebook het geweten. Nu weet iedereen het. Dat is het gevolg van die persconferentie. Het is wat gênant als u dat moet aanpassen, maar dat is alleen maar gênant op korte termijn. Dan bent u er ook van af, dan is het duidelijk en kunnen we serieus werken. Dan weten we dat u het vertrouwen misschien ook waard bent. Bent u daarvoor beschikbaar?
Het is niet omdat cijfers op papier staan en omdat ministers een zak geld krijgen dat ze daarmee tevreden zijn. Het is eigen aan bestuurders om geld bij te vragen. Wij spreken uit ervaring, ik ben ook lid van een bestuurspartij. De meest ondankbare job is die van minister van Begroting. Die moet immers streng zijn en zeggen dat het niet in de tabellen staat.
Zal u erop toezien dat we niet nog meer in het rood gaan, dat er niet nog meer wordt bijgevraagd? Zal u altijd een negatief advies geven wanneer tijdens de ministerraad dossiers worden voorgelegd die niet in lijn zijn met de begrotingstabellen? Kan u zich engageren om het project van de begrotingscontrole nu al in de planning te zetten? Een van de grote problemen van deze begrotingsonderhandeling is dat de eerste minister veel te laat is gestart.
Hij heeft zichzelf daarmee in een zwakke onderhandelingspositie geplaatst. Waarom? Omdat alle macht bij de linkse partijen zit. Mevrouw Lalieux, u hebt op dat vlak opnieuw zeer goed onderhandeld. Alle hervormingsdepartementen, alle kostendrijvers zitten in linkse handen, namelijk werk, pensioenen, het investeringsbeleid en het klimaatbeleid. Alle gelddepartementen zitten in linkse handen.
Er is dus heel goed onderhandeld, maar doordat de heer De Croo daarmee veel te weinig rekening heeft gehouden, is hij veel te laat in gang geschoten. Daardoor moest men op het einde aan de cijfers gaan prutsen. Dat ziet iedereen, het is gewoon evident.
Mevrouw de staatssecretaris, u kunt daarin een rol spelen door ervoor te zorgen dat dit de volgende keer niet gebeurt. Ik wil zeer concreet aan u vragen of u zich engageert om in de zomer van 2022 te starten met de begrotingscontrole, zoals dat onder de vorige regering de gewoonte was.
Ik zat onlangs op een lunch waar ook professor Moesen aanwezig was. Dat was zijn belangrijkste aanbeveling, begin gewoon vroeger. Dat zal ook in de smaak vallen vanwege de stijl van uw regering, die zegt dat men geen nachtelijke akkoorden moet sluiten. Men moet weloverwogen werken, met kennis van zaken, niet op het laatste moment, onder de guillotine. Begin er op tijd aan.
Mevrouw de staatssecretaris, het is een evidente vraag maar ik stel ze toch. Engageert u zich hiertoe? Kom alstublieft niet af met een antwoord als "wij controleren en monitoren elke dag". Die discussie hebben wij in de commissie al gevoerd. Ik zou graag uw engagement horen om de start van een serieuze begrotingscontrole, de opmaak van de begroting voor 2023, volgend jaar wel in de maand juli op te zetten.
Collega's, ik heb de indruk dat dit akkoord
is afgekocht. Mevrouw de staatssecretaris, ik vrees dat de prijs daarvan uw
geloofwaardigheid is. Ik vind dat niet fair, want ik ken u als iemand die haar
job ernstig neemt en het debat in het Parlement open en correct aangaat. Ik
vrees echter dat u hier het kind van de rekening wordt. Ik hoop dat u weigert
om dat spelletje mee te spelen, dat u klare taal spreekt en dat u zelf de hocus
pocus doorgeprikt. (Applaus)
01.60 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, het voordeel om als laatste spreker aan bod te komen, is natuurlijk dat ik een aantal conclusies kan trekken. Dat ga ik dan ook doen. Ik ga een aantal conclusies trekken uit dit urenlange debat. Natuurlijk ga ik ook nog een aantal laatste vragen stellen. Ik heb nog 13 vragen voor u.
Uw begroting hangt natuurlijk met haken en ogen aan elkaar. Ik hoop dat u voldoende antwoorden kunt geven. Ik kijk even naar de CD&V-fractie. Ik denk dat minister Van Peteghem ondertussen opnieuw geland is. Als er onvoldoende antwoorden komen, moet minister Van Peteghem misschien nog naar hier komen om onze openstaande vragen te beantwoorden. Mevrouw de staatssecretaris, ik hoop dat u al onze vragen kunt beantwoorden.
Deze regering schopt het blikje vooruit. Deze regering blijft de hete aardappel voor zich uitschuiven. Kicking the can down the road. Op financieel, fiscaal en begrotingsvlak bevat de regeerverklaring vooral veel vage beloftes, halfslachtige maatregelen en teleurstellende hervormingsplannen.
Mevrouw de staatssecretaris, u weet het ook, de focus van deze begrotingsonderhandelingen lag vooral op de energiefactuur. Laat mij duidelijk zijn, dat is belangrijk. Die energiefactuur is ondertussen een soort van tweede belastingbrief geworden in dit land. Natuurlijk is het noodzakelijk en cruciaal dat dit probleem wordt aangepakt.
Deze regering neemt maatregelen voor de allerzwaksten. Dat is een goede zaak. Laat mij echter ook duidelijk zijn dat een categorie uit de middenklasse, de gewone Vlamingen, door deze regering en vooral door het non-beleid op dat vlak uit de boot kan vallen en in de problemen kan komen.
Mijn collega Reccino Van Lommel had het vanochtend reeds uitgebreid over de energiefactuur. Wees gerust, ik zal daar niet opnieuw op ingaan, maar het is wel belangrijk om, vanuit de commissie voor Financiën en Begroting, te benadrukken dat een derde van de gasfactuur, en maar liefst twee derde van de elektriciteitsfactuur, vandaag bestaat uit allerlei heffingen en taksen die niets te maken hebben met de reële energiekosten.
Daar komt nog eens 21 % bovenop. Terwijl de Vlaamse en, vooral, de federale overheid kunnen cashen via vele heffingen en btw komen de ministers opdraven met een aalmoes om te doen alsof ze toch moeite willen doen.
Mevrouw de staatssecretaris, als u de vele gezinnen die zich vandaag terecht zorgen maken of ze op het einde van de maand hun facturen zullen kunnen blijven betalen echt wilt helpen, dan komt u er niet met een voorstel om één van de zovele heffingen op de grote stroomfactuur te vervangen door een accijns. Dat is voor alle duidelijkheid een doekje voor het bloeden. U moet met grondige maatregelen komen en de burgers niet voor de gek houden. Die grondige maatregelen zijn heel eenvoudig. Ze werden ook al door onze fractie in de commissie ingediend. Haal alle fiscale rommel uit de energiefactuur en verlaag het btw-tarief op energie naar 6 %.
Hetzelfde geldt trouwens voor de prijzen aan de pomp. De federale overheid kan nu enorm cashen via de vele heffingen en taksen op benzine en diesel, maar daarover hoorden we geen woord tijdens deze begrotingsonderhandelingen. Van deze regering horen we geen woord over de prijzen van benzine en diesel aan de pomp, vandaar mijn eerste vraag. Wat zal deze regering doen aan de prijzen aan de pomp? Van die prijzen voor benzine en diesel verdwijnt heel wat geld in de pocket van de begroting.
Door de terechte discussie rond de energiefactuur raakten de begrotingsbesprekingen volledig ondergesneeuwd. Volgend jaar – dit moet duidelijk zijn voor het Parlement – zullen wij geconfronteerd worden met een tekort van ongeveer 20 miljard euro. Mevrouw de staatssecretaris, u hebt in de zomer conform het regeerakkoord het voorstel gedaan om effectief een begrotingsinspanning te doen van 3 miljard. Collega Loones had het er daarnet ook al over. De PS en de groenen zeiden echter dat dat veel te veel was. Zij wilden maximaal een inspanning van 1 miljard doen. Dan kwam het bijzonder voorspelbare en doorzichtige Belgische compromis van premier De Croo: we doen een inspanning van 2 miljard.
