Plenumvergadering |
Séance
plénière |
van Donderdag 9 oktober 2025 Namiddag ______ |
du Jeudi 9 octobre
2025 Après-midi ______ |
De vergadering wordt geopend om 14.16 uur en voorgezeten door de heer Peter De Roover, voorzitter.
La séance est ouverte à 14 h 16 et présidée par M. Peter De Roover, président.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est
ouverte.
Een reeks
mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U
kunt die terugvinden op de webstek van de Kamer en in het integraal verslag van
deze vergadering of in de bijlage ervan.
Une série
de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans
le compte rendu intégral de cette séance ou son annexe.
Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Bart De
Wever.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 8 oktober 2025 hebt u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 8 octobre 2025, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.
Zijn er
dienaangaande opmerkingen?
Y a-t-il une observation à ce sujet?
Motion de modification
de l'ordre du jour
01.01 Axel Ronse (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wil u vragen om overeenkomstig artikel 17, nr. 3, van het Reglement de agenda te wijzigen en het volgende aan de dagorde toe te voegen: het wetsontwerp nr. 1048 en het wetsvoorstel nr. 949.
De voorzitter:
Een motie werd ingediend door de heer Axel Ronse en luidt als volgt:
"Overeenkomstig artikel 17, nr. 3, van het Reglement vragen we de toevoeging aan de agenda van de plenaire vergadering van:
- het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 19 maart 2023 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wat betreft het inreis-uitreissysteem, nr. 1048/1-3;
- het wetsvoorstel betreffende het versturen van een sensibiliseringsbrief inzake de uitdagingen op het vlak van veiligheid waarvoor de toegang tot bepaalde informatiegegevens van het Rijksregister van natuurlijke personen door het ministerie van Landsverdediging noodzakelijk is, nr. 949/1-9."
Une motion a été déposée par M. Axel Ronse et est libellée comme suit:
"Conformément à l’article 17, n° 3, du Règlement, nous demandons l'ajout à l'ordre du jour de la séance plénière:
- du projet de loi modifiant la loi du 19 mars 2023 modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, en ce qui concerne le système d'entrée/sortie, n° 1048/1-3;
- de la proposition de loi relative à l’envoi d’une lettre de sensibilisation aux enjeux sécuritaires pour lequel l’accès à certaines informations du Registre national des personnes physiques par le ministère de la Défense est nécessaire, n° 949/1-9."
Zijn er 50 collega’s die het verzoek steunen om dat in overweging te nemen?
Ten minste een derde van de leden steunt de vraag.
Au moins un tiers des membres soutient la demande.
Bijgevolg open ik het debat over die vraag. Vraagt iemand het woord hierover?
01.02 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Monsieur le président, ne votons-nous pas sur la demande de M. Ronse?
De voorzitter:
Ik stel u voor om ons over deze motie uit te spreken.
Je vous propose de nous prononcer sur cette motion.
De motie tot agendawijziging wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
La motion de modification de l’ordre du jour est approuvée par assis et levé.
Dienvolgens neemt de Kamer de agendawijziging aan: het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 19 maart 2023 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wat betreft het inreis-uitreissysteem (nr. 1048) en het wetsvoorstel (Peter Buysrogge, Luc Frank, Mathieu Michel, Axel Weydts, Koen Van den Heuvel) betreffende het versturen van een sensibiliseringsbrief inzake de uitdagingen op het vlak van veiligheid waarvoor de toegang tot bepaalde informatiegegevens van het Rijksregister van natuurlijke personen door het ministerie van Landsverdediging noodzakelijk is (nr. 949) worden toegevoegd aan de agenda.
En conséquence, la Chambre adopte la modification de l’ordre du jour: le projet de loi modifiant la loi du 19 mars 2023 modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, en ce qui concerne le système d'entrée/sortie (n° 1048) et la proposition de loi (Peter Buysrogge, Luc Frank, Mathieu Michel, Axel Weydts, Koen Van den Heuvel) relative à l'envoi d'une lettre de sensibilisation aux enjeux sécuritaires pour lequel l'accès à certaines informations du Registre national des personnes physiques par le ministère de la Défense est nécessaire (n° 949) sont ajoutés à l’ordre du jour.
Communication
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 8 oktober 2025 stel ik twee zaken voor:
1° dat de sprekers pas het woord nemen van zodra de aftelklok effectief start;
2° dat de ministers het woord nemen volgens de orde van voorrang tenzij er op voorhand valabele redenen werden meegedeeld om hiervan af te wijken.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 8 octobre 2025, je propose deux choses :
1° que les orateurs ne prennent la parole que quand l’horloge commence effectivement ;
2° que les ministres prennent la parole selon l'ordre de préséance, à moins que des raisons valables d’y déroger aient été communiquées à l'avance.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
02.01 Pierre-Yves Dermagne (PS): Monsieur le premier ministre, alors que les partis de votre majorité ont fait campagne, il y a un peu moins d'un an, sur des promesses d'augmentation des salaires et du pouvoir d'achat de la population, sur le nécessaire réinvestissement dans la médecine et nos soins de santé, ces mêmes partis, quelques mois seulement après les élections, ont décidé de bloquer les salaires, de supprimer les primes de nuit pour les travailleurs nocturnes, de raboter les pensions, d'augmenter les prix des médicaments et des visites chez le médecin ou encore, très récemment, de supprimer les budgets visant à la lutte contre la pauvreté.
Aujourd'hui, monsieur le premier ministre, ce n'est pas un col hors catégorie que vous venez de franchir. C'est un sommet! Un sommet de provocation et de déconnexion par rapport aux réalités vécues par une grande partie de notre population. Alors que le prix du caddie explose, alors que de nombreuses familles ont du mal à joindre les deux bouts, alors que de nombreuses mamans solos peinent à garder la tête hors de l'eau, vous, le premier ministre de ce gouvernement MR-N-VA-Les Engagés, proposez un saut d'index. Un saut d'index et une augmentation de la TVA sur les aliments!
Provocation et déconnexion! Provocation, car vous vous attaquez une nouvelle fois au meilleur rempart contre la vie chère: l'indexation automatique des salaires et des allocations sociales. Déconnexion, en proposant d'augmenter le prix de certains aliments alors que le prix du caddie ne cesse de flamber, monsieur le premier ministre. Et, au même moment, nous apprenons que la richesse des milliardaires européens a bondi de 400 milliards d'euros en moins de six mois!
Provocation, déconnexion et injustice, monsieur le premier ministre. Il est temps d'entendre les préoccupations de la population. Il est temps d'enfin prendre (…)
02.02 Barbara Pas (VB): Mijnheer de premier, u wilt de welvaartsstaat redden. Wel, wij delen die ambitie. U zegt dat u een werkzaamheidsgraad van 80 % wilt. Wel, dat is een goede ambitie. Dat willen wij ook.
U negeert echter iets compleet. Vlaanderen heeft al een werkzaamheidsgraad van nagenoeg 80 %. Uit studies van de UGent — u was deze week nog in de stad van licht en liefde — blijkt dat meer dan 44 % van de niet-Europese vreemdelingen in dit land inactief is: ze werken niet en zoeken geen werk. De autochtone Vlaming behaalt dus los die werkzaamheidsgraad van 80 %, mijnheer de premier. Die Vlaming, die al bij de hoogste belastingen ter wereld betaalt, vraagt u nog eens extra inspanningen.
Dankzij doelgerichte lekken weten we dat u eraan denkt de Vlaming te treffen met een indexsprong. Dat zou zorgen voor een lager nettoloon en minder koopkracht. Zeven op de tien Vlamingen geven nu al aan dat hun koopkracht is verslechterd sinds het aantreden van uw regering en toch denkt u eraan dezelfde Vlaming te treffen met btw-verhogingen. Is de winkelkar nog niet duur genoeg? Is de energiefactuur nog niet hoog genoeg? Is de renovatie die u aan de overkant verplicht stelt, nog niet duur genoeg?
U zult wellicht antwoorden dat het nog te vroeg is en dat alles nog beslist moet worden, maar u legt het wel op tafel, mijnheer de premier. Ik vraag u te stoppen met het vragen van extra inspanningen aan de Vlaming, omdat hij al meer dan genoeg heeft bijgedragen. Ik vraag u andere besparingen op tafel te leggen. Wilt u beknibbelen op ontwikkelingssamenwerking, op klimaatfinanciering, op de migratiefactuur of op het politiek systeem? Ik (…)
02.03 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, u wilt opnieuw geld halen uit de zakken van de werknemers van dit land. Waarom haalt u het niet rechtstreeks uit uw eigen zakken, bij de politiek of bij de superrijken? Doe dat toch! Waarom haalt u het altijd bij de mensen?
De mensen zeggen dat ze een groot probleem hebben met hun koopkracht en de eerste minister stelt een indexsprong voor. De mensen zeggen dat ze hun winkelkar niet meer kunnen betalen en de eerste minister wil de btw verhogen. De mensen zeggen dat ze hun geneesmiddelen niet meer kunnen betalen en de eerste minister wil in de zorg snoeien. Mijnheer de eerste minister, waarmee bent u bezig?
Onder ons gezegd – hier luistert toch niemand mee – die indexsprong is toch een van de truken van de foor, mijnheer de eerste minister? U weet zelf ook dat die er niet zal komen. Vooruit zal kunnen zeggen dat het tegen de indexsprong is, maar de rest van uw maatregelen zal er wel komen. Die 150 tot 200 euro minder voor gepensioneerden, dat gaat door. Langdurig zieken aanpakken, dat gaat door. De openbare diensten aanvallen, dat gaat door. Alles gaat door.
U luistert niet, mijnheer de eerste minister.
Ik zeg u duidelijk: uw truken van de foor zullen niet werken. Wij zeggen duidelijk, mijnheer de eerste minister, dat wat u nu doet, betekent dat de mensen opnieuw de rekening zullen moeten betalen. Dat kan niet. De gepensioneerden vragen om tot 67 jaar te werken met een malus, dat kan niet en dat mag niet doorgaan.
Uw probleem, mijnheer de minister, is dat er dinsdag een keigrote betoging zal plaatsvinden. Daarom lukt het u niet een akkoord te sluiten. U voelt dat de woede bij de mensen groot is, omdat u hen opnieuw wilt doen betalen. U zegt dat er geen alternatief is, maar dat is er duidelijk wel. Waarom haalt u het geld niet bij de superrijken? Waarom haalt u het altijd bij de werkende mensen? Dat is de vraag waarop ik nu een antwoord wil, mijnheer de eerste minister.
02.04 François De Smet (DéFI): Monsieur le premier ministre, à ce stade, il n’y a qu’une seule quasi-certitude, c'est que, mardi prochain, vous vous présenterez ici très probablement sans budget. Dans un sens, c'est peut-être une bonne nouvelle, vu ce qu'on entend et ce qui circule.
D'abord, vous n'êtes toujours pas d'accord entre vous sur l'ampleur de l'effort à fournir. Est-ce que ce sera 20 milliards d’euros sur la législature? Est-ce que ce sera 16 milliards d’euros, comme le demande votre ministre du Budget, ou 8 ou 10 milliards d’euros tout de suite, comme le demandent d'autres? On ne connaît pas le réel objectif budgétaire de cet exercice.
Ensuite, sans doute afin de créer un climat de confiance avec vos partenaires et de rassurer la population, vous avez choisi de mettre sur la table deux mesures extrêmement "rassembleuses" et "rassurantes", que sont le saut d'index et l'augmentation de la TVA sur les biens de première nécessité. On connaît tous la technique consistant à lancer des ballons d'essai, à attendre qu'ils retombent et à voir comment réagissent les partenaires.
On a appris des choses. Pour ce qui est du saut d'index, on a vu que le MR est d'accord, tant que cela ne touche que les allocataires sociaux. Chez Les Engagés, c'est encore mieux. Ils ne sont pas contre, ils ne sont pas pour non plus. On verra. Cela dépendra sans doute du résultat des négociations. Mais personne ne peut nier, monsieur le premier ministre, que tout le monde devra faire des efforts.
Mais, pour que ces efforts soient compris comme justes, il faut qu'ils ne touchent pas seulement les plus démunis. Or c'est malheureusement le chemin que vous empruntez. D'autant plus que, pendant ce temps-là, on apprend aussi via votre ministre du Budget, que votre gouvernement n'est pas fichu de faire rentrer correctement les recettes fiscales. C'est ce qui fait l'objet de ma deuxième question.
Monsieur le premier ministre, avant d'aller chercher l'argent dans les poches des plus précarisés, ne feriez-vous pas en sorte que les recettes fiscales qui ne rentrent pas suffisamment, à cause d'une lutte insuffisante contre la fraude et d'une ingénierie fiscale que vous favorisez, rentrent davantage? Voilà ce qui serait beaucoup plus juste.
02.05 Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de premier, de Belg wordt geboren met een baksteen in de maag. Dat weet u ook. Dat is altijd zo geweest. Voor velen is het een droom om een huis te bouwen of te kopen en daarna te renoveren. Mensen werken en sparen daarvoor.
Die droom verandert in een nachtmerrie, mijnheer de premier. Eerst moet men maandenlang op een vergunning wachten. Men krijgt in dit land geen twee stenen op elkaar. Als men dan toch aan de slag kan, veranderen de regels in het midden van het traject. Dat is pure contractbreuk, mijnheer de premier. Het is een arizonagewoonte. Verbouwpremies worden door uw Vlaamse collega's afgeschaft.
Mijnheer de premier, u viseert de kleine zelfstandige die investeert in een appartementje voor later en die daarvoor leent. Hij krijgt een extra factuur. Wat horen al die mensen vandaag? Dat de btw gaat stijgen, dat u de btw wil verhogen.
Ik ga u zeggen wat dat concreet betekent. Iemand die een starterswoning koopt en die voor 300.000 euro verbouwt, gaat een extra factuur van 10.000 euro krijgen. Gaat u zo bouwen en verbouwen stimuleren in ons land? Hoeveel keer zult u die mensen nog in het vizier nemen? Dat is mijn vraag, mijnheer de premier.
02.06 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de premier, het is weer de tijd van de ballonnetjes. De laatste dagen zijn er veel opgelaten en u laat die voorzitters maar doen, maar ondertussen legt u uw voorstellen op tafel: indexsprong, verhoging btw en verlaging van de groeinorm in de gezondheidszorg.
Dat zijn allemaal voorstellen waarbij de gewone mens betaalt. Die staat voor een duurdere winkelkar, het brood wordt duurder, terwijl op restaurant gaan goedkoper wordt. De indexsprong zorgt voor minder loon en minder pensioen, terwijl de winkelkar duurder wordt. Besparen op de gezondheidszorg betekent meer betalen bij de dokter. U wilt het geld halen bij de mensen die het vaak al niet breed hebben. U zit weer in de verkeerde zakken.
Mijnheer de premier, ik ben er zeker van dat u het laatste rapport van het Monitoringcomité hebt gelezen. Bent u dan niets vergeten in de voorstellen die u op tafel legt? Er zit een enorm gat in de begroting en het probleem is dat er ook een groot lek is aan de inkomstenzijde. Flexi-jobs zorgen immers voor minder inkomsten voor de sociale zekerheid en voor de fiscus en door het misbruik van managementvennootschappen ontsnappen rijke mensen aan het betalen van een eerlijke bijdrage. Zo wordt het gat in de begroting nog groter.
Dat zal ook het geval zijn door misbruik van het fiscaal voordeel van auteursrechten dat uw regering nog wil uitbreiden, maar daarover zwijgt u. Om het gat in de begroting te dichten, ziet u maar een oplossing en dat is niet op zoek gaan naar de oorzaken van het lek, maar wel besparen op de kap van de gewone mensen. De laagste inkomens mogen betalen. Zij moeten betalen, betalen, betalen. Zult u ook voorstellen formuleren om de lekken aan de inkomstenzijde te dichten?
02.07 Bart De Wever, premier ministre: Merci, chers collègues, pour les questions.
Notre gouvernement a débuté avec un budget qui, à politique inchangée, aurait évolué vers un déficit fédéral de 6 % du PIB en 2029, soit 43 milliards d'euros de déficit. Selon le Comité de monitoring, les réformes de ce gouvernement ont déjà amélioré cette prévision structurellement de 0,5 % du PIB d'ici 2029, soit environ 4 milliards d'euros par an.
Sur l'ensemble de la législature, l'accumulation de la dette diminue déjà de 15 milliards d'euros grâce aux réformes décidées. C'est de l'argent que nous n'aurons plus à rembourser plus tard. Et cela, malgré les investissements supplémentaires nécessaires dans la défense qu'on n'avait pas prévus; malgré la réduction d'impôts prévue pour les personnes qui travaillent; malgré les tensions géopolitiques qui pèsent sur la croissance économique; malgré la hausse des charges d'intérêts, tout en tenant peu compte des effets de retour que généreront ces réformes.
Op lange termijn werken die hervormingen nog een hele tijd forser door en realiseren we een structurele verbetering van meerdere procenten van het bbp, wat tientallen miljarden euro’s per jaar betekent. Daar is geen twijfel over. Sociale hervormingen vergen tijd om te renderen. De rit bergop is volgens mij ingezet. Dat was ook hoog tijd, al moeten we nu op korte termijn stevig op de pedalen duwen om ons uit het vizier van de internationale markten te houden en om zeker uit de slipstream van Frankrijk te blijven.
Je sais, monsieur Dermagne, que vous êtes un
peu rattachiste dans votre cœur mais, pour l'instant, je pense que nous ferions
mieux de nous éloigner de la situation française. Pour l'instant, du moins.
Daarom zoek ik nu als eerste minister naar een consensus over maatregelen om het kortetermijnsaldo fors te verbeteren. Dat is echt noodzakelijk, als we het zuurverdiende belastinggeld van de bevolking op korte termijn of op iets langere termijn – al vrees ik dat het snel zal gaan – niet willen zien verdwijnen naar rente op onze schuld.
Dat is een reëel gevaar. De rentekoers van onze staatsobligaties is in het voorbije jaar al met een zevende gestegen. Morgen komt het ratingbureau Moody’s met een rapport. Ik hoop dat we dankzij de hervormingen die we al in gang hebben gezet, geloofwaardigheid en respijt krijgen, in afwachting van de nieuwe maatregelen, die we nog zullen moeten nemen. Het signaal dat we morgen zeker zullen krijgen, zal alleszins zijn dat we niet mogen afwachten.
Nu geen extra inspanningen leveren zou dus schuldig verzuim zijn. Het zou ons ook niets opleveren. Het zou ons alleen dieper in de problemen brengen. We zouden het bedrag dat we nu moeten saneren, morgen in rente moeten weggeven, in omstandigheden die nog veel slechter zijn dan dewelke waarmee we vandaag al worden geconfronteerd. Er is dus geen keuze. Er is geen alternatief. Wat we nu niet besparen, zullen we aan de financiële markten moeten betalen. En dan nog zullen we op dat moment een inspanning moeten doen in omstandigheden die veel moeilijker zijn. Dat is hoe rentesneeuwballen nu eenmaal werken. Wie iets ouder is en de jaren 80 nog actief beleefd heeft, weet wat dat is. L’effet boule de neige, dat is verschrikkelijk; daar wil men niet onder terechtkomen.
De onderhandelingen, die we nu voeren, zijn dus cruciaal. Ze zijn noodzakelijk. Om ze alle kansen te geven - dit wist u al op voorhand -, zal ik naar de buitenwereld – daar behoort de oppositie ook toe – en naar de pers die hier buiten staat, de discretie handhaven.
Het is belangrijk dat de onderhandelende partijen weten dat ze mij voorstellen kunnen doen en dat ik die hier niet kenbaar zal maken. Ik zal dan ook geen commentaar geven over de lopende onderhandelingen. Ik geef prioriteit aan het halen van een resultaat op een zo kort mogelijke termijn.
J'en appelle aux partis de la majorité à accorder la même priorité. Je comprends que ce n'est pas facile, que cela demande du courage, mais c'est pour cela que nous avons été élus: pour assumer nos responsabilités et réaliser l'assainissement le plus difficile de ce siècle.
Montrons donc aussi vite que possible aux marchés internationaux que notre pays fait ce qu'il faut pour retrouver une santé financière solide. L'accord que nous conclurons à cet effet, je viendrai le défendre ici, en toute transparence et avec plaisir. Je vous remercie.
02.08 Pierre-Yves Dermagne (PS): Monsieur le premier ministre, la doctrine de votre gouvernement se résume en deux mots: mensonges et trahisons.
Cinq cents euros de plus pour les travailleurs: mensonge. Amélioration du pouvoir d'achat: mensonge. Réduction de l'écart de pension entre les hommes et les femmes: mensonge. Faire de la santé une priorité: mensonge. Améliorer la vie des familles: mensonge. Ne pas toucher à l'index: mensonge. Parce que bidouiller, c'est tromper.
À la place, monsieur le premier ministre, ce sont des trahisons. Des trahisons pour les travailleurs qui travaillent la nuit et qui vont perdre leurs primes; pour les militaires, les cheminots et les enseignants qui travailleront plus longtemps; pour les pensionnés qui voient leur pension diminuer; pour les travailleurs qui vont travailler plus pour gagner moins; et trahison pour les femmes qui sont les premières victimes de vos politiques de régression sociale, monsieur le premier ministre.
02.09 Barbara Pas (VB): De regering ging budgettair orde op zaken stellen. Dat is boerenbedrog, want zelfs uw streefdoel nu blijft een tekort. Daarvoor hebt u al uw communautaire en andere beloftes ingeslikt. U belooft tegen 2029 100 euro meer netto. Dat is boerenbedrog. Met alle maatregelen die nu op tafel liggen, neemt u koopkracht nu al af en niet in 2029.
Mijnheer de premier, bespaar op de politiek. Bespaar op de migratiefactuur. Bespaar op de miljardenbijdrage aan de Europese Unie, op ontwikkelingssamenwerking, op klimaatfinanciering, in de plaats van te besparen op diezelfde Vlamingen, die alweer de hoogste belastingen betalen. U lacht ermee, maar u blijft hen laten betalen om de Waalse en Brusselse putten te blijven vullen. Als u dat doet, rijdt u helemaal niet naar omhoog, maar gaat u heel snel de dieperik in.
02.10 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB):
Monsieur le premier ministre, non, ce ne sont pas de bonnes idées! Quelles idées!
Aujourd'hui les gens ont un tel problème de pouvoir d’achat, et vous proposez
un saut d’index. Les gens rencontrent des problèmes pour aller faire les
courses, et que proposez-vous? Augmenter la TVA. Mais dans quelle bulle
vivez-vous, monsieur le ministre? C’est fou.
Dat is gewoon crazy.
Mijnheer de eerste minister, hier in de plenaire vergadering moet worden gezegd wie die putten heeft gegraven in het verleden. U hebt dat gedaan. U hebt een ongefinancierde taxshift van 8 miljard euro ingevoerd. Waarom hebt u dat gedaan? Op die vraag hebt u een paar jaar geleden geantwoord. U verklaarde toen dat u die taxshift niet zou financieren omdat het een infernale besparingslogica op gang zou brengen. Dat is de strategie van rechts, putten graven met een graafmachine en vervolgens de gepensioneerden doen betalen. Dat is de bewuste strategie van de N-VA. Daarom zijn de mensen zo kwaad. Ga het geld halen bij de superrijken en niet bij de gewone mensen.
Aan Vooruit vraag ik duidelijk om zich niet
op de borst te kloppen dat de partij de index alweer heeft gered. Zij moet gewoon de (…)
02.11 François De Smet (DéFI): Monsieur le premier ministre, je vous remercie de vos réponses.
L'aspect essentiel me semble la fin de votre intervention. Dans votre appel à vos partenaires, vous avez dit qu'il fallait fournir des efforts pour les marchés – non pour les citoyens, mais pour les marchés. Nous voyons que votre priorité se situe là.
Bien évidemment, nous ne vous demandons pas
d'abattre toutes vos cartes de négociation, mais vous n'avez pas démenti que le
saut d'index était envisagé. Il faut donc considérer qu'il est toujours sur la
table. Vous n'avez pas démenti non plus qu'une hausse de la TVA sur les biens
de première nécessité et de consommation était possible. Il faut donc
considérer qu'elle est toujours sur la table. Nous pouvons donc nous attendre
absolument à tout avec votre budget. Nous resterons évidemment très vigilants.
02.12 Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de premier, tot nu toe waren het uw ministers, die proefballonnen oplieten. Nu stelt u zelf voor om de btw te verhogen. Dat is precies het probleem. Telkens opnieuw is het de middenklasse die de arizonafactuur moet betalen. We moeten onze burgers net aanmoedigen om te bouwen en te verbouwen. U doet net het tegenovergestelde. Waar hebben die mensen dat eigenlijk aan verdiend? Mijnheer de premier, het is duidelijk: BDW is vandaag btw.
02.13 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Dank u wel, mijnheer de premier, voor de samenvatting van uw lezing in Gent. Uw nietszeggende antwoord heeft ons allerminst gerustgesteld. Ondanks dat u daarnet een bril kreeg, blijft u blind voor het jongste rapport van het monitoringcomité, dat stelt dat het probleem zich aan de inkomstenzijde bevindt.
U blijft blind voor het feit dat flexi-jobs vandaag niet worden gebruikt waarvoor ze oorspronkelijk waren bedoeld.
U blijft blind voor het misbruik van managementvennootschappen en auteursrechten. Dat is geen verrassing, want daarvan profiteren de hoogste inkomens.
U blijft blind voor de duurdere winkelkar, die het gevolg zal zijn van de maatregelen die u voorstelt.
U blijft blind voor de oproep van zoveel mensen tot een rechtvaardigere bijdrage van de sterkste schouders. De sterkste schouders worden, opnieuw, volledig ontzien.
Mijnheer de premier, volgende week vindt en grote betoging plaats. Duizenden mensen zullen de straat opgaan. Ik stel voor dat u en uw regering eens goed naar hen luisteren. U hebt nog tijd, want dinsdag zult u nog niet klaar zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03.01 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de premier, het is ongeveer zes maanden geleden dat ik u hier heb gevraagd om Brussel onder curatele te plaatsen. U hebt toen geantwoord dat dat juridisch niet mogelijk was gezien de staatshervorming en dat u enkel kon ingrijpen als het gewest geld zou vragen. Mijnheer de premier, nood breekt wet.
Volgens Eurostat is Brussel niet alleen de criminele hoofdstad van Europa, maar nu ook de sjoemelhoofdstad van Europa. Terwijl u vraagt om de broekriem aan te spannen, gooit men in Brussel het geld door ramen en deuren. Ze gooien het geld in Molenbeek in de Zenne en wachten in Schaarbeek tot het boven komt drijven, maar het komt niet boven drijven.
Wat de Brusselse regering een creatieve
boekhouding noemt, is in feite zuivere oplichting, collega's. Ik geef enkele
voorbeelden: het negeren en onderwaarderen van bestaande schulden, het
meetellen van toekomstige leningen zonder zekerheid dat men ze zal krijgen –
voor een bedrag van 1 miljard euro – en het meetellen van toekomstige,
niet-opgevraagde kredieten bij de Europese Investeringsbank als liquiditeiten. Heren van de PS, mijnheer Dermagne, il
faut calculer, ce sont des mensonges, des mensonges, comme vous avez dit
tantôt.
Het tekort bedraagt niet 1,2 miljard euro, zoals bedrogen werd voorgesteld, maar tussen 1,6 en 2 miljard euro op amper 6,5 miljard euro aan uitgaven. En maar liegen en maar liegen – met een schuldenberg van 15,6 miljard euro. Kortom, dat is fraude en oplichting. Het Rekenhof weigert zelfs de begroting na te kijken.
Collega’s, ik zie u allemaal kijken. Iedereen heeft hier boter op het hoofd – niet u, mijnheer de premier, en u ook niet, dat weet ik. En de Open Vld, die 25 jaar lang de minister van Begroting heeft geleverd... Ik dacht eerst dat het mevrouw sjoemelpoedel El Kaouakibi was die de begroting had opgesteld, maar het blijkt Sven Gatz te zijn, die een gat in zijn hand heeft. Mijnheer de premier, hoe (…)
03.02 Eerste minister Bart De Wever: Goede collega, lieve Jean-Marie, de politieke crisis in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest brengt inderdaad een malgoverno aan het licht dat al vele jaren aan de gang is. U, anderen en ook het Rekenhof hebben de afgelopen jaren inderdaad herhaaldelijk aan de kaak gesteld dat er iets niet klopte met de Brusselse rekeningen. Het deksel is inderdaad van de beerput gevlogen: cijfers werden opgesmukt, voorwaardelijke leningen werden ingeschreven, investeringssteun werd als liquiditeit geboekt en nog te beslissen maatregelen werden als verworven opgenomen. Ik heb daar veel inspiratie uit gehaald om de federale begroting op een pijnloze manier te saneren. Beste collega’s, laten we er geen doekjes om winden. Daar bestaat een woord voor, namelijk oplichterij.
Mevrouw Bertrand, u vroeg zonet waaraan de burgers deze sanering hebben verdiend. Wel, aan dat soort praktijken. Het is zoals Alice Nahon zei: “’t Is goed in 't eigen hert te kijken”. U hoeft dat niet als een persoonlijk feit te beschouwen, want het gaat over een partijgenoot van u, maar als u dat persoonlijk opvat, zal ik u niet tegenhouden. Er is daar een begrotingstekort van 1,6 miljard euro, een kwart van de Brusselse ontvangsten. Indien de federale overheid een begrotingstekort van 25 % zou hebben, konden we de tent wel sluiten. Brussel heeft een schuldenput van 15,6 miljard euro en binnenkort volgt wellicht ook een verlaging van de kredietwaardigheid. Dat is een financiële situatie die u niet kunt uitleggen aan Vlaanderen en Wallonië, die wel inspanningen leveren om hun rekeningen op orde te krijgen.
Jean-Marie, ik denk dat het in eerste instantie aan de Brusselaars zelf is om dit aan te pakken, want in ons institutioneel kader is er geen voogdij voorzien. Als een regering niet doet wat ze moet doen, heeft men wel instrumenten om in te grijpen, maar niet om het vacuüm dat ze heeft gecreëerd op te vullen. We zijn er dus nog lang niet. De meest voor de hand liggende oplossing is dat men eindelijk de institutionele evenwichten in Brussel respecteert, collega’s van de PS, en dat men eindelijk werk maakt van een regering met degelijke partijen en de zaak oplost.
03.03 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de premier, het zou in principe niet zo erg zijn, mochten al die andere regeringen, onder andere de federale regering, er niet onder lijden. Vorige keer hebben de ratingbureaus de rating verlaagd, met ook gevolgen voor Vlaanderen en Wallonië. Vrijdag komen er nieuwe ratings uit. We trachten de rentelast op de overheidsschuld te verminderen, maar door de situatie in Brussel, door het malgoverno dat heerst in Brussel, wordt heel het land slachtoffer.
Grijp dus in, via een nieuwe staatshervorming, zodat we ook iets te zeggen hebben. In Brussel heerst het malgoverno.
Fait personnel
03.04 Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de premier, ik heb u niet gevraagd waaraan de burgers die sanering hebben verdiend. We weten allemaal dat er grote uitdagingen zijn. U kunt best eens luisteren naar uw minister van Begroting. Die zei eergisteren in de commissie dat de staat van de begroting niet te wijten is aan deze regering, maar ook niet aan de vorige. Die is te wijten aan decennialang beleid waarin men alleen naar de volgende begroting keek. Dat is het probleem.
Waaraan hebben de burgers dit verdiend? Waaraan hebben de burgers uw politieke keuzes verdiend? Het gaat niet over de sanering die moet er komen. Over die politieke keuzes spreekt u echter niet. U hebt wel heel lang gesproken over Brussel, maar niet over uw eigen begroting. U leidt eigenlijk de eerste hervormingsregering die het gat groter zal maken, groter dan ten opzichte van het begin van de ambtstermijn. U gaat naar een tekort van 5,5 %, terwijl dat in 2024 nog 2,8 % bedroeg. Dat zijn de feiten.
Met betrekking tot Brussel, u hebt gezien dat Frédéric De Gucht de zaken op orde wil brengen. Hij benoemt de problemen en wil de zaken op orde zetten. Dat is hetgeen wij nu in Brussel aan het doen zijn.
03.05 Eerste minister Bart De Wever: Mevrouw Bertrand, ik wens u en uw partij succes bij de sanering van Brussel. Verder kan ik alleen zeggen dat ik blij ben dat we eindelijk een federale minister van Begroting hebben die naam waardig. Dat is eigenlijk alles wat ik eraan kan toevoegen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04.01 Kjell Vander Elst (Open Vld): Mijnheer de minister, er vliegen momenteel Russische drones door het Europees luchtruim en de industrie kreunt en vertrekt uit Europa. Elke dag is het wakker worden met het risico op nieuwe handelstarieven die op Europa neerdalen. Onze burgers en ondernemers zijn die Europese regelneverij kotsbeu en worden elke dag ontmoedigd door het Europese niveau en door de regeldrift van Europa.
Dat zijn slechts enkele voorbeelden die aantonen dat onze Europese welvaart, onze veiligheid, onze vrijheid en onze toekomst onder druk staan. Op zo’n moment hebben we een sterk Europa nodig, een krachtig Europa met een motor die draait, maar wat krijgen wij vandaag in de plaats? Een Europa dat de veggieburger wil verbieden. Voorlopig mag men de veggieburger nog eten, maar het woord veggieburger mag niet meer.
We krijgen een Europa dat de verplichting oplegt dat het dopje aan een flesje water of cola moet vasthangen. We hebben ook een Europa dat er meer dan een decennium over deed om te beslissen dat een oplader universeel moet zijn. Dat heeft meer dan tien jaar geduurd. We hebben momenteel een Europa dat zich bezighoudt met futiliteiten.
Ik geloof in Europa, maar niet in dat Europa. Europa moet wakker worden en zich bezighouden met de essentie en met kerntaken, namelijk het beschermen van onze veiligheid, vrijheid en welvaart. Europa moet vooral ook de mensen gerust laten met dat soort onnozele futiliteiten en dossiers.
Mijnheer de minister, wat zal het Belgisch standpunt zijn over dat belachelijk dossier? Zult u naar Europa trekken met de boodschap dat Europa zich moet bezighouden met zijn kerntaken?
04.02 David Clarinval, ministre: Je ne vais pas saucissonner le dossier, je vous rassure.
Mijnheer Vander Elst, gisteren werd in het Europees Parlement met 355 stemmen voor en 247 tegen beslist om het gebruik van namen als burger en worst te verbieden voor plantaardige producten; een belangrijk dossier in het Europees Parlement.
Men moet weten dat het voedingspatroon in de Europese Unie wijzigt en dat er een groeiende markt is voor vleesvervangers. Dat biedt ook mogelijkheden tot innovatie, wat we moeten ondersteunen. Zowel vlees en producten op basis van vlees als vleesvervangers hebben hun plaats in de huidige markt. Het is echter van belang, zowel voor de consumenten als voor de marktdeelnemers, dat er duidelijkheid wordt gecreëerd over de aard van het product en de daarbij horende vereisten.
Er is een duidelijk onderscheid nodig tussen producten op basis van vlees en vegetarische producten. Ze worden immers niet onder dezelfde omstandigheden of volgens dezelfde voorschriften geproduceerd en hebben niet dezelfde eigenschappen. Naast een betere bescherming van de actoren in de vleesproductiesector zal dat voorstel van het Europees Parlement toelaten om de consumenten beter te informeren, zodat zij de voor hen beste keuze kunnen maken.
Persoonlijk vind ik dat een goede zaak. Duidelijkheid rond de verkoopbenaming is essentieel. Het is ook positief dat dat dossier op Europees niveau wordt aangepakt om een wirwar aan nationale wetgeving te vermijden. België heeft echter nog geen officieel standpunt bepaald in dat dossier.
De voorzitter: Gelieve die laatste woorden niet te interpreteren als ‘het zal ons worst wezen’.
04.03 Kjell Vander Elst (Open Vld): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Dat u de maatregel verdedigt, verbaast mij enorm. Ik had van een liberaal anders verwacht.
Eerlijk gezegd, het kan mij niet schelen welke benaming we eraan geven. Het interesseert mij niet of het nu gaat om een veggieburger, een plantaardige schijf of een veggiestick. Wat mij wel kan schelen, is waar Europa zich vandaag, in de huidige tijden, mee bezighoudt. Elk woord en elk detail wil Europa reguleren.
Europa moet daarmee ophouden en ik hoop dat u die boodschap meeneemt. Immers, collega’s, terwijl de wereld rondom ons in brand staat, houdt Europa zich bezig met dergelijke futiliteiten.
Mijnheer de minister, ik hoop dat u voldoende tijd neemt om Europa duidelijk te maken dat het genoeg is met die bezighouderij, die regeldrift en die randzaken en dat Europa de focus legt op de kern, namelijk veiligheid en welvaart.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05.01 Charlotte Verkeyn (N-VA): Mijnheer de minister, 408 miljoen, dat is het aantal pakjes met Chinese namaakproducten dat jaarlijks in ons land aankomt. Laten we eerlijk zijn, vaak gaat het om brol, spotgoedkope pakjes met daarin dikwijls gevaarlijk speelgoed, namaakkledij en zelfs illegale producten.
Ik hoor het hier graag dat, nu de wereld in brand staat, beleidsmakers op elk niveau in deze woelige tijden dagelijks de baan op gaan om investeringen van rechtmatige bedrijven in ons land aan te trekken. Tegelijkertijd worden we voortdurend bedreigd door wereldspelers die zich schuldig maken aan oneerlijke concurrentie.
Mijnheer de minister, nu is het moment om in te grijpen voor het de spuigaten uitloopt. Zo lezen we ook de afgelopen week in allerlei krantenberichten. Anderzijds, we leven niet onder de kerktoren. Wie wordt er niet eens verleid om iets op het internet te bestellen? Bovendien zorgen rechtmatige e-commercebedrijven voor extra werkgelegenheid.
Er is dus nood aan een evenwicht. We zijn voor eerlijke concurrentie en absoluut tegen het pesten van onze consumenten. Tegelijk moeten onze lokale ondernemers worden beschermd. Mijnheer de minister, hoe zult u op korte termijn onze markt beschermen en zorgen voor eerlijke concurrentie?
05.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Verkeyn, namaakproducten schaden de eerlijke concurrentie voor onze ondernemers en brengen de veiligheid van de burgers in gevaar, en ik heb het niet over de veggieburgers, het onderwerp van de vorige vraag.
De strijd tegen namaakproducten is daarom een topprioriteit voor de Economische Inspectie. In 2024 nam de FOD Economie meer dan 400.000 namaakproducten in beslag. Dat is een verdubbeling in vergelijking met 2023. Het ging vooral om speelgoed, parfum en wasproducten.
Mijn inspecteurs controleren zowel fysieke winkels als webwinkels. Als de inspectie namaakproducten opspoort, moeten de merkhouders voor de vernietiging of recyclage betalen. Ze kunnen niet ontsnappen aan die verantwoordelijkheid, ook niet wanneer ze de goederen eerder hebben toegelaten. Er staan strenge straffen op de verkoop van namaakproducten. De boetes kunnen oplopen tot 800.000 euro en een gevangenisstraf tot vijf jaar.
De taskforce E-commerce, die ik heb opgericht, zal inzetten op versterkte controles op non-conforme producten uit China, inclusief namaakproducten. U mag erop rekenen dat ik als minister van Economie al mijn bevoegdheden zal inzetten om de Belgische economie en de burgers tegen namaakproducten te beschermen.
05.03 Charlotte Verkeyn (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. We hebben van een zeer ernstig onderwerp iets luchtigs gemaakt. Men zou er bijna de draad bij verliezen, maar het kan mij eigenlijk worst wezen.
U hebt het over de controles, maar op dit moment moeten onze douanediensten met 183 personeelsleden 408 miljoen pakjes per jaar controleren. Dat is onmogelijk.
We worden echt bedreigd. We willen er geen open oorlog van maken, maar we moeten onder ogen zien dat de betrokken bedrijven ons oneerlijke concurrentie aandoen en een ongelijk speelveld voor onze ondernemingen creëren.
Ik hoop dan ook op een snelle, globale aanpak en niet alleen op een pakjestaks.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06.01 Jeroen Soete (Vooruit): Ni dieu ni maître, ni Chokri.
Mijnheer de minister, ons land kent een enorm rijke en diverse festivalcultuur die we moeten koesteren. Nous Belges, nous aimons faire la fête. Dat is goed, maar meer en meer krijgt het een zuur smaakje. We kunnen er niet omheen, het wordt alleen maar duurder en duurder. De tickets worden duurder. De braadworsten worden zeker ook duurder. De pintjes worden duurder. In de afgelopen tien jaar zijn de ticketprijzen dubbel zo hard gestegen als de lonen. Ik stel me de vraag: wie zal die nog kunnen betalen in de toekomst?
Weet u wat het probleem zeker niet zal verbeteren? Dat één grote speler stap voor stap alle macht naar zich toe trekt. De aangekondigde overname van Pukkelpop door Live Nation moet ons dus zorgen baren. Live Nation heeft stilaan de hele markt in handen. Ik som het even op: vier van de vijf grootste festivals in België hangen af van Live Nation. Drie van de vier grootste congreszalen: Live Nation. De ticketverkoop door Ticketmaster: Live Nation. Het boekingskantoor: Live Nation.
