Séance plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 25 novembre 2021 Soir ______ |
van Donderdag 25 november 2021 Avond ______ |
La séance est ouverte à 17 h 30 et présidée par Mme Eliane Tillieux, présidente.
De vergadering wordt geopend om 17.30 uur en voorgezeten door mevrouw Eliane Tillieux, voorzitster.
La présidente: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le Compte Rendu Intégral de cette séance ou son annexe.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het Integraal Verslag van deze vergadering of in de bijlage ervan.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Frank
Vandenbroucke, Vincent Van Quickenborne, Eva De Bleeker.
01 Projet de loi visant à rendre la justice plus humaine, plus rapide et plus ferme (2175/1-15)
01 Wetsontwerp om justitie menselijker, sneller en straffer te maken (2175/1-15)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
De rapporteur is mevrouw De Wit.
01.01 Sophie De Wit, rapporteur: Excuseer aan alle collega's en dank u wel, mevrouw de voorzitster, dat u even wilde wachten. Ik wens jullie veel moed wanneer jullie straks naar huis willen gaan, want het verkeer zit helemaal vast in Brussel.
Ik ben verslaggever van dit wetsontwerp. Het is in twee delen besproken geweest. Twee of drie weken geleden stond het ook al geagendeerd voor behandeling in plenaire vergadering, maar toen werd het advies van de Raad van State gevraagd over een amendement.
Voor het eerste deel verwijs ik dus naar mijn schriftelijk verslag. Naar aanleiding van het amendement waarover een advies werd gegeven, is er vanuit de meerderheid een nieuw amendement gekomen, waarbij er een aanpassing is gebeurd en waarover wij daarstraks een commissievergadering hebben gehouden. Daarover zal ik kort mondeling verslag uitbrengen.
De meerderheid heeft een amendement toegevoegd waarbij ze het oorspronkelijk geplande artikel 120 heeft geschrapt. Het artikel betrof de inschrijving in de wetgeving dat het opnieuw mogelijk maakte om geïnterneerden in de gevangenissen op te nemen. Dat deel is dus geschrapt, uit voortschrijdend inzicht volgens de meerderheid, wat uiteraard ook gesteund werd door de oppositie. Er waren ook amendementen in die zin van cdH en PVDA, die ingetrokken werden.
Artikel 131 werd vervangen, de woordkeuze werd aangepast waardoor de gevangenisdirecteur niet individueel strafrechtelijk aansprakelijk kan gesteld worden. Het amendement werd ook op dat punt aanvaard, het werd unaniem goedgekeurd daarnet in de commissie voor Justitie.
Uiteindelijk werd over het wetsontwerp gestemd. De meerderheid stemde uiteraard voor, Vlaams Belang heeft tegengestemd en de N-VA heeft zich onthouden. Voor het overige was er nog een onthouding van PVDA, denk ik. Tot daar mijn verslag.
Dan kom ik nu tot mijn uiteenzetting. Mijnheer de minister, luidens zijn titel wil het wetsontwerp Justitie menselijker, sneller en straffer te maken. Ik hoorde het in de commissie afgekort worden als het "MSS-wetsontwerp", wat ik een gevaarlijke afkorting vind gezien het risico dat die medeklinkers door elkaar worden geklutst. De cdH diende een amendement in om de titel te wijzigen en trok dat daarstraks in. U hebt uw ontwerp eigenlijk de naam gegeven van uw PR-slogan, namelijk Justitie menselijker, sneller en straffer te maken, terwijl dit een typische wet diverse bepalingen is. De meeste artikelen gaan ook over technische wijzigingen en taalkundige verbeteringen.
Ik zit al een tijdje in dit Huis, maar dit is de eerste keer dat ik dit meemaak. Collega Geens ging voor potpourriwetten, u gaat nu voor een MSS1 en misschien nog een MSS2. Ik heb het echt moeilijk met die medeklinkers. Dat bekt niet. Het is jammer dat de cdH het amendement daarvoor heeft ingetrokken, om het gewoon een normale titel te geven. Het is niet passend om uw slogan tot de titel van een wet te maken, zeker niet als de titel uiteindelijk niet altijd de lading dekt van alle bepalingen of dat bepalingen niet altijd de lading dekken van deze titel. Een aantal bepalingen was een voorbeeld hiervan, zoals de bepaling rond de internering, maar aan die laatste is met voortschrijdend inzicht een mouw gepast. Zo zijn er echter nog een paar.
We zijn veroordeeld voor het opvangen van geïnterneerden in de gevangenissen. Dat gebeurt hier door plaatsgebrek jammer genoeg nog altijd. Aanvankelijk was het de bedoeling van deze meerderheid om dat toch weer toe te laten en in de wet in te schrijven. Dat probleem zou zo weer geïnstitutionaliseerd worden. Dat was uiteraard niet oké. In de commissie is Ecolo zelfs weggegaan om niet over dat deel te moeten stemmen. Het is goed dat de oppositie een amendement heeft ingediend en dat daar het advies van de Raad van State voor is gevraagd om u allemaal nog wat tijd te geven om daarover na te denken. Vandaag kwam er dan het nieuwe amendement, waarbij dat dan toch werd ingetrokken. Dat aspect werd juridisch gezien toch al opgelost. Daarmee is het probleem natuurlijk niet opgelost. Het is niet omdat je nu niet meer inschrijft dat geïnterneerden in de gevangenis mogen worden opgevangen, dat de geïnterneerden niet meer naar de gevangenis zullen gaan wegens plaatsgebrek. Ten gronde is het probleem echt nog niet opgelost. Hoe deze wet op dat vlak de situatie menselijker maakt, is nog maar de vraag.
De andere verbetering inzake individuele verantwoordelijkheid van de gevangenisdirecteurs, wat niet onmiddellijk meer kan op strafrechtelijk vlak, vind ik een goede zaak. Ik ben blij met die aanpassing. Het is alleen jammer dat aan de Raad van State om advies moest worden gevraagd om die verbetering aan te brengen.
Mijn tweede punt, mijnheer de minister. Goed aan deze wet is dat u een bepaling opneemt, een nieuwe bestraffing, met name het havenverbod bij drugdelicten. Dat is goed. Het werd ook al een tijdje gevraagd. Het is een belangrijke sanctie, maar ook een veiligheidsmaatregel. In de haven leefde al lang de vraag om wie een veroordeling inzake drugs had opgelopen, geen toegang meer te moeten geven tot de haven. Dat principe geniet onze steun, dat is goed. Er blijven wel praktische vragen waarover wij hebben gedebatteerd in de commissie, vooral wat handhaving betreft. Niet alle opmerkingen en vragen werden door u beantwoord, er zijn er wat blijven hangen wat mij betreft. Ik wil er toch op hameren dat de handhaving cruciaal is, anders blijft het havenverbod dode letter.
Belangrijk is dat elke betrokken instantie ook wordt ingelicht, wat vandaag nog niet kan. De procureur mag niet elke straf aan eender wie meedelen of inlichtingen daarover verspreiden. Natuurlijk is het belangrijk dat elke speler in de haven dit weet of dat dit kan worden ingegeven in de toegangsbadges, ook aan anderen. Het havenpersoneel is gekend, maar er zijn daar ook heel veel toevallige passanten. Er zal een hele informatieketen en doorstroming nodig zijn om dit mogelijk te maken. U kan er niets aan doen, maar u staat voor het probleem dat de haven geen afgesloten gebied is, maar een open gebied. Qua handhaving zijn er nog wel praktische problemen te overbruggen, maar alleszins is het een hele stap vooruit dat het havenverbod in de drugwet is ingeschreven.
Ik wil het ook kort hebben over het CAP. De toegang tot het CAP wordt door het wetsontwerp uitgebreid. De strafuitvoeringsmagistraat en het openbaar ministerie, maar ook de vrederechter en de ondernemingsrechtbank krijgen er toegang toe. Op bepaalde vlakken kan men dat verantwoorden, bijvoorbeeld voor het openbaar ministerie of de strafuitvoeringsmagistraat, hoewel er toch nog een aantal praktische vragen blijft bestaan. Het geven van toegang tot het CAP aan de vrederechter in het kader van een voorlopig bewind of aan de ondernemingsrechtbank, vind ik echter oneigenlijk gebruik van het CAP.
De GBA heeft daar ook heel uitdrukkelijk voorbehoud bij gemaakt en zei dat de info oneigenlijk wordt gebruikt, zeker in het kader van een bewindvoering. De informatie wordt volgens de GBA zo van haar doel afgewend. Dat is het probleem met het CAP: wij steken daar meer en meer informatie in en steeds meer instanties krijgen er toegang toe. De vraag die ook de GBA zich stelde, is of dat allemaal nog proportioneel en noodzakelijk is en welke agenda zal worden gediend op het einde van de rit. Ik trek niet in twijfel dat dat op bepaalde vlakken te verantwoorden is, maar er zijn ook risico's aan verbonden. U hebt besloten om het advies van de GBA niet te volgen, maar de bezorgdheden die hierover rijzen wat betreft de toegang – wie, hoe, wat – en het delegeren, zijn hiermee zeker niet weg.
Ten slotte, u weet dat de wet op de externe rechtspositie (WERP) mij na aan het hart ligt, mijnheer de minister. Het zal u niet verrassen dat ik daar even op terugkom. Ik wil twee aspecten daarvan aanhalen.
Ten eerste, u past in het MSS-ontwerp de minimumproeftijd aan van twee naar een jaar, tegen het advies van de procureurs-generaal in. Ik wil dat advies toch even voorlezen: "In het wetsontwerp wordt niet statistisch en wetenschappelijk hard gemaakt dat de oorzaak waarom veroordeelden kiezen voor strafeinde gelegen is in de te lange minimumproeftijd dan wel andere oorzaken heeft, zoals het feit dat bepaalde veroordeelden, bijvoorbeeld seksuele delinquenten, zich niet willen laten onderzoeken dan wel behandelen voor hun problematiek. De maatschappij is erbij gebaat dat veroordeelden voor hun vrijlating in de samenleving gedurende een voldoende lange periode adequaat worden begeleid en een beslissing tot halvering van de minimumproeftijd voor lang gestraften dient weloverwogen en op basis van evidencebased redenen genomen te worden."
De procureurs-generaal vragen om die minimumproeftijd niet tot een jaar te herleiden maar gradueel. Zij doen ook een voorstel. Zeker voor de straffen boven de drie jaar vragen zij om dat niet te doen. Behoud die minimumproeftijd. U hebt dat advies naast u neergelegd. Ik herhaal nogmaals dat onze fractie daarmee niet akkoord gaat, mijnheer de minister. Het is ook een fundamentele wijziging. Ik vind dat dit een grondig debat verdient, dat we ook moeten voeren in het kader van het nut van de straf en waar men daarmee naartoe wilt. We hebben het hierover al heel vaak gehad in de commissie.
U weet dat onze fractie voorstander is van de terbeschikkingstelling, ook na strafeinde. De tegenstanders daarvan hebben altijd gezegd dat dit niet nodig is, want er is de proeftijd. Men wordt na het strafeinde nog in het oog gehouden dankzij die proeftijd. Als men die proeftijd nu inkort en de terbeschikkingstelling afschaft, zoals aanvankelijk in het nieuwe Strafwetboek was ingeschreven, dan is men elke stok achter de deur kwijt. Daarmee kunnen wij het niet eens zijn. Van twee zaken een, mijnheer de minister. Ik vind het belangrijk om dat mee te geven. Ik vind het bijzonder jammer dat u dat toch doordrijft tegen de wens van de procureurs-generaal in.
Ik weet wat u straks zal zeggen dat daarover overleg met de Gemeenschappen werd gepleegd en iedereen akkoord was. U hebt dat vorige keer ook al gezegd. Ik heb mij nog eens geïnformeerd. Ik heb mijn collega's gevraagd om in de toekomst iets aandachtiger te zijn of te laten notuleren in het verslag. Zij zijn daarin zeer formeel. Ik herhaal hier nogmaals, ook voor het verslag, dat zij hun bezorgdheid daarover zeker en vast hebben geuit.
Het is niet meer dan correct dat wij ons standpunt hier vertolken. Wij kunnen ons hierin niet vinden. Wij volgen ter zake het advies van de procureurs-generaal.
Bij amendement hebt u nog iets, niet onbelangrijk, toegevoegd, met name het uitstel van de inwerkingtreding van de uitvoering van de korte straffen. Dat zou 1 december, volgende week, in werking treden. U wilt dat nu uitstellen naar 1 juni 2022. We hebben het hier al heel vaak over gehad, mijnheer de minister. Ik herinner u aan de dure eed die u voor de zomer hebt afgelegd. U hebt gezegd dat men het nog een keer zou uitstellen, maar dat zou absoluut de laatste keer zijn. Dat was de tiende keer. Vandaag is het dus de elfde keer. Op 1 december zou het eindelijk zo ver zijn, iets waarin geen enkele minister in de voorbije decennia was geslaagd. Dat laatste klopt. Die wetgeving is al 15 tot 16 jaar oud. Het ging nu eindelijk zo ver zijn. Wij steunen u volledig in die ambitie, mijnheer de minister. Elke straf, ook de korte straffen, moeten worden uitgevoerd. Om dat te kunnen verwezenlijken, is er in eerste instantie extra capaciteit en een stappenplan nodig. Ter zake, en dat blijkt nu, ligt nog onvoldoende op tafel. U zou nog voor het einde van het jaar een detentiehuis openen, waarin 20 tot 60 gevangenen kunnen worden opgevangen. Als u dat al lukt, want het draagvlak in Kortrijk blijkt op dat punt toch niet zo groot te zijn als u had gehoopt. Misschien komt dat in orde. Ik hoop dat alleszins. Wij volgen dat op in de media.
Twintig tot zestig plaatsen in één detentiehuis lost de nood aan extra plaatsen echter niet op. Voormalig minister Geens had dat al voor u becijferd. Er waren ongeveer 400 plaatsen nodig, natuurlijk stap voor stap, en uw kabinetschef zei dat u er eigenlijk 720 zoekt. Die detentiehuizen zullen dat dus niet oplossen, want daarmee komt u er nog niet.
Bovendien heeft de strafuitvoering door corona heel wat achterstand opgelopen. Dat is een feit. Er zijn heel wat strafonderbrekingen geweest. Onze gevangenissen zijn vandaag al overbevolkt. Dat is ook een probleem waarover ik u al herhaaldelijk heb ondervraagd. U repliceert dan vaak bijna beschuldigend dat ik wil dat het u niet lukt en dat het u wel zal lukken en dat u de beloftes zult waarmaken en zult zorgen voor extra capaciteit.
U zei dat ik mij geen zorgen hoefde te maken, dat u die klus wel zou klaren, tot die bewuste maandagavond, waarop Belga bijna stoemelings aankondigde dat het zou worden uitgesteld, wat uiteindelijk duidelijk bleek uit het amendement dat hier werd ingediend. Het excuus op dat ogenblik, en dan spreek ik al over meer dan twee weken geleden, was de coronacrisis.
De cijfers zijn vandaag uiteraard wat ze zijn, maar dat geldt in de hele samenleving en niet alleen in de gevangenissen. Ik heb al eens gezegd dat er plaatsen zijn waar de deuren op slot gaan, maar hier gaan ze zelfs niet open voor de gedetineerden. Een aantal elementen speelt een rol. Er zullen ook penitentiair beambten uitvallen, zoals dat ook in de rest van de samenleving het geval is. We moeten daarover niet flauw doen. Het is geen evidente taak, nergens vandaag. Elke sector zit wat dat betreft op zijn tandvlees, dus daarover zal ik niet flauw doen, maar zeggen dat dit nu de reden is, dat als excuus gebruiken om te zeggen dat we niet anders kunnen dan het uit te stellen vind ik niet correct.
Er was immers al een overbevolking, er is geen plan voor extra capaciteit en dat ene detentiehuis zal het ook niet oplossen. Er was al een gigantisch personeelstekort bij de penitentiair beambten. Recent hebben ze daarvoor in Antwerpen trouwens opnieuw het werk neergelegd en dat aangekaart en gezegd dat de minister dat personeel al lang had beloofd, maar dat het er niet komt. Mijnheer de minister, ik vind het niet correct dat u zich enkel verschuilt achter de coronacrisis, omdat uw back-upplan er eerlijk gezegd ook niet was. U had geen plan B. Dat brengt ons ertoe, aangezien de meerderheid dit vandaag zal goedkeuren, dat de inwerkingtreding voor de elfde keer uitgesteld wordt.
Op het terrein geeft dat voor de korte straffen de facto aanleiding tot een zekere straffeloosheid. De uitvoering van korte straffen is tegenwoordig vrijwel nihil. Korte straffen worden omgezet in een alternatieve straf, als het al zover komt. Over enkele weken wordt een korte straf misschien omgezet in een huisarrest met enkelband, als het al zover komt. De periode is veel te kort om een reclassering of een begeleiding op te starten. Ik denk dat niemand er baat bij heeft.
In uw beleidsnota spreekt u over lik-op-stukboetes. Welnu, een korte straf die effectief wordt uitgevoerd, is vergelijkbaar, want men geeft het signaal dat de gepleegde feiten niet correct zijn en dat de dader daarop wordt aangesproken. Een korte straf mag een werkstraf zijn, het hoeft voor mij niet noodzakelijk altijd een celstraf te zijn, maar er moet wel kort op de bal worden gespeeld. Door het nieuw uitstel creëert u opnieuw een termijn van een zekere straffeloosheid. Dat betreuren wij ten zeerste.
Dat is meteen ook de reden waarom de N-VA uw wetsontwerp, hoewel het enkele goede elementen bevat, niet zal goedkeuren.
01.02 Marijke Dillen (VB): Mevrouw de verslaggeefster, ik dank u vriendelijk voor uw verslag.
Mijnheer de minister, de titel van dit wetsontwerp is veelbelovend en hoopvol, namelijk de justitie menselijker, sneller en straffer maken. Uit de titel meende ik te mogen afleiden dat dit ontwerp de wettelijke basis zou leggen voor de drie verschillende pijlers waarop uw beleidsverklaring is gesteund en waarvan onze fractie de overgrote meerderheid kon, en nog altijd kan, steunen.
Maar de vlag dekt de lading allesbehalve. Slechts een kleine minderheid van de artikelen van dit ontwerp zal de justitie inderdaad menselijker, sneller en straffer maken. En dan nog in vrij beperkte mate.
Ik moet zeggen, mijnheer de minister, ik sta niet alleen met mijn opmerking. Ook de Orde van Vlaamse Balies is duidelijk. Ik citeer: “Diverse wetten en bepalingen over justitie komen aan bod maar de inhoud is niet van die aard dat zij de titel van het wetsontwerp zullen realiseren." En verder: "Een titel die hoge verwachtingen schept. De tekst zelf is helaas minder revolutionair.” Duidelijker kan in elk geval niet.
We hebben tijdens de bespreking in de commissie de gelegenheid gehad alles ten gronde te bekijken. Ik zal niet alles herhalen. Er was een aantal punten waarmee onze fractie volledig kan instemmen. Maar nogmaals, met deze wet zult u de justitie zeker niet echt menselijker, sneller en straffer maken.
De overgrote meerderheid van de verschillende artikelen binnen dit wetsontwerp kunnen wij goedkeuren. U moet echter toegeven, mijnheer de minister dat het hier de facto om een potpourriwet gaat. Er zijn 24 hoofdstukken waarmee telkens in de bestaande wetgeving hier en daar een kleine wijziging wordt aangebracht. Het zijn trouwens hoofdzakelijk technische bepalingen, zonder enige vorm van coherentie.
Slechts in 5 hoofdstukken kunnen wij vaststellen, zoals u trouwens telkenmale gezegd hebt in uw toelichting, dat er een wijziging wordt aangebracht met het oog op het menselijker, sneller en straffer maken, en dan nog in heel beperkte mate. Ik moet zeggen, mijnheer de minister, dat ik meen dat de burger toch iets anders verwacht van een wetsontwerp met deze mooie titel. Ik hoop in elk geval dat u snel ambitieuzer zal zijn, om uw doelstelling werkelijk waar te maken.
Ik wens hier nog enkele pijnpunten aan te kaarten of punten waarover ik op mijn vraag tot verduidelijking een antwoord zou krijgen. Ten eerste, mijnheer de minister, het havenverbod kadert in uw ambitie om de justitie straffer te maken. Wij steunen u daarin. Het verbod kan als autonome straf worden opgelegd voor iedereen die in de haven komt of werkt, zelfs voor werkgevers. Mijnheer de minister, die straf voert u in voor alle drugdelicten ongeacht waar ze zijn gepleegd.
Niettemin
heb ik enkele vragen. In de memorie van toelichting lees ik het volgende.
Ik citeer: “De inschrijving van het havenverbod als autonome, bijkomende straf
in artikel 4 van de drugswet betekent dat de straf alleen opgelegd kan
worden voor bewezen drugsgerelateerde feiten. Het havenverbod zal niet opgelegd
kunnen worden als de rechtbank de feiten herkwalificeert tot bijvoorbeeld enkel
bendevorming of diefstal.”
Mijnheer de minister, ik betreur dat u niet hebt overwogen die autonome
straf in te schrijven in het Strafwetboek in plaats van in de drugswet. Zoals u
zelf vermeldt, kan ik perfect een voorbeeld bedenken waarbij in een zwaar
drugsdossier bepaalde personen ingevolge de herkwalificatie niet voor
drugsfeiten an sich maar voor andere feiten worden veroordeeld, terwijl het echter
toch nuttig en misschien zelfs noodzakelijk zou zijn een havenverbod op te
leggen.
Ik blijf in dat verband de vraag stellen of de incorporatie van de
autonome straf in het Strafwetboek daaraan niet tegemoetkomt. In ieder geval
hoop ik dat u daarvan in de toekomst werk zal maken. Ik dring daar zelfs op
aan.
Een andere vraag is de handhaving. Hoe zal ze gebeuren? Wij weten
allemaal dat de haven van Antwerpen een heel uitgestrekt en onafgesloten gebied
is. Welke autoriteiten worden bevoegd om de toepassing te controleren? Wij
kampen vandaag nog steeds met het cruciale probleem dat de haven van Antwerpen
in twee gerechtelijke arrondissementen valt en dat de uitbreiding van de
bevoegdheden van de betrokken procureurs een beperkte operationele meerwaarde heeft.
Mijnheer de minister, ik was dan ook heel verheugd in uw beleidsnota te mogen vernemen dat vanaf 1 januari 2023 de havendossiers bij één openbaar ministerie en één rechtbank terecht zullen komen, namelijk Antwerpen. Dat is een heel positieve zaak. Ik hoop ook dat u erin slaagt in 2022 alle nodige voorbereidingen te doen, zodat één en ander effectief kan ingaan op 1 januari 2023. Hierbij durf ik mijn vraag van gisteren te herhalen, namelijk of u voldoende aandacht zal besteden aan het toekennen van meer middelen en ondersteuning aan de rechtbank van Antwerpen, want dat zal absoluut nodig zijn.
Een andere vraag in dit kader is hoe dit aan de werkgever gecommuniceerd gaat worden. Dat is zeer belangrijk, aangezien ook de werkgever bij niet-naleving kan worden gesanctioneerd. Wat met mensen die een havenverbod opgelegd krijgen maar slechts sporadisch in de haven aanwezig zijn? Het zijn allemaal vragen die nog moeten worden uitgeklaard willen we ervoor zorgen dat dit geen dode letter blijft.
Een tijdelijk havenverbod is natuurlijk één stap in de strijd tegen de georganiseerde drugshandel, een minstens even grote stap is uiteraard het scannen van alle containers. Dat is uiteraard niet uw bevoegdheid, maar ik verzoek u om uw collega daarover te vatten. Op dat vlak is er nog heel veel werk aan de winkel, want uit de laatste cijfers die ik kreeg van minister Van Peteghem, blijkt dat slechts 2,4 % van de totaliteit gescand wordt. Dat is absoluut onvoldoende.
Een ander knelpunt vind ik terug in hoofdstuk 8, getiteld "Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek”. Het gaat om de zogenaamde actualisering van artikel 759, een artikel dat zoals het ontwerp zelf zegt een regel van beleefdheid en respect bevat. Het afnemen van hoofddeksels mag dan misschien wel een regel zijn die ontstaan is in de 19de eeuw, heden getuigt het nog steeds van beleefdheid en respect om het hoofddeksel af te zetten vanaf het betreden van de zittingszaal. Dat principe wordt afgeschaft. Het zal voortaan de magistraat zijn die moet oordelen.
Tijdens de commissiebespreking heb ik u gevraagd wat de noodzaak is van deze wijziging. U hebt verwezen naar een arrest van het Europees Hof. Sta me toe te zeggen dat dit mij niet echt overtuigt. Andere arresten worden ook niet nageleefd, uit de talrijke voorbeelden verwijs ik naar de verschillende dossiers waarbij ons land veroordeeld wordt betreffende de situatie van de geïnterneerden.
Hoe zal de rechter daarover moeten oordelen? Ik vrees dat er op het terrein een grote discrepantie zal ontstaan tussen magistraten die de huidige regeling willen blijven volgen, een regeling die decennia lang goed verlopen is, en andere magistraten die alles op zijn beloop zullen laten.
Onze fractie is geen
voorstander van een wijziging van dat artikel, zoals ik al zei. Wij pleiten
voor absolute neutraliteit bij de overheid en uiteraard ook in de rechtbank.
Iedere burger kan het geloof van zijn of haar keuze belijden, dat principe
staat niet ter discussie. Het geloof is echter een privézaak en hoort niet
thuis in de rechtszaal.
We moeten ook niet flauw doen, iedereen weet waarover het gaat. U hebt
overigens verwezen naar het arrest. De hoofddoek bij de moslima is het symbool
bij uitstek van onderdrukking van de vrouw, het symbool van ongelijkheid dat
elke integratie in of aanvaarding van onze westerse samenleving in de weg
staat. Het is onaanvaardbaar dat de hoofddoek in een rechtzaal hier nu op
officiële wijze ingang krijgt. Ik begrijp ook niet dat u als liberale minister,
wanneer het om de hoofddoek gaat, juist de verdediging opneemt van een
uitgesproken religieus symbool.
Ook in artikel 23 van het Gerechtelijk Wetboek komt er een
wijziging, met name de herinvoering van geldboetes in geval van misbruik van de
wrakingsprocedure in strafzaken. Die mogelijkheid bestond tot de wet van 26
april 2007 en werd blijkbaar onbedoeld opgeheven. Enerzijds begrijp ik uw
bezorgdheid, maar anderzijds mogen wij niet vergeten dat wraking wel degelijk
een recht moet blijven om de vervanging te verkrijgen van een magistraat van
wie gevreesd wordt dat hij of zij het voorliggend geschil niet met de vereiste
onafhankelijkheid en onpartijdigheid lijkt te kunnen beslechten. In geval van
mogelijke misbruiken van de wrakingsprocedure moet de rechtbank zelf kordaat
optreden. In dezen kan er dus allesbehalve lichtzinnig een beslissing worden
genomen. Wie zal dat misbruik beoordelen? Welke criteria zullen er worden
toegepast? Komt er een strenge interpretatie of is een ruime interpretatie
mogelijk?
Daarnaast wil ik waarschuwen voor andere gevaren die daaraan mogelijk
verbonden zijn. Het risico bestaat namelijk dat collega’s van de gewraakte
rechter dat vlug zullen zien als zogenaamd misbruik uit collegialiteit.
Voorafgaand aan die beslissing ten gronde, was er volgens mij beter een
diepgaande analyse gemaakt.
Hoofdstuk 10 handelt over de wijzigingen van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen. Positief zijn de wijzigingen met betrekking tot de hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden, omdat ze uiteraard Justitie menselijker maken. Er komt de mogelijkheid, dus niet de verplichting, om de zitting via videoconferentie te laten plaatsvinden en het maximumbedrag voor noodhulp wordt opgetrokken naar 125.000 euro. Wij kunnen die dus steunen.
Het is positief dat de formaliteiten voor de aanvraag die door de advocaten moeten worden vervuld, vrij recent zijn vereenvoudigd, op initiatief van de commissie zelf. Uit uw toelichting bij de beleidsnota heb ik begrepen dat u de procedure wil vereenvoudigen om de doorlooptijd te verminderen. Maar met de aankondiging van een bijkomende Nederlandstalige kamer komt u er niet. U moet meer inspanningen leveren. Onze fractie heeft alvast een wetsvoorstel klaar. Misschien kan dat helpen.
Hoofdstuk 12 betreft de verstrenging van de wet op de kansspelen. De exploitatie van weddenschappen door pseudodagblandhandels en nachtwinkels zal niet langer mogelijk zijn. Wij steunen dat. Wat zijn de criteria om te kunnen spreken over pseudodagbladhandels en nachtwinkels? Wie zal dat beoordelen? Wat is de te volgen procedure? Wat zijn de beroepsmogelijkheden? Ik heb u die vragen gesteld in de commissie, maar daar geen antwoord op gekregen. Hopelijk geeft u vandaag wel antwoord.
Het betreft hier slechts een eerste stap. Ook al zijn wij erover verheugd dat u in uw beleidsnota aandacht aan de problematiek besteedt en volgend jaar werk zult maken van een verstrenging, alleen een echt grondige hervorming van de wet op de kansspelen zal meehelpen om Justitie straffer te maken. Hopelijk komt u inderdaad snel met teksten en krijgen we de gelegenheid om in de commissie daar uitvoerig over van gedachten te wisselen.