Over die inspanning van 2 miljard euro bestaat er een vergissing in de media. U heeft dat goed gespeeld. In de media circuleert het cijfer van 2,4 miljard euro maar daar zet u natuurlijk de pers en het publiek op het verkeerde been. U heeft immers voor 400 miljoen euro aan nieuw beleid. Er is dus slechts een inspanning van 2 miljard euro op een tekort van 20 miljard. Dat is peanuts. Dat is kicking the can down the road. U schopt het blikje voor u uit.
Vandaar een tweede vraag aan u, mevrouw De Bleeker, die zich in de pers opwerpt als de Margaret Thatcher van deze regering. Of Margaret Thatcher daarmee zal tevreden zijn, is een andere vraag. Ik denk dat ze zich al twee keer in haar graf heeft omgedraaid: een eerste keer bij het gigantische begrotingstekort van ons land, de bloedrode cijfers, en een tweede keer bij de gigantische staatsschuld in dit land. Ik denk dat dit voor haar onaanvaardbaar zou zijn.
U werpt zich dus op als de ijzeren dame van deze regering maar blijkbaar bent u er niet in geslaagd om deze regering te laten vasthouden aan het regeerakkoord. Het regeerakkoord spreekt over een vaste inspanning van 0,2 procent, 1 miljard euro, en een variabele inspanning, zoals u ook zei, van 0,4 miljard euro of twee miljard euro dus. Samen is dat 3 miljard euro.
Hoe komt dat, mevrouw de staatssecretaris?
Betreurt u dat niet? Was het noodzakelijk om dat te halen om tegen 2023 terug
te evolueren naar de Europese begrotingsregels, met het befaamde tekort van
3 %? Zullen wij kunnen vermijden om in 2023 op het Europese strafbankje
terecht te komen? Het is duidelijk collega's, de regerende politieke klasse in
dit land is niet meer in staat om echte beslissingen te nemen. De regering
heeft de lat voor zichzelf danig laag gelegd, met name een budgettaire
inspanning van maximaal 2 miljard euro op een totaaltekort van 20 miljard euro.
Mevrouw de staatssecretaris, dat is niet ernstig. Het is geen geloofwaardige
oefening om de schuldzieke financiën van dit land opnieuw vlot te trekken. Opnieuw dus kicking the can down the road.
De Europese Commissie raamt het tekort voor dit land tegen 2022 op 4,4 procent van het bbp. Ter vergelijking, de Scandinavische landen en Nederland komen in 2022 gemiddeld uit op een tekort van 0,7 procent.
In België 4,4% en 0,7% in Scandinavië en Nederland. België voegt zich opnieuw bij de zogenaamde Club Med-landen, de groep van de zwakke en schuldzieke Zuid-Europese landen.
Een verantwoordelijk begrotingsbeleid zorgt ervoor dat de overheid het beleid kan voeren dat de maatschappij nodig heeft. Om crisissen op te vangen, dat hebben we de afgelopen periode gezien, mevrouw de staatsecretaris, zijn gezonde overheidsfinanciën noodzakelijk. De politieke klasse in dit land heeft collectief gefaald. België was niet voorbereid op de coronacrisis. Landen als Nederland en Duitsland hebben veel meer kunnen doen voor hun eigen ondernemingen en inwoners omdat ze wel beschikten over de nodige reserves.
De regering-De Croo heeft dus een akkoord bereikt over het verkleinen van het begrotingstekort met 2 miljard euro, wat het totale deficit van alle overheden samen op een 20 miljard euro brengt. Over ruim 1 miljard van die inspanning, dat is de helft, werd echter al beslist bij de regeringsvorming. De hoofdmoot daarvan is fraudebestrijding. De minister van Financiën antwoordde hier gisteren op een vraag van mij aan collega Devriendt over een betere fraudebestrijding dat er een beter samenwerking moet komen tussen politie en Justitie.
Wel, mevrouw de staatssecretaris, zo ver waren wij ondertussen ook al. Ik hoop dat men geen minister moet worden om tot die conclusie te kunnen komen. De minister zei gisteren ook dat begin juni van dit jaar een fraudeplan werd voorgesteld met 29 punten. Sinds die persconferentie rollen de miljoenen en miljarden voor de begroting blijkbaar binnen. Was het maar zo gemakkelijk…
Ik vroeg het eerder in de commissie aan u, maar ook aan de minister van Financiën. Ik heb echter nooit een antwoord gekregen. Zijn die 29 punten al becijferd? Bent u bereid om die becijfering met het Parlement te delen? Dit jaar moet dit plan 200 miljoen euro opbrengen, volgend jaar 400 miljoen euro, in 2023 700 miljoen euro, vanaf 2024 zelfs ruim 1 miljard euro.
In realiteit zien we dat Justitie ook inzake fiscale fraude de teugels stilaan moet loslaten, wat we gisteren in het debat al besproken hebben. Hoeveel van de 200 miljoen euro ingeschreven voor dit jaar, werd er tot nu toe al gerealiseerd? In hoeverre zijn de vooropgestelde bedragen realistisch? Een bijkomend gegeven is dat de Brusselse federale gerechtelijke politie ondertussen blijkbaar de handdoek in de ring gooit.
Fraude met coronasteun zou volgens de regering ook nog eens 110 miljoen euro moeten opleveren. Mevrouw de staatssecretaris, acht u dat bedrag realistisch en inbaar?
Er staat voor 1 miljard euro vaste inspanningen en voor 1 miljard euro variabele inspanningen ingeschreven.
De ene helft van de 2 miljard begrotingsinspanningen is, zoals ik net heb toegelicht, gebaseerd op los zand, gebakken lucht, praatjes en aankondigingspolitiek, onder andere de aankondigingspolitiek van het fraudeplan. De andere helft, dus opnieuw 1 miljard, slaat op de fameuze variabele inspanning. De minister van Financiën werd afgelopen week op het VRT-nieuws de man van de belastingen genoemd, wat inderdaad de correcte benaming is. Misschien moeten wij onder de vivaldiregering niet langer spreken van de minister van Financiën, maar wel van de minister van belastingen, wat volgens mij een juistere bewoording is.
In het regeerakkoord staan twee beloftes. De eerste belofte is dat er geen nieuwe belastingen worden ingevoerd, en als ze er al komen, dan met respect voor de mensen die werken, ondernemen en sparen. De tweede belofte luidt dat de totale budgettaire inspanning zal worden verdeeld volgens de sleutel van een derde uitgaven, een derde inkomsten en een derde diversen.
De jongste dagen is bijzonder duidelijk geworden dat er van die grote beloftes niets waar is. Zowel Open Vld, uw partij, mevrouw de staatssecretaris, als uiteraard de MR, nietwaar, mijnheer Piedboeuf, onderstreept dat er geen nieuwe belastingen komen of dat die minstens tot een minimum beperkt zouden blijven. Wie dat miljard variabele middelen opsplitst, ziet echter dat drie vierde ervan, namelijk 733 miljoen euro, bestaat uit nieuwe belastingen.
Enkele van die belastingen wil ik nader bespreken. Ten eerste vernoem ik de effectentaks. Dat zijn onzekere inkomsten, waarmee de regering zichzelf rijk rekent.
De effectentaks moet in 2020 alleen al 430 miljoen euro opbrengen. Ondertussen wordt de taks echter reeds aangevochten bij het Grondwettelijk Hof. Het is dus maar de vraag of de opgelapte versie hetzelfde lot beschoren zal zijn als de oorspronkelijke effectentaks. Onze fractie heeft daar al herhaaldelijk voor gewaarschuwd. De eerste effectentaks bracht minder op dan origineel begroot en werd uiteindelijk zelfs vernietigd door het Grondwettelijk Hof.
Mevrouw de staatssecretaris, daarom is mijn vierde vraag aan u de volgende. Acht u het als staatssecretaris van Begroting verantwoord om de effectentaks volledig op te nemen in de begroting, gezien de toch wel onzekere inning, bovendien voor een bedrag van 430 miljoen euro, zijnde een raming die met haken en ogen aaneenhangt?
