Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 23 mars 2023

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 23 maart 2023

 

Namiddag

 

______

 

La séance est ouverte à 14 h 19 et présidée par Mme Eliane Tillieux, présidente.

De vergadering wordt geopend om 14.19 uur en voorgezeten door mevrouw Eliane Tillieux, voorzitster.

 

La présidente: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le compte rendu intégral de cette séance ou son annexe.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het integraal verslag van deze vergadering of in de bijlage ervan.

 

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Pierre-Yves Dermagne, Petra De Sutter, Vincent Van Quickenborne, Annelies Verlinden, Alexia Bertrand.

 

01 Commémoration des attentats de Bruxelles

01 Herdenking van de aanslagen in Brussel

 

La présidente (devant l'Assemblée debout): Nous sommes le lendemain du 22 mars, je vous propose d'évoquer les attentats qui ont secoué notre pays.

 

Chers collègues, le 22 mars 2016, des attentats quasiment simultanés plongent notre pays dans l’effroi. Des vies se sont arrêtées brutalement, des familles ont été dévastées, des destins ont été brisés et une souffrance indicible s’est abattue sur notre pays qui se pensait pourtant à l’abri d’actes terroristes.

 

We waren verbijsterd over de gruwel van deze wreedheden die een directe aanval zijn op zowel ons land als onze waarden en onze manier van leven.

 

Geconfronteerd met deze aanslagen moesten wij veerkracht en standvastigheid tonen om verder te gaan en tegelijkertijd haat en geweld afwijzen.

 

Het proces tegen de daders van de aanslagen in Brussel is vandaag al meer dan vijf maanden aan de gang. De woorden die in de rechtszaal worden uitgesproken, stellen de slachtoffers en getuigen in staat zich deels van hun trauma en pijn te bevrijden.

 

L’an dernier, nous avons accueilli le groupe "Retissons du lien" dans le cadre de la journée internationale du bien-vivre ensemble, instituée le 16 mai.

 

Précurseur en Europe, ce groupe réunit des familles concernées par l’engagement d’un des leurs dans l’idéologie djihadiste, des personnes endeuillées et rescapées des attentats de Paris et de Bruxelles et des intervenants de première ligne. L’objectif est de mettre en commun leur souffrance pour se reconstruire à travers le partage et éviter la stigmatisation. Ils l’auront notamment démontré à travers les portraits de membres du groupe exposés dans le péristyle en décembre dernier.

 

De daders van aanslagen en geweld hebben één duidelijk doel: onze individuele vrijheden en de democratie vernietigen. Deze terreurdaden vormen daarom een aanslag op de fundamentele waarden van onze beschaving: verdraagzaam­heid, het rechtsbeginsel, het recht anders te zijn en de vrijheid van meningsuiting.

 

Laten wij deze gebeurtenissen uit het verleden herdenken en laten wij strijden tegen berusting, tegen de verleidingen van het populisme en tegen alle vormen van extremisme en fanatisme, om zo te streven naar een vreedzamere en respectvollere samenleving.

 

Het is daarom de plicht van elk van ons alle initiatieven aan te moedigen die essentieel zijn voor een menselijkere en rechtvaardigere samenleving, waarin geen plaats is voor geweld.

 

Je laisse maintenant la parole à monsieur le ministre Dermagne.

 

01.01  Pierre-Yves Dermagne, ministre: Mesdames et messieurs les députés, mesdames et messieurs les victimes, familles et proches, sept années ont passé depuis que la folie et l'horreur se sont abattues sur Maelbeek et Zaventem. Sept années de traumatismes pour de trop nombreuses victimes et leurs proches, victimes et proches qui espèrent pouvoir trouver des réponses dans le procès en cours devant la Cour d'assises de Bruxelles. Sept années qui ne consoleront pas, qui ne s'effaceront pas et qui n'effaceront jamais la douleur et la souffrance causée par la perte d'un être cher.

 

Over enkele weken zal het hof van assisen van Brussel zich uitspreken, na een proces zonder voorgaande in ons land. Deze gerechtelijke uitspraak is een stap in het individuele en collectieve rouwproces dat wij samen moeten doormaken, om te begrijpen hoe en waarom die gruwel ons heeft getroffen.

 

Nous, hommes et femmes politiques, avons aussi notre rôle à jouer dans ce processus que nous avons entamé, il y a quelques années déjà. Nous continuerons à l'assumer pour accompagner la société dans sa résilience collective et lui éviter que de telles horreurs se reproduisent dans notre pays.

 

Au nom du gouvernement, je tiens à m'associer aux propos de Mme la présidente et présenter aux victimes, à leur famille et à leurs proches les saluts respectueux du gouvernement.

 

La présidente: Pour toutes les victimes d'attentats terroristes en Belgique et à l'étranger, dont aussi des Belges, chers collègues, je vous invite à quelques instants de recueillement.

 

La Chambre observe une minute de silence.

De Kamer neemt een minuut stilte in acht.

 

02 Ordre du jour

02 Agenda

 

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 22 mars 2023, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 22 maart 2023 heeft u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.

 

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

 

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

 

03 Proposition de report

03 Voorstel tot verdaging

 

À la demande du ministre de l'Économie et du Travail et après consentement des interpellants, je vous propose de reporter le développement de l’interpellation de Mme Vanessa Matz au ministre de l'Économie et du Travail sur "le suivi des négociations relatives à la suppression des distributeurs de billets" (n° 388) et sur le même sujet l'interpellation de M. Reccino Van Lommel au ministre de l'Économie et du Travail sur "les négociations concernant la pénurie de guichets bancaires automatiques" (n° 390) et l’interpellation de M. Michael Freilich au ministre de l'Économie et du Travail sur "la disponibilité des distributeurs automatiques de billets" (n° 391) à la séance plénière du 30 mars 2023.

Op verzoek van de minister van Economie en Werk en met instemming van de interpellanten, stel ik u voor het houden van de interpellatie van mevrouw Vanessa Matz tot de minister van Economie en Werk over "de voortgang van de onderhandelingen over de afschaffing van geldautomaten" (nr. 388) en over hetzelfde onderwerp de interpellatie van de heer Reccino Van Lommel tot de minister van Economie en Werk over "de onderhandelingen inzake het tekort aan geldautomaten" (nr. 390) en de interpellatie van de heer Michael Freilich tot de minister van Economie en Werk over "de toegankelijkheid van geldautomaten" (nr. 391) te verdagen naar de plenaire vergadering van 30 maart 2023.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Questions

Vragen

 

04 Samengevoegde vragen van

- Anja Vanrobaeys aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De toekomst van de distributiesector" (55003352P)

- Peter Mertens aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De toekomst van de distributiesector" (55003355P)

- Egbert Lachaert aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De rol van de vakbonden in de distributiesector" (55003361P)

- Nathalie Muylle aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De distributiesector in ons land" (55003365P)

- Jean-Marie Dedecker aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "Delhaize en de distributiesector" (55003367P)

- Catherine Fonck aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De toekomst van de distributiesector" (55003369P)

- Kristof Calvo aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De toekomst van de distributiesector" (55003371P)

04 Questions jointes de

- Anja Vanrobaeys à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "L'avenir du secteur de la distribution" (55003352P)

- Peter Mertens à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "L'avenir du secteur de la distribution" (55003355P)

- Egbert Lachaert à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Le rôle des syndicats dans le secteur de la distribution" (55003361P)

- Nathalie Muylle à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Le secteur de la distribution dans notre pays" (55003365P)

- Jean-Marie Dedecker à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Delhaize et le secteur de la distribution" (55003367P)

- Catherine Fonck à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "L'avenir du secteur de la distribution" (55003369P)

- Kristof Calvo à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "L'avenir du secteur de la distribution" (55003371P)

 

04.01  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, collega’s, de CEO is afwezig, er is security in de zaal en er komen nul antwoorden. Kortom, het spel in onze supermarkten wordt hard gespeeld. Gewone mensen zijn daarvan het slachtoffer. Een multinational bekijkt wat onze wetten waard zijn. Wordt het buigen of barsten, of gaan wij de gewone mensen beschermen die elke dag opnieuw hard werken en die voor ons zelfs klaarstonden tijdens de coronacrisis?

 

Collega’s, onze sociale wetgeving wordt duidelijk ondermijnd. Delhaize ontslaat 280 mensen op de hoofdzetel in kleine groepjes, enkel en alleen om sociale wetgeving te omzeilen. Delhaize zadelt zelfstandigen met problemen op die het bedrijf zelf niet meer wil oplossen. Iedereen die ooit met zelfstandige winkeluitbaters sprak, in plaats van hun hier lippendienst te bewijzen, weet dat de concurrentie bijzonder hard is. Die concurrentie wordt trouwens veroorzaakt door die multinationals zelf, die geen enkele verantwoordelijkheid opnemen.

 

Mijnheer de minister, dit is de zoveelste dominosteen. Als dit kan in dit land, zullen anderen volgen. De sociale rechten van iedereen in de sector staan op het spel. Delhaize ontslaat mensen op de poef. De rekening zal voor ons allemaal zijn, maar de top van het bedrijf gaat zelf met de winsten lopen.

 

Mijnheer de minister, u gaf aan dat u achterpoortjes zou sluiten, zodat niemand weg kan lopen van zijn verantwoordelijkheid. De hele sector kijkt naar u. Houdt u uw woord, of laat u die mensen met lege handen op straat staan?

 

Vooruit eist dat de sociale rechten worden gegarandeerd. Wie werkt, moet beschermd worden en afspraken moeten worden nagekomen. U kunt dat garanderen, mijnheer de minister, maar dat vraagt om actie. Wat zult u doen om de beloftes die u hebt gemaakt om te zetten in concrete wetten en acties?

 

04.02  Peter Mertens (PVDA-PTB): De vrouwen en mannen van Delhaize zitten deze week in hun derde stakingsweek. Hun vastberadenheid heeft veel mensen verrast. Heel wat mensen dachten immers dat het een emotionele reactie was op een plan van Delhaize die wel zou overwaaien, maar die waait niet over. De actie blijft.

 

Ik wil eerst en vooral mijn respect tonen voor al die vrouwen en mannen van Delhaize die vandaag nog steeds in actie zijn, die vandaag opkomen voor hun job, voor hun loonomstandigheden, voor hun arbeidsomstandigheden. Ze doen dit niet alleen voor zichzelf, maar voor elke waardige job voor de toekomst voor jongeren in ons land. Dat is de strijd. Dat is de inzet vandaag bij Delhaize.

 

Er zijn mensen die zeggen dat bij de overgang naar franchisering garanties horen. Dat is natuurlijk totaal niet de waarheid. Als die franchisering niets zou veranderen, zou Delhaize immers de franchisering ook niet doorvoeren. Dat is logisch. Kijk ook naar de realiteit. Kijk naar de al bestaande gefranchiseerde winkels, bijvoorbeeld in Gent, waar 25 vaste werknemers herleid zijn tot 2 vaste werknemers. Kijk naar La Louvière, waar er 45 vaste medewerkers waren en vandaag nog 11. Iedereen bij Delhaize vreest vandaag voor zijn job. Het gefranchiseerde model is immers een heel beperkt aantal vaste medewerkers, aangevuld met flexijobs en studentenjobs.

 

In dit Parlement zijn er een aantal mensen die doen alsof de franchisering van Delhaize al is doorgevoerd. Zij doen alsof wij alleen moeten spreken over wat ná de franchisering. Dat is niet de realiteit. De realiteit is dat er een strijd wordt gevoerd, dat er een grote eenheid en vastberadenheid is bij de Delhaizemedewerkers om heel het plan van de franchisering te laten terugtrekken. Zult u die centrale eis van terugtrekking van het plan steunen?

 

04.03  Egbert Lachaert (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, collega’s, er is al sinds enkele weken een heel zwaar sociaal conflict bij een van de retailers, namelijk Delhaize. Ik ga elke week winkelen in een zelfstandige winkel. Het embleem dat u draagt, mijnheer Mertens, is voor mij dus niet een theoretisch symbool; ik zie die mensen elke dag werken. Dat lijken mij geen werknemers die elke dag bedreigd worden met ontslag of die angstig in het leven staan of door kinderarbeid bedreigd worden. Ik lees de hallucinantste verhalen over die werknemers, terwijl ze elke dag hun best doen en samen met hun werkgever, een kleine zelfstandige, de best mogelijke dienstverlening geven aan burgers. Eerlijk gezegd, de parodie die men ervan maakt, is echt niet aanvaardbaar.

 

Dat gezegd zijnde, over het sociaal conflict moeten politici zich niet uitspreken. Het is aan de inspectie om te onderzoeken of de wet-Renault inderdaad wordt omzeild. Daarvoor hebben de inspectie­diensten wettelijke mogelijkheden ter beschikking.

 

Als cao 32bis, die de rechten van de werknemers moet garanderen bij overdracht, niet gerespecteerd wordt, moet men ook optreden. Mijnheer de minister, u hebt die mogelijkheden. Als dat conflict blijft vastzitten, hebt u de mogelijkheid om een bemiddelaar aan te stellen.

 

Wat we niet kunnen doen, is het sociaal conflict in het Parlement beslechten. Wat we ook niet moeten doen, beste vrienden van de PTB, is een wet maken die eigenlijk niet over het personeel gaat, maar over de macht van de vakbond. Als het conflict daarover gaat, namelijk de macht van de vakbond, die hij dreigt te verliezen doordat werknemers voor zelfstandigen werken, dan zullen wij daarvoor geen nieuwe wetten maken.

 

De belangen van de werknemers staan voorop. De belangen van de consumenten staan voorop. Die van organisaties die hen collectief willen beheersen, zijn voor ons niet de belangrijkste in het conflict.

 

Mijnheer de minister, wat zult u doen? Zult u de inspectie sturen? Zult een sociaal bemiddelaar sturen? Zult u initiatieven nemen om de partijen bijeen te brengen? Dat is de te begane weg. Of zult u andere initiatieven nemen?

 

04.04  Nathalie Muylle (cd&v): Mijnheer de minister, ik begrijp eigenlijk niet waarom u vandaag nog geen sociaal bemiddelaar hebt aangesteld. U zegt dat u dat niet kunt. Ook al heb ik begrip voor het argument dat u zekerheid wenst dat, als u een sociaal bemiddelaar aanstelt, beide partijen, zowel werknemers als werkgever, aan tafel willen gaan, u kunt wel een sociaal bemiddelaar aanstellen. Ik heb dat als minister van Werk ook een paar keer gedaan.

 

Ik ken de sector vrij goed, aangezien ik tien jaar als zaakvoerder van supermarkten en hypermarkten in loonverband bij een concurrent heb gewerkt. Ik heb daar heel mooie jaren gehad en prachtige, gedreven medewerkers leren kennen. Ik pas vandaag voor een debat waarbij de zelfstandigen als grote geldwolven worden gezien, die geen enkel respect voor hun medewerkers zouden hebben. Tegelijk pas ik voor een debat waarbij grote bedrijven hun medewerkers wegzetten als Ikeameubels. Dat kan voor mij ook niet.

 

Wij willen heel graag een debat over loonvoor­waarden en een aanpassing van de wet-Renault voeren. U verwijst naar de sociale partners. Verschillende collega’s in het Parlement hebben wetsvoorstellen ingediend om de sociale bemiddeling voor alle partijen mogelijk te maken. Maak een sociaal plan verplicht. Zorg ook voor de onderaannemers. Wij willen dat debat heel graag met u voeren, mijnheer de minister. Het debat dat ik vandaag niet wil voeren, is het debat dat uw partij voorstelt en dat de toekomst van de retail in ons land begraaft.

 

Mijnheer de minister, wanneer mogen we de sociale bemiddeling verwachten?

 

04.05  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de minister, er is een malaise bij Delhaize.

 

Ik ben voor het vrije ondernemerschap en als ik de linkse collega’s hoor, dan denk ik dat zij aan een coöperatieve toe zijn. Men kan dat altijd beginnen met wat crowdfunding en dan voor de bevoorrading zorgen via een landbouwkolchoze.

 

Ik ben voor het vrije ondernemerschap. Dat betekent dat als een deel van een onderneming verlies maakt, zoals bij Delhaize, die onderneming het volste recht heeft om dat om te zetten in een deel dat winst maakt. Dat is nu net het geval bij Delhaize, maar daar zijn voorwaarden aan verbonden. Die houden in dat de overname moet gebeuren tegen dezelfde arbeids- en loonvoor­waarden. Uit alles wat ik lees, leid ik af dat dat gebeurt.

 

(Protest van de heer Mertens)

 

Laat mij eerst uitspreken, mijnheer Mertens.

 

Hier wordt een sociaal conflict gepolitiseerd. Vandaag werken 32.000 mensen bij Delhaize, van wie er dus meer dan 20.000 werken bij zelfstandige franchisenemers. Die mensen, niet alleen de ondernemers, maar ook de mensen die willen werken, worden vandaag gegijzeld, vooral in Vlaanderen, want in Vlaanderen wordt er weer bijna niet gestaakt. In amper 3 van de 65 winkels in eigen beheer in Vlaanderen wordt gestaakt, in alle andere winkels niet.

 

Stop daarom met het politiseren van dit conflict, mijnheer de minister. Als u een arbeids­bemiddelaar moet sturen, stuur hem dan, dan gaat het over een arbeidsconflict, niet over een politiek conflict. Stop met de politisering van het conflict en laat het aan de mensen aan wie het toekomt.

 

04.06  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le vice-premier ministre, c’est évidemment aujourd’hui la colère et le désarroi pour les 9 000 travailleurs et pour leurs familles concernés de près ou de loin par les annonces du groupe Delhaize - c’est évidemment compréhensible. Le conflit prend aujourd’hui des proportions qui sont problématiques et dans le fond, ce n’est dans l’intérêt de personne. Il n’est pas dans l’intérêt des travailleurs directement concernés aujourd’hui que les négociations ne se déroulent pas dans les meilleures conditions possibles. Il n’est pas non plus dans l’intérêt des autres travailleurs qui travaillent dans des magasins franchisés - oui, il y a aussi des magasins franchisés où les choses se passent bien.

 

Monsieur le ministre, je vous ai déjà interrogé cette semaine en vous appelant à solliciter un conciliateur social et je ne comprends pas pourquoi vous refusez de le faire. Dans votre argumentation, vous indiquez que vous ne pouvez pas le décider car cela se fait à la demande de l’une des parties. Non, ce n’est pas du tout le cas. D’autres l’ont fait avant vous. D’ailleurs, monsieur le ministre, vous l’avez déjà fait pour le dossier Ryanair. Oui, vous pouvez, vous devez envoyer un conciliateur social pour que les choses se passent dans les meilleures conditions possibles, pour temporiser et donner du temps pour une véritable concertation.

 

Enfin, je voudrais vous interroger parce que le PS, pendant ce temps-là, plutôt que d’envoyer un conciliateur social comme vous devriez le faire, a déposé une proposition de loi visant à modifier le concept d’unité d’exploitation. Je vois aussi la ministre wallonne de l’Emploi dire que c’est très bien. Dois-je en conclure que le gouvernement fédéral et le gouvernement wallon soutiennent cette disposition? S’appliquerait-elle dans la situation de Delhaize alors que la procédure est déjà en cours?

 

04.07  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Collega’s, net als vele landgenoten heb ik heel warme herinneringen aan Delhaize. Het was een wekelijkse afspraak met onze familie om op zoek te gaan naar lekker eten en drinken. Na lang discussiëren kreeg ik er meestal ook mijn zin.

 

Ik moet eerlijk toegeven dat deze warme gevoelens bij mij en mijn fractie de afgelopen dagen en weken plaats hebben gemaakt voor heel wat teleurstelling en verontwaardiging. 128 winkels worden verzelfstandigd en het lot van 9.000 mensen is plots onzeker.

 

Ondanks wat collega’s hier beweren, gaat het niet slecht met Delhaize. Het moederbedrijf heeft vorig jaar namelijk 2,5 miljard euro winst gemaakt. De CEO keert zichzelf 6,5 miljoen euro loon uit. Het bedrijf had de hoogste nettowinst in 10 jaar.

 

Ik ben het eens met collega’s, zoals de heer Lachaert, dat dit een dossier is van sociaal overleg. Het is echter niet alleen een dossier van sociaal overleg, maar het is ook een politieke kwestie. Willen we immers een samenleving zijn die er vooral is voor de aandeelhouders of zijn wij er ook voor de werknemers? Dat is ook een politieke vraag en dus een vraag voor het Parlement. Net als collega Muylle betreur ik ook dat het politieke debat vooral in de loopgraven plaatsvindt op basis van heel veel karikaturen.

 

Mijn fractie zal ook bedanken voor crazy voorstellen die een einde maken aan zelfstandigheid. Dat model heeft immers ook een toekomst. Ik stoor mij echter evenzeer – ik richt mij dan tot de liberale collega’s – dat deze kwestie wordt gebruikt om vakbonden aan te vallen en weg te zetten als werkschuw tuig. Dat zijn immers de mensen die voor ons gezorgd hebben in coronatijden.

 

Mijnheer de minister, mijn vraag is tweeërlei. Wat zult u op korte termijn doen? Het is nodig en moedig dat men staakt, maar er komt ook een periode van bemiddeling en overleg. Wat zult u daarin betekenen?

 

Welke aanpassingen en evenwichtige hervormingen mogen we van u verwachten? Dat is immers de route van onze fractie en dat is de houding van de groenen in deze regering.

 

04.08  Pierre-Yves Dermagne, ministre: Madame la présidente, mesdames et messieurs les députés, merci pour ces questions sur un sujet particulièrement important, en lien direct avec le dossier Delhaize mais aussi, de manière plus générale, avec l’avenir de la grande distribution dans notre pays et dans le monde occidental.

 

Parce que c’est évident, le secteur de la distribution est effectivement un secteur en mutation, comme d’ailleurs toute une série d’autres secteurs. C’est un fait évident qui ressort amplement de l’actualité et de vos questions.

 

Mme Fonck l’a évoqué: nous avons eu mardi, en commission des Affaires sociales, un débat d’actualité particulièrement nourri sur la situation chez Delhaize; ce débat a aussi permis d’envisager et de questionner l’ensemble du secteur et son avenir.

 

Je ne reviendrai pas en détail sur les éléments que nous avons pu échanger lors de ce débat riche et nourri, mais j’invite bien entendu les uns et les autres à réécouter ou à relire les comptes rendus de nos travaux.

 

U weet dat Delhaize in 1867 werd opgericht. Dankzij zijn werknemers is Delhaize in België uitgegroeid tot een florissant bedrijf. Delhaize is, net als het arbeidsrecht, niet in de 19de eeuw blijven steken en heeft goed geboerd, maar dat lijkt het vergeten te zijn bij de verhuis van het beslissingscentrum.

 

L'heure est au questionnement sur le modèle de société, sur le modèle économique. La société évolue, positivement et négativement. Elle a évolué, elle évolue et elle évoluera encore.

 

Dans ces moments d'accélération de l'Histoire, certains ont tendance à faire confiance à de trompeuses sirènes qui tentent de nous convaincre que c'était mieux avant. Je ne dis pas que le XIXe siècle était l'âge d'or au niveau du droit du travail. Je ne dis pas non plus que le travail du dimanche est par principe quelque chose de formidable. Il faut pouvoir questionner une série de pratiques au regard d'une série de préoccupations et d'intérêts au sein de la société.

 

Je voudrais aussi dire que le rôle des syndicats est important. Nous avons la chance – même si certains le regrettent ou le contestent – d'avoir un haut taux d'affiliation syndicale, ce qui permet souvent d'éviter des débordements, de canaliser les craintes et les frustrations et de pouvoir défendre l'intérêt des travailleurs de manière organisée et concertée. C'est cela notre modèle social, c'est cela l'histoire de la Belgique, c'est cela qui est constitutif de la manière de gérer notre modèle socioéconomique.

 

Dans le cadre de la transition que nous devons aujourd'hui accompagner, réguler, encadrer, je plaide pour qu'elle soit juste et solidaire et pour le maintien de notre modèle social qui garantit au final le bien-être de tous. Cela passe par une concertation sociale honnête et loyale.

 

Mijnheer Lachaert, over de rol van de vakbonden kan ik u meegeven dat de vakbondsafgevaardig­den in de feiten werknemers zijn die zich elke dag engageren op de werkvloer om op te komen voor de rechten en belangen van hun collega’s. Werknemers werken in ondergeschikt verband voor hun werkgever. Het is dus niet altijd evident om zelf op te komen voor de eigen rechten zonder vrees voor een impact daarvan op de job of carrière. Niet alle werknemers zijn even mondig. Daarom is het belangrijk dat dit collectief gebeurt en dat er werknemers zijn die het opnemen voor hun collega’s, niet om de werkgevers het leven zuur te maken, maar om te zorgen voor goede loon- en arbeidsomstandigheden en voor een eerlijke verdeling van de winsten. De werknemers zijn onmisbaar voor een bedrijf en moeten correct worden verloond.

 

Als wij kijken naar bepaalde andere landen, dan mogen wij blij zijn met ons model van goed georganiseerd sociaal overleg. Op die manier worden de problemen van de werknemers gekanaliseerd en verdedigd op de juiste niveaus. Dat is ook in het belang van de werkgevers. Er zijn genoeg studies die de meerwaarde van het sociaal overleg aantonen.

 

En ce qui concerne plus précisément le conflit chez Delhaize et la situation tendue – c'est un euphémisme – que nous vivons sur le terrain ces derniers jours, et plus particulièrement l'envoi d'un médiateur social, comme je vous l'ai dit, dès les premiers jours du conflit, j'ai pris contact avec le président de la commission paritaire qui est le médiateur social pour lui demander d'être disponible à tout instant pour pouvoir intervenir immédiatement au sein de ce conflit social.

 

Il est bien entendu en contact quotidien, quasiment heure par heure, avec les représentants des syndicats et la direction. Il a des contacts informels avec les deux bancs. Il suit de près la situation. Nous avons aussi, moi en particulier, des contacts avec lui.

 

Il s'avère effectivement que la législation permet de désigner un médiateur social mais vous savez que ce n'est pas la pratique dans notre pays. Ce n'est pas la pratique d'imposer un conciliateur social, d'autant que la concertation sociale, même si elle se déroule de manière effectivement très difficile – c'est à nouveau un euphémisme dans ma bouche – sur le terrain, elle a encore lieu. En effet, un conseil d'entreprise est encore prévu la semaine prochaine. Bien entendu, si, à l'issue de cette réunion, la concertation sociale n'a pas permis de s'engager dans un processus de négociation entre les syndicats et la direction, je prendrai contact pour envoyer ce conciliateur, ce médiateur social au sein de l'entreprise. Mais je répète que, pour l'instant, je n'ai eu de demande ni de la part du front commun syndical, ni de la part de la direction mais, comme vous le savez, dans les prochaines heures et comme je m'y suis engagé, j'aurai encore des contacts avec eux deux.

 

Madame la présidente, j'ai dépassé mon temps de parole mais, si vous me le permettez, j'en termine par-là. En ce qui concerne les débats que nous devrons avoir tant au sein du Parlement que du gouvernement, je pense effectivement qu'il faut se pencher sur la loi Renault, travailler à l'obligation de déposer un plan social ainsi qu'à l'obligation d'avoir des alternatives aux licenciements en vue et minimiser systématiquement l'impact sur l'emploi. Je pense aussi que nous devons penser aux sous-traitants et à la formation obligatoire. Je pense aussi que nous devrons travailler à la question de la responsabilité du passif social en cas de transfert d'entreprises. Je ne parle pas ici de l'exemple de Delhaize mais plutôt de l'exemple de Makro qui doit nous faire réfléchir et agir.

 

La présidente: Monsieur le ministre, je vous remercie. Je propose que les répondants puissent aussi bénéficier de quelques secondes de plus.

 

04.09  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Gisteren was ik nog bij het piket in Aalst. Men zei mij daar dat zij zich daar aan elkaar optrekken, maar dat ze thuis bezorgd zitten te wenen, bang voor hun toekomst, maar ook voor de toekomst van hun sector.

 

Mijnheer Lachaert, ik maak daar geen parodie van. Het zijn inderdaad allemaal gedreven mensen, maar uw woorden betekenen niets voor die zelfstandigen als u niet luistert naar hun bekommernissen. UNIZO raadt kandidaat-overnemers vandaag al aan om eerst bij hen langs te komen en om zeker goed op te passen vooraleer ze eraan beginnen. UNIZO zal hen begeleiden en het hun misschien zelfs afraden als het te moeilijk wordt in die sector. Waarom doen zij dat? Omdat men alleen kwetsbaar staat. Wie loopt er weg met de grote extra winsten? Dat is de Delhaize Groep.

 

Mijnheer Dedecker, u zegt dat wij een sociaal conflict politiseren, maar dit zou een strijd moeten zijn van zowel het personeel als de zelfstandigen. Zij zijn beiden het slachtoffer van de Delhaize Groep, die gaat voor extra winst.

 

Mijnheer Calvo, ik betreur dat u nu de deur al dichtslaat voor ons voorstel. Met dat voorstel willen wij de Delhaize Groep net voor zijn verantwoor­delijkheid plaatsen. Ik hoop dat we daarover nog kunnen debatteren, want Vooruit zal altijd opkomen voor de belangen van deze mensen, wij zullen altijd de sociale rechten verdedigen. Wij moeten voorkomen dat die mensen in de kou blijven staan.

 

04.10  Peter Mertens (PVDA-PTB): Als het gaat over een multinational, die grote winsten maakt, wat doen de liberalen dan? Dan beginnen zij over de kleine zelfstandigen.

 

Het debat vandaag gaat niet over de kleine zelfstandigen. Het debat vandaag gaat over een multinational die beslist heeft 9.000 mensen in een onzekere positie te brengen. Het debat gaat over een multinational die winst maakt en die de vakbondsmacht in ons land wil uitschakelen. Het debat gaat over een multinational die alle helden die tijdens de covidperiode door zijn blijven werken, in de onzekerheid duwt. Daar gaat het debat over.