Wie dreigt daar de dupe van te worden? De artiesten, die stilaan moeilijker en moeilijker kunnen onderhandelen over hun prijzen, omdat ze geen andere keuze meer hebben. Uiteraard geldt dat ook voor de muziekliefhebbers, die nergens anders meer naartoe kunnen en die alleen nog hogere prijzen zullen moeten betalen.
Mijnheer de minister, we mogen trots zijn op onze festivalsector. We moeten het rijke aanbod koesteren.
In andere landen wordt er opgetreden. In Amerika bijvoorbeeld is Live Nation aangeklaagd wegens monopolievorming. Dan is de vraag: wat zal België doen? Wanneer is trop te veel?
Zult u, mijnheer de minister, vanuit uw bevoegdheid de concurrentiewaakhond, de Belgische Mededingingsautoriteit, opdragen een onderzoek op te starten naar de toenemende machtspositie van Live Nation?
06.02 Minister David Clarinval: Mijnheer Soete, ik ben een voorstander van gezonde concurrentie, ook in de festivalsector. Een levendige markt zorgt ervoor dat festivalgangers kunnen blijven genieten van een gevarieerd, concurrentieel en betaalbaar aanbod. Dat is in het belang van iedereen, van de artiesten tot het publiek. Als minister van Economie zal ik erop toezien dat de regels inzake mededinging worden nageleefd en dat Live Nation, net als elk ander bedrijf, een dergelijke aanmelding doet indien het binnen de in de concentratieregelgeving vastgelegde criteria valt.
De BMA zal het nodige onderzoek uitvoeren om ervoor te zorgen dat het dossier in overeenstemming is met het mededingingsrecht. Op dit moment heeft Live Nation, voor zover mij bekend, deze concentratie nog niet aangemeld bij de BMA. Als Live Nation deze aanmelding niet uitvoert, voor zover het binnen de criteria valt voorzien in de regelgeving, zal ik de BMA persoonlijk inschakelen in dit dossier.
06.03 Jeroen Soete (Vooruit): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het gaat uiteraard over veel meer dan alleen de sector van de festivals. Het kan evengoed gaan over de sector van de dierenartsen, waar steeds meer ketens alle praktijken opkopen, wat mogelijks ook nefaste gevolgen voor de consumenten kan hebben.
Ik wil het nog even hebben over de index. Iedereen kent Team Vooruit. Wij vinden dat de index de beste garantie is voor de koopkracht van de mensen. Als het leven duurder wordt, moeten de lonen ook stijgen, simple comme bonjour. Weet u wat een nog eenvoudiger oplossing is? Zorg ervoor dat het leven niet duurder wordt. Daarvoor kijken wij naar u, mijnheer de minister. Ik weet dat wij op u zullen kunnen rekenen, want u hebt in het regeerakkoord de sleutels gekregen om die markt goed te controleren, om ervoor te zorgen dat de concurrentiewaakhond grote tanden heeft en kan optreden tegen spelers die veel te groot worden en veel te hoge facturen uitschrijven aan de consument en die er vooral voor zorgt (…)
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
07.01 Florence Reuter (MR): Monsieur le ministre, les premiers résultats de la mission économique belge en Californie sont déjà positifs. Je ne sais pas si ce sont les petits pas de danse de la princesse Astrid sur Stromae qui ont fait mouche, mais, en tout cas, deux géants américains annoncent investir en Belgique: Amazon pour un milliard d'euros – donc plus que sur les dix dernières années – et Google pour cinq milliards d'euros pour les deux années à venir.
C’est évidemment une bonne nouvelle. La Belgique renforce ainsi son économie et se positionne en leader européen du numérique. De plus, autre bonne nouvelle, ces investissements créeront de l'emploi. Nous parlons déjà de 400 emplois directs pour l’un, et de 300 pour l’autre, auxquels devraient s’ajouter des milliers d'emplois indirects. C’est tout bénéfice pour notre pays.
Monsieur le ministre, en savez-vous plus sur ces accords? Pouvez-vous déjà nous détailler le contenu de ces investissements et de ces accords? Quelles sont vos estimations en termes d'emplois indirects? S’agissant de notre économie, on évoque plus d'un milliard et demi d'euros par an de retombées sur le PIB ces deux prochaines années. Pouvez-vous nous confirmer ces chiffres-là? Ces géants américains parlent aussi, et notamment Amazon, de collaborations étroites avec les entreprises belges en termes de partenariats locaux, mais aussi de soutien aux commerces locaux et aux entreprises locales. Je vous remercie de nous donner des précisions sur ces excellentes nouvelles.
07.02 Aurore Tourneur (Les Engagés): Monsieur le ministre, la mission économique en Californie nous annonce qu’Amazon va investir un milliard d’euros sur trois ans en Belgique. Pourquoi? Pour livrer des colis en moins de 24 heures ou même les livrer dans la journée. C’est ce que veulent les consommateurs. À eux de voir si c’est bien ou moins bien pour le bien commun; à eux de juger.
À première vue, c’est tout de même une super bonne nouvelle. J’espère que cette bonne nouvelle en sera une pour les trois Régions du pays.
C’est une bonne nouvelle, mais j’ai pensé à mon dimanche matin. Savez-vous pourquoi, monsieur le ministre? D’abord, j’ai pensé à mes collègues socialistes qui, la semaine dernière, ont dit que les députés de la majorité étaient totalement déconnectés de la réalité. Savez-vous ce que je fais, monsieur le ministre, le dimanche matin? Après avoir été dans la pluie et le vent cueillir les légumes, je les vends à la ferme, au comptoir. J'y vends des produits de terroir, puisque mon compagnon est agriculteur. J’ai donc pensé à tous ces petits agriculteurs et à ces petits commerçants et j'ai entendu qu’Amazon voulait un partenariat avec les petits commerçants.
Monsieur le ministre, les questions que je voulais vous poser étaient adressées à la ministre Simonet. Quelles mesures d'accompagnement prévoyez-vous pour les petits commerçants, pour qu’ils puissent tirer profit d’un partenariat avec Amazon? Comment vous assurez-vous qu’il s’agira bien d’emplois de qualité?
07.03 Lieve Truyman (N-VA): Mijnheer de minister, in het Draghirapport over de competitiviteit van Europa, dat vorig jaar werd gepubliceerd, wordt vastgesteld dat Europa sinds het begin van de 21e eeuw met een vertraagde economische groei kampt ten opzichte van de Verenigde Staten en China. Ook ons land kreeg in het rapport een slechte beoordeling. Hoge energieprijzen en energieonzekerheid, zware loonlasten, te veel regelgeving en de recente Amerikaanse heffingen belemmeren onze bedrijven om te groeien en te innoveren. Ook op het vlak van de digitale revolutie staat Europa nog in de kinderschoenen. Indien wij niets ondernemen, dreigen wij onze industrie te verliezen.
Niets doen is echter niet het handelsmerk van de arizonaregering. Intussen hebben wij ervoor gezorgd dat de administratieve regels worden vereenvoudigd en maakt de regering daar werk van. De arbeidsmarkt wordt flexibeler, wat vertrouwen inboezemt bij investeerders. Dat vertrouwen wordt beloond, want Amazon en Google investeren samen 6 miljard euro in ons beleid. Die investering is een teken van vertrouwen in het arizonabeleid. Ze creëert veel werkgelegenheid en geeft zuurstof aan onze economie en welvaart. Niettemin mogen wij niet achteroverleunen en denken dat wij er al zijn. Wij moeten er alles aan doen om het ondernemersklimaat opnieuw te laten bloeien.
Mijnheer de minister, hoe schat u de impact van die investeringen op onze economie in?
Hoe kunnen wij andere vergelijkbare investeringen aantrekken, zodat innovatie nog meer wordt gestimuleerd?
07.04 Minister David Clarinval: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, ik verheug mij over de grote investeringen die Amazon, goed voor 1 miljard, en Google, goed voor 5 miljard, hebben aangekondigd. Dat is uitstekend nieuws voor onze economie. Dankzij de investering van Google alleen al komen er 300 directe, hooggekwalificeerde en voltijdse jobs en ongeveer 15.000 indirecte jobs bij.
Donc, madame Reuter, je réponds directement à votre question en vous confirmant les chiffres que vous y avez évoqués: ils sont tous exacts.
Die investeringen komen er niet bij toeval. Enerzijds zetten zowel de gewestelijke als federale entiteiten van ons land zich al lang in om die resultaten te behalen.
D'autre part, nos réformes, notamment celle du marché du travail de nuit, produisent des résultats concrets et créent des conditions favorables pour attirer dans notre pays des investissements qui, auparavant, auraient été tout simplement réalisés à l'étranger. Il est évidemment préférable d'accueillir dans notre pays des entreprises qui, sinon, se seraient installées à nos portes.
Madame Tourneur, vous avez raison: ce n'est pas pour autant que nous devons oublier nos commerçants dans les magasins physiques et, en particulier, les petits artisans. Ces derniers se servent, du reste, de plus en plus du commerce numérique. Près d'un tiers des entreprises belges vendent en ligne, et même 32 % des PME. Ce taux est largement supérieur à la moyenne européenne, qui atteint 23 %.
En tant que ministre de l'Économie, j'encourage donc ce type d'initiative. Tout récemment, j'ai encore pu échanger avec l'entreprise Amazon qui propose, d’ailleurs, sans cesse plus de solutions à nos PME.
Par ailleurs, nous continuons à soutenir les PME et les indépendants dans la croissance de leurs points de vente physiques et en ligne. Au sein de la task force e-commerce que nous avons récemment instituée, nous défendons les petits commerçants contre la concurrence déloyale des colis en provenance de l'étranger. Nous proposons plusieurs initiatives qui vont dans ce sens et, notamment, une taxe de deux euros sur les petits colis en provenance des pays non européens. La croissance et l'innovation progressent ensemble avec une économie locale robuste.
Mesdames et messieurs les députés, ces investissements confirment que les réformes que nous entreprenons à l'échelle fédérale débouchent sur des résultats concrets et permettent de contribuer à nos objectifs de compétitivité, de croissance et de création d'emplois, sans pour autant pénaliser nos commerçants que nous soutenons, par ailleurs, sans relâche. Je vous remercie de votre attention.
07.05 Florence Reuter (MR): Monsieur le ministre, je suis heureuse de vous entendre évoquer la task force e-commerce que vous avez mise en place, qui a pour objectif de soutenir le commerce de proximité et nos artisans locaux qui sont les acteurs locaux les plus importants. Je viens d'une commune où le commerce est phare et occupe une place extrêmement importante et il est donc primordial de les défendre.
Vous l'avez dit aussi, les réformes et les investissements qui sont annoncés ici montrent qu'il faut travailler ensemble. Ces partenariats sont fondamentaux pour redresser notre économie et créer de l'emploi. Ils profiteront au final à nos entreprises, à nos PME, à nos commerçants et à nos entreprises locales, qui se verront prospérer davantage et permettront évidemment de créer de l'emploi.
07.06 Aurore Tourneur (Les Engagés): Merci monsieur le ministre pour vos réponses. Le nombre d'emplois est déjà très prometteur. Je pense qu'il est vraiment important d'assurer le bien-être au travail parce que pour les Engagés, l'économie doit toujours être accompagnée d'humanisme et de justice sociale. Les commerces, ce n'est pas que les colis, c'est aussi le contact humain.
Quant à mes amis socialistes, je les invite dimanche matin. Inutile de venir en costume, prenez directement vos bottes!
07.07 Lieve Truyman (N-VA): Mijnheer de minister, we moeten er inderdaad verder op inzetten om ons land op de kaart te zetten als digitale speler en zo onze bedrijven te ondersteunen bij innovatie, ontwikkeling en productie. AI is de technologie van de toekomst, dus het is des te belangrijker dat ons land mee op die trein zit. Ik heb het volste vertrouwen in u als minister van Economie en in deze regering, die opnieuw het ondernemerschap omarmt. Onze ondernemingen zijn de motor van onze samenleving. Inderdaad, deze regering omarmt het ondernemerschap.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08.01 Achraf El Yakhloufi (Vooruit): Na twee jaar van genocide en oorlog is het eindelijk zover: er ligt een vredesakkoord op tafel. Dat akkoord vraagt een staakt-het-vuren, de vrijlating van gijzelaars en de toelating van humanitaire hulp. Eindelijk.
De oorlog van vandaag heeft echter al meer dan 67.000 doden geëist. Dat zijn oma’s en opa’s, papa’s en mamma’s, en veel te veel kinderen die hadden kunnen bijdragen aan dat land. Ook de mensen die vandaag in Gaza leven, zonder voedsel, drinkbaar water of medicijnen, moeten wij helpen. Dat is bijzonder belangrijk, mijnheer de minister. We moeten voor hen zorgen, want Gaza ligt vandaag in puin en de weg naar vrede is nog heel lang.
Ik hoor vanuit Europa positieve signalen, bijvoorbeeld van mevrouw von der Leyen en van de Verenigde Naties, maar die zullen niet volstaan. We moeten ook nog voorzichtig zijn, collega’s, mijnheer de minister. We moeten echt waakzaam blijven, want premier Netanyahu heeft in het verleden al bewezen dat hij een staakt-het-vuren kan negeren om nadien verder te bombarderen. Er staan vrachtwagens met voedsel, medicijnen en drinkbaar water aan de grenzen van Gaza. Ze raken er niet binnen. Alleen al de Verenigde Naties hebben 170.000 ton hulp klaarstaan.
Mijnheer de minister, in Vooruit hebt u een bondgenoot – dat weet u – die bereid is druk uit te oefenen op Israël en te pleiten voor sancties. Dat heeft al geloond. België was namelijk een van de eerste landen die humanitaire hulp mogelijk maakten, een van de eerste landen die zich engageerden voor de erkenning van Palestina en een van de eerste landen die sancties tegen Israël invoerden.
Mijnheer de minister, vandaag is opnieuw
zo’n dag. Ik vraag u: wat gaat u vandaag doen voor de Gazanen? Dank u wel.
08.02 Rajae Maouane (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, qui a dit ce matin en parlant des flottilles: "Cette démarche, aussi noble soit-elle, ne donne de toute manière pas de résultat, si ce n'est de permettre à certains parfois de se valoriser par une vidéo"? C'est vous, monsieur le ministre. Je vous le dis clairement, vos propos sont une honte. C'est une honte pour le courage de Aude, Mohamed, Youssef, Anne, Bénédicte, Fadwa, Yassine et Dan. Ces femmes et ces hommes ont eu le courage que la Belgique n'a pas eu: prendre des risques pour tenter de briser le blocus de Gaza, pour faire parvenir de l'aide humanitaire là où une population entière crève de faim.
Votre rôle n'est pas de juger, monsieur le ministre, mais d'agir pour leur libération immédiate et de dénoncer haut et fort les violations du droit international commises par Israël. Israël bafoue encore une fois le droit maritime et arrête illégalement des citoyens.
Oui, un cessez-le-feu a été annoncé. Mais ce cessez-le-feu, c'est le strict minimum, et encore, il faut qu'il soit respecté. Il ne doit pas faire oublier deux années de génocide et de bombardements sur des civils, la famine organisée, les journalistes assassinés, les enfants massacrés, les hôpitaux pulvérisés, les secouristes abattus. On n'oubliera pas l'horreur imposée par Israël au peuple palestinien sous le regard complice des gouvernements du monde entier.
Ce que réclament les Palestiniens, c'est une justice réelle: une Palestine véritablement décolonisée où les Palestiniens peuvent exercer leur droit au retour, où les terres sont restituées à la population palestinienne. Ce que nous voulons, c'est une véritable fin de l'occupation israélienne, pas seulement une trêve.
Monsieur le ministre, quid des Belges qui sont encore détenus illégalement par Israël? Quelles actions concrètes entreprenez-vous pour leur libération? On a vu que la députée Bénédicte Linard est bien rentrée. Que pouvez-vous dire sur le traitement de ces Belges par l'armée israélienne? La semaine dernière, je vous demandais ce que vous alliez faire par anticipation. Force est de constater que vous n'avez pas suffisamment anticipé. Le cessez-le-feu, c'est le minimum. Mais, qu'on soit clair, les sanctions actuelles contre Israël doivent être maintenues même si elles restent insuffisantes et il en faut d'autres plus fortes et plus dures (…)
08.03 Els Van Hoof (cd&v): Mijnheer de minister, hoeveel hoop kan een mens nog hebben na zoveel wanhoop, na zoveel lijden, na zoveel geweld, na uithongering? Is er eindelijk een terugkeer naar de menselijkheid, zowel voor Gazanen als voor de gijzelaars en hun families? Ook u bent voorzichtig positief, maar het stoppen van het lijden betekent nog geen echte vrede. Wat zal er met Gaza gebeuren na deze eerste fase? Wordt het een koloniale vrijhandelszone naar het voorbeeld van Trump of Netanyahu? Komt er een bezetting zoals op de Westelijke Jordaanoever na de Osloakkoorden? Dat zou werkelijk een vergissing zijn, want de kern en de oorzaak van dat conflict is het ontbreken van een Palestijnse staat en het negeren van het internationaal recht.
Echte vrede vraagt toekomstperspectief voor de Palestijnen en gerechtigheid voor alle oorlogsmisdaden. België mag daarom niet op zijn lauweren rusten.
In september bereikten wij inderdaad een ambitieus akkoord, een stevig pakket aan maatregelen. Dat akkoord moet verder worden uitgevoerd. Er moet bijkomende humanitaire steun komen. Gisteren werd al een versterking van het wapenembargo aangekondigd, in overleg met de deelstaten. Daarnaast moet er een invoerverbod komen op producten uit de nederzettingen zolang de bezetting aanhoudt. Ook moet er een koninklijk besluit komen voor de formele erkenning van Palestina. Ik hoop alvast dat één voorwaarde daarvoor spoedig wordt vervuld, namelijk de vrijlating van de gijzelaars.
Mijnheer de minister, welke rol zal België verder spelen bij de uitvoering van het akkoord dat wij in september hebben bereikt en bij het bevorderen van een duurzame vrede?
08.04 Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, deze nacht bereikte ons hoopvol nieuws: zowel Hamas als de regering-Netanyahu zouden instemmen met een eerste fase van een vredesplan. Volgens de Engelse pers zou dat ondertussen ook zijn ondertekend.
Het is inderdaad essentieel dat de gijzelaars, die nu al twee jaar gescheiden zijn van hun familie, worden vrijgelaten. Het is ook essentieel dat Palestijnen worden vrijgelaten en kunnen terugkeren naar hun familie, maar uiteraard is ook de zuurstof die een staakt-het-vuren zou kunnen geven aan de bevolking in Gaza heel erg belangrijk en vooral het feit dat we dan eindelijk de humanitaire hulp, waar we al maanden voor strijden, naar de mensen kunnen brengen, in een eerste fase.
We zijn het er echter allemaal over eens dat dit niet het einde is. We hebben als arizonaregering de New York Declaration ondertekend en pleiten voor een tweestatenoplossing, voor het zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen, voor veiligheid voor de Israëli’s en voor een duurzame vrede, voor een toekomst.
Het is aan die toekomst dat we samen willen
werken, vandaar mijn vraag aan u, mijnheer de minister. Hoe zult u, in Europa
en in alle mogelijke gremia, concreet meehelpen aan de transitie naar een
duurzame vrede, aan de democratische transitie die de Palestijnen nodig hebben
en aan de veiligheid die de Israëli’s nodig hebben om in het Midden-Oosten eindelijk
een toekomst te creëren voor al die gezinnen en kinderen die al zoveel jaren
lijden? Ik dank u.
08.05 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, la deuxième flottille vers Gaza, qui apportait de l'aide humanitaire au peuple gazaoui, a été interceptée par l'armée israélienne. Les passagers qui étaient dans cette flottille ont été arrêtés par l'armée israélienne.
Depuis quand, quand on apporte de la nourriture, des médicaments à un peuple affamé, assiégé, occupé, on commet un crime au point de se faire arrêter par l'armée coloniale israélienne? Et, au lieu de soutenir cette flottille, monsieur le ministre, vous avez déclaré que leur action était inutile.
Alors, allez-vous exiger la libération des passagers de cette flottille? Et, si oui, qu'allez-vous mettre en place pour faire pression sur l'État d'Israël pour exiger leur libération?
Cette flottille agit là où vos gouvernements ont échoué. C'est parce que vous, vous avez été incapables de prendre des mesures pour mettre fin au blocus et mettre fin au génocide que la société civile se mobilise. Que ce soit avec la flottille ou avec les mobilisations dans le monde entier. Que ce soit aux États-Unis, ici en Europe et dernièrement aux Pays-Bas: 250 000 personnes, du jamais vu, pour exiger la fin du génocide!
Et cette pression a payé, dans le sens où on a un cessez-le-feu. Un cessez-le-feu comme une bouffée d'oxygène pendant ce génocide. Mais il ne faut pas être naïf. Israël a rompu par deux fois le cessez-le-feu auparavant. Et ce cessez-le-feu n'est pas un accord de paix. Parce que ce cessez-le-feu ne met pas fin à l'occupation, ne met pas fin à la colonisation. Il ne fera pas justice au peuple palestinien, il ne met pas fin à l'apartheid. Ce qu'il faut aujourd'hui, c'est plus que jamais maintenir la pression et la mobilisation, pour exiger un embargo militaire et économique contre l'État génocidaire.
08.06 Minister Maxime Prévot: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, het is inderdaad een belangrijke en langverwachte dag. Ondanks de beschuldigingen van inactiviteit en het feit dat sommigen de indruk wekken dat diplomatie niet werkt, is, zoals ik vorige week al verklaarde, diplomatie de beste manier om een staakt-het-vuren in Gaza tot stand te brengen, volledige toegang voor humanitaire hulp te verkrijgen, de onmiddellijke vrijlating van de gijzelaars te bewerkstelligen en uiteindelijk een duurzame oplossing te vinden met twee staten, die vreedzaam naast elkaar leven. Van die doelstellingen en prioriteiten maken mijn diensten en ikzelf al maanden intensief werk.
Ik heb u mijn mening gegeven over het vredesplan voor Gaza dat door president Trump werd voorgesteld. Het is niet perfect, maar het heeft het voordeel dat het bestaat. Ik verwelkom de aankondiging van een akkoord tussen Israël en Hamas over de eerste fase van dat plan. Dat opent de deur om verschillende van onze eisen te realiseren. Ik waardeer de inspanningen en de behaalde resultaten van de Amerikaanse diplomatie, met steun van andere sleutelspelers zoals Qatar, Egypte en Turkije.
La Belgique reste prête à soutenir la mise en œuvre effective de ce plan, via notre aide humanitaire et via notre aide au développement mais aussi via notre soutien politique. Nous sommes également en faveur d’une force internationale de stabilisation à Gaza et d’un soutien à l’Autorité palestinienne. Ces sujets seront d'ailleurs discutés aujourd'hui à Paris entre quelques pays. Nous suivons les débats de près. Notre position est connue. Notre diplomatie va continuer à s’impliquer pour œuvrer à des solutions concrètes afin de cheminer vers une solution pacifique à deux États.
Une certaine vigilance reste néanmoins de mise. Nous devons faire preuve d’un optimisme prudent. Je veux croire en cet accord, car c’est celui qui depuis longtemps semble le plus nous rapprocher d’une fin durable des hostilités. Mais en début d’année déjà, un accord avait été approuvé par le Hamas et par Israël, et nous avons vu que la trêve avait été interrompue par Israël et que les bombardements avaient repris. C’est pourquoi j’encourage toutes les parties à vraiment saisir cette nouvelle opportunité sur le chemin de la paix et à fournir sincèrement les efforts nécessaires jusqu’au bout. On sait que des écarts par rapport aux balises négociées ouvriraient le risque d’un nouvel embrasement de la région. Le ministre Smotrich, par exemple, a déjà déclaré qu’une fois les otages libérés, il souhaitait qu’Israël poursuive la guerre à Gaza.
Ondanks bemoedigend nieuws zetten we onze inspanningen voort. Het is op dit moment absoluut niet aan de orde om passief te blijven. Het akkoord van de ministerraad van 12 september over de door mij ingediende maatregelen en sancties wordt momenteel uitgevoerd. Het is nog te vroeg om gas terug te nemen, zeker nu er nog geen massale humanitaire toegang tot Gaza is en er vanochtend nog bombardementen plaatsvonden.
Gisteren heb ik samen met de gewesten een akkoord bereikt waardoor het Belgische wapenembargo tegen Israël en Palestina verder wordt versterkt door de maatregelen ook van toepassing te maken op wapens in transit. Die lacune moest nog worden opgevuld en dat is nu gebeurd.
Wat betreft het verbod op de invoer van producten uit nederzettingen, nieuwe evacuaties van zieke kinderen uit Gaza en een reeks rechthebbenden en sancties tegen Hamas en tegen gewelddadige kolonisten, boeken wij eveneens vooruitgang.
Met betrekking tot de erkenning van Palestina mag men verwachten dat België, na de politieke aankondigingen in New York, binnenkort zal overgaan tot de tweede juridische fase door middel van een koninklijk besluit, aangezien de twee te vervullen voorwaarden, de vrijlating van alle gijzelaars en het feit dat terroristische organisaties zoals Hamas zijn uitgesloten van het bestuur van Palestina, zich lijken te realiseren. Wij volgen die aspecten nauwgezet op en zodra beide voorwaarden zijn vervuld, zal ik onmiddellijk een besluit aan de ministerraad voorleggen.
Notre gouvernement et nos diplomates restent mobilisés à 100 % pour dénoncer et débloquer l'aide humanitaire, puisqu'il est impératif qu'elle parvienne rapidement aux populations civiles à Gaza. Cela reste la priorité!
Je déplore dès lors que, depuis plusieurs jours, nos diplomates doivent aussi concentrer d'importants efforts pour fournir aux membres des différentes flottilles – qui se sont mis en danger – l'assistance consulaire nécessaire. Nous le faisons évidemment avec professionnalisme et sans faille, mais je le redis: ce n'est pas efficace, puisque le non-respect du droit international par Israël – que nous pouvons déplorer – empêche ces flottilles d'arriver à bon port.
Concentrons-nous donc sur l'urgence: l'aide humanitaire à procurer à Gaza.
08.07 Achraf El Yakhloufi (Vooruit): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Ik hoorde een paar heel belangrijke dingen. U zei dat het een belangrijke dag is en dat we inspanningen zullen blijven leveren.
Dat zal heel belangrijk zijn, want de humanitaire hulp is essentieel voor alle mensen in Gaza. De hulp omvat voedsel, drinkbaar water en medicijnen. U weet dat u aan ons een partner hebt.
Maar ik ben ook blij te horen dat u mijn bezorgdheden meeneemt, bezorgdheden dat we sancties moeten blijven nemen tegen Netanyahu, dat we streng moeten blijven, dat we de kwestie moeten blijven opvolgen.
Voor mij en mijn partij is het heel duidelijk: wij hebben altijd de kant gekozen van de onschuldige slachtoffers, en dat zullen we ook altijd blijven doen.
08.08 Rajae Maouane (Ecolo-Groen): Merci, monsieur le ministre, pour vos réponses. Effectivement un accord de cessez-le-feu, c'est une bonne chose pour la libération des otages tant israéliens que palestiniens. Mais on ne doit pas être naïf: Israël doit retirer obligatoirement ses troupes et arrêter la colonisation. L'aide humanitaire doit entrer, c'est urgent.
C'est pour ça que les gens ont embarqué sur les flottilles, pour casser ce blocus illégalement imposé par Israël. Ils n'y sont pas allés pour faire des photos sur des bateaux mais bien pour casser le blocus. Vous ne m'avez, par contre, pas répondu par rapport aux personnes qui sont toujours détenues illégalement par Israël. On attend que tous les Belges soient relâchés, rentrent sains et saufs et qu'Israël soit sanctionné pour le traitement inhumain qu'il leur fait subir. Ce sont, je le rappelle, des personnes qui n'avaient qu'un seul but, casser le blocus imposé par Israël.
08.09 Els Van Hoof (cd&v): Het is voor cd&v ook duidelijk dat we vooral geen gas mogen terugnemen in Gaza, zeker niet wat betreft het Belgische akkoord dat in september werd bereikt.
Ook António Guterres was vannacht zeer duidelijk. Hij zei dat er een geloofwaardig pad moet komen naar een einde van de bezetting en naar de erkenning van het zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen. Dat leidt naar de oplossing van het conflict. Zolang de bezetting voortduurt, moet België ook met dat akkoord doorgaan. U hebt het zelf ook herhaald. De importban uit de nederzettingen moeten worden gerealiseerd, evenals de formele erkenning van de Palestijnse staat. Het is tijd dat de tweestatenoplossing niet langer een droom is voor de Palestijnen, maar echt realiteit wordt.
08.10 Kathleen Depoorter (N-VA): Zoals u zegt, mijnheer de minister, moeten we elke kans op hoop en vrede grijpen. Wij steunen u dan ook voluit in de acties die u zult ondernemen.
Het is essentieel, collega’s, dat wij blijven pleiten voor de tweestatenoplossing, dat we blijven werken aan het zelfbeschikkingsrecht en dat we ervoor zorgen dat Hamas daadwerkelijk wordt ontmanteld en geen toegang tot de politieke macht in Gaza krijgt. Het is eveneens van belang dat de gijzelaars naar huis kunnen terugkeren en dat de wapens volledig zwijgen in de Gazastrook.
Er moet ook aan de bezette gebieden worden gewerkt. U hebt het ook gezegd, mijnheer de minister. Wij pleiten, samen met u en de arizonaregering, voor vrede, voor toekomst en voor het zwijgen van de wapens.
08.11 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, vous avez parlé de diplomatie. Quand il s'agit d'autres pays, vous prenez directement des sanctions, mais lorsqu'il s'agit d'Israël, "on fait de la diplomatie". Je vous dis une chose, monsieur le ministre: si, aujourd'hui, Israël commet un génocide et impose un blocus, c'est parce qu'il a reçu le soutien politique, économique et militaire de l'Union européenne, y compris la Belgique, et des États-Unis. Voilà la réalité! Votre réponse, monsieur le ministre, est soit de l'hypocrisie soit de la complicité.
Vous avez parlé du plan de paix de Trump. Ce n'en est pas un. C'est du colonialisme qui s'ajoute à la colonisation. C'est donc ainsi que vous considérez le peuple palestinien? Avoir une administration dirigée par Trump, avec le criminel de guerre Blair et le bourreau génocidaire Netanyahu? Ce sont eux qui vont décider pour le peuple palestinien? Celui-ci mérite l'autodétermination et son indépendance!
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
09.01 Caroline Désir (PS): Monsieur le ministre, votre gouvernement prévoit d'économiser deux milliards d'euros sur nos soins de santé d'ici 2029 et près d'un milliard rien que pour 2026. Je ne sais pas pourquoi d'ailleurs, mais je sens que ce sera pire que ce que vous annoncez.
Depuis des mois, pourtant, nous vous mettons en garde. Les économies que vous imposez auront des conséquences dramatiques sur les hôpitaux, sur les soignants et sur les patients. Aujourd'hui, tous les acteurs du secteur tirent la sonnette d'alarme: hôpitaux, mutualités, médecins, syndicats, associations de patients, absolument tous. Et pour la première fois depuis 20 ans, le Comité de l'assurance, qui réunit mutualités, hôpitaux et prestataires de soins, n'a pas réussi à trouver un consensus sur le budget santé 2026. Un blocage historique, donc, mais aussi un message qui est clair: le malaise est profond. En effet, les économies que vous exigez sont à la fois irréalistes et socialement inacceptables. Pourquoi? Parce qu'aujourd'hui déjà, les soignants sont épuisés, les hôpitaux sont à la corde et les délais d'attente chez les spécialistes ne cessent de s'allonger.
Je voudrais d'ailleurs ajouter que, en cette semaine de la santé mentale, les services pédopsychiatriques sont saturés, laissant des centaines d'enfants et de jeunes seuls avec leur détresse. Je vous le demande donc solennellement, monsieur le ministre, après avoir décidé d'augmenter le prix des médicaments, allez-vous vraiment oser augmenter le prix des consultations chez le médecin? Allez-vous vraiment oser augmenter les tickets modérateurs? Il est encore temps de changer de cap, d'arrêter cela, parce que vous le savez comme moi, chaque euro de plus, c'est un frein de plus pour ceux qui ont besoin de soins, c'est une inégalité de plus entre ceux qui peuvent payer et ceux qui doivent renoncer – et on le sait, ils sont nombreux. Aujourd'hui, c'est vous et votre gouvernement qui détenez les cartes pour élaborer le budget des soins de santé 2026. Et je vous le dis sans détour, cela ne nous rassure pas du tout. Par conséquent, quelles horreurs allez-vous imposer demain au secteur de la santé alors qu'elle a besoin (...)
09.02 Natalie Eggermont (PVDA-PTB): Mijnheer de minister Vandenbroucke, u wilt een ongeziene besparingsoperatie doorvoeren in de zorg. De grote arizonashow van investeren in de zorg loopt helemaal ten einde. U wilt in 2026 907 miljoen euro besparen op de kap van het zorgpersoneel en de patiënten.
U beweert dat u respect hebt voor de helden van de zorg. U hebt meegedaan met het goedkope applaus. Hoe vertaalt dat respect zich echter in daden? U wilt besparen op de ziekenhuizen. Dat betekent dat afdelingen worden gesloten en personeel wordt afdankt. Voor de zorgkundigen die overblijven, stijgt de werkdruk nog meer, hoewel die nu al ondraaglijk is.
U beweert dat u respect hebt, maar het zorgpersoneel moet langer werken voor een lager pensioen en altijd maar flexibeler worden. U blokkeert de lonen en valt de nachtpremies aan. Wanneer het zorgpersoneel op het einde van de rit uitvalt en zelf ziek wordt, kreunend onder uw beleid en uw besparingen, wilt u die mensen nog eens opjagen en sanctioneren. U hebt geen enkel respect voor de helden van de zorg.
Voor de patiënten betekenen de besparingen nog langere wachttijden, hogere ereloonsupplementen, een hoger remgeld bij de artsen en een hoger remgeld voor medicatie. Alle zorg die u niet meer financiert, moeten de mensen immers uit eigen zak betalen. Zij die het geluk hebben om een privéverzekering te hebben, zoals ieder van u hier, ondervinden geen probleem. Alle anderen zullen moeten beginnen sparen en hopen dat ze niet ziek worden.
U wilt 907 miljoen euro besparen en u hebt de opdracht gegeven aan de sector, maar die sector heeft de opdracht maandag terecht geweigerd. Wat u wilt doen, is volgens de mutualiteiten, de ziekenhuizen en de artsen een doodsteek voor de zorg. Zij hebben gesteld dat zij hun waardigheid willen behouden en die besparingen niet zullen doen. Als u dat wilt doen, moet u het voor hen maar zelf doen en zelf de volle verantwoordelijkheid dragen.
Mijn vraag is eenvoudig. De bal ligt nu opnieuw in uw kamp. U hebt het mes in handen. Zult u, zoals wij ondertussen van u gewend zijn, (...)
09.03 Dominiek Sneppe (VB): Mijnheer de minister, hetgeen afgelopen week in het Verzekeringscomité gebeurde, is symptomatisch voor de manier waarop u omgaat met overleg en verantwoordelijkheid in de gezondheidszorg. Een besparingsplan van 900 miljoen euro is niet min en het betreft keuzes die rechtstreekse gevolgen hebben voor de zorgcontinuïteit, de aantrekkelijkheid van het beroep en uiteindelijk ook de patiënt. Zulke beslissingen vragen overleg, draagvlak en transparantie.
De overlegpartners hebben, zoals verwacht, het voorstel verworpen. Dat is ongezien. Men deed dat niet omdat men niet bereid was tot inspanning, maar wel omdat het zogezegde overleg in feite niet meer was dan een afvinkvergadering. Men kreeg uw vooraf uitgeschreven opdrachtenbrief, met een besparingsbedrag dat al vastlag, zonder ruimte om te onderhandelen of alternatieven aan te reiken. De artsen spreken over een ontsporing van het overlegmodel en stellen dat u en uw kabinet zich de bevoegdheden van het Verzekeringscomité toemeten.
Mijnheer de minister, het RIZIV-overlegmodel was ooit de ruggengraat van onze gezondheidszorg. U breekt die ruggengraat echter wervel voor wervel af, en dat in een periode waarin ziekenhuizen, huisartsen en zelfstandige zorgverleners op hun tandvlees zitten en patiënten geconfronteerd worden met langere wachttijden en hogere kosten.
Waarom laat u het sociaal overleg zijn werk niet doen?
Wat zult u doen om het vertrouwen in het overlegmodel in het Verzekeringscomité te herstellen, zodat de patiënt niet de dupe wordt van de vertrouwensbreuk? Met andere woorden, hoe moet het nu verder, mijnheer de minister?
09.04 Minister Frank Vandenbroucke: Geachte Kamerleden, wij investeren in de gezondheidszorg. Er komt volgend jaar anderhalf miljard euro bij. Dat laat toe om alle vergoedingen volledig te indexeren. Het laat toe om meer mensen te verzorgen. Het laat toe om meer medicamenten terug te betalen. We investeren dus.
Die investeringen moeten we wel zorgvuldig gebruiken. Het kraantje gewoon openzetten en het water laten lopen, is het slechtste wat we kunnen doen. Daarom hebben we, zoals altijd, gevraagd aan de artsenorganisaties, de tandartsenorganisaties, de kinesitherapeuten, de logopedisten en de ziekenfondsen om na te denken over hoe we het bijkomend anderhalf miljard euro zo goed mogelijk kunnen gebruiken voor de gezondheid van de mensen en voor de toegankelijkheid van de gezondheidszorg.
Daar was helaas geen overeenkomst over, en de normale spelregels van het overleg gelden. De regering zal dus een voorstel doen aan de Algemene Raad van het RIZIV, waarin de sociale partners zetelen. Ik hoop dat er daar wel een draagvlak komt voor een ernstige en goede investering in de gezondheidszorg.
Wat mij betreft, is het motto eigenlijk eenvoudig: meer geld voor de gezondheidszorg, maar ook meer gezondheid voor ons geld.
Wat men volgens mij toch moet aanvaarden, is dat een euro maar één keer kan worden uitgeven. We investeren enorm in geestelijke gezondheidszorg. Daar heeft de Christelijke Mutualiteit gisteren nog een interessant rapport over gepubliceerd. Die investering in de geestelijke gezondheidszorg is enorm. We zijn ook aan het investeren in kinderpsychiatrie. Dat vraagt geld. De euro's die we zinloos uitgeven aan maagzuurremmers, zullen we niet kunnen besteden aan geestelijke gezondheidszorg. Het geld dat we uitgeven aan een medicament dat misschien wel een beetje nuttig is, onder het motto 'baat het niet, dan schaadt het niet', kunnen we vandaag beter aan andere medicatie besteden die hard nodig is en die een enorme meerwaarde heeft, maar die nog niet terugbetaald wordt, hoewel patiënten erop zitten te wachten.
Solidariteit is de basis van
gezondheidszorg. Daar moeten we zeer zorgvuldig mee omgaan. De doodsteek van de
solidariteit is er kwistig mee zijn en het kraantje gewoon openzetten. Daarover
gaat het. In moeilijke tijden die solidariteit hooghouden en de juiste
prioritaire noden eerst bedienen, dat is de inzet. Dat vraag van iedereen een inspanning.
Si, historiquement, on peut dire que nos soins de santé sont solides, c’est parce qu’ils reposent exactement sur cette solidarité, mais nous devons en faire un usage judicieux. Judicieux signifie utiliser les ressources disponibles. Celles-ci sont croissantes. Il faut utiliser ces ressources à bon escient et de manière ciblée, et ne pas simplement laisser les vannes ouvertes. Au contraire, si nous voulons une marge pour bien investir dans les soins de santé, pour continuer à investir, également dans le personnel soignant, nous devons porter un regard critique sur les dépenses qui ont lieu aujourd'hui. Et cela, il est vrai, c’est un effort conséquent et pas facile que nous demandons à tous les acteurs, à chacun d’entre eux. S’ils ne tombent pas d'accord, c’est à nous d’agir. J’espère donc que lors du Conseil général, il y aura de nouveau un consensus pour un investissements solide, bien ciblé, dans les soins de santé.
09.05 Caroline Désir (PS): Monsieur le ministre, vous nous répétez systématiquement la même chose à cette tribune, mais les investissements sont insuffisants pour répondre aux besoins de la population, et vous le savez très bien. Les économies qui sont demandées aujourd'hui aux acteurs sont déraisonnables, et on en voit le résultat. On se demande vraiment dans quel monde vit le gouvernement. Allez passer une nuit dans un hôpital avec un infirmière qui tient à bout de bras son service toute seule pendant la nuit ! Dans quel monde peut-on imaginer faire porter de tels charges sur le dos des patients, des soignants et des hôpitaux? Comment peut-on imaginer demander autant d’efforts à un secteur dans lequel il faudrait au contraire investir davantage? Dans ce secteur les besoins sont criants, immenses et urgents. Nous ne voulons pas que la santé soit une variable d’ajustement budgétaire. Elle est le pilier de notre cohésion sociale, et le pilier de notre bien-être collectif.
