Séance
plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 21 septembre 2023 Après-midi ______ |
van Donderdag 21 september 2023 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14 h 18 et présidée par Mme Eliane Tillieux, présidente.
De vergadering wordt geopend om 14.18 uur en voorgezeten door mevrouw Eliane Tillieux, voorzitster.
La présidente: La séance est ouverte.
De
vergadering is geopend.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le compte rendu intégral de cette séance ou son annexe.
Een reeks
mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan
deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het integraal verslag van
deze vergadering of in de bijlage ervan.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
David
Clarinval, Vincent Van Peteghem, Karine Lalieux, Zakia Khattabi.
La présidente (devant l'assemblée debout): Chers collègues, nous avons tous été atterrés et profondément bouleversés par les catastrophes naturelles survenues ces 8 et 10 septembre au Maroc et en Libye. Au Royaume du Maroc, c’est un puissant séisme de magnitude 6,8 qui a frappé la région d’Al Haouz, à 23 h 11, dans la nuit du vendredi 8 septembre. Et, deux jours plus tard, la tempête Daniel, devenue cyclone, a entraîné des inondations meurtrières dans l’Est libyen, plus particulièrement dans la ville de Derna.
Selon les derniers bilans officiels, le tremblement de terre au Maroc, ce sont près de 3 000 personnes qui ont perdu la vie, et près de 5 700 qui ont été blessées. Outre les insoutenables pertes en vies humaines, restent des rescapés traumatisés, privés de leur logement, avec la précarité que cela induit, et à laquelle s’ajoute l’anéantissement des infrastructures. Mais encore, tandis que des villages isolés sont inaccessibles, certains sont menacés par la rudesse des conditions climatiques.
Volgens de WHO zijn er in Libië bijna 4.000 slachtoffers en meer dan 9.000 vermisten. De cijfers blijven oplopen. Tienduizenden mensen zijn ontheemd. Die Libische overlevenden, die al ruim twaalf jaar te lijden hebben onder politieke instabiliteit, hebben nu geen dak meer boven hun hoofd, geen vervoer en geen infrastructuur meer, en worden aan gezondheidsrisico's blootgesteld.
De internationale gemeenschap, en de EU-lidstaten in het bijzonder, geven blijk van solidariteit en hebben hulpoperaties opgezet voor de bevolking van deze twee landen.
Ook België heeft, zowel op federaal, gewestelijk als lokaal niveau, hulp aangeboden.
Voor Marokko, waarmee ons land zoals bekend bijzondere affectieve, familiale en historische banden heeft, heeft de Europese Commissie 1 miljoen euro voor humanitaire hulp uitgetrokken, en de Belgische Ontwikkelingssamenwerking 5 miljoen euro. Ook de gewesten hebben financiële hulp toegezegd, net als bepaalde steden en gemeenten, die inzamelingen voor basisgoederen hebben georganiseerd. De gebeurtenissen hebben ook een diepe indruk nagelaten op onze burgers, die spontaan blijk hebben gegeven van grote solidariteit.
Quant à la Libye, la Commission européenne a débloqué une aide de 5,7 millions d’euros. Outre le million alloué pour l’aide humanitaire d’urgence, le gouvernement belge a décidé de se joindre aux efforts de secours européens par le biais de son dispositif interdépartemental B-FAST.
J’ai adressé un courrier à Monsieur Rachid Talbi El Alami, Président de la Chambre des Représentants du Royaume du Maroc, et à Monsieur Aguila Saleh Issa, Président du Majlis Al-Nuwaab de Libye, afin de leur présenter les condoléances de notre assemblée.
01.01 David Clarinval, ministre: Madame la présidente, mesdames et messieurs les députés, une fois de plus, nous avons été confrontés à de terribles catastrophes naturelles, cette fois au Maroc et en Libye. Les souffrances causées sont difficiles à imaginer, mais les images parlent malheureusement d’elles-mêmes. Comme vous l’avez souligné, madame la présidente, le gouvernement et ses partenaires européens ont offert toute l’assistance possible. La reconstruction sera un travail de longue haleine et nous serons aux côtés de ces pays.
De regering is ook getroffen door de grote golf van solidariteit die zich heeft ontwikkeld in ons land, in het bijzonder bij de Marokkaanse gemeenschap. Namens de regering betuig ik ons diepste medeleven met de slachtoffers en de nabestaanden.
De voorzitster: Mag ik u vragen om ter nagedachtenis van de slachtoffers van deze rampen een minuut stilte in acht te nemen.
La
Chambre observe une minute de silence.
De
Kamer neemt een minuut stilte in acht.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 20 septembre 2023, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 20 september 2023 heeft u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.
Y a-t-il une observation à ce sujet?
Zijn er dienaangaande opmerkingen?
02.01 Barbara Pas (VB): Mevrouw de voorzitster, de Franse auteur Victor Hugo schreef al dat de doden onzichtbaar maar niet afwezig waren. Ik moet vaststellen dat het met de vivaldiregering erger gesteld is dan met de doden, want ze is zowel onzichtbaar als afwezig. Maar liefst acht excellenties zijn afwezig. Dat hebben we in de Conferentie van voorzitters al terecht aangeklaagd, maar ik wil dat u officieel aankaart dat dit zeker niet de toon van het komende werkjaar mag zijn. Dit is de eerste zitting van het nieuwe werkjaar, na een veel te lang zomerreces. Dit is niet de toon die mag worden gezet.
Ik heb nu wel het enige voordeel ontdekt van de vele ministers die de vivaldiregering telt: als er acht ministers afwezig zijn, blijft er nog een billijk aantal ministers over.
Ik wil dat u erop aandringt dat er enige coördinatie is. Ik heb er alle begrip voor als ministers ergens aanwezig moeten zijn wegens internationale verplichtingen. Als we in het vragenuurtje bij afspraken over wie een vraag beantwoordt echter steevast te horen krijgen dat de regering een en ondeelbaar is, dan vraag ik me af waarom ze met vier of vijf ministers bij eenzelfde vergadering aanwezig moeten zijn. Ik vraag u dus bij dezen om er bij hen op aan te dringen om dat in de toekomst beter te coördineren.
02.02 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, aangezien de Conferentie van voorzitters achter gesloten deuren plaatsvindt, is het inderdaad zinvol om enigszins te coördineren wie wanneer vertrekt. Het spreekt voor zich dat een premier op een bijeenkomst van de Verenigde Naties aanwezig moet zijn. Vandaag heeft zich ook nog een regeringslid verontschuldigd om gezondheidsredenen. Dat is uiteraard geen probleem.
Gisteren heb ik de regering dezelfde vraag gesteld en erop aangedrongen dat de premier dat zou coördineren. Ik herhaal die vraag hier, omdat de aanwezige vertegenwoordiger van de regering in de Conferentie van voorzitters ons heeft verzekerd dat hij die vraag zou doorspelen aan de regering. In deze openbare zitting kan die vraag in het verslag worden geregistreerd. Bij dezen is dat dus ook publiekelijk gebeurd. Ik mag hopen dat we in de toekomst geen ongelofelijke inspanningen meer zullen moeten leveren om te achterhalen aan wie we nog een vraag kunnen stellen. Dat is immers de toestand waarin we vandaag verkeren.
De voorzitster: De vraag werd gisteren in de Conferentie van voorzitters gesteld. De vertegenwoordiger van de regering heeft geantwoord dat hij het bericht naar de regering zou zenden.
Monsieur Clarinval, vous êtes présent et avez entendu le message des groupes d'opposition. Nous pouvons toutefois peut-être nous joindre à cette demande afin que, de manière générale, le gouvernement soit dans la mesure du possible présent lors de nos séances plénières.
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
Nous font connaître qu'ils se sont constitués en leurs séances de ce jour :
- par lettre du 6 septembre 2023 : le Parlement wallon,
- par lettre du 7 septembre 2023 : le Parlement de la Communauté française.
Brengen ons ter kennis dat zij ter vergadering van die dag voor wettig en voltallig verklaard zijn:
- bij brief van 6 september 2023: het Waals Parlement,
- bij brief van 7 september 2023: het Parlement van de Franse Gemeenschap.
Pour
information.
Ter
kennisgeving.
04.01 Georges Dallemagne (Les Engagés): Monsieur le vice-premier ministre, un nouvel épisode de la tragédie arménienne s'est ouvert ce 19 septembre. L'Azerbaïdjan a attaqué massivement le territoire du Haut-Karabagh en violation de l'accord tripartite qu'il avait lui-même signé avec l'Arménie et la Russie en 2020.
En quelques heures, cette nouvelle agression a fait des centaines de victimes, des morts et des blessés dont de nombreux civils. La population arménienne souffrait déjà d'un terrible blocus de l'Azerbaïdjan depuis de nombreux mois. Commettant ce nouveau coup de force, le président Aliyev ne respecte ni sa parole ni sa signature ni la Constitution de son pays qui prévoit la protection et la sécurité de tous ses citoyens.
J'avais salué les propos de notre ministre des Affaires étrangères lors de son séjour dans le Caucase du 21 au 24 août dernier sur les réseaux sociaux. En revanche, elle a hier déclaré: "Nous suivons avec inquiétude les évènements au Haut-Karabagh. La Belgique appelle à une désescalade."
Ce message, monsieur le vice premier ministre, est inadapté. Il semble mettre dos à dos l'agresseur et la victime, les forces azerbaïdjanaises et les Arméniens. Il n'y a rien de pire que de ne pas qualifier correctement les crimes en cours.
Il ne s'agit pas d'un évènement, mais d'une agression militaire unilatérale et préméditée. Lorsque l'on parle de désescalade, il faut savoir que du côté des populations arméniennes, il n'y en a eu évidemment aucune.
Devant la violence de l'attaque, le rapport de force totalement déséquilibré, le besoin de protéger sa population, les forces du Haut-Karabagh ont préféré la reddition et l'Arménie s'est abstenue d'intervenir. Ce que nous craignons, aujourd'hui, ce sont les assassinats, les détentions arbitraires, le nettoyage ethnique en cours.
J'attends, monsieur le ministre, de votre gouvernement une condamnation sans réserve de cette agression et qu'il tienne d'ores et déjà les autorités azerbaïdjanaises comme responsables pour les crimes qui ont été commis et qui le seraient encore, et qu'un régime de sanctions soit adopté.
Le président Aliyev se sait fort parce que nous dépendons de son gaz. Il faut arrêter de lui donner l'argent et les moyens qui lui permettent de terroriser les Arméniens. (…)
La présidente: Merci de veiller au respect du temps de parole.
04.02 Michel De Maegd (MR): Monsieur le vice-premier ministre, ce que nous redoutions est arrivé. Le Haut-Karabagh a une nouvelle fois subi une agression intolérable de la part de l'Azerbaïdjan ce mardi, au mépris total de l'accord de cessez-le-feu de 2020. Les victimes civiles sont très nombreuses, les déplacés encore plus. On assiste à un véritable nettoyage ethnique, absolument inacceptable au XXIe siècle.
Depuis neuf mois, les 120 000 habitants du Haut-Karabagh vivent coupés du monde et manquent de tout, à la suite d'un blocus illégal imposé par Bakou, le blocus du corridor de la Chine. J'ai personnellement alerté à de nombreuses reprises le premier ministre et la ministre des Affaires étrangères sur ce qui se jouait dans cette région et les risques importants que cela faisait courir à la population.
J'entends les condamnations et les appels au dialogue, que je rejoins bien évidemment. J'apporte mon soutien le plus total aux populations sur place. La paix et la sécurité doivent être notre unique objectif. Mais l'expérience nous montre, chers collègues, que ces appels ne sont pas entendus. Bakou semble sourde, et ne cesse de multiplier les agressions. La Russie n'est pas en capacité de sécuriser la région et les populations civiles; et l'Union européenne, malgré les efforts nourris du président du Conseil, ne parvient pas à raisonner l'Azerbaïdjan.
Combien de temps laisserons-nous ces habitants seuls? Combien de temps accepterons-nous encore ces agressions à répétition? Les mots, malheureusement, ne suffisent plus, et il est plus que temps d'aller plus loin.
Notre premier ministre et notre ministre des Affaires étrangères sont en ce moment à New York. Comment peuvent-ils utiliser cette opportunité pour que la communauté internationale se saisisse concrètement de ce dossier, avec toutes les parties, sur le plan du cessez-le-feu, de la protection des populations civiles, mais aussi des sanctions à l'égard de ceux qui ne respectent pas les accords conclus?
Comment la Belgique peut-elle, avec d'autres, venir en aide aux populations locales? Enfin, comment aider l'Arménie, si elle devait accueillir dans la précipitation de nombreuses personnes fuyant le Haut-Karabagh?
04.03 Ellen Samyn (VB): 284 dagen hebben België en de internationale gemeenschap een soeverein volk in de steek gelaten. 284 dagen heeft Azerbeidzjan ongestoord zijn gang kunnen gaan. Eind vorig jaar werd de enige toegangsweg tussen Armenië en Nagorno-Karabach, de Lachincorridor, geblokkeerd. Het gevolg van die blokkade is een humanitaire crisis. 120.000 inwoners werden afgesloten van de buitenwereld. Tijdens de barre wintermaanden werd de bevolking meermaals zonder gas en elektriciteit gezet. Kinderen konden amper naar school. Los van die extreme oorlogsmisdaden de laatste jaren door Azerbeidzjan tegenover de christelijke Armeense bevolking, heeft dit terreurregime gedurende meer dan negen maanden uithongering als oorlogsmiddel ingezet. Het was een stille genocide. Er vielen dodelijke slachtoffers door ondervoeding. Schrijnende tekorten aan geneesmiddelen leidden tot miskramen. Hulporganisaties werd de toegang tot het gebied geweigerd. De internationale gemeenschap greep niet in.
Azerbeidzjan zag zijn momentum voor militair optreden in Nagorno-Karabach alleen maar versterken. Ook voor de kleinere interventies met dodelijke slachtoffers werden de Azeri’s immers niet op de vingers getikt. Op 19 en 20 september werd een volk schandelijk in de steek gelaten. Bij de brute aanvallen door Azerbeidzjan zijn minstens 200 mensen omgekomen. Honderden mensen en kinderen zijn gewond. 120.000 mensen zijn hun thuisland kwijt. Azerbeidzjan heeft onder het oog van het Westen zijn buit binnengehaald.
Waar was België? Waar waren de internationale gemeenschap en de Europese Unie om dat soeverein volk te helpen?
Welke garanties heeft de Armeense bevolking dat ze haar veiligheid en haar eigenheid kan behouden?
Zullen er sancties genomen worden tegen Azerbeidzjan?
04.04 David Clarinval, ministre: Madame la présidente, madame et messieurs les députés, la ministre des Affaires étrangères se trouve en ce moment à l'Assemblée générale des Nations Unies, à New York. Je vais vous livrer ici le message qu'elle m'a transmis en réponse à vos questions.
Après des mois de blocage de l'accès à la région par l'Azerbaïdjan, ce mardi 19 septembre, l'armée azérie a débuté "une opération antiterroriste" au Haut-Karabagh. Le lendemain, au vu du rapport de forces inégal, les autorités de facto du Haut-Karabagh ont accepté une déclaration de cessez-le-feu. Cet accord prévoit la dissolution et le désarmement complet des formations de l'armée de défense du Haut-Karabagh ainsi que le retrait des unités et des militaires restants des forces armées de l'Arménie.
De facto is de Armeense bevolking van Nagorno-Karabach nu onbeschermd.
Vandaag vindt er een bijeenkomst plaats
tussen de twee partijen, onder bemiddeling van Rusland, om het staakt-het-vuren
en de voorwaarden ervan te bespreken. Dat zijn de jongste gebeurtenissen.
Il est encore trop tôt pour dresser un bilan précis de l'opération militaire. Aussi, du fait de la suspension des communications avec la région, nous savons malheureusement déjà que le bilan humain est important.
Er zijn vele doden en honderden gewonden. Een groot deel van de bevolking is geterroriseerd en ontvluchtte de gebieden.
Soyons clairs. Monsieur Dallemagne, je vous rappellerai que nous sommes allés ensemble, il y a quelques années, au Haut-Karabagh. Personnellement, cela me touche beaucoup. Soyons clairs, nous condamnons sans équivoque l’opération militaire de l’Azerbaïdjan à l’égard de la population arménienne du Nagorno-Karabagh. Nous déplorons les nombreuses pertes humaines. Nos pensées vont aux familles et aux proches des victimes.
De Europese Unie, waaronder België, heeft dit onmiddellijk veroordeeld en riep op tot een onmiddellijke stopzetting van de vijandelijkheden.
Ce message a aussi pu être porté directement par le directeur de cabinet de la ministre Hadja Lahbib à l’ambassadeur d’Azerbaïdjan en Belgique lors d’un entretien qui a eu lieu le jour du déclenchement de l’opération.
La Belgique demande une cessation immédiate et complète des hostilités et le respect du cessez-le-feu. Il est essentiel que la sécurité et les droits des Arméniens du Karabagh soient respectés, y compris le droit de vivre chez eux sans intimidation ni discrimination. L’accès à l’aide humanitaire doit pouvoir être assuré ainsi que la réouverture du corridor de Latchine. La ministre Lahbib l’a plaidé lors de son voyage dans la région le mois dernier.
We roepen Armenië en Azerbeidzjan op om de dialoog te hernemen met het oog op het bereiken van een vredesakkoord, en we blijven bereid om die acties te steunen.
Nous sommes pleinement mobilisés et analysons avec nos partenaires européens la réponse adéquate à donner en fonction de l’évolution de la situation. La ministre des Affaires étrangères est, à New York, en contact permanent avec ses collègues européens. Merci pour votre attention.
04.05 Georges Dallemagne (Les Engagés): Monsieur le vice-premier ministre, un langage clair de condamnation était important de la part de la Belgique. Je vous remercie pour ces mots. Il faut qu’ils soient suivis d’effets.
C’est une page particulièrement sombre qui est en train de se jouer dans les montagnes du Haut-Karabagh. J’y étais pendant la guerre de 2020. C’est une population qui risque de disparaître complètement de cet endroit qui, pourtant, est un territoire arménien depuis des siècles. Il s’agit d’une occupation millénaire. J’ai pu voir, là-bas, leur patrimoine très important dans cette région.
Nous devons tout faire pour sécuriser ces populations là-bas, pour que leur protection soit assurée, car si elles devaient disparaître de cette région, ce serait évidemment une catastrophe pour l’Arménie, pour les Arméniens, pour ces populations. Ce serait aussi une catastrophe pour l’ensemble du monde et pour la manière dont nous vivons ici et dont nous essayons d’assurer la coexistence de populations diverses. Nous ne devons pas laisser faire ces crimes qui se déroulent aujourd’hui dans le Haut-Karabagh.
04.06 Michel De Maegd (MR): Merci, monsieur le vice-premier ministre, pour votre réponse.
Après la guerre des 44 jours en 2020, chers collègues, le monde s’est tu. Après l’attaque en territoire souverain, arménien, en 2022, le monde n’a pas voulu voir. Après le blocus illégal en 2023, condamné par les juridictions internationales, le monde n’a pas voulu entendre. Se taire, ne pas voir, ne pas entendre, il est temps, maintenant, que le monde fasse plus que de singer l’affliction.
L’Azerbaïdjan agresse une nouvelle fois son voisin. Depuis plusieurs mois, j’alerte sur le danger de génocide, et ce n’est pas moi qui le dis mais l’ancien président de la Cour pénale internationale, Luis Moreno-Ocampo. Je l’ai déjà dit à cette tribune: il ne peut y avoir deux poids deux mesures. Comme pour l’Ukraine, le Haut-Karabagh est attaqué. Il y a un agresseur et un agressé, Bakou est la seule responsable.
En février dernier, nous adoptions à l’unanimité ici-même ma résolution. Elle demande que les sanctions soient brandies en cas de nouvelles agressions. Eh bien, nous y sommes. La Belgique doit user de son influence en ce sens. On ne peut abandonner les 120 000 habitants du Haut-Karabagh en danger de mort. Il nous faut sanctionner le pays agresseur. Je compte sur vous, monsieur le vice-premier ministre, pour porter ce message.
04.07 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de minister, als u naïef denkt dat het conflict voorbij is, dan hebt u het mis. Dit is pas het begin. Azerbeidzjan heeft al aangekondigd zogenaamde oorlogscriminelen en mensen die Azerbeidzjan ongunstig gezind zijn, op te pakken. Het zal het begin zijn van een zuivering door het autoritaire regime, ten koste van de achterblijvende Armeniërs.
De Armeense verdedigings- en veiligheidsdiensten zijn ontbonden en de politieke autonomie is uitgewist. Door de bezetting van Azerbeidzjan worden de Armeense natie en cultuur in hun voortbestaan bedreigd. Ik neem het deze regering bijzonder kwalijk dat ze geen enkele intentie heeft betoond op het internationale toneel om de vertegenwoordiging van Artsakh te betrekken, laat staan te willen beschermen. Aliyev lacht de internationale gemeenschap in haar gezicht uit. U hebt Nagarno-Karabach in de steek gelaten en verkiest Azerigas boven mensenlevens.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
05.01 Wouter Beke (cd&v): Mijnheer de vicepremier, 400.000 mensen, 400.000 gezinnen, 400.000 burgers hebben ingetekend op de staatsbon. Bijna 22 miljard euro is daarvoor opgehaald. Mensen hebben dus gestemd met hun voeten, zoals ze dat zeggen. Het was allicht de grootste financiële operatie van de jongste jaren of zelfs decennia. Het was ook de grootste operatie inzake financiële geletterdheid, volgens mij. Ik denk dat er aan elke keukentafel in de maand augustus wel over de staatsbon is gesproken. Mijn eigen kinderen hebben daarover gediscussieerd en hebben mij gevraagd om twee derde van de zuurverdiende centjes van hun studentenjobs daarin te beleggen. Zo groot is het vertrouwen in de staatsbon en in u, mijnheer de vicepremier.
Niet alleen het vertrouwen van de burger was belangrijk, er wordt weleens vergeten dat ook het vertrouwen van de financiële markten bijzonder belangrijk is, want inzake de kredietwaardigheid van ons land was dit een belangrijk signaal voor de internationale markt.
Mijnheer de vicepremier, u hebt dat gedaan omdat u een en ander in beweging wilt zetten, omdat u de banken in beweging wilt zetten, omdat u de concurrentie wilt vergroten. Wanneer echter mocht blijken dat er onvoldoende in beweging wordt gebracht, bent u dan bereid om een tweede uitgifte van een staatsbon voor te bereiden?
Ik heb nog een tweede vraag. We lazen
vandaag dat Vooruit vindt dat we de bankentaksen moeten verhogen. Gisteren
hebben we daarover in de commissie een debat met experts gehad. Wouter Van
Besien, niet te verwarren met die andere Vanbesien, heeft gezegd dat dit een
bijzonder slecht idee is. (….)
05.02 Hugues Bayet (PS): Monsieur le ministre, on doit vous féliciter pour le bon d'État. Vingt-deux milliards en quelques jours, c'est évidemment un succès. C'est aussi un signal fort pour les banques, puisque c'est le signal que les Belges peuvent vite se détourner de leur banque pour toucher un rendement plus élevé pour leur épargne.
Même si, techniquement, ce bon d'État est ouvert à tous les Belges, vous savez comme moi que de nombreux Belges ne peuvent pas laisser leur épargne placée pendant un an et prendre le risque de ne pas pouvoir faire face aux aléas de la vie tels un frigo qui tombe en panne, des soins d'orthodontie pour leurs enfants ou une voiture qui rend l'âme.
C'est pourquoi, pour plus de justice fiscale, les socialistes ont déposé deux textes: un pour augmenter le taux d'intérêt général et un autre pour créer un compte d'épargne populaire semblable au Livret A en France plafonné à 22 000 euros avec un taux d'intérêt identique au taux directeur de la Banque centrale européenne (BCE).
Nous avons eu hier des auditions passionnantes sur ces textes. Je ne vais pas vous étonner en vous disant que les patrons des banquiers nous ont évidemment dit: "Laissons faire le secteur, ne légiférons pas." Mais pour le reste, tout le monde – y compris Febelfin – était d'accord pour dire qu'il faut plus de dynamisme au sein de nos banques et augmenter le taux d'intérêt. Les universitaires précisaient d'ailleurs que les propositions déposées ne mettaient en rien à mal le risque systémique pour les banques et qu'il n'y avait aucun obstacle à la mise en place en Belgique d'un Livret A comme en France. D'autant plus que, vous le savez, monsieur le ministre, de nombreuses banques françaises travaillent en Belgique et ce qui est possible dans un pays européen l'est évidemment dans un autre.
Je vous demandais voici quelques semaines comment soutenir la petite épargne. Aujourd'hui, après le succès des bons d'État et les auditions d'hier, je vous demande si vous pouvez marquer votre accord sur notre texte qui vise vraiment à soutenir ceux qui, chaque mois, mettent un petit peu de côté pour leur pension, pour le Noël des enfants ou pour une semaine de vacances.
Je crois qu'il est vraiment temps d'encourager, de stimuler la petite épargne via un compte spécifique avec un montant limité et un taux garanti. C'est un enjeu de société pour lutter contre la pauvreté et j'espère que vous pourrez avancer sur ce sujet.
05.03 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Madame la présidente, monsieur le vice-premier ministre, chers collègues, hier après-midi, nous avons eu des auditions très intéressantes en commission des Finances. Tous les acteurs présents, de Febelfin à Financité en passant par Test Achats, nous ont dit que les taux d'intérêt sur les comptes d'épargne devaient être augmentés.
Et c'est normal car en Belgique, aujourd'hui, le taux moyen est de 0,49 % sur les comptes d'épargne quand les taux internationaux de la BCE sont à 4 %. C'est injuste pour nos concitoyens qui ont pu mettre un peu d'argent de côté durant la crise. Pour nous, les écologistes, il est fondamental de changer la loi pour que ce taux soit augmenté.
De votre côté, monsieur le ministre des Finances, vous avez lancé un bon d'État qui fut un grand succès: presque 22 milliards d'euros collectés. Je pense savoir que c'était inattendu; vous nous le confirmerez. C'est positif et on voit que les Belges souhaitent placer leur argent avec un rendement plus attractif.
Monsieur le ministre, ma première question porte sur les réactions diverses et variées des banques dont une a retenu mon attention: celle du CEO de la seule banque publique de ce pays, Belfius, 100 % publique. Selon lui, avec ce bon d'État, il y avait un risque de déstabiliser la position de liquidités des banques, et Belfius pourrait augmenter les taux emprunteurs. J'ai trouvé cette réaction incompréhensible et inacceptable pour le patron de la seule banque publique de ce pays. Quelle est votre réaction face à cette menace à peine voilée d'augmenter ses taux suite à la publication des bons d'État? Je sais que vous avez été en contact avec lui et j'aimerais savoir quel message vous lui avez fait passer.
Deuxièmement, vous aviez annoncé que vous
lanceriez un second bon d'État. Pour nous, il est fondamental qu'il soit ciblé
sur la transition écologique. Il devra être un bon d'État vert qui investit
dans les énergies renouvelables, l'isolation des bâtiments et la mobilité. Qu'en pensez-vous?
05.04 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de minister, ik meen dat wij allemaal verenigd zijn in de wens dat de rente op de spaarboekjes verhoogd wordt. Ik meen echter ook dat wij de mensen daarover geen buitensporige illusies moeten aanpraten.
Er is ter zake een aantal wetsvoorstellen ingediend. Wij hebben inderdaad hoorzittingen gehouden, waar tot het besluit gekomen is dat het grootste slachtoffers van die wetsvoorstellen de kleine banken zijn, juist die banken die het dichtst bij de burger staan en die een dienstverlening bieden die wij vandaag bij grote banken te vaak missen. Die wetsvoorstellen schieten hun doel dus voorbij.
U hebt een staatsbon uitgegeven en die had tot doel dat de rente verhoogd zou worden. Wat blijkt echter? Dat is niet gebeurd. Wat wel gebeurd is – en ik citeer nu de gouverneur van de Nationale Bank – is dat de kleinere banken de eerste slachtoffers waren van de concurrentie die u hun hebt aangedaan. De heer Wunsch voegde daar nog aan toe dat bij een tweede staatsbon die kleinere banken in de gevarenzone dreigen te komen.
Lijkt het u de rol van de minister van Financiën te zijn – die nu weliswaar genipt heeft aan het elixir van het electorale succes – om een stap te zetten die ons bankenevenwicht in gevaar kan brengen? Vandaar de zeer belangrijke vraag: zult u een tweede staatsbon uitgeven?
Ik heb nog 30 seconden, in tegenstelling tot de collega van cd&v. Wij zijn echter altijd bereid om hem te hulp te snellen. In tegenstelling tot andere Wouters, meen ik immers dat deze Wouter, Wouter Beke, vragen heeft bij het initiatief van Vooruit om een wetsvoorstel in te dienen om de zogenaamde overwinst van bepaalde banken extra te gaan belasten. Belasten, belasten, belasten, dat is de oplossing van de linkerzijde. Wat is uw mening over dit initiatief van Vooruit?
05.05 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, votre bon d'État est un grand succès. Même vous n'y aviez pas cru: vous pensiez avoir 1 milliard d'euros, vous avez eu 22 milliards! Très bien! Posons-nous la question de la raison d'un tel succès. La réponse est simple: les gens n'ont plus confiance dans les banques. Ils en ont marre des banques qui sont uniquement axées sur le profit, qui ferment leurs agences, qui suppriment les distributeurs de billets (Bancontact), qui augmentent les taux des crédits mais qui laissent stagner les taux de l'épargne.
En France, les taux sont cinq fois plus élevés, au Luxembourg sept fois plus, selon ce qui nous a été dit hier en commission des Finances. Les gens n'en peuvent plus.
Les banques nous disent ne pas pouvoir se permettre d'augmenter les taux de l'épargne. Vous voulez rire? Prenez les quatre plus grandes banques du pays. Au premier semestre de 2023, plus 35 % par rapport à 2022. Et, en 2022, ces quatre banques avaient fait 6,3 milliards de profit, dont 5,7 milliards ont été distribués aux actionnaires sous forme de dividendes. C'est 25 fois plus que ce qu'elles ont payé comme intérêts à l'ensemble de leurs épargnants.
Monsieur le ministre, vous êtes venu avec ce bon d'État pour essayer d'influencer les banques. C'était une opération one shot, qui est terminée. Quel a été son impact sur les banques? Zéro, nul, niets, nada. La preuve en est que le CEO de la première banque du pays, BNP Paribas Fortis, nous dit qu'ils ont une stratégie pour la rémunération de l'épargne et qu'ils ne vont pas la changer du jour au lendemain.
Le monde n'a pas changé avec ce bon d'État. Les banques ne vous ont pas entendu, monsieur le ministre. Alors, soit vous créez une banque publique qui ne regarde pas le profit, mais l'intérêt des gens; soit vous obligez les banques, légalement, à augmenter les taux d'intérêt; ou bien vous continuez à vous soumettre (…)
La présidente: Merci, monsieur Van Hees, pour votre question.
05.06 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la présidente, je vois que l'on est plus strict pour ce qui concerne mon temps de parole.
La présidente: Monsieur Van Hees, arrêtez ce petit jeu! Vous voyez bien que le temps de parole affiché sur le compteur est écoulé. Il est allé au-delà de trois secondes.
05.07 Marco Van Hees (PVDA-PTB): (…)
La présidente: Adressez-vous à celui qui pousse sur le bouton! Permettez à chacun d'exercer son rôle! Mon rôle est celui de présider et de faire respecter le temps parole, ce que je fais.
05.08 Marco Van Hees (PVDA-PTB): (…)
La présidente: Je vous remercie d'aller vous rasseoir et d'écouter la réponse du ministre. Si vous n'allez pas vous rasseoir, je retire vos propos du compte rendu!
05.09 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Van Hees, er is geen reden tot paniek want ik weet ongeveer wat u mij wilde vragen. Ik zal daarop reageren.
Collega’s, het Federaal Agentschap van de Schuld haalde inderdaad maar liefst 21,9 miljard euro op bij de Belgische spaarder met de uitgifte van die eenjarige staatsbon. Mijnheer Beke, het waren trouwens geen 400.000, maar wel bijna 700.000 Belgen die hebben ingetekend op deze staatsbon. Dit toont dus aan de vragen niet getelefoneerd werden, aangezien de informatie zelfs niet correct was. (Hilariteit)
In ieder geval maakt het van deze staatsbonuitgifte de succesvolste uit de Belgische geschiedenis.
Les épargnants belges ont donc envoyé un signal très fort et ont clairement fait savoir que, si un rendement plus élevé et plus sûr et d'une durée identique à celle du livret leur était proposé, ils étaient prêts à déplacer leur épargne.
Het feit dat sommige banken onmiddellijk alternatieven aanboden, maakt zwart op wit duidelijk dat wanneer er meer concurrentie op de markt speelt, deze markt ook in beweging schiet.
We hebben echter ook moeten vaststellen dat zodra de externe druk via de staatsbon verdween, de banken opnieuw teruggeplooid zijn op hun oude gewoontes. Ik kijk daarom ook uit naar de resultaten van het onderzoek, dat ik via mijn collega Dermagne heb gevraagd, om te bestuderen of die concurrentie wel voldoende speelt tussen de banken. Dat onderzoek wordt momenteel door de Mededingingsautoriteit gevoerd en we verwachten de resultaten daarvan volgende maand.
Mijnheer Vanden Burre, uiteraard vind ik de
uitspraak van de CEO van Belfius ook niet gepast. Ik heb hem dat dan ook duidelijk laten weten.
Bien entendu, j'ai également pris connaissance des différentes propositions formulées par les groupes politiques et les orateurs lors de l'audition d'hier en commission des Finances. Je les examinerai attentivement et les soumettrai pour avis à la Banque nationale et à la Banque centrale européenne. La stabilité financière et l'impact potentiel sur le crédit restent des préoccupations majeures à cet égard.
Wat betreft het hogere bedrag dan verwacht dat de staatsbon opbracht, baseren we ons volop op de expertise en de zorg van het Federaal Agentschap van de Schuld. Dat betekent ook dat het Agentschap van de Schuld zijn eerder geplande uitgifte voor onder andere de kortetermijnschuld voor de rest van 2023 sterk zal inperken.
En ce qui concerne l'émission d'un nouveau bon d'État à un an, j'ai indiqué à plusieurs reprises que cela dépendrait des circonstances, notamment du climat entourant les taux d'intérêt, ainsi que de la réaction éventuelle des banques. Cela se fera évidemment toujours en concertation avec l'Agence Fédérale de la Dette.
Er liggen vandaag nog enkele andere voorstellen voor, onder andere een voorstel over overwinstbelastingen. Ik wil daarover heel duidelijk zijn: het is beter dat de winsten van de banken via de spaarder opnieuw bij de spaarder terechtkomen dan via een overwinstbelasting in de staatskas.
Monsieur Vanden Burre, en ce qui concerne votre suggestion d’émettre un bon d’État vert, je peux vous dire que le gouvernement fédéral a déjà commencé à émettre des obligations linéaires (OLO) vertes en 2018. Ces OLO vertes financent déjà la majeure partie des dépenses vertes du gouvernement fédéral aujourd’hui.
05.10 Wouter Beke (cd&v): Mijnheer de minister, wij hebben gisteren inderdaad interessante hoorzittingen gehad, met heel wat experts. Zij hebben een aantal interessante elementen aangebracht. Moeten wij bijvoorbeeld niet kijken naar de getrouwheidspremie? Moeten wij bijvoorbeeld niet kijken naar een manier waarop banken op een automatische wijze verplicht worden om hogere rentes aan te bieden op de voordeligste manier, zonder dat men daarvoor een nieuw spaarboekje moet openen?
Mevrouw Depraetere, over één zaak waren de experts het wel eens, namelijk dat meer belasten meer schade toebrengt aan de spaarder. Dat is dus niet de oplossing. Dat is vooral niet de oplossing voor de kleinere spaarbanken.
Mijnheer de minister, hier werd gisteren ook
over gesproken in de commissie, wij moeten binnen het kader van de bankentaks
eens bekijken hoe wij die kleinere banken, die spaarbanken, minder kunnen
belasten en hoe wij ons iets meer op de grootbanken kunnen richten, die
uiteindelijk (…)
05.11 Hugues Bayet (PS): Merci, monsieur le ministre pour vos réponses, mais je pense vraiment qu’à côté du bon d’État, il faut proposer un produit d’épargne attractif pour aider ceux qui ne sont pas assis sur des comptes d’épargne astronomiques, ceux et celles qui, chaque mois, essaient de mettre un peu d’argent de côté. Avec le PS, nous vous encourageons vraiment à vous pencher sur notre proposition de loi qui vise à encourager l’épargne populaire, la petite épargne, celle qui permet de faire face aux coups durs, aux imprévus.