 

Mijnheer de minister, u had het over een transitieperiode. Ik wil u duidelijkheid vragen. Over welke transitie hebt u het? Als het gaat om een transitie naar een maatschappijmodel zonder vakbondsrechten, een maatschappijmodel waar multinationals hun zin kunnen doen, wetten kunnen overtreden en mensen op straat zetten, zoals dat vandaag gebeurt, dan passen wij daarvoor. Dan zullen wij de actievoerders politiek blijven steunen.

 

Er wordt hier aangemaand om de actievoerders, die ook in Vlaanderen trouwens al drie weken staken en actie voeren, politiek niet te steunen. Wij zullen hen politiek wel steunen! Wij zullen hen natuurlijk politiek steunen, omdat zij opkomen voor de waardigheid van hun jobs en omdat zij opkomen voor een model met vaste jobs, met vakbondsvertegenwoordiging, een model waarin de helden van de covidperiode nog het respect krijgen dat zij verdienen!

 

04.11  Egbert Lachaert (Open Vld): Collega’s, iedereen moet zich houden aan zijn of haar taak. Ondernemers moeten kunnen ondernemen. Beste vrienden van PTB, als er geen ondernemers zijn, dan verwordt een regio tot een regio waar uw partij zeer sterk vertegenwoordigd is, waar geen investeerders naartoe gaan, waar geen zelfstandigen meer zijn en waar de werkloos­heidsgraad hoog is. Dat is de voedingsbodem waar uw partij op vegeteert en anderen in opstookt! Inderdaad, het recept van armoede is het recept van PTB, niet meer, niet minder. Vakbonden moeten natuurlijk opkomen voor de belangen van de werknemers. Dat hebt u juist gezegd, dat is correct. Maar u komt op voor uw eigen belangen en de belangen van organisaties. Wij komen op voor de belangen van de werknemers zelf, die hand in hand gaan met investeerders en zelfstandigen. Dat model begrijpt u niet. Als die twee elkaar niet vinden, hebben we geen economie in de toekomst en geen zekerheid. Daar moeten we dus iets aan doen.

 

Collega’s, wat moet er gebeuren? Ik heb genoteerd dat de minister van Werk het nodige doet en met de voorzitter van het paritair comité contact heeft om een bemiddeling mogelijk te maken. Ik hoop dat de partijen aan beide zijden tot inzicht komen dat zij elkaar aan tafel moeten zien en daarvoor open moeten staan. Zo snel mogelijk moeten we zekerheid aan de werknemers bieden door in dialoog te gaan. Dat is de enige oplossing in het verhaal.

 

Als de wetten niet nageleefd worden, dan moet de inspectie uitgestuurd worden. Wat we niet moeten doen, is hier in het halfrond het geschil tussen werkgevers en vakbonden, twee instituties die voor anderen staan, beslechten. Wij staan voor mensen. Die mensen moeten zelf onderling (…)

 

04.12  Nathalie Muylle (cd&v): Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik ben ervan overtuigd dat het geen enkele zin heeft om in deze impasse te blijven. Ik vind dat het uw verantwoordelijkheid is om beide partijen ervan te overtuigen om aan tafel te gaan zitten en tot een sociale bemiddeling te komen. Ik verwacht van Delhaize dat het zijn verantwoordelijkheid neemt en dat het een plan op tafel legt dat de toekomst garandeert van iedereen die bij het bedrijf werkt, in welk statuut dan ook. Ik hoop ook dat de vakbonden hun verantwoor­delijkheid nemen en dat ook zij alles zullen doen om binnen het bedrijf tot akkoorden te kunnen komen en zij mensen niet in de werkloosheid zullen duwen.

 

Mijnheer de minister, ik heb gehoord dat u bereid bent om een breder debat over de wet-Renault te voeren. Ik denk dat we dat moeten doen, want dit zal niet het laatste conflict zijn. Voor de toekomst moeten we denken aan onderaannemers, aan een sociaal plan, aan een opleidingsplan. Dat zijn zaken waar u al langer over spreekt, maar die er nog niet zijn omdat er nog geen sociaal plan is. Er is voor ons maar één mogelijkheid: doe er alles aan om die sociale bemiddeling te doen lukken en tot een goed sociaal plan te komen.

 

04.13  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, ik heb drie dingen bijgeleerd.

 

Ten eerste, er zit in Open Vld nog één sprankeltje liberalisme. Dat is prachtig, mijnheer Lachaert, ik dank u.

 

Ten tweede, mijnheer Calvo, het is geen strijd tegen de vakbonden. Ik heb eerder de indruk dat het hier een strijd is tussen communisten en socialisten om de gunst van de vakbond en dat dit gebeurt op de kap van de werknemers.

 

Ten derde, mijnheer de minister, hetgeen mij ontzettend ontgoochelt, is de belediging van de zelfstandige ondernemer. In het geval van Delhaize zijn dat er 636. Het gaat om 636 mensen die in totaal 20.000 mensen tewerkstellen. Zij worden vandaag geconfronteerd met vernietiging van vers voedsel in de distributiecentra. Zij worden vandaag niet bevoorraad. Zij dragen inderdaad reeds de gevolgen van de coronapandemie. Zij worden vandaag terug geboycot. Zij kunnen hun klanten niet ontvangen. Dat is het grote probleem, mijnheer de minister.

 

Het enige dat ik hier hoor, is de politisering van een sociaal conflict dat ze onderling moeten oplossen.

 

04.14  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le vice-premier ministre, je vous avoue que tout un aspect de votre réponse n'a fait que louanger la concertation sociale. Mais si vous défendez véritablement celle-ci, il est incompréhensible que vous restiez aujourd'hui dans les incantations, que vous restiez au balcon, sans effectivement décider de désigner un conciliateur social qui se rendra sur le terrain. Car, c'est évidemment de cela qu'il s'agit! Cela pourrait permettre que les négociations se passent dans les meilleures conditions possibles. Qu'attendez-vous? Que la situation se dégrade encore plus? Qu'il y ait éventuellement des actes de violence? Que la situation soit encore plus difficile après-demain pour négocier? Votre responsabilité, monsieur le ministre, consiste effectivement à fixer le cadre qui, malgré une situation extrêmement difficile, fera en sorte que cela se passe malgré tout de la manière la plus respectueuse possible.

 

Par ailleurs, je n'ai pas entendu de réponse de votre part sur une proposition que vous portez, en tout cas oralement, de modification immédiate de la loi qui s'appliquerait à Delhaize. Cette proposition existe aussi dans le chef de la ministre wallonne de l'Emploi. Vous qui avez l'emploi dans vos responsabilités, vous ne pouvez pas bercer les travailleurs concernés d'illusions en leur faisant croire à un changement immédiat en ce qui concerne Delhaize. Pour l'avenir, certainement, mais ne bercez pas les travailleurs d'illusions!

 

04.15  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, ik ben al bij al tevreden over uw antwoord.

 

U houdt, ten eerste, de vinger aan de pols en u zult wellicht op een bepaald ogenblik een sociaal bemiddelaar aanstellen. Ik begrijp echter ook uw terughoudendheid.

 

Collega’s, ik sta hier niet elke week om een staking te bewieroken, maar mijn fractie en ik vinden het goed en noodzakelijk dat er vandaag wordt gestaakt, omdat de staking duidelijk maakt dat zonder die werknemers er geen shampoo ligt in de rekken, geen drank om te drinken, geen eten om elkaar te voeden en er ook geen winst is bij Delhaize. Dat vandaag wordt gestaakt, is dus noodzakelijk en een noodzakelijke stap in een langer proces.

 

Ten tweede, u kondigt een aantal hervormingen aan, onder meer van de wet-Renault.

 

Mevrouw Vanrobaeys, dat zijn zaken die wij ook verdedigen. U suggereerde een verzet van mijn fractie tegen een bepaald voorstel. Ik voel in elk geval niet de behoefte om het verschil te maken met leden waarvan ik weet dat zij samen met ons optrekken. De hervormingen zijn noodzakelijk.

 

Ten derde, mijn belangrijkste boodschap is aan de heer Dedecker en ook enigszins aan de heer Lachaert.

 

Ik wil luidop de vraag stellen wie een karikatuur maakt van het ondernemerschap. Dat is voor mij niet de linkerzijde of de vakbonden. Het is de top van Delhaize die een karikatuur maakt van het ondernemerschap. Het zijn de top van Delhaize en de hebzucht van Delhaize die het onder­nemerschap gelijkschakelen met hebzucht en egoïsme. Mijn partij is een partij van sociale bescherming maar ook van echt ondernemerschap en van emancipatorische waarden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Samengevoegde vragen van

- Björn Anseeuw aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De werk­zaamheidsgraad van 80 % die volstrekt niet binnen bereik ligt" (55003357P)

- Florence Reuter aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De werkzaamheidsgraad" (55003362P)

05 Questions jointes de

- Björn Anseeuw à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "L'inaccessible taux d'emploi de 80 %" (55003357P)

- Florence Reuter à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Le taux d'emploi" (55003362P)

 

05.01  Björn Anseeuw (N-VA): Mijnheer de minister, de werkzaamheidsgraad van 80 % in 2030 ligt voor het grijpen, dat hebt u enkele dagen geleden in de pers gezegd. Collega’s, u hebt het goed gehoord: leun rustig achterover want de problemen lossen zichzelf op. Niets is natuurlijk minder waar, mijnheer de minister. Laten we toch maar terugkeren naar de realiteit, een realiteit waarin de vergrijzingscommissie een werkzaamheidsgraad van amper 74 % voorspelt voor 2030, een realiteit waarin uw begroting nog altijd bloedrood kleurt, een realiteit waarin onze sociale zekerheid afbrokkelt en een realiteit waarin onze arbeids­markt nog altijd in lichterlaaie staat. Van misplaatst optimisme gesproken, mijnheer de minister.

 

U vergeet er bovendien bij te vertellen dat Vlaanderen, en Vlaanderen alleen, ervoor heeft gezorgd dat de werkzaamheidsgraad gestegen is. Brussel en Wallonië hinken immers hopeloos achterop met een schamele 65 % en een beetje na de komma, terwijl de werkzaamheidsgraad in Vlaanderen de 77 % aantikt. Daar komt nog eens bij dat vooral Vlaanderen en de Vlamingen moeten opdraaien voor de meer dan 1,4 miljoen Belgen die vandaag niet werken maar dat wel zouden kunnen. Dan nog vindt u het niet nodig om ook maar één ernstige activeringsmaatregel op tafel te leggen, mijnheer de minister.

 

Beste leden, collega’s van de vivaldimeerderheid, jullie hebben ons beterschap beloofd, met onder andere een asymmetrisch arbeidsmarktbeleid waarmee de regio’s zelf keuzes kunnen maken. Een jaar voor het einde van de legislatuur stellen we echter vast dat daar niets van in huis komt. Jullie halen alleen de schouders op: "De PS wil het niet, maar we hebben het geprobeerd." Dat kunnen wij echt niet toelaten, er moet nu worden ingegrepen, tenzij u het wel goed vindt dat onze kinderen zullen opdraaien voor dit wanbeleid. Ik vind dat alvast niet goed.

 

Mijnheer de minister, wanneer schiet deze regering eindelijk in gang?

 

05.02  Florence Reuter (MR): Monsieur le ministre, j'ai pour principe de dire que quand c'est bien, il faut effectivement le souligner. Néanmoins, quand on s'approprie des chiffres qui ne sont absolument pas liés à l'action menée, là, je ne suis plus d'accord.

 

Vous citez un taux d'emploi de 72,3 % d'ici 2022, c'est bien, mais ce n'est absolument pas grâce à vous, c'est purement conjoncturel: c'est dû à l'après-covid 19, malheureusement, mais aussi au vieillissement de la population. Et surtout, cela ne va pas permettre d'atteindre le fameux taux d'emploi de 80 % d'ici 2030. Alors, on parle de 200 000 emplois supplémentaires. Déjà près de la moitié de ces emplois se situe dans le secteur public et dans des secteurs fortement subsidiés. À côté de cela, il faut quand même reconnaître que nous sommes en queue de peloton européen. L'écart entre la Belgique et nos voisins européens ne cesse de se creuser. La Belgique, aujourd'hui, c'est 140 000 emplois en pénurie, 300 000 demandeurs d'emploi et 500 000 malades de longue durée.

 

Monsieur le ministre, à politique inchangée, le Bureau du Plan nous dit que nous atteindrons à peine 74,6 % d'ici 2030, ce qui est évidemment insuffisant. Avez-vous fait preuve de trop d'enthousiasme? Cela peut arriver à tout le monde, mais redescendez-vous quelque peu sur terre aujourd'hui?

 

Il reste un an avant la fin de la législature, et les mesures que vous avez prises aujourd'hui sont insuffisantes pour atteindre ces fameux 80 %. À quand tout simplement une réelle réforme du travail? Je vous remercie.

 

05.03  Pierre-Yves Dermagne, ministre: Mijnheer Anseeuw, madame Reuter, je vous remercie pour vos questions.

 

Madame Reuter, vous savez que j'ai pour habitude de ne pas planer ni voler. Je ne passe pas mon temps dans les avions pour les grands prix de Formule 1, etc. J'essaie de faire mon travail sereinement au quotidien sans provocation et dans le respect des uns et des autres. C'est peut-être un peu old school mais c'est ce que je suis.

 

Mijnheer Anseeuw, les chiffres de l'emploi, ce ne sont effectivement pas mes chiffres.

 

Ce sont des chiffres qui sont publiés chaque trimestre sur les sites de Statbel et d'Eurostat. Chacun peut donc les consulter et les comparer de manière claire et transparente. Les chiffres sont ce qu'ils sont. À la fin 2022, pour la première fois en Belgique, nous avons dépassé la barre des 5 millions de personnes actives. Au dernier trimestre de la même année, le taux d'emploi a grimpé à 72,3 %. C'est également un taux historique. Jamais dans notre pays, le taux d'emploi n'avait en effet atteint un chiffre aussi élevé.

 

Contrairement à ce que j'ai pu lire ou entendre, il a progressé dans toutes les Régions, que ce soit en Flandre – bien entendu –, à Bruxelles ou en Wallonie. Il a également progressé dans toutes les tranches d'âge, tant chez les femmes que chez les hommes. Quant au chômage, il a encore baissé de 4,1 % l'année dernière.

 

De werkgelegenheidsgraad steeg de afgelopen twee jaar dus in alle delen van het land en het sterkst in Brussel. Een stijging met 2,4 % in twee jaar, niemand deed beter in de recente geschiedenis, en dat ondanks een heel moeilijke economische context en vele crisissen.

 

Bien entendu, il y a encore du travail pour atteindre le taux d'emploi de 80 % en 2030, mais nous sommes sur la bonne voie. Je suis très attentif aux projections qui sont faites par les différents organismes publics, le Bureau du Plan en particulier. Vous devez aussi avoir la rigueur intellectuelle de reconnaitre que ces dernières années, systématiquement, les résultats ont été meilleurs que les prévisions du Bureau du Plan en termes de création d'emploi.

 

S'agissant de l'écart par rapport aux pays européens, je constate qu'il reste stable. Pour être tout à fait honnête et transparent, il a augmenté de 0,1 %. Il est donc plutôt stable alors qu'il s'était creusé sous le gouvernement précédent. Les chiffres sont disponibles et sont publics.

 

Het is dus niet onder Vivaldi dat de kloof met het EU-gemiddelde is ontstaan.

 

Een ander essentieel element voor mij is dat er kwalitatieve jobs zijn bijgekomen.

 

Entre 2020 et 2022, il y a eu 190 000 emplois supplémentaires, dont la très grande majorité sont des emplois à temps plein et des contrats à durée indéterminée. Rien que pour l’année dernière, sur les 126 000 emplois créés, 109 000 étaient à temps plein et la plupart des contrats conclus à durée indéterminée. Je ne veux évidemment pas atteindre un taux d’emploi élevé en bradant nos conditions de travail ou avec des travailleurs pauvres, précaires, voire malades.

 

Ook hier is immers een nuance nodig. Het klopt dat Nederland een werkgelegenheidsgraad heeft van meer dan 80 %, maar tegen welke prijs? De gegevens van de OESO zijn duidelijk. België heeft een hogere werkgelegenheidsgraad dan Nederland als het gaat over voltijds equivalente jobs: 60,8 % in België ten opzichte van 59,8 % in Nederland. Ook als wij kijken naar het totaal aantal gewerkte uren, scoort België beter dan zo goed als alle buurlanden.

 

On travaille donc plus en Belgique par équivalent temps plein; il convient donc aussi d'en tenir compte.

 

Bien entendu, le chemin n'est pas terminé et il reste des efforts à fournir, dans chacune des Régions, avec des taux d'emploi différents, liés à notre histoire socio-économique et à notre passé. Il y a encore du pain sur la planche.

 

Er is nog werk aan de winkel, maar…

 

On va y arriver, il faut y arriver.

 

05.04  Björn Anseeuw (N-VA): Het klopt dat de geciteerde cijfers niet uw cijfers zijn, maar die van Eurostat. Uit diezelfde cijfers blijkt dat de stijging van de werkzaamheidsgraad in de rest van Europa een stuk sterker is dan in België. Dat betekent dat de kloof tussen België, en dus de achterstand die België oploopt, en de andere landen in Europa steeds groter wordt.

 

Als er al een stijging is van de werkzaamheids­graad in dit land, is dat niet alleen dankzij Vlaanderen, maar vooral ook ondanks deze vivaldiregering, ondanks het feit dat u weigert om ook maar één activerende maatregel op tafel te leggen. De Vlamingen zijn het beu om altijd maar te moeten opdraaien voor uw wanbeleid. Ik ben er ook van overtuigd dat de Brusselaars en de Walen veel beter af zouden zijn als ook daar meer mensen aan de slag kunnen gaan. Uw goed­nieuwsshow is echt een foute grap. Houd er dan ook mee op.

 

05.05  Florence Reuter (MR): Monsieur le ministre, je ne m'abaisserai pas à répondre aux attaques personnelles qui visent mon président de parti. C'est bien la députée libérale Florence Reuter qui vous interroge sur un sujet bien plus grave que cela, à savoir le taux d'emploi.

 

Je suis quelqu'un de pragmatique et d'assez honnête. J'entends que – effectivement – il y a peut-être des nuances à apporter lorsqu'on compare notre pays aux autres pays européens. Mais les résultats sont là. Si on veut atteindre un taux d'emploi de 80 % d'ici 2030, c'est 500 000 emplois que nous devons créer.

 

Pour ce faire, des mesures d'emploi ambitieuses s'avèrent nécessaires pour mettre nos chômeurs de longue durée au travail parce qu'un chômeur mis à l'emploi, c'est tout ce qu'on va récupérer pour sauver notre sécurité sociale. Ce sont aussi des budgets qui pourront être utilisés pour améliorer la vie des gens. Personnellement, c'est pour cette raison que je suis là.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Questions jointes de

- Catherine Fonck à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les déclarations du premier ministre concernant le traitement des victimes des attentats" (55003366P)

- Olivier Vajda à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les victimes des attentats terroristes" (55003375P)

06 Samengevoegde vragen van

- Catherine Fonck aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De verklaringen van de eerste minister over de behandeling van de terreurslachtoffers" (55003366P)

- Olivier Vajda aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De slachtoffers van de terreuraanslagen" (55003375P)

 

06.01  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le vice-premier ministre, cette question était adressée au premier ministre qui a déclaré hier, lors de l'hommage aux victimes des attentats: "On n'a pas su donner le support auquel les gens avaient droit." C'est très vrai, mais aujourd'hui ce n'est toujours pas le cas. On ne donne toujours pas le support auquel les victimes ont droit.

 

Sept ans de douleurs, de souffrances pour les victimes et pour leur proches. Sept ans de parcours du combattant, et singulièrement, par rapport aux assureurs. Toujours pas de fonds d'indemnisation de l'État qui indemniserait les victimes, l'État se retournant ensuite vers les assurances pour qu'elles paient leur dû. Cela aurait évité à ces victimes ainsi qu'à leurs proches de longues démarches terriblement difficiles.

 

Nous avions déposé, George Dallemagne et moi-même, une proposition de loi qui mettait en place ce fonds d'indemnisation et, tout récemment, nous avons à nouveau déposé des amendements à votre projet de loi - projet de loi du gouvernement qui ne prévoit pas de fonds d'indemnisation.

 

Dans les déclarations du premier ministre hier, j'ose espérer y voir un virage, un signe d'ouverture pour la création d'un fonds d'indemnisation.

 

Monsieur le vice-premier ministre, s'agit-il bien dans les propos tenus hier, de l'ouverture du gouvernement et donc d'une concrétisation que nous verrons très rapidement pour les victimes et leurs proches?

 

06.02  Olivier Vajda (Ecolo-Groen): Madame la présidente, monsieur le vice-premier ministre, le 22 mars 2016, le temps est suspendu. L'horreur des attentats fige Bruxelles et la Belgique. La Belgique, faut-il le rappeler, n'était pas préparée à ces attentats. Aucune législation ne prévoyait l'organisation des secours ni l'indemnisation des victimes.

 

Par contre, le jour même, un énorme élan de solidarité s'est mis en place, voisins, passants, sauveteurs professionnels ou occasionnels sont intervenus, puis ont été oubliés. Très vite, les institutions ont tenté de trouver des solutions d'urgence. Une commission d'enquête a rapidement été mise en place et a débouché sur d'importantes recommandations, 16 en ce qui concerne les victimes, qui ont été votées à l'unanimité dès mai 2017. En juillet 2017 est votée une autre loi, une loi de statut de solidarité nationale qui prévoit une pension de dédommagement et d'autres avantages pour les victimes.

 

Depuis, les efforts fournis diminuent progressivement. D'autres priorités nous font oublier que toutes les recommandations n'ont pas encore été rencontrées et que beaucoup de mécanismes mis en place ne fonctionnent pas de manière optimale. Pire, monsieur le vice-premier ministre, aucune action de recherche proactive des victimes n'a été mise en place. Beaucoup de personnes blessées, de familles de victimes n'ont même pas été contactées, à tel point qu'en 2023, cette année, des personnes se présentent encore auprès d'associations de défense des victimes et découvrent leur statut de victime, à tel point que victimes et associations de victimes se sentent aujourd'hui oubliées.

 

Monsieur le vice-premier ministre, quelles mesures le gouvernement dans son ensemble va-t-il mettre en œuvre en priorité pour éviter que ces victimes ne se sentent définitivement oubliées? En particulier, peut-on attendre à bref délai la mise en place d'une réelle structure d'accueil des victimes ayant une action proactive vers celles-ci pour leur apporter une aide efficace dans les méandres de leurs droits à une aide, à une indemnisation?

 

06.03  Pierre-Yves Dermagne, ministre: Merci madame la députée et monsieur le député pour vos questions. Vous reconnaîtrez que c'est un exercice un peu particulier d'être amené à devoir commenter ou expliciter les propos d'un autre membre du gouvernement, quand bien même il s'agit de notre premier ministre.

 

Comme vous le savez, le premier ministre participe aujourd'hui au sommet européen à Bruxelles. Cette absence avait été notifiée à l'avance à la Chambre des représentants, et le premier ministre me demande de vous transmettre son regret de ne pouvoir débattre avec vous de ces différents éléments. Il m'a cependant demandé de vous transmettre sa réponse.

 

Hier, effectivement, le premier ministre a participé à la cérémonie annuelle de commémoration des victimes d'actes de terrorisme en Belgique et de toutes les victimes belges du terrorisme à l'étranger. Il a assisté à une cérémonie tout en sobriété, en présence des victimes et de leurs proches. Une minute de silence a également été observée. À l'issue de cette cérémonie, les victimes et leurs proches ainsi que les représentants des services d'intervention et de secours se sont rendus au Résidence Palace, où le premier ministre a pris le temps de la rencontre et de s'entretenir individuellement avec chacune et chacun.

 

Le premier ministre a déclaré que nous ne devons, bien entendu, jamais oublier les victimes des attentats. Elles doivent recevoir tout le soutien qu'elles méritent. Il y a sept ans, le premier ministre l'a reconnu, notre pays n'était pas préparé à cela. Notre pays n'était pas armé pour lutter contre ce phénomène et pour accompagner, comme il se devait, les victimes de ces attentats.

 

Aujourd'hui, nous devons reconnaître que nous sommes plus loin, comme vous l'avez rappelé, monsieur Vajda, en évoquant les différentes actions entreprises et les textes votés au sein de ce Parlement. Le premier ministre a également pu se référer au projet actuellement en discussion au sein de cette assemblée sur l'indemnisation des victimes d'actes de terrorisme. Ce projet apporte, comme vous le savez, une série de réponses aux nombreuses questions qui ont été soulevées par les associations de victimes dans le cadre de ces débats, mais aussi lors de la commission d'enquête. Ce projet de loi fera bientôt l'objet d'une deuxième lecture après retour de l'avis de la section Législation du Conseil d'État sur une série d'amendements portés par les parlementaires de la majorité, dont une série permet effectivement d'aller encore plus loin à la rencontre des préoccupations des victimes et de leurs représentants.

 

Et non, madame Fonck, je ne vais pas vous surprendre, mais la question d'un fonds d'État n'a pas été retenue. Nous avons fait le choix de réguler le secteur des assurances, de le contrôler et de lui imposer des délais, de fixer des plafonds et des règles d'indemnisation, sur la base du droit commun, comme demandé par les associations de victimes, en fixant des délais de rigueur et avec une obligation d'indemnisation. Voilà où nous en sommes!

 

Monsieur Vajda, en ce qui concerne le point de contact unique et le caractère proactif qui devra porter l’action des différents services publics vis-à-vis des victimes, c’est un point d’attention. Nous avons eu l’occasion d’en débattre en commission, notamment en présence de la secrétaire d’État, Alexia Bertrand, qui est chargée de la coordination de ce point de contact unique. De même, nous avons pu débattre de l’amendement déposé par l’ancien ministre de la Justice, M. Geens, primo-signataire de cet amendement, qui engage les service publics et en particulier le Service public fédéral de la Justice à entreprendre des contacts proactifs en cas d’actes de terrorisme et pour les victimes concernées. Nous en sommes là! Nous reprendrons le débat dans quelques jours ou quelques semaines en commission de l’Économie pour faire aboutir cette réforme tant attendue par les victimes, leurs proches, les associations et leurs représentants.

 

06.04  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le vice-premier ministre, votre projet de loi est bien mais largement insuffisant! Qu’a-t-on voté ici à travers les recommandations de la commission portant sur les attentats? Vous étiez nombreux. Nous avons voté, demandé et porté haut et fort un fonds d’indemnisation des victimes. Nous sommes sept ans plus tard! Vous ne pouvez pas renier ce qui était une évidence au lendemain des attentats. Laisser les victimes seules face aux assureurs, c’est vraiment les laisser seules face à un géant, face à des procédures sans fin, à des expertises, des contre-expertises, des renvois d’ascenseurs. Demandez-le aux victimes! Écoutez-les! Écoutez les associations! Cela en devient insupportable et c’est d’ailleurs choquant car la demande principale des associations de victimes aujourd’hui, c’est un fonds d’indemnisation. Ne pas le faire est indigne d’un État!

 

06.05  Olivier Vajda (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Mme Fonck parle d'un projet de loi dont nous allons débattre prochainement, je ne vais donc pas m'y attarder.

 

J'attire l'attention sur les victimes qui attendent des réponses depuis 2016. J'avais préparé pour cette semaine diverses questions à plusieurs membres du gouvernement tellement les compétences sont disparates. C'est donc à l'ensemble du gouvernement que je demande à présent de travailler de manière rapide pour régler tout ce qui ne fonctionne pas encore de manière optimale.

 

En outre, je demande que le gouvernement dans son ensemble retourne à la rencontre des associations d'aide aux victimes, elles ont encore beaucoup de choses à nous dire.

 

Enfin, j'étais hier au vernissage de l'exposition "Des visages sur des maux". Une victime m'a dit: "Monsieur le député, s'il vous plaît, faites en sorte qu'on ne nous oublie pas". Aidez-moi à tenir cette promesse!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van Christoph D'Haese aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De visie op de bestuurlijke handhaving en het overleg daaromtrent met de lokale besturen" (55003359P)

07 Question de Christoph D'Haese à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "La vision sur l'approche administrative et les concertations à ce sujet avec les pouvoirs locaux" (55003359P)

 

07.01  Christoph D'Haese (N-VA): Mevrouw de minister, er is de afgelopen dagen al heel wat gezegd en geschreven over uw wetsontwerp bestuurlijke handhaving. Op lokaal vlak willen we meer slaagkracht tegen de infiltratie van georganiseerde misdaad in malafide handelszaken. Burgemeesters zijn immers goed geplaatst om snel en krachtdadig op te treden waar het noodzakelijk is.

 

U vindt, terecht, dat de wetgeving versterkt moet worden en u probeert nieuwe en betere tools aan te reiken. Uw wetsontwerp, mevrouw de minister, kan echter een draak van een wet worden.

 

De Open Vld-burgemeester van Gent verwoordde het al treffend als "een papieren tijger". De cd&v-burgemeester van Genk, de heer Dries, sprak over "een onverantwoorde bottleneck in de wetgeving". Van de 580 andere burgemeesters dan die van de centrumsteden moet ik de eerste nog horen die rechtstaat en zegt: "Bedankt, daarmee helpt u ons." Het omgekeerde is namelijk waar.

 

U mist immers niet alleen steun bij de burgemeesters, die eigenlijk uw dienaars zijn om uw beleid uit te voeren, maar u hebt nergens draagvlak: noch bij de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, noch in Vlaanderen, noch in Brussel, noch in Wallonië. U hebt zelfs geen draagvlak in uw eigen rangen van de vivaldiregering. U hebt het niet in de commissie voor Binnenlandse Zaken, noch in de commissie voor Justitie. De enigen die er nog in geloven zijn u en uw medewerkers. Voor de rest gelooft niemand in dit land nog in deze wetgeving. Ze hangt immers met haken en ogen aan elkaar.

 

U geeft ons namelijk een nieuw, log, bureaucratisch instituut. Wij kunnen nu een garage waar malafide prakijken plaatsvinden binnen de acht dagen sluiten. Met uw wetsontwerp zou dat vier maanden duren. Dat is toch onverantwoord? U maakt het de criminelen zo eigenlijk gemakkelijk en u verlamt alle burgemeesters in het land die eigenlijk uw dienaren zijn.

 

Ik vraag mij af wat u met dit ontwerp zult doen.

 

07.02 Minister Annelies Verlinden: Mijnheer D’Haese, uw vraag biedt mij de gelegenheid om dit ontwerp voor de derde keer in een week te bespreken. We hebben dat immers al in twee verschillende commissies gedaan.

 

U weet dat dit een bijkomend instrument is in de strijd tegen ondermijnende criminaliteit. De mogelijkheden waarover de burgemeesters vandaag beschikken, zullen hun dus op geen enkel moment ontnomen worden. Integendeel, ze krijgen een bijkomend instrument.

 

De berichten van de burgemeesters en van de verenigingen voor steden en gemeenten van de laatste dagen zijn mij uiteraard niet ontgaan. Dat is precies de reden waarom ik hen op mijn kabinet heb uitgenodigd en waarom we vandaag nog een bijzonder constructief gesprek hebben gehad, waarin we de verschillende standpunten en bezorgdheden met elkaar hebben gedeeld.

 

De VVSG heeft vanochtend nogmaals bevestigd dat wat we hier doen een antwoord biedt op een vraag die al sinds 1996 op tafel ligt, namelijk de lokale besturen bijkomende slagkracht te geven. Toen de N-VA deel uitmaakte van de regering is er geen project door de regering goedgekeurd. Er moet immers een moeilijk evenwicht worden gezocht. U weet dat politiek compromissen zoeken is. Politiek is de kunst van het zoeken naar een evenwicht. In dezen zoeken we een evenwicht tussen enerzijds de bestrijding van ondermijnende criminaliteit en anderzijds de algemene beginselen van de rechtsstaat, zoals proportionaliteit, gelijkheid en privacy, die we met zijn allen – en ik kijk zeker naar uw fractie – zo omarmd hebben tijdens de coronacrisis en die ook vandaag de beginselen van onze rechtsstaat uitmaken.

 

Wat we hier doen, is niet min. Het is niet te vergelijken met het bestrijden van overlast op het openbaar domein. Dat kunnen de burgemeesters vandaag en ze zullen dat kunnen blijven doen. Wat we hier doen, is proactief mogelijk een inbreuk doen op de vrijheid van ondernemen en van nijverheid. Als men dat doet, moet men dat omzichtig doen en op basis van juiste informatie en een gedegen informatiedeling. Daardoor is dat een proces dat wat tijd vraagt. De rechtsstaat is geen cherrypicking-drive-in waar men af en toe beginselen uit kan pikken die een andere keer niet meer van toepassing zijn. Dat is het evenwicht dat wij hebben gezocht. Ook de Raad van State heeft dat evenwicht bevestigd, in tegenstelling tot eerdere ontwerpen, die gestrand zijn vanwege opmerkingen van de Raad van State.

 

Uiteraard begrijp ik dat er verfijningen nodig zijn. Dat is precies de reden waarom ik dat debat heb gevoerd met de VVSG. We zullen daaraan blijven werken en we zullen nog uitgebreid de mogelijkheid hebben om dat in de commissie te bespreken. Dit is een nieuw instrument en ik ben voor nieuwe voorstellen en verfijningen.

 

07.03  Christoph D'Haese (N-VA): Mevrouw de minister, wij hadden uw antwoord op voorhand gevreesd. U probeert het weer af te schuiven op de vorige regering.

 

Wij zijn er ons terdege van bewust dat het een moeilijk te reguleren materie is. U bent een koorddanser in de rechtsstaat, maar u bent al een paar keer gevallen. Het is een spektakel dat niet mooi is en niet fraai om naar te kijken. U hoort toch ook de striemende kritieken van iedereen die met die toekomstige wet moet werken, maar u blijft daar potdoof voor. Ik heb een eerste doorbraak gehoord. Het is inderdaad de derde keer dat wij hierover met elkaar in debat gaan, maar dat is ook omdat het zo belangrijk is.

 

Iedereen zegt unisono, ook binnen uw vivaldiclubje, hetzelfde. U moet de commissie­vergaderingen maar eens herbeluisteren. Ik heb de tijd niet om de verschillende collega’s van de vivaldimeerderheid te citeren, maar u moet eens luisteren naar wat zij over uw ontwerp zeggen. Men kan het ook niet amenderen. Het is zo’n draak. Als men nog alleen maar de kritieken van de meerderheid, zelfs niet die van de minderheid, rechtsgeldig capteert in een rechtsstaat, dan zijn er 200 amendementen. Dat wilt u toch niet.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Question de Raoul Hedebouw à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La crise politique et la répression en France" (55003356P)

08 Vraag van Raoul Hedebouw aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De politieke crisis en de repressie in Frankrijk" (55003356P)

 

08.01  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Madame la ministre, nous sommes ici au Parlement belge. Vous êtes la ministre belge des Pensions, mais je vous interpelle sur l'incroyable lutte qui est en cours aujourd'hui en France. Des milliers et des milliers de travailleurs de France sont en train de lutter dignement contre les mesures du président Macron visant à les faire travailler de plus en plus longtemps. À tous les travailleurs français, je dis, au nom de tous les travailleurs d'Europe: ne lâchez rien du combat, parce que si vous gagnez, nous gagnerons aussi en Belgique! (Brouhaha)

 

Ah, la droite est là! Elle a peur que la France gagne, parce que si les travailleurs français gagnent… Les travailleurs français mènent un combat contre le fait de devoir travailler de plus en plus longtemps alors qu'ils sont fatigués au travail. En Belgique aussi, on veut faire travailler les travailleurs de plus en plus longtemps, et c'est pour cela que je dis que toutes ces mesures européennes visent à toucher les travailleurs. Nous gagnerons en Europe et nous gagnerons en France!

 

Mais, madame la ministre, je vois aussi que le président Macron tente un passage en force avec son 49.3. Il tente de casser le mouvement par la répression, par les coups de matraques, par la BRAV-M qui vient pour matraquer tous les travailleurs – une répression contre tous les travailleurs. Et qu'est-ce que j'entends du gouvernement belge? Rien! On ne dit rien. Dans tous les coins du monde on condamne la répression, mais quand il s'agit de ses amis politiques, on se tait, bien sûr.

 

Je demande ici officiellement au gouvernement belge de condamner la répression de l'État français contre les travailleurs français. (Applaudissements et brouhaha sur les bancs PVDA-PTB)

 

La présidente: Chers collègues, si vous vous taisez, je donnerai la parole à la ministre.

 

08.02  Karine Lalieux, ministre: Madame la présidente, la première question a été posée au premier ministre, qui ne peut assister à notre séance. Dès lors, je vais répondre à sa place.

 

Chers collègues, il n'appartient évidemment pas au gouvernement belge de se mêler des affaires intérieures des pays voisins. (Brouhaha sur les bancs PVDA-PTB)

 

Comme dans toute démocratie européenne, il existe un droit de protestation, qu'il s'agisse de manifester ou de faire grève. La France est un État de droit démocratique, où ces droits sont respectés. Il existe également des mécanismes indépendants si l'on estime qu'ils ne le sont pas. Nous conseillons aux voyageurs de suivre la situation via les médias et de suivre les conseils sur le terrain. Voilà, monsieur Hedebouw!

 

08.03  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Madame la présidente, ce qui a été dit à l'ensemble des travailleurs européens est vraiment important. Regardez ce deux poids, deux mesures! Ce Parlement belge, comme toutes les assemblées européennes, va faire la leçon à tous les peuples du monde en disant: "Répression, répression!" Mais quand il s'agit des petits amis et du président Macron, là, on se tait et on ne s'en mêle pas.

 

Oui! Parce que ça matraque en France, parce que les brigades sont en train de frapper la classe ouvrière et le monde du travail, on ferme les yeux! On ne dit rien contre cette répression. Eh bien, je dis à tous les travailleurs français: ne vous laissez pas faire! En Belgique aussi, la ministre des Pensions veut nous faire travailler plus longtemps, avec des carrières de 42 ans. C'est un scandale! Nous ne nous laisserons pas faire! Nous ne lâcherons rien du combat, camarades! (Brouhaha)

 

La présidente: Une fois le calme revenu, je donnerai la parole à Mme De Block pour une autre question sur les pensions.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Maggie De Block aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoede­bestrijding en Beliris) over "De pensioen­problematiek in Frankrijk in vergelijking met de toestand in België" (55003374P)

09 Question de Maggie De Block à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "Le dossier des retraites en France et la situation en Belgique" (55003374P)

 

09.01  Maggie De Block (Open Vld): Mevrouw de minister, ik zal mij beperken tot de toestand in België, want daarvoor zijn wij hier in de federale Kamer.

 

Wie een heel leven de handen uit de mouwen steekt en bijdraagt, moet daarvoor beloond worden. Wie werkt, moet altijd beter af zijn dan wie niet werkt maar dat wel zou kunnen, tijdens de loopbaan, maar ook daarna. En ja, wij maken ons daar zorgen over.

 

Wij hebben in deze legislatuur al belangrijke stappen gezet door de toegang tot het minimum­pensioen afhankelijk te maken van een minimaal aantal gewerkte jaren en door het minimum­pensioen gevoelig te verhogen. Dat zijn goede stappen, maar het werk is niet af. Nu moeten wij ook andere hervormingen doorvoeren. Anders zal de pensioenfactuur exploderen in de volgende jaren.

 

De pensioenfactuur is trouwens niet alleen bij ons een vraagstuk, ook in Frankrijk wordt er gesleuteld aan het pensioenstelsel. Nochtans is de situatie daar beter dan die van ons. De kosten van de vergrijzing zullen daar minder zwaar doorwegen op het bbp dan bij ons. Meer nog, de kostprijs van de pensioenen zal in Frankrijk in de periode van 2019 tot 2070 met 2,2 % dalen. Bij ons wordt een stijging van die kostprijs met 3 % voorspeld. Als het in Frankrijk vijf voor twaalf is, is het bij ons ook vijf voor twaalf.

 

Mevrouw de minister, het is tijd. Hoe zullen wij ervoor zorgen dat onze pensioenen betaalbaar blijven en dat de volgende generaties niet extra belast moeten worden om onze pensioenen te betalen? Ik kijk uit naar uw antwoord.

 

09.02 Minister Karine Lalieux: Geachte collega, ik ben wat verbaasd over deze vragen, omdat er gisteren in de commissie een debat over de pensioen­hervorming gehouden is. Ik heb daar de informatie gegeven die vandaag bekend is. Tussen gisteren en vandaag is er niets nieuws gebeurd.

 

Ik kan mij uitspreken over de pensioenhervorming in Frankrijk. Ik kan ook over de pensioen­hervorming in Spanje of elders in de wereld spreken. Ik spreek mij echter niet uit over de maatregelen die voorliggen in Frankrijk of over de politieke crisis waarin dat land verkeert. Dat heeft geen meerwaarde voor onze gesprekken.

 

Het leert me wel dat elke hervorming aantoont dat het primordiaal is om ten eerste naar de sociale partners te luisteren om de sociale vrede te bewaren, om ten tweede naar de burger in het algemeen te luisteren om het vertrouwen te versterken en om ten derde een pensioen­hervorming niet te beperken tot een pure budgettaire oefening. Daarom zetten we de gesprekken sereen verder na de lopende begrotingscontrole. Mijn voorstellen zijn al lang klaar. De exacte agenda wordt door de eerste minister bepaald. Dit was gisteren zo en dat is vandaag ook nog zo.

 

09.03  Maggie De Block (Open Vld): Mevrouw de minister, dat er al zoveel debatten geweest zijn, is te wijten aan het feit dat er niet echt een concreet ontwerp op tafel ligt in de Kamer. U bent de minister van Pensioenen, het is uw verantwoordelijkheid. Het is zeker dat om de pensioenfactuur te kunnen blijven betalen er langer en meer zal moeten worden gewerkt. Dat kan met een overgangs­periode gebeuren, zoals altijd bij de pensioenen, maar u zult het toch moeten doen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

10 Question de Sophie Thémont à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "Le modèle économique et social de la franchise" (55003370P)

10 Vraag van Sophie Thémont aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het socio-economische model van de franchising" (55003370P)

 

10.01  Sophie Thémont (PS): Monsieur le ministre, je dénonce le mépris avec lequel certains répondent à l'inquiétude légitime de milliers de travailleurs de Delhaize: le chiffre avancé plus tôt est celui de 9 200 employés, des milliers de familles avec des craintes évidentes sur ce qui les attend et la direction ne leur fournit aucune réponse pendant que le CEO est absent du conseil d'entreprise et que des agents fouillent les syndicats.

 

Monsieur le ministre, à la presse vous dites: "Arrêtez les caricatures, les conditions de travail ne seront pas moins bonnes sous franchise!"

 

J'aimerais bien que vous m'expliquiez monsieur le ministre. J'ai une amie qui s'appelle Charlotte et qui travaille chez Delhaize depuis des années. Sa mère y travaillait auparavant. Rappelons-nous! Nous les avons tous applaudis pendant la crise de la covid.

 

Pouvez-vous assurer qu'elle percevra le même salaire lorsqu'elle travaillera le dimanche, qu'elle aura le même nombre de collègues salariés ou bien plus de jobistes qu'elle devra former ou appuyer? Pouvez-vous lui garantir que son nouveau régime hebdomadaire de travail ne fera aucune différence et qu'en tant que mère célibataire, elle pourra encore aller chercher ses enfants à l'école? Pouvez-vous lui assurer la disponibilité d'un délégué syndical pour faire valoir ses droits? Donc la franchise ne changerait pas grand-chose apparemment!

 

En tant que socialiste, j'avais compris qu'il y a une différence entre la CP 202.01 des magasins intégrés et la CP 202 pour les franchises de demain. J'ai peut-être mal compris et c'est possible. Je suis vraiment très intéressée d'entendre votre réponse et votre position.

 

10.02  David Clarinval, ministre: Madame Thémont, comme dirait mon collègue Pierre-Yves Dermagne, sans provocation, je comprends évidemment l'inquiétude que peuvent ressentir certains travailleurs de chez Delhaize. Toutefois, et vous ne l'ignorez pas, la franchise est un modèle économique connu de très longue date dans notre pays et qui ne porte pas du tout atteinte aux droits des travailleurs.

 

La franchise est fondée sur une entreprise titulaire d'une marque qui souhaite constituer un réseau qui va faciliter la commercialisation de ses produits, services ou technologies. Le réseau est composé d'entreprises indépendantes qui bénéficient alors, en vertu du contrat passé, du droit de recourir à l'enseigne, aux produits de la marque et au bénéfice d'une assistance commerciale. Pour le reste, les parties sont libres de définir les spécificités de leur relation et du contrat de partenariat commercial.

 

Dès lors, en qualité de ministre des Indépendants et des PME, je n'ai pas à me prononcer sur la stratégie commerciale de Delhaize tant que l'entreprise respecte le droit en vigueur. La franchise est une façon d'entreprendre parmi d'autres et n'a pas pour but – contrairement à ce que le discours de certains laissent croire – d'évincer l'application des droits des travailleurs.

 

Par ailleurs, je déplore vraiment que certains délégués syndicaux en fassent une caricature, comme je l'ai d'ailleurs dit la semaine dernière à cette tribune. Dès lors, madame Thémont, la question n'est pas de remettre en cause le modèle de la franchise mais bien de s'assurer que les droits des travailleurs seront respectés dans le cadre de l'opération de transfert envisagée.

 

10.03  Sophie Thémont (PS): Monsieur le ministre, merci pour votre réponse.

 

Sans provocation, je ne pense pas que nous soyons dans la caricature. Vous, en revanche, vous semblez être dans le déni du véritable objectif de Delhaize dans cette opération! Se débarrasser des travailleurs comme de la marchandise!

 

Vous dites que les franchisés ne sont pas des esclavagistes, mais ce n'est pas non plus ce que j'ai dit! Je ne parle pas de l'indépendant qui a la bonne volonté de reprendre une franchise, je parle ici de la direction de Delhaize, de ses objectifs et de son attitude. Et c'est pour cela que nous aimerions d'ailleurs les entendre au sein de ce Parlement avec les représentants syndicaux. La situation actuelle des travailleuses me révolte, de même que la façon dont elles sont traitées.

 

Vous parlez de caricature. Qui caricature qui, quand on envoie des agents fouiller des représentants syndicaux à l’entrée d’un conseil d’entreprise? Le respect, pas le mépris: c’est ce que demandent les travailleurs et les travailleuses de chez Delhaize.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Samengevoegde vragen van

- Emmanuel Burton aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "Cashbetalingen aan boord van de trein" (55003363P)

- Leslie Leoni aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "De weigering van cash­betalingen aan boord van de trein" (55003372P)

11 Questions jointes de

- Emmanuel Burton à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "Les paiements en espèces dans les trains" (55003363P)

- Leslie Leoni à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "Le refus des paiements en espèces dans les trains" (55003372P)

 

11.01  Emmanuel Burton (MR): Monsieur le ministre, à partir du 1er mai, il y aura un changement important au niveau de la SNCB, le cash ne sera plus accepté par les accompagnateurs de train. Il ne sera donc plus possible de payer son billet en cash une fois dans le train.

 

La décision n'a pas manqué de faire réagir les accompagnateurs ainsi que le SLFP Cheminots, qui reproche à la direction une non-communication et une non-concertation.

 

Il est clair que la fracture numérique est une réalité. Même si, au MR, nous plaidons pour un accom­pagne­ment et un encouragement de la numérisation croissante, la situation se complique quand même pour un certain nombre de personnes sur le terrain.

 

Monsieur le ministre, estimez-vous que la concertation a été suffisante avec le personnel? Estimez-vous que la communication a été suffisante, notamment vis-à-vis des voyageurs?

 

Que va-t-il se passer le 1er mai? La tolérance zéro sera-t-elle d'application? Que se passera-t-il pour les personnes montées à bord sans titre de transport et sans carte de banque?

 

Ne craignez-vous pas plus d'agressions? Selon les accompagnateurs de train, la majorité des problèmes avec les voyageurs concernent le paiement des titres de transport.

 

Qu'en est-il pour les personnes discriminées par cette décision, par exemple les personnes sous administration de biens, les enfants, les personnes qui ne sont pas titulaires d'un compte en banque, les touristes?

 

11.02  Leslie Leoni (PS): Monsieur le ministre, voyager en train en Belgique n’est pas toujours simple, vous ne me contredirez pas. Avec un nombre record de retards, des suppressions de trains, une ponctualité au plus bas, une hausse de 10 % des tarifs, la fermeture des guichets, les voyageurs subissent au quotidien une situation franchement compliquée. Ce gouvernement a pris des mesures de long terme pour améliorer la situation, la ponctualité, pour augmenter le nombre de trains et adapter l’infrastructure. Tout cela est très bien mais ces dernières semaines, nous sommes tombés de notre chaise en entendant les nouvelles. D’abord, le supplément pour l’achat d’un billet à bord est passé de 7 à 9 euros. Ensuite, il ne sera plus possible de payer en cash dans les trains.

 

Prenez l’exemple d’un senior, d’une personne à mobilité réduite ou tout simplement de quelqu’un dans l’impossibilité d’utiliser les automates et qui souhaite pourtant bien prendre son train au départ d’une des nombreuses gares sans guichet. Déjà, cette personne devra payer 9 euros en plus son billet. Maintenant, la petite cerise sur le gâteau: on lui impose de payer de manière électronique. Ce n’est absolument pas normal, monsieur le ministre. Mon groupe insiste sans relâche sur le fait qu’une grande partie de la population a du mal avec le numérique. Alors que pour trois Belges sur quatre, il est important de pouvoir régler en cash, alors que près de la moitié de nos concitoyens règlent avec du liquide, alors que les accompagnateurs alertent sur les faits de violence dans les trains, refuser maintenant le cash est complètement incompréhensible et particulièrement injuste.

 

Monsieur le ministre, notre groupe plaide pour garantir la possibilité de payer en liquide et pour renforcer l’accessibilité financière du train. Les enjeux sociaux et climatiques nous l’imposent. Aussi, nous vous appelons à contrevenir à cette décision de la SNCB. Entendez-vous garantir à tout un chacun de pouvoir utiliser du liquide pour son achat à bord?

 

Je vous remercie pour vos réponses.

 

11.03  Georges Gilkinet, ministre: Chers collègues, la question de l'accessibilité au train est essentielle. Elle est au cœur du contrat de service public que nous avons signé avec la SNCB, le 23 décembre dernier. Le train doit aujourd'hui, et demain encore plus, être accueillant et inclusif. C'est la mission que nous avons donnée à la SNCB avec des moyens conséquents.

 

La question des agressions dont sont trop souvent victimes les accompagnatrices et accompagna­teurs de train est tout aussi essentielle. Nous devons prendre des mesures de prévention en la matière, au-delà du soutien systématique que nous apportons à ces victimes de violences. C'est dans ce double cadre que doit se lire la décision autonome du comité de direction de la SNCB de ne plus accepter les paiements en espèces dans les trains à partir du 1er mai, ainsi que les mesures d'accompagnement qui ont été prises sur mon insistance, suite à cette décision.

 

Avant toute chose, et pour rappel, la règle est que le titre de transport doit être acheté avant de monter dans le train. Cela permet de limiter les fraudes et contestations; cela libère le personnel de bord pour d'autres missions plus essentielles telles qu'informer et aider les voyageurs, veiller à leur sécurité et assurer la fluidité des convois et donc la ponctualité.

 

Depuis 2015 - quelques ministres se sont succédé à la fonction que j'occupe actuellement -, le tarif à bord est d'ailleurs majoré pour conduire encore davantage les voyageurs à acheter leur titre de transport avant l'embarquement, pour autant que cela soit possible, en fonction de leur état de santé ou de la présence d'un automate ou d'un guichet qui fonctionne. Aujourd'hui, les ventes à bord ne représentent que 1,8 % des billets vendus par la SNCB. La Belgique est d'ailleurs l'un des tous derniers pays européens où il est - et où il restera - possible d'acheter des billets à bord des trains.

 

Transporter une quantité parfois importante d'argent liquide induit toutefois un risque réel d'agression ou de vol pour les accompagnateurs. C'est une des causes d'agression du personnel de bord qui disparaîtra avec la disparation du cash à bord à partir du 1er mai.

 

Par contre, et j'insiste, il a été prévu sur mon insistance que si un voyageur ne dispose pas d'un moyen de paiement à bord, l'accompagnatrice ou l'accompagnateur pourra lui adresser un bordereau l'invitant à payer ultérieurement son billet au même tarif qu'à bord. Il n'y aura pas de tolérance zéro ou d'agression dans les trains au 1er mai. Le voyageur pourra s'acquitter de ce montant via d'autres canaux de vente tels que les guichets, ou les automates où le paiement en espèces reste bien évidemment possible.

 

Je serai particulièrement attentif à l'évaluation de l'implémentation de cette mesure, en concertation avec les acteurs de terrain afin que, le cas échéant, des ajustements complémentaires puissent y être apportés par la suite, de façon à pouvoir répondre aux questions tout à fait légitimes que vous relayez. Le train est et doit être, encore plus demain, un moyen de transport accessible et inclusif. C'est dans ce sens que je travaille depuis maintenant plus de deux ans.

 

11.04  Emmanuel Burton (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse et pour les quelques éléments que vous avez ajoutés par rapport à la mise en œuvre à partir du 1er mai 2023. Je pense qu'il est important de le souligner également.

 

Il est évident que nous comprenons que la SNCB rentre dans une ère de plus grande digitalisation, de plus grande numérisation. Cela me paraît logique et je pense que c'est quelque part dans l'ordre des choses.

 

Je voudrais attirer votre attention sur trois éléments. Le premier, c'est la concertation entre les acteurs de terrain, les accompagnateurs, les membres de Securail. Je pense que c'est important pour eux aussi de se concerter, d'avoir leur mot à dire par rapport aux éventuelles décisions qui sont prises par la direction.

 

Le deuxième élément consiste en une commission optimale vis-à-vis des navetteurs car, récemment, j'ai encore croisé des gens qui ne savaient pas que cette mesure allait arriver au 1er mai. Je pense que la communication devra faire son œuvre d'ici là également.

 

Enfin, j'insisterai sur le fait que la SNCB est un service public. Elle doit dès lors être accessible à tous, y compris aux personnes qui ne disposent pas d'un moyen de paiement électronique ou qui ne souhaitent pas payer par un moyen de paiement électronique.

 

11.05  Leslie Leoni (PS): Monsieur le ministre, j'entends bien vos réponses mais, au nom de mon groupe, je réitère notre appel. L'interdiction du paiement en liquide à bord des trains va clairement à l'encontre des souhaits de la population et est proprement injuste. Il faut revenir sur cette décision mais il nous faut également faire face à une autre injustice, celle du tarif à bord avec l'absence presque structurelle de guichet dans les petites gares. De très nombreuses personnes sont obligées de payer leur billet 9 euros plus cher que les autres. Pour les seniors, celles et ceux en situation de handicap, les personnes en vulnérabilité numérique et la liste est loin d'être exhaustive, ce dispositif constitue également une injustice flagrante. Cela va à l'encontre de notre volonté commune de faire du train, comme vous l'avez dit, un moyen de transport fort, durable et accessible pour demain. C'est pourquoi nous vous demandons d'agir et avons déposé une proposition visant à supprimer ce tarif à bord au départ des gares sans guichet.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Question de Nicolas Parent à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "L'accord social à la SNCB" (55003373P)

12 Vraag van Nicolas Parent aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "Het sociaal akkoord bij de NMBS" (55003373P)

 

12.01  Nicolas Parent (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, le dernier rapport du GIEC de ce lundi met le focus sur les scénarios probables en matière de réchauffement mais aussi sur les solutions qui s'offrent aux gouvernements pour réduire fortement les émissions de CO2. Parmi ces pistes, se trouve évidemment la mobilité et plus particulièrement la nécessité d'investir massivement dans les transports publics pour – je cite – améliorer la qualité de l'air, la santé, l'emploi et engendrer des économies d'énergie.

 

Après 20 ans d'austérité budgétaire, c'est le chemin pris par ce gouvernement. À votre initiative, monsieur le ministre, 44 milliards d'euros sont débloqués jusqu'en 2032 pour faire mieux avec plus: pour plus de trains, un meilleur réseau; améliorer la ponctualité mais également l'accessibilité de nos gares plutôt que d'investir dans des gares somptuaires.

 

Restait un point crucial: la question du personnel, sous pression ces dernières années à la suite de cette logique d'austérité mais également aux difficultés en matière de recrutement sur le marché du travail. Pour les écologistes – nous l'avons rappelé en commission – plus de trains c'est nécessairement plus de personnel opérationnel.

 

Le rail belge n'a pas besoin d'une armée mexicaine, de chefs et de sous-chefs dans des bureaux – fonctions qui se sont multipliées ces dernières années à la suite de la scission des entités. Il a besoin d'accompagnateurs, il a besoin de conductrices, il a besoin de personnel pour aider les PMR à monter à bord. Il a également besoin de personnel de sécurité.

 

C'est la condition pour rendre le rail plus efficace mais également plus attractif pour toutes et tous. À ce sujet, nous avons appris ce matin la conclusion d'un important accord social entre HR-Rail et les représentants des travailleurs. Mes questions sur cet accord sont les suivantes: quelle est la trajectoire d'engagement de personnel supplémentaire pour les métiers opérationnels? Quelles sont les priorités dégagées par ces engagements? Comment cet accord peut-il rendre les métiers du rail plus attractifs? Comment amplifier la capacité de recrutement de la SNCB et d'Infrabel?

 

12.02  Georges Gilkinet, ministre: Monsieur Parent, après la vision rail 2040 et le plan marchandises, après la signature des contrats de service public avec la SNCB et de performances avec Infrabel le 23 décembre dernier, après avoir dégagé des moyens financiers inédits qui vont nous permettre de mettre en œuvre nos ambitions dans un trajet fixé à dix ans, l'accord social signé hier pour les années 2023 et 2024 entre la direction et les travailleurs du chemin de fer est une étape supplémentaire dans l'objectif de remettre le train sur les rails. Pour relever le défi de déplacer chaque jour un million de Belges, il faut pouvoir compter sur un personnel compétent et en nombre suffisant, un personnel motivé et reconnu, qui se sente bien dans son travail. L'accord social intervenu hier me semble clairement aller dans cette direction.

 

Que contient cet accord? Tout d'abord, pour la première fois depuis 2008, une revalorisation salariale pour son personnel, au travers d'écochèques et de l'augmentation des chèques-repas, au-delà des conditions contractuelles maintenues à la SNCB et chez Infrabel. Des recrutements significatifs: plus de 4 000 recrutements à la SNCB et chez Infrabel dans les deux prochaines années, avec une priorité accordée aux métiers opérationnels: le personnel roulant et le personnel technique, par le biais de campagnes de communication spécifiques. Troisièmement, des améliorations en matière de formation, de bien-être et de lutte contre les agressions, qui sont des attentes légitimes des travailleurs.

 

D'une part, cet accord reconnaît l'importance des collaboratrices et collaborateurs du rail et, d'autre part, il nous aide à atteindre ensemble les objectifs ambitieux qui ont été fixés. Je suis tout aussi conscient que vous de l'importance et de l'urgence quant aux solutions à mettre en œuvre. Nous tournons le dos aux années noires du rail et nous avançons pas à pas sur des bases nouvelles, ambitieuses, à la hauteur de ce que nous voulons pour demain. Nous le ferons avec les femmes et les hommes engagés au service de la mobilité, que je salue et que j'applaudis aujourd'hui à nouveau avec enthousiasme.

 

12.03  Nicolas Parent (Ecolo-Groen): Merci monsieur le ministre pour vos précisions.

 

En matière d'actualité ferroviaire, s'indigner, c'est bien, mais s'engager, c'est mieux. La priorité faite au rail par ce gouvernement permet clairement aux entreprises ferroviaires de dégager des perspectives positives et importantes en matière d'engagement de pouvoir vivre dignement, mais également de bien-être, et je m'en félicite.

 

Je salue également les priorités définies en matière de sécurité, tant pour le personnel que pour les usagers du rail. C'est important pour rendre le rail plus sûr pour toutes et tous. Cet accord était nécessaire pour continuer à concrétiser nos ambitions de faire du rail la colonne vertébrale de la mobilité en Belgique. Plus qu'une ambition, c'est une nécessité. Dans le contexte de la lutte permanente que nous devons mener pour réduire nos émissions de CO2, on peut, dès lors, saluer le fait qu'il sera plus attractif, dès demain, de travailler à la SNCB et chez Infrabel grâce à cet accord. C'est un signal important donné à des métiers plus que jamais porteurs de sens pour nos sociétés.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Samengevoegde vragen van

- Karin Jiroflée aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De evolutie van het drugs- en middelengebruik bij jongeren" (55003353P)

- Nawal Farih aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "Het gebruik van antidepressiva bij jongeren" (55003364P)

13 Questions jointes de

- Karin Jiroflée à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "L'évolution de la consommation de drogues et de médicaments chez les jeunes" (55003353P)

- Nawal Farih à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La consommation d'antidépresseurs chez les jeunes" (55003364P)

 

13.01  Karin Jiroflée (Vooruit): Mijnheer de minister, stress, slapeloosheid, angstgevoelens, we hebben er allemaal wel eens last van en dat is zeker ook het geval voor jonge mensen. Wat doet men dan daartegen? Het antwoord van te veel jongeren daarop is zeer verontrustend: een op de zes geeft aan wel eens slaap- of kalmeermiddelen te nemen. Bij meisjes ligt het aantal zelfs nog hoger.

 

Zich goed voelen is veel waard, mijnheer de minister, en ook al volstaat daarvoor het medicijnkastje alleen nooit, toch krijgen jonge mensen soms dergelijke pillen op dokters­voorschrift aangeboden. Dat is echt een probleem, want jonge mensen die volop in ontwikkeling zijn, krijgen zo het idee dat dat geen kwaad kan en nemen ze gewoon in. Wanneer men van die pillen af wil, komt men in grotere problemen: verslaving schuilt in een klein hoekje.

 

Voor Vooruit is investeren in mentaal welzijn essentieel. Alsmaar vaker hebben mensen in ons land angstgevoelens of een depressie en dat vraagt om meer dan pillen. Het vraagt om een overheid die mensen beschermt en ondersteunt.

 

Mijnheer de minister, in België worden relatief veel slaap- en kalmeermiddelen voorgeschreven. Er zijn heel veel van die pillen in omloop en er is te weinig zicht op bij wie die pillen uiteindelijk terechtkomen. Gebruik zonder doktersvoorschrift kan nooit de bedoeling zijn. Net jonge mensen zijn daar zo kwetsbaar voor. De studie, vrienden, uitgaan: alles kan een oorzaak zijn van stress en slecht slapen. Nochtans is net die groep de jongste tijd echt wel bewust bezig met gezondheid. Ze roken minder, drinken minder alcohol en blowen minder. Geef hun toch zeker niet het idee dat pillen wel oké zijn.

 

Wat zult u doen om de problematiek aan te pakken, mijnheer de minister?

 

13.02  Nawal Farih (cd&v): Mijnheer de minister, België behoort tot de landen in Europa waar de meeste antidepressiva worden voorgeschreven. Ook kalmeringspillen gaan bij ons erg vlot over de toog. Nu blijkt dat een op de zes kinderen in ons land, helaas, geketend zit aan kalmeringspillen.

 

Mijnheer de minister, dat verbaast mij niet. De voorbije jaren waren enorm moeilijk voor onze jongeren. Wij hebben enorm veel gevraagd van hen tijdens de coronacrisis. Precies daarom stond ik hier donderdags keer op keer om aan te geven dat gezondheid met zoveel meer te maken heeft dan enkel met biomedische aspecten. Gezondheid gaat ook over mentaal fit zijn. Gezondheid gaat ook over zich goed in zijn vel voelen. Gezondheid gaat bij jongeren, ten slotte, ook over het leren omgaan met het stressniveau. Dat is allemaal geen evidentie. Ik heb de indruk dat wij vandaag helaas de prijs betalen voor een te biomedisch gerichte zorg.

 

U hebt een budget vrijgemaakt voor de eerstelijns­psychologische zorg voor jonge mensen, maar u hebt in de commissie toegegeven dat het voor die netwerken niet erg evident is om met jonge mensen en kinderen te werken.

 

Ik heb daarom ook maar één concrete vraag voor u. Op welke manier zult u ervoor zorgen dat de netwerken voor kinderen en jongeren beter functioneren, zodat alle jonge mensen die er nood aan hebben, effectief tegen 11 euro per sessie naar de psycholoog kunnen?

 

13.03 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitster, collega’s, te veel kinderen en jongeren voelen zich slecht in hun vel en te veel kinderen en jongeren grijpen dan naar slaap- en kalmeermiddelen. Zo vaak is dat het verkeerde antwoord. Wij moeten dus, om te beginnen, investeren in het goede antwoord.

 

Het goede antwoord is investeren in mentaal welzijn. Op het federale niveau doen wij dat door een heel belangrijke hervorming van de geestelijke gezondheidszorg, waarbij ik aan de netwerken geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren vraag om samen met de huisartsen, de CLB’s, de scholen, de jongerenadviescentra, de Centra Algemeen Welzijnswerk en de OverKophuizen aan de slag te gaan om dichter bij de jonge mensen die problemen hebben te staan en sneller die problemen te detecteren en te verhelpen, snel en dicht bij jongeren.

 

Ik reik ook echt de hand aan mijn Vlaamse collega, Hilde Crevits, met wie ik daarrond goede afspraken kan maken, en ook die van de collega’s in Brussel en Wallonië, opdat het aanbod van geestelijke gezondheidszorg dat wij vanuit onze federale netwerken op het getouw zetten, duidelijk in beeld van de welzijnsinstellingen komt.

 

Bij de jonge mensen zijn, niet wachten tot ze zelf moeten komen aankloppen, is een heel belangrijk punt. Ik reik daar echt de hand naar de regio’s uit.

 

Ik roep de netwerken ook op om de uren die ze nog beschikbaar hebben echt te gebruiken voor wat zo nieuw is in deze hervorming, namelijk aanwezig zijn in OverKophuizen, aanwezig zijn in gemeente­huizen – een mooi voorbeeld daarvan zien we al in Limburg –, aanwezig zijn in jongerenadviescentra, aanwezig zijn bij de huisartsen.

 

Ik vraag ook aan de netwerken om meer in te zetten op nieuwe benaderingen, waarbij men met kinderen en jonge mensen in groep samenwerkt en in groep zorgt voor ondersteuning en veerkracht. We hebben dat gedaan met studenten, met heel veel succes. Dat moet meer gebeuren.

 

De netwerken hebben ook de kans en de ruimte – en ik vraag dat ze dat doen – om in te zetten op bijzondere problemen, zoals kinderen en jongeren met eetstoornissen. We zullen daar zorgtrajecten voor ontwikkelen, maar de netwerken kunnen daarmee vandaag al aan de slag.

 

Ik vind dit iets waarbij we echt niet kunnen blijven stilstaan, niet bij de cijfers, maar ook bij geen enkel kind, geen enkele jongere die zich slecht voelt. Ik vind dat misschien wel de grootste uitdaging voor de gezondheidszorg vandaag.

 

We moeten dus investeren in het goede antwoord en tegelijkertijd moeten we ook het verkeerde antwoord bestrijden. Wij gebruiken in dit land inderdaad te veel slaap- en kalmeermiddelen. Daarom heb ik ook een afspraak met de apothekers gemaakt. Mensen kunnen bij de apotheker nu gratis een behandeling krijgen om af te kicken van een verslaving aan slaapmiddelen. Deze middelen zijn zeer snel verslavend, ook voor jonge mensen. Op voorschrift van de huisarts kan men dus bij de apotheker terecht.

 

Bovendien geven we vorming aan de apothekers, zodat zij heel goed weten hoe ze mensen kunnen helpen die het psychologisch moeilijk hebben en die een verslaving aan slaapmiddelen hebben. Zij kunnen niet alleen helpen met het afkicken van de medicatie, maar ze kunnen ook naar een psycholoog doorverwijzen. Ook dat zijn we aan het organiseren.

 

Tot slot plan ik een grote campagne in september over het voorschrijven, het verkeerd en het te veel voorschrijven van psychofarmaca. We hebben heel wat opgebouwd: campagnemiddelen, instrumenten, modules, handleidingen, trainingen voor huisartsen en apothekers en sinds kort ook voor psychologen. Ik wil dat in september allemaal samenbrengen in een grote, sterke campagne, waarbij we alle hulpmiddelen, trainingspakketten, informatie voor al die zorgverleners toegankelijk bundelen in een website. Dat zal voor mij een heel belangrijk moment zijn.

 

Dat is naast het investeren in het goede antwoord het verkeerde antwoord bestrijden. Dat is wat we moeten doen.

 

13.04  Karin Jiroflée (Vooruit): Mijnheer de minister, het is goed dat u reeds maatregelen hebt genomen en dat u er nog verschillende zult nemen. Een bereikbare en betaalbare psycholoog is voor jongeren heel veel waard. Te vaak lijkt een snelle oplossing de uitweg, en dan blijkt dat toch geen oplossing te zijn.

 

Beste jongeren, ik roep jullie bij deze op om zich uit te spreken als men met mentale problemen zit, om van zich te laten horen. Uw verhaal is de moeite waard. Kleine oplossingen hebben soms grote effecten. Uiteindelijk is een luisterend oor van onschatbare waarde. Samen staat men sterker. Solidair zijn betekent tijd en ruimte maken voor elkaar. Zo lossen wij samen problemen op. Alsjeblieft, jonge mensen, blijf daarmee niet zitten.

 

13.05  Nawal Farih (cd&v): Mijnheer de minister, u verwijst naar de regio’s, maar ik kijk uiteraard naar u als het gaat over financiering, terugbetaling en betaalbaarheid voor de patiënten. U zei eerder dat wij voor 11 euro per sessie naar de psycholoog kunnen gaan. Ik stel vast – en ik ben een jong parlementslid – dat er in mijn netwerk heel wat jongeren zijn die niet tot bij een psycholoog geraken omdat het conventiekader te strikt is en ervoor zorgt dat te weinig psychologen zich verbinden aan die convenant.

 

U spreekt ook over een informatiecampagne. Dat stelt mij gerust. Wij hebben deze week in de commissie mijn wetsvoorstel ingeleid over het fragmenteren van benzodiazepines. Ik ga er dan ook van uit dat Vooruit ons zeker zal ondersteunen en dat u mee zult goedkeuren wat wij hieromtrent verder zullen doen in het Parlement.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Vraag van Marijke Dillen aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De cipiersstaking in Hasselt" (55003358P)

14 Question de Marijke Dillen à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La grève des gardiens de prison à Hasselt" (55003358P)

 

14.01  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, de cipiers in de gevangenis van Hasselt zijn het beu, ze zijn het werkelijk hartstikke beu. Dat vind ik terecht, moet ik zeggen. De aanleiding is de grootschalige actie die op verzoek van het parket van Limburg enkele dagen geleden werd uitgevoerd in het kader van een onderzoek naar passieve corruptie. Tijdens dat grootschalige onderzoek, waarbij als ik goed ben ingelicht 450 agenten en een twintigtal drugshonden zijn ingezet, werden binnengesmokkelde gsm-toestellen, binnengesmokkelde drugs en zelfgemaakte wapens teruggevonden.

 

Deze problemen zijn niet nieuw, ze zijn al langer bekend. Al lange tijd klagen de cipiers in de gevangenis van Hasselt die wantoestanden aan. Al lange tijd vragen zij dat de problemen, zoals defecte en slecht werkende veiligheidsapparatuur, niet-werkende camera’s, gebrekkige drugscontroles, agressie tegen het personeel en de inzet van tijdelijke werknemers met blijkbaar zeer goede banden met gedetineerden, worden aangepakt, maar zij vinden geen gehoor bij de directie.

 

De resultaten van deze sweeping zijn de spreekwoordelijke druppel. Ik kan dat begrijpen, want de cipiers voelen zich absoluut niet gesteund. Ondertussen is er voor twee dagen een staking aangekondigd. Ik heb begrepen dat het overleg tussen de directie en de vakbonden op niets is uitgedraaid en dat er blijkbaar nog steeds geen veiligheidsprotocol is.

 

Mijnheer de minister, het is hoog tijd dat de signalen ernstig worden genomen. Het is hoog tijd dat er werk gemaakt wordt van een ernstig drugs- en agressiebeleid. Er moeten middelen worden vrijgemaakt om de ernstige infrastructuur­problemen in de gevangenis aan te pakken, zodat de cipiers hun job terug veilig kunnen uitoefenen. (…)

 

14.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Collega Dillen, op 8 maart werden inderdaad zoekingen uitgevoerd in de gevangenis van Hasselt. Dat gebeurde in opdracht van de onderzoeksrechter, in het kader van een lopend gerechtelijk onderzoek. Vorige week werden drie statutaire penitentiair beambten gearresteerd en verhoord. Daarna werden ze vrijgelaten. Eén persoon van de drie is in verdenking gesteld en de toegang tot de inrichting werd hem onmiddellijk door de administratie ontzegd.

 

Net als de vrije samenleving blijft ook de gevan­genis niet gespaard van criminele activiteiten. Als er aanwijzingen zijn van misdrijven binnen de gevangenismuren, doet Justitie wat ze moet doen. Het is echter uiteraard aan de rechter om zich daarover uit te spreken.

 

Er zijn ook investeringen gepland in veiligheid, mevrouw Dillen. De Regie der Gebouwen plant onder meer de plaatsing van moderne camera’s en een modernisering van het draaideursysteem. Daardoor kunnen betere controles worden uitgevoerd. Daarnaast investeren we in mensen. Voor het eerst in jaren is het personeelskader van de gevangenis van Hasselt zo goed als volledig ingevuld. Dat komt door de vele extra investeringen die we hebben gedaan het voorbije jaar. In juli vorig jaar hebben we een KB genomen om versneld mensen te kunnen aanwerven. Intussen zien we de resultaten daarvan: het kader is voor ongeveer 98 % ingevuld. We investeren ook in betere agressiebegeleiding. Daarvoor worden speciale programma’s opgezet, omdat ook daaraan gewerkt moet worden.

 

We willen met dit alles tegemoetkomen aan de belangrijkste verzoeken van de vakbonden. Ik reken er dan ook op dat we constructief verder kunnen werken. Er is uiteraard ook verder overleg gepland om de problemen effectief op te lossen.

 

14.03  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, voor alle duidelijkheid, het zijn de resultaten van het grootschalige onderzoek die de aanleiding vormen tot deze staking, niet het onderzoek op zich.

 

In elk geval, mijnheer de minister, moeten drugsbezit en drugsgebruik in de gevangenis zeer streng worden aangepakt. Ik stel voor om op regelmatige basis en uiteraard onaangekondigd onderzoeken te doen met drugshonden, zowel bij het personeel als bij de gedetineerden, en uiteraard ook bij de bezoekers. Dat kan een eerste stap zijn naar het drugsvrij maken van onze gevangenissen.

 

Enkel een streng en kordaat veiligheidsbeleid, drugsbeleid en agressiebeleid waarmee de cipiers worden beschermd, zodat ze zich opnieuw veilig kunnen voelen en kunnen werken in aangename werkomstandigheden, kan en mag hier het antwoord zijn.

 

Mijnheer de minister, niet alleen in de gevangenis van Hasselt, maar in alle gevangenissen in dit land vinden de cipiers in het Vlaams Belang een trouwe bondgenoot om al hun verzuchtingen (…)

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

15 Questions jointes de

- Sophie Rohonyi à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le dernier rapport du GIEC" (55003368P)

- Séverine de Laveleye à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le 6e rapport de synthèse du GIEC" (55003376P)

- Greet Daems à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le rapport de synthèse afférent au 6e rapport d'évaluation du groupe d'experts sur le climat (GIEC)" (55003377P)

15 Samengevoegde vragen van

- Sophie Rohonyi aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het jongste IPCC-rapport" (55003368P)

- Séverine de Laveleye aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het 6de syntheseverslag van het IPCC" (55003376P)

- Greet Daems aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het syntheseverslag van het zesde Assessment Report van het VN-klimaatpanel (IPCC)" (55003377P)

 

15.01  Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la présidente, madame la ministre, en 2003, plus de 1 000 de nos concitoyens sont décédés lors des canicules. Plus récemment, en 2021, 41 de nos concitoyens sont décédés lors des terribles inondations que nous avons connues, sans compter les dizaines de milliers qui ont tout perdu.

 

Cela fait donc depuis longtemps, trop longtemps même, que nous savons que le réchauffement climatique tue. Aujourd'hui, le tout dernier rapport du GIEC nous dit qu’à politique inchangée, les symptômes de ce réchauffement climatique, que sont donc toutes ces catastrophes naturelles, risquent d’être toujours plus graves. Nos plans passés et aussi actuels sont aujourd'hui largement insuffisants pour contrer ce réchauffement climatique.

 

Tout nous pousse dès lors à agir aujourd'hui, et à ne plus regarder ailleurs alors que la terre brûle sous nos yeux.

 

Sauf que l’échec de la COP27 a été cuisant; les lobbies des énergies fossiles, qui étaient déjà fort présents lors de la COP27, seront encore plus présents et encore plus déterminés lors de la COP28 en novembre à Dubaï pour qu’elle soit, elle aussi, un échec.

 

Sauf que la plupart des États européens - en ce compris la Belgique - n’ont jamais autant subventionné les énergies fossiles.

 

Sauf que votre gouvernement reste aussi dans ses dogmes, reste dans ses tabous et refuse ainsi ce qui est finalement notre seule porte de sortie, à savoir de travailler sur trois axes en même temps - j’insiste sur le "en même temps" -: investir massivement dans les énergies renouvelables, investir également dans le nucléaire nouvelle génération, mais aussi modérer notre consommation énergétique.

 

Madame la ministre, par conséquent, ma question sera très simple: votre gouvernement va-t-il enfin, comme nous le demande le GIEC, avoir un cap climatique clair et à la hauteur des enjeux? Je vous remercie.

 

15.02  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la ministre, lundi, le GIEC sortait la synthèse de son sixième rapport sur le changement climatique. C'est probablement le rapport scientifique le plus attendu de cette décennie. Je m'étonne que nous soyons, aujourd'hui, si peu nombreux à en faire notre priorité politique de la semaine. Pourtant, sans que ce soit une surprise, cette synthèse est particulièrement inquiétante et confirme différentes informations. Ainsi, le climat change plus vite et plus fortement que ce qui avait été annoncé. Nous avons déjà atteint un changement climatique de 1,2°C et nous atteindrons le seuil fatidique du 1,5°C d'ici 2030-2035, alors même que les rapports précédents l'annonçaient pour 2100! Cela signifie que nous venons de perdre 70 ans.

 

Ensuite, l'humanité continue d'émettre annuellement plus de gaz à effet de serre; un petit peu moins vite, certes, mais nous continuons d'en produire plus. Or, pour maintenir un changement climatique à 1,5°C, nous devons diviser par deux - au minimum! - nos émissions d'ici 2030 et atteindre une neutralité carbone en 2050 au plus tard.

 

De plus, les effets du changement climatique se font déjà durement ressentir partout sur la planète; bien sûr, chez nous, mais en priorité dans les pays du Sud. La moitié de l'humanité vit déjà aujourd'hui dans une extrême vulnérabilité.

 

Le GIEC conclut néanmoins sur une note d'espoir en nous indiquant que nous disposons des technologies et des moyens de maîtriser le changement climatique en le maintenant à 1,5°C. Il ne s'agit que de priorité et de courage politiques.

 

Madame la ministre, ma première question est peut-être quelque peu naïve et désespérée. Votre gouvernement prend-il réellement acte du sérieux de la situation et est-il disposé à aller plus vite et à agir plus vigoureusement? Ensuite, nous sommes en plein conclave budgétaire. Quelles garanties nous donnez-vous que le changement climatique reste la première priorité de notre gouvernement? Enfin, quelles garanties nous apportez-vous que notre PNEC sera à la hauteur des enjeux?

 

15.03  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, als de overstromingen in Luik of de droogte van de voorbije jaren ons iets hebben geleerd, is het wel dat de klimaatcrisis niet iets van de verre toekomst is, maar iets van hier en nu.

 

Deze week presenteerde het VN-klimaatpanel zijn laatste grote klimaatrapport. De conclusies liegen er niet om. Wat u doet, is volstrekt onvoldoende. De wetenschappers zijn duidelijk. De oplossingen zijn er. Het geld is er. We moeten zo snel mogelijk af van fossiele brandstoffen en massaal investeren in hernieuwbare energie, maar het gebeurt niet. De regering blijft immers geloven dat de energiemultinationals het wel zullen oplossen. Nochtans is duidelijk dat ENGIE en de Totals van deze wereld hun gigantische overwinsten gebruiken om verder te investeren in fossiele energie, om nog meer winst te maken.

 

Tegelijkertijd probeert u de kosten af te schuiven op de werkende klasse. U bent heel blij dat Europa nu met een koolstoftaks afkomt. U verdedigt die zelfs actief. Daarmee doet u de werkende klasse wel betalen en zet u de energiemultinationals uit de wind. Dat zijn de echte verantwoordelijken voor deze klimaatcrisis. Tegen die onrechtvaardigheid zal ik mij altijd blijven verzetten.

 

Wij hebben nood aan een switch. De PVDA heeft een ambitieus plan dat goed is voor het klimaat én voor onze portemonnee. Doe de switch. Er staan concrete voorstellen en goede voorbeelden uit het buitenland van hoe het anders kan in het plan. Ik doe u het boek met heel veel plezier cadeau.

 

Waar blijft uw plan? Wat zult u doen? Wie zult u laten betalen? Zullen dat de multinationals zijn of de werkende klasse?

 

(Mevrouw Daems overhandigt het boek aan de minister.)

 

15.04  Zakia Khattabi, ministre: Chères collègues, en effet, à moins d'avoir été la Belle au bois dormant, de s'être réveillé dimanche pour prendre connaissance du rapport lundi, personne ne peut décemment dire que c'est une surprise. Nous le savons: nous ne sommes pas sur la trajectoire pour atteindre nos objectifs climat.

 

Ce sixième rapport ne fait que confirmer cette tendance en faisant la synthèse des cinq rapports précédents, actualisant certaines analyses.

 

Sa vertu, non pas la seule, est de remettre à l'agenda politico-politique l'urgence de la situation. Dès lors, merci mesdames, d'accorder à ce sujet l'importance qu'il mérite, en posant des questions en plénière au premier ministre. Ce dernier étant excusé, vous devrez vous satisfaire de ma personne et je répondrai à partir de ma politique.

 

Bien que ce soit moi qui réponde, je confirme que l'enjeu dépasse largement la politique que je mène, mais appelle à une mobilisation de l'ensemble des membres de ce gouvernement. La crise climatique est bien documentée et elle n'est plus vraiment un défi scientifique.

 

Nous disposons aujourd'hui d'un rapport, évoqué par Mme de Laveleye, des connaissances scientifiques et dans une large mesure de la technologie et de l'innovation nécessaire pour y répondre. Il s'agit bien d'un défi politique et sociétal. Ce qu'il nous faut, c'est de la volonté, celle de regarder vers l'avenir et de viser systématiquement dans chacune de nos politiques une société neutre sur le plan climatique, une société durable et juste.

 

Chaque domaine politique doit être déployé en cohérence avec ce projet en s'appuyant sur la science en utilisant les technologies disponibles et en tenant compte de l'impact sociétal potentiel.

 

Et pourtant, face à cette urgence climatique et compte tenu des informations disponibles, il est frappant de constater (et je le constate à l'échelle européenne, mondiale tout comme belge) que la question climatique n'est pas systématiquement intégrée dans l'ensemble des domaines politiques.

 

En tant que ministre du Climat, je consacre toute mon énergie à alerter et veiller à ce que nous tenions compte de cette crise dans l'ensemble de nos politiques à côté des usual suspects que sont la politique de la Mobilité ou de l'Énergie.

 

Je ferai une parenthèse sur les débats qui nous occupent à l'échelle européenne sur l'orientation de la politique budgétaire mais aussi sur le conclave en cours. Je ne m'en suis jamais cachée et j'appelle mes collègues à investir, et à le faire massivement car chaque cent que nous n'investirons pas aujourd'hui, c'est autant de dettes que nous laisserons aux générations futures.

 

C’est très simple. Je vous donne un exemple. Les investissements qu’on ne consentira pas pour renforcer nos infrastructures, ce seront des budgets qu’on devra consentir lorsqu’il faudra répondre à un prochain événement comme les inondations en Wallonie que vous avez évoquées, madame Daems. Ce sera donc autant de budget à consentir en réparation. La mesure n’est sans doute pas prise à la hauteur de l’enjeu qui nous occupe mais nous avons pris des mesures dans le sens d’une approche plus cohérente et systématique.

 

Ce gouvernement a un objectif clair de réduction des émissions de gaz à effet de serre et chaque ministre y contribue grâce à la gouvernance climatique. Nous mettons ainsi fin à ce que j’ai appelé la "politique au doigt mouillé". Par ailleurs, nous garantissons la transparence de cette gouvernance parce que tous les six mois, il y aura un rapportage et que tous les ans, nous déposerons un rapport sur la table de ce Parlement pour mettre en débat public la politique climatique de ce gouvernement.

 

Het samenvattend rapport onderstreept, mevrouw Daems, verschillende keren expliciet het belang van klimaatgovernance op het vlak van mitigatie en adaptatie. Klimaatgovernance stond net centraal in mijn beleid de afgelopen jaren. Momenteel werk ik aan een federale klimaatwet om het dispositief wettelijk te verankeren, zodat het ook in de toekomst de basis blijft van onze manier van werken op federaal niveau.

 

Wetenschappers benadrukken ook het belang van een rechtvaardige transitie. Dat is ook een centraal element van mijn beleid dat wordt uitgevoerd via de dynamische, rechtvaardige transitie gebaseerd op het werk van het Hoog Comité voor een rechtvaardige transitie, de Agora voor een rechtvaardige transitie en het Forum voor een rechtvaardige transitie, en via mijn voorstellen over het gebruik van de inkomsten van de regeling voor de handel in emissierechten.

 

De participatie van een ruime waaier aan betrokken actoren is volgens wetenschappers ook een ander cruciaal kenmerk van een doeltreffend klimaatbeleid. In dat verband breng ik graag de klimaattafels in herinnering, die ik organiseerde ter voorbereiding van het Federaal Energie- en Klimaatplan, het systematisch opnemen van adaptatiemaatregelen, aandacht voor co-benefits en trade-offs op het vlak van biodiversiteit enzovoort. U zult dat terugvinden in mijn beleid.

 

Kortom, ik ben de architect van een stevige klimaatgovernance, in overeenstemming met de IPCC-aanbevelingen. Elke minister zou nu maximaal de beschikbare hefbomen moeten inzetten op het vlak van mitigatie, adaptatie en de rechtvaardige transitie. Ik nodig u dus uit om alle ministers te interpelleren op basis van het rapport van het IPCC.

 

Les analyses montrent que c'est possible, nous pouvons façonner la transition vers une société durable et neutre sur le plan climatique d'une manière juste. Plus nous attendons et moins nous aurons le choix des termes de ce débat.

 

15.05  Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la ministre, vous avez rappelé très justement l'importance de remettre cette question du climat à l'agenda médiatique et politique. À l'heure du conclave budgétaire, beaucoup parlent des dettes que nous laisserons aux générations futures, et à raison. Mais j'aimerais aussi qu'on se préoccupe de la planète qu'on leur laissera également!

 

C'est en cela que j'apprécie l'ambition de votre gouvernement, sauf que force est de constater qu'elle est contredite par les faits! S'agissant du renouvelable et du nucléaire, reconnaissez que votre gouvernement se fait plus remarquer par ses chamailleries que par de réelles avancées. C'est sans doute à cause de cela que vous n'avez pas répondu à ma question à ce sujet.

 

En ce qui concerne la modération énergétique, si je ne prends que l'exemple de l'électrification des voitures-salaire, notre besoin en énergie se fera toujours de plus en plus important, loin de la politique neutre que vous appelez de vos vœux.

 

Enfin, tout à l'heure, la Vivaldi va voter la suppression du mécanisme de responsabilisation climat. C'est une honte et c'est à se demander s'il y a encore du vert dans votre gouvernement!

 

15.06  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses.

 

Grâce aux activistes du climat, grâce aux scientifiques, grâce à la société civile, l'Europe et la Belgique se sont donné des objectifs relativement ambitieux. Il faut maintenant les concrétiser et à ce titre, je ne respire pas l'enthousiasme et la confiance à ce stade.

 

En 2018-2019, tous les partis criaient pendant les élections que le climat était l'objectif principal et qu'il allait falloir être à la hauteur. Aujourd'hui, où sont les collègues qui, avec nous, veulent sortir de la protection des investissements dans les énergies fossiles? Où sont les collègues qui veulent réellement transformer l'agriculture? Où sont les collègues qui veulent réellement une mobilité plus juste, en sortant notamment des voitures-salaire? Où sont les collègues qui veulent réellement porter une vision de l'énergie du futur, sans nous parler des mirages de la technologie qui ne seront prêts qu'après l'effondrement de l'humanité?

 

Je conclurai en disant que les générations futures et les pays du Sud nous attendent. Nous devons investir, nous devons être solidaires. Nous n'avons pas le choix.

 

15.07  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, wie zult u doen betalen voor die energietransitie? De multinationals of de werkende klasse? Ik heb het antwoord niet gehoord. Voor mij is het dus duidelijk dat u blijft geloven dat de multinationals het wel zullen oplossen.

 

Ik vind dat echt verbijsterend. Ik ben verbijsterd dat u de multinationals uit de wind blijft zetten, terwijl zij verantwoordelijk zijn voor de klimaatcrisis.

 

Wees niet naïef, de CEO van Shell maakte het in de Financial Times heel duidelijk dat winst zijn enige streefdoel is. Hij zei letterlijk dat hij wel wil streven naar een lagere CO2-uitstoot, maar dat dat de winst niet in de weg mag staan.

 

Voor ons is het duidelijk: het zijn de multinationals die moeten betalen, niet de werkende klasse. Doe de switch, mevrouw de minister, het kan wel degelijk. Wat u met deze "groenste regering ooit" doet, is volstrekt onvoldoende.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

16 Vraag van Reccino Van Lommel aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De verkoop van belangen in strategische offshoresectoren" (55003360P)

16 Question de Reccino Van Lommel à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La vente de parts dans les secteurs stratégiques offshore" (55003360P)

 

16.01  Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen, een uitspraak die deze regering wel letterlijk lijkt te nemen, want het aantal keren dat ze zich heeft gestoten is niet meer op twee handen te tellen. Colruyt bouwde windmolens op zee, kreeg daarvoor steun en wordt zelfs tot op heden gesubsidieerd, om precies te zijn met 79 euro per megawattuur, boven op alle andere voordelen. Dat bedrijf wordt nu verkocht aan Japanners die onze staatssteun in eigen zak zullen steken, en dat met dank aan de liberalen van mevrouw Marghem en de heer De Backer.

 

Hoe is dat in godsnaam mogelijk? Hoe is het mogelijk dat vandaag, in tijden van geopolitieke spanningen, strategische sectoren, zoals de productie van energie, nog steeds in buitenlandse handen terechtkomen en dat aandeelhouders zich met belastinggeld verrijken om het dan in buitenlandse handen te geven? Voor Telenet is het net hetzelfde verhaal, net als in het verleden voor onze kerncentrales. De moeizame onderhandelingen in Parijs zijn daarvan het bewijs. Het houdt gewoon niet op. Het is even gek als de mensen aan de overkant van de straat, in het Vlaams Parlement, die met hun stikstof de voedselbevoorrading in buitenlandse handen geven.

 

Nog niet zo lang geleden werd in dit Parlement een wet voor de invoering van een screenings­mechanisme voor buitenlandse investeringen goedgekeurd, maar voor dit dossier blijkt dat te laat te zijn. Het ongebreidelde globalisme zorgt alleen maar voor verschraling van onze eigen strategische positie in dit land.

 

Mevrouw de minister, wat is uw reactie op deze verkoop door Colruyt? Wat zal deze regering doen om een verdere uitverkoop van onze strategische sectoren tegen te houden?

 

16.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Van Lommel, de familie Colruyt was een van de eerste investeerders op de Noordzee. Wij waren dermate de eerste, dat wij vandaag pionier zijn wereldwijd. De familie Colruyt is vandaag actief in vier windparken, maar nooit alleen. Zij is nooit alleen eigenaar van die windparken, maar steeds in samenwerking met anderen. Sowieso blijft de verankering dus verzekerd, temeer omdat als de transacte gesloten is, beide partijen de intentie hebben om een deel te gaan herinvesteren in de windparken op zee. Er zal met name een minderheidsaandeel genomen worden door, in dit geval, Virya.

 

Bij de bestaande windparken blijft de verankering dus wel degelijk verzekerd. En dat is belangrijk, want het gaat over ongeveer 100 turbines en over stroom voor 414.000 huishoudens. Het is ook belangrijk voor een andere zaak, namelijk het versnellen van de energietransitie. Offshorewind, wind op zee, werd gisteren door Fatih Birol van het IEA nog bestempeld als de prins op het witte paard met betrekking tot het brengen van groene en goedkope elektriciteit tot bij onze burgers.

 

Daarbij zijn twee zaken belangrijk. Het Belgische team dat ervoor gezorgd heeft dat die windmolens gebouwd worden, gaat nu diezelfde klimaatoplossingen wereldwijd kunnen bouwen. Wij verankeren onze industrie dus wereldwijd. Om ervoor te zorgen dat onze Belgische industrie geïnteresseerd blijft in onze windmolenparken op zee, zullen wij in de Prinses Elisabethzone en het kader dat daarvoor ontwikkeld wordt, ervoor zorgen dat er een kader is dat ook aantrekkelijk is voor kleinere spelers, met minder financiële slagkracht dan de grote concerns.

 

16.03  Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, zijn wij nu echt de enigen die vinden dat belangrijke strategische sectoren, zoals de productie van energie, voedsel en nutsvoorzieningen, in eigen handen moeten blijven? U faciliteert dat onze bedrijven, na het incasseren van vele miljoenen euro’s subsidies, in buitenlandse handen terechtkomen. Pas nog hebben we een ongekende energiecrisis gehad, maar nog zijn de signalen blijkbaar niet duidelijk.

 

Het verschil tussen u en mij is dat u een globalist bent die geen rekening houdt met de machts­verhoudingen in deze wereld, terwijl ik namens het Vlaams Belang zeg dat energieproductie in eigen handen moet blijven om betaalbaar en betrouwbaar te zijn. Ook onze voedselproductie moet in eigen handen blijven; net om die reden steunen wij onze boeren.

 

Nee, mevrouw de minister, ik wil geen muur rond Vlaanderen, maar als onze energiebevoorrading beheerd moet worden door Japanners, dan is het in dit land nog veel triester gesteld dan ik dacht.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitster: Collega’s, daarmee ronden wij de mondelinge vragen af.

 

Projets de loi

Wetsontwerpen

 

17 Projet de loi modifiant la loi du 4 mars 2004 accordant des avantages complémentaires en matière de pension de retraite aux personnes désignées pour exercer une fonction de management ou d'encadrement dans un service public (3135/1-4)

17 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 maart 2004 houdende toekenning van aanvullende voordelen inzake rustpensioen aan personen die werden aangesteld om een management- of staffunctie uit te oefenen in een overheidsdienst (3135/1-4)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

De heer Hans Verreyt, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

17.01  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, dank u om toch aanwezig te zijn. Ik besef dat u een afspraak hebt en in normale omstandigheden zou ik uw aanwezigheid niet vorderen, maar onderhavig wetsontwerp is net iets minder onschuldig dan het doet uitschijnen. Mijn collega Nadia Moscufo was door ziekte afwezig toen de tekst in de commissie voor Sociale Zaken werd besproken, en ik kon haar niet vervangen. Ik neem dus de gelegenheid te baat om hier in het debat ons standpunt toe te lichten.

 

Het voorliggende wetsontwerp zou discriminatie wegwerken, maar er is wel meer aan de hand dan wat het zogezegd onschuldig dossiertje doet uitschijnen. Sta me toe te duiden wat er achter de tekst schuilt en waarom wij er straks tegen zullen stemmen. Het plafond-Wijninckx loert hier weer achter een hoekje.

 

Het Grondwettelijk Hof heeft geoordeeld dat het niet correct is dat sommige oud-managers en oud-stafleden van overheidsdiensten extra pensioenvoordelen krijgen, terwijl anderen die niet krijgen. De aanvullende pensioenvoordelen waarvan voormalige managers en stafleden genieten, staan algemeen bekend als het wettelijk pensioen van de eerste pijler bis.

 

Ik kan hier weer alleen staan roepen in het halfrond en ik weet wel iets van pensioenen af. Er is de eerste pijler, er is de tweede pijler en er is de derde pijler, maar van de eerste pijler bis had ik nog niet gehoord. Ik ben in de boeken gedoken en mijn medewerkers hebben mij daar natuurlijk heel hard bij geholpen. Als er echter iets is wat ik heb geleerd in de voorbije vier jaar dat ik Kamerlid ben, dan is het wel dat ik op mijn hoede moet zijn als er ‘bis’ achter staat, want dan zit er een achterpoortje in de wet. Waarom zou die anders zijn toegevoegd? Mijn intuïtie heeft me niet in de steek gelaten, mevrouw de minister, want die ‘bis’ is codetaal voor weer een achterpoortje.

 

Hoe is dat tot stand gekomen? Laten we even teruggaan in de tijd, naar 2004, met de Copernicushervorming. Dat was in de periode-Verhofstadt III, toen alles moderner moest. Alles moest worden aangepast en hervormd. De ministeries werden FOD’s. De overheid wilde niet langer met diensthoofden werken, maar met ondernemers aan het hoofd van de federale overheidsdiensten. Dat moesten topmanagers zijn. Dat was het nieuwe woord. Topmanagers moesten in de paarse jaren ook een topvergoeding krijgen. Zo werd beslist dat alle uitoefenaars van een managementfunctie tijdens hun mandaat een privépensioen en een extralegaal pensioen konden opbouwen. Minister Vandenbroucke is hier niet, maar hij weet dat nog goed, want hij was toen minister van Pensioenen en Werk. Hoe werd dat extralegaal pensioen geregeld? Dat was via een sui-generisstatuut, een statuut dat op zichzelf staat, eentje dat speciaal werd ontwikkeld, dus een eerste pijler bis.

 

En nu wordt het interessant, mevrouw de minister, want hiermee werd de achterpoort geopend om het plafond-Wijninckx te omzeilen. We hebben weer een graaiertje gevonden. Nu moet u goed opletten, want anders horen we over enkele weken of maanden weer dat niemand van iets wist en dat het de fout van de PVDA is omdat we niet hard genoeg oppositie hebben gevoerd. Opletten dus.

 

Wat wil dat zeggen? Er is een probleem. En misschien denkt u: ze zijn er weer, die van de PVDA, maar dit is belangrijk: de wetgeving beperkt pensioenen in de publieke sector tot een absoluut maximumplafond, het bekende plafond-Wijninckx. Dat maximum is blijkbaar niet zo absoluut, want er is een vrijstelling van 20 % op dat plafond. Dat is goed geregeld, als u het mij vraagt.

 

Mevrouw de minister, vindt u het normaal dat er boven op de maximumpensioenen van 7.813 euro – dan heeft men al heel veel verdiend in z’n leven – nog eens 1.500 euro bij komt? Vinden we dat nog normaal? In welke wereld leven wij? Het maximumplafond is niet zo absoluut. Daarom is er daar opeens een wettekst. Dat ruikt hier opnieuw naar een pensioenprivilege.

 

U vraagt om het wetsontwerp goed te keuren omdat er een discriminatie zou bestaan. Het kind moet een naam krijgen. De PVDA is het daar, in tegenstelling tot alle andere partijen hier – inclusief het Vlaams Belang, dat ook voor heeft gestemd –, absoluut niet mee eens. Het gaat hier immers niet alleen over de eerste pijler bis. Op basis van het akkoord in 2004 werd in 2014 beslist dat het pensioen van de parlementsleden ook 20 % boven het plafond uit mag komen.

 

U bent de voorbije twee jaar heel vaak de wacht aangezegd over uw pensioenplannen, ook door uw liberale collega’s, die hier allemaal wekelijks verklaren dat de ambtenarenpensioenen niet meer van deze tijd zijn en dat het verschil met de pensioenen voor werknemers uit de privésector niet eerlijk is en niet te verantwoorden valt. Maar wat doet u in onderhavige tekst? U maakt een afwijking mogelijk voor een select groepje om hun pensioen boven het plafond-Wijninckx te zien uitstijgen. Enkele weken geleden was hier de discussie over de extraatjes in de pensioendossiers van de Kamervoorzitters aan de orde. Dat is op dezelfde manier mogelijk gemaakt. Enkele topambtenaren begonnen te kloppen aan de deur, omdat zij hetzelfde wilden. De hele Kamer ging daarin mee, terwijl de PVDA heel hard aan de alarmbel trok.

 

Hier wordt nu, in de week dat de dossiers ter zake aan het parket worden overgemaakt, een wetsontwerp goedgekeurd dat een privilege geeft aan een klein groepje. Wij doen daar absoluut niet aan mee. Dat is niet meer van deze tijd.

 

Ik doe u een voorstel, mevrouw de minister. Als er inderdaad sprake van discriminatie zou zijn en de pensioenen van de topmanagers inderdaad zouden moeten worden opgetrokken, trek dan ook de pensioenen van de werknemers uit de privésector op tot die van de ambtenarij.

 

17.02  Karine Lalieux, ministre: Madame la présidente, chers collègues, c’est effectivement bien dommage que nous ne puissions pas avoir des débats beaucoup plus sereins en commission sur le fond, puisque le PTB n’était pas présent en commission.

 

17.03  Nadia Moscufo (PVDA-PTB): J’étais malade!

 

17.04  Karine Lalieux, ministre: Oui, je sais. Et moi, j'étais avec quatre ministres européens. Vous êtes un groupe. Mais cela ne fait rien, c’est effectivement mieux de faire cela en séance plénière.

 

D’abord, je voudrais revenir sur une chose. Il y a la Cour constitutionnelle, et je respecte les lois, moi. Quand la Cour constitutionnelle dit qu’il y a une discrimination, il faut effectivement réparer la discrimination pour une raison d’égalité. C’est une première chose. C’est ce que nous avons fait dans le cadre de cette loi.

 

Ensuite, sans cette loi, les managers dont vous parlez auraient eu cette pension complémentaire sans payer de cotisations personnelles. Or, ici, la loi prévoit que les cotisations personnelles devront être payées pour pouvoir avoir accès à ce premier pilier bis.

 

Autre chose par rapport aux pensions légales: il y a des lois qui créent des exceptions à la loi Wijninckx. Il ne faut pas comparer ce qui n’est pas comparable. Il y a d'une part la situation qui a été citée la semaine dernière et la semaine d’avant; et d'autre part il y a ces managers, pour lesquels la loi prévoit des dérogations par rapport au plafond Wijninckx.

 

Par ailleurs, on peut effectivement toujours revoir le traitement et le statut des managers. Mais cela n’est pas du ressort de la ministre des Pensions. C’est une problématique de la Fonction publique. Demain, c’est à la Fonction publique d’examiner si ces statuts et les statuts de ses managers doivent être revus ou pas.

 

Ici, j’applique un arrêt de la Cour constitutionnelle. Je respecte les lois. Je fais en sorte que ces personnes paient leurs cotisations. Demain, s’il y a une modification dans les statuts, il y aura une modification dans le cadre des pensions. Mais les pensions sont la conséquence d’un statut et d’une carrière, la conséquence de cotisations et non l’inverse.

 

17.05  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, dank u wel voor uw antwoord, maar waar heb ik nog gehoord dat al die discriminaties in de pensioenen en al die extra’s normaal zijn? Die zijn hier gewoon goedgekeurd in de jongste jaren. Zij zijn er niet vanzelf gekomen, maar omdat men het normaal vond dat dit allemaal gebeurde. Mevrouw de minister, ik vind dit niet normaal. De hele druk van uw eigen regering ligt op u. U moet een hervorming van de pensioenen doorvoeren. U moet de mensen langer doen werken. De pensioenen zijn te hoog voor velen.

 

Op zo’n moment, wanneer deze discussies woeden, komt dit dossier hier bij ons te liggen. Weet u wat dit betekent voor de mensen die nu op straat komen, de brandweermannen die ambtenaar zijn, de politiemensen waarvan de pensioenen onder druk staan? Dit dossier is een klap in hun gezicht.

 

U trekt uw paraplu hier open en zegt dat het uw bevoegdheid niet is om die managers tot de orde te roepen, omdat u minister van Pensioenen bent. U zegt dat wij een fractie zijn en dat u alleen bent. Dat klopt, maar jullie hebben een regering en daar maakt u deel van uit. Klop dus op de tafel. Op het moment waarop het niet meer kan voor de werkende klasse, kan het zeker niet voor deze mensen!

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3135/4)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3135/4)

 

Le projet de loi compte 3 articles.

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

18 Projet de loi portant octroi de prêts concessionnels à l'Association internationale de Développement dans le cadre de ses reconstitutions des ressources (3102/1-6)

18 Wetsontwerp houdende de toekenning van concessionele leningen aan de Internationale Ontwikkelingsassociatie in het kader van wedersamenstellingen van de middelen (3102/1-6)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

M. Marco Van Hees, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.

 

18.01  Kathleen Depoorter (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, collega’s, wij zullen dit wetsontwerp niet steunen. Dat hebben wij ook al te kennen gegeven in de commissie. Ik heb ter zake een aantal bemerkingen.

 

Het principe achter de toekenning van concessionele leningen aan internationale ontwikkelingsassociaties in het kader van de wedersamenstelling van middelen, kan de N-VA-fractie ondersteunen. Het gaat immers om kwetsbare en arme landen, die middelen ter beschikking gesteld krijgen onder de vorm van langdurige kredieten, die dan effectief gebruikt kunnen worden voor de ontwikkeling van die landen. Dat is op zich een goede zaak.

 

Onze fractie heeft echter een probleem met de manier van uitvoering die in dit wetsontwerp wordt voorzien. Als wij even terugkijken, dan ging het voor de IDA18 en de IDA19, dus de twee vorige toegekende leningen, al gauw over 500 miljoen euro op zes jaar tijd. Dat is een heel groot bedrag, dat via code 8 wordt ingeschreven, maar niet in het begrotingstekort wordt opgenomen. Belangrijker is echter dat de meer dan 250 miljoen euro die vandaag wordt toegekend niet te vinden was in de begroting. Men zal dat vandaag dus goedkeuren, maar in de toekomst wordt de controle op dergelijke samenstellingen of occasionele leningen wel heel pover.

 

Mijnheer de minister, u hebt in de commissie aangegeven dat een parlementslid dit zeker zal kunnen controleren, omdat het in de uitgavenbegroting wordt ingeschreven. Een amendement dat onze fractie heeft ingediend om het bedrag dat kan worden toegekend te bevriezen op de IDA19, met name 256 miljoen euro, heeft de vivaldiregering echter gewoon weggestemd. Wat is nu onze bezorgdheid? In de toekomst, in een volgende ronde, kunnen er verrassingen naar voren komen waarbij een oppositiepartij dan helemaal geen zicht heeft op de substantiële budgetten die aan die wedersamenstellingen worden toegekend voor een lange termijn. De parlementaire controle en de transparantie, waarnaar wij in het kader van de mondiale solidariteit zo vaak vragen en waar zoveel nood aan is als wij een draagvlak voor mondiale solidariteit willen behouden, vasthouden of creëren, gaat u in dit wetsontwerp uit de weg.

 

Ik stel echter vast dat u nog overlegt. Misschien zult u dus toch nog een amendement goedkeuren. Ik zie dat u bevestigend knikt.

 

Laten we even ernstig blijven, collega’s, het is belangrijk dat controle mogelijk is, dat er transparantie is. Die belangrijke mondiale solidariteit moeten wij samen dragen, maar ik vraag om dat te doen via het Parlement en niet via de ministerraad, waar een parlementslid van de oppositie uiteindelijk geen zeg in heeft.

 

18.02  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la présidente, nous avons deux critiques envers ce texte. La première est la suivante. Dans l'exposé des motifs, monsieur le ministre, vous expliquez que l'Association internationale de Développement est une agence de la Banque mondiale qui octroie des prêts aux pays les plus pauvres de la planète; ces prêts se caractérisent, il est vrai, par des taux d'intérêt très bas, voire nuls parfois, et de longues maturités.

 

Mais il y a un détail: cette Association n'accorde pas que des prêts. Il y a aussi des dons. Et le problème, qui ressort de ce texte, est que les dons diminuent; de plus en plus, on n'accorde plus de dons mais des prêts, ce qui crée de nouvelles dettes pour les pays les plus pauvres, qui sont déjà en risque de défaut de paiement. Ces prêts permettent en plus à la Banque mondiale d'imposer des conditions qui se traduisent par des plans d'ajustement structurel, dont on connaît les conséquences dramatiques en termes d'austérité, de libéralisation, de privatisation et d'accord de libre-échange imposé.

 

Ce texte semble aller dans ce sens, c'est-à-dire remplacer de plus en plus les dons par des prêts. Vous indiquez dans l'exposé des motifs que la Belgique a déjà utilisé cette possibilité et qu'elle en fait même un usage répété. C'est la première critique que nous avons à faire.

 

La seconde rejoint celle qui a été formulée précédemment. L'objectif du projet de loi est de permettre l'octroi de prêts à l'Association internationale de Développement par arrêté royal. Le gouvernement pourrait ainsi octroyer des prêts sans qu'il soit nécessaire de voter une loi ici, de passer par le Parlement. Est-il si compliqué de passer par le Parlement? Les pays contributeurs se réunissent en principe tous les trois ans pour reconstituer les ressources de l'IDA. Cela poserait-il un problème de venir ici tous les trois ans avec un projet de loi pour revoir ces prêts ou ces dons et pouvoir tenir un débat? L'objectif de 0,7 % du revenu national brut pour la coopération au développement est affiché par tous les gouvernements successifs mais de moins en moins atteint. Plus on affiche cet objectif, plus on s'en éloigne. C'est un peu comme l'horizon. Plus vous vous en approchez, plus il s'éloigne. Je pense qu'un débat tous les trois ans ne serait vraiment pas superflu.

 

D'un point de vue démocratique, il est évidemment préférable d'avoir un débat et un vote au Parlement plutôt que d'avoir simplement un arrêté royal mené uniquement à l'échelle du gouvernement. C'est donc clairement un recul démocratique pour nos institutions et un recul au niveau de l'aide apportée aux pays les plus pauvres. Par conséquent, nous ne soutenons pas ce texte.

 

18.03 Minister Vincent Van Peteghem: Ik wil heel kort reageren, mevrouw de voorzitster.

 

Mevrouw Depoorter had inderdaad een tweede lezing gevraagd, maar ze kon niet aanwezig zijn. Ze herhaalt nu haar voornaamste kritiek, namelijk dat dit nog niet in de begroting is opgenomen. Het gaat echter – en ik heb dat ook bij de eerste lezing in de commissie duidelijk gemaakt – over de wettelijke basis die dit wetsontwerp vastlegt. Elke individuele beslissing die genomen zal worden moet gebeuren op basis van deze wet en moet worden goedgekeurd door de ministerraad. Ze zal dus ook onderworpen zijn aan een advies van de Inspectie van Financiën. Elke uitgave zal uiteraard ook ingeschreven zijn in de algemene uitgavenbegroting die ter goedkeuring aan dit Parlement zal worden voorgelegd. Tot hier mijn rechtzetting van wat mevrouw Depoorter aangeeft.

 

Wat de heer Van Hees betreft, België vervangt zijn giften slechts gedeeltelijk door deze concessionele leningen. Ik heb dat in de commissie ook duidelijk gesteld. Een donor kan trouwens eveneens slechts 20 % van zijn bijdrage in gifttermen geven onder de vorm van leningen. De rest moet sowieso gebeuren onder de vorm van een gift. Voor alle duidelijkheid – en ik denk dat de heer Van Hees dat even goed weet als u hier allemaal –, enkel de armste landen, de landen die het echt nodig hebben, krijgen giften. Ze krijgen dus geen concessionele leningen en worden volledig ondersteund via giften uit ons land.

 

18.04  Kathleen Depoorter (N-VA): Ik heb inderdaad niet de tijd gehad om voor de tweede lezing van de ene commissie naar de andere te lopen. Het was zelfs zo dat de tijd om van de plenaire zaal naar de Magrittezaal te lopen te kort was om de lezing door de collega’s te laten doen. Zo lang heeft men dus stilgestaan bij de tweede lezing, mijnheer de minister. Dat is een jammerlijk feit. Ik loop op een normaal tempo, maar niet sneller dan het licht.

 

Ik was er echter graag bij geweest om mijn punt nog eens te maken. U zegt immers dat het in de begroting zal worden opgenomen en aan parlementaire controle zal worden onderworpen. Ik blijf het toch jammer vinden dat u niet tegemoetgekomen bent aan de vraag van de N-VA-fractie om de noden, die bewezen zijn volgens de IDA19, te bevriezen.

 

In dat geval had u een zekere tegemoetkoming kunnen doen aan de bezorgdheid die wij reeds vaker hebben geuit en die u eigenlijk deelt. Het gaat dan over de bezorgdheid rond de financiële middelen, de financiële orthodoxie van deze federale regering. Misschien zit er volgende keer een heel andere constellatie aan de knoppen.

 

Wij waren geruster geweest als u gewoon consequent de middelen had bevroren op de noden van vandaag. Dan had men zeker kunnen meedoen aan mondiale solidariteit, zoals nodig is, maar had men geen onnodige risico’s genomen om geld te gaan toekennen, geld dat wij eigenlijk zelf niet hebben vandaag.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3102/4)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3102/4)

 

Le projet de loi compte 2 articles.

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

19 Projet de loi modifiant le Code de la taxe sur la valeur ajoutée en ce qui concerne l'introduction de certaines obligations d'information applicables aux prestataires de services de paiement (3156/1-3)

19 Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de invoering van bepaalde informatieverplichtingen voor betalingsdienstaanbieders (3156/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

M. Wouter Vermeersch, rapporteur, renvoie au rapport écrit.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3156/3)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3156/3)

 

Le projet de loi compte 11 articles.

Het wetsontwerp telt 11 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 11 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 11 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

20 Projet de loi portant octroi de la garantie de l'État dans le cadre de l'assistance macrofinancière exceptionnelle à l'Ukraine accordée par l'Union européenne (3157/1-3)

20 Wetsontwerp houdende de toekenning van de staatsgarantie in het kader van buitengewone macrofinanciële bijstand aan Oekraïne door de Europese unie (3157/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

M. Dieter Vanbesien, rapporteur, renvoie au rapport écrit.

 

20.01  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la présidente, je suis étonné d'être le seul à prendre la parole pour un texte visant un soutien à l'Ukraine, et me disais que tous les collègues s'empresseraient de prendre la parole pour de longues interventions afin de manifester leur soutien à la population ukrainienne. Mais non! Je me retrouve tout seul sur ce texte.

 

Nous le soutenons dans sa volonté d'aider la population ukrainienne victime d'une invasion et d'une guerre abominables. Les estimations sont diverses, mais cette guerre aurait à ce jour fait 200 000 morts - une guerre atroce.

 

Il ne s'agit pas d'une aide proprement dite mais d'un prêt. Mais les modalités financières sont assez favorables: une durée de prêt plus longue que dans un programme standard, soit 25 ans au lieu de 15, avec une subvention sur les charges d'intérêts puisque l'Ukraine ne commencera les remboursements qu'à partir de 2033 et que la charge des intérêts sera portée par les États membres de l'UE.

 

De ce point de vue-là, cette aide à la population ukrainienne est correcte. Par contre, les conditions qui accompagnent ce prêt posent question. Je cite le projet de loi: "L'accord de prêt prévoit que la Commission européenne effectue des vérifications, que la Cour des comptes réalise des audits et que le parquet européen exerce ses compétences. Les conditions relatives aux politiques à mener ont pour but de renforcer la résilience immédiate du pays et la soutenabilité à long terme de sa dette."

 

Nous imposons donc à la population ukrainienne des réformes. Quelles réformes? Il faut pour s'en rendre compte lire le mémorandum signé le 16 janvier dernier entre l'UE et l'Ukraine. Il prévoit vingt points classés en quatre catégories: la stabilité macro-financière, les réformes structurelles, le respect de l'État de droit et l'Énergie. Elles devront être accomplies avant déblocage total des fonds.

 

Si vous prenez par exemple le chapitre "Réformes institutionnelles", une des demandes est de "démarrer le plan d'action visant à déréguler l'activité économique et améliorer le contexte économique, y compris la dérégulation du système des licences et des permis". On veut donc déréguler, imposer à la population ukrainienne de s'ouvrir aux entreprises européennes, par exemple. L'Union européenne entend également imposer ses règles en matière de faillites ou de marchés publics. En effet, on lit également dans le mémorandum qu'il faut "développer la législation en matière de marchés publics pour qu'elle soit alignée avec l'acquis communautaire, y compris pour la période de reconstruction de l'Ukraine après la guerre".

 

Dès lors, on constate qu'à travers cet accord, l'Union européenne impose ses règles dans le but, assez visible, d'imposer ses entreprises sur les marchés publics ukrainiens. Certaines des conditions sont même imposées dès ce premier trimestre, qui va se terminer dans quelques jours, alors que le conflit est toujours en cours, comme nous le savons tous, malheureusement.

 

Bref, l'Union européenne impose des réformes et soumet l'Ukraine au contrôle de la Cour des comptes européenne, qui pourra réaliser des audits, imposer des conditions, tout vérifier, avec en toile de fond la régulation néolibérale imposée par un gendarme européen que nous connaissons bien en Belgique et que la Grèce connaît bien également, et que l'Ukraine devra subir également, alors que ce pays n'est pas un État membre de l'Union européenne! C'est quand même assez fort! On assiste donc à une ingérence de la part de l'Union européenne dans l'organisation d'un pays non membre.

 

Bref, si nous soutenons l'aide financière à la population ukrainienne octroyée ou garantie à travers ce texte, nous déplorons sérieusement les conditions qui l'accompagnent.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3157/3)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3157/3)

 

Le projet de loi compte 3 articles.

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

21 Projet de loi spéciale abrogeant l'article 65quater et l'annexe de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des Communautés et des Régions (I) (3139/1-3)

- Projet de loi abrogeant la loi du 6 janvier 2014 relative au mécanisme de responsabilisation climat (II) (3140/1-3)

21 Ontwerp van bijzondere wet tot opheffing van het artikel 65quater en de bijlage van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten (I) (3139/1-3)

- Wetsontwerp tot opheffing van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot het klimaatresponsabiliseringsmechanisme (II) (3140/1-3)

 

Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces deux projets. (Assentiment)

Ik stel u voor een enkele bespreking te wijden aan deze twee ontwerpen. (Instemming)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

De heer Sander Loones, rapporteur, verwijst naar zijn schriftelijk verslag.

 

21.01  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de voorzitster, collega’s, het is jammer dat er weer weinig leden aanwezig zijn voor de bespreking van een niet onbelangrijk wetsontwerp.

 

Wij stemmen vandaag over de opheffing van het klimaatresponsabiliseringsmechanisme, mijnheer de minister. What’s in a name. Dat mechanisme werd bij de zesde staatshervorming ingevoerd. Als wij het over de zesde staatshervorming hebben en daarin de materies leefmilieu en energie onder de loep nemen, dan is het duidelijk dat de bijzondere wet op de zesde staatshervorming ter zake geen grote wijzigingen doorvoerde. Ik citeer de conclusie van het verslagboek over het colloquium van het Instituut voor Constitutioneel Recht van de KU Leuven rond de bevoegdheidsoverdrachten inzake leefmilieu en energie: "De zesde staatshervorming leidt hier jammer genoeg niet tot homogene bevoegdheidspakketten, eventueel met uitzondering van het afvalstoffenbeleid." De experten ter zake waren ook heel duidelijk over het volgende feitelijke gegeven: "De nood aan het gebruik van verschillende overleg- en samenwerkingsprocedures vermindert niet."

 

De ministers die belast zijn met de federale aspecten inzake energie, klimaat en leefmilieu – daarnet had een prominente collega-minister nog een intens gesprek met u – botsen dagelijks op de complexe institutionele realiteit van dit land. De agenda’s van het Overlegcomité zijn geregeld gestoffeerd met nota’s over wetgevend werk met betrekking tot thema’s inzake energie, klimaat en leefmilieu, waarin men er vaak maar zeer moeizaam of helemaal niet uit komt.

 

De regering – ik denk dat minister Gennez dat zal doen – zal straks bijvoorbeeld de spoed­behandeling vragen van het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake energie. Daar zit onder meer een subsidieregeling rond waterstof in, maar er zal alweer heel veel worden gediscussieerd in de commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat de volgende weken over de vraag of er al dan niet een complementariteit is met gewestelijke projecten rond waterstof. Dus, discussies bij de vleet.

 

Dat we hier vandaag het klimaatrespon­sabiliserings­mechanisme ten grave dragen, vormt nogmaals een bewijs dat de zesde staatshervorming de werking van dit land alleen nog maar ingewikkelder, complexer en zelfs minder werkbaar heeft gemaakt. Zelfs na de overheveling van verschillende andere bevoegdheden en een nieuwe bijzondere financieringswet, blijft dit land niet alleen worstelen met de verschillende sociaal-economische realiteiten – nietwaar, mijnheer Loones? –, maar ook met de complexiteit en moeizame besluitvorming op het vlak van het energie- en klimaatbeleid.

 

Collega Verherstraeten is jammer genoeg niet aanwezig, maar ik heb het boekje bij dat hij in 2014 heeft geschreven over de zesde staatshervorming. De noeste arbeid in de machinekamer van de politiek kan niet voorkomen dat men er niet eens in slaagt om een van de weinige interessante onderdelen van het regeerakkoord van Vivaldi uit te voeren, met name een conferentie organiseren voor een rechtvaardige energietransitie die ook gedragen wordt door de deelstaat Vlaanderen. Het lijkt erop te wijzen dat men het er in dit land zelfs niet over eens is hoe men een energie- en klimaatbeleid, gecentreerd rond de notie transitie, prioritair sociaal dient in te vullen. Daarnet gaf mevrouw Khattabi nog een hele bloemlezing van haar beleidsnota.

 

Het klimaatresponsabiliseringsmechanisme had tot doel de gewesten ertoe aan te zetten inspanningen te leveren om de toegewezen doelstellingen inzake het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen te doen halen. Concreet ging het over een bonus-malussysteem waarbij de gewesten zouden worden aangezet om hun gebouwemissies te reduceren, maar de zaak verzandde in technisch-juridische discussies. De middelen afkomstig van de federale veilingopbrengsten in de periode 2015-2020 bleven geblokkeerd en dus onbenut. Er was echter iets wat ik omschrijf als de erkentelijkheid van de hongerige maag. Die erkentelijkheid was nodig om eind vorig jaar toch tot een deelakkoord over de intra-Belgische verdeling van de Europese klimaat- en energiedoelstellingen te komen.

 

Er zijn inderdaad deelafspraken gemaakt over een deel van de ETS-veilingopbrengsten, de internationale klimaatfinanciering en de verdeling van de inspanningen voor de productie van hernieuwbare energie tot 2030.

 

En ja, er was een akkoordje over de afschaffing van het niet-werkzame klimaatresponsabiliserings­mechanisme.

 

Door deze laatste maatregel wordt de hongerige maag inderdaad gevoed. Hierdoor komen immers federale veilinginkomsten vrij voor beleidsvoering ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in de gewesten. Er kan nu bijna 136 miljoen euro worden vrijgemaakt.

 

Maar veel hartstocht en passie is daar niet aan gelegen. Daar kan eindeloos uren kloppen in de machinekamer van de Titanic-België niets aan veranderen.

 

Mijnheer de minister, als deze machinekamer al iets moest en moet responsabiliseren, is het vooral het financieel en sociaal-economisch beleid in het zuiden van dit land. Dat kan alleen met volwaardige fiscale autonomie.

 

Vandaag worden de deelstaten nog steeds voor 67 % met dotaties gefinancierd. Dit zakgeld­federalisme – een term van collega Loones – moet worden ingeruild voor echte fiscale verantwoordelijkheid.

 

Ik wou collega Verherstraeten aanspreken, vermits hij dit mooie boekje heeft geschreven. Wij zouden graag met hem samenwerken aan een echt responsabiliseringsmechanisme dat echt zou werken, en dat zou verhinderen dat Vlaanderen mee kopje onder gaat in het pijnlijke drama van de Belgische Titanic.

 

Maar genoeg beeldspraak, mevrouw de voorzitster. Wij zullen met een zeker enthousiasme de afschaffing van het klimaatresponsa­biliseringsmechanisme goedkeuren omdat het nogmaals bewijst dat de zesde staatshervorming helemaal niet werkt.

 

21.02  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la présidente, chers collègues, nous soutenons ce projet de loi car la volonté d'abroger le mécanisme de responsabilisation climatique est un petit pas dans la bonne direction car ce système était, nous semble-t-il, absurde et inefficace. Quelles sont les causes de la faillite de ce mécanisme? Le gouvernement l'impute à des problèmes juridiques ou techniques mais, pour nous, l'échec du système provient surtout d'un autre double échec: l'échec de la logique de régionalisation et l'échec de la logique de marché.

 

Pour ce qui est de l'échec de la logique de régiona­lisation, ce mécanisme de responsabilisation avait été établi en échange du soutien d'Ecolo-Groen à la sixième réforme de l'État qui a approfondi le processus de régionalisation de notre pays. Notre cadre institutionnel, ou plutôt notre "lasagne institutionnelle", complique fortement la tâche de définir une politique climatique ambitieuse. En réalité, une grande partie des compétences-clés en matière climatique que sont l'environnement, la mobilité, l'isolation des logements, etc., ont été régionalisées. On a donc une politique climatique saucissonnée entre différentes Régions qui agissent de manière différente et le fédéral qui a quelques compétences résiduelles qu'il applique comme il peut. Cela rend en tout cas impossible l'élaboration d'un plan climat national et cohérent.

 

Pour définir la répartition de l'objectif climatique pour la période 2011-2020, il a fallu pas moins de huit années aux quatre entités compétentes pour parvenir à un accord, à un moment où la décennie, la période stratégique concernée, était d'ailleurs pratiquement déjà écoulée. Je pense que cet élément est révélateur.

 

Pour le PTB, il est nécessaire de refédéraliser les différentes compétences qui touchent à la politique climatique pour avoir un plan national cohérent.

 

Le deuxième échec est celui de la logique de marché. Si on veut arriver à des résultats en matière climatique, il faudra sortir de cette logique de marché, qui est basée sur des incitants comme dans le cas du mécanisme de responsabilisation climatique. C'est voué à l'échec. Cette responsabilisation se base en grande partie sur le système européen d'échange de quotas d'émission (ETS). Ce système met en place une limitation des gaz à émettre et un marché carbone qui permet à chaque entreprise d'acheter et de vendre des quotas d'émission. Concrètement, l'ETS permet aux gros pollueurs de payer pour continuer à polluer ou même parfois de s'enrichir.

 

Si le système prévoyait des prix véritablement dissuasifs pour les quotas d'émission – ce qui n'est pas le cas –, les entreprises pourraient encore répercuter les montants à payer pour les crédits d'émission sur les factures aux clients.

 

Pour nous, seule une politique climatique cohérente pour tout le pays, définie au niveau fédéral et qui ne répond pas à la logique de marché pourra véritablement s'avérer efficace dans la lutte contre les changements climatiques.

 

En attendant, on constate que le bilan de ce gouvernement mais aussi des gouvernements précédents est catastrophique. Par exemple, pour le Climate Change Performance Index, qui évalue les efforts des différents pays pour réduire les émissions carbone, si vous prenez les 27 États membres de l'Union européenne, la Belgique est à la 22e place. Ce n'est pas vraiment performant pour mener la lutte contre les changements climatiques. Il faut donc véritablement changer de cap.

 

Nous soutenons cette loi qui abroge un texte qui fixait des procédés assez ridicules. Mais tout le travail reste à faire car ce n'est pas en abrogeant ce texte qu'on apportera des solutions aux problèmes magistraux auxquels nous sommes confrontés.

 

21.03  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le ministre des Finances, je constate que la ministre du Climat - mais l'est-elle encore? - responsable en la matière, est absente. J’entendais tout à l’heure Mme de Laveleye dire lors des questions d’actualité, en deux minutes, combien on pouvait voir où se situait la priorité politique. La priorité politique du jour, je vous le dis, n’est sûrement pas de faire avancer la question du climat avec un texte tel que celui que vous nous présentez aujourd’hui. Quelques jours après le rapport du GIEC, venir abroger le mécanisme de responsabilisation climat est particulièrement interpellant.

 

Faut-il rappeler que, dans son rapport de synthèse qui clôture son sixième cycle de travail, le GIEC nous alerte une fois de plus sur la hausse de la température globale qui s’est encore accentuée, sur la vulnérabilité des écosystèmes et des populations qui s’accroît, sur les émissions de gaz à effet de serre qui continuent d’augmenter. Nous ne sommes pas sur la trajectoire en matière climatique. ʺNotre maison brûle et nous regardons ailleurs.ʺ Cette citation a vingt ans et elle est pourtant toujours cruellement d’actualité malgré les alertes, malgré l’urgence, malgré aussi les conséquences déjà fortement visibles et ressenties par de nombreux citoyens qui en sont victimes. Ce gouvernement ne cesse de retarder les actions et politiques nécessaires quitte à compromettre leur efficacité, à diminuer leur potentiel en augmentant les coûts.

 

Oui, j'ose le dire ici: sur le plan climatique, ce gouvernement procrastine. Il procrastine par rapport à l'adoption de mesures concrètes. Il camoufle trop souvent son inaction sur le terrain par la proclamation d'ambitions rehaussées. Certes, oui! C'est bien de rehausser les ambitions mais cela ne sert à rien si on ne prend pas de mesures pour les concrétiser. Et quand on reste sur place, on n'avance pas plus en rehaussant l'objectif.

 

Donc, le projet de la ministre de l'Environnement et du Climat et de ce gouvernement, qui est aussi le projet de cette majorité gouvernementale, montre que vous avez manifestement oublié que la lutte contre le réchauffement climatique est vitale et qu'il en va de la survie de l'humanité. C'est maintenant très clairement démontré.

 

Le réchauffement climatique ne connaît pas de frontières. Il ne se laisse pas enfermer dans les frontières étatiques et encore moins dans les frontières régionales. C'est un défi mondial qui appelle des réponses à l'échelle de l'ensemble de la planète.

 

C'est d'ailleurs pour cela que la communauté internationale met progressivement en place une gouvernance climatique qui se manifeste chaque année lors des différentes COP dont l'objectif est de définir des objectifs communs.

 

l'Union européenne joue en la matière un rôle important en souscrivant des engagements et en les répartissant entre ses États membres, au travers de mécanismes de gouvernance climatique européenne. La Belgique participe d'ailleurs à cette gouvernance climatique mondiale et européenne et souscrit à ce titre des engagements dont elle doit rendre compte.

 

Mais notre système institutionnel belge, qui aujourd'hui est dépourvu de hiérarchie des normes et de primauté de l'entité qui englobe toutes les autres, à savoir le fédéral, rend extrêmement difficile la mise en place d'une gouvernance climatique belge, qui permette de s'assurer que la Belgique remplit ses obligations et assume sa part de l'effort pour sauver la planète. Cette situation est d'ailleurs dénoncée à juste titre depuis de très nombreuses années par tous ceux que le réchauffement climatique préoccupe.

 

La sixième réforme de l'État a été l'occasion de réaliser ce qui pour nous était une première avancée dans la mise en place d'une gouvernance climatique belge. Ce n'était pas que pour nous d'ailleurs, et je vais y revenir.

 

C'était, du reste, à votre demande, chers collègues Ecolo. Un mécanisme dit "de responsabilisation" a alors été développé. Son objectif consistait à répartir entre les différentes entités du pays les efforts de réduction des émissions de gaz à effet de serre dans les bâtiments résidentiels et tertiaires, d'en surveiller l'évolution, de sanctionner le non-respect des trajectoires par des malus et d'en récompenser le respect par des bonus.

 

Une partie des recettes de la vente des droits d'émission a été affectée à un fonds destiné à financer les bonus à accorder, les malus y étant également affectés. La répartition des efforts dans ce secteur devait être convenue entre les différentes entités, mais une trajectoire par défaut avait été établie par précaution. Ce mécanisme a été inscrit dans la loi spéciale de financement, puisqu'il définit les différentes conditions de transfert financier entre les entités du pays.

 

C'est véritablement cet embryon de gouvernance climatique destinée aussi à garantir la convergence de toutes les entités vers les objectifs de réduction d'émissions que ce gouvernement - et, notamment, la ministre de l'Environnement et du Climat - nous propose ici d'abroger. Là où nous pouvons nous rejoindre et où je peux rejoindre la volonté du gouvernement, c'est sur la nécessité de ne pas appliquer ce mécanisme en l'état. En effet, dès son origine, il avait été mal calibré, sa trajectoire par défaut ayant été fondée sur des chiffres erronés. Ensuite, les modifications d'objectifs à atteindre l'ont également rendu complètement obsolète. Il ne peut donc être appliqué tel quel. À ce sujet, je suis parfaitement d'accord.

 

Toutefois, nous ne comprenons pas la volonté du gouvernement, non de corriger ce mécanisme en maintenant une gouvernance climatique, mais bien de l'abroger purement et simplement. Pourtant, cet embryon de gouvernance climatique présente l'immense avantage de contenir un moyen de sanction et de récompense des entités au regard des objectifs. L'abandon du précédent que constitue cette méthode de sanction et, partant, de responsabilisation de chaque entité nous apparaît comme profondément regrettable.

 

La gouvernance climatique n'est pas juste un mot et ce n'est pas non plus faire semblant. La gouvernance climatique passe nécessairement par des objectifs contraignants, sauf si l'on ne veut pas faire véritablement de la lutte contre le réchauffement climatique un enjeu majeur.

 

Oui, il faut des objectifs contraignants pour la Belgique, mais aussi pour ses composantes (les entités fédérées), et dès lors des sanctions lorsque ces objectifs ne sont pas atteints. Je ne dis pas que la trajectoire est facile à modifier. Je ne le dirai jamais. C'est en effet difficile.

 

Mais au regard des enjeux - le rapport du GIEC nous les rappelle une fois encore -, facile ou difficile, il faut y arriver. Quand je vois les efforts déployés pour résoudre la question BHV, ceux consacrés à l'obtention d'un accord sur la gouvernance climatique ou précédemment sur le burden sharing puisque maintenant, il n'y en a plus, je dois vous avouer que je me demande si vous n'êtes pas tombés sur la tête, chers collègues Ecolo-Groen.

 

Vous vous réjouissez - et pire encore - de ce projet que nous considérons comme funeste et de ce recul dans la gouvernance climatique. Vous étiez, chers collègues Ecolo-Groen, à l'origine de ce mécanisme non seulement utile mais aussi nécessaire.

 

Vous aviez réussi à l'imposer en y conditionnant à ce moment-là votre soutien à la sixième réforme de l'État. Vous aviez toujours été à la pointe et nous vous avions soutenus alors pour revendiquer la mise en place de cette gouvernance climatique efficace, avec des objectifs assignés à la Belgique pour qu'ils soient répartis et atteints.

 

C'est d'ailleurs pourquoi, en fin de législature précédente, nous avions soutenu avec d'autres le projet de loi spéciale climat proposé par une série d'experts de renom, rappelons-le! On sait maintenant ce qu'il en est malheureusement advenu.

 

(…): (…)

 

21.04  Catherine Fonck (Les Engagés): Non! Si vous vous en foutez, il y a pas de souci. J'ai encore la liberté de dire ce que je veux.

 

21.05  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la présidente, très brièvement parce que, de toute façon, le ministre est là pour intervenir éventuellement, le débat a déjà eu lieu en commission des Finances, et je pense que mon collègue Gilles Vanden Burre s'est déjà expliqué à ce moment-là.

 

Je peux entendre qu'on renvoie aux écologistes la responsabilité de la faillite de la gouvernance climatique. Je voudrais juste pointer deux ou trois éléments. Oui, ce mécanisme était bon, c'était une bonne idée mais, vous l'avez dit vous-même, il était inopérant pour l'instant et devait être revu, réformé. Vous le savez, et vous avez évoqué d'autres exemples d'enjeux institutionnels en Belgique, la réforme de ce mécanisme nécessitait la volonté de toutes les entités fédérées. Ce n'était pas le cas: nos collègues de la N-VA au Nord du pays n'ont pas souhaité nous accompagner dans la réforme.

 

On peut dire ce qu'on veut, on est quand même dans un État fédéral au sein duquel nous devons avancer ensemble et trouver ensemble les meilleures solutions, tant en ce qui concerne la gouvernance climatique - ce que la ministre fédérale Zakia Khattabi a mis en place depuis maintenant plusieurs mois - qu'en ce qui concerne les moyens que nous devons nous donner pour atteindre nos objectifs. Pour ce faire, nous avons besoin d'argent, et garder de l'argent bloqué par un mécanisme inopérant est un non-sens en matière de bonne gouvernance.

 

Je voudrais encore rappeler un élément: entre 2015 et 2019, il y a eu plusieurs moments-clés nous permettant d'opérationnaliser cet outil. Les écologistes n'étaient pas au gouvernement fédéral pendant cette période, madame Fonck, mais par contre, le cdH y était bien à l'époque! Dès lors, venir nous faire la morale aujourd'hui sur un mécanisme qui, de toute façon, devait mourir de sa belle mort, est un contresens!

 

On a besoin d'argent aujourd'hui pour investir, on l'a dit, et le GIEC l'a encore rappelé: il faut investir trois à six fois plus dans les années à venir que ce qu'on fait maintenant, il y a de l'argent qui est bloqué et il faut le débloquer. Il faut regarder en avant et utiliser les outils adéquats aujourd'hui.

 

21.06  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw Fonck, ik weet niet of u daarnet wel naar mij hebt geluisterd. Ik heb de zaken die u in het lang en het breed beschrijft daarnet kort samengevat, namelijk door te zeggen dat het mechanisme niet werkte. Collega de Laveleye herhaalde dat zonet nog. Er was gewoonweg geen overeenstemming tussen de verschillende bevoegde administraties in dit land.

 

Ik denk niet dat minister Van der Straeten zal kunnen ontkennen dat het wetsontwerp waarvoor straks de urgentie zal worden gevraagd ook conflictstof bevat. De Raad van State heeft zelf namelijk al aangegeven dat er weer over bevoegdheidsaspecten gebakkeleid zal kunnen worden. Op het vlak van de subsidiëring van waterstofprojecten is er immers al dan niet complementariteit met gewestelijke projecten.

 

Mevrouw Fonck, of u het nu graag hoort of niet, de realiteit toont aan dat de zaken in dit land voortdurend vastlopen op de complexe bevoegdheidsverdeling inzake klimaat- en energiebeleid. Erken dat en trek er de juiste conclusie uit, namelijk dat een verdere splitsing nodig is.

 

21.07  Catherine Fonck (Les Engagés): Quand on pense qu’on a un mécanisme qui est compliqué, peut-être inopérant, pour lequel les objectifs chiffrés doivent être revus puisque, depuis lors, sont intervenus les objectifs Fit for 55 qui ont été modifiés et il fallait les modifier, en l'absence d’accord, malgré une loi spéciale votée à ce moment-là et aussi en l'absence d'accord avec la N-VA, on se dit que ce n’est pas grave, qu’on laisse tomber et tant pis. Savez-vous ce qui va arriver, madame de Laveleye et je trouve que c’est un véritable mal belge? Vous allez me dire que ce n’est pas grave et qu’on a des objectifs communs à l’échelle du pays. Demain ou après-demain, je vous le rappelle, aux yeux de l’Europe, c’est de toute façon – et heureusement d’ailleurs – la Belgique qui est et qui reste responsable. Si demain, on n’atteint pas les objectifs, ce qui risque d’arriver, c’est que chaque Région se dédouanera sur les autres. C’est typiquement un mal belge, permanent, répété. Sans un mécanisme de gouvernance climatique en Belgique, c’est évidemment encore et toujours le même scénario qui se répétera au détriment de la population et du climat.

 

La réalité, c’est que sous les législatures précédentes, vous n’avez pas arrêté de dénoncer l’absence d’accord sur le burden sharing, la répartition des efforts et les trajectoires des différentes entités et vous venez nous parler ici de 2019. D’abord, nous n’étions pas au gouvernement fédéral de 2014 à 2019. Entre 2014 et 2019, dans le gouvernement où nous siégions, à l’inverse de ce que vous avez dit aujourd’hui, la ministre Fremault a réussi à obtenir un accord sur le burden sharing. Pourtant, nous n’avions pas autant de ministres en charge de la compétence. Aujourd’hui, en effet, vous n’avez toujours pas d’accord sur le burden sharing, alors qu’en pratique, trois ministres sur quatre sont issus de vos rangs.

 

Malgré cela, vous nous expliquez que vous êtes dans l'incapacité de faire avancer des accords. Franchement, je trouve incroyable que vous le justifiez. Vous pourriez être gêné aux entournures! Mais vous renoncez ici aujourd'hui à réformer le mécanisme. Plutôt que de l'améliorer, vous décidez de le supprimer purement et simplement. C'est inexplicable parce que c'est le climat qui va en payer les conséquences. Je rappelais cette impasse sur le burden sharing.

 

Il y a deux explications possibles. La première, c'est une histoire d'argent. Vous nous dites: "De cette manière, on a de l'argent." C'est trivial par rapport aux enjeux climatiques car, dans le fond, qui dit que cet argent va réellement être utilisé à cela? Les entités se sont déjà réparti 135 millions d'euros. Qui dit que ceux-ci seront réellement affectés à la lutte contre le réchauffement climatique? Personne n'en sait rien! Admettons même que ces 135 millions d'euros soient affectés à la lutte contre le réchauffement climatique via les entités fédérées, rien n'empêcherait en parallèle le processus de vases communicants avec d'autres financements climatiques qui seraient probablement réduits et utilisés en lieu et place de ces 135 millions d'euros! Ce ne sera donc pas 135 millions en plus mais cela risque d'être 135 millions "à la place".

 

L'autre explication serait due simplement au fait que vous siégez dans la majorité. Toutefois, l'histoire a montré que, dans l'opposition, vous aviez dénoncé à plusieurs reprises des dossiers qui n'avançaient pas en matière climatique. Vous aviez dénoncé les faiblesses de la gouvernance climatique. Vous aviez dénoncé l'absence – pour finir, il y en avait eu un – de burden sharing. À présent que vous êtes dans la majorité, vous annoncez des objectifs. C'est vrai. Par contre, pour les atteindre, personne ne voit clair! Vous renoncez à mettre en place cette gouvernance! Vous renoncez à rechercher un accord sur le burden sharing qui permettrait de réformer le mécanisme de responsabilisation climat plutôt que de le supprimer!

 

Ce projet sera adopté aujourd'hui, je ne me fais aucune illusion là-dessus, trois jours après le sixième rapport du GIEC. Nous serons les seuls ou parmi les seuls à s'y opposer puisque tous ceux qui étaient présents en commission ont largement soutenu le projet du gouvernement. Cependant, si ce projet est adopté aujourd'hui, il va falloir reconstruire une gouvernance climatique à partir d'une page blanche.

 

Quel recul et quelle perte de quelques années! Nous avons des propositions en la matière que nous voudrions ici partager. À court terme, nous proposons une nouvelle trajectoire par défaut linéaire qui doit conduire à zéro émission en 2050. Vu que celles-ci demandent à toutes les entités des efforts majeurs à court terme, cela devrait pouvoir favoriser un accord sur des trajectoires étalant davantage les efforts.

 

À moyen terme, notre proposition se fonde sur le fait que, jusqu'à présent, la gouvernance climatique intra-belge – mais qu'en restera-t-il? – a tourné autour de trois piliers: les objectifs internationaux et européens, les experts et les gouvernements des différentes entités. Jusqu'à présent, l'obstacle se situe pour la Belgique au niveau de l'accord à trouver entre les différents gouvernements. Notre proposition consiste donc à ajouter à ces trois piliers un quatrième pilier, à savoir les citoyens.

 

À défaut d'accord entre les experts et les gouvernements, ou à défaut d'accord entre les gouvernements, c'est selon nous aux citoyens qu'il appartient de trancher, tant ces questions sont importantes pour notre avenir et celui de l'humanité. Ces questions sont en fait existentielles.

 

C'est donc la proposition que nous entendons mettre sur la table de la réforme de la gouvernance climatique qui devra constituer – vu qu'aujourd'hui, c'est trop tard – l'un des principaux chantiers de la prochaine législature. Il s'agit donc à la fois d'un renoncement majeur et d'un regret pour cette législature-ci puisque l'actuel gouvernement n'a pas rempli ses engagements en la matière. Je vous renvoie à cet égard à ce que disait soi-disant l'accord de gouvernement, faute également d'être parvenu à un accord pour réformer plutôt que de supprimer ce qui existait déjà même si cela ne pouvait être appliqué dans l'état actuel des choses. Une réforme aurait clairement permis d'avancer de manière beaucoup plus ambitieuse.

 

Nous ne sommes pas sur la trajectoire climatique. Le GIEC le dit et le redit.

 

Notre groupe va voter résolument contre ce projet du gouvernement, parce que c’est un véritable renoncement, avec un recul majeur sur l’ambition, avec un recul majeur sur la cohérence, avec un recul majeur aussi sur la garantie de pouvoir obtenir des résultats concrets et ambitieux sur cet enjeu crucial, qui est le principal défi aujourd'hui de l’humanité. Je vous remercie pour votre attention.

 

21.08  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la présidente, brièvement, je rejoins tout à fait Mme Fonck quand elle dit que la gouvernance climat est un vrai défi et une vraie misère en Belgique aujourd'hui. C’est un des grands enjeux pour nos capacités à atteindre nos objectifs.

 

De là à faire une grande démonstration, pendant je ne sais combien de minutes, sur un mécanisme qui est obsolète, inopérant et qui n’est pas à la hauteur des nouveaux mécanismes européens beaucoup plus contraignants, qui nous permettront d’avancer et de libérer les moyens dont nous avons besoin pour l’investissement, je pense que c’est se tromper de combat.

 

Nous siégeons, avec nos collègues des entités fédérées, dans une commission interparlementaire Climat. Nous avons travaillé pendant plus d’un an sur la gouvernance. Nous ne sommes pas encore arrivés au bout, mais mettons-nous ensemble et travaillons réellement avec les entités fédérées et avec toutes les familles politiques de ce pays pour trouver le meilleur chemin à suivre. Mais ce n’est pas en restant assis sur des mécanismes du passé qui ne sont pas à la hauteur des enjeux qui nous attendent que nous allons trouver des solutions.

 

21.09  Catherine Fonck (Les Engagés): Madame la présidente, permettez-moi une seconde de répondre à Mme de Laveleye. Qui peut croire, alors que vous…

 

21.10  Maggie De Block (Open Vld): (…)

 

21.11  Catherine Fonck (Les Engagés): Ik heb het niet gehoord, mevrouw De Block, maar dat is niet erg.

 

La présidente: Poursuivez, madame Fonck.

 

21.12  Catherine Fonck (Les Engagés): Qui peut croire, alors que vous aviez une base légale… Je vous souhaite bonne chance, puisque vous expliquez que tout cela n'est pas grave, étant donné que vous allez élaborer une loi climat. Je vous attends! Il vous reste 12 mois - même pas… Alors que vous aviez une base légale, qu'il fallait améliorer en effet, qui peut croire que, si vous y renoncez, il sera plus facile et même possible de disposer d'une autre législation relative à la gouvernance climatique? Excusez-moi, mais vous nous bercez d'illusions avec de telles justifications, auxquelles personne ne peut croire.

 

Vous avez dû reculer sur quelque chose d'existen­tiel. Or vous êtes incapables de proposer une autre solution. J'entends vos histoires de loi climat. Mais en renonçant au présent mécanisme, je crains que, sous cette législature, vous n'enterriez encore davantage toute possibilité d'avancer en ce domaine. Et c'est regrettable!

 

21.13  Kurt Ravyts (VB): Collega de Laveleye, u neemt uw wensen wel ongelooflijk voor werkelijkheid wanneer u het hebt over de klimaatgovernance, waaraan al een jaar wordt gewerkt. Ik weet één zaak: de interparlementaire klimaatdialoog ligt, plat gezegd, op zijn gat omtrent governance. Die ligt op zijn gat!

 

21.14  François De Smet (DéFI): Monsieur le ministre, chers collègues, les derniers échanges le prouvent, il n'est jamais facile de prendre la parole à des enterrements et ce à quoi nous assistons aujourd'hui est un enterrement de première classe que je regrette. Je regrette qu'en dépit des efforts de tempérance répétés de la majorité gouvernementale, on enterre, on consacre l'aveu d'échec d'un fédéralisme de coopération sur ce sujet essentiel qu'est la lutte contre le dérèglement climatique.

 

Et pourtant, un tel fédéralisme de coopération serait plus que jamais nécessaire. Je me souviens du psychodrame de 2015, juste avant la COP21 de Paris, et ce fameux accord de burden sharing de la Région flamande, qui jusqu'à la dernière minute, suspendait sa validation sur cet accord en quatre volets. À ce moment-là, nous avons failli être la risée du monde entier. Le ver était dans le fruit dès 2015.

 

J'entends les arguments pragmatiques et j'ai écouté les débats, j'entends l'idée qu'il fallait bien faire quelque chose de ces moyens budgétaires qui étaient bloqués. Je suis, malgré tout, assez sceptique, car je ne crois pas aux obstacles techniques et juridiques qui ont été avancés comme arguments au sein de la commission nationale Climat. Je crois qu'on aurait pu faire beaucoup mieux et, selon moi, ce qu'on paie tous aujourd'hui, c'est l'absence d'une vision politique commune en matière climatique entre les trois Régions et l'autorité fédérale, et c'est là un constat inquiétant pour notre modèle fédéral.

 

Cet échec pose une vraie question à laquelle la Vivaldi – qui est pourtant idéologiquement outillée pour ce faire – n'apporte pas de réponse. Comment coordonner nos compétences en matière de climat tout en évitant que notre pays puisse être mis en défaut par l'une ou l'autre de ses entités? J'ai entendu quelques déclarations: "Il suffit de tout refédéraliser!", nous a dit le PTB. C'est simple et léger comme du Georges-Louis Bouchez, mais ça ne marche pas comme ça!

 

Le refédéralisation, en l'occurrence, n'est pas une réponse. En effet, on sait tous que les principaux domaines dans lesquels sont émis les gaz à effet de serre sont le transport, le logement et l'industrie. Qui, de manière réaliste, pense pouvoir refédéraliser tout cela? Cela n'a pas de sens! Le climat est et restera un enjeu interfédéral et, il n'y a rien à faire, nous devons trouver un moyen de le faire fonctionner de manière interfédérale.

 

Dès lors, nous n'y échapperons pas, il nous faut un mécanisme de responsabilisation. Pas celui-ci car, visiblement, il ne fonctionne pas, mais il nous faut inventer une manière par laquelle les composants de notre pays seraient tenus de respecter leurs engagements. Je me dis – et c'est peut-être naïf – que dans un pays dans lequel on est capable de déclencher des phases fédérales ou des phases d'urgence lorsqu'il y a une pandémie ou des inondations, il sera peut-être possible de déclencher un mécanisme de coordination fédérale qui permette de sauver le climat.

 

Pour résumer, cette suppression de mécanisme sonne comme un échec, non seulement pour les partis écologistes, mais pour nous tous, parce que nous ne sommes pas encore parvenus à trouver le mécanisme qui va nous permettre, nous, État fédéral, Régions et Communautés, de contribuer durablement à la réduction des effets de serre.

 

Cela prouve aussi que cette sixième réforme de l'État, à laquelle nous étions les seuls à nous opposer, est décidément mal fichue.

 

Nous ne voterons pas en faveur de ce texte – cela permettra peut-être de consoler Mme Fonck – parce qu'il nous semble impossible d'applaudir un enterrement de première classe.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi spéciale n° 3139. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3139/1)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het ontwerp van bijzondere wet nr. 3139. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3139/1)

 

Le projet de loi spéciale compte 3 articles.

Het ontwerp van bijzondere wet telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 3140. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3140/1)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp nr. 3140. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3140/1)

 

Le projet de loi compte 3 articles.

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

22 Projet de loi portant confirmation de huit arrêtés royaux sur l'énergie et portant la modification de l'arrêté royal du 26 octobre 2022 portant la création d'un mécanisme de garantie de l'État pour certains crédits contractés par les fournisseurs et intermédiaires de gaz naturel et d'électricité suite à la crise énergétique (3154/1-3)

22 Wetsontwerp tot bekrachtiging van acht koninklijke besluiten inzake energie en tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 oktober 2022 tot instelling van een mechanisme van staatswaarborg voor bepaalde kredieten afgesloten door leveranciers en tussenpersonen van aardgas en elektriciteit ten gevolge van de energiecrisis (3154/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

M. Albert Vicaire, rapporteur, s’en réfère à son rapport écrit.

 

22.01  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, ik ben een beetje verwonderd dat ik de enige ben die het woord hier neemt. In de commissie waren er ook slechts drie of vier sprekers. Het betreft hier het bevestigen van koninklijke besluiten. Het gaat dus eigenlijk over zaken waarover in het verleden beslist werd, maar het gaat wel over belangrijke zaken. Daarom ben ik een beetje verwonderd.

 

Het betreft 8 koninklijke besluiten over 5 thema’s. Het eerste thema betreft het toelaten van voorschotten aan leveranciers. Dan is er het uitgebreide sociaal tarief. Er zijn drie opeenvolgende verlengingen van het sociaal tarief. Er is een eerste koninklijk besluit over het sociaal tarief warmte. Dan is er de fameuze nucleaire taks, officieel de repartitiebijdrage voor 2022. Ten slotte zijn er de staatswaarborgen voor de leveranciers teneinde eventuele faillissementen te vermijden. Het zijn dus allemaal erg belangrijke onderwerpen. Ik wil het even hebben over de vijf thema’s.

 

Ik begin met de voorschotten voor de leveranciers. Uiteraard heeft de PVDA geen enkel probleem met een systeem waarbij door de overheid voorschotten kunnen worden gegeven aan de leveranciers om het sociaal tarief mogelijk te maken, zeker voor de kleine energieleveranciers. Met betrekking tot een grote onderneming als ENGIE zijn wij net iets minder overtuigd van de noodzaak voor die onderneming.

 

Ik heb daarbij een bedenking in de rand. Er is een grote tegenstelling tussen hoe de overheid omgaat met energieleveranciers, aan wie voorschotten toegekend worden zodat ze het geld niet moeten voorschieten, en gewone mensen. Als gewone mensen in de problemen komen met hun energiefactuur, moeten ze zelf maar zien hoe ze rondkomen. Veel mensen wachten nog steeds op hun federale premie van januari. Dat betreft dus geen voorschot, maar eerder een "achterschot".

 

Dan is er de verlenging van het sociaal tarief zelf. Het gaat hier over drie koninklijke besluiten die het sociaal tarief verlengen voor de mensen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming, tot 1 april van dit jaar. Dat gaat over een grote groep mensen, het betreft ongeveer 10 % van de gezinnen. Het is voor hen ook enorm belangrijk, want het gaat om gezinnen met een zeer laag inkomen. Uiteraard zullen wij, net als in het verleden, die verlenging goedkeuren.

 

Ik heb wel een randbemerking. Het is ook niet de eerste keer dat wij dit zeggen. Het sociaal energietarief is een nuttige maatregel, maar is niet zaligmakend. Een prijsblokkering zoals in Frankrijk, en ook in andere landen, blijft nodig, omdat dit niet alleen de kwetsbaarsten en armsten, maar ook de minder armen, de zelfstandigen en kmo’s, toelaat het hoofd te bieden aan hoge energieprijzen. Die zijn vandaag weliswaar sterk gedaald, maar ze zijn nog altijd twee keer hoger dan voor het uitbreken van de crisis in 2021.

 

Met de drie KB’s die hier vandaag ter stemming voorliggen, wordt het sociaal tarief voor de uitgebreide groep tot 1 april verlengd. De regering heeft beslist om dat daarna nog een laatste keer te doen tot 1 juli om de maatregel dan stop te zetten.

 

Daar wil ik toch even bij stilstaan, want wij vinden dat totaal onbegrijpelijk van een regering die er altijd prat op ging dat ze de meest kwetsbaren beschermt. U weet maar al te goed, mevrouw de minister en collega’s van de meerderheid, dat met die beslissing ongeveer 1 miljoen Belgen, en dan nog de meest kwetsbaren, van de ene op de andere dag een enorme prijsschok zullen moeten verwerken.

 

Ook al is het koffiedik kijken hoe de groothandelsmarkt de komende maanden zal evolueren, volgens onze berekeningen bedraagt het verschil tussen het sociaal tarief en het commerciële tarief vandaag 364 euro voor elektriciteit en 1.082 euro voor gas voor een gemiddeld verbruik op jaarbasis. Dat is samen 1.446 euro verschil tussen het sociaal tarief en het commercieel tarief. Dat is een enorm bedrag.

 

Er zit ook iets vicieus aan het sociaal tarief: dat is namelijk gestegen, terwijl de marktprijzen zijn gedaald. Op 1 april zal het sociaal tarief met 7,7 % stijgen voor elektriciteit en met 9,5 % voor aardgas. Dat is niet aangenaam. Het verschil zal heel groot blijven en heel hard aankomen voor die gezinnen.

 

Wat het sociaal tarief voor warmte betreft, wij steunen uiteraard het eerste KB over het sociaal tarief voor warmte. Het is logisch dat gezinnen die zich niet verwarmen met een eigen ketel maar op het warmtenet zijn aangesloten, ook een beroep op het sociaal tarief moeten kunnen doen aan dezelfde voorwaarden en procedures als voor gas, aangezien hun tarieven ook gebonden zijn aan die van gas en zij daardoor ook met grote prijsstijgingen worden geconfronteerd.

 

De tarieven voor warmtenetten worden een keer per jaar aangepast. Die zijn op 1 januari 2023 verdriedubbeld. Terwijl de prijzen van gas naar beneden gingen, is het tarief van de warmtenetten verdriedubbeld. Bij Fluvius ging het bijvoorbeeld van 40 euro per megawattuur in 2022 naar 122 euro per megawattuur vanaf 1 januari 2023, omdat de tarieven gebaseerd zijn op de gemiddelde gasprijzen van 2022. Daar zit dus een vertraging op en die tarieven zullen pas omlaaggaan in 2024, als de gasprijzen laag blijven.

 

Ook wie op een warmtenet is aangesloten en niet met een eigen ketel verwarmt, heeft dus nood aan het sociaal tarief door de hoge gasprijzen.

 

Ik kom nu bij mijn opmerkingen over het KB in artikel 5 van het voorliggende wetsontwerp. Dat betreft de repartitiebijdrage van 2022 en heeft dus betrekking op de winsten van 2021 – daar zit altijd wat vertraging op – van vier kerncentrales, namelijk Doel 3 en 4 en Tihange 2 en 3. Ter herinnering, vanaf juli 2021 en nog meer in augustus en september, zijn de elektriciteitsprijzen enorm beginnen te stijgen, terwijl er dat jaar nog geen overwinsttaks van toepassing was, wel de nucleaire taks. Op die taks, die bepaald werd op 135.164.806 euro, wordt een degressiviteits­mechanisme toegepast – want voor multinationals en grote bedrijven als ENGIE zijn er natuurlijk altijd speciale regelingen – waardoor het bedrag tot 114.824.868 euro wordt teruggebracht, waarvan afgerond 108,5 miljoen euro voor ENGIE Electrabel en 6,3 miljoen euro voor Luminus. Daar komt een vast bedrag van 20 miljoen euro voor Doel 1 en 2 bij en 0 euro voor Tihange 1, zodat de bijdrage van ENGIE op zijn winsten van 2021 op 128,5 miljoen euro uitkomt, terwijl de totale opbrengst van de Belgische kerncentrales 959 miljoen euro bedroeg volgens de eigen cijfers van ENGIE. Dat is dus een belasting van 13,4 %.

 

Wij kunnen ook al een beetje verder kijken. In 2022 boekte de groep ENGIE 5,2 miljard euro nettowinst, waarvan naar eigen zeggen iets meer dan 1 miljard euro in de Belgische kerncentrales.

 

Als we daar die 128,5 miljoen tegenover zetten – ze betalen natuurlijk nog andere belastingen –, zitten we maar aan 2,5 %. Die heel lage bijdrage van een groep als ENGIE, die miljarden winst maakt, vinden wij gewoonweg onaanvaardbaar. Dit ligt heel ver van de vaak uitgesproken stelling dat niemand zich mag verrijken in deze crisis. Daar zijn we wel heel ver van verwijderd, want de aandeelhouders van ENGIE hebben zich wel degelijk zeer sterk verrijkt.

 

Toegegeven, mevrouw de minister, het is niet helemaal of misschien zelfs helemaal niet uw schuld. Ere wie ere toekomt, dus ook oneer wie oneer toekomt, de verantwoordelijkheid komt mevrouw Marghem toe. Met haar toenmalig kabinet van ENGIE-medewerkers heeft zij wurgcontracten afgesloten om de winsten en nadien ook de overwinsten van ENGIE Electrabel te beschermen.

 

Nu kom ik tot de staatswaarborg voor de leveranciers. Ik houd het heel kort. Wij hadden daar wat vragen bij omdat er op een bepaald moment werd gesproken over het failliet of dreigend failliet van bepaalde leveranciers. Enkele leveranciers zijn trouwens failliet gegaan. Er kon dus wel nood bestaan aan staatswaarborgen. Die prijzen zijn nu sterk aan het dalen. Wij hebben bovendien vernomen dat sommige leveranciers hun winstmarges ook nog eens optrekken. Onze bedenking is dat de leveranciers nu dan ook geen staatswaarborgen meer nodig hebben. Mevrouw de minister, in de commissie hebt u daarop geantwoord dat die waarborgregeling tot 31 maart geldig is. Wij gaan ervan uit dat die niet meer verlengd wordt, behoudens onverwachte gebeurtenissen.

 

Alles bij elkaar is dit wetsontwerp een verzameling van acht koninklijke besluiten. Wij vinden er aangename en minder aangename zaken in terug. In de commissie hebben we bijvoorbeeld tegen artikel 5 gestemd. Bij de plenaire stemming over dit samenraapsel kunnen wij ons dus alleen maar onthouden.

 

22.02  Kurt Ravyts (VB): Er had zich niemand van de Vlaams Belangfractie ingeschreven, maar dat is niet zo verwonderlijk, mijnheer Warmoes. Het Vlaams Belang staat achter de staatswaarborg voor de leveranciers waar u het op het laatste over had. Wij vinden dat de leveranciers een aantal grote verantwoordelijkheden hebben gekregen de voorbije twee jaar. Met faillissementen is niemand gebaat, ook de consument niet.

 

Uw periodieke riedeltje over de repartitiebijdrage kunt u honderd keer afsteken. De methodologie ligt wel wettelijk vast, wordt door de CREG toegepast. Het is al wat meer dan de voorbije jaren. Wellicht zal het volgend jaar ook nog meer zijn. Dan zal het over het jaar 2022 gaan.

 

Wat het sociaal tarief betreft, collega Warmoes en mevrouw de minister, hopelijk brengen de besprekingen rond de begrotingscontrole meer duidelijkheid inzake een nieuw sociaal tarief dat u hebt aangekondigd. We weten natuurlijk dat de uitgebreide doelgroep dit jaar zal verdwijnen. We weten ook dat u weliswaar een KB aan het voorbereiden bent of voorbereid hebt, waarbij de leveranciers na 1 juli het goedkoopste tarief of product zullen moeten aanbieden aan die mensen. We verwachten natuurlijk nog meer. We verwachten een nieuw sociaal tarief dat meer inkomensgerelateerd zal moeten zijn.

 

22.03  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer Ravyts, ik heb gezegd dat de PVDA achter de staatswaarborgen kan staan als die bedrijven dat nodig hebben in de heel moeilijke periode van de exploderende prijzen. De PVDA vindt wel dat dat nu wellicht niet meer nodig is.

 

U zegt dat de repartitiebijdrage wettelijk vastgelegd is en dat dat nu eenmaal zo is. Dat heb ik ook duidelijk gezegd. Ik heb erbij gezegd dat dat niet de verantwoordelijkheid is van mevrouw Van der Straeten. Ik weet niet wat Groen toen gestemd heeft. Ik heb duidelijk gezegd dat dit de verantwoordelijkheid is van mevrouw Marghem. Dat is een wet waar bij wijze van spreken een formule in staat waar een cijfer uit komt. De PVDA gaat niet akkoord met de formule en gaat dus ook niet akkoord met het resultaat, het cijfer dat daaruit komt. Daarom heeft de PVDA in commissie tegen het artikel gestemd dat dit KB bevestigt.

 

Dat is ook de reden waarom onze fractie zich straks zal onthouden bij de stemming over het geheel.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3154/3)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3154/3)

 

Le projet de loi compte 7 articles.

Het wetsontwerp telt 7 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 7 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 7 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

23 Projet de loi spéciale modifiant la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles et la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux Institutions bruxelloises, en ce qui concerne la cessation du mandat parlementaire par démission (3158/1-3)

- Projet de loi modifiant la loi du 31 décembre 1983 de réformes institutionnelles pour la Communauté germanophone, en ce qui concerne la cessation du mandat parlementaire par démission (3159/1-3)

- Projet de loi modifiant l'article 234 du Code électoral, en ce qui concerne la cessation du mandat parlementaire par démission (3160/1-3)

23 Ontwerp van bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en tot wijziging van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, wat de beëindiging van het parlementair mandaat door ontslagneming betreft (3158/1-3)

- Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, wat de beëindiging van het parlementair mandaat door ontslagneming betreft (3159/1-3)

- Wetsontwerp tot wijziging van artikel 234 van het Kieswetboek, wat de beëindiging van het parlementair mandaat door ontslagneming betreft (3160/1-3)

 

Projets transmis par le Sénat

Ontwerpen overgezonden door de Senaat

 

Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces trois projets. (Assentiment)

Ik stel u voor een enkele bespreking te wijden aan deze drie ontwerpen. (Instemming)

 

Sans rapport

Zonder verslag

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi spéciale n° 3158. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3158/1)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het ontwerp van bijzondere wet nr. 3158. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3158/1)

 

Le projet de loi spéciale compte 3 articles.

Het ontwerp van bijzondere wet telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 3159. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3159/1)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp nr. 3159. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3159/1)

 

Le projet de loi compte 2 articles.

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 3160. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3160/1)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp nr. 3160. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3160/1)

 

Le projet de loi compte 2 articles.

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

24 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le Royaume de Belgique et l'Ukraine sur l'exercice d'activités à but lucratif par certains membres de la famille du personnel de missions diplomatiques et de postes consulaires, fait à Bruxelles le 10 février 2021 (3164/1-3)

24 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en Oekraïne inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door bepaalde gezinsleden van het diplomatiek en consulair personeel, gedaan te Brussel op 10 februari 2021 (3164/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

De rapporteur is mevrouw Samyn, die verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3164/1)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3164/1)

 

Le projet de loi compte 2 articles.

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

25 Projet de loi portant assentiment à la Convention internationale de 2010 sur la responsabilité et l'indemnisation pour les dommages liés au transport par mer de substances nocives et potentiellement dangereuses, faite à Londres le 30 avril 2010 (3170/1-3)

25 Wetsontwerp houdende instemming met het Internationaal Verdrag van 2010 inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in samenhang met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen, gedaan te Londen op 30 april 2010 (3170/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Le rapporteur, M. De Maegd, s’en tient à son rapport écrit.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3170/1)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3170/1)

 

L'intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi portant assentiment à la Convention internationale de 2010 sur la responsabilité et l’indemnisation pour les dommages liés au transport par mer de substances nocives et potentiellement dangereuses, faite à Londres le 30 avril 2010 et portant modification du Code belge de navigation".

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp houdende instemming met het Internationaal Verdrag van 2010 inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in samenhang met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen, gedaan te Londen op 30 april 2010 en houdende wijziging van het Belgisch Scheepvaartwetboek".

 

Le projet de loi compte 5 articles.

Het wetsontwerp telt 5 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 5 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 5 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

26 Projet de loi portant assentiment aux Amendements à la Convention du 6 mars 1948 relative à la création d'une Organisation maritime consultative intergouvernementale (la Convention de l'OMI), adoptés à Londres par résolution A.1152(32) à la 32e session de l'assemblée générale de l'OMI le 8 décembre 2021 (3173/1-3)

26 Wetsontwerp houdende instemming met de Amendementen aan het Verdrag van 6 maart 1948 tot oprichting van een Intergouvernementele Maritieme Consultatieve Organisatie (IMO-Verdrag), aangenomen te Londen bij resolutie A.1152(32) tijdens de 32e algemene vergadering van de IMO op 8 december 2021 (3173/1-3)

 

Sans rapport

Zonder verslag

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3173/1)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3173/1)

 

Le projet de loi compte 2 articles.

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

27 Projet de loi portant assentiment à l'Accord de coopération du 10 mars 2023 entre l'État fédéral, la Communauté flamande, la Région wallonne, la Communauté germanophone et la Commission communautaire commune visant à la modification de l'Accord de coopération du 25 août 2020 entre l'État fédéral, la Communauté flamande, la Région wallonne, la Communauté germanophone et la Commission commu­nautaire commune, concernant le traitement conjoint de données par Sciensano et les centres de contact désignés par les entités fédérées compétentes ou par les agences compétentes, par les services d'inspections d'hygiène et par les équipes mobiles dans le cadre d'un suivi des contacts auprès des personnes (présumées) infectées par le coronavirus COVID-19 se fondant sur une base de données auprès de Sciensano (3203/1-3)

27 Wetsontwerp houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 10 maart 2023 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeen­schap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschap­pelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die (vermoedelijk) met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano (3203/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

De rapporteur, de heer Creyelman, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

27.01  Frieda Gijbels (N-VA): Mevrouw de voorzitster, het gaat hier over de aanpassing van een samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en verschillende deelstaatoverheden dat al in 2020 werd opgesteld. Dat akkoord moet de uitwisseling van gegevens mogelijk maken tussen Sciensano en de centra voor contacttracing.

 

Wij zullen dit wetsontwerp steunen, maar ik wil toch een aantal bemerkingen formuleren. In 2020 was dit al geen ideaal akkoord en we hebben dat toen ook gezegd. Het was niet voldoende robuust. De Franse Gemeenschap en de Franse Gemeen­schapscommissie hadden ook partij moeten zijn bij dit akkoord, omdat zij verantwoordelijk zijn voor de Franstalige universitaire ziekenhuizen en voor de ziekenhuizen in Brussel.

 

Dat er zoveel partijen nodig zijn om een afspraak te kunnen maken over zoiets essentieels en tegelijkertijd ook vanzelfsprekends als gegevensuitwisseling, is tekenend. Ook in 2020 hebben wij opgeroepen om snel werk te maken van een pandemieplan en van een solide kader voor gegevensuitwisseling. Ons gezondheidslandschap is zo ingewikkeld dat we een duidelijk schema nodig hebben om te weten wie waarvoor verantwoordelijk is en om te vermijden dat we daarover opnieuw in eindeloze en vertragende discussies zouden verzanden. Dit heeft ons tijdens de covidcrisis immers ernstig parten gespeeld. Het beeld van de vele ministers van Volksgezondheid die er in dit land bleken te zijn, staat nog op ieders netvlies gebrand, net als de warrige communicatie.

 

Nog altijd hebben we geen duidelijk plan of schema van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Nog steeds worden er nieuwe organen opgericht, zoals pas nog het Strategic Scientific Committee, waarvan niemand weet wie daarin zetelt en wat het doet. Nog steeds wordt er geen werk gemaakt van een eengemaakte gezondheidszorg op maat van de gemeenschappen. Doen alsof er iets gebeurt lijkt belangrijker te zijn dan actie te ondernemen. Aankondigen doen lijkt belangrijker dan ervoor te zorgen dat het de laatste keer was dat we ons zo lieten overrompelen en verwarren doordat we compleet onvoorbereid waren.

 

Bij gebrek aan een beter kader moeten wij vandaag dit suboptimale akkoord aanpassen, omdat het Grondwettelijk Hof drie bezwaren had. Er wordt met dit samenwerkingsakkoord, met deze aanpassing, gepoogd twee van die drie bezwaren te verhelpen. Het derde bezwaar, over het Informatieveiligheidscomité, kan niet worden opgelost door aanpassingen aan dit samenwerkingsakkoord. Daarvoor is een ander wetgevend initiatief nodig.

 

De eerste poging daartoe is onvoldoende gebleken voor de Raad van State. Het bezwaar van het Grondwettelijk Hof betreft de parlementaire controle op het Informatieveiligheidscomité, die zij als ontoereikend inschatten. Er zou nu een nieuwe poging onderweg zijn om aan de bezwaren tegemoet te komen, maar het is niet duidelijk of dat voldoende zal zijn. Indien het niet voldoende zal zijn, blijft de vraag wat de impact zal zijn op de geldigheid van dit samenwerkingsakkoord.

 

Wij hebben in de commissie dan ook om een juridische nota van de diensten gevraagd om hierover duidelijkheid te scheppen, maar dat vonden de meerderheidspartijen niet nodig. Mijnheer de minister, u was toen wel zo vriendelijk om uw eigen diensten te vragen om een juridische nota te schrijven, waarvoor dank. Los van het feit dat dit een professioneel opgestelde nota is die door bekwame mensen zal zijn geschreven, kan men deze natuurlijk moeilijk als neutraal beschouwen, vermits die komt van uw kabinet. De nota schept volgens ons ook niet meteen meer duidelijkheid over de mate waarin de problematiek zal worden opgelost, wanneer dat zal gebeuren en of het zal volstaan. Misschien kunt u even wat duidelijkheid geven over de timing van het wetsontwerp in kwestie.

 

Ik wil graag nog even aanhalen dat dit samenwerkingsakkoord zal ophouden te bestaan zodra de COVID-19-epidemie wordt beëindigd. De vraag die wij ons moeten stellen, is wanneer dat dan zal zijn. De epidemische situatie is afgekondigd door middel van een koninklijk besluit dat betrekking heeft op de ziekenhuiswet. Ook het einde zal moeten worden afgekondigd door middel van een koninklijk besluit. Het blijkt echter helemaal niet duidelijk te zijn wat het criterium is om de epidemie als beëindigd te beschouwen. U hebt dat ook toegegeven bij de bespreking van dit akkoord in de commissie.

 

Hoewel het op dit moment nog maar weinig implicaties heeft, aangezien de mondmaskerplicht in de ziekenhuizen pas is afgevoerd, wil ik toch blijven aansporen om goed af te wegen of het nog proportioneel is om de epidemische situatie aan te houden. Op een gegeven moment moet er immers toch besloten worden dat de epidemie ten einde is. We vragen ons af op welk moment dat zal gebeuren.

 

In Nederland heeft het Outbreak Management Team een tijd geleden al geadviseerd om de covidepidemie in Nederland als voorbij te beschouwen en recent is dat ook door de Nederlandse regering bevestigd. Ik wil dus graag uw blijvende aandacht daarvoor vragen en tegelijk voorstellen dat u hierover ook specifiek adviezen inwint en het Parlement daarover bericht.

 

27.02  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw Sneppe kon hier op dit moment absoluut niet aanwezig zijn en ze heeft mij gevraagd om deze korte boodschap over de wijziging van dit samenwerkingsakkoord te brengen namens de Vlaams Belangfractie.

 

Zoals in de commissie reeds aangegeven, is en was het Vlaams Belang geen voorstander van het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020. We hebben toen ook onze twijfels geuit over de wettelijkheid van dergelijke databanken, in het bijzonder over de verwerking en bewaring van de data. Nu blijkt dat we met beide punten op het juiste pad zaten. We krijgen immers gelijk van het Grondwettelijk Hof over de grondwettelijkheid van de verwerking en bewaring van de data. De geschiedenis geeft ons ook gelijk in onze strijd tegen het CST en andere beperkende maatregelen waarvoor dergelijke databanken gebruikt werden. Ze leiden namelijk niet tot het verslaan van het virus, integendeel.

 

U biedt hier, mijnheer de minister, een oplossing voor twee opmerkingen van het Grondwettelijk Hof. De derde opmerking wordt hier evenwel niet opgelost, maar daaraan zou in een later ontwerp tegemoetgekomen worden. Er is nochtans een zeer eenvoudige oplossing voor de drie opmerkingen. Vaardig het KB ter beëindiging van de pandemie uit en publiceer het in het Belgisch Staatsblad, dan zijn dergelijke samenwerkings­akkoorden niet meer nodig.

 

Een van de opmerkingen van de GBA is immers ook dat er een probleem is op het vlak van voorzienbaarheid wat betreft het moment waarop er effectief een einde komt aan de bewaring van de persoonsgegevens uit gegevensbank 4. U legt de opmerkingen daarrond echter naast zich neer. Ook de opmerkingen over de duur van de bewaring van 60 dagen voor niet-actuele en irrelevante gegevens legt u naast zich neer.

 

Voor het Vlaams Belang zijn twee elementen zeer duidelijk. Ten eerste wordt gegevens verzamelen, verwerken en bewaren steeds belangrijker. Daarover zijn we het eens. Met gevoelige gegevens van burgers moet echter zorgzaam omgesprongen worden. De overheid moet koste wat het kost bewerkstelligen dat deze gegevens niet in verkeerde handen terechtkomen en dat de gegevens niet langer bewaard worden dan nodig. Dat is volgens ons niet gegarandeerd. Ten tweede, het samenwerkingsakkoord zou er niet moeten komen indien u werk zou maken van het koninklijk besluit ter beëindiging van de pandemie. In plaats daarvan kiest u voor een onoverzichtelijk en bedenkelijk samenwerkingsakkoord.

 

Daarom zullen wij ons onthouden.

 

27.03  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le ministre, il est vrai que la Cour constitutionnelle vous a mis en demeure de modifier l'accord de coopération de 2020 sur trois volets. Vous corrigez, avec ce projet de loi, l'accord de coopération sur deux volets, mais vous n'abordez en rien le dernier volet. Vous ne le corrigez pas alors qu'en pratique, la Cour constitutionnelle vous l'imposait dans un timing qui va se clôturer dans les jours à venir.

 

Cela rejoint clairement les critiques que j'avais émises lorsque l'accord de coopération de 2020 était passé ici à la Chambre, notamment sur deux aspects. D'une part sur l'utilisation de données pseudonymisées, et d'autre part sur la durée de conservation.

 

Vous refusez à ce stade de corriger une disposition sur les trois qui figurent dans la mise en demeure de la Cour constitutionnelle. Pour le justifier, la collègue Gijbels vient de le rappeler, vous nous avez envoyé une note. Je ne sais pas si on peut appeler cela une note juridique. Je l'ai examinée. Nous l'avons reçue hier après-midi, madame la présidente. Vous nous l'aviez annoncée en Conférence des présidents mais il a encore fallu quelques heures pour qu'on la reçoive, ce qui est quand même problématique.

 

J'ai commencé à examiner cette note, monsieur le ministre. J'en retiens deux choses. D'abord, vous indiquez dans la note que, grâce à votre projet de loi, les actes administratifs et les délibérations du comité de sécurité de l'information, qui sont au cœur du problème, sont placés sous le contrôle de l'exécutif au motif que "le ministre désigne un représentant qui assistera aux réunions" et au motif que "le ministre de tutelle peut imposer au comité de sécurité de l'information d'adapter sa délibération s'il estime que celle-ci n'est pas conforme à la loi ou au RGPD, dans un délai de quatre jours".

 

Ces deux éléments sont-ils vraiment des garanties d'un réel contrôle du Comité de sécurité de l'information par l'exécutif? C'est une question ouverte mais, à ce stade, je n'en crois rien.

 

Le deuxième volet que vous abordez dans cette note indique que, grâce à votre projet de loi, les actes administratifs du Comité de sécurité de l'information sont soumis au contrôle parlementaire parce que la Chambre est informée des délibérations du Comité de sécurité de l'information - permettez-moi déjà d'en douter - et parce que la Chambre peut demander des comptes au ministre compétent. Ces éléments sont-ils suffisants pour dire que le Comité de sécurité de l'information est soumis au contrôle parlementaire? C'est une question ouverte mais, là encore, je n'en crois rien.

 

Je veux être franche et rappeler que tant l'Europe que la Cour constitutionnelle ont clairement dénoncé la manière avec laquelle le Comité de sécurité de l'information a fonctionné pendant toutes ces années. Le point problématique reste pour nous plein et entier. Vous ne répondez pas à l'arrêt de la Cour constitutionnelle sur un des trois volets concernant cet accord de coopération mais, plus grave encore, il s'agit d'un point particulièrement sensible puisqu'il est question de données de santé pour lesquelles vous laissez véritablement un espace au Comité de sécurité de l'information de se substituer aux lois et au contrôle direct de l'Autorité de protection des données.

 

Vous l'aurez compris, au niveau du contenu de ce projet de loi, nous pouvons soutenir les corrections apportées à la suite de l'arrêt de la Cour constitutionnelle. Mais le fait que le gouvernement s'asseye royalement sur un des trois points de la mise en demeure de la Cour constitutionnelle n'est évidemment pas acceptable. C'est la raison pour laquelle nous ne soutiendrons pas ce projet de loi.

 

27.04 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitster, een aantal van de hier aangehaalde elementen werd al bediscussieerd in de commissie. Ten eerste, ik heb inderdaad, in antwoord op vragen van mevrouw Gijbels en Fonck, gezegd dat ik de legal opinion, het advies van de juristen met wie wij werken, ter beschikking zal stellen, vooruitlopend op het debat over het wetsontwerp betreffende het PLF. Eigenlijk hoefde ik dat niet te doen, maar ik meende dat het wel nuttig was, des te meer gelet op de kritiek van onder meer mevrouw Fonck en mevrouw Gijbels dat ik niet reageer op belangrijke bezwaren van de Raad van State, het Grondwettelijk Hof en de Gegevensbeschermingsautoriteit en allerhande opmerkingen over de werking van het Informatie­veiligheidscomité (IVC). Ik heb beloofd dat ik dat volledig zal aanpakken in een wetsontwerp dat nog komt, reden waarom het nog niet in het thans voorliggend wetsontwerp is opgenomen, maar ik heb de juridische argumenten dus wel al gegeven. De nota die u hebt gekregen is misschien een beetje cryptisch, maar verwijst dus naar het nieuwe wetsontwerp. We verwijzen naar de artikelen 12 en 13 van het ontwerp en ook naar het voorontwerp.

 

Los van het feit of ik u al dan niet overtuig, mevrouw Fonck – ongetwijfeld zullen we er stevig over discussiëren –, zeg ik dat om aan te geven dat dat onderdeel van de discussie nog komt, wat mij betreft.

 

U hoeft er niet erg lang op te wachten, waarmee ik ook antwoord op de vraag van mevrouw Gijbels hoelang dat zal duren. Ik dien namelijk het ontwerp over het PLF en het IFC morgen in de Kamer in. U zult dus ampel tijd hebben om het te lezen en ik neem aan dat we het in de tweede helft van april kunnen beginnen te bespreken. Dan kunt u verder doorgaan op de aangereikte argumenten en zeggen wat u juist of onjuist vindt. Ik heb u de argumenten dus al willen geven.

 

Mevrouw Gijbels, u bent natuurlijk voor een totale institutionele hervorming en dat is een fair argument, maar een aantal van uw uitspraken vind ik niet ernstig. U hebt het over duistere comités, waarvan u de leden niet zou kennen. U weet perfect wie lid is van het Strategic Scientific Committee. Ik heb dat ook al gezegd in de commissie. U vindt dat allemaal terug. De adviezen daarvan worden publiek gemaakt. De adviezen van de RAG en de RMG die afgeklopt zijn en die we gebruiken, worden publiek gemaakt. De sfeer van een duister boeltje is niet correct.

 

Wij hebben gisteren met de ministers van Volksgezondheid na heel veel overleg beslist dat wij overgaan naar een systeem van aanbeveling van het mondmasker. Wij doen dat op basis van adviezen van de RAG en de RMG. Die zijn allemaal naar de pers gestuurd en gepubliceerd. Het is een beetje vreemd dat u daar zo’n sfeer rond hangt, maar ik laat dat voor u. Dat is niet de essentie.

 

Wat ik wel de essentie vind – ik zag graag dat dat hier goed werd genoteerd –, is dat zowel mevrouw Gijbels als de heer Ravyts van het Vlaams Belang, die mevrouw Sneppe vervangt, erop aandringen om het KB dat zegt dat er een epidemie is, waarvoor we maatregelen moeten nemen, maar meteen op te heffen. Dat hebt u toch gezegd. Juist?

 

27.05  Frieda Gijbels (N-VA): Neen, mijnheer de minister, ik heb gezegd dat daarover duidelijkheid moet worden geschapen. Wij moeten bepalen wanneer de epidemie voor ons is beëindigd, omdat er totaal geen criteria bekend zijn. Ik heb gevraagd om daarover advies in te winnen en dat advies aan het Parlement kenbaar te maken.

 

27.06 Minister Frank Vandenbroucke: Daar moet u niet ver voor lopen, mevrouw Gijbels, maar er is daar gelukkig een verschil tussen uw mening en die van het Vlaams Belang, dat zegt dat het onmiddellijk gedaan moet zijn met het besluit. Dat wil zeggen dat wij helemaal niets meer kunnen doen wat betreft uitwisseling van gegevens met betrekking tot testresultaten, opsporingsonderzoek dat nodig is, testing en tracing. Heel het verhaal dat wij bespreken, valt dan onmiddellijk weg. Dan kunnen wij gewoon niets doen om op te treden tegen covid, die vandaag nog rondgaat.

 

Ik wil uw aandacht vestigen op de gegevens die u natuurlijk kent. Er liggen vandaag 2.149 mensen in een ziekenhuis met covid, er sterven zowat 11 mensen per week aan covid, er komen gemiddeld 142 mensen per dag binnen met covid. Als u nu zegt dat wij het KB moeten opheffen, dan is dat als de struisvogel die spreekwoordelijk zijn kop in het zand steekt. Ik zal dat dus niet doen. Het is blijkbaar uw mening, leden van het Vlaams Belang, dat wij moeten stoppen met beleid voeren, maar ik zal dat niet doen.

 

Mevrouw Gijbels, ik heb in de commissie gezegd dat ik inderdaad denk dat wij dat KB moeten laten waar het is, zodat wij ons beleid kunnen blijven voeren. Ik zei ook dat wij niet zo gemakkelijk kunnen vooruitlopen op wanneer wij daarmee zullen stoppen. De gegevens zijn echter wel heel duidelijk. De RAG zegt dat wij vandaag niet in een situatie zitten waarin de epidemie onder controle is. De RAG zegt dat wij op een tussenniveau zitten waarop er eigenlijk nog veel druk is op het gezondheidssysteem en dat er veel respiratoire virussen, waaronder covid, rondgaan. Dat is allemaal uitvoerig gedocumenteerd in het laatste RAG-advies. Dus, als u dat publieke advies leest, dan weet u dat het nu alleszins niet het moment is om het KB op te heffen. Daar zijn gegevens voor die u laten zien dat we dat nu zeker niet moeten doen.

 

Wanneer we dat wel zullen doen, kan ik u niet zeggen. Als er een moment is gekomen waarop u vindt dat we dat moeten doen en ik vind dat we dat niet moeten doen, moeten we daar een debat over voeren. Vandaag is dat zelfs niet aan de orde. Ik ben echter blij dat u niet hetzelfde denkt als het Vlaams Belang, dat gewoon vindt dat we de kop in het zand moeten steken en met elk beleid moeten stoppen. Dat is duidelijk niet aan de orde, natuurlijk. Het ontwerp waar deze juridische nota naar verwijst, wordt morgen ingediend in de Kamer. Dat komt hier dus heel binnenkort volledig tot zijn recht.

 

27.07  Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, u legt mij woorden in de mond, alsof ik het over duistere comités heb. Ik heb het over het Strategic Scientific Committee, dat een jaar geleden werd opgericht. Ik citeer u nu letterlijk uit de commissievergadering van deze week: "Het definitieve mandaat en de samenstelling van het comité werden nog niet gefinaliseerd, maar mijn administratie wil dat op korte termijn afronden." Er is nog altijd geen duidelijk mandaat en het is wel aangekondigd in de pers als het orgaan dat ons zou voorbereiden op de volgende pandemie. Er zijn nog geen concrete stappen gezet, na een jaar nog altijd niet. Dat is vreemd. Het is gek dat er telkens opnieuw een nieuw orgaan nodig is, wat de duidelijkheid niet bepaald verbetert.

 

Wat betreft het einde van de epidemie, hoe komt het dat Nederland wel kan beslissen dat het einde van de epidemie er is? Het mag voor mij geen arbitraire beslissing zijn. Het moet een wetenschappelijk onderbouwde beslissing zijn en het moet voor iedereen duidelijk zijn welke cijfers daarvoor de doorslag geven.

 

27.08 Minister Frank Vandenbroucke: Ik wil de discussie niet rekken, maar u hebt gezegd dat we niet weten wie deel uitmaakt van die comités. U weet dat heel goed.

 

Ik wil heel duidelijk zijn. Als we het koninklijk besluit waarnaar u verwijst opheffen, dan valt heel het verhaal van wat we hier bespreken weg. Dat wil zeggen dat helemaal geen gegevens over de testresultaten kunnen worden uitgewisseld en dat we geen enkel beleid meer kunnen voeren zoals we dat nu voeren. Het is toch duidelijk dat we dit nu niet zullen beslissen en dat we ons in een heel andere situatie bevinden dan Nederland. Nederland is een unitaire staat en heeft dit soort samenwerkingsakkoord niet nodig, like it or not. In Nederland moet men een dergelijk koninklijk besluit dat dit soort gegevensuitwisseling mogelijk maakt niet hebben. Wij zijn anders en zolang ons land ineenzit zoals het ineenzit, heb ik graag dat we met mevrouw Crevits, mevrouw Morreale en de heer Maron in goede orde gegevens kunnen uitwisselen om, ieder binnen zijn bevoegdheid, samen te kunnen optreden tegen deze ziekte.

 

27.09  Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, het is heel jammer dat er nog steeds geen stappen worden gezet richting homogene bevoegdheden inzake de gezondheidszorg. Dat zou de zaken al heel wat vergemakkelijken.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3203/1)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3203/1)

 

Le projet de loi compte 3 articles.

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

28 Demande d'urgence émanant du gouvernement

28 Urgentieverzoek van de regering

 

Le gouvernement a demandé l'urgence conformé­ment à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant des dispositions diverses en matière d’énergie, n° 3238/1.

De regering heeft de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake energie, nr. 3238/1.

 

Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.

Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.

 

28.01 Minister Caroline Gennez: Mevrouw de voorzitster, wij vragen de urgentie voor het wetsontwerp houdende diverse bepalingen met betrekking tot energie. Indien de in het wetsontwerp bedoelde eenmalige veiling in het kader van de bevoorradingszekerheid inzake elektriciteit noodzakelijk is, moet deze al in oktober 2023 worden georganiseerd. Houders van capaciteit die willen deelnemen aan de veiling moeten een prekwalificatiedossier indienen. Om de veiling niet te vertragen tot na oktober 2023 is het van essentieel belang dat de prekwalificatiefase in mei 2023 van start gaat.

 

Mevrouw de voorzitster, de voorbereiding van zo’n dossier is tijdrovend. Er moeten middelen worden vrijgemaakt. De nodige administratieve procedures voor de indiening van een aanvraag moeten ook nog worden afgerond. Voor het welslagen van de veiling is het daarom van essentieel belang dat het wetsontwerp zo spoedig mogelijk wordt aangenomen, zodat een duidelijk signaal kan worden gegeven aan de marktdeelnemers om hun dossiers voor te bereiden en de voorbereidende werkzaamheden die het operationeel worden van de veiling mogelijk maken kunnen worden voortgezet.

 

La présidente: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

L'urgence est adoptée par assis et levé.

De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

 

29 Prise en considération de propositions

29 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement. (art. 75, n° 5, Rgt)

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden. (art. 75, nr. 5, Rgt)

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

29.01  Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, de lente is in het land en dat blijkt gunstig te zijn voor de gezondheid. Evenwel niet voor iedereen. Collega Safai zal haar stemgedrag aanpassen aan de spijtige afwezigheid van collega Liekens en collega Gijbels zal dat doen voor collega Creemers.

 

Voor de rest zijn wij allemaal supergezond.

 

La présidente: Comme il n'y a pas d'autre demande, nous pouvons procéder au vote.

 

30 Motions déposées en conclusion de l’interpellation de M. Pieter De Spiegeleer sur "L'aménagement de la ligne 3 du métro, la position du gouvernement fédéral et les fonds Beliris" (n° 383)

30 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Pieter De Spiegeleer over "De aanleg van metrolijn 3, het standpunt van de federale regering en de Belirisfondsen" (nr. 383)

 

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Mobilité, des Entreprises publiques et des Institutions fédérales du 14 mars 2023.

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen van 14 maart 2023.

 

Deux motions ont été déposées (MOT n° 383/1):

- une motion de recommandation a été déposée par M. Pieter De Spiegeleer;

- une motion pure et simple a été déposée par M. Khalil Aouasti.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 383/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Pieter De Spiegeleer;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Khalil Aouasti.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

30.01  Pieter De Spiegeleer (VB): Mevrouw de voorzitster, collega’s, mijn motie gaat over de problematiek rond de Brusselse metrolijn 3. Het dossier was al discutabel nog voor de eerste spadesteek werd gegeven. Gaandeweg ontspoor­de het dossier en ontspoort het ook vandaag nog volledig. Met onder andere een dreigende sloop van het iconische Zuidpaleis loopt het project ook bouwtechnisch volledig uit de hand. Die bouwtechnische problemen gaan natuurlijk hand in hand met budgettaire problemen boven op de budgettaire problemen die er al waren.

 

Uiteraard gaat het hier in eerste instantie over een Brussels dossier, maar via de beruchte Belirisfondsen is er uiteraard ook een federaal luik, dat uiteraard bestaat uit het prijskaartje. Letterlijk megalomane projecten opzetten en figuurlijke putten graven, om dan wanneer puntje bij paaltje komt elders aan te kloppen omdat de factuur u niet bevalt: ook dat is eigen aan de dagelijkse politieke realiteit in dit land.

 

Collega’s, eerstdaags zal het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dan ook hier officieel aankloppen om centen, veel centen, te vragen voor het project. Het Vlaams Belang vraagt dan ook duidelijk een beleidskeuze en een klare verantwoording van de federale regering. Het wil tevens van het moment gebruikmaken om de federale regering te vragen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op zijn verantwoor­delijkheden te wijzen. Tot op heden bleef het hier immers oorverdovend stil, zeker aan de zijde van Brussels PS-coryfee mevrouw de minister Lalieux, bevoegd voor Beliris.

 

Wij gaan ervan uit dat een gewest dat wereldvreemde, donkergroene mobiliteitsplannen kan invoeren en op die manier ook de vele pendelaars uit Vlaanderen praktisch en financieel naar het leven staat, kan en moet opdraaien voor de gevolgen van de eigen financiële keuzes en het eigen wanbeleid.

 

Collega’s, ik dank u. De zaak wordt vervolgd.

 

La présidente: Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

85

Oui

Nee

47

Non

Onthoudingen

2

Abstentions

Totaal

134

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

 

31 Projet de loi modifiant la loi du 4 mars 2004 accordant des avantages complémentaires en matière de pension de retraite aux personnes désignées pour exercer une fonction de management ou d'encadrement dans un service public (3135/4)

31 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 maart 2004 houdende toekenning van aanvullende voordelen inzake rustpensioen aan personen die werden aangesteld om een management- of staffunctie uit te oefenen in een overheidsdienst (3135/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

124

Oui

Nee

11

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

135

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3135/5)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3135/5)

 

32 Projet de loi portant octroi de prêts concessionnels à l'Association internationale de Développement dans le cadre de ses reconstitutions des ressources (3102/4)

32 Wetsontwerp houdende de toekenning van concessionele leningen aan de Internationale Ontwikkelings­associatie in het kader van wedersamenstellingen van de middelen (3102/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

80

Oui

Nee

47

Non

Onthoudingen

8

Abstentions

Totaal

135

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3102/7)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3102/7)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

33 Projet de loi modifiant le Code de la taxe sur la valeur ajoutée en ce qui concerne l'introduction de certaines obligations d'information applicables aux prestataires de services de paiement (3156/3)

33 Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende de invoering van bepaalde informatie­verplichtingen voor betalingsdienstaanbieders (3156/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

120

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

15

Abstentions

Totaal

135

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3156/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3156/4)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

34 Projet de loi portant octroi de la garantie de l'État dans le cadre de l'assistance macrofinancière exceptionnelle à l'Ukraine accordée par l'Union européenne (3157/3)

34 Wetsontwerp houdende de toekenning van de staatsgarantie in het kader van buitengewone macro­financiële bijstand aan Oekraïne door de Europese unie (3157/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

136

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

136

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3157/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3157/4)

 

35 Projet de loi abrogeant la loi du 6 janvier 2014 relative au mécanisme de responsabilisation climat (II) (3140/1)

35 Wetsontwerp tot opheffing van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot het klimaat­responsabiliserings­mechanisme (II) (3140/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

128

Oui

Nee

6

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

134

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (3140/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (3140/4)

 

36 Projet de loi portant confirmation de huit arrêtés royaux sur l'énergie et portant la modification de l'arrêté royal du 26 octobre 2022 portant la création d'un mécanisme de garantie de l'État pour certains crédits contractés par les fournisseurs et intermédiaires de gaz naturel et d'électricité suite à la crise énergétique (3154/3)

36 Wetsontwerp tot bekrachtiging van acht koninklijke besluiten inzake energie en tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 oktober 2022 tot instelling van een mechanisme van staatswaarborg voor bepaalde kredieten afgesloten door leveranciers en tussenpersonen van aardgas en elektriciteit ten gevolge van de energiecrisis (3154/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 7)

Ja

124

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

11

Abstentions

Totaal

135

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3154/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3154/4)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

37 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, wat de beëindiging van het parlementair mandaat door ontslagneming betreft (3159/1)

37 Projet de loi modifiant la loi du 31 décembre 1983 de réformes institutionnelles pour la Communauté germanophone, en ce qui concerne la cessation du mandat parlementaire par démission (3159/1)

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 8)

Ja

136

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

136

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3159/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3159/4)

 

38 Wetsontwerp tot wijziging van artikel 234 van het Kieswetboek, wat de beëindiging van het parlementair mandaat door ontslagneming betreft (3160/1)

38 Projet de loi modifiant l'article 234 du Code électoral, en ce qui concerne la cessation du mandat parlementaire par démission (3160/1)

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 9)

Ja

133

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

133

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3160/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3160/4)

 

39 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en Oekraïne inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door bepaalde gezinsleden van het diplomatiek en consulair personeel, gedaan te Brussel op 10 februari 2021 (3164/1)

39 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le Royaume de Belgique et l'Ukraine sur l'exercice d'activités à but lucratif par certains membres de la famille du personnel de missions diplomatiques et de postes consulaires, fait à Bruxelles le 10 février 2021 (3164/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 10)

Ja

136

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

136

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3164/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3164/4)

 

40 Wetsontwerp houdende instemming met het Internationaal Verdrag van 2010 inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in samenhang met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen, gedaan te Londen op 30 april 2010 en houdende wijziging van het Belgisch Scheepvaartwetboek (nieuw opschrift) (3170/1)

40 Projet de loi portant assentiment à la Conven­tion internationale de 2010 sur la responsabilité et l'indemnisation pour les dommages liés au transport par mer de substances nocives et potentiellement dangereuses, faite à Londres le 30 avril 2010 et portant modification du Code belge de navigation (nouvel intitulé) (3170/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 11)

Ja

134

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

134

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3170/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3170/4)

 

41 Wetsontwerp houdende instemming met de Amendementen aan het Verdrag van 6 maart 1948 tot oprichting van een Intergouvernementele Maritieme Consultatieve Organisatie (IMO-Verdrag), aangenomen te Londen bij resolutie A.1152(32) tijdens de 32e algemene vergadering van de IMO op 8 december 2021 (3173/1)

41 Projet de loi portant assentiment aux Amendements à la Convention du 6 mars 1948 relative à la création d'une Organisation maritime consultative intergouvernementale (la Convention de l'OMI), adoptés à Londres par résolution A.1152(32) à la 32e session de l'assemblée générale de l'OMI le 8 décembre 2021 (3173/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 12)

Ja

136

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

136

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3173/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3173/4)

 

42 Projet de loi portant assentiment à l'Accord de coopération du 10 mars 2023 entre l'État fédéral, la Communauté flamande, la Région wallonne, la Communauté germanophone et la Commission communautaire commune visant à la modification de l'Accord de coopération du 25 août 2020 entre l'État fédéral, la Communauté flamande, la Région wallonne, la Communauté germanophone et la Commission communautaire commune, concernant le traitement conjoint de données par Sciensano et les centres de contact désignés par les entités fédérées compétentes ou par les agences compétentes, par les services d'inspections d'hygiène et par les équipes mobiles dans le cadre d'un suivi des contacts auprès des personnes (présumées) infectées par le coronavirus COVID-19 se fondant sur une base de données auprès de Sciensano (3203/1)

42 Wetsontwerp houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 10 maart 2023 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeen­schap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschaps­commissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contact­centra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die (vermoedelijk) met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano (3203/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 13)

Ja

119

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

15

Abstentions

Totaal

134

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3203/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3203/4)

 

(Les membres du groupe Les Engagés se sont abstenus.)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

43 Projet de loi spéciale abrogeant l'article 65quater et l'annexe de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des Communautés et des Régions (I) (3139/1)

43 Ontwerp van bijzondere wet tot opheffing van het artikel 65quater en de bijlage van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten (I) (3139/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Conformément à l'article 4, dernier alinéa, de la Constitution, les dispositions et l'ensemble du projet de loi spéciale doivent être adoptés à la majorité des suffrages dans chaque groupe linguistique, à condition que la majorité des membres de chaque groupe se trouve réunie et pour autant que le total des votes positifs émis dans les deux groupes linguistiques atteigne les deux tiers des suffrages exprimés.

Overeenkomstig artikel 4, laatste lid, van de Grondwet, moeten de bepalingen en het geheel van het ontwerp van bijzondere wet aangenomen worden met de meerderheid van de stemmen in elke taalgroep, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is en voor zover het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen twee derden van de uitgebrachte stemmen bereikt.

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 14)

 

F

Tot.

N

 

Oui

54

133

79

Ja

Non

2

2

0

Nee

Abstentions

0

0

0

Onthoudingen

Total

56

135

79

Totaal

 

(Mme Vanessa Matz et M. Josy Arens ont voté comme leur groupe.)

 

Le quorum des suffrages dans chaque groupe linguistique est atteint. Le quorum des présences dans chaque groupe linguistique est atteint. La majorité des deux tiers des suffrages est atteinte. En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi spéciale. Il sera transmis au Sénat. (3139/4)

De meerderheid van de stemmen in elke taalgroep is bereikt. De meerderheid van de aanwezigen in elke taalgroep is bereikt. De tweederde­meerderheid is bereikt. Bijgevolg neemt de Kamer het ontwerp van bijzondere wet aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (3139/4)

 

44 Ontwerp van bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en tot wijziging van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, wat de beëindiging van het parlementair mandaat door ontslagneming betreft (3158/1)

44 Projet de loi spéciale modifiant la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles et la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux Institutions bruxelloises, en ce qui concerne la cessation du mandat parlementaire par démission (3158/1)

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Overeenkomstig artikel 4, laatste lid, van de Grondwet, moeten de bepalingen en het geheel van het ontwerp van bijzondere wet aangenomen worden met de meerderheid van de stemmen in elke taalgroep, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is en voor zover het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen twee derden van de uitgebrachte stemmen bereikt.

Conformément à l'article 4, dernier alinéa, de la Constitution, les dispositions et l'ensemble du projet de loi spéciale doivent être adoptés à la majorité des suffrages dans chaque groupe linguistique, à condition que la majorité des membres de chaque groupe se trouve réunie et pour autant que le total des votes positifs émis dans les deux groupes linguistiques atteigne les deux tiers des suffrages exprimés.

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 15)

 

F

Tot.

N

 

Oui

53

113

60

Ja

Non

0

0

0

Nee

Abstentions

0

14

14

Onthoudingen

Total

53

127

74

Totaal

 

De meerderheid van de stemmen in elke taalgroep is bereikt. De meerderheid van de aanwezigen in elke taalgroep is bereikt. De tweederde­meerderheid is bereikt. Bijgevolg neemt de Kamer het ontwerp van bijzondere wet aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3158/4)

Le quorum des suffrages dans chaque groupe linguistique est atteint. Le quorum des présences dans chaque groupe linguistique est atteint. La majorité des deux tiers des suffrages est atteinte. En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi spéciale. Il sera soumis à la sanction royale. (3158/4)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

45 Adoption de l’ordre du jour

45 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.

Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.

 

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

 

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

 

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 30 mars 2023 à 14 h 15.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 30 maart 2023 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 18 h 58.

De vergadering wordt gesloten om 18.58 uur.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 237 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 55 PLEN 237 bijlage.

 


DETAIL DES VOTES NOMINATIFS

 

DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

085

Ja

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Matz Vanessa, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence

 

Non        

047

Nee

 

Anseeuw Björn, Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Francken Theo, Freilich Michael, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Samyn Ellen, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert

 

Abstentions

002

Onthoudingen

 

Gijbels Frieda, Safai Darya

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

124

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vriendt Joris, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Loones Sander, Matz Vanessa, Metsu Koen, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

011

Nee

 

Boukili Nabil, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Vuyst Steven, Hedebouw Raoul, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

080

Ja

 

Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence

 

Non        

047

Nee

 

Anseeuw Björn, Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Francken Theo, Freilich Michael, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Samyn Ellen, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert

 

Abstentions

008

Onthoudingen

 

Arens Josy, De Smet François, Fonck Catherine, Gijbels Frieda, Matz Vanessa, Prévot Maxime, Rohonyi Sophie, Safai Darya

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui        

120

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Geens Koen, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Loones Sander, Matz Vanessa, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

015

Onthoudingen

 

Bury Katleen, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

136

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Loones Sander, Matz Vanessa, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 006

 

 

Oui        

128

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Loones Sander, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

006

Nee

 

Arens Josy, De Smet François, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot Maxime, Rohonyi Sophie

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 007

 

 

Oui        

124

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vriendt Joris, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Loones Sander, Matz Vanessa, Metsu Koen, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non         

000

Nee

 

Abstentions

011

Onthoudingen

 

Boukili Nabil, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Vuyst Steven, Hedebouw Raoul, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 008

 

 

Oui        

136

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Loones Sander, Matz Vanessa, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non         

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 009

 

 

Oui        

133

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Loones Sander, Matz Vanessa, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non         

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 010

 

 

Oui        

136

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Loones Sander, Matz Vanessa, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 011

 

 

Oui        

134

Ja

 

Anseeuw Björn, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Loones Sander, Matz Vanessa, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 012

 

 

Oui        

136

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Loones Sander, Matz Vanessa, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 013

 

 

Oui        

119

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Loones Sander, Matz Vanessa, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

015

Onthoudingen

 

Bury Katleen, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 014

 

 

Oui        

133

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Loones Sander, Matz Vanessa, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

002

Nee

 

Fonck Catherine, Prévot Maxime

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 015

 

 

Oui        

113

Ja

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Loones Sander, Matz Vanessa, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

014

Onthoudingen

 

Bury Katleen, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter