Séance
plénière |
Plenumvergadering |
du Mercredi 28 juin 2023 Soir ______ |
van Woensdag 28 juni 2023 Avond ______ |
La séance est ouverte à 19 h 12 et présidée par M. Kristof Calvo, vice-président.
De vergadering wordt geopend om 19.12 uur en voorgezeten door de heer Kristof Calvo, ondervoorzitter.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Vincent Van
Quickenborne.
Reprise de la
discussion générale
Hervatting van de algemene bespreking
La discussion générale est reprise.
De algemene bespreking is hervat.
Collega Beke heeft het woord in de algemene bespreking.
01.01 Wouter Beke (cd&v): Mijnheer de voorzitter, collega's, de kans dat men mij onderbreekt, is alvast een stuk kleiner dan daarnet. We zijn inmiddels halverwege en veel argumenten zijn al op tafel gelegd en zelfs verteerd; het avondmaal nog niet.
Barack Obama zei op 1 mei in Amsterdam: "Better is good." Als het beter is, gaat het de goede richting uit. Als het de goede richting uitgaat, is het goed. Daar gaat het nu precies om bij een begrotingscontrole. Een begrotingscontrole is geen nieuwe begroting, maar controleert of de parameters nog correct zijn, of er gecorrigeerd moet worden en of, als er gecorrigeerd wordt, het dan de goede richting uitgaat. Dat is inderdaad het geval volgens de voorliggende begrotingscontrole.
De parameters zijn, zoals onder andere collega Vanbesien aangaf, verbeterd. De economische groei, die bij de begroting werd geraamd op 0,5 %, blijkt bij de begrotingscontrole 1 % en inmiddels volgens de Nationale Bank zelfs 1,4 % te bedragen. De bij de begroting voor 2023 vooropgestelde inflatie bedroeg 6,5 % en werd bij de begrotingscontrole bijgesteld naar 4,5 %, en zou volgens de Nationale bank dit jaar uiteindelijk op zowat 2 % uitkomen. Ook de werkgelegenheidsgraad zou beter uitvallen dan oorspronkelijk gedacht.
Een begrotingscontrole is eigenlijk een technische oefening, met, indien nodig, bijsturingen waarvoor het nodige wordt gedaan en desgevallend middelen worden vrijgemaakt om rekening te houden met bijkomende vragen en verzuchtingen van de verschillende ministers. Zo is ook gebeurd. Er worden bijkomende inspanningen geleverd ten belope van 650 miljoen in 2023 en 1,7 miljard in 2024, zonder dat er nieuwe belastingen aan gezinnen en alleenstaanden worden opgelegd.
Er waren extra inspanningen voor een aantal prioritaire aangelegenheden, zoals de strijd tegen drugs, de geestelijke gezondheidszorg en de opvangcrisis. Dat gebeurde gelijktijdig met extra inspanningen op het vlak van de minimumbelasting, de belasting op gokbedrijven en de belastingen op tabak.
"Better is good", zei Obama. Is dat zo? Daarnet hebben verschillende collega’s begrotingsexperten aangehaald. Welnu, professor Willem Moesen, bij wie ik ooit in Leuven het vak Publieke Financiën volgde, een bijzonder strenge professor niet alleen voor zijn studenten, maar ook voor opeenvolgende regeringen – ten bewijze zijn talrijke verklaringen, die ik zou kunnen citeren –, oordeelde eigenlijk mild over de voorliggende begrotingscontrole. Ik citeer: "Het is een verdienstelijke oefening dat de controle van deze begroting is aangegrepen voor een significante besparing en die door te voeren." Professor Willem Moesen was dus positief over de begrotingscontrole.
Bij de begrotingsopmaak heb ik het woord 'cocorico' geleerd. Ik zie vice-eersteminister Van Quickenborne raar opkijken. Mijnheer de vicepremier, 'cocorico' is niet alleen de naam van een discotheek ergens in Vlaanderen, het is blijkbaar ook het Franse woord om aan te geven dat iets zus en zo is. We moesten toen erkennen dat de begroting niet optimaal was, maar dat daarvoor verzachtende omstandigheden waren, waarvan de Oekraïnecrisis de belangrijkste was. De regering heeft tijdens die crisis terecht bedrijven en gezinnen bijgestaan. Als we vandaag ter gelegenheid van de begrotingscontrole de begroting onder de loep nemen en toetsen aan de analyse van professor Moesen, mogen we zeggen dat de begrotingscontrole een verdienstelijke oefening is.
Wil dat zeggen dat wij er zijn? Neen. Wij zullen ook in de toekomst, zoals verschillende collega’s al opmerkten, bijkomende inspanningen moeten leveren. De prognoses geven aan dat anders het tekort van 20 miljard van vandaag of 3,5 % van het bbp in 2028 bijna 5 % zal bedragen of meer dan 32 miljard. Dat is evenveel als de stijging van de kosten van de sociale zekerheid tussen nu en 2028.
Het Rekenhof verwacht inderdaad bijkomende kosten in de sociale zekerheid en extra uitgaven als gevolg van de stijgende rentelasten en de geplande investeringen onder andere in defensie. De rentelasten stijgen in de volgende vijf jaar met gemiddeld ongeveer 1,5 miljard per jaar. De kosten van de sociale zekerheid en de pensioenen zullen stijgen met meer dan 3 miljard per jaar, de kosten van de gezondheidszorg met 1,8 miljard per jaar. Dat zijn natuurlijk enorme bedragen.
Als wij de begroting opnieuw op orde willen brengen, zullen wij moeten hervormen. Daarnet heeft mijn collega van Groen al een aantal voorstellen gedaan op het vlak van de pensioenen en op het vlak van de arbeidsmarkt. Ik meen dat wij daar de komende dagen verder werk van moeten maken, mijnheer de vice-eersteminister. Dat geldt ook voor de fiscale hervorming, die tegelijk een arbeidsmarkthervorming is. Wij zullen meer mensen aan het werk moeten brengen.
Is dat mogelijk? Ja. In 2022 zijn in ons land 100.000 extra mensen aan het werk gegaan. Als wij de 80 % werkgelegenheidsgraad willen bereiken, zullen wij elk jaar 100.000 extra mensen aan het werk moeten krijgen. Er zullen dus wel wat tandjes bij moeten worden gestoken.
De fiscale hervorming is wat ons betreft – wij staan daarin kennelijk niet alleen, leer ik uit de verschillende interventies – van cruciaal belang. Wij moeten de werkgelegenheidsgraad optrekken. Werken moet meer lonend worden, de achterpoortjes moeten dicht en wij moeten ons fiscaal regime minder complex maken.
01.02 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer Beke, u zegt dat de overheidsfinanciën een probleem zijn op lange termijn en dat er inspanningen moeten gebeuren. Daar zijn wij het op zich mee eens. Wij willen ook dat de rekeningen op orde zijn. Dan gaat het dus over de stand van de uitgaven en de inkomsten.
Een van de puzzelstukken is effectief een fiscale hervorming. Die werd door minister Van Peteghem al verschillende keren ingediend, maar telkens moet hij terug naar de tekentafel. Als wij De Tijd van twee dagen geleden mogen geloven, dan blijft er niet veel meer van over. Minister Van Peteghem had gepland om de btw op voedsel op te trekken, maar blijkbaar is een aantal partijen daartegen ingegaan, de PVDA natuurlijk ook. Hij wilde ook naar de sterkere schouders kijken, maar het schijnt dat de hervorming van het definitief belastbaar inkomen ook geschrapt is.
Gaan wij er eindelijk werk van maken dat de sterkere schouders echt worden belast of zal het de gewone man zijn die moet opdraaien voor het geld dat er te kort is en die dus, onder andere, langer zal moeten werken voordat hij met pensioen kan gaan?
01.03 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wil tussenkomen op hetzelfde punt. Vandaag zei een partijvoorzitter: 2 miljard euro is ook goed. Oorspronkelijk werd 6 miljard euro beloofd. Mijnheer Beke, is die doelstelling voor jullie onderhandelbaar? Ik denk dat dit nodig zal zijn om aan het bedrag van 838 euro per kop te komen of toch iets in die ordegrootte.
01.04 Wouter Beke (cd&v): Ik dacht dat het 835 was.
01.05 Peter De Roover (N-VA): Ik ben altijd wat optimistischer als het over Vivaldi gaat. In die ordegrootte zal men er niet geraken met 2 miljard euro. Wat is voor jullie de speelruimte daarin?
01.06 Wouter Beke (cd&v): Mevrouw Merckx, chapeau dat u De Tijd als een gezagsargument gebruikt. Ik hoop dat u dit in alle debatten zult doen die we hier nog zullen voeren. Ook op het vlak van de arbeidsmarkthervorming, de pensioenhervorming, de gezondheidshervorming en andere hervormingen denk ik dat we al heel wat stappen vooruit zouden kunnen hebben gezet. U geeft mij goede moed.
Collega’s, ik denk dat onze vicepremier Van Peteghem een zeer evenwichtige hervorming op tafel heeft gelegd die er trouwens niet zomaar is gekomen. Precies een jaar geleden is er een blauwdruk voorgesteld door professoren en academici, waarin duidelijk werd gemaakt welke richting we moeten uitgaan als we structureel iets willen doen om werken meer lonend te maken, om ons land fiscaal minder complex te maken en om ervoor te zorgen dat achterpoortjes worden gesloten. Op basis van die blauwdruk werd een heel concreet voorstel door minister Van Peteghem naar voren gebracht. Als iedereen nu zegt dat het hem of haar niet interesseert of het niet oké vindt, dan gaan we er niet geraken, dan eindigen we met een belastinghervorming van nul. Iedereen zal een beetje uit zijn schaduw moeten treden.
U zegt het al meteen zelf. Aan de ene kant vindt u, Partij van de Arbeid, dat arbeid belangrijk is, denk ik dan. Aan de andere kant zegt u dat we dat allemaal niet gaan doen, want op die manier zouden we misschien de mensen treffen.
De focus, mevrouw Merckx, is hoe we ons sociaal model betaalbaar houden. Onlangs zei de u bekende professor Van Lancker in Knack: "België behoort op wereldschaal al heel lang tot de landen met de laagste inkomensongelijkheid." Dat is een armoede-expert. Op het gebied van vermogensongelijkheid bevinden we ons in de middenmoot van Europa. We zijn een egalitair land, dankzij onze welvaartsstaat, dankzij de sociale zekerheid die mensen met pech ondersteunt, dankzij progressieve belastingen en collectief overleg.
De hamvraag volgens professor Van Lancker is hoe we dat in de toekomst zo kunnen houden. Dat is de fundamentele vraag. We kunnen dat alleen maar houden als we een aantal hervormingen doen. De basis die vicepremier Van Peteghem op tafel heeft gelegd, past daar perfect in. Dat is niet wat wij zeggen, maar wat diezelfde experts daarover weten te zeggen. Ik hoop dat in de komende dagen wat dat betreft vooruitgang en resultaten kunnen worden geboekt.
01.07 Sofie Merckx (PVDA-PTB): U zegt dat arbeid moet lonen. Ik ben het daar helemaal mee eens. Vandaag zitten we echter met de loonnormwet die in België werd goedgekeurd in 1996 en verstrengd in 2017. Daardoor kan het personeel in bedrijven die winstgevend zijn zelfs niet onderhandelen over een loonsverhoging. Als een bedrijf winstgevend is, lijkt het mij niet meer dan normaal dat er via overleg loonsverhogingen mogelijk zijn.
U citeert professor Van Lancker, die zegt dat ons land de laagste inkomensongelijkheid heeft. Moet ik daaruit dan afleiden dat u helemaal niet overweegt om die sterke schouders, die miljonairs en miljardairs eindelijk te belasten? Dat is het probleem. België is een hel als het gaat om belastingen voor een gewone werkmens met een laag salaris, maar wie miljarden bezit betaalt 0 % belastingen. Daar moeten we een einde aan stellen. Zo kunnen we de financiën van ons land in evenwicht brengen.
01.08 Wouter Beke (cd&v): Mevrouw Merckx, in De Tijd staat dat België het land is dat de inkomens in de economische crisis, in die energiecrisis, het best van al heeft beschermd. Ik wil ook Ive Marx citeren die vorige week in Knack zei dat België het zowel op het vlak van armoede als van ongelijkheid bijzonder goed doet. Ik weet niet of hij een kleinzoon is van degene die u zo adoreert, maar hij is alleszins een belangrijk expert in ons land. België doet het zowel op het vlak van armoede als van ongelijkheid bijzonder goed, zegt hij.
Dat is het fundamentele punt. Als cd&v zegt dat er een fiscale hervorming, een pensioenhervorming en een arbeidsmarkthervorming moeten komen, dan is dat met één zaak voor ogen, namelijk dat wat professor Van Lancker heeft gezegd: hoe kunnen we ons sociaal model voor de toekomst overeind houden? Dat moet de finaliteit zijn. Dat zal inspanningen vragen van alle groepen in onze samenleving, dat zal inspanningen vragen van iedereen. Als we vandaag naar de arbeidskrapte kijken, dan zien we dat er daar nog mogelijkheden zijn. Daar is de fiscale hervorming in essentie op gericht. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat werken lonender wordt gemaakt en dat het verschil tussen werken en niet werken groter wordt gemaakt? Dat is de finaliteit waar we met z’n allen aan moeten werken.
De voorzitter: Ik wijs ook even op de interventie van collega De Roover van daarnet, anders denk ik dat hij dezelfde vraag opnieuw zal stellen tijdens een andere interruptie.
01.09 Wouter Beke (cd&v): Daarnet heb ik onrechtstreeks al geantwoord op de vraag van collega De Roover. Ik meen dat er door onze vicepremier een bijzonder evenwichtig voorstel op tafel is gelegd, op basis van een blauwdruk. Dat is voor ons ook de basis om de besprekingen de komende dagen en eventueel de komende weken verder te zetten.
01.10 Peter De Roover (N-VA): We beleven gekke tijden. De PVDA put uit De Tijd en cd&v haalt de mosterd bij Karl Marx. In De Tijd staat de waarheid, maar laten we eerlijk zijn, de Pravda heeft haar tijd gehad.
U zegt dat er een evenwichtig voorstel voorligt. Als dat echter zo evenwichtig is, dan moet u daar vooral ook de coalitiecollega’s van overtuigen. Dat evenwichtige voorstel wordt door Conner Rousseau een utopie genoemd. U bent dus met een utopisch voorstel voor de pinnen gekomen. Hij zegt dat 2 miljard realistisch is. Dat is een derde van wat de oorspronkelijke oefening was. Dat betekent dat de zowat 800 euro ook door drie gedeeld moet worden. Dat brengt ons bij een bedrag van minder dan 300 euro. Een jaar telt twaalf maanden. Dat zijn dus enkele pintjes per maand. Dat zou dus een bijzonder mager beestje zijn.
Het probleem waarmee u geconfronteerd wordt is dat u, door het gebrek aan budgettaire orthodoxie van de voorbije jaren, nu in een frame zit waarbinnen de hervorming budgetneutraal moet zijn.
U zegt dat iedereen uit de schaduw moet treden. Wij vernemen echter dat het voorstel over de btw-verlaging er al uit zou liggen en de DBI-aftrek eveneens. Wat u een schaduw noemt, is voor bepaalde mensen een verworven inkomen of een inkomensbron, waardoor de daaraan gekoppelde maatregelen voor die mensen een belastingverhoging betekenen.
Mijnheer Beke, sta me toe u nog een bijkomende vraag te stellen. Als er wordt gesproken over budgetneutraliteit, dan slaat dat op het federale deel. Van elke 100 euro personenbelasting is 75 % federaal en 25 % voor de deelstaten. Het plan van minister Van Peteghem voorziet in compensatie voor het federale deel van 75 %, de overige 25 % blijft open. Dat betekent dat er vanuit de deelstaten – in Vlaanderen is er iets meer ruimte, maar de twee andere regio’s zitten dienaangaande wel in de problemen – lasten- of belastingverhogingen moeten komen om de hervorming van Van Peteghem goed te maken. Ik heb niet de indruk dat de PS daar tuk op is, want die partij ziet het probleem al komen. Is er ruimte voor of zit er in die plannen een evolutie naar compensatie van die 25 % van de deelstaten? Er zijn enkele PS’ers aanwezig. Mijnheer Dermine, collega Loones heeft u een wonderboy genoemd, ik denk dus dat u nu wel even de oren spitst.
Mijnheer Beke, die budgettaire neutraliteit, slaat die alleen op die 75 % of ook op het deel dat ten koste gaat van de overdrachten aan de regio’s?
01.11 Wouter Beke (cd&v): Mijnheer De Roover, ik ga eerst in op wat u zei over de utopie. Het voorstel dat minister Vincent Van Peteghem uitgewerkt heeft, is naar mijn mening een redelijke utopie.
01.12 Peter De Roover (N-VA): Het moedige midden.
01.13 Wouter Beke (cd&v): Het moedige midden, een redelijke utopie. Het houdt het midden tussen twee vragen. Enerzijds, hoe zorgen we ervoor dat werken meer lonend wordt gemaakt? Anderzijds, hoe zorgen we ervoor dat het geheel op een juiste manier wordt gefinancierd?
Ook in de vorige regering hebben wij een taxshift doorgevoerd. Ook toen waren er gevolgen voor de verschillende deelstaten, maar we vonden het toen met zijn allen belangrijk om werken lonender te maken. Ik blijf achter de beslissing van toen staan.
De manier waarop zit vervat in de wijze waarop we in de zesde staatshervorming fiscale autonomie hebben gegeven aan de deelstaten. Die zesde staatshervorming is mee beslist door de PS. Premier Di Rupo was daar, naast mezelf, een van de architecten van. Men kan dus moeilijk zeggen dat het niet kan dat er gevolgen zijn voor de deelstaten, als men eerst zelf een financieringswet gemaakt heeft die dat systeem mee geïnitialiseerd heeft.
Ik ben ontroerd door de aandacht en de solidariteit die u toont voor de andere regio’s, maar het gaat om een van de consequenties van de zesde staatshervorming. In de regering-Michel heeft men dat ook al gevoeld en daar is toen ook geen verzet tegen gekomen.
De voorzitter: Ik zie dat collega De Roover en collega Vermeersch nog willen repliceren.
01.14 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer Beke, hetgeen u zegt over de taxshift is juist. Dat was natuurlijk in een regering zonder PS, dat is een stuk gemakkelijker. Enfin, soms toch. Alleszins, het effect daarvan is in elk geval in Vlaanderen goed verwerkt.
Als wij echter werkelijk spreken over een grootteorde van 6 miljard, dan wordt dat wel een rekening van 1,5 miljard voor de deelstaten. Als u hier zegt aan de PS dat er geen compensatie komt met federale maatregelen, dan is dat genoteerd. Dat is interessant. Ik weet niet of het de onderhandelingen zal vergemakkelijken, maar wij houden u daar dan aan wanneer er iets uit de bus komt.
Ik geef nog even snel het volgende mee. Wikipedia zegt: "Een utopie is een ideale wereld die niet bereikt kan worden, een onmogelijke werkelijkheid, een wensdroom." Wij zullen zien of Wikipedia een bron is die even betrouwbaar is als De Tijd.
01.15 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer Beke, gisteren schreven Dieter Dujardin en Bart Haeck in De Tijd heel concreet: "Er komt vrijwel zeker geen lineaire btw-verhoging. Minister Van Peteghem komt met een herwerkt voorstel, tenminste als de coalitie klaar is om tot de finish te gaan. Zo goed als zeker bevat dat nieuwe voorstel geen lineaire btw-verhoging van 6 naar 9 %." Kunt u dat bevestigen?
01.16 Wouter Beke (cd&v): Ik ga het blad dat aandachtig gelezen en geadoreerd wordt door de Partij van de Arbeid hier niet bevestigen of ontkennen. Die onderhandelingen lopen. Voor ons is de finaliteit duidelijk – die heb ik naar voren gebracht: wij moeten ervoor zorgen dat werken lonender wordt. Als verschillende partijen en drukkingsgroepen beginnen te morren dat dit en dat puzzelstukje eruit moet, dat dit en dat niet kan en mag, dan eindigt men natuurlijk met een hervorming die nul is. Dan zal werken niet lonender worden gemaakt en zal de werkgelegenheidsgraad van 80 % niet worden bereikt.
Laat dat nu net het punt zijn. De experten beoordelen ons sociaal model als een goed model. Doorgaans wordt dat ook niet in twijfel getrokken ter linkerzijde. Om dat goede sociaal model betaalbaar te houden, is de verhoging van de werkgelegenheidsgraad ontoereikend, maar wel noodzakelijk. Dan is dit soort hervormingen absoluut aan de orde.
01.17 Wouter Vermeersch (VB): Uit uw antwoord lees ik tussen de regels ik dat u het volledige pakket wenst van 6 miljard, 800 euro. U geeft aan dat werken lonender moet worden. Dat kan toch alleen maar via een significante fiscale hervorming. Eigenlijk ontkent u het bericht dus. Daarmee spreekt u de socialisten en Conner Rousseau tegen. Zij vinden dat het geen 6 miljard moet zijn, maar dat 2 miljard volstaan en dat de btw-verlaging eruit moet. Ik begrijp uit uw antwoord dat u het daar niet mee eens bent en dat cd&v op haar standpunt blijft. U blijft met andere woorden achter de fiscale hervorming staan zoals die op tafel ligt en achter het minimale pakket van 6 miljard. U spreekt daarmee het bericht in De Tijd tegen. Althans, dat begrijp ik uit uw antwoord.
01.18 Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mijnheer Beke, wij raadplegen niet alleen regelmatig De Tijd, maar ook het magazine van het ACV.
U had het daarnet over een zoektocht naar een begroting in evenwicht. Ik moet u helaas teleurstellen. Volgens een belangrijk onderdeel van het middenveld, de christelijke arbeidsvereniging, bevat de begroting veel onevenwichtige maatregelen. Niet onbelangrijk in het licht van Rerum Novarum. Het ACV stelt letterlijk: "Mensen met de laagste inkomens zullen een groot deel van de inspanningen moeten leveren." Verder nog: "Met deze begrotingscontrole blijven de meeste welgestelden buiten schot. Naar onze mening is dit een onevenwichtig pakket maatregelen."
Ik wil ook even verwijzen naar de visual die op sociale media verspreid is door een van uw collega’s waarin zij oproept om even stil te staan bij de solidariteit met de zwakkeren en de meest kwetsbaren in de samenleving.
01.19 Nahima Lanjri (cd&v): Dat was van mij.
01.20 Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Inderdaad. Mooi!
Laat ons daar even bij stilstaan, mijnheer Beke, want de regering zal heel veel geplande aanpassingen en verhogingen van tegemoetkomingen inzake uitkeringen en leeflonen niet toepassen, terwijl de armoede in de samenleving wel blijft toenemen, in tegenstelling tot wat u daarnet zei. Naast de 126 miljoen euro besparingen op de minimumpensioenen raakt de regering ook aan de inkomensgarantie voor ouderen, het leefloon en de minimumuitkering voor mensen met een beperking, dus in totaal wordt er 374 miljoen euro bespaard op de pensioenen en de sociale uitkeringen. Bent u van plan om, ondanks uw christelijke achtergrond, de armoede nog verder te versterken? Zo neen, wanneer zal de regering eindelijk werk maken van het optrekken van de uitkeringen tot boven de armoedegrens in plaats van erop te besparen?
01.21 Wouter Beke (cd&v): Mijnheer De Vuyst, meer dan welke regering in Europa ook heeft onze regering ingezet op het behoud van de koopkracht van mensen in moeilijke omstandigheden, in de coronaperiode, in de Oekraïnecrisis en in de energiecrisis, bijvoorbeeld door het optrekken van het minimumpensioen, het verdelen van de welvaartsenveloppe, het verhogen van uitkeringen, het sociaal tarief enzovoort.
Als wij dat in de toekomst willen bewaren, moeten wij de vraag beantwoorden welke hervorming wij daartegenover moeten zetten, want u kunt natuurlijk doen alsof wij op de poef kunnen leven en kunnen blijven leven in de toekomst, maar dat is de beste manier om ons sociaal model onderuit te halen. Dat is wat experten als professor Van Lancker hebben gezegd. Ik zou graag willen dat de bladen die u citeert ook verwijzen naar professor Van Lancker en anderen.
Collega Vermeersch, aan u zou ik willen zeggen: van twee dingen een. Aan de ene kant vraagt u of cd&v wel een grote hervorming wil. Aan de andere kant zegt u dat u met dit en dat niet akkoord gaat en dus eigenlijk geen hervorming wilt. Uw hele tussenkomst daarnet was een aanklacht over de begroting en de begrotingstoestand. Als er dan hervormingen worden voorgesteld, zegt u dat u van bepaalde hervormingen niet wilt weten. Het is van twee dingen een. Ofwel vindt u dat er hervormingen moeten komen, maar dan moet u ook de moed hebben om onsympathieke dingen aan de mensen te durven zeggen. Ofwel vindt u dat er geen hervormingen moeten komen, maar dan moet u geen aanklacht doen zoals u daarnet hebt gedaan.
01.22 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer Beke, wij vinden heel duidelijk dat er in het land met bij de hoogste belastingen ter wereld slechts een richting mogelijk is en dat is de verlaging van de belastingen.
U hebt het gemist, maar ik heb daarover daarnet een aantal vragen gesteld aan uw collega Piedbœuf. Wij vinden immers dat er in zo’n fiscale hervorming geïnvesteerd moet worden. De economie kan door een belastingverlaging worden gestimuleerd waardoor er een terugverdieneffect is. Door een verlaging van de lasten op arbeid wordt werken immers gestimuleerd, wat op tweeërlei manieren extra inkomsten voor de begroting realiseert: er zijn meer belastinginkomsten uit lonen en er moeten minder uitkeringen worden betaald.
Het Vlaams Belang zegt heel duidelijk dat het andere keuzes zou maken. Wij zouden bijvoorbeeld geen miljard euro uitgeven aan Fedasil, zoals uw staatssecretaris voor Asiel & Migratie doet. Indien we al een miljard euro zouden kunnen investeren in uw fiscale hervorming, zouden we een aanzienlijke lastenverlaging op arbeid kunnen realiseren, zonder dat we daarom andere belastingen moeten verhogen.
Maak u echter geen illusie, welke belasting men in België ook neemt, ze behoort tot de hoogste ter wereld. België zit in de hoogste categorieën, of het nu gaat om inkomenscategorie, manier van verdienste of soort belasting.
Wij zijn heel duidelijk, wij verschillen daarover van mening. Wij vinden dat er bij zo’n fiscale hervorming in een belastingverlaging moet worden geïnvesteerd. Ik heb uw minister daar meermaals over ondervraagd, en hij heeft altijd geantwoord dat er een verschuiving van de belastingen moet komen. Inderdaad, daarover verschillen wij van mening. Het Vlaams Belang zou een aantal fundamenteel andere keuzes maken, zeker inzake de bevoegdheden van uw ministers.
Wat uw minister van Financiën betreft, die zouden wij extra middelen geven om te investeren in fiscale hervorming. En wat uw staatssecretaris van Asiel en Migratie betreft, die zouden wij middelen afnemen, en de migratie beperken zodat daar een evenwicht is. Eerder dan verschuivingen in het belastingsysteem an sich zouden wij verschuivingen aanbrengen in de bevoegdheden en zouden wij andere beleidskeuzes maken dan uw partij.
01.23 Wouter Beke (cd&v): Dat is natuurlijk uw goed recht. Maar ik meen dat dankzij onze staatssecretaris voor het eerst op Europees niveau beslissingen zijn genomen om de migratie te beperken. Dit is ongelooflijk belangrijk voor de toekomst.
