KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 PLEN 099
CRIV 50 PLEN 099
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
donderdag jeudi
21-12-2000 21-12-2000
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
BEGROTINGEN (VOORTZETTING)
1
BUDGETS (CONTINUATION)
1
Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar
2001 (904/1 tot 5 en 906/1)
1
Budget des voies et moyens pour l'année
budgétaire 2001 (904/1 à 5 et 906/1)
1
- Ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor
het begrotingsjaar 2001 (905/1 tot 35)
1
- Projet de budget général des dépenses pour
l'année budgétaire 2001 (905/1 à 35)
1
Hervatting van de algemene bespreking
1
Reprise de la discussion générale
1
Sprekers: Trees Pieters, Olivier Deleuze,
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling, Yves Leterme, Muriel
Gerkens, Simonne Creyf, Leen Laenens,
Serge Van Overtveldt, Martine Dardenne,
Jaak Gabriels, minister van Landbouw en
Middenstand, Charles Picqué, minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid, Marc Van
Peel, voorzitter van de CVP-fractie
Orateurs: Trees Pieters, Olivier Deleuze,
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable, Yves Leterme,
Muriel Gerkens, Simonne Creyf, Leen
Laenens, Serge Van Overtveldt, Martine
Dardenne, Jaak Gabriels, ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes,
Charles Picqué, ministre de l'Economie et de
la Recherche scientifique, chargé de la
Politique des grandes villes, Marc Van Peel,
président du groupe CVP
Bespreking van de artikelen
25
Discussion des articles
25
BIJLAGE
27
ANNEXE
27
INTERNE BESLUITEN
27
DECISIONS INTERNES
27
VOORSTELLEN 27
PROPOSITIONS 27
T
OELATING TOT DRUKKEN
27
A
UTORISATION D
'
IMPRESSION
27
MEDEDELING
27
COMMUNICATION
27
SENAAT 27
SENAT 27
G
EAMENDEERD WETSONTWERP
27
P
ROJET DE LOI AMENDE
27
CRIV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
PLENUMVERGADERING SÉANCE
PLÉNIÈRE
van
DONDERDAG
21
DECEMBER
2000
10:00 uur
______
du
JEUDI
21
DÉCEMBRE
2000
10:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.00 uur door
de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.00 heures par M.
Herman De Croo, président.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering
zijn de ministers van de federale regering:
Ministres du gouvernement fédéral présents lors
de l'ouverture de la séance:
Olivier Deleuze, Charles Picqué.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Berichten van verhindering
Excusés
Guido Tastenhoye, wegens ziekte / pour raison de
santé;
Mirella Minne, Bruno Van Grootenbrulle, wegens
ambtsplicht / pour obligation de mandat;
Karel Van Hoorebeke, met zending / en mission;
Elio Di Rupo, Geert Versnick, buitenslands / à
l'étranger.
Begrotingen (voortzetting)
Budgets (continuation)
01 Rijksmiddelenbegroting voor het
begrotingsjaar 2001 (904/1 tot 5 en 906/1)
- Ontwerp van algemene uitgavenbegroting
voor het begrotingsjaar 2001 (905/1 tot 35)
01 Budget des voies et moyens pour l'année
budgétaire 2001 (904/1 à 5 et 906/1)
- Projet de budget général des dépenses pour
l'année budgétaire 2001 (905/1 à 35)
Hervatting van de algemene bespreking
Reprise de la discussion générale
De algemene bespreking is hervat.
La discussion générale est reprise.
Wij zetten de algemene bespreking voort
betreffende de sectoren Economische Zaken,
Middenstand en Landbouw.
Nous poursuivons la discussion générale
concernant les secteurs Affaires économiques,
Classes moyennes et Agriculture.
Ik dring erop aan dat u vandaag de spreektijd
respecteert. Ik heb gisteren meerdere sprekers
hun tijd met 10, 15 of zelfs meer minuten laten
overschrijden. Ik denk aan de heer Van Parys, de
heer Tant en anderen. Willen we echter deze
voormiddag dit hoofdstuk afwerken, dan vraag ik u
de aangegeven tijd te eerbiedigen.
01.01 Trees Pieters (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik had toch graag gezien dat de minister
van Middenstand hier aanwezig was.
De voorzitter: Mevrouw Pieters, u heeft gelijk. Ik
heb hem gisteren laten verwittigen en verwacht
hem dus. Misschien kan ik eerst een andere
spreker over een ander facet van deze begroting
aan het woord laten.
01.02 Trees Pieters (CVP): Ik heb ook een klein
stukje voor minister Picqué. Het belangrijkste deel
van mijn betoog gaat over echter over
Middenstand en Landbouw. Zo staat het ook
genoteerd.
De voorzitter: Dat klopt. De heer Fournaux,
mevrouw Laenens en mevrouw Gerkens zijn
ingeschreven voor het hoofdstuk Economie. Van
de heren Van Campenhout en Van Grootenbrulle
heb ik geen aanduiding. Mevrouw Creyf schreef
zich in voor Energie, mevrouw Brepoels, Madame
Dardenne, de heer Vanhoutte en de heer Van
Overtveldt voor Landbouw. Misschien kan
21/12/2000
CRIV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
mevrouw Laenens beginnen.
01.03 Minister Olivier Deleuze: Mijnheer de
voorzitter, misschien kan mevrouw Creyf
beginnen?
Le président: Monsieur le secrétaire d'Etat, ni
l'une ni l'autre ne sont présentes. Je rappelle que
je voudrais voir nos travaux commencer à temps
et à heure. Cette remarque vaut tant pour les
ministres que pour les membres de cette
assemblée.
Mevrouw Laenens is al opgemerkt in het huis. Ze
zal dus wel komen.
Collega's, mag ik u eraan herinneren, dat het niet
alleen vroeg is voor de leden en de ministers,
maar ook voor het personeel.
01.04 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ten eerste wijs ik u er op dat voor de
CVP Middenstand en Landbouw belangrijk zijn.
Het is de regering blijkbaar ontgaan dat er nog
beleidsmateries over Landbouw en Middenstand
zijn. Ten tweede is het belangrijk vast te stellen
dat de begrotingsbesprekingen deze ochtend
aangevat worden zonder ook maar enig lid van de
meerderheid, op uitzondering van uw hoogsteigen
gewaardeerde persoon. Dit feit mag toch wel
worden toevertrouwd aan de Parlementaire
Handelingen.
De voorzitter: Misschien wordt de oppositie
vroeger wakker dan de meerderheid! Dat is
misschien de korte conclusie die wij kunnen
maken!
01.05 Trees Pieters (CVP): Mijnheer de
voorzitter, zo is het altijd al geweest!
De voorzitter: Ik hoor zeggen dat de minister op
komst is. Hij zal er over enkele ogenblikken zijn.
Hoe langer ik wacht, hoe meer leden men schrapt!
Dat is ook een goede benadering!
Daar is de minister van Middenstand en
Landbouw. Mijnheer de minister, ik had u graag
op tijd gezien! Mevrouw Pieters, u hebt het woord.
01.06 Trees Pieters (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik hoop dat u mij de eerste vijf minuten
niet aanrekent en de tijd pas nu laat ingaan. Heren
ministers, ik stel vast dat wij hier met net genoeg
parlementsleden aanwezig zijn om te kunnen
kaarten. Ik hoop dat er deze voormiddag
druppelsgewijs nog een aantal mensen bij komen
die geïnteresseerd zijn in deze materies, namelijk
Economische Zaken, Landbouw en Middenstand.
Ik wil heel graag een kanttekening maken bij het
beleid van de minister van Economische Zaken en
de voorziene begroting voor 2001. De beleidsnota
van de minister van Economische Zaken sluit heel
nauw aan bij de voorgaande. Het beleid van de
vorige minister van Economische Zaken en de
toenmalige regering wordt hiermee voortgezet.
Net als de vorige jaren gaat het hier naar federale
normen om een zeer uitvoerige beleidsnota die
een goed overzicht geeft van de activiteiten die
het departement Economische Zaken in het
komende jaar zal ontplooien. De nota geeft
toelichting bij enkele wijzigingen in de
begrotingsopmaak. Dat lijkt mij positief. Anderzijds
is de nota een verzameling van initiatieven die
zouden moeten worden genomen. Wij moeten
echter vaststellen dat nogal wat punten ook de
vorige jaren reeds vermeld werden. Beloften
worden meestal niet ingelost. Wij vinden dit
bijzonder jammer. De meeste initiatieven
verdienen immers op korte termijn te worden
gerealiseerd.
De voorzitter: Mevrouw, ik onderbreek u even.
Voor diegenen die hier zelden op de banken van
de ministers zitten, wil ik nog even opmerken dat
gsm's hier verboden zijn. Mijnheer, stopt die gsm
weg. Wat is dat hier voor een huis? Mijnheer, wilt
u luisteren alstublieft? Ik verbied u hier een gsm te
gebruiken.
01.07 Trees Pieters (CVP): Zo sukkelen de PS-
ministers van Economische Zaken al vijf jaar met
de wet op de mededinging. Wij zouden graag zien
dat dit snel wordt afgerond. Er is echter nog
steeds geen oplossing ten gronde gevonden. Dit
heeft veel onnuttig werk en administratieve
rompslomp voor de bedrijven tot gevolg. Tijdens
de bespreking van de begroting en ook tijdens de
laatste vergadering van de commissie voor het
Bedrijfsleven met betrekking tot Economische
Zaken heeft de minister duidelijk aangestipt dat er
begin volgend jaar een resem wetsontwerpen zal
worden ingediend bij de Kamer. Voor ons blijft het
afwachten of er nu uiteindelijk werk zal worden
gemaakt van een aantal essentiële punten. Tot
daar mijn uiteenzetting met betrekking tot
Economische Zaken.
Ik ga nu onmiddellijk verder met het onderdeel
Middenstand en KMO en in een laatste deel wil ik
Landbouw nog even behandelen. Mijnheer de
minister, de beleidsnota Middenstand en KMO
getuigt net als vorig jaar van weinig ambitie. Ik heb
u dat in de commissie al gezegd. Hij is erg
onsamenhangend en er steekt enorm veel wind in.
Ik had het vorig jaar bij de bespreking van de
CRIV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
beleidsnota en de begroting over een
rommelbeleid, nu wil ik het over een soldenbeleid
hebben. De uitverkoop is immers volop bezig.
Veel zelfstandige ondernemers weten niet meer
waarvoor ze staan want nagenoeg alle structuren
en normen werden grootsprakerig
becommentarieerd door deze minister van
Middenstand. Onder het kapittel administratieve
vereenvoudiging is een luik deregulering
opgenomen. Alle ministers hebben het over
administratieve vereenvoudiging, u hebt het over
deregulering.
Ik ben ervan overtuigd dat beide begrippen een
andere lading dekken. Toch lijkt het erop dat de
minister onder het vaandel van administratieve
vereenvoudiging een totale deregulering wil
doorvoeren. De deregulering of administratieve
vereenvoudiging gebeurt echter met de natte
vinger, zonder structuur. Hoewel de nota nergens
concreet is, worden de volgende werkvelden
aangeduid als in aanmerking komend voor
deregulering en administratieve vereenvoudiging:
de vestigingswet, de wet op de
handelsvestigingen, de wet op de openingstijden
en solden, de beroepskaart voor vreemdelingen
die ondertussen, half november, in de commissie
werd gewijzigd, en de wet inzake de ambulante
handel. Ik ben het met u eens wanneer u zegt dat
een administratieve vereenvoudiging ten gunste
van zelfstandigen en KMO's staat of valt met een
verder doorgedreven aanwending van de
informatie- en communicatietechnologie. Er dient
nog veel meer te gebeuren. Er dient een
facetaanpak te komen van alle departementen die
met KMO's hebben te maken. Ik citeer uw
antwoord in de commissie: "Een grondige
doorlichting van alle vestigingsreglementeringen
zou een titanenwerk vergen." en "In overleg met
de Kamer van Ambachten en Neringen werd in
dat verband een werkgroep opgericht die tot doel
heeft alle aspecten van de
vestigingsreglementering opnieuw te bekijken".
Mijnheer de minister, wanneer mogen wij terzake
resultaten van de Kamer van Koophandel
verwachten?
Zoals ik reeds bij een mondelinge vraag in de
commissie heb gesteld, is de deregulering
gemakkelijk verkoopbaar. In het vakblad van de
Confederatie van de Bouw van 16 november 2000
stelt de confederatie duidelijk, naar aanleiding,
neem ik aan, van het niet in voege laten treden
van het koninklijk besluit tot bepaling van de
reglementering van de bouwberoepen door de
minister, dat de redenering van de minister voor
bepaalde werken aan gebouwen niet opgaat. Ik
citeer: " Elke onderneming die op een bouwplaats
actief is, moet een minimale kennis van de sector
hebben. Kennis van praktijk en kennis van
bedrijfsbeheer is noodzakelijk om een jonge,
startende onderneming te wapenen tegen
faillissementen, maar is tevens een garantie voor
de consument dat de door hem gegeven opdracht
of product kwaliteitsvol wordt afgeleverd. Vooral in
een aantal sectoren waarin momenteel geen
reglementering of vestigingswet is voorzien, zie je
onbekwame zelfstandigen, werkend aan
dumpingprijzen, die zich na een aantal jaren in het
faillissement werken en die slordige producten
afleveren". De confederatie pleit dan ook voor de
uitbreiding van de invoering van het
vestigingsattest voor het beroep van wegenbouw
en algemeen aannemer. Ik citeer uw antwoord in
de commissie: "Er moet een werkgroep worden
opgericht om te bestuderen hoe die basiskennis
het best wordt aangeleerd en om de meest
geschikte instellingen daartoe aan te wijzen".
Mijnheer de minister, u schaft af en u weet nog
altijd niet wat in de plaats komt. Dat vinden wij een
slechte politiek.
Corporatisme en commerciële bescherming van
het beroep, zoals u het noemt, zijn uiteraard uit
den boze. Deze eigenschappen komen echter
meer bij intellectuele beroepen voor dan bij
beroepen die via de vestigingswet zijn
gereglementeerd. Trouwens, de wet op het
zelfstandig ondernemersschap van 1998 had een
luik modernisering van de vestigingswet met als
doel te vereenvoudigen en te hervormen, maar dit
mag volgens u niet worden uitgevoerd.
Een tweede luik in de beleidsnota betreft het
sociaal statuut van de zelfstandigen. De nota
vermeldt een aantal beslissingen die reeds zijn
goedgekeurd en stelt heel vaag een aantal
maatregelen in het vooruitzicht. Over uw plan van
10 miljard frank ter verbetering van het sociaal
statuut van de zelfstandigen, vinden wij niets
concreet terug. Overigens zou de minister een
beter statuut financieren via een verhoging van het
aandeel van de zelfstandigen uit de alternatieve
financiering. Vandaag stellen we echter vast dat er
een duidelijke verlaging van de alternatieve
financiering op til is. We verwijzen terzake naar de
Programmawet.
Ik ben ervan overtuigd - ik heb getracht dit
duidelijk te maken aan de minister van Sociale
Zaken - dat er in het jaar 2001 een tekort zal
worden gecreëerd, in de volgende jaren er een
minimaal overschot zal zijn en in 2008 en 2009 zal
er opnieuw een tekort zijn. Vandaag lezen we in
De Financieel Economische tijd dat mevrouw
Cantillon klaar is met haar rapport en dat dit
21/12/2000
CRIV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
wellicht reeds werd overgemaakt aan de regering.
Zij heeft het over een kostenplaatje van
11,5
miljard Belgische frank waarbij de twee
systemen naar mekaar toe groeien met een
verbetering aan beide stelsels en met een optie
die gedeeltelijk te financieren is door de overheid
enerzijds en door de zelfstandigen zelf anderzijds.
Dit betekent een bijdrageverhoging van de
zelfstandigen.
Ik wil mij daarover nog niet uitspreken. Ik heb de
krant pas deze morgen gelezen en het lijkt mij te
vroeg om nu reeds over krantenartikels te
debatteren. Wij wachten met spanning op het
rapport-Cantillon en de discussie die hier in het
Parlement daarover werd beloofd.
Ik ontwaar nog steeds een duidelijk verschil in de
prioriteiten die werden gesteld door de ministers
Vandenbroucke en Gabriëls en zelfs door de
eerste minister. Mijnheer de minister, voor u is de
verhoging van de kinderbijslag alsook de
pensioenverhoging van prioritair belang. De
kostprijs voor de pensioenverhoging bedraagt 5
miljard frank, terwijl dit voor een verhoging van de
kinderbijslag ongeveer 4 miljard frank bedraagt.
Minister Vandenbroucke heeft gisteren gezegd dat
hij voorrang geeft aan een hogere
arbeidsongevallenuitkering.
Mijnheer de minister, tot vervelens toe hebben we
hier reeds gezegd dat het sloganeske optreden
rond het statuut van de zelfstandigen, de
zelfstandigen zuur opbreekt. De zelfstandigen
hebben reeds in een eerste ronde, namelijk de
pensioenverhoging van de laagste pensioenen,
moeten constateren dat dit minieme voordeel
wordt gefinancierd met reserves die moeizaam
werden aangelegd in het statuut van de
zelfstandigen. Vandaag weten we des te beter dat
er van de gedane beloften weinig in huis komt
tenzij de zelfstandigen er zelf gaan voor betalen.
Daarvoor zijn zij echter geen vragende partij. Hou
op met kibbelen over prioriteiten en leg nu eens
accenten!
Wat betreft de alternatieve financiering, die
gedaald is van plus 5% naar ongeveer 4% van de
BTW-ontvangsten, zegt u niet verantwoordelijk te
zijn voor die keuze uit het verleden. De
vermindering van de alternatieve financiering is
uitsluitend te wijten aan de noodzaak om de
schuld te delgen. De nieuwe financierings-
maatregelen maken een jaarlijkse besparing van
1,1 miljard frank aan intrestlasten mogelijk. Wij
hebben het daar gisteren heel uitgebreid over
gehad. Ik heb nogmaals proberen duidelijk maken
dat er een tekort komt voor het volgende jaar. U
bent inderdaad niet verantwoordelijk voor de
keuzes van het verleden maar u bent wel
verantwoordelijk voor uw uitspraken sinds uw
aantreden. Trouwens, nog niet zo lang geleden
stelde u hier in dit halfrond dat de alternatieve
financiering moest worden opgetrokken, conform
het aandeel van de zelfstandigen in de actieve
bevolking. Wat stellen we vast? Er is een
vermindering met 10 procent in de plaats van een
vermeerdering van 15 procent. Uw uitspraken
bewijzen, mijnheer de minister, dat u geen vat
hebt op de beslissingen omtrent het sociaal
statuut van de zelfstandigen. Ik gewaag mij hier te
spreken van een tweede minister fantoom.
Naast de vaak genoemde knelpunten hebben wij
het ook gehad over de behandeling van de
ziekteverzekering, de kleine risico's. Het gaat hier
om een vergeten sector. In de krant lees ik
omtrent het rapport-Cantillon dat dit zou worden
opgenomen in haar prioriteiten. Ik beperk mij in
mijn commentaar omdat ik wil wachten op het
uitgebreide rapport.
Ook in uw vorige beleidsnota zei u over de
reactivering van de faillissementverzekering dat
daarvoor weinig gebeurd is. De middelen zijn er
namelijk ± 190 miljoen frank. Ze worden echter
niet benut. Wellicht is de maatregel onvoldoende
bekend. Ik erken dat argument. Ik wil u echter
vragen die maatregel bekend te maken. Als de
voorwaarden ervan te streng zijn, versoepel ze
dan. Kom voor de dag met een nieuw
wetsontwerp indien dat nodig is.
Over het wetsontwerp over de meewerkende
echtgenote antwoordde u dat het op vrijwillige
basis zou worden toegepast. Mijnheer de minister,
ik wil u herinneren aan de vrijwilligheid van de
arbeidsongeschiktheidsverzekering in het
verleden. Ondanks een tweevoudige campagne
naar de zelfstandigen is deze verzekering geen
succes geworden. Ik vrees dat dit ook voor het
statuut van de meewerkende echtgenote geldt als
het op vrijwillige basis wordt toegepast.
Mijnheer de minister, u kondigde tenslotte een
specifiek horecabeleid aan. U spreekt in uw
beleidsnota niet meer over de aangekondigde
BTW-verlaging in het kader van het horecaplan.
De BTW op de restaurantfacturen zou slechts 6%
meer bedragen. In de commissie heb ik u reeds
gezegd dat de regionale radio West-Vlaanderen u
wellicht verkeerd begrepen heeft toen men dit feit
uitgebreid kenbaar maakte aan de West-Vlaamse
bevolking. U stelt wel dat de integrale aftrek van
de restaurantkosten en van enkele andere taksen
bestudeerd wordt. Bestuderen bleek het juiste
CRIV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
woord te zijn.
De regering kan hierover nu al zelf beslissen maar
er bestaat blijkbaar geen consensus over in de
coalitie. De socialistische partner lag volgens u
dwars. Daarop antwoordde de minister van
Begroting in de commissie echter dat de minister
van Landbouw en Middenstand hem niet had
gevraagd om hiervoor budgettaire middelen ter
beschikking te stellen. Deze verklaring deed
minister Vande Lanotte in de commissie voor de
Begroting op woensdag 22 november 2000.
Mijnheer de minister, in de commissie heeft u
vervolgens geantwoord dat u geen verlaging van
de BTW had aangekondigd. Het voorstel om de
BTW te verlagen is bekendgemaakt door de
minister van Financiën op de Raad van de
Europese ministers van Financiën. Duitsland
stelde echter zijn veto tegen dit voorstel, zei u. Het
voorstel zou echter opnieuw ter tafel komen
wanneer België het Europees Voorzitterschap
bekleedt. Hopelijk is dit het geval. We zien wel!
U zei ook dat er nog stappen moeten worden
ondernomen om een integrale aftrekbaarheid van
de restaurantkosten te verkrijgen. Ik wil u dus
voorstellen, mijnheer de minister, om die stappen
vlug te zetten. U zei verder dat met de Gewesten
een principeakkoord is gesloten om de
openingstaks af te schaffen. De Gewesten vragen
echter een compensatie voor het financiële verlies
dat zij hierdoor zullen lijden. Voor Vlaanderen
loopt het verlies op tot ongeveer 300 miljoen frank.
U was voorstander om het sociaal statuut van de
zelfstandigen onder te brengen onder de FOD
Economie, waar KMO-Middenstand toe behoort.
De minister voor Sociale Zaken heeft in de
commissie geantwoord, en intussen werd dit
bevestigd, dat het onder de FOD Sociale Zaken
komt, met bruggen naar Middenstand en KMO. Ik
heb heel duidelijk aan de minister van Sociale
Zaken gezegd dat ik met dit voorstel akkoord kan
gaan voor zover de eigenheid van het statuut
bewaard blijft en voor zover de gevraagde
bruggen er komen. De vraag is, mijnheer de
minister, of u er ook kunt mee akkoord gaan?
Ik wil het nog even hebben over het
Landbouwbeleid. Dit heeft vanuit de oppositie af
en toe onder vuur gelegen tijdens de vorige
legislaturen. Vooral vanuit de hoek van Agalev.
Het doet goed nu in de beleidsnota te lezen dat de
regering het bestaande landbouwmodel met
overtuiging zal blijven verdedigen. Gegeven het
Belgische voorzitterschap van de Europese Unie
in het najaar van 2001, en gegeven het gewicht
van de landbouw in de Europese politiek, is het
opmerkelijk dat de beleidsnota niet aangeeft hoe
België dit Voorzitterschap zal invullen. De
beleidsnota zegt dat het hiervoor nog te vroeg is
en dat alles nog in voorbereiding is. Onze vraag
blijft hoe België zich zal voorbereiden en wanneer
de minister zijn prioriteiten zal stellen?
De beleidsnota verwijst naar het Consum-project
dat bestaat uit monitoring van contaminanten. De
laatste jaren is dat het paradepaardje van de
regering geweest en het zou goed zijn een
overzicht te krijgen van de resultaten van de
analyses die tot nu toe zijn gebeurd. Het Rekenhof
stelt vast dat er in de begroting geen krediet werd
ingeschreven voor 2001. Daarop antwoordt de
minister dat het departement de nodige kredieten
heeft gekregen om het programma behoorlijk te
laten werken, met dien verstande dat Consum na
een jaar uitsluitend door de betrokken sector zal
worden gefinancierd. Voor ons valt te zien of dit
realiseerbaar is.
Dan is er de regionalisering, mijnheer de minister.
In de Kamer werd nog steeds geen wetsontwerp
ingediend tot regionalisering van het departement
Landbouw. Dit zou binnen welgeteld tien dagen
van kracht moeten worden en wel op
1 januari 2001. Meer nog, uit uw begroting kan
men niet opmaken dat het departement zal
worden geregionaliseerd. Ik vraag mij af waarop
de regering wacht. Mijns inziens is de minister, die
geen voorstander is van deze regionalisering, zeer
terecht vaag in zijn antwoord. Daarin stelt hij dat
de minister bevoegd voor institutionele
hervormingen moet worden ondervraagd. Wij
gaan hier van Pontius naar Pilatus en krijgen geen
duidelijk antwoord.
Ik kom bij het Federale agentschap. Duidelijk
wordt dat daaraan stevig moet worden gewerkt.
Het zou van start gaan op 1 januari 2001, maar is
nog altijd niet werkbaar, tenzij dan voor de heer
Beernaert en twee assistenten.
Van deze gelegenheid wil ik ook nog gebruik
maken om u een aantal vragen te stellen in
verband met een voor u misschien reeds lang
vervlogen politiek probleem waarmee echter een
groot deel van de sector nog wordt
geconfronteerd: de economische gevolgen van de
dioxinecrisis. Uit de versvleessector horen wij de
meest hallucinante berichten in verband met de
terugbetaling van de geleden schade. Op dit
moment zou slechts 10% van de geleden schade
uitbetaald zijn. Door de sector wordt dan ook
gesteld dat zij op dit ogenblik virtueel failliet zijn. Ik
moet het kort houden, maar er zijn dus duidelijke
tekenen die daarop wijzen.
