Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

Donderdag 15 mei 2025

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Jeudi 15 mai 2025

 

Après-midi

 

______

 

De vergadering wordt geopend om 14.15 uur en voorgezeten door de heer Peter De Roover, voorzitter.

La séance est ouverte à 14 h 15 et présidée par M. Peter De Roover, président.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kunt die terugvinden op de webstek van de Kamer en in het integraal verslag van deze vergadering of in de bijlage ervan.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le compte rendu intégral de cette séance ou son annexe.

 

Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:

Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:

Bart De Wever.

 

01 Agenda

01 Ordre du jour

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 14 mei 2025 hebt u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 14 mai 2025, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.

 

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

 

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

 

Geheime stemming

Scrutin secret

 

02 Federale Deontologische Commissie – Benoeming van een Nederlandstalig lid voor de categorie 'voormalige leden Kamer/Senaat'

02 Commission fédérale de déontologie – Nomination d’un membre néerlandophone pour la catégorie 'anciens membres Chambre/Sénat'

 

De Kamer dient over te gaan tot de benoeming van een Nederlandstalig lid van de Federale Deontologische Commissie voor de categorie 'voormalige leden Kamer/Senaat'.

La Chambre doit procéder à la nomination d’un membre néerlandophone de la Commission fédérale de déontologie pour la catégorie 'anciens membres Chambre/Sénat'.

 

Overeenkomstig artikel 7 van de wet van 6 januari 2014 houdende oprichting van een Federale Deontologische Commissie worden de twaalf leden van de commissie door de Kamer van volksvertegenwoordigers benoemd met een meerderheid van twee derde van de stemmen, waarbij tenminste twee derde van de leden aanwezig moeten zijn.

Conformément à l'article 7 de la loi du 6 janvier 2014 portant création d'une Commission fédérale de déontologie, les douze membres qui composent cette commission sont nommés par la Chambre des représentants à la majorité des deux tiers des suffrages, deux tiers des membres au moins devant être présents.

 

Er dienen met andere woorden ten minste honderd leden aan de geheime stemming deel te nemen.

En d’autres termes, au moins cent membres doivent participer au vote secret.

 

De commissie bestaat uit zes Nederlandstalige en zes Franstalige leden van wie telkens één (gewezen) magistraat of (gewezen) hoogleraar, drie voormalige leden van de Kamer en/of de Senaat en twee voormalige mandatarissen.

La commission se compose de six membres francophones et de six membres néerlandophones, dont pour chaque rôle linguistique, un (ancien) magistrat ou (ancien) professeur, trois anciens membres de la Chambre et/ou du Sénat et deux anciens mandataires.

 

Ten hoogste twee derde van de leden mogen van hetzelfde geslacht zijn.

Deux tiers au maximum des membres sont du même sexe.

 

De commissie bestaat momenteel uit vijf vrouwelijke en zes mannelijke leden.

La commission se compose actuellement de cinq membres de sexe féminin et de six membres de sexe masculin.

 

De Kamer heeft bijgevolg de keuzevrijheid om een vrouwelijk of mannelijk lid aan te wijzen.

Par conséquent, la Chambre a la liberté de choix dans la désignation d’un membre de sexe féminin ou masculin.

 

De kandidatuur van de heer Dirk Van der Maelen werd aangekondigd tijdens de plenaire vergadering van 3 april 2025.

La candidature de M. Dirk Van der Maelen a été annoncée lors de la séance plénière du 3 avril 2025.

 

De commissie voor Grondwet en Institutionele Vernieuwing heeft de kandidaat op 23 april 2025 gehoord.

La commission de la Constitution et du Renouveau institutionnel a entendu le candidat le 23 avril 2025.

 

De rapporteur heeft verslag uitgebracht over deze hoorzitting tijdens de Conferentie van voorzitters van 29 april 2025.

Le rapporteur a fait rapport de cette audition au cours de la Conférence des présidents du 29 avril 2025.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 29 april 2025, stel ik u voor over te gaan tot de geheime stemming voor de benoeming van het Nederlandstalig lid.

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 29 avril 2025, je vous propose de procéder au scrutin secret pour la nomination du membre néerlandophone.

 

Het stuk met de naam van de kandidaat werd rondgedeeld. (881/1)

Le document portant le nom du candidat vous a été distribué. (881/1)

 

De stembiljetten zullen worden uitgedeeld in zaal 3 waar u uw stem kan uitbrengen vanaf nu tot 16.30 uur.

Les bulletins de vote seront distribués en salle 3, où vous pouvez émettre votre vote à partir de maintenant jusqu'à 16 h 30.

 

Daar de stemming geheim is, mogen de stembiljetten niet worden ondertekend.

Le scrutin étant secret, les bulletins ne peuvent être signés.

 

Ik herinner eraan dat enkel de leden de stembiljetten in ontvangst kunnen nemen, ze ter plaatse dienen in te vullen en in de stembus deponeren.

Je rappelle que seuls les membres peuvent recevoir les bulletins de vote, ceux-ci doivent être remplis sur place et déposés dans l’urne.

 

Om te stemmen voor de enige kandidaat, moet men een kruisje in het vakje naast de naam van de kandidaat te plaatsen.

Il convient de tracer une croix dans la case figurant en regard du nom du candidat pour voter en faveur de ce seul candidat.

 

Zodra de geheime stemming gesloten is, stel ik u voor dat de stembiljetten van de geheime stemming geteld worden in zaal 3, in aanwezigheid van de stemopnemers.

Dès que le scrutin secret est clos, je vous propose de procéder au dépouillement du scrutin secret dans la salle 3, en présence des scrutateurs.

 

Ik stel u voor om voor de stemopneming de jongste twee leden aan te wijzen.

Je vous propose de désigner les deux membres les plus jeunes pour dépouiller les scrutins.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

03 Regeling van de werkzaamheden

03 Ordre des travaux

 

03.01  Pierre-Yves Dermagne (PS): Avant de débuter la séance de questions d'actualité au gouvernement, je souhaitais attirer votre attention, monsieur le président et chacune et chacun de nos collègues, sur la manière dont une série de commissions se sont déroulées, ou ne se sont pas déroulées, cette semaine. Comme vous le savez, nous avons débuté les travaux budgétaires, l'analyse des notes de politique générale et d'une partie des éléments budgétaires de ce gouvernement.

 

À trois reprises depuis mardi, des commissions ont dû être ajournées faute de quorum du côté de la majorité. Bien entendu, chacune et chacun fait le choix de là où il veut se trouver, mais l'analyse des notes de politique générale et des éléments budgétaires du gouvernement est un moment important de notre travail parlementaire. Il nécessite et mobilise beaucoup de monde au niveau des parlementaires, mais aussi des services de la Chambre et des collaboratrices et collaborateurs des différents groupes.

 

Il me semble important que vous puissiez rappeler à chacune et chacun, et particulièrement au sein de la majorité, monsieur le président, la nécessité d'être en nombre par respect pour les travailleurs et travailleuses de cette assemblée, pour les services et pour le travail parlementaire de manière générale. Quelques heures seulement après avoir débuté nos travaux budgétaires, nous avons déjà dû constater le report de trois commissions. Cela me semble être un témoignage du manque de sérieux et de respect quant au fonctionnement de la démocratie, au fonctionnement de cette institution et au nécessaire contrôle parlementaire qui doit intervenir.

 

De voorzitter: Collega Dermagne, wanneer men in een commissie niet in aantal is, kan dat worden opgemerkt en dan dient ofwel het quorum gehaald te worden ofwel dienen de werkzaamheden stopgezet te worden. Aangezien ik deel uitmaakte van de oppositie, ken ik de techniek.

 

Mondelinge vragen

Questions orales

 

04 Samengevoegde vragen van

- Peter Mertens aan Bart De Wever (eerste minister) over "Het regeringsstandpunt over Palestina" (56000678P)

- Kjell Vander Elst aan Bart De Wever (eerste minister) over "De prangende situatie in Gaza" (56000679P)

- Paul Magnette aan Bart De Wever (eerste minister) over "De genocide in Gaza" (56000681P)

- Rajae Maouane aan Bart De Wever (eerste minister) over "De situatie in Gaza" (56000683P)

- Oskar Seuntjens aan Bart De Wever (eerste minister) over "De prangende situatie in Gaza" (56000689P)

- Nawal Farih aan Bart De Wever (eerste minister) over "De situatie in Gaza" (56000690P)

- Staf Aerts aan Bart De Wever (eerste minister) over "De situatie in Gaza" (56000698P)

- Jean-Marie Dedecker aan Bart De Wever (eerste minister) over "De situatie in Gaza" (56000700P)

04 Questions jointes de

- Peter Mertens à Bart De Wever (premier ministre) sur "La position du gouvernement concernant la Palestine" (56000678P)

- Kjell Vander Elst à Bart De Wever (premier ministre) sur "La situation préoccupante à Gaza" (56000679P)

- Paul Magnette à Bart De Wever (premier ministre) sur "Le génocide à Gaza" (56000681P)

- Rajae Maouane à Bart De Wever (premier ministre) sur "La situation à Gaza" (56000683P)

- Oskar Seuntjens à Bart De Wever (premier ministre) sur "La situation préoccupante à Gaza" (56000689P)

- Nawal Farih à Bart De Wever (premier ministre) sur "La situation à Gaza" (56000690P)

- Staf Aerts à Bart De Wever (premier ministre) sur "La situation à Gaza" (56000698P)

- Jean-Marie Dedecker à Bart De Wever (premier ministre) sur "La situation à Gaza" (56000700P)

 

04.01  Peter Mertens (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, vandaag stuurde iemand mij een foto door van Rafaet uit Gaza. Ik kan dergelijke foto's eigenlijk niet meer aanzien. Rafaet is een jong meisje, compleet ondervoed. Haar botten steken bijna door haar fragiele huid. Ze is de helft van haar gewicht verloren. Ze is compleet uitgehongerd en ze overleeft op tijmblaadjes en water. Die hongermoord op Rafaet is bewust gepland en uitgevoerd. Men blokkeert sinds een aantal maanden elk transport naar Gaza. Elke vorm van voedsel wordt aan de grens tegengehouden. Er is niets meer.

 

Vandaag leven meer dan een half miljoen mensen in Gaza in acute hongersnood, volgens de VN. Dat betekent dat wij ver voorbij de fase van veroordeling zijn. Wij zitten in de fase van sancties, want met sancties zet men Israël onder druk, niet met woorden.

 

Na 19 maanden komt de regering met een vage resolutie. Ten eerste, in die resolutie durft men niet eens het woord genocide te gebruiken. Ten tweede, de resolutie legt zoveel voorwaarden op aan de erkenning van Palestina, dat er tegen dan wellicht geen Gaza meer zal bestaan. Ten derde, de regering maakt de erkenning van Palestina, het zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen, voorwaardelijk. Dat is compleet onwettelijk, zegt elke professor in internationaal recht. Het is een onvoorwaardelijk recht. Ten vierde, de resolutie ademt neokolonialisme uit, waarin Brussel en Parijs komen vertellen wat goed is voor de Palestijnen, terwijl het aan de Palestijnen is om te bepalen wat goed voor hun toekomst is.

 

Er zijn 50.000 dodelijke slachtoffers. Wanneer komen er eindelijk sancties van de regering, mijnheer de premier?

 

04.02  Kjell Vander Elst (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega's, duizenden kinderen sterven in Gaza door honger of bombardementen van Israël, ze kunnen geen kant meer op en het blijft maar doorgaan. We kunnen dat niet tolereren en we moeten actie ondernemen.

 

Afgelopen week was er witte rook. De arizonameerderheidspartijen in het Parlement hebben een akkoord over een voorstel van resolutie rond Gaza. De persberichten en socialmediaposts vlogen de deur uit. Veel tromgeroffel. Veel borstgeklop. Alleen kan ik de collega's van de meerderheid nog niet feliciteren, want ik heb hier in het Parlement nog geen letter tekst gezien.

 

Zoals dat gaat in de arizonaregering, de inkt is nog niet droog of er is al heel veel discussie over de inhoud en de modaliteiten van de tekst. Blijkbaar zal België, u dus, mijnheer de eerste minister, het aanhoudingsbevel voor Netanyahu moeten respecteren. Dat is terecht. Zult u dat doen, ja of neen?

 

Blijkbaar zal België optreden in de genocidezaak bij het Internationaal Gerechtshof. Dat is terecht. Zult u dat doen, ja of neen?

 

Ook de minister van Buitenlandse Zaken is ineens wakker geworden. Eigenlijk is het voorstel van resolutie dus al achterhaald. Hij zal met een pakket sancties komen tegen Israël. Dat is opnieuw terecht. Zult u dat doen, ja of neen?

 

Collega's, laten wij immers eerlijk zijn, elke rode lijn wordt overschreden door Israël. We moeten stappen zetten richting erkenning van de staat Palestina en dat moet snel gebeuren, want anders is er binnen de kortste keren geen sprake meer van Palestina.

 

Mijnheer de eerste minister, wat zult u doen? Staat u aan de zijde van de duizenden onschuldige burgerslachtoffers?

 

04.03  Paul Magnette (PS): Hier, j'ai rencontré des médecins israéliens, juifs et palestiniens, des bénévoles qui, depuis plus de 30 ans, soignent des Palestiniens en Cisjordanie et à Gaza. Ils dénoncent les violations des droits humains dont ils sont l'objet. Ils m'ont décrit ce qu'ils vivent aujourd'hui. Aujourd'hui, à Gaza, 25 000 personnes sont dans un état de santé critique et doivent être évacuées de toute urgence vers un hôpital, mais le gouvernement israélien les empêche de sortir. Dans les heures et les jours qui viennent, si rien ne change, ces 25 000 personnes vont mourir. Elles s'ajouteront aux 52 000 personnes qui sont déjà mortes sous les bombes de Netanyahu.

 

Aujourd'hui à Gaza, deux millions de personnes sont au bord de la famine. Depuis plus de 10 semaines, Israël impose un blocus total. Plus rien ne rentre: plus d'eau, plus de nourriture, plus de médicaments. Des centaines de milliers de femmes, d'hommes et d'enfants vont mourir, si rien ne change, dans les semaines et les mois qui viennent.

 

Le blocus est un instrument du génocide et il faut casser le blocus pour arrêter le génocide en cours. Nous l'avons fait il y a un an, avec nos avions militaires. Nous avons largué des vivres et des médicaments à Gaza. Nous devons le refaire de toute urgence. Il faut casser le blocus de Gaza, envoyer nos avions militaires, larguer des vivres et des médicaments pour éviter une tragédie absolue. Ce n'est plus une question politique. Ce n'est plus une question de gauche ou de droite. Ce n'est même plus une question de droit international. C'est une question de vie ou de mort pour des centaines de milliers de femmes, d'hommes et d'enfants.

 

Et face au génocide en cours, ne rien faire, c'est être complice. L'histoire vous jugera, monsieur le premier ministre. L'histoire nous jugera. Cassez ce blocus et sauvez ces centaines de milliers de femmes et d'hommes!

 

04.04  Rajae Maouane (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, je ne sais pas comment commencer mon intervention tant j'ai l'impression de répéter sans cesse les mêmes choses et de parler dans le vide.

 

Depuis des semaines, pas un seul camion d'aide n'est entré à Gaza. Pas une goutte d'eau, pas un sachet de farine, pas un médicament. Rien. Des mères mélangent de la nourriture pour bétail avec de l'eau bouillie pour tenter de se nourrir. Des enfants meurent littéralement de faim.

 

L'ONU évoque une famine délibérée. Médecins Sans Frontières (MSF) parle de charnier. Amnesty International parle de génocide. Monsieur le premier ministre, comme vous aimez les faits, regardons-les!

 

Plus de 50 000 personnes ont été assassinées, dont une majorité de femmes et d'enfants. Des journalistes sont visés, des hôpitaux bombardés, des quartiers rasés. Des enfants sont enterrés sous les décombres de leur maison. La Cour internationale de Justice, la plus haute juridiction de l'ONU, parle d'un risque plausible de génocide. Ce ne sont pas mes mots mais bien ceux du droit.

 

Et pourtant, le silence. Le vôtre, celui du monde. Ce qui est grave, ce n'est pas seulement ce silence mais bien le cynisme froid avec lequel vous avez annoncé pouvoir désobéir à un mandat d'arrêt international contre Netanyahu. Nous ne l'oublierons pas!

 

Un crime de masse est en cours et des gens filment en direct leur propre mort. Ce n'est pas une guerre mais bien l'écrasement d'un peuple. Ce n'est pas une tragédie mais bien un plan délibéré de nettoyage ethnique.

 

La Belgique, ce pays de droit qui a souvent été du bon côté de l'histoire, se tait aujourd'hui, attend, tergiverse et envisage des mesurettes.

 

C'est une honte. C'est une rupture historique. C'est un reniement.

 

Monsieur le premier ministre, au nom de toutes celles et ceux qui n’en peuvent plus d’assister impuissants à ce carnage, quand allez-vous briser le blocus humanitaire par tous les moyens?

 

Quand allez-vous suspendre les accords économiques avec Israël?

 

Quand allez-vous rappeler l'ambassadeur belge à Tel Aviv, comme cela a été fait pour la Russie, le Venezuela ou la Birmanie?

 

Vous parlez de cohérence, alors agissez avec cohérence. Aujourd'hui, il n'y a eu ni embargo, ni gel d'avoirs, ni parole forte. Nous ne constatons que des paroles creuses, des formules vides et des mains qui tremblent.

 

Pendant que vous tergiversez (...)

 

04.05  Oskar Seuntjens (Vooruit): Een platgebombardeerde stad, tienduizenden doden en uitgehongerde kinderen terwijl er aan de grens vrachtwagens met voedsel, medicijnen en zelfs babysupplementen staan te wachten, bewust tegengehouden door Israël. Men hoeft maar zijn gsm vast te nemen en men ziet dag na dag de pure horror en het ondraaglijke menselijk lijden. Dit is geen oorlog meer. Dit is een genocide die we live, vanop onze gsm, dag na dag kunnen volgen. Niemand hier zal ooit kunnen zeggen dat we het niet geweten hebben. Hopelijk zullen we wel kunnen zeggen dat we er alles aan gedaan hebben om op te komen voor al die onschuldige slachtoffers, want men krijgt het niet meer uitgelegd.

 

Collega’s, het valt niet meer uit te leggen dat als Poetin Oekraïne binnenvalt, we vanaf de eerste dag allemaal samen zeggen hoe schandalig dat is en dat er sancties moeten komen – daar was iedereen het over eens, behalve de communisten van de PVDA –, terwijl we wegkijken wanneer een extreemrechtse zot als Netanyahu een volk platbombardeert. Dat gaat niet en dat is voor Vooruit onaanvaardbaar. Daarom zijn we vanaf de eerste dag opgekomen voor alle onschuldige slachtoffers, ook in de vorige regering, met Frank en Caroline. Er werden toen voedsel en medicijnen gestuurd. Toen Israël de grens sloot, deden ze het via de lucht, met de moed der wanhoop. Het is die moed die we vandaag opnieuw nodig hebben, die zoveel jongeren hebben getoond door afgelopen zondag mee te gaan betogen voor Palestina.

 

Het is daarom dat we dagenlang onderhandeld hebben voor een sterke resolutie, die pleit voor een onmiddellijk staakt-het-vuren, die pleit voor humanitaire hulp nu, die pleit voor economische sancties tegen het Israël van Netanyahu. Die spreekt immers maar één taal, hij luistert niet naar mensenrechten en spreekt enkel de taal van het geld.

 

Dus, mijnheer de premier, het Parlement heeft zijn werk gedaan en het is aan u. We vragen u om niet langer te wachten, want elke seconde telt.

 

04.06  Nawal Farih (cd&v): Mijnheer de premier, 50.000 burgerslachtoffers, waarvan 70 % vrouwen en kinderen zijn, en de teller tikt verder. Gisteren 60 extra dodelijke slachtoffers, vandaag 74 extra dodelijke slachtoffers. Collega's, het is nog maar drie uur. Al tweeënhalve maand is er geen toevoer van medicijnen, voedsel noch elektriciteit in de Gazastrook. U zult cd&v vandaag dus niet euforisch horen zijn. Het geweld en het leed duren vandaag nog voort. Al jaren pleit cd&v voor het Palestijnse volk. Al maanden vraagt cd&v actie van de regering.

 

Vandaag zijn we tot een akkoord gekomen, en ja, we hebben ons moeten kwaad maken, en ja, dat was niet makkelijk. We sluiten ons aan bij het initiatief van Macron, we sluiten ons aan bij het vredesproces in New York en we steunen de erkenning van de staat Palestina in een proces van een tweestatenoplossing.

 

Wat het internationaal recht betreft, collega's, is cd&v helder en duidelijk. Wij scharen ons als cd&v voor 100 % achter het internationaal recht. Dat betekent dat mensen die oorlogsmisdaden plegen, in ons land zullen worden opgepakt, ook wanneer ze Netanyahu heten.

 

Premier, wij hebben het werk verricht. Hoe snel zult u met de regering verdere actie ondernemen?

 

04.07  Staf Aerts (Ecolo-Groen): Collega's, ik wil u vragen om even stil te staan en na te denken, want wat gaan we later aan de toekomstige generaties vertellen? Wat hebben wij gedaan om deze gruwel, die elke dag onze huiskamers binnenstroomt, te veroordelen, om die te stoppen? Het is dé gruweldaad van de eenentwintigste eeuw, want de verschrikkelijke beelden blijven maar komen. Meer dan 50.000 burgers zijn vermoord. Kinderen sterven elke dag van de honger. Ziekenhuizen worden gebombardeerd. Er zijn massale volksverhuizingen, want burgers zijn een doelwit op het overgrote deel van de Gazastrook. Er is geen water, er is geen voedsel, er is geen medicatie, want die worden al 10 weken lang door Israël geblokkeerd aan de grenzen.

 

Wat zullen we onze kleinkinderen later vertellen? Dat we alles gedaan hebben wat we konden? Collega's van de meerderheid, jullie resolutie bevat een lichte communicatieve koerswijziging. Mijnheer de premier, u wordt op de vingers getikt. België moet voortaan uitvoeren wat het Internationaal Strafhof beslist. Wauw! Bravo! Is dat geen evidentie meer? Is dat geen evidentie meer? In de gehele tekst wordt Israël met de fluwelen handschoenen aangepakt. Geen woord over apartheid. Geen woord over genocide. Geen woord over... ja, wel een woord over de erkenning van Palestina, maar er worden zoveel voorwaarden aan gekoppeld dat ze op de lange baan geschoven wordt. We zullen het waarschijnlijk niet meer meemaken. Geen Belgische sancties, geen actie.

 

Mijnheer de premier, dinsdag komt de Raad Buitenlandse Zaken samen. Daar stelt Nederland voor om maatregelen te nemen en handelsrelaties te blokkeren. Zal België zich daarbij aansluiten?

 

04.08  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik bedank iedereen voor de steun die ik heb mogen genieten naar aanleiding van de ziekte die ik heb meegemaakt. Ik hoop dat die steun overeind blijft, ook na mijn eerste tussenkomst hier. (Hilariteit en applaus)

 

De voorzitter: Mijnheer Dedecker, misschien zal niet iedereen ervoor pleiten, maar ik zet de spreekklok voor u opnieuw op twee minuten.

 

04.09  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Bedankt, mijnheer de voorzitter.

 

Mijnheer de premier, ik zal u een kattebelletje voorlezen van een onbekend persoon, al weet ik wie het schreef. Het is een prachtig kort verhaal dat weerspiegelt wat ik denk. Ik ben altijd zenuwachtig als het over Gaza gaat.

 

"Weerzinwekkend zijn de beelden van Gaza. De Israëlische premier Netanyahu is van Gaza het nieuwe Dachau aan het maken. Uithongering en dagdagelijkse bommentapijten zijn de nieuwe verbrandingsovens. Hoe kan de wereld blijven wegkijken van wat daar gebeurt, goed wetende dat het de Joden zijn die het staakt-het-vuren eenzijdig hebben opgezegd om van hun moordrazzia's opnieuw hun dagelijkse bezigheid te maken? En deze keer kan de wereld niet zeggen: wir haben es nicht gewußt."

 

Beste collega's wij vieren vandaag 80 jaar bevrijding. Vandaag vieren de Palestijnen – al is 'vieren' geen goede woordkeuze – 80 jaar bezetting. De Palestijnen betalen het gelag voor wat de Europeanen de Joodse bevolking aangedaan hebben in de Tweede Wereldoorlog. We hebben de exodus van de Joodse slachtoffers, slachtoffers van de Holocaust, naar Israël georganiseerd. Dat ging ten koste van de Palestijnen, want onmiddellijk werden er 750.000 verdreven met de eerste Nakba in 1948. Sedertdien is er een apartheidsstaat ontstaan, waarvoor we als Europeanen nooit onze verantwoordelijkheid hebben genomen. We hebben mensen opgesloten in de grootste openluchtgevangenis van de wereld. Mensen kunnen er niet uit ontsnappen, kinderen worden er gebombardeerd.

 

Hoeveel oorlogsmisdaden moeten er nog begaan worden vooraleer we durven zeggen: verdomme, we gaan er iets aan doen, in plaats van nutteloze resoluties?

 

De voorzitter: De premier heeft maximaal vijf minuten spreektijd voor zijn antwoord.

 

04.10 Eerste minister Bart De Wever: Bedankt, collega's, het is uiteraard niet de eerste keer dat mij in dit halfrond wordt gevraagd naar het standpunt van de regering over het bewuste conflict in het Midden-Oosten. Wat de fundamentele oplossing voor dat conflict betreft, hebben wij een duidelijk regeerakkoord geschreven. Mijn antwoord wat dat betreft, zal alleszins consequent zijn. Ik heb die bewuste tekst hier al een paar keer letterlijk voorgelezen en ga dat niet opnieuw doen. Wat dat betreft verwijs ik naar het verslag voor die antwoorden.  Ik zal wel iets zeggen over de nieuwe, recente ontwikkelingen.

 

Er is binnen dit halfrond een meerderheid die heeft aangekondigd volgende week een resolutie te zullen indienen in de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen. Ongetwijfeld zal die bediscussieerd worden en ook naar de plenaire vergadering komen ter stemming. Van mijn kant denk ik alvast dat die resolutie het juiste kader schetst en dat de regering die resolutie ter harte moet nemen. We zullen daarover dan uiteraard opnieuw spreken in deze vergadering, maar er zijn momenteel nog geen regeringsbeslissingen die ik ter zake kan toelichten.

 

De komende weken verwachten we ook teksten in het kader van een vredesinitiatief in de aanloop naar de conferentie van de Verenigde Naties van juni, waarnaar door verschillende sprekers is verwezen en waar deze kwestie en het conflict in het Midden-Oosten op de agenda staan. Bovendien staat vooral Frankrijk in contact met verschillende Arabische landen om een oplossing uit te werken in het kader van die VN-conferentie, die dan hopelijk zou moeten kunnen leiden tot een duurzame vrede.

 

Ik heb de gelegenheid gehad om daarover uitgebreid te spreken met president Macron. Mijn indruk is dat de contouren van zijn vredesinitiatief lijken te stroken met zowel het regeerakkoord als de resolutie die hier uiteindelijk ter stemming zal worden voorgelegd. Ik hoop dat ik dus namens de regering mag zeggen dat wij dit initiatief met enig optimisme tegemoetzien. We zullen zien hoe we dat kunnen ondersteunen en op welke manier we daaraan eventueel kunnen deelnemen. We zullen dat doen op het moment waarop we de teksten daarover hebben gekregen en kunnen doornemen en bespreken in de schoot van de regering.

 

En ce qui concerne la qualification de la situation, c'est à la Cour internationale de se prononcer, mais cette qualification juridique n'est pas l'essentiel en ce moment car cela ne changera pas la situation instantanément.

 

L'urgence maintenant, c'est de nous concentrer sur la situation humanitaire et de voir comment y remédier le plus vite possible. Permettez-moi, au nom du gouvernement, de réaffirmer l'horreur largement partagée par chacun d'entre nous face aux images des victimes innocentes touchées par ce conflit. Ces images horribles, notamment celles concernant des enfants, ne peuvent laisser personne dans l'indifférence. Cela me touche évidemment en tant qu'homme politique mais aussi en tant qu'être humain. Elles appellent une solution fortement et largement soutenue par la communauté internationale, une solution qui mette fin le plus rapidement et durablement possible à la souffrance des innocents. Notre gouvernement souhaite contribuer à une telle solution durable. Je vous remercie.

 

04.11  Peter Mertens (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, er zijn twee verschillende zaken. Er is, ten eerste, de erkenning van Palestina. Ik geloof niet in het initiatief van Macron, dat neokolonialisme uitademt en dat tot niets zal leiden.

 

De andere zaak, net voor onze ogen, is de genocide. Dat is de dringende zaak. Dat is de acute zaak. Een genocide stopt men niet met flauwe resoluties waarin opgewarmde kost wordt geserveerd aan het Parlement. Al 19 maanden lang vragen wij concrete sancties, al 19 maanden lang weigert men dat.

 

De heren van Vooruit zeggen: "Je krijgt het niet meer uitgelegd." Wel, wat ik niet meer uitgelegd krijg, is dat Vooruit 19 maanden in de regering zit en dat op die 19 maanden niet de minste sanctie is getroffen tegenover Israël, niet de minste, terwijl er 18 pakketten tegenover Rusland werden getroffen. Shame on you. Israël zal enkel buigen onder druk van economische en militaire sancties en niet onder druk van flauwe resoluties van deze regering.

 

04.12  Kjell Vander Elst (Open Vld): Dank u, mijnheer de eerste minister, voor uw antwoord.

 

U maakt wel één denkfout. Als hier een resolutie, of die nu onbelangrijk is of niet, wordt goedgekeurd, dan moet u die niet ter harte nemen, maar uitvoeren. Als het Parlement een resolutie goedkeurt, dan moet u die uitvoeren, niet ter harte nemen en zomaar à la tête du client kijken wat u daar wel of niet van kunt uitvoeren.

 

Ik denk dat we het over één zaak wel eens zijn, namelijk dat het overlijden van onschuldige kinderen in Gaza zo snel mogelijk moet stoppen. Ik hoop trouwens dat we het daar allemaal over eens zijn in dit halfrond, al betwijfel ik dat. Als ik statements en verklaringen lees van een van uw partijgenoten waarin staat – ik citeer – "Het overlijden van een kind is tragisch, maar daarom nog niet moreel onverdedigbaar.", dan keert mijn maag om. Dat is walgelijk. We mogen hier in dit Huis over veel zaken van mening verschillen, maar laten we alstublieft overeenkomen dat we (…)

 

04.13  Paul Magnette (PS): Monsieur le premier ministre, une fois de plus, vous vous contentez de lire votre texte sans apporter aucun élément de réponse. Vous brandissez cette résolution, ce petit bout de papier plein de mots creux, qui n'est que le reflet visible, ici-même, des contradictions de votre coalition. Mais ce que nous attendons de vous, ce sont des actes!

 

Demain, le 16 mai 2025, l'armée israélienne va envoyer des dizaines de milliers de militaires supplémentaires pour chasser les Palestiniens de la bande de Gaza et leur voler leurs terres. Il y aura encore des milliers et des dizaines de milliers de victimes.

 

Alors agissez! Agissez maintenant! Rappelez votre ambassadeur! Imposez des sanctions! Brisez le blocus! Faites quelque chose, bon Dieu!

 

04.14  Rajae Maouane (Ecolo-Groen): Monsieur Dedecker, merci pour vos mots. Vous avez un privilège que je n'ai pas, c'est celui de dire les choses de la manière la plus crue et la plus plate sans créer de scandale.

 

Aujourd'hui, les accusations d'antisémitisme dès lors qu'on dénonce les exactions d'un gouvernement d'extrême droite ne tiennent plus. Aujourd'hui, les condamnations se succèdent, du CCLJ à Jean-Marie Dedecker. Il n'y a aujourd'hui plus que le MR et le Belang, comme par hasard, pour ne pas être du bon côté de l'Histoire.

 

Monsieur le premier ministre, je ne vous dis pas merci pour vos réponses. Elles sont honteuses. Je ne sais pas ce que nous dirons aux générations suivantes. Je ne sais pas ce que nous pouvons dire. Moi, je n'ai plus que de la honte, et j'ai envie de pleurer aujourd'hui.

 

04.15  Oskar Seuntjens (Vooruit): Waarvan mijn maag zich omdraait, is dat partijen onder andere de heer El Yakhloufi Achraf van onze partij en mevrouw Farih Nawal, die elke dag keihard voor de Palestijnen opkomen, medeplichtig noemen. Dat partijen zoals de PVDA Rusland en China niet veroordelen voor bijvoorbeeld de genocide op de Oeigoeren, wat dat laatste land betreft, is voor mij verachtelijk, maar ik zal hen nooit medeplichtig noemen, noch hun ideeën als verachtelijk bestempelen.

 

Hoe moeilijk kan het zijn? Wij komen hier allen op voor de Palestijnen en maken daarvan geen politieke spelletjes ten koste van alle leed dat vandaag in Gaza gebeurt.

 

04.16  Nawal Farih (cd&v): Mijnheer de eerste minister, ik heb goed geluisterd naar uw antwoord. De cd&v zal de lat niet laag leggen: het gaat niet alleen om participeren, maar om effectief uit te voeren. Het conflict met enorm veel burgerslachtoffers is onder onze huid gekropen. Fractieleden van ons hebben dag en nacht aan het dossier gewerkt. Cd&v zal dus niet zomaar toekijken. Wij zullen vragen blijven stellen en zullen blijven wachten tot er actie komt. Indien ze er niet komt, zullen wij wetsvoorstellen over de nodige sancties blijven indienen.

 

04.17  Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega's, toen ik de afgelopen uren de tekst van het voorstel van resolutie kon inkijken, na alle grote verklaringen in de pers, voelde ik al schaamte, maar nu ik hier het makke antwoord van de eerste minister hoor, dan voel ik nog meer schaamte.

 

Ik ben blijkbaar niet de enige, want ik heb op de meerderheidsbanken meer applaus gezien voor de uiteenzettingen van de oppositie dan voor de uwe, mijnheer de premier. Dat doet mij nog veel meer vrezen. Waar gaat de regering naartoe? Hoeveel zal het voorstel van resolutie waard zijn, terwijl het nu al niet veel waard is? Staan daar sancties in die België zal opleggen? Neen, die staan er niet in. Wordt daarin gerept over de genocide? Neen, daarover wordt niet gerept. Zal België Palestina erkennen? Neen.

 

We moeten vandaag echte sancties nemen, Israël en de gruwel moeten gestopt worden. Ga er verdorie mee aan de slag.

 

04.18  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de voorzitter, collega's, 25 jaar geleden werd in het Parlement een wet goedgekeurd, zodat wij in dit land oorlogsmisdadigers konden aanhouden en berechten. Herinner u de bloedbaden van Sabra en Shatila en Ariel Sharon. Die wet is dode letter gebleven.

 

Al wie vandaag een grote mond opzet en elkaar de zwartepiet toespeelt, moet weten dat er hier de voorbije 25 jaar niets is gebeurd met betrekking tot Israël. Bij de Verenigde Naties werden meer dan 1.600 resoluties goedgekeurd, maar geen enkele ervan werd uitgevoerd.

 

Wij komen nu opnieuw met een voorstel van resolutie. Ik ga ermee akkoord dat het een stap is in de goede richting, maar denken we eens goed na. Een tweestatenoplossing is onmogelijk geworden. Vandaag wonen er 700.000 Israëlische kolonisten, joodse kolonisten, extremistische kolonisten op Palestijns grondgebied op de Westelijke Jordaanoever en de Knesset, het Israëlisch parlement, (…)

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Questions jointes de

- Raoul Hedebouw à Bart De Wever (premier ministre) sur "Les 100 premiers jours du gouvernement Arizona" (56000682P)

- Barbara Pas à Bart De Wever (premier ministre) sur "Les 100 premiers jours du gouvernement Arizona" (56000684P)

05 Samengevoegde vragen van

- Raoul Hedebouw aan Bart De Wever (eerste minister) over "De eerste 100 dagen van de arizonaregering" (56000682P)

- Barbara Pas aan Bart De Wever (eerste minister) over "De eerste 100 dagen van de arizonaregering" (56000684P)

 

05.01  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, zondag was een verjaardag. RTBF, RTL, VTM en VRT berichtten over 100 dagen Arizona. U bracht een goednieuwsshow. U herhaalde op al die zenders één ding steeds opnieuw, namelijk dat de gewone man, de kleine man, niet getroffen wordt door de maatregelen van Arizona. Soms zei u er zelfs bij dat het ging om de kleine man in de privésector. Zoals altijd voeren rechtse partijen natuurlijk immers een verdeel- en heerspolitiek tussen de werknemers van de verschillende sectoren.

 

Wablief? Wordt de kleine man niet getroffen? Ten eerste is er de kleine man in de openbare sector, mijnheer de eerste minister. Is die niet belangrijk? Het gaat om de cipiers, de brandweermannen en de brandweervrouwen. Verder is er de zorgsector en zijn er de leerkrachten. Zijn die allemaal niet de kleine man voor de N-VA? Mogen er voor hen allemaal asociale maatregelen genomen worden?

 

Ten tweede, mijnheer de eerste minister, wordt er in de privésector niemand getroffen? In welke bubbel leeft u? Komaan zeg! U wil met de indexering van de pensioenen sjoemelen. U wil die met drie maanden uitstellen. Opeens 70 euro minder! Dat is niet erg? Dat vindt u niet erg, 70 euro minder? Ha neen, voor een minister is dat geen probleem. Die krijgt 10.000 euro en 70 euro is dan geen probleem. Maar is dat ook voor die gepensioneerden geen probleem? Is dat geen probleem?

 

Er komt een malus voor de pensioenen. U vraagt de mensen tot hun 67 jaar te werken, maar weet u wat dat betekent voor iemand die hard werkt in één van de industriële sectoren? Er wordt hard gewerkt in al die industriële sectoren en toch vraagt u dat de mensen tot hun 67 jaar werken. Maar enfin, dan zal de kleine man niet afzien?

 

U wil de nachtpremies afschaffen voor werk tussen 20 uur en middernacht. Is dat geen probleem voor de kleine man?

 

U wil een blokkering van de lonen. Nul procent verhoging van de lonen in de jaren die komen. Nul procent! Is dat niet de kleine man treffen?

 

Dat is heel gewoon voor eerste minister De Wever. U brengt uw goednieuwsshow: de kleine man wordt niet getroffen. Mijn vraag aan u is duidelijk, mijnheer de eerste minister: meent u dat echt? Natuurlijk, hij meent het. Hij meent dat het allemaal niet echt waar is en dat de mensen niet gaan afzien. Dat is de eerste minister van dit land!

 

Wij gaan (…)

 

De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Hedebouw.

 

05.02  Barbara Pas (VB): Mijnheer de eerste minister, bij de bespreking van uw beleidsverklaring vroeg ik u: show me the money. Budgettair orde op zaken stellen claimde u toen nog als bestaansreden voor uw regering. Het gegeven dat daarvoor een institutionele hervorming nodig is, gooide u voor de start van uw regering al overboord, maar nu gaat u ook uw voornaamste opdracht zelf overboord gooien. U stelt dat u dit niet gaat nakomen. U wijt dit aan de defensiebudgetten. Nochtans staat die 2% van het bbp in het N-VA-verkiezingsprogramma, die komt niet uit de lucht gevallen. Blijkbaar is het echter wel een verrassing dat daarvan iets wordt uitgevoerd.

 

Hoe staat het met die verdere verhoging van de defensiebudgetten? Minister Prévot zei vanochtend op de radio dat het bij die 2 % zal blijven. Een verdere verhoging is voor een veel verdere toekomst. Dat is iets helemaal anders dan de nooitgenoegretoriek van minister Francken. Na 100 dagen Arizona lijkt het alsof de regeringsonderhandelingen nog steeds voortgaan.

 

Zo zijn er ook nog 24 knelpunten met betrekking tot de Jambontaks. Ik verwacht niet dat u daar vandaag klaarheid over gaat brengen.

 

Wel wil ik duidelijkheid over nog zo'n tegenstelling. Zal deze regering bij haar terugkeerbeleid de ontwikkelingshulp inzetten om de terugnamebereidheid van derde landen te vergroten? Minister Van Bossuyt zegt dat we dat gaan doen. Minister Prévot zegt echter zwart op wit neen in zijn beleidsnota. Wat gaat het nu worden? Vooruit steunt minister Prévot. Gisteren nog waren zij mooi oppositie aan het voeren tegen minister Van Bossuyt in de commissie. Uw regeerakkoord spreekt vaag over een omvattende regeringsaanpak. Zit de ontwikkelingshulp daarin of niet, mijnheer de eerste minister?

 

05.03 Eerste minister Bart De Wever: Collega's, het is allemaal afschuwelijk, zegt de heer Hedebouw. Het is allemaal zwaar onvoldoende, zegt mevrouw Pas. De waarheid ligt wellicht in het midden.

 

Voor de zoveelste keer zal ik de budgettaire uitdaging waarvoor de regering staat, nog eens schetsen. Die lijkt immers niet door te dringen. Bij ongewijzigd beleid zakken wij naar 6 % tekort van het BBP op Entiteit I, dus 45 miljard euro. Dat is de toestand waar we voor staan.

 

Het zou natuurlijk dramatisch zijn, indien we dat tekort op zijn beloop laten, want dan verliezen wij het vertrouwen van de internationale markten. Mijnheer Hedebouw, ik weet dat dat voor u niet belangrijk is. Die markten houden ons echt wel in de gaten. Als men kijkt naar wat er 15 jaar geleden met Griekenland is gebeurd, wat de gevolgen waren van niets doen voor de kleine man, zou dat tot enige verantwoordelijkheid moeten aanzetten. Dat pad zullen we alleszins niet bewandelen. U mag kritiek geven zoveel u wilt, maar die hervormingen zijn noodzakelijk. De hervormingen uit het regeerakkoord, die al omvangrijk zijn, vormen slechts de eerste horde die wij inderdaad moeten nemen om het ergste scenario te vermijden en de totale explosie van het tekort te stoppen.

 

U mag zeggen wat u wilt, maar de gewone werkende mens zal uiteindelijk, als men alle plussen en minnen optelt, de rekening niet betalen. Het is integendeel met de verhoging van de maaltijdcheques op korte termijn, het behoud van de index en ook de fiscale hervorming de bedoeling dat werkende mensen netto extra zullen overhouden, in het bijzonder diegenen die voor een laag of een middelloon werken. Dat is heel belangrijk.

 

Wat de begroting betreft, blijf ik erbij, zoals ik al bij aanvang van de regering heb gezegd, dat er meer nodig zal zijn als we uiteindelijk willen evolueren naar een structureel gezonde begroting en we het evenwicht willen bereiken. Als u dus nu al hel en verdoemenis predikt, zult u nog voor tien jaar werk hebben. Het is beter om van meet af aan eerlijk te zijn in plaats van de waarheid te verbloemen.

 

De regering zal tot de laatste dag aan de bak moeten blijven om de staatsfinanciën eerst in een min of meer aanvaardbare toestand te krijgen en vervolgens structureel te doen evolueren naar een gezonde toestand, opdat mijn opvolger niet zal moet zeggen dat we bij ongewijzigd beleid verder wegzinken, maar dat we aan de oppervlakte komen. Eén legislatuur zal niet voldoende zijn, het zal twee legislaturen inspanningen vergen. Dat is de toestand, ik kan er veel over zeggen, maar dat is de waarheid.