Het gaat dus over twee zaken, mijnheer Vermeersch: hoe kunnen wij dit op Europees niveau doen, en hoe kunnen wij dat hier doen? Ik heb daarnet Obama geciteerd. Ik weet het, u hebt het niet voor Obama, maar ik heb het wel voor Obama. Ik zal Obama opnieuw citeren: "Geen land is zo groot dat het alle problemen alleen aankan, maar ook, geen land is zo klein dat het geen deel kan zijn van de oplossing." Wij moeten op Europees niveau deel zijn van de oplossing. Dit is wat Nicole de Moor in de voorbije weken op Europees niveau heeft gedaan.
Ik wil nog iets zeggen, mijnheer Vermeersch.
Ik ben burgemeester van een kleine gemeente, die in 2015 op vraag van de toenmalige staatssecretaris, Theo Francken, een noodopvangcentrum heeft geopend. Ik heb gisteren en eergisteren proclamaties bijgewoond van leerlingen in het lager onderwijs, en van 18-jarige jongens en meisjes die intussen gedurende zes of zeven jaar naar school zijn geweest. Ja, dat heeft een grote verkleuring in onze scholen teweeggebracht. Dat heeft een grote aanpassing voor leerkrachten, voor medeleerlingen, voor ouders teweeggebracht. Het is geen evident verhaal om jongeren met een andere achtergrond, die uit oorlogsgebied komen, mee kansen te geven. Als ik echter zie hoe fier zij hun diploma in ontvangst nemen, hoe fier zij op hun 18 jaar zeggen dokter, advocaat, verpleegkundige, politieagent of uitvinder te willen worden, dan zeg ik dat dit een deel is van onze toekomst die wij nodig zullen hebben. Als wij onze arbeidskrapte willen invullen, zullen wij ook die jongeren nodig hebben om de behoeften in Vlaanderen, in Wallonië en Brussel mee in te vullen. U kunt daar blind voor zijn, maar ik ben daar niet blind voor. Ik hoop dat zij mee onze toekomst kunnen uitmaken. (Applaus op verscheidene banken)
De voorzitter: Mijnheer Vermeersch, ik begrijp dat u wilt repliceren, maar ik wil het aantal tussenkomsten wel enigszins proberen te beperken om er geen migratiedebat van te maken. Ik begrijp dat twee collega’s op dit punt willen tussenkomen. Ik heb daarna ook nog de heer De Vuyst op mijn lijstje staan. Mevrouw Daems heeft ook aangegeven op het punt van de migratie te willen tussenkomen. De heer Beke kan daarop dan reageren en dan kunnen we verdergaan. Ik geef het woord aan de heer Vermeersch en dan aan mevrouw Daems.
01.24 Wouter Vermeersch (VB): Wij hebben helemaal geen problemen met jongeren met een allochtone origine, die hun kansen in deze samenleving grijpen. Dat is de discussie helemaal niet, maar u raakt daar een belangrijk punt over de arbeidsmigratie aan.
Onlangs hadden wij in West-Vlaanderen een gesprek met ondernemers van Voka. Ik heb aan die ondernemers gevraagd of zij vinden dat de massale instroom van nieuwkomers die de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden – vorig jaar zijn er vele tienduizenden in dit land binnengekomen – een oplossing is geweest voor de krapte op de arbeidsmarkt in onze provincie West-Vlaanderen en in Vlaanderen als geheel? Die ondernemers moesten heel duidelijk toegeven dat dit absoluut niet het geval was. Dit is absoluut geen oplossing voor de krapte op de arbeidsmarkt.
Wat u probeert voor te houden klopt dus niet in de realiteit. Er zijn succesgevallen en wij juichen die toe. Gelukkig maar dat die er zijn, maar er zijn heel wat gevallen waarin het helemaal anders is.
Wij moeten beleidskeuzes maken. Ik gaf daarnet het voorbeeld van het miljard euro dat aan Fedasil wordt gegeven, een miljard dat we veel beter zouden kunnen besteden. Ik wil nog een ander voorbeeld geven. Als politieke partijen moeten wij in de aanloop naar de verkiezingen plannen laten doorrekenen door het Planbureau. Wij hebben een aparte sociale zekerheid voor nieuwkomers laten doorrekenen door het Planbureau, iets wat vandaag in Denemarken regeringsbeleid is. Het Planbureau berekende dat dit voor België een besparing van 1,5 miljard euro per jaar zou opleveren. Een beleidsmaatregel die vandaag in Denemarken regeringsbeleid is, kan in dit land jaar na jaar 1,5 miljard genereren. Dat zijn zaken die wij zouden realiseren. We zouden de besparing gerealiseerd door een aparte sociale zekerheid voor nieuwkomers kunnen investeren in een lastenverlaging voor de eigen bevolking, waarmee we al aan 2,5 miljard zitten om te investeren in uw fiscale hervorming.
Politiek is beleidskeuzes maken. Het Vlaams Belang zou fundamenteel andere keuzes maken dan uw partij. Dat betekent absoluut niet dat wij mensen van allochtone origine het licht in de ogen niet gunnen, maar wij zouden als partij fundamenteel andere keuzes maken dan uw partij.
01.25 Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer Beke, u bent duidelijk trots op het beleid van mevrouw de Moor. Daarom wil ik nog even inzoomen op haar beleid en het bijbehorende budget.
Ze is vandaag precies een jaar staatssecretaris, maar veel is er toch niet te vieren, met meer dan 7.000 veroordelingen wegens het schenden van het recht op opvang. De begroting staat vooral in het teken van repressieve maatregelen, terwijl er vandaag nog steeds meer dan 2.000 mensen wachten op de opvang waar ze recht op hebben. Het is niet duidelijk hoeveel van hen op straat leven. Ik ben ook niet verbaasd dat ze euforisch is over het Europees migratieakkoord. Dat zet immers in op grootschalige detentie aan de grens, zelfs van kinderen. Het zet de deur open voor pushbacks maar het zal drama’s zoals dat voor de Griekse kust niet vermijden, die zullen integendeel nog vaker voorkomen.
Daarom vraag ik me af, mijnheer Beke, waar de menselijkheid is? De menselijkheid die cd&v zo hoog in het vaandel draagt, althans in woorden.
01.26 Wouter Beke (cd&v): Mijnheer de voorzitter, laten we er geen migratiedebat van maken, die kans zullen we later nog wel krijgen. Ik wil bij gelegenheid mijn ideeën daarover ook wel met u delen.
De twee voorgaande tussenkomsten geven eigenlijk mooi aan waar de weg van het moedige midden ligt. (Gelach)
Extreemrechts zegt dat de deuren openstaan, dat iedereen binnen kan en dat er geen beleid is. Extreemlinks zegt dat er geen menselijkheid en geen hartelijkheid is en dat het beleid veel te streng is. De waarheid is dat er een moedig beleid gevoerd wordt, en dat vereist soms moeilijke keuzes. Ik heb op geen enkel ogenblik gezegd dat er gemakkelijke keuzes zijn, ik heb wel gezegd dat er redelijke utopieën zijn. Gemakkelijke keuzes vinden we in de slogans van extreemlinks en extreemrechts. Dat zijn echter geen keuzes die ons land vooruithelpen, niet in het migratiedebat, niet op sociaaleconomisch vlak en niet op budgettair vlak.
Mevrouw de staatssecretaris, ik heb nog een paar suggesties die we ook in de commissie voor u naar voren hebben gebracht. Omdat er nog een begroting voor 2024 aankomt en omdat er in het Stabiliteitspact staat dat daarvoor inspanningen nodig zullen zijn, geef ik u een viertal concrete aanbevelingen.
Ten eerste, ga telkens met de kam door alle uitgaven.
Ten tweede, de hoge economische groei die ingeschat wordt moet leiden tot meer inkomsten en minder uitgaven. Gebruik die om onze begrotingen verder op orde te zetten.
Ten derde, kijk naar de onderbenutting. In de commissie hebben we daar al over gesproken. In Nederland zegt men bijvoorbeeld: wij weten dat er onderbenutting zal zijn, omdat we mensen die we in onze statistieken zullen hebben niet zullen kunnen aanwerven, omdat ze er niet zijn. Dat is dus virtueel uitgegeven geld. Gebruik dat om op een realistische manier in te schatten wat zal kunnen en wat niet. Gebruik dat ook voor de begroting.
Ten vierde heeft u aangegeven dat u aan de slag bent gegaan met de spending reviews. Eind juni zouden we daarover een eerste gedachtewisseling hebben. Dat zal een beetje later zijn. Gebruik deze spending reviews echter ook om structureel te bekijken welke uitgaven we nodig hebben, welke we niet nodig hebben en welke we op een andere en meer efficiënte manier kunnen organiseren.
Daarmee rond ik af.
Ik ben begonnen met Obama en ik zal ook afronden met Obama. "Better is good," zei hij in Amsterdam. Toen hij de presidentsverkiezingen gewonnen had, zei hij: "Yes, we can!" Ik denk dat we de plicht hebben om te luisteren naar wat professor Van Lancker gezegd heeft. Als we met z’n allen, links en rechts, met al wie zegt dat ons sociaal model hem dierbaar is, dat model ook willen bewaren in de toekomst, voor de huidige en toekomstige generaties, als we het geloof willen bewaren van de burgers dat dit model ook een toekomst kan hebben, dan moeten we de hervormingen doorvoeren, met de hele regering. Yes, we can! We hopen dat we daar in de komende weken ook resultaten van mogen zien.
De voorzitter: Dank u, collega Beke.
Mijnheer De Vuyst, mijnheer Vermeersch, ik heb de voorzitster beloofd mijn best te doen om het enigszins efficiënt te laten verlopen. Mevrouw Daems, mijnheer De Vuyst, we kijken allemaal reikhalzend uit naar de tussenkomst van de heer Van Hees, de persoon die nu in principe aan bod komt. Er zijn nadien nog veel andere sprekers ingeschreven. Ik zou echt willen overgaan tot de tussenkomst van de heer Van Hees. Er zijn heel veel tussenkomsten geweest, ik probeer de parlementaire werkzaamheden te stroomlijnen, er komen nog verschillende fracties aan bod. Collega's, ik zou echt een pleidooi willen houden om het aantal tussenkomsten op de banken te beperken. Er zijn er heel veel geweest tijdens de tussenkomst van de heer Beke. In het begin vreesde hij dat niemand hem zou onderbreken, maar dat is anders uitgedraaid.
Ik zie u aandringen, mijnheer Vermeersch, en zal u het woord geven. Ik zal deze drie collega’s nog het woord geven, mevrouw Merckx, maar ik wil vragen om het samen wat in de gaten te houden zodat de verschillende fracties hun tussenkomst kunnen houden op een deftig uur.
Ik laat nog de heer Vermeersch, mevrouw Daems en de heer De Vuyst aan het woord.
01.27 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de voorzitter, ik heb gewacht tot het einde van het betoog van collega Beke in de hoop dat hij het belangrijk dossier van de bankensector, meer bepaald de rente op de spaarboekjes, zou aankaarten, dossier dat al vaak aan de orde was in de plenaire vergadering.
In de voorliggende begrotingsherziening zitten maatregelen over de bankdepositogarantiesystemen, wat mij bij de banken brengt.
Mijnheer Beke, uw minister van Financiën heeft in verband met de rente op spaarboekjes enkele brieven verstuurd, onder meer naar Febelfin en naar de minister van Economie. Hij heeft enkele studies besteld, onder meer een studie over een voorstel van Vooruit en een studie bij de Nationale Bank over een voorstel van Groen. We horen daar echter niets meer over. Ondertussen tikt de klok en, vooral, stroomt het geld naar de banken, want elke verloren dag, elke verloren week, elke verloren maand betekent dat er bij de banken vele miljoenen en miljarden binnenstromen, dankzij het feit dat zij veel te weinig rente betalen op de 300 miljard euro op de spaarboekjes in dit land.
Een partij als cd&v profileert zich toch wat als de partij voor de ouderen; ik zie u bevestigend knikken. Een hogere rente op de spaarboekjes betekent voor gepensioneerden een fiscale hervorming op zich. Het kan een extra appeltje voor de dorst zijn, een aanvulling op het bestaande pensioen. Daarom had ik gerekend op een grote aankondiging, bijvoorbeeld dat er eindelijk een doorbraak is of dat de minister van Financiën kan doorpakken. Tot nu toe hebben wij enkel Belfius een eerste muizenstapje zien zetten, dan nog onder heel wat voorwaarden voor nieuwe stortingen vanaf juli.
Mijnheer Beke, hoe ver staat het met dat dossier? Wanneer zal uw partij eindelijk eens de rechten van de kleine spaarders en natuurlijk ook van de gepensioneerden, die rekenen op wat meer rente op hun spaarboekje, in dit land verdedigen?
01.28 Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mijnheer Beke, u zei dat de PVDA graag op de poef leeft en dat we de sociale zekerheid betaalbaar moeten houden. Uw partij heeft in de vorige regering wel een gat geslagen in de sociale zekerheid, met de taxshift, die niet werd doorgerekend. Er werd een patronale loonlastenverlaging toegekend en die heeft op zich niet geleid tot meer werkgelegenheid. Dat heeft wel geleid tot hogere rendementen van het grootbedrijf.
Nu moeten de putten in de sociale zekerheid gevuld worden en dat zal men voor een stuk alweer verhalen op de zwaksten in de samenleving, door hun de tegemoetkomingen, die de regering beloofd had, niet toe te kennen. Die analyse wordt trouwens gedeeld door het ACV, dat zegt dat cd&v zijn naastenliefde voor de zwaksten in de samenleving niet echt betuigt door geen solidariteit te eisen van de sterkste schouders, de bovenkant van de samenleving.
Er is in België nu een concentratie van rijkdom: 1 % van de Belgische families bezit een gezamenlijk vermogen van 663 miljard euro. Ook heel veel academici wijzen erop dat een bescheiden vermogensbelasting in de vorm van een miljonairstaks structureel 8 miljard euro zou opleveren, maar dat laat u liggen. Dat is ook de klacht van het ACV.
In dezelfde categorie, terwijl we de sterkste schouders zouden moeten aanspreken, laat u bovendien 600 miljoen euro liggen, omdat u de overwinstbelasting die tot en met 2025 werd opgelegd, stopzet; overwinsten die nota bene werden geboekt op de rug van de gewone werkende mensen, degenen die het alsmaar moeilijker krijgen om hun energiefacturen te betalen.
01.29 Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer Beke, ik wil heel kort reageren op wat u daarnet zei.
Wij vragen waar de menselijkheid is en u zet die kritiek weg als iets van extreemlinks. Dat vind ik ongezien. De media stonden de voorbije weken vol met kritiek op het beleid van staatssecretaris de Moor, niet alleen van de PVDA, maar van het volledige middenveld, van nationale en internationale ngo’s, van academici, zelfs van binnen de regering, dus die links-rechtskarikatuur gaat echt niet op.
01.30 Wouter Beke (cd&v): Mevrouw Daems, u zou het akkoord dat in Europa is gesloten, moeten lezen, want daarin staat dat er geen detentie van minderjarigen is. Wat u hier vertelt, klopt gewoon niet. U zou het akkoord moeten lezen.
Mijnheer De Vuyst, in 2012-2013 werd ons land geconfronteerd met kolossale ontslagen. Herinnert u zich Ford Genk en Caterpillar nog en al die grote bedrijven die sloten en die mensen op straat hebben gezet? Zij en ook de vakbonden vroegen toen aan de politiek om haar verantwoordelijkheid te nemen en om in godsnaam iets te doen. Dat is wat is gebeurd. Men kan daar kritiek op hebben, maar in de vorige regering hebben wij inderdaad een taxshift gedaan. Er zijn daardoor 281.000 jobs bijgekomen en 103.000 mensen minder in de werkloosheid. Dat zijn 281.000 mensen die zo een toekomst kregen die zij anders niet zouden hebben gehad. Dat zijn 103.000 mensen die niet in de werkloosheid moeten zitten, maar die niet alleen een loon, maar ook eigenwaarde en een sociaal netwerk hebben gekregen doordat zij de kans hebben gekregen om aan een job te raken. Het is dus gewoon larie en apekool dat u zegt dat dat allemaal tot niets heeft gediend. Larie en apekool. 281.000 mensen hebben daardoor een job.
Over putten graven zou u moeten zwijgen. Als wij uw programma zouden moeten uitvoeren… (Tumult) Ik denk dat er weinig landen zijn die jullie zo adoreren, waarmee wij ons en de modale Vlaming, de modale Waal, de modale Brusselaar zich graag mee zou willen identificeren.
Mijnheer Vermeersch, wij hebben vorige week een heel goede commissie voor Financiën gehad met de gouverneur van de Nationale Bank die op een aantal bezorgdheden heeft geantwoord en op een aantal voorstellen is ingegaan. Hij heeft gezegd dat een aantal onderzoeken zullen gebeuren. Wij zullen zien wat daaruit voortkomt.
De voorzitter: Dat is helder, waarvoor dank.
Zoals aangekondigd, gaan we nu naar een tussenkomst van de heer Van Hees, die zijn spreektijd zal delen met mevrouw Merckx.
Mevrouw Pas, ik moet de tussenkomsten in de hand houden. De heer Vermeersch is verschillende keren tussengekomen. We doen wat we hebben afgesproken. Er zijn nog drie tussenkomsten met de heer Beke geweest. Nu gaan we over naar de tussenkomst van de heer Van Hees, zoals we hebben afgesproken. Ik zit op dit moment op de voorzittersstoel. Volgende week zal iedereen in de Conferentie van voorzitters weer verontwaardigd zijn over het aantal tussenkomsten op de banken en het feit dat we tot ’s nachts hebben doorgewerkt. De heer Beke zat al op zijn bank. Ik heb nog drie collega’s de kans gegeven om hem te interpelleren. Hij heeft op die drie collega’s geantwoord.
We gaan nu over naar de tussenkomst van de heer Van Hees. Mijnheer Van Hees, aan u het woord.
Mevrouw Pas, we gaan nu over naar de tussenkomst van de heer Van Hees en als u daarmee een probleem hebt, dan spreken we daarover in de Conferentie van voorzitters volgende week.
Dan geef ik het woord aan de heer Van Hees, die laat weten dat hij de spreektijd volledig zal benutten en die niet zal delen met mevrouw Merckx.
01.31 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le président, si je voulais plagier le collègue Beke, je dirais: Barack Obama a dit: "Quel bordel, la Vivaldi!"
En 2020, effectivement, il y avait l’accord Vivaldi. Trois ans plus tard, nous avons surtout le désaccord Vivaldi. Les violons du gouvernement sont totalement désaccordés et la partition n’a jamais sonné aussi faux, puisqu’on constate que cette coalition n’arrive plus à décider quoi que ce soit.
C’est le blocage total, sauf quand il faut prendre des mesures aux dépens de la population, aux dépens des travailleurs. Là, miracle, ils y arrivent! Ils y arrivent quand il faut bloquer les salaires, quand il faut imposer des accises à la population. Là, ils y parviennent.
Mais sur tous les autres dossiers, c’est le blocage. Prenons la réforme fiscale. Elle est urgente, parce que la Belgique est aujourd'hui, et depuis longtemps, un paradis fiscal pour les plus riches mais un enfer fiscal pour les travailleurs. La réforme fiscale à réaliser semble évidente. Il faut mieux taxer les multinationales et les grandes fortunes et réduire les taxes injustes payées par les travailleurs. La voie suivie par la Vivaldi est assez différente.
Mais nous constatons, de toute façon, un blocage total aujourd'hui. Le ministre Van Peteghem a réalisé trois épures successives. Que reste-t-il de sa troisième épure? Il n’y a pas d’accord au sein du gouvernement sur le périmètre de la réforme, pas d’accord sur le montant de la réforme, pas d’accord sur la modalité de réduction d’impôt des personnes physiques et surtout, pas d’accord sur les mesures compensatoires, les pistes de financement.
Finalement, sur les 3,3 milliards d’euros de réforme, on peut heureusement enlever une hausse de la TVA, soit 944 millions en moins. On enlève la taxation des multinationales, cela fait 334 millions d'euros en moins; ainsi que les revenus définitivement taxés qui visaient à rendre un peu de justice fiscale au niveau de l'impôt des sociétés, 848 millions d'euros en moins. On oublie la taxe comptes-titres doublée, et les effets de retour, forcément, puisque tout cela tombe - alors qu'ils étaient déjà assez douteux -, 402 millions d'euros en moins. Il ne reste plus rien! Il ne reste que 400 millions d'euros pour cette réforme fiscale.
S'il y avait eu un accord sur le doublement de la taxe comptes-titres, les plus grandes fortunes de ce pays, qui paient zéro euro de taxe sur les comptes-titres, auraient dû payer le double, deux fois zéro euro de taxe! Vous imaginez quelle différence! En effet, les grandes fortunes ne détiennent pas leur patrimoine sur des comptes-titres. Ceux qui veulent le savoir n'ont qu'à le demander à la secrétaire d'État Alexia Bertrand, qui leur expliquera que le capital de sa famille, 1,77 milliard d'euros, ne se trouve pas sur des comptes-titres. Je suis sûr qu'elle se fera un plaisir de le détailler à ceux que cela intéresse.
Par contre, si on appliquait la taxe des millionnaires du PTB aux seules 40 familles milliardaires belges – il n'y en avait qu'une seule, il y a 23 ans –, on aurait 3 milliards d'euros, soit de quoi augmenter de 255 euros par mois le million de pensionnés qui touchent les plus basses pensions. Voilà le choix qui s'offre au gouvernement.
En ce qui concerne la taxation des multinationales, ce qui se trouvait dans l'accord de gouvernement n'est pas au rendez-vous. La taxe sur les GAFAM devait être installée en 2023. L'accord de gouvernement était clair: si cela ne se faisait pas au niveau international, la Belgique la mettrait en œuvre seule. Mais ce gouvernement renvoie ce projet au prochain gouvernement. Idem pour le taux minimum de taxation sur les multinationales: 15 %. Le gouvernement le renvoie aussi au prochain gouvernement, ou au niveau international. Sur ces deux piliers de la taxation des multinationales, ce gouvernement n'a rien fait.
Il y a les profiteurs de crise à propos desquels nous attendons patiemment que la Vivaldi bouge. Même le très libéral Fonds monétaire international (FMI) explique que 45 % de la hausse des prix en Europe proviennent des surprofits des grandes sociétés – les greedflations.
Dans le secteur alimentaire, par exemple, les grandes entreprises du commerce ont enregistré des profits records depuis le début des multiples crises que nous traversons. Le prix du caddie explose, si bien que les ménages belges sont obligés de faire leurs courses en France. Le nombre de Belges allant en France a augmenté de 70 % au premier trimestre de cette année. Une proposition de loi a été déposée pour bloquer ces prix. Mais que fait le gouvernement? Rien!
Euroclear fait des profits gigantesques (2,8 milliards de profits) rien qu'en gelant les avoirs russes. Est-ce que le gouvernement se pose la question de savoir s'il est normal qu'Euroclear empoche ces 2,8 milliards? Non! Il ne fait rien.
Les quatre grandes banques du pays réalisent des surprofits parasitaires énormes. En 2022, et sans doute plus en 2023, elles ont fait 6 milliards de bénéfices. Elles ont distribué 5,7 milliards de dividendes à leurs actionnaires alors qu'elles ont à peine versé 220 millions d'euros à leurs épargnants, soit 25 fois moins que ce qu'elles ont versé aux actionnaires.
La Banque centrale européenne (BCE) augmente ses taux. Les banques augmentent les taux de leurs crédits mais pas ceux de l'épargne. Elles placent de l'argent à bon taux à la BCE mais rien pour leurs épargnants. Que fait alors le gouvernement? Il envoie une lettre au secteur bancaire disant: "S'il vous plaît, est-ce que vous pourriez essayer d'un peu jouer le jeu du marché libre et faire un peu de concurrence entre vous? S'il vous plaît, on vous en prie!"
Les faits sont là. Le marché n'a pas marché. Le marché ne marche pas. Si les banques ne le font pas, il faut une intervention publique pour fixer ces taux. Mais le gouvernement trouve encore une fois tous les prétextes pour ne pas le faire.
Idem en matière d'énergie. On pensait qu'au moins une catégorie de profiteurs de crise était visée par le gouvernement. La seule multinationale ENGIE qui détient une position dominante sur le marché belge réalise 9 milliards de surprofits sur la période 2021-2024.
Certes, la Vivaldi a adopté un dispositif pour écrémer quelque peu ces surprofits, mais elle écrème très peu et laisse beaucoup de crème à ENGIE. Mais, surtout, dans deux jours c'est fini! À la fin du mois, ce système d'écrémage prendra fin. Pourquoi? On ne se l'explique pas. Alors que si on poursuivait cet écrémage l'année qui vient, on aurait 626 millions d'euros supplémentaires, et si on appliquait un écrémage à la sauce PTB, on aurait même 1,7 milliard d'euros supplémentaires.
Cela pourrait d'ailleurs ne pas être le seul cadeau offert à ENGIE puisque le coût du traitement des déchets nucléaires représente des milliards d'euros. Depuis des mois, le gouvernement négocie avec ENGIE et, cette semaine, il a annoncé une percée dans les négociations. De quel accord s'agit-il exactement? Eh bien! l'accord reste secret. Sans doute que le gouvernement a peur de montrer l'ampleur de la facture pour le contribuable.
Ensuite, il y a ce dossier du plan de relance, de la fameuse Facilité pour la reprise et la résilience (RRF). À cet égard, le journal L'Echo annonce que deux milliards d'euros du plan de relance sont bloqués. S'il y a bien un dossier emblématique des blocages de la Vivaldi, c'est ce dossier-là! La demande à l'Union européenne de verser la première tranche aurait déjà dû être introduite l'année passée, et ici c'est même la deuxième et la troisième tranches qu'il faudrait introduire! Et que fait le gouvernement? Rien, on n'introduit pas…
Ce sont donc plus de deux milliards d'euros qu'on aurait dû recevoir de l'Union européenne et qui sont aujourd'hui bloqués. Et qu'est-ce qui bloque? La réforme des pensions. C'est vrai que ce matin, on a entendu M. Laaouej à la radio, très dur, dénoncer le rôle de la Commission européenne: "C'est du chantage à l'austérité en échange d'une réforme qui irait contre l'intérêt des pensionnés." Un discours très dur, et je suis bien d'accord avec lui sur ce point.
Toutefois, M. le secrétaire d'État Dermine nous a répété plusieurs fois en commission que ce n'était pas la Commission européenne qui imposait de lier le plan de relance aux pensions. C'est vous, vous-même qui l'avez mis! Donc, vous avez offert une arme fatale à la Commission européenne pour aujourd'hui faire ce chantage dénoncé par M. Laaouej! Félicitations, monsieur Dermine!
En outre, je lis l'article d'aujourd'hui dans L'Echo sur la rencontre entre la secrétaire d'État Alexia Bertrand et la Commission européenne. On se demande d'ailleurs pourquoi c'est Alexia Bertrand qui rencontre la Commission européenne sur le plan de relance, alors qu'il s'agit de votre compétence. Il y a probablement eu un transfert de compétences au sein du gouvernement sans qu'on en soit informés.
L'annonce de la Commission européenne reprise dans l'article est véritablement de la provocation, puisqu'elle est constituée de diktats inqualifiables et inacceptables. Vous lui avez confié cette arme fatale. Aujourd'hui, nous en payons le prix, qui n'est pas modique: deux milliards d'euros sont ainsi gelés. Nous imaginons bien ce que cela représente en charges d'intérêts, sans compter les sanctions. On nous prévient en effet que, faute de dépôt en septembre, nous pourrions essuyer des sanctions définitives – contrairement à ce que vous avez toujours déclaré, monsieur Dermine. Du reste, nombre de vos affirmations sont clairement contredites aujourd'hui.