C’est d’ailleurs relativement facile: il s’agit d’un compte d’épargne spécifique proposé dans chaque banque, un montant de 22 000 euros maximum par épargnant, comme c’est le cas en France avec le livret A. Un taux égal au taux directeur de la Banque centrale européenne (BCE) – soit aujourd’hui 4 % – et un taux garanti à 1,5 % si le taux de la BCE venait à sensiblement diminuer.
Bref, un compte d’épargne qui stimule, qui encourage, qui soutient la petite épargne. Vous le savez, en France, tant les partis de droite que les partis de gauche proposent et soutiennent depuis des années ce produit, qui connaît un succès fou. Alors n’hésitons plus, monsieur le ministre, allons-y! Les banques ont les compétences pour le faire, obligeons-les. Je vous remercie.
05.12 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Merci, monsieur le ministre, pour ces réponses. En ce qui concerne les écologistes, il y a deux priorités dans ce débat important. La première priorité se base sur les auditions d'hier. Nous allons continuer le combat au Parlement avec les collègues, en discutant pour changer la loi et faire en sorte que les taux sur les comptes d'épargne augmentent, en tous cas pour une partie. J'entends les différences entre les banques, mais nous avons une proposition qui touche un montant protégé de 10 000 euros sur les comptes d'épargne, avec un taux préférentiel. C'est avec cette proposition que nous allons continuer le combat politique en commission des Finances.
Notre deuxième priorité est de faire en sorte de récolter l'épargne citoyenne dans le cadre d'un nouveau bon d'État qui puisse servir la transition écologique. Cela existe déjà. Tant mieux, continuons! Il faut lancer un message au citoyen dans lequel on explique concrètement ce que l'on va financer avec son épargne. C'est positif, et ce l'est aussi pour la transition.
05.13 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de minister, hoorzittingen zijn zinvol. Het is duidelijk dat de voorstellen die een one-size-fits-all-oplossing suggereerden slechte voorstellen zijn. De linkerzijde van Vooruit heeft intussen gezegd dat aangezien we de rente voor de burgers en de spaarders niet kunnen verhogen, we de inkomsten voor de overheid dan maar zullen verhogen als leuk alternatief. Ik denk niet dat de spaarder daar veel aan heeft.
Nu we het toch over de belastingen hebben, laten we niet vergeten dat van die al te beperkte rente die de banken aanbieden de eerste 30 cent per euro naar u gaat, dat u de eerste bent die van die rente een hele schijf wegsnijdt. Het is misschien interessanter om die bankentaks te herbekijken. De overheid die een inspanning levert om de spaarders wat meer ruimte te geven is misschien interessanter dan de belastingmolen steeds harder te doen draaien.
05.14 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, vous saviez quelles questions j’allais poser et je savais que vous alliez noyer le poisson pour ne pas y répondre. Finalement, que nous avez-vous dit? "On va attendre, on va voir quelle est la réaction des banques." Mais la réaction des banques, on la voit. Nous la voyons depuis des mois. Elles ne font rien. Elles ne modifient pas le taux de l’épargne.
"On va attendre ce que dit l’Autorité de la concurrence." Mais quand avez-vous évoqué en Conseil des ministres la possibilité de saisir l’Autorité de la concurrence? Le 25 mai. Nous sommes le 21 septembre! Combien de mois, combien d’années va-t-il falloir attendre et laisser faire les banques avant d’avoir une réponse?
Ce que je vous demande, monsieur le ministre, c’est d'obliger les banques à augmenter les taux. En France, ils le font. Les taux y sont cinq fois plus élevés qu’en Belgique. Cela prouve que c’est possible, monsieur le ministre. Mais il faut un peu de courage. Il faut arrêter de jouer le rôle de porte-serviette des banquiers, monsieur le ministre.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
06.01 Cécile Cornet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, c'est la rentrée. J'espère que vous êtes prêt pour ce prochain conclave qui s'annonce rude. Si j'en crois la presse, vous devrez trouver 800 millions. La bonne nouvelle, c'est que 800 millions sont à portée de main, bloqués sur un compte. Hier, la Cour de justice de l'Union européenne a rendu un arrêt très intéressant dans la saga des excess profit rulings.
Pour rappel, les excess profit rulings sont un accord passé en 2005 par un précédent gouvernement avec des contribuables qui devaient être des multinationales – première condition – gagnant plus que les autres acteurs comparables – seconde condition. Cet accord prévoyait une imposition moindre. C'est assez curieux, mais c'était le principe à l'époque.
Depuis 2015, il y a eu un ping-pong entre la Commission, le tribunal et la Cour européenne sur différentes questions techniques que nous laisserons de côté. Ce qui importe pour Ecolo, ce sont les questions de société que cela soulève.
Tout d'abord, les accords ne sont pas légaux car ils étaient sélectifs, c'est-à-dire pas destinés à tout le monde. On observe que cela donne lieu à une très grosse diminution d'impôt pour seulement 35 happy few; mais surtout qu'ils ont coûté 800 millions d'euros au Trésor belge en non-rentrées.
Vous avez annoncé aujourd'hui, monsieur le ministre, que l'administration analyse le jugement et que vous examinez la possibilité de faire appel, ce qui revient à donner ces 800 millions à ces 35 entreprises.
Monsieur le ministre, aucun citoyen, aucune entreprise ne comprendra que vous fassiez appel, que vous vous battiez pour que des multinationales puissent garder un avantage fiscal qui a été jugé illégal et qui vient d'un précédent gouvernement.
Je vous le demande, n'allez pas en appel! Qu'en pensez-vous? Qu'allez-vous faire?
06.02 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, hier kan ik spreken zonder dat ik daardoor een proces aan mijn been krijg. Dat zal ik dan ook doen.
Wat voor een gedoe is dat toch in België, dat fiscaal beleid voor de multinationals? Het is toch niet te doen dat vorige regeringen hebben beslist om zogenaamde excess profit rulings – niemand begrijpt die term, die zelfs niet in Van Dale is terug te vinden – in te voeren, waarmee ze volop fiscale kortingen geven aan multinationals. AB InBev krijgt 163 miljoen euro korting, BASF krijgt 110 miljoen euro korting, Proximus krijgt 95 miljoen euro korting. Het is dus korting, korting, korting voor de multinationals. Voor de werknemers in dit land is het daarentegen nul korting! Voor de kmo’s en de zelfstandigen is het ook nul korting! Zij moeten alle inkomsten aangeven, maar voor de multinationals is het open bar. Dat is een probleem, mijnheer de minister.
Toen Europa vervolgens die kortingen uit de excess profit rulings als illegaal bestempelde, ging de Belgische regering enkele jaren geleden in beroep. Het leek wel of ze dat geld wílde verliezen. Dat is gewoon incredible. De Belgische Staat hield vol dat hij die 800 miljoen euro aan de multinationals wou geven.
Vervolgens oordeelt Europa dat het écht wel om illegale staatssteun gaat, waarop u zegt dat u zult analyseren of het alsnog mogelijk is om in beroep te gaan.
Monsieur le ministre, wat is dat toch voor een gedoe? Die multinationals verdienen al miljarden en u wilt hun nog 800 miljoen euro cadeau geven? De zelfstandigen en de werkende klasse daarentegen moeten maar betalen: dokken, dokken, dokken, in de pocket! Het is onbegrijpelijk.
Mijnheer de minister, zult u die cadeaus verlengen of zult u ermee stoppen?
06.03 Vincent Van Peteghem, ministre: Chers collègues, j'ai bien entendu pris connaissance de l'arrêt du tribunal de la Cour de justice de l'Union européenne du 20 septembre dernier dans lequel celui-ci considère que les décisions anticipées relatives aux bénéficiaires excédentaires délivrées antérieurement – également appelées les excess profit rulings – constituent des aides d'État interdites.
La task force excess profit rulings, qui a été créée en 2015 au sein de mon administration, procède actuellement à une analyse approfondie de l'arrêt. En fonction de cette analyse, le gouvernement décidera de la suite à donner à l'arrêt du tribunal.
De praktijk van de excess profit rulings dateert uit het verleden. Vandaag zien we de gevolgen daarvan en moeten we beslissingen nemen die op dit ogenblik worden geanalyseerd. Op basis daarvan zullen we keuzes moeten maken.
Ondertussen is de internationale fiscaliteit sterk veranderd. België is de voorbije jaren een absolute voortrekker geweest van die nieuwe wind in de internationale fiscaliteit, met onder andere de invoering van de internationale minimumbelasting. Daarmee hebben we een historische stap gezet. Die internationale minimumbelasting zal ik nog dit jaar aan het Parlement voorleggen, zodat daarover kan worden gestemd. Die maatregel leidt tot het noodzakelijke level playing field, ook met de kmo’s, en zorgt er evenzeer voor dat de grote internationale bedrijven een eerlijke, rechtvaardige bijdrage van 15 % betalen. Dat is een even belangrijke boodschap als die welke u vandaag brengt.
06.04 Cécile Cornet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, vous êtes occupé à analyser la situation dont vous avez malheureusement hérité et vous comptez sur cette taxation internationale. Je vous invite à être très assertif sur cette question au niveau international car le fait que les épaules les plus larges contribuent le plus est une question de justice.
Avec les écologistes dans ce gouvernement, les surprofits ont été redistribués. Les citoyens, les PME et les indépendants qui payent leurs impôts ne doivent pas les payer de façon juste pour que quelques-uns bénéficient de rulings super avantageux.
Les citoyens attendent de vous que vous travailliez pour l'intérêt général et non pas pour ces quelque 35 entreprises privilégiées. Soyez, monsieur le ministre, un ministre du XXIe siècle! Soyez prêt à prendre vos responsabilités pour lutter contre l'évasion fiscale, et nous serons derrière vous! Je vous remercie.
06.05 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, vous me dites que c'est une question du passé. Je vous l'accorde. D'ailleurs le cd&v n'était même pas au gouvernement, mais bien les socialistes et les libéraux.
Cependant, vous avez l'occasion d'annuler ce cadeau fiscal aux grandes entreprises car l'Union européenne a cassé cette décision. Vous n'avez pas répondu à ma question, qui était pourtant claire politiquement. Vous dites que vos services vont l'analyser. Mais quel est votre avis? Est-ce qu'il faut continuer ou pas?
Gaan we ermee door of niet? Dat is de politieke vraag!
Il aurait fallu donner un signal politique et dire que ces cadeaux – 163 millions de ristournes fiscales pour AB InBev, 110 millions pour BASF – devaient être rendus. Vous auriez pu décider de suivre l'Union européenne. Vous la suivez pour tout – les pensions, l'austérité – mais quand il s'agit de faire payer les multinationales, vous ne la suivez plus. C'est cela le problème!
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
07.01 Özlem Özen (PS): Madame la présidente, monsieur le ministre, chers collègues, nombreux sont les Belges qui considèrent leur compagnon à quatre pattes comme un véritable membre de leur famille. C'est normal, puisqu'il apporte à ses maîtres amour, affection, santé et bien-être. C'est inestimable.
Les récentes crises successives – sanitaire, économique et énergétique – ont plongé de nombreux ménages dans une situation financière extrêmement difficile. L'augmentation du prix des aliments pèse encore fortement sur leur budget. Je me mets à la place d'une petite retraitée de 77 ans qui vit seule avec son chat ou son chien: il n'est pas décent de lui demander de choisir entre se nourrir correctement, se chauffer ou prendre soin de son animal qui, hélas, n'est pas à l'abri d'un problème de santé.
Vous le savez, depuis quelques années, les associations de défense des animaux militent – à juste titre – en faveur de la diminution de la TVA sur les soins vétérinaires. À titre d'information, une consultation chez le vétérinaire coûte, en moyenne, entre 30 et 40 euros. Pucer l'animal en coûte 80. Je ne parle même pas des soins beaucoup plus lourds tels qu'une stérilisation ou l'ablation d'une tumeur, qui oscillent entre 500 et 600 euros, si bien que la facture explose rapidement. Et encore, je ne prends pas non plus en compte les consultations de suivi.
Monsieur le ministre, je suis convaincue que l'alimentation, les médicaments ainsi que les soins à destination des animaux doivent être considérés comme des soins de première nécessité. À cet effet, j'ai déposé un texte qui vise à diminuer la TVA à 6 % sur les soins vétérinaires. J'appelle bien évidemment mes collègues à soutenir ce texte. (…)
07.02 Vincent Van Peteghem, ministre: Madame Özen, comme vous, j'ai été contacté par l'organisation GAIA qui demande une réduction de la TVA sur les services vétérinaires. Vous savez sans aucun doute que GAIA n'est pas le seul groupe d'intérêt à avoir adressé une demande de réduction de la TVA à mon cabinet ces dernières années mais vous devez savoir également qu'en matière de législation sur la TVA, notre pays doit se conformer aux réglementations européennes.
Les États membres ne peuvent en principe accorder une réduction de la TVA que pour les services et les biens énumérés à l'annexe 3. Or, les services vétérinaires ne figurent pas dans cette annexe.
à la suite des récentes négociations au niveau européen sur les taux de TVA, il existe une possibilité jusqu'au 7 octobre 2023 de réduire la TVA à 12 % pour les services vétérinaires. Comme vous le savez, une modification du taux de TVA nécessite l'accord de toutes les parties au gouvernement. Compte tenu du coût associé à la réduction du taux demandée par GAIA, sa décision devrait être prise dans le cadre de la confection du budget.
07.03 Özlem Özen (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. Je ne doute pas que vous êtes attentif au bien-être animal. C'est une mission de début de législature: vous faire le porte-voix du bien-être animal auprès de la Commission européenne et défendre cette possibilité de diminution du taux de TVA. Il faut communiquer à l'Europe avant le 7 octobre. Nous connaissons d'autres dossiers, notamment celui des vélos, dans lesquels nous avons négocié un taux réduit, et où cela a fonctionné.
Je le répète, les citoyens n'ont pas à choisir entre soigner leur animal ou se sacrifier leurs propres besoins en nourriture ou en chauffage. Les animaux et les soins qu'on leur apporte doivent être considérés comme des besoins de première nécessité et non comme des produits de luxe.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
08.01 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Un montant de 3,2 milliards d’euros. C’est la première fois qu’en Belgique, on dépense autant d’argent, par l’intermédiaire du ministre de la Santé, pour des contrats secrets avec les firmes pharmaceutiques. Il s’agit là d’un vrai pillage de notre sécurité sociale. Cela veut dire que pour presque 50 % du budget des médicaments dans notre pays, on ne connaît pas le prix et il n’y a aucun contrôle démocratique à cet égard.
Venons-en à l’histoire de ces contrats secrets. Ils ont été inventés en 2011 pour des cas exceptionnels. Nous nous rappelons tous, sous la ministre libérale De Block, que cela a explosé. Et que constatons-nous aujourd’hui, sous votre gouvernance en tant que ministre socialiste? Le budget n’a pas diminué mais a encore explosé et atteint un montant record! Voilà trois jours qu’on peut lire des articles dans la presse à ce sujet.
Qu’il s’agisse des associations de patients, de Solidaris ou de Test-Achats, tout le monde dénonce ces contrats, et aujourd’hui je constate que je suis la seule qui pose cette question ici. Dois-je en conclure que tous les partis ici trouvent normal que, chaque année, un montant de 3,2 milliards d’euros aille du contribuable vers les poches des firmes pharmaceutiques, sans aucun contrôle?
En tout cas, nous trouvons que ce n’est pas normal. Et nous attendons de vous, en tant que ministre socialiste, que vous changiez cela, non seulement en diminuant le prix des médicaments pour les patients, mais aussi, bien sûr, que vous rendiez ces contrats publics. Parce que quand vous étiez dans l’opposition avec Vooruit, contre Mme De Block, il fallait mettre fin aux Maggie deals, c’était scandaleux, il fallait rendre ces contrats publics! Et aujourd’hui, qu’avons-nous? Les Frankie deals!
Ma question est donc claire, monsieur le ministre. Qu’allez-vous faire pour diminuer le prix des médicaments et pour mettre fin à ces contrats secrets?
08.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw Merckx, zorgen dat onze patiënten nieuwe, goede geneesmiddelen tegen een voor hen en voor de sociale zekerheid betaalbare prijs krijgen, is voor mij een topprioriteit. Ik probeer van dat systeem met de contracten, dat ik niet goed vind, het beste te maken door het onderste uit de kan te halen. In 2021 kregen we 54 % van de aangegeven prijzen teruggestort. Vijf jaar geleden was dat nog maar 27 %. We onderhandelen dus veel strakker en steviger en halen er veel meer uit dan enkele jaren geleden.
Ik vind dat echter geen goed systeem. Men zou het moeten terugbrengen tot de essentie: in een situatie van onzekerheid over medicamenten dat medicament via een contract ter beschikking proberen te stellen terwijl we er ondertussen ook meer over te weten komen. U bent dus echt niet de enige die dat niet goed vindt.
Ik heb de farmaceutische industrie maanden geleden al een voorstel gedaan dat uit drie luiken bestaat.
Ten eerste wens ik dat de maximale duurtijd van deze contracten beperkt wordt tot drie jaar. Ze mogen ook maximaal één keer voor nog eens drie jaar verlengd worden. Ik wil graag deze maximale duurtijd om de markt te laten werken en omdat de toename van het volume contracten waarnaar u verwijst vooral het gevolg is van het feit dat ze zo lang onder contract blijven. Dat is het eerste probleem. Ik stel echter voor om de contracten voor maximaal drie jaar op te stellen en ze maximum één keer te verlengen.
Ik kom bij het tweede voorstel. Ik vind dat bedrijven die een generiek geneesmiddel of een biosimilar aanbieden, 24 maanden voor het einde van zo’n contract op de hoogte moeten worden gebracht van de vergoedingsvoorwaarden, zodat ze zich kunnen voorbereiden op het organiseren van concurrentie in de markt.
Mijn derde voorstel gaat over de transparantie. Die kan immers nog wel beter. Men kan ook zonder alle details te geven veel meer inlichtingen geven aan het publiek over hoe dat contract georganiseerd is. Men moet ook altijd een aantal dingen op de website van het RIZIV zetten. Dit derde punt vind ik dus ook belangrijk.
Ik wil echter vooral de duurtijd beperken en degenen die concurrentie kunnen organiseren met goedkope generieken of biosimilars korter op de bal laten spelen. Ik wens ook meer publiciteit.
08.03 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, ik veronderstel dat ik wat langer mag repliceren aangezien de minister een halve minuut meer heeft gekregen.
Mijnheer de minister, u zegt dus dat u een aantal voorstellen, die u hebt opgesomd, hebt voorgelegd aan de farmaceutische industrie. Waarom hebt u die voorgelegd en niet opgelegd aan de farmaceutische industrie? Dat is het probleem. We kennen uw karakter, u bent niet bang om tegen schenen te stampen. Voor de farmaceutische industrie bent u echter toch maar mak.
U brengt hier een aantal ideeën, waarover we het in de commissie nog uitgebreid kunnen hebben, maar the proof of the pudding is in the eating. Wat is het resultaat na drie jaar beleid van de heer Vandenbroucke? Er is nog nooit zoveel geld naar geheime deals gegaan, waarvan u zelf hebt gezegd, toen u nog in de oppositie zat, dat het ermee gedaan moest zijn. Dat is wat wij vandaag zien. Dat is wat er vandaag gebeurt. Ik ben hier de enige die daar een vraag over heeft gesteld.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09.01 Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, lymfeklierkanker, de ziekte van Parkinson, een verstoorde hormoonhuishouding en een verstoord microbioom – wat nochtans nodig is voor onze darmflora –, het zijn slechts vier gezondheidsproblemen die rechtstreeks gelinkt worden aan glyfosaat. Toch stelde de Europese Commissie gisteren voor om dat goedje nog tien jaar toe te laten op de Europese markt.
EFSA, de Europese instantie voor voedselveiligheid, zei van de zomer nog dat het te weinig gegevens heeft om te beoordelen of glyfosaat schadelijk is via voedselinname. Mijnheer de minister, er zijn 11.000 pagina’s aan wetenschappelijk onderzoek, grotendeels in opdracht van of gesponsord door de agro-industrie. Toch kan men ons niet garanderen dat ons voedsel veilig is. Ik begrijp dat niet. Waar is het voorzorgsprincipe op dit punt?
Het gaat niet alleen over de gezondheid. Er is ook een nefast effect op ons milieu. Bijen vinden hun weg niet meer naar hun korf. Het waterleven wordt verstoord. Het standpunt van onze minister van Leefmilieu en van ons als ecologisten is dan ook heel duidelijk: het moet gedaan zijn met glyfosaat op de Europese markt.
Mijnheer de minister, ik heb een déjà vu naar zes jaar geleden. Ook toen werd het debat over glyfosaat op het scherpst van de snee gevoerd, mede door massaal protest. In Vlaanderen verbood de cd&v-minister van Milieu het gebruik van glyfosaat door particulieren. In België verbood de MR-minister van Landbouw de verkoop van glyfosaat aan particulieren. We moeten glyfosaat dus op ons bord tolereren, terwijl we het niet mogen gebruiken op onze oprit.
Mijnheer de minister, zult u de gezondheid van ons allemaal beschermen en tegen glyfosaat stemmen?
09.02 Minister Frank Vandenbroucke: Collega’s, dit is inderdaad een heel belangrijk gezondheidsdossier. Ik heb de resultaten van de European Food Safety Authority goed gelezen, maar ik heb ook het advies van de Hoge Gezondheidsraad van 2022 nog eens goed herlezen. Daarin staan een aantal belangrijke waarschuwingen. Ik ben op dit ogenblik bezig met het samenleggen van alle elementen en heb daarover ook contacten met de ngo’s. We mogen die beslissing niet lichtzinnig nemen vanuit het standpunt van de volksgezondheid.
Ik heb vorig jaar duidelijk gemaakt dat ik akkoord kon gaan met een administratieve verlenging van een jaar om de noodzakelijke studies af te werken, maar ik heb ook gezegd dat dat absoluut geen voorafname kon zijn op een definitief standpunt over de vergunning van glyfosaat. Wetenschappelijke evidentie toont aan dat we ons op zijn minst ernstige vragen moeten stellen over wat de gevolgen zijn van een eventuele verlenging en daar uitermate goed over moeten nadenken. We zullen dat bespreken binnen de regering en een standpunt bepalen.
09.03 Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik ben opgelucht te horen dat u het voor de gezondheid zult opnemen en dat we het voorzorgsprincipe hiervoor echt wel moeten inroepen. Ik zal me daarom richten tot de andere partijen, die hierover mee moeten beslissen. Het staat immers als een paal boven water dat minister Khattabi u zal steunen.
Ik mag de vraag nu eigenlijk niet stellen, maar ik zal het toch doen. MR en cd&v, wat is er veranderd ten opzichte van zes jaar geleden? Waarom laten we ons vangen door de valse tegenstelling tussen landbouw en natuur? We vechten tegen glyfosaat, omdat we vechten voor de gezondheid van de landbouwers. Zij worden immers als eerste geconfronteerd met lymfeklierkanker en parkinson. Wij vechten tegen glyfosaat, omdat we een toekomst willen voor een gezonde landbouw op basis van een gezonde natuur. Ik hoop, mijnheer de minister, dat u samen met minister Khattabi overtuigd mee zult strijden tegen glyfosaat, zodat ik in 2033 niet tegen mijn dan 25-jarige zoon zal moeten uitleggen dat we nu een historische kans gemist hebben.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10.01 Els Van Hoof (cd&v): Mijnheer de minister, vandaag, op Wereldalzheimerdag, vragen 140.000 Belgen om hen niet te vergeten. Vandaag wil ik ook zelf aandacht vragen voor personen met jongdementie. Stelt u zich maar eens voor: u bent aan het werk, u hebt nog hypotheekverplichtingen en studerende kinderen, en plots krijgt u die diagnose, met zware psychologische en financiële gevolgen. Jongdementie wordt immers niet erkend als handicap. De patiënten hebben ook geen recht op de zorgvoorzieningen zoals 65-plussers. Er bestaan tal van initiatieven, maar die zijn vrij verspreid. Het is van belang dat we stellen dat deze mensen niet letterlijk en figuurlijk in de vergeetput verdwijnen. Daarom vraagt de Alzheimer Liga vandaag ook aandacht voor die doelgroep. Dit Parlement keurde in mei 2022 unaniem een resolutie goed om een zorgtraject uit te tekenen voor die doelgroep en daarover een studie op te starten.
Ook de federale regering beschikt ter zake over een aantal bevoegdheden. Ten eerste kunnen de ziekenhuizen expertise opbouwen. Ten tweede is het volstrekt mogelijk dat deze mensen op de werkvloer zinvol werk blijven uitvoeren. Ten derde is een gedeeltelijke tenlasteneming van deze personen en hun familie mogelijk. Meestal moet hun familie immers thuisblijven om alle accidenten die zich kunnen voordoen, te voorkomen.
Hoever staat de implementatie van die resolutie van cd&v, die unaniem werd goedgekeurd?
Hoever staat de studie die het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) heeft opgestart?
10.02 Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le ministre, plus de 200 000 Belges souffrent de démences et la maladie d'Alzheimer en est la plus fréquente. La majorité de ces patients est âgée et parfois même très âgée. Mais, en Belgique, 5 à 10 000 jeunes personnes en souffrent aussi.
À ce jour, cette maladie est lourde. Elle le devient de plus en plus avec le temps, mais elle est irréversible et incurable. Grâce à la recherche, des traitements et des vaccins sont développés et sont porteurs d'espoir pour l'avenir. Soulignons en Belgique, les études cliniques en cours notamment au Gasthuisberg mais également aux Cliniques universitaires Saint-Luc.
À côté de cela, en Belgique, les politiques de santé ne sont pas à la mesure des besoins de ces patients. En 2019, j'avais déposé une résolution pour une approche globale interfédérale prévoyant 37 mesures allant de soins plus intégrés sur les plans médical et social pour faciliter un diagnostic plus précoce, une assistance à la vie quotidienne et l'accompagnement et le soutien des familles et des aidants proches et pour soutenir la recherche clinique.
Cette résolution a été bloquée par la majorité.
Ma collègue Els Van Hoof le rappelait: nous avons tous ici décidé en 2022 que nous voulions voir se conclure notamment des soins plus intégrés avec des mesures concrètes et des budgets pour le premier semestre 2023.
À ce stade, toujours rien. Nous sommes pourtant bien plus tard, au grand désespoir des patients et de leurs proches ainsi que des associations de patients. Des promesses ont été faites, des engagements pris. Quand seront-ils enfin concrétisés?
10.03 Minister Frank Vandenbroucke: Alzheimer is een vreselijke ziekte. Wij moeten alles doen wat wij kunnen doen om mensen die daardoor getroffen zijn en hun familie te helpen.
De resolutie is belangrijk. Ik moet u helaas zeggen dat het Kenniscentrum, dat een opdracht heeft gekregen die centraal staat in de resolutie, nog niet klaar is. De studie loopt nog. Dat is vervelend. Die moest inderdaad klaar zijn in de eerste jaarhelft van 2023. Ik heb ze nog niet ontvangen. Ik wil liever op die studie wachten vooraleer ik mij uitspreek over hoe zo’n geïntegreerd zorgtraject eruit moet zien, maar dit blijft een belangrijk engagement.
Ik vind dat we intussen alles moeten doen wat we kunnen doen. Ik heb daarom een ander voorstel voorgelegd dat erg belangrijk kan zijn voor mensen in woonzorgcentra. Vandaag is het zo dat specialisten die bezig zijn met dementie – neurologen, psychiaters, neuropsychiaters en geriaters –, niet gemakkelijk de weg naar een woonzorgcentrum vinden. Ik heb een voorstel gedaan waarbij een behandeld arts aan een psychiater, een neuropsychiater, een neuroloog of een geriater kan vragen om naar het woonzorgcentrum te komen. Die krijgt daarvoor een goede vergoeding. Ik stel een vergoeding voor van 128 euro voor een grondig onderzoek van de patiënt, maar ook overleg met de verpleegkundigen, met de naasten, met iedereen die daarbij betrokken is, zodat men een zeer goede opvolging kan organiseren, meermaals per jaar indien nodig, multidisciplinair, met iedereen die erbij betrokken is, op basis van een goede balans van hoe de patiënt evolueert.
Dat is in dit voorstel overigens niet beperkt tot mensen met dementie. In de praktijk is die regelmatige, grondige opvolging heel belangrijk voor mensen met dementie.
Ik wil dit voorstel, dat nu voorligt in de Technisch Geneeskundige Raad, zo snel mogelijk uitgewerkt zien, zodat het in de praktijk kan worden gebracht. Er is ook in een budget voorzien.
Dat betekent dat mensen met beginnende dementie, tekenen van dementie of ernstige dementie niet meer uit het woonzorgcentrum moeten vertrekken om naar een specialist te gaan, maar dat een specialist, telkens wanneer het nodig is, met een goede vergoeding, die ruimte laat om tijd te steken in overleg, naar die patiënten kan gaan.
Ik hoop dat dit een verbetering is. Dat voorstel werd mij gedaan door mensen uit de sector zelf die bezig zijn met dementie, maar ook door mensen uit de woonzorgcentra.
Zij zeggen dat dit zo niet langer kan. De specialisten vinden de weg niet en moeten veel regelmatiger opvolgen. Dat is een belangrijke concrete stap die we kunnen zetten. Ik ben het er helemaal mee eens dat we niet alleen rond deze patiënten in woonzorgcentra veel meer multidisciplinair en geïntegreerd moeten werken, maar ook voor mensen die niet in woonzorgcentra zitten.
Ik ben het helemaal eens met de klemtoon die uw resolutie vraagt voor mensen op jongere leeftijd met dementie. Ik wil eerst de afronding van de studie van het Kenniscentrum afwachten vooraleer ik daarover een concreet voorstel doe.
10.04 Els Van Hoof (cd&v): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord en voor de aandacht voor de problematiek. Het is spijtig dat de studie nog niet is afgerond. Ik hoop dat dat eind 2023 kan gebeuren, zodat de regering nog een aantal stappen kan zetten of het Parlement de studie ter hand kan nemen om concrete voorstellen te doen.
Ik vind het goed dat u het voorstel hebt gedaan om de expertise naar de woonzorgcentra te brengen. Dat is heel belangrijk voor de familie, die heel wat zorgen heeft, meer dan bij iemand met alleen fysieke beperkingen. Dat is dus een heel goed initiatief, maar personen met jongdementie hebben meer nodig. Zij zitten thuis en soms ook nog op de werkvloer. Het is van belang dat wij ook aan hen ondersteuning kunnen geven. Het geïntegreerde zorgtraject is dus absoluut een grote noodzaak.
Ik hoop dat de studie ook kijkt naar voorbeelden uit het buitenland om te zien wat de aanpak daar is. Wij hebben dat zorgtraject nodig. Ik hoop dat de regering, zoals in het regeerakkoord staat en met de unanieme steun van het Parlement, de studie ter hand neemt en personen met jongdementie niet in de vergeetput laat belanden, maar dat er een netwerk van zorg rond hen wordt gecreëerd.
10.05 Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le ministre, puis-je me permettre de vous dire que ces consultations de gériatres, de neurologues qui vont dans les maisons de repos pour voir les patients, ça existe déjà? Je vous parle du terrain, pas depuis des bouts de papier ou des grandes théories. Oui, ça existe déjà et heureusement d'ailleurs qu'ils se déplacent au chevet des patients en maison de repos!
Permettez-moi de vous dire également qu'il y a de très nombreux patients souffrant de démence qui ne sont pas en maison de repos mais qui sont au domicile. Je vous invite à travailler de manière beaucoup plus concertée, et singulièrement avec les familles et les associations de patients.
Vous avez déjà communiqué à plusieurs reprises ces dernières années à ce sujet. Moins de communication et plus d'actes, c'est clairement la demande pour ces patients aujourd'hui oubliés, pour leurs proches, pour les aidants proches, mais aussi pour les associations de patients.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11.01 Meryame Kitir (Vooruit): Mevrouw de minister, bij geweld, bij brand of bij een ongeval kunnen rekenen op hulpdiensten is niet meer dan normaal, alleen niet in dit land. Zeker zijn dat elke noodkreet gehoord wordt: niet in dit land. Een uitgeruste stem krijgen aan de andere kant van de lijn: niet in dit land. Mensen in nood rekenen erop dat hulpdiensten bereikbaar zijn. Het gaat namelijk over leven en dood. Het gaat over mensen die in gevaar zijn. Iedereen die de telefoon opneemt bij de hulpdiensten weet dat. Zij maken na een shift van meer dan twaalf uur het verschil, maar het wordt hun simpelweg te veel. Keer op keer vragen zij ondersteuning, keer op keer wordt het probleem niet opgelost.
Deze keer komen de noodkreten uit Vlaams-Brabant, vorige maand vanuit Antwerpen. Niets hiervan mag u verbazen, dit probleem sleept al jaren aan. Sterker nog, ik vroeg uw voorganger al om dit probleem op te lossen. Als socialisten geloven we in een sterke overheid, een overheid die de veiligheid van iedereen garandeert. Hoe kan men echter veilig zijn als zijn noodoproep niet beantwoord wordt? Al jaren vragen wij actie, maar al jaren gebeurt er te weinig. Wat is er nodig om in actie te schieten? Terwijl onze regering deze week de mensenrechten verdedigt in de VN worden noodoproepen in ons land niet beantwoord en krijgen mensen die hulp nodig hebben geen hulp. Het contrast kan niet pijnlijker zijn.
Wat is er nodig om echt in actie te schieten?
11.02 Yngvild Ingels (N-VA): Mevrouw de minister, als we de kerntaken van de overheid zouden oplijsten, dan denk ik dat we helemaal bovenaan in drukletters het garanderen van een performante en betrouwbare werking van de noodcentrales zouden zetten. Het lijkt mij logisch dat we ten minste dat als land zouden kunnen organiseren.
Of het nu gaat over dringende politionele of medische hulp of over het inzetten van de brandweer, het is uw taak om die noodcentrales goed te doen functioneren. Wat vernemen we de laatste weken echter via de pers? Tientallen noodoproepen bleven onbeantwoord in Vlaams-Brabant, noodnummers waren buiten dienst wegens technische storingen en de onderbezetting zorgde ervoor dat honderden oproepen in Oost-Vlaanderen werden afgebroken.
Kunt u het zich voorstellen dat u of iemand in uw omgeving dringend hulp nodig heeft en dat u met de moed der wanhoop probeert de hulpdiensten te bereiken, maar zonder succes? Ondertussen krijgen de operatoren in die noodcentrales op hun scherm een lijst met nummers te zien die steeds maar aangroeit. Ook voor hen is dat enorm stresserend. Vroeger werd er bij afgebroken oproepen teruggebeld. Men belde terug om te zien of de betrokken persoon in orde was en of er alsnog hulp moest worden uitgestuurd. Volgens berichten zou dat echter niet langer verplicht zijn. Mijn eerste vraag is dan ook of het klopt dat het niet langer verplicht is om de mensen terug te bellen.
Het probleem van de onderbezetting is geen nieuw probleem. Calltaker in een noodcentrale is geen evidente job. Het is mentaal enorm belastend om daar te werken en de krapte op de arbeidsmarkt maakt het ook moeilijk om gepaste profielen te vinden.
Eén ding is echter wel heel opvallend. Sinds 2020 is de uitstroom namelijk met 60 % gestegen. U mag dan nog uw uiterste best doen om daar mensen bij te krijgen, het probleem raakt niet opgelost. Mijn tweede vraag is dus wat u sinds uw aantreden hebt gedaan om die noodcentrales te ondersteunen op het vlak van personeel, welzijn (…)
11.03 Maggie De Block (Open Vld): Mevrouw de minister, “je kan 24/7 naar de noodoproepcentrales bellen voor hulp. De operatoren en calltakers staan altijd klaar om je te helpen als je in nood bent. Ze stellen je gerust, vertellen je wat je moet doen en verwittigen de nodige hulpdiensten”. Dat zijn de woorden van de civiele veiligheid op haar website.
Spijtig genoeg is de realiteit anders. Er is een tekort aan personeel maar ook een tekort aan goede technische ondersteuning. Er zijn veel te veel pannes. Er is geen mogelijkheid tot back-up. Er is geen capaciteit om de mensen die uitvallen door ziekte, maar ook door pensioen, te vervangen. Ondanks alles blijft men in die noodcentrales, met minder dan de helft van de nodige bezetting, zeer goed werk leveren. Het is voor die mensen echter onhoudbaar om zo te blijven functioneren. Het zorgt voor enorme druk, waardoor er meer uitval is. Ook die mensen worden weer niet vervangen. Ondanks alles blijven veel mensen daar gemotiveerd.
Het is simpel, wie in nood is moet erop kunnen rekenen dat er in de noodcentrale antwoord komt, dat er ten minste geluisterd wordt naar de mensen en dat de nodige hulp georganiseerd wordt. Iedereen die daarmee geconfronteerd werd, weet dat wanneer iemand naar dergelijke hulpdiensten belt, het vaak een kwestie van leven of dood is. Er is daar dus geen seconde te verliezen, elke seconde telt.
Welke maatregelen zult u op korte termijn nemen om de ergste problemen aan te pakken, om ervoor te zorgen dat de noodcentrales in ons land opnieuw kunnen functioneren voor onze burgers zoals het hoort?
11.04 Minister Annelies Verlinden: Collega’s, u geeft ons terecht de mogelijkheid om dit belangrijke dossier in het Parlement te bespreken. Ik ben ook nooit eerder de tekorten in de noodcentrales uit de weg gegaan tijdens de besprekingen hier. Zoals ik al vaker heb gezegd in de commissie voor Binnenlandse Zaken, blijft het wegwerken van de historische tekorten voor mij een prioriteit.
Dat is ook de reden waarom ik al herhaaldelijk de vraag om extra budgetten op de regeringstafel heb gelegd en we ook tijdens de laatste begrotingsgesprekken extra middelen ten belope van 3 miljoen euro hebben kunnen vrijmaken. Deze extra middelen laten ons toe om de tekorten, die al jaren bestaan, weg te werken.
Uiteraard zorgt deze historische onderbezetting ook voor een hoge werkdruk bij de werknemers die wel op het terrein zijn. Dat leidt dan ook tot moeilijkheden. Aan hen wil ik dus vandaag nogmaals zeggen dat hun inspanningen bijzonder gewaardeerd worden. Ze tonen een groot engagement om de bevolking 24/7 professionele dienstverlening te blijven bieden.
Precies voor de bevolking, die nood heeft aan bijkomende medewerkers voor dringende hulpverlening, maar ook voor de medewerkers van de noodcentrales zelf, heb ik geijverd voor bijkomende middelen, nu ook met succes. De uitvoering van de geplande aanwervingen voor de medewerkers voor de 101- en 112-centrales gebeurt nu met de hoogste prioriteit. Daarbij kunnen we uiteraard niet inboeten aan kwaliteit. De selectie, rekrutering en opleiding nemen dan ook tijd in beslag. Niemand kan redelijkerwijs in deze omstandigheden verwachten dat een historische achterstand van vandaag op morgen weggewerkt wordt. U weet ook dat het opleiden van deze medewerkers tijd in beslag neemt, omdat zij vaak in heel urgente omstandigheden heel accurate beslissingen moeten kunnen nemen.
Ik wil u daarom klaar en duidelijk zeggen dat we alles doen wat we kunnen om zo snel mogelijk nieuwe medewerkers voor de noodcentrales 112 en 101 aan te trekken. We hebben overigens de laatste maanden ook al vele gesprekken gevoerd met de medewerkers, vertegenwoordigers van medewerkers en vakbonden om te zoeken naar mogelijkheden om hun werkomstandigheden te verbeteren.
Om nieuwe medewerkers aan te trekken werden dit jaar al 20 selectieprocedures opgestart, zijnde 18 voor de operator 112 of calltaker 101 en twee in het kader van een bevorderingsexamen niveau B. In totaal hebben 3.284 kandidaten zich ingeschreven voor deze selectieprocedures. Die inschrijvingen hebben geresulteerd in de organisatie van 139 dagen waarop mondelinge interviews met kandidaten hebben plaatsgevonden. Al die inspanningen hebben intussen geresulteerd in het aanreiken van 209 laureaten, van wie een aantal ondertussen al in dienst is getreden in de verschillende centrales. Voor verschillende andere laureaten staat de indiensttreding op korte of middellange termijn gepland. Wij moeten daarbij onder meer rekening houden met opzegtermijnen die moeten worden gepresteerd bij de bestaande werkgevers, waardoor die mensen niet onmiddellijk bij de dienstverlening kunnen komen.
Om een duidelijk perspectief te geven, wil ik hierbij de concrete cijfers geven van de mensen die binnenkort zullen instromen. Voor de 101-centrales staan momenteel 45 aanwervingen gepland voor de Nederlandstalige calltakers. Die personen zullen in verschillende golven worden gerekruteerd op 30 september, 1 oktober en 1 november 2023. Voor de Franstalige calltakers staan 15 aanwervingen gepland op 15 december 2023. Voor de noodcentrales 112 zijn er op 1 september 2023 14 kandidaten gestart en tussen november 2023 en januari 2024 zullen nog eens 27 nieuwe mensen worden aangeworven. Het aanwerven van medewerkers met het juiste competentieprofiel in een krappe arbeidsmarkt is een uitdaging. Wij doen daarvoor alle nodige inspanningen, bijvoorbeeld door versneld aan te werven op contractuele basis.
Naast de rekrutering van nieuwe medewerkers is het uiteraard ook belangrijk om de medewerkers die vandaag binnen de noodcentrales werken te kunnen behouden. Om die reden heeft de FOD Binnenlandse Zaken sinds 2022 zijn aanwezigheid in de noodcentrales verhoogd om de teams extra te kunnen ondersteunen, onder meer door coaching en intervisie. Zo dragen wij bij aan de bevordering van een positieve werkdynamiek om de behoeften van de medewerkers zoveel mogelijk mee te nemen in de organisatie. Bovendien heb ik de opdracht gegeven om de werkorganisatie te optimaliseren en om een audit uit te voeren, om er zo voor te zorgen dat wij de aandachtspunten inzake de werkbelasting en -omstandigheden van de medewerkers zo snel mogelijk kunnen identificeren.
De medewerkers in de noodcentrales kunnen er dus op rekenen dat ik er alles aan zal blijven doen om ook mijn collega’s in de federale regering ervan te overtuigen dat blijvende investeringen noodzakelijk zijn voor de noodcentrales. Bovendien zorgen wij voor de integratie in de bovenprovinciale architectuur, zodat er in geval van piekmomenten kan worden overgeschakeld naar een andere noodcentrale en wij op die manier alle oproepen kunnen beantwoorden.
11.05 Meryame Kitir (Vooruit): Mevrouw de minister, dank u wel voor uw antwoord. Het is goed te horen dat er concrete acties ondernomen zijn. Maar nogmaals, de mensen die daar werken voelen zich heel verantwoordelijk. Zij werken zich letterlijk ziek. Het is meer dan hoog tijd dat er mensen bij komen, zodat iedere noodoproep beantwoord kan worden en zodat iedereen geholpen kan worden.
Zoals Vooruit dat al meerdere jaren doet, vraag ik nu dat er actie komt, dat er vooruitgang komt. Ik ben blij te horen dat de eerste stappen gezet worden maar ik hoop van harte dat het niet de laatste stappen zullen zijn.
11.06 Yngvild Ingels (N-VA): Mevrouw de minister, dank u wel voor uw antwoorden. Ik heb het al gezegd, extra personeel aanwerven is zeker een goede zaak. Zolang er echter meer mensen uitstromen dan er binnenkomen, is er een ander groot probleem, een probleem inzake welzijn.
Een van de zaken die ik gevraagd heb, is of het waar is dat zij niet meer mogen terugbellen. U hebt daar niet op geantwoord. In de kranten en in de journaals werd getuigd dat de operatoren begin dit jaar de richtlijn hebben gekregen niet meer terug te bellen wanneer zij een call kwijt zijn, terwijl zij dat vroeger wel deden. Die mensen voelen nu onrust omdat ze niet weten wat er met die bellers is gebeurd. Die zijn immers niet geholpen. U hebt zelfs niet geantwoord op mijn vraag of het wel of niet zo is dat zij niet mogen terugbellen. Ik kan uit uw reactie enkel afleiden dat het effectief zo is. Dat is het enige wat ik daaruit kan afleiden.
U moet weten dat ook in de parlementaire onderzoekscommissie naar het terrorisme de noodcentrales aan bod gekomen zijn. Wie daar zat, weet ook waarom: er was overbelasting. Toen is dat idee van het supraprovinciale niveau er gekomen. Dat lag klaar.
Minister De Crem wist in 2019 niet (…)
11.07 Maggie De Block (Open Vld): Mevrouw de minister, het is goed dat u deze informatie gegeven hebt. Natuurlijk, als er meer mensen weggaan dan er binnenkomen, dan wordt het moeilijk. Ik meen dat dit uiteindelijk een job is voor zeer gemotiveerde mensen, met werken op onregelmatige uren, maar het geeft veel voldoening als men iemand kan helpen.
Eigenlijk rekenen mensen erop dat zij hulp krijgen als zij bellen naar de noodcentrales, en eigenlijk rekenen de mensen in de noodcentrales op u. Het is goed dat u vandaag enkele signalen hebt gegeven dat ook voor hen de redding nabij is. Dank u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12.01 Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de minister, deze week maakten enkele mediakanalen zorgwekkende cijfers bekend over de toenemende agressie tegen medisch personeel. Ik weet niet of u verrast was, maar ik was het alleszins niet. Ik heb u immers al meermaals gewaarschuwd voor die onrustwekkende vorm van agressie, niet alleen tegen medische hulpverleners, maar ook tegen politieambtenaren, cipiers en andere openbare gezagsdragers.
In antwoord op een schriftelijke vraag enkele maanden geleden hebt u mij een aantal zeer concrete cijfers gegeven. Ik breng ze u even in herinnering. In 2021 was er sprake van 284 gevallen van slagen aan medische hulpverleners. In 2022 waren dat al 356 gevallen, dus bijna één geval per dag, een stijging met liefst 25 %. In tien jaar gaat het zelfs om een verdubbeling van het aantal feiten.
Ik vraag me af wat u daaraan kunt doen. Die cijfers komen niet uit de lucht gevallen. De situatie is onhoudbaar. Het concrete gevolg is dat medische hulpverleners ontmoedigd worden en er de brui aan geven. Bij sommigen is het zelfs zo erg dat ze doodsbedreigingen krijgen. Dan verbaast het niet dat ze hun job opgeven.
Welke specifieke maatregelen zult u nemen om medische hulpverleners op korte termijn beter te beschermen en te voorkomen dat die cijfers nog verder verslechteren?
12.02 Minister Annelies Verlinden: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Depoortere, uiteraard moeten hulpverleners altijd veilig zijn. Dat is uw, maar vast en zeker ook mijn overtuiging. We mogen agressie, intimidatie en geweld tegen veiligheidsprofessionals nooit aanvaarden. Bovendien moeten de hulpverleners zich gehoord en gesteund voelen door hun korpsen, de samenleving en de overheid.
Daarom hebben we acties ondernomen op korte en middellange termijn. We hebben een omzendbrief rondgestuurd waarin wij vragen elke daad van agressie te melden en te registreren. Die omzendbrief is allicht ook deels de aanleiding voor het stijgen van de cijfers.
Bovendien investeren we in voorlichting, opleiding en opvang van de hulpverleners, alsook in begeleiding en nazorg van de slachtoffers. Op die manier zetten we belangrijke stappen in de bescherming van de veiligheidsberoepsmensen.
Elk geval van agressie moet worden vervolgd en de daders moeten zo snel mogelijk worden gestraft. We zien ook dat hulpverleningszones en andere werkgevers zich burgerlijke partij stellen en voorzien in rechtshulp voor de slachtoffers.
Overigens overleggen we over dat thema ook met de vakbonden. Dat zullen we blijven doen, om te zoeken naar oplossingen.
Ik ondersteun in deze problematiek ook de vraag naar een verhoogde strafmaat voor daders van agressie of geweld tegen politieagenten en hulpverleners. Ik ben alvast een grote voorstander om de verhoging van de strafmaat zo snel mogelijk door het Parlement te laten goedkeuren en in werking te laten treden. Dat is een heel belangrijk signaal, dat wij aan alle veiligheidsberoepsmensen kunnen geven.
Voorts zetten we in op gerichte opleidingen voor onder meer alle brandweerlieden. Op die manier zijn zij beter voorbereid en dus ook weerbaarder, indien zich toch een geval van agressie voordoet. Op basis van de cijfers die ik vandaag heb, blijkt dat al enkele duizenden brandweerlieden de opleiding hebben gevolgd.
Tevens sensibiliseren we de bevolking via campagnes van wederzijds respect aan de hand van advertenties op verschillende kanalen, omdat ook omstaanders en de rest van de bevolking een belangrijk signaal kunnen geven wanneer iets dergelijks gebeurt, door niet enkel toe te kijken, maar ook de daders mee tot de orde te roepen.
Het toenemende geweld op mensen die het beste van zichzelf geven, maakt ons kwaad, maar laat ons niet onverschillig. Samen met iedereen die een hart heeft voor de veiligheidsprofessionals, zal ik de komende maanden blijven ijveren voor meer respect voor onze hulp- en veiligheidsverstrekkers.
12.03 Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de minister, ik hoor vooral preventieve maatregelen en maatregelen gericht op de nazorg en opleiding. Ik hoor echter weinig maatregelen met betrekking tot de handhaving van de openbare orde. Ik vraag me af wanneer hulpverleners echt zullen kunnen rekenen op een overheid die concrete maatregelen neemt om hen ook daadwerkelijk te beschermen. Waarom hebt u bijvoorbeeld geen oor naar het voorstel van het Vlaams Belang om bodycams toe te laten tot de basisuitrusting van hulpverleners? Waarom hebt u geen oor naar het voorstel van Vlaams Belang om hulpverleners uit te rusten met pepperspray om zichzelf te verdedigen? Waarom is er nog altijd geen verhoging van de strafmaat? Waarom moeten we na al die tijd – op tien jaar zijn de cijfers verdubbeld – nog steeds wachten op een omzendbrief waarbij men wel degelijk tot vervolging overgaat en waar de straffen wel worden verhoogd? Alleen het Vlaams Belang zal hiervoor kunnen zorgen in de toekomst.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
13.01 Denis Ducarme (MR): Monsieur le secrétaire d'État, vous n'êtes pas Ludivine Dedonder, c'est une évidence, mais la question est néanmoins importante, comme vous le savez. Un grand nombre de nos ministres sont aujourd'hui à New York, je pense qu'ils sont au nombre de cinq. Naturellement, la Belgique, devant le concert des nations, affichera encore avec force son soutien à l'Ukraine compte tenu de la situation vécue par le peuple ukrainien depuis plus d'un an.
Nous n'aimons pas cette politique où la parole et le verbe se distinguent un peu trop des actes qui sont posés. Vous aurez entendu votre collègue du gouvernement David Clarinval s'exprimer cette semaine: en termes d'aide, de soutien militaire à l'Ukraine, la Belgique est à la traîne. Quand on examine le tableau, on voit que notre pays se trouve en effet dans le dernier wagon par rapport à notre richesse nationale.
Nous avons déjà raté le coche à plusieurs reprises. Nous avions fait des propositions en commission de la Défense à la ministre pour le rachat des chars Léopard, qui ont finalement été rachetés par l'Allemagne pour être livrés à l'Ukraine. Il faut passer aux actes, et nous en avons l'occasion. On nous avait dit qu'il était impossible de livrer nos F-16 finissant à l'Ukraine, mais il apparaît aujourd'hui qu'il existe des informations contradictoires à ce sujet. Je réclame au gouvernement une enquête objective sur notre capacité essentielle à participer davantage à l'effort et à livrer deux à quatre F-16 à l'Ukraine dès le printemps prochain.
13.02 Georges Dallemagne (Les Engagés): Monsieur le secrétaire d'État, notre ministre des Affaires étrangères a eu des mots très clairs, très nets à l'Assemblée générale des Nations unies à New York sur le devoir de justice et sur le fait que la Russie ne peut pas gagner cette guerre en Ukraine. Elle a dit: "Le respect de l'intégrité territoriale et de la souveraineté de l'Ukraine sont des conditions préalables à la paix." Ce sont des mots clairs. Il en va de la survie de l'Ukraine. Il en va de la sécurité de l'Europe. Il en va de l'avenir du monde.
Nous savons aujourd'hui que Poutine n'entend malheureusement que le bruit des armes et le langage de la guerre. Nous le savons. Nous savons que, si l'on veut la paix, il faut renverser le rapport de forces. La bataille est avant tout militaire et la Belgique ne fait pas son travail dans ce domaine. Nous distillons trop lentement une aide militaire insuffisante, très en dessous de ce que font la majorité de nos alliés. Selon l'Institut Kiel, nous sommes en vingt-sixième position par rapport au PIB par habitant en ordre d'importance. Et encore, c'est surestimé car, selon des sources à l'intérieur de la Défense qui s'occupent justement de l'acheminement de l'aide militaire en Ukraine, l'aide acheminée par la Belgique aujourd'hui en Ukraine, c'est 210 millions d'euros contre 2,5 milliards d'euros pour les Pays-Bas.
Nous pouvons faire la différence sans creuser le déficit de nos finances publiques en envoyant enfin les armes que réclament les Ukrainiens depuis des mois, en contribuant à l'envoi de F-16 en Ukraine. Nous sommes le plus grand propriétaire de F-16 en Europe après la Grèce. Nous pourrions faire la même chose que le Danemark, la Norvège et les Pays-Bas. Même s'ils ont atteint la limite théorique des 8 000 heures de vol, nos F-16 ne sont pas trop vieux en raison des faibles contraintes qu'ils ont subies. Nous le savons aussi. Nous ne nous mettons pas en danger en contribuant à la victoire de l'Ukraine. Au contraire! Nous le savons aussi. Non seulement ces armes sont capables de faire la différence mais elles contribueront à enrayer le bain de sang auquel on assiste aujourd'hui car ces avions seront à même de cibler des objectifs militaires stratégiques et épargneront bien des vies humaines. Il faut rappeler que c'est cela qui est en jeu. Dix-huit mois après le début de l'agression russe, il est temps que notre pays soit à la hauteur de cette tragédie.
13.03 Thomas Dermine, secrétaire d'État: Messieurs, je vous prie d'excuser Mme la ministre de la Défense, Ludivine Dedonder, qui ne peut être présente car étant souffrante.
Notre gouvernement a décidé, dès les premières heures du conflit, d'apporter son aide à l'armée ukrainienne afin qu'elle puisse défendre sa population et son territoire. L'aide apportée par la Belgique est plus large que l'appui en armes.
S'agissant de l'aide militaire, notre gouvernement a déjà approuvé plus de 280 millions d'euros de soutien à l'Ukraine. Toutes les possibilités d'assistance font l'objet d'une analyse permanente et sont régulièrement discutées par la ministre au sein du Groupe de contact de soutien à l'Ukraine. Dans ce cénacle qui s'est réuni pas moins de 15 fois et dans les contacts bilatéraux réguliers entretenus avec les responsables ukrainiens, l'aide de la Belgique est reconnue et appréciée à sa juste valeur.
Jusqu'à présent le soutien de la Défense s'est réparti en matériel de soutien au combat létal et non létal, des activités de formation dans près de 18 domaines, du carburant et l'accueil de blessés au sein de l'Hôpital militaire de Neder-over-Hembeek. Depuis le début du conflit, cette assistance est fournie sans compromettre la capacité opérationnelle de notre armée car il s'agit là de la responsabilité première de la ministre de la Défense et du gouvernement dans son ensemble.
L'aide militaire de la Belgique participe d'un effort collectif de près de 50 pays et se fait en complémentarité de ce que chaque armée peut apporter en plus d'une mobilisation industrielle. Des contacts sont entretenus de façon régulière.
Il n'est un secret pour personne dans cette Assemblée que nos avions de chasse doivent être remplacés et retirés de l'emploi progressivement jusqu'en 2030 ayant atteint le plafond des 8 000 heures de vol tel que prescrit par le fabricant Lockheed Martin. C'était une des raisons justifiant le remplacement de la flotte de F-16 par le F-35 décidé par le gouvernement précédent MR-N-VA. Nous nous étonnons donc aujourd'hui que certains découvrent ces informations et ces contraintes sur la durée de vie de nos avions.
Aujourd'hui et dans l'attente de la livraison des F-35, nos avions de chasse assurent des missions de protection de notre espace aérien et de celui du Benelux. En outre, ils sont régulièrement engagés pour assurer la protection de l'espace aérien des pays baltes qui n'ont pas d'avions de chasse. Dans ce contexte, le gouvernement a validé le fait qu'en l'état, nous n'étions pas en mesure de fournir les avions de chasse tout en confirmant notre détermination à soutenir l'Ukraine face à l'invasion russe.
Par ailleurs, une étude doit être finalisée rapidement par l’état-major afin de préciser ce qu’il adviendra de notre flotte de F‑16 actuelle après leur retrait d’emploi. Parallèlement, les discussions se poursuivent avec les alliés sur toutes les dimensions de l’assistance possible. Outre le soutien ponctuel essentiel dans la durée de ce conflit, il importe de mettre au point une stratégie à plus long terme pour permettre à l’Ukraine de construire une armée suffisamment forte pour défendre sa population et son intégrité territoriale. C’est à cela que la ministre de la Défense Ludivine Dedonder œuvre, en concertation étroite avec les autorités ukrainiennes.
C’est ainsi que, dans le cadre de la coalition F‑16, nous avons confirmé la participation de notre pays à la formation des pilotes ukrainiens. Six instructeurs et quatre planificateurs de mission seront formés en Belgique pour assurer ultérieurement la formation des pilotes et autre personnel ukrainien. En outre, la Défense déploiera dans les prochaines semaines une équipe de trois militaires dans un centre de formation des pilotes ukrainiens au Danemark.
En 2024, deux de nos F‑16 biplaces et une cinquantaine d'autres militaires belges seront également déployés au Danemark pour une formation avancée aux pilotes ukrainiens. À côté de cette importante contribution à la formation, qui est une condition préalable à l’opérationnalisation des avions de chasse, notre gouvernement a formellement marqué son soutien pour assister la mise en place d’une capacité de maintenance nécessaire à la modernisation des forces armées ukrainiennes.
Dans ce contexte, l’expertise de notre tissu industriel est une véritable plus-value reconnue internationalement et constituera un facteur critique essentiel pour la mise en œuvre de cette nouvelle capacité d’avions de chasse. (…)
La présidente: Monsieur le secrétaire d'état, votre temps de parole est écoulé.
13.04 Denis Ducarme (MR): Je n'ai malheureusement pas entendu la fin de votre réponse, monsieur le secrétaire d'État. Cher collègue carolo, je décèle dans votre réponse une posture quelque peu idéologique. Un peu celle que je décèle depuis un certain nombre de mois dans les réponses que me donne la ministre de la Défense.
La Défense est là pour ça, pour mener, parfois, l'effort. Notre matériel de défense est aussi là pour ça. Je ne vais pas tourner autour du pot. Le groupe MR de la Chambre exige qu'une étude objective puisse être mise sur les tablettes du gouvernement afin que nous sachions objectivement si, dès l'année prochaine, nous pouvons – et je pense que c'est le cas – livrer deux à quatre F-16 en soutien à l'armée ukrainienne.
13.05 Georges Dallemagne (Les Engagés): Monsieur le secrétaire d'État, quand la Belgique traîne les pieds depuis 18 mois pour de l'aide militaire, ce n'est pas pour des raisons techniques mais pour des raisons politiques. Ce n'est pas par hasard que la Belgique est dernier de la classe, il faut arrêter de dire des contrevérités.
Vous ne connaissez pas le dossier. Les 8 000 heures de vol sont des heures théoriques. Nous savons tous via une étude de 2017 réalisée par Lockheed Martin que ces avions peuvent voler en moyenne 1 500 heures de plus. Les deux premiers qui vont être déclassés cette année peuvent voler 2 000 heures de plus, soit un total de 10 000 heures!
Ils seraient utiles là, maintenant, en Ukraine. Ce n'est pas seulement les avions en fin de vie qu'il faut livrer, mais plus que ça. Car si notre sécurité est en danger, c'est de ce front-là que ça viendra. C'est bien là qu'il faudra envoyer nos avions, c'est donc là qu'ils sont utiles dès à présent et le seront à l'avenir.
Je l'ai dit hier déjà, mais si tous les pays avaient aidé l'Ukraine au même – faible – niveau que nous, elle serait russe aujourd'hui, envahie, écrasée par la férule de Poutine (…)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14.01 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, vier van de acht afwezige excellenties zitten vandaag in New York op de algemene vergadering van de Verenigde Naties. De premier heeft daar een opvallende toespraak gehouden, vol klimaatoptimisme, maar vooral vol migratiewaanzin. Uitgerekend op een moment dat dit land met een immense migratiecrisis wordt geconfronteerd – u hebt zelf ook gezegd dat het systeem tegen zijn limieten botst – net dan verklaart de regeringsleider op een internationaal podium dat de deuren nog meer moeten worden opgezet. De deuren van de illegale migratie staan al wagenwijd open. De Croo zegt: "Migratie oplossen betekent ook legale wegen naar Europa creëren". Creëren, alsof die legale wegen vandaag nog niet bestaan.
Mevrouw de staatssecretaris, vorig jaar kwamen er bijna 50.000 nieuwe Belgen bij. Dat is het hoogste aantal sinds de snelbelgwet werd afgeschaft in 2001. Er is het kanaal van de gezinshereniging, wat goed is voor meer dan een half miljoen mensen erbij op een periode van amper tien jaar. Er is arbeidsmigratie, vorig jaar goed voor 16.000 buitenlandse werknemers alleen al in Vlaanderen, een verdubbeling van het jaar voordien.
Ik zou zo nog een tijdje kunnen doorgaan, mevrouw de staatssecretaris, maar blijkbaar is dat allemaal nog niet voldoende.
De samenvatting van de toespraak van de premier was eigenlijk: "Beste Vlamingen, wij willen nog meer migratie voor u, zodat ik een mooie, internationale functie toebedeeld kan krijgen."
Mevrouw de staatssecretaris, ik zou willen weten of de uitspraken van de eerste minister met u besproken zijn. Als het om een regeringsstandpunt gaat, hoe denkt u dan een probleem op te lossen door het groter te maken? Als het geen regeringsstandpunt is, neemt u dan afstand van zijn waanzinnige uitspraken?
14.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Migratie is een wereldwijde uitdaging. Controle krijgen op migratie doet men dus niet alleen. Daarvoor moet men samenwerken op Europees niveau en daarbuiten en dat doet men niet door te roepen op sociale media. Het is dus heel goed dat de eerste minister dat in New York mee op de agenda zet.
Gecontroleerde migratie is irreguliere migratie tegengaan. Dat is de gewetenloze maffia bestrijden die mensen verhandelt. Dat is doden op zee tegengaan. Dat is respect voor grenzen. Dat is niet de deur helemaal sluiten. Gecontroleerde migratie is ook kansen geven om in ons land te werken of te studeren, via legale routes en met duidelijke wettelijke criteria, gekoppeld aan een sterk integratie- en activeringsbeleid.
Ik vind niet dat we arbeidskrachten zomaar moeten zoeken overal, zoals in Mexico of India. We moeten uiteraard eerst zorgen dat we zoveel als mogelijk mensen hier in ons land uit de werkloosheid krijgen. Ik geloof wel dat buitenlands talent een meerwaarde kan betekenen voor ons land. Ook Voka heeft enkele weken geleden nog gezegd dat arbeidsmigratie bijdraagt aan innovatie en groei bij onze bedrijven.
Onze universiteiten hielden gisteren nog een pleidooi voor meer internationale samenwerking, want zonder die internationale samenwerking is toponderzoek in ons land onmogelijk. In mijn wereld werken we aan een asielbeleid dat bescherming biedt aan wie vlucht voor oorlog en vervolging en aan een migratiebeleid dat buitenlands talent aantrekt op onze arbeidsmarkt en aan onze universiteiten. In uw wereld wil u de deur sluiten voor iedereen. Dat zal nooit mijn wereld zijn.
14.03 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, we zitten met een immense migratie- en asielcrisis. De asielfactuur is historisch hoog. We stevenen opnieuw af op een recordaantal asielaanvragen. U bent chronisch op zoek naar asielopvang. Sinds deze week regelt u zelfs opvang in jeugdcentra en zelfs opnieuw in hotels. Als men op men zo’n moment gaat pleiten voor nog meer migratie, toont dat alleen maar aan hoe wereldvreemd men is, mevrouw de staatssecretaris.
Een tijdje geleden klonk het nog dat dit land voldoende had gedaan. Egbert Lachaert recycleerde toen de Vlaams Belangslogan Vol is vol. Wel, de asielcentra zijn vol. De wachtlijsten zijn vol. Het land is vol. En vooral, onze mensen hebben er de buik van vol. Stop met nog meer migratie. Wat we nodig hebben, is net minder.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15.01 Tomas Roggeman (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, al 30 jaar vraagt Vlaanderen een strenger asiel- en migratiebeleid en al even lang wordt dit tegengehouden door vooral Franstalige regeringspartijen. Het parlementair werk van PS en Ecolo spreekt voor zich. Men wil meer erkenningsgronden, uitgebreidere beroepsmogelijkheden, het verhinderen van terugkeerbeleid en dies meer. Kortom, de asielkraan moet open. Wie daartegen durft in te gaan, vooral Vlamingen, die krijgt al snel de wind van voren en die wordt uitgescholden voor racist, populist, haatzaaier of xenofoob. U herkent het allemaal wel. Ik vat voor u het asieldebat van de afgelopen jaren in een notendop samen.
Diezelfde partijen komen vandaag opmerkelijk genoeg tot de vaststelling dat het niet meer lukt. De Brusselse minister-president, de heer Vervoort, stelde vlakaf dat de gevolgen van de migratie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te groot worden. In een persbericht schrijft hij dat de toestand in de Brusselse wijken achteruitgaat door de grote aantallen asielzoekers. De PS klaagt dat in Wallonië meer opvangplaatsen aan asielzoekers worden aangeboden dan in Vlaanderen en daarom vraagt hij Vlaanderen om nog meer mensen op te vangen. PS en Ecolo vroegen hier gisteren om in de commissie en zij werden hierin braafjes gesteund door Vooruit en Groen.
Mevrouw de staatssecretaris, het is het toppunt van ironie dat Franstalig links, dat zich al jaren moreel superieur waant omwille van haar opengrenzenstandpunt, dat zij erdoor duwen tegen de democratische Vlaamse meerderheid in, hierom vraagt. Vandaag komen ze tot de vaststelling dat hun standpunt de samenleving meer kwaad dan goed berokkent. Hun conclusie is dat Vlaanderen het maar moet oplossen. Als een er Nobelprijs voor hypocrisie bestond, dames en heren, dan haalden deze partijen de nominatie vlotjes binnen.
Mevrouw de staatssecretaris, zeg mij alstublieft dat daar niet in meegaat.
15.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Roggeman, zoals ik al herhaaldelijk heb gezegd, is er vandaag een spreiding van asielzoekers in ons land. We beschikken vandaag over ongeveer 35.000 opvangplaatsen. In zo’n 500 van de 581 gemeenten in ons land zijn er opvangplaatsen. Onze collectieve centra zijn verspreid over een honderdtal gemeenten in Vlaanderen, Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Er zijn dus zeer veel lokale besturen die daaraan bijdragen.
Deze centra zijn dus verspreid over het hele grondgebied en het heeft absoluut geen zin om daarover vandaag een communautaire discussie te voeren. De bezorgdheden zijn namelijk overal dezelfde, mijnheer Roggeman. Ik weet dat, want ik kom heel vaak op het terrein en ik spreek met heel veel burgemeesters.
Uiteraard begrijp ik dat het vandaag niet evident is voor een burgemeester om het nieuws te vernemen dat er een opvangcentrum wordt geopend op zijn of haar grondgebied. Er komt heel wat op de lokale besturen af. Er zijn heel wat vragen, ook bij buurtbewoners, en wij trachten de lokale besturen daarin te ondersteunen en een dialoog met hen aan te gaan. We hebben het dan over wat dat betekent voor de scholen of voor de woningmarkt in hun gemeente. Het heeft dus geen enkele zin om via de sociale media burgemeesters het leven moeilijk te maken door de bevolking op te ruien wanneer er in een gemeente een nieuw opvangcentrum wordt geopend.
Er is, beste collega’s, vandaag geen enkele burgemeester die dolenthousiast reageert wanneer ik hem of haar opbel om te melden dat er een opvangcentrum komt. Gelukkig, mijnheer Roggeman, zijn er wel heel wat burgemeesters die vandaag hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen in een heel moeilijke context. Ik wens hen daarvoor dan ook allemaal te bedanken.
Collega’s, ik ben ervan overtuigd dat niemand in dit halfrond echt wil dat mensen op straat slapen. Het is de taak van ons allen, in Vlaanderen, Wallonië en Brussel, om daar mee voor te zorgen.
15.03 Tomas Roggeman (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik had gehoopt van u een duidelijk standpunt te horen over de vraag of u voor of tegen verplichte spreidingsplannen bent. In de plaats daarvan begint u hier echter een uitleg te geven over burgemeesters, sociale media en communautaire vrede. Ik vind dat jammer.
Gisteren was u daar duidelijk over, maar vandaag begint u uw standpunt tegen de verplichte spreidingsplannen al te lossen. Het is dus duidelijk dat er een probleem is in de regering. Groen verwijt u politieke spelletjes te spelen en de PS zegt dat uw beleid een permanente crisis is. Ik vind dat bijzonder hypocriet, want het zijn net deze partijen die elke maatregel afblokken om de instroom te beperken. Het zijn juist deze partijen die er alles aan doen om de migratiekraan open te houden. Het zijn deze partijen die u verwijten niet snel genoeg te dweilen en u publiekelijk hier een mes in de rug steken. De droom van Vivaldi om een menselijk en waardig asielbeleid te voeren is in duizend stukken uiteengespat. Uw regering wordt wereldrecordhouder in verloren rechtszaken, mevrouw de staatssecretaris.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
16.01 François De Smet (DéFI): Madame la secrétaire d'État, "après le budget, place aux réformes". Ce sont les mots du premier ministre au mois de mars dernier. Nous sommes six mois plus tard. Nous n’avons toujours pas vraiment de réforme, mais nous avons le retour du budget.
La Vivaldi s’était accordée en mars de cette année pour faire un effort de 1,2 milliard d’euros. Comme souvent, les surestimations des recettes fiscales conduisent les finances dans le rouge. Ainsi, la différence entre les récentes projections du Bureau du Plan et celles du Comité de monitoring atteint 3,5 milliards d’euros. Nous sommes donc très loin du 1,2 milliard d’euros à trouver.
Ce n’est pourtant pas nouveau. Le Conseil supérieur des Finances a déjà indiqué à plusieurs reprises que l’effort à fournir est colossal pour assainir nos finances publiques. Il recommande de réduire le déficit public de 2,1 % du PIB ces trois prochaines années pour un total de 12 milliards d’euros.
Enfin, cela n’aura échappé à personne: l’année prochaine est une année d’élections. Qui dit année électorale dit parfois tentation de cadeaux, de promesses à la population de la part de certains partis politiques soucieux de rester dans une majorité gouvernementale. Cela ne constitue pas a priori le climat le plus favorable pour oser entreprendre des réformes.
Madame la secrétaire d'État, dans ce contexte préélectoral, les partis du gouvernement de la Vivaldi oseront-ils prendre les mesures visant à assainir le déficit public et prendre enfin leurs responsabilités? Plus précisément, quelles sont les mesures qui sont actuellement sur la table du conclave pour trouver 2 milliards supplémentaires? En particulier, de nouvelles taxes sont-elles envisagées?
16.02 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, dit is onze eerste vergadering en er is onmiddellijk al slecht nieuws over de begroting. Voor de zomer hebben we van u cijfers gekregen over een gigantisch tekort. Vandaag, na de zomer, is dat tekort met 2 miljard toegenomen. De begroting was al een ramp, maar nu wordt ze nog eens 2 miljard slechter.
Als wij dit punt maken, horen wij van u en van uw regering altijd hetzelfde. U zegt dat we moeten stoppen met zo dramatisch te doen. U hebt dat onder andere op de radio gezegd. Collega's, de begroting is dramatisch. De evolutie van de staatsschuld is dramatisch. Het begrotingstekort is dramatisch. De financiering van onze pensioenen is dramatisch.