Hoofdstuk 15 handelt over de externe machtspositie van de veroordeelde, waarover collega De Wit het reeds had. Onze fractie kan de wijzigingen betreffende de minimumproeftijd absoluut niet steunen. Ik ben hierover bijzonder bezorgd. Een wijziging van de minimumproeftijd hoort niet thuis in een potpourriwet, maar vereist fundamenteel een grondig debat over de strafuitvoering. U brengt de minimumproeftijd terug van 2 naar 1 jaar. Dat is een totaal verkeerd signaal aan de bevolking. Wij zijn dan ook geen voorstander van de inkorting en staan hierin niet alleen. Uw argument dat er meer veroordeelden tot het strafeinde gaan, waardoor ze de gevangenis verlaten zonder opvolging, is geen argument om voor alle gevangenisstraffen de minimumproeftijd te verlagen naar 1 jaar.
Niet alleen onze fractie heeft hierop kritiek. Het College van procureurs-generaal is in zijn uitvoerig gemotiveerd advies bijzonder duidelijk. Ik sluit mij hier graag bij aan. Het college meent dat voor vrijheidsstraffen van 3 jaar en minder de minimumproeftijd van 2 jaar inderdaad te lang is en dat voor die veroordeelden een minimumproeftijd van 1 jaar volstaat. Daarmee kunnen wij akkoord gaan. Die tijd is voldoende nuttig volgens het college om nuttig met begeleiding en opvolging te starten. Voor vrijheidsstraffen van meer dan 2 jaar moet de huidige minimumproeftijd, 2 jaar, behouden blijven. Met andere woorden, de tussencategorie tussen vrijheidsstraffen van 3 jaar en vrijheidsstraffen van minimaal 5 jaar moet worden behouden. Ook het college pleit er dus duidelijk voor om de proeftijd gradueel consequent op te bouwen naar gelang van de duur van de opgelegde vrijheidsstraffen. Het college stelt – en het weet waarover het spreekt - dat dergelijke gradatie absoluut noodzakelijk blijft.
Mijnheer de minister, er wordt terecht gesteld dat niet statistisch en wetenschappelijk hard wordt gemaakt dat de oorzaak waarom veroordeelden kiezen voor strafeinde, gelegen is in de te lange minimumproeftijd. Het kan ook andere oorzaken hebben. Ik denk bijvoorbeeld aan het feit dat bijvoorbeeld sommige seksuele delinquenten zich niet willen laten onderzoeken en behandelen voor hun problematiek.
De maatschappij is erbij gebaat dat veroordeelden voor hun vrijlating in de samenleving gedurende een voldoende lange periode adequaat worden begeleid. Een beslissing tot halvering van de minimumproeftijd voor langgestraften dient weloverwogen en op basis van evidencebased redenen genomen te worden, niet vlug in een wet met een aantal algemene bepalingen.
Mevrouw De Wit herhaalt hier haar verklaring van in de commissie dat de N-VA niet akkoord gaat met de bepalingen ter zake, maar ik laat opmerken dat de N-VA – ik had het reeds in commissie over het gebrek aan consequentie – een en ander had kunnen verhinderen door ter zake het been uitdrukkelijk stijf te houden. Dat heeft die partij niet gedaan. Dat men hier in het federaal Parlement zich hier terecht niet akkoord verklaart met de wijzigingen, maar een ander standpunt inneemt op bevoegdheidsniveaus waar men het wel voor het zeggen heeft, is hypocriet. U mag die boodschap doorgeven aan minister-president Jambon.
Overigens wie heeft nu gelijk en ik richt mij tot de minister en collega De Wit? Collega De Wit, u zegt dat u te rade bent gegaan bij minister Demir. Mijnheer de minister, u verklaarde in de commissie – ik citeer uit het duidelijke verslag -: “Geen enkele Gemeenschap heeft zicht verzet tegen deze regeling,” en verder: “De minister van Justitie benadrukt dat de voorliggende wijziging in maart 2021 uitdrukkelijk werd gevraagd door de drie Gemeenschappen. De tekst werd tijdens het overleg bediscussieerd en gewijzigd. Er werd een akkoord verleend tijdens de interministeriële conferentie door de federale overheid en de drie Gemeenschappen.”
Wie heeft hier gelijk, de minister of de N-VA? Als de minister zegt dat hij gelijk heeft, dan kan ik niet anders dan betreuren dat de N-VA, die met nochtans een cruciale bevoegdheid in dat verband de sleutel in handen heeft om de wetswijziging tegen te gaan, niet consequent handelt waar dat kan. Ik hoop zo dadelijk meer duidelijkheid te krijgen.
Mijnheer de minister, oorspronkelijk voorzag u in hoofdstuk 18 een
wijziging inzake de internering. Tijdens de bespreking in de commissie heb
ik u gezegd dat onze fractie het daar bijzonder moeilijk mee heeft. Wij staan
daar trouwens niet alleen mee. De juridische analyse van de Raad van State was
bijzonder helder en ondubbelzinnig tegen het voorstel. Ook de Orde van Vlaamse
Balies en Avocats.be waren bijzonder scherp in hun kritiek: “Hoewel er over de
reële impact van dit ontwerp voor de efficiëntie van Justitie kan
gediscussieerd worden, het hoofdstuk over internering maakt een zaak duidelijk:
menselijker wordt het in elk geval niet.”
Mijnheer de minister, gelukkig bestaat er zoiets als voortschrijdend
inzicht. Op het laatste nippertje werd via een in de commissie goedgekeurd
amendement dat gedeelte uit de tekst gehaald. Wij hebben dat trouwens mee gesteund,
maar de schrapping van het hoofdstuk lost het probleem ten gronde niet op. Vrij
recent nog heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie immers duidelijk
beklemtoond dat de psychiatrische afdelingen nog steeds lijden aan de bekende
systemische problemen: een functioneren en een logica van zorg gebaseerd op het
gevangenisdenken, een zwaar gebrek aan medisch en sociaal-educatief personeel,
onvoldoende bewakingspersoneel en personeel zonder gespecialiseerde opleiding.
Zolang die problemen niet volledig worden verholpen, zullen bijkomende
veroordelingen ons lot blijven.
De situatie van de geïnterneerden in gevangenissen vereist een
onmiddellijke aanpak. Onze fractie dringt er dan ook op aan om het probleem ten
gronde op te lossen en te zorgen voor de nodige plaatsen, voor een adequaat
kader voor geïnterneerde personen met een aangepaste infrastructuur en
voldoende gekwalificeerd personeel.
Ik wil het, tot slot, nog hebben over de wijzigingen van het statuut van
het penitentiair personeel in hoofdstuk 20. De daarin aangehaalde punten
kan onze fractie onderschrijven, maar eigenlijk is de titel misleidend, want er
wordt niet gewerkt aan het statuut van het penitentiair personeel. Ik zal hier
niet lang over uitweiden en verwijs naar de discussie daarover gisteren in de
commissie naar aanleiding van de bespreking van de beleidsnota.
Mijnheer de minister, ten slotte, dat de tenuitvoerlegging van de bepalingen inzake de korte gevangenisstraffen tot drie jaar, opnieuw wordt uitgesteld, is de reden waarom onze fractie haar stemgedrag, dat aanvankelijk een onthouding was, zal wijzigen. Het gaat hier niet om het eerste of het tweede uitstel, maar het twaalfde uitstel. Dat is voor ons absoluut onaanvaardbaar.
De uitvoering van korte gevangenisstraffen tot drie jaar vanaf 1 december 2021, die regel wordt eens te meer uitgesteld en wel naar 1 juni 2022, met als verantwoording de vierde coronagolf. U bent wel eerlijk geweest, want u geeft geen garantie dat de regeling voor de laatste keer wordt uitgesteld. U hebt immers gezegd dat een en ander afhankelijk zal zijn van de coronasituatie op dat ogenblik. Onze fractie betreurt dat.
Laten we mekaar geen Liezebet noemen. Corona mag het dossier wel bemoeilijken, maar het is niet de echte reden. Het echte probleem is het plaatsgebrek, het gebrek aan voldoende capaciteit.
Dat is geen nieuw probleem. Het sleept al jaren aan. Ik erken dat u daarvoor niet de hoofdverantwoordelijke bent. Dat is de verantwoordelijkheid van uw talrijke voorgangers. De oorzaken zijn niet coronagebonden, maar dateren al van lang voor de crisis. Onze gevangenissen zitten al jarenlang overvol.
Ik heb het standpunt van mijn fractie gisteren in de gedachtewisseling al kunnen uiteenzetten. Ik ben benieuwd naar uw antwoord volgende week. U kondigt in uw beleidsnota inderdaad nieuwe gevangenissen, detentiehuizen en transitiehuizen aan, maar dat alles zal nog niet voor morgen zijn. De nieuwe gevangenissen zullen eind volgend jaar opengaan. Een detentiehuis in Kortrijk zou in december worden geopend. Wat daarvan concreet in huis zal komen, moeten we nog zien. Ook de transitiehuizen zijn ook nog niet voor morgen. Ook het personeelstekort is een oud zeer.
Ik rond af. Een daadwerkelijke uitvoering van alle straffen, ook de korte gevangenisstraffen tot drie jaar, is heel belangrijk voor onze samenleving, voor de veiligheid van de burgers. U had dat beloofd. De burgers hadden gehoopt op uw woord te mogen rekenen. Het is een kerntaak van Justitie, maar de uitvoering van die bijzonder belangrijke taak wordt opnieuw op de lange baan geschoven. Onze fractie kan de tekst niet goedkeuren. Als minister van Justitie hebt u de plicht om ervoor te zorgen dat alle straffen, zonder uitzondering, worden uitgevoerd. De burger verwacht niet anders. Vanwege die wijziging, die u er op het laatste ogenblik hebt doorgeduwd, zal onze fractie dan ook haar stemgedrag veranderen.
01.03 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, chers collègues, j'aimerais commencer mon intervention en survolant l'historique particulier de ce projet de loi.
En effet, dans la justification d'un amendement qui a été présenté ici et qui a été traité en commission, on peut lire que "les discussions parlementaires ont conduit à une prise de conscience progressive". J'aimerais revenir sur ce point. Il est question d'amendements qui ont supprimé ou modifié des articles très controversés de ce projet de loi visant à rendre la justice plus humaine, plus rapide et plus ferme. Or, ces deux articles avaient la particularité d'être inhumains, dans le sens où on voulait mettre des internés en prison.
Lors des discussions en commission, on a soulevé la problématique de ces deux articles et on a évoqué toutes les justifications nécessaires, toutes les condamnations de la Cour européenne des droits de l'homme à l'égard de la Belgique, toute la contestation du terrain et des directeurs de prison face à ces deux articles. Pourtant, le ministre a persisté à maintenir ces deux articles et le texte a été voté en commission.
Entre-temps, il y a eu un sursaut dans la société civile pour dénoncer ces deux articles et le fait de les imposer dans ce projet de loi. Je voudrais dès lors saluer toutes les organisations et associations qui se sont mobilisées pour exprimer leur colère face à ces deux articles. J'aimerais leur tirer mon chapeau car leur opposition et mobilisation ont fini par payer. Avocats.be, les avocats tant francophones que néerlandophones, l'Association Syndicale des Magistrats, la Ligue des Droits Humains, Unia, l'Observatoire International des Prisons, le Conseil central de surveillance pénitentiaire, les agents pénitentiaires eux-mêmes et leurs représentants syndicaux se sont manifestés pour s'opposer à ces articles qui visaient à emprisonner des malades mentaux. Ils avaient raison de le faire, de persister et de maintenir la pression sur la majorité.
Malgré cela, quand on est arrivé en séance plénière, où, là aussi, on a déposé des amendements, on a senti qu'il n'y avait pas de volonté de revoir ces deux articles. On a donc fait notre travail d'opposition pour relayer cette colère du terrain et on a envoyé ces deux articles au Conseil d'État avec les amendements. Un tel renvoi, qui peut parfois être décrié par la majorité et qualifié de flibuste ou de politique politicienne, a prouvé son efficacité dans le parcours de ce projet de loi. En effet, ce renvoi qui a eu lieu voici deux semaines a permis à la société civile de maintenir la pression jusqu'à créer un doute au sein de la majorité qui s'est sentie obligée de reculer sur ces deux articles. Aujourd'hui, on a acté ce recul par le vote des amendements en commission.
Je pense que c'est une leçon que l'on doit tirer de cette expérience. Je dis assez souvent ici – et une ministre pourra le confirmer – qu'il faut écouter ce que disent les travailleurs. Ils sont sur le terrain. Ils connaissent leur travail, les conditions dans lesquelles ils l'accomplissent, et mieux que quiconque, ils savent quelles sont les mesures à mettre en place et celles qui ne correspondent pas à leur réalité.
Eu égard à la nécessité d'écouter les travailleurs, je peux citer un autre exemple: il s'agit du report de l'application des courtes peines. Il est positif que ce report ait lieu parce que la situation de nos prisons ne permet actuellement pas la mise en application de cette loi. Nos prisons sont surpeuplées. Les conditions de détention sont inhumaines et les conditions de travail pour les agents pénitentiaires sont insupportables. On parle d'un secteur dans lequel le taux de malades est assez élevé. On parle d'un secteur dans lequel les agents cumulent 500 000 jours de congé qu'ils doivent encore prendre. Pourtant, on continue à les soumettre à des conditions pratiquement invivables. Tant les directeurs de prison que les syndicats disent que cette loi est inapplicable sur le terrain.
Monsieur le ministre, quand nous avons discuté de l'application des courtes peines, je vous avais dit que vous étiez en train de faire une chose impossible à appliquer sur le terrain. Je vous ai dit de rencontrer les syndicats et les directeurs de prison: ils vous auraient dit qu'il était impossible de mettre cette loi en place. Vous avez fait la sourde oreille mais quelques mois plus tard, vous avez fait une proposition qui confirme ce que disent les gens de terrain et vous avez reculé sur l'application de cette loi.
La leçon à tirer de ce parcours qui aboutit aujourd'hui est que le bon sens se trouve du côté des travailleurs et des acteurs de terrain. J'espère que cette leçon sera retenue pour qu'avant de proposer des législations nouvelles, nous commencions par regarder ce qu'il se passe sur le terrain et quels sont les besoins et revendications des travailleurs. C'est en utilisant cette méthode que nous pourrions avoir une justice qui serait vraiment humaine, vraiment rapide et vraiment efficace, ce qui est loin d'être le cas aujourd'hui.
Monsieur le ministre, j'espère qu'à l'avenir, vous commencerez par la consultation du terrain avant de mettre en place des lois sur lesquelles vous devrez revenir parce qu'elles ne correspondent pas à la réalité.
Je ne serai pas plus long car beaucoup de choses ont déjà été dites sur ce projet de loi. Je souhaitais revenir sur ces deux aspects et souligner la victoire qui a été obtenue par la société civile et le mouvement qui s'est mis en marche lors du traitement de ce projet de loi. Je salue leur action et j'aimerais leur dire de continuer à s'opposer à toute politique qui met en péril notre système pénitentiaire et notre justice en général. Continuez, car la mobilisation et la pression paient!
Monsieur le ministre, c'est pour cela que vous avez reculé aujourd'hui sur vos articles considérés comme inhumains.
01.04 Vanessa Matz (cdH): Madame la présidente, je vous avoue que je suis heureuse. Mme De Wit avait l'air de dire, tout à l'heure, qu'en commission, tout le monde était heureux: ça n'arrive pas souvent concernant un projet très important. Le choc avait été, pour nous, assez fort lorsque nous avons lu l'ancienne mouture des articles 128 et 131. Un choc, une incompréhension aussi, face à ce qui nous apparaissait comme un véritable camouflet à la Cour européenne des droits de l'homme concernant le traitement des personnes internées. Il s'agissait, dans l'ancienne formule du projet de loi, ni plus ni moins que de rendre légal l'illégal, de rendre légal l'inhumain, l'enfermement de personnes souffrant de troubles mentaux en prison.
Oui, très vite, nous avons déposé des amendements en vue de modifier ces points. Ces amendements ont été rejetés une première fois en commission. S'en sont suivis une série d'avis de la société civile, avis contre le texte et émanant d'Avocats.be, de l'Observatoire International des Prisons, de l'OVB, de l'Association Syndicale des Magistrats et d'autres encore. Il y a eu un deuxième passage en commission. Ces amendements ont à nouveau été rejetés. Une fois la séance plénière venue, voici un peu plus de deux semaines, nous avons à nouveau déposé ces amendements et nous avons sollicité un avis du Conseil d'État, soutenus en cela par d'autres partis de la minorité, que je remercie.
Certains, quand on envoie au Conseil d'État, parlent de technique dilatoire ou de flibuste parlementaire. Or, ici, reconnaissons que cette période a été mise à profit par la majorité pour réfléchir à cette illégalité consacrée dans la loi. Aujourd'hui, nous sommes cosignataires de deux amendements avec la majorité, et je me réjouis vraiment du travail qu'il a été possible d'effectuer ensemble. Avec ces amendements, nous faisons évidemment un pas dans la bonne direction.
Malgré cela, comme le Conseil d'État le mentionnait dans son avis, il est porté atteinte aux droits fondamentaux par l'insuffisance de places disponibles pour les internements. Il vous appartient, vous le savez monsieur le ministre, d'y remédier. Les centres de psychiatrie légale de Wavre, Alost et Paifve ne seront pas disponibles avant 2026. Avec un nombre d'internements en augmentation, il est important de travailler dès aujourd'hui à trouver des solutions alternatives au placement des malades mentaux en prison. Il avait notamment été question que des hôpitaux mettent à disposition des lits pour les internés. À notre connaissance toutefois, aucun accord financier n'a jamais été conclu. Cela pourrait constituer une piste de solution intéressante.
L'autre partie de ce projet qui a déboulé – excusez-moi l'expression – un peu tard en commission, c'est l'exécution des petites peines. On ne peut évidemment que valider le report qui a été proposé. Il répond aux demandes du terrain. Au sein des prisons, le personnel pénitentiaire était légitimement extrêmement inquiet face au risque de voir arriver toutes ces personnes dans des établissements qui sont déjà surpeuplés. Alors que vous prévoyez finalement de faire entrer en vigueur l'exécution des courtes peines, on comprend mal comment cela pourrait être le cas sans une réforme encore plus profonde du monde carcéral que celle qui est envisagée.
Il reste aussi au sein de ce projet 24 chapitres d'importance variable qui relèvent davantage des dispositions diverses que d'un grand bouleversement législatif, tel que le titre pourrait le laisser croire. Vous savez que nous avons eu de nombreuses discussions sur ce titre Une justice plus humaine, plus rapide et plus ferme. Plus humaine, elle ne l'était pas, avec les dispositions sur l'enfermement des internés. Disons que maintenant, on peut considérer que c'est plus humain. Plus rapide et plus ferme, je vous ai dit, monsieur le ministre – mais j'ai accepté de retirer mon amendement sur ce point – qu'il s'agissait plutôt d'un slogan que la concrétisation de ces différents adjectifs.
Mais il faut être de bon compte et je le serai. Je salue aussi le positif de cette loi. Je pense, par exemple, à l'extension des pouvoirs du juge de paix afin de mieux accompagner les personnes à protéger ou à l'augmentation de l'aide financière d'urgence pour les victimes d'actes de violence.
Vous l'aurez compris, nous voterons pour ce projet de loi, en espérant qu'il sera encore possible à l'avenir de collaborer à partir d'une opposition constructive, comme ce fut le cas ici. Je pense tout particulièrement à un dossier qui nous occupe pour l'instant, à savoir le droit pénal sexuel, à propos duquel nous avons déposé beaucoup d'amendements, dont certains ont suscité chez vous une certaine ouverture. Nous en attendrons les résultats. Nous serons toujours prêts à avancer pour défendre une justice véritablement plus humaine.
Pour terminer, ceux qui siègent en commission avec moi savent que j'apprécie les petites citations. La suivante me semble particulièrement adéquate dans le dossier qui nous occupe. Vous la connaissez: "Point n'est besoin d'espérer pour entreprendre ni de réussir pour persévérer." Je vous remercie de votre attention.
01.05 Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le ministre, chers collègues, ce projet visait initialement à rendre la justice plus humaine, plus rapide et plus ferme. Cet intitulé est bien évidemment séduisant, puisqu'il reprend les trois qualificatifs de ce que nous sommes en droit d'attendre de notre troisième pouvoir. Qui ne souhaite pas voir la justice tenir compte des besoins des justiciables? Qui ne souhaite pas la voir aboutir à des décisions qui soient rendues dans un délai raisonnable ou encore mettre fin au sentiment d'impunité, voire à l'impunité réelle des auteurs d'infractions?
Or, à la première lecture des mesures contenues dans ce projet de loi, monsieur le ministre, nous nous étions vite aperçus qu'il s'agissait en réalité d'un titre plutôt racoleur qui n'était pas à la hauteur de ses promesses. En effet, il prévoyait initialement de mettre en prison des personnes qui n'y ont pas leur place. Cela ne participait en rien, reconnaissons-le, d'une justice plus humaine. Fort heureusement, la majorité est revenue sur cette incohérence – j'en parlerai ultérieurement.
Je reconnais donc que ce projet comporte certaines avancées positives, bien qu'elles ne soient pas révolutionnaires – comme son titre le laissait pourtant entendre. En premier lieu, je pense à la facilitation de l'accès du procureur du Roi et des magistrats chargés des enquêtes pénales d'exécution au point de contact central de la BNB. En effet, il nous faut d'urgence doter notre justice, mais aussi notre police, de moyens d'enquête, de poursuite et d'exécution des peines en matière de criminalité financière. Je pense aussi à l'introduction d'une interdiction de port pour lutter contre la criminalité liée à la drogue. On dote ainsi, enfin, notre justice d'une arme supplémentaire, qui était d'ailleurs sollicitée depuis longtemps, contre le trafic de drogue.
Je me dois toutefois de revenir sur un gros point noir de ce projet de loi. Il est question du report de l'entrée en vigueur de la loi du 17 mai 2006 relative à l'exécution des courtes peines qui a été apporté, par voie d'amendement, par la majorité, le 10 novembre dernier, en commission.
Cette entrée en vigueur qui était initialement prévue pour le 1er décembre a, finalement, été reportée de six mois. En cause – c'est, en tout cas, la justification que vous nous avez apportée, monsieur le ministre – la quatrième vague de l'épidémie qui n'a bien évidemment pas épargné les prisons, au regard de la promiscuité qui y règne.
Toutefois, cet énième report aurait pu – il aurait dû – être évité, si vous aviez eu, monsieur le ministre, un véritable plan pour faire exécuter ces courtes peines, indépendamment de la crise sanitaire, avec des chiffres précis quant au nombre de personnes condamnées concernées, mais aussi de places nécessaires et mobilisables dans les prochains mois. J'ai tenté d'obtenir ces chiffres à plusieurs reprises, mais en vain. Nous devons donc nous en tenir aux chiffres évoqués par la presse: tantôt 422, tantôt 720, tantôt 750.
Monsieur le ministre, vous avez déclaré en commission, le 27 octobre dernier, que ces courtes peines pourraient malgré tout être exécutées, malgré la surpopulation carcérale, mais aussi la pression exercée par ces nouveaux détenus sur nos prisons.
La pression est aujourd'hui telle que nos agents pénitentiaires, en tout cas du côté francophone, étaient à nouveau en grève pas plus tard qu'il y a deux semaines. La pression est également telle que le bourgmestre de Saint-Gilles a dû prendre, cette semaine, un nouvel arrêté pour limiter la population carcérale dans la prison de sa commune.
Vous étiez donc convaincu, monsieur le ministre, que cette mesure fonctionnerait puisque la quatrième vague de l'épidémie n'était pas encore une réalité – ce sont vos mots. Mais cette quatrième vague était annoncée depuis des semaines. De plus, le gouvernement avait fait connaître sa volonté d'activer la loi pandémie et donc l'état d'urgence, il y a également plusieurs semaines.
Il faut être de bon compte: des projets existent, fort heureusement, pour renforcer nos prisons. Mais j'aurais apprécié, monsieur le ministre, que vous reconnaissiez que ce projet n'était pas prêt pour l'exécution de ces courtes peines, en tout cas dans des conditions de détention qui soient dignes et humaines, comme l'indique justement l'intitulé de votre projet de loi.
En effet, force est de constater que les projets de maisons de détention ou encore de transition, que mon parti a d'ailleurs toujours soutenus, tant au niveau fédéral qu'au niveau local, sont en retard. Il est vrai aussi que la prison de Haren ne ramènera que 200 places supplémentaires, et ce pas avant septembre 2022, dans le meilleur des cas. De cette façon, l'intervalle de temps entre juin et septembre 2022 fait l'objet de nombreuses inconnues que je vous invite encore aujourd'hui même à éclaircir dès que possible, au moyen de chiffres précis qui nous permettraient d'évaluer l'impact réel qu'aurait l'exécution de ces courtes peines sur la surpopulation carcérale, sur les droits fondamentaux des détenus, mais aussi sur les conditions de travail déjà déplorables des agents pénitentiaires.
Nous restons donc en demande de garanties pour éviter que notre pays soit encore une fois condamné par la Cour européenne des droits de l'homme pour sa surpopulation carcérale, mais aussi pour éviter que la justice soit encore une fois décriée par les citoyens comme un système qui laisse les auteurs d'infractions impunis.
Au surplus, je me dois de reconnaître le sursaut de la majorité en ce qui concerne le sort des internés en prison. Votre projet initial, monsieur le ministre, n'envisageait au départ rien d'autre que de régulariser la situation actuelle, à savoir mettre en prison, en raison d'un manque de places dans les établissements psychiatriques, des personnes qui avaient commis des infractions mais qui présentaient des troubles mentaux. Si l'objectif d'immuniser les directeurs de prison contre les poursuites pénales semblait tout à fait légitime, le projet, dans sa mouture initiale, nous exposait à une nouvelle condamnation par la Cour européenne des droits de l'homme. La place d'une personne qui doit être internée et qui a des besoins en soins spécifiques n'est pas en prison.
C'est donc grâce à la mobilisation de la société civile et au renvoi des amendements des collègues au Conseil d'État le 10 novembre dernier en séance plénière – demande qui avait d'ailleurs été soutenue par l'opposition – que la majorité est finalement revenue sur sa position, qui plus est en dépassant le clivage majorité-opposition puisque, comme Mme Matz l'a dit, elle a pu être associée aux amendements déposés par la majorité cet après-midi. Je m'en réjouis, bien évidemment.
Il n'empêche que si des initiatives sont prises pour la création de nouveaux centres de psychiatrie légale – le ministre l'a rappelé dans le cadre de sa note de politique générale –, ceux-ci ne sont attendus que pour 2026. Autrement dit, pendant encore quatre années, seront enfermées en prison des personnes qui doivent être internées. Et il s'agit d'un nombre qui ne cesse d'augmenter. Pour remédier à cela, monsieur le ministre, vous avez évoqué deux pistes de solution: le renforcement des services de santé dans les prisons et l'amélioration du transfert des internés vers les soins ordinaires en concertation avec le SPF Santé publique.
Je répète que les prisons ne sont pas prévues pour prendre en charge adéquatement les personnes qui devraient être internées. Les infrastructures ne peuvent tout simplement pas répondre aux conditions d'accueil nécessaires. Monsieur le ministre, c'est la raison pour laquelle je vous encourage à concentrer tous vos efforts sur le développement du transfert des personnes internées vers les soins réguliers dans les plus brefs délais mais aussi de veiller à ce que les nouveaux centres psychiatriques légaux puissent ouvrir le plus rapidement possible.
En conclusion, compte tenu de l'évolution récente du projet de loi par voie d'amendements qui ont été adoptés en commission de la Justice cet après-midi, mon groupe soutiendra ce texte. Je précise que nous serons extrêmement attentifs à l'exécution des courtes peines ainsi qu'à la situation des personnes internées contraintes de rester pour l'heure en prison.
01.06 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster, dames en heren Kamerleden, dank voor uw uiteenzettingen. Ik moet terugdenken aan de discussie over de beleidsnota, die we gisteren gehad hebben maar die nog niet is afgerond. Velen onder u hebben me gezegd dat ik de lat te hoog leg, dat ik te ambitieus ben. De heer Christoph D'Haese zei zelfs dat ik hoogmoedig ben: "Er staat te veel in uw beleidsnota, u zult dat nooit kunnen waarmaken." Maar als ik vandaag naar mevrouw Dillen luister, dan blijk ik de lat te laag te leggen. Er zou te weinig in staan en de titel zou niet beantwoorden aan wat ik wil doen. De vlag zou de lading niet dekken.
Wel, dames en heren, het is een illusie te denken dat je met één wet, met één pennentrek Justitie helemaal kunt hervormen. Het is een werk van lange adem, van veel wetgeving. Ik heb vanmiddag nog gesproken over de wet op het seksueel strafrecht. Wetten zijn één zaak, de praktijk op het terrein is des te belangrijker. Het gaat dan om een cultuur, een mentaliteit, om middelen. Het gaat ook om een slimmere Justitie.
Ik kan u nu al geruststellen, er zullen nog dergelijke wetten volgen. Er komen nog wetten om Justitie 'menselijker, sneller en straffer' te maken. Ik weet dat sommigen onder u zich ergeren aan de titel. Dat doet me denken aan mijn tijd als staatssecretaris. Ik heb toen wetten laten stemmen met de titel 'wetten voor administratieve vereenvoudiging'. Dat waren wetten met diverse bepalingen. Iedereen was het erover eens dat je op die manier, met die titel en met die tekst, duidelijk zegt waar je naartoe wil gaan. Voormalig minister Koen Geens heeft het 'potpourri' genoemd. Dat was zijn keuze.