Hoe men het ook draait of keert, zoals ik gisteren ook in het debat beklemtoonde, raakt de effectentaks wel degelijk de kleine spaarder. Banken en verzekeraars die tak-23-producten aanbieden, rekenen immers via de beheerskosten minstens een gedeelte van de nieuwe belasting door aan de kleine spaarder. In het regeerakkoord staat dat er geen nieuwe belastingen zullen komen en dat een maatregel altijd zal worden doorgevoerd met respect voor mensen die werken, sparen en ondernemen. Niets blijkt minder waar. Kleine spaarders worden wel degelijk geraakt door de huidige regering.
Dan zijn er nog de accijnzen op tabak en de btw op tabak. De accijnzen op traditionele tabaksproducten worden in 2022 fors verhoogd. Dat werd ondertussen hier tijdens het debat ook bevestigd door de eerste minister. Inbegrepen zijn nieuwe taksen voor nieuwe tabaksproducten, zoals e-sigaretten of verwarmde tabak.
De regering mikt
op een klein half miljard euro aan extra inkomsten uit tabak voor 2022. Er is,
enerzijds, de begrotingslijn btw en accijnzen voor een bedrag van
308 miljoen euro en, anderzijds, de taxshiftcompensatie accijnzen op tabak
voor een bedrag van 120 miljoen euro. Indien ik beide bedragen samentel,
kom ik aan 428 miljoen euro. In 2024 loopt dat bedrag op tot meer dan een
half miljard euro, namelijk 640 miljoen euro op de tabaksproducten.
Enerzijds is er de lijn btw en accijnzen op tabak voor een bedrag van
480 miljoen euro en, anderzijds, een taxshiftcompensatie accijnzen op
tabak voor een bedrag van 160 miljoen euro. Wanneer ik beide bedragen
samentel, kom ik uit op een totaal van 640 miljoen euro.
Daarover wil ik u nog een vijfde vraag stellen. Kunt u ons die begrotingstechniek eens uitleggen? De regering zei in de toelichting bij de accijnzen te streven naar een generatie zonder tabak. U moet ons toch eens uitleggen hoe dat werkt. Iedereen moet stoppen met roken, maar eerst moeten alle rokers samen meer dan een half miljard aan belastingen ophoesten. Iedereen moet stoppen met roken, maar het liefst in 2025, als de nieuwe regering van start gaat. Die begrotingstechniek is ons absoluut niet duidelijk.
Mijn voorganger had het er daarnet al over de jobcreatie. Wat opvalt, is dat de sluitpost van de begroting de terugverdieneffecten op de jobcreatie zijn, boven op de jobs die het Planbureau hoe dan ook al verwacht voor de komende jaren. Het belooft weinig goeds dat Vivaldi al na één jaar de truken van de foor toepast om de begroting sluitend te maken.
Eerst ging de regering uit van 5.000 extra jobs, later werden dat er in de berichten 10.000 en te elfder ure werden het er 13.500, uiteraard om de begrotingstabel te doen kloppen. Men heeft dat cijfer overduidelijk aangepast tot de begrotingstabel klopte. In mijn professionele carrière was ik auditor en wij noemden dat fenomeen pluggen. Om een Excel te laten kloppen en rollen tot de gewenste uitkomst, wordt één parameter opgedreven of teruggeschroefd, tot men de gewenste uitkomst verkrijgt. Meteen brengen de 13.500 jobs 380 miljoen extra op voor de begroting. Tegen het einde van de regering wordt dat ruim 1,2 miljard. Dat zijn duizelingwekkende cijfers.
Uw regering wil dus 13.500 extra jobs, boven op wat het Planbureau reeds heeft voorspeld. Het Planbureau zelf verwacht dat er in 2022 slechts 13.200 jobs bijkomen. U wilt dat dus nog eens meer dan verdubbelen en dat moet op termijn 1,2 miljard opbrengen. Dat meer dan verdubbelen lijkt, gezien de krapte op de arbeidsmarkt, zeker in Vlaanderen, compleet onrealistisch. Dat zeggen niet alleen wij, maar ook de werkgevers. Zij zeggen dat uw regering dat niet zal halen, omdat u niet de juiste maatregelen neemt om meer mensen aan het werk te krijgen.
Vandaar heb ik een zesde vraag voor u, mevrouw de staatssecretaris. Kunt u ook die begrotingstechniek eens toelichten? Hoe komt u aan die duizelingwekkende inkomsten voor de begroting? Bent u bereid om de volledige berekening te delen met het Parlement? Er komen 13.500 jobs bij. Er zijn voor 190 miljoen besparingen gepland en voor 190 miljoen extra inkomsten, samen 380 miljoen voor volgend jaar. Als ik die 380 miljoen deel door 13.500 extra jobs, dan kom ik aan een opbrengst van 28.000 euro per extra job. Kunt u dat bevestigen? Is dat effectief het getal dat u voor ogen hebt per extra gecreëerde job? Wilt u daar even duidelijkheid over scheppen?
Ik zie dat de collega's van de MR met velen aanwezig zijn. Ik wil het dan ook nog even over de nieuwe belastingen hebben. Zowel Open Vld als de MR heeft benadrukt dat de nieuwe belastingen tot een minimum beperkt zouden zijn. Dat is echter een kwestie van perceptie, want met zaken als de effectentaks, de extra accijnzen op tabak, het schrappen van de dieselkorting voor de transportsector, extra bijdragen voor gemeubelde logies en expats, enzovoort komt men tot drie vierde van de variabele inspanning uit meerontvangsten, nieuwe belastingen dus.
Het lag vorig jaar al voor de hand dat een door Wallonië en vooral door links gedomineerde regering de weg van meer belastingen ging bewandelen, maar omdat dat toch een beetje gevoelig ligt bij de collega's van Open Vld en de MR kiest deze regering voor geniepige, heimelijke en slinkse belastingverhogingen. Het gaat meestal om goed verdoken belastingverhogingen, soms verstopt in de omzetting van Europese regels.
Ik zal er een aantal opnoemen: de e-commercerichtlijn, 270 miljoen tegen 2024, de plastictaks, 153 miljoen voor 2022 en de niet-indexering van de belastingverminderingen en -vrijstellingen. De aftrek voor bijvoorbeeld pensioensparen of pakweg de aankoop van een elektrische fiets blijft bevroren op het niveau van 2019. Die maatregel zal elk jaar voor een sluipende belastingverhoging zorgen en tegen 2024 goed zijn voor 66 miljoen euro bijkomende nieuwe belastingen.
De duurdere boetes van – ik zie dat hij vertrokken is – minister Van Quickenborne zijn goed voor 43 miljoen euro voor 2022. De btw voor tandarts en kinesist moet 20 miljoen opbrengen in 2022. Ga zo maar verder. Zo kwam deze regering vorig jaar alleen al tot 1,5 miljard euro aan extra belastingen.
We hebben kunnen berekenen dat deze regering vorig jaar alleen al tot 1,5 miljard euro extra belastingen kwam, en nog eens ruim 750 miljoen in deze variabele inspanning. Dat brengt ons met deze vivaldiregering op 2,25 miljard euro aan nieuwe belastingen. Dit is volledig in strijd met de belofte die deze regering bij haar aantreden heeft gedaan. Er zouden geen nieuwe belastingen komen. Niets blijkt minder waar. Wie werkt, spaart en onderneemt, wordt vandaag wel degelijk meer belast. Vivaldi is een onvervalste belastingregering, wat niet verwonderlijk is, want ze wordt onder meer door de PS gedomineerd.
De partijvoorzitters van deze meerderheid rollen net niet vechtend over straat. Maar al dat gebekvecht van deze regeringspartijen kan niet verhullen dat dit een belastingregering is die haar gelijke niet kent in de Belgische geschiedenis. De liberalen beloven geen nieuwe belastingen, maar sinds de effectentaks moeten wij met deze regering belasting na belasting slikken.
Ondanks al deze overheidsinkomsten behoort België vandaag nog steeds tot de zwakke en schuldzieke landen van Europa. Deze regering met 7 partijen en 4 verschillende ideologieën slaagt er zelfs niet in om te beginnen met de sanering van de bloedrode begrotingscijfers en de torenhoge staatsschuld. Aan de heilige huisjes raakt deze linkse en anti-Vlaamse regering uiteraard niet. Ik bedoel de miljardenfactuur voor de migratie, de miljardentransfers tussen Vlaanderen en Wallonië, de miljarden die wij betalen aan Europa en ten slotte de vele miljoenen euro's die verspild worden hier in dit huis en in het ganse politieke systeem.