Vous me permettrez, chers collègues des Engagés, de me tourner vers vous, parce que nous ne croyons plus en vos promesses. Vous disiez, et vous avez encore osé le répéter aujourd'hui, que vous ne toucheriez jamais à la santé. Mais regardez ce qui est en train de se passer. On y touche en plein cœur et sans le moindre état d’âme!
09.06 Natalie Eggermont (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, u komt altijd met hetzelfde riedeltje dat we investeren, maar u liegt. Die zogezegde grote investeringen bestaan enkel in woorden en op sociale media. Die bestaan alleen in de bubbel waarin u leeft. U zegt dat de groeinorm 2 % bedraagt en dat er 756 miljoen euro bijkomt in 2026. Het rapport van de Commissie voor Begrotingscontrole van het RIZIV van twee weken geleden stelt dat volgend jaar meer dan de helft van dat bedrag niet gefinancierd is. Van de 756 miljoen euro die u belooft, is 469 miljoen euro niet te vinden in de begroting en de budgetten. Dat loopt op tot een half miljard tegen het einde van de legislatuur, waardoor er voor het sociaal akkoord voor het zorgpersoneel geen rotte frank overblijft. Zijn dat dan uw prioriteiten? Die loze woorden betekenen niets. De waarheid staat in de tabellen: er wordt bijna een miljard bespaard en er wordt nog geen 300 miljoen geïnvesteerd. Dat is de waarheid.
09.07 Dominiek Sneppe (VB): Mijnheer de minister, de regering zal een voorstel doen aan de Algemene Raad. Dat is uw overlegmodel: de regering zal beslissen. Als u de spelregels van het overlegmodel herschrijft, hoeft het u niet te verbazen dat niemand nog wil meespelen. Dit gaat over de kern van ons solidariteitsmodel. Zonder vertrouwen van en in de zorg is er geen zorg, enkel frustratie en kwaliteitsverlies. In de gezondheidszorg, mijnheer de minister, bespaart men niet op cijfertjes en Exceltabellen, maar op mensen. Wie bespaart op de dokter, moet durven toegeven dat de patiënt de factuur zal betalen. Het Vlaams Belang is voorstander van overleg, evidencebased beleid en vertrouwen in het systeem. U en uw kabinet doen echter net het omgekeerde: centralisering, wantrouwen, top-downsturing en vooral egobased beleid. Tegenover dit socialistisch beleid stelt het Vlaams Belang een zorgbeleid met gezond verstand: minder kabinet, meer overleg, minder Excel, meer mens.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10.01 Kim De Witte (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, collega’s, deze regering beslist blijkbaar dat wij binnenkort zelf zullen moeten bewijzen dat we op het werk afwezig waren wegens ziekte, een bevalling, tijdelijke werkloosheid of zorgverlof. Zoals u weet, wil de regering een zware pensioenmalus invoeren, een forse boete voor mensen die niet tot 67 jaar kunnen werken omdat ze te vaak ziek of werkloos zijn geweest. U hebt daarover wel enkele toegevingen gedaan, mijnheer de minister. U hebt verklaard dat bevallingsverlof en tijdelijke werkloosheid zouden worden uitgesloten.
Die gegevens bestaan echter gewoon niet, mijnheer de minister. De Federale Pensioendienst heeft die informatie niet geregistreerd. Dat is ook logisch. Waarom zouden ze noteren dat iemand afwezig was wegens kanker, een bevalling of een rugletsel? Men is dan immers afwezig buiten eigen wil. Ook of iemand volledig dan wel tijdelijk werkloos was, werd niet genoteerd. De betrokkenen waren afwezig buiten hun wil. Die gegevens bestaan niet. Niemand had uiteraard ook kunnen voorzien dat er een regering zou komen die retroactief zou beslissen dat reeds gewerkte jaren niet langer worden gelijkgesteld en een boete zou willen opleggen omdat iemand toen ziek was. Uiteraard bestaat die informatie niet, mijnheer de minister.
Hoe zult u dat probleem oplossen? Zult u van de mensen eisen dat ze zelf die informatie opzoeken? Hebt u al eens naar mypension.be gesurft, mijnheer de minister? Dat platform is nu al een soep. En dan zouden mensen daar nog eens zelf gegevens aan moeten toevoegen? Dat is waanzin. Mijnheer de minister, hoe zult u dit concreet oplossen?
10.02 Minister Jan Jambon: Mijnheer De Witte, we weten allemaal dat ons pensioenstelsel gebaseerd is op de principes van solidariteit en rechtvaardigheid. Net daarom moeten we vandaag zorgvuldig omgaan met periodes uit het verleden waarin mensen niet hebben gewerkt, maar waarvan het motief niet meer bekend is. Soms ging het om zorgtaken en die willen we uiteraard blijven erkennen. Maar soms betrof het ook heel andere situaties, zoals een sabbatjaar, een wereldreis of gewoon een periode zonder werk.
Het is voor ons vandaag jammer genoeg onmogelijk om met de gegevens die we binnen de pensioenadministratie hebben dat onderscheid te maken. Het zou niet eerlijk zijn om alle niet-gewerkte periodes zomaar gelijk te stellen met wie effectief gewerkt heeft of voor anderen heeft gezorgd. Dat zou het sociale karakter van de hervorming die we vandaag doorvoeren, ondergraven.
Zoals bij elke hervorming duiken er ook hier praktische uitdagingen op bij de implementatie. Voor alle duidelijkheid: er is nog geen beslissing genomen, maar we onderzoeken verschillende pistes om de ontbrekende gegevens uit het verleden zo goed mogelijk te reconstrueren en te waarderen. Het klopt dat in de jaren tachtig en negentig – u verwees daar zelf ook naar – zorgverlof en bevallingsverlof vaak als ziekte werden ingevuld. Tijdelijke werkloosheid en moederschapsrust werden niet altijd apart geregistreerd. Binnen de overheid bestaan echter databronnen, zoals gegevens over gezinssamenstelling en over kinderen ten laste en RIZIV-databanken, die die leemtes kunnen helpen opvullen. Belangrijk is dat we er alles aan doen om de burger maximaal van deze bewijslast te ontzien.
Er staat echter wel degelijk een artikel in de pensioenwet dat bepaalt dat burgers zelf bewijslast kunnen aanvoeren, mijnheer De Witte. Dat is het geval wanneer de pensioendienst, bij het doen van een voorstel van pensioendatum en -bedrag, geen kennis heeft van een bepaalde periode waarin iemand bijvoorbeeld in het buitenland heeft gewerkt (…)
10.03 Kim De Witte (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, laten we een kat een kat noemen.
Het gaat hier niet over mensen die een wereldreis hebben gemaakt. De malus
bestraft mensen die ziek zijn geweest, die kanker hebben gehad of een zwaar
rugletsel hebben opgelopen.
Hij bestraft mensen die een werkongeval of een beroepsziekte hebben gehad. Daardoor krijgen zij een malus. Dat is wat er in uw wetsontwerp staat, mijnheer de minister. Het gaat niet over mensen die een wereldreis maken, het gaat over die mensen.
De Federale Pensioendienst zegt dat hij dat niet heeft geregistreerd. Hij heeft geen onderscheid gemaakt, het RIZIV evenmin. Er werd geen onderscheid gemaakt tussen bevallingsverlof en ziekte, tussen een kankerbehandeling en dergelijke meer. Die gegevens bestaan dus niet.
Als u zegt dat mensen dat zelf moeten gaan opzoeken, dan is dat chaos. De Federale Pensioendienst zegt dat dat niet zal lukken voor oktober 2027. Hij kan die hervorming niet uitvoeren voor oktober 2027 (…)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11.01 Nahima Lanjri (cd&v): Wie ziek wordt, kiest daar niet voor. Toch riskeren mensen die ooit ernstig ziek zijn geweest, bijvoorbeeld, door kanker, MS of een andere zware ziekte, binnenkort mogelijk een lagere pensioenuitkering als ze vervroegd met pensioen gaan. In die gevallen wil men ziektedagen niet volledig gelijkstellen met effectief gewerkte dagen. Wij willen vanuit cd&v evenwel een pensioenstelsel dat sociaal en rechtvaardig is. Wie de pech heeft gehad om ziek te worden, mag niet nogmaals worden afgestraft bij het pensioen.
Hetzelfde geldt voor moederschapsrust. Het is logisch dat de dagen van moederschapsrust meetellen voor het pensioen. Dat is in principe ook de bedoeling. Helaas blijkt dat voor vrouwen die vóór 2003 bevallen zijn, die periodes vaak als ziekteverlof en niet als zwangerschapsverlof werden geregistreerd. Een van de voorgestelde oplossingen is dat vrouwen zelf moeten bewijzen dat ze bevallen zijn, moederschapsrust hebben genomen en niet ziek waren. Stel u voor. Een vrouw van 64 jaar oud vraagt haar pensioen aan en men vraagt haar om aan te tonen dat ze in 1987 geen ziekteverlof, maar moederschapsrust heeft opgenomen. Dat is natuurlijk de wereld op zijn kop en dat willen we niet.
Daarom, mijnheer de minister, is het voor ons duidelijk: zorg ervoor dat die periodes gelijkgesteld worden. Niet alleen zwangerschapsrust, maar ook ziekteperiodes moeten gelijkgesteld worden voor het pensioen. Op die manier slaat men twee vliegen in één klap: zieken en vrouwen worden niet afgestraft. Geen enkele vrouw zal nog gevraagd worden om te bewijzen dat ze bevallingsverlof heeft opgenomen in plaats van ziekteverlof. Dat is logisch en eerlijk. Dat is een faire pensioenhervorming, iets waar wij allen in dit Parlement voor zouden moeten staan.
Bent u het daarmee eens?
11.02 Minister Jan Jambon: Mevrouw Lanjri, zoals u ongetwijfeld weet, lopen de besprekingen over een mogelijke aanpassing in tweede lezing van de arizonapensioenwet momenteel binnen de regering. Zoals ik vorige week in de Commissie voor Sociale Zaken toelichtte, ligt ook het voorstel op tafel om alle vormen van moederschapsrust gelijk te stellen met effectief gewerkte dagen, zodat voldaan wordt aan de werkvoorwaarden, ook voor de nieuwe vorm van vervroegd pensioen van 60 jaar na 32 effectief gewerkte jaren van elk minstens 234 dagen.
Ook de discussie over de gelijkstelling van periodes van langdurig ziekte om bij vervroegd pensioen gevrijwaard te worden van de malus wordt zoals afgesproken nog verder gevoerd binnen de regering. Daarbij zal ook het voorstel om te voorzien in een vorm van ziektecorrectie aan bod komen. Het spreekt voor zich dat ik niet kan vooruitlopen op het resultaat van deze besprekingen, maar ik kan wel bevestigen dat de voltallige regering volmondig achter de doelstelling staat om langdurig zieken niet aan hun lot over te laten, maar om extra in te zetten op hun re-integratie, bijvoorbeeld in de vorm van een deeltijdse progressieve werkhervatting. Dat is volgens mij een veel betere oplossing voor henzelf en voor de sociale zekerheid dan hen zo snel mogelijk te laten doorstromen naar een vervroegd pensioen.
11.03 Nahima Lanjri (cd&v): Mijnheer de minister, een pensioenhervorming is nodig als we de pensioenen betaalbaar willen houden, maar die moet rechtvaardig zijn. Ik heb in februari al meteen gezegd dat die ziektedagen moesten meetellen en ik herinner mij dat u zich toen vergiste en dacht dat die ziektedagen meetelden. Elke logisch denkende mens zou immers denken dat die ziektedagen zouden meetellen en dat men daar niet voor afgestraft zou worden.
Ik ben bij te horen dat u nog bereid bent om binnen de regering te bekijken hoe we niet alleen de moederschapsrust, maar ook die ziektedagen kunnen meepakken. Voor cd&v moet het meer zijn dan een lichte correctie en moet die periode volledig meetellen. Men kan daar immers niet aan doen, men kiest er niet voor om bijvoorbeeld ALS, MS of kanker te krijgen. Laten we dus kiezen voor een faire en zorgzame pensioenhervorming.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
(La réponse sera également donnée par la ministre de l'Asile, de la Migration et de l'Intégration sociale,
chargée de la Politique des Grandes Villes / Het antwoord zal eveneens
door de minister van Asiel, Migratie en Maatschappelijke Integratie, belast met
Grootstedenbeleid worden gegeven)
12.01 Victoria Vandeberg (MR): Mesdames les ministres, vous revenez d'une mission diplomatique en Albanie et au Kosovo. L'objectif annoncé de cette mission a des impacts directs et essentiels sur des dossiers brûlants dans notre pays, tels que la criminalité organisée, la surpopulation carcérale ou la gestion migratoire.
Face à cela, des solutions existent et, fort heureusement, elles font même partie de l'accord de gouvernement. Nous nous réjouissons de voir que l'une d'entre elles est discutée et passe enfin du stade de la réflexion à celui de l'action.
Comme nous le savons, des organisations criminelles albanaises opèrent dans le port d'Anvers. Cette criminalité liée à la drogue gangrène notre pays et ces réseaux ne connaissent pas de frontière. Notre coopération ne doit pas en connaître non plus.
En ce qui concerne la surpopulation carcérale, les chiffres parlent d'eux-mêmes: 13 000 détenus pour 11 000 places. La Belgique se passerait bien de ce record, avec pour résultats des gardiens épuisés, des conditions indignes ainsi que des peines écourtées pour libérer de la place, au détriment du message adressé aux victimes.
Parmi ces détenus, près de 4 500 n'ont pas la nationalité belge. Pour le MR, ce chiffre doit baisser durant cette législature. Ces personnes doivent pouvoir purger leur peine également dans leur pays d'origine ou dans d'autres États partenaires comme celui du Kosovo.
Mesdames, notre système judiciaire carcéral menace de s'effondrer sous son propre poids si rien n'est fait. Pouvez-vous dès lors nous préciser quels sont les résultats concrets de votre mission? L'accord avec l'Albanie qui concerne 307 détenus sera-t-il rapidement et systématiquement mis en œuvre? Qu'en est-il du partenariat avec le Kosovo? Combien de détenus pourraient y être transférés? Dans quel délai? Le service en charge des transfèrements a-t-il été réorganisé et renforcé comme prévu?
12.02 Khalil Aouasti (PS): Mesdames les ministres, quelle est la situation aujourd'hui en Belgique? Treize mille détenus pour une capacité de 11 000 places; 370 personnes qui dorment sur des matelas à terre; des détenus livrés à eux-mêmes, sans soins et sans prise en charge; des agents pénitentiaires et du personnel de soins qui sont agressés, menacés, épuisés.
Ce tableau peu aguicheur, mesdames les ministres, n'est pas le fruit d'une exagération. Il est dressé par vos propres agents pénitentiaires via leurs syndicats, vos directeurs de prison, votre administration pénitentiaire. Tous s'accordent sur un point: la situation a atteint des sommets d'inhumanité.
Mesdames les ministres, votre politique pénitentiaire se caractérise, je dois le dire et j'en suis désolé, par un manque de vision et des mesures inefficaces. La loi d'urgence votée en juillet est déjà un échec. Aujourd'hui, alors que les palais de justice et les prisons de notre pays tombent en ruines, votre gouvernement se prépare à dépenser des sommes faramineuses pour construire une prison au Kosovo au lieu de réinvestir dans nos propres infrastructures.
L'externalisation de notre politique pénitentiaire négociée cet été, est une absurdité budgétaire, une trahison sociale et un renoncement sur le plan des droits humains. Absurdité budgétaire, car il faut investir dans nos infrastructures en Belgique, pas au Kosovo. Trahison sociale car, au vu des conditions de rémunération au Kosovo, vous allez organiser volontairement la concurrence avec nos propres agents pénitentiaires. Renoncement, un de plus pour les droits humains car comment allez-vous obtenir des garanties en termes de détention humaine digne et d'accès aux tribunaux dans un état étranger?
Mesdames les ministres, quels sont les détails de l'accord de principe conclu avec le Kosovo? Quel budget sera alloué pour ce projet et pourquoi ne pas l'investir en Belgique dans nos infrastructures?
12.03 Annelies Verlinden, ministre: Sur un total de 13 198 détenus, un tiers sont en séjour irrégulier dans notre pays – soit 4 200 détenus. Cette situation est évidemment intenable. Notre gouvernement s'est fixé comme une priorité de lutter contre cette surpopulation et cette irrégularité.
Avec ma collègue, la ministre Van Bossuyt, nous avons développé des solutions concrètes pour résoudre la problématique des détenus sans titre de séjour et, par conséquent, traiter la question de la surpopulation.
Dans ce contexte, la mission au Kosovo et en Albanie revêtait une importance stratégique. Mes priorités dans le cadre de cette mission étaient claires: stimuler le retour des détenus sans titre de séjour, exploiter la capacité de détention dans les Balkans et renforcer la coopération dans la lutte contre le crime organisé.
Nos prisons comptent aujourd'hui pas moins de 253 détenus albanais sans droit de séjour. L'exécution de leur peine en Albanie permettrait d'alléger la surpopulation. J'ai convenu avec le ministre albanais de la Justice que nous entamerons des négociations sur le transfert accru des détenus albanais.
Par ailleurs, des discussions constructives ont eu lieu avec la présidente du Kosovo et son ministre de la Justice concernant leur capacité de détention, afin d'y accueillir les détenus sans droit de séjour. À cet égard, les autorités kosovares ont clairement exprimé leurs ambitions européennes. Nous en ferons part au gouvernement afin que les prochaines étapes puissent être discutées.
Monsieur Aouasti, ce n'est pas une absurdité. Cela pourrait être une partie de solution à la surpopulation.
La mission a donc ouvert des portes. C'est uniquement de cette manière et dans un esprit de coopération que nous pourrons apporter des améliorations. Jour après jour, nous travaillons à trouver des solutions pour lutter contre la surpopulation carcérale, la criminalité et l'illégalité. Les citoyens peuvent compter sur nous.
12.04 Anneleen Van Bossuyt, ministre: Chères collègues, ce gouvernement a une ambition claire: intensifier considérablement le retour de criminels illégaux. Pour y parvenir, nous joignons le geste à la parole en investissant dans chaque maillon du processus de retour.
Première action: la prévention. La mission en Albanie et au Kosovo a été constructive. Nous avons conclu des arrangements visant à lutter contre les flux irréguliers vers la Belgique et à accélérer les retours vers l'Albanie et le Kosovo. Ainsi, nous mettrons en place cette année une plateforme numérique qui permettra notamment à la Belgique et à l'Albanie d'identifier plus rapidement et de manière plus sûre les ressortissants. Nous avons également abordé ce point au Kosovo.
Deuxième action: les personnes sans droit de séjour doivent repartir. Nous devons éviter que ces personnes se retrouvent ici dans une zone grise où la criminalité est souvent la seule issue. Il s'agit donc d'un retour volontaire si possible, forcé si nécessaire. C'est pourquoi je renforce mes services, afin de prendre des décisions plus rapidement et de ne pas donner de faux espoirs aux gens.
Troisième action: la lutte contre la criminalité commise par des personnes dépourvues de droit de séjour. Ces personnes doivent être contraintes au retour dans leur pays. Afin d'accélérer ce processus de retour, nous augmentons le nombre de places dans les centres fermés. Les visites domiciliaires auront, elles aussi, un impact non négligeable. Nous concluons en outre de nouveaux partenariats avec les pays d'origine selon le principe du "donnant-donnant". Nous instaurons également une interdiction d'entrée à vie pour les terroristes. Nous renforçons nos services de retour, augmentons le nombre d'escorteurs et veillons à ce que ceux qui refusent de partir soient éloignés de notre territoire.
Ce gouvernement opte résolument pour la sécurité, la responsabilité et la mise en place d'une politique de retour crédible qui protège nos citoyens.
12.05 Victoria Vandeberg (MR): Mesdames les ministres, je me réjouis évidemment d'entendre que la coopération avec d'autres États se met en place pour justement construire ou louer des prisons, et que cela avance concrètement. Je vous remercie pour vos réponses. Je reste un peu sur ma faim pour le côté justice et pénitentiaire, notamment sur la question du renfort du service chargé du transfert des personnes dans leur pays d'origine.
Nous avons bien compris le diagnostic, madame la ministre de la Justice, et les difficultés qui sont rencontrées, mais les constats n'ont jamais vidé les prisons. Ici, il est temps de passer de l'analyse à l'action. Nous vous soutiendrons évidemment dans cette voie, pour ne pas uniquement décrire les problèmes mais également les résoudre.
12.06 Khalil Aouasti (PS): Mesdames les ministres, j'aurais espéré une réponse radicalement différente. La prison de Saint-Gilles est infestée par la mérule. Celle de Lantin s'effondre sur elle-même. Mons et Tournai débordent. Des personnes dorment au sol, mais les millions dont vous disposerez peut-être ne seront pas investis dans nos infrastructures, ils seront investis au Kosovo.
Les agents pénitentiaires sont loyaux. Ils sont malades. Nos agents pénitentiaires comptabilisent 700 000 jours de congé en retard. Mais ce que vous allez faire, c'est organiser la concurrence avec des travailleurs kosovars. Et tout ça sous couvert d'efficacité.
En moyenne, 67 détenus ont été rapatriés par an entre 2015 et 2024. C'est pour cela que vous allez construire et investir plus de 300 millions d'euros au Kosovo, mesdames les ministres.
Je vais finir avec une citation de Mark Twain: "Celui qui ouvre une prison doit savoir qu'on ne la fermera plus" (…)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
(Het antwoord zal door de minister van
Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Beliris worden gegeven / La
réponse sera donnée par le ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de
Beliris)
13.01 Dieter Keuten (VB): Vijf weken geleden riep de N-VA dat Chat Control een monster is.
Mijnheer de minister, uw partijvoorzitter vergeleek Chat Control met de hel.
Vier weken geleden vond een vergadering van de Raad van Europa plaats, waarin vertegenwoordigers van uw regering verklaarden dat België de huidige tekst kan goedkeuren.
Drie weken geleden zei Bart De Wever hier op deze plaats dat de regering er nog niet over had vergaderd en dat er dus nog geen standpunt was ingenomen. Ook vandaag weigert Bart De Wever te antwoorden.
Vorige week was het de beurt aan Matthias Diependaele. Hij zei dat hij de wet in principe kon steunen, mits er nog wat aan gewerkt en bijgeschaafd wordt.
Gisteren zei minister Francken dat België wellicht tegen zal stemmen. Wellicht.
Gisterennamiddag was het uw beurt, mijnheer de minister . U herhaalde dat de regering nog geen standpunt heeft ingenomen.
Wat is het nu? Wij willen duidelijkheid. Wij eisen transparantie.
Blijkbaar vond gisteravond opnieuw een vergadering van de Raad van Europa plaats. Wat hebben uw vertegenwoordigers op die vergadering gezegd? Zal België voorstemmen, zich onthouden, tegenstemmen, of mogen we het niet weten?
13.02 Minister Bernard Quintin: Mijnheer de volksvertegenwoordiger, gisteren heb ik tijdens het actualiteitsdebat in de commissie voor Binnenlandse Zaken al uitgebreid geantwoord op acht vragen over dat onderwerp, onder meer op een vraag van uw fractieleidster, mevrouw Barbara Pas.
Het debat was gisteren uitgeput en er is vandaag geen nieuwe informatie te melden. Dat gezegd zijnde, en uit respect voor het Parlement, wil ik toch kort antwoorden.
De nieuwe CSAM-verordening heeft tot doel een Europese structuur op te richten om kindermisbruikmateriaal beter op te sporen en aan te pakken. Internetplatformen zouden eerst een risicoanalyse moeten uitvoeren en gepaste maatregelen moeten nemen. Enkel wanneer die maatregelen onvoldoende blijken, kan een gerechtelijke autoriteit een detection order opleggen.
Over de positie van België kan ik kort zijn. De regering heeft ter zake nog geen standpunt ingenomen.
Er kan geen enkele twijfel over bestaan dat wij de strijd tegen online kindermisbruik willen versterken. Als liberaal hecht ik bovendien veel belang aan onze vrijheden en dus ook aan het recht op privacy.
Ik weet dat die twee bezorgdheden worden gedeeld door een brede meerderheid en mogelijk zelfs de unanimiteit van de leden van dit Huis wegdraagt.
Ik twijfel er, ten slotte, niet aan dat uw fractie de eerste minister nader zal ondervragen over het standpunt dat de regering in het dossier zal innemen.
13.03 Dieter Keuten (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor het duidelijk antwoord.
Collega’s, nog steeds is geen standpunt ingenomen. Hoe is dat mogelijk? Gisteren in de commissie was iedereen tegen. Alle partijen zijn tegen, maar de regering neemt geen standpunt in. Dat is onbegrijpelijk.
De mensen vertrouwen het niet meer. Chat Control is een monster. Dat monster moet niet uitgesteld of aangepast worden, maar weggestemd.
Het Vlaams Belang stelt dat al vier jaar. Al vier jaar strijden wij tegen het voorstel dat men in de Europese achterkamers probeert door te duwen. In 2024 nog was het Alexander De Croo, die vandaag opnieuw niet aanwezig is, die het opnieuw op de Europese agenda zette.
Wij eisen transparantie. Stop de achterkamertjes. Geef duidelijkheid, want de Vlaming vertrouwt het niet meer.
Bart De Wever houdt mooie speeches voor deregulering, maar hij spreekt zich nooit uit tegen Europese (…).
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
14.01 Ismaël Nuino (Les Engagés): Monsieur le ministre, je sais que vous avez beaucoup de dossiers à traiter pour le moment. La semaine dernière, mon très estimé collègue Lutgen vous posait encore une question sur l'un d'eux. En tout cas, nous serons absolument d'accord pour reconnaître que la priorité doit être réservée au narcotrafic. En effet, celui-ci entraîne des conséquences dramatiques sur la sécurité des Belges et plus particulièrement des Bruxellois.
Je souhaitais vous poser une question sur la fusillade qui a encore eu lieu cette semaine à Saint-Gilles. Au regard des trop nombreuses fusillades qui l'ont précédée, je me suis rendu compte que je vous avais posé la même question en séance plénière voici six mois. Par conséquent, ma question est une sorte de clause de rendez-vous pour savoir où vous en êtes dans l'application de l'accord de gouvernement et dans l'exécution de ses mesures. Je sais que, le 1er octobre, vous avez eu l'occasion de pouvoir faire le point et de parler de la task force.
Cela dit, je souhaiterais savoir où l'on en est dans l'application de la vingtaine de mesures figurant dans l'accord de gouvernement et qui sont pratiquement les meilleures dont nous puissions disposer, puisque nous avions à table le bourgmestre d'Anvers. En effet, il est le premier à avoir eu à affronter le narcotrafic en Belgique et à avoir connu les fusillades – bien avant Bruxelles. Il sait donc de quoi il parle. Il n'est pas nécessaire de parler de ces initiatives dans une task force, car elles nécessitent d'être prises le plus rapidement possible. Parmi elles, on trouve la création d'un Fonds drogues, la technique du "Follow the value" – qui consiste à s'attaquer au portefeuille des narcotrafiquants, à leur faire mal à travers leurs moyens financiers –, peut-être encore la surveillance de la criminalité organisée afin d'en mieux connaître le fonctionnement et de voir comment, à Bruxelles en particulier, certains commerces servent à blanchir de l'argent. Toutes ces mesures existent.
Monsieur le ministre, selon quel calendrier allez-vous appliquer ces dispositions? Quelles sont les mesures que vous avez déjà prises? Je sais que vous avez fait beaucoup, mais il reste encore beaucoup de choses à accomplir. J'aimerais en savoir plus.
14.02 Bernard Quintin, ministre: Monsieur le député, j'ai en effet beaucoup de choses à faire, ce qui est normal. Nous sommes payés pour cela.
Je n'ai pas attendu l'incident à Saint-Gilles pour être interpellé sur le sujet. Je suis sur le terrain plus que régulièrement, à la rencontre des habitants et aussi des forces de l'ordre. À la fin de l'été, j'étais avec les habitants de la place Bethléem, où la fusillade – avec des balles qui se sont fichées dans une école – a eu lieu. Je suis aussi allé à Molenbeek, à Anderlecht ainsi qu'à d'autres endroits.
Je tiens quand même à rappeler ici que ce sont les zones de police locale qui s'organisent pour la première ligne. Dans le cas de la zone Midi – puisque vous parliez de Saint-Gilles –, c'est une zone avec trois communes. Il y a un président de zone, le bourgmestre d'Anderlecht, un chef de corps, et plus de 1 000 policiers, dont je salue le travail au quotidien. La police fédérale, elle, vient en soutien. C'est le principe même de la police intégrée à deux niveaux. Ce soutien fédéral est constant – c'est en tout cas ainsi depuis le début de mon mandat – avec des dizaines de policiers fédéraux qui sont tous les jours sur le terrain, un renforcement de la PJF de Bruxelles comme cela a été demandé: 31 unités, et 40 qui seront engagées de manière pérenne à partir du 1er novembre 2025.
Les actions sont claires. Je les ai déjà listées et je les mets en place. Elles sont en effet dans l'accord de gouvernement. Premièrement, nous avons la fusion des zones de police à Bruxelles, dont je rappelle que l'objectif est une meilleure sécurité pour toutes les Bruxelloises et tous les Bruxellois, par une meilleure allocation des moyens, y compris les actions d'intervention et la police de proximité. Deuxièmement, nous avons le plan "Grandes Villes" que j'ai annoncé à la fin de l'été, avec des mesures FIPA (Full Integrated Police Actions), des mesures coup de poing – nous en avons déjà eu deux organisées à Bruxelles, mais elles peuvent l'être dans d'autres villes – avec le plan "Caméras" de 20 millions que j'ai mis sur la table, les militaires en rue pour renforcer la sécurité et des actions anti-blanchiment appelées Belfi à Bruxelles, et portant d'autres noms ailleurs.
Comme ces actions sont dans l'accord de gouvernement, je sais que j'aurai le soutien de tous les partis de la majorité, et peut-être même de l'opposition, pour mettre en œuvre toutes ces mesures pour la sécurité de tous nos concitoyens.
14.03 Ismaël Nuino (Les Engagés): Merci monsieur le ministre. Vous avez listé les mesures que vous mettez en place. Vous savez que la fusion des zones de police génère des réticences importantes au niveau local. Mais vous savez aussi qu’une des demandes, et une des autres choses qui se trouvent dans l’accord de gouvernement, c’est le refinancement des zones de police locale, qui sont la première ligne pour faire face au crime. Et ce refinancement, il doit arriver le plus rapidement possible parce qu’aujourd’hui, on sait que Bruxelles, structurellement, est sous-financée par rapport à son nombre d’habitants. Et donc, ce à quoi je vous encourage, c’est à pouvoir agir le plus rapidement possible pour donner des moyens financiers à la zone de police locale qu’il y aura à Bruxelles, pour qu’elle puisse réellement agir.
Un autre élément, peut-être, c’est de faire en sorte d’avoir une meilleure visibilité et un dashboard sur ces 20 mesures. Vous avez également parlé de mesures qui ne se trouvent pas dans l’accord de gouvernement. Les militaires dans les rues, ça n'est pas dans l’accord de gouvernement de cette manière. Mais ce qu’on doit faire, c’est pouvoir avoir un dashboard sur les mesures et la manière dont elles évoluent.
Vous serez d’accord avec moi, la sécurité est un droit fondamental. Les Bruxellois y ont droit aussi.
Het incident
is gesloten.
L'incident est clos.
15.01 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, kent u het boek Collapse van Jared Diamond? Het is een schitterend boek, dat beschrijft hoe beschavingen door foute politieke keuzes ondergaan. In veel van die beschavingen bleek klimaatverandering een van de drijvende factoren achter die ondergang.
Ik heb iets bij dat sinds 2020 op mijn kantoor hangt, namelijk de cover van Time Magazine, dat toen titelde One Last Chance, waarmee het bedoelde to save the planet. Men zou denken dat met alle zaken van de voorbije jaren, met alle rapporten en met de tienduizenden mensen die vorige zondag op straat kwamen, onze regeringen, álle regeringen, de hand aan de ploeg zouden slaan en een ambitieus beleid zouden voeren.
Toch zien we iets anders. Onze regering is vol op de rem gaan staan. De Vlaamse regering evenzeer, die heeft zelfs haar laatste schaamlapje, namelijk het renovatiebeleid, gewoon in de vuilnisbak gekieperd. Al onze doelen zijn naar beneden bijgesteld, of het nu gaat om hernieuwbare energie, de reductie van de uitstoot, internationale solidariteit of klimaatrechtvaardigheid.
Die tienduizenden mensen zijn niet zomaar op straat gekomen. Ze zijn op straat gekomen omdat ze iets vinden wat ik als politicus logisch vind, maar wat blijkbaar in deze tijden niet meer zo evident is, namelijk dat bij grote macht ook grote verantwoordelijkheid hoort. Zij vragen dat onze regeringen die verantwoordelijkheid opnemen, om te doen wat ook de VN zegt, namelijk die race van de klimaatcrisis winnen. It’s a race we can win.
Mijnheer de minister, wat zult u doen? In de ballonnetjes rond de begroting valt immers heel hard op dat al die fossiele subsidies ongemoeid blijven. Er is niet veel sprake van vergroening. Het rapport van het Planbureau is blijkbaar niet aangekomen. Blijft de regering toondoof? Wat zult u zeggen aan de mensen die op straat kwamen?
15.02 Julien Ribaudo (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, dimanche, nous étions 30 000 dans les rues – des étudiants, des retraités, des familles –, pour rappeler que le changement climatique est une réalité avec des conséquences humaines, sociales et économiques bien concrètes. Monsieur le ministre, ce que j'adore dans les marches pour le climat, à part l'ambiance, ce sont les slogans, ces petites phrases courtes mais puissantes que l'on scande. Celle qui m'a le plus marqué ce dimanche était: "La mer monte, notre colère aussi". En effet, c'est bien de cela qu'il s'agit. Nous étions 30 000 à dénoncer l'inaction et le manque d'ambition de nos gouvernements, et de votre gouvernement. Même votre parti, Les Engagés, était là, dans la rue, monsieur le ministre, pour dénoncer la politique de son propre gouvernement. C'est dire l'ampleur du problème.
Les gens étaient là pour réclamer un vrai changement de cap, un basculement, des investissements publics, de meilleurs transports publics, des logements rénovés, de l'énergie verte et abordable, et une industrie durable tournée vers l'avenir. Mais votre gouvernement fait l'inverse. Les éoliennes sont reportées. L'île énergétique est rabotée. On fait des économies sur le réseau hydrogène. Le Plan national énergie-Climat arrive avec plus d'un an de retard et, finalement, n'est même pas à la hauteur des enjeux.
Vous n'êtes pas seulement le gouvernement de la casse sociale, vous êtes aussi le gouvernement de la casse écologique. Pendant que vous essayez de voler nos pensions, vous expliquez qu'il n'y a pas d'argent pour le climat. Mais pour le militaire, l'armement, la guerre, là, 34 milliards apparaissent en un claquement de doigts.
Monsieur le ministre, comment justifiez-vous à ces 30 000 personnes qui étaient dans la rue ce manque d'ambition? Quelles garanties pouvez-vous donner sur la mise en œuvre d'un plan qui était déjà insuffisant, maintenant que votre gouvernement prépare de nouvelles coupes budgétaires?
15.03 Minister Jean-Luc Crucke: Geachte Kamerleden, mevrouw Almaci, ik kan u verzekeren dat ik het boek Collapse heb gelezen en ik raad het iedereen aan. Afgelopen zondag stapten 20.000 tot 30.000 mensen mee in de klimaatmars in Brussel. Deze keer stond het thema financiën centraal. Burgers merken terecht op dat België in 2023 ongeveer 18 miljard euro aan steun voor fossiele brandstoffen heeft uitgekeerd. Dat is een stijging van 1,5 miljard euro ten opzichte van 2021. Onder de vivaldiregering zijn die subsidies helaas toegenomen in plaats van afgebouwd. Wij willen het nu anders en beter doen.
In het regeerakkoord is vastgelegd dat de regering zal onderzoeken welke subsidies binnen welke realistische termijnen kunnen worden afgebouwd. Daarbij wordt aandacht besteed aan de economische impact, zonder negatieve gevolgen voor de koopkracht en de ondernemingskosten.
Dat werd verder uitgewerkt in onze federale energie- en klimaatplannen, waarbij ik zal waken over de implementatie van onder andere de vermindering van de subsidies voor professionele diesel en het verschuiven van de accijnzen van elektriciteit naar fossiele brandstoffen.
Monsieur Ribaudo, vous me dites que dans une marche, ce qui vous intéresse, ce sont les slogans. Vous le dites d'ailleurs avec un certain sourire, et je peux comprendre que cela fasse parfois sourire. Un beau mot n'est jamais en soi un mauvais mot. Mais moi, ce qui m'intéresse, au-delà des slogans, c'est l'action.
Vous avez signalé que certains partis politiques de la majorité comme de l'opposition étaient présents à la marche de dimanche. Si je n'y étais pas, c'est parce que je pense que le rôle d'un ministre, c'est d'abord d'agir, mais aussi de respecter ceux qui manifestent – et vous savez que je partage un certain nombre de slogans. Notre action, monsieur Ribaudo, a été d'obtenir un accord sur le Plan national énergie-Climat entre les trois Régions et le fédéral et, dans la même foulée, d'avoir un accord sur le Plan social climat. Ça, ce sont des actes. Et ça, aucun gouvernement ne l'avait fait auparavant.
On peut me dire que des tensions existent parfois entre les entités fédérées et le fédéral. Mais moi, je veux d'abord avoir du respect pour mes collègues des entités fédérées et, en particulier, pour ma collègue Melissa Depraetere, qui a eu, je trouve, l’élégance, le talent et le dash pour trouver un accord au sein d'un gouvernement et avec les autres gouvernements. C'est cet équilibre-là, le fait de travailler ensemble, qui m'importe pour que demain on puisse aussi être plus forts.
Certains cherchent la division, moi c'est plutôt l'union. Il paraît que l'union fait la force, c'est encore quelque chose qui vaut pour moi.
15.04 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, over Vlaanderen zal ik niet veel zeggen, behalve dat uw vrienden van Vooruit u compleet in de steek hebben gelaten en, vooral, het klimaatbeleid in de vuilbak hebben gekieperd. Dat is wat er is gebeurd. Er is geen klimaatbeleid meer in Vlaanderen. De meest welvarende regio in ons land laat u gewoonweg in de steek.
Het is heel duidelijk. De reden waarom ik die cover heb meegebracht, is omdat de tijd in ons nadeel speelt. Elke tiende van een graad telt, elke euro telt. Niets doen zal ons letterlijk en figuurlijk heel veel geld kosten, volgens het Planbureau maar liefst 8,5 miljard euro per jaar. Slechts 1 % op deze wereld is verantwoordelijk voor het gros van de vervuiling, maar die 1 % wordt in alle begrotingsballonnetjes ongemoeid gelaten. Dat stel ik vandaag vast. Na jaren het voortouw te hebben genomen, hinkt ons land plots achterop. Er is geen coherent plan, geen strategie en de huidige koers is onaanvaardbaar. Ik reken op u om die aan te pakken. Ik zal u daarop afrekenen.
15.05 Julien Ribaudo (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, il ne manquerait plus que cela que l’on n’ait pas d’accord! L’Europe l’attend depuis un an. Mais avoir un accord n’est pas une fête en soi, il faut regarder ce qu’il contient. Et cet accord est plus que décevant.
La société civile a dit que c'était encore moins bon que précédemment, avec les autres gouvernements. Nous n’en sommes nulle part en termes de politique climatique. La seule réponse que vous apportez, c’est de dire que vous avez fait un choix. Ce choix, c’est acheter des F-35 plutôt que des trains qui roulent; des F-35 plutôt qu’un plan ambitieux national de rénovation à grande échelle.
En plus, votre gouvernement est d’accord pour nous faire payer des factures encore plus chères. Et votre gouvernement a pour projet de criminaliser les gens qui sortent dans la rue pour dire: "On en veut plus. On veut plus que cela." Vous allez criminaliser le mouvement écologique.
Vous tournez le dos au climat. Nous ne pouvons l’accepter, et nous serons nombreux dans la rue pour vous le rappeler.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Daarmee sluit ik deze vragensessie af.
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La
discussion générale est ouverte.
De rapporteur, de heer Benoît Piedboeuf,
verwijst naar het schriftelijk verslag.
16.01 Stéphane Lasseaux (Les Engagés): Monsieur le président, chers collègues, dans le cadre du projet de loi d'aujourd'hui, on se rend compte que des milliers de Belges franchissent la frontière pour aller travailler au Luxembourg. Ils y travaillent et ils y paient aussi leurs impôts sur leurs revenus professionnels.
Conséquence directe: leurs communes de résidence en Belgique sont privées des taxes additionnelles à l'impôt des personnes physiques. Pour nombre d'entre elles, c'est un manque à gagner considérable qui réduit leur capacité d'action au service de leurs habitants.
Conscient de la réalité, le Luxembourg verse depuis plusieurs années maintenant une compensation financière à notre pays. Modernisé en 2021, ce mécanisme porte aujourd'hui une enveloppe de 48 millions d'euros et il atteindra près de 70 millions d'euros à l'horizon 2031. Sur cette base, un accord de coopération a été conclu afin d'assurer une répartition équitable entre les Régions, qui redistribueront ensuite les moyens aux communes concernées.