Het referentiekader 'menselijker, sneller en straffer' is interessant, omdat meerderheid en oppositie voortdurend toetsen of de bepalingen daar effectief ook aan beantwoorden. Dat maakt het interessant. Meer zelfs, die titel heeft er ook voor gezorgd dat de meerderheid gevraagd heeft of die bepalingen over interneringen effectief ook voor meer menselijkheid zorgen. De titel helpt ons beter, helderder te laten discussiëren. Ik zal volharden, want er komen nog wetten met dezelfde titulatuur, weliswaar een tweede, derde en vierde versie.
Het doel van de oorspronkelijke tekst betreffende de internering was een evenwicht te vinden door dergelijke zaken om de drie maanden aan de kamer voor de bescherming van de maatschappij voor te leggen. Die tekst had ook een ongewenst neveneffect. Daardoor zou namelijk bij wet worden ingeschreven dat geïnterneerden in afwachting van hun plaatsing in de gevangenis zouden kunnen worden ondergebracht. Dat wil uiteraard niemand. Deze wetgeving en de aanpassingen eraan hebben er wel voor gezorgd dat de directeurs niet in de problemen zouden komen en dat ze zouden kunnen worden vervolgd omdat ze niet overgegaan zouden zijn tot de onmiddellijke plaatsing van geïnterneerden. Vandaag kunnen ze worden vervolgd. Er is een geval bekend waar dat is gebeurd. De oplossing die we hebben gevonden, brengt rechtszekerheid voor de directeurs en maakt tegelijkertijd duidelijk dat België zich moet schikken naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
We zetten ons dag en nacht in om die problematiek op te lossen, maar dit is niet eenvoudig. We hebben in het verleden 2 forensisch psychiatrische centra (FPC) geopend. We zullen er nog 3 openen met 620 plaatsen. Dat kan pas de volgende legislatuur omdat een gebouw, een gevangenis of een FPC zetten in ons land niet in 6 maanden gebeurt. Dat is de realiteit. Voor het FPC in Aalst moeten we met de stad Aalst op zoek gaan naar de juiste plaats. Dan is er nog de Vlaamse overheid met de vergunningen. Er is natuurlijk protest en draagvlak. Als je pas iets wilt bouwen als iedereen het erover eens is, kan je er beter mee stoppen. Soms moet je in de politiek de moed hebben om dossiers te verdedigen en bijvoorbeeld een detentiehuis in mijn eigen achtertuin te verdedigen.
Op de steun van uw partij heb ik echter niet kunnen rekenen, integendeel, mevrouw Dillen. U bent tegen de straffeloosheid, maar u bent tegen elk detentiehuis dat wordt ingepland. Dat kan van de N-VA niet worden gezegd. Het siert de N-VA dat zij in mijn stad gezegd heeft: het is geen evidente beslissing, maar wij verzetten ons er niet tegen. Ik hoop dat er nog andere steden en gemeenten zullen zijn waar de detentiehuizen ook worden gesteund.
Ik weet dat wij dit probleem niet onmiddellijk kunnen oplossen. Maar wij zullen bijvoorbeeld zorgen voor meer zorgpersoneel in de instellingen van Merksplas en Paifve, om daar hetzelfde zorgaanbod aan te bieden als buiten de muren van die instellingen.
Tot slot zullen wij ook zorgen voor een betere doorstroming naar de reguliere zorg, en daarvoor hebben wij natuurlijk contact met Volksgezondheid en met de collega's van de Gemeenschappen.
Het havenverbod dan. Mevrouw De Wit, bedankt dat u constructief hebt meegedacht. De invoering van het havenverbod komt door de evaluatie van het Stroomplan van de vorige regering. Mevrouw Dillen, het is juist dat wij dit voorlopig enkel in de drugwet hebben ingeschreven. Het is onze bedoeling het na positieve evaluatie uit te breiden in het nieuwe Strafwetboek naar feiten als diefstal of bendevorming.
Hoe zullen wij dat doen naleven? Eerst en vooral, het havenverbod wordt vermeld in het strafregister, daar het om een correctionele straf gaat. Dat betekent dus dat de politie op de hoogte is van het havenverbod ten aanzien van een persoon en dat zij daarop kan controleren, net zoals zij dat doet voor het rijverbod. Als iemand veroordeeld is tot een rijverbod, zal de politie steekproefsgewijs mensen daarop kunnen betrappen.
Maar wij doen natuurlijk meer. Voor de meest
gevoelige plaatsen in de havens is er vandaag al een toegangscontrole. Als de
betrokken persoon daar toegang toe had, zal zijn Alfapass worden ingetrokken.
Daardoor wordt gezorgd voor meer zekerheid. Wat de andere havenzones betreft,
verwijs ik inderdaad naar het wetsontwerp inzake maritieme beveiliging, dat wij
binnenkort zullen indienen in het Parlement. Wij willen werk maken van een
ISPS-platform. ISPS staat voor
International Ship and Port Facility Security Code.
Wij zullen op dat platform de havenverboden opnemen. De overheidsdiensten krijgen daar toegang toe, en bepaalde informatie zal ook worden gedeeld met de werkgevers. Wij hebben daarover overleg gepleegd met de sociale partners, in het paritair comité 301. Dus ja, mevrouw De Wit, de werkgevers zullen op basis van dat platform worden ingelicht. Dit ontwerp zal voorzien in consequente toegangscontroles en in de ontwikkeling van dat platform.
U hebt evenwel gelijk. Het heeft inderdaad weinig zin om zaken op te leggen als men ze niet kan controleren, maar de reflex hoe we dat effectief afdwingbaar zullen maken en praktisch zullen controleren, zit er bij ons zeker in. Daar kunt u van op aan.
Wat betreft het CAP, de toegang ertoe wordt uitgebreid, wat nuttig en nodig is. Waarom is de toegang tot het CAP voor de vrederechter belangrijk? Dat is immers een punt van discussie en dat heb ik ook begrepen. Mevrouw De Wit, u hebt wellicht ook in de krant of op televisie een aantal gevallen van misbruik gezien die worden gesignaleerd ten aanzien van vrederechters in het kader van het beheer van het vermogen van beschermde personen.
Het is net door raadpleging van het CAP dat de vrederechter kan nagaan of er al dan niet fraude is gepleegd. Met name de verificatie van de stand van het vermogen en de rekeningen van degene die wordt beschermd, kan op die manier gemakkelijker gebeuren. De GBA heeft een negatief advies gegeven, niet op dat punt, niet op het punt dat de vrederechter toegang krijgt, maar wel op het algemene principe dat de stand van de rekeningen wordt toegevoegd aan het CAP. Daarop heeft de minister van Financiën gezegd dat die uitbreiding er moet komen. Die wet werd intussen trouwens goedgekeurd en daarop komen we niet terug. Daarover ging het advies van de GBA, niet over de toegang van de vrederechter tot de saldi.
Ik kom tot de minimumproeftijd. Het College van procureurs-generaal heeft inderdaad een positief advies gegeven voor straffen minder dan drie jaar en enkel een negatief advies voor een termijn van een jaar bij straffen boven de drie jaar. Ik wil u in elk geval zeggen dat de wijziging veel beperkter is dan u zou denken. We raken immers niet aan de minimale proeftijd van vijf jaar voor de correctionele straffen boven de vijf jaar tot dertig jaar en ook niet aan de minimale proeftijd voor de straffen van meer dan dertig jaar en de levenslange gevangenisstraffen, die tien jaar bedraagt.
De discussie gaat over de minimale proeftijd tussen drie en vijf jaar. Om dat eens en voor altijd uit te klaren, wil ik u uit het verslag citeren. Op bladzijde 2 van de brief van de Gemeenschappen aan de Raad van State van 6 maart 2021 staat het volgende: "Een derde punt betreft artikel 71, tweede lid van de wet van 17 mei 2006. Deze bepaling wordt niet aangepast en zal dus onverminderd van toepassing zijn op de vrijheidsstraffen van drie jaar of minder. Dit betekent dat de proeftijd ook voor de korte gevangenisstraffen nooit korter zal kunnen zijn dan twee jaar. Hierbij stellen de Gemeenschappen zich de vraag of een dergelijke proeftijd voor korte gevangenisstraffen niet zal leiden tot een automatische keuze voor strafeinde."
Op het einde van het verslag staat: "Wijzigen artikel 71, tweede lid, met betrekking tot de proeftijd. Akkoord van iedereen, federale niveau en de Gemeenschappen mits compromis een jaar, cfr Holsters." Ik citeer letterlijk uit het verslag van die vergadering.
De commissie-Holsters had destijds voorgesteld dat er een proeftijd van een jaar zou komen, waarbij de veroordeelde zich ook aan bepaalde voorwaarden moet houden. Het is dus een weloverwogen keuze geweest van ons, om dat te doen. Het is ook een keuze waar wij achter staan.
Ik kom nu bij het uitstel van de WERP. Dames en heren, ik wil u wijzen op wat ik destijds heb verklaard, toen wij de eerste keer de WERP hebben uitgesteld. Dat was toen door corona. Ik heb toen ook verklaard dat wij een nieuw uitstel niet zouden dulden, tenzij corona ons opnieuw parten zou spelen. Welnu, dat is vandaag opnieuw de realiteit.
Mevrouw De Wit, corona zit niet alleen in de samenleving, maar zit ook in de gevangenissen. Deze week nog in Leuven waren er 50 besmettingen bij gedetineerden. Dus is de gevangenis in gedeeltelijke lockdown gegaan. Er is vandaag een uitval van meer dan 1.000 werknemers door besmettingen en quarantaine. De situatie in onze gevangenissen is op dit ogenblik dus heel penibel, ook door corona.
Het zou dus onverantwoord zijn …
01.07 Marijke Dillen (VB): (…)
01.08 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw Dillen, dat weet ik. Over de problematiek van de overbevolking vertel ik u niets nieuws. U hebt al enige ervaring in het Parlement. Al sinds u in het Parlement zit, is ze altijd een probleem geweest. Met masterplannen wordt geprobeerd het probleem op te lossen.
Mevrouw De Wit, wij zullen nu met de bouw van de gevangenissen in Haren en Dendermonde wel degelijk netto extra plaatsen creëren. Niet enkele, maar honderden plaatsen komen er netto bij. Bijvoorbeeld, in Dendermonde komen er meer dan 200 plaatsen netto bij.
Met Haren en Dendermonde komen er meer dan 300 plaatsen netto bij. Wanneer detentiehuizen worden gebouwd, kunnen ook nettoplaatsen bij worden gecreëerd. Er bestaan dus ook mogelijkheden. De transitiehuizen gaan naar 100 plaatsen in 2022. Wanneer alles samen wordt gelegd, kunnen stappen worden gezet.
Het zou echter onverantwoord zijn, om in de huidige omstandigheden de wet in werking te laten treden.
Or – et je m'adresse là à M. Boukili et à d'autres –, il est absolument nécessaire de mettre en vigueur cette loi séparément du covid.
Een misverstand over de inwerkingtreding wil ik toch even wegwerken. De wet moet niet in werking treden omdat wij de stoerste of strafste willen zijn, ook al maken sommigen dat ervan. De reden voor de inwerkingtreding is om te doen wat Cesare Beccaria schreef in de 18de eeuw. De beste straf is niet de wreedste of de maximale straf, maar wel de minimale straf die men niet kan ontlopen. Van zodra er straffeloosheid is, ook voor kleine straffen, ontstaat bij mensen het gevoel dat het niet opkan. Dat geldt voor allerlei soorten straffen, bijvoorbeeld op fiscaal en financieel vlak, maar evenzeer voor korte straffen. Een dader mag zijn straf niet kunnen ontlopen; dat is belangrijk.
Vous dites que jusqu'à trois ans, il ne faut pas emprisonner. Pour obtenir l'exécution de la peine, les juges risquent de penser qu'il faut au moins condamner à 37 mois. C'est la réalité. Aujourd'hui, il y a une inflation des peines, monsieur Boukili, parce qu'une partie des peines n'est pas exécutée. En appliquant cette loi, on va en terminer avec cette inflation des peines et en revenir, probablement et heureusement, à des peines plus légères. C'est aussi la philosophie du nouveau Code pénal. Au lieu de dire que tout auteur doit être condamné à une peine de prison – une idée qui remonte à 1867 –, il faut dire que la peine de prison est la dernière solution. C'est la philosophie du nouveau Code pénal. Ce sera introduit.
Ensuite, c'est en appliquant la courte peine que l'on pourra mettre en œuvre le projet des maisons de détention, qui constitue une bonne idée et dont on a parlé pendant des dizaines d'années ici au Parlement par le biais de résolutions. Le gouvernement a prévu un budget de 92 millions d'euros pour l'exécuter. Ce n'est pas rien! L'ambition est de réaliser une dizaine ou une quinzaine de maisons de détention.
Je dois toutefois vous avouer que ce n'est pas facile car partout où je vais, les gens y sont opposés. C'est très difficile sauf si on trouve des bourgmestres qui ont le culot de dire "on va le faire". J'invite les mandataires locaux – il y en a beaucoup dans ce pays – à oser. On accuse le ministre de parler des maisons de détention comme si c'était facile. J'ai donc proposé au collège de ma ville de le faire chez nous et de prendre nos responsabilités. On a donc eu une réunion avec 350 personnes. Elles se disaient opposées à l'impunité mais ne voulaient pas des maisons de détention chez elles. Le premier parti était le Vlaams Belang. Il était contre l'impunité mais ne voulait pas de maison de détention. La réunion fut très dure. J'y ai pris la parole. Au début, tout le monde était contre. Certains ont commencé à hurler, etc. À la fin, environ 40 % des personnes étaient convaincues du concept. Je suis sûr qu'après un an, ceux qui étaient opposés vont vouloir être bénévoles au sein de cette maison de détention. C'est la réalité. On voit que cela fonctionne, entre autres dans les pays scandinaves. Comme M. Van Hecke l'a dit, il faut qu'à long terme, nos prisons classiques soient remplacées par des maisons de détention partout dans notre pays. Et c'est grâce à la mise en application de cette loi qu'on pourra y parvenir.
Ik kom bij de hoofddeksels, beleefdheid en respect, mevrouw Dillen. Ik wil er op wijzen dat op 5 april 2007 een Antwerps rechter van wie ik de naam niet zal vermelden, op een bewuste donderdag een man uit de rechtszaal had gezet. De man moest zich verantwoorden omdat hij op 8 oktober 2006 niet was komen opdagen als bijzitter bij de gemeenteraadsverkiezingen. Uit geloofsoverwegingen weigerde hij echter om in de rechtszaal zijn keppeltje af te zetten. Hij werd uit de rechtszaal gezet. Er is dan een uitspraak gekomen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens op 18 september 2018. Ons land werd veroordeeld omdat wij vasthielden aan het fameuze artikel 759 dat dateert van het begin van het Gerechtelijk Wetboek.
Men kan zeggen dat een overheid neutraal moet zijn, maar hier ging het volgens het Hof over een bezoeker, een burger. Daarvan zei het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat die burger recht heeft op zijn overtuiging, ook in de rechtszaal, zoals men dat ook heeft in de lokettenzaal van een stadhuis. Wanneer het Europees Hof zich uitspreekt, moeten wij ons daarnaar schikken, dat is zo. Tenzij u vindt dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens wereldvreemde rechters zijn. Maar dan moeten we uit de Raad van Europa stappen, dan moeten we dat doen. Dus hebben wij ons daarnaar geschikt. Dat heeft niets te maken met hoofddoeken of keppeltjes, maar met het respect voor de godsdienstvrijheid op die plaatsen. Een andere discussie is wat men doet met mensen die achter een loket zitten. Die discussie over het statuut-Camu kan gevoerd worden. Ik weet het, dat is een moeilijke discussie. Hier voeren we uit wat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft beslist en dat is de evidentie zelve.
Dan belanden we bij het misbruik van de wrakingsprocedures. Waarom doen we dat, mevrouw Dillen? Sinds 2014 trekt het Hof van Cassatie al aan de alarmbel en in elk jaarverslag – ik weet dat u die elk jaar leest – vraagt het dat we daar een oplossing voor moeten vinden. De procureur-generaal bij het Hof van Cassatie heeft erop gewezen dat zuiver dilatoire, kennelijk niet-ontvankelijke of onredelijke weigeringsprocedures legio zijn in strafzaken en dat daarom de sanctie opnieuw moest worden opgelegd.
U hebt gevraagd om hoeveel zaken het exact ging. Ik heb dat opgezocht, want u weet dat ik op alle vragen die u stelt een antwoord zoek. Ik kan weliswaar niet op alles antwoorden. Als u de jaarverslagen van het Hof van Cassatie verifieert, zult u zien dat er sprake is van meerdere meldingen.
Mevrouw Dillen heeft ook een vraag gesteld naar de pseudodagbladhandel. Artikel 41 van dit ontwerp legt de wettelijke basis om dat soort pseudodagbladhandel te definiëren. Wat zijn de criteria? We gaan de voorwaarden bepalen voor de dagbladhandel die weddenschappen willen uitbaten, zoals de uren waarop de weddenschappen aangenomen kunnen worden, het aantal actuele perstitels die te koop worden aangeboden, de maximale omzet in het aannemen van weddenschappen. Dat zullen de criteria zijn in het KB om het onderscheid te maken tussen echte en pseudodagbladhandel.
Collega's, ik denk dat ik daarmee, hopelijk, de meeste vragen beantwoord heb.
01.09 Sophie De Wit (N-VA): Het heeft geen zin om het debat opnieuw te voeren, maar ik blijf bij de meeste van mijn bemerkingen en bezwaren en blijf bij mijn standpunt. Ook wat de proeftijd betreft, kan ik alleen maar zeggen wat men mij verteld heeft en wat mijn standpunt daarover is. Daar houdt de discussie voor mij dan ook op.
Eén zaak wil ik nog even aanhalen omdat ik ze zo belangrijk vind, mijnheer de minister, en dat is het uitstel van de WERP. Ik weet dat we discussie daarover al vaak gevoerd hebben. U hebt gelijk: wet en praktijk sporen niet altijd tegelijk. Ik ben het daarover met u eens en heb daar veel begrip voor, maar het probleem is ook dat, los van corona, op het terrein niet alles klaar was om dat te kunnen opvangen. Dat is net mijn punt: u hebt die capaciteit niet. Wij hameren al lang op het punt dat de capaciteit moet verhoogd worden.
U zegt dat die capaciteit er wel zal komen. Het probleem is dat u die beloofd hebt en met veel bombarie hebt aangekondigd, terwijl ik steeds gezegd heb dat het terrein nog niet klaar is, wat eens te meer blijkt vandaag.
Nu verwijst u naar Haren en Dendermonde, die in het volgend najaar openen. U geeft een van de redenen waarom het nog niet kon dit jaar in december, want ze zullen pas in september openen. Wat de detentiehuizen betreft, hebt u in het beste geval 21 tot 60 plaatsen, waarmee u het probleem ook niet opvangt. U levert dus eigenlijk zelf het bewijs dat het zeker niet enkel aan corona lag. In juni hebt u dus iets beloofd wat in de praktijk niet haalbaar was, dat vind ik oprecht jammer.
Het gaat er dus niet om of de lat te hoog of te laag ligt, dat is het punt zelfs niet. Het gaat erom dat het úw lat is. U hebt ze daar gelegd en u gaat er nu gewoon zelf onder.
01.10 Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, bedankt voor uw verduidelijkend antwoord op een aantal van mijn vragen. Ik zal het debat niet heropenen maar wil wel nog enkele bedenkingen formuleren.
Ten eerste, inzake de titel vergist u zich. Collega Geens is nu niet aanwezig, maar hij heeft er in de commissievergadering over gesproken en collega De Wit zal dat kunnen bevestigen. De heer Geens betitelde zijn wetsontwerpen als toenmalig minister niet als potpourriwetten. De titel potpourri is in de praktijk gehanteerd door de professoren die de wetten overal ten velde moesten gaan uitleggen, onder andere aan advocaten en rechters.
(…): Potpourri is een geuzennaam.
01.11 Marijke Dillen (VB): Ja, die betiteling komt van de professoren.
Ten tweede, wat ik zei over het detentiehuis in Kortrijk, gaat niet over het principe an sich, maar wel over de locatie. Met onze opinie daarover staan wij niet alleen. Het detentiehuis zal gevestigd zijn aan de rand van een hogeschool en ik heb begrepen dat die hogeschool zich daartegen verzet, volgens wat ik gelezen heb.
01.12 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw Dillen, met alle sympathie, ik luister steeds naar wat u zegt en ik beantwoord altijd al uw vragen, maar wat u net zegt, is manifest onjuist. Integendeel, VIVES, de hogeschool waar het detentiehuis tegen ligt, heeft die avond zelfs de directeur van één van de opleidingsvormen afgevaardigd om te verklaren dat die locatie een goede zaak is, omdat het detentiehuis zodoende ook gemakkelijk door studenten bezocht kan worden. Wat u zegt, is dus niet juist.
Bezwaar tegen de locatie wordt door uw partij wel vaker als tegenargument aangevoerd. Eender welke locatie is verkeerd, aangezien er altijd wel buurtbewoners zullen protesteren.
01.13 Marijke Dillen (VB): Dat is niet waar, mijnheer de minister, maar het zal ons benieuwen welke locaties er volgend jaar worden uitgekozen voor de overige detentiehuizen, aangezien u er nog veertien plant.
01.14 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw Dillen, ik stel voor dat ik u eens meeneem naar een dergelijke infoavond. Het zou dan ook sympathiek zijn als u de inplanting van het detentiehuis steunt.
01.15 Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, wij verwachten nog veertien locaties en ik ben benieuwd welke locaties dat zullen zijn. U zult daar vlug werk van moeten maken want het wordt kort dag, aangezien we al over de helft van deze legislatuur zitten. Ik kijk uit naar dat debat.
Ten derde, als het u echt menens is met de arresten van het Europees Hof, dan moet u alle arresten van het Europees Hof ter zake uitvoeren. Ik durf in dat verband het voorbeeld van de internering nog eens te herhalen.
Tot slot, u motiveert het uitstel onder het mom van corona. U weet dat ik altijd tracht eerlijk te zijn en ik blijf zeggen dat die motivatie incorrect is. Er is een tekort aan gevangenisplaatsen. U wees op het gegeven dat ik al lang volksvertegenwoordiger ben, weliswaar niet alleen in de Kamer, maar ik ben wel in de Kamer begonnen. Gisteren kwam onze toenmalige verkiezingsoverwinning op 24 november 1991 inderdaad heel uitvoerig in de media. Welnu, ook in het begin van mijn carrière als volksvertegenwoordiger hebben wij met de commissie voor Justitie onder andere de gevangenis van Antwerpen bezocht om de schrijnende toestanden daar aan te kaarten. Ook toen was dat al een acuut probleem. Wij zijn vandaag 30 jaar verder. U zit hier nog maar een dik jaar. De hoofdverantwoordelijkheid ligt bij al uw voorgangers. Ik kan tot 1991 teruggaan, toen was het al realiteit.
01.16 Minister Vincent Van Quickenborne: Op 30 september van dit jaar is er een contract getekend. Er komt een nieuwe gevangenis in Antwerpen. Dat is nu de realiteit. Er moet een vergunning worden afgeleverd. Dat vraagt tijd. We zijn hier niet in China. In China wordt op een dag een vergunning afgeleverd, buren of niet, en men bouwt dat dan in een paar maanden. We hebben dat gezien met de coronaziekenhuizen. Dat is niet mijn model. Ik denk dat dit voor de meesten niet hun model is. Er komt een nieuwe gevangenis in Antwerpen en dat duurt inderdaad nog te lang, maar de stap werd ondertussen wel gezet.
U zegt dat de fout bij mijn voorgangers ligt. Ik weet dat niet, dit is een vrij inert systeem. Ik wil ook mijn verantwoordelijkheid nemen. Het is te gemakkelijk om alles af te schuiven op het verleden, maar het plan is er.
Kijk ook naar de nettocapaciteit die toeneemt op de langere termijn, met Haren, Dendermonde, Vresse en Leopoldsburg, de uitbreiding in Ieper en de FPC's. Als men al die zaken samen bekijkt, mevrouw De Wit, mevrouw Dillen, dan zitten we op termijn toch met 2.000 tot 3.000 extra plaatsen. Als we dat vandaag kunnen realiseren, dan hebben we het probleem echt wel onder controle. Het uitvoeren van zo'n masterplan is echter niet evident. Kijk naar de lijdensweg die men heeft afgeleid om Haren te construeren, met de anarchisten enzovoort. Men mag niet de illusie hebben dat het allemaal zo gemakkelijk is. Ik heb die illusie niet.
Mevrouw De Wit, we zullen inderdaad nooit klaar zijn om die wet helemaal correct te kunnen uitvoeren, nooit, omdat men er dan vanuit gaat dat men eerst alle detentiehuizen bouwt en pas dan de wet in werking laat treden. Als men dat doet, zullen veel mensen zeggen: u hebt bijkomende capaciteit die vrijstaat, gebruik dat eerst voor iets anders. Dat weet men toch ook. Het zal nooit het goede moment zijn, er zal altijd verzet zijn. We zullen die beslissing op een bepaald moment toch moeten nemen.
Dat staat ook bewust in het regeerakkoord. Waarom staat het in het regeerakkoord? Niet omdat we de strafste van de strafste willen zijn, maar omdat we ons penitentiair systeem willen hervormen. Dat is de reden waarom het erin staat. Als er geen corona meer is, ik hoop dat samen met u, dan zullen we die wet uitvoeren. Dan zal er heel veel protest zijn op het terrein. Dat protest zal aangetrokken worden door de heer Bouikili en anderen, ik kan u dat nu al verzekeren, maar het zal nooit het goede moment zijn in ons land zijn om dat te doen. Men moet dus zijn nek durven uitsteken en dat gewoon doen.
We zijn al sinds januari van dit jaar met die detentiehuizen bezig, maar het is een enorm moeilijke strijd. Ik geef dat toe. Vandaag is er immers meer dan ooit verzet tegen het inplanten van gelijk wat, een windmolen, een detentiehuis, een gevangenis. Overal is er verzet.
Soms moet de politiek de moed hebben om punten te verdedigen. Ik hoop dat ik nog een aantal moedige mensen zal vinden. In de plenaire zaal zijn er in elk geval al veel.
Mag er in uw gemeente, in Aartselaar of op andere plaatsen één komen? Be my guest. Dat zou fantastisch zijn.
01.17 Marijke Dillen (VB): Ik ben geen burgemeester, ik ben wel lid van de gemeenteraad.
01.18 Minister Vincent Van Quickenborne: Dien een resolutie in, in Schilde of in Aartselaar. Doe het. Doe het bij u in de Kempen of in Antwerpen. In Antwerpen hebben wij al een gesprek gehad, maar wij zullen zien wat het oplevert.
01.19 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, je tenterai d'être bref car il ne faut pas refaire ici des débats qu'on a déjà eus ou qu'on aura au niveau du Code pénal en ce qui concerne l'application des courtes peines.
Je vous rejoins lorsque vous dites que le dernier recours doit être la prison. Je suis entièrement d'accord avec vous. Il faut aller vers cette politique-là. Mais ici, il s'agit d'autre chose. Il est question de l'entrée en vigueur de la loi relative à l'application des courtes peines. Or, vous avouez vous-même que son application est impossible sur le terrain. Ce n'est pas dû au corona. C'était déjà impossible auparavant et ce le sera encore pour quelques années. En effet, tant que le problème de la surpopulation dans nos prisons subsiste, son application ne sera pas possible.
Quand vous dites que c'est surtout l'opposition qui réagit et qu'il y a une surenchère, pour ma part, je ne dis rien d'autre que ce que j'entends sur le terrain. Citez-moi une chose que j'ai dite et qui est en opposition avec ce que disent les syndicalistes et les directeurs de prison à ce sujet! Il n'y en a pas parce que je ne fais que relayer leurs craintes.
Vous évoquez les maisons de détention. C'est en effet une bonne chose de mettre en place des maisons de détention mais vous savez tout autant que moi que ce ne sera pas suffisant. Celles-ci comptent environ 700 places. Des grèves ont d'ailleurs eu lieu voici quelques semaines à Anvers et à Saint-Gilles notamment pour des raisons de surpopulation. La prison de Saint-Gilles, par exemple, compte 900 détenus alors que sa capacité est d'environ 500 détenus. Cela signifie que, rien qu'à Saint-Gilles, on dépasse déjà la moitié de la capacité des maisons de détention. Cela prouve bien qu'il y a un problème pratique, un problème de surpopulation carcérale dont la Belgique souffre depuis des années. Il est vrai, monsieur le ministre, que vous reprenez un train qui est déjà en route mais, tant qu'on ne règle pas cette question-là, cette loi ne sera pas en accord avec les conditions de terrain.
Monsieur le ministre, c'est comme quand on se rend chez le médecin, si celui-ci ne fait pas le bon diagnostic, il n'administrera pas le bon traitement. Donc, si vous dites que ce report est dû au corona, c'est que vous ne reconnaissez pas que ce report est dû à une situation sur le terrain qui rend l'application de cette loi impossible. Je voulais le préciser et je reste sur ma position à cet égard.