En neen, de economische groei zal het niet oplossen. Dat wordt gezegd, maar ook dat is niet juist. De evolutie van de economische groei in de volgende jaren is eveneens dramatisch. Die analyses komen van het Nationaal Planbureau, van het IMF, van de Europese Commissie, van de Nationale Bank. Dat zijn allemaal onafhankelijke instellingen van experts, instellingen die wettelijk verankerd zijn.
Naast die ernstige instellingen is er ook het Monitoringcomité. De jongste jaren kwam dat Monitoringcomité elke keer opnieuw met cijfers die veel rooskleuriger zijn. Het Monitoringcomité begint met dezelfde cijfers, stopt die in zijn computer, en plots is het tekort minder groot. De enige instelling die niet onafhankelijk is, de enige instelling die niet even sterk in de wetgeving verankerd is – het Monitoringcomité –, komt altijd met rooskleurige cijfers. En u volgt die.
Ik versta dat niet. We weten dat de situatie dramatisch is. Waarom luistert u dan niet naar die onafhankelijke experts? Waarom doet u eindelijk niet wat moet: een ernstige inspanning, in plaats van na een paar maanden telkens opnieuw te moeten toegeven dat het werk eigenlijk niet goed was?
16.03 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer De Smet, mijnheer Loones, dank u voor uw vragen.
Monsieur De Smet, j'ai en effet vu beaucoup de chiffres ces derniers temps: 2 milliards dans un article, un peu plus de 800 millions encore aujourd'hui. J'ai lu l'article de presse auquel vous faites allusion, qui faisait référence à un déficit croissant, ou plutôt un effort croissant en 2024. Cela m'a un peu surprise parce que le Comité de monitoring ne sera validé qu'aujourd'hui. Je pense donc qu'il s'agit d'un malentendu, puisque l'article faisait référence à un pré-rapport du Comité de monitoring, et qu'il n'en existe pas à ma connaissance. Je pense que cela faisait plutôt allusion au budget économique, en reprenant les chiffres du Bureau fédéral du Plan du mois de juillet et en se basant sur ses dernières publications, et non sur les chiffres du Comité de monitoring.
Vandaag lees ik in een aantal kranten dat al delen van het rapport van het Monitoringcomité uitlekten, een rapport dat dus nog niet gefinaliseerd is.
Je prendrai aujourd'hui connaissance des chiffres, tels que validés par le Comité de monitoring.
In juli ging het Monitoringcomité uit van een tekort in 2024 voor de gezamenlijke overheid van 4,1 % van het bbp, waarvan 2,8 % voor entiteit I. Mijnheer Loones, ik heb een andere ingesteldheid over onze administraties. Ik heb het grootste respect voor hun werk. Ze doen hun werk wel degelijk goed.
U hebt het allemaal gelezen: het is een feit dat internationale rapporten sinds deze zomer een vertraging van de groei en een verhoging van de inflatie voorspellen voor 2023 en 2024. Gelukkig hebben we een recessie kunnen vermijden, in tegenstelling tot andere landen. Ik verwacht wel dat het Monitoringcomité zal bevestigen dat het tekort voor 2024 iets hoger zal uitvallen dan in juli is vooropgesteld.
De belangrijke toetssteen voor onze begroting blijft ons stabiliteitsprogramma dat we begin dit jaar bij de Europese Commissie hebben ingediend. Daarmee engageerde de voltallige regering zich om in 2024 het tekort van de gezamenlijke overheden te beperken tot 4,2 % van het bbp. Precies om dat doel te bereiken, engageerde de federale regering zich voor 2024 om een extra inspanning van 0,2 % van het bbp te leveren.
Soyons clairs, nous devons honorer notre engagement envers l'Europe.
Mijnheer Loones, we zijn al enkele maanden – sinds de maand mei eigenlijk – de nakende begrotingsoefening aan het voorbereiden, maar na publicatie van het rapport van het Monitoringcomité kunnen we een versnelling hoger schakelen. Zoals u weet ligt onze focus op de tweede dinsdag van oktober wanneer onze premier zijn State of the Union houdt.
En conclusion, attendons le rapport validé du Comité de monitoring avant de lancer des chiffres. Mais, qu'il y ait ralentissement de l'économie ou proximité/imminence des élections, que ce ne soit pas une excuse pour ne pas réaliser les efforts promis! Pour cela, je compte sur tous les partenaires du gouvernement.
En ce qui concerne les mesures, monsieur De Smet, la méthodologie sera toujours la même que celle qui se trouve dans l'accord de gouvernement (1/3 en recettes, 1/3 en dépenses et 1/3 en divers), comme nous l'avons toujours fait.
Quant au contenu des mesures, permettez que l'on en discute autour de la table du gouvernement avec les partenaires. Nous n'avons pas encore commencé cet exercice formel. Pour le reste, keep calm and carry on! On s'en occupe.
16.04 François De Smet (DéFI): Merci, madame la secrétaire d’État pour votre réponse et votre enthousiasme. Vous avez rectifié quelque peu les chiffres et dressé un panorama assez sombre. Vous nous donnez rendez-vous le deuxième mardi d’octobre pour voir où vous en êtes avec le premier ministre et le reste du gouvernement.
Quand je vois les chiffres, j’ai quand même l’impression qu’on s’avance tel le Titanic vers un iceberg. Je ne vois pas comment nous allons nous en sortir facilement. Je ne vois pas comment, avec des intérêts de charge de dette de 10 milliards d’euros – soit le triple du budget de tous les départements régaliens –, nous allons pouvoir arriver à maîtriser nos dépenses publiques.
Je ne doute pas de votre volonté et de votre engagement, mais nous avons un gouvernement qui, que ce soit sur les pensions, sur la fiscalité et maintenant sur l’assainissement budgétaire, agit comme s’il était le Bureau du Plan, comme si son boulot était de faire des prospectives. Il ne réforme pas. Au mieux, il prépare les réformes pour ceux qui auront, peut-être, la capacité politique de les faire la prochaine fois. Et je crains que ce soit le constat que nous ferons dans les prochaines semaines.
16.05 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.
Ik mis de urgentie. U zegt dat er nog geen rapport is, dat we het goed hebben gedaan, dat we geen recessie hebben gehad, dat een oefening van 1,2 miljard wel genoeg zal zijn, dat we wel op tijd met de documenten zullen komen. In Nederland zijn de documenten van de begroting al aan het Parlement bezorgd. Die kunnen al aan de slag.
U zegt dat het Monitoringcomité – een ernstige instelling – bezig is. De hele legislatuur schiet het er al naast. Dat kan cijfer na cijfer, controle na controle worden aangetoond. Als u dat weet, waarom houdt u daar dan geen rekening mee en bouwt u niet wat extra voorzichtigheid in in uw cijfers? Dat doet u niet en ik betreur dat, omdat dat het sérieux van uw regering onderuithaalt.
U beweert dat u alle mogelijke hervormingen zult uitvoeren, maar ook dat blijkt keer op keer niet het geval te zijn. Dat komt ook omdat u steeds weer signalen aan de PS geeft dat het allemaal niet zo dringend is en dat het allemaal wel goed komt, maar we weten wie daarvan het slachtoffer zal zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17.01 Melissa Depraetere (Vooruit): Mevrouw de staatssecretaris, u gaf de banken tot eind juni de tijd om de spaarrente op trekken. Ondertussen zijn wij drie maanden en een staatsbon verder, maar de banken bewegen nog steeds niet. De reden is dat zij denken dat zij gewoon hun goesting mogen doen. De vier grootbanken in ons land kunnen dit jaar afkloppen op 7 miljard euro winst, terwijl de gewone spaarder het leven alsmaar duurder ziet worden. Hij ziet van die 7 miljard euro niets terug.
De gewone mensen zijn de stilstand van de banken beu, omdat zij daarvan steeds meer de dupe zijn. Zij moeten het hele dorp rondrijden om nog een bankkantoor of –automaat te vinden. Heel veel mensen worden geconfronteerd met phishing en de banken helpen steeds minder en minder. Belfius neemt alleen nog de telefoon op voor rijke klanten. Als het over de spaarrente gaat, duiken de banken weg en hopen ze dat de discussie voorbij zal gaan. Die discussie gaat echter niet voorbij.
Terwijl u keer op keer zei dat de banken zelf wel zullen bewegen en hun spaarrente zullen aanpassen, heeft Vooruit zeven voorstellen op tafel gelegd, ook binnen de regering. De heer Beke heeft die voorstellen duidelijk niet gelezen. Sommige van onze voorstellen kunnen heel snel ingevoerd worden. Toch zeggen de banken neen. Tegen het eerste voorstel zeggen zij neen. Tegen het tweede voorstel zeggen zij neen. Tegen het derde, vierde, vijfde, zesde en zevende voorstel zeggen zij neen. Wat de banken gaan doen, is heel duidelijk. Het antwoord van de banken is dus bijzonder duidelijk.
De vraag is dan vooral wat u kunt doen als staatssecretaris. Als die banken neen blijven zeggen, gaat u hen dan nog wat tijd geven? Gaat u dan met hen in overleg gaan? Gaat u een protocol afsluiten, terwijl we weten dat de banken zich daardoor niet vaak gebonden voelen? Gaan wij nu echt de keuze maken voor de spaarder en zelf maatregelen opleggen? De banken kiezen voor hun 7 miljard euro winst, dat is duidelijk. Vooruit kiest voor de spaarder. Voor wie kiest u?
17.02 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de staatssecretaris, wij hadden het daarnet over de staatsbon. De laatste staatsbon maakte het de spaarder duidelijk dat er alternatieven zijn om de zuurverdiende spaarcenten te parkeren op relatief korte termijn. Hij is niet veroordeeld tot de klassieke spaarrekening met lage rente. De overheid heeft het signaal gegeven dat het loont om opties te bekijken.
Collega’s, de Belg is van oudsher een spaarder. Dat is een goede zaak. Minder goed, vooral voor de spaarder zelf, is dat de spaartegoeden vastgeroest lijken te zijn op weinig tot niets opbrengende rekeningen. De spaarder is te weinig mobiel. Drie vierde van de Belgen spaart. Van hen weegt slechts een vierde de opties af.
Gisteren vond er een interessante hoorzitting plaats over dat thema. Mevrouw Depraetere, u kon slechts gedeeltelijk aanwezig zijn. U had ook geen vragen. Ik kan u echter ten zeerste aanraden de sessie volledig te beluisteren.
Wat heb ik onthouden? Dat is dat een minimumrente, zoals sommigen voorstellen, goed klinkt, maar aan de realiteit voorbijgaat. De verschillende financieringsstructuur van elke bank wordt genegeerd, evenals de complexiteit van het productenportfolio en het risico van verschraling van het aanbod. Kleine retailbanken riskeren uit de boot te vallen met dergelijke one-size-fits-all-maatregelen. Zij werken met nog kleinere marges dan de grootbanken. Ik meen niet dat het de bedoeling is om tot die verschraling te komen. Zowel de Nationale Bank van België als de ECB zijn heel duidelijk: ondoordacht ingrijpen is gevaarlijk.
Mevrouw de staatssecretaris, wat is de stand van zaken van de gesprekken met de bankensector? Ziet u naast het faciliteren van de mobiliteit nog andere initiatieven?
17.03 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Collega’s, ik dank u voor deze vragen over een thema dat mij na aan het hart ligt.
Mevrouw Depraetere, ik heb dit voorjaar gezegd dat de rente op de spaarboekjes vooral zal stijgen door de werking van de markt. Wij hebben dat in januari en juni gezien. We hebben telkens een beweging gezien waarbij eerst de kleinere en de nichebanken de spaarrente verhoogden en vervolgens hebben we alle banken zien bewegen. Ik blijf ervan overtuigd dat dit de beste manier blijft.
Moet de overheid dan niets doen? Is het perfect? Geenszins, maar we kunnen ook niet eender wat opleggen of reguleren. We hebben een aantallen voorstellen zien opduiken, die allemaal zonder uitzondering negatief werden beoordeeld door de NBB en de ECB. In de analyse wezen de regulatoren zelfs op de grote risico’s voor de stabiliteit van onze banksector. Dat is het laatste wat wij willen.
Mijnheer Leysen, ik heb van het kernkabinet de opdracht gekregen om een protocol uit te werken met de banksector om de concurrentie en transparantie binnen de sector aan te zwengelen. Dat past volledig binnen mijn beleidslijn beCOCO die u ondertussen allemaal kent, het ondersteunen van de bewuste consument. We zullen dit realiseren met vier concrete voorstellen.
Ten eerste, bij elke intrestafrekening moet de bank duidelijk de verworven rente over de voorbije periode vermelden, zowel in euro als in toegepaste rentevoeten. Zo krijgt de consument telkens een beeld op de rentevoeten die op zijn spaarrekening van toepassing zijn.
Ten tweede, de banken moeten telkens aangeven of er binnen dezelfde bank een interessantere spaarformule bestaat. Wanneer een bank een nieuwe spaarformule lanceert, zal dat niet langer verborgen blijven voor de klanten.
Ik wil ook de concurrentie tussen de banken versterken. Het derde voorstel is dus dat de banken bij de intrestafrekening ook zullen moeten verwijzen naar de spaarvergelijkingswebsite van de FSMA.
Daar kan men eenvoudig zien welke concurrerende banken betere spaarformules voorstellen.
Ik kom dan bij het vierde voorstel. Om de klanten te motiveren om effectief van bank te veranderen, zal de bank hen telkens verwijzen naar de gratis bankoverstapdienst. De gesprekken met Febelfin zijn volop bezig. Het is de bedoeling om dit protocol begin 2024 in werking te doen treden.
Ik hoor sommigen al concluderen dat de staatsbon zijn doel voorbijgeschoten is omdat de rente op de spaarboekjes nog niet verder gestegen is. Ik meen dat dit een beetje kort door de bocht gaat. De staatsbon heeft de markt in beweging gezet en de consument bewust gemaakt van alternatieven voor zijn spaargeld. Die 21 miljard bewijst dat de consument minder passief is dan men dacht.
De staatsbon heeft de markten ook extra comfort gegeven wat betreft de mogelijkheden van ons land om zijn schuld bij de burger tegen interessante rentevoeten te financieren. De 21 miljard euro die van de spaarboekjes verdween, heeft zeker een invloed gehad op de banken. Het is dus niet onlogisch dat de banken nu even de kat uit de boom kijken, zeker wanneer men rekening houdt met de sterke daling van het aantal hypothecaire kredieten. Wij hadden reeds in januari en in juni een rentestijging. Ik hoop op een derde golf voor het einde van het jaar.
Ondertussen heeft uw partij, mevrouw Depraetere, zes nieuwe voorstellen gelanceerd om de concurrentie verder aan te zwengelen. Deze voorstellen, waarvan er eigenlijk al twee in uitvoering zijn, worden nu binnen de regering verder besproken. Ik kan u al meegeven dat ik bijvoorbeeld het voorstel inzake de uitbreiding van de bankoverstapdienst zeker steun.
De conclusie is dat denken dat de staatsbon de rechtstreekse aanleiding tot hogere rentevoeten op spaarboekjes zou zijn niet correct is. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat het protocol dat ik heb toegelicht een sterke katalysator zal zijn voor meer concurrentie en hogere rentevoeten. Zoals gezegd bekijken wij binnen de regering met open vizier de andere voorstellen die nu op tafel liggen.
17.04 Melissa Depraetere (Vooruit): Mevrouw de staatssecretaris, dank u voor uw antwoord. We hebben daarnet in het debat met minister Van Peteghem kunnen optekenen dat voor de N-VA en cd&v de grootbanken met rust mogen worden gelaten. Ik ben blij dat u wel een aantal inspanningen doet, dat enkele voorstellen in uitvoering zijn en dat er afspraken worden gemaakt. Ik ben zelf niet zo’n grote fan van een protocol, omdat ik vrees dat als iets niet bindend is, het ook moeilijk uit te voeren is. U bent echter ook andere zaken aan het doen. Dat kan ik alleen maar toejuichen.
Laten we er vooral over waken dat die maatregelen niet alleen voor meer transparantie zorgen, maar dat ze er ook voor zorgen dat bepaalde zaken automatisch gebeuren, zoals het overzetten van het spaargeld naar het meest gunstige tarief. Ik denk dat dit niet te veel gevraagd is, om ervoor te zorgen dat ook de spaarder een fair deel krijgt en dus iets meer krijgt voor het spaargeld op die rekening.
U zit in de unieke positie dat u niet alleen de staatssecretaris voor Consumentenbescherming bent maar ook voor Begroting. Ik zou zeggen: pak ook de overwinsten bij de banken aan.
17.05 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de staatssecretaris, de Belg is niet alleen geboren met een baksteen in de maag, maar ook met een spaarrekening. Die is nu wat zwaar te verteren met de lage rentetarieven. Dank u voor uw inzet en uw initiatieven.
De uitdaging is om de concurrentie te laten werken. Dat is natuurlijk een opdracht voor de spaarder, voor de klant zelf. De overheid moet dat stimuleren en faciliteren.
Aan de banken zou ik zeggen, zoals aan alle ondernemingen die een duurzame toekomst tegemoet gaan, dat het altijd een uitdaging is om de juiste balans te vinden tussen de belangen van hun klanten en die van hun aandeelhouders.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
La présidente: Ceci clôture la séance de questions orales.
Demande d'avis du Conseil d'État
Verzoek om advies van de Raad van State
17.06 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, op het wetsontwerp nr. 3152 betreffende de gemeentelijke bestuurlijke handhaving, de instelling van een gemeentelijk integriteitsonderzoek en houdende oprichting van een Directie Integriteitsbeoordeling voor Openbare Besturen zijn er amendementen ingediend. Zij zijn een vertaling van een grote bekommernis op de werkvloer, onder meer over het moment van invoering.
Met het oog op het goedkeuren van ordentelijke wetgeving lijkt het ons zinvol dat de Raad van State zich zou buigen over de amendementen nrs. 45 tot 52.
De voorzitster: Er is ook een amendement van mevrouw Matz.
17.07 Vanessa Matz (Les Engagés): Madame la présidente, nous souhaitons également que les amendements soient examinés par le Conseil d'État. Nous voulons connaître l'évaluation des coûts que ce projet de loi représente par rapport aux communes et à la police fédérale. Nous n'avons pas pu obtenir ces données lors de l'examen du projet de loi. Nous demandons donc que la Cour des comptes puisse faire l'évaluation et communique annuellement cette évaluation des coûts que représentent ces dispositions pour les communes et la police fédérale.
17.08 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, nous soutenons aussi la demande de renvoi au Conseil d'État. Nous nous opposons principalement au transfert de compétences du pouvoir judiciaire vers le pouvoir communal. C'est une approche que nous ne soutenons pas. Nous voulons aussi avoir l'avis du Conseil d'État sur les amendements proposés. Je pense que les communes sont assez chargées. Leur rajouter des compétences supplémentaires qui sont d'ordre judiciaire et relèvent de la police fédérale n'est pas une stratégie que nous soutenons. C'est la raison pour laquelle nous soutenons ce renvoi au Conseil d'État.
La présidente: Les Engagés, la N-VA, le PTB-PVDA, le Vlaams Belang et DéFI soutiennent le renvoi.
Au moins 50 membres appuient la demande d'avis.
Ten minste 50 leden steunen de vraag om advies.
En conséquence, la présidente demandera l'avis du Conseil d'État en application de l'article 98.3 du Règlement.
Bijgevolg zal de voorzitster het advies van de Raad van State vragen met toepassing van artikel 98.3 van het Reglement
Propositions
déposées par:
Voorstellen ingediend door:
- 2103: Christophe Lacroix, Ahmed Laaouej, Vicky Reynaert, Daniel
Senesael, Michel De Maegd, Simon Moutquin, Els Van Hoof, Goedele
Liekens, Wouter De Vriendt, Sophie Rohonyi.
- 2229: Sophie
Rohonyi, François De Smet, Georges Dallemagne.
- 2125: Simon
Moutquin, Wouter De Vriendt, Samuel Cogolati.
Le texte adopté par la commission sert de base
à la discussion. (Rgt 85, 4)
(2103/5)
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking (Rgt 85, 4) (2103/5)
L’intitulé a été modifié par la commission en "proposition de résolution visant à condamner et dénoncer les mesures liberticides et discriminatoires à l’encontre des personnes LGBTQIA+ prises par la Hongrie".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "voorstel van resolutie betreffende het veroordelen en het aanklagen van de door Hongarije genomen vrijheidsvernietigende en discriminerende maatregelen ten aanzien van lgbtqia+-personen".
La discussion est ouverte.
De
bespreking is geopend.
Les rapporteurs, MM. Moutquin et Defossé, se réfèrent au rapport écrit.
18.01 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la présidente, je voudrais commencer cette intervention par avoir une pensée amicale et chaleureuse pour un des coauteurs du texte, M. Lacroix, qui a pris un repos bien mérité. Je lui envoie toute mon amitié. Il paraît que l'amitié est rare en politique mais j'ai la chance de compter Christophe parmi mes amis et sa voix nous manque. J'espère entendre très bientôt dans ce Parlement sa voix de ténor. Nous lui envoyons nos pensées. (Applaudissements)
Sur le sujet qui nous occupe dans ce texte, on le sait, la résolution date un peu. Elle dénonce l'adoption le 15 juin 2021 par la Hongrie d'une loi profondément homophobe qui interdit le contenu lié à l'homosexualité et le changement de genre pour les moins de 18 ans.
La loi visait initialement à lutter contre la pédophilie et entretient donc un amalgame immonde entre homosexualité et pédophilie. Concrètement, il n'est plus possible en Hongrie de parler d'homosexualité dans les écoles, voire dans la presse. Par exemple, les livres parlant d'homosexualité doivent être recouverts et non reconnaissables dans les librairies se trouvant dans un périmètre de 200 m autour des écoles. L'interdiction de parler d'homosexualité dans les cours d'éducation sexuelle à l'école a aussi été actée dans cette loi. Je me dois ici de marquer mon soutien aux enseignantes et enseignants dans notre pays qui vivent eux aussi des heures bien sombres aujourd'hui avec les récentes attaques contre l'éducation sexuelle et affective.
Cette loi est un sommet des politiques anti-LGBT menées par Viktor Orbán depuis dix ans. Interdiction du mariage homosexuel inscrite dans la Constitution en 2011; interdiction de facto de l'adoption par un couple homosexuel en 2020, puisqu'il est fait référence au fait qu'une mère est une femme et un père est un homme; interdiction de changement de sexe dans la loi de 2021 ancrant la non-reconnaissance des personnes trans et intersexes.
À l'époque, la Cour de justice de l'Union européenne n'avait pas encore été saisie mais la Commission européenne a demandé à saisir la Cour en juillet 2022 contre cette loi hongroise de juin 2021, considérant qu'elle enfreint les règles de libre marché, de droits fondamentaux et de valeurs de l'Union. Quinze pays – dont la Belgique – se sont associés à cette plainte.
Il faut tout de suite se féliciter – grâce notamment au travail de Mmes Schlitz et Leroy mais aussi de bien d'autres – de la place qu'occupe aujourd'hui la Belgique dans le combat pour les droits des LGBTQIA+ et du fait que la Belgique ait été un fer de lance dans ce combat contre la Hongrie; en effet, notre premier ministre s'est exprimé très vite en signant une déclaration commune avec d'autres pays pour saisir la Cour de justice de l'Union européenne.
Il convient de rappeler qu'avant ces lois immondes votées par Viktor Orban, la Hongrie était un des pays les plus LGBTQIA+ friendly. En 1960 déjà, l'homosexualité fut dépénalisée. Le mariage homosexuel fut reconnu en 1996, et donc avant nous. C'est aussi en Hongrie qu'eut lieu la première pride dans les pays de l'Est en 1997. En 2012, Budapest accueillit les EuroGames, une compétition sportive pour les personnes LGBTQIA+. Cela montre que des combats qui semblent acquis peuvent rapidement se perdre. Cela nous appelle à la vigilance en termes de soutien aux personnes LGBTQIA+.
Il faut que j'aborde le sujet des méthodes populistes de Viktor Orban. Il a mis au vote cette proposition de loi en posant la question insidieuse de savoir si le peuple était favorable à la présentation de documents de nature sexuelle affectant le développement des enfants sans restriction. Il faut savoir que moins de 50 % des citoyens ont participé à ce référendum. Vu la question, ce référendum était complètement biaisé.
Une action forte était d'autant plus nécessaire qu'en avril 2023, le gouvernement hongrois a déposé une loi sur les lanceurs d'alerte permettant aux citoyens de porter à la connaissance de l'État – cela nous rappelle des heures sombres – des couples qui remettent en cause la conception du mariage, de la famille et du genre, à savoir les couples homoparentaux, par exemple. Heureusement, le Parlement hongrois a rejeté via amendement cette proposition.
Les sanctions proposées dans la résolution ici présentée fonctionnent. Elle ont fonctionné en Pologne lorsque des municipalités polonaises ont voulu mettre en place des zones sans idéologies LGBTQIA+. Les sanctions ont permis une pression et ont permis de restreindre ou diminuer cette diffusion de zones anti-LGBTQIA+.
Je m'arrêterai ici en envoyant notre soutien aux associations européennes et surtout hongroises et aux personnes LGBTQIA+ qui se battent tous les jours contre ces mesures populistes du gouvernement Orban et, de manière générale, à toutes les personnes LGBTQIA+ qui se battent pour aimer qui elles veulent aimer ou avoir des relations quelconque avec qui elles veulent.
18.02 Daniel Senesael (PS): Chers collègues, c’est un texte de combat que je viens défendre devant vous. Un texte de combat porté avec force par mon cher collègue et ami Christophe Lacroix, qui en mène actuellement un autre, contre la maladie cette fois-ci. C’est pour cela que je suis devant vous, pour le soutenir dans cette période difficile et pour lui dire que nos luttes, toutes nos luttes, sont communes et partagées.
J’en viens maintenant au vif de notre sujet. Un sujet malheureusement toujours au cœur de l’actualité, celui de la persécution des personnes LGBTQI en Hongrie. Pas plus tard que la semaine dernière, le magazine féminin Elle prenait position contre le gouvernement "LGBTophobe" de Viktor Orban, en choisissant comme photo de une un couple d’hommes embrassant un bébé.
Amalgame entre pédophilie et homosexualité, interdiction de la transidentité, impossibilité pour les médias de diffuser avant 22 h 00 des séries ou des films comportant des scènes évoquant l’homosexualité, des récits parlant de transgenre. Sous couvert de vouloir protéger les mineurs de la pédophilie, la Hongrie a, il y a un peu plus de deux ans, en 2021, adopté une loi qui vise à interdire l'accessibilité aux enfants de moins de 18 ans des contenus qui montrent ou encouragent la sexualité en elle-même, le changement de genre ou l’homosexualité.
C’était une nouvelle atteinte frontale, non seulement aux droits et libertés des LGBTQI, mais aussi à la liberté d’expression, car cela fait des années que les activistes et les politiques dénoncent les reculs démocratiques de la Hongrie. En effet, le gouvernement souverainiste de Viktor Orban multiplie les restrictions visant la population LGBTQI. Pour rappel, déjà en novembre 2020, les autorités hongroises avaient adopté des changements constitutionnels consolidant la place du conservatisme religieux dans l’ordre juridique hongrois.
Ces amendements à la Constitution, qui stipulent "que la mère est une femme, que le père est un homme et que la Hongrie protège le droit des enfants à s’identifier en fonction de leur sexe", constituaient déjà une grave attaque aux valeurs européennes. L’opposition à la reconnaissance des droits des personnes transgenres et à l’adoption par les couples de personnes du même sexe acquérait ainsi valeur constitutionnelle, au moment même où la Commission européenne adoptait sa première stratégie pour l’égalité des droits des personnes LGBTQI.
Pour le PS, il s'agit d'une vision rétrograde et choquante qui est celle de vouloir baser une éducation sexuelle fondée non pas sur la science mais sur des préjugés religieux sous prétexte de protéger le droit des enfants.
Pour notre groupe, l'Europe est un espace de valeurs communes, un espace de libertés à défendre. Nous ne pouvons pas accepter qu'un État membre profite des avantages et autres incitants économiques d'un grand marché sans en respecter les valeurs, les actes fondateurs, la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne.
Nous saluons bien entendu la procédure de mise en œuvre contre la Hongrie de l'article 7 du traité de Lisbonne depuis septembre 2018 en raison de l'existence d'un risque clair de violation grave des valeurs fondatrices de l'Union visées à l'article 2 du traité de l'Union européenne. Mais force est de constater qu'elle est actuellement au point mort. Même si d'aucuns tentent de la relancer et qu'elle sera très compliquée à mettre en œuvre et n'aboutira peut-être jamais, la Pologne et la Hongrie se couvrant entre elles, alors qu'on a besoin de l'unanimité pour faire avancer ce processus.
Nous sommes également convaincus de la nécessité d'envisager d'autres actions envers un gouvernement qui cultive la haine, un gouvernement qui méprise les libertés individuelles, un gouvernement qui stigmatise le fait de pouvoir aimer qui on veut.
C'est pourquoi nous soutenons vigoureusement la décision de la Commission européenne d'entamer une procédure d'infraction devant la Cour européenne à l'encontre de la Hongrie pour ce qui concerne la loi du 15 juin 2021 interdisant l'homosexualité.
Mais si, pour une raison ou une autre, cette procédure ne devait pas aboutir, la Belgique pourrait, seule ou alliée à des États membres, se préparer à saisir directement la Cour de justice de l'Union européenne. La Belgique doit rester à l'initiative de ce mouvement pour la liberté et demander réparation au nom de la protection des libertés et des droits fondamentaux.
Je remercie les collègues de la Vivaldi pour leur large soutien à ce texte, ainsi que ma collègue Sophie Rohonyi qui en est également cosignataire. Face à l'injustice, il est des combats que nous menons tous ensemble, majorité et minorité.
18.03 Ellen Samyn (VB): Eenheid in verscheidenheid is het motto van de Europese Unie. Ik merk dat verschillenden hier in dit halfrond dat motto allerminst huldigen. De voorliggende resolutie leest immers als een regelrechte aanval op EU-lidstaat Hongarije en de christelijk-Hongaarse cultuur. De Hongaarse regering maakt andere ethische keuzes dan de meer liberale West-Europese landen en wordt hierin gemandateerd en gelegitimeerd door het Hongaarse volk. Als voorstander van de democratie, de rechtstaat en de volkssoevereiniteit respecteert mijn partij die keuzes. De gecontesteerde Hongaarse wetgeving is een van die beleidskeuzes.
De indieners van de resolutie verwarren consequent conservatieve waarden met homo- en transgenderhaat. Ze hebben het simpelweg niet begrepen. Christelijk conservatisme heeft niets met LGBTIQ-haat te maken, maar alles met liefde voor de hoeksteen van de samenleving: het kerngezin. Het conserveren daarvan is wat Hongarije met zijn wetgeving voor ogen heeft, niet het viseren van holebi’s of transgenders.
Mocht het inderdaad gaan om mensenrechtenschendingen, zouden wij akkoord gaan met de indieners. Mag ik u er toch even aan herinneren dat wat holebirechten zelf betreft België ook niet bepaald de uitgelezen lidstaat is om Hongarije de les te spellen. Volgens mij voelen veel holebi’s zich vrijer en kunnen ze hand in hand lopen in het veilige en propere Boedapest dan in de verpauperde, geïslamiseerde wijken van Brussel of Antwerpen.
Mag ik u ook even wezen op de hypocriete houding van zowel u als de Europese Unie. Sanctioneert de Unie niet eerder landen als Hongarije, omdat zij voor een andere cultuur staan dan de progressieve elites van West-Europa? Sanctioneert de Unie hen niet eerder, omdat zij een heel ander migratiebeleid en een andere visie op identiteit voorstaan? Als de EU consequent was in haar veroordelingen inzake de rechtstaat, zou ze Spanje al lang op de vingers getikt hebben voor de opsluiting van Catalaanse nationalisten omwille van hun referendum. Dan is nationale soevereiniteit wel een argument voor Brussel om lidstaten met rust te laten. Dan gaat het opeens om een interne kwestie.
Dat ook het ene land het andere niet is, blijkt temeer uit de houding die u en ook de Europese Unie aannemen ten aanzien van Qatar, bijvoorbeeld, een land waar homoseksualiteit met jarenlange celstraffen wordt onderdrukt.
Tijdens het WK voetbal wilden de vivaldipartijen geen diplomatieke boycot. Een slap statement en een erkenning van het goede werk dat de Qatarezen al verricht hadden, volstonden. Meer nog, met de oorlogsmisdadigers in Azerbeidzjan heeft de EU een memorandum of understanding gesloten om de gasimport vanuit dat land te verdubbelen. Om de tenenkrullende hypocrisie van de EU en deze resolutie eens te illustreren, zal ik een stuk van de verklaring van Ursula von der Leyen naar aanleiding van dat memorandum eens voorlezen.
"Thank you very
much Mr President for the warm welcome here in Baku. And thank you for stepping
up and for supporting the European Union. You are indeed a crucial energy
partner for us and you have always been reliable."
Zo hard we voor Orban zijn, zo lief zijn we voor president Aliyev van Azerbeidzjan, een terreurstaat die net een brutale militaire invasie heeft gelanceerd tegen het historisch autonome Nagorno-Karabach, waar de Armeense bevolking en cultuur met uitsterven bedreigd is. Uit dat land zullen wij nu aan de lopende band gas importeren. Althans, dat was toch het plan van de EU. Diezelfde EU, die moraalridder wil spelen in Hongarije, ruilt Poetin in voor andere oorlogscriminelen. Los van de agressie tegen de Armenen, hoe zou het zijn met de homorechten in Azerbeidzjan? Ik denk dat het daarmee een pak slechter is gesteld dan in het Hongarije van Orban. Met de ene hand Hongarije slaan, maar met de andere islamdictaturen zalven. Dat ondergraaft volledig de geloofwaardigheid van deze resolutie.
Collega’s, ik rond af met te stellen dat het
Vlaams Belang volmondig achter holebirechten staat. Daarover gaat het in deze
resolutie echter absoluut niet. We staan ook achter de soevereine keuze van een
EU-land om een eigen beleid te voeren, zolang dit binnen het kader van de
grondrechten gebeurt. Volgens ons maakt Hongarije conservatieve keuzes, maar
dat zijn daarom nog geen mensrechtenschendingen. Omwille van het
soevereiniteitsprincipe en omdat de indieners met twee maten en twee gewichten
meten, kunnen wij dit voorstel dus onmogelijk steunen. Daarom zullen wij er ook tegen stemmen.
18.04 Michel De Maegd (MR): Madame la présidente, chers collègues, je désire également commencer mon intervention par une pensée amicale pour notre collègue Christophe Lacroix, qui est absent pour les raisons que nous connaissons et qui s'est particulièrement investi dans ce dossier. Un vote, je l'espère le plus fort possible, lui fera certainement plaisir.
L'Union européenne est souvent présentée comme une construction subétatique se situant au-dessus des États, au-dessus des citoyens, n'ayant pour fonction que de produire un ensemble de normes seulement compréhensibles pour des juristes initiés, une structure opaque mettant en concurrence les entreprises dans un marché dérégulé, une structure opaque mettant de côté les aspirations des citoyens. Ces caricatures ont la peau dure et les prochaines élections de juin 2024 seront à nouveau l'occasion, pour des souverainistes de tout bord, de réitérer leurs attaques contre l'Union européenne.
C'est donc l'occasion, à travers notre présidence de l'Union européenne qui débute le 1er janvier prochain, de mettre en avant l'Europe des droits individuels, des droits des citoyens, de souligner les mécanismes juridiques et les voies de recours des Européens pour défendre leurs libertés. Nous aurons, à côté de notre premier ministre et de notre ministre des Affaires étrangères, un allié de poids avec le commissaire Didier Reynders qui s'est impliqué très concrètement dans la mise en œuvre de mécanismes de contrôle des droits de l'homme par leurs pairs au sein même de l'Union.
Car, ce qui distingue fondamentalement cette vieille Europe, parfois brocardée pour ses lenteurs, ses difficultés d'adaptation face au monde, de pays comme la Russie, la Chine et même l'Inde, présentée comme la plus vieille démocratie, c'est justement le souci de protéger les individus dans l'exercice de leur liberté d'opinion, leur liberté religieuse et, bien sûr, leur liberté sexuelle. La préservation des libertés individuelles face à un État, face à une majorité politique qui voudrait les restreindre dans leur formulation juridique ou dans leur exercice concret.
