KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 PLEN 095
CRIV 50 PLEN 095
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
dinsdag mardi
19-12-2000 19-12-2000
18:05 uur
18:05 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
BEGROTINGEN (VOORTZETTING)
1
BUDGETS (CONTINUATION)
1
Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar
2001 (904/1 tot 5 en 906/1)
1
Budget des voies et moyens pour l'année
budgétaire 2001 (904/1 à 5 et 906/1)
1
- Ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor
het begrotingsjaar 2001 (905/1 tot 34)
1
- Projet de budget général des dépenses pour
l'année budgétaire 2001 (905/1 à 34)
1
Hervatting van de algemene bespreking
1
Reprise de la discussion générale
1
Sprekers: Yves Leterme, Jos Ansoms,
Guido Tastenhoye, Jacques Chabot, Hagen
Goyvaerts, Didier Reynders
, minister van
Financiën, Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Lode Vanoost, Isabelle
Durant
, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer, Hugo Coveliers,
voorzitter van de VLD-fractie, Olivier Chastel,
Jan Mortelmans, Peter Vanhoutte, Rik
Daems
, minister van Telecommunicatie en
Overheidsbedrijven en Participaties
Orateurs: Yves Leterme, Jos Ansoms,
Guido Tastenhoye, Jacques Chabot, Hagen
Goyvaerts, Didier Reynders
, ministre des
Finances, Frieda Brepoels, présidente du
groupe VU&ID, Lode Vanoost, Isabelle
Durant
, vice-première ministre et ministre de
la Mobilité et des Transports, Hugo Coveliers,
président du groupe VLD, Olivier Chastel,
Jan Mortelmans, Peter Vanhoutte, Rik
Daems
, ministre des Télécommunications et
des Entreprises et Participations publiques
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1




PLENUMVERGADERING SÉANCE
PLÉNIÈRE
van
DINSDAG
19
DECEMBER
2000
18:05 uur
______
du
MARDI
19
DÉCEMBRE
2000
18:05 heures
______

De vergadering wordt geopend om 19.15 uur door
de heer Jean-Pol Henry, voorzitter.
La séance est ouverte à 19.15 heures par M.
Jean-Pol Henry, président.

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering
is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de
l'ouverture de la séance:
Didier Reynders.

De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Berichten van verhindering
Excusés

Jean-Paul Moerman, wegens ziekte / pour raison
de santé;
Jozef Van Eetvelt, wegens ambtsplicht / pour
obligation de mandat;
Elio Di Rupo, Geert Versnick, buitenslands / à
l'étranger.
Begrotingen (voortzetting)
Budgets (continuation)
01 Rijksmiddelenbegroting voor het
begrotingsjaar 2001 (904/1 tot 5 en 906/1)
- Ontwerp van algemene uitgavenbegroting
voor het begrotingsjaar 2001 (905/1 tot 34)
01 Budget des voies et moyens pour l'année
budgétaire 2001 (904/1 à 5 et 906/1)
- Projet de budget général des dépenses pour
l'année budgétaire 2001 (905/1 à 34)

Hervatting van de algemene bespreking
Reprise de la discussion générale

De algemene bespreking is hervat.
La discussion générale est reprise.

Wij zetten de algemene bespreking voort
betreffende de sectoren Eerste Minister,
Financiën, Rijksschuld en Financiering van de
Europese Unie.
Nous poursuivons la discussion générale
concernant les secteurs Premier Ministre,
Finances, Dette publique et Financement de
l'Union européenne.
01.01 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik begroet de voltallige meerderheid, de
minister en de collega's van de eigen fractie.

Mijnheer de voorzitter, dames en heren ministers,
het is geen stijlfiguur, maar ik wil niet beginnen
zonder namens de CVP-fractie de twee
commissiesecretarissen oprecht te danken voor
hun traditionele nauwgezetheid, waarmee ze er
opnieuw in zijn geslaagd om een zeer correct,
getrouw en duidelijk verslag van onze
besprekingen op te stellen. Dat is oprecht
gemeend.

Collega's, in aanvulling op het visionaire pleidooi
van de heer Van Rompuy, wil ik in mijn pleidooi
voornamelijk twee kernpunten van kritiek van onze
fractie verder uitdiepen.

Ten eerste, mijnheer de minister, denk ik aan de
onweerlegbare vaststelling dat deze regering de
structurele begrotingssanering afzwakt. Ten
tweede spreek ik over het feit dat de geplande
uitgavengroei en een aantal andere toezeggingen
die aan het gebeuren zijn of reeds zijn gebeurd,
nu reeds, bij inachtneming van de objectieven en
de criteria van het stabiliteitsprogramma, de
beloofde belastinghervorming - die in feite alleen
een verlaging is - in gevaar brengt.

Ik begin met mijn eerste punt van kritiek. Wij
19/12/2000
CRIV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
stellen vast dat de structurele sanering van onze
overheidsfinanciën met de begroting 2001 wordt
afgezwakt. Ik moet niet herhalen dat deze
regering bij haar aantreden een sterk gesaneerde
en gezonde toestand van onze financiën en onze
begroting heeft geërfd. Deze regering heeft
bovendien het immense voordeel dat ze kan
regeren in een tijdsgewricht dat door een bijzonder
gunstige economische context, met een grote
economische groei en voorspoed, wordt
gekenmerkt. Ik zeg dat zonder enige vorm van
jaloersheid. Ondanks die goede erfenis en dat
kader van economische voorspoed, stellen we
vast dat de structurele sanering van de openbare
financiën van ons land uitgerekend in deze
gunstige context door deze regering wordt
afgezwakt.

Ik wil deze stelling kort onderbouwen met drie
vaststellingen.

Ten eerste, het bereiken van het nultekort wordt
op kunstmatige wijze uitgesteld. Collega's, door
een soort historisch toeval leidt de in het verleden
ingezette saneringsoperatie en de aangehouden
afbouw van het begrotingstekort uitgerekend in
deze legislatuur tot een nultekort op jaarbasis of,
met andere woorden, een begrotingsevenwicht.
Wij hebben in de commissiebesprekingen op
onweerlegbare wijze aangetoond, aan de hand
van de eigen cijfers van de regering, dat in de
feiten het nultekort reeds in 2000 zou kunnen
worden bereikt of al bereikt is. Door zoveel
mogelijk de uitgaven die op het budget 2000
worden aangerekend naar voor te halen en op te
drijven, onder andere via het indrukwekkend
aanpassingsblad dat een paar weken geleden in
de Kamer door de meerderheid is goedgekeurd,
geeft u de indruk dat u in 2001 ten opzichte van
2000 inzake inperking van het begrotingstekort op
jaarbasis effectief een belangrijke stap vooruitzet.

Bij de begrotingscontrole 2000 mikte de regering
op een tekort van 0,7% van het BBP. De
begrotingsdocumenten 2001 vermelden geen
wijzigingen voor 2000 op het vlak van de uitgaven,
met uitzondering van het aanpassingsblad.
Bovendien zouden de ontvangsten 122 miljard
frank hoger uitvallen dan men bij de
begrotingscontrole had verwacht. Bij nader
toezicht blijkt dat er eigenlijk geen sprake zou
mogen zijn van een tekort van 0,7% van het BBP,
maar integendeel van een overschot van 0,5%
aangezien de 122 miljard extra ontvangsten
ongeveer 1,2% van het BBP uitmaken. Dit
overschot van 0,5% wordt evenwel niet bereikt
omdat men een aantal uitgaven naar voren
schuift. Door het kunstmatig afzwakken van het
begrotingsresultaat 2000 wordt de groei van de
primaire uitgaven gecamoufleerd, die in 2001
bijzonder groot is. Het begrotingsevenwicht dat
men in 2000 had kunnen bereiken, wordt op
kunstmatige wijze verlaagd.

Een tweede vaststelling is dat de aangroei van de
primaire uitgaven van de federale overheid sterk
boven de norm uitstijgt. De minister vermeldt in
zijn algemene toelichting dat de primaire uitgaven
in 2001 zullen toenemen van 2538,4 miljard naar
2651,8 miljard, zonder rekening te houden met het
aanpassingsblad van twee weken geleden. Dit is
een stijging van 4,5% bij een inflatie van 1,6%,
dus een stijging van de primaire uitgaven met
2,9%. Dit is een verslechtering ten opzichte van
het verleden. Gelet op de norm van 1,5% die de
regering in het stabiliteitsprogramma als richtsnoer
naar voren had geschoven, moeten we dit als een
negatieve beleidsdaad bestempelen. Hoewel de
regering het IMF-rapport als een goed rapport van
het begrotingsbeleid beschouwt, slaat ze de
raadgevingen van het IMF in de wind. De regering
blijkt de gemiddelde groeinorm van 1,5% als een
bodemdrempel te beschouwen. De primaire
uitgaven nemen zeer sterk toe, de regering viert
de teugels en is niet geneigd de 1,5%-norm te
handhaven.

Het feit dat de structurele sanering door deze
regering wetens en willens wordt afgezwakt,
kunnen we illustreren aan de hand van de
structurele evolutie van het primaire overschot,
met andere woorden van het vorderingensaldo.
Iedereen weet dat het gemakkelijker is om een
tekort weg te werken of om een overschot te
bereiken wanneer de economische
omstandigheden goed zijn. Instellingen zoals de
Europese Commissie en de OESO berekenen
daarom een conjunctuurgezuiverde evolutie van
de voornaamste parameters die de evolutie van
de overheidsfinanciën schetsen. Internationale
instellingen gaan dus aan de hand van onbetwiste
gegevens na hoe de overheidsfinanciën er zouden
voorstaan en hoe de geplande en gerealiseerde
prestaties van bijvoorbeeld de Belgische federale
overheid er voorstaan als men rekening houdt met
een normale groei en de conjunctuureffecten
buiten beschouwing laat.

In dat kader stellen we vast dat het primaire
overschot evolueert van 6,5% in 1999 naar 7,0%
in 2000 tot 7,4% in 2001. Op het eerste gezicht is
dat een gunstige evolutie. Die gunstige evolutie
wordt evenwel onmiddellijk tegengesproken
wanneer men de berekening van de Europese
Commissie van het structurele primaire overschot
bekijkt. In dat geval kijkt men immers naar het
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
conjunctuurgezuiverde cijfer, waaruit men de
eigen inspanningen van de regering kan afleiden.
De Europese commissie stelt op bladzijde 74 van
het rapport oktober-november 2000 vast dat het
structurele primaire overschot afneemt van 7,2%
in 1999, over 7,0% in 2000 om in dit
begrotingsdocument uit te komen op 6,9% van het
BWP voor 2001. Het is een bijkomende illustratie
van de afzwakking van de structurele sanering
van onze overheidsfinanciën. Eenvoudiger
gezegd, de optische verbetering van het primaire
overschot komt er ondanks - en niet dankzij - het
lakse begrotingsbeleid van de regering
Verhofstadt I.

De regering trappelt dus met haar
begrotingsbeleid al twee jaar ter plaatse. Zij levert
geen structurele saneringsinspanningen meer,
niettegenstaande een uitzonderlijk hoog groeicijfer
en een uitzonderlijk gunstige economische
context.

Mijnheer de minister, behalve de vaststelling dat u
de structurele sanering van de begroting verzwakt,
wens ik een tweede belangrijke punt van kritiek uit
te diepen. Deze kritiek heeft te maken met de
vaststelling dat met deze begroting en vooral met
de meerjarige programmatie die erin vervat ligt, de
belastinghervorming, behalve een aantal groene
accenten, in feite geen echte hervorming is. In
plaats van accenten zou ik dan nog liever spreken
van groene vlekjes. Mijnheer de minister, u moet
niet bang zijn. De groenen zijn er immers niet.

De voorzitter: Wenst u te onderbreken, mijnheer
Ansoms?
01.02 Jos Ansoms (CVP): Ik wens alleen maar
op te merken dat alleen de kaft rond het
begrotingsdocument groen is.
01.03 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, het kaft rond de begroting is weliswaar
donkergroen, maar het verslag is ondertussen
bleekgroen geworden. Dit is een beetje hetzelfde
verhaal als bij de belastinghervorming waarvan we
vaststellen dat ze eigenlijk in gevaar is. Met de
federale beleidsverklaring van 17 oktober werd
een nieuw, aangepast regeerakkoord voorgesteld.
De eerste minister heeft dit zelf onderstreept. Het
gaat in feite om een voortijdige stembusafspraak
voor de volgende Parlementsverkiezingen. Na de
zomerse lawine -
een fenomeen dat in de
Belgische politiek geenszins tegenstrijdig is - van
grote beloften die in de aanloop van 8 oktober
werden gedaan moest een poging worden
ondernomen om op budgettair vlak orde op zaken
te stellen. Bovendien moest de vrede in het
heterogene gezelschap van de meerderheid
worden hersteld. Om die reden moest een
perspectief over de tijdslimiet van deze
regeerperiode worden gecreëerd.

Reeds bij de bespreking van de beleidsverklaring
hebben we vastgesteld dat bij het terugbrengen
van de budgettaire grootspraak tot iets wat binnen
de normen van het stabiliteitsprogramma zou
kunnen passen, de belastinghervorming een van
de zaken was die de meeste averij hebben
opgelopen. Toen reeds werd duidelijk dat ze tot
een loutere belastingverlaging werd gereduceerd.
Bovendien bleek dat deze regering, deze minister
van Financiën en uitgerekend deze fracties en
partijen, die deze zomer het meest en het luidst
hebben gesproken over een snelle en drastische
belastingverlaging, te licht wogen wanneer het er
tijdens de behandeling door de regering op
aankwam een beslissing te nemen. Ik zal de heer
Coveliers niet herinneren aan de leugenachtige
belofte dat iedereen in 2003 tien procent minder
aan belastingen betaalt. De belastingverlaging en
­hervorming, voor zover van dit laatste sprake is,
werden ver vooruitgeschoven. Aan het einde van
de regeerperiode, in het voorjaar 2003, zullen de
mensen van dit land merken dat in het allerbeste
geval maar een vierde of een vijfde van de
beloofde verlaging met 134 miljard is uitgevoerd.
Dit bedrag zal overigens nauwelijks volstaan om
de stijging van de fiscale druk die ondertussen zal
hebben plaatsgehad, teniet te doen.

Ik maak geen oefening voor de toekomst, maar
wat de fiscale druk betreft moeten de cijfers van
de algemene toelichting worden geciteerd. Hieruit
blijkt dat de fiscale druk tussen 1999 en 2000 is
gestegen. De fiscale ontvangsten bedroegen
volgens van de algemene toelichting bij de
begrotingscontrole 2000 in 1999 2.697,6 miljard
voor een BBP van 9.405,6 miljard. Dit betekent
dat het aandeel van de fiscale ontvangsten 28,8%
van het BBP was. In 2000 zullen de fiscale
ontvangsten volgens de algemene toelichting bij
de begroting 2001 2861,4 miljard bedragen
tegenover een BBP van 9909,2 miljard. Dit zijn
dus cijfers van de minister zelf.

Als u dat omzet, bedraagt het aandeel aan fiscale
ontvangsten 28,88%van het BNP. Dat betekent
dus dat het aandeel van het nationaal inkomen dat
gaat naar fiscaliteit van 1999 naar 2000 - eind
2000 zullen we op iets meer dan een derde van de
legislatuur zitten
-
gestegen is met 0,2 BNP-
punten of ongeveer 20 miljard. Dat betekent dat
de passus uit het regeerakkoord die spreekt over
een gestage daling van de fiscale en parafiscale
druk - niet van het saldo - geen bewaarheid zal
19/12/2000
CRIV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
worden. De inwoners van dit land zullen daar met
leedwezen kennis van nemen.

Ondertussen hebben wij ook uw
begrotingsdocumenten nagetrokken en hebben wij
nagekeken wat uw beloften over
belastingverlaging waard zijn. Wij hebben het
soortelijk gewicht, afgewogen tegen wat u aan
extra uitgaven wil spenderen en rekening houdend
met de budgettaire marges die de regering
beweert te hebben, berekend. Wij hebben
vastgesteld dat de budgettaire marges, berekend
volgens uw ramingen - vanmorgen in een dialoog
met de heer Viseur hebt u een en ander
rechtgezet en die marges duidelijk gedefinieerd -
niet volstaan om alle plannen waartoe
ondertussen effectief is beslist uit te voeren. Wij
beperken ons dan nog tot het strikte minimum wat
dat betreft. Daardoor dreigt nu een jammerlijk
tweede uitstel of een afzwakking van de
belastinghervorming, die in werkelijkheid slechts
een belastingverlaging is.

Mijnheer de minister, laten we als voorbeeld de
jaren 2002 en 2003 eens nemen. Ik kan u telkens
de bronvermelding geven. Ik beperk mij tot het
essentiële en ik heb het niet over
bediscussieerbare uitgavenramingen. Als de
regering haar beloften wil nakomen, heeft zij in
2002 10 miljard nodig voor de
belastinghervorming, 8,7 miljard voor de plannen
van minister Onkelinx, 9 miljard voor de
armoedebestrijding en de sociale correcties, 2
miljard voor de bijkomende middelen, mijnheer
Ansoms, voor de NMBS, 8 miljard voor de
herfinanciering van de gemeenschappen en zo'n
24,8 miljard voor de tweede fase van de
loonkostenverlaging. Die tweede fase is vorige
week toegezegd, op het ogenblik dat de regering
heeft beslist de maatregelen van de sociale
partners in het kader van het interprofessioneel
akkoord uit te voeren.

Dit zijn slechts de minimale bijkomende uitgaven,
ik heb het niet eens over een vrij essentieel punt,
met name de groei van de
ontwikkelingssamenwerking. De minister van
Begroting heeft in de commissievergadering
erkend dat de uitgaven die ik hier heb opgesomd
op de budgettaire marges zullen worden
aangetekend. De som van deze extra uitgaven
voor 2002 bedraagt 62,5 miljard tegenover de
begroting voor 2001.

De regering verklaart zelf op bladzijde 72 van de
algemene toelichting dat zij voor 2002 beschikt
over een marge van 23 miljard frank. Wij vinden
dat niet uit. Dat betekent dat als de regering de
normen voor haar begroting voor 2002 wil
respecteren, zij tussen de 35 en 38 miljard frank
aan middelen moet gaan zoeken om dit te
financieren. Dat is uiteraard een quasi
onmogelijke opdracht, rekening houdend met de
regel van de conjuncturele boni, het
goudhamsterprincipe en andere normen van het
stabiliteitsprogramma.

Er is voor 2002 echter nog een bijkomend
probleem. In het interprofessioneel akkoord wordt
unaniem door alle sociale partners gevraagd om
de maatregel met betrekking tot de verhoging van
het beroepskostenforfait vroeger op volle kracht
uit te voeren en te verrekenen in de
bedrijfsvoorheffing. De regering heeft dat ook
toegezegd. Welnu, die toezegging maakt dat u
voor 2002 voor deze ene maatregel het volledige
bedrag van 10 miljard frank, dat in uw
meerjarenplanning inzake belastinghervorming
was voorzien, nodig hebt. De verhoging van het
beroepskostenforfait van 20% tot 25% kost
ongeveer 10 miljard frank. Dat wordt niet betwist
en het staat trouwens in uw eigen documenten.
Als u de sociale partners vorige week gezegd hebt
dat u dit element uit het interprofessioneel akkoord
gaat uitvoeren, dan betekent dat a contrario en
voor zover u binnen uw meerjarenplanning blijft -
wat al moeilijk zal zijn met het oog op alle andere
beloften die quasi onmogelijk binnen de door u
vooropgestelde budgettaire marge passen - dat de
10 miljard frank voor de belastinghervorming
opgesoupeerd is. Er blijft dus niets over voor
andere maatregelen. Tussen haakjes, wat de
impact van het interprofessioneel akkoord betreft,
ben ik bij de opsomming van de kostprijs van een
aantal maatregelen en bij het beoordelen van de
begroting voor 2001 in het bijzonder nog zeer
braaf geweest aangezien ik u geen vragen stel
over het inpassen van de ongeveer 8,7 miljard
frank die gevraagd wordt voor het stelsel van
jaarlijkse vakantie, over de financiering van de
120% aftrek in het kader van de invoering van
bedrijfsvervoerplannen en een aantal andere
maatregelen.

Er stelt zich natuurlijk een probleem op het vlak
van de belastinghervorming. Toen wij u en de
eerste minister op 19 oktober vanop deze tribune
uitdrukkelijk en concreet gevraagd hebben wat de
timing was voor het in werking treden van de drie
of vier verschillende pakketten, hebt u toegezegd
dat het geleidelijk in werking treden van het plan
tot hervorming - de groenen noemen het een
hervorming terwijl het in feite gaat om een
verlaging van de belastingen - zo moest worden
begrepen dat alle assen geleidelijk, jaar per jaar
en proportioneel aan bod zouden komen. Alle
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
maatregelen zouden dus geleidelijk tot
belastingverlagende effecten leiden. Collega's, het
is duidelijk dat, als effectief 10 miljard frank
gespendeerd zou worden aan het verhogen van
het beroepskostenforfait van 20% tot 25%, wat
vorige week door de regering werd toegezegd als
reactie op het interprofessioneel akkoord, het
uiteraard groot nieuws zou zijn als u dat straks zou
logenstraffen en zou zeggen dat u die maatregel
uit het IPA niet zult overnemen. Ik probeer
zindelijk en rationeel te denken en te kijken naar
wat de regering besluit. Ik heb vastgesteld dat
men vorige week zei dat men enkele werkgroepen
zou oprichten maar dat men het akkoord wel zou
honoreren.

Dit betekent dat, als enerzijds, slechts in 10
miljard frank in de meerjarenplanning voor de
belastinghervorming werd voorzien en anderzijds,
het beroepskostenforfait wordt toegezegd, de
andere onderdelen van de belastinghervorming
inzake het tijdstip van inwerkingtreding zullen
worden verdrukt. Wij, als christen-democraten,
weten wie dan zal sneuvelen, wie dan zal bloeden.
Als putje bij paaltje komt, als de maatregelen
moeten worden gekozen waarvoor nog kruimels
resten om het belastinghervormingsplan vanaf
2002 in werking te laten treden, naast de
verhoging van het beroepskostenforfait, leert de
ervaring ons dat de gezinnen, de gehuwden, het
gelag zullen moeten betalen. Het is duidelijk dat,
inzake het wegwerken van de fiscale
discriminaties tussen samenlevingsvormen, het
samenlevingsvormneutraal maken van ons stelsel
van personenbelasting, de inwerkingtreding van
de aangekondigde maatregelen op de helling
staat, tenzij het andere verhaal inzake het
beroepskostenforfait, dat vorige week ten
onrechte door de eerste minister en andere
ministers werd verklaard, niet zou worden
uitgevoerd. Men kan in elk geval de twee beloftes,
één: inzake de globale budgettaire marge en twee:
inzake het specifieke bedrag van 10 miljard frank
voor de belastinghervorming voor het jaar 2002,
niet samen uitvoeren.

In 2003 raamt deze regering - cijfers uit uw
algemene toelichting bij de begroting 2001 - 35
miljard frank voor de belastinghervorming nodig te
hebben. Herinner u het meerjarenplan dat hier
werd toegelicht: 16 miljard frank voor de plannen
van minister Onkelinx. Het gaat inderdaad om vrij
dure plannen: 300 miljoen, 8,9
miljard frank,
15,949 miljard frank - bijna 16 miljard frank in
2003. 9 miljard frank wordt uitgetrokken voor de
armoedebestrijding en de sociale correcties; 3
miljard frank voor de bijkomende middelen van de
NMBS; 14 miljard voor de herfinanciering van de
gemeenschappen; 32,4 miljard frank voor de
tweede fase van de loonkostenverlaging. Dit
betekent alles samen dat er ongeveer 105 miljard
frank nodig is om de reeds besliste meeruitgaven
en minderinkomsten te financieren, tegenover 105
miljard frank meer in de begroting 2001. Volgens
uw algemene toelichting bedraagt de marge in
2003 slechts 64 miljard frank. Er moest al een
eerste oefening worden gemaakt bij het opmaken
van de beleidsverklaring, maar om deze
veelsoortige beslissingen en beloftes waar te
kunnen maken, zal de regering 41 miljard frank uit
haar hoed moeten toveren.

De conclusie is duidelijk. De budgettaire marges,
die de regering zelf opgeeft in haar
begrotingsdocumenten, zijn onvoldoende om alle
aangekondigde en besliste meeruitgaven en
minderontvangsten te financieren. De regering
zou dit uiteraard kunnen oplossen door haar
uitgaven met hogere ontvangsten uit een hogere
economische groei te financieren. Men moet
echter rekening houden met het
goudhamsterprincipe, met de regel van de
conjuncturele boni, met de norm van het
stabiliteitsplan. Daarop kan men dus niet rekenen.
Bovendien is het op dit moment allesbehalve
duidelijk of de economische groei ook de
komende jaren sterk genoeg zal blijven. De
toevlucht tot een financiering via de hogere
ontvangsten ten gevolge van de hogere
economische groei zou ons in elk geval terug bij
het eerste onderdeel van ons verhaal brengen,
met name dat de budgettaire sanering, de
structurele sanering van onze begroting nog
sterker op de helling zou worden geplaatst.
Collega's, de recente geschiedenis van deze
bonte coalitie toont aan dat, wanneer keuzes
moeten worden maken, de belastingbeloften niet
het sterkst wegen, integendeel.

Het is helemaal niet overdreven, het is zelfs
aangewezen om vandaag samen met u vast te
stellen dat de aangekondigde
belastingshervorming, die in feite een verlaging
zou moeten zijn, tot op heden met steeds meer
vraagtekens omringd wordt. Onder meer de
gezinnen en de gehuwden zullen dit met zeer veel
verbittering aanschouwen. Die gehuwden die nu
reeds voor het tweede jaar na elkaar moeten
vaststellen dat de bescheiden inspanning die in
1999 werd geleverd met de verhoging van een
belastingsvrij minimum ten belope van duizend
frank per persoon, haaks staat op uw verklaringen
met betrekking tot de samenlevingsvorm en het
neutraal maken van onze fiscaliteit. Die aanzet die
in 1999 werd gegeven en die te bescheiden was
maar dan toch budgettair orthodox, werd niet
19/12/2000
CRIV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
voortgezet. De inspanning om deze discriminaties
weg te werken, werd voor het tweede jaar na
elkaar stopgezet. Gehuwden hebben uiteraard
inmiddels de huwelijksonvriendelijke wijze waarop
u de afbouw van de aanvullende crisisbijdrage
organiseerde, in hun geheugen gegrift. Dit
betekent op dit moment in feite een nieuwe
discriminatie.

Mijnheer de voorzitter, dames, heren, collega's,
samen met wat ik zou noemen de objectieve
waarnemers, meer bepaald de internationale
instellingen die ook vaak door de regering
weliswaar selectief maar dan toch worden
geciteerd, stel ik vast dat de structurele sanering
van onze overheidsfinanciën verzwakt en bewust
wordt verzwakt door het begrotingsbeleid van
deze regering. Daarnaast - dat is de tweede kritiek
en belangrijke conclusie uit dit begrotingsdebat -
plaatst de regering zelf, door een gebrek aan
cohesie om keuzes te maken, onder meer op het
vlak van de meeruitgaven, maximaal twee
maanden na de lancering van het plan Reynders
reeds zeer uitdrukkelijk vraagtekens bij haar
beloften in verband met een belastingverlaging en
vooral een wegwerking van de discriminaties ten
aanzien van de gehuwden en de gezinnen.
01.04 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, ik zal een totaal andere toespraak
houden dan mijn voorganger.

Tijdens de bespreking van de begroting van de
diensten van de eerste minister op 28 november
in de bevoegde commissie had ik reeds de
gelegenheid om over een niet onbelangrijk punt
het woord te nemen, meer bepaald over de
financiering van het Centrum voor Gelijkheid van
Kansen en Racismebestrijding, kortweg het
Centrum Leman genoemd. Ik betreur trouwens
dat de eerste minister hier niet aanwezig is. Wat is
er nu belangrijker dan de bespreking van zijn
eigen begroting?

In de commissie wees ik erop, hierin trouwens
bijgetreden door commissievoorzitter Paul Tant,
dat het voor de Parlementsleden moeilijk wordt
om het budget van het Centrum Leman te
controleren als dit niet meer voorkomt in de
gewone begroting maar voortaan gefinancierd
wordt bij middel van voorafneming op de
winstverdeling van de Nationale Loterij. Van de
eerste minister kregen wij wel een bijlage met een
schema van de inkomsten en uitgaven van het
Centrum Leman waarop wij later nog zullen
terugkomen. Dit belet echter niet dat het hoogst
merkwaardig blijft om dit Centrum uit de gewone
begroting te lichten. Volgens de eerste minister
gebeurt dit om het Centrum Leman, en ik citeer:
"Een maximale autonomie te verlenen".

Als Parlementslid en democraat voel ik hier
nattigheid, mijnheer de voorzitter. Het lijkt er
immers sterk op dat het Belgische regime het
centrum-Leman vrij spel wil geven in de strijd
tegen een politieke concurrent, met name het
Vlaams Blok. Het wordt steeds duidelijker dat die
strijd tegen het Vlaams Blok de hoofdtaak is
geworden van het centrum-Leman dat trouwens
kort na de grote verkiezingsoverwinning van het
Vlaams Blok op 24 november 1991 werd
opgericht.

Het stuit mij tegen de borst, mijnheer de voorzitter,
dat de eerste minister in de commissie tijdens de
bespreking van zijn begroting met geen woord
heeft gerept over de grote uitbreiding van de
bevoegdheden van het centrum-Leman. Deze
beslissing werd genomen op de Ministerraad van
6 december 2000. Het centrum-Leman wordt
uitgebouwd tot een soort van spionage- en
repressiedienst naar het voorbeeld van de KGB of
de Gestapo. Als het nieuwe wetsontwerp-Onkelinx
wordt goedgekeurd, wordt dat immers de realiteit.

Uit de bijlagen bij de begroting blijkt dat het budget
van het centrum-Leman wordt opgetrokken van
82 miljoen Belgische frank naar 100,7 miljoen
frank. Ook dit cijfer is misleidend want mevrouw
Onkelinx vertelde al aan de pers - niet aan de
volksvertegenwoordiging - dat het budget van het
centrum-Leman zal worden verdubbeld evenals
het aantal personeelsleden om de nieuwe taken
aan te kunnen.

De bedoeling van wat ik het Gestapo-ontwerp van
Onkelinx noem, is op een zeer repressieve manier
komaf te maken met alle vormen van vermeende
discriminatie en racisme. Elke persoon moet
ongeacht zijn afkomst, de voorwaarden van zijn
geboorte, zijn eventuele ziekten of handicaps, zijn
burgerlijke staat, zijn seksuele geaardheid of zijn
geloof of filosofische overtuiging recht hebben op
een gelijkheid van kansen in alle omstandigheden.
Bovendien worden een aantal straffen verdubbeld
wanneer de misdaden ingegeven zijn door
vermeend racisme. Het centrum-Leman krijgt
bovendien alle middelen om beschuldigden van
vermeende discriminatie of racisme gerechtelijk te
doen vervolgen, met inbegrip van de
tenlasteneming van de slachtoffers van vormen
van zogenaamde discriminatie.

Mijnheer Coveliers, het moet u als jurist
ongetwijfeld interesseren dat in een aantal
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
gevallen de bewijslast zelfs wordt omgekeerd. Een
beschuldigde van zogenaamd racisme moet zelf
kunnen bewijzen dat hij niet discrimineert of dat hij
niet racistisch is. Met alle respect, mijnheer de
voorzitter, maar dit ruikt naar de middeleeuwse
inquisitie. Dit Gestapo-ontwerp bouwt het
centrum-Leman uit tot een dictatoriaal
repressieapparaat gericht tegen de persvrijheid en
de vrijheid van meningsuiting die ik als gewezen
journalist hoog in mijn vaandel schrijf. Een
repressieapparaat dat de dictatuur van de political
correctness er met de voorhamer wil inrammen
waarbij de samenleving dreigt te worden ontwricht
door georganiseerde haat en wantrouwen te
institutionaliseren. Iedereen zal iedereen kunnen
aanklagen. Het gaat zo ver, mijnheer de voorzitter,
dat men zelfs geen hollandermop meer zal mogen
vertellen. Ik wil in dit verband de heer Van Peel
waarschuwen. Hij zei ooit dat hij nog liever met
twee Marokkanen op een eiland zou zitten dan
met twee Hollanders.

Gaat pater Leman nu ook processen voeren tegen
de katholieke Kerk - waarvan hij een bedienaar
is - wegens discriminatie van de vrouwen? Zullen
de loges worden aangeklaagd omdat zij niet
iedereen toelaten in hun geheime werkplaatsen?
Zal de verkiezing van miss België voortaan
openstaan voor vrouwen van elke leeftijd, inclusief
gehandicapten om te vermijden dat de inrichters
een proces aan hun been krijgen wegens
discriminatie?

Om het met de woorden van Jef Elbers te zeggen:
stel u voor dat een bejaarde man klacht neerlegt
omdat hij omwille van zijn uiterlijk en zijn leeftijd
naast een job grijpt als nachtclubdanseres. Het
zijn maar enkele vragen, mijnheer Coveliers.

Mijnheer de voorzitter, dit is de waanzin voorbij. Ik
doe een beroep op u - ik bedoel dan de heer De
Croo - en op uw liberale vrienden die de vrijheid
en de vrije meningsuiting als het hoogste goed
beschouwen, om de regering dit Gestapo-ontwerp
uit het hoofd te praten. Om het nogmaals met de
woorden van Mark Grammens te zeggen, ik
citeer: "Er ontwikkelt zich een nieuwe, links-
libertaire intolerantie die als middel de wetgeving
hanteert en derhalve zeer snel aan het uitmonden
is in een totalitaire samenleving, waar de
gedachtepolitie de plak zwaait. In het kader van dit
nieuwe totalitarisme worden taboes ingevoerd en
geldt als staatsideologie de intolerantie van het
politiek correcte denken". Einde citaat. Dit,
collega's, is een uiterst gevaarlijke evolutie. Ik
roep dan ook alle intellectuelen in dit land op, van
welke stroming ook, om zich hiertegen met alle
kracht te verzetten. In geen enkele samenleving
ter wereld zijn alle burgers volstrekt gelijk. Geen
enkele samenleving is vrij van kleinere vormen
van xenofobie. Dit is de natuur van de mensen.
Dat toch bij wet willen opleggen en daarvoor een
repressieapparaat uitrusten in de vorm van het
centrum Leman, is pure geïnstitutionaliseerde
intimidatie.

Er is een lichtpuntje. Gelukkig zijn er nog rechters
met gezond verstand, waardoor het mogelijk werd
dat de zanger Jef Elbers werd vrijgesproken van
de beschuldiging van het zingen van een
vermeend racistisch liedje. Dat gegeven maakt
ons hoopvol dat ook het proces, dat het centrum-
Leman en de Liga voor de Rechten van de Mens
thans voeren tegen drie VZW's van het Vlaams
Blok, tot een vrijspraak zal leiden.

Mijnheer de voorzitter, ik besluit. Ik heb een
amendement ingediend om het centrum-Leman
opnieuw op te nemen in de normale begroting,
met nog een laatste toelage van vijftig miljoen
frank, in afwachting van de afschaffing van dit, wat
ik noem, postmoderne inquisitieapparaat. Ik roep
alle democraten in dit halfrond op om dit
amendement te steunen en om het Gestapo-
ontwerp van mevrouw Onkelinx naar de
papiermand te verwijzen.
01.05 Jacques Chabot (PS): Monsieur le
président, chers collègues, d'autres avant moi l'ont
déjà dit, cette année 2000 porte beaucoup
d'espoirs... Le budget affiche cette fois un solde
positif ce qui n'était plus arrivé depuis un demi-
siècle. Cela mérite donc d'être tout
particulièrement souligné. A ce propos, je tiens à
féliciter l'actuel gouvernement mais aussi les
gouvernements précédents pour leur rigueur
budgétaire. Nous avons en tant qu'élus de la
nation, le devoir de constater que les efforts
continus et soutenus des citoyens sans oublier les
entreprises, ont porté leurs fruits. Les prévisions
budgétaires étant favorables, le groupe socialiste
soutiendra ce budget ambitieux, tout en restant
prudent et réaliste.

Par ailleurs, notre groupe encourage notre
ministre des finances qui veut réduire la pression
fiscale. Celle-ci pèse en effet lourdement sur les
revenus du travail, ce qui explique en partie notre
faible niveau d'emploi. Des actions bien pesées et
bien ciblées nous permettront ainsi d'appliquer
l'accord de gouvernement. Nous sommes heureux
que la majorité arc-en-ciel parviennent à une
neutralité fiscale vis-à-vis des choix de vie, un
thème qui nous tient particulièrement à coeur.
Notre groupe est fier de participer à la décision
d'une part d'améliorer la prise en compte des
19/12/2000
CRIV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
enfants sur le plan fiscal et d'autre part
d'augmenter le montant de la déduction des
charges professionnelles forfaitaires.

Le gouvernement a mis l'accent sur la lutte contre
la fraude fiscale. Il est vrai que M. Delporte,
administrateur général adjoint, a été le précurseur
en cette matière au sein du département et nous
l'encourageons à poursuivre dans cette voie.

Toutefois, le fait que le gouvernement charge un
commissaire d'élaborer un plan d'action de lutte
contre la grande fraude est un geste fort mais
nous demandons à M. Zenner de ne pas négliger
l'aspect de simplification des procédures fiscales
et de veiller à ce que la lutte contre la grande
fraude soit suivie d'effets.

En ce qui concerne la modernisation du ministère
des Finances, nous attirons l'attention du ministre
des Finances sur les quelques points suivants.

-
Le département des Finances connaît
actuellement plusieurs réformes dont celle de la
restructuration. Des mesures sont-elles prises
pour que la réforme Copernic tienne compte de la
spécificité des Finances?

- La presse vient de se faire l'écho, ces derniers
temps, des montants exorbitants en matière de
recouvrement, ce qui donne aux citoyens une très
mauvaise image des Finances et il est injuste que
certains impôts soient recouvrés alors que
d'autres ne le sont pas. Des études ont-elles été
menées afin d'évaluer les montants qui pourront
effectivement être récupérés? Des mesures ont-
elles déjà été prises à ce sujet?

- Chacun reconnaît que, dans le département des
Finances, la formation est excellente. Cette
formation est dispensée aux nouveaux recrutés et
aux agents qui préparent des examens.
Cependant, la formation dite permanente ou
continuée semble assez limitée. Quels sont les
projets en cette matière?

Beaucoup craignent que la révolution informatique
que vous annoncez soit rendue obsolète par le
manque de moyens au niveau de la formation. En
effet, à quoi bon offrir des Rolls en informatique à
des personnes qui n'auraient pas le permis de
conduire.

- Il est question d'une régionalisation de certains
impôts. Le département des Finances est-il prêt
pour réaliser ces transferts?
01.06 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, geachte collega's, op dit
onmenselijk late uur spreken we waarschijnlijk
voor de Annalen, maar we gaan toch nog een
poging doen om er iets van te maken. Bij het
opstellen van mijn uiteenzetting heb ik als jong
Parlementslid een wederkerend fenomeen
vastgesteld. We naderen binnenkort de
kerstperiode en bijgevolg wordt er vanuit de
regering nogal wat druk uitgeoefend om op een
drafje nog allerhande programmawetten en
begrotingen door dit Parlement te jagen. Dit
beperkt zich niet alleen tot de kerstperiode. Ik stel
vast dat dit gedrag steeds in de aanloop van
vakantieperioden tot uiting komt. Zij die dachten
dat met deze huidige paarsgroene regering voor
een trendbreuk zou worden gezorgd, hebben het
mis.

Zo moeten we toch vaststellen dat de begrotingen
en de beleidsnota's te laat worden ingediend en
dat de bespreking van de begroting in de
commissies vertraging oploopt door de
afwezigheid, of beter, door het totale gebrek aan
interesse van heel wat leden van de
meerderheidspartijen, met nachtwerk tot gevolg.
Zo hebben we vorige week in dit halfrond de
bespreking en de stemming van de
programmawet - gezien de bonte verzameling aan
wetten kan men beter van de vuilnisbakwet
spreken - afgewerkt. Het was een programmawet
waarvan heel wat onderdelen via verschillende
allocaties gekoppeld zijn aan de begroting van
2001. Deze begroting maakt pas vandaag deel uit
van de plenaire bespreking en dit blijft zo voor de
komende dagen.

De begroting van 2001 en het daaraan
gekoppelde beleid voor de komende jaren wordt
door de regering - zoals bij de begroting van 2000
trouwens
- vanwege het begrotingsoverschot
historisch genoemd. Deze historische begroting is
het gevolg van de volgehouden inspanning die de
burgers de afgelopen jaren hebben opgebracht
om de overheidsfinanciën te saneren. Ze hebben
voornamelijk een groot deel van hun bruto-
inkomsten via fiscale en parafiscale belastingen
zien wegvloeien. Ook het afgelopen jaar heeft de
bevolking haar duit in het zakje gedaan. Denken
we maar aan de meeropbrengsten van ettelijke
miljarden via de BTW die werden geïnd als gevolg
van de sterk gestegen benzine- en
stookolieprijzen. Zo bedraagt het verschil tussen
de raming van 2000 en de vermoedelijke
ontvangsten voor 2000 voor de minerale oliën een
slordige zes miljard frank. Dit zijn
meeropbrengsten die de regering minstens met
een jaar vertraging laat terugvloeien naar de
gezinnen. Op zo'n manier is het natuurlijk
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
gemakkelijk om voor sinterklaas of voor kerstman
te spelen.