S'agissant de la suppression des articles dont nous avons discuté tout à
l'heure et qui concernent les personnes internées, elle ne mettra pas la
Belgique en règle avec la Cour européenne des droits de l'homme. En effet, des
dizaines et des dizaines d'internés se trouvent actuellement en prison, alors
qu'ils n'y ont pas leur place. Leur bon nombre devrait être zéro. Tant que ce
ne sera pas le cas, nous serons en contradiction avec la Cour européenne des
droits de l'homme. Une telle suppression ne concernera que notre législation,
mais elle restera illégale aux yeux des traités internationaux. Nous devons
donc trouver des solutions pour ces internés. En commission, vous m'avez dit
tout à l'heure que des réponses seraient apportées. Nous y reviendrons pour
prendre connaissance des chiffres tangibles et du calendrier.
En tout cas,
tant qu'il ne sera pas traité sérieusement au moyen d'un plan précis et
chiffré, le double problème des internés et de la surpopulation carcérale
empêchera l'exécution de telles réformes. Pour l'heure, la seule réponse des
maisons de détention reste insuffisante. Vous parlez également de la prison de
Haren. Or, la situation est déjà tellement catastrophique que ces mesures ne
pourront pas y répondre, indépendamment de l'application des courtes peines.
Oui, cela entraîne un impact sur notre justice, parce que les juges essayent de
trouver d'autres moyens pour que les peines soient exécutées. Un travail de
fond doit être mené pour savoir quelle justice et quel mode d'incarcération
nous voulons. On insiste sur la nécessité d'appliquer les courtes peines dans
des prisons dépourvues de toute prise en charge et en manque de personnel pour
créer du lien. Dans notre pays, la réinsertion est quand même catastrophique,
puisque notre taux de récidive est parmi les plus élevés dans l'Union
européenne, à cause de ces mêmes conditions.
Il est question ici d'une conception de la justice en général. Le problème de la surpopulation reste central. À cet égard, soit le report de six mois pourra en entraîner un autre, soit les acteurs de terrain seront toujours confrontés à des situations très difficiles, voire impossibles à gérer. Je voulais juste insister sur ces éléments.
La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2175/15)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2175/15)
Le projet de loi compte 143 articles.
Het wetsontwerp telt 143 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 143 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 143 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
02 Samengevoegde interpellaties van
- Kathleen Depoorter aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "Het falen van de minister van Volksgezondheid" (55000194I)
- Dominiek Sneppe aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "Het falende coronabeleid" (55000199I)
- Sofie Merckx aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De verantwoordelijkheid van minister Vandenbroucke in de COVID-19-crisis" (55000201I)
- Kathleen Depoorter à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "L'échec du ministre de la Santé publique" (55000194I)
- Dominiek Sneppe à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "L'échec de la politique de gestion du coronavirus" (55000199I)
- Sofie Merckx à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La responsabilité du ministre Vandenbroucke dans la crise du Covid-19" (55000201I)
02.01 Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de minister, u bent nu meer dan een jaar minister van Volksgezondheid en moet het land door een crisis leiden die komt en weer gaat en komt en weer gaat. Als wij terugkijken naar de eerste modellen die wij te zien kregen, zagen wij dat corona zich als een accordeon zou kunnen aanbieden. Dat is wat nu blijkt, met golven die op elkaar volgen.
Politiek draaien wij echter in cirkeltjes. Wij gaan niet mee met de accordeon. Er is een aantal verdedigingslinies opgezet, maar dat verliep moeizaam. Wij herinneren ons allemaal de coronablunders van uw voorganger, maar ook bij u was er een trage opstart: een trage opstart van de vaccinatiecampagne, de vergeten handtekening voor vaccins, spuiten die niet op tijd besteld zijn, waardoor wij op onze knieën moesten gaan zitten en de goodwill van bevriende landen nodig hadden om de spuiten toch naar België te kunnen halen en te kunnen vaccineren. Er waren ook de vaccincontracten en het gebrek aan transparantie daaromtrent. Ook bepaalde blijvende functioneringsproblemen van een aantal topambtenaren hebt u niet aangepakt. Dat was echter allemaal voor de zomer. Tot dan bleef u eigenlijk vrij rustig. U had het, ondanks een aantal duidelijke fratsen, onder controle.
De voorbije weken merk ik echter een spanning, mijnheer de minister. Het beheersen van een crisis als deze is uiteraard niet makkelijk, maar het lijkt er toch echt op dat u het niet meer onder controle heeft. U vergeet wetten te verlengen, u bent te laat voor de inschatting van de derde prik, u was helemaal – echt helemaal – niet klaar om de vierde golf op te vangen in onze zorginstellingen. Het valt op dat de federale overheid, met name uw departement Volksgezondheid, een aantal kerntaken niet heeft kunnen uitvoeren in de afgelopen weken. U bent bevoegd minister. Hoe kunt u dat verklaren en hoe ervaart u die verantwoordelijkheid?
In het rapport van de coronacommissaris wordt ook heel duidelijk vermeld dat het voor veel partners in de beheerstrategie niet meer duidelijk is. U verliest duidelijk het overzicht.
Laten wij even terugkeren naar de jongste weken. Op 7 oktober heb ik u hier in de plenaire vergadering geconfronteerd met uw vergetelheid de noodwet te verlengen. Bijgevolg moesten onze vaccinatiecentra verder met de helft van de vaccinatoren werken, want er was geen delegatie van de verpleegkundige taken. U had de voorbereidingen voor de derde prik niet getroffen, ondanks het feit dat de Vlaamse regering daartoe opgeroepen had en ondanks het feit dat ook experts daartoe opgeroepen hadden. Dirk Ramaekers, de voorzitter van de Vaccinatietaskforce, toch een sidekick, had er al in het voorjaar voor gewaarschuwd dat die derde prik uitgerold zou moeten worden. Maar u bent daar niet op ingegaan.
Nu zou u een tekst klaar hebben waarin u die vaccinatoren opnieuw toelaat te vaccineren. Wat is het grote probleem ervan? Het juridische vacuüm. Mijnheer de minister, een zorgverstrekker heeft een medische verantwoordelijkheid. Iedereen die een spuit zet, doet dat met een medische verantwoordelijkheid. Hoe zult u ervoor zorgen dat die mensen, die vrijwillig een andere zorgjob uitvoeren en daarnaast in een vaccinatiecentrum vaccineren, zekerheid hebben, dat zij een juridische back-up hebben, en dat zij gemoedsrust kunnen hebben wanneer zij mensen vaccineren? U weet toch wat medische verantwoordelijkheid is, en hoe ernstig die genomen wordt door de zorgverstrekkers?
Hetzelfde geldt eigenlijk voor een aantal maatregelen inzake het testbeleid. Gisteren hebt u dit aangehaald in de commissie voor Binnenlandse Zaken. U wil testen op evenementen maar in een juridisch kader is nog niet voorzien. Dat is toch morrelen in de marge. Dat is absoluut geen teken van goed beleid.
Over de derde prik hebben wij het al heel vaak gehad. Maar ik wil er nog eens bij blijven stilstaan. U hebt daarstraks gezegd dat u erop wil inzetten en absoluut voor die derde prik wil gaan. Wel, mijnheer de minister, als ik het rapport van de coronacommissaris erop nasla, zie ik dat er vandaag 250.000 prikken per week kunnen worden gezet. U kunt opschalen naar 1 miljoen. In de voorbije weken hebt u uw job dus niet gedaan. Dat opschalen moet dringend gebeuren. Die derde prik kan het verschil maken. Die kan na een week zeker een verschil in de curve maken.
Hoogst opmerkelijk vind ik dat u in die 21 maanden waarin we in deze crisis zitten, niet hebt ingezet op de veerkracht van ons zorgsysteem. We zijn de vierde golf gestart met een handicap, er was een aantal bedden niet beschikbaar. Het stond wel in de sterren geschreven dat in het najaar er opnieuw golven zouden komen. Wat heeft het zorgpersoneel gedaan in de periodes waarin de viruscirculatie wat minder was? Het heeft ingezet op het inhalen van uitgestelde zorg. Vandaag moeten zij opnieuw klaar staan, zonder dat u structurele maatregelen heeft genomen om ervoor te zorgen dat er, bijvoorbeeld, een buddywerking is. Ziekenhuizen hebben daar zelf op ingezet. Ziekenhuizen hebben zichzelf steeds opnieuw heruitgevonden en ervoor gezorgd dat ze meer handen aan het bed zouden kunnen hebben. Ook dit is een aanbeveling die wordt gegeven: zet in op de veerkracht van de zorg, zet in op het schakelen. Zoals elke organisatie die in crisis komt, schakelt, zou ook de zorg moeten schakelen.
Waar u en de federale regering wel heel snel mee waren, was het in voege laten treden van de pandemiewet zodat u het parlementair debat kon omzeilen en maatregelen kon nemen zonder dat daarover nog gediscussieerd moest worden. U heeft aangegeven dat u voorstander bent van parlementair debat, maar als ik uw fractieleider hoor, is dat moeilijk in te schatten. Hij noemt dit politiek palaver. Nochtans is dat parlementair debat en dat draagvlak zeer belangrijk. Dat zou u moeten weten wanneer u communiceert, want dat is de laatste weken pas echt een probleem, het polariserend communiceren over deze coronacrisis. De premier had het over de golf van niet-gevaccineerden, we hadden het citaat over de horecazaken die niet voldoende controleren en geboycot moeten worden en mensen culpabiliseren. Natuurlijk moeten we onze ouderen en kwetsbaren echt wel beschermen, maar de stolp die we op onze samenleving zetten, daarmee moeten we oppassen. We moeten ervoor zorgen dat we verder kunnen blijven werken, naar school gaan en onze economie laten draaien.
Ik verwacht een verbindende minister van Volksgezondheid. Hem ben ik helemaal kwijtgeraakt. De communicatie is problematisch.
Mijnheer de minister, over oplossingsgericht werken hebt u aangegeven dat u virusremmers zal kopen. Niettemin blijft u opnieuw geloven in de Europese joint venture. Ook daarvan hebben wij voorbeelden: mondmaskers die er niet kwamen, de spuiten die er niet kwamen en de vaccins die te laat werden geleverd.
Wij moeten absoluut leren leven met het virus. Dat betekent ook, zoals al is aangehaald, de veerkracht van de zorg.
Uitgerekend vandaag, 21 maanden na de start van de crisis, stelt u dat u administratieve taken wil outsourcen. Dat is een goed plan. Dat is een goed plan dat u in de zomer had kunnen uitwerken en waarop u actief had kunnen inzetten om ervoor te zorgen dat wij vandaag voldoende handen aan het bed zouden hebben.
Mijnheer de minister, ik heb u een twintigtal jaar geleden in een huisartsenpraktijk gezien, die u toen bezocht. Ik nodig u uit dat vandaag nog eens te doen, eens mee te lopen en te voelen wat de zorgverstrekkers de voorbije tijd hebben meegemaakt.
Wanneer u morgen in het Overlegcomité beslissingen neemt, denk daar dan eens aan. Denk er dan aan dat een steeds veranderend beleid geen continue zorg aan onze patiënten kan geven.
02.02 Dominiek Sneppe (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, collega's, de vierde golf werd reeds op het einde van de zomer voorspeld, onder andere door de experts van de regering, en toch komt de derde prik te laat. Men hoeft geen wetenschapper of medicus te zijn om te weten dat het najaar het begin van het virusseizoen is en toch komt de derde prik te laat.
We wisten afgelopen zomer al dat de immuniteit na vaccinatie afneemt en dat onze zorgverstrekker en kwetsbaren die als eersten voor vaccinatie aan de beurt kwamen, tegen het virusseizoen dus niet voldoende beschermd zouden zijn en toch komt de derde prik te laat.
Het testbeleid, dat is nog zo'n ramp. Al maanden vragen wij om meer in te zetten op zelftesten. Geef de mensen hun verantwoordelijkheid terug en integreer de supersnelle testen. Wat is er trouwens gebeurd met de speekseltest? Die zou toch ideaal zijn voor gebruik in bijvoorbeeld scholen. Zeker voor kinderen is die minder ingrijpend dan de ambetante PCR-test.
Ook de huisartsen trokken eind augustus reeds aan de alarmbel dat een dergelijk test- en quarantainebeleid niet vol te houden was. Een voorstel van de huisarts gisteren in De Ochtend was om elke burger tien zelftesten te geven met een duidelijke handleiding en om daarover duidelijk te communiceren. Misschien kunt u het budget van de contacttracing daarvoor gebruiken, want dat werkt nog steeds voor geen meter. Zorg dat de infolijnen bereikbaar zijn, zodat de mensen niet naar hun huisarts hoeven te bellen.
Uw maatregelen zorgen er enerzijds, voor dat mensen elkaar onbewust besmetten en anderzijds, dat een hele groep mensen uitgesloten wordt. Het Corona Safe Ticket is helemaal niet safe, maar geeft een vals gevoel van veiligheid en zorgt net voor meer besmettingen. Ook daarvoor waarschuwden zelfs uw experts afgelopen zomer.
Uw pestmaatregel blijft behouden en daarmee sluit u al wie om allerlei redenen niet gevaccineerd is, uit voor het sociaal leven. U gaat zelfs nog verder en maakt er een CST+ van, een coronapas met test of met mondmasker. Voor wie dat niet in zijn zaak kan implementeren, hebt u nog een derde optie. Zij moeten hun boeltje maar sluiten. Uw CST is zoals uw Zilverfonds destijds, een lege doos.
U bent ook niet verlegen om in de media op te roepen horeca-uitbaters die het CST niet ernstig nemen, te boycotten. Als er nu één venster van uw socialistisch huis nog niet was ingesmeten, dan hebt u dat daarmee wel vakkundig gedaan. Ventilatie zal daar zeker geen probleem zijn.
Uw maatregelen zijn erop gericht om de mensen angst aan te jagen en te pesten. Het blok moest erop, weet u nog wel? Er is geen wetenschappelijk bewijs en dat gaf u zelf ook toe. Er zijn geen extra bedden, en geen extra handen aan het bed. Zorgkundigen moeten het maar stellen met een applaus of, erger nog, straks misschien zelfs met ontslag. Er zijn geen langetermijnmaatregelen, maar telkens ad-hocmaatregelen en telkens te laat.
Trouwens, de extra handen aan het bed zijn ook buiten coronatijden nodig. Dat was al het geval voor de coronapandemie. Ik fris uw geheugen even op met een collage van krantenkoppen. In 2014 lezen we: "Ziekenhuizen vol, operaties uitgestelde; in 2015 luidt het: "Griep zorgt voor volle ziekenhuizen" en in 2016 "Griepgolf treft veel mensen die anders nooit ziek zijn"; in 2017 kopt een krant "Franse ziekenhuizen overbelast door griepepidemie"; en in 2018 lezen we "550.000 Belgen in bed met griep. Ziekenhuizen moeten zich dubbelplooien". Mijnheer de minister, het is een historisch probleem; het is een structureel probleem, dat niet aangepakt werd en wordt.
Wanneer stopt u met maatregelen te nemen waarvan het nut niet bewezen is, zoals het CST?
Wanneer schrapt u maatregelen waarvan bewezen is dat ze een averechts effect hebben, zoals het CST?
Wanneer stopt u met mensen en hele sectoren te culpabiliseren?
Wanneer zult u eindelijk eens nadenken over langetermijnmaatregelen, zowel voor de maatschappij als voor de zorg?
02.03 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, nous y sommes! Nous sommes dans la quatrième vague et demain matin, vous aurez le Comité de concertation. Apparemment, les mesures annoncées sont sévères. On va recommencer avec la politique des robinets: fermer certaines activités, limiter les heures d'ouverture, etc. On ne sait pas exactement. Ce que l'on sait, c'est que nos indépendants vont souffrir.
On se demande ce que nos neuf ministres de la Santé ont fait depuis dix-huit mois de pandémie. Ce n'est pas le nombre de ministres qui manque pour éviter que cela recommence. Qu'avez-vous mis en place pour faire en sorte d'être plus fort pour affronter cette vague? J'ai un grand nombre de questions à ce sujet.
Monsieur le ministre, pourquoi n'y a-t-il pas dans chaque classe de chaque école un détecteur de CO2? Combien cela coûte-t-il? Quatre-vingts euros? Est-ce trop pour nos élèves?
Il y a dix-huit mois, au début de l'épidémie, on avait 2 000 lits en soins intensifs. Aujourd'hui, on n'en a plus que 1 800, en raison d'un manque de bras, parce que les gens tombent malades et en burn-out, et que certains démissionnent car ils n'en peuvent plus. Déjà avant la pandémie, plus de 19 000 infirmières ne travaillaient plus dans le secteur des soins de santé vu les mauvaises conditions de travail. Comment se fait-il qu'au bout de dix-huit mois, on n'ait pas réussi à en attirer dans le secteur, en faisant en sorte, par exemple, de reconnaître le métier d'infirmière comme métier pénible, en rendant les salaires plus attractifs pour tout le monde?
Monsieur le ministre, comment est-il possible que votre employeur ou votre assureur puisse voir votre statut vaccinal en allant sur BRUVAX?
Pourquoi, alors que vous votez ici des mesures très intrusives pour la vie privée, ne règle-t-on pas les conflits d'intérêts à l'Autorité de protection des données avec M. Robben?
Au plus fort de la deuxième vague de la pandémie, 1 700 personnes travaillaient dans les centres d'appel pour établir la recherche des contacts. Comment se fait-il que 700 personnes ont été licenciées et qu'on a dû commencer cette vague avec seulement 1 000 personnes actives? Le nombre de personnes sachant joindre les contacts a donc diminué de 91 à 60 %.
Une personne déclarée positive au covid ou qui doit se mettre en quarantaine a mille questions à poser; elle a un tas d'inquiétudes. Pourquoi dès lors la recherche de contacts continue-t-elle à être aussi bureaucratiquement organisée dans les centres d'appel?
Pourquoi n'a-t-on aucune prise en main des clusters et des recherches des foyers de contamination? Comment se fait-il que les médecins généralistes doivent affronter cette quatrième vague sans aucune aide supplémentaire?
Le gouvernement a fait appel à des bureaux de consultance. Pour ce qui nous concerne, nous médecins généralistes, c'est seuls que nous avons, à nouveau, fait face aux mêmes problèmes administratifs.
Pourquoi les autotests sont-ils aussi chers en Belgique alors qu'ils sont deux fois moins coûteux dans les pays qui nous entourent? Pourquoi faut-il encore attendre un code pour pouvoir être testé, sachant que cela prend des jours et des jours? Pourquoi les gens ne bénéficient-ils toujours pas d'un revenu garanti en cas de quarantaine? Pourquoi faites-vous toujours – excusez le terme – la carpette devant Big Pharma? On sait que si les brevets ne sont pas partagés à travers le monde, nous allons à nouveau devoir faire face aux variants.
Monsieur le ministre, vous nous avez présenté une note de politique générale. Vous y aviez d'abord écrit – c'est un scandale – qu'on avait vaincu le virus, que le virus était derrière nous. Et une semaine plus tard, vous vous êtes empressé de modifier le texte. Vous avez proposé de démanteler le commissariat corona. Vous avez dit que vous alliez commencer à travailler au plan de ventilation en 2022. À chaque fois qu'une vague diminue, on arrête tout, on licencie, on réduit le nombre des centres de tests. Au lieu d'investir dans la prévention, on démantèle tout. C'est un scandale!
Monsieur le ministre, quand allez-vous tirer les vraies leçons de cette crise? Quand allez-vous investir dans la prévention et mettre en place une politique préventive efficace?
Il ne faut pas réduire la digue quand la marée est basse. Il faut qu'elle reste telle qu'elle est.
02.04 Minister Frank Vandenbroucke: Ik vind het niet gemakkelijk om op deze interpellaties te antwoorden. Ik heb mevrouw Sneppe gehoord die eigenlijk in niks gelooft. Het CST werkt niet, in de vaccins gelooft u niet en ook niet in de genomen maatregelen. Tja, mevrouw Sneppe…
Gisteren heeft uw partijgenoot, Dries Van Langenhove, nog gezegd dat Brazilië nog niet zo slecht was. Ik zei hem: "Ah, Brazilië, niet zo slecht?" Toen krabbelde hij onmiddellijk terug. In het model van Brazilië laat je het virus branden en als het uitgebrand is, zijn er inderdaad geen besmettingen meer, alleen maar stapels lijken.
Ik merkte gisteren dat dit dus blijkbaar het recept was van uw fractie,maar toen bleek het dat toch niet te zijn. Kom hier dan maar eens uitleggen wat u zou doen. Welke maatregelen zou u nemen? Stel dat u de absolute meerderheid hebt in Vlaanderen, en Vlaanderen is onafhankelijk, wat zou het Vlaams Belang dan doen in het belang van de Vlamingen? Wat zou u doen tegen het virus? U loopt er gewoon van weg. In alle eerlijkheid, het is moeilijk om met u te discussiëren.
Ook met mevrouw Merckx vind ik dat voor deze interpellatie moeilijk. Mevrouw Merckx, u hebt een lange waslijst van problemen gegeven. De contacttracing werkt niet goed, een kwakkelend BRUVAX, in de scholen zijn de CO2-meters te laat gekomen… U kent mijn standpunt toch over die CO2-meters? Ik pleit al een half jaar voor CO2-meters in alle klassen.
U begrijpt toch dat u van mij niet kan verlangen dat ik in plaats van de regionale ministers die de contracttracing organiseren, inga op de details van wat daar misloopt. Ik kan wel zeggen dat bijvoorbeeld mijn collega Wouter Beke tijdig heeft ingegrepen om opnieuw mensen aan te werven voor de contactopsporing op grote schaal. De realiteit is dat hij dat niet zo gemakkelijk krijgt ingevuld.
Ik weet eigenlijk niet goed wat ik Wouter Beke hier in zijn afwezigheid zou moeten verwijten. Ik moet daar zelfs niet op ingaan. Ik zou het echter wel unfair vinden om hier zomaar te laten passeren dat hij van niets weet en niets doet.
Wat ik wel wil zeggen, is dat men zelfs met de beste contacttracing onmogelijk kan volgen bij deze viruscirculatie. Als men, zoals blijkt uit de voorlopige cijfers die we krijgen voor de laatste nog niet definitieve dag, 25.000 besmettingen op één dag heeft in een land dat zo klein is als België, en men moet zich bij al die besmettingen de vraag stellen met wie die mensen in contact zijn geweest, dan komt men in de problemen, zelfs met de beste contacttracing en de best georganiseerde testcapaciteit.
Overigens, herinner u dat twee à drie weken geleden mensen van de oppositie in dit halfrond grote interpellaties hebben gehouden over de grote testcapaciteit. Ik zei toen nog dat men zo'n testcapaciteit klaar moet hebben staan en dat dit geld kost. Ik kreeg toen zware kritiek omdat ik die testcapaciteit klaar had staan en omdat ze toch zoveel geld kostte! Dat was zogezegd heel fout en veel te duur. Ik zei nog dat we gingen proberen ze goedkoper te maken. Nu blijkt echter dat het nodig was om ze klaar te hebben.
Ik kom dus terug tot de grond van de zaak, mevrouw Merckx. Wij moeten heel moeilijke maatregelen nemen om de circulatie van het virus te verminderen. Daarna kunnen we proberen om onze contactopsporing terug goed georganiseerd te krijgen.
Daarmee heb ik niet gezegd dat alles perfect was. Wat ik gezegd heb is dat het echte debat waar Vlamingen, Walen en Brusselaars duidelijkheid in moeten krijgen, gaat over wat men moet doen wanneer het huis in brand staat. Moet men dan zeggen "Laat maar branden", zoals Bolsonaro of Dries Van Langenhove, of een grote discussie beginnen over meer investeringen in de zorg? Of moet men dan de volgende dag maatregelen nemen om die brand te blussen? Laat ons niet weglopen van de discussie over de maatregelen die genomen moeten worden om de brand te blussen.
Voor de testing gaan we nog bijkomende voorstellen doen om de huisartsen te ontlasten, want dit gaat inderdaad niet meer voor hen. We zullen voorstellen indienen in de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid en morgenvroeg in het Overlegcomité om inzake testing alle mogelijke maatregelen te nemen waardoor mensen die mogelijks besmet zijn en zich moeten laten testen niet meer bij de huisarts langs moeten gaan.
We hebben al een aantal van die zaken ontwikkeld. Ze kwamen al in de media. Ik denk bijvoorbeeld aan het feit dat iemand die denkt ziek te zijn helemaal geen beroep meer moet doen op de huisarts om de test te krijgen en om een ziekteattest te krijgen voor de werkgever. Als iemand een hoogrisicocontact heeft, kan iemand zelf een testcode krijgen. Dergelijke zaken moeten kunnen zonder de huisarts lastig te vallen.
We moeten er ook voor zorgen dat we de testcentra versterken. Dergelijke zaken moeten gebeuren. De grond van de zaak is dat er te veel virus is. Domus Medica en de huisartsen hebben gelijk om de regeerders op te roepen om iets te doen aan de circulatie van het virus.
Dat brengt mij tot uw interpellatie, mevrouw Depoorter. U hebt gezegd dat we niet te veel mogen polariseren. Ik ben het daarmee eens. Soms heb ik ook een beetje te veel adrenaline. U zegt dat ik niet te veel mag polariseren, en dan houdt u een betoog waarin u zegt dat de federale regering alles verkeerd heeft gedaan. Alles wat mis is, komt door de federale regering. Ik doe mijn best om wat wij goed en slecht doen in goed overleg samen met mijn collega's in de deelregeringen te doen.
Ik zou het nu kunnen hebben over het aantal boosters in Vlaanderen en Wallonië, maar ik ga dat spelletje niet spelen. We moeten in de drie regio's het geven van de boostervaccins versnellen. Wij hebben tot nu toe met de regio's samen beslissingen genomen. In augustus hebben we al beslissingen genomen over het boostervaccin. In september hebben we samen beslissingen genomen over het boostervaccin, onder meer om alle 65-plussers te vaccineren. Een beetje later hebben we ook beslist om het zorgpersoneel te vaccineren. Dan hebben we beslist om iedereen een booster te geven, omdat we denken dat dit nuttig is op dit moment. Zaterdag zullen we een plan op punt stellen om in alle regio's iedereen dat boostervaccin zo snel mogelijk te geven. Het gaat om beslissingen genomen samen met de collega's, dus niet de federale regering tegen de rest. Opmerkingen in die zin vind ik een beetje vreemd.
Over de noodwet en de juridische verantwoordelijkheid hebben we al diepgaand gedebatteerd. Ik stel voor dat we dat debat heropenen wanneer ik het ontwerp in de Kamer voorleg. Ik ben namelijk, zoals het hoort, onmiddellijk aan het ontwerp beginnen te werken op verzoek van de regio's, aangezien de regio's daarop aangedrongen hebben in antwoord op mijn vraag wat er nodig is.
Mevrouw Depoorter, het enige polariserende wat ik daarover nog kwijt wil, is dat ik het wat vreemd vind wat er hier allemaal gezegd werd, gelet op het feit dat u twee weken geleden in onze discussie in de plenaire vergadering de problematiek van de viruscirculatie in Vlaanderen nog ontkende. Het probleem, zo stelde u toen, waren de Brusselaars en de Walen. Van op de ministerbank heb ik u toen gevraagd daarmee op te houden, aangezien het aantal besmettingen in Vlaanderen toen, twee weken geleden, met 99 % was toegenomen, meer dan in Brussel en in Wallonië. Maar neen, neen, dat kon niet, dat mocht niet gezegd worden. Misschien moet u dus ook even de hand in eigen boezem steken.
Mij interesseert het antwoord op de vraag wat u zult doen om de boodschap bij de bevolking te krijgen dat we beschermende maatregelen moeten nemen, dat we moeten blijven geloven in de vaccins en eveneens op het juiste moment aan iedereen een boostervaccin moeten geven en dat we moeten ingrijpen in alle sectoren, in het uitgaansleven, in het onderwijs, misschien ook in het winkelen. In alle sectoren moet het net iets veiliger, maar dat vergt in sommige sectoren moeilijke en belangrijke ingrepen. Mevrouw Depoorter, zult u, zoals uw partijgenoot Jan Jambon, dat collegiaal mee verdedigen en samen voor die aanpak zorgen, over de grenzen van meerderheid en oppositie? Of denkt u dat u het hier kunt uitleggen door alles van België verkeerd te noemen en alles wat niet-Belgisch is als goed te bestempelen? Dat is toch zo futiel.
Als u dat wilt, wil ik u meer details geven over het boostervaccin. De essentie is dat wij er 1.250.000 hebben gezet, dat wij alle beslissingen samen hebben genomen en dat wij zaterdag een volledig plan van uitrol zullen hebben, waarbij wij aan de regio's vragen om er zo snel mogelijk voor te zorgen dat iedereen die extra superbescherming heeft.
Aan de vooravond van weer eens een vergadering van het Overlegcomité wil ik eigenlijk niet oproepen tot volstrekte eensgezindheid – het is heel goed dat men zegt dat de ene maatregel beter zou zijn dan de andere –, maar wel om samen na te denken over wat wij moeten doen om de mensen te beschermen, om de viruscirculatie tegen te houden en om echt te doen wat Domus Medica en de huisartsen in Vlaanderen vragen, namelijk de viruscirculatie remmen en sterke maatregelen nemen, zonder taboes. Daar moeten wij een antwoord op geven in plaats van hier een spel te spelen waarin België slecht is en de rest goed is. Dat heeft toch allemaal niet veel zin, mevrouw Depoorter.