 

De regering slaat de hand aan de ploeg. Na 100 dagen hebben wij toch een duidelijke stempel gedrukt. Wij willen voor Defensie naar 2 % gaan. Dat was inderdaad voor 2029 gepland, mevrouw Pas. Ja, we wilden dat uitvoeren, maar niet zo snel. De belofte is al een decennium geleden gebeurd. De volgende vraag gaat daar trouwens over. Na de NAVO-top van juni zullen wij daadwerkelijk worden geconfronteerd met een wereld die we nog niet kennen en engagementen die dan zullen moeten worden opgenomen. Dat maakt het inderdaad allemaal nog wat erger. Eenvoudig zal dat niet zijn. Het heeft geen zin om dat te ontkennen. We zitten daar ook niet op te wachten. We zullen zien waar we kunnen landen.

 

Voor migratie is inderdaad een paradigmashift nodig. Ook dat is niet van vandaag op morgen gebeurd, maar we voeren op korte termijn wel al een reeks forse verstrengingen uit. We willen meer op controle op de migratiestromen blijven inzetten. Ik merk in Europa ook dat die wind ter zake aan het keren is.

 

We beperken vanaf (…)

 

De voorzitter: Kan de micro terug worden aagezet? U hebt nog tijd, mijnheer De Wever.

 

05.04 Eerste minister Bart De Wever: Als men de voorzitter van het Parlement kent, heeft men een voetje voor. Dat werd mij althans verteld, maar dat valt in de praktijk toch aardig tegen, moet ik zeggen, en ik zeg dan nog niet alles wat ik weet. (Hilariteit)

 

Ik was bij de werkloosheidsuitkeringen aangekomen. Dat is een historische hervorming. Dat mag toch gezegd worden. Er wordt al twintig jaar over gesproken. Nu wordt dit uiteindelijk uitgevoerd. Er is ook de shift van wat ik ecologisch dogmatisme zou durven te noemen naar vooruitgangsgeloof, met het na 22 jaar door mij fel begroette uiteindelijke afscheid van de kernuitstap.

 

Ik denk, misschien straal ik dat niet altijd uit, dat we toch trots mogen zijn op wat we in de eerste 100 dagen al hebben kunnen doen. Dat er nog veel bergen buiten categorie op ons wachten, daarvan ben ik mij terdege bewust, mijnheer Hedebouw, maar ik voel bij de bevolking een brede steun voor het beleid dat wij voeren. Misschien kom ik bij een deel van de bevolking dat u nooit ziet en vice versa, ik sluit dat niet uit, maar ik voel het alleszins zo aan.

 

De voorzitter: Dank u wel, mijnheer de premier, ook voor uw lovende woorden aan mijn adres.

 

05.05  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Mijnheer De Wever, het zijn twee verschillende werelden waarin we leven. U zegt dat al die mensen die tot 67 jaar moeten werken uw maatregelen steunen. Dat kan toch niet? Dan leeft u toch in een andere wereld?

 

U zegt dat ik de waarheid verbloem, maar u bent de waarheid aan het verbloemen! U zegt dat er geen alternatief is en dat we geen geld hebben, al zeker niet voor de pensioenen, maar u vindt 17 miljard euro voor Defensie! Dat is dan geen probleem, c'est open bar! Zo gaat dat.

 

Chez le MR c'est juste la même chose. Il n'y a pas de problèmes! Que vous, les partis droites, soyez comme ça …

 

Dat is logisch. Ik versta dat u voor besparingen bent.

 

Weet u wie er echter nog enthousiast was op de VRT zondag? De heer Vandenbroucke! Dat hebben we gezien op de VRT. Hij zag het zitten. Hij was enthousiast voor al die maatregelen. Dat is nu net zo erg. Dat de N-VA antisociale maatregelen neemt, dat snap ik, maar collega's van Vooruit, waarom gaat u mee in dat verhaal van de N-VA? De mensen doen betalen, is geen linkse politiek. De mensen zullen kwaad zijn en ze zullen ervoor op straat komen in Brussel in de komende weken.

 

05.06  Barbara Pas (VB): In Arizona zit het woord zona. Wij gaan mensen niet met een ziekte vergelijken, dat is niet onze stijl. Dat is de stijl van tegenstanders die ons destijds met corona vergeleken of die van u, die ons een melanoom noemde.

 

Mijnheer de premier, uw beleid is wel even pijnlijk voor de Vlamingen als die huiduitslag. U hebt geen antwoord gegeven op mijn vraag over de ontwikkelingssamenwerking, wat bijzonder veelzeggend is. Mijnheer de premier, het ergste is dat 80 % van de Vlamingen werkt. Waarom dan opnieuw op die Vlamingen besparen? Waarom die Vlaamse middenklasse treffen met een Jambontaks? Bespaar op migratie en op de transfers naar Wallonië. Dat doet u echter niet. Het is meer van hetzelfde, het is Vivaldi 2.0.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Koen Van den Heuvel aan Bart De Wever (eerste minister) over "De NAVO-top en de defensie-uitgaven" (56000695P)

06 Question de Koen Van den Heuvel à Bart De Wever (premier ministre) sur "Le sommet de l'OTAN et les dépenses en matière de défense" (56000695P)

 

06.01  Koen Van den Heuvel (cd&v): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega's, in de aanloop naar de NAVO-top heb ik de indruk in een Turkse bazaar terecht te komen, niet om af te dingen deze keer, want ik hoor alleen maar alsmaar hogere cijfers: 2 %, 2,5 %, 3 %, 5 % van het bbp moeten we aan defensie besteden.

 

Begrijp me niet verkeerd: wie de geopolitieke situatie kent, kan niet anders dan concluderen en verdedigt ook dat we extra investeren in een slagkrachtige en een geloofwaardige defensie. We hebben dan ook een paasakkoord gesloten dat onmiddellijk, nog dit jaar, 2 % van het bbp zal besteden aan defensie. Voor heel de legislatuur gaat het om 17 miljard euro extra, een ongeziene inspanning dus.

 

De heropbouw van defensie vraagt naast investeringen ook een draagvlak bij onze bevolking. Ik heb, beste collega's, de indruk dat dat er is. Onze burgers begrijpen dat we extra moeten investeren in veiligheid en ze steunen dat ook. Tegelijk beseffen ze heel goed dat er ook aandacht voor de andere noden in onze samenleving moet zijn.

 

Voor ons is het duidelijk. Laten we stoppen met dat cijferfetisjisme, laten we stoppen met dat opbod. Voor cd&v is het duidelijk: wij pleiten voor realisme in het debat. Laten we de kar niet voor het paard spannen. Voordat we beginnen te goochelen met extra en verhoogde percentages, moeten we eerst nagaan hoe we de extra 2 % structureel zullen financieren in deze legislatuur en, mijnheer de eerste minister, moeten we vooral weten waaraan en hoe we de extra miljarden zullen besteden. Vandaar onze vraag waar uw regering staat met de aanpak van de dubbele uitdaging wat betreft de structurele financiering en de (…)

 

06.02 Eerste minister Bart De Wever: Mijnheer Van den Heuvel, bedankt voor uw vragen, oprecht.

 

De inspanningen die we nu al gepland hebben, zijn inderdaad stevig. We hadden niet gedacht dat we dit jaar al meteen de 2%-norm moesten halen, maar toch zullen we die inspanning moeten leveren. De 2 % is opgenomen in de beleidsnota ven de minister van Defensie, waarover de besprekingen in de commissie lopen. De procedures zijn opgestart.

 

De minister stelt een strategisch plan voor. Daarover blijkt soms wat onduidelijkheid te bestaan. Voor alle duidelijkheid, dat plan is in essentie de doorvertaling van beslissingen die tijdens de vorige legislatuur in de NAVO zijn afgeklopt en bevat de capabilities die ons ten gevolge van die beslissingen door de NAVO worden opgelegd. Daar is geen vrije stemming aan verbonden; dat is wat we móeten doen. Dat plan zal in de regering worden doorgesproken en vervolgens ter goedkeuring aan het Parlement worden voorgelegd.

 

Het spreekt voor zich dat die uitgaven maximaal moeten renderen voor onze veiligheid. De capability gaps moeten worden opgevuld. Daarin hebben we geen keuze, maar we willen uiteraard elke euro maximaal inpassen in efficiëntie voor onszelf en voor de hele samenleving, zo breed mogelijk, en in de samenwerking met de Europese bondgenoten en de NAVO-bondgenoten. Dat is de enige manier om zinvol uit te geven.

 

Wat nu de extra's betreft, mijn antwoord op de vraag over de begrotingssituatie laat weinig ruimte voor verbeelding. We hebben geen bewegingsruimte. We hebben eigenlijk zelfs niet de ruimte om de 2 %-norm te behalen, laat staan dat we snel bewegingsruimte zouden hebben om dat percentage nog voorbij te gaan. Logischerwijze pleiten wij dus bij onze partners voor realiteitszin over dat traject. Minister Prévot is om die reden momenteel in Turkije. Men kan veel cijfers noemen, 3 %, 5 %, nog meer, periodes van zeven jaar, nog korter, maar hoe dat vervolgens allemaal effectief budgettair waargemaakt moet worden zonder drama's te veroorzaken, hoe dat efficiënt mogelijk is, is maar zeer de vraag. Op dat vlak pleiten wij daarom voor realisme.

 

De NAVO-top in juni komt eraan en we zullen zien waar de teller eindigt. Dan komt de regering bijeen om daar een antwoord op te bieden. Het lijkt me logisch dat ons land, dat het NAVO-hoofdkwartier op zijn grondgebied heeft en dat een founding father is, de nodige voorzichtigheid aan de dag legt.

 

06.03  Koen Van den Heuvel (cd&v): Mijnheer de eerste minister, ik dank u en ben blij dat ik het woord realisme hoor. Voor realisme pleiten wij immers absoluut ook in het huidige debat over hogere defensie-uitgaven.

 

Voor ons zijn er daarbij twee belangrijke zaken, namelijk dat u op zoek gaat naar structurele financiering van de extra miljarden euro voor het Defensiebudget, zonder dat u de andere noden in onze samenleving wegduwt en dat u de extra miljarden euro's efficiënt besteedt.

 

Het wordt hoog tijd dat wij een nieuwe strategische visie op de militaire aankopen ontwikkelen. Het is absoluut nodig dat dossier efficiënt aan te pakken met meer Europese samenwerking en zeker en vast ook met meer samenwerking met onze buurlanden om de Europese pijler in de NATO uit te bouwen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van Dominiek Sneppe aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken, Volksgezondheid, belast met Armoedebestrijding) over "De vrijgave van het mailverkeer over corona" (56000688P)

07 Question de Dominiek Sneppe à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales, Santé publique, chargé de la Lutte contre la pauvreté) sur "L'accès aux échanges de courriels relatifs au covid" (56000688P)

 

07.01  Dominiek Sneppe (VB): Mijnheer de voorzitter, de Europese instellingen kregen deze week een duidelijk signaal van het Europees Hof: transparantie is geen optie, het is een verplichting. Mevrouw von der Leyen wordt door het Hof op de vingers getikt omdat ze halsstarrig weigert haar communicatie – haar e-mails, haar sms'en – over de vaccindeals vrij te geven. De burgers hebben recht op duidelijkheid over hoe beslissingen tot stand kwamen die hun levens beïnvloedden en hun vrijheden beknotten.

 

Dat roept onvermijdelijk de vraag op hoe het nu zit in België. Er werd een procedure ingediend bij de Raad van State door HLN om ook uw communicatie tijdens de coronacrisis, zoals e-mails, sms’en en whatsapps, op tafel te krijgen. Die zaak zou ondertussen afgesloten zijn, zonder volledige transparantie. Blijkbaar beschouwt u daarmee het hoofdstuk als afgesloten. U hebt zelfs hemel en aarde bewogen om hier vandaag niet op mijn vraag te moeten antwoorden.

 

Mijnheer de minister, voor ons is de kous niet af. U hebt in volle crisis verregaande beslissingen genomen: avondklokken, sluitingen, vaccinbeleid, op basis van adviezen en overlegmomenten die niet transparant waren. De bevolking heeft offers gebracht, vrijheid ingeleverd en vertrouwen gesteld in een overheid die haar zou beschermen. Wie regeert met bevelen, moet verantwoorden met bewijzen. Het minste dat u kunt doen, is openheid geven over hoe en met wie die beslissingen tot stand kwamen. Aangezien er in het verleden door uw grootste coalitiepartner veel vragen over werden gesteld, zal dat nu waarschijnlijk geen probleem zijn.

 

Mijnheer de minister, zult u, in het licht van de Europese rechtspraak en uit respect voor het democratisch recht op transparantie, uw sms’en, e-mails, whatsapps en dergelijke alsnog vrijwillig en integraal publiek maken? Of wacht u verdere gerechtelijke stappen af?

 

07.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw Sneppe, ik licht even toe waarom de Europese Commissie in het ongelijk wordt gesteld door het Europees Hof van Justitie. Het Hof zegt dat de Commissie gewoon niet kan uitleggen waarom zij niet in het bezit zou zijn van de gevraagde documenten. Daarover gaat het. Dat is iets heel anders dan de principiële discussie over de openbaarheid van documenten waarvan men zegt dat men ze in zijn bezit heeft.

 

We leven in een rechtsstaat en we moeten ons in dit land dus absoluut en scrupuleus houden aan onze wetgeving inzake openbaarheid van bestuur. Die legt verplichtingen op die duidelijk gekaderd zijn, bijvoorbeeld voor e-mails. Men moet rekening houden met het geheim van beraadslaging van de federale regering. Dat verhindert om bepaalde documenten en mails publiek te maken. Men moet de persoonlijke levenssfeer beschermen van personen betrokken bij of vermeld in e-mails. Men moet het beroepsgeheim van advocaten die deelnemen aan e-mailverkeer respecteren. Men mag de federale internationale betrekkingen van België niet in gevaar brengen. Men moet het vertrouwelijk karakter van bedrijfsgeheimen en intellectuele eigendom respecteren. Men moet rekening houden met het onvolledige karakter van heel wat werkdocumenten.

 

Dat alles zegt de Belgische wetgeving inzake openbaarheid van bestuur. Dat zijn de principes en ik vind dat ik en eender welke minister ze moet respecteren. Ik doe dat ook in procedures die lopen zoals procedures in een rechtsstaat moeten lopen. Daarover gaat het. Als u hier nu, bij wijze van voetnoot, komt beweren dat de adviezen uit de covidperiode niet publiek zijn, dan is dat totaal onjuist. Alle adviezen die door officiële instanties werden verstrekt, zijn publiek.

 

07.03  Dominiek Sneppe (VB): Mijnheer de minister, als een minister in crisistijd beslissingen neemt die miljoenen mensen raken en die honderden miljoenen euro belastinggeld kosten, dan hoort daar transparantie bij en geen doofpot. Als het Europees Hof zelfs de voorzitter van de Europese Commissie op de vingers tikt, is het ronduit beschamend dat u hier blijft zwijgen over uw eigen communicatie.

 

Sms'jes, mails, appjes, overleg met farmabedrijven, het gebeurde allemaal achter gesloten deuren. U vraagt vertrouwen van de burger maar weigert zelf open kaart te spelen. Dit is pure arrogantie. Wij vragen niet om privézaken, wij vragen inzage in het beleid en de besluitvorming die onze grondrechten hebben beperkt. Als u echt niets te verbergen hebt, gooi die sms'jes, appjes en e-mails dan op tafel. De waarheid is dat het hoofdstuk pas is afgesloten als het volledig gelezen is. Dat kan pas als alle informatie op tafel ligt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Questions jointes de

- Carmen Ramlot à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "La taxation des Français employés par le secteur public belge" (56000687P)

- Benoît Piedboeuf à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "La taxation des travailleurs transfrontaliers français" (56000697P)

- Philippe Courard à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales, Santé publique, chargé de la Lutte contre la pauvreté) sur "La taxation des travailleurs transfrontaliers français" (56000701P)

08 Samengevoegde vragen van

- Carmen Ramlot aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De belastingheffing voor Franse staatsburgers die voor de Belgische overheid werken" (56000687P)

- Benoît Piedboeuf aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De belastingheffing voor Franse grensarbeiders" (56000697P)

- Philippe Courard aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken, Volksgezondheid, belast met Armoedebestrijding) over "De belastingheffing voor Franse grensarbeiders" (56000701P)

 

08.01  Carmen Ramlot (Les Engagés): Monsieur le ministre, le 17 mars dernier, un accord à l'amiable entre les administrations belge et française est venu modifier l'application de la convention fiscale de 1964 pour les travailleurs français employés dans le secteur public belge. Depuis le 17 mars 2025, leur salaire est donc imposable en Belgique via le précompte professionnel, y compris pour les revenus 2024, et ce, sans aucune période transitoire. Cela contraste fortement avec la situation dans le secteur privé pour lequel un moratoire est prévu jusqu'en 2033, permettant le maintien de la taxation en France.

 

Nous comprenons que la nouvelle convention signée en novembre 2021 n'apportera pas d'amélioration à ce sujet. Cette décision aura des conséquences importantes pour les employeurs publics belges, en particulier en province de Luxembourg, où de nombreux hôpitaux, maisons de repos et administrations communales comptent une part significative de personnel français. Les pertes salariales de plusieurs milliers d'euros par an pourraient entraîner des départs massifs, aggravant la pénurie de personnel entre autres dans le secteur des soins de santé. De plus, vu la proximité du Grand-Duché de Luxembourg et tenant compte de la possibilité de retourner en France, où les perspectives sont souvent plus avantageuses, ces départs semblent réellement possibles.

 

Monsieur le ministre, quelles mesures le gouvernement envisage-t-il de prendre pour atténuer l'impact financier de cette décision sur les travailleurs concernés? Serait-il possible de conclure un nouvel accord à l'amiable avec la France afin de prévoir un moratoire jusque 2033, par exemple, comme dans le secteur privé?

 

Un protocole additionnel à la nouvelle convention est en cours de négociation. Est-il prévu d'y inclure une clause permettant l'imposition en France de ces travailleurs? Enfin, comment le gouvernement compte-t-il garantir la continuité des soins et éviter une aggravation de la pénurie dans les hôpitaux et les maisons de repos concernés?

 

08.02  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le ministre, il y a effectivement une convention préventive de double imposition de 1964. En 2011, il y a eu un avenant qui prévoyait, tant pour le secteur public que pour le secteur privé, une mise en application après le 31 décembre 2033. Une nouvelle convention préventive a été négociée en 2021. Dans cette négociation, on a senti la volonté d'imposer les travailleurs dans le pays de travail. C'est une tendance générale au niveau de l'OCDE. C'est ce vers quoi on va.

 

Seulement, parmi les travailleurs publics, il y a aussi les travailleurs du secteur hospitalier public, notamment en province de Luxembourg mais aussi dans le Hainaut – c'est un hôpital très important qui est concerné.

 

Dès lors, on a tout de suite alerté votre prédécesseur, Vincent Van Peteghem, et le ministre Vandenbroucke par rapport à la nouvelle convention préventive de 2021 pour qu'on fasse attention au fait que cela risquait de mettre nos hôpitaux en péril. Ils ont obtenu un moratoire pour 2023, un moratoire jusqu'au 31 décembre 2024. La discussion devait ensuite intervenir dans la nouvelle convention préventive de 2021 avant qu'elle ne passe au Parlement pour qu'on règle cela et qu'on prolonge jusqu'en 2033.

 

Et puis, on apprend qu'une circulaire, qui n'a rien à voir avec le processus d'approbation des conventions, a été prise et qu'elle prévoit une interprétation de 1964 qui va à l'encontre de tout cela. Cela ne va pas, monsieur le ministre, et on attire votre attention là-dessus parce que les infirmières vont soit retourner en France soit aller au Grand-Duché de Luxembourg, qui les rémunèrent le double de ce que nous les rémunérons. Il faut donc vraiment faire quelque chose. Sinon, on va aggraver la pénurie et rendre le problème fondamental pour nous.

 

08.03  Philippe Courard (PS): Monsieur le ministre, la question était adressée à votre collègue Frank Vandenbroucke.

 

Cet accord est intervenu un peu brutalement, personne n'avait l'air au courant. Je vois que mes collègues de la majorité n'étaient pas plus informés que moi.

 

Cet accord a des conséquences dramatiques puisqu'il va générer des problématiques importantes pour toute une série de services publics. Il y a là clairement une attaque et une agression contre les services publics.

 

Cela affectera les maisons de repos. Vous savez par exemple qu’à Florenville, 80 % du personnel des deux maisons de repos est français. Cela affectera les hôpitaux. Le ministre Vandenbroucke connaît bien la situation de Vivalia. Il pourra en témoigner. Quatre-cents équivalents temps pleins y sont concernés, sur environ 2 800 travailleurs – ce qui fait plus que 400 travailleurs. L'hôpital Les Marronniers en Wallonie picarde est aussi concerné à hauteur de 300 personnes.

 

Les conséquences de cette décision, que je ne jugerai pas ici, vont être dramatiques. La question est de savoir comment on va réagir, maintenant que vous êtes conscient des difficultés. Quelles réponses seront apportées? À défaut, ce sont les patients, les aînés et les personnes handicapées qui vont souffrir de cette situation.

 

Cette décision brutale est évidemment intolérable. Comme mes collègues l'ont dit, le secteur privé bénéficie d'un moratoire, ce qui laisse le temps de s'adapter, mais ce n’est pas le cas pour le secteur public, où c'est d'application immédiate. Je ne comprends pas pourquoi cette décision brutale a été prise.

 

08.04  Jan Jambon, ministre: Chers collègues, en mars dernier, les administrations fiscales belge et française ont en effet conclu un accord interprétatif concernant le traitement des salaires des travailleurs frontaliers exerçant dans le secteur public. Comme vous le signalez très justement, cet accord pose de nombreux problèmes. C'est pourquoi j'ai immédiatement demandé à mon administration de les examiner et de prévoir les mesures transitoires nécessaires.

 

Pour ma part, il ne peut, en aucun cas, être question de rétroactivité. Cet accord ne sera pas appliqué dans un sens défavorable aux contribuables. Une période transitoire sera mise en place, au moins jusqu'à la fin de l'année. Les autorités françaises en seront informées. Une nouvelle communication claire de la part du SPF Finances à l'attention des contribuables concernés suivra dans les plus brefs délais.

 

Monsieur Courard, étant donné que cette mesure ne sera pas appliquée en l'état, elle n'entraînera aucun impact sur les hôpitaux. Cette question sera définitivement réglée entre la Belgique et la France au moyen du protocole de la nouvelle convention préventive de la double imposition.

 

08.05  Carmen Ramlot (Les Engagés): Je suis extrêmement satisfaite de votre réponse, monsieur le ministre.

 

Ma première urgence était justement de vous demander des mesures transitoires pour reporter l'échéance de l'application de ce qui a récemment été annoncé par courrier dans les communes.

 

Ma deuxième urgence était de chercher des solutions internationales et pas uniquement bilatérales, de façon à ce que la mesure soit beaucoup plus pérenne.

 

Votre réponse est vraiment parfaite. Les Luxembourgeois n'auraient absolument pas compris pourquoi vous ne les écoutiez pas et ne mesuriez pas l'urgence de la situation. Alors, merci pour eux et pour tous les travailleurs.

 

08.06  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le ministre, j'ai connu votre efficacité par le passé, et je constate qu’elle est toujours là en tant que ministre des Finances. La solution est donc trouvée: le moratoire s’étend jusqu’en 2033 pour le secteur privé. Maintenons-le encore pour le secteur public.

 

De toute façon, l’imposition des travailleurs va changer dans toute l'Europe et dans l’OCDE, mais il est essentiel de nous accorder le temps nécessaire pour y parvenir. Cette mesure était déjà appliquée aux nouveaux engagements, elle concerne désormais la situation actuelle. Ainsi, la stabilité est préservée dans nos secteurs hospitaliers et chacun y trouve satisfaction.

 

Merci beaucoup, monsieur le ministre, je n’ai jamais douté de votre réponse.

 

08.07  Philippe Courard (PS): Monsieur le ministre, votre réponse apporte une certaine assurance à court terme. Votre réponse est certes rassurante, mais nous resterons attentifs sur le sujet car il faut une solution durable au problème. Si la solution est bonne jusqu’à la fin de l’année, c’est une avancée positive. Toutefois, le problème persistera au-delà. Nous comptons donc sur vous et resterons attentifs à la suite que vous y apporterez.

 

Cette situation démontre aussi la nécessité de réinvestir dans les soins de santé. C’est pourquoi j’ai posé la question à M. Vandenbroucke. Nous avons en effet besoin d’infirmiers, de personnel soignant, de bras wallons et belges au sein de ce type de structures. Il faut évidemment renforcer les moyens alloués au secteur médical. Je ne reviendrai pas sur les raisons du manque de personnel, mais le sous-financement de la sécurité sociale en est l’une des causes. J'espère que cela fera réfléchir également pour renforcer les moyens en la matière.

 

Je vous remercie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Achraf El Yakhloufi aan Jan Jambon (VEM Financiën, Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en Federale Culturele Instellingen) over "De studie over de evolutie van het vermogen van de Belgen" (56000691P)

09 Question de Achraf El Yakhloufi à Jan Jambon (VPM Finances, Pensions, chargé de la Loterie Nationale et Institutions culturelles fédérales) sur "L'étude sur l'évolution du patrimoine des Belges" (56000691P)

 

09.01  Achraf El Yakhloufi (Vooruit): Het leven is duurder geworden, maar we zijn rijker dan ooit. Vandaag stond in de kranten dat de welvaart van de Belgen is gestegen. Jawel, die is gestegen, ondanks de inflatie. De belangrijkste verklaring daarvoor is duidelijk: de index. De index, die Vooruit beschermd heeft. De index, die garandeert dat als het leven duurder wordt, ook het loon stijgt. Dat is toch niet meer dan normaal? Automatisch, en altijd, voor iedereen. Net daarvoor heeft Vooruit keihard gestreden, keihard gevochten: voor de index, om de koopkracht van de mensen te beschermen.

 

Ik breng geen goednieuwsshow. We zien dat de inkomensongelijkheid nog nooit zo groot geweest is en dat aan de ene kant mensen amper iets opzij kunnen zetten, amper iets kunnen sparen, terwijl aan de andere kant de superrijken alleen maar rijker worden. Dat is het probleem. Op hun belangrijkste inkomsten, bijvoorbeeld die uit aandelen, betalen ze nul euro. U hoort het goed: nul euro belastingen. Dat is de realiteit. De rijken worden slapend rijk, terwijl de mensen die gaan werken, de helft van hun loon aan belastingen betalen. Dat is de realiteit. Ze betalen veel te veel omdat de superrijken vandaag niets betalen voor de meerwaarde op hun aandelen.

 

Net daarom heeft deze regering met Vooruit de lasten op arbeid verlaagd, en eindelijk – u hoort het misschien niet graag – een historische meerwaardebelasting ingevoerd zodat de sterkste schouders eindelijk zullen bijdragen. Daar heeft Vooruit keihard voor gevochten. Die meerwaardebelasting komt er nu, u hoort het goed. Die meerwaardebelasting komt er nu.

 

Mijnheer de minister, de regering zal er voor zorgen dat iedereen bijdraagt, ook de sterkste schouders. Mijn vraag, mijnheer de minister, is wanneer we het wetsontwerp over die meerwaardebelasting kunnen verwachten.

 

09.02 Minister Jan Jambon: Uw vraag gaat over zeer goed nieuws, namelijk de stijging van het gemiddeld vermogen van alle inwoners van dit land. Wat bleek ook uit die studie? Het gaat vooral om mensen die werken en sparen. Dat is ongelooflijk nieuws, want dat is ook net het accent dat deze regering wil leggen. Mensen die werken en sparen, moeten daar meer van overhouden dan vroeger. Dat is zeer goed nieuws en ik ben blij dat u die studie hier aanhaalt. U leest toch nog kranten, wat mij tevreden stemt. We willen werken dus lonender maken, zeker voor de laagste lonen.

 

U spreekt over inkomensongelijkheid, maar volgens mij zegt die studie daar niks over. De inkomensongelijkheid in dit land is nog altijd bij de laagste van de Europese landen. Dat komt omdat 70 % van de Belgische huishoudens hun eigen huis bezitten. De regering zet ook in op het bezit van de eigen woning, bijvoorbeeld door middel van de verlaging van de btw op de sloop en heropbouw. Dat houdt een belastingverlaging van 250 miljoen euro in. Voor een gemiddelde woning komt dat neer op 48.000 euro. Dat is het beleid van deze regering. Mijnheer El Yahkloufi, verder stellen we vast dat 45 % van de inwoners van dit land belegt. Het gaat dus niet alleen om de superrijken.

 

Ik kom tot uw vraag. De regering bespreekt momenteel die meerwaardebelasting. Zodra daarover een beslissing is genomen, zal de regering daarmee naar het Parlement komen.

 

09.03  Achraf El Yakhloufi (Vooruit): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord.

 

Collega's, het regeerakkoord is duidelijk: er zal een algemene meerwaardebelasting komen van 10 % voor meerwaarde op aandelen. Eindelijk zullen ook de grote vermogens eerlijk bijdragen. Het rapport van de FOD Financiën toont ook aan dat het de superrijksten zijn die deze meerwaardebelasting zullen betalen.

 

Vooruit is en blijft de partij van de koopkracht. De mensen kunnen op ons rekenen. Wij beschermen de index, verlagen de lasten op arbeid en zorgen ervoor dat er een eerlijke bijdrage is van de grootste vermogens. Juist daarom, collega's, zit Vooruit mee in deze regering.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Samengevoegde vragen van

- Sophie De Wit aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De ontsnappingen uit gevangenissen" (56000692P)

- Paul Van Tigchelt aan Annelies Verlinden (Justitie, belast met de Noordzee) over "De ontsnappingen uit gevangenissen" (56000694P)

10 Questions jointes de

- Sophie De Wit à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Les évasions de prisons" (56000692P)

- Paul Van Tigchelt à Annelies Verlinden (Justice, chargée de la Mer du Nord) sur "Les évasions de prisons" (56000694P)

 

10.01  Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de minister, collega's, bij Justitie is er nooit een saaie dag, elke dag gebeurt er wel iets. Bovenop alle andere gekende problemen is het momenteel blijkbaar in om uit de gevangenis te ontsnappen. Vorige week zaterdag liep er in Brugge iemand de deur uit, maandag maakten twee mannen een gat in de muur van hun cel en gisteren zijn er zes gevangenen in de vrije natuur verdwenen in Saint-Hubert. Met een beetje slechte wil, mevrouw de minister, zou men bijna kunnen zeggen dat men tegenwoordig sneller de gevangenis uit kan lopen dan dat men opgesloten wordt. Ik overdrijf natuurlijk, maar u begrijpt wat ik bedoel.

 

Trouwens, collega's, misschien weet u het niet, maar 5 % van de enkelbanden wordt doorgeknipt. Dat ging vorig jaar alleen al over 245 personen. Daarnaast worden voorwaarden gelinkt aan de enkelband niet nageleefd. Meer dan 700 personen zijn buiten de cirkel gegaan waar ze mochten komen. Ook dat is ontsnappen. Die situatie mogen we eigenlijk niet aanvaarden, mevrouw de minister. Het is niet goed voor het imago van de overheid en van Justitie. De politiediensten moeten opnieuw het werk doen, terwijl die eigenlijk hun handen al vol hebben. Er ontstaat een gevoel van onveiligheid, een gevoel van straffeloosheid. Bovendien kosten die enkelbanden elke keer opnieuw veel geld.

 

Het is gek, maar ontsnappen op zich is in dit land niet strafbaar. De N-VA-fractie pleit er al jaren voor om ontsnappen wel strafbaar te maken. Dat werd nu ook eindelijk in het regeerakkoord ingeschreven.

 

Ik heb enkele eenvoudige vragen. Ik zou graag willen weten of iedereen al gevat is.

 

Zult u onderzoeken hoe die ontsnappingen konden gebeuren, met de bedoeling die te voorkomen? Ze mogen immers niet voor herhaling vatbaar zijn.

 

Er is heel veel werk aan de winkel binnen Justitie, maar dit is een quick win. Wij hebben teksten, u ook vermoed ik. Mevrouw de minister, kunnen we die alstublieft zo snel mogelijk bespreken in dit Parlement? Ik dank u.

 

10.02  Paul Van Tigchelt (Open Vld): Mevrouw de minister, ontsnappingen uit gevangenissen zijn niet fijn voor een minister van Justitie. Ik veronderstel dat het voor sommigen simpel zal zijn en dat het de schuld is van de vorige regering of de vorige minister van Justitie. Nee, het Parlement verdient beter. We weten dat het niet zo simpel is.

 

Ik weet wel dat er door bepaalde partijen van de arizonaregering hard is geroepen om een kordate strafuitvoering. Intussen zit deze regering, als ik goed heb geteld, 102 dagen in het zadel en gisteren hebben we tot bijna middernacht de beleidsnota van Justitie mogen bespreken. Mevrouw De Wit was daar ook bij, uiteraard. Wat daarin werd aangekondigd aan extra gevangeniscapaciteit voor 2025 is het detentiehuis in Olen en het transitiehuis in Hamme en voor 2026 de gevangenis van Antwerpen. Dat zijn beslissingen van de vorige regering, dames en heren, en wat de gevangenis in Antwerpen betreft, dat is een beslissing van 2008. Als ik mij niet vergis, was Jo Vandeurzen toen minister van Justitie.

 

Met het paasakkoord werd een noodwet aangekondigd om de uitstroom te verhogen, maar gisteren in de commissie was er bij mijn weten geen sprake meer van die noodwet, laat staan dat er sprake was van concrete plannen voor bijkomende capaciteit door bijvoorbeeld unitbouw. Er was geen concreet stappenplan, geen ambitie. Met de 55 miljoen euro die u hebt gekregen voor de strafuitvoering kunt u inderdaad niet veel bijkomende capaciteit voorzien. Dat is ook wat u gisteren zei in de commissie voor Justitie. Het is onvoldoende om alle ambities uit het regeerakkoord te realiseren.

 

Mijn vragen, mevrouw de minister, zijn simpel. Net zoals collega De Wit wil ik graag weten wat u kunt zeggen over de omstandigheden van de ontsnapping. Een serieuze bocht, ik geef het toe.

 

Gaat deze regering nu extra gevangeniscapaciteit voorzien? Wat is het plan met de 55 miljoen euro extra middelen? We mogen dat stilaan weten.

 

De voorzitter: Dank u wel, collega Van Tigchelt. Het onderwerp van uw vraag was ontsnappingen uit de gevangenis. Gelukkig hebt u over dat laatste woord toch wel iets gezegd. Over de ontsnappingen ging het wat minder.

 

10.03 Minister Annelies Verlinden: Mevrouw De Wit en mijnheer Van Tigchelt, gisteren hadden we het bij de bespreking van mijn beleidsnota gedurende tien uur over hetgeen we met de middelen willen doen. Daarover is het laatste woord zeker nog niet gezegd, maar dat we ambitieus zijn in de creatie van capaciteit, onder meer door het inzetten op terugkeer, door het aandacht besteden aan geïnterneerden en door het voorzien in bijkomende plaatsen, staat als een paal boven water. Het is dus iets te kort door de bocht te beweren dat wij geen ambitie op het vlak van capaciteit aan de dag zouden leggen. Integendeel, we zullen in tegenstelling tot vroeger de daad bij het woord voegen.

 

Wanneer gevangenen uit de gevangenis ontsnappen, roept dat grote bezorgdheid en frustratie op, ook bij mij. Ik ben mij er terdege van bewust dat elke ontsnapping het vertrouwen in het gevangenissysteem kan aantasten. Gisterenavond, tijdens onze bespreking, kwam het bericht van de ontsnapping van de gevangenen in Saint-Hubert. Het vertrouwen en de verantwoordelijkheid die aan gedetineerden met een laag risicoprofiel in een open instelling als Saint-Hubert met het oog op hun re-integratie wordt gegeven, werd in dit geval door een aantal gedetineerden misbruikt.

 

Mevrouw De Wit, gelukkig konden alle voortvluchtigen dankzij het snelle en accurate optreden van de penitentiaire beambten, justitie en politie, inmiddels worden ingerekend. Dat was ook het geval bij de recente ontsnappingen uit de gevangenissen van Brugge en Gent. In Gent konden de vluchtende gedetineerden nog binnen de gevangenismuren worden gevat.

 

Na elke ontsnapping en ook pogingen daartoe wordt een onderzoek naar de oorzaken gevoerd, mevrouw De Wit. Alle mogelijkheden tot verbetering worden na die analyse zo snel mogelijk in de praktijk gebracht om nieuwe incidenten te vermijden. Daarnaast worden de betrokken gedetineerden in veel gevallen naar een andere gevangenis overgebracht of aan een ander regime onderworpen. Eveneens wordt geëvalueerd of het algemene regime in de instelling, in dit geval de open gevangenis in Saint-Hubert, moet worden bijgestuurd. Het waarborgen van veiligheid is immers essentieel, ook van degenen die in de gevangenis werken.

 

Samen met de regering wil ik een vuist tegen het fenomeen, omdat het afbreuk doet aan het vertrouwen in het gevangenissysteem. We werken daarom aan een wettekst om ontsnappingen uit de gevangenis, sabotage van de enkelband en het overtreden van de voorwaarden strafbaar te stellen. De eerste pennentrekken om dat in een wet te gieten, zijn al gezet en hopelijk kunnen we snel de bespreking in de commissie voeren.

 

Daarnaast zetten we in op de uitbreiding van het aantal extra beveiligde cellen voor gedetineerden met een hoog of een verhoogd ontvluchtingsrisico. We willen ook technologie inzetten, zoals drones en camera's, om het toezicht en de veiligheid in en rond de gevangenissen te versterken.

 

Onze ambitie is heel duidelijk. Dat hebben we gisteren heel duidelijk besproken. Terwijl de reclassering en de re-integratie in de samenleving in detentie desgevallend al moet kunnen worden voorbereid, zullen we er tegelijkertijd alles aan doen om ontsnappingen te vermijden en streng optreden tegen ontsnappingen en de sabotage van enkelbanden. Dat is voor mij immers ook een onderdeel van een rechtvaardige justitie.

 

10.04  Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik ben eigenlijk van mijn melk door het schaamteloze bochtenwerk dat ik van uw voorganger heb gehoord. Ik kan daar niet van over. De puinhoop die u moet opruimen, is door hem veroorzaakt. Mijnheer Van Tigchelt, u hebt 15 detentiehuizen beloofd en 2 afgeleverd. Hoeveel gevangenissen hebt u in de steigers gezet voor de volgende regering? Geen enkele.

 

Mevrouw de minister, er ligt nog veel werk op de plank, maar vele handen maken licht werk. Wij willen u helpen. Onze teksten om ontsnappingen strafbaar te stellen, liggen al klaar en wij kunnen daar volgende week mee naar het Parlement komen. Laten we dat gewoon doen. Dat is een quick win en dan kunt u zich focussen op de andere problemen.

 

10.05  Paul Van Tigchelt (Open Vld): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

De mirakeloplossing bestaat niet en die verwachten we ook niet. Ik moet het gisteren dan toch niet goed gehoord hebben. Ik weet niet wat er zal gebeuren met de 55 miljoen euro. Gaat die naar extra detentiehuizen? Eén detentiehuis kost 15 miljoen euro. Of gaat die naar de prefinanciering van de enkelbanden, zoals door uw Vlaamse collega Demir wordt gevraagd? Het enige wat wij vragen, is concrete acties die overeenstemmen met de door de arizonacoalitie gedane beloftes.

 

Ik heb daarnet het debat over Gaza gevolgd. Ik heb daar geen ploeg gezien, maar wel politieke partijen die een verschillende taal spreken. Ik hoop dat u dat niet zal overkomen bij Justitie, want dat is niet wat Justitie verdient. Ik wens u veel succes.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Question de Florence Reuter à Jean-Luc Crucke (Mobilité, Climat et Transition environnementale) sur "L'utilisation intensive de la piste 01/19 à Brussels Airport" (56000696P)

11 Vraag van Florence Reuter aan Jean-Luc Crucke (Mobiliteit, Klimaat en Ecologische Transitie) over "Het intensieve gebruik van start- en landingsbaan 01/19 op Brussels Airport" (56000696P)

 

11.01  Florence Reuter (MR): Monsieur le ministre, le Brabant wallon et le sud de Bruxelles étaient déjà victimes de survols intempestifs depuis de nombreuses années, liés aux atterrissages en piste 01, mais aujourd'hui la situation est véritablement dramatique. Les riverains sont à bout. Ils appellent au secours: "Par pitié, faites quelque chose" m'envoie ce matin encore une habitante de Waterloo. Un autre dénonce: "Invivable, inacceptable, injuste. Des avions bruyants de jour comme de nuit car la Belgique ne respecte ni les législations ni les décisions de justice."

 

Monsieur le ministre, depuis le 28 avril dernier, les conditions d'utilisation de la piste 07 ont été modifiées et, aujourd'hui, tout repasse en piste 01. Celle-ci devient une piste sous-préférentielle, ce qui veut dire que l'on augmente encore de façon intensive son usage, déjà abusif.

 

Monsieur le ministre, qui  a donné cette instruction? Étiez-vous au courant? Pouvez-vous nous fournir l'instruction par écrit? Êtes-vous conscient des conséquences dramatiques de cette utilisation abusive pour les habitants? Je pense qu'il est temps de respecter ces derniers, de respecter leur santé et leur bien-être et de trouver une solution équilibrée au survol de Bruxelles et du Brabant wallon.

 

11.02  Jean-Luc Crucke, ministre: Madame la députée, comme vous le savez, depuis le début du mois de mai, notre pays est confronté à une situation météorologique particulièrement défavorable, marquée par des vents soutenus et persistants du secteur Nord-Est, rendant peu sûr l'usage des pistes préférentielles qui sont habituellement utilisées pour limiter les nuisances sonores dans les zones densément peuplées.

 

C'est dans ce contexte que les services de contrôle aérien ont été contraints de recourir de manière inhabituelle à la piste 01 pour les atterrissages, conformément aux impératifs de sécurité aérienne. Je tiens à rappeler que la sécurité des passagers, des équipages et des populations survolées est et restera la priorité absolue dans le respect des obligations européennes. C'est pourquoi j'attire votre attention sur le fait que cette situation météorologique exceptionnelle s'inscrit également dans un contexte plus large de réorganisation temporaire des schémas d'exploitation des pistes de Bruxelles-National, consécutivement à un audit mené en mars 2024 par l'Agence Européenne de la Sécurité Aérienne (EASA). Les exigences imposées par la Commission européenne en la matière doivent être appliquées et elles le seront, puisqu'il s'agit de questions relatives à la sécurité aérienne. Cela dit, elles le seront après l'identification des solutions qui perturberont le moins possible, sur le plan des nuisances sonores et de l'impact environnemental, les populations survolées.