21/12/2000
CRIV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Uit de eiersector bereiken ons gelijkaardige
berichten. Daar zou een groot aantal dossiers
geblokkeerd zijn. Klopt het, mijnheer de minister,
dat er op uw kabinet en in de diensten voorrang
werd gegeven aan de rundveesector bij de
afwerking van de dossiers? Is daar een reden
voor? Toch toevallig geen communautaire
overweging, want de rundveesector situeert zich in
Wallonië. Klopt het dat de diensten in opdracht
van de minister momenteel bezig zijn met snelle
uitsturing van beslissing tot vergoeding inzake de
nog resterende dossiers, op basis van
vereenvoudigde dossierevaluatie waarbij het
leidmotief is dat alles buiten moet voor het einde
van het jaar, zoals beloofd, om dan maar af te
wachten of bezwaar wordt ingediend? Is het
daarbij de bedoeling van de minister van de
bezwaren de regel te maken en van de aanvaarde
voorstellen de uitzondering? De landbouwers
moeten dan ook nog weten dat ze bezwaar
moeten indienen tegen deze snelle
vereenvoudigde procedure van afhandeling van
de dossiers. Overweegt u maatregelen om de
bedrijven bij te springen in de ergste nood middels
voorschotten of andere overeenkomsten?
Mijnheer de minister, nu u nul op het rekwest hebt
gekregen in Europa voor de betaling van het
dierenmeel door Europa, zult u, mede gelet op het
feit dat de Nederlandse en Franse overheid alvast
voor een bepaalde periode deze kosten te hunnen
laste nemen, ook maatregelen in die orde
voorstellen aan de Belgische regering, ten einde
de negatieve economische spiraal waarin die
bedrijven zich bevinden, te doorbreken?
Onlangs hoorden we dat u een goede speech hebt
gegeven voor de raad van Landbouwministers,
waarin u stelde dat de maatregelen, met
betrekking tot deze problematiek, in alle landen
van de Europese Unie dezelfde dienden te zijn.
Toch hebt u uw jawoord gegeven bij de
eindstemming over het voorstel om Europa niet te
laten betalen. Hoe kan u dat verschil in attitude
tussen de speech en het stemgedrag
rechtvaardigen? Werd u soms onder druk gezet
door de eerste minister? Mocht u uw zegje doen
maar niet handelen naar eer en geweten?
De voorzitter: Mevrouw Pieters, de heer Leterme
wenst u te onderbreken.
01.08 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, in eerste instantie steun ik natuurlijk het
betoog van collega Pieters, die volgens mij de
juiste vragen omtrent de dioxinecrisis stelt. In het
verlengde van deze vragen, zou ik zelf een vraag
willen stellen in verband met een weliswaar klein
bedrag ik weel wel, de minimis non curat praetor
maar ze is toch van principieel belang is, met
name waarom de minister het normaal vindt dat
restaurantrekeningen tot bijna een miljoen frank
worden betaald met kredieten die bedoeld zijn
voor de schadevergoeding van de slachtoffers van
de dioxinecrisis.
01.09 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, messieurs les ministres,
chers collègues, l'avantage d'un groupe comme le
nôtre, c'est qu'en notre sein, nous allons pouvoir
alterner le français et le néerlandais. Les différents
intervenants auront également une intervention
plus spécifique en fonction de leurs centres
d'intérêts.
J'aimerais commencer mon intervention par la
future enquête socio-économique qui aura lieu en
octobre 2001, remplaçant dans leur appellation,
les recensements organisés tous les dix ans. J'ai
tout d'abord cru que cette enquête n'aurait pas
lieu. Par la suite, j'ai craint que sous le vocable
d'enquête socio-économique, on élimine des
systèmes propres au recensement et au relevé
statistique de données par secteur. Aujourd'hui, je
crois pouvoir être satisfaite du projet en cours.
Pour quelle raison commencais-je mon
intervention sur ce point? Parce qu'en fait, ce
gouvernement compte dans ses rangs un
commissaire à la Politique des grandes villes. Ce
gouvernement s'est également engagé à
développer un plan de mobilité axé sur l'usage
des transports en commun. Enfin, il s'est engagé
à concrétiser l'application du premier plan de
développement durable. Or, pour bien mener ces
programmes, il nous faut des informations
suffisantes, qui ne figurent pas parmi les banques
de données actuellement disponibles. Nous avons
donc besoin de données supplémentaires pour
élaborer les indicateurs nécessaires.
Par ailleurs, l'Union européenne impose à ses
Etats membres l'élaboration d'indicateurs dans
une série de plus en plus vaste de domaines. Je
citerai les indicateurs de développement rural, les
indicateurs de simplification administrative, les
indicateurs de développement économique, de
discrimination hommes/femmes, de pauvreté et le
recours au "benchmarking" ne fera que renforcer
cette tendance.
Cette enquête doit aussi être considérée comme
un outil fonctionnel, dans le sens le plus large du
terme. J'aimerais ici faire un lien avec une
problématique, que j'aimerais que vous incluiez
CRIV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
dans l'enquête. Par exemple, de nombreux débats
se déroulent pour le moment sur le quota des
étudiants en médecine. Les positions sont
divergentes sur la question de savoir s'il y a trop
ou trop peu de médecins. D'après certaines
données, il apparaîtrait qu'il y a trop peu de
médecins dans les quartiers pauvres ou
déshérités.
L'enquête socio-économique présente l'avantage
d'être adressée à l'ensemble de la population, et
pas seulement à un échantillon. Serait-il possible
d'ajouter dans les items de cette enquête, des
questions sur la distance entre l'habitation des
personnes interrogées et un médecin généraliste?
Les réponses à ces questions seraient très
intéressantes, puisqu'on sait que ce sont les
personnes les plus déshéritées qui recourent en
général aux services d'urgence, plutôt que de
consulter un médecin généraliste.
Il existe donc toute une série d'autres applications
qu'il serait intéressant d'étudier avant de finaliser
le questionnaire.
Cela me permet d'embrayer sur la démarche qui
nous est demandée à tous pour la mise en
application du premier plan fédéral de
développement durable. Nous nous réjouissons
bien sûr qu'une administration horizontale soit
prévue, qui aura pour missions de coordonner et
d'évaluer des actions dans tous les départements.
Nous souhaitons évidemment travailler avec le
secrétaire d'Etat, qui devra réaliser une première
évaluation globale intermédiaire à la mi-2001. Je
rappelle à cette occasion qu'une proposition de
résolution a été déposée, ayant pour objectif de
demander au gouvernement de préciser dans
tous les secteurs concernés quelles actions sont
prévues dans le cadre du développement durable,
avec les objectifs, les moyens, les budgets et les
indicateurs permettant les évaluations.
Nous espérons d'ailleurs que nous pourrons
rapidement discuter de cette résolution, car en
consultant le budget 2001, on remarque que dans
nombre de notes de politique générale, il est fait
allusion au développement durable. Un budget y
est parfois consacré. Mais manquent souvent les
moyens, les méthodes et les indicateurs qui
permettront d'évaluer l'avancement des
concrétisations.
C'est donc à la fois d'une volonté mobilisatrice
dont nous avons besoin, mais également d'une
rigueur quasi scientifique dans les méthodes.
Cela me permettra de faire la transition vers le
thème de la recherche scientifique. La Belgique
participe à de nombreux projets de recherche
intéressants dans le domaine du développement
durable, que ce soit au sujet de l'énergie, de la
qualité des mers ou de la qualité de l'air. Mais
utilise-t-on suffisamment et correctement les
résultats et les orientations qui découlent de
toutes ces recherches? Je me permets d'en
douter, notamment au vu du développement
actuel des formules d'énergie renouvelable, qui
témoignent d'un manque d'intérêt ou de motivation
politique ou économique pour être concrétisées.
Peut-être l'ambition du gouvernement fédéral et
des gouvernements régionaux de développer le
recours aux énergies vertes va-t-elle modifier les
choses, mais il faudra relier le développement de
ces activités avec le développement de la
recherche qui s'y rapporte. Il sera intéressant de
rediscuter de tout cela avec M. Ylieff dans les
mois qui viennent. Je voudrais également vous
citer quelques données issues d'une rencontre
avec M. Busquin il y a une quinzaine de jours.
M. Busquin a prévu de déposer en mars 2001 à la
Commission européenne les documents
préparatoires au sixième programme-cadre de la
recherche scientifique qui s'étalera de 2003 à
2006. Il apparaît donc que la période de la
présidence belge de l'Union européenne sera un
moment clé dans ces discussions préparatoires et
je pense qu'il serait dès lors intéressant de bien
cerner quels sont les besoins de recherche par
rapport à nos objectifs de développement
économique, en vue d'avoir un poids et une
présence intéressante dans ces discussions.
En Belgique, il n'y a pas de lobby organisé,
entendez équipe de fonctionnaires en relation
avec l'Union européenne maîtrisant parfaitement
l'utilisation des différents programmes.
Apparemment, nous sommes l'un des pays les
moins organisés dans ce domaine. Pour être de
plus en plus performant en recherche, il est
important de fonctionner en réseaux avec d'autres
centres de recherche d'autres pays.
M. Picqué, vous m'avez fait part en commission
de la création d'une équipe transversale de
l'administration, en charge d'assurer ce lien. Avez-
vous prévu une attention particulière à la
recherche, étant donné son lien étroit avec le
développement économique?
Il a été remarqué également que nous publions
trop pour un trop faible taux de concrétisation.
Cela est peut-être lié à notre mode de
financement de la recherche encore fortement axé
21/12/2000
CRIV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
sur le financement au rapport. Je pense qu'il y a
un manque de perspective globale, et que c'est là
que se situe l'intérêt d'un plan de développement
durable comme moteur permettant de donner un
sens et de relier les différents domaines d'action.
Peu de petites entreprises participent au
programme de recherche, celle-ci est
essentiellement multinationale lorsqu'il y a une
rentabilisation prévue, ou reliée aux centres de
recherche et aux universités qui manquent de
moyens. Or si l'indépendance de la recherche est
menacée, je pense aussi que c'est l'"audace" de
changement qui est en péril. Le soutien aux
incubateurs et aux start-ups organisés autour des
universités, prévu en 2001, devrait participer à une
nouvelle ère de la recherche associée au
développement.
En Belgique, le statut des chercheurs est précaire
et sous-payé. Dans le budget 2001, il est prévu la
création de 400 nouveaux postes, mais il s'agit
toujours de statut d'assistant, de boursier, de
doctorant, et donc la conclusion de tout cela, c'est
que nos chercheurs les plus doués partent vers
d'autres pays. Ils ont souvent des difficultés à
revenir, enrichis de leurs expériences, car ils ont
peu de possibilités de trouver un statut suffisant.
Nous perdons donc nos cerveaux. Par ailleurs, les
chercheurs étrangers rencontrent des tas de
complications administratives quand ils arrivent
sur notre territoire pour participer à des
programmes de recherche, alors que nous avons
besoin de leurs compétences. J'espère que nous
pourrons ouvrir nos frontières à ces chercheurs
étrangers.
Enfin, il y a en Belgique peu de dépôts de brevets,
nous perdons des possibilités d'exploiter des
inventions qui ont été faites chez nous. C'est le
cas dans la plupart des secteurs d'activité. Dans
certains domaines, ce brevet nous pose des
questions, c'est le cas des manipulations
génétiques, des OGM, des logiciels.
Mais cela me permet de reprendre une
information de M. Busquin, à savoir que la
Belgique apparaît comme un pays où les espaces
de débats sont les plus pauvres. Or, les espaces
de débats éthiques et citoyens autour de la
recherche, autour de ses finalités, de ses
conséquences, des limites des connaissances
scientifiques et de la responsabilité des
chercheurs, sont, en général, moteurs du
développement de la recherche et du
développement économique, contrairement à ce
que l'on croit et aux craintes de certains.
Je me permets donc de réitérer notre demande de
débat sur ces matières, en prenant deux
exemples:
- Les débats sur l'euthanasie, qui se tiennent
encore au Sénat, ont eu un large écho médiatique
et ont ainsi touché l'ensemble des citoyens. C'est
parce qu'il y a eu ces débats, qui ont abouti à une
volonté citoyenne d'arriver à une solution, que l'on
en arrive, aujourd'hui, à légiférer et à adapter la
législation de manière à ce qu'elle soit meilleure
que les propositions sur la table.
- En ce qui concerne le statut des artistes, si une
plate-forme a été créée et si une concrétisation
réelle de ce statut est en vue, c'est aussi parce
qu'au parlement, il en a été débattu longuement
de manière contradictoire. Sur ce sujet également,
les artistes et la population ont été sensibilisés.
Je pense donc profondément qu'il n'y a rien à
craindre des débats.
Je ne peux clôturer mon intervention sans faire
part de mon enthousiasme et de mon désir de
participer avec un gouvernement qui a enfin
décidé d'être actif dans l'amélioration du statut
des indépendants, dans la simplification
administrative en faveur des PME et dans la
protection des consommateurs, y compris dans
leurs relations avec la publicité, les banques et les
organismes de prêt.
Nous soutenons ces orientations mais, dans le
même temps, nous sommes impatients d'une
part, de pouvoir débattre de ces projets, et d'autre
part, de pouvoir cerner les avancées en ces
matières, étant donné que leur mise en application
semble complexe.
J'ai quelques inquiétudes vis-à-vis de certains
projets, tels que la modification de la législation
sur les heures d'ouverture des commerces et la
simplification de la loi sur les implantations
commerciales dont j'ignore encore les
aboutissants. Il est probable qu'en ces matières,
nous manquons également d'une pratique de
débat.
Le débat permet la création d'un réseau d'acteurs,
les échanges et la confrontation d'expériences et
d'analyses et donc souvent la créativité et c'est
justement cette créativité qui permet le
changement. J'espère que cette année 2001 sera
celle d'un débat productif, de la rigueur dans les
évaluations, de l'audace et de la valorisation de
nos ressources.
CRIV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
01.10 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, mijnheer de
staatssecretaris, mijn betoog handelt meer
specifiek over het energiebeleid.
Om te beginnen zal ik ingaan op het algemeen
kader inzake energiebeleid, zoals het werd
voorgesteld in de beleidsnota van de
staatssecretaris, met als eerste punt het
AMPERE-verslag.
Zonder veel vreugde stellen wij vast dat
voornoemd belangrijk verslag van de groep der
wijzen dat ter tafel ligt, al meteen aanleiding geeft
tot eindeloze controversen, zowel bij de
meerderheid als bij het brede publiek.
Wat de internationale deskundigen terzake ook
beweren, voor ons staat duidelijk vast dat op het
vlak van de uitstoot van broeikasgassen België
ondraaglijk slecht scoort op Europees niveau.
België is één van de onbenullige leerlingen in
Europa.
Bij het huidig beleid zal de uitstoot van
broeikasgassen in 2010 de doelstelling van Kyoto
overschrijden met 20% of met 20 miljoen ton
koolstof. De hernieuwbare energievormen en -
bronnen stoten snel tegen technische en
maatschappelijke grenzen en kunnen tegen 2020
geen integrale oplossing bieden. Men is trouwens
al slecht vertrokken, want Vlaams minister
Stevaert moest zijn systeem van groene
certificaten reeds uitstellen.
Omwille van het politieke standpunt van de
regering inzake kernenergie zal men in de
toekomst nog veel meer aardgas en steenkool
moeten verbranden, wat de uitstoot van koolstof
slechts zal vergroten. De regering blijft op een
schuldige wijze in gebreke op het gebied van de
energiebesparing en het rationeel energiegebruik.
Zonder belangrijke investeringen in het rationeel
energiegebruik, mogen wij onze Kyoto-
verplichtingen vergeten.
Zoals het Planbureau en de AMPERE-commissie
pleit ik ervoor dat België de nucleaire optie bewust
zou openhouden. Dat betekent dat onze
internationaal erkende kennis zoals in het SVK te
Mol en in Belgoproces te Dessel aanwezig is, op
peil zou worden gehouden en zelfs verder zou
worden ontwikkeld. Problemen inzake veiligheid,
afval en ontwikkeling van het vreedzame gebruik
van kernenergie blijven nog tientallen jaren
aanslepen; ook in de toekomst eisen zij een
wetenschappelijke aanpak.
Tegelijk moeten belangrijke inspanningen worden
geleverd inzake rationeel gebruik van de energie
in alle sectoren. In dat verband ben ik van oordeel
dat de sector vervoer en verkeer op de eerste
plaats staat. Om de hernieuwbare energie een
normale ontwikkelingskans te bieden, is
coherentie en transparantie vereist in de
verschillende systemen van groene certificaten die
thans zelfs niet onderling verhandelbaar blijken te
zijn. De staatssecretaris kondigde al federaal-
groene certificaten aan. Straks beschikken wij
over vier groene certificaten die onderling niet
verhandelbaar zijn. Is dat een coherent groen
beleid?
Mijnheer de staatssecretaris, mag ik u verzoeken
de zaken niet nodeloos ingewikkeld en duur te
maken, anders krijgen de hernieuwbare
energiebronnen helemaal geen kans.
Ik zal thans even ingaan op de beleidsmarge van
België in de energiesector. Beschikt België inzake
energie nog over een autonome beleidsmarge?
Sta mij toe dit te illustreren aan de hand van
volgende voorbeelden. President Chirac roept
eerste minister Verhofstadt en minister Michel op
het matje en verplicht hen onvoorwaardelijk het
verglaasd kernafval uit La Hague versneld terug te
brengen, wat ook gebeurde. Petrofina, onze enige
grote petroleummaatschappij en Tractebel, de
parel van onze energiesector, valt volledig in
Franse handen. Compagnie de Suez-Lyonnaise
des Eaux verkoopt wat overblijft van de gebouwen
van de Generale Maatschappij als appartementen.
Via dochter Tractebel berooft ze het Belgische
Electrabel en Distrigas van de vele miljarden die
zij dankzij het controlecomité opgebouwd hebben.
Ik verwijs naar de verplichte overname van de
verouderde centrales in Polen en Hongarije. Er
zijn de financiële manoeuvres die druk zetten op
de beurskoers van Electrabel door het fusieproject
met Distrigas voortdurend te ontkennen terwijl
Suez-Lyonnaise des Eaux zelf grote
aandelenpakketten aan het opbouwen is.
Wanneer wordt de fatale controlegrens van 50%
in Electrabel bereikt? De regering heeft geen
standpunt over hoe zij de essentiële belangen van
ons land zal veiligstellen en verdedigen. Men heeft
integendeel de indruk dat de uitverkoop
georganiseerd wordt. Van de verkoop en
beursgang van het transmissienet en de
distributienetten vloeit weer eens 100 miljard frank
richting Parijs.
Wat gaat de regering doen om de rechtmatige
belangen van de provincies en gemeenten in de
gemengde intercommunales te vrijwaren van de
21/12/2000
CRIV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Franse roofbouw? De kredieten die de regering
inschrijft voor het passief BP2 die normaal door de
elektriciteitsproducenten betaald moeten worden,
is het zoveelste cadeau zonder zichtbare
tegenprestaties. Bij de herziening van de premies
voor de burgerlijke aansprakelijkheid van de
kerninstallaties geeft deze regering een cadeau
van 4 miljard frank aan Tractebel omdat er niet
langer aansprakelijkheid per reactor is, maar wel
per site. Wat gaat de regering doen om de
provisies ten bedrage van een kleine 100 miljard
voor de ontmanteling van kerninstallaties en voor
de berging van afval die nu in de boeken van
Electrabel en Synaton staan in België te houden
zoals dit door de werkgroep De Ceuleneir
aanbevolen werd? De algemene beleidsnota en
de begroting geven geen antwoord op al deze
belangrijke beleidsvragen.
Ik wil nu even ingaan op de dure energie en de
aanval op de koopkracht van de Belgen. De
regeringspropaganda stopt niet met de bevolking
om te oren te slaan met verminderde belastingen
tegen 2005 en het paradijs op aarde tegen 2010.
De werkelijkheid is anders. Er zijn inderdaad de
stookoliecheques van 5.000 frank. Doch deze zijn
onvoldoende, gezinsonvriendelijk en dus
onrechtvaardig. Er is ook de kleine toelage voor
de gasverbruikers. Door de gestegen
energieprijzen betaalt een gemiddeld gezin met
een dieselauto, dat het huis met stookolie
verwarmt, al snel meer dan 50.000 frank
supplement. Erger is het gesteld met de mensen
die aardgas gebruiken voor verwarming en het
koken. Zelfs als de olieprijzen wat dalen, zullen ze
zeker tot ver in het volgend jaar sterk gestegen
aardgasprijzen blijven betalen. Wij zijn voor een
gezonde fiscaliteit met minimumtarieven en voor
een fiscaliteit die aanzet tot rationeel gebruik van
energie. Wij veroordelen evenwel de
dubbelzinnigheid van de regering die door de sterk
gestegen energieprijzen tientallen miljarden meer
ontvangt en geen inspanning doet om de
gedaalde koopkracht van de bevolking te
ondersteunen en om de financiering van
energiebesparende maatregelen te
vergemakkelijken. Het gaat dan bijvoorbeeld om
isolatie van woningen, van energiezuinige
toestellen en auto's. Intussen betalen de mensen
de regeringsbeloftes.
01.11 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
mijnheer de staatssecretaris, ik wil mij beperken
tot het deel over de landbouw.
De landbouw levert immers de meeste voeding en
speelt daarnaast een belangrijke rol in het beheer
van de grond, het water en het landschap.
Daarom is een belangrijk deel van uw budget
terecht voorbestemd voor integraal
plattelandsbeleid. Dat budget, bijna 6,5 miljard,
werd vastgelegd over een periode van zes jaar en
uitgetekend in een Federaal Plan voor
Plattelandsontwikkeling.
We weten dat de hectaresteun voor biolandbouw
een belangrijk luik is. We willen het aandeel van
de biolandbouw optrekken tot minimaal 4% in
2003 en 10% in 2010. Zoals is vastgelegd in het
plan voor Duurzame Ontwikkeling, is het een
absolute noodzaak om hier grote prioriteit aan te
geven. We zullen alle middelen niet alleen
financiële moeten inzetten om landbouwers
maximaal te ondersteunen in deze omschakeling.
De realisatie van 4% vertegenwoordigt een stijging
van het aantal biolandbouwers met 70% per jaar.
Gelukkig werd de uitbreiding oorspronkelijk
onderschat. Men dacht slechts 2600 hectaren in
een periode van vijf jaar te kunnen verwezenlijken.
Als we zien dat in 1998 slechts 0,8% van het
areaal biolandbouw was en dat daarvan het
grootste deel, 84%, werd ingenomen door weiden,
dan zal u het met mij eens moeten zijn dat hier
versneld zal moeten worden opgetreden.
Naast de ondersteuning van de biolandbouw
zullen ook andere milieumaatregelen noodzakelijk
zijn om het bestaande landbouwbeleid bij te sturen
in het kader van duurzame ontwikkeling en het
beschikbaar houden van de natuurlijke
hulpbronnen. Dit is geen Belgische, maar een
Europese opdracht. We weten dat het Belgisch
landbouwbeleid zich vooral inschrijft in een
Europees beleid. We stellen vast dat ook op
Europees niveau duidelijk wordt verklaard dat de
druk op de intensievere landbouwactiviteiten
ontoelaatbaar hoog is geworden. Ook vanuit
Europa wordt om een bijsturing gevraagd.
Het landbouwmodel van de 21
ste
eeuw zal dan ook
een geïntegreerd model zijn. Hiervoor moet het
wettelijk bestaand kader worden aangepast en
verruimd. Het overleg met de gewesten en met de
andere federale ministers, vooral met de minister
van Volksgezondheid, Leefmilieu en
Consumentenzaken, zal ongetwijfeld moeten
worden geïntensifieerd.
Mijnheer de minister, ik vraag u uitdrukkelijk om
een grondige evaluatie van de strategie die tot nu
toe werd gevolgd, opdat we deze doelstellingen
zouden bereiken. Om deze evaluatie kwalitatief uit
te voeren, kunnen we best van indicatoren gebruik
maken. De OESO heeft daarover heel wat werk
CRIV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
verricht. Zij heeft landbouw- en milieu-indicatoren
ontwikkelt. Naast die indicatoren moeten ook
referentieniveaus worden gedefinieerd, zoals
omschreven in het plan Duurzame Ontwikkeling,
waarmee kan worden bepaald dat de landbouw
terecht moet worden vergoed als zij een dienst
aan de maatschappij verleent, omdat zoals ik
begon de landbouw niet alleen een belangrijke
leverancier van voedsel is, maar ook een
belangrijke beheerder van grond en omgeving.
01.12 Serge Van Overtveldt (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, messieurs les ministres,
chers collègues, dans une première phase, mon
intervention concernera les classes moyennes et
les indépendants. Je m'adresse donc
particulièrement à M. Gabriels.
Dès juillet 1999, le gouvernement a pris des
engagements importants en matière
d'encouragement des indépendants et des PME.
Dans notre pays, 97% des entreprises comptent
un maximum de 50 salariés et 44% de l'emploi du
secteur privé provient des PME. Ces entreprises
constituent un réservoir de croissance qu'il
convient de stimuler par des mesures adéquates.
Si l'esprit d'entreprise reste vivace dans notre
population, encore faut-il que ceux qui osent
entreprendre, ne voient pas leurs projets sabotés
par tout ce que l'administration des différents
niveaux de pouvoir peut imaginer comme
formalités qui, le plus souvent, doivent être
rangées au rayon des tracasseries
administratives.
En parallèle avec le plan Copernic, ces
administrations sont-elles disposées à intégrer
une révolution copernicienne qui ferait d'elles des
éléments proactifs du développement et surtout
de croissance des PME?
Il faut garder les pieds sur terre et apprécier ce qui
est du domaine du possible tout au long de cette
législature. Après une décennie de complexités
administratives et même avec le soutien des
nouvelles technologies de traitement automatisé
de l'information, il serait illusoire de croire que, du
jour au lendemain, l'administration deviendrait
l'alliée, voire le conseiller de l'entrepreneur privé
dans ses démarches.
Certes, des progrès ont été accomplis avec la
désignation, par exemple, d'un fonctionnaire
d'information pour chaque département
ministériel. Il n'empêche que nos administrations
continuent à souffrir d'une image de marque peu
glorieuse. Aussi, ai-je pu lire avec soulagement
dans la note de politique générale du ministre
Gabriëls que la simplification administrative reste
pour le gouvernement une priorité absolue.
Nonobstant, il faut regretter le fait que l'attribution
d'un numéro d'identification unique qui semblait
pourtant être une mesure simple à mettre en
oeuvre - n'ait pas encore été réalisée, alors que
les personnes physiques sont, elles, identifiées
par un numéro national. Est-il à ce point
compliqué d'attribuer aux indépendants et aux
entreprises un numéro unique, sachant que la
plupart d'entre eux disposent déjà d'un numéro de
TVA standardisé au niveau européen? En
fournissant aux non-assujettis un numéro
d'identification sous le standard du numéro de
TVA, une solution simple pourrait, à mes yeux,
être à portée de mains.