Ik hoop dat wij morgen eensgezind, over de grenzen van meerderheid en oppositie heen, over verschillende ideologieën heen, over verschillende belangen heen, samen kunnen doen wat de bevolking vraagt, namelijk krachtige maatregelen nemen tegen de alsmaar verder oprukkende besmettingen. Als wij dat niet doen, is contactopsporing immers niet mogelijk, is testing niet mogelijk, is huisartsengeneeskunde niet mogelijk en dan zullen de ziekenhuizen alsmaar meer in moeilijkheden komen. Daar roep ik toe op.
02.05 Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de minister, spelletjes spelen wij allemaal graag. Ik heb de indruk dat u zeer graag verstoppertje speelt. Dat moet een van uw favoriete spelletjes geweest zijn in uw jeugd en ik heb de indruk dat u het nog altijd doet, uzelf verstoppen en uw verantwoordelijkheid niet opnemen.
U moet toch voorkomen dat u een minister wordt van foute uitspraken, van valse beloften en van halve maatregelen. Flipflop Frank.
U had het over polariserende uitspraken. Maar, mijnheer de minister, u hebt het fout. Wij hebben het niet over polariserende politieke uitspraken. Hoe verklaart u dat u de bevolking tegen elkaar opzet? Hoe verklaart u dat u oproept horecazaken die volgens u niet voldoende zouden controleren, te boycotten? Is dat de duidelijke, verbindende communicatie die van een staatsman verwacht wordt? Ik meen het niet.
U hebt het gehad over de beslissingen die genomen zijn in september. Maar u vertelde daarbij niet wat u niet hebt beslist in september, met name de derde prik voor de zorgverstrekkers, waarvoor er een duidelijke oproep was. U had het verschil kunnen maken. Ik heb u vanmiddag een tabel getoond. Ik kan die nog eens tonen. Volgens de studie van The Lancet is er ongeveer 7 dagen na die prik een significante daling van de kans op een ernstige ziekte voor de zorgverstrekkers. Dat is uw verantwoordelijkheid. U stopt u weg achter uw beslissing en achter uw verantwoordelijkheid.
Over de viruscirculatie hebben wij een discussie gehad. Het allerbelangrijkste, veel meer dan communiceren over ziekte, is de bezetting van de dienst Intensieve Zorgen van het ziekenhuis. Het is veel belangrijker ervoor te zorgen dat de patiënten op die afdelingen kunnen worden behandeld. U hebt daar niks maar dan ook niks aan gedaan. U hebt geen actie ondernomen.
U vraagt mij wat ik zou doen. Wat zou ik hebben gedaan? Ik zou vroeger hebben beslist om de derde prik aan de zorgverstrekkers te geven. Mijnheer de minister, ik zou nu de opschaling beslissen tot het zetten van een miljoen derde prikken per week vanaf nu tot het einde van het jaar. Wie wil, zou dan de derde prik kunnen krijgen.
U stelt over de wetgeving inzake de vaccinatoren dat u met de tekst komt, dat er geen juridisch vacuüm is en dat daarover geen zorgen moeten worden gemaakt. Wat zal u concreet doen voor de zorgverstrekker die wordt geconfronteerd met een medisch ongeval? U geeft geen antwoord. U hebt niet gesproken over de zorgbuddy's. U hebt zelfs niet aangegeven in uw antwoord dat u van plan bent iets te doen daarmee.
Als wij het hebben over samenwerken en de lessen die wij van u moeten ontvangen inzake samenwerken, zou ik nog een vraag willen stellen. Mijnheer de minister, waar was u in september 2021, toen onze minister-president, Jan Jambon, vroeg om samen te werken en de derde prik voor te bereiden? Waar was u? Waar was uw collegialiteit?
Toen ik u in de commissie confronteerde met de beslissing van de Vlaamse regering, om in te zetten op de derde prik, viel u uit de lucht en antwoordde u onmiddellijk dat er nog geen wetenschappelijke evidentie voor was en dat zulks nog moest worden bekeken. U hebt lang gekeken en er op die manier voor gezorgd dat wij nu in de situatie zitten waarin wij zitten. Dat is uw verantwoordelijkheid en u ontloopt ze. Dat is bijzonder maar dan ook bijzonder jammer voor een minister van Volksgezondheid in volle crisis.
Mijnheer de minister, ik kom nog even terug op de polariserende uitspraken en de paniekzaaierij en op een gemiste boosterprik. Respect voor de zorg hebt u wel met woorden maar niet met daden. U lost een rijzend probleem niet op. Het voorstel over de zorgbuddy's wordt gewoon niet meegenomen. Voor de virusremmers wil u wachten op Europa. Mijnheer de minister, ik zeg u dit als zorgverstrekker, als partner van een zorgverstrekker en als lokale bestuurder. Het is uw taak om u te herpakken en het beleid ter zake grondig te voeren.
02.06 Dominiek Sneppe (VB): Mijnheer de minister, het wordt steeds duidelijker dat u als een zwalpend schip deze coronacrisis probeert te overleven. Uw maatregelen getuigen van weinig respect voor onze mensen en hebben een hoog Comical Ali-gehalte. Voor het Vlaams Belang is het duidelijk: met u aan het roer zal ons schip blijven zwalpen van de ene piek naar de andere. Misschien kunt u beginnen met onze vragen in de commissie te beantwoorden. U zou er nog iets uit kunnen leren. U zet ons graag weg als anti-vaxers, daarnet deed u het weer. Het Vlaams Belang is echter voor vaccinatie, maar enkel tegen verplichte vaccinatie. Vaccineer onze kwetsbaren! Waar is die derde prik? Mijn vader van 81 zit nog te wachten. Het zou u sieren te luisteren en, inderdaad, onze vragen te beantwoorden, in plaats van elke kritische stem weg te zetten als anti-vaxer.
Zorg voor maatregelen die mensen niet tegen elkaar opzetten, maar verbinden en verenigen. Gebruik de vaccins om onze kwetsbaren te beschermen, niet om paniek en verdeeldheid te zaaien. Stop met angst en paniek te zaaien. Hoe lang vragen we dat al niet! Niet enkel wij vragen dat, vanuit de zorg wordt gesmeekt om eindelijk werk te maken van structurele hervormingen. Vanuit de horeca wordt gesmeekt om werkkrachten, in de plaats van het culpabiliseren en boycotten van de sector. Ook de gewone burger is het beu om steeds met de vinger te worden gewezen. Gisteren ging het vingertje nog in de lucht: pas op, volg de maatregelen goed op, of we gaan in lockdown. Dus als men de maatregelen niet opvolgt, is het onze schuld dat wij in een lockdown zitten. Nee, mijnheer de minister, niet de zorg, niet de horeca, niet onze kinderen en jongeren, niet de gewone, werkende mens is schuldig aan deze vierde golf, maar u, die geen tegenspraak duldt, u die net als het orkest van de Titanic hetzelfde deuntje blijft spelen, ondanks dat het schip vergaat.
U weigert onze vragen te beantwoorden. U zet mensen tegen elkaar op. U liegt en u bedriegt. U, die zonder mandaat van de kiezer zich wel keizer waant. Dit willen wij stoppen. Dit moet stoppen. Het zou beter zijn voor ieders gezondheid dat u ermee stopt. Ik heb dan ook een motie van wantrouwen voor u, mijnheer de minister. Wij eisen uw ontslag.
02.07 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, uw antwoord stelt mij niet gerust. Er zullen maatregelen worden genomen. We verstrengen, versoepelen, verstrengen, versoepelen. Wanneer geraken we daar nu uit? De enige oplossing die naar voren wordt geschoven, is vaccinatie met derde prik. Wanneer komt de echte injectie die we nodig hebben, de echte preventieve maatregel?
Volgens u kan contactonderzoek niet gevolgd worden met 25.000 infecties. De vraag is natuurlijk waarom er 700 mensen van het contactonderzoek weggenomen zijn. Waarom zijn die mensen niet ingezet in het brononderzoek of clusteronderzoek? U moet u niet wegsteken achter de staatshervormingen, u hebt ze zelf goedgekeurd. U moet niet zeggen dat de heer Beke dat had moeten doen. Ik wil weten waarom dat niet is gebeurd en waarom er telkens zaken worden afgebouwd als het iets beter gaat.
U kondigt ook enkele maatregelen aan om de huisartsen te ondersteunen. Om de huisartsen te ontlasten en het contactonderzoek te verbeteren, zullen er meer sms'en worden gestuurd. Dan kunnen mensen zelf een Exceltabel invullen om hun contacten in te geven. Dat is geen oplossing. Een epidemie bestrijd je niet met sms'en en Exceltabellen. Voor elke sms die u stuurt naar de mensen krijgt een huisarts een extra telefoontje omdat de mensen niet weten wat ze moeten doen, omdat ze geen antwoord hebben op hun vragen. Wanneer zal u investeren in mensen en de eerste lijn versterken met mensen? Wanneer verandert u het contactonderzoek van een bureaucratisch, repressief ding naar een humaan iets dat de mensen echt ondersteunt?
Een epidemie bestrijdt men met empathie en niet enkel met repressie en boetes op het terrein. Dat doen wij met Geneeskunde voor het Volk. Bijvoorbeeld in het kader van de vaccinatiecampagne hebben wij, met eigen middelen, de patiënten opgebeld die van de regering een brief hadden gekregen dat zij zich moesten laten vaccineren. Wie heeft er naar die mensen geluisterd en gevraagd waarom zij zich niet wilden laten vaccineren, welke twijfels zij hadden? Voor de meeste van onze patiënten die wij belden, was dat de eerste keer dat zij iemand van de gezondheidszorg aan de lijn hadden en die luisterde naar hun angsten en naar wat zij van vaccinatie vinden. Dat is de weg die we moeten inslaan.
PVDA zal blijven opkomen voor al die structurele investeringen waarover ik het heb. We zullen onder andere blijven opkomen voor loonbehoud in geval van quarantaine. Morgen zal worden aangekondigd dat de mensen waarschijnlijk langer in quarantaine zullen moeten gaan, ook de gevaccineerden, maar wie zal hun salaris betalen? Als poetsvrouwen, buschauffeurs of winkelbedienden maar 1.200 euro verdienen en 30 % van hun loon verliezen, dan kunnen zij dat niet volhouden. Zelfs de GEMS heeft in haar adviezen gepleit voor loonbehoud in geval van quarantaine.
Wij zullen het personeel in de zorgsector verder blijven ondersteunen. Dat personeel komt vandaag nog altijd op voor extra investeringen. Het is niet genoeg. Het verpleegkundige beroep moet echt attractiever worden gemaakt en er moet meer geld gaan naar de ziekenhuizen en vooral naar het personeel.
We zullen ook blijven ijveren voor het opheffen van de patenten. Daarover hebt u ook niets gezegd. Als we dat niet oplossen en er niet wereldwijd voor zorgen dat iedereen op zijn minst twee prikken krijgt, dan heeft het geen zin om de mensen hier drie, vier of vijf prikken te geven, want dan zal het virus blijven terugkomen.
We zullen ook blijven opkomen voor respect voor de privacy van de mensen en dat daar echt werk van gemaakt wordt. En verder moet er geïnvesteerd worden in preventie, in menselijke preventie, testing, tracing en opsporing van infecties.
De voorzitster:Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion, les motions suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Kathleen Depoorter en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van de dames Kathleen Depoorter,
Dominiek Sneppe en Sofie Merckx
en het
antwoord van de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid,
- gelet
op de te late uitrol van de toediening van de derde dosis van de
COVID-19-vaccins, zowel wat het zorgpersoneel en de risicogroepen betreft als
wat de brede bevolking betreft, ondanks de herhaaldelijke vraag daartoe vanwege
de Vlaamse regering en de N-VA fractie in het bijzonder;
- gelet
op de recente polariserende communicatie in de media en in de Kamer van de
premier alsook van de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, de negatieve impact daarvan op de verdere vaccinatiecampagne
en de nood om niet-gevaccineerden primair te overhalen met inhoudelijke
argumenten en maatregelen in plaats van hen aan de publieke schandpaal te
nagelen, hetgeen contraproductief kan werken;
- gelet
op het tot nader order nog steeds niet geremedieerde juridisch vacuüm t.a.v. de
vele vrijwilligers (met een medisch profiel) in de vaccinatiecentra dat
bewerkstelligd werd door het niet tijdig verlengen van de wet van
6 november 2020 om toe te staan dat in het kader van de
coronavirus-COVID-19-epidemie verpleegkundige activiteiten worden uitgeoefend
door personen die wettelijk daartoe niet bevoegd zijn, waardoor vele
vrijwilligers in de vaccinatiecentra (tijdelijk) in onzekerheid terecht zijn
gekomen en hun aansprakelijkheid op het spel zetten terwijl zij zich tomeloos
blijven inzetten om de COVID-19-crisis aan te pakken;
- gelet
op het gebrek aan de verlenging van de regelgeving inzake de zogenaamde
zorgbuddy's, te weten helpende handen zonder diploma in de zorg die na een
opleiding via een beperkt aantal handelingen de verpleegkundigen (tijdelijk)
kunnen bijstaan in de zorg voor de patiënt (het betreft allerlei
niet-zorgkundige taken, zoals maaltijden uitdelen, bedden verschonen, patiënten
via een tablet contact helpen opnemen met hun familie, een praatje slaan met
patiënten en de krant voorlezen, etc.), waardoor de ziekenhuizen zich tijdens
de vierde golf niet meer op de zorgbuddy's beroepen, terwijl er een acute nood
is aan helpende handen;
- gelet
op het belang van de naleving van de beginselen van behoorlijk bestuur en het
waarborgen van de rechtszekerheid;
- gelet
op de nood aan respect voor de inzet en dus de juridische bescherming van de
vele vrijwilligers die het zorgpersoneel tijdens deze gezondheidscrisis hebben
ondersteund en er dus mee toe hebben bijgedragen dat ons gezondheidszorgsysteem
niet kapseisde;
- gelet
op de nood aan respect voor het zorgpersoneel en het gegeven dat alles in het werk
gesteld dient te worden om hun werk zo veel als mogelijk te verlichten en hen
maximaal te ondersteunen, gelet op hun niet aflatende inzet;
- gezien
de massale uitval van het uitgeputte zorgpersoneel samenhangend met de
psychische, mentale en fysieke ontberingen die zij op grote schaal hebben
meegemaakt tijdens deze crisis;
- gelet
op de interne twisten en tegenspraak tussen en binnen de regering(spartijen)
inzake de draagwijdte van de vaccinatieplicht van het (zorg)personeel (in de
zorginstellingen) en het al of niet bewerkstelligen van een algemene
vaccinatieplicht en de onzekerheid en het wantrouwen die dit tot gevolg heeft
bij de bevolking;
- overwegende
de ondermijning van het maatschappelijke draagvlak voor de maatregelen met het
oog op de aanpak van de COVID-19-crisis die bewerkstelligd wordt door het
voormelde wanbeleid en de misplaatste communicatie van deze regering(spartijen)
m.b.t. de aanpak van de COVID-19-crisis;
- overwegende
de nood aan blijvende aandacht voor de maximalisering van het draagvlak alsook
van het mentaal welzijn van de bevolking;
vraagt de
regering
- er
zorg voor te dragen dat de communicatie van de regering en haar ministers in
het algemeen, en die van de premier en van de vice-eersteminister en minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid in het bijzonder, steeds constructief is
en de polarisatie van de samenleving en stigmatisering van bevolkingsgroepen
vermijdt;
- er
zorg voor te dragen dat boosterprikken/herhalingsdosissen steeds zo snel als
mogelijk en op het meest aangewezen moment uitgerold kunnen worden, door
nauwgezet de wetenschappelijke evidentie en resultaten in andere landen, waar
men eerder over is gegaan tot de inzet van boosterprikken, te monitoren alsook
door signalen uit de deelstaten serieus te nemen en hierop te anticiperen;
- er
over te waken dat ons land zo snel mogelijk over voldoende en adequate
virusremmers beschikt, in het bijzonder rekening houdend met de laatste
ontwikkelingen en innovaties ter zake;
- er
steeds over te waken dat er voldoende ondersteuning is voor het zorgpersoneel,
niet in het minst via al dan niet tijdelijke helpende handen in de vorm van
zorgbuddy's in de zorginstellingen en vrijwilligers in de vaccinatie- en
testcentra, en dat de faciliterende regelgeving ter zake steeds nauwgezet wordt
opgevolgd en waar nodig tijdig wordt verlengd, opdat er geen juridische vacuüms
meer ontstaan, met alle gevolgen van dien voor de broodnodige ondersteuning van
ons zorgsysteem en onze zorgverleners;
- erover
te waken dat er binnen de regering en de overheidsdiensten steeds voldoende
respect is voor het zorgpersoneel, de vele vrijwilligers en het draagvlak van
de maatregelen bij de bevolking;
- bij
haar coronabeleid steeds te waken over de naleving van de beginselen van
behoorlijk bestuur en de waarborging van de rechtszekerheid;
- meer
in te zetten op gesprekken van niet-gevaccineerden met medische professionals
met betrekking tot de vaccins, de samenstelling, het nut en de eventuele
bijwerkingen ervan, rekening houdend met de overbelasting van de huisartsen en
de zorg in het algemeen."
Une première motion de recommandation a été déposée par Mme Kathleen Depoorter et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mmes Kathleen Depoorter, Dominiek Sneppe et Sofie Merckx
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
- vu le déploiement trop tardif du dispositif visant à administrer une troisième dose de vaccin anti-covid-19 tant au personnel de soins et aux groupes à risque qu'au reste de la population, en dépit des demandes répétées du gouvernement flamand et du groupe N VA en particulier;
- vu la communication clivante récemment diffusée par le premier ministre et le vice-premier ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique dans les médias et à la Chambre, l'influence négative de ces propos sur la suite de la campagne de vaccination et la nécessité de convaincre avant tout les non-vaccinés par des mesures et des arguments de fond plutôt que de les clouer au pilori, une stratégie qui pourrait être contreproductive;
- vu le vide juridique, toujours actuel, auquel sont confrontés les nombreux volontaires (ayant un profil médical) actifs dans les centres de vaccination, vide juridique créé par l'absence de prorogation en temps utile de la loi du 6 novembre 2020 en vue d'autoriser des personnes non légalement qualifiées à exercer, dans le cadre de l'épidémie de coronavirus covid-19, des activités relevant de l'art infirmier, et qui a eu pour effet que de nombreux volontaires des centres de vaccination ont été (temporairement) dans l'incertitude et ont dû mettre en jeu leur responsabilité alors qu'ils continuent à s'investir sans relâche dans la lutte contre la crise du covid-19;
- vu l'absence de prorogation de la réglementation relative aux "buddies", c'est-à-dire aux aides sans diplôme dans les soins de santé qui, après une formation, peuvent seconder (temporairement) les infirmiers en accomplissant un nombre limité de tâches dans le cadre des soins aux patients (toutes sortes de tâches non médicales telles que distribuer les repas, changer les draps, aider les patients à prendre contact avec leur famille au moyen d'une tablette, bavarder avec les patients et leur lire le journal, etc.), une situation qui signifie que les hôpitaux ne pourront plus faire appel à ces aides durant la quatrième vague, en dépit du besoin aigu de petites mains;
- vu l'importance de respecter les principes de bonne gouvernance et de garantir la sécurité juridique;
- vu la nécessité de faire preuve de respect vis-à-vis de l'engagement des nombreux volontaires qui ont secondé le personnel soignant durant cette crise sanitaire et qui ont ainsi contribué à éviter l'effondrement de notre système de soins de santé, et vu l'importance, dès lors, d'offrir une protection juridique à ces volontaires;
- vu la nécessité de faire preuve de respect vis-à-vis du personnel soignant et de tout mettre en œuvre pour alléger le plus possible leur travail et les soutenir au maximum étant donné leur engagement incessant;
- vu les défections massives au sein d'un personnel soignant épuisé, liées aux souffrances psychiques, mentales et physiques auxquelles il a été confronté à grande échelle durant cette crise;
- vu les querelles internes et les contradictions au sein du gouvernement ou entre les partis qui le composent quant à la portée de l'obligation vaccinale du personnel (soignant) (dans les institutions de soins) et à l'instauration ou non d'une obligation vaccinale générale, et les incertitudes et la méfiance qu'entraînent ces comportements parmi la population;
- vu l'affaiblissement de l'adhésion des citoyens vis-à-vis des mesures de lutte contre la crise du covid-19, induit par la gestion désastreuse évoquée plus haut et par la communication déplacée diffusée par ce gouvernement et les partis qui le composent en ce qui concerne la lutte contre la crise sanitaire;
- vu le besoin de veiller en permanence à maximiser l'adhésion ainsi que le bien-être mental de la population;
demande au gouvernement
- de veiller à ce que sa communication, ainsi que celle de ses ministres en général et du vice-premier ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique en particulier, soient toujours constructives et évitent de cliver la société et de stigmatiser certains groupes de population;
- de veiller à ce que les doses de rappel puissent toujours être disponibles aussi rapidement que possible et au moment le plus opportun, en observant minutieusement la réalité scientifique et les résultats dans d'autres pays qui ont décidé plus rapidement d'administrer une dose de rappel, en prenant au sérieux les signaux émanant des entités fédérées et en faisant preuve d'anticipation à cet égard;
- de veiller à ce que notre pays dispose aussi rapidement que possible d'une quantité suffisante d'antiviraux adéquats, en particulier compte tenu des derniers développements et innovations en la matière;
- de toujours veiller à ce que le personnel soignant bénéficie d'un appui suffisant, en particulier par le recours à des aides, temporaires ou non, sous la forme de "buddies" dans les établissements de soins et de volontaires dans les centres de vaccination et de dépistage, et à ce que la réglementation en la matière fasse toujours l'objet d'un suivi précis et soit, le cas échéant, prolongée en temps utile, pour que plus aucun vide juridique ne puisse voir le jour, avec toutes les conséquences qui en découlent dans le cadre du soutien, pourtant essentiel, à notre système de soins de santé et à nos prestataires de soins,
- de toujours veiller suffisamment, au même titre que les services publics, au respect du personnel soignant et des nombreux volontaires, et à l'adhésion des citoyens aux mesures;
- de toujours veiller, dans sa politique de lutte contre la pandémie, à respecter les principes de bonne gouvernance et à garantir la sécurité juridique;
- de miser davantage sur le dialogue entre les non-vaccinés et les professionnels du monde médical au sujet des vaccins, de leur composition, de leur utilité et de leurs éventuels effets secondaires, en tenant compte de la surcharge de travail des médecins généralistes et du secteur des soins de santé en général."
Een motie van wantrouwen werd ingediend door de dames Dominiek Sneppe en Barbara Pas en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van de dames Kathleen Depoorter,
Dominiek Sneppe en Sofie Merckx
en het
antwoord van de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid,
- gelet
op de vele oproepen uit de zorgsector voor structurele maatregelen in de zorg;
- gelet
op de polariserende uitspraken van de minister in de media;
- gelet
op de vele tienduizenden ontevreden burgers op de protestmars tegen het CST;
- gelet
op de vele en aanhoudende blunders in het coronabeleid;
ontneemt
het vertrouwen aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid."
Une motion de méfiance a été déposée par Mmes Dominiek Sneppe et Barbara Pas et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mmes Kathleen Depoorter, Dominiek Sneppe et Sofie Merckx
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
- compte tenu des nombreux appels lancés par le secteur des soins en vue de mesures structurelles dans les soins de santé;
- compte tenu des déclarations polarisantes effectuées par le ministre dans les médias;
- compte tenu des plusieurs dizaines de milliers de citoyens mécontents qui ont participé à la marche de protestation contre le CST;
- compte tenu des nombreuses et incessantes bévues commises dans le cadre de la gestion de la crise sanitaire;
retire sa confiance au vice-premier ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Sofie Merckx en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van de dames Kathleen Depoorter,
Dominiek Sneppe en Sofie Merckx
en het
antwoord van de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid,
- overwegende
dat de vierde golf van de COVID-19-pandemie een feit is dat de gezondheidszorg
in ons land onder aanzienlijke druk zet;
- overwegende
dat het zorgpersoneel uitgeput is en het moraal laag is door de nieuwe
overbelasting van het zorgsysteem en de bedreiging het niet-gevaccineerde
zorgpersoneel te ontslaan;
- overwegende
dat de huisartsen overbelast zijn door de vele vragen en onzekerheden bij de
burgers;
- overwegende
dat de laboratoria steeds grotere moeilijkheden ondervinden met het verwerken
van de vele testen voor COVID-19;
- overwegende
dat de contacttracers er niet slagen alle bevestigde positieve gevallen te
contacteren waardoor het niet lukt besmettingsketens te breken;
- overwegende
dat mensen nog steeds loonverlies lijden wanneer ze in quarantaine moeten;
- overwegende
dat degelijke ventilatie belangrijk is in het voorkomen van besmettingen;
vraagt de
regering
- om
werk te maken van de herwaardering van het gehele zorgpersoneel in plaats van
te dreigen met ontslagen;
- om
de eerste lijn van ons gezondheidszorgsysteem structureel te versterken;
- om
de testcapaciteit op te drijven en testen goedkoper en gemakkelijker ter
beschikking van de bevolking te stellen;
- om
het contactonderzoek te versterken en in te kantelen in de eerste lijn;
- om
een volledig behoud van inkomen gedurende de quarantaine te garanderen om er
zodoende voor te zorgen dat de quarantainemaatregelen worden gerespecteerd;
- om
maatregelen te nemen om de ventilatie in gebouwen te bevorderen;
- om
de oproep om de TRIPS-waiver in de Wereldgezondheidsorganisatie te steunen om de
patenten op de covidvaccins open te breken en de technologie- en
knowhowtransfer te faciliteren, om gelijke toegang wereldwijd te garanderen, en
zodoende eventuele varianten te voorkomen;
- om
de wet op privacy volledig te respecteren en het belangenconflict in de
Gegevensbeschermingsautoriteit aan te pakken."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme Sofie Merckx et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mmes Kathleen Depoorter, Dominiek Sneppe et Sofie Merckx
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique,
- considérant que la quatrième vague de la pandémie de covid-19 est une réalité qui soumet les soins de santé à une pression considérable dans notre pays;
- considérant que le personnel soignant est épuisé et que son moral est sapé par la nouvelle surcharge du système de soins et la menace de licenciement pesant sur ses membres non vaccinés;
- considérant que les médecins généralistes sont saturés à la suite des nombreuses demandes et incertitudes des citoyens;
- considérant que les laboratoires ont des difficultés croissantes à traiter les nombreux tests de dépistage du covid-19;
- considérant que les centres de traçage des contacts ne parviennent pas à contacter tous les cas positifs confirmés et, dès lors, à rompre les chaînes de contamination;
- considérant que les travailleurs subissent toujours une perte de revenus lorsqu’ils sont tenus d’observer une quarantaine;
- considérant qu’une ventilation efficace constitue un élément de prévention important des contaminations;
demande au gouvernement
- de s’atteler à revaloriser l’ensemble du personnel soignant au lieu de le menacer de licenciements;
- de renforcer la première ligne de notre système de soins de santé sur une base structurelle;
- d’augmenter la capacité de test et de proposer à la population des tests moins coûteux et plus rapidement disponibles;
- de renforcer le suivi des contacts et de l’intégrer dans la première ligne de soins;
- de garantir le maintien complet des revenus pendant les périodes de quarantaine de manière à veiller au respect des mesures d’isolement;
- de prendre des mesures tendant à favoriser la ventilation dans les bâtiments;
- de soutenir l’appel à la dérogation à l’accord sur les ADPIC au sein de l’Organisation mondiale de la Santé en vue de lever les brevets sur les vaccins contre le covid et de faciliter le transfert de technologies et de savoir-faire, de garantir l’accès égal à ceux-ci dans le monde et, ce faisant, de prévenir l’émergence de variants éventuels;
- de respecter en tous points la loi relative à la protection de la vie privée et de traiter le conflit d’intérêts au sein de l’Autorité de protection des données."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Melissa Depraetere, Séverine de Laveleye en Maggie De Block en de heren Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf en Servais Verherstraeten.
Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Melissa Depraetere, Séverine de Laveleye et Maggie De Block et MM. Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf et
Servais Verherstraeten.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
02.08 Melissa Depraetere (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, de meerderheid vraagt de urgentie voor de stemming over de eenvoudige motie.
03 Samengevoegde interpellaties van
- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De kernuitstap" (55000196I)
- Reccino Van Lommel aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De finale beslissing rond de kernuitstap" (55000198I)
- Thierry Warmoes aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De kernuitstap" (55000200I)
- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La sortie du nucléaire" (55000196I)
- Reccino Van Lommel à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La décision finale concernant la sortie du nucléaire" (55000198I)
- Thierry Warmoes à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La sortie du nucléaire" (55000200I)
03.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, in de afgelopen maanden is er heel wat gediscussieerd over de door de regering gewenste kernuitstap. Die kernuitstap moet er voor uw partij koste wat het kost komen, maar mensen maken zich er terecht heel grote zorgen over. Hoewel volgens het regeerakkoord bevoorradingszekerheid, betaalbaarheid en duurzaamheid cruciale elementen zijn, lijken zij voor de regering ondergeschikt aan de kernuitstap die u absoluut wilt.
Er zijn immers op verschillende vlakken redenen om de kernuitstap niet door te voeren. Ik heb de verschillende regeringspartijen de laatste tijd beluisterd en kan alleen maar vaststellen dat ook zij zich vragen stellen bij het vervangen van de kerncentrales door voornamelijk oude en nieuwe gascentrales die dan voor stroom moeten zorgen. Het regeerakkoord gaf zelf al aan dat er bezorgdheden op het vlak van de bevoorradingszekerheid en de energieprijzen waren. Daarnaast wilt u honderden miljoenen euro's per jaar spenderen om de kernuitstap te kunnen realiseren, waarbij u tegelijkertijd natuurlijk ook een hele hoop CO2 de lucht in zult pompen. Begrijpe wie begrijpen kan.