De opmaak van de historische begroting verliep
tevens als een demagogisch opbod. We
herinneren ons nog allemaal de heroïsche strijd
om de centen. Het totale pakket van nieuwe
beloften benaderde de 400 miljard frank. De
minister van Financiën wou het grootste pakket
voor zijn belastinghervormingen. Dit is echt niet
zonder politieke schermutselingen gebeurd. De
liberalen eisten een lineaire verlaging, dus in
procenten, de socialisten eisten centen. De
groene minister van Mobiliteit, Isabelle Durant,
vocht voor haar mobiliteitsplan en sommige
andere ministers zaten er wat verweesd bij. De
minister van Sociale Zaken, Frank
Vandenbroucke, had van bij aanvang zijn slag
zonder blikken of blozen thuisgehaald, met name
47 miljard frank extra voor de sociale zekerheid.

U herinnert zich ongetwijfeld nog de zure
opmerkingen van Marc Verwilghen omdat zijn
departement van Justitie niet echt in de prijzen
was gevallen, evenals Jaak Gabriels, die als
minister van Middenstand wat verweesd
achterbleef en moest vaststellen dat de beloofde
tien miljard frank, geld om de discriminatie van het
sociaal statuut van de middenstand weg te
werken, gedecimeerd werd tot nagenoeg 900
miljoen frank. In de begroting van 2001 stellen we
toch ook en aantal slordigheden vast. Zo worden
op de begroting van de eerste minister
verschillende kredieten pro memorie vermeld.
Meer in het bijzonder de allocaties die te maken
hebben met de uitgaven voor het Centrum voor
gelijkheid van kansen en racismebestrijding, in de
omgangstaal het centrum van de nare pater
genoemd, en het Europees Centrum voor
vermiste en seksueel uitgebuite kinderen.

Deze twee instellingen worden voortaan betaald
via de winstverdeling van de Nationale Loterij, dus
met de opbrengst van kansspelen. Merkwaardig is
evenwel dat de omvang van dit krediet momenteel
niet is gekend omdat de winstverdeling pas in
februari 2001 zal worden vastgelegd. Dat moesten
wij vernemen via het kabinet van de minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en -
participaties.

Bijgevolg wordt een begroting goedgekeurd met
een blanco cheque voor een aantal instellingen
die vanaf heden volledig buiten de controle van
het Parlement vallen. Sterker nog, de regering
maakt van de gelegenheid gebruik om de
bevoegdheden van het Centrum Leman verder uit
te breiden, inclusief de werkmiddelen en het
aantal medewerkers. Zoals de directeur van het
centrum het zelf zei, en ik citeer: "Het was een laat
sinterklaasgeschenk, maar ik ben er niet minder
blij om".

Ook de koninklijke familie krijgt er ons inziens een
mooie kerstgeschenk bovenop. Vanwege de
indexaanpassing, wat, met enige ironie, evenveel
betekent als een aanpassing aan de evolutie van
de ambtenarenwedden - ik wist overigens niet dat
het koningshuis in verband kon worden gebracht
met ambtenaren - worden de dotaties van de
koninklijke familie verhoogd met 18,6 miljoen
frank. Een niet onaardig geschenk als u het mij
vraagt. Voor ons, republikeinen, mag het
koningshuis niet op veel steun rekenen, maar dat
is geen nieuws. Maar dat de koninklijke familie
naast de zeer ruime dotatie van 400 miljoen
Belgische frank - om nog maar te zwijgen over
allerhande mogelijke familie-inkomsten uit
beleggingen, vastgoed en aandelen - ook nog
langs de kassa moet passeren voor een
indexaanpassing, is onaanvaardbaar. Als
vertegenwoordigers van het Vlaamse volk wijzen
wij deze grijpgraagheid af.

Niettegenstaande de historische begroting blijven
tal van onzekerheden bestaan. In dat verband
denk ik bijvoorbeeld aan de financiering van het
Zilverfonds en aan de raming van de opbrengst
van de verkoop van de licenties van de derde
generatie mobiele communicatienetwerken, de
zogenaamde UMTS-licenties. Dit zijn opbrengsten
waarover trouwens heel wat scepticisme bestaat,
ook bij de minister van Begroting, gelet op de
recente ontwikkelingen in de ons omringende
landen waar de verkoop van licenties wijzen op
een systematische overschatting van de
inkomsten - op een paar landen na want die
waren er als eerste bij - en bijgevolg evenmin
tientallen miljarden opbrachten of waar de veiling
zelfs werd uitgesteld of geschrapt zoals in
Zwitserland.

Precies omwille van deze onzekerheid werd
hiermee in de begroting voor 2001 geen rekening
gehouden, wat op zich niet verkeerd is, maar
waardoor de discussie ontegensprekelijk wordt
verschoven naar de begrotingscontrole van het
voorjaar in 2001.

Inmiddels schuift de termijn met betrekking tot de
veiling van de licenties steeds op; momenteel is
deze bepaald voor maart 2001. Minister Daems
blijft vasthouden aan een opbrengst tussen 40 en
60 miljard. Wij kijken halsreikend uit naar de
verdeling van de middelen voor de
informatiemaatschappijen, de mobiliteit, de
19/12/2000
CRIV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
bijzondere investeringen voor de NMBS, de
communicatie naar de burger toe en vooral voor
het Zilverfonds.

De historische begroting gaat nog steeds uit van
uitstekende groeicijfers. Wie echter de
economische analyses van de voorbije maanden
op de voet volgde moet wel vaststellen dat de
groeivertraging die stilaan in verschillende
grafieken van de Westerse industrielanden naar
voren komt, wel eens roet in het eten zou kunnen
strooien, met als gevolg een waarschijnlijke
aanwakkering van de inflatie. De
conjunctuurindicator van de Nationale Bank geeft
bijvoorbeeld aan dat de buitenlandse vraag een
verzwakking vertoont, dat de
investeringsaanvragen een duidelijke inzinking
kennen en dat de consumptievraag nagenoeg
futloos is.

Ik kom thans tot de plannen inzake de
belastinghervorming. Deze hervorming geeft de
indruk dat iedereen erbij wint, dat iedereen minder
belastingen zal betalen.

Dit moet sterk worden genuanceerd. Het
percentage winnaars kan nooit 100% bedragen.
Er zal altijd een aantal mensen evenveel of zelfs
nog meer moeten betalen. Dit heeft de
belastinghervorming die tussen 1988 en 1994
werd uitgevoerd, ook aangetoond.

Ook binnen dezelfde inkomensgroep is een
zekere variatie mogelijk vanwege de complexiteit
van het belastingstelsel, waarbij tal van uitgaven,
aftrekken en gezinskarakteristieken een rol
spelen. Die elementen samen maken de effecten
van de hervorming ondoorzichtig.

Uw initiatieven om eindelijk werk te maken van het
wegwerken van de fiscale discriminatie van
gehuwden ten opzichte van ongehuwd
samenwonenden, verheugen ons. Gezinnen met
kinderen vormen de basis van de generaties die
morgen de samenleving zullen dragen en
bijgevolg mogen gezinnen nooit worden
benadeeld vanwege het feit dat ze kinderen
hebben. 38 jaar na de invoering van de
huwelijkstaks wordt het eindelijk tijd dat deze
ontoelaatbare en onrechtvaardige discriminatie
wordt weggewerkt. Hopelijk duurt het opnieuw
geen 5, 10 of 15 jaar om de fiscale discriminatie
van gehuwden weg te werken. Deze discriminatie
is een zodanige onrechtvaardigheid dat het nog
langer in stand houden ervan gewoonweg niet te
rechtvaardigheden is.

Naast de invoering van allerlei maatregelen voor
het fiscaal aftrekbaar maken van de kinderopvang
moet er ons inziens ook werk worden gemaakt
van de invoering van het opvoederloon voor de
thuiswerkende ouder, waardoor die de
mogelijkheid krijgt om uit de arbeidsmarkt te
stappen om voor de opvoeding van de kinderen te
zorgen. Het thema opvoederloon blijft blijkbaar
nog steeds dode letter.

Wat de arbeidsvriendelijkheid van de
belastinghervorming betreft, zou het tot de grote
krachtlijnen van een belastinghervorming moeten
behoren om voor de categorie van de lage
inkomens een belangrijke inspanning te leveren.
Het invoeren van een belastingkrediet is op het
eerste gezicht een lovenswaardig initiatief,
waarmee de regering probeert twee vliegen in een
klap te slaan, met name de bevordering van de
werkgelegenheid en de bestrijding van de
armoede. Aan de uitkering van dit belastingkrediet
aan de rechthebbenden zijn echter enkele nadelen
verbonden. Zo word het belastingkrediet pas
uitgekeerd na de afrekening van de aanslag. In de
praktijk is dit minstens één jaar na de vaststelling
van het feit dat de rechthebbende een
onvoldoende beroepsinkomen heeft. Het komt er
dus in feite op neer dat het belastingkrediet niet
wordt uitgekeerd op het moment dat de
rechthebbende het nodig heeft. Zijn toestand kan
na een jaar gewijzigd zijn, waardoor de uitkering
helemaal niet meer nodig is. Ook de
administratieve afhandeling van deze dossiers lijkt
me ingewikkeld te zijn, te meer daar de
maatregelen van het belastingkrediet over
verschillende tariefschalen lopen. Men heeft bij de
invoering van het belastingkrediet niet echt
rekening gehouden met de administratieve
vereenvoudiging, toch één van de grote
opdrachten van deze regering. Of zal met het
verdwijnen van de staatssecretaris belast met de
administratieve vereenvoudiging, ook het
onderwerp in de onderste schuif verdwijnen?

Dat de hervorming van de belastingadministratie
en de strijd tegen de fiscale fraude een absolute
noodzaak is, is nog duidelijk gebleken tijdens de
hoorzitting met, onder andere, de topambtenaren
van de administratie van de belastingen in het
kader van de besprekingen van uw beleidsnota.
Deze hervorming heeft alleen een kans op slagen
indien de samenwerking met het gerecht ook op
een gedegen manier wordt uitgebreid,
desgevallend door het vastleggen van een
protocol tussen het gerecht, de politie en de
fiscale administratie. Wij beschikken sinds
gisteren tekstueel over de inhoud van dat protocol.

Het in dienst nemen van gemotiveerde en
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
talentvolle belastingambtenaren is natuurlijk een
grote uitdaging. Dat is op zich geen nieuws, want
het probleem van het personeelstekort op het
departement Financiën is de afgelopen jaren een
steeds wederkerend probleem, zoals vermeld in
de jaarverslagen van de belastingadministratie
van de voorgaande jaren. Het is hoe dan ook de
vraag of de benodigde jaarlijkse aanwerving van
1.500 tot 1.800 ambtenaren in de komende jaren
haalbaar zal zijn.

Ook de werkdruk bij de administratie
Vennootschapsbelasting neemt dramatische
proporties aan ingevolge het personeelsgebrek in
de controlekantoren, die bovendien door
interimarissen worden geleid. Dat in Brussel en
Charleroi 15% en in Antwerpen 10% van de
vennootschappen geen aangifte doet, is
hallucinant, zeker als men weet dat de
vennootschapsbelasting jaarlijks ongeveer 250
miljard frank opbrengt. Belastingen ontduiken is bij
wet strafbaar, maar geen belastingaangifte
indienen, is totaal onaanvaardbaar en in wezen
zeer onrechtvaardig.

Het aankondigen van een plan voor de fiscale
hervorming is uiteraard toe te juichen, maar er is
een verschil tussen een structurele en een
cosmetische aanpak. Men mag niet vergeten dat
de belastingdruk in ons land de hoogste van
Europa is en 4,7% hoger ligt dan het Europese
gemiddelde. Wij kijken met belangstelling uit naar
het ontwerp van de minister ter zake.

In de beleidsnotie Financiën noch in de
beleidsnota Middenstand wordt er gerept over de
aangekondigde steunmaatregelen voor de
horecasector. Dit verwondert ons geenszins,
gezien de verdeeldheid binnen de regering over
deze materie. Minister Gabriëls heeft in juli te
Koksijde een schot voor de boeg gelost inzake de
BTW-verlaging. Of was dit niet meer dan
verkiezingspropaganda?

Minister Vande Lanotte is niet te spreken over de
volledige aftrekbaarheid van restaurantkosten
voor beroepsdoeleinden. Minister Reynders wacht
nog steeds op het verslag van de Hoge Raad voor
Financiën over de hergroepering van de
aftrekmogelijkheden.

De hele discussie aangaande de verlaging van het
BTW-tarief van 21% naar 6% wordt verschoven
naar juli 2001, het tijdstip waarop minister
Reynders voorzitter wordt van de Europese
vergadering van ministers van Financiën.
Inmiddels wordt er niets gedaan voor de
horecasector en blijft het aantal faillissementen
zeer hoog: meer dan 700 in het jaar 2000. Met
een faillissementspercentage van 1,91% blijft de
horeca de meest kwetsbare sector. In het jaar
2000 lag het faillissementspercentage in deze
sector het hoogst.

Op de vooravond van de 21
ste
eeuw lijken de
magere jaren voorbij. De economie herleeft en
komt tot bloei, de welvaart stijgt, het aantal
bestaansminimumtrekkers en werklozen daalt.
Het voorbije jaar telde Vlaanderen 14% minder
werklozen, maar in Wallonië bedroeg de
vermindering amper 3%.

Het is evenwel niet allemaal rozengeur en
maneschijn. Naast de 250 000 mensen die
moeten rondkomen met een inkomen dat op of
iets boven het bestaansminimum ligt, zijn er bijna
evenveel mensen die op sociaal vlak worden
uitgesloten omdat ze buiten de statistieken vallen.
De bewering dat in de zogenaamde actieve
welvaartsmaatschappij, de belangrijkste pijler van
deze paarsgroene regering, de achterstelling en
de uitsluiting zouden afnemen, stemt niet overeen
met de realiteit. De kloof tussen welvaart en
welzijn groeit. Dit kan worden afgeleid uit de groei
van het aantal mensen met afbetalingsproblemen
en uit de toenemende tweespalt tussen de groep
met en die zonder hospitalisatieverzekering. Ook
voor deze thematiek moet de regering een globaal
programma in het kader van de
armoedebestrijding uitwerken in plaats van
onsamenhangende initiatieven te nemen inzake
tewerkstelling en gezondheidszorg. Ik denk hierbij
aan de verschillende tewerkstellingsmaatregelen
en banenplannen. Het regeerakkoord bevatte
nochtans de belofte om de banenplannen te
harmoniseren ten einde de perverse effecten die
het gevolg zijn van de diversiteit, weg te werken.
Tot op heden is hiervan niets in huis gekomen.

Het nieuwe jaar en de 21
ste
eeuw liggen in het
verschiet. Dit gaat uiteraard gepaard met het
uitdelen van cadeautjes.

Het is duidelijk dat de regering bij haar
begrotingsopmaak een hele geschenkenlijst heeft
opgemaakt. De vraag is wat er van dit
geschenkenlijstje terecht zal komen en wat de
bevolking van dit land hiervan zal merken.

De Vlaams Blok-fractie is ervan overtuigd dat er
iets te veel gekeken is naar de verpakking en niet
naar de inhoud. Wij kunnen bijgevolg deze
begroting niet goedkeuren.
01.07 Didier Reynders, ministre: Monsieur le
président, je vais tenter de répondre à une série
19/12/2000
CRIV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
d'interventions qui concernent plus
particulièrement le département des Finances.

Dans ce cadre, je remercie l'ensemble des
membres qui ont eu l'occasion de participer aux
travaux de la commission des Finances et du
Budget, non seulement en entendant les rapports
des autres commissions mais aussi en participant
aux discussions sur les notes de politique
générale concernant le département lui-même ou
la dette publique. Je ne reviendrai pas sur tous les
points abordés à deux reprises en commission
puis en séance plénière.

A l'occasion de ces commissions, nous avons pu
procéder à un certain nombre d'auditions et je
crois utile que les membres de la commission
puissent débattre directement avec un certain
nombre de membres et de hauts fonctionnaires du
département des Finances.

Sommige leden hebben gesproken over een
historische begroting voor 2001. Dat klopt
misschien. Het is de eerste keer in vijftig jaar dat
er een sluitende begroting wordt voorgelegd. De
vermindering van de schuldratio is ook een goede
zaak. Ik hoop dat in 2003 de schuldratio minder
dan 100% van het BWP bedraagt. De regering
heeft bovendien enkele keuzes gemaakt, onder
meer de vermindering van de lasten op arbeid.

Als antwoord op de vraag van de heer Van
Rompuy vermeld ik de vermindering van de lasten
op arbeid, via de sociale bijdragen, voor de
vennootschappen. Het is dus geen vermindering
van de vennootschapsbelasting, maar een
vermindering via de sociale bijdragen. Voor ons is
dit belangrijk omdat vooral de arbeidsintensieve
ondernemingen hiervan profiteren. Het is perfect
mogelijk om in 2002 een tweede operatie inzake
de vermindering van de sociale bijdragen door te
voeren.

Wat de particulieren betreft, verloopt de
vermindering van de lasten op arbeid via
maatregelen in verband met de
personenbelastingen, bijvoorbeeld de
herindexeringen. In 1999 was er een eerste
maatregel betreffende de herindexeringen, maar
in 2001 zullen er enkele terugbetalingen volgen. Ik
denk hierbij aan de terugbetaling van de
herindexering van het eerste kwartaal. In onze
begrotingen hebben we dus enkele meerkosten
voorzien. Een andere lastenverlagende maatregel
is de afschaffing van de crisisbelasting. De
vermindering van de BTW van 21 naar 6% voor
enkele arbeidsintensieve sectoren is een ander
voorbeeld van een lastenverlagende maatregel.

In de begroting 2001 is ook rekening gehouden
met enkele verhogingen van uitgaven. Ik denk
hierbij aan de verhoging van 40 miljard voor
gezondheidszorg.

We hebben ook een paar duidelijke opties voor de
toekomst genomen zoals het Zilverfonds voor de
pensioenen. We kunnen dus spreken van een
historische begroting. Bovendien kon dankzij de
begroting 2001 en de daaruit voortvloeiende
stijging van de koopkracht voor 2001 en 2002 een
interprofessioneel akkoord voor 2001 en 2002
worden afgesloten. We kunnen het Parlement dus
een goede begroting voorleggen.

J'ai également eu l'occasion de répondre tout à
l'heure à M. Jean-Jacques Viseur à propos des
marges budgétaires.

Je rappellerai simplement ce qui est annoncé
dans le cadre budgétaire en faisant une
comparaison avec les prévisions du Conseil
supérieur des finances. Ce dernier avait calculé
300 milliards de marges budgétaires à l'horizon
2005, répartis comme suite: 100 milliards (1%) de
surplus budgétaires et 200 milliards de moyens à
consacrer à des dépenses supplémentaires, voire
à des diminutions de recettes.

Le budget qui vous est présenté, et en particulier
le programme de stabilité qui y est lié, propose un
surplus budgétaire de 0,7% du produit intérieur
brut en 2005. Ce qui représente 85 milliards à
l'horizon 2005. Il est vrai qu'il réduit le reste des
moyens disponibles à 146 milliards de francs.
Nous passons donc de 300 à environ 230 milliards
de marges disponibles dont 146 pour des
dépenses nouvelles ou des recettes en moins
alors que le Conseil supérieur avait proposé 200
milliards. M. Viseur parlait, comme beaucoup
d'autres, de « neige qui fond au soleil ». En fait,
c'est une neige qui a perdu le quart de son
volume. Or il n'est pas dramatique de passer de
200 à un peu moins de 150 milliards si on part du
principe que l'on travaille dans ce cadre sur la
base d'une évaluation prudente de la croissance
économique pour 2001 puisque cette évaluation
est de 2,5% au lieu des 3% estimés par le Conseil
supérieur des finances.

Un certain nombre de mes collègues auront
l'occasion, comme cela a déjà été fait tout à
l'heure, de préciser les orientations budgétaires
dans des domaines particuliers de compétences.

A ce stade, je voudrais simplement rappeler que
pour ce qui concerne le programme de stabilité
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
2001-2005, nous reprenons - les décisions ont été
prises la semaine dernière en Conseil des
ministres - un certain nombre de chiffres précis
pour des matières déterminées. Par exemple, en
ce qui concerne la réforme fiscale, pour les
années 2002 à 2005, on passe progressivement
d'une diminution de 10 milliards à une diminution
de 80 milliards. Le programme de stabilité reprend
très clairement les moyens budgétaires consacrés
à la réforme fiscale entre 2002 et 2005 pour
arriver en régime de croisière, comme annoncé,
en 2006. Il est évident que dans ce cadre, les
moyens budgétaires sont prévus pour entamer
cette réforme de la fiscalité qui s'ajoute aux
mesures déjà prises en matière d'indexation des
barèmes fiscaux ou de suppression de la
cotisation de crise.

De heer Van Rompuy wil ik erop wijzen dat de
Europese Commissie ook veel andere criteria
hanteert voor het bepalen van een goede fiscale
hervorming. Het gaat niet alleen om een
vermindering van de uitgaven, maar ook om een
vermindering van de schuldratio en om een
begroting in evenwicht. Aan deze twee laatste
criteria voldoet de begroting 2001. Bovendien
moeten we gaan naar een fiscale hervorming
zonder procyclus-effect. Dit is het geval voor een
hervorming over vier of vijf jaar. We hebben de
primaire uitgaven goed onder controle. Voor de
periode 2001-2005 hanteren we een groeinorm
van 1,5% van het BBP. Dit is misschien een
ambitieuze doelstelling, maar het is mijns inziens
een goede zaak voor de begroting en de fiscale
hervorming.

Het primair saldo bedraagt in 2000 6,9% van het
BBP. We streven naar een primair saldo van 6,8%
voor 2001. We gaan hierbij uit van een
voorzichtige economische groei van 2,5% in 2001
en met een lage elasticiteit voor de fiscale
ontvangsten na de maatregelen voor een
belastingverlaging. We hebben immers een aantal
maatregelen genomen waardoor de
personenbelasting vermindert. In oktober heb ik
over deze cijfers gedebatteerd met de heren
Leterme en Van Rompuy. Het is inderdaad zo dat
de elasticiteit nu lager is dan in de jaren negentig.
Ik heb in dit verband op 20 oktober 2000 een brief
ontvangen van de heer Bogaert van het
Planbureau.

Et M. Bogaert précise: "Lorsque l'on débat de
l'évolution de la pression fiscale dans notre pays,"
- ce sont des propos tenus par le commissaire au
plan - "il est bien évident que le chiffre d'élasticité,
à politique inchangée, qui est utilisé dans le
budget économique pour 2000-2001 est de 1,05
et non de 1,5". C'était une des erreurs relevées
dans les déclarations de M. Van Rompuy ou M.
Leterme, à l'époque, et indiquées dans les
tableaux qu'ils avaient diffusés. "Il s'agit
manifestement" - disait M. Bogaert - "d'une erreur
de transcription de la part de celui qui a fait ces
tableaux". Il précisait surtout: "Sans mesures
nouvelles, l'élasticité est légèrement supérieure à
l'unité parce que les barèmes de l'IPP sont
progressifs mais jamais au point d'atteindre 1,5.
Pour avoir une élasticité de cette ampleur," -ce
n`est pas moi qui le dis- "il faut prendre des
mesures d'accroissement de la fiscalité comme
pendant la période d'assainissement du début des
années 90".

En fait, pour atteindre à une élasticité des recettes
fiscales aussi élevée, il faut remonter à la
suppression de l'indexation des barèmes fiscaux
ou à la création de la cotisation complémentaire
de crise qui ont effectivement entraîné une
croissance très forte des recettes fiscales, qui ont
d'ailleurs encore un effet partiel, bien entendu,
dans les résultats et le budget de 2000. A partir de
2001, l'élasticité diminue.

C'est ainsi que j'ai déjà quelquefois répondu à ces
remarques à propos de la croissance de la
pression fiscale qu'à partir de 2001, nous
reprenons une élasticité beaucoup plus faible.
Nous sommes probablement autour de 0,8, ce qui
montre bien que, pour la liaison de la croissance
économique aux recettes fiscales, on constate
enfin une diminution de cette élasticité.

Qu'est-ce que cela signifie? Tout simplement que,
la pression fiscale diminuant, la croissance
économique se traduit par une hausse moins forte
des recettes fiscales. Evidemment, lentement,
mais nous inversons la tendance par rapport à ce
qui se passait depuis le début des années 90. J'y
reviendrai peut-être en réponse à ce que
M. Leterme évoquait à propos de cette pression
fiscale.

Il est évident qu'au fur et à mesure de l'évolution
des mesures fiscales que nous prenons pour
l'instant, nous en revenons tout d'abord à une
situation rencontrée à la fin des années 80 et au
début des années 90: nous remettons en cause la
hausse programmée ces dix dernières années. Et
puis, évidemment, il nous faudra aller au-delà.

Je voudrais simplement ajouter que, dans le cadre
de ce budget, à propos de l'accord
interprofessionnel - puisque plusieurs intervenants
y ont fait allusion ce matin -, nous n'avons pas
simplement organisé des mesures de réduction
19/12/2000
CRIV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
du temps de travail. Un volet concerne cette
orientation mais il y a aussi une évolution très forte
en ce qui concerne la hausse du pouvoir d'achat
des salariés. Cela passe par les mesures que je
viens d'évoquer - indexation des barèmes ou
suppression de la cotisation de crise - mais aussi
par des mesures qui seront débattues au
Parlement.

Cette semaine, sera déposé le projet de
participation des travailleurs aux résultats de leur
entreprise, en capital ou en espèces; dorénavant,
avec une fiscalité moins élevée, il sera possible de
bénéficier d'un complément de rémunération à
travers la participation aux résultats de
l'entreprise. C'était un point important pour des
négociateurs de l'accord interprofessionnel.

De la même manière, nous avons mis en place
une nouvelle disposition qui sera également
soumise au Parlement; nous en étions convenus
avec les partenaires sociaux. Elle concerne la
suppression de tout avantage en nature pour le
remboursement des frais de transport en
commun. En d'autres termes, si une entreprise
décide de rembourser ou d'augmenter le
remboursement des frais de transport en
commun, tel un abonnement ferroviaire, un
abonnement de bus ou toute autre formule même
organisée par l'entreprise de transport en
commun, nous irons à la fois vers une
simplification fiscale, une diminution de la pression
fiscale et une mesure encourageant la mobilité.

Simplification: il n'est plus nécessaire de déclarer
ce remboursement à l'impôt des personnes
physiques; il n'y aura plus d'avantage en nature.

Diminution: ceux qui bénéficient déjà aujourd'hui
de remboursements dans plusieurs secteurs de la
fonction publique, à 80% voire à 100% selon les
cas, verront une diminution de la pression fiscale
puisque cet avantage en nature, aujourd'hui
déclaré, disparaîtra de la feuille d'impôt.

Mobilité: c'est évidemment un encouragement à
l'utilisation des modes de transport en commun.

C'est vrai que l'on peut imaginer différentes
façons de financer ces mesures. Notamment, il a
souvent été question de l'augmentation des
recettes liées à l'évolution des produits pétroliers.

De heer Ansoms heeft gezegd dat we dit jaar over
een extra bedrag van meer dan 20 miljard frank
kunnen beschikken. Na deze elf maande van
2000 echter, mijnheer Ansoms, kunnen we door
de accijnzen en de BTW op benzine, diesel en
andere producten op een meeropbrengst van 12
miljard frank rekenen. Voor het hele jaar kan dat
nog 13 miljard frank worden. Die 13 miljard is niet
alleen een gevolg van de hoge olieprijzen, maar
ook van een consumptieverhoging. Dit jaar is er
meer dan 400 miljoen liter diesel verbruikt. 5 tot 6
miljard frank werd verkregen door een verhoging
van de consumptie, de andere 6 tot 7 miljard door
de verhoging van de olieprijzen.
01.08 Jos Ansoms (CVP): Mijnheer de minister,
ik heb het daarstraks over 20 miljard frank gehad
omdat ik een andere vergelijking maak. De stijging
van de olieprijs speelde ook in 1999 al mee.
Daarom heb ik het aandeel van de BTW in 2000
vergeleken met het aandeel van de BTW in 1998,
toen er een normaal regime heerste. Wanneer
men het verschil tussen die twee jaren berekent,
komt men aan een meerontvangst van ongeveer
20 miljard.

De kern van mijn betoog was dat ik mij afvroeg
waarom die meerontvangst, waar u niets voor
heeft moeten doen en die louter aan externe
factoren zoals de stijging van de olieprijzen ligt,
niet wordt gebruikt om een echt mobiliteitsbeleid
te voeren. Ik heb dat geplaatst tegenover dat -
ocharme - ene miljard meer dat in 2001 aan de
NMBS wordt gegeven. Ik heb gewoon op het grote
verschil willen wijzen en ik heb willen aantonen dat
er geen sprake is van een trendbreuk of van een
massale investering of een overheveling van de
middelen voor het autoverkeer naar het openbaar
vervoer.
01.09 Minister Didier Reynders: U maakt een
vergelijking tussen 1998 en 2000, wij tussen 1999
en 2000. Zelfs met zo een evolutie moeten wij in
de eerste plaats streven naar een evenwicht in de
begroting en een vermindering van de schuldratio.
Dat was overigens ook een vraag en een eis van
de heer Van Rompuy en de heer Leterme. We
moeten een keuze maken.

Er is iets dat mij opvalt. De heer Van Rompuy
vraagt meer geld voor het onderwijs, u vraagt geld
voor de NMBS en misschien ook nog voor andere
zaken. Ik heb echter niemand een suggestie voor
uitgavenvermindering horen doen. Kan u mij zo
een voorstel doen, mijnheer Ansoms, of mijnheer
Van Rompuy?
01.10 Frieda Brepoels (VU&ID): Wat dan met
het voorstel tot vermindering van de uitgaven voor
de Airbus en het wetenschappelijk onderzoek?
01.11 Minister Didier Reynders: U zegt dat
misschien, maar de heer Van Rompuy heb ik nog
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
nooit iets in die zin horen zeggen. Bovendien zal u
in de begroting van 2001 niets vinden over
meeruitgaven voor de Airbus of andere projecten.
Tot nu toe hoor ik alleen dat we meer moeten
investeren in onderwijs, onderzoek, de NMBS en
vele andere zaken. Ik zeg niet dat dat onterechte
voorstellen zijn, maar uw partij verkondigt
verschillende zaken. Zo heeft de heer Leterme
erop gewezen dat we al in 2000 een evenwicht
hadden moeten hebben in plaats van in 2001.
Voor hem is de verlaging van de schuldratio
prioritair.

We moeten tot een vermindering van de
schuldratio komen. Hoe is dat echter mogelijk
zonder compensatie? Ik hoop dan ook dat de CVP
een paar voorstellen heeft voor het verminderen
van de uitgaven. Het partijbureau van de CVP
vergadert echter momenteel en blijkbaar is dat
belangrijker dan hier enkele voorstellen te doen
voor de begroting voor 2001. Ik begrijp dit echter.
Het is altijd belangrijk om naar een vergadering
van het partijbureau te gaan.

Monsieur le président, je voudrais encore passer
en revue quelques autres points mais je trouvais
amusant d'entendre parler tout à l'heure de la
politisation d'un certain nombre de débats et je
pense qu'on y reviendra à l'égard de ma collègue,
Mme Durant. Après avoir sorti des expressions
comme celle-ci, me demander de bien vouloir
excuser plusieurs membres du groupe parce qu'ils
doivent aller au bureau du parti, je suis étonné
d'une telle démarche dans le cadre de la
discussion d'un budget 2001. Mais je peux
comprendre qu'il y ait des priorités: si j'ai bien
compris, on devait désigner des responsables au
sein de cette formation politique.
01.12 Jos Ansoms (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mag ik de heer Reynders vragen of het
partijbestuur van de PRL momenteel ook
vergadert? Ik zie dat er ook maar één
vertegenwoordiger van de PRL aanwezig is en
één van de VLD. Blijkbaar vergaderen alle
partijbureaus op dit ogenblik.
01.13 Minister Didier Reynders: Mijnheer
Ansoms, er was vanmorgen slechts één
interventie van een lid van de PRL, namelijk de
heer Bacquelaine. Hij is hier momenteel aanwezig.
Van de CVP waren er misschien twee of drie
interventies. U bent hier nog als enige, hoewel u
slechts kort hebt gesproken tijdens de
uiteenzetting van de heer Van Rompuy. Het is
echter belangrijk om een vergadering van het
partijbureau bij te wonen.
Au sujet de plusieurs questions évoquées, je
voudrais rappeler brièvement qu'en ce qui
concerne l'impôt des sociétés, nous travaillons à
une réforme neutre. La diminution des charges
sur le travail pour les entreprises passe par une
réduction des cotisations patronales de sécurité
sociale, elle ne passe pas par une diminution de
l'impôt des sociétés. Mais plusieurs études
démontrent que nous pourrions descendre très
fortement le taux nominal de l'impôt des sociétés
si nous travaillons à la suppression ou à la
correction de certaines exemptions,
d'exonérations, de déductibilités existant
aujourd'hui. C'est dans ce sens que le Conseil
supérieur des finances présentera un rapport et
c'est dans ce sens que je vais, pendant l'année
2001, ouvrir des discussions avec l'ensemble des
acteurs économiques concernés. Je le répète, en
matière d'impôt des sociétés, l'effet
macroéconomique n'est pas le même lorsque l'on
touche à cet impôt, que l'effet microéconomique.
Bien sûr, tout le monde va bénéficier de la
réduction du taux nominal mais toutes les
entreprises ne seront pas concernées de la même
manière par la modification des déductibilités. Il
me paraît donc nécessaire d'ouvrir, avec les
acteurs économiques, un débat très large en
matière d'impôt des sociétés.

Pour ce qui concerne un volet de la réforme de
l'impôt sur les personnes physiques qui touche
aux déductibilités également, je voudrais rappeler
que là aussi, le Conseil supérieur des finances est
chargé de remettre un rapport et que nous
ouvrirons de la même manière, avec les différents
acteurs concernés, des discussions sur des
matières telles que l'investissement immobilier,
l'épargne à long terme en matière de pension ou
d'autres types de déductibilités liés à l'emploi ou à
l'environnement. Cela se passera dans le courant
de l'année 2001 et nous espérons aboutir dès lors
à des textes concrets, dès que nous aurons
progressé sur la réforme de l'impôt des personnes
physiques.

Par ailleurs, une série de points touchent plus au
fonctionnement de l'administration fiscale. Je
voudrais dire à M. Viseur, comme à M. Chabot,
qu'en ce qui concerne l'organisation de
l'administration et la lutte contre la fraude, nous
avons bien entendu pris des initiatives. Je rassure
d'abord M. Chabot: plus d'une personne, sur les
28.000 du département, sont chargées depuis
quelques années de lutter contre la fraude fiscale
mais il y en a peut-être une qui est plus "visible"
que les autres. Des initiatives ont déjà été prises
depuis 1999, notamment des protocoles avec le
département de la Justice en ce qui concerne la
19/12/2000
CRIV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
fraude en matière de produits pétroliers. Cette
fraude est assez importante dans notre pays et
touche à une criminalité organisée. Un protocole
concernant les carrousels TVA a également été
établi.

C'est un autre élément de fraude que j'ai convenu
avec certains collègues européens de tenter de
porter sur la scène européenne à la fois en
échangeant des informations et en mettant en
place des mécanismes légaux. Par exemple, en
Grande-Bretagne, on peut poursuivre des
nationaux pour des faits commis à l'étranger en
cette matière. Certaines dispositions de notre droit
nous le permettent pour d'autres types de
criminalité. Dès lors, pourquoi pas pour des
criminalités organisées touchant aux secteurs
financiers? Nous pourrions imaginer d'aller dans
cette direction et de créer, à l'échelon européen,
une structure de lutte contre la fraude fiscale.
Nous avons mis en place une structure, à
l'échelon européen, de lutte contre la fraude aux
mécanismes de dépenses de l'Union européenne
elle-même. Il existe effectivement un organisme
de lutte contre la fraude en la matière. Pourquoi
ne pas mettre sur pied une coopération
internationale plus forte au sein de l'Union en ce
qui concerne la lutte contre la fraude fiscale?

Nous avons déjà pris d'autres mesures qui
attendaient d'être exécutées depuis pas mal
d'années. Il s'agit notamment de la mise à
disposition d personnel des Finances pour les
parquets, les auditorats du travail ou des services
policiers comme l'OCEDEFO, chargés de lutter
contre la criminalité financière. D'ici six mois, je
pense que les procédures seront terminées et des
personnes du département des Finances pourront
travailler dans ces différents secteurs. Les
moyens informatiques sont prévus. Bien entendu,
je veillerai à ce que ces moyens informatiques
soient accompagnés de formations. Je vous
citerai une anecdote; nous avons tous, au sein du
gouvernement, un collègue-enfant. Un collègue de
Charleroi est ministre des Finances dans un
Conseil des ministres des enfants. Il s'est
promené avec moi dans le département et il a été
très surpris de découvrir des logiciels
informatiques qu'il ne connaissait pas. Il travaille
sur Windows 98 ou 2000 et il ne connaissait pas
encore le 3.11. Il a fallu lui expliquer qu'il s'agissait
d'une version ancienne de ce même logiciel, qui
était encore utilisé dans le département. Nous
allons donc organiser des formations, non
seulement pour acquérir du nouveau matériel ­
nous venons de commander pour 600 millions de
matériel: plus de 6.000 PC et plus de 2.000
imprimantes ­ pour tenter de redynamiser
l'équipement de base. La formation doit
évidemment suivre. En matière de recrutement,
les objectifs sont aussi ambitieux que pour
l'informatique. En informatique, nous souhaitons
augmenter le budget de près de 30%. Pour 2001,
il a été décidé de consacrer 500 millions de plus à
l'informatique du département. Sur 2 milliards de
dépenses, il s'agit là d'une majoration importante.

Mais en matière de recrutement, je ne pense pas
qu'il y ait un manque réel de personnel partout. Il y
a malgré tout un manque au sein du département
et il y a surtout un besoin d'agents qualifiés. Nous
avons donc prévu 1.500 recrutements. Il faudra y
travailler de manière active, en collaboration avec
le ministre de la Fonction publique car il n'est
manifestement pas simple aujourd'hui de recruter
du personnel dans les départements ministériels.

Heureusement, le marché du travail s'améliore,
mais il rend aussi plus complexe la tâche de
recrutement dans les secteurs publics.

Vous avez évoqué le phénomène de
régionalisation d'un certain nombre d'impôts. Nous
aurons l'occasion pour ceux-ci de présenter un
projet de loi spéciale. Il est clair que cela visera
d'autres matières, notamment la régionalisation
d'impôts régionaux. Cela permettra une
clarification dans le fonctionnement fiscal. Il n'y
aura pas de transfert de moyens à cette occasion,
mais une compensation dans les budgets, ce qui
clarifiera les rôles respectifs. Ce sera donc
également une très bonne chose pour
l'administration de savoir exactement qui est
compétent pour faire quoi.

En outre, vous avez évoqué le problème du
recouvrement. En la matière, la nouvelle
administration se met en place, tant pour le
recouvrement fiscal que pour le recouvrement non
fiscal. Si le Parlement le souhaite, cela pourrait
également concerner le recouvrement des
créances alimentaires comme c'est déjà le cas
pour les amendes pénales aujourd'hui, ce sans
aucun lien entre les deux mécanismes.

Cette nouvelle administration devra probablement
également travailler avec une autre forme de
gestion du contentieux. Nous avons créé des
tribunaux spécialisés en matière fiscale au sein
des tribunaux de première instance, il y aura
maintenant des chambres fiscales qui, à partir de
la fin du premier trimestre de 2001, prendront
réellement en main l'ensemble de la compétence.
Nous devrons certainement réorganiser la
procédure. J'ai d'ailleurs l'intention de faire en
sorte que les fonctionnaires du département
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
défendent personnellement leurs dossiers devant
ces juridictions, même si, au-delà, il est
nécessaire de recourir au barreau pour des
procédures plus spécialisées ou plus complexes
devant d'autres instances.

La taxe compensatoire diesel a fait l'objet, en
quelques jours, de près de 200.000 réclamations
sur la base d'une rumeur qui a circulé et selon
laquelle cette taxe aurait été annulée par une
juridiction alors qu'en réalité, aucune décision n'a
été prise en la matière. Ce qui vient de se passer
dans ce domaine démontre que nous allons devoir
modifier les méthodes de travail. Chacun peut
introduire une réclamation. Si nous recevons des
millions de réclamations de cette nature, nous ne
pourrons pas continuer à les traiter comme
aujourd'hui. Une nouvelle manière de gérer le
contentieux devra être organisée à cet effet. Cela
sera fait au cours du premier trimestre 2001.