Chers collègues, la Hongrie se met volontairement en contradiction avec le droit européen concernant les droits des LGBTQIA+ aujourd'hui, et demain vis-à-vis d'autres personnes, des hommes et des femmes qui désirent vivre au sein d'une société pluraliste qui se doit de reconnaître les différences. Car la modernité, ce n'est pas se ressembler. Ce n'est pas épouser le même modèle, la même conformité. La modernité, c'est faire cohabiter les différences au sein d'un ensemble harmonieux; c'est que chacun puisse s'accepter soi-même et que chacun accepte l'autre dans ce qu'il est et dans ce qu'il pense.
Nous le voyons aujourd'hui en Hongrie. La Pologne a connu différents conflits avec le droit européen – je pense à la question de l'avortement –, et nous allons accueillir dans les années qui viennent cinq ou six nouveaux pays membres.
Sans leur faire un procès d'intention, dans ce processus d'élargissement, nous devons nous montrer fermes sur les questions des droits individuels. Les États adhèrent à l'Union européenne, mais les citoyens, eux aussi, épousent des valeurs qui sont, depuis 1957, à la base du projet européen et qui ont été rappelées et développées à travers tous les traités successifs. Ne l'oublions pas, les citoyens ont leur place dans ce projet européen et veulent que leurs droits y soient respectés. Je le répète, notre présidence de l'Union sera l'occasion de le rappeler avec force.
Je vous remercie de votre attention, en vous précisant – s'il le fallait encore – que le MR soutiendra fortement cette proposition de résolution.
18.05 Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, vooreerst willen we namens onze fractie de bezieler en de mede-indiener Christophe Lacroix alle steun toewensen. We wensen hem uiteraard een spoedig herstel.
Sinds enige tijd is in Hongarije een systematische aanval gelanceerd op de lgbtqi+-personen en hun rechten. Onder het mom van pedofiliebestrijding worden stap voor stap aanvallen ingezet op hun rechten. Het gaat natuurlijk om discriminatie die al in de wetten van het land is verankerd.
Die continue en frontale aanvallen op lgbtqi+-personen vormen een ernstige bedreiging voor hun mentale en fysieke gezondheid. Volgens de Háttér Society, een ngo die zich inzet voor de rechten van de lgbtqi+-gemeenschap in Hongarije, was er na de goedkeuring van de discriminerende wetten ook een duidelijke stijging merkbaar van geweld tegen lgbtqi+-personen. In de meeste gevallen ging het om verbaal geweld, maar in sommige gevallen ging het ook om bedreigingen, fysiek geweld of beschadiging van hun eigendommen. Dat toont aan hoe gevaarlijk dergelijke wetgeving kan zijn.
Daarom veroordelen we deze almaar verdergaande discriminatie. Het daarom ook een goede zaak dat deze tekst oproept om desinformatiecampagnes te bestrijden. Laten we ons immers niet vergissen: dergelijke zaken gebeuren niet enkel in Hongarije. Ook bij ons zijn jammer genoeg groeperingen actief die een dergelijk discriminerend beleid zouden steunen. Denk maar aan voormalig parlementslid Dries Van Langenhove en zijn beweging Schild & Vrienden. Ze verspreiden desinformatie en fake news via hun socialemediakanalen. Het is belangrijk dat daartegen kan worden opgetreden.
België neemt binnenkort het voorzitterschap van de Europese Unie over. Daarmee zijn we als land goed geplaatst om het voortouw te nemen in de strijd tegen die steeds toenemende discriminatie van de lgbtqi+-gemeenschap. Dat gebeurt wat ons betreft best, zoals dat ook vervat is in de verzoeken, met de steun van en in samenwerking met het plaatselijke middenveld, dat zich over de bescherming en emancipatie van de lgbtqi+-personen kan ontfermen. We moeten er immers ook voor zorgen dat we ons niet beroepen op al te eenzijdige en ondoordachte sanctiemechanismen waarmee we de volledige bevolking kunnen raken, inclusief de mensen die we juist willen beschermen.
Dit is volgens ons niet altijd de juiste manier om dit aan te pakken, maar we kunnen ons wel vinden in de verzoeken die in de resolutie staan om de rechten en vrijheden van de lgbtqi+-personen te vrijwaren, om het middenveld te steunen en vooral om de desinformatie te bestrijden, zodat er snel een betere bescherming kan komen voor deze gemeenschap in Hongarije en bij uitbreiding ook in de rest van de wereld.
18.06 Vicky Reynaert (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, collega’s, dit is een belangrijke tekst die vandaag voorligt. Zoals de collega’s al hebben gezegd, is de aanleiding voor dit voorstel van resolutie inderdaad de Hongaarse wet van 15 juni 2021, die verbiedt om kinderen jonger dan 18 jaar bloot te stellen aan inhoud die seksualiteit, geslachtsverandering of homoseksualiteit laat zien. De regering van Hongarije heeft ervoor gekozen om Russische wetten te kopiëren en haar lgbtqi+-gemeenschappen actief te censureren.
De Belgische regering heeft in 2021 onmiddellijk gereageerd en in een gezamenlijke verklaring met andere EU-lidstaten aangegeven dat ze zich ernstige zorgen maakt over dergelijke ontsporingen en over het feit dat de rechtsstaat en de bescherming van de grondrechten binnen de Europese Unie op de helling worden gezet. De Europese Commissie heeft een inbreukprocedure opgestart en in april 2023 heeft ons land zich daarin aan de zijde van de EU geschaard.
Dat zijn heel belangrijke stappen, maar het is ook belangrijk dat de Kamer zich vandaag heel duidelijk uitspreekt over wat er in andere Europese lidstaten gebeurt. Dat is belangrijk omdat we zien dat het discours van extreemrechts vandaag is pedofilie, homoseksualiteit en transidentiteit op een hoop te gooien. We zien dat in Rusland en Oost-Europa en we zien dat vandaag ook bij ons. Kijk maar naar de video’s die extreemrechtse groeperingen zoals Schild & Vrienden vandaag online plaatsen.
Het pedofilieargument wordt hierbij gebruikt om de lgbtqi+-beweging in een kwaad daglicht te plaatsen. Bewegingen die tegen gender- en seksuele diversiteit zijn creëren een vals verband tussen homoseksualiteit en pedofilie. Op die manier versterken ze het idee dat bij sommigen leeft over de lgbtqi+-rechten, namelijk dat deze in strijd zouden zijn met de rechten en het welzijn van kinderen.
Zo creëren zij een klimaat dat leidt tot uitsluiting van en geweld tegen lgbtqi+-personen. Dat dit geweld er komt, zagen wij een tweetal maanden geleden nog in Canada, waar een docent genderstudies en twee studenten werden neergestoken. Ik zei al dat ook in Vlaanderen Schild & Vrienden en Voorpost in video’s oproepen tot haat en geweld tegen de lgbtqi+-gemeenschap. Er passeren filmpjes waarop pridevlaggen worden ontvreemd en in brand gestoken op muziek met als refrein I choose violence. De vraag is maar hoe lang het nog duurt vooraleer het ook bij ons uit de hand loopt. Het is zeer veelzeggend dat het Vlaams Belang vandaag zal tegenstemmen.
Bij ons wordt de strijd vandaag via sociale media gevoerd, maar waar extreemrechtse krachten aan de macht zijn, wordt de haat tegen de lgbtqi+-gemeenschap gewoonweg geïnstitutionaliseerd. Kijk maar naar Rusland, Hongarije, Polen enzovoort. Dat kunnen en mogen wij vandaag niet aanvaarden, zeker niet in de Europese Unie, waar mensenrechten de kern van het democratisch stelsel zijn, vandaar het voorstel van resolutie.
In een aantal van de verzoeken wordt onder andere aan de federale regering gevraagd om tijdens het Belgisch EU-voorzitterschap een voortrekkersrol op dat vlak te spelen en om ook op het vlak van Europese wetgeving vooruitgang te boeken, samen met steun voor de rechtszaken die de Europese Commissie heeft opgestart tegen Hongarije.
De Vooruitfractie zal het voorstel van resolutie dan ook voluit steunen. Wij willen de indiener, de heer Christophe Lacroix, uitdrukkelijk danken voor zijn initiatief en wensen hem ook veel beterschap toe.
18.07 Catherine Fonck (Les Engagés): Madame la présidente, chers collègues, mon groupe apporte un soutien sans réserve à cette résolution déposée par notre collègue Christophe Lacroix, à qui je tiens à adresser tous nos encouragements dans son combat contre la maladie.
La préoccupation de la Chambre suscitée par les mesures liberticides et discriminatoires prises par la Hongrie à l'encontre des personnes LGBTQIA+ n'est pas neuve. Notre collègue Sophie Rohonyi avait déjà présenté une proposition de résolution en 2021. Nous nous y étions joints via la cosignature de Georges Dallemagne.
Les discriminations visant la communauté LGBTQIA+ constituent des violations intolérables qui contreviennent aux libertés fondamentales des citoyens dans l'espace de droits et de libertés qu'est l'Union européenne. Mes collègues, notamment Simon Moutquin, ont rappelé cette fameuse loi hongroise de 2021. Du reste, celle-ci est loin d'être un acte isolé. Elle s'inscrit aussi dans une politique générale menée par le gouvernement de Viktor Orban: atteintes à l'État de droit, détournements de fonds européens, discriminations, restrictions de la liberté de la presse, dérives autoritaires – voilà quelques-unes des pratiques de ce gouvernement au sein même de l'Union européenne.
Nous ne pouvons pas laisser passer de tels agissements. Notre Parlement et le gouvernement doivent adopter une position forte, qui dénonce ces pratiques, condamne les violations, soutienne les communautés ciblées et, plus largement, la population hongroise – première victime de ces attaques répétées.
Cette proposition de résolution constitue un nouveau signal adressé au gouvernement de Viktor Orban. La Belgique continuera de maintenir la pression et n'hésitera pas à saisir directement la Cour de justice de l'Union européenne et la Cour européenne des droits de l'homme, si la Commission européenne ne le fait pas. Un mécanisme de sanction a déjà été enclenché. C'est une bonne chose. Le Conseil de l'Union européenne a en effet suspendu le versement de 6,3 milliards d'euros destinés à la Hongrie dans le cadre des Fonds européens de cohésion, puisque les mesures prises par cette dernière concernant les réformes en matière de respect de l'État de droit ont été largement insuffisantes. C'est un pas dans la bonne direction.
Dans quelques mois, la Belgique présidera le Conseil européen. Nous devrons saisir cette occasion pour suivre encore plus attentivement la situation de la communauté LGBTQIA+ en Hongrie et profiter de cette présidence pour jouer un rôle de pionnier dans la protection de ses droits.
Notre vote de ce jour est aussi l'occasion de rappeler que le projet qui construit l'Union européenne repose non seulement sur la création d'un marché unique mais aussi sur le partage d'un socle de valeurs. Nous nous pouvons pas permettre à certains de créer une fracture entre deux Europe supposées. Il n'y a pas de fracture. Il y a simplement un premier ministre hongrois qui joue un jeu dangereux en véhiculant des idées totalement contraires aux valeurs communes défendues par l'Union européenne, au détriment de sa population.
Encore une fois, je veux répéter ici la position de la Belgique, mais cette fois en hongrois, pour être sûre que le premier ministre hongrois nous comprenne bien.
Belgium elítéli a jogállamiság és az LMBT emberek jogainak megsértését. Továbbra is nyomást fogunk gyakorolni.
Enfin, je souhaite apporter tout mon soutien aux communautés LGBT qui, comme nous tous, sont au cœur du projet européen.
Támogatásomat szeretném kifejezni az LMBT közösségeknek, akik mindannyiunkhoz hasonlóan az európai projekt szívében állnak.
Je vous remercie.
La présidente: La parole est à Mme Rohonyi, en français ou en hongrois.
18.08 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la présidente, chers collègues, cela fait 13 ans que je ne reconnais plus mon pays d’origine, la Hongrie. J’en ai même honte. Cela fait 13 ans précisément que son premier ministre, Viktor Orbán, sévit et piétine les valeurs fondamentales de l’Union européenne, et ce, en toute impunité. Ce sont des valeurs que l’on se doit de respecter pour entrer dans l’Union européenne, mais aussi, bien sûr, pour y rester.
On me répond souvent que M. Orbán a été démocratiquement élu, et même réélu récemment, et que par conséquent, il fait ce qu’il veut. Eh bien, non! Non, le fait d’avoir été élu démocratiquement ne lui donne en aucun cas le droit de s’attaquer à tous ceux qui osent lui tenir tête, à tous ceux qui s’écartent de son projet de société liberticide et rétrograde.
Or, c’est précisément ce que fait M. Orbán lorsqu’il vise de manière systématique les femmes, les migrants, les ONG, les journalistes, les magistrats, les intellectuels, les Roms, mais aussi les personnes LGBT.
Lorsque le Parlement hongrois a adopté en juin 2021 cette fameuse disposition qui interdit la "promotion" de l’homosexualité auprès des mineurs d’âge, dans un projet de loi qui visait initialement à lutter contre la pédophilie, il a sciemment alimenté un amalgame inadmissible et dégoûtant.
Orbán a franchi une ligne rouge, après avoir déjà adopté d’autres mesures homophobes et transphobes. Je pense à titre non exhaustif à l’interdiction pour les couples homosexuels d’élever des enfants, ou encore à l’impossibilité pour les personnes qui changent de sexe d’être reconnues.
Certes, la Commission européenne a intenté une action en infraction contre la Hongrie devant la Cour de justice de l’Union européenne, mais il fallait, selon moi, aller encore plus loin, beaucoup plus loin. C’est pourquoi je me suis rendue à Budapest pour y rencontrer de nombreuses associations qui défendent les droits des victimes de cette politique ouvertement homophobe: Amnesty International Hongrie, Budapest Pride, Háttér Társaság ou encore Forbidden Colours.
À mon retour en Belgique, j’ai donc déposé, avec le soutien précieux de mon collègue François De Smet, une proposition de résolution visant à condamner cette politique et aussi, par conséquent, à mieux agir contre elle.
J'ai alors été ravie de voir que d'autres collègues avaient également déposé des textes. Je pense évidemment en particulier à mon collègue, Simon Moutquin, mais aussi à Christophe Lacroix à qui j'adresse, à l'instar de mes collègues, tous mes vœux de soutien et de prompt rétablissement.
Nous avons travaillé ensemble, de manière constructive, pour produire une nouvelle proposition de résolution que je suis très heureuse et fière aujourd'hui de porter avec eux. J'ai tenu à ce qu'on y prévoie un véritable soutien de la société civile hongroise progressiste, plus de prévention contre d'éventuelles nouvelles campagnes de désinformation mais aussi la nécessité de profiter de notre prochaine présidence de l'Union européenne qui débutera en janvier 2024 pour y défendre les droits des personnes LGBTQIA+ en Hongrie, ce qui ne sera pas chose aisée puisque cette présidence précédera celle de la Hongrie.
À l'instar du Parlement européen à l'égard de la Commission européenne, notre Parlement demande donc à notre gouvernement d'utiliser tous les moyens à sa disposition, qu'ils soient politiques, légaux ou financiers, pour enrayer le recul des droits humains et de l'État de droit en Hongrie, en sanctionnant son gouvernement mais aussi – c'est très important – en soutenant les courageux démocrates qui en sont aujourd'hui les otages.
Cette proposition est l'aboutissement d'un travail commun qui prouve que majorité et opposition peuvent dépasser leurs clivages partisans quand les droits humains sont en jeu, en particulier au cœur de notre Europe. Mais elle doit aussi et surtout constituer le début d'un autre travail, celui visant à opérer un véritable tournant démocratique en Hongrie, à mettre fin à cette infernale spirale liberticide.
Mon parti DéFI y veillera, d'autant plus que le vote de ce texte intervient à l'heure où nos écoles sont incendiées parce que des animations EVRAS, l'éducation à la vie relationnelle, affective et sexuelle, permettront de détricoter ces amalgames, des amalgames similaires à ceux qui sont actuellement diffusés par le gouvernement hongrois et qui alimentent les violences inadmissibles que subissent encore aujourd'hui les personnes LGBTQIA+.
Le vote de ce jour s'adresse au gouvernement hongrois, bien évidemment, mais aussi à tous les intégristes qui s'en prennent aux libertés fondamentales et aux associations qui les défendent. Aujourd'hui, nous leur disons: "L'amour l'emportera toujours sur la haine et sur l'ignorance."
La présidente:Quelqu'un
demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
Aucun amendement
n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.
De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.
La
discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
M. Éric Thiébaut et Mme Laurence Hennuy, rapporteurs, renvoient à leur rapport écrit.
19.01 Frieda Gijbels (N-VA): Mevrouw de voorzitster, dit wetsontwerp werd deels behandeld in de commissie voor Binnenlandse Zaken, waar mijn collega Sigrid Goethals het woord heeft genomen, en deels in de commissie voor de Gezondheid.
Het wetsontwerp gaat over het PLF, het Passenger Locator Form. In de commissie voor Binnenlandse Zaken heeft mijn collega uit de doeken gedaan waarom dat deel problematisch is voor onze fractie. Ik wil dat debat niet opnieuw voeren, maar ik wil het wel even verduidelijken en samenvatten.
Het wetsontwerp is voor ons te vrijblijvend en te onduidelijk. Er wordt bijzonder veel gedelegeerd aan de Koning. Het is dan ook heel lastig om de impact ervan in te schatten. Vooral het gebrek aan parlementaire controle is voor ons de reden waarom wij in de commissie voor Binnenlandse Zaken tegen dat deel van het wetsontwerp hebben gestemd.
Zelf wil ik het vooral hebben over het deel dat in de commissie voor de Gezondheid werd besproken. Het wetsontwerp is het gevolg van een arrest van het Grondwettelijk Hof om de privacy te beschermen bij de overdracht van persoonsgegevens in het kader van het PLF.
De Raad van State gaf drie adviezen en de Gegevensbeschermingsautoriteit gaf er twee. Die adviezen gaan allemaal over het statuut van het Informatieveiligheidscomité (IVC).
Het Grondwettelijk Hof zegt dat de organisatie van het Informatieveiligheidscomité niet duidelijk omschreven is en te weinig transparant is en dat er bijgevolg te weinig toezicht kan worden gehouden op de werking van het IVC door de GBA en het Parlement. Het zegt ook dat er onvoldoende parlementaire controle is op de beraadslagingen van het IVC. Het Grondwettelijk Hof vindt het belangrijk dat in de wet parlementaire controle wordt ingebouwd in de werking van het IVC.
De Raad van State heeft ook een aantal ernstige bedenkingen en zegt dat er parlementaire controle mogelijk moet zijn op de opportuniteit van beslissingen van het IVC, dus wanneer er persoonsgegevens worden meegedeeld.
De Raad stelt ook dat de beslissingen van het IVC onder toezicht moeten staan van de regering, zodat de minister ter verantwoording kan worden geroepen. De Raad merkt bovendien op dat de controlemogelijkheid van de GBA op het IVC te beperkt is.
De GBA zelf stelt dat het IVC beslissingsbevoegdheid heeft, zonder te zijn onderworpen aan politieke controle, wat ze problematisch vindt. Ze merkt ook op dat er geen expliciete afbakening is van de beslissingsbevoegdheid van het IVC.
Het wetsontwerp dat voorligt, komt volgens ons zeker niet tegemoet aan alle opmerkingen van het Grondwettelijk Hof en van de Raad van State. Dat geeft de Raad van State ook aan in zijn laatste advies over het wetsontwerp. Er zijn immers verschillende versies geweest van het wetsontwerp en er zijn verschillende aanpassingen gedaan. De Raad stelt in zijn laatste advies echter nog steeds het volgende: "Het voorontwerp regelt evenwel nog steeds niets wat betreft de controle door de GBA." Dat is een ernstige bedenking van de Raad van State. Ook in het definitieve ontwerp is daaraan niet tegemoetgekomen.
Ook blijft onze fractie erbij dat de controle door het Parlement beter moet. Wij kunnen wel de minister ter verantwoording roepen, maar wij zijn van oordeel dat de Kamer van volksvertegenwoordigers ook het Informatieveiligheidscomité moet kunnen vragen verslag uit te brengen, indien ten minste een derde van de volksvertegenwoordigers dat nodig acht. Wij zijn ook van mening dat de GBA dat recht moet hebben.
Wij hebben amendementen ingediend in de commissie, om zowel de parlementaire controle als de controle door de GBA te versterken. Zij werden echter verworpen, zoals zo vaak gebeurt met amendementen of andere voorstellen van de oppositie.
Omdat we overtuigd zijn dat die amendementen belangrijk zijn, hebben we ze tijdens de vorige plenaire vergadering opnieuw ingediend en het advies van de Raad van State ter zake gevraagd. Het advies bevestigt dat onze amendementen net als de amendementen van mevrouw Fonck de parlementaire controle en de rol van de GBA beogen te versterken op het vlak van de controle op het IVC. We zullen de amendementen vandaag dan ook behouden.
De Raad van State had wel nog een voorstel tot redactie, waarvoor wij twee subamendementen hebben ingediend, om daaraan tegemoet te komen.
Ik zag dat ook de meerderheid vandaag een amendement heeft ingediend, om duidelijkheid te verschaffen over de termijn. Dat is op zich een goed amendement, maar onvoldoende voor ons. Het komt ook wat laat. Dat maakt het voor ons moeilijk om de impact daarvan op het hele wetsontwerp in te schatten.
Samen met onze amendementen – indien ze ook worden goedgekeurd – lijkt het geheel stilaan tegemoet te komen aan de bemerkingen die door de verschillende instanties zijn geuit. Door de adviezen van het Grondwettelijk Hof, de Raad van State en de Gegevensbeschermingsautoriteit krijgen we instrumenten aangereikt om het IVC en zijn beraadslagingen transparanter en democratischer te maken.
Ik vind dat we die kans die we nu hebben, moeten aangrijpen als volksvertegenwoordigers. Onze fractie rekent daarop. Wij hopen dat onze amendementen door de hele Kamer zullen worden aangenomen. Ik denk dat we op die manier een kans grijpen om het IVC en zijn rol te verbeteren.
De voorzitster: Dank u, mevrouw Gijbels. Het woord is aan de heer Creyelman.
19.02 Steven Creyelman (VB): Mevrouw de voorzitster, mevrouw en mijnheer de minister, beste collega’s, dit ontwerp moet ons in de eerste plaats een soort gevoel van déjà vu geven. We hebben het allemaal wel al eens gezien. Het doel lijkt nobel, zijnde het vermijden van de absolute chaos en het onaanvaardbare geklungel zoals we dat in de begindagen van de coronapandemie hebben gekend. Dat is een intentie waartegen an sich niemand iets kan hebben. We kennen allemaal de plaats waarvan de weg ernaartoe geplaveid is met goede intenties en goede voornemens. Bij een nieuwe gezondheidscrisis, bij een nieuwe pandemie moet er snel kunnen worden gehandeld. Dat is zowat het devies. Dat is natuurlijk een waarheid als een koe. De vraag is echter of de enige logische gevolgtrekking hieruit is dat we de Koning, de facto dus de minister, carte blanche moeten geven.
Het Vlaams Belang kan zich niet van de indruk ontdoen dat het zogenaamde snel en efficiënt handelen als alibi wordt gebruikt om dat lastig orgaan van een Parlement te omzeilen en zelfs buitenspel te zetten. Het Vlaams Belang stelt zich daar enerzijds vragen bij, maar anderzijds is die vaststelling misschien ook niet zo verwonderlijk, zeker wetend dat een aanzienlijk deel van de excellenties in deze vivaldiregering niet eens de democratische toets van de verkiezingen van 2019 heeft moeten doorstaan. De Koning, de minister, krijgt via dit ontwerp veel macht, zelfs heel veel beslissingsmogelijkheden, te veel macht, te veel beslissingsrecht, allemaal in naam van dat zogenaamd snel en efficiënt handelen.
Het Parlement, dit huis, wordt gedegradeerd tot een soort publiekstribune. Kritische vraagstellers, lastige Parlementsleden die het anders zien dan de uitvoerende macht zullen ongetwijfeld ergens worden weggezet in de range van paniekzaaiers tot antivaxers. Ik denk in dat kader alleen nog maar aan voormalig collega Dries Van Langenhove, die nog voor de crisis echt uitbrak, nog voor de pandemie echt als pandemie werd bestempeld, als een paniekzaaier bij het grofvuil werd gezet omdat hij kritisch was toen de toenmalige minister van Volksgezondheid stelde dat corona maar een griepje was. Denk ook maar aan mevrouw Sneppe, die tot op de dag van vandaag door de huidige minister van Volksgezondheid in het verdomhoekje van de antivaxers wordt geschopt, enkel en alleen omdat ze het aandurft om te stellen dat vaccinatie een recht moet zijn en geen plicht.
Lastige pottenkijkers als die Sneppes en die Van Langenhovens kan deze regering blijkbaar wel missen. Zowat elke democratische controle wordt dus aan de kant geschoven, in naam van het snel en efficiënt handelen. Alle macht aan de Koning, en dus alle macht aan de minister. De uitvoerende macht krijgt door dit ontwerp wel heel veel macht, wel heel veel beslissingsmogelijkheid.
Collega’s, ik denk bijvoorbeeld aan het definiëren van essentiële reizen, of beter gezegd aan het ontbreken van een afdoende definitie van de term essentiële reizen in de tekst van dit ontwerp. De Koning, en dus de minister, kan beslissen wat dat is, zo’n essentiële reis. De Koning kan zelfs bepalen dat bepaalde personen worden vrijgesteld van het bezit van een attest voor een zogenaamd essentiële reis. Wie echter zo’n vrijstelling kan bekomen, of waarom zo’n vrijstelling kan worden bekomen, daar hebben wij het raden naar. Ook daar blijft de tekst bewust zeer schimmig. Ook daarover laat dit ontwerp de minister beslissen. Men moet eigenlijk ziende blind zijn om niet te beseffen dat dit de deur wagenwijd openzet voor misbruiken en/of vriendjespolitiek allerhande.
Mevrouw de voorzitster, collega’s, volgens wat hier ter stemming ligt, kan de Koning straks ook bepalen voor welke infectieziekten en voor welke landen of regio’s er reisbeperkingen zullen gelden. De lijst van de infectieziekten wordt dan weer bepaald door de deelstaten. Wanneer het federale niveau dus beslist een PLF te gebruiken en één van de deelstaten ziet de nood van quarantaine of tracing niet meteen in, wat dan? De vraag stellen, is ze beantwoorden. Het lijkt er dus sterk op dat het bewust overleg met de deelstaten, als ik mij niet vergis in artikel 4, paragraaf 2, eigenlijk iets is voor de galerij. Na dit huis worden ook de deelstaten in geval van hoogdringendheid buiten spel gezet.
Collega’s, de reisbeperkingen en het Passenger Locator Form kunnen opgelegd worden zolang er sprake is van een grensoverschrijdende bedreiging voor de volksgezondheid. De duurtijd wordt beperkt tot maximaal drie maanden, al kan die periode onder bepaalde voorwaarden verlengd worden. Ook hier is het de Koning, dus de minister, die wikt en beschikt. Ook hier wordt het Parlement nog maar eens buitenspel gezet. Zelfs een bekrachtiging van die periodes van drie maanden door het Parlement kon er blijkbaar niet af.
Nog iets bedenkelijks, collega’s, is de passage waarin staat dat de Koning de verplichting om het PLF in te vullen kan laten vallen als mensen bijvoorbeeld niet gebruikmaken van een vervoerder. Dezelfde persoon, al dan niet besmet, wordt dus potentieel anders behandeld wanneer hij kiest voor een auto dan wanneer hij kiest voor een vliegtuig. Dat is, met alle respect, een achterpoort inbouwen in het eigen ontwerp.
Wat is trouwens het nut van een PLF als het niet afdwingbaar is? In het ontwerp staat immers dat “de binnenkomst op het Belgische grondgebied bovendien nooit kan worden geweigerd wanneer de verplichtingen in verband met het PLF niet werden nageleefd.” Concreet, in het slechtste geval krijgen die mensen een boete, een financiële tik op de vingers. Of dat de volksgezondheid veiligstelt, is voor mij toch een vraagteken.
We moeten ons misschien afvragen wat het nut van dit hele systeem is. Het PLF is nagenoeg compleet hetzelfde systeem als dat tijdens de coronapandemie. De vraag is dan of het sop de kool nog waard is, afgezien van het nut op papier. Ik ga een vergelijking maken die misschien niet helemaal geldt, maar hoeveel kilo’s aan cafébezoekpseudo-PLF’s liggen er nu nog in een vochtige kelder te rotten zonder dat iemand die ooit heeft bekeken. Ik denk dat we het antwoord zelfs niet willen weten.
De vorige versie van het PLF heeft niet of in het beste geval nauwelijks gewerkt, maar we blazen dat ding via deze nieuwe wet opnieuw leven in. Wat kan men daarover nog zeggen, tenzij dat als er ooit iets voor een vals gevoel van veiligheid heeft gezorgd, dat zeker het PLF is, dat samen met het beruchte appje tijdens corona in de top drie of zelfs in de top twee staat.
Mevrouw de voorzitster, collega’s, we moeten het ook nog even hebben over de privacy van de burger en meer bepaald over het Informatieveiligheidscomité. Mijnheer Vandenbroucke, onze goede minister van Volksgezondheid, probeerde ons als Kamerleden tijdens de zittingen in de commissie voor Gezondheid te sussen met zinnen als het IVC neemt alleen administratieve beslissingen met een beperkte draagwijdte, of de zoethouder dat de regering rechtstreeks controle heeft, of ook nog deze mooie uitspraak: de GBA en het IVC zijn institutioneel gescheiden waardoor elk zijn eigen rol heeft.
De vraag is echter of we als Parlement wel zo veel blind vertrouwen moeten hebben. Het IVC werd nogal fel bekritiseerd door deskundigen inzake de bescherming van persoonsgegevens. Dat is mijn inziens niet onterecht. Als de overheid de gegevens van burgers wil gaan gebruiken en aan een bepaalde dienst wil bezorgen, dan komt die beslissing volgens mijn fractie het Parlement toe.
De wetgevende macht moet daarover haar zeg kunnen doen en deze zaken in een wet gieten. Niet zo in België natuurlijk, in Absurdistan. Hier wordt dit overgelaten aan een comiteetje, waarop er weinig of geen democratisch toezicht is. Het Grondwettelijk Hof heeft die praktijk trouwens aan de kaak gesteld. Dit ontwerp verandert daar weinig of niets aan. Zoals de GBA reeds benadrukte, wordt het verplichte karakter van de beraadslagingen van het IVC in dit ontwerp behouden en zelfs bevestigd. Het IVC zal nog altijd beslissingsmacht hebben, hoewel de GBA heeft aanbevolen dat die beraadslagingen beter beperkt zouden worden tot louter technische en bijkomstige aspecten. Blijkbaar vindt de minister ook de GBA te lastig en daarom heeft hij het voorstel van de GBA ook fors afgezwakt en voorzien in een ruimer toepassingsgebied voor het IVC. Kortom, er wordt hiermee voor gekozen om de GBA grotendeels te negeren en het IVC de ruimte te geven.
Collega’s, deze wet geeft de regering veel te veel macht, terwijl het parlementaire toezicht tot een minimum wordt gereduceerd. Ze laat eigenlijk geen enkele ruimte voor een efficiënt democratisch debat. We kunnen dus alleen besluiten dat er niets werd geleerd uit de aanpak tijdens de covidcrisis. De pandemiewet voorzag tenminste nog in een verplichte bekrachtiging door het Parlement. Diezelfde pandemiewet voorzag tenminste nog in een regelmatige rapportering aan het Parlement. Er kan over die bekrachtiging en die rapportering veel worden gezegd en we kunnen nog lang discussiëren over de zin en onzin daarvan, maar ze heeft tenminste wel de verdienste dat ze bestaat en dat ze een democratisch debat mogelijk maakt. Dat kunnen we in dit ontwerp niet of nauwelijks terugvinden.
Met dit ontwerp gaat Vivaldi eigenlijk nog verder door de regering toe te laten om maatregelen te nemen en beperkingen in te voeren zonder dat hier een degelijke parlementaire controle tegenover staat, zonder dat er enig parlementair toezicht is. Met alle respect collega’s, maar daar past Vlaams Belang voor.
Collega’s, tijdens de bespreking in de Commissie voor Volksgezondheid counterde onze goede minister Vandenbroucke regelmatig de argumenten van de verschillende commissieleden met de mededeling dat hij past voor een régime d’assemblée. Wie zijn geschiedenis een beetje kent, weet dat hij met die uitspraak dit Huis, dit Parlement, deze assemblee impliciet vergelijkt met een hoopje terroristen. Hij past voor de terreur van het Parlement. Collega’s, dat zegt genoeg over de minachting waarmee de minister naar dit Parlement kijkt en hoe hij kijkt naar de Parlementsleden die hun job, het controleren van de uitvoerende macht, proberen te doen.
Collega’s, als de minister zegt dat hij past voor een régime d’assemblée, dan geloof ik hem, maar als hij heel eerlijk is, dan zou hij liefst passen voor de assemblee tout court. De minister past misschien voor de assemblee, voor de inspraak van het Parlement, maar het Vlaams Belang past voor onverkozen ministers die zichzelf in naam van het zogenaamd snel en efficiënt handelen via het voorliggend wetsontwerp proberen te onttrekken aan de democratische controle van het Parlement. U zult dus begrijpen dat u niet hoeft te rekenen op onze steun om het Parlement buitenspel te zetten.
19.03 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Chers collègues, monsieur le ministre, madame la ministre, ce projet de loi comporte deux volets. Il vise à donner la possibilité au gouvernement d'imposer des restrictions de voyage ainsi qu'une obligation de remplir un Passenger Locator Form, même hors période d'activation de la loi pandémie. Deuxièmement, il modifie très timidement la règlementation du Comité de sécurité de l'information, cet organe non démocratique qui décide ce que l'État fait de nos données et qui a fait à de nombreuses reprises l'actualité ces dernières années pour son illégalité, son manque de transparence et les conflits d'intérêts de certains de ses membres.
Concernant les restrictions de voyage, nous pouvons évidemment rejoindre l'objectif du projet de loi, qui est de mieux lutter contre les épidémies et les empêcher d'arriver sur notre territoire. Quand nous nous sommes opposés à la loi pandémie, nos critiques ont toujours porté sur son caractère antidémocratique. Ce sont les travailleurs qui sont amenés à appliquer et faire appliquer ces mesures et ce sont eux aussi qui subissent les restrictions de libertés. Il est donc tout à fait normal de prendre les décisions de la façon la plus large et la plus démocratique possible en les impliquant dans le processus. Avec la loi pandémie, vous avez choisi d'imposer des mesures d'en haut, en réduisant le débat au minimum.
Avec ce nouveau projet de loi, j'ai l'impression qu'on va un peu plus loin dans le même sens. Le but est de permettre au gouvernement de prendre des mesures d'interdiction de voyage sans même activer la loi pandémie. On crée dès lors une nouvelle arme dans l'arsenal des mesures restrictives des libertés destinées à lutter contre les maladies infectieuses en général. L'Autorité de protection des données (APD) attire notre attention sur le fait que ce projet permet au gouvernement d'imposer des restrictions sans passer par les garanties – déjà insuffisantes – fournies par la loi pandémie. Celle-ci, même si elle est totalement insuffisante sur le plan démocratique, prévoit tout de même que la déclaration de la situation d'urgence épidémique doit être confirmée par une loi.
Il doit s'agir d'une loi qui doit pouvoir être discutée ici. Avec ce nouveau projet, il n'y aura pas de ratification par la loi, pas de débat parlementaire, pas de rapport au Parlement. Rien du tout! On veut se passer de tout cela alors qu'il s'agit de mesures qui auront un impact sur la liberté d'aller et venir des gens. On parle quand même de restriction de voyage pour une durée de trois mois et bien sûr du PLF. On est donc un pas plus loin dans la logique de prendre des décisions restrictives des libertés et de les imposer aux gens sans débat démocratique. Là-dessus, on voit que la Vivaldi n'a pas changé de méthode.
Sur la réforme du Comité de sécurité de l'information (CSI), on peut dire que, dans notre pays, la confiance entre les citoyens et l'État sur la bonne gestion de nos données personnelles est rompue. Au fil des années, on a vu fleurir les scandales et les fiascos en la matière. Il y a eu toute l'histoire relative à l'Autorité de protection des données. On a vu que les personnes occupant de hauts postes dans l'administration siégeaient également à l'APD, alors que c'est normalement interdit par la loi. Ce dossier est revenu à de très nombreuses reprises au sein de ce Parlement en commission de la Justice et a finalement abouti à ce que la majorité décide de virer non pas les personnes en conflits d'intérêts mais les lanceuses d'alerte qui avaient dénoncé cette situation. Les personnes concernées, quant à elles, ont naturellement fini par démissionner tellement le scandale était grand.