Laat ons eerlijk zijn: een stabiele energievoorziening tegen een betaalbare prijs is eigenlijk het beste recept voor welvaart in ons land. Het ontbreken daarvan is natuurlijk een heel andere zaak en dan zijn de gevolgen niet te overzien. Kernenergie speelt hier vandaag een heel grote rol in en dat besef leeft bij heel wat mensen. Het is niet toevallig dat in een recente peiling uitgevoerd in Vlaanderen twee derde van de ondervraagden heeft aangegeven dat zij ook na 2025 een rol weggelegd zien voor de kerncentrales. Het is geen toeval dat Fedustria, een sectororganisatie die meer dan 2.000 bedrijven vertegenwoordigt, deze week het huidige energiebeleid als onbegrijpelijk en roekeloos duidt. Dat de kernuitstap er op die manier zou aankomen, is toch wel bedenkelijk.
Eigenlijk ken ik vandaag niemand, niemand die zich niet afvraagt of die kernuitstap wel realistisch en haalbaar is. Bij elke discussie hierover, bij elke vraag heeft de regering dat tot op heden afgewimpeld met de boodschap dat men de ondertussen beruchte CRM-veiling zou afwachten en dat in november 2021 de beslissing zou vallen. Die ene paragraaf uit het regeerakkoord is sindsdien, telkens opnieuw, oeverloos herhaald, eigenlijk om de discussie binnen de regering hierover zoveel mogelijk in te dijken. Die paragraaf werd achter de hand gehouden totdat de beslissing zou worden genomen. Het was een manier om de onenigheid hierover binnen de regering binnen de perken te houden. Dat recept is alvast niet zo succesvol geweest, heb ik de afgelopen tijd gemerkt.
Vandaag is het wel tijd om kleur te bekennen. Vandaag is het moment aangebroken om te beslissen, om te debatteren over die kernuitstap. Dit is de laatste plenaire voor die datum. Dit is de laatste plenaire van november 2021. Dus vraag ik u, mevrouw de minister, om uw kaarten op tafel te leggen. Zult u de garantie kunnen bieden dat de stroomvoorziening verzekerd is wanneer in 2025 de kerncentrales mogelijk zouden sluiten? Burgers, ondernemers en de laatste tijd ook meer en meer energiebedrijven maken zich daar zorgen over. Sommigen doen dat luid en duidelijk in de kranten van de afgelopen dagen. Anderen doen dat in de wandelgangen.
Mevrouw de minister, u bent naar het Parlement gekomen en u hebt gezegd dat u verwachtte om in 2021 capaciteitscontracten te kunnen afsluiten voor zowat driekwart van de capaciteit die we nodig hebben in 2025.
Vorige week hebben we in detail bestudeerd wat er in de cijfers staat. Wat is er gebeurd? U hebt vandaag over hooguit 40 % van de capaciteit die noodzakelijk is zekerheid via die veiling. Dat wil zeggen dat er nog meer dan 6.000 megawatt aan capaciteit moet worden vastgelegd. Dat is meer dan de totale capaciteit van al onze kerncentrales samen.
Het wordt nog erger, mevrouw de minister, want van de twee nieuwe centrales die er zouden komen weten we vandaag niet of ze capaciteit zullen kunnen leveren. Dat is dan nog heel erg zwak uitgedrukt. Ik heb u al verschillende keren gevraagd of u kunt garanderen of die capaciteit er is. Collega's, ik denk dat de minister de garantie van die capaciteit niet kan geven. Dat is ook de reden waarom die vraag onbeantwoord blijft telkens ik ze stel. De nieuwe centrale in Vilvoorde heeft geen vergunning. In de commissie heeft u zelfs gezegd dat u er niet van uitgaat dat ze ooit wordt vergund. Voor de centrale van Les Awires, de voorbije jaren was het probleem altijd dat de Vlaamse regering tegenwerkte, spannen de beroepsindieners een procedure in voor de Raad van State. Ook daarvan bent u dus niet zeker. U hebt aangegeven dat er mogelijk nog capaciteit zal verdwijnen in de toekomst.
U ging voor 2,3 gigawatt aan nieuwe capaciteit. Vandaag is de vraag hoeveel capaciteit u in 2025 kunt garanderen? Ik denk dat de vraag stellen de vraag beantwoorden is.
Op het vlak van bevoorradingszekerheid speelt u elke keer met slechtere kaarten. In het slechtste geval zult in 2024 nog tot 8.000 megawatt aan nieuwe capaciteit moeten veilen, één jaar voordat volgens u de laatste kerncentrale sluit.
Het is dan ook logisch dat meerderheids- en oppositiepartijen daarover vragen stellen. Het gaat ook om een breuklijn die dwars door de regering loopt. In een normaal land zou u voorstellen of oplossingen voorleggen om ervoor te zorgen dat de nodige capaciteit voorhanden is. Uiteraard moet u verstandig omgaan met de stroomvoorziening in dit land, met de budgetten van burgers en bedrijven. Het enige dat wij echter van u vernemen, is dat u niet wil vooruitlopen op de zaken. Dat hebt u zelf destijds in de commissie een zeer onbevredigend antwoord genoemd.
Mevrouw de minister, ik denk dat de industrie de nagel op de kop slaat als zij spreekt over een roekeloos energiebeleid wanneer er niets gebeurt. Elke burger moet zich vandaag blijkbaar zorgen beginnen te maken over 2025, zeker als u op geen enkele manier garandeert dat het licht zal blijven branden. Welke investeerder is in die context bereid om in dit land nog te investeren? Wie wil op die manier hier jobs creëren? Dat gebeurt allemaal omwille van de trofee van de kernuitstap.
De regering heeft aangekondigd dat u in november 2021 een beslissing zou nemen en gepaste maatregelen zou nemen, zoals het openhouden van de jongste kerncentrales. U zou dat doen op het moment dat er sprake was van een onverwacht probleem met de bevoorradingszekerheid. Nu dan, ik neem aan dat het niet in uw verwachtingen lag dat u geen enkele zekerheid had over nieuwe gascentrales. U hebt in het Parlement aangekondigd dat in 2021 driekwart van de nodige capaciteit zal worden geveild en ik neem aan dat u eveneens niet verwacht had dat u maar een kwart van de nodige capaciteit kon vastleggen. Daaromtrent hebben wij toch wel wat vragen te stellen.
Mevrouw de minister, waar is het rapport over de bevoorradingszekerheid en de energieprijzen dat werd aangekondigd? Zal dat voor het einde van deze maand worden geleverd? De klok tikt. Ten tweede, wanneer neemt deze regering een beslissing over de kernuitstap? Is dat voor het einde van de maand? Als dat niet het geval is, wanneer neemt u die beslissing dan wel? De tijd om dat te doen is heel kort. Waar staat u vandaag? Wanneer zult u eindelijk beslissen? De datum die u tot heden heeft genoemd, lijkt niet meer haalbaar. Ten derde, welke oplossing heeft u voor dit duidelijk probleem op het vlak van bevoorradingszekerheid? Zult u ook vandaag weer kiezen voor zeer onbevredigende antwoorden aan het Parlement? Laten we hopen van niet.
03.02 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, het is stilaan D-day, het moment waarop de regering kleur moet bekennen over het al dan niet verlengen van de levensduur van Doel 4 en Tihange 3. Het regeerakkoord stipuleerde duidelijk dat deze maand de keuze zou vallen en er is in het voorbije jaar al bijzonder veel over gezegd. We kennen ondertussen de resultaten van de CRM-veiling, waarvan de capaciteit vandaag niet echt duidelijk of zeker is, gelet op de geweigerde vergunning voor de gascentrale in Vilvoorde.
Maar de groenen volharden in de boosheid. Want boos lijken ze wel te zijn. Hun dogmatische afkeer van alles wat met kernenergie te maken heeft, kunnen ze niet onder stoelen of banken steken. Elk rationeel argument rond kernenergie moet meteen verdwijnen in de geitenwollen sokken van de groene ministers.
De twee kerncentrales werden als stok achter de deur voorzien, niet om die stok te bewaren voor wanneer het nodig zou zijn, maar wel om hem ver weg te gooien, zodat de voorstanders in de meerderheid van een levensduurverlenging erachteraan zouden hollen en ze om de groene sprookjestuin kunnen worden geleid.
Eerder deze week leek het er volgens uw klimaatminister Khattabi op dat ook de twee jongste kerncentrales de deuren zullen sluiten. Nochtans verklaarde u als minister van Energie eerder dat de discussie pas beslecht zou worden wanneer de regering kennis heeft kunnen nemen van het rapport dat tot op heden niet openbaar is maar wel deze maand werd beloofd, en dat u uiteraard ongetwijfeld al heeft kunnen inzien. Ik heb nog geen rapport gezien maar uw collega kan haar geluk blijkbaar niet op, waardoor ze het nu al van daken zou willen schreeuwen, omdat ze hernieuwbare energie o zo graag ziet.
Wat die euforie echter dreigt goed te maken, mevrouw de minister, is nog maar de vraag. Er zijn nog enkele andere vragen, namelijk hoe we in de toekomst de energieonafhankelijkheid zullen kunnen waarborgen, hoe we zullen omgaan met de instabiliteit van zon en wind, hoe een betaalbare energieprijs kan worden gegarandeerd, hoe u omgaat met de onzekere gascapaciteit in Vilvoorde en waarom de regering aftandse vliegtuigmotoren subsidieert om energie op te wekken Kortom, u heeft nog veel te verklaren aan de buitenwereld.
Ondertussen zie en hoor ik in Europa een alliantie van tien landen opstaan die wel resoluut kiest voor kernenergie en die er in de toekomst zelfs trots op zal zijn, omdat kernenergie koolstofneutraal is en kan bijdragen aan de decarbonisatie. Zij willen zelfs, naar mijn mening geheel terecht, dat kernenergie aanzien wordt als groene energie. Ik heb de vivaldiministers daar herhaaldelijk vragen over gesteld, ook gisteren nog, maar zij weigeren een uitspraak te doen over de taxonomie rond kernenergie.
In Groot-Brittannië hoor ik gelijkaardige signalen van Boris Johnson. Ook de inzet van SMR's, de kleine betaalbare nucleaire koolstofvrije en amper afval producerende reactoren, wordt zelfs door vooraanstaande wetenschappers in binnen- en buitenland bejubeld. Waar blijft dit land, dat altijd de pionier is geweest op het vlak van nucleaire energie? Hier blijft het oorverdovend stil. De vivaldivoorstanders van een levensduurverlenging zijn in hun mand gejaagd.
Collega's, beweer ik dat de twee jongste kernreactoren op zich alleen de problemen met de bevoorradingszekerheid zullen oplossen? Dat doe ik helemaal niet. Die twee reactoren zouden er echter wel voor zorgen dat wij minder gascapaciteit nodig hebben.
Mevrouw Van der Straeten, de laatste week van november is ingegaan. Wat heeft de regering uiteindelijk beslist? Zal de levensduur van de twee jongste kerncentrales al dan niet worden verlengd? Wat doet u met de onzekere gascapaciteit en met de betaalbaarheid van de energiefactuur?
03.03 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, de resultaten van de eerste CRM-veiling zijn gekend. Electrabel zal 900 miljoen euro subsidies krijgen voor het bouwen van twee nieuwe gascentrales. U noemde de veiling om die reden ook een succes.
Ik heb het vorige keer al gehad over de taboes in het Belgische energiebeleid. Ik heb de vorige sprekers ook horen spreken over onafhankelijkheid inzake energie. Dat is echter quatsch, want voor de energie zijn wij in ons land gewoon totaal afhankelijk van multinational Electrabel. Blijkbaar is dat voor niemand hier een probleem. In elk scenario passeert Electrabel langs de kassa, zowel bij een kernuitstap als bij geen kernuitstap.
De N-VA loopt hier al maanden storm tegen de kernuitstap, maar waar ik de partij nooit over hoor spreken, is over het feit dat Electrabel voor het langer openhouden van de centrales, wat zij zozeer wenst, ook veel geld vraagt. Het langer openhouden van Doel 4 en Tihange 3 kost volgens Electrabel zelf een miljard euro. Dat is een kosteninschatting van een jaar geleden. Intussen zal dat, gelet op de krappe timing, nog een pak meer zijn. Electrabel wint dus altijd, ook indien de levensduur van de centrales zou worden verlengd. Dat zal ook geld kosten.
Deze regering durft echter net als de vorige regeringen niet aan de woekerwinsten van Electrabel te raken, terwijl de energieprijzen de pan uitswingen. Met de liberalisering van de energiesector hebben wij eigenlijk vrijwel elke democratische controle over de energieproductie verloren. Dat is het fundamentele probleem, dat wij die volledig uit handen hebben gegeven.
De vraag is dus niet of het licht zal uitgaan of niet, het licht zal blijven branden, ook zonder nieuwe gascentrales. De fundamentele vraag die wij ons moeten stellen is of wij de energietransitie nu eindelijk zelf in handen nemen. Maken wij werk van de planmatige, daadkrachtige en sociale uitbouw van een duurzaam energiesysteem, of laten wij het gewoon over aan het winstbejag van de grote multinationals?
Madame la ministre, au sein du gouvernement, il y a aussi un autre tabou. Ce tabou, c'est l'avenir des travailleurs du secteur, la sauvegarde de leur emploi, de leur salaire et de leurs conditions de travail. Vous vous renvoyez toujours la patate chaude! Madame la ministre, je vous ai déjà interrogée à trois reprises à ce sujet. Vous renvoyez à chaque fois au ministre Dermagne et celui-ci se tait dans toutes les langues. Tant dans sa note de politique générale qu'en sous-commission Sécurité nucléaire, il n'a répondu à aucune question sur le sujet.
Pourtant, ces questions ne viennent pas que de l'opposition. Tous les partis au gouvernement l'ont interrogé à ce sujet. Ils vous ont interrogée aussi puisque vous étiez là personnellement aux côtés de M. Dermagne et de Mme Verlinden. Aucun de vous trois n'a répondu. Même à la question pressante de son camarade de parti issu de l'arrondissement de Huy-Waremme, le ministre Dermagne n'a rien répondu du tout. C'est quand même fort de café! Personnellement, je trouve cela tout à fait scandaleux.
Vous tous ici, les sept partis de la majorité, vous décidez de fermer cinq ou sept centrales nucléaires – puisque cinq fermeront de toute façon – et vous n'êtes pas en mesure de dire ce qu'il va advenir des travailleurs, alors que la première centrale doit déjà fermer dans moins d'un an. Aujourd'hui, il n'y a absolument aucune certitude pour les 7 000 travailleurs et travailleuses des centrales nucléaires et de leurs sous-traitants. En cas de fermeture complète, le groupe Engie s'est juste engagé à conserver jusqu'en 2027 les emplois de ses propres travailleurs et non pas de ses sous-traitants.
Madame la ministre, ma question principale porte sur les obligations que le gouvernement imposera à Electrabel en termes de garanties d'emploi et de maintien des conditions de salaire et de travail. Une autre question qui se pose dès lors est de savoir qui va financer cela. Comme nous l'avons déjà dit dans le passé, je répète ici qu'Electrabel a engrangé et engrange toujours des profits usuraires. Elle doit dès lors se tenir garante du maintien des emplois et de ses travailleurs.
Madame la ministre, ce matin encore, les syndicats ont mené une action en front commun à Tihange. Je vous avais déjà avertie en commission que les travailleurs ne se laisseraient pas faire. Et vous, en tant que gouvernement, vous répétez en boucle qu'il faut une transition socialement juste. Le PTB est naturellement tout à fait favorable à une transition socialement juste. La sortie du nucléaire sera un test important car, si vous voulez une transition socialement juste en laissant tomber 7 000 travailleurs, on ne peut pas dire que ce soit "socialement juste". Les travailleurs doivent être protégés.
Je conclus mon intervention par quatre questions qui ont déjà été posées en partie par les collègues. L'accord de gouvernement mentionne, en novembre 2022, une évaluation de l'impact de la sortie du nucléaire sur la sécurité d'approvisionnement et sur les prix de l'énergie. Cette étude est-elle déjà terminée? Que dit-elle? Quand prendrez-vous une décision définitive quant à la sortie complète du nucléaire? Mais surtout, quelles sont les garanties pour les 7 000 travailleurs du secteur? Quand auront-ils enfin les assurances qu'ils demandent?
03.04 Minister Tinne Van der Straeten: Bedankt, collega's, voor uw vragen, die overigens dezelfde zijn als de vorige keren. De antwoorden zullen voor een deel ook dezelfde zijn. Sommige antwoorden zullen meer specifiek zijn, andere antwoorden komen later. Het is nu eenmaal alles op zijn tijd, collega's.
Het is niet omdat er nog een en ander moet volgen, dat er het afgelopen jaar niets gebeurd is. Integendeel, het afgelopen jaar is er met de hele regering en met verschillende ministers keihard gewerkt aan de drie grote pijlers in het energiebeleid, namelijk de betaalbaarheid, de bevoorradingszekerheid en de duurzaamheid.
In de gestelde vragen wordt daar nogal losjes overgegaan. Dat wordt nogal gemakkelijk aan de kant gezet en er gaat weinig aandacht naartoe. Daarom zal ik het toch nog eens herhalen. Ten eerste is er de betaalbaarheid. In de recente begroting hebben we de energienorm afgeklopt. We hebben hierover in commissie en in de plenaire vergadering gediscussieerd. Morgen ligt de programmawet in tweede lezing op de regeringstafel. Over twee weken zal die ook hier in het Parlement besproken worden. De energienorm werd uitgewerkt met minister van Financiën Van Peteghem. Het is de grootste structurele hervorming op de factuur ooit, die doorknipt dat kostenverhogingen automatisch doorgerekend worden op de factuur.
Nog in de begrotingsbesprekingen is er beslist om het sociaal tarief te verlengen, nadat de regering het eerder uitbreidde. Wij hebben ook beslist om in het kader van de hoge energieprijzen een winterkorting toe te kennen aan wie het het meest nodig heeft. In totaal gaat het om 760 miljoen euro. Kom mij dus niet vertellen dat de regering geen oog heeft voor de betaalbaarheid van de energie.
Ten tweede, wat de bevoorradingszekerheid betreft, iedereen in het halfrond is het erover eens dat we in ons land een probleem hebben, omdat de kerncentrales sluiten. Dat is ook bevestigd tijdens de begrotingsbesprekingen. Vijf kerncentrales gaan dicht en straks zullen we beslissen over de laatste twee. Iedereen was het erover eens dat we vervanging nodig hebben en dat zal ook zijn in de vorm van gascentrales.
De voorbije twaalf maanden hebben we daarvoor het hele ondersteuningsmechanisme, het investeringsmechanisme up and running gekregen. We hebben dat in minder dan een jaar gedaan en dat kon onder andere omdat ook u daaraan hebt meegewerkt, mijnheer Wollants. De energiebevoorrading verzekeren in ons land is geen verhaal van klassieke meerderheid en oppositie, maar wel een verhaal van meedenken en samenwerken. Ik heb dat al verschillende keren gezegd en blijf dat herhalen.
Ten derde is er de pijler van de duurzaamheid. Het is een beetje gemakkelijk en kort door de bocht om steeds maar te wijzen op de nationale uitstoot van de gascentrales – ik kom daarop nog terug – om niet te kijken naar alle stappen die het afgelopen jaar werden gezet. Ik verwijs naar de projecten in het relanceplan, de ontwikkeling van de waterstofbackbone, de innovatie inzake de K-molecule, die begin volgend jaar zal worden gelanceerd, en de uitbouw van energie-infrastructuur op zee, samen goed voor 255 miljoen euro. Dan is er nog het transitieplan van de regering, dat werd neergelegd tijdens de begrotingsbesprekingen, de importinfrastructuur voor waterstof, groen staal, de testfaciliteit voor waterstof, het sociaal tarief voor groene warmte en een verdrievoudiging van de capaciteit van windenergie op zee, de tweede stap in het realiseren van de Tritonkabel tussen België en Denemarken met de ondertekening eergisteren van het akkoord door mezelf, mijn Deense collega en de netbeheerders, en de publicatie nog niet zo lang geleden van de eerste federale waterstofstrategie en de eerste federale waterstofvisie.
De rode draad is investeringen in de toekomst conform het uitgetekende pad naar 100 % hernieuwbare energie, wat een kader vormt voor de industrie, bijvoorbeeld investeringen in infrastructuur om waterstof tot in de industriële clusters te brengen, en wat onze burgers houvast biedt, omdat ze toegang krijgen tot groene elektriciteit in de vorm van Noordzeestroom voor elk groen gezin.
Ik heb de tijd genomen om die investeringen opnieuw onder de aandacht te brengen – misschien enerveert u dat, mijneer De Roover -, omdat ze het bewijs zijn van geleverde inspanningen door de volledige regering. Dat verdient meer aandacht dan wat er tot nu toe aan is gespendeerd.
Dan kom ik tot die ene paragraaf uit het regeerakkoord. Ik lees die voor: "Eind november 2021 wordt een volledig rapport over de geselecteerde projecten na de veiling aan de regering voorgelegd. Dit rapport onderzoekt met name de bevoorradingszekerheid en de impact op de elektriciteitsprijzen". De technische besprekingen voor dat lijvig rapport, dat in de maak is, zijn lopende. Vandaag is het 25 november en tegen het einde van de maand zal het rapport klaar zijn, waarna het aan de regering wordt voorgelegd.
De vragen wat er beslist is en wat er zal volgen, zijn vandaag voorbarig. Ik voer het regeerakkoord uit. Ik heb mij geëngageerd in de commissie om naar de commissie te komen om daar ook te praten over datzelfde rapport, maar vandaag spannen we het paard niet voor de kar. We lopen niet vooruit op de zaken. U kent de hoofdelementen uit het rapport. U kent ook de resultaten van de veiling waarmee we aan de slag gaan. Het is niet de eerste keer dat we daarover van gedachten wisselen.
De gemiddelde prijs in de veiling is 31.672 euro per megawatt per jaar. De prijs van de geselecteerde nieuwe projecten blijft daarmee ruim onder de maximumprijs van 75.000 euro per megawatt per jaar.
Wat de impact op de energieprijs betreft, meerdere studies hebben aangetoond en komen op dezelfde conclusies dat de groothandelsprijs beperkt stijgt of minder is naar gelang van een volledige of niet volledige kernuitstap dan bij een scenario waarbij twee kerncentrales open blijven. Dat heeft alles te maken met de manier waarop de elektriciteitsprijs wordt bepaald. De marginale centrale, dus de op dat moment duurste energievorm die wordt aangesproken, bepaalt de prijs. Dat zal na de kernuitstap meestal een gascentrale zijn, soms ook een andere fossiele centrale in ons land of in de buurlanden, zoals vandaag. Dat verandert niet als er twee kerncentrales openblijven, want ook dan zijn het de fossiele centrales die de prijs bepalen.
Uiteraard gaat de elektriciteitsprijs stijgen of dalen bij een kernuitstap, maar evengoed bij een levensduurverlenging. Dat zien we nu ook in de praktijk bij historisch hoge prijzen. De kerncentrales draaien volledig en de elektriciteitsprijzen stijgen evengoed en worden niet gemilderd omdat onze kerncentrales draaien. Neen, een hoge gasprijs nu heeft niets te maken met de kernuitstap binnen vijf jaar.
Dan kom ik tot het punt van de bevoorradingszekerheid. De veiling was succesvol. U bent misschien niet tevreden met het resultaat, maar het resultaat is er wel en het was succesvol. Dit is een ernstig dossier en geen spektakelpolitiek, dames en heren, waarbij de werkelijkheid niet mag worden gereduceerd en waarbij het nodig is om bij de feiten te blijven.
Mijnheer Wollants, met een kleine kwinkslag, ik weet dat u in de plenaire vergadering dingen zegt die in de koffiekamer soms een beetje anders klinken. Laten we de tijd nemen om de puntjes op de i te zetten. Ik begin met de CO2-uitstoot. Neen, de CO2-uitstoot stijgt niet, want dat valt binnen de ETS. Ik verklaar mij nader. De elektriciteitscentrales vallen onder de ETS. De broeikasgasemissies door de elektriciteitssector mogen en kunnen dus niet nationaal worden bekeken. Bijkomende centrales op gas in België hebben geen impact op de doelstellingen van de ETS en geen impact op het behalen van die doelstellingen.
Het systeem van de ETS bestaat sinds 1 januari 2005 voor industriële installaties en elektriciteitscentrales met een thermische input van meer dan 20 megawatt. Het gaat over 11.000 installaties in de Europese Unie die vallen onder de ETS en die samen goed zijn voor 41 % van de Europese broeikasgasemissies. De elektriciteitsproductie valt zonder uitzondering onder het ETS en komt niet in aanmerking voor een gratis toewijzing van emissierechten, in tegenstelling tot sommige andere industriële takken waar bedrijven moeten concurreren met bedrijven in de rest van de wereld, waar geen equivalente klimaattarifering van kracht is.
In het kader van Fit for 55 heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan om het ETS te herzien. De emissies van de huidige ETS-sectoren moeten tegen 2030 met 61 % dalen ten opzichte van het niveau van 2005 en om dat te bereiken, stelt de Commissie een eenmalige verlaging voor van het totale emissieplafond met 117 miljoen emissierechten.
Volgens de werking van de markt zullen vervuilende bedrijven zich aanpassen of hun activiteiten moeten afbouwen. Voor de elektriciteitssector betekent dit dat installaties die bij de productie veel CO2 uitstoten de duimen zullen leggen voor installaties die minder CO2 uitstoten. Steenkoolinstallaties verliezen van efficiëntere installaties, zoals centrales op gas, en zullen dankzij het ETS als eerste uit de markt verdwijnen. Een producent die elektriciteit opwekt door middel van wind en zon, stoot geen CO2 uit en moet dus geen emissierechten kopen. Op lange termijn zal hernieuwbare energie, met andere woorden, ook centrales op gas uit de markt concurreren, tenzij zij erin slagen om volledig te vergroenen. Als men het klimaatbeleid ernstig neemt, moet men dus vooral niet het ETS beginnen uithollen. Sommige regeringen in ons land pleiten er bij de Europese Unie voor om een flink pak uitstootrechten die overtollig zijn en geschrapt zouden worden, toch te kunnen opnemen. Het resultaat is dan wel dat het Europees emissieplafond verhoogd wordt en dat er dus meer uitgestoten mag worden dan nu is gepland. Mijnheer Wollants, het is dus belangrijk om consistent te zijn.
Een lang stuk van de interpellatie handelde over het gegeven dat de geselecteerde projecten slechts minder dan de helft van de benodigde capaciteit afdekken. Eerlijk gezegd, mijnheer Wollants, mijn klomp brak toen ik dat hoorde, eigenlijk al toen ik dat las in de ingediende tekst van uw interpellatie. In deze veiling werd net meer dan de helft van de nodige nieuwe capaciteit gecontracteerd. De rest is bestaande capaciteit, die nog geen prijs heeft gegeven, maar dat zal doen in de T-1.
Het CRM-mechanisme is een mechanisme on top of the energy-only-market. Partijen die geen missing money hebben of die de CRM-verplichtingen niet willen, zijn niet verplicht om deel te nemen, want dat zou het mechanisme alleen maar duurder maken. De energiemarkt is geliberaliseerd. Als wij alle bestaande bedrijven verplichten om deel te nemen, dan gaan we de andere weg op, want dan betalen we meer dan we willen.
Mijnheer Wollants, aangaande de nieuwe capaciteit is het goed om in eigen hart te kijken, waarmee ik een bekend gedicht parafraseer. Dankzij uw amendement over de 200 uren en voor de capaciteit die expliciet voor de T-1-veiling gereserveerd wordt, wordt een deel van de nieuwe capaciteit pas gecontracteerd in T-1. De wet bevat een artikel waarvoor u in de Kamer een meerderheid heeft gevonden, maar u verwijt het deze regering dat zij het CRM-mechanisme op poten heeft gezet op grond van wat de wet voorschrijft. Dat is, mijnheer Wollants, met twee maten en twee gewichten meten, maar het is niet correct.
Dan wil ik ingaan, mijnheer Warmoes, op de tewerkstelling. U hebt helemaal gelijk dat deze regering en de gewestelijke regeringen vandaag bezig moeten zijn met het lot, de toekomst en de loopbaan van de mensen die vandaag in de kerncentrales werken, om die mensen niet in de kou te laten staan. Daarom dienen de initiatieven de wij genomen hebben om de economische reconversie voor te bereiden. Een van de redenen waarom we die taskforce hebben opgericht, samen met de collega's Pierre-Yves Dermagne en Annelies Verlinden, was onder andere om de economische sector achter de ontmanteling van de kerncentrales uit te bouwen. Het behoud van expertise en het exporteren ervan, is dan ook een van de projecten in het relanceplan, goed voor 25 miljoen euro. We hebben trouwens de industriële spelers samengebracht in een rondetafel om kennis uit te delen. Er werd bekeken wat de vele kmo's in dit land die vandaag hoogtechnologische expertise hebben, bijvoorbeeld op het vlak van decontaminatie, maar ook bedrijven voor het hefwerk, bijvoorbeeld het familibedrijf Sarens, bekend van de kranen, vandaag al betekenen en nog kunnen betekenen straks in het kader van de ontmanteling. Het doel is niet alleen om erop toe te zien dat de ontmanteling op een veilige manier gebeurt, maar ook dat ze gebeurt op een sociaal verantwoorde manier. Wij moeten onderzoeken in hoeverre die ontmanteling ook nieuwe jobs kan scheppen, bij ENGIE Electrabel zelf maar ook bij de onderaannemers, dus ook bij de kmo's die we vandaag al hebben, die vandaag ook gewoon familiebedrijven zijn in ons land en die we ook verder kunnen ondersteunen. Op die manier kan die opgebouwde expertise een exportproduct worden.