De heer Tastenhoye heeft enkele vragen over het
Centrum Leman gesteld. De vragen betroffen een
wetsontwerp of een wetsvoorstel. Ik kan daarop
geen antwoord geven. Dit is een voorstel van de
heer Mahoux van de Senaat. Inzake het Centrum
Leman is het perfect mogelijk om een
begrotingscontrole uit te voeren. Er is een raad
van bestuur. Men kan terzake een aantal
interpellaties of vragen tot de eerste minister te
richten. Men kan ook specifieke
begrotingsbesprekingen in de
begrotingsprocedure invoegen, met name in een
bijlage van de begroting van 2002 of 2003. Het
probleem betreft alleen de omvang, zoals van de
Nationale Loterij of van een andere bron. Het is
perfect mogelijk om inzake een dergelijk centrum
een specifieke bespreking te voeren. De
begrotingscontrole schept dus geen problemen.
Inzake een wetsontwerp of een wetsvoorstel zal
de bespreking echter in een commissie moeten
plaatsvinden.

De heer Leterme stelde een aantal vragen inzake
het evenwicht van onze begroting. De heer
Leterme vroeg of we inzake de begroting van
2000 niet sneller te werk zouden kunnen gaan.
We liggen echter reeds twee jaar voor op het
vorige stabiliteitsprogramma. Ook de schuldratio
zal sneller verminderen. Ik begrijp deze opmerking
niet. Men kan misschien nog sneller te werk gaan,
maar om op een jaar en een half, twee jaar sneller
te werk te gaan dan voorzien, is niet zo
gemakkelijk. We kunnen daarnaar streven, maar
dat is niet gemakkelijk.

De heer Leterme en de heer Borginon zeggen dat
het hier geen echte fiscale hervorming betreft,
maar slechts een belastingverlaging. Ik herhaal, er
is een terugbetaalbaar belastingkrediet. Dat is
toch een nieuw mechanisme in ons fiscaal stelsel.
We voeren een neutraal stelsel voor de gehuwden
en samenwonenden in. Dat is misschien geen
goede hervorming voor de heer Leterme, maar
het is toch een echte hervorming inzake de
terugbetaalbare belastingkredieten en inzake de
neutraliteit, en niet alleen een verlaging van de
belastingen. Ook andere maatregelen tonen aan
dat het een echte hervorming betreft.

Wat de fiscale druk betreft, heb ik reeds een
antwoord gegeven met betrekking tot de
elasticiteit, maar ook inzake de fiscale druk in
2003 klopt het dat we naar een vermindering van
de personenbelasting met 10% streven, met name
door 3% anticrisisbelasting, door de herindexering
van de fiscale barema's en door de eerste drie
jaren van de fiscale hervorming. Ik ben van
mening dat een vermindering van ongeveer 10%
in 2003 mogelijk is. Dat is een belangrijke evolutie
inzake de fiscale druk.

Plusieurs membres, dont M. Leterme, ont évoqué
l'accord interprofessionnel, en demandant si nous
ne handicapions pas la réforme fiscale en
répondant aux partenaires sociaux qu'il est
possible d'accélérer ou de placer au début de la
réforme la mesure concernant le forfait pour frais
professionnels. Je pense que cela ne pose aucun
problème. Nous avons dit aux partenaires sociaux
que nous allions bien sûr placer cette mesure au
début de la réforme fiscale, mais en respectant
l'équilibre interne de la réforme. Tous les axes
seront appliqués de manière proportionnelle,
même si, dans le cadre de l'axe portant sur la
diminution des charges du travail, nous mettrons
l'accent sur les forfaits en matière de frais
professionnels. Mais tout avancera de manière
comparable, parallèle. Il n'y a donc pas de
contradiction.

Ik kan bevestigen wat ik de eerste minister in
oktober op deze tribune heb gezegd met
betrekking tot een parallelle evolutie in de fiscale
hervorming. Het is perfect mogelijk om dat te doen
met misschien in een eerste fase de vermindering
van de belasting op arbeid. Hierbij kunnen wij een
hoger forfait voor beroepsonkosten in aanmerking
nemen.

De heer Leterme heeft mij eveneens gevraagd of
ik niet een paar slechte keuzes gemaakt heb in
verband met de uitgaven. Er zijn echter ook een
aantal problemen waarvoor ik geen keuze had. Ik
denk bijvoorbeeld aan de begrotingen voor het
jaar 2000 en 2001 wat de uitgaven in verband met
19/12/2000
CRIV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
de dioxinecrisis betreft. Het was geen keuze van
de regering om in dit verband een aantal
meeruitgaven te doen. De dioxinecrisis was een
feit en misschien doen zich in de loop van de
volgende jaren eveneens een aantal andere feiten
voor zoals bijvoorbeeld de BSE. Ondanks de
meeruitgaven door de dioxinecrisis konden wij
echter een perfect evenwicht bereiken. Dit was
evenwel geen keuze van de regering.

Monsieur le président, pour conclure, je voudrais
répondre aux interventions de ce matin en
répétant qu'il me semble que nous vous
présentons un bon budget. Ce budget est prudent;
tout le monde dans cet hémicycle l'a rappelé. Ce
budget est équilibré; c'est une première depuis
cinquante ans. Ce budget est porteur de choix
politiques: en matière de soins de santé, il prévoit
plus de quarante milliards de dépenses
supplémentaires, mais aussi en matière de
pouvoir d'achat, de réduction de la charge fiscale
sur le travail (plus de cinquante milliards déjà en
2001 à travers une série de mesures fiscales). Ce
budget a permis la conclusion d'un accord
interprofessionnel et il ouvre aussi une nouvelle
orientation en matière de programme de stabilité.
Nous n'allons plus simplement travailler à des
consolidations budgétaires, mais nous allons
aussi veiller à la qualité des finances publiques.
Cela signifie que nous ne serons pas seulement
attentifs à l'équilibre des finances publiques et à la
diminution de l'endettement, mais aussi à notre
capacité à intégrer dans les prochaines années,
dans l'évolution des budgets, l'augmentation des
dépenses en matière de soins de santé, le
vieillissement de la population et son impact en
matière de pensions, la nécessité de réinvestir
dans une société de la connaissance - ainsi que
nous en avons convenu au Sommet de Lisbonne -
et, bien entendu, dans un département comme le
mien, l'impérieuse nécessité de réduire les
charges sur le travail.

C'est ce qui se trouve dans les orientations du
programme de stabilité 2001-2005. Et vous verrez
à travers les débats qui vont suivre que dans
d'autres domaines, comme celui de la mobilité, le
budget suit la même orientation et qu'il évolue au
cours des prochaines années.

Bien entendu, on peut toujours penser que nous
n'allons pas assez vite. Mais gagner deux ans sur
les programmes de stabilité, et ce en un an et
demi, ce n'est pas si mal. On peut regretter,
comme l'ont fait plusieurs membres du CVP, qu'il
n'y ait pas assez de dépenses dans un certain
nombre de domaines. Mais je le répète: l'équilibre
budgétaire et la diminution de la dette ont été plus
rapides que prévu. Dans ce cas, il est impossible
de prévoir de nouvelles dépenses dans toute une
série de secteurs, si l'on ne prévoit pas en même
temps des diminutions dans d'autres secteurs.
Nos détracteurs connaissent peut-être l'une ou
l'autre piste où cela est possible. Je les attends,
mais peut-être viendront-elles dans la suite des
débats.

Le président: Nous abordons maintenant le
secteur Communications et Infrastructure.

Ik zal eerst het woord geven aan collega Ansoms.
01.14 Jos Ansoms (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de
minister, voor de regering-Verhofstadt was het
oplossen van het mobiliteitsvraagstuk een
topprioriteit. In tegenstelling met de
amateuristische loodgieteraanpak van de vorige
regering zou dit snel en efficiënt worden
aangepakt. Het zou een duurzame mobiliteit
worden, er zou een trendbreuk gerealiseerd
worden: geen auto-involgend beleid maar een
beleid dat resoluut kiest voor het openbaar
vervoer, geen autovriendelijke fiscaliteit maar wel
een harde fiscale aanpak van bijvoorbeeld de
bedrijfsvoertuigen en een
verkeersveiligheidsbeleid dat een halt toeroept
aan het drama van de vele duizenden
verkeersongevallen. Dat is de trendbreuk die werd
aangekondigd.

De ventilatorregering begint veel wind te maken,
heel veel wind. Er zou een federaal mobiliteitsplan
komen, een verkeersveiligheidsplan, een
mobiliteitsbeheersplan voor het woon-
werkverkeer, een ozonplan, een tienjarig
investeringsplan voor het spoor, een
reizigersvervoerplan, enzovoort. Ik stel echter vast
dat naast de ochtend- en de avondfiles er nu ook
een derde file is bijgekomen, namelijk de file van
de regeringsplannen.

En dan komt de Slangen-speak die zegt dat men
moet blijven herhalen dat het goed is en dat het
beter is dan wat men vooraf heeft gedaan. Snel en
efficiënt alles oplossen. Wij doen het zoveel beter
dan de vorige regering. Er is een echte
trendbreuk. Blijven zeggen, alle dagen opnieuw en
de mensen zullen het wel geloven. En inderdaad,
de verwachtingen van het publiek zijn op dat punt
ook heel hoog gespannen door al die Slangen-
speak en die ventilators die blijven draaien. Het
publiek is echter ook het eerste slachtoffer van de
lange files en het wordt ook geconfronteerd met
de pijnlijke gevolgen van de verkeersdrama's.
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
Tijdens mijn uiteenzetting zal ik eens nakijken of
die trendbreuk inderdaad wordt gerealiseerd door
deze regering. Maken de groenen nu werkelijk het
verschil inzake mobiliteit en verkeersveiligheid? Ik
wil dit doen aan de hand van negen trendbreuken
die door mevrouw Durant en de groenen werden
aangekondigd. Ten eerste, tegen 2010 zou het
aantal treingebruikers opgedreven worden met
50% door in het komende decennium de
investeringskredieten onvoorstelbaar hoog op te
drijven. Ten tweede, het GEN zou tegen 2008
operationeel zijn. Ten derde, de
spoorinvesteringen zouden eindelijk eens op
objectieve wijze gebeuren - economisch, bijdrage
in de oplossing van het mobiliteitsvraagstuk. Ten
vierde, de NMBS zou worden gesanctioneerd voor
vertragingen van de treinen. Ten vijfde, het spoor
zou een groter aandeel verwerven in het
goederenvervoer. Ten zesde, de groenen zouden
eens laten zien dat het binnenlands treinverkeer
voorrang krijgt op de HST. Ten zevende, de
woonwerk-fiscaliteit zou een groene kleur krijgen.
Ten achtste, de negatieve milieugevolgen van het
verkeer zouden eens drastisch worden aangepakt.
Ten negende, eindelijk zou de
verkeersonveiligheid op een ernstige manier
worden aangepakt.

Dat waren de negen aangekondigde belangrijke
trendbreuken. Laten wij nu eens zien waar wij
staan.

Ten eerste, tegen het jaar 2010 50% treinreizigers
meer door massale investering in het spoor. Een
eerste vaststelling is dat deze regering nu
onmiddellijk slechts zeer weinig meer gaat
investeren: in 2001 een miljard frank meer, in
2002 twee miljard frank meer, in 2003 drie miljard
frank meer, of samen zes miljard frank. Dat is het
engagement van deze regering in haar legislatuur
om meer te investeren in het spoor. Een volgende
regering - zeggen zij - zal 49 miljard frank meer
investeren. Dat is het bedrag van 55 miljard frank
en dat is waarmee de groenen blij zijn
ogenschijnlijk: 6 miljard frank in de hand en 49
miljard frank in de lucht. Samen met u hopen wij
dat de volgende regering inderdaad wel keuzes
zal maken en 49 miljard frank zal vinden om meer
te investeren in het spoor. Dan komt u aan die 55
miljard frank tot het jaar 2010. Denkt echter
iemand in dit halfrond dat u met die 55 miljard
frank meer 50% meer reizigers zult kunnen halen,
terwijl iedereen weet dat er veel meer voor nodig
is om via capaciteitsverhoging en bijkomende
lijninfrastructuur aan dat cijfer te komen? Er
circuleren cijfers in dit verband. Een daarvan is
120 miljard frank tegen 2010. Ik denk dat dit een
juist cijfer is. Mevrouw Durant kende dat cijfer heel
goed, want bij het begin van de
begrotingsbesprekingen in september 2000 lees ik
in een interview met haar in De Standaard over 70
miljard frank bijkomende investeringen in de
spoorwegen gedurende de eerste vijf jaren. Daar
telt zij de twee samen, het binnenlands spoor en
het GEN. Als u dat dan doortrekt gedurende nog
eens vijf jaar, komt u in de buurt van 120 miljard
frank. Dat was inderdaad juist, mevrouw Durant:
bij het begin van de besprekingen hebt u gezegd
dat u dat bijvroeg, dat staat zwart op wit.

U hebt dat alleen niet gekregen. U hebt een
miljard frank gekregen en dat is alles. En dat ene
miljard is dan nog niet zeker, want het wordt aan
voorwaarden gekoppeld. Het komt dus van de
opbrengst van de veiling van de UMTS-licenties
en er moet eerst een reorganisatie komen van de
NMBS. Wat dat intussen betekent, weten wij
stilaan. Wij kunnen die boksmatch in de kranten
volgen en dat schijnt ook heel interessant te zijn.
Alleen leid ik daaruit af dat die reorganisatie niet
voor morgen zal zijn. De eerste minister heeft het
dossier zelfs naar zich toe moeten trekken om
ergens toch tot iets te komen. Dat zijn de twee
voorwaarden om, ocharme, een miljard frank
meer te geven. Dat ene miljard frank, of wat
mooier voorgesteld: die zes miljard frank over drie
jaar, wat betekent dat als het over
spoorinvesteringen gaat? Dat zijn inderdaad
peanuts. Een beslissing van een gewestregering
kan dat plots wegvegen. Wij kennen daar een
goed voorbeeld van. Op een gegeven ogenblik
heeft de Vlaamse regering besloten dat de tweede
spoorwegtoegang tot de Antwerpse haven er
inderdaad snel moest komen, maar wel via
milieuvriendelijke aanleg. Die lage uitvoering kost
vijf miljard frank meer. Een pennentrek van de
Vlaamse regering en uw zes miljard frank zijn al
weg. Ik zal u een ander voorbeeld geven; we
hebben het er daarjuist met minister Reynders
nog even over gehad. Een miljard frank meer
geven aan het spoor in 2001, gekoppeld aan
voorwaarden als de UMTS-veiling en een
reorganisatie van de NMBS: stel dat dan
tegenover de fiscale meerontvangst van benzine
en diesel op jaarbasis voor 10 tot 12 miljard frank.

Dat is de juiste proportie. Als men het inderdaad
goed meent met het mobiliteitsbeleid en met de
trendbreuk, dan zou men ervoor gezorgd hebben,
mevrouw de minister, dat er een soort
mobiliteitsfonds zou zijn, waarin de
meeropbrengsten, die bijvoorbeeld komen van
meevallers zoals de brandstofstijging, worden
verzameld. Dan moet u nog geen belasting- of
accijnsverhoging doorvoeren in het wegverkeer.
Dat geld gaat naar een mobiliteitsfonds waarmee
19/12/2000
CRIV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
u bijvoorbeeld meer investeringen kunt doen ten
aanzien van het spoor.

Dat noem ik een trendbreuk. Ik zeg u in alle
duidelijkheid dat, wanneer ik dat vergelijk met de
meerinspanningen van de vorige regering, in
periodes van grote budgettaire problemen, met
het halen van de Maastrichtnorm, in die periode, in
1992, hebben de loodgieters, de amateurs van de
vorige regering het bedrag aan investeringen
verhoogd van 10 naar 15 miljard frank en in 1996
nog eens van 15 naar 25 miljard frank. Dat is
samen 50 miljard. Er werd niet gezegd dat men
tijdens de eigen legislatuur 40 miljard frank meer
zou investeren en de volgende regering het moest
uitvoeren. Neen, zij hebben dat gedaan in
budgettair moeilijke omstandigheden, zonder
meevallers van bijkomende ontvangsten uit BTW
en accijnzen wegens de brandstofprijsstijging. In
die omstandigheden hebben zij inderdaad een
aanzienlijke verhoging van enerzijds 5 miljard
frank per jaar, en daarna nog eens 10 miljard
frank per jaar, doorgevoerd. Deze gegevens zet ik
dan tegenover uw povere één miljard. Dus er is op
dat moment, als er al een trendbreuk is, eerder
een negatieve trendbreuk en dat voor de eerste
keer sinds het begin van jaren negentig. Wij
stellen vast dat, met de groenen in de regering, er
een negatieve trendbreuk is ten aanzien van de
investeringen in het openbaar vervoer.

Het tweede punt is het GEN. In 1999 hebt u hier
triomfantelijk verklaard dat gedurende vier
achtervolgende jaren telkens 8,5 miljard frank zou
worden uitgetrokken voor investeringen in het
treinmateriaal, dus in totaal 34 miljard frank.
Ondertussen is gebleken dat de spaarpot van de
federale participatiemaatschappij leeg is. De
regering heeft op haar adem getrapt of mevrouw
de minister is niet sterk genoeg in het maken van
de keuzes. Er wordt besloten dat men dat
materiaal met die verfoeilijke techniek van sale
and lease back zal verwerven. 34 miljard frank
zou men zo kunnen terughalen om te investeren
in de infrastructuur, maar men doet dat dus met
die verfoeilijke techniek waar minister Reynders,
toen hij in de oppositie zat, en de huidige voorzitter
van deze Kamer, de heer De Croo, tegen
gefulmineerd hebben dat het schandelijk en
ontoelaatbaar was. Nu stellen we vast dat men die
zelfde techniek hanteert om toch maar die enkele
miljarden, met name 34 miljard frank, te kunnen
verzamelen om te investeren in het GEN. Dan
haalt u nog altijd die 65 miljard frank niet. Er is nog
altijd 31 miljard frank waar ik niets van terugvind.
Er wordt beweerd dat men dat zal proberen te
doen samen met inbreng van privé-kapitaal. Dat is
rap gezegd natuurlijk, maar minder vlug gedaan.
Ik ben nog altijd benieuwd welke privé-
investeerders 31 miljard frank bijeen zullen
brengen voor iets waar volgens de minister in een
nota aan de regering 4,3 miljard frank
exploitatieverlies per jaar aan verbonden is. Voor
mij is dat hetzelfde als wat de Vlaamse regering
vorig weekend heeft gedaan. Zij kent dezelfde
technieken van de ventilator, van de Slangen-
speak, enzovoort. Zij zegt immers dat het
masterplan voor Antwerpen wordt goedgekeurd,
met name een brug, de ondertunneling van de
Singel, samen 60 miljard frank. Dat wordt
goedgekeurd in de Vlaamse regering. Als men
dan echter het artikel in de krant leest, dan blijkt
dat er niets is ingeschreven in de begroting. Ze
zullen later wel zien waar ze geld zullen zoeken.
Dat betekent dat het privé-kapitaal zal worden
aangetrokken.

Op dergelijke manier wil ik ook nog veel
begrotingen en planningen maken. Ik heb op het
gemeentehuis van mijn gemeente, met name
Wuustwezel, tegen de secretaris gezegd dat hij
een plan moest maken om alle
mobiliteitsproblemen in de gemeente op te lossen.
Hij moest de kosten daarvoor samen tellen en dan
zouden we in de begroting daar niets over
inzetten. Dat is het gemakkelijkste dat er is.
Welnu, dat wordt hier ook gedaan ten aanzien van
het GEN. Kortom, ook ten aanzien van het
paradepaardje staat u, mevrouw de minister, echt
nog niet ver. Ik zou in uw plaats erg zenuwachtig
worden want ik denk dat u de deadline niet zult
halen en dat u dat paradepaardje niet van stal zult
kunnen halen tegen het bewuste jaar dat u voorop
gesteld hebt.

Een derde trendbreuk: gedaan met dat
wafelijzergedoe, gedaan met die communautaire
sleutels. Vanaf nu zou men de spoorinvesteringen
op basis van zuivere economische objectieve
gegevens beslissen. Ik zie daar niets van. Ik zie
wel dat de 60/0-regel, de communautaire
verdeelsleutel, nog altijd blijft bestaan.

Op dat vlak kan dus evenmin worden gesproken
van een trendbreuk. En het is nog goed dat die
communautaire verdeelsleutel van kracht blijft,
want met betrekking tot de uitvoering van de
lijninfrastructuur naar Leuven, Mechelen en Halle,
heeft Vlaanderen reeds 22 miljard frank
geïnvesteerd. Voor de lijninfrastructuur naar Nijvel
en Ottignies samen moet evenwel nog 40 miljard
frank worden geïnvesteerd en wij eisen dat ook dit
zou gebeuren volgens de 40/60-verdeelsleutel,
want zoniet zal Vlaanderen twee of driemaal
moeten betalen.
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
Nog een geluk dat de minister zowel in plenaire
vergadering als in commissievergadering af en toe
zei daarmee akkoord te gaan, maar ik ben niet
zeker dat zulks werd verzegeld in een
regeringsbeslissing. Ik kan mij zelfs voorstellen
dat de PS het hiermee niet eens zal zijn, maar dat
zal de toekomst uitwijzen.
01.15 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer Ansoms, de verbindingen Mechelen-
Leuven naar Halle en binnenkort naar
Denderleeuw zijn verbeterd en iedereen was het
erover eens dat zulks aan een noodzaak
beantwoordde. Welnu, bent u het ermee eens dat
een betere verbinding naar Nijvel - waarvoor de
prijs ook moet worden betaald
- eveneens
noodzakelijk is?
01.16 Jos Ansoms (CVP): Mijnheer Vanoost, ik
ben het er volledig mee dat deze aanpassingen
moeten plaatsvinden, maar tegen dezelfde
financieringsvoorwaarden als voor de werken aan
Vlaamse kant. In dit geval moet de 40%-
enveloppe van Wallonië worden aangesproken.
Op dat ogenblik heb ik geen enkel probleem met
dergelijke verbeteringswerken.
01.17 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer Ansoms, u beschouwt beide
aanpassingswerken volledig als Waalse
investeringen en voor een groot deel is dat
uiteraard zo. Maar als ik straks huiswaarts spoor,
dan is dat via een van die twee lijnen, hoewel ik in
Vlaanderen woon. Hoe moet dat in rekening
worden gebracht?
01.18 Jos Ansoms (CVP): Mijnheer Vanoost, ik
zeg alleen dat de lijninfrastructuur die dienstig is
voor de uitbouw van het GEN ­ de ontdubbeling
van de lijn Brussel-Leuven, Brussel-Halle, de
verbetering van de lijn Brussel-Mechelen ­ 22
miljard frank kostte en viel onder de toepassing
van de 40/60-verdeelsleutel, dus binnen de 60%-
enveloppe van Vlaanderen.

Thans moet nog 8 miljard frank worden
gespendeerd voor de verbetering van de lijn naar
Denderleeuw en 40 miljard frank voor de lijn
Ottignies-Nijvel. Welnu, wij eisen dat de
investering ten belope van 48 miljard frank
eveneens zou vallen onder de toepassing van de
40/60-verdeelsleutel, niet meer of niet minder.

Ik ben meteen akkoord met de uitwerking van
objectieve criteria op het vlak van het hele
Belgische spoorwegnet, maar wellicht zal de
verdeelsleutel dan worden herleid tot 75% voor
Vlaanderen en 25% voor Wallonië, omdat op dat
ogenblik de congestieproblematiek zowel met
betrekking tot het personenvervoer als tot het
goederenvervoer moet worden opgelost. Zeker
wat het goederenvervoer betreft zullen in
Vlaanderen tientallen miljarden moeten worden
geïnvesteerd, om de simpele reden dat de havens
er gevestigd zijn.
01.19 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Ofwel
kiest u voor de 60/40-verdeelsleutel, ofwel kiest u
voor objectieve criteria. Opteert u voor het laatste,
dan impliceert zulks dat de huidige verdeelsleutel
niet objectief is. Bovendien impliceert een
objectieve benadering dat er geen verdeelsleutel
wordt gehanteerd, maar dat de financiering
gebeurt a rato van de behoeften.

Het is het een ofwel het ander, maar u moet een
keuze maken; op beide paarden blijven wedden,
dat gaat niet.
01.20 Jos Ansoms (CVP): Mijnheer Vanoost, ik
wed niet op twee paarden; in het regeerakkoord
dat u goedkeurde en medeondertekende, lees ik
dat u opteerde voor objectieve criteria voor de
komende investeringen. Dat staat zwart op wit in
het regeerakkoord en van bij de aanvang zei ik:
eerst zien en dan geloven.

Als u echt op basis van objectieve criteria wilt
werken, is de bijdrage aan de investeringen voor
het oplossen van de congestieproblematiek in het
personen- en goederenvervoer het enige echte
criterium. Daarmee ga ik onmiddellijk akkoord,
maar ik zeg u dat men in dat geval bij een
verdeelsleutel van 75/25 uitkomt. Na anderhalf
jaar stel ik vast dat dit gegeven is verdwenen en
dat in de praktijk de 60/40-regel verder wordt
toegepast. Er is dus geen trendbreuk, maar als die
60/40-regel blijft bestaan, willen wij die ook
toegepast zien op de grote investeringen die in het
kader van het GEN moeten gebeuren. Dat is ons
standpunt. Ik denk dat dat heel duidelijk is.

De vierde trendbreuk heeft betrekking op de
treinvertragingen. Men zou sanctioneren. Dat staat
in het regeerakkoord. Daarvoor is een nieuw
beheerscontract gesloten en er zijn inderdaad ook
sancties ingeschreven. Als in het jaar voordien
minder dan 90% van de treinen op tijd is, mag de
NMBS de tarieven niet aanpassen met 1% boven
de gezondheidsindex. Dat is de zware sanctie die
mevrouw de minister heeft bedongen. In het vorig
contract was niet in een sanctie voorzien, maar ik
stel wel vast dat in 1999 de tarieven niet zijn
verhoogd, zonder dat er een sanctie was. De
minister heeft toen geen verhoging toegezegd
omdat in 1998 met de invoering van de nieuwe
19/12/2000
CRIV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
dienstregeling heel veel treinen te laat kwamen. U
weet dat de NMBS normaal een stiptheidscijfer
van 95% haalt. Dan in een sanctie voorzien indien
ze onder de 90% uitkomt, is niet ernstig. Dat is
windowdressing. Zie eens wat de regering
allemaal durft! Zij durft een norm opleggen aan de
NMBS, hoewel iedereen daar eigenlijk mee lacht,
want de NMBS haalt altijd ongeveer 95%.

Ik stel vast dat de vorige regering geen
sanctiesysteem had in het beheerscontract, maar
dat in 1999 wel sancties zijn opgelegd. Toen
mocht er geen tariefverhoging worden
doorgevoerd. Nu is er wel een sanctie in het
beheerscontract ingeschreven, maar er worden
geen sancties opgelegd er zijn wel
tariefverhogingen. In februari stijgen de prijzen
met 3%. Dat is de trendbreuk die deze regering tot
stand heeft gebracht.

De vijfde trendbreuk, men gaat zorgen dat
goederen massaal van de weg worden gehaald en
op het spoor worden gezet. Als u dat wenst te
verwezenlijken tegen 2010, dan zeg ik u dat u
minstens 60 miljard frank zult moeten vinden. U
hebt 25 miljard frank nodig voor de tweede
spooruitgang in de Antwerpse haven, 22 miljard
frank voor een bijkomende spoortunnel onder de
Schelde, 13 miljard frank voor een
spoorontdubbeling tussen Zeebrugge en Gent en
ongeveer 1,5 miljard frank voor de IJzeren Rijn.
Zoveel kost dat. Ik zie daar niets van terug in de
plannen die worden aangekondigd. Zeggen dat
massaal goederen van de weg naar het spoor
zullen gaan, is de mensen een fabeltje wijsmaken.

Hetzelfde geldt voor de IJzeren Rijn. Het zal nog
plezant worden volgend jaar. Ik zal kunnen
voorlezen wat op deze plaats allemaal werd
gezegd toen het nog heel goed ging tussen deze
en de Nederlandse regering. Dat is sinds Nice een
beetje minder, maar destijds waren ze goede
vrienden en ze zouden eens laten zien dat ze dat
in goede vriendschap en goed nabuurschap
zouden oplossen. Ik zou wel merken, volgens de
regering, dat in 2001 15 treinen over het historisch
tracé rijden. Ludo Van Campenhout spreekt over
15 treinen in de beide richtingen. Mevrouw
Netelenbos verklaart dat 7 plus 8 ook 15 is. Zij
zegt bovendien dat ze het MER zal af hebben in
maart 2001. Dat is de planning, maar mevrouw
Netelenbos zegt er ook bij dat ze maar over de
voorlopige ingebruikname van het historisch tracé
zal beslissen samen met de definitieve beslissing
over het latere definitieve tracé.

Ik woon op de grens en ik volg ook de
Nederlandse actualiteit. U weet ook uit uw
contacten, mevrouw de minister, dat zeker wat het
definitieve tracé betreft, nog maanden, zoniet
jaren zal worden gediscussieerd in de
Nederlandse politiek omdat men daar nog elke
week een nieuw mogelijk tracé vindt dat moet
worden onderzocht. Dan is het de A 67, dan is het
weer iets anders.

Ook de heringebruikname van het historisch tracé
van de IJzeren Rijn hangt af van de beslissing die
door de Nederlanders wordt genomen. Bovendien
moet België alles betalen. De kosten zullen zo
hoog oplopen, dat het onmogelijk zal blijken dit
tracé vóór het einde van deze regeerperiode
opnieuw in gebruik te nemen. Mijn voorspelling
van vorig jaar dat er uitsluitend virtuele treinen
zouden rijden, zal spijtig genoeg bewaarheid
worden. Het is erg jammer dat we ook op dit vlak
geen trendbreuk mogen verwachten want het
goederenvervoer via het spoor moet worden
gestimuleerd en aangemoedigd.

Voorts had ik een trendbreuk verwacht met
betrekking tot de HST. Het is normaal dat de
groenen, nu zij deel uitmaken van de regering, dit
project niet meer met alle macht bestrijden. Toch
had ik verwacht dat dit duivelse, geldverslindende
project dat ervoor had gezorgd dat tal van kleine
stations moesten verdwijnen in het belang van de
rijken die zich een rit met de HST zouden kunnen
veroorloven, even terzijde zou worden geschoven
om de nadruk te leggen op het binnenlands
spoorvervoer. Enkele maanden vóór het
aantreden van deze regering pleitte Agalev nog
voor een moratorium op de HST-investeringen. De
heer Vanoost heeft de tekst in kwestie
medeondertekend. Ofwel zijn de groenen
inmiddels van mening veranderd, ofwel is de HST
veranderd in een milieuvriendelijk instrument dat
de gewone mensen zal overtuigen de auto te laten
staan en de trein te nemen.
01.21 Minister Isabelle Durant: De HST is een
concurrent geworden van het luchtverkeer op
middellange afstand. Dat is toch een positieve
evolutie!
01.22 Jos Ansoms (CVP): Inderdaad, dit was
een van de argumenten die wij hebben
aangehaald om het HST-project goed te keuren.
Jarenlang hebben wij spitsroeden gelopen om dit
project te verdedigen, dat helemaal niet populair
was in Vlaanderen. Wij hebben erop gewezen dat
de HST een waardevol, ecologisch verantwoord
alternatief was voor de luchtvaart op middellange
afstand. Ik heb dit argument naar voren gebracht
in debatten met mevrouw Aelvoet, die de
commissieleden op een gemakkelijke,
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
populistische manier op haar hand trachtte te
krijgen. Zij schilderde de HST af als een duivels
en geldverslindend project. De bevolking slikte
haar argumenten en slaagde erin moeders met
kinderen ervan te overtuigen in Antwerpen mee op
te stappen in betogingen tegen de HST.
01.23 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Agalev
heeft inderdaad strijd gevoerd tegen de HST.
Destijds bestonden hiervoor geldige argumenten.
Het project dat in de jaren '70 werd voorgesteld,
impliceerde een volledige afbraak van het
binnenlands spoorvervoer onder regeringen
waarvan de partij van de heer Ansoms deel
uitmaakte. Onder meer door de harde strijd tegen
die beleidskeuze en de druk van de bevolking
werd het beleid bijgestuurd en is men opnieuw
beginnen investeren in het binnenlands
spoorvervoer.

Verwacht u van ons dat wij projecten in uitvoering
stopzetten? Wat verwacht u van ons? Wij nemen
onze verantwoordelijkheid op. Elke regering en
elke meerderheid neemt nu eenmaal bepaalde
dossiers over van de voorgaande regering en
voert die verder uit. Dat is de normale gang van
zaken in ons politiek systeem. Daar is niets
bijzonders aan. Ondertussen voeren wij een beleid
om een beter binnenlands vervoer per trein te
verkrijgen. Dat kan perfect samengaan.
01.24 Jos Ansoms (CVP): In de jaren '70 waren
er heel veel CVP'ers en één Agalev'er. Toen
hebben wij inderdaad samen betoogd tegen het
TGV-project van de heer De Croo. Daar ben ik het
mee eens. U verwijst naar het TGV-project van de
heer De Croo, maar ik heb het hier over het
project dat dateert uit het begin van de jaren '90.
Het is dit project dat mevrouw Durant zopas en
vorige week nog feller verdedigd heeft. Vanaf het
begin van de jaren '90 tot vlak voor de
verkiezingen hebben uw mensen, de heer Van
Dienderen en mevrouw Aelvoet op kop, storm
gelopen met valse argumenten. Mevrouw Durant
op haar beurt ontkracht nu deze argumenten. Ik
beweer niet dat u dat project stillegt, maar ik geef
wel twee voorbeelden die ik niet verwacht had van
een groene minister.

Het eerste voorbeeld heb ik vorige week al naar
aanleiding van de programmawet gegeven. Onder
de karwats van de heren Reynders, De Croo, Van
Dienderen en Vanoost hebben wij gediscussieerd
over de oprichting van een
financieringsmaatschappij voor de HST. Een van
de grote problemen daarbij was dat er geen geld
op een verdoken manier naar het HST-project
mocht vloeien. Wij hebben de mensen van het
Rekenhof zelfs naar de commissie gehaald. Dat
was immers het punt waarover uren werd
gediscussieerd. Uiteindelijk hebben wij gezegd dat
er 10 miljard frank van de NMBS naar de HST-
financière vloeit, maar die 10 miljard hebben
betrekking op activa die verkocht worden om een
beschot te hebben. Dat loopt nu minder vlot dan
verwacht. Men heeft nog maar 5,6 miljard frank in
kas, hoewel het voor het einde van het jaar
10
miljard zou moeten zijn. Wat doet deze
regering? Vorige week voegde ze een klein
artikeltje toe aan de programmawet, waarin staat
dat de NMBS de 4,4 miljard frank moet betalen in
contanten. Wat is de motivering hiervoor? Ik viel
bijna omver van verbazing toen ik las dat anders
het financieel resultaat van de HST-financière
negatief zou worden beïnvloed. Dat is de reden
waarom de programmawet gewijzigd moest
worden. Voor een project dat loopt tot juni 2005
kan er geen 4,4 miljard frank ingebracht worden in
de vorm van activa, en dus moet er in contanten
betaald worden. Waar zal de NMBS die 4,4 miljard
frank halen? Als zij die leent dan zal het financieel
resultaat van de NMBS negatief worden
beïnvloed. Mevrouw de minister, dat is een eerste
illustratie dat u de HST verkiest boven het
binnenlands spoor.
01.25 Hugo Coveliers (VLD): De gedelegeerd
bestuurder van de NMBS verwerft bedrijven in het
buitenland met geld van de belastingbetaler. Hij
doet dit zonder rechtspersoonlijkheid te bezitten.
Als een gewone particulier dit deed, vloog hij
achter de tralies. Vraag dat geld terug en verkoop
die bedrijven.
01.26 Jos Ansoms (CVP): Ik heb deze
programmawet niet ingediend.
01.27 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer Ansoms,
het gaat over het feit dat u argumenten naar voren
brengt en dat ik een tegenargument geef. In dat
tegenargument wordt er wel een CVP'er in zijn
hemd gezet en dat hoort u niet graag. Daarover
gaat het.
01.28 Jos Ansoms (CVP): Er worden studies
gemaakt over de malversaties tussen het
binnenlands spoor en de HST. Ik heb via de
kranten vernomen dat de eerste audit niets heeft
opgeleverd en mevrouw de minister heeft de
resultaten van de tweede audit al aangekondigd.
Wij zullen deze resultaten bekijken en nagaan of
de gedelegeerd bestuurder van de NMBS zich al
dan niet bezondigd heeft aan malversaties. Ik
weet dat dus niet.

De minister zal dat rapport in het Parlement
19/12/2000
CRIV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
voorstellen.
01.29 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, ik heb het niet over malversaties.
01.30 Jos Ansoms (CVP): Mijnheer de
voorzitter, toch wel. De heer Coveliers heeft
gezegd dat het op een wijze gebeurde waarvoor
iemand anders de gevangenis zou ingaan.
01.31 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, ik stel gewoon vast dat een van de
inwoners van dit land in staat is om in Azië
bedrijven te verwerven. Normaal gezien moet men
hiervoor in het handelsverkeer over de
rechtspersoonlijkheid beschikken. Ik zeg dit niet
als expert terzake, maar als geïnteresseerde
belastingbetaler. Het kan niet dat één man met
een deel van mijn belastinggeld bedrijven verwerft
in Azië zonder dat hij hierover verantwoording
moet afleggen aan zijn aandeelhouders. Hij heeft
immers geen aandeelhouders. Zou de heer
Ansoms niet beter tegen zijn partijgenoot zeggen
dat hij heel die handel in Azië moet verkopen en
de middelen naar het Belgisch spoor moet
overhevelen. Dan beschikt hij over middelen.

De voorzitter: Laten we het bij het binnenlands
beleid houden.
01.32 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, de heer Ansoms beweert
altijd dat er geen bewijzen van malversaties zijn.
Het gaat er echter niet om of er volgens de regels
werd gewerkt, maar wel of die regels goede regels
zijn om een degelijk beleid te voeren. De vraag is
niet of men volgens het boekje werkt, maar of het
boekje goed is. De heer Ansoms mag niet
vergeten dat het boekje door regeringen met zijn
partij is geschreven op maat van de huidige
NMBS. Wij willen weten wat er mis is met het
boekje. Ik ben er zeker van dat het boekje niet
beantwoordt aan de eisen die wij stellen van een
dynamisch spoorbedrijf.
01.33 Jos Ansoms (CVP): Mijnheer de
voorzitter, we zullen hierover kunnen debatteren
wanneer de minister haar wetsontwerp indient. Ik
heb verwezen naar het feit dat de financiering van
de HST in de programmawet wordt opengedraaid
doordat er middelen van de NMBS worden
overgeheveld. We zullen misschien kunnen
debatteren over de nieuwe wet op de
overheidsbedrijven. Minister Daems beweert dat
hij een dergelijke wet niet nodig heeft, hoewel zijn
regeringspartners er een ander idee op nahouden.
Op een gegeven ogenblik zal eerste minister
Verhofstadt de knoop moeten doorhakken en dan
zullen we zien of er een nieuw ontwerp komt en
wat de inhoud ervan zal zijn. In dit debat wil ik
enkel aantonen dat ik van een regering met de
groenen niet had verwacht dat middelen naar de
HST zouden worden overgeheveld om een
negatieve beïnvloeding van een financieel
resultaat te vermijden.

Een tweede element is het tekort voor de aanleg
van de HST boven Antwerpen. Wie het dossier
kent, weet dat dit tekort 5,8 miljard frank bedraagt.
De NMBS stelt voor om van het project boven
Antwerpen een gemengd project te maken en om
5,8 miljard frank voor het binnenlands
spoorverkeer aan te wenden om de financiering
rond te krijgen. Ik zal hiermee nooit akkoord gaan,
ook al vragen de heer Schouppe en anderen mij
dit nog tien keer. Uit deze twee elementen leid ik
af dat ook in dit dossier, dat bij de groenen zeer
gevoelig ligt, geen trendbreuk kan worden
vastgesteld en dat deze regering meer nog dan
haar voorgangers vertrekt vanuit het idee dat de
HST van grens tot grens moet worden
doorgetrokken, en dit liefst zo vlug mogelijk.

Een andere trendbreuk is de fiscaliteit op het
woon-werkverkeer. Ook op dit punt is weinig
verandering merkbaar. Op 2 oktober, juist voordat
de regering de knoop doorhakte, luidde het nog:
"Omdat de minister de belasting op het privé-
gebruik van een firmawagen voortaan wil baseren
op 12.000 kilometer die men op eigen rekening
zou rijden in plaats van 5.000. In haar voorstellen
zal die aftrek 6 frank bedragen voor de eerste 30
kilometer. Dit bedrag wordt vanaf de
eenendertigste kilometer teruggeschroefd tot 4
frank". Welnu, ik vind hiervan helemaal niets in de
begroting terug.