Bespaar op nieuwkomers, bespaar op Europa, bespaar op de transfers, op de politieke klasse en het koningshuis, maar bespaar niet op onze eigen mensen.
Collega's, zelfs aan het financiële gunstregime van de topsporters wordt slechts marginaal geraakt. De Belgische overheid verleent het Belgische profvoetbal jaarlijks net geen 200 miljoen euro aan lastenverlagingen in de vorm van minimale sociale lasten en belastingverminderingen.
Er werd uiteindelijk slechts 43 miljoen bespaard. Blijkbaar kan één man dit alles tegenhouden, onze goede vriend Bouchez. In de pers lezen we dat Vlamingen aan de onderhandelingstafel nog extra 50 miljoen wilden besparen op het voetbal. Geen 43 miljoen dus, maar eigenlijk bijna 95 miljoen euro.
Dat is mijn zevende vraag aan u, mevrouw de staatssecretaris: klopt dat? Wilden de Vlamingen aan de regeringstafel verder gaan? Wilden ze meer besparen op het profvoetbal? Ik zou u daar graag even over horen.
Dan kom ik bij de zogenaamde brede fiscale hervorming. Met ronkende verklaringen werd deze zogenaamde brede fiscale hervorming herhaaldelijk aangekondigd door deze regering, maar ze is uiteindelijk geland in een soort minitaxshift. De berg heeft een muis gebaard.
Het Vlaams Belang diende in november vorig jaar in dit Parlement een wetsvoorstel in om de bijzondere bijdragen voor de sociale zekerheid te schrappen, om die asociale belasting dus af te schaffen. Deze taks heeft immers bijzonder kwalijke gevolgen, in het bijzonder voor mensen en werknemers met een laag loon. We zijn dan ook blij dat de minister van Financiën die mening deelt, maar we betreuren ten zeerste dat de minister dit wil spreiden over vele jaren. Daarbij wil hij die belasting ook vervangen door andere belastingen. Het voornemen van de minister om de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid af te bouwen, is geen echte belastingverlaging maar eerder een belastingverschuiving, een taxshift.
Het overheidsbeslag in dit land ligt pakken hoger dan in pakweg Nederland of Duitsland, dat weet u allemaal, collega's. De afschaffing van de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid was natuurlijk de ideale mogelijkheid om de kloof met landen als Nederland en Duitsland te dichten. Dat kan ook perfect gefinancierd worden door besparingen. De instellingen in dit land zijn peperduur, er zijn dan ook heel wat besparingen mogelijk die de bevolking helemaal geen pijn zullen doen. Ik had het al over de facturen aan de migratie, Europa, de transfers, maar we denken bijvoorbeeld ook aan het koningshuis, de overtollige Senaat, de al te gulle partijfinanciering en natuurlijk, niet te vergeten, de kosten voor asiel en migratie.
Tot slot, mevrouw de staatssecretaris, wil ik het met u hebben over een aantal losse onderwerpen, waar u hopelijk ook het antwoord op weet, want wij zijn daarover in deze debatten nog niet veel wijzer geworden.
Ten eerste, de tweede verblijven. Deze federale regering raakt niet aan het belastingvoordeel bij de aankoop van een tweede verblijf. Dat werd ook bevestigd door uw partijgenoot, Vincent Van Quickenborne, in de Vlaamse pers.
Daarover gaat mijn achtste vraag. Kunt u toelichten waarom het belastingvoordeel bij de aankoop van een tweede woning niet afgeschaft? Wij meenden dat daarover een consensus bestond tussen de Vlaamse partijen?
Collega Loones benadrukte gisteren terecht dat aan onze Vlaamse kust heel wat inwoners, West-Vlamingen, geen woning vinden in eigen streek omdat kapitaalkrachtige tweedeverblijvers de huizen opkopen en zo kunstmatig de prijzen opdrijven. Wij vragen om een oplossing.
Een volgend onderwerp, is het Europees Herstelfonds. Op basis van de voorlopige cijfers zou België 5,9 miljard euro ontvangen uit dat fonds. In de begroting wordt voor 2022 in een enveloppe van 200 miljoen aan investeringen voorzien. Samen met de middelen uit het Europees Herstelfonds moet dit zorgen voor duurzame en digitale groei. Zo noemt de regering dat.
Maar de vraag wat er gebeurt indien België zoals gevreesd 750 miljoen euro minder krijgt uit dat Europees Herstelfonds, duwt de regering voor zich uit.
Daarover gaat mijn negende vraag. Welk niveau zal de minderinkomsten ten laste nemen? Hoe zullen deze minderinkomsten worden verdeeld over de verschillende entiteiten van dit land? Zal dat evenredig gebeuren, of via een andere methode? Welke procedure zal hierbij gevolgd worden? Kan de federale regering haar standpunt over de verdeling van de verwachte minderinkomsten kenbaar maken? Ik vind het belangrijk dat die vraag wordt beantwoord omdat het over een aanzienlijk investeringsbedrag gaat.
Mijn tiende vraag gaat over de hogere energieprijzen en de stijgende inflatie. Misschien kunt u dit nog even bevestigen, mevrouw de staatssecretaris. Als wij het goed begrepen hebben, zal de spilindex wellicht overschreden worden in januari, maar u houdt daarmee geen rekening in de begrotingstabel die wij gekregen hebben of in de begrotingsoefening die het Parlement wellicht in november en december zal maken.
Ik heb u daar al een aantal keren over ondervraagd, en dan zegt u dat ik mij geen zorgen moet maken over inflatie, want de energiemaatregelen zijn eigenlijk budgetneutraal.
Ik ben het daarmee niet eens. Ook het Rekenhof is het daarmee niet eens. Als het Rekenhof de spilindexoverschrijding beschrijft, dan heeft hij heel duidelijke berekeningen over de meeruitgaven voor onder andere de uitkeringen.
U onderschat waarschijnlijk nog twee andere effecten. Ten eerste, de inflatie zal de uitkeringen enorm opdrijven. Er is voor onze sociale zekerheid een budget van ongeveer 100 miljard euro. Als de uitgaven daarin met een aantal procenten wijzigen door de inflatie, is er een onmiddellijke impact van miljarden euro's op de begroting. Ten tweede, door de hogere energieprijzen en de toenemende inflatie, stijgen ook de grondstoffenprijzen. Dat doet bepaalde bedrijven, denk maar aan BASF in Antwerpen, de productie van een aantal producten stilleggen, waardoor de economische groei lager is. Daarmee wordt ook het consumentenvertrouwen ondermijnd. Als mensen een stijgende energiefactuur in de bus zien vallen, als zij zien dat hun voorschot wordt verhoogd, dan worden zij voorzichtiger en zullen zij grote aankopen uitstellen.
Wij vrezen dat de cijfers in de begroting ruimschoots overschat zijn. Daarover zou ik graag uw mening kennen, mevrouw de staatssecretaris.
Mijn elfde vraag gaat over de overheidsuitgaven. Als wij over de juiste cijfers beschikken en ik het goed berekend heb, dan bedragen de overheidsuitgaven 55 % van het bbp. Dat is gigantisch, collega's. In 2022 zullen ze bovendien nog altijd 20 miljard euro hoger liggen dan voor de coronacrisis. Kunt u dat bevestigen, mevrouw de staatssecretaris? Vindt u dat verantwoord?
Ten twaalfde, er is heel wat onrust op de sociale media over uw begroting. Heel wat alleenstaanden vrezen dat uw begroting faalt op de zogenaamde singletoets. De begroting zou oneerlijk zijn voor alleenstaanden. Het fiscale beleid dat door de regering wordt gevoerd, versterkt de benadeling van de alleenstaanden nog meer. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan alleenstaande moeders met kinderen.
Klopt het dat de regering in de volledige begrotingsoefening geen rekening heeft gehouden met de alleenstaanden? Klopt het dat de fiscaal nadelige behandeling van alleenstaanden de komende jaren alleen nog slechter zal uitvallen?