Le projet soumis à notre Assemblée aujourd'hui n'est donc rien d'autre qu'une formalité, certes, mais une formalité essentielle qui permettra à l'État fédéral de donner son assentiment à cet accord pour que les ressources indispensables parviennent enfin aux communes.
De voorzitter: Mijnheer de minister, hebt u hier nog iets aan toe te voegen? (Nee)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un
demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Discussion des
articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1000/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1000/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi
compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
Discussion
générale
De algemene bespreking is geopend.
La
discussion générale est ouverte.
De rapporteur, de heer Dieter Vanbesien, verwijst naar het
schriftelijk verslag.
17.01 Kemal Bilmez (PVDA-PTB): Vooreerst, wij hebben vanaf het begin alle humanitaire hulp aan Oekraïne ondersteund en zullen dat ook blijven doen. Het voorliggende wetsontwerp strekt ertoe ons aandeel in de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling te vergroten. Via die bank zouden we vervolgens hulp sturen naar Oekraïne.
Laten we echter even stilstaan bij die instelling. De missie van de bank is de promotie van de privésector. Het geld wordt namelijk uitsluitend toegekend aan privébedrijven. Er is dus geen sprake van rechtstreekse steun aan de bevolking of van publieke investeringen. De hulp verloopt via ondernemingen die, zoals elk privébedrijf, in de eerste plaats commerciële belangen nastreven.
Dat blijkt ook uit een weinig opvallend maar veelzeggend zinnetje dat in het wetsontwerp is opgenomen. Ik citeer uit het wetsontwerp, pagina 5: "Gezien het feit dat de EBWO veel projecten financiert en nauw samenwerkt met de privésector, inclusief kleine en middelgrote ondernemingen, zou dergelijke financiële steun zich ook kunnen vertalen in extra zakelijke gelegenheden voor Belgische bedrijven."
De vraag is dan ook of het hier gaat om humanitaire en economische steun voor heropbouw of om het creëren van zakelijke opportuniteiten voor westerse ondernemingen in Oekraïne. Waarom worden publieke investeringen principieel uitgesloten? Zullen er voorwaarden worden gekoppeld aan de steun?
Gezien de missie en de geschiedenis van die Europese Bank staan wij hier zeer sceptisch tegenover. We hebben te weinig garanties dat een verzwakt Oekraïne niet, tegen de wil van zijn bevolking, zal worden verplicht bepaalde staatsbedrijven en infrastructuren te verkopen, privatiseringen door te voeren en of drempels te verlagen voor buitenlands kapitaal.
Ik weet, mijnheer de minister, dat wij ideologisch nooit volledig op één lijn zullen zitten. U verklaarde onlangs bijvoorbeeld toen het ging over de verkoop van het winstgevende Belfius, dat volgens u de staat geen bank moet runnen. Wij zullen ons dan ook onthouden op het wetsontwerp. Wie de Oekraïense bevolking echt wil helpen, geeft dat geld rechtstreeks aan wie het nodig heeft of bouwt iets concreets. Men geeft het echter niet aan een bank waarover wij geen democratische controle uitoefenen en die tot doel heeft dat geld opnieuw uit te delen aan privébedrijven, die in de eerste plaats winst nastreven.
Hulp voor wederopbouw moet echte hulp zijn, no strings attached en zonder winstbejag.
In die zin zullen we ons bij het wetsontwerp onthouden, ook al steunen we de humanitaire hulp aan Oekraïne volledig.
17.02 Stéphane Lasseaux (Les Engagés): Monsieur le président, cette volonté de soutenir l'augmentation de capital est essentielle, car elle pourra permettre la reconstruction de l'Ukraine. Au-delà de cela, elle a une vision bien plus longue et plus importante, car nous devons toujours faire face aux reconstructions qui ont été menées après les guerres. Cette volonté qui a été créée en son temps est nécessaire et nous devons continuer à la soutenir. C'est pourquoi nous voterons en faveur de ce projet de loi.
17.03 Niels Tas (Vooruit): Op 24 februari 2022 viel Poetin Oekraïne binnen en begon een gruwelijke oorlog, die aan tienduizenden mensen het leven kostte en miljoenen mensen op de vlucht deed slaan.
Vooruit heeft vanaf dag 1 resoluut de zijde van Oekraïne en de Oekraïners gekozen. Zij worden geconfronteerd met een Russische agressor, een dictator die hun grondgebied bezet en bombardeert en die de bevolking uitmoordt en zich schuldig maakt aan oorlogsmisdrijven, die flagrant tegen het internationale recht ingaan.
Daarom steunt ons land Oekraïne, in de eerste plaats door in opvang te voorzien voor mensen op de vlucht. Vooruit steunt ook de levering van militair materiaal van ons land aan Oekraïne, zodat het zijn grondgebied kan verdedigen en kan voorkomen dat Rusland verder oprukt en Poetin zijn zin krijgt. Het is zeer duidelijk dat Rusland het internationale recht flagrant schendt en oorlogsmisdaden begaat.
We moeten vandaag ook al denken aan de wederopbouw van het land. Hele steden liggen in puin en veel belangrijke infrastructuur zoals scholen en ziekenhuizen, is vernield. Daarom zullen we met de arizonaregering, met Vooruit, altijd hulp verlenen voor de wederopbouw van scholen en ziekenhuizen.
Er is echter nog veel meer nodig. Oekraïne heeft ook Europese steun nodig om tegen Rusland stand te houden. De oorlog in Oekraïne heeft ons geleerd dat we in Europa minder afhankelijk mogen zijn van landen die het niet goed met ons voor hebben. We moeten in Europa opnieuw onze eigen boontjes doppen. De deelname van België aan de kapitaalsverhoging bevestigt ons voortdurend engagement om Oekraïne verder te steunen via de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling.
Beste vrienden van de PVDA, ik denk dat u echt in een andere wereld leeft. De overheid moet samenwerken met de private sector. We moeten samenwerken in Europa om Oekraïne en zijn inwoners te beschermen en zo opnieuw een perspectief krijgen. Met Vooruit zullen we de voorliggende tekst dan ook volop steunen.
17.04 Minister Jan Jambon: Mijnheer de voorzitter, collega’s, men beweert hier dat de bank niet aan democratische controle is onderworpen. De aandeelhouders ervan zijn echter allemaal democratische landen die, in verhouding tot hun inbreng, stemrecht hebben in die instelling. Dat vormt naar mijn oordeel een perfecte democratische controle. Trouwens, als we niet meedoen aan de kapitaalsverhoging, neemt het gewicht van België af in de besluitvorming.
Ideologie speelt natuurlijk altijd een rol, maar, mijnheer Bilmez, u moet mij toch eens uitleggen hoe u een land uitsluitend met staatsbedrijven wilt wederopbouwen. Zal België of een andere staat staatsbedrijven oprichten, bijvoorbeeld in de bouw of de voedselvoorziening om alle behoeften van de inwoners van Oekraïne te dekken? We kennen dergelijke landen in de wereld. U mag daar misschien willen gaan wonen, maar ik hoop dat wij hier nooit onder een dergelijk regime hoeven te leven.
17.05 Kemal Bilmez (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, ik heb niet gezegd dat we van Oekraïne een land van staatsbedrijven moeten maken. Het gaat hier over een specifieke bank en wij staan niet achter haar manier van werken. Zij handelt namelijk uitsluitend met de privésector. Trouwens, u kunt mij niet uitleggen waarom alle hulp naar privébedrijven moet gaan. We kunnen toch ook publieke steun verlenen. U maakt er hier weer een karikatuur van, dat is niet wat ik heb gezegd. Onze kritiek op die bank betreft juist haar missie en visie. Zij steunt volledig op de privésector. Daarom onthouden wij ons en stemmen wij niet tegen.
De voorzitter:
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Discussion des
articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1001/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1001/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi
compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel en de bijlagen zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble et les annexes aura lieu ultérieurement.
Voorstel ingediend door:
Proposition
déposée par:
Franky Demon,
Steven Matheï, Koen Van den Heuvel.
Discussion
générale
De algemene bespreking is geopend.
La
discussion générale est ouverte.
De rapporteurs, de heren Wim
Van der Donckt, Matti Vandemaele en Jeroen Bergers, verwijzen naar
het schriftelijk verslag.
18.01 Werner Somers (VB): Mijnheer de voorzitter, dank u wel dat u mij het woord verleent. Ik heb het voorstel van de heer Demon en consorten met veel interesse gelezen en uiteraard valt er niets tegenin te brengen dat er ontvankelijkheidsvoorwaarden worden ingevoerd voor een verzoek om advies gericht aan de Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten, maar ik vind het toch maar een mager beestje.
Ik meen dat er een onderwerp is dat een veel hogere prioriteit verdient dan het voorstel waarover vandaag zal worden gestemd. Daarom heb ik een vrij uitgebreid amendement ingediend op het voorliggende voorstel. Dat strekt ertoe de Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten – die momenteel alleen maar een adviserende bevoegdheid heeft – te vervangen door een volwaardige beroepsinstantie.
Op dit ogenblik is het zo dat wanneer iemand een verzoek indient bij een administratieve instantie om toegang te verkrijgen tot documenten, hetzij om inzage te nemen, hetzij om een afschrift te verkrijgen, die administratieve instantie daarover beslist. Indien de betrokkene een weigering ontvangt, kan hij een verzoek tot heroverweging richten tot diezelfde administratieve instantie.
Tegelijkertijd wordt de Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten verzocht om een advies uit te brengen. Dat advies kan de betrokken administratieve instantie echter gewoon naast zich neerleggen. Indien de Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten van oordeel is dat de administratieve instantie ten onrechte de inzage of het verstrekken van een afschrift heeft geweigerd, kan de administratieve instantie zelfs gewoon stilzwijgend aan dat advies voorbijgaan.
Ik denk daarom dat het zinvol zou zijn de Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten te vervangen door een federale beroepsinstantie voor de toegang tot bestuursdocumenten. Zo zou iemand die de inzage of een afschrift van een bestuursdocument heeft gevraagd, na een weigering beroep kunnen instellen bij die federale instantie. Indien hij van die federale beroepsinstantie gelijk krijgt, zou de administratieve instantie die de aanvraag aanvankelijk heeft geweigerd, verplicht moeten worden toegang te verlenen tot het bestuursdocument.
Wanneer die instantie blijft weigeren, zou de federale beroepsinstantie zich in de plaats kunnen stellen van de administratieve instantie die in gebreke is gebleven.
Dat is de strekking van mijn amendement, wat veel verder gaat dan wat hier vandaag voorligt. Ik denk dat dat de enige manier is om ervoor te zorgen dat het grondwettelijk gewaarborgde recht op openbaarheid van bestuur daadwerkelijk wordt gerespecteerd.
De voorzitter: Mevrouw Daems is niet aanwezig.
18.02 Franky Demon (cd&v): Mijnheer de voorzitter, de wet betreffende de openbaarheid van bestuur voorzag bij het instellen van een administratief beroep tot op heden niet in ontvankelijkheidsvoorwaarden voor de indiening van verzoeken om advies bij de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten, afdeling openbaarheid.
Mijn wetsvoorstel, dat vandaag ter goedkeuring voorligt, past dat aan. In haar jaarverslag 2023 wees de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten er immers zelf op dat een aantal aanvragers nalaat om haar de nodige informatie te bezorgen die haar in staat moet stellen om een dergelijk verzoek tot advies in behandeling te nemen. Dit brengt extra taken met zich mee voor het secretariaat van de commissie.
De gewestelijke en gemeenschapscommissies voor de toegang tot bestuursdocumenten ondervonden eerder soortgelijke problemen. Aan het Vlaams bestuursdecreet werd daarom een aantal ontvankelijkheidsvoorwaarden toegevoegd. De federale Commissie stelde voor om een soortgelijke regeling uit te werken in de wet openbaarheid van bestuur. Met voorliggend wetsvoorstel komen we tegemoet aan die vraag. In de wet wordt vastgelegd welke informatie een verzoek om advies dient te bevatten.
Verder wordt voorzien dat wanneer het verzoek om advies onvolledig is, de behandelingstermijn van het verzoek wordt opgeschort tot op het moment dat de noodzakelijke informatie aan de Commissie ter beschikking wordt gesteld.
Indien de aanvrager nalaat de informatie ter beschikking te stellen binnen een termijn van dertig dagen volgend op het indienen van het oorspronkelijke verzoek, zal hij worden geacht afstand te hebben gedaan van zijn verzoek tot heroverweging en om advies.
Wij voegen, ten slotte, eveneens een bepaling toe die de gegevensverwerking regelt.
Het wetsvoorstel werd ook ter advies voorgelegd aan de Gegevensbeschermingsautoriteit en werd op basis van dat advies nog nader bijgestuurd.
Ik dank de leden van de commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken voor de brede steun voor mijn voorstel. Ik hoop dat wij straks bij de eindstemming op evenveel enthousiasme mogen rekenen.
18.03 Werner Somers (VB): Ik heb met veel interesse geluisterd naar de uiteenzetting van de heer Demon. Hij verwees naar het Vlaamse Bestuursdecreet waarin eveneens ontvankelijkheidsvoorwaarden opgenomen zijn. Hij zou de lijn moeten doortrekken, want in dat Vlaamse Bestuursdecreet is opgenomen dat er een volwaardige beroepsinstantie is. Men beroept zich hier selectief op dat Vlaamse Bestuursdecreet.
De Vlaamse Beroepsinstantie inzake toegang tot bestuursdocumenten en het hergebruik van documenten is geregeld zoals ik het wil zien en zoals ik het in mijn amendement heb gesteld. Wanneer inzage geweigerd wordt, kan men bij de Vlaamse Beroepsinstantie, die opgericht is bij artikel 3.90 van het Vlaamse Bestuursdecreet, beroep instellen. Wanneer de Beroepsinstantie zegt dat de administratieve instantie ten onrechte de inzage geweigerd heeft, of geweigerd heeft een afschrift van een bestuursdocument te verstrekken, krijgt die administratieve instantie in feite een bevel dat alsnog te doen.
De Vlaamse Beroepsinstantie heeft wel degelijk het recht zich in de plaats te stellen van de in gebreke blijvende administratieve instantie. Ik zou graag hebben dat wanneer men zich hier beroept op het Vlaamse Bestuursdecreet en de Vlaamse regelgeving men dat doet over de gehele lijn. De ontvankelijkheidsvoorwaarden dienen niet om het de indiener van een verzoek om inzage moeilijker te maken – want zo zou men ze kunnen interpreteren – maar om de rechten van de burgers inzake openbaarheid van bestuur en toegang tot bestuursdocumenten te versterken.
18.04 Franky Demon (cd&v): U opent hier eigenlijk een ander debat. Wij hebben de aanbeveling van de commissie, die uit het jaarverslag komt, omgezet. Wat mij betreft kan het debat uiteraard voortgezet worden in de commissie, maar hier hebben wij alleen maar omgezet wat in dat jaarverslag stond.
Ik herinner mij niet dat u het item dat hier nu ter sprake komt, hebt aangehaald in de commissie. Ik herinner mij ook niet dat u in de commissie aanwezig was. Ik sta er echter zeker voor open om dat te bekijken. Wat ik hier probeer, is echter gewoon een aanbeveling uit het jaarverslag in een wet omzetten.
De voorzitter:
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Discussion des
articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (662/6)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (662/6)
Het wetsvoorstel
telt 3 artikelen.
La proposition de
loi compte 3 articles.
Ingediende amendementen:
Amendements déposés:
Art. 1/1(n)
• 5 –
Nabil Boukili cs (662/7)
Art 1/2(n)
• 6 – Greet
Daems cs (662/7)
Art 2
• 4 –
Werner Somers (662/7)
Art 2
• 7 – Greet
Daems cs (662/7)
Besluit van de
artikelsgewijze bespreking:
Conclusion de la discussion des articles:
Aangehouden: de
amendementen en artikel 2.
Réservés: les
amendements et l'article 2.
Artikel per artikel
aangenomen: de artikelen 1 en 3.
Adoptés article par
article: les articles 1 et 3.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen, het aangehouden artikel en over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et l'article réservé ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
Discussion
générale
De algemene bespreking is geopend.
La
discussion générale est ouverte.
De rapporteur, de heer Franky Demon,
verwijst naar het schriftelijk verslag.
19.01 Maaike De Vreese (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, hoewel het wetsontwerp zeer technisch van aard is, betreft het een belangrijk thema, namelijk de uitrol van het Entry/Exit System. Die uitrol vergt een overgangsmaatregel en het wetsontwerp stelt die overgangsmaatregel vast. We moeten evenwel voorzichtig te werk gaan, omdat ook onze buurlanden het systeem moeten uitrollen. Om het systeem niet te overbelasten, wordt daar inderdaad tijd voor genomen. Ik vind het belangrijk dat hier te benadrukken. Wij willen het Entry/Exit System zo snel mogelijk in werking laten treden.
Collega's, het Entry/Exit System is essentieel voor onze grenscontroleurs om hun werk sneller en efficiënter te kunnen doen, maar ook voor de identificatie van iedereen die de grens passeert. De vingerafdrukken en biometrische gegevens die worden bijgehouden, maken het bovendien veel eenvoudiger te controleren of mensen hier langer verblijven dan toegestaan.
Daarom, minister, zullen wij dat wetsontwerp natuurlijk steunen. Wij ondersteunen immers de strijd tegen identiteitsfraude en illegale migratie die u dagelijks voert volledig. Die wet kan daarom best zo snel mogelijk worden goedgekeurd. Vandaar ook de urgentie van het ontwerp.
19.02 Francesca Van Belleghem (VB): Het EES is een belangrijk instrument voor het verscherpen van onze grenscontroles, een doelstelling die wij als Vlaams Belang altijd hebben gesteund. Zoals ik ook in commissie heb gezegd, moeten wij erop toezien dat het Entry/Exit System niet uitgroeit tot surveillance van onze eigen burgers. Het inreis-uitreissysteem is een geautomatiseerd IT-systeem dat reizigers van buiten de Europese Unie registreert via vingerafdrukken telkens wanneer zij een EU-buitengrens overschrijden. Het systeem registreert onder andere de naam, het type reisdocument en biometrische gegevens, waaronder vingerafdrukken en gezichtsopnames.
De recente geschiedenis leert ons echter dat beveiligingsmaatregelen die aanvankelijk voor één specifiek doel werden ingevoerd en goed bedoeld waren, in de toekomst vaak worden uitgebreid. Zo werden ANPR-camera's bijvoorbeeld ingevoerd om terrorisme te bestrijden, terwijl ze nu ook worden gebruikt voor het uitschrijven van GAS-boetes.
Chat Control zal worden ingevoerd om kindermisbruik te bestrijden, maar dit dreigt massasurveillance te worden. Hoewel men met het EES goede bedoelingen heeft, die wij steunen, willen we erover waken dat dit systeem niet naar onze eigen burgers wordt uitgebreid. Dit is een formele opmerking die ik wil maken, zodat ik later geen spijt krijg dat ik het niet zou hebben gezegd. Het mag niet naar onze eigen burgers uitgebreid worden, maar wij zullen het ontwerp zeker steunen.
19.03 Minister Anneleen Van Bossuyt: Dank u wel voor de tussenkomsten, collega’s.
We zijn hierop in de commissie al dieper ingegaan. Het is een systeem dat onder andere onze strijd tegen illegale migratie moet helpen. De reden waarom we voor de stapsgewijze aanpak kiezen, is om te vermijden - onze buurlanden doen dit ook - dat onze luchthaven minder aantrekkelijk zou zijn en om het systeem haalbaar te maken. Het is een nieuw IT-systeem, dus we moeten stapsgewijs de mogelijkheden bekijken en het systeem niet overbelasten.
Mevrouw Van Belleghem, ik herhaal graag wat ik ook in de commissie heb gezegd: we zullen erover waken dat het systeem niet naar onze Belgische onderdanen wordt uitgebreid.
De voorzitter:
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Discussion des
articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1048/3)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1048/3)
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Le projet de
loi compte 3 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
Voorstel ingediend door:
Proposition
déposée par:
Peter Buysrogge,
Luc Frank, Mathieu Michel, Axel Weydts, Koen Van den Heuvel.
Discussion
générale
De algemene bespreking is geopend.
La
discussion générale est ouverte.
De rapporteurs, de heren Luc Frank en Kjell
Vander Elst, verwijzen naar het schriftelijk verslag.
20.01 Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik was niet van plan om het woord te nemen, maar ik liet mij vertellen dat sommige leden die ambitie hadden en daarom doe ik dat als hoofdindiener van voorliggend voorstel ook.
Defensie levert op tal van manieren inspanningen om de job bij Defensie aantrekkelijker te maken, zoals jobbeurzen, opleidingstrajecten en opendeurdagen. Het doel is meer dan duidelijk, namelijk meer mensen laten kiezen voor Defensie.
Wij zijn er echter nog lang niet. Wij moeten de mensen ook kunnen behouden door aantrekkelijke voorwaarden, een afwisselende job, interessante missies in het buitenland, hypermodern materieel, een veilige persoonlijke uitrusting, goede huisvesting in de kazernes en een interessante combinatie van werk en gezin. Kortom, Defensie moet een moderne werkgever zijn.
Dat alles is nodig en zelfs broodnodig. De veiligheidscontext is er de afgelopen jaren niet beter op geworden. Wij moeten ons veiligheidsapparaat versterken. Daaraan werken de huidige regering, Defensie en minister Francken in een Europees en trans-Atlantisch samenwerkingsverband.
Daarvoor zijn investeringen in capaciteiten maar ook in de mensen van Defensie broodnodig. Met voorliggend wetsvoorstel verleggen wij een steentje in de Defensierivier. Wat ligt hier concreet ter stemming? Na goedkeuring van het voorstel geven wij Defensie de mogelijkheid om gegevens uit het Rijksregister te gebruiken om zeventienjarigen aan te schrijven, niet in een militaristische stijl, niet omdat wij oorlog plezant vinden of omdat dat zou passen in het kraam van de minister ter voorbereiding van een verkiezingscampagne, zoals sommigen insinueren. Het voorstel is nodig om jongeren te informeren dat vijfhonderd van hen kunnen instappen in het systeem van de vrijwillige dienst.
De vrijwillige dienst, zoals overeengekomen in het regeerakkoord, heeft tot doel Defensie te tonen als de aantrekkelijke werkgever, die ze ook is. De vrijwillige dienst betekent ook een steentje in de rivier om ons defensieapparaat te versterken.
Wij zijn niet over één nacht ijs gegaan. Op 26 juni 2025, dus ruim vóór het zomerreces, keurde de plenaire vergadering de urgentie van het voorstel goed. Intussen werd het uitgebreid behandeld in de commissie. Er werd ook advies verleend door meerdere instanties, zoals de Gegevensbeschermingsautoriteit, de Raad van State, de verschillende vakorganisaties ACMP, ACOD, ACV en VSOA, de stafchef van Defensie, het Rijksregister en de jongerenorganisaties Forum des Jeunes en de Vlaamse Jeugdraad.
Ik dank iedere organisatie en instantie voor hun inbreng. Samen met mijn mede-indieners, die ik eveneens wil bedanken, ben ik aan de slag gegaan om de adviezen in amendementen te verwerken en zo ons wetsvoorstel nog sterker te maken.
Het voorstel werd goedgekeurd in eerste lezing. Nadien werd een tweede lezing en een juridisch advies gevraagd. Ook die opmerkingen werden integraal verwerkt in een aantal bijkomende technische amendementen. Vervolgens werd het voorstel in tweede lezing aangenomen. Zelfs het verslag van de bespreking werd, op vraag van een aantal collega’s, zowel in eerste als in tweede lezing expliciet goedgekeurd door de commissie. Dat is in onze commissie niet gebruikelijk, maar het reglement geldt voor iedereen. Alles is dus klaar om vandaag over het wetsvoorstel in plenaire vergadering te stemmen.
Collega’s, ik hoop dan ook dat we vandaag wat kunnen loskomen van de details die we in de commissie bespraken. Daar werden immers soms terecht, maar nog vaker onterecht, opmerkingen geformuleerd en werden reglementaire instrumenten, die er zijn voor iedereen, uit de kast gehaald. Dat kwam bij mij over als nodeloze vertragingsmanoeuvres, ook al moet ik toegeven dat ik op deze stoel niet altijd objectief ben. Van partijen die tegen het jaar vrijwillige dienst zijn, zoals PVDA en Groen, heb ik daar begrip voor. Als men tegen iets is, kan ik begrijpen dat men ook tegen een wetsvoorstel daarover stemt. Een partij zoals de PS, die zegt voor de vrijwillige dienst te zijn, die beweert Defensie te willen versterken en het beste voor te hebben met de mensen van Defensie, begrijp ik dat echter minder goed. Dat zij vlotjes tegenstemmen, begrijp ik dus niet. Collega’s, overstijg vandaag dat niveau. Als u echt een voorstander bent van een jaar vrijwillige dienst, steun dan het voorstel. Enkel zo kunnen we Defensie in staat stellen de jongeren aan te schrijven.
Tot slot wil ik iedereen bedanken: de adviesorganen voor hun inbreng, de collega’s voor hun bijdrage in de commissie en hun steun of opmerkingen, alsook de parlementaire diensten, die door de PS en co werden uitgedaagd om procedureel alles bijzonder correct te laten verlopen.
Collega’s, aangezien Defensie de betreffende brief snel wil verzenden, hoop ik dat de vergadering ons wetsvoorstel steunt.
20.02 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, dit wetsvoorstel past in de versterking van onze defensie, en dat is natuurlijk broodnodig. Het betreft de versterking van onze defensie via de uitbouw van het reservekader en het nieuwe vrijwillig militair dienstjaar.
Het Vlaams Belang heeft elk initiatief op dat vlak steeds ondersteund en zal dat ook blijven doen, omdat het jongeren wil aanzetten tot of motiveren om te kiezen voor Defensie, voor de inzet ten dienste van land en volk, zal ik maar zeggen. Wij vinden ook dat het leger opnieuw deel moet uitmaken van onze trots en identiteit. Een inzet bij defensie geeft natuurlijk blijk van verantwoordelijkheidszin. Het is wat ons betreft de hoogste tijd dat jongeren opnieuw kennismaken met waarden als discipline, kameraadschap en plichtsbesef.
Zoals u ongetwijfeld weet aan de hand van ons voorstel, dat vorige week nog op de commissieagenda stond ter inleiding, willen wij verder gaan dan het meerderheidsvoorstel, collega Buysrogge. Het Vlaams Belang pleit namelijk al jaren voor een verplichte gemeenschapsdienst met als het kan een militaire component, en met als het moet een maatschappelijke component. We weten natuurlijk allemaal dat verantwoordelijkheidszin bij onze jongeren momenteel zeer precair is. De veiligheidssituatie in Europa rechtvaardigt absoluut dat defensie proactief rekruteert en jongeren sensibiliseert.
Inhoudelijk hebben wij dus geen enkel probleem met het idee om alle jongeren rechtstreeks uit te nodigen en bewustwording te creëren. Jongeren moeten weten dat ze zich vrijwillig kunnen inzetten voor de veiligheid van ons allemaal en dat instaan voor die veiligheid van onze samenleving getuigt van een groot maatschappelijk engagement.
Voorliggend initiatief kan dus wat ons betreft bijdragen aan een sterkere band tussen burger en leger enerzijds en aan het vergroten van het draagvlak voor defensie anderzijds.
Dat waren een reeks positieve argumenten, collega Buysrogge. Collega's, we hebben in de commissie echter ook een aantal bemerkingen geformuleerd. Het probleem ligt wat ons betreft niet in het doel als dusdanig, maar, zoals vaak het geval is, in de uitvoering.
We weten allemaal dat de Raad van State en de Gegevensbeschermingsautoriteit de tekst stevig door de mangel hebben gehaald en een aantal bezwaren hebben geuit. Wij vinden nog altijd dat de meerderheidspartijen te weinig rekening hebben gehouden met de juridische argumenten en motiveringen die beide instanties naar voren hebben gebracht, meer bepaald met betrekking tot de persoonlijke data van minderjarigen. Er is nog altijd onvoldoende afbakening van welke gegevens worden opgevraagd, wie toegang krijgt, hoelang die gegevens worden bewaard en met welk concreet doel. Dat blijft in strijd met artikel 22 van de Grondwet, dat het recht op privacy waarborgt.
De juridische kritiek blijft overeind, ook na de amendementen. De kritiek luidt dat het ontwerp te vaag, te breed en te onzorgvuldig blijft. De laatste amendementen die in de commissie werden besproken, waren vrijwel allemaal vormelijk en brachten geen inhoudelijke versterking. Wat ons betreft, blijft het wetsvoorstel te veel een voorbeeld van haastwerk. Klachten die in de toekomst eventueel worden ingediend, door jongeren of voornamelijk door hun ouders, zouden wel eens een negatieve uitkomst kunnen hebben, zelfs ondanks de beste bedoelingen.
Ik kan besluiten, collega’s. We kennen de prioriteiten van defensie uiteraard. Dit land en vooral onze mensen hebben nood aan een versterking van defensie, niet aan nog meer juridische blokkades of problemen. Daarom kiezen wij principieel voor het mogelijk maken van het vrijwillig militair dienstjaar. Ondanks de gebreken in het voorstel en de mogelijke negatieve gevolgen in de toekomst, steunen wij het, omdat het een voorzichtige stap in de juiste richting is om jongeren te betrekken bij defensie en bij het bijdragen aan onze nationale veiligheid.
Toch blijven we, zoals ik eerder heb gezegd, een vrijwillig dienstjaar vooral als een symbolische maatregel beschouwen. We denken echt dat men nog een tandje zal moeten bijsteken en kijken daarom uit naar de stemming in de commissie over onze resolutie inzake de verplichte gemeenschapsdienst.
Ik denk dat de meerderheidspartijen in het halfrond ondanks onze steun ook lessen moeten leren uit het juridisch geklungel inzake dit wetsvoorstel.
Ter conclusie roep ik daarom op: versterk defensie op alle mogelijke vlakken, maar doe dat altijd met respect voor de rechtsstaat en voor de privacy van onze burgers.
20.03 Mathieu Michel (MR): Monsieur le ministre, chers collègues, ce texte n'est pas anodin. Il constitue en effet la partie émergée d'un projet bien plus essentiel qui vise, d'une certaine façon, à réaffirmer le sens de la citoyenneté à l'heure des menaces diffuses. En guise de préambule, je dois dire que j'ai été assez sidéré d'entendre en commission certains raccourcis et caricatures: "chair à canon", "guerre des enfants" et autres considérations absolument indignes et qui déforment profondément l'intention de ce texte. Ce n'est pas d'un retour en arrière qu'il s'agit, ni d'une obligation déguisée. Ce n'est certainement pas la guerre que nous proposons aux jeunes; c'est au contraire la liberté de s'engager. Ce projet n'impose rien, mais offre un choix: un appel à la responsabilité que chacun souhaite. Il invite et ne contraint pas – et cela change tout!
Si nous effectuons un petit retour en arrière, c'est en 1994 que la Belgique a suspendu le service militaire obligatoire. À l'époque, cette décision fut saluée comme une avancée vers plus de liberté individuelle. Toutefois, il faut être clair. Cette mesure a aussi laissé un grand vide: la disparition d'un rite de passage civique et d'une occasion pour nos jeunes de toutes origines de se rencontrer, mais également de se forger un sens du collectif. Ce projet ne vise pas à rétablir l'ancien modèle; il tire les leçons du passé en proposant un nouveau cadre, volontaire et moderne, adapté aux nombreux défis du présent. Le contexte géopolitique actuel, cette guerre hybride aux portes de l'Europe nous chatouille.
Depuis le 24 février 2022, la guerre est revenue en Europe. La Russie mène une guerre hybride: cyber-attaques, assassinats politiques, explosions, violations de notre espace aérien, campagnes de désinformation. La Belgique, notre pays, n'est pas épargnée, elle est ciblée comme d'autres. Ce n'est plus un conflit comme les autres, mais un conflit global – militaire, informationnel, idéologique et diplomatique – qui s'attaque directement à nos valeurs.
Dans ce contexte, l'État, la Belgique, a la responsabilité de protéger. Je le dis en tant que libéral: le rôle de l'État n'est pas d'imposer, mais de garantir un cadre où la liberté peut s'exercer avec sécurité. Le service militaire volontaire incarne exactement cela: une liberté d'engagement.
Ce courrier qui est envoyé aux jeunes n'est pas un document banal. Certes, j’ai lu l'ensemble des avis. Ce courrier, c'est un acte régalien. Il symbolise le lien direct entre l'État et ses citoyens. Il invite chaque jeune à se poser une question simple, mais essentielle: "Suis-je prêt à m'engager pour défendre ce en quoi je crois?" Ce n'est pas un appel sous les drapeaux; c'est un appel à la conscience.
Dans une société où l'individu prime parfois sur le collectif, ce projet redonne du sens au mot "citoyenneté". Il propose un engagement libre, mais porteur de sens. Il n'y a là ni contrainte, ni enrôlement, mais un profond respect de la liberté, et cette liberté s'exprime aussi dans la possibilité de servir son pays.
Être citoyen, c'est aussi s'inscrire dans une communauté, c'est participer à une destinée commune. Comme libéral, je crois que la liberté individuelle ne s'oppose pas au collectif. Elle s'épanouit pleinement quand, au contraire, elle y contribue.
Cette loi est une question posée à notre jeunesse. Elle ne l’oblige à rien, mais elle lui donne la possibilité de faire ce choix qui a du sens. C'est une mesure de responsabilité nationale, une expression de liberté citoyenne. Cette proposition dépasse, selon moi, les clivages.
À travers cette lettre envoyée par le chief of defence (CHOD) et le ministère de la Défense, c'est l'État qui demande, c'est l'État qui communique, c'est l'État qui entre en contact avec notre jeunesse, c'est l'État qui relie finalement chaque citoyen à son pays. À travers cette lettre, c'est l'État qui rappelle à chacun ce sens de la responsabilité vis-à-vis de la société.
Nous formons un tout. Nous formons une Nation où chacun a un rôle à jouer, a une place à tenir, a des responsabilités à assumer. À travers cette lettre, c'est l'État qui offre à chacun cette liberté: une liberté de choix, qui s'éloigne du service militaire obligatoire du passé, un libre choix qui respecte l'interprétation de la notion de citoyenneté.
Ce libre choix, cet engagement pour un tout, qui dépasse son destin individuel, c'est un engagement profondément libéral, qui ne peut que me séduire, qui ne peut que me réjouir. C'est pourquoi je soutiens cette proposition de loi et j'invite évidemment mon groupe, le Mouvement Réformateur – mais je vous avoue que je n'ai pas beaucoup de doutes –, ainsi que les autres groupes – j'ai un peu plus de doutes pour d'autres – représentés dans cet hémicycle, de la majorité comme de l'opposition, à faire de même. N’hésitez pas à soutenir ce projet essentiel pour notre État! Je vous remercie de votre attention.
20.04 Christophe Lacroix (PS): Monsieur le président, mes chers collègues – au féminin comme au masculin –, je n'ai pas l'habitude de monter à la tribune pour une proposition de loi, mais je crois que l'enjeu en vaut la chandelle. Comme vous le savez, dans l'histoire de la Belgique, il y a deux grandes muettes. La première, mes chers amis de la N-VA, est la Muette de Portici. Vous savez, cet opéra de Daniel-François-Esprit Auber, qui fut joué en 1830 au Théâtre de la Monnaie. Un ténor et un baryton y chantaient: "Amour sacré de la patrie, Rends-nous l'audace et la fierté; À mon pays je dois la vie; Je lui rendrai la liberté." Il fut un temps, j'aurais pu le chanter mais aujourd'hui, ma voix n'est plus qu'un doux souvenir lointain.
Je vous parle de cela parce que c'est à ce moment-là que le peuple de Bruxelles a cassé toutes les chaises, est monté aux barricades et qu'a eu lieu la grande révolution contre vos amis hollandais – très chers à votre premier ministre – pour les bouter hors du pays. Il s'agissait donc de la Grande Muette.
Chers collègues, il y en a une autre: c'est la Défense. J'y reviendrai. Je crois qu'elle n'a jamais aussi bien porté son nom, même si maintenant elle va contribuer à envoyer des informations – et donc des lettres – à notre chère jeunesse. Parce que c'est bien de cela qu'il s'agit. C'est une proposition de loi – et je lis votre prose, monsieur Buysrogge – relative à l'envoi d'une lettre de sensibilisation aux enjeux sécuritaires modifiés, pour laquelle l'accès à certaines informations du Registre national des personnes physiques, par le ministère de la Défense, est nécessaire.
Il ne s'agit pas d'une lettre sur le service volontaire. Je ne vois pas les mots "service volontaire". Vous dites que les socialistes s'opposent à ce service. Nous sommes bien conscients qu'à un moment donné, il est sans doute nécessaire de faire appel à toutes nos ressources. Et qu'il y a certainement des jeunes, des deux genres, qui sont motivés par l'armée, par la défense de leur pays, par la défense des valeurs démocratiques qui sont assiégées aujourd'hui.
Ici, on parle d'une simple lettre, en fait d'une sorte de petite propagande, pour que les ministres concernés envoient leurs bons vœux, leur annonce de recrutement à notre jeunesse avec leur petit nom inscrit.
(…): (…)
Non, je n'ai jamais fait ça, je n'ai jamais envoyé des lettres pour les envoyer à la guerre, monsieur Lutgen. Non, non, non.
En tout cas, je ne fais pas payer ça par les contribuables. Je les prends sur mes deniers propres. Ici, ce sont 200 000 euros qui vont servir à la propagande gouvernementale et de deux ministres.
20.05 Mathieu Michel (MR): Je pense qu'il y a une confusion. M. Lacroix évoque le fait que ce courrier serait signé par des mandataires, le ministre de la Défense ou d'autres. À ma connaissance, ce n'est pas le cas, et donc je pense qu'il y a là une réelle erreur. C'est bien l'administration qui signe sous ce courrier.
20.06 Benoît Lutgen (Les Engagés): Cela étant, si on veut faire plaisir à M. Lacroix, on peut demander que le ministre signe ou que tous les ministres signent, si ce n'est que ça.
Dans le contexte dans lequel on se trouve, qu'un ministre ou que des ministres prennent leurs responsabilités pour inviter des jeunes, ceux qui le souhaitent, à s'engager, c'est un acte politique au sens noble du terme. Il ne faut pas toujours voir des arrière-pensées électoralistes derrière une demande d'engagement au service de notre pays.
Et peut-être que si cela avait été fait plus rapidement, que ce soient les investissements militaires dans la Défense et/ou l'engagement des jeunes, nous ne serions pas dans la situation critique dans laquelle on se trouve, monsieur Lacroix.
20.07 Christophe Lacroix (PS): S'agissant de la rapidité des investissements en matière d'armement, savez-vous qu'en 2016, nous n'étions pas au pouvoir? Nous n'avions pas le ministère de la Défense, on l'a eu après. Heureusement, Mme Dedonder y a travaillé activement, à la fois pour réanimer le corps même de la Défense, c'est-à-dire les militaires, et leur octroyer un véritable statut, mais également pour affronter les décisions que l'on doit prendre aujourd'hui, tenant compte de l'évolution géostratégique.
Est-ce que vous savez qu'en 2016 – mais je ne vais pas accabler notre collègue Vandeput, je l'ai fait la fois dernière en pleine séance budgétaire et il n'avait pas apprécié – le crédit munitions – pour acheter des munitions, comme son nom l'indique – était à zéro? Zéro crédit d'engagement. Zéro crédit d'engagement!
Ça veut donc dire qu'en 2016, alors que la Russie avait déjà envahi la Crimée, et qu'il y avait donc déjà des menaces flagrantes sur la sécurité de notre continent, et que Barack Obama, depuis un certain temps, avait déjà annoncé que les États-Unis pivotaient vers l'Asie, nous, on se dit: "Le temps est beau, le printemps sent bon, les abeilles et les bourdons volètent, et donc on n'achètera pas de munitions". Et vous voulez maintenant me faire le reproche que nous, socialistes, sommes des inconscients incapables de prendre nos responsabilités. Non.
S'agissant des noms, il est vrai qu'on n'a que les titres, monsieur Michel. Mais on aurait pu signer simplement Le chef d'état-major, ça aurait pu être aussi La Nation belge. Ça c'était nouveau pour la N-VA! Vous imaginez-vous un courrier qui aurait été signé au nom de la Nation belge, celle qu'on est appelée à défendre? Eh bien non, mais je vais y revenir. Je serai un peu long parce que vous m'avez interrompu, chers collègues, j'aurais voulu être beaucoup plus court, mais vous me donnez l'occasion de me manifester ici.
Grande Muette – elle n'a jamais aussi bien porté son nom –, puisque des débats en commission avec le ministre, on n'en a pas beaucoup. Le ministre Francken, pourtant, il est partout. Il est partout, mais pas souvent au Parlement.
Il fut un temps où on avait un C-130 qui ne volait plus, on devait le mettre quelque part. Et là, je crois que la ministre Dedonder est venue quatre ou cinq fois en commission pour s'expliquer sur son choix de le replacer à tel endroit. Ça, c'était le sujet majeur. Elle n'a pas arrêté de venir, elle était disponible pour le Parlement. Mais ici, on ne le voit pas. Quant au Chef de la Défense, son audition est repoussée aux calendes grecques.
