Plenumvergadering |
Séance
plénière |
van Donderdag 3 oktober 2024 Namiddag ______ |
du Jeudi 3 octobre 2024 Après-midi ______ |
De vergadering wordt geopend om 14.17 uur en voorgezeten door de heer Peter De Roover, voorzitter.
La séance est ouverte à 14 h 17 et présidée par M. Peter De Roover, président.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance
est ouverte.
Een reeks
mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kunt
die terugvinden op de webstek van de Kamer en in het integraal verslag van deze
vergadering of in de bijlage ervan.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le compte rendu intégral de cette séance ou son annexe.
Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Alexander De Croo.
Artikel 59 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen bepaalt dat een lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers dat gekozen wordt tot lid van de Vlaamse regering, van de Waalse regering of van de Franse Gemeenschapsregering onmiddellijk ophoudt zitting te hebben en zijn mandaat weer opneemt wanneer zijn ambt van minister een einde neemt.
L'article 59 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles dispose que le membre de la Chambre des représentants élu membre du gouvernement wallon, du gouvernement de la Communauté française ou du gouvernement flamand, cesse immédiatement de siéger et reprend son mandat lorsque ses fonctions de ministre prennent fin.
Artikel 1bis van de wet van 6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en ontzeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers en ministers van Staat, alsmede de leden en gewezen leden van de wetgevende Kamers bepaalt dat een lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers dat ophoudt zitting te hebben ten gevolge van zijn benoeming tot minister of staatssecretaris van de federale regering of zijn verkiezing tot minister of staatssecretaris van een gewest- of gemeenschapsregering wordt vervangen door de eerst in aanmerking komende opvolger van de lijst waarop hij gekozen is.
L'article 1bis de la loi du 6 août 1931 établissant des incompatibilités et interdictions concernant les ministres, anciens ministres et ministres d'État, ainsi que les membres et anciens membres des Chambres législatives dispose que le membre de la Chambre des représentants qui cesse de siéger par suite de sa nomination en qualité de ministre ou de secrétaire d'État du gouvernement fédéral ou par suite de son élection en qualité de ministre ou de secrétaire d'État d'un gouvernement régional ou communautaire, est remplacé par le premier suppléant en ordre utile de la liste sur laquelle il a été élu.
Wij gaan vandaag over tot de toelating en de eedaflegging van de volgende opvolger:
De heer Axel Weydts, opvolger op de Vooruitlijst van de kieskring West-Vlaanderen, ter vervanging van mevrouw Melissa Depraetere.
Aujourd’hui nous procédons à l'admission et à la prestation de serment du suppléant suivant:
M. Axel Weydts, suppléant de la liste Vooruit de la circonscription électorale de Flandre occidentale, en remplacement de Mme Melissa Depraetere.
De geloofsbrieven van deze opvolger werden tijdens onze vergadering van 10 juli 2024 geldig verklaard.
Les pouvoirs de ce suppléant ont été validés en notre séance du 10 juillet 2024.
Daar het aanvullend onderzoek door artikel 235 van het Kieswetboek voorgeschreven, uitsluitend slaat op het behoud van de verkiesbaarheidsvereisten, gaat het, gelet op de verkregen stukken, in de huidige omstandigheden om een loutere formaliteit.
Comme la vérification complémentaire, prévue par l'article 235 du Code électoral, ne porte que sur la conservation des conditions d'éligibilité, il apparaît que cette vérification, n'a, au vu des pièces obtenues, qu'un caractère de pure formalité.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation ? (Non)
Il en sera ainsi.
Ik herinner eraan dat de leden gekozen door de kiescolleges die behoren tot het Nederlandse taalgebied, deel uitmaken van de Nederlandse taalgroep.
Je rappelle que les membres élus par les collèges électoraux relevant de la région de langue néerlandaise font partie du groupe linguistique néerlandais.
Ik herhaal de bewoordingen van de eed : "Ik zweer de Grondwet na te leven", "Je jure d'observer la Constitution", "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Je rappelle les
termes du serment: "Je jure d'observer la Constitution", "Ik
zweer de Grondwet na te leven", "Ich schwöre die Verfassung zu
befolgen".
Ik verzoek de heer Axel Weydts de grondwettelijke eed af te leggen
Je prie M. Axel Weydts de prêter le serment constitutionnel.
Axel
Weydts legt de grondwettelijke eed achtereenvolgens af in het Nederlands, in
het Frans en in het Duits.
Axel
Weydts prête le serment constitutionnel successivement en néerlandais, en
français et en allemand.
Mag ik u succes toewensen in de uitoefening van uw mandaat? U hebt trouwens best wel flinke schoenen te vullen. Uw voorgangster was een verrijking voor het Huis. Wij hopen uiteraard dat ze dat in Vlaanderen ook zal zijn.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 2 oktober 2024 hebt u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 2 octobre 2024, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Voor wij aan het vragenuurtje beginnen, wil ik even een aantal dingen in herinnering brengen. In de Conferentie van voorzitters hebben wij daar ook over gesproken.
Maar nog voor ik dat doe, wil ik eerst de aandacht vestigen op de campagne die wij vanmiddag mogen ontvangen in dit Huis, de campagne waarin aandacht gevraagd wordt voor het probleem van borstkanker. Ik nodig alle collega's, alle medewerkers en allen die deze vergadering volgen graag uit voor het invullen van de Mammoquiz. Die Mammoquiz geeft aan in welke mate wij wakker zijn inzake het probleem van borstkanker. Ik wil die campagne namens dit Huis ten zeerste ondersteunen.
Vorige week hebben wij een levendige vragensessie gekend. Daar is op zich niets op tegen, maar er is ook niets op tegen even de contouren van het debat aan te geven. Wij moeten ons daarbij in eerste instantie steunen op artikel 55 van het Reglement, waarvan ik u een samenvatting geef.
In beginsel wordt een vraag die hier in het vragenuurtje wordt gesteld gericht aan de regering, niet aan iemand in het halfrond, die eigenlijk ook niet kan reageren. Er wordt een vraag gesteld, de regering antwoordt al dan niet naar uw wens en dan volgt er een repliek.
Artikel 55 bepaalt dat iedereen het woord kan vragen wanneer er zich een persoonlijk feit voordoet. Voor alle duidelijkheid, wanneer iemand bijvoorbeeld zou meedelen dat mevrouw De Wit voorzitter was van de onderzoekscommissie Seksueel Misbruik, dan is dat geen persoonlijk feit, maar een mededeling. Zij moet in dat geval niet reageren. Bij een persoonlijk feit betreft het aantijgingen.
Il s'agit d'insultes, de mensonges, de choses qui vous permettent de réagir. Ce n'est pas le seul fait que l'on ait cité votre nom.
Als er daar dus tijdens een vraag sprake van is, dan steekt u de hand op. Ik zal proberen dat op te merken en vriendelijk signaleren dat ik u gezien heb. U hoeft daar geen bijkomende accessoires aan toe te voegen.
De afhandeling van een en ander – dit wil ik verduidelijken – gebeurt niet tijdens de vraagstelling. De vraagstelling krijgt een normaal verloop, wat betekent dat de vraag wordt gesteld, dat de regering antwoordt en dat een repliek plaatsvindt. Indien er daadwerkelijk sprake is van een persoonlijk feit, zult u na de repliek het woord krijgen om een en ander te verduidelijken. Dat wil dus zeggen dat geroep, gesticulaties en allerhande vormen van verbale communicatie zonder micro overbodig zijn, ten eerste, omdat ze niet geregistreerd worden en, ten tweede, omdat ik ze op de voorzittersstoel ook niet allemaal versta, waarvoor u mij moet verontschuldigen. Ik zie wel dat er iets gaande is, maar ik weet niet per definitie wat er gezegd wordt.
Wij zijn voorstander van een levendig debat en voor een debat dat past bij de stijl van ons Huis, niet steriel en met respect voor de vraagsteller. Aan de fractievoorzitters is gevraagd erop toe te zien dat alle leden van hun fractie zich aan die afspraken houden. Binnen die contouren en ook binnen de tijdsbepaling kunnen wij vanzelfsprekend een fatsoenlijk parlementair debat voeren.
03.01 Éric Thiébaut (PS): Monsieur le président, je vous remercie d'avoir rappelé la règle.
Les propositions que vous avez faites en Conférence des présidents sont très justes. Je rappelle, comme je l'ai dit à mon collègue, chef de groupe du MR, que, si certains députés veulent répondre directement aux autres députés qui posent des questions, il suffit qu'ils deviennent ministres. Je pense que l'intéressé en a la possibilité. Qu'il prenne donc ses responsabilités rapidement. Il pourra alors répondre directement aux questions dès qu'il sera interpellé. C'est une petite suggestion que je fais à mes collègues.
Ceci étant dit, mon intervention portait plutôt
sur les questions d'actualité. Je constate que la question d'actualité de ma
collègue, Mme Caroline Désir, était normalement adressée à Mme Hadja Lahbib,
ministre des Affaires étrangères. Or cette question a été redirigée vers le
premier ministre. Il n'en a d'ailleurs pas l'air enchanté vu sa gestuelle, son
langage non verbal. Pouvez-vous
nous dire pourquoi?
De voorzitter: Het eerste deel van uw betoog wordt zeker in het verslag opgenomen. Wat het tweede deel betreft, ik heb de vraag doorgespeeld aan de regering en het komt haar toe daarop te antwoorden.
03.02 Alexander De Croo, premier ministre: Monsieur le président, chers collègues, on me reproche en général de ne pas répondre à certaines questions et de laisser un ministre fonctionnel s'en charger. C'est la première fois que cela se passe en sens inverse. Des questions m'avaient déjà été posées à ce sujet. Et puis, il faut choisir. En tout cas, je vais essayer de ne pas vous décevoir en vous répondant.
De voorzitter: We beleven vreemde tijden, zoveel is duidelijk.
Bij brief van 30 september 2024 zendt de eerste minister een afschrift over van het koninklijk besluit van 30 september 2024 met als opschrift "Regering – Ontslag".
Par lettre du 30 septembre 2024, le premier ministre transmet copie de l'arrêté royal du 30 septembre 2024 intitulé "Gouvernement – Démission".
05.01 Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le président, chers collègues, j'aurais moi aussi voulu pouvoir poser ma question à la ministre des Affaires étrangères. Même en affaires courantes, même en partance pour la Commission européenne, c'est en effet toujours elle qui est responsable de la diplomatie belge. En son absence, je vous adresserai mes questions, monsieur le premier ministre.
Le week-end dernier, la Belgique a accueilli le chef d'État du Vatican. Cette visite était très attendue par les victimes de violences sexuelles. Mais, visiblement, le pape avait un double agenda pour cette visite officielle. Cela n'a échappé à personne, cette visite a été ponctuée de propos problématiques sur les femmes et leurs droits.
Il a ainsi estimé que les lois qui permettent l'avortement sont des lois "criminelles" et que les médecins qui les pratiquent sont des "sicarii", des tueurs à gages. Une provocation totalement déplacée, le jour de la Journée internationale pour le droit à l'avortement. Par ailleurs, à travers ces propos, il décide de s'immiscer dans un débat national qui fait l'objet de discussions intenses au Parlement fédéral. C'est totalement inacceptable!
Il a aussi promu une vision plus que dépassée de la femme, estimant que "la femme est accueil fécond, soin et dévouement vital". Je ne comprends pas très bien ce que cela veut dire, mais, dans l'idée, cela me semble extrêmement problématique. Il a aussi ajouté que "c'est moche quand la femme veut faire l'homme". Je vais m'en tenir là sur les propos du pape, qui m'ont choquée et ont choqué de nombreux Belges, bien au-delà des convictions philosophiques et religieuses.
Le recteur de la VUB estime que ces propos relèvent de l'incitation à la haine et qu'il s'agit donc d'un grave incident diplomatique.
Monsieur le premier ministre, que pensez-vous des propos tenus par le chef d'État du Vatican? Ne trouvez-vous pas que cette séquence implique une ingérence inacceptable dans les lois de notre pays? La ministre des Affaires étrangères va-t-elle convoquer le nonce apostolique?
05.02 Katja Gabriëls (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, vorige week was de paus inderdaad, na 29 jaar, nog eens terug in ons land. Er werd door velen naar dat bezoek uitgekeken. De paus ging namelijk 15 slachtoffers van seksueel misbruik ontmoeten. Er was echt wel nood aan een signaal, want het seksueel misbruik binnen de kerk en de totaal ontoereikende reactie vanuit Rome hebben in ons land voor veel leed gezorgd. Dat leed is er vandaag nog steeds.
Mijnheer de eerste minister, u gaf een opgemerkte speech. U hebt het voor de slachtoffers opgenomen en hebt hun een stem gegeven. Wij vroegen een signaal en wij hebben er ook een gekregen – helaas, zou ik zeggen. In een eerste aanval op de abortuswet prees de paus koning Boudewijn voor zijn moed bij het verzet tegen "een moorddadige wet". Dat blijkt zelfs voldoende te zijn voor een zaligverklaring. Daarmee was de kous echter nog niet af. Op de terugvlucht naar Rome was het opnieuw raak: "Abortus is moord en artsen die de ingreep uitvoeren, zijn huurmoordenaars", zei de paus.