Ik heb, ten slotte, nog een dertiende vraag. De vliegtuigtaks lijkt weinig doordacht te zijn. Wie na het betalen van zijn gasfactuur, zijn elektriciteitsfactuur en zijn belastingbrief er toch nog in slaagt om in de zomer op vakantie te gaan, zal dankzij paars-groen binnenkort misschien extra betalen via een vliegtuigtaks. Hoeveel zal die taks nu eigenlijk bedragen? Welke passagiers zullen die taks eigenlijk moeten betalen? Vandaag is dat nog helemaal onduidelijk. Zal die vliegtuigtaks nu 5, 20, 30 euro of meer bedragen? Kan zo'n taks eigenlijk wel? Een aantal specialisten schermt met het verdrag van Chicago. Dat zou heffingen op vertrek verhinderen. Volgens het verdrag van Chicago mogen er geen heffingen geïnd worden op vertrekken van vliegtuigen. Kunt u daar duidelijkheid over creëren? Hoeveel zal de vliegtuigtaks bedragen? Mag die eigenlijk wel geïnd worden in dit land? Is die wel wettelijk? Ik kijk, net zoals de collega's, reikhalzend uit naar uw antwoord op al mijn vragen.
01.61 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, sta mij toe vandaag te starten met de belangrijkste boodschap: met de tweede begroting wordt het duidelijk dat ons land opnieuw een echt begrotingsbeleid heeft. De val van de vorige regering leidde tot een zeer lange politieke crisis. Er was twee jaar geen meerderheid om de begroting goed te keuren, er waren twee jaar geen budgettaire maatregelen, twee jaar geen inspanningen. Tot overmaat van ramp werden wij tijdens de politieke crisis ook nog eens getroffen door de zwaarste gezondheidscrisis sinds de Tweede Wereldoorlog.
De coronacrisis ligt nog niet volledig achter ons, maar de tijd van budgettaire stuurloosheid ligt wel achter ons. De regering zet ons land vandaag weer op de rails. Zij gaat meerdere uitdagingen aan, namelijk zorgen voor het economisch herstel, middelen vrijmaken voor nieuwe uitdagingen en zorgen voor budgettaire houdbaarheid, en realiseert die met onderhavig akkoord.
Dat wil zeggen dat de weg naar budgettair herstel is ingeslagen, met een dynamisch begrotingsbeleid, dat kan inspelen op de huidige economische situatie. Naast de vaste inspanning van 0,2 %, vastgelegd in het regeerakkoord, kan er daardoor ook een variabele inspanning geleverd worden.
Beste collega's, dat is waarin de regering vandaag geslaagd is. Volgend jaar, in 2022, doen wij die variabele inspanningen. Het economisch herstel is ingezet en wij doen die extra inspanning. Die extra inspanning ligt nog hoger dan de vaste inspanning. Die extra inspanning bedraagt 0,3 %. Samen met de vaste inspanning gaat het in totaal om 2,4 miljard euro, zoals u zelf ook aangaf.
Wij doen dat niet omdat Europa dat van ons vraagt of eist. De algemene ontsnappingsclausule is nog in werking. Wij doen dat wel omdat onze kinderen, de toekomstige generaties dat van ons verwachten. Een overheid die haar financiën op orde brengt, is de overheid die zich voorbereidt op toekomstige uitdagingen.
Net omdat de begroting zo cruciaal is, ben ik blij dat u hier vandaag, heel lang na het begin van de sessie, toch nog steeds hier bent om ze te bespreken en om mij daarover vragen te stellen. Het spreekt voor zich dat ik zal proberen daarop zo goed mogelijk te antwoorden, ook al zullen wij daar uiteraard verder op ingaan in de commissie.
Sta mij toe om de vragen eerst algemeen te beantwoorden. Ik hoor enerzijds zeggen dat we ons rijk rekenen en dat het lucht- en zeepbellen betreft, maar anderzijds hoor ik ook vermelden dat we niet ambitieus genoeg zijn. Geen van beiden klopt. Een begroting is meer dan cijfers en tabellen. Het is een weergave van normen en waarden. Normen en waarden die deze regering deelt en nastreeft.
Als wij hoog willen inzetten op fraudebestrijding, dan is dat omdat wij er willen voor zorgen dat fraude niet loont en nooit loont. Het is ook daarom dar wij extra inspecteurs aanwerven. Als wij hoog inzetten op tewerkstelling is dat omdat wij willen dat werken loont. Dat het goed is om te werken en dat het beter is dan niet werken. En ja, daar staan forse bedragen tegenover. Dat is de veruitwendiging van onze ambities in deze materies.
U weet dat ik de zaken in het algemeen zo goed mogelijk probeer op te volgen. U kunt ervan uitgaan dan ik in deze het doen en laten van mijn collega's zal blijven opvolgen, om ervoor te zorgen dat deze ambities ook bewaarheid worden.
Ik hoor ook zeggen dat we alles direct terug uitgeven. Ik denk dat het duidelijk is dat dit niet waar is. We doen een forse inspanning en maken ook middelen vrij voor nieuwe uitgaven, dat klopt. Het lijkt mij gezond dat we deze middelen zoeken bij de overheid zelf, eerder dan nieuwe uitgaven te blijven doen. Zoals reeds aangehaald gaat het trouwens deels om eenmalige uitgaven.
Hoe dan ook, hoe u het ook draait of keert, het structurele tekort, het grote probleem van dit land dat we meer uitgeven dan we binnenkrijgen, verkleint door de inspanningen die we hier gaan leveren. Dat zal verder blijven verkleinen door de inspanningen die we de volgende jaren zullen leveren.
Tot slot heb ik nog een derde algemeen antwoord. Ik hoor dat de berekening van bepaalde terugverdieneffecten in twijfel wordt getrokken. Dat is hier al uitvoerig besproken tijdens de voorgaande debatten. Uiteraard baseren wij ons budget op solide berekeningen, bijvoorbeeld berekeningen van het Planbureau. Ook zal ik er tijdens de uitvoering van de begroting over blijven waken dat het beeld blijft kloppen en dat we bijsturen waar nodig.
Nu ga ik in op de meer specifieke vragen, vooreerst op de vragen over de terugverdieneffecten.
Voor de bepaling van de terugverdieneffecten van de arbeidsmarkthervormingen en de terug-naar-werktrajecten voor arbeidsongeschikten per persoon, hebben wij ons gebaseerd op wetenschappelijke rapporten. Het terugverdieneffect kan immers sterk verschillen en is afhankelijk van de hoogte van de uitkering die de betrokkene ontvangt, maar ook van het loon waartegen de betrokkene weer aan het werk gaat. Nazicht in beschikbare wetenschappelijke documentatie toont aan dat er een substantieel terugverdieneffect verwacht kan worden. Studies van bijvoorbeeld het Dulbea wijzen er zelfs op dat de opbrengst meer dan 40.000 euro kan bedragen voor de activatie van een langdurig werkloze in Brussel. Wij hebben ons echter op meerdere documenten van het Federaal Planbureau gebaseerd en wij zijn voorzichtiger geweest door te werken met een gemiddelde van 28.000 euro, zoals in dat rapport wordt gesuggereerd. Die opbrengst stemt overeen met een werkloze die aan het werk gaat tegen een bruto maandloon van 2.300 tot 2.400 euro, wat onder het gemiddelde maandloon ligt.
Voor de andere rubrieken die specifieke doelgroepen betreffen, bijvoorbeeld de terug-naar-werk-coördinatoren, is er rekening gehouden met een ander, soms hoger terugverdieneffect per VTE, maar dat is ook weer afgetoetst met het Planbureau.
Ik heb altijd gezegd dat het voor de begroting van essentieel belang is dat er belangrijke hervormingen van de arbeidsmarkt komen en dat werken lonender dient te worden. Deze regering maakt daar werk van. Dat hebt u de voorbije dag en nacht herhaaldelijk gehoord van mijn collega's.
Deze regering beoogt volgend jaar meer dan 20.000 personen bijkomend aan het werk te zetten, boven op de spontane aangroei van 13.200 personen die is voorzien in de projecties van het Federaal Planbureau. Dat is een noodzakelijke doelstelling om te vermijden dat we belastingen dienen te verhogen of uitkeringen dienen te verlagen. Onze doelstelling uit het regeerakkoord is inderdaad om 80 % werkgelegenheid te halen tegen 2030. U zei tegen 2024, maar het is tegen 2030. Dat is heel belangrijk, want het is een essentieel onderdeel…
(…): (…)
01.62 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Ik heb iemand horen zeggen dat het 80 % tegen 2030 zou zijn.