Il accompagne le ministre dans son shopping, sa shopping list américaine, mais on le voit peu. En tout cas, ici au Parlement, on ne l'a pas encore vu.
Et cette shopping list made in US ne fait que s'allonger en même temps que le fossé budgétaire creusé par l'Arizona qui, lui, s'approfondit. Les achats d'armements se font, eux, en dessous des radars parlementaires, sans marché public, pour la plupart, et très souvent contre l'avis de l'Inspection des finances. Le pilonnage des droits sociaux de nos militaires se fait sous le manteau par vos ministres, le ministre des Pensions, le ministre Jambon, et nous prenons connaissance des informations par la presse, uniquement par la presse. Bref, on peut parler d'une véritable désertion démocratique.
Mais cette Grande Muette peut compter sur un allié de taille. Et vos propos, mes chers collègues francophones, me le révèlent à nouveau. Il s'agit de la grande aveugle qu'est la majorité parlementaire de l'Arizona. Car au mutisme s'est ajoutée une forme d'aveuglement de type idéologique. Rien n'est trop beau, mais rien n'est trop beau pour répondre à notre ministre de l'armement. Il n'est plus ministre de l'armée mais ministre de l'armement. Oui, le ministre Francken est le ministre de l'armement avant d'être celui de l'armée et des militaires.
Les militaires, ces hommes et ces femmes qui sacrifient parfois même leur vie pour notre pays et notre sécurité, ne sont qu'une variable d'ajustement budgétaire. On leur a fait comprendre qu'on restreindrait leurs droits parce qu'il fallait faire des économies, peu importe les dangers qu'ils courront dorénavant. Les syndicats militaires, sauf un, sont tous vent debout contre la politique antisociale de l'Arizona qui va prolonger leur carrière de dix ans, faisant fi des sacrifices importants et du contrat social qui lie les militaires à la Nation.
Chers collègues, de quoi parle-t-on exactement? Il n'est pas question du service volontaire mais d'une lettre, d'un courrier, d'une proposition de loi de l'Arizona qui ne vise qu'à donner un camouflage de légalité à une initiative personnelle du ministre de l'armement. Cette initiative personnelle figure dans son exposé d'orientation politique et c'est un beau cadeau, un cadeau à 200 000 euros par an! Rien n'est trop beau pour notre Théo national.
Ce sont 200 000 euros par an pour permettre à la N-VA de contacter tous les jeunes du pays via un mécanisme qui viole les données privées des mineurs et qui ne sera évalué qu'après six ans.
Bref, par le prochain gouvernement. Ce ne sont pas des détails, je vais y revenir. Vous prévoyez 200 000 euros par an sur le budget de la Défense pour permettre au ministre Francken et au premier ministre Bart De Wever de les contacter directement, ce qui a valu de nombreux débats en commission des dépenses électorales, et le vote négatif d'un des experts sur la note introduite par le ministre de l'armement.
Car ce dont nous débattons ici, c'est bien de ce courrier qui sera adressé à tous les jeunes du pays et non du service volontaire lui-même. Je sais que plusieurs députés ont tenté en commission de faire croire l'inverse, mais ce sont les faits. Ils retentent le coup aujourd'hui. En commission de la Défense nationale, nous avons perdu plusieurs semaines à parler d'un courrier plutôt que de contrôler l'action du ministre de l'armement qui dépense à tout-va pour des milliards sans contrôle parlementaire. Nous avons chamboulé notre agenda parlementaire pour permettre à une proposition de la majorité, dont le premier signataire n'est autre que le président de la commission lui-même, d'être votée le plus rapidement possible. Vous avez aujourd'hui déposé une motion d'urgence pour que ce soit le cas.
20.08 Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer Lacroix, u gooit alles hier op een hoop. U haalt er Defensie bij en zegt dat we aan bewapening aan het doen zijn en dat de minister niet beschikbaar is. Dat doet allemaal niet ter zake. We hebben het hier over een voorstel om de vrijwillige dienst actief te kunnen maken. Bent u daar nu voor of tegen? In de commissie zegt u dat u er wel voor bent, maar dat u toch gaat tegenstemmen. Wees nu eens duidelijk, is de PS nu voorstander van de vrijwillige dienst of niet?
Kom niet aan met het argument van een minister van bewapening die niet beschikbaar is. Er zijn belangrijke momenten waarop de minister hier wel degelijk aanwezig is, maar er zijn ook momenten waarop hij inderdaad andere opdrachten te vervullen heeft. In deze internationale context kunnen we aannemen dat hij ook andere zaken te doen heeft, maar dat hij hier aanwezig is als hij dat kan. Kom tot uw punt. Bent u nu voorstander van deze brief en van het systeem van de vrijwillige dienst of niet?
20.09 Christophe Lacroix (PS): Je vous ai bien compris, collègue Buysrogge, mais nous sommes pour un service volontaire, je le redis. La ministre Dedonder a mis en place un service d'utilité collective volontaire, donc, dans les faits, dans les actes et dans les paroles, nous sommes cohérents.
Ce que nous critiquons, c'est le système mis en place, à travers cette lettre, pour inciter les jeunes. Je le répète, je ne sais pas être plus clair, duidelijker, que comme cela. C'est l'outil que vous avez décidé de mettre en place que nous critiquons, et nous ne sommes pas les seuls à le critiquer, j'y reviendrai d'ailleurs dans mon intervention. L'Autorité de protection des données, le conseil d'État, bref, toutes celles et tous ceux qui se préoccupent de l'identité de nos concitoyens et surtout de la protection de leurs données, et des usages qu'on en fait, l'ont critiqué, et je vais y revenir.
Je vous ai qualifié une fois de général, le général Buysrogge, avec votre compagnie de l'Arizona. J'aimerais quand même vous féliciter, vous féliciter car vous avez réussi – ben oui, vous êtes quand même un très loyal député vis-à-vis votre ministre, et ça, même si nous ne sommes pas d'accord, je le reconnais. Je reconnais votre extrême correction à ce sujet. Je vous félicite, mais c'est un peu de l'ironie – je vous l'avais dit en commission aussi –, car votre proposition a un grand mérite et un grand bénéfice. C'est que tous les experts que nous avons sollicités ont dit: "ah non, ça ne va pas, ça ne va pas". Donc vous avez réussi à faire l'unanimité contre vous. C'est magnifique, moi, dans ma carrière parlementaire modeste, je n'ai encore jamais réussi à faire l'unanimité comme celle-là. Unanimité, tous les avis reçus, tous – et ils sont nombreux –, sont négatifs, hormis évidemment celui du chef d'état-major qui signera le courrier. Ils sont négatifs sur la forme et sur le fond. Écoutez bien, partenaires francophones de la majorité, MR et Engagés: Autorité de protection des données, négatif; Conseil d'État, négatif; SPF intérieur et Registre national, négatif; syndicat militaire, négatif; société civile, négatif; et organisations de jeunesse francophones et néerlandophones, négatif.
Les réserves et oppositions sont particulièrement sévères. J'ai demandé qu'elles soient jointes au rapport pour que tout le monde soit témoin de ce qui est en train de se passer, parce que ce texte est totalement illégal et a été considéré comme possiblement anticonstitutionnel par plusieurs interlocuteurs que j'ai cités.
Je vais vous interpeller, monsieur Michel.
Donc, je vais vous donner l'occasion de répliquer. Cela fait partie du débat
parlementaire. Monsieur Michel, vous aimez bien vous faire passer pour
"M. Protection des données privées". Certes, vous l'avez été
sous votre précédent mandat. Toutefois, votre nom figure bien sur la première
page de cette proposition dont l'Autorité de protection des données indique
qu'elle est "contraire au principe de l'égalité matérielle consacrée par
l'article 22 de la Constitution". Et l'Autorité de protection des
données de demander que ce courrier soit adressé "aux parents du mineur,
et non au mineur lui-même, afin d'éviter les engagements volontaires non mûrement
réfléchis ou motivés exclusivement par des raisons financières". Vous
voyez donc que ce n'est pas qu'un simple courrier: on viole des règles
fondamentales et on veut mettre en danger des mineurs. Vous semblez
déconsidérer cet avis, mais il est quand même pertinent. On viole
l'article 22 de la Constitution, et cela vous fait sourire chez
Les Engagés? À votre
place, je ne sourirais pas.
De voorzitter: Collega Michel, u vraagt het woord? Ik heb de gewoonte de spreker zijn zin te laten afmaken voor ik het woord geef aan de volgende spreker.
20.10 Mathieu Michel (MR): Monsieur le président, ayant été nommé, je souhaiterais brièvement intervenir. Je vais aborder deux aspects.
Je voudrais tout d'abord insister sur le caractère singulier de ce courrier, que j'ai qualifié de régalien. Il s'agit en effet d'un courrier de la Nation, qui s'adresse à l'ensemble des concitoyens pour les interroger sur le sens qu'ils donnent au mot "citoyenneté".
Deuxièmement, vous citez l'Autorité de protection des données, qui a été constituée – je la connais bien et je l'ai d'ailleurs mentionné – afin de respecter une réglementation essentielle qu'est le RGPD. Ce dernier définit la relation des individus à leurs données personnelles, et fixe à 13 ans l'âge à partir duquel ils disposent d'une autonomie pour l'utilisation et l'exploitation de leurs données – rassurez-vous, ce n'est pas le cas ici. Le point que vous évoquez sort donc de l'application de l'analyse du RGPD par l'Autorité de protection des données.
J'entends bien vos propos, mais c'est effectivement la raison pour laquelle, quand nous parlons de protection des données, l'âge limite est à 13 ans. Ce n'est pas moi qui l'ai fixé, mais bien l'Europe.
Par ailleurs, comme j'ai déjà eu l'occasion de le dire, j'insiste sur le caractère très singulier de ce courrier. Il ne s'agit pas d'une publicité X ou Y pour un ministre ou un autre, mais bien d'un courrier qui évoque la relation entre un citoyen et sa nation. Je voulais préciser, monsieur le président, que cet élément me semble être totalement singulier.
20.11 Christophe Lacroix (PS): Je vous remercie, collègue, pour cet élément de précision.
Cela étant dit, vous avez beau être précis, vous n'avez aucunement tenu compte des remarques émises par les différentes autorités que j'ai rappelées plus tôt. Mais il est vrai qu'à l'impossible, nul n'est tenu.
Tout l'été, cher collègue Peter Buysrogge, le ministre vous a envoyé au casse-pipe. Le ministre de l'armement vous a laissé en rase campagne. La camaraderie n'est plus ce qu'elle était. À chaque nouvel avis négatif qui tombait – et il y en a eu vraiment de nombreux –, il refusait de répondre à la presse et vous avez chaque fois dû répondre aux journalistes, en affirmant que vous alliez en tenir compte. Il est vrai qu'il s'agit d'une initiative parlementaire. Le ministre n'y est donc pour rien, mais vous avez fait votre travail avec une loyauté assez exceptionnelle.
Aujourd'hui, en séance plénière, toutes et tous, vous vous apprêtez, bille en tête, à créer un véritable monstre juridique, à brader des données privées des mineurs belges pour réaliser ce rêve du ministre qui veut mobiliser les jeunes à entrer dans notre Défense et à potentiellement sacrifier leur vie pour leur pays, alors même que nous savons très bien que certains ministres, et même notre premier ministre, refusent de dire "Vive la Belgique".
Nous sommes franchement au pays du surréalisme. Après le "Ceci n'est pas une pipe" de René Magritte, nous avons le "Ceci n'est pas un pays".
Mais enfin, franchement, comment peut-on croire qu'on va berner les jeunes en disant "Engagez-vous pour la nation!", alors qu'un 21 juillet, on n'est même pas capable de dire soi-même "Leve België! Vive la Belgique!"? Je crois que dans n'importe quel autre pays du monde, cela conduirait à une démission. Je me souviens d'un premier ministre qui avait chanté La Marseillaise au lieu de chanter La Brabançonne. À un moment donné, il faut être un peu sérieux, un pays se doit d'être respecté.
Mon groupe partage un constat. Il faut renforcer nos forces armées, et pour ce faire, montrer aux jeunes intéressés l'étendue des possibilités qu'offre notre Défense en termes de formation et de carrière. Là, nous sommes d'accord, monsieur Buysrogge. La Défense n'est évidemment pas leur seule possibilité, mais elle en est une parmi tant d'autres, comme le rappellent d'ailleurs les organisations de jeunesse ou les syndicats militaires dans leur avis.
La reconstruction de notre Défense, entamée sous la précédente législature par la ministre Dedonder, doit mettre comme priorité absolue l'humain, comme ce fut le cas auparavant, notamment au travers du plan POP – une revalorisation historique des salaires et des pensions des militaires –, du plan Quartiers – le réinvestissement dans les quartiers militaires, dont celui du futur à Charleroi –, mais aussi et surtout via du respect du politique envers les militaires. Et cette politique a porté ses fruits.
Jamais autant de jeunes n'ont postulé à la Défense et jamais autant de nouvelles recrues n'avaient rejoint ses rangs, dans l'histoire récente, depuis la fin du service militaire obligatoire. Être militaire n'est évidemment pas un métier comme un autre. Il recouvre des spécificités, des exigences et des devoirs propres. Ces spécificités méritent d'être reconnues par la société et par les décideurs politiques. Et pourtant, chers collègues de la majorité...
Le président: Monsieur Lacroix, M. Lutgen souhaite intervenir.
20.12 Benoît Lutgen (Les Engagés): Monsieur Lacroix, je vous écoute plus qu'attentivement. Vous parlez de surréalisme. Je pense que le surréalisme, c'est effectivement ce que vous exprimez, c'est-à-dire de commencer à se tortiller sur...
Je ne dis pas que les procédures ne sont pas importantes et qu'il ne faut pas les respecter. Mais si des amis russes vous écoutent, ils doivent bien rigoler! On est en train de se poser 3 000 questions pour savoir si on peut ou non écrire à nos jeunes pour leur dire qu'ils pourraient se mobiliser ou pas. Oh, attention, on va quand même encore réfléchir pendant quelques mois, redemander l'avis à des experts pour savoir si on peut écrire à nos propres jeunes pour leur demander de s'engager alors que la guerre est à nos portes ou quasiment, que nous manquons cruellement d'hommes, d'armement et de munitions!
Nous sommes dans une situation plus que critique et on se tortille pour savoir, si oui ou non, on pourrait écrire à une partie de nos jeunes parce que, attention, il faut les protéger. Mais on est où? Il y a urgence, monsieur Lacroix! Urgence qu'il y ait une mobilisation; urgence de réarmer notre pays; urgence d’être beaucoup plus forts, tant au niveau belge qu'européen. Et tout cela nécessite des procédures d'urgence.
Si la guerre devait encore se rapprocher, vos propos, vous les réécouterez avec une attention toute particulière. Vous vous direz peut-être qu’il était déraisonnable de vous tortiller de façon surréaliste dans cette Assemblée.
20.13 Christophe Lacroix (PS): Eh bien, monsieur Lutgen, on se souviendra que les centristes, parfois, osent mouiller leur chemise. Vous dites que je me tortille. S'indigner qu’on s’asseye sur l'article 22 de la Constitution est-il un tortillement? Cela vous parle-t-il? Dans votre vision d'un État normalement gouverné, une Constitution est-elle foulée aux pieds?
Je n'imaginais quand même pas, vu votre engagement, que vous auriez pu penser, à un moment donné, que toutes ces autorités qui sont là pour nous conseiller: Conseil d'État, Autorité de protection des données, Registre national, qui a dit lui-même qu'il ne donnerait pas les données, et que donc le ministre de l'Intérieur devrait passer outre…
Vous me faites croire qu'on doit violer la Constitution parce que la guerre est à nos portes!
Finalement, je vais rejoindre nos collègues du PTB. Que voulez-vous faire de nos jeunes? De la chair à canon? Est-ce cela qui vous inquiète? Ça ne va pas! En plus, on va revenir sur les missions qui leur seront données. Savez-vous quelles sont les missions qui seront confiées à ces jeunes? Vous allez voir ce qu’il leur sera demandé de faire. On va les mettre gravement en danger face à des trafiquants de drogue, pour remplacer les policiers dans nos rues.
Nos ministres, et notamment nos ministres libéraux, n'ont pas été capables d'engager les moyens, à l'Intérieur, suffisamment tôt. Votre ministre, Joëlle Milquet, n'a pas non plus été capable, en son temps, de recruter suffisamment pour qu'aujourd'hui, la police fédérale soit dotée des moyens utiles pour combattre la criminalité dans notre pays.
Vous me dites que je me tortille. Eh bien oui, je me tortille. Je me tortille, parce que je suis indigné par vos propos d'Engagé!
20.14 Benoît Lutgen (Les Engagés): Vous avez eu une parole, monsieur Lacroix. Vous venez de dire: "Je vais rejoindre les rangs du PTB."
20.15 Christophe Lacroix (PS): (…)
20.16 Benoît Lutgen (Les Engagés): Si, si, vous l'avez dit. Vous l'avez dit.
Je vais vous dire une chose toute simple, monsieur Lacroix. Dans vos excès, et parfois ceux de votre groupe… Pas tout votre groupe. Il y a des parlementaires socialistes qui n'ont pas encore versé vers ces extrêmes. Dans vos propos, vous versez de plus en plus de ce côté. Vous n'avez plus qu'à les rejoindre, mais je ne suis pas sûr que cela fera évoluer la démocratie, le droit et la Constitution.
20.17 Christophe Lacroix (PS): Nous allons nous tortiller de rire quand nous relirons le compte
rendu et mes propos. J'ai dit: "Je ne suis pas loin de partager les
arguments du PTB, qui a parlé de chair à canon." Je n'ai jamais dit que
j'allais rejoindre le PTB! Viscéralement, mon engagement est socialiste. Il
n'est rien d'autre que socialiste. Vous voulez créer un écran de fumée.
(…) : (…)
20.18 Christophe Lacroix (PS): Je n'ai pas glissé. C'est vous, la septième compagnie, c'est vrai. En fait, je crois que mes critiques, que vous traitez de surréalistes, vous ennuient, parce que vous faites un écran de fumée.
Excusez-moi d'être long, mais ce qu'il se passe aujourd'hui est vraiment très important. Depuis que ce gouvernement Arizona est en place, on n'arrête pas de briser le contrat social qui unit les militaires et la société belge. Et c'est bien plus important que le courrier dont on parle, monsieur Lutgen. Car votre ministre de l'armement – celui à qui vous aviez dit qu'à un moment donné, il fallait résister et mordre; maintenant, vous avez changé d'avis – parle d'un plan social pour permettre la transition et d'atténuer la réforme qui va prolonger, unilatéralement, de plus de dix ans, la carrière des militaires.
Mais, soyons honnêtes, nous savons toutes et tous que l'accord de gouvernement ne laisse aucune marge, puisqu'il s'agit d'une décision prise par dogmatisme, et non dans la recherche de l'efficacité. Les syndicats ne s'y sont pas trompés. Sans doute aussi se sont-ils tortillés. Un seul syndicat a marqué son accord à ce jour. Comme le souligne la CGSP Défense, en parlant de l'Arizona, "ils font mine de nous écouter en réunion pour mieux nous oublier en décision". Comme le souligne un syndicaliste du syndicat libéral de la fonction publique…
(…): (…)
20.19 Christophe Lacroix (PS): Quel mépris pour l'organisation syndicale! Vous entendez ce que vous dites à propos d'un syndicat bien respectable? Évidemment, c'est hors micro, donc cela ne figurera pas dans le compte rendu intégral, mais vous pouvez compter sur ma parole pour leur rapporter vos propos.
Je poursuis. Comme le souligne un syndicaliste du syndicat libéral de la fonction publique, alors que les militaires représentent à peine 0,48 % des personnes occupées, le gouvernement prévoit de réaliser 435 millions d'euros d'économies sur les pensions des militaires. Soit, environ, 18 % de l'effort total de 2,4 milliards d'euros. Autrement dit, un groupe minuscule supporte une part énorme des coupes. Ce n'est pas le Parti Socialiste qui le dit, ce sont les représentants des militaires, et notamment d'un syndicat qui, fièrement, revendique le titre de syndicat libéral de la fonction publique.
Car avec l'Arizona et le retour de la N-VA à la tête de la Défense, nous sommes loin de la prise en compte de la pénibilité du métier de militaire. On en revient aux bonnes vieilles méthodes d'avant, on remet en cause le statut des militaires et les droits acquis, on dévoie leurs missions pour remplacer les policiers car après tout, ils coûtent moins cher. Les militaires coûtent moins cher que les policiers. Alors, on va leur faire faire les tâches que les policiers ne peuvent plus faire parce qu'ils ne sont pas assez nombreux, parce que les mêmes ministres qui crient aujourd'hui ne les ont pas engagés à temps pour qu'ils puissent faire le travail qu'on leur demanderait.
Donc, je le redis: le contrat social qui unit les militaires et la société belge est bel et bien rompu par cette majorité. Cela aura de lourdes conséquences et je crains que, très vite, on revoie le fléchissement du nombre de postulants et une explosion de l'attrition que l'on a connue sous le gouvernement de Charles Michel.
Dans ces conditions, mes chers collègues, comment comptez-vous attirer les jeunes à la Défense? Comment allez-vous éviter que les chiffres de l'attrition des jeunes recrues repartent à la hausse? Il faudra bien plus qu'une lettre pour atteindre les près de 35 000 personnes à l'horizon 2029. Comment comptez-vous lutter contre l'attrition avec la politique de ressources humaines de ce gouvernement alors qu'actuellement, à l'heure où je vous parle, des dizaines de militaires expérimentés prennent leur pension, leur retraite pour éviter le couperet de l'Arizona? Votre arme secrète pour répondre à toutes ces questions est dans un courrier, un bon vieux courrier envoyé par la poste à tous les jeunes de 17 ans de ce pays, une fois par an. Il fallait y penser, mais quelle ironie! Ah, quel beau gouvernement conservateur!
Face à ce courrier personnel des ministres, les questions de fond restent légion. Il nous semble en effet essentiel d'avoir les réponses du ministre de l'armement avant la deuxième lecture que nous avons demandée, puisque l'ensemble des débats sur le service volontaire et le courrier du ministre de l'armement ont eu lieu en son absence. Le ministre ne viendra plus en commission avant le 22 octobre. Les questions se sont donc accumulées pendant que la majorité faisait un écran de fumée. Mes questions restent donc nombreuses et légitimes, même si je connais désormais quelques réponses par la bande.
Selon quelles procédures et concertations ce courrier sera-t-il rédigé, notamment avec les organisations syndicales et les représentants de la jeunesse? Nous avons déjà la réponse via la Commission des dépenses électorales. Il n'y en aura aucune, puisqu'il est prêt à être envoyé à la signature du ministre et du premier ministre.
Quel sera le nombre de jeunes recrutés pour ce service militaire? Dans quelles infrastructures seront-ils accueillis? Quel encadrement cela nécessitera-t-il en termes de ressources humaines, budgétaires et logistiques? Aucune réponse, malgré les cris d'alarme des syndicats militaires.
Quelles seront leurs missions? C'est là qu'on touche véritablement le fond. J'ai la réponse écrite noir sur blanc dans le compte rendu de la commission du 24 septembre dernier. Ils seront, a dit le ministre, déployés en rue, en remplacement des policiers dont c'est pourtant la tâche.
On va donc déployer en patrouilles des jeunes de 18 ans à peine pour remplacer les policiers dans les rues afin d'affronter les dealers de drogue, les trafiquants et la grande criminalité dans nos villes. Voilà la vérité! C'est cela qui nous inquiète, monsieur Lutgen, membres MR et Engagés de la majorité. Avec quel statut? Que se passera-t-il à l'issue de ce service, et notamment vis-à-vis de la réserve? Aucune réponse n'a été apportée. Dans les faits, un tel service existait déjà, et vous inventez l'eau chaude à destination de la jeunesse. Je rappelle le service d'utilité collective, mais aussi les options Sécurité et Défense dans l'enseignement secondaire ou le Reboot for Youth, qui devait permettre une collaboration en matière de formation et d'emploi avec le secteur privé. Mais, là encore, aucune réponse! Dans quelle langue le courrier sera-t-il adressé aux jeunes résidents dans les communes à facilités? Une fois de plus, geen antwoord! Pas de réponse ! Silence radio! On rend notre commission inopérante, on nous empêche de poser nos questions. Pendant ce temps-là, le char N-VA avance, sans personne pour l'arrêter! Pendant ce temps-là, nos militaires redeviennent des bons-à-tout-faire, corvéables à merci! Pendant ce temps-là, l'American Express du ministre de l'armement chauffe au maximum!
Pour toutes ces raisons, nous voterons contre
cette proposition adoptée en dépit de tous les signaux d'alarme envoyés par nos
institutions garantes de l'État de droit, comme l'Autorité de protection des
données, le Registre national, le Conseil d'État, mais aussi en dépit de toutes les
règles de déontologie et des procédures parlementaires. Oui, il faut renforcer
notre Défense. Le service volontaire peut être une manière d'y arriver, mais
pas avec des gadgets de promotion politique personnelle. Rien n'empêche déjà, à
l'heure actuelle, un jeune de rentrer à la Défense sans que l'on viole sa vie
privée. De nombreuses initiatives sont prises en ce domaine. Il faut continuer
à les développer plutôt que de perdre notre temps avec des gadgets politiques.
Par cohérence, monsieur le président, j'introduis un amendement en séance plénière pour garantir que ce courrier soit envoyé au nom de l'État fédéral, et non du ministre de l'armement et du premier ministre. C'est cela, le respect de la Nation – et ce n'est pas se tortiller!
20.20 Nabil Boukili (PVDA-PTB):
Monsieur le président, après l'intervention du collègue Lacroix, je vais
apaiser un peu la situation. (rires)
Le président: On compte toujours sur vous pour calmer le débat.
20.21 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Vous pouvez toujours compter sur moi, monsieur le président.
Chers collègues, ici nous discutons d'un projet qui n'est pas anodin, effectivement. Mais avant de discuter de la proposition en question, il faut d'abord voir dans quel contexte cette proposition arrive. Parce que c'est important. Je parle de projet parce que, même si c'est présenté ici sous forme de proposition de loi, c'est bien un projet de M. Francken. C'est un projet de loi qui s'inscrit dans une vision qu'il a appelée lui-même "vision stratégique", sa vision pour la Défense. Ou celle qu'il dit avoir.
Entre parenthèses, on parle de proposition et non de projet. Pourquoi le ministre a-t-il utilisé ce subterfuge? C'est notamment pour éviter tous les garde-fous qui s'imposent dans le cadre d'un projet de loi, singulièrement la concertation sociale. Et quand on voit la réaction des syndicats, je peux comprendre que le ministre évite la concertation sociale sur cette lettre.
Toutes les institutions concernées de notre pays se sont prononcées. Le Conseil d'État, entre autres, qui a eu un jugement assassin contre cette proposition; l'Autorité de protection des données; le SPF Intérieur et le Registre national. Je ne vais pas répéter tout ce qui a été dit par mon collègue, mais en termes de jugement de nos différentes institutions par rapport à cette proposition, je souscris complètement à l'analyse qui a été faite. Malheureusement, cette analyse n'a pas été le moins du monde considérée au sein de la majorité. Les quelques amendements apportés ne répondent pas du tout aux exigences formulées par ces institutions, je pense à celles concernant la légalité et la constitutionnalité de cette lettre.
Parenthèse fermée, venons-en au contexte. Comme j'ai dit, cela s'inscrit dans une vision stratégique de notre ministre de la guerre. Dans sa vision stratégique, M. Francken mentionne 170 fois le mot "OTAN". Cela veut dire que sa vision stratégique s'inscrit pleinement dans celle de l'OTAN.
Cela veut donc dire que cette vision est pratiquement écrite par M. Trump et signée par M. Francken. Ce dernier nous dit dans sa vision stratégique qu'il veut fonder une armée belge sur des missions étrangères de l'OTAN. C'est écrit! Sa vision stratégique implique "des interventions étrangères à haute intensité".
Là, on ne parle pas de la défense, on ne parle pas de se défendre en cas d'agression. Au contraire, on est bien ici dans une politique offensive écrite noir sur blanc par M. Francken dans sa vision stratégique. Il a d'ailleurs répondu à des questions orales que nous lui avons posées en affirmant clairement que: "actuellement, nos militaires sont formés pour intervenir de façon très pointue et agressive, vraiment orientée war fighting".
Dans cette vision, cette armée belge est aussi orientée et axée sur ce qu'on appelle des guerres de nécessité. C'est écrit noir sur blanc dans la vision stratégique: "wars of neccessity". Qu'est-ce donc, en fait, que des guerres de nécessité que l'OTAN a menées auparavant? Je vais vous en citer quelques-unes.
D'abord, la guerre en Afghanistan, il s'agit bien d'une guerre de nécessité. Si! Ensuite, la guerre en Libye, c'est une guerre de nécessité pour aller défendre la démocratie. C'est vrai qu'aujourd'hui, la Libye est un exemple de démocratie! Dans le cas de l'Afghanistan, on a sauvé les Afghans des mains des talibans. C'est clair qu'aujourd'hui, c'est un gouvernement démocratique, et pas du tout les talibans, qui gouvernent l'Afghanistan! L'invasion de l'Irak, quelle réussite pour combattre le dictateur Saddam Hussein et instaurer une démocratie. Et on a vu ce que ça a donné par la suite avec Daech et compagnie. Voilà les guerres de nécessité de l'OTAN!
Par conséquent, quand on parle de guerres de nécessité dans lesquelles s'inscrit la vision stratégique de M. Francken, on parle bien de ces guerres-là. Et ces guerres n'ont bien sûr pas été que symboliques, elles ont causé des millions de morts. Je rappelle qu'au cours des 20 dernières années, l'OTAN a été responsable de 4,5 millions de morts dans ces guerres de nécessité si chères à notre ministre de la Défense, M. Francken.
20.22 Axel Weydts (Vooruit): Voorzitter, ik kom straks uiteraard nog aan het woord voor mijn eigen betoog, maar ik wil toch even inbreken op het betoog van collega Boukili, die duidelijk niet begrepen heeft wat het verschil is tussen een war of necessity en een war of choice.
De oorlogen die u hebt opgesomd, mijnheer Boukili, zijn precies voorbeelden van wars of choice. Op een bepaald moment was de NAVO eigenlijk niet meer gericht op onze oostflank en op dreiging vanuit Rusland, maar ze probeerde overal in de wereld conflicten te bestrijden. Dat is de definitie van een war of choice.
Daar zijn geslaagde voorbeelden van, maar daar zijn ook minder geslaagde voorbeelden van. Dat geef ik toe. Ik geef u wel graag het voorbeeld van een geslaagde war of choice, waaraan ik zelf deelgenomen heb. Dankzij de interventie in Kosovo door de NAVO leven de mensen daar nog altijd in vrede met elkaar. Men sloeg elkaar de kop in op de brug van Mitrovica. Ik heb daar zelf gestaan. Serven en Albanezen gunden elkaar het licht in de ogen niet meer. De NAVO is tussenbeide gekomen. Ik heb zelf deelgenomen aan twee missies in Kosovo. De NAVO-missies zorgden ervoor dat de mensen daar vandaag nog altijd in vrede leven. De Kosovaren zijn ons daar tot vandaag verschrikkelijk dankbaar voor. Dat heeft de president van Kosovo letterlijk vermeld op de conferentie van de Parlementaire Assemblee van de NAVO in Dayton.
Alstublieft, onderscheid de waarheid van het gezever dat hier verteld wordt. U hebt duidelijk niet begrepen wat de definitie van war of choice of war of necessity is.
20.23 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Votre argument me laisse un peu perplexe. Il ne s'agit pas uniquement de changer un mot, "nécessité" en "choix". Quand on a décidé ici, quand on a demandé à ce Parlement d'appuyer sur le bouton pour envoyer des bombes en Libye, on a dit que c'était nécessaire, qu'il fallait absolument intervenir pour éviter un désastre en Libye. Pour défendre la démocratie, il fallait absolument intervenir en Libye. C'était nécessaire. L'OTAN a dit que l'intervention en Afghanistan était nécessaire. "Des guerres de nécessité", c'est exactement cela la lecture de l'OTAN. Alors, prétexter aujourd'hui que c'était des guerres de choix et non pas des guerres de nécessité, franchement! Quand on parle de guerres de nécessité dans le plan de l'OTAN et dans la vision stratégique de M. Francken, on parle exactement de cela.
Vous avez pris un exemple, en disant que l'OTAN avait pour objectif d'apporter la paix. Mais les 4,5 millions de morts, cela ne vous dit-il rien? Rien que pour cela, il faut arrêter d'adopter cette logique, quand on voit le désastre humanitaire et la situation aujourd'hui des pays où l'OTAN est intervenue. Aujourd'hui, l'OTAN est le premier facteur de risque et le premier déstabilisateur au monde. Comment pouvez-vous défendre une organisation pareille, alors qu'il y a eu 4,5 millions de morts en 20 ans?
20.24 Benoît Lutgen (Les Engagés): Je tiens d'abord à remercier M. Boukili pour ses propos plus modérés que ceux de M. Lacroix. La modération est une bonne chose et elle doit toujours être soulignée.
Monsieur Boukili, nous vivons depuis plus de 80 ans en paix dans nos territoires. Vous qui refaites parfois l'histoire – d'ailleurs un peu à votre sauce et à votre façon, soit –, pouvez-vous me citer, en retournant des siècles en arrière, une période de paix aussi longue dans toute l'histoire de nos territoires? Jamais, grâce à la construction européenne, grâce aussi à l'OTAN et à notre protection, jamais, nous n'avons vécu dans nos territoires une période de paix aussi longue.
Après, on peut réécrire tout ce que vous voulez. Mais ce que je peux vous dire, c'est que, oui, la protection, la construction européenne, l'OTAN et l'ensemble de ce qui a été mis en œuvre dans nos territoires ont effectivement permis la période de paix la plus longue de notre histoire pour nos citoyens. Ce n'est déjà pas si mal!
20.25 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur Lutgen, 80 ans sans conflit grâce à l'OTAN et à la paix signée en Europe. Mais la guerre n'a pas forcément lieu sur le sol européen. Allez parler au Libyens, aux Afghans, aux victimes des 130 interventions américaines dans le monde de 80 ans de paix. Est-ce la paix pour vous? La paix n'est pas juste ici, quand vous êtes tranquille et que vous appuyez sur un bouton pour envoyer des bombes ailleurs. La paix, c'est quand le monde est en paix. Mais quand nos armées et nos États sont impliqués dans des guerres, qu'ils tuent des gens et larguent des bombes sur des populations, je n'appelle pas cela la paix, monsieur Lutgen.
20.26 Christophe Lacroix (PS): Monsieur Lutgen, vous m'honorez beaucoup, cher collègue. Je pourrai figurer dans ce rapport à moult égards grâce à vous. Vous souvenez-vous des 13 535 morts de la guerre du Kosovo sur le continent européen dans les années 90? Vous dites que nous vivons en paix dans le confort ici. Mais ouvrez les yeux sur la réalité du monde proche, comme le Kosovo. Les guerres, nous les faisons ailleurs au nom de l'impérialisme. Au nom de quoi les faisons-nous? Du nationalisme également. Si nous avons été en paix, c'est parce que nous avons mis en place des organisations multilatérales pour lutter contre le fait nationaliste, mais vous, vous n'avez eu d'autre choix que de vous allier à un parti nationaliste. Alors, franchement, votre logique et votre cohérence à deux balles, gardez-les pour vous.
20.27 Benoît Lutgen (Les Engagés): Heureusement que vous vous appelez monsieur Lacroix. Pour un Engagé, on se dit que vous n'êtes pas totalement un mauvais homme puisque vous vous appelez Lacroix. Au-delà de cela, monsieur Lacroix, vous êtes dans l'excès absolu. Vous trahissez mes propos. Ce n'est pas grave. C'est une habitude. Et plus vous vous rapprochez d'eux, plus vous tomberez dans ces excès-là. Vous avez dit quelque chose tout à l'heure, et vous irez voir dans le compte rendu analytique. Vous avez dit: "Je vais rejoindre le PTB". Mais vous y êtes déjà, je peux vous le dire. Vous êtes peut-être même à la gauche du PTB. Continuez et vous vous retrouverez dans le communisme que vous défendez. Le communisme, effectivement, c'est formidable. C'est un monde magnifique qui a causé 100 millions de morts. C'est formidable. C'est l'idéologie que vous portez.
Messieurs Lacroix et Boukili, j'ai dit que notre rôle était d'abord de protéger nos citoyens chez nous, et de faire en sorte que sur notre territoire belge, nous connaissions une période de paix aussi longue que celle que nous venons de connaître.
Puisque vous ne m'avez pas répondu, donnez-moi le chiffre d'une période de paix pour nos concitoyens plus longue que celle-ci. Cela ne veut absolument pas dire que j'applaudis à ce qui s'est passé en Libye. Ce n'est pas mon propos. Je dis simplement qu'en Belgique, nous n'avons jamais connu une période de paix aussi longue. Citez-moi une autre période dans l'Histoire. Vous n'en trouverez pas. C'est d'abord le sens de notre travail pour que notre population soit protégée.
20.28 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur Lutgen, nous ne sommes pas d'accord sur le constat. Je ne dis pas que pendant 80 ans, nous étions en paix. Quand nous allons faire la guerre à d'autres peuples, je n'appelle pas cela la paix. Sur la question de protéger notre territoire, personne ici ne remet en question la nécessité de protéger notre population et notre territoire. Qui a dit le contraire? Je vous dis ici que notre politique militaire, alignée sur celle de l'OTAN, portée par M. Francken, est agressive et guerrière envers les autres peuples. Ceux-ci ont aussi droit à la paix, et pas uniquement nous qui sommes assis dans nos fauteuils chauds. Il n'y a pas de raison que nous allions leur faire la guerre pour des raisons stratégiques, économiques et au service de l'impérialisme américain. Voilà ce que je vous dis. Quelle est votre réponse en ce qui concerne les 4,5 millions morts de l'OTAN? Quelle est votre réponse au sujet des guerres dirigées contre d'autres peuples pour défendre des intérêts politiques, économiques et stratégiques? Que répondez-vous?
Du reste, pour illustrer mes propos, monsieur le président, je vais continuer. Nous le voyons à travers les achats militaires qui sont prévus par le ministre de la Défense. Comme cela a été dit, il est en train de faire son shopping d'armement aux États-Unis pour acheter des F-35, des frégates, des drones armés, des milliers de véhicules de combat. Les F-35 sont des avions destinés à attaquer et à porter des armes nucléaires. Ce sont des appareils offensifs, et non défensifs. Nous sommes d'accord? Les F-35 ne servent pas à protéger notre population, mais bien à en attaquer d'autres. Quand on parle des véhicules armés, les CaMo français, c'est pour qu'ils interviennent au Sahel.
J'ai posé la question au ministre, les drones armés (…)
De voorzitter: MIjnheer Boukili, ik wil u niet het woord ontzeggen. U bent vrij om het woord te voeren, maar het zou prettig zijn om bij het thema te blijven dat hier ter discussie staat. Ik vrees dat we hier niet alle wereldoorlogen zullen oplossen. Het betreft een brief, naar het schijnt. Kunt u zich daarop toespitsen?
20.29 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Absolument, monsieur le président. Vous allez comprendre ma logique. J’y arrive.
S’agissant des drones armés, lors de la discussion sur la proposition de loi concernant l’armement des drones, on nous a répondu explicitement que ces drones n'étaient pas utilisables en Ukraine contre la Russie, que ce sont des drones destinés à des interventions au Sahel. C'est ce qui a été dit en commission en réponse à cette question.
C'est dans ce contexte de logique offensive, de logique alignée sur la politique agressive de l'OTAN, que cette lettre arrive.
J'y viens donc, monsieur le président, pour vous faire plaisir. Quand on va recruter des militaires, et ici en l'occurrence des jeunes, c'est pour faire quoi? C'est pour utiliser ces armes. Bien sûr, des armes offensives. Donc pour aller faire la guerre. C'est pour cela qu'on les recrute. C'est pour cela qu'on leur envoie cette lettre.
Le président: Monsieur Boukili, M. Lasseaux souhaite vous poser une question.
20.30 Stéphane Lasseaux (Les
Engagés): Je souhaite apporter une présicion. Le fait d'armer des drones, ce
n'est pas pour aller au Sahel. C'est pour pouvoir surveiller le territoire et,
le cas échéant, pouvoir intervenir en dehors du territoire. Les CaMo,
éventuellement, ont été évoqués pour aller au Sahel, mais pas les drones. Les drones, c'est pour survoler un
ensemble de territoires.
De voorzitter:
Mijnheer Lasseaux, wij voeren hier geen debat over drones, ook al zal dat wel
eens op de agenda komen. Het wordt in ieder geval een oeverloze discussie als
wij onszelf geen minimale beperking opleggen. Ik stel voor dat we bij het
huidige thema proberen te blijven. Als we niet opletten, lossen we hier
vanavond elke oorlog op en dan weten we verder niet meer wat doen in de
commissie voor Landsverdediging. Dat willen we niet.