Welnu, ik vind daar niets van terug. Ook op dat
punt heeft minister Reynders minister Durant terug
naar af gestuurd en gezegd dat zij niet met
dergelijke zaken moest aankomen. Toen wij het
daarnet ook even over deze kwestie hadden, heeft
de aandachtige toeschouwer bepaalde grimassen
op het gezicht van de heer Reynders gezien. Ook
u hebt het gezien, mevrouw Brepoels. Die
grimassen waren allesbehalve vleiend voor u,
mevrouw de minister, maar dat is een zaak voor
de innerlijke keuken van de regering. Ik wil alleen
maar zeggen dat er ook op dit punt dus niets is
gebeurd.

Ik zal niet terugkomen op de persconferentie van
mevrouw Aelvoet over de fiscale aftrek voor wie
gebruik maakt van het openbaar vervoer of van
carpooling. Ik zal het mes niet langer in de wonde
draaien. Ook zal ik maar niet terugkomen op
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
diegenen die nu allemaal op hun fiets gaan
rondrijden met een groen vlaggetje eraan omdat
ze zo blij zijn dat ze zes frank per kilometer die ze
met de fiets afleggen, mogen aftrekken. Ik denk
dat iedereen, u mevrouw de minister, alle leden
van uw fractie en van Agalev ondertussen weten
dat u met een kluitje in het riet bent gestuurd en
dat er geen enkele correctiewijziging inzake
fiscaliteit is doorgevoerd. Er gaat geen enkele
stimulans uit van deze maatregel. Alleen wie
minder dan 39.000 frank per maand verdient heeft
enig voordeel bij die twee keer 25 kilometer. Wie
meer verdient, haalt meer voordeel uit de
forfaitaire aftrek. Voor de fietsers is het al
helemaal belachelijk: alleen wie minder dan 6.880
frank verdient, heeft er voordeel bij.

Dat is dus duidelijk geen fiscale stimulans. Een
fiscale stimulans alleen is trouwens niet
voldoende. Bijkomende maatregelen, zoals een
verbeterd openbaar vervoer, zijn noodzakelijk. We
weten echter allemaal dat op korte termijn het
aanbod van het openbaar vervoer, van het spoor
bijvoorbeeld, niet zal verbeteren. Ook carpooling is
een heel goed initiatief, maar dat moet wel worden
georganiseerd.

Dat brengt ons bij de bedrijfsvervoersplannen.
Ook daar is reeds een jaar verloren gegaan. Had
deze regering de wet die was goedgekeurd nu
maar eens laten doorgaan, dan had er tenminste
al één instrument inzake mobiliteitssturing
geweest. Helaas, dat mocht niet, want mevrouw
Durant zou op 1 januari 2000 met een eigen
ontwerp komen. Het jaar is bijna om, haar ontwerp
is klaar, maar de SP en Agalev schieten het af en
de VLD stelt een veto. Laten we toch ernstig zijn!
Nu zullen we daar weer een jaar aan verliezen en
uiteindelijk zal er helemaal niets gebeuren. Dit is
een verloren kans. Men had die kans echter met
beide handen moeten grijpen, omdat dat een van
de weinige zaken is waarin men op korte termijn,
zonder er massaal veel geld in te moeten stoppen,
tot resultaten kan komen. Ook dit eenvoudige
instrument zal er echter niet komen de
eerstvolgende maanden, laat staan dat we enig
resultaat mogen verwachten binnen deze
legislatuur. Wederom is er geen trendbreuk.

Ik wil nog twee trendbreuken behandelen. Ze zijn
nog groener dan de andere en ik had dan ook
verwacht dat men er ernstig werk van zou maken.
Ik heb het over het tegengaan van de negatieve
gevolgen van het wegverkeer. U herinnert zich de
persconferentie van minister Aelvoet in mei van dit
jaar. Zij verkondigde dat er stevig zou worden
opgetreden tegen de CO
2
-uitstoot. Voorwaar een
ozonplan! De heer Colla heeft het nooit zover
kunnen brengen, mevrouw Aelvoet wel. Dat hele
ozonplan kwam echter gewoon neer op verhoogde
snelheidscontroles. Ozonplan! O, zo'n plan!
Mevrouw Aelvoet beweerde dat als iedereen zich
aan de toegelaten snelheid hield ­ u doet dat
mijnheer Coveliers, dat heb ik al gezien ­ de
uitstoot met ongeveer 10% zou dalen.

Dat zou dus een prachtig resultaat zijn. Mevrouw
Aelvoet had aangekondigd dat dit ook zou
gebeuren. Ik heb minister Duquesne gevraagd of
dit ook daadwerkelijk gebeurd is. Hij zei dat dit niet
het geval is, er zijn deze zomer zelfs 25% minder
controles uitgevoerd dan anders. Met Euro 2000
en een aantal andere problemen kan ik dat
begrijpen, maar het ozonplan is dus niet
uitgevoerd. Mevrouw Aelvoet zei echter dat we nu
veel strenger zijn. U weet allen dat er nu een
marge van 15 kilometer per uur wordt gegeven
voor men geflitst wordt. Men mag dus 135
kilometer per uur rijden. De meeste Belgen weten
dat ook en houden die snelheid aan. Nu zou men
echter geen afwijking meer geven, er zou
zerotolerantie toegepast worden. Excuseer, ik
meen dat dit nuloverlast wordt genoemd. De
nuloverlast van mevrouw Aelvoet zou worden
toegepast. In mijn naïviteit geloof ik dat en vraag
ik de heer Duquesne of hij de politiediensten
opdracht heeft gegeven om de nuloverlast toe te
passen bij de snelheidscontroles. Met zijn beate
glimlach moest hij zeggen dat hij daar nog nooit
van gehoord had en dat er dus op dat punt ook
niets veranderd was. Men heeft dus wel een
ozonplan maar het wordt niet geïmplementeerd.
Ook op dat punt is er dus geen trendbreuk.

Ik kom dan bij de laatste punten. Het doet mij echt
veel pijn dat er ook geen trendbreuk is met
betrekking tot de verkeersveiligheid. Mevrouw de
minister, wat hebt u gedaan inzake
verkeersveiligheid in de achttien maanden waarin
u nu al minister bent? U hebt de afgevaardigd
bestuurder van het BIVV de laan uitgestuurd. Het
was een geval zoals dat van de heer Schouppe.
Hij moest weg want er moest een nieuwe
dynamiek komen bij het BIVV. U hebt dus een half
jaar gezocht naar een opvolger. Nu is die opvolger
al enkele maanden bezig, maar ik merk niets van
nieuwe accenten bij het BIVV. Het instituut is nu
alleen meer een aanhangsel van het kabinet
geworden, wat ook de bedoeling was. Dat was
waarschijnlijk ook uw bedoeling met betrekking tot
de NMBS. Het mocht geen autonoom
overheidsbedrijf meer zijn en zoals in de goede
oude tijd van de heer De Croo zou u liefst zelf de
raad van bestuur gaan voorzitten. Misschien
droomt u daarvan. Dat geldt ook voor het BIVV.
De afgevaardigd bestuurder werd de laan
19/12/2000
CRIV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
uitgestuurd omdat hij een CVP'er was. Het BIVV
doet echter nog hetzelfde als vorig jaar.

Het voorlaatste punt is het koninklijk besluit op het
gebruik van de GSM in de auto. Het gaat slechts
om één regeltje waar dan nog een aantal fouten in
staan. Het laatste punt betreft het koninklijk besluit
van uw voorganger, de heer Daerden, over het
systeem van de onmiddellijke inningen. U hebt dat
een jaar laten liggen op uw kabinet en het dan
uiteindelijk toch in het Staatsblad gepubliceerd.
Jammer genoeg was u samen met de heer
Verwilghen vergeten de politiediensten de nodige
formulieren te bezorgen om vanaf 1 september de
bonnen te schrijven die voortspruiten uit dit
koninklijk besluit. Dat is er ongeveer gebeurd in
achttien maanden: bedroevend weinig dus. Voor
de rest zijn er heel veel plannen en ideeën, maar
daar blijft het ook bij. Eigenlijk zijn het zelfs geen
plannen. Het draagt wel die naam maar het gaat
in feite om losse ideeën, niet om gekwantificeerde
doelstellingen, timing of ramingen van de kosten,
hoewel Europa daar om vraagt. Er zijn ook geen
perspectieven of voortgangsrapporten. Waar is de
tijd dat u op het autosalon de oorlog verklaarde
aan de auto? Weet u nog dat u in januari 2000 in
het hol van de leeuw - op het Autosalon - zei dat
het rijbewijs met punten er binnen enkele
maanden zou komen. Ik geloofde dat omdat er bij
de onderhandelingen over het regeerakkoord een
serieuze rel was ontstaan tussen de groenen en
de andere partners omdat het rijbewijs met
strafpunten niet in het regeerakkoord werd
opgenomen. Vervolgens deed mevrouw Durant op
het Autosalon de uitspraak dat het rijbewijs met
strafpunten er binnen enkele maanden zou
komen. Er komt echter in deze legislatuur geen
rijbewijs met strafpunten, dat weet u intussen ook
wel. U hoopt dat ik u daar niet te veel meer aan
zal herinneren en dat dit stilletjes zal verdwijnen
zonder dat er nog een haan naar kraait.

Mevrouw de minister, ik doe dit niet graag maar ik
moet vaststellen dat er op geen enkel van de
negen belangrijke punten waarvoor ik, gezien het
verleden van Ecolo en de groenen, echt een
trendbreuk had verwacht een trendbreuk is
gekomen. Als er al een trendbreuk is, dan gaat het
om een negatieve trendbreuk. Wij kunnen dit deel
van de begroting dan ook zeker niet goedkeuren.

Voorzitter: Lode Vanoost, ondervoorzitter
Président: Lode Vanoost, vice-président
01.34 Olivier Chastel (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, la déclaration
gouvernementale de juillet 1999 ouvrait la voie
vers le XXIème siècle. Après les premiers mois
consacrés à restaurer la confiance des citoyens,
les pouvoirs publics, le gouvernement s'attachent
désormais à renforcer davantage encore cette
confiance. Son programme est à la fois vaste et
ambitieux. Alors que nous nous apprêtons à
imaginer et à inaugurer ce XXIème siècle,
interrogeons-nous sur les réalisations de ce
gouvernement.

Je limiterai mon intervention à deux thèmes: la
poste et les télécommunications d'une part, la
mobilité et les transports de l'autre.

Mon premier propos vise donc la poste et les
télécommunications. Grâce à quelques
modifications législatives adoptées en 2000, la
poste a pu se doter d'un nouveau management
qui a présenté un plan stratégique destiné à
permettre à l'entreprise publique de s'adapter aux
prochaines étapes de la libéralisation du secteur
postal en Europe. Soulignons la collaboration
positive des organisations syndicales qui étaient
pleinement conscientes que leur entreprise ne
s'était jusqu'alors qu'insuffisamment transformée
pour affronter la concurrence européenne. Le
temps perdu ne se rattrape jamais, cependant il
n'est jamais trop tard pour bien faire.

A la différence de la poste, Belgacom consolidée
stratégiquement par les partenaires privés depuis
5 ans, occupe aujourd'hui une position
respectable dans son secteur d'activités soumis à
de très fortes pressions de la part de ses
concurrents. Le projet d'introduction en bourse de
l'opérateur historique de télécommunication, n'a
toutefois pas pu se réaliser en raison d'un climat
boursier plus que maussade en général et
particulièrement instable pour les valeurs
télécoms. La valorisation des actifs de l'Etat dans
la perspective d'une diminution de la dette
publique reste néanmoins à l'ordre du jour et se
concrétisera dès que les entreprises de
télécommunication regagneront la confiance des
marchés boursiers internationaux.

Dans le dossier de la téléphonie mobile de 3
ème
génération, la Belgique risque d'être montrée du
doigt comme étant le dernier élève de la classe
européenne. Il est vrai que nous avons été
précédés par nos voisins européens qui, pour
certains, ont une plus longue expérience d'un
secteur télécom moins lié aux pouvoirs publics et
ont organisé leurs instances de régulation de
manière plus autonome et plus transparente.
Certaines lacunes réglementaires et légales sont
à présent comblées, et l'accord de ce 4 décembre
intervenu entre dix ministres et secrétaires d'Etats
fédéraux et régionaux sur la fixation d'une norme
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
de santé, d'exposition aux radiations non-
ionisantes permet de progresser dans la voie de la
mise aux enchères des licences UMTS.

La seconde partie de mon intervention touche la
mobilité et les transports. Après des années
d'immobilisme, le projet de réseau express
régional RER autour de Bruxelles, de virtuel qu'il
était, s'approche de la concrétisation. L'accord de
coopération fédéral­région même s'il se fait
encore attendre, semble progresser. L'intérêt d'un
tel projet suscite même certaines envies dans nos
provinces. On ne peut que regretter que depuis
que la SNCB jouit d'une autonomie de gestion,
elle ait délaissé les déplacements de personnes
vers les grands centres urbains du pays au profit
de la constitution d'un groupe international de colis
par route.

Nous constatons à nouveau des retards pour la
prise de grandes décisions en matière de mobilité
en raison, notamment, de l'absence du projet de
plan décennal d'investissement 2001-2010 de la
SNCB.

Certains dirigeants de la SNCB se montreraient-ils
irrités de voir que leur grand projet de promotion
immobilière de Schaerbeek-formation situé sur le
territoire de la commune de Bruxelles, ne soulève
pas un enthousiasme unanime alors même qu'ils
avaient adapté leur projet de départ en y ajoutant
une couche de RER pour plaire à leur ministre de
tutelle?

Alors que l'administration fédérale voit son avenir
tracé dans le plan Copernic, l'entreprise publique
autonome SNCB profitera-t-elle, elle aussi, d'une
révolution copernicienne, ou plutôt, sera-t-elle la
dernière à évoluer vers une entreprise moderne,
guidée par les principes de «
corporate
government »?

Le message du premier ministre du 17 octobre
dernier visait en priorité les membres du conseil
d'administration qui, dans le cadre légal actuel,
bénéficient d'un privilège exorbitant de droit
commun privant le pouvoir qui les nomme de les
révoquer.

Il est, en effet, plus cohérent que le pouvoir
fédéral qui définit une politique en matière de
mobilité dispose également, en tant qu'actionnaire
majoritaire, des moyens d'imposer cette politique
à l'entreprise qu'il contrôle.

Dès lors que le débat sur la recomposition du
conseil d'administration de la SNCB est ouvert, le
moment est venu d'envisager une représentation
plus juste des organisations représentatives des
travailleurs au sein de ce conseil.

Si depuis 1926, des représentations de certains
syndicats siègent au conseil d'administration de la
SNCB, peut-on admettre aujourd'hui que certains
autres syndicats en soient légalement exclus?

Peut-on admettre que, au moment d'entrer dans
le troisième millénaire, la SNCB n'organise pas
d'élections sociales, seul moyen démocratique de
désigner des représentants de travailleurs? La
réponse à ces questions permettra de connaître
les conservateurs et les progressistes.

L'an prochain, nous fêterons les dix ans de la loi
du 21 mars 1991 qui a permis à des services
publics de se transformer en entreprises
publiques autonomes. Les dix années écoulées
ont permis de constater les effets pervers de cette
loi. Si dans le passé le poids du politique a pesé
trop lourdement sur les services publics,
aujourd'hui, l'autorité fédérale doit reprendre son
rôle de régulateur dans un secteur soumis à la
concurrence européenne.

Ce changement obligera probablement quelques
uns à réorienter leur fin de carrière en adaptant le
slogan publicitaire de la maison: « La politique, ça
me gonfle, avec ABX, je me casse! »

Président: Jean-Pol Henry, premier vice-président
Voorzitter: Jean-Pol Henry, eerste ondervoorzitter
01.35 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister,
mijnheer de minister, collega's, ik zal niet herhalen
wat reeds in de commissie werd gezegd. Er moet
mij echter iets van het hart, iets dat mij al een tijdje
stoort. Ik heb het over de informatiedoorstroming
vanuit de kabinetten in het algemeen en vanuit het
kabinet van de bevoegde minister naar de
commissie voor het Verkeer en de Infrastructuur
in het bijzonder. We worden om de haverklap met
allerlei studies, plannen en audits geconfronteerd.
Vooral de minister van Mobiliteit en Vervoer is
daar zeer bedrijvig in. De beleidsnota stond er vol
van. Ik geef enkele voorbeelden: een plan
Duurzame Mobiliteit, mobiliteitbeheersplannen, het
beheerscontract, een tienjarig investeringsplan,
een audit om de overheidsgelden te controleren,
een audit om een controleprocedure van de
financiële middelen door de HST-financière ter
beschikking van de NMBS te stellen, een audit om
financiële en beheersgerichte informatie van de
NMBS aan te brengen waarover de staat als
aandeelhouder moet kunnen beschikken, er zijn
reizigersvervoerplannen, er zou een witboek
19/12/2000
CRIV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
Vervoersbeleid en een groenboek Stadsvervoer
moeten komen, enzovoort. Ik vergat er wellicht
nog enkele. Uitgezonderd één audit die door deze
Kamer werd besteld, blijft het inzake deze plannen
gissen naar de stand van zaken. Als een plan, in
casu het verkeersveiligheidsplan het licht ziet, wil
dat nog niet zeggen dat de Kamer daarover wordt
ingelicht. Ik vraag dus naar een betere
communicatie met het Parlement. Het is trouwens
frustrerend om telkens via de pers de stand van
zaken over een bepaald dossier te moeten
vernemen, zonder daarover van gedachten te
kunnen wisselen. Zit het probleem echter niet
dieper? Blijft het niet, na meer dan één jaar
paarsgroene regering met een groene minister
aan het hoofd van het departement van Mobiliteit
en Vervoer, bij plannenmakerij? Dat zou trouwens
een verklaring kunnen zijn voor het feit dat de
minister niet de enveloppe krijgt waarover zij zou
moeten kunnen beschikken om een efficiënt
mobiliteitsbeleid te voeren.

Mijnheer de voorzitter, ik was vorig jaar naarstig
op zoek naar de verwachte trendbreuk van de
groene minister op het departement. Ik eindigde
mijn uiteenzetting naar aanleiding van de
begroting toen met de stelling dat van een echte
trendbreuk geen sprake was. Ook nu blijft de
beleidsvisie bij een aantal goede bedoelingen.
Ook nu werden we voor de verkiezingen in de
media om de oren geslagen met allerlei mooie
beloften, ook inzake mobiliteit, met name de
aankondiging van witboeken,
verkeersveiligheidsplannen, enzovoort. Ik stel vast
dat na één jaar regering-Verhofstadt inzake de
mobiliteit weinig werd gerealiseerd, op een
koninklijk besluit over het gebruik van GSM's na.
Het is op zich niet slecht dat de visie inzake het
witboek Mobiliteit tot het jaar 2020 reikt, maar de
visie moet tot 2020 reiken en niet beginnen in
2020. Het ziet er echter naar uit dat wij ook in het
begrotingsjaar 2001 weinig concreets zullen zien
veranderen. Ik vrees trouwens dat de maatregel
die met veel poeha werd aangekondigd om
andere vervoersmodi aantrekkelijker te maken,
met name de fiscale aftrek voor werknemers die
te voet, per fiets, met de trein, met de bus of de
tram naar het werk gaan, niet het gehoopte
resultaat zal hebben. Een echte groene maatregel
zou een beperking van de fiscale aftrek voor het
gebruik van de wagen zijn, evenals een serieuze
inspanning ten voordele van andere vervoersmodi.
Een groene maatregel zou trouwens niet van pas
komen omdat die vervoersmiddelen die een
oplossing voor het mobiliteitsprobleem kunnen
zijn, niet voldoende zijn uitgerust om zelfs maar
een lichte stijging aan te kunnen. Denk maar aan
de wegblokkades die ervoor zorgden dat het
openbaar vervoer behoorlijk in de knoei raakte.
Ook bij de NMBS is het kommer en kwel: de
stijging van het aantal reizigers zorgde ervoor dat
vertragingen en overvolle treinen al gauw schering
en inslag waren.

De tariefmaatregelen die op het federale en op het
gewestelijke vlak werden genomen hebben ervoor
gezorgd dat er onvrede heerste bij zowel het
personeel als bij de pendelaars die vaststelden dat
de capaciteit compleet ontoereikend was. Dit
noemt men de kar voor het paard spannen.

Ook vorig jaar wees ik op het gevaar dat deze
maatregelen niet het beoogde effect kunnen
sorteren indien de infrastructuur, het aanbod en
het comfort niet gelijktijdig meevolgen. De nieuwe
reizigers zouden na verloop van tijd wel eens
definitief kunnen afhaken.

Dan kom ik tot de investeringen die aan de NMBS
werden toebedeeld en die zelfs duidelijk
ontoereikend zijn om de treinen amper rijdende te
houden, laat staan dat ze een oplossing zouden
zijn voor de steeds maar toenemende mobiliteit. Ik
heb er dan ook geen moeite mee om toe te geven
dat die inspanningen al veel eerder tijdens vorige
regeringen hadden moeten gebeuren. Het zal
bijzonder moeilijk worden om het tij te keren. Ik
verwijs hierbij even naar de analyse van
transporteconoom Edwin Jacobs die stelt dat
gedurende de volgende 10 jaren duizend miljard
frank zal moeten geïnvesteerd worden indien het
spoor een deel van de mobiliteit wil opvangen en
indien de overheid wenst dat het spoor een
grotere rol in het reizigers- en goederenvervoer
speelt. Dit is natuurlijk een droomscenario en
wellicht niet realistisch, maar de NMBS zelf
spreekt in cijfers van vijfhonderd miljard en meer
voor de volgende tien jaren. Ook dit scenario is
natuurlijk mijlenver verwijderd van wat de regering
uitgetrokken heeft voor de NMBS.

Daarstraks werd er over de 60/40-verdeelsleutel
gesproken. Deze 60/40-verhouding is in feite een
louter politiek gegeven dat symbool staat voor de
wafelijzerpolitiek die in dit land gehanteerd wordt.
Het is duidelijk dat vooral Vlaanderen vragende
partij is met betrekking tot de investeringen die
moeten gedaan worden inzake het vervoer van
personen en goederen. Het hanteren van die
verdeelsleutel is nadelig voor Vlaanderen en zet
een rem op het mobiliteitsgebeuren in Vlaanderen.
Investeringen moeten daar gebeuren waar zij
tegelijk nodig en rendabel zijn. Ook hier verwijs ik
naar Jacobs, die beweert dat de huidige
verdeelsleutel geen rekening houdt met
bijvoorbeeld het gegeven dat de zeehavens in
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
Vlaanderen gelegen zijn. Dringende investeringen
kunnen niet of veel te laat worden uitgevoerd. In
dit verband kan verwezen worden naar de tweede
spoortoegang in Antwerpen en de spoortunnel
tussen de havengebieden op beide oevers van de
Schelde.

Mijnheer de voorzitter, collega's, vorig jaar
hekelde ik het feit dat het raadgevend comité van
de gebruikers bij de NMBS niet ernstig werd
genomen. De voorbije jaren heeft dit comité
nochtans uit eigen beweging talrijke adviezen
uitgebracht over aangelegenheden betreffende de
gebruikers van het goederen- en treinvervoer.
Minister Durant zelf is van oordeel dat dit steeds
realistische adviezen waren, maar de NMBS hecht
daar tot op heden weinig of geen belang aan. Ik
had gehoopt dat ik in de beleidsnota en in de
begroting maatregelen zou gevonden hebben die
ertoe zouden leiden dat de NMBS wel degelijk
rekening zal moeten houden met het comité. Maar
jammer genoeg vind ik daarover in deze
beleidsnota nog altijd niets terug. De vaststelling
blijft in tegendeel, dat het comité nog altijd niet
serieus wordt genomen.

Mijnheer de voorzitter, ik ga nog even in op de
veiligheid. Ik stel met genoegen vast dat de
verkeersveiligheidsuitrusting bij het spoor een
absolute prioriteit blijft. Een ander aspect hiervan
is de veiligheid van de reiziger en het personeel
met daarbij de strijd tegen het toenemend
vandalisme. Dit blijkt echter geen prioritair
aandachtspunt te zijn. Ik vrees nochtans dat
indien aan dit aspect van de veiligheid niet de
grootste aandacht wordt besteed, dit vroeg of laat
een negatieve invloed zal hebben op de ganse
werking van de NMBS. Het wordt dus tijd dat er
gehandeld wordt.

Tot slot, mijnheer de voorzitter, kom ik niet meer
terug op de politieke benoemingen aan de top van
de NMBS. Dit werd reeds in de commissie
besproken en ook collega Van den Eynde hekelde
deze zaak vorige week tijdens het vragenuurtje.
Dat deze affaire geen staal is van nieuwe politieke
cultuur, staat als een paal boven water. Mensen
moeten beoordeeld worden op hun capaciteiten
en hun bekwaamheden om een groot bedrijf als
de NMBS te leiden. Politiek moet daarin een
volkomen ondergeschikte rol spelen en pas dan
kunnen de hervormingen van het hele bedrijf met
veertigduizend personeelsleden een kans op
slagen hebben. Het rookgordijn rond deze
hervormingen wordt niet door ons opgetrokken.
Integendeel, het is juist door zo te focussen op en
vooral te ruziën over deze topbenoemingen, dat
de noodzakelijke hervormingen ondermijnd
worden. Samengevat kan ik stellen dat er ook dit
jaar van een echte trendbreuk geen sprake is. De
beleidsvisie blijft ook nu weer steken in vaak
goede bedoelingen maar blijft op verschillende
plaatsen vaag.
01.36 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de
minister, collega's, ik wil mij vooral richten tot
mevrouw de minister, bevoegd voor Mobiliteit en
Vervoer. Ik hoop dat ik niet te veel in herhaling zal
vallen. Ik heb alvast geen afspraken gemaakt met
collega's uit de oppositie maar ik vrees dat een
aantal van mijn vaststellingen over uw beleidsnota
en over uw toekomstvisie gelijklopend zullen zijn.

Ik stel vast dat de paarse regering ongeveer
halverwege de legislatuur is. We bespreken hier
alvast de tweede beleidsnota en het daaraan
gekoppelde budget. Wij stellen vast dat men op
het vlak van mobiliteitsbeleid blijft steken in het
opstellen van plannen. Er staan weinig concrete
projecten op stapel maar ­ en dit lijkt mij erger ­
er worden ook geen keuzes gemaakt. Kortom, na
anderhalf jaar kunnen wij nog steeds geen
gecoördineerde visie ontdekken.

Mijn collega Borginon formuleerde in de algemene
bespreking het axioma voor mevrouw Durant,
zoals hij het noemde, als volgt: "uitgesteld beleid
is gelijk aan geen middelen". Ik denk dat hij de
nagel op de kop sloeg als hij zei dat, als men blijft
steken in het maken van plannen men ook
moeilijk een hoger budget opeisen.

Ik wil een drietal punten behandelen die hiermee
te maken hebben. Ten eerste, u hebt het in uw
beleidsnota over een nationaal mobiliteitsplan
waarvan het ontwerp klaar zou moeten zijn tegen
half 2001. Na de creatie van dit ontwerp volgt nog
een ruime raadpleging. Het resultaat is dan ook
dat er niets meer zal worden uitgevoerd in de loop
van het volgende jaar. Het jaar 2002 is het jaar
vóór de verkiezingen en ik vraag me dan ook af of
de minister dan keuzes zal durven maken.

Ten tweede, op 22 juli maakte u het
verkeersveiligheidsplan bekend. Ondertussen is
dit plan zowat een half jaar oud en ik vraag mij af
wat hiermee intussen is gebeurd. Op dat ogenblik
hebben we vernomen dat u werkgroepen had
geïnstalleerd die zich zouden buigen over het
rijbewijs met punten ­ ondertussen vieren we
zowat de tiende verjaardag van de goedkeuring
van deze wet ­ en de koppeling van de boetes
aan het inkomen. Wat zijn de conclusies van deze
werkgroepen? Wat zijn de resultaten van de
overlegronde? Ik heb immers begrepen dat u het
19/12/2000
CRIV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
verkeersveiligheidsplan ook zou voorleggen aan
een aantal groepen. Welke concrete maatregelen
worden er nu voorgesteld in de begroting 2001? Ik
heb mijn best gedaan om deze maatregelen te
zoeken maar ik heb ze niet kunnen vinden. Ik heb
in de begroting een bedrag van 12 miljoen
Belgische frank teruggevonden waarvan 9 miljoen
frank is uitgetrokken voor studies. Voor concrete
projecten rond verkeersveiligheid heb ik echter
niets gevonden.

Het verkeersveiligheidsplan is volgens mij dan ook
een droomfabriek waarvan niets terecht zal
komen. Het is een bundeling van weliswaar
goede, maar losse ideeën, zonder concrete
tijdsplanning, zonder streefcijfers, zonder
begroting. Erger of sterker is dat dit aangeeft dat
er op het federale niveau eigenlijk geen
doortastend verkeersbeleid meer mogelijk is. De
aarzelende en zelfs afwijzende houding van onze
zuiderburen spreekt toch wel boekdelen als het er
op aankomt een kordaat en repressief beleid te
voeren. Het is precies dit verschil in mentaliteit
tussen Vlaanderen en Wallonië, zeker op het vlak
van mobiliteit, dat meer en meer zichtbaar wordt
op het terrein. Ik kan mij voorstellen dat de
voorzitter, hier achter mij, dit zeker beaamt. In
Vlaanderen worden meer snelheids- en
alcoholcontroles gehouden. Dat weet u, mevrouw
de minister. Bijna alle zones 30 situeren zich in
Vlaanderen. In Wallonië is er een aarzelende
aanpak wat de onbemande camera's betreft. Men
is ermee begonnen, toegegeven, maar in
Vlaanderen zijn ze al jaren geïnstalleerd. Het heeft
toch heel wat voeten in de aarde gehad vooraleer
men daartoe bereid was in Wallonië. Ik kan mij
voorstellen dat u daar heel wat inspanningen voor
heeft gedaan. U moet toch toegeven dat het zeer
aarzelend is gebeurd.

Ik kan enkel vaststellen dat u in het
verkeersveiligheidsplan absoluut geen rekening
houdt met de verschillende behoeften en noden
van de regio's. Intussen blijven wij in het
jaarrapport dat wij van het BIVV voor 1999
ontvingen, toch geconfronteerd met belangrijke
cijfers, zelfs stijgende cijfers inzake
verkeersdoden: bijna 1.400 op jaarbasis en meer
dan 10.000 ernstig gewonden. Ik trap hier een
open deur in als ik zeg dat België bar slecht scoort
met 14,7 verkeersdoden per 100.000 inwoners
tegenover Nederland met 6,8 en een Europees
gemiddelde van 11,3. Wij zeggen steeds met zijn
allen dat wij dit belangrijk vinden, maar wij doen er
niets aan. Onlangs heb ik kunnen vaststellen dat
de Vlaamse regering wel een streefcijfer heeft
vooropgesteld voor het doen dalen van die cijfers.
Afgelopen zaterdag stel ik echter vast dat minister
Stevaert in het programma "Zinzen" toegeeft dat
hij weinig middelen heeft om hieraan
daadwerkelijk iets te doen. Hij noemt dan het
handhavingsbeleid, maar ook de
verkeersreglementering en de verkeersfiscaliteit.
Als Vlaams minister voor de SP pleit hij dan ook
voor homogene bevoegdheidspakketten inzake
mobiliteit. Ik stel vast dat men hierover zelfs niet
spreekt, laat staan tot politieke akkoorden komt.
Wij als overheid moeten dan de hier door de
Kamer ontvangen ouders van verongelukte
kinderen zeggen dat wij daar wel iets aan willen
doen, maar het niet kunnen.

Een schrijnend voorbeeld van non-beleid is
bijvoorbeeld de problematiek van de
dodehoekspiegel. Wij hebben daar in de
commissie meermaals over gesproken en het is
duidelijk dat enkele tientallen miljoenen frank
zouden kunnen volstaan om aan te tonen dat het
aantal verkeersdoden zichtbaar naar beneden zou
kunnen worden gebracht. Toch talmt de minister
en wil zij wachten op een Europese
reglementering terzake.

Is het niet de hoogste tijd dat de regering de koe ­
en het hoeft geen BSE-koe te zijn ­ bij de horens
vat. Ook hier merk ik dat men bijvoorbeeld op vlak
van die BSE-besmetting vanuit de regering
miljarden kan vrijmaken, hoewel het in deze zaak
slechts gaat over enkele tientallen miljoenen en
men daarover geen beslissing neemt en er geen
aandacht voor heeft. Ik vraag dan nogmaals of de
regering niet beter de koe bij de horens zou vatten
en daadwerkelijk werk zou maken van concrete
maatregelen op dat vlak, zoals ­ en ik noem er
maar enkele ­ meer gebruik maken van de
onmiddellijke intrekking van het rijbewijs,
alternatieve straffen voorstellen, meer gebruik
maken van het rijverbod en een betere
categorisering van boetes op basis van het reële
gevaar dat men voor derden creëert en de plaats
van de overtreding.

Ten derde, wil ik nog iets zeggen, maar vooral
veel vragen stellen, over heel de situatie rond de
NMBS. Ik denk immers dat hier een gebrek aan
visie heel uitdrukkelijk kan worden vastgesteld.
We hebben in de commissie daar veel vragen
over gesteld maar jammer genoeg hebben we
maar weinig antwoorden gekregen. Ik stel er een
aantal opnieuw. Wanneer zullen we nu eindelijk in
het Parlement over de audit en de controles die
door het Rekenhof en externe bureaus in verband
met de NMBS werden uitgevoerd, kunnen
beschikken? Ik moet u toch niet herinneren aan
het feit dat dit reeds door het Parlement gevraagd
werd op 11 mei van dit jaar. Welke wijzigingen wilt
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
u nu precies doorvoeren aan de wet van 1991 op
de autonome overheidsbedrijven? Waarom hakt
de regering de knoop niet door en wat zijn precies
de knelpunten? Trouwens, hoe wilt u het nieuwe
investeringsplan voor de volgende tien jaar en ook
het derde beheerscontract realiseren? Binnen
enkele maanden, hebt u in de commissie gezegd,
maar hoe zult u dat doen als u tegelijkertijd de
raad van bestuur en het directiecomité in vraag
stelt en wilt vervangen. Hoever staat het trouwens
­ en dit interesseert me enorm ­ met de uitvoering
van het bijvoegsel bij het tweede beheerscontract?

Ik heb het dus allemaal terug op een rijtje gezet en
voor zover ik heb kunnen nagaan is de termijn
intussen voor bijna alle opdrachten verstreken. Ik
heb echter alleszins van de resultaten nog niet
veel gezien. Misschien kan de minister daarover
iets meer over vertellen. Graag had ik hierover
een stand van zaken gehoord. We hebben
intussen van de minister kunnen vernemen dat ze
een afspiegeling van de regeringssamenstelling in
de beheersstructuren van de NMBS erg genegen
is. Nochtans denk ik dat de enige bezorgdheid van
de minister op dit ogenblik zou moeten zijn dat zij
een bekwame top heeft of krijgt, die gelooft in zijn
producten en diensten en vooral in staat is om de
concurrentiepositie van het spoor in de totale
mobiliteit te verbeteren. Trouwens, in dat verband
begrijpen we niet waarom de minister hardnekkig
de eenheid van de NMBS blijft verdedigen.
Immers, zowat iedereen die de ontwikkelingen op
Europees niveau volgt, is ervan overtuigd dat het
reizigers- en het goederenvervoer apart zouden
moeten worden geëxploiteerd, dat bijvoorbeeld
ABX een zelfstandige maatschappij moet worden
en dat, om de regionale spoorlijnen en nieuwe
dynamiek te bezorgen, een eerste stap in de
richting van de regionalisering van de NMBS een
noodzakelijke voorwaarde is.

Mevrouw de minister, ik wens nu niet verder in te
gaan op de cijfers met betrekking tot de
investeringen, omdat ik hoop dat ­ zoals uzelf en
de eerste minister beloofden ­ het nieuw
investeringsplan voor de komende tien jaar in het
Parlement zal worden besproken. Daarover zal ik
vandaag dus geen bijkomende vragen stellen.

Ik beperkte mij bewust tot enkele
aangelegenheden die mijn fractie bijzonder na aan
het hart liggen en ik hoop, zoals ik reeds zei bij de
inleiding van mijn betoog, dat wij, in tegenstelling
tot in de commissievergadering, in de loop van
deze plenaire vergadering concrete antwoorden
zullen ontvangen op onze concrete vragen.
01.37 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister,
mijnheer de minister, tijdens de mij toegemeten
spreektijd zal ik bondig drie thema's behandelen,
namelijk, het spoorbeleid, de verdere uitvoering
van het luchthavenakkoord van februari van dit
jaar en ten slotte de problematiek van de
verkeersveiligheid.

Ten eerste, de NMBS, autonoom overheidsbedrijf
sedert 1991. Mevrouw de minister, in dat verband
uitte u de intentie om over te gaan tot wijziging van
de wet van 21 maart 1991. Bepaalde argumenten
rechtvaardigen dit. De huidige werkwijze van de
NMBS voldoet inderdaad niet aan de vereisten
van een dynamisch vervoerbedrijf. Immers, veel te
grote beslissingsbevoegdheid ligt in handen van
de weinig personen, directieleden zetelen in de
raad van bestuur, de huidige
controlemechanismen zijn niet doeltreffend, de
boekhouding is niet transparant, de Europese
regelgeving wordt niet gerespecteerd, materiaal
wordt aangekocht zonder prijsoffertes, leden van
de raad van bestuur zetelen ook in raden van
bestuur van toeleveringsbedrijven, en dergelijke
meer.

Thans wordt moord en brand geroepen over wat
de politisering van de NMBS wordt genoemd.
Uiteraard is deze kritiek een vorm van
schijnheiligheid. De huidige raad van bestuur van
de NMBS is immers gepolitiseerd en het is al te
gemakkelijk om te roepen dat niet mag worden
gepolitiseerd, terwijl de oude gepolitiseerde raad
van bestuur op zijn plaats blijft. Met andere
woorden, de absurditeit van deze kritiek is de
perversiteit van het hele argument.

Mevrouw de minister, u mag eenvoudigweg niet
raken aan de huidige raad van bestuur; deze moet
immers in zijn huidige gepolitiseerde
samenstelling blijven bestaan, waarbij nota bene
de CVP en de PSC goed zijn voor de helft van alle
mandaten.
01.38 Frieda Brepoels (VU&ID): Mijnheer
Vanoost, wat de herstructurering van de raad van
bestuur betreft, had ik graag geweten wat uw
standpunt is over het feit dat de vakbonden in de
raad van bestuur worden vertegenwoordigd.
01.39 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO):
Mevrouw Brepoels, daarover kan worden gepraat.
Op dat vlak ken ik het woord "exclusief" niet. Alles
hangt af van de samenstelling van de volledig
formule.
01.40 Hugo Coveliers (VLD): Het feit dat
vakbonden tegelijk beheren is geen gezonde
19/12/2000
CRIV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
situatie en dat kan tot problemen leiden.
01.41 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): De
vakbonden hebben een zeer belangrijke rol te
spelen in eender welk bedrijf. Ik ben zelf altijd
vakbondsmilitant geweest. Ik ben het trouwens
nog altijd. De formule waaronder het medebeheer
voor de vakbonden moet worden geregeld, is
bespreekbaar. Ik heb daarover geen exclusieven.
Het kan volgens mij beter op een andere manier
dan via een zitje in de raad van bestuur.
01.42 Hugo Coveliers (VLD): Het is omdat u een
expert bent, dat we u de vraag stellen.
01.43 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Toen ik
vakbondsmilitant was, was dat wel op een lager
niveau dan de raad van bestuur. Dat was
trouwens bij Sabena. Daar heb ik jammer genoeg
nooit in de raad van bestuur gezeten.

Het is niet meer dan normaal dat de raad van
bestuur van een overheidsbedrijf een
weerspiegeling is van zijn aandeelhouders. Daar
is niets verkeerds mee. Die raad moet de
beleidsvisie van de regering volgen en niet
omgekeerd, zoals het tot nu toe het geval was.

De directie moet autonoom het beleid uitvoeren ­
met de nadruk op het werkwoord uitvoeren ­
onder controle van de raad en niet zoals nu, door
zelf in die raad te zetelen. Dat is een heel gezonde
manier om een bedrijf te leiden.

Ten tweede, moet werk worden gemaakt van een
nieuw beheerscontract. Ik spreek doelbewust over
een beheerscontract en niet over een
beheerscontract en een tienjarig investeringsplan,
omdat dat investeringsplan een logisch onderdeel
van een beheerscontract moet zijn en niet
omgekeerd. De huidige situatie is toch een beetje
absurd. Men maakt eerst een begroting op en
stippelt daarna een beleid uit in het
beheerscontract. Dat is de omgekeerde wereld.
Men legt de grote krijtlijnen financieel vast en
daarna maakt men er een beheerscontract van.
Neen, eerst moet er een beheerscontract zijn en
dan kan men aan de hand van dat contract de
nodige investeringen vastleggen. Dat lijkt me een
gezonde manier van werken.

We besteden 65 miljard frank boven op de
gewone investeringen aan het Gewestelijk
Expresnet. Mijnheer Ansoms, u hebt het altijd over
die 6 miljard frank voor de komende drie jaren.
Sorry, het gaat over 84 miljard frank voor de
komende drie jaren: 26 miljard voor volgend jaar,
28 miljard voor het jaar daarop en 29 miljard voor
het derde jaar. Als men dat samentelt komt men
uit bij 84,5 miljard frank die deze regering gaat
investeren in het spoor.