Collega's, dat is geen mening, dat is gewoon waanzin. Artsen zijn geen misdadigers, de vele geestelijken die mensen seksueel hebben misbruikt zijn dat wel. Woorden doen er echt wel toe. De paus mag vinden wat hij wil – meningen zijn vrij in dit land – maar hij heeft zich niet te moeien met democratisch gestemde wetten. Daar stopt het en daar zat ook niemand op te wachten, trouwens.
Als staatshoofd moet men respect hebben voor een democratie, maar voor mij vooral respect voor mannen en vrouwen die hun job uitoefenen, respect voor vrouwen die in dit land zelf keuzes kunnen maken.
Mijnheer de eerste minister, zult u nog actie ondernemen om dit staatshoofd ter verantwoording te roepen?
05.03 Charlotte Deborsu (MR): Mijnheer de eerste minister, chers collègues, la visite pontificale est désormais terminée. Elle aura bien fait du bruit, on l’a entendu.
En tant que jeune députée, je peux le dire, j’ai été profondément choquée par les propos du pape, en particulier: "La femme reste une femme. C’est moche, une femme qui fait l’homme."
J’imagine que je dois avoir bien l’air moche aux yeux du pape en ce moment même, vu que, à l’époque, devant cette tribune, seuls les hommes pouvaient défiler. Je n’aurais certainement pas droit à l’avortement si le pape était notre premier ministre. Heureusement, ce n’est pas le cas.
Jamais je n’aimerais que la religion ne s’immisce dans la gestion de l’État.
Monsieur le premier ministre, j’aimerais dès lors être rassurée. Pouvez-vous me confirmer que, pour le gouvernement, la séparation entre les Églises et l’État reste fondamentale, pour quelque religion que ce soit?
05.04 Caroline Désir (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, chers collègues, "une loi meurtrière", "des tueurs à gages": voilà les propos tenus par un chef d’État au sujet de notre loi sur l’avortement et des médecins qui le pratiquent.
Un chef d’État en visite officielle dans notre pays, mais un chef d’État visiblement venu avec une double casquette, voire une double calotte. On peut légitimement se demander, monsieur le premier ministre, à qui la Belgique a déroulé le tapis rouge: à un chef d’État ou plutôt à un chef religieux?
Pour moi, en tout cas, la réponse est claire: vous avez accueilli un chef religieux qui a instrumentalisé sa visite pour déverser ses positions les plus rétrogrades et patriarcales au sujet des femmes.
Les propos qui ont été tenus sont une insulte aux femmes et à leurs libertés. Ils sont une injure aux médecins et à leur déontologie. Comme femmes, nous refusons d’être réduites aux fonctions "d’accueil fécond, soin et dévouement vital". Ces propos sont abjects et ils sont véritablement du pain bénit pour les thèses des partis d’extrême droite et des partis les plus conservateurs.
Pour moi, ces provocations sont délibérément politiques et destinées à peser sur l’opinion du monde entier, au moment où on sait que l’IVG est menacée partout, même chez nous, et quand on sait que l’émancipation des femmes reste un enjeu partout, même chez nous. Cette visite aura été une véritable croisade contre les femmes.
Monsieur le premier ministre, aucun chef d'État n'aurait pu s'immiscer ainsi dans notre vie démocratique, dans nos valeurs fondamentales sans susciter les plus vives réactions politiques. Avez-vous dès lors demandé à votre ministre des Affaires étrangères de convoquer le nonce apostolique pour dénoncer les propos du chef de l'Église?
05.05 Alexander De Croo, premier ministre: La visite du pape François avait été préparée par les services des Affaires étrangères, par le Palais, par les universités de Louvain et par la nonciature. Le programme officiel avait été établi quelques semaines à l'avance, mais aucune visite de la crypte de Laeken n'était prévue.
Selon mes informations, c'est le pape qui, lui-même, a insisté pour avoir cette visite de dernière minute afin de pouvoir se recueillir sur la tombe du roi Baudouin. J'ai été informé après coup du fait que cette visite avait eu lieu. On m'a expliqué que cette visite était purement privée. Je prends acte du fait qu'après cette visite, il y a eu des communications officielles du côté du Vatican. Il s'agissait donc clairement d'une visite un peu moins privée que prévu.
De paus heeft inderdaad een aantal verklaringen gedaan die niet aanvaardbaar zijn. Hij zei dat artsen die abortus uitvoeren huurmoordenaars zijn. Hij zei letterlijk dat de wet uit 1990 een moorddadige wet is. Dat een buitenlands staatshoofd zulke verklaringen doet over democratische besluitvorming in ons land, is volstrekt onaanvaardbaar. Wij hebben geen lessen te krijgen over hoe onze parlementsleden op democratische wijze over wetten stemmen. De tijd dat de kerk in ons land de wet dicteerde, ligt gelukkig lang achter ons.
Ik vraag respect. Respect voor artsen die hun job uitoefenen, in eer en geweten, binnen een wettelijk kader. Over dat wettelijk kader wordt trouwens gedebatteerd in de Kamer, om te bekijken of dat kan worden uitgebreid. Ik ga er dan ook van uit dat die debatten ook zullen kunnen plaatsvinden zonder inmenging van de kerk. Ik vraag ook respect voor vrouwen, die vrij moeten kunnen beslissen over hun eigen lichaam. Dat moet ook gebeuren zonder inmenging van de kerk.
Ik heb de pauselijke nuntius dan ook uitgenodigd voor een gesprek. Het is trouwens niet de eerste keer dat ik dat doe. Ik heb dat vorige legislatuur twee keer gedaan met betrekking tot de zaak-Vangheluwe. Ook nu zal mijn boodschap aan de pauselijke nuntius bijzonder duidelijk zijn. Hetgeen daar gebeurd is, is onaanvaardbaar.
Als er ergens verontwaardiging over moet zijn, dan is het over degenen die feiten van seksuele intimidatie hebben laten plaatsvinden, degenen die niet opgetreden hebben op het moment dat men had moeten optreden. Daaromtrent moet er verontwaardiging zijn en niet ten opzichte van degenen die hun job uitvoeren in eer en geweten en binnen de wetten waarover democratisch werd beslist.
05.06 Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Merci monsieur le premier ministre pour vos propos très clairs.
J'aimerais m'adresser maintenant à messieurs les présidents qui négocient en ce moment un accord de majorité pour les cinq prochaines années. Messieurs Bouchez, Mahdi et Prévot, alors même que des chefs d'États étrangers se permettent d'intervenir dans nos débats sur le corps des femmes et qu'une étude a montré cette semaine encore à quel point des mouvements étrangers conservateurs s'immiscent de plus en plus dans notre débat démocratique, ne voyez-vous pas l'urgence d'avancer pour légiférer afin de bétonner et étendre notre droit à l'IVG? Plus globalement, je compte aussi sur votre maturité pour poursuivre le travail que nous avons engagé avec la Vivaldi pour garantir à chacune et à chacun les mêmes chances et opportunités.
05.07 Katja Gabriëls (Open Vld): Mijnheer de premier, dank u voor uw duidelijke woorden. Het is inderdaad echt nodig dat ons land officieel reageert. De paus heeft de focus tijdens zijn bezoek wel handig verlegd.
Het moet duidelijk zijn. Wij aanvaarden hier niet dat artsen als huurmoordenaars worden weggezet, artsen die elke dag zorg dragen en hulp bieden aan vrouwen in hun meest kwetsbare positie. Wij aanvaarden niet dat parlementsleden als criminelen worden weggezet omdat ze 34 jaar geleden al in een democratisch verkozen parlement een volledig legitieme wet hebben goedgekeurd, een wet die ervoor zorgt dat in ons land dagelijks talrijke vrouwen in zeer moeilijke situaties kunnen worden geholpen.
Ik wil hier vandaag de moed van iemand anders prijzen, voor haar inzet en volharding, jaren geleden. Mevrouw Herman-Michielsens, dank u wel, oprecht dank u wel, in de naam van heel veel vrouwen in dit land.
05.08 Charlotte Deborsu (MR): Je vous remercie pour vos éclaircissements, monsieur le premier ministre. Vu la polémique que cela soulève, notre groupe estime urgente l'inscription de la neutralité de l'État dans la Constitution. Nous tenons également à rappeler toute l'importance de la défense des droits des femmes. C'est pour cette raison que nous réaffirmons notre volonté de remettre sur la table des négociations le prolongement du délai pour l'avortement.
Le président: C’était la première prise de parole de Mme Deborsu dans cet hémicycle. (Applaudissements)
05.09 Caroline Désir (PS): Merci, monsieur le premier ministre, d'avoir condamné, dans cet hémicycle, de manière extrêmement claire, les propos qui ont été tenus par le pape le week-end dernier. Je veux en profiter pour saluer les réactions vives émanant de la société civile. Le monde académique, l'Université catholique de Louvain en tête, s'est indigné. La presse s'est également indignée. Les droits des femmes ne sont pas affaire de religion. C'est ici, au cœur de la démocratie, que les droits des femmes doivent être protégés et défendus contre des attaques toujours plus virulentes, qu'elles viennent d'hommes religieux ou d'hommes politiques, comme nous l'avons encore vécu en commission la semaine passée, sur injonction de cinq présidents de partis masculins.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
06.01 Robin Tonniau (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, ik ben blij u hier vandaag te zien, maar waar was u gisteren? Gisteren hadden wij in de commissie een belangrijke hoorzitting met de vakbonden van Audi en van de toeleveringsbedrijven.
De commissieleden hebben de fabriek bezocht en we hebben de vakbonden al twee keer gehoord in het Parlement. Iedereen is het erover eens dat de site in Vorst niet mag sluiten.
De vraag is wie er beslist over de toekomst van die fabriek. We weten nu dat de directie van Audi niet te vertrouwen is. Ze saboteert elk toekomstplan. Eigenlijk wil ze geen overnemer en wil ze geen jobs redden. Ze laat de fabriek liever kapotgaan dan ze te verkopen aan een concurrent.
Het is niet aan Audi om te beslissen over de toekomst van de site. Het is aan u als eerste minister en als hoofd van de taskforce om een overnemer te vinden. Tot die dag, tot die overnemer is gevonden, mag de fabriek in Vorst niet sluiten.
Dat hebben we gisteren ook gehoord in de commissie. Iedereen zei geen sluiting te willen, maar niemand heeft een plan, behalve de PVDA. Wij hebben een voorstel voor een moratorium op de sluiting van de nog twee resterende autofabrieken in ons land ingediend en het is klaar om het ter stemming voor te leggen.
Het is schandalig hoe men hier lacht met de miserie van de 4.000 werknemers in Vorst. U lacht ermee, maar wat is úw plan, mijnheer Ronse?
Mijnheer de premier, bent u bereid om uw verantwoordelijkheid te nemen en te zoeken naar een overnemer? Hoe zult u de sluiting van Audi Brussel tegenhouden, tot er een overnemer is gevonden?
De voorzitter: Collega Tonniau, u hebt de volgende spreker al meteen via een persoonlijk feit aangekondigd.
06.02 Axel Ronse (N-VA): Mijnheer de voorzitter, de 3.000 medewerkers van Audi Vorst en de vele medewerkers van de onderaannemers verdienen meer dan dit soort goedkoop en plat theater.
Ik heb veel respect voor alle collega's. Gisteren hebben we onder de deskundige leiding van collega Almaci de hele namiddag vergaderd met de sociale partners en ministers Dermagne en Van Petegehem over de toekomst van de site. Die toekomst ziet er somber uit: de Volkswagengroep ziet geen toekomst meer in de site. Dat is heel helder. De sociale partners zijn al aan het nadenken over wat er moet gebeuren met de 1,3 miljard euro die door Audi is gereserveerd om de sluiting te regelen.
Gisteren zag ik een parlement dat van links tot rechts, met uitzondering van de PVDA, alle meningsverschillen en ideologische verschillen opzij wil zetten ten voordele van de werknemers van Audi. Het is daarbij eigenlijk niet relevant of een eerste minister in lopende zaken gisteren aanwezig was op een gedachtewisseling of niet. Dat is van geen enkel belang voor het lot van al die medewerkers.
En dan dat hocus pocus over een moratorium! Onze economie is blijkbaar eigenlijk iets heel eenvoudigs: indien het slecht gaat met een fabriek, lossen we dat op door aan de eerste minister te vragen te verbieden om te sluiten. Collega's, de medewerkers hebben meer nodig dan dat soort toestanden.
Ik heb meer respect voor linkse partijen zoals Groen en Ecolo, die, toen we bij de directie van Audi waren, zijn blijven zitten en blijven praten. U blijft slechts zolang de camera's draaien, mijnheer van de PVDA. Wij werken echter aan oplossingen.
Volgende week, op 9 oktober, komt de taskforce samen. We moeten realistisch zijn: het perspectief is niet goed. Mijnheer de premier, mijn enige vraag is of u nog mogelijkheden ziet om een overnemer voor de site te vinden.
06.03 Eerste minister Alexander De Croo: Collega's, laat me eerst ingaan op wat de heer Ronse gezegd heeft: dit moet inderdaad geen steekspel zijn tussen politieke partijen over wie er in dit Parlement aanwezig was en of er toen camera’s waren of niet. Het enige wat telt, is de industriële toekomst van de site in Vorst en de industriële toekomst van ons land. De industrie in België en in Europa staat onder grote druk. Iedereen zal een inspanning moeten leveren om de industriële toekomst en de jobs van de werknemers in die industrie te kunnen behouden.