(…): (…)
01.63 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Dan heb ik dat verkeerd begrepen. Het is dus inderdaad tegen 2030. Dat is heel belangrijk, want het is een essentieel onderdeel als we ons land en onze begroting opnieuw structureel gezond willen maken. De maatregelen die worden genomen, zijn een belangrijke stap, maar we hebben daarvoor natuurlijk ook tijd nodig. Daarnaast rekenen we ook op de regio's om een actief arbeidsmarktbeleid te voeren.
Alle overheden, dat is de voorbije nacht ook gezegd, hebben deze doelstelling en we zullen daar allemaal naartoe werken.
We zetten vandaag een belangrijke stap in die richting, maar in elke begrotingsronde zullen we moeten bekijken hoe we onze inspanningen versterken. Naast de maatregelen waarover we nu beslissen, zullen er in de toekomst ook nog maatregelen uitgewerkt moeten worden. Dat is niet meer dan normaal. In een samenleving in verandering moeten de regels blijven veranderen en moet de overheid zich blijven aanpassen aan de economische situatie. Dat zullen we dan ook doen.
Mijnheer Loones, ik kan er helaas niets aan doen dat u bepaalde vragen niet aan andere staatsecretarissen hebt gesteld. De budgettaire tabellen die dinsdag aan het Parlement werden bezorgd, tonen reeds de investeringsimpuls van een miljard aan. Op die manier is er daarover transparant gecommuniceerd.
Als ik me niet vergis, hebt u de tabellen deze namiddag gekregen. Als dat niet zo is, zorg ik ervoor dat dit nog gebeurt.
De middelen van het Europees relancefonds (het RFF) zijn nog niet definitief vastgelegd. Pas in de loop van volgend jaar zullen we definitief weten hoeveel alle overheden in België zullen ontvangen. Dan kunnen we evalueren wat de precieze impact is. Dat kan minder zijn dan aangenomen, zoals de heer Vermeersch heeft gezegd, omdat onze economie weerbaarder is dan initieel verwacht. Dat is alleszins goed nieuws.
De verdeling van deze middelen gebeurt over de verschillende overheden, zoals afgesproken. Als het uiteindelijk minder zal zijn, zal het ook pro rato minder zijn en zal bekeken worden wat dat voor iedereen betekent.
De regering heeft besloten de pensioenhervorming niet te bespreken tijdens het conclaaf, maar de pensioenhervorming is een belangrijk punt in de financiële houdbaarheid van België. We moeten voldoende tijd aan deze hervorming besteden. Ook daar zal ik de betaalbaarheid nauwlettend in de gaten houden. Dat heeft de komende twee decennia nog een impact, dus dat is budgettair uiteraard van zeer groot belang.
De loonsverhoging bij Defensie zal worden uitgerold vanaf 2022. Daarover was er een akkoord binnen de kern. Deze zal volledig worden opgevangen binnen het Defensiebudget. De minister van Defensie zal binnenkort met een nieuw uitgewerkt dossier naar de regering komen.
Deze regering maakt werk van rechtvaardige fiscaliteit die we ook willen sturen. Dat heeft met bepaalde keuzes te maken waar u zelf ook al naar verwezen hebt. We nemen maatregelen die het speelveld gelijker en eerlijker maken en we sturen bij waar het opportuun is.
De inflatie is de voorbije maanden opgelopen door de stijgende energieprijzen. De overschrijding van de spilindex wordt daardoor steeds sneller verwacht. In juni werd nog verwacht dat de overschrijding pas in 2023 zou plaatsvinden. In september werd de overschrijding verwacht in 2022 en momenteel wordt verwacht dat die overschrijding zal plaatsvinden in januari 2022.
Zoals u weet, leidt de overschrijding van de spilindex een maand later tot de aanpassing van de sociale uitkeringen en twee maanden later tot een verhoging van de overheidslonen en dus globaal tot hogere overheidsuitgaven. Een impact van hogere inflatie wordt geacht neutraal te zijn voor de overheid omdat ze natuurlijk ook leidt tot hogere ontvangsten uit sociale bijdragen, uit bedrijfsvoorheffing en uit btw-ontvangsten.
Ik zal vooral blijven hameren op wat ik belangrijk vind en dat is het budgettair herstel. Ik zal ervoor zorgen dat de uitgaven conform de begroting zijn maar ook dat de vrijgemaakte middelen hun doel bereiken. U zegt dat ik niet meer mag zeggen dat ik zal controleren en monitoren. Maar ik blijf dat wel doen. Dat is essentieel om de zaken goed te kunnen opvolgen en na te gaan in hoeverre bepaalde budgetten die voorzien zijn al dan niet zijn uitgegeven en het doel bereiken waarvoor ze oorspronkelijk werden ingeschreven.
Over de timing van de begroting, denk ik dat u onderschat hoe lang we daarmee reeds bezig zijn. Reeds voor de zomer en zelfs gedurende de zomer is er hard gewerkt aan de technische voorbereiding van de begroting. De planning is heel vlot verlopen tot aan de zomervakantie. De technische bilaterales werden afgerond op 22 juni. Daarna hebben er nog IKW's plaatsgevonden in de maanden juni en juli. Op 14 juli werd het rapport van het Monitoringcomité besproken. Op 15 juli werd de invulling van de vaste inspanning afgeklopt en op 19 juli was er een vergadering over meer vragen en nieuwe initiatieven. Op 20 juli was er een samenvattende vergadering over de werkzaamheden en de voorbereiding van de kern voor na de zomer.
Wat telt is dat de begroting er ligt. Morgen zullen we trouwens ook die andere deadline halen voor de indiening van ons draft budgetary plan bij Europa. Ik wil mij trouwens engageren om jullie dat plan ook tegelijkertijd te bezorgen. Ik heb dat ook vorig jaar gedaan.
Ik kom dan tot de hele discussie over het aantal miljard. Ik heb als staatssecretaris van Begroting een aantal scenario's op tafel gelegd en duidelijk gemaakt welk daarvan mijn voorkeur geniet. Dat is natuurlijk ook mijn taak. Als staatssecretaris van Begroting moet ik ambitieuze doelstellingen hebben voor de begroting. Net zo goed hebben andere ministers en staatssecretarissen ook hun taken en doelstellingen. U zit allemaal al lang in de politiek. U weet dus ook dat er meerdere zaken in balans gebracht moeten worden. De vraag is hoe we tegelijkertijd het economisch herstel kunnen realiseren, nieuwe middelen kunnen vrijmaken voor nieuwe uitdagingen en budgettaire inspanningen kunnen leveren.
Ik meen dat we mogen zeggen dat we daarin geslaagd zijn. We doen een forse inspanning van 2,4 miljard. Er komt voor 0,4 miljard nieuw beleid, maar we hebben die 2,4 miljard toch maar bij elkaar gevonden. Dat is een pak meer dan een aantal partijen initieel wilden. Ze zijn dus toch min of meer in mijn richting opgeschoven. Ik meen dat ik op die manier mijn rol aan de tafel heb gespeeld. Dat is natuurlijk ook mijn job en ik zal die blijven doen, want een begroting moet niet alleen opgesteld worden. Ze moet natuurlijk achteraf ook nog uitgevoerd worden.
Ik heb ernaar verwezen en u ook, mijnheer Loones. Elk begrotingsdossier dat op mijn bureau terechtkomt, analyseer ik goed. Wat bedoel ik daarmee? Wij schrijven bepaalde budgetten in op bepaalde lijnen. Dan komt men natuurlijk met de vraag om bepaalde uitgaven te doen op basis van die lijnen. Daarbij controleer ik zeer goed of de uitgaven die men plant – dit gebeurt natuurlijk in samenspraak met een inspecteur van Financiën – en of de vragen voor bepaalde budgetten stroken met hetgeen waarvoor ze op de begrotingslijn origineel bedoeld waren.