Le Comité de sécurité de l'information, qui est très timidement réformé par ce projet de loi, se trouve être l'une des causes principales de cette rupture de confiance, puisqu'il a lui aussi été au cœur de différents scandales. Ce Comité, qui a été mis en place au départ contre les avis de la Commission européenne et du Conseil d'État, a pour mission dans notre pays d'autoriser ou non les échanges de données entre les différentes administrations mais aussi entre ces administrations et des organismes extérieurs.
C’est une compétence qui est contraire au Règlement général sur la protection des données (RGPD). Il appartient en effet à la loi – et donc à ce Parlement – de définir ce qu’il est permis de faire avec les données des citoyens, et pas à un comité non élu qui agit hors du contrôle démocratique. Récemment, la Cour constitutionnelle a annulé l’habilitation du Comité de sécurité de l’information (CSI) à autoriser la communication de données personnelles à des tiers à des fins de recherche scientifique, et c’est précisément la compétence très large du CSI qui prive les citoyens de ce contrôle démocratique qui est mise en cause par la Cour.
Votre projet de loi n’apporte rien à ce niveau. En fait, le pouvoir décisionnel du CSI est confirmé. La Cour constitutionnelle vous dit qu’il appartient au Parlement de définir les éléments essentiels des traitements de données, et vous y répondez en prévoyant simplement que le CSI va devoir faire rapport de ses activités au Parlement! Le problème central n’est donc pas résolu, et ce n’est pas suffisant d’avoir un rapport parlementaire pour que la population puisse disposer d’un véritable contrôle démocratique de ce que l’État fait de ses données.
Madame la ministre, monsieur le ministre, nous ne pourrons donc pas soutenir ce texte qui, selon nous, ne va pas dans le bon sens. Pour lutter contre les pandémies, nous avons avant tout besoin d’un système de santé fort et bien financé, avec suffisamment de personnel, et c’est loin d’être le cas. Cela devrait être votre priorité. Pour ce qui est du CSI, c’est une occasion manquée d’aller plus loin et de supprimer purement et simplement ce comité. C’est pourquoi mon groupe a déposé une proposition de loi en vue de supprimer cet organe et, pour ces raisons, nous n’allons pas soutenir ce projet de loi.
19.04 Gitta Vanpeborgh (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, ik zal me ook beperken tot de aspecten die in de commissie voor Gezondheid aan bod zijn gekomen. Daarnaast zal ik toelichting geven bij het meerderheidsamendement dat we met betrekking tot dit wetsontwerp indienen.
Dit wetsontwerp heeft al een behoorlijk lange weg afgelegd. Er was een eerste lezing op 25 april 2023. Daarna vond op 23 mei 2023 op expliciete vraag van de PVDA nog een tweede lezing plaats. In beide commissies is de minister uitvoerig ingegaan op onder andere de discussie over het Informatieveiligheidscomité (IVC) – de samenstelling, de rol en de werking ervan, alsook het fundamentele verschil met de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) – en de opmerkingen van het Grondwettelijk Hof en de Raad van State, waarop effectief een antwoord is gegeven.
Ik som nog eens enkele basisprincipes op, die de minister in die commissies nog eens heeft uiteengezet. Ten eerste heeft het IVC geen normerende bevoegdheid. Dat moeten we erkennen. Het IVC wordt onder toezicht geplaatst van een uitvoerende macht. De minister heeft verwezen naar de bevoegde ministers, die een vertegenwoordiger in de vergaderingen van het IVC aanwijzen. De beslissingen worden niet zomaar genomen en de beschikbare documenten worden overgebracht. Er is dus wel degelijk een controle.
Een volgend principe is de beraadslaging van het IVC. Dat is onderworpen aan het jurisdictioneel toezicht van de Raad van State.
Het belangrijkste principe is misschien wel dat het IVC onder parlementaire controle staat. Het Parlement zal uiteraard ook de leden van het IVC aanwijzen.
Mijnheer Creyelman, de Kamer zal bovendien omstandig en snel worden geïnformeerd over de beslissingen en het verslag ontvangen. Overigens kan de Kamer ook de bevoegde minister ter verantwoording roepen.
Last but not least is het vijfde principe dat het IVC niet de advies-, controle- en sanctiebevoegdheid van de GBA heeft. Eigenlijk regelt het IVC enkel de mededeling van de persoonsgegevens tussen de partijen in uitvoering van de regelgeving.
Hij is daar uitvoerig op ingegaan en heeft ook de nodige argumenten en motivatie gegeven voor hoe de vragen die terecht werden gesteld door de Raad van State, werden beantwoord. Dat neemt niet weg dat het wetsontwerp op 26 juni opnieuw naar de Raad van State werd verstuurd omdat de oppositie amendementen had ingediend.
Zo kom ik bij het amendement van de meerderheid. Het is natuurlijk belangrijk om gevolg te geven aan wat de Raad van State alsnog zegt en dat leidde tot het amendement van de meerderheid. Ik zal daar wat toelichting bij geven. Dat amendement geeft een antwoord op de vraag van de Raad van State om in een rechtszekere formulering te voorzien voor de startdatum van de reactieperiode van de minister. Die startdatum is de datum van de vergadering van het IVC waar het punt werd geagendeerd en de beraadslaging werd goedgekeurd. Er wordt ook al voorzien in de verlenging van de periode van vier tot tien dagen, zoals overigens ook werd gevraagd in een aantal andere amendementen. Een urgentie dient niet te worden bepaald, daar de minister altijd sneller mag reageren dan de voorziene maximumtermijn, en het is natuurlijk aangepast voor beide kamers.
Indien de volksgezondheid bedreigd wordt door een grensoverschrijdende, besmettelijke infectieziekte, dan vind ik, mijnheer Creyelman, dat wij er effectief alles aan moeten doen om snel te kunnen handelen. Het voorliggende wetsontwerp biedt die mogelijkheid. Ik maakte mij net de bedenking dat, als er niet snel wordt gehandeld – eigenlijk is dat waarop u aanstuurt – en er nodeloze slachtoffers vallen, u met zekerheid de eerste zult zijn om de bevoegde minister of ministers met de vinger te wijzen.
19.05 Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le ministre, chers collègues, concernant ce projet de loi, je me concentrerai sur ce qui nous pose des difficultés encore et toujours, à savoir les dispositions et, surtout, l'absence de dispositions correctes concernant le Comité de sécurité et de l'information (CSI).
Peut-être que certains collègues trouveront cela très technique. Pourtant, on est au cœur du cœur d'une question cruciale, à savoir qui, pourquoi et comment les institutions et différentes personnes peuvent avoir accès à des données personnelles, y compris des données médicales et sensibles relatives à la santé des citoyens.
L'enjeu est crucial. Les mesures prévues dans le projet de loi ne sont pas seulement valables lors des crises sanitaires car l'on pourrait encore dire que dans une situation catastrophique sur le plan sanitaire, il faut parfois aller vite, mais en l'occurrence, il s'agit de l'ensemble des situations dans lesquelles le CSI est compétent, à l'inverse de ce que le titre pourrait laisser penser. Nous nous trouvons donc au cœur du débat sur le respect des droits à la vie privée.
Du côté de la Cour constitutionnelle, il y a eu deux arrêts (en 2022 et en 2023) pour des problèmes graves. Selon nous, le projet de loi ne répond ni aux remarques de la Cour constitutionnelle ni à celles du Conseil d'État. C'est la raison pour laquelle l'opposition s'est obstinée et a envoyé, en juin dernier, plusieurs amendements au Conseil d'État, puisqu'en commission, monsieur le ministre, vous aimez dire que l'on raconte n'importe quoi.
Que dit le Conseil d'État sur la base des amendements que nous lui avons soumis? Je vous le lis, c'est très clair: "Les amendements visent à renforcer le contrôle politique sur le Comité de sécurité de l'information et également à soumettre les délibérations de celui-ci au contrôle de l'Autorité de protection des données. Les amendements répondent ainsi aux objections susmentionnées de la Cour constitutionnelle et du Conseil d'État section de législation."
CQFD, chers collègues! Tout est dit. Cela démontre, monsieur le ministre de la Santé, que nous ne racontions pas n'importe quoi et que, par ailleurs, le travail constructif réalisé par l'opposition permet de renforcer la protection de nos données de santé et celles de l'ensemble des citoyens.
Pourquoi persiste-t-il, dans vos projets de loi, des failles et des problèmes qui nous semblent sérieux?
D'abord, vous vouliez imposer le fameux contrôle effectif du gouvernement dans un délai de quatre jours, ce qui laissait quand même largement à penser qu'il s'agissait d'un contrôle de façade ou d'une forme de leurre. Nous avions déjà déposé des amendements pour augmenter ce délai à dix jours; je reconnais que sur ce sujet, vous introduisez, avec votre amendement de majorité, une petite modification. Certes, vous passez à dix jours, mais comme vous modifiez en fait le temps zéro, même si c'était bien de le préciser sur le plan juridique, cela veut dire que si le Comité de sécurité de l'information (CSI) prend une semaine pour envoyer le dossier au gouvernement, il ne restera pas beaucoup de jours pour avoir un avis. Rappelons l'existence de cet avis, pour des collaborateurs de cabinet ou de l'administration dont on espère qu'ils ne seront pas eux-mêmes directement associés aux travaux du CSI. Vous voyez tout de suite les subtilités qui posent de nombreuses questions. En l'occurrence, cela ne laissera pas beaucoup de temps au gouvernement, surtout dans des matières et des modalités aussi techniques.
Vous corrigez donc mais ce n'est qu'une petite amélioration par rapport au projet de loi. J'ose espérer que vous imposerez alors au CSI d'envoyer immédiatement les décisions prises afin de laisser véritablement les dix jours pour permettre un contrôle par le gouvernement, puisque c'est ce que vous annoncez.
La deuxième faille qui, pour nous, est problématique est que votre projet de loi ne limite pas strictement le champ d'action du Comité de sécurité de l'information à des modalités techniques, mais qu'il lui permet d'être compétent pour les règles, ce qui n'est de nouveau pas en accord avec les arrêts de la Cour constitutionnelle et encore moins avec votre discours. En effet, si vous dites qu'il ne serait compétent que pour des aspects administratifs, il faut alors écrire noir sur blanc que le CSI ne peut statuer que sur les modalités techniques, et non pas sur les règles. Là aussi, j'ai déposé un amendement qui reçoit la même remarque générale positive du Conseil d'État. Vous le balayez d'un revers de la main, puisque vous allez manifestement rejeter nos différents amendements.
La troisième faille est encore plus grande que les autres. En effet, les délibérations du Comité ne sont toujours pas soumises à un contrôle en bonne et due forme de l'Autorité de protection des données, puisque votre projet de loi n'institue qu'un contrôle a posteriori non seulement une fois que les décisions ont été prises, mais également dès qu'elles ont été validées et envoyées – pas nécessairement au gouvernement fédéral, mais aussi aux institutions, aux personnes, aux entités fédérées. En l'occurrence, on voit que le contrôle censément prévu par l'APD sera faible et se fera a posteriori. Par conséquent, vous ne répondez pas à la Cour constitutionnelle. De surcroît, vous fragilisez les droits à la protection de la vie privée.
Enfin, une dernière faille nous inquiète également. Dans ce projet de loi, vous prévoyez que les membres du Comité de sécurité de l'information peuvent être désignés pour une durée illimitée. En pratique, on peut se retrouver dans une forme de "monopole" ou de "pensée unique". Nous nous souvenons de quelques précédents, lorsque le commissaire Reynders, de la Commission européenne, avait pointé le doigt sur la Belgique. J'ose espérer que ce même commissaire se repenchera sur ce dossier. En effet, désigner des membres pour une période illimitée revient à prendre un chemin que nous refusons, d'éviter une pluralité de regards et des contrôles suffisants. Du reste, je ne connais aucune institution ni aucun comité d'avis proche du gouvernement fédéral dont les membres sont nommés pour une durée illimitée, à la limite, à vie.
Nous avions déjà déposé un amendement qui prévoit que les membres du CSI peuvent être nommés pour deux mandats de six ans maximum, ce qui permet, nous semble-t-il, d'éviter les excès et d'éviter que les mêmes personnes qui assurent les mêmes missions pendant longtemps ne puissent plus exercer un contrôle suffisant avec un mélange des genres possible compte tenu des choix que vous avez faits pour le CSI et de ses rapports avec le gouvernement en mettant largement sur le côté l'APD.
Chers collègues de la majorité, si vous refusez de redonner une place pleine et entière à l'APD en lui soumettant les délibérations en amont et non en aval, quand tout est déjà plié, et qu'elle ne dispose plus de levier d'action, vous mettez clairement à mal la protection de la vie privée pour des données sensibles dans notre pays, et c'est incompréhensible. Les amendements que nous avons déposés ou ceux d'autres groupes dont la N-VA, qui visent également la garantie des droits de la vie privée en donnant ce rôle à l'APD, ont pour but de faire évoluer ce texte de manière constructive. Ils ont d'ailleurs été validés par le Conseil d'État.
Sans l'adoption de ces amendements, les failles de ce projet de loi concernant le CSI font qu'il ne répond pas aux deux arrêts de la Cour constitutionnelle. Par ailleurs, avec ce contrôle faible a posteriori de l'APD, ces failles diminuent et ne garantissent plus les droits à la protection de la vie privée pour les données sensibles de santé.
Pour toutes ces raisons, sans modification et sans vote en faveur de ces amendements, singulièrement celui sur l'APD, nous voterons contre ce projet de loi.
19.06 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la présidente, chers collègues, nous sommes d’accord pour dire que le Passenger Locator Form a constitué une certaine plus-value durant la crise du covid. Il n’en reste pas moins que cet outil reste attentatoire à nos libertés fondamentales individuelles et que, par conséquent, il impose d’opérer une juste proportionnalité entre la libre circulation des citoyens, la protection des données et la santé publique.
Or, durant la crise sanitaire, on a vu que le Comité de sécurité de l’information (CSI) pouvait partager et traiter des informations sensibles sans contrôle du Parlement ou droit de regard de l’Autorité de protection des données. C’est une situation inacceptable, qui a d’ailleurs poussé la Cour constitutionnelle à annuler purement et simplement l’habilitation donnée au Comité de sécurité de l’information d’autoriser certains transferts de données de santé à d’autres organismes.
Il est vrai que votre projet de loi, monsieur le ministre, madame la ministre, a voulu répondre à cet arrêt en permettant un contrôle du Parlement afin d’éviter une inconstitutionnalité de ce fameux Comité.
Le problème, c’est qu’il ne le fait que partiellement. Tout ce qui a trait au "faible contrôle" de l’APD sur les délibérations du CSI n’est pas modifié, alors que le Conseil d'État, dans son avis, l’avait clairement mentionné. Il en ressort donc qu’un pouvoir démesuré est aujourd'hui accordé au Comité de sécurité de l’information, sans aucun contre-pouvoir.
Il va donc de soi que mon parti, DéFI, soutiendra les amendements de notre collègue Mme Fonck, qui vient de les exposer, en ce qu’ils visent à renforcer le contrôle politique sur le Comité de sécurité de l’information et à soumettre les délibérations de celui-ci au contrôle de l’Autorité de protection des données.
Par ailleurs, un autre problème se situe au niveau de la mise en œuvre du formulaire Passenger Locator Form, qui est ici laissée à l’appréciation, à nouveau, du gouvernement. Cela signifie donc que s’il constate qu’une délibération du Comité de sécurité de l’information n’est pas conforme aux dispositions de la loi concernée et de toute autre réglementation relative à la protection de la vie privée, le ministre compétent pourra, dans les quatre jours ouvrables, exiger du Comité qu’il adapte sa délibération sur les points indiqués.
Si ce délai nous paraît court, nous restons surtout ici dans la même logique que celle dans laquelle s’est inscrite la fameuse loi pandémie, que nous avons vivement contestée, mais qui a surtout été vivement critiquée par des associations et par le Conseil d'État lui-même – faut-il le rappeler?
Cette logique ne peut continuer à exister aujourd’hui, en particulier au regard des récents scandales qu’on a observés ces dernières années et qui concernent la protection de nos données.
Pour toutes ces raisons, madame la ministre,
monsieur le ministre, nous ne pourrons pas soutenir ce projet de loi, du moins
pas en l’état. Je vous
remercie.
19.07 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitster, het werd al gezegd door verschillende leden, in de plenaire vergadering van de Kamer van 15 juni zijn op dit ontwerp amendementen ingediend. Daarover werd advies gevraagd aan de Raad van State. Dat advies werd uitgebracht op 17 juli.
De aanleiding voor de indiening van de amendementen werd ook in herinnering gebracht, namelijk het arrest van het Grondwettelijk Hof van 1 juni 2023, arrest nr. 84/2023. Dat werd bekend rond het tijdstip van de plenaire vergadering van 15 juni.
Dat arrest vernietigde de akten die instemming gaven aan artikel 5 van het samenwerkingsakkoord van 12 maart 2021, voor zover dat artikel betrekking heeft op de mededeling van gegevens die in de gegevensbank van Vaccinnet zijn geregistreerd.
Ik zal nog even citeren uit de motivering voor deze vernietiging. Ik denk dat de leden die kennen, omdat ze ernaar verwijzen, maar ik vind het belangrijk voor het verslag om even te citeren uit die motivering.
B.31: “Door de kamer sociale zekerheid en gezondheid van het informatieveiligheidscomité, waarvan het statuut niet wordt gepreciseerd in de wet, noch de beoordelingsbevoegdheid daarbij wordt afgebakend, te machtigen tot het nemen van beslissingen inzake de verwerking van persoonsgegevens die voor derden bindend zijn, zonder dat dergelijke beslissingen aan parlementaire controle kunnen worden onderworpen, ontzegt artikel 5 van het samenwerkingsakkoord van 12 maart 2021 de betrokken personen de garantie van een dergelijke controle, zonder dat zulks te rechtvaardigen valt op grond van een vereiste die voortvloeit uit het recht van de Europese Unie.” Tot zover het citaat uit het arrest van het Grondwettelijk Hof.
Mevrouw Fonck, er zijn dus inderdaad twee arresten geweest. Dit was het tweede. Het ligt volledig in lijn met arrest nr. 110/202 van 22 september 2022. Het wetsontwerp dat aan de Kamer werd voorgelegd door de regering, houdt rekening met dit arrest van 22 september 2022 en voor ons dus ook met arrest nr. 84/2023, dat veel recenter kwam, namelijk op 1 juni.
Ik wens in mijn reactie op de amendementen die voorgelegd zijn, in te gaan op de elementen van het wetsontwerp die een antwoord bieden op de twee arresten van het Grondwettelijk Hof en de adviezen van de Raad van State die daarnaar verwijzen.
Ik zal dus wat uitvoeriger zijn, mevrouw de voorzitster, maar ik vind dit belangrijk voor de rechtszekerheid en de latere interpretatie van wat we met een aantal termen in dit ontwerp bedoelen.
Ik wil in de eerste plaats verwijzen naar een juridische nota die ik aan de Kamer heb bezorgd, die de inspiratie van dit wetsontwerp toelicht en die al de inspiratie bevat van wat ik hier verder zal zeggen. Voor de bespreking van de amendementen wil ik de juridische beschouwingen kort in herinnering brengen. Het gaat in essentie over de plaats en de rol van het informatieveiligheidscomité.
Ten eerste, het informatieveiligheidscomité vaardigt bestuurlijke maatregelen uit, die verplichtingen opleggen aan de partijen die deelnemen aan de gegevensmededeling, maar geen algemeen bindende draagwijdte hebben jegens derden. De beraadslagingen van het informatieveiligheidscomité hebben een beperkte draagwijdte. Ik zal die uitdrukking nog een paar keer herhalen. Beperkt betekent technisch, organisatorisch, procesmatig. Die beraadslagingen beschrijven voor een bepaalde situatie en voor een bepaalde tijd de toepassing van de essentiële elementen van de verwerking die bepaald worden in de rechtsgronden bedoeld in artikel 6 van de EU-verordening 2016/679, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
De beraadslagingen vormen geen rechtsgrond voor de oorspronkelijke inzameling en verwerking van de persoonsgegevens door de gegevensverstrekkende instantie. De ontvangende instantie dient bovendien de persoonsgegevens te verwerken op grond van de rechtsgronden waarover ze beschikt. Het informatieveiligheidscomité kan de doeleinden van de oorspronkelijke verwerking door de verstrekkende instantie dus niet uitbreiden, noch een rechtsgrond bieden voor andere verwerkingsdoeleinden door de verkrijgende instantie dan deze die door of krachtens de AVG of door of krachtens een wet, decreet of ordonnantie zijn voorzien.
De essentiële elementen van de verwerking die elders worden omschreven in een rechtsgrond zijn, voor alle duidelijkheid: het met de verwerking nagestreefde doeleinde of de met de verwerking nagestreefde doeleinden, de identiteit van de verwerkingsverantwoordelijke of -verantwoordelijken, de categorieën van verwerkte gegevens, de categorieën van betrokken personen en de maximumtermijn voor het bewaren van de gegevens.
De beraadslagingen hebben geen algemene bindende draagwijdte jegens derden. Het informatieveiligheidscomité neemt in overeenstemming met de vastgelegde regelgeving beslissingen die bij de mededeling van persoonsgegevens moeten worden nageleefd door de partijen die deelnemen aan de mededeling. De beraadslagingen hebben dus geen impact op de rechten van de betrokkenen, daar zij die nog altijd kunnen uitoefenen.
Dat is mijn eerste algemene beschouwing.
Ten tweede, het informatieveiligheidscomité wordt door dit ontwerp wel degelijk onder het toezicht geplaatst van de uitvoerende macht. Middels de aanpassingen waarin voorzien is in de artikelen 12 en 13 van het ontwerp worden de bestuurlijke maatregelen van het informatieveiligheidscomité onder toezicht van de uitvoerende macht geplaatst, de bevoegde ministers, de minister of de ministers van Sociale Zaken en Volksgezondheid en de minister die bevoegd is voor de Digitale Agenda, naargelang het de kamer sociale zekerheid en gezondheid of de kamer federale overheid van het IVC betreft. Die ministers duiden een vertegenwoordiger aan die de vergaderingen van het informatieveiligheidscomité bijwoont.
De beslissingsbevoegde minister kan, als hij vaststelt dat de beraadslaging van het informatieveiligheidscomité niet in overeenstemming is met de bepalingen van de desbetreffende wet en van elke andere regelgeving tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer, binnen een vastgelegde termijn na de ontvangst van de beraadslaging op een gemotiveerde wijze en met in achtneming van de geldende wetgeving aan het informatieveiligheidscomité opleggen de beraadslaging aan te passen op de punten die hij aangeeft.
De beraadslaging van het informatieveiligheidscomité treedt in werking nadat die termijn verstreken is, tenzij de bevoegde minister voor het verstrijken van de termijn laat weten dat de beraadslaging niet moet worden aangepast.
Ten derde zijn de beraadslagingen van het informatieveiligheidscomité onderworpen aan het jurisdictioneel toezicht van de Raad van State. De beraadslagingen van het informatieveiligheidscomité zijn bestuurlijke administratieve handelingen en derhalve als dusdanig onderworpen aan het jurisdictioneel toezicht van de Raad van State.
Ten vierde staat het informatieveiligheidscomité onder een parlementaire controle. Middels de aanpassingen zoals voorzien in de artikelen 12 en 13 van het ontwerp worden de bestuurlijke maatregelen van het informatieveiligheidscomité onderworpen aan de door het Grondwettelijk Hof en de Raad van State gevraagde effectieve parlementaire controle, overigens naast de al bestaande bevoegdheid voor de Kamer van volksvertegenwoordigers om de leden van het informatieveiligheidscomité te benoemen en hen van hun opdracht te ontheffen. De Kamer van volksvertegenwoordigers wordt omstandig en snel geïnformeerd over de beraadslagingen van het informatieveiligheidscomité. Er wordt bepaald dat het informatieveiligheidscomité verslag uitbrengt aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en, ten informatieven titel, aan de Gegevensbeschermingsautoriteit, via een link naar de publicatie op de website, door de mededeling van de goede praktijken, de regels en de beraadslagingen en het jaarlijks verslag. De Kamer van volksvertegenwoordigers kan de bevoegde minister ter verantwoording roepen.
Ten vijfde is het informatieveiligheidscomité geen gegevensbeschermingsautoriteit. Naar aanleiding van de opmerking van de afdeling Wetgeving van de Raad van State in haar advies nr. 72.464/3 van 8 december 2022 wordt niet langer voorzien in een wisselwerking tussen het informatieveiligheidscomité en de Gegevensbeschermingsautoriteit. De Gegevensbeschermingsautoriteit heeft in tegenstelling tot het informatieveiligheidscomité inzake het grondrecht op gegevensbescherming een advies-, een controle- en een sanctiebevoegdheid in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, maar geen bevoegdheid tot het uitvaardigen van bestuurlijke maatregelen. Het informatieveiligheidscomité, daarentegen, vaardigt bestuurlijke maatregelen uit die, in overeenstemming met de vastgestelde regelgeving, verplichtingen opleggen aan de partijen die deelnemen aan de gegevensmededeling in uitvoering van een rechtsgrond voorzien in de Algemene Verordening Gegevensbescherming, bijvoorbeeld in het kader van de gegevensinzameling volgens het "only once"-principe.
Het informatieveiligheidscomité is dus geen Gegevensbeschermingsautoriteit. In die zin dient te worden benadrukt dat de wijzigingen in het wetgevende kader omtrent het informatieveiligheidscomité de bevoegdheden van de Gegevensbeschermingsautoriteit volledig ongemoeid laten. De GBA zal op geen enkele wijze worden verhinderd in de uitoefening van haar advies-, controle- en sanctiebevoegdheden. Op grond van dit laatste kan ze desgevallend overgaan tot sancties aan verwerkingsverantwoordelijken, bijvoorbeeld indien ze vaststelt dat die de verplichtingen, opgelegd in de bestuurlijke maatregelen van het IVC, niet naleefden. Op deze manier wordt ook een antwoord geboden aan de bezorgdheid van de Raad van State.
Hierbij kan trouwens worden beklemtoond dat ook Europese regelgeving en ontwerpen van Europese regelgeving inmiddels voorzien in de oprichting van een dergelijk onafhankelijk en multidisciplinair orgaan. Enerzijds bepaalt artikel 7 van de Datagovernanceverordening 2022/868 van 30 mei 2022 dat elke lidstaat een of meer bevoegde organen aanwijst die bevoegd kunnen zijn voor een specifieke sector om de openbare lichamen die toegang met het oog op hergebruik van persoonsgegevens verlenen of weigeren, bij te staan. Anderzijds wordt krachtens een voorstel voor een verordening betreffende de Europese ruimte voor gezondheidsgegevens, nog niet goedgekeurd dus, bepaald dat de lidstaten een of meer instanties voor toegang tot gezondheidsgegevens moeten oprichten. De bestuurlijke maatregelen van het IVC zijn tot slot niet onderworpen aan voorafgaande adviezen van de afdeling Wetgeving van de raad van bestuur en de GBA.
De GBA wordt omstandig en snel geïnformeerd over de beraadslagingen van het IVC. Het IVC brengt ten informatieven titel verslag uit via een link naar de publicatie op de website door mededeling van, ten eerste, goede praktijken, regels en beraadslagingen, na de periode bedoeld in het vorige lid, en ten tweede het jaarlijks verslag.
Mevrouw de voorzitster, ik wil ook al mijn commentaar geven op de amendementen. Er werd ook al naar verwezen. De amendementen 21 en 22 voorzien in een verlenging van de reactieperiode van de minister op een beraadslaging van het informatieveiligheidscomité van vier naar tien dagen, met de mogelijkheid van een urgentieprocedure van vier dagen. Zoals mevrouw Fonck al aangaf, kunnen we het met de geest van dit amendement eens zijn. De meerderheid zet dat om in een meerderheidsamendement dat ik steun. Daarin is enkel een termijn van tien werkdagen volgend op de dag van de beraadslaging van het comité voorzien. Een urgentieperiode is eigenlijk niet nodig omdat de minister altijd sneller kan reageren dan binnen de tien dagen. Mevrouw Fonck, we hebben om in te gaan op een vraag van de Raad van State ook gezorgd voor meer rechtszekerheid met betrekking tot het beginpunt daarvan.
De amendementen 19, 20, 26 en 27 kennen een analoge rol toe aan de Gegevensbeschermingsautoriteit als aan de minister ten opzichte van het informatieveiligheidscomité, waar de Gegevensbeschermingsautoriteit kan reageren op een beraadslaging van het informatieveiligheidscomité en de vraag tot aanpassing moet worden gevolgd door het informatieveiligheidscomité. We vragen nogmaals om deze amendementen te verwerpen. Ik heb daar zeven argumenten voor.
Ten eerste kan de GBA de beraadslaging van het IVC niet herzien omdat de beraadslaging een bestuurlijke maatregel is die verplichtingen oplegt aan de partijen die deelnemen aan de gegevensmededeling en die aanvechtbaar zijn bij de Raad van State. Het nemen van bestuurlijke maatregelen behoort niet tot de opdrachten van de GBA zoals die gedefinieerd staan in artikel 57 van de AVG.
Ten tweede is er de scheiding der machten. De minister behoort tot de uitvoerende macht, terwijl de GBA opgericht is bij de Kamer. De GBA adviseert over de regelgeving, conform artikel 67C van de AVG, maar heeft zelf geen regelgevende taak en ook niet de macht om een bestuurlijke maatregel te wijzigen of te vernietigen. De GBA kan advies geven en sancties opleggen aan verwerkingsverantwoordelijken indien deze de verplichtingen niet naleven. Een injunctierecht geven inzake bestuurlijke maatregelen ligt echter niet in lijn met de wetgeving.
Ten derde zijn de beraadslagingen van het IVC bestuurlijke maatregelen met een beperkte draagwijdte die verplichtingen opleggen aan partijen die deelnemen aan gegevensmededeling, maar die niet op het niveau staan van een wet, een koninklijk besluit of een ministerieel besluit, die algemene normerende teksten zijn. Ze moeten dus niet worden voorgelegd aan de GBA.
Ten vierde stelt de memorie van toelichting van het wetsontwerp – ik verwijs onder meer naar de artikelsgewijze bespreking van de artikelen 12 en 13 – uitdrukkelijk dat de bevoegdheden van de GBA ongemoeid worden gelaten. De GBA mag op geen enkele wijze worden gehinderd in de uitoefening van de bevoegdheden, zijnde zowel de adviserende bevoegdheid als de inspectiebevoegdheid op grond van een klacht of de controlebevoegdheid. Op grond van die laatste kan ze overgaan tot het opleggen van sancties aan verwerkingsverantwoordelijken, bijvoorbeeld indien ze vaststelt dat de verplichtingen opgelegd in een bestuurlijke maatregel van het IVC niet worden nageleefd.
Op die manier wordt een antwoord geboden op de bezorgdheid van de Raad van State in het advies van 10 maart 2023. Het ontwerp stelt het IVC onder de controle van de uitvoerende macht. Daarmee komen we tegemoet aan de kritiek in het advies van de Raad van State en het arrest van het Grondwettelijk Hof. Door het onderbrengen van het IVC onder de politieke controle van de uitvoerende macht komt het IVC ook onder de parlementaire controle, naast de al bestaande bevoegdheden van het Parlement.
Ten vijfde kan de GBA, overeenkomstig de AVG, enkel optreden ten aanzien van verwerkingsverantwoordelijken – lees artikel 58 van de AVG. Het IVC en de minister zijn geen verwerkingsverantwoordelijken, waardoor de GBA niet op dat niveau kan tussenkomen.
Ten zesde wordt in het advies van de GBA niets gezegd over een adviesrol ex ante van de GBA met betrekking tot beraadslagingen van het IVC. Waarschijnlijk is de GBA daarvoor ook geen vragende partij, gezien onder meer de huidige werklast van het agentschap.
Ten slotte stelt de GBA dat het IVC de essentiële elementen niet mag bepalen en dat die elders moeten worden omschreven in een rechtsgrond in de zin van de AVG. Indien die rechtsgrond een wet, KB of MB is, moet die overigens ter advies worden voorgelegd aan de GBA. A contrario kunnen we stellen dat de GBA niet van oordeel is dat een advies moet worden gevraagd over de beraadslagingen van het IVC die enkel beperkte technische, organisatorische of procesmatige elementen preciseren.
Bij de amendementen 28 en 29 wordt een derde reden aangevoerd voor het informatieveiligheidscomité om verslag uit te brengen aan de Kamer van volksvertegenwoordigers. Ik denk dat dit amendement geen toegevoegde waarde heeft, omdat het informatieveiligheidscomité sowieso elke beraadslaging aan het Parlement dient mede te delen.
Bij de amendementen 30 en 31 over de verplichting om de vraag van de minister tot aanpassing van de beraadslaging uit te voeren wil ik zeggen dat ook de reactie van de Raad van State duidelijk maakt dat de huidige formulering al voldoende duidelijk is en dat die amendementen echt niet nodig zijn.
In amendement 23 wil men “regels vastleggen” vervangen door “technische modaliteiten vastleggen”. Ik denk dat het voldoende duidelijk is in de tekst dat het IVC geen essentiële elementen mag en kan toevoegen door middel van een beraadslaging, maar het gaat niet alleen om technische, maar ook om organisatorische en procesmatige maatregelen die kunnen worden voorgesteld. Als men alleen spreekt over technische modaliteiten, dan beperkt men met dit amendement de middelen van het IVC. Dat is niet goed voor de veiligheid en daarom wil ik het verwerpen. Ik wil echter heel duidelijk zeggen, ook voor het verslag en voor alle latere betwistingen, dat “beperkt” technisch, organisatorisch en procesmatig betekent.
Amendementen 24 en 25 willen een hoofdstuk 8bis toevoegen waarin wordt gezegd dat een mandaat niet kan worden verlengd. Hier wil ik toch enige realiteitszin vragen. Het is absoluut niet evident om goede kandidaten te vinden voor deze functies. Soms moet er drie tot vier keer een oproep gebeuren om kandidaten te vinden, dus laat ons geen beperking invoeren op het aantal keren dat een mandaat kan worden hernieuwd. Uiteindelijk is het het Parlement dat benoemt. Als het Parlement van oordeel is dat iemand niet of niet meer competent is of te vaak is teruggekomen om weet ik veel welke reden, kan het Parlement beslissen om die persoon niet te herbenoemen.
Ik stel dus voor om ook dit amendement niet te weerhouden, mevrouw de voorzitster. Bedankt en mijn excuses voor de redelijk lange uitleg.
19.08 Minister Annelies Verlinden: Mevrouw de voorzitster, ik wil nog kort reageren op de punten die betrekking hebben op mijn onderdeel van het wetsontwerp, vooral op de vragen van de heer Creyelman.
U zei dat we carte blanche geven. Ik ben het daar echter niet mee eens. De Raad van State zei immers in zijn laatste advies, zowel over het PLF als over de reisbeperkingen, dat zowel het materiële als het formele legaliteitsbeginsel, alsook het proportionaliteitsbeginsel gerespecteerd werden. Er is een exhaustieve opsomming van het toepassingsgebied, alsook van de in het vooruitzicht gestelde beperking. In die zin is er dus een wettelijke basis die voldoende duidelijk omschreven werd. In punt drie van het advies wordt ook gesteld dat er tegemoet wordt gekomen aan de opmerkingen die daarover werden geformuleerd.
U vroeg ook een definitie van het begrip essentiële reizen. Uit onze ervaring met de pandemie weten we echter dat dit in functie van de concrete omstandigheden bepaald zal moeten worden, net zoals ten tijde van de pandemie. Het is immers onmogelijk en niet nodig dat daarvan een exhaustieve, heel gedefinieerde lijst wordt gemaakt, aangezien deze definitie kan evolueren in de tijd. Enige flexibiliteit is dus nodig. Dat betekent niet dat er een blanco cheque gegeven wordt, maar wel dat we een kader creëren dat met een koninklijk besluit kan worden ingevuld.
Wat de lijst van de infectieziekten betreft, dat is het gevolg van de bevoegdheidsverdeling in ons land. Daarmee moet rekening worden gehouden in de teksten die wij maken. Dat is dan ook de reden waarom wij dat op deze manier benaderd hebben.