Mijn regering heeft vanaf het begin contact gehouden met Audi Brussel. We hebben de eerste LOI met Audi Brussel in december 2020 gesloten, samen met de gewestregeringen. We wilden onderzoeken op welke manier we meer inspanningen konden doen om ervoor te zorgen dat werknemers meer opleidingen zouden krijgen. Dat heeft ertoe geleid dat die duizenden werknemers bij Audi Brussel bij de best opgeleiden zijn op vlak van het fabriceren van zero-emission voertuigen.
Toen er in de eerste maanden van dit jaar slecht nieuws kwam, ben ik meteen gaan samenzitten met de directie van Audi Brussel en wereldwijd om een industriële toekomst op die site te kunnen behouden. Er werd ons toen gezegd dat er geen beslissing zou worden genomen voor december van dit jaar. Uiteindelijk bleek dat niet juist te zijn. Ik had eerlijk gezegd meer verwacht van de samenwerking met de directie van Audi en haar transparantie. Wij hebben samen met de gewestregeringen vanaf het begin gevraagd wat wij konden doen om daar een industriële toekomst te behouden. Daarop heeft Audi aangegeven dat wij een LOI dienden te sluiten voor de verkiezingen. Dat hebben we gedaan, hoewel dat niet evident was. Toen werd ons gezegd dat er geen beslissing zou vallen voor november, maar uiteindelijk blijkt dat er toch al beslissingen werden genomen.
Ik heb die taskforce dus opnieuw samengeroepen om open kaart te kunnen spelen.
Eerst en vooral moeten de bepalingen in de wet-Renault gerespecteerd worden. Daarnaast draagt iedereen een verantwoordelijkheid. Als overheid hebben we de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat verplichtingen nagekomen worden. We hebben de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat we hier in West-Europa een aantrekkelijke locatie kunnen blijven voor industriële activiteiten. Ook de werkgever, ook Audi, heeft een sociale verantwoordelijkheid voor de duizenden werknemers in de fabriek en voor de duizend werknemers bij onderaannemers die het beste van zichzelf hebben gegeven en heel veel inspanningen hebben geleverd.
Vandaag is het de opdracht om te bekijken hoe wij een industriële toekomst in Vorst kunnen behouden. Dat is de verantwoordelijkheid van overheden, maar ook van industriële bedrijven zoals Audi. De voorbije maanden ben ik heel vaak met hen in contact geweest. Soms heb ik antwoorden gekregen, maar niet altijd de antwoorden die ik nodig had om beleid te kunnen voeren. Ik hoop dat eindelijk het moment is gekomen dat men de koppen bij elkaar kan steken en de handen ineen kan slaan om na te gaan hoe we die duizenden werknemers van Audi in Vorst een toekomst kunnen bieden.
06.04 Robin Tonniau (PVDA-PTB): Mijnheer Ronse, u verwijt mij politiek theater, terwijl ik enkel mijn job probeer te doen. Mijn ex-collega’s verdienen respect en een parlement dat zijn best doet om de fabriek te redden. Dat probeer ik vandaag te doen door teksten en wetsvoorstellen in te dienen om die fabriek en die jobs te redden. Als ik naar de poort ga en mijn ex-collega’s bel en zie, willen zij namelijk actie en verwachten zij iets van ons.
Vandaag sta ik hier dan ook om de premier te ondervragen en hem ertoe aan te zetten actie te ondernemen en zelf naar een overnemer te zoeken, want de Audidirectie zal het niet doen voor ons. Niemand vertrouwt die mensen nog, want ze hebben er geen baat bij om een concurrent in hun heel moderne fabriek binnen te laten. Zo zouden ze immers nog meer concurrentie krijgen. We moeten met andere woorden zelf onze verantwoordelijkheid opnemen.
Mijnheer de premier, zoek een overnemer. Wij zullen ons voorstel voor een moratorium hard verdedigen.
06.05 Axel Ronse (N-VA): Er is alleszins een positieve evolutie, want de PVDA staat nu ook mee op de lijn om een overnemer voor de site te zoeken. Het is in die mindset dat we moeten blijven.
Het is een site waarin de Volkswagengroep niet eens zes jaar geleden meer dan een miljard euro heeft geïnvesteerd. Wij mogen die site niet loslaten. We moeten samenwerken, onder meer met de Vlaamse, de Brusselse en de Waalse regering, met FIT, AWEX en BIE. Ze moeten allen daarbij worden betrokken aangezien ze de nodige internationale contacten hebben. De agenda van de Volkswagengroep om een overnemer te vinden is een andere dan de onze. Een potentiële overnemer kan een concurrent zijn van de Volkswagengroep. Heel de site is al afgeschreven. Ze is echter cruciaal voor ons.
Ikzelf, de regering in lopende zaken, de nieuwe mogelijke coalitie, de deelstaatregeringen, iedereen van links tot rechts, we moeten allemaal aan hetzelfde zeel trekken en voluit gaan voor een overnemer. Er is mogelijk een opportuniteit, want er is 1,3 miljard euro voorzien voor de sluiting. Dat kan misschien helpen om een overnemer te vinden.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
07.01 Jeroen Soete (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, Vooruit heeft de voorbije jaren een felle strijd gevoerd om meer bankautomaten te plaatsen in de buurt van de mensen. Dat doen wij omdat het belangrijk is dat mensen altijd aan hun eigen geld kunnen en dat zij er altijd voor kunnen kiezen om cash te betalen.
Mijnheer de minister, daarom zijn wij ook blij met de inspanning die werd geleverd om te zorgen voor een betere spreiding van de bankautomaten. U zult het echter ongetwijfeld met mij eens zijn: wat schieten we op met een betere spreiding van bankautomaten en een betere toegang tot het geld, wanneer we vervolgens moeten vaststellen dat mensen niet meer kunnen kiezen waar en wanneer ze hun eigen geld uitgeven?
Mijnheer de minister, we zien recent immers een nieuw fenomeen van handelszaken die cashless werken en waar mensen dus niet meer met hun cashgeld terechtkunnen. Nochtans heeft de huidige regering een wettelijke verplichting opgelegd. Voor Vooruit is het duidelijk: het is een recht om te kiezen of men met cash of met de kaart betaalt.
Onze vraag aan u is heel eenvoudig. Mijnheer de minister, hoe zult u erop toezien dat voornoemd recht gewaarborgd blijft?
07.02 Charlotte Verkeyn (N-VA): Mijnheer de minister, met cash betalen blijkt een probleem te zijn. Er is een spanningsveld tussen de consumenten en sommige ondernemers. Enerzijds zijn het de consumenten die druk voelen omdat ze niet meer met cash voor hun brood, hun koffie of hun spaghetti kunnen betalen. Anderzijds voelen de ondernemers de druk om alsmaar meer elektronische betaalmiddelen te introduceren omdat het hen niet gemakkelijk wordt gemaakt om nog met cashgeld te werken, dat te verwerken en het te deponeren.
Er is een verordening die het wettelijk verplicht maakt om cashgeld te aanvaarden, maar de niet-naleving ervan werd gedoogd. We hebben dan een interne wet gemaakt met hetzelfde doel, maar opnieuw blijkt het niet aanvaarden van cashgeld te worden gedoogd. Er werden 360 klachten in de eerste helft van dit jaar ontvangen, tegenover 316 in heel 2023. Er werd ook slechts één pv opgesteld.
Begrijp ons niet verkeerd. Wij zijn niet voor het bemoeilijken van het leven van ondernemingen. Wij zijn niet voor een klopjacht. Wij zijn ook niet voor het bemoeilijken van het leven van de mensen. Wij willen oplossingen. Ook de consumentenorganisaties hebben vanmorgen stevige kritiek geleverd op het feit dat hieraan niet veel wordt gedaan.
Mijnheer de minister, bent u bereid om, na de kritiek van vanmorgen, te sensibiliseren en daarnaast ook het meldpunt onder de aandacht te brengen, zodat onze inspecteurs gericht kunnen controleren? Welke maatregelen nam u tot op heden om onze ondernemingen te steunen in het verwerken van aanvaardbaar cashgeld, zodat het basisprobleem opgelost is, zodat die keuze-evidentie daadwerkelijk een evidentie is?
07.03 Leentje Grillaert (cd&v): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, wat we gelezen hebben, beroert ons duidelijk allemaal. Acht maanden geleden heeft de Kamer een wet goedgekeurd waardoor de consument te allen tijde met cashgeld kan betalen. Ondernemingen zijn verplicht om cashgeld te aanvaarden. Ook de overheid kan onder de definitie van een onderneming vallen, als ik denk aan bijvoorbeeld de exploitatie van een zwembad, de verkoop van huisvuilzakken of een betaling in een bibliotheek.
Cashbetalingen mogen enkel geweigerd worden met veiligheidsredenen als motivatie en die weigering moet worden meegedeeld.
Ook ik ga graag de stad in en ik moet zeggen dat het aantal bordjes 'no cash, cards only' – om het in het mooi Nederlands te zeggen – niet meer te tellen is. Met andere woorden, de verplichting wordt niet nageleefd. Nu blijkt ook dat de verplichting amper wordt gecontroleerd, laat staan gesanctioneerd, mijnheer de minister. Tot dusver werd nog maar één proces-verbaal opgesteld en zijn nog maar elf waarschuwingen uitgeschreven.
Mijnheer de minister, cashgeld is en blijft een wettelijk betaalmiddel. De consument moet steeds de keuze hebben om ofwel elektronisch ofwel met cashgeld te betalen. Onze partij heeft altijd nagestreefd dat iedereen toegang heeft tot cashgeld, maar men moet er vervolgens ook nog mee kunnen betalen. Wij willen dat de aandacht daarvoor levendig blijft, want wij willen de groep mensen die niet meer meekan met de digitale sneltrein niet achterlaten.
Mijnheer de minister, de verplichting is meer dan een halfjaar van kracht. Het Parlement heeft zijn werk gedaan. De Economische Inspectie heeft nu instrumenten om mee aan de slag te gaan. Het komt er nu op aan dat de wet wordt nageleefd en uitgevoerd. Dat is uw taak. Wij kijken naar u en ik dank u bij voorbaat voor de oplossing die u in uw antwoord zult aanreiken.
07.04 Steven Coenegrachts (Open Vld): Mijnheer de minister, onze zelfstandige retailers zijn kruispunten waar mensen elkaar tegenkomen. Dat is belangrijk voor het sociale weefsel. Dat heeft in al onze verkiezingsprogramma's gestaan.
De zelfstandigen hebben het moeilijk. Zij kampen met de inflatie en met de hoge loonkosten. Er bestaat een wirwar aan regels en het is eigenlijk niet te verklaren waarom er hier zo voor gepleit wordt om een heksenjacht tegen de ondernemers te beginnen door de Economische Inspectie op pad te sturen met een vergrootglas en met een boeteboekje. Tot 40.000 euro boete als men bij hen niet met cash kan betalen.
Mijn ouders en mijn broer hebben een krantenwinkel. Zij vragen of wij daar in Brussel niets anders te doen hebben. Hebben wij daar echt geen andere prioriteiten? Is er niets anders in onze economie dat problematisch is? Is er niets anders waardoor de Economische Inspectie een gelijk speelveld kan garanderen? Wat gebeurt er inzake controle op buitenlandse webshops? Wat gebeurt er inzake de controle op verkoop met verlies? En ga zo maar door.
Mijnheer de minister, waarom wordt er zoveel energie gestoken in die heksenjacht tegen zelfstandigen?
07.05 Minister Pierre-Yves Dermagne: Mijnheer de voorzitter, geachte leden, allereerst wil ik u eraan herinneren dat het op mijn initiatief was dat een wet werd aangenomen die de Algemene Directie Economische Inspectie de middelen geeft om toezicht te houden op het ontvangen van zowel contante als elektronische betalingen bij alle handelaars. Dat is gebaseerd op een eenvoudig principe, mijnheer Soete: consumenten moeten altijd kunnen kiezen tussen een cash- of een elektronische betaling.
Ik hoor uw kritiek en wil daar graag op antwoorden. Zo is er maar één PV opgemaakt naar aanleiding van 117 controles. Dat komt voornamelijk omdat de wetgeving bepaalt dat een onderneming pas kan worden bestraft na een eerste waarschuwing en de bepaling slechts sinds eind maart van dit jaar van kracht is. Daarnaast is er kritiek op het feit dat ondernemingen de verplichtingen kunnen omzeilen door veiligheidsredenen in te roepen, maar de voorwaarden om contant geld te weigeren zijn wettelijk beperkt. Een detailhandelaar mag bijvoorbeeld contante betalingen om veiligheidsredenen weigeren, maar enkel tijdelijk, voor de periode die nodig is om maatregelen te nemen om zijn veiligheid te garanderen.