20.31 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Merci, monsieur le président, vous aurez noté que j'avais commencé à parler de la lettre.
Je ne m'étendrai pas sur la question des drones, mais nous avons reçu des avis – que vous pouvez consulter – selon lesquels ces drones sont inefficaces en Ukraine et sont davantage destinés à des opérations au Sahel. Ce n'est pas moi qui l'ai inventé. Soit.
Donc, cette lettre arrive dans ce contexte-là, pour préparer mentalement notre jeunesse et leurs parents à la militarisation et à la participation à des opérations militaires. Il a été dit explicitement lors des débats en commission qu'il faut préparer nos jeunes à la situation actuelle.
Au sujet de ces jeunes, on a entendu à peu près tout. On dit que c'est une lettre volontaire, que ce sont des jeunes un peu désemparés, qu'on leur offre quelque chose à faire pour qu'ils apprennent la discipline. Non, non, non, non! Il s'agit de préparer des gens qui vont intervenir dans des opérations militaires. Et cette proposition, au même titre que cette lettre, a aussi un caractère de classe.
Parce que de quels jeunes parle-t-on quand on offre 2 000 euros pour faire ce service volontaire? Bien sûr que les jeunes issus de classes aisées vont continuer à faire leurs études. Ils n’ont pas besoin de 2 000 euros. Qui est réellement visé? Quand, simultanément, un parent reçoit une lettre l'excluant des indemnités de chômage et une lettre disant qu'en tant que jeune, dès 17 ans, on peut intégrer l'armée pour 2 000 euros par mois, à votre avis, quelle sera la réponse de ce jeune?
Est-ce encore volontaire? Les primes de nuit aussi, c'est volontaire, mais pour qui? C'est là que réside le caractère de classe dans cette lettre. On va aller chercher les enfants de la classe travailleuse, les enfants du peuple, pour aller les jeter – je réutilise le mot à dessein – comme chair à canon, dans des guerres, pour nourrir le complexe de l'armement tout autant que des intérêts politiques et géostratégiques qui, loin d'être dans l'intérêt de la population servent ceux d'une petite élite qui sacrifie sa jeunesse à cette fin.
Voilà le projet de cette lettre!
20.32 Mathieu Michel (MR): Après cette tirade hallucinante d'exagérations, j'aimerais rappeler l'histoire. Le service militaire a existé jusqu'en 1994. Des personnes y ont rencontré d'autres, qu'elles n'auraient pas forcément rencontrées autrement. Le service militaire permettait d'avoir un moment dans sa vie où on se consacrait à son État, à sa Nation. Il permettait de rencontrer des personnes venant d'autres horizons.
Parmi ces personnes qui ont fait le service militaire, le nombre de personnes qui ont fait la guerre est ridiculement bas. Votre assimilation entre une personne qui choisirait de faire une année au service de son pays à de la "chair à canon" est plus que de la désinformation. C'est du mensonge et ce sont des propos proprement scandaleux. Brandir une menace de "chair à canon" parce qu'un jeune souhaiterait, pendant un an, se consacrer à son pays, ce n'est pas qu'une erreur, c'est du mensonge pur et simple. Je pense que ce genre de propos ne devraient pas être tenus ici. Ce n'est que du spectacle, qui ne sent pas très bon.
20.33 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Merci pour votre remarque et votre tentative de rattraper le coup. Vous avez évoqué l'histoire, mais il faut la regarder. Qui est mort dans les tranchées? C'étaient les fils de qui? Était-ce l'élite de la société qui était dans les tranchées, ou le peuple?
Quand vous dites qu'on demande aux jeunes de faire un stage ou une année volontaire, et que ce n'est pas dans l'objectif de les envoyer à la guerre, vous dites tout et son contraire. On nous dit précisément que c'est pour préparer notre jeunesse à la situation de guerre et à la situation grave que nous vivons. Cela a été expliqué en commission, cela a été redit ici. Arrêtez de faire croire que c'est juste un service sans conséquences! Non, c'est une préparation psychologique de la jeunesse et des parents pour un contexte de militarisation. Arrêtez de mentir aux gens! C'est cela l'objectif de cette proposition.
Et les faits sont là. On peut dire ce qu'on veut sur mes propos, mais ils se basent sur des faits. Je ne suis pas en train d'inventer des choses. Si vous pensez le contraire, démontrez-le, au lieu de venir avec des arguments qui ne tiennent pas la route! On fait des investissements pour de l'armement offensif, on essaye de recruter. Dans la vision stratégique de M. Francken, il est écrit qu'il faut renforcer l'armée et doubler son personnel. Doubler par qui?
Le président: Monsieur Boukili, il est interdit de ne pas utiliser des points. Il n’y a pas de point ni de fin dans votre intervention. Je voudrais donner la parole à votre collègue. J’ai pensé que j’allais pouvoir lui donner la parole une fois que vous auriez terminé… mais vous ne terminez jamais. C’est une phrase sans fin. (Rires)
20.34 Benoît Lutgen (Les Engagés): Nous pouvons tous rire de beaucoup de choses. Nous avons l'habitude des fake news, mais honte à vous de dire que dans les tranchées de nos deux guerres – qu'il s'agisse de la Première Guerre mondiale ou de la Seconde Guerre mondiale –, le tri a été établi entre les différentes classes sociales! Vous l'avez dit, monsieur, vous l'avez dit! Venez au Bastogne War Museum et je vous montrerai que les morts étaient aussi bien professeurs qu'ouvriers, que chefs d'entreprise, que patrons ou qu'employés. Tous ont péri en combattant.
La Résistance en tant que telle, monsieur Boukili, n’avait pas de classes sociales. Aucune! Croyez-vous que les personnes qui ont été déportées étaient uniquement des ouvriers? Il y avait là, effectivement, des hommes et des femmes de toutes les classes sociales, qui ont vécu le même drame, les mêmes souffrances.
Parler de
tri comme vous le faites est absolument abject. C’est abject, d’abord parce que
c’est une contre-vérité historique, et ensuite parce que cela fait honte à ces
hommes et ces femmes qui, par-delà leurs différences sociales, ont combattu
avec les mêmes valeurs, la même force démocratique, pour défendre notre patrie.
Et c’était
ça, leur force, justement. Une force de dépassement, que vous, aujourd’hui,
détournez pour établir un tri entre les bons et les mauvais morts.
Le président: Monsieur Piedboeuf, je vous donne la parole.
20.35 Benoît Piedboeuf (MR): Je voudrais juste venir en renfort à notre collègue Benoît Ludgen. Dans nos communes, nous avons des cimetières. Nous connaissons l'identité des personnes qui y reposent. Alors entendre des âneries pareilles, c’est tout simplement hallucinant, monsieur le président!
Je n'ai pas réagi plus tôt, parce que ce qui est excessif est insignifiant, mais réécrire l'histoire à la façon communiste habituelle, c'est hallucinant!
20.36 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Quand vous parlez de patrons, vous parlez semble-t-il du cordonnier, du coiffeur et ainsi de suite. On peut effectivement les considérer comme des patrons. Mais, dites-moi, si le patron de Ford, qui a financé la guerre à l'époque, a envoyé ses fils et ses enfants à la guerre, était-il, lui, dans les tranchées? Dites-moi quel grand industriel a envoyé ses enfants dans les tranchées? Dites-moi quelle plaque dans les cimetières cite un grand industriel mort dans les tranchées? C'est d'ailleurs pour ça qu'on dit: on croit faire la guerre pour la patrie, là où on la fait pour les industries. C'est ça en fait la question aujourd'hui. Comment pouvez-vous nier cette réalité-là aujourd'hui pour défendre vos propos? Franchement, faire croire qu'on est tous égaux, peu importe notre classe, quand on est dans les tranchées! C'est bien plutôt cela qui est un mensonge et qui est abject, M. Piedbœuf.
L'objectif de cette lettre, comme j'ai dit, et contrairement à ce qui a été dit par M. Michel, n'est donc pas juste de proposer un stage, il s'agit de préparer nos jeunes à des interventions militaires meurtrières, eh oui, où ils peuvent perdre la vie. C'est ça la guerre. La guerre n'est pas un jeu vidéo, il s'agit de vies humaines qui se perdent. Et c'est toujours les enfants de la classe laborieuse qui payent le prix.
Si on veut agir par nécessité pour notre société, pourquoi ce gouvernement, qui n'a absolument aucune mesure qui défend l'intérêt et les intérêts de notre jeunesse – la seule mesure qu'il propose c'est de rejoindre l'armée, et oui, de préparer de la chair à canon – n'a-t-il pas jugé nécessaire d'envoyer une lettre pour demander à notre jeunesse de s'engager dans le système de santé où on manque d'infirmiers et d'infirmières? Pourquoi ce gouvernement n'a-t-il pas envoyé une lettre pour demander à notre jeunesse de s'engager dans la voie de l'enseignement parce qu'on manque d'enseignants. Il s'agit là de piliers essentiels de notre société. Et c'est là où on n'est pas d'accord, monsieur le président. Pour notre part, nous ne donnons pas la priorité à l'envoi de notre jeunesse pour défendre les intérêts de l'industrie de l'armement et des grandes multinationales et pour poursuivre des objectifs stratégiques et économiques au détriment des intérêts des populations. Nous, nous défendons une société qui offre un avenir pour sa jeunesse, une société qui répond à ses besoins. Et franchement, la guerre n'est pas un avenir pour notre société.
C'est pour ça, monsieur le président, chers collègues, que nous allons, avec grand plaisir, voter contre cette proposition.
Le président: Vous avez la parole, monsieur Frank.
20.37 Luc Frank (Les Engagés): Sehr geehrter Herr Präsident, ich möchte gerne
nochmal zu diesem Thema zurückkommen.
J'aimerais répondre. Dans ma commune, des personnes qui étaient dans la Résistance sont décédées, des fonctionnaires assassinés, des gendarmes. Je ne parle pas d'ouvriers.
Je peux vous citer deux entrepreneurs qui ne sont peut-être pas belges mais qui ont envoyé leur fils à la guerre. C'était le père de John F. Kennedy. Son fils aîné Joe est décédé. Et le fils du président américain Roosevelt est décédé pendant la Deuxième Guerre mondiale. Alors, arrêtez de dire des conneries pareilles!
20.38 Nabil Boukili (PVDA-PTB):
Citer deux ou trois noms alors qu'il y a eu des millions de morts pendant la
Deuxième Guerre mondiale, est-ce représentatif? L'exception ne confirmerait-elle
pas la règle? Parmi ces millions de morts, quelle est la proportion de fils
d'ouvriers, d'enseignants? Les enseignants font partie du peuple aussi. Dites-moi
quel grand industriel a envoyé ses enfants à la guerre? Quel grand industriel
se retrouve-t-il sur ces plaques? Vous seriez incapable de le dire. Plutôt que
de trouver un ou deux noms, donnez-moi la proportion! Et, là, on pourra
peut-être discuter sérieusement. Mais ne venez pas avec des anecdotes pour
justifier l'injustifiable! C'est
largement insuffisant dans notre débat.
De voorzitter: Collega’s, ik ga nogmaals een poging ondernemen om u terug naar het thema te duwen.
Mijnheer Frank, u hebt het woord.
20.39 Luc Frank (Les Engagés): Vielen Dank, Herr Präsident. Ich
müsste trotzdem kurz darauf reagieren.
Je trouve que c’est un peu facile.
Effectivement, j’ai regardé, parce qu’il y a des noms que je connais. Mais
vous, vous avancez qu’il faudrait faire des démonstrations. Vous, faites-vous
des démonstrations avec des millions de morts? Venez-vous avec des exemples en
citant le nombre d’ouvriers et d’entrepreneurs? Non, vous ne le faites pas non
plus. À l’instant, vous êtes pris par cet argument. Arrêtez de nous accuser
alors que vous-même, vous ne le faites pas! Merci.
De voorzitter: Collega’s, we krijgen hier een pingpongspel. Ik heb niet de indruk dat de ene de andere gaat overtuigen. Ik wil echt vragen om bij het thema van vandaag te blijven.
20.40 Luc Frank (Les Engagés): Monsieur le président, chers collègues, l'objectif de cette loi est de permettre l'envoi, par la Défense, à chaque jeune de 17 ans, d’un courrier lui signalant la possibilité de faire un service militaire volontaire – je le souligne – au sein de la Défense. Pourquoi? Parce que la situation géopolitique a changé. Nous devons renforcer notre Défense pour dissuader les agresseurs potentiels.
Zum Beispiel, hat
die aktuelle Drohnensichtung in Elsenborn, meine Heimatregion, eindeutig
gezeigt, dass die Bedrohung nicht irgendwo im nirgendwo stattfindet, oder
surreal herbeibeschworen wurde. Nein. Sie findet vor unserer eigenen Haustüren
statt.
Een ander voorbeeld is het feit dat eind september naast andere Europese luchthavens ook de luchthaven van Brussel door een cyberaanval werd platgelegd.
Ignorer ces réalités serait irresponsable. Comment dissuader ces ennemis potentiels? En consolidant les différentes forces qui constituent notre Défense et en augmentant les effectifs de la réserve qui pourraient être mobilisés en cas de crise. Le courrier qui sera envoyé aux jeunes a pour but de leur signaler qu'ils ont l'occasion de participer à la défense de notre démocratie et de nos libertés. Par ailleurs, un récent sondage a démontré que 70 %, voire plus, des Belges soutiennent cette initiative. Pour être très clair, dire – à l'instar de certains – que ce courrier sert à utiliser des jeunes comme "chair à canon" ou que cela participe de la militarisation de notre société est une insulte à tous ceux qui ont servi et servent encore au sein de notre Défense.
Le problème de la Belgique et de l'Europe occidentale est d'avoir oublié les enjeux de sécurité sur notre continent et d'avoir confié leur sécurité en d'autres mains. Rejeter le durcissement de nos forces revient à nous affaiblir et donc à remettre notre sort entre les mains de M. Poutine ou de M. Trump. Est-ce vraiment l'objectif de ceux qui s'opposent à ce texte?
Chers collègues, comme l'accord de gouvernement le signale, participer à notre Défense constitue l'une des formes de l'engagement citoyen. C'est pourquoi je me réjouis qu'à l'avenir, ce courrier contiendra aussi une référence – et un lien internet – aux autres formes d'engagement citoyen que permettra le service citoyen. L'engagement citoyen doit pouvoir s'accomplir au sein de la Défense, mais aussi dans d'autres services et associations, sans que l'un soit considéré supérieur à l'autre. Cela permettra de renforcer la cohésion de notre société. C'est un amendement que Les Engagés ont porté. Il répond également à une demande des associations de jeunesse néerlandophones, francophones et germanophones.
Voilà donc les raisons pour lesquelles nous
soutiendrons cette proposition de loi. Je vous remercie de votre attention.
20.41 Axel Weydts (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, ik vind dit een fantastisch debat. Ik hou van debatten, ook als ze afwijken. Wij hebben hier een goed maatschappelijk debat gehad over wat onze defensie kan betekenen in onze wereld, wat onze defensie voor onze maatschappij kan betekenen. Ik hou daarvan, maar ik ga toch zo veel mogelijk bij de les proberen te blijven.
Ik ben ook blij dat ik aan het debat hier in de plenaire vergadering kan deelnemen, want tijdens de bespreking in de commissie heb ik de goede collega Peter Buysrogge moeten vervangen, omdat hij hoofdindiener van het wetsvoorstel is. Daarnaast heeft goede collega Lacroix zich zeer graag gemengd in de goede en stevige debatten in de commissie. Ik moest daarom de rol van commissievoorzitter op mij nemen.
Mijnheer de voorzitter, ik benijd u niet, want de neutraliteit die een voorzitter moet bewaren tijdens dergelijke debatten is niet van de poes. Ik heb meermaals op mijn tong moeten bijten om niet tussenbeide te komen in het debat in de commissie.
Het debat in de commissie verliep sereen en goed, behoudens één fractie. Daar moeten we vandaag toch ook even bij stilstaan. Er werden uitspraken gedaan zoals: "We ronselen de arme kinderen als kanonnenvlees voor de oorlogen van de rijken," en "het gaat over de militarisering van onze jeugd." Die uitspraken zijn in de commissie gedaan en vandaag in de plenaire vergadering herhaald.
Zulke uitspraken getuigen van heel weinig respect voor het militair beroep en voor de mensen die ervoor kiezen om vrijwillig hun land dienen en bij te dragen aan onze veiligheid. Dat getuigt niet van weinig, maar van geen respect.
20.42 Annik Van den Bosch (PVDA-PTB): Ik vind dit een heel mannelijk dominant debat. Ik ga mij dus even laten horen. Ik hoor vaak de term vrijwillig vallen, maar hoe vrijwillig is het werkelijk? Ik ken geen enkele vrijwilligersjob in de zo belangrijke zorg, of in bijvoorbeeld een dierenasiel, waar men 2.000 euro krijgt. Nergens! In dit geval echter zullen die gasten, jongens, meisjes, kinderen, onmiddellijk 2.000 euro netto per maand verdienen. Hoe vrijwillig gaat dat zijn? Investeren in wapens en kanonnenvlees heeft nog nooit ergens meer veiligheid of vrede gebracht. Nooit. Dus stop it!
20.43 Axel Weydts (Vooruit): Ik bepaal zelf wel wanneer ik dit belangrijk debat stop, u hebt dat niet te bepalen. Mijn excuses trouwens dat ik een man ben, daaraan kan ik ook niets doen.
Uw interventie is interessant, omdat ze eens te meer bewijst dat de PVDA niet weet waarover het gaat. Het betreft geen vrijwillige job, maar wel een job waarvoor men zich vrijwillig kan aanmelden. Begrijpt u het verschil echt niet? Het betreft een job waarvoor men zich vrijwillig kan aanmelden.
Overigens, er staan 500 plaatsen open. Er werd over militarisering gesproken, maar 500 plaatsen op 11 miljoen Belgen, dat is niet echt militarisering. Er zijn voor volgend jaar 500 plaatsen. Ik garandeer u dat er een tienvoud aan kandidaten zal zijn voor die 500 plaatsen, mensen die er vrijwillig voor kiezen om zich in te zetten voor hun land, mensen die er vrijwillig voor kiezen om onze veiligheid te dienen, mensen die er vrijwillig voor kiezen om een steentje bij te dragen aan de maatschappij.
Collega’s, wat mij in het debat het meest geraakt heeft, ook persoonlijk, is dat letterlijk werd gezegd – de collega’s uit de commissie kunnen dat bevestigen – dat wij onze jongeren geen waardige toekomst bieden. Dat heeft mij persoonlijk geraakt. Ik was 16 jaar oud, op 17 augustus 1998, toen ik voor het eerst een militair uniform aantrok. Ik kwam uit een gezinssituatie die niet gemakkelijk was, met een moeilijke relatie met stiefvaders en financiële uitdagingen, maar daarover zal ik niet verder in detail treden. Dankzij mijn vrijwillige keuze voor defensie, het uniform te dragen en mijn land te dienen, heb ik mijn leven terug op poten gekregen. Nu hoor ik hier verklaren dat dit initiatief onze jongeren geen waardige toekomst biedt. Het bewijs van het tegendeel staat hier voor u.
De waarden die wij bij defensie leerden, en die deze jongeren daar straks zullen leren, draag ik vandaag nog altijd hoog in het hart. Het zijn waarden die ik nog steeds belangrijk vind. Het gaat om verantwoordelijkheidszin, leiderschap, samenwerken en kameraadschap. Beste vrienden van de PVDA, dat zou u toch moeten appreciëren.
Het is duidelijk dat Vooruit grote voorstander is van het vrijwillig militair dienstjaar, nogmaals, bedoeld voor jongeren die er vrijwillig voor kiezen om zich in te zetten. Of jongeren zich nu inzetten in de zorg, in de jeugdbeweging of in ons leger, dat is allemaal even waardevol voor ons. Jongeren die ervoor kiezen om zich maatschappelijk te engageren, of dat nu in de zorg, in de jeugdbeweging of in het leger is, moeten we niet karikaturiseren, maar koesteren.
Het is een kans voor die jongeren om van een van de mooiste bestaande jobs te proeven. Het kan het begin zijn van een verdere carrière, want wat start met een militair vrijwillig dienstjaar van één jaar, kan uitmonden in een professionele carrière binnen defensie. Ik ben zelf ooit helemaal onderaan de ladder begonnen bij defensie en ben vandaag nog altijd een trotse reservekapitein binnen ons Belgisch leger. Het is bovendien een unieke manier om het land en de maatschappij te dienen.
Het grote probleem van vandaag zou het middel zijn, de brief. So what? We sturen een brief naar 17-jarigen om zich vrijwillig aan te bieden voor het militaire dienstjaar. Enkele partijen vinden dat 16-jarigen stemrecht moeten hebben. Onze partij is eveneens voor. De keuze voor de volksvertegenwoordiging is een van de moeilijkste die men in een democratie voorgelegd krijgt. Dezelfde partijen die stemrecht voor 16-jarigen willen toestaan, vinden niet dat jongeren van 17 een brief mogen ontvangen van defensie met een uitnodiging voor het vrijwillig dienstjaar. Ik begrijp dat absoluut niet. Ik vind dat vergezocht en van de pot gerukt.
Er zullen infodagen georganiseerd worden om de jongeren te informeren. Omdat ik een groot voorstander ben van het project, zal ik op 29 november in militair uniform als reservist aanwezig zijn bij een infodag om jongeren te overtuigen en te informeren over het militair leven, de carrièremogelijkheden bij defensie en hoe engagement binnen defensie ook maatschappelijk engagement is.
Vooruit steunt het initiatief volledig. En avant, marche!
20.44 Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, we hebben al een lang debat gehad en ik wil niet de hele wereldproblematiek bespreken, want dat is vandaag hier niet aan de orde, maar wel de essentie van ons standpunt over het instrument van de brief en de reden waarom een en ander nodig is, toelichten.
De heer Weydts mag hier dan wel argumenteren dat elk maatschappelijk engagement even waardevol is, maar we kunnen alleen maar vaststellen dat er maar voor een soort engagement een brief naar elke jongere wordt verstuurd en voor een soort engagement 2.000 euro per maand veil heeft. Groen vindt dat elk maatschappelijk engagement van belang is.
Ik hoor hier oproepen dat jongeren wat meer maatschappelijk engagement zouden moeten tonen. Dat doen ze al en dat waarderen wij. Denk maar aan al die leiders en leidsters bij de chiro, de scouts en andere jeugdbewegingen. Elke dag opnieuw zorgen zij voor een fijne dag voor kinderen. Ook daarmee helpt men de samenleving weerbaarder maken. Hoeveel jongeren zijn er geen sporttrainer? Zij zorgen ervoor dat jongeren aan hun fysieke conditie werken, samenwerken en leren hoe ze een bepaalde sport beoefenen. Ook dat is maatschappelijk engagement en jongeren tonen dat in allerlei vrijwilligerswerk.
Daarnaast kunnen we er niet omheen dat ook heel wat cruciale beroepscategorieën om jong talent smeken. Nog niet zo lang geleden stonden we met zijn allen te applaudisseren voor de verpleegkundigen, maar vandaag is er nog steeds een groot tekort aan verpleegkundigen. De uitdagingen om leerkrachten voor de klas te krijgen, zijn gigantisch. Nochtans zijn zij degenen die jongeren opleiden. Voorwaar, het is een vicieuze cirkel. Vandaag hebben we allerlei mensen tekort om onze jongeren weerbaar te maken. Daarvoor komt er echter geen brief van de regering.
De regering stuurt jongeren geen brief voor een maatschappelijk engagement bij bijvoorbeeld jeugdbewegingen of sportclubs. De regering stuurt geen brief om leerkracht te worden, om ingenieur te worden, om verpleegkundige te worden, maar enkel en alleen om soldaat te worden. Door onderhavig wetsvoorstel zal die megareclameboodschap in elk huishouden terechtkomen. Dat is een verkeerde keuze, want als de regering elk maatschappelijk engagement echt belangrijk en even waardevol vindt, dan zou zij voor al die engagementen evenveel moeite doen. We zouden ook werk kunnen maken van het aanwerven van meer machinisten, want daar is een groot tekort aan. Stuurt de regering daarvoor een brief? Nee, dat doet zij niet, zij doet dat wel om soldaat te worden.
20.45 Axel Weydts (Vooruit): Mijnheer Aerts, misschien is het u ontgaan, maar zou het kunnen dat de regering een brief stuurt voor dat maatschappelijk engagement – nogmaals, voor mij is dat maatschappelijk engagement evenwaardig, aan dat in de zorgsector of een andere sector –, omdat het een nieuwe vorm is van engagement, wat mensen nog niet kennen? Zou het kunnen dat de regering de mensen ook daarvoor met een brief probeert aan te spreken?
20.46 Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mijnheer Weydts, de mogelijkheid om zich bij het leger te voegen, bestaat al langer dan vandaag. Bovendien moet er, gelet op het hybride karakter van de oorlogsdreiging, ook werk gemaakt worden van meer weerbaarheid van onze samenleving en daartoe zijn alle vormen van maatschappelijk engagement even waardevol. Wij vinden dat men dus niet slechts één groep moet aanspreken. Door het leger aan jongeren te promoten, trekt men immers al het jonge talent weg uit de STEM-opleidingen, het onderwijs en de verpleegkunde, zo beaamt ook de directeur van hogeschool Thomas More.
Dan heb ik het hier nog maar alleen over de maatschappelijke filosofie achter de campagne. Meer nog, wat is het nut van een dergelijke communicatiecampagne? Er zullen jaarlijks 130.000 brieven worden verstuurd voor 500 beschikbare plaatsen. Is er dan echt geen enkele zinvollere manier te bedenken? Toont dat niet aan dat het niet meer is dan een communicatiestunt, te meer omdat onder andere de heer Weydts een tienvoud aan inschrijvingen verwacht? Zou het niet zinvoller zijn om meer afleveringen van Kamp Waes op televisie te brengen? Ik ben er echt van overtuigd dat een programma als Kamp Waes meer jongeren overtuigt dan een brief in de brievenbus van een 17-jarige. Mijn zoon is 17 jaar oud. Ik wil hem nog overtuigd zien worden door een dergelijke brief. Het instrument op zich is dus totaal zinloos. Het is geldverspilling en enkel bedoeld om een extra communicatiecampagne van de minister in alle huiskamers te krijgen.
20.47 Robin Tonniau (PVDA-PTB): Mijnheer Aerts, u stelt dat er weinig brieven worden verstuurd. De regering verstuurt de voorbije tijd heel wat brieven. Er worden brieven gestuurd naar mensen om hun werkloosheidsuitkering af te nemen en brieven om hun ziekte-uitkering af te nemen. Die brieven zijn al verstuurd. Er worden nu ook brieven gestuurd naar de kinderen van de mensen van wie de werkloosheidsuitkering is afgenomen, met de vraag om toe te treden tot het Belgische leger. Er wordt hun daarbij geld aangeboden.
Al die brieven vallen bij onze gezinnen op de deurmat. Wat denkt u dat zij doen, wanneer zij zien dat hun vader en moeder in de miserie zitten, hun werkloosheidsuitkering verliezen en niet meer weten wat gedaan, terwijl hun kind nog aan het studeren is? Dat kind zal denken dat het zijn ouders misschien kan helpen door toe te treden en 2.000 euro bij te dragen aan het gezin en dus beslissen om dan maar te stoppen met studeren. Dat is de realiteit.
20.48 Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mijnheer Tonniau, ik had misschien meer specifieker moeten zijn. Ik had het moeten hebben over positieve brieven.
De echte grote uitdaging is de uitstroom tegengaan. Nog maar een half jaar geleden heeft een op vijf militairen verlof aangevraagd om te betogen tegen de regeringsplannen over hun pensioenen. Wij hebben in de commissie heel duidelijk te horen gekregen dat de pensioenhervorming de uitval van militairen heel sterk zal verhogen. Zou het dan niet verstandiger zijn om daarop in te zetten en om te zorgen dat de goed opgeleide militairen die wij vandaag hebben, in het leger aan de slag blijven in plaats van hen de duvel aan te doen en nieuwe jongeren te proberen aan te werven?
Een dergelijke instroom van nieuwe jongeren brengt immers ook uitdagingen met zich.
Ze moeten opgeleid worden. Dat neemt tijd in beslag en we hebben niet eens de garantie dat ze na dat jaar in het leger blijven.
Die uitdaging is overigens een van de vele uitdagingen waarmee het leger vandaag geconfronteerd wordt. Militairen zullen bijvoorbeeld met nieuw materieel en wapensystemen moeten leren werken, om nog maar te zwijgen van het feit dat ze in hun bakje nu ook bewakingsopdrachten, nochtans een taak van de politie, erbij krijgen.
Trouwens, nu we het over de politie hebben, men had misschien een brief kunnen sturen naar alle 17-jarigen om ze bij de politie te laten werken. Dan had men geen militairen politietaken moeten toebedelen.
Collega’s, ik ben echt niet overtuigd van het nut van de brief of de impact ervan. Het toont aan dat de regering verkeerde keuzes maakt. Het maatschappelijk engagement wordt verengd tot militair engagement. Maatschappelijk engagement is veel meer dan dat en verdient ook veel meer dan dat.
20.49 Axel Weydts (Vooruit): Ik heb een heel concrete vraag, mijnheer Aerts. U bent het er niet mee eens dat er een brief verstuurd wordt; we verschillen wat dat betreft van mening. Dat mag; dat is democratie. Ik heb evenwel niet gehoord of Groen nu voorstander is van een vrijwillig militair dienstjaar, ja of neen?
20.50 Staf Aerts (Ecolo-Groen): Dat doet hier toch niets ter zake. In ieder geval, wat mij betreft, kan elke jongere die naar het leger wil, dat doen. Ik heb daar geen problemen mee. Als een jongere dat wil doen, moet hij dat vooral doen. Wil dat zeggen dat alle jongeren richting het leger moeten trekken? Neen. Ik heb respect voor militairen, absoluut, maar stuur toch geen 130.000 brieven voor 500 man. Daarover gaat het.
20.51 Kjell Vander Elst (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik zal het kort houden en me beperken tot de inhoud van het voorstel dat vandaag voorligt: de sensibiliseringsbrief.
Mijn fractie en ikzelf zullen elk voorstel dat de kloof tussen jongeren en de maatschappij enerzijds en defensie anderzijds verkleint, steunen. Als het gaat over defensie en de uitdagingen waarvoor we staan, inclusief de veiligheidsuitdagingen, is die kloof tussen jongeren en defensie, veiligheidsberoepen en maatschappelijk engagement nog steeds groot.
Er zijn al een aantal initiatieven lopende, zoals schoolstages, kadettenopleidingen en het Reboot4You-programma. Dat zijn allemaal waardevolle instrumenten om de kloof tussen jongeren en defensie te dichten en te verkleinen. Het vrijwillig militair dienstjaar is een van de initiatieven die in dat kader passen. Iedereen die beweert dat het vrijwillig militair dienstjaar een structurele oplossing moet bieden voor de defensietekorten, is verkeerd. Dat is niet het doel van het vrijwillig militair dienstjaar en we moeten dat durven benoemen.
Het dichten van de kloof tussen jongeren en defensie en veiligheidsberoepen, is cruciaal en essentieel. Die kloof is nog steeds groot, zoals blijkt uit de uitstroom tijdens de opleidingen. De attritiecijfers blijven zeer hoog: vier op de tien mensen die beslissen een job bij defensie te doen, stromen uit tijdens de opleiding. Dat betekent dat vier van de tien mensen afhaken tijdens de opleiding die ze voor defensie volgen en dat is nog steeds veel te veel. Het toont aan dat de kloof tussen de maatschappij, waarin we dagelijks leven en een beroep bij defensie nog zeer groot is.
We mogen van defensie iets verwachten. Het is geen job waarvoor we de standaarden mogen verlagen. Kwaliteitsvolle mensen moeten toetreden. Alle initiatieven die defensie dichter bij de maatschappij brengen, moeten we echter ondersteunen en dit is er één van. Dat is ook de reden waarom we het vrijwillig militair dienstjaar uiteindelijk zullen steunen.
Een belangrijke voorwaarde – het staat ook in de titel – is de vrijwilligheid. Het is cruciaal en essentieel dat dit op vrijwillige basis gebeurt.
We verschillen daar wat van mening met het Vlaams Belang. In tegenstelling tot wat nu voorligt, ben ik namelijk voorstander van een burgerdienstjaar. We zouden dat moeten kunnen uitbreiden naar andere maatschappelijke functies in de samenleving, maar steeds op basis van vrijwilligheid. Het is op zich goed dat Defensie nu de eerste stap zet en dat we het zo proberen. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat veel jongeren hierop ingaan en dat het een groot succes wordt.
Ik kom nu tot de essentie, namelijk de sensibiliseringsbrief die vandaag voorligt. Voor mij was het zeer belangrijk dat deze brief zeer zorgvuldig werd opgesteld en dat de toon juist zat. Deze zomer heb ik ook afgesproken met een aantal jongerenorganisaties, waaronder de Vlaamse Jeugdraad. Ik had de minister ook gevraagd om hen nauw te betrekken bij de opmaak van de brief. Het is namelijk bijzonder belangrijk dat de brief niet alarmerend overkomt, geen angst opwekt en dat het een echte uitnodiging is om op vrijwillige basis bij defensie een steentje bij te dragen.
Ik weet dat de jongerenorganisaties betrokken werden en dat ze nog heel wat opmerkingen hebben over de inhoud van de brief. Ik hoop dan ook dat de minister, het kabinet en het ministerie van Defensie met die opmerkingen aan de slag gaan, want de jongeren hebben recht op inspraak. De toon van de brief moet volledig juist zitten. Het moet ook duidelijk zijn dat het geen verplichting is en dat blijkt ook uit de eerste draft. Het is een uitnodiging en dat was voor onze fractie cruciaal.
Ik heb nog altijd een aantal vragen over de invulling van het militaire dienstjaar zelf. Dat is echter niet het onderwerp van vandaag en die vragen moeten aan de minister worden gesteld in toekomstige debatten. Het gaat dan bijvoorbeeld over wat we die jongeren 12 maanden lang zullen laten doen, of ze na het dienstjaar automatisch in het reservekader komen en andere praktische vragen. Dat zijn allemaal vragen waarmee die jongeren nog zitten en waarover er snel duidelijkheid moet komen. Binnenkort zal deze brief immers bij hen in de bus vallen, maar ze zullen nog vragen hebben over de duur van het dienstjaar, de eventuele zomervakantie, of ze automatisch reservist worden en of ze zullen kunnen worden opgeroepen. Deze zaken moeten dringend worden uitgeklaard, best nog voor de brief wordt verstuurd.
20.52 Axel Weydts (Vooruit): Collega Vander Elst, dat zal ook gebeuren. Ik wil dat graag verduidelijken, aangezien het ook in de brief vermeld staat. Jongeren zijn verplicht zich aan te melden via een infodag. Men moet zich dus aanmelden via een systeem waarbij men eerst alle informatie uit eerste hand van Defensie krijgt. Ik zal daar zelf ook aan deelnemen, zoals ik eerder heb aangegeven. Op basis van die informatie en het beantwoorden van eventuele vragen kunnen de jongeren deelnemen aan de inschrijving. Ik vind uw bekommernis zeer terecht en ben ervan overtuigd dat Defensie daar correct mee zal omgaan.
20.53 Kjell Vander Elst (Open Vld): Dank u, collega Weydts. U neemt de woorden uit mijn mond. In de eerste versie van de brief stonden op de achterkant nog geen QR-codes om in te schrijven voor de opleidingen of infodagen voor het vrijwillig militair dienstjaar. In de tweede versie waren die wel opgenomen, wat een stap in de goede richting is, zodat jongeren goed geïnformeerd worden over wat hen te wachten staat.
Tijdens de debatten had ik nog enkele bedenkingen, maar veel daarvan zijn verholpen door amendementen gebaseerd op de richtlijnen van de Gegevensbeschermingsautoriteit. Een vraag die ik mij nog stel, betreft de proportionaliteit. Voor het jaar 2026 zijn er momenteel 500 plaatsen beschikbaar, terwijl 130.000 jongeren een brief zullen ontvangen. Het betreft een omvangrijke operatie die aanzienlijke kosten met zich meebrengt. Gezien de aandacht voor defensie is het denkbaar dat men via een gerichte communicatiecampagne vanuit defensie of andere kanalen en, bijvoorbeeld, populaire televisieprogramma’s gemakkelijk aan die 500 rekruten of vrijwilligers zou geraken. Ik heb dan ook voorgesteld in een amendement om de evaluatie van de sensibiliseringsbrief na één jaar te doen. Als dit jaar, wanneer de wet wordt goedgekeurd, 130.000 jongeren een brief ontvangen en bijvoorbeeld 1 % daarop intekent, dan zijn dat 1.300 jongeren, terwijl er plaats is voor 500. Dat zou zijn doel volledig voorbijschieten. Defensie zou dan het programma moeten opschalen en meer instructeurs nodig hebben. Daarom is een evaluatie na één jaar beter om de impact op de samenleving en de jongeren te beoordelen. Dat amendement is helaas weggestemd. Men heeft gekozen voor een evaluatie na zes jaar. Ik vind dat nog steeds te lang en meen dat men korter op de bal moet spelen, maar het Parlement beschikt over de instrumenten om de minister te bevragen en het voorstel te herbekijken, wat ik de komende jaren ook zal doen.
Samengevat, het vrijwillig militair dienstjaar - waarbij de vrijwilligheid zeer belangrijk is - is een principe dat mijn fractie volledig kan onderschrijven. De brief is een hulpmiddel om de jongeren uit te nodigen om dit te doen. Dat zullen wij dan ook steunen.
De voorzitter:
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Discussion des
articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (949/9)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (949/9)
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel betreffende het versturen van een sensibiliseringsbrief inzake de uitdagingen op het vlak van veiligheid waarvoor de toegang tot bepaalde informatiegegevens van het Rijksregister van natuurlijke personen door het ministerie van Landsverdediging noodzakelijk is".
L’intitulé a été modifié par la commission en "proposition de loi relative à l’envoi d’une lettre de sensibilisation aux enjeux sécuritaires pour lequel l’accès à certaines informations du Registre national des personnes physiques par le ministère de la Défense est nécessaire".
Het
wetsvoorstel telt 5 artikelen.
La proposition de loi compte 5 articles.
Amendement déposé:
Ingediend amendement:
Art. 2
• 17 – Christophe Lacroix cs (0949/10)
Conclusion de la discussion des articles:
Besluit van de
artikelsgewijze bespreking:
Réservés: l'amendement
et l'article 2.
Aangehouden: het amendement en artikel 2.
Adoptés article par article: les articles 1 et 3 à 5.
Artikel per artikel
aangenomen: de artikelen 1 en 3 tot 5.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'amendement et l'article réservé ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het aangehouden amendement, het aangehouden artikel en over het geheel zal later plaatsvinden.
21.01 Ludivine Dedonder (PS): Monsieur le ministre, ce que nous avons découvert cette semaine dans la presse sur votre réforme des pensions relève d'une dystopie sociale que nous n'aurions même pas osé imaginer il y a un an.
L’analyse d’impact réalisée par le Service fédéral des Pensions a été rendue publique, et les résultats sont sans appel. Comme je vous l’avais déjà dit, c’est un véritable coup de massue. À la demande des partenaires sociaux, le Service fédéral des Pensions a calculé l’impact cumulatif des mesures de votre réforme des pensions. Les chiffres sont effrayants. Un pensionné sur trois va être sanctionné par vos mesures. Il va perdre, en moyenne, un peu plus de 300 euros par mois. Sept femmes sur 10 vont être touchées de plein fouet par votre malus et votre plafonnement des périodes assimilées.
Quand je pense que vous nous avez expliqué longuement que vos mesures visaient à réduire l’écart de pension entre les femmes et les hommes, il fallait quand même oser! Les chiffres, eux, sont limpides. Les femmes seront bien les premières victimes directes de vos mesures. Elles seront 70 % à payer votre réforme au prix fort. Vous avez promis cet été que les nouvelles mesures n’auraient pas un impact disproportionné sur la pension des femmes. Vous aviez promis de réparer les inégalités. Dans la réalité, vous allez les aggraver comme jamais. Vous n’allez pas réduire l’écart de pension mais vous allez le creuser profondément.
Ni vous ni le reste de votre gouvernement n’avez pris de mesures pour réduire cette injustice, ni directement sur les pensions ni en matière de travail. Au contraire, les mesures sur le marché du travail vont aggraver les inégalités en précarisant les contrats de travail, en renforçant la concurrence entre travailleurs et en supprimant l’interdiction du travail de nuit. Vos mesures vont rendre encore plus difficile la conciliation entre vie privée et vie professionnelle et, ce faisant, vont faire peser encore davantage les charges familiales et le soin des enfants sur les femmes.
On sait que lorsqu'il y a une tension entre la vie professionnelle et la charge de famille, ce sont majoritairement les femmes qui assument celle-ci, au détriment de leur carrière. Ce sont des changements sociétaux qui prennent du temps et qui demandent des mesures ciblées.