Je voudrais également m'arrêter quelques instants
sur un autre grand chantier de la législature: la
révision du statut social des indépendants. Les
premières mesures adoptées organisant une
augmentation des allocations familiales visent à
atténuer la différence de traitement entre les
enfants d'un indépendant et ceux d'un salarié. De
même, une prime de revalorisation s'appliquera
dès 2001 aux pensions les plus faibles. Dans la
foulée des décisions du Conseil des ministres,
plusieurs acteurs interviennent dans la réflexion
portant sur le statut du conjoint et dans le calcul
des cotisations d'indépendants. Notre assemblée
suit, elle aussi, attentivement ce débat au sein de
la sous-commission chargée de la révision
éventuelle du statut social des indépendants. En
outre, l'examen du rapport du professeur Cantillon
alimentera de manière constructive les différentes
discussions.
De nombreux indépendants et responsables de
PME placent beaucoup d'espoir dans ce
gouvernement qu'ils perçoivent comme un allié
dans leurs démarches entrepreneuriales. Dès
lors, nous faut-il ne pas les décevoir et engager, à
cet effet, des réformes concrètes, rapides et qui
renforcent davantage encore leur confiance dans
leurs projets. Je crois qu'il s'agit là de la mission
qui vous est confiée en tant que ministre des
Classes moyennes.
Je voudrais m'adresser à présent à M. Picqué,
ministre de l'Economie. Depuis le temps que l'on
en parle, les «
nouvelles
» technologies de
l'information ont en réalité perdu leur caractère de
nouveauté, dans la mesure même où elles
évoluent et se perfectionnent jour après jour, à un
point tel qu'à peine des produits sont-ils
commercialisés qu'ils sont déjà dépassés
21/12/2000
CRIV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
technologiquement.
La Commission européenne essaie de suivre le
rythme de ces évolutions technologiques en
adoptant des directives qui, malheureusement,
sont transposées avec trop de retard par certains
Etats membres. Le roadshow organisé cette
année par le ministère de l'Economie a illustré la
volonté du gouvernement de faire bénéficier nos
concitoyens de ces avancées technologiques.
Toutefois, je regrette que faute d'adaptations
législatives adéquates ces moyens de
communication restent entachés d'un doute quant
à leur fiabilité et leur sécurité.
A cet égard, il faut déplorer qu'à ce jour, le régime
des signatures électroniques prévu par la
directive européenne ne soit toujours pas
d'application. Monsieur le ministre, vous n'êtes
pas sans savoir le rôle important de celles-ci.
Aussi, ces retards pénalisent-ils au premier chef le
commerce électronique, mais frappent-ils
également d'autres secteurs tels que celui du
travail intérimaire pour lequel la signature
électronique est synonyme de simplification
administrative.
Je vous demande donc, monsieur le ministre, de
mettre, dans la mesure du possible, tout en oeuvre
pour que ces nouvelles technologies de
l'information puissent être d'application le plus
rapidement possible.
Je voudrais maintenant soulever un dernier point
concernant le développement durable de l'énergie
et de l'électricité.
Le gouvernement actuel s'est engagé à mettre
l'accent sur le développement des sources
d'énergie alternatives et à respecter un moratoire
sur la production d'électricité par les centrales
nucléaires. La sortie du nucléaire est même
envisagée, à terme, dans le respect des objectifs
fixés au niveau international pour la réduction des
émissions de CO
2
.
La décision d'investir dans la production
d'électricité d'origine nucléaire était motivée par la
nécessité de réduire notre dépendance
énergétique vis-à-vis des pays producteurs de
pétrole.
Une sortie du nucléaire est-elle compatible avec le
respect des engagements de Kyoto? Certes non!
Grâce à la libéralisation du secteur de l'électricité
au niveau européen, la Belgique pourrait, en effet,
renoncer à ses centrales nucléaires sans
augmenter sa production de CO
2
, si elle décidait
de s'approvisionner en électricité auprès des
producteurs français, néerlandais, britanniques ou
allemands. Une telle option nous placerait dans
une situation vous l'admettrez- de dépendance
énergétique vis-à-vis de nos voisins européens
tout en institutionnalisant le syndrome NIMBY (pas
dans mon jardin) qui, dans ce cas, s'apparenterait
à de la tartuferie. Cachez cette centrale que je ne
saurais voir! Mais, le rapport de la commission
AMPERE sonne le glas des prises de positions
doctrinaires qui, au nom du développement
durable, condamnaient sans appel le recours au
nucléaire pour la production d'électricité. Le règne
de la pensée unique des antinucléaires prend fin.
Grâce aux travaux de la commission AMPERE le
débat sur l'avenir énergétique de la Belgique
pourra reposer sur des bases objectives et fiables;
n'en déplaise à M. le ministre qui, dans une
interview à « La Libre Belgique » du 15 décembre,
déclarait s'en tenir à la déclaration
gouvernementale qui prévoit l'arrêt des centrales
nucléaires âgées de 40 ans. L'heure de la mise à
la retraite anticipée des centrales quadragénaires
n'a pas encore sonné!
Nous invitons le secrétaire d'Etat à l'Energie à
relire avec attention la déclaration
gouvernementale de juillet 1999 qui mentionnait
que le gouvernement était prêt à s'engager dans
la sortie progressive de l'énergie nucléaire, à
terme, et ce, en respectant les objectifs fixés par
la Conférence de Rio et le Protocole de Kyoto
quant aux émissions de CO
2
.
Le jour où le gouvernement consultera l'Agence
européenne pour l'environnement et interrogera
une commission d'experts internationaux,
désignés par lui et chargés d'étudier la fiabilité et
la mise en oeuvre d'un scénario de désactivation
des centrales nucléaires et que ces experts
apporteront les arguments susceptibles de
contredire les conclusions des experts belges de
la commission AMPERE, le débat pourra prendre
une toute autre orientation. C'est en tout cas ce
que je souhaite. J'espère donc que l'année 2001
sera génératrice d'une grande discussion sur
l'énergie nucléaire.
Le président: C'était votre maiden speech,
Monsieur Van Overtveldt. La Chambre et son
président vous félicitent.
01.13 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, messieurs les ministres et
secrétaire d'Etat, je me contenterai d'évoquer le
problème de l'agriculture et de me resituer par
rapport à l'actualité.
CRIV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
Monsieur le ministre de l'Agriculture, je voudrais
d'abord vous dire combien je peux me réjouir
d'avoir lu, dans le budget de cette année, une
augmentation de l'ordre de 28% pour les mesures
agri-environnementales, notamment pour financer
l'agriculture biologique. J'estime la décision
particulièrement intéressante, d'autant plus dans
le contexte de l'actualité qui repose la question
très aiguë des modes de production.
J'en arrive ainsi au sujet essentiel de mon
intervention pour rappeler la prise récente de deux
décisions européennes, notamment le contrôle
ESB pour tous les bovins au-dessus de trente
mois, l'élimination des autres bêtes au-delà de cet
âge et qui n'auraient pas subi de test, et
l'interdiction des farines animales.
Ces jours-ci, nous entendons énormément parler
de ces questions puisqu'il se pose un problème
aigu de financement: qui paiera? Le problème est
compliqué et, à mon sens, engage une série de
responsabilités complexes: problème de santé
publique, problème de marché, problème de
production agricole et problème de
consommateur. En effet, le consommateur est la
plupart du temps piégé en bout de chaîne, de
même que les agriculteurs, qui peuvent être pris
dans un système dont ils ne sont pas toujours
responsables. Sur ce point, il me semble exister
une responsabilité des Etats et des Régions pour
avoir laissé se développer certains types
d'agriculture.
De plus, nous nous trouvons dans un contexte de
régionalisation de l'agriculture. Dès lors, je suis
assez étonnée d'entendre certains tenants de
cette régionalisation agricole, alors que nous
n'étions pas vraiment demandeurs. Aujourd'hui,
comme par hasard, la régionalisation de
l'agriculture semble oubliée par tout le monde: le
gros problème est de savoir comment tout rejeter
au niveau fédéral pour lui laisser le financement
total de la crise. A mon sens, cette crise
supplémentaire doit être gérée en fonction de la
répartition des compétences.
Mais je voulais en venir à une réflexion qui m'est
inspirée par tout ce contexte: comme je l'ai déjà
dit lors de mon intervention en commission
« dioxine », nous venons de subir plusieurs crises
successives, à des intervalles de plus en plus
rapprochés. Pour rappel: entre les hormones et la
peste porcine, nous avons eu un peu de temps
pour nous remettre; ensuite, il y a la vache folle, la
dioxine, puis à nouveau la vache folle, talonnée de
près par les antibiotiques; d'autres risques se
profilent.
Le phénomène semble donc s'accélérer, pourtant,
dans notre façon de gérer les événements, nous
ne faisons que de la gestion de crise après crise,
de manière ponctuelle et nous dépensons des
sommes considérables pour gérer ces crises l'une
après l'autre, sans jamais poser le problème
structurel ni poser les véritables questions. Pour
moi, la véritable question est celle des modes de
production - j'avais d'ailleurs commencé par là - et
d'un type d'agriculture qu'on a laissé se
développer, bien sûr, dans le contexte européen.
A mon avis, il faut modifier structurellement le
marché en respectant les niveaux de compétence.
Les producteurs, comme les consommateurs,
puisqu'ils se trouvent en bout de chaîne malgré
tout, se trouvent piégés; ainsi, je suis assez
d'accord pour dire qu'ils ne doivent pas
nécessairement assumer les frais. De toute
manière, si l'Etat prend en charge, nous savons
que c'est la collectivité qui prend réellement en
charge puisque les coûts lui incomberont en fin de
compte et le contribuable en fera globalement les
frais via les impôts régionaux ou fédéraux, taxes,
TVA, etc.
J'admets que les autorités financent les mesures
en question mais nous devons nécessairement
les conditionner - c'est là que j'avance une
proposition différente de ce que j'entends
d'habitude - à une sortie de l'agriculture intensive,
évidemment de manière progressive car nous
sommes beaucoup trop loin avec 250 millions de
poulets et 11 millions de cochons en Flandre.
Progressivement donc, nous devons lier nos aides
à des conditions de liaison au sol, à une sortie de
l'agriculture intensive et à une production de
qualité, éventuellement labellisée.
C'est un problème d'envergure pour la future
présidence belge au niveau européen. Monsieur le
ministre de l'agriculture, je regrette que nous
ayons minimisé ce ministère et je crains que nous
n'ayons plus de réel interlocuteur belge au sein
des conseils agricoles européens. Or, la question
de l'agriculture devient cruciale dans ce contexte.
La présidence belge devra mettre à l'ordre du jour
une série de renégociations, notamment sur le
problème des PSC (produits de substitution des
céréales). Ces produits entrent sur le marché
européen à droit nul et provoquent un déséquilibre
dans l'agriculture. En effet, on achète ce qui est
bon marché et on oublie de cultiver les céréales
fourragères ou, au contraire, on les cultive pour
21/12/2000
CRIV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
l'exportation. Il faut donc renégocier les accords
de Blair House, et le problème de la politique
agricole commune. Cela tombe à point car les
mesures de sauvegarde et la clause de paix
arrivent à échéance en 2002-2003.
La seule manière de s'en sortir est de revenir à un
contingentement des productions et au soutien
des prix. C'est un peu ce qu'on essaie de
démanteler aujourd'hui dans le secteur du sucre.
Monsieur le ministre, je vous ai interrogé à ce
sujet et vous m'avez d'ailleurs donné des
assurances quant à votre position.
Je souhaite instamment que la Belgique soit
porteuse de ces questions car elles sont cruciales
pour l'avenir de l'Europe, pour l'avenir de la
sécurité alimentaire, pour l'avenir de l'agriculture si
l'on veut qu'elle ne disparaisse pas du sol
européen.
Quant aux farines animales, elles sont interdites
dans l'alimentation des animaux de ferme, mais
j'apprends qu'on les retrouve dans l'alimentation
humaine, via les gélatines. Cela me rend quelque
peu perplexe et inquiète et je croyais que je valais
un peu mieux que du bétail! Mais peut-être cela
ne relève-t-il pas de vos compétences, monsieur
le ministre? Quid des farines animales dans la
pisciculture? Quid aussi pour la fabrication? Si on
interdit l'utilisation des farines animales, je n'ai pas
entendu dire qu'on en interdisait la fabrication.
Vont-elles être recyclées dans les gélatines ou
dans autre chose? Quid aussi de leur exportation?
C'est surtout là que le bât blesse: va-t-on les
exporter vers des pays en voie de développement
ou d'autres pays comme le Brésil ou l'Argentine,
qui nous les renverrait ensuite via certaines
viandes?
Il y avait déjà, en matière de pesticides, le cercle
des poisons. Je pense qu'on trouvera l'équivalent
en matière de farines animales si on ne prend pas
des mesures radicales.
Vous avez constaté que mon intervention ciblait
plus la politique générale mais elle concernait
quelque chose d'extrêmement important.
01.14 Minister Jaak Gabriels: Mijnheer de
voorzitter, collega's, het debat is voor het
overgrote deel al gevoerd in de commissie.
Mevrouw Pieters, de overgrote meerderheid van
de commissie is het niet eens met de toon die u
nu aanslaat. Ik stel immers vast en wens te
onderstrepen dat, ondanks uw opmerkingen, 12
van de 15 leden van de commissie, hetzij 80
procent, deze begroting hebben goedgekeurd.
Wat uw andere opmerkingen betreft, wens ik het
Vlaams spreekwoord "Wat baten kaars en bril als
men toch niet luisteren wil" aan te halen. Het is al
zo vaak gezegd, maar ik kan u blijkbaar niet
overtuigen van bepaalde antwoorden op uw
vragen.
De voorzitter: Ik laat onderbrekingen toe, maar
de minister moet toch zijn antwoord kunnen
verstrekken. Ik geef het woord aan de heer
Leterme en mevrouw Pieters.
01.15 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, de minister verwijst naar de 12 ja-
stemmen voor dat onderdeel van de begroting,
maar ik wens toch dat in de Parlementaire
Handelingen wordt opgenomen dat in deze
plenaire vergadering, wat Vlaanderen betreft,
alleen collega Pieters op een uitmuntende wijze is
tussenbeide gekomen inzake landbouw. Voor het
overige bestonden de interventies uit twee zinnen
van mevrouw Laenens. Van de SP-fractie kunnen
we het enigszins begrijpen maar noch de VLD-
fractie, noch de Vlaams Blok-fractie noch de VU-
fractie hebben in deze plenaire vergadering ook
maar één woord besteed aan de landbouw.
Opnieuw is duidelijk gesteld dat de boeren moeten
weten waar hun verdedigers zitten.
De voorzitter: Mevrouw Pieters u krijgt nu het
woord, maar daarna laat ik de minister zijn betoog
houden. Wilt u hem dan niet meer onderbreken?
01.16 Trees Pieters (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik denk dat het de taak is van de
oppositie om kritiek te leveren als ze het niet eens
is met het beleid. Als we dat niet mogen doen, dan
weet ik niet meer wat we hier in het Parlement
zitten te doen.
Mijnheer de minister, u maakt er zich bijzonder
kort vanaf. Ik veronderstel dat u nu een volgend
hoofdstuk wilt aansnijden. U weet toch heel goed
dat wij zaken waarmee wij het eens zijn mee
goedkeuren, maar op zaken waar we het niet
eens zijn met u vragen we toch kritiek te leveren.
Bij wijze van voorbeeld wens ik hier het sociaal
statuut van zelfstandigen aan te halen.
De voorzitter: Mevrouw Pieters, laat de minister
zijn betoog houden en wanneer u meent dat zijn
antwoord onvoldoende is, dan kunt u mij het
woord vragen.
01.17 Minister Jaak Gabriels: Mijnheer de
voorzitter, ik zal de verschillende onderdelen
bespreken, met name de administratieve
CRIV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
vereenvoudiging, de deregulering, het
gebruikmaken van informatie- en
communicatietechnologie. Ik heb daar al
uitvoering op geantwoord.
Mevrouw Pieters, u hebt gesproken over de
bouwberoepen. Ik heb deze week nog overlegd
met de bouwconfederatie. Door dit overleg met de
sectoren kan dit ontwerp, waar de confederatie
het niet mee eens was, anders ingevuld worden,
wat leidt tot minder rompslomp en een perfecte
afstemming met de noden van de sector. Binnen
een maand zal dit overleg afgerond zijn. Het zou
immers niet goed zijn maatregelen te nemen, die
de sector niet wil. Het overleg met de sector
voorkomt dit.
Wat het sociaal statuut betreft, heb ik al
uitentreuren herhaald wat er wel al gerealiseerd is.
Ik zet de zaken nog een keer op een rijtje. Voor de
laagste pensioenen wordt er vanaf 1 juli 2,2
miljard uitgetrokken. Met ingang van 1 juli wordt er
800 miljoen gereserveerd voor het gewaarborgd
inkomen voor bejaarden. De aanpassing van het
gewaarborgd inkomen aan de reële pensioenen
bedraagt vanaf 1 september 300 miljoen. In totaal
geeft dit dus 3,3 miljard waar 229.000
gepensioneerde zelfstandigen beter van geworden
zijn.
Morgen hebben wij een onderhoud met de
werkgroep-Cantillon en ontvangen de minister van
Sociale Zaken en ik het voorlopig rapport van
deze werkgroep. Wij zullen de concrete resultaten
dan bekijken. We hebben echter niet gewacht om
intussen andere maatregelen te nemen. Ik denk
daarbij aan de verhoging vanaf 1 januari van de
kinderbijslag voor het eerste kind met 600 frank,
wat in totaal 864 miljoen bedraagt. Vanaf 1
februari wordt er voor de gepensioneerden van
voor 1991 een jaarlijkse herwaarderingspremie
van 6 procent op pensioenen ingevoerd, wat in
totaal neerkomt op 250 miljoen. De
invaliditeitsuitkering wordt vanaf 1 juli met 4,7
procent verhoogd, in totaal 225 miljoen.
Vanaf 1 januari toekomend is er de invoering van
een uitkering wegens hulp van derden tijdens
arbeidsongeschiktheid, goed voor 2011 miljoen.
Bovendien breiden we de cumulatie van een
invaliditeitsuitkering met deeltijdse werkhervatting
uit van 12 naar 18 maanden, een budgettair
neutrale operatie. De carenstijd wordt van drie
naar één maand teruggebracht, goed voor 231
miljoen en ten slotte is er 200 miljoen
ingeschreven voor de heractivering van de
geactualiseerde faillissementsverzekering,
waarvan de tekst weldra in het Parlement wordt
ingediend. Morgen staan die twee laatste
maatregelen op de agenda van de Ministerraad. Al
deze maatregelen zijn nu reeds samen goed voor
meer dan 5,2 miljard. Tien jaar lang is er voor het
zelfstandig statuut nauwelijks of niets gedaan. Dat
de regering vandaag terzake wel initiatieven
neemt en bovendien maatregelen in het
vooruitzicht stelt, daar kan men toch moeilijk
kritiek op hebben!
Ik besef dat we het moeten doen met de middelen
die ons werden toegemeten. De middelen voor de
verschillende stelsels zijn algemene middelen.
Overigens hebben we de verantwoordelijkheid op
ons genomen dat schuldaflossing geschiedt
binnen de voorziene middelen voor respectievelijk
het stelsel van de werknemers en dat van de
zelfstandigen. Een dergelijke alternatieve
financiering houdt het voordeel in dat we 1,2
miljard interesten per jaar besparen, wat over de
hele periode van schuldaflossing neerkomt op 5,7
miljard ten gunste van het stelsel. Dat zal zeker
bijdragen tot de beschikbaarheid van voldoende
middelen in de toekomst.
Voor 2001 is nog eens 300 miljoen extra voorzien;
in 2002 wordt dat 900 miljoen en we zullen
nagaan hoe we die bedragen zullen besteden.
Voor mij blijven maatregelen inzake de
pensioenen en inzake de kinderbijslagen prioritair.
Immers, wat het laatste betreft, vind ik het
onzinnig te moeten uitleggen dat een kind van een
zelfstandige anders moet worden behandeld dan
een kind van een werknemer. Ik wil die
verantwoordelijkheid niet op mij nemen. Vandaar
dat ik deze anomalie bij voorrang uit de wereld wil
helpen.
Er zijn vragen gesteld in verband met de
horecasector. Ik doe de coördinatie van de
materies terzake samen met de sector zelf -
uiteraard ben ik niet bevoegd voor de fiscale en
financiële kant van de zaak en hoop hierin
vooruitgang te boeken. Moet ik er nog aan
herinneren dat voor een aantal maatregelen
waarnaar mevrouw Pieters verwees, de Europese
Unie bevoegd is? U begrijpt dat we niet eenzijdig
in België de door haar voorgestelde initiatieven
kunnen nemen.
Wat het Copernicus-statuut betreft, ga ik akkoord
met de voorziene regeling. Daarbij blijft de
minister van Middenstand volledig bevoegd voor
het sociaal statuut, terwijl het RSVZ op gelijk
niveau met de andere instellingen in de Sociale
Zekerheid wordt ondergebracht. Het beheer, de
bevoegdheid, het eerste toezicht en het
initiatiefrecht terzake blijft bij de minister van
21/12/2000
CRIV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Middenstand. Daarover kan geen twijfel worden
gezaaid.
Mevrouw Pieters verklaart dat de CVP-fractie
zweert bij het Europees model. Welnu, ik ga daar
volkomen mee akkoord en zo had ik het ook in
mijn tekst neergeschreven -, maar ik voeg daar
onmiddellijk een nuance aan toe. In Europa zijn er
bijvoorbeeld veel vragen bij het landbouwmodel
dat we in de toekomst moeten volgen. De
crisissen waarmee we werden geconfronteerd,
inzonderheid de dollekoeienziekte, hebben ons
allemaal met de neus op de feiten gedrukt.
Overigens heb ik uit andere uiteenzettingen
begrepen dat het ons zou moeten nopen tot
bezinning. We moeten ons inderdaad
beraadslagen over de vraag of we moeten
evolueren naar een ander model, dat enerzijds, de
toekomst van de landbouw veiligstelt en dat
anderzijds, nog veel meer kwaliteit en
voedselveiligheid en dergelijke meer centraal stelt.
Wij hebben het Consum-programma ingevoerd in
afwachting van het volledig functioneren van de
het Federaal Agentschap voor de
Voedselveiligheid. Wanneer dit zal functioneren,
wordt in het Consum-programma opgenomen. Dat
programma is op 1 januari 2000 gestart. Op het
einde van het jaar zullen wij vanzelfsprekend een
overzicht van de resultaten kunnen geven van wat
het Consum-progamma heeft betekend. Dankzij
het Consum-programma hebben wij een aantal
contaminaties zeer snel kunnen opsporen en er
zeer snel tegen kunnen optreden.
De regionalisering van de landbouw is inderdaad
een taak voor de ministers die bevoegd zijn voor
de institutionele hervormingen, de heren Michel en
Vande Lanotte. Het voorstel zal weldra klaar zijn
en in de globale context worden neergelegd om in
de parlementaire assemblees te worden
bespoken. De gedelegeerde van het Federaal
Agentschap daarvoor resideert in onze
administratie en heeft de volledige medewerking
van de betrokken personeelsleden. Hij is
overigens ook verantwoordelijk coördinator voor
de bestrijding van de BSE-crisis, niet alleen voor
het kabinet van Landbouw en Middenstand, maar
ook voor de Gewesten. Het is belangrijk dat hij
operationeel is en dat wij stilaan beginnen invullen
hoe de personeelsoverdracht naar het agentschap
kan geschieden. In ieder geval is het zo dat hij nu
reeds kan functioneren.
Mevrouw, ik ontken in alle toonaarden dat wij wat
de dioxine betreft sommige dossiers een
voorkeursbehandeling zouden geven en andere
achteruit zouden schuiven. Wij hebben alle
dossiers op gelijke wijze laten behandelen. Ik heb
altijd geweigerd op de een of andere wijze in de
prioriteiten van deze dossiers tussen te komen.
Het gevolg is alleen dat de behandeling van de
betwiste dossiers vooral die van gemengde
bedrijven, waar inderdaad betwistingen over de
bedragen bestaan wat langer heeft geduurd. Op
dit ogenblik is reeds 97% van de dossiers
afgehandeld. Dat is niet holderdebolder, maar op
een degelijk wijze door onze uitstekende
ambtenaren gebeurd.
Er is reeds voor 4,2 miljard uitbetaald, over 800
miljoen is al een voorstel gedaan. De betwiste
gevallen zullen in de loop van de komende weken
hun beslag krijgen. Ik hoop dan ook dat wij onze
belofte om dit op het einde van het jaar achter de
rug te hebben, kunnen inlossen. Misschien zal de
afhandeling van een aantal betwiste dossiers net
het jaareinde overschrijden, omdat u daar telkens
afhankelijk bent van de toestemming van de
betrokkene. We doen er in ieder geval alles aan
om dit achter ons te kunnen laten, niet het minst
voor landbouwers die ten zeerste recht hebben op
een vergoeding.
De voorzitter: Mijnheer de minister, mevrouw
Pieters wenst even het woord te voeren over het
hoofdstuk Dioxine. Een onderbreking is echter
geen nieuwe speech. Denk eraan het kort te
houden.
01.18 Trees Pieters (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik zou eigenlijk iets willen zeggen over
het geheel, maar ik zal het kort houden. Wat de
uitvoering en de verbering van het sociaal statuut
van de zelfstandigen betreft, slooft de minister
zich telkenmale uit om te zeggen wat hij al heeft
gedaan. Hij voegt dan de twee boekjaren 2000 en
2001 samen.
Mijn kritiek is dat dit allemaal ten laste van het
stelsel zelf is gebeurd. Het geld wordt niet uit de
algemene overheidsmiddelen gehaald, maar uit
het stelsel zelf. Als u zegt dat u nog 300 miljoen
en 900 miljoen hebt om uw keuze te maken
tussen het pensioen- en het kinderbijslagdossier,
dan zult u een keuze moeten maken en dan zullen
die bedragen niet voldoende groot blijken voor
ernstige remedies.
U hebt in de commissie ook gezegd dat er een
boni van meer dan 8 miljard is in het sociaal
statuut van zelfstandigen. Ik heb daar toen niet op
gereageerd omdat ik de cijfers eerst wou
natrekken. Welnu, dat boni dat u noemt, is het
bedrijfskapitaal van het stelsel zelf. De
zelfstandigen betalen per kwartaal. Zij verwachten
CRIV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
echter elke maand hun pensioen, kinderbijslag en
gezondheidszorguitkeringen. Derhalve moet dat
worden geprefinancierd. Daar heeft men
inderdaad 8 miljard voor nodig, maar dat geld is
geen boni. Daar kan u niet mee werken, daar
moet het stelsel mee werken.