We hebben coronasteun gegeven aan werkgevers, werknemers en zelfstandigen. Dat heeft ertoe bijgedragen dat onze economie de coronaperiode goed heeft doorstaan. Onze administraties hebben hard gewerkt om die steun zo snel mogelijk bij degenen die het moeilijk hadden, te krijgen. Dat betekent dat er in die fase geen uitgebreide controle plaatsvond om na te gaan of aan alle voorwaarden voor de uitkering van de steun was voldaan.
De federale regering heeft alleen al aan tijdelijke werkloosheid en dubbel overbruggingsrecht 11 miljard euro besteed. Het is belangrijk dat degenen die onterecht steun hebben gekregen, die steun terugbetalen. In een realistische hypothese kan met de versterking van de inspectiedienst de 1 % aan onterecht toegekende steun teruggevorderd worden, goed voor 110 miljoen euro opbrengsten.
Belangrijk in dat kader is de versterking van de sociale inspectie, allereerst omdat we profiteurs van het sociale vangnet, dat sterk is geweest tijdens de coronaperiode, niet tolereren. We kunnen ons ten tweede niet veroorloven dat de kerntaken van de sociale inspecteurs onder druk komen door de coronacontrole.
De resultaten van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst voor het eerste trimester van 2021, in concreto 167 miljoen, zijn positief en hoger dan verwacht.
Ik denk niet dat ik nog hoef in te gaan op de hele energiediscussie, die – ik was hier gisteren een hele tijd aanwezig en heb die ook 's avonds en 's nachts deels gevolgd – voldoende is gevoerd. Er zijn rond de tafel keuzes gemaakt met de bedoeling om degenen te ondersteunen die dat het meeste nodig hebben.
Uiteraard kunnen we eens een heel economische discussie voeren over de oorzaken van de stijging van de energieprijzen, dat zou ik zelfs graag eens doen, maar dat is een globaal probleem. Als u kijkt naar de energieprijzen in de ons omringende landen – al brengt ons dat een beetje te ver –, dan staat België er op zich nog niet zo slecht voor. Het komt bovendien voornamelijk door de problemen vorige winter, waardoor er geen reserves konden worden aangelegd, en door de verwachtingen voor de komende winter. Maar dat debat moeten we misschien eens op een ander moment voeren.
Wat de staatsschuld betreft, de volledige
berekening is nog bezig, omdat de begrotingsbeslissingen tegen morgen in een draft budgetary plan aan Europa worden bezorgd. Voor de
staatsschuld zal er een lichte daling zijn in 2022, maar op termijn zullen
bijkomende inspanningen nodig zijn.
Het
begrotingsbeleid heeft altijd dat uitgangspunt gehad en is daarom dynamisch.
Dat wil zeggen dat we de inspanningen leveren op het moment dat ze mogelijk
zijn, zonder het herstel van onze economie in gevaar te brengen.
Wat de
regeling inzake de topsporters betreft, ik heb voordien reeds gezegd dat
sommige beslissingen uit compromissen voortkomen, waarbij men moet luisteren
naar alle partijen rond de tafel. We hebben hier een goed compromis gevonden
dat tegemoetkomt aan de terechte verzuchtingen en tegelijk fiscaal eerlijker
is.
De voorgestelde taxshift is nog geen brede fiscale hervorming, maar een evenwichtig pakket van maatregelen in het kader van de begrotingsopmaak. De afschaffing van het fiscaal voordeel voor de tweede woonst zal ongetwijfeld op tafel liggen, wanneer wij zullen spreken over de brede fiscale hervorming.
Tijdens het begrotingsconclaaf werd het kader voor de inschepingtaks gecreëerd. Men is op het moment de precieze modaliteiten aan het uitwerken om zeker te zijn dat de gebudgetteerde opbrengst haalbaar is en dat die conform een sluitend juridisch kader kan worden opgelegd.
Daar zijn natuurlijk ook economische gegevens voor nodig. Ik heb in de voorbije dagen cijfers gehoord over de vliegtuigbewegingen van 2020. Dat zijn natuurlijk niet noodzakelijk de juiste cijfers in een normaal jaar zonder corona. De komende weken moeten de economische en juridische aspecten en de modaliteiten volgens de classificatie van de vliegtuigtickets uitgeklaard worden. Uiteraard zal ik de begroting ter zake op grondige studies kunnen baseren.
Collega's, ik meen dat ik min of meer op alle vragen heb geantwoord. Mocht u toch nog specifieke detailvragen of zeer technische vragen hebben, kunt u er sowieso op vertrouwen dat wij die nog zullen behandelen in de commissie. Sta mij toe terug te keren tot mijns inziens de allerbelangrijkste conclusie, namelijk dat wij de weg naar budgettair herstel zijn ingeslagen en dat wij verder gaan op die weg. Dat is belangrijk, omdat het de manier is om onze staatsschuld, waar ik enorm mee bezig ben, onder controle te krijgen. Als wij de staatsschuld niet onder de knoet krijgen, zal de staatsschuld ons uiteindelijk onder de knoet krijgen. Het gaat om geld dat naar afbetalingen gaat, geld dat wij niet kunnen vrijmaken voor nieuwe uitdagingen. Mede door de inspanningen die wij vandaag leveren, slagen wij erin de staatsschuld onder controle te krijgen. Vóór de start van de regering leek het ernaar uit te zien dat de staatsschuld pijlsnel naar 120 % van ons bruto binnenlands product zou gaan. Wij hebben dat scenario afgewend. Dat zullen wij blijven doen, want ik vind dat ongelooflijk belangrijk.
01.64 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik zal niet in herhaling vallen en ook niet doorgaan op de technische vragen. Wij zullen elkaar nog regelmatig spreken in de commissie. Ik wil gewoon nog heel kort een aantal punten maken.
Ten eerste, u bewijst opnieuw dat u een ploegspeler bent. Dat siert u. Ik had evenwel liever gezien dat u zich als minister van Begroting zou hebben bewezen. Zo iemand is in de ploeg niet erg graag gezien; zo iemand durft scherp te zijn. Zo iemand geeft hier niet gewoon een speech van een eerste minister, zoals u hier deels hebt gedaan. Zo iemand fungeert als de waakzame vinder. Het siert u echter dat u een ploegspeler bent.
Ten tweede, u stelt dat morgen het document Draft Budgetary Plan naar Europa zal worden gestuurd en dat uw diensten volop bezig zijn de teksten te verwerken in de tabellen.
Mevrouw de staatssecretaris, ik zou u heel erg vriendelijk willen vragen of wij die teksten ook mogen hebben. Zou het mogelijk zijn ze niet eerst naar de krantenredactie te sturen, maar onmiddellijk aan het Parlement te geven, wanneer ze aan de Europese Commissie worden bezorgd? Het zou mooi zijn, mochten wij dat kunnen afspreken.
Ik heb nog enkele zeer concrete opmerkingen over uw speech. Het is logisch dat u niet alles kunt volgen, maar u hebt kennelijk toch bepaalde debatten gemist. U zegt dat de taks voor tweede verblijven op tafel zal komen wanneer er een brede fiscale hervorming komt. Het spijt mij verschrikkelijk, maar de eerste minister heeft aan Joy Donné geantwoord dat die brede fiscale hervorming er deze legislatuur niet komt. Dat is letterlijk zo gezegd in het debat.
U zegt ook dat het doel voor de arbeidsmarkt 80 % bedraagt en dat u weet dat de regering dat niet zal halen zonder de inzet van de regio's. Ik zou dan wel graag zien dat u hun voluit de instrumenten geeft om die doelstellingen te kunnen behalen.
Daarnaast bent u tevreden dat u uw rol hebt kunnen spelen en dat het feit dat de regering 2 miljard euro bespaart, daar een bewijs van is. Ik ben het daar niet mee eens. In het regeerakkoord staat dat u 3 miljard euro zou besparen. Dat was afgeklopt. Het enige wat Open Vld had moeten doen, is zich houden aan de letter van het regeerakkoord. U had daar niet over hoeven te onderhandelen. U hebt daar vorig jaar een prijs voor betaald en nu betaalt u daar opnieuw een prijs voor. U stond in een sterke positie op dat punt. U moest gewoon de uitvoering van het regeerakkoord vragen, maar dat hebt u niet gedaan. De eerste minister heeft u gedwongen om zwakker te gaan dan wat afgesproken was, wat al zwak was.