 

En conclusion, ces mesures temporaires obéissent à un double impératif: sécurité immédiate et mise en conformité progressive avec les standards européens. La situation actuelle doit être lue comme une phase de transition avant la stabilisation d'un schéma d'exploitation conforme, sécurisé et mieux équilibré sur le plan de l'impact environnemental. Je reste bien évidemment attentif aux préoccupations des habitants et des représentants locaux. Et je veillerai également à ce que cela se fasse en toute transparence.

 

11.03  Florence Reuter (MR): Monsieur le ministre, vous évoquez la sécurité, mais c'est parce que la Belgique était en défaut depuis janvier 2024, car n'ayant pas publié les fameuses procédures RNP de guidage par satellite, que l'audit a eu lieu sur demande européenne. Pourtant, ces procédures existent car elles avaient déjà été publiées de manière temporaire pendant les travaux. Il suffit donc de les reprendre et de les rendre permanentes pour être en ordre.

 

Monsieur le ministre, de jour comme de nuit, les riverains sont matraqués toutes les 10 à15 secondes par des avions bruyants, par du bruit strident. C'est invivable. Des solutions existent et je pense qu'il est vraiment temps d'agir. Je vous remercie d'avance.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Questions jointes de

- François De Smet à Rob Beenders (Protection des consommateurs, Lutte contre la fraude sociale, Personnes handicapées et Égalité des chances) sur "La Brussels Pride et les droits des personnes LGBTQIA+" (56000685P)

- Anne Pirson à Rob Beenders (Protection des consommateurs, Lutte contre la fraude sociale, Personnes handicapées et Égalité des chances) sur "La Semaine de fiertés et la lutte en faveur d'une société plus inclusive et sûre pour toutes et tous" (56000686P)

12 Samengevoegde vragen van

- François De Smet aan Rob Beenders (Consumentenbescherming, Socialefraudebestrijding, Personen met een handicap en Gelijke Kansen) over "De Brussels Pride en de lgbtqia+-rechten" (56000685P)

- Anne Pirson aan Rob Beenders (Consumentenbescherming, Socialefraudebestrijding, Personen met een handicap en Gelijke Kansen) over "De Pride Week en de strijd voor een inclusievere en veiligere samenleving voor iedereen" (56000686P)

 

12.01  François De Smet (DéFI): Monsieur le ministre, ce samedi, dans les rues de Bruxelles, ce sera la Pride. Nous allons évidemment célébrer la diversité. Nous allons célébrer la protection des droits des personnes LGBTQIA+, avec une pensée pour les endroits où ces droits sont sous pression. Je pense par exemple à la Hongrie de Viktor Orbán, où on sait qu'il n'y aura peut-être même pas de Pride. En tout cas, les gens se battent là-bas pour qu'elle puisse avoir lieu.

 

Mais ces droits sont aussi sous pression ici en Belgique. Cette semaine, pas plus tard qu'hier en fait, ont comparu devant le tribunal correctionnel de Bruxelles des individus qui ont piégé des personnes homosexuelles au moyen d'applications de rencontres, dans ce qu'on peut appeler des guets-apens. C'est un processus relativement nouveau, violent et qui ne vise pas simplement à tabasser des personnes gays mais à envoyer un message d'intimidation qui est de dire: "N'utilisez pas de telles applications. Ne vous rencontrez pas. Ne soyez pas libres." Cela, évidemment, est inacceptable.

 

Ce ne sont pas des cas isolés. Ainsi, quand on regarde les chiffres 2024 d’Unia – cette institution à qui vous avez eu la riche idée de prendre 25 % de ses ressources –, on voit que 35 % de dossiers concerneraient des actes de haine à caractère homophobe, lesbophobe ou biphobe, avec la particularité que les discours et les actes de haine y sont plus nombreux que pour les autres critères protégés par la loi.

 

Enfin, dernier signal alarmant, il apparaît que la tolérance envers les personnes LGBTQIA+ est en baisse, en ce compris chez les jeunes. C'est ce qui ressort d'une étude réalisée en Flandre par la Jeugdonderzoeksplatform, une plateforme qui regroupe l’université de Gand, la KU Leuven et la VUB.

 

En résumé, il s'agit de faits plus nombreux et plus violents et d'un climat général de moins de tolérance. Je crois que cela doit vraiment nous alerter. Il faut voir les choses en face. Nous sommes dans une phase de recul des droits fondamentaux, dans une phase de repli et de conservatisme qui, par simplisme, tend à tout confondre.

 

Au-delà des slogans un peu creux et de la baisse de 25 % de l'organisme supposé aider à les défendre, quelles sont les mesures que vous allez prendre, l’Arizona et ce gouvernement, pour aider ces personnes?

 

12.02  Anne Pirson (Les Engagés): Monsieur le ministre, je voudrais aussi parler de ces agressions, qui ne sont pas des faits divers. Chaque semaine, des personnes LGBTQIA+ sont passées à tabac. On leur tend des guet-apens via des applications de rencontre. Pourquoi? Parce que leur identité, leur liberté ne conviennent pas à certaines personnes.

 

Il y a quelques semaines, je vous ai interrogé sur le harcèlement en rue et le sentiment d'insécurité vécu par les femmes. Les chiffres de 2024 quant aux violences contre les personnes LGBT ne sont pas meilleurs. Le 12 mai dernier, le Centre interfédéral pour l’égalité des chances (Unia) et l'Institut pour l’égalité des femmes et des hommes (IEFH) ont à nouveau tiré la sonnette d'alarme. Ces faits de violence et de discrimination sont des attaques contre les droits fondamentaux, droits qui sont remis en cause un peu partout dans le monde, mais aussi chez certains de nos voisins qui sont membres de l'Union européenne.

 

La Belgique a toujours été précurseur en la matière. Elle doit continuer à montrer l'exemple et doit rester inclusive et sûre pour tout le monde. Il s'agit vraiment d'un combat de tous les jours. L'accord de gouvernement se positionne clairement en faveur des personnes LGBT. Dans votre note de politique générale, vous indiquez votre volonté de mettre en place un plan interfédéral à ce sujet, depuis longtemps demandé par Unia.

 

Monsieur le ministre, quelle est votre stratégie pour mettre en place ce plan interfédéral avec les autres niveaux de pouvoir? Quel est votre timing? Quelles actions prioritaires comptez-vous mettre en place avec vos collègues de l'Intérieur et de la Justice?

 

12.03  Rob Beenders, ministre: Monsieur De Smet et madame Pirson, je vous remercie pour vos questions.

 

La Belgique passe en effet de la troisième à la deuxième place de la Rainbow Map – classement européen annuel des droits LGBTI+ – publiée cette semaine par European Region of the International Lesbian and Gay Association Europe (ILGA-Europe). Pourtant, la Pride Week reste un événement nécessaire, même en 2025.

 

Les chiffres de la tolérance sont en effet en recul. Ce phénomène touche le monde entier. Citons Trump aux États-Unis, Orbán en Hongrie et Meloni en Italie. Notre pays n’est pas épargné. Comme l’a révélé cette semaine l’étude d’Unia, 135 faits liés à l’orientation sexuelle ont été signalés l’an dernier. Cette estimation est d'ailleurs largement inférieure à la réalité car de nombreuses victimes n’osent pas signaler les faits.

 

Ce qui m’inquiète le plus, c’est que cette tendance touche principalement les jeunes. C’est précisément dans cette tranche d’âge que la tolérance envers les personnes LGBTI+ est en baisse.

 

En tant que pouvoir public, notre mission est de les protéger. Je prendrai donc mes responsabilités en tant que ministre de l’Égalité des chances. Une société dans laquelle chacun et chacune se sent en sécurité quel que soit son genre, son orientation sexuelle, sa religion, son handicap ou son origine est ma priorité absolue.

 

Le harcèlement de rue, les discours de haine en ligne et la violence homophobe ne doivent jamais être tolérés. Depuis l’adoption de la loi "sexisme" en 2014, les formes de harcèlement de rue sont punissables par la loi.

 

Ce problème nécessite une approche globale et systématique. La prévention, la protection et l'application sont essentielles. Je m’y emploierai en élaborant un plan d’action national contre les violences de genre, en collaboration étroite avec les ministres de la Justice et de l’Intérieur.

 

Durant cette législature, nous renforcerons également les Centres de Prise en charge des Violences Sexuelles, en portant une attention particulière aux personnes LGBTI+. Les victimes doivent pouvoir accéder plus facilement à ces centres car, dans la pratique, ce n’est pas toujours le cas. C'est une priorité!

 

Enfin, nous travaillerons sur un nouveau plan interfédéral pour garantir la protection des droits des personnes LGBTI+ et promouvoir leur inclusion.

 

En collaboration avec mon administration, nous sommes en train d'élaborer une proposition de méthodologie commune et des rétroplanning à partir des évaluations du plan précédent et des contributions de la société civile.

 

En termes de timing, nous souhaitons aboutir avant la fin de l'année à un cadre méthodologique commun et des propositions concrètes de mesures et d'actions fédérales.

 

Mais je ne pourrai mener ce combat seul. D'où l'importance de la Brussels Pride et aussi d'autres Pride. Il y en a aussi une dans le Limbourg en juillet – vous êtes tous invités. Ce n'est pas seulement une fête mais c'est aussi un signal fort de solidarité et je vous invite tous à Bruxelles ce samedi pour célébrer cela ensemble.

 

12.04  François De Smet (DéFI): Merci, monsieur le ministre, pour votre réponse que je trouve, pour être honnête, très convenue et très cosmétique.

 

Je connais ce secteur depuis très longtemps. Je vous entends parler, vous-même ou vos prédécesseurs, de plans, de plans d'action, de plans nationaux. Ça manque peut-être juste un peu de task force. Comme ça, nous aurions eu le catalogue complet. Il faut beaucoup plus d'actions.

 

Je crois que les faits auxquels nous nous référons et que vous connaissez, où des gens prennent le temps d'utiliser des applications de rencontre pour piéger intentionnellement et tabasser des personnes gays, doivent vraiment nous alarmer sur le fait que la tolérance est fortement en baisse. Je ne doute pas de vos bonnes intentions mais quel paradoxe entre les bonnes intentions que vous mettez en avant, même dans votre accord de gouvernement, et les moyens dont vous vous dotez! En effet, votre principal allié pour lutter contre cette discrimination, à savoir Unia, vous le punissez d'emblée, dès 2025, en le privant d'un quart de ses ressources. Ce n'est pas le bon signal, mais nous attendrons de voir vos plans pour juger sur pièces.

 

12.05  Anne Pirson (Les Engagés): Merci, monsieur le ministre, pour vos réponses.

 

Il est en effet toujours inacceptable pour nous qu'aujourd'hui, on ait toujours peur d'assumer ce que l'on est, qu'on n'ose pas marcher main dans la main dans la rue ou embrasser la personne que l'on aime.

 

Nous pensons vraiment que ce gouvernement signera la fin des grandes promesses et que nous allons enfin passer aux actes. En tout cas, vous pourrez compter sur Les Engagés pour passer aux actes avec vous. J'ai entendu parler du timing. Nous serons présents au niveau de la symbolique – et donc présents à la Pride samedi – mais nous serons aussi présents pour soutenir toutes les actions politiques. Nous prendrons aussi nos responsabilités en déposant des propositions. Nous vous soutiendrons dans toutes les mesures qui sont en faveur des libertés, de nos droits fondamentaux, de la liberté d'expression et qui mèneront à une société plus sûre pour tout un chacun.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Collega’s, wat de geheime stemming betreft, hebben we nog niet het vereiste aantal deelnemers bereikt. We hebben nog een goed half uur. Gelieve daarvan gebruik te maken.

 

13 Vraag van Maaike De Vreese aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De afschaffing van de terugkeerpremie" (56000693P)

13 Question de Maaike De Vreese à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "La suppression de la prime de retour" (56000693P)

 

13.01  Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw de minister, u bent deze week naar Moldavië gegaan. Ik heb heel veel reacties gelezen van mensen die zich afvragen waarom u in godsnaam naar Moldavië ging. Sinds 2020 zien we echter telkenmale de cijfers stijgen van die asielzoekers richting ons land. Telkenmale gebeurt dat ook in de winter. Natuurlijk is dat niet toevallig. Die mensen komen namelijk naar hier voor onze winteropvang. Alsof dat nog niet genoeg is, krijgen ze wanneer ze terugkeren nog een terugkeerpremie van 1.000 euro. Dat zijn geen asielzoekers, dat is asieltoerisme.

 

Minister, we moeten daar absoluut komaf mee maken. Moldavië is immers een veilig land. Die mensen krijgen hier geen bescherming. Eindelijk maakt u werk van een strikt en streng migratiebeleid. U zet de puntjes op de i.

 

Wat zien we namelijk nog meer? Een deel van dat geld wordt doorgestort aan mensensmokkel­netwerken en criminele netwerken. We kunnen dit soort asieltoerisme absoluut niet toelaten. Als men de gemiddelde lonen in Moldavië bekijkt, dan betaalt ons land die mensen daarenboven niet enkel een dertiende maand, maar ook nog een veertiende maand. Hoe kan men dat in godsnaam uitleggen aan de belastingbetaler? Dat is niet mogelijk.

 

Het is dus goed, minister, dat u daar nu komaf mee maakt. Wat hebt u echter nog allemaal geleerd op uw reis in Moldavië? Welke lessen trekt u daaruit? Hoe zult u in de toekomst dergelijke misbruiken verder gaan aanpakken?

 

13.02 Minister Anneleen Van Bossuyt: Dank u wel voor uw vraag, mevrouw De Vreese. Ik ben deze week inderdaad in Moldavië geweest om het asieltoerisme aan te pakken.

 

We zien in ons land, zoals u terecht aangaf, in de jongste jaren, sinds 2020, een stijging van het aantal asielaanvragen uit Moldavië. Het zijn er nu ongeveer een duizendtal, vooral uit de Romagemeenschap. Dat is heel vreemd natuurlijk, want Moldavië is een veilig land. Ik heb de cijfers nagegaan. Het aantal erkenningen van mensen uit Moldavië was in de jongste jaren lager dan 1 %. Ze hebben eigenlijk bijna geen kans om hier bescherming te krijgen.

 

Hun motivering om naar België te komen heb ik trouwens expliciet gehoord in Moldavië, namelijk ons te gulle opvangsysteem. Dat is gewoon een feit. Hierbij spelen twee zaken. Ten eerste, ze komen vooral overwinteren. We zien de piek vooral tijdens de koudere maanden. Zo vermijden ze de hoge energieprijzen in hun land. U weet echter ook dat onze opvang gewoon overvol is. Die kan niet dienen voor mensen die hier gewoon komen overwinteren, die dient voor mensen die echt onze bescherming nodig hebben. Ten tweede is er de terugkeersteun, tot 1.000 euro, die ze kunnen krijgen. Ik heb met mensen van de Moldavische grenspolitie gesproken. Ze erkennen dat daar smokkelnetwerken achter zitten.

 

Wij willen die illegale migratie drastisch verminderen. We gaan die aanvragen versneld behandelen en we gaan die terugkeersteun meteen stopzetten. Ik zal ook verdere ontradingscampagnes voeren, niet alleen online, maar ook in persoon als het moet. Specifiek wat Moldavië betreft, zullen we in het najaar opnieuw een online ontradingscampagne opstarten.

 

13.03  Maaike De Vreese (N-VA): Wat wij hier zien, is gewoon misbruik van het visumvrije reizen. De betrokkenen krijgen er inderdaad nog eens een winteruitkering bovenop.

 

Mevrouw de minister, Moldavië is echter niet het enige land waaruit mensen visumvrij naar België kunnen reizen. Voor mijn part schaft u de terugkeerpremie voor ieder visumvrij land af. Maak daar komaf mee. Ik wil absoluut dat u dat bekijkt.

 

Zorg voor heel strikte regels rond de terugkeerpremies, niet langer voor visumvrije landen maar enkel voor visumplichtige landen en enkel en alleen als de premie voor een snellere terugkeer zorgt en ervoor zorgt dat de asielprocedure niet langer gerokken wordt via beroepsprocedures. Bekijk die uitbreiding. Zorg dat daar geen misbruik meer van wordt gemaakt. Zorg dat het asieltoerisme in België absoluut stopt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Daarmee besluiten we de vragenronde.

 

Wetsvoorstellen

Propositions de loi

 

14 Wetsvoorstel houdende titel 1 "Persoonlijke zekerheden" van boek 9 "Zekerheden" van het Burgerlijk Wetboek (261/1-4)

14 Proposition de loi portant le titre 1er "Les sûretés personnelles" du livre 9 "Les sûretés" du Code civil (261/1-4)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Steven Matheï, Leentje Grillaert, Katja Gabriëls, Paul Van Tigchelt.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteur, de heer Van Hecke, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

14.01  Christoph D'Haese (N-VA): Beste collega's, we bespreken hier in het Halfrond vaak strafrechtelijke aangelegenheden, maar het civiel recht heeft natuurlijk ook zijn plaats binnen Justitie. Vandaag wordt ons gevraagd om een wetsvoorstel goed te keuren dat verder gestalte geeft aan een nieuw Burgerlijk Wetboek. Meer bepaald voorziet het wetsvoorstel in de invoering van een eerste titel van boek IX, met name de zaken die handelen omtrent de persoonlijke zekerheden.

 

Een academische commissie onder de vakkundige leiding van de professoren Sagaert, Storme en Biquet heeft de bestaande wetsbepalingen, maar vooral ook de vaste rechtspraak en rechtsleer, bij elkaar gelegd, een zorgvuldige combinatie gemaakt en hier en daar de regels wel degelijk bijgeschaafd om die in volstrekte overeenstemming te brengen met de huidige tijd en rechtspraktijk.

 

Dit is een bijzonder juridisch-technische materie, maar het praktisch belang mag geenszins worden onderschat. Zonder een duidelijk kader rond zekerheidsstellingen door derden kan er immers geen goede kredietverstrekking zijn, terwijl kredietverstrekking juist cruciaal is om onze economie draaiende te houden, ondernemerschap en innovatie te stimuleren, werkgelegenheid te behouden en waar mogelijk zelfs bij te creëren. Zelfs de betrokken academici moesten, lopende het debat en het wetgevend proces, vaak toegeven dat bepaalde praktische implicaties van een aantal vooropstaande wijzigingen of nieuwe bepalingen niet altijd voorspelbaar konden zijn of juist ingeschat konden worden. Ik wil eigenlijk elkeen bedanken die aan de discussie heeft meegewerkt, want tijdens de behandeling in de commissie hebben we een heel transparante dialoog gehouden met alle betrokken actoren via hoorzittingen, via academici. Zo is er verder geschaafd aan het wetsvoorstel, om te komen tot de tekst die u vandaag wordt voorgelegd.

 

Ten gronde en inhoudelijk, de enige persoonlijke zekerheid die was geregeld in het oud Burgerlijk Wetboek, was de borgtocht, maar in de praktijk werden ook heel wat andere soorten persoonlijke zekerheden gebruikt, zoals de autonome garantie, de patronaatsverklaring en de hoofdelijkheid.

 

De eerste titel van het nieuwe boek 9 zorgt nu dus voor een codificatie en bijgevolg een wettelijke basis voor deze rechtsfiguren, maar ook en vooral voor een continuïteit. De rechtspraktijk zal een grote beoordelingsvrijheid behouden.

 

Net zoals bij de andere boeken van het nieuwe Burgerlijk Wetboek werd gezorgd voor een zo groot mogelijke contractvrijheid. De contractvrijheid van de partijen wordt bewaakt. De meerderheid van de bepalingen van de zaken die we vandaag zullen goedkeuren, betreffen dan ook aanvullend recht. Partijen zullen kunnen afwijken van het wettelijk kader als ze daarover onderling een overeenstemming bereiken.

 

De bepalingen van de borgtocht werden grotendeels overgenomen uit het oud Burgelijk Wetboek, maar worden aangevuld met een aantal nieuwe regels. Zo wordt een borgtocht voor alle schuldvorderingen nu erkend en wordt het subsidiariteitsbeginsel meer en meer uitgediept. De hoofdschuldenaar zal voortaan voorafgaandelijk in gebreke moeten worden gesteld en de borgsteller moet hiervan in kennis worden gesteld.

 

Dat lijken allemaal heel evidente dingen, maar het is absoluut noodzakelijk om het economisch verkeer draaiende te houden dat er ook voldoende kredieten worden verleend. U weet dat men bij een bank eigenlijk moet bewijzen dat men dat geld niet nodig heeft of men moet minstens een zekerheid kunnen stellen. Dit zijn de wettelijke bepalingen die we daarvoor nodig hebben.

 

Voor de zekerheden die door consumenten worden verleend, maakt het wetsvoorstel wel een belangrijke uitzondering op de principiële contractuele vrijheid van partijen. Naast een overname van de reeds bestaande regels van wat we nu kennen als kosteloze borgstelling, heeft de wetgever de bescherming van de consument verder doorgetrokken. Dat is heel belangrijk. Het wettelijk kader omvat nu ook een precontractuele informatieplicht en preciseert dat een autonome garantie voor een consument niet tot de opties behoort.

 

Het eindresultaat is dus een goede consensustekst, uitgewerkt op academisch niveau, verfijnd na inbreng van de verschillende betrokken actoren. Het is een tekst die uitdrukkelijk oog heeft voor de heel praktische toepasbaarheid. De wetboeken die we aanpassen, zijn natuurlijk al decennia oud en het is goed dat we deze op regelmatige basis ter hand nemen en actualiseren waar nodig. Er werd ons inziens een goede balans gevonden tussen de rechten en plichten van enerzijds de kredietverstrekkers en anderzijds de zekerheidsstellers.

 

Onze fractie zal het wetsvoorstel dan ook zeer zeker en met overtuiging goedkeuren, maar niet – dat is ook de reden van mijn betoog – zonder elkeen te bedanken die op een uiterst constructieve wijze deze consensus mee heeft helpen te realiseren, niet het minst het academisch team onder leiding van professoren Sagaert, Storme en Biquet. Dank daarvoor. Wij zullen het voorstel dan ook ten volle steunen. Ik hoop op een gelijkluidende houding van eenieder in het Parlement. Dank u wel.

 

14.02  Pierre Jadoul (MR): Monsieur le président, je commencerai par m'associer aux remerciements du collègue D'Haese. C'est sans doute une sujet qui ne passionne pas les foules, et certainement pas notre Assemblée, à voir le nombre de collègues présents. Cependant, c'est un sujet d'importance, me semble-t-il, qui mérite un travail de fond.

 

Pour le contenu du texte, je renvoie à ce que le collègue D'Haese a pu en dire, à savoir qu'il est équilibré et qu'il a suivi un parcours sérieux. Je tiens à remercier personnellement les trois collègues académiques qui ont rédigé le texte préparatoire à cette proposition pour nos échanges avec eux: Vincent Sagaert, Christine Biquet et Matthias Storme, avec lesquels un vrai dialogue fut possible. Ce n'est pas toujours le cas, mais il importe de souligner, en l'occurrence, que ce dialogue fut de qualité et nourri par des auditions organisées en commission de la Justice. Tous les secteurs concernés ont été entendus, tant les autres spécialistes du droit des sûretés que les auteurs du texte, mais également des acteurs tels que Febelfin, Testachats, l'Observatoire du Crédit et de l'Endettement ou encore les huissiers de justice. Leurs observations ont été prises en considération et ont fait l'objet de réflexions et d'échanges avec les académiques qui tenaient la plume. Des vraies améliorations ont été obtenues, sans doute sur des points de détail, mais qui sont importantes, puisqu'elles sont susceptibles de réduire le nombre de procès et de lutter contre l'arriéré judiciaire. Je me suis exprimé à ce sujet en commission de la Justice. Selon moi, de bons textes de loi constituent probablement une manière de contribuer à la réduction ou à la limitation de l'arriéré judiciaire plus que ne le font certaines rustines qui sont parfois collées sur des situations compliquées.   

 

J'estime que ce texte prend en compte les intérêts de toutes les parties au contrat de crédit et me réjouis de cette législation de qualité. Je confirme que mon groupe le soutiendra avec enthousiasme. 

 

14.03  Steven Matheï (cd&v): Collega’s, vandaag ligt het wetsvoorstel houdende titel 1 "Persoonlijke zekerheden" en meer bepaald de eerste uitwerking van boek 9 voor. Dat is een belangrijke stap in de verdere modernisering van ons Burgerlijk Wetboek, dat we ondertussen al officieel het oud Burgerlijk Wetboek kunnen noemen, daterend van 1804. De afgelopen jaren werden er verschillende stappen gezet om die modernisering door te voeren. In dit halfrond hebben we al heel wat boeken zien passeren over tal van onderwerpen. Het volgende, dat vandaag voorligt, gaat over de persoonlijke zekerheden.

 

Zo'n wetsvoorstel komt niet zomaar uit de lucht vallen. Zoals de vorige sprekers zonet duidelijk hebben aangegeven, is er hard aan gewerkt. Een dankwoord is zeker op zijn plaats. Niet enkel de collega’s van de commissie voor Justitie dank ik voor het meewerken aan en meedenken over dit belangrijke onderdeel van het Burgerlijk Wetboek, maar met name ook de voltallige commissie die de taak heeft om het te hervormen.

 

In dat opzicht wil ik ook één iemand specifiek bedanken, namelijk professor Eric Dirix, die er vandaag helaas niet meer bij kan zijn, aangezien hij ons vorig is ontvallen. In 2017 werd hij door toenmalig minister van Justitie Koen Geens aangesteld als voorzitter van de ministeriële commissie voor de hervorming van het recht betreffende de persoonlijke zekerheden. Hij was destijds ook een monument aan de Katholieke Universiteit Leuven. Bovendien nam hij ook samen met professor Wéry de algemene coördinatie rond het Burgerlijk Wetboek op zich. Zijn echtgenote zou vandaag aanwezig zijn en vond het heel belangrijk om dit moment mee te maken. Professor Dirix kunnen we omschrijven als een wetenschappelijke reus van het privaatrecht in België en Nederland. Hij heeft het privaatrecht zowel voor de rechtspraktijk als de academia getekend, gevormd, hertekend en hervormd. Dat zijn de woorden van een andere belangrijke persoon, Vincent Sagaert, die samen met Jean-Christophe Boulet, professor Christine Biquet, Piet François, professor Matthias Storme en Biagio Zammitto, destijds werkzaam op het kabinet, eraan heeft meegewerkt.

 

Voorts mogen we Koen Geens, onze oud-collega en voormalig minister van Justitie, en fractiemedewerker Lies Vanquathem, die de werkzaamheden rond de wetboeken ook telkens heeft gecoördineerd, niet vergeten. Hartelijk dank daarvoor.

 

De persoonlijke zekerheden zijn misschien niet het sexyste onderwerp van het Burgerlijk Wetboek, maar ze zijn wel belangrijk in de praktijk. Het gaat over de verbintenis die een derde kan aangaan waarbij hij of zij borg staat voor de verschuldigde betaling ten gevolge van een overeenkomst van de hoofdschuldenaar aan de schuldeiser. Dat klinkt zeer theoretisch, maar het komt in de realiteit vaak voor. Denk maar aan ouders die zich borg stellen voor hun zoons start-up, aangezien de bank extra zekerheid vraagt. Denk aan de echtgenoot die zich borg stelt voor de vennootschap van zijn echtgenote.

 

Die zaken gebeuren dagelijks en combineren twee belangrijke dingen. Borgstellingen zijn zeer belangrijk, omdat die de motor van onze economie voor een stuk draaiend houden. Het verkrijgen van kredieten aan een goede intrestvoet vereist soms zo'n borgstelling. Dat is het economische aspect. Een borgstelling houdt echter ook een risico in. Het is immers een ernstige en uitgebreide verbintenis, met eventueel heel wat gevolgen, niet alleen vandaag, maar meestal ook ver in de toekomst. Daarvan moet men zich goed bewust zijn, vooraleer men zich borg stelt. Het evenwicht tussen het economische aspect en de juridische risico's van de borgstelling moet goed worden bewaard en daar hebben we dan ook voor gezorgd in de teksten.

 

Men heeft zich op de oude regels gebaseerd, die al sinds 1804 van kracht zijn en hun verdiensten hebben. In al die tijd zijn die maar erg lichtjes aangepast. Tegelijkertijd heeft men echter ook gemoderniseerd en gezorgd voor rechtszekerheid en contractuele vrijheid, die op bepaalde plaatsen afgebakend is. Voorts werd ook een aantal lacunes in het voorstel ingevuld. De oude wetgeving met klassieke borgtocht wordt vervangen door een heel nieuw stelsel van persoonlijke zekerheden.

 

De voorgestelde tekst bevat allerlei nieuwigheden. Na het hoofdstuk met enkele algemene regels volgt er bijvoorbeeld een over de borgtocht. Naast het feit dat onder andere het accessoir karakter op grond waarvan de borgsteller gehouden is tot niet meer dan waartoe de schuldenaar gehouden is, een van de kenmerken van de borg, wordt behouden, zijn er ook bepalingen over de consumentenborg opgenomen. Het is inderdaad des te belangrijker dat een consument, die daar niet dagelijks of professioneel mee bezig is, de nodige bescherming geniet. Daarom worden er een heel aantal garanties in het voorstel opgenomen. Men heeft bijvoorbeeld opgenomen dat er een maximumbedrag moet zijn bepaald. Het moet heel duidelijk zijn waartoe men zich verbindt. Er is ook opgenomen dat de banken die de borg vragen, de nodige informatie moeten geven. Wanneer men zich borg stelt, zal men dus heel duidelijke informatie aan het begin, maar ook tijdens het proces van de borgstelling krijgen.

 

Er zal nog altijd een geschrift nodig zijn dat losstaat van de aparte overeenkomst. Dat is belangrijk om te wijzen op de mogelijke gevolgen van de borgtocht. Als er een wanverhouding is tussen datgene waarvoor men borg staat, en het persoonlijke vermogen, kan de borgstelling worden ingeperkt. Dergelijke bepalingen voorkomen grote ongelukken wanneer men zich als consument borg stelt.

 

Daarnaast wordt de autonome garantie ingevoerd, een borgtocht die losstaat van onderliggende contracten. Daarbij is het risico hoger, maar een en ander wordt nu wel wettelijk verankerd. Dat is wel heel belangrijk, omdat het instrument vaak wordt gebruikt in de internationale handel. Daarmee vullen we dus ook een belangrijk economisch-juridisch vacuüm op.

 

Vervolgens komen ook nog de passieve hoofdelijkheid tot zekerheid en de patronaatsverklaring aan bod. Er wordt ook heel duidelijk gezegd dat tekst niet slaat op de zakelijke borg. De zakelijke borg is immers geen persoonlijke borg, want men is niet persoonlijk gehouden. Dat is een zakelijke zekerheid. Het is ook belangrijk om af en toe af te bakenen wat niet in het hoofdstuk zit.

 

Kortom, het wetsvoorstel behelst een heel aantal nieuwe bepalingen en verduidelijkingen, steeds op basis van het principe om enerzijds het economisch belang te vrijwaren en anderzijds te voorzien in de nodige veiligheden door ruimte te laten voor soepelheid bij het creëren van borgstellingen.

 

Ik wil nogmaals iedereen bedanken die heeft bijgedragen. Ik ben zeker dat wij met de goedkeuring van voorliggende tekst alweer een heel belangrijke volgende stap hebben gezet in de modernisering van ons burgerlijk recht. Wij hopen de komende maanden ook de volgende boeken te kunnen bespreken in de Kamer. Op die manier schrijven wij allemaal samen aan een burgerlijk recht met meer rechtszekerheid, een taak waarvan wij ons allemaal moeten kwijten.

 

14.04  Paul Van Tigchelt (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik zal mijn betoog vanop mijn bank houden, want het belangrijkste werd al gezegd door collega's D'Haese, Jadoul – die ons verlaten heeft – en Matheï.

 

Ik zal u teleurstellen, mijnheer de voorzitter, want ik heb een hele nota waarin ik het belang uiteenzet van dit nieuwe boek, maar ik zal u die besparen en u een kopie bezorgen zodat u het kunt lezen. Het belangrijkste is gezegd door de collega's. Ik wil gewoon even uitzoomen en zeggen dat nogal wat mensen hun geloof in de politiek hebben verloren.

 

Die mensen zouden eens enkele weken naar de commissie voor Justitie moeten komen kijken. Daar wordt namelijk bewezen dat hervormingen wel nog mogelijk zijn. Ik meen wat ik zeg. De hervormingen van dit Burgerlijk Wetboek en het Strafwetboek zijn niet plic-ploc tot stand gekomen. Daar gaat jaren voorbereidend werk door experts aan vooraf, in symbiose met de politiek, en dat overstijgt per definitie de legislatuur.

 

Ere wie ere toekomt, de hervorming van dit Burgerlijk Wetboek is ingezet door collega Geens en daarna overgenomen door zijn opvolgers. Met de steun van de commissie voor Justitie en de experts komt dit tot een goed einde. U hebt het belang ervan goed geschetst. Het is technisch wat moeilijk uit te leggen, maar het belang ervan voor particulieren, ondernemers en banken in de financiële transacties kan niet onderschat worden.

 

Ik sluit mij dus graag aan bij de huldeblijken en dankbetuigingen die door de vorige collega's zijn uitgesproken. Net zoals collega Matheï heeft gedaan, wil ik heel specifiek een bijzondere blijk van hulde geven aan professor Dirix, van wie ik nog les heb gekregen. Ik was waarschijnlijk niet zijn beste student, want ik heb het nooit goed begrepen en slaagde met de hakken over de sloot.

 

Wat hier voorligt is een van zijn laatste werkstukken, dus alle hulde en dank aan wijlen professor Dirix en ook aan de heer Geens, de leden van de commissie voor Justitie en alle leden van de expertencommissie. Het was fijn werken op deze manier. Wij steunen dit wetsvoorstel uiteraard.

 

De voorzitter: Dank u, collega Van Tigchelt. Ik houd u aan uw woord en wacht uw document met spanning af. Dit boeit mij immers buitenmate.

 

Ik denk dat dit Huis effectief te weinig aandacht krijgt wanneer er minder spectaculaire, maar daarom niet minder belangrijke zaken worden behandeld, en dat zelfs met een brede consensus. Politiek gehakketak, dat is wat de media doorgaans op prijs stellen. Het is moeilijker om de aandacht te vestigen op degelijk werk dat consequente gevolgen heeft op de werkvloer en op de levens van mensen, maar het wordt toch geleverd.

 

14.05  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de voorzitter, ik was niet op de sprekerslijst ingeschreven en wenste niet tussen te komen. Ik licht even toe waarom ik nu wel tussenkom.

 

Vooreerst bedank ik namens onze fractie ook de verschillende professoren die ons gedurende jaren hebben bijgestaan in de commissie voor Justitie om te komen tot het resultaat dat hier vandaag voorligt. Ik breng in het bijzonder hulde aan professor Dirix. De basis voor het werkstuk werd gelegd door oud-collega Koen Geens. Zo lang ligt het dus al ter discussie. Het is een nuttig werkstuk voor de burger, die baat zal hebben bij de hervorming van dat deel van het Burgerlijk Wetboek. Het bewijst ook dat in de commissie voor Justitie heel hard ten gronde wordt gewerkt. Straks zal immers blijken dat het voorstel unaniem zal worden goedgekeurd.

 

Ik wens evenwel één opmerking te richten aan collega Van Tigchelt. We zullen het voorstel unaniem goedkeuren, want het is zeer nuttig voor de praktijk. Ik weet dat u niet naïef bent, collega, maar met dergelijke documenten gaat u het vertrouwen in justitie echt niet herstellen. Daarvoor zijn heel wat andere zaken nodig. Ik zal niet herhalen wat ik heb gezegd tijdens de bespreking van de beleidsnota gisteren, wees gerust. Er zijn echter heel wat andere initiatieven nodig alvorens de burger in dit land opnieuw vertrouwen in justitie zal hebben.

 

De voorzitter: Ik neem aan dat er nog gewerkt zal worden. Het is niet omdat één werkstuk niet alles oplost, dat het geen puik werkstuk kan zijn. De commissie voor Justitie werkt grondig, verneem ik hier, maar dat wil niet zeggen dat dit in andere commissies niet het geval zou zijn. Ook daar wordt ernstig en serieus werk geleverd.

 

14.06  Steven Matheï (cd&v): Ik zie dat enkele personen die de bespreking gemist hebben boven aangekomen zijn, in het bijzonder de echtgenote van professor Dirix. Ik wil hen welkom heten en bedanken, alsook de professoren Biquet en Sagaert.

 

Nogmaals dank voor het geleverde werk. Ik meen dat we straks bij de goedkeuring een stukje geschiedenis en vooruitgang in ons burgerlijk recht kunnen verankeren. Dat wil ik in hun bijzijn toch even herhalen.

 

De voorzitter: Dat doet u zeer terecht, collega Matheï. Ik kan bevestigen dat er mooie woorden zijn uitgesproken aan het adres van professor Dirix. Hulde daarvoor.

 

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (261/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (261/4)

 

Het wetsvoorstel telt 19 artikelen.

La proposition de loi compte 19 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 19 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 19 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

15 Wetsvoorstel houdende diverse bepalingen inzake kernenergie, teneinde de elektriciteits­bevoorradingszekerheid te waarborgen en de energiemixkosten in de hand te houden (318/1-9)

- Wetsvoorstel tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op het toelaten van de bouw van nieuwe nucleaire installaties voor elektriciteitsproductie (396/1-4)

15 Proposition de loi portant diverses dispositions en matière d'énergie nucléaire et visant à garantir la sécurité d'approvisionnement en électricité et la maîtrise des coûts du mix électrique (318/1-9)

- Proposition de loi modifiant diverses dispositions en vue de permettre la construction de nouvelles installations nucléaires pour la production d'électricité (396/1-4)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 318: Christophe Bombled, Charlotte Deborsu, Michel De Maegd, Benoît Piedboeuf, Hervé Cornillie, Luc Frank, Marc Lejeune, Bert Wollants, Phaedra Van Keymolen, Oskar Seuntjens

- 396: Steven Coenegrachts.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Collega Ravyts maakt gebruik van de steeds geboden mogelijkheid om het verslag mondeling toe te lichten.

 

15.01  Kurt Ravyts, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, bedankt om mij het woord te verlenen, maar het lijkt mij nuttig om ook de minister van Energie bij de zaak te brengen, beleefdheidshalve ook.

 

De voorzitter: Dat klopt, maar de voorliggende tekst is een wetsvoorstel, geen wetsontwerp.

 

15.02  Kurt Ravyts, rapporteur: Aangezien het een wetsvoorstel is, hoeft de minister niet aanwezig te zijn, maar het lijkt mij nuttig dat de parlementsleden in dialoog met de bevoegde minister kunnen treden. Ik heb de minister overigens opgemerkt.

 

De voorzitter: We zullen horen of hij in de buurt is, maar het kan de bespreking natuurlijk niet verhinderen.

 

15.03  Kurt Ravyts, rapporteur: Nee, goed.

 

Mijnheer de voorzitter, geachte collega's, dit moment is historisch, want het voorliggend wetsvoorstel heeft de heer Bombled als hoofdindiener en werd mede ingediend door leden van de verschillende meerderheidspartijen, maar – daarom vroeg ik juist naar zijn aanwezigheid – is aanvankelijk een initiatief van collega Mathieu Bihet, vooraleer hij als minister van Energie werd aangeduid.

 

In eerste lezing werd het wetsvoorstel besproken tijdens de commissievergaderingen van 22 oktober en 17 december 2024 en 25 februari en 1 april van dit jaar. Vervolgens voltrok zich op vraag van de PS-fractie een tweede lezing, waarbij de wetgevingstechnische nota op dinsdag 22 april werd besproken. Teneinde rekening te houden met alle in die nota geformuleerde wetgevingstechnische opmerkingen, werden door de meerderheidspartijen aan de commissie zes amendementen ter stemming voorgelegd. Die amendementen zijn gebaseerd op de opmerkingen in die wetgevingstechnische nota en hebben zodoende alleen betrekking op vormelijke, technische of wetgevingstechnische correcties, zonder grote invloed op de inhoud.

 

Ik stel voor dat ik eerst even verslag uitbreng van wat in de commissie het standpunt was van de fractie die hoofdindiener is. Het gaat dan over de MR, die zowel bij monde van de vroegere als de huidige hoofdindiener aangeeft dat de fractie al lang pleit voor een diverse energiemix, waar ook kernenergie een plaats in heeft. Volgens de MR tonen meerdere studies aan dat België zonder extra productiecapaciteit niet zal kunnen voldoen aan de groeiende vraag naar elektrificatie, die tegen 2050 naar verwachting zal verdubbelen. De heer Bombled pleitte voor een betaalbare, zekere en koolstofneutrale energiemix, waarbij hernieuwbare energie, kernenergie en andere vormen van koolstofarme energie worden gecombineerd.

 

Met het voornemen om de wet van 31 januari 2003 aan te passen via onder andere het opheffen van twee cruciale artikels, in het bijzonder aanpassingen rond het tijdspad voor de kernuitstap en rond het verbod om energie uit kernsplijting te produceren, strekt het voorliggend wetsvoorstel ertoe meerdere mogelijkheden open te houden rond de noodzakelijke opschaling van de productiemogelijkheden. De Raad van State formuleerde wel een aantal belangrijke technische en wetgevingstechnische aanbevelingen waaraan dus gevolg werd gegeven. Wanneer concrete plannen voor verlenging of nieuwbouw bekend zullen zijn, zullen zij uiteraard moeten voldoen aan de geldende regels inzake milieueffectenrapportering, habitat en nucleaire veiligheid.

 

De wijziging van de wet van 31 januari 2003 is een eerste noodzakelijke mijlpaal in de uitvoering van het regeerakkoord, stelde de heer Bombled, met betrekking tot kernenergie en hij stipte tevens aan dat uit een grondige analyse blijkt dat het wetsvoorstel in zijn geamendeerde versie geen invloed zal hebben op de lopende overeenkomst met de exploitant rond de verlenging van de twee jongste kerncentrales.

 

De heer Bert Wollants, mede-indiener van het wetsvoorstel, stelde dat het voorstel dat vandaag voorligt, een energiebeleid creëert dat klaar is voor de toekomst. Hij verwees naar de kernuitstapwet van 22 jaar geleden – al aangehaald – die volgens hem meer kwaad dan goed heeft gedaan. Die wet had volgens collega Wollants als enige finaliteit één specifieke technologie, kernenergie, uit te sluiten, terwijl net die technologie koolstofvrije energie kan leveren in grote volumes, wat essentieel is voor een klimaatneutrale energieproductie.

 

Collega Meunier van de PS verklaarde in de eerste plaats dat haar fractie steeds heeft geijverd voor de bevoorradingszekerheid van het land, voor betaalbare energieprijzen en voor het behoud van de Belgische energie-expertise. De fractie beklemtoonde echter dat het wetsvoorstel veel vragen onbeantwoord laat. Er is volgens de PS nood aan volstrekte transparantie over de kosten, de gevolgen voor de facturen van de huishoudens en de nucleaire veiligheid. Het gegeven dat er onder meer geen concreet nucleair project voorligt, roept volgens de fractie vragen op bij de relevantie van het wetsvoorstel. De PS-fractie gaf aan zich bij de eindstemming te zullen onthouden.