Tot slot moet ik u eraan herinneren dat ik, toen ik deze maatregel wilde invoeren, eerst door geen enkele andere partij in de vivaldimeerderheid werd gesteund. Na veel aandringen hebben wij een compromis bereikt om de Algemene Directie Economische Inspectie de capaciteit te geven om deze verplichtingen te controleren. Is dat te weinig, is dat te veel? Misschien wel, misschien niet. Vandaag ligt de macht alleszins bij het Parlement. Er zijn misschien te weinig controles, maar meer controles vragen mensen op het terrein en middelen.
07.06 Jeroen Soete (Vooruit): Mijnheer de minister, collega's, ik denk dat niemand hier oproept tot een heksenjacht. De wetgeving is relatief nieuw. Ze dateert nog maar van zes maanden geleden. Het is dus evident dat er nog niet veel controles hebben kunnen plaatsvinden.
Ik denk dat we het volgende moeten doen. Er is absoluut nood aan bijkomende sensibilisering. Niet alle kleine zelfstandigen met een winkeltje checken immers elke dag het Belgisch Staatsblad, waardoor ze zouden weten dat het effectief verplicht is om cash te aanvaarden. Ik denk dat er vandaag nog veel mensen zijn die dat niet weten en de wet dus niet bewust overtreden.
Als men een wet uitvaardigt, moet men die natuurlijk ook handhaven. Samen met sensibilisering moeten we dus ook controleren, met een waarschuwingsbrief. Tegen de hardleerse winkeliers, die blijven weigeren, zal er uiteraard moeten worden opgetreden.
De voorzitter:
Ik dank collega Soete, die zich voor het eerst tot dit gremium heeft gericht. (Applaus)
Collega Verkeyn, u hebt het woord voor uw repliek.
07.07 Charlotte Verkeyn (N-VA): Mijnheer de minister, ik begrijp uit uw antwoord dat ook u geen klopjacht wilt, maar wel een oplossing voor het probleem. Ik denk dat de meesten dat ook willen. Waarschijnlijk komen de liberalen niet meer zoveel buiten, maar mochten ze dat doen, dan zouden ze horen dat de zelfstandigen die wel nog cash willen aanvaarden het moeilijk hebben omdat ze dat geld niet kunnen deponeren. Wat dat betreft, blijf ik wat op mijn honger zitten na uw antwoord.
Het Parlement zal op dat vlak alleszins heel wat werk leveren om het leven van iedereen te verbeteren.
De voorzitter:
Mevrouw Verkeyn, u hebt hiermee de spits afgebeten van wat ongetwijfeld een
briljante parlementaire carrière zal worden. (Applaus)
Collega Grillaert, u hebt het woord.
07.08 Leentje Grillaert (cd&v): Ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik had er iets meer van verwacht, maar we zullen als Parlement de hand aan de ploeg slaan en ervoor zorgen dat iedereen met cash kan betalen en niet alleen cash kan ontvangen.
De wet is er uiteraard niet zomaar gekomen, maar is het gevolg van klachten en het ontbreken van actiemiddelen voor de Economische Inspectie om op te treden. Nu de middelen in de wet zijn voorzien, mag ze geen dode letter blijven. Het is belangrijk dat er wordt opgetreden en dat de overheid er zich aan houdt. Niet iedereen is mee met de digitale sneltrein. We willen dat iedereen mee is en ook kan betalen.
Ik ben een beetje geschrokken door de uitspraak van mijn collega van Open Vld hier. Ik heb zelfs het woord heksenjacht gehoord. Niemand wil een heksenjacht. Iedereen wil dat de wet wordt nageleefd.
07.09 Steven Coenegrachts (Open Vld): Welk land is België geworden? In Antwerpen krijgt men boetes van de zedenpolitie wanneer men met een te korte short rondloopt, in Vlaanderen krijgt men boetes wanneer de kinderen niet presteren op school en op federaal niveau wanneer men niet met briefjes van 20 betaald wil worden.
Collega’s, laat mensen ondernemen. Stop met verbieden, stop met beboeten. Respecteer de mensen die investeren in ons sociaal weefsel, dat u allemaal zo belangrijk vond in uw verkiezingsprogramma. Ondersteun de mensen die investeren. Vandaag laat u die mensen los, laat u die in de steek. U legt uw vergrootglas op hen en geeft hun boetes in plaats van hen te motiveren en te stimuleren. Ik denk dat we beter kunnen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: U bent misschien verbaasd dat minister Vandenbroucke hier zit om op het thema te reageren. Dat heeft te maken met het feit dat niet alleen mevrouw Depraetere is vervangen omdat ze is toegetreden tot de Vlaamse regering, maar dat ook collega Gennez nu deel uitmaakt van die regering en ons eveneens heeft verlaten. De heer Vandenbroucke heeft haar bevoegdheden overgenomen.
08.01 Fatima Lamarti (Vooruit): Collega's, iedereen wordt geraakt door wat er vandaag in het Midden-Oosten gebeurt. Het geweld ontziet ginder niemand, ook niet journalisten, die strijden voor de waarheid. Ook al wie daar vrienden, kennissen of familie heeft, wordt erdoor geraakt.
Soms lijkt het alsof het conflict in het Midden-Oosten onze samenleving enkel verdeelt. Politieke partijen die campagne voeren op conflicten helpen niemand vooruit. Wij maken een andere keuze: geen loze woorden aan de zijlijn, maar actie op het terrein. Vooruit kiest namelijk de kant van de burgerslachtoffers, zeker nu er elke dag honderden burgerslachtoffers bij komen.
Terwijl Israël Libanon bombardeert, vluchten gezinnen met kinderen voor het geweld. Libanon redt het niet alleen. Woorden zijn niet voldoende. Daarom pleitte mijn collega Lambrecht vorige week ook voor sancties en een onmiddellijk staakt-het-vuren. Dat is evenwel nog geen oplossing voor de slachtoffers vandaag. Gelukkig kondigt u, mijnheer de minister, aan om te doen waar België goed in is, namelijk noodhulp verlenen. Wij deden het de afgelopen jaren in Turkije, Gaza en nu in Libanon. Met B-FAST redden we levens, als we effectief kunnen zijn.
Hoe garandeert u die effectiviteit? Waar gaan onze mensen aan de slag? Met wie werken zij samen? Hoe redden wij zoveel mogelijk mensen?
08.02 Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer en mevrouw de minister, collega's, het conflict in het Midden-Oosten is de afgelopen weken nog verder geëscaleerd. Dat verontrust me enorm, want ik vrees dat Israël van Libanon een tweede Gaza zal maken. Vorige week waren er ontploffende biepers. Ondertussen is het Israëlische leger Libanon binnengetrokken en werd Beiroet gebombardeerd. Op een week tijd vielen er honderden doden en er zijn naar schatting 1 miljoen mensen op de vlucht. Het is overduidelijk dat er een de-escalatie, een staakt-het-vuren in het Midden-Oosten nodig is. We roepen alle conflictpartijen daartoe op. Voor alle duidelijkheid, ook Iran moet stoppen met het afvuren van raketten op Israël, wat absoluut veroordeeld moet worden.
Het grootste slachtoffer is natuurlijk de lokale bevolking. Die mensen worden gebombardeerd, moeten vluchten en lijden honger. Libanon was al een erg arm land met ontzettend veel vluchtelingen.
Daarom doe ik de volgende oproep. België moet, ten eerste, de noodkreet van de Verenigde Naties om humanitaire steun te bieden, ondersteunen. Ten tweede, het is goed dat we repatriëren, maar zorg ervoor dat we het niet aanpakken zoals destijds in Afghanistan. Zorg ervoor dat we dus niet enkel Belgen, maar ook andere mensen repatriëren. Red voldoende mensenlevens; dat is absoluut onze morele plicht. Ten slotte, vandaag wijst men mensen door naar commerciële vluchten voor repatriëring, maar die tickets zijn peperduur en die vluchten zijn praktisch volgeboekt. Mevrouw de minister, wanneer start u de repatriëring via het Belgisch leger op?
08.03 Britt Huybrechts (VB): Mijnheer de minister, mevrouw de minister, met de gecoördineerde aanvallen waarbij biepers van duizenden leden van de terroristische organisatie Hezbollah tot ontploffing werden gebracht en waarbij ook verschillende doden vielen, escaleerde het conflict verder. De actie werd nadien nog eens herhaald, maar dan met walkietalkies. De situatie in Libanon is dan ook zeer gespannen. Vanochtend las ik nog in de krant dat een Belgische journalist en cameraman gewond zijn geraakt bij een incident.
Het Vlaams Belang is dan ook zeer verheugd om te horen dat u eindelijk van plan bent om evacuatieplannen op te stellen, maar wij hebben wel een aantal kritische noten. Wij moeten er eerst en vooral voor zorgen dat onze landgenoten zo snel en veilig mogelijk terugkeren naar België. Wij moeten echter ook opletten wie zij zijn. Daarom vragen wij dat deze geëvacueerde Belgen worden gescreend op eventuele vormen van radicalisering en dat wordt bekeken of zij contact hebben gehad met terroristische organisaties als Hezbollah en andere. Dat is de enige manier om de Belgen hier in België veilig te houden en het conflict niet te importeren in ons Belgenland.
Weet u hoeveel Belgen er zullen terugkeren?
Bent u van plan om deze screening serieus te nemen en dus de geëvacueerde Belgen te screenen op eventuele vormen van radicalisering of contact met terroristische organisaties als Hezbollah en andere?
Bent u bereid om deze screening ook verder te zetten, eventueel in samenspraak met de eerste minister?
08.04 Els Van Hoof (cd&v): Mijnheer de minister, mevrouw de minister, wie vrede en diplomatie predikt, wordt blijkbaar persona non grata. Dat is wat VN-secretaris-generaal Guterres de voorbije week heeft ondervonden. Hij wordt door Israël persona non grata verklaard. Hij heeft gisteren in de VN-Veiligheidsraad nochtans duidelijke woorden gesproken. Hij zei: "Een inferno waar de ene aanval de andere rechtvaardigt, leidt slechts tot meer leed van burgerslachtoffers."
Iran gooit uiteraard meer olie op het vuur. Mevrouw de minister, u hebt dat duidelijk veroordeeld, maar ik denk dat ze in Teheran en Tel Aviv nog altijd niet onder de indruk zijn en andere prioriteiten hebben. Dat heeft natuurlijk te maken met een aantal bondgenoten. Ik denk concreet aan de VS, die door de verkiezingskoorts worden verlamd. Daardoor springt Israël in een gat en krijgt het meer speelruimte.
Ik hoorde vandaag op de radio dat er een soort van hoerastemming heerst. Ik vind dat totaal ongepast. Wij moeten uiteraard niet pleiten voor een militaire uitbreiding van het conflict, maar voor vrede, voor de-escalatie en voor vredesonderhandelingen.
Ik heb hier al een twintigtal keer hetzelfde gezegd, maar ik ga die plaat nooit afzetten. Wij moeten pleiten voor een onmiddellijk staakt-het-vuren. Wij moeten pleiten voor een tweestatenoplossing. Wij moeten pleiten voor een onmiddellijke vrijlating van de gijzelaars. Ik hoop dat u deze plaat ook niet afzet in de Europese Raad en ook niet in de Raad Buitenlandse Zaken, waar u voor dezelfde zaken zou moeten pleiten.
Mijnheer de minister, mevrouw de minister, welke positie neemt België vandaag concreet in?
Wij hebben het goede nieuws van de
repatriëring vernomen. (…)
08.05 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le président, madame et monsieur les ministres, cette dernière année, Israël a montré son vrai visage, en tout cas, à ceux qui sont aveugles depuis septante-cinq ans. Depuis un an, un génocide se déroule devant nos yeux. À croire qu'ici, en Europe, on a oublié ce que signifie un génocide, vu une telle passivité et inaction. On parle de 41 000 morts, sans compter les disparus ni les corps qui se trouvent sous les décombres, en plus de la famine et des maladies avec leurs conséquences sur les générations à venir!
Depuis deux semaines, c'est le peuple libanais: plus de 1 000 morts, plus de 6 300 blessés. Aucune réaction! Désormais, nous voyons la région s'embraser complètement. Le seul responsable de cette situation est l'État colonial d'Israël. Il en est responsable parce qu'il est impuni. Et nous ne sommes pas simplement passifs; le pire est que nous sommes complices. En effet, lorsque les États-Unis fournissent 20 milliards de dollars d'armements qui tuent les enfants palestiniens et le peuple libanais et que l'Union européenne conclut un accord d'association, ils participent à l'économie de guerre israélienne. Nous sommes complices du génocide, des crimes de guerre au Liban et de l'embrasement du Moyen-Orient. C'est inacceptable!
Madame la ministre, quand allez-vous mettre fin à notre complicité avec ces crimes de guerre et imposer un embargo militaire contre Israël? Quand allez-vous mettre fin à cette complicité en arrêtant le commerce (…)
08.06 Jean-Luc Crucke (Les Engagés): Monsieur le vice-premier ministre, madame la ministre, la semaine passée déjà, je m'inquiétais au sujet du sort des ressortissants belges au Liban. Même si je lis parfois que certains voient plus clair, je crois qu'il ne fallait pas être grand clerc pour comprendre que l'introduction des forces israéliennes sur le territoire libanais ne se ferait pas à la vitesse éclair.