Nee dus, mijnheer Warmoes, wij laten de werknemers niet vallen. Wij zijn bezig met het creëren van de toekomst, ook voor die mensen. Ja, uiteraard zullen wij er op toezien dat de exploitant als werkgever zijn verplichtingen zal nakomen. Het is de grootste, duurste en meest delicate werf in de geschiedenis van ons land. Ze garandeert gedurende tientallen jaren tewerkstelling en duizend jobs. Wij hebben er voor gekozen die richting verder uit te werken.
Sinds 2003 zijn er 6.570 dagen en 936 weken verstreken. Dit heeft ons in een situatie gebracht waarin onaangename beslissingen nodig zijn, zoals het nodig hebben van gascentrales gedurende een korte tijd. Er zullen nog onaangename beslissingen volgen, zoals hoe we de financiering van het nucleaire afval zullen aanpakken en een beleid inzake het beheer van dat afval gedurende honderdduizenden jaren. Dat zijn evenzeer dossiers die in de voorbije 18 jaar misschien te weinig werden aangepakt, maar nu ook onze volle aandacht verdienen.
Zowel de heer Wollants als de heer Van Lommel pleiten voor het onverkort verlengen van 2 gigawatt nucleair. Vandaag moeten we nog altijd de nadelen van die keuze oplossen. Ook dat moeten we ook durven benoemen: wat gebeurt er met het afval, de kosten, de plaats. Wat zullen we daarmee doen?
Tien dagen geleden is de wereld samengekomen in Glasgow om de ambitie van Parijs levend te houden: Keeping 1.5°C Alive. In mijn domein betekent dat massaal overschakelen naar hernieuwbare energie. In 2050 willen we klimaatneutraliteit bereiken.
Daarom moeten we op de lange termijn denken
en handelen op korte termijn. We moeten handelen voor de toekomst en niet
noodzakelijk blijven hangen in de recepten van het verleden. U kent mijn motto: move forward without
drama.
03.05 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, u hebt net uw motto nog eens meegegeven. Voor mij was het toch relatief veel drama en relatief weinig antwoord.
Ik heb u heel duidelijke vragen gesteld over de manier waarop het traject verder gaat. Ondanks het feit dat u en de eerste minister in elke mogelijke discussie, keer op keer en tegen elke persmagnaat die het wilde horen, hebben gezegd dat u over die twee laatste kerncentrales zou beslissen in november 2021, zegt u hier nu dat u dat nooit gezegd hebt, dat u dat nooit beloofd hebt. U vraagt mij waar ik ergens zou hebben gelezen dat u ooit zou hebben gezegd in november 2021 te beslissen.
U zegt nu dat u alleen een rapport moet afleveren in november 2021 en het zelfs nog goed is als u daarover een beslissing neemt in februari 2024, dat het dan conform het regeerakkoord is. Mevrouw de minister, dat is niet hetgeen u de voorbije maanden hebt gezegd. Dat is niet wat u iedereen hebt voorgehouden. Dat is niet hetgeen hier naar voren werd geschoven.
Ik vind het dus een beetje jammer dat u hier een aantal zaken naar voren hebt geschoven en van de gelegenheid hebt gebruikgemaakt om uw hele beleidsnota nog eens toe te lichten. Wij hadden dat reeds gehoord. U hebt echter niet geantwoord op de vraag wat u echt zal doen op het vlak van bevoorradingszekerheid. U hebt gezegd dat alles op zijn tijd zal komen, dat het nog wel eens zal komen. Mevrouw de minister, de bevoorradingszekerheid is een probleem dat u nu moet aanpakken, niet volgende maand, niet over drie maanden en zeker niet in februari 2024.
Op dat vlak is er natuurlijk uw riedeltje van elke dag. U spreekt opnieuw over het ETS maar vergeet te vermelden dat het geen absoluut plafond meer is. U duidt de plaatsing van de windmolens op zee als een klimaatmaatregel, die volgens hetzelfde ETS geen enkel effect heeft, indien ik uw redenering mag doortrekken. Wij weten nochtans allemaal dat het zo niet helemaal in elkaar zit. U maakt gebruik van het drama van het Huis, om dat op die manier te poneren.
U wijst er mij op dat het gewoon mijn eigen schuld is dat er zoveel moet worden geveild in 2024. Die maatregel, waarover u een paar weken nog heel tevreden was en die ervoor moest zorgen dat wij geen nieuwe gascentrales moeten bouwen en subsidiëren voor die laatste nodige 200 uur, is voor mij niet meer dan logisch. Dat gaat over 1,4 gigawatt. Wat u wil veilen in 2024 en waarover u geen zekerheid hebt, gaat over 6,4 tot 8 gigawatt.
Mevrouw de minister, daarover gaat het. Nu komt u hier een voorstelling opvoeren, om op te werpen dat die 1,4 gigawatt het probleem is. Het zijn echter alle andere megawatts die het probleem vormen waarvoor u een oplossing moet vinden.
Vorige week vond u het zelf nog een heel onbevredigend antwoord. Vandaag is het nog meer onbevredigend. Immers, het antwoord dat u nu naar de buitenwereld stuurt over de bevoorradingszekerheid, waarover zoveel mensen zich zorgen maken, waarover bedrijven aan de alarmbel trekken en waarbij gezinnen zich afvragen of er nog voldoende stroom zal zijn in 2025, luidde dat alles op zijn tijd zou gebeuren en dat u wel zou zien. Als het komt, komt het.
Mevrouw de minister, dit is geen verantwoorde manier om met het energiebeleid om te gaan. We hebben het daarstraks gehad over roekeloos energiebeleid. U speelt met de bevoorradingszekerheid en duwt die achteruit in het traject tot er misschien eens een akkoord komt in deze half samenhangende regering. Daar zit echter niemand op te wachten. Als u moet beslissen over dat onverwachte probleem rond de bevoorradingszekerheid zal het doorschuiven naar de oneindigheid u niet veel helpen.
03.06 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, ik kan alleen maar vaststellen dat u vandaag helemaal niets lost. Als ik u zo bezig hoor, kan ik maar twee dingen concluderen. Ofwel leidt u aan geheugenverlies, ofwel neemt u een loopje met de waarheid. Zo doet u de vele uren die we gedebatteerd hebben oneer aan.
U spreekt over een spektakel in dit parlement. Mevrouw de minister, ik ben hier vandaag bloedernstig, want ik kan niet accepteren dat de energiebevoorrading van de toekomst wordt bepaald door leerling-tovenaars. Tegen 2050 zal de energiebehoefte verdubbeld zijn en als u denkt dat we die zullen kunnen invullen met zon en wind, dan zeg ik u: "Maak dat de ganzen wijs."
Mevrouw de minister, u hebt mij tijdens de nachtvergadering simplisme verweten, zoals u de Vlaming die niet mee is in uw verhaal ook simplisme verwijt omdat u het allemaal beter lijkt te weten. Het lijkt voor u heel simpel dat koolstofvrije kernenergie plaats moet maken voor CO2-uitstotende gascentrales. ETS of niet, ze stoten meer CO2 uit.
Ik herinner mij ook nog uit een eerder antwoord van u in het kader van de technologieneutraliteit dat u niet wist dat er in de CRM-veiling zou worden geboden op gascentrales. Het lijkt u normaal dat ENGIE Electrabel lonkte naar uw CRM-subsidies, waardoor het kernenergie als een baksteen wilde laten vallen. We mogen het van u geen subsidies noemen, maar in de praktijk zijn het dat wel.
Het is voor u ook simpel dat u zodanig veel tijd neemt en zit te taffelen dat de exploitant van de kerncentrales er zelf de stekker uittrekt of misschien wel doet alsof. Het is voor u ook simpel dat we allemaal afhankelijk worden van het buitenland omdat zon en wind onvoorspelbaar zijn, waardoor u miljarden pompt in onderzeese kabels. U vindt het ook normaal dat u uw coalitiepartners om de tuin hebt geleid om op slinkse wijze uw groene agenda door te drukken.
Uw club is niet eensgezind over de kernuitstap, maar ik zeg u dat het allemaal niet zo simpel is. Ik begrijp niet dat de N-VA hier vandaag hoog van de toren komt blaast, terwijl ze in de vorige legislatuur niet samen met toenmalig minister Marghem van MR de nodige stappen hebben gezet om een verlenging van de levensduur van de kerncentrales voor te bereiden.
Minister Van der Straeten, niet alleen de gezinnen, maar ook de bedrijven stellen zich heel wat vragen bij uw beleid. Dat zegt voldoende, want uw dogmatisch afkeerbeleid ten aanzien van kernenergie zal de Vlaming duur komen te staan wanneer u in 2024 zult worden afgestraft en op dat ogenblik onherstelbare schade zult hebben aangebracht.
Vivaldi voldoet op geen enkele manier aan de drie essentiële kernwaarden die een energiebeleid hoort te hebben. Dat is, ten eerste, betaalbaarheid. Met uw gassubsidiebeleid en de massale import zult u geen controle hebben over de energieprijzen. Ten tweede, betrouwbaarheid. Met zon en wind alleen zullen we niet over elektriciteit beschikken wanneer we die nodig hebben. Ten derde, bevorderlijkheid voor het milieu. U laat de CO2 welig de lucht inblazen, waarmee u hier gewoon aan greenwashing komt doen, terwijl u aan de Vlaming vraagt om heiliger te zijn dan de Paus.
Wat in andere landen wel kan, kan hier duidelijk niet. We missen een afspraak met de geschiedenis. Het sluiten van de kerncentrale is een historische vergissing. In tegenstelling tot wat u ervan verwacht, zult u niet geprezen worden met een standbeeld voor dit beleid, maar zult u de geschiedenis ingaan als de minister die de Vlamingen in de kou heeft laten staan en donkere tijden heeft doen beleven.
Voor dat beleid pas ik. Daarom vraag ik u vandaag klaar en duidelijk om de twee jongste kerncentrales te verlengen en daarnaast ook te starten met de bouw van kleine, modulaire en koolstofneutrale kernreactoren, binnen een energiemix waarin ook hernieuwbare energie een plaats heeft. Onze energie hoort een basisrecht te zijn voor iedereen (…).
03.07 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik had het nog niet over de kwestie van de betaalbaarheid, maar ik wil het daar nu toch even over hebben. U zegt dat de regering er werk van maakt. U verwijst naar de verlenging van het sociaal tarief. Dat is uiteraard goed, wij hebben die mee goedgekeurd. U vergeet echter te vermelden dat het sociaal tarief zelf ook enorm gestegen is, met meer dan 300 euro sinds het begin van het jaar. Daar stelt de regering 80 euro tegenover. Dat is volstrekt onvoldoende om zelfs de armsten te beschermen. U weet dat 20 % van de bevolking een sociaal tarief krijgt. Voor de andere 80 % komt er praktisch niets van de regering.
Ik had het over de werkgelegenheid. Ik ben blij want u hebt gezegd dat ik helemaal gelijk heb. U hebt ook gezegd dat we de werknemers niet laten vallen, ook die van de onderaannemers niet. Dat engagement van de regering noteer ik goed.
Verder was uw antwoord heel vaag. U had het over economische reconversie en het behoud van expertise. Mijn collega's hier aanwezig hebben daar ervaring mee. Gaby Colebunders heeft de reconversie van Ford meegemaakt. Roberto D'Amico heeft de reconversie van Caterpillar meegemaakt. Ik kan u verzekeren dat er vaak heel veel wordt beloofd, maar dat in de realiteit een deel van de mensen uit de boot valt en dat het bilan meestal niet zo goed is. Een job die er is, kan men beter behouden. Een vogel in de hand is beter dan tien in de lucht.
U hebt het altijd over de hoogtechnologische knowhow. Die is er natuurlijk in de sector, maar u vergeet dat er in de sector verder veel niet-hoogtechnologische jobs zijn. Denk maar aan de bewaking, het onderhoud van alles wat niet nucleair is – er is in een kerncentrale ook heel veel niet nucleair – de schoonmaak en dergelijke meer. Wat met al die mensen? Daar hebt u het niet over.
U wilt een exportsector oprichten. Dat is weer vrij vaag, net alsof of wij de enigen op de markt zijn die de wereldmarkt gaan veroveren. Zo simpel is dat niet. Het is waarschijnlijk goed om eraan te werken, maar het is ook weer een vogel in de lucht. U zegt ook dat de exploitant zijn verplichtingen moet nakomen, maar ik zou graag weten hoe u dat ziet: welke verplichtingen ten opzichte van de eigen werknemers en welke verplichtingen ten opzichte van de onderaannemers? Ik verwijs nog eens naar de heer Colebunders. Men heeft bij Ford enorm hard gestreden om ook iets te zien gebeuren voor de onderaannemers, wat allesbehalve evident is.
Wat mij nog bekommert in uw tussenkomst is datgene waarmee u bent begonnen, namelijk alles op zijn tijd. Dat is om twee redenen niet goed. Wanneer u alles op zijn beloop laat, zult u die expertise en kennis niet kwijtspelen. De ingenieurs en het hoogtechnologisch personeel krijgen misschien aanbiedingen uit binnen- of buitenland en zij zullen wel een job vinden. Die zult u kwijt zijn. Ter herinnering, de eerste centrale sluit in oktober 2022 als ik het goed heb. In minder dan een jaar is de eerste sluiting al een feit. Een deel van de aldaar werkende mensen is misschien zelfs al vertrokken.
Ten tweede, alles op zijn tijd, zeg dat maar eens aan de mensen die hun brood moeten verdienen, een lening moeten afbetalen of kinderen aan de universiteit hebben. De mensen willen nu garanties hebben. Wij vragen dan ook dat de regering nu duidelijkheid verschaft. De intentie heb ik goed genoteerd maar het moet concreet gemaakt worden. De mensen moeten weten waar zij aan toe zijn en waarop zij kunnen rekenen als volgend jaar de eerste centrale dichtgaat, gevolgd door de overige centrales in de daarop volgende jaren.
In die zin zal ik een motie van aanbeveling indienen, om u daartoe aan te zetten, mevrouw de minister.
De voorzitster:Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Bert Wollants en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Bert Wollants, Reccino Van Lommel en Thierry Warmoes
en het antwoord van de minister van Energie,
- gehoord de verschillende antwoorden van de minister van Energie tijdens de zitting van de commissie Energie, Leefmilieu en Klimaat op 16 november 2021;
- gehoord de toelichting van Chris Peeters, CEO van Elia in de hoorzitting rond het resultaat van het capaciteitsmechanisme op 16 november 2021;
- gelet op het regeerakkoord dat stelt dat het van cruciaal belang is dat de bevoorrading, de duurzaamheid en de betaalbaarheid op het vlak van energie gewaarborgd blijven;
- gelet op het feit dat daartoe eind november 2021 een rapport diende te worden opgemaakt op het vlak van de effecten van de capaciteitsveiling en de bijbehorende kernuitstap op de bevoorradingszekerheid en de impact op de elektriciteitsprijzen;
- gelet op het feit dat indien hieruit een onverwacht probleem met de bevoorradingszekerheid blijkt er door de regering gepaste maatregelen worden genomen zoals de aanpassing van de uitstapkalender op het vlak van het in dienst houden van 2 GW aan kerncentrales;
- gelet op het feit dat in de T-4-veiling van 2021 slechts 4,4 GW werd toegewezen tegenover het initiële plan om ca. 7,3 GW aan capaciteit vast te leggen en dat hierdoor 6,4 GW of meer dient te worden geveild op amper 1 jaar voor het sluiten van de laatste kerncentrales volgens de uitstapkalender;
- gelet op het feit dat voor ca. 1,6 GW van de toegewezen capaciteit er geen zekerheid is over het standhouden van de noodzakelijke vergunningen, waarbij voor één van beide nieuwe gascentrales de vergunning definitief werd geweigerd en voor de andere gascentrale een procedure voor de Raad van State werd aangekondigd door de beroepsindieners;
- gelet op het feit dat de CEO van Elia heeft aangegeven dat indien de capaciteitsaanbieders hierdoor in gebreke blijven bij het aanbieden van deze capaciteit volgens het capaciteitscontract, deze capaciteit in het slechtste geval bijkomend dient te worden geveild in 2024;
- overwegende dat hierdoor één jaar voor het sluiten van de laatste kerncentrale nog 8 GW aan capaciteit dient te worden geveild, een capaciteit die hoger ligt dat het totale nucleaire park dat momenteel dit land van stroom voorziet;
- gezien het feit dat er hierdoor geen enkele garantie op bevoorradingszekerheid kan worden geboden omdat in het beste geval slechts 40 % van nodige capaciteit al verworven is en dat de procedures voor de Raad van State en het totaal ontbreken van een omgevingsvergunning ertoe kunnen leiden dat slechts een kwart van de benodigde capaciteit overblijft;
- gelet op de uitspraak van de minister van Energie dat er naast de geplande nieuwe gascentrale van Vilvoorde ook nog andere capaciteit kan wegvallen en dat zij er niet van uitgaat dat de vergunning van Vilvoorde er ooit wel zal komen;
- gelet ook op de uitspraak van de minister dat zij niet kan vooruitlopen op mogelijke oplossingen om dit tekort aan capaciteit alsnog op te vangen en dat zij dit zelf een zeer onbevredigend antwoord aan het Parlement vindt;
- overwegende dat al deze zaken leiden tot zeer grote onzekerheid over de stroombevoorrading en dat niet anders kan worden aangemerkt dan als een onverwacht probleem met de bevoorradingszekerheid zoals opgenomen in het regeerakkoord;
- gelet op de recente oproep van Fedustria als spreekbuis van de hout- en textielindustrie die de kernuitstap onbegrijpelijk en roekeloos noemt;
- gelet op het feit dat de regering herhaaldelijk heeft aangekondigd te zullen beslissen in november 2021 over de eventuele aanpassing van de kalender van de kernuitstap;
vraagt de regering
- het aangekondigde rapport over de bevoorradingszekerheid en prijsimpact van de veiling en de kernuitstap voor het einde van november te bezorgen aan het Parlement;
- duidelijkheid te verschaffen over de oplossingen op vlak van bevoorradingszekerheid die in kaart werden gebracht met inbegrip van de aanpassing van de kalender van de kernuitstap en hierover ook een beslissing te nemen voor het einde van november."
Une première motion de recommandation a été déposée par M. Bert Wollants et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Bert Wollants, Reccino Van Lommel et Thierry Warmoes
et la réponse de la ministre de l'Énergie,
- ayant entendu les différentes réponses de la ministre de l'Énergie en séance de la commission de l'Énergie, de l'Environnement et du Climat du 16 novembre 2021;
- ayant entendu les explications de Chris Peeters, CEO d'Elia, lors de l'audition du 16 novembre 2021 sur les résultats du mécanisme de capacité;
- vu l'accord de gouvernement qui stipule qu'il est essentiel de continuer à garantir la sécurité d'approvisionnement, la durabilité et le coût abordable de l'énergie;
- eu égard au fait qu’à cet effet, un rapport devait être établi fin novembre 2021 concernant les effets, sur la sécurité d'approvisionnement, de la mise aux enchères des capacités, d’une part et de la sortie du nucléaire qui l’accompagne, d’autre part ainsi que concernant l'incidence sur les prix de l'électricité;
- eu égard au fait que si ce rapport montre un problème inattendu de sécurité d'approvisionnement, le gouvernement prendra des mesures adéquates, telles que l'ajustement du calendrier de sortie pour le maintien de 2 GW de nucléaire;
- eu égard au fait que, dans le cadre de la mise aux enchères T-4 de 2021, seuls 4,4 GW ont été attribués, alors que le plan initial prévoyait d’arrêter une capacité d’environ 7,3 GW, et que, par conséquent, au moins 6,4 GW devront être mis aux enchères en un an seulement avant la fermeture des dernières centrales nucléaires selon le calendrier de sortie;
- eu égard au fait que pour environ 1,6 GW de la capacité attribuée, il n'y a aucune certitude quant au maintien des autorisations nécessaires, dès lors que l'autorisation pour l'une des deux nouvelles centrales au gaz a été définitivement refusée et que les auteurs des recours contre l’autre centrale au gaz ont annoncé qu’ils introduiraient une procédure devant le Conseil d'État;
- eu égard au fait que le CEO d'Elia a indiqué que si les fournisseurs de capacité ne parviennent pas, de ce fait, à fournir cette capacité conformément au contrat de capacité, celle-ci devra, dans le pire des cas, être mise aux enchères en 2024;
- considérant qu’un an avant la fermeture de la dernière centrale nucléaire, une capacité de 8 GW devra donc encore être mise aux enchères, une capacité supérieure à celle du parc nucléaire total qui approvisionne actuellement le pays en électricité;
- eu égard au fait qu'en conséquence, aucune garantie de sécurité d'approvisionnement ne peut être offerte puisque, dans le meilleur des cas, seuls 40 % de la capacité nécessaire sont déjà acquis et que les procédures devant le Conseil d'État ainsi que l'absence totale de permis d'environnement peuvent faire en sorte qu'il ne subsiste qu'un quart de la capacité nécessaire;
- vu la déclaration de la ministre de l'Énergie selon laquelle, outre la nouvelle centrale au gaz prévue à Vilvorde, d'autres capacités pourraient également disparaître et selon laquelle elle ne s’attend pas à ce que le permis pour Vilvorde soit un jour accordé;
- vu également la déclaration de la ministre selon laquelle elle ne peut pas anticiper de solutions qui permettraient de pallier cette pénurie de capacité et selon laquelle elle considère elle-même n’apporter qu’une réponse très insatisfaisante au Parlement;
- considérant que tous ces éléments entraînent une très grande insécurité quant à l'approvisionnement en électricité et que l’on n’a rien d’autre à ajouter qu'un problème inattendu de sécurité d'approvisionnement tel que mentionné dans l'accord de gouvernement;
- vu le récent appel de Fedustria, porte-parole de l'industrie textile et du bois, qualifiant la sortie du nucléaire d’incompréhensible et d'irréfléchie;
- eu égard au fait que le gouvernement a annoncé à plusieurs reprises qu'il se prononcerait en novembre 2021 sur l'éventuel ajustement du calendrier de la sortie du nucléaire;
demande au
gouvernement
- de fournir au Parlement, avant la fin novembre, le rapport annoncé sur la sécurité de l'approvisionnement et l'incidence sur les prix de la vente aux enchères et de la sortie du nucléaire;
- de clarifier les solutions inventoriées en matière de sécurité d'approvisionnement, y compris l'ajustement du calendrier de la sortie du nucléaire et de prendre une décision à ce sujet avant la fin du mois de novembre."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Thierry Warmoes en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Bert Wollants, Reccino Van Lommel en Thierry Warmoes
en het antwoord van de minister van Energie,
- overwegende dat minstens vijf van de zeven kerncentrales dichtgaan tegen ten laatste 2025;
- overwegende dat de eerste hiervan (Doel 3) reeds in oktober 2022 sluit;
- overwegende dat circa 2.000 werknemers van Electrabel tewerkgesteld zijn in de kerncentrales van Doel en Tihange en circa 5.000 werknemers betrokken bij de onderaannemers;
- overwegende het sectorakkoord over de stabiliteit van de werkgelegenheid van 1962;
- overwegende dat de werknemers van de energiesector (paritair comité 326) goede loon- en arbeidsvoorwaarden hebben afgedwongen dankzij jarenlange strijd;
- overwegende artikel 10 van de wet van 31 januari 2003 houdende de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie ("de wet op de kernuitstap") die een wettelijke verplichting oplegt voor het opstellen van een sociaal begeleidingsplan;
vraagt de regering
- om de werkgelegenheid van alle werknemers van de kerncentrales én hun onderaannemers te beschermen, met behoud van hun loon- en arbeidsvoorwaarden onder meer door een maximale insourcing van activiteiten en het heroriënteren van de betrokkenen binnen Electrabel;
- om de exploitanten van de kerncentrales te verplichten voldoende financiële middelen opzij te zetten voor het behoud en de bescherming van de werkgelegenheid;
- om de mogelijkheid te onderzoeken om de sites van Doel en Tihange te reconverteren naar energiehubs, zoals gebeurde met de kerncentrale van Diablo Canyon in de VS."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Thierry Warmoes et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Bert Wollants, Reccino Van Lommel et Thierry Warmoes
et la réponse de la ministre de l'Énergie,
- considérant qu’au moins cinq des sept centrales nucléaires vont fermer d’ici 2025 au plus tard;
- considérant que la première d’entre elles (Doel 3) fermera dès octobre 2022;
- considérant qu’environ 2 000 collaborateurs d’Electrabel travaillent dans les centrales nucléaires de Doel et de Tihange et qu’environ 5 000 personnes sont actives auprès des sous-traitants;
- considérant l’accord sectoriel sur la stabilité de l’emploi de 1962;
- considérant que les travailleurs du secteur énergétique (commission paritaire 326) ont obtenu après de longues années de lutte de bonnes conditions salariales et de travail;
- considérant que l’article 10 de la loi du 31 janvier 2003 sur la sortie progressive de l’énergie nucléaire à des fins de production industrielle d’électricité (la "loi sur la sortie du nucléaire") instaure une obligation légale d’élaborer un plan d’accompagnement social;
demande au
gouvernement
- de protéger l’emploi de l’ensemble des travailleurs des centrales nucléaires et de leurs sous-traitants, en maintenant leurs conditions salariales et de travail à l’aide notamment d’une internalisation maximale des activités et de la réorientation des personnes concernées au sein d’Electrabel;
- de soumettre les exploitants des centrales nucléaires à l’obligation de prévoir suffisamment de moyens financiers en vue du maintien et de la protection de l’emploi;
- d’examiner la possibilité de reconvertir les sites de Doel et de Tihange en pôles énergétiques, à l’image de la centrale nucléaire de Diablo Canyon aux États-Unis."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Laurence Hennuy, Maggie De Block en Melissa Depraetere en de heren Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf en Servais Verherstraeten.
Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Laurence Hennuy, Maggie De Block et Melissa Depraetere et
MM. Ahmed Laaouej,
Benoît Piedboeuf et Servais Verherstraeten.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
03.08 Laurence Hennuy (Ecolo-Groen): Madame la présidente, la majorité sollicite l'urgence pour le vote de la motion pure et simple.
04 Demandes d'urgence émanant du gouvernement
04 Urgentieverzoeken van de regering
Le gouvernement a demandé l'urgence conformément
à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant des
dispositions diverses urgentes en matière de santé, n° 2320/1.
De regering heeft de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van
het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende diverse dringende
bepalingen inzake gezondheid, nr. 2320/1.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
04.01 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, het wetsontwerp met nr. 2320 is een omvangrijk ontwerp en wordt gekenmerkt door een grote diversiteit aan bepalingen. De omvang van het ontwerp hangt samen met een lange periode van lopende zaken die voorafging aan en volgde op de verkiezingen van 2019. Diverse bepalingen waren dus reeds lang in voorbereiding bij de administraties.
De regering vraagt de urgentie voor het ontwerp, omdat het bepalingen bevat die zij uiterlijk tegen 1 januari in werking wenst te zien. Het gaat dan bijvoorbeeld over maatregelen ter administratieve vereenvoudiging, over maatregelen met betrekking tot de toegankelijkheid van de zorg, zoals de opheffing van het verbod op de derde-betalersregeling, waarvoor zowel het RIZIV als de zorgverstrekkers voorbereidingen moeten treffen, over een reeds eerder beloofde subsidieverhoging voor de patiëntenkoepel voor zeldzame ziekten, RaDiOrg, waarvan de organisatie dit jaar al wil kunnen genieten, en over noodzakelijke bepalingen om de consolidaties in de mutualistische sector, die per 1 januari zullen plaatsvinden, mogelijk te maken. Dat zijn slechts enkele voorbeelden.
Het ontwerp is reeds in behandeling genomen door de commissie voor Gezondheid. Een grondige discussie is dus verzekerd. Ik dank u alvast om de door de regering gevraagde urgentie goed te keuren.
La présidente: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.
04.02 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, de huidige regering overdrijft al wekenlang met het principe van de urgenties. Bijna week na week moeten wij daarvoor waarschuwen. Dit slaat echter alles. Het document waarvoor de urgentie wordt gevraagd, is 1.850 bladzijden dik. Het is 1.850 bladzijden dik en de urgentie wordt gevraagd, opdat, zo stelt de regering, er ernstig over zou kunnen worden gediscussieerd. Zo spuwt zij in het gezicht van het Parlement.
Mevrouw de staatssecretaris, u hebt de rotklus gekregen de urgentie hier te moeten verdedigen. Ik benijd u die taak niet. Ik zal niet ontkennen dat het document onderdelen bevat die urgent zijn, maar geen 1.850 pagina's.
Dat hier urgente maatregelen in een gigantisch document worden gefoefeld om op die manier op een totaal onverantwoorde manier het Parlement te laten beslissen over een dergelijk pakket, is ver voorbij de grens van het fatsoen.