U zegt ook met een boutade dat het Parlement buitenspel wordt gezet. We hebben deze discussies inderdaad exhaustief gevoerd, ook in het kader van de pandemiewet.
Ik hoorde enkele positieve verwijzingen naar de pandemiewet, ook door de heer Boukili. Ook in dit wetgevend instrument is de klassieke parlementaire controle mogelijk. De minister kan door het Parlement worden geroepen om verantwoording af te leggen. Er zal een koninklijk besluit moeten worden opgemaakt, waarover wordt overlegd in de ministerraad. Er zullen adviezen zijn van de RAG en de RMG en het koninklijk besluit zal drie maanden geldig zijn. Ook wat dat betreft, is dit dus geen blanco cheque en zijn er voldoende waarborgen ingebouwd.
U had het over bergen PLF’s die ergens in een vochtige kelder zouden liggen. Hier werken we met een elektronisch PLF, dus dit kan zich niet voordoen. Wat betreft de sanctie op dat PLF, we kunnen inderdaad geen weigering tot toegang tot het grondgebied opleggen als sanctie. Er kan wel een proces-verbaal worden opgesteld en een boete gegeven ingevolge dat proces-verbaal, overeenkomstig artikel 10 van het ontwerp. Het spreekt voor zich dat we sancties hebben opgenomen die ook uitvoerbaar zijn in het kader van die wet.
Les remarques de M. Boukili étaient les
mêmes que celles qui avaient été formulées par M. Creyelman. J'en ai donc terminé, madame la
présidente.
19.09 Frieda Gijbels (N-VA): Minister Vandenbroucke heeft een omstandige uitleg gegeven, maar ik wil toch even meegeven dat daar voor ons geen nieuwe elementen in zaten. Mijnheer de minister, u hebt ons in de commissie niet overtuigd. U overtuigt ons nu ook niet. Wat meer is, u hebt de Raad van State ook niet overtuigd. Het blijft mij verwonderen dat u blijft denken dat u het beter weet dan de Raad van State.
Ik wil de collega’s nogmaals oproepen om de amendementen van de oppositie, die volgens de Raad van State tegemoetkomen aan de bedenkingen, goed te keuren.
19.10 Steven Creyelman (VB): Mevrouw Vanpeborgh – ik zou u bijna mijn goede vriendin noemen–, ik denk dat u een beetje verward bent. Als ik vraag naar een Parlement dat zijn democratische rol kan spelen, dan heb ik natuurlijk niet gezegd dat dat hetzelfde is als traag werken. Ik heb ook niet gevraagd om meer slachtoffers. Ik denk dat niemand in dit Parlement dat doet, althans dat hoop ik.
U zegt dat er bij een pandemie snel en efficiënt moet kunnen gewerkt. Dat is een waarheid als een koe. Dat heb ik tijdens mijn uiteenzetting al gezegd. Daarom moeten we gaan analyseren wat er in 2020 is gebeurd. Toen hadden we een regering die bijzondere machten kreeg om snel en efficiënt te werken, maar het is niet omdat men die machten krijgt, dat men ook snel en efficiënt werkt.
Een tweede punt ter zake is dat u toch wel de flexibiliteit en de kwaliteit van dit Huis onderschat. Dit Huis kan wel degelijk snel en efficiënt werken. Dat is ook aangetoond toen we een regering van lopende zaken hadden. Dat was waarschijnlijk zelfs de laatste keer dat dit Parlement een Parlement is geweest. Toen moest er meerderheden worden gezocht voor de beslissingen die werden genomen.
Het is geleden van toen de huidige regering gevormd is dat dit nog gebeurd is.
Mevrouw de minister, u zegt dat we alles regelen via het kader van een koninklijk besluit, maar dat is precies mijn punt. U regelt alles via een koninklijk besluit, dus u beslist alles, en in het beste geval mag het Parlement u achteraf pro forma ter verantwoording roepen, maar dan is het potentiële kwaad, en ik bedoel dit niet pejoratief, waarschijnlijk al gebeurd.
Ten tweede vervangt u de ene boutade door de andere. U verwijst naar wat ik de pseudo-PLF’s van de cafébezoeken noemde, die ergens in een kelder liggen te rotten. U zegt dat we nu elektronisch zullen werken en dat dat dus niet meer kan voorvallen. Elektronisch, dat klinkt natuurlijk goed, maar mijn 86-jarige moeder – u zult het haar hopelijk vergeven – is niet meer echt mee met die elektronische toestanden. Het ene probleem wordt dus gewoon vervangen door het andere.
Ten derde en tot slot gaf u toe dat we dat PLF-gebruik niet kunnen afdwingen en dat we inderdaad niet iemand de toegang tot het grondgebied zullen kunnen ontzeggen. Dat was precies mijn punt. U zegt dat die mensen een proces-verbaal of een boete zullen krijgen en een financiële een tik op de vingers, maar hoe dat de volksgezondheid verbetert, moet u mij toch eens uitleggen. Daar ben ik echt niet mee, maar dat zal ongetwijfeld aan mijn beperkte intellectuele capaciteiten liggen.
19.11 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Très rapidement, en ce qui concerne les réponses du ministre Vandenbroucke, peu importe les arguments qu’on amène, le fait qu’il y ait des choses illégales et qu’il y ait des décisions de la Cour constitutionnelle ou du Conseil d’État, ce sont toujours les mêmes arguments et les mêmes justifications peu convaincantes qui reviennent. Même chose pour Mme la ministre, peu importe les arguments nouveaux qu’on avance, c’est toujours la même réponse pauvre et non convaincante qui est donnée. Cela ne mérite même pas de réplique, madame la présidente.
La présidente: Si cela ne mérite pas de réplique, il ne faut pas répliquer, monsieur Boukili.
19.12 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Les réponses sont pauvres et ne sont pas à la hauteur.
La présidente: Madame Fonck, c’est à vous.
19.13 Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le ministre Vandenbroucke, vous nous avez fait un très long argumentaire. J’ai quand même eu l’impression, à plusieurs reprises, que vous vous étiez préparé à devoir vous défendre devant la Cour constitutionnelle pour, peut-être, un troisième arrêt, qui devrait être rendu pour toujours et encore les mêmes raisons et les mêmes failles, mais l’avenir nous le dira.
Si je peux me permettre, vous avez oublié un tout petit détail. Le détail qui tue, si je peux utiliser cette expression. En effet, vous avez beau avancer cet argument, vous oubliez que le Conseil d’État dit très clairement que l’Autorité de protection des données a un trop petit rôle sur les dispositions que vous prenez par rapport au CSI en matière de contrôle du travail de ce dernier.
Je vais être franche avec vous.
J'ai davantage confiance dans le Conseil d'État que dans vos propos et dans l'argumentaire que vous nous avez longuement égrainé.
Collègues écologistes, je vous entends régulièrement dire dans la presse que pour vous l'APD est le gardien de la vie privée, combien les données de santé sont sensibles et qu'il faudrait que l'APD ait un rôle plein et entier.
Ce que vous allez décider aujourd'hui est exactement l'inverse. Je vous invite à arrêter de tenter de faire croire que vous êtes attentifs à la vie privée et aux données sensibles de la santé. Vous communiquez sur le sujet mais vous ne faites rien.
Chers amis écologistes, je serai très attentive à votre vote. Les carottes sont cuites, je crois. C'est bien dommage à la fois pour les patients concernés, pour les citoyens de manière générale mais aussi pour le respect de ces données extrêmement sensibles en matière de santé.
La présidente:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3264/8)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3264/8)
L’intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi concernant des mesures de police administrative en matière de restrictions de voyage et de formulaire de localisation du passager et modifiant diverses dispositions relatives au comité de sécurité de l’information".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp betreffende maatregelen van bestuurlijke politie inzake reisbeperkingen en het passagier lokalisatie formulier en houdende wijzigingen van diverse wetsbepalingen betreffende het informatieveiligheidscomité".
Le projet de loi compte 14 articles.
Het wetsontwerp telt 14 artikelen.
* * *
* *
Amendements déposés:
Ingediende amendementen:
Art.
12
• 28 - Frieda Gijbels cs (3264/11)
• 34 - Frieda Gijbels cs (3264/11)
• 26 - Frieda Gijbels cs (3264/11)
• 19 - Catherine Fonck (3264/11)
• 21 - Catherine Fonck (3264/11)
• 32 - Gitta Vanpeborgh cs (3264/11)
• 23 - Catherine Fonck (3264/11)
Art. 13
• 35 - Frieda Gijbels cs (3264/11)
• 27 - Frieda Gijbels cs (3264/11)
• 20 - Catherine Fonck (3264/11)
• 22 - Catherine Fonck (3264/11)
• 33 - Gitta Vanpeborgh cs (3264/11)
• 29 - Frieda Gijbels cs (3264/11)
• 24 - Catherine Fonck (3264/11)
Art. 13/1(n)
•
25 - Catherine Fonck (3264/11)
* * *
* *
Conclusion de la
discussion des articles:
Besluit van de artikelsgewijze bespreking:
Réservés: les
amendements et les articles 12 et 13.
Aangehouden: de amendementen en de artikelen 12 en 13 .
Adoptés article par
article: les articles 1 à 11 et 14.
Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 tot
11 en 14.
* * *
* *
La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et les articles réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen, de aangehouden artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.
Proposition
déposée par:
Voorstel ingediend door:
Kristien
Van Vaerenbergh, Wim Van der Donckt, Wouter Raskin, Sigrid
Goethals, Theo Francken, Koen Metsu, Sander Loones, Yngvild Ingels, Kathleen
Depoorter.
La commission de la Justice propose de rejeter
cette proposition de loi. (3339/2)
De commissie voor Justitie stelt voor dit
wetsvoorstel te verwerpen. (3339/2)
Conformément à l'article 88 du Règlement, l'assemblée plénière se prononcera sur cette proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement, les auteurs.
Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over dit voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indieners te hebben gehoord.
La discussion est ouverte.
De bespreking is geopend.
20.01 Marijke Dillen , rapporteur: Mevrouw de voorzitster, gezien het grote belang van dit dossier, dat ten onrechte wordt aanzien als een communautair dossier, breng ik graag mondeling verslag uit van de bespreking in de commissie.
In haar inleidende uiteenzetting legde collega Van Vaerenbergh uit dat dit wetsvoorstel beoogt om van het territorialiteitsbeginsel een absolute regel te maken, waarop geen uitzonderingen meer mogelijk zijn, voor het bepalen van de taal van de rechtspleging in strafzaken.
Dat betekent bijvoorbeeld dat als men voor een politierechtbank of correctionele rechtbank in het Nederlandse taalgebied moet verschijnen, de taal van de rechtspleging steeds het Nederlands is, zonder de mogelijkheid om als Franstalige een taalwijziging te vragen. Uiteraard geldt dit ook omgekeerd. Alleen voor de tweetalige gemeenten in Brussel wordt logischerwijze in een afwijking voorzien en zal de taal waarin de verdachte zijn eerste verklaring aflegt, de taal van de rechtspleging zijn.
Het volgende is belangrijk om te beklemtonen. Met betrekking tot de taal in gerechtszaken wordt voorzien dat het recht op vertolking en vertaling uiteraard wordt behouden. Dat is voor dit wetsvoorstel van primordiaal belang. Zo worden uiteraard de rechten van de verdediging gewaarborgd.
Er volgde dan een bespreking ten gronde. Namens de N-VA wees mevrouw Van Vaerenbergh erop dat haar wetsvoorstel ertoe strekt om te bepalen dat de verdachte wordt berecht in de taal van het grondgebied waar het misdrijf is gepleegd. Op deze manier wordt de keuzevrijheid van de verdachte verminderd. Op dit ogenblik moeten wij immers vaststellen dat in de praktijk al te vaak getaalshopt wordt. Dat werkt niet alleen straffeloosheid in de hand, maar zorgt ook voor heel veel frustratie op het terrein. Mevrouw Van Vaerenbergh denkt daarbij aan de politie, de burgemeesters en uiteraard ook de slachtoffers.
Dit wetsvoorstel beoogt dan ook om het slachtoffer centraal te stellen in de rechtsplegingsprocedure en om de straffeloosheid tegen te gaan.
Zij beklemtoonde dat het geenszins om een communautaire aangelegenheid gaat. Dit wetsvoorstel schendt ook de rechten van de verdachte niet. Daarbij wordt verwezen naar een arrest van het Grondwettelijk Hof dat stelt dat er geen discriminatie is tussen een Franstalige die een taalwijziging vraagt en een persoon met bijvoorbeeld de Roemeense nationaliteit die het Nederlands niet machtig is en die tijdens de procedure een beroep kan doen op een tolk.
Namens de MR zei de heer Pivin dat zijn fractie zich niet achter het wetsvoorstel kan scharen. Namens de PS herinnerde de heer Aouasti eraan dat de manier waarop het gebruik van talen in rechtszaken wordt geregeld, beantwoordt aan institutionele akkoorden die lang en op discrete wijze genegotieerd zijn en die nog niet zo lang geleden met de zesde staatshervorming werden afgesloten. Namens DéFI zei mevrouw Rohonyi dat zij er niet van overtuigd is dat het ter bespreking voorliggende wetsvoorstel een antwoord biedt op de praktijken op het terrein. Namens de N-VA-fractie stelde mevrouw Van Vaerenbergh dat zij wenste te herhalen dat het hier niet gaat om een communautair dossier en dat ze ervan overtuigd is dat anderstaligen in Vlaanderen en zeker in de Vlaamse Rand baat hebben bij een vlotte rechtsgang. Mevrouw De Wit herinnerde eraan dat de procureur des Konings, iemand die op het terrein werkt, heeft aangegeven dat er problemen zijn. Ze stelde dat het helemaal niet meer ernstig is als de commissie voor Justitie daar al niet meer wenst naar te luisteren. De heer D’Haese merkte op dat mevrouw Van Vaerenbergh met haar wetsvoorstel de vinger op de wonde legt. Er wordt hierbij niets gewijzigd aan de zesde staatshervorming. Vandaag wordt in de strafprocedure de huidige taalwetgeving misbruikt om tot straffeloosheid te komen.
Namens de Vlaams Belangfractie heb ik opgemerkt dat het misschien wel belangrijk geweest zou zijn om hoorzittingen te organiseren die meer duidelijkheid hadden kunnen scheppen. Helaas werd dat idee door de meerderheid verworpen.
Verkeersveiligheid is een zeer belangrijke aangelegenheid die elke fractie hoog in het vaandel zou moeten dragen. Het is dan ook onbegrijpelijk dat vandaag, nu de mogelijkheid er is om de straffeloosheid van verkeersovertredingen tegen te gaan, verschillende fracties niet wensten in te gaan op de vraag om hoorzittingen te organiseren. Dit wetsvoorstel werd verworpen met tien stemmen tegen vier.
20.02 Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw Dillen, ik dank u voor dit omstandig verslag.
Ik maak gebruik van artikel 88 van het Reglement om dit voorstel nogmaals onder de aandacht te brengen. Dit voorstel verdient dat en het heeft in de commissie niet de behandeling gekregen die het verdient. De commissie voor Justitie staat over het algemeen bekend als een heel ernstige commissie, die alle voorstellen van zowel oppositie als meerderheid op een ernstige manier behandelt en op zijn minst kijkt naar de inhoud van het voorstel.
Het was dan ook heel ontgoochelend dat dit voorstel…, hoewel het heel ruim wordt gedragen door het terrein en door de burgemeesters van alle 35 gemeenten van Halle-Vilvoorde, die toch niet allemaal van N-VA-signatuur zijn. De voormalige procureur van Halle-Vilvoorde, Ine Van Wymersch, en de politiediensten hebben meermaals een lans gebroken voor een verandering in de taalwetgeving.
Dit voorstel vraagt dat men zou vertrekken van het uitgangspunt van de territorialiteit. Dat houdt in dat, wanneer men een politionele of criminele inbreuk pleegt, de rechtszaak zou worden gevoerd in de taal van het rechtsgebied waar de inbreuk is gepleegd. Dat zou niet meer dan rechtvaardig zijn. Dit is geen communautair probleem, maar wel een kwestie van een goede rechtsbedeling om straffeloosheid tegen te gaan voor eenieder die in Vlaanderen woont.
Om de criticasters meteen al weerwoord te geven, wil ik benadrukken dat dit geen afbreuk doet aan de rechten van verdediging. Dat was onlangs opnieuw het oordeel van het Grondwettelijk Hof toen het stelde dat er, wanneer men wordt bijgestaan door een tolk, geen afbreuk wordt gedaan aan de rechten van verdediging.
Dit was een poging om het debat nogmaals te openen in de commissie voor Justitie. Het belangrijkste was geweest dat we al de mensen van het terrein hadden kunnen horen in onze commissie, zodat we in de toekomst naar een oplossing kunnen gaan. Ik hoop dat dat alsnog mogelijk is, dus vraag ik de terugzending van het wetsvoorstel naar de commissie.
La présidente: Plus personne ne peut prendre la parole.
Geen andere spreker mag het woord nemen.
Le vote sur la proposition de rejet de cette proposition de loi aura lieu ultérieurement.
De stemming over het voorstel tot verwerping van dit wetsvoorstel zal later plaatsvinden.
Proposition
de loi instaurant une taxe corona de solidarité sur les multimillionnaires (1169/1-2)
Wetsvoorstel
tot invoering van een solidaire coronataks op multimiljonairs (1169/1-2)
Proposition
déposée par:
Voorstel ingediend door:
Marco
Van Hees, Peter Mertens, Steven De Vuyst, Raoul Hedebouw.
La commission des Finances et du Budget propose
de rejeter cette proposition de loi. (1169/2)
De commissie voor Financiën en Begroting
stelt voor dit wetsvoorstel te verwerpen. (1169/2)
Conformément à l'article 88 du Règlement, l'assemblée plénière se prononcera sur cette proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement, les auteurs.
Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over dit voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indieners te hebben gehoord.
La discussion est ouverte.
De bespreking is geopend.
20.03 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la présidente, si M. le rapporteur Ahmed Laaouej ne souhaite pas faire rapport, je vais donc commencer mon intervention.
Le sucre fait-il grossir? En tout cas, il a fait énormément grossir le patrimoine de la première fortune belge, celui de M. Éric Wittouck. En effet, ce dernier possédait les Sucreries de Tirlemont, qu'il avait héritées de générations antérieures et qu'il a revendues à une multinationale allemande pour, lui-même, devenir l'un des principaux actionnaires de Weight Watchers. Consécutivement à ses opérations économiques, sa fortune s'élève aujourd'hui à 10,8 milliards d'euros. Imaginez un travailleur qui serait payé au salaire moyen dont il verserait l'intégralité chaque mois sur un compte bancaire. Combien de temps lui faudrait-il pour atteindre le même patrimoine? Eh bien, cela lui prendrait 235 000 années!
Autre question: combien d'impôts M. Éric Wittouck paie-t-il sur cette fortune de 10,8 milliards d'euros? La réponse est: zéro euro, rien, nada! Par ailleurs, prenez un travailleur qui touche à peine 1 600 euros par mois: il commence déjà à payer de l'impôt sur son revenu. C'est pour changer cette injustice que nous avons élaboré cette proposition de loi. Elle contient ce que nous avons appelé une "taxe corona de solidarité sur les multimillionnaires", un impôt de crise sur les multimillionnaires qui s'inscrit dans la succession de crises que nous connaissons depuis celle du coronavirus, la guerre en Ukraine, la crise de l'énergie, l'explosion des prix alimentaires, etc.
Cette succession de crises appelait une réponse ciblée. C'est celle qui est contenue dans notre proposition.
Il faut savoir que, du côté syndical, la CSC revendique depuis des années l'introduction de l'impôt sur les grandes fortunes. Du côté de la FGTB, le président, M. Thierry Bodson déclarait fin mars: "Je pense qu'il faudrait une taxe sur les millionnaires, qui existe de façon pérenne, et si ce n'est pas possible, il faudrait au moins une taxe de relance sur les millionnaires de façon à capter les dix milliards nécessaires à la relance économique et aux investissements pour le climat." C'est exactement ce que nous proposons ici. Ce n'est pas une taxe annuelle sur les millionnaires, pour laquelle nous avons une autre proposition de loi. Ici, il s'agit bien d'une contribution unique ou one shot, comme on dit en bon français, de 5 % sur les patrimoines de plus de trois millions, ce qui donnerait un rendement de quinze milliards d'euros.
Le travail en commission a été assez intéressant et éclairant. Nous avons eu une série d'éclairages. Nous avons évidemment entendu, à la demande des partis de droite, d'éternels défenseurs des riches comme Me Typhanie Afschrift ou Karel Volckaert du think tank patronal Itinera. Nous avons également entendu l'ONG Oxfam qui a soutenu notre proposition la jugeant "souhaitable et exécutable en pratique". En outre, nous avons eu cette grande chance de pouvoir auditionner le célèbre économiste français Thomas Piketty, mondialement connu. Il a soutenu notre proposition et a estimé que les recettes escomptées "n'étaient pas exagérément optimistes".
Je dois dire que tant le Bureau fédéral du Plan que la Banque nationale et la Cour des comptes avaient décliné la demande de mesurer le rendement de notre taxe.
C'est alors que tel un cadeau tombé du ciel, un économiste des universités de Louvain et de Gand, Arthur Apostel, consacre une étude fouillée à la distribution des patrimoines de notre pays. Sur cette base, il a calculé le rendement de trois propositions, dont une qui fait l'objet d'une proposition de rejet aujourd'hui.
Nous avons beaucoup d'adversaires qui nous disent que nos estimations de rendement d'une taxe des millionnaires sont exagérées. Et là, surprise! Les calculs de M. Apostel concluent qu'une telle taxe pourrait engendrer un rendement supérieur à ce que nous avions nous-mêmes annoncé dans la proposition, à savoir un rendement supérieur à 15 milliards d'euros.
Son étude montre également que le fossé entre les riches et les pauvres est encore plus important qu'on ne le pensait. On sait qu'il l'est au niveau mondial via les études d'Oxfam et autres mais, en l'occurrence, il s'agit bien de la Belgique. La distribution des patrimoines par M. Apostel montre que le pourcent le plus riche de la population possède autant que les trois quarts les moins riches (74 % précisément).
Ce pourcent possède une fortune équivalente à 662 milliards, ce qui est plus que PIB de la Belgique, plus que ce que notre pays produit chaque année. C'est un montant astronomique! Je pense qu'il y a lieu de le faire contribuer au moins un petit peu aux efforts de la population!
Le patrimoine des plus fortunés connaît une croissance substantielle. Une autre donnée est le nombre de milliardaires en Belgique, qui est passé, selon les calculs du journaliste Ludwig Verduyn, d'une famille milliardaire en 2000 à 41 aujourd'hui! Ensemble, ces milliardaires possèdent un patrimoine total de plus de 100 milliards d'euros.
En commission, j'ai été le seul à voter pour cette proposition. Sans surprise, les partis de droite et d'extrême droite s'y sont opposés. Mais, plus étonnant, les groupes de gauche de la Vivaldi – le PS, Vooruit, Ecolo-Groen – ont également voté contre. Ils ne sont pourtant pas avares en déclarations pour faire contribuer les plus riches.
J'appelle donc les camarades à se ressaisir et à voter une nouvelle fois, cette fois-ci contre le rejet de la proposition, en prenant parti pour les 99 % plutôt que pour le 1 %.
La présidente: Plus personne ne peut prendre la parole.
Geen andere spreker mag het woord nemen.
Le vote sur la proposition de rejet de cette proposition de loi aura lieu ultérieurement.
De stemming over het voorstel tot verwerping van dit wetsvoorstel zal later plaatsvinden.
21.01 Wouter Raskin (N-VA): Mevrouw de minister, mijn excuses dat u in extremis in dit Parlement moet opdraven. Hier is natuurlijk maar één persoon verantwoordelijk, minister Gilkinet, want hij is de medeauteur van het vivaldiregeerakkoord, waarin een aantal grote ambities inzake verkeersveiligheid zijn opgenomen, zoals een sterke daling van het aantal verkeersdoden. Dat aantal zou gehalveerd moeten zijn tegen 2030. Hij geeft daartoe een forse aanzet door een aantal belangrijke werven te openen die in het regeerakkoord vermeld zijn. Het gaat over de invoering van het puntenrijbewijs, de herziening van de wegcode en de handhaving van het smartphonegebruik achter het stuur, een dossier dat vandaag voorligt. Veel collega’s hebben minister Gilkinet al regelmatig over dit dossier ondervraagd, zowel in de commissie als in de plenaire vergadering.
Ik vraag me soms af waarom ik zoveel energie in dit dossier blijf steken, want de antwoorden van minister Gilkinet komen altijd op hetzelfde neer en zijn in belangrijke mate te voorspellen. Hij start altijd met cijfers en statistieken die iedereen die een beetje met verkeersveiligheid te maken heeft allang kent. Dan verwijst hij in zijn gekende wollige taal naar ambities in het regeerakkoord. Uiteindelijk komt hij tot de conclusie dat hij aan oplossingen werkt.
In het begin van de legislatuur komt men daar nog mee weg, maar als de finish in zicht komt, wordt het een pak lastiger om zo vaag te blijven. Dan wordt het een beetje gênant om voortdurend te blijven herhalen dat men aan oplossingen werkt, terwijl men in die grote werven geen enkele stap voorwaarts zet.
Ongeveer een jaar geleden had ik het hier over hetzelfde onderwerp. De reden daarvoor was de commotie die was ontstaan over het toenmalige proefproject dat de minister mee gelanceerd had. Die commotie was terecht, omdat het duidelijk was en achteraf heel duidelijk werd dat de minister toen een loopje nam met het issue privacy. Bij het smartphonegebruik achter het stuur gaat het immers wel in grote mate maar niet uitsluitend over verkeersveiligheid, want het gaat onder andere ook over privacy.
Toen de minister en ik dit gesprek hadden, vond ik het bijzonder pijnlijk te moeten vaststellen dat hij op dat moment, in november 2022, blijkbaar niet op de hoogte was van de werkzaamheden die in onze commissie liepen. Al lang voor de commotie over het proefproject ontstond, waren wij immers in de commissie aan het werk aan twee wetsvoorstellen over hetzelfde thema, wetsvoorstellen van twee overigens zeer gewaardeerde collega’s.
De minister wist blijkbaar niet dat wij toen de heisa ontstond allang een heel interessante hoorzitting georganiseerd hadden, met tal van interessante sprekers. Onder de experts die uitgenodigd waren, waren de mensen van het COC, de privacywaakhond van de politie. Die hebben ons toen al, lang voor de heisa ontstond, gezegd: let op als u wetgevende initiatieven neemt en zorg ervoor dat het issue privacy grondig en juridisch onderbouwd is.
Ofwel was de minister niet erg geïnteresseerd in wat er in onze commissie gebeurt, ofwel ging hij er gewoon aan voorbij en sloeg hij het advies van het COC dus in de wind. Wat het ergste van de twee is, weet ik niet, mevrouw de minister, maar het staat vast dat er flink wat kritiek was op het toenmalige proefproject. Op het moment waarop er in de pers heisa ontstond, zei de minister nog steeds dat er geen privacyprobleem was. Meer nog, hij stelde op dat moment zelfs dat het proefproject er kwam in overleg met het COC.
U mag dat noemen zoals u wil, maar op een eenvoudige vraag antwoordde het COC dat het op dat moment het kabinet van de minister niet gezien of gehoord had. In ieder geval, ingehaald door de commotie op dat moment antwoordde de minister toen hier in de plenaire vergadering van november 2022 dat hij voor een nieuwe test zou gaan, een nieuw proefproject, waarbij er tussenkomst zou zijn van een beëdigd politieagent. Hij zou ook een externe expert vragen en die belasten met de opdracht een data protection impactanalyse uit te voeren, en hij zou opnieuw advies vragen aan het COC.
Voordat het verhaal gisteren of eergisteren weer in de media kwam, had ik al een opvolgvraag ingediend, mevrouw Khattabi, waarin ik onder andere aan minister Gilkinet vroeg of dat proefproject waarnaar hij in november 2022 verwees al van start was gegaan en of de resultaten al beschikbaar waren. Helaas weten we, na het lezen van de krant van gisteren of eergisteren, dat er geen sprake is van een proefproject en dat er bijgevolg ook geen resultaten beschikbaar zijn. Ik denk dat de andere vragen echter wel relevant blijven en ik kijk dan ook uit naar de antwoorden die u voor mij heeft.
Werd er intussen een data protection impactanalyse uitgevoerd? Wat zijn de bevindingen daarvan? Bestaan er intussen aldus afdoende waarborgen voor de privacy van de gecontroleerde bestuurders? Weet u of er ditmaal contact is geweest met het COC om een nieuw advies uit te brengen? Is dat effectief gebeurd? Hoe luidt dat advies dan?
Vorige keer was het proefproject gebaseerd op vaststelling middels onbemande automatisch werkende toestellen. Daarna zou het dus gaan over bemande toestellen. Hoe dan ook moet daar wettelijk ingrepen worden. Plant u deze legislatuur nog een initiatief? Zo ja, wanneer mogen we dat verwachten?
21.02 Frank Troosters (VB): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, collega’s, het werd al in grote mate samengevat. In 2021 hebben we in onze commissie uitgebreid wetgevend werk gedaan hieromtrent. We hebben toen met een wetsvoorstel een aanpassing, actualisering gedaan van de regelgeving inzake het verbod op het gebruik van elektronische communicatiemiddelen in het verkeer. In tegenstelling tot de voorbije week was de meerderheid toen wel nog bereid om mensen te raadplegen die daarvan kennis hebben. Er werden adviezen ingewonnen en er werd ook een hoorzitting georganiseerd.
Dat was een van de uitgebreidste dossiers in onze commissie, met zeer veel facetten. Er was een moreel en ideologisch facet. Het ging over technische zaken. Het ging ook over juridische zaken. Er werden toen veel opmerkingen gemaakt. Aan bepaalde opmerkingen werd tegemoetgekomen en aan andere niet. Ik verwijs bijvoorbeeld naar het centrum Centrex van de politie. Dat maakte toen een aantal opmerkingen. Een deel werd verholpen, maar het had ook twijfels met betrekking tot de terminologie en e handhaving.
Hetzelfde geldt voor de interessante uiteenzetting van professor Paul De Hert van de VUB. Hij doceert ook in het buitenland. Hij was zeer kritisch en vroeg zich af of wat wij deden wel nodig was en of wij het niet beter op een heel andere manier zouden moeten aanpakken. Hij vroeg zich eveneens af of het niet totaal disproportioneel was. Hij had ook juridische vragen, onder andere bij de proefprojecten. Hij had heel wat morele, principiële en ideologische vragen inzake privacy. Over die argumenten is gedebatteerd in onze commissie, maar ze zijn eigenlijk aan de kant geschoven.
Na veel vijven en zessen is er dan gestemd. De meerderheid, die toen nog beter aan elkaar hing, stemde voor. De oppositie, en dat geeft weer hoe uitgebreid het debat was, stemde heel verdeeld. Eén fractie steunde het, maar stelde bedenkingen te hebben. Vanwege dezelfde bedenkingen stemde een andere fractie tegen. Vlaams Belang zat een beetje in het midden. Uiteraard zijn wij voor verkeersveiligheid, maar wij hadden ook bedenkingen en dus hebben wij ons onthouden.
Dat geeft ook aan hoe uitgebreid en breed het debat was.
Een van de opmerkingen die ook gemaakt werden, was dat we hiermee een grote deur openzetten. We kunnen dan immers ook in de wagen beginnen rondkijken. Het gaat daarbij niet zozeer over het gsm-gebruik in de wagen, wat natuurlijk wel een echte killer is in het verkeer. Vias stelt dat immers ook: er zijn 4.500 ongevallen op jaarbasis en 50 dodelijke slachtoffers. Het grotere thema daarachter is echter afleiding. Er zijn echter nog andere zaken die afleiden. Als men dus kijkt naar de afleiding door de gsm, zet men de deur open om te kijken naar andere zaken die eveneens afleiden en dat wordt het een ander verhaal. Dat was dus een van de bedenkingen die daar gemaakt zijn. Uiteindelijk werden echter alle argumenten aan de kant geschoven en werd het goedgekeurd.
Minister Gilkinet heeft daarna gedaan waarin hij goed is: communiceren en beloftes maken. Hij beloofde dat hij proefprojecten zou uitrollen in vijf politiezones, twee in Vlaanderen, twee in Wallonië en een in Brussel. Nu vernemen we echter in de pers dat erover onenigheid is ontstaan en dat de proefprojecten mogelijk niet worden uitgerold.
Ik dacht toen aan alle argumenten die op tafel hebben gelegen. Als we de pers nu moeten geloven, zijn er partijen, waarvan minstens één binnen de meerderheid, die zeggen dat het eigenlijk allemaal niet proportioneel is. Zij komen nu dus met argumenten die aan de kant geschoven werden toen er gestemd werd. Dat verbaast mij natuurlijk.
Ik heb dan ook een aantal vragen voor de minister.
Wat is de huidige stand van zake inzake de uitrol van deze proefprojecten?
Klopt het dat er vivaldipartijen bezwaren geuit hebben? Welke partijen waren dat en welke argumenten haalden zij aan? Is dat in overeenstemming met de eerder gemaakte afspraken binnen de regering?
Werden er ook bezwaren geuit door externe instanties? Welke instanties waren dat?
Zal er toch nog een uitrol komen van die proefprojecten? Zo ja, waar en wanneer zal dat gebeuren? Welke initiatieven zal de minister daartoe nemen? Indien dat niet het geval zal zijn, is dat dan in overeenstemming met de eerder gemaakte belofte van de minister en met zijn doelstellingen en beleidsplannen inzake het terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers?
21.03 Minister Zakia Khattabi: Mijnheer Raskin, mijnheer Troosters, ik antwoord in naam van minister Gilkinet die verhinderd is door een Europese Raad. Minister Gilkinet heeft het hier al meermaals gezegd en ik zal het nogmaals herhalen in zijn naam: de strijd voor de verkeersveiligheid is een absolute prioriteit van zijn beleid, zoals ook is opgenomen in het regeerakkoord. De gedeelde ambitie van de regering is duidelijk en opgenomen in het federaal verkeersveiligheidsplan All for Zero, waarin we een einde maken aan de te hoge onveiligheid op onze wegen.
Afleiding achter het stuur is een voorname oorzaak en neemt vele vormen aan door de evolutie van nieuwe technologieën. Het is een van de drie grote killers in het verkeer, naast overdreven snelheid en rijden onder invloed van drugs en alcohol. Wat dat laatste betreft, verwijst minister Gilkinet naar een recente wijziging in geval van een alcoholcontrole. Voor de nieuwe generatie blaastoestellen is geen wachttijd meer nodig, waardoor de controles vereenvoudigd worden en de politie er meer kan uitvoeren. Minister Gilkinet heeft ook de drempel verlaagd van alcohol in het bloed vanaf wanneer het rijbewijs wordt ingetrokken. Een andere maatregel van het federaal verkeersveiligheidsplan All for Zero is inderdaad komaf maken met afleiding achter het stuur, onder andere door het gebruik van smartphones.
Het proefproject met slimme camera’s is, zoals al eerder werd gezegd, een evenwichtsoefening waarbij rekening moet worden gehouden met de privacy. Omdat is gebleken dat met de huidige regelgeving het geplande proefproject niet kan voldoen aan de basisvoorwaarden op het vlak van privacy, zal het project niet kunnen worden geïmplementeerd tijdens deze legislatuur. We bestuderen andere maatregelen in de strijd tegen afleiding achter het stuur, die vandaag verschillende vormen aanneemt in functie van de digitale evolutie.
Dat verhindert uiteraard niet dat er andere acties worden bestudeerd en geïmplementeerd in de strijd voor meer verkeersveiligheid. In de federale regering werken we verder aan de structurele aanpak van recidive, die verantwoordelijk is voor te veel verkeersslachtoffers. We kunnen daarvoor niet langer onze ogen sluiten. Met de gewesten werkt minister Gilkinet constructief samen aan een herziening van de wegcode met bijzondere aandacht voor de verkeersveiligheid en een beter evenwicht ten gunste van actieve weggebruikers.
Als beleidsmakers hebben we de verantwoordelijkheid om een eind te maken aan onveilige situaties op de openbare weg met als doel het aantal verkeersslachtoffers drastisch te verminderen. U kunt daarbij alvast blijven rekenen op onze ambitie en vooral vastberadenheid.