Aujourd'hui, nous sommes face à nos responsabilités. Il y a 1 800 ressortissants qui sont toujours présents, dont 100, dites-vous, souhaitent quitter le territoire libanais. Le gouvernement s'est enfin réuni – certes par voie électronique – et a décidé qu'il y avait trois modalités, la première étant les vols commerciaux. Y a-t-il encore aujourd'hui des vols commerciaux qui pourraient être pris par ces ressortissants dans des conditions de prix décentes? Deuxième modalité, l'aide militaire provenant des partenaires étrangers, comme les Pays-Bas. Avons-nous des garanties de présence sur ces avions pour les Belges? Quel est le pourcentage? Combien de sièges? Et, troisièmement, l'intervention éventuelle de l'aviation et des forces militaires sur le territoire.
Cette troisième option n'est-elle pas à privilégier si nous voulons permettre à ces ressortissants de pouvoir revenir chez eux, chez nous, dans des conditions qui sont sûres? Ce conflit ne s'arrêtera pas; et, si nous ne prenons pas les devants, si la préparation n'est pas immédiate – en termes d'urgence, le gouvernement a l'obligation de réagir –, …je ne souhaite pas le pire, mais je ne voudrais pas qu'on puisse l'imaginer.
De voorzitter: Bedankt, mijnheer Crucke.
Collega's, gelieve allemaal op uw woorden te letten, want behalve de talloze kijkers thuis bevindt er zich een hele groep jonge mensen in de tribune.
08.07 Michel De Maegd (MR): Madame la ministre, monsieur le ministre, le Liban est à feu et à sang, une nouvelle fois. Un drame pour les civils, un de plus depuis plusieurs décennies. Politiquement, chers collègues, à travers l'élimination du chef du Hezbollah, c'est le régime iranien qui a été visé en plein cœur, un régime qui, ne l'oublions pas ici, ne vise qu'une chose: l'anéantissement total d'Israël.
Israël a aussi encore été durement touché ces derniers jours, par des attentats meurtriers à Tel-Aviv, par des tirs de missiles venant des Houthis au Yémen et, enfin, par l'envoi de 200 missiles balistiques en provenance de l'Iran, heureusement pour la plupart neutralisés. Imaginez, un instant, s'ils avaient atteint leur cible, quel désastre cela aurait été pour la population civile en Israël. Personne ne devrait, chers collègues, accepter le terrorisme, et nous devons aussi comprendre qu'Israël lutte pour sa survie. C'est un combat existentiel.
Néanmoins, il faut être clair. Promouvoir la sécurité de l'État d'Israël et de sa population ne signifie pas soutenir aveuglément la politique menée par le gouvernement Netanyahou.
À ce propos, les événements de ces derniers jours nous font craindre une escalade encore plus importante qui fera encore plus de victimes dans la région, à Gaza, en Cisjordanie, au Liban et en Israël – victimes que mon groupe déplore toutes.
Alors pour faire taire le fracas des armes, une réponse diplomatique est indispensable. C'est une responsabilité de la communauté internationale toute entière. Celle-ci n'est pas exempte de reproches en ayant fermé les yeux depuis un an sur les tirs quotidiens de missiles venant du Hezbollah.
Dans ce contexte, madame et monsieur les ministres, voici mes questions. Nous accordons une grande importance à la sécurité des Belges qui sont toujours présents au Liban. Vous avez annoncé en avoir identifié une centaine qui désirent rentrer chez nous. Ce nombre a-t-il évolué depuis hier? Dans quels délais ces rapatriements auront-ils lieu? Nous apprenons aujourd'hui que deux journalistes belges ont été blessés. Avez-vous plus d'informations à leur propos? Enfin, quelle aide humanitaire sera mobilisée en faveur de la population libanaise qui souffre depuis tant de mois?
08.08 Christophe Lacroix (PS): Madame la ministre, chaque semaine, nous devons malheureusement vous interpeller. Chaque semaine, nous devons dénoncer votre absence de courage politique dans ce dossier. Toujours pas de sanctions contre Israël ni de reconnaissance de la Palestine; toujours pas d'aide massive au Liban. La situation au Proche-Orient est à tel point dramatique que le risque d'embrasement mondial n'est aujourd'hui plus une menace mais une réalité. Nous y sommes, madame la ministre. Nous sommes véritablement à un point de bascule géopolitique. Nous sommes au-delà des 41 000 morts et des 90 000 blessés dont 90 % sont des victimes collatérales, des victimes civiles, rappelons-le.
Madame la ministre, au Parti Socialiste, nous avons toujours condamné la violence d'où qu'elle vienne, que ce soit bien clair. Nous avons toujours dit que le droit international devait être notre boussole partout dans le monde. Nous avons toujours dit que l'État d'Israël le bafoue allègrement et que nous devions agir résolument pour le contraindre à un cessez-le-feu. Sur Gaza, et maintenant sur le Liban mais également sur la Syrie. Mais où le premier ministre israélien s'arrêtera-t-il? Cela ne peut plus durer. Madame la ministre, nous sommes véritablement à un tournant de l'histoire. La réaction du régime théocratique iranien, que nous condamnons avec autant de force, nous laisse malheureusement présager du pire.
J'ai trois questions et j'aimerais à nouveau vous demander ceci: quand allez-vous porter au gouvernement le dossier des sanctions à l'égard d'Israël pour les forcer à revenir à la paix et à la stabilité dans la région? Il faut reconnaître l'État de Palestine pour forcer une solution à Gaza aussi. Pour le Liban, des facilités consulaires et une possibilité de rapatriement par la Défense belge seront-elles mises en place pour les 1 800 Belgo-libanais présents sur le territoire? Des solutions d'accueil et des visas humanitaires seront-ils envisagés pour leurs familles? Et quelle aide humanitaire est prévue pour le million de déplacés que compte le Liban, qui connaît un bilan désastreux depuis de très nombreuses années?
08.09 Hadja Lahbib, ministre: Monsieur le président, mesdames et messieurs les députés, je vous remercie pour vos questions. Je voudrais tout d'abord reprendre une des questions principales. Sachez que, dès demain, des Belges seront à bord d'avions pour quitter le Liban.
La situation au Moyen-Orient nous préoccupe chaque jour, chaque instant, de jour comme de nuit. La communauté internationale, dans son ensemble, n'est pas parvenue à éviter l'escalade de la violence. L'Histoire retiendra sans aucun doute ceux qui étaient aux commandes, qui auraient pu arrêter cet engrenage et qui n'ont pas choisi d'emprunter le chemin de la paix, celui qu'au nom de la Belgique, je n'ai cessé de défendre depuis le premier jour de ma prise de fonction. Mais l'escalade est là et toute la région est au bord d'un embrasement général.
Dinsdagavond lanceerde Iran bijna tweehonderd ballistische raketten richting Israël. Ik heb de aanval onmiddellijk veroordeeld en opgeroepen tot de-escalatie en tot bescherming van burgers. Wij hebben ook bijgedragen aan een verklaring namens de Europese Unie waarin wij alle partijen oproepen tot terughoudendheid.
La situation humanitaire s'aggrave. La Belgique va évidemment répondre, dans le cadre du programme B-FAST, à la demande d'assistance introduite par les autorités libanaises afin d'appuyer les hôpitaux publics. Un budget de 150 000 euros est réservé pour l'achat de matériel médical. À cela s'ajoutera du matériel issu du stock stratégique de la Santé publique. L'envoi de ce matériel est déjà en cours de préparation.
En ce qui concerne la situation plus générale des Belges au Liban, suite à ma demande, le Conseil des ministres a adopté, hier, un ensemble de mesures qui visent à leur venir en aide. Dès demain, comme je l'ai dit, des avions ramèneront des Belges du Liban. Dans le cadre d'une coordination européenne, des Belges rentreront entre autres par un avion dépêché par les Pays-Bas.
Andere Belgen zullen Libanon verlaten dankzij plaatsen die zijn onderhandeld met Middle East Airlines (MEA), met bestemmingen als Cyprus en Istanboel.
Il a aussi été décidé d'aider les Belges qui souhaitent quitter le Liban, si nécessaire, dans un second temps, par la mise en place de vols assistés par la Défense. Actuellement, il est prématuré de parler d'évacuation de non-combattants (NEO). En fonction de la situation sur le terrain, une approche graduelle sera mise en place car l'aéroport de Beyrouth est encore accessible aux vols civils et militaires. Je rappelle que nous sommes en concertation avec d'autres pays européens. La France par exemple, qui compte au Liban 20 000 de ses ressortissants, n'a pas commencé d'évacuation. Un navire est en route et devrait accoster ce week-end.
L'ambassade belge de Beyrouth a contacté tous
les Belges, résidents ou de passage, qui se sont inscrits dans les registres
consulaires de Travellers Online afin de vérifier qui, parmi eux, souhaite
quitter le Liban, et qui a besoin d'aide. Ce chiffre est évidemment en
constante évolution. De zéro, nous sommes passés à 90, ensuite à 180
aujourd'hui. Ces personnes ont manifesté leur souhait de quitter le Liban. Bien sûr, nous leur accorderons
toute l'aide nécessaire.
Wat de journalist en de cameraman van VTM betreft, Robin Ramaekers en Stijn De Smet, wil ik mijn steun betuigen aan deze mensen die gisteren in Beiroet zijn aangevallen. Zij werden onmiddellijk bijgestaan door onze ambassade. Zij werden voor spionnen aanzien en in elkaar geslagen door lokale bewoners. Onze ambassade en onze medewerkers staan aan hun kant. Onze ambassadeur heeft hen vanmorgen bezocht.
Je l'ai eu au téléphone. Il m’a informée que Robin Ramaekers a pu quitter l’hôpital et se trouve à l’hôtel. Nous les rapatrierons dès que leur état le permettra.
Je connais ces deux journalistes. Ils m’ont accompagnée récemment encore au Moyen Orient. Je sais ce que c’est être reporter de guerre, pour l’avoir été moi-même. Je tiens à manifester toute mon empathie et mon soutien à leur égard. Les journalistes défendent la liberté de la presse et font partie des piliers de la démocratie.
Notre message, pour le reste, demeure le même:
la mise en place d’un cessez-le-feu, la libération des otages et laisser une
chance aux négociations diplomatiques, qui sont la seule solution pour aboutir
à une solution viable, à la solution à deux États. Nous soutenons (…)
08.10 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, collega's, de escalatie van het geweld in het Midden-Oosten zorgt vandaag voor een van de ergste humanitaire crisissen van de afgelopen 25 jaar. Op dit ogenblik leven miljoenen kinderen in voortdurende angst. Dat is het geval in Libanon en in Gaza, op de Westelijke Jordaanoever en ook in Israël. Tienduizenden doden zijn gevallen, de overgrote meerderheid vrouwen en kinderen, ook tienduizenden gewonden, en miljoenen mensen zijn op de vlucht. Laten we ons ook niet vergissen: de gevolgen daarvan zullen niet enkel in het Midden-Oosten gevoeld worden.
Zonder respect voor het internationaal humanitair recht, zonder een goed functionerend systeem van de Verenigde Naties en, inderdaad, mevrouw Van Hoof, zonder respect voor de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, is binnenkort geen enkele burger in conflict nog beschermd. Ook in bijvoorbeeld Soedan, in de DRC en in Oekraïne worden altijd maar meer hulpverleners gedood, medische faciliteiten aangevallen en burgers uitgehongerd. De grenzen van het aanvaardbare worden steeds verlegd. Het is dus in ons aller belang, overal in de wereld, dat dit stopt.
De spiraal van het geweld moet stoppen. Zoals mijn collega-minister al zei, de enige goede oplossing die vrede en veiligheid waarborgt voor iedereen, is een onderhandelde oplossing en een onmiddellijk staakt-het-vuren, zowel tussen Hezbollah en Israël als in Gaza. Ons land neemt daartoe mede het voortouw. Ik sluit mij aan bij wat gezegd is en ik kan u tevens meedelen dat op de Europese Raad van 17 en 18 oktober België ook zal pleiten voor een onmiddellijk staakt-het-vuren tussen Hezbollah en Israël.
Maar inderdaad, ondertussen moeten we ook de onmiddellijke nood proberen te lenigen. Wij hebben beslist dat B-FAST een transport van medische middelen tot stand brengt. Het gaat over elementair materiaal zoals handschoenen, naalden en kompressen, alles wat nodig is, een beperkt pakket dat volgende week getransporteerd wordt. Mevrouw Lamarti, u vroeg terecht of dat effectief helpt. Welnu, belangrijk te weten is dat de Libanese regering de vraag gesteld heeft via de Europese Unie, via de Europese Commissie, die zorgt voor de Europese coördinatie. Dat is essentieel. Op die vraag bieden wij een antwoord. Wij zullen ook de garantie hebben dat het materiaal dat wij geven enkel gebruikt wordt in ziekenhuizen en medische faciliteiten die beheerd worden door de Libanese overheid. Dat is heel essentieel.
Tot slot, wat de operationele actie betreft heb ik alle vertrouwen in B-FAST. We hebben in de afgelopen regeerperiode samen beslist om B-FAST een nieuw en sterker leven te geven en de nu voorliggende opdracht bewijst dat dat een goede beslissing was.