Ensuite, avec la Vivaldi, la lutte contre la grande fraude fiscale patine. Prenez le secret bancaire. Vous savez que la Belgique est l'un des rares pays au monde à l'appliquer encore. En 2020, lorsque la Vivaldi se met en place, M. Magnette, détaillant l'accord de gouvernement, annonce: "Nous allons lever le secret bancaire." Génial! À la lecture de l'accord, cela l'est un peu moins, car il s'agit moins d'une levée du secret bancaire que d'un data mining, donc d'une analyse informatique des données recueillies au Point de contact central de la Banque nationale. Cette technique permet en effet de lutter contre la grande fraude – il y a de l'idée! Seulement, l'accord l'annonçait pour septembre 2021. Or nous voici bientôt deux ans plus tard, et ce data mining n'est toujours pas opérationnel.
Prenons encore un autre volet de l'accord de gouvernement, je cite: "Des mesures seront prises pour réduire l'écart entre ce que l'État devrait percevoir en matière de TVA et ce qu'il perçoit réellement, pour le faire passer au niveau des pays voisins." En Belgique, nous payons beaucoup de TVA, mais celle qui disparaît nous ne savons où atteint un volume énorme par rapport aux autres pays. Le gouvernement avait dit qu'il allait régler ce problème. Enfin, nous venons de prendre connaissance d'un rapport du FMI – après ceux de l'Union européenne –, qui indique que la situation est encore pire que ce que relatait l'Union.
Bref, ce gouvernement avait annoncé deux mesures de lutte contre la grande fraude fiscale, mais nous devons constater que la situation ne fait qu'empirer.
Comment s'étonner qu'on ne lutte pas efficacement contre la grande fraude fiscale quand on sait que le nombre de contrôleurs fiscaux, malgré l'engagement du ministre des Finances, qui a d'ailleurs quitté l'hémicycle depuis un certain temps maintenant. En effet, il avait dit que le personnel du SPF Finances serait réduit, mais que toutes les fonctions de contrôleurs seraient maintenues, que chaque départ serait compensé? Aujourd'hui, c'est loin d'être le cas!
Il y a aussi les refinancements introuvables. Dès le départ, la Vivaldi avait clairement annoncé une politique d'austérité. Certes, suite aux différentes crises que l'on a connues (crise covid, crise énergétique, guerre en Ukraine), des mesures ont été prises et des aides ponctuelles ont été apportées, même si c'est tardivement et de manière totalement insuffisante. À côté de cela, il y a une politique d'austérité, avec, par exemple, le définancement des services publics, des coupes linéaires récurrentes et cumulatives de 2 % sur tous les crédits de personnel et de fonctionnement. L'austérité est générale. C'est le cadre de ce gouvernement.
Parallèlement, la Vivaldi avait promis des refinancements pour certains secteurs qui ont particulièrement souffert, encore plus que les autres, comme celui de la santé, la police, la justice, le rail, etc. Même là, le constat est dramatique. Concernant les soins de santé, l'accord de gouvernement comprenait de belles formules qui sonnaient bien. Le gouvernement s'était engagé à "investir considérablement dans les soins de santé. Ce refinancement devrait être une légitime reconnaissance pour le personnel d'un secteur qui a consenti énormément de sacrifices pendant la pandémie". Où en est-on aujourd'hui? La situation est catastrophique. Il y a quinze jours, les travailleurs de la santé étaient dans la rue pour la troisième fois cette année. Ils tirent la sonnette d'alarme. Je cite les syndicats: "Faute de personnel, on ne peut plus garantir des soins de qualité en suffisance: fermeture de lits hospitaliers et de maisons de repos, soins bâclés, patients saucissonnés, listes d'attente qui s'allongent. Les conditions de travail se détériorent, la pression à la rentabilité se fait de plus en plus forte. On s'approche de plus en plus de la maltraitance institutionnelle." Voilà la réalité sur le front des soins de santé!
Au niveau de la police et de la justice, ce n'est pas mieux puisque vous annonciez, dans l'accord de gouvernement, que vous alliez investir considérablement dans la sécurité et dans la justice, et que les services de police seraient renforcés. Mais pas plus tard que la semaine dernière, on apprenait que trois syndicats de police attaquent l'État belge devant le tribunal. Ils vous accusent de bafouer la concertation sociale. Depuis 2022, un accord social a été conclu avec la ministre de l'Intérieur pour une revalorisation des salaires, des adaptations de fin de carrière, de meilleures conditions de travail. Mais lors du conclave d'octobre dernier, le gouvernement a fait marche arrière et a jeté à la poubelle l'accord que la ministre avait conclu avec les syndicats. Tout simplement! On conclut un accord avec les syndicats puis on le jette à la poubelle.
Les actions de protestation se sont donc multipliées et, face à cette inertie, les syndicats ont dû finalement déposer une plainte en justice. Vous avouerez que des policiers qui en arrivent finalement à déposer une plainte contre l'État, c'est un comble.
Puis, il y a le rail; dans l'accord de gouvernement, il y a de nouveaux financements pour mettre la SNCB et Infrabel en état de procéder aux investissements nécessaires pour un transfert modal durable. La priorité absolue était l'amélioration du service aux voyageurs, la rapidité, la ponctualité, le confort, l'offre, l'accessibilité. Je suppose que certains d'entre vous prennent le train régulièrement. La situation est catastrophique. Il n'y a pas besoin de grandes démonstrations. Il suffit de citer les statistiques de trains supprimés: 2020, 23 158 trains supprimés, 2021: 34 266 trains supprimés, 2022: 44 079 trains supprimés. Même les CEO de la SNCB et d'Infrabel se plaignent du manque de moyens qui leur sont octroyés. Sophie Dutordoir de la SNCB dit qu'il lui faut au moins 1,4 milliard pour 2023 et 2024, rien que pour faire fonctionner ce qui est prévu, même pas en demandant des moyens supplémentaires nouveaux qui changeraient fondamentalement la donne. On a presqu'envie de dire: dommage qu'on n'ait pas un ministre Ecolo aux transports!
Finalement, la Vivaldi peut encore s'accorder sur certaines choses. Quand c'est aux dépens des travailleurs et de la population, là, il est possible de trouver un accord. Quand il s'agit de fixer des accises sur l'énergie, le gaz et l'électricité, c'est possible. Le premier ministre avait déclaré que "la taxation sur l'énergie serait neutre budgétairement" et les partis de gauche ont dit qu'"il n'était pas question de reprendre d'une main ce qu'on donnait de l'autre". Mais les faits sont là: 254 euros d'accises, en moyenne, sont rajoutés.
On a ainsi un cocktail de taxes qui, finalement, est pire que la situation quand la TVA était de 21 % sur l'énergie.
Vous avez aussi supprimé la quatrième tranche de pension. C'est un gouvernement qui n'hésite pas à cibler les pensionnés. Quand il faut faire des recettes budgétaires, on attaque les pensionnés. Même la réforme fiscale d'ailleurs prévoyait de zapper les pensionnés et allocataires sociaux pour la réduction de l'impôt des personnes physiques.
Alors, on a évidemment ce blocage des salaires. Là, il n'y a aucun souci pour trouver un accord. C'est le fameux arrêté Dermagne qui fixe l'augmentation maximale des salaires à 0 %, ce qui est un énorme cadeau fait au patronat mais aussi un désastre pour les travailleurs ainsi que pour les finances publiques. En effet, une augmentation du salaire brut, ce sont des milliards d'euros de cotisations sociales, de précompte professionnel qui entreraient dans les caisses. On dit qu'il faut augmenter le taux d'emploi. Comment? En faisant encore des cadeaux supplémentaires aux patrons. En augmentant le salaire brut, vous avez une façon simple de remplir les caisses.
Le pire, dans tout ce contexte antisocial, c'est cette attaque contre le droit de manifester. Là, on atteint des sommets. C'est une loi qui provoque la colère des syndicats. Cette loi semble sortir tout droit du XIXe siècle, à l'époque où les lois interdisaient les travailleurs de s'organiser. C'est une loi qui remet en péril ce que le monde du travail a arraché comme droits et libertés après la Première et la Seconde Guerre mondiale. Et dire que c'est un gouvernement comprenant quatre partis de gauche qui introduisent cette loi! Mais le monde du travail n'a pas dit son dernier mot. Ce matin encore, il y a eu un rassemblement contre cette loi liberticide.
Chers collègues, nous continuerons le combat et voterons contre ce budget antisocial.
De voorzitter: De heer Leysen heeft het woord.
01.32 Christian Leysen (Open Vld): Collega’s, het gaat hier over de eerste aanpassing van de middelenbegroting. Laten we het over de fond hebben. Deze regering heeft de afgelopen jaren, zoals de collega’s al gezegd hebben, crisis na crisis bezworen. Na de coronacrisis kwam de energiecrisis met ongekende prijssprongen. De koopkracht van onze burgers werd beter beschermd dan in onze buurlanden, dat is objectief aangetoond. Ook hebben we de concurrentiepositie van onze bedrijven op een degelijke wijze beschermd.
Laat me duidelijk zijn, het ene kan niet zonder het andere. Als de economie goed draait, kunnen bedrijven jobs creëren, wat zorgt voor economische groei voor de ondernemingen en koopkracht voor de burgers. Mijn fractie gaat niet mee in het reanimeren van de reeds lang beslechte klassenstrijd. Wii kiezen voor een beleid waarmee iedereen die vooruit wil ook vooruit gaat. Enkel zo kan men een sterke sociale zekerheid opbouwen. Wij doen ook niet mee aan de moddergevechten om politieke tegenstrevers te discrediteren via sociale media, bovendien betaald met belastinggeld.
Laten we echter duidelijk zijn, het werk is nog niet af. Integendeel, de regering moet de komende weken en maanden nog aan heel wat werven verder werken. Dat vereist dat alle partijen van de meerderheid daarvoor willen gaan.
Tot spijt van wie het benijdt slaagt deze regering er wel in om in moeilijke omstandigheden resultaten te boeken. Het mogen er altijd meer zijn. In moeilijke tijden heeft men een kapitein nodig om het schip richting rustige wateren te sturen. Dat is niet makkelijk, zeker nu niet.
U weet dat men in scheepvaartkringen zegt dat de beste stuurlui aan wal staan. Het beter weten als men geen verantwoordelijkheid opneemt, of durft op te nemen, of teruggeeft, is een gemakkelijke pose. Wie bovendien ons land de put inpraat en ons allemaal in een collectieve depressie wil doen belanden, die zal het land niet beter maken. Laat dat nu onze ambitie als liberalen zijn: ons land beter doen functioneren. Dat is geen eenvoudige opdracht in deze complexe staatsstructuur.
Laat me het nog eens herhalen, de context waarin we vandaag moeten werken, is absoluut niet evident. Het is een context van grote budgettaire uitdagingen en er is geen enkele reden om dat te verbloemen. De toestand van onze overheidsfinanciën is en blijft ook voor de komende jaren de uitdaging voor de federale regering, maar ook voor de huidige en volgende regionale regeringen. Deze uitdaging moeten we met z’n allen durven aangaan, in het belang van de huidige en de toekomstige generaties. Onze bevolking vergrijst, de uitgaven voor de gezondheidszorg en de pensioenen nemen daarom nu al toe. De activiteitsgraad is weliswaar gegroeid, maar we moeten die nog verder opbouwen om ons sociaal systeem in stand te kunnen houden.
Laten we eerlijk zijn, collega’s, na de hervormingen die al gebeurd zijn, zijn verdere doortastende maatregelen nodig om meer mensen aan de slag te krijgen. Als we daar niet in slagen, dan komt ons solidariteitsmechanisme onvermijdelijk onder druk.
We zullen de volgende jaren waarschijnlijk ook in een iets moeilijkere context moeten werken. Een blijvend hoge inflatie en een mogelijke recessie zijn niet uit te sluiten. Ik maak me daarover als ondernemer ook persoonlijk zorgen. Deze context zal de uitdaging voor de overheid om haar kerntaken kwalitatief in te vullen nog groter maken. Er zal waarschijnlijk geen ruimte zijn om de eigen achterban wat geschenken toe te schuiven.
Laten we eerlijk zijn, het zijn speciale tijden, maar zeker geen uitzonderlijke tijden. Onzekerheid heeft immers altijd deel uitgemaakt van de menselijke geschiedenis. Het is een illusie te denken dat we crisissen kunnen voorspellen en kunnen vermijden. Crisissen zullen er in de toekomst nog zijn en ze kunnen onze ambitieuze plannen doorkruisen. We moeten wel altijd trachten op het juiste moment te anticiperen. De geschiedenis leert ons immers dat we altijd beter uit crisissen komen als we de moed hebben om de echte problemen onder ogen te zien en durven te hervormen.
De voorzitter: Mijnheer Leysen, de heer Vermeersch wil u al enige tijd een vraag stellen.
01.33 Christian Leysen (Open Vld): Ik kijk met nieuwsgierigheid uit naar zijn vraag.
01.34 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer Leysen, ik begin stilaan te begrijpen dat Egbert Lachaert moedeloos wordt, de handdoek in de ring gooit en er de brui aan geeft als hij u bezig hoort.
U zegt hier dat de concurrentiekracht van de ondernemingen verbeterd is. Ik zag de collega die achter u zit zelfs knikken.
Wat zei Pieter Timmermans van het VBO gisteren? Ik citeer hem letterlijk: "Maar onder de waterlijn breekt het. Door de gestegen kosten is de concurrentiekracht van onze bedrijven gedaald. Wij verliezen marktaandeel op onze exportmarkten. Onze handelsbalans wordt negatief, waardoor wij welvaart verliezen aan het buitenland, en onze arbeidsmarkt staat er niet rooskleurig voor."
U beweert hier dat de concurrentiekracht van onze bedrijven verbeterd is, mijnheer Leysen. U pretendeert altijd een ondernemer te zijn, maar ik meen dat u beter wat gesprekken zou voeren met uw collega’s in plaats van dienstreizen te maken naar het buitenland.
01.35 Christian Leysen (Open Vld): Wat betreft het VBO, u hebt niet juist geciteerd.
Mijnheer de ondervoorzitter, ik ben blij dat er procedures zijn in dit Huis. Ik ben nog steeds nukkig, vooral als ik weet dat topambtenaren de voorbije jaren daarmee problemen hadden. Ik zal beleefd blijven.
Wilt u de boodschap overmaken aan de voorzitster en haar diensten dat de hoffelijkheid gebiedt dat zij en haar diensten geen twee maanden hoeven te wachten als ze menen dat ik een verplaatsing die ik voor de derde keer in drie jaar en met drie collega’s heb gemaakt, wat te laat heb aangevraagd. Voor mij is het geen probleem om dat ten laste te nemen, maar het zou goed zijn om mij dat niet via een sms over een gelekte nota van de diensten te laten weten. Case closed.
De klimaatambitie noopt de regering ertoe investeringen om de overgang…
De voorzitter: Collega Leysen, ik begrijp dat u wilde reageren op wat collega Vermeersch daarover zei, maar hij heeft u ook nog een andere vraag gesteld. Ik denk dat u die best beantwoordt.
01.36 Christian Leysen (Open Vld): Ik heb niet gezegd dat de concurrentiekracht verbeterd is, maar als ik dat zou hebben gezegd, dan zal dat zeker voor een aantal bedrijven het geval zijn. Ik heb mijn woorden goed gewikt en ik wil nu tot de orde van de dag overgaan. Het gaat hier over de eerste aanpassing van de middelenbegroting.
De voorzitter: Mijnheer Leysen, ik probeer de werkzaamheden te regelen en u kunt zich focussen op uw uiteenzetting. Laten we het werk zo verdelen.
Collega Vermeersch wil nog repliceren op het thema concurrentiekracht.
01.37 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer Leysen, ik stel voor dat u nog even de eerste regels van uw tekst opnieuw leest, zodat u leest wat u gezegd hebt. Dat kan uw memorie helpen. Uw collega, Robby De Caluwé, zat te knikken, tot tweemaal toe, zelfs toen ik uw uitspraak herhaalde. Ik had u dus graag nog eens gehoord over de concurrentiekracht, want wat u hier zegt wordt resoluut en fundamenteel tegengesproken door het VBO.
Uw tweede uitspraak is echter nog hallucinanter. In verband met de mediarel over dienstreizen en onkostenvergoedingen zegt u dat de voorzitster van de Kamer u een sms’je had moeten sturen zodat de zaak niet in de pers zou zijn gekomen. Meent u dat werkelijk? Vindt u dat ernstig? U hebt kosten ingediend terwijl u niet afgevaardigd was door het Parlement. U had dus geen recht op terugbetaling. Enige bescheidenheid, enige terughoudendheid, en een mea culpa zouden hier op hun plaats zijn. De voorzitster beschuldigen dat ze u niet in de wandelgangen, achter de schermen, heeft aangesproken over het feit dat u onterecht onkostenvergoedingen hebt ingediend… Het is hallucinant wat u hier allemaal zit te verkondigen!
De voorzitter: Ik heb daarnet van de oppositiefracties onder mijn voeten gekregen omdat ik probeerde het debat in goede banen te leiden. Laat mij dus het spreekrecht verdelen. Dan kunt u zich concentreren op uw discours.
Ik geef het woord aan mevrouw Merckx, over hetzelfde thema.
01.38 Sofie Merckx (PVDA-PTB): We hebben vanavond al veel bijgeleerd. Het Vlaams Belang gaat op de koffie bij Voka en citeert het VBO. Zo komt de ware aard naar boven.
Mijnheer Leysen, hoe durft u hier op zo'n manier tussenbeide komen over de reizen die u op eigen initiatief hebt gemaakt? Hebt u nu nog steeds niet begrepen dat wat u doet een slag in het gezicht van de mensen is? U beslist zelf om buiten alle procedures om met de heer Piedboeuf mee naar de OESO te gaan. U levert een halve rekening in en denkt dan dat de Kamer dat zomaar zal betalen. Vervolgens wijst men u terecht en dan komt u hier nog zeggen dat u het schandalig vindt dat de voorzitster van de Kamer u daarover heeft aangesproken. Eerlijk waar, hoe veraf kan men zijn van wat de gewone mensen willen!
De heer Leysen is er zelf over begonnen en heeft zijn verdediging proberen te voeren. Dan moet hij zelf ook maar antwoorden. Vandaag bespreken we het budget van de Kamer. Vandaag hebben we de kans om de politiek ernstig te ontvetten. Zo dadelijk dienen wij opnieuw onze amendementen in om een einde te stellen aan al die voordelen, aan al die riante salarissen.
In het regeerakkoord stond er ook iets dat niet de regering maar wel het Parlement moest aanpakken, met name de partijfinanciering. De liberalen hebben het steeds over de slanke overheid, maar de politieke partijen mogen aan het infuus blijven hangen. Wanneer gaat u daar ook eens werk van maken?
01.39 Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Monsieur, c’est vraiment dur de rester dans l’hémicycle quand je vous entends parler ainsi. C’est à vous que je parle, monsieur Leysen. M’entendez-vous? Parce que c’est à vous que je m’adresse.
Souvent, nous entendons la droite dire qu’au niveau de la gauche, et au niveau de notre parti, nous défendons un système qui protège les assistés dans ce pays. Mais ici, je me demande qui sont les assistés. Je ne sais pas combien vous gagnez au total. J’ai entendu dire… Évidemment, je connais les revenus des députés. Je ne connais pas tout le reste, mais je sais que ça va, que vous ne vous plaignez pas trop. Vos fins de mois ne sont pas trop dures.
Président:
Eliane Tillieux, présidente.
Voorzitter: Eliane Tillieux, voorzitster.
Aujourd'hui, 160 000 travailleurs, principalement des travailleuses, travaillent comme aides-ménagères. Dans leurs missions, elles ne doivent pas partir à l’étranger mais, par exemple, en Région bruxelloise, elles doivent se déplacer d’une maison à une autre pour aller y faire le ménage. On ne leur rembourse pas les frais de transport. Elles ont dû lutter pendant un an pour que le patronat, que vous défendez et que vous représentez ici, lâche finalement de l’ordre de dix centimes par kilomètre. C’est scandaleux!
Avant d’arriver ici, mes collègues m’avaient expliqué la déconnexion. Je ne me rendais pas compte, naïvement, à quel point vous pouvez être déconnectés de la réalité. Vraiment, la demande que vous êtes en train de faire est lamentable.
01.40 Ahmed Laaouej (PS): Madame la présidente, je suis évidemment tout à fait d’accord avec ce qui vient d’être exprimé. Mais je me demande quand même si nous ne pourrions pas tourner la page de cette médiocrité, pour pouvoir revenir sur le fond. Parce que franchement, là, certains touchent le fond dans ce Parlement.
La présidente: Chers collègues, je rappelle que l’objet de nos discussions, c’est l’ajustement budgétaire 2023.
01.41 Christian Leysen (Open Vld): Op de vraag van de heer Vermeersch, ik herhaal mijn tekst, zoals ik die heb uitgesproken. "Ook hebben we de concurrentiepositie van onze bedrijven op degelijke wijze beschermd. Dat is iets anders dan de zin we hebben de positie verbeterd of we hoeven ze in de toekomst niet te beschermen."
Op zijn tweede punt, ik zal hier niet van de gelegenheid gebruikmaken om te vragen dat alle parlementsleden die op dienstreis gaan, daarvoor nog eens extra een verantwoording geven. Als men zegt dat de kosten als gevolg van een procedurefout dit jaar niet terugbetaald worden, dan is dat zo. Ik heb de boodschap aan uw collega gegeven. Voor de rest, collega Ponthier en collega Piedboeuf zullen bevestigen dat het ging om een van de interessantste vergaderingen waarbij wij dit jaar aanwezig waren. Het klopt dat ik te laat was met mijn inschrijving en ik heb dat niet gemeld. Punt aan de lijn. Desgevallend wordt mijn dienstreis niet betaald. Voor mij is dat geen probleem. (Rumoer)
De voorzitster: Mijnheer Leysen, beste collega’s, alstublieft.
01.42 Christian Leysen (Open Vld): Beste collega’s, mijn fractie heeft geen internationale waarschuwing …
De voorzitster: Mijnheer Leysen, alstublieft, de heer Vermeersch vraagt het woord.
01.43 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de voorzitster, voor alle duidelijkheid, u hebt waarschijnlijk ook de berichten in de media gevolgd over de onkostenvergoeding van de heer Leysen, die onterecht werd ingediend en die hier ter discussie staat. De heer Leysen had namelijk helemaal geen recht om daar aanwezig te zijn namens het Parlement, waardoor hij dus geen recht heeft op die vergoeding.
Er is hier echter iets heel belangrijks gezegd ten aanzien van u, mevrouw de voorzitster, en ik wil u daarover ondervragen. De heer Leysen zei net dat u als voorzitster hem een sms’je had moeten sturen, zodanig dat hij op de hoogte was en dat kon worden vermeden dat heel die zaak in de media kwam. Hij heeft dat hier letterlijk gezegd. Dat is een duidelijke vingerwijzing in uw richting, mevrouw de voorzitster.
De voorzitster: Mijnheer Vermeersch, wat u zegt, heeft absoluut niets te maken met de begroting.
01.44 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de voorzitster, staat u toe dat ik mijn redenering afwerk?
De voorzitster: Mijnheer Vermeersch, alstublieft, het is een dossier voor het Bestuurscomité.
De heer Leysen heeft het woord.
01.45 Christian Leysen (Open Vld): Ik heb hier net gehoord dat ik niet het recht had daar aanwezig te zijn. Wat is dat voor nonsens? Als ik dat op eigen kosten doe en mij informeer of ik uitgenodigd ben, mag ik dat. Punt.
Mijn fractie heeft geen internationale waarschuwingen nodig en er leeft in mijn fractie weinig enthousiasme om op basis van spelletjes een beleid te bespreken.
Hoe dan ook, we kunnen er niet om heen dat de situatie van ons land internationaal als ernstig wordt gezien. Niet alleen de Europese Commissie maar ook de ratingbureaus houden ons nauwlettend in de gaten. Wij verwachten, als liberalen, dat een assertieve Europese Commissie ons land bij de les houdt, in eerste instantie wat de pensioenhervorming betreft.
Ons land is een betrouwbare internationale partner voor onze buurlanden en voor Europa, met aandacht voor een evenwichtig sociaal-economisch beleid en begrotingsbeleid. Dat moeten wij blijven en dat vergt inspanningen.
Ik zal niet te veel ingaan op details, maar ik ben blij dat de eerste minister zich niet zomaar wil beperken tot de lopende zaken en een duidelijk signaal heeft gegeven dat de regering nog steeds de ambitie heeft de begroting weer in de richting van de Europese regelgeving te sturen en de overheidsschuld door hervormingen weer af te bouwen. De volgende speerpunten moeten daarbij de leidraad vormen.
Ten eerste, wij moeten alle uitgaven onder de loep nemen en zowel de burgers als de bedrijven en het Parlement responsabiliseren. Ik zal daarop blijven hameren. De regering heeft al een aantal maatregelen genomen. De verschillende indexeringen van vorig jaar hebben het minimumpensioen en de uitkeringen boven het niveau gebracht die men in het regeerakkoord ambieerde. Daarom werd beslist om de laatste beoogde stap maar gedeeltelijk door te voeren. Ook de energiesteunmaatregelen hebben hun nut bewezen, maar die kunnen nu worden afgebouwd. Er waren ook de compensaties via accijnzen. Er werd beslist om de btw op elektriciteit permanent op 6 % te houden, wat deel uitmaakt van een slimme energiefiscaliteit.
Ten tweede, de regering moet op het vlak van fiscaliteit oog hebben voor de impact van haar beslissingen op de burgers en de bedrijven. Ik sta achter een minimumbelasting voor multinationale ondernemingen. Dat zal u plezieren. De regering zal dat ook op een loyale manier uitvoeren. We moeten er alleen maar voor zorgen dat onze grote buur, de Verenigde Staten, het spel eerlijk meespeelt.
Tot slot moeten wij erover waken dat wij onze steun aan het oorlogsgebied aan onze Europese grenzen kunnen voortzetten, zonder bijkomende belastingen op te leggen. Ik heb staatssecretaris Bertrand daar gisteren over aangesproken. Ook voor Oekraïners, wier talent ik zeer goed ken, geldt dat werken moet lonen. De regering zal daartoe ook maatregen nemen.
Hiermee is het werk niet af. De regering heeft zich ingezet voor de bescherming van de koopkracht van onze burgers. De tijd is aangebroken om af te stappen van ondersteuning en te beginnen aan de versterking van ons land door het nemen van structurele maatregelen in de richting van de gezondmaking van onze overheidsfinanciën.
Ik wil de regering oproepen om de ambitie die tijdens de begrotingscontrole kon worden opgetekend, te hernemen voor 2024. Een bijkomende inspanning van 1,2 miljard euro wordt gevraagd. Voor 2025 is een inspanning vastgelegd van 5 miljard euro per jaar. We mogen niet te licht over die bijkomende inspanningen gaan. Het zal opnieuw een delicate evenwichtsoefening zijn. Ik ben liberaal. Ik ben van nature optimistisch en voluntaristisch. Ik verwacht dat de regering op haar elan verdergaat, inzet op responsabilisering en de beschikbare middelen doelgericht gebruikt.
Ik reken erop te mogen uitkijken naar enkele duidelijke akkoorden. In de eerste plaats denk ik aan de akkoorden die ervoor zorgen dat wij de middelen van het herstel- en veerkrachtfonds kunnen gebruiken. Daarvoor is natuurlijk een pensioenhervorming vereist. Wij moet ervoor blijven zorgen dat iedereen een waardig pensioen kan krijgen. Ik kan alleen maar fier zijn dat, op vraag van de liberalen, de zelfstandigen daar nu ook uitzicht op hebben. Dat vereist natuurlijk dat wij ons pensioensysteem veiligstellen voor de toekomst. En dat kan alleen als onze activiteitsgraad wordt opgetrokken en als de pensioenen gekoppeld worden aan voldoende activiteitsgraad.