21.04 Wouter Raskin (N-VA): Mevrouw de minister, dank u voor uw zeer beknopt antwoord. Ik vind dat wel heel erg beknopt voor zo’n belangrijk dossier. U doet wellicht een beetje wat u van uw collega hebt geleerd: u probeert de vis te verdrinken met een aantal algemeenheden uit het regeerakkoord. U maakt opnieuw dezelfde analyse. Ik ga niet zeggen dat ik de analyse die jullie maken nooit deel. Dat is zeker niet altijd het geval, maar ik ga ook niet zeggen dat ik ze nooit deel. Ik vraag mij wel af hoelang het bij analyses blijft. Wanneer gaat u nu beleid voeren?
Gisteren verklaarde minister Gilkinet dat er nieuwe pistes onderzocht worden. U verklaart dat hier ook. Dat is allemaal goed en wel, maar wat is er het afgelopen jaar dan eigenlijk allemaal gebeurd? Vorig jaar in november zei minister Gilkinet dat hij aan de slag ging met een nieuw project en nieuwe omstandigheden. Nu komen we hier allemaal tot de conclusie dat het niet gaat lukken en dat we deze legislatuur zelfs niets meer moeten verwachten.
Dat is toch bijzonder pijnlijk, een partij, een minister die constant met verkeersveiligheid loopt te dwepen en die bijzonder weinig aflevert. Dat is niet alleen bijzonder pijnlijk voor iedereen die inzit met de verkeersveiligheid en iedereen die rechtstreeks of onrechtstreeks slachtoffer wordt in het verkeer, maar het is ook bijzonder pijnlijk voor een aantal goede collega’s die tot uw meerderheid behoren en die telkens moeten vaststellen dat hier niets van komt. U hebt het net gehoord, er gaat niets van komen.
Niet zo lang geleden ging het over het puntenrijbewijs. Ik weet niet welke vorm van puntenrijbewijs dat zou worden, want we hebben uiteindelijk nooit iets gezien in de commissie. Toen het puntenrijbewijs binnen de meerderheid werd afgeschoten, had iemand het over cynische sabotagepolitiek. Ik moest onmiddellijk denken aan de framingnota’s die uit het Open Vld-hoofdkwartier zijn gelekt. Blijkbaar kwam dat niet van Open Vld, maar gewoon uit uw eigen meerderheid. Dat geeft aan hoe pijnlijk het is voor die mensen die allemaal goedbedoeld hun steentje proberen bij te dragen aan meer verkeersveiligheid.
Het allerergste is dat we nergens toe komen, dat het bij aankondigingspolitiek blijft. Het is natuurlijk een zeer complex dossier. Het doel is de handhaving van smartphonegebruik achter het stuur, dat daadwerkelijk een killer in het verkeer is, mevrouw de minister. Daar hebt u gelijk in. We hebben ook nood aan een robuust juridisch kader dat de privacy garandeert, alsook de rechten van de verdediging. Dat is iets wat tijd vraagt en tijd hebt u niet. Daar bent u zelf achter gekomen, want u verbaast mij hier door te zeggen dat er deze legislatuur gewoon niets meer komt.
Ik wil u de schande besparen, mevrouw de minister, om straks te moeten zeggen dat de passage van een groene minister op Mobiliteit het verkeer er niet veiliger op gemaakt heeft. Daarom zal ik een motie indienen die vraagt dat de Kamer er bij minister Gilkinet op aandringt om alsnog, omdat het zo belangrijk is, een regeling uit te werken die smartphonegebruik achter het stuur bestrijdt, rekening houdend met de essentiële, belangrijke privacyaangelegenheden in dat dossier en de rechten van de verdediging.
21.05 Frank Troosters (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
U hebt het over allerlei zaken gehad, over recidivisme, over de Wegcode en over andere blaastoestellen, maar dat heeft allemaal niets met deze zaak te maken. Eigenlijk was er maar één zin die telde, het is gewoon juridisch niet in orde. Dat is het tegendeel van wat minister Gilkinet altijd beweerd heeft. Dit is dus weer een loze belofte van hem geweest. Hij heeft weer voor zijn beurt gesproken. Voor de rest komt er dus duidelijk niets meer van. Ik ben eerlijk gezegd blij dat u geen gebruik meer hebt gemaakt van de bijna 17 minuten spreektijd die u nog over had.
De voorzitster: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion, les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Wouter Raskin en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van de heren Wouter Raskin en Frank Troosters
en het
antwoord van de minister van Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en
Green Deal, namens de vice-eersteminister en minister van Mobiliteit,
- gelet
op de verkeersveiligheid in het algemeen en de handhaving van het verbod op het
gebruik van communicatietoestellen achter het stuur in het bijzonder;
- gelet
op de inschatting van het veiligheidsinstituut Vias dat het gebruik van
communicatietoestellen achter het stuur – en de afleiding die daarmee gepaard
gaat – in België jaarlijks verantwoordelijk is voor minstens
4.500 ongevallen met gewonden en 50 doden in het verkeer;
- gelet
op een proefproject dat Vias eind 2020 opzette om met behulp van slimme
camera’s en artificiële intelligentie overtredingen van het verbod op het
gebruik van communicatietoestellen achter het stuur vast te stellen, evenwel
zonder dat daarbij verkeersboetes werden uitgeschreven;
- gelet
op het navolgend vernietigend rapport van het COC naar aanleiding van voormeld proefproject
waarin duidelijk werd vastgesteld dat het proefproject flagrant de bepalingen
van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) schond;
- gelet
op het feit dat de vice-eersteminister vervolgens eind 2022, nieuwe
proefprojecten aankondigde waarbij wél verkeersboetes zouden worden
uitgeschreven en waarbij de vice-eersteminister zich sterk maakte in voldoende
basis te voorzien om wél aan de vereisten van de AVG te voldoen, via een
gegevensbescherming-impactanalyse én een nieuw advies van het COC;
- gelet
op de weerstand binnen de regering, volgens de pers vooral van de partij van de
eerste minister nota bene, om in een degelijk kader voor die proefprojecten te
voorzien;
- vaststellende
dat in heel wat andere landen, zoals Nederland, handhaving van het verbod op
het gebruik van communicatietoestellen met behulp van slimme camera’s en
artificiële intelligentie al lang wettelijk geregeld én van kracht is;
vraagt de
regering
alsnog
een oplossing uit te werken om de handhaving van het verbod op het gebruik van
communicatietoestellen achter het stuur te verbeteren, weliswaar met voldoende
waarborgen op het vlak van gegevensbescherming, privacy en de rechten van
verdediging."
Une motion de recommandation a été déposée par M. Wouter Raskin et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de
MM. Wouter Raskin et Frank Troosters
et la réponse de la ministre du Climat, de
l'Environnement, du Développement durable et du Green Deal, au nom du
vice-premier ministre et ministre de la Mobilité,
- eu égard à la sécurité routière en général et au contrôle du respect de l'interdiction d'utiliser des appareils de communication au volant en particulier;
- vu l'estimation réalisée par l'institut Vias selon laquelle l'utilisation d'appareils de communication au volant et la distraction consécutive à cette utilisation sont responsables d'au moins 4 500 accidents avec blessés et 50 morts dans la circulation par an en Belgique;
- vu le projet pilote mis en place par Vias fin 2020 visant à constater les infractions à l'interdiction d'utiliser des appareils de communication au volant grâce à des caméras intelligentes et à l'intelligence artificielle, sans pour autant que des amendes routières soient infligées;
- vu le rapport accablant du COC faisant suite au projet pilote susmentionné, dans lequel il était clairement indiqué que ce projet pilote violait de manière flagrante les dispositions du Règlement général sur la protection des données (RGPD);
- étant donné qu'ensuite, fin 2022, le vice-premier ministre a annoncé de nouveaux projets pilotes dans le cadre desquels des amendes routières seraient bel et bien infligées, le vice-premier ministre se targuant de fournir une base suffisante pour satisfaire aux exigences du RGPD, au travers d'une analyse d'incidence sur la protection des données et d'un nouvel avis du COC;
- vu les réticences à fournir un cadre solide pour ces projets pilotes exprimées au sein du gouvernement et - soit dit en passant et à en croire la presse – surtout par le parti du premier ministre;
- constatant que, dans de nombreux autres pays, notamment les Pays-Bas, le contrôle du respect de l'interdiction d'utiliser des appareils de communication au volant grâce à des caméras intelligentes et à l'intelligence artificielle est déjà ancré dans la législation et appliqué depuis longtemps;
demande au gouvernement
-de mettre au point une solution permettant d'améliorer le contrôle du respect de l'interdiction d'utiliser des appareils de communication au volant, certes avec des garanties suffisantes sur les plans de la protection des données, du respect de la vie privée et des droits de la défense."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Maggie De Block en Melissa Depraetere en de heren Gilles
Vanden Burre, Ahmed Laaouej, Servais Verherstraeten en Philippe Goffin.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Maggie De Block et Melissa Depraetere et MM. Gilles Vanden Burre, Ahmed Laaouej, Servais Verherstraeten et Philippe Goffin.
21.06 Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la présidente, nous demandons l'urgence pour le
vote de cette motion. (Assentiment)
La présidente: Merci madame de Laveleye.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 20 septembre 2023, je vous propose de désigner M. Roberto D’Amico en qualité de président de la commission de la Santé et de l'Égalité des chances.
(art. 19,
n°3, al. 3., Rgt)
Overeenkomstig het advies van de Conferentie
van voorzitters van 20 september 2023 stel ik u voor de heer Roberto D’Amico
aan te wijzen als voorzitter van de commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen.
(art. 19, nr. 3, derde lid,
Rgt)
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Par courrier 1er août 2023, M. Jacques Germeaux communique sa démission avec effet immédiat en qualité de membre effectif néerlandophone (médecin) du Conseil central de surveillance pénitentiaire.
Bij brief van 1 augustus 2023 deelt de heer Jacques Germeaux zijn ontslag met onmiddellijke ingang mede in de hoedanigheid van Nederlandstalig effectief lid (arts) van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen.
Conformément à l'article 24,§ 7, alinéa 3, de la loi de principes du 12 janvier 2005 concernant l'administration pénitentiaire ainsi que le statut juridique des détenus, le membre dont le mandat prend fin avant expiration du délai de cinq ans est remplacé par son suppléant pour la durée restante du mandat.
Overeenkomstig artikel 24, § 7, derde lid, van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, wordt het lid wiens mandaat een einde neemt voor het verstrijken van de termijn van vijf jaar, voor de resterende duur van het mandaat vervangen door zijn plaatsvervanger.
La procédure pour la nomination du membre suppléant de M. Jacques Germeaux est en cours.
De procedure voor de benoeming van het plaatsvervangend lid van de heer Jacques Germeaux is lopende.
En outre, le mandat des membres du CCSP expire le 23 avril 2024, à l'exception du mandat de M. Bart De Temmerman (N) et de son suppléant, qui échoit le 16 novembre 2026, et de Mme Fiorella Brusco (F) et de sa suppléante, qui échoit le 6 décembre 2027.
Tevens verstrijkt het mandaat van de leden van de CTRG op 23 april 2024, uitgezonderd het mandaat van de heer Bart De Temmerman (N) en zijn plaatsvervanger, dat verstrijkt op 16 november 2026, en van mevrouw Fiorella Brusco (F) en haar plaatsvervanger, dat verstrijkt op 6 december 2027.
Conformément à l'article 24, § 1, premier alinéa, de la loi de principes du 12 janvier 2005 concernant l'administration pénitentiaire ainsi que le statut juridique des détenus, le CCSP se compose de 12 membres effectifs (6F + 6N) et de 12 membres suppléants (6F + 6N) qui sont nommés par la Chambre à la majorité des deux tiers des suffrages émis.
Overeenkomstig artikel 24, § 1, eerste lid, van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden bestaat de CTRG uit 12 effectieve (6N + 6F) en 12 plaatsvervangende (6N + 6F) leden die door de Kamer worden benoemd met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen.
Vu que les mandats de M. Bart De Temmerman (N), de Mme Fiorella Brusco (F) et de leur suppléant respectif n'échoient pas encore, la Chambre doit donc procéder à la nomination de 10 membres effectifs (5F + 5N) et 10 membres suppléants (5F + 5N).
Aangezien de mandaten van de heer Bart De Temmerman (N), mevrouw Fiorella Brusco (F) en hun respectievelijke plaatsvervangers nog niet verstrijken, dient de Kamer dus over te gaan tot de benoeming van 10 effectieve leden (5N + 5F) en 10 plaatsvervangende leden (5N + 5F).
Le Conseil compte parmi ses membres effectifs et suppléants au moins deux membres francophones et deux membres néerlandophones titulaires d'un diplôme de master en droit, dont au minimum un membre francophone et un membre néerlandophone magistrats du siège, et un médecin francophone et un médecin néerlandophone.
De Raad telt onder haar effectieve en plaatsvervangende leden ten minste twee Nederlandstalige en twee Franstalige leden die houder zijn van een diploma master in de rechten, waaronder minstens één Nederlandstalige en één Franstalige magistraat van de zetel, en één Nederlandstalige en één Franstalige arts.
Vu que M. Bart De Temmerman est magistrat du siège et que Mme Fiorella Brusco est médecin, la Chambre n'est actuellement pas tenue de nommer un magistrat néerlandophone et un médecin francophone.
Aangezien de heer Bart De Temmerman magistraat van de zetel is en mevrouw Fiorella Brusco arts, is de Kamer momenteel niet verplicht een Nederlandstalige magistraat van de zetel en een Franstalige arts te benoemen.
La Chambre doit désigner parmi les membres
effectifs un bureau qui se compose de deux membres francophones et de deux
membres néerlandophones, dont au moins un membre par rôle linguistique est
titulaire d'un diplôme en droit. Ces membres exercent leurs fonctions à temps plein.
De Kamer dient onder de effectieve leden een
bureau aan te wijzen, bestaande uit twee Nederlandstalige en twee Franstalige
leden, waarvan minstens één lid per taalrol houder is van een diploma in de
rechten. Deze leden oefenen
hun ambt voltijds uit.
M. Bart De Temmerman est actuellement membre du Bureau et titulaire d'un diplôme en droit.
De heer Bart De Temmerman is momenteel lid van het Bureau en houder van een diploma in de rechten.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 13 septembre 2023, je vous propose de publier un appel à candidats au Moniteur belge pour les mandats vacants de membre du Conseil central de surveillance pénitentiaire.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 13 september 2023 stel ik u voor een oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken voor de vacante mandaten van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Conformément à la décision de la séance plénière du 8 juin 2023, un appel à candidats a été publié au Moniteur belge du 27 juin 2023 pour le mandat de membre suppléant néerlandophone du conseil d'administration de l'Institut des droits humains pour la catégorie 'Monde judiciaire'.
Overeenkomstig de beslissing van de plenaire vergadering van 8 juni 2023 verscheen in het Belgisch Staatsblad van 27 juni 2023 een oproep tot kandidaten voor het mandaat van Nederlandstalig plaatsvervangend lid van de raad van bestuur van het Mensenrechteninstituut voor de categorie 'Gerechtelijke wereld'.
Aucune candidature n'a été introduite.
Er werden geen kandidaturen ingediend.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 13 septembre 2023, je vous propose de publier un nouvel appel à candidats au Moniteur belge pour ce mandat.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 13 september 2023 stel ik u voor een nieuwe oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken voor dit mandaat.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Conformément à la décision de la séance plénière du 22 juin 2023, un appel à candidats a été publié au Moniteur belge du 29 juin 2023 pour le mandat de second membre suppléant néerlandophone du Comité permanent de contrôle des services de renseignement et de sécurité (Comité R).
Overeenkomstig de beslissing van de plenaire vergadering van 22 juni 2023 werd in het Belgisch Staatsblad van 29 juni 2023 een oproep tot kandidaten voor het mandaat van tweede Nederlandstalig plaatsvervangend lid van het Vast Comité van Toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Comité I) bekendgemaakt.
Aucune candidature n'a été introduite.
Er werden geen kandidaturen ingediend.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 20 septembre 2023, je vous propose de publier au Moniteur belge un nouvel appel à candidats pour le mandat de second membre suppléant néerlandophone du Comité R.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 20 september 2023 stel ik u voor een nieuwe oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken voor het mandaat van tweede Nederlandstalig plaatsvervangend lid van het Comité I.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Les membres effectifs de la Commission de contrôle euthanasie ont été nommés par arrêté royal du 25 juin 2023 sur base d'une liste présentée par la Chambre des représentants au cours de sa séance plénière du 9 février 2023.
De effectieve leden van de Controlecommissie euthanasie werden bij koninklijk besluit van 25 juni 2023 benoemd op basis van een lijst die door de Kamer van volksvertegenwoordigers werd voorgedragen tijdens haar plenaire vergadering van 9 februari 2023.
La Chambre doit à présent procéder à la présentation d'une deuxième liste pour la nomination des membres suppléants.
De Kamer dient thans over te gaan tot de voordracht van een tweede lijst voor de benoeming van de plaatsvervangende leden.
Les candidatures pour les mandats de membre suppléant francophone pour la catégorie 'chargé de cours ou professeur (émérite) en médecine' et de membre suppléant néerlandophone de sexe féminin ont été introduites en nombre insuffisant pour pouvoir procéder à l'établissement d'une deuxième liste de membres suppléants.
Er werden onvoldoende kandidaturen ingediend voor de mandaten van Franstalig plaatsvervangend lid voor de categorie 'docent of (emeritus) hoogleraar in de geneeskunde' en van vrouwelijk Nederlandstalig plaatsvervangend lid om over te kunnen gaan tot het opstellen van de tweede lijst van de plaatsvervangende leden.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 13 septembre 2023, je vous propose de publier au Moniteur belge un nouvel appel à candidats pour les mandats de membre suppléant francophone pour la catégorie 'chargé de cours ou professeur (émérite) en médecine' et de membre suppléant néerlandophone de sexe féminin de la Commission de contrôle euthanasie.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 13 september 2023 stel ik u voor een nieuwe oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken voor de mandaten van Franstalig plaatsvervangend lid voor de categorie 'docent of (emeritus) hoogleraar in de geneeskunde' en van vrouwelijk Nederlandstalig lid van de Controlecommissie euthanasie.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant des dispositions diverses en matière sociale, n° 3495/1.
De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, nr. 3495/1.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
Ik geef
het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
27.01 Minister Zakia Khattabi: Mevrouw de voorzitster, de in het wetsontwerp opgenomen bepaling behandelt diverse aspecten van de gegevensverwerking die gekoppeld zijn aan de aanvraag die de werkgever moet indienen om de werkhervattingspremie te kunnen ontvangen. Als datum van inwerkingtreding wordt 1 april 2023 voorzien. Deze datum van inwerkingtreding stemt overeen met de datum van inwerkingtreding van de maatregel die in de programmawet van 26 december 2022 is opgenomen. Het is dus uiterst dringend om een afdoend wettelijk kader voor deze gegevensverwerking te voorzien omdat het sinds 3 juli 2023 voor de werkgevers effectief mogelijk is om aanvragen tot toekenning van de werkhervattingspremie in te dienen. De eerste aanvragen in juli 2023 zijn mogelijk omdat om aanspraak te kunnen maken op de werkhervattingspremie de werkzaamheid, verricht met de toelating van de adviserend arts, die het recht op de werkhervattingspremie opent immers pas ten vroegste op 1 april 2023 mag aanvangen en deze tewerkstelling gedurende drie maanden verricht moet zijn.
Madame la présidente, est-il nécessaire que je justifie l'urgence étant donné que personne n'écoute?
La présidente:
J'ai en effet l'impression que pas grand monde n'écoute. Vous pouvez tout à fait écourter.
27.02 Minister Zakia Khattabi: Het ontwerp van koninklijk besluit ter uitvoering van die wettelijke bepalingen is in een verregaand stadium van voorbereiding. De reglementaire basis is immers dringend nodig om alle betrokken instanties tijdig de kans te geven zich voor te bereiden op de implementatie van dit totaal nieuwe stelsel. Daarbij is het belangrijk dat zowel de dienstverleners als het RIZIV tijdig weten hoe de regeling er precies zal uitzien, bijvoorbeeld welke informatie op welk moment moet worden overgemaakt, teneinde de nodige informaticaprogramma’s op te stellen.
La présidente:
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u
voor om ons over deze vraag uit te spreken.
L'urgence
est adoptée par assis et levé.
De urgentie
wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi modifiant la loi du 26 juin 1963 créant un Ordre des architectes en ce qui concerne l’organisation des élections, n° 3530/1.
De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 26 juni 1963 tot instelling van een orde van architecten wat de organisatie van de verkiezingen betreft, nr. 3530/1.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
Ik geef
het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
27.03 Zakia Khattabi , ministre: Le projet est essentiel pour assurer la sécurité juridique des élections prévues le 10 octobre prochain, puisque le projet précise quels sont les finalités du traitement des données, le responsable du traitement et la durée maximale de conservation des données. De même, l’organe de recours pour contester le résultat des élections des différents conseils de l’Ordre est désormais mentionné dans la loi.
La présidente:
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u
voor om ons over deze vraag uit te spreken.
L'urgence
est adoptée par assis et levé.
De urgentie
wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi modifiant la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail en matière de risques aggravés, n° 3566/1.
De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot wijziging van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 betreffende de verzwaarde risico’s, nr. 3566/1.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
Ik geef
het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
27.04 Zakia Khattabi, ministre: C'est la loi du 28 février 2002 portant dispositions diverses en matière sociale qui introduit la possibilité pour Fedris d'exécuter la perception de la contribution forfaitaire à la place des instituts de prévention, avec pour objectif que Fedris puisse recourir aux services du SPF Finances pour récupérer les contributions forfaitaires non payées et évaluer après trois ans quelle méthode est la plus efficiente pour éventuellement la généraliser.
En pratique, les créances transmises depuis au SPF Finances n'ont pas encore pu être récupérées parce qu'elles doivent avoir un caractère de créances publiques. Les modifications proposées lui donnent ce caractère public et vont donc permettre d'enfin mettre en application la mesure votée par la Chambre début 2022.
La présidente:
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u
voor om ons over deze vraag uit te spreken.
L'urgence
est adoptée par assis et levé.
De urgentie
wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi modifiant la loi du 10 mai 2015 relative à l'exercice des professions des soins de santé, n° 3562/1.
De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, nr. 3562/1.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
Ik geef
het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
27.05 Minister Zakia Khattabi: Mevrouw de voorzitster, de toekenning van de urgentie wordt gemotiveerd door het feit dat het wetsontwerp de apothekers die werkzaam zijn in een voor het publiek toegankelijke apotheek machtigt om het vaccin tegen de seizoensgriep toe te dienen, zoals al het geval is voor het vaccin tegen SARS-COVID-19. Aangezien de Hoge Gezondheidsraad heeft geadviseerd om de beide vaccins samen en tegelijkertijd aan te bieden, is het absoluut noodzakelijk dat dit ontwerp op 1 oktober 2023 in werking treedt. De werking ervan zal ophouden op 31 december 2023.
La présidente: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u
voor om ons over deze vraag uit te spreken.
L'urgence
est adoptée par assis et levé.
De urgentie
wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je
considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je
renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
(art. 75, n° 5,
Rgt)
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de
inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het
Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden. (art. 75, nr. 5, Rgt)
Pas d'observation? (Non)
Il en sera
ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt
besloten.
Demande d'urgence
De voorzitster: Mijnheer De Roover, u vraagt de urgentie voor wetsvoorstel nr. 3579 met het oog op een permanent verlaagd btw-tarief voor de afbraak en de heropbouw van de eigen en enige woning.
28.01 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, collega’s, zoals u allen weet, heeft de regering in het kader van de coronamaatregelen beslist om de btw op afbraak en heropbouw van de eigen en enige woning te verlagen van 21 % naar 6 %. Die maatregel loopt af op 31 december van dit jaar. Dat betekent dat we, als we daaraan iets willen doen, ons moeten haasten.
Deze aangelegenheid is voor veel mensen, vaak jonge mensen, een zaak van heel snel duizenden euro's, waarop ze heel weinig controle hebben in functie van de haalbaarheid van die datum van 31 december.
Tot onze tevredenheid weten we dat bijvoorbeeld de minister van Financiën, en ik vermoed dus ook zijn fractie, een warme voorstander is van het verlengen van die maatregel. Wij willen hem en zijn fractie de kans geven om de sympathie voor dat voorstel te uiten. Natuurlijk zijn ook de andere fracties uitgenodigd om deze urgentie te steunen.
La présidente:
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u
voor om ons over deze vraag uit te spreken.
Het voorstel wordt bij zitten en opstaan verworpen.
La proposition est rejetée par assis et levé.
28.02 Catherine Fonck (Les Engagés): Madame la présidente, Georges Dallemagne assurera le pairage pour Wouter De Vriendt et adaptera son vote en conséquence. Quant à moi, j'assurerai le pairage pour Christophe Lacroix et adapterai mon vote en conséquence.
28.03 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Madame la présidente, nous assurerons le pairage pour Mme Chanelle Bonaventure et j'en profite pour la féliciter pour la naissance de son bébé. Mme Maria Vindevoghel adaptera son vote en conséquence.
La présidente: Merci, mesdames.
Ces
interpellations ont été développées en séance plénière de ce jour.
Deze
interpellaties werden gehouden in plenaire vergadering
van heden.
Deux motions
ont été déposées (MOT n° 454/1):
- une
motion de recommandation a été déposée par M. Wouter Raskin;
- une
motion pure et simple a été déposée par Mmes Maggie
De Block et Melissa Depraetere et MM. Gilles Vanden Burre, Ahmed Laaouej, Servais
Verherstraeten et Philippe Goffin.
Twee
moties werden ingediend (MOT nr. 454/1):
- een
motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Wouter Raskin;
- een
eenvoudige motie werd ingediend door de dames Maggie
De Block et Melissa Depraetere en de heren Gilles Vanden Burre, Ahmed
Laaouej, Servais Verherstraeten en Philippe Goffin.
La motion
pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de
eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in
stemming.
Quelqu'un
demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt
iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Début du vote / Begin van de stemming.
Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken?
Fin du vote / Einde
van de stemming.
Résultat du vote /
Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
79 |
Oui |
Nee |
50 |
Non |
Onthoudingen |
3 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
La motion
pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est
caduque.
De
eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
114 |
Oui |
Nee |
17 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement.
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht.
Stemming over amendement nr. 28 van Frieda
Gijbels cs op artikel 12.(3264/11)
Vote sur l'amendement n° 28 de Frieda Gijbels
cs à l'article 12.(3264/11)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote
3) |
||
Ja |
50 |
Oui |
Nee |
79 |
Non |
Onthoudingen |
3 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 34 van Frieda
Gijbels cs op artikel 12.(3264/11)
Vote sur l'amendement n° 34 de Frieda Gijbels
cs à l'article 12.(3264/11)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 3)
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En
conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 26 van Frieda
Gijbels cs op artikel 12.(3264/11)
Vote sur l'amendement n° 26 de Frieda Gijbels
cs à l'article 12.(3264/11)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 3)
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En
conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 19 van
Catherine Fonck op artikel 12.(3264/11)
Vote sur l'amendement n° 19 de Catherine Fonck
à l'article 12.(3264/11)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
50 |
Oui |
Nee |
78 |
Non |
Onthoudingen |
3 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 21 van
Catherine Fonck op artikel 12.(3264/11)
Vote sur l'amendement n° 21 de Catherine Fonck
à l'article 12.(3264/11)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 4)
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En
conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 32 van Gitta
Vanpeborgh cs op artikel 12.(3264/11)
Vote sur l'amendement n° 32 de Gitta Vanpeborgh
cs à l'article 12.(3264/11)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote
5) |
||
Ja |
111 |
Oui |
Nee |
17 |
Non |
Onthoudingen |
4 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
Bijgevolg is het amendement aangenomen.
En conséquence, l'amendement est adopté.
Nous ne pourrons donc pas voter sur l'ensemble du projet.
Stemming over amendement nr. 23 van
Catherine Fonck op artikel 12.(3264/11)
Vote sur l'amendement n° 23 de Catherine Fonck
à l'article 12.(3264/11)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote
6) |
||
Ja |
50 |
Oui |
Nee |
79 |
Non |
Onthoudingen |
3 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 12, zoals geamendeerd, aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 12, ainsi qu'amendé, est adopté.
Stemming over amendement nr. 35 van Frieda
Gijbels cs op artikel 13.(3264/11)
Vote sur l'amendement n° 35 de Frieda Gijbels
cs à l'article 13.(3264/11)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote
7) |
||
Ja |
49 |
Oui |
Nee |
79 |
Non |
Onthoudingen |
3 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 27 van Frieda
Gijbels cs op artikel 13.(3264/11)
Vote sur l'amendement n° 27 de Frieda Gijbels
cs à l'article 13.(3264/11)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 7)
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En
conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 20 van
Catherine Fonck op artikel 13.(3264/11)
Vote sur l'amendement n° 20 de Catherine Fonck
à l'article 13.(3264/11)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote
8) |
||
Ja |
50 |
Oui |
Nee |
79 |
Non |
Onthoudingen |
3 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 22 van
Catherine Fonck op artikel 13.(3264/11)
Vote sur l'amendement n° 22 de Catherine Fonck
à l'article 13.(3264/11)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 8)
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En
conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 33 van Gitta
Vanpeborgh cs op artikel 13.(3264/11)
Vote sur l'amendement n° 33 de Gitta Vanpeborgh
cs à l'article 13.(3264/11)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 9) |
||
Ja |
111 |
Oui |
Nee |
17 |
Non |
Onthoudingen |
4 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
Bijgevolg is het amendement aangenomen.
En conséquence, l'amendement est adopté.
Stemming over amendement nr. 29 van Frieda
Gijbels cs op artikel 13.(3264/11)
Vote sur l'amendement n° 29 de Frieda Gijbels
cs à l'article 13.(3264/11)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote
10) |
||
Ja |
50 |
Oui |
Nee |
78 |
Non |
Onthoudingen |
3 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 24 van
Catherine Fonck op artikel 13.(3264/11)
Vote sur l'amendement n° 24 de Catherine Fonck
à l'article 13.(3264/11)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote
11) |
||
Ja |
50 |
Oui |
Nee |
77 |
Non |
Onthoudingen |
3 |
Abstentions |
Totaal |
130 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 13, zoals geamendeerd, aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 13, tel qu'amendé, est adopté.
Stemming over amendement nr. 25 van
Catherine Fonck tot invoeging van een artikel 13/1 (n).(3264/11)
Vote sur l'amendement n° 25 de Catherine Fonck
tendant à insérer un article 13/1 (n).(3264/11)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 11)
Bijgevolg is
het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Nous reportons le vote sur l'ensemble du projet de loi à la semaine prochaine.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Début du vote /
Begin van de stemming.
Tout le
monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem
nagekeken?
Fin du vote /
Einde van de stemming.
Résultat du vote
/ Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 12) |
||
Oui |
96 |
Ja |
Non |
35 |
Nee |
Abstentions |
0 |
Onthoudingen |
Total |
131 |
Totaal |
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de loi n° 3339/1 est donc rejetée.
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het wetsvoorstel nr. 3339/1 is dus verworpen.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Début du vote /
Begin van de stemming.
Tout le
monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem
nagekeken?
Fin du vote /
Einde van de stemming.
Résultat du vote
/ Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 13) |
||
Oui |
116 |
Ja |
Non |
12 |
Nee |
Abstentions |
1 |
Onthoudingen |
Total |
129 |
Totaal |
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de loi n° 1169/1 est donc rejetée.
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het wetsvoorstel nr. 1169/1 is dus verworpen.
Raison d'abstention? (Non)
Reden van
onthouding? (Nee)
Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 28 septembre 2023 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 28 september 2023 om 14.15 uur.
La séance est levée à 19 h 47.
De vergadering wordt gesloten om 19.47 uur.
L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 55
PLEN 259 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 55 PLEN
259 bijlage. |
DETAIL
DES VOTES NOMINATIFS
|
DETAIL
VAN DE NAAMSTEMMINGEN
|
|
|
Vote
nominatif - Naamstemming: 001
Oui |
079 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet
Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel,
Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile,
Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge
Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky,
Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal,
Flahaut André, Gabriëls Katja, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence,
Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert
Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Marghem Marie-Christine,
Mariage Louis, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît,
Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick,
Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent,
Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric,
Tillieux Eliane, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris,
Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh
Gitta, Vanrobaeys Anja, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Vicaire
Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Non |
050 |
Nee |
Anseeuw
Björn, Arens Josy, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Bury Katleen, Buysrogge Peter,
Claes Mieke, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto,
Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De
Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen
Marijke, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul,
Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Merckx Sofie,
Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin
Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen,
Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van
Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van
Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter
Abstentions
|
003 |
Onthoudingen |
Dallemagne
Georges, Fonck Catherine, Vindevoghel Maria
Vote
nominatif - Naamstemming: 002
Oui |
114 |
Ja |
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke
Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe,
Boukili Nabil, Briers Jan, Bruyère Robin, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter,
Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel,
Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Daems Greet, Dallemagne
Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume,
De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon
Franky, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick,
De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal,
Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid,
Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers
Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame,
Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian,
Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Matz Vanessa, Merckx
Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle
Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin
Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence,
Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya,
Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline,
Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt
Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles,
Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh
Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verhaert
Marianne, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Wilmès
Sophie, Zanchetta Laurence
Non |
017 |
Nee |
Bury Katleen, Creyelman Steven, Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 003
Oui |
050 |
Ja |
Anseeuw Björn, Arens Josy, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter
Non |
079 |
Nee |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Abstentions |
003 |
Onthoudingen |
Dallemagne Georges, Fonck Catherine, Vindevoghel Maria
Vote nominatif - Naamstemming: 004
Oui |
050 |
Ja |
Anseeuw Björn, Arens Josy, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter
Non |
078 |
Nee |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Abstentions |
003 |
Onthoudingen |
Dallemagne Georges, Fonck Catherine, Vindevoghel Maria
Vote nominatif - Naamstemming: 005
Oui |
111 |
Ja |
Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Bruyère Robin, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Non |
017 |
Nee |
Bury Katleen, Creyelman Steven, Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter
Abstentions |
004 |
Onthoudingen |
Arens Josy, Dallemagne Georges, Fonck Catherine, Matz Vanessa
Vote nominatif - Naamstemming: 006
Oui |
050 |
Ja |
Anseeuw Björn, Arens Josy, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter
Non |
079 |
Nee |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Abstentions |
003 |
Onthoudingen |
Dallemagne Georges, Fonck Catherine, Vindevoghel Maria
Vote nominatif - Naamstemming: 007
Oui |
049 |
Ja |
Anseeuw Björn, Arens Josy, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter
Non |
079 |
Nee |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Abstentions |
003 |
Onthoudingen |
Dallemagne Georges, Fonck Catherine, Vindevoghel Maria
Vote nominatif - Naamstemming: 008
Oui |
050 |
Ja |
Anseeuw Björn, Arens Josy, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter
Non |
079 |
Nee |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Abstentions |
003 |
Onthoudingen |
Dallemagne Georges, Fonck Catherine, Vindevoghel Maria
Vote nominatif - Naamstemming: 009
Oui |
111 |
Ja |
Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Bruyère Robin, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Non |
017 |
Nee |
Bury Katleen, Creyelman Steven, Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter
Abstentions |
004 |
Onthoudingen |
Arens Josy, Dallemagne Georges, Fonck Catherine, Matz Vanessa
Vote nominatif - Naamstemming: 010
Oui |
050 |
Ja |
Anseeuw Björn, Arens Josy, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter
Non |
078 |
Nee |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Abstentions |
003 |
Onthoudingen |
Dallemagne Georges, Fonck Catherine, Vindevoghel Maria
Vote nominatif - Naamstemming: 011
Oui |
050 |
Ja |
Anseeuw Björn, Arens Josy, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter
Non |
077 |
Nee |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Abstentions |
003 |
Onthoudingen |
Dallemagne Georges, Fonck Catherine, Vindevoghel Maria
Vote nominatif - Naamstemming: 012
Oui |
096 |
Ja |
Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Bruyère Robin, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Non |
035 |
Nee |
Anseeuw Björn, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Creyelman Steven, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 013
Oui |
116 |
Ja |
Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Leoni Leslie, Leysen Christian, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Matz Vanessa, Metsu Koen, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Non |
012 |
Nee |
Boukili Nabil, Bruyère Robin, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Vuyst Steven, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Reuter Florence, Van Hees Marco
Abstentions |
001 |
Onthoudingen |
Vindevoghel Maria