Collega Ansoms, u hebt het ook altijd over de
engagementen voor later. Het is de gewone gang
van zaken met zo'n tienjarenplan dat men
toekomstige regeringen engageert. Dat is niet
abnormaal, tenzij u bedoelt dat als uw partij weer
in de regering komt, u het plan helemaal gaat
terugschroeven. Ik veronderstel dat jullie in dat
geval op dezelfde lijn zullen voortgaan. Wij geven
naast de 110 miljard van toen, nog 55 miljard
extra uit.
01.44 Jos Ansoms (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik heb alleen willen aantonen dat de
vroegere regering in 1992 binnen de eigen
legislatuur heeft beslist om van 10 naar 15 frank
miljard per jaar te gaan. In 1996 heeft zij opnieuw
beslist om binnen de eigen legislatuur van 15 naar
25 miljard frank te gaan. En dan spreek ik nog niet
over de budgettaire problemen waar het land en
de regering mee te maken had. Dat is iets
helemaal anders dan nu te beslissen om tegen
2010 in totaal 55 miljard frank extra uit te geven,
terwijl men in de eigen legislatuur maar 6 miljard
frank extra uittrekt. Dat is het grote verschil.
01.45 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer Ansoms, als men het plaatje maakt moet
men over al die jaren heenkijken. Er is gedurende
vele jaren veel te weinig geïnvesteerd. Het is niet
meer dan normaal dat er nu zoveel wordt
geïnvesteerd in de NMBS. Dat is een beslissing
die meer dan nodig was. Wij gaan erop verder en
we doen er nog wat bij. Wat kan daar slecht aan
zijn?
01.46 Jos Ansoms (CVP): Indien men ervoor wil
zorgen dat het personen- en goederenvervoer per
spoor tegen het jaar 2010 een belangrijker plaats
inneemt dan nu het geval is, moet men de
komende drie jaar meer investeren. In 2009 is het
te laat. Deze investeringen werpen pas na jaren
vruchten af.
01.47 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO):
Vooraleer er werkelijk kan worden geïnvesteerd,
moeten er beleidskeuzes worden gemaakt. Dit
betekent dat wij de investeringen waartoe vroeger
werd besloten, thans uitvoeren en dat er
bovendien nieuwe investeringen worden gedaan.
Elke beslissing moet nauwgezet worden
gemotiveerd. Hiervoor is tijd nodig. Ik geloof in
deze manier van werken.

Er zal een federaal instituut worden opgericht dat
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
de normen en regels van het spoorvervoer
onafhankelijk van de NMBS zal vastleggen, naar
het voorbeeld van het BIPT.

Voorts wil ik kort ingaan op de problematiek van
de luchthaven van Zaventem. Als omwonende en
als gewezen werknemer voel ik mij van zeer nabij
betrokken bij dit dossier. Op 11 februari van dit
jaar werd er een globaal akkoord gesloten, dat
thans wordt uitgevoerd en dat tegen 2003 moet
leiden tot een reductie van de lawaaihinder rond
de luchthaven met 30%. Er worden twee fondsen
opgericht: het eerste voor het subsidiëren van
onteigeningen of isolaties en het andere voor de
financiering van een betere controle op de
luchtvaartsector. Binnenkort verwachten we het
rapport dat de minister heeft aangekondigd bij de
voorstelling van haar beleidsnota. Ik wacht tevens
vol ongeduld op de resultaten van de externe
studie over de strategische positie van de
luchthaven.

Het verheugt mij dat er een betere
spoorverbinding met de luchthaven wordt
gerealiseerd. Bij het bestuur der Luchtvaart wordt
een cel Leefmilieu opgericht en er komt een
informatiebureau waar de omwonenden van de
luchthaven terechtkunnen, onder meer voor
informatie over de geluidsmetingen.

De problematiek van de verkeersveiligheid is een
belangrijk thema. Het aantal dodelijke
verkeersslachtoffers in ons land ligt zeer hoog, het
is een veelvoud van het aantal drugsdoden of van
de slachtoffers van gewelddaden. Naast de 1.395
doden, zijn er nog een veel groter aantal
gewonden. Enkele weken geleden hebben wij in
het Parlement een delegatie ontvangen van de
vereniging van ouders van verongelukte kinderen.
Hun relaas was uiterst verontrustend. Spijtig
genoeg is de minister van Justitie niet aanwezig.
Hij is immers nauw betrokken bij het beleid inzake
verkeersveiligheid. De vertegenwoordigers van
deze vereniging vertelden ons onder meer dat
sommige magistraten en politiemensen openlijk
verklaarden dat de verkeersproblematiek van
ondergeschikt belang is.

Ook op politiek vlak schort er nog heel wat. Toen
ik ons wetsvoorstel op wildparkeren op
zebrapaden en fietspaden indiende, reageerden
veel burgemeesters verontwaardigd omdat zij
vreesden dat een dergelijke onpopulaire
maatregel het gerecht heel wat overlast zou
bezorgen.

Ik ben ervan overtuigd dat strenge regels de beste
vorm van preventie zijn. Men is er zich te weinig
van bewust dat de meeste ongevallen niet tijdens
het weekend gebeuren. Hoe spectaculair deze
ongevallen ook mogen zijn en hoe groot de
aandacht die eraan besteed wordt ook mag zijn,
toch vallen de meeste doden nog altijd op gewone
uren op doordeweekse dagen. Elk jaar komen
fietsers en voetgangers om omdat zij door een
verkeerd geparkeerde wagen een manoeuvre
moeten doen, waardoor ze overreden worden. De
mensen die verkeerd geparkeerd stonden
beweren dan dat het maar voor een paar
minuutjes was en niet zo bedoeld was. Volgens
mij moet men de aard van de schuldvraag bij het
begaan van een verkeersovertreding en de
gevolgen ervan opnieuw bekijken.
01.48 Frieda Brepoels (VU&ID): Hoe verklaart u
dan dat er in Nederland maar de helft van ons
aantal doden wordt vastgesteld? Er zullen daar
toch ook wel mensen per ongeluk overreden
worden.
01.49 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): In
Nederland heeft men negen jaar, van 1974 tot
1983, gewerkt aan de wet-Mulder. Dat toont
trouwens ook aan hoe lang men moet werken om
resultaten te zien en hoe zeer u een
langetermijnvisie nodig hebt. Uiteindelijk heeft die
wet resultaten opgeleverd. De concrete resultaten
hebben te maken met de rechtstreekse inning van
boetes en dergelijke. Men kan deze zaken echter
niet zomaar invoeren. Eerst moet erover
nagedacht worden en worden gezocht naar
financiële middelen.
01.50 Hugo Coveliers (VLD): Collega, ik ben het
met u eens dat een lik-op-stuk-beleid resultaten
kan afwerpen. De normovertreder voelt dan dat hij
in de fout gaat en dat er gezocht wordt naar een
aangepaste sanctie. De rechter moet dan de
strafmaat bepalen. Dat heeft nu eenmaal te
maken met de scheiding der machten. Uw
opmerking dat de strafmaat op basis van de
gevolgen moet worden bepaald, verrast mij wel.
Dat is immers een bijzonder gevaarlijke stelling.
01.51 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Ik heb
gezegd dat de verantwoordelijkheid die men heeft
bij het begaan van een overtreding en de
gevolgen ervan opnieuw moeten worden bekeken.
Ik geef een concreet voorbeeld van een ongeval
dat zich een tijdje geleden in mijn buurt heeft
voorgedaan. Een vrachtwagen parkeerde op het
voetpad wegens werkzaamheden aan een huis. Er
passeerde een oudere vrouw. De vrouw lette niet
goed op, week uit, ging de weg op en werd
overreden door een auto die uit de andere richting
kwam. Op dat ogenblik is deze vrouw
19/12/2000
CRIV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
verantwoordelijk voor de gevolgen van haar eigen
daden. Men kan toch niet ontkennen dat de
vrachtwagenbestuurder mede schuldig is aan dit
ongeval. Hij is doelbewust op het voetpad gaan
staan en heeft daardoor de doorgang voor
voetgangers verhinderd. De
vrachtwagenbestuurder komt er nu vanaf met een
gewone verkeersovertreding. Er is een
discrepantie tussen de gevolgen van het ongeval
en de aard van de overtreding voor de
vrachtwagenbestuurder. Ik heb ook de ideale
oplossing niet voor dit probleem. We moeten het
er wel over eens zijn dat deze zaken momenteel
niet goed geregeld zijn.
01.52 Hugo Coveliers (VLD): Eigenlijk zouden
wij deze discussie moeten voeren naar aanleiding
van de begroting voor de Justitie. Ik kan toch niet
nalaten te zeggen dat we hier zeer voorzichtig
moeten zijn. In principe is het in het strafrecht de
bedoeling om de dader een sanctie op te leggen
op basis van zijn misdadig opzet. Ik erger mij ook
's morgens aan al de wagens die dubbel
geparkeerd staan. Dat kost mij een kwartier. De
schuld van die vrachtwagenbestuurder is evenwel
identiek, ongeacht of het ongeval plaatsvindt of
niet. Hier speelt de burgerlijke aansprakelijkheid.
Maar dat is iets totaal anders. Ik wil u ervoor
waarschuwen dat alleen maar rekening houden
met de gevolgen aanleiding kan geven tot
bijzonder grote excessen. Ik geef een voorbeeld.
Als iemand met een revolver rakelings naast
iemand schiet, dan zou je kunnen beweren dat er
niets aan de hand is omdat de gevolgen niet zo
erg zijn.

Als u de redenering omkeert, wordt het zeer
gevaarlijk.
01.53 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, de heer Coveliers zal het
met mij eens zijn dat repressieve maatregelen en
de wetenschap dat aan bepaalde daden bepaalde
gevolgen zijn verbonden een ontradend effect
hebben. Wetgevend werk inzake
verkeersveiligheid heeft gevolgen voor het
vervolgingsbeleid enzovoort.
01.54 Jos Ansoms (CVP): Mijnheer de
voorzitter, er zijn wetsvoorstellen ingediend over
een nieuw categorisering van de
verkeersovertredingen, over het administratief
afhandelen van boetes enzovoort. Ze kunnen
morgen worden besproken en goedgekeurd.
01.55 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, zowel leden van de
meerderheid als van de oppositie hebben
wetsvoorstellen ingediend en er zullen
hoorzittingen worden gehouden met
belangenverenigingen zoals de Fietsersbond,
Langzaam Verkeer. Ik verwacht dat de regering dit
snel in wetgevend werk omzet. Er moet dringend
een mentaliteitswijziging komen. De heer Ansoms
moet beseffen dat verkeersveiligheid een werk
van lange adem is. Wetgeving is het begin van
een lange keten. Ik denk bijvoorbeeld aan de
verkeersopvoeding in de scholen. Dat is een zeer
belangrijk aspect. Onze kinderen kijken op een
andere manier naar het verkeer dan wij. Voor de
generatie van mijn ouders was een wagen een
statussymbool. We moeten ernaar streven dat de
auto en de trein worden gezien als een
gebruiksvoorwerp waaraan bepaalde risico's zijn
verbonden. Het jaarverslag van het BIVV is in dit
verband duidelijk genoeg.

Verkeersveiligheid is een van die problemen
waarvan u kunt spreken van een kentering op het
ogenblik dat men zich ervan bewust wordt dat er
een probleem is. Die kentering is er al. Natuurlijk
is 1395 doden nog altijd te veel. Andere Europese
landen doen het beter. Zelfs al worden
vergelijkingen gemaakt op basis van de
bevolkingsdichtheid, het aantal voertuigen en het
aantal afgelegde kilometers, België behoort altijd
tot de slechtere landen.

Tot besluit verwijs ik naar een boekje dat ik
ongeveer twee weken geleden heb gelezen. Het
werd geschreven door de gouverneur van
Vlaams-Brabant, Lode De Witte, en het bevat de
tekst van een speech die hij op 7 november 2000
heeft gegeven met de titel: "Het verkeer, die
moordende minnaar". Deze titel vat het probleem
goed samen en ik raad iedereen aan het boekje te
lezen.

Collega's, wij hebben als wetgevende en
uitvoerende macht de morele plicht om het
probleem van de verkeersveiligheid au sérieux te
nemen. Ik ben ervan overtuigd dat deze
meerderheid zeker de intenties daartoe heeft en
dat de resultaten zeker zullen volgen.
01.56 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mevrouw en mijnheer de
minister, ik zal het bijzonder kort proberen te
houden. Ik had u ook een SMS-bericht willen
sturen, maar wij mogen hier helaas geen GSM's
inschakelen. Ik wil u de kans geven iets te zeggen
over de problematiek van de UMTS-licenties en
de daarvoor vastgestelde normen. Ik denk dat het
belangrijk is dat wij ook vanuit AGALEV-hoek
daarover een duidelijk signaal geven.
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
Ten eerste stelt zich het probleem van het
opleggen van bepaalde normen. Of dat nu 20,6 of
3 of 42 moet zijn, doet er niet toe, het probleem
met normen is dat zij de facto een conservatief
effect of karakter hebben. Wanneer men eenmaal
een maximumdrempel heeft vastgelegd, verdwijnt
bij de industrie de druk om beter te presteren. Dat
fenomeen is in het verleden al gebleken voor
normen voor de uitstoot van verbrandingsovens
en voor het gebruik van bepaalde zware metalen.
We hebben nu een drempel van 20,6 vastgelegd.
Ik denk dat het belangrijk is om daarnaast ook een
aantal richtwaarden te introduceren,
randvoorwaarden als het ware, en de industrie
aan te moedigen om tenminste steeds de best
beschikbare technieken te gebruiken. Dat zou een
grote stap vooruit zijn en dat zou de discussie over
de te bepalen norm opentrekken.

Een ander element: wij moeten deze discussie
ook opentrekken naar alle andere vormen van wat
wij noemen de elektrosmog. Er zijn immers nog
heel wat andere problemen. Wij hebben het
daarstraks over defensie gehad. Daar stelt zich
het probleem van de Hawk-radars. Daar zijn
duidelijke en waarneembare effecten merkbaar.
Zo toont men aan mensen die opgeleid worden
om met die radars te werken, hoe een stuk vlees
in de straal van de radar verschrompelt. Dat is een
waarneembaar effect bij de Hawk-radar. Het is
ook de taak van dit parlement om eens ten gronde
een debat over de hele problematiek over te
voeren en niet alleen over dit ene kleine aspectje.

Ten tweede stel ik met genoegen vast dat u wat
de opbrengsten van de licenties betreft, zeer
optimistisch blijft. Ik merk ook op dat als de vorige
regering de zaken iets sneller in gang had
gestoken, als zij wat proactiever had opgetreden,
waren wij bij de eersten geweest om dit initiatief te
nemen, om dergelijke licenties toe te kennen. Dan
hadden de huidige problemen zich waarschijnlijk
niet voorgedaan en hadden wij met een tevreden
blik kunnen terugkijken op een welgevulde kas.

Een ander probleem dat ik in verband met de
UMTS-licenties wil aanhalen is dat van de actuele
GSM-operatoren. Er is weinig of geen ruimte meer
op de markt voor een vierde operator. De
operatoren klagen nu al steen en been. KPN, als
laatste nieuwkomer, zegt dat hij door de andere
operatoren bijna van de markt wordt gepest.
Mobistar vertelt hetzelfde verhaal over zijn
voorganger, grote broer Belgacom.

Ze zullen hard moeten werken om dat nog uit te
breiden.
01.57 Minister Rik Daems: Mijnheer Vanhoutte,
dit is een interessante discussie. U zegt dat ze
steen en been klagen. Dat doen ze altijd. Ik denk
dat de operatoren reageren als het prototype van
een kleine zelfstandige dat men soms in zijn hoofd
heeft, namelijk iemand die altijd klaagt, al dan niet
terecht. Er zijn echter 500.000 klanten. De laagste
prijs van een transactie was acht miljard frank
voor een licentie. Dat bedrijf is vandaag vijftig
miljard frank waard. Ik vind dat niet slecht geboerd
en tegen die prijs wil ik ook wel klagen. Hiermee
wil ik even aantonen dat men een vertekend beeld
tracht op te hangen.

Op dit ogenblik hebben wij een GSM-penetratie
van 40%, terwijl we weten dat de markt
gemakkelijk tot 120% gaat. Er is dus echt wel
meer dan genoeg ruimte.
01.58 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de minister, dat is een interpretatie. Toch
duiken vandaag nieuwe problemen op,
bijvoorbeeld rond de plaatsing van nieuwe
masten. Er zijn ook problemen inzake sharing. Zo
staat Belgacom bijvoorbeeld niet steeds met open
armen klaar om de anderen op dezelfde masten
hun antennes te laten bevestigen. Heel wat
mensen die eigenaar zijn van de grond of het
gebouw waarop de masten worden geplaatst
beginnen daar nu fors geld voor te vragen, omdat
zij hier een bepaalde marktwaarde ontdekken.
Voor nieuwe operatoren zal dit tot problemen
leiden, zeker als we er een vierde operator bij
creëren. Dat betekent evenwel niet dat het op
termijn geen economisch rendabele activiteit zal
zijn.

De voorzitter: Mijnheer de minister, u kunt
antwoorden van op uw bank of u kunt wachten tot
het einde van de uiteenzetting. Voor mij is dat om
het even. U moet echter geen twee keer
antwoorden.
01.59 Minister Rik Daems: Mijnheer de voorzitter,
ik tracht nu wat interactief op te treden, dan kan ik
het platform daarna aan mijn collega laten.

Ik wil even ingaan op de problematiek van de
sites. Uitgerekend in de programmawet hebben
we daarvoor een oplossing gecreëerd, te weten de
site-sharing. Het probleem dat de vierde operator
zou kunnen hebben om uit te zenden bij gebrek
aan masten wordt hierdoor volledig opgelost.
Concreet is voorzien dat men perfect het recht
heeft om te vragen ook een plaats te krijgen op
een bepaalde site. Men doet dat tegen gunstige
voorwaarden, namelijk de kostprijs die gemaakt is
door de oorspronkelijke plaatser van de antenne,
19/12/2000
CRIV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
met een heel klein beetje rendement erbij. Dat is
uiteraard een enorm voordeel voor diegenen die
uiteindelijk nog niet op de markt zijn.

Daarnaast is er roaming. Als men 20% dekking
heeft voor GSM-diensten van de derde generatie,
waarvoor Brussel volstaat, kan men voor zeven
jaar aan nationale roaming doen. Dat betekent dat
een nieuw bedrijf dat via Brussel voor 20%
dekking zorgt over heel het land tweede generatie
GSM-diensten kan aanbieden. Eigenlijk breken wij
de markt sterk open voor de nieuwe entrant. Wij
zijn er namelijk van overtuigd dat er plaats is op
de markt. Er is namelijk nog slechts 40%
penetratie. Als men de huidige waarde van de
bedrijven bekijkt, dan is er zeker ruimte.
Bovendien wordt de concurrentie sterker
naarmate er meer spelers op de markt zijn. De
prijs-kwaliteitverhouding wordt dus beter voor de
klant. Objectief gesproken meen ik dat de
voorwaarden die we scheppen zeer gunstig zijn
voor de marktontwikkeling en dat ze misschien
zelfs een klein voordeel bieden voor de
nieuwkomer op de markt, vooropgesteld dat de
bestaande natuurlijk ook een licentie zouden
kunnen krijgen.

Betekent dat nu dat de veiling een succes wordt,
wat hier geïnterpreteerd wordt als veel geld
opbrengen? Dat weten wij niet. Ik vind het goed
dat u dit aanhaalt omdat dit mij de gelegenheid
biedt om hier bij het begrotingsdebat op in te
gaan.

Mijn stelling is altijd geweest dat niet het geld de
drijfveer is voor de techniek, maar de
transparantie en de marktconformiteit van de
techniek. Men kan dus niet iets ontransparant
doen wat men in een beautycontest altijd doet.
Kijk maar naar wat er met Telia is gebeurd. In
Zweden is de oorspronkelijke monopolist uit een
beautycontest gevallen. Dat is onvoorstelbaar,
gezien de marktpenetratie van dat bedrijf. Zij
hebben bovendien geen derdegeneratielicentie.
Dat is pas een economisch probleem van formaat.
Bij ons zijn de marktvoorwaarden aanwezig, er is
de veiling omwille van transparantieredenen en
inzake de marktconformiteit geldt de prijs die men
krijgt als de waarde. Ik denk trouwens niet dat wij
een hogere prijs zouden hebben gekregen.
Daarom heb ik van bij de aanvang altijd een
raming tussen 40 en 60 miljard frank gegeven. U
zei daarstraks in uw betoog dat u verheugd was
dat ik u optimistisch ben. Drie maand geleden
vernoemde ik het bedrag van 40 miljard frank ook
en elk weldenkend econoom verklaarde mij toen
op de rand van de waanzin. Nu vinden velen
echter dat ik overdreven optimistisch ben. Ik ben
echter bij hetzelfde standpunt gebleven. Ik hoop
dat de veiling zal werken omdat dat een bewijs
van de marktconformiteit zal zijn. Als dit niet het
geval is, zal dit beslissing van de markt zijn en
geldt dat voor ons als de reële waarde van de
licentie. Dat zijn mijn bedenkingen bij de terechte
opmerkingen die u maakt, mijnheer Vanhoutte.

Inzake de normen klopt het dat het hanteren van
een norm altijd het effect heeft om minder
inspanningen te doen. De keuze moet hier worden
gemaakt tussen het al dan niet hanteren van een
norm. Het leek mij terzake onmogelijk geen norm
te hanteren omdat de andere landen van Europa
wel een norm hanteren. De technologie zal zich op
die normering afstemmen. Wat wij nu hebben
gedaan, is mijn inziens moedig, met name om in
de plaats van veiligheidsfactor 1/50, 1/200 te
nemen. Dat is een verregaande
voorzorgsmaatregel. Wij zijn nu terzake de
strengste van Europa, ook strenger dan
Zwitserland waar men de norm van 42 Volt
hanteert. Het nadeel van de normering is dat de
marginale inspanning kleiner wordt, maar in dit
specifiek geval zou de normering, gezien de
normering en de standaardisering die er in heel
Europa zal komen, hoe dan ook dit effect hebben
gehad, zelfs al zou ze in dit land niet hebben
bestaan. Dan krijgt men echter het omgekeerde
effect. Als men geen normen stelt, wordt het debat
en de angst terzake aan het publiek overgelaten.
Europa hanteert de norm 42. Onze norm is 20. Ik
kan nu aan de bevolking meetresultaten sturen.
De opgemeten waarde bedraagt slechts 0,.01%.
De mensen kunnen zich dus veilig voelen. Dat
aspect is dus ook belangrijk in de normering.
01.60 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de minister, een laatste aspect waarover
ik het wil hebben, is de problematiek van de
besteding van de opbrengsten. Wij hadden het
reeds over de problematiek inzake de mobiliteit.
Het internetproject van de overheid is iets wat
misschien een beetje onderbelicht is, met name
het internetportaal. Het is uitermate belangrijk dat
ook bij een tegenvallende opbrengst er een
budgettaire garantie moet zijn, met name dat het
project op een volwaardige manier wordt
uitgevoerd. Ik zou niet graag zien, zoals bij
sommige andere portaalsites, dat er geen
interactief luik is, dat men wel kan zien wat de
overheid allemaal doet en men de teksten kan
bekijken, zoals wij nu plaatjes kunnen bekijken
van allerlei mogelijke overheidssites, het
interactieve luik zou veel verder moeten gaan,
men zou documenten moeten kunnen aanvragen,
belastingsformulieren kan invullen. Dat lijkt mij
essentieel om terzake een dynamiek op gang te
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
brengen, om te zorgen dat we deze versnelling
niet missen. Ik zal mij niet laten terugschrikken
door de tegenvallende resultaten van veel
dotcombedrijven.
01.61 Minister Rik Daems: Hier wens ik nog een
opmerking te formuleren. De regering of ikzelf zijn
waarschijnlijk onvoldoende duidelijk geweest
inzake de besteding van de middelen. U spreekt
over het project e-governement.

De financiering van het e-governementproject is
niet afhankelijk van de opbrengsten van de
UMTS-licenties. In de context van de federale
participatiemaatschappij hebben wij een budget
van een miljard vrijgemaakt dat staat voor de
gedeeltelijke financiering van e-governement. Wat
u terecht opwerpt, namelijk het interactief maken
van het hele elektronische overheidsgebeuren, zal
dus niet geschaad kunnen worden indien de
opbrengsten van de veiling lager zouden zijn dan
verwacht. Wat dat betreft is er duidelijk geen
relatie. Wat wel waar is, is dat er een verband is
tussen de UMTS-opbrengsten en de mogelijke
financiering van andere projecten. Collega Durant
en ikzelf zijn wel aan die opbrengsten gebonden.
Daarbij werd dan een maximum bepaald dat wij
beiden hopen te bereiken. Is dat niet het geval,
dan denk ik dat wij daar in de regering zullen
moeten over praten. Zo eenvoudig is dat.
01.62 Jos Ansoms (CVP): Mijnheer de minister,
dat is een zeer belangrijke verklaring. Ik denk dat
wij hier vorige week nog een debat hebben over
gevoerd. Ik heb daarbij expliciet de vraag gesteld
wat er gebeurt bij tegenvallende resultaten van de
veiling van de UMTS-licenties voor de zes miljard
frank voor de NMBS. Mevrouw Durant heeft
geantwoord dat zelfs bij tegenvallend resultaat de
zes miljard gegarandeerd is door de regering. U
zegt nu dat dit niet geval is en dat u bij
tegenvallend resultaat opnieuw in de regering zult
moeten overleggen, wat iets totaal anders is dan
mevrouw Durant hier vorige week heeft gezegd.
01.63 Minister Isabelle Durant: In de notificatie
betreffende de beslissing in verband met mobiliteit
is er een duidelijk engagement. Het geld komt van
UMTS en de herkomst van de andere middelen
wordt gegarandeerd door anderen. Wij hebben
zelfs gesproken over de mogelijkheid om te
werken met de schuld van de NMBS. Het is
immers zeer belangrijk dat de middelen niet
uitsluitend afhankelijk zijn van de resultaten van
de UMTS-operatie. Mocht het bedrag waarover
beslist werd niet voldoende zijn, dan zullen er
andere middelen komen. Dat is een beslissing en
een garantie van deze notificatie.
01.64 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Om
af te ronden, mijnheer de minister, ik hoop dat de
domeinnaam "Daems.be" verleden week niet in
Nederlandse handen is gevallen.
01.65 Minister Rik Daems: Ik kan u bevestigen
dat ik de domeinnaam "rikdaems.be" al vier jaar
bezit.
01.66 Minister Isabelle Durant: Vooruit collega's,
een beetje moed. Het is bijna gedaan. Ik ben altijd
zeer verheugd van de heer Ansoms of van andere
mensen van de oppositie te vernemen dat de
verwachtingen in de groenen zo groot zijn en dat
wij zo'n goede voorstellen hebben. Dat is voor mij
een stimulans.

U zegt dat wij niet voldoende middelen
voorhanden hebben om de doelstelling van 50%
meer reizigers met het openbaar te vervoer te
bereiken. Zelfs de heer Martens verklaarde in De
Standaard van enkele weken geleden dat voor de
eerste maanden van 2000 al een stijging van 4% -
zonder specifieke maatregelen - te noteren viel. Ik
heb dus geen probleem om aan te nemen dat het
mogelijk is een verhoging tot 50% in tien jaar te
verwezenlijken.

U spreekt over de begroting.
01.67 Frieda Brepoels (VU&ID): Mevrouw de
minister, ik wou hierover iets vragen. Zonder
bijkomende maatregelen stelt men vast dat er een
verhoging van 4% is in het reizigersaantal. Men
treft echter geen maatregelen op het vlak van
bijkomend materieel zodat mensen moeten
rechtstaan in de treinen. Men zorgt voor overvolle
treinen. Men mag dan al beweren dat het
reizigersaantal is verhoogd, maar men speelt daar
niet op in omwille van een gebrek aan middelen
om bijkomend materieel te kopen.
01.68 Minister Isabelle Durant: Wij weten dat er
een probleem is van capaciteit en dan vooral
gedurende de spitsuren. De reden hiervoor is dat
mensen met een preferentieel tarief gedurende de
spitsuren niet mogen reizen. Wij weten dat en om
die reden wachten wij vol ongeduld op de
dubbeldekswagons die noodzakelijk zijn om de
capaciteit te verdubbelen.

Mijnheer Ansoms, u hebt het over een bedrag van
6 miljard frank in de legislatuur. Wij kunnen de tien
investeringsplannen verdelen zodat we ze kunnen
opsplitsen per jaar, per dag of zelfs per uur. De
NMBS vraagt 574 miljard frank voor tien
investeringsplannen. De regering legt 551 miljard
19/12/2000
CRIV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
op tafel, wat een verschil oplevert van 23 miljard
frank. Het gaat hier dan ook om een vrij klein
verschil tussen enerzijds de vraag van de NMBS
en anderzijds de middelen die de regering ter
beschikking stelt.

Volgens mij is hier dan ook sprake van een
nieuwe inspanning. Ik zal ook niet alleen de
vergelijking maken met het verleden.

Qui a fait le plus grand effort?

Er werden in het verleden inspanningen geleverd.
Het is vooral belangrijk om in dezelfde richting
voort te gaan inzake investeringen in de NMBS en
in infrastructuur.

Wat betreft de timing kan ik u zeggen dat niet alle
bedragen op hetzelfde ogenblik zullen worden
gebruikt. Er worden inderdaad verschillende
termijnen gehanteerd om het geld progressief vrij
te maken in het kader van dit investeringsplan.

Wat betreft de UMTS-licenties heeft minister
Daems een antwoord gegeven.

Wat betreft het GEN is er volgens u een
probleem. U heeft het over privé-partners en
privé-geld. Ik weet dit en ik heb dit trouwens in de
commissie reeds gezegd. Privé-partners vinden
die willen investeren in weinig rendabele systemen
zijn inderdaad moeilijk te vinden. Dat is trouwens
ook het geval in andere landen. Er zijn weinig
privé-partners want er is altijd een
exploitatiedeficit. Het gaat hier om een publieke
dienst en het is daarbij dan ook belangrijk dat de
prijs toegankelijk blijft.

Er zijn dus toch enkele elementen van
rendabiliteit. Neem bijvoorbeeld de problematiek
van rollend materieel of zo, waar een partnership
met de privé-sector mogelijk is. Wij werken nu in
een specifieke groep rond GEN om de
mogelijkheden van een partnership met de privé-
sector te onderzoeken. Het gaat natuurlijk niet om
een partnership met grote deelname inzake het
GEN, dat is onmogelijk: dat is immers altijd een
deficitaire operatie.

Dan is er de IJzeren Rijn. Wij weten dat de
onderhandelingen met de Nederlanders niet
gemakkelijk zijn. In Nice hebben wij gezien dat zij
veel aandacht hebben voor hun eigen belang. Dat
wil niet zeggen dat wij niet moeten onderhandelen.
Op dit moment ben ik nog bezig in het kader van
het Memorandum of Understanding, die wordt
ondertekend in maart 2000. Ik beschik niet over
nieuwe elementen om te zeggen dat dit
memorandum niet zal worden gerespecteerd. Wij
verwachten de MER-studie tegen de lente van
2001. Dat hoort thuis in het licht van dit
memorandum. Er zijn verder geen nieuwe
elementen inzake de IJzeren Rijn. Maart 2001 zal
een belangrijk moment zijn om na te gaan of,
zoals voorzien, enkele treinen met beperkte
snelheid tussen 7 uur en 19 uur op het historisch
tracé kunnen rijden. Op dit moment begeleiden wij
dit proces en wachten op de resultaten van die
MER-studie.

Dan is er de HST. Ik dacht dat de discussie over
de begroting ging, maar ik heb veel gehoord over
de standpunten van de groenen. Ik dank u dan
ook voor uw steun inzake onze positie en onze
standpunten van vroeger en nu. Het probleem
betreft niet alleen een standpunt van de groenen,
maar wel een HST-project zonder schade aan het
binnenlands verkeer: het moet mogelijk zijn een
Europese HST te hebben binnen de daartoe
vooropgestelde termijnen.

Wat de programmawet betreft: we hebben
daarover vorige week gesproken en ik heb toen
uitgelegd dat het voor mij onmogelijk was om te
werken in het kader van deze wet van 1997 zoals
die nu bestaat. Er zijn immers te lange procedures
voor de verkoop van terreinen. Het is niet mijn
bedoeling het binnenverkeer in gevaar te brengen
maar het te waarborgen door een mogelijkheid te
geven aan de NMBS om niet alleen met de
verkoop van terreinen maar ook in cash te
betalen. Dat is allemaal voorzien in het budget en
het is dus niet bedoeld om het binnenverkeer in
moeilijkheden te brengen.

Wat de fiscaliteit en de regel van de zes frank per
kilometer betreft: lach maar met mevrouw Aelvoet,
ik vind dat jammer. Wat belangrijk is, is dat er een
beslissing genomen is, met name zes frank per
kilometer, en die is in het budget ook opgenomen
door de heer Reynders. Deze maatregel is geen
enorme maatregel voor alle burgers. Ik weet dat
ze geldt voor de mensen die hun werkelijke kosten
aftrekken. We weten dat vele mensen gebruik
maken van de forfaitaire aftrek. Wat belangrijk is
vandaag, is dat de mensen die zullen kunnen
profiteren van dit systeem, vooral de mensen zijn
die gebruik maken van twee modi van vervoer bij
grote afstanden. Bijvoorbeeld, elke dag vijftien
kilometer met de auto en 25 kilometer per trein.
Met het nieuwe systeem kunt u zes frank per
kilometer aftrekken voor de afstand die gemaakt
is met de trein.

Vandaag, in het huidige systeem, kunt u alleen
maar de prijs van uw abonnement aftrekken,
CRIV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
39
namelijk twee frank per kilometer. Als u zich met
twee modi verplaatst, is dit nieuwe systeem zeer
interessant. Ik denk dat het slecht is om te stellen
dat het alleen maar een communicatieprobleem
is. Het is een belangrijke beslissing en ik denk dat
we in de toekomst nog verder moeten gaan. Het is
een belangrijke beslissing die is genomen en die
zal, hoop ik, een signaal geven aan iedereen, niet
alleen door die zes frank die kan worden gebruikt
door een beperkt aantal burgers, maar ook door te
zeggen dat we de aftrek voor de auto's niet meer
zullen verhogen. We blijven bij zes frank en wij
hopen de mogelijkheid voor andere vervoersmodi
te behouden. Nogmaals, het is heel interessant
voor mensen die bij hun verplaatsing een
combinatie maken van bijvoorbeeld fiets en trein
of twee andere verschillende vervoersmodi.

Ik kom thans tot het mobiliteitsbeheersplan, het
zogenaamde bedrijfsvervoerplan. Tegenwoordig
nemen heel wat bedrijven het goede initiatief een
bedrijfsvervoerplan op te stellen. De regering wil
de bedrijven hiertoe sensibiliseren; dat was
trouwens al merkbaar in het kader van het
interprofessioneel akkoord. Dit is echter geen
absolute noodzaak en dus geen verplichting.

Wat wel noodzakelijk is, is een samenwerking
tussen de ondernemingen en de vakbonden om
de situatie te verbeteren en om de beste projecten
te ontwikkelen in de ondernemingen. Het gaat
erom interactief te werken aan de projecten en het
overleg met de bedrijven. Het koninklijk besluit
met betrekking tot de sociale balans maakt zulks
mogelijk. Een diagnose zal worden opgelegd,
maar de discussie zal worden gevoerd in het
kader van de sociale discussie binnen het bedrijf.
De sociale balans is een instrument dat in dat
verband kan worden gehanteerd.

Ik ben bereid alle initiatieven die de bedrijven op
dat vlak nemen te steunen. Omwille van de
diversiteit van de ondernemingen heeft het
evenwel geen zin eenzelfde maatregel aan alle
bedrijven op te leggen. Ik voerde een vruchtbare
discussie met de sociale partners, de vakbonden
en de ondernemingen. In het kader van het
interprofessioneel akkoord verzochten de sociale
partners om een specifieke steun, misschien van
fiscale aard, te verlenen aan de bedrijven die
effectief een plan ontwikkelen. Daarover heb ik
trouwens reeds gesproken met minister Reynders.

Ik meen hoe dan ook dat het probleem op de
juiste manier werd aangepakt.

Alle bedrijfselementen, alsook de diagnose, zullen
worden opgenomen bij de Nationale Bank die alle
elementen zal laten opnemen in een databank die
toegankelijk zal zijn voor alle bedrijven, de
gemeenten, de gewesten of andere
geïnteresseerden in de mobiliteit. Zo zal
bijvoorbeeld informatie kunnen worden
ingewonnen over de mobiliteitsstromen gedurende
de spitsuren. Op die manier kan worden
nagegaan hoe de situatie kan worden verbeterd;
hoe de bedrijven samen De Lijn, de STIB of een
andere vervoermaatschappij kunnen verzoeken
om bijvoorbeeld een stopplaats te verplaatsen, en
dergelijke.

Deze werkwijze kan effectief worden en wordt
alleszins gesteund door de bedrijven en de
vakbonden.

Ik zal nu de vraag van mevrouw Brepoels over
mobiliteit behandelen. Zij en de heer Ansoms
zeggen dat ze geen trendbreuk vaststellen.

Mobiliteit is een verdeelde bevoegdheid. Dat weet
u zelf ook. Op federaal niveau zijn er verschillende
middelen om de mobiliteit te verbeteren,
bijvoorbeeld fiscaliteit. De bevoegdheid is ook
afhankelijk van Europa en andere niveaus, zoals
de gemeenten, de gewesten, enzovoort. Het is
gemakkelijk om na 18 maanden te zeggen dat er
geen trendbreuk is. Men moet in deze kwestie
overleggen op Europees en federaal vlak, maar
ook en vooral met de gewesten, die grote
bevoegdheden hebben inzake mobiliteit. Zo is
bijvoorbeeld Ruimtelijke Ordening zeer belangrijk
om het autoverkeer, het openbaar vervoer en de
situatie van de zwakke weggebruikers te kunnen
beïnvloeden.

Wat de verkeersveiligheid en het plan van juli
2000 betreft, heb ik nooit beweerd dat dit plan een
effectief, gedetailleerd plan was. Dit plan is een
globaal plan met preventie, surveillance routière,
controle en vervolging op juridisch vlak. Dat heb ik
in de commissie uitgelegd. Dit was de eerste keer
dat een gans plan voor de verschillende domeinen
werd opgesteld.

Dit plan heeft de ambitie een groot plan te zijn,
met grote titels en grote hoofdstukken en
doelstellingen die in deze verschillende
hoofdstukken worden uitgewerkt. Wij werken nu
samen met Justitie en Binnenlandse Zaken over
de verschillende projecten. Ik werk ook samen
met de verenigingen van slachtoffers om na te
gaan welke precieze maatregelen dringend
moeten worden genomen om samen met Justitie
en Binnenlandse Zaken beslissingen te nemen die
zullen worden toegepast.
19/12/2000
CRIV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
40
Wat het verschil tussen Wallonië en Vlaanderen
betreft, kan ik u zeggen dat de houding van
Waalse en Vlaamse mensen dezelfde is. Ook het
recht op verkeersveiligheid is hetzelfde. Terzake
rijzen geen problemen. U hebt het evenwel niet
over de burgers, maar over de overheden. Ik heb
veel contact met de Waalse regering, onder
andere via de BIVV. Ook in Wallonië wil men de
situatie verbeteren door bijvoorbeeld onbemande
camera's te ontwikkelen. Die situatie is dezelfde
gebleven. Misschien was dat in het verleden een
beetje anders, maar nu is dat hetzelfde. Wallonië
wilt dezelfde rechten voor dezelfde mensen. De
overheden nemen hun verantwoordelijkheid wat
de verkeersveiligheid betreft op.

Wij hebben ook over de dodehoekspiegel
gesproken. Ik overleg momenteel met de sector
en de verzekeringen om de mogelijkheden van de
dodehoekspiegel voor de sector na te gaan, in
afwachting van initiatieven op Europees niveau.

Ik ben van plan initiatieven te nemen met
betrekking tot het uitwerken van een
reglementering op Europees niveau.

Het verslag van de externe audit van de NMBS ligt
in het commissiesecretariaat ter beschikking van
de leden van de commissie Infrastructuur.

Het bijvoegsel aan het beheerscontract vormt de
basis van het derde beheerscontract. De
onderhandelingen dienaangaande zullen in het
begin van volgend jaar worden aangevat. Over de
elementen ervan kan ik in de commissie spreken.

Ten slotte wat de "uniciteit" van de NMBS betreft
ga ik helemaal niet akkoord met u. Ik ben
helemaal geen voorstander van de regionalisering
van de NMBS. Het is voor mij een uitgemaakte
zaak dat de NMBS een federale bevoegdheid
blijft.

Dat er meer steun wordt verleend aan het
goederenvervoer, impliceert niet dat er iets moet
veranderen aan de uniciteit. De scheiding van de
boekhouding stemt overeen met de Europese
regelgeving. In het kader van de uniciteit kan
zowel het goederen- als het reizigersvervoer
worden verbeterd.