Beste collega’s, ten slotte, om vooruit te gaan moeten alle regeringen in dit land samenwerken. Het Rekenhof wees erop dat dit in verschillende posities tot problemen leidt. Wij moeten ons er ook van bewust zijn dat de federale regering niet gewoon een doorgeefluik kan zijn. Wij moeten de regionale regeringen niet alleen mee aan boord nemen maar mee verantwoordelijk maken.
Beste collega’s, wij hebben de verantwoordelijkheid opgenomen om deze regering te leiden. Anderen hebben de kelk aan zich laten voorbijgaan. Weglopen van regeringsverantwoordelijkheid is gemakkelijk. Het communistische paradijs op aarde beloven is gemakkelijk. Regeren vereist moed en compromissen. Sommige compromissen doen inderdaad pijn aan mijn liberale ziel, laten wij daarin eerlijk zijn. Maar liberalen blijven liberalen en een verdediging van het ondernemerschap is de essentie van ons partijcharter.
01.46 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer Leysen, u hebt natuurlijk gelijk dat de beste stuurlui aan wal staan en dat zij het schip geen richting kunnen geven, omdat zij aan wal gezet zijn. Van degenen die wel mee op de boot zitten en die mee aan het roer staan, zou men echter wel mogen verwachten dat zij richting geven aan het schip. Is er al meer dan intenties, zoals de stelling dat er iets moet gebeuren met de pensioenen en de stelling dat de werkzaamheidsgraad omhoog moet?
Toen ik vroeg wat de liberale maatregelen zijn waarmee u voor de pinnen komt, heb ik er gelukkig een gehoord. Ik heb begrepen dat wij alle uitgaven onder de loep moeten nemen. Dat is deze week dan toch al gebeurd, maar daarmee zullen wij de begroting natuurlijk niet redden. Over een jaar zullen de verkiezingen hebben plaatsgevonden. Van de regeerperiode die begonnen is in oktober 2020, is het grootste deel dus achter de rug. Voor degenen die wel op de boot zitten en die het roer in handen hebben, is het dan toch een gigantisch zwaktebod dat zij vandaag zeggen dat het hoog tijd is voor structurele maatregelen.
Tegen welke structurele maatregelen, vanuit uw liberaal oogpunt, mogen wij uw beleid volgend jaar bij de verkiezingen afmeten? Ik vind het zeer laattijdig om ze nog door te voeren, maar beter laat dan nooit. Noem eens de maatregelen die u voor de resterende tijd van de regering cruciaal vindt en die in de buurt komen van wat men van liberalen mag verwachten.
01.47 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de voorzitster, sta mij toe verbaasd te zijn over de tussenkomst van collega Leysen namens Open Vld, de partij die de premier van deze regering levert. Dat is veelzeggend. Ik stel slechts vast, mijnheer Leysen, dat jullie als liberalen er in de regering zelfs niet in slagen om een deuk te slaan in een pakje boter. Wat hebt u gerealiseerd, ook al hebt u als zevende partij de premier geleverd? Eigenlijk niks. U hebt daarjuist gezegd dat de situatie van de internationale positie van ons land bijzonder ernstig is. U hebt een aantal problemen opgesomd. Elke keer opnieuw als er op donderdag eender welk probleem wordt besproken in het vragenuurtje en de premier daarop moet antwoorden, stellen we vast dat hij alles komt bagatelliseren, verpakt in een grote show. De boodschap is elke week: wij zijn goed bezig. Elke week opnieuw.
Ik moet echter zoeken naar de realisaties van deze regering. U pleit voor structurele maatregelen? We hebben nog één jaar te gaan. Ik moet met een vergrootglas zoeken naar de structurele maatregelen die u met deze regering hebt genomen. Ik zie ze gewoon niet. De wereldvreemdheid van uw tussenkomst is omgekeerd evenredig met het resultaat dat u peiling na peiling haalt. U zegt dat de premier zich niet beperkt tot lopende zaken. Op papier is er nog een regering in volle bevoegdheid. U zei dat er altijd crisissen zullen zijn en dat we beter uit die crisissen komen, maar dat denk ik eerlijk gezegd niet. De regeringscrisis die we pas hebben gezien en die de regering wellicht zal overleven, is niet echt bevorderlijk voor de structurele maatregelen die u nog moet nemen of zou willen nemen. Ik vind dit allemaal heel vreemd. U hebt zelfs geen jaar meer om nog iets te realiseren. Ik vraag mij af wat u gaat doen. Hoe zult u de problemen die u zonet hebt opgenoemd nog allemaal opgelost krijgen in de misschien tien maanden die u nog heeft?
Tot slot, wil ik nog even terugkomen op de concurrentiepositie. U hebt niet gezegd dat ze verbeterd is, maar dat u ze beschermd heeft. Laten we het dan semantisch bekijken. Ik wil graag van u weten, mijnheer Leysen, op welke wijze jullie de concurrentiepositie van onze bedrijven beschermd hebben?
01.48 Christian Leysen (Open Vld): Ik ben altijd getroffen door de grote bezorgdheid van de oppositiepartijen over de peilingen. Wij hebben verantwoordelijkheid genomen en ik laat het aan de regeringsleden over om de maatregelen voor de zoveelste keer op te sommen. Ik heb duidelijk gezegd dat we nog niet zijn waar we moeten zijn en dat er nog veel werk is. Dat werk zal ook niet eenvoudig zijn.
Zoals gezegd staan de beste stuurlui echter aan wal. Ik hoor hier soms een links en soms een rechts discours voeren. Ik ben altijd verbaasd met welke lichtzinnigheid men denkt een land te kunnen besturen door sloganesk uit te halen. Ik heb uit mijn 45 jaar ondernemerschap geleerd dat er soms moeilijke tijden zijn en dat men dan moeilijke beslissingen moet nemen. Soms lukken zaken en soms lukken zaken niet. Sommigen herinneren zich misschien nog Fons Borginon die zei dat er leven na de dood is, ook politiek. Dat is natuurlijk een boutade. Als men echter verantwoordelijkheid neemt in moeilijke tijden, doet men dat omdat men denkt daarmee het land te dienen. Men regeert niet om altijd op korte termijn populair te zijn.
Dit land, zoals alle landen, kent een versnippering van het politieke landschap die het bijzonder moeilijk maakt om te regeren. Ik heb respect voor het werk van de regering en van de premier in het bijzonder. Veel van uw uitspraken vind ik goedkoop, want u komt zelf niet met plannen en u schuift de verantwoordelijkheid weg. In alle bescheidenheid geef ik toe, en dat heb ik op het einde ook gezegd: nobody is perfect. Het is moeilijk regeren in deze tijden. Maar het is plezant om oppositie te voeren, te lachen en spelletjes te spelen.
Ik ben hier gekomen in de overtuiging dat we samen, alle 150 volksvertegenwoordigers, verantwoordelijkheid dragen, dat we een mandaat hebben van de bevolking. Ik krijg alleen meer en meer de indruk dat het enige wat u interesseert is zich profileren met het oog op de volgende verkiezingen. Op die manier doet u het geloof en vertrouwen in de politiek dieper en dieper zakken.
01.49 Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer Leysen, door wat u nu zegt, maakt u het alleen nog maar veel erger.
Wat is eigenlijk de samenvatting van uw tussenkomst vandaag? U zegt dat de oppositiepartijen zelf geen plannen hebben. Excuseer, maar er zijn in het verleden genoeg voorstellen geweest. U hebt het over leven na de dood in de politiek. Wel, over reanimeren kent Egbert Lachaert alles. De kerncentrales vielen ook niet te reanimeren. En leven na de dood in de politiek begint voor de liberalen wel heel dichtbij te komen. U denkt in termen als links en rechts: soms zouden we links zijn, soms rechts. Maar zo denken wij niet. Wij hebben een nationalistisch discours. Wij komen op voor onze mensen. Wij komen op voor de werknemers, voor de hardwerkende zelfstandigen. Dat heeft niets te maken met links of rechts. Dan zegt u dat u vele jaren ervaring heeft als ondernemer. Maar die ervaring spreidt u niet tentoon in dit Parlement. Ik hoop dat u uw bedrijf niet heeft geleid met dezelfde warrigheid waarmee u daarnet bent tussenbeide gekomen.
Het belangrijkste was mijn vraag over wat u wilt realiseren tussen nu en de verkiezingen van volgend jaar om de problemen die u hebt opgesomd aan te pakken. U hebt daar geen enkel antwoord op gegeven. U hebt het over geen enkel thema of geen enkele maatregel gehad, hoe klein ook. Eigenlijk zegt u de facto dat u niets meer gaat realiseren. U heeft uw interventie immers beperkt tot het feit dat de oppositie steeds commentaar heeft en u staat uit te lachen.
Met uw tussenkomst maakt u een karikatuur van uzelf. Eigenlijk had u vandaag gewoon beter niets gezegd, er is immers niets nuttigs uitgekomen.
De voorzitster: Mijnheer Leysen, vraagt u het woord?
01.50 Christian Leysen (Open Vld): Men kan natuurlijk ook denken in populisme. Als men beleid voert, in een bedrijf, in een organisatie of bij de overheid, moet men zich de vraag stellen of men moet doen wat populair is, of wat juist is. Men kan zich soms vergissen. Deze regering heeft heel veel gedaan, maar heeft nog heel veel te doen. Er is dus werk aan de winkel.
Het is aan de regering om de volgende weken uit te tekenen wat ze nog wil en kan doen. Ik steun de regering daarbij. Als men een kapitein is in een storm, moet men de leiding nemen, beslissingen durven nemen en vooral niet te veel naar het getoeter luisteren van de stuurlui die aan wal staan.
01.51 Servais Verherstraeten (cd&v): Mevrouw de voorzitster, collega Van Lommel had het over een gebrek aan ondersteuning van onze ondernemers wat betreft hun concurrentiekracht. Ik wil daarover een en ander zeggen.
Tijdens de coronacrisis is er wellicht geen enkel land in West-Europa geweest dat zoveel heeft gedaan voor zowel de gezinnen als de ondernemers zodat zij konden overleven. De cijfers over het aantal faillissementen waarvoor we vreesden zijn niet bewaarheid geworden dankzij die maatregelen. Dat heeft zich herhaald tijdens de energiecrisis.
Wat deze begroting betreft, die we nu wat zullen corrigeren, was er de vrijstelling van sociale bijdragen voor het eerste kwartaal en het uitstel van betaling voor het tweede kwartaal. Als wij de gezinnen en hun koopkracht ondersteunen, dan ondersteunen wij impliciet ook de ondernemers die van de koopkracht van de gezinnen profiteren.
U vraagt wat deze regering het komende jaar nog hoort te doen. Ik denk dat ik namens heel de meerderheid mag en durf spreken. Zoals ook in de State of the Union werd vermeld, hebben wij afgesproken dat we naar een fiscale hervorming zouden gaan die werken meer doet lonen. De eerste resultaten daarvan moeten voelbaar zijn in het inkomstenjaar 2024, onder meer via de bedrijfsvoorheffing.
Het spreekt voor zich dat wij ook een pensioenhervorming en een energietransitie moeten doorvieren. De verlenging van twee nucleaire centrales is daarbij noodzakelijk. Verder moeten er ook maatregelen worden genomen zodat de mensen in 2025, 2026 en 2027 niet in de kou zullen staan. Dat zijn de uitdagingen waarvoor wij staan en waaraan wij moeten werken.
01.52 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, naar aanleiding van de vraag die collega Verherstraeten zopas aan de heer Leysen heeft gesteld, …
01.53 Servais Verherstraeten (cd&v): Ik heb geen vraag gesteld.
01.54 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer Verherstraeten, dat moet nochtans, want volgens de regels, die strikt worden gevolgd, dient u zich met een vraag te richten tot de spreker. De heer Leysen zal antwoorden, ongetwijfeld, zoals hij al de hele avond met veel succes doet.
Collega Leysen, wat collega Verherstraeten zonet heeft gezegd, is in zekere zin interessant, want het toont aan dat wij werkelijk op de laatste rechte lijn van het einde van de regering staan. Hoe lang die lijn is, weet ik niet. Als u de oekazes van de heer Bouchez niet braaf volgt, dan zal die rechte lijn morgen eindigen. Maar goed, in die laatste rechte lijn krijgen wij hier nog een bom aan te nemen maatregelen. Eigenlijk moet alles nog gebeuren: nog een pensioenhervorming, nog een fiscale hervorming, een akkoord over de verlenging van de levensduur van de kerncentrales.
Collega Leysen, ondertussen heeft collega Verherstraeten wellicht niet gemerkt dat er een weinig verheffende striptease met de fiscale hervorming aan de gang is. De btw-verhoging is er al uit, de regeling inzake de belastingaftrek eveneens, 6 miljard wordt 2 miljard. Niet de oppositie zegt dat, wel de andere meerderheidspartijen.
Collega Verherstraeten, u zei dat u namens de meerderheid sprak, maar volgens mij spreekt u niet namens de meerderheid wanneer u verklaart nog de ambitie te hebben om 6 miljard in de fiscale hervorming te realiseren. Iemand van de meerderheid, Conner Rousseau om hem niet te noemen, heeft namelijk gezegd dat het een utopie is, onhaalbaar, vergeet het. Hij zegt dat de hervorming zal uitkomen op 2 miljard, op zijn best. Dat betekent, 6 gedeeld door 2, drie keer minder. De verbetering van het inkomen van de burgers door een vermindering van de personenbelasting moet dus ook door drie gedeeld worden. Dat wordt dan wel een heel mager beestje. Ik spreek dan nog niet over de pensioenhervorming.
De voorzitster: Mijnheer De Roover, uw spreektijd zit erop.
01.55 Peter De Roover (N-VA): Collega Leysen, wij stellen dus vast dat de vivaldiregering een jaar voor de verkiezingen nog meer te doen heeft dan ze tot nu toe gedaan heeft.
01.56 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, ik heb geluisterd naar de opmerkingen van collega Verherstraeten en heb daaraan momenteel geen opmerkingen toe te voegen. Het is de regering, die regeert. Het Parlement moet controleren en in dit geval valideren. Dat is de taak van het Parlement.
Ik stel gewoon vast dat er alsmaar meer verwarring ontstaat tijdens het debat. Het gaat hier over de eerste aanpassing van de middelenbegroting. Men vraagt naar de plannen van de regering. Welnu, men kan het haar rechtstreeks vragen. Zoals gebruikelijk communiceert de regering wanneer het tijd is om te communiceren. Sommigen klagen dat wij hier vaak hetzelfde horen. Ik zeg niet: zet die plaat af, collega’s. Ik hoop alleen dat u op zinvolle manier zult gebruikmaken van de dialoog met de regering en van het juiste forum.
Is hier een begrotingsbespreking of een bespreking van de aanpassing van de middelenbegroting en de uitgavenbegroting aan de orde? Ik blijf me verbazen.
01.57 Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer Leysen, het gaat hier over de begroting en over de cijfers en daarom ook over de gemaakte beleidskeuzes. Dat lijkt mij nogal evident.
Het is toch wel erg dat cd&v daarnet duidelijkheid heeft moeten scheppen over wat u mogelijk meent. Daar komt het eigenlijk op neer: cd&v moet Open Vld hier komen redden, terwijl uw fractieleider, mevrouw De Block, gaan lopen is, wellicht omdat zij het niet meer aankon.
De heer Verherstraeten had het over de maatregelen inzake de concurrentiekracht. Ja, er is de covidepidemie geweest, ja, er is een crisis geweest en die maatregelen waren nodig. Wij hebben altijd gezegd dat de bedrijven geholpen moesten worden. Nu moeten we vaststellen dat de vooruitzichten relatief somber zijn. Het aantal faillissementen dat ondernemingsrechtbanken uitspreken, begint toe te nemen. De bedrijven zien de toekomst somber in. Men doet er ook alles aan om de inflatie af te remmen. Zo doet de ECB de rente stijgen. Dat maakt dat er minder geïnvesteerd wordt, dat de bedrijven minder werk hebben, dat de groei vertraagt en dat het probleem de komende periode nog groter wordt. Het is natuurlijk het ene of het andere: ofwel remt men de inflatie af, ofwel houdt me die in stand. Hoe dan ook wordt het voor onze ondernemers de komende jaren niet eenvoudig.
Overigens, hoe zult u de laatste tien maanden al uw hervormingen kunnen realiseren, des te meer aangezien de regering het over bijzonder weinig eens is? Een bevoegd minister laat amper een ballonnetje op of zijn voorstel wordt in de pers al door een andere meerderheidspartij neergesabeld. Daarnet werd er nog op gewezen hoe de fiscale hervorming niet op 6 miljard, maar op 2 miljard zal uitkomen. Hoe kan de minister van Financiën nu nog geloofwaardig zijn, wanneer hij een hervorming van 6 miljard ziet, terwijl zijn coalitiepartner over 2 miljard spreekt?
De voorzitster: Mijnheer Van Lommel, uw spreektijd zit erop.
01.58 Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer Leysen, Ik denk dat er nog heel weinig kan worden gerealiseerd en dat u daarom gewoon geen antwoord kunt geven.
01.59 Melissa Depraetere (Vooruit): Mevrouw de voorzitter, ik zal mijn tussenkomst ook doen vanaf mijn bank, ik wil niet onderdoen voor collega Leysen.
We voeren nu al gedurende een paar uur een begrotingsdebat. Dat is altijd een moment waarop we gedwongen worden om vooruit te kijken, verder dan de waan van de dag. Om te zien waar we vandaag staan, wat de regering heeft geleerd uit de voorbije begrotingsperiode en wat dat betekent voor de komende periode.
Ik heb veel geluisterd, maar ik heb me nog niet in het debat gemengd. Heel veel vragen zijn niet echt beantwoord. Ik heb heel veel politique politicienne gehoord, heel veel het politieke spel en politieke afrekeningen. Er was zelfs wat comedy – we moeten het debat nu eenmaal luchtig houden, laten we eerlijk zijn.
Over de begrotingscontrole heb ik inhoudelijk weinig gehoord, wel veel over zaken in de marge. Dat is misschien allemaal belangrijk, maar de begrotingscontrole gaat over specifieke keuzes. De mensen verwachten van ons dat er keuzes gemaakt worden en dat we daarover debatteren.
Deze regering is op haar best als ze de mensen beschermt, en dat heeft ze ook gedaan. Kijk maar naar de koopkracht, die is in ons land beter beschermd dan elders ter wereld. Dat tonen heel wat studies aan en iedereen profiteert daarvan. Ook collega Verherstraeten heeft dat net gezegd. De economische groei in ons land ligt daardoor een stuk hoger dan verwacht en het begrotingstekort een stuk lager dan eerder ingeschat. Dat is goed nieuws, maar dat betekent niet dat we ons mogen laten afleiden of dat we mogen achteroverleunen. We staan voor enorm grote uitdagingen die om eenheid vragen, maar ook om een constructieve politiek en een aantal beslissingen; ik refereer aan het pijnpunt van deze week. Dat vraagt ook om het nakomen van afspraken, dat is voor Vooruit altijd belangrijk geweest.
Van bij het begin van de regeerperiode heeft Vooruit gezegd dat deze regering moet investeren in de noden van de mensen. Dat is wat er gebeurt met deze begrotingscontrole. Ook hier worden een aantal keuzes gemaakt voor de koopkracht, voor de pensioenen en voor de gezondheid van mensen. Op deze drie wil ik graag even ingaan, omdat het voor ons drie belangrijke punten zijn.
Laat ik beginnen met de pensioenen. Op 1 juli 2023 stijgen de pensioenen in ons land opnieuw. De kaap van 1.500 euro is al enige tijd geleden genomen, versneld door de vele indexaties. Daarbovenop is een heel duidelijk groeipad toegevoegd. Dat zorgt ervoor dat de pensioenen verder kunnen stijgen. Dat is voor ons ook een heel belangrijk principe. Ik weet dat het niet voor iedereen het geval is, maar als het leven duurder wordt, dan moeten de pensioenen voor ons mee stijgen. Daarbovenop moest er ook iets extra gedaan worden om een bestaand onrecht weer goed te maken. In vorige periodes is hier immers erg op bespaard, of niet voldoende in geïnvesteerd. Wij vinden dat mensen die hun hele leven gewerkt hebben, er ook op vooruit mogen gaan.
Maar daar mag het niet bij blijven. Het mag niet enkel de investering zijn, het wordt echt tijd dat de pensioenhervorming op tafel komt. Vooruit heeft al enkele keren duidelijk gemaakt wat daarbij de belangrijke punten zijn. De tijd van palaveren en hopen dat bepaalde problemen op magische wijze zullen verdwijnen, is allang voorbij.
Ik denk dat iedereen de signalen vanuit Europa zeer goed gehoord heeft, ook in de commissie voor Financiën en Begroting. Als er in dergelijke belangrijke dossiers geblokkeerd wordt, dan kunnen we honderden miljoenen euro mislopen. Die stilstand moeten we vermijden. Enkel met een constructieve houding kunnen we daar iets aan doen. Dat een regering in reces zou gaan terwijl de tijd voor dat dossier verder doortikt, valt nauwelijks uit te leggen. Dat is de eerste heel belangrijke uitdaging wat ons betreft.
Een tweede uitdaging is de koopkracht. Ook daar zijn dingen gebeurd en zijn er uitdagingen voor de toekomst, meer bepaald voor de komende weken. Wat is er gebeurd? Wat koopkracht betreft, hebben wij de ambitie steeds erg scherp gesteld. De koopkracht is voor ons de prioriteit. Die is in ons land het best beschermd van de hele wereld. Dat komt door een hele reeks maatregelen, die ik niet allemaal ga opsommen. Energiecheques, btw-verlaging, maar zeker ook de indexering hebben daartoe bijgedragen. Het verschil met de vorige regering kan op die drie punten niet groter zijn als het over de koopkracht gaat.
Crisismaatregelen zijn er geweest, maar het is ook tijd om een aantal duurzame hervormingen op dat front uit te voeren. Er is vandaag al een en ander gezegd over de uitbreiding van het sociaal tarief en de hervormingen die daar nodig zijn. De vraag werd gesteld of die er niet zaterdag had moeten zijn. Ik denk van wel. Het was veel beter geweest als men dit naadloos op elkaar had kunnen doen aansluiten. Dat is vertraagd, maar het is belangrijk dat de hervorming van mevrouw Van der Straeten er zo snel mogelijk komt.
De heer Leysen heeft daarnet gehint op de verwachtingen van de deelstaten. Dat is ook een belangrijk punt met betrekking tot de koopkracht. Er zijn heel wat zaken gebeurd. Een aantal hervormingen moet er ook absoluut komen zoals de hervorming van het sociaal tarief. We mogen echter niet vergeten dat dit een samenwerking van verschillende regeringen zal vergen, verschillende regeringen zullen stappen moeten zetten om daarin iets fundamenteels te kunnen betekenen.
Waarom zeg ik dat? We moeten het sociaal tarief hervormen, maar mensen zijn weinig met een sociaal tarief als hun woning ondertussen niet wordt gerenoveerd. De twee horen samen, anders doen we weinig anders dan het sponsoren van grote energieleveranciers die al genoeg winst hebben gemaakt.
Collega’s, politieke verantwoordelijkheid nemen betekent niet alleen anderen scherp houden, maar ook naar jezelf kijken en dat geldt ook voor deze regering. Als we willen dat mensen netto meer overhouden, als we willen dat de lasten in ons land beter worden verdeeld, als we willen dat meer mensen aan de slag gaan, dan moet er gewoon een fiscale hervorming komen. Ook dat is duidelijk. Op dat vlak is de tijd van wachten voorbij. Dat heeft de heer Verherstraeten daarnet heel duidelijk gezegd. Er moeten nu stappen door de regering worden gezet. Dat is absoluut wat wij verwachten en wij zullen ons daarin ook constructief opstellen. De tijd voor de zomer is beperkt. Als er een inwerkingtreding op 1 januari 2024 moet zijn, dan is de tijd zeer beperkt. Dan moet dat echt nu gebeuren.
Een derde punt is de gezondheidszorg. Het is een moeilijke periode in de politiek, dat zal niemand ontkennen. Er waren echter verschillende momenten waarop de regering en de politiek boven zichzelf zijn uitgestegen in crisistijden. Dat kunnen we niet ontkennen. De gezondheidscrisis was daarvan een voorbeeld. Het contrast met de vorige regering was vanaf dag één dan ook heel duidelijk door de heldere communicatie en maatregelen die mensenlevens hebben gered.
Het is wel belangrijk dat er in gezondheidszorg, waarvoor Vooruit bevoegd is, geïnvesteerd wordt en dat er hervormd wordt. Crisismaatregelen zijn namelijk een ding, maar daar blijft het niet bij. Als we kijken naar wat minister Vandenbroucke in deze begrotingscontrole doet – dat is een constante in elke discussie die we hier voeren over de begroting, State of the Union of andere maatregelen – zien we dat er veel meer gebeurt dan enkel crisismaatregelen. Er wordt namelijk ook geïnvesteerd en hervormd. Ook in deze begrotingscontrole zit bijgevolg weer een pakket investeringen voor het zorgpersoneel en voor mentaal welzijn bij jongeren, bijvoorbeeld voor eetstoornissen. Vandaag is de hervorming van de ereloonsupplementen ook voorgesteld. Er wordt dus absoluut hervormd. Die rode draad is helder en die werkt. Verder werken loont ook, want het levert meer op dan enkel crisismaatregelen. Het zorgt immers voor een duurzaam beleid, waarvan de patiënt een stuk beter wordt.
Tot slot drukt de realiteit ons met de neus op de feiten, daarvoor hebben we Europa en deze discussie – ook al is ze met momenten bijzonder nuttig – niet nodig. Deze begroting wijst ons immers op de gekende noodzaak. We hebben een regering nodig die verder kijkt dan enkel naar zichzelf of de volgende peiling. We hebben partijen nodig, ook in de meerderheid, die bereid zijn om de stilstand te doorbreken, taboes te laten varen en dit moment voor de zomer te grijpen om er nog iets aan te doen. Dat is niet alleen nodig voor de begroting, maar ook voor de geloofwaardigheid van de politiek.
Mevrouw de staatssecretaris, ik wil hiermee concluderen. Wij steunen de keuzes die werden gemaakt in deze begrotingscontrole, ook al gaat het slechts om de bijsturing van eerder gemaakte beslissingen.
01.60 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw Depraetere, ik heb een vaststelling en een vraag.
De vaststelling is de volgende. U schoof drie punten naar voren: de regering heeft dingen gedaan voor de pensioenen, heeft prioriteit gegeven aan de koopkracht en heeft de gezondheidszorg versterkt. Professor Peersman zei over de koopkracht trouwens dat dat een dunner verhaal is dan wat hier graag naar voren wordt geschoven, maar daar moeten wij het over hebben in de commissie of wanneer de begroting besproken wordt. Dat zijn echter drie onderdelen die uitsluitend uitgaven betreffen en ik heb u niet over de inkomsten gehoord. Dat is de lafheid van het beleid van de regering: zij legt de klemtoon op de zogenaamde mooie dingen, namelijk dat waarvoor men geld uitgeeft, maar de tekorten van vandaag teren in op de koopkracht van morgen, zei de eerste minister. Sta mij dus toe om te zeggen dat uw verhaal toch licht populistisch is, omdat u zich beperkt tot het mooie verhaal, met het geld van morgen.