L'ubérisation du travail, la destruction progressive de l'emploi de qualité ne va faire qu'empirer la situation – pour les femmes, bien sûr, mais aussi pour tous les travailleurs déjà vulnérables. Tous les travailleurs et travailleuses qui ont déjà une pension très basse vont payer le prix fort de votre réforme. Les chiffres le disent. Les personnes qui touchent les pensions les plus basses seront particulièrement impactées et perdront une partie de leur pension déjà très maigre.
C'est aussi ce que révèle l'analyse du Service fédéral des Pensions. Parmi les 20 % de pensions les plus faibles, 40 % des pensionnés vont voir leur pension baisser.
Votre réforme, c'est avant tout une régression en matière de justice sociale. Toujours moins d'équité, toujours plus d'injustice. Vous allez faire tomber 30 % des pensionnés sous le seuil de pauvreté. En fait, votre réforme, c'est vraiment la pauvreté comme projet de société.
Trois cent dix-huit euros en moyenne de moins par mois, c'est énorme pour une petite pension de 1 300 euros. C'est même une condamnation à la survie. Comment est-ce que vous feriez, vous, avec moins de 1 000 euros par mois, pour payer votre loyer, pour payer vos factures, pour aller faire les courses pour les repas?
Le pire, c'est qu'en parallèle à ces horreurs – parce qu'avec ce gouvernement, il n'y en a jamais assez –, il y a d'autres horreurs. Vous supprimez l'aide alimentaire et vous parlez de saut d'index.
Selon vous, le coût des pensions serait insoutenable. C'est aussi votre mantra: justifier vos mesures en prétextant vouloir épargner les générations futures. Mais c'est faux. C'est votre choix politique. La part des dépenses de pension dans le PIB est en dessous de la moyenne européenne, en dessous de la France.
Ce que vous nous préparez, au contraire, ce sont des générations de plus en plus pauvres. D'abord, quand elles travailleront, avec toutes vos mesures de dérégulation et votre blocage des salaires; et ensuite, quand elles seront pensionnées.
Votre malus pension, en plus de cibler les femmes, va s'attaquer aux métiers les plus pénibles. En effet, les travailleuses et les travailleurs qui se seront épuisés à la tâche durant leur carrière seront incapables de la poursuivre jusqu'à 67 ans. L'horizon, c'est travailler plus, dans de plus mauvaises conditions, plus longtemps, pour gagner moins.
Vous parlez de récompenser le travail avec votre bonus pension, mais la caissière qui a commencé à travailler à 18 ans sera, elle, obligée de travailler plus de 49 ans pour toucher son bonus. En revanche, si elle a été contrainte au temps partiel, elle sera pénalisée et perdra des centaines d'euros si elle ne peut pas tenir jusqu'à 67 ans. Bref, il y a peu de chances qu'elle arrive au bonus. Par contre, le malus lui pend au nez. Et cela résume très bien votre approche et celle de tout votre gouvernement: récompenser les privilégiés et punir les plus précaires et ceux qui ont eu la malchance d'être malades. Il n'y a aucune récompense du travail dans toutes ces mesures. Vous supprimez les primes de nuit avant minuit. Vous limitez les préavis, vous bloquez les salaires, vous augmentez les heures supplémentaires sans sursalaire. Le travail au cœur de votre politique, c'est du pipeau, une petite musique que vous répétez en imaginant qu'à force, elle va convaincre, mais elle ne convainc plus personne.
Arrêtez de prendre tout le monde pour des idiots! Tout le monde a bien compris que vous alliez faire plus de quatre milliards d'économies sur les pensionnés, tout en offrant des cadeaux aux employeurs et en plafonnant les cotisations sociales pour les plus gros salaires. Quand il s'agit des plus faibles, il faut réduire les dépenses, imposer des malus. Mais quand il s'agit des plus forts, alors on distribue des bonus.
Votre plafond des périodes assimilées avec un maximum de 20 % sur la carrière relève du même combat: taper sur celles et ceux qui ont subi des accidents de la vie. Des travailleuses et des travailleurs qui se sont retrouvés en incapacité de travail à cause de maladies ou d'accidents de travail seront pénalisés lors de leur retraite. C'est quand même le comble: être puni deux fois, d'abord physiquement et ensuite financièrement.
Et que dire des personnes qui complètent leur temps partiel avec une allocation de garantie de revenus? Elles risquent de perdre la moitié de leur pension minimum! Que dire de celles qui n'ont jamais choisi de faire un temps partiel, des statuts particuliers, comme les accueillantes d'enfant ou encore les artistes?
Tout cela sera d'application pour la carrière passée. Des personnes à la veille de leur pension vont soudainement se retrouver avec des périodes entières qui ne seront plus assimilées, ou assimilées à un salaire limité. Ce sont des pensions qui seront rabotées. Vous changez les règles du jeu, alors que la partie est presque terminée pour ces travailleurs qui ne peuvent plus revenir en arrière.
Avec tout ça, vous ne tenez compte à aucun moment des métiers pénibles. Rien! Au contraire, vous supprimez les régimes spéciaux pour les pompiers, les cheminots, les policiers, les enseignants, les militaires. Aucune prise en compte des charges physiques lourdes, comme soulever des enfants, des malades, des sacs de ciment des dizaines de fois par jour. Aucune prise en compte des conditions de travail difficiles, d'horaires atypiques comme le travail de nuit dans des centres de tri. Aucune prise en compte des produits dangereux comme les nettoyants industriels. Rien, nada, jamais.
Nous savons pourtant que ces tâches ont un impact énorme sur la santé. Celles et ceux qui les accomplissent pendant toute une carrière ont une espérance de vie des plus basses, et ne parlons pas de l'espérance de vie en bonne santé.
Non, vous ne récompensez pas le travail. Votre réforme n'est qu'un alignement de sanctions. C'est de l'austérité pure et dure sans jamais aller chercher l'argent là où il se trouve. Vos économies ne coûtent cher qu'à ceux qui n'ont déjà pas grand-chose.
Vous dites vouloir préserver le système pour les générations futures, mais ce n'est pas un avenir que vous leur préparez, c'est une impasse.
Monsieur le ministre, nous vous demandons de pouvoir débattre en commission des Affaires sociales du rapport du Service fédéral des Pensions avec toutes les pièces et documents à l'appui, et que vous renonciez enfin à vos réformes qui, non seulement, sont injustes, mais aussi totalement inefficaces du seul point de vue qui vous intéresse, à savoir le point de vue budgétaire.
21.02 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de minister, u lijkt er de voorbije maanden haast een gewoonte van te maken om zich niet bijzonder populair te maken bij vrouwen. Eerst was er het ballonnetje om het moederschapsverlof niet te laten meetellen in de pensioenberekening, alsof kinderen krijgen een loopbaanonderbreking is in plaats van een bijdrage aan de toekomst van onze samenleving. Gelukkig werd dit idee ook binnen uw eigen meerderheid verworpen.
Vervolgens kwam er een tweede hoofdstuk in dit verhaal, namelijk het bericht dat vrouwen die voor 2003 bevallen zijn, zelf moeten aantonen wanneer ze moederschapsrust hebben opgenomen. Alsof iemand die 30 of 40 jaar geleden een kind kreeg, nog ergens een attest in een oude doos van de mutualiteit op zolder heeft liggen. Met andere woorden, de overheid die toen haar administratie niet op orde had, legt nu die verantwoordelijkheid bij de burger en dan vooral bij vrouwen. Il faut le faire.
Alsof dat nog niet volstond, kwam deze week het rapport van de Federale Pensioendienst. Drie op de tien werknemers verliezen pensioenrechten door uw hervorming. Bij vrouwen loopt dat op tot bijna vier op de tien. 38 % van de vrouwen gaat erop achteruit tegenover 20 % van de mannen. Bij vrouwen die vroeger met pensioen willen gaan, bedraagt het verlies zelfs 48 %, bijna de helft van hun pensioen. Ik weet niet of u dat als collaterale schade beschouwt, maar het gaat hier over echte mensen. Het gaat over vrouwen die hun leven hebben opgebouwd tussen gezin, werk en zorg en die niet minder hard gewerkt hebben, maar anders. Het treft nu net de mensen die zich het meest inzetten voor anderen. Ik stel me ernstige vragen bij de sociale rechtvaardigheid van uw hervorming. Ze straft wie zorg heeft opgenomen, ontmoedigt jonge vrouwen die gezin en carrière willen combineren en zet de klok dertig jaar terug.
Ik lees in de reacties namens uw kabinet en de pers dat er foute conclusies worden getrokken. U spreekt over angstzaaierij en u komt met voorbeelden, zoals dat van Nancy. Nancy is een verpleegkundige die haar leven lang keihard heeft gewerkt. Ze begon te werken op haar eenentwintigste en heeft een loopbaan van 42 jaar achter de rug. Ze heeft vier vijfde gewerkt, deels in ziekteverlof, deels in zorgverlof, deels in een halftijdse landingsbaan.
En wat zegt uw kabinet, minister Jambon? Nancy kan er na 42 loopbaanjaren gerust nog een jaartje bijdoen, want als ze nog een jaartje halftijds blijft werken, krijgt ze wellicht 351 euro meer pensioen per maand. Ik weet niet in welke wereld u leeft, maar ik ken veel Nancy’s in Vlaanderen en geen van hen zegt op haar 63ste, na een loopbaan van 42 jaren in de zorg, dat ze er nog een jaartje bij wil doen omdat ze nog boordevol energie zit. Neen, Nancy is kapotgewerkt. Ze heeft haar rug, haar knieën en haar nachtrust opgeofferd in het belang van anderen.
Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen voor u. Hoe beoordeelt u de bevindingen van de Federale Pensioendienst over de ongelijke impact van uw hervorming op mannen en vrouwen? Erkent u dat het beperken van gelijkgestelde periodes de ongelijkheid verhoogt? Welke correcties voorziet u om dat recht te trekken? Hoe zult u vermijden dat vrouwen met onvolledige loopbanen door uw hervorming onder het niveau van de inkomensgarantie voor ouderen zakken? U presenteert de pensioenmalus als een stimulans om langer te werken, maar wat betekent dat voor wie decennia deeltijds werken heeft gecombineerd met zorgtaken?
Tot slot, hoe rijmt u dit beleid met de belofte van uw regering om gelijke kansen te bevorderen? Vandaag lijkt het er immers sterk op dat de regering-De Wever vooral vrouwen met een loopbaan van zorg en engagement afstraft in plaats van waardeert.
21.03 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, over veel zaken verschillen we van mening. U vindt deze pensioenhervorming een trendbreuk, wat in ieder geval wel klopt, maar voor mij is dat woord een eufemisme van jewelste. Ik zit hoe langer hoe meer met de vraag: wat hebt u in godsnaam tegen vrouwen? Welk probleem heeft deze regering eigenlijk met vrouwen? Wat hebben de vrouwen gedaan om van deze regering elke keer een maatregel te krijgen die hun leven alleen maar moeilijker zal maken?
De simulatie van uw Federale Pensioendienst toont aan dat vrouwen opnieuw onevenredig hard getroffen zullen worden door de maatregelen die de arizonaregering plant met het oog op de pensioenhervorming. 30 % van hen zal minder pensioen krijgen, gemiddeld een kwart minder dan de anderen in de simulatie. Een groot deel belandt door die maatregel onder de armoedegrens. Van die groep zijn maar liefst zeven op tien vrouwen. Dat is exact waar ik in de nachtelijke debatten over de regeerverklaring voor heb gewaarschuwd, die dorre woestijn van Arizona voor vrouwen.
De optelsom van al uw verschillende maatregelen, of ze nu over pensioenen, over de sociale zekerheid of over de werkloosheid gaan, treft elke keer weer vrouwen. Dat is het logische gevolg van beleidskeuzes die ziekte, zorg voor kinderen, deeltijds werk en dergelijke blijven afstraffen.
Ja, de sociale partners hebben terecht scherp gereageerd. Voor veel mensen veranderen de regels midden in hun loopbaan, of zelfs vlak voor hun pensioen, fundamenteel en drastisch de hoop op een uitkomst om te kunnen overleven op een menswaardige manier. Maar u zegt: wacht, u kunt uw gedrag nog veranderen.
U moet mij eens uitleggen, mijnheer de minister, hoe mijn zus, mijn tante, of een vriendin, die twintig jaar geleden beslist heeft om voor een gehandicapt kind te zorgen, haar gedrag nu nog kan aanpassen, nu u beslist om haar pensioen om die reden te korten.
Die nuancering lijkt nergens naar als u retroactief zult werken en geen rekening zult houden met de loopbanen die al doorlopen zijn. Mensen hebben in bepaalde, moeilijke contexten al beslissingen genomen.
De scherpe reacties zijn daarom terecht en uw gesus voelt daardoor zeer misplaatst. Regels veranderen midden in een loopbaan, vlak voor een pensionering, dat doet men gewoon niet.
U kunt zeggen dat er nuances zijn en dat gedrag kan worden aangepast. Dat klopt, maar dat kan enkel voor de toekomst en niet voor het verleden. 30 % van de werknemers zal erop achteruitgaan: ze verliezen gemiddeld 318 euro per maand, een kwart van hun pensioen. Ze gaan van 1.390 euro naar 1.072 euro. Dat is een verarming, geen bijsturing.
Vooral vrouwen zullen die klap krijgen. Voor de 20 % laagste pensioenen zijn vijf van de zes gepensioneerden vrouwen en hen zal 14 % worden afgenomen. Dat betekent dat een pensioen van 680 euro naar 514 euro zal zakken. Dat is wat u hebt gesimuleerd. Chapeau! 519 euro om van te leven. Men moet het maar durven!
Achter die cijfers staan zijn levens. Dat zijn levens van vrouwen die hun hele leven hebben gewerkt, betaald en onbetaald. Ze hebben zorg opgenomen voor kinderen of ouders, deeltijds gewerkt omdat iemand het moest doen, maar ze worden nu gestraft omdat ze dat hebben gedaan. Sinds het begin van deze regering krijgen ze alleen maar kletsen rond hun oren. Dat is geen natuurwet, dat is een keuze die u hebben gemaakt.
Eind juli zei de premier in zijn zomerakkoord dat niemand in deze regering een asociaal perspectief heeft. Het moest er nog aan mankeren! U hebt hier vorige donderdag verklaard dat de regering de ambitie heeft dat minder mensen arm zullen zijn. Het is overduidelijk dat deze hervorming juist leidt tot meer en diepere armoede, vooral bij vrouwen.
Ik vraag u daarom vandaag, op basis van de
heldere cijfers, de oneerlijke gevolgen en de disproportionele impact, om die
plannen te herbekijken. Maak van de pensioenhervorming geen besparingsoperatie,
maar een kans om ongelijkheid recht te trekken. Dank u wel.
21.04 Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, vous nous avez promis des coups de bâton. Et j'imagine qu'en découvrant le rapport de votre administration, vous n'avez pas été déçu. Les chiffres font vraiment mal. Un tiers des salariés vont travailler plus longtemps pour une pension plus basse. Un travailleur sur cinq, une travailleuse sur dix, verra sa pension diminuer. La moyenne des pensions va diminuer également, passant de 1 390 euros à 1 072 euros. Êtes-vous sérieux? Cela fait 318 euros en moins par mois. Or, pour certaines personnes, pour certains ménages, c'est un montant considérable, monsieur le ministre. Je ne sais pas si vous vous en rendez bien compte.
Déjà, actuellement, les pensions des femmes sont inférieures de 30 % à celles des hommes. J'imagine que vous le savez. Je ne comprends pas que, quand vous avez ces chiffres sous les yeux, vous ne vous dites pas: "Moi, en tant que ministre, normalement garant du bien commun, je vais m'atteler à résoudre cet écart, un problème qui m'est soumis." Non, vous vous dites qu'elles n'ont pas encore bien compris le message et qu'il faut leur redonner quelques bons coups de bâton pour qu'enfin, elles comprennent qu'elles doivent travailler plus. Avec vos mesures, vous allez donc creuser l'écart.
Quelle faute ont-elles commise? Elles ont pris soin de leurs proches. Elles ont en effet des carrières morcelées, des périodes de temps partiel parce qu'à certaines périodes de la vie, elles se sont occupées de leurs enfants, d'un proche malade, d'un parent âgé. En fait, elles ont fait le job à la place de l'État, gratuitement.
Pour les retraites anticipées, c'est la même chose. Vous durcissez les règles, sans tenir compte de la pénibilité de certains métiers. Sérieusement, monsieur le ministre, combien de travailleurs peuvent-ils aligner 42 ans de carrière pour pouvoir partir à 60 ans? Quelle infirmière est-elle diplômée à 18 ans? C'est juste impossible! Quel ouvrier à la chaîne ne connaîtra-t-il jamais aucune maladie professionnelle ou accident de travail? Sérieusement!
En Belgique, l'âge moyen de départ à la pension est aujourd'hui déjà de 63 ans. En France, par ailleurs, c'est l'âge légal. C'est même l'âge légal maximal. Alors, avec la Vivaldi, on a mis en place un bonus qui pousse à aller plus loin que 63 ans, un incitant, une carotte. Et vous, que décidez-vous de faire? Vous supprimez le bonus, vous mettez en place un bonus en toc ainsi qu'un malus qui va faire vraiment mal.
Monsieur le ministre, nous savons qu'à terme, pour chaque année de départ anticipé, les personnes perdront 5 % de leur pension. Pouvez-vous donc me confirmer qu'une personne qui partirait à 62 ans, avec une pension prévue de 1 072 euros, toucherait bien 804 euros?
Par ailleurs, j'ai l'impression que vous avez tendance à réduire la question des pensions basses à des comportements individuels. Cela revient à ignorer totalement les inégalités structurelles et historiques qui traversent encore aujourd’hui nos sociétés, et qui poussent certaines femmes à prendre davantage soin des enfants, mais aussi certains employeurs à engager les femmes ou à les reléguer dans des métiers moins rémunérés ou à temps partiels. C’est le cas notamment dans le secteur des titres-services.
Même s’il s’agissait de comportements individuels, comme vous le suggérez, qu'espérez vous? Les gens ne vont pas remonter le temps pour modifier une carrière déjà largement entamée. Vous changez les règles du jeu mais la carrière entamée est là. Vous acculez des personnes – des femmes, en l’occurrence – qui n’ont pas la possibilité de s’adapter aux nouvelles contraintes imposées pour obtenir une pension digne.
Je ne comprends pas où vous voulez aller. Enfin si, je comprends: vous voulez faire des économies, coûte que coûte, sans distinguer des situations pourtant très différentes. Vous allez donc plonger des milliers de personnes dans la pauvreté, alors que vous auriez pu faire d'autres choix. Gérer le vieillissement de cette manière relève de choix politiques. Jamais vous ne parlez de la façon dont vous considérez que nous devrions vivre et vieillir en Belgique. Ce sujet est totalement absent de votre réforme des pensions. C’est complètement dingue!
Monsieur le ministre, l’étude montre clairement une discrimination entre les hommes et les femmes. Allez-vous rectifier votre réforme pour réduire cette discrimination?
Vous avez évoqué, dans les échanges relayés par la presse, la non-indexation de certaines allocations sociales. Cela concerne-t-il les pensions?
Votre réforme pourrait être contrainte par l’article 23 de la Constitution et les principes de standstill. Quelles règles comptez-vous mettre en place à ce sujet?
Les pensions touchées descendront en moyenne à 1 072 euros par mois, soit en dessous du seuil de pauvreté européen. Comment allez-vous faire pour y remédier?
21.05 Jan Jambon, ministre: Monsieur le président, chères collègues, madame Dedonder, vous avez souligné que les organisations syndicales ont rendu publiques des informations qui avaient été partagées à titre confidentiel. C’est exact. Vous vous en réjouissez peut-être, mais je tiens à souligner qu’il s’agit d’une grave rupture de confiance entre les différentes parties présentes autour de la table.
En effet, un filigrane explicite "confidentiel – vertrouwelijk"
figure sur chaque page des documents divulgués, en commençant par la page de
garde et en passant par les tableaux et les graphiques. Il s’agit donc d’un
acte délibéré, qui permet à certains de frapper un grand coup en amont de la
manifestation du 14 octobre. Apparemment, c’est le jeu politique auquel nous assistons ici.
Wie lekt, doet dat steeds om een hervorming te kelderen. Een hervorming die er hoe dan ook moet en zal komen, ondanks lekken, betogingen en stakingen. Het onderliggende vertrouwensprincipe tussen vakbond, regering en administratie is in mijn ogen echter belangrijk om het sociaal overleg rond ingrijpende hervormingen te kunnen voortzetten. Wanneer een partner dit vertrouwen schaadt door documenten te lekken en daar foutieve conclusies aan te koppelen, bemoeilijkt dat het debat. Een debat dat van groot belang is voor het leven van zoveel mensen. Het zou iedereen sieren deze moeilijke kwestie sereen te benaderen. Nu jaagt dergelijke berichtgeving de bevolking echter onnodig angst aan in aanloop naar de komende pensioenhervorming. Een hervorming die nochtans fair, logisch en sociaal rechtvaardig is voor iedereen, als men tenminste zo eerlijk is om alle correcte informatie in acht te nemen.
Mevrouw Samyn, u weet ondertussen toch dat een derde van de pensioenrechten in het werknemersstelsel bestaat uit niet-gewerkte of gelijkgestelde periodes. Dat cijfer ligt gewoonweg te hoog. Gezien de budgettaire uitdagingen voor onze pensioenen is dat niet langer houdbaar. Een van de basisprincipes van deze pensioenhervorming is net dat we de band tussen effectief werken en pensioenopbouw willen versterken. Daarom voeren we een beperkingspercentage in op het aantal gelijkgestelde of niet-gewerkte periodes in een loopbaan. Vanaf 2027 worden gelijkgestelde periodes die meer dan 40 % uitmaken van de loopbaan niet langer meegerekend voor de berekening van het pensioen bij werknemers en zelfstandigen. Deze grens van 40 % daalt elk jaar enkele procenten tot 20 % in 2031, wat nu al voor ambtenaren geldt.
Mevrouw Almaci, we discrimineren met deze pensioenhervorming absoluut niet op basis van geslacht. Zorgperiodes, ziekte en tijdelijke werkloosheid blijven buiten deze cap. Werknemers met gefragmenteerde loopbanen of deeltijdse arbeid worden niet structureel benadeeld. Moederschapsrust wordt volledig gelijkgesteld voor het bepalen van de pensioendatum en van het pensioenbedrag.
Nous concentrons le cap principalement sur les périodes de chômage de très longue durée, c'est-à-dire sur les périodes durant lesquelles une personne aurait pu travailler, mais ne l'a pas fait. Notre choix est parfaitement défendable. Personne ne peut justifier le fait qu'une personne ayant été sans emploi pendant toute sa carrière ou presque puisse, au final, percevoir une pension supérieure à celle d'une personne qui, pendant toute cette période, a effectivement travaillé et cotisé. En réalité, cette réforme des pensions sera un catalyseur supplémentaire pour réduire l'écart entre les genres, soit tout l'inverse de ce que certains nous reprochent constamment.
Er gaan nu eenmaal steeds meer vrouwen voltijds of deeltijds werken. Daarbij bouwen zij zelf, onafhankelijk van hun man, een eigen pensioen op. Dankzij onze hervorming zal de pensioenkloof tegen 2070 zelfs nog verkleinen, in vergelijking met een situatie waarin we niets zouden veranderen.
In het debat over de genderkloof bij pensioenen moeten we ook steeds oog hebben voor de loonkloof op de arbeidsmarkt en het dichten van de werkgelegenheidsgraad. De genderkloof bij pensioenen weerspiegelt grotendeels de verschillen in loon tijdens de loopbaan. De genderkloof is bijzonder klein, wanneer men de lonen van mannen en vrouwen die tot dezelfde loonklasse behoren vergelijkt. De pensioenkloof daalt dan ook in de loop van de tijd.
In dat kader geef ik een cijfer mee, ter ondersteuning van het dichten van de werkgelegenheidsgraad. De Studiecommissie voor de Vergrijzing concludeerde dat de genderkloof in werkgelegenheid bij 55- tot 65-jarigen zou dalen van 20 procentpunten in 2000 tot 6 procentpunten in 2070. Het getuigt dus van weinig inzicht om conclusies te trekken over de genderdimensie bij pensioenen op basis van een statische momentopname. Vooral bij vrouwen is het cruciaal dat de dynamiek op de arbeidsmarkt in de analyse wordt meegenomen. Daarnaast versterken we ook het verzekeringsprincipe in ons wettelijk pensioen. We leggen een solide basis, die de nodige solidariteit biedt voor wie het onmogelijk is om te werken of aan het werk te blijven.
Gezien de demografische evolutie en de verwachte stijging van de kosten van de vergrijzing zou niets doen of niet hervormen schuldig verzuim betekenen. Dit land heeft alle huidige problemen mede daaraan te danken. We moeten nu hervormen en dat doen we ook. Onze pensioenhervorming is gebaseerd op principes die door het overgrote deel van de samenleving als logisch en correct worden ervaren, zoals een malus voor wie vroeger stopt met werken en een bonus voor wie langer doorwerkt.
Zonder onze hervorming zouden de kosten van de pensioenen in 2070 stijgen tot 30 % van het bbp. Dankzij deze hervorming wordt de toename van de algemene vergrijzingskosten tegen 2070 met de helft beperkt tot 27,5 % en daalt de extra pensioenfactuur met bijna 60 %.
Door onze hervorming kunnen wij de stijging van de pensioenkosten dus afvlakken met 1,3 % tegen 2070 ten opzichte van het vorige verslag van de Studiecommissie voor de Vergrijzing. Ik vergelijk dat even. Ik weet dat een van de vier sprekers verwees naar het gemiddelde EU-land. In het gemiddelde EU-land stijgen de vergrijzingsgerelateerde sociale uitgaven tussen 2023 en 2070 slechts met 1,2 %, tot 25,6 % van het bruto binnenlands product in 2070. Wij blijven dus in 2070 nog steeds boven dat gemiddelde. Vergis u niet, het betreft geen besparing op de pensioenen. De pensioenkosten blijven immers stijgen met 0,9 % tegen 2070. Het gaat dus om minder meerkosten.
Ik betreur dat de vakbonden proberen de mensen de ogen te sluiten voor de reële budgettaire uitdagingen waarvoor wij staan. Ik wil vanop deze tribune daarom graag enkele zaken rechtzetten.
Ten eerste, de Federale Pensioendienst is glashelder over het feit dat een ruime meerderheid van 66 % van wie met vervroegd pensioen ging en van 74 % van wie met pensioen ging op de wettelijke leeftijd van 65 jaar, geen negatieve impact zal ondervinden op het pensioenbedrag indien de nieuwe regels van 2033 al van toepassing zouden zijn geweest in 2023. Dus 70 % van de betrokkenen zal geen impact voelen. Wie voldoende werkt en bijdraagt, zal er absoluut niet op achteruitgaan. Een grote groep mensen is solidair en wordt daar in de toekomst voor beloond. Een andere kleinere groep mensen willen wij maximaal stimuleren om opnieuw aan de slag te gaan of aan de slag te blijven, al dan niet deeltijds.
Kijken wij naar de groep die wel een impact zou kunnen ondervinden, zijnde ongeveer 30 % van de nieuwe gepensioneerden, dan is dat naar alle waarschijnlijkheid zelfs een stevige overschatting. De simulatie hield namelijk geen rekening met enige gedragswijziging bij mensen. Ook de impact van andere beleidswijzigingen werd niet meegerekend, zoals de beperking van de werkloosheid in de tijd, voorgesteld door collega-minister Clarinval, of de versterkte activering van langdurig zieken, een project van collega Vandenbroucke.
In de resterende groep zitten inderdaad statistische uitschieters die een grote impact lijken te hebben. Ik zeg wel ‘lijken’, want ook hier is nuance op zijn plaats.
Deze groep bestaat uit mensen die een zeer laag pensioen hebben opgebouwd, simpelweg omdat ze niet werkten en dus niet bijdroegen, om welke reden dan ook. Die mensen hadden ook vóór onze hervorming al een extreem laag pensioen, van soms slechts 2 euro, wanneer ze de wettelijke pensioenleeftijd bereikten.
Als men zulke pensioenbedragen van 2 euro herleidt tot 1 of 0,50 euro, dan komt men inderdaad uit op een impact van 50 % of 75 %. Nogmaals, het gaat hier echter om uitzonderlijke en extreme situaties die niet representatief zijn voor de steekproef. Binnen deze groep zitten bijvoorbeeld vrouwen die binnen het gezin ooit de keuze maakten om voor de kinderen te zorgen, terwijl de man voor het inkomen instond. Hun pensioen moet dan ook op huishoudniveau worden bekeken. Vaak heeft die man immers wel een goed pensioen opgebouwd voor het hele gezin en was dat ook een bewuste keuze van het koppel. Dat zijn dus allerminst vrouwen die door onze hervorming in een armoedige situatie worden geduwd.
Een ander geval zijn de alleenstaande vrouwen in een precaire situatie. Als zij door de hervorming onder de armoedegrens zouden belanden, dan hebben we in dit land een sterk systeem van sociale bijstand waarop ze te allen tijde een beroep kunnen doen.
Ten tweede is het helemaal niet zo dat de eventuele impact op het pensioenbedrag een vaststaand feit zou zijn. In de realiteit zal minstens een deel van de mensen die dicht bij hun vervroegd pensioen staan, in de toekomst hun loopbaan met een beperkte periode uitbreiden en zo de malus vermijden – dat heet een gedragswijziging – of ze zullen tot de wettelijke pensioenleeftijd in langdurige ziekte blijven en op die manier eveneens de malus vermijden.
Er is voldoende onderzoek uit andere landen die al een bonus-malussysteem hanteren dat dit gedragseffect bevestigt. De Studiecommissie voor de Vergrijzing voorspelt zelfs een toename van de werkzaamheidsgraad onder de 55- tot 66-jarigen van 59,8 % tot 75 % in 2070. Dat onmiskenbare gedragseffect werd niet in rekening gebracht door de vakbonden in hun kritiek op de pensioenhervorming.
Troisièmement, permettez-moi de rejeter le lien erroné qui a été établi entre la diminution du montant de la pension et l'assainissement budgétaire du système de pension. La réforme des pensions n'a pas pour effet de réaliser d'importantes économies visant les montants des pensions. Le gain budgétaire résulte principalement du fait que les personnes travailleront effectivement un ou deux ans de plus et qu'en conséquence, aucune pension ne doit leur être versée durant cette période supplémentaire d'activité. Grâce au prolongement de la carrière, le revenu disponible des intéressés ainsi que le montant de leur pension augmentent. Au demeurant, je souhaite illustrer au moyen d'un exemple concret l'impact social et budgétaire positif qu'entraîne une prolongation très limitée de la carrière.
Neem bijvoorbeeld een verpleegkundige in het ziekenhuis die op de leeftijd van 21 jaar begon te werken. Haar vroegst mogelijke pensioenleeftijd is 63 jaar. Op dat moment heeft zij een loopbaan van 42 jaar opgebouwd. Binnen deze loopbaan werkte zij 29 jaar vier vijfde, was zij 8 jaar langdurig ziek, nam zij 2 jaar zorgverlof op en ze beëindigde haar loopbaan met een halftijdse landingsbaan van 3 jaar.
Dit is geen carrière waarin zij continu
voltijds werkte, maar waarmee ze wel een serieuze bijdrage heeft geleverd. Als
zij op haar vroegst mogelijke pensioenleeftijd van 63 jaar zou stoppen,
zou dit inderdaad leiden tot een malus van ongeveer 15 %. Vanuit een
statisch perspectief betekent dit een aanzienlijke vermindering van het bedrag
dat zij op haar vroegste pensioendatum zou ontvangen. Vanuit een dynamisch
perspectief kan dit potentiële pensioenverlies echter op een redelijke manier
worden vermeden. Haar loopbaan leert ons dat zij net niet voldoet aan de werkvoorwaarden
van 35 gewerkte jaren van elk minstens 156 dagen, halftijds. Door
haar halftijdse landingsbaan met slechts 1 jaar te verlengen, zal zij niet
alleen ontsnappen aan de malus, maar zal zij ook extra pensioen opbouwen. Eén
extra jaar halftijds werken zal voor haar resulteren in een stijging van meer
dan 20 % ten opzichte van stoppen op de vroegst mogelijke datum met
toepassing van de malus. Zo kan zij nog steeds 3 jaar voor de wettelijke
pensioenleeftijd genieten van een welverdiend en hoger pensioen vergeleken met
een situatie zonder hervorming. Wat is daar in hemelsnaam onmenselijk of unfair aan?
Madame Almaci, madame Schlitz, grâce à notre réforme, il n'y aura effectivement pas moins de personnes riches, mais il y aura surtout moins de personnes pauvres. C'est là l'essence même de notre réforme. Le meilleur remède contre la pauvreté, c'est le travail, l'activité, l'autonomie. Bref, la capacité à constituer soi-même des droits à la pension.
C'est précisément ce que notre réforme vise à encourager et à valoriser par différents mécanismes. Ainsi, même après l'âge légal de la retraite, il sera possible de constituer un bonus pension. Et pour ceux qui sont déjà à la retraite, mais souhaitent encore exercer une activité complémentaire, cela sera possible à un taux fiscal réduit.
Je l'ai déjà souligné au début de ma réponse, l'un des principes fondamentaux de la réforme consiste à renforcer le lien entre le travail et la constitution des droits à la pension. Il est donc logique que notre réforme, tout en prévoyant les corrections nécessaires, mette fin à la possibilité d'assimiler sans limite des périodes durant lesquelles aucune activité professionnelle n'a été exercée et aucune cotisation n'a été versée.
21.06 Ludivine Dedonder (PS): Je vous parlais, monsieur le ministre, de rupture de confiance en votre chef. Je pense que cela fait longtemps que les partenaires sociaux connaissent cette rupture de confiance parce que vous les écoutez à peine et surtout vous ne les entendez pas.
Vous nous avez d'ailleurs dit aujourd'hui que, de toute façon, cette réforme serait appliquée quoi qu'il en soit. Et cela fait des mois que l'on entend cela. Vous attendez en fait que cela passe. Vous faites les concertations mais vous vous en fichez complètement.
Moi, je ne joue pas. On a eu ce rapport. Je ne joue certainement pas avec les chiffres. Mais, vous, vous jouez avec la vie des gens. La preuve en est encore aujourd'hui que vous n'en avez rien à faire des gens. Vous voulez juste les presser come des citrons. Et je ne vous ai pas parlé des gens qui n'avaient pas d'emploi. Je ne vous ai pas parlé des gens qui n'avaient jamais travaillé. Je vous ai donné des exemples concrets de personnes qui ont travaillé toute leur vie, qui se sont crevées à la tâche.
Et vous avez tous les culots, puisque vous parlez même de réforme juste socialement. Vous dites qu'on surestime les chiffres. Eh bien, moi, je pense plutôt qu'on les sous-estime avec toutes les mesures que vous êtes en train de prendre en parallèle sur la flexibilité au travail, sur la précarisation des contrats de travail. Alors, quand vous dites récompenser le travail, vous mentez. Est-ce récompenser les infirmières, les aides-ménagères, les aides-soignantes et tous les autres métiers pénibles que de les obliger à travailler jusqu'à 67 ans?
Vous mentez aussi en vendant votre bonus pension comme étant accessible à tout un chacun. Votre bonus pension, c'est après 67 ans, si vous avez eu la chance de vivre en bonne santé. Alors, ce sera peut-être et sûrement pour vos copains spéculateurs mais certainement pas pour les travailleurs de terrain.
Vous mentez encore quand vous dites prendre en compte la situation des femmes. Vous nous dites en plus ici que cela va réduire l'écart entre les hommes et les femmes. Pas moins de 70 % des femmes seront concernées par vos sanctions.
Et vous mentez encore quand vous dites que vous le faites pour les générations futures. Une famille monoparentale sur deux vit aujourd'hui sous le seuil de pauvreté. Demain, avec l'ensemble de vos mesures, combien d'enfants vont vivre dans la grande précarité?
Vous mentez aussi quand vous dites que les travailleurs vont pouvoir partir à 60 ans, s'ils ont commencé à 18 ans. Vous oubliez de préciser qu'une année de travail, c'est 234 jours de travail effectif et qu'ils n'auront déjà pas la première année puisqu'ils vont sortir de l'école en juin ou en septembre. On est déjà à 61 ans. Et vous oubliez les années covid, le chômage temporaire, etc.
Vous dites que vous n'avez jamais cherché à faire des économies sur les pensions. Sérieusement? Vous ne faites que dire cela. Vous l'avez répété 30 000 fois en commission. Aujourd'hui, vous dites qu'on ne le fait pas, parce que cela ne marche pas. Malgré toutes vos mesures, vous doublez le déficit, parce que vous faites des cadeaux aux plus fortunés, que vous achetez des avions de chasse américains hors de prix. C'était le prétexte pour justifier toutes les mesures d'austérité. Aujourd'hui, il n'y a plus de prétexte et je me demande vraiment à quoi vous servez.
Enfin, le premier ministre a dit tout à l'heure que vous aviez du courage. Pour moi, ce n'est pas ça avoir du courage; c'est s'attaquer aux plus forts, à la fraude fiscale, au blanchiment d'argent; c'est aller chercher les moyens là où ils se trouvent, dans les plus-values, les dividendes et les gros patrimoines. Ce n'est certainement pas appauvrir les pensionnés, les travailleurs et les malades. C'est s'attaquer aux plus forts et certainement pas taper sur ceux qui ne savent pas se défendre.
Ne sentez-vous pas cette colère, cette inquiétude dans la population? La classe moyenne va s'appauvrir et les pauvres vont devenir encore plus pauvres, le fossé va se creuser de plus en plus dans notre société. Les personnes qui ont vraiment des moyens importants, on ne leur demande rien. Vous êtes définitivement le ministre des banques et des plus fortunés. Et vous n'avez jamais défendu les travailleurs et les pensionnés.
Je vous le demande une dernière fois. Écoutez la colère, entendez! Bien sûr, un ministre doit prendre ses responsabilités, il doit prendre des décisions. Mais vous êtes d'abord et avant tout le représentant de toute la population et pas uniquement des plus nantis. Si vous écoutez, à un moment donné, la population, vous vous rendrez compte que vous devez renoncer au plus vite à cette réforme, avant qu'elle ne fasse encore plus de dégâts.
21.07 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de minister, achter al uw cijfers schuilen mensen, vrouwen met verhalen, vrouwen die heel hun leven hebben gezorgd voor hun ouders of kinderen en die nu te horen krijgen dat ze te weinig effectieve dagen hebben gewerkt. Dat is geen hervorming, maar een afrekening. U bespaart liever op de rug van moeders, mantelzorgers, deeltijds werkenden dan eindelijk iets te doen aan de torenhoge migratiefactuur die de Belgische begroting elk jaar verder scheeftrekt.
U noemde Nancy. Welnu, u en uw kabinet doen haar voorbeeld af alsof het een succesverhaal is. U vroeg zich af wat daar onmenselijk of unfair aan is. Wat als Nancy niets meer kan doen? Wat als ze na 42 jaar in de zorg letterlijk op is? Zult u haar dan uitleggen dat ze enkele euro’s minder pensioen zal krijgen, omdat ze geen gedragswijziging heeft getoond? Mijnheer de minister, die vrouw heeft haar gedrag al 42 jaar lang aangepast, elke nachtshift, elke zieke patiënt, elke week waarin ze haar gezin combineerde met de zorg. Precies daar ligt de kloof tussen uw hervorming en de realiteit. Wie fysiek uitgeput is, krijgt van u de boodschap om nog wat langer te werken, want dat het dan loont, maar ze hebben niets meer om te geven.
In plaats van te besparen op vrouwen die thuisblijven of deeltijds werken, zou u beter besparen op de migratiefactuur en op de inefficiënte Belgische structuren, die de Vlamingen miljarden euro’s kosten. U verdedigt het Belgische model, terwijl net dat model de oorzaak is van de kromme logica. Transfers en verkwisting, maar geen respect voor wie zorgtaken op zich neemt.
Mijnheer de minister, ik krijg alsmaar meer de indruk dat u het Belgische krot in stand wil houden in plaats van te bouwen aan een beter Vlaanderen, een Vlaanderen waar werken loont, maar waar ook zorgen voor wordt erkend, waar vrouwen die zich inzetten voor hun gezin, niet afgestraft worden, maar eindelijk de waardering krijgen, die ze verdienen.
Een samenleving die niet zorgt voor wie zorg draagt, is een samenleving die haar eigen fundamenten ondergraaft.
Ik dien een motie in.
21.08 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, het zat u kennelijk hoog. Stel u voor dat wij, als nobele parlementsleden, zouden weten wat de impact is van uw beleid en van de cijfers, dat de burgers zouden te weten komen wat onze studiediensten, wat uw studiediensten, als conclusie trekken wanneer u iets laat doorrekenen. Stel u voor, wat een breuk van vertrouwen. Stel u voor dat wij zouden weten wat de impact is van dat soort dwaze maatregelen die u wilt nemen. Stel u voor, wat een schande. Dat was de inhoud van ongeveer een derde van uw betoog.