Wat de dioxinedossiers betreft, u hebt er een punt
van gemaakt dat alles buiten moet voor het einde
van het jaar. Wij vragen alleen dat alles zorgvuldig
afgehandeld wordt.
01.19 Minister Jaak Gabriels: Ik wil over dit
laatste zeer duidelijk zijn. Alles wordt zorgvuldig
afgehandeld. U zou echter de eerste zijn om mij
verwijten te maken als wij niet op tijd klaar zouden
zijn. Dan zou u naar voren komen om te zeggen
dat ik mijn belofte niet houd. Nu wij zorgen dat wij
wel tijdig klaar zijn, is het alweer niet goed. Soms
weet ik ook niet meer wat wij nu best zouden
doen. Maar goed, we zullen maar datgene doen
waar de mensen uiteindelijk voordeel bij hebben.
Dat is toch altijd belangrijk.
Uw opmerkingen over het statuut zijn compleet
onjuist. De reserve benut men nu om te vermijden
dat er kaskredieten moeten worden opgenomen
aan hoge intresten. Op die manier zou men het
stelsel immers verder bezwaren. Als men die
reserve in reserve wil houden, moet men
kaskredieten opnemen. Daarom volgen wij deze
weg. Het gaat wel degelijk om reserves die in het
systeem werden opgebouwd.
Wat de algemene middelen betreft, als daar
reserves in zijn, dan zijn die zowel van de
werknemers als van de zelfstandigen. Deze
middelen kunnen worden aangewend voor het
verbeteren van het statuut. Het belangrijkste is dat
wij ervoor moeten zorgen dat er geen
bijdrageverhoging moet komen en dat de
zelfstandigen en de werknemers een beter statuut
krijgen. Voor de zelfstandigen moeten we ervoor
zorgen dat de discriminaties worden weggewerkt,
zoals dat hoort. Ik stel vast dat er in meer dan tien
jaar niets wezenlijks aan het systeem is
veranderd. Wij maken daar nu eindelijk werk van.
Ik geloof dat de mensen er alleen baat bij hebben
om dat resultaat te zien.
U hebt zo-even ook gezegd dat ik van Europa nul
op het rekest heb gekregen. In Europa en de
Europese Landbouwraad heb ik verdedigd wat
elke rechtgeaarde Europeaan zou moeten
verdedigen. Ik heb gesteld dat men niet
halsoverkop maatregelen moet nemen maar dat
men vooraf haalbaarheidsstudies moet laten
uitvoeren om te zien of het toepasbaar is. Anders
maken we onszelf gewoon iets wijs. Verder heb ik
gesteld dat Europa hoe dan ook moet toezien op
het harmoniseren van de maatregelen die worden
genomen. Het is een Europese verplichting om dit
te doen. Er mogen geen ongelijke maatregelen
komen in de verschillende landen. Dat leidt
immers tot concurrentievervalsing en tot een
volledige vertekening van het landbouwbeleid in
Europa. Ook heb ik tussenkomst gevraagd voor
de tests zoals zij die reeds toegezegd hebben
voor de risicodieren. Het gaat daarbij maar om
een kleine groep terwijl wij nu zo'n 300.000 dieren
per jaar moeten testen.
Het is ook logisch dat wij de Commissie gevraagd
hebben om zich niet achter het standpunt van
enkele grote landen te scharen maar om
Europees te denken en te handelen. België en
een groot aantal kleinere landen nemen steeds
weer Europese standpunten in, terwijl grote
landen eerst zichzelf helpen en pas dan aan
Europa denken. Wij hebben daar dan ook op
ingespeeld.
Ik zal nu ons stemgedrag concreet verklaren. Wij
hebben in de eerste vergaderingen aangedrongen
op Europese maatregelen. Als die er dan komen,
moeten wij uiteraard ook meestemmen. Omwille
van het feit dat er Europese maatregelen kwamen
heb ik namens België en in nauw overleg met de
regering en de deelregeringen voor gestemd.
Indien ik tegen had gestemd, zou ik mij achter
hetzelfde standpunt als Duitsland en Finland
moeten scharen hebben. Voor Duitsland gingen
deze maatregelen niet ver genoeg omdat ze in
een langere periode voorzagen. Zij wilden in één
keer een continue beslissing. Finland vond dat zij
niet het voorwerp van die strenge maatregelen
mochten uitmaken omdat totnogtoe bij hen geen
dolle koeien werden opgespoord.
01.20 Trees Pieters (CVP): Mijnheer de minister,
ik heb heel duidelijk laten uitschijnen dat u in
Europa hebt gevochten. Ik wou alleen vragen
waarom u niet het juiste signaal hebt gegeven?
01.21 Minister Jaak Gabriels: Mijnheer de
voorzitter, daar ga ik zelfs niet meer op
antwoorden. Dat laat ik aan de publieke opinie
over, die beter weet welk signaal wij hadden
moeten geven.
De heer Leterme laat uitschijnen dat wij
restaurantfacturen zouden hebben betaald.
Mijnheer Leterme, met die gelden is niets onheus
gebeurd. Op een bepaald moment hebben wij
besloten om de officiële instanties, die hier in het
kader van Euro 2000 aanwezig waren, te
21/12/2000
CRIV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
confronteren met de degelijkheid van de Belgische
landbouwproducten. Daarom hebben wij aan het
BIRB een prefinanciering gevraagd. Deze
budgetten waren uiteraard in onze eigen begroting
opgenomen. Wij hebben vanzelfsprekend alles
nadien aan het BIRB teruggestort. Er is dus niets
onheus mee gebeurd. Wij hebben alleen
propaganda gevoerd voor de producten van de
Landbouw, zoals het hoort en zoals het in het
regeringsbeleid was voorzien.
01.22 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, wij kunnen
hierover bij volgende gelegenheden debatteren.
Het gaat om twee facturen voor een gezamenlijke
waarde van 920.000 frank, te betalen aan een
restaurant in Berlare. Deze facturen werden via
een ministeriële zendbrief van 22 november 2000
en door u ondertekend, aan het BIRB voor
betaling overgemaakt onder de nomenclatuur
"promotie van Belgische producten".
U zou moeten weten, maar dat blijkt niet uit uw
handelingen, dat het promotiebeleid voor
Belgische producten bij uitstek, luidens artikel 6
van de Bijzondere Wet, een bevoegdheid van de
gewesten is. Het is uiteraard handig om, voor een
lastige factuur van een restaurant in Berlare ter
gelegenheid van Euro 2000, gebruik te maken van
het mechanisme van het BIRB.
Ten eerste, had u het recht om dit op die manier
aan te rekenen?
Ten tweede, op welk krediet van uw begroting zult
u de terugbetaling aan het BIRB van de aldus
toegewezen gelden regelen? Wij zijn zeer
benieuwd naar de opvolging die u aan deze
moeilijkheden zult geven. Ik heb het parlementair
verslag van de werkzaamheden bij de bespreking
van de dioxinewet nagekeken. Het was niet de
bedoeling om dit soort activiteiten in de marge van
Euro 2000 met kredieten op de basisallocatie
55/24 te financieren. Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, wij zullen het verloop van dit
dossier nauwlettend opvolgen.
01.23 Minister Jaak Gabriels: Dat is geen
probleem, mijnheer Leterme. Wij hebben
gehandeld zoals nodig was om de mensen die
hier in het kader van Euro 2000 talrijk aanwezig
waren, van de kwaliteit van de Belgische
producten te overtuigen. Dat is de reden geweest
waarom het sneller is gegaan. Achteraf werd dit
op een correcte manier verrekend.
Zo kom ik tot de vragen van mevrouw Laenens..
Bepaalde mensen stelden vragen over de
structuur. Ik ben het met u eens, mevrouw
Laenens, dat wij nu voor het eerst duidelijk maken
dat wij kwaliteitslandbouw, maar ook biologische
landbouw, meer kansen geven. Wij komen tot 4%.
Wij hadden amper 1% toen wij begonnen. In 2003
zullen wij tot 4% komen en wij beogen 10% in
2010. Dat is een belangrijk gegeven dat wijst op
de inspanningen die federaal, maar ook
gewestelijk, werden geleverd. Ik ben het met u
eens dat wij grondig moeten evalueren en dat wij
ons daarvoor op Europese indicatoren moeten
richten. Wij zullen dat zeker door ons diensten
laten doen. Wij zijn het trouwens aan Europa
verplicht om op geregelde tijdstippen evaluaties te
maken.
Monsieur Van Overtveldt, vous avez souligné
l'importance du secteur des Classes moyennes et
des PME. En effet, 97% de nos entreprises sont
des PME et la plupart des employés travaillent
dans ce secteur. Plus ou moins 50% des emplois
à conférer se situent également dans ce secteur.
Il faut le souligner. Pour cette raison, nous voulons
lever des barrières à l'avenir. Nous souhaitons
une simplification administrative et faciliter l'accès
aux professions indépendantes. A cet effet, je
déposerai des projets de loi au début de l'année
prochaine. Ils sont déjà prêts à être soumis au
gouvernement ainsi qu'au parlement. Nous en
discuterons au sein de la commission de
l'Economie.
Par ailleurs, nous évaluerons les règles existantes
car certaines d'entre elles ne facilitent pas l'accès
à la profession indépendante. Il faut actualiser tout
cela et, si nécessaire, supprimer certaines règles
ou les adapter aux exigences actuelles. J'ai
demandé à nos services de préparer cette
évaluation.
En ce qui concerne le statut social, j'ai dit à Mme
Pieters que les mesures que nous avons prises
portent sur plus de 5 milliards de francs belges sur
une base annuelle. A la suite du rapport établi par
le groupe de travail présidé par Mme Cantillon,
nous prendrons encore d'autres initiatives dans le
courant de l'année prochaine. Nous avons une
marge de 1,2 milliard mais si nous voulons
supprimer toutes les discriminations qui existent
en ce qui concerne le statut des indépendants, il
faudrait disposer de 10 milliards. Si nous voulons
arriver à cela, nous devrons accomplir avant la fin
de cette législature, le même effort que celui qui a
été réalisé au cours de la première année. Nous
organiserons un débat au sein du parlement à ce
sujet.
Mme Dardenne m'a interrogé sur l'agriculture
CRIV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
biologique. A ce sujet, je me réfère aux réponses
que j'ai données à Mme Laenens.
Elle me demandait aussi qui supportera les frais
relatifs à l'ESB. Les frais sont de deux ordres.
Ceux qui ont trait aux farines animales relèvent
des régions qui sont compétentes en la matière.
Un groupe de travail présidé par M. Beernaert se
penche sur l'opérationnalité des travaux à réaliser
et examine où puiser les moyens financiers
nécessaires à cet effet. Toutefois, comme je l'ai
indiqué dans la note commune que j'ai rédigée
avec Mme Aelvoet, le gouvernement fédéral devra
aussi financer l'opération. Pour les tests
uniquement, les frais se montent à 1,2 milliard de
francs. Nous avons donc demandé, lors du
conseil de l'Agriculture européen, d'augmenter la
participation de la Commission européenne. Il
était prévu que l'intervention serait de 600 francs
par test effectué dans le secteur bovin, mais nous
voulons que cette participation soit la même que
celle prévue pour les animaux à risques, soit
1.200 francs.
Notre demande était soutenue par sept autres
pays. Nous voulons remettre ce point à l'ordre du
jour du prochain conseil de l'Agriculture qui se
tiendra en janvier 2001. Cependant, les mesures
nécessaires doivent être prises dès le 1
er
janvier.
C'est pourquoi nous plaiderons aujourd'hui au sein
du "kern" et demain en Conseil des ministres pour
que le gouvernement fédéral règle la facture.
Nous avons déjà demandé un montant de 180
millions de francs pour recueillir les farines
animales qui se trouvent encore dans les
entreprises puisqu'elles ne peuvent plus être
utilisées. On connaît la créativité de certaines
personnes dans de telles circonstances et il faut
éviter tout problème.
Vous avez parlé de la crise que nous connaissons
depuis quelques années dans le secteur. Comme
je l'ai dit à Mme Pieters, il faut réfléchir au type
d'agriculture que l'on souhaite en Europe. Il faut
toutefois rester prudent car il faut assurer la survie
de l'agriculture dans notre pays.
Mais quelle agriculture? Quelles sont les priorités
absolues? Il faut en discuter ensemble au niveau
de l'Europe pour assurer l'agriculture du futur.
C'est absolument nécessaire si l'on veut éviter les
crises accidentelles telles celles que nous avons
connues ces dernières années.
01.24 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, monsieur le ministre, c'est
d'autant plus nécessaire que nous allons devoir
effectivement affronter les Etats-Unis. J'aimerais
que l'Europe le fasse de manière unie, lorsqu'il
s'agira de la renégociation des accords de Blair
House et de la fin des clauses de sauvegarde et
de la clause de paix. J'estime que c'est très
important.
01.25 Jaak Gabriels, ministre: En ce qui
concerne les questions délicates que vous avez
soulevées concernant l'incorporation des farines
animales dans la gélatine et non dans
l'alimentation destinée au bétail, le conseil de
l'Agriculture a statué sur leur utilisation possible
dans la gélatine. Cette décision relève donc de
l'autorité européenne. Par conséquent, toute
modification nécessite une nouvelle décision.
Une exception a ainsi été admise pour la gélatine
ainsi que pour le secteur du poisson. Ces
questions ont, bien entendu, fait l'objet d'un
examen, puisque nous connaissons les
problèmes inhérents à ce secteur.
01.26 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le ministre, je comprends, mais n'avait-
on pas le droit en Belgique d'outrepasser la
décision européenne et de prendre de l'avance
sur celle-ci? Ne serait-ce pas un signal à donner?
Je n'ignore pas que cela pose un problème de
concurrence.
01.27 Jaak Gabriels, ministre: Etant donné que
j'ai déjà plaidé pour une décision européenne en
la matière, j'espère pouvoir faire de même au sein
du conseil de l'Agriculture.
Mijnheer de voorzitter, dat zijn de antwoorden op
de verschillende vragen. Ik dank de collega's voor
de levendige belangstelling voor zowel de
problematiek van de zelfstandigen als de
landbouw. Uiteraard moeten we ervoor zorgen dat
de regionalisering van de landbouw die ik ten
volle ondersteun er niet toe leidt dat we niet
langer meetellen in Europa. Als we dat kunnen
combineren, slaan we volgens mij twee vliegen in
een klap. Deze situatie brengt uiteraard mee dat
we momenteel met drie belangrijke operaties
worden geconfronteerd. Eerst en vooral is er
Copernicus die heel de structuur van de
ambtenarij wil omvormen. Daarnaast is er ook de
uitbouw van het federaal agentschap dat ons
departement grondig raakt en dan vooral DG4 en
DG5. Tenslotte is er ook de regionalisering die
een belangrijke operatie is en die vanzelfsprekend
heel wat consequenties zal hebben voor de
sector.
01.28 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, ik had daarnet het woord
21/12/2000
CRIV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
gevraagd maar u heeft dit blijkbaar niet
opgemerkt.
De voorzitter: U heeft niet genoeg aangedrongen.
Let eens op hoe mevrouw D'Hondt dat doet.
01.29 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, ieder zijn stijl.
Ik wou gewoon reageren op het feit dat ik wel
degelijk heb gevraagd naar een evaluatie, een
structureel overleg en de noodzakelijke wettelijke
aanpassingen. In twee zinnen kan men dus heel
wat vragen stellen.
01.30 Minister Jaak Gabriels: Mijnheer de
voorzitter, ik denk dat mijn antwoord op die vragen
misschien iets te kort was. Mevrouw Laenens, ik
heb u echter uitdrukkelijk gelijk gegeven. De
evaluatie zal wel degelijk plaatsvinden en dan
bedoel ik voor alle drie de elementen die u heeft
aangekaart.
01.31 Charles Picqué, ministre: Monsieur le
président, des questions assez précises m'ont
essentiellement été posées par Mme Gerkens et
M. Van Overtveldt. En ce qui concerne le
recensement, il est évident qu'une question
comme celle que vous auriez souhaité poser ne
se retrouve pas dans le questionnaire qui a été
soumis au Conseil des statistiques, mais rien
n'empêche, à partir de la matière brute livrée par
les questionnaires, de donner peut-être une
ébauche de réponse.
De manière plus générale, je voudrais dire qu'un
recensement, ou plutôt une enquête socio-
économique, laisse la faculté de questionnements
complémentaires, à partir des données qui ont
déjà été récoltées dans le cadre de l'enquête.
Aussi, serait-il intéressant de se livrer à l'exercice
de déterminer ce qui, à partir de ces données
brutes, peut éventuellement être exploité, aux fins
de répondre aux questions comme la vôtre.
En ce qui concerne la recherche scientifique, est-
elle suffisamment utilisée, notamment dans ses
applications très concrètes et dans ses
applications économiques? Ce débat n'est pas
neuf. Ce n'est pas la première fois que l'on
évoque ce problème. Nous évoluons dans un
sens positif, notamment en ce qui concerne le
financement de chercheurs dans les pôles
universitaires, qui travaillent en interface avec le
monde des entreprises. C'est important et cette
piste est, à présent, renforcée par le
gouvernement, car des personnes dotées de la
vocation de chercheur, qui ne sont pas au service
des entreprises, mais travaillent de concert avec
ces dernières, peuvent assurer plus aisément le
relais et donc l'applicabilité d'un certain nombre de
recherches effectuées au sein des universités.
M. Busquin a certainement raison, lorsqu'il déplore
le manque de lobbying en ce qui concerne la
recherche de crédits dans les niches financières
européennes. Certes, nous sommes, de manière
générale, trop timides dans l'exploitation des
moyens européens, pas seulement en matière de
recherche scientifique, mais ce n'est qu'une
considération personnelle.
J'ai eu l'occasion de rencontrer M. Busquin il y a
quelques jours encore et il appert de cette
entrevue qu'il y a des crédits disponibles et
utilisables notamment pour le développement
durable et pour la ville, sujets qui, je l'espère, nous
intéressent tous. Nous serons attentifs à remettre
des dossiers susceptibles de déboucher sur des
financements ou des financements
complémentaires de recherche.
La transversalité est importante; vous l'avez dit
vous-même. Je trouve que les trois grands
thèmes choisis par le gouvernement en matière
de recherche scientifique la cohésion sociale, le
développement durable et la nouvelle société de
la connaissance sont, par essence, des
programmes à grande portée transversale. Il est
inutile de vous démontrer que ces trois thèmes
vont en fait imprégner toute une série de secteurs
de notre action politique et toute une série de
thèmes sociétaux.
Garder nos chercheurs, tel est véritablement
l'objet de la note qui a été déposée au
gouvernement par M. Ylieff et moi-même,
notamment par la création de bourses, mais aussi
en nous engageant dans la voie originale, mais
légitime, de certains avantages fiscaux en faveur
des chercheurs.
Le brevet sera probablement un des grands
thèmes qui seront débattus lors de la présidence
belge. D'ailleurs, il faut savoir que la Commission
européenne nous imposera pratiquement, comme
ce fut le cas lors des dernières présidences, la
tenue d'une conférence qui sera exclusivement
consacrée aux brevets communautaires. Cette
conférence est déjà programmée dans la note de
travail que j'ai remise au gouvernement. Nous
aurons donc certainement l'occasion de revenir
sur ce débat très important qui est celui de l'unicité
d'une procédure et d'un brevet communautaire
européen.
CRIV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
Vous disiez tout à l'heure qu'il fallait chaque fois
trouver des occasions de créer le débat.
Saisissant l'opportunité créée par les nouveaux
moyens de communication, nous avons mis sur
internet le projet de loi sur la brevetabilité du
vivant. Il pourra donc y avoir là un bon débat,
pluriel et élargi à tout le monde. Il ne se confinera
pas aux enceintes du parlement. Nous évitons
ainsi la monopolisation du débat de société par les
instances parlementaires.
Je crois qu'il faut susciter ce genre de débat. En
ce qui concerne notamment les technologies
relatives au vivant, j'appelle de mes voeux un
débat intéressant. Et je suis convaincu que la voie
consensuelle ne sera pas aussi facile à trouver
qu'il n'y paraît à première vue.
Je dirai maintenant à l'attention de M. Van
Overtveldt que je n'ai évidemment pas oublié
l'intérêt de la signature électronique. Nous aurions
d'ailleurs normalement dû débattre de ce projet de
loi en commission de l'Economie la semaine
dernière. Le déroulement des travaux n'a
malheureusement pas permis de le faire. Je
pense donc que nous aurons l'occasion d'en
débattre en commission le 9 ou le 16 janvier
prochain. Et vous avez parfaitement raison de
souligner combien il est nécessaire que ce projet
de loi soit traité rapidement.
Il en ira d'ailleurs de même pour d'autres chantiers
légistiques, lorsque nous devrons adapter nos
législations aux nouvelles technologies de
l'information et de la communication en rapport
avec la vie économique.
01.32 Marc Van Peel (CVP): Mijnheer de
minister, ik maak van uw aanwezigheid gebruik
om u een vraag te stellen. Het onderwerp van mijn
vraag is hier reeds ter sprake gekomen maar het
wordt ons steeds onduidelijker hoe het nu zit met
de ingangsdatum van de ecotaksen. Gisteren
werd daarover reeds gedebatteerd. Verschillende
ministers leggen daarover verschillende
verklaringen af. Mevrouw Aelvoet heeft gisteren
verklaard dat er een wetswijziging nodig is.
Mijnheer Reynders zegt vandaag dat die
ecotaksen er nooit komen.
Kunt u mij helpen met de volgende vraag. De wet
die de invoering voorziet, gaat sowieso in op 1
januari 2001. Ik zie niet goed in hoe men deze wet
op een of andere manier kan uitstellen tenzij met
een of andere bepaling met terugwerkende kracht.
Zij die op dit ogenblik verpakkingen produceren
die onder de wet vallen, zijn gehouden aan het
toepassen van de wet. Gaat u hen dit met
terugwerkende kracht terugbetalen? Het lijkt mij
toch belangrijk dat de mensen weten waar ze aan
toe zijn.
Mijnheer de minister, de regering heeft
aangekondigd dat daarover nog moet worden
gepraat. Er is toch het onoverkomelijke feit dat
vanaf 1 januari 2001 de wet sowieso van kracht
wordt. Een simpele verklaring van minister
Reynders in een krant kan toch niet betekenen dat
wet niet wordt toegepast. Ik vraag u niet naar uw
uiteindelijke, definitieve oplossing maar naar
eventuele overgangsmodaliteiten die voor de
sector van zeer groot belang is.
01.33 Minister Charles Picqué: Mijnheer Van
Peel, u. hebt gelijk dat u mijn aandacht vestigt op
dit punt Het is inderdaad onontbeerlijk dat dit punt
verduidelijkt wordt. Ik heb inderdaad gehoord dat
minister Reynders gisteren of vannacht zijn
mening hierover heeft geuit. Persoonlijk denk ik
dat de toepassing van de wet kan worden
uitgesteld. Daardoor wordt het probleem dat u
evoceert echter niet opgelost. Het is dus
noodzakelijk dat binnen de regering de zaken zo
goed mogelijk worden verduidelijkt. Volgens mij
bestaan er inderdaad verschillende standpunten
over deze materie. Volgens mij vergt dit een
verduidelijking op wettelijke basis.
01.34 Marc Van Peel (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ik neem aan dat
men in de regering nog tot een vergelijk moet
komen. Daar gaat het mij nu niet om. Ik zie enkel
de conclusie: u zegt dat de wet niet kan worden
toegepast vanaf 1 januari omdat er nog geen
vergelijk over is. De wet bepaalt echter duidelijk
dat de ingangsdatum 1 januari 2001 is. Een
koninklijk besluit of een verklaring van een
minister kan het invoeren van die wet toch niet
uitstellen? Naar ik aanneem zetelt dit Parlement
vandaag waarschijnlijk de laatste keer voor 1
januari 2001? Zit u dan niet met een probleem?
Over het politieke probleem kunnen we nog
debatteren, maar voor de sector is de
onduidelijkheid enorm groot. Zowel de
consumenten als de hele sector zien zich voor
levensgrote vragen gesteld.
Mijns inziens bestaat er dus geen andere
mogelijkheid dan te zeggen: de wet is de wet. Hij
zal ingaan vanaf 1 januari 2001. Als u dan echter
een nieuw compromis vindt in de regering, moet u
die taksen misschien bij terugwerkende kracht
gaan terugbetalen. Dat is toch een chaotische
organisatie? Aan wie gaat u immers terugbetalen?
Wie heeft wat gekocht? Dit wordt toch een echte
chaos?
21/12/2000
CRIV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
01.35 Minister Charles Picqué: Mijnheer Van
Peel, ik deel uw bezorgdheid over dit punt. Ik denk
dat het verstandig zou zijn minister Reynders
hierover te ondervragen. Ik wil u niet verbergen
dat wij inderdaad in de komende uren of dagen
moeten nakijken welk initiatief wij kunnen nemen
om de bezorgdheid weg te werken.
01.36 Marc Van Peel (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, het lijkt me vrij
duidelijk welk initiatief er moet worden genomen,
namelijk een wetswijziging. Mijnheer de voorzitter,
ik weet niet of er procedures bestaan om nog
deze namiddag een overgangswet goed te
keuren? Dat lijkt me nogal moeilijk.
De voorzitter: Ik zou daar niet te zeer op
aandringen, mijnheer Van Peel.
01.37 Marc Van Peel (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik wil daar wel op aandringen als dat
kan helpen.
De consumenten nu voorspiegelen dat deze wet
niet van kracht wordt op 1 januari 2001, is mijns
inziens compleet fout. Hij wordt wel van kracht op
1 januari 2001. Er is geen enkel wetgevend middel
om dit te beletten.
01.38 Minister Charles Picqué: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Van Peel, dat is nu juist het
probleem. Wij moeten een wetgevend middel
aanwenden om de wet aan te passen. Dit is
uiteraard iets dan men moet voorstellen aan de
minister van Financiën.
De voorzitter: Ik kan geen wet aan het Parlement
voorleggen als er geen ontwerp van bestaat.
Collega's, zo brengt men de actualiteit in het
debat. Monsieur le secrétaire d'état, vous avez la
parole
01.39 Olivier Deleuze, ministre: Monsieur le
président, concernant le volet énergie de notre
discussion de ce matin, je voudrais vous rappeler
quelques éléments: tout d'abord, le comité de
contrôle a confirmé hier la décision
gouvernementale de diminuer les tarifs du gaz
pour les gens qui bénéficient d'un tarif social
spécifique, et ce à partir du premier janvier 2001.
Ces derniers employant également le gaz pour le
chauffage, verront une diminution de leur facture
de 3.200 francs, TVA comprise, tandis que ceux
n'employant le gaz que pour la cuisine, verront
une diminution globale de leurs tarifs de 3.700
francs TVA comprise.
En ce qui concerne l'électricité, vous savez que
déjà en juin, deux décisions avaient été prises, la
première était d'accorder 500 KW/heure gratuits
aux gens qui bénéficient de ce tarif social
spécifique, donc une diminution de facture de
3000 francs, tandis que tout le monde s'est vu
octroyer 100 KW/heure gratuits, c'est-à-dire une
diminution de 500 francs.
Le comité de contrôle se réunit à nouveau en
comité restreint le 10 janvier 2001 pour mettre en
application la décision gouvernementale de
diminuer de 50% le handicap tarifaire des
consommateurs résidentiels par rapport aux
consommateurs résidentiels des pays voisins. Je
regrette que ce soit en 2001 alors que le
gouvernement l'avait planifié pour le 1
er
janvier
2001. Je m'attends donc à ce que les décisions du
comité de contrôle aient un effet rétroactif.
En ce qui concerne AMPERE, j'ai eu l'occasion de
signaler dat het een rapport aan de regering was
en niet een rapport van de regering. De tekst die
het beleid van de regering dicteert is de
regeringsverklaring, niet een rapport. Inderdaad
scoort België slecht qua CO
2
-uitstoot, omdat het
vorige klimaatplan uit 1994 of 1996 niet wordt
toegepast. Wij zitten vandaag dus in een moeilijke
situatie. Vandaag is de uitstoot van
broeikaseffectgas gestegen met 13% in
vergelijking met 1999. Wij moeten dat rechtzetten,
daarin hebt u gelijk. Laten wij duidelijk zijn over het
Kyoto-protocol.
01.40 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de
staatssecretaris, ik begrijp goed dat u niet geneigd
bent het AMPERE-verslag ernstig te nemen. Ik
heb al andere mensen uit de meerderheid
gehoord die dat wel willen doen en ik denk dat wij
daarover toch minstens behoorlijk moeten kunnen
debatteren. Ik stel vast dat dit debat alleen maar
gepolariseerd wordt gevoerd. Wie iets durft
zeggen over het nucleaire is een lobbyist voor de
nucleaire sector en wie ertegen is, behoort tot de
drukkingsgroepen. Het lijkt mij wenselijk op basis
van wetenschappelijk materiaal een serieus debat
te krijgen. Dat is een.
Ten tweede. U verwijst naar de politiek van het
verleden. Wat antwoordt u dan op mijn opmerking
dat de optie van deze regering om over te gaan tot
vervroegde sluiting van de kerncentrales, alleen
maar als gevolg kan hebben dat men meer
steenkool en gas zal moeten verbruiken? Dat kan
de uitstoot alleen maar verhogen, terwijl wij nu,
door u bevestigd, met 20 miljoen ton te veel aan
uitstoot zullen zitten tegen 2010. De optie van de
CRIV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
regering kan dit probleem alleen maar vergroten
en niet verminderen.
01.41 Minister Olivier Deleuze: Ik had nog niet al
uw vragen beantwoord.
De voorzitter: Mevrouw Creyf is soms
ongeduldig. Dat is een eigenschap van velen
onder ons.
01.42 Minister Olivier Deleuze: Wat de CO
2
-
uitstoot betreft: laat ons duidelijk zijn over de data
van het protocol van Kyoto. Dat bepaalt voor
België de doelstellingen tot 2010, waaronder een
vermindering van uitstoot van de broeikasgassen
met 7,5 procent en de stopzetting van de
kerncentrales zoals bepaald in de
regeringsverklaring, is pas voorzien vanaf 2014,
dus vier jaar later.
De kwestie van het stopzetten van het gebruik van
kernenergie en wat het AMPERE-rapport
daarover zegt kruist dus op geen enkel moment
de vraag van de fade-out van kernenergie. Indien
de CVP in de toekomst weer aan de macht zou
zijn en u zou besluiten meer kerncentrales te
bouwen, zal u niet minder inspanning moeten
doen om de Kyoto-doelstellingen voor 2010 te
respecteren.
01.43 Serge Van Overtveldt (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, je voulais intervenir sur ce
qu'a dit le ministre préalablement en ce qui
concerne les diminutions de prix de l'électricité...
Le président: Un moment, je vais d'abord clôturer
le débat, ensuite je reviendrai à vous.
01.44 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de
voorzitter, wij kennen het standpunt van de
staatssecretaris terzake: de Kyoto-norm moet
worden bereikt in 2010, maar de eerste sluiting
kan ten vroegste in 2014 worden verwacht.
Welnu, dat is volgens mij struisvogelpolitiek. Men
wast zijn handen in onschuld, net alsof er na 2010
geen sprake meer zal zijn van koolstofuitstoot. Het
is toch niet mogelijk dat een staatssecretaris een
dergelijk standpunt inneemt!
De voorzitter: Ik verzoek de staatssecretaris
eerst te antwoorden op deze vraag.
01.45 Minister Olivier Deleuze: Mijnheer de
voorzitter, hiermee wordt bedoeld dat de
inspanningen die moeten worden geleverd om het
Kyoto-protocol de respecteren, niet worden
beïnvloed door welke beslissing dan ook inzake
kernenergie.
Wellicht las u, net als ik, het AMPERE-rapport,
mevrouw Creyf. Welnu, laten wij dit rapport even
vergelijken met het rapport Jaumotte-Maldague
van 1975, waarin werd gesteld dat de oplossing
voor het energiebeleid in België de kernenergie
was.
Volgens mij wordt het AMPERE-rapport te vaak
beschreven als een pro-nucleair rapport, hoewel
het tal van andere aanbevelingen inhoudt,
bijvoorbeeld over alternatieve energie, over de
vervanging van koolcentrales door gascentrales,
en dergelijke.
Volgens het AMPERE-rapport moet de deur van
de kernenergie worden opengelaten. Dat is niet
mijn oordeel en dat staat evenmin in de
regeringsverklaring.
A l'issue du Conseil des ministres, votre chef de
groupe s'était interrogé sur l'identité des experts
internationaux chargés de revoir le rapport
Ampère que M. Poncelet a probablement en sa
possession, parce qu'il lit attentivement les
communiqués de presse issus des Conseils des
ministres.
En effet, la liste des cinq experts internationaux a
été arrêtée par une décision du Conseil des
ministres de juillet 2000 et ceux qui lisent les
communiqués de presse diffusés à l'issue du
conseil sont au courant de l'identité de ces
experts, de leur curriculum, etc.
Le président: Monsieur le secrétaire d'état, avez-
vous fait le tour du nucléaire?
01.46 Olivier Deleuze, ministre: A ce propos,
oui, monsieur le président.
Le président: C'est évidemment une façon de
parler, je sais que l'éternité est devant nous.
01.47 Serge Van Overtveldt (PRL FDF MCC):
Monsieur le ministre, en ce qui concerne la
diminution des tarifs du gaz et de l'électricité,
avez-vous déjà une idée des répercussions que
ces diminutions pourraient avoir sur les différentes
intercommunales et les dividendes qui devraient
être donnés ultérieurement aux communes?
Comme personne ne l'ignore, les dividendes
donnés aux communes représentent un montant
important, dans la mesure où le tarif est adapté
aux concurrences européennes. Dans vos études,
quelle est la diminution des rémunérations et des
dividendes moindres seront-ils versés aux
21/12/2000
CRIV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
associés, c'est-à-dire aux communes?
01.48 Olivier Deleuze, ministre: Je me réjouis
que les tarifs sociaux diminuent car la Belgique
était parmi les pays où les résidentiels et les
faibles parmi eux payaient le plus cher. La
diminution des tarifs fait partie d'une politique
sociale même si la conséquence éventuelle est
une diminution de rentrées pour les
intercommunales.
L'objectif absolu et ultime de notre politique n'est
pas celui des rentrées des intercommunales mais
serait plutôt ce que les pauvres payent pour leur
gaz et leur électricité.
Effectivement, les communes par le biais des
intercommunales ont des rentrées financières
issues des ventes de gaz et d'électricité. Ces
rentrées financières sont davantage mises en
difficulté par l'application de la directive
européenne qui organise l'ouverture du marché de
l'énergie, du gaz et de l'électricité particulièrement.
Ce qui est un problème car, par des contrats de
troisième génération avec Electrabel, les
intercommunales jouissaient de cette position
monopolistique de fait et de droit aujourd'hui mise
en danger, et par conséquent les rentrées qui en
découlaient le sont également. Pour compenser
ces pertes, un groupe de travail se réunit pour le
moment pour trouver des solutions et un des
éléments de compensation pourrait être une forte
participation des communes dans le capital du
gestionnaire du réseau de transport.
Ces points ne constituent pas la charge
essentielle qui pèse sur les rentrées financières
des communes. La diminution des tarifs pour les
plus pauvres est une mesure importante mais il ne
s'agit que d'un potentiel de 100.000 ménages,
alors qu'il existe 4 millions de compteurs en
Belgique, ce qui n'est pas important, en termes
relatifs, par rapport à la masse globale de ce qui
s'échange.
Ik ben inderdaad voorstander van één groen
certificaat voor de vier gewesten. Wat energie
betreft zijn er vier gewesten, want voor mij is de
Noordzee ook een gewest. Voor het kan werken,
moeten de drie andere ook voorstander zijn.
Indien een van de drie andere er niet mee akkoord
is, zullen er vier groene certificaten zijn. Dat zou ik
betreuren. De mensen die het met mij eens zijn,
nodig ik uit om te interpelleren in de drie andere
gewesten om te zien of de mensen het daar eens
zijn over "interchangeabilité". Indien het niet
mogelijk is, zal er enerzijds een groen certificaat
zijn voor de windemolens in de Noordzee en
anderzijds voor klanten die rechtstreeks aan het
transportnet verbonden worden. Daar ligt mijn
bevoegdheid. Ik heb een voorkeur voor
"interchangeabilité".
Evidemment, aucune interchangeabilité n'est
possible sans l'indispensable accord de toutes les
parties
Bien sûr, « l'interchangeabilité » suppose l'accord
de toutes les parties.
01.49 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik deel uiteraard de mening van de
staatssecretaris. Het zou verschrikkelijk
ingewikkeld zijn als we met vier groene
stroomcertificaten moesten werken. We zijn voor
groene stroom of wij ze er niet voor. We mogen dit
niet door al dat soort maatregelen bemoeilijken.
De zaak is al ingewikkeld genoeg.
Ik ken het Vlaams decreet ter zake. Daarin staat
duidelijk dat het over eigen productie moet gaan.
Dit wil zeggen dat het decreet zal moeten worden
gewijzigd. Het is de taak van de gewesten om dat
te doen, maar misschien kan de staatssecretaris
een coördinerende rol spelen.
We maken de groene stroom complex en duur. Ik
denk dat het allesbehalve dat mag zijn.
01.50 Minister Olivier Deleuze: Mijnheer de
voorzitter, ik heb niets toe te voegen aan de
problematiek van de groene stroom en de
wisselbaarheid tussen de drie plus één gewesten.
En ce qui concerne la possibilité d'une politique
énergétique nationale, elle est effectivement
déterminée par les directives européennes sur
l'ouverture du marché et par la loi d'avril 1999. Je
suppose dès lors que ceux qui ont voté la loi en
connaissaient les limites en termes de politique
énergétique nationale.
Wat het nucleair passief BP1 en BP2 betreft, kan
ik bevestigen dat er een akkoord is, ook voor het
deel dat de sector voor 2001 moet betalen. Er is
een duidelijk akkoord van 350 miljoen dat de
elektriciteitssector voor dit passief zal betalen.
Hieruit concluderen dat dit een geschenk aan de
elektriciens is, is natuurlijk een eigenaardige
logica.
La disposition faisant passer la couverture des
assurances en responsabilité civile de quatre à
douze milliards de francs a été votée, sachant que
désormais ces douze milliards couvriront trois
CRIV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
centrales si celles-ci se trouvent sur un même
site. Néanmoins, si un accident impliquant une
centrale devait survenir sur un site nucléaire, il est
évident que la couverture de cette centrale
s'élèverait à douze milliards. Il ne s'agit donc pas
de douze milliards de francs divisés par le nombre
de centrales. Par conséquent, la seule hypothèse
où cela poserait un problème est celle où
plusieurs centrales d'un même site viendraient à
connaître un incident en même temps. Or, l'on
nous répète que la probabilité d'un accident du
type de celui de Tchernobyl est en Belgique
extrêmement faible; mais alors, venir nous dire
qu'il faudrait tout de même envisager la possibilité
que plusieurs centrales connaîtraient des
incidents en même temps me semble
contradictoire!
01.51 Marc Van Peel (CVP): Mijnheer de
staatssecretaris, ik stel u als staatssecretaris
bevoegd voor duurzame ontwikkeling, dezelfde
vraag als aan minister Picqué. Ten gronde ga ik
niet in op de ecotaksproblematiek. Wel vernam ik
graag of er terzake overgangsmaatregelen
worden overwogen.
01.52 Minister Olivier Deleuze: Mijnheer Van
Peel, ik heb het antwoord van de heer Picqué ook
gehoord. Als lid van dezelfde regering deel ik zijn
mening.
01.53 Marc Van Peel (CVP): Is er dus geen
oplossing?
01.54 Minister Olivier Deleuze: Mijnheer Van
Peel, nogmaals, ik heb dezelfde mening als de
heer Picqué en wellicht ook als mijn 16 andere
collega's.
01.55 Marc Van Peel (CVP): U hebt dus geen
opinie. Dus is de wet gewoon van toepassing.
01.56 Minister Olivier Deleuze: Mijnheer Van
Peel, ik heb dezelfde opinie als de heer Picqué.
De voorzitter: Mijnheer de staatssecretaris, ik
verzoek u in de vergadering te blijven, want ik zal
zo dadelijk de artikelsgewijze besprekingen
aanvatten en ik sta erop dat de regering
vertegenwoordigd is.
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van
de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar
2001. De door de commissie aangenomen tekst
geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(904/1)
Nous passons à la discussion des articles du
budget des voies et moyens pour l'année
budgétaire 2001. Le texte adopté par la
commission sert de base à la discussion. (Rgt
66,4) (904/1)
De begroting telt 17 artikelen.
Le budget compte 17 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 17 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 1 à 17 sont adoptés article par article.
De tabel in bijlage wordt zonder opmerkingen
aangenomen.
Le tableau annexé est adopté sans observation.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over het geheel van de
Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar
2001 zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
l'ensemble du budget des voies et moyens pour
l'année budgétaire 2001 aura lieu ultérieurement.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van
het ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor
het begrotingsjaar 2001. De door de commissie
aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4) (905/7) (905/23-erratum)
(905/31-erratum) (904/3-verslag met door de
commissie op blz. 239 en 240 voorgestelde
amendementen)
Nous passons à la discussion des articles du
projet de budget général des dépenses pour
l'année budgétaire 2001. Le texte adopté par la
commission sert de base à la discussion. (Rgt
66,4) (905/7) (905/23-erratum) (905/31-erratum)
(904/3-rapport avec amendements proposés
par la commission aux pp. 239 et 240)
L'article 1-01-1 est adopté.
Artikel 1-01-1 is aangenomen.
Ingediende amendementen:
Amendements déposés:
Art. 1-01-2
7: Servais Verherstraeten (905/27)
6: Guido Tastenhoye (905/27)
26: Luc Sevenhans (905/32)
21/12/2000
CRIV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
27: Guido Tastenhoye (905/34)
28: Guido Tastenhoye (905/34)
29: Marcel Hendrickx en Tony Van Parys
(905/35)
Art. 2.17.12
30: Marcel Hendrickx, Tony Van Parys, Karel Van
Hoorebeke (905/35)
De stemming over de amendementen, de tabellen
in bijlage en artikelen 1-01-2 en 2.17.12 wordt
aangehouden.
Le vote sur les amendements, les tableaux
annexés et les articles 1-01-2 et 2.17.12 est
réservé.
Les articles 1-01-3 à 1-01-9, 2.11.1 à 2.11.15,
2.12.1 à 2.12.7, 2.13.1 à 2.13.10, 2.14.1 à 2.14.9,
2.15.1 à 2.15.9, 2.16.1 à 2.16.28, 2.17.1 à
2.17.11, 2.18.1 à 2.18.11, 2.19.1 à 2.19.19, 2.21.1
à 2.21.7, 2.23.1 à 2.23.9, 2.26.1 à 2.26.17, 2.31.1
à 2.31.13, 2.32.1 à 2.32.6, 2.33.1 à 2.33.7, 2.51.1
à 2.51.10, 2.52.1, 3-01-1, 3-01-2, 4-01-1 à 4-01-4,
5-01-1 à 5-01-4 sont adoptés article par article.
De artikelen 1-01-3 tot 1-01-9, 2.11.1 tot 2.11.15,
2.12.1 tot 2.12.7, 2.13.1 tot 2.13.10, 2.14.1 tot
2.14.9, 2.15.1 tot 2.15.9, 2.16.1 tot 2.16.28, 2.17.1
tot 2.17.11, 2.18.1 tot 2.18.11, 2.19.1 tot 2.19.19,
2.21.1 tot 2.21.7, 2.23.1 tot 2.23.9, 2.26.1 tot
2.26.17, 2.31.1 tot 2.31.13, 2.32.1 tot 2.32.6,
2.33.1 tot 2.33.7, 2.51.1 tot 2.51.10, 2.52.1, 3-01-
1, 3-01-2, 4-01-1 tot 4-01-4, 5-01-1 tot 5-01-4 sont
adoptés article par article.
La discussion des articles est close. Le vote sur
les amendements, les tableaux annexés et les
articles 1-01-2 et 2.17.12 réservés ainsi que sur
l'ensemble du projet de budget général des
dépenses pour l'année budgétaire 2001 aura lieu
ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over de aangehouden amendementen,
de tabellen in bijlage en de artikelen 1-01-2 en
2.17.12 en over het geheel van het ontwerp van
algemene uitgavenbegroting voor het
begrotingsjaar 2001 zal later plaatsvinden.
De vergadering wordt gesloten om 12.37 uur.
Volgende vergadering donderdag 21 december
2000 om 14.15 uur.
La séance est levée à 12.37 heures. Prochaine
séance le jeudi 21 décembre 2000 à 14.15
heures.
CRIV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
BIJLAGE
ANNEXE
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
DONDERDAG 21 DECEMBER 2000
JEUDI 21 DÉCEMBRE 2000
INTERNE BESLUITEN
DECISIONS INTERNES
VOORSTELLEN PROPOSITIONS
Toelating tot drukken
Autorisation d'impression
1. Wetsvoorstel (de heer Yvan Mayeur c.s.)
betreffende het gebruik van open
communicatiestandaarden door de
overheidsdiensten (nr. 1022/1).
1. Proposition de loi (M. Yvan Mayeur et consorts)
relative à l'usage de standards de communication
ouverts dans l'administration (n° 1022/1).
2. Wetsvoorstel (de heer Jean-Jacques Viseur) tot
invoering van een zelfredzaamheidsverzekering in
de wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte
verzekering voor geneeskundige verzorging en
uitkeringen (nr. 1023/1).
2. Proposition de loi (M. Jean-Jacques Viseur)
visant à introduire dans la loi relative à l'assurance
obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée
le 14 juillet 1994 une assurance autonomie
(n° 1023/1).
3. Voorstel van resolutie (de heer Jacques Lefevre)
betreffende de gedragscode die de regering inzake
buitenlands beleid in acht dient te nemen
(nr. 1024/1).
3. Proposition de résolution (M. Jacques Lefevre)
relative au code de conduite déontologique à
adopter par le gouvernement en matière de
politique étrangère (n° 1024/1).
4. Voorstel van resolutie (de heer Jacques Lefevre
en de dames Leen Laenens en Claudine Drion)
over Tibet (nr. 1025/1).
4. Proposition de résolution (M. Jacques Lefevre et
Mmes Leen Laenens et Claudine Drion) sur le Tibet
(n° 1025/1).
5. Voorstel van resolutie (de heren Bart Laeremans
en Guido Tastenhoye) betreffende een
gewaarborgde minimumvertegenwoordiging van de
Brusselse Vlamingen in de plaatselijke besturen
(nr. 1026/1).
5. Proposition de résolution (MM. Bart Laeremans
et Guido Tastenhoye) relative à la représentation
minimum garantie des Flamands de Bruxelles dans
les pouvoirs locaux (n° 1026/1).
MEDEDELING COMMUNICATION
SENAAT SENAT
Geamendeerd wetsontwerp
Projet de loi amendé
Bij brief van 20 december 2000 zendt de Senaat
terug, zoals het in zijn vergadering van die datum
werd geamendeerd, het ontwerp van tijdelijke wet
tot invoeging van een artikel 257bis in de wet van
7
december
1998 tot organisatie van een
geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee
niveaus (nr. 991/7).
Par message du 20 décembre 2000, le Sénat
renvoie, tel qu'il l'a amendé en séance de cette
date, le projet de loi temporaire insérant un article
257bis dans la loi du 7 décembre 1998 organisant
un service de police intégré, structuré à deux
niveaux (n° 991/7).
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
Renvoi à la commission de la Justice
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 PLEN 099
CRABV 50 PLEN 099
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
donderdag jeudi
21-12-2000 21-12-2000
10:00 uur
10:00 heures
CRABV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
BEGROTINGEN (VOORTZETTING)
1
BUDGETS (CONTINUATION)
1
Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar
2001 (904/1 tot 5)
1
Budget des voies et moyens pour l'année
budgétaire 2001 (904/1 à 5)
1
- Ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor
het begrotingsjaar 2001 (905/1 tot 34)
1
- Projet de budget général des dépenses pour
l'année budgétaire 2001 (905/1 à 34)
1
- Algemene toelichting (906/1)
1
- Exposé général (906/1)
1
Hervatting van de algemene bespreking
1
Reprise de la discussion générale
1
Sprekers: Yves Leterme, Trees Pieters,
Simonne Creyf, Leen Laenens, Serge Van
Overtveldt, Martine Dardenne, Charles
Picqué, minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid , Marc Van Peel, voorzitter
van de CVP-fractie, Olivier Deleuze,
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling
Orateurs: Yves Leterme, Trees Pieters,
Simonne Creyf, Leen Laenens, Serge Van
Overtveldt, Martine Dardenne, Charles
Picqué, ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique, chargé de la Politique
des grandes villes , Marc Van Peel, président
du groupe CVP , Olivier Deleuze, secrétaire
d'Etat à l'Energie et au Développement
durable
Bespreking van de artikelen
18
Discussion des articles
18
CRABV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
PLENUMVERGADERING SÉANCE
PLÉNIÈRE
van
DONDERDAG
21
DECEMBER
2000
10:00 uur
______
du
JEUDI
21
DÉCEMBRE
2000
10:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.00 uur door
de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.00 heures par M.
Herman De Croo, président.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering
zijn de ministers van de federale regering: de heren
Olivier Deleuze en Charles Picqué.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de
l'ouverture de la séance: MM. Olivier Deleuze et
Charles Picqué.
Berichten van verhindering
Gezondheidsredenen: Guido Tastenhoye
Ambtsplicht: Mirella Minne, Bruno Van
Grootenbrulle
Met zending: Karel Van Hoorebeke
Buitenslands: Elio Di Rupo, Geert Versnick
Federale regering:
Guy Verhofstadt, eerste minister: met zending
buitenslands
Louis Michel, vice-eerste minster en minister van
Buitenlandse Zaken: met zending buitenslands
Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer: Europese Raad van de
ministers van Vervoer
Excusés
Raisons de santé: Guido Tastenhoye
Devoirs de mandat: Mirella Minne, Bruno Van
Grootenbrulle
En mission: Karel Van Hoorebeke
A l'étranger: Elio Di Rupo, Geert Versnick
Gouvernement fédéral:
Guy Verhofstadt, premier ministre: en mission à
l'étranger
Louis Michel, vice-premier ministre et ministre des
Affaires étrangères: en mission à l'étranger
Isabelle Durant, vice-premier ministre et ministre de
la Mobilité et des Transports: Conseil européen des
ministres du Transport
Begrotingen (voortzetting)
Budgets (continuation)
01 Rijksmiddelenbegroting voor het
begrotingsjaar 2001 (904/1 tot 5)
- Ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor
het begrotingsjaar 2001 (905/1 tot 34)
- Algemene toelichting (906/1)
01 Budget des voies et moyens pour l'année
budgétaire 2001 (904/1 à 5)
- Projet de budget général des dépenses pour
l'année budgétaire 2001 (905/1 à 34)
- Exposé général (906/1)
Hervatting van de algemene bespreking
Reprise de la discussion générale
De algemene bespreking is hervat.
La discussion générale est reprise.
Wij zetten de algemene bespreking voort
betreffende de sectoren Economische Zaken,
Middenstand en Landbouw.
Nous poursuivons la discussion générale avec les
secteurs Affaires économiques, Classes moyennes
et Agriculture.
01.01 Yves Leterme (CVP): Ik wil erop wijzen dat
hier geen enkel lid van de meerderheid aanwezig is.
01.01 Yves Leterme (CVP): Je voudrais souligner
qu'aucun membre de la majorité n'est présent ici.
21/12/2000
CRABV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Blijkbaar is het debat over Landbouw en
Middenstand voor hen niet belangrijk.
Manifestement, ce débat sur l'agriculture et les
classes moyennes ne présente aucun intérêt aux
yeux de la majorité.
01.02 Trees Pieters (CVP): De beleidsnota van de
minister van Economische Zaken sluit nauw aan bij
de beleidsnota's van de vorige jaren. Ze is uitvoerig
en geeft een goed overzicht. Anderzijds staan er
veel initiatieven in die al eerder werden beloofd. De
meeste initiatieven verdienen een snelle uitvoering.
De minister beloofde voor het begin van volgend
jaar een resem wetsontwerpen. Wij wachten af.
De beleidsnota Middenstand en Landbouw getuigt
van weinig ambitie en is onsamenhangend. De nota
heeft het niet, zoals de andere beleidsnota's, over
administratieve vereenvoudiging, maar over
deregulering. Er zit echter geen structuur in. Ik ben
het ermee eens dat de administratieve
vereenvoudiging staat of valt met de communicatie-
en informatietechnologie, maar er moet meer
gebeuren. Wanneer komt er een resultaat van het
onderzoek door de kamers van koophandel?
Deregulering ligt goed in de markt. Dat geldt echter
niet voor bepaalde werken aan gebouwen. Kennis
van de sector en van bedrijfsbeheer is noodzakelijk.
Sectoren zonder reglementen kennen onbekwame
zelfstandigen die na enkele jaren op een
faillissement afstevenen. De confederatie voor de
bouw pleit voor een vestigingswet voor aannemers.
De minister stelt een werkgroep in het vooruitzicht.
Hij schaft echter af zonder iets in de plaats te
stellen. Er werd vroeger een herziening van de
vestigingswet in het vooruitzicht gesteld. De minister
vindt dat blijkbaar niet nodig.
Van de 10 miljard voor de verbetering van het
sociaal statuut van zelfstandigen komt niets in huis.
In 2001 komt er een tekort, gevolgd door een
minimaal overschot in 2002-2007, gevolgd door een
nieuw tekort. Het verslag van de werkgroep-
Cantillon is klaar. Er zou 11,5 miljard nodig zijn om
de statuten van werknemers en zelfstandigen naar
elkaar te laten toegroeien, te dragen door overheid
en zelfstandigen.
01.02 Trees Pieters (CVP): La note de politique du
ministre des Affaires économiques est étroitement
apparentée aux notes de politique des années
précédentes. Elle est circonstanciée et comporte un
bon aperçu des mesures envisagées. D'autre part,
elle comporte nombre d'initiatives qui avaient déjà
été promises antérieurement. La plupart d'entre
elles méritent d'être exécutées rapidement. Le
ministre a promis de déposer de nombreux projets
de loi au début de l'année prochaine. Nous nous en
réjouissons.
La note de politique des Classes moyennes et de l'
Agriculture manque d'ambition et de cohérence.
Contrairement aux autres notes de politique, celle-ci
n'a pas pour objet la simplification administrative,
mais la dérégulation. Toutefois, elle n'est
absolument pas structurée. Je suis d'accord pour
considérer que la simplification administrative est
entièrement tributaire de la technologie de la
communication et de l'information, mais, dans ce
domaine, il faut aller plus loin. Quand les résultats
de l'étude menée par les chambres de
commerce seront-ils connus?
La dérégulation est en vogue. On ne peut en dire
autant de certains travaux de transformation
immobiliers. Il est nécessaire de connaître le
secteur et de posséder certains éléments de
gestion. Dans les secteurs non réglementés, on
trouve des indépendants incompétents qui font
faillite après quelques années. La confédération de
la construction préconise une loi d'implantation pour
les entrepreneurs. Le ministre envisage de créer un
groupe de travail ad hoc chargé de cette question.
Toutefois, il supprime certaines choses sans les
remplacer. Dans le passé, on avait envisagé une
révision de la loi d'implantation que le ministre juge
visiblement superflue.
Il n'est plus question de consacrer 10 milliards à
l'amélioration du statut social des indépendants.
L'année 2001 sera marquée par un déficit, suivi
d'un excédent minimal en 2002-2007 puis d'un
nouveau déficit. Le rapport du groupe de travail
Cantillon est prêt. Quelque 11,5 milliards seraient
nécessaires pour harmoniser les statuts de salarié
et d'indépendant, et cet effort financier serait
supporté par les pouvoirs publics et les
indépendants.
Wij wachten met spanning op het rapport-Cantillon.
De prioriteiten van de verschillende ministers zijn
Nous attendons avec impatience le rapport
Cantillon.
Les ministres n'ont pas les mêmes priorités. Ce
CRABV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
niet dezelfde. Deze minister geeft voorrang aan de
kinderbijslagen en de pensioenen. De
pensioenverhoging komt uit de eigen reserves. Men
moet niet kibbelen over prioriteiten, maar accenten
leggen.
De alternatieve financiering is gedaald. Volgens de
minister is dat een gevolg van keuzen uit het
verleden. Hij is echter wel verantwoordelijk voor zijn
uitspraken sinds zijn aantreden en hij had gezegd
dat de alternatieve financiering moet worden
opgetrokken. Hij heeft blijkbaar geen vat op de
beslissingen over het sociaal statuut van de
zelfstandigen. De kleine risico's in de
ziekteverzekering van de zelfstandigen zouden ook
in het rapport zijn opgenomen.
De faillissementsverzekering wordt niet
gereactiveerd, ondanks de beschikbare middelen.
Wellicht behoeft de maatregel meer propaganda of
dienen de regels te worden versoepeld.
Voor het statuut van de meewerkende echtgenoot
wordt gewerkt op basis van vrijwilligheid. Wellicht
wordt dit dus geen succes.
De minister kondigt een horeca-beleid aan. Van een
BTW-verlaging is geen sprake en er gebeurt
studiewerk over de integrale fiscale aftrek van
restaurantkosten. Tijdens het Belgisch
voorzitterschap komt de BTW-verlaging weer ter
tafel.
Met de Gewesten werd een principeakkoord
afgesloten over het verdwijnen van de
openingstaks. De Gewesten vragen wel
compensatie voor het verlies van 300 miljoen.
In het Copernicus-plan zou dit onderdeel worden
ondergebracht bij Sociale Zaken, met bruggen naar
de andere bevoegde departementen.
ministre donne la préférence aux allocations
familiales et aux pensions. L'augmentation des
pensions est financée sur réserves propres. Il ne
s'agit pas de se disputer pour des priorités mais de
poser des accents spécifiques.
Le financement dit alternatif a diminué en volume.
Selon le ministre, il s'agit de la conséquence de
choix opérés dans le passé. Le ministre est
toutefois responsable des déclarations qu'il a faites
depuis son entrée en fonction. Or, il a dit que le
financement alternatif devait être augmenté. Il n'a
manifestement pas pu intervenir en ce qui concerne
les décisions relatives au statut social des
indépendants. Les "petits risques" de l'assurance
maladie des indépendants figureraient également
dans le rapport.
Malgré les moyens disponibles, l'assurance faillite
n'est pas réactivée. Il faut probablement donner
plus de publicité à la mesure ou assouplir les
règles.
En ce qui concerne le statut du conjoint aidant, on
agit sur une base volontaire. Il est donc peu
probable que le succès soit au rendez-vous.
Le ministre annonce des mesures spécifiques pour
le secteur horeca. Il n'est pas question d'une
réduction de la TVA et une étude est menée au
sujet de la déductibilité fiscale intégrale des frais de
restaurant. La question de la réduction du taux de
TVA reviendra sur la table au cours de la
présidence belge.
Un accord de principe a été conclu avec les
Régions à propos de la suppression de la taxe
d'ouverture. Les Régions demandent toutefois une
compensation pour les 300 millions de francs de
pertes de recettes.
Dans le cadre du plan Copernic, cette question
relèverait des Affaires sociales, avec des
passerelles vers d'autres départements
compétents.
Het landbouwbeleid werd tijdens vorige
regeerperiodes bekritiseerd, vooral door Agalev. De
regering zegt nu gelukkig de bestaande
landbouwstructuur te zullen handhaven. Hoe bereidt
België het Europees voorzitterschap voor? Wat zal
er met Consum gebeuren?
Er werd nog geen ontwerp ingediend om Landbouw
te regionaliseren; de regionalisering zou binnen tien
dagen moeten worden gerealiseerd. Ook uit de
begroting blijkt de defederalisering niet.
La politique agricole menée par le gouvernement
précédent a suscité de vives critiques, en particulier
de la part d'Agalev. A présent, le gouvernement
s'engage - et nous nous en réjouissons à
maintenir la structure agricole existante. Comment
la Belgique se prépare-t-elle à la présidence belge?
Qu'adviendra-t-il de Consum?
Alors qu'on nous avait annoncé la régionalisation de
l'Agriculture en dix jours, aucun projet en ce sens
n'a encore été déposé. Le budget ne reflète pas
davantage les projets de régionalisation du
21/12/2000
CRABV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Het Federaal Agentschap vergt nog heel wat werk
eer het echt van start kan gaan.
gouvernement.
Un travail important devra encore être accompli
avant le démarrage effectif de l'Agence fédérale.
Ik wil nog even ingaan op de economische
gevolgen van de dioxinecrisis. Slechts 10 procent
van bepaalde schadegevallen zou totnogtoe
vergoed zijn. Vele bedrijven staan voor het
bankroet. Klopt het dat de rundveesector voorrang
krijgt? Is het toeval dat dit een vooral Waalse sector
is? Gaat men van de uitzonderingen de regel
maken? Wat staat een snelle afhandeling in de
weg?
Zal de minister na zijn nederlaag in Europa ook zelf
maatregelen voorstellen voor de schadeloosstelling
van de gevolgen van de BSE-ziekte zoals
Nederland dat deed?
Je souhaiterais encore aborder les conséquences
économiques de la crise de la dioxine. Jusqu'à
présent, 10% de certains cas seulement auraient
été indemnisés. De nombreuses exploitations sont
au bord de la faillite. Est-il exact que la priorité a été
accordée à la filière bovine ? Est-ce un hasard si ce
secteur prédomine en Wallonie ? A-t-on décidé que
l'exception devenait la règle ? Quels obstacles
entravent un règlement rapide du dossier ?
Après le revers qu'il a essuyé au niveau européen,
le ministre envisage-t-il de proposer lui-même des
mesures d'indemnisation de l'ESB et de ses
conséquences, comme c'est déjà le cas aux Pays-
Bas ?
01.03 Yves Leterme (CVP): Ik steun collega
Pieters, en wil mij bij haar vragen aansluiten. Vindt
de minister het normaal dat restaurantfacturen ten
belope van 1 miljoen worden betaald met kredieten
die ingeschreven waren voor de schadeloosstelling
van bedrijven die met de BSE-ziekte te maken
hadden?
01.03 Yves Leterme (CVP): J'appuie les propos
tenus par Mme Pieters et je me joins à ses
questions. Le ministre estime-t-il qu'il est normal
que des crédits alloués pour l'indemnisation des
exploitations agricoles touchées par l'ESB aient
servi à payer les notes de restaurant à concurrence
d'un million de francs ?
01.04 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): Ik zal
het eerst hebben over de toekomstige sociaal-
economische enquête die in oktober 2001 zal
plaatsvinden en onze gebruikelijke volkstellingen zal
vervangen.
Wij vreesden dat die enquête niet zou plaatsvinden
en geen rubrieken die specifiek zijn voor de
volkstelling en de statistische lijst van sectorale
gegevens zou bevatten. Gelet op het ontwerp dat
ter zake bestaat, zijn wij nu gerustgesteld.
Ik heb dat thema aangesneden omdat een lid van
de regering met het grootstedenbeleid is belast. De
regering heeft zich ertoe verbonden een op het
gebruik van het openbaar vervoer stoelend
mobiliteitsplan uit te werken en concreet werk te
maken van de toepassing van het eerste federaal
plan voor duurzame ontwikkeling.Om dergelijke
programma's tot een goed einde te brengen, moet
men over de nodige inlichtingen beschikken
teneinde de nodige indicatoren uit te werken. De EU
eist trouwens dat op tal van gebieden indicatoren
worden uitgewerkt. Die enquête moet bijgevolg als
een functioneel instrument worden beschouwd. Ik
wil een en ander koppelen aan de problematiek van
de contingentering van de studenten geneeskunde
omdat de huisartsen ongelijk over het grondgebied
zijn verspreid, aangezien er in de arme wijken
01.04 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV):
J'aborderai tout d'abord la problématique de la
future enquête socio-économique qui aura lieu en
octobre 2000, enquête qui remplacera nos
recensements habituels.
Nous avons craint que cette enquête n'ait pas lieu
et qu'elle ne comporte pas de rubriques propres au
recensement et au relevé statistique des données
sectorielles. Aujourd'hui, nous sommes rassurés au
vu du projet en cours.
Si j'ai abordé ce thème, c'est parce qu'un membre
du gouvernement est chargé de la politique des
grandes villes. Et le gouvernement s'est engagé à
développer un plan de mobilité axé sur l'usage des
transports en commun et à concrétiser l'application
du premier plan fédéral de développement durable.
Or, pour mener à bien de tels programmes, il faut
disposer d'informations suffisantes à l'élaboration
des indicateurs nécessaires. Par ailleurs, l'UE exige
l'élaboration d'indicateurs dans de nombreux
domaines. Cette enquête doit donc être considérée
comme un outil fonctionnel. Ceci me permet
d'établir un lien avec la problématique des quotas
des étudiants en médecine parce qu'il semble que
les médecins généralistes soient inégalement
répartis sur notre territoire, les quartiers pauvres en
étant quasiment dépourvus. Or, ce sont les
CRABV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
nagenoeg geen zijn. Het zijn echter de meest
behoeftigen die gebruik maken van de
urgentiediensten veeleer dan een huisarts te
raadplegen.
Zou men in die enquête geen vragen kunnen
opnemen met betrekking tot de aanwezigheid van
artsen of groepspraktijken in een welbepaalde
geografisch gebied teneinde de discussie over het
aantal artsen bij te sturen?
personnes aux faibles revenus qui utilisent les
services d'urgence en lieu et place des visites aux
généralistes.
Ne pourrait-on, dès lors, inclure dans cette enquête
des questions relatives à la présence de médecins
ou de maisons médicales dans un rayon
géographique déterminé, ceci afin de réorienter le
débat sur le nombre de médecins ?
Het verheugt mij dat inzake de uitvoering van het
eerste federale plan voor duurzame ontwikkeling,
voor de coördinatie en de evaluatie van de acties
binnen de departementen in een horizontale
administratie is voorzien. Wij hebben een voorstel
van resolutie ingediend waarin wij de regering
vragen te verduidelijken welke acties in het kader
van de duurzame ontwikkeling binnen de betrokken
sectoren zijn gepland. Er is zowel nood aan
actiebereidheid als aan een bijna wetenschappelijke
zorgvuldigheid inzake de methodiek.
België neemt deel aan tal van interessante
onderzoeksprojecten rond duurzame ontwikkeling,
energie en kwaliteit van zeewater en lucht. Worden
de resultaten en de conclusies die deze
onderzoeken opleveren voldoende benut? Het
voornemen om het gebruik van "groene energie" op
te voeren zou het plaatje moeten veranderen. Het
zou interessant zijn dit met de heer Ylieff te
bespreken, vooral omdat wij twee weken geleden al
de heer Busquin ontvingen. In maart 2001 zal de
heer Busquin in de Commissie de eerste
voorbereidende documenten voor het zesde
raamprogramma inzake wetenschappelijk
onderzoek dat van 2003 tot 2006 loopt, indienen.
België moet tijdens zijn EU-voorzitterschap de
onderzoeksnoden vaststellen. Om sterk te staan in
het onderzoeksdomein, zijn banden met
buitenlandse onderzoekscentra noodzakelijk. U
verklaarde dat een team met leden uit de
verscheidene administraties zal worden gevormd
dat die betrekkingen zal verzorgen. Werd
bijzondere aandacht aan het onderzoek besteed?
Dat is belangrijk aangezien België geen
georganiseerde lobby heeft die zich met het leggen
van die contacten bezighoudt.
In ons land wordt te veel gepubliceerd en blijven
toepassingen te vaak uit. Bovendien ontbreekt het
aan een algemene visie, een plan voor duurzame
ontwikkeling is derhalve belangrijk als drijvende
kracht.
De kleine ondernemingen zijn maar in geringe mate
bij de onderzoeksprogramma's betrokken. Dat
Pour la mise en oeuvre du premier plan fédéral de
développement durable, il est heureux d'avoir prévu
une administration horizontale pour coordonner et
évaluer les actions dans tous les départements.
Nous avons déposé une proposition de résolution
qui demande au gouvernement de préciser quelles
actions sont prévues dans le cadre du
développement durable, dans tous les secteurs
concernés. Il faut faire preuve à la fois d'une volonté
mobilisatrice et d'une rigueur quasi scientifique dans
les méthodes.
La Belgique participe à nombre de projets de
recherche intéressants dans le domaine du
développement durable, de l'énergie, de la qualité
des mers et de l'air. Utilise-t-on suffisamment les
résultats et les orientations qui en découlent ?
L'ambition de développer le recours aux énergies
vertes devrait changer la donne. Il sera intéressant
d'en parler avec M. Ylieff, d'autant que nous avons
pu accueillir M. Busquin il y a une quinzaine de
jours. En mars 2001, M. Busquin déposera devant
la Commission les premiers documents
préparatoires du sixième programme-cadre de la
recherche scientifique, qui s'étalera de 2003 à 2006.
Au cours de la présidence belge de l'Union
européenne, il nous faudra cerner nos besoins en
matière de recherche. Pour être performant dans la
recherche, il faut être en phase avec d'autres
centres de recherches d'autres pays. Vous avez dit
qu'une équipe transversale de l'administration serait
mise sur pied pour assurer les liaisons. La
recherche y fait-elle l'objet d'une attention
particulière? C'est important puisqu'il n'existe pas
chez nous de lobby organisé pour assurer de telles
liaisons.
En Belgique, on publie trop et le taux de
concrétisation est faible. On observe un manque de
perspective globale, d'où l'intérêt du plan de
développement durable en tant que moteur.
Les petites entreprises ne sont guère associées aux
programmes de recherche, qui profitent surtout aux
21/12/2000
CRABV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
speelt in het voordeel van de multinationals. Als de
onafhankelijkheid van het onderzoek in het gedrang
komt, wordt ook de durf tot verandering bedreigd.
De steun aan vernieuwende initiatieven en aan rond
de universiteiten georganiseerde start ups moet
bijdragen tot het aanbreken van een nieuw tijdperk
waarin onderzoek en ontwikkeling hand in hand
gaan.
multinationales. Or, lorsque l'indépendance de la
recherche est menacée, la faculté de changement
en pâtit à son tour. Le soutien de projets
innovateurs et de start ups organisés à partir des
universités doit contribuer à l'avènement d'une ère
nouvelle où recherche et développement doivent
aller de pair.
Vorsers hebben hier een precair statuut en ze
worden onderbetaald, met een braindrain tot
gevolg. Bovendien is de opvang van buitenlandse
vorsers problematisch. Ik hoop dat we erin slagen
onze grenzen open te stellen voor buitenlandse
wetenschappers. Er worden dan ook weinig
octrooien aangevraagd.
Er moeten fora gecreëerd worden voor ethische
debatten omtrent onderzoek naar genetische
manipulatie, GGO's, enz. Op dat gebied hebben de
parlementaire debatten een positieve invloed op de
wetenschap en haar toepassingen. Ik vraag dus
opnieuw een debat over deze materies.
Een regering die zich actief wil inzetten voor een
beter statuut voor de zelfstandigen, een
vereenvoudiging van de administratie voor KMO's
en een betere bescherming van de consument,
bezielt mij met geestdrift. Minder gerust ben ik
daarentegen over een aantal ontwerpen waarvan
nog niet duidelijk is waar men ermee naartoe wil. Ik
denk met name aan de wijziging van de wetgeving
betreffende de openingstijden van winkels, de
vereenvoudiging van de vestigingswet voor
handelszaken, enz. Ook hierover moet nog
uitvoerig gedebatteerd worden.
Ik hoop dat 2001 het jaar van het productieve debat
wordt, het jaar van de rechtlijnige analysen, van de
durvers en van de opwaardering van onze
middelen. (Applaus bij Ecolo-Agalev)
Chez nous, le statut des chercheurs est précaire et
sous-payé, ce qui a pour conséquence le départ de
nos cerveaux. De plus, nous avons des difficultés à
accueillir des chercheurs étrangers. J'espère que
nous parviendrons à leur ouvrir nos frontières. Nous
avons donc peu de dépôt de brevets.
Il faudrait aussi créer des espaces de débat éthique
et citoyen en ce qui concerne la recherche tournant
autour des manipulations génétiques, des OGM,
etc. En ces domaines, les débats parlementaires
ont un effet positif sur la recherche et ses
applications. Je réitère donc ma demande de débat
dans ces matières.
Enfin, je suis enthousiasmée par la volonté du
gouvernement d'être actif dans l'amélioration du
statut des indépendants, dans la simplification
administrative en faveur des PME et dans la
protection des consommateurs. En revanche, je
suis inquiétée par certains projets dont j'ignore
encore les aboutissements. Je pense à la
modification de la législation sur les heures
d'ouverture des commerces, à la simplification de la
loi sur les implantations commerciales, etc. Ici
aussi, nous manquons de débats.
J'espère que 2001 sera l'année du débat productif,
de la rigueur dans les évaluations, de l'audace et de
la valorisation de nos ressources.
(Applaudissements sur les bancs d'Écolo-Agalev)
01.05 Simonne Creyf (CVP): Het AMPERE-
verslag geeft al meteen aanleiding tot controverse.
Het is voor ons duidelijk dat België erg slecht scoort
op het vlak van broeikasgassen. In 2010 zal het
tien procent boven de Kyoto-norm liggen. De
hernieuwbare energiebronnen stoten op technische
bezwaren. Tengevolge van het politieke standpunt
inzake kernenergie zal men nog meer gas en
steenkool moeten verbranden.
De regering blijft in gebreke met betrekking tot het
01.05 Simonne Creyf (CVP): Le rapport de la
commission Ampère a déjà suscité une vive
controverse. A nos yeux, il apparaît clairement
qu'en ce qui concerne l'émission de gaz
responsables de l'effet de serre, la Belgique réalise
un mauvais score. En 2001, notre pays aura
dépassé de dix pour cent la norme de Kyoto.
L'exploitation des sources d'énergie renouvelables
se heurte à des obstacles de nature technique. La
position arrêtée par le gouvernement en matière
d'énergie nucléaire nous contraindra à nous tourner
davantage encore que par le passé vers le gaz et le
charbon.
Quant à l'utilisation rationnelle de l'énergie, le
CRABV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
rationeel energiegebruik. Ik pleit voor het
openhouden van de nucleaire optie. Onze kennis
moet in Mol en Dessel verder worden ontwikkeld. In
alle sectoren, vooral in de sector vervoer en
verkeer, moeten inspanningen worden geleverd
voor een rationeel energiegebruik. De hernieuwbare
energiebronnen verdienen een transparanter en
coherenter systeem van groene certificaten.
Binnenkort hebben we er vier, die onderling niet
verhandelbaar zijn.
gouvernement n'a guère progressé. A mes yeux,
l'option nucléaire doit rester ouverte. Nos
recherches en la matière doivent être approfondies
sur les sites de Mol et de Dessel. Dans tous les
secteurs - en particulier dans les secteurs des
transports et des communications - des efforts
doivent être fournis en faveur de l'utilisation
rationnelle de l'énergie. Les sources d'énergie
renouvelables requièrent un système d'agrément
offrant davantage de transparence et de cohérence
que les certificats verts. D'ici peu, notre pays
connaître quatre versions de ces certificats qui ne
seront pas négociables entre elles.
Heeft België trouwens nog wel een autonome
beleidsmarge inzake energie of krijgt het zijn dictaat
vanuit het buitenland? Ik verwijs naar de verplichte
terugname van kernafval uit La Hague. Hoe zal
België de belangen van ons land veiligstellen? Ter
zake wordt onze ganse energiesector beheerd van
uit Frankrijk, dat ook Electrabel financieel leegrooft.
Welke rol is nog weggelegd voor provincies en
gemeenten in de gemengde intercommunales? De
algemene beleidsnota en de begroting vermelden
daarover niets.
De energiefactuur voor de consument loopt hoog
op, ondanks de stookoliecheques en de toelage
voor gasverbruikers. De fiscaliteit moet aanzetten
tot rationeel energiegebruik. De regering wendt de
extra middelen die ze binnenrijft door de stijgende
brandstofprijzen niet aan om de stijgende kosten
voor de consument te verzachten en evenmin voor
maatregelen gericht op rationeel energiegebruik.
(Applaus bij de CVP)
La Belgique ne dispose-t-elle d'ailleurs pas d'une
marge de manoeuvre politique en matière
énergétique ou sa position lui est-elle dictée par
l'étranger ? Je vous renvoie au retour forcé des
déchets radioactifs en provenance de La Hague.
Comment la Belgique compte-t-elle protéger ses
intérêts ? En l'occurrence, l'ensemble du secteur
énergétique est dirigé par la France, qui pille déjà
Electrabel. Quel rôle reste-t-il aux provinces et aux
communes dans les intercommunales mixtes ? La
note de politique générale et le budget ne
mentionnent rien à ce sujet.
La facture énergétique à charge du consommateur
augmente, en dépit des chèques-mazout et des
aides accordées aux consommateurs de gaz. Les
recettes supplémentaires engrangées par le
gouvernement grâce à l'augmentation du prix des
produits pétroliers ne sont pas ristournées au
consommateur pour que ce dernier puisse
compenser la hausse. Par ailleurs, le gouvernement
n'a pris aucune mesure visant à promouvoir
l'utilisation rationnelle de l'énergie.
(Applaudissements sur les bancs du CVP)
01.06 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Landbouw levert de meeste voeding en speelt een
belangrijke rol bij het beheer van grond, water en
landschap.
Het aandeel van de biolandbouw moet worden
verhoogd. Daarvoor moet het aantal bioboeren
stijgen.
Ook andere milieumaatregelen moeten het
landbouwbeleid bijsturen. Dat is een Europese
opdracht. De druk van de intensieve landbouwer is
onaanvaardbaar hoog. In de 21
e
eeuw moet er een
geïntegreerde landbouw komen. De tot nu toe
gevolgde strategie moet worden geëvalueerd.
Daarvoor wordt best gebruik gemaakt van
indicatoren en referentieniveaus. (Applaus)
01.06 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Le
secteur agricole fournit l'essentiel de notre
alimentation et joue un rôle important dans la
gestion de la terre, de l'eau et du paysage.
La part de l'agriculture biologique doit augmenter.
Davantage d'agriculteurs doivent pratiquer
l'agriculture biologique.
D'autres mesures environnementales doivent
également être prises dans le domaine de la
politique agricole. De telles mesures doivent être
prises au niveau européen. La pression de
l'agriculture intensive est intolérablement élevée.
Nous avons besoin pour le XXI
e
siècle d'une
agriculture intégrée. Il convient de soumettre la
stratégie mise en oeuvre jusqu'à présent à une
évaluation. Il doit être fait usage à cet effet
d'indicateurs et de niveaux de référence.
21/12/2000
CRABV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
(Applaudissements)
01.07 Serge Van Overtveldt (PRL FDF MCC):
Reeds in juli 1999 heeft de regering de belangrijke
verbintenis aangegaan maatregelen te treffen om
zelfstandigen en KMO's aan te moedigen. De
ondernemingsgeest is nog steeds groot in ons land,
maar het mag niet zo zijn dat wie het aandurft een
onderneming op te zetten, ondergesneeuwd raakt
door een onoverzichtelijke berg paperassen. Zijn de
administraties bereid om, in navolging van het
Copernicusplan, een dergelijke revolutie door te
voeren ? Er is al heel wat verbeterd, maar onze
besturen gaan nog steeds gebukt onder een
doorgaans weinig flatteus imago. Het is dan ook
een hele opluchting te vernemen dat de regering
prioritair werk wil maken van de administratieve
vereenvoudiging.
Het is jammer dat de toekenning van een
identificatienummer nog geen feit is. Natuurlijke
personen worden wel geïdentificeerd aan de hand
van een rijksregisternummer, is het dan zo moeilijk
om ook voor zelfstandigen en ondernemingen een
vergelijkbare regeling uit te werken ?
De herziening van het sociaal statuut van de
zelfstandigen is een van de grote werken die tijdens
deze zittingsperiode tot een goed einde moeten
worden gebracht. Er werden reeds maatregelen
getroffen om de kinderbijslag op te trekken en
vanaf 2001 wordt er een revalorisatiepremie
toegekend voor de laagste pensioenen. Wij volgen
dit debat met de grootste aandacht, en ik ben ervan
overtuigd dat de bespreking van het rapport-
Cantillon een constructieve bijdrage zal leveren aan
onze discussies.
Heel wat zelfstandigen en KMO's hebben hoge
verwachtingen van deze regering, die zij als hun
bondgenoot beschouwen in hun ondernemerschap.
Die verwachtingen moeten met concrete
maatregelen worden ingelost.
01.07 Serge Van Overtveldt (PRL FDF MCC):
Dès juillet 1999, le gouvernement a pris des
engagements importants en matière
d'encouragement des indépendants et des PME. Si
l'esprit d'entreprise reste vivace, encore faut-il que
ceux qui osent entreprendre ne soient pas l'objet de
tracasseries administratives. Dès lors, en parallèle
avec le plan Copernic, les administrations sont-elles
disposées à intégrer une telle révolution ? Certes,
des progrès ont été accomplis, mais nos
administrations souffrent toujours d'une image de
marque rarement flatteuse. C'est donc avec
soulagement que nous enregistrons la volonté du
gouvernement de faire de la simplification
administrative une de ses priorités absolues.
Ceci dit, nous regrettons que l'attribution d'un
numéro d'identification unique n'ait pas encore été
réalisée. Alors que les personnes physiques sont
identifiées par un numéro national, est-il à ce point
compliqué de faire de même pour les indépendants
et les entreprises ?
La révision du statut social des indépendants
représente l'un des gros chantiers de la présente
législature. Les premières mesures ont été prises
en vue d'une augmentation des allocations
familiales et une prime de revalorisation
s'appliquera dès 2001 aux pensions les plus faibles.
Nous suivons de très près ce débat et l'examen du
rapport Cantillon alimentera de manière
constructive, j'en suis sûr, les discussions.
De nombreux indépendants et responsables de
PME fondent beaucoup d'espoir dans ce
gouvernement, qu'ils perçoivent comme un allié
dans leur démarche entrepreneuriale. Il faut
alimenter leurs espoirs par des réalisations
concrètes.
De nieuwe informatietechnologieën blijven niet lang
nieuw, want zodra ze het licht zien, zijn zij al
voorbijgestreefd. De Europese Commissie kan dat
hels tempo maar moeizaam bijbenen en keurt
richtlijnen goed die al te vaak met heel wat
vertraging door de lidstaten in nationaal recht
worden omgezet. Ik betreur dat die nieuwe
communicatiemiddelen niet altijd even betrouwbaar
zijn, bij gebrek aan een aangepaste wetgeving. Ik
betreur tevens dat de elektronische handtekening,
die bij Europese richtlijn wordt geregeld, nog altijd
geen uitwerking heeft, wat vooral nadelig is voor de
elektronische handel.
Les nouvelles technologies de l'information ne
jouissent plus d'un statut de nouveauté puisqu'à
peine créées, elles sont déjà dépassées. La
Commission européenne suit avec difficulté ce
rythme infernal en adoptant des directives trop
souvent transposées avec retard dans les États
membres. Je regrette que ces nouveaux moyens de
communication ne bénéficient pas de toute la
fiabilité
voulue, faute d'adaptations législatives
adéquates. A ce titre, je regrette également que le
régime des signatures électroniques, prévu par une
directive européenne, ne soit toujours pas
d'application, ce qui est dommageable, surtout pour
CRABV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Onze regering heeft zich ertoe verbonden
alternatieve energiebronnen te ontwikkelen en een
moratorium voor de elektriciteitsproductie via
kerncentrales in acht te nemen. De
elektriciteitsproductie uit kernenergie had tot doel
onze afhankelijkheid ten aanzien van de OPEC te
verminderen.
Dankzij de liberalisering van de elektriciteitssector
op Europees vlak zou België zijn kerncentrales
kunnen sluiten zonder de CO2-uitstoot te vergroten,
met name door zich bij andere Europese
producenten te bevoorraden. Een en ander zou ons
afhankelijk maken van onze buurlanden en zou het
NIMBY-syndroom institutionaliseren. Het verslag
van de Ampère-commissie snoert de verdedigers
van doctrinaire standpunten die, in naam van de
duurzame ontwikkeling het gebruik van kernenergie
veroordelen, de mond. Dank zij dat verslag zal de
discussie over de energietoekomst van ons land op
objectieve en betrouwbare gronden kunnen worden
gevoerd. De Staatssecretaris voor Energie zou er
goed aan doen de regeringsverklaring van juli 1999
te herlezen. De dag dat, volgens die verklaring, de
door de regering aangewezen internationale
deskundigen wetenschappelijke argumenten zullen
aanreiken die de besluiten van de Belgische
experts van de Ampère-commissie mogelijkerwijs
tegenspreken, zal de discussie een nieuwe wending
kunnen nemen. (Applaus bij de PRL FDF MCC)
De voorzitter: Ik feliciteer de heer Van Overtveldt,
die net zijn maiden speech heeft gehouden, van
harte. (Applaus op alle banken)
le commerce électronique.
Notre gouvernement s'est engagé à mettre l'accent
sur le développement de sources d'énergie
alternatives, et à respecter un moratoire sur la
production d'électricité par les centrales nucléaires.
Développer l'électricité d'origine nucléaire avait pour
objectif de réduire notre dépendance par rapport à
l'OPEP.
Grâce à la libéralisation du secteur de l'électricité au
niveau européen, la Belgique pourrait renoncer à
ses centrales nucléaires sans augmentation de
production de CO
2,
en s'approvisionnant auprès
d'autres producteurs européens. Cela nous rendrait
dépendants de ces voisins tout en institutionnalisant
le syndrome NIMBY. Le rapport de la Commission
Ampère sonne le glas des prises de position
doctrinaires qui, au nom du développement durable,
condamnaient le recours au nucléaire. Grâce à ce
rapport, le débat sur l'avenir énergétique de notre
pays reposera sur des bases objectives et fiables.
Nous invitons le secrétaire d'État à l'Énergie à relire
la déclaration gouvernementale de juillet 1999. Le
jour où, d'après cette déclaration, les experts
internationaux désignés par le gouvernement
apporteront les arguments scientifiques
susceptibles de contredire les conclusions des
experts belges de la commission Ampère, le débat
pourra prendre une autre orientation.
(Applaudissements sur les bancs du PRL FDF
MCC)
Le président: Je félicite vivement M. Van
Overtveldt, qui vient de prononcer son maiden
speech. (Applaudissements sur tous les bancs)
01.08 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV): Het
verheugt mij dat het op de begroting ingeschreven
budget voor milieumaatregelen met 28% is
verhoogd.
Wat de productiewijzen betreft, doen de Europese
beslissingen betreffende de controle inzake BSE en
het verbod op dierenmeel vragen rijzen omtrent de
financiering, de volksgezondheid, de productie en
de consumptie.
01.08 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV): Je
me réjouis de lire dans le budget une augmentation
de 28% relative aux mesures environnementales.
En ce qui concerne les modes de production, deux
décisions européennes le contrôle de l'ESB et
l'interdiction des farines animales posent les
questions du financement, de la santé publique, de
la production et de la consommation.
Landbouw wordt thans geregionaliseerd wat voor
ons niet hoefde. Deze crisis moet overeenkomstig
de bevoegdheidsverdeling worden beheerd.
Het aantal crisissen neemt toe en ze volgen elkaar
alsmaar sneller op. Toch blijft de overheid zich
beperken tot punctueel crisisbeheer. Het probleem
moet structureel worden aangepakt. Onze aandacht
On régionalise l'agriculture aujourd'hui et nous
n'étions pas demandeurs. Cette crise doit être
gérée en fonction de la répartition des
compétences.
Nous venons de subir des crises successives qui se
rapprochent de plus en plus. Cela s'accélère et
nous ne faisons que de la gestion ponctuelle de ces
crises. Il faut voir cela sur le plan structurel. Il faut
21/12/2000
CRABV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
moet uitgaan naar de productiewijzen. Structurele
marktaanpassingen, met respect voor de
bevoegdheidsverdeling, dringen zich op.
De producenten moeten niet noodzakelijk de tol
voor de crisissen betalen. Ook de consument mag
er evenmin het slachtoffer van zijn. Het afbouwen
van intensieve landbouwproductiewijzen en het
leveren van kwaliteit zouden als voorwaarden voor
het verkrijgen van steun moeten gelden.
s'attacher aux modes de production. Il faut changer
structurellement le marché en respectant la
répartition des compétences.
Les producteurs ne doivent pas nécessairement
faire les frais de ces crises. De même, le
consommateur ne doit pas non plus faire les frais
de ces crises. Nous devons conditionner notre aide
à un abandon de l'agriculture intensive, avec une
production de qualité.
Nu België zich opmaakt om het EU-voorzitterschap
waar te nemen, is dat een groot probleem. Ons
land zal een aantal dossiers opnieuw op de agenda
moeten plaatsen : het GLB, de
vervangingsproducten voor graan, enz. Dierenmeel
is nu verboden in veevoer, maar wordt nog altijd
aangetroffen in gelatine bestemd voor menselijke
consumptie. En mag dierenmeel nog gebruikt
worden in de viskwekerijen ? Hoe zit het met de
export ? Er moet gewerkt worden vanuit een
totaalaanpak. (Applaus bij Ecolo-Agalev)
Tout cela pose un sérieux problème à la Belgique
au moment où elle va présider l'Europe. Dans ce
contexte, notre pays doit mettre à l'ordre du jour une
série de renégociations : la PAC, les produits de
substitution des céréales (PSC), etc. Par ailleurs,
les farines animales sont interdites dans
l'alimentation des animaux de ferme, mais elles se
retrouvent dans les gélatines destinée à la
consommation humaine. On interdit l'utilisation des
farines pour les animaux de ferme. Mais alors, quid
pour la pisciculture, quid de l'exportation ? Il faut
prendre des décisions plus globales.
(Applaudissements sur les bancs d' Écolo-Agalev)
01.09 Minister Jaak Gabriëls (Nederlands): De
toon die mevrouw Pieters in haar tussenkomst
aanslaat, staat in schril contrast met de zeer grote
meerderheid, waarmee mijn begroting in de
commissie werd goedgekeurd. "Wat baten kaars en
bril, als de uil niet zien en wil" is perfect op mevrouw
Pieters van toepassing. Wat ik ook probeer, ik kan
haar maar niet overtuigen met mijn argumenten.
01.09 Jaak Gabriëls , ministre: Le ton adopté par
Mme Pieters dans son intervention contraste
nettement avec le fait qu'une très grande majorité a
adopté mon budget en commission. Mme Pieters
fait partie de ces gens qui refusent de voir la réalité
en face, même quand on leur démontre qu'ils se
trompent. Quels que puissent être mes arguments,
je ne la convaincrai jamais.
01.10 Yves Leterme (CVP): Ik stel vast dat er in
het plenaire debat aan Vlaamse zijde alleen
mevrouw Pieters is tussenbeide gekomen. Het is
goed dat de boeren nog maar eens kunnen
vaststellen in welke partij hun verdedigers zitten.
01.10 Yves Leterme (CVP): Je constate que, du
côté flamand, Mme Pieters est la seule à être
intervenue dans le débat en séance plénière. Il est
bon que les agriculteurs sachent quel parti défend
leurs intérêts.
01.11 Trees Pieters (CVP): De oppositie heeft het
volste recht haar mening te uiten. Wil minister
Gabriëls ons dat beletten?
01.11 Trees Pieters (CVP): L'opposition a tout à
fait le droit d'exprimer ses opinions. Le ministre
Gabriëls voudrait-il nous en empêcher ?
01.12 Minister Jaak Gabriëls (Nederlands):
Sommige kritiek die hier werd geuit, lijkt onterecht.
Zo werd er wel degelijk overlegd met de
Confederatie van de Bouwnijverheid om het
ontwerp aan te passen aan de behoeften van de
markt.
Inzake verbetering van het sociaal statuut voor de
zelfstandigen werden maatregelen genomen ten
bedrage van 5,2 miljard. Zo hebben 229.000
zelfstandige gepensioneerden hiervan geprofiteerd.
Morgen legt de werkgroep-Cantillon zijn voorlopig
verslag neer, maar wij namen nu al maatregelen
01.12 Jaak Gabriëls , ministre (en néerlandais):
Certaines critiques formulées ici ne semblent pas
fondées. Par exemple, nous nous sommes bel et
bien concertés avec la Confédération de la
construction pour adapter le projet aux besoins du
marché.
En ce qui concerne l'amélioration du statut social
des indépendants, des mesures ont été prises à
concurrence de 5,2 milliards. Et 229.000
pensionnés indépendants en ont profité. Demain, le
groupe de travail Cantillon déposera son rapport
provisoire, mais nous avons déjà pris des mesures
dans les domaines suivants
: relèvement des
CRABV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
rond de verhoging van de pensioenen, de verhoging
van de kinderbijslag, de herwaarderingspremies
voor oudere gepensioneerden, de verhoging van de
invaliditeitsuitkeringen en de hulp aan derden en
regelingen betreffende de arbeidsongeschiktheid,
de carensdagen en de faillissementsverzekering.
Die laatste twee dossiers worden morgen in de
Ministerraad besproken.
pensions, augmentation des allocations familiales,
primes de revalorisation pour les pensionnés âgés,
augmentation des allocations d'invalidité et de l'aide
aux tiers. Sans oublier les réglementations
concernant l'incapacité de travail, les dispositions
relatives au premier jour de maladie des ouvriers
pris en charge par l'employeur et, enfin, l'assurance
contre les faillites. Ces deux derniers dossiers
seront examinés par le conseil des ministres de
demain.
Al die maatregelen belopen 5,2 miljard. In de laatste
10 jaar is voor de zelfstandigen niets gebeurd.
Inzake schuldaflossing zullen binnen de budgettaire
mogelijkheden een aantal maatregelen worden
genomen. Voor mij blijven pensioenen prioritair
terwijl ik ook een gelijkschakeling van de
kinderbijslagen voor zelfstandigen wens met deze
voor werknemers. Wij zijn akkoord met het voorstel
inzake sociaal statuut zoals afgesproken in het
Copernicus-akkoord.
L'ensemble de ces mesures se monte à 5,2
milliards de francs. Au cours des dix dernières
années, rien n'a été fait pour les indépendants.
Dans les limites des possibilités budgétaires, un
éventail de mesures sera pris en ce qui concerne
l'amortissement de la dette. J'estime que les
pensions doivent rester prioritaires mais je souhaite
également aligner les allocations familiales
octroyées aux indépendants sur celles dont
bénéficient les travailleurs salariés. Nous adhérons
à la proposition sur le statut social qui a été conclue
dans le cadre de l'accord Copernic.
Volgens mevrouw Pieters zweren we bij het
Europees landbouwmodel. Dat belet niet dat we
permanent op zoek gaan naar een verfijning en
verbetering ervan. De landbouwsector zit in volle
verandering en het beleid moet daarop kunnen
inpikken.
Het CONSUM-programma is een concept waarvan
we heel veel verwachten en dat in de toekomst heel
wat vruchten zal afwerpen.
Wat het Federaal Agentschap voor de
Voedselveiligheid betreft, is de voorbereiding
afgerond en kan het zijn werking starten.
Inzake de dioxinedossiers, is er geen sprake van
voorkeursbehandeling voor bepaalde dossiers.
Iedereen wordt gelijk behandeld.
Nu al zijn 97 procent van de dossiers afgehandeld.
Dit is in alle ernst gebeurd door onze bekwame
ambtenaren. De overige dossiers zullen heel
binnenkort worden afgehandeld.
Selon madame Pieters, nous ne jurons que par le
modèle agricole européen. Il n'empêche que nous
cherchons en permanence à affiner et à améliorer
ce modèle. Le secteur agricole est en pleine
mutation et la politique doit en tenir compte.
Le programme CONSUM est un concept dont nous
attendons beaucoup et qui donnera certainement de
bons résultats.
En ce qui concerne l'Agence fédérale pour la
sécurité alimentaire, les travaux préparatoires sont
terminés et l'agence va pouvoir commencer à
fonctionner.
Pour ce qui est de la crise de la dioxine, il n'est pas
question de réserver un traitement de faveur à
certains dossiers. Tout le monde est traité sur un
pied d'égalité.
Quelque 97% des dossiers ont déjà été bouclés. Le
travail a été effectué très sérieusement par des
fonctionnaires compétents. Les autres dossiers
seront traités à bref délai.
01.13 Trees Pieters (CVP): Wat het sociaal
statuut voor de zelfstandigen betreft, looft de
minister wat hij al gedaan heeft, maar alle
maatregelen vallen ten laste van het stelsel zelf in
plaats van de begroting. De zogenaamde bonus in
het stelsel 8,2 miljard is niets anders dan het
bedrijfskapitaal. De maandelijkse uitkeringen
moeten immers worden geprefinancieerd,
01.13 Trees Pieters (CVP): En ce qui concerne le
statut social des indépendants, le ministre se réjouit
de ce qui a déjà été fait, mais toutes les mesures
sont à charge du système lui-même et non du
budget. Le bonus du système, soit 8,2 milliards de
francs, ne représente rien d'autre que le capital
d'exploitation. Les versements mensuels doivent en
effet être préfinancés étant donné que les
21/12/2000
CRABV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
aangezien de bijdragen slechts driemaandelijks
worden geïnd. Wij vragen ook een zorgvuldige
afhandeling van de dioxinedossiers.
cotisations ne sont perçues que par trimestre. Nous
demandons également que les dossiers déposés
dans le cadre de la crise de la dioxine soient traités
avec un soin maximal.
01.14 Minister Jaak Gabriëls (Nederlands): Dat
gebeurt, maar u zal dan de eerste zijn om te
verwijten dat het allemaal te lang aansleept. Ik
spreek overigens tegen dat het stelsel van de
sociale zekerheid niet over reserves beschikt, die
kunnen worden aangewend voor de verbetering van
het sociaal statuut. Mevrouw Pieters heeft me
verweten dat ik qua BSE van Europa nul op het
rekwest heb gekregen. Dat is onjuist. Wel is het zo
dat ik heb gedaan wat ik principieel moest doen, als
vertegenwoordiger van een klein land dat het
Europees belang voorop stelt. Ik werd daarbij
trouwens gesteund door andere kleine landen. Ik
heb tussen haakjes mijn stemgedrag over de
Europese maatregelen altijd afgestemd op de
Gewesten.
01.14 Jaak Gabriëls , ministre (en néerlandais) :
C'est ce que nous faisons mais vous serez la
première à nous reprocher de prendre trop de
temps. Par ailleurs, il est inexact que le régime de la
sécurité sociale ne dispose pas de moyens pouvant
être affectés à l'amélioration du statut social. Selon
Mme Pieters, l'Europe m'aurait recalé en ce qui
concerne l'ESB. C'est inexact. J'ai agi en conformité
avec les principes convenus, en qualité de
représentant d'un petit pays pour lequel l'intérêt
européen prime. J'ai d'ailleurs bénéficié du soutien
d'autres petits pays. Lors des vote sur des mesures
européennes, j'ai toujours agi en fonction des
Régions..
01.15 Trees Pieters (CVP): Ik ontken niet dat
minister Gabriëls Europees heeft gevochten. Maar
waarom heeft hij niet het juiste signaal gegeven?
01.15 Trees Pieters (CVP): Je ne nie pas que le
ministre Gabriëls a livré bataille sur la scène
européenne. Pourquoi n'a-t-il toutefois pas donné
le bon signal?
01.16 Minister Jaak Gabriëls (Nederlands): Daar
ga ik niet eens meer op antwoorden. De publieke
opinie weet wel beter!
De heer Leterme heeft me vragen gesteld over
twee restaurantfacturen voor een vrij substantieel
bedrag in het kader van promotionele activiteiten.
01.16 Jaak Gabriëls , ministre (en néerlandais) :
Je ne prendrai même pas la peine de répondre à
cette question. L'opinion publique jugera.
M. Leterme m'a interrogé à propos de frais de
restaurant d'un montant assez élevé exposés dans
le cadre d'activités promotionnelles.
01.17 Yves Leterme (CVP): Het gaat hier over
twee facturen van een restaurant in Berlare ten
bedrage van 920.000 frank, uitgeschreven in het
kader van Euro 2000, die door de minister ten
onrechte werden aangewend binnen de
zogenaamde promotie van Belgische
landbouwproducten. Dit laatste is een
gewestbevoegdheid. Hoe zal de minister de
terugbetaling aan het Belgisch Interventie- en
Restitutiebureau (BIRB) garanderen? Het was nooit
de bedoeling dit soort activiteiten te financieren. Wij
zullen het dossier op de voet volgen.
01.17 Yves Leterme (CVP): Ma question porte sur
deux factures, établies par un restaurant à Berlare,
d'un montant de 920.000 francs. Ces frais ont été
exposés dans le cadre de l'Euro 2000, sous le
couvert de la promotion de produits agricoles
belges, qui constitue une matière régionale.
Comment le ministre garantira-t-il le
remboursement de ces frais par le Bureau
d'intervention et de restitution belge (le BIRB)?
L'intention de financer ces activités n'a jamais
existé. Nous ne manquerons pas de suivre ce
dossier de près.
01.18 Minister Jaak Gabriëls :(Nederlands): Ik
herhaal dat het wel degelijk over de bevordering van
de Belgische landbouwproducten gaat. Die
financiering heb ik al toegelicht. Wij willen de
kwaliteits- en biologische landbouw stimuleren. Ons
doel is deze tot 10 procent van de landbouwmarkt
te doen uitgroeien.
01.18 Jaak Gabriels , ministre (en néerlandais) :
Je répète qu'il s'agissait bel et bien de la promotion
de produits agricoles belges. J'ai déjà fourni des
explications à propos de ce financement. Nous
entendons stimuler l'agriculture biologique et les
produits de qualité et oeuvrer pour qu'ils
représentent 10 pour cent du marché agricole.
(Frans) Ik wil wijzen op het belang van de
middenstand en de KMO's. In ons land maken de
(En français) Je veux souligner l'importance du
secteur des classes moyennes et des PME. Les
CRABV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
KMO's 95% van alle ondernemingen uit en zijn zij
goed voor 50% van alle banen. Wij hopen dat de
barrières door administratieve vereenvoudigingen
uit de weg worden geruimd, wat de situatie van de
KMO's zal vergemakkelijken. Ik zal volgend jaar
wetsontwerpen in die zin indienen.
De bestaande regels zullen worden geëvalueerd.
Sommige van die regels vergemakkelijken immers
de toegang tot door zelfstandigen uitgeoefende
beroepen niet.
Wat het sociaal statuut betreft, hebben wij
maatregelen genomen voor een bedrag van meer
dan 5 miljard op jaarbasis. Op grond van het
verslag Cantillon willen wij echter nog verder gaan.
Wij beschikken over 1,2 miljard speelruimte, maar
als wij de ongelijke behandeling willen wegwerken
zal dat tien miljard kosten.
PME, chez nous, représentent 95 % des entreprises
et 50 % des possibilités de mise au travail. Nous
espérons que les barrières seront levées par des
simplifications administratives, ce qui facilitera la vie
de ces PME. Je déposerai des projets de loi en ce
sens dès l'an prochain.
Nous allons faire une évaluation des règles qui
existent. Certaines, en effet, ne facilitent pas l'accès
aux professions exercées par des indépendants.
Pour le statut social, nous avons pris des mesures
pour plus de 5 milliards sur base annuelle. Nous
voulons en faire plus sur la base du rapport du
groupe Cantillon. Nous disposons d'une marge de
1,2 milliard, mais si nous voulons supprimer les
discriminations, ce sont 10 milliards qui seraient
nécessaires.
Over de biologische landbouw heb ik reeds
toelichting gegeven. Wie zal de BSE-factuur betalen
? Voor de kosten met betrekking tot het dierenmeel
draaien de Gewesten op. De groep-Beernaerts
probeert de nodige financiële middelen te vinden.
Voor de BSE-tests trekt de federale overheid 1,2
miljard uit. Bovendien legt de Europese Unie 600
frank toe per rund. Wij vragen de Commissie nog
eens dat bedrag toe te kennen voor risicodieren,
wat zou neerkomen op een Europese
tegemoetkoming van 1.200 BEF per dier.
L'agriculture biologique a déjà fait l'objet d'un
éclaircissement, mais qui va payer la facture de
l'ESB ? Celle qui concerne les farines animales est
du ressort des Régions. Nous cherchons les
moyens financiers nécessaires dans le groupe
Beernaerts.
Par ailleurs, 1,2 milliard est prévu au niveau fédéral
pour les tests et 600 francs de contribution
européenne avaient été prévus par bovin. Nous
demandons à la Commission la même somme pour
les animaux à risque, ce qui fait au total 1.200
francs d'intervention européenne par animal.
Wij hebben de steun van zeven andere lidstaten.
Wij zullen in het ministerieel kerncomité en de
ministerraad van vrijdag voor Europese steun
pleiten.
Wij hebben een bedrag van 180 miljoen ontvangen
voor maatregelen om te voorkomen dat dierenmeel
dat nog bij de bedrijven opgeslagen ligt, alsnog in
het veevoer zou terechtkomen.
Na al die crisissen moeten we ons afvragen welk
type van landbouw we willen in Europa, al moet ze
natuurlijk wel levensvatbaar blijven.
Nous étions soutenus par sept autres pays. Nous
plaiderons pour une intervention européenne au
sein du Comité ministériel restreint et du Conseil
des ministres de vendredi.
Nous avons obtenu 180 millions pour éviter
l'utilisation des farines animales se trouvant encore
dans les entreprises.
Il faut, après toutes les crises, nous demander quel
type d'agriculture nous voulons en Europe, tout en
veillant à ce qu'elle puisse survivre.
01.19 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV):
Daar moet zeker over gewaakt worden, temeer
daar we stand zullen moeten houden tegen de
Verenigde Staten in het kader van de WHO-
onderhandelingen.
01.19 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV):
C'est d'autant plus nécessaire que nous devons
affronter les Etats-Unis dans les négociations de
l'OMC.
01.20 Minister Jaak Gabriëls (Frans) : Op de
Landbouwraad werd beslist dat dierenmeel
toegestaan is voor gelatine. Ook voor visvoer werd
een uitzondering gemaakt.
01.20 Jaak Gabriëls , ministre (en français): Au
Conseil de l'Agriculture, nous avons décidé que les
farines animales pourraient être utilisées pour les
gélatines, une exception qui s'ajoute aux poissons.
21/12/2000
CRABV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
01.21 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV):
Hebben wij niet het recht om verder te gaan dan de
Europese beschikking ?
01.21 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV):
N'avons-nous pas le droit d'aller au-delà de la
décision européenne ?
01.22 Minister Jaak Gabriëls (Frans) : Ik heb voor
een Europese beschikking daaromtrent gepleit, en
zal dat nog een keer doen op de Landbouwraad.
01.22 Jaak Gabriëls , ministre (en français) : J'ai
déjà plaidé pour une décision européenne en la
matière, et je le ferai également au sein du Conseil
de l'agriculture.
(Nederlands) Ik besluit. De regionalisering van het
landbouwbeleid staat voor de deur. Ik ben daar
zeker geen tegenstander van, integendeel zelfs.
Maar we moeten ons ervoor wapenen dat we op
Europees vlak met een voldoende sterke en
eenduidige stem blijven praten, om te verhinderen
dat we aan impact verliezen.
(En néerlandais) J'en arrive à la conclusion. La
régionalisation de la politique agricole se concrétisa
sous peu. Je ne m'y oppose certainement pas, bien
au contraire. Au niveau européen, nous devons
néanmoins veiller à ce que note pays soit encore en
mesure de s'exprimer d'une même voix et avec
suffisamment de force, pour éviter de perdre
l'influence que nous exerçons.
01.23 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mevrouw Pieters is niet het enige Vlaamse kamerlid
die over Landbouw is tussengekomen. Ik heb er
maar enkele zinnen aan gewijd, maar daarin kan
men wel veel zeggen.
01.23 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Mme
Pieters n'est pas la seule parlementaire flamande à
avoir abordé le domaine de l'agriculture. Mon
intervention à ce sujet était concise mais le contenu
n'en était pas moins important.
01.24 Minister Jaak Gabriëls (Nederlands): Ik kan
mevrouw Laenens verzekeren dat er een evaluatie
zal komen op de drie punten die ze in haar
tussenkomst heeft aangehaald.
01.24 Jaak Gabriëls , ministre: (en néerlandais) Je
puis assurer Mme Laenens que les trois points
qu'elle a évoqués dans son intervention feront
l'objet d'une évaluation.
01.25 Minister Charles Picqué (Frans) : De vraag
waarvan mevrouw Gerkens zou willen dat ze
gesteld wordt in het kader van de volkstelling, staat
niet in de vragenlijst, maar misschien kan wel een
en ander worden opgemaakt uit het ruwe
antwoordmateriaal.
De discussie over de economische toepassingen
van het wetenschappelijk onderzoek zal worden
aangezwengeld. De vorsers aan de universiteiten
werken alvast in die richting; hun onderzoek gebeurt
in samenwerking met de bedrijfswereld.
01.25 Charles Picqué , ministre (en français):
Dans le cadre du recensement, la question que
Mme Gerkens souhaite voir posée ne se trouve pas
dans le questionnaire, mais peut-être pourra-t-elle
être déduite des réponses brutes que nous aurons.
En matière de recherche scientifique, la dimension
des applications économiques sera intensifiée.
Nous allons déjà dans un sens positif par le biais
des chercheurs universitaires dont les recherches
se font en interface avec le monde économique.
De heer Busquin betreurt terecht het gebrek aan
lobbying om Europese kredieten voor
wetenschappelijk onderzoek los te weken. Er
bestaan kredieten voor duurzame en voor
stadsontwikkeling. Wij zullen bijgevolg dossiers
indienen.
Dankzij de samenhang, de duurzame ontwikkeling
en de nieuwe kennismaatschappij drie thema's
die hun stempel op ons beleid zullen drukken
wordt tegemoetgekomen aan het
horizontaliteitsprincipe.
Ook het behoud van de vorsers behoort tot onze
bekommernissen. Wij zullen hen fiscale voordelen
en beurzen aanbieden.
C'est à raison que M. Busquin déplore le manque
de lobbying en matière de recherche de crédits
européens dans le domaine de la recherche
scientifique. Il existe des crédits pour le
développement durable et celui de la ville. Nous
remettrons donc des dossiers.
La transversalité est rencontrée à travers la
cohérence, le développement durable et la nouvelle
société de la connaissance, trois thèmes qui vont
imprégner notre politique.
Un autre de nos soucis est de garder nos
chercheurs. Nous leur offrirons des avantages
fiscaux et des bourses.
CRABV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Wat het Europees octrooi betreft, zal de Europese
Commissie een conferentie opleggen. Die zal
tijdens het Belgisch voorzitterschap plaatsvinden,
op een al vastgestelde datum.
Wij zullen het wetsontwerp op de octrooibaarheid
van levende wezens op internet plaatsen, zodat het
debat hierover de parlementaire assemblees
overstijgt. In tegenstelling tot wat men op het eerste
gezicht zou denken, zal het niet eenvoudig zijn
terzake een consensus te bereiken.
Het ontwerp betreffende de elektronische
handtekening waarover de heer Van Overtveldt mij
een vraag stelde, is klaar. Wij zullen de gelegenheid
hebben om dit dringende dossier in januari in
commissie te bespreken.
De elektronische toepassingen met een
economische dimensie zullen in de nabije toekomst
nog bijkomende wetswijzigingen vereisen.
Quant au brevet communautaire, la Commission
européenne nous imposera une conférence sur ce
thème. Elle est déjà programmée durant la période
de notre présidence.
En mettant sur Internet le projet de loi sur la
brevetabilité du vivant, nous susciterons un large
débat au-delà des seules enceintes parlementaires.
La voie consensuelle ne sera pas aussi facile à
trouver qu'il n'y paraît à première vue.
En ce qui concerne la signature électronique, à
propos de laquelle m'a interrogé M. Van Overtveldt,
le projet est prêt, et nous aurons l'occasion de
traiter ce dossier urgent en commission début
janvier.
D'autres adaptations de notre législation devront
être opérées rapidement en matière d'applications
électroniques à dimension économique.
01.26 Marc Van Peel (CVP): Wanneer worden de
ecotaksen van kracht? Daarover werden
tegenstrijdige verklaringen afgelegd door diverse
ministers. Volgens minister Reynders komen de
ecotaksen er nooit. Op 1 januari 2001 moet de wet
van kracht zijn. Die datum staat uitdrukkelijk in de
wet. Gaat men de reeds gedane investeringen
inzake verpakkingsmateriaal terugbetalen indien de
ecotaksen niet worden uitgevoerd? Of gaat men ze
met terugwerkende kracht uitstellen?
01.26 Marc Van Peel (CVP): Quand les écotaxes
entreront-elles réellement en vigueur
? Les
ministres compétents ont fait des déclarations
contradictoires à ce sujet. A en croire le ministre
Reynders, ces écotaxes ne seront jamais
instaurées. La loi doit entrer en vigueur le 1er
janvier 2001. Cette date figure expressément dans
la loi. Si ces écotaxes ne sont pas instaurées,
remboursera-t-on les investissements déjà réalisés
dans le domaine des emballages
? Ou le
gouvernement a-t-il l'intention de les reporter mais
de les doter d'un effet rétroactif ?
01.27 Minister Charles Picqué (Nederlands): Het
is inderdaad belangrijk deze zaak op te helderen. Ik
denk persoonlijk dat de toepassing van de wet kan
worden uitgesteld. Daarover moet zo snel mogelijk
een beslissing worden genomen in de schoot van
de regering.
01.27 Charles Picqué , ministre: (en néerlandais)
Il importe en effet d'éclaircir cette affaire. A titre
personnel; je dirais que l'entrée en vigueur de la loi
pourrait être reportée. Le gouvernement doit
prendre une décision le plus rapidement possible à
ce sujet.
01.28 Marc Van Peel (CVP): Als er nog altijd geen
vergelijk is over dit dossier, hoe kan dan de
toepassing worden uitgesteld, te meer daar
vandaag de laatste plenaire vergadering van de
Kamer voor 1 januari 2001 plaatsvindt? Er moet
volgens mij een echte wetswijziging komen.
De sector is in verwarring: niemand weet nog
waaraan hij zich moet houden. Die chaos is toch
onverantwoord en mag niet lang meer blijven
aanhouden.
01.28 Marc Van Peel (CVP): Si l'on n'est toujours
pas parvenu à trouver un compromis dans ce
dossier, comment pourrait-on reporter l'entrée en
vigueur de cette loi, d'autant plus que la séance
plénière d'aujourd'hui est la dernière avant le 1er
janvier 2001 ? A mon estime, il faudrait procéder à
une véritable modification de la loi.
Le secteur baigne dans la confusion. Nul ne sait à
quoi s'en tenir. Il est irresponsable de laisser
perdurer ce chaos.
01.29 Minister Charles Picqué (Nederlands): Wij
zullen in de komende dagen onderzoeken hoe wij
01.29 Charles Picqué , ministre: (en néerlandais)
Dans les prochains jours, nous verrons comment ce
21/12/2000
CRABV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
dit probleem kunnen verhelpen.
problème peut être réglé.
01.30 Marc Van Peel (CVP): Alleen een
onmiddellijke wetswijziging of een overgangswet
kan dit oplossen. Er is geen enkel ander logistiek
middel om de wet niet op 1 januari 2001 te laten
ingaan.
De voorzitter: Daartoe kunnen wetsontwerpen
worden ingediend. Thans zijn die er niet.
01.30 Marc Van Peel (CVP): Seule une
modification immédiate de loi ou une loi de
transition permettront de résoudre ce problème.
C'est le seul moyen légal pour éviter que la loi entre
en vigueur au premier janvier 2001.
Le président: Des projets de loi peuvent être
déposés à cet effet. Mais pour l'instant, rien n'a été
déposé.
01.31 Staatssecretaris Olivier Deleuze (Frans):
Het controlecomité heeft de beslissing van de
regering aanvaard, en voor de personen die een
specifiek sociaal tarief genieten, zullen net zoals
voor de elektriciteitsfacturen, prijsverminderingen
op de gasfacturen worden toegekend. Het
controlecomité zal weer op 10 januari 2001
bijeenkomen om een vermindering met 50 % van
de handicap van de particuliere verbruikers ten
opzichte van onze buurlanden te bespreken. Ik
hoop dat de beslissing die wordt genomen,
terugwerkende kracht voor 2000 zal hebben.
(Nederlands) Wat het AMPERE-verslag betreft,
bevestig ik dat ons land slecht scoort qua CO
2
-
uitstoot. De doestellingen die ons land moest
realiseren, werden door de vorige regering echter
nooit toegepast.
01.31 Olivier Deleuze , secrétaire d'Etat (en
français): Le Comité de contrôle a accepté la
décision du gouvernement et, pour les personnes
bénéficiant d'un tarif social spécifique, des
réductions seront accordées sur les factures de gaz
comme elles l'ont été sur les factures d'électricité.
Le Comité de contrôle se réunira de nouveau le 10
janvier 2001 pour examiner la diminution de 50% du
handicap tarifaire des consommateurs résidentiels
par rapport aux pays voisins. J'espère que la
décision qui sera prise aura un effet rétroactif sur
2000.
(En néerlandais) Pour ce qui est du rapport de la
commission AMPERE, je confirme que notre pays
enregistre de mauvais résultats en matière
d'émissions de CO2. Mais le gouvernement
précédent n'a jamais cherché à réaliser les objectifs
que doit atteindre la Belgique.
01.32 Simonne Creyf (CVP): Over het AMPERE-
verslag moet toch een ernstig debat kunnen
plaatsvinden. Staatssecretaris Deleuze zegt dat het
CO
2
-plan van vorige regering nooit is uitgevoerd,
maar de vervroegde sluiting van de kerncentrales,
waartoe deze regering beslist, zal door een
toename van de andere energiebronnen de CO
2
-
uitstoot nog doen toenemen.
01.32 Simonne Creyf (CVP): Il importe de
consacrer un débat de fond à ce rapport de la
commission AMPERE. Le secrétaire d'Etat Deleuze
dit que le plan CO2 du gouvernement précédent n'a
jamais été exécuté, mais la fermeture anticipée des
centrales nucléaires, décidée par l'actuelle coalition,
favorisera une nouvelle augmentation des
émissions de CO2, dans la mesure où elle nous
contraindra à recourir davantage à d'autres sources
d'énergie.
01.33 Staatssecretaris Olivier Deleuze
(Nederlands): Het Kyoto-protocol wil de CO
2
-uitstoot
in België tegen 2010 verminderen met 7,5 procent.
Anderzijds willen wij tegen 2014 de stopzetting van
de kerncentrales inzetten. Het ene doorkruist het
andere niet.
01.33 Olivier Deleuze , secrétaire d'Etat: (en
néerlandais) En vertu du protocole de Kyoto, la
Belgique devrait réduire ses rejets de CO2 de 7,5%
d'ici à 2010. Parallèlement, nous souhaitons l'arrêt
des centrales nucléaires d'ici à 2014. Ces deux
objectifs ne sont pas incompatibles.
01.34 Simonne Creyf (CVP): De Kyoto-norm moet
gehaald worden in 2010, de eerste kerncentrales
worden pas gesloten in 2014. Dat is
struisvogelpolitiek, een staatssecretaris onwaardig.
01.34 Simonne Creyf (CVP): La norme de Kyoto
doit être atteinte en 2010 mais les premières
fermetures de centrales nucléaires n'auront lieu
qu'en 2014. C'est une politique de l'autruche
indigne d'un secrétaire d'Etat.
01.35 Staatssecretaris Olivier Deleuze : 01.35 Olivier Deleuze , ministre (en néerlandais) :
CRABV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
(Nederlands) De inspanningen voor Kyoto worden
niet beïnvloed door de sluiting van centrales. Het
rapport AMPERE werd al te gemakkelijk als een pro
kernenergieverslag beschouwd. Dat is niet correct.
Er stonden in dat rapport nog heel wat andere
voorstellen.
Les efforts consentis pour atteindre la norme de
Kyoto n'ont rien à voir avec la fermeture de
centrales. On a trop volontiers considéré que le
rapport Ampère était favorable à l'énergie nucléaire.
Ce n'est pas le cas car ce rapport contenait
beaucoup d'autres propositions.
(Frans) Een fractieleider vroeg mij in de Kamer naar
de identiteit van de internationale deskundigen die
het Ampère-rapport moeten onderzoeken, hoewel
de heer Poncelet in juli 2000 bij afsluiting van de
Ministerraad al over die lijst beschikte.
(En français) À la Chambre, un chef de groupe m'a
interrogé sur l'identité des experts internationaux
chargés d'examiner le rapport Ampère, mais en
juillet 2000, à l'issue du Conseil des ministres, M.
Poncelet disposait déjà de la liste !
01.36 Serge Van Overtveldt (PRL FDF MCC): De
gas- en elektriciteitstarieven worden dit jaar
verlaagd. Welke gevolgen zal dit voor de
verscheidene intercommunales hebben? De aan de
gemeenten gestorte dividenden vormen voor hen
een belangrijke inkomstenbron. Kunt u het
inkomstenverlies van de lokale overheden
becijferen?
01.36 Serge Van Overtveldt (PRL FDF MCC):
Des diminutions des prix de l'électricité et du gaz
auront lieu cette année. Quelles répercussions
auront-elles sur les diverses intercommunales ? Les
dividendes versés aux communes sont quelque
chose d'important pour les finances de celles-ci.
Quelle sera la diminution de rémunération pour nos
pouvoirs locaux ?
01.37 Staatssecretaris Olivier Deleuze (Frans): Ik
verheug mij over de daling van de sociale tarieven.
Voor mij gaat het voeren van een sociaal beleid
voor op de ïnkomsten van de gemeenten. (Applaus
bij Ecolo-Agalev)
Niet zozeer deze maatregel die maar 100.00
huishoudens treft, maar wel de liberalisering op
Europees niveau brengt de inkomsten in het
gedrang die de gemeenten via de intercommunales
ontvingen. Bij wijze van compensatie dacht de
werkgroep onder meer aan een belangrijke
gemeentelijke participatie in het kapitaal van de
maatschappij die het vervoersnet beheert.
01.37 Olivier Deleuze , secrétaire d'Etat (en
français): Je me réjouis de ce que les tarifs sociaux
diminuent. Mon objectif est davantage une politique
sociale que les revenus des intercommunales.
(Applaudissements sur les bancs d'Écolo-Agalev)
Les communes ont des rentées financières via les
intercommunales, qui sont mises en danger
davantage par l'ouverture du marché au niveau
européen que par cette mesure, qui ne touche que
quelque 100.000 ménages. Un des éléments de
compensation imaginé par le groupe de travail
serait une forte participation au capital du
gestionnaire du réseau de transport.
(Nederlands) Ik ben voorstander van één groen
stroomcertificaat voor alle betrokken Gewesten. Ik
hoop dat de neuzen in dezelfde richting wijzen,
anders worden de zaken wel heel ingewikkeld.
(En néerlandais) Je préconise l'instauration d'un
certificat électrique écologiste unique pour toutes
les Régions concernées. J'espère que la population
se ralliera à ce choix, sinon la situation deviendra
vraiment très compliquée.
01.38 Simonne Creyf (CVP): Akkoord. Vier aparte
stroomcertificaten zou de zaken heel ingewikkeld
maken. Ik hoop dat de staatssecretaris ter zake een
coördinerende rol zal spelen. Blijkbaar zal het
Vlaams Parlement zijn decreet moeten aanpassen.
01.38 Simonne Creyf (CVP): D'accord. Quatre
certificats électriques distincts compliqueraient
effectivement les choses. J'espère que le secrétaire
d'Etat jouera en la matière un rôle de coordinateur.
Il semble inévitable que le Parlement flamand doive
adapter son décret.
01.39 Staatssecretaris Olivier Deleuze (Frans):
Ons energiebeleid hangt af van de Europese
richtlijnen en de wet van april 1999. Zij die deze wet
hebben aangenomen, weten welke verplichtingen
daaruit voortvloeien.
01.39 Olivier Deleuze , secrétaire d'Etat (en
français) :Notre politique énergétique est
conditionnée par les directives européennes et la loi
d'avril 1999. Ceux qui l'ont adoptée savent bien à
quoi elle engageait.
(Nederlands) Wat het nucleair passief BP1 en BP2
betreft, is er een akkoord tot betaling van 350
(En néerlandais) En ce qui concerne le passif
nucléaire BP1 et BP2, un accord prévoit que le
21/12/2000
CRABV 50
PLEN 099
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
miljoen frank door de elektriciteitssector.
secteur de l'électricité s'acquittera d'un montant de
350 millions de francs.
(Frans) Inzake verzekering heeft u de verhoging
van de dekking van 4 tot 12 miljard goedgekeurd,
en dit ook voor de sites met meer dan één centrale
Het staat vast dat als er in een centrale op een site
met verscheidene centrales een ongeluk
plaatsvindt, de dekking 12 miljard voor één centrale
bedraagt en niet 12 miljard gedeeld door het aantal
centrales. Men zegt mij dat er een probleem is als
er zich verscheidene gelijktijdige ongelukken in
meerdere centrales voordoen, maar men zegt mij
ook dat een ramp zoals in Tsjernobyl zeer
onwaarschijnlijk is in België. Dat lijkt mij
tegenstrijdig !
(En français) Vous avez voté en matière
d'assurance l'augmentation de la couverture de 4 à
12 milliards, y compris pour les sites où il y a
plusieurs centrales. Il est clair que si une centrale
se trouvant sur un site où il y en a plusieurs connaît
un accident, la couverture est de 12 milliards pour
une centrale et non 12 milliards divisés par le
nombre de centrales. Le problème se poserait, dit-
on, si plusieurs accidents se produisaient
simultanément dans plusieurs centrales,. Mais on
me dit aussi que la possibilité d'un Tchernobyl en
Belgique est hautement improbable. Il y a là une
contradiction !
01.40 Marc Van Peel (CVP): Ik zou aan de
staatssecretaris dezelfde vraag willen stellen als
daarnet aan minister Picqué. Wat zal vanaf 1
januari 2001 met de wet op de ecotaks gebeuren?
01.40 Marc Van Peel (CVP): Je souhaiterais poser
au secrétaire d'Etat Deleuze la même question que
celle que j'ai adressée au ministre Picqué.
Qu'adviendra-t-il de la loi sur les écotaxes au 1
er
janvier 2001?
01.41 Staatssecretaris Olivier Deleuze
(Nederlands): Ik ben lid van dezelfde regering als
de heer Picqué. Ik sluit mij bijgevolg aan bij zijn
antwoord.
01.41 Olivier Deleuze , secrétaire d'Etat: (en
néerlandais) M. Picqué et moi-même appartenons
au même gouvernement. En conséquence, je me
joins à sa réponse.
01.42 Marc Van Peel (CVP): Er is dus geen
oplossing. De wet is gewoon van toepassing. Dat is
goed om weten.
01.42 Marc Van Peel (CVP): Il n'existe donc pas
de solution. La loi doit donc entrer en vigueur. J'en
prends bonne note.
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van
de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar
2001. De door de commissie aangenomen tekst
geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 66,4)
(904/1)
Nous passons à la discussion des articles du
budget des voies et moyens pour l'année
budgétaire 2001. Le texte adopté par la commission
sert de base à la discussion. (Rgt 66,4) (904/1)
De begroting telt 17 artikelen.
Le budget compte 17 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 17 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 1 à 17 sont adoptés article par article.
De tabel in bijlage wordt zonder opmerkingen
aangenomen.
Le tableau annexé est adopté sans observation.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over het geheel van de
Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar
2001 zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
l'ensemble du budget des voies et moyens pour
l'année budgétaire 2001 aura lieu ultérieurement.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van Nous passons à la discussion des articles du projet
CRABV 50
PLEN 099
21/12/2000
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
het ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor
het begrotingsjaar 2001. De door de commissie
aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4) (905/7)
de budget général des dépenses pour l'année
budgétaire 2001. Le texte adopté par la commission
sert de base à la discussion. (Rgt 66,4) (905/7)
Artikel 1-01-1 is aangenomen.
L'article 1-01-1 est adopté.
Ingediende amendementen:
Amendements déposés:
Art. 1-01-2
7: Servais Verherstraeten (905/27)
6: Guido Tastenhoye (905/27)
26: Luc Sevenhans (905/32)
27: Guido Tastenhoye (905/34)
28: Guido Tastenhoye (905/34)
29: Marcel Hendrickx en Tony Van Parys (905/35)
Art. 2.17.12
30: Marcel Hendrickx, Tony Van Parys, Karel Van
Hoorebeke (905/35)
Art. 1-01-2
7: Servais Verherstraeten (905/27)
6: Guido Tastenhoye (905/27)
26: Luc Sevenhans (905/32)
27: Guido Tastenhoye (905/34)
28: Guido Tastenhoye (905/34)
29: Marcel Hendrickx en Tony Van Parys (905/35)
Art. 2.17.12
30: Marcel Hendrickx, Tony Van Parys, Karel Van
Hoorebeke (905/35)
De stemming over de amendementen, de tabellen
in bijlage en artikelen 1-01-2 en 2.17.12 wordt
aangehouden.
Les votes sur les amendements, les tableaux
annexés et les articles 1-01-2 et 2.17.12 sont
réservés.
De artikelen 1-01-3 tot 1-01-9, 2.11.1 tot 2.11.15,
2.12.1 tot 2.12.7, 2.13.1 tot 2.13.10, 2.14.1 tot
2.14.9, 2.15.1 tot 2.15.9, 2.16.1 tot 2.16.28, 2.17.1
tot 2.17.11, 2.18.1 tot 2.18.11, 2.19.1 tot 2.19.19,
2.21.1 tot 2.21.7, 2.23.1 tot 2.23.9, 2.26.1 tot
2.26.17, 2.31.1 tot 2.31.13, 2.32.1 tot 2.32.6, 2.33.1
tot 2.33.7, 2.51.1 tot 2.51.10, 2.52.1, 3-01-1, 3-01-2,
4-01-1 tot 4-01-4, 5-01-1 tot 5-01-4 sont adoptés
article par article.
Les articles 1-01-3 à 1-01-9, 2.11.1 à 2.11.15,
2.12.1 à 2.12.7, 2.13.1 à 2.13.10, 2.14.1 à 2.14.9,
2.15.1 à 2.15.9, 2.16.1 à 2.16.28, 2.17.1 à 2.17.11,
2.18.1 à 2.18.11, 2.19.1 à 2.19.19, 2.21.1 à 2.21.7,
2.23.1 à 2.23.9, 2.26.1 à 2.26.17, 2.31.1 à 2.31.13,
2.32.1 à 2.32.6, 2.33.1 à 2.33.7, 2.51.1 à 2.51.10,
2.52.1, 3-01-1, 3-01-2, 4-01-1 à 4-01-4, 5-01-1 à 5-
01-4 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over de aangehouden amendementen,
de tabellen in bijlage en de artikelen 1-01-2 en
2.17.12 en over het geheel van het ontwerp van
algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar
2001 zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur les
amendements, les tableaux annexés et les articles
1-01-2 et 2.17.12 réservés ainsi que sur l'ensemble
du projet de budget général des dépenses pour
l'année budgétaire 2001 aura lieu ultérieurement.
De vergadering wordt gesloten om 12.37 uur.
Volgende vergadering donderdag 21 december om
14.15 uur.
La séance est levée à 12.37 heures. Prochaine
séance le jeudi 21 décembre à 14.15 heures.
Document Outline