Ik heb ook een vraag. U zegt dat u de fiscale hervorming steunt, maar welke? Uw voorzitter zegt dat 6 miljard euro een utopie is en dat het nog over 2 miljard euro gaat. Klopt dat? Ligt de lat voor de Vooruitfractie op 2 miljard euro of hebt u daarover een andere mening dan uw voorzitter? Kunt u dat dan nog een ernstige oefening noemen als zij nu al zo wordt verschrompeld door uw eigen partijvoorzitter op het ogenblik dat de debatten in de regering – naar ik heb begrepen – nog grotendeels gevoerd moeten worden?
01.61 Melissa Depraetere (Vooruit): Ik benadruk natuurlijk de punten die voor ons het belangrijkste zijn, maar ik heb het ook over een aantal hervormingen gehad, zoals de ereloonsupplementen die vandaag worden hervormd. Dat gaat niet enkel over geld uitgeven, dat gaat over duurzame hervormingen die ervoor zorgen dat men de zaken efficiënter en beter organiseert. Hetzelfde geldt voor de energiefactuur. Die is hervormd, daar is heel veel geld uitgegeven in tijden van crisis. De rode lijn in mijn betoog is echter dat crisismaatregelen nodig zijn, maar dat er overal een stukje moet bijkomen. In de gezondheidszorg is dat heel duidelijk het geval. Dat is de hervorming waarvoor wij altijd pleiten.
Wat betreft de fiscale hervorming, voor ons mag dat 6 miljard zijn. We hebben een aantal zaken duidelijk vooropgesteld. Die fiscale hervorming is best in evenwicht. Dat wil zeggen dat men ook inkomsten moet zoeken op bepaalde plaatsen. Voor ons is dat heel duidelijk bij de grote vermogens en bijvoorbeeld niet door de btw te verhogen op producten in de winkelkar. Als men de mensen netto iets wil laten overhouden, dan mag men dat niet langs de andere kant terughalen.
Het is echter niet omdat wij één maatregel niet goed vinden dat we daar geen andere maatregelen zouden kunnen inpassen om aan een groter bedrag te komen. Voor ons is dat perfect bespreekbaar. Als dat voor andere partners niet bespreekbaar is, dan zeggen wij heel duidelijk dat er op zijn minst wel voor een ander bedrag iets moet gebeuren. Voor ons mag dat zeker meer zijn, maar het beste zou zijn dat dit in evenwicht is en dat we daar iets duurzaams realiseren.
01.62 Peter De Roover (N-VA): Ten eerste, dat getal van 2 miljard heb ik niet genoemd, dat heeft uw voorzitter gedaan. Die 6 miljard, waarvan de collega’s van cd&v altijd zeggen dat het een afgemeten en onderbouwd plan is, blijkt dat nu plots drie keer te veel te zijn tegen de achtergrond van de financiering daarvan. Het is dus toch niet onbelangrijk dat u nu, heel laat in het traject, tot de vaststelling komt dat 6 miljard waarschijnlijk niet haalbaar is en u daar nu dus het getal van 2 miljard op kleeft. Dan wordt het wel flinterdun. Dat is het punt dat ik wilde maken.
Ten tweede, ik hoor nu dat die btw voor uw partij uit het voorstel-Van Peteghem moet. Dat is ook voor cd&v belangrijk nieuws en ik ben blij dat collega Verherstraeten binnenkomt. Los van mijn mening daaromtrent, betekent die mededeling natuurlijk wel een ernstig financieringsprobleem voor het geheel.
Mevrouw Depraetere, u zegt dat u een oplossing hebt, dat zit bij de grote vermogens. Blijkbaar zat dat dan niet in het plan dat minister Van Peteghem naar voren gebracht heeft.
Dat wil zeggen dat we in heel die fiscale hervorming nog niet zo heel ver zitten, vrienden. De fiscale hervorming ligt op tafel, zei collega Beke, als ik het mij goed herinner bij de vorige begrotingscontrole. Dat is lang geleden. Vandaag stellen we vast dat de meerderheidspartijen het over zeer weinig eens zijn, zelfs niet over het bedrag waarnaar zij streven.
Collega’s van cd&v, ik wens jullie veel succes, zoals ik dat altijd doe, maar de wind zit tegen.
01.63 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw Depraetere, u hebt betreffende het sociaal tarief bijna hetzelfde antwoord gegeven als collega Vanbesien daarstraks, namelijk dat het beter was als het aansluitend is. Dat duidt er toch allemaal op dat het bijzonder lang duurt binnen die regering en dat iemand in die regering op de rem gaat staan, waardoor de door te voeren hervormingen gewoon niet doorgevoerd geraken.
Heel belangrijk in uw betoog vond ik dat u over de pensioenen zegt dat we in de richting van die 1.500 euro aan het gaan zijn. Dat is echter vooral of hoofdzakelijk gerealiseerd door de indexaties. Daar staat tegenover dat die 1.500 euro waarvan in het begin van de legislatuur sprake was, nu geen 1.500 euro meer waard is. Er werd beloofd om de pensioenen op te trekken tot het niveau van 1.500 euro, maar die minimumdrempel dient eveneens geïndexeerd te worden overeenkomstig de huidige koopkracht. Dan zegt u dat de indexering ervoor zorgt dat we de koopkracht beschermen. Er zijn echter bijzonder veel gepensioneerden die nu opeens bij het invullen van de belastingbrief moeten vaststellen dat ze zullen moeten bijbetalen als hun aanslagbiljet in de bus valt. Dat duidt erop hoe belangrijk het was om de belastingschalen te indexeren, wat niet is gebeurd. Een deel van wat ze vorig jaar bij hebben gekregen op hun pensioen, moeten ze nu terugbetalen aan de overheid via de belastingen.
U zegt dat de tijd van wachten voorbij is. We hebben inderdaad crisissen gekend, ongetwijfeld, we erkennen dat allemaal. U hebt wel drie jaar lang kunnen werken aan de maatregelen die in het regeerakkoord voorop werden gesteld. Nu zegt u dat we nog maar enkele maanden hebben om dat allemaal in orde te brengen. Hoe kan men nu iets wat men op vier jaar zou doen, plots op tien maanden tijd nog realiseren? Dan komt er niet zoveel van in huis, lijkt me.
Ik verwacht er relatief weinig van, mevrouw Depraetere. Ik heb heel goed geluisterd. U hebt hier een aantal voor u belangrijke punten aangehaald en ik neem daar akte van, maar we zijn er nog lang niet, vrees ik.
01.64 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mevrouw Depraetere, ik hoorde u daarnet zeggen dat er geen stilstand zou moeten zijn in het pensioendossier, dat we signalen van Europa krijgen en dat we zeker een akkoord moeten hebben. Ik weet niet of u De Tijd vandaag hebt gelezen, maar wat Europa zegt, is echt wel schandalig. Europa vraagt om 1 à 1,2 % van het bbp te besparen op de pensioenen.
Natuurlijk moet er een hervorming van de pensioenen komen, maar dat moet een hervorming zijn die ervoor zorgt dat de mensen op een normale leeftijd met pensioen kunnen gaan. Voor veel mensen is 67 jaar niet mogelijk. Vandaag betalen we in België 11,4 % van ons bbp aan pensioenen. Volgens de vooruitzichten zou dat in 2070 13,6 % zijn. Voor Oostenrijk zou het 14 % bedragen, voor Frankrijk 14,7 %, voor Finland 13,6 % en voor Portugal 13,7 %. Pensioenen betalen en mensen recht geven op rust is een maatschappelijke keuze. Dat is een investering die we kunnen en moeten doen.
Ik hoop dus dat ik op Vooruit kan rekenen om ervoor te zorgen dat wat er uit de bus komt aangaande de pensioenen een hervorming is die ervoor zal zorgen dat mensen dat recht op rust echt kunnen krijgen, met een degelijk pensioen, en dat u dus niet meegaat in het liberale verhaal.
01.65 Melissa Depraetere (Vooruit): Mijnheer Van Lommel, u zei dat er nog niet bijzonder veel gebeurd is. Ik daag u uit om het hoofdstuk uit het regeerakkoord over volksgezondheid erbij te nemen. Ik spreek voor onze eigen winkel. Kijk eens na wat daarvan gerealiseerd is. U zult versteld staan. Op vele fronten is er al meer gebeurd dan wat er in het regeerakkoord stond. U weet dat onze minister niet stilzit, zelfs niet tijdens de zomermaanden, dan is hij nog veel zaken aan het realiseren.
(…): (…)
01.66 Melissa Depraetere (Vooruit): Wat zegt u? Dat hij beter zou stilzitten? Hij heeft net de ereloonsupplementen aangepakt. Ik dacht dat de meesten van ons daar voorstander van waren. Ik daag u dus uit: neem het regeerakkoord erbij, maak de balans op van drie jaar en u zult zien dat er bijzonder veel gebeurd is.
Het verhaal van de pensioenen wordt hier altijd verkeerd voorgesteld. Het minimumpensioen bedraagt sinds januari 1.500 euro netto. Dankzij de vele indexeringen is dat versneld gegaan. Dat is logisch en wij zijn ook voor automatische indexeringen. Het is echter niet zo dat de regering hier wil stoppen omdat de 1.500 euro bereikt is. Het oorspronkelijk afgesproken groeipad wordt ook toegekend. Er is, bovenop de indexering, een investering van 2 miljard euro gekomen. Die zorgt ervoor dat het pensioen tegen eind 2024 300 euro meer zal bedragen dan in 2020. De indexeringen hebben daar natuurlijk toe bijgedragen, maar dat geldt zeker ook voor het groeipad. U hebt gelijk dat 1.500 euro vandaag niet hetzelfde is als een paar maanden of een paar jaar geleden. De indexering en het groeipad zijn echter volledig behouden, zoals eerder afgesproken. De belastingschijven zijn trouwens begin januari geïndexeerd, zoals dat elk jaar gebeurt.
Mevrouw Merckx, u weet heel goed dat
besparen op de pensioenen geen programmapunt van ons is. Voor de zeer lage
pensioenen zijn er net honderden euro bijgekomen, dat zegt genoeg. Voor Vooruit
moet een pensioenhervorming ervoor zorgen dat mensen die 42 jaar gewerkt hebben
met pensioen kunnen gaan. Het gaat dus niet om een vaste leeftijd maar om een
loopbaan. Mijn vader is gestart op zijn zestiende en is net gestopt, op zijn
zestigste. Dat had geen jaar langer meer moeten duren, want hij kon gewoon niet
meer. Mijn moeder is op haar veertiende gestart. Dat kan vandaag niet meer. Voor
sommige mensen heeft het geen zin om hen tot 67 jaar te laten werken. Dat
is onrealistisch en dan moeten ze later misschien een beroep doen op een
ziekte-uitkering. Er zijn ook best wel wat mensen die na 67 graag willen
voortwerken, misschien niet altijd voltijds, maar dat moet zeker mogelijk zijn,
op een voor hen gunstige manier. Dat is voor ons een belangrijk principe: meer
mensen aan de slag die dat willen en kunnen. Mensen die op zijn, zouden wat ons
betreft echter sneller met pensioen moeten kunnen gaan. De onderhandelingen daarover moeten natuurlijk nog
worden gevoerd.
01.67 Josy Arens (Les Engagés): Madame la présidente, mesdames les ministres, chers collègues, en septembre 2020, après plus d'un an de crise institutionnelle et d'attente d'un gouvernement fédéral fort, le gouvernement De Croo prenait les rênes du pays en pleine crise du Covid-19, troisième crise majeure en moins de vingt ans pour la Belgique après la crise financière, économique et sociale de 2008 et la crise de la zone euro de 2012 et 2013. Le covid a généré la plus grave crise économique depuis la fin de la Deuxième Guerre mondiale, entraînant de facto, du fait de mesures économiques et sociales indispensables, la dégradation du déficit du solde de financement pour la maison Belgique, entité I et entité II: de -2 % du PIB en 2019 à -9 % du PIB en 2020.
Pour l'année 2021, du fait de la reprise économique et de l'accroissement du PIB, mécaniquement, le déficit de l'ensemble des pouvoirs publics diminuait et s'établissait autour de -5,6 %, avec pour répartition entre entité I (autorité fédérale et sécurité sociale) et entité II (Communautés, Régions et pouvoirs locaux) respectivement -4 % et -1,6 %.
Madame la présidente, je regarde le décompte du temps et je pensais disposer de 20 minutes.
La présidente: Les groupes de l'opposition disposent de 20 minutes et les groupes de la majorité et les groupes non reconnus disposent de 10 minutes.
01.68 Catherine Fonck (Les Engagés): Madame la présidente, notre groupe dispose donc de 20 minutes.
La présidente: Oui.
01.69 Josy Arens (Les Engagés): Madame la présidente, nous sommes dans un grand Parlement.
En 2022, les choses semblaient repartir dans le bon sens, puisqu’en effet, le déficit semblait se réduire légèrement, passant de 5,6 % à 5,3 %. Ce sont bien évidemment les chiffres de la Cour des comptes.
Mais voilà qu’arrive le budget initial 2023. Que devions-nous déplorer? Un accroissement soudain du déficit de l’ensemble des pouvoirs publics, passant de 5,3 % en 2022 à 5,9 % pour le budget initial 2023. Tout le monde le dit, la principale responsable de cette dégradation est l’entité I, puisque sa part passait de 3,4 % du PIB en 2022 à 4,1 %.
Ainsi, entre 2022 et 2023, le déficit de l’entité I devait passer, de l’aveu même du gouvernement, d’un déficit de 18,667 milliards d’euros à 23,739 milliards d’euros, soit un accroissement du déficit d’un peu plus de 5 milliards d’euros.
Début mars, en perspective des travaux budgétaires du gouvernement fédéral, le Comité de monitoring fédéral avait recalculé le déficit de la Belgique en suite de l’évolution des paramètres macro-économiques.
Le déficit de l’ensemble des pouvoirs publics belges était ainsi inférieur, en 2023, de 6,2 milliards d’euros par rapport à ce qui était prévu dans le budget initial. Le déficit budgétaire devait s’établir de la sorte à 4,8 % du produit intérieur brut, soit 27,4 milliards d’euros au lieu des 5,9 % attendus.
Pour le niveau fédéral, l’amélioration par rapport aux prévisions se chiffre à 3,2 milliards d’euros, ou 0,6 % du PIB. Cette amélioration s’explique par une inflation moindre et des prix de l’énergie en baisse, ce qui entraîne effectivement une diminution des montants alloués au tarif social.
Mais y a-t-il matière à se réjouir pour autant? Absolument pas, puisque selon le comité de monitoring, toujours à politique inchangée, le déficit des Belges pourrait atteindre 41,6 milliards d’euros en 2028, soit 6,1 % du PIB.
Dans le cadre de son conclave, fin mars dernier, le gouvernement a bien évidemment acté cette embellie conjoncturelle. Nous ne pouvons pas l'en blâmer. Au-delà, le gouvernement a également décidé d'un effort complémentaire de 0,2 % du PIB, soit un ensemble de mesures estimé à 636 millions d'euros pour l'année 2023, montant finalement revu à la baisse puisqu'il s'élève à 574 millions d'euros en raison de l'actualisation de certaines corrections techniques, comme nous le dit la Cour des comptes dans son rapport.
Une partie des efforts décidés par le gouvernement devrait également s'appliquer à 2024 et au-delà. Le gouvernement a également décidé d'autres mesures, le tout devant atteindre pour 2024, selon la Cour des comptes, un total de 1,164 milliard d'euros. De la sorte, l'effort résiduel à devoir fournir par le gouvernement pour atteindre ses objectifs tels que retenus dans le programme de stabilité, à savoir 3 % du PIB, ne devrait plus être que de 1,2 milliard d'euros dans le cadre de ses travaux relatifs au budget initial 2024.
Si toutefois l'on regarde les faits en face, comme nous l'avions déjà souligné dans le cadre de l'élaboration du budget initial 2023, une série d'indicateurs structurels sont interpellants, voire carrément inquiétants. Lorsque l'on examine de plus près la situation budgétaire et financière de l'entité I, on remarque en effet que le dérapage des finances publiques ne serait rien s'il n'était que conjoncturel, mais, malheureusement, il est bien structurel.
S'il était conjoncturel, il serait facilement maîtrisé par le gouvernement. Il ne serait rien si le gouvernement nous annonçait dans la situation actuelle des réformes structurelles pour remettre nos finances publiques sur les rails. Mais, force est de constater qu'il n'en est rien. Or, à en croire les chiffres du comité de monitoring du Bureau fédéral du Plan, après une légère diminution du solde de financement SEC nominal attendue pour 2024, le déficit devrait ensuite repartir à la hausse et atteindre, à l'horizon 2028, un montant dépassant les 30 milliards d'euros. Je précise que les 30 milliards d'euros ne représentent pas le déficit cumulé mais le déficit annuel, ce qui est effrayant et interpellant. Ce solde devrait être égalé ou être proche du solde de financement SEC structurel. Cela signifie donc que plus le temps passe, plus réduire le solde de financement sera difficile et ne sera possible qu'avec des mesures structurelles, je le répète.
L'Europe et les marchés financiers continueront-ils ainsi à suivre le manque de discipline budgétaire de notre pays et en particulier de l'entité I? Rien n'est moins sûr! Contrairement aux règles en vigueur avant la crise de la Covid-19, la nouvelle discipline budgétaire européenne ne retiendra plus l'objectif d'un solde structurel à l'équilibre comme critère d'appréciation des finances publiques. Elle maintient cependant le critère d'un déficit nominal maximal de 3 % du PIB.
L'autorisation accordée aux États de présenter un solde de financement négatif limité à 3 % du PIB ne pourra, toutefois, pas hypothéquer la soutenabilité à moyen ou long terme de leurs finances publiques, laquelle sera concrétisée par l'obligation de maintenir l'endettement à un taux inférieur ou égal à 60 % du PIB.
Les États qui ne respectent pas ces critères d'endettement devront proposer des mesures garantissant la diminution de leur taux d'endettement de manière spontanée satisfaisante après une période initiale de quatre ans. Par ailleurs, les États dont le taux d'endettement est élevé (Belgique, Espagne, France, Grèce, Italie et Portugal) devront s'engager à prendre les mesures nécessaires pour réduire de manière durable et progressive le ratio entre la dette publique et le PIB.
Cette période de quatre ans pourra être étendue à sept ans moyennant un accord préalable de la Commission européenne, pour autant que les États concernés s'engagent à mettre en œuvre des réformes structurelles et à procéder à des investissements qui améliorent la situation budgétaire. Les États membres bénéficiant de cette prolongation devront cependant fournir la majeure partie de leur effort budgétaire au cours des quatre premières années.
En outre, les États dont le déficit public est supérieur à 3 % du PIB devront réaliser un ajustement budgétaire minimal de 0,5 % du PIB par an aussi longtemps que leur déficit restera supérieur à ce pourcentage. Enfin, toute déviation par rapport à la trajectoire d'ajustement par un État fortement endetté conduira en principe à l'ouverture d'une procédure en déficit excessif.
Conclusion: si ces règles sont d'application, la Belgique sera singulièrement dans le viseur de la Commission européenne. Rappelons que dans son rapport sur le budget initial 2023, la Cour des comptes pointait en effet que la Commission constate enfin que parmi les pays fortement endettés – la Belgique, la France, la Grèce, le Portugal et l'Espagne –, la Belgique est le seul pays où le taux d'endettement continue à augmenter et où la croissance des dépenses courantes financées par les pouvoirs publics s'avère supérieure à la croissance potentielle.
Depuis l'avis de la Cour des comptes et nos travaux en commission, ces constats inquiétants ont été réitérés avec insistance par le Bureau fédéral du Plan et par la Banque nationale de Belgique. Ces nouvelles mises en garde n'ont pas infléchi la politique du gouvernement, elles ont uniquement donné lieu à des attaques contre la Banque nationale de Belgique et son gouverneur, qui a été accusé de faire de la politique et d'être sorti de son rôle. Comme le dit la chanson: "Il a dit la vérité, il doit être exécuté." C'est vraiment inquiétant.
À cela, il convient encore d'ajouter les prises de position de la Commission européenne par rapport aux conséquences sur le plan de relance et l'absence de réformes structurelles, en particulier dans le domaine des pensions. Et ces prises de position se matérialisent par une fermeté à laquelle nous n'avions plus assisté depuis longtemps. Au cœur de cette fermeté figure la soutenabilité budgétaire de ce que propose la Vivaldi en matière de pensions.
Mais au-delà de ces constats généraux et hautement inquiétants pour notre pays et l'entité I, le gouvernement fédéral a, dans le cadre de son ajustement, pris des mesures que nous ne pouvons que déplorer. On accroît davantage la sous-utilisation dans les soins de santé de 100 millions d'euros de manière structurelle pour 2023 et 2024. Comment, dès lors, ne pas comprendre que ce sera également entériné par la suite? Cela revient à diminuer la qualité de nos soins de santé à hauteur de 100 millions d'euros.
Comme d'habitude, on nous annonce des mesures, mais qui nécessiteront des modifications légales.
Mais qu'en sera-t-il? Au vu des tensions dans l'actuel gouvernement de la Vivaldi, nous pensons sérieusement qu'une bonne partie de ces mesures ne sera jamais adoptée, d'autant que nous avons l'impression que, pour le moment, le gouvernement est en affaires courantes, même si nous espérons, madame, messieurs les ministres, que ce n'est pas le cas. Quoi qu'il en soit, nous espérons que, dans les mois qui viennent, des mesures urgentes et structurelles seront prises.
Nous constatons une réforme de la taxe sur les ASBL, laquelle devrait rapporter 82 millions à l'État à partir de 2024. Si je traduis, on augmentera la pression fiscale sur les ASBL. Était-ce vraiment nécessaire de taxer celles-ci davantage? Je rappelle que, selon une étude de la Fondation Roi Baudouin de 2019, fin 2017, pas moins de 109 930 associations et fondations étaient actives dans notre pays. Outre leur importance sociétale, elles ont une valeur économique. En effet, 10 688 d'entre elles emploient du personnel. Ensemble, elles occupent 329 642 personnes. Il s'agit surtout d'associations actives dans le secteur social et dans le secteur de la santé. Veut-on encore faire des économies dans ces deux secteurs? C'est le signal qui est envoyé.
Bien sûr, il faut des recettes nouvelles. Pourtant, il serait possible de ramener des recettes à l'État via une meilleure lutte contre la fraude fiscale. Nous avons entendu le Bureau fédéral du Plan en commission des Finances. À cette occasion, il a été question de l'évitement fiscal suite au mécanisme d'ingénierie. Là aussi, madame la secrétaire d'État, il y a réellement moyen de trouver des recettes nouvelles. Mais il faut avoir le courage de s'attaquer à la question, avec une meilleure perception de la TVA ou encore la mise en application rapide de la taxe sur les multinationales ou les transnationales.
Qu'auraient permis tous les moyens générés par les quelques sources que je viens d'évoquer? Ils auraient permis de ramener notre pays sur le droit chemin de la bonne gestion budgétaire et financière. Ils auraient permis de ne pas saquer dans les soins de santé, d'assurer de manière pérenne et sans rogner les moyens dédicacés à une revalorisation minimale des pensions, de revaloriser les moyens dédicacés à la justice, de mieux financer notre sécurité, en particulier notre police, et de ne pas taxer nos ASBL.
Au rang des dépenses manquantes que nous pointerons, j'aurai une attention particulière pour les dépenses de police pour lesquelles ma collègue Vanessa Matz a déposé des amendements. En effet, nos services de police connaissent un sous-financement structurel. Mais quand allons-nous enfin faire de la sécurité l'une des priorités de notre pays?
C'est pourquoi nous redéposerons ces amendements, pour aider Mme la ministre de l'Intérieur, avec l'espoir qu'ils seront approuvés par notre Assemblée. Le premier concerne le renforcement transversal des dépenses de police à hauteur de 34,8 millions d'euros; un autre concerne le refinancement structurel de la police judiciaire fédérale à hauteur de 42 millions d'euros; le troisième concerne la compensation du régime de fin de carrière pour le personnel de la police fédérale communément appelée la NAPAP et le dernier vise au financement du régime de fin de carrière de la police locale.
Bref, notre situation budgétaire devient – pardon – est dramatique, alors même que l'on constate que le refinancement de la santé reste insuffisant, que le financement de la police et de la justice l'est tout autant et que l'on ne se rapproche pas de l'objectif de 2 % du PIB pour l'effort de défense. Or, aujourd'hui, nous savons que la Défense, dans la situation que nous vivons, est importante, puisque le contexte international est particulièrement inquiétant, nous devons tous le reconnaître.
En conclusion de mon intervention, je terminerai par quelque questions.
Quand cette majorité va-t-elle prendre les choses en main et prendre des mesures sérieuses en vue de juguler le déficit structurel? Quand allez-vous vous réunir avec les gouvernements des entités fédérées afin de les sensibiliser à la chose? S'ils n'ont pas encore compris les enjeux qui sont derrière ces taux d'endettement vertigineux qui sont à nos portes, quand allez-vous dessiner une trajectoire sérieuse de retour à l'équilibre budgétaire de notre pays?
Je disais dans mon exposé concernant le budget
2023 que j'étais déjà ici dans les années 90, quand nous avions de grosses
difficultés budgétaires. Je me rappelle de toutes les mesures qui avaient été mises
en place à l'époque, des outils qui avaient été créés pour gérer plus
efficacement cette dette publique. Aujourd'hui, je ne vois rien arriver dans ce
sens. Donc, quelque part, ce que
nous vivons est réellement inquiétant. Il sera en effet difficile d'imaginer un
avenir serein pour nos compatriotes, pour les générations futures aussi, tant
qu'une trajectoire budgétaire avec une ligne financière claire n'aura pas été
préalablement définie.
Ce que nous voulons bien évidemment, c'est une réforme des pensions juste et correcte pour les citoyens. C'est aussi une ambitieuse réforme fiscale qui récompense ceux qui travaillent. Ce que nous voulons, ce sont des mesures qui augmentent le taux d'emploi et mettent fin aux pénuries de main d'œuvre. C'est assez extraordinaire d'avoir des pénuries de main d'œuvre dans notre pays! Pourtant, depuis le temps que nous portons ce message dans le cadre des exercices budgétaires successifs, nous ne voyons toujours rien venir. Mais qu'attend le gouvernement? Qu'attend la majorité? Continuerez-vous à vous mettre la tête dans le sable jusqu'aux élections de 2024, ce que je crains très fort, ou entendez-vous prendre enfin des mesures structurelles?
Certains disaient que nous avons encore du temps devant nous jusqu'au 21 juillet. Mais d'ici quelques jours, nous serons déjà le 1er juillet. Bonne chance! Nous devrons siéger nuit et jour au Parlement si toutes ces mesures structurelles doivent encore voir le jour.
Je rappelle que nous soutenons très fortement la réforme fiscale prônée par le ministre des Finances Van Peteghem. Je suis vraiment triste de voir qu'il a autant de difficultés face à certains partis de la majorité, à concrétiser ces mesures importantes pour la gestion de notre pays pour le moment et aussi pour les générations futures.
Je vous remercie.
01.70 Melissa Depraetere (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, ik wil kort reageren omdat de heer Arens zei dat er bespaard wordt op de gezondheidszorg en dat daardoor de kwaliteit ervan daalt. Ik wil dat rechtzetten.
Mijnheer Arens, u spreekt over een onderbenutting van 100 miljoen die opgenomen is in deze begrotingscontrole. Dit komt doordat de spontane stijging van de medische consumptie lager blijkt te zijn dan eerder werd ingeschat. Het gaat om een onderbenutting. Ik meen dat dit een gangbare praktijk is bij een begrotingsopmaak en bij begrotingscontroles.