U bespreekt samen met uw kabinetschef, liever dingen in achterkamertjes. Alleszins is de contractbreuk die u met uw retroactieve wetsontwerpen in uw pensioenhervorming pleegt voor vrouwen die in de jaren 80, een periode van hoge werkloosheid en een waar er niet veel meer dan deeltijdswerk te vinden was, hun steentje hebben bijgedragen, onaanvaardbaar. De vrouwen hebben zich ingezet voor de samenleving en nu wilt u hun rechten afpakken. Dat soort contractbreuk zou nooit bij u of uw kabinetschef opkomen, als het over bedrijven ging. Nooit of te nimmer. Maar dat kan wel bij vrouwen, deeltijdswerkenden, mensen die mantelzorg hebben opgenomen, collega’s van Vooruit.
Het is iets anders voor Nancy die nu vijftig is, dan voor Nancy die nog moet beginnen. Dat is de essentie van het verhaal. U kunt honderden anekdotes vertellen, maar ondertussen probeert u de structurele cijfers, die uw eigen dienst heeft opgesteld, weg te houden van de publieke opinie. De realiteit verandert daar niet door. De cijfers zijn bijzonder duidelijk. Het pensioen van Belgische vrouwen ligt vandaag al, collega’s van de N-VA, Vooruit, van MR, lager dan het Europese gemiddelde. Weet u hoeveel lager? Weet u dat, mijnheer de minister? Het ligt vijftien procent lager dan in de rest van Europa.
Nu zegt u dat u daar nog eens een klets bovenop wilt doen. Excuseer, het is een kwart lager, ik heb het zelfs nog onderschat. Het is een kwart lager dan dat van de mannen en veel lager dan in Europa. Het gemiddelde bedraagt in Europa 30 %, bij ons 15 %. De pensioenmalus van deze regering zal 49 % van de vrouwen treffen, tegenover 22 % van de mannen.
U hebt daarnet heel veel verteld over hoe u dat op andere manieren wilt aanpakken, maar ik herinner mij dat u het overlevingspensioen gaat afschaffen en ik herinner me dat u ook het echtscheidingspensioen zult afschaffen. U vertelde daarnet over een koppel waarbij de vrouw thuis bleef om voor de kinderen te zorgen. Wat gebeurt er met die vrouw als de man beslist om te vertrekken, in uw systeem, met wat u hier allemaal cumulatief beslist? Wat gebeurt er met die vrouw, die vandaag 59 is en altijd thuis is gebleven, zodat haar man minister of manager kon worden, als die man zegt dat het genoeg is geweest, dat hij de relatie verlaat?
Dat is wat u elke dag opnieuw beslist. Een pensioenhervorming in het licht van bestaande ongelijkheden, waarbij u de realiteit van zwangerschap en zorgtaken gewoon negeert, is een puur mathematische oefening die heel duidelijk de kwetsbaren in onze samenleving treft. Dat kan op papier eerlijk lijken en u doet uw best om dat recht te praten, maar het staat haaks op de realiteit, aangezien vrouwen vaker deeltijds werken om zorgtaken op te nemen, en op de realiteit van de loonkloof, waarnaar u zelf hebt verwezen.
Ondertussen zou u misschien ook eens uw collega’s in de Vlaamse regering kunnen aanmoedigen om iets te doen aan bijvoorbeeld kinderopvang. Dan wordt dat activeringsverhaal, waar u zo de mond van vol hebt, die gedragsverandering, misschien ook haalbaar voor mensen die graag willen werken, maar vandaag bijvoorbeeld met een gehandicapt kind steeds op wachtlijsten botsen.
U hebt in de zomer geprobeerd om zwangerschap als gelijkgestelde periode af te zwakken. Daartegen kwam terecht protest. Nu ligt er opnieuw een voorstel dat is doorgerekend en waaruit systematisch blijkt dat vrouwen en mensen met een laag inkomen de rekening betalen. U blijft blind voor hardnekkige structurele problemen. U kent alleen de stok voor bepaalde groepen. Het zal een barre tocht worden voor elk van hen, door de dorre woestijn van Arizona, terwijl u als hoge heren in uw eigen oase zit. Dat is niet ons project voor de samenleving. We zullen ertegen blijven vechten. Een hervorming van de pensioenen is nodig, maar niet op deze onrechtvaardige manier. Dat staat vast.
21.09 Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Merci, monsieur le
ministre.
Déjà, nous n'obtenons pas de réponse à nos questions, mais en plus, vous nous dites maintenant que le rapport de votre administration est une fake news. Est-ce cela que je dois comprendre? Que ce n'est pas vrai. Vous recevez un rapport qui vous dit qu'il y aura aggravation des inégalités entre les hommes et les femmes en raison de votre réforme. Ce rapport établit que la pension moyenne va diminuer à 1 072 euros par mois. Si j'étais à votre place, ce serait le branle-bas de combat. À un moment, on arrête tout. Ce n'est pas possible. Que fait-on avec 1 072 euros par mois? Les loyers s'envolent. La nourriture et le reste coûtent plus cher. Comment voulez-vous qu'une personne âgée, qui en plus nécessite de plus en plus de soins, et doit payer le médecin et les médicaments, fasse avec 1 072 euros par mois? Vous nous dites que c'est faux et que les syndicats disent des choses qui ne sont pas vraies. Mais heureusement que nous nous inquiétons!
Par ailleurs, monsieur le ministre, vous êtes profondément ingrat dans votre manière de considérer la carrière des femmes. Je pense que vous vous dites que les femmes sont chez elles à se limer les ongles, à se coiffer. Monsieur le ministre, à propos des femmes qui travaillent à temps partiel, qui, pensez-vous, se charge de conduire et de reprendre les enfants à l'école, à la piscine, qui se charge de prendre les rendez-vous chez le dentiste et de les y conduire? Quand des hommes, des pères, travaillent dans des usines la nuit, qui, pensez-vous, s'occupe des enfants? Se gardent-ils tous seuls? Ce sont les femmes. Et vous vous reposez sur le travail gratuit de la moitié de la population, qui assume toutes ces missions-là en fermant sa gueule.
Aujourd'hui, que leur dites-vous? Qu'il leur
faudra compter sur la solidarité avec leur conjoint. Mais dans quel siècle
vivez-vous? Connaissez-vous le divorce? Excusez-moi! Et en plus, vous supprimez
le taux ménage. Donc la solidarité n'existera même plus dans les couples qui
tiennent toujours. En cas de décès, que se passera-t-il? On sait que les femmes
ont une espérance de vie plus élevée que celle des hommes. Que se passera-t-il
alors en cas de décès? Vous le savez très bien. Franchement, arrêtez de tourner
autour du pot et de dire que ce sont les autres qui n'ont pas compris, et
prenez-vous en main. Modifiez cette réforme et faites en sorte que chaque
personne puisse vieillir dans la dignité dans notre pays. C'est cela, votre boulot!
Motions
De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion, les motions suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Ludivine Dedonder en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord de
interpellaties van de dames Ludivine Dedonder, Ellen Samyn, Meyrem Almaci en
Sarah Schlitz
en het
antwoord van de minister van Financiën en Pensioenen, belast met de Nationale
Loterij en de Federale Culturele Instellingen,
- overwegende dat de hervorming die ter evaluatie aan de Federale Pensioendienst voorgelegd werd geenszins rekening houdt met de zwaarte van beroepen;
- overwegende dat ze er niet voor zorgt dat de pensioenkloof tussen vrouwen en mannen gedicht wordt;
- overwegende dat ze tot een aanpassing van de regels voor de gelijkstelling van de loopbaanjaren leidt, wat achteraf een weerslag heeft op de pensioenberekening;
- overwegende dat ze tot gevolg heeft dat de koopkracht van de gepensioneerden fors wordt aangetast;
beveelt de regering aan
af te zien van de pensioenhervorming die ze ter evaluatie aan de Federale Pensioendienst voorgelegd heeft."
Une première motion de recommandation a été déposée par Mme Ludivine Dedonder et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mmes Ludivine Dedonder, Ellen Samyn, Meyrem Almaci et Sarah Schlitz
et la réponse du ministre des Finances et des Pensions, chargé de la Loterie Nationale et des Institutions culturelles fédérales,
- considérant que la réforme soumise à l'évaluation du Service fédéral des Pensions ne tient aucunement compte de la pénibilité des métiers;
- considérant qu'elle ne réduit en rien l'écart de pension entre les femmes et les hommes;
- considérant qu'elle change les règles d'assimilation des années de carrière en affectant rétrospectivement le calcul de la pension;
- considérant qu'elle réduit significativement le pouvoir d'achat des pensionnés;
recommande au gouvernement
de renoncer à sa réforme des pensions telle que soumise à l'évaluation du Service fédéral des Pensions."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Ellen Samyn en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van de dames Ludivine Dedonder, Ellen Samyn, Meyrem Almaci en
Sarah Schlitz
en het
antwoord van de minister van Financiën en Pensioenen, belast met de Nationale
Loterij en de Federale Culturele Instellingen,
- overwegende dat het rapport van de Federale Pensioendienst waaruit blijkt dat 38% van de vrouwen erop achteruit gaat bij de voorgestelde pensioenhervorming, tegenover 20% van de mannen, en overwegende dat dit haaks staat op een beleid van gelijkheid tussen mannen en vrouwen;
- bedenkingen hebbende bij de sociale rechtvaardigheid van de pensioenhervorming, die vrouwen die gezin en werk willen combineren afstraft;
- overwegende dat het beperken van gelijkgestelde periodes de ongelijkheid vergroot;
vraagt de regering
- te voorzien in de volledige gelijkstelling van zorg- en ziekteperiodes: periodes van moederschapsrust, werkverwijdering om medische redenen tijdens de zwangerschap of borstvoeding, zorgverlof, ziekte en andere vormen van onvrijwillige inactiviteit moeten integraal meetellen bij de berekening van de loopbaanvoorwaarden voor het pensioen;
- werk te maken van de afschaffing van de pensioenmalus voor onderbroken loopbanen: deeltijdse tewerkstelling of loopbaanonderbrekingen om zorgredenen mogen niet leiden tot een vermindering van het pensioenbedrag."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme Ellen Samyn et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mmes Ludivine Dedonder, Ellen Samyn, Meyrem Almaci et Sarah Schlitz
et la réponse du ministre des Finances et des Pensions, chargé de la Loterie Nationale et des Institutions culturelles fédérales,
- considérant le rapport du Service fédéral des Pensions, duquel il ressort que la réforme des pensions proposée détériorerait la situation de 38 % des femmes, contre 20 % des hommes, et considérant que ces effets sont contraires à une politique d'égalité entre les hommes et les femmes;
- ayant des réserves quant à l'équité sociale de cette réforme des pensions, qui pénalise les femmes souhaitant combiner leur vie de famille et leur travail;
- considérant que la limitation des périodes assimilées accroît l'inégalité;
demande au gouvernement
- de prévoir l'assimilation totale des périodes de soins et de maladie: les périodes de congé de maternité, l'écartement du travail pour raisons médicales lors de la grossesse ou de l'allaitement, le congé d'aidant, la maladie et les autres formes d'inactivité involontaire doivent être intégralement pris en compte dans le calcul des conditions de carrière pour la pension;
- de supprimer le malus de pension pour les carrières interrompues: un emploi à temps partiel ou des interruptions de carrière pour motif de soins ne doivent pas entraîner une réduction du montant de la pension."
Een derde motie van aanbeveling werd ingediend door de dames Meyrem Almaci en Sarah Schlitz en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord
de interpellaties van de dames Ludivine Dedonder, Ellen Samyn, Meyrem Almaci en
Sarah Schlitz
en het
antwoord van de minister van Financiën en Pensioenen, belast met de Nationale
Loterij en de Federale Culturele Instellingen,
- gelet op de impactramingen van de Federale Pensioendienst van eind september 2025 over de verschillende pensioeningrepen die gepland worden door de federale regering;
- gelet op de bovenmatige impact op vrouwen en op burgers met de laagste inkomens, waarbij 7 op de 10 mensen die hun pensioen zien dalen vrouwen zijn, en waarbij 4 op de 10 mensen in de groep van de laagste inkomens hun pensioenbedrag zien dalen;
- gelet op het feit dat deze conclusie in lijn ligt met de analyse van de Studiecommissie voor de Vergrijzing eerder dit jaar, die eveneens stelde dat het systeem van pensioenmalus vooral vrouwen zou treffen;
- gelet op de uitspraak van de vice-premier Jan Jambon in de plenaire vergadering van 2 oktober 2025 waarin hij verklaarde: 'de bedoeling van deze regering is dat er minder mensen arm zullen zijn';
- gelet op de belofte van premier Bart De Wever tijdens de gedachtewisseling over het zomerakkoord op 24 juli 2025 dat 'niemand in deze regering zit met een asociaal perspectief. Er is openheid om dingen te herzien ais een cumul van maatregelen bepaalde groepen, zoals vrouwen, te hard zou treffen';
vraagt de regering met aandrang
- naar aanleiding van de impactanalyse van de Federale Pensioendienst de pensioenhervorming te herbekijken;
- om de maatregelen die op tafel liggen, zijnde de pensioenmalus, begrenzing van gelijkgestelde periodes, en de werkvoorwaarde voor het minimumpensioen, te herwerken zodanig dat de laagste inkomens en vrouwen niet buitenproportioneel geraakt worden;
- een transversale analyse te maken over de impact van haar diverse beleidsmaatregelen op vrouwen en de laagste inkomens."
Une troisième motion de recommandation a été déposée par Mmes Meyrem Almaci et Sarah Schlitz et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mmes Ludivine Dedonder, Ellen Samyn, Meyrem Almaci et Sarah Schlitz
et la réponse du ministre des Finances et des Pensions, chargé de la Loterie Nationale et des Institutions culturelles fédérales,
- vu les évaluations d'incidence réalisées fin septembre 2025 par le Service fédéral des Pensions concernant les différentes mesures que le gouvernement fédéral prévoit de prendre en matière de pensions;
- vu l'incidence démesurée de la réforme des pensions sur les femmes et sur les citoyens aux revenus les plus faibles, sachant que parmi les personnes qui verront leur pension diminuer, 7 sur 10 sont des femmes et que parmi les personnes aux revenus les plus faibles, 4 sur 10 verront leur pension diminuer;
- eu égard au fait que ces conclusions correspondent aux résultats de l'analyse publiée cette année par le Comité d’Étude sur le Vieillissement, selon lesquels le système de malus de pension touchera surtout les femmes;
- vu les propos tenus par le vice-premier ministre, Jan Jambon, en séance plénière du 2 octobre 2025, selon lesquels le gouvernement en fonction a pour objectif de réduire le nombre de personnes en situation de pauvreté;
- vu l'engagement pris par le premier ministre, Bart De Wever, lors de l'échange de vues sur l'accord de l'été le 24 juillet 2025, selon lequel aucun membre du gouvernement en fonction ne serait animé par une perspective antisociale, le gouvernement étant disposé à revoir sa copie si certaines catégories de la population, comme les femmes, étaient trop durement touchées par le cumul de certaines mesures;
demande au gouvernement instamment
- de réexaminer la réforme des pensions à la suite de l'analyse d'incidence réalisée par le Service fédéral des Pensions;
- de revoir les mesures proposées, c'est-à-dire le malus de pension, la limitation des périodes assimilées et la condition de carrière pour la pension minimum, de manière à ne pas frapper de manière disproportionnée les personnes aux revenus les plus faibles et les femmes;
- de procéder à une analyse transversale de l'incidence sur les femmes et les personnes aux revenus les plus faibles des différentes mesures politiques qu'il a prises."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Axel Ronse, Benoît Piedboeuf en Oskar Seuntjens en door de dames Nawal Farih en Aurore Tourneur.
Une motion pure et simple a été déposée par
MM. Axel Ronse, Benoît Piedboeuf et Oskar Seuntjens et Mmes Nawal
Farih et Aurore Tourneur.
21.10 Axel Ronse (N-VA): Mijnheer de voorzitter, we vragen de urgentie voor de stemming over de eenvoudige motie.
De voorzitter:
Aangezien de urgentie voor de eenvoudige motie werd gevraagd, stel ik voor dat
de Kamer zich straks over deze moties zal uitspreken. (art. 140, nr. 6, tweede lid, Rgt.)
Étant donné que l'urgence de la motion pure et
simple a été demandée, je propose que la Chambre se prononce sur ces motions
tout à l'heure. (art. 140, n°
6, deuxième alinéa, Rgt.)
Geen bezwaar ? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d’observation?(Non)
Il en sera
ainsi.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Pairages
Collega’s, alvorens we overgaan tot de naamstemmingen, vraag ik u de stemafspraken bekend te maken waarbij een lid zich onthoudt bij de stemming in overleg met een afwezig lid.
Chers collègues, avant de procéder aux votes nominatifs, je vous propose d'annoncer les pairages par lesquels un membre s'abstient de voter en accord avec un membre absent.
Zijn er
stemafspraken? (Nee)
Y a-t-il des accords de pairage? (Non)
Dan gaan we nu over tot de naamstemmingen.
Nous allons donc maintenant procéder aux votes nominatifs.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Justitie van 1 oktober 2025.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Justice du 1er octobre 2025.
Twee moties werden ingediend (MOT nr.126/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Marijke Dillen;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Steven Matheï.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 126/1):
- une motion de recommandation a été déposée par Mme Marijke Dillen;
- une motion pure et simple a été déposée par M. Steven Matheï.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?
23.01 Marijke Dillen (VB): Collega’s, ik wil nogmaals, voor de zoveelste keer, uw aandacht vragen voor een probleem binnen Justitie dat maar blijft aanslepen, ondanks de herhaalde beloftes van de bevoegde minister, namelijk de schandalige achterstand in de betaling van gerechtstolken en -vertalers.
Ik denk dat iedereen het erover eens is dat tolken en vertalers een taak van algemeen belang vervullen en essentiële schakels zijn in de werking van Justitie. Tot op vandaag zijn zij echter nog steeds ondergewaardeerd. Vertragingen in de betaling door de FOD Justitie zijn structureel geworden, ondanks de verschillende beloftes. Daardoor komen gerechtstolken en -vertalers zelf in financiële moeilijkheden.
Ik geef een voorbeeld. Ze zijn verplicht de btw op hun facturen onmiddellijk te betalen, zonder dat ze daarvoor uitstel krijgen, maar de inkomsten komen niet binnen.
Daarenboven is het ook een vaststaand feit dat de tarieven vandaag ontoereikend zijn en niet aan de economische realiteit beantwoorden. Ook moeten zij vaak werken in omstandigheden die erbarmelijk zijn.
Door al deze problemen bestaat een ernstig risico dat vele gerechtstolken en -vertalers dreigen af te haken, waardoor rechtszaken in het gevaar dreigen te komen. De rol van gerechtstolken is immers vaak cruciaal voor het goede verloop van de rechtszaken.
In mijn motie vraag ik uw steun en vooral de vertalers en tolken rekenen op uw steun om in voldoende budget te voorzien voor de gerechtskosten, om hen tijdig te kunnen betalen, om de tarieven te herwaarderen en om de werkomstandigheden, zowel bij de rechtbanken als bij de politie, te verbeteren.
De voorzitter:
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
102 |
Oui |
Nee |
37 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
Deze interpellaties werden gehouden in de plenaire vergadering van vandaag.
Ces interpellations ont été développées en séance plénière de ce jour.
Vier moties werden ingediend (MOT nr. 143/1):
- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Ludivine Dedonder;
- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Ellen Samyn;
- een derde motie van aanbeveling werd ingediend door de dames Meyrem Almaci en Sarah Schlitz;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Axel Ronse, Benoît Piedboeuf, Oskar Seuntjens en de dames Aurore Tourneur en Nawal Farih.
Quatre motions ont été déposées (MOT n° 143/1):
- une première motion de recommandation a été déposée par Mme Ludivine Dedonder;
- une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme Ellen Samyn;
- une troisième motion de recommandation a été déposée par Mmes Meyrem Almaci et Sarah Schlitz;
- une motion pure et simple a été déposée par MM. Axel Ronse, Benoît Piedboeuf, Oskar Seuntjens et Mmes Aurore Tourneur et Nawal Farih.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
79 |
Oui |
Nee |
60 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration
avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
119 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
20 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale.
Reden van onthouding? (Nee)
Raison
d'abstention? (Non)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
107 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
32 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp en de bijlagen aan. Ze zullen aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi et les annexes. Ils seront soumis à la sanction royale.
Reden van
onthouding? (Nee)
Raison
d'abstention? (Non)
Stemming over amendement nr. 5 van Greet
Daems cs tot invoeging van een artikel 1/1(n). (662/7)
Vote sur l'amendement n° 5 de Greet Daems
cs tendant à insérer un article 1/1(n). (662/7)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
34 |
Oui |
Nee |
85 |
Non |
Onthoudingen |
20 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 6 van Greet
Daems cs tot invoeging van een artikel 1/2(n). (662/7)
Vote sur l'amendement n° 6 de Greet Daems
cs tendant à insérer un article 1/2(n). (662/7)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 5)
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence,
l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 4 van Werner
Somers op artikel 2. (662/7)
Vote sur l'amendement n° 4 de Werner
Somers à l'article 2. (662/7)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
20 |
Oui |
Nee |
118 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
138 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 7 van Greet
Daems cs op artikel 2. (662/7)
Vote sur l'amendement n° 7 de Greet Daems cs
à l'article 2. (662/7)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 7) |
||
Ja |
47 |
Oui |
Nee |
85 |
Non |
Onthoudingen |
7 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artkel 2 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 2 est adopté.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Begin van
de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 8) |
||
Ja |
112 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
27 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale.
Reden van onthouding? (Nee)
Raison
d'abstention? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Begin van
de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd
en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 9) |
||
Ja |
127 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
12 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale.
Reden van onthouding? (Nee)
Raison
d'abstention? (Non)
Stemming over amendement nr. 17 van
Christophe Lacroix op artikel 2. (949/10)
Vote sur l'amendement n° 17 de Christophe
Lacroix à l'article 2. (949/10)
Begin van
de stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 10) |
||
Ja |
47 |
Oui |
Nee |
79 |
Non |
Onthoudingen |
13 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 2 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 2 est adopté.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 11) |
||
Ja |
102 |
Oui |
Nee |
34 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
137 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale.
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention?
(Non)
(M. Denis
Ducarme a voté comme son groupe.)
We moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergaderingen van volgende week.
Nous devons procéder à l'approbation de l'ordre du jour des séances de la semaine prochaine.
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering dinsdag 14 oktober 2025 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le mardi 14 octobre 2025 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten om 20.18 uur.
La séance est levée à 20 h 18.
De
bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 56 PLEN 066
bijlage. |
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 56 PLEN 066 annexe. |
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN |
DETAIL DES VOTES NOMINATIFS |
Naamstemming - Vote nominatif: 1
Ja |
102 |
Oui |
Aerts Staf, Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Buysrogge Peter, Chahid Ridouane, Cornillie Hervé, Courard Philippe, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Daerden Frédéric, Deborsu Charlotte, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Dermagne Pierre-Yves, De Roover Peter, Désir Caroline, De Smet François, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Hiligsmann Serge, Jadoul Pierre, Kompany Pierre, Lacroix Christophe, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Legasse Dimitri, Lejeune Marc, Lutgen Benoît, Maouane Rajae, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Meunier Marie, Michel Mathieu, Mutyebele Ngoi Lydia, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Prévot Patrick, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Tas Niels, Taton Julie, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tourneur Aurore, Truyman Lieve, Vanbesien Dieter, Vandeberg Victoria, Vandemaele Matti, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Keymolen Phaedra, Van Lysebettens Jeroen, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verkeyn Charlotte, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain
Nee |
37 |
Non |
Bertrand Alexia, Bilmez Kemal, Boukili Nabil, Bury Katleen, Daems Greet, D'Amico Roberto, Depoortere Ortwin, De Witte Kim, Dillen Marijke, Eggermont Natalie, Gabriëls Katja, Huybrechts Britt, Keuten Dieter, Merckx Sofie, Moons Kurt, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Ribaudo Julien, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Tonniau Robin, Troosters Frank, Van Belleghem Francesca, Van den Bosch Annik, Vander Elst Kjell, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Quickenborne Vincent, Van Rooy Sam, Van Tigchelt Paul, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter, Yigit Ayse
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Naamstemming - Vote nominatif: 2
Ja |
79 |
Oui |
Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Buysrogge Peter, Cornillie Hervé, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Deborsu Charlotte, Dedecker Jean-Marie, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Hiligsmann Serge, Jadoul Pierre, Kompany Pierre, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Lejeune Marc, Lutgen Benoît, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Michel Mathieu, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Tas Niels, Taton Julie, Tourneur Aurore, Truyman Lieve, Vandeberg Victoria, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Van Hoof Els, Van Keymolen Phaedra, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verkeyn Charlotte, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain
Nee |
60 |
Non |
Aerts Staf, Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bertrand Alexia, Bilmez Kemal, Boukili Nabil, Bury Katleen, Chahid Ridouane, Courard Philippe, Daems Greet, Daerden Frédéric, D'Amico Roberto, Dedonder Ludivine, Depoortere Ortwin, Dermagne Pierre-Yves, Désir Caroline, De Smet François, De Witte Kim, Dillen Marijke, Eggermont Natalie, Gabriëls Katja, Huybrechts Britt, Keuten Dieter, Lacroix Christophe, Legasse Dimitri, Maouane Rajae, Merckx Sofie, Meunier Marie, Moons Kurt, Moscufo Nadia, Mutyebele Ngoi Lydia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Ribaudo Julien, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tonniau Robin, Troosters Frank, Van Belleghem Francesca, Vanbesien Dieter, Vandemaele Matti, Van den Bosch Annik, Vander Elst Kjell, Van Hecke Stefaan, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Lysebettens Jeroen, Van Quickenborne Vincent, Van Rooy Sam, Van Tigchelt Paul, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter, Yigit Ayse
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Naamstemming - Vote nominatif: 3
Ja |
119 |
Oui |
Aerts Staf, Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bertrand Alexia, Bilmez Kemal, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Boukili Nabil, Buysrogge Peter, Chahid Ridouane, Cornillie Hervé, Courard Philippe, Cuylaerts Dorien, Daems Greet, Daenen Nele, Daerden Frédéric, D'Amico Roberto, Deborsu Charlotte, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Dermagne Pierre-Yves, De Roover Peter, Désir Caroline, De Smet François, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, De Witte Kim, D'Haese Christoph, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Eggermont Natalie, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Gabriëls Katja, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Hiligsmann Serge, Jadoul Pierre, Kompany Pierre, Lacroix Christophe, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Legasse Dimitri, Lejeune Marc, Lutgen Benoît, Maouane Rajae, Matagne Julien, Matheï Steven, Merckx Sofie, Metsu Koen, Meuleman Brent, Meunier Marie, Michel Mathieu, Moscufo Nadia, Mutyebele Ngoi Lydia, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Prévot Patrick, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Reuter Florence, Ribaudo Julien, Ronse Axel, Safai Darya, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Tas Niels, Taton Julie, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tonniau Robin, Tourneur Aurore, Truyman Lieve, Vanbesien Dieter, Vandeberg Victoria, Vandemaele Matti, Van den Bosch Annik, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Vander Elst Kjell, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Keymolen Phaedra, Van Lysebettens Jeroen, Van Quickenborne Vincent, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Tigchelt Paul, Van Vaerenbergh Kristien, Verkeyn Charlotte, Weydts Axel, Wollants Bert, Yigit Ayse, Yzermans Alain
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
20 |
Abstentions |
Bury Katleen, Depoortere Ortwin, Dillen Marijke, Huybrechts Britt, Keuten Dieter, Moons Kurt, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Troosters Frank, Van Belleghem Francesca, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Rooy Sam, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter
Naamstemming - Vote nominatif: 4
Ja |
107 |
Oui |
Aerts Staf, Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bertrand Alexia, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Buysrogge Peter, Chahid Ridouane, Cornillie Hervé, Courard Philippe, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Daerden Frédéric, Deborsu Charlotte, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Dermagne Pierre-Yves, De Roover Peter, Désir Caroline, De Smet François, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Gabriëls Katja, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Hiligsmann Serge, Jadoul Pierre, Kompany Pierre, Lacroix Christophe, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Legasse Dimitri, Lejeune Marc, Lutgen Benoît, Maouane Rajae, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Meunier Marie, Michel Mathieu, Mutyebele Ngoi Lydia, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Prévot Patrick, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Tas Niels, Taton Julie, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tourneur Aurore, Truyman Lieve, Vanbesien Dieter, Vandeberg Victoria, Vandemaele Matti, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Vander Elst Kjell, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Keymolen Phaedra, Van Lysebettens Jeroen, Van Quickenborne Vincent, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Tigchelt Paul, Van Vaerenbergh Kristien, Verkeyn Charlotte, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
32 |
Abstentions |
Bilmez Kemal, Boukili Nabil, Bury Katleen, Daems Greet, D'Amico Roberto, Depoortere Ortwin, De Witte Kim, Dillen Marijke, Eggermont Natalie, Huybrechts Britt, Keuten Dieter, Merckx Sofie, Moons Kurt, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Ribaudo Julien, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Tonniau Robin, Troosters Frank, Van Belleghem Francesca, Van den Bosch Annik, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Rooy Sam, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter, Yigit Ayse
Naamstemming - Vote nominatif: 5
Ja |
34 |
Oui |
Aerts Staf, Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bilmez Kemal, Boukili Nabil, Chahid Ridouane, Courard Philippe, Daems Greet, Daerden Frédéric, D'Amico Roberto, Dedonder Ludivine, Dermagne Pierre-Yves, Désir Caroline, De Witte Kim, Eggermont Natalie, Lacroix Christophe, Legasse Dimitri, Maouane Rajae, Merckx Sofie, Meunier Marie, Moscufo Nadia, Mutyebele Ngoi Lydia, Prévot Patrick, Ribaudo Julien, Schlitz Sarah, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tonniau Robin, Vanbesien Dieter, Vandemaele Matti, Van den Bosch Annik, Van Hecke Stefaan, Van Lysebettens Jeroen, Yigit Ayse
Nee |
85 |
Non |
Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bertrand Alexia, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Buysrogge Peter, Cornillie Hervé, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Deborsu Charlotte, Dedecker Jean-Marie, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Smet François, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Gabriëls Katja, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Hiligsmann Serge, Jadoul Pierre, Kompany Pierre, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Lejeune Marc, Lutgen Benoît, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Michel Mathieu, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Tas Niels, Taton Julie, Tourneur Aurore, Truyman Lieve, Vandeberg Victoria, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Vander Elst Kjell, Van Hoof Els, Van Keymolen Phaedra, Van Quickenborne Vincent, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Tigchelt Paul, Van Vaerenbergh Kristien, Verkeyn Charlotte, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain
Onthoudingen |
20 |
Abstentions |
Bury Katleen, Depoortere Ortwin, Dillen Marijke, Huybrechts Britt, Keuten Dieter, Moons Kurt, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Troosters Frank, Van Belleghem Francesca, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Rooy Sam, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter
Naamstemming - Vote nominatif: 6
Ja |
20 |
Oui |
Bury Katleen, Depoortere Ortwin, Dillen Marijke, Huybrechts Britt, Keuten Dieter, Moons Kurt, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Troosters Frank, Van Belleghem Francesca, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Rooy Sam, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter
Nee |
118 |
Non |
Aerts Staf, Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bertrand Alexia, Bilmez Kemal, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Boukili Nabil, Buysrogge Peter, Chahid Ridouane, Cornillie Hervé, Courard Philippe, Cuylaerts Dorien, Daems Greet, Daenen Nele, Daerden Frédéric, D'Amico Roberto, Deborsu Charlotte, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Dermagne Pierre-Yves, De Roover Peter, Désir Caroline, De Smet François, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, De Witte Kim, D'Haese Christoph, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Eggermont Natalie, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Gabriëls Katja, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Hiligsmann Serge, Jadoul Pierre, Kompany Pierre, Lacroix Christophe, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Legasse Dimitri, Lejeune Marc, Lutgen Benoît, Maouane Rajae, Matagne Julien, Matheï Steven, Merckx Sofie, Metsu Koen, Meuleman Brent, Meunier Marie, Michel Mathieu, Moscufo Nadia, Mutyebele Ngoi Lydia, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Prévot Patrick, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Reuter Florence, Ribaudo Julien, Ronse Axel, Safai Darya, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Tas Niels, Taton Julie, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tonniau Robin, Tourneur Aurore, Truyman Lieve, Vanbesien Dieter, Vandeberg Victoria, Vandemaele Matti, Van den Bosch Annik, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Vander Elst Kjell, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Keymolen Phaedra, Van Lysebettens Jeroen, Van Quickenborne Vincent, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Tigchelt Paul, Verkeyn Charlotte, Weydts Axel, Wollants Bert, Yigit Ayse, Yzermans Alain
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Naamstemming - Vote nominatif: 7
Ja |
47 |
Oui |
Aouasti Khalil, Bilmez Kemal, Boukili Nabil, Bury Katleen, Chahid Ridouane, Courard Philippe, Daems Greet, Daerden Frédéric, D'Amico Roberto, Dedonder Ludivine, Depoortere Ortwin, Dermagne Pierre-Yves, Désir Caroline, De Witte Kim, Dillen Marijke, Eggermont Natalie, Huybrechts Britt, Keuten Dieter, Lacroix Christophe, Legasse Dimitri, Maouane Rajae, Merckx Sofie, Meunier Marie, Moons Kurt, Moscufo Nadia, Mutyebele Ngoi Lydia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Ribaudo Julien, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tonniau Robin, Troosters Frank, Van Belleghem Francesca, Van den Bosch Annik, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Rooy Sam, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter, Yigit Ayse
Nee |
85 |
Non |
Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bertrand Alexia, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Buysrogge Peter, Cornillie Hervé, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Deborsu Charlotte, Dedecker Jean-Marie, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Smet François, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Gabriëls Katja, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Hiligsmann Serge, Jadoul Pierre, Kompany Pierre, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Lejeune Marc, Lutgen Benoît, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Michel Mathieu, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Tas Niels, Taton Julie, Tourneur Aurore, Truyman Lieve, Vandeberg Victoria, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Vander Elst Kjell, Van Hoof Els, Van Keymolen Phaedra, Van Quickenborne Vincent, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Tigchelt Paul, Van Vaerenbergh Kristien, Verkeyn Charlotte, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain
Onthoudingen |
7 |
Abstentions |
Aerts Staf, Almaci Meyrem, Schlitz Sarah, Vanbesien Dieter, Vandemaele Matti, Van Hecke Stefaan, Van Lysebettens Jeroen
Naamstemming - Vote nominatif: 8
Ja |
112 |
Oui |
Aerts Staf, Almaci Meyrem, Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bertrand Alexia, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Cornillie Hervé, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Deborsu Charlotte, Dedecker Jean-Marie, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoortere Ortwin, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Smet François, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Gabriëls Katja, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Hiligsmann Serge, Huybrechts Britt, Jadoul Pierre, Keuten Dieter, Kompany Pierre, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Lejeune Marc, Lutgen Benoît, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Michel Mathieu, Moons Kurt, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Pas Barbara, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Ponthier Annick, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Sneppe Dominiek, Soete Jeroen, Somers Werner, Tas Niels, Taton Julie, Tourneur Aurore, Troosters Frank, Truyman Lieve, Van Belleghem Francesca, Vanbesien Dieter, Vandeberg Victoria, Vandemaele Matti, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Vander Elst Kjell, Van Hecke Stefaan, Van Hoecke Alexander, Van Hoof Els, Van Keymolen Phaedra, Van Lommel Reccino, Van Lysebettens Jeroen, Van Quickenborne Vincent, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Rooy Sam, Van Tigchelt Paul, Van Vaerenbergh Kristien, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Verkeyn Charlotte, Vermeersch Wouter, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
27 |
Abstentions |
Aouasti Khalil, Bilmez Kemal, Boukili Nabil, Chahid Ridouane, Courard Philippe, Daems Greet, Daerden Frédéric, D'Amico Roberto, Dedonder Ludivine, Dermagne Pierre-Yves, Désir Caroline, De Witte Kim, Eggermont Natalie, Lacroix Christophe, Legasse Dimitri, Maouane Rajae, Merckx Sofie, Meunier Marie, Moscufo Nadia, Mutyebele Ngoi Lydia, Prévot Patrick, Ribaudo Julien, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tonniau Robin, Van den Bosch Annik, Yigit Ayse
Naamstemming - Vote nominatif: 9
Ja |
127 |
Oui |
Aerts Staf, Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bertrand Alexia, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Chahid Ridouane, Cornillie Hervé, Courard Philippe, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Daerden Frédéric, Deborsu Charlotte, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoortere Ortwin, Depoorter Kathleen, Dermagne Pierre-Yves, De Roover Peter, Désir Caroline, De Smet François, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Gabriëls Katja, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Hiligsmann Serge, Huybrechts Britt, Jadoul Pierre, Keuten Dieter, Kompany Pierre, Lacroix Christophe, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Legasse Dimitri, Lejeune Marc, Lutgen Benoît, Maouane Rajae, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Meunier Marie, Michel Mathieu, Moons Kurt, Mutyebele Ngoi Lydia, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Pas Barbara, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Sneppe Dominiek, Soete Jeroen, Somers Werner, Tas Niels, Taton Julie, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tourneur Aurore, Troosters Frank, Truyman Lieve, Van Belleghem Francesca, Vanbesien Dieter, Vandeberg Victoria, Vandemaele Matti, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Vander Elst Kjell, Van Hecke Stefaan, Van Hoecke Alexander, Van Hoof Els, Van Keymolen Phaedra, Van Lommel Reccino, Van Lysebettens Jeroen, Van Quickenborne Vincent, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Rooy Sam, Van Tigchelt Paul, Van Vaerenbergh Kristien, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Verkeyn Charlotte, Vermeersch Wouter, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
12 |
Abstentions |
Bilmez Kemal, Boukili Nabil, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Witte Kim, Eggermont Natalie, Merckx Sofie, Moscufo Nadia, Ribaudo Julien, Tonniau Robin, Van den Bosch Annik, Yigit Ayse
Naamstemming - Vote nominatif: 10
Ja |
47 |
Oui |
Aerts Staf, Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bertrand Alexia, Bury Katleen, Chahid Ridouane, Courard Philippe, Daerden Frédéric, Dedonder Ludivine, Depoortere Ortwin, Dermagne Pierre-Yves, Désir Caroline, Dillen Marijke, Gabriëls Katja, Huybrechts Britt, Keuten Dieter, Lacroix Christophe, Legasse Dimitri, Maouane Rajae, Meunier Marie, Moons Kurt, Mutyebele Ngoi Lydia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Troosters Frank, Van Belleghem Francesca, Vanbesien Dieter, Vandemaele Matti, Vander Elst Kjell, Van Hecke Stefaan, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Lysebettens Jeroen, Van Quickenborne Vincent, Van Rooy Sam, Van Tigchelt Paul, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter
Nee |
79 |
Non |
Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Buysrogge Peter, Cornillie Hervé, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Deborsu Charlotte, Dedecker Jean-Marie, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Hiligsmann Serge, Jadoul Pierre, Kompany Pierre, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Lejeune Marc, Lutgen Benoît, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Michel Mathieu, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Tas Niels, Taton Julie, Tourneur Aurore, Truyman Lieve, Vandeberg Victoria, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Van Hoof Els, Van Keymolen Phaedra, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verkeyn Charlotte, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain
Onthoudingen |
13 |
Abstentions |
Bilmez Kemal, Boukili Nabil, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Smet François, De Witte Kim, Eggermont Natalie, Merckx Sofie, Moscufo Nadia, Ribaudo Julien, Tonniau Robin, Van den Bosch Annik, Yigit Ayse
Naamstemming - Vote nominatif: 11
Ja |
102 |
Oui |
Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bertrand Alexia, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Cornillie Hervé, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Deborsu Charlotte, Dedecker Jean-Marie, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoortere Ortwin, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Dubois Xavier, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Gabriëls Katja, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Hiligsmann Serge, Huybrechts Britt, Jadoul Pierre, Keuten Dieter, Kompany Pierre, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Lejeune Marc, Lutgen Benoît, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Michel Mathieu, Moons Kurt, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Pas Barbara, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Ponthier Annick, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Sneppe Dominiek, Soete Jeroen, Somers Werner, Tas Niels, Taton Julie, Tourneur Aurore, Troosters Frank, Truyman Lieve, Van Belleghem Francesca, Vandeberg Victoria, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Vander Elst Kjell, Van Hoecke Alexander, Van Hoof Els, Van Keymolen Phaedra, Van Lommel Reccino, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Rooy Sam, Van Tigchelt Paul, Van Vaerenbergh Kristien, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Verkeyn Charlotte, Vermeersch Wouter, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain
Nee |
34 |
Non |
Aerts Staf, Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bilmez Kemal, Boukili Nabil, Chahid Ridouane, Courard Philippe, Daems Greet, Daerden Frédéric, D'Amico Roberto, Dedonder Ludivine, Dermagne Pierre-Yves, Désir Caroline, De Witte Kim, Eggermont Natalie, Lacroix Christophe, Legasse Dimitri, Maouane Rajae, Merckx Sofie, Meunier Marie, Moscufo Nadia, Mutyebele Ngoi Lydia, Prévot Patrick, Ribaudo Julien, Schlitz Sarah, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tonniau Robin, Vanbesien Dieter, Vandemaele Matti, Van den Bosch Annik, Van Hecke Stefaan, Van Lysebettens Jeroen, Yigit Ayse
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
De Smet François