 

De PVDA omschreef bij monde van collega D'Amico dat de opheffing van het verbod op de bouw van nieuwe kerncentrales vooral een symbooldiscussie is. Veel Europese landen hebben zo'n verbod niet en bouwen nochtans geen nieuwe reactoren. Volgens de spreker is de reden eenvoudig: het torenhoge kostenplaatje van een nieuwe kerncentrale. Hij haalde ook het verband aan tussen de ontwikkeling van SMR's en de militaire industrie en nucleaire defensie. In een internationale context van toenemende spanningen is volgens de PVDA elke vorm van onrechtstreekse steun aan de nucleaire militaire industrie ondoordacht.

 

De heer Marc Lejeune schaarde zich namens Les Engagés achter het standpunt van de indieners van het wetsvoorstel dat het noodzakelijk is de levensduur van de kernreactoren te verlengen om de bevoorradingszekerheid en de energieonafhankelijkheid van het land te waarborgen en tegelijkertijd ook de Belgische klimaatdoelstellingen te bereiken. Hij benadrukte het historisch belang van deze stemming, aangezien deze de weg vrijmaakt voor een verlenging van de levensduur van de kernreactoren in België en wees erop dat die beslissing tegemoetkomt aan een reeds lang bestaand verzoek van zijn fractie en dat ze ook is opgenomen in het regeerakkoord.

 

Collega Oskar Seuntjens, mede-indiener van het wetsvoorstel, kondigde namens Vooruit aan dat zijn fractie het voorstel zal steunen en wel om een heel eenvoudige reden: België heeft vandaag niet meer de luxe om bepaalde energietechnologieën op voorhand uit te sluiten.

 

Collega Van Keymolen, mede-indienster van het wetsvoorstel namens cd&v, onderschreef namens de fractie de doelstelling van het wetsvoorstel, namelijk het openhouden van de huidige kernreactoren, mits dit op een veilige manier kan. Daarnaast ondersteunt haar fractie het creëren van een wettelijk kader voor de bouw van nieuwe reactoren. Zij wees erop dat dit volledig in lijn ligt met het verkiezingsprogramma van haar partij, dat haar partij deze positie altijd consequent heeft verdedigd en dat de fractie in het verleden zelf ook een voorstel met dezelfde doelstellingen heeft ingediend.

 

Collega's Van Hecke en Van der Straeten zeiden namens de Groenfractie dat, mocht de aanname van dit wetsvoorstel resulteren in concretiseringen, er een aantal uitdagingen en zelfs risico's zijn. Collega Van der Straeten zei tijdens de tweede lezing het vanzelfsprekend te vinden dat er geen inhoudelijke amendementen waren, omdat het wetsvoorstel volgens haar zelf geen inhoudelijke basis heeft omdat het geen antwoord biedt op tal van opgeworpen vragen van diverse instanties. De collega benadrukte dat de indieners er alles aan hebben gedaan om in het wetsvoorstel expliciet te vermijden dat er sprake zou zijn van concrete nucleaire projecten, naar aanleiding van de opmerking van de Raad van State over de vereiste milieueffectenbeoordeling. De Groenfractie merkte op dat er inderdaad geen enkel concreet project bestaat. Collega Van der Straeten wees er tevens op dat de sluitingsdata van de jongste twee centrales in het huidige wetsvoorstel onaangeroerd blijven.

 

De heer Coenegrachts van Open Vld zei het wetsvoorstel te steunen en benadrukte dat het een noodzakelijke stap is om alle technologieën binnen de toekomstige energiemix een kans te geven. Hij onderstreepte tevens dat kernenergie een essentieel element is om de baseload van de elektriciteitsproductie te garanderen. Tegelijkertijd wees hij erop dat kernenergie geen wondermiddel is en dat het niet de enige oplossing voor het energieprobleem is.

 

Mijnheer de voorzitter, als u het mij toestaat, breng ik nu ook het standpunt van mijn fractie. Het is misschien wat ongebruikelijk om hier een langer mondeling verslag aan u voor te schotelen, maar dit is toch een historisch moment. Ik vind dit meer dan alleen maar symboliek, wat een aantal collega's straks in het debat zullen zeggen.

 

Het Vlaams Belang zal dit wetsvoorstel, dat na 22 jaar wettelijke verankering historisch kan worden genoemd, honderd procent steunen, mijnheer Bombled, maar we plaatsen natuurlijk een aantal kritische kanttekeningen.

 

Collega Wollants, in de commissie had u het over illustere voorgangers van u die, van zodra er een N-VA-fractie in de Kamer bestond, wetgevende initiatieven namen om de noodlottige beslissing van Verhofstadt terug te draaien.

 

De voorzitter: Mijnheer Ravyts, even voor de goede orde, ik noteer dat u nu, na uw verslag als rapporteur, uw betoog houdt. Intussen lopen de uitschrijvingen van de ingeschreven sprekers binnen, aangezien ze menen dat u alles al hebt gezegd.

 

15.04  Kurt Ravyts (VB): Ik was bij het eerste paars-groene experiment met Verhofstadt I. De Vlaams Belangfractie bestond toen ook al – collega Wollants, dat dateert van voor uw tijd in dit gremium – en die heeft destijds ook vrij stelselmatig en aanhoudend geprobeerd om de kernuitstap terug te draaien. Ik denk dat collega Depoortere een getuige is van de periode 2004-2007.

 

Ik heb hier al meer dan één keer gezegd dat het na mei 2014, toen de N-VA voor een eerste avontuur in de federale meerderheid stapte, in de partij plots wat stiller werd rond dit thema. U kwam toen niet verder dan te wijzen op een aantal voorwaarden voor de kernuitstap, die tegen 2025, vandaag, vervuld moesten zij en het uiten van uw twijfel over de realisatiegraad van die voorwaarden. Dat hebt u destijds gezegd over die kernuitstap, die er toen nog bijna onvermijdelijk zat aan te komen.

 

Collega's van de MR, tot op het moment dat onze oud-collega Marghem in oktober 2020 haar ministerschap moest afgeven, hoorden we helemaal niet dat de MR zich tegen de kernuitstap keerde en een voorstander was van een nucleaire renaissance. Toen Jean-Luc Crucke nog MR-minister was, hoorden we van hem alleen maar enthousiasme en onvoorwaardelijke steun voor de kernuitstap. De documenten bestaan, de teksten bestaan, ik vind niets uit. Wie kan dat tegenspreken?

 

Collega’s, ik plaats een tweede kanttekening. Zowel tijdens de eerste als tijdens de tweede lezing was bij een aantal oppositiepartijen, namelijk bij Groen en de PVDA, dikwijls te horen dat het hier puur om symboliek zou gaan. Die kwalificatie kwam voor alle duidelijkheid niet van onze fractie. Alleszins kan het wetsvoorstel er een van symbolen worden: het creëert namelijk wel de mogelijkheden voor een nucleaire renaissance, maar dan moeten die mogelijkheden ook worden benut.

 

Het wetsvoorstel zal symbolisch blijven wanneer tijdens de huidige legislatuur – ik ben nu heel minimalistisch en leg de laat heel laag – ten eerste, geen stappen zouden worden gezet op het vlak van een levensduurverlenging tot twintig jaar van de jongste twee kerncentrales en, wanneer, ten tweede, geen stappen zouden worden gezet voor andere verlengingsprojecten. Een bezoekje van eerste minister De Wever aan Macron is voor ons op dat vlak ruim onvoldoende. Het zal symbolisch blijven wanneer, ten derde, geen aanbodbeleid zou worden gecreëerd voor investeerders in nieuwe nucleaire energie. Mevrouw Van der Straeten, als die drie punten de komende maanden en jaren niet worden gerealiseerd, zal het voorstel inderdaad een symbolisch gegeven worden. Voor u is het dat nu al.

 

Voor het einde van de huidige legislatuur is geen nieuwe operationele nucleaire productie in ons land mogelijk, omdat we veel te lang op de schrapping van de kernuitstap moesten wachten en de vivaldiregering en de vorige regeringen het perfecte scenario voor een louter symbolische opheffing creëerden. Ik mag er niet aan denken – daarom had ik mij graag tot de minister gericht, maar hij is hier niet –  dat op het einde van de huidige rit en legislatuur de minister er alleen maar in zal zijn geslaagd om de kernuitstap, die dan symbolisch zal zijn, te schrappen en met heel veel trekken en sleuren de uitvoering van de door vivaldiregering in de steigers gezette verlenging van de levensduur van jongste twee centrales te hebben bewerkstelligd. Wanneer het alleen maar dat zal zijn, zal een en ander symbolisch zijn. In dat geval – en dit is toch haast cynisch of gewoonweg grappig te noemen – zal het mevrouw Tinne Van der Straeten zijn, die als enige minister de levensduur van kerncentrales heeft verlengd. Laten we niet vergeten dat mevrouw Van der Straeten het beleid van mevrouw Marghem in verband met de verlenging van de levensduur van Doel 1 en 2 heeft moeten rechttrekken, toen het Grondwettelijk Hof daar lastig over deed. Ik hoop dat het niet dat scenario wordt, in tegenstelling tot mevrouw Van der Straeten ongetwijfeld. Ik schets het scenario alleen maar.

 

Het verschil met de visie van Groen, de PS en PVDA is dat u bij voorbaat al zegt dat het niet zal lukken en waarom zegt u dat? Dat is gewoon omdat u niet wil dat het meer wordt. Dat is gewoon de realiteit. Hoe dan ook, mijnheer Bombled, we geven u niet het voordeel van de twijfel, want ook wij twijfelen een beetje aan uw slaagkansen, maar we willen wel mee de mogelijkheid creëren enigszins stappen vooruit te doen. Ik zeg het allemaal wat ingewikkeld. Ik ben nu eenmaal wat filosofisch van aard. Maar u begrijpt me wel.

 

Waarom twijfelen we? Wel, bij het FANC is er nog steeds geen enkel voorstel voor andere verlengingsprojecten. Eind dit jaar zullen, als er niets gebeurt, de resterende vijf centrales uit de productie genomen worden. Allemaal! Dat is niet meer zover af, oktober, december. Ik hoef u niet te herinneren aan de instructie van het FANC: het veiligheidsniveau van de oudste centrales moet minstens dat van de nieuwste benaderen. Dat betekent dus miljarden aan investeringen en wellicht behoorlijk lange sluitingstijden om de werken uit te voeren.

 

Welke exploitant zal daarvoor te vinden zijn? Zal de Belgische Staat die centrales mee exploiteren? Eerlijk gezegd, ik meen van niet.

 

Er zijn nog zeer veel vragen, die zelfs de grootste voluntaristen moeten doen twijfelen. Of zult u straks zeggen dat u al een akkoord met ED hebt en dat het allemaal in the pocket is? Ik denk niet dat u dat straks zult antwoorden.

 

En ja, ook wij zitten te wachten op de oprichting van een hoge raad voor Energiebevoorrading. Die zal heel veel werk hebben. Beslissingen helpen voorbereiden inzake de toekomst van de productiecapaciteit in dit land is één zaak, maar hij zal ook het CRM moeten evalueren. Ook wij zijn er echter al jaren van overtuigd dat het CRM niet het ideale mechanisme is om de stijging van het verbruik af te dekken, alleen al gelet op het verschil tussen verbruik in terawattuur en het benodigde vermogen in gevallen van schaarste in gigawatt. Het structureel voorzien van bijkomende capaciteit via een CRM kan slechts gedeeltelijk worden gerealiseerd.

 

We stellen de jongste weken wel vast – misschien zijn dat de eerste voorzichtige stappen in de beleidsnota's van wetenschapsbeleid en energie – dat men rond SMR’s een en ander wil versnellen, weliswaar ten koste van de volgende fases van MYRRHA. We zullen de minister daarover natuurlijk volgende week bevragen bij de bespreking van de beleidsnota.

 

Ik ben benieuwd wanneer ons, conform de beleidsnota van mevrouw Matz, de denkoefening zal worden voorgelegd over de keuze die op middellange termijn aan de ministerraad zal worden voorgelegd, namelijk of men kiest voro de ontwikkeling van een volledig prototype SMR-model, dan wel of men kiest voor de ondersteuning van de Belgische industrie in het kader van een Europese samenwerking met het oog op een snellere marktintroductie, wat we trouwens al hebben gevraagd in de door ons ingediende motie tot aanbeveling bij de beleidsverklaring energie.

 

Hoe dan ook, die voorzichtige bewegingen in het dossier juichen wij uiteraard toe, maar we willen veel meer. Mijnheer de voorzitter, één zwaluw maakt de lente niet, toch koesteren we dat ene diertje. We keuren het wetsvoorstel dus goed en hopen tijdens de legislatuur op een miraculeuze nucleaire lente.

 

15.05  Bert Wollants (N-VA): Ik wil uiteraard collega Ravyts bedanken voor zijn beknopt verslag.

 

Er ligt vandaag wel iets belangrijks op tafel, want we verwijzen de wet op de kernuitstap, die destijds een puur politieke beslissing was, naar de prullenmand.

 

Het werd hier daarnet ook al aangehaald: de enige reden waarom er een wet op de kernuitstap bestaat, is omdat destijds een zekere Guy Verhofstadt premier wilde worden en hij daarvoor absoluut de groene fractie nodig had. De enige reden waarom de groene fractie in die regering wilde stappen, of minstens één van de redenen, was om die kernuitstap te bekomen. Men heeft er dan een hele regeerperiode over gedaan om te bekijken wat mogelijk was. Uiteindelijk is men in 2003 overgegaan tot de effectieve goedkeuring van die wet op de kernuitstap.

 

Wie die verslagen vandaag leest, komt tot de vaststelling dat men dat met zeer lange tanden heeft gedaan. In quasi elke fractie van de meerderheid, met uitzondering van de groene uiteraard, waren er mensen die daar heel wat bedenkingen bij hadden. Zij gaven aan dat het stoppen met kernenergie eigenlijk een slecht idee was. De enige reden waarom ze het deden, was omdat ze het hadden afgesproken. Ik heb niks tegen een goede afspraak, maar het moet dan natuurlijk wel een goede afspraak zijn.

 

Zo hebben wij de hele problematiek gekend die we zich in de afgelopen 22 jaar hebben zien ontvouwen. Uiteraard was dat aanvankelijk niet zo'n groot probleem, zolang die data maar ver genoeg in de toekomst lagen. Toen het echter concreet begon te worden, was het toch wel iets anders.

 

Mijnheer Ravyts, het is correct dat de eerste wetsvoorstellen al in september 2003 op tafel werden gelegd om die wet op de kernuitstap terug te draaien. Wij waren hier toen jammer genoeg slechts aanwezig met één parlementslid. Dat was een iets andere tijd dan vandaag. In de legislatuur daarna zijn er wel stappen gezet om tot een aanpassing van die wet op de kernuitstap te komen. De ons veel te vroeg ontvallen Flor Van Noppen heeft die destijds zelf nog in vraag gesteld.

 

Toen ik zelf in het Parlement ben gekomen, heb ik ook quasi elk jaar dat ik gezeteld heb een oproep gedaan om de wet op de kernuitstap aan te passen. Ongeveer elk jaar, zelfs toen wij in de Zweedse regering actief waren, was dat het geval. Dat kan ik overigens niet zeggen over de Vlaams Belangfractie, maar goed, wij waren in 2003 alleen, Vlaams Belang was in de Zweedse periode met drie. Dat vergoelijkt toch wel enigszins de situatie op dat vlak.

 

We hebben er echter wel elke keer voor gezorgd dat we daaromtrent stappen vooruit bleven zetten en dat we absoluut in de juiste richting bleven bewegen. We moeten vaststellen dat het na al die jaren voor heel veel partijen duidelijk is geworden dat de wet op de kernuitstap geen goede zaak is voor het land. We moeten ook tot de vaststelling komen dat er inderdaad aanvankelijk niet veel is terechtgekomen van de initiële sluiting van al die centrales. Jammer genoeg hebben we in de afgelopen legislatuur zeer veel tijd verloren op dat vlak. Vandaag moeten we vaststellen dat er onder Arizona absoluut wel eensgezindheid is als het gaat over het terugdraaien van de kernuitstap, vandaar dat dit voorstel ook op tafel ligt.

 

We hebben daartoe in de vorige legislatuur al een aantal pogingen gedaan. Wie lid was van de commissie voor Energie, zal het zich wel herinneren. Ik heb toen mijn voorstel om nieuwe kerncentrales mogelijk te maken een twaalftal keer voorgelegd aan de commissie voor Energie en op ongeveer elke manier ...

 

Ik zie dat de heer Coenegrachts het woord vraagt.

 

De voorzitter: Ik wou u uw zin laten afmaken. Dat leek me wel ...

 

15.06  Bert Wollants (N-VA): Ik kan lange zinnen maken. Men heeft zich toen op ongeveer elke mogelijke manier verzet tegen het behandelen van dat voorstel, want natuurlijk was de onenigheid over kernenergie binnen de regering van die aard dat niemand zich wilde uitspreken, niet voor de kernuitstap, niet tegen de kernuitstap.

 

De voorzitter: Dit lijkt mij het ogenblik om de heer Coenegrachts aan het woord te laten.

 

15.07  Bert Wollants (N-VA): Oké, de zin was inderdaad wel gedaan.

 

De voorzitter: Ik had een punt gehoord.

 

15.08  Steven Coenegrachts (Open Vld): Soms duurt een zin echt te lang, collega Wollants, zo blijkt. Het is mooi dat u zelf het woord probeert te geven, maar ik merk dat u zeer vriendelijk voor uzelf bent voor de periodes dat u en uw partij in de oppositie zaten.

 

Ik heb echter een vraag over de Zweedse regering, waar we samen in zaten trouwens. Uw partij heeft die regering doen vallen over Marrakech, maar niet over de kernuitstap. Zou u mij misschien kunnen uitleggen waarom het Marrakechpact belangrijker was dan de kernuitstap?

 

15.09  Bert Wollants (N-VA): De kernuitstap is voor mij en mijn partij altijd zeer belangrijk geweest. U herinnert zich bijvoorbeeld wellicht dat op het moment dat men een energiepact wilde maken, maar één regeringspartij dat energiepact niet wilde goedkeuren, omdat in dat pact stond dat er een volledige uitstap uit kernenergie zou plaatsvinden. Uw partij was toen voor dat energiepact en dus voor de uitstap. Nadien bent u van gedachten veranderd, wat uw goed recht is en waarmee u zelfs een verstandige zet hebt gedaan in de afgelopen maanden en misschien jaren. U hebt er niet over mogen stemmen, maar u hebt het alleszins gedacht. Ik meen dus te mogen stellen dat wij daarin absoluut stappen hebben gezet. Het dossier van de kernuitstap heb ik in elke legislatuur dat ik hier zat, en zelfs ongeveer in elk jaar van elke legislatuur, op de tafel gelegd om ervoor te zorgen dat we de juiste richting konden uitgaan. Het heeft alleen wat tijd gekost om de nodige mensen uit de andere partijen te overtuigen om dat ook effectief te doen.

 

15.10  Steven Coenegrachts (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik vraag nogmaals het woord, omdat ik geen antwoord heb gekregen op mijn vraag.

 

Mijnheer Wollants, mijn partij heeft daarvoor inderdaad een lijk moeten reanimeren; dat was geen gemakkelijke opdracht. Mijn vraag was echter waarom het Marrakeshpact belangrijker was dan de kernuitstap. Dat heb ik niet begrepen.

 

15.11  Bert Wollants (N-VA): U wil het gesprek elke keer weghalen van het dossier dat nu ter bespreking voorligt, namelijk de kernuitstap. Waarom bent u zo op dat pact gebrand? Vandaag bent u een van de grote pleitbezorgers van kernenergie, maar tegelijkertijd zei uw partijvoorzitster destijds nooit te zullen toetreden tot een regering als de kernuitstap van tafel zou gaan. Toen was dat voor u allemaal geen probleem.

 

(…): (…)

 

15.12  Bert Wollants (N-VA): Uit uw uitleg heb ik begrepen dat u toen lid was van de Senaat, of weet ik veel wat, maar goed, zelfs dat niet. U bent de nieuwe VLD. Oké.

 

Staat u me toe dat ik mijn uiteenzetting voortzet. Wij hebben op dat vlak stappen gezet en vandaag hebben heel veel partijen het op dezelfde manier begrepen, namelijk dat we ervoor moeten zorgen dat we van die kernuitstap af geraken, ook al is dat de jongste jaren een stuk moeilijker geworden. Vandaag ligt er absoluut een wetsvoorstel voor dat daarin een eerste belangrijke stap zet. Met dit wetsvoorstel stellen we het verbod op kernenergie in vraag. Dat verbod verdwijnt van tafel, zoals wij altijd hebben gevraagd. In de vorige legislatuur was dat moeilijk, want ik herinner mij dat de toenmalige commissievoorzitter, de heer Leysen, specifiek om die reden de commissievergadering hollend heeft verlaten opdat er toch maar geen uitspraak over zou gebeuren.

 

(…): (…)

 

15.13  Bert Wollants (N-VA): Opnieuw, ik had het over de kernuitstap. Het is moeilijk om het over de kernuitstap te hebben, want iedereen herinnert zich blijkbaar plotseling zijn verleden.

 

Vandaag zetten we absoluut een eerste belangrijke stap in dat verhaal, maar dat wil ook zeggen dat er nog veel stappen moeten worden gezet. We nemen inderdaad afscheid van al de sluitingsdata en ook van het verbod op kernenergie, maar het is nu ook aan de minister van Energie om ervoor te zorgen dat we volgende stappen blijven zetten.

 

We moeten daarvoor ook het benodigde stappenplan voorbereiden. In het wetsvoorstel is er trouwens een kapstok voorzien om dat mogelijk te maken, onder meer om een traject te kunnen uitrollen. Hetzelfde geldt voor het mogelijk openhouden van andere kerncentrales. Het FANC heeft al een aantal stappen gezet om na te gaan wat de mogelijke voorwaarden daarvoor kunnen zijn. Het is nu aan de regering om dat verder uit te werken. Met het wetsvoorstel zoals het vandaag voorligt, zetten we een belangrijke stap. In de commissie was er een zeer groot draagvlak om daarmee aan de slag te gaan.

 

Laten we deze belangrijke stap zetten, maar laten we het dossier tegelijkertijd ook niet koud laten worden. Laten we ervoor zorgen dat we nu absoluut doen wat we in het regeerakkoord hebben voorzien, namelijk een toekomst bouwen op vlak van hernieuwbare energie en kernenergie. We moeten daarmee aan de slag gaan. De N-VA-fractie zal in ieder geval met heel veel overtuiging dit wetsvoorstel goedkeuren. Het is een logische stap die al jaren geleden had moeten worden gezet.

 

15.14  Christophe Bombled (MR): Monsieur le président, mesdames et messieurs les députés, chers collègues, ce moment est historique et s'inscrit dans un combat de longue haleine mené avec constance et conviction par le Mouvement Réformateur. Son aboutissement aujourd'hui n'est pas celui d'un dogmatisme contre un autre. Ce combat, c'est celui du réalisme énergétique et du respect des principes auxquels nous souscrivons tous, répétés inlassablement dès l'adoption de la loi du 31 janvier 2003 et tout au long de la vie de celle-ci.

 

La modification législative que nous nous apprêtons à voter s'inscrit dans la volonté de la majorité de renforcer la sécurité d'approvisionnement, de maintenir des prix accessibles pour notre énergie et d'intensifier la lutte contre le changement climatique. Nous faisons le choix de l'avenir et nous l'assumons pleinement.

 

Pour ceux qui s'en souviennent, dès la présentation du projet de loi présenté par le secrétaire d'État à l'Énergie, Olivier Deleuze, en novembre 2002, les membres MR du Sénat, François Roelants du Vivier, et de la Chambre, Serge Van Overtveldt, ont exprimé tout le scepticisme de leur groupe, votant le projet de loi par loyauté gouvernementale tout en assurant qu'ils garderaient une vigilance attentive sur les enjeux fondamentaux de la politique énergétique.

 

En effet, les conditions d'adoption de la loi Deleuze posaient déjà énormément de questions.  Premièrement, le projet de loi contredisait les conclusions du rapport de la commission AMPERE, établies par les meilleurs scientifiques belges dans le domaine de l'énergie. Deuxièmement, il s'agissait de mettre un terme à une grande réussite économique et industrielle de notre pays, avec des impacts significatifs sur l'emploi. Troisièmement, déjà à l'époque, le risque pour la sécurité d'approvisionnement qui découle du phasing out du nucléaire était clairement pointé. Enfin et surtout, il existait déjà une profonde inquiétude sur la capacité à respecter les engagements internationaux pris par notre pays dans la lutte contre le changement climatique, le protocole de Kyoto à l'époque.

 

Dès le vote de la loi Deleuze en janvier 2003, l'éminent climatologue belge, le professeur André Berger, écrivait ceci au premier ministre, je le cite: "Sortir du nucléaire en ce début du 21e siècle est non seulement un anachronisme mais est et restera pour longtemps encore la plus grande erreur commise par un gouvernement en Belgique".

 

Dès 2002, tout était là. Toutes les balises mentionnées en commission et en plénière en 2002-2003, lors de l'adoption de cette loi, n'ont cessé de s'imposer au monde politique. Depuis cette période, ces considérations, déjà présentes lors de l'adoption de la loi, ont mené à différentes modifications de celle-ci, notamment pour prolonger Tihange 1, Doel 1 et 2 et enfin Tihange 3 et Doel 4. À chaque fois, du cas par cas; à chaque fois, des rafistolages, sans jamais assumer une vraie vision énergétique basée sur nos points forts pour faire face aux défis climatiques tout en garantissant un développement de notre bien-être socioéconomique.

 

Aujourd'hui, nous assumons un choix, celui de la cohérence entre les objectifs ambitieux que nous nous sommes donnés et les moyens qu'il faut mobiliser pour les atteindre. En modifiant fondamentalement la loi de 2003 relative à l'énergie nucléaire, nous nous inscrivons pleinement dans la politique énergétique définie par l'accord de gouvernement, celle d'un avenir énergétique durable, souverain et vecteur de bien-être socioéconomique. Nous tournons le dos à un dogmatisme dépassé qui niait la réalité physique, l'évidence climatique et la neutralité technologique. Nous nous inscrivons dans une démarche scientifique solide, un cadre réglementaire cohérent capable de rencontrer nos ambitions et de remettre les acteurs économiques devant leurs responsabilités.

 

L'État joue ici son rôle. Il pose un cadre réglementaire clair, des conditions pour permettre des investissements durables et avec toute la sûreté nécessaire pour les citoyens et l'environnement.

 

Aussi, soyons clairs, le présent texte ne vise pas à prolonger des réacteurs ou décréter la construction de nouvelles capacités. Il n'est pas, comme d'aucuns essaient de le faire croire, un texte purement symbolique. En effet, la sécurité d'approvisionnement, la neutralité carbone, la stabilité des prix pour les citoyens sont nos véritables enjeux et cette proposition de loi constitue le socle sur lequel la politique énergétique de la Belgique marquera un tournant.

 

Certes, il revient au gouvernement de tracer les contours et de mettre en œuvre la politique énergétique du pays. Toutefois, je rappelle que le Parlement joue ici pleinement son rôle en modifiant la loi. La présente proposition de loi, portée par le MR à l'initiative de notre ancien collègue Mathieu Bihet, supprime le calendrier légal de sortie du nucléaire et l'interdiction de construire de nouvelles installations. En d'autres mots, nous rouvrons le champ des possibles.

 

Cela ne veut pas dire que nous imposons de nouvelles centrales. Cela veut dire que nous permettons, dans un cadre sécurisé et réglementé, à notre pays de faire des choix stratégiques. Il est grand temps.

 

Chers collègues, je souhaite prendre le temps que vous m'accordez pour rappeler des faits. À l'heure des fake news et des vérités alternatives, il est important de revenir à des faits et à des chiffres qui ne souffrent d'aucun artifice. Ils permettront, je l'espère, à nos concitoyens de faire le tri dans l'avalanche d'informations, parfois erronées ou tronquées, qui circulent et de mieux comprendre le contexte qui motive la présente proposition de loi.

 

Il n'est pas vrai de dire que rien n'a été fait pour préparer la sortie du nucléaire depuis 2003. Depuis des décennies maintenant, les acteurs du secteur énergétique, l'autorité fédérale et les Régions ont investi et investissent toujours des milliards d'euros dans l'émergence de nouvelles technologies renouvelables et des améliorations des technologies existantes pour produire de l'énergie décarbonée et assurer la sécurité d'approvisionnement.

 

Malgré ces investissements, notre mix énergétique reste toujours très largement carboné, à hauteur de 75 %, parce que la plupart de nos usages énergétiques sont assurés avec du pétrole et du gaz. Il ne s'agit pas de mauvaise volonté de la part des autorités publiques, il ne s'agit pas d'un complot des méchants lobbies ou je ne sais quelle force obscure qui empêcherait l'émergence d'un monde radieux, décarboné, exempt de pétrole et de guerre. Rien de tout cela. Nos sociétés ont besoin d'énormément d'énergie pour fonctionner, c'est aussi simple que ça. L'énergie est sans conteste un facteur de développement humain.

 

Alors que nous prenons la pleine mesure sur le plan mondial de notre vulnérabilité économique face aux besoins en métaux, en minerais, en énergie et en industrie, alors que nous sentons déjà les impacts du changement climatique, nous mesurons un peu plus chaque jour l'étendue de nos besoins immenses en énergies décarbonées.

 

Celles-ci sont-elles nombreuses? Oui. En avons-nous en quantité suffisante sur notre territoire? Disposons-nous des technologies aptes à assurer notre approvisionnement énergétique avec un mix totalement décarboné, à des prix concurrençant les énergies fossiles? La réponse est non. C'est pour cette raison que la majorité a fait le choix du "et" plutôt que le choix du "ou". Nous n'avons tout simplement par le luxe de nous passer de l'énergie nucléaire pour atteindre nos objectifs climatiques, pour assurer notre sécurité d'approvisionnement par une énergie abondante, tout en assurant des prix abordables pour les ménages et des prix bas pour la compétitivité de nos entreprises.

 

Bien sûr, il y a aura de l'efficacité énergétique et de l'optimisation de la consommation. Bien sûr, il y aura des investissements dans l'énergie offshore et les carburants neutres en carbone. Bien sûr, il y aura des améliorations de processus techniques et des gains de productivité dans les capacités produisant de l'énergie. Bien sûr, les investissements continueront avec les Régions dans la production d'énergies décarbonées. Chaque jour, les acteurs de l'énergie innovent et sont plus performants qu'hier et, contrairement à ce que j'ai pu entendre en commission et parfois dans cet hémicycle, les futurs investissements dans la filière nucléaire n'empêcheront rien de tout cela.

 

Chers collègues, un peu plus de 20 % de notre mix énergétique est décarboné à l'heure actuelle. À présent, les énergies renouvelables, toutes confondues, sont récemment devenues la première source d'énergie décarbonée du pays, suite à l'arrêt de certains de nos réacteurs nucléaires. Est-ce une victoire? Assurément non, car c'est trop peu.

 

Le défi climatique devant lequel nous nous trouvons implique que notre pays atteigne une diminution de 55 % des émissions de gaz à effet de serre d'ici 2030, c'est-à-dire grosso modo des émissions annuelles à hauteur de 65 millions de tonnes de CO2 équivalent. En 2023, alors que nous étions encore en crise énergétique pour le gaz, les émissions totales belges étaient de 98,2 millions de tonnes de CO2 équivalent. D'ici 2050, nous devrons atteindre la neutralité carbone alors que l'énergie représente plus de deux tiers du total des émissions annuelles que je viens de mentionner.

 

Il est donc urgent de miser sur toutes les sources d'énergie décarbonée pour accélérer la transition énergétique. Quand on fait le compte, l'énergie nucléaire en Belgique représente plus de 1 770 térawatts/heure d'électricité pilotable et décarbonée produite depuis sa mise en service. Le taux de gaz à effet de serre par kilowatt/heure électrique est de 12 grammes de CO équivalents par kilowatt/heure, c'est-à-dire aussi faible qu'une éolienne. Un réacteur nucléaire de 1 gigawatt en Belgique évite les émissions de 2,2 millions de tonnes de COéquivalents par année de fonctionnement. Lorsque notre flotte fonctionnait à plein régime, le nucléaire belge évitait la production de plus de 13 millions de tonnes de CO équivalents par an. Je rappelle que les émissions totales belges étaient de 98,2 millions de tonnes de CO équivalents en 2023.

 

Chers collègues, l'actualité proche nous a aussi rappelé notre vulnérabilité face à la dépendance dans l'approvisionnement énergétique, surtout en ce qui concerne l'électricité. Le black-out survenu le mois dernier en Espagne et au Portugal nous rappelle crûment que nous devons sans arrêt lutter pour garantir notre sécurité d'approvisionnement. Cet aspect doit être central dans notre réflexion pour l'avenir du mix et la stabilité des réseaux. Aussi, dans ce cadre, l'énergie nucléaire joue un rôle puisque la sécurité d'approvisionnement a chaque fois été mobilisée lors des précédentes modifications de la loi de 2003, y compris par le précédent gouvernement. C'est, en soi, logique pour trois raisons. Premièrement, au cours des bonnes années, comme en 2021, il a été possible d'atteindre une production électronucléaire record en Belgique de 48 térawatts/heure et 52 % de la production électrique annuelle avec seulement 21 % de la capacité installée. Je rappelle qu'un an de consommation électrique représente environ 81 à 85 térawatts/heure. Deuxièmement, le facteur de charge du parc de production nucléaire belge, c'est-à-dire le taux de production équivalent à pleine puissance, est en moyenne très élevé. En effet, les capacités nucléaires fonctionnent environ 85 % du temps – c'est la moyenne des 20 dernières années –, et même jusqu'à 90,4 % du temps en 2023. Troisième raison: la puissance du parc permet d'apporter un large baseload, massif, stable, pilotable et décarboné à hauteur de plusieurs gigawatts, facilitant le déploiement des autres productions électriques.

 

Enfin, il y a, bien entendu, des aspects socio-économiques extrêmement importants pour notre pays, pour les ménages, pour les entreprises. L'industrie nucléaire mobilise un know-how exceptionnel, acquis pendant plus de 60 ans avec des acteurs belges dans le top mondial. La filière industrielle engendre près de 20 000 emplois directs, indirects et induits. Grâce à cette filière très complète, nous avons un centre de recherche et développement scientifique spécialisé de niveau international, le Centre d'étude de l'énergie nucléaire (CEN), ainsi que l'Institut National des Radioéléments (IRE) qui produit 25 % de la production mondiale de radio-isotopes médicaux grâce à cette fameuse fission de combustible nucléaire.

 

Depuis quelques années, nous subissons des pressions constantes sur notre approvisionnement en énergie. Aujourd'hui, une partie significative de l'inflation, la plus haute de ces 20 dernières années, est due à l'énergie que nous consommons. Nous prenons conscience de l'importance d'investir dans les capacités présentes sur notre territoire. Nous prenons conscience de l'importance de diversifier nos sources d'approvisionnement et de miser sur des sources de production maîtrisées et sûres.

 

Avec le monde comme témoin et nos collègues européens pour compagnons, nous nous réveillons dans un monde où nos concurrents ont repris les recettes de l'Europe, de la Communauté européenne du charbon et de l'acier (CECA) et du Traité de Rome: investir massivement dans l'énergie et la défense pour assurer l'avenir et la paix pour nos enfants. Pari réussi pour nos prédécesseurs, défi à relever pour nous-mêmes, qui avons bien trop longtemps vécu sur les dividendes de cette politique prudente de nos parents.

 

J'entends chaque semaine des questions sur la cherté, les risques, les alternatives technologiques ou comportementales qui permettraient, selon leurs auteurs, de tout révolutionner demain matin. Ah, bien sûr, tout est si facile quand on invoque les fameux "y a qu'à", "il faut qu'on"! Il existe bon nombre de spécialistes en tout, les toutologues, comme je les appelle.

 

Plus sérieusement, tous ces éléments méritent, bien entendu, des réponses circonstanciées et des débats. Pour la proposition de loi qui nous occupe, il me semble que nous avons, en long et en large, pris la mesure de l'enjeu et fourni un travail de qualité, ici, au sein de la Chambre, pour répondre à toutes les interrogations qui se sont posées. Nombre d'avis écrits ont été demandés et obtenus.

 

Contrairement à certains propos que j'ai entendus, je tiens à rappeler que toutes les remarques pertinentes évoquées dans ces avis ont été prises en compte pour enrichir notre texte. En effet, le nombre d'amendements apportés dans le processus législatif montre qu'ils ont largement permis d'améliorer et de renforcer le texte de la proposition de loi, tant sur le fond que sur la forme.

 

Je tiens enfin à saluer le travail du ministre de l'Énergie, M. Mathieu Bihet, qui a eu le courage de porter cette réforme fondatrice. En effet, il ne s'agit pas seulement de lever des verrous juridiques mais bien d'ouvrir une nouvelle page de notre politique énergétique, dans laquelle l'atome a toute sa place, aux côtés des énergies renouvelables, pour le bien-être des citoyens et des entreprises.

 

Ce texte est la condition préalable pour pouvoir bâtir une feuille de route cohérente, ambitieuse et réaliste. Le gouvernement aura la responsabilité de définir, mettre en œuvre et réaliser cette stratégie.

 

Le Parlement, lui, a la responsabilité de poser des bases légales solides. Ce sera en partie chose faite avec le vote sur la présente proposition. Ce vote marque une rupture avec l'improvisation énergétique des années précédentes. Il rétablit une cohérence et porte une ambition pour notre pays. C'est un acte de lucidité, un acte de courage politique et, surtout, un acte de confiance dans le potentiel de la Belgique d'assurer son avenir.

 

15.15  Marie Meunier (PS): Monsieur le président, chers collègues, mon groupe va s'abstenir aujourd'hui car, comme nous l'avons déjà dit à de nombreuses reprises en commission, ce texte ne nous éclaire pas sur l'avenir énergétique de notre pays.

 

C'est un symbole, un trophée politique que la majorité arbore maintenant depuis plusieurs mois sans que des projets concrets nous soient présentés. Va-t-on prolonger des centrales nucléaire? Va-t-on construire de nouvelles installations nucléaires? Le flou demeure et nos interrogations légitimes sur les conditions et la faisabilité de ces projets n'ont toujours pas trouvé réponse. Nous n'avons ainsi pas obtenu de réponse claire et complète de la part de la majorité.

 

Ces questions ne sont pas propres à mon groupe. Elles sont également portées par la Commission de Régulation de l'électricité et du Gaz (CREG), par l'Agence fédérale de contrôle nucléaire (AFCN) ou encore par l'Organisme national des déchets radioactifs et des matières fissiles enrichies (ONDRAF). Je ne vais pas répéter une nouvelle fois toutes ces questions qui portent sur les futurs exploitants des centrales, sur l'ampleur des investissements que l'État va devoir consentir ou encore sur la sûreté nucléaire des réacteurs existants, le développement potentiel de petits réacteurs dont les coûts et les délais de construction explosent pour le moment, la nécessité de développer de nouvelles filières de déchets ou encore les endroits qui seraient choisis pour construire de nouvelles centrales sur notre territoire. Nous n'avons toujours pas à ce stade d'éléments pour répondre à ces problématiques pourtant essentielles.

 

Mon groupe pense que la nécessité d'avoir une énergie durable, accessible pour tous les ménages et pour toutes les entreprises avec un prix compétitif est un enjeu trop important que pour se limiter à des symboles ou à des trophées comme celui d'aujourd'hui. Notre ligne est claire: ne se ranger derrière aucun dogme. Et j'aimerais rappeler que le nucléaire n'est, pour nous, pas une religion. Garantir des prix accessibles, tout faire pour assurer une sécurité d'approvisionnement pour notre pays, préserver l'emploi et l'expertise existants dans le secteur nucléaire et ne jamais transiger sur la sûreté nucléaire nous semblent être un minimum. En outre, les normes existantes ne peuvent être remises en cause ou diminuées.

 

Nous voulons rester constructifs. Nous voulons, et j'insiste une nouvelle fois, des garanties sur les coûts, sur les répercussions sur la facture des ménages et sur la sécurité nucléaire.

 

Nous étions dans les précédents gouvernements qui ont permis de prolonger certaines centrales nucléaires, mais aussi de prévoir des plans de délestage quand le parc nucléaire n'était plus opérationnel. Ce rappel illustre combien les solutions pour garantir un mix énergétique sûr sont plurielles et combien elles demandent la définition d'une vision pour l'avenir de notre mix énergétique. Cette vision doit combiner à la fois le nucléaire et le renforcement des énergies renouvelables, qui sont absentes de tous les discours de votre coalition gouvernementale. Nous l’avons encore vu récemment.

 

Pour tous ces éléments, chers collègues, le PS s'abstiendra sur cette proposition de loi qui demeure, je l'ai déjà dit, un symbole à ce stade. Nous attendons avec impatience les projets concrets de la majorité pour l'avenir de notre mix énergétique, notamment en termes de prolongation potentielle de centrales nucléaires.

 

15.16  Roberto D'Amico (PVDA-PTB): Aujourd'hui, nous allons voter une loi symbolique sur le nucléaire. Le ministre l'a d'ailleurs dit ce matin sur les ondes de Bel RTL: "le but de cette loi, c'est de me créer une carte de visite". Cette loi ne va pas rendre l'énergie abondante, plus verte, moins chère pour les ménages et notre industrie. Non! Cette loi permet surtout de fanfaronner dans la presse, mais il n'y a toujours pas de feuille de route pour l'avenir énergétique de notre pays.

 

Le PTB a soutenu la prolongation des centrales de Tihange 3 et Doel 4 sous la précédente législature. Nous sommes par contre opposés à l'ENGIE-deal, qui veut transférer tous les risques et les coûts de prolongation des deux réacteurs nucléaires et des déchets nucléaires vers le citoyen. Ce n'est un secret pour personne: c'est comme ça que l'on gère l'énergie sous le capitalisme. On privatise les profits pour les multinationales et on socialise les coûts pour les finances publiques. Au bout du compte, c'est le citoyen qui paie.

 

Voorzitter: Florence Reuter, ondervoorzitster.

Président: Florence Reuter, vice-présidente.

 

La proposition de loi est donc symbolique. En effet, vous prévoyez de supprimer le calendrier de sortie du nucléaire et l'interdiction de construire de nouvelles centrales nucléaires. Mais cela ne veut pas dire pour autant que de nouvelles unités de production verront le jour. Il n'existe d'ailleurs pas de TIP dans de nombreux pays européens. On ne se précipite pas pour autant pour construire de nouvelles centrales nucléaires. La raison est simple: les nouvelles centrales nucléaires sont, tout simplement, impayables. En Finlande, au Royaume-Uni et en France, on a récemment construit de nouvelles centrales nucléaires. Dans les trois cas, elles ont coûté beaucoup plus cher que prévu et leur construction a pris beaucoup plus de temps que ce qui était annoncé. Le coût du réacteur de Flamanville en Normandie par exemple était de 23,7 milliards d'euros. Les travaux y ont eu plus de dix ans de retard.

 

Vous parlez des SMR comme solution d'avenir et comme solution moins coûteuse, mais beaucoup de confusion a été entretenue autour des SMR. Il n'existe actuellement pas de projet innovant et prometteur. Il s'agit de concepts théoriques encore en développement, qui devraient être commercialement disponibles au plus tôt d'ici 2045, dans 20 ans. Chers collègues, nous sommes donc très sceptiques quant aux promesses des SMR. Ce n'est pas la première fois que le lobby nucléaire promet une renaissance du nucléaire et fait toutes sortes de promesses coûteuses.

 

En ce qui concerne la suppression des dates de fin des réacteurs existants, il s'agit là également d'un acte symbolique. Il n'y a aucun projet concret actuellement. Le ministre dit qu'il va présenter une feuille de route, mais ne dit pas quand. Il n'a d'ailleurs pas été capable de répondre à cette question ce matin sur les ondes de Bel RTL.

 

Avec l'accord conclu avec ENGIE, nous savons désormais que la prolongation des centrales nucléaires est très coûteuse. La prolongation des centrales nucléaires encore plus anciennes sera encore plus coûteuse. Et ce sont les gens qui vont payer. Car on laisse tout au secteur privé. Qui décide et qui paye? Ce sont des questions fondamentales pour un secteur aussi stratégique que celui de l'énergie.

 

Pour nous, la priorité est la reprise en mains publiques du secteur de l'énergie pour permettre des investissements 100 % publics dans la transition et les énergies vertes et pour garantir un contrôle des prix de l'énergie pour les ménages et pour les entreprises. Merci.

 

15.17  Luc Frank (Les Engagés): Sehr geehrte Frau Präsidentin, chers collègues, une première étape vers la prolongation du nucléaire commence aujourd'hui. Pourquoi voulons-nous prolonger le nucléaire? Parce que le réchauffement climatique nous pousse à décarboner notre énergie, qui représente jusqu'à 75 % de nos émissions et que prolonger le nucléaire, singulièrement les centrales déjà construites, vaut mieux que construire des centrales au gaz. C'est également une énergie complémentaire aux énergies renouvelables intermittentes.

 

Les défis restent nombreux: il faudra des opérateurs prêts à relancer les réacteurs, veiller à la sécurité et faire des études environnementales nécessaires. Il s'agit toutefois d'un premier pas historique pour relancer un secteur essentiel de notre mix énergétique. Le gouvernement devra également veiller au coût du projet, pour ne pas se retrouver comme pour l'île énergétique à faire un choix sans avoir analysé en détail les alternatives et les coûts budgétaires.

 

Monsieur le ministre, chers cosignataires, bravo. Que le travail commence! Merci beaucoup.

 

15.18  Oskar Seuntjens (Vooruit): Ik zal niet zo'n lang betoog houden als sommige andere sprekers. Ik vond de discussie tussen Open Vld en N-VA over wat er allemaal gebeurd is in 2003 heel grappig. Die partij heeft ooit dit gezegd, maar toen waren er maar zoveel mensen in de fractie, en die partij heeft dat gezegd. Ik was toen zelf pas vijf jaar. Ik weet daar niets van. Ik meen dat vele mensen daar ook niet mee bezig zijn.

 

Ik meen dat het gewoon heel belangrijk is dat men naar zulke technische zaken op een heel objectieve manier moet kijken. Het lijkt mij, en heel onze fractie, gewoon heel dom bij voorbaat bepaalde technologieën uit te sluiten, zeker wanneer men weet dat er zotten aan de macht zijn. Wij willen precies minder afhankelijk worden van bijvoorbeeld het gas van Poetin. We moeten zelf kunnen bekijken hoe we onze eigen productie kunnen garanderen. Daarom lijkt het ons zeer onverstandig bij voorbaat bepaalde technologieën uit te sluiten.

 

Daarom zullen we dit voorstel ook steunen. We zullen op een heel objectieve manier bekijken hoe onze energiemix in de toekomst moet worden ingevuld. We hebben in het regeerakkoord gelezen dat er een objectieve hoge raad moet komen, die op een heel kritische manier een analyse kan maken. Ik meen dat dit een heel goed idee is. Op basis daarvan kunnen we dan bekijken welke energiemix de beste is. Zolang die energie voor ons maar betaalbaar, duurzaam en veilig is, zullen we er met een open blik naar kijken. Nucleaire energie hoeft er niet per se deel van uit te maken, maar dat kan ze zeker wel, zolang we maar bij voorbaat geen technologieën uitsluiten.

 

Daarom zullen we dit voorstel zeker steunen.

 

15.19  Phaedra Van Keymolen (cd&v): Mevrouw de voorzitster, collega's, het woord historisch werd hier al een paar keer in de mond genomen, maar we gebruiken dat woord best niet al te lichtzinnig in dit halfrond. Dat zou in deze context misschien overdreven zijn, maar het wetsvoorstel dat hier voorligt betekent een fundamentele koerswijziging voor ons Belgisch energiebeleid. Niemand kan dat ontkennen.

 

Onze gezinnen en bedrijven hebben recht op een energiemix die betaalbaar, betrouwbaar en klimaatvriendelijk is. Dat is voor ons al lang geen ideologisch vraagstuk meer, maar een maatschappelijke noodzaak. Daarom mogen we ons energiebeleid niet laten gijzelen door de dogma's uit 2003 of door de beslissingen die door de toenmalige regering werden genomen. De wereld van 2025 is fundamenteel anders dan die van 2003.

 

De geopolitieke realiteit is duidelijk. Er is oorlog op ons continent, onze energiebevoorrading staat onder druk en we moeten tegemoetkomen aan een alsmaar dringendere klimaatuitdaging. Wie vandaag spreekt over strategische autonomie en bevoorradingszekerheid kan niet om kernenergie heen als volwaardige pijler van onze energievoorziening.

 

Collega's, deze wetswijziging maakt drie concrete dingen mogelijk. Ten eerste, de levensduur van Doel 4 en Tihange 3 wordt verlengd tot 2045. Dat is goed voor de bevoorradingszekerheid, de uitstoot en de energiefactuur. Ten tweede, we onderzoeken of ook andere reactoren langer kunnen openblijven, uiteraard alleen als dat veilig en betaalbaar kan, zoals daarnet al werd gezegd. Ten derde, we investeren ook in innovatie. België kan opnieuw pionier worden op het vlak van nieuwe nucleaire technologie, zoals kleine modulaire reactoren. De piloot SMR op het SCK in Mol is daarvan het bewijs.

 

Collega's, onze blik reikt echter verder dan alleen nucleair. Cd&v pleit al lang voor een breed gedragen energiepact, een koersvaste langetermijnvisie die over meerderheden heen standhoudt. In dat kader is de oprichting van een onafhankelijke Hoge Raad voor Energiebevoorrading, zoals ook voorzien bij de start van deze regering, een essentiële stap. Zo brengen we terug rust, deskundigheid en vertrouwen in het energiebeleid.

 

Laten we duidelijk zijn, dit is een enorme stap vooruit naar een toekomst waarin we onze klimaatambities waarmaken, zonder onze gezinnen en bedrijven op te zadelen met onbetaalbare energiefacturen of met bevoorradingsonzekerheid. Cd&v steunt dit voorstel dan ook voluit.

 

15.20  Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, ik dank de verslaggever om een uitgebreid verslag over de bespreking mondeling toe te lichten. Op goede wijze heeft hij herinnerd aan de verschillende standpunten die in de commissie al aan bod zijn gekomen.

 

Er is al veel gezegd. De discussie valt uiteen bij de vraag of het voorstel al dan niet symbolisch is. Wij kunnen er echter moeilijk omheen dat het symbolisch is. Ook de leden van de meerderheid hebben op zich immers niets anders aangegeven. Er is opgemerkt dat het voorstel een belangrijke eerste stap is, maar dat naar de regering en naar de minister wordt gekeken om met de volgende stappen naar voren te komen. Laten we duidelijk zijn. Die stappen zijn er niet.

 

Door de heer Wollants van de N-VA is ook aangegeven dat nu een stappenplan zal worden voorbereid en dat zal worden begonnen met het uitrollen van een traject. Concrete plannen zijn er dus niet. Op zich is dat niet te verwonderen. Concrete projecten zijn er immers ook niet. Nog maar twee weken geleden heeft het FANC, de nucleaire veiligheidsregulator, hier in het Parlement zijn studie en zijn rapport toegelicht. Dat gaat over een benchmark inzake onze veiligheidsregels ten opzichte van het buitenland. Het zet in het rapport ook het geldende regelgevende kader uiteen op veiligheidsvlak. Voldoen onze centrales daar al dan niet aan? Welke stappen zijn nodig om ze daaraan te laten voldoen? Het FANC stelde ook dat het uiteindelijk aan de exploitant is om met een plan of voorstel te komen over de stappen die zullen worden gezet.

 

Op de vraag of dergelijke plannen zijn ingediend en, als ze nog niet zijn ingediend, of er al voorbereidende gesprekken lopen, antwoordde het FANC ontkennend. De enige dossiers die worden ingediend en de enige gesprekken die lopen, gaan over de stopzetting van de vandaag nog werkende centrales. Op de vraag waarom de scheurtjescentrales niet in het benchmarkrapport waren opgenomen, antwoordde het FANC dat ze al te ver gevorderd waren of zijn in het ontmantelingsproces.

 

Er liggen vandaag dus geen concrete projecten op tafel. Ze zijn er ten andere ook niet voor nieuwe projecten. Er staat vooralsnog niemand aan de deur met een idee over een plan van aanpak voor een site. Anderzijds, het volstaat al om naar een andere technologie te kijken. Mensen hebben altijd ideeën. We kunnen misschien nog drie extra windmolens plaatsen op het deel in de eerste zone, waar momenteel nog niets gebouwd is, of we kunnen de site van de steenkoolcentrale, die indertijd werd uitgeschakeld, gebruiken om er een batterij te plaatsen. Voor andere technologieën zijn er ideeën zat. Men kan tussen Noord-Afrika en Spanje een kabel leggen om de interconnectie te voorzien om de zonnestroom naar hier te brengen. Er zijn ideeën zat.

 

Wanneer het echter om kernenergie gaat, zijn er niet zoveel ideeën. Ook hier werden die niet te berde gebracht. Er is veel gesproken over het belang van de decarbonisatie, maar er werd niets concreets gezegd. Er zijn geen concrete projecten. Met een beetje welwillendheid zouden we kunnen zeggen dat we op de minister moeten wachten. In het regeerakkoord staat immers de oprichting van een hoge raad voor de bevoorradingszekerheid, die gedetailleerd de mogelijkheden zal onderzoeken. Die hoge raad heeft echter budget, noch personeel. In de beleidsnota, die de minister nog zal toelichten, werd het regeerakkoord netjes gecopy-pastet. In de verantwoording van de begroting staat dat men zijn best zal doen.

 

Is dat het energiebeleid vandaag? We zullen nu enkele artikels uit een wet schrappen. De wet zelf wordt immers niet afgeschaft. De kalender uit de wet op de kernuitstap verdwijnt niet volledig. Het verbod op elektriciteit uit kerncentrales wordt geschrapt en in de toekomst zouden er nieuwe kerncentrales kunnen worden gebouwd. Voor Doel 1, Doel 2, Doel 3, Tihange 1 en Tihange 2 wordt de kalender geschrapt. Voor de centrales die vandaag draaien en die aan het einde van dit jaar een doorstart zullen krijgen, Doel 4 en Tihange 3, blijft de einddatum netjes staan. Daar heeft niemand hier al iets over gezegd. Die einddatum blijft netjes staan. Mijnheer Wollants, u hebt gezegd dat ik dat zelf heb gedaan. Nee, nee, in de wet en in het contract met ENGIE over de levensduurverlenging staat dat niet zomaar eender welke wet gewijzigd kan worden. Dat is echter geen blanco cheque, mijnheer Wollants. Daar staat in – ik was erbij, ik heb er lang over onderhandeld – dat eventuele wetswijzigingen de overeenkomst niet mogen aantasten. Nu moet u mij eens uitleggen hoe dat de overeenkomst zou kunnen aantasten? Niet dus. Is dit de houding van de arizonacoalitie ten aanzien van een huidige of eventuele toekomstige kernexploitant: plat op de buik? Hebt u nu al schrik dat er misschien iets zou kunnen gebeuren? U hebt zelf niet de guts

 

15.21  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mevrouw Van der Straeten, ik moet hier dus van u een verwijt over de terugdraaiing van de kernuitstap horen. U hebt er de voorbije jaren een ongelooflijk potje van gemaakt, met energieprijzen die door de sluiting van de kerncentrales vier tot zeven keer hoger zijn dan elders. U hebt er op alle vlakken een potje van gemaakt. U zegt hier zaken over de toekomst. U hebt verdomme acht straalmotoren met kerosine ingehuurd, in het geval dat het licht uitviel. Dat is het beleid dat u hebt gevoerd. U hebt er een potje van gemaakt.

 

Ik was erbij van in het begin, van in 1991. Ik heb het meegemaakt in 2003. Om de groenen erbij te krijgen, hebben we beloofd om de kerncentrales te sluiten – dat is misschien al gezegd vandaag, ik ben hier nog maar net – met de voorwaarde dat de bevoorrading in 2014 verzekerd zou zijn. Geen enkele regering, geen enkele partij, had de ballen aan het lijf om te zeggen dat we de kerncentrales zouden openhouden, behalve het VB. Vandaag zijn we hier allemaal verheugd om ze open te doen.

 

Ondertussen hebt u er een potje van gemaakt, dat miljarden euro's heeft gekost. Ik hoor onze vriend, de communist, over een miljardeninvestering praten. Weet u hoeveel we al aan groenestroomcertificaten hebben geleverd? Dat is 35 miljard. Dat zijn twee kerncentrales. Nu zitten we in de rats. We willen de kerncentrales blijven openhouden, maar we kunnen niet meer, want u hebt ze gesloten. Men heeft twintig keer gewaarschuwd: als we ze sluiten, kunnen we ze niet meer openen. Dat geloof ik zelf trouwens niet, want Three Mile Island in New York gaat weer open. Het is ook Westinghouse. Om nu van u een les over energie te krijgen, die hier klakkeloos wordt aangenomen, dat begrijp ik niet.

 

U moet het niet over CO2 hebben, want kernenergie stoot geen CO2 uit. U hebt ze vervangen. U praat over toekomstige zaken. We zullen het eens over het energie-eiland hebben. Hoeveel had u daarvoor uitgetrokken? Laten we eens praten over de Ventiluslijn. Ik woon in de omgeving ervan. Laten we eens praten over het Stevinproject, over uw contract met Denemarken, over uw contract met het Verenigd Koninkrijk. Is dat de toekomst voorzien? Wij zitten hier vandaag met de gebakken peren en u komt ons de les lezen. Als we die kerncentrales hadden opengehouden, dan hadden we geen probleem.

 

In Duinkerke, op 28 kilometer van mijn deur aan de kust, worden er door 450 ingenieurs van Doel twee nieuwe kernreactoren gebouwd. Er staan er al zes. En u bouwt windmolentjes. Straks hebben we in onze tuin klimaatminaretten van 250 meter hoog. Op zee wacht nog een energie-eiland van 20 kilometer. Hoeveel zal dat kosten? 4 miljard? 8 miljard? 9 miljard? Ons dan de les komen lezen over kernenergie en wat we zullen doen in de toekomst vind ik een beetje beschamend. Ik heb plaatsvervangende schaamte.

 

15.22  Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen): Het klopt, ik heb geen lessen te geven, maar ik heb zeker ook geen lessen te krijgen. Laten we dan toch even terug in de geschiedenis gaan. U was erbij, ik was er nog niet bij, maar ik was wel iets ouder dan 5 jaar. De wet op de kernuitstap is goedgekeurd in 2003, nadien hebben de groenen niet meer in de regering gezeten. Wat heeft het bijgebracht, mijnheer Dedecker? Wat hebben de opeenvolgende ministers van Energie en de opeenvolgende regeringen gedaan? Wat is er veranderd? Wat is er gebeurd in die 20 jaar?

 

(…): (…)

 

15.23  Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen): Eigenlijk verwijt u mij dat ik, toen ik minister werd, een plan heb gemaakt. U had het namelijk over mijn contract met Nederland en Engeland en over het energie-eiland. We hebben dus een plan gemaakt. Dat klopt. (Protest van de heer Dedecker) U roept amai. Niets amai. Vandaag is er immers geen plan, mijnheer Dedecker. Dat is het verschil!

 

Elk plan en elke oplossing creëert opnieuw uitdagingen en problemen. Dan moet men die aanpakken. Voor het eiland bestaan oplossingen. Men kan dat bijvoorbeeld faseren in de tijd. Dat is namelijk energiebeleid: kijken en telkens opnieuw evalueren en aanpassen. Dat is niet 20 jaar stilzitten, wat wel is gebeurd. Nu is het dus ook weer belangrijk om geen 20 jaar stil te zitten.

 

Ik had het echter eigenlijk over de Hoge Raad voor de Energiebevoorrading. Iedereen kijkt immers uit naar die oprichting. Een aantal collega's van de meerderheid en de opposities hebben daar ook naar verwezen. We zullen het daarover volgende week hebben met de minister. Vooralsnog is die er niet en is daarvoor in de begroting ook geen geld voorzien. Dus bonne chance!

 

Ik ben het trouwens eens met de heer Seuntjens: elke technologie moet worden beoordeeld op voor- en nadelen. Dat was ook de reden waarom de wet op de kernuitstap 20 jaar geleden goedgekeurd werd. Dat gebeurde niet, omdat er een blind ongeloof was in die technologie. Dat gebeurde op basis van de voor- en nadelen van die technologie. Het was wachten tot de spreker van de PTB het woord nam om het woord afval te horen vallen. Elke technologie heeft immers altijd voor- en nadelen en komt met risico's en verantwoordelijkheden. Er moet dus een afweging worden gemaakt. Welke voor- en nadelen vinden we goed en welke vinden we slecht? Kunnen we daarmee omgaan, ja of nee?

 

Ik heb de collega van Vooruit goed gehoord. Hij heeft eigenlijk gezegd dat er voor die partij niks beslist is. Men wacht op dat rapport om te kijken wat de modaliteiten zijn, hoe een en ander eruit ziet om dan te beslissen wat er mogelijk is.

 

Met de arizonaregering is het dus altijd hetzelfde: ze schrijft een zinnetje neer met een goede intentie. Over de intentie is men het altijd eens, maar over de modaliteiten raakt men het nooit eens, tenzij het gaat over het gebruik van alcohol in de Kamer. Die modaliteiten zijn heel duidelijk: vanaf volgende week is er geen drank meer in de koffiekamer. Over die modaliteiten is men het onmiddellijk eens. Voor de rest is alles echter afhankelijk van een later debat.

 

In die zin wil ik de indieners van het voorstel feliciteren met hun trofee, hun symbolische overwinning. De minister geef ik het voordeel van de twijfel, in afwachting van zijn concreet plan. Zullen de veiligheidsvereisten worden aangepast? Zullen we andere regels goedkeuren om de levensduur van bestaande kerncentrales dan toch te verlengen? Hoe plat op de buik zal men gaan? Ook wacht ik op concrete locaties, concrete budgetten, meerjarenprogramma's en een concrete timing voor de periode na vandaag.

 

Ikzelf ben vooral erg bezorgd. Als dit immers opnieuw de manier wordt om het energiebeleid vorm te geven, namelijk men neemt een symbolische beslissing en nadien ziet men wel wat de plannen zijn, dan is dat in plaats van een historische koerswijziging gewoon terug naar af.

 

15.24  Steven Coenegrachts (Open Vld): Collega's, is het voorliggend wetsvoorstel historisch of symbolisch? Het is beide. Het is historisch, omdat we terugkomen op een beslissing waarvan iedereen zegt dat we die in 2003 niet hadden mogen nemen en waarvan iedereen zegt geprobeerd te hebben om die in de daaropvolgende twintig jaar aan te passen, zonder dat het lukte. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat we daarin collectief een verantwoordelijkheid dragen en dat elke fractie, enkele uitzonderingen niet te na gesproken, in het dossier boter op het hoofd heeft. Dat zetten we vandaag recht. Op dat vlak is het een historische beslissing.

 

Het is symbolisch, omdat collega Van der Straeten er natuurlijk gelijk in heeft, wanneer ze stelt dat het voorliggend wetsvoorstel nergens over gaat, aangezien hier niemand klaarstaat om een kerncentrale te bouwen of om een bestaande kerncentrale nog ik weet niet hoeveel langer open te houden.

 

Het punt is wel dat als we vandaag een investeerder willen aantrekken en de creativiteit van de markt willen laten spelen, we best geen verbod op bepaalde technologieën handhaven. Zodoende kunnen mensen in alle vrijheid nadenken over alle beschikbare technologieën. Geen enkele ondernemer mag aan de regering kunnen zeggen dat zijn nochtans concreet en mooi project onuitvoerbaar is, omdat het verboden is in ons land. Al denk ik niet dat dat zo heel vaak gebeurt. Ik denk dat het omgekeerde eerder zal gebeuren, namelijk dat ondernemers bij het opheffen van een verbod vragen aan de regering of ze mogen langskomen, omdat ze een idee, een concreet plan, een locatie of een manier hebben om iets aan de man te brengen. Het beste voorbeeld is – collega Van der Straeten heeft het zelf gegeven – de creativiteit waarmee de energiesector nadenkt over het trekken van kabels tussen Afrika en Europa, bijvoorbeeld.

 

Wij hebben dat ook nooit verboden; dus natuurlijk denken ondernemers daarover na. Met kerncentrales zal hetzelfde moeten gebeuren. Er is vandaag geen plan, maar ik denk dat wij die plannen mogelijk maken door het opheffen van het verbod en de energiebevoorrading verzekeren door alle technologieën ruimte te geven. Elke technologie heeft zijn voor- en nadelen. Dat is ook zo voor kernenergie.

 

15.25  Axel Ronse (N-VA): Ik wil zeker niet te veel zeggen, want onze fractieleden Bert Wollants en ook ons erefractielid Jean-Marie Dedecker zijn onze grote experts ter zake. Collega Coenegrachts, ik heb u ontzettend graag, maar hierover zou ik nu toch wel echt bijzonder, bijzonder stil zijn. U hebt net naar partijleden van ons verwezen. Voor toenmalig Open Vld-voorzitter Gwendolyn Rutten was de kernuitstap in 2025, zoals was overeengekomen in het Energiepact, een breekpunt voor de vorming van een volgende regering. Ze trok een duidelijke lijn. We weten dat kernenergie niet de technologie van de toekomst is, zo lichtte Rutten haar standpunt toe. U bent met niet zo veel meer, maar ik zou me nu toch heel klein maken en het debat zo geruisloos mogelijk laten passeren.

 

Voorzitter: Peter De Roover, voorzitter.

Président: Peter De Roover, président.

 

In dat verband deel ik de mening van mevrouw Van der Straeten. Ze heeft absoluut gelijk dat ook toen de groenen weg waren, er niets is gebeurd. Als er iemand daarvoor verantwoordelijk is, dan bent u het toch wel. Ik zou hier dus echt zwijgen en ons niet de les spellen over hoe we nu zekerheid kunnen geven aan ondernemers en hoe we uw brokken moeten opruimen.

 

15.26  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer Ronse, u brengt een aantal zaken van Open Vld in herinnering, maar u zou ook kunnen teruggrijpen naar het standpunt van een van uw coalitiepartners. Ik heb het daarnet niet willen vermelden om de sfeer rond de nucleaire renaissance niet te vergallen. De vorige Vooruitfractie – nog niet zo heel lang geleden – met een zekere Kris Verduyckt, nu in het Vlaams parlement, heeft kernenergie in de commissie herhaaldelijk bestempeld – collega Wollants, u bent kroongetuige – als een oude, versleten technologie zonder enige toekomst. Plots, tijdens de magische zomer van 2024 neemt Vooruit een ander standpunt in en stelt dat het dom zou zijn om een technologie a priori uit te sluiten. Misschien ligt het aan Conner Rousseau? Er zijn heel veel actoren die plotseling van mening veranderen.

 

15.27 Steven Coenegrachts (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega Ronse, u weet dat ik u graag heb. We gaan niet uitweiden over hoe dat gebeurd is. Begrijpend lezen is een kunst die we u nog zullen moeten aanleren, want in alle oprechtheid meen ik dat ik me zeer bescheiden en nederig heb opgesteld.

 

Ik spreek over een collectieve verantwoordelijk­heid, dus ook van mij en mijn partij. Het is mooi dat u de voorbije 25 jaar interpreteert alsof de Open Vld alleenheerser was. Jammer genoeg moet ik u daarin teleurstellen, want ook de PS, Vooruit, cd&v en Les Engagés hebben er bijgezeten, net als de MR en wel elke step of the way.

 

Ik moet u ontgoochelen, maar ook uw fractie heeft erbij gezeten. Uw fractie heeft daar ongetwijfeld opmerkingen over gemaakt, maar heeft nooit een punt van belang gemaakt van dat dossier. Waar het wel een punt van heeft gemaakt – omdat het zogenaamd essentieel was voor het voortbestaan van de westerse wereld – was het Marrakechpact. Dat pact was zó cruciaal dat u er de regering voor hebt laten vallen. Maar dit dossier, de kernuitstap, was dat blijkbaar niet.

 

Vandaag, mijnheer Wollants en mijnheer Ronse, zetten wij, nogmaals, een historische fout recht. Ik heb er geen bezwaar tegen om dat hier te zeggen, ook namens mijn fractie. Ik blijf er echter bij dat het een collectieve verantwoordelijkheid was en ik meen dat u er goed aan zou doen om ook uw stuk van die verantwoordelijkheid, voor de keuzes die uw partij gemaakt heeft inzake het Marrakechpact en inzake de kerncentrales, te capteren en te erkennen.

 

Mevrouw Van der Straeten, ik wil het nog even over de einddata in de wet hebben. U weet dat het wetsvoorstel waarover we hier straks zullen stemmen wel degelijk eerst de intentie had om de einddata van de kerncentrales aan te passen. Dat is zo. De heer Bihet, die niet meer als collega onder ons is maar tot regeringslid verheven is, had geschreven dat we al die data zouden aanpassen. We hebben het voorstel dan, conform de regels voor deugdelijk wetgevend werk, naar de Raad van State gestuurd. De Raad van State heeft toen gezegd dat we dat niet konden doen, omdat dat inbreuk zou maken op onder andere de Phoenixwet en op de afspraken die gemaakt zijn. Dat zou contractbreuk kunnen zijn en we moesten daar heel voorzichtig mee zijn. Toen heeft de meerderheid beslist om de  tekst aan te passen. De Raad van State had dat nogal overtuigend gesteld, dus dat was de normale manier van reageren.

 

Dit is dus een historische, doch symbolische mijlpaal in het energiebeleid van ons land. Het blijft belangrijk om de creativiteit van de energiesector alle kansen en alle ruimte te geven en dat is de reden waarom mijn fractie dit voorstel vol overtuiging zal goedkeuren.

 

15.28  François De Smet (DéFI): Chers collègues, je vais soutenir cette proposition mais sans naïveté et en essayant brièvement avec vous de comprendre pourquoi le débat sur le nucléaire en Belgique a l'air d'être celui d'un aveuglement volontaire et collectif.

 

En 2003, de manière idéologique, nous avons décidé de sortir du nucléaire sans réelle alternative, avec cette pensée magique et un peu étrange que le couperet d'une échéance allait fabriquer par lui-même les alternatives décarbonées. Pendant 20 ans, nous avons déstructuré et démantelé notre capacité nucléaire comme des zombies, sans remettre en cause ce choix idéologique frontalement.

 

Nous n'avons pas seulement programmé l'extinction des réacteurs, nous avons aussi organisé le démantèlement d'une filière – parce que le nucléaire, ce sont aussi des gens qui se forment, qui travaillent – en commettant des dégâts longs à réparer car une génération de réacteurs, c'est 25 ans de conception environ.

 

Il faut le dire, tous les partis – y compris le mien – qui ont voté cette loi de 2003, mais aussi tous les partis qui se sont succédé au gouvernement fédéral, partagent la responsabilité de cet aveuglement. Taper sur les seuls écologistes – je sais que c'est tentant et facile car ils sont moins nombreux – n'est pas tout à fait correct.

 

J'ai entendu M. Bombled notamment mettre en avant les états d'âme de certains de ses collègues à l'époque. Certes, monsieur Bombled, mais oserais-je dire pour l'anecdote qu'à ma connaissance, il y a un seul parti qui était au pouvoir en 2003 et qui l'est resté sans discontinuer pendant plus de 20 ans qui a voté cette loi. Je ne vous dirai pas qui c'est, mais je crois que ça commence par M et que ça finit par R.

 

Non seulement vous avez eu 21 ans et quatre négociations gouvernementales pour essayer de limiter les choses, c'est-à-dire quatre négociations gouvernementales dont trois sans les méchants écologistes, mais en plus, vous avez même eu un premier ministre qui a tenu ici, à quelques mètres, ces mots le 14 décembre 2017: "Je maintiens la sortie du nucléaire pour 2025". Je dis ça parce que je crois qu'il faut une humilité collective beaucoup plus grande.

 

La vérité, c'est qu'on a mis longtemps à sortir de ce piège idéologique. Et moi, je vois le tournant, pour plusieurs raisons. D'abord, on ne va quand même pas banaliser l'énergie nucléaire. Elle est, dans notre inconscient collectif, une énergie qui peut être dangereuse sur le plan civil. Nous avons vécu les catastrophes de Tchernobyl et de Fukushima. Le nucléaire reste aussi sur le plan militaire le symbole par lequel l'homme peut s'autodétruire. Cela compte.

 

Et puis, je crois qu'il y a eu une évolution, dans une série de partis politiques, au détour des années 2020-2021. Je le dis franchement parce que je l'ai vécu comme président de parti. Il est arrivé un moment où plusieurs générations de politiques qui n'étaient pas au pouvoir, qui n'ont rien eu à faire, qui ne devaient pas porter l'héritage de cette loi de 2003, se sont dit: "Au fond, on a un changement climatique qui est de plus en plus criant".

 

Convenons aussi que tous les partis traditionnels sauf Écolo ont mis du temps à concevoir que le changement climatique était une réalité. On a connu les inondations en Wallonie et en Flandre en 2021. On se retrouve à cesser la production d'une énergie décarbonée, tout en ouvrant des centrales au gaz. Et là, je crois que toute une série de jeunes leaders – notamment au MR, mais aussi ailleurs, notamment chez DéFI et dans une série d'autres partis qui maintenant ont fait leur mue – se sont dit que c'était incohérent, qu'il fallait passer à autre chose.

 

Ayons l'humilité de dire qu'il était temps qu'on sorte de ce piège idéologique et qu'on vote cette loi. Néanmoins, celle-ci est quand même en grande partie symbolique. Et c'est pour ça que, même si je vais voter pour, je ne peux pas éluder les critiques qui font qu'on enlève quelques obstacles mais qu'on ne crée pas encore le nouveau nucléaire.

 

Oui, cette loi accomplit un certain nombre de choses. Elle repousse des hypothèses qui sont désormais obsolètes. La loi supprime le calendrier de désactivation, lève l'interdiction de produire de l'énergie à base d'atomes, évoque la possibilité d'un développement futur du nucléaire. Mais, ce que cette loi ne fait pas, c'est prévoir l'avenir. Elle est court-termiste.

 

Où sont les décisions concrètes pour lancer la construction de nouveaux réacteurs? Où sont les décisions pour prolonger Doel 4 et Tihange 3 de 10 ans? L'urgence énergétique ne se limite pas à prolonger ce qui existe. Ce qu'il nous faut maintenant, c'est, premièrement, un plan industriel pour la relance du nucléaire; deuxièmement, un cadre réglementaire stable et cohérent; troisièmement, une stratégie claire d'investissement public-privé; quatrièmement, un calendrier précis pour de nouvelles capacités.

 

Nous avons passé toute la législature passée – et j'en étais un acteur – à réclamer le retour du nucléaire et à essayer de réhabiliter le nucléaire du procès qui avait été instruit contre lui. Je ne voudrais pas que, maintenant que le nucléaire est réhabilité à juste titre, on fasse le procès du renouvelable. Parce que nous allons avoir besoin des deux, de manière extrêmement claire, dans un mix énergétique qui soit cohérent.

 

Nous aurons besoin de ces deux énergies pour aller de l'avant. Le nucléaire va mettre longtemps à se développer, donc il faut s'y mettre maintenant. Sans naïveté, en pouvant regarder ce qui a été accompli et en regardant de quoi nous sommes sortis, je voterai en faveur de ce texte.

 

15.29  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, je souhaitais intervenir au sujet de la remarque sans naïveté de mon collègue qui a cité un parti que je crois reconnaître, commençant par M et se terminant par R. Il a oublié qu'entre le M et le R, pendant tout un moment, il y avait aussi le FDF. Cela lui a sans doute échappé.

 

L'important dans ce genre de choses, c'est de savoir reconnaître ses erreurs. Et on a vu, pendant toute la législature précédente, la ministre en charge de ce dossier se confondre en excuses par rapport au fait qu'elle avait dû prendre contre sa volonté une décision qu'elle ne partageait pas et travailler pour essayer de la renverser. Nous l'avons maintenant renversée, notamment grâce à son successeur, Mathieu Bihet. On doit s'en réjouir. Et, sur la fin, bien entendu, il ne s'agit pas de condamner le renouvelable. On a besoin de tout.

 

15.30  François De Smet (DéFI): Notre collègue Piedboeuf, s'il m'a entendu complètement, sait que je n'ai pas exonéré mon propre parti et moi-même du trajet. J'ai dit que tous les partis traditionnels, en ce compris nous-mêmes lorsque nous étions à l'intérieur du MR, avions participé à cette erreur et avions ensuite fait ce virage qui fait en sorte qu'on la corrige. C'est cela notre différence. Je n'entends en effet pas dans le discours du MR l'idée que nous avons participé à cet enterrement du nucléaire et que nous revenons en arrière. C'est comme si vous veniez d'arriver – et c'est d'ailleurs le cas dans de nombreux dossiers –, comme si vous n'étiez pas depuis 25 ans au pouvoir.

 

J'invite le MR à faire preuve de temps en temps de la même petite humilité sur certains dossiers, vous qui avez eu 21 ans pour changer les choses mais ne l'avez pas fait et qui avez eu trois négociations gouvernementales sans écologistes. Je vous invite à sortir de ce discours facile comme quoi, heureusement, vous venez d'arriver pour nous ramener dans les rails du nucléaire. Ce n'est pas aussi simple que cela et je voudrais que cette humilité, dont d'autres font preuve, vous puissiez en faire preuve aussi de temps en temps.

 

De voorzitter: De les is dat men altijd moet opletten met kartels.

 

15.31  Rajae Maouane (Ecolo-Groen): Monsieur le président, chers collègues, j'interviendrai assez brièvement car je sais qu'il s'agit d'un long débat et que beaucoup attendent de pouvoir passer au vote.

 

Le texte que la majorité Arizona va voter aujourd'hui est un texte qui, je suis désolée de le dire, est un peu inutile – et je pèse mes mots –, puisque les auteurs de la proposition eux-mêmes le reconnaissent noir sur blanc. D'ailleurs ils écrivent: "Il n'y a pas actuellement de projet défini de prolongation de centrales nucléaires, et sans projet, aucun site, aucune localisation, aucune centrale, aucun exploitant précis, aucune technologie, aucune puissance, aucun travail, et aucune durée ne peuvent être identifiés à ce stade." Ce sont les mots des auteurs de ce texte, et donc, c'est vraiment du vide, parce qu'en réalité, tout ici est du show. C'est du show pour détourner l'attention des vrais enjeux, parce qu'il n'y aura aucun impact sur l'électricité des Belges. Pas un mégawatt de plus, pas un euro en moins sur la facture.

 

Monsieur le président, j'attends qu'on m'écoute, ou alors qu'on sorte pour s'exprimer.

 

Je voudrais intervenir sur trois points. Premièrement, la modification de la loi de 2003 n'est pas nécessaire pour du nouveau nucléaire. La preuve, c'est que le gouvernement précédent, avec Ecolo-Groen, avait déjà investi 100 millions d'euros dans la recherche nucléaire, pour résoudre les limites du nucléaire actuel, et pour trouver une solution pour la gestion des déchets. La filière nucléaire est une filière d'emploi et d'expertise importante en Belgique, tout comme l'est la filière du renouvelable. Le centre de recherche nucléaire à Mol, le SCK CEN, a d'ailleurs reçu une feuille de route, un budget, un mandat de travail, sans avoir eu besoin de modifier quoi que ce soit de la loi de 2003. Je me demande donc: à quoi bon ce texte, à quoi bon faire du show autour de ce sujet?

 

Deuxièmement, ce texte ne fait en rien avancer les évolutions nécessaires pour développer la filière. Alors certains, dans la majorité, veulent nous faire croire qu'en rayant trois articles, on va faire apparaître des SMR à Mons, à Gand ou à Liège ou je ne sais pas où, comme par magie. Mais en fait, pas du tout. Parce que si la majorité veut vraiment réindustrialiser une nouvelle filière nucléaire, il faut – et je vous donne peut-être des idées – modifier la loi de 1994 sur les rayonnements ionisants, modifier l'organisation du marché de l'électricité, reprise dans une loi de 1999, et puis créer un cadre pour la gestion des futurs déchets radioactifs, c'est-à-dire modifier la loi d'avril 2003.

 

Il n'y a rien de tout cela sur la table et dans le texte. On n'y trouve aucune proposition concrète ni aucun plan. Je veux bien que certains et certaines veuillent nous faire croire que ce texte constitue un tournant historique. Malheureusement, ce n'est pas le cas, mais seulement un coup de com'. Ce n'est rien d'autre que du vent – et même pas du vent pour faire tourner les éoliennes.

 

J'en viens au troisième point important. Vous adoptez, et je suis désolée de le dire, une position dogmatique, très éloignée des recommandations émises par les agences de sécurité et les experts indépendants. La majorité précédente, avec Ecolo-Groen, avait prolongé les deux seuls réacteurs qui pouvaient encore l'être: Doel 4 et Tihange 3. Quant aux autres réacteurs, l'AFCN a été très claire: ils ne sont pas sûrs, ne respectent plus les normes actuelles et ne pouvaient pas être prolongés après 2023. Mais pourquoi? Pas parce que nous sommes dogmatiques, mais parce qu'ils ne résistent ni aux séismes ni aux chutes d'avion. De plus, on n'a pas pu prouver leur niveau de sécurité. Le diagnostic est donc purement technique. Il n'est ni politique ni dogmatique; il est technique.

 

C'est là où je veux en venir. Pendant qu'on fait le show ici, en votant des textes qui ne servent pas à grand-chose, la vraie transition énergétique est, elle, complètement à l'arrêt. Nous n'avons toujours pas de Plan national Énergie-Climat (PNEC), alors que l'Union européenne l'attend depuis un an. Plus de 1 gigawattheure d'éolien est bloqué en Belgique, 525 mégawatts en Flandre et 726 en Wallonie. Il n'y a plus un euro pour l'hydrogène vert, qui représente pourtant l'avenir de notre industrie: pour le ciment, le chaud et l'acier. Par ailleurs, nous enregistrons une diminution brutale des primes à l'isolation en Wallonie. Merci aux Engagés et au MR! Cela a semé la panique dans les familles qui tentent d'isoler leur maison, alors que l'énergie la moins chère est celle que l'on ne consomme pas. Il ne faut pas être ingénieur pour le savoir, ni même poète...

 

C'est cela, le vrai scandale: on fantasme sur des SMR, dont on parle depuis 20 ans et qui ne sortiront pas de terre avant 10 ans. Pendant ce temps-là, les Belges et les entreprises paient encore trop cher aujourd'hui leur électricité, alors que les renouvelables produisent, eux, le mégawattheure le moins cher sur le marché.

 

Je vais être très claire. Oui, nous pouvons discuter de la recherche nucléaire. Nous l'avons déjà fait et nous avons investi là-dedans. Nous pouvons débattre des SMR. Absolument. Nous l'avons fait. Seulement, il ne faut pas le faire sans garantie ni cadre, et certainement pas en déroulant le tapis rouge à ceux qui ont toujours nié les risques et les surcoûts – et sûrement pas en prétendant que ce texte va résoudre quoi que ce soit. Ce qu'il faut, ce n'est pas simplement supprimer un symbole, et je sais que le symbole est important en politique, mais agir réellement pour diminuer les factures des gens et construire un avenir énergétique indépendant, abordable et durable.

 

15.32  Christophe Bombled (MR): Monsieur le président, chers collègues, je vous remercie tout d'abord pour ce débat riche d'échanges, parfois sous tension – il s'agit probablement de tensions électriques. J'ai été quelque peu surpris car je ne m'attendais pas à ce nous parlions du Pacte de Marrakech ici, concernant cette proposition de loi, mais pourquoi pas, c'est la liberté de toutes et tous.

 

Je signale que cette proposition ne vient pas de nulle part. En effet, elle vise à remplir deux dispositions de l'accord de gouvernement auquel une large majorité des députés ont accordé la confiance. Je cite: "Nous abrogeons toutes les dispositions relatives à la sortie du nucléaire et l'interdiction de construction de nouvelles capacités inscrites dans la loi du 31 janvier 2003. Le cadre juridique des évaluations périodiques de sûreté reste pleinement en vigueur pour garantir la sûreté nucléaire. Le gouvernement s'efforcera de lever tous les obstacles, de faciliter et d'accélérer la construction de nouveaux réacteurs nucléaires sans préjudice des exigences de sûreté nucléaire."

 

Je rappelle que cette proposition de loi abroge les dates de désactivation des unités existantes. C'est la loi "reset", qui permet au gouvernement d'envisager un avenir avec de l'énergie nucléaire. Comme je l'ai dit, nous rouvrons le champ des possibles.

 

Cette proposition de loi maintient le calendrier légal concernant Doel 4 et Tihange 3.

 

Cette proposition de loi supprime l'interdiction de construire de nouvelles capacités de production industrielle d'électricité par fission de combustible nucléaire. Elle renvoie dans sa totalité au cadre de sûreté nucléaire de la loi "AFCN" du 15 avril 1994.

 

Cette proposition de loi a été amendée pour tenir compte de l'avis de l'AFCN, qui, pour des raisons de sûreté nucléaire, recommande la prise de décision le plus rapidement possible et considère par ailleurs que le maintien de dates de désactivation fixées par la loi est négatif pour la sûreté nucléaire. La proposition renforce ainsi fortement les garanties de sûreté nucléaire offertes.

 

J'ai souvent entendu le mot "symbole". Si cela peut faire plaisir, alors, oui, il y a un symbole, mais il y a surtout un message initial fort qui permet à la majorité de garder les mains libres, de s'inscrire dans le principe de la neutralité technologique et dans l'accord de gouvernement. C'est un signal important envers le monde extérieur: les choses bougent en Belgique. Cela permettra aussi d'attirer des potentiels exploitants et cela pourra, en conséquence, nourrir la feuille de route du ministre de l'Énergie.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (318/9)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (318/9)

 

Het wetsvoorstel telt 27 artikelen.

La proposition de loi compte 27 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 27 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 27 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

Interpellaties

Interpellations

 

16 Interpellations jointes de

- François De Smet à Bart De Wever (premier ministre) sur "Les propos du premier ministre sur la politisation de la magistrature" (56000039I)

- Marijke Dillen à Bart De Wever (premier ministre) sur "Les propos du premier ministre concernant "l'étiquette PS" d'un magistrat du parquet" (56000046I)

16 Samengevoegde interpellaties van

- François De Smet aan Bart De Wever (eerste minister) over "De uitspraken van de eerste minister over de politisering van de magistratuur" (56000039I)

- Marijke Dillen aan Bart De Wever (eerste minister) over "De uitspraken van de premier over het PS-etiket van een parketmagistraat" (56000046I)

 

16.01  François De Smet (DéFI): Monsieur le premier ministre, le mercredi 30 avril dernier dans l'émission Villa Politica qui se tient ici en marge de la séance plénière, vous avez été interrogé sur les actions de protestation des magistrats contre les mesures du gouvernement et vous avez tenu, en tant que premier ministre, les propos suivants, que je vais lire en Néerlandais pour ne pas trahir votre parole:

 

"Als die parketmagistraat, met een heel duidelijk PS-etiket, vanaf nu alleen nog politieke corruptie wil onderzoeken, dan heeft hij voor de rest van zijn leven werk. Bij de PS zullen ze blij zijn dat ze hem benoemd hebben."

 

On peut traduire cela par "si ce procureur, avec une étiquette PS très claire, veut désormais uniquement enquêter sur la corruption politique, il aura du travail pour le reste de sa vie. Le PS sera très content de l'avoir nommé". Je trouve ces propos interpellants et choquants à plusieurs titres. Je ne suis pourtant pas du tout socialiste.

 

D'abord, alors que vous êtes premier ministre du royaume de Belgique, vous collez une étiquette politique sur le dos d'un magistrat, et pas n'importe lequel: un magistrat qui a dû attendre longtemps avant de pouvoir être nommé et qui est au-devant de l'actualité – à cause de son arrivée récente et de sa pugnacité –, en première ligne pour lutter contre la grande criminalité dans la capitale et, singulièrement, le narcotrafic qui, on le sait, est en train d'empoisonner et de "méruler" la région bruxelloise et les grandes villes, en ce compris Anvers. Une étiquette politique qui apparaît déconnectée et dépourvue de tout fondement. L'intéressé n'a jamais – c'est bien normal et ce serait une faute s'il le faisait – exprimé ses opinions politiques. Personne ne connaît ses convictions politiques. Rien dans son trajet ni dans ses propos ne permet de le lier à un parti politique, quel qu'il soit.

 

Mais, surtout, cette allégation semble sortir tout droit des années 80 ou 90. Je ne suis pas en train de vous dire qu'il n'y a jamais eu de politisation de la justice dans ce pays. Bien sûr que si! Mais, on le sait tous, rappelons que depuis au moins 25 ans, à la suite des réformes mises en œuvre après les terribles années de l'affaire Dutroux, la nomination des magistrats est très dépolitisée en Belgique. Le Conseil supérieur de la Justice, organe indépendant, sélectionne des candidats, le ministre de la Justice et le Roi se contentent, très généralement, d'officialiser ensuite la sélection qui a été faite. Cette procédure constitue un pas essentiel dans la séparation des pouvoirs qui, certes, a été tardif dans l'histoire de notre pays, mais qui est une réalité qui n'est plus niée par personne. De deux choses l'une en effet: soit vous ignorez réellement que les magistrats sont désormais nommés en dehors de toute étiquette politique – et alors c'est préoccupant –, soit vous le savez pertinemment, et en ce cas vos déclarations sont encore plus préoccupantes.

 

Vos propos, monsieur le premier ministre, jettent le discrédit sur l'ensemble du monde de la justice, en suggérant qu'au-delà des magistrats, les décisions de justice elles-mêmes pourraient dès lors être politisées. C'est là pour moi l'élément le plus grave. Vous jetez le doute sur les décisions de justice en suggérant, indirectement, qu'elles sont partisanes, alors que la justice tire toute sa légitimité de son indépendance et de son impartialité. Est-ce en outre vraiment le moment, l'idée du siècle, alors que la défiance entre un gouvernement fédéral et le monde de la justice en général n'a jamais été aussi grande. Ce n'est donc pas uniquement une question de pensions, c'est aussi une question de malaise général sur les conditions de travail.

 

Et puis, il y a la question du style. En traitant par l'ironie l'action des magistrats et en en profitant pour régler des comptes avec un adversaire politique, vous vous éloignez, comme premier ministre, de l'attitude qui sied à la hauteur de vos fonctions et qui exige hauteur de vue, arbitrage et considération.

 

Soyons de bon compte, depuis le dépôt de cette interpellation, qui a été fait assez vite après vos propos, vous avez été interrogé par la presse et vous êtes revenu dessus en faisant une courbe rentrante et en jouant la carte de l'humour. Je suppose que c'est sur ce volet-là que vous allez également me répondre. Cela fait trois mois que nous échangeons dans ces murs, ce sont des échanges de qualité, et je n'ai pas de problème avec l'humour en politique. Je trouve même qu'on est une corporation qui se prend beaucoup trop au sérieux.

 

Et de l'humour, parfois, en ce compris dans les échanges parlementaires, ça fait du bien. Et votre humour, je le reconnais, il imprime un certain style décalé, britannique, parfois surréaliste, parfois même peut-être un peu belge dans certaines de ses accointances.

 

Monsieur le premier ministre, se déguiser en panda ou en Saint-Nicolas, il n'y a qu'en Belgique qu'on fait ça. Libérez cette belgitude qui est en vous et qui ne demande, à mon avis, qu'à sortir davantage et qui, peut-être très inconsciemment, fait en sorte que vous êtes là où vous vous trouvez aujourd'hui. Votre humour peut aider à décrisper certaines situations, il peut aider à ne pas répondre à certaines questions, même si on a compris maintenant le truc. Mais de temps en temps, et je crois que c'est ce qui s'est produit, il peut aussi blesser et aggraver les choses. Dans le cas présent, il minimise les actions de protestation de magistrats comme s'il s'agissait de caprices. Le monde de la justice est en droit d'obtenir davantage de considération et devrait espérer du gouvernement autre chose que des accusations de politisation sans fondement.

 

Monsieur le premier ministre, quels sont les éléments qui vous permettent de dire que le procureur du Roi de Bruxelles, M. Moinil, a une étiquette politique, qui plus est socialiste? Maintenez-vous ou retirez-vous ces propos dénigrants pour l'intéressé et pour l'ensemble de la magistrature? Enfin, quelles actions envisagez-vous de mener, y compris – et voyez-y une suggestion – pour retisser au plus vite des liens de confiance avec un monde de la justice avec lequel, malheureusement, le gouvernement a creusé un vrai gouffre depuis son arrivée?

 

16.02  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de eerste minister, toen u enkele weken geleden werd gevraagd wat u vond van de acties van het Brusselse parket, dat had aangekondigd onderzoeken naar corruptie prioritair te zullen behandelen, antwoordde u in Villa Politica het volgende, op de cynische manier die u soms eigen kan zijn: "Ik moet toch een beetje glimlachen. Ik zie dat er een procureur is in Brussel met een heel duidelijk PS-etiket die corruptie bij politici wil onderzoeken. Dan denk ik dat ze bij de PS blij zullen zijn dat ze hem benoemd hebben. Dan heeft hij voor de rest van zijn leven werk."

 

Mijnheer de eerste minister, nog maar een dag eerder gaf de procureur waarnaar u refereerde enkele voorbeelden van de vormen van corruptie die het parket van Brussel voortaan prioritair zou aanpakken. Hij noemde bijvoorbeeld de zaak-Samusocial, de mogelijke corruptie bij het OCMW van Anderlecht en het onderzoek naar misbruik van overheidsgeld bij Paradigm, de informaticadienst van de Brusselse overheid. Dat zijn toch allemaal dossiers waarin PS'ers een bedenkelijke hoofdrol spelen, dus dat is toch niet bepaald iets wat men zou kunnen verwachten van een procureur met een PS-etiket.

 

Mijnheer de eerste minister, sinds 2000 is het de Hoge Raad voor de Justitie die kandidaten selecteert en voordraagt. Vervolgens zijn het de minister en de Koning die de voordracht officieel maken. In gerechtelijke kringen staat de procureur waarvan sprake absoluut niet bekend als iemand met een politieke kleur en zeker niet met een PS-etiket. Hij staat wel bekend als een onverbiddelijke misdaadbestrijder. Uw uitspraken met betrekking tot het PS-etiket kunnen in het kader van een discussie betreffende de magistratuur bezwaarlijk als intelligent worden beschouwd.

 

We kennen het toenemend ongenoegen bij de magistratuur dat bijna dagelijks onze media beheerst. Olie op het vuur gooien is echt geen optie om te komen tot een constructief overleg met de magistratuur. De frustraties aldaar zijn bijzonder groot en begrijpelijk. Ik neem aan dat hun terechte eisen en verzuchtingen u bekend zijn. Zo is er geen duurzame langetermijnvisie op justitie en veiligheid. Er zijn enkel beleidsflarden tussen verkiezingen, incidenten en begrotingscontroles. Er zijn de structurele personeelstekorten, de hoge werklasten, de ondermaatse werkomstandig­heden, de ontoereikende digitalisering, deskundige tolken, vertalers en pro-Deoadvocaten en andere prestaties die te laat of helemaal niet betaald worden, waardoor bekwame partners afhaken. Ik kan zo nog wel even doorgaan.

 

Hoe dan ook, ook vandaag, ondanks de beperkte bijkomende budgetten die Justitie heeft gekregen, zullen de nodige budgetten ontbreken om het tij fundamenteel te keren. Mijnheer de eerste minister, de magistratuur is het beu en voert overal acties. Zij vragen hoop voor Justitie en respect en onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in woord en daad. In de plaats van benoemde nieuwe magistraten te schofferen, zou u hieraan beter aandacht besteden.

 

Mijnheer de eerste minister, op welke informatie baseert u zich om publiek te verklaren dat de procureur des Konings van Brussel een PS-etiket heeft? Kunt u deze informatie feitelijk aantonen? Waarom doet u dergelijke uitspraken? Wat denkt u daarmee te bereiken? Hoe is een dergelijke uitspraak in overeenstemming te brengen met het feit dat de Hoge Raad voor de Justitie, die toch nog altijd als een onafhankelijk orgaan mag worden beschouwd, die kandidaten selecteert en voortdraagt? Bent u van oordeel dat de Hoge Raad voor de Justitie niet meer over de nodige onafhankelijkheid beschikt?

 

Ten derde, de magistratuur heeft de laatste tijd al meermaals naar voren gebracht dat er dringend nood is aan een respectvolle dialoog over de feiten en de aangehaalde problemen. Zij roepen op tot een constructieve dialoog en een staten-generaal voor justitie met alle betrokken partijen: magistratuur, regering en Parlement. Gaat u hierop een positief antwoord geven en een constructief voorstel formuleren voor de magistratuur en dit liefst prioritair?

 

16.03  Bart De Wever, premier ministre: Je vous remercie, chers collègues, pour vos interpellations.

 

Comme vous le savez et comme vous l'avez dit lors de votre interpellation, monsieur De Smet, j'essaie parfois d'utiliser l'humour dans mes interventions. J'essaie. Et ma déclaration concernant le procureur du Roi dans Villa Politica était évidemment une plaisanterie. Dans le contexte de cette interview, il était clair que c'était une plaisanterie. Le ton utilisé, mon langage corporel, tout l'indiquait.

 

Entre-temps, j'ai pu l'expliquer en français dans une interview à la RTBF que vous aurez certainement vue. Vous l'avez citée même. Vous l'avez entendue. Mais, comme vous jugez quand même opportun de m'interpeller sur le sujet, je vais vous répéter les grandes lignes de cette interview donnée la semaine derrière.

 

Mon but était de plaisanter sur le fait qu'un procureur, qui annonce qu'il va tout laisser tomber pour se concentrer sur la corruption politique à Bruxelles, aurait du travail pour le reste de sa vie. Je pense d'ailleurs, madame Dillen, que vous avez indiqué que c'est en fait la vérité. C'était donc principalement une blague sur la politique bruxelloise, pas sur la magistrature. Je n'ai pas voulu attaquer le procureur du Roi en particulier. Et, s'il l'a ressenti ainsi, je lui présente mes excuses et je retire mes mots en ce qui le concerne personnellement. Votre principale question, monsieur De Smet, visait à savoir si je maintenais ou retirais ces propos. Je suis heureux de pouvoir les retirer.

 

Mevrouw Dillen, zodoende heb ik ook op die vraag geantwoord. Ik wilde op geen enkele manier een breder punt maken over het functioneren van onze magistratuur en nog minder over de Hoge Raad voor de Justitie, waarnaar u verwees. Het ging mij vooral over de Brusselse politiek.

 

Sur la question des efforts en matière de pension que nous demandons aux plus hautes pensions dans ce pays, je ne vais pas répéter ce que le ministre Jambon a expliqué ici lors de la dernière séance plénière. Tout le monde doit faire des efforts; cela vaut certainement pour les politiques et la magistrature.

 

La concertation suit son cours. Le ministre Jambon a déjà démontré que les chiffres qui circulaient dans les cercles de la magistrature étaient très loin de la réalité. Il s’agit en effet d’une limitation de l’indexation. Leurs pensions augmenteront donc moins vite que prévu pendant cette législature. C'est également une mesure temporaire.

 

Laten we dan breder gaan en het hebben over andere soorten ongenoegen bij justitie. Het ging toen immers specifiek over de pensioenen. Sta mij toe niet alle klachten terecht te vinden, ik vind het overdreven. Mevrouw Dillen, u schetste de bredere situatie bij justitie. Ik kan u deels bijtreden, maar ik moet u uiteraard verwijzen naar hetgeen minister Verlinden daarover verklaard heeft tijdens de vorige plenaire vergadering. Ze heeft toen met name aangegeven dat ze de bezorgdheden en frustraties die zich sinds jaren ophopen, zeker begrijpt, in het bijzonder met betrekking tot de werkomstandigheden. Ze sprak toen ook over initiatieven om die omstandigheden concreet te verbeteren. Ze blijft, net als de minister van Pensioenen, beschikbaar ten aanzien van de magistratuur, voor een constructieve dialoog.

 

La ministre Verlinden a en outre souligné qu’il est important de respecter à tout moment les principes fondamentaux de notre État de droit, même en période de décisions difficiles et de réformes.

 

J’ai toute confiance en les ministres Jambon et Verlinden et en leur approche.

 

Om af te sluiten, niemand binnen de regering hoeft overtuigd te worden van het belang van een goed functionerend en performant justitieapparaat. De regering voorziet dan ook middelen om die uitdaging voor justitie aan te pakken.

 

Onvoldoende misschien, maar het zal nooit genoeg zijn. Justitie is echter een departement dat niet moet besparen, in tegenstelling tot andere departementen, en waarvoor een groeipad is voorzien. Meer nog, in het paasakkoord hebben we die lijn doorgetrokken met een extra pakket voor binnenlandse veiligheid. De middelen zullen binnen het geplande meerjarenbudget flexibel kunnen worden besteed naargelang de noden die vandaag het hoogst zijn. Ik meen dus zeker niet dat deze regering op ramkoers zit met de magistratuur en met Justitie.

 

16.04  François De Smet (DéFI): Merci monsieur le premier ministre pour vos réponses. Merci d'avoir réitéré vos excuses et d'avoir retiré vos propos vis-à-vis du procureur du Roi. Je crois que c'était important et vous l'avez fait de manière claire. Dont acte.

 

Pour le reste, jouer la carte de l'humour est tout de même un peu facile. C'est un procédé que l'on connaît. On balance quelque chose et selon les réactions, on vient dire après que c'était évidemment pour rire. Cela permet de tester de nombreuses choses, de tester la résistance de l'opinion, de voir comment la presse prend la chose, de voir où en est le discours politique, s'il est accepté ou acceptable. C'est donc aussi une tactique habile, mais une tactique quand même.

 

Je ne comprends pas très bien, par contre, en quoi vous estimez que vos propos ciblaient surtout la politique bruxelloise plus que la magistrature. Je crois que vos traits d'humour indiquent juste où sont vos cibles. Cela a été longtemps votre moteur dans l'action politique. Pendant tout un temps, votre schéma était de dire qu'il y avait dans ce pays deux démocraties, une Flandre qui votait à droite et une Wallonie qui votait à gauche, et que la Belgique n'était pas apte à absorber ce différentiel. C'est embêtant car depuis lors, la Wallonie a voté à droite et donc, cela ne marche plus. Vous ne pouvez plus tenir ce discours envers la Wallonie.  Donc, vous avez changé de cible et on sent bien – il faut dire aussi que la Région bruxelloise vous donne hélas des arguments – que la cible est aujourd'hui de plus en plus Bruxelles, comme elle l'est de manière générale de la part de ce gouvernement.

 

Je ne peux que vous inviter pour la suite, et vous y avez fait référence, à renouer les liens avec la justice. Je crois qu'il y a une part de pédagogie dans la crise qui existe réellement entre le monde de la justice et vous. Ce n'est pas tant la question des pensions, c'est le fait que la pension est la goutte d'eau pour des professionnels de la justice qui en ont assez de travailler avec des ordinateurs qui tournent sous Windows 95, qui en ont assez d'une informatisation qui n'a pas lieu, de bâtiments délabrés, d'archives qui tombent en ruine et de leur impression que les choses n'avancent pas. C'est parce que cette goutte d'eau a fait déborder le vase que l'on a affaire à ce mouvement aujourd'hui. Je le trouve préoccupant. Je voudrais vraiment que ce gouvernement, à travers votre personne et la ministre de la Justice, s'en empare dès que possible.

 

16.05  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de eerste minister, ik kan respecteren dat u ter zake uw verontschuldigingen hebt aangeboden ten overstaan van de geviseerde procureur. Dat siert u, want u was fout.

 

Het is heel belangrijk om hier te bevestigen dat de magistratuur erkenning vraagt. Ze vraagt investeringen en politieke moed. Elke burger verliest bij een slecht werkende justitie. Er is geen nood aan polarisering, verdere onderfinanciering of feitelijke verwaarlozing, er is nood aan een respectvolle dialoog over feiten en over alle aangehaalde problemen. Er is ook nood aan een duidelijke en ambitieuze langetermijnvisie voor Justitie. Men vraag ook om een pact te sluiten tussen de regering en de magistratuur met wederzijdse engagementen en vooral bijkomende middelen en een timing.

 

De magistratuur vraagt niet alleen mooie woorden, maar ook echte keuzes en budgetten. Justitie is immers geen privilege maar een grondrecht en een grondrecht moet worden waargemaakt, ook in de praktijk en in moeilijke omstandigheden.

 

Daarom durf ik nogmaals te vragen wat ik gisteren al heb gevraagd tijdens de bespreking van de beleidsnota. Ik vraag dus nogmaals bijkomende budgetten. Als deze regering een budget kan vrijmaken van 4 miljard voor Defensie wegens de buitenlandse dreiging, waarover ik mij niet uitspreek of kritiek geef, moet dat zeker ook kunnen voor justitie en politie die instaan voor onze binnenlandse veiligheid. Dat is een absoluut noodzakelijk budget om Justitie terug volwaardig te laten functioneren.

 

Moties

Motions

 

De voorzitter: Tot besluit van de bespreking van de interpellaties gericht aan de eerste minister werden drie moties ingediend.

En conclusion de la discussion des interpellations au premier ministre, trois motions ont été déposées.

 

Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer François De Smet en luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellaties van de heer François De Smet en mevrouw Marijke Dillen

en het antwoord van de eerste minister,

- gelet op het feit dat de uitspraken van de eerste minister ten aanzien van de magistratuur over de politisering van het gerecht niet relevant zijn;

- gelet op het feit dat de rechterlijke macht, de derde grondwettelijke macht, publiekelijk gevraagd heeft dat er meer rekening zou worden gehouden met haar verwachtingen op het vlak van personele en infrastructurele middelen, teneinde de goede werking van de openbare dienst van Justitie te garanderen, ten behoeve van de rechtzoekenden;

- gelet op het feit dat het beginsel van de scheiding der machten – een essentiële hoeksteen van onze parlementaire democratie – moet worden geëerbiedigd;

vraagt de regering

toe te zien op de correcte toepassing van dat beginsel, in een kader van wederzijds respect."

 

Une première motion de recommandation a été déposée par M. François De Smet et est libellée comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu les interpellations de M. François De Smet et Mme Marijke Dillen

et la réponse du premier ministre,

- eu égard aux propos du premier ministre envers la magistrature en matière de politisation de la justice qui ne sont pas pertinents;

- eu égard au fait que le pouvoir judiciaire, troisième pouvoir constitutionnel, s’est exprimé publiquement en faveur d’une plus grande prise en considération de ses attentes en terme de moyens humains et d’infrastructures , afin de garantir le fonctionnement correct du service public de la justice, au bénéfice des justiciables;

- eu égard au fait qu’il convient de faire respecter le principe de séparation des pouvoirs , base essentielle de notre démocratie parlementaire;

demande au gouvernement

de veiller à la bonne application dudit principe, dans un cadre de respect mutuel."

 

Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Marijke Dillen en luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellaties van de heer François De Smet en mevrouw Marijke Dillen

en het antwoord van de eerste minister,

- overwegende dat het onaanvaardbaar is dat een eerste minister naar aanleiding van een aangekondigde actie door de procureur des Konings van Brussel in het kader van de acties van de magistratuur naar aanleiding van alle wantoestanden binnen Justitie en de aangekondigde pensioenhervormingen deze procureur volledig ten onrechte ervan beschuldigde een duidelijk PS-etiket te hebben;

- overwegende dat dit volledig tegenstrijdig is met de aankondigingen van de Brusselse procureur die stelde corruptie prioritair aan te pakken met als voorbeelden o.m. de zaak-Samusocial, de mogelijke corruptie bij het OCMW van Anderlecht en het onderzoek naar misbruik van overheidsgeld bij Paradigm, de informaticadienst van de Brusselse overheid, allen dossiers met alweer PS'ers in de (bedenkelijke) hoofdrol;

- overwegende dat sinds 2000 de Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) kandidaten selecteert en voordraagt en vervolgens de minister van Justitie en de Koning de voordracht officieel maken;

- overwegende dat de uitspraken met betrekking tot het PS-etiket bezwaarlijk als intelligent kunnen worden beschouwd, zeker niet in een tijd waarbij een steeds groter wordend ongenoegen bij de magistratuur bijna dagelijks onze media beheerst;

- overwegende dat de frustraties bij de magistratuur bijzonder groot en begrijpelijk zijn: er is geen duurzame langetermijnvisie op Justitie en veiligheid. Er zijn enkel beleidsflarden tussen verkiezingen, incidenten en begrotings­controles door. Er zijn de structurele personeelstekorten en hoge werklast, de ondermaatse werkomstandig­heden, de ontoereikende digitalisering, deskundigen, tolken en vertalers, pro-Deoadvocaten en andere prestatieverleners die te laat of niet betaald worden waardoor bekwame partners afhaken enzovoort;

- overwegende dat ook vandaag nog er onvoldoende budgetten worden vrijgemaakt om alle noden binnen Justitie te beantwoorden;

- overwegende dat de magistratuur terecht erkenning, investeringen en politieke moed vraagt, aangezien elke burger verliest bij een slecht werkende Justitie;

- overwegende dat er nood is aan een respectvolle dialoog over feiten en over alle aangehaalde problemen;

- overwegende dat justitie immers geen privilege is maar een grondrecht dat moet worden waargemaakt, ook in de praktijk, ook in moeilijke omstandigheden;

vraagt de regering

- bij hoogdringendheid een constructieve dialoog te organiseren met alle betrokken partijen, zijnde de magistratuur, de regering en het Parlement, over alle feiten en aangehaalde problemen die door de magistratuur al lange tijd worden aangeklaagd;

- verder een duidelijke, ambitieuze langetermijn­visie voor Justitie uit te werken, zijnde een pact tussen magistratuur en regering met wederzijdse engagementen, gekoppeld aan een duidelijke timing en hiervoor de nodige middelen vrij te maken."

 

Une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme Marijke Dillen et est libellée comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu les interpellations de M. François De Smet et Mme Marijke Dillen

et la réponse du premier ministre,

- considérant qu'il est inacceptable qu'un premier ministre, en réaction à une action annoncée par le procureur du Roi de Bruxelles dans le cadre des actions de la magistrature justifiées par tous les dysfonctionnements de la Justice et par les réformes annoncées des pensions, accuse tout à fait à tort ce procureur d’être étiqueté PS;

- considérant que c'est complètement en porte-à-faux avec les annonces du procureur de Bruxelles selon lesquelles la corruption serait combattue par priorité, le procureur citant à titre d’exemples l'affaire du Samusocial, la corruption présumée au CPAS d'Anderlecht et l'enquête sur l'utilisation abusive de deniers publics au sein de Paradigm, le service informatique des pouvoirs publics bruxellois, autant de dossiers dont les protagonistes (sujets à caution) seraient une fois de plus PS;

- considérant que depuis 2000, le Conseil supérieur de la Justice (CSJ) sélectionne et propose des candidats, le ministre de la Justice et le Roi officialisant ensuite cette proposition;

- considérant que les propos relatifs à cette supposée étiquette PS ne sauraient être considérés comme intelligents, en particulier à un moment où le mécontentement sans cesse croissant de la magistrature fait presque quotidiennement la une des médias;

- considérant que les frustrations au sein de la magistrature sont particulièrement grandes et compréhensibles: une vision durable à long terme en matière de justice et de sécurité fait défaut; il n’y a que des bribes de politique entre les élections, les incidents et les contrôles budgétaires; il y a les pénuries de personnel structurelles et la charge de travail élevée, les conditions de travail médiocres, la numérisation insuffisante, le paiement tardif ou le non-paiement d'experts, d'interprètes, de traducteurs, d'avocats pro deo et d'autres prestataires de services, entraînant le désengagement de partenaires qualifiés, etc.;

- considérant qu'aujourd'hui encore, les budgets débloqués sont insuffisants pour répondre à tous les besoins de la Justice;

- considérant que la magistrature demande, à juste titre, de la reconnaissance, des investissements et du courage politique, puisque chaque citoyen est perdant lorsque la Justice fonctionne mal;

- considérant qu'un dialogue respectueux sur les faits et sur tous les problèmes évoqués est nécessaire;

- considérant que la Justice n'est en effet pas un privilège mais un droit fondamental qui doit être garanti, y compris dans la pratique, y compris dans des circonstances difficiles;

demande au gouvernement

- d'organiser d’urgence un dialogue constructif avec toutes les parties prenantes, soit la magistrature, le gouvernement et le Parlement, sur tous les faits et les problèmes évoqués que la magistrature dénonce depuis longtemps;

- de poursuivre l'élaboration d'une vision claire et ambitieuse à long terme pour la Justice, sous la forme d'un pacte entre la magistrature et le gouvernement prévoyant des engagements mutuels et assorti d'un calendrier clair, et de fournir les moyens nécessaires à cet effet."

 

Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Kristien Van Vaerenbergh.

Une motion pure et simple a été déposée par Mme Kristien Van Vaerenbergh.

 

16.06  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik vraag de hoogdringendheid voor de stemming over de eenvoudige motie.

 

De voorzitter: Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

 

16.07  François De Smet (DéFI): Monsieur le président, j'interviens pour la forme et pour que le Règlement soit respecté.

 

J'ai oublié de mentionner la motion dans mon intervention. Je précise que je dépose une motion qui invite le gouvernement à respecter beaucoup plus fermement la séparation des pouvoirs. Cela n'empêche pas la motion de la majorité de se rajouter par après.

 

De voorzitter: Bedankt collega, dat is in orde, ik heb begrepen dat u uw motie aanhoudt, vandaar dat ik dat daarnet ook heb meegedeeld.

 

17 Interpellations jointes de

- Ridouane Chahid à Bernard Quintin (Sécurité et Intérieur, chargé de Beliris) sur "Les violences en marge de la finale de la Coupe de Belgique" (56000040I)

- François De Smet à Bernard Quintin (Sécurité et Intérieur, chargé de Beliris) sur "Les faits de hooliganisme en amont de la finale de la Coupe de Belgique" (56000042I)

- Ortwin Depoortere à Bernard Quintin (Sécurité et Intérieur, chargé de Beliris) sur "Les violences à Bruxelles lors de la finale de la Coupe de Belgique et les émeutes qui ont suivi" (56000043I)

- Rajae Maouane à Bernard Quintin (Sécurité et Intérieur, chargé de Beliris) sur "Les violences en marge de la finale de la Coupe de Belgique" (56000044I)

- Matti Vandemaele à Bernard Quintin (Sécurité et Intérieur, chargé de Beliris) sur "La violence liée à l'extrême droite (et au football) et les initiatives à prendre d'urgence" (56000045I)

- Julien Ribaudo à Bernard Quintin (Sécurité et Intérieur, chargé de Beliris) sur "Les violences racistes à Bruxelles" (56000047I)

17 Samengevoegde interpellaties van

- Ridouane Chahid aan Bernard Quintin (Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Beliris) over "Het geweld in de marge van de Belgische bekerfinale voetbal" (56000040I)

- François De Smet aan Bernard Quintin (Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Beliris) over "Het hooliganisme in de aanloop naar de finale van de Beker van België" (56000042I)

- Ortwin Depoortere aan Bernard Quintin (Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Beliris) over "Het geweld in Brussel bij de bekerfinale voetbal en de daaropvolgende rellen" (56000043I)

- Rajae Maouane aan Bernard Quintin (Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Beliris) over "Het geweld in de marge van de finale van de Beker van België" (56000044I)

- Matti Vandemaele aan Bernard Quintin (Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Beliris) over "Het extreemrechtse (voetbal)geweld en de dringende nood aan actie" (56000045I)

- Julien Ribaudo aan Bernard Quintin (Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Beliris) over "Het racistische geweld in Brussel" (56000047I)

 

17.01  Ridouane Chahid (PS): Monsieur le ministre, chers collègues, "casser de l'Arabe", voilà ce qu'on a vu, il y a presque 15 jours, le dimanche 4 mai. Nous avons assisté à des scènes d'une violence inouïe dans les rues de Bruxelles. En marge de la finale de la Coupe de Belgique qui se tenait au stade Roi Baudouin, des soi-disant supporters brugeois, des hooligans, ont notamment attaqué plusieurs commerces et passants à Molenbeek-Saint-Jean et à Jette.

 

On a assisté à des actes clairement racistes perpétrés par un groupe bien connu, qui gravite autour du club de Bruges. Des scènes de ratonade, commises en dehors du stade par des dizaines de casseurs cagoulés, en noir. Des images insoutenables, avec des appels à l'aide des différents habitants qui étaient effrayés. Nous avons assisté à des scènes que l'on peut qualifier de terrorisme raciste, comme indiqué par Marco Martiniello, qui est le sociologue de l'Université de Liège spécialiste du racisme et de l'antiracisme dans le football.

 

Les images de ces faits sont indiscutables. Et pourtant, monsieur le ministre, il aura fallu du temps pour que le gouvernement réagisse, pour qu'il condamne. Je n'ai d'ailleurs vu à aucun moment notre premier ministre formuler des condamnations pour ces actes de violence extrême, ces actes extrémistes, racistes, xénophobes. Le silence du gouvernement a amplifié la peur et la terreur. Comment ce gouvernement n'a-t-il pas compris ce qu'il se jouait et n'est pas descendu rassurer, sur le terrain notamment, les commerçants qui ont été touchés par ce raid raciste?

 

Chers collègues, le football devrait être une fête, un moment de partage entre supporters, entre amis, entre familles, entre passionnés. Le football ne devrait jamais, jamais, être le prétexte à la violence. Ces actes sont inacceptables, inqualifiables, et surtout ils ne peuvent rester impunis. Mon groupe et moi-même condamnons avec la plus grande fermeté la violence. Toute la violence, où qu'elle se produise. Le bilan des faits fait état de 63 personnes interpellées et surtout de nombreux blessés et d'importantes destructions dans l'espace public, estimées à plus de 110 000 euros.

 

Au-delà des blessures physiques, il y a évidemment les blessures psychologiques. Certaines personnes n'ont rien demandé et ne savaient même pas que, ce jour-là, se déroulait ce match. C'est par exemple le cas d'Ilias et de son père, 73 ans, battus à coups de bonbonnes de gaz et de pierres. Autant vous dire qu'ils seront marqués à vie, monsieur le ministre. Il s'agit de traces indélébiles pour notre vivre ensemble et pour notre pays.

 

Mes chers collègues de l'Arizona, vous rendez-vous compte de ce qui s'est réellement déroulé dans les rues de la capitale? Vous rendez-vous compte qu'un quartier entier a été mis à sac par des hooligans scandant en néerlandais "Où sont les musulmans? Retournez dans votre pays!"? Vous avez d'ailleurs déjà entendu ces mêmes supporters scander voici quelques années "Qui ne saute pas n'est pas un juif". Racisme, antisémitisme, islamophobie, on ne peut pas rester sans réagir ni condamner.

 

Voilà les conséquences d'une banalisation de l'extrême droite, de ses idéaux, de ses violences. Voilà les conséquences d'une politique qui exclut, qui oppose, qui stigmatise, qui méprise. Ces bandes de casseurs doivent être rapidement identifiées, exclues des stades et des poursuites judiciaires doivent être entamées. Ils ne doivent plus pouvoir acheter le moindre ticket de football. Ils ne doivent plus pouvoir terroriser notre société.

 

La loi football est dépassée par les faits. Elle ne responsabilise pas assez les clubs. Elle ne se concentre que sur les stades, alors que des faits peuvent aussi être commis en dehors de ceux-ci.

 

Ces faits d'une extrême gravité soulèvent par ailleurs de nombreuses questions à l'échelle fédérale, notamment au regard du dispositif qui aurait dû être prévu. Il est en effet incompréhensible que les autorités brugeoises aient laissé ces fauteurs de troubles violents et connus gagner la capitale, à l'heure où il manque plusieurs centaines de policiers à Bruxelles et plusieurs milliers de policiers à la police fédérale et où la justice crie son manque de moyens.

 

Monsieur le ministre, nous attendons des réponses. Oui, une nouvelle fois, les zones de police bruxelloises étaient en première ligne, devant assumer seules les conséquences de phénomènes qui relèvent du fédéral. Et, non, ce n'est pas la fusion des zones de police bruxelloises qui sera la solution magique à un sous-financement fédéral chronique.

 

Monsieur le ministre, comment expliquez-vous que des bandes de casseurs aient pu venir à Bruxelles en marge de ce match et accéder au stade? Avez-vous pris contact avec les autorités brugeoises? Quelles démarches avez-vous entreprises pour identifier ces auteurs de violences racistes et les poursuivre en justice? Comptez-vous ouvrir une enquête interne à la police pour identifier ce qui, dans le dispositif de la loi football, n'a pas été activé à la hauteur des risques et des faits?

 

Je sais que cela vous dérange, madame De Vreese, mais la moindre des choses est d'avoir un minimum d'éducation en écoutant votre interlocuteur. Je sais que cela vous dérange, je sais que condamner les racistes vous dérange. Je sais que condamner les hooligans, cela vous dérange! Je le sais, madame! Attendez la fin de mes questions. Si vous le souhaitez, vous aurez la possibilité de m'interpeller ensuite.

 

Quelles suites, monsieur le ministre, vos services vont-ils réserver pour éviter que de telles violences, notamment à caractère raciste, ne se produisent plus dans notre pays? Monsieur le ministre, quelles dispositions complémentaires à l'arrêté du bourgmestre d'Anderlecht seront prises en vue de la nouvelle rencontre qui est prévue ce 18 mai entre ces deux clubs?

 

Monsieur le ministre, nous comprenons qu'il y a un malaise. Je sais que vous n'êtes pas de ceux qui, de ce côté-là de l'Assemblée, essaient de ne pas comprendre qu'il y a un problème dans notre société et qu'on ne peut pas ne pas condamner des actes racistes, xénophobes et antisémites. Il faut des actes clairs et fermes. Et il ne faut pas laisser vos collègue de l'Arizona banaliser l'extrême droite!

 

Le président: Monsieur De Smet, vous avez droit à cinq minutes.

 

17.02  François De Smet (DéFI): Monsieur le ministre, je crois qu’il faut appeler les choses par leur nom. Ce qui s’est déroulé à Bruxelles le 4 mai dernier, c’est une ratonnade. Et une ratonnade raciste. En effet, quand, quelques heures avant la finale de la Coupe de Belgique, des hordes de hooligans – ce ne sont pas des supporters mais bien des hooligans, brugeois en l'occurrence – ont traversé les communes de Molenbeek et de Jette à pied, en vociférant des propos racistes, en causant des dommages corporels à des habitants, nécessitant des hospitalisations, en commettant des dégâts matériels – je pense notamment à ce brico complètement saccagé –, il n'y a pas d'autres mots.

 

Même si d’autres violences ont eu lieu ce soir-là, toutes condamnables, il n’y a rien à faire: le point de départ est bel et bien cette expédition de nature raciste.

 

Sur les réseaux sociaux, de nombreuses vidéos ont témoigné de la violence des événements survenus à Molenbeek et à Jette, entre raids violents des hooligans et affrontements entre jeunes et hooligans, parfois même avec la police. C'est ce qu'a confirmé la zone de Bruxelles-Capitale, qui a procédé à 61 arrestations administratives.

 

Nous devons tirer les leçons de ces événements en amont. Comment est-il possible que de tels incidents se produisent? Quel encadrement, quelle communication auraient permis de les prévenir? Et en aval. Comment en sanctionner leurs auteurs?

 

Le bourgmestre de Bruxelles s’est légitimement interrogé sur la manière dont ces hordes de hooligans ont pu débarquer à Bruxelles sans avertissement, alors que ces individus étaient connus. Comment ont-ils pu débarquer sans que les autorités communales, régionales et les clubs eux-mêmes prennent des mesures pour les en empêcher?

 

Monsieur le ministre, quel premier bilan tirez-vous de ces événements? Quelles responsabilités ont-elles déjà été dégagées? Disposez-vous d'un rapport des services de police relatif à la gestion de cette crise par les forces de l'ordre? Des solutions structurelles, comme une révision de la loi football, telle que l'interdiction à vie de stade, sont-elles envisagées? Nous parlons de groupes que nous connaissons et non pas d’un seul club, ce qui serait trop facile. Nous voyons notamment des propos racistes et antisémites ainsi que des banderoles. Il faut que le monde du football se nettoie en grande partie lui-même. Nous pouvons l’aider à le faire.

 

17.03  Ortwin Depoortere (VB): Mijnheer de minister, ik sta hier vandaag in de eerste plaats voor u om in de meest duidelijke bewoordingen elke vorm van geweld te veroordelen. Ik veroordeel het geweld van vakbondsmilitanten die bij betogingen amok maken, vernielingen aanrichten en onze politiemensen aanvallen. Ik veroordeel het geweld van extreemlinks, dat regelmatig onze steden op stelten zet tijdens zogenaamde vreedzame manifestaties waarbij het hoofdkwartier van mijn partij hier in Brussel al meermaals werd vernield. Dat is een gebouw waarin nota bene een gezin woont. Ik veroordeel ook het geweld van de drugsmaffia dat, zoals we dagelijks kunnen zien in Antwerpen en Brussel, onschuldige burgers terroriseert. Ik veroordeel eveneens het geweld van allochtone jongeren die in bendes door onze straten trekken, zelfs onze hulpdiensten aanvallen en onze gezinnen wegjagen uit de openlucht­recreatiedomeinen. Tot slot veroordeel ik ook het geweld van hooligans bij voetbalwedstrijden.

 

Wat we vorige week zagen in Brussel, tart inderdaad elke verbeelding. Het gedrag van een beperkte groep hooligans in Molenbeek moeten we over alle partijen grenzen heen veroordelen. Vergeet echter ook niet dat er zondagavond onschuldige Bruggesupporters op weg naar huis aangevallen werden door allochtone jongerenbendes. Onschuldige vaders en zonen kregen willekeurig geweld te verduren. Een Club Bruggesupporter kreeg zelfs een kogel en een schotwonde te verduren. De hoofdrolspelers waren dezelfde probleemjongeren uit dezelfde wijken, vaak met een migratieachtergrond, die zich al jaren onttrekken aan elke vorm van gezag.

 

De dag erna trouwens, op 5 mei, was het ook prijs in Brussel. Naar aanleiding van een manifestatie sloegen honderden veelal allochtone relschoppers de boel kort en klein voor de zoveelste maal in het centrum van Brussel. Dat was echter geen probleem voor verenigd links, want het was er muisstil. Het was muisstil bij de PS, bij Ecolo-Groen en bij de PTB. Voor de eigen allochtone, etnische kiesblokken sluit verenigd links de ogen.

 

Wanneer zullen wij Brusselse jongeren weren uit recreatiedomeinen zoals de Blaarmeersen in Gent, uit onze provinciale zwembaden en uit onze kuststeden, waar die Brusselse jongeren op 1 mei 2025 ook al keet schopten? Rellen worden gebagatelliseerd. Daders worden nauwelijks vervolgd. Straffen worden amper uitgevoerd.

 

Het Vlaams Belang veroordeelt alle geweld. Wij vragen dat de wet zou gelden voor iedereen, niet alleen voor de hooligans maar ook voor de veelal allochtone relschoppers die onze hoofdstad en andere steden in Vlaanderen met de regelmaat van de klok tot een wetteloze hel herleiden. Wanneer zal onze regering daartegen optreden?

 

Mijnheer de minister, u spreekt over een verstrenging van de voetbalwet. Zal dat werkelijk soelaas brengen? Laten we eerlijk zijn, het voetbalhooliganisme is slechts een aspect van het grotere geweldprobleem dat momenteel heerst in onze steden.

 

Staat u achter de beslissing van de Anderlechtse burgemeester om komende zondag geen enkele Bruggesupporter toe te laten? Dat is voor mij, eerlijk gezegd, een collectieve bestraffing die vooral de gewone vreedzame Bruggesupporter treft.

 

Moet er geen totaalaanpak komen voor alle rellen in ons land, inclusief de rellen die worden gepleegd door allochtone jongerenbendes?

 

Ik zou graag klare antwoorden krijgen.

 

17.04  Rajae Maouane (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je ne sais pas si c'est en tant qu'allochtone que je me présente aujourd'hui devant vous.

 

Monsieur le ministre, les images qui ont circulé ces derniers jours sont insoutenables. À Molenbeek, dans les rues de Bruxelles, ce ne sont pas des débordements de supporters, ce sont des ratonnades, des expéditions punitives, ce sont des actes de haine raciste et islamophobe. En pleine rue, sur notre sol, contre des familles, contre des femmes voilées, contre des jeunes de quartiers populaires – et je sais que ces images vous ont autant choqué que moi. Moi qui ai grandi dans la rue Vanderstichelen, là où mes parents ont d'ailleurs toujours leur logement.

 

Et pendant ce temps, une partie du monde politique regarde ailleurs. Silence radio, silence un peu gêné. Certains sites prompts à tweeter ont mis des heures pour renvoyer dos à dos tout le monde. Le premier ministre n'a toujours pas réagi, ni même condamné.

 

Monsieur le ministre, où était la police? Où était l'État de droit? Où était la loi football? Parce qu'en fait, loin d'être des inconnus, ce sont des individus qui sont connus pour leur violence, pour leur haine raciale, antisémite, qui ont traversé le pays, cagoulés, armés, organisés pour frapper, pour humilier, pour terroriser des quartiers entiers. Et ils l'ont fait en toute impunité, sous les yeux, peut-être, des autorités. Et vous le savez, ce n'est pas la première fois.

 

Le match était classé à haut risque. Les tensions étaient connues. Les antécédents aussi. Les profils de certains supporters du club de Bruges étaient connus. Leur lien avec l'extrême droite aussi. Alors non, on ne va pas parler de dérapage, ce n'est pas du hooliganisme ordinaire. C'est l'extrême droite qui s'organise, se structure, se renforce. Il est plus que temps d'ouvrir les yeux, de cesser de détourner le regard et de répondre fermement. Et je ne doute pas de votre volonté en la matière, monsieur le ministre.

 

Jean-Michel De Waele, qui est un éminent professeur de l'ULB, spécialiste du sport, dit: "Oui, nous sommes dans un climat où les racistes sont complètement confortés dans leur racisme. L'extrême droite est désinhibée, encouragée et à part des réactions émotionnelles de la part des démocrates, il n'y a rien. On s'indigne, et c'est tout ce qu'on fait. Je pense qu'il faut les surveiller de près et pas simplement s'indigner."

 

En réalité, monsieur le ministre, l'extrême droite s'infiltre partout. Dans nos institutions, dans nos entreprises, sur nos réseaux sociaux, et aussi dans nos stades. Et ça, cela n'échappe à personne et surtout pas à moi, parce que vous le savez ou pas, je suis une amoureuse du football. En tant que supportrice du meilleur club de la capitale, un club antifasciste de Bruxelles la fierté, je suis révoltée de voir que le sport que j'aime devient un lieu d'intimidation, d'exclusion, d'antisémitisme, de haine. Le foot devrait rassembler et là, on le laisse pourrir. Ce pourrissement dépasse largement les stades, il est dans nos rues maintenant. Ce qui s'est passé à Molenbeek et à Jette, c'est une violence ciblée. La cible était très claire: des quartiers populaires, des visages racisés, des personnes de confession musulmane. Appelons cela par son nom. Il faut appeler un chat un chat. C'est du racisme décomplexé et de l'islamophobie violente. Les habitants de Molenbeek et de Jette ont eu le sentiment d'être abandonnés, livrés à la violence. Pourquoi ce sentiment de vide et d'impuissance sur le terrain?

 

Ce qui choque aussi, monsieur le ministre, c'est que cette fois, cela semble presque n'émouvoir personne, ou pas grand monde. Il a fallu que les images circulent sur les réseaux sociaux pendant des heures avant que l'on ait des réactions. Certains ont même mis des jours à réagir, et certains n'ont toujours pas réagi. Mais si ces violences avaient été commises ailleurs, dans d'autres quartiers bruxellois ou dans d'autres corps, aurait-on eu la même inertie?

 

Monsieur le ministre, j'ai des questions simples. Pourquoi la loi football n'a-t-elle pas été correctement appliquée? Quels enseignements en tirez-vous? Quelles instructions ont-elles été données à la police fédérale? Pourquoi la police brugeoise a-t-elle laissé ces hooligans se déplacer? A-t-elle prévenu la police bruxelloise de la dangerosité de certains individus qui étaient connus? Pourquoi n'y a-t-il pas d'interdiction de stade pour ces éléments identifiés?

 

Et surtout, monsieur le ministre, comment expliquez-vous que des groupes haineux aient pu circuler librement, crier, frapper, filmer, revendiquer sans que personne ne les en empêche? Ils sont arrivés à la gare Centrale, à Sainte-Catherine, ils ont traversé tout Molenbeek et tout Jette sans que personne ne puisse les arrêter.

 

Nous avons besoin de réponses, monsieur le ministre. Pas seulement nous ici, dans cette Assemblée, mais aussi les Bruxelloises et les Bruxellois qui ont eu peur, qui ont été blessés et qui aujourd'hui ne se sentent ni protégés ni entendus, ni soutenus.

 

Il reste une question fondamentale que j'ai envie d'amener: qui protège les quartiers populaires? Qui protège nos parents, nos jeunes? Qui protège nos concitoyens musulmans contre l'islamophobie rampante? Qui protège les personnes racisées contre le racisme ordinaire et institutionnalisé? Qui protège contre l'antisémitisme? Le collègue précédent a montré à quel point l'extrême droite est un poison contre lequel il faut se lever.

 

17.05  Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, de bekerfinale tussen Club Brugge en Anderlecht is op zijn zachtst gezegd nogal tumultueus verlopen. We konden vaststellen dat extreemrechtse zogenaamde supporters – het zijn inderdaad geen echte supporters – raids op een aantal Brusselse wijken hebben uitgevoerd. De leuzen die daarbij werden gescandeerd, en het geweld waarvan beelden en slachtoffers getuigden, schetsen een hallucinant beeld van wat daar die dag gebeurd is. Daarenboven bedragen de kosten in het stadion 70.000 euro en in de metro 40.000 euro. Er is een spoor van vernieling getrokken. Ik neem elke dag de trein in Kortrijk. Zelfs in Gent is er vandalisme te zien op de perrons van een station dat nog niet eens af is.

 

Overigens, ik moet twee disclaimers meegeven. Ten eerste, racistische supporters zijn geen alleenrecht van Club Brugge. Die zijn er in bijna alle clubs. Het gaat niet over supporters van Club Brugge. Het gaat over racistische elementen, die in supportersclubs van bijna alle voetbalclubs zitten. Ten tweede, de meeste supporters zijn bonafide. Ik ga zelf met mijn kinderen om de twee weken naar de voetbal. Ik sta naast de harde kern van Kortrijk – nog even in eerste klasse, maar niet lang meer – en de meerderheid van die supporters is positief.

 

Natuurlijk mogen we niet voorbijgaan aan het feit dat er het afgelopen seizoen alweer bijna 300 incidenten met pyrotechnisch materiaal werden opgetekend en dat er opnieuw spreekkoren zich racistisch, homofoob, antisemitisch uitlieten. Bijna elke match opnieuw zie ik dat gebeuren rondom mij. Mijn hart breekt als ik honderden volwassen mannen en vrouwen dat soort bagger hoor zingen. Weet u wanneer mijn hart echt breekt? Als de kinderen van acht en negen jaar die daartussen staan, dat soort zever meezingen. Zij weten niet wat zij aan het zingen zijn en doen gewoon mee. Dat is volgens mij bijzonder problematisch.

 

Uiteraard is het belangrijk om de voetbalwet te verstrengen. Nog belangrijker is dat de clubs hun verantwoordelijkheid nemen. Zij weten wie er elke keer vuurwerk binnenbrengt, wie racistische, homofone en xenofobe spreekkoren initieert en wie meezingt, maar zij kijken weg.

 

Om de een of andere reden tolereren wij dergelijk gedrag in onze stadia. Ja, er gebeuren een aantal hele kleine acties. Ja, af en toe krijgt iemand daarvoor een stadionverbod. De huidige maatregelen volstaan echter helemaal niet om dat gedrag de wereld uit te helpen.

 

Het is een probleem van de voetbalwereld, maar we moeten toch durven te benoemen dat de raid op bepaalde wijken in Brussel racistisch geïnspireerd was. Als we zien wat er in die wijken gebeurd is, dan kunnen we niet zwijgen. En het valt mij op dat de collega's die bij een incident met twee personen in een recreatiedomein het kot in brand steken en moord en brand schreeuwen, nu zwijgen. Ik vind dat bijzonder problematisch.

 

Mijnheer de minister, het baart mij ook zorgen dat het geweld van extreemrechts, een ideologie die we blijkbaar tolereren in onze stadions, nu overslaat naar de straat. De samenleving moet bijzonder waakzaam zijn, want die groeperingen willen onze waarden en normen bekampen: ze doen dat met knokploegen, ze doen dat door racistische leuzen te schreeuwen, ze doen dat door mensen te discrimineren, ze doen dat op grond van hun ideologie door geweld als wapen te gebruiken. Dat is bijzonder onrustwekkend.

 

Mijnheer de minister, bent u het met mij eens dat het gewoon een racistisch geïnspireerde raid was, ja of neen? Welke acties zult u ondernemen om het voetbal weer proper te maken? Hoe zult u de voetbalclubs, die vandaag passief zijn en niet meewerken, stimuleren en zelfs verplichten om eindelijk in te grijpen? De groepen malafide supporters jagen trouwens ook heel veel supporters het stadion uit. Mensen willen niet meer naar voetbalmatches vanwege die groepen.

 

Extreemrechts geweld is een reëel probleem in onze samenleving. We hebben het nu heel concreet gezien op straat. Welke acties zult u ondernemen om dat extreemrechtse geweld in te dijken?

 

17.06  Julien Ribaudo (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, c'est dimanche. Il fait beau. C'est une journée parfaite pour un match de foot. Le foot, c'est la fête, un moment d'émotions qui vous fait passer du rire aux larmes, surtout quand on est, comme moi, supporter de l'Italie. C'est un sport qui vous grave des émotions. Je me souviens du pénalty raté par Roberto Baggio à la finale de la Coupe du Monde quand j'avais huit ans. Cela reste gravé. C'est cela, le foot. C'est la fête.

 

Mais cette fête, la finale de la Coupe Anderlecht-Bruges, a été gâchée. Elle a été gâchée par des hooligans d'extrême droite qui sont venus semer la terreur dans nos quartiers, à Molenbeek et à Jette. Ils ne sont pas venus pour le match. Ils sont venus avec leurs t-shirts et leurs slogans racistes, antisémites pour frapper, pour casser. Des habitants ont été agressés à cause de leurs origines. Des commerces ont été vandalisés. Des gens ordinaires ont été ciblés, humiliés, terrorisés. Ce n'était pas une bagarre de supporters. Non, ce n'est pas le foot. C'était une attaque raciste.

 

Prenons l'exemple de Mouloud Ziani, 73 ans, qui travaille avec son fils dans le brico du quartier. Un dimanche, père-fils. Tous les deux ont été attaqués dans leur propre boutique, frappés à coups de poing, à coups de bonbonnes de gaz et menacés de mort. Pourquoi? Juste parce qu'ils étaient là. Ce sont des attaques racistes.

 

Qui sont les auteurs? Un noyau dur de hooligans phagocytés par l'extrême droite, bien connus, organisés. Ils sont venus à Bruxelles "pour casser de l'arabe". Non, tous les supporters du club de Bruges ne sont pas racistes ni antisémites. La majorité des supporters sont là pour l'amour du foot. Ils sont là pour l'amour de leur club.

 

Mais ce groupe-là, lui, ne venait pas pour le foot. Malgré cela, ces hooligans ont pu se déplacer librement. Ils ont cassé le métro qui devait les emmener directement au stade. Et, tranquilles, pépouze, ils ont pu marcher jusqu'à Molenbeek sans être arrêtés.

 

Pourquoi n'ont-ils pas été arrêtés à ce moment-là? Pourquoi n'y a-t-il pas eu un dispositif suffisant pour les contenir à ce moment-là? Ce n'est pas la première fois qu'un match Anderlecht-Bruges dérape. En 2019, en 2022, il y avait déjà eu des incidents. Lundi, une pote appelée Zoé, originaire de Tielt, qui ne connaît rien au foot, qui n'a jamais été dans un stade car elle n'aime pas ça, m'a dit que tout le monde savait qu'Anderlecht-Bruges, c'était la folie. Si Zoé sait ça, que se passe-t-il avec les autorités?

 

Plus tard dans la soirée, un supporter de Bruges a été blessé par balle à la gare du Midi. D'autres ont été blessés, violentés, et beaucoup sont repartis la peur au ventre. Cette violence en retour est inacceptable également. On doit condamner toutes les violences.

 

Mais, monsieur le ministre, pour que cela ne se reproduise pas, il faut des réponses claires, des actes. Les sanctions collectives contre tous les supporters ne résoudront rien. Il faut des mesures ciblées. Une réponse ferme, une interdiction de stade à vie pour ces groupes, des poursuites judiciaires, le démantèlement de leur réseau. Parce que le football doit rester une fête. Nos quartiers doivent rester des lieux de vie où l'on peut vivre en sécurité. Et pas des terrains de chasse pour l'extrême droite.

 

Monsieur le ministre, nous voudrions savoir comment ces hooligans ont pu agir en toute liberté dans nos quartiers? Pourquoi ce groupe bien connu des spotters n'a-t-il pas été intercepté à Bruges ou à la gare Centrale? Quelle analyse des risques a-t-elle été faite en amont?

 

Une enquête indépendante sera-t-elle lancée à propos des défaillances de coordination? Et, surtout, quelles mesures concrètes comptez-vous prendre pour démanteler ces groupes idéologiques violents?

 

17.07  Bernard Quintin, ministre: Monsieur le président, honorables représentants de la Nation, je vous remercie pour vos questions, nombreuses, auxquelles je veux pouvoir répondre le plus précisément possible dans le temps imparti. Je répondrai en trois parties.

 

In het eerste deel heb ik het over het geweld, in het tweede over het politiedispositief van de bevoegde politiezones en in het derde over de voetbalwet en over de verantwoordelijkheden van de Pro League.

 

S'agissant, premièrement, des violences commises pendant l'après-midi, elles sont purement inacceptables. Je les ai dénoncées sans détour et fermement le soir même, monsieur Chahid. Je n'ai pas vérifié l'heure. Et quand je le fais, le gouvernement le fait aussi parce que, jusqu'à preuve du contraire, je suis aussi le gouvernement. Les auteurs de ces actes doivent être condamnés, conformément à la loi pénale en vigueur. Le racisme constitue une circonstance aggravante en droit. La réponse judiciaire doit être la plus sévère possible contre ces actes ciblés, certainement compte tenu de leur caractère manifestement raciste. 

 

Je condamne avec la même fermeté les violences qui ont suivi et qui se sont poursuivies le lundi après le match. Nous devons aussi, toutes et tous, les dénoncer. Personne ne peut décider de se faire justice soi-même ou de profiter des événements pour casser, de surcroît, sa propre ville. À cet égard, je le dis et je le répète: il ne peut y avoir d'indignation sélective. Toutes les violences doivent être condamnées et punies le plus rapidement et fermement possible. On ne peut laisser dans l'impunité les auteurs. La justice doit maintenant faire son travail. Et je suis certain que ma collègue la ministre de la Justice y veille.

 

Die daden vallen uiteraard buiten het administratieve kader. Dat betekent niet dat er geen administratieve sancties kunnen worden genomen die elders in de voetbalwet zijn voorzien.

 

Vervolgens stelt u me vragen over het politiedispositief. Laat me allereerst herinneren aan het kader. Voor de organisatie van een wedstrijd, zoals de finale van de Beker van België, moet een stadion en een datum worden gevonden en moeten alle organisatorische regelingen worden getroffen. De burgemeester van de stad Brussel heeft dan ook samen met de Pro League de datum voor de finale in het Koning Boudewijnstadion vastgelegd op zondag 4 mei. Op basis van de wet was de lokale politiezone PolBru bevoegd om het politiedispositief van die wedstrijd op te zetten.

 

Une analyse de risques est réalisée en amont par la ou les zones de police potentiellement impactées. En fonction de cette analyse locale, un appui HyCap entre zones de police et un appui fédéral peuvent être demandés par la ou les zones de police responsables, dans le cas présent PolBru.

 

Je me permets de rappeler que c'est le principe de base de la police intégrée à deux niveaux. La responsabilité première est celle des zones de police locale, et la police fédérale vient en appui. Ce n'est pas l'inverse.

 

J'entends à ce sujet que vous parlez d'un événement d'ampleur. M. Chahid a même parlé d'événement national. Je suis évidemment d'accord avec vous, monsieur Chahid. Il ne faut pas, me semble-t-il, être expert en football – ce que je ne suis d'ailleurs pas – pour comprendre que la finale de la Coupe de Belgique, qui reçoit et rassemble environ 40 000 personnes, est effectivement un événement de grande ampleur.

 

Un tel événement nécessite donc un dispositif policier adéquat. Force est de constater que tout ne s'est pas déroulé de manière optimale le jour du match. Ce sera le british understatement de ce soir.

 

J'ai donc demandé un rapport d'évaluation du dispositif mis en place le 4 mai. Je ne l'ai pas encore reçu, mais j'ai d'ores et déjà pu rencontrer les acteurs concernés. À l'issue de cette réunion, certaines questions se posent sur certains choix effectués, notamment l'absence apparente d'un commandement structuré, malgré l'ampleur de l'événement. Un tel gold commander doit être décidé par les zones de police, et son rôle est de faciliter la coordination entre les différentes zones et services de police.

 

Selon les informations dont je dispose, la réaction de nos forces de l'ordre présentes sur le terrain contre les violences commises à Molenbeek-Saint-Jean et à Jette semble avoir été aussi rapide que possible par rapport à un événement – je parle de la sortie du métro Sainte-Catherine – qui n'était pas prévu comme tel.

 

Mais on peut légitimement se demander comment cela se serait passé si un gold commander suprazonal avait été en place, comme certaines conventions bruxelloises le prévoient d'ailleurs.

 

Concernant l'appui apporté à la zone de police concernée, il est de deux ordres, fédéral d'une part, et de solidarité entre zones d'autre part. Il fut le suivant. Pour le système HyCap, donc de coordination et de solidarité entre les zones: 15 spotters de la zone de police de Bruges, des renforts de la zone de police Vilvoorde-Machelen et cinq pelotons HyCap. Au niveau de la police fédérale: un peloton de la police des chemins de fer, trois arroseuses, un demi-peloton de la cavalerie, un hélicoptère, des renforts de la police fédérale de la route, deux chiens-détecteurs d'explosifs et deux équipes de détection de comportements suspects.

 

Inzake de vraag naar de contacten met de politiezone Brugge kreeg ik tijdens de vergadering van Ahmed te horen dat PolBru samen met de collega's uit Brugge begeleidende maatregelen voor supporters heeft uitgewerkt.

 

Er is dus wel degelijk overleg geweest tussen PolBru en de politiezone Brugge. Er waren spotters die de supporters begeleidden. Het leek er echter op dat de ingezette capaciteit van de politiezones niet voldoende was toen de supporters het metrostation Sint-Katelijne verlieten. Ik wil dat hieruit lessen geleerd worden.

 

Ik wacht natuurlijk op het evaluatierapport, dat wordt opgesteld door de politiezone PolBru, de zone Zuid, de zone West, de zone Brugge, de MIVB en de federale politie.

 

Concernant la question de Mme Maouane sur le profil ou les antécédents judiciaires de supporters, je ne peux évidemment pas vous répondre ici. L'enquête est en cours dans le cadre des compétences du pouvoir judiciaire. Elle devra permettre de répondre à ce type de questions.

 

À ce niveau toujours, concernant les chiffres, je peux vous confirmer qu'il y a eu 63 arrestations le dimanche 4 mai. Le travail d'identification reste par ailleurs en cours et les poursuites judiciaires sont dans les mains de la Justice et du procureur du Roi.

 

Enfin, pour être complet, j'ai demandé, dans le respect des compétences du chef de corps de la zone Bruxelles-Ixelles, une application stricte des dispositions de la loi football qui permet notamment de décider d'une interdiction de stade immédiate par un fonctionnaire de police à titre de mesure de sécurité.

 

Troisièmement, vous m'interrogez sur l'actualisation de la loi football.

 

Van zodra ik mijn functie opnam, heb ik in dat kader initiatieven genomen. We weten immers al veel langer dan 4 mei dat de intensiteit van de acties en de agressie in de voetbalwereld toenemen. Mijn ontmoeting met de Pro League van gisteren was trouwens al enkele weken geleden gepland.

 

L'accord de gouvernement prévoit des mesures précises. C'est dans ce cadre que j'ai engagé le travail rapidement et avec détermination sur l'augmentation des amendes, notamment celles visant les actes de racisme; sur l'accélération des procédures d'interdiction de stade; sur une prise en charge plus rapide des décisions de justice concernant les infractions liées au football; sur l'effectivité des interdictions, avec la création d'une banque de données centrale; sur l'utilisation de données biométriques et digitales, telles que la reconnaissance faciale ou la géolocalisation; sur les compétences des stewards en charge de l'accès aux stades; sur la responsabilité des clubs.

 

Het is een gezamenlijke inspanning die moet worden geleverd door alle actoren binnen het kader van hun respectieve verantwoordelijkheden en ook met respect voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, met als enige doel om die daders van geweld en overtredingen – een schadelijke minderheid die het leven van de supporters verpest – uit de voetbalwereld te weren. Dat moet heel duidelijk zijn.

 

De Pro League draagt zijn steentje bij en werkt momenteel aan toegangscontrole tot het stadion door stewards, versterking van de videobewakingssystemen in de stadions, pistes om biometrische gegeven te integreren in de controles en de aankoop van tickets en maatregelen die we samen kunnen nemen om de identificatie van de overtreders in de stadions te verbeteren. De Pro League is bereid om mee te werken aan die strengere regels en maatregelen omdat men weet dat geweld op zijn minst het imago van het voetbal schaadt. In dergelijke gevallen is voetbal niet langer een feest, maar een trieste en beschamende vertoning waarbij slachtoffers vallen.

 

Concernant le match du 18 mai et la décision du bourgmestre d'Anderlecht, c'est la compétence légale du bourgmestre de prendre ce type de décision. Ce n'est pas à un membre de cet exécutif de faire des commentaires à ce sujet. Notez cependant qu'un appui a été demandé par la zone locale Midi et celui-ci est planifié par la police fédérale.

 

Tot slot, voor de volledigheid vergeet ik zeker de vraag over het vervoer van de supporters niet. We moeten ons afvragen of combi-cars haalbaar zijn. De finale van de Beker van België is een zeer specifieke wedstrijd. Het gaat hier niet om 1.000 supporters, maar om 20.000 supporters per team, dus 40.000 in het totaal. Een standaard autocar kan ongeveer 50 supporters vervoeren. Dat zou dus maar liefst 800 bussen betekenen. Ik weet niet of dat lukt met Good Move en de LEZ in Brussel of in andere steden.

 

Il faut aussi parfois regarder la faisabilité des choses.

 

Par ailleurs, et j'insiste particulièrement sur ce point, interdire purement et simplement la venue de certains supporters sur le territoire de Bruxelles pose la légitime question de la liberté de circuler et de se déplacer, qui est garantie par la convention universelle des droits de l'homme, notre Constitution et de nombreux textes. On ne décrète pas une interdiction de se déplacer comme cela, d'où que l'on vienne et où que l'on aille. Qu'est-ce qui empêche un Brugeois de venir à Bruxelles? Qui dit que cette personne était interdite de périmètre de stade, d'ailleurs? Donc, de grâce, prenons garde aux simplismes qui, par opportunisme, sapent les bases de notre État de droit.

 

Ik wil eraan herinneren dat de voetbalwet momen­teel al de mogelijkheid biedt om administratieve en gerechtelijke beslissingen te nemen, zoals een verbod om zich in de omgeving van het stadion te begeven. Ook de Pro League heeft de mogelijkheid om stadionverboden op te leggen in het kader van burgerrechtelijke uitsluitingen. Ik heb gevraagd dat deze beslissingen, voor zover het mij betreft, op administratief niveau worden uitgevoerd zodra de politie de identiteit van de personen heeft vastgesteld.

 

Mesdames et messieurs les députés, permettez-moi de conclure. Une minorité de fauteurs de troubles ne peut venir gâcher la fête d'une majorité de supporters. Les sanctions devront être et seront fortes. Les leçons de ces événements devront être tirées par tous les acteurs concernés qui devront continuer à unir leurs forces pour combattre la violence dans et autour des stades. Le gouvernement mènera résolument ce combat, notamment via la réforme de la loi football.

 

Je réaffirme enfin que, lorsque je dis, je répète et j'ai parfois l'impression d'ânonner que la tolérance zéro c'est ma politique, ce ne sont pas des mots. Ce n'est pas un slogan. C'est une politique que j'entends mettre en œuvre et en place partout et tout le temps.

 

Madame Maouane, je veux vous rassurer: nos policiers protègent tous nos concitoyens, qui qu'ils soient, où qu'ils soient, jour et nuit. Et je profite de cette occasion pour les remercier ici une fois encore pour le travail qu'ils font au quotidien. Ils peuvent compter sur mon plein soutien.

 

17.08  Ridouane Chahid (PS): Monsieur le ministre, vous avez dit que ces faits se sont déroulés dans l'après-midi.

 

Vous avez effectivement condamné ces faits à 23 h 24. Vous avez été beaucoup plus rapide pour certaines violences, mais soit, vous les avez condamnés à 23 h 24.

 

Ceci étant dit, je retiens de votre réponse deux choses. Premièrement, aucune violence n'est permise ni acceptable. Nous sommes d'accord. Deuxièmement, des sanctions fortes devront être prises. Nous sommes d'accord. Moi, c'est ce qui m'intéresse dans votre réponse, monsieur le ministre. Le reste m'est complètement égal. Je voulais savoir s'il y aurait des réponses fortes, et vous avez dit clairement qu'il y en aurait.

 

Monsieur le ministre, par rapport au gold commander régional, même s'il avait été prévu, il n'aurait pas pu arriver beaucoup plus vite que les policiers, dans la mesure où le fait de vandaliser la rame de métro n'avait été envisagé par personne.

 

Voici mon téléphone, vous pouvez y voir une affiche qui circule dans les rues d'Orléans et cause un scandale en France. Sur cette affiche, il est indiqué "Zone interdite aux musulmans", "Une meilleure société sans musulmans". Voilà ce qui se produit aujourd'hui en Europe, ce qui pullule, ce qui fleurit dans certaines villes européennes. D'ailleurs, le parquet a ouvert une enquête pour savoir quels étaient les auteurs de ces actes.

 

Je suis sûr que vous ne voulez pas qu'on en arrive là, monsieur le ministre. Alors, prenez les choses en main. Faites en sorte que des raids racistes ne se reproduisent pas . Faites en sorte que l'image des supporters ne soit plus salie. Le 4 mai, l'image des supporters de football, quel qu'ils soient, a été salie. Faites en sorte qu'on condamne beaucoup plus fermement et beaucoup plus rapidement les actes racistes, islamophobes, antisémites. Faites en sorte que des poursuites judiciaires aient lieu. Faites en sorte que cette loi football soit rapidement revue.

 

Et faites surtout en sorte que les cadres des effectifs policiers, au niveau de la police tant fédérale que locale soient rapidement remplis. C'est en ce sens que je dépose aujourd'hui une motion qui, je l'espère, sera votée afin de pouvoir vous aider et vous soutenir pour lutter contre ce fléau qui est en train de faire tache d'huile dans notre société. Merci.

 

17.09  François De Smet (DéFI): Merci, monsieur le ministre, pour votre réponse.

 

Vous avez dit "une minorité de fauteurs de troubles ne peut gâcher la fête". Ben si. La preuve!

 

J'entends toutes vos réponses et je crois que vous êtes très sincère dans les réponses que vous donnez et dans les démarches qui sont les vôtres et je vous en remercie. Simplement, quand vous dites qu'il ne peut y avoir aujourd'hui d'indignité sélective… Alors, bien sûr toutes les violences sont condamnables. J'espère que tous les auteurs, quels qu'ils soient, seront poursuivis et punis. Or, le législateur a décidé que lorsque des actes ou faits violents sont commis avec en plus une incitation à la haine, selon des critères définis – l'origine ethnique, l'orientation sexuelle, etc. –, ils sont considérés comme étant plus graves, parce que cette gravité contamine, elle provoque des réactions en retour.

 

Donc – et je ne dis pas que vous avez mis tous les faits dans le même sac – l'origine, la ratonnade raciste, il faut aussi pouvoir la prévenir. Outre tout ce que vous avez avancé en tant que ministre de l'Intérieur comme mesures de police et comme suivi de justice chez votre collègue, il y a donc aussi énormément de choses à faire en termes de prévention, pour que dans les clubs – dans tous les clubs: il ne faut pas en viser un seul en particulier – il soit de moins en moins considéré comme normal d'afficher certaines banderoles, d'avoir des propos racistes ou antisémites, ce qui est en effet aussi arrivé, et d'arriver en sorte d'enrayer cette banalisation qui – j'en parlais tout à l'heure à votre collègue au sujet de la Pride et de l'orientation sexuelle, où c'est le même processus – reprend de la vigueur. Nous sommes dans une époque de repli, de conservatisme et où les messages de haine, notamment par l'explosion des réseaux sociaux, sont beaucoup plus libérés et où malheureusement les esprits sont contaminés beaucoup plus vite sur le fait que l'autre, ici en l'occurrence l'étranger d'origine mais ça peut être n'importe quoi demain, est un ennemi et qu'il faut l'abattre. Cette dimension de prévention, je vous invite à également y être attentif. Je sais que sur le fond vous l'êtes déjà. Je vous remercie.

 

17.10  Ortwin Depoortere (VB): Mijnheer de minister, de mensen verwachten van deze regering daadkracht, maar ze krijgen gelatenheid. Justitie laat betogers en relschoppers met soms een meterslang strafblad opnieuw vrij na een nachtje in de cel. Binnenlandse Zaken laat de politie zwemmen in een zee van bureaucratie, onderfinanciering en onderbezetting. Asiel en Migratie zorgt voor een opengrenzenbeleid waardoor parallelle samenlevingen blijven groeien. Waar is de premier met zijn taskforce? Hij houdt zich muisstil wanneer onze hoofdstad voor de zoveelste keer in brand staat. Dat wegkijkbeleid is blijkbaar de norm hier in dit land. De relscore is niet 1-1 maar 99-1, met een ruime voorsprong gewonnen door zogenaamde criminele jongeren die keer op keer haat en geweld zaaien.

 

Mijnheer de minister, ik roep u op om niet in de politieke val van links en extreemlinks te trappen. Ga de strijd aan met alle criminaliteit en erken dat het overgrote deel van de rellen, het geweld, de straatintimidatie en de criminaliteit uit allochtone hoek komen, van criminele vreemdelingen die iedere mogelijke kans grijpen om van onze steden een slagveld te maken. Doorbreek dat taboe. Laat de politie haar werk doen. Doe de angst van kamp veranderen. Zorg dat onze mensen terug veilig op straat kunnen komen.

 

Laat me daarover duidelijk zijn, als u daar niets aan verandert, dan blijft dit land verder afglijden richting anarchie en straffeloosheid. Het Vlaams Belang pleit al langer dan vandaag voor een keiharde aanpak van alle vormen van criminaliteit.

 

17.11  Rajae Maouane (Ecolo-Groen): Merci monsieur le ministre pour vos réponses. Merci pour votre dénonciation. J'attends toutefois toujours celle du premier ministre. Même si vous représentez effectivement le gouvernement, j'attends que la plus haute autorité de ce pays reconnaisse les ratonnades racistes dans les rues de sa capitale.

 

Pour aller plus loin que la simple dénonciation, on avait plaidé pour l'organisation d'auditions en commission. On aurait ainsi pu approfondir le débat sur la façon d'éradiquer la violence et le racisme dans le milieu du football. Vous avez détaillé tout ce qu'il faut mobiliser pour un match de foot – et c'est effectivement énorme –, mais il faut aussi que les clubs et la ligue prennent leurs responsabilités et collaborent davantage. Eradiquer l'extrême droite et les violences en leurs rangs, c'est possible. Si certains clubs y parviennent, comme l'Union Saint-Gilloise, c'est que c'est possible. Il y a d'ailleurs une volonté du club d'y parvenir.

 

Concernant le caractère raciste, je vous ai entendu et je suis rassurée par rapport à votre réponse. En revanche je n'ai pas entendu grand monde évoquer le caractère islamophobe de ces attaques. En fait, des personnes ont débarqué dans une commune en demandant "où sont les Arabes?", "où sont les musulmans?" et "on va leur casser la gueule". Ils ont insulté des femmes voilées, ils ont craché sur certaines femmes voilées. Le caractère islamophobe est donc évident et je suis un peu déçue de ne pas l'avoir entendu ici. Pour être très claire, on condamne toutes les violences, d'où qu'elles viennent. Il ne faut avoir aucune ambiguïté à ce sujet. Mais trouvons-nous normal que ce soient des personnes d'un quartier qui doivent se défendre d'une invasion hooligan et qui doivent eux-mêmes s'interposer avec leur corps pour défendre leurs parents et leur quartier? Non, ce n'est pas normal, et j'aurais aimé que certains et certaines le pointent également.

 

Je suis rassurée aussi sur votre "tolérance zéro". J'espère donc que tous les responsables, quels qu'ils soient, seront sévèrement punis.

 

17.12  Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord.

 

Maar ik weet niet goed wat ik ervan moet vinden. U veroordeelde het racisme en daar ben ik blij om. U veroordeelde het geweld en dat is niet meer dan normaal, meen ik. Maar ik ben ontgoocheld over de braafheid, de passiviteit van uw antwoord.

 

U zegt dat u met de Pro League samen hebt gezeten en dat die organisatie een steentje moet bijdragen. Dat is wel extreem passief. Overigens draagt zij al een steentje bij, maar is dat absoluut onvoldoende. Ik ben in de jongste vijf jaar twee keer gefouilleerd. Ik moet elk seizoen één of misschien twee keer mijn identiteitskaart tonen om het stadion binnen te komen. Ik heb ooit op de spreekkoren van mijn club gereageerd. Eén keer verscheen er een boodschap op de ledschermen: wees flink, zing geen racistische liedjes. Eén keer. Tot zover de inspanningen die onze clubs vandaag leveren. Zeggen dat het een beetje meer mag zijn, dat is ver onvoldoende.

 

De clubs weten wie lid is van de extreemrechtse cellen onder hun supporters. Ze kennen die mensen. Ze weten wie de overtredingen begaan. Ze hebben vandaag al middelen die ze kunnen gebruiken, maar ze gebruiken die niet. Ik zal u zeggen waarom. Ze gebruiken ze niet, omdat ze vrezen supporters te verliezen. Welnu, net door hun houding verliezen ze supporters, want ik ken alsmaar meer supporters die niet meer met hun kinderen naar het voetbal gaan, omdat het daar niet meer hetzelfde als vroeger is. De clubs zijn bang supporters te verliezen. Maar door zo tolerant te zijn voor homofobie, voor racisme, voor antisemitisme, duwen ze mensen weg.

 

Het is nu aan u. U bent verantwoordelijk om de Pro League de arm om te wringen en echt stappen vooruit te doen. Ik wil niet dat de Pro League steentjes bijdraagt. Ik wil dat de organisatie stenen verlegt in de rivier.

 

Mijnheer de minister, u nam het toverwoord biometrie in de mond, maar als men vandaag nog niet eens om mijn identiteitskaart vraagt of mijn ticket niet koppelt aan mijn identiteitskaart, als men de instrumenten, die er zijn, niet wil gebruiken, mag u nog van alles opleggen, dat zal niet helpen. Laat hen op zijn minst de wet toepassen en de bestaande instrumenten gebruiken. U mag hen gerust meer mogelijkheden geven, maar ik denk niet dat biometrie de oplossing zal zijn.

 

U hebt niet geantwoord op mijn oproep om het probleem te durven te benoemen. Veel supporters zijn het met mij eens dat er in bijna alle supportersclubs extreemrechtse cellen actief zijn die de sfeer in onze stadions verzieken. Daartegen moet worden opgetreden. U moet actie ondernemen tegen de groeperingen die onze voetbalclubs misbruiken om een extreemrechts verhaal te brengen, te meer omdat we vaststellen dat zij de speeltuin van de voetbalstadions aan het ontgroeien zijn en nu ook op straat knokploeg willen zijn en excessief geweld willen gebruiken tegen onschuldige burgers. Misschien moeten we overwegen om een aantal van die supporters preventief huisarrest te geven, zoals we ook op oudejaarsavond doen. Voor andere groepen kan het, maar voor die groeperingen blijkbaar niet.

 

Mijnheer de minister, van mijn fractie zult u de steun krijgen, net zoals van de 99,9 % bonafide supporters, die het goed menen, die elke week een thuismatch bijwonen en met hart en ziel supporteren voor hun club. Zij zijn het kotsbeu dat  telkens weer mensen vuurwerk afsteken, racistische leuzen scanderen en geweld gebruiken. Wij zijn het beu. De supporters zullen u dankbaar zijn, als u echt iets doet en de Pro League mee in bad trekt en de organisatie verplicht actie te ondernemen.

 

17.13  Julien Ribaudo (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, la semaine dernière, comme beaucoup en Belgique, j'attendais Bad Bunny au Stade Roi Baudouin. La semaine dernière, les catholiques attendaient le pape. Et, cette semaine, le MR, donc l'Arizona, attendait Quintin! Nul besoin d'auditions. Pas besoin d'écouter les agents de terrain. Non, non! Le ministre va, paraît-il, faire toute la lumière sur cette histoire – à lui seul. C'est quand même fou, parce qu'il y a eu des attaques racistes dans la capitale, des violences en retour, et on nous dit: "Circulez, y a rien à voir!" Quand, en 2020, il y a eu une bagarre générale à la mer, un parasol qui vole, le Parlement a écourté – à juste titre – ses vacances. Or, ici, rien! Des gens ont été tabassés pour ce qu'ils sont. Le PTB a demandé une réunion en urgence. Ce fut refusé. Nous demandons des auditions. "Non, non! Pas tout de suite, pas tout de suite! Cela attendra bien le mois de juin." Ce n'est pas sérieux.

 

Pourtant, et malgré ce mépris, même moi, j'attendais vos réponses avec impatience. Je me disais: "Oui, ça y est!" Mais vos réponses déçoivent, monsieur le ministre: "J'ai demandé un rapport, mais je ne l'ai pas encore reçu. Il semblerait…" Oui, je sais, votre parti ne vous a pas fait un cadeau, en l'occurrence. "Il semblerait…" Mais le MR avait promis que vous feriez la lumière en nous répondant, monsieur le ministre. Or ce n'est pas du tout le cas! De plus, vos réponses ne permettent pas de tirer de leçon. C'est pourquoi nous allons de nouveau demander des auditions en commission. Monsieur le président, j'ai aussi une motion de recommandation.

 

Le caractère raciste de ces attaques ne fait aucun doute, mis à part du côté du VB, mais nous nous en doutions. Des personnes ont été ciblées pour leur couleur de peau, leur origine, leur religion. Mais cette violence, monsieur le ministre, ne vient pas de nulle part. 

 

On voit la montée de l'extrême droite, la parole raciste libérée, des groupes fascistes qui s'organisent de plus en plus ouvertement. Mais je comprends que l'Arizona ne veuille pas trop parler de racisme, car ces hooligans, en fait, surfent sur des phrases qu'on a entendues dans les médias, et ici-même parfois: "Je ne me sens plus en Belgique quand je suis à Molenbeek", "Arabe égale musulman égale terroriste", "Chômeur égale maison au Maroc égale fraudeur", "Je ne vois pas la plus-value de telles communautés". Ce sont vos paroles!

 

17.14  Georges-Louis Bouchez (MR): Ce sont vos mensonges!

 

17.15  Julien Ribaudo (PVDA-PTB): Ce sont des paroles qui sont prononcées par des partis de l'Arizona. Eh oui, monsieur Bouchez, vos paroles auront des conséquences, parce que vous semez le poison que d'autres transforment en violence. (Brouhaha)

 

Oui, monsieur Bouchez, vos paroles sont transformées par d'autres en violence, avec le soutien de l'extrême droite. En tout cas, bonjour, monsieur Bouchez, la réunion a commencé à 14 h 15 et il est 19 h 38. Alors, je vous le rappelle, le racisme n'est pas une opinion, le racisme est un crime.

 

Moties

Motions

 

De voorzitter: Tot besluit van de bespreking van de interpellaties gericht aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Beliris werden vier moties ingediend.

En conclusion de la discussion des interpellations au ministre de la Sécurité et de l’Intérieur, chargé de Beliris, quatre motions ont été déposées.

 

Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Ridouane Chahid en luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellaties van de heren Ridouane Chahid, François De Smet, Ortwin Depoortere, Matti Vandemaele en Julien Ribaudo en van mevrouw Rajae Maouane

en het antwoord van de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Beliris,

vraagt de regering

- het racistische geweld dat hooligans op 4 mei 2025 in Brussel pleegden ten stelligste te veroordelen;

- ervoor te zorgen dat de daders van de feiten geïdentificeerd en gerechtelijk vervolgd worden;

- de voetbalwet te herzien in het licht van die onaanvaardbare gebeurtenissen door de wet aan te scherpen, zowel op het gebied van sancties, perimeter als responsabilisering van de clubs;

- zo snel mogelijk de politionele personeels­formatie volledig in te vullen, zowel bij de federale politie als in de politiezones."

 

Une première motion de recommandation a été déposée par M. Ridouane Chahid et est libellée comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu l'interpellation de MM. Ridouane Chahid, François De Smet, Ortwin Depoortere, Matti Vandemaele et Julien Ribaudo et de Mme Rajae Maouane

et la réponse du ministre de la Sécurité et de l’Intérieur, chargé de Beliris,

demande au gouvernement

- de condamner le plus fermement possible les violences racistes commises à Bruxelles le 4 mai 2025 par des hooligans;

- d’assurer l’indentification et les poursuites judiciaires des auteurs de ces faits;

- de revoir la loi football à l’aune de ces évènements inacceptables afin de la renforcer tant en termes de sanctions, de périmètre que de responsabilisation des clubs;

- d’atteindre le plus rapidement possible les cadres des effectifs policiers tant au niveau de la Police fédérale que des zones locales."

 

Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Ortwin Depoortere en luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellaties van de heren Ridouane Chahid, François De Smet, Ortwin Depoortere, Matti Vandemaele en Julien Ribaudo en van mevrouw Rajae Maouane

en het antwoord van de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Beliris,

- overwegende dat alle geweld ten strengste veroordeeld dient te worden;

- overwegende dat er zwaargewonden vielen in Brussel tijdens de rellen van 4 en 5 mei;

- overwegende dat straffeloosheid en geweld de norm geworden zijn in onze hoofdstad;

- overwegende dat de politie- en veiligheids­diensten onderbemand en ondergefinancierd zijn en bijgevolg niet opgewassen zijn tegen grote groepen relschoppers;

vraagt de regering

- een nultolerantiebeleid te voeren tegen alle vormen van geweld en criminaliteit;

- de straffeloosheid daadkrachtig aan te pakken en effectieve celstraffen tot uitvoering te laten komen voor wie gewelddaden pleegt;

- volwaardige daderprofilering toe te staan en te faciliteren, teneinde zowel preventief als repressief te kunnen optreden tegen criminelen;

- de grenzen te sluiten voor ongebreidelde immigratie;

- werk te maken van de uitvoering van deze bovenstaande maatregelen in samenwerking met de taskforce van de Brusselse politie."

 

Une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Ortwin Depoortere et est libellée comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu l'interpellation de MM. Ridouane Chahid, François De Smet, Ortwin Depoortere, Matti Vandemaele et Julien Ribaudo et de Mme Rajae Maouane

et la réponse du ministre de la Sécurité et de l’Intérieur, chargé de Beliris,

- considérant que toute violence doit être condamnée avec la plus grande fermeté;

- considérant que des personnes ont été grièvement blessées à Bruxelles lors des émeutes des 4 et 5 mai;

- considérant que l'impunité et la violence sont devenues la norme dans notre capitale;

- considérant que les services de police et de sécurité sont en sous-effectif et sous-financés et ne sont par conséquent pas à même de gérer de grands groupes d'émeutiers;

demande au gouvernement

- de mener une politique de tolérance zéro à l'égard de toutes formes de violence et de criminalité;

- de lutter énergiquement contre l'impunité et de veiller à l'exécution des peines de prison effectives pour les auteurs d'actes de violence;

- d'autoriser et de faciliter le profilage complet des auteurs afin de pouvoir intervenir de manière préventive et répressive contre les criminels;

- de fermer les frontières à l'immigration effrénée;

- de travailler à la mise en œuvre des mesures précitées en coopération avec la task force de la police de Bruxelles."

 

Een derde motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Julien Ribaudo en luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellaties van de heren Ridouane Chahid, François De Smet, Ortwin Depoortere, Matti Vandemaele en Julien Ribaudo en van mevrouw Rajae Maouane

en het antwoord van de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Beliris,

- betreffende het racistische geweld dat op 4 mei 2025 in Brussel gepleegd werd door een georganiseerde groep extreemrechtse individuen, naar aanleiding van de Belgische bekerfinale voetbal;

- na kennis genomen te hebben van de doelgerichte aanval tegen de heer Mouloude Ziani, zijn zoon Ilyas, de klanten van café Brol, alsmede tegen andere inwoners van de volkswijken van Molenbeek en Jette;

- overwegende dat de gescandeerde slogans, de geviseerde doelwitten en het profiel van de geïdentificeerde daders duidelijk wijzen op een daad van racistische en ideologische aard, die dus niet eenvoudigweg afgedaan kan worden als wangedrag door supporters;

- overwegende dat er zich in 2019 en 2022 naar aanleiding van wedstrijden tussen dezelfde clubs al vergelijkbare incidenten voorgedaan hebben, en dat de politiediensten de risico's dus kenden;

- overwegende dat het veiligheidsapparaat er niet in geslaagd is het geweld te verhinderen, ondanks de aanwezigheid van gespecialiseerde diensten en het feit dat de betrokken individuen bekend waren dankzij de inzet van spotters;

- overwegende dat er in de marge van deze gebeurtenissen ook vergeldingsgeweld plaatsgevonden heeft, wat een illustratie is van het domino-effect dat veroorzaakt werd door de oorspronkelijke aanval en het uitblijven van een snelle en adequate reactie daarop;

- overwegende dat het uitblijven van een snelle politieke reactie en van de dringende parlementaire debatten verergerd werd door de beslissing van de meerderheid, met de steun van het Vlaams Belang, om hoorzittingen naar een latere datum te verschuiven, waardoor het verwachte democratische signaal als reactie op dergelijke feiten afgezwakt wordt;

vraagt de regering

- een onafhankelijke audit te organiseren over de tekortkomingen in de coördinatie tussen de politiezones, zowel in Brugge als in Brussel, tijdens de gebeurtenissen van 4 mei;

- gerichte maatregelen ten uitvoer te brengen om de extreemrechtse supporterskernen te ontmantelen, onder meer ook door levenslange stadionverboden op te leggen en de netwerken gerechtelijk op te volgen;

- het stigmatiserende politieke discours, dat het klimaat van haat en verdeeldheid in onze wijken voedt, publiekelijk te veroordelen."

 

Une troisième motion de recommandation a été déposée par M. Julien Ribaudo et est libellée comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu l'interpellation de MM. Ridouane Chahid, François De Smet, Ortwin Depoortere, Matti Vandemaele et Julien Ribaudo et de Mme Rajae Maouane

et la réponse du ministre de la Sécurité et de l’Intérieur, chargé de Beliris,

- ayant pris connaissance de l’attaque ciblée contre M. Mouloude Ziani, son fils Ilyas, les clients du café Brol, ainsi que d’autres habitants des quartiers populaires de Molenbeek et Jette;

- considérant que les slogans proférés, les cibles visées, et le profil des auteurs identifiés relèvent clairement d’un acte à caractère raciste et idéologique, et non de simples débordements de supporters;

- considérant que des incidents comparables avaient déjà eu lieu en 2019 et 2022 lors de matchs entre les mêmes clubs, et que les risques étaient donc connus des services de police;

- considérant que le dispositif de sécurité a échoué à empêcher ces violences malgré la présence de services spécialisés et la connaissance des individus concernés via les spotters;

- considérant que des violences de représailles ont également eu lieu en marge des événements, illustrant l’effet en chaîne provoqué par l’attaque initiale et l’absence de réponse rapide et adéquate;

- considérant que l’absence de réaction politique rapide et de débats parlementaires urgents a été aggravée par la décision de la majorité, avec le soutien du Vlaams Belang, de repousser toute audition à une date ultérieure, affaiblissant ainsi le signal démocratique attendu face à de tels faits;

demande au gouvernement

- de lancer un audit indépendant sur les défaillances dans la coordination entre zones de police, tant à Bruges qu’à Bruxelles, lors des événements du 4 mai;

- de mettre en œuvre des mesures ciblées pour démanteler les noyaux d’extrême droite au sein des supporters, y compris des interdictions de stade à vie et le suivi judiciaire de leurs réseaux;

- de condamner publiquement les discours politiques stigmatisants qui nourrissent le climat de haine et de division dans nos quartiers."

 

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Benoît Piedboeuf.

Une motion pure et simple a été déposée par M. Benoît Piedboeuf.

 

17.16  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, il va de soi que je demande la prise en considération d'urgence de la motion pure et simple.

 

De voorzitter: Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

 

Geheime stemming (voortzetting)

Scrutin secret (continuation)

 

18 Federale Deontologische Commissie – Benoeming van een Nederlandstalig lid voor de categorie 'voormalige leden Kamer/Senaat' – Uitslag van de stemming

18 Commission fédérale de déontologie – Nomination d’un membre néerlandophone pour la catégorie 'anciens membres Chambre/Sénat' – Résultat du scrutin

 

Stemmen

107

Votants

Blanco of ongeldig

2

Blancs ou nuls

Geldig

105

Valables

Tweederde-

meerderheid

70

Majorité des deux tiers

 

De heer Dirk Van der Maelen heeft  105 stemmen gekregen.

M. Dirk Van der Maelen a obtenu 105 voix.

 

De heer Dirk Van der Maelen heeft de tweederdemeerderheid van de stemmen gekregen en ten minste twee derde van de leden waren aanwezig. Bijgevolg wordt hij uitgeroepen tot lid van de Federale Deontologische Commissie voor de categorie 'voormalige leden van de Kamer/Senaat'.

M. Dirk Van der Maelen a obtenu la majorité des deux tiers des suffrages et au moins deux tiers des membres étaient présents. Par conséquent, il est proclamé membre de la Commission fédérale de déontologie pour la catégorie 'anciens membres Chambre/Sénat'.

 

Mededelingen

Communications

 

19 Comité P – Benoeming van een Nederlandstalig plaatsvervangend lid

19 Comité P – Nomination d’un membre suppléant néerlandophone

 

Aan de orde is de benoeming van een Nederlandstalig plaatsvervangend lid van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten (Comité P).

L'ordre du jour appelle la nomination d’un membre suppléant néerlandophone du Comité permanent de contrôle des services de police (Comité P).

 

De enige kandidatuur voor dit mandaat werd aangekondigd tijdens de plenaire vergadering  van 26 september 2024.

L'unique candidature pour ce mandat a été annoncée au cours de la séance plénière du 26 septembre 2024.

 

Op 9 april 2025 heeft de commissie belast met de begeleiding van het Vast Comité P en het Vast Comité I de kandidate gehoord.

Le 9 avril 2025, la commission chargée du suivi du Comité permanent P et du Comité permanent R a entendu la candidate.

 

De rapporteur heeft verslag uitgebracht over deze hoorzitting tijdens de Conferentie van voorzitters van 23 april 2025.

Le rapporteur a fait rapport de cette audition au cours de la Conférence des présidents du 23 avril 2025.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 23 april 2025 en met toepassing van artikel 157, nr. 6, van het Kamerreglement, verklaar ik mevrouw Ariane Braccio verkozen tot plaatsvervangend lid van de heer Joris Lagrou, effectief lid van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten.

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 23 avril 2025, et en application de l’article 157, n° 6, du Règlement de la Chambre, je déclare élue Mme Ariane Braccio, en qualité de membre suppléante de M. Joris Lagrou, membre effectif du Comité permanent de contrôle des services de police.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

20 Federale Controle- en Evaluatiecommissie Euthanasie – Oproep tot kandidaten

20 Commission fédérale de contrôle et d'évaluation de l'euthanasie – Appel à candidats

 

Overeenkomstig de beslissing van de plenaire vergadering van 3 april 2025 werd een oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad van 8 april 2025 bekendgemaakt met het oog op de voordracht van kandidaten voor de openstaande mandaten van de Federale Controle- en Evaluatiecommissie Euthanasie.

Conformément à la décision de la séance plénière du 3 avril 2025, un appel à candidats a été publié au Moniteur belge du 8 avril 2025 en vue de la présentation de candidats pour les mandats vacants de la Commission fédérale de contrôle et d’évaluation de l’euthanasie.

 

Het betreft de volgende mandaten van Franstalig plaatsvervangend lid :

- twee mandaten voor de categorie '(emeritus) hoogleraar of docent in de rechten of advocaat'; en

- één mandaat voor de categorie 'kringen belast met de problematiek van ongeneeslijk zieke patiënten'.

Il s’agit des mandats de membre suppléant francophone suivants:

- deux mandats pour la catégorie 'professeur (émérite) ou chargé de cours en droit ou avocat'; et

- un mandat pour la catégorie 'milieux en charge de la problématique de patients atteints d’une maladie incurable'.

 

Als gevolg van de nieuwe oproep werd één kandidatuur ingediend voor de categorie '(emeritus) hoogleraar of docent in de rechten of advocaat' en één kandidatuur voor de categorie 'kringen belast met de problematiek van ongeneeslijk zieke patiënten'.

À la suite du nouvel appel, une candidature a été introduite pour la catégorie 'professeur (émérite) ou chargé de cours en droit ou avocat' et une candidature pour la catégorie 'milieux en charge de la problématique de patients atteints d’une maladie incurable'.

 

Er ontbreekt dus nog één kandidatuur voor de categorie 'docent of (emeritus) hoogleraar in de rechten aan een Belgische universiteit of advocaat'.

Il manque donc encore une candidature pour la catégorie 'professeur (émérite) ou chargé de cours en droit ou avocat'.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 14 mei 2025 stel ik u voor een nieuwe oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken voor het mandaat van Franstalig plaatsvervangend lid voor de categorie '(emeritus) hoogleraar of docent in de rechten of advocaat'.

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 14 mai 2025, je vous propose de publier au Moniteur belge un nouvel appel à candidats pour le mandat de membre suppléant francophone pour la catégorie 'professeur (émérite) ou chargé de cours en droit ou avocat'.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

21 Inoverwegingnemingen

21 Prises en considération

 

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

 

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Demandes d'urgence

Urgentieverzoeken

 

J'ai reçu plusieurs demandes d'urgence.

 

La première concerne la proposition de résolution de M. Benoît Lutgen, Mme Kathleen Depoorter, M. Benoît Piedboeuf, Mme Annick Lambrecht et Mme Els Van Hoof sur la situation actuelle à Gaza, en Cisjordanie et à Jérusalem-Est et la relance du processus de paix israélo-palestinien, n° 859/1.

 

Monsieur Dermagne, vous demandez la parole?

 

21.01  Pierre-Yves Dermagne (PS): Monsieur le président, trois propositions de résolution figurent à notre ordre du jour et concernent la situation à Gaza. L'une est déposée par les partis de la majorité et deux autres sont déposées par des groupes de l'opposition, à savoir mon groupe, en particulier le député Christophe Lacroix, et le groupe Open Vld avec M. Vander Elst.

 

Je pense qu'il n'est plus nécessaire de motiver ou de justifier l'urgence de se pencher sur la situation à Gaza, et sur le processus de paix. Il est surtout urgent de poser des actes, et des actes forts. Mais le processus parlementaire fait en sorte que nous devions d'abord en discuter.

 

Je demande aux groupes de la majorité, en concertation avec les autres membres de l'opposition, de pouvoir traiter les trois propositions de manière urgente et conjointe. Je vois M. Lutgen qui lève le pouce pour marquer son accord; je vois M. Ronse faire de même. Nous pourrions avoir un gentlemen's agreement pour soutenir la demande d'urgence pour la proposition de résolution déposée par la majorité, même si nous pensons qu'elle est grandement insuffisante, mais pour autant que les groupes de la majorité soutiennent les demandes d'urgence introduites pour la proposition du groupe PS et de l'Open Vld.

 

Le président: Votre soutien est prématuré. Personne n'a demandé l'urgence. Nous avons dit que nous allions la demander.

 

21.02  Axel Ronse (N-VA): Collega's, collega Dermagne, u weet dat de meerderheid het altijd intellectueel zeer eerlijk, correct en integer speelt. (Gelach)

 

De drie voorstellen van resolutie behelzen hetzelfde thema en evident hanteren we dan ook dezelfde maatstaf om de urgentie te beoordelen.

 

De voorzitter: Mevrouw Merckx, u bent tegen dat compromis?

 

21.03  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Je veux simplement dire que nous allons soutenir la demande d’urgence des trois textes. Ce qui est positif, c’est que si l’urgence est acceptée – ce qui semble être le cas –, nous aurons une véritable discussion et un vrai vote dans un délai très court, dès la semaine prochaine.

 

La situation actuelle en Palestine, avec aujourd’hui 19 mois de génocide et plus de 50 000 morts, demande une discussion et des actes concrets.

 

Il y a deux semaines, nous avions dû constater que les membres de la majorité n’étaient pas présents pour voter sur la question palestinienne. Nous proposerons bien sûr des amendements, car nous n’avons pas seulement besoin d’un texte mou, se limitant à quelques phrases générales sur le conflit. Nous demanderons évidemment des sanctions ainsi qu’un embargo militaire.

 

21.04  Achraf El Yakhloufi (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, collega's, onze fractie steunt deze urgentie volledig. Waarom is die nodig? Wij moeten nu handelen, voor de stemming op 28 mei. Begin juni vindt er immers een grote VN-top plaats. Die biedt momentum, die geeft een kans om eindelijk stappen vooruit te zetten met betrekking tot de erkenning van Palestina en ook met betrekking tot de tweestatenoplossing.

 

Deze urgentie heeft echter niet alleen een diplomatiek aspect, maar ook een menselijk aspect. Elke dag die voorbijgaat, is er een te veel. De situatie op het terrein, de situatie op het veld is verschrikkelijk, dat weet iedereen. Dagelijks krijgen we gigantisch veel berichten uit Gaza die niet minder schrijnend zijn. Maandag nog zei UNICEF dat bijna een half miljoen mensen balanceren op de rand van een catastrofale hongersnood. Verder hebben 71.000 kinderen dringend behandeling nodig wegens acute ondervoeding. Het gaat om kinderen, niet om strijders, niet om cijfers, maar om kinderen. Er zijn er al veel te veel gestorven. De blokkade van hulp en voedsel moet stoppen. De gruwel moet stoppen. De oorlog moet stoppen.

 

Deze resolutie is een signaal, maar ook een begin. Het is een begin van verantwoordelijkheid, beste collega's, van druk en duidelijkheid. Laat België zich tonen als een land dat niet wegkijkt. Laten wij onze stem laten horen, luid, duidelijk en dringend.

 

Ik wil mij aansluiten bij wat de heer Dermagne zei, maak er een resolutie van het volledige Parlement van. Laten wij samen één verhaal schrijven en samen voor België een duidelijk signaal geven.

 

21.05  Kjell Vander Elst (Open Vld): Collega's, ik zal hier geen inhoudelijk betoog houden, want dat is hier niet op zijn plaats. Ik hoop dat dat volgende week kan plaatsvinden. Wel wil ik ervoor pleiten om over meerderheid- en oppositiegrenzen heen een consensus te vinden over het feit dat dit een urgente materie is. Ik wil collega Ronse en de andere meerderheidspartijen danken om daar rekening mee te houden en ik hoop dat we samen, met alle ingediende teksten en alle partijen in het halfrond, volgende week woensdag een zeer duidelijk en degelijk standpunt kunnen innemen over de kwestie en de schandalige situatie die in Gaza doorgaat.

 

21.06  Staf Aerts (Ecolo-Groen): Collega's, vanuit onze Ecolo-Groenfractie zullen wij de urgentie uiteraard steunen.

 

Ik vind het alleen opmerkelijk dat er twee tot drie weken geleden blijkbaar nog niet voldoende spoed was om naar de commissie af te zakken om te debatteren over een tekst die al ingediend was en waarrond we konden samenwerken. Men heeft toen zijn kat gestuurd.

 

Dat is echter niet het enige. Wij hebben reeds op 18 juli, tien maanden geleden, de urgentie gevraagd voor onze resolutie. Op dat moment waren er 38.000 doden geregistreerd in Gaza, waaronder al 15.000 kinderen, collega El Yakhloufi, rechtstreeks door bombardementen. Toen hebt u met uw partij, samen met collega's van Les Engagés en cd&v, allemaal de urgentie weggestemd. Die 38.000 doden, waaronder 15.000 dode kinderen, waren toen kennelijk niet genoeg. Ik ben blij, oprecht blij, dat 50.000 doden blijkbaar wel volstaan om met spoed aan de slag te gaan.

 

Ik zal de teksten zeer grondig lezen en ik hoop dat we daarover een grondig debat kunnen hebben in de commissie, want ik hoop dat we verder kunnen gaan dan wat de meerderheidspartijen hier vandaag voorleggen.

 

21.07  Benoît Lutgen (Les Engagés): Monsieur le président, je tiens simplement à indiquer qu'on va effectivement parler de paix, de paix durable. Je pense que l'ouverture qui est faite par la majorité de voter les textes d'urgence réclame autre chose que le genre de propos qu'on vient d'entendre. Si on veut avoir un débat serein, je pense que cela peut se dérouler autrement, franchement. Et, quand on vote ici l'urgence, on ne va pas se lancer dans un débat de fond. Retrouvons tous la raison et montrons peut-être un peu l'exemple pour essayer d'avoir un débat serein par rapport à un sujet aussi dramatique que celui-là.

 

21.08  Christophe Lacroix (PS): Retrouver la raison, vous avez bien entendu le mot correct, mais ce n'est pas faire preuve de déraison.

 

Aujourd'hui, la demande d'urgence de mon groupe est motivée par le fait que des dizaines de milliers de réservistes ont reçu des ordres de mobilisation en préparation de l'opération qui doit commencer le 16 mai. C'est demain. Ils ont reçu un ordre du gouvernement d'extrême droite de Netanyahu.

 

Alors, mardi encore, ce premier ministre israélien déclarait que son armée entrerait avec toute sa force dans la bande de Gaza, ajoutant qu'il n'y aurait aucune situation dans laquelle son pays arrêterait la guerre. C'est un plan attendu de très longue date par l'extrême droite israélienne, notamment le ministre des Finances, Bezalel Smotrich, qui affirme que Gaza sera totalement détruite.

 

Les Palestiniens sont donc placés dans une situation de contrainte absolue: partir ou mourir. Mais ce choix, ils ne l'ont même pas, mes chers collègues. En droit international, on appelle cela une épuration ethnique, c'est-à-dire un déplacement forcé, systématique et complètement institutionnalisé d'une population et d'un territoire.

 

À Gaza, cette politique se traduit par un blocus permanent depuis 2007, assimilable à un enfermement de masse, un contrôle total des frontières, du ciel, des ressources et des mouvements, une séparation à la fois juridique, politique et territoriale qui renforce encore la fragmentation palestinienne.

 

Et depuis octobre 2023, on assiste à des actes de destruction massive dans un cadre qui relève désormais à la fois de l'apartheid et du génocide. La reconnaissance par la Belgique de ce régime d'apartheid s'inscrit également dans le respect du droit international, dans la tradition belge de lutte contre le racisme structurel et dans le prolongement de la jurisprudence internationale en matière de droit humain.

 

Et face à cela, la majorité nous a présenté certes un texte de compromis mais qui fait passer, selon nous, la Belgique du silence à l'attentisme. Ce n'est pas ce que la population palestinienne et de Gaza attend. Nous sommes sidérés de les voir se réjouir.

 

Vous vous réjouissez sur les réseaux sociaux d'un compromis mou qui ne reconnaît pas le génocide, qui ne reconnaît pas les crimes de guerre contre l'humanité, qui ne demande pas de sanctions immédiates contre Israël et qui met tellement de conditions lointaines à la reconnaissance de la Palestine que cela laisse le temps à Netanyahu de poursuivre son funeste objectif de rayer la Palestine de la carte. Si vous continuez comme cela à attendre, même à attendre le mois de juin, il n'y aura plus rien à reconnaître. On ne comprend pas comment nos amis de Vooruit, Les Engagés et le cd&v ont signé un texte aussi faible et insignifiant.

 

Et je voudrais quand même dénoncer ce renoncement politique et humanitaire. Je voudrais vous rappeler d'ouvrir les yeux sur l'urgence absolue de réagir de manière ferme, de dénoncer le génocide en cours et d'agir. Agir en imposant à Israël un cessez-le-feu immédiat et permanent; agir en imposant des sanctions à Israël; agir en interdisant l'importation des produits des colonies; agir en mettant fin à l'accord d'association entre l'Union européenne et Israël et en imposant un véritable embargo sur les armes; agir immédiatement pour alléger les souffrances de la population et permettre une augmentation massive de l'aide humanitaire dans la bande de Gaza.

 

En tant que puissance occupante, les autorités israéliennes ont la responsabilité de garantir l'acheminement rapide sans entrave et en toute sécurité de l'aide humanitaire. Je suis pourtant heureux, heureux malgré tout d'avoir vu ce matin dans la presse, que le ministre des Affaires étrangères compte mettre la question des sanctions enfin sur la table du gouvernement.

 

Car Gaza est suppliciée, la Cisjordanie émiettée, les Palestiniens exterminés. Je vous remercie pour votre attention et pour le soutien que vous apporterez à ce texte.

 

De voorzitter: Collega's, om geen precedenten te scheppen, beschouw ik het betoog van collega Dermagne als een dat ging over het verzoek tot urgentie van de meerderheid, want er is slechts één betoog per fractie. In tweede instantie – ik verwelkom de woorden die collega Lutgen uitgesproken heeft –, er wordt hier manifest misbruik gemaakt van het verzoek tot urgentie om meteen het debat te voeren. Dat betekent – ik kondig dat nu aan – dat ik in de toekomst gebruik zal maken van artikel 48.6 dat het volgende zegt: "Behoudens strijdige beslissing van de voorzitter zal de indiener van het voorstel, de steller van de vraag of de indiener van de motie en een spreker per fractie vijf minuten hebben."

 

De ervaring leert mij dat het verantwoorden van een urgentie geen vijf minuten nodig heeft. Ik zal dat in de toekomst dan ook inkorten. (Applaus)

 

Het spreekt voor zich dat de ruimte om het debat te voeren onbeperkt zal zijn wanneer de voorstellen behandeld worden in de plenaire vergadering.

 

Dan gaan wij nu, om een beetje tijd te winnen, drie urgentieverzoeken in één keer behandelen, nrs. 859/1, 860/1 en 898/1.

 

Ik stel u voor om ons over deze vragen uit te spreken.

Je vous propose de nous prononcer sur ces demandes.

 

De urgenties worden aangenomen bij zitten en opstaan.

Les urgences sont adoptées par assis et levé.

 

Monsieur Magnette, vous demandez l'urgence pour votre proposition de loi portant des mesures pour atteindre le plein emploi, n° 889/1.

 

21.09  Paul Magnette (PS): Monsieur le président, nous demandons l'urgence parce que le gouvernement avance à pas de charge, sans écouter la société civile, ni les administrations qui alertent contre les difficultés majeures qu'annonce la mise en œuvre de ces réformes en termes de marché du travail. Nous voulons venir avec des contrepropositions, avec des alternatives, parce que nous menons une opposition constructive. Et nous voulons que le débat puisse avoir lieu et donc que notre texte puisse être examiné en même temps, au plus tard, que ceux de la majorité.

 

Le président: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

L'urgence est rejetée par assis et levé.

De urgentie wordt verworpen bij zitten en opstaan.

 

Monsieur De Smet, vous demandez l’urgence pour votre proposition de résolution relative à la désignation d'un coordinateur national de lutte contre l'antisémitisme, n° 893/1.

 

21.10  François De Smet (DéFI): Monsieur le président, j'espère que nous réussirons à trouver un accord autour d'un texte sur Gaza et la reconnaissance d'un État palestinien. Nous verrons.

 

Dans l'intervalle, ce conflit a d'importantes répercussions sur la sécurité de la communauté juive de Belgique, qu'on amalgame aux belligérants, quelles que soient leurs convictions. On sait que cette communauté a des opinions extrêmement variées et différentes.

 

L'antisémitisme grandit dans des proportions inquiétantes. La Belgique est supposée désigner un coordinateur national de lutte contre l'antisémitisme. Jusqu'ici, elle a désigné un chef de service Égalité des chances fédéral, ce qui est insuffisant et n'offre pas de garantie de neutralité.

 

La présente résolution propose de désigner un coordinateur de manière indépendante, avec tous les outils à disposition pour accomplir sa tâche. Je crois que nos concitoyens juifs méritent que ce combat soit mené le plus rapidement possible, et que la situation actuelle justifie largement l'urgence.

 

21.11  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur De Smet, nous ne soutiendrons pas l'urgence sur ce texte, étant donné que nous ne rejoignons pas le fond de la motivation.

 

En ma qualité de secrétaire d'État, j'ai œuvré sans relâche dans la lutte contre l'antisémitisme. J’ai transformé la cellule de veille, qui était devenue dormante, en un véritable mécanisme de coordination interfédérale, qui associe les forces de l'ordre, mais aussi d'autres secteurs, comme l'enseignement, la prévention à tous les niveaux de pouvoir, ainsi que toutes les sensibilités de la société civile. Nous savons qu'il est important de réunir la diversité de ce secteur.

 

Nous avons donc considéré qu'il était préférable de travailler, dans un État fédéral comme le nôtre, dans toute sa complexité, avec un mécanisme de cet ordre-là, plutôt qu'avec un coordinateur unique. Cette possibilité nous est offerte par le cadre international. Nous n'estimons pas qu'il soit pertinent de venir rajouter une couche de complexité à ce mécanisme, qui doit avoir toutes ses chances de fonctionner dans le futur.

 

21.12  Pierre-Yves Dermagne (PS): Je remercie M. De Smet pour sa proposition de résolution et la présentation qui vient d'en être faite, en motivant l'urgence.

 

Le groupe PS va bien entendu soutenir cette demande d'urgence, tout en indiquant que nous estimons que les débats qui auront lieu sur la proposition de M. De Smet sont de nature à devoir être élargis, selon nous, à la lutte contre toutes les formes de racisme ou de discrimination. Je pense que les débats et les échanges que nous venons d'avoir il y a quelques instants avec le ministre de l'Intérieur attestent de cette nécessité.

 

Nous allons soutenir cette demande d'urgence dans quelques instants.

 

21.13  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, nous avons demandé la prise en considération d'une proposition qui va dans ce sens-là. Nous ne demandons pas l'urgence, mais nous avons l'intention de la traiter dans les meilleurs délais. Nous avions sollicité le parti Défi pour qu'il se joigne à cette méthode. Il a choisi une autre voie, mais ce n'est pas grave. Nous avons l'intention de traiter ce sujet dès que possible.

 

Le président: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

L'urgence est rejetée par assis et levé.

De urgentie wordt verworpen bij zitten en opstaan.

 

Collega's, u hebt gemerkt dat we soms moeite hebben de micro's tijdig in te schakelen. Dat komt niet door een fout van de operator. Het is een technische fout. Vandaar dat ik het toch even wil verduidelijken, opdat u niet zou denken dat de diensten niet accuraat zouden optreden.

 

Intussen is de firma die instaat voor de geluidsversterking, ingeschakeld om het euvel zo snel mogelijk te verhelpen.

 

Naamstemmingen

Votes nominatifs

 

Stemafspraken

Pairages

 

Collega’s, alvorens we overgaan tot de naamstemmingen, vraag ik u de stemafspraken bekend te maken waarbij een lid zich onthoudt bij de stemming in overleg met een afwezig lid.

Chers collègues, avant de procéder aux votes nominatifs, je vous propose d'annoncer les pairages par lesquels un membre s'abstient de voter en accord avec un membre absent.

 

Zijn er stemafspraken?

Y a-t-il des accords de pairage?

 

U vraagt het woord, mijnheer Van Hecke? Ik merk dat de elektriciteit met veel vertraging aangaat. Het wordt tijd dat we meer kerncentrales openen.

 

21.14  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Met windenergie was het allang gebeurd, voorzitter.

 

Collega Matti Vandemaele heeft een stemafspraak met collega Annick Lambrecht van Vooruit, die op buitenlandse missie is. Hij zal zijn stemgedrag aanpassen.

 

De voorzitter: We zullen zijn stemgedrag in die zin interpreteren.

 

Dan gaan we nu over tot de naamstemmingen.

Nous allons donc maintenant procéder aux votes nominatifs.

 

22 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van:

- de heer François De Smet over "De uitspraken van de eerste minister over de politisering van de magistratuur" (nr. 39)

- mevrouw Marijke Dillen over "De uitspraken van de premier over het PS-etiket van een parketmagistraat" (nr. 46)

22 Motions déposées en conclusion des interpellations de:

- M. François De Smet sur "Les propos du premier ministre sur la politisation de la magistrature" (n° 39)

- Mme Marijke Dillen sur "Les propos du premier ministre concernant "l'étiquette PS" d'un magistrat du parquet" (n° 46)

 

Deze interpellaties werden gehouden in de openbare vergadering van de plenaire vergadering van vandaag.

Ces interpellations ont été développées en réunion publique de la séance plénière de ce jour.

 

Drie moties werden ingediend (MOT nr. 39/1):

- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer François De Smet;

- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Marijke Dillen;

- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Kristien Van Vaerenbergh.

Trois motions ont été déposées (MOT n° 39/1):

- une première motion de recommandation a été déposée par M. François De Smet;

- une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme Marijke Dillen;

- une motion pure et simple a été déposée par Mme Kristien Van Vaerenbergh.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

 

22.01  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de voorzitter, we hebben eerder de gelegenheid gehad om de eerste minister te ondervragen over zijn toch wel vernederende en beledigende uitspraken ten overstaan van de procureur des Konings van Brussel, die hij ervan beschuldigde PS-sympathieën te hebben in zijn beleid naar aanleiding van de aangekondigde acties. Uit de verklaringen van de procureur blijkt heel duidelijk het tegendeel.

 

Ik waardeer het – en heb er tevens geen moeite mee om het toe te geven – dat de eerste minister zich daarvoor heeft verontschuldigd en dat hij spijt heeft van die beschuldigingen ten overstaan van procureur Moinil. Het is heel belangrijk om te wijzen op de oorzaken van de acties, namelijk de enorme frustraties bij de magistratuur. Het is begrijpelijk want er is geen duurzame langetermijnvisie op Justitie.

 

Er zijn enkel beleidsflarden tussen verkiezingen enerzijds: incidenten, begrotingscontrole. Het is heel belangrijk dat er gewerkt wordt aan alle wantoestanden binnen Justitie – ze kwamen gisteren uitvoerig aanbod tijdens de bespreking van de beleidsnota. Het is heel belangrijk om te wijzen op het feit dat er absoluut onvoldoende budgetten zijn om alles op te lossen, alsook voor alle noden binnen Justitie.

 

Ons standpunt is heel duidelijk. Justitie krijgt meer middelen. Ik heb geen probleem om dat toe te geven, maar als er 4 miljard euro per jaar kan worden vrijgemaakt voor Defensie – waarover ik geen oordeel vel – dan mogen minstens dezelfde middelen worden vrijgemaakt voor Justitie en de politie.

 

Mijnheer de voorzitter, de magistratuur vraagt u ook met hoogdringendheid om een constructieve dialoog te organiseren met alle betrokken partijen: magistratuur, regering en (…)

 

De voorzitter: Ik hoop dat we geen cruciale zaken missen, mevrouw Dillen. Ik heb het eerste deel van uw tussenkomst al gehoord, dus ik vermoed dat het wel zal meevallen.

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

75

Oui

Nee

65

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

141

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.

 

23 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van:

- de heer Ridouane Chahid over "Het geweld in de marge van de Belgische bekerfinale voetbal" (nr. 40)

- de heer François De Smet over "Het hooliganisme in de aanloop naar de finale van de Beker van België" (nr. 42)

- de heer Ortwin Depoortere over "Het geweld in Brussel bij de bekerfinale voetbal en de daaropvolgende rellen" (nr. 43)

- mevrouw Rajae Maouane over "Het geweld in de marge van de finale van de Beker van België" (nr. 44)

- de heer Matti Vandemaele over "Het extreemrechtse (voetbal)geweld en de dringende nood aan actie" (nr. 45)

- de heer Julien Ribaudo over "Het racistische geweld in Brussel" (nr. 47)

23 Motions déposées en conclusion des interpellations de:

- M. Ridouane Chahid sur "Les violences en marge de la finale de la Coupe de Belgique" (n° 40)

- M. François De Smet sur "Les faits de hooliganisme en amont de la finale de la Coupe de Belgique" (n° 42)

- M. Ortwin Depoortere sur "Les violences à Bruxelles lors de la finale de la Coupe de Belgique et les émeutes qui ont suivi" (n° 43)

- Mme Rajae Maouane sur "Les violences en marge de la finale de la Coupe de Belgique" (n° 44)

- M. Matti Vandemaele sur "La violence liée à l'extrême droite (et au football) et les initiatives à prendre d'urgence" (n° 45)

- M. Julien Ribaudo sur "Les violences racistes à Bruxelles" (n° 47)

 

Deze interpellaties werden gehouden in de openbare vergadering van de plenaire vergadering van vandaag.

Ces interpellations ont été développées en réunion publique de la séance plénière de ce jour.

 

Vier moties werden ingediend (MOT nr. 40/1):

- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Ridouane Chahid;

- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Ortwin Depoortere;

- een derde motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Julien Ribaudo;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Benoît Piedboeuf.

Quatre motions ont été déposées (MOT n° 30/1):

- une première motion de recommandation a été déposée par M. Ridouane Chahid;

- une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Ortwin Depoortere;

- une troisième motion de recommandation a été déposée par M. Julien Ribaudo;

- une motion pure et simple a été déposée par M. Benoît Piedboeuf.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

75

Oui

Nee

65

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

141

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.

 

24 Wetsvoorstel houdende titel 1 "Persoonlijke zekerheden" van boek 9 "Zekerheden" van het Burgerlijk Wetboek (261/4)

24 Proposition de loi portant le titre 1er "Les sûretés personnelles" du livre 9 "Les sûretés" du Code civil (261/4)

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

111

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

30

Abstentions

Totaal

141

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale.

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

25 Wetsvoorstel houdende diverse bepalingen inzake kernenergie, teneinde de elektriciteits­bevoorradings­zekerheid te waarborgen en de energiemixkosten in de hand te houden (318/9)

25 Proposition de loi portant diverses dispositions en matière d'énergie nucléaire et visant à garantir la sécurité d'approvisionnement en électricité et la maîtrise des coûts du mix électrique (318/9)

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

102

Oui

Nee

8

Non

Onthoudingen

31

Abstentions

Totaal

141

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale.

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

26 Goedkeuring van de agenda

26 Adoption de l’ordre du jour

 

We moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van 22 mei 2025.

Nous devons procéder à l'approbation de l'ordre du jour de la séance du 22 mai 2025.

 

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

 

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 22 mei 2025 om 14.15 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 22 mai 2025 à 14 h 15.

 

De vergadering wordt gesloten om 20.14 uur.

La séance est levée à 20 h 14.

 

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 56 PLEN 042 bijlage.

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 56 PLEN 042 annexe.

 


DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN

DETAIL DES VOTES NOMINATIFS

Vote nominatif - Naamstemming: 1

 

Oui

75

Ja

 

Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Buysrogge Peter, Cornillie Hervé, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Deborsu Charlotte, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, Dethier Simon, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Hansez Isabelle, Jadoul Pierre, Kompany Pierre, Lamarti Fatima, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Lejeune Marc, Lutgen Benoît, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Michel Mathieu, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Tas Niels, Taton Julie, Tourneur Aurore, Truyman Lieve, Vandeberg Victoria, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Van Hoof Els, Van Keymolen Phaedra, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verkeyn Charlotte, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain

 

 

Non

65

Nee

 

Aerts Staf, Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bayet Hugues, Bertrand Alexia, Bilmez Kemal, Boukili Nabil, Bury Katleen, Chahid Ridouane, Coenegrachts Steven, Courard Philippe, Daems Greet, Daerden Frédéric, D'Amico Roberto, De Croo Alexander, Dedonder Ludivine, De Knop Irina, Depoortere Ortwin, Dermagne Pierre-Yves, Désir Caroline, De Smet François, De Sutter Petra, De Witte Kim, Dillen Marijke, Eggermont Natalie, Hedebouw Raoul, Huybrechts Britt, Jacquet Farah, Keuten Dieter, Lacroix Christophe, Legasse Dimitri, Magnette Paul, Maouane Rajae, Merckx Sofie, Mertens Peter, Meunier Marie, Moons Kurt, Mutyebele Ngoi Lydia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Ribaudo Julien, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tonniau Robin, Troosters Frank, Van Belleghem Francesca, Vanbesien Dieter, Van den Bosch Annik, Vander Elst Kjell, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Quickenborne Vincent, Van Tigchelt Paul, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter, Yigit Ayse

 

 

Abstentions

1

Onthoudingen

 

Vandemaele Matti

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 2

 

Oui

75

Ja

 

Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Buysrogge Peter, Cornillie Hervé, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Deborsu Charlotte, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, Dethier Simon, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Hansez Isabelle, Jadoul Pierre, Kompany Pierre, Lamarti Fatima, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Lejeune Marc, Lutgen Benoît, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Michel Mathieu, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Tas Niels, Taton Julie, Tourneur Aurore, Truyman Lieve, Vandeberg Victoria, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Van Hoof Els, Van Keymolen Phaedra, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verkeyn Charlotte, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain

 

 

Non

65

Nee

 

Aerts Staf, Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bayet Hugues, Bertrand Alexia, Bilmez Kemal, Boukili Nabil, Bury Katleen, Chahid Ridouane, Coenegrachts Steven, Courard Philippe, Daems Greet, Daerden Frédéric, D'Amico Roberto, De Croo Alexander, Dedonder Ludivine, De Knop Irina, Depoortere Ortwin, Dermagne Pierre-Yves, Désir Caroline, De Smet François, De Sutter Petra, De Witte Kim, Dillen Marijke, Eggermont Natalie, Hedebouw Raoul, Huybrechts Britt, Jacquet Farah, Keuten Dieter, Lacroix Christophe, Legasse Dimitri, Magnette Paul, Maouane Rajae, Merckx Sofie, Mertens Peter, Meunier Marie, Moons Kurt, Mutyebele Ngoi Lydia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Ribaudo Julien, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tonniau Robin, Troosters Frank, Van Belleghem Francesca, Vanbesien Dieter, Van den Bosch Annik, Vander Elst Kjell, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Quickenborne Vincent, Van Tigchelt Paul, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter, Yigit Ayse

 

 

Abstentions

1

Onthoudingen

 

Vandemaele Matti

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 3

 

Oui

111

Ja

 

Aerts Staf, Almaci Meyrem, Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bertrand Alexia, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Coenegrachts Steven, Cornillie Hervé, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Deborsu Charlotte, De Croo Alexander, De Knop Irina, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoortere Ortwin, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Smet François, De Sutter Petra, Dethier Simon, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Hansez Isabelle, Huybrechts Britt, Jadoul Pierre, Keuten Dieter, Kompany Pierre, Lamarti Fatima, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Lejeune Marc, Lutgen Benoît, Maouane Rajae, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Michel Mathieu, Moons Kurt, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Pas Barbara, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Ponthier Annick, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Sneppe Dominiek, Soete Jeroen, Somers Werner, Tas Niels, Taton Julie, Tourneur Aurore, Troosters Frank, Truyman Lieve, Van Belleghem Francesca, Vanbesien Dieter, Vandeberg Victoria, Vandemaele Matti, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Vander Elst Kjell, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hoecke Alexander, Van Hoof Els, Van Keymolen Phaedra, Van Lommel Reccino, Van Quickenborne Vincent, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Tigchelt Paul, Van Vaerenbergh Kristien, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Verkeyn Charlotte, Vermeersch Wouter, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain

 

 

Non

0

Nee

 

 

 

 

Abstentions

30

Onthoudingen

 

Aouasti Khalil, Bayet Hugues, Bilmez Kemal, Boukili Nabil, Chahid Ridouane, Courard Philippe, Daems Greet, Daerden Frédéric, D'Amico Roberto, Dedonder Ludivine, Dermagne Pierre-Yves, Désir Caroline, De Witte Kim, Eggermont Natalie, Hedebouw Raoul, Jacquet Farah, Lacroix Christophe, Legasse Dimitri, Magnette Paul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Meunier Marie, Mutyebele Ngoi Lydia, Prévot Patrick, Ribaudo Julien, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tonniau Robin, Van den Bosch Annik, Yigit Ayse

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 4

 

Oui

102

Ja

 

Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bertrand Alexia, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Coenegrachts Steven, Cornillie Hervé, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Deborsu Charlotte, De Croo Alexander, De Knop Irina, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoortere Ortwin, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Smet François, Dethier Simon, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Hansez Isabelle, Huybrechts Britt, Jadoul Pierre, Keuten Dieter, Kompany Pierre, Lamarti Fatima, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Lejeune Marc, Lutgen Benoît, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Michel Mathieu, Moons Kurt, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Pas Barbara, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Ponthier Annick, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Sneppe Dominiek, Soete Jeroen, Somers Werner, Tas Niels, Taton Julie, Tourneur Aurore, Troosters Frank, Truyman Lieve, Van Belleghem Francesca, Vandeberg Victoria, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Vander Elst Kjell, Van Hoecke Alexander, Van Hoof Els, Van Keymolen Phaedra, Van Lommel Reccino, Van Quickenborne Vincent, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Tigchelt Paul, Van Vaerenbergh Kristien, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Verkeyn Charlotte, Vermeersch Wouter, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain

 

 

Non

8

Nee

 

Aerts Staf, Almaci Meyrem, De Sutter Petra, Maouane Rajae, Schlitz Sarah, Vanbesien Dieter, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan

 

 

Abstentions

31

Onthoudingen

 

Aouasti Khalil, Bayet Hugues, Bilmez Kemal, Boukili Nabil, Chahid Ridouane, Courard Philippe, Daems Greet, Daerden Frédéric, D'Amico Roberto, Dedonder Ludivine, Dermagne Pierre-Yves, Désir Caroline, De Witte Kim, Eggermont Natalie, Hedebouw Raoul, Jacquet Farah, Lacroix Christophe, Legasse Dimitri, Magnette Paul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Meunier Marie, Mutyebele Ngoi Lydia, Prévot Patrick, Ribaudo Julien, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tonniau Robin, Vandemaele Matti, Van den Bosch Annik, Yigit Ayse