Wat u er niet bij zegt, is dat er alleen al in deze legislatuur 3 miljard euro extra wordt geïnvesteerd in het basisbudget voor Volksgezondheid. Dit bedrag wordt uiteraard ook geïndexeerd, maar er wordt nu 3 miljard extra geïnvesteerd. Het is een beetje eigenaardig dat u hier over een onderbenutting van 100 miljoen komt spreken terwijl er 3 miljard extra geïnvesteerd wordt in Volksgezondheid.
La présidente: M. Arens souhaite prendre la parole.
01.71 Josy Arens (Les Engagés): J'ai en effet parlé des ASBL, et ma collègue Fonck vous parlera de la sous-utilisation des 100 millions. Or ces ASBL qui sont taxées davantage pour 82 millions sont impliquées dans le secteur social et celui de la santé.
Ensuite, nous appartenons à cette catégorie de citoyens qui ne peuvent que regretter ce qui passe sur le terrain des soins des santé. Certaines choses ont certainement été accomplies. Cependant, quand je vois la situation dans les hôpitaux et ce que vivent nos infirmières et notre personnel soignant, je suis scandalisé par l'évolution de notre pays et j'espère que votre ministre – puisque chaque parti défend ses ministres – en est bien conscient et qu'il mettra tout en œuvre dans les semaines et les mois à venir pour changer cette situation. Je cède maintenant la parole à ma collègue, Mme Fonck.
01.72 Catherine Fonck (Les Engagés): Madame Depraetere, je veux bien me lancer dans un débat sympathique sur les soins de santé à cette heure-ci, mais permettez-moi de vous rappeler quelques faits.
Nous constatons en effet une sous-utilisation des 100 millions. En pratique, votre majorité choisit de remballer ce budget vers le Trésor, alors qu'il aurait évidemment pu servir à des politiques urgentes et cruciales – dont je peux vous dresser la liste – qui ne sont pas assumées.
Ensuite, c'est la énième fois que votre ministre nous maquille des économies qu'il a habilement rebaptisées "sous-utilisations". À chaque discussion budgétaire, c'est pareil et cela dure depuis le début de cette législature.
Par ailleurs, quand vous parlez de 3 milliards d'euros, puis-je en appeler quand même aux faits et à la réalité? Nous avons traversé une crise covid qui a absorbé l'essentiel du budget. L'accord du non-marchand? Il ne date pas de cette législature, puisqu'il a été conclu sous la précédente – tout comme l'accord de l'IFIC. Tout cela figurait déjà dans la trajectoire. Vous nous faites un micmac en présentant un budget que vous qualifiez de "génial pour la santé".
Voulez-vous que j'aille un cran plus loin? Pour 2024, vous avez prévu – censément en conformité avec la promesse exposée dans l'accord de gouvernement – de réduire une norme de croissance de 2,5 à 2 %. Or, en raison du vieillissement de la population, nous savons très bien que c'est largement insuffisant.
Et puis, permettez-moi de vous conseiller d'aller voir ce qui se passe sur le terrain. Le personnel soignant s'enfuit en nombre. La situation est catastrophique dans les hôpitaux. Et ce n'est pas beaucoup mieux au niveau du domicile. On a des pénuries qui ne font que s'aggraver alors que nous avons un nombre de visas suffisant. Pour ne prendre qu'un exemple, quand aura-t-on enfin un plan d'attractivité digne de ce nom pour les soignants, singulièrement pour les infirmiers? Si vous décidez de reporter cela à plus tard, éventuellement sous une prochaine législature, c'est la qualité des soins qui sera mise à mal pour les patients.
01.73 Melissa Depraetere (Vooruit): U moet zich niet zo kwaad maken, mevrouw Fonck. Ik ga trouwens op het terrein. De voorbije zes weken ben ik bij negen ziekenhuizen langsgegaan om in gesprek te gaan met het zorgpersoneel. Uiteraard zal het niet genoeg zijn. De uitdagingen in de zorg zijn gigantisch, dus het zal nooit genoeg zijn. U kunt echter niet ontkennen dat er gigantisch veel extra, boven op het basisbedrag, wordt geïnvesteerd. Dat kunt u toch niet ontkennen? Dat is het punt dat ik daarnet had gemaakt. Er wordt gesproken over een onderbenutting van 100 miljoen. Daar moet u wel bij zeggen dat er deze legislatuur voor 3 miljard euro wordt geïnvesteerd. Dat kunt u geen besparing noemen, dat is gewoon niet correct. Dat was gewoon het punt dat ik had gemaakt.
01.74 Catherine Fonck (Les Engagés): Je voudrais rajouter le coût des vaccins. Ils ne sont même pas prévus dans ce budget 2023. C'est toujours le grand silence dans la majorité: comme il n'y a pas d'accord, on va le renvoyer comme facture aux entités fédérées, alors que c'est une compétence fédérale. Un accord existe pourtant depuis des années à ce sujet et la preuve en est que le vaccin contre le covid a été largement payé par l'État fédéral.
C'est toujours, étape après étape, une manière de faire des vases communicants et de réutiliser du budget Santé. Sur vos trois milliards, une partie importante est affectée au vaccin et une autre à une série d'autres choses. Vous qui défendez toujours l'indexation totale, vous savez que, dans les soins de santé, pour la majorité des soignants, l'indexation est seulement partielle.
Des efforts sont réalisés dans le domaine de la Santé, certes, mais bien moindres comparés aux promesses que vous aviez faites et comparés aux besoins clairement identifiés par le Bureau du Plan et par le comité du vieillissement, tout comme par le terrain. Les manquements sont majeurs.
Je vous entendais tout à l'heure parler de la
dernière décision prise au niveau des suppléments pour les IRM, un problème qui
concerne d'ailleurs surtout la Flandre. Aujourd'hui, les patients, à cause de
l'absence de décision prise par ce gouvernement, attendent six mois pour avoir
un rendez-vous pour une résonnance magnétique nucléaire. Cet examen est
pourtant devenu incontournable, crucial en cas de cancer, de pathologies
cérébrales et de beaucoup d'autres maladies. Six mois, c'est beaucoup plus que
dans les autres pays. La situation s'est dégradée ces dernières années et nous
avons un nombre d'IRM par habitant bien plus faible comparé aux pays
limitrophes. C'est le
résultat de votre politique de santé.
01.75 Melissa Depraetere (Vooruit): Mevrouw Fonck, ik vraag maar heel kort het woord, want wij kunnen heel lang over de gezondheidszorg discussiëren. Daarvoor is het hier de plaats niet. Ik vind gewoon dat u correcte informatie moet geven wat de cijfers betreft en dat hebt u niet gedaan, want er wordt 3 miljard euro geïnvesteerd. Er zijn heel veel uitdagingen en er zou nog heel veel extra kunnen worden geïnvesteerd – daar ben ik het absoluut mee eens –, maar het is niet correct dat dat niet gebeurt. U vroeg daarnet ook wanneer er een aantrekkelijkheidsplan komt, maar u weet heel goed dat men bezig is met een toekomstagenda daaromtrent en dat iedereen daarbij wordt betrokken. Wat u zegt, klopt gewoon niet met de feiten. We kunnen de discussie altijd verderzetten in de commissie voor Gezondheid, maar men kan niet ontkennen dat er bij het budget 3 miljard euro is bijgekomen sinds het laatste jaar van de vorige legislatuur.
01.76 Catherine Fonck (Les Engagés): Madame Depraetere, un peu d'honnêteté intellectuelle! Que représente l'inflation dans ces trois milliards? Je vous le demande très précisément. Répondez à la question et, puis, on pourra peut-être en reparler.
Pour moi, cela peut durer longtemps. C'est vous qui avez amené le sujet, alors que nous avions fait une très brève intervention en la matière. Par ailleurs, on aurait pu intervenir à de nombreuses reprises dans les débats de cet après-midi.
Je ferai encore un petit point sur le manque de soignants, sur la pénurie majeure, sur l'hémorragie à laquelle on assiste. En ce qui concerne l'agenda du futur, qu'avez-vous décidé sous cette législature par rapport à la pénurie des infirmiers? Les remplacer par des pensionnés, des chômeurs et des flexi-jobs! Ce sont là les décisions prises par la majorité Vivaldi en réponse à la pénurie dans les soins de santé.
Madame la présidente, je ne savais pas que M. Laaouej avait la parole!
La réalité, c'est que cela n'a évidemment aucun impact positif.
La présidente: Chers collègues, je rappelle que nos règles prévoient des questions à l'adresse de l'orateur et non pas des échanges entre nous. Pouvons-nous clore le débat sur les soins de santé ou revenons-nous sur l'ajustement?
01.77 Gitta Vanpeborgh (Vooruit): Aangezien het hier kennelijk niet gaat over de aanpassing van de middelenbegroting, maar over de gezondheidszorg herinner ik er toch wel even aan dat de regering het Zorgpersoneelfonds jaarlijks stijft met 400 miljoen euro, extra budget uittrekt voor opleiding – er werden al 1.000 personen opgeleid in het kader van de campagne Kies Voor de Zorg en Project 600 – en extra middelen veil heeft voor innovatie in ziekenhuizen om het werk van zorgkundigen en verpleegkundigen te verlichten. Daarnaast heeft ze tijdelijke, maar niet minder belangrijke maatregelen genomen, zoals de inzet van studenten en gepensioneerde zorgverstrekkers omwille van meer handen aan het bed en de verlichting van de werklast. Zij heeft de zorgladder terecht grondig herzien, met aandacht voor meer taakdifferentiatie en betere doorstroming, waarbij de invoering van de basisverpleegkundigen de eerste stap is. Ze heeft ook de maximumfactuur versterkt; het verbod op de toepassing van de derde-betalersregeling afgeschaft, 50 miljoen extra ingezet voor een betere toegang tot mondzorg en tandheelkundige zorg en dan heb ik het nog niet over de ongeziene investeringen in mentaal welzijn. Zo kan ik nog een halfuur doorgaan.
Dus ja, het mag gezegd worden dat er heel wat inspanningen in de gezondheidszorg zijn geleverd. Die inspanningen zullen worden voortgezet, als u de aanpassing van de middelenbegroting goed bekeken hebt.
01.78 Catherine Fonck (Les Engagés): Je vais résumer mon propos, premièrement en disant que vous pouvez faire l'addition des chiffres que vous venez d'évoquer, cela ne donne pas trois milliards d'euros. Deuxièmement, les mesures les plus importantes que vous avez énoncées ont été prises sous la législature précédente. Je vous laisse régler vos popotes entre les différentes législatures.
Troisièmement, soyons sérieux! Voyez-vous qu'aujourd'hui, sur le terrain, il y a une pénurie de soignants à ce point catastrophique que certains services et unités entiers d'hôpitaux sont fermés? Que la réalité qui nous attend au 1er juillet est, elle aussi, catastrophique?
Vous confirmez qu'on a effectivement décidé, en guise de plan B, d'engager des étudiants, et j'y ajouterai des chômeurs, des pensionnés et des flexi-jobs. Effectivement, cela permet de passer le cap de quelques semaines un peu plus compliquées pendant les congés, mais à quel prix? À quel prix? Avec une remodélisation complète des unités d'hospitalisation.
Enfin, l'ajustement budgétaire ici, quels sont ses effets? Dans un ajustement, effectivement, vous faites le choix de renvoyer 100 millions d'euros vers le Trésor plutôt que de l'investir dans des besoins majeurs au niveau des soins de santé. C'est la énième fois, et c'est votre choix. Vous avez, certes, un budget qui a augmenté avec l'inflation et, forcément, cela permet de donner un montant important mais, à côté de cela, vous avez aussi fait le choix d'économies, de vases communicants et de non-renfort par rapport à des politiques pourtant cruciales!
La présidente: Merci chère collègue. Je propose de poursuivre en donnant la parole à M. De Smet sur l'ajustement budgétaire qui nous intéresse aujourd'hui et qui est le point à l'ordre du jour.
01.79 François De Smet (DéFI): Madame la présidente, mesdames les secrétaires d'État, je ne serai pas très long. Que vous dire, franchement, sur cet ajustement, si ce n’est qu’il est à l’image de cette coalition, c'est-à-dire sans espoir, sans espoir réel pour l’avenir? Et croyez bien que je dis cela avec une compassion presque chrétienne.
Le problème est qu’il est toujours compliqué de taper sur un budget ou un ajustement de la Vivaldi lorsqu’on est un parti d’opposition situé au centre, parce que nous ne voulons pas faire le jeu des extrêmes. Et en même temps, chers collègues de la majorité, vous n’aidez pas!
Bien sûr, tout n’est pas de votre faute. Si vous n’arrivez pas à produire de grandes réformes importantes, c’est notamment parce que le poids des extrêmes dans ce Parlement force un nombre de plus en plus grand de partis à s’allier, ce qui empêche des choix clairs et orientés en termes de réformes. Cela crée un cercle vicieux.
Je ne vois pas très bien comment nous allons nous en sortir, sauf si vous parvenez à produire, dans les trois semaines, au moins une réforme fiscale et une réforme des pensions qui soient réellement réussies. Je le souhaite très sincèrement, parce que nous avons besoin de briser ce cercle vicieux que nous avons vu tout l’après-midi – et je pense notamment à l’intervention parfois laborieuse de notre collègue de l’Open Vld, entrecoupée de ricanements des extrêmes…
01.80 Ahmed Laaouej (PS): (…)
01.81 François De Smet (DéFI): Monsieur Laaouej, c’est malheureusement exemplatif du problème que nous avons. C’est exemplatif du fait que plus un grand nombre de partis démocratiques doivent s’allier, plus il est compliqué de résister à la pression des extrêmes.
Vous devez donc réussir ces réformes pour enrayer cette mécanique, absolument. Vous devez réussir, par exemple, la réforme fiscale On pensait cette réforme pratiquement aboutie. J’ai lu un titre de presse disant: "La Vivaldi proche d’un accord sur le nucléaire, mais loin de sa réforme fiscale." On a la sortie du ministre de l’Économie, qui promettait un gain généreux et substantiel de 58 euros net par mois, ce qui paraît quand même assez ridicule au regard des besoins, de l’inflation et du coût de l’énergie.
On ne parle donc plus de blocage, mais bel et bien d’illusion. On espère une réforme pour le 20 juillet. Dont acte. Je pense que tout le monde est d’accord sur ces objectifs; personne n’est d’accord sur la manière de les financer.
La réforme des pensions: est-il vraiment nécessaire d’y revenir? Nous vous interrogeons souvent ici au Parlement sur la manière d’y aboutir. Nous voyons des règlements de comptes par presse interposée. La ministre des Pensions vient dans la presse à chaque fois qu’elle a une proposition qui bloque au gouvernement. Je suis quand même inquiet.
Nous avons déjà parlé à plusieurs reprises cet après-midi du blocage enregistré par la Commission européenne. Je veux bien qu'on traite de technocrate la fonctionnaire qui nous écrit et nous rencontre pour nous témoigner son inquiétude. Il n'empêche que la possibilité de voir nous échapper un montant de 974 millions d'euros est réelle. Je ne me contente pas de me dire, comme le rappelle un article de presse que je viens de voir passer, "qu'on va peut-être perdre seulement 300 millions". Je parle évidemment de ce que coûtera l'emprunt nécessaire que nous prenons maintenant pour préfinancer notre propre plan de relance au niveau fédéral.
Pourtant, il y a urgence. Entre 2023 et 2028, les dépenses en matière de pension passeront de 63 à 80 milliards d'euros, soit une augmentation de 16 milliards. Cela correspond d'ailleurs à la moitié de l'effort budgétaire nécessaire pour limiter le déficit à 3 % du PIB d'ici à 2030.
Sur le nucléaire, nous verrons s'il y a un accord confirmé dans les prochains jours. J'ai aussi une petite inquiétude. J'avais déjà interrogé la ministre en commission. En effet, la moitié des 100 millions d'euros prévus pour la recherche, non pas pour les réacteurs prolongés mais pour les nouveaux petits réacteurs modulaires qui devront faire partie d'un mix énergétique avec le renouvelable, sera techniquement détournée pour le programme spatial en vue d'avoir un prochain astronaute européen. Je suis le premier ravi à l'idée qu'un Wallon puisse être le prochain astronaute européen, mais je ne suis pas convaincu par les explications qui essayent de justifier les raisons pour lesquelles cela doit handicaper et freiner le développement des SMR.
Je n'ai pas voulu intervenir tout à l'heure sur la fraude fiscale. Je m'attendais à ce que notre collègue Laaouej soit beaucoup plus énervé que cela sur les progrès du gouvernement en la matière. Je le connais un peu. Effectivement, il y a pas mal de marge. Quand on voit les intentions préalables du gouvernement et quand on voit réellement ce qu'il arrive à faire, quand on voit que la Cour des comptes a précisé que l'engagement de 73 inspecteurs fiscaux supplémentaires n'a pas été approuvé par le Conseil des ministres, que le troisième plan d'action et de lutte contre la fraude n'a pas encore non plus été soumis à l'approbation du gouvernement, on est en droit de se demander si la lutte contre la fraude fiscale est vraiment la volonté de tous les partenaires de cette coalition. La Vivaldi avait, pour rappel, promis de récolter un milliard d'euros supplémentaire d'ici la fin de la mandature, depuis son entrée en fonction. On peut nourrir des doutes quant au fait qu'elle parvienne à remplir cet objectif.
Pour ce qui est du déficit et de la dette, nous savons tous que la situation est catastrophique. Le déficit grimpe à 20 milliards d'euros en 2023. À politique inchangée, les charges d'intérêts passeront de 8,6 milliards en 2024 à 15,9 milliards d'euros en 2028, soit une augmentation comprise entre 1,2 et 1,7 milliard d'euros.
Le Bureau fédéral du Plan a estimé que pour satisfaire dans un délai de sept ans à l'objectif de soutenabilité à long terme de la dette publique et maintenir par la suite durablement le solde de financement en dessous de 3 % du PIB, des efforts équivalents à 5 % du PIB seront nécessaires d'ici à 2030.
L'on pourrait se poser la question de savoir comment la Vivaldi compte faire pour améliorer son solde structurel. Pour moi la réponse est simple: elle n'y arrivera pas. Vous n'avez plus la possibilité d'y arriver. Il est déjà trop tard.
Comme l'a précisé le ministre des Finances lui-même, le 12 mai, la Belgique n'évitera sans doute pas une procédure de déficit excessif en 2024. La Vivaldi, même si elle a des circonstances atténuantes, a laissé filé le déficit et renvoie la balle au prochain gouvernement. La seule vraie question est de savoir comment celui-ci aura le courage politique de prendre des mesures afin d'assainir et d'améliorer correctement les finances publiques.
Vous l'aurez compris, je ne vous en veux pas tout à fait car vous n'êtes pas dans la configuration politique à même d'engendrer des réformes facilement mais il y a de quoi être inquiet pour l'avenir des finances publiques de notre pays et cet ajustement n'est absolument pas rassurant. C'est la raison pour laquelle nous ne le voterons pas.
01.82 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mevrouw de voorzitster, beste collega’s, er zijn zeer veel vragen gesteld, zeer veel goeie vragen over zeer veel thema’s, er waren heftige discussies over onderhavige begrotingscontrole en ook al gaat het niet om de opmaak van de begroting maar om de controle ervan, ik zal het debat toch even kaderen.
En réalité, je n'avais pas prévu de le faire, mais je vais vous raconter une histoire, puisque l'heure du coucher approche. Ce que je vais vous raconter n'est malheureusement pas tout à fait un conte de fées, mais plutôt une wake up story: c'est l'histoire du budget, qui est aussi un peu devenue la mienne depuis que je suis entrée en fonction. Elle me semble importante à comprendre, parce qu'elle permet de cadrer le débat. Vous avez tous parlé des réformes. C'est extrêmement important, car cela montre à quel point vous avez compris les défis budgétaires qui nous attendent.
Je vais vous relater l'histoire du budget initial, avant de vous parler de l'ajustement budgétaire. Elle est très simple. Si vous êtes attentifs pendant quelques minutes, vous allez suivre ces quelques chiffres et comprendre tout de suite. Nos recettes fiscales et non fiscales pour le budget initial s'élèvent à 160 milliards d'euros. C'est un montant significatif; ce n'est pas rien. Or, de ce montant, le gouvernement fédéral doit immédiatement redistribuer 135 milliards d'euros. Où va cet argent? Il est destiné à des fins diverses: 48 milliards d'euros à la sécurité sociale, un peu plus de 77 milliards d'euros aux entités fédérées – Régions et Communautés, un peu plus de 8 milliards d'euros à l'Union européenne – oui, un peu plus de 8 milliards, monsieur Vermeersch –, et puis un peu plus de 1 milliard à des fins diverses.
Je ne sais pas si vous avez suivi et fait le calcul, mais qu'est-ce que cela signifie concrètement? Cela veut dire qu'il ne reste environ que 25 milliards d'euros pour notre politique fédérale, une fois que ces redistributions, dotations et transferts ont été opérés. Sur ces 25 milliards d'euros – certains le savent, puisque nous avons encore eu des questions à ce sujet ce matin –, il faut consacrer immédiatement 8,6 milliards d'euros aux charges d'intérêts sur notre dette publique. Ce montant passera à 10 milliards d'euros l'année prochaine - comme vous l'avez rappelé ce matin, monsieur Vermeersch. Cela signifie donc que, sur les 160 milliards d'euros que le gouvernement perçoit – les recettes sont significatives –, il en conserve 16 pour financer les dépenses fédérales, c'est-à-dire 36 milliards d'euros.
Je vous parle des dépenses primaires, des fonctions-clés de l'État fédéral, de la Justice, de la police, de la Défense, des coûts de l'Asile et la Migration, de la Politique scientifique, du paiement de tous nos fonctionnaires fédéraux.
Quelle est la conclusion? Ce n'est pas que le gouvernement jette l'argent par les fenêtres et par les portes. Ce n'est pas que le gouvernement n'est pas capable de faire un budget fédéral. C'est que le défi – je pense que vous l'avez compris – est structurel. Il nécessite des réformes. C'est pourquoi on parle tant de ces réformes en pension, en fiscalité. Et vous savez que le gouvernement va se pencher ce week-end sur la réforme fiscale et y travailler. C'est cela qui permettra d'accroître le fossé entre travail et non-travail. Et vous savez que chaque personne que l'on remet à l'emploi rapporte 28 000 euros au budget fédéral. Donc, la première conclusion de cette histoire, c'est que les réformes sont indispensables car, quand vous regardez les chiffres, c'est arithmétique. Vous ne savez pas le solutionner en un claquement de doigts. On ne sait pas le solutionner en une année. C'est quelque chose qui doit se faire par des réformes portant sur le moyen terme.
La deuxième conclusion est tout aussi
importante. Quand vous entendez ces chiffres et vous les comprenez,
l'ajustement budgétaire qu'on a fait et qu'on a réalisé au mois de mars – cela
remonte déjà au mois de mars –, c'est un tour de force, chers collègues.
C'est un tour de force! J'entends certains dire que ce n'est pas assez. On va en parler.
Ik ga het u uitleggen, maar het is wel een krachttoer, namelijk 1,8 miljard euro. Dit zijn de cijfers. We beginnen met een heel groot tekort om de primaire uitgaven te financieren voor wat de corebusiness is voor onze federale Staat. Wat hebben wij gedaan bij de begrotingscontrole? Wat was de doelstelling? De doelstelling was om de begroting op het juiste pad te zetten, door een belangrijke extra inspanning te leveren, een inspanning waarvan iedereen in maart nog zei dat ze onmogelijk was. Ik nodig u uit om de pers van toen terug te lezen. Het ging onmogelijk zijn, het bedrag was veel te ambitieus. Weet u dat nog? Toch is er een akkoord gekomen, met een duidelijke ambitie, vooruitlopend op de inspanningen uit het Stabiliteitsprogramma. Van dat akkoord heeft de heer Moesen gezegd – collega Beke heeft er nog aan gerefereerd – dat het een ernstige oefening is.
Wat hebben wij gedaan? Wij hebben ons geëngageerd om een bijkomende inspanning van respectievelijk 0,2 %, 0,8 % en 0,8 % van het bbp te doen in de periode van 2024 tot 2026, met het oog op het terugdringen van het nominaal tekort tot onder de 3 %, conform de richtsnoeren van de Europese Commissie. Ik heb van sommigen gehoord dat wij de adviezen of scenario’s van de Hoge Raad van Financiën niet gevolgd zouden hebben, maar we komen wel uit op hetzelfde resultaat. Er waren verschillende scenario’s van de Hoge Raad van Financiën, drie, dat klopt. Het is en blijft wel een advies. We hebben voor een ander scenario gekozen, ook omdat we rekening moeten houden met de trajecten die de gemeenschappen en gewesten voor zichzelf hebben uitgestippeld. Het is een gezamenlijke oefening van alle entiteiten, maar het komt op hetzelfde resultaat neer: tegen 2026 onder de 3 % geraken. In tegenstelling tot wat sommigen hier deze namiddag hebben beweerd, zijn er wel inspanningen geleverd om het tekort terug te dringen.
De regering zal deze legislatuur een inspanning leveren van 11 miljard euro. Dat is niet niks. Ik heb dat in de commissie vanmorgen ook gezegd en wie aanwezig was, kent volgens mij de cijfers al uit het hoofd. Voor diegenen die er niet waren, geef ik een korte samenvatting. De inspanning verloopt in verschillende fasen doorheen de legislatuur. Ik zal ze kort toelichten.
In het regeerakkoord werd vastgelegd dat in de periode 2021-2024 jaarlijks een vaste budgettaire inspanning van 0,2 % van het bbp zal worden geleverd. Dat betekent dat de vaste inspanning op het einde van de periode zal oplopen tot 0,8 % van het bbp. Dit komt neer op circa 4 miljard euro.
Daarnaast voorziet het regeerakkoord een extra jaarlijkse variabele inspanning die afhankelijk is van de economische groei en het economische herstel. Bij de opmaak van de initiële begroting voor 2022 werd tot een bijkomende variabele inspanning van 0,3 % beslist, goed voor circa 2 miljard euro. Bij de opmaak van de begroting voor 2023 werd dit aangevuld met een bijkomende variabele inspanning van 0,27 % voor de jaren 2023 en 2024 samen, alles samen goed voor circa 1,6 miljard euro. In maart werd bij de begrotingscontrole voor 2023 tot een totale bijkomende netto-inspanning beslist van respectievelijk 0,1 % voor 2023 en 0,2 % voor 2024, ofwel 0,3 % of 1,8 miljard op kruissnelheid in 2024.
Als u goed hebt gevolgd, hebt u gemerkt dat we nog 1,2 miljard euro missen. Dat klopt, want de regering heeft zich in april bij de goedkeuring van het Stabiliteitsprogramma geëngageerd om bij de begrotingsopmaak voor 2024 nog eens een inspanning van 1,2 miljard te leveren. De totale inspanning voor 2024, rekening houdend met de beslissingen van het regeerakkoord en de beslissingen van de afgelopen jaren, zal dus 4,9 miljard euro of circa 0,8 % van het bbp bedragen. Zo komen we aan het einde van de legislatuur aan maar liefst 11 miljard euro. Deze regering neemt dus haar verantwoordelijkheid op.
Ik wil ook graag iets toelichten. Ik meen dat er soms verwarring is tussen inspanning en verbetering. Ik wil verduidelijken dat een inspanning niet gelijkstaat aan een verbetering. Het vorderingssaldo verslechtert immers bij ongewijzigd beleid. Die verslechtering is te wijten aan onder andere de stijgende intrestlasten, maar ook aan de sterke stijging van de uitgaven in de sociale zekerheid, bijvoorbeeld voor de pensioenen. U kent het cijfer ondertussen. Tussen 2020 en 2028 stijgen de uitgaven voor de pensioenen van 30 miljard naar 50 miljard euro.