Vanzelfsprekend is dat niet de enige humanitaire hulp die wordt geboden. Wij zijn een land dat heel belangrijke bijdragen levert. Dat gaat elk jaar over meerdere miljoenen euro's aan internationale fondsen, die snel en soepel kunnen optreden. Ik denk daarbij met name aan het noodfonds van de Verenigde Naties CERF. Ik denk aan het noodfonds van het Rode Kruis. Ik denk ook aan het humanitaire landenfonds voor Libanon. België geeft aan die fondsen elk jaar miljoenen euro's. Dat geld wordt nu soepel en onmiddellijk ingezet. U moet weten dat de voorbije twee weken die verschillende fondsen al 36 miljoen euro uit hun kas hebben gehaald om extra hulp te bieden in de humanitaire crisis die zich aandient in Libanon. Met andere woorden, het werken met die fondsen is heel essentieel.
Onze gedachten zijn vanzelfsprekend bij de verschrikkelijke en onbeschrijflijke ellende die de burgerbevolking in het Midden-Oosten treft. De enige oplossing is onderhandelen en dus een staakt-het-vuren. Ondertussen moet België in Europees verband, maar ook op internationaal vlak, met bestaande internationale fondsen die wij heel stevig steunen, al het mogelijke doen om de nood te lenigen.
08.11 Fatima Lamarti (Vooruit): Mevrouw de minister, mijnheer de minister, op het terrein maken onze helden het verschil. Dat zijn de mensen van B-FAST. Hoe groot de horror ook is, zij kijken nooit weg en blijven verder werken. Diezelfde moed zou de politiek moeten hebben in plaats van met twee maten en twee gewichten te meten. Alle vormen van geweld zou de politiek moeten veroordelen, maar dat gebeurt tot op heden nog steeds te weinig. Het is terecht dat mensen Iran veroordelen als dat land een rakettenregen op Israël afstuurt, maar dat Israël dag in dag uit in Gaza en Libanon kinderen, gezinnen en kwetsbaren treft, verdient dezelfde veroordeling. Wij moeten altijd aan de kant van de burgerslachtoffers staan. U zet vandaag een belangrijke stap, nu de rest nog. De mensen in het Midden-Oosten wachten erop.
De voorzitter:
Ik dank u voor uw eerste betoog in de Kamer, mevrouw Lamarti. (Applaus)
08.12 Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, u schetste de weg die u sinds uw aantreden hebt gevolgd en u steunt verklaringen om elk geweld te veroordelen, maar ik heb u nog niet streng horen zijn ten aanzien van Israël. Nochtans, wat is er het afgelopen jaar gebeurd – maandag is het een jaar na 7 oktober 2023? Er zijn 41.000 doden gevallen, een op de twee jonge kinderen is ondervoed en er zijn honderdduizenden mensen in Gaza op de vlucht. Het wordt tijd om de tactiek te veranderen en strenger te worden, want anders kunnen wij blijven humanitaire steun bieden. Humanitaire steun biedt men immers op een moment dat het te laat is. Dat is het gevolg van onze passieve houding. Ik verwacht van België een straffere houding. Groen verwacht dat wij ook ten aanzien van Israël een strengere houding durven aannemen. Er is in middelen voorzien – dat geeft u aan –, maar het is noodzakelijk om in extra middelen te voorzien, want dat is ook de vraag van de VN. Er moeten extra middelen worden vrijgemaakt om de Libanezen op het terrein te helpen, want zij zitten (…)
08.13 Britt Huybrechts (VB): (…) beginnen met het evacueren van onze mensen uit Libanon. Ik vind het alleen heel jammer dat ik geen antwoord gekregen heb op mijn allereerste vraag hier, inzake de screenings van eventuele geradicaliseerde Belgen. Ik hoop dat dit geen voorbode is met het oog op mijn toekomstige vragen, of een voorbode van hoe uw opvolger zal antwoorden in de nieuwe coalitie.
Dit is enorm belangrijk om de eenvoudige reden dat wij dit conflict niet verder mogen importeren in ons land. Zo kunnen wij toekomstige terroristische aanslagen in België vermijden.
De voorzitter:
Ook voor collega Huybrechts was dit de eerste interventie in de Kamer. (Applaus)
08.14 Els Van Hoof (cd&v): Mevrouw de minister, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoorden.
Zoals u zei, de repatriëring van de Belgen moet goed verlopen zodat wij niet terechtkomen in toestanden als bij de evacuatie uit Afghanistan. Maar het is ook belangrijk dat wij humanitaire hulp bieden, al is die niet meer dan een pleisters op een gapende wonde die alleen maar gedicht kan worden door duurzame diplomatieke vredesonderhandelingen. Het internationaal recht is daarvoor onze bijbel.
Iraanse raketaanvallen of Israëlische bombardementen zijn daar niet mee in overeenstemming. Die moeten stoppen.
Deze plaat zetten wij van de cd&v-fractie niet af. Er is genoeg bloed gevloeid.
08.15 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Chers collègues, il est quand même scandaleux d'entendre ici les éléments de langage "d'État génocidaire" repris par le MR. On a déjà entendu le MR qualifier de "coup de génie" l'assassinat terroriste d'enfants, d'innocents. Mais reprendre aujourd'hui le même vocabulaire, dire qu'Israël se défend... Aujourd'hui, celui qui lutte pour sa survie, c'est le peuple palestinien! Ce n'est pas Israël, chers collègues. Israël est l'agresseur dans la région!
Madame la ministre, jouer l'impuissance face à la situation, c'est au mieux de l'hypocrisie, au pire de la lâcheté, parce que continuer à être membre de l'accord d'association Union européenne-Israël, c'est de la complicité dans les crimes de guerre israéliens et dans le génocide que commet Israël. Quand il s'agissait de la Russie, vous aviez pris des dizaines de sanctions. Et, aujourd'hui, vous vous trouvez impuissante face à Israël. C'est vraiment de l'hypocrisie totale.
08.16 Jean-Luc Crucke (Les Engagés): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse.
Je voudrais revenir à l'urgence dans l'actualité. On reparlera malheureusement encore du Moyen-Orient. L'urgence, c'est l'évacuation des ressortissants. Comme vous l'avez dit, dès demain, certains pourront quitter le pays mais le chiffre augmente de jour en jour, de minute en minute, et cela n'est pas étonnant. Je crois donc qu'on est dans ce qu'on appelle "la gestion de crise". C'est quelque chose que vous allez peut-être découvrir dans les semaines à venir.
Sincèrement, l'Europe a des obligations également. Il figure dans les traités européens que les ressortissants européens doivent pouvoir quitter les lieux dans lesquels ils sont lorsqu'il y a une crise. Au lieu d'envoyer un avion sur place, ne faudrait-il pas aussi avoir une coordination européenne? Cela manque franchement et clairement. C'est plus qu'important.
08.17 Michel De Maegd (MR): Madame et monsieur les ministres, je vous remercie de vos réponses.
Tout d'abord, je ne vais pas réagir aux outrances de l'extrême gauche et de tous ceux qui défendent des recettes simplistes – nous en avons l'habitude ici – à propos d'un conflit qui dure depuis des décennies. Je rappellerai qu'actuellement, Joe Biden – le principal allié d'Israël – ne parvient pas à obtenir un cessez-le-feu. J'invite donc chacun à la lucidité face à l'immense complexité de la situation.
J'acte, bien sûr, avec soulagement que le plan de rapatriement est prêt et que B-FAST enverra rapidement une aide et du matériel sur place. Notre pays ne laisse jamais tomber ses ressortissants et vient toujours en aide aux populations qui en ont besoin.
Politiquement, pour nous, il est clair que l'élimination d'Hassan Nasrallah constitue un espoir pour l'avenir du Liban. Son peuple n'aspire qu'à la liberté et à la paix, paix à laquelle aspire également le peuple israélien qui, je le rappelle encore – n'en déplaise aux extrémistes de gauche –, vit sous l'énorme menace du Hezbollah, du Hamas, mais aussi des Houthis du Yémen ainsi que de l'Iran.
Et puis, notre objectif immédiat est de faire taire les armes. Je vous encourage donc, madame et monsieur les ministres, à plaider plus que jamais avec insistance à tous les niveaux afin de faire régner la paix. Je vous remercie.
08.18 Christophe Lacroix (PS): Monsieur le président, tout d'abord, je voudrais remercier le ministre Vandenbroucke pour son efficacité immédiate à la suite du travail de Mme Caroline Gennez qui, dans ce gouvernement, a toujours défendu avec force la reconnaissance de la Palestine et s'est battue sans cesse pour convoyer de l'aide humanitaire à Gaza. Bravo à Mme Gennez et bravo à vous, monsieur Vandenbroucke!
Enfin, je voudrais rappeler que nous condamnons toute forme de violence à l'égard des victimes, tant de la part du gouvernement israélien, que je distingue d'Israël, que du Hamas, du Hezbollah libanais ou de l'Iran. Pour nous, la seule solution est diplomatique: il faut que les ennemis d'aujourd'hui s'assoient à table et négocient une paix durable. Il faut que le rapatriement des Belges soit immédiatement organisé. La Défense est prête. Et M. Crucke le sait très bien, puisqu'il a été bourgmestre: dans une gestion de crise, il faut être proactif et il convient d'envisager immédiatement les capacités maximales. On peut regretter aujourd'hui notre absence dans la région, en raison du retrait décidé en 2014 par le gouvernement Michel de la force de pacification de l'ONU sur place. C'est bien dommage!
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
09.01 Aurore Tourneur (Les Engagés): Madame la ministre, les activistes environnementaux sont de plus en plus lourdement condamnés. Nous ne pouvons évidemment pas admettre certaines actions, mais les sanctions doivent être proportionnées.
Il y a quelques semaines, deux militantes ont été condamnées à deux ans et vingt mois de prison au Royaume-Uni. Hier, au Groenland, la Justice a décidé de maintenir la détention du défenseur des baleines, Paul Watson, et ce à la suite d'une notice rouge d'Interpol. Cette notice demande son extradition au Japon, où il risque quinze années de prison. Le Japon utilise ici de manière excessive une procédure pénale pour faire taire les défenseurs reconnus de l'environnement.
Cette situation a été abordée au Parlement européen, puisque plusieurs parlementaires s'en sont inquiétés, notamment le vice-président de notre mouvement Les Engagés, Yvan Verougstraete.
Madame la ministre, la protection de l'environnement, et principalement des grands mammifères marins, ainsi que la lutte contre le réchauffement climatique, sont essentielles pour notre avenir. La Belgique est-elle intervenue de manière bilatérale avec le Danemark, comme l'a fait la France? L'utilisation abusive de ces notices rouges d'Interpol a-t-elle été discutée au Conseil de l'Union européenne? Comptez-vous agir contre cette condamnation de M. Paul Watson? Si oui, comment?
09.02 Hadja Lahbib, ministre: Madame la députée, je vous remercie pour votre question, qui nous permet d'ailleurs de rappeler que l'un des piliers de la démocratie est le Parlement. L'autre est constitué en partie par les associations, les représentants de la société civile qui doivent être protégés et renforcés car tous contribuent avant tout à l'État de droit.
Le cas que vous avez évoqué est celui de Paul Watson. Ce cas oppose Paul Watson et le Japon qui a lancé un mandat d'arrêt international contre celui qui n'est autre que le fondateur de Sea Shepherd, qui dénonce la chasse aux baleines et entend y mettre fin, y compris en sabotant des bateaux de pêche. Il a été arrêté et emprisonné au Groenland suite à ce mandat d'arrêt. Il revient donc maintenant à la justice danoise de se prononcer sur une éventuelle extradition du Groenland en vue de poursuites judiciaires dans d'autres pays, en l'occurrence au Japon. En vertu du respect de la séparation des pouvoirs qui vaut également entre États de l'Union européenne, je ne me permettrai pas de commenter le fond de cette affaire.
Mais permettez-moi de rappeler la position de la Belgique. La Belgique a toujours défendu et continue à défendre une société civile forte. Elle a toujours mis en avant la protection des défenseurs des droits humains, en ce compris évidemment les défenseurs des droits de l'environnement. Il est évident qu'ils ont la liberté d'expression, d'association pacifique et de manifestation, tant que ces actions s'exercent de manière non violente et dans le respect de l'État de droit.
Je vous rappelle aussi que la Belgique est membre de la Commission Baleinière Internationale (CBI) et s'oppose fermement à la chasse commerciale à la baleine. Récemment, un groupe de pays issu de trois groupes régionaux, dont les États membres de l'Union européenne, a effectué une démarche auprès du Japon afin d'exprimer son désaccord quant au projet de celui-ci d'étendre la chasse commerciale (…)
09.03 Aurore Tourneur (Les Engagés): Madame la ministre, je vous remercie. Je pense en effet que la défense de l’environnement n’a pas de prix. Elle doit nous tenir à cœur. En outre, il faut soutenir les gens qui consacrent leur vie à cette cause.
Par ailleurs, je pense que la coopération internationale, qu’elle soit policière ou judiciaire, est essentielle pour notre sécurité. Cependant, elle ne doit pas servir à museler les personnes qui défendent ce type de projets.
Le président:
C’était la première prise de parole de Mme Tourneur dans cet hémicycle. (Applaudissements)
Ook de heer Aerts sprak hier daarnet voor
het eerst, maar niet als parlementslid, want hij was al lid van het Vlaams
Parlement. (Applaus)
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
10.01 François De Smet (DéFI): Monsieur le secrétaire d'État, le journal Le Soir nous apprend cette semaine que le ministre-président du gouvernement flamand a envoyé une notification à la Commission européenne pour informer de la décision de la Région d'appointer la Vlaamse Toezichtcommissie comme autorité de protection des données pour la Flandre. Cela est interpellant à trois niveaux. D'abord parce qu'il existe toujours une Autorité de protection des données au niveau fédéral; deuxièmement parce qu'il n'existe pas d'accord de coopération qui permettrait à la Flandre de préempter ses compétences au niveau européen et, troisièmement, parce qu'il existe en revanche bel et bien un arrêt récent de la Cour constitutionnelle qui établit sans ambiguïté possible que c'est bien l'Autorité de protection des données fédérale qui a la tâche de coordonner et de représenter les intérêts de la Belgique au sein du comité européen.
Nous assistons donc de fait, il faut pouvoir le dire, à une tentative de régionalisation de la protection des données et de la protection de la vie privée par le gouvernement flamand. Je dois dire, monsieur le secrétaire d'État, que votre réaction jusqu'ici ne nous étourdit pas par sa vigueur sur cet état de fait. Vous avez déclaré dans la presse qu'il fallait simplement attendre l'avis de la Commission européenne et son retour. Mais attendre quoi? La Commission européenne ne réagira sans doute même pas à cet état de fait. Je crois, moi, qu'il est de votre devoir de défendre l'État fédéral ainsi que l'Autorité de protection des données et de réagir. Il y a la possibilité du conflit d'intérêts, peut-être y a-t-il d'autres possibilités de réaction.
Ma question est simple: qu'allez-vous faire pour protéger l'Autorité fédérale de protection des données, ce domaine extrêmement sensible? Allez-vous faire quelque chose ou êtes-vous simplement déjà résigné à cette forme de régionalisation – certes douce et par voie de fait accompli, mais bien réelle – qui nous est proposée par le gouvernement flamand?
10.02 Mathieu Michel, secrétaire d'Etat: Monsieur De Smet, je vous confirme effectivement que la Flandre a officiellement fait parvenir un courrier à la Commission européenne au sujet de la notification auprès de cette Commission de la Vlaamse Toezichtcommissie (VTC) en tant qu'autorité de contrôle dans le sens de l'article 51 du RGPD.
Ce courrier fait deux choses. Il décrit des dispositions légales à la VTC, telles que stipulées dans un décret flamand récemment modifié et il confirme également que l'APD demeure la seule instance qui représente la Belgique au niveau européen et notamment au sein du Comité européen de la protection des données. Vous constatez qu'il y a effectivement une volonté dans le chef du gouvernement flamand de désigner une autre autorité de protection des données mais une autorité qui aurait un mandat limité au contrôle des autorités publiques flamandes.
Soyons clairs, le RGPD permet qu'un État membre prévoie qu'une ou plusieurs autorités publiques indépendantes soient chargées de surveiller l'application du RGPD. Dans ce cas, la Vlaamse Toezichtcommissie doit respecter les exigences statutaires imposées par le chapitre 6 du RGPD, notamment en ce qui concerne son indépendance.
Alors, c'est vrai, les autorités européennes doivent à présent confirmer ou non le respect de ces exigences dans le chef de la VTC. En fonction, je ferai analyser les conséquences juridiques de cette notification, notamment en ce qui concerne les futures relations entre l'APD et la VTC, et la nécessité éventuelle d'un accord de coopération pour déterminer les modalités de coopération. C'est là que nous en sommes, monsieur De Smet.
10.03 François De Smet (DéFI): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse. Je vous avoue qu'elle me laisse perplexe. L'accord de coopération, c'est une nécessité déjà maintenant. C'est quand même un peu facile d'assister à une forme de fait accompli de la part du gouvernement flamand, de demander à la Commission européenne courageusement d'en prendre acte et, ensuite, de réagir si besoin est. Et, si la Commission européenne nous dit qu'il n'y a pas de problème, on fera un accord de coopération. Non! Nous assistons dans ce domaine-là, comme dans plein d'autres, à une forme de régionalisation par la bande d'un gouvernement flamand qui, d'ailleurs généralement dans son bon droit, établit toute une série d'organismes et puis s'infiltre dans les faiblesses de l'État fédéral et dans le laisser-faire – que notamment vous permettez – pour simplement arriver à une régionalisation de fait. C'est assez inquiétant et si c'est la mentalité avec laquelle les discussions Arizona se déroulent, je comprends que vous attendiez le 14 octobre pour aboutir.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
11.01 Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de minister, gisteren ondervroeg ik u nog in de commissie voor Binnenlandse Zaken over de situatie in Herk-de-Stad, waar een 15-jarige jongen zware slagen heeft gekregen met hospitalisatie tot gevolg. Zijn vriendin was zwaar aangeslagen en heeft eveneens wat slagen te verduren gekregen. Gisteren antwoordde u dat dit een geïsoleerd geval was, iets voor Herk-de-Stad zelf.
Intussen, mevrouw de minister, zijn we nog geen 24 uur later en wil ik even enkele geïsoleerde gevallen opsommen. Het eerste geïsoleerde geval vond plaats in Roeselare, waar Afghanen elkaar te lijf gingen. Er was eerst een vechtpartij en dan een steekpartij op klaarlichte dag. Het tweede geïsoleerde geval vond plaats in Anderlecht, waar men elkaar beschiet in de straten. Er was ook nog een geïsoleerd geval in Gent, waar IVAGO-medewerkers aangevallen worden door bezoekers van het containerpark en daarom bijkomende politionele steun vragen. Dat zijn dus allemaal geïsoleerde gevallen, mevrouw de minister.
Het is echter zonneklaar: als men alle geïsoleerde gevallen optelt, komt men tot een fenomeen, mevrouw de minister. Dat fenomeen houdt in dat alle grootstedelijke problemen, met die grootstedelijke criminaliteit, uitdijen naar al onze steden en gemeenten in Vlaanderen.
Het is niet voor niets dat zelfs de burgemeester van Vilvoorde – moeilijk te verdenken van sympathieën voor het Vlaams Belang – u oproept om meer politie in te zetten en om federale steun vraagt. In de Rand van Brussel dragen zij immers als eersten de gevolgen van deze hoofdstedelijke criminaliteit. Het is hoogdringend, mevrouw de minister, dat u daar een open oor en oog voor hebt. Ik vraag u dan ook om na vijf jaar stilte eindelijk de daad bij het woord te voegen.
11.02 Minister Annelies Verlinden: Mijnheer Depoortere, het is geen geheim dat u er geen probleem mee hebt mijn woorden te verdraaien. Het is ook niet nieuw dat u denkt dat ik beter naar u zou luisteren als u het aantal decibels verhoogt. Ik zal u geruststellen: ook als u rustig spreekt, luister ik goed naar u.
Ik heb gisteren niet gezegd dat het een geïsoleerd geval betrof in Herk-de-Stad, ik heb gezegd dat die persoon met een psychiatrische aandoening een geïsoleerd geval was. Ik heb helemaal niet naar andere landsdelen verwezen. Het is dus ongepast mijn woorden te verdraaien. Ik ben op de hoogte van de gevallen in Roeselare, Anderlecht en andere plaatsen, maar daar kan ik geen commentaar op geven aangezien we het gerechtelijk onderzoek moeten afwachten.
Het is wel duidelijk dat we deze vormen van geweld niet mogen tolereren en dat we dit een halt moeten toeroepen. Dat heb ik ook steeds gezegd en daar doen we alles aan. Ik heb steeds begrepen dat de politie alles op alles zet om de daders te identificeren, zodat Justitie kordaat kan optreden om hen te bestraffen. Ook lokale besturen kunnen optreden en zij zetten vandaag politie in op de plekken waar dat nodig is. Sommige burgemeesters spreken plaatsverboden en samenscholingsverboden uit om die gevallen van geweld tegen te gaan. Er worden systematisch identiteitscontroles uitgevoerd om criminaliteit en gewelddelicten tegen te gaan. De voorbije jaren zijn er meer middelen vrijgemaakt om stationsbuurten beter te beschermen. We hebben een pilootproject om de camerabeelden tussen de NMBS en de politiediensten te delen, om zo digitaal te kunnen patrouilleren en nog meer veiligheid in die stationsomgevingen te garanderen.
De federale politie biedt ondersteuning waar mogelijk en er is solidariteit tussen de verschillende zones. Ook in Brussel is er een samenwerking tussen Justitie en de politiediensten. We hebben aan die lokale besturen een belangrijke partner en zij hebben aan mij een belangrijke partner om dat geweld te blijven tegengaan.
11.03 Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Mijn excuses als ik iets te luid spreek naar uw zin.
Ik wil nog één cijfer meegeven. In 2023 zijn er 441.843 processen-verbaal opgemaakt door de politie. Dat zijn er 1.210 per dag, of 50 per uur. Dat is geen onveiligheidsgevoel meer, dat is onveiligheid. Daar moet iets aan gedaan worden. Ik doe hier nogmaals de oproep, net als vijf jaar geleden, om dat taboe te doorbreken. Het taboe is dat de superdiversiteit, waarover men de politiek correcte klasse steeds hoort spreken, leidt tot supercriminaliteit. Doe daar iets tegen. Steek de kop niet in het zand. Doe waarvoor de kiezer in juni gestemd heeft, namelijk een rechts en Vlaams regeerbeleid waarin veiligheid prioriteit is. Op 13 oktober zullen ze daar opnieuw voor stemmen. Mevrouw de minister, doe daar iets aan.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
12.01 Eva Demesmaeker (N-VA): Mevrouw de minister, al geruime tijd zijn er ernstige problemen met het transport van gedetineerden in België, met vertraagde of zelfs afgelaste zittingen tot gevolg. In sommige gevallen worden gedetineerden zelfs helemaal niet naar de rechtbank gebracht en worden verdachten vrijgelaten. Gisteren sloeg men in Mechelen opnieuw alarm.
De oorzaken zijn bekend. Er is een structureel tekort bij de federale politie, in het bijzonder bij de Directie beveiliging (DAB), die verantwoordelijk is voor het gevangenentransport. Daar zijn in totaal 250 mensen te kort. Dat leidt tot overbelasting en een hoog ziekteverzuim, waardoor andere politiediensten moeten inspringen, in sommige gevallen zelfs de lokale politie. Dat roept de vraag op of het transport van gedetineerden wel tot de kerntaken van de politie behoort. Zou de private sector hierin geen bijdrage kunnen leveren?
Daarnaast speelt ook de verkokering een rol. De politie van hoven en rechtbanken werkt met in totaal 12 verschillende eenheden in de Directie beveiliging. Is het niet tijd om te evolueren naar minder entiteiten, bijvoorbeeld drie, die dan flexibeler kunnen worden ingezet?
Kortom, een grondige hervorming van die dienst is noodzakelijk, want transport zou nooit de werking van ons rechtssysteem of de algemene veiligheid in gevaar mogen brengen. Mevrouw de minister, hoe zult u ervoor zorgen dat het transport van gedetineerden in België vlot blijft verlopen?
12.02 Minister Annelies Verlinden: Mevrouw Demesmaeker, ik zou u ook kunnen doorverwijzen naar de minister van Mobiliteit, want als er minder files zouden zijn, dan zouden er minder vertragingen zijn en zouden er dus meer zittingen kunnen plaatsvinden.
De opdracht voor de overbrenging van gevangenen is een opdracht van DAB, de Directie beveiliging van de federale politie. Het is inderdaad niet evident om daar aan rekruteringen te doen, net zoals het vandaag niet evident is om cipiers en treinconducteurs aan te werven; het gaat namelijk om knelpuntberoepen op de arbeidsmarkt.
De problemen hebben ook te maken met de toename van het aantal vragen. De DAB staat niet alleen in voor de overbrenging van gevangenen naar de gevangenissen, maar ook voor de overbrenging naar de ziekenhuizen en voor de permanente bewaking in die ziekenhuizen. Omdat we moeten beantwoorden aan die toegenomen vraag, helpen ook andere directies van de federale politie en soms zelfs de lokale politie mee aan het transport van gedetineerden.
Het is precies om die problematiek aan te pakken dat ik al lange tijd vragende partij ben om in te zetten op digitalisering bij Justitie, zodat digitale zittingen en zittingen in de gevangenissen zelf zouden kunnen worden gehouden. In sommige gevangenissen is daarvoor al de infrastructuur ter beschikking.
Wij moeten samen met Justitie naar een oplossing zoeken, zodat onnodige overbrengingen of overbrengingen met weinig toegevoegde waarde kunnen worden vermeden en men dat personeel op andere momenten kan inzetten.
De problematiek wordt ook besproken op het overlegplatform tussen de geïntegreerde politie en het College van procureurs-generaal. Dat is alvast een deel van de oplossing.
Mede op mijn vraag wordt er na het overleg met het College op drie assen ingezet. Ten eerste wordt er ingezet op digitalisering. Ten tweede wordt onderzocht hoe het planningssysteem van de directie ervoor kan zorgen dat er telkens voldoende mensen ter beschikking zijn. Ten derde is er het actieplan om het aanwervingssysteem aan te passen en de selectieprocedure te versnellen.
Er wordt in het kader van de onderhandelingen met het oog op een arizonaregering ook besproken welke taken eventueel aan de privésector kunnen worden uitbesteed, maar het gaat hier wel om de beveiliging en de bewaking van zeer gevaarlijke mensen, de gevangenen. Ik denk dat we daarmee niet lichtzinnig mogen omgaan.
Uiteraard zijn er geen taboes om een oplossing te vinden (…)
12.03 Eva Demesmaeker (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Misschien zou de minister van Mobiliteit inderdaad kunnen zorgen voor een oplossing; de rechtbank ligt op amper een kilometer.
Het falen van het gevangenentransport brengt absoluut een veiligheidsrisico met zich mee. Wanneer gedetineerden niet tijdig naar de rechtbank worden gebracht, ontstaat er complete chaos in het rechtsproces en kunnen verdachten onterecht worden vrijgelaten. Dat ondermijnt niet alleen het vertrouwen in het rechtssysteem, maar het bedreigt ook de veiligheid van onze samenleving. Laat het alarmsignaal van de rechtbank van Mechelen dus niet onbeantwoord.
De
voorzitter: Ik feliciteer mevrouw Demesmaeker met
haar maidenspeech. (Applaus)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Ik geef toe, collega’s, dat het in ons streven naar de absolute perfectie een heel kleine stap mag heten, maar u hebt gezien dat de namen van de vraagstellers op het scherm zijn verschenen. Ik dank de diensten daarvoor.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 2 oktober 2024 stel ik u in naam van de N-VA-fractie de kandidatuur voor van de heer Koen Metsu ter vervanging van de heer Peter Buysrogge als plaatsvervanger van de Parlementaire Assemblee van de NAVO.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 2 octobre 2024, je vous propose au nom du groupe N-VA la candidature de M. Koen Metsu comme membre suppléant, en remplacement de M. Peter Buysrogge, de l’Assemblée parlementaire de l’OTAN.
Aangezien er geen andere kandidaturen zijn, moet er, overeenkomstig artikel 157, nr. 6, van het Reglement, niet gestemd worden en verklaar ik de kandidaat verkozen als plaatsvervanger van de Parlementaire Assemblee van de NAVO.
Étant donné qu'il n'y a pas d'autres candidatures, il n'y a pas lieu à scrutin, conformément à l'article 157, n° 6, du Règlement, et je proclame le candidat élu en qualité de membre suppléant de l’Assemblée parlementaire de l’OTAN.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 25 september 2024, stel ik u voor de heer Kjell Vander Elst als niet-stemgerechtigd lid deel te laten nemen aan de werkzaamheden van de commissie voor de Controle op de Legeraankopen en -verkopen.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 25 septembre 2024, je vous propose de permettre à M. Kjell Vander Elst de participer aux travaux de la commission chargée du Contrôle des achats et des ventes militaires en qualité de membre sans voix délibérative.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observations? (Non)
Il en sera ainsi.
Bij brief van 18 september 2024 brengt de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie ons ter kennis dat het ter vergadering van die dag voor wettig en voltallig is verklaard.
Par lettre du 18 septembre 2024, l’Assemblée de la Commission communautaire flamande fait connaître qu'elle s'est constituée en sa séance de ce jour.
Bij brief van 23 september 2024 brengt het Vlaams Parlement ons ter kennis dat het ter vergadering van die dag voor wettig en voltallig is verklaard.
Par lettre du 23 septembre 2024, le Parlement flamand fait connaître qu'il s'est constitué en sa séance de ce jour.
In het Belgisch Staatsblad van 23 juli 2024 werd een oproep tot kandidaten bekendgemaakt voor de benoeming van vier experten (2 N + 2 F) voor de Controlecommissie betreffende de Verkiezingsuitgaven en de Boekhouding van de politieke partijen.
Un appel à candidats pour la nomination de quatre experts (2 F + 2 N) au sein de la Commission de contrôle des dépenses électorales et de la comptabilité des partis politiques a été publié au Moniteur belge du 23 juillet 2024.
De kandidaturen dienden uiterlijk op 13 september 2024 te worden ingediend.
Les candidatures devaient être introduites pour le 13 septembre 2024 au plus tard.
De volgende kandidaturen werden ingediend:
Les candidatures suivantes ont été introduites:
Kandidaturen voor de mandaten van Nederlandstalig expert
- de heer Herman Matthijs, gewoon hoogleraar aan de VUB en de Universiteit Gent, uittredend expert van de Controlecommissie;
- de heer Gunther Vanden Eynde, Research fellow aan de KU Leuven, uittredend expert van de Controlecommissie;
- de heer Raf Vandeneynde, wnd. afdelingsgriffier bij de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen.
Candidatures pour les mandats d'expert néerlandophone
- M. Herman Matthijs, professeur titulaire à la VUB et à l’Université de Gand, expert sortant de la Commission de contrôle;
- M. Gunther Vanden Eynde, Research fellow à la KU Leuven, expert sortant de la Commission de contrôle;
- M. Raf Vandeneynde, greffier de division f.f. au tribunal de première instance d’Anvers.
Kandidaturen voor de mandaten van Franstalig expert
- mevrouw Djamila Benbihi, ambtenaar bij het federaal parket;
- de heer Emmanuel Jacubowitz, Staatsraad;
- de heer Raymond Molle, uittredend expert van de Controlecommissie;
- de heer Lucien Rigaux, doctorandus en assistent grondwettelijk recht en rechten en vrijheden aan de ULB.
Candidatures pour les mandats d'expert francophone
- Mme Djamila Benbihi, fonctionnaire au parquet fédéral;
- M. Emmanuel Jacubowitz, conseiller d’État;
- M. Raymond Molle, expert sortant de la Commission de contrôle;
- M. Lucien Rigaux, doctorant et assistant en droit constitutionnel et en droit et libertés à l’ULB.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 2 oktober 2024, stel ik u voor de cv's van de kandidaten naar de politieke fracties te versturen.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 2 octobre 2024, je vous propose de de transmettre le curriculum vitæ des candidats aux groupes politiques.
De kandidaten zullen door de commissie voor Grondwet en Institutionele Hernieuwing worden gehoord.
La commission de la Constitution et du Renouveau institutionnel procédera à l’audition des candidats.
Geen bezwaar ? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation ? (Non)
Il en sera ainsi.
Aan de orde is de voordracht van een
Nederlandstalig, plaatsvervangend lid voor de categorie 'geneesheer' van de
Nationale Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wetgeving betreffende
de zwangerschapsafbreking.
L'ordre du jour appelle la présentation d’un membre suppléant néerlandophone pour la catégorie 'docteur en médecine' de la Commission nationale d’évaluation chargée d'évaluer l'application des dispositions relatives à l’interruption de grossesse.
De kandidatuur van mevrouw Leen Verleye voor
het opengevallen mandaat van plaatsvervangend lid werd tijdens de plenaire
vergadering van 18 juli 2024 aangekondigd.
La candidature de Mme Leen Verleye pour le mandat de membre suppléant devenu vacant a été annoncée en séance plénière du 18 juillet 2024.
Aangezien er slechts één kandidate is voor dit mandaat, dient de Kamer niet over te gaan tot een geheime stemming.
Vu qu’il n’y a qu’une candidate pour ce mandat, la Chambre ne doit pas procéder à un vote secret.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 2 oktober 2024, wordt voorgesteld om met toepassing van artikel 157, nr. 6, van het Kamerreglement, mevrouw Leen Verleye voor te dragen voor het mandaat van Nederlandstalig, plaatsvervangend lid voor de categorie 'geneesheer' van de Nationale Evaluatiecommissie zwangerschapsafbreking.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 2 octobre 2024, et en application de l’article 157, n° 6, du Règlement de la Chambre, il est proposé de présenter Mme Leen Verleye pour le mandat de membre suppléant néerlandophone pour la catégorie 'docteur en médecine' de la Commission nationale d’évaluation de l’interruption volontaire de grossesse.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Wegens een tekort aan kandidaturen voor de mandaten van Franstalig, plaatsvervangend lid van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen (CTRG) werd in het Belgisch Staatsblad van 13 augustus 2024 een zesde oproep tot kandidaten bekendgemaakt.
À la suite d'un manque de candidatures pour les mandats de membre suppléant francophone du Conseil central de surveillance pénitentiaire (CCSP), un sixième appel à candidats a été publié au Moniteur belge du 13 août 2024.
De volgende kandidatuur werd binnen de voorgeschreven termijn ingediend:
- categorie 'Master in de rechten': mevrouw Nicole Decabooter (F), auditeur bij de Federale Ombudsmannen
- categorie 'Arts': geen
- categorie 'Overige leden': geen
La candidature suivante a été introduite dans le délai prescrit:
- catégorie 'Master en droit': Mme Nicole Decabooter (F), auditeur auprès des Médiateurs fédéraux
- catégorie 'Médecin': aucune
- catégorie 'Autres membres': aucune
Er ontbreken nog twee Franstalige kandidaturen voor de mandaten van plaatsvervangend lid.
Il manque encore deux candidatures francophones pour les mandats de membre suppléant.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 2 oktober 2024 stel ik u voor om een nieuwe oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken voor de mandaten van Franstalig plaatsvervangend lid.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 2 octobre 2024, je vous propose de publier un nouvel appel à candidats au Moniteur belge pour les mandats de membre suppléant francophone.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera
ainsi.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je
considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je
renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au
Règlement.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Demande
d'urgence
19.01 Werner Somers (VB): Mijnheer de voorzitter, ik vraag de urgentie voor het voorstel van resolutie betreffende de noodzaak dat de Belgische regering en de vertegenwoordigers van België in de organen van de Verenigde Naties weerwerk bieden aan de onjuiste bewering van de Volksrepubliek China dat uit resolutie 2758 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 25 oktober 1971 volgt dat Taiwan integraal deel uitmaakt van het grondgebied van de Chinese staat, nr. 278/1.
De afgelopen maanden en jaren voerde de Volksrepubliek China de militaire intimidatie van Taiwan voortdurend op. De bedoeling daarvan is uiteraard om het moreel van de Taiwanese bevolking te breken en om zowel bij de Taiwanezen als bij de internationale gemeenschap de indruk te doen ontstaan dat het een kwestie van tijd is voordat het democratisch bestuurde eiland met het Chinese vasteland zal worden verenigd. De Volksrepubliek China heeft het liever over 'herenigd', maar dat klopt niet helemaal.
De Volksrepubliek China herhaalt ook voortdurend dat zij zich het recht voorbehoudt om desnoods met geweld het eiland Taiwan in te lijven. Artikel 2, lid 4, van het Handvest van de Verenigde Naties, dat het gebruik van geweld en de dreiging met geweld in de internationale betrekkingen verbiedt, zou volgens de Volksrepubliek China niet van toepassing zijn in dit geval omdat volgens haar Taiwan integraal deel uitmaakt van het Chinese grondgebied en dus geen soevereine staat is waarvan de territoriale integriteit en de politieke onafhankelijkheid worden beschermd door het geweldverbod.
Om haar internationaalrechtelijk ongefundeerde aanspraak op Taiwan kracht bij te zetten – Taiwan heeft sinds 1895 nooit meer deel uitgemaakt van China en de Volksrepubliek China heeft in haar 75-jarige bestaan nooit ook maar de minste effectieve controle over het eiland uitgeoefend – verwijst de Volksrepubliek China voortdurend naar resolutie 2758 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 25 oktober 1971, waarin staat te lezen dat de vertegenwoordigers van de regering van de Volksrepubliek China de enige legitieme vertegenwoordigers zijn van China.
Afgelopen zondag nog verklaarde de Chinese minister van Buitenlandse Zaken in de Algemene Vergadering van de VN dat de internationale gemeenschap in 1971 met een overgrote meerderheid heeft erkend dat Taiwan deel uitmaakt van China. Niets is echter minder waar, want in die resolutie uit 1971 wordt met geen enkel woord gerept over Taiwan, laat staan over de vraag of Taiwan deel uitmaakt van China. Helaas is de Volksrepubliek China er de voorbije jaren meermaals in geslaagd om haar onjuiste interpretatie van resolutie 2758 te doen overnemen door hoge VN-functionarissen en door te drukken in de organen van de VN. Het is van het grootste belang dat de vertegenwoordigers van de Belgische regering in de organen van de VN krachtdadig weerwerk bieden tegen het misbruik dat de Volksrepubliek China maakt van resolutie 2758, namelijk tegen de onjuiste bewering dat uit die resolutie volgt dat Taiwan integraal deel uitmaakt van het Chinese grondgebied.
Daarom vragen wij de urgentie voor het voorstel van resolutie.
De voorzitter: Het voorstel is hierbij meteen ingeleid, me dunkt. De behandeling in commissie kan dus al ingekort worden.
Ik stel u voor om ons over dit verzoek uit te spreken.
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
De urgentie
wordt verworpen bij zitten en opstaan.
L'urgence est rejetée par assis et levé.
Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
La séance est levée. Prochaine séance le mardi 8 octobre 2024 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering dinsdag 8 oktober 2024 om 14.15 uur.
La séance est levée à 16 h 14.
De vergadering wordt gesloten om 16.14 uur.
De
bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 56 PLEN 007 bijlage. |
L'annexe
est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 56 PLEN 007
annexe. |