Ik dank u en ik wens u verder een goede nacht.

De voorzitter: Wij hebben een interessante, maar
vermoeiende dag achter de rug. Ik dank de leden
en de ministers, die zeer volledig op al onze
vragen hebben geantwoord. Tot morgen.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée.

De vergadering wordt gesloten om 23.22 uur.
Volgende vergadering woensdag
20 december 2000 om 10.00 uur.
La séance est levée à 23.22 heures. Prochaine
séance le mercredi 20 décembre 2000 à 10.00
heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 PLEN 095
CRABV 50 PLEN 095
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
dinsdag mardi
19-12-2000 19-12-2000
18:05 uur
18:05 heures
CRABV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
BEGROTINGEN (VOORTZETTING)
1
BUDGETS (CONTINUATION)
1
Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar
2001 (904/1)
1
Budget des Voies et Moyens pour l'année
budgétaire 2001 (904/1)
1
- Ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor
het begrotingsjaar 2001 (905/1 tot 32)
1
- Projet de budget général des dépenses pour
l'année budgétaire 2001 (905/1 à 32)
1
- Algemene toelichting (906/1)
1
- Exposé général (906/1)
1
Algemene bespreking (voortzetting)
1
Discussion générale (continuation)
1
Sprekers: Yves Leterme, Guido Tastenhoye,
Jacques Chabot, Hagen Goyvaerts, Didier
Reynders
, minister van Financiën , Jos
Ansoms, Lode Vanoost, Isabelle Durant
,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer , Hugo Coveliers, voorzitter van
de VLD-fractie, Olivier Chastel, Jan
Mortelmans, Frieda Brepoels
, voorzitter van
de VU&ID-fractie, Peter Vanhoutte, Rik
Daems
, minister van Telecommunicatie en
Overheidsbedrijven en Participaties
Orateurs: Yves Leterme, Guido Tastenhoye,
Jacques Chabot, Hagen Goyvaerts, Didier
Reynders
, ministre des Finances , Jos
Ansoms, Lode Vanoost, Isabelle Durant
,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports , Hugo Coveliers,
président du groupe VLD , Olivier Chastel,
Jan Mortelmans, Frieda Brepoels
, président
du groupe VU&ID , Peter Vanhoutte, Rik
Daems
, ministre des Télécommunications et
des Entreprises et Participations publiques
CRABV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


PLENUMVERGADERING SÉANCE
PLÉNIÈRE
van
DINSDAG
19
DECEMBER
2000
18:05 uur
______
du
MARDI
19
DÉCEMBRE
2000
18:05 heures
______



De vergadering wordt geopend om 19.15 uur door
de heer Jean-Pol Henry, voorzitter.
La séance est ouverte à 19.15 heures par M. Jean-
Pol Henry, président.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is
de minister van de federale regering: Didier
Reynders.
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de
l'ouverture de la séance: Didier Reynders.
De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter
kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in
bijlage bij het integraal verslag van deze
vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions
doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises en annexe du
compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering
Gezondheidsredenen: Jean-Paul Moerman
Ambtsplicht: Jozef Van Eetvelt
Buitenslands: Elio Di Rupo

Federale regering:
Guy Verhofstadt, eerste minister: met zending
buitenslands
Louis Michel, vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Betrekkingen: met zending
buitenslands
Johan Vande Lanotte, vice-eerste minister en
minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie
en Sociale Economie: familieaangelegenheden
Jaak Gabriëls, minister van Landbouw en
Middenstand: Landbouwraad
Excusés
Raisons de santé: Jean-Paul Moerman
Devoirs de mandat: Jozef Van Eetvelt
A l'étranger: Elio Di Rupo

Gouvernement fédéral:
Guy Verhofstadt, premier ministre: en mission à
l'étranger
Louis Michel, vice-premier ministre et ministre des
Affaires étrangères: en mission à l'étranger
Johan Vande Lanotte, vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Economie sociale: raisons familiales
Jaak Gabriëls, ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes: Sommet agricole
Begrotingen (voortzetting)
Budgets (continuation)
01 Rijksmiddelenbegroting voor het
begrotingsjaar 2001 (904/1)
- Ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor
het begrotingsjaar 2001 (905/1 tot 32)
- Algemene toelichting (906/1)
01 Budget des Voies et Moyens pour l'année
budgétaire 2001 (904/1)
- Projet de budget général des dépenses pour
l'année budgétaire 2001 (905/1 à 32)
- Exposé général (906/1)
Algemene bespreking (voortzetting)
Discussion générale (continuation)
19/12/2000
CRABV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
De algemene bespreking is hervat.
La discussion générale est reprise.
01.01 Yves Leterme (CVP): Deze regering zwakt
de structurele begrotingssanering af. Ze trof
nochtans een gesaneerde toestand van de
financiën en de begroting en een goede
economische situatie aan. Het bereiken van het
nultekort wordt op kunstmatige wijze uitgesteld. Het
nultekort wordt, door een historisch toeval, tijdens
deze regeerperiode bereikt. Dit was al mogelijk
geweest in 2000. Men drijft echter de uitgaven op,
zodat men de indruk kan wekken dat in 2001 een
belangrijke stap vooruit wordt gezet.

Het tekort dat was voorspeld bedraagt 0,7 procent
BBP. Nu zijn er voor 122 miljard frank extra
ontvangsten. In feite zou men dus een overschot
moeten hebben van 0,5 procent BBP, maar dit is er
niet door het vooruitschuiven van uitgaven Daardoor
wordt de groei van de primaire uitgaven
weggemoffeld. De primaire uitgaven zullen in 2001
stijgen van 2538,4 miljard naar 2651,8 miljard, een
nominale stijging met 4,6 procent op een reële
stijging met 2,9 procent. Het stabiliteitsprogramma
voorzag nochtans in een stijging met 1,5 procent als
richtsnoer. Het IMF tikt de regering daarvoor op de
vingers.
01.01 Yves Leterme (CVP): Ce gouvernement
réduit l'assainissement budgétaire structurel alors
qu'il avait trouvé une situation financière et
budgétaire assainie et une économie qui tournait
bien. Le déficit zéro est artificiellement reporté. Par
un hasard de l'histoire, le déficit zéro est atteint au
cours de cette législature alors qu'il aurait pu l'être
en 2000. On augmente toutefois les dépenses pour
créer l'impression qu'un pas important est réalisé
en 2001.


Le déficit prévu s'élève à 0,7% du PIB. Il y a 122
milliards de recettes supplémentaires. En réalité, on
devrait disposer d'un excédent de 0,5% du PIB
mais le report des dépenses ne le permet pas. De
cette manière, on dissimule la croissance des
dépenses primaires qui, s'élevant aujourd'hui à 2
538,4 milliards, s'établiront en 2001 à 2 651,8
milliards, ce qui représente une croissance
nominale de 4,6 %, soit une augmentation en
termes réels de 2,9 %. Pourtant, le programme de
stabilité prévoyait, à titre de ligne directrice, une
augmentation de 1,5 %. Cela vaut au gouvernement
une réprimande du FMI.
Twee maal per jaar publiceren de Europese
Commissie en de Oeso conjunctuurgezuiverde
cijfers. Het primair overschot evolueert van 6,5
procent in 1999 naar 7,0 procent in 2000 en 7,4
procent in 2001. Het structureel primair overschot
evolueert echter van 7,2 in 1999 naar 7,0 in 2000 en
6,9 in 2001. De cijfers zijn gunstig, ondanks het
lakse begrotingsbeleid.
La Commission européenne et l'OCDE publient
deux fois par an des chiffres ne tenant pas compte
de la conjoncture. Le solde primaire devrait
connaître l'évolution suivante : 6,5 % en 99, 7,0 %
en 2000 puis 7,4 % en 2001. Toutefois, le solde
primaire structurel devrait connaître une autre
évolution : 7,2 % en 99, 7,0 % en 2000 puis 6,9 %
en 2001. Ces chiffres sont favorables, en dépit de la
politique budgétaire laxiste menée par le
gouvernement.
De regering trappelt al twee jaar ter plaatse,
ondanks de groei en de gunstige economische
context.

Deze begroting en de meerjarenprogrammatie die
erin staat, brengen de belastinghervorming in
gevaar. De regeerverklaring van oktober was in
feite een stemafspraak voor de volgende
regeerperiode. Dit perspectief was nodig voor de
samenhorigheid. Eén van de pakketten die daarbij
averij hebben opgelopen, is de
belastinghervorming. Na de uitspraken over snelle
belastingverminderingen tijdens de zomer, werd de
belastinghervorming naar de toekomst verschoven.
In 2003 zal een vierde of een vijfde van de beloofde
maatregelen zijn uitgevoerd. Dat zal dan nauwelijks
volstaan om de gestegen belastingdruk te
compenseren.
Le gouvernement fait du surplace depuis deux ans
malgré la croissance et la conjoncture économique
favorable.

Le présent budget et la programmation
pluriannuelle qui y est inscrite mettent en péril la
réforme fiscale. La déclaration gouvernementale
d'octobre était en réalité un accord électoral pour la
prochaine législature. Sans cette perspective, il n'y
aurait plus eu d'entente au sein de la coalition. La
réforme fiscale est l'un des chantiers qui ont capoté.
En effet, elle a été reportée à une date ultérieure
après les déclarations faites cet été au sujet d'une
baisse rapide d'impôt. En 2003, un quart ou un
cinquième des mesures promises aura été exécuté.
Cela ne suffira pas à compenser l'augmentation de
la pression fiscale.
CRABV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Uit de algemene toelichting blijkt een stijging van de
fiscale ontvangsten van 1999 naar 2000, van 28,68
procent BBP naar 28,88 procent BBP. Van een
daling van de fiscale druk is dus geen sprake.


De vooropgestelde budgettaire marges volstaan
niet om alle beslissingen te realiseren. Daardoor
dreigt afzwakking of uitstel van de
belastinghervorming. Voor 2002 heeft de regering in
totaal 62,5 miljard nodig om al genomen
beslissingen uit te voeren. Volgens de regering
beschikt zij over een marge van 23 miljard. Zij zal
dus 35 à 38 miljard moeten zoeken om deze
beslissingen te financieren. Ondertussen is ook nog
10 miljard nodig, omdat de regering de sociale
partners toezegde dat de verhoogde aftrek voor
beroepskosten in de bedrijfsvoorheffing zou worden
doorberekend.
Par rapport à 1999, l'exposé général indique, pour
2000, une augmentation des recettes fiscales qui
passeront de 28.68% à 28.88% du PIB. Il n'est donc
nullement question d'une réduction de la pression
fiscale.

Les marges budgétaires prévues sont insuffisantes
pour mettre en oeuvre toutes les décisions. La
réforme fiscale risque, par conséquent, d'être
affaiblie ou reportée. Pour 2002, le gouvernement
aura besoin d'un montant global de 62,5 milliards
de francs pour exécuter des décisions déjà prises.
Le gouvernement prétend disposer d'une marge de
23 milliards. Il devra, dès lors, trouver 35 à 38
milliards de francs pour financer ces décisions.
Entre-temps, 10 milliards de francs seront encore
nécessaires parce que le gouvernement s'est
engagé, face aux partenaires sociaux, à répercuter
l'augmentation de la déduction pour frais
professionnels au niveau du précompte
professionnel.
Het interprofessioneel akkoord kan zelfs nog veel
meer kosten.

Op 19 oktober vroegen wij naar de timing voor de
verschillende pakketten van de
belastinghervorming. De minister zegde toen toe
dat de drie of vier pakketten samen geleidelijk
zouden worden verwezenlijkt. De toezegging voor
het beroepskostenforfait in het IPA betekent dat
andere maatregelen niet kunnen worden
uitgevoerd. We weten nu al wie dan het gelag zal
betalen. De inwerkingtreding van het neutraal
maken van de samenlevingsvormen van de
fiscaliteit zal dan wel weer worden uitgesteld.


In 2003 denkt de regering circa 105 miljard frank
nodig te hebben om de al goedgekeurde
maatregelen te financieren. De ruimte bedraagt
slechts 64 miljard.


De budgettaire marges zijn dus onvoldoende om
alle aangekondigde maatregelen te financieren.
Hoe sterk de economische groei de volgende jaren
zal zijn, weten we niet. In ieder geval, als men de
opbrengst daarvoor zou gebruiken om allerlei
maatregelen te financieren, dan komt de structurele
sanering nog meer op de helling te staan.
Le coût de l'accord interprofessionnel pourrait
même être beaucoup plus élevé.

Le 19 octobre, nous avons demandé au ministre
quel était le calendrier prévu pour les différentes
étapes de la réforme fiscale. A cette occasion, le
ministre nous a répondu que les trois ou quatre
séries de mesures seraient mises en oeuvre
graduellement mais en même temps. La promesse
relative au forfait des frais professionnels que
comporte l'AIP signifie que d'autres mesures ne
pourront pas être mises en oeuvre. Nous savons
déjà qui payera les pots cassés. La mise en oeuvre
de la neutralité fiscale vis-à-vis des choix de vie
sera alors une nouvelle fois reportée.

En 2003, le gouvernement estime avoir besoin de
quelques 105 milliards de francs pour pouvoir
financer toutes les mesures qui ont déjà été
approuvées. La marge de manoeuvre budgétaire
n'est que de 64 milliards de francs.

Elle est, dès lors, insuffisante pour permettre le
financement de toutes les mesures annoncées.
Nous ne savons pas quelle sera la croissance
économique au cours des prochaines années. En
tout cas, si les recettes générées par celle-ci
devaient servir au financement de toute une série
de mesures, l'assainissement structurel serait
encore davantage compromis.
Bij de aangekondigde belastinghervorming, die een
belastingverlaging moest worden, rijzen alsmaar
meer vragen. Dit treft de gezinnen en gehuwden.
De bescheiden aanzet voor de wegwerking van de
fiscale discriminatie van de gehuwden van 1999
La réforme fiscale annoncée, qui devait se
concrétiser par une baisse des impôts, soulève de
plus en plus de questions parmi les ménages et les
couples mariés. La timide avancée enregistrée en
1999 vers l'élimination de la discrimination fiscale
19/12/2000
CRABV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
wordt niet voortgezet. Ook de wijze waarop de
crisisbijdrage wordt weggewerkt, is niet
bevredigend.


De structurele sanering wordt verzwakt door het
begrotingsbeleid. De regering plaatst na twee
maanden zelf vragen bij de door haar
aangekondigde belastingverlaging, wat bij de
gezinnen en gehuwden hard aankomt. (Applaus)
dont les couples mariés sont victimes n'est pas
poursuivie. Nous ne sommes pas davantage
satisfaits de la manière dont on supprime la
cotisation de crise.

La politique budgétaire affaiblit l'assainissement
structurel. Après deux mois seulement, le
gouvernement se pose des questions quant à la
réforme fiscale qu'il a lui-même annoncée, ce qui
suscite le mécontentement des ménages et des
couples mariés. (Applaudissements)
01.02 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Tijdens de bespreking van de begroting van de
eerste minister in de commissie sprak ik al over de
financiering van het centrum-Leman. Ik wees erop
dat de parlementsleden het budget van dit centrum
moeilijk kunnen controleren als het niet meer in de
begroting voorkomt, maar gefinancierd wordt door
gelden van de Nationale Loterij. Dit moet het
centrum een ruime autonomie geven. Blijkbaar wil
men meer ruimte geven voor zijn strijd tegen het
Vlaams Blok, waartoe het werd opgericht. Het
centrum wordt uitgebouwd tot een spionage- en
repressiecentrum indien de wet-Onkelinx wordt
goedgekeurd. Die minister meldde de pers al dat de
middelen en het personeel van het centrum zullen
worden verdubbeld. De bedoeling van deze
gestapowet van Onkelinx is komaf te maken met
alle vermeende vormen van discriminatie en
racisme.
01.02 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Au
cours de la discussion du budget du premier
ministre en commission, j'avais déjà évoqué le
financement du centre Leman. J'avais souligné que
les parlementaires pourront difficilement contrôler
le budget de ce centre s'il ne figure plus au budget
général des dépenses mais est financé grâce aux
fonds de la Loterie nationale. De la sorte, le centre
devrait bénéficier d'une plus large autonomie.
Apparemment, on a l'intention d'accorder de plus
amples possibilités au centre pour qu'il puisse
mener sa lutte contre le Vlaams Blok, objectif pour
lequel il avait été créé. Si la loi Onkelinx est
adoptée, le centre se transformera en un centre
d'espionnage et de répression. La ministre a déjà
précisé à la presse que les moyens et les effectifs
du centre seront doublés. Le but de cette loi digne
de la gestapo est de couper court à toutes les
formes présumées de discrimination et de racisme.
In een aantal gevallen wordt de bewijslast zelfs
omgekeerd. Dit Gestapo-ontwerp maakt het
centrum-Leman tot een repressieapparaat dat de
politieke correctheid er met de hamer inslaat. Dit
kan leiden tot excessen. Ik roep de heer De Croo
en zijn liberale vrienden, die de vrijheid hoog in het
vaandel dragen, op om dit Gestapo-ontwerp een
halt toe te roepen. Nergens zijn alle burgers
helemaal gelijk. Overal bestaan kleine vormen van
xenofobie. Dit centrum neigt echter naar intimidatie.
Gelukkig zijn er nog rechters met gezond verstand,
zoals blijkt uit de vrijspraak van Jef Elbers. Hopelijk
worden ook de drie vzw's die door het centrum-
Leman worden vervolgd vrijgesproken.
Dans un certain nombre de cas, la charge de la
preuve est même inversée. Ce projet gestapiste
transforme le centre Leman en appareil de
répression qui impose brutalement la correction
politique. Cela peut conduire à des excès. J'invite
M. De Croo et ses amis libéraux, pour qui la liberté
est une valeur essentielle, à mettre un coup d'arrêt
à ce projet gestapiste. Tous les citoyens ne sont
tout à fait égaux nulle part. De petites formes de
xénophobie existent partout. Ce centre a tendance
à pratiquer l'intimidation. Par bonheur, il se trouve
encore des juges qui ont du bon sens, comme le
montre l'acquittement de Jef Elbers. Il est à espérer
que les trois asbl contre lesquelles le centre Leman
a engagé des poursuites soient acquittées.
Ik heb een amendement ingediend om het centrum-
Leman opnieuw in de gewone begroting op te
nemen met nog een laatste toelage van 50 miljoen,
in afwachting van de afschaffing ervan. Ik roep alle
democraten op om dit amendement te steunen en
het Gestapo-ontwerp van minister Onkelinx naar de
vuilnisbak te verwijzen. (Applaus)
J'ai déposé un amendement visant à réintégrer le
centre Leman dans le budget ordinaire et à lui
octroyer une ultime subvention de 50 millions, en
attendant sa suppression. J'invite tous les
démocrates à soutenir cet amendement et à jeter
aux oubliettes ce projet gestapiste de la ministre
Onkelinx. (Applaudissements)
01.03 Jacques Chabot (PS): Dit is een
veelbelovend jaar: voor het eerst sinds een halve
01.03 Jacques Chabot (PS): Cette année est
porteuse de tous les espoirs : le budget affiche un
CRABV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
eeuw is er opnieuw een begrotingsoverschot. Ik
feliciteer de huidige en de voorgaande regeringen
voor hun strenge begrotingsbeleid. Als verkozenen
van de natie moeten wij vaststellen dat de
inspanningen van burgers en bedrijven vruchten
hebben afgeworpen.

Aangezien de vooruitzichten gunstig zijn, steunt
mijn fractie deze ambitieuze begroting die niettemin
realistisch en voorzichtig blijft.

Voorts moedigt mijn fractie de minister van
Financiën aan in zijn voornemen om de
belastingdruk te verminderen.

Het verheugt ons dat de meerderheid in een fiscale
neutraliteit ten aanzien van de levenskeuze voorziet,
ervoor zorgt dat op fiscaal vlak ook meer rekening
wordt gehouden met de kinderen en de forfaitair
aftrekbare beroepskosten verhoogt.

Inzake de strijd tegen de fiscale fraude, vragen wij
de regeringscommissaris, de heer Zenner, oog te
hebben voor een vereenvoudiging van de
procedures ervoor te zorgen dat de bestrijding van
de fiscale fraude tot resultaten leidt.
solde positif, ce qui n'était plus arrivé depuis un
demi-siècle. Je félicite le gouvernement ­ comme
les gouvernements précédents ­ pour leur rigueur
budgétaire. En tant qu'élus de la Nation, nous avons
le devoir de constater que les efforts des citoyens et
des entreprises ont porté leurs fruits.

Les prévisions étant favorables, notre groupe
soutiendra ce budget, qui est ambitieux tout en
restant prudent et réaliste.

Par ailleurs, notre groupe encourage le ministre des
Finances, qui veut réduire la pression fiscale.


Nous nous réjouissons de ce que la majorité
parvienne à une neutralité fiscale vis-à-vis du choix
de vie, améliore la prise en compte des enfants sur
le plan fiscal et augmente le montant déductible des
charges professionnelles forfaitaires.

En matière de lutte contre la fraude fiscale, nous
demandons au commissaire du gouvernement, M.
Zenner, de ne pas négliger la simplification des
procédures et de veiller à ce que la lutte contre la
fraude soit suivie d'effets.
Worden er, gezien de herstructurering en de
hervormingen binnen uw departement, maatregelen
genomen om ervoor te zorgen dat het
Copernicusplan rekening houdt met de specificiteit
van het departement Financiën ?

De achterstallige belasting zou oplopen tot een
waanzinnig hoog bedrag. Werden er studies verricht
om na te gaan welke bedragen alsnog
gerecupereerd kunnen worden ? Welke
maatregelen werden er getroffen ?

De opleiding van de nieuwe ambtenaren in uw
departement en de ambtenaren die zich
voorbereiden op de examens is uitstekend, maar
zijn er ook projecten voor nascholing en bijscholing?
De door u aangekondigde "computerrevolutie"
dreigt bij gebrek aan opgeleid personeel al
achterhaald te zijn nog voor ze haar beslag heeft
gekregen.

Is uw departement klaar voor de transfers
tengevolge van de eventuele regionalisering van
bepaalde belastingen ? (Applaus bij de
meerderheid)

Au vu de la restructuration et des réformes que
connaît votre département, des mesures sont-elles
prises pour que le plan Copernic tienne compte de
la spécificité des Finances ?


Les arriérés en matière de recouvrement
atteindraient des montants exorbitants. Des études
ont-elles été effectuées afin d'évaluer les montants
qui pourraient être récupérés ? Quelles mesures
ont-elles prises ?

La formation dispensée aux nouveaux agents
recrutés par votre département et aux agents qui
préparent des examens est excellente, mais quels
sont les projets pour une formation permanente ou
continue ? La « révolution informatique » que vous
annoncez risque d'être obsolète à défaut de
personnel formé.


Enfin, votre département est-il prêt à assumer les
transferts induits par la régionalisation éventuelle de
certains impôts ? (Applaudissements sur les bancs
de la majorité)
01.04 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Zoals
zo vaak wordt voor de vakantieperiode nog vlug een
aantal wetten en begrotingen doorgedrukt. Deze
regering doet het niet anders. Vorige week werd de
programmawet besproken, hoewel die in feite
01.04 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
Comme cela arrive souvent, une série de lois et de
budgets sont adoptés en toute hâte avant les
vacances. Le gouvernement actuel ne déroge pas à
cette règle. La semaine dernière, nous avons
19/12/2000
CRABV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
verbonden is aan de rijksmiddelenbegroting.


De regering heeft het vaak over een historische
begroting omdat er voor het eerst een overschot is.
Daarbij vergeet ze dat de burgers hiervoor jarenlang
hebben moeten opdraaien door een verhoogde
fiscale druk. Dat was trouwens in het voorbije jaar
ook zo door een meeropbrengst van de accijnzen
ten gevolge van de stijgende brandstofprijzen.
Bovendien was er een demagogisch opbod tussen
de regeringspartijen inzake beloften. De minister
van Financiën wou een lineaire belastingverlaging,
de socialisten eisten echter voorrang voor de
hogere inkomens, minister Durant wilde een
mobiliteitsplan, minister Vandenbroucke vroeg meer
geld voor de sociale zekerheid. Daarbij voelden de
ministers Verwilghen en Gabriëls zich tekort
gedaan.




Intussen wordt een aantal uitgaven niet meer via de
begroting van de eerste minister gedekt, maar via
de Nationale Loterij. Dat is onder meer het geval
voor het Centrum voor Gelijkheid van Kansen;
aangezien de opbrengst van de loterij niet gekend
is, geven we hier in feite een blanco cheque. De
bevoegdheden van het centrum worden intussen
zelfs nog uitgebreid.
débattu de la loi-programme, quoique cette loi soit
en fait liée au budget des voies et moyens.

Le gouvernement parle souvent d'un budget
historique parce qu'il présente un excédent, ce qui
est une première. Mais il passe sous silence les
efforts que nos concitoyens ont dû consentir
pendant des années en raison de l'accroissement
de la pression fiscale. Du reste, au cours de l'année
écoulée, il en a été de même à la suite de la hausse
des prix des combustibles et des carburants qui a
elle-même généré un supplément de recettes
issues des accises. On a, par ailleurs, assisté à une
surenchère démagogique de promesses entre les
partis gouvernementaux. Le ministre des Finances
voulait une baisse linéaire des impôts, les
socialistes exigeaient par contre un traitement fiscal
prioritaire des bas revenus; la ministre Durant
souhaitait un plan de mobilité et le ministre
Vandenbroucke demandait plus d'argent pour la
sécurité sociale. Quant aux ministres Verwilghen et
Gabriëls, ils se sentaient frustrés.

En attendant, une série de dépenses sont couvertes
non par le budget du premier ministre mais par la
Loterie Nationale. C'est notamment le cas du centre
pour l'égalité des chances. Par ailleurs, les recettes
de la Loterie Nationale n'étant pas connues,
l'adoption de ce budget équivaut à la signature d'un
chèque en blanc. Les attributions du centre sont
encore élargies
De Koninklijke familie krijgt ook een
"indexaanpassing" van liefst 18,6 miljoen. Dat is
onaanvaardbaar, vooral als men weet dat deze
familie reeds hoge inkomsten heeft uit andere
bronnen.

In deze begroting stellen we ook enkele
onzekerheden vast, onder meer inzake het
Zilverfonds en de verkoop van UMTS-licenties. De
verkoop van die licenties wordt nogal optimistisch
geraamd op 40 à 60 miljard frank. Hoe zullen die
opbrengsten worden verdeeld? Daarnaast gaat de
regering ook uit van al te optimistische groeicijfers,
hoewel de groei aan het vertragen is.



De regering houdt ook voor dat zowat iedereen zal
kunnen genieten van de belastingvermindering.
Men draait de burgers daardoor een rad voor de
ogen. Positief is wel het wegwerken van de
discriminatie tussen gehuwden en
samenwonenden. Het gezin met kinderen vormt
trouwens de basis voor onze samenleving. Daarom
moet ook werk gemaakt worden van een
opvoedersloon voor de thuiswerkende ouder.
La famille royale bénéficie également d'une
« indexation » représentant environ 18,6 millions de
francs. Cela est inacceptable, surtout lorsque l'on
sait que cette famille bénéficie déjà de revenus
importants qui proviennent d'autres sources.

Ce budget comporte également certains points
obscurs, notamment en ce qui concerne le fonds de
vieillissement et la vente des licences UMTS. On
fait preuve d'un grand optimisme en estimant que la
vente de ces licences devrait rapporter de 40 à 60
milliards de francs. Comment ces recettes seront-
elles réparties ? De surcroît, le gouvernement se
fonde sur des chiffres de croissance bien trop
optimistes, alors que l'on constate un
ralentissement de la croissance.

Le gouvernement affirme en outre que tout le
monde pourra bénéficier de la réduction d'impôt. Il
trompe le citoyen. L'élimination de la discrimination
entre les personnes mariées et les cohabitants est
un élément positif. Le ménage avec enfants
constitue, en effet, le fondement de notre société.
Par conséquent, il convient de concrétiser les
idées relatives à la rémunération du parent qui
reste au domicile et qui se charge de l'éducation
CRABV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7


Een belastinghervorming moet vooral ten goede
komen van de lage inkomens. Het voorgestelde
belastingkrediet beantwoordt daaraan, maar heeft
enkele nadelen inzake de uitkering van dit krediet.
Die gebeurt maar na de afrekening van de aanslag.
Het belastingkrediet wordt dus niet uitgekeerd op
het moment dat de rechthebbende het nodig heeft.
des enfants.

Une réforme fiscale doit surtout bénéficier aux
revenus les moins élevés. Le crédit d'impôt répond
à cet objectif mais un problème se pose en ce qui
concerne le versement de ce crédit. Ce versement
ne se fera qu'après le décompte de l'imposition. Le
crédit d'impôt n'est donc pas versé au moment où
l'ayant droit en a besoin.
De administratieve afhandeling van die dossiers is
ingewikkeld. Van administratieve vereenvoudiging is
hier geen sprake.

De hervorming van de belastingadministratie en de
strijd tegen de fiscale fraude kan maar slagen
indien men de samenwerking met het gerecht
versterkt, desgevallend door een protocol tussen
gerecht, politie en fiscale administratie. Het
aanwerven van talentvolle, gemotiveerde
ambtenaren is een grote uitdaging en is zeker
gerechtvaardigd, maar zal men erin slagen jaarlijks
1500 tot 1800 ambtenaren aan te werven?

De werkdruk bij de administratie voor de
vennootschapsbelasting is problematisch. De
controlekantoren worden zelfs door interimarissen
geleid. In Brussel en Antwerpen doet 10 tot 15
procent van de vennootschappen zelfs geen
aangifte meer. De Staat ontbeert zo miljarden
inkomsten. Dit is onaanvaardbaar en
onrechtvaardig. Wij wachten met spanning op het
plan voor de fiscale hervorming.

Inzake steunmaatregelen voor de horeca is de
regering het blijkbaar oneens. Er werden
tegenstrijdige signalen gegeven in verband met de
BTW en de aftrekmogelijkheden voor
restaurantkosten. De discussie rond het verlagen
van het BTW-tarief naar 6 procent wordt
verschoven naar juli 2001. Ondertussen blijft de
horecasector op zijn honger zitten. Met een
faillissementspercentage van 1,91 procent is de
horeca erg kwetsbaar.
Le traitement administratif de ces dossiers est
complexe. Il n'est nullement question, en
l'occurrence, d'une simplification administrative.

La réforme de l'administration fiscale et la lutte
contre la fraude fiscale ne peuvent réussir que si la
coopération avec la justice est renforcée, le cas
échéant par la conclusion d'un protocole entre la
justice, la police et l'administration fiscale. Le
recrutement de fonctionnaires talentueux et motivés
constitue un enjeu important et se justifie
pleinement, mais parviendra-t-on à en recruter
annuellement 1500 à 1800?

Le volume de travail au sein de l'administration de
l'impôt des sociétés constitue un problème. Parfois
même, les bureaux de contrôle sont dirigés par des
intérimaires. A Bruxelles et à Anvers, 10 à 15% des
sociétés n'introduisent même plus de déclaration,
ce qui fait perdre des milliards de recettes à l'Etat.
C'est inacceptable et injuste. Nous attendons avec
un vif intérêt de prendre connaissance du plan de
réforme fiscale du gouvernement.

Les opinions semblent diverger au sein du
gouvernement à propos des mesures de soutien en
faveur du secteur horeca. Des signaux
contradictoires ont été émis en ce qui concerne la
TVA et les possibilités de déduction fiscale des frais
de restaurant. La discussion relative à la réduction
du taux de TVA à 6% est reportée à juillet 2001.
Dans l'intervalle, le secteur horeca reste sur sa
faim. Avec un taux de faillite de 1,91%, le secteur
horeca est très vulnérable.
De economie bloeit als nooit tevoren. De welvaart
stijgt, terwijl het aantal bestaansminimumtrekkers
en werklozen voortdurend daalt. Toch zijn er nog
altijd enkele honderdduizenden mensen die buiten
de statistieken vallen en sociaal uitgesloten zijn. De
door paars-groen veelgeroemde actieve
welvaartsstaat doet de sociale achterstelling
helemaal niet teniet. De kloof tussen welvaart en
welzijn groeit. De regering neemt te
onsamenhangende initiatieven inzake tewerkstelling
en gezondheidszorg. Het aantal banenplannen is
niet meer bij te houden.
L'économie est plus florissante que jamais. Le bien-
être augmente, tandis que le nombre de minimexés
et de chômeurs est en diminution constante. Malgré
cela, plusieurs centaines de milliers de personnes
sont exclues des statistiques et ne bénéficient
d'aucune forme d'aide sociale. L'Etat social actif,
souvent invoqué par la coalition arc-en-ciel,
n'apporte aucune amélioration à cette situation. Le
fossé entre la prospérité et le bien-être se creuse.
Les mesures prises par le gouvernement en
matière d'emploi et de soins de santé pèchent par
leur incohérence. Le nombre de plans pour l'emploi
ne se compte plus.
19/12/2000
CRABV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
De regering heeft in haar begrotingsopmaak een
hele rist cadeautjes beloofd. Wat ervan in huis zal
komen, blijft meer dan twijfelachtig. Er werd teveel
gekeken naar de verpakking en niet naar de inhoud.
Het Vlaams Blok zal deze begroting dan ook niet
goedkeuren. (Applaus van het Vlaams Blok)
Lors de la confection de son budget, le
gouvernement a promis d'offrir de nombreux
"cadeaux" mais il est encore difficile de déterminer
à quoi ils ressembleront. On s'est trop préoccupé de
l'emballage au lieu de s'intéresser au contenu. Par
conséquent, le Vlaams Blok n'adoptera pas ce
budget. (Applaudissements sur les bancs du
Vlaams Blok)

01.05 Minister Didier Reynders (Frans) : Ik dank
de leden die aan de werkzaamheden van de
commissie voor de Financiën en de Begroting en
aan de debatten over de staatsschuld hebben
deelgenomen. Aan de hand van een reeks
hoorzittingen werd het mogelijk het vraagstuk van
de reorganisatie van mijn departement goed te
bevatten.
01.05 Didier Reynders , ministre (en français) : Je
remercie les membres qui ont participé aux travaux
de la commission des Finances et du budget et au
débat sur la dette publique. Une série d'auditions
publiques ont permis de bien cerner la question de
la réorganisation de mon département.
(Nederlands): Sommige sprekers hebben erop
gewezen dat deze begroting historische waarde
heeft. Eigenlijk is dat terecht. We hebben immers
voor het eerst sinds lange tijd een begroting in
evenwicht en een vermindering van de schuldratio.

De regering maakt duidelijk keuzes: vermindering
van de belasting op arbeid, waar zowel de burger
als het bedrijf goed bij vaart. Zo is er onder meer
sprake van een vermindering van de
personenbelasting, een herinvoering van de
indexering van de belastingschalen, de afschaffing
van de anticrisisbelasting en een vermindering van
de BTW op bepaalde diensten.
(En néerlandais) Certains orateurs ont indiqué que
ce budget est historique. Ils ont raison. En effet,
pour la première fois depuis longtemps, le budget
est en équilibre et le ratio de la dette diminue.


Le gouvernement fait des choix clairs dans la
mesure où il opte pour une baisse de la fiscalité du
travail dont tireront profit les citoyens aussi bien que
les entreprises. Ainsi, il est notamment question
d'une réduction de l'impôt des personnes
physiques, d'une réindexation des barèmes fiscaux,
de la suppression de l'impôt de crise et d'une
baisse de la TVA sur certains services.
In de begroting 2001 zitten ook hogere uitgaven,
onder meer voor de gezondheidszorg - meer dan 40
miljard - en inzake de toekomst van de pensioenen
opteerden wij voor het Zilverfonds.


Dit is zeker een goede begroting. Bovendien zijn er
interprofessionele akkoorden gesloten, uitgaande
van de begroting 2001, voor de jaren 2002 en 2003,
die rekening houden met reële
koopkrachtverhoging.
Le budget 2001 comprend également des
dépenses plus importantes, notamment dans le
secteur des soins de santé, qui se voit attribuer plus
de 40 milliards. Pour garantir l'avenir des pensions,
nous avons opté pour le Fonds de vieillissement.

Il s'agit assurément d'un bon budget. En outre, des
accords inter-professionnels ont été conclus. Ils
entreront en vigueur à partir du budget 2001 et
couvriront les années 2002 et 2003. Ils tiennent
également compte de l'augmentation réelle du
pouvoir d'achat.
(Frans): De HRF ging uit van marges van 300
miljard tegen 2005 opgesplitst in 100 miljard
begrotingsoverschot en 200 miljard voor
bijkomende uitgaven of in geval van dalende
ontvangsten. De begroting en het eraan gekoppelde
stabiliteitspact voorziet in een begrotingsoverschot
van 0,7 procent BBP of 85 miljard tegen 2005 en
een beschikbaar bedrag voor extra uitgaven of
minderontvangsten van 145 miljard. Dat is een
kwart minder, wat niet erg is vooral wanneer men
weet dat rekening wordt gehouden met een
(En français) Le CSF avait prévu des marges de
300 milliards à l'horizon 2005, répartis en 100
milliards de moyens budgétaires et 200 milliards
pour des dépenses supplémentaires ou des
réductions de recettes.Le budget et le programme
de stabilité qui y est joint prévoient un surplus
budgétaire de 0,7% du PIB, soit 8 milliards, à
l'horizon 2005 et un montant disponible pour des
dépenses supplémentaires ou des recettes en
moins de 146 milliards. Il s'agit d'une perte d'un
quart du volume, ce qui n'est pas grave, surtout si
CRABV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
groeipercentage dat op 2,5 procent of door de HRF
op 3 procent wordt geraamd.


Wat het stabiliteitspact voor de periode van 2001 tot
2005 betreft, hebben wij precieze cijfers met name
voor de belastinghervorming vastgesteld. In de
periode van 2002 tot 2005 heeft de vermindering
betrekking op een bedrag van 10 miljard tot 80
miljard vooraleer op kruissnelheid te komen. Er
worden specifieke budgettaire middelen
uitgetrokken om werk te maken van de
belastinghervorming.
l'on considère qu'il est tenu compte d'une
évaluation du taux de croissance de 2,5% au lieu
des 3% retenus par le CSF.

En ce qui concerne le programme de stabilité pour
2001 à 2005, nous reprenons des chiffres précis,
notamment pour la réforme fiscale. Pour la période
allant de 2002 à 2005, la réduction ira de 10
milliards à 80 milliards, avant d'atteindre une vitesse
de croisière. Des moyens budgétaires spécifiques
sont prévus pour entamer cette réforme de la
fiscalité.
(Nederlands) Op het Europese niveau moeten we
gaan naar een fiscale hervorming die wordt
ondersteund door elementen als een gezonde
groeinorm, een dalende schuldratio, een dalend
aandeel van het primair saldo in het BBP en een
begroting in evenwicht. Over het specifieke
probleem van de verminderde elasticiteit werd er in
commissie al uitgebreid gediscussieerd. Ik lees u de
brief voor die de heer Bogaert van het Planbureau
aan dit probleem wijdde.

(Frans) De heer Bogaert, van het Planbureau, stelt
dat de elasticiteit lichtjes boven de 1 ligt, maar enkel
zou kunnen stijgen tot 1,5 als we maatregelen
zouden treffen om de fiscaliteit te verzwaren zoals
dat in het begin van de jaren '90 gebeurde. De
elasticiteit zal dalen, maar dat hangt vooral samen
met de lagere fiscale druk en de daaruit
voortvloeiende lagere fiscale ontvangsten. De door
ons genomen maatregelen brengen ons terug naar
de situatie waarin we op het einde van de jaren '80
verkeerden. Uiteraard zullen we verder moeten
gaan.
(En néerlandais) Au niveau européen, il faut évoluer
vers une réforme fiscale, étayée par des éléments
tels qu'une norme de croissance saine, un ratio de
la dette en baisse, une part décroissante du solde
primaire dans le PIB et un budget en équilibre. Le
problème spécifique de l'élasticité réduite a fait
l'objet d'un débat circonstancié en commission. Je
vous lis le courrier de M. Bogaert, du Bureau du
Plan, à ce sujet.


(En français) M. Bogaert, du Bureau du Plan,
précise que l'élasticité est légèrement supérieure à
l'unité, mais qu'elle ne pourrait atteindre 1,5 que si
l'on prenait des mesures d'accroissement de la
fiscalité aussi fortes que celles que l'on a connues
au début des années 1990. L'élasticité diminuera
avec le temps, mais cela est dû au fait que la
pression fiscale diminuant, les recettes diminuent.
Les mesures que nous prenons nous ramènent à la
situation de la fin des années 1980. Il faudra bien
sûr aller plus loin.
In het kader van deze begroting hebben wij ons met
het oog op het sluiten van het interprofessioneel
akkoord niet beperkt tot maatregelen op het stuk
van werktijdverkorting. Er is ook gedacht aan het
verhogen van de koopkracht van de werknemers
via een deelname aan de resultaten van hun
onderneming. Ik zal binnenkort een voorstel in dat
verband indienen. Een andere bepaling die op
stapel staat heeft tot gevolg dat de terugbetaling
van de kosten voor het openbaar vervoer niet
langer als een voordeel in natura wordt beschouwd.
Die maatregel impliceert een fiscale
vereenvoudiging vermits men die onkosten niet
meer zal moeten aangeven. Het verlaagt de
belastingdruk en komt de mobiliteit ten goede
omdat het gebruik van het openbaar vervoer erdoor
wordt aangemoedigd. (Nederlands)
Dans le cadre de ce budget, à travers l'accord
interprofessionnel, nous ne nous sommes pas
limités à organiser des mesures de réduction du
temps de travail. Il y a également une augmentation
du pouvoir d'achat des salariés, notamment via la
participation des travailleurs aux résultats de leur
entreprise. Il s'agira d'un complément de
rémunération, proposition que je vais déposer
prochainement. Une autre disposition sera
également déposée prochainement, qui consiste à
ne plus considérer comme avantage en nature le
remboursement des frais de transports en commun.
Elle entraînera une simplification fiscale puisqu'il ne
faudra plus déclarer ces frais, une diminution de la
pression fiscale, et un encouragement à prendre les
transports en commun, comme politique en faveur
de la mobilité.
(Nederlands) De heer Ansoms had het over de
meeropbrengsten door de hoge olieprijzen in 2000.
(En néerlandais) M. Ansoms a parlé des recettes
supplémentaires qu'engendrerait en 2000 la hausse
19/12/2000
CRABV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Hij sprak zelfs over 20 miljard frank, wat overdreven
is. We zullen in totaal aan 12 tot 13 miljard
meeropbrengsten komen, voor de helft via de
accijnzen en de BTW en voor de helft via het veel
hogere verbruik van olieproducten. De consumptie
van diesel en andere nam immers toe met meer
dan 400 miljoen liter.
des prix de pétrole plus élevés. Il a même
mentionné le montant de 20 milliards, ce qui est
excessif. Globalement, les recettes
supplémentaires s'élèveront à quelques 12 à 13
milliards, dont la première moitié proviendra de
l'augmentation des accises et de la TVA et l'autre
de l'utilisation beaucoup plus importante de produits
pétroliers. La consommation de gasoil et autres
produits a connu une hausse de plus de 400
millions de litres.
01.06 Jos Ansoms (CVP): De stijging van de
olieprijzen heeft zich vorig jaar ook al doorgezet. Ik
heb het aandeel van de BTW in 1998 ­ onder het
"normale" regime ­ en dat in 2000 met mekaar
vergeleken. En dan kom ik tot een meerontvangst
van 20 miljard.

Die meerontvangst, die een meevaller is waarvoor
de regering niets heeft moeten doen, heeft nogal
wat extra middelen in de schatkist gebracht.
Waarom gebruikt men dat geld niet voor een
mobiliteitsbeleid? In dat licht is het ene miljard extra
voor de NMBS toch vrij schraal.
01.06 Jos Ansoms (CVP): La hausse des prix
pétroliers s'est fait sentir aussi l'an dernier. J'ai
comparé la part de la TVA en 1998, sous le régime
« normal », et celle de 2000. Et j'en conclus qu'il y a
eu un supplément de recettes de 20 milliards.

Ces recettes supplémentaires, qui constituent en
fait une bonne surprise car le gouvernement n'a rien
dû faire pour l'engranger, a considérablement
enrichi le Trésor public. Pourquoi n'utilise-t-on pas
cet argent pour mettre en oeuvre une politique de
mobilité
? Dans ce contexte, le petit milliard
supplémentaire pour la SNCB paraît toutefois bien
maigre.
01.07 Minister Didier Reynders (Nederlands):
Voor de regering is eerder de vergelijking tussen
1999 en 2000 belangrijk. Vergeet ook niet dat wij
het ons niet kunnen permitteren de budgettaire
orthodoxie te laten varen. Europa zou het ons niet
vergeven, evenmin als uw partijgenoten Van
Rompuy en Leterme.


De CVP vraagt meer investeringen in onderwijs,
onderzoek, NMBS, enz. Stelt ze daar ergens
verminderde uitgaven tegenover? Hoe kunnen we
de schuldratio verminderen als we tegenover de
investeringen geen besparingen zetten? Ik wacht op
CVP-voorstellen, maar ik merk dat de CVP-
coryfeëen het partijbureau belangrijker vinden dan
dit debat.
01.07 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):
Pour le gouvernement, c'est plutôt la comparaison
entre 1999 et 2000 qui importe. N'oubliez pas non
plus que nous ne pouvons pas nous permettre de
nous départir de l'orthodoxie budgétaire. L'Union
Européenne ne nous le pardonnerait pas, pas plus
que vos collègues de parti MM. Van Rompuy et
Leterme.

Le CVP demande davantage d'investissements
dans l'enseignement, la recherche, la SNCB, et j'en
passe. Mais envisage-t-il une quelconque réduction
des dépenses ? Comment pourrions-nous réduire le
ratio de la dette si nous ne compensons pas les
investissements par des économies ? J'attends les
propositions du CVP, mais j'observe que les
coryphées du CVP accordent plus d'importance à
leur bureau de parti qu'à ce débat.
(Frans) Het verbaast me dat sommige leden zich
excuseren en melden dat ze ons moeten verlaten
omdat ze naar een partijvergadering moeten !
(En français) Je suis surpris que certains membres
me demandent d'excuser leur absence au terme de
ce débat parce qu'ils doivent se rendre à des
réunions de leur parti !
01.08 Jos Ansoms (CVP): Is er ook een
partijbureau van de PRL bezig ? Er is hier maar één
PRL'er aanwezig.
01.08 Jos Ansoms (CVP): Le PRL tient-il
également son bureau de parti en ce moment? Un
seul membre du PRL est présent.
01.09 Minister Didier Reynders (Nederlands): Er
was vandaag één PRL-interventie van de heer
Bacquelaine en die is hier nu ook aanwezig.
01.09 Didier Reynders , ministre (en néerlandais)
Aujourd'hui, il n'était prévu qu'une seule intervention
pour le PRL, représenté par M. Bacquelaine, qui est
présent.
CRABV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
(Frans): De hervorming van de
vennootschapsbelasting wordt een neutrale
operatie. De vermindering zal de vorm aannemen
van een verlaging van de patronale bijdragen voor
de sociale zekerheid; de vennootschapsbelasting
zelf wordt niet verlaagd.

Een verlaging van het nominale tarief zou evenwel
kunnen worden overwogen als een reeks
bestaande verminderingen en vrijstellingen zou
worden opgeheven. Aangezien het macro-
economisch effect niet hetzelfde is als het micro-
economisch effect, zal ik dienaangaande een
gesprek hebben met alle economische actoren.

De HRF werd gevraagd een verslag over de
aftrekmogelijkheden inzake PB op te stellen. In de
loop van 2001 zal ook een grondig gesprek met de
betrokken actoren plaatsvinden.

In 1999 werden al initiatieven genomen om de
fraude te bestrijden. Ik denk met name aan de
protocols in verband met de fraude met
petroleumproducten en tegen de BTW-carrousels.
Ik zou willen dat die carrousels op Europees niveau
worden aangepakt met name door de mogelijkheid
de betrokken criminelen ongeacht het land te
vervolgen. Ik hoop dat er een Europese structuur
voor de strijd tegen de fiscale fraude tot stand komt.

Er moet daadwerkelijk personeel van Financiën ter
beschikking worden gesteld van Justitie. In de
informaticamiddelen is voorzien. Ik zal erop toezien
dat de nodige opleiding wordt gegeven.

Een kind dat werkt met Windows 2000 en dat mij
tijdens mijn bezoek aan het departement
vergezelde, uitte zijn verbazing toen het zag met
welke verourderde middelen nog wordt gewerkt.

Er wordt 2 miljard in informatica geïnvesteerd en er
komen 1500 indienstnemingen. Die laatste lopen
echter niet van een leien dakje.


De regionale belastingen zullen de rollen
verduidelijken.

Het nieuwe bestuur voor de fiscale en de niet-
fiscale invordering komt tot stand. Het zal wellicht
moeten werken op grond van een andere vorm van
geschillenbeheer en de ambtenaren zullen ­ in een
eerste fase alleszins -hun dossier zelf voor de
nieuwe bevoegde rechtscolleges verdedigen.
(En français) En matière d'impôt des sociétés, nous
travaillons à une réforme neutre. La diminution
s'opérera via une diminution des cotisations
patronales à la sécurité sociale et non par une
réduction de l'impôt des sociétés.


Toutefois, une diminution du taux nominal pourrait
être envisagée si l'on supprimait une série de
déductions et d'exemptions existantes. Etant donné
que l'effet macro-économique n'est pas le même
que l'effet micro-économique, j'aurai une discussion
avec l'ensemble des acteurs économiques.


Le CSF est chargé de remettre un rapport au sujet
des déductibilités en matière d'IPP. Une large
discussion sera également ouverte dans le courant
de 2001 avec les acteurs concernés.

En ce qui concerne la lutte contre la fraude, je
rappelle que des initiatives ont été prises en 1999,
notamment des protocoles en matière de fraude
des produits pétroliers et contre les carrousels TVA.
Je voudrais que ceux-ci soient abordés au niveau
européen, notamment via la poursuite de ces
criminels d'un pays à l'autre. J'espère qu'une
structure européenne de lutte contre la fraude
fiscale sera mise en place.

La mise à disposition du personnel des Finances en
faveur de la Justice devrait être concrétisée. Les
moyens informatiques sont prévus. Je veillerai à ce
qu'ils soient assortis de formations.

Un enfant travaillant sur Windows 2000 qui
m'accompagnait à l'occasion de ma visite du
département a été assez étonné de voir des
équipements informatiques qu'il ne connaissait pas,
et pour cause : il s'agissait d'équipements très
anciens. Nous devrons investir quelque 2 milliards
en matériel informatique et nous avons prévu 1.500
recrutements. Cependant, ces recrutements ne
sont pas chose aisée.

Quant aux impôts régionaux, cela clarifie les rôles
de chacun.

En matière de recouvrement fiscal et non fiscal, la
nouvelle administration se met en place. Elle devra
sans doute travailler sur base d'une autre forme de
gestion du contentieux, les fonctionnaires devant
eux-mêmes défendre leurs dossiers devant les
nouvelles juridictions compétentes, du moins dans
un premier temps.
(Nederlands) De heer Tastenhoye had vragen over (En néerlandais): M.Tastenhoye se posait des
19/12/2000
CRABV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
een voorstel van wet uit de Senaat in verband met
het Centrum voor Gelijke Kansen en
Racismebestrijding. Ik heb daar geen commentaar
bij. Dit kan echter wel te gelegener tijd besproken
worden in de bevoegde commissie.



De heer Leterme had kritiek op het budgettair
beleid, wat mij onterecht lijkt, aangezien het
evenwicht twee jaar vroeger wordt bereikt dan in het
stabiliteitsplan werd bepaald. Er is ook een snellere
afbouw van de schuldratio.


Dat er geen fiscale hervorming, maar alleen een
belastingverlaging zou zijn, is fout. Het
terugbetaalbaar belastingkrediet en het neutraal
belastingstelsel voor gehuwden en
samenwonenden zijn toch wel echte vernieuwingen.


De belastingdruk zal blijven dalen dankzij nieuwe
maatregelen die tegen 2003 een daling zullen
bewerken die op 10 procent kan worden geraamd.
questions à propos d'une proposition de loi
transmise par le Sénat et relative au Centre pour
l'égalité des chances et la lutte contre le racisme. Je
n'ai aucun commentaire à faire à ce sujet. Cette
proposition pourra toutefois être examinée en
temps opportun au sein de la commission
compétente.

M. Leterme s'est exprimé en termes critiques à
propos de la politique budgétaire, ce qui me semble
injustifié puisque l'équilibre a été atteint deux ans
avant la date prévue dans le plan de stabilité. Nous
observons également une diminution accélérée du
ratio de la dette.

Il est faux d'affirmer que la réforme fiscale ne se
fera pas et qu'elle se résumera à une réduction de
la fiscalité. Le crédit d'impôt remboursable et la
neutralité du régime fiscal applicable aux couples
mariés et aux cohabitants représentent pourtant de
véritables innovations.

La baisse de la pression fiscale se poursuivra, par
l'instauration de mesures qui permettront d'atteindre
d'ici à 2003 une diminution qui pourra se chiffrer à
10 %.
(Frans) De sociale partners vragen ons in het kader
van het interprofessioneel akkoord rekenschap
omtrent het forfait voor beroepskosten. Wij
bemoeilijken de belastinghervorming niet. Het
evenwicht wordt gerespecteerd, ook al wordt wat de
vermindering van de lasten op arbeid betreft, de
voorrang gegeven aan één krachtlijn.
(En français) En réponse aux partenaires sociaux
qui, dans le cadre de l'accord professionnel, nous
demandent des comptes concernant le forfait pour
frais professionnels, nous n'handicapons pas la
réforme fiscale. L'équilibre de la réforme est
respecté, même si, en ce qui concerne la diminution
des charges pesant sur le travail, un axe est
privilégié.
(Nederlands) Alle assen zullen parallel evolueren. In
een eerste fase kan het beroepskostenforfait wel
hoger zijn.

Volgens de heer Leterme hebben we inzake
uitgaven een aantal verkeerde keuzes gemaakt.
Niet alle uitgaven zijn keuzes. Ik verwijs
bijvoorbeeld naar de uitgaven voor de dioxinecrisis.
(En néerlandais) Tous les axes évolueront
parallèlement. Dans un premier temps, le forfait
professionnel pourrait être plus élevé.

Selon M. Leterme, nous aurions opéré des choix
erronés en matière de dépenses. Toutes les
dépenses ne correspondent pas à des choix. Je
vous renvoie, par exemple, aux dépenses liées à la
crise de la dioxine.
(Frans) Wij stellen een degelijke; voorzichtige en
evenwichtige begroting voor, waarin een aantal
politieke keuzen worden vertaald, op grond waarvan
een interprofessioneel akkoord kon worden
gesloten, en die nieuwe perspectieven inzake
stabiliteit biedt.

Het stabiliteitsprogramma houdt immers niet enkel
rekening met het begrotingsevenwicht, maar ook
met de toename van de uitgaven inzake
geneeskundige verzorging, de vergrijzing van de
bevolking en de vermindering van de lasten op
(En français) Nous présentons un bon budget, qui
est prudent, en l'équilibre, porteur de choix
politiques, qui a permis la conclusion d'un accord
interprofessionnel et a ouvert de nouvelles
perspectives en matière de stabilité.


En effet, le programme de stabilité prend non
seulement en compte l'équilibre budgétaire, mais
aussi l'augmentation des dépenses en matière de
soins de santé, le vieillissement de la population et
la réduction des charges pesant sur le travail. Tout
CRABV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
arbeid. Dat alles is opgenomen in het stabiliteitsplan
2001-2005, en dezelfde richtsnoeren kenmerken
tevens de andere beleidslijnen.

Sommigen zullen altijd wel betreuren dat een en
ander niet sneller gebeurt ! Maar hoe vallen die
snelheid en die extra uitgaven te rijmen met het
begrotingsevenwicht en de vermindering van de
schuld, als men ons geen mogelijkheden aanreikt
om die uitgaven te verminderen ? Ik zit nog altijd op
suggesties te wachten. (Applaus bij de
meerderheid)


De voorzitter: We vatten nu de algemene
bespreking over Verkeer en Infrastructuur aan.
cela se trouve dans le plan de stabilité 2001-2005 et
les mêmes orientations se retrouvent dans les
autres politiques.

On peut toujours regretter que nous n'allions pas
plus vite ! Mais comment concilier cette rapidité et
des dépenses supplémentaires avec l'équilibre
budgétaire et la réduction de la dette si on ne nous
donne pas quelques pistes sur la diminution des
dépenses à réaliser. Or, ces pistes, je les attends !
(Applaudissements sur les bancs de la majorité)


Le président: Nous entamons maintenant la
discussion générale consacrée aux
Communications et à l'Infrastructure.
01.10 Jos Ansoms (CVP): Voor de regering-
Verhofstadt was het mobiliteitsprobleem een
topprioriteit. Men zou resoluut kiezen voor openbaar
vervoer en verkeersveiligheid. Allerlei plannen
werden aangekondigd. De verwachtingen waren
dan ook hoog gespannen. Wat kwam ervan
terecht? Maken de groenen het verschil? Er werden
negen trendbreuken aangekondigd.



Tegen 2010 zouden er 50 procent treinreizigers
meer zijn door massaal te investeren in het spoor.
Deze regering investeert zelf 1 miljard in 2001, 2
miljard in 2002 en 3 miljard frank in 2003. Een
volgende regering moet dan 49 miljard investeren.
Om 50 procent meer reizigers te halen, is veel meer
nodig dan 55 miljard frank, er wordt gesproken van
120 miljard. Minister Durant heeft wel meer geld
gevraagd, maar niet gekregen. Het ene miljard in
2001 is dan nog niet onvoorwaardelijk: het is
afhankelijk van de opbrengst van de verkoop van
de UMTS-licenties en de reorganisatie van de
NMBS. Die kan nog wel even op zich laten wachten.
01.10 Jos Ansoms (CVP): Le problème de la
mobilité constituait une priorité majeure pour le
gouvernement Verhofstadt. Ce gouvernement avait
annoncé qu'il opterait résolument en faveur des
transports publics et de la sécurité routière. Une
série de projets ont été annoncés et les espoirs
suscités étaient importants. Qu'en est-il advenu ?
Les verts font-ils la différence ? On nous avait
annoncé une inversion de tendance dans neuf
domaines.

Pour 2010, le nombre d'utilisateurs des chemins de
fer devait augmenter de 50% grâce à des
investissements massifs dans le rail. Ce
gouvernement investirait même 1 milliard en 2001,
2 milliards en 2002 et 3 milliards en 2003. Ensuite,
le gouvernement suivant devra investir 49 milliards.
Pour réaliser une augmentation de 50% du nombre
de voyageurs, il faudra beaucoup plus que 55
milliards. On évoque à cet effet le chiffre de 120
milliards. La ministre Durant a demandé des fonds
plus importants mais elle ne les a pas obtenus. En
outre, le milliard prévu pour 2001 est soumis à
certaines conditions: tout dépendra des recettes de
la vente des licences UMTS et de la réorganisation
de la SNCB. Cette réorganisation pourrait encore
prendre du temps.
Zes miljard over drie jaar zijn peanuts. Eén
beslissing van de Vlaamse regering kan ze al
opsouperen. Eén miljard in 2001 voor de NMBS
staat tegenover de 10 à 12 miljard meeropbrengst
van diesel en benzine. Deze opbrengsten hadden
voor mobiliteit moeten worden gereserveerd. In een
periode waarin men volop poogde de Maastricht-
norm te halen werd een verhoging van 5 en 10
miljard per jaar doorgevoerd. Dit is dus een
negatieve trendbreuk.


Une somme de six milliards par an ne représente
pas grand-chose. Une seule décision du
gouvernement flamand suffirait à l'épuiser. La
somme d'un milliard en 2001 pour la SNCB doit être
mise en parallèle avec les 10 à 12 milliards de
recettes supplémentaires produites par le gasoil et
l'essence. Ces recettes complémentaires auraient
dû être réservées à la mobilité. A un moment où les
pouvoirs publics mettaient tout en oeuvre pour
réaliser la norme de Maastricht, ils sont parvenus à
augmenter le budget du rail de 5 à 10 milliards par
an. Nous assistons donc ici à une rupture de
tendance négative.
19/12/2000
CRABV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14

In 1999 kondigde de minister een jaarlijkse
investering van 8,5 miljard aan gedurende 4 jaar in
het GEN. Nu wordt echter gekozen voor de vroeger
verfoeide techniek van de sale and lease back-
operatie. Voor de resterende 31 miljard zou worden
gezocht naar particuliere investeerders. Welke
investeerder zou in een verlieslatend project willen
investeren? Ook hier staat de minister niet ver en
valt te betwijfelen of ze de in het vooruitzicht
gestelde datum zal halen.

En 1999, la ministre avait annoncé un
investissement annuel de 8,5 milliards de francs
pendant 4 ans pour le RER. A présent, on opte en
faveur la technique, autrefois décriée, du sale and
lease back
. Pour les 31 milliards de francs
restants, des investisseurs privés seraient
recherchés. Quels investisseurs seraient prêts à
s'aventurer dans un projet déficitaire? Ici
également, la ministre n'a guère progressé et il est
permis de se demander si elle parviendra à
respecter l'échéance qu'elle s'est fixée.
Men gaat de spoorinvesteringen toekennen op
objectieve basis. Toch zie ik dat de 60/40 sleutel
blijft bestaan, en dat is nog goed ook, anders zou
Vlaanderen twee of drie keer betalen voor het GEN.
Les investissements dans le rail devaient être
réalisés sur une base objective. Je constate
néanmoins que la clé de répartition 60/40 reste en
vigueur. C'est positif car si tel n'était pas le cas, la
Flandre paierait deux ou trois fois pour le RER.
01.11 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): De
verbindingen die verbeterd werden, moesten
verbeterd worden. Bent u het ermee eens dat de
lijnen naar Nijvel en Ottignies ook moeten verbeterd
worden?
01.11 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Les
lignes qui ont été améliorées devaient l'être. Etes-
vous également d'avis que les lignes vers Nivelles
et Ottignies doivent, elles aussi, être améliorées ?
01.12 Jos Ansoms (CVP): Ja, maar de
financiering moet aan beide kanten van de
taalgrens op dezelfde wijze gebeuren. Als de
investeringen in Vlaanderen uit de Vlaamse
enveloppe komen, dan moeten de investeringen in
Wallonië uit de Waalse enveloppe komen.
01.12 Jos Ansoms (CVP): Effectivement, mais le
financement doit s'opérer de manière identique des
deux côtés de la frontière linguistique. Si les
investissements en Flandre proviennent de
l'enveloppe flamande, les investissements en
Wallonie doivent être financés par l'enveloppe
wallonne.
01.13 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Ik woon
in Vlaanderen, maar neem toch één van die twee
lijnen. Hoe brengt u dat in rekening?
01.13 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO):J'habite
en Flandre mais j'emprunte néanmoins une des
deux lignes concernées. Dans quelle mesure ce
type de réalité est-il pris en compte dans votre
raisonnement ?
01.14 Jos Ansoms (CVP): De lijninfrastructuur
dienstig voor het GEN gebeurde binnen de 60/40
enveloppe. Wij vragen dat de nog noodzakelijke
investering van 48 miljard binnen diezelfde
enveloppe zou gebeuren.
01.14 Jos Ansoms (CVP): L'enveloppe 60/40
s'applique aux infrastructures ferroviaires
nécessaires au RER . Nous demandons que
l'investissement nécessaire de 48 milliards soit
puisé dans la même enveloppe.
01.15 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Of men
kiest voor verdeelsleutels, of voor objectivering.
01.15 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): L'on
opte soit pour des clés de répartition, soit pour des
critères objectifs.
01.16 Jos Ansoms (CVP): Volgens het
regeerakkoord wordt gekozen voor objectieve
criteria. In dat geval kom je tot een verdeelsleutel
75/25 ten voordele voor Vlaanderen, waar de
grootste investeringen nodig zijn. Deze regering
behoudt echter de 60/40-sleutel. Dan moet die ook
worden toegepast.

01.16 Jos Ansoms (CVP): L'accord de
gouvernement prévoit des critères objectifs. On
obtient alors une clé de répartition de 75/25 qui est
avantageuse pour la Flandre, où doivent être
effectués la majeure partie des investissements. Le
gouvernement actuel se fonde toutefois sur la clé
de répartition 60/40. Il faut dès lors l'appliquer.

Le nouveau contrat de gestion prévoit que la SNCB
CRABV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Volgens het nieuwe beheerscontract zal de NMBS
bestraft worden door een beperking van de
tariefverhoging tot maximum 1 procent boven de
gezondheidsindex wanneer 90 procent van de
treinen niet volgens het boekje rijdt. Dat heeft
weinig zin, vermits de NMBS doorgaans 95 procent
haalt.
sera sanctionnée par une limitation de
l'augmentation des tarifs à un maximum de 1% au-
delà de l'indice santé si 90% des trains ne circulent
pas comme prévu. Cette mesure n'a pas beaucoup
de sens puisqu'en général, 95% des trains de la
SNCB circulent correctement.
De vorige regering nam sancties zonder sancties in
het beheerscontract en er waren geen
tariefverhogingen. Nu staan er sancties in het
beheerscontract, maar er worden geen sancties
genomen en de tarieven gaan omhoog.




Men gaat de goederen van de weg halen en op het
spoor zetten. Dat zal 60 miljard kosten. Daarvan
vind ik niets terug in de aangekondigde plannen.
Van de IJzeren Rijn, dreigt ook weinig terecht te
komen. Over het voorlopig in gebruik nemen van
het historisch tracé zal minister Netelenbos maar
beslissen als ze beslist over het definitieve tracé.
De prijs zal bovendien veel te hoog worden.



Iedereen had van de groenen een trendbreuk in
verband met de HST verwacht. Ze hadden er storm
tegen gelopen. Ofwel zijn de groenen veranderd,
ofwel is de HST nu een waardevol instrument
geworden om mensen uit hun auto in de trein te
krijgen.
Le gouvernement précédent a pris des sanctions -
alors que cette possibilité n'était pas inscrite dans le
contrat de gestion - et n'a procédé à aucune
augmentation tarifaire. La coalition actuelle fait
l'inverse : alors que le contrat de gestion prévoit la
possibilité de prendre des sanctions, le
gouvernement s'en abstient et les tarifs
augmentent.

Le transport de marchandises sera transféré de la
route au rail, opération qui coûtera 60 milliards de
francs. Je ne retrouve rien à ce sujet dans les
projets annoncés. Quant aux mesures relatives au
Rhin de fer, le risque qu'elles demeurent lettre
morte est réel. Ainsi, la ministre Netelenbos ne
prendra sa décision à propos de la remise en
service provisoire du tracé historique que lorsqu'elle
se sera prononcée sur le tracé définitif. La facture
risque, en outre, d'être beaucoup trop élevée.

A propos du TGV, chacun s'attendait à ce que les
verts ­ qui s'y étaient toujours opposés avec
virulence ­ opèrent un changement de cap radical.
Soit les verts ont changé, soit le TGV s'est
transformé en un instrument capable de convaincre
les voyageurs d'abandonner la voiture au profit du
train.
01.17 Minister Isabelle Durant (Nederlands) :
Vanuit het vliegtuig. Er is al een lijn Brussel-Parijs
afgeschaft vanwege het succes van de Thalys.
01.17 Isabelle Durant , ministre (en néerlandais) :
D'abandonner l'avion. Le succès du Thalys a déjà
permis la suppression d'une ligne Bruxelles-Paris
01.18 Jos Ansoms (CVP): Begin de jaren '90
hebben wij spitsroeden gelopen om dit onpopulaire
project te verdedigen als milieuvriendelijk alternatief
voor de luchtvaart op middellange afstand. De
groenen hebben ons toen afgeschoten.
01.18 Jos Ansoms (CVP): Au début des années
nonante, nous avons accompli un véritable parcours
du combattant pour imposer ce projet impopulaire
comme une alternative respectueuse de
l'environnement aux moyens courriers. A l'époque,
les verts y étaient radicalement opposés.
01.19 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Het
project, zoals het in de jaren '70 tot stand kwam,
ging gepaard met een afbraak van het binnenlands
spoorverkeer. Onder onze druk en onder druk van
de bevolking werd dit project bijgestuurd. Agalev
gaat zich echter niet verzetten tegen een project in
uitvoering. Dat is niet haalbaar.
01.19 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Tel qu'il
a vu le jour dans les années septante, le projet
risquait de provoquer une détérioration du réseau
intérieur. Sous la pression de notre mouvement et
de la population, il a été amendé. Agalev ne peut
cependant s'opposer à un projet en cours de
réalisation. Une telle attitude serait parfaitement
irréaliste.
01.20 Jos Ansoms (CVP): In de jaren '70 waren er
weinig Agalev-ers. De talrijke CVP-ers hebben toen
01.20 Jos Ansoms (CVP): Dans les années
septante, Agalev ne comptait que peu de membres.
19/12/2000
CRABV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
protest gevoerd tegen het project van toenmalig
minister De Croo. Ik had het over het project van
het begin van de jaren '90. Om te zorgen dat geen
middelen van het binnenlands verkeer naar de HST
zou vloeien, moest de NMBS 10 miljard inbrengen
in activa, die zouden worden verkocht. De 4,4
miljard die de NMBS voor 31 december nog moet
inbrengen, moet nu door een artikel van de
programmawet in contanten worden ingebracht,
omdat de financiële toestand van de HST-Fin
anders in het gedrang zou komen. Waar moet de
NMBS die 4,4 miljard halen?
A l'époque, de nombreux militants du CVP avaient
protesté contre le projet mis en chantier par
Herman De Croo, alors ministre des
Communications. Mon commentaire concernait
plutôt le projet du début des années 90. Pour éviter
le transfert de moyens du trafic intérieur au TGV, la
SNCB devait apporter, à concurrence de 10
milliards, des actifs destinés à être vendus. Les 4,4
milliards que la SNCB doit encore apporter avant le
31 décembre devront l'être au comptant par le biais
d'un article de la loi-programme. Dans le cas
contraire, la situation financière de la société de
financement du TGV risquerait d'être menacée. Où
la SNCB va-t-elle trouver ces 4,4 milliards ?
01.21 Hugo Coveliers (VLD): Vraag het geld terug
dat de afgevaardigde beheerder gebruikt heeft voor
de aankoop van bedrijven in het buitenland, onder
meer in Azië.
01.21 Hugo Coveliers (VLD): Demandez donc à
l'administrateur délégué de rembourser l'argent qu'il
a dépensé pour acheter des sociétés à l'étranger,
notamment en Asie.
01.22 Jos Ansoms (CVP): Dit wordt onderzocht.
We wachten de resultaten af.
01.22 Jos Ansoms (CVP): Cette affaire fait l'objet
d'une enquête. Nous en attendons les résultats.
01.23 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Het gaat
in de audit niet zozeer om de vraag of er volgens de
regels werd gewerkt, maar wel of de regels goed
zijn.
01.23 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Dans
l'audit, il s'agit moins de savoir si les intéressés ont
respecté les règles que de savoir si les règles sont
valables.
01.24 Jos Ansoms (CVP): Wij zullen de discussie
voeren als de nieuwe wet op de overheidsbedrijven
wordt besproken. Ik had het echter over het
doorschuiven van geld naar de HST.


De HST zal 5,8 miljard te kort hebben voor het
project ten noorden van Antwerpen. Het voorstel is
nu om er een gemengd project van te maken met
een financiële inbreng voor het binnenlands
vervoer. Ik zal dat nooit goedkeuren.
Ook inzake de HST is er dus geen trendbreuk.
01.24 Jos Ansoms (CVP): Nous en débattrons
lorsque la nouvelle loi sur les entreprises publiques
sera examinée. Mais le thème que j'ai
personnellement abordé n'est pas celui-là mais le
transfert de crédits vers le projet TGV.

Pour le projet TGV au nord d'Anvers, il manquera
5,8 milliards. Ce qui est proposé aujourd'hui, c'est
d'élaborer un projet mixte avec un apport financier
provenant du réseau intérieur. Je n'approuverai
jamais un tel projet. En matière de TGV, il n'y a
donc pas non plus de rupture de tendance.
Op het vlak van de fiscaliteit inzake het
woonwerkverkeer is er evenmin een trendbreuk. De
initiële voorstellen inzake aftrek voor verplaatsingen
met de wagen werden niet gerealiseerd. De
groenen werden met een kluitje in het riet gestuurd.
De maatregelen inzake gebruik van openbaar
vervoer en fiets zijn een maat voor niets. Fiscale
maatregelen alleen zijn onvoldoende. Er moet ook
worden gezorgd voor een beter openbaar vervoer
en carpooling moet worden georganiseerd.


Ook met de bedrijfsvervoerplannen werd een jaar
getalmd. Het ontwerp van de minister stuit
bovendien op veel kritiek binnen de meerderheid.
Hoe lang zal nog worden getalmd?
La tendance n'est pas davantage inversée en ce qui
concerne la fiscalité applicable aux déplacements
entre le domicile et le lieu de travail. Les
propositions initiales en matière de déduction pour
les déplacements en voiture n'ont pas été réalisées.
Les verts ont été éconduits. Les mesures relatives à
l'utilisation des transports publics n'ont aucune
utilité. A elles seules, les mesures fiscales sont
insuffisantes. Les transports publics doivent aussi
être améliorés et il faut organiser un système de co-
voiturage.

Pendant un an, on a tergiversé au sujet des projets
en matière de transports organisés par les
entreprises. En outre, le projet de la ministre suscite
de nombreuses critiques au sein de la majorité.
Quand sera-t-il mis fin aux atermoiements?
CRABV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17

In mei kondigde de minister een ozonplan aan om
de negatieve effecten van het wegverkeer terug te
dringen, dit door het opdrijven van de
snelheidscontroles om aldus de CO
2
­uitstoot terug
te dringen. Volgens minister Duquesne gebeurden
er echter 25 procent minder controles. Ook de door
minister Aelvoet aangekondigde nuloverlast werd
niet toegepast.

En mai, la ministre avait annoncé un plan visant à
réduire les effets nocifs de la circulation pour la
couche d'ozone par l'augmentation des contrôles de
vitesse et, dès lors, de la diminution des émissions
de CO2. Selon le ministre Duquesne, le nombre de
contrôles effectués a toutefois diminué de 25%. Les
mesures relatives à la nuisance zéro annoncées par
la ministre Aelvoet n'ont pas non plus été mises en
oeuvre.
Er is ook geen trendbreuk inzake
verkeersveiligheid. De afgevaardigde bestuurder
van het BIVV werd de laan uitgestuurd, nieuwe
accenten zie ik echter niet bij het BIVV onder de
nieuwe afgevaardigde bestuurder. Het KB op de
GSM in de auto werd genomen en het KB van
minister Daerden over de onmiddellijke inning werd
gepubliceerd, maar de politiediensten kregen de
formulieren niet tijdig. Dat is alles wat er gedurende
achttien maanden gebeurde. Waar blijft het rijbewijs
met punten? Blijkbaar zal dat tijdens deze
legislatuur niet worden ingevoerd. Op geen enkel
van de negen belangrijke punten waarvoor een
trendbreuk werd verwacht, werd deze ook bereikt.
Wij zullen dit onderdeel van de begroting zeker niet
goedkeuren.
Il n'y a pas davantage de rupture de tendance en
matière de sécurité routière. L'administrateur
délégué de l'IBSR a été remercié, mais je n'observe
pas d'innovations dans la gestion de cet institut
sous l'autorité du nouvel administrateur. L'arrêté
royal relatif à l'utilisation des téléphones mobiles
dans les voitures a été promulgué et l'arrêté royal
du ministre Daerden sur la perception immédiate a
certes été publié, mais les services de police n'ont
pas reçu les formulaires à temps. Voilà tout ce qui
s'est passé en l'espace de dix-huit mois. Qu'en est-
il du permis à points ? Il est fort problable qu'il ne
sera pas instauré au cours de cette législature. On
n'observe de rupture de tendance dans aucun des
domaines importants où on en avait espéré une.
Aussi, nous refusons absolument d'adopter cette
partie du budget.
Voorzitter: Lode Vanoost, ondervoorzitter.
Président: Lode Vanoost, vice-président.
01.25 Olivier Chastel (PRL FDF MCC): Dankzij
enkele in 2000 goedgekeurde wijzigingen van de
wetgeving kreeg De Post een nieuw management
en een strategisch plan die haar moeten
voorbereiden op de verdere liberalisering en de
Europese concurrentie.

Belgacom kan al vijf jaar rekenen op de
strategische steun van privé-partners, en heeft al
een stevige concurrentiepositie ten opzichte van de
concurrenten, ondanks een uitgestelde
beursintroductie wegens het ongunstige klimaat
voor telecomaandelen. Als het vertrouwen van de
financiële markten eenmaal zal zijn hersteld, zullen
de rijksactiva te gelde gemaakt kunnen worden met
het oog op een vermindering van de
overheidsschuld.
01.25 Olivier Chastel (PRL FDF MCC): Grâce à
quelques modifications législatives adoptées en
2000, La Poste bénéficie d'un nouveau
management et d'un plan stratégique qui la
préparent à la poursuite de la libéralisation et à la
concurrence européenne.

Consolidée stratégiquement par des partenaires
privés depuis cinq ans, Belgacom s'est déjà bien
positionnée par rapport à ses concurrents, bien
qu'elle n'ait pu s'introduire en bourse en raison du
climat maussade pour les valeurs télécom. Une fois
la confiance des marchés boursiers recouvrée, les
actifs de l'État pourront être valorisés en
perspective d'une diminution de la dette publique.
België riskeert in het dossier van de derde generatie
mobiele telefonie met de vinger te worden gewezen.
Bepaalde van onze buren hebben hun regulerende
instantie zelfstandiger en transparanter
georganiseerd.
Bepaalde reglementaire en wettelijke lacunes zijn
nu aangevuld en het akkoord van 4 december
betreffende de vaststelling van een
gezondheidsnorm inzake de blootstelling aan niet-
Dans le dossier de la mobilophonie de troisième
génération, la Belgique risque d'être montrée du
doigt. Certains de nos voisins ont évidemment
organisé leur instance de régulation de manière
plus autonome et plus transparente. Certaines
lacunes réglementaires et légales sont à présent
comblées et l'accord du 4 décembre sur la fixation
d'une norme santé relative à l'exposition aux
radiations non ionisantes permet de progresser
19/12/2000
CRABV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
ioniserende straling biedt de mogelijkheid om
vooruitgang te boeken bij de veiling van de UMTS-
licencies.

De uitbouw van het GEN rond Brussel nadert. Het
belang van dit project wekt zelfs bij de provincies
enige jaloezie op. Dat de NMBS het massale
reizigersvervoer naar de grote stadscentra
verwaarloost ten voordele van de samenstelling van
een internationale groep voor goederenvervoer via
de weg, kan alleen maar worden betreurd. Opnieuw
lopen de belangrijke beslissingen inzake mobiliteit
vertraging op, onder meer omdat er geen
tienjarenplan voor de NMBS-investeringen tussen
2001 en 2010 is opgemaakt.


Zouden sommige beleidsmensen misnoegd zijn
omdat hun vastgoedbouwproject voor Schaarbeek
niet door iedereen wordt gesteund?
Zal de NMBS zich als laatste tot een modern bedrijf
omvormen? De leden van de raad van bestuur
kunnen niet worden afgezet. Het zou logischer zijn
dat de federale overheid aan het bedrijf dat het als
meerderheidsaandeelhouder controleert, het door
haar gedefinieerde beleid kan opleggen.

In de toekomst moeten de vakbonden zitting
hebben in de raad van bestuur. Wordt het geen tijd
dat de NMBS sociale verkiezingen organiseert?


De kwalijke gevolgen van de wet van 1999 werden
duidelijk en het is tijd dat de federale overheid
opnieuw haar regulerende rol op zich neemt in een
sector die aan de Europese concurrentie blootstaat.
(Applaus bij de meerderheid)
dans la voie de la mise aux enchères des licences
UMTS.


J'en arrive au RER autour de Bruxelles, qui
s'approche de la concrétisation. L'intérêt d'un tel
projet suscite même certaines envies dans les
provinces. On ne peut que regretter que la SNCB
ait délaissé les déplacements de personnes vers
les grands centres urbains au profit de la
constitution d'un groupe international de colis par
route. À nouveau, on constate des retards pour la
prise des grandes décisions en matière de mobilité.
Cela est dû notamment à l'absence du projet de
plan décennal d'investissements 2001-2010 de la
SNCB.

Certains dirigeants seraient-ils mécontents de ce
que leur projet immobilier de Schaerbeek-formation
ne rencontre pas l'unanimité ? La SNCB sera-t-elle
la dernière à évoluer vers une entreprise moderne ?
Les membres du conseil d'administration ne
peuvent être révoqués. Il est plus cohérent que le
pouvoir fédéral, actionnaire majoritaire, ait le moyen
d'imposer la politique qu'il définit à l'entreprise qu'il
contrôle !

Il faut également ouvrir le conseil d'administration à
des syndicats qui en sont aujourd'hui exclus. N'est-il
pas temps que la SNCB organise des élections
sociales ?

La loi de 1991 a montré ses effets pervers et il est
temps que l'autorité fédérale reprenne son rôle
régulateur dans un secteur soumis à la concurrence
européenne. (Applaudissements sur les bancs de la
majorité)
Voorzitter: Jean-Pol Henry.
Président: Jean-Pol Henry.
01.26 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): De
minister is zeer bedrijvig in het produceren van
allerlei studies, plannen en beleidsnota's over
mobiliteit, investeringsplannen, audits over de
NMBS en over stadsvervoer. Wij weten echter in
het Parlement nog steeds niet wat de stand van
zaken is. Daarom vragen we een debat in deze
Kamer mèt de timing. Of beperkt de minister zich
tot het opstellen van plannen?
Reeds vorig jaar wees ik de minister erop dat er van
een trendbreuk geen sprake is. Ook nu worden we
nog steeds geconfronteerd met beloftes en allerlei
plannen, maar zonder concrete realisaties. Er werd
wel een maatregel aangekondigd om alternatieve
verkeersmiddelen aantrekkelijker te maken, maar
die maatregel zal weinig of geen effect hebben. Er
is geen sprake van een beperking van de fiscale
aftrek van het autogebruik. Trouwens een stijging
01.26 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): La
ministre fait preuve de beaucoup de zèle quand il
s'agit de faire réaliser des études, des plans et des
notes de politique en matière de mobilité, des plans
d'investissements, des audits sur la SNCB et les
transports urbains. Mais ici, au Parlement, nous ne
savons toujours pas où en sont tous ces dossiers.
C'est la raison pour laquelle nous demandons que
la Chambre consacre un débat à leur sujet, et
souhaitons que des dates précises nous soient
communiquées. Ou la ministre a-t-elle l'intention de
continuer à échafauder des projets ?
L'an passé, déjà, j'avais signalé à la ministre que je
ne constatais pas de rupture de tendance.
Aujourd'hui, nous sommes toujours confrontés à
des promesses et aux plans les plus variés sans
que ceux-ci soient jamais concrétisés. Certes, la
ministre a annoncé une mesure visant à rendre plus
CRABV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
van het aantal treingebruikers leidt al gauw tot
problemen. Dat heeft tot onvrede geleid bij
personeel en pendelaars.





De huidige investeringen in het spoor volstaan
helemaal niet. De vorige jaren was dat trouwens
ook al het geval. Sommige experts beweren zelfs
dat men eigenlijk 1000 miljard zou moeten
investeren om een degelijk spoorvervoer te
organiseren. De voorstellen van de regering zijn
daar natuurlijk mijlen ver van verwijderd. Over het
GEN-project hebben wij twijfels, niet alleen omwille
van de gehanteerde verdeelsleutel. Zo wordt een
aantal investeringen voor het GEN in Wallonië op
de federale begroting verhaald.



Vooral Vlaanderen is vragende partij inzake
spoorinvesteringen. De gehanteerde verdeelsleutel
is echter nadelig voor Vlaanderen. Zo houdt men er
geen rekening mee dat de zeehavens in
Vlaanderen gelegen zijn.


Het Raadgevend Comité van de gebruikers brengt
goede en realistische adviezen uit, maar de NMBS
hecht er geen belang aan. Daarin komt helemaal
geen verandering.

De veiligheid van het spoorvervoer blijft een
prioriteit, maar men heeft te weinig aandacht voor
het toenemend vandalisme en de agressie op de
treinen. Dat heeft een negatieve invloed op de
gebruikers en op het personeel.


Tot slot wil ik nog even wijzen op het staaltje van
oude politieke cultuur bij de politieke benoemingen
bij de NMBS. Hier zou men uitsluitend mensen
moeten aantrekken op basis van bekwaamheid en
niet omwille van hun politieke overtuiging. Intussen
blijven de noodzakelijke hervormingen uit. Er is dus
weer geen sprake van een trendbreuk. (Applaus
Vlaams Blok)

attrayants d'autres moyens de transport, mais cette
mesure ne produira aucun effet ou ne produira que
des effets réduits. Il n'est pas question de réduire la
déductibilité fiscale liée à l'usage de la voiture. Au
demeurant, une augmentation du nombre d'usagers
du rail engendre vite des problèmes. Et provoque la
grogne parmi le personnel et les navetteurs.

Les investissements actuels dans les chemins de
fer sont totalement insuffisants. Au cours des
années précédentes, il en était déjà ainsi, du reste.
Certains experts prétendent même qu'il faudrait en
réalité investir 1 000 milliards pour organiser des
transports ferroviaires convenables. Les
propositions du gouvernement sont évidemment à
cent lieues d'une telle politique. S'agissant du projet
de RER, nous avons des doutes et pas seulement
en raison de la clé de répartition utilisée. Nous
déplorons, par exemple, qu'une série
d'investissements pour le RER en Wallonie soient
réalisés en puisant dans le budget fédéral.

C'est surtout la Flandre qui demande des
investissements ferroviaires. Or, la clé de répartition
en la matière comporte des inconvénients pour la
Flandre. Ainsi, il n'est pas tenu compte du fait que
les ports maritimes que compte la Belgique sont
situés en Flandre.

Le comité consultatif des usagers rend des avis
valables et réalistes, mais la SNCB n'en tient aucun
compte. A cet égard, rien ne change.


La sécurité des transports ferroviaires demeure une
priorité, mais le gouvernement ne prête pas
suffisamment d'attention au vandalisme croissant ni
aux agressions commises dans les trains. Ce
phénomène exerce une influence néfaste sur les
usagers et le personnel.

Enfin, je voudrais mettre en évidence un bel
échantillon de vieille culture politique en évoquant
les nominations politiques auxquelles il a été
procédé à la SNCB, où l'on devrait justement
recruter des gens en fonction de leur compétence
et non de leur conviction politique. Entre-temps, les
réformes nécessaires tardent à être mises en
oeuvre. Par conséquent, il n'y a pas de rupture de
tendance. (Applaudissements sur les bancs du
Vlaams Blok)

01.27 Frieda Brepoels (VU&ID): Deze regering
blijft qua mobiliteitsbeleid steken in de fase van het
plannen maken: er worden geen fundamentele
mobiliteitskeuzes gemaakt. Er werden te weinig
middelen uitgetrokken en de beleidsdaden werden
steeds maar uitgesteld. Ik illustreer dat met drie
01.27 Frieda Brepoels (VU&ID): En ce qui
concerne la politique en matière de mobilité, ce
gouvernement ne dépasse guère le stade de la
planification: aucun choix fondamental en matière
de mobilité n'est opéré. Les moyens dégagés sont
insuffisants et les actes de gestion effectifs sont
19/12/2000
CRABV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
voorbeelden.

Er wordt gesproken van een nationaal
mobiliteitsplan, waarvan het ontwerp medio 2001
klaar moet zijn, gevolgd door een ruime
raadpleging. Kortom: in 2001 zal niets gebeuren en
in 2002 zijn we één jaar vóór de verkiezingen.
Welke minister durft dan nog fundamentele keuzes
te maken?


Het verkeersveiligheidsplan is ondertussen al zes
maanden oud! Wat zijn de resultaten van de
overlegronde? Wat zijn de conclusies van de
werkgroep rond het rijbewijs op punten en de
koppeling van boetes aan het inkomen?
sans cesse reportés. J'illustrerai mes propos par
trois exemples.

On nous annonce un plan de mobilité national dont
le projet sera achevé d'ici à la mi-2001 et qui sera
ensuite soumis à une vaste consultation. En un
mot: en 2001, aucune initiative concrète ne sera
prise et, en 2002, nous serons à un an de la
prochaine échéance électorale. Dans de telles
circonstances, quel ministre oserait encore faire des
choix fondamentaux ?

Dans l'intervalle, le plan de sécurité routière date
déjà d'il y a six mois ! Quels sont les résultats de la
concertation organisée à ce propos ? A quelles
conlusions a abouti le groupe de travail chargé de
préparer le permis à points et la liaison des
amendes aux revenus des contrevenants?
Ik lees in de begroting 2001 nauwelijks concrete
maatregelen. Het is eerder een bundeling van
losse ideeën zonder concrete timing of middelen.
Dit is het zoveelste bewijs dat op federaal vlak geen
degelijk verkeersbeleid meer mogelijk is. De
Franstaligen staan elk kordaat en repressief
verkeersbeleid in de weg: in Vlaanderen worden
weer snelheids- en alcoholcontroles gehouden,
bijna alle zones 30 situeren zich in Vlaanderen, de
Franstaligen staan aarzelend tegenover
onbemande camera's enzovoort. De minister houdt
absoluut geen rekening met deze lokale verschillen.
(Onderbrekingen van minister Isabelle Durant)





Ondertussen blijven de aantallen verkeersdoden
onrustbarend stijgen: bijna 10400 op jaarbasis
.
Je ne trouve guère que quelques mesures
concrètes dans le budget 2001. Il s'agit plutôt d'un
recueil d'idées isolées qui ne font l'objet d'aucun
calendrier et pour lesquelles il n'est pas prévu de
moyens. Il s'agit de la énième preuve qu'il n'est plus
possible de mener une politique des
communications digne de ce nom au niveau
fédéral. Les francophones s'opposent à toute
mesure radicale ou répressive. Les contrôles de
vitesse ou d'alcoolémie sont plus fréquentes en
Flandre et presque toutes les zones 30 se situent
dans cette partie du pays. En outre, les
francophones sont réticents quant à l'installation
des caméras automatiques, etc. La ministre ne tient
absolument aucun compte de ces différences
locales. (Interruptions de la ministre Isabelle Durant)

Entre-temps, le nombre de tués sur la route
augmente dans une proportion inquiétante
puisqu'on dénombre près de 1400 décès par an.
België scoort slecht met 14,7 verkeersdoden per
100.000 inwoners tegenover Nederland met 6,8 en
het Europees gemiddelde van 11,3! Een typisch
staaltje van het huidige non-beleid is de
dodehoekspiegel. De verplichte invoering hiervan
zou heel wat verkeersdoden voorkomen en is niet
duur. Het is echt hoog tijd dat de regering de koe bij
de horens vat en werk maakt van concrete
mobiliteitsmaatregelen als de alternatieve straffen,
meer rijverbod, meer onmiddellijke intrekking van
het rijbewijs en een betere categorisering van de
boetes.
Tot slot is er besluiteloosheid rond de NMBS. In een
resolutie van 11 mei 2000 werd gevraagd dat de
audits en controles van het Rekenhof op de NMBS
aan het Parlement zouden worden bezorgd.
Wanneer zal dat gebeuren? Wat wil de minister
wijzigen aan de wet van 1991 op de autonome
En Belgique, le nombre de tués sur la route est de
14, 7 par 100.000 habitants, ce qui est un très
mauvais score si on le compare à celui des Pays-
Bas, où il est de 6,8, et à la moyenne européenne
qui est de 11,3. Le cas du rétroviseur qui permet
de résoudre le problème de l'angle mort illustre à
merveille l'absence d'une véritable politique. Si ce
rétroviseur ­ qui n'est par ailleurs guère coûteux -
était rendu obligatoire, le nombre de morts de la
route régresserait fortement. Il est grand temps que
le gouvernement se mette au travail et prenne des
mesures concrètes dans le domaine de la mobilité.
Je pense notamment à l'instauration de peines de
substitution, à un recours plus fréquent à
l'interdiction de conduire, au retrait immédiat du
permis et à une meilleure catégorisation des
amendes.
En fin de compte, nous nous heurtons à l'indécision
CRABV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
overheidsbedrijven? Wat zijn hier de knelpunten?
Hoe wil zij het investeringsplan voor de volgende
tien jaar en het derde beheerscontract onmiddellijk
realiseren, indien zij tegelijkertijd het directiecomité
en de raad van bestuur wil vervangen? Inzake het
tweede beheerscontract zijn vrijwel voor alle
opdrachten de termijnen verstreken, doch zonder
resultaat. Hoe ver staat het daarmee? De minister
wil een afspiegeling van de regeringssamenstelling
in de beheersstructuren van de NMBS, maar haar
enige zorg zou moeten zijn: een bekwame top die in
staat is de concurrentiepositie van het spoor te
verbeteren. Wij begrijpen niet dat zij vasthoudt aan
de eenheid van de NMBS, terwijl men op Europees
niveau meent dat het reizigers- en goederenvervoer
beter apart wordt geëxploiteerd, dat ABX een
zelfstandige maatschappij moet worden en dat de
regionalisering van de NMBS nodig is om regionale
spoorlijnen te creëren.
de la SNCB. Une résolution datée du 11 mai 2000
demandait que les audits et les contrôles auxquels
la Cour des comptes soumet la SNCB soient
transmis au Parlement. Quand sera-ce fait? Quelles
modifications la ministre souhaite-t-elle apporter à
la loi de 1991 relative aux entreprises publiques
autonomes? Où se situent les difficultés? Comment
le plan d'investissement pour les dix prochaines
années et le troisième contrat de gestion pourraient-
ils être concrétisés immédiatement, alors que la
ministre souhaite procéder en même temps au
remplacement du comité de direction et du conseil
d'administration? En ce qui concerne le deuxième
contrat de gestion, les délais de presque tous les
marchés sont échus, sans résultats toutefois.
Qu'advient-il de ce contrat? La ministre estime que
la structure de gestion de la SNCB doit refléter la
composition du gouvernement. Cependant, Mme
Durant devrait se préoccuper de doter la SNCB
d'une direction compétente, capable de rendre le
rail plus compétitif. Nous comprenons que la
ministre reste attachée à l'unicité de la SNCB,
même si une scission est préconisée au niveau
européen entre le trafic de voyageurs et le trafic de
marchandises pour ce qui est de l'exploitation, de
la transformation d'ABX en une société
indépendante et de la régionalisation de la SNCB,
jugée nécessaire pour l'aménagement de liaisons
ferroviaires régionales.
01.28 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Ik wil het
vooreerst over de NMBS hebben. De minister wil de
wet van 1991 op de autonome overheidsbedrijven
wijzigen. Ze heeft daar goede argumenten voor. Ik
begrijp niet dat de oppositie zich tegen een politiek
samengestelde raad van bestuur verzet. Dat is
schijnheilig, want de politisering is nooit zo groot
geweest als tijdens het CVP-PSC-bewind.

01.28 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO):Je
souhaiterais, tout d'abord, aborder la question de la
SNCB. La ministre a l'intention de modifier la loi de
1991 sur les entreprises publiques autonomes. Elle
se fonde pour cela sur de bons arguments. Je ne
comprends pas que l'opposition rejette l'idée d'une
composition politique du conseil d'administration.
L'opposition fait preuve d'hypocrisie car la
politisation n'a jamais été aussi forte que sous les
gouvernements CVP-PSC.
01.29 Frieda Brepoels (VU&ID): Wat vindt u van
het feit dat de vakbonden in de raad van bestuur
worden opgenomen?
01.29 Frieda Brepoels (VU&ID): Que pensez-vous
de la présence des syndicats au conseil
d'administration?
01.30 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO):
Daarover kan worden gepraat.
01.30 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): C'est un
sujet qui mérite d'être discuté.
01.31 Hugo Coveliers (VLD): Is het wel gezond
dat vakbonden in de beheersstructuur worden
opgenomen?
01.31 Hugo Coveliers (VLD): Est-il sein d'intégrer
les syndicats dans les organes de direction?
01.32 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO):
Vakbonden zijn heel belangrijk in elk bedrijf. Over
vormen van medebeheer kan worden gepraat. Ik
ben zelf vakbondsmilitant geweest en heb ter zake
geen exclusieven.
01.32 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Les
syndicats jouent un rôle très important au sein de
chaque entreprise. Il est possible de discuter de
formes de cogestion . J'ai moi-même été militant
syndical et je n'exclus aucune possibilité en cette
matière.
19/12/2000
CRABV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
De raad van bestuur moet een weerspiegeling zijn
van de diverse aandeelhouders. De directie
daarentegen heeft een zuiver uitvoerende rol. We
mogen beide organen niet met mekaar vermengen.

Het investeringsplan moet een onderdeel zijn van
het NMBS-beheerscontract. Men moet de zaken
niet op zijn kop zetten.

De investeringen voor het GEN lopen op tot 84,5
miljard over de volgende drie jaren. Dat is een
serieuze inspanning, die absoluut op haar plaats is.
Bovendien zijn er terecht engagementen voor de
toekomst; dat is normaal voor een tienjarenplan. Of
gaat de volgende regering de opties opnieuw
terugschroeven? Met de CVP op kop?

Le conseil d'administration doit être le reflet de la
diversité de l'actionnariat. En revanche, le rôle de la
direction est purement exécutif. Ces deux organes
doivent être clairement dissociés.

Le plan d'investissement doit constituer un volet du
contrat de gestion de la SNCB. Il ne faut pas
inverser l'ordre logique des choses.

Les investissement relatifs au RER s'élèvent à 84,5
milliards, répartis sur les trois prochaines années.
Voilà qui constitue un effort important dont nul ne
contestera la nécessité. Par ailleurs, des
engagements ont été, à juste titre, pris pour l'avenir.
Quoi de plus normal dans le cadre d'un plan
décennal ? A moins que le prochain gouvernement
- le CVP en tête ­ ne fasse à nouveau machine
arrière !
01.33 Jos Ansoms (CVP): Wij beslisten in 1992
om de jaarlijkse investeringen op te trekken van 10
tot 15 miljard, in 1996 gingen we van 15 naar 25
miljard, maar u biedt de volgende regeringen tot
2010, terwijl u nu nauwelijks zelf extra investeert,
amper 6 miljard.
01.33 Jos Ansoms (CVP): En 1992, nous avons
décidé de porter les investissement annuels de 10 à
15 milliards. En 1996, nous sommes passés de 15
à 25 milliards. Vous, en revanche, vous engagez les
prochains gouvernements jusqu'en 2010, alors que
vous n'investissez que peu de moyens
supplémentaires, 6 milliards à peine.
01.34 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Wij gaan
verder op het gebaande spoor.
01.34 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Nous
poursuivons sur la voie qui a été tracée.
01.35 Jos Ansoms (CVP): Als men de
vooropgestelde doelstellingen in 2010 wil bereiken,
moet men nu al investeren en dat niet aan de
volgende regeringen overlaten.
01.35 Jos Ansoms (CVP): Si l'on veut atteindre
les objectifs fixés pour 2010, il faut réaliser
maintenant les investissements nécessaires et ne
pas laisser aux gouvernements suivants le soin de
le faire
01.36 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Wij
investeren geleidelijk aan meer dan vroeger was
vooropgesteld en ik geloof erin dat wij onze
doelstellingen zullen realiseren.

Rond de luchthaven van Zaventem werd op 11
februari 2000 een globaal akkoord over de
geluidsreductie met 30 procent afgesloten. Er wordt
daartoe een onteigenings- en isolatiefonds
opgericht en de controle op de luchtvaartsector zal
toenemen. Wij wachten hieromtrent op de
resultaten van de gevraagde externe studie. De
verbeterde toegang van de luchthaven en de
invoering van een informatiebureau voor de
omwonenden van Zaventem zijn uitstekende
initiatieven.
01.36 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Nous
investissons progressivement davantage que ce qui
avait été prévu précédemment. Soyez assuré que
nous réaliserons nos objectifs.

Le 11 février 2000, un accord global a été conclu
au sujet d'une réduction de 30% des nuisances
sonores autour de l'aéroport de Zaventem. Un
fonds destiné à assurer les expropriations et les
travaux d'isolation a été créé à cet effet et le
contrôle de la navigation aérienne sera renforcé. A
ce propos, nous attendons les résultats de l'étude
externe qui a été demandée. L'amélioration de
l'accès à l'aéroport et l'ouverture d'un bureau
d'information à l'attention des riverains de Zaventem
constituent d'excellentes initiatives.
Mijn derde thema is dat van de verkeersveiligheid.
Het blijft een bizar fenomeen: er vallen in ons land
veel meer verkeersslachtoffers dan bijvoorbeeld
drugdoden. Toch blijft er ter zake veel
Le troisième thème que j'aborderai concerne la
sécurité routière. Un phénomène étrange subsiste.
Ainsi, dans notre pays, un nombre beaucoup plus
élevés de personnes perdent la vie dans des
CRABV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
onverschilligheid bestaan, ook bij parketmagistraten
en politiemensen. Er blijven nog altijd heel wat
taboes, alsof een kordaat en streng verkeersbeleid
iets ontoelaatbaars is. Nochtans zijn strenge
afdwingbare regels de beste preventie.




Ik vind dat de schuldvraag bij ongevallen dringend
moet worden herzien. De gevolgen van het ongeluk
moeten mee in aanmerking worden genomen.
accidents de la route qu'à la suite de surdoses de
drogues, par exemple.. Mais l'indifférence persiste,
également parmi les magistrats du parquet et du
personnel de police. De nombreux tabous
subsistent, comme s'il était inacceptable de mener
une politique ferme et sévère en matière de sécurité
routière. Or, la prévention la plus efficace consiste à
appliquer des règles dissuasives.

J'estime que la question relative à la culpabilité doit
faire l'objet d'une réforme urgente. Il faut prendre en
considération les conséquences d'un accident.
01.37 Frieda Brepoels (VU&ID): Hoe interpreteert
de heer Vanoost de enorme discrepantie met
Nederland op het vlak van verkeersslachtoffers?

01.37 Frieda Brepoels (VU&ID): Comment M.
Vanoost interprète-t-il l'importante différence qui
existe entre notre pays et les Pays-Bas concernant
le nombre de victimes de la route ?

01.38 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Bij onze
noorderburen werkt de overheid met een lange
termijnvisie, die al jaren wordt verfijnd. Het plan-
Mulder dateert van 1983 en werd gedurende een
decennium voorbereid.
01.38 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Chez
nos voisins du nord, le gouvernement travaille sur la
base d'une conception à long terme qui est affinée
d'année en année. Le plan Mulder date de 1983 et
a été élaboré tout au long d'une décennie.
01.39 Hugo Coveliers (VLD): Zo'n lik-op-
stukbeleid kan inderdaad vruchten afwerpen. Maar
men kan moeilijk de strafmaat laten afhangen van
de gevolgen die een overtreding toevallig heeft.

01.39 Hugo Coveliers (VLD): Une politique de
répression immédiate de ce type peut, en effet,
porter ses fruits mais il est quand même difficile de
fixer la peine en fonction des conséquences
entraînées fortuitement par un accident.

01.40 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): U kunt
er toch niet buiten dat sommige kleine
overtredingen grote onvoorziene gevolgen hebben.
Die verantwoordelijkheidskwestie moet worden
uitgeklaard, al heb ik niet meteen een pasklare
oplossing in petto.
01.40 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Il
n'empêche que des infractions mineures peuvent
entraîner des conséquences imprévues. La
question de la responsabilité doit être clarifiée au
plus vite, même si je n'ai pas de solution toute
prête.
01.41 Hugo Coveliers (VLD): Ik begrijp uw
redenering, maar u zet de deur open voor
gevaarlijke excessen. De burgerlijke
aansprakelijkheid is bedacht om dit soort zaken op
te vangen.
01.41 Hugo Coveliers (VLD): Je comprends votre
raisonnement mais vous ouvrez la porte à de
dangereux excès. La responsabilité civile joue dans
ce genre d'affaires.
01.42 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO):
Repressieve maatregelen kunnen dergelijke
overtredingen zeker doen afnemen.
01.42 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Des
mesures répressives sont certainement de nature à
faire baisser le nombre de ces infractions.
01.43 Jos Ansoms (CVP): Over al deze ideeën
liggen wetsvoorstellen klaar die onmiddellijk kunnen
worden behandeld.
01.43 Jos Ansoms (CVP): Toutes ces idées ont
été traduites dans des propositions de loi qui
pourraient être traitées immédiatement.
01.44 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Ook wij
verwachten dat er snel wetgevend werk komt.
Wetgeving alleen is echter onvoldoende. De
mentaliteit van de mensen moet worden gewijzigd:
auto en trein moeten als louter vervoersmiddel
01.44 Lode Vanoost (AGALEV-ECOLO): Nous
aussi, nous souhaitons qu'on légifère sans tarder.
Toutefois, il ne suffit pas d'élaborer une législation.
Il faut un changement de mentalité. Les gens
doivent désormais considérer la voiture et le train
19/12/2000
CRABV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
worden beschouwd. De auto houdt ook zekere
risico's in, waarvan men zich nu te weinig bewust is.
Inzake verkeersveiligheid is in België nog een lange
weg af te leggen. De provinciegouverneur van
Vlaams-Brabant de heer De Witte publiceerde
onlangs een interessant boek: "Het verkeer, die
moordende minnaar"
.
comme de simples moyens de transport. L'usage
de la voiture comporte lui aussi certains risques
dont on est trop peu conscient aujourd'hui. En
matière de sécurité routière, il reste beaucoup de
progrès à faire en Belgique. Le gouverneur de la
province de Brabant flamand, M. De Witte, a publié
récemment un ouvrage intéressant : « Het verkeer,
die moordende minaar » (Le trafic, cet amant
meurtrier).
01.45 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Ik wil
het even hebben over de UMTS-licenties en de
discussie over de normen. Het probleem is dat
normen bij uitstek een conservatief effect hebben:
eens vastgelegd zorgen ze voor een situatie waarbij
elke evolutie wordt afgeremd. Normen zijn aan de
andere kant van essentieel belang bij de high tech-
apparatuur die ons omringt.


De vorige regering heeft inzake de UMTS-licenties
de kat te lang uit de boom gekeken, zodat we nu
niet op de eerste rij staan. De markt zelf geeft een
verwarrende indruk, er bestaat nogal wat onvrede
bij de operatoren. Men klaagt dat er een probleem
is van beschikbare ruimte.
01.45 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Je
voudrais évoquer la question des licences UMTS et
les normes prises en considération. Ces normes
ont? par définition un effet conservateur: une fois
établies, elles induisent une situation qui freine toute
évolution. Par ailleurs, ces normes revêtent une
importance essentielle, eu égard à tous les
appareillages de haute technicité qui nous
entourent.

En ce qui concerne les licences UMTS, le
gouvernement précédent est resté trop longtemps
dans l'expectative, à telle enseigne que nous ne
figurons actuellement pas en première ligne. Le
marché même donne l'impression d'une grande
confusion et la grogne s'est emparée des
opérateurs qui déplorent le manque d'espace
disponible.
01.46 Minister Rik Daems (Nederlands): Klagen
doen de operatoren altijd, maar ik stel vast dat ze
enorme resultaten boeken. Een licentie waarvoor ze
8 miljard neertelden is thans 50 miljard waard. Voor
die prijs wil ik ook klagen.
01.46 Rik Daems , ministre (en néerlandais): Les
opérateurs se plaignent toujours, mais je constate
qu'ils enregistrent des résultats formidables. Une
licence qu'ils ont acquise pour 8 milliards en vaut
aujourd'hui 50. Moi aussi, quand je vois ça, je
pourrais me plaindre.
01.47 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): De
concurrentie is keihard, ook inzake de plaatsing van
masten. Dat neemt niet weg dat het rendabele
zaken kunnen zijn.
01.47 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): La
concurrence est très âpre, y compris dans le
domaine de l'installation des antennes. Il
n'empêche que ces entreprises peuvent être
rentables.
01.48 Minister Rik Daems (Nederlands): Via de
site sharing is het probleem van de antennes
opgelost. Het laat nieuwkomers toe voor een
beperkte kostprijs een site te delen. De grootste
kost ligt bij de oorspronkelijke plaatser van de
antenne. Door de roaming kan een nieuwkomer
bovendien met 20 procent oppervlaktedekking voor
de GSM van de derde generatie zeven jaar lang
nationale roaming aanbieden en dat voor de GSM
van de tweede generatie zelfs over heel het land.
Wij staan achter die site sharing en roaming omdat
er toch plaats genoeg is voor iedereen en omdat
meer concurrentie leidt tot betere prijzen en kwaliteit
voor de consument.

01.48 Rik Daems , ministre (en néerlandais): Le
système du "site sharing" (partage du site) a permis
de résoudre le problème des antennes. Il permet
aux nouveaux venus de partager un site pour un
coût modique. C'est celui qui place l'antenne en
premier lieu qui doit supporter la plus grosse partie
du coût. Et, grâce au système du « roaming », un
nouveau venu peut en outre offrir un « roaming »
national pendant sept ans pour les GSM de la
troisième génération, et cela en couvrant 20 % de la
superficie. Pour les GSM de la seconde
génération, la couverture peut même s'étendre à
l'ensemble du pays. Nous défendons ce « site
sharing » et ce « roaming » parce qu'ils offrent de la
place à tout le monde et parce qu'une plus grande
concurrence débouche, pour les consommateurs,
CRABV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25


Of dit alles ook een succesvolle veiling van de
licenties met zich mee brengt, is daarom nog niet
zeker. Ik heb zelf altijd de raming van de opbrengst
vrij bescheiden gehouden: tussen de 40 en 60
miljard frank. Een tijdje geleden vond men dit veel
te weinig, nu vindt men mij veel te optimistisch. Ik
heb mijn mening ter zake nooit veranderd.



Normen hebben inderdaad een conservatief effect,
zoals de heer Vanhoutte aangeeft. Maar in het
dossier dat we nu bespreken, zijn de normen echt
cruciaal, ook in Europees verband. Onze normen
qua voltage zijn bij de allerstrengste van Europa,
samen met Zwitserland! Als je tegen een ongeruste
Belg kunt zeggen dat 42 volt veilig is, dat onze norm
strenger is en dat de meting maar 0,01 aangeeft, is
hij meteen gerustgesteld.
sur une baisse des prix et sur une amélioration de
la qualité des services.
Pour autant, il n'est pas certain que tous ces
éléments feront de la vente aux enchères des
licences un succès. Personnellement, je m'en suis
toujours tenu à une hypothèse basse s'agissant des
recettes de cette vente : entre 40 et 60 milliards de
francs. Il y a quelque temps, d'aucuns estimaient
que c'était beaucoup trop peu. Aujourd'hui, on me
reproche un optimisme excessif. Je n'ai jamais
changé d'avis en cette matière.

Les normes produisent effectivement un effet
conservateur, comme le souligne M. Vanhoutte.
Mais dans le dossier que nous examinons
aujourd'hui, les normes sont vraiment cruciales,
également à l'échelon européen . En termes de
voltage, nos normes comptent parmi les plus
strictes d'Europe et sont en cela comparables aux
normes suisses
! Dites à un citoyen belge,
préoccupé par cette problématique, que 42 volts
représentent un niveau absolument sûr, que la
norme en vigueur en Belgique est encore plus
stricte et que les mesures effectuées n'indiquent
que 0,01, il sera tout de suite réconforté.
01.49 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Het
internetproject van de overheid moet volwaardig
worden uitgevoerd, ook als dat geld kost en als de
mobilofonieveiling tegenvalt. Ik bedoel dat men voor
interactiviteit moet kiezen.
01.49 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Même
si la vente aux enchères des licences de
mobilophonie ne génère pas les recettes
escomptées, le projet internet voulu par les pouvoirs
publics doit être entièrement réalisé, s'il en coûte de
l'argent.
01.50 Minister Rik Daems (Nederlands): De
financiering van het e-governmentproject hangt niet
af van de UMTS-opbrengsten. We hebben sowieso
1 miljard frank klaar. Interactiviteit behoort dus
zeker tot de mogelijkheden. Bij een tegenvallend
resultaat van de UMTS-veiling zullen we binnen de
regering opnieuw moeten praten.
01.50 Rik Daems , ministre (en néerlandais): Le
projet de e-government ne sera pas financé par les
recettes de la vente des licences UMTS. Puisque
nous avons déjà réservé un milliard pour ce projet, il
sera possible d'assurer l'interactivité. Si la vente aux
enchères des licences UMTS se solde par un
échec, le gouvernement devra reconsidérer le
projet.
01.51 Jos Ansoms (CVP): Dat is een belangrijke
verklaring, want vorige week zei minister Durant dat
zo'n tegenvaller de NMBS-investeringen niet
negatief zou beïnvloeden.
01.51 Jos Ansoms (CVP):C'est une déclaration
importante car, la semaine dernière, la ministre
Durant a affirmé qu'un tel contretemps n'aurait pas
d'effet négatif sur les investissements de la SNCB.
01.52 Minister Isabelle Durant (Nederlands): Er is
een precies engagement van de regering: het geld
komt onder meer van de UMTS-licenties, maar niet
alleen daarvan.
01.52 Isabelle Durant , ministre (en néerlandais):
Le gouvernement a pris un engagement précis: les
fonds proviendront, entre autres, des licences
UMTS mais pas uniquement.
01.53 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Ik
hoop dat de domeinnaam Daems.be vorige week
niet in Nederlandse handen gevallen is.
(Glimlachjes)
01.53 Peter Vanhoutte (AGALEV-
ECOLO):J'espère que le nom dU domaine Daems-
be n'est pas tombé aux mains des Néerlandais.
(Sourires)
01.54 Minister Rik Daems (Nederlands): Ik bezit 01.54 Rik Daems , ministre (en néerlandais): Je le
19/12/2000
CRABV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
deze al meer dan vier jaar.
détiens depuis plus de quatre ans.
01.55 Minister Isabelle Durant (Nederlands): Ik
ben blij te horen hoeveel men van de groenen
verwachtte. Dat is een stimulans. Alleen al de
eerste maanden van 2000 steeg het reizigersaantal
bij de NMBS met 4 procent zonder speciale
maatregelen. Vijftig procent op 10 jaar moet dus
kunnen.
01.55 Isabelle Durant , ministre: Je me félicite
d'apprendre que l'on attendait beaucoup des verts.
C `est stimulant. Rien qu `au cours des premiers
mois de l'an 2000, le nombre de voyageurs de la
SNCB a augmenté de 4%, sans qu'on ait pris des
mesures particulières. Il doit, dès lors, être possible
d'obtenir une augmentation de 50% en dix ans.
01.56 Frieda Brepoels (VU&ID): Doet men iets
inzake het dat stijgend reizigersaantal? Men heeft
overvolle treinen en laat de mensen rechtstaan.
01.56 Frieda Brepoels (VU&ID): On ne prend
aucune mesure pour faire face au nombre croissant
de voyageurs.
Les trains sont bondés et les
passagers doivent rester debout.
01.57 Minister Isabelle Durant (Nederlands): Er is
een capaciteitsprobleem, vooral gedurende de
spitsuren. Daarom kan men voorlopig niet tegen
een preferentieel tarief reizen tijdens de spits. Dat
moet beteren, onder andere door het inzetten van
dubbeldektreinen.
01.57 Isabelle Durant , ministre (en néerlandais):
Nous sommes aux prises avec un problème de
capacité, en particulier pendant les heures de
pointe. C'est la raison pour laquelle nous ne
pouvons accorder, pour l'instant, de tarif préférentiel
pendant les heures de pointe. Il faut améliorer cette
situation, notamment en mettant en service des
trains à étage.
De heer Ansoms heeft het over de investeringen in
deze legislatuur. Zo kunnen we ook nagaan hoeveel
per dag wordt geïnvesteerd, of per uur! De NMBS
vraagt 574 miljard voor het investeringsplan en krijgt
er 551, dat is een verschil van 23 miljard. Het gaat
er niet om wie de grootste inspanning deed.


De middelen zullen progressief worden ingezet,
volgens een bepaald tijdschema. Inzake de UMTS-
licenties hebben we al geantwoord.

Particuliere investeerders in het GEN zijn inderdaad
moeilijk te vinden, gezien het exploitatiedeficit. Voor
bepaalde terreinen, zoals rollend materieel of
stations is een partnerschap echter wel mogelijk.



De onderhandelingen met Nederland over de
Ijzeren Rijn zijn niet zo gemakkelijk. Het
memorandum of understanding van maart 2000
geldt nog steeds. We wachten op het MER, dat in
maart 2001 klaar zal zijn.
M. Ansoms parle des investissements réalisés au
cours de cette législature. Dans le même ordre
d'idées, nous pourrions également vérifier les
montants investis par jour, voire par heure. La
SNCB réclamait 574 milliards pour son plan
d'investissement et n'en obtient que 451, soit 23
milliards de moins. Il ne s'agit pas de déterminer qui
a consenti le plus gros effort.

Les moyens seront affectés progressivement, en
respectant un certain calendrier.


Nous avons déjà répondu aux questions relatives
aux licences UMTS. En raison du déficit
d'exploitation, les particuliers disposés à investir
dans le RER sont rares. Pour certains aspects,
comme le matériel roulant ou les gares, des
partenariats sont néanmoins possibles.

Les négociations belgo-néerlandaises relatives au
Rhin de Fer sont parfois ardues. Le Memorandum
of understanding
de mars 2000 est toujours
d'application. Nous attendons l'étude d'incidence
sur l'environnement, qui doit être prête pour mars
2001.
Ik dacht dat de discussie ging over de begroting,
maar ik heb veel gehoord over het standpunt van de
groenen over de HST. De HST moet er komen
zonder het binnenlands verkeer te benadelen. De
NMBS kan betalen in cash, dat heeft geen gevolgen
voor het binnenlands treinverkeer.
Alors que je pensais que nous étions en train
d'examiner le budget, j'ai beaucoup entendu parler
de l'attitude des verts à l'égard du TGV. Celui-ci doit
trouver sa place dans notre paysage ferroviaire
sans léser le trafic intérieur. Ce dernier n'est en
rien affecté par le fait que la SNCB puisse payer au
comptant.
CRABV 50
PLEN 095
19/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27

Zes frank per kilometer belastingaftrek voor het
woon-werkverkeer is een beperkte maatregel, maar
wie een combinatie maakt tussen twee modi kan
hier wel voordeel uit halen. Dit is een belangrijke
beslissing, die ook een signaal moet geven. De
aftrek voor de auto wordt niet meer verhoogd, maar
wel uitgebreid tot alle modi.



Veel bedrijven hebben een bedrijfsvervoerplan. De
regering wil samenwerken met de bedrijven en de
vakbonden om te zoeken naar de beste projecten.
Ik wil alle initiatieven in de bedrijven steunen, maar
het heeft geen zin om één matregel op te leggen
voor alle ondernemingen, die immers erg
verschillend zijn. Een fiscale steun voor bedrijven
die een plan maken kan een goede maatregel zijn.
De gegevens worden opgenomen in een databank
die voor iedereen toegankelijk is.

La déduction fiscale de 6 francs au kilomètre pour
le trajet entre le domicile et le lieu de travail n'est
pas spectaculaire mais la combinaison entre deux
modes de transport peut se révéler profitable. Le
gouvernement a pris là une décision importante qui,
en outre, présente une valeur symbolique. Les
possibilités de déduction des frais de voiture ne
sont pas augmentées mais élargies à l'ensemble
des modes de transport.

De nombreuses entreprises ont élaboré un plan de
transport. Le gouvernement entend coopérer avec
ces dernières et avec les syndicats afin d'optimiser
la qualité des projets. Je suis disposée à soutenir
toutes les initiatives prises à ce propos au sein des
entreprises mais leur diversité rendrait toute mesure
linéaire inapplicable. L'octroi d'une aide fiscale aux
entreprises élaborant un plan de transport me
semble être une bonne mesure. Les données
relatives à cette matière sont conservées dans une
banque de données accessible à tous.
Ik kom tot de vragen van mevrouw Brepoels, die
meent dat er geen trendbreuk is inzake mobiliteit.
Mobiliteit is een verdeelde bevoegdheid. Europees
en federaal overleg en overleg met de gewesten is
nodig.


Ik heb nooit gezegd dat het plan van juli 2000
inzake verkeersveiligheid een detailplan was. Wel
ging het, voor het eerst, om een globaal plan met
zowel preventie, controle als bestraffing. Het plan
omvatte de krachtlijnen en doelstellingen. Met de
ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken wordt
over de nadere regels onderhandeld. Met de
bevoegde organisaties wordt nagegaan welke
maatregelen prioritair zijn. Ik meen dat zowel de
Waalse als Vlaamse overheid hun
verantwoordelijkheid inzake verkeersveiligheid
moeten opnemen.



k overleg op dit ogenblik met de sector in verband
met het probleem van de dode hoek. Ik zal
daarnaast aandacht hebben voor Europese
initiatieven op dit vlak.
J'en arrive aux questions posées par Mme
Brepoels, qui estime qu'il n'y a pas eu de
changement de cap en matière de mobliité. Ce
domaine ressortit à la compétence de différents
organes. Il est nécessaire d'organiser une
concertation aux niveaux européen, fédéral et
régional.
Je n'ai jamais dit que le plan du mois de juillet 2001
concernant la sécurité routière était détaillé. Il
s'agissait principalement d'un plan global
comprenant différents volets axés sur la prévention,
le contrôle et la pénalisation. Ce plan traçait les
lignes directrices et décrivait les objectifs. Je dois
encore mener des négociations avec les minitres de
la Justice et de l'Intérieur au sujet de règles plus
précises. En collaboration avec les organisations
compétentes, nous déterminons les mesures
prioritaires. A mon estime, les aurotités wallonnes et
flamandes doivent prendre leurs responsabilités en
matière de sécurité routière.


Je suis actuellement en concertation avec le
secteur du transport routier pour examiner le
problème de l'angle mort. En outre, je serai
attentive aux initiatives prises au niveau européen à
ce sujet.
De tekst van de privé-audit over de NMBS is
beschikbaar voor de leden van de commissie.

Het bijvoegsel bij het beheerscontract kan ik
toelichten in de commissie. Het is de basis van het
derde beheerscontract.
Le texte de l'audit privé sur la SNCB sera fourni aux
membres de la commission.

Quant à l'avenant au contrat de gestion, je pourrai
vous fournir des précisions en commission. C'est la
base du troisième contrat de gestion.
19/12/2000
CRABV 50
PLEN 095
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
Ik ben geen voorstander van de regionalisering van
de NMBS. Overleg is wel belangrijk. Een juridische
uniciteit wil niet zeggen dat er niet meer steun kan
gaan naar goederen.
Je ne suis pas partisane de la régionalisation de la
SNCB. Cela dit, il est important de se concerter.
L'unicité juridique n'empêche pas l'octroi d'une aide
plus importante pour le transport des marchandises.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée.
De vergadering wordt gesloten om 23.22 uur.
La séance est levée à 23.22 heures.

Document Outline