Als de heer Vermeersch dan zegt dat het structureel saldo niet verbetert…
01.83 Wouter Vermeersch (VB): (…)
01.84 Staatssecretaris Alexia Bertrand: U hebt dat vandaag gezegd, mijnheer Vermeersch. Maar, wacht, daar is een uitleg voor. U zei dat het structureel saldo niet verbetert. U moet natuurlijk wel rekening houden met het feit dat er een natuurlijke verslechtering is, een automatische verslechtering in de sociale zekerheid.
Dit neemt niet weg dat wij een inspanning doen. Dat is het punt. Wij doen een inspanning. Zoals ik vanochtend reeds heb aangegeven in de commissie neemt Entiteit II niet de grootste inspanning voor haar rekening. Collega’s, zoals u kunt lezen in tabel 5, opgenomen in het Stabiliteitsprogramma, wordt in het uitgetekende traject voor de jaren 2022-2026 een verbetering van het structureel saldo voor de gezamenlijke overheid nagestreefd van 1,4 % van het bbp. Entiteit I zou daarvan 1,2 % van het bbp voor haar rekening nemen, en Entiteit II 0,2 %. In 2020 bedroeg het nominaal saldo nog 9 %. Dat weet u nog uit de covidcrisis. Dit was het gevolg daarvan. Mede dankzij de maatregelen die wij genomen hebben tijdens de hele legislatuur zullen wij dit tekort tegen 2024 terugdringen tot 4,2 %.
Stap voor stap nemen we dus maatregelen om de openbare financiën weer op orde te krijgen en dat is belangrijk. Het klopt echter dat de uitdaging geenszins af is. Hervormingen zijn immers noodzakelijk om de staatsfinanciën en de sociale zekerheid duurzaam te maken. Er moeten hervormingen komen op het vlak van pensioenen, fiscaliteit en de arbeidsmarkt om meer mensen aan de slag te krijgen en de economische groei op pijl te houden. We moeten niet hervormen om te hervormen. Het gaat om een diepgaande hertekening van de manier waarop de zaken verlopen.
Het gezond maken van onze overheidsfinanciën is een werk van lange adem. Het feit dat we op lange termijn moeten denken en werken, betekent echter geenszins dat we mogen dralen. De tekorten van vandaag zijn namelijk de schulden en belastingen van morgen. Ik denk dat het de heer De Roover was die iets zei over koopkracht.
Tijdens de begrotingscontrole van 2023 zetten we een bijkomende stap naar gezonde overheidsfinanciën. Volgens sommigen is het misschien een te kleine stap. Het is echter hoe dan ook een belangrijke en uitdagende stap. Ik hoop dat iedereen ondertussen overtuigd is dat langdurige tekorten niet houdbaar zijn en dat we als parlementairen en regeringsleden onze verantwoordelijkheid moeten nemen met het oog op onze toekomst.
Ik dank u.
01.85 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik zou kunnen beginnen met uw einde, want daar ben ik het helemaal mee eens. Langdurige tekorten zijn een strop rond de nek van de economie, het land en de burgers van morgen. Er wordt immers veel gesproken over de bescherming van de koopkracht – dat is heel belangrijk –, maar als men dat doet met kortzichtigheid, dan beschermt men de koopkracht van vandaag op kosten van de koopkracht van morgen. In uw betoog hoor ik trouwens ook een beetje een cri de coeur omdat er nog zoveel moet gebeuren, wat tot hiertoe niet is gebeurd en niet gelukt.
Er is geen inkomstenprobleem, mag ik hopen, maar wel een uitgavenprobleem. Wat de vele, lange uren vergadering vandaag – soms inhoudelijk, soms sterk, soms amusant – mij hebben geleerd – wat de doelstelling betreft, zitten wij niet erg ver uit elkaar, alleen hebben wij het makkelijker omdat wij niet in de vivaldiregering zitten en dus niet in de klem zitten waarvoor uw partij gekozen heeft – is dat op minder dan een jaar van de stembusgang nog alles te doen is wat betreft het fundamenteel gezond maken van de overheidsfinanciën, het thema van vandaag. Ik ben daarover niet optimistisch en de discussies van vandaag hebben ons geen reden tot optimisme gegeven.
Heel belangrijk is de fiscale hervorming, maar wij hebben vandaag veto’s gehoord daaromtrent. Opnieuw, het is niet aan mij om standpunten in te nemen, wij hebben daarover vanuit de oppositie toch niets te zeggen, maar wij kunnen wel vaststellen dat er inzake een belangrijk onderdeel van het hervormingsproject dat minister Van Peteghem neerlegt, de financiering via de verhoging van bepaalde btw-tarieven, een njet komt. Daar komt een njet, niet van ons, maar van een meerderheidspartij, van een coalitiepartij. Plots wordt 6 miljard euro, ongeveer 830 euro, niet gehalveerd maar een derde teruggeschroefd door een regeringspartner. Plots trekt men een heel ander vat open om dat te financieren, met name dat van de grote inkomens. De linkerzijde en vandaag ook Vooruit denken nu schijnbaar dat de hervorming kan worden gefinancierd door een belasting op het vermogen die in Frankrijk en in veel landen al is geprobeerd. Het klinkt allemaal mooi. Er ligt ergens een zak geld beschikbaar. We moeten er maar naar grijpen en dan is het feest betaald. Die fiscale hervorming: veto’s.
De pensioenhervorming: een discussie over de omvang, 1,2 % van het bbp, 4,5 miljard euro. Anderen zeggen 0,3 %. Dat is een wereld van verschil, die niet alleen belangrijk is voor de instandhouding van ons pensioenstelsel, maar ook om Europese gelden te kunnen losmaken. De heer Loones heeft duidelijk gemaakt dat bij staatssecretaris Dermine de indruk bestaat dat we daar allemaal tijd voor hebben, dat we dit ook later kunnen compenseren, terwijl de feiten toch aantonen dat de klok enorm tikt. Over de pensioenen heb ik vandaag van alles gehoord, maar ik heb geen enkele suggestie gehoord om die voor de toekomst betaalbaar te houden.
Dat betekent dat deze regering in het algemeen en u, als iemand die een bepaalde budgettaire orthodoxie genegen is, spijtig genoeg in een gezelschap vertoeft waarin heel weinig bekommernissen op dat vlak bestaan. Ik heb bij Ecolo-Groen, noch bij de PS, noch bij Vooruit, gehoord dat die budgettaire orthodoxie hen na aan het hart ligt. Het ligt u na aan het hart, maar u zit in de vivaldiklem. Dat betekent dat u vandaag moet bekennen dat een inspanning niet gelijk staat aan een verbetering. Dat klopt technisch. Door een inspanning kan u ervoor zorgen dat de achteruitgang wordt vertraagd. Dat is de essentie. Wij verwachten echter meer. Wij verwachten niet dat u morgen stelt dat het dankzij uw regering minder slecht is dan het zonder u zou zijn geweest. Dat is echt geen perspectief.
Daarom is het een droeve avond en een droeve dag geworden, los van andere gekende politieke problemen. Laten wij immers eerlijk zijn, het gebrek aan politieke deontologie in de regering heeft ons nu al drie weken tijdverlies opgeleverd. Los daarvan is het echter een droeve dag omdat er geen enkele indicatie is dat u binnen de regering bondgenoten zal vinden, om te doen wat volgens u en uw eerste conclusie nodig is. U stelt dat anderhalf miljard euro een tour de force is. Ik weet dan ook niet op welke manier u die andere miljarden euro zal vinden.
Wij zien elkaar na het reces met de echte begrotingsoefening voor 2024. Hoopvol heeft vandaag ons ter zake niet gestemd.
01.86 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la secrétaire d'État, merci de nous avoir raconté une histoire. Le teasing n'était pas mal mais l'histoire n'est pas extrêmement passionnante. En outre, c'était faux! Si je devais vous mettre une cote, vous n'auriez pas la moyenne.
Vous dites que le budget fédéral représente un montant très limité par rapport à la masse budgétaire en jeu. Mais vous oubliez que le budget fédéral ne se limite pas aux voies et moyens. C'est aussi le gros morceau qu'est la sécurité sociale. La sécurité sociale est une matière fédérale: c'est 130 milliards d'euros et c'est l'essentiel du budget.
La sécurité sociale est fédérale et la politique fédérale a évidemment un impact direct sur cette sécurité sociale.
Vous parliez de la réforme des pensions. La réforme des pensions touche bien la sécurité sociale, donc le fédéral.
Votre histoire est un peu bancale. Sur le fond, cela montre des mannes budgétaires qui sont justement mobilisables. Vous dites toujours qu'on a un problème de dépenses et pas de recettes. Je pense que nous avons aussi de gros problèmes au niveau des recettes. S'agissant de la sécurité sociale, on a un gros problème au niveau des recettes avec les subsides salariaux. Chaque année, 20 milliards disparaissent sous forme de subsides salariaux qui, en grande partie, définancent cette sécurité sociale.
Si vous donnez 20 milliards de subsides salariaux, vous aurez forcément un problème au niveau de la sécurité sociale.
Il y a aussi une donnée extrabudgétaire, un montant qu'on ne peut ignorer: la fortune détenue par le 1 % des plus riches dans notre pays. Cela représente 662 milliards d'euros. Cela correspond plus ou moins au PIB de notre pays. Ce 1 % des plus riches possède autant que les trois quarts de la population les moins riches.
Je pense que s'il y a des moyens budgétaires à aller chercher plutôt que de couper dans les dépenses – même si on peut le faire mais il faut alors savoir lesquelles –, il faut aller voir du côté de ces masses financières gigantesques.
Selon moi, une taxe des millionnaires n'est pas un slogan, c'est juste une réalité statistique et une certaine justice fiscale.
01.87 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de voorzitster, mijn fractie zou het op prijs stellen, mocht u de verhoudingen in het Parlement respecteren. Dat is een basisprincipe van de werking van het Parlement.
De voorzitster: De heer Van Hees had eerst het woord gevraagd en daarna u.
01.88 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, u bent begonnen met een verhaaltje, maar de Belgische begroting is helemaal geen sprookje voor onze kinderen, het is een nachtmerrie voor de toekomstige generaties.
U spreekt over inspanningen, maar wat we zien, zijn aanhoudende tekorten en oplopende schulden. U noemt de inspanning van 11 miljard, maar dit jaar alleen al hebben de gezamenlijke overheden een tekort van 30 miljard.
Welk rapport men ook consulteert, bij ongewijzigd beleid stagneert het tekort op 5 tot 6 %. Dat is het dubbel van de Maastrichtnorm. De staatsschuld stijgt opnieuw richting 120 %, ook het dubbele van de Maastrichtnorm. Op zich is dat geen probleem, zolang de financiële markten zich niet tegen ons land keren. Dat is 10 jaar geleden gebeurd tijdens de financiële crisis. Toen hebben de internationale markten zich tegen België gekeerd en is er internationale speculatie ontstaan. Als dat gebeurt, wordt de toekomstige regering het mes op de keel gezet.
U stelt dat onze stelling dat er geen structurele inspanningen worden geleverd, niet klopt. Maar dat zijn niet onze woorden; het zijn de woorden van een econoom, een expert van de Nationale Bank vorige week tijdens een onlinevergadering. Volgens hem levert de federale regering geen inspanningen om de begroting op orde te krijgen. Ik citeer hem: "Ik weet niet of het bewust zo gekozen is, maar de entiteit die de grootste inspanning zou moeten leveren, de federale regering, kiest in 2024 voor een traject waarbij de verbetering van het structureel saldo minimaal of zelfs nihil is." Wij onderschrijven die stelling, die nu wordt bevestigd.
De verbetering in de cijfers die wij de voorbije weken en maanden zagen, heeft natuurlijk alles te maken met de verbetering van de internationale economische situatie, met de verbetering van de energieprijzen, met de stabilisatie van de geopolitieke situatie. Die heeft niets te maken met het beleid van uw regering. Integendeel, het is ondanks uw regering dat de cijfers verbeteren.
De economen en specialisten die zich buigen over uw begroting zeggen wat wij hier altijd gezegd hebben, namelijk dat de regering kiest voor een traject waarbij de verbetering minimaal of onbestaande is. Bij alle nationale en internationale instellingen die zich over uw begroting hebben gebogen, is er consensus: de financiën in dit land zitten op een onhoudbaar traject. Toon mij de studie die het omgekeerde zou aantonen. Er is er geen enkele.
U schuift schaamteloos de miljardenfacturen van de vergrijzing, de intrestlasten en de massamigratie door naar onze kinderen en kleinkinderen. Dat is wat ik bedoel met het feit dat de begroting een nachtmerrie is voor de toekomstige generaties.
De voorbije weken werd bovendien duidelijk dat de situatie mogelijk nog erger wordt. Nieuw is dat volgens de cijfers va het IMF nu ook de economische groei in dit land volledig zal stilvallen. U weet veel beter dan ik dat om de stijgende vergrijzingkosten en intrestlasten de baas te kunnen, de economie natuurlijk moet blijven aantrekken. Dat gebeurt niet en zal niet gebeuren tussen nu en 2028. Dat betekent dat de financiële situatie in dit land niet alleen nu dramatisch is, maar dat ook zal blijven in de toekomst. Dat is de verpletterende erfenis van uw regering.
Nog schrijnender is dat de begrotingscontrole geen enkel spoor bevat van een structurele hervorming. U hebt de begroting volledig laten loskoppelen van de hervormingen, terwijl die natuurlijk nodig zijn om de financiën op orde te krijgen. Tot op heden is er dus geen spoor van belastinghervorming, arbeidsmarkthervorming en pensioenhervorming. Die drie hervormingen zijn nochtans noodzakelijk om de inkomsten en uitgaven te beïnvloeden.
De federale regering is dus een uitgelezen kans aan het missen om een structurele sanering van de overheidsfinanciën in gang te zetten. Uitgaande van wat alleen nog maar de jongste dagen en weken in uw regering is gebeurd, moeten we concluderen dat de regering wordt verlamd door een interne machtsstrijd en de nakende verkiezingen. In uw regering is er duidelijk geen oog meer voor de broodnodige hervormingen die dit land nodig heeft en daarom is uw begroting een nachtmerrie voor de toekomstige generaties.
01.89 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mevrouw de voorzitster, ik vraag nog even het woord om één element te corrigeren en één element toe te voegen.
Ik heb een verkeerd cijfer gegeven, waarvoor mijn excuses. De uitgaven voor de pensioenen stijgen van 50 tot 80 miljard tussen 2020 en 2028. Dat is het juiste cijfer.
Kort wil ik nog reageren op de repliek van de heer Van Hees.
Cela ne fait que rendre le constat plus interpellant, parce qu'effectivement la sécurité sociale représente 132 milliards d'euros. Quant aux cotisations sociales, elles s'élèvent à 76,6 milliards d'euros, soit seulement 58 %. C'est pour cela que 48 milliards doivent venir du budget des Voies et Moyens, puisque la sécurité sociale doit toujours être à l'équilibre. Cela provient donc de la dotation, du financement alternatif de la dotation d'équilibre. C'est ce qui met la sécurité sociale à l'équilibre. Et ce chiffre-là est tout aussi interpellant.
La présidente: Quelqu'un demande-t-il
encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des
articles
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi contenant le premier ajustement du budget des Voies et Moyens
pour l'année budgétaire 2023. Le texte adopté par la commission sert de
base à la discussion. (Rgt
85, 4) (3272/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp houdende de eerste aanpassing van de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2023. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3272/1)
Le projet de loi
compte 13 articles.
Het wetsontwerp telt 13 artikelen.
* * *
* *
Amendements déposés:
Ingediende amendementen:
Art. 2
• 5 – Marco
Van Hees (3272/6)
• 6 – Marco
Van Hees (3272/6)
• 7 – Marco
Van Hees (3272/6)
• 8 – Marco Van Hees (3272/6)
* * *
* *
Conclusion de la discussion des articles:
Besluit van de artikelsgewijze bespreking:
Réservés: les amendements, l’article 2 et les
tableaux en annexe.
Aangehouden: de amendementen, het artikel 2 en de
tabellen in bijlage.
Adoptés article par article: les articles 1 et 3
à 13.
Artikel per artikel aangenomen: de artikelen
1 en 3 tot 13.
* * *
* *
La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et l’article réservés, les tableaux annexés, ainsi que sur l'ensemble du projet de loi contenant le premier ajustement du budget des Voies et Moyens pour l'année budgétaire 2023 aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en het aangehouden artikel, de tabellen in bijlage en over het geheel van het wetsontwerp houdende de eerste aanpassing van de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2023 zal later plaatsvinden.
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi contenant le premier ajustement du Budget général des dépenses
pour l'année budgétaire 2023. Le texte adopté par la commission sert de base à
la discussion. (Rgt 85, 4) (3273/18)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan van het wetsontwerp houdende de eerste aanpassing van de Algemene
uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2023. De door de commissie aangenomen
tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3273/18)
Le projet de loi compte 50 articles. (Art. 1.01.1 à 7.01.1).
Het wetsontwerp
telt 50 artikelen. (Art. 1.01.1
tot 7.01.1).
* * *
* *
Amendements déposés:
Ingediende
amendementen:
Art. 1.01.2
• 45 – Wim Van der Donckt cs (3273/19)
• 36 – Marco Van Hees (3273/19)
• 46 – Wim Van der Donckt cs (3273/19)
• 35 – Marco Van Hees (3273/19)
• 47 – Wim Van der Donckt cs (3273/19)
• 37 – Sofie Merckx cs (3273/19)
• 48 – Wim Van der Donckt cs (3273/19)
• 38 – Sofie Merckx cs (3273/19)
• 53 – Sander Loones cs (3273/19)
• 39 – Sofie Merckx cs (3273/19)
• 49 – Wim Van der Donckt cs (3273/19)
• 50 – Theo Francken cs (3273/19)
• 55
– Josy Arens cs (3273/19)
• 58
– Josy Arens cs (3273/19)
• 57
– Josy Arens cs (3273/19)
• 54 – Josy Arens cs (3273/19)
• 40 – Marco Van Hees (3273/19)
• 41 – Marco Van Hees (3273/19)
• 42 – Marco Van Hees cs
(3273/19)
• 52 – Bert Wollants cs (3273/19)
• 43 –
Maria Vindevoghel cs (3273/19)
• 44 –
Maria Vindevoghel cs (3273/19)
• 51 – Theo Francken
cs (3273/19)
Art. 2.17.1(n)
• 56
– Josy Arens cs (3273/19)
Art. 2.17.2(n)
• 59 – Josy Arens cs (3273/19)
* * *
* *
Conclusion de la discussion des articles:
Besluit van de artikelsgewijze bespreking:
Réservés: les amendements, l'article 1.01.2 et les tableaux en
annexe.
Aangehouden: de amendementen het artikel 1.01.2 en de tabellen in bijlage.
Adoptés article par article: les articles
1.01.1, 1.01.3 à 1.01.5, 2.06.1 à 2.06.3, 2.12.1, 2.13.1 à 2.13.7, 2.16.1 et
2.16.2, 2.18.1 à 2.18.10, 2.19.1, 2.23.1, 2.25.1 à 2.25.3, 2.32.1, 2.33.1,
2.44.1, 2.46.1 à 2.46.9, 3.01.1, 4.01.1, 5.01.1, 6.01.1 et 7.01.1.
Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1.01.1, 1.01.3 tot 1.01.5, 2.06.1
tot 2.06.3, 2.12.1, 2.13.1 tot 2.13.7, 2.16.1 en 2.16.2, 2.18.1 tot 2.18.10,
2.19.1, 2.23.1, 2.25.1 tot 2.25.3, 2.32.1, 2.33.1, 2.44.1, 2.46.1 tot 2.46.9,
3.01.1, 4.01.1, 5.01.1, 6.01.1 en 7.01.1.
* * *
* *
La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et l’article réservés, les tableaux annexés, ainsi que sur l'ensemble du projet de loi contenant le premier ajustement du Budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2023 aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen, het aangehouden artikel, de tabellen in bijlage en over het geheel van het wetsontwerp houdende de eerste aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2023 zal later plaatsvinden.
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi-programme. Le texte adopté par les commissions sert de base à la
discussion. (Rgt 85, 4) (3372/6)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan van het ontwerp van programmawet. De door de commissies aangenomen tekst
geldt als basis voor de bespreking. (Rgt
85, 4) (3372/6)
Le projet de loi compte 16 articles.
Het wetsontwerp telt
16 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 16 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 16 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble du projet de loi-programme aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel van het ontwerp van programmawet zal later plaatsvinden.
Discussion
La discussion est ouverte.
De bespreking is
geopend.
Le rapporteur, Mme Hennuy, renvoie au rapport écrit.
02.01 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, ik wil even iets zeggen dat losstaat van de bespreking zelf.
Dit punt is vandaag toegevoegd aan de agenda. Klopt het dat daarover in de commissie voor Comptabiliteit geen overeenstemming is? Ik zie immers ook collega Leysen hier nog zitten en ik dacht dat hij daar een glansrol heeft vervuld. In de Conferentie van voorzitters werd namelijk de indruk gewekt dat dit klaar was voor behandeling, maar ik durf dat een beetje te betwijfelen.
Misschien kan collega Leysen daarbij nog wat tekst en uitleg geven, want hij heeft daarover wel zeer interessante dingen verteld.
02.02 Wouter Vermeersch (VB): Misschien moet de heer Leysen eerst antwoorden? Ik kan enkel vaststellen dat een aantal zaken in de commissie zijn gebeurd, mevrouw de voorzitster, die eigenlijk niet terug te vinden zijn in het verslag. Collega Leysen heeft immers duidelijk zijn ongenoegen geuit, geweigerd om te stemmen en de zitting verlaten. Wij hebben echter van dat alles geen spoor teruggevonden in het verslag en vinden dus dat de verslagen, die hier voorliggen, helemaal geen correcte weergave zijn van de feiten.
Ik heb daarnet op het einde proberen tussen te komen over de rekeningen, maar u hebt mij dat toen verhinderd. Ik zal echter nu wel mijn kans benutten om daarover iets te zeggen.
Ten eerste is een van de belangrijkste kritieken op de rekeningen van de Kamer dat wij de documenten slechts 21 uur op voorhand hebben gekregen. Ik heb dat ook gezegd op het spreekgestoelte. Het is geen manier van werken om dergelijke belangrijke rekeningen – het gaat immers over aanzienlijke budgetten – in 21 uur op een grondige manier door te nemen en te beoordelen.
Er is ook een totaal gebrek aan transparantie. Deze documenten en cijfers verschijnen immers niet op voorhand publiek op de website van de Kamer zoals wetsontwerpen en -voorstellen. Deze cijfers worden enkel naar de leden van de commissie voor Comptabiliteit gemaild. Dat is dus geen manier van werken, noch een transparante methode. Dat is niet hoe wij dat zouden willen zien gebeuren.
Mijn derde opmerking is dat de rekeningen van de Kamer niet geauditeerd worden door het Rekenhof alvorens wij ze ontvangen. Het is namelijk zo dat wanneer wij de begroting en dergelijke bespreken deze belangrijke budgetten voorafgaand door een auditeur-revisor worden bekeken. Niet alle collega’s zijn immers financiële specialisten en dat gebeurt ook zo in bedrijven. Dat is hier absoluut niet het geval.
Mijn vierde opmerking betreft het feit dat er anno 2023 nog met een kasboekhouding wordt gewerkt, een eenvoudig overzicht van inkomsten en uitgaven. Eigenlijk kan dat niet meer, mevrouw de voorzitster. Dat is typisch iets voor heel kleine organisaties of vzw’s. De rest van de overheid is daar sinds de jaren 2000 van afgestapt. De boekhouding moet dus worden gemoderniseerd en moet ook gewoon online komen en worden geauditeerd.
Mijn vijfde en laatste opmerking betreft het feit dat het Bureau van de Kamer op 29 maart 2023 heeft beslist om de afscheidsvergoeding van de gewezen voorzitters De Croo en Bracke in te trekken. Dat geeft aanleiding tot een begrotingswijziging en een minderuitgave van 82.000 euro. Als dat hele schandaal niet aan het licht was gekomen, zou er dus dit jaar ongeveer 82.000 euro aan hen betaald zijn. Hoewel er door Herman De Croo ondertussen 210.000 euro werd terugbetaald, is er ondanks de vragen van het Vlaams Belang hierover nog geen enkel spoor terug te vinden van een intentie tot terugbetaling door de heer Bracke.
Het Bureau besliste ook om de uittredingsvergoeding van gewezen hoge ambtenaren in te trekken. Na mijn vragen in de commissie voor Comptabiliteit blijkt het te gaan over een bedrag van 600.000 à 700.000 euro dat aan de gewezen ambtenaren-generaal had moeten worden betaald, maar daarvoor wordt geen begrotingswijziging doorgevoerd. Voor het bedrag van Bracke en De Croo voorzien wij dus in een begrotingswijziging, maar voor 600.000 à 700.000 euro, een veel hoger bedrag, komt er geen begrotingswijziging. Het kan natuurlijk niet dat voor een dergelijk groot en materieel verschil geen begrotingswijziging wordt doorgevoerd.
Mevrouw de voorzitster, ik heb daarover namens het Vlaams Belang in de commissie mijn ongenoegen geuit. Die manier van werken klopt totaal niet. Dan gebeuren er natuurlijk malversaties, onwettigheden, zoals we gezien hebben, omdat wij als verantwoordelijken die finaal moeten stemmen gewoonweg niet in staat zijn – door een totaal gebrek aan transparantie, het laattijdig doorsturen van documenten, het feit dat die documenten louter kasboekhoudingen zijn, het feit dat materiële wijzigingen niet worden voorgesteld maar gewoon worden doorgevoerd – om die documenten op een goede manier te beoordelen.
Het is nog veel erger dan met de begroting, want de rekeningen van de Kamer zijn totaal niet transparant. Wij kunnen die niet goedkeuren. Eigenlijk kunnen leden van de meerderheid die eerlijk zijn met zichzelf, die evenmin goedkeuren.
Ere wie ere toekomt, de heer Leysen heeft zich daarin correct opgesteld. In alle eerlijkheid heeft hij gezegd dat hij het voorliggende niet kon goedkeuren. Hij heeft die commissievergadering overigens verlaten, onder lichte dwang van zijn fractievoorzitster, mevrouw De Block. Hij is daarin correct geweest, want leden van de meerderheid die de voorliggende rekeningen goedkeuren, keuren eigenlijk blindelings alles goed. Ik wil daarvoor alvast de verantwoordelijkheid niet op mij nemen, zelfs niet als ik deel uitmaakte van de meerderheid, al heb ik daartoe op federaal niveau geen ambitie.
Dat gezegd zijnde, ik kijk uit naar de reactie van collega Leysen.
De voorzitster: Het woord is aan de heer Van der Donckt.
02.03 Christian Leysen (Open Vld): (…)
02.04 Wim Van der Donckt (N-VA): Mijnheer Leysen, de voorzitster heeft mij het woord verleend. Straks mag u wel reageren, want ik heb ook een vraagje voor u.
Mevrouw de voorzitster, ik sluit mij aan bij wat collega Vermeersch zegt over de laattijdige mededeling van de documenten die ons in staat zouden moeten stellen om de rekeningen en de begrotingsaanpassing van de Kamer vakkundig te beoordelen. Het viel mij trouwens ook op dat de bespreking van de rekeningen en de begrotingsaanpassing in de commissie voor Comptabiliteit dit jaar pas gebeurde nadat de besprekingen daarover in de commissies allemaal al achter de rug waren. Dat was een bijzonder gegeven, zeer uitzonderlijk. In de toekomst moeten we dat toch vermijden.
De besprekingen en discussies over de rekeningen waren in het verleden een fait divers, maar dit jaar was dat wel wat anders. Er was enige commotie daaromtrent. De commissiezitting is bijzonder turbulent verlopen. Dat had allemaal te maken met de 'schandalen' die het voorbije jaar aan het licht zijn gekomen. Zo hebben de diensten duidelijk gemaakt dat er in de rekeningen een bedrag zit van 445.000 euro dat uitbetaald werd als onwettelijke uittredingsvergoeding aan gewezen topambtenaren. Dat bedrag werd dan intern overgeheveld binnen de personeelskredieten, maar was initieel zelfs geen deel van de begroting. Dat verklaart ook waarom er jaarlijks zo’n groot verlies werd gerealiseerd op de personeelskredieten. Voor het jaar 2022 gaat dat bijvoorbeeld om een bedrag van 3,2 miljoen euro. Dat is niet weinig. Rond heel die problematiek is ook een strafrechtelijk onderzoek hangende. We weten niet wat daar gaat uitkomen, we kennen daar nog geen resultaat van, maar toch zouden we de rekeningen al moeten goedkeuren.
Ere wie ere toekomt, bij collega Leysen heeft dit een aantal alarmbellen doen afgaan. Ik heb de moeite gedaan om een gedeelte van zijn tussenkomst te noteren en citeer: "Dit zijn zware feiten van mensen, van functies, die in het verleden een verantwoordelijkheid op zich genomen hebben om buiten de begroting en buiten een goedkeuring van de bevoegde organen (…)". Op dat ogenblik werd hij door u, mevrouw de voorzitster, onderbroken, maar we kennen allemaal collega Leysen die dat niet laat gebeuren. Dan zegt hij: "Dit betekent heel duidelijk dat ik deze rekeningen niet kan goedkeuren en ik stel voor deze te verdagen tot het Rekenhof de audit heeft gedaan, zoals dat in normale ondernemingen ook zou gaan". Dat zijn bijna de letterlijke woorden van de heer Leysen. Als we dan het verslag van die vergadering krijgen, dan vind ik daar geen spoor van terug. Niets. Nochtans vertelt die man, de heer Leysen, ere wie ere toekomt, de waarheid. Blijkbaar heeft Vivaldi een allergische reactie als de waarheid wordt gezegd, want het werd geschrapt.
U bent nog tussenbeide gekomen, mijnheer Leysen. Is dat aangepast of niet? Ik weet het niet. U zult daarop kunnen antwoorden. Vervolgens hebt u de vergadering verlaten en dan is mevrouw De Block binnengekomen om in uw plaats te komen stemmen.
Mevrouw de voorzitster, dat feit alleen al zou heel de vergadering hier aanwezig er toch toe moeten nopen om deze rekeningen minstens niet goed te keuren en de goedkeuring ervan in elk geval nog even uit te stellen. Vergeet ook niet dat er momenteel een audit van het Rekenhof bezig is. Wie weet wat er nog allemaal naar boven komt. Wij hebben hier nu een aantal zaken ontdekt. Wat hebben ze nog allemaal weggestoken in die rekeningen? In het verleden is dat ook gebeurd. We hadden dat ook niet gezien, zelfs de PVDA niet. Dat ging dan over de extra vergoedingen voor de voorzitters. Als wij dat hier goedkeuren, dan keuren wij misschien onwettige uitkeringen goed. Dat kunnen wij toch niet over ons laten gaan. We zijn nu bezig om die boel wat op te kuisen, maar als we die rekeningen goedkeuren, vrees ik dat we in onze eigen voet zullen schieten en de boel belazeren. We moeten in dezen dus tegenstemmen. We kunnen niet anders. Of men nu van de meerderheid of van de minderheid is, hier mag dat geen rol spelen. We weten dat die rekeningen niet juist zijn.
Wat betreft de begrotingsaanpassing, die leek op het eerste gezicht niet veel voor te stellen. Het klopt inderdaad dat de vergoedingen van de ex-voorzitters zijn geschrapt. Ik had hier genoteerd dat het over een kleine 100.000 euro ging, maar het blijkt iets minder te zijn. Collega Vermeersch, die bedragen voor de gewezen topambtenaren kunnen er natuurlijk niet uitgehaald worden, want ze hebben er nooit in gestaan. Dat is de moeilijkheid, maar die zitten wellicht wel ergens verscholen.
Ik heb nog een bijkomend punt wat de begrotingsaanpassing betreft dat mij enorm stoort. Het blijkt dat er heel veel geld wordt geïnvesteerd in informatica. Informatica kost blijkbaar altijd heel veel geld. We hebben dat nodig, maar een van die investeringen betreft het renoveren van de plenaire zaal. In de nota aan de commissie voor Comptabiliteit wordt dat als volgt geformuleerd: "Het totaal te voorzien bedrag wordt geraamd op 1.911.000 euro." Dat is veel geld voor een beetje informatica. Wanneer we dat naast de documenten van het Bestuurscomité leggen, blijkt dat echter over de meerkosten te gaan. Het is niet dat het zoveel zal kosten, dat zijn méérkosten.
De prijs van het totale project loopt ondertussen op tot 10 miljoen euro. Ik ben al redelijk oud, dus ik weet dat dit meer dan 400 miljoen Belgische frank is voor de informatica is, voor die wolkjes die hier hangen om de akoestiek te verbeteren. U moet daar eens bij stilstaan. Met 10 miljoen euro kan men al wat doen. Als men een huis van 1 miljoen euro koopt, heeft men daar een zwembad en domotica bij, alles erop en eraan, maar dan kan men daar ook in wonen.
Die 10 miljoen euro is 45 % hoger dan initieel geschat. Dan lijkt het mij toch bijzonder dat in de nota van de commissie voor Comptabiliteit staat dat de totale kost 2 miljoen euro zou zijn. Dat wringt. Dat klopt toch niet? Dan is het nog de vraag of het wel 10 miljoen is. Misschien komt er nog wat bij?
Dit is dus een bijkomende reden waarom wij er niet zomaar van kunnen uitgaan dat de begrotingen die hier voorgelegd worden, laattijdig dan nog, en waar wij in extremis over moeten oordelen, wel kloppen. Als hier ineens een miljoentje meer en daar een miljoentje minder staat, als er misschien ook uitgaven zijn die er niet in opgenomen zijn, klopt die begroting dan wel? Kunnen wij daar ernstig over oordelen?
Het is daarnet al aangehaald door collega De Roover, het is bijzonder eigenaardig dat dit punt vandaag plotseling aan de agenda werd toegevoegd, terwijl het normaal gezien voor morgen gepland was.
In die omstandigheden hebben wij toch
bijzonder veel vragen bij de begrotingsaanpassing voor 2023. U zult zien dat ik
een aantal amendementen heb ingediend, maar ik hoop dat ik die morgen zal
kunnen toelichten. Deze
begrotingsaanpassing kan onze goedkeuring absoluut niet wegdragen.
02.05 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Madame la présidente, je me joins aux réclamations des collègues s'agissant du rapport qui a été fait et qui ne reprend pas du tout l'ensemble des discussions qui ont eu lieu en commission de la Comptabilité. Il est impossible d'approuver les comptes 2022 et le budget 2023.
C'est un moment important car depuis que le scandale des pensions a éclaté, c'est la première fois qu'on en discute en séance plénière. Pour rappel, des pensions illégales ont été versées à d'anciens fonctionnaires et à d'anciens présidents. Nous avons ce débat pour la première fois aujourd'hui à 23 h 00, c'est un vrai scandale face à la gravité de la situation.
Dès que ce scandale a éclaté, le PTB a demandé de convoquer la commission de la Comptabilité, ce que vous avez refusé, madame la présidente. Nous avons dit qu'il fallait aller au bout et savoir tout ce qui a été fait. Nous avons dès lors demandé une commission d'enquête mais la majorité a rejeté cette demande. Nous comprenons pourquoi. Parce qu'il y a effectivement une omerta autour de tout cela, que vous continuez à mettre en place, madame la présidente. Vous n'avez pas répondu aux questions en commission de la Comptabilité. Vous avez une chance aujourd'hui de pouvoir réellement répondre!
Vous avez eu tort de refuser la commission d'enquête parce que le PTB a continué à gratter et nous avons découvert qu'il y avait non seulement des versements illégaux de pensions aux anciens présidents et aux anciens fonctionnaires mais que le règlement de pension pour les députés de la Chambre était illégal. Depuis 2013, les députés qui cumulent pouvaient avoir un supplément de pension de 1 500 euros bruts par mois, ce qui correspond au montant de la pension de beaucoup de gens.
Pourquoi est-il aussi important de parler de ce budget? Il s’agit quand même d’un budget total de 187 millions d’euros. Effectivement, la question que M. Van der Donckt soulève par rapport aux frais, par exemple les 10 millions pour l’informatique, pose de vraies questions.
Également un manque de transparence: il est bizarre, et cela devrait être changé, que contrairement aux projets et aux propositions de loi ou propositions de résolution, les documents relatifs au budget de la Chambre, qui sont donc examinés par la commission de la Comptabilité, ne sont pas publiés sur le site de la Chambre avant le début des travaux. Le seul document qui est publié est le rapport, dont nous venons de dire qu’il n’est pas du tout complet.
Je pense que c’est vraiment un premier problème auquel il faudra remédier.
Maintenant, pourquoi ne pouvons-nous pas approuver les comptes? Les autres collègues en ont déjà parlé. Effectivement, il y avait les litteras dans le budget qui était prévu, monsieur Van der Donckt, pour les anciens présidents. D’ailleurs, avec le PTB, nous savions que cela existait, parce que nous avons introduit, déjà en 2021, un amendement pour le supprimer.
02.06 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Vous avez voté contre!
02.07 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Vous avez voté contre. Vous pouvez aller revoir les notules. Je crois que nous avons déjà eu cette discussion plusieurs fois. L’amendement du PTB existe bel et bien. À cette époque-là, nous avons décidé de le supprimer. M. Van Hees a posé des questions à ce sujet en commission, auxquelles il n’a jamais obtenu de réponse.
Mais effectivement, il y avait donc aussi des versements qui n’étaient même pas inscrits dans le budget: les versements aux anciens fonctionnaires, à hauteur de 400 000 euros pour 2022. Normalement, cela aurait dû être autour de 600 000 euros pour 2023, si cette illégalité avait persisté, si cela n’avait pas été découvert et mis en lumière.
Il est fou que le fait d’avoir supprimé ces versements à ces anciens fonctionnaires n’apporte aucun changement dans les comptes, parce qu’ils n’existaient pas dans les comptes et dans le budget. C'est fou. Pendant des années, ici à la Chambre, dans le temple de la démocratie, là où l’on doit contrôler les comptes de tous les citoyens. Tous nos concitoyens paient des impôts jusqu’au moindre euro et le fisc sait tout de vous. Ici, on paie en stoemeling des indemnités illégales. Aujourd’hui, on n’a aucune certitude que tout se passe dans les règles dans ce Parlement. Même M. Leysen l’a remarqué et a dit qu’on ne pouvait pas approuver les comptes. Je me doute que s’il savait qu’en plus, il y avait des députés qui rentraient des frais pour des voyages pour lesquels ils n’ont même pas obtenu d’accord, il aurait été encore plus furieux.
En ce qui concerne le budget de la Chambre même, nous avons de nouveau introduit des amendements. Je vais brièvement les citer. Dans le budget de la Chambre, nous avons bien sûr aussi tous les autres avantages qui sont octroyés, les salaires des députés par exemple et tous leurs privilèges. Là aussi, le citoyen est en attente de changements. Nous introduisons un amendement qui vise à réduire de moitié les indemnités parlementaires. Il est important de le répéter. Aujourd’hui, le salaire brut d’un député est de 8 642 euros alors que le salaire médian d’un Belge est de 3 550 euros brut par mois, c’est-à-dire que la moitié des Belges ont des salaires qui s’élèvent à peine à un tiers de ce que s’accordent les parlementaires, sans compter ceux qui travaillent à temps partiel ou qui n’ont pas d’emploi.
Il y a vraiment un lien entre ce fait-là et vivre dans cette bulle-là. On l’a encore vu aujourd’hui sur certains exemples et avec les décisions qu’on prend. Il y a bien sûr aussi la suppression des indemnités de sortie – jusqu’à plusieurs centaines de milliers d’euros que vous pouvez toucher quand l’électeur décide de ne pas vous réélire. C’est quand même un petit peu bizarre.
Par ailleurs, nous souhaitons supprimer le littera "Anciens présidents et veuves". Nous proposons de ramener à zéro le littera A 70400. En fait, l'amendement que nous avons déposé vise à supprimer les frais de représentation, mais il est mal intitulé car c'est là-dedans que l'on retrouve tous les extras pour les fonctions spéciales. Les membres du Bureau de la Chambre ou les présidents de commission reçoivent plus que le montant que je viens de citer.
Nous avons déposé un autre amendement important, madame la présidente. J'espère d'ailleurs que vous pourrez répondre aujourd'hui différemment à nos questions. Nous ne comprenons pas que seront votés demain 18,8 millions d'euros de subsides pour la Caisse des pensions. Lorsque nous avons constaté le dépassement du plafond Wijninckx de 20 % et son illégalité, vous aviez dit qu'il serait supprimé. Pourtant, nous ne voyons aucun changement du montant qui sera attribué à la Caisse des pensions. Nous n'avons toujours pas reçu la liste ni le nombre exact des personnes qui dépassent ce plafond encore aujourd'hui puisque vous n'avez toujours pas supprimé le paiement de ces montants. Mais nous avons fait un calcul. Si ce supplément de 20 % était supprimé pour 85 députés, on pourrait diminuer le montant donné par la Chambre à la Caisse des pensions de 1,5 million d'euros. Nous ne comprenons pas pourquoi cette décision n'a toujours pas été transcrite dans le budget qui nous est soumis.
Notre dernier amendement concerne les frais de fonctionnement des groupes. En plus des dotations aux partis politiques, il y a aussi ces subsides pour les frais de fonctionnement des groupes, qui sont un petit extra donné aux partis politiques, qui s'élève quand même à 11 millions d'euros. Nous proposons de le diminuer de moitié, comme pour l'ensemble des dotations.
Voilà, madame la présidente, j'espère que vous allez donner quelques explications en réponse à ces questions qui me semblent pertinentes et importantes.
02.08 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, ik had ook gemeld, weliswaar na de deadline, dat voor mij het verslag uitzonderlijk summier was.
Ik vat mijn opmerkingen samen die ik in de commissie heb gemaakt. Het leek mij wijs dat men, als men het Rekenhof de opdracht gaf tot een rapport, de goedkeuring van het ontwerp minstens tot na de oplevering ervan zou uitstellen, zeker in het licht van de opmerking van de diensten dat de rekeningen betalingen ten belope van 445.000 euro die niet in een begrotingsregel ingeschreven waren, noch door de bevoegde organen waren goedgekeurd, omvatten. Ik heb dan nog voorgesteld om de stemming daarover uit te stellen of minstens, indien de teksten aan de orde van de vergadering werden gebracht, er een verklaring aan toe te voegen.
Mevrouw de voorzitster, u hebt inderdaad uitgelegd dat u in oktober ervan op de hoogte werd gebracht dat er wellicht onregelmatigheden waren, en dat u tot december hebt gewacht, omdat u de opdracht gaf tot een bijkomend rapport.
Ik ben mijn carrière begonnen in de auditsector en ik kan dus niet anders dan mijn bezorgdheid uiten over de werkmethodes. Het gaat daarbij over de kasboekhouding en over wie waarover in de Kamer mag beslissen. Daarover is er grote onduidelijkheid. Het betreft natuurlijk geen regeringszaak, maar is de verantwoordelijkheid van de organen. Alle grote partijen hebben mee zitting in het Bestuurscomité dan wel het Bureau. Het is mij nog steeds niet duidelijk wie waarover mag beslissen.
Ik wil er wel één positieve zaak aan toevoegen. De heer Gennart, die die verantwoordelijkheden bij de financiële diensten heeft overgenomen, heeft ons zeer duidelijk en zonder omwegen ingelicht over misschien delicate dossiers. Ik verwijs naar wat er in het verleden blijkbaar gebeurd is.
Misschien zal ik de lachers nog op mijn hand krijgen, maar neen, het was geen test om te kijken of de diensten van de Kamer hun werk ernstig deden, toen ik te goeder trouw, zoals de vorige jaren, de terugbetaling van mijn onkosten heb aangevraagd. Dat gebeurde te goeder trouw, omdat het een late inschrijving was. Het geeft me alleszins een gerust gevoel dat er vandaag meer aandacht is voor dat soort zaken. Ik moet wel zeggen dat niet de financiële diensten, maar vier hoge ambtenaren een nota geschreven hebben aan het Bureau, waarin u zetelt, mevrouw de voorzitster, om erop te wijzen dat ik een procedurefout had gemaakt. Ik aanvaard dat ten volle en ben blij met de duidelijkheid. In mijn bedrijf vertrouw ik mijn medewerkers dat ze te goeder trouw handelen.
Overigens, ik laat aan de heer Vermeersch opmerken dat ik daar wel naartoe mag gaan. Ik werd uitgenodigd en ik neem de kosten zelf ten laste, hoewel andere collega’s ze vergoed krijgen. Sommigen hebben gezegd dat ik vorige week stout ben geweest. Ik heb daar alvast geen spijt van. Als de regering de komende jaren moeilijke beslissingen moet nemen, moet de Kamer bij uitstek het goede voorbeeld geven. Ik neem er dan graag bij dat sommigen het initiatief nemen om een procedurefout breed uit te smeren in de pers.
02.09 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitter, ik heb nog een korte vraag. Hebben we het rapport over Incentris ontvangen?
De voorzitster: Bedoelt u of dat beschikbaar is?
02.10 Peter De Roover (N-VA): Hebben we dat ontvangen? Werden we daarvan in kennis gesteld?
La présidente: Le dossier a été présenté à la commission de la Comptabilité mais ce n'est pas en soi un rapport parlementaire.
02.11 Peter De Roover (N-VA): Ik neem aan dat er toch een verslag bestaat dat aan de leden bezorgd wordt?
La présidente: Une note a été distribuée à l'ensemble des membres de la commission de la Comptabilité. Elle faisait le point sur l'état d'avancement de ce projet Incentris. Elle a été distribuée aux membres de la commission de la Comptabilité. Elle a été discutée sur les options à suivre dans cette opération. Mais il n'y a pas, en soi, de document parlementaire. Ce n'était pas un rapport parlementaire, c'est un projet que la Chambre mène.
S'il n'y a pas d'autres questions, je clos la discussion. Il y a 6 amendements qui ont été déposés…
02.12 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Madame la présidente, j'en conclus que nous n'avons pas réponse à nos questions, qu'il s'agisse de celles de M. Van der Donckt ou des miennes. Vous êtes la présidente de la Chambre, vous êtes quand même la personne qui doit répondre!
La présidente: Je suis la présidente de la Chambre; je préside la séance et je ne vais donc pas répondre aux questions. Ce n'est pas mon rôle ici.
02.13 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Alors, qui est responsable pour répondre aux questions?
La présidente: Beaucoup de personnes étaient présentes dans cette commission et pourraient éventuellement répondre à ces questions. J'enregistre qu'il n'y a personne qui veut répondre à vos questions.
02.14 Sofie Merckx (PVDA-PTB): J'en conclus que vous refusez le débat sur les questions que nous avons posées, madame la présidente.
La présidente: Vous avez le droit de poser des questions. Mon rôle n'est pas d'y répondre. Mon rôle est de gérer la séance d'aujourd'hui.
02.15 Sofie Merckx (PVDA-PTB): C'est pour les citoyens qui nous écoutent que je pose ces questions.
La présidente: Vous avez raison, madame Merckx. Posez vos questions. Il n'y a pas de problème.
02.16 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Voilà, nous n'avons pas de réponse de la présidente de la Chambre sur les comptes de la Chambre ni son budget.
La présidente:
Il y a des réponses dans les rapports. Vous les connaissez bien et par ailleurs
vous siégez dans les organes de cette Chambre, au Bureau. Vous connaissez
l'état d'avancement de certains dossiers pour lesquels vous venez de poser des
questions, que vous posez également au Bureau. Je pense que vous connaissez très bien ces
dossiers.
02.17 Wim Van der Donckt (N-VA): Mevrouw de voorzitster, kort vraag ik het woord voor de duidelijkheid.
U sprak over zes amendementen en ik wil u vragen of onze amendementen daarbij inbegrepen zijn, aangezien ook wij amendementen ingediend hebben? Van collega Merckx hoorde ik dat zij drie of vier amendementen heeft ingediend, wij vijf.
De voorzitster: Ik beschik over zes amendementen van de heer Van Hees. Ik heb geen amendementen van u gekregen. Ik zal het bij de diensten van de Kamer navragen. Hebt u amendementen ingediend?
02.18 Wim Van der Donckt (N-VA): Ja. De amendementen betreffen de Senaat, de dotatie van de Kamer, de pensioenen van de Kamer, de financiering van de politieke partijen en de RRF-fondsen, maar ik denk dat wij ze hebben ingediend op het wetsontwerp. Ik vraag het om misverstanden te vermijden.
De voorzitster: Wij hebben uw amendementen ontvangen, maar ze werden inderdaad ingediend op het wetsontwerp.
02.19 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, in een mail van uw diensten over
Incentris stond: "Dat komt in een apart verslag dat nog zal worden
doorgezonden". Hebben wij dat intussen ontvangen? Er is gezegd dat dit in een
apart verslag zou worden bezorgd. Bij ons weten is dat niet gebeurd. Als dat
niet gebeurd is, kunnen wij over deze zaak niet stemmen. Het dossier is immers niet volledig.
La présidente: M. le greffier m'informe que le rapport relatif à la partie de la commission de la Comptabilité sur Incentris est en cours de rédaction, mais ne fait pas partie des décisions qui doivent être prises aujourd'hui concernant le budget, le Conseil central de surveillance pénitentiaire ou l’Autorité de protection des données.
02.20 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, ik vind het toch heel bijzonder dat wij het debat afsluiten zonder dat we over alle documenten beschikken. Dat kan toch niet? Er is maar een oplossing en dat is dit punt verdagen. Ik zou als Kamerlid toch graag over alle documenten beschikken, waarvan trouwens werd gezegd dat ze zouden worden toegevoegd.
De voorzitster: De discussie die in de commissie werd gevoerd ging inderdaad over Incentris, maar maakte geen deel uit van het budget.
02.21 Peter De Roover (N-VA): Maar dat gaat toch over het budget? Dat gaat toch over een verslag over het gebruik van de middelen?
De voorzitster: Neen, absoluut niet. Het gaat bijvoorbeeld over beslissingen met betrekking tot de verhuizing van de BIM-commissie en dergelijke, maar niet over budgetbeslissingen.
02.22 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, ik heb het dossier gevolgd in de commissie voor Comptabiliteit, hoewel ik de vorige vergadering wegens een afspraak elders niet tot het einde heb kunnen volgen. Ik heb gelukkig mevrouw Maggie De Block zo vriendelijk gevonden om mij te vervangen.
Incentris is echter een dossier waarbij het de bedoeling was om door efficiëntiewinsten de kosten te doen dalen. In een eerste fase hebben wij vastgesteld dat daarvoor 2 miljoen euro meerkosten moesten worden gemaakt. Samen met de leden van andere partijen – de heer Van der Donckt knikt – hebben wij geconcludeerd dat de aanpak door de heer Morreel, die thans niet meer verbonden is aan de Kamer en niet langer adviseur is, bijna van de baan is en dat nu kleine synergiën worden gezocht, waarvoor er een bespreking was.
Mevrouw de voorzitster, u hebt het echter juist. Vermits ter zake geen substantiële beslissingen zijn genomen, is dat geen budgettaire zaak die deel uitmaakt van de budgetten van de Kamer. Dat is echter zeker een taak waarop wij kunnen terugkomen. De initiatieven van de vorige hoge ambtenaren waren echter heel bijzonder. Samen met de heer Flahaut en andere leden hebben wij ter zake het signaal gegeven dat het werk anders moet worden gedaan. Mevrouw de voorzitster, u hebt ter zake echter gelijk, het verslag is er niet maar dat heeft geen impact op de begroting. Dat zal u wellicht nog bevestigen. Dat is evenwel mijn understanding. Wij kunnen natuurlijk altijd een verbinding maken, door te stellen dat indien iets zou gebeuren, dat ook een bepaald effect zou hebben. Collega’s, de werkzaamheden ter zake zullen echter worden voortgezet.
Ik dank ook de heer Van Hees, die mij tijdens de vorige zitting is bijgetreden. Er is nog veel werk aan de winkel in het beheer van de Kamer zelf.
02.23 Peter De Roover (N-VA): Eén synergie is dan toch al tot stand gekomen, namelijk tussen de heer Leysen en de heer Van Hees.
Er wordt dus naar synergieën gezocht om kosten te besparen. Dat leidt ertoe dat een en ander 2 miljoen meer kost.
02.24 Christian Leysen (Open Vld): Er was geen impact.
02.25 Peter De Roover (N-VA): Maar als wij geen kennis hebben van het verslag, weten wij toch niet of er een impact is? Het is heel vreemd. U zegt dat het verslag niet nodig is, want er staat niets in dat een impact heeft. Ik zou eerst dat verslag willen bekijken om te zien of er geen impact is. Dat verslag hoort daar toch bij? Enfin, het is gerommel.
02.26 Wim Van der Donckt (N-VA): Wat ik uit de vergadering van de commissie voor Comptabiliteit meende te hebben onthouden, is dat er daar geen consensus was om de begrotingsaanpassing voor te leggen aan de Kamer. Maar ja, als het verslag beperkt is, kan dat daarover moeilijk uitsluitsel bieden. Hoe dan ook, het kan zijn dat er in het verslag over Incentris geen impact is, maar het kan ook zijn dat er wel een impact is, misschien zelfs in positieve zin. Dat is ook een mogelijkheid.
De voorzitster: Elk orgaan is verantwoordelijk om een begrotingsaanpassing in te dienen. Wij hebben geen begrotingsaanpassing gekregen van de dotatiegerechtigde organen. Dat is een feit. Alleen van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen hebben wij een begrotingsaanpassing ontvangen.
02.27 Servais Verherstraeten (cd&v): Mevrouw de voorzitster, ik denk dat het geen impact heeft. Het gaat ook om een proces op langere termijn. Dat mag ons dus niet beletten om erover te stemmen. Het is voor de Kamer wel belangrijk dat het verslag er zo snel mogelijk komt. Ik vraag u ook om er bij de diensten op aan te dringen dat het ons zo snel mogelijk ter beschikking wordt gesteld.
La présidente: Le rapport est en cours de rédaction et vous parviendra pour que vous puissiez prendre connaissance de tout cet état des lieux.
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
* * * *
Amendements déposés:
Ingediende
amendementen:
Tableau p. 91/Tabel
blz. 91
• 7 –
Marco Van Hees (3452/2)
• 8 –
Marco Van Hees (3452/2)
• 9 –
Marco Van Hees (3452/2)
• 10 –
Marco Van Hees 3452/2)
• 11 –
Marco Van Hees (3452/2)
Tableau p. 108/Tabel
blz. 108
• 12 – Marco Van Hees (3452/2)
* * * * *
Réservés: les amendements.
Aangehouden: de
amendementen.
* * *
* *
Le vote sur les amendements réservés, les comptes, les ajustements budgétaires, ainsi que sur l’adaptation du cadre du personnel aura lieu ultérieurement.
De stemming over de aangehouden amendementen, de rekeningen, de begrotingsaanpassingen en de aanpassing van de personeelsformatie zal later plaatsvinden.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 30 juni 2023 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 30 juin 2023 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten om 23.26 uur.
La séance est levée à 23 h 26.
Ce compte rendu n'a pas d'annexe. |
Dit verslag heeft geen bijlage. |