Wij krijgen 750 miljoen euro minder van de Europese Unie. U noemt dat goed nieuws. U zegt dat wij niet over een belastingregering mogen spreken: zeg niet belastingverhogingen, zeg rechtvaardige fiscaliteit. Ik vraag mij allang af wat dat juist betekent. Dat begrip wordt door verschillende mensen verschillend gedefinieerd. Nu weten wij hoe de definitie van de staatssecretaris van Begroting luidt: een rechtvaardige fiscaliteit is een hogere fiscaliteit, meer belastingen betalen dus.
Ik kan zo nog wel even doorgaan, maar dat zal ik niet doen. Wat mij is opgevallen, is dat u hebt gezegd dat u heel hard bent beginnen te werken, dat u zelfs al voor de zomer bent gestart. Ik vind dat slecht nieuws. Ik dacht echt dat dit het resultaat was van het rommelwerk van een laatste begrotingsnacht.
Mijn conclusie is dus dat het niet is van niet willen, maar wel van niet kunnen. Ik neem u dat zelfs niet kwalijk. Dat is België, dat is die aangeboren middelmatigheid, dat is het land dat niet beter kan, dat is de geboren blokkering. Er is maar één manier waarop wij daaruit kunnen geraken, dat we dat failliet kunnen vermijden en dat is door radicaal te kiezen voor de toekomst. Dat is de toekomst van Vlaanderen. Versterk alstublieft onze deelstaten, want van uw regering en van dit land zal het niet meer komen.
01.65 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik ga punctueel op een aantal zaken reageren. Ik ga het ook niet eindeloos rekken.
Ik begin met de vliegtuigtaks. U zegt dat u nog berekeningen zult doen en nog zult bekijken of het verdragsrechtelijk kan. U bewijst met uw toelichting dat de regering iets in de begrotingstabel heeft gegooid dat achteraf nog moet worden berekend en waarvan achteraf wordt bekeken of het überhaupt realistisch is. Dat is toch wel een bijzonder opmerkelijke uitspraak voor een staatssecretaris van Begroting.
Dan kom ik aan mijn vragen over de voetballers. Wilden de Vlamingen nu effectief verder gaan aan de onderhandelingstafel? Op die vraag hebt u niet geantwoord. Ik zal u antwoorden. Het is ondertussen duidelijk dat de MR, en eigenlijk slechts één man, namelijk de heer Bouchez, heel die aanpassing van de aftrek heeft tegengehouden.
U hebt ook niet geantwoord op mijn vragen over de prijzen aan de pomp. Gisteren werden die vragen ook compleet genegeerd, tot tweemaal toe, door collega Servais Verherstraeten. In 2018, toen de prijzen aan de pomp ook enorm aan het stijgen waren, hadden Vooruit en CD&V de mond vol van oplossingen voor de prijzen aan de pomp. Ik zal ook deze vraag van mezelf beantwoorden. Wat gaat deze regering doen aan de prijzen aan de pomp? Beste Vlaamse burger, beste burger van dit land, de regering gaat niets doen aan de prijzen aan de pomp. Het geld wordt gewoon in de pocket van de begroting gestoken.
Mevrouw de staatssecretaris, dat moet u toch toegeven, net als bij de verhogingen van de energiefactuur, worden de taksen en heffingen bij de overheid hoger. U steekt dat dus gewoon in de bodemloze Belgische putten.
Wie tankt, vult dus eigenlijk ook de bodemloze putten van België. Dat is de enige conclusie die kan worden getrokken uit uw non-antwoord, mevrouw de staatssecretaris.
Ten vierde, u gelooft blijkbaar nog in sprookjes als u zegt dat de inflatie en stijgende prijzen budgetneutraal zijn. Dat vind ik toch bijzondere wishful thinking. U moet het maar durven te zeggen als staatssecretaris voor Begroting aan het Parlement, als verantwoordelijke voor de cijfers. Ik zou het in uw plaats niet luidop durven te zeggen, want uw bewering is absoluut niet juist. Er zal een impact zijn op de groei, want door de inflatie zal de groei vertragen. Er zal ook een enorme impact zijn op de sociale zekerheid, een budget met een omvang van 100 miljard euro, aangezien de uitkeringen stijgen. Uiteraard stijgen de inkomsten ook, daarin hebt u gelijk, maar dat is een vertraagd effect, dat kan en mag niet worden ontkend. Iedereen die de cijfers kent, weet dat.
Een vijfde punt is de jobcreatie. U bevestigt mijn berekening van 28.000 euro per job. Dat is weliswaar een bijzonder optimistische berekening, omdat de activering vooral slaat op werknemers met lage lonen. Niet iedereen verdient 40.000 euro op jaarbasis. Dat cijfer hebt u nochtans vernoemd. Die 28.000 euro is overigens ook nog overdreven, gelet op de huidige krapte op de arbeidsmarkt, zeker in Vlaanderen. De verwachtingen van het Planbureau, namelijk dat de jobcreatie 13.200 jobs oplevert, worden door u meer dan verdubbeld met 13.500 jobs per jaar. U hebt op dat punt de begrotingstabel gewoonweg opgevuld, zodanig dat ze zou kunnen rollen en de juiste uitkomst oplevert, want dat was uiteindelijk de sluitpost van uw begroting.
Er is ook nog het thema fraude. U zegt dat u 40 fraude-inspecteurs extra zult aanwerven. U weet, mevrouw de staatsecretaris, dat de federale gerechtelijke politie openlijk en publiek de handdoek in de ring gegooid heeft. Uw regering rekent op miljarden euro's aan fraude-inkomsten, terwijl de federale gerechtelijke politie zegt dat er te weinig personeel is. U bent daar dus bijzonder optimistisch.
Over de coronasteun zegt u dat u 1% neemt van 11 miljard euro, dat is 110 miljoen. Waarom hebt u niet 0,5 % genomen, dan waren de inkomst voor de begroting 55 miljoen euro. Als u bijvoorbeeld 2 % had genomen, had u inkomsten voor 220 miljoen euro. Zo is het gemakkelijk om een begrotingstabel te vullen met ramingen.
Mijn vraag of het fraudeplan van minister Van Peteghem ondertussen al becijferd is, met name die 29 punten? Daar hebt u niet op geantwoord. Minister Van Peteghem heeft daar gisteren ook niet op geantwoord. Het is duidelijk dat dat plan niet becijferd werd. Die cijfers in de begroting – 200 miljoen euro voor dit jaar tot 1 miljard euro in 2024 – is gewoon gegoochel met cijfers. Daar zit geen concrete berekening achter.
Mevrouw de staatssecretaris, mijn conclusie is de volgende. U stelt dat de regering een goede begroting heeft opgemaakt, omdat ze beter heeft gedaan dan de voorlopige twaalfden. Het feit dat er een begroting is, is eigenlijk een overwinning op zich. De huidige regering legt de lat zodanig laag dat alles als een overwinning kan worden verkocht. Het regeerakkoord is naar uw eigen zeggen geen belastinghervorming. Dat klopt. Het is een belastingverhoging. De huidige regering is wat wij er uiteindelijk van hadden verwacht, namelijk een onvervalste belastingregering.
Het Vlaams Belang zal dan ook wat voorligt nooit goedkeuren. Wat hier voorligt, zijnde de begrotingstabel en het regeerakkoord, is slecht voor de Vlaming. Het is slecht voor de volgende generaties. Het is ook slecht voor de Vlaamse belangen.
La présidente: Dank u, mijnheer Vermeersch. Ceci clôture les débats thématiques.
Je clôture ici cette séance pour rouvrir une nouvelle séance mais pour cela les services ont besoin d'une dizaine de minutes. Nous nous retrouvons à 20 h 15.
De vergadering wordt gesloten. Volgende
vergadering donderdag 14 oktober 2021 om 20.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le
jeudi 14 octobre 2021 à 20 h 15.
La séance est levée à 20 h 04.
De vergadering wordt gesloten om 20.04 uur.
Ce compte rendu n'a pas d'annexe. |
Dit verslag heeft geen bijlage. |