Ik heb op de Conferentie van voorzitters gevraagd dat de regering het onderscheid zou maken tussen de urgente punten en niet urgente en ze apart zou indienen. In dat geval zouden ze op een ernstige manier kunnen worden behandeld en hadden wij de urgentie ook gesteund. Hier voert de regering een beschamend schouwspel op. Wat al wekenlang wordt gedaan, namelijk het urgentieprincipe totaal uithollen, vindt hier een onwaarschijnlijk dieptepunt.
Ik zou de leden van de meerderheid willen oproepen om puur vanuit een fundamentele parlementaire reflex niet in te gaan op die onfatsoenlijke vraag tot urgentie.
Het zal u niet verbazen dat mijn fractie het goede voorbeeld zal geven.
La présidente: Le Vlaams Belang est contre, le MR est pour, l'Open Vld est pour, DéFI n'est plus dans la salle, Ecolo-Groen est pour.
04.03 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, quand on demande l'urgence, il faut savoir sur quoi on demande l'urgence. Quand il s'agit de propositions diverses comme celles-ci, il faut choisir. Qu'est-ce qui est urgent? Ici, il s'agit d'un fourre-tout et mon groupe n'accordera pas l'urgence à ce projet.
La présidente: C'est enregistré. Le PS est pour, Vooruit est pour.
L'urgence est adoptée.
De urgentie wordt aangenomen.
Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant des dispositions diverses en matière d’organisation judiciaire et introduisant le parquet de la sécurité routière, n° 2328/1.
De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake rechterlijke organisatie en tot invoering van het parket voor de verkeersveiligheid, nr. 2328/1.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
04.04 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, op 10 november 2021 besliste de Ministerraad om de urgentie, overeenkomstig artikel 51 van het Kamerreglement, voor onderhavig wetsontwerp aan te vragen. Op maandag 26 juli 2021 werd een advies bij de Raad van State gevraagd overeenkomstig artikel 84, § 1, 1ste lid, punt 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. Pas op 22 oktober 2021 mochten wij het advies van de Raad van State ontvangen. Het niet-respecteren van de termijn van dertig dagen ligt ten grondslag aan de urgentie van het wetsontwerp.
Het wetsontwerp bevat enkele bepalingen die cruciaal zijn in het kader van de geplande versterking van de rechterlijke orde, die dringend genomen moeten worden. Het betreft onder andere de wettelijke verankering van de functie van criminoloog, de aanpassing van de quota voor de referendarissen en de parketjuristen en de creatie van het parket voor verkeersveiligheid.
De functie van criminoloog is belangrijk in het kader van de uitbreiding van de family justice centers. Zij zorgen voor een multidisciplinaire aanpak van huishoudelijk geweld. Ook in het kader van de aangepaste afhandelingsvormen voor elk type delict spelen de criminologen een cruciale rol. Concreet gaat het om de uitbouw van de drugsbehandelingskamers en multidisciplinair maatwerk met oog voor het individu. De budgetten voor de aanwervingen van criminologen werden ingeschreven op de extra middelen voor Justitie. Om die aanwervingen op korte termijn te kunnen realiseren, is het nodig dat die functie en de bevoegdheden verankerd worden in het Gerechtelijk Wetboek.
In het kader van de versterking van Justitie voorzien wij in extra ondersteuning voor magistraten door juristen. Echter, de huidige quota zijn in bepaalde rechtsmachten bereikt, waardoor een aanpassing van die quota zich opdringt.
Omdat de rechterlijke orde kreunt onder de torenhoge werklast en een grote achterstand, is het noodzakelijk om op korte termijn juristen aan te werven. Bijgevolg moeten de quota snel worden aangepast.
La création du parquet de la sécurité routière sous-entend également un renforcement du ministère public. Ce renforcement est nécessaire pour pouvoir faire face à l'augmentation significative du nombre de dossiers à court terme. Cette augmentation est due à la suppression progressive des marges de tolérance et des quotas et à l'activation accélérée des radars tronçons et d'autres instances de contrôle. Ces mesures s'inscrivent dans le cadre de l'augmentation des chances, pour les délinquants de la route, d'être pris, et de la lutte pour des routes plus sûres. L'objectif est, d'ici 2030, de réduire de moitié le nombre de décès survenus en 2011 suite aux accidents de la route.
Afin de renforcer le ministère public, des profils supplémentaires ont été créés pour les parquets locaux. Mais le plus grand renforcement est apporté par la création du parquet de la sécurité routière. Ce parquet traitera environ 80 % des dossiers actuellement traités par le flux "Crossborder". Ceci représentera une réduction de la charge de travail au sein des parquets des différents arrondissements, ce qui leur permettra de se concentrer à nouveau sur les infractions plus graves.
Le délai moyen de recrutement du personnel judiciaire et des magistrats étant d'environ six mois, il est crucial de fournir une base légale à ce nouveau parquet, et ce, au plus vite. Les procédures de nomination ne peuvent pas être entamées tant qu'il n'existe pas de base légale à cet effet.
En outre, dans la notification du conclave budgétaire, il a également été demandé que le projet de loi concernant le parquet de la sécurité routière soit traité par le Parlement et soumis à celui-ci dans les meilleurs délais.
La présidente: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.
De urgentie wordt aangenomen.
Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant des mesures en vue de la hausse des prix de l'énergie en 2021, n° 2332/1.
De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende maatregelen in het licht van de hoge energieprijzen in 2021, nr. 2332/1.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
04.05 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, om wie het hardst getroffen wordt door de stijging van de gas- en elektriciteitsprijzen in 2021 financieel te ondersteunen voorziet het wetsontwerp in een eenmalige aanvullende financiering van het Gas- en Elektriciteitsfonds en de toekenning van een eenmalig forfaitair bedrag van 80 euro aan huishoudens die op 30 september 2021 het sociaal tarief ontvangen.
Dit wetsontwerp creëert de nodige rechtsgrondslagen en wijzigingen voor de verwerking van persoonsgegevens om de maatregelen uit te voeren. Deze maatregelen zijn op 20 oktober door de regering genomen in het kader van de voorbereiding van de meerjarenbegroting 2022-2024. De budgettaire lasten van deze maatregelen zullen worden gedragen door de extra btw-inkomsten van 2021 en moeten dus worden opgenomen in de begroting van het jaar 2021. Daartoe zouden de maatregelen en het overeenkomstige koninklijk besluit voor het einde van dit jaar van kracht moeten zijn. Daarna zou er voldoende tijd moeten zijn om ze voor de kerstperiode uit te voeren.
Het KB over de toekenning van de eenmalige forfaitaire som moet uiterlijk begin december 2021 op de agenda van de ministerraad worden geplaatst en aan de Raad van State worden voorgelegd.
La présidente: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.
De urgentie wordt aangenomen.
05 Prise en considération de propositions
05
Inoverwegingneming van voorstellen
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Mijnheer Vandenput, u vraagt de urgentie voor het wetsvoorstel nr. 2339/1 van mevrouw Kathleen Verhelst, de heer Maxime Prévot, mevrouw Florence Reuter, de heer Albert Vicaire, de dames Leen Dierick en Melissa Depraetere en de heer Dieter Vanbesien tot wijziging van de wet van 21 november 2021 tot wijziging van de wet van 15 juli 2016 tot uitvoering van de Verordening (EU) nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven en houdende bepalingen betreffende de leningen toegekend aan reisorganisatoren voor de terugbetalingen van de tegoedbonnen uitgegeven conform het ministerieel besluit van 19 maart 2020 betreffende de terugbetaling van opgezegde pakketreizen.
05.01 Tim Vandenput (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, ik zal even toelichten waarom wij de urgentie vragen. De wet van 21 november 2021 heeft de Staat gemachtigd om leningen toe te kennen aan reisorganisatoren om hen te helpen de nog openstaande coronavouchers terug te betalen aan reizigers. Die wet kon slechts worden gepubliceerd en bijgevolg in werking treden na de goedkeuring van het leningsmechanisme door de Europese Commissie op grond van de staatssteunregelgeving.
Het leningmechanisme werd uiteindelijk door de Europese Commissie goedgekeurd, maar de formele beslissing werd later dan verwacht genomen. Dat heeft tot gevolg dat bepaalde modaliteiten en termijnen waarin de wet momenteel voorziet niet meer kunnen worden nageleefd. Het wetsvoorstel nr. 2339/1 past dus bepaalde modaliteiten en termijnen aan om de praktische uitvoering van het leningsmechanisme waarin de wet voorziet, alsnog mogelijk te maken voor de getroffen reissector.
La présidente: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.
L'urgence est adoptée.
De urgentie wordt aangenomen.
06 Motions déposées en conclusion des interpellations de
- Mme Kathleen Depoorter sur "L'échec du ministre de la Santé publique" (n° 194)
- Mme Dominiek Sneppe sur "L'échec de la politique de gestion du coronavirus" (n° 199)
- Mme Sofie Merckx sur "La responsabilité du ministre Vandenbroucke dans la crise du Covid-19" (n° 201)
06 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van
- mevrouw Kathleen Depoorter over "Het falen van de minister van Volksgezondheid" (nr. 194)
- mevrouw Dominiek Sneppe over "Het falende coronabeleid" (nr. 199)
- mevrouw Sofie Merckx over "De verantwoordelijkheid van minister Vandenbroucke in de COVID-19-crisis" (nr. 201)
Ces interpellations ont été développées en séance plénière de ce jour.
Deze interpellaties werden gehouden in de plenaire vergadering van heden.
Quatre motions ont été déposées (MOT n° 194/1):
- une première motion de recommandation a été déposée par Mme Kathleen Depoorter;
- une motion de méfiance a été déposée par Mmes Dominiek Sneppe et Barbara Pas;
- une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme Sofie Merckx;
- une motion pure et simple a été déposée
par Mmes Melissa Depraetere, Séverine de Laveleye et Maggie De Block et
MM. Ahmed Laaouej,
Benoît Piedboeuf et Servais Verherstraeten.
Vier moties werden ingediend (MOT nr. 194/1):
- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Kathleen Depoorter;
- een motie van wantrouwen werd ingediend door de dames Dominiek Sneppe en Barbara Pas;
- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Sofie Merckx;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Melissa Depraetere, Séverine de Laveleye en Maggie De Block en de heren Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf en Servais Verherstraeten.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Début du
vote / Begin van de stemming.
Fin du vote
/ Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
77 |
Oui |
Nee |
55 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation et la motion de méfiance sont caduques.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling en de motie van wantrouwen.
07 Motions déposées en conclusion des interpellations de
- M. Bert Wollants sur "La sortie du nucléaire" (n° 196)
- M. Reccino Van Lommel sur "La décision finale concernant la sortie du nucléaire" (n° 198)
- M. Thierry Warmoes sur "La sortie du nucléaire" (n° 200)
07 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van
- de heer Bert Wollants over "De kernuitstap" (nr. 196)
- de heer Reccino Van Lommel over "De finale beslissing rond de kernuitstap" (nr. 198)
- de heer Thierry Warmoes over "De kernuitstap" (nr. 200)
Ces interpellations ont été développées en séance plénière de ce jour.
Deze interpellaties werden gehouden in de plenaire vergadering van heden.
Trois motions ont été déposées (MOT n° 196/1):
- une première motion de recommandation a été déposée par M. Bert Wollants;
- une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Thierry Warmoes;
- une motion pure et simple a été déposée
par Mmes Laurence Hennuy, Maggie De Block et Melissa Depraetere et
MM. Ahmed Laaouej,
Benoît Piedboeuf et Servais Verherstraeten.
Drie moties werden ingediend (MOT nr. 196/1):
- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Bert Wollants;
- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Thierry Warmoes;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Laurence Hennuy, Maggie De Block en Melissa Depraetere en de heren Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf en Servais Verherstraeten.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Début du
vote / Begin van de stemming.
Fin du vote
/ Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
78 |
Oui |
Nee |
59 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
137 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.
(M. Maxime Prévot a voté contre)
08 Aangehouden amendementen en artikelen van het wetsontwerp tot verlenging van de periode waarin aan de gerechtigden op bepaalde sociale bijstandsuitkeringen, in het kader van de maatregelen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, een tijdelijke premie toegekend wordt (2286/1-5)
08 Amendements et articles réservés du projet de loi prolongeant la période pendant laquelle une prime temporaire est octroyée aux bénéficiaires de certaines allocations d'assistance sociale, dans le cadre des mesures dans la lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19 (2286/1-5)
Stemming over amendement nr. 10 van
Gaby Colebunders op artikel 2. (2286/5)
Vote sur
l'amendement n° 10 de Gaby Colebunders à l'article 2. (2286/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
29 |
Oui |
Nee |
104 |
Non |
Onthoudingen |
7 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 2 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 2 est adopté.
Stemming over amendement nr. 7 van
Ellen Samyn cs tot weglating van artikel 3. (2286/5)
Vote sur
l'amendement n° 7 de Ellen Samyn cs tendant à supprimer l'article 3. (2286/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
17 |
Oui |
Nee |
123 |
|
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 11 van
Gaby Colebunders tot weglating van artikel 3. (2286/5)
Vote sur
l'amendement n° 11 de Gaby Colebunders tendant à supprimer
l'article 3. (2286/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
29 |
Oui |
Nee |
104 |
Non |
Onthoudingen |
7 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 3 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 3 est adopté.
Stemming over amendement nr. 8 van
Ellen Samyn cs tot invoeging van een artikel 3/1(n). (2286/5)
Vote sur
l'amendement n° 8 de Ellen Samyn cs tendant à insérer un
article 3/1(n). (2286/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
17 |
Oui |
Nee |
123 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 12 van
Gaby Colebunders tot invoeging van een artikel 3/1(n). (2286/5)
Vote sur
l'amendement n° 12 de Gaby Colebunders tendant à insérer un article 3/1(n).
(2286/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 7) |
||
Ja |
29 |
Oui |
Nee |
104 |
Non |
Onthoudingen |
7 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 9 van
Ellen Samyn cs tot invoeging van een artikel 3/2(n). (2286/5)
Vote sur
l'amendement n° 9 de Ellen Samyn cs tendant à insérer un
article 3/2(n). (2286/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 8) |
||
Ja |
17 |
Oui |
Nee |
122 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 13 van
Gaby Colebunders tot invoeging van een artikel 3/2(n). (2286/5)
Vote sur
l'amendement n° 13 de Gaby Colebunders tendant à insérer un
article 3/2(n). (2286/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 9) |
||
Ja |
28 |
Oui |
Nee |
103 |
Non |
Onthoudingen |
5 |
Abstentions |
Totaal |
136 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
09 Geheel van het wetsontwerp tot verlenging van de periode waarin aan de gerechtigden op bepaalde sociale bijstandsuitkeringen, in het kader van de maatregelen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, een tijdelijke premie toegekend wordt (2286/4)
09 Ensemble du projet de loi prolongeant la période pendant laquelle une prime temporaire est octroyée aux bénéficiaires de certaines allocations d'assistance sociale, dans le cadre des mesures dans la lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19 (2286/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 10) |
||
Ja |
114 |
Oui |
Nee |
22 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
136 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2286/6)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2286/6)
10 Wetsontwerp houdende de vierde aanpassing van de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2021 (2262/1)
10 Projet de loi contenant le quatrième ajustement du budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2021 (2262/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 11) |
||
Ja |
79 |
Oui |
Nee |
53 |
Non |
Onthoudingen |
6 |
Abstentions |
Totaal |
138 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan, alsmede de tabellen in bijlage. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging
worden voorgelegd. (2262/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi ainsi que les tableaux en annexe. Il sera soumis à la sanction royale. (2262/4)
Raison d'abstention? (Non)
Reden van onthouding? (Nee)
(Mme Sophie Rohonyi et M. Hugues
Bayet ont voté pour)
11 Projet de loi modifiant la loi du 8 juillet 2018 portant organisation d'un point de contact central des comptes et contrats financiers et portant extension de l'accès au fichier central des avis de saisie, de délégation, de cession, de règlement collectif de dettes et de protêt (2244/4)
11 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 8 juli 2018 houdende organisatie van een centraal aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten en tot uitbreiding van de toegang tot het centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht, collectieve schuldenregeling en protest (2244/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 12) |
||
Ja |
97 |
Oui |
Nee |
19 |
Non |
Onthoudingen |
23 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2244/5)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2244/5)
Raison d'abstention? (Non)
Reden van onthouding? (Nee)
(M. Khalil Aouasti a voté pour)
12 Proposition de loi modifiant la loi du 15 septembre 2013 relative à la dénonciation d'une atteinte suspectée à l'intégrité au sein d'une autorité administrative fédérale par un membre de son personnel, en vue d'habiliter le Comité permanent P pour toutes les dénonciations faites par des membres du personnel de la police intégrée (2182/1)
12 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 15 september 2013 betreffende de melding van een veronderstelde integriteitsschending in de federale administratieve overheden door haar personeelsleden, teneinde het Vast Comité P bevoegd te maken voor alle meldingen door personeelsleden van de geïntegreerde politie (2182/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 13) |
||
Ja |
137 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
137 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction
royale. (2182/4)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
(2182/4)
(M. Khalil Aouasti a voté pour)
13 Projet de loi visant à rendre la justice plus humaine, plus rapide et plus ferme (2175/15)
13 Wetsontwerp om justitie menselijker, sneller en straffer te maken (2175/15)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 14) |
||
Ja |
85 |
Oui |
Nee |
17 |
Non |
Onthoudingen |
35 |
Abstentions |
Totaal |
137 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2175/16)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2175/16)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
(M. Khalil Aouasti a voté pour)
14 Adoption de l’ordre du jour
Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.
Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.
Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 2 december 2021 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 2 décembre 2021 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten om 21.32 uur.
La séance est levée à 21 h 32.
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 143 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte brochure
met nummer CRIV 55 PLEN 143 bijlage. |
|
|
|
|
Vote nominatif - Naamstemming: 001
Oui |
077 |
Ja |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet
Hugues, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan,
Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cornet Cécile,
Creemers Barbara, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De
Maegd Michel, De Vriendt Wouter, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon
Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih
Nawal, Flahaut André, Gabriels Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie, Goffin
Philippe, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej
Ahmed, Lachaert Egbert, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian,
Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Moutquin Simon,
Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît,
Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence,
Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel,
Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier,
Van den Bergh Jef, Van Hecke Stefaan, Vanbesien Dieter, Vandenbroucke Joris,
Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert
Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Zanchetta
Laurence
Non |
055 |
Nee |
Anseeuw Björn, Arens Josy, Boukili Nabil, Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, D'Amico Roberto,
D'Haese Christoph, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Roover Peter, De Smet
François, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter
Kathleen, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Donné Joy, Fonck
Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik,
Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Matz Vanessa, Merckx
Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick,
Prévot Maxime, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie,
Safai Darya, Samyn Ellen, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp
Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Hees Marco, Van Lommel Reccino, Van Vaerenbergh
Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry,
Wollants Bert
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 002
Oui |
078 |
Ja |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet
Hugues, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel,
Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De
Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Vriendt Wouter, Defossé
Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick,
Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriels Katja, Geens
Koen, Gilson Nathalie, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon
Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Leoni Leslie,
Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem
Marie-Christine, Mathei Steven, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie,
Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe,
Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé,
Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont
Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Van den Bergh Jef, Van
Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles,
Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja,
Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais,
Vicaire Albert, Zanchetta Laurence
Non |
059 |
Nee |
Anseeuw Björn, Arens Josy, Boukili Nabil, Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, D'Amico Roberto,
D'Haese Christoph, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Roover Peter, De Smet
François, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker
Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen
Marijke, Donné Joy, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels
Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien,
Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu
Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt,
Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Troosters Frank, Van
Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van
Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Vaerenbergh Kristien,
Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants
Bert
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 003
Oui |
029 |
Ja |
Boukili Nabil, Bury Katleen, Colebunders Gaby,
Creyelman Steven, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst
Steven, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik,
Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara,
Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Troosters Frank, Van Grieken Tom,
Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter,
Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Non |
104 |
Nee |
Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Bacquelaine
Daniel, Bayet Hugues, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan,
Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie,
Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Haese Christoph, De Block Maggie, De Caluwé
Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter,
De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume,
Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael
Patrick, Dierick Leen, Donné Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André,
Francken Theo, Freilich Michael, Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda,
Gilson Nathalie, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy
Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir
Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei
Steven, Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem,
Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva,
Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé,
Roggeman Tomas, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel,
Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier,
Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim,
Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter,
Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta,
Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen,
Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Abstentions |
007 |
Onthoudingen |
Arens Josy, Dallemagne Georges, De Smet
François, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot Maxime, Rohonyi Sophie
Vote nominatif - Naamstemming: 004
Oui
|
017 |
Ja |
Bury Katleen, Creyelman Steven, De Spiegeleer Pieter, Depoortere Ortwin,
Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick,
Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove
Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans
Non
|
123 |
Nee |
Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet
Hugues, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan,
Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie,
Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Amico Roberto, D'Haese Christoph,
Daems Greet, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge
Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet
François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker
Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter
Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Donné Joy, Ducarme
Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich
Michael, Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilson Nathalie, Goethals
Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence,
Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir,
Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei
Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia,
Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas,
Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime,
Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé,
Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben,
Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux
Eliane, Vajda Olivier, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh
Jef, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van
Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke
Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris,
Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert,
Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 005
Oui |
029 |
Ja |
Boukili Nabil, Bury Katleen, Colebunders Gaby,
Creyelman Steven, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst
Steven, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik,
Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara,
Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Troosters Frank, Van Grieken Tom,
Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter,
Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Non |
104 |
Nee |
Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Bacquelaine
Daniel, Bayet Hugues, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan,
Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie,
Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Haese Christoph, De Block Maggie, De Caluwé
Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter,
De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume,
Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael
Patrick, Dierick Leen, Donné Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André,
Francken Theo, Freilich Michael, Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda,
Gilson Nathalie, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence,
Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir,
Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei
Steven, Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem,
Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva,
Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé,
Roggeman Tomas, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel,
Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier,
Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim,
Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter,
Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta,
Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen,
Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Abstentions |
007 |
Onthoudingen |
Arens Josy, Dallemagne Georges, De Smet
François, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot Maxime, Rohonyi Sophie
Vote nominatif - Naamstemming: 006
Oui
|
017 |
Ja |
Bury Katleen, Creyelman Steven, De Spiegeleer Pieter, Depoortere Ortwin,
Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick,
Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove
Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans
Non
|
123 |
Nee |
Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet
Hugues, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan,
Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie,
Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Amico Roberto, D'Haese
Christoph, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby,
De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet
François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker
Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter
Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Donné Joy, Ducarme
Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich
Michael, Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilson Nathalie, Goethals
Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence,
Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir,
Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei
Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia,
Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas,
Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime,
Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé,
Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben,
Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux
Eliane, Vajda Olivier, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh
Jef, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van
Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris,
Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert
Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert,
Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 007
Oui |
029 |
Ja |
Boukili Nabil, Bury Katleen, Colebunders Gaby,
Creyelman Steven, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst
Steven, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik,
Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara,
Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Troosters Frank, Van Grieken Tom,
Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter,
Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Non |
104 |
Nee |
Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Bacquelaine
Daniel, Bayet Hugues, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan,
Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie,
Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Haese Christoph, De Block Maggie, De Caluwé
Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter,
De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume,
Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael
Patrick, Dierick Leen, Donné Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André,
Francken Theo, Freilich Michael, Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda,
Gilson Nathalie, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy
Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir
Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei
Steven, Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem,
Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva,
Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé,
Roggeman Tomas, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel,
Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier,
Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim,
Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter,
Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta,
Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen,
Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Abstentions |
007 |
Onthoudingen |
Arens Josy, Dallemagne Georges, De Smet
François, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot Maxime, Rohonyi Sophie
Vote nominatif - Naamstemming: 008
Oui
|
017 |
Ja |
Bury Katleen, Creyelman Steven, De Spiegeleer Pieter, Depoortere Ortwin,
Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick,
Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove
Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans
Non
|
122 |
Nee |
Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet
Hugues, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan,
Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie,
Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Amico Roberto, D'Haese
Christoph, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby,
De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet
François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker
Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter
Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Donné Joy, Ducarme
Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Freilich Michael, Gabriels
Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilson Nathalie, Goethals Sigrid, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien,
Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert
Egbert, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele,
Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx
Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert,
Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper,
Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter,
Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie,
Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline,
Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Van Bossuyt
Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Hecke
Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien
Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh
Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen,
Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry,
Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 009
Oui |
028 |
Ja |
Boukili Nabil, Bury Katleen, Colebunders Gaby,
Creyelman Steven, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Vuyst Steven, Depoortere
Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Merckx
Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt,
Samyn Ellen, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Langenhove
Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria,
Warmoes Thierry
Non |
103 |
Nee |
Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Bacquelaine
Daniel, Bayet Hugues, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan,
Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie,
Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Haese Christoph, De Block Maggie, De Caluwé
Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter,
De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume,
Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael
Patrick, Dierick Leen, Donné Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André,
Freilich Michael, Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilson Nathalie,
Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien,
Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert
Egbert, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele,
Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Metsu Koen, Moutquin
Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf
Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Raskin
Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi
Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline,
Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Van Bossuyt
Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Hecke
Stefaan, Van Hoof Els, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre
Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja,
Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais,
Vicaire Albert, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Abstentions |
005 |
Onthoudingen |
Dallemagne Georges, De Smet François, Fonck
Catherine, Matz Vanessa, Prévot Maxime
Vote nominatif - Naamstemming: 010
Oui |
114 |
Ja |
Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel,
Bayet Hugues, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili
Nabil, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie,
Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, D'Amico
Roberto, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De
Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Smet François, De
Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc,
Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick
Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck
Catherine, Gabriels Katja, Geens Koen, Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire,
Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz
Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers
Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf
Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot
Maxime, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot
Hervé, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael
Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric,
Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Van den Bergh Jef, Van Grieken
Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van
Lommel Reccino, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput
Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne,
Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans,
Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Zanchetta Laurence
Non |
022 |
Nee |
Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, D'Haese
Christoph, De Roover Peter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter
Kathleen, Donné Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goethals
Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Raskin
Wouter, Safai Darya, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim,
Van Vaerenbergh Kristien
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 011
Oui |
079 |
Ja |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bogaert Hendrik,
Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst
Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block
Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Maegd Michel, De Vriendt Wouter,
Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael
Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriels
Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy
Laurence, Hugon Claire, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed,
Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem
Marie-Christine, Mathei Steven, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie,
Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe,
Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé,
Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont
Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Van den Bergh Jef, Van
Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles,
Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja,
Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais,
Vicaire Albert, Zanchetta Laurence
Non |
053 |
Nee |
Anseeuw Björn, Boukili Nabil, Bury Katleen,
Buysrogge Peter, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, D'Amico Roberto, D'Haese
Christoph, Daems Greet, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst Steven,
De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Dewulf Nathalie, Dillen
Marijke, Donné Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen
Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild,
Loones Sander, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas
Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai
Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van
Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van
Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch
Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert
Abstentions |
006 |
Onthoudingen |
Arens Josy, Dallemagne Georges, De Smet
François, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot Maxime
Vote nominatif - Naamstemming: 012
Oui |
097 |
Ja |
Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil,
Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie,
Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Amico Roberto, Daems
Greet, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de
Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Smet François, De Vriendt Wouter, De
Vuyst Steven, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere
Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut
André, Fonck Catherine, Gabriels Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie, Goffin
Philippe, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jadin Kattrin,
Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Leoni Leslie, Leroy
Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine,
Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia,
Moutquin Simon, Moyaers Bert, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît,
Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick,
Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Scourneau
Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut
Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Van den Bergh Jef, Van Hecke Stefaan, Van
Hees Marco, Van Hoof Els, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke
Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhelst
Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes
Thierry, Zanchetta Laurence
Non
|
019 |
Nee |
Bury Katleen, Creyelman Steven, De Spiegeleer Pieter, Depoortere Ortwin,
Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick,
Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom,
Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch
Wouter, Verreyt Hans
Abstentions |
023 |
Onthoudingen |
Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, D'Haese Christoph, De Roover Peter, De Wit
Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Donné Joy, Francken Theo,
Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels
Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Safai Darya,
Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Wollants Bert
Vote nominatif - Naamstemming: 013
Oui |
137 |
Ja |
Anseeuw Björn, Arens Josy, Bacquelaine Daniel,
Bayet Hugues, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers
Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof,
Chanson Julie, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman
Steven, D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet, Dallemagne Georges, De
Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd
Michel, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt
Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume,
Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin,
Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen
Marijke, Donné Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine,
Francken Theo, Freilich Michael, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik,
Gilson Nathalie, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw
Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild,
Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Leoni Leslie, Leroy
Marie-Colline, Leysen Christian, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Matz
Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin
Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara,
Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick,
Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence,
Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn
Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin
Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank,
Vajda Olivier, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van
der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof
Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Vaerenbergh Kristien,
Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim,
Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst
Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire
Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 014
Oui |
085 |
Ja |
Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton
Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cornet Cécile, Creemers
Barbara, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania,
de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Smet François, De Vriendt Wouter,
Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael
Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriels
Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy
Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert
Egbert, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele,
Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa, Moutquin Simon, Moyaers
Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen
Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter
Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Scourneau Vincent,
Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric,
Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Van den Bergh Jef, Van Hecke Stefaan, Van Hoof
Els, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim,
Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhelst Kathleen,
Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Zanchetta Laurence
Non
|
017 |
Nee |
Bury Katleen, Creyelman Steven, De Spiegeleer Pieter, Depoortere Ortwin,
Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick,
Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom,
Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans
Abstentions |
035 |
Onthoudingen |
Anseeuw Björn, Boukili Nabil, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby, D'Amico
Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet, De Vuyst Steven, De Wit Sophie,
Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Donné Joy, Francken Theo, Freilich
Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien,
Ingels Yngvild, Loones Sander, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo
Nadia, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Safai Darya, Van Bossuyt Anneleen, Van
Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Hees Marco, Van Vaerenbergh Kristien,
Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert