KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 PLEN 140
CRIV 50 PLEN 140
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
woensdag mercredi
27-06-2001 27-06-2001
20:15 uur
20:15 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
ONTWERP VAN BIJZONDERE WET
1
PROJET DE LOI SPÉCIALE
1
Ontwerp van bijzondere wet houdende overdracht
van diverse bevoegdheden aan de gewesten en
de gemeenschappen (overgezonden door de
Senaat) (1280/1 tot 4)
1
Projet de loi spéciale portant transfert de diverses
compétences aux régions et communautés
(transmis par le Sénat) (1280/1 à 4)
1
Hervatting van de algemene bespreking
1
Reprise de la discussion générale
1
Sprekers: Simonne Creyf, Hugo Coveliers,
voorzitter van de VLD-fractie, Yves Leterme,
voorzitter van de CVP-fractie, Guido
Tastenhoye, Alexandra Colen, Jef
Tavernier, voorzitter van de AGALEV-
ECOLO-fractie, Gerolf Annemans, voorzitter
van de VLAAMS BLOK-fractie, Roger
Bouteca, Fauzaya Talhaoui, Danny Pieters,
Guy D'haeseleer, Hagen Goyvaerts, Marie-
Thérèse Coenen, Bart Laeremans, Bert
Schoofs, Jan Mortelmans, Filip De Man,
Luc Sevenhans, John Spinnewyn, Jaak Van
Den Broeck, André Smets
Orateurs: Simonne Creyf, Hugo Coveliers,
président du groupe VLD, Yves Leterme,
président du groupe CVP, Guido Tastenhoye,
Alexandra Colen, Jef Tavernier, président du
groupe AGALEV-ECOLO, Gerolf Annemans,
président du groupe VLAAMS BLOK, Roger
Bouteca, Fauzaya Talhaoui, Danny Pieters,
Guy D'haeseleer, Hagen Goyvaerts, Marie-
Thérèse Coenen, Bart Laeremans, Bert
Schoofs, Jan Mortelmans, Filip De Man,
Luc Sevenhans, John Spinnewyn, Jaak Van
Den Broeck, André Smets
Regeling van de werkzaamheden
81
Ordre des travaux
81
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Servais
Verherstraeten, Hugo Coveliers, voorzitter
van de VLD-fractie
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP, Gerolf Annemans, président du groupe
VLAAMS BLOK, Servais Verherstraeten,
Hugo Coveliers, président du groupe VLD
Persoonlijk feit
82
Fait personnel
82
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Hugo Coveliers,
voorzitter van de VLD-fractie, Filip De Man
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK, Hugo Coveliers,
président du groupe VLD, Filip De Man
Voortzetting van de algemene bespreking
84
Continuation de la discussion générale
84
Sprekers: Hugo Coveliers, voorzitter van de
VLD-fractie, Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie
Orateurs: Hugo Coveliers, président du
groupe VLD, Yves Leterme, président du
groupe CVP, Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement,
Johan Vande Lanotte, vice-premier ministre
et ministre du Budget, de l'Intégration sociale
et de l' Économie sociale
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
PLENUMVERGADERING SÉANCE
PLÉNIÈRE
van
WOENSDAG
27
JUNI
2001
20:15 uur
______
du
MERCREDI
27
JUIN
2001
20:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 20.21 uur door
de heer Jean-Pol Henry, voorzitter.
La séance est ouverte à 20.21 heures par M.
Jean-Pol Henry, président.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering
is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de
l'ouverture de la séance:
Didier Reynders.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Berichten van verhindering
Excusés
Patrick Moriau, wegens ziekte / pour raison de
santé.
Ontwerp van bijzondere wet
Projet de loi spéciale
01 Ontwerp van bijzondere wet houdende
overdracht van diverse bevoegdheden aan de
gewesten en de gemeenschappen
(overgezonden door de Senaat) (1280/1 tot 4)
01 Projet de loi spéciale portant transfert de
diverses compétences aux régions et
communautés (transmis par le Sénat) (1280/1
à 4)
Hervatting van de algemene bespreking
Reprise de la discussion générale
De algemene bespreking is hervat.
La discussion générale est reprise.
01.01 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, u bent niet alleen
fysisch tegenwoordig, maar u denkt dat u ook
mentaal aanwezig bent.
Het federale akkoord voor de staatshervorming
wordt voortaan Lambermont genoemd, maar
daarbij vergeet iedereen, op enkele collega's na,
dat Lambermont in het Nederlands Lambermont
is. Hoe zou het komen dat de Franstalige versie
spontaan door iedereen in de mond wordt
genomen. In het halfrond spreekt iedereen over
Lambermont en niemand denkt eraan om
Lambermont te zeggen. Het antwoord is dat
niemand dit akkoord associeert met Vlaanderen.
Het deel over de financiering is een akkoord van
Franstaligen voor Franstaligen, zoals onze collega
Herman Van Rompuy zei tijdens het vorige debat.
Ook in dit hoofdstuk over de bevoegdheden echter
en over Brussel draait het weer om geld,
veel
geld, federaal geld, maxigeld voor
minibevoegdheden. Deze morgen heeft nog een
bijzondere commissie voor de Herziening van de
Grondwet vergaderd rond het fonds om de
middelen voor de internationale uitstraling van
Brussel te kanaliseren, te mobiliseren en ook daar
draaide het weer om geld, veel geld, federaal geld
voor Wallonië met uitgeholde bevoegdheden voor
Vlaanderen.
Ik wil in mijn betoog in het bijzonder ingaan op de
akkoorden ten aanzien van Brussel. Het begin ligt
bij de Costa, de Conferentie voor de
staatshervorming. Deze Costa moest het einde
betekenen van de communautaire problemen en
moest een mijlpaal vormen in de
staatshervorming. Het zou echter ook anders
worden, anders dan vroeger. Het zou niet de
regering zijn die zou beslissen en het overleg zou
ook niet meer gebeuren bij nacht en ontij in
afgelegen kastelen. Welnu, alle beslissingen, het
Sint-Elooisakkoord, het Lambermont-akoord
en
het Lambermont-bis-akkoord zijn door de
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
regering
onderhandeld tijdens nachtelijke
marathonvergaderingen.
De Costa zelf heeft nooit gewerkt en is nooit een
plaats van beslissingen geweest. Bovendien werd
elk voorstel en elke suggestie met het oog op
echte fiscale autonomie bijvoorbeeld de splitsing
van de sociale zekerheid, van de
gezondheidszorg, van de NMBS gecounterd
door de heer Moureaux, die gechoqueerd was
door verklaringen van de heren De Gucht en
Vankrunkelsven, die in de loop van de maand
januari 2000 hun reacties en opties ventileerden in
de pers.
Er werd bijgevolg gas teruggenomen door de
Vlaamse meerderheidspartijen. Het resultaat is
dat van de essentiële Vlaamse eisen, die in het
Vlaams Parlement unaniem werden goedgekeurd
door alle democratische partijen, niets is terug te
vinden in de nieuwe akkoorden.
Van de Costa wil ik overstappen op de Brusselse
Costa. De Brusselse Costa ontstond enerzijds uit
het Brusselse regeerakkoord, dat ook door de
CVP werd onderhandeld en ondertekend en dat
een uiting was van de bereidheid van de
Brusselse meerderheidspartners om te werken
aan een verfijning van de Brusselse instellingen.
Anderzijds was de Brusselse Costa een uiting van
het onvermogen en/of de onwil van de federale
paars-groene meerderheid om zelf de nodige
hervormingen van de Brusselse instellingen te
realiseren. De agenda van de Brusselse Costa
was bijgevolg strikt beperkt tot drie gewestelijke
materies: de versterking van de Nederlandse
taalgroep in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad,
extra trekkingsrechten op de Brusselse
gewestelijke begroting voor de jaren 2000 en 2001
ten bate van de Franse en de Vlaamse
Gemeenschapscommissies om duidelijk
aantoonbare noden inzake onderwijs te dekken en
het vermijden van een blokkering van de
Brusselse instellingen door extremistische
fracties.
Deze context werd echter grondig gewijzigd door
het Lambermont-akkoord. De hierin voorziene
overheveling van de volledige gemeentewetgeving
naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zonder
voorafgaande waarborgen voor de Brusselse
Vlamingen, dreigde de positie van de Vlaamse
Gemeenschap in Brussel ernstig te ondergraven.
Vermits de federale meerderheid ook op dit vlak
opnieuw verstek gaf, was het logisch om de
agenda van de Brusselse Costa uit te breiden tot
het gemeentelijke niveau. De CVP heeft zich
hiervoor ingezet en heeft actief geholpen om
terzake een eensgezind Vlaams-Brussels front tot
stand te brengen met de partners van VLD,
Volksunie, SP en Agalev. Dit resulteerde in twee
resoluties en een motie die op respectievelijk 9
juni 2000, 19 december 2000 en 16 februari 2001
werden goedgekeurd door de Raad van de
Vlaamse Gemeenschapscommissie. Deze
teksten, die gezamenlijk door de Brusselse
fracties van CVP, VLD, Volksunie, SP en Agalev
werden opgesteld, ondertekend en goedgekeurd,
bevatten een duidelijk en concreet eisenpakket
voor het gemeentelijke niveau.
Dit pakket bevatte de volgende eisen: ten minste
twee Vlaamse schepenen in elke Brusselse
gemeente, een gewaarborgd aantal Vlaamse
gemeenteraadsleden in elke Brusselse gemeente
en een dubbele meerderheid in elke taalgroep van
de Brusselse Hoofdstedelijke Raad voor eventuele
wijzigingen van de overgehevelde gemeentewet.
De Brusselse CVP-fractie heeft zich terzake
steeds loyaal, constructief en consequent
opgesteld en dit zowel ten aanzien van de andere
Vlaamse partners als ten aanzien van de
Franstalige onderhandelingspartners. Het verloop
van de onderhandelingen in de Brusselse Costa
was vrij chaotisch met verschillende valse starts,
tal van federale ingrepen en kunstgrepen.
De CVP-delegatie moest ook vaststellen dat er
constant een parallel onderhandelingscircuit
bestond waarvan de CVP en de PSC werden
uitgesloten. Dit getuigde, op zijn zachtst gezegd,
niet van een erg loyale houding ten aanzien van
de grootste Vlaamse meerderheidspartner in de
Brusselse meerderheid. De Franstalige
onderhandelaars hebben dit parallelle circuit met
succes kunnen gebruiken om er de andere
Vlaamse onderhandelaars te kunnen van
overtuigen om het Vlaamse front inzake het
gemeentelijk niveau te doorbreken. Er is gekozen
om de kortetermijnbelangen van de paars-groene
federale regering te dienen in plaats van dan het
Vlaams-Brusselse eisenpakket dat alle Vlaamse
partijen nog enkele maanden tevoren nog als
essentieel en realistisch omschreven.
Het akkoord dat de Brusselse partijen VLD, VU,
SP en Agalev uiteindelijk hebben gesloten kan
mijn fractie alleen maar verwerpen en dit om drie
redenen.Het is een onevenwichtig akkoord dat
onvoldoende rekening houdt met de essentiële
belangen van de Brusselse Vlamingen en met de
hoofdstedelijke rol en het tweetalige statuut van
Brussel. Omdat het een akkoord is dat
onvoldoende oog heeft voor het
langetermijnbelang van alle Brusselaars,
Vlamingen en Franstaligen, omdat het geen
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
perspectieven biedt voor een beter en coherenter
bestuur. Niet het minst omdat het een akkoord is
dat getuigt van gebrek aan een elementair politiek
fatsoen. Mag ik er ook nog eens aan herinneren
dat er voor dit akkoord in Brussel eigenlijk geen
meerderheid is. Slechts 4 van de 11 leden hebben
in Brussel voor dit akkoord gestemd. Het akkoord
voor Brussel is perfide en niet eens efficiënt. Het
betekent: meer Vlaamse middelen voor minder
Vlaamse macht.
De regionalisering van de provincie- en
gemeentewet had een van de betere beslissingen
kunnen zijn in de staatshervorming van deze
regering indien men het advies van de Raad van
State had gerespecteerd in de voorafgaande
herziening van artikel 162 van de Grondwet en
indien men niet had nagelaten de situatie efficiënt
te regelen voor Brussel. Maar de regering heeft dit
niet gedaan.
Door de akkoorden over Brussel verliest de
federale overheid, met andere woorden de twee
grote gemeenschappen, impact op de bestuurlijke
organisatie van Brussel. Het akkoord bevat geen
enkele garantie voor een gelijkwaardige deelname
van de Vlamingen aan het bestuur in Brussel en
dat is een zeer zware fout.
Volgens ons moeten de twee gemeenschappen
betrokken blijven bij de bestuurlijke organisatie
van hun hoofdstad. Door de akkoorden wordt de
drieledigheid van Brussel versterkt. Brussel wordt
door de grotere eigen fiscaliteit en de
regionalisering van de gemeentewet meer dan
ooit een "région à part entière". Opnieuw wordt
een draadje dat Vlaanderen verbond met Brussel
doorgeknipt. Minister-president Dewael zwoer ooit
dat er van een gewestvorming met drie geen
sprake kon zijn.
De vorige staatshervormingen verwoordden een
vergelijk van het België van gemeenschappen en
gewesten tussen welke er een politiek evenwicht
bestond. De vorige staatshervormingen hebben
een evenwicht gerealiseerd tussen gewesten en
gemeenschappen. Dit akkoord maakt een
definitief einde aan dit politiek evenwicht.
Het akkoord stapt definitief af van het Vlaamse
streven naar de opbouw van het federale België
op basis van de gemeenschappen en schrijft zich
volledig in in het uitgangspunt van het Franstalig
federalisme op basis van drie gewesten. Dit komt
tot uiting in de regel dat alleen de gewesten een
exclusieve, zij het zeer beperkte fiscale autonomie
bekomen en ook dat de regionalisering van de
gemeentewet over de gewesten gebeurt, ook in
Brussel. Door de drieledigheid verliest Vlaanderen
elke inspraak in de bestuurlijke organisatie van
zijn hoofdstad. Dit is een zeer zwaar institutioneel
tekort van dit akkoord, namelijk de definitieve
drieledigheid van het land, waarbij Franstalig
Brussel voortaan over zichzelf beslist en waarbij
op federaal vlak de minderheid terechtkomt in een
staatkundige meerderheid van twee tegen een.
De akkoorden over Brussel bieden geen enkele,
maar dan ook geen enkele meerwaarde op het
vlak van een beter en meer coherent bestuur. In
het verleden en ook nu waren en zijn wij
voorstander van de overheveling van de
gemeente- en provinciewet naar de gewesten,
maar dan op een correcte manier uitgevoerd voor
Brussel. Dat de overheveling van de gemeente-
en provinciewet, al ingeschreven in het Sint-
Michielsakkoord, tot nu toe op zich heeft laten
wachten, heeft precies te maken met het feit dat
aan Vlaamse zijde de bereidheid ontbrak om die
wetten over te hevelen zonder bijkomende
garanties voor de Brusselse Vlamingen. Dit
gebeurt nu wel. Deze regering regelt de
overheveling zonder waarborgen voor de
Brusselse Vlamingen. Deze voorwaarden zijn
nochtans gekend. Zij worden opgesomd in de
verschillende resoluties die alle Brusselse fracties
van de Vlaamse democratische partijen meer dan
eens unaniem hebben goedgekeurd. Mag ik deze
voorwaarden nog even in herinnering brengen?
Ten eerste, moeten er voorafgaandelijk aan elke
overdracht van de gemeentewet voor het Brussels
hoofdstedelijk gewest waarborgen worden
ingeschreven voor de aanwezigheid van een
minimum aantal Vlamingen in elk Brussels
schepencollege en gemeenteraad, in elke
geleding van elk Brussels OCMW en in elke
geleding van eender welk lokaal openbaar
bestuur, zoals de politieraden. Ten tweede, moet
bij de overdracht van de gemeentewet naar het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden bepaald
dat elk aspect van deze wetgeving daarna slechts
kan worden gewijzigd met de goedkeuring van
een meerderheid in elke taalgroep van de
Brusselse Hoofdstedelijke Raad. Aan geen van
deze voorwaarden is voldaan. Wat wij zeggen en
eisen is niets meer, maar ook niets minder, dan
wat alle democratische partijen samen in Brussel
eensgezind hebben geëist.
Het akkoord dat werd gesloten over Brussel is
geen goed akkoord. Het advies van de Raad van
State is vernietigend. De Grondwet wordt
overtreden. De beginselen van niet-discriminatie
worden geschonden. Het akkoord is in strijd met
het gelijkheidsbeginsel en met het principe van de
evenredigheid. De Raad stelt ook de vraag of
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
bepaalde regelingen wel kunnen werken. De
fundamentele bezwaren van de Raad van State
werden door de regering en door de meerderheid
in de Senaat van tafel geveegd. Het akkoord en
de bepalingen voor Brussel moeten worden
verworpen. Dat wil niet zeggen dat dit akkoord
geen enkel positief element bevat. Een aantal
belangrijke elementen die werden verworven toen
de CVP nog aan de gesprekken deelnam, zijn
uiteindelijk behouden.
Het betreft in de eerste plaats de uitbreiding van
de Nederlandse taalgroep van de Brusselse
Hoofdstedelijke Raad, maar ook de rechtstreeks
verkiezing van de Brusselse leden van het Vlaams
Parlement is een positief punt dat trouwens
uitvoering geeft aan een element van de resolutie
die het Vlaams Parlement in 1999 goedkeurde. Dit
zijn degelijke bepalingen omdat zij een beter
functionerende formule bieden aan de
Nederlandstalige taalgroep in de Brusselse
Hoofdstedelijke Raad.
Daarbij blijft het evenwel, want op diverse
onderdelen van de overige punten die in het
Brussel-akkoord werden opgenomen hebben wij
vernietigende kritiek.
Ten eerste, meer geld voor Brussel. Twee miljard
frank federale middelen gaan naar Brussel. Dat is
evenwel het probleem niet; het probleem is dat dit
geld onevenwichtig wordt verdeeld. Immers,
bovenop de talloze miljarden die via
het
Lambermont-akkoord naar de Franse
gemeenschap schoven en waardoor het voor het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet meer
noodzakelijk is nog te voorzien in middelen voor
het Franstalig onderwijs, wordt door dit akkoord
andermaal voor twee miljard federale middelen
overgemaakt aan de Brusselse
gemeenschapscommissie en de Brusselse
gemeenten. Van die 2 miljard, waarvan 1,2 miljard
afkomstig is uit Vlaanderen, gaat de
facto 200 miljoen
naar
de
Vlaamse
gemeenschapscommissie.
Laat het voor iedereen duidelijk zijn dat ik geen
enkel bezwaar heb tegen meer middelen voor
Brussel. Integendeel, maar dan moet dit voor
Brussel als hefboom fungeren voor een grotere
deelname van de Vlamingen inzake bestuur; het
moet Brussel de mogelijkheid bieden om de
Vlamingen zich meer thuis te laten voelen in hun
hoofdstad. Deze middelen moeten fungeren als
hefboom voor meer tweetaligheid in ziekenhuizen,
de dienstverlening, de besturen. Thans wordt er
geld gegeven zonder dat hieraan enige
voorwaarde is verbonden.
De politieke versnippering in Brussel wordt
aangemoedigd in de plaats van afgeremd. Men wil
een novum introduceren in de kieswetgeving met
betrekking tot het apparenteringsysteem, waarbij
het voortaan mogelijk wordt om lijstverbindingen
tot stand te brengen tussen tegenstanders.
Vermoedelijk steekt het de ogen uit dat de twee
kartels VLD-VU en SP-Agalev bij de laatste
verkiezingen voor het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest de duimen moesten leggen voor de CVP.
Op lokaal vlak merkt men meestal hetzelfde
fenomeen: kartellijsten halen het niet van partijen
die zichzelf blijven. Om in de toekomst dit euvel te
voorkomen wil men de mogelijkheid inbouwen om
lijstverbindingen aan te gaan tussen partijen die
eigenlijk elkaars tegenstanders zijn.
Men begint in Brussel, maar misschien zal deze
paarsgroene meerderheid dit systeem snel
uitbreiden tot de Vlaamse gemeentekieswet wat
tot resultaat zal hebben dat de kiezer zal
vaststellen dat met zijn stem kandidaten worden
verkozen op lijsten waarvoor hij zijn voorkeur
geenszins uitsprak.
Getuigt het van respect voor de kiezer om op deze
wijze zijn of haar stem voor een lijst om te toveren
tot een stem voor een totaal andere lijst, met een
totaal ander programma? Wat is het nut van een
dergelijk systeem?
Door de uitbreiding van de Nederlandstalige
taalgroep in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad
ligt de drempel om de helft van de zetels te
behalen reeds zo hoog dat dit
apparenteringsysteem geen enkele meerwaarde
biedt.
Ten derde, de dubbele meerderheid verdwijnt. Om
de blokkering van de Brusselse instellingen te
vermijden, wordt de dubbele meerderheid in de
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
en bij reglementswijzigingen in de Brusselse
Hoofdstedelijke Raad definitief afgezwakt. Men
zegt dat dit door motieven van democratie is
ingegeven. Welnu, in plaats van te zoeken naar
specifieke en tijdelijke oplossingen voor specifieke
en tijdelijke problemen, heeft men een volledig
nieuw systeem ingesteld. Op deze wijze doet men
een belangrijke verwezenlijking van de Brussel-
wet teniet. Bovendien ondergraaft men op deze
manier het parallellisme dat bestaat tussen de
waarborgen die beide taalgroepen op het Brussels
niveau en het federaal niveau genieten.
De Vlamingen hebben in het verleden, vaak
slechts na enige aarzelingen, bevoegdheden aan
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toevertrouwd.
Uiteindelijk kwam men toch over de brug omdat
de Brusselse Vlamingen op het gewestelijk niveau
voldoende waarborgen hadden opdat geen beleid
tegen hen zou kunnen worden gevoerd. Door dit
akkoord worden deze waarborgen op de helling
gezet. De dubbele meerderheid verdwijnt en
maakt plaats voor een goedkeuring met een derde
van een taalgroep. Dat is een voorbeeld van de
new speak van deze regering. Wat lezen we
eigenlijk in de mededeling van de regering? Het
feit dat men een meerderheid in elke taalgroep
vervangt door een derde van de uitgebrachte
stemmen in elke taalgroep, noemt men een
verfijning van de dubbele meerderheid. Zo staat
het in het akkoord. De verfijning houdt in dat de
meerderheid in elke taalgroep tot een derde wordt
herleid.
Ik denk dat het deze paars-groene meerderheid
toch wel hoog moet zitten dat ze in Brussel met de
CVP rekening moeten houden. Men wijzigt de
normale besluitvormingsprocedure opdat men ook
de CVP buitenspel zou kunnen zetten. Het valt
moeilijk te betwijfelen dat deze bepaling veeleer
regel dan uitzondering zal zijn.
Ten vierde, bijkomende Vlaamse schepenen
kosten een half miljard per kop. Volgens de heer
Ducarme zullen, overeenkomstig het akkoord, in
de 19 Brusselse gemeenten in totaal 2 Vlaamse
schepenen bijkomen; één in Elsene en één in
Watermaal-Bosvoorde.
01.02 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw Creyf, hoeveel kosten die
schepenen volgens u?
01.03 Simonne Creyf (CVP): Men heeft in een
miljard voor de bijkomende schepenen voorzien
en het zullen er maar twee zijn, dus dat is een half
miljard per kop.
01.04 Hugo Coveliers (VLD): Ik had u
berekeningswijze niet gevolgd.
01.05 Simonne Creyf (CVP): Begrijpt u mij nu,
mijnheer Coveliers?
01.06 Hugo Coveliers (VLD): Ik dank u voor uw
uitleg, want nu begrijp ik u perfect.
01.07 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer Coveliers,
ik ga verder.
01.08 Hugo Coveliers (VLD): Indien uw
partijgenoot, de heer Van Rompuy, het mij
toestaat, ben ik een en al aandacht, zoals altijd.
01.09 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer Coveliers,
het feit dat dit miljard voor twee Vlaamse
schepenen is dus een half miljard per persoon
is niet het grootste probleem. De verbeten onwil
van de Franstalige partijen om de tweetaligheid,
die voortvloeit uit de tweeledigheid en uit de
hoofdstedelijke functie, in het bestuur van Brussel
te verzekeren, vind ik echter wel merkwaardig.
Brussel is een hoofdstedelijk gebied en vandaar
dat de tweeledigheid en de tweetaligheid eruit
voortvloeien. Ik herhaal, de verbeten onwil van de
Franstaligen om dit te erkennen is bijzonder
merkwaardig, vooral omdat de welvaart van
Brussel in belangrijke mate op deze
hoofdstedelijke functie is gebaseerd.
01.10 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik zou het betoog van mijn geëerde
fractiegenote kracht willen bijzetten. Thans is
collega Jean-Jacques Viseur afwezig
waarschijnlijk is hij in de wandelgangen zijn bocht
aan het nemen. Voor het vervolg van het debat wil
ik herinneren aan de kwalificatie die hij gisteren in
de commissie heeft gegeven aan de regeling van
de gegarandeerde schepen mits uitbetaling aan
het betrokken gemeentebestuur. Hij noemde het
"du brol", een echte Brusselse term. De heer De
Gucht had het echter over een perfide regeling.
Voor wat nog komen moet, is het interessant de
kwalificatie van de heer Viseur in gedachte te
houden.
De voorzitter: Dit is een interpretatie die haar
waarde heeft.
01.11 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer Leterme,
collega's, ik zou nog verder kunnen gaan.
Wanneer we het beginsel "one man, one vote"
dat in deze zaak door onze Franstalige collega's
graag wordt gehanteerd in Brussel toepassen op
basis van de enige meetbare verkiezingsuitslag,
namelijk de gewestelijke verkiezingen waar de
Nederlandstaligen 14,1% behalen, dan zou dit
voor Brussel op dit ogenblik 3 Vlaamse
burgemeesters op de 19, en 21 Vlaamse
schepenen op de 141 opleveren. Wat zijn echter
de feiten? Nu zijn er 12 schepenen en 0
burgemeesters op een potentieel van 170
collegemandaten. De stad Brussel, de hoofdstad,
bakt het nog het bruinst: de hoofdstad telt 1
Vlaamse schepen op 10 collegeleden; de
mogelijke toegevoegde schepen werd daar
geweigerd. Die ene Vlaamse schepen heeft
bevoegdheden die de enkele miljoenen Belgische
frank niet overschrijden, op een budget van 21
miljard frank voor de stad Brussel. Deze enige
Vlaamse schepen in Brussel is zelfs niet bevoegd
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
voor Nederlandstalig onderwijs en cultuur. De
OCMW-voorzitter en de 13 OCMW-raadsleden
zijn allen Franstalig. Recent werd één
Nederlandstalig OCMW-raadslid toegevoegd,
maar op dit ogenblik wordt daarover nog
gediscussieerd. Het akkoord over Brussel dat hier
werd gesloten, zal aan deze verhoudingen niets
wijzigen.
Ik heb een opinieartikel gelezen van de heer
Vanhengel, zowel in de Financieel Economische
Tijd als in de Standaard, waarin hij schrijft
"Vlamingen definitief verankerd in Brussel". Dit
artikel handelt over het feit dat de Brusselse
Vlamingen 17 mandaten bij krijgen. De
Franstaligen krijgen er 8 bij. Het verschil is nog
altijd 9. Het is een artikel van twee bladzijden
waarin alleen wordt beklemtoond dat er
17 mandaten bijkomen. In dit artikel wordt er met
geen woord over gerept dat de dubbele
meerderheid verloren gaat en dat dit akkoord op
generlei wijze de reële macht van de
Nederlandstaligen in Brussel versterkt. Er wordt
alleen ingegaan op het feit dat ze meer mandaten
krijgen en dat men meer mandaten kan verdelen.
Ook belangrijk is dat met het akkoord op geen
enkele wijze het behoorlijk bestuur in Brussel
wordt verzekerd. Er wordt geen enkel initiatief
ontwikkeld tot coördinatie of rationalisering van de
19 Brusselse baronieën die eigenlijk worden
versterkt tot 19 koninkrijken. De regeling voor het
gemeentelijk niveau is volstrekt onvoldoende. Het
is niet waterdicht en biedt geen enkele
meerwaarde op het vlak van een beter en meer
coherent bestuur, bijvoorbeeld door een
gewestelijke coördinatie van sommige aspecten
van het gemeentelijk beleid. De veelheid van dicht
bijeen liggende bevoegdheidsniveaus mogen
elkaar naar hartelust blijven beconcurreren en
tegenwerken. De Brusselaars moeten het maar
voor lief nemen.
Ten slotte stel ik ook vast dat de regeling op
gemeentelijk vlak op de meest platvloerse wijze is
herleid tot een vulgaire afkoop. Het volstond
blijkbaar niet dat men deze volstrekt onvoldoende
regeling betaalde met 1 miljard frank extra
federaal geld voor de Franse en Vlaamse
gemeenschapscommissies. Men gooide nog een
extra miljard frank op tafel om die
gemeentebesturen te belonen die de goedheid
betonen om een Nederlandstalige schepen of
OCMW-voorzitter te verkiezen. Bovendien wordt
op deze wijze een directe band gecreëerd tussen
een individueel mandaat en een federale
financiering. Welnu, dit is niet alleen juridisch
aanvechtbaar, maar ook strijdig met het
gelijkheidsbeginsel. Het is niet alleen inhoudelijk
aanvechtbaar maar ook strijdig met elk principe
van behoorlijk bestuur en objectieve financiering.
Het is bovendien moreel aanvechtbaar omdat het
akkoord een handel is in mensen en mandaten.
Vlamingen, zo redeneren de onderhandelaars van
dit akkoord, moeten geen lokale mandaten
bekleden omdat het logisch is in een tweetalig
hoofdstedelijk gebied van een land waarin zij de
grootste gemeenschap vormen. Neen, Vlamingen
mogen die mandaten bekleden omdat ze er cash
voor betalen. Meer geld en meer mandaten. De
Brusselaars mogen er tevreden mee zijn.
01.12 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik wens een vraag te
stellen aan mevrouw Creyf.
Mevrouw, het Vlaams Blok steunt uw standpunt
volmondig. Wat u gezegd hebt is correct. Ik stel
echter vast dat de CVP in de diverse assemblees,
onder meer in deze Kamer en in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest niet altijd hetzelfde
discours houdt.
Ik geef een voorbeeld. Vorige vrijdag heeft
het
Vlaams Blok in de Vlaamse
Gemeenschapscommissie een motie ingediend
die twee vroegere moties hernam die op 7
december 2000 en 8 februari 2001 goedgekeurd
werden door de zogenaamde democratische
fracties van VLD, CVP, SP, AGALEV en VU. Het
Vlaams Blok heeft deze moties niet goedgekeurd,
niet zozeer omdat we ze niet goed vinden maar
omdat ze, ons inziens, niet ver genoeg gingen.
Vorige vrijdag herneemt de motie van het Vlaams
Blok deze 2 reeds door al de Vlaamse
democratische partijen goedgekeurde moties van
7 december 2000 en 8 februari 2001. De CVP
bestaat het tegen onze motie te stemmen! Ik
begrijp dit geenszins.
Bent u tegen Lambermont en tegen Lombard?
Bent u bereid zo ver te gaan dat u Lombard
blokkeert of is het u dat niet waard? Ik verwijs
naar de machtspositie van de CVP in de
Brusselse regering. Met uw minister beschikt u
over een machtsmiddel. U kunt uw minister laten
ontslag nemen zodat de Brusselse instellingen
lam liggen en de regering een uitweg moet zoeken
of u kunt de minister de opdracht geven in staking
te gaan. U weet dat de Brusselse regering in
consensus moet beslissen. Als de heer Chabert
de beslissingen niet mee goedkeurt moet men
naar een oplossing zoeken. Mevrouw Creyf, wat is
uw standpunt terzake. De CVP spreekt met
dubbele tong.
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
01.13 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Tastenhoye, wat Brussel
betreft, delen het Vlaams Blok en de CVP niet
hetzelfde standpunt. Ik weet dat het Vlaams Blok
de Brusselse instellingen wil lamleggen. U bent
nooit akkoord gegaan met hetgeen er in het
verleden voor Brussel uit de bus is gekomen. De
CVP wenst niet dat Brussel wordt lamgelegd en
dat Brussel niet kan functioneren. De enige
slachtoffers van het niet-functioneren van Brussel
zijn de Brusselaars. De CVP deelt geenszins het
standpunt van Vlaams Blok terzake.
Dit is de federale Kamer. De CVP-Kamerfractie
zal haar volle verantwoordelijkheid opnemen. Ik
herhaal dat de CVP na de goedkeuring van deze
wet hierover een zaak zal inspannen bij
het
Arbitragehof. Wij kennen onze
verantwoordelijkheid. Wij zullen haar niet
ontlopen.
01.14 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
waarde collega's. De Belgische Grondwet werd na
de staatsgreep van 1830 dikwijls aangepast,
vooral in de tweede helft van de twintigste eeuw.
Om de redenen te schetsen waarom wij het
huidige ontwerp van Bijzondere Wet, dat zich
inschrijft in de logica van grondwetswijziging,
onlegitiem vinden, wil ik de bredere historische
achtergrond van de Belgische Grondwet schetsen.
Het is immers reeds fout beginnen te lopen met
die legitimiteit in het najaar van 1830, bij de
Belgische secessie van Nederland. Ik wil hier de
argumenten onderzoeken die bij de legitimatie van
de Belgische onafhankelijkheid werden
ingeroepen en een vergelijking maken met enkele
andere bekende historische gevallen van
staatkundige afscheiding, zoals de Nederlandse
secessie van Spanje in 1581 en de Amerikaanse
secessie van Groot-Brittannië in 1776.
Wat valt bij die vergelijking op? Er valt op dat
de
Belgische onafhankelijkheid nooit werd
gerechtvaardigd noch gelegitimeerd, meer zelfs,
dat de Belgische onafhankelijkheid nooit formeel
is uitgeroepen. Zowel bij de Nederlandse als bij de
Amerikaanse onafhankelijkheid, de ene in 1581,
de andere in 1776, was de staatkundige
afscheiding een gevolg van het recht ingeroepen
door een volk om de vorst af te zetten wegens
contractbreuk, meer bepaald de schending door
de vorst van zijn verplichting om de vrijheden en
de belangen van het volk te bewaren en te
verdedigen. Voor de Nederlanders ging het
eveneens om meineed, aangezien de vorst bij zijn
aantreden als hertog van Brabant een formele eed
gezworen had om de oude vrijheden, privileges en
gewoonterechten van het volk te respecteren en
zich zelfs expliciet akkoord had verklaard met het
recht van het volk om hem af te zetten, indien hij
die plicht niet na zou komen.
Zowel in 1581 als in 1776 ging aan de
staatkundige secessie een formele opzegging van
de loyaliteit van het volk aan zijn vorst en diens
regering vooraf. Die opzegging werd door de
Nederlanders en de Amerikanen bovendien in
hetzelfde document juridisch gerechtvaardigd. Bij
de Nederlandse secessie gebeurde dit in het
zogenaamde Plakkaat van Verlatinghe,
afgekondigd door de Staten-Generaal van de
Verenigde Nederlanden te Den Haag, op
26 juli 1581. Ik citeer: "Het is algemeen bekend
dat de vorst er is ter wille van de onderdanen,
zonder welke hij geen vorst is", zo stelt het
plakkaat letterlijk. "Wanneer hij de rechten van het
volk schendt", aldus de tekst, "moet hij dus niet als
een vorst, maar als een tiran worden beschouwd.
Dan staat het zijn onderdanen vrij hem niet langer
als vorst te erkennen, vooral nadat er in de Staten
van het land overlegd is om hem te verlaten en in
zijn plaats een ander tot soeverein te kiezen om
hen te beschermen". Einde citaat.
Bij de Amerikaanse secessie gaat het om de
zogenaamde Declaration of Independence,
afgekondigd door het Continental Congress op 4
juli 1776. Ik citeer de tekst: "Wij beschouwen de
volgende waarheden als vanzelfsprekend: dat
regeringen hun macht ontlenen aan de
goedkeuring door de geregeerden en dat wanneer
een vorm van regering de voormelde
doelstellingen ondermijnt, het volk het volste recht
heeft om die regering te wijzigen of terzijde te
schuiven en een nieuwe regering in te stellen".
Einde citaat.
Zelfs Angelsaksische historici erkennen
tegenwoordig het Nederlandse Plakkaat van
Verlatinghe als het directe model voor de
Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring, zo ook
Stephen Lucas in zijn boek "The Plakkaat van
Verlatinghe, a neglected model for the American
Declaration of Independence". Het Plakkaat gaat
echter terug op een document uit onze streken, de
zogenaamde Blijde Inkomst, de keure die hertogin
Johanna van Brabant op 3 januari 1356 aan haar
volk verleende.
Die Brabantse grondwet, waaraan nadien elke
hertog van Brabant een eed van trouw diende te
zweren, vermeldt uitdrukkelijk dat het volk het
recht van verzet heeft indien de hertog zijn
verplichtingen schendt. De Brabanders waren niet
de eersten om dat principe aan te hangen.
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
De Vlaamse rechtshistoricus, professor Raoul Van
Caenegem, wees er in zijn werk "Mediaeval
Flanders and the Seeds of Modern Democracy"
op dat dit beginsel reeds als juridisch argument
werd ingeroepen door Iwein, graaf van Aalst,
tijdens een direct democratische volksvergadering
in Gent op 16 februari 1128. Iwein leidde een
protestbeweging tegen graaf Willem van
Vlaanderen omdat die opnieuw een belasting
invoerde die hij korte tijd voordien plechtig had
afgeschaft. Op een volksvergadering te Gent,
waarop graaf Willem aanwezig was, verweet Iwein
de graaf dat hij bijgevolg de wederzijdse band
tussen hemzelf en het volk had verbroken. Geen
vorst die de wet had geschonden kon rechtmatig
verder regeren, aldus Iwein. Hij eiste bijgevolg dat,
indien zijn aanklacht gegrond bevonden zou
worden, de graaf zou aftreden en de plaats zou
ruimen voor een heerser die de wet wel zou
respecteren.
Iwein van Aalst zette nog een verdere stap in de
richting van het moderne constitutionalisme toen
hij voorstelde om zijn beschuldiging voor te leggen
aan een rechtbank die samengesteld moest
worden uit "baronnen van beide partijen en onze
heren en al de verantwoordelijke mannen uit de
clerus en het volk" en moest zetelen te Ieper, "dat
gelegen is in het midden van ons land, om aldus
rustig en na rijp beraad zonder bedrog of kwade
trouw het oordeel te vellen" Einde citaat. Men
oordeelde dus of de graaf al dan niet de wet
overtreden had. Als dat zo was, moest hij
opstappen. Toen graaf Willem op dat voorstel niet
wilde ingaan, brak een volksopstand uit. Korte tijd
later sneuvelde de graaf in de slag bij Aalst en
werd vervangen door Diederik van de Elzas, die
de rechten van het volk wel erkende.
Wanneer dan in 1789 de Brabantse Revolutie
uitbreekt en de Verenigde Belgische Provinciën
zich afscheuren van Oostenrijk, doen zij dat
eveneens op basis van het argument dat de vorst
zijn plechtige beloften had geschonden. Het
Manifest van het Brabantse Volk, afgekondigd in
Hoogstraten op 24 oktober 1789, verklaarde de
hertog van Brabant, keizer Jozef II van Oostenrijk
wegens meineed vervallen van de troon.
01.15 Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mevrouw Colen, ik vind uw
toespraak heel erg interessant. Is het mogelijk om
er een samenvatting van te krijgen? Ik denk dat
wij die nog vaak zullen kunnen gebruiken.
De voorzitter: U zal morgen een samenvatting
krijgen. Laat mevrouw Colen verder spreken,
alstublieft.
01.16 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer Tavernier, ik kan daaraan toevoegen dat
de spreker die na mevrouw Colen komt, haar
toespraak zal samenvatten en zijn visie erop zal
toelichten.
01.17 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, met mijn uiteenzetting wil
ik, door middel van een historische schets en door
te melden wat voorafging aan de Belgische
onafhankelijkheid en de Belgische Grondwet, dat
de Belgische Grondwet nooit gelegitimeerd is en
dat die Grondwet volgens moderne constitutionele
en volksrechtelijke begrippen geen legitimiteit
heeft. De achtergrond van heel dat moderne
constitutionalisme wordt door de bevolking
gewoonlijk gelegd bij de Amerikaanse secessie
van Groot-Brittannië. Ze vindt haar oorsprong
echter in het Nederlandse model, dat zelf is
gebaseerd op historische feiten uit Vlaanderen die
bovendien gedocumenteerd zijn. Met name gaat
het om de "Plakkaat van Verlatinghe" en de Blijde
Inkomst. Dat zijn elementen die in de
geschiedenislessen wel worden aangeleerd maar
die in de moderne visie op constitutionalisme door
historici steeds meer aan belang winnen.
Als u mij toelaat mijn betoog te vervolgen, dan zult
u zien waar ik uiteindelijk zal komen. Bij de
Brabantse Revolutie werd keizer Jozef II van
Oostenrijk wegens meineed vervallen verklaard
van de troon. Daar werd exact dezelfde
argumentatie gebruikt die ook de Staten-Generaal
in 1581 hadden ingeroepen tegen de toenmalige
hertog van Brabant, koning Filips II van Spanje.
Zowel Filips II als Jozef II hadden bij hun
aantreden immers de eed van trouw aan de Blijde
Inkomst gezworen. In die zin lag de Brabantse
Revolutie in de lijn van de oude Nederlandse
vrijheidstraditie en sloot ze naadloos aan bij het
verleden van ons volk. Het was zo men wil een
conservatieve revolutie, bedoeld om de oude
rechten te vrijwaren en gesteund op een
bestaande en door het volk reeds eeuwenlang
aanvaarde rechtsregel.
Gezien deze nationale voorgeschiedenis is het
des te opvallender dat de Belgische revolutie van
1830 geen legitimatiedocument heeft
voortgebracht, hoewel indien men daarnaar op
zoek had willen gaan de inspiratiebron nochtans
voor het rapen lag, met name de Blijde Inkomst.
Professor Michel Magits van de VUB toonde in zijn
werk "Het zelfbeschikkingsrecht tijdens de
Belgische revolutie - een onderzoek naar de
houding van de Belgische constituante in 1830-
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
1831" aan dat de Belgische revolutionairen
opzettelijk verzuimden hun afscheuring van
Noord-Nederland theoretisch te rechtvaardigen.
Meer zelfs, de suggestie van een enkeling om zo'n
manifest op te stellen werd volgens de toenmalige
historicus Huyttens in zijn in 1844 verschenen
boek "Discussions du Congrès National de
Belgique" door de leden van het Belgische
Nationaal Congres onthaald op "hilariteit en
gelach". Mijnheer Smets, ik meen dat de situatie
op dit moment met u zeer herkenbaar is. De
argumentatie die ik naar voren haal om te zeggen
dat men in België nooit moeite heeft gedaan om
een juridische legitimatie en onderbouw te vinden
voor de Belgische onafhankelijkheid wordt hier
door u onthaald op hilariteit en gelach, net zoals
men in het Nationaal Congres destijds zelfs het
idee om een juridische onderbouw te leveren voor
een onafhankelijkheidsverklaring onthaalde op
hilariteit en gelach. Men vond dat niet nodig.
Volgens de Luikse jurist Joseph Lebeau, één van
de leiders van de revolutionairen, was een
manifest onnodig aangezien de zaken in de
wereld niet door het recht beslist werden maar
door het geweld. "De bajonetten hebben
gesproken", aldus Lebeau. "Geweld heeft
tenietgedaan wat geweld had opgedrongen.
Europa weet het al, een manifest is niet nodig". De
Belgische revolutionairen werkten via de weg van
de met de wapens afgedwongen voldongen feiten
veeleer dan door een beroep te doen op juridische
argumenten. Charles Rogier, een andere
vooraanstaande revolutionair en eveneens een
Luikenaar maar Fransman van geboorte, vond
een theoretische onderbouw van de Belgische
onafhankelijkheid "nutteloos". Het niet opstellen
van een legitimatiemanifest blijkt dus een bewuste
keuze te zijn geweest waarvoor twee verklaringen
kunnen worden ingeroepen.
Ten eerste, was het niet de bedoeling van de
Belgische revolutionairen om het principe van het
zelfbeschikkingsrecht van het Zuid-Nederlandse of
zo u wil Belgische volk zoals verwoord in de Blijde
Inkomst in eer te herstellen. Men erkende dit recht
immers niet. Men kende, zoals Lebeau expliciet
stelde, slechts "de taal van het geweld". Het is
geen toeval dat diezelfde Lebeau als minister van
Justitie in 1834 het leger met opzet losliet op de
bezittingen van politieke tegenstanders van het
Belgische bewind omdat naar hij zei "het
plunderen van huizen van Orangisten, hoewel
betreurenswaardig, een vreselijke noodzaak is om
de vijanden van de publieke orde te
onderdrukken". België schakelde zich vanaf zijn
ontstaan niet in in de van oorsprong Brabantse
traditie dat de staat er is ten dienste van de burger
die dus bijgevolg een actief recht van verzet
heeft indien de regering ingaat tegen de belangen
van het volk maar wel in de totalitaire filosofie
van de Franse revolutie waarbij de burger ten
dienste is van de staat.
Die laatste wordt per definitie geacht de algemene
belangen van het volk te vertegenwoordigen,
hetgeen elk recht op verzet uitsluit. België werd
bijgevolg in 1830 een unitaire, gecentraliseerde
staat waarvan de natuur lijnrecht inging tegen de
eigen Zuid-Nederlandse rechtsgewoonten en
politieke tradities tot dusver. De revolutie van 1830
valt daarom absoluut niet te vergelijken met die
van 1789. Het België dat in 1830 ontstond, leek in
niets op de verenigde Belgische staten die in 1789
ontstonden en die het jaar daarna reeds door de
Fransen met geweld werden opgedoekt.
Ten tweede, was de Belgische revolutie niet het
werk van lieden die een vreemd, in dit geval
Hollands, bewind wilden vervangen door een
eigen Zuid-Nederlands of Belgisch bewind, maar
van personages die het ene vreemde bewind
wilden vervangen door een ander, even vreemd
bewind. Men streefde immers in eerste instantie
een annexatie van onze streken door Frankrijk na.
Men wilde een ander vreemd bewind in de plaats
van het eerste. De Belgische revolutie was
inderdaad voornamelijk het werk van Franse
agenten-provocateurs. Volgens de toenmalige
Oostenrijkse ambassadeur, graaf Von Mier ging
het om hooligans die door Franse geheime
agenten werden betaald. Uiteraard waren er ook
echte vrijheidslievende Zuid-Nederlanders bij
betrokken, zoals de Bruggeling Louis De Potter en
de Brusselaar Adolphe Bartels. Zij waren in feite
republikeinen in de liberale en federalistische
Nederlandse traditie, maar werden als nuttige
idioten misbruikt door de pro-Franse partij en
onmiddellijk na de revolutie opzij geschoven. De
tragiek van De Potter blijkt uit het feit dat hij in
1839 met aandrang zal schrijven dat België en
Nederland in een federaal verband moeten
worden herenigd. Ik citeer: "We moeten herenigd
worden met of zonder het huis van Nassau-
Oranje. Dat kan mij niet schelen".
Sta mij toe even stil te staan bij de belangrijke
vraag wanneer België formeel onafhankelijk werd.
De geschiedenis van de Belgische revolutie werd
met waar monnikengeduld tot in de details
beschreven door de historicus, de
Benedictijnenpater dokter Arnoldus Smits in zijn
vierdelig werk: "1830, scheuring in de
Nederlanden". De aarzeling van koning Willem I,
het verraad van kroonprins Willem die hoopte om
zelf koning van een onafhankelijk België te
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
worden en de militaire onbekwaamheid van prins
Frederik, hadden tot gevolg dat pro-Franse
benden, afkomstig hetzij rechtstreeks uit Parijs en
Noord-Frankrijk, hetzij uit Luik en Henegouwen,
de macht in Brussel en daarna in heel Vlaanderen
konden overnemen. Zij vestigden in september
1830 in Brussel een waar schrikbewind, zoals
beschreven werd in diverse rapporten van de
Britse consul Cartwright. Een maand later zouden
"Belgische legers" bestaande uit Franse en Luikse
bendes met toepasselijke namen zoals Têtes de
Mort, de Vlaamse provincies onderwerpen. Zelfs
de zogenaamd Belgische generaal Grégoire, een
Fransman uit Roubaix, bekende dat het niet om
soldaten ging, maar gebruikte zelf het woord
"rovers". Omdat de nieuwe Belgische
machtshebbers annexatie van hun land bij
Frankrijk nastreefden, bleef een juridische
legitimatie van de Belgische onafhankelijkheid
geheel uit. Dit idee leidde bij de nieuwe
machthebbers tot hilariteit en spot. Ik merk dat dit
180 jaar nadien nog steeds het geval is.
Het is voor historici zelfs moeilijk om vast te
stellen wanneer de Belgische onafhankelijkheid
formeel werd uitgeroepen. Gebeurde dat op 4
oktober 1830 toen het Voorlopig Bewind een
proclamatie publiceerde waarvan het eerste artikel
meldde en ik citeer: "De Belgische provincies, met
geweld losgerukt van Holland, zullen een
onafhankelijke staat gaan vormen". Het document
stelt alleen dat België met geweld van Nederland
is losgerukt, maar laat de mogelijkheid van
onafhankelijkheid open in de toekomstige wijs.
Die was dus blijkbaar nog geen feit. Wilde men ze
wel? Gebeurde het op 16 oktober toen de
Nederlandse kroonprins Willem vanuit Antwerpen
de Belgische onafhankelijkheid proclameerde en
zichzelf als hoofd van de nieuwe staat aanstelde?
Die afkondiging, waarbij de prins als het hoofd van
het Nederlandse leger de Nederlandse troepen
beval zich boven de grote rivieren terug te trekken
en de burgerlijke autoriteiten in het zuiden de
opdracht gaf om mee te werken aan de
verkiezingen voor het Nationaal Congres, die door
het voorlopige bewind in Brussel waren
aangekondigd, leidde tot chaos in de zuidelijke
provincies. Op enkele zogenaamde
ongehoorzame legereenheden na, in Breda,
Maastricht, Luxemburg, Sluis-Oudenburg en de
citadel van Antwerpen en in Liefkenshoek en Lillo,
trokken de Nederlandse troepen zich inderdaad
overal terug, waarna de Franse en Luikse bendes
het machtsvacuüm konden opvullen.
Gebeurde de onafhankelijkheidsverklaring ergens
op mysterieuze wijze tussen 12 en 16 november?
Op 12 november diende graaf de Celles bij het
Nationaal Congres een voorstel tot decreet in om
de Belgische onafhankelijkheid officieel te
proclameren, maar op zestien november
verklaarde hij plots dat en ik citeer "...de
Belgische onafhankelijkheid een feit is. Het
Voorlopig Bewind heeft ze uitgeroepen". Einde
citaat. Tijdens de discussie over het voorstel van
decreet deelden talrijke congresleden mee dat
zulk debat tijdsverlies was. Typerend is de
bijdrage van congreslid de Tiecken de Terhove en
ik citeer hem: "Laat die discussie over een
onafhankelijkheidsverklaring toch achterwege. Ik
herhaal het, mijne heren, ik begrijp het belang niet
dat men aan zo een verklaring hecht. Ik zie het
echt niet in". Het is bijgevolg niet verwonderlijk dat
de Belgische nationale feestdag niet samenvalt
met een proclamatie van de Belgische
onafhankelijkheid, want behalve in de toekomstige
wijs op 4 oktober gebeurde zo een proclamatie
formeel nooit. Tenzij men de afkondiging van de
prins van Oranje op 16 oktober 1830 als
rechtsgeldig zou beschouwen.
De voorzitter: Mevrouw, wil u de sprong maken
naar de toekomst of naar de actualiteit? Iedereen
heeft zijn visie op de geschiedenis en kan
geschiedenis schrijven. Doe het maar.
01.18 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Tot
eind 1830 bleef een meerderheid van het
Nationaal Congres van mening dat het land bij
Frankrijk moest worden gevoegd. Rogier werd
door het voorlopig bewind naar Parijs gestuurd
met de vraag of Frankrijk bereid was de Belgen te
steunen indien het Nationaal Congres formeel om
annexatie door Frankrijk zou vragen. De Fransen
aarzelden want ze vreesden een oorlog met
Engeland, indien ze op het Belgische aanbod
zouden ingaan. Daarop dreigde Alexandre
Gendebien dat de Belgen de annexatie hoe dan
ook op 30 september zouden proclameren.
Uiteindelijk beslisten de Belgische revolutionairen
echter niet zelf over het lot van het land. De
Europese mogendheden drongen België het
statuut van een onafhankelijk koninkrijk op,
gepaard met een verplichte neutraliteit, die als
doel had het land uit het Franse vaarwater te
houden. De truc van het Nationaal Congres op 3
februari 1831, om een indirecte annexatie door
Frankrijk te bekomen door de zestienjarige hertog
Louis de Nemours, de tweede zoon van de Franse
koning, tot koning uit te roepen, maakte de
Engelsen woedend. Via Lord Ponsonby,
schoonbroer van de Britse premier Lord Grey,
probeerde Londen eind maart nog een pro-
orangistische staatsgreep op te zetten, waarop de
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Association Nationale van Gendebien reageerde
met een verhevigde golf van terreur in april en mei
1831.
Uiteindelijk moesten de Belgen akkoord gaan met
het koningschap van de Engelse kandidaat, prins
Leopold von Saksen-Coburg, de moederlijke oom
van de Britse koningin Victoria. Zo werd België
onafhankelijk, hoewel niemand die nieuwe staat
gewild had noch de orangisten die bij Nederland
wilden blijven, noch de gematigde revolutionairen
zoals De Potter die een confederale of federale
band met het noorden hadden willen behouden,
noch de radicale revolutionairen die bij Frankrijk
hadden willen aansluiten. Als nationale feestdag
kreeg het land 21 juli, een datum die niets te
maken heeft met de ontstaansgeschiedenis van
België zelf, maar wel de dag waarop in 1831
koning Leopold de eed aflegde.
Een juridische legitimatie voor de nieuwe staat
werd nooit gegeven. Die was er ook niet. De
Belgen hadden niet echt te klagen gehad onder
het bewind van koning Willem want de koning-
koopman zoals hij werd genoemd, voerde een
politiek waarbij het zuiden duidelijk werd
bevoordeeld ten opzichte van het noorden.
Belangrijke ministeries zoals Binnenlandse Zaken,
Waterstaat, Koloniën, Religieuze Zaken en
Onderwijs waren in handen van zuidelijke
katholieken.
Ook na de afscheuring kreeg het zuiden met
Leopold I een protestantse vorst. De nieuwe
Belgische Grondwet was volgens de analyse, die
professor Karel Rimanque geeft in zijn boek "De
Grondwet: toegelicht, gewikt en gewogen", in
grote mate een kopie van de Nederlandse met
uitzondering van de opsomming van een reeks
vrijheden waaraan niet echt belang werd gehecht
zoals de Vlamingen in de komende decennia
konden ondervinden. Het aloude recht van
verlating, het recht van een volk waarvan de
belangen werden geschonden om zich geheel of
gedeeltelijk af te scheiden, werd na 1789 nooit
meer formeel erkend; noch in de Nederlandse
Grondwet van Willem I, noch in de Belgische.
Zowel het Koninkrijk der Nederlanden als het
Koninkrijk België waren unitaire, gecentraliseerde
staten naar het Franse etatistische model. Maar
ook in de reeks grondwetsherzieningen vanaf
1970 die van het unitaire België een soort quasi
federale staat sui generis hebben gemaakt, is het
secessierecht afwezig gebleven. Evenmin legde
na 1789 nog een van de vorsten de eed van trouw
af aan de blijde inkomst.
Als wij de Belgische Grondwet van 1831,
maar
ook die van de opeenvolgende
grondwetswijzigingen waarvan het Lambermont-
akkoord een nieuwe stap is, analyseren, en ons
daarbij laten leiden door heden ten dage in het
Westen algemeen aanvaarde juridische en
internationaal-rechtelijke beginselen en in het
bijzonder door het begrip van het
zelfbeschikkingsrecht der volkeren zoals dit de
laatste jaren is ontwikkeld, kunnen wij niet anders
concluderen dan dat België ook op dat vlak een
illegitieme staat is. De staatsmacht wordt in de
Grondwet gelegd bij het centraal Belgische
bestuur dat in drie organen wordt ingedeeld: de
wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke
macht. Deze organen dienen minstens in theorie
van elkaar onafhankelijk te zijn. Deze driedeling is
in feite een reactie tegen het absolutisme van het
ancien régime toen wetgevende, uitvoerende en
rechterlijke macht in één persoon of in één enkel
staatsorgaan waren verenigd. Een toestand
waarvan werd verondersteld dat het tot
belangenvermenging en gebrek aan
onafhankelijkheid kon leiden. Naast de drie
organen is er nog een enigszins aparte instelling,
de Koning, die bepaalde functies van de drie
organen in zich verenigt.
Naast het centrale bestuur zijn er nog de
zogenaamde ondergeschikte besturen: de
gemeenten en provincies. Zij krijgen enkel
bevoegdheden in de mate dat het Belgische
centrale bestuur hen die geeft. Dat is het
tegengestelde van de toestand in een echte
federale staat, zoals bijvoorbeeld in Zwitserland
waar artikel 3 van hun federale Grondwet bepaalt,
ik citeer: "De kantons zijn soeverein in zoverre hun
soevereiniteit niet beperkt is door de federale
Grondwet. Zij oefenen alle rechten uit die niet aan
de confederatie zijn toevertrouwd". In België
redeneert men omgekeerd.
In beginsel regelen de Belgische gemeenten de
zaken van gemeentelijk belang en de provincies
de zaken van provinciaal belang. Het centrale
bestuur houdt toezicht op deze lagere besturen,
benoemt tevens de burgemeesters in de
gemeenten en de gouverneurs in de provincies.
Zo wordt er een hiërarchie van besturen ingesteld:
onderaan de gemeenten, dan de provincies en
uiteindelijk de centrale Belgische Staat. Het
zwaartepunt en de bron van de politieke macht ligt
duidelijk bij het centrale regime.
Lambermont verschuift het toezicht over de
gemeenten van het federale naar het regionale
vlak, maar verandert wezenlik niets aan het feit
dat het zogenaamde Belgische federalisme geen
echt federalisme vanuit de basis is. Wanneer was
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
en is in België een wet geldig? Indien hij door het
Parlement volgens een bepaalde procedure
meestal meerderheid tegen oppositie is
gestemd. Waarom mag het Parlement wetten
goedkeuren die voor miljoenen mensen bindend
zijn? Omdat de Belgische Grondwet het daartoe
heeft gemachtigd. Waarom kan de uitvoerende
macht bestuursmaatregelen treffen ten overstaan
van de inwoners en het grondgebied van de staat
België? Waarom kan zij mensen wegens
misdrijven vervolgen, oppakken, opsluiten en
doen straffen? Omdat zij daartoe wordt
gemachtigd door de Belgische Grondwet.Waarom
zijn vonnissen en arresten in België afdwingbaar
tegenover de burgers? Omdat zij uitgesproken
worden door de organen van de rechterlijke
macht, die dat mag doen omdat zij door de
Grondwet daartoe werd gemachtigd. Waarom zijn
beslissingen van gemeente- en provincieraden,
schepencolleges en bestendige deputaties geldig
in België en waarom kunnen zij worden
afgedwongen? Omdat het centraal bestuur hen
die bevoegdheden heeft gegeven en omdat
gemeenten en provincies door de Grondwet
werden ingesteld.
Zoals uit het voorgaande blijkt, vinden niet alleen
de organen zelf hun rechtvaardiging in de
Belgische Grondwet, maar ook alle handelingen
die ooit door deze organen werden gesteld:
vonnissen, arresten, beschikkingen, besluiten,
wetten, decreten, ordonnanties, koninklijke en
ministeriële besluiten, bevelen tot aanhouding, tot
huiszoeking enzovoort. Kortom, de Belgische
Grondwet is de onbewogen beweger van de
ganse Belgische staatsmachinerie. Maar de
hamvraag in dit verband luidt: waarin vindt die
Belgische Grondwet dan wel zijn rechtvaardiging?
Officieel vindt een Grondwet zijn rechtvaardiging
in de wil van het volk. Het zijn de gekozenen des
volks die deze Grondwet maakten en het is hier
dat in België het schoentje knelt. Op het ogenblik
van zijn stichting bevonden zich op het
grondgebied van de Belgische staat
cultuurantropologisch twee volkeren: een fragment
van het Nederlandse volk, dat Nederlandse
dialecten sprak en in de Belgische provincies
bovendien de meerderheid uitmaakte en een
fragment van het Franse volk, Franse dialecten
sprekend. Krachtens het volkerenrecht kunnen
twee of meer volkeren slechts een
meervolkenstaat oprichten indien zij allen daartoe,
in volle vrijheid en met kennis van zaken de
toestemming geven.
Het volk dat de eerste en belangrijkste versie van
de Belgische Grondwet maakte, en dus ook het
raamwerk van de Belgische staat, bestond in feite
uitsluitend uit vertegenwoordigers van
Franstaligen. De Vlamingen waren als volk niet
vertegenwoordigd. Nergens blijkt uit de Belgische
Grondwet dat het Vlaamse volk akkoord ging met
zijn afscheuring uit Staatsnederland. Uit niets blijkt
dat zij akkoord gingen met de oprichting van een
staat België. Integendeel, de Vlaamse steden
Antwerpen, Gent, Mechelen, Dendermonde en
Sint-Niklaas spraken zich tussen 8 en 10
september 1830 formeel uit tegen een scheiding,
zelfs tegen een louter administratieve scheiding
van de Nederlanden. De provincie Oost-
Vlaanderen verklaarde dat het ingeval van
scheiding bij Nederland wilde blijven. Antwerpen
herhaalde op 23 oktober het verzoek aan koning
Willem om de stad te blijven behandelen als een
deel van het Noorden. Uit vrees voor een
Orangistische verkiezingsoverwinning pleegde het
Belgische Nationaal Congres, dat in oktober 1830
voor een periode van zes maanden was ingesteld,
op 12 april 1831 een staatsgreep en stelde de
verkiezingen voor onbepaalde tijd uit. De macht
kwam in handen van een onverkozen en
zelfbenoemde Association Nationale die een
terreurregime installeerde. De Britse
vertegenwoordiger in Brussel, Lord Ponsonby, had
reeds op 19 februari 1831 aan zijn regering
gemeld dat het Nationaal Congres in zijn
woorden "hostile to the majority of the people"
was.
In de Belgische Grondwet die tegelijkertijd
stichtingsakte is van de Belgische Staat, ontbreekt
dus een zeer belangrijk hoofdstuk dat in beginsel,
volgens het universele volkerenrecht, aanwezig
moet zijn in alle stichtingsakten van
meervolkenstaten, namelijk dat alle volkeren die
de meervolkenstaat samenstellen of hun
vertegenwoordigers in volle vrijheid en met kennis
van zaken hebben beslist tot de oprichting van de
staat in kwestie. Omdat er in feite alleen
Franstaligen waren op het Nationaal Congres,
deed de Belgische Grondwet alsof er maar één
volk bestond in België: het Franse, dat men het
Belgische volk noemde om het te onderscheiden
van de Fransen in Frankrijk. De Belgische
Grondwet deed dus alsof België geen
meervolkenstaat was. Omdat de stichters van de
Belgische Staat deden alsof België geen
meervolkenstaat was, staat in de Grondwet van
België dan ook niet welke politieke bevoegdheden
de samenstellende volken aan het centrale
Belgische bestuur overdragen. Neen, er staat
kortweg dat van rechtswege alle bevoegdheden
toekomen aan het centraal bestuur. Het artikel 25
van de oorspronkelijke Grondwet luidt immers:
"Alle machten gaan uit van de natie". Alle politieke
macht gaat dus uit van de natie, waarmee de
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
Belgische natie wordt bedoeld. Natie is hier
synoniem van het centraal bestuur, daar dit
vermoed wordt die natie te belichamen.
Hier wordt vormelijk bevestigd wat hierboven werd
aangekondigd, namelijk dat het centrale Belgische
bestuur letterlijk alle bevoegdheden krijgt,
terwijl
de gemeenten en provincies slechts
bevoegdheden hebben in de mate zij toegewezen
zijn door het centrale bestuur. Van volken in
cultuurantropologische zin is er helemaal geen
sprake. Dit korte, maar uiterst belangrijke artikel
25 schraagt de hele Belgische staatsstructuur en
is trouwens een bijkomende reden waarom de
Belgische Staat als strijdig met het volkenrecht
moet worden gezien. Het centraal bestuur in een
meervolkenstaat kan immers alleen beperkte
bevoegdheden hebben, bevoegdheden die het zijn
toegewezen door de samenstellende volkeren. De
volheid van bevoegdheid, het beroemde
zelfbeschikkingsrecht der volkeren, blijft echter
altijd bij het volk in kwestie. Met dit laconieke
zinnetje in de eerste versie van de Belgische
Grondwet werd met één pennentrek het
zelfbeschikkingsrecht van het Vlaamse volk door
het Belgisch-Frans centraal bestuur feitelijk
opgeheven. In artikel 25 staat het nog steeds, tot
op de dag van vandaag. In de nieuwe Grondwet
van 1994 stemt het echter overeen met artikel 33
en Lambermont verandert daar evenmin iets aan.
Iets gelijkaardigs kan worden gezegd over artikel
23. In de oorspronkelijke Grondwet luidt het: "Het
gebruik van de in België gesproken talen is vrij.
Het kan niet worden geregeld dan door de wet en
alleen voor handelingen van het openbaar gezag
en voor gerechtszaken". Het gebruik der talen in
België is vrij volgens de oorspronkelijke Grondwet.
Deze zin kon de indruk geven dat ook het
Nederlands toegelaten was. De inkt van de
Grondwet was echter nog niet opgedroogd, of op
19 september 1831 werd er al een wet
aangenomen die bepaalde dat alleen het Frans de
openbare taal was in heel België. Deze
grondwetsbepaling was feitelijk een reactie tegen
de vernederlandsingspolitiek van Willem I, die
overeenkomstig het volkerenrecht had bepaald
dat in de Nederlandse streken alleen het
Nederlands de openbare taal zou zijn. Impliciet
had deze bepaling ook tot gevolg dat de door de
Nederlandse koning bestuurlijk vastgelegde
taalgrens afgeschaft werd. Het zou nog
anderhalve eeuw duren eer ze opnieuw werd
ingevoerd. Ook dat artikel 23 is strijdig met het
volkenrecht. Uit het zelfbeschikkingsrecht der
volkeren vloeit immers voort dat een volk ook
baas is over de taal of talen die op zijn
grondgebied een min of meer openbaar karakter
hebben. Een openbare taal kan in beginsel enkel
de eigen taal zijn. Andere talen op het
grondgebied kunnen eventueel ook een half
openbaar karakter krijgen, maar alleen na
eenzijdige toestemming van het volk aan wie dat
gebied behoort.
In België waren het echter de Fransen die zichzelf
via artikel 23 en zijn uitvoeringswetten het recht
gaven het Frans in Vlaanderen te gebruiken en
het zelfs als enige openbare taal op te leggen, dit
alles zonder toestemming van het Vlaamse volk.
Net zoals artikel 25 staat artikel 23, nu artikel 30 in
de Grondwet van 1994, nog steeds in de
Belgische Grondwet, wat het de Vlaamse
instellingen minstens theoretisch onmogelijk
maakt een taalpolitiek te voeren inzake de private
betrekkingen.
De Belgische Grondwet van 1831 in het
bijzonder de artikels 23 en 25 bevatten in feite
een kaderprogramma tot vernietiging op termijn
van de Nederlandse natie in de Vlaamse
provincies. Via het Frans als enige openbare taal
en via het centraal bestuur dat zij volkomen
controleerden, verschaften de Fransen en hun
trawanten zichzelf het recht om overal in
Vlaanderen het Frans te gebruiken, het
Nederlands te verdringen, de Vlamingen uit te
sluiten van de belangrijkste bestuursfuncties, zelf
in Vlaanderen te regeren en het Zuid-Nederlands
volksgebied en volk te koloniseren en te
exploiteren. Zo zou dan ook geschieden in de
tientallen jaren daarna.
De Belgische Staat kan maar op een manier
worden gezien, als een aanslag van het Franse op
het Nederlandse volk, waarbij het volksgebied van
de Zuid-Nederlanders bij Frans grondgebied werd
aangehecht en het zelfbeschikkingsrecht van het
Zuid-Nederlandse volk gewoon werd opgeheven.
Sommige mensen zullen vragen waarom we zover
in het verleden moeten terugkeren. De Vlamingen
hebben vandaag toch toegang tot het Belgisch
Parlement en hebben die scheve toestand, die in
het begin zeker bestond, toch al lang rechtgezet?
Dit laatste is niet waar. Vooral in de jaren '70 van
de 20
ste
eeuw werd de Belgische Grondwet
herschreven als een grendelgrondwet, waardoor
de Vlaamse meerderheid voorgoed onwerkzaam
werd gemaakt. Dit geschiedde door de invoering
van een ganse reeks instellingen in het voordeel
van de Belgisch-Franse minderheid. Ik denk aan
de pariteit in de Ministerraad, het stelsel van
dubbele en bijzondere meerderheden in het
Parlement voor communautair gevoelige materies,
de alarmbelprocedure, enzovoort. Dat zijn
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
allemaal technieken die de Belgische Fransen een
vetorecht geven in het centraal bestuur. Het punt
is echter dat de Belgische Grondwet reeds van in
het begin dat grendelkarakter had. Hij werd in
1831 immers zodanig opgesteld dat de Vlamingen
hem nooit nog zouden kunnen wijzigen zonder
instemming van de Belgische Fransen, zelfs niet
nadat de Vlamingen in latere tijden, in toepassing
van de democratische beginselen, de
meerderheid in het Belgisch Parlement zouden
gaan uitmaken. In het vierde lid van artikel 131 -
artikel 195 van de Grondwet van 1994 - staat
immers dat wijzigingen, veranderingen of
toevoegingen aan de Grondwet slechts mogelijk
zijn met een tweederde meerderheid. Ik citeer het
artikel: "In dit geval mogen de Kamers niet
beraadslagen wanneer niet ten minste tweederde
van de leden waaruit elke Kamer bestaat
tegenwoordig zijn en een verandering is alleen
dan aangenomen indien zij ten minste tweederde
van de stemmen heeft verkregen" Een tweederde
meerderheid hebben de Vlamingen in België nooit
gehad en zullen ze nooit hebben, zelfs niet in
ideale omstandigheden. Met andere woorden,
binnen de Belgische staatsrechtelijke logica
hebben de Vlamingen nooit van hun meerderheid
kunnen gebruikmaken om hun
zelfbeschikkingsrecht te heroveren en zij zullen
dat in de toekomst ook nooit kunnen.
Onder druk van de Vlaamse beweging, mits het
betalen van hoge prijzen, hebben de Vlamingen
wel het een en het ander hier en daar een
taalwet of een staatshervorming kunnen
verkrijgen, maar tot nu toe zijn zij er nooit in
geslaagd het onrecht van 1831 in zijn geheel
ongedaan te maken. Het herstel van het onrecht
kan enkel bestaan in het herstel van het volledige
zelfbeschikkingsrecht van de Vlamingen over
geheel hun volksgebied.
De structureel onrechtvaardige en onevenwichtige
machtsverhoudingen tussen Fransen en Zuid-
Nederlanders, zoals zij reeds in de eerste
Grondwet van 1831 werden gebetonneerd,
bestaan tot op vandaag.
Het arsenaal aan wetten op het taalgebruik en op
de staatshervormingen is op de keper beschouwd
uiteindelijk niets anders dan wat
uitzonderingswetten op de artikelen 23 en 25, die
zelf nog steeds massief en onverkort in de
Belgische Grondwet zijn verankerd.
Had het anders gekund? Had de stichting van de
Belgisch Staat op een volkenrechtelijke wettige
manier kunnen gebeuren? Dat had eventueel
gekund, indien de Zuidelijke Nederlanden zich in
volle vrijheid en met kennis van zaken van de
Noordelijken hadden afgescheurd, indien het
onderwerp van de afscheiding het voorwerp van
een breed maatschappelijk debat had gevormd,
en indien het als dusdanig door een vrije Zuid-
Nederlandse volksvergadering was goedgekeurd.
Indien het op die manier was gebeurd, zou de
afscheiding zelf natuurlijk nooit hebben
plaatsgevonden. Welk belang hadden de Zuid-
Nederlanders er immers bij zich van het Noorden
te zien afscheiden? Welk volk kiest er vrijwillig
voor om zijn toestand erop achteruit te zien gaan?
Na de staatsgreep ging zijn toestand erop
achteruit: afschaffing van zijn taal en onderwijs,
afschaffing van zijn zelfbestuur, economische en
sociale achteruitgang, verarming, vervreemding,
ziekten en hongersnood; ziehier de vruchten van
België voor Vlaanderen.
Het voor de Vlamingen onrechtmatige karakter
van de Belgische revolutie had zelfs achteraf nog
kunnen worden geregulariseerd indien de
Belgische Fransen op gelijk welk moment in de
Belgische geschiedenis tot inkeer zouden zijn
gekomen; indien zij bijvoorbeeld zouden hebben
gezegd: "Wij hebben in 1830 eenzijdig en zonder
jullie toestemming jullie zelfbeschikkingsrecht
afgenomen, maar kom, zand erover, wij geven
jullie terug zelfbeschikkingsrecht over het hele
toenmalige volksgebied, en wij gaan ermee
akkoord dat onze Franse volksgenoten in
Vlaanderen slechts minderheidsrechten hebben in
de mate dat jullie daarmee vrijwillig akkoord
gaan". Zoiets had men kunnen zeggen. Als dit
was gebeurd, had misschien nog iets kunnen
worden gemaakt van die Belgische Staat, maar
het heeft zich nooit voorgedaan.
Het is een merkwaardig schouwspel te zien hoe
de Vlamingen het recht om zichzelf te besturen en
het recht om hun eigen taal te spreken op hun
eigen volksgebied dienden en nog steeds dienen
af te kopen van vreemden, door middel van geld,
grondgebied en machtsposities. Volgens het
universele volkenrecht zijn deze rechten echter
gratis, niets anders dan onderdelen van het veel
geroemde zelfbeschikkingsrecht der volkeren en
komen zij gratis onverkort en van nature toe aan
alle volkeren der aarde. Het is tragisch, en tegelijk
ook komisch, dat de Franse revolutionairen van
1830 de twee bovengenoemde artikelen 23 en
25
vlug in de Belgische Grondwet hebben
ingemoffeld, terwijl het wegwerken van de
negatieve gevolgen ervan van Vlaanderen inzet,
arbeid en offers vanwege duizenden zou vergen
gedurende een periode van vele tientallen jaren.
Zelfs nu, bijna twee eeuwen later, zijn de
schadelijke gevolgen van deze artikelen nog niet
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
geneutraliseerd.
Meteen is bewezen dat twee eeuwen Vlaams-
nationale strijd in feite een strijd was tegen iets dat
niet meer was dan een door de Fransen
opgeroepen illusie, tegen een vodje papier dat
voor de brave Vlamingen de vorm aannam van
een onneembare vesting. Meteen werd ook
aangetoond dat de radicale strekking binnen de
Vlaams-nationale beweging het bij het rechte eind
had. Zij aanvaardde immers de geldigheid van de
Belgische Staat en grondwet niet. Om die reden
wees zij elke samenwerking met de organen van
de Belgische Staat af. Met een illegaal bewind
moet volgens hen niet worden onderhandeld.
Eveneens werd aangetoond dat de gematigde
strekking ongelijk had, want deze hoopte de
Belgische Staat te hervormen in een voor de
Vlamingen gunstiger zin door in de logica van de
Belgische staatsmachinerie te treden. Door zich te
onderwerpen aan de Belgische staatsregels,
reden zij zich vast in het Belgisch moeras, met als
resultaat een cynisch en vernederend machtsspel
dat nu al vele tientallen jaren duurt en waarbij de
Vlamingen zich als slaven moeten loskopen van
hun Franse meesters, terwijl deze laatsten er
plezier in scheppen de prijs steeds hoger op te
drijven.
Het besluit van dit alles is dat de Belgische Staat
volkenrechtelijk geen enkele wettelijke en
democratische grondslag heeft. Wat is immers de
democratische relevantie van een staat en een
grondwet die met deelname van minder dan 1%
van de totale bevolking tot stand zijn gekomen?
Voor de Vlamingen geldt dan nog dat het
overgrote deel van de kiezers en deelnemers aan
het Congrès National niet eens als Vlamingen
kunnen beschouwd worden. Omdat het Vlaamse
volk op geen enkele manier zijn toestemming
heeft gegeven en die fout op geen enkel ogenblik
in de Belgische geschiedenis is rechtgezet, is de
Belgische meervolkenstaat ongeldig tot stand
gekomen en is de Belgische Grondwet bijgevolg
nietig. Dit heeft volkenrechtelijk tot gevolg dat ook
alle consequenties van deze Grondwet nietig zijn.
Alle Belgische instellingen zijn nietig. De
wetgevende macht, de rechterlijke macht, de
uitvoerende macht, met inbegrip van het
Koningshuis. Hetzelfde geldt voor alle door deze
machten gestelde handelingen waarvan wij gezien
hebben dat die hun verrechtvaardiging in de
Grondwet zelf vinden. Alle vonnissen, gewezen
door Belgische rechtbanken, alle wetten gestemd
door het Belgische Parlement, alle handelingen
van de Belgische bestuursorganen.
Strikt volkenrechtelijk gesproken heeft er nooit
een Belgische Staat bestaan. Dit is in feite een
universele rechtsregel in de Westerse
rechtssystemen. Als een juridische handeling,
hetzij een overeenkomst, hetzij de oprichting van
een vennootschap of een vereniging, op nietige
wijze tot stand is gekomen, dan is in beginsel niet
enkel de handeling zelf nietig maar ook al zijn
gevolgen. Nu, alles nietig verklaren is echter niet
mogelijk en ook niet wenselijk. Laten wij
pragmatisch zijn. In het privaat recht heeft de
rechtsleer een theorie uitgewerkt waardoor
de
handelingen van vennootschappen of
verenigingen waarvan achteraf blijkt dat ze nietig
zijn opgericht of gevolgen van overeenkomsten
die achteraf bekeken nietig tot stand gekomen
zijn, toch niet alle nietig worden verklaard maar
slechts selectief.
Deze theorie kan hier naar analogie worden
toegepast. Enkel de handelingen verricht binnen
het Belgisch kader die de rechten van de
Vlamingen, Walen en Duitstaligen als volk
aantasten zou men als nietig kunnen
beschouwen. Wanneer men zo redeneert dan ziet
men dat dit geldt voor onder meer de volgende
regelingen: de afscheuring van de Zuidelijke van
de Noordelijke Nederlanden; de aanhechting bij
de Belgische Staat; de taalgrens van 1962; de
taalregeling in het algemeen; het uitbouwen van
Brussel als een apart gewest; de geldstromen en
meer algemeen gesproken, alle onrechtmatige en
onevenwichtige voorrechten die de Belgische
Fransen zichzelf toebedeeld hebben zowel in
Vlaanderen als op Belgisch niveau. De
nietigverklaring dus van de aansluiting van de
Zuidelijke Nederlanden bij België en het Franse
Rijk zal de laatste daad van het Vlaams-
nationalisme in België zijn, haar eerste daad in het
nieuwe Vlaanderen en in deze daad zal zij meteen
haar voltooiing vinden. Is dit een vermetele
gedachtegang? De Vlamingen zouden niet de
eersten zijn om zoiets te doen. Begin jaren '90
riepen de volkeren aan de Baltische Zee, Esten,
Letten en Litouwers niet alleen hun
onafhankelijkheid uit maar verklaarden tegelijk
hun aansluiting bij het Russische Rijk van enkele
tientallen jaren tevoren nietig. Nochtans hebben
vergaderingen van de Baltische volken begin de
jaren '40 op vormelijke wijze deze aansluiting
goedgekeurd. Baltische nationalisten verklaarden
dit echter ongeldig, omdat de afgevaardigden door
de Russen gemanipuleerde marionetten waren.
Met andere woorden ook hier was geen sprake
van aansluiting bij een andere vreemde staat in
volle vrijheid en met kennis van zaken.
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
In vergelijking met het Baltische voorbeeld is het
dossier van de Vlamingen zelfs nog sterker. De
aanhechting van de Zuidelijke Nederlanden bij
België geschiedde zonder enige vormelijke
goedkeuring van welke Zuid-Nederlandse
volksvergadering dan ook. Het was een
aanhechting zonder meer.
Ik besluit. Hoe zullen wij de stichting van België en
zijn gevolgen in de toekomst zien? Beschouwen
wij het als een project waar de Vlamingen min of
meer uit vrije wil ingesukkeld zijn, maar waarvan
ze naderhand inzagen dat het een vergissing
was? Of moet het Belgisch tijdvak kortweg gezien
worden als de laatste vreemde bezetting van
Vlaanderen? Rekening houdend met de feiten van
mijn betoog denk ik dat alleen het laatste
standpunt kan worden weerhouden. De discussie
terzake is geen puur academische kwestie. Het
laatste standpunt biedt vooreerst het voordeel dat
alleen...
Le président: Collègues, si vous n'êtes pas
intéressés, vous pouvez toujours sortir. Ne restez
pas là. Ou bien vous vous asseyez, ou bien vous
sortez.
01.19 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik besluit. Op die manier
kunnen de leden misschien met meer interesse
luisteren naar het volgend betoog.
Ik herhaal dat de discussie over deze zaak geen
puur academische kwestie is. Het voordeel van
het laatste standpunt is dat een aantal
onrechtvaardige Belgische regelingen die de
Vlamingen ook na het einde van België parten
kunnen spelen zoals de vastlegging van de
taalgrens en de uitbouw van Brussel als apart
quasi-gewest op volkenrechtelijk correct manier
opnieuw in vraag kunnen worden gesteld. Ten
slotte kan het laatste standpunt ook bijgetreden
worden om redenen van geestelijke hygiëne. Net
als voor mensen is het voor volken immers
ongezond om in leugen te leven. België was vanaf
zijn ontstaan een leugen en is dat tot vandaag
gebleven. Daarom verwerpt het Vlaams Blok de
Lambermont-akkoorden. Zij bouwen verder op
een constitutioneel stelsel dat in wezen zelf
onlegitiem is omdat het elke juridische grondslag
mist en fundamenteel strijdig is met het
volkerenrecht.
Le président: Collègues, un peu de discipline.
Vous vous asseyez ou vous quittez la salle.
01.20 Roger Bouteca (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
dames en heren, collega's, de manier waarop
deze regering het debat voert over de
communautaire kwestie die Lambermont zou
moeten zijn tekent haar ten voeten uit.
Het Lambermont-akkoord zoals het op dit ogenblik
voorligt, is gewoon een financiële reddingsboei
voor het Franstalig onderwijs. Het is zeker niet zo
dat beide gemeenschappen er goed bij varen, iets
wat de heer Viseur ons zo graag wil doen geloven.
Mijnheer Smets, ik hoop dat u mijn boodschap
aan de heer Viseur overbrengt. Wallonië krijgt een
pak geld. Vlaanderen eveneens. Tot hier is zijn
redenering correct. Het probleem is echter dat
Vlaanderen die federale kas waaruit dat geld komt
reeds decennia aan het vullen zijn. Wij kunnen u
alleen maar dankbaar zijn dat u ons toch nog een
beetje van ons eigen geld laat genieten.
Monsieur Viseur, laissez-nous aussi profiter un
peu de notre propre argent. Merci d'avance.
Ik herneem mijn betoog. Het Lambermont-
akkoord zoals het voorligt, is een financiële
reddingsboei voor het Franstalig onderwijs.
Dit en niets anders ligt aan de grondslag van de
discussie die vandaag wordt gevoerd. Was er
vandaag geen overlevingsprobleem voor het
Franstalig onderwijs, dan was er vandaag
evenmin een discussie over het al dan niet
goedkeuren van een zogenoemd Lambermont-
akkoord, om de heel eenvoudige reden, dat er dan
nooit of te nimmer een akkoord ter discussie zou
liggen. Laat ons, Vlamingen, bij de beoordeling
van het akkoord vooral niet vergeten dat dit het
absolute en enige uitgangspunt is van
Lambermont. Franstalig België heeft geen enkel,
maar dan ook geen enkel belang om een
discussie ten gronde aan te gaan met Vlaanderen
over een verdere regionalisering van deze
Belgische staat, ik druk erop, geen enkel belang.
Zij doet dit dan ook niet.
Iedere Franstalige in dit land die dat anders wil
bekijken wordt meteen monddood gemaakt en
ervan beschuldigd een volksverrader te zijn,
precies omdat bij elk Franstalig politicus de
levensangst bestaat dat welke evolutie dan ook in
de bevoegdheden van de deelstaten in dit land
catastrofale gevolgen zou hebben voor de
Waalse
staatshuishoudkunde. De financiële
afhankelijkheid van het zuiden ten aanzien van het
noorden is zo groot en zo beslissend dat ieder
communautair gesprek erin verdrinkt, kortom, geld
is het alfa en het omega van ieder gesprek tussen
Vlaanderen en Wallonië. Dat was gedurende de
laatste paar decennia zo, maar het tragische is dat
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
niets erop wijst dat dit op korte of zelfs op
halflange termijn ooit zal veranderen.
Vooreerst wijzen alle denkbare studies erop dat de
jaarlijkse geldstromen vanuit Vlaanderen naar
Wallonië steeds groter worden. Daarbij is de kern
van de discussie niet of het nu over 250, 300 dan
wel 400 of nog meer miljarden gaat, de kern van
de discussie is wel of die Vlaamse en intussen
meer dan onbetamelijke generositeit ook aarde
aan de Waalse dijk brengt. Solidariteit is een mooi
woord, maar vraagt uiteindelijk om resultaat,
zoniet wordt ze nutteloos, roept zij steeds meer
weerstand op en steekt de idee van profitariaat de
kop op. De politiek bewuste Vlaming is inmiddels
die kaap reeds lang voorbij. De gewone Vlaming
ziet het ondertussen ook reeds dagen
in
het
Oosten, maar niet door een
sensibiliseringscampagne in de Vlaamse media
die de laatste jaren hier doelbewust en derhalve
desinformerend over zwijgt, in de vaste
overtuiging dat een correcte weergave van de
feiten de Vlaamse kiezer nog uitdrukkelijker naar
het Vlaams Blok zou richten.
Om het met een boutade te zeggen, Wallonië mag
het Vlaams Blok momenteel wel erg dankbaar
zijn, maar Bredero was natuurlijk een wijs man.
Men moet er alvast niet aan twijfelen dat bij een
verdere afname van de economische groei, de
gemiddelde Vlaming wel eens heel snel en
indringend vragen zal stellen over die grenzeloze
afroming van zijn welvaart en bovendien en vooral
dat hij zich luidop de vraag zal stellen wat er met
die duizenden miljarden aan Vlaams geld in al die
voorbije jaren is gebeurd. De kruik gaat slechts te
water tot zij barst.
De politieke wereld in Vlaanderen heeft bovendien
de fatale neiging dat zij haar kiezers onderschat.
Het steeds maar toenemend succes van het
Vlaams Blok is daar alvast een voldoende
sprekend bewijs van. Dat dezelfde politieke
partijen bovendien hardleers zijn en blijkbaar niet
willen leren van hun fouten, bewijst het
krampachtig vastklampen aan het cordon sanitair,
waarvan zelfs de gewone in de man in de straat
het nutteloze, ja zelfs contraproductieve inziet.
Tenslotte zijn die politieke partijen geen toonbeeld
van moed. In die partijen ziet iedereen
ondertussen wel in dat het Vlaams Blok met dat
cordon sanitair alleen nog maar zijn mand onder
de rijpe appelboom hoeft te zetten om te oogsten.
Het ontbreekt vandaag echter primordiaal aan de
eerlijke moed om het cordon te verwerpen. Het zij
zo. Men kan ons alvast niet verwijten dat we de
redenering hebben doodgezwegen.
Politieke moed zal nochtans meer dan nodig zijn
voor de Vlaamse politici die straks hun
goedkeuring zullen geven aan dit Lambermont-
wanakkoord. Het vergt geen politieke moed om,
net als de partij-buurman, het groene knopje in te
drukken. Het vergt wel moed om de kiezer te
confronteren met deze anti-Vlaamse beslissing.
Mijnheer Verhofstadt en de VLD hebben
gedurende twaalf lange jaren van oppositie ferme
Vlaamse standpunten ingenomen. Vanuit de
oppositie bleef dat uiteraard vrijblijvend. Niettemin
heerste het algemeen gevoel dat de vroegere
Partij Voor Vlaanderen haar oude anti-Vlaamse
gewaden had afgegooid. Toen een belangrijk deel
van de Volksunie onder aanvoering van zijn oud-
voorzitter de heer Gabriëls de rangen van de
nieuwe VLD vervoegde, was dat uiteraard een
bevestiging van dat groeiend vermoeden.
De heer Verhofstadt was duidelijk in zijn
burgermanifesten. Hij is nu minstens even
duidelijk als eerste minister. Zijn burgermanifesten
zijn namelijk een absolute klucht, wellicht goed
tijdens een oppositiekuur maar van geen tel als
men eerste minister is. Die eerlijkheid siert onze
eerste minister. Het is nu al duidelijk dat zijn
kiezers dat zonder enige twijfel eveneens zullen
weten te waarderen. Zijn nakend succes zal niet
alleen worden ondersteund door zijn efficiënt
vreemdelingenbeleid en veiligheidsbeleid, niet
alleen door zijn vernieuwend drugsbeleid of door
zijn revolutionaire homohuwelijken en
euthanasiestandpunten, maar ook door zijn
Vlaamse standvastigheid. Ik wens bij deze Guy
Verhofstadt veel moed toe bij de eerstvolgende
verkiezingen. Ik durf nu al te veronderstellen dat
de Vlaamse kiezer het alweer eens niet begrepen
zal hebben.
De heer Verhofstadt bewijst zichzelf, zijn partij,
Vlaanderen en uiteindelijk zelfs België een slechte
dienst. Zijn Vlaams imago als hij dat al ooit had
is hij definitief kwijt. Van het charmeoffensief van
zijn nieuwe VLD waarmee hij de heer Gabriëls en
zijn volgelingen over de brug kreeg, blijft niets
meer over. De VLD heeft bewezen geen enkele
Vlaamse reflex te hebben. Als grootste Vlaamse
partij van de regeringscoalitie heeft zij een
verpletterende verantwoordelijkheid op zich
genomen, waaraan zij nog tal van jaren herinnerd
zal worden. Zijn Vlaamse geloofwaardigheid is hij
definitief kwijt, en dat is het ergste dat een
politicus kan overkomen: zijn geloofwaardigheid
verliezen.
Vlaanderen wordt steeds rigider in een financieel
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
keurslijf geprangd tegenover de Belgische staat
en tegenover Wallonië en Brussel. De splitsing
van de sociale zekerheid of minstens een
gedeelte ervan was een van de dwingende eisen
van het Vlaams Parlement, een unanieme eis
waar dus ook de VLD toen nog in de oppositie
achter stond. De studies van de onverklaarbare
verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië blijven
al even onverklaarbaar onafgewerkt. Er kan dus
geen sprake zijn van het rechttrekken van de
scheefgetrokken situatie. Er is derhalve geen
enkel ander alternatief dan het splitsen van de
sociale zekerheid zodat er in dit land eindelijk
eens sprake is van de eigen financiële
verantwoordelijkheid. De heer Verhofstadt had
een uitmuntende kans om Wallonië hierover naar
de onderhandelingstafel te krijgen omdat het
Franstalig onderwijs in acute geldnood zit. De
regionalisering van het onderwijs brengt dagelijks
het schoolvoorbeeld van hoe beide
landsgedeelten een identiek probleem aanpakken.
Vlaanderen heeft bespaard en gerationaliseerd en
zich aan de normen gehouden. Wallonië, met het
duurste onderwijs per leerling van heel Europa,
komt steeds opnieuw geld vragen terwijl de
kwaliteit van het onderwijs er allesbehalve blijft.
De infrastructuur is er zelfs veelal van een
benauwende kwaliteit die men sinds lang in
Vlaanderen niet meer mogelijk acht. Zoals vele
andere sectoren is het onderwijs in Wallonië
alweer een dumpplaats voor werkzoekenden. Hoe
meer zielen, hoe meer vreugd. De heer
Verhofstadt heeft, ondanks alle bravoure hierover
in zijn burgermanifesten, niet eens een poging
ondernomen om Vlaanderen uit de financiële
mallemolen van de sociale zekerheid te halen. Dit
Lambermont-akkoord geeft Wallonië de kans om
voor ettelijke jaren elk gesprek over verdere
regionalisering gewoon af te wijzen. Het kan niet
zijn dat Verhofstadt dit niet weet en beseft. Zoniet
mag hij graag eens komen uitleggen waar,
wanneer en hoe hij met Wallonië over een
splitsing van de sociale zekerheid zal overleggen
en vooral hoe, waar en wanneer hij die splitsing
ook zal verkrijgen. Zolang Wallonië geen project
heeft om uit zijn financieel benarde situatie te
komen, zolang is al het gegeven Vlaamse geld
weggegooid geld. Al die duizenden miljarden
brengen in Wallonië immers geen kentering ten
gunste van financiële zelfredzaamheid. De
voorbije kwart eeuw is daar een afdoend bewijs
van. De financiële afhankelijkheid wordt
integendeel met de dag groter, ten bewijze
daarvan het Lambermont-akkoord van vandaag.
Het probleem is gewoon structureel. De heer
Verhofstadt bewijst dus ook België geen dienst
want het hoeft geen betoog dat Vlaanderen op die
manier geen eigen sociaal beleid kan voeren,
onder meer omwille van het feit dat jaarlijks
honderden miljarden afvloeien naar Wallonië. De
veroudering van de bevolking komt eraan en de
schuldenberg staat er nog altijd in al zijn glorie.
Het is dus duidelijk dat de minste vertraging in de
economische groei ons zowat meteen opnieuw in
de problemen brengt. De vertraging is trouwens
reeds volop aan de gang.
Nu komen aandraven met de afschaffing van het
kijk- en luistergeld is zowat het belachelijkste dat
men kon uitdenken om de Vlaamse partijen onder
druk te zetten om toch maar het Lambermont-
akkoord erdoor te krijgen, alvorens de heer
Verhofstadt zes maanden keizer van Europa
wordt.
Trouwens, de gewone man in de straat vraagt zich
reeds een tijdlang af hoe het komt dat hij eerst
jaren diende te sparen en in te leveren om de
Maastricht-norm te halen en om de grootste
schuldenberg van de Europese Unie niet nog
groter te laten worden en dat plots, met het
aantreden van deze bruine regering, de heer
Verhofstadt zoals Mozes is opgestaan om de
beloften - want het zijn tot nu toe alleen beloften -
als hemels manna over de verbaasde hoofden
van zijn burgers uit te strooien. Het werd reeds
eerder gezegd: deze regering blijft de kiezer
onderschatten. Politieke geloofwaardigheid is iets
anders dan het verkopen van een vlotte
reclameslogan. Of gelooft de VLD opnieuw in
opiniepeilingen?
Het minste dat men van dit Lambermont-akkoord
kan zeggen, is dat het geen enkel
toekomstperspectief voor Vlaanderen biedt.
Vlaanderen werd uitgemolken, wordt nu
uitgemolken en zal straks nog meer worden
uitgemolken. Vlaanderen is de melkkoe en
daaraan verandert Lambermont niets,
integendeel.
De sociale zekerheid was niet gesplitst en wordt
ook niet gesplitst. In het Lambermont-akkoord
werd daarover met geen woord gerept. Dit
ondanks het feit dat een quasi unanimiteit van het
Vlaamse Parlement de minstens gedeeltelijke
splitsing van de sociale zekerheid als een basiseis
bij nieuwe communautaire onderhandelingen had
gesteld. Deze eis was bovendien veruit de meest
noodzakelijke en dringende eis van de Vlaamse
partijen omdat Vlaanderen hierdoor elk jaar
onzeglijk veel miljarden verliest waarmee het zelf
een dynamisch beleid zou kunnen uitbouwen. Nu
kan ze over die unitaire materie zelfs geen eigen
beleid ontwikkelen.
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
De regionalisering van de sociale zekerheid moest
een basisvoorwaarde zijn alvorens de Vlaamse
partijen met de geldbehoevende Franstalige
partijen aan tafel gingen zitten. Hoe durven de
Vlaamse ja-stemmers van een goed akkoord
gewagen als de belangrijkste en meest dringende
eis niet eens voorwerp van gesprek is geweest?
Hoe kan bij een volgende verkiezingscampagne
een van de Vlaamse regeringspartijen in zijn
verkiezingspropaganda nog gewagen van een
eigen Vlaamse, sociale zekerheid, als men
tenminste nog enige intellectuele eerlijkheid bezit.
Wat is voortaan nog de waarde van een resolutie
in het Vlaams Parlement, die met zoveel
tromgeroffel in de media werd opgediend? Over
wat wordt er gesproken in de verschillende
partijbureaus als de federale parlementsleden
precies het omgekeerde doen van wat hun
Vlaamse collega's in een officiële resolutie hebben
geëist?
Fiscale autonomie was ook een van die eisen van
het Vlaams Parlement. Vooreerst is de omvang
van de cijfers zodanig gering en zodanig ver in de
tijd dat Vlaanderen een tijd van vele jaren
nauwelijks aan een eigen fiscaal beleid kan
werken. Vlaanderen verliest ook hier alweer
onbetamelijk veel tijd. Bovendien houdt Wallonië
de situatie in de hand en bovendien kan zij
interveniëren wanneer ze meent dat haar
belangen worden geschonden.
Men moet van een andere planeet zijn om niet te
begrijpen waartoe dit zal leiden. Natuurlijk zullen
de belangen van Wallonië worden geschonden,
want fiscaliteit is nu eenmaal een bijzonder
belangrijk instrument om een sociaal-economisch
en derhalve politiek beleid te voeren. Het ligt dus
voor de hand dat wanneer het rijke Vlaanderen
fiscale voordelen, in welke vorm ook, aan zijn
burgers biedt en het minder rijke of het minder
zuinige Wallonië dit niet kan of dit niet opportuun
vindt, zij daarin onmiddellijk een achterstelling van
haar burgers zal ontdekken. Louter politiek gezien
zal elke discussie, zal elke fiscale gunstmaatregel
die Vlaanderen stelt ten aanzien van de
Vlamingen, meteen worden gevolgd door een druk
van de Waalse burgers op hun regering om ook te
krijgen wat de Vlamingen krijgen. Dit is toch de
evidentie zelf. Even evident is ook dat de Waalse
regeringspartijen zich meteen tegen de
voorgestelde fiscale maatregelen zullen verzetten,
omdat dit als een bedreiging voor hun eigen
begroting en politiek beleid zal worden ervaren.
Kortom, zolang de ene buur zich kan mengen in
de portemonnee van de andere buur moet dit
onvermijdelijk leiden tot een lange processie van
problemen, protesten, afdreigingen en alles wat
een efficiënt fiscaal beleid in de war zal sturen. De
term "fiscale autonomie" is dan ook, zacht
uitgedrukt, misplaatst. Eigen sociale zekerheid en
eigen fiscaliteit, de twee meest bijzondere
hefbomen om een eigen Vlaams beleid te voeren,
blijven in dit Lambermont-akkoord dode letter.
Daarom is het alvast voor Vlaanderen een zeer
slecht akkoord.
De Vlaamse partijen die dit akkoord goedkeuren
nemen een zware verantwoordelijkheid op zich,
want ze hypothekeren de toekomst van hun
Vlaanderen en hun kiezers, vooral nu Wallonië dat
in de schoot krijgt geworpen waardoor het voor
jaren de rug kan keren naar de verzuchtingen van
Vlaanderen. Diezelfde lijn, de lijn van het
omkoopgeld, wordt doorgetrokken omtrent
Brussel. Vlaanderen betaalt hard Vlaams geld om
schepenambten te verkrijgen in Brussel. De
schaamteloosheid van zo een gedrocht is
verpletterend. Dit is gewoon omkoperij.
Er is nog meer. Het feit dat men een dergelijke
koehandel durft voor te stellen, is een blamage
voor de Vlaamse partijen voor Vlaanderen in zijn
geheel. Iedere politicus die zichzelf en zijn kiezers
respecteert moet zich beledigd voelen met zo een
voorstel. Dit zou betekenen dat politiek
Vlaanderen niets meer voorstelt in zijn eigen
hoofdstad en er enkel nog naar Vlaanderen wordt
geluisterd als er een pak geld op tafel komt. Dit is
gewoon een platte belediging.
Bovendien, maar dit is in totaal ondergeschikte
orde, stelt dit schepenambt inhoudelijk niets voor
en kan de Vlaamse schepen straks bevoegd
worden voor de straatverlichting overdag. De
Vlaamse partijen moeten daarom dit voorstel
gewoon wegstemmen uit zelfrespect. Hetzelfde
geldt voor het toenemend aantal zetels voor de
Vlamingen in de Brusselse Raad. Ook hier
verandert er ten gronde niets aan de
machtspositie, of liever de onmacht, van
Vlaanderen. Om die reden is dit voorstel te
herleiden tot een rondje postjespakkerij. Dit is
politiek teruggebracht tot zijn meest cynische
vorm.
De politiek bestelt voor zichzelf een aantal
vetbetaalde posten zonder dat het algemeen
belang daarbij gebaat is, zonder dat de betalende
burger daar ook maar enig belang bij heeft. Dit
moet blijkbaar het niveau zijn waarop vandaag
nog aan communautaire besprekingen wordt
gedaan. Dit is allicht wat deze bruine regering
goed en efficiënt bestuur noemt. Dit is politiek uit
de laagste schuif.
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
Als de Vlaamse partijen dit akkoord goedkeuren,
zullen zij geschiedenis schrijven. Dit
Lambermontakkoord zal dan de exponent zijn van
de beginselloosheid, de zwakheid en de
mediocriteit van politiek Vlaanderen bij het begin
van deze eenentwintigste eeuw.
01.21 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, na voorafgaande historische en
ideologische beschouwingen is het weer tijd voor
een groene visie op de Lambermontakkoorden.
Panta rhei kai ouden menei alles verandert,
niets blijft hetzelfde heeft de Griekse wijsgeer
Heraklaitos ooit gezegd. Inderdaad, sindsdien is er
heel wat veranderd in de wereld maar ook in
België. Sinds 1993 is België een federale staat en
zijn federalisme is een dynamische constructie,
aan een evolutief proces onderhevig.
Ook met deze bijzondere wet in wording; de drie
onderdelen uit deze fase uit de staatshervorming -
namelijk de overdracht van de bevoegdheden, de
herfinanciering van de Gemeenschappen en de
uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de
Gewesten en de regeling voor Brussel - vormen
een redelijk en evenwichtig geheel en een verdere
en een betekenisvolle stap in het hervormen van
deze natie.
Het ontwerp omvat een globaal politiek akkoord
over de overdracht van een belangrijk pakket van
bevoegdheden van het federale niveau naar de
Gemeenschappen en Gewesten dat op zich een
verdere uitwerking vormt van de vorige
onvoltooide fase in de staatshervorming.
In die zin moeten de twee bijzondere wetten, de
financieringswet en de bevoegdheidswet, samen
worden gelezen en als het ware aan elkaar
worden geklonken: fiscale aspecten worden
verbonden aan bevoegdheden die worden
overgedragen. Maar het gaat ook om een beter en
democratisch bestuur van België en Vlaanderen.
Iedere gemeenschap heeft er lang op gewacht en
heeft er immers belang bij dat zij over middelen
beschikt voor de financiering van de
aangelegenheden die haar meer dan twintig jaar
geleden werden overgedragen, zoals cultuur,
onderwijs, vorming, welzijn, media, enzovoort.
Het voorliggend ontwerp voorziet in zulk een
stapsgewijze en structurele herfinanciering
waardoor de gemeenschappen tegen 2012 over
meer dan 100 miljard nieuwe middelen zullen
kunnen beschikken zodat ze op lange termijn
kunnen plannen en de bevolking in beide
gemeenschappen meer levenskwaliteit kunnen
bieden.
Ook de Vlaamse Gemeenschap heeft nood aan
middelen om haar bevoegdheden op een
behoorlijke en efficiënte manier te kunnen
uitoefenen. Het invoeren van een nieuw
financieringsmechanisme is dan ook een logisch
en noodzakelijk gevolg. Door de goedkeuring van
de Lambermont-akkoorden krijgt Vlaanderen
bijkomende budgettaire ruimte. Een
belastingvermindering is één ding, maar evengoed
moet er voldoende geld zijn om de levenskwaliteit
van de Vlaamse bevolking te verbeteren. De
Vlaamse paars-groene regering mag zich niet
verschuilen achter economische zegebulletins en
zich alleen bekommeren om
belastingvermindering, maar heeft ook de politieke
en morele plicht om zich om de sociaal zwakkeren
te bekommeren.
Binnenkort wil België tijdens het voorzitterschap
het voortouw nemen in een sociaal Europa.
Welnu, dan kan Vlaanderen als welvarende regio
niet achterblijven en moet het een antwoord geven
op de meest dringende noden om Vlaanderen tot
een zorgzame regio uit te bouwen. Met de
budgettaire ruimte die vrijkomt kan men de zes
procent armen in Vlaanderen een kwaliteitsvol
levensperspectief aanbieden. Er kan een einde
worden gemaakt aan de lange wachtlijsten in de
kinderopvang, dus betaalbare en meer
toegankelijke kinderopvang. Een betere
gehandicaptenzorg, een efficiënte bijzondere
jeugdzorg, een betere combinatie arbeid en gezin,
anticiperen op de vergrijzing die op ons afkomt.
01.22 Yves Leterme (CVP): Mevrouw Talhaoui,
ik wil doen opmerken dat de minister-president
van de Vlaamse regering, waar uw partij deel
uitmaakt van de meerderheid, vorige week
uitdrukkelijk de bestemming van het Lambermont-
dividend heeft aangeven. Het zou vrij eenduidig
naar belastingvermindering gaan. De oprisping
van de groenen Geysels, Dua en Vogels, die
hebben geprotesteerd en gewag maakten van
oningevulde noden weliswaar omwille van
verkeerde beleidskeuzes anderhalf jaar gelden
heeft geleid tot een harde terechtwijzing door de
liberalen. Denkt u niet dat het u een beetje aan
"gewicht" ontbreekt om die noden door te drukken
als u ziet hoe de Vlaamse minister-president
reageerde? U maakt eigenlijk de Vlamingen wijs
dat Lambermont zal leiden tot extra inspanningen
op die verschillende domeinen. Nee, dat zal niet
gebeuren. De minister-president heeft gezegd
waartoe het geld zal worden gebruikt. Wat u hebt
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
verteld klinkt wel goed, maar blijkbaar is het van te
weinig gewicht in de Vlaamse regering.
01.23 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Ik
was juist van plan om te zeggen dat dit ook iets is
wat onze ministers vorige week in een
persconferentie hebben gevraagd. Mijnheer
Dewael heeft juist hetzelfde gedaan. Vragen staat
vrij. Ik denk dat daarover in de Vlaamse regering
nog hartelijk zal worden gediscussieerd. We zullen
het resultaat afwachten. Belangrijk is dat met de
Lambermont-gelden in Vlaanderen toch heel wat
kan worden gerealiseerd.
(Onderbreking door de heer Joos Wauters.)
01.24 Herman Van Rompuy (CVP): Met de
socialisten. Die waren er altijd bij.
01.25 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO):
Joos, ze mogen verder luisteren.
Mijnheer Leterme, mijnheer Van Rompuy, ik wilde
ook nog zeggen wat er allemaal in Vlaanderen
nog kan gebeuren mits overdracht van die gelden.
Er moet natuurlijk ook aandacht zijn voor het
milieu, voor het afbouwen van de ecologische
schuld, voor de gezondheid van de mensen en
voor een gezond landbouwbeleid. Dat alleen al zal
neerkomen op een kost van ongeveer 60 miljard
frank. Ik begrijp ook wel dat daarover sterk zal
moeten worden onderhandeld. Daarnaast is er
eigenlijk ook dringend geld nodig voor het
onderwijs. Wij verwijten altijd de francofonen dat
zij alleen maar geld nodig hebben voor het
onderwijs. Ik denk dat minister Vanderpoorten dat
geld binnenkort best zal kunnen gebruiken voor de
engagementen die zij met de onderwijsvakbonden
is aangegaan.
Last but not least vind ik dat de Vlaamse regering
- nu word ik Antwerpse - ook toeschietelijker mag
zijn naar de grootsteden toe, vooral dan eventueel
naar Antwerpen. Deze laatste zit op dit moment in
een wurgend financieel keurslijf, waardoor er geen
ruimte is voor een vernieuwend en structureel
beleid. Kortom, dankzij Lambermont lijkt een
sociaal bewogen en groen Vlaanderen veel
dichterbij.
Ook is er in een toename van de fiscale
verantwoordelijkheid van de gewesten voorzien.
Wij vinden dat positief. Het gaat om een
belangrijke stap in de richting van een grotere
fiscale bevoegdheid van de gewesten, een
verzuchting die de verschillende partijen aan beide
kanten van de taalgrens hebben geuit. De
gewesten krijgen ook meer
beleidsverantwoordelijkheid inzake de
personenbelasting. Wat tijdens het Sint-
Michielsakkoord ook niet werd gerealiseerd was
de uitvoering van de overheveling van de
organieke wetten van gemeenten en provincies. In
de bijzondere wet wordt daar werk van gemaakt.
Iedereen zal kunnen beamen dat deze
overheveling vanuit Vlaams perspectief een
belangrijke stap vooruit is.
Wat Brussel betreft werd er naar een
meervoudige oplossing gezocht door een vlottere
samenwerking van de Brusselse instellingen, door
de Nederlandstaligen in Brussel een beter
werkcomfort te bieden binnen de Brusselse
Hoofdstedelijke Raad en door het vermijden van
een blokkering van de Brusselse instellingen
waardoor een noodzakelijke maatregel van
zelfbescherming van de democratie wordt
ingebouwd. Akkoorden over Brussel zijn nooit
gemakkelijk. De compromissen die daaruit
voortvloeien zijn zeer ingewikkeld en een
staaltje van
hoogtechnologische
juridische
spitstechnologie. Ik herinner me dat het Brussels
luik het moeilijkste hoofdstuk was van de cursus
grondwettelijk recht en dat examenvragen over
onze hoofdstad de nachtmerrie waren van elke
student in de rechten. Het Brussels akkoord is op
dit moment een redelijk en evenwichtig geheel
waarin, niet onbelangrijk, Brusselaars een grote
inbreng hebben gehad. De principes in het
Brussels regeerakkoord kregen in het Lombard-
akkoord een vertaling. De politieke positie van de
Brusselse Vlamingen wordt aanzienlijk verbeterd;
er is een gewaarborgde vertegenwoordiging en
misschien had men meer verwacht, maar gezien
het Brussels gegeven moest ook rekening worden
gehouden met de Franstalige verzuchtingen.
De pacificatie tussen de twee gemeenschappen
mondt uit in een systeem waarbij minderheden in
de hoofdstad extra wordt beschermd. Een
absolute toepassing van het gelijkheidsbeginsel in
het Brusselse Gewest zou dan ook neerkomen op
nieuwe discriminaties. De kritiek die sommigen in
verband met dit Lombard-akkoord hebben geuit,
vooral omdat het zou gaan om een verwerpelijke
afkoop van een miljard per jaar waarbij de
vergelijking met Judas en zijn 30 zilverlingen zelfs
werd aangehaald, kan best worden gerelativeerd.
Men moet soms verder kijken dan zijn neus lang
is. De hervorming verwerpen omdat er een beetje
extra geld naar Brussel gaat, is in het licht van de
grootstedelijke problematiek van deze stad
onverantwoord. Brussel-stad en haar gemeenten
hebben geld nodig om van bepaalde buurten en
wijken leefbare plaatsen te maken, om aan
stadsvernieuwing te doen en de sociale dynamiek
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
te verhogen.
Een ander punt van hervorming in het ontwerp van
bijzondere wet gaat over de landbouwpolitiek.
01.26 Danny Pieters (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw Talhaoui, u verbindt de
grootstedelijke problematiek van Brussel aan de
gelden die aan het hebben van schepenen worden
verbonden. Zover ik weet zijn die twee totaal
losgekoppeld. Dat Brussel wat meer geld nodig
heeft, kunnen we enigszins verstaan. Ik denk aan
de sociale noden en dergelijke, maar hier zal het
geld alleen gaan naar die gemeenten die een
Vlaamse schepen hebben. Het is niet door het al
dan niet hebben van een Vlaamse schepen dat uw
sociale kosten groter worden, dacht ik. Daar slaat
de kritiek op. Ik heb geen kritiek op het feit dat er
gelden naar Brussel gaan om de sociale noden
van de stad aan te pakken. Een gemeente die een
Vlaamse schepen neemt, krijgt een soort premie
en de gemeenten die dat niet doen, krijgen het
niet. Daar gaat het om. Het is de vraag of men
zoiets zomaar kan doen. Men koppelt de
financiering van een gemeente aan de
samenstelling van het college, zelfs retroactief,
nadat het college is samengesteld. Daar gaat het
over.
01.27 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer Pieters, ik heb gezegd dat het een
globaal akkoord is en dat compromissen over
Brussel sowieso heel moeilijke compromissen
zijn.
01.28 Danny Pieters (VU&ID): U stelt het voor
alsof aan de noden van Brussel toch moet worden
tegemoet gekomen. Dat is een ding. Een andere
zaak is of men dat moet verbinden aan het al dan
niet hebben van Vlamingen in het college.
01.29 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Die
gelden zijn in ieder geval ook in die gemeenten
welkom, denk ik.
Na de dioxinecrisis van 1999 moest ook aan
het
landbouwbeleid worden gesleuteld. De
overheveling van Landbouw naar de regio's zorgt
ervoor dat voortaan het Europees niveau en het
regionaal niveau de belangrijkste actoren worden
voor dit thema en dat de regio's hun volle
verantwoordelijkheid moeten opnemen, rekening
houdend met ecologische voorwaarden en
gezondheidsvoorwaarden. Het is belangrijk om
vast te stellen dat Volksgezondheid federaal blijft
om toch een zekere controle op de
voedselveiligheid te behouden.
Tot slot kom ik op de ontwikkelingssamenwerking.
Het ontwerp van bijzondere wet biedt de
mogelijkheid om op termijn bepaalde delen van
Ontwikkelingssamenwerking aan de deelgebieden
over te dragen. Als fractie hebben wij
verschillende keren laten blijken dat wij op dit vlak
niet overhaast te werk wilden gaan en dat tijd ook
in deze zaak wel eens de beste raadgever zou
kunnen zijn. Trouwens, niets belet de
gemeenschappen en gewesten zich hic et nunc te
bekommeren om de armste landen in de wereld
en daarmee structureel samen te werken.
Bovendien mogen wij niet vergeten dat de
revolutionaire hervorming van de administratie van
Ontwikkelingssamenwerking - het vroegere
ABOS nog niet de kans heeft gekregen om te
functioneren en zich te bewijzen. Ik spreek hier als
iemand die vertrouwd is met het internationaal
recht en internationale relaties, waar men vooral
werkt met het concept van de natiestaat. Ik heb
mij dikwijls afgevraagd of de ontwikkelingslanden,
of beter gezegd onze bilaterale en multilaterale
samenwerkingsakkoorden met hen, niet aan
kwaliteit zullen inboeten.
Ik denk dat ze meer gebaat zullen zijn met
een
verhoging van het budget voor
ontwikkelingssamenwerking. Als er door de
hervorming bijkomend geld komt van de
gemeenschappen, is dit mooi meegenomen.
Daarom hoop ik dat de werkgroep van experten,
die zich over de overdracht van bevoegdheden zal
buigen, ook de genoemde bedenkingen voor ogen
zal houden.
01.30 Danny Pieters (VU&ID): Ik zal proberen
niet te polemiseren over de herschrijving van de
bepalingen over ontwikkelingssamenwerking. U
hebt echter gezegd dat u een juriste bent, en ik
weet dat u een eminente juriste bent. Leg mij eens
uit wat de juridische betekenis is van de bepaling
over ontwikkelingssamenwerking. Volgens mij
staat daar volstrekt niets meer in, buiten de
aankondiging dat er een subwerkgroep zal komen
en dat er niets wordt overgedragen. Volgens u
wordt de bevoegdheid, krachtens de bijzondere
wet inzake de met de bevoegdheden van de
gewesten en gemeenschappen samenhangende
onderdelen van ontwikkelingssamenwerking, nu
reeds overgeheveld. Ik zou graag weten hoe uw
fractie dit interpreteert, want zij heeft in deze zaak
het meest op de rem gestaan, zegt men mij. Wat
staat er op juridisch vlak in de bijzondere wet?
01.31 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer Pieters, wij hebben onze aandacht vooral
toegespitst op de werkgroep die zich in 2002 over
de problematiek zal buigen. Daaruit zullen wellicht
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
zeer wijze beslissingen voortvloeien. Zo hebben
wij het in ieder geval begrepen.
01.32 Danny Pieters (VU&ID): We spreken hier
over een tekst van een bijzondere wet. In uw
uiteenzetting citeert u zichzelf over de
overheveling van ontwikkelingssamenwerking.
Dan is het toch niet moeilijk mij uit te leggen wat
daarvan op juridisch gebied nog overblijft. Het is
immers net uw fractie die wat dit betreft de hele
tijd op de rem heeft gestaan en heeft
aangedrongen op een zeer ingewikkelde formule.
Bijgevolg weet ik nu niet meer of de bevoegdheid,
krachtens de bijzondere wet inzake de met de
bevoegdheden van de gewesten en
gemeenschappen samenhangende onderdelen
van ontwikkelingssamenwerking, direct wordt
overgeheveld. Of zullen de delen worden
aangeduid door de subwerkgroep? Of komt er een
tweede fase toch bekend bij Agalev , waarbij er
een nieuwe bijzondere wet moet komen? U hebt
het onderwerp aangesneden; daarom moet u toch
weten wat erin staat.
01.33 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer Pieters, in de teksten staat wat er in de
teksten staat.
Geachte voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, de Agalev-Ecolo-fractie zal dit ontwerp
wegens zijn evenwichtig karakter met een
positieve stem bekrachtigen.
01.34 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, collega's, als binnenkort dit
ontwerp van bijzondere wet behoudende
overdracht van diverse bevoegdheden aan de
Gewesten en Gemeenschappen door deze
paarsgroene meerderheid zal worden
goedgekeurd, weliswaar na het afkopen van de
noodzakelijke tweederde meerderheid, zullen er
ongetwijfeld op verschillende plaatsen in dit land
de nodige champagneflessen worden ontkurkt. In
eerste instantie zal dit ongetwijfeld gebeuren in de
schoot van de regering waar de leider van dit
paarsgroene kabinet, de heer Guy Verhofstadt,
zich triomfantelijk op de borst zal kloppen en
stellen dat hij het toch maar weer eens heeft
geklaard en dat dit alles slechts mogelijk was
dankzij het feit dat hij er als voorbereiding voor
had gezorgd dat er een periode van
communautaire pacificatie is geïnstalleerd in dit
land.
Het zenden door de Raad van Europa, en dit op
verzoek van de Franstaligen, van een Zwitserse
die moet rapporteren over een eventuele
schending van de mensenrechten van de
Franstaligen in de rand is ongetwijfeld een
schoolvoorbeeld en een gevolg van die
communautaire pacificatie. Maar er zal niet alleen
gefeest worden binnen de regering, er zal vooral
gevierd worden in het zuiden van dit land.
Wallonië kan zich immers - voor de zoveelste keer
opnieuw- verheugen over de vele miljarden
Vlaams geld die op komst zijn en die moeten
toelaten dat de Franse Gemeenschap van het
faillissement kan worden gered. Het verteren kan
dus onverstoorbaar voortgaan zonder dat er echt
veel tegenover staat waarvoor Vlaanderen
vragende partij was. Het is duidelijk dat deze
staatshervorming de zoveelste gemiste kans was.
Het zou toch van absolute wereldvreemdheid
getuigen om te veronderstellen dat deze
staatshervorming niet de laatste is en dat er
binnen relatieve korte termijn opnieuw kan gepraat
worden.
Laat dit duidelijk zijn. Wallonië heeft zijn
noodzakelijke centen beet en voor hen zal dit
volstaan.
Verschillende Waalse tenoren hebben erop
gewezen dat wij in de nabije toekomst op niet veel
rondjes staatshervorming moeten rekenen.
Het is duidelijk dat Vlaanderen zich andermaal
naar de slachtbank heeft laten leiden. Dit akkoord
is één grote woordbreuk ten opzichte van de
resoluties van het Vlaams Parlement die door een
grote meerderheid werden goedgekeurd. Wat blijft
er over van de resoluties van het Vlaams
Parlement? Wat zijn ze nog waard? Welke
betekenis heeft een resolutie als men vast moet
stellen op welk een vlotte manier ze terzijde wordt
geschoven en zo snel uit het geheugen van de
leiders van bepaalde partijen wordt gewist? Wat
stelt de resolutie van het Vlaams Parlement
betreffende het tot stand brengen van meer
coherente bevoegdheidspakketten nog voor als
men het resultaat van Lambermont analyseert?
Het antwoord is "niets". Het is nuttig terzake het
geheugen op te frissen.
De resolutie van het Vlaams Parlement die voor
het Vlaams Blok niet ver genoeg ging, stelde
onder meer dat het Vlaams Parlement van mening
is, ik citeer: "...Dat een meer kwaliteitsvol en
efficiënt bestuur vereist dat een
aantal onduidelijkheden
of
inefficiënte
bevoegdheidsverdelingen weggewerkt worden.
Het Vlaams Parlement aanziet het tot
stand
brengen van meer coherente
bevoegdheidspakketten als prioritaire doelstelling
van de volgende deze dus - staatshervorming.
Dit impliceert inzonderheid dat de organisatie van
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
lokale en provinciale besturen een bevoegdheid
van de deelstaten en het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest wordt zoals voorzien in het Sint-
Michielsakkoord. Daarbij moet voorafgaandelijk
een aparte specifieke regeling voor Brussel de
positie van de Brusselse Vlamingen in de
Brusselse instellingen waarborgen. Een volledige
federalisering van het wetenschaps-en
technologiebeleid moet doorgevoerd worden
zowel in bevoegdheden als in middelen. Dit
impliceert de overheveling van het
ruimtevaartbeleid, de wetenschappelijke
programma's en de impulsprogramma's alsook de
activiteiten en middelen die aansluiten bij de
bevoegdheden van de deelstaten. De volledige
bevoegdheid inzake buitenlandse handel dient
aan de deelstaten te worden toegewezen. Aldus
moet het exportpromotiebeleid de exclusieve
bevoegdheid worden van de deelstaten. Dat
impliceert de afschaffing van de Belgische Dienst
voor Buitenlandse Handel. Wat de Nationale
Delcrederedienst en het Comité voor Financiële
Steun aan de Export betreft, moeten de deelstaten
een autonoom beslissingsrecht verwerven voor de
dossiers van de bedrijven uit de eigen deelstaat.
De leningen van staat tot staat moeten door de
deelstaten worden beslist. De bevoegdheid over
telecommunicatie dient overgeheveld te worden
naar de deelstaten en het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest waardoor zij bevoegd worden voor de
algemene principes, de infrastructuur, de
eindapparatuur, de organisatie van de netwerken
en de dienst. De spoorinfrastructuur en de
regionale exploitatie ervan dienen overgeheveld te
worden naar de deelstaten evenals de volledige
reglementering inzake de binnenvaart. Vlaanderen
is nu reeds bevoegd voor het voeren van een
statistiekbeleid op voorwaarde dat de regels van
de geheimhouding worden gerespecteerd. De
statistiekdiensten van de deelstaten staan in voor
de kwantitatieve beleidsinformatie van hun
overheden in partnerschap met het NIS en het
Instituut voor de Nationale Rekening.
Aangezien de ontwikkelingssamenwerking
betrekking heeft op domeinen die hoofdzakelijk bij
de deelstaten berusten, dienen er binnen het
bestaande kader van het buitenlandse beleid van
dit land de ontwikkelingssamenwerking en de
overeenstemmende middelen te worden
toegewezen aan de deelstaten. Zij staan in voor
de conceptie en de uitvoering van dit beleid. Het is
belangrijk dat Vlaanderen meer bevoegdheden
verwerft om economische groei door middel van
een grotere ondernemingsdynamiek te
bevorderen en marktfalingen tegen te gaan. Er
dient een volledige overheveling van land- en
tuinbouw en de visserijbevoegdheid naar de
deelstaten te worden doorgevoerd. Dit impliceert
de volledige uitvoering van het Europees beleid,
met inbegrip van het quotabeheer, het
wetenschappelijk onderzoek, de productcontrole
en de sanitaire en fytosanitaire bevoegdheden.
Ten tiende, moeten de normerings-, uitvoerings-
en financieringsbevoegdheid betreffende het
volledige gezondheids- en gezinsbeleid integraal
naar de deelstaten worden overgeheveld,
onder
meer met inbegrip van
de gezondheidszorgverzekering
en
de
gezinsbijslagen. Daarbij moeten de bewoners van
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de vrije keuze
bekomen om toe te treden tot het stelsel van de
deelstaat Vlaanderen of van de Franstalige
deelstaat, dat telkens een regeling zowel voor de
inkomsten als voor de uitgaven bevat.
De resolutie van het Vlaamse Parlement stelde
verder dat door een meer coherente
bevoegdheidsverdeling de Vlaamse overheid
beter in staat moet worden gesteld om zelf een
actief werkgelegenheidsbeleid te voeren.
Dit
impliceert onder andere
samenwerkingsakkoorden met de federale
overheid, die de deelstaten en het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest grotere mogelijkheden
moeten geven om de werkloosheidsuitkeringen
aan te wenden als activerend
arbeidsmarktinstrument. Het aanwenden van de
werkloosheidsuitkeringen voor
werkervaringsprojecten moeten tot de exclusieve
bevoegdheid van de deelstaten en het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest behoren.
Voor Vlaamse bevoegdheden moeten Vlaamse
sociale akkoorden worden afgesloten die door de
Vlaamse regering worden bekrachtigd. Sociale
akkoorden die zowel bevoegdheden van
Vlaanderen als federale bevoegdheden betreffen
moeten ook door Vlaanderen worden bekrachtigd
voor wat haar bevoegdheden betreft. Voor de
andere aangelegenheden die van cruciaal belang
zijn voor de ontwikkeling van de economie en de
werkgelegenheid in Vlaanderen, moet worden
gewerkt aan een globaal akkoord tussen de
sociale partners op Vlaams niveau indien dit op
federaal niveau onmogelijk zou blijken te zijn.
Ziedaar collega's de resolutie van het Vlaams
parlement betreffende het tot stand brengen van
meer coherente bevoegdheidspakketten in de
volgende staatshervorming, die gesteund werd
door de overgrote meerderheid van dat
Parlement. Als men deze resolutie afweegt
tegenover hetgeen in dit voorliggend wetsontwerp
vervat ligt, dan kan men niet anders dan
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
teleurgesteld zijn. Het is duidelijk dat Vlaanderen
hier zijn zoveelste nederlaag lijdt, net zoals wij dat
intussen gewoon zijn van andere en vroegere
staatshervormingen. Zeker wat betreft de sociale
zekerheid in het algemeen en de overheveling van
de gezondheidszorgen en de gezinsbijslagen in
het bijzonder, wat een uitdrukkelijke wens was van
het Vlaams Parlement, is het een gemiste
historische kans.
Het is duidelijk dat dit thema voor de Franstaligen
in het verleden steeds een taboe was en het staat
vast dat dit blijkbaar in de toekomst ook zo zal
blijven. Het enige wat de Vlamingen in het kader
van de sociale zekerheid mogen doen is betalen
en verder zo weinig mogelijk vragen stellen over
de besteding van deze middelen.
Wallonië laat ons wel toe om jaarlijks ongeveer
120 miljard frank via deze sociale zekerheid naar
Wallonië te versassen. Samen met de gevolgen
van de financieringswet, de belastingen en
interestlasten loopt dat op tot meer dan 300
miljard frank of 55.000 frank per Vlaming. Als
onderhoudsgeld voor een partner met wie wij
eigenlijk nooit getrouwd wilden zijn, maar die ons
als het ware via uithuwelijking werd opgedrongen,
kan dat tellen. In plaats van respect en
dankbaarheid in het kader van de zogenaamde
solidariteit tussen de gemeenschappen, krijgen de
Vlamingen de ene vernedering na de andere te
verwerken. De Vlamingen worden in alle dossiers
gegijzeld door een Franstalige minderheid. De wil
van de Walen is in dit land nog steeds wet.
Waarom willen wij de sociale zekerheid splitsen?
Ten eerste, omdat solidariteit in dit land plaats
heeft gemaakt voor profitariaat. De geldstromen
van Vlaanderen naar Wallonië en Brussel drogen
de komende decennia zeker nog niet op, in
tegenstelling tot wat men zou kunnen denken
gezien van de snellere vergrijzing van Vlaanderen
ten opzichte van Wallonië waardoor de sociale
zekerheidsuitgaven in Vlaanderen sneller zullen
stijgen. Pas als de werkgelegenheidsgraad in
Wallonië en Brussel op het niveau van Vlaanderen
kan worden getild, zouden de transfers beginnen
te slinken. Dat blijkt nog uit een KBC-studie die
enkele maanden geleden werd voorgesteld. De
besluiten luidden als volgt. De financiële transfers
uit Vlaanderen naar Wallonië en Brussel liepen in
1999 op tot net geen 200 miljard frank. De jongste
jaren dikten de transfers minder snel aan omdat
het Vlaamse aandeel in de sociale
zekerheidsuitgaven is gestegen ten gevolge van
de snellere vergrijzing. Ook in de eerstkomende
decennia veroudert de bevolking in Vlaanderen
sneller dan in Wallonië en Brussel. Dat blijkt
duidelijk uit de demografische gegevens van het
Nationaal Instituut voor de Statistiek. De KBC-
economen vroegen zich dan ook af of de transfers
van Vlaanderen naar Wallonië en Brussel zullen
slinken. Simulaties tonen aan dat de transfers
door de snellere vergrijzing van Vlaanderen
slechts tijdelijk afnemen. Volgens de
voorspellingen zullen ze vanaf 2010 opnieuw
oplopen. Volgens de KBC-studie zakken de
transfers in 2010 naar 172,4 miljard frank. Daarna
lopen ze opnieuw op tot 180 miljard frank in 2020
en 210 miljard frank in 2030. Ik weet dat het
misschien nog veraf is, maar die cijfers spreken
tot de verbeelding.
Wallonië ziet in 2010 de ontvangen transfers
terugvallen tot ongeveer 174 miljard frank, maar in
2020 stijgen ze weer naar 175 miljard frank en in
2030 naar 203 miljard frank. Brussel ziet de
transfers zakken van 26 miljard in 1999 tot 8
miljard frank in 2010 en 4,4 miljard frank in 2020.
In 2030 nemen ze opnieuw toe tot 7,2 miljard
frank. De KBC-economen besluiten dan ook dat
de demografische evolutie in de komende
decennia niet leidt tot een inkrimping van de
transfers. Alleen als Wallonië en Brussel tussen
2000 en 2030 een economische inhaalbeweging
weten te realiseren en zo een even hoge
werkgelegenheidsgraad als Vlaanderen zouden
bereiken, zouden de transfers kunnen afnemen.
Dat betekent echter dat er in Wallonië en Brussel
in de komende 30 jaar respectievelijk 216.000 en
57.000 voltijdse jobs moeten bijkomen. Het
binnenlands regionaal product moet in Wallonië
en Brussel elk jaar dan ook 0,5% sneller groeien
dan in Vlaanderen. Ik heb echter weinig
vertrouwen in deze noodzakelijke ommekeer,
zeker wat het verhogen van de
werkgelegenheidsgraad betreft. Ik zou hierbij
willen verwijzen naar een artikel van vandaag,
woensdag 27 juni, in "De Standaard" met als titel
"Vlamingen werken harder, Walen slapen langer".
Dat gold lang als een cliché maar het is nu
officieel want het wordt bevestigd in een officieel
tijdsbestedingonderzoek van de Vrije Universiteit
Brussel en het Nationaal Instituut voor de
Statistiek. In het kader van het Belgisch
tijdsbudgetonderzoek hielden 8.382 Belgen van 12
tot 95 jaar gedurende enkele dagen een dagboek
bij. Daarin noteerden zij elke tien minuten
waarmee zij bezig waren. Dat was natuurlijk niet
gemakkelijk voor de Walen die aan het slapen
waren. Het veldwerk hiervoor werd uitgevoerd
door het NIS en de analyse gebeurde samen met
de VUB. Het is voor het eerst sinds 1966 dat dit
soort onderzoek nog is gebeurd. De gegevens zijn
sindsdien wel grotendeel hetzelfde gebleven. De
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
resultaten doen een beetje denken aan het
tijdsonderzoek dat professor Ignace Glorieux van
de VUB onlangs publiceerde over de nieuwe man
of liever het ontbreken daarvan. Interessant aan
de jongste studie is dat niet alleen gegevens over
Vlaanderen beschikbaar zijn maar ook over
Wallonië en Brussel. Dan duiken uiteraard de
gebruikelijke communautaire clichés op. Het zal
geen verrassing zijn dat we met zijn allen het
grootste deel van onze tijd besteden aan slapen
en rusten. Het gaat in totaal om ongeveer 38%
van de beschikbare tijd. Gemiddeld worden er 60
uur per week of meer dan 8 uur per dag in bed
doorgebracht. De onderzoekers stellen vast dat
het beeld van de hardwerkende Vlaming
andermaal bevestigd wordt in dit
tijdsbestedingonderzoek. De totale werklast van
de Vlamingen bedraagt inmiddels 37 uur en 27
minuten, in Brussel 34 uur en 42 minuten en in
Wallonië 34 uur en 48 minuten. Op basis van deze
studie mag ik dan ook niet geloven dat de
werkgelegenheidsgraad in het zuiden van dit land
de komende jaren gevoelig zal worden
opgetrokken. Trouwens, wat dat slapen betreft, wil
ik dit even nuanceren. Als het om geld gaat in dit
land, dan zijn de Walen immers steeds
klaarwakker. Het is duidelijk dat dit regime er alles
aan zal doen om deze transfers in stand te
houden. Ze stellen niet voor niets dat een
eventuele splitsing van de sociale zekerheid
onherroepelijk leidt tot het uiteenvallen van dit
land. Nu de Franstaligen hun centen vasthebben,
zal niets hen er nog toe bewegen om over een
splitsing van de sociale zekerheid in het algemeen
en de overheveling van de bevoegdheden voor
gezondheidszorg en gezinsbijslagen in het
bijzonder nog te praten. Bovendien is er zelfs
geen bereidheid van deze regering om
duidelijkheid te scheppen over de transfers.
Alsmaar wordt hier op de rem gestaan. De
verschillende rapporten-Jadot die de
consumptieverschillen tussen het noorden en
zuiden van dit land moeten analyseren zijn dan
ook een lachertje en dienen meer om de kern van
de zaak toe te dekken en verstoppen. Er wordt
ook steeds opgeworpen dat de splitsing van de
sociale zekerheid de solidariteit zou verbreken.
Het Vlaams Blok is zeker niet tegen solidariteit die
tot stand komt na wederzijds overleg van
gemeenschap tot gemeenschap en op
voorwaarde dat de gewenning aan geholpen
worden niet ontaardt in gemakzucht en profitariaat
zoals we al te vaak kunnen merken aan
Franstalige zijde.
De sociale zekerheid wordt in het zuiden van dit
land steeds meer aanzien als een hangmat in de
plaats van een vangnet. De
volksgemeenschappen in dit land spreken niet
alleen een andere taal. Ze verschillen ook danig
van levensvisie en mentaliteit, zodat een
aangepast beleid inzake gezondheidszorg over
deze bij uitstek persoonsgebonden materie
vanzelfsprekend is.
Vlamingen kiezen bijvoorbeeld bij voorkeur voor
de goedkope eerstelijnsgezondheidszorg via de
huisarts, terwijl Franstaligen de duurste specialist
van de tweede of derde lijn prefereren. Franstalige
faculteiten geneeskundige leren hun studenten dat
zij zowel bij de diagnose als bij de therapie steeds
de laatste snufjes moeten uitproberen. Dat dit
gedrag de kosten fenomenaal de hoogte injaagt,
is blijkbaar bijkomstig. De terugbetaling door het
RIZIV, grotendeels afkomstig van Vlaamse
belastingen, wordt ook hier solidariteit genoemd.
Wij onderschrijven als Vlaams Blok als sociale en
als volkspartij het solidariteitsprincipe. Vandaar
dat wij voorstander zijn van een goed
uitgebouwd
en een goed functionerend
socialezekerheidsstelsel dat ervoor zorgt dat de
leden van onze volksgemeenschappen een
menswaardig bestaan kunnen leiden, ook en
vooral wanneer zij zich in een sociaal-economisch
moeilijke periode bevinden. Een volk moet dan
ook zijn eigen gezondheidsbeleid naar eigen
inzichten kunnen regelen en bepaalde prioriteiten
leggen op voorwaarde dat men daarvoor zelf
betaalt. Responsabilisering heet dat dan.
De splitsing betekent ook dat de deelstaten
verantwoordelijk worden voor hun eigen
inkomsten en uitgaven en op die manier verplicht
worden de tering naar de nering te zetten en ook
na te denken als men fundamentele uitgaven
doet. Ik kan mij echter voorstellen dat men dat
liever niet ziet gebeuren bij onze zuiderse buren.
Een eigen sociale zekerheid sluit trouwens niet uit
dat volkeren ook solidair kunnen zijn met andere,
minder welvarende of tijdelijk in nood verkerende
volkeren, maar dan alleen op voorwaarde dat dit
op een vrijwillige basis gebeurt, dat deze
solidariteit rechtstreeks van volk tot volk wordt
onderhandeld, zij een doorzichtig karakter heeft
en zij daadwerkelijk een noodlijdend volk ten
goede komt. Dat is in ruime mate in België, waar
de geldstromen van Vlaanderen naar Wallonië
een automatisch karakter hebben, niet het geval.
De geldstromen zijn niet van volk tot volk
onderhandeld en ze zijn volkomen ondoorzichtig.
Bovendien is de beroerde economische situatie in
Wallonië in hoofdzaak aan een slecht beleid te
wijten. Door de gegarandeerde miljardenstroom
wordt de noodzaak tot structurele hervormingen
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
echter niet aangevoeld, integendeel. Waarom
zouden wij inspanningen leveren als men vanuit
Vlaanderen steeds de tekorten bijpast zonder dat
daarover veel heisa wordt gemaakt? Men doet er
dus alles aan om deze onrechtmatige diefstal van
welvaart te bestendigen.
In het voorliggend wetsontwerp wordt geen gevolg
gegeven aan de roep naar homogene
bevoegdheidspakketten. Een eigen sociale
zekerheid zou Vlaanderen nochtans ook de kans
geven om zijn eigen beleidsklemtonen in de
sociale zekerheid te benadrukken en de
versnippering van bevoegdheden tegen te gaan.
Ons pleidooi voor de splitsing van de sociale
zekerheid in het algemeen en de gezondheidszorg
en de kinderbijslag in het bijzonder is ingegeven
vanuit een bekommernis voor de efficiëntie van
het beleid. Zo is het bijvoorbeeld onlogisch dat
Vlaanderen bevoegd is voor bejaardenbeleid,
maar niet voor de pensioenen. En wat te denken
van een Vlaams gezinsbeleid, terwijl de
kinderbijslagen een federale bevoegdheid blijven?
Evenzo geldt dat de Vlaamse regering bevoegd is
voor een deel van het gezondheidsbeleid, terwijl
de eigenlijke ziekteverzekering unitair blijft.
Ook wat de tewerkstellingsproblematiek betreft,
komt men niet aan de resolutie van het Vlaamse
Parlement tegemoet. Er wordt met geen woord
over gerept, niettegenstaande het feit dat steeds
meer blijkt dat een federaal opgedrongen
tewerkstellingsbeleid niet deugt. Dit is reeds
overvloedig tijdens deze legislatuur bewezen. Ik
verwijs bijvoorbeeld naar het startbanenplan dat
werd ingevoerd en dat eigenlijk een antwoord gaf
op de noden in het zuiden van dit land, maar dat
geen pasklaar antwoord gaf op de noden van de
Vlaamse arbeidsmarkt. De situatie op de
arbeidsmarkt in Vlaanderen is compleet anders
dan de situatie in Wallonië en vergt dus ook
andere oplossingen. Het resultaat van een
federaal opgedrongen werkgelegenheidsbeleid is
een kluwen van werkgelegenheidsplannen die
compleet ondoorzichtig zijn en hun efficiëntie
totaal missen. Een degelijk
werkgelegenheidsbeleid moet op het niveau van
de gewesten worden gevoerd zodat het flexibel op
de wijzigingen op de arbeidsmarkt kan inspelen en
waarbij optimaal rekening kan worden gehouden
met de regionale socio-economische realiteit.
Het is algemeen bekend dat de volledige
overheveling van de bevoegdheden naar deze
gewesten in deze materie de enige oplossing kan
zijn in het kader van een efficiënt bestuur.
Bovendien zou dit onmiddellijk een oplossing
bieden voor de ethiek van de Europese
Commissie die zegt dat het beleid op dit vlak van
de verschillende besturen beter op mekaar moet
worden afgestemd. Andermaal moet worden
gezegd dat in dit ontwerp over dit onderwerp zelfs
de besprekingen nog niet werden aangesneden.
Ik wens de heer Somers ook welkom in dit
halfrond en tegelijkertijd ook een goede nacht.
De Walen blijven dus verder in de potten van de
sociale zekerheid graaien. De Vlamingen betalen
terwijl de Walen verteren. Zo gaat dat nu eenmaal
in dit land. Een dergelijke manier van
besluitvorming is het gevolg van de invoering van
het federalisme. Dat was de belangrijkste
strategische optie om de macht van de Waalse
minderheid te bestendigen.
Hoewel het federalisme werd voorgesteld als een
Vlaamse overwinning is het in werkelijkheid een
geslaagde Belgisch-Waalse poging om de
Vlaamse macht en het Vlaams autonomiestreven
te kanaliseren en te neutraliseren. Zo kregen de
Franstaligen in 1940 bij de grondwetsherziening
de pariteit in de Belgische regering. Daarnaast
kwamen er de twee derde en dubbele
meerderheden en andere alarmbelprocedures.
Deze typisch Belgische constructies gaven aan de
Waalse minderheid een onwaarschijnlijke machts-
en blokkeringpositie van waaruit zij elk verder
Vlaams autonomiestreven kon en kan
tegenhouden.
De situatie kon en kan alleen gewijzigd worden als
de Vlamingen bereid zijn om toegevingen te doen.
Dat is inderdaad de kern van de opeenvolgende
staatshervormingen in dit land. Vlaamse
toegevingen in ruil voor Belgische
bevoegdheidsverdelingen, die ook Wallonië ten
goede zouden komen. Alles dient met heel veel
geld afgekocht te worden. De prijs die we
betaalden was telkens zeer hoog en hiervoor
dragen ook de Vlaamse partijen een grote
verantwoordelijkheid. Het resultaat van het proces
van staatshervormingen in dit land is dat België
intussen zes regeringen met 58 ministers en
staatssecretarissen kent en in totaal zijn er meer
dan 500 parlementsleden, om nog maar te
zwijgen van het nieuw fenomeen van de speciale
gezanten dat de jongste tijd opduikt.
Het federalisme werd ooit door de brede Vlaamse
beweging gezien als een poging om de Vlaamse
verzuchtingen te realiseren zonder volledig met
België te breken of zelfs als een stap in de goede
richting, als een tussenstadium naar volledige
onafhankelijkheid. Dit was echter zonder de
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
Belgische recuperatie van de federalistische idee
gerekend. Het federalisme zoals ze vandaag in
concreto bestaat is geen oprecht federalisme,
maar een etiket dat is geplakt op de Belgische
structuren zoals die zijn ontstaan in de afgelopen
dertig jaar.
Vlaanderen is geen volwaardige autonome
deelstaat. Ze is financieel zo goed als afhankelijk
van de Belgisch-Franstalige schoonmoeder. De
Franstaligen blijven bovendien via een door de
staatshervormingen geïnstitutionaliseerde diefstal
een groot deel van de Vlaamse welvaart inpikken.
Het is duidelijk dat alleen de Vlaamse
onafhankelijkheid een antwoord biedt aan het
valse federalisme dat de Belgische constructie is.
Pas dan zullen wij ervoor kunnen zorgen dat wij
zelf kunnen beslissen over onze centen, pas dan
zullen wij een zelfstandig en sociaal Vlaanderen
kunnen realiseren waarbij Vlaamse welvaart in
Vlaamse handen blijft.
01.35 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, vandaag bespreken wij het ontwerp van
bijzondere wet aangaande de overdracht van
diverse bevoegdheden aan de Gewesten en de
Gemeenschappen.
Dit ontwerp vormt het tweede luik van de
staatshervorming zoals deze paarsgroene
regering haar project voor de communautaire
pacificatie heeft ingevuld. We spreken van het
tweede luik omdat in dit halfrond een aantal
weken geleden het ontwerp van bijzondere wet tot
de herfinanciering van de Gemeenschappen en
de uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van
de Gewesten werd besproken en goedgekeurd.
De voorliggende bijzondere wet die onder andere
de overheveling van de gemeente- en
provinciewet regelt, kende haar oorsprong in het
Sint-Michielsakkoord van 1993. Louter ten titel van
de geschiedenis en bijgevolg voor het verslag
moet ik de collega's erop wijzen dat sinds een
eerste staatshervorming in 1970, het aantal
staatshervormingen niet heeft opgehouden.
Momenteel wordt de vijfde hervorming
doorgedrukt. Om de zoveel jaar moest er wel iets
hervormd worden en in akkoorden worden
gegoten. Alle akkoorden kregen fraaie namen van
zalen, kastelen en heiligen zoals Egmont in 1977
de zogenaamde derde fase -, Sint-Michiels in
1993 en Sint-Elooi in 1999, Hermes in 2000 en
momenteel Lambermont in al zijn versies en
gedaanten.
Bij de voorbereiding van mijn betoog heb ik louter
toevallig het verzameld werk van Guy Verhofstadt
ter hand genomen, het is te zeggen zijn drie
welbefaamde burgermanifesten. Zoals een aantal
collega's onder ons wel weet, ligt het verzameld
werk sinds enkele maanden voor een
meeneemprijsje te koop in de welbekende
tweedehandse boekenwinkel. Toentertijd waren
deze burgermanifesten voor een aantal onder u, ik
verwijs daarbij naar de collega's van de liberale
fractie, verplichte lectuur.
01.36 Hugo Coveliers (VLD): Dat is al honderd
keer gezegd.
01.37 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
Mijnheer Coveliers, tot mijn grote verbazing staat
er in dat tweede burgermanifest een zeer
merkwaardig hoofdstuk met de duidelijke titel
"Denkend aan Vlaanderen". Het gaat hier niet om
een of andere filosofische of dichterlijke
benadering. Het gaat hier wel degelijk om een
politieke analyse en een bijbehorende
stellingname.
Als inleiding wens ik tijdens deze bespreking een
aantal uitspraken van de auteur, toen nog VLD-
voorzitter en nu eerste minister, ten beste te
geven. Niet dat wat hierna volgt onze volledige
goedkeuring kan wegdragen maar het bevat
ongetwijfeld een aantal zeer merkwaardige
stellingen die in het kader van deze algemene
bespreking de moeite waard zijn om ze even in
herinnering te brengen.
De eerste passus begint als volgt, ik citeer: "België
is op sterven na dood. Dat is het resultaat van de
tientallen communautaire en institutionele
compromissen en politieke koopjes die sinds 1970
werden gesloten. Vooral de hervormingen van
1988 en 1980 hebben ons land onbestuurbaar
gemaakt. Sindsdien verdwaalt de burger in een
institutioneel niet meer te ontwarren kluwen.
Bij het woord "kluwen" verwijst de auteur
ontegensprekelijk naar de hoeveelheid van
instellingen zoals Gemeenschappen,
Gemeenschapscommissies en met als klap op
de
vuurpijl de surrealistische verenigde
vergadering
van de gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie te Brussel.
De passus gaat als volgt verder, ik citeer: "De
bureaucratische paperasserij en de
reglementeringsdrift nam zienderogen toe en in
elk geval werd het bestuur van onze instellingen"
en daar was het oorspronkelijk toch om te doen
"niet dichter bij de burger gebracht. Ongetwijfeld
zijn er meerdere oorzaken voor het falen van de
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
staatshervorming, maar de belangrijkste reden
moet zeker worden gezocht bij de oorspronkelijke
uitgangspunten van 1970. De toestand die toen
werd geschapen, waarbij drie Gemeenschappen
de Vlaamse, de Franstalige en de Duitstalige
Gemeenschap drie gewesten zijnde Brussel,
Vlaanderen en Wallonië en de vier taalgebieden,
zijnde het Nederlandstalige, het Franstalige,
Duitstalige en tweetalig gebied werden tot stand
gebracht is een onhoudbare constructie gebleken,
om nog maar te zwijgen over de
faciliteitengemeenten, de problemen in Komen,
Voeren en noem maar op.
Ik ga nog steeds verder met citeren: "Nergens ter
wereld bestaat er een federale staat waarvan,
zoals in België het geval is, de territoria van de
gebieden of van de deelgebieden elkaar
overlappen. De hervorming van onze instellingen
moet radicaal worden overgedaan en totaal
anders worden aangepakt. In plaats van steeds
maar nieuwe compromissen te bedenken, naar
aanleiding van de vorming van een of andere
regering waarbij we bouwen op de manke
instellingen waarmee we sinds 1970 zitten
opgezadeld, moet er een geheel nieuwe
staatshervorming komen. In plaats van van
bovenaf bevoegdheden, instellingen en
administratieve overheden verder op te splitsen
moeten de beide grote Gemeenschappen aan de
tafel gaan zitten en nagaan wat ze met elkaar
willen doen en hoe". Einde van de passus.
De auteur, toenmalig VLD-voorzitter en nu
premier, ging nog verder in zijn politieke analyse
en drukte in zijn naslagwerk zijn bekommernis uit
wanneer er geen radicale aanpak zou gebeuren.
Hij durfde toen zelfs het alternatief van het
uiteenvallen van het land te stellen.
Ik citeer nogmaals: "Het volstaat dat één
onverantwoordelijke Waalse politicus of één
Brusselse nationaal minister nog eenmaal zijn
"institutionele atoombom" bovenhaalt, er dus nog
eenmaal mee dreigt om eigenmachtig onder
Franstaligen beslissingen te nemen die in strijd
zijn met de wet, opdat in Vlaanderen een
meerderheid wordt gevonden om de Belgische
staat definitief op te geven".
Collega's, zoals u kunt merken ik hoop dat de
oren van de liberale collega's niet te veel hebben
geflapperd zitten er in de zojuist geciteerde
teksten heel wat elementen die in het kader van
de discussie over dit wetsontwerp nuttig kunnen
zijn. In ieder geval, er zijn heel wat uitspraken bij
die ons als muziek in de oren klinken. We stellen
echter vast dat de toenmalige VLD-voorzitter en
huidige eerste minister over de afgelopen twee
jaar een complete gedaanteverwisseling heeft
ondergaan, want ik heb niet de indruk dat zijn
toenmalige politieke analyse is terug te vinden in
het voorliggende ontwerp. Dat mag ons natuurlijk
van de VLD van na 13 juni niet verbazen, want het
is natuurlijk niet de eerste keer dat zij haar
programmapunten en politieke stellingen durft te
verkrachten of juist het tegenovergestelde durft te
doen. Daar zijn in deze legislatuur al voldoende
voorbeelden van, om de versoepeling van de
nationaliteitswetgeving als meest flagrante feit niet
te noemen. Om het te zeggen met de woorden
van Camille Huysmans: minister worden, dat is
iets wat iedereen kan overkomen, maar de
minister van zijn overtuiging blijven, dat is ietwat
moeilijker.
Ik keer terug naar het voorliggend ontwerp, meer
bepaald naar de rechtstreekse weerslag van een
aantal bepalingen van Lambermont op de
Brusselse situatie. Het gaat hier om de
overheveling van de organieke gemeentewet en
de gemeentekieswet, welke catastrofale gevolgen
hebben voor de Brusselse Vlamingen en
waardoor de Brusselse Vlamingen als het ware
worden gegijzeld door de Franstaligen. Het lot van
de Brusselse Vlamingen is altijd al gekoppeld
geweest aan het lot van de Franstaligen in gans
België. Ik verwijs hierbij naar de pariteit in de
federale regering en de alarmbelprocedures. Wat
de organieke gemeentewet betreft, die kan bij
gewone meerderheid worden gewijzigd. Op
wetgevend vlak kunnen de Brusselse Franstaligen
deze wet naar eigen goeddunken aanpassen,
zonder hierbij rekening te houden met de
Brussels-Vlaamse belangen of gevoeligheden. De
gevolgen voor de Brusselse Vlamingen zijn dan
ook niet te onderschatten.
Ten eerste, de Brusselse Vlamingen kunnen de
taalwetgeving naar eigen goeddunken verder
uithollen, doordat zij voortaan bevoegdheden
zullen kunnen overhevelen van de gemeenten
naar het gewest. Voor de Brusselse plaatselijke
besturen is inzake taalgebruik in bestuurszaken
de tweetaligheid van de ambtenaren vereist. Voor
de gecentraliseerde en gedecentraliseerde
diensten van het Brussels gewest is daarentegen
de tweetaligheid van de dienst van toepassing,
maar ook de eentaligheid van de personeelsleden.
Dit leidt in de praktijk de facto tot de Franstalige
eentaligheid. Concreet wil dat dus zeggen dat met
de overheveling van de bevoegdheden van de
gemeenten naar het gewest, met de
daarbijbehorende ambtenaren, de weg wordt
geopend voor de eentaligheid van deze
ambtenaren en bijgevolg voor de definitieve
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
ondergraving van de tweetaligheid in en van
Brussel.
Ten tweede, de Brusselse Franstaligen kunnen de
gemeentegrenzen wijzigen, waardoor de huidige
verwaarloosbare Vlaamse waarborgen die
momenteel bestaan, nog verder kunnen worden
uitgehold.
Ten derde, indien er werk wordt gemaakt van de
rechtstreekse verkiezing van de burgemeesters,
dan kunnen de Brusselse Vlamingen het helemaal
vergeten om nog ooit een Vlaamse burgemeester
in Brussel aan de macht te zien komen.
Ten vierde, de Vlaamse gemeenteraadsleden in
Brussel worden totaal rechteloos vermits hun
voogdijoverheid in Brusselse en bijgevolg
Franstalige handen komt. De praktische ervaring
op het terrein zal aantonen dat dit de complete
rechteloosheid tot gevolg heeft. Ik verwijs naar de
problemen die nu reeds rijzen bij de voogdij van
de Brusselse Franstalige instanties over de
toepassing van de taalwetgeving en het feit dat
systematisch wordt geweigerd om op de vragen
van de Vlaamse gemeenteraadsleden te
antwoorden.
Een ander belangrijk element bestaat erin dat de
fundamentele tweetaligheid van dit land definitief
wordt verlaten door het buitensporig toekennen
van bevoegdheden aan Brussel. Ook dit zal tot
buitensporige machtsconcentraties leiden. Zo
sluist het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nu al
grote hoeveelheden geld naar de 19
oppermachtige baronieën waardoor een
voortdurende vermenging is ontstaan. Het komt er
in de praktijk op neer dat dezelfde personen zowel
in het gewest als in de gemeenten het mooie weer
maken. Bovendien zijn de kopstukken uit de
gemeenten uitdrukkelijk aanwezig in de
Hoofdstedelijke Raad. Het komt er in feite op neer
dat, als Brussel bevoegd wordt over de
gemeentewet, zij meteen rechter en partij is
zonder enige controlemogelijkheid van de federale
overheid of haar hoofdstad.
Omdat de volledige voogdij voortaan door Brussel
zal worden uitgeoefend, bestaat er geen hogere
overheid meer waar wantoestanden inzake de
niet-toepassing van de taalwetten kunnen worden
besproken. Dit zal ongetwijfeld zijn weerslag
hebben op de aanwervingpolitiek in Brussel. Ik
denk hierbij aan de ziekenhuizen en de
spoeddiensten, de brandweer, de Maatschappij
voor Intercommunaal Vervoer en de OCMW's.
Andere gezegd, de totale verfransing krijgt vrije
baan.
Bijgevolg durf ik beweren dat Brussel als derde
gewest een slechte zaak is voor Vlaanderen, dat
Brussel als derde gewest een slechte zaak is voor
de Brusselse Vlamingen en dat Brussel als derde
gewest een slechte zaak is voor Brussel zelf.
Mevrouw Coenen, ik verklaar mij nader.
01.38 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-
AGALEV): Monsieur Goyvaerts, vous êtes
bruxellois?
01.39 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Toch
wel, ja.
01.40 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, dat is de typische houding
van de Lambermont-partijen. Alleen de
Brusselaars zouden gemandateerd zijn om over
Brussel te spreken. U vergeet, mevrouw, dat
Brussel ook onze hoofdstad is. U moeit zich als
Ecolo-Agalev-parlementslid met alle kleine en
grote incidenten in heel de wereld. U kent heel de
ontwikkelingsproblematiek in elk dorp uit uw
hoofd, maar als het over uw eigen hoofdstad gaat
moeten wij zwijgen. Ik woon maar op 15 kilometer
van Brussel, maar ik moet erover zwijgen. Dat is
een denkfout die verhindert dat wij solidair zijn met
mensen uit onze eigen hoofdstad. Dat is toch zeer
vergaand. Dat is het foutieve aan de mini-Costa
geweest.
(Onverstaanbare discussie tussen mevrouw
Marie-Thérèse Coenen en de heer Bart
Laeremans)
01.41 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik zet mijn betoog voort.
Omdat de volledige voogdij voortaan door Brussel
zal worden uitgevoerd, bestaat er geen hogere
overheid meer waar wantoestanden inzake de
niet-toepassing van de taalwetten kunnen worden
besproken. Zoals ik reeds heb gezegd, Brussel als
derde gewest is een slechte zaak voor
Vlaanderen, voor de Brusselse Vlamingen en voor
Brussel zelf. Ik verklaar mij nader.
Bij het opstarten van het Brussels Gewest zei men
dat het Brussels model was gestoeld op de
samenwerking tussen de twee
taalgemeenschappen. Brussel moest en zou op
basis van gelijkwaardigheid door Franstaligen en
Nederlandstaligen worden bestuurd. Brussel zou
het voorbeeld bij uitstek worden van hoe
verschillende taalgemeenschappen erin slagen de
hoofdstad van een federaal land te beheren. Er is
zelfs een Brussels minister geweest, Jos Chabert,
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
die erin slaagde het Brussels model in Jeruzalem
en Sarajevo te verkopen als de oplossing voor
hun samenlevingsprobleem.
In 1997 was er het incident waarbij Vic Anciaux
ontslag nam als staatssecretaris en waardoor het
Brussels model als een zeepbel uit elkaar spatte.
Hoewel de Brussel-wet bepaalt dat binnen de drie
maanden de functie van de staatssecretaris
opnieuw moest worden ingevuld, is dit toen niet
gebeurd.
Met de omvorming van Brussel tot een volwaardig
derde gewest, met dezelfde bevoegdheden als
Vlaanderen en Wallonië, heeft het
gewestfederalisme zijn intrede gedaan in het
staatskundig huishouden van dit land. Dit is in
tegenspraak met het soort federalisme dat zowel
Vlaanderen als Wallonië voor ogen hebben. In
Vlaanderen opteerde men voor een federalisme
gebaseerd op de twee cultuurgemeenschappen,
terwijl de Franstaligen eerder opteerden voor een
federalisme gebaseerd op samenwerkende
regio's.
Het gevolg van deze hele constructie rond Brussel
als derde gewest is dat het een deelstaat, een
stadsgewest is geworden op hetzelfde niveau als
Vlaanderen. Vlaanderen heeft bijgevolg geen
enkele zeggenschap meer over Brussel. Brussel
wordt dus territoriaal en bestuurlijk volledig
losgemaakt van Vlaanderen, hoewel het volledig
binnen Vlaanderen ligt. Brussel wordt als
zelfstandige deelstaat volledig naast en dus ook
tegen Vlaanderen opgericht.
Het is dus absurd vast te stellen dat de hoofdstad
van de deelstaat Vlaanderen hetzelfde
institutionele statuut heeft als de deelstaat zelf.
Begrijpe wie begrijpe kan. Het merkwaardige aan
deze Belgische context is dat hoe zelfstandiger
Vlaanderen wordt, hoe zelfstandiger Brussel
wordt. Met andere woorden, naarmate Vlaanderen
meer zelfstandigheid verwerft, verliest het Brussel
meer en meer, totdat Vlaanderen Brussel definitief
verliest.
Als Vlaams-nationalisten kunnen wij deze logica
niet onderschrijven. Omdat een oplossing voor
Brussel binnen het Belgische federalisme niet
meer mogelijk is, blijft er maar een mogelijkheid
over om Brussel te behouden: met name de
keuze voor een onafhankelijk Vlaanderen.
Zoals reeds eerder gezegd, in het huidige Brussel
worden de Brusselse Vlamingen aan hun lot
overgelaten. De Franstalige politici, deze van het
PRL-FDF op kop, beschouwen de
geweststructuren als hun eigen territorium waar
de Vlamingen enkel nog tijdelijk geduld worden.
Zij worden er niet enkel politiek tijdelijk geduld, de
Franstalige politici misbruiken ook hun structuren
om het de Vlamingen zo moeilijk mogelijk te
maken door ze als tweederangsburgers te
beschouwen. Hier zijn talloze voorbeelden in de
dagdagelijkse praktijk voorhanden. Ik verwijs naar
de wraakroepende manier waarop de
taalwetgeving aan de laars wordt gelapt.
In de Brusselse Hoofdstedelijke Raad worden aan
de lopende band Vlaamsvijandige resoluties
goedgekeurd die met gewestbevoegdheden als
dusdanig geen uitstaans hebben. Het Brussels
Gewest, en meer bepaald de Cocof, is verworden
tot de uitvalsbasis van Franstalig politiek Brussel
van waaruit de aanvallen op het Vlaams karakter
van de gordel rond Brussel in alle hevigheid
worden verhoogd. Ik verwijs hierbij naar de
Adviesraad die onder impuls van het PRL-FDF
werd opgericht, waarin Brusselse Franstalige
gewestraadsleden en Franstalige
gemeenteraadsleden uit de gordel samengebracht
worden om strategieën uit te dokteren die erop
gericht zijn om het eentalig Nederlandstalig
karakter van de gordel in de praktijk te betwisten.
Dit alles gebeurt in een kader waarbij we ons
terecht kunnen afvragen welke belangen de
Vlaams-Brusselse excellenties dan wel
verdedigen. Men zal zich voor minder aan zijn lot
overgelaten voelen.
Om deze analyse af te maken, nog kort iets over
de onleefbaarheid van Brussel als "Une région
apart entière". Het zou naïef zijn om te denken dat
Brussel als gewest zijn taken aankan. Vooral het
financiële draagvlak van Brussel is veel te klein
om zijn taken aan te kunnen. Dit om alleen de
grootstedelijke en de sociaal-economische
uitdagingen aan te kunnen waarvoor Brussel
staat. Dan gaat de regering er met dit akkoord nog
de bevoegdheden inzake landbouw en
buitenlandse handel aan toevoegen. Dit is
volkomen absurd. Alle gemeenten in Brussel zijn
verlieslatend. Zij worden bijgesprongen door een
gewest dat zelf verlieslatend is en bijgevolg het
geld maar gaat halen bij de federale overheid om
zogezegd haar hoofdstedelijke functies te kunnen
vervullen. Voor die hoofdstedelijke functies wordt,
wat ik zou noemen, een hoofdstedelijk dividend
toegekend.
In 1998 bedroeg dit 13,3 miljard frank. Dit is
ondertussen opgelopen tot 17 tot 18 miljard frank.
In het kader van Lambermont wordt daar nog een
goede schep bovenop gedaan, want het akkoord
van gisterenavond heeft nogmaals aangetoond
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
dat het smeren van geld aan de baard van de
PSC en de hele koehandel van geld -het gaat hier
momenteel over 3 miljard frank extra uit de
federale pot - blijkbaar de enige manier is om een
politiek probleem op te lossen.
Uit mijn voorgaande analyse kan maar één besluit
getrokken worden. Brussel als derde gewest is
een ramp en bijgevolg niet levensvatbaar. Dan
hebben we nog niet gesproken over wat er zal
gebeuren met de Brusselse Vlamingen wanneer
het Brussels Parlement ook nog het
vreemdelingenstemrecht zal invoeren. Tot slot nog
een belangrijke zaak waarover in dit akkoord met
geen woord wordt gerept, met name over de
noodzakelijke splitsing van het administratief en
gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-
Vilvoorde.
Door de niet-splitsing zal de Franstalige
expansiepolitiek in de rand rond Brussel steeds
verder uitdijen zodat bij de verkiezingen in 2003 3
Vlaamse Kamerzetels in het gedrang komen.
Komt daarbij dat door de huidige situatie het
gelijkheidsbeginsel flagrant wordt overtreden.
Franstalige partijen kunnen wel opkomen in
Vlaams-Brabant, maar Vlaamse lijsten zijn niet
mogelijk in Waals-Brabant. Volgens professor
Senelle, een kenner terzake, kan de splitsing van
het administratief en gerechtelijk arrondissement
nochtans op een eenvoudige manier worden
doorgevoerd. De splitsing kan worden
doorgevoerd door middel van een gewone wet in
het federale Parlement. Zowel in de Kamer als in
de Senaat zijn de Vlamingen in de meerderheid.
De splitsing van het kiesarrondissement biedt aan
Vlaams-Brabant de mogelijkheid zich uit te
bouwen tot een administratieve eenheid die op
één lijn zit met de andere Vlaamse provincies.
Door de splitsing van het gerechtelijk
arrondissement zou Vlaams-Brabant meer
juridische autonomie kunnen verwerven en zou de
schandelijke achterstand van de Brusselse
rechtbanken kunnen worden weggewerkt. Tot
besluit van mij betoog in de algemene bespreking
van de bijzondere wet houdende overdracht van
diverse bevoegdheden aan de gewesten en de
gemeenschappen durf ik te stellen dat ook dit deel
van het Lambermont-akkoord een belediging is
voor Vlaanderen. Geen enkel fier volk ter wereld
slikt zoiets!
01.42 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik
begin mijn betoog nog veel vroeger dan collega
Colen het hare. Ik begin met Confucius, niet
toevallig, ik leg straks uit waarom.
(Onverstaanbare opmerking van de heer Hugo
Coveliers.)
Inderdaad, mijn toespraak is multicultureel,
mijnheer Coveliers. De wijze Confucius zei dat
een man in zijn leven ik verontschuldig mij dat ik
de vrouwen discrimineer - drie zaken moet
verwezenlijken. Hij moet een zoon verwekken,
een boom planten en een boek schrijven. In een
zaak ben ik reeds geslaagd. Ik hoop deze avond
in de tweede zaak te slagen. De derde zal voor
later zijn. Alhoewel, over deze avond kan ik later
misschien een boek schrijven.
Ik behoud de ernst van het betoog. Zelf voeg ik
twee zaken toe aan hetgeen een man als mens
zou moeten doen in zijn leven. Hij zou een groot
feestmaal moeten inrichten - ik veronderstel dat u
geen bezwaar hebt - en een man in stervensnood
moeten begeleiden.
Dat zijn twee zaken die ik daar zelf aan toevoeg,
uit eigen filosofische overwegingen. Ben ik een
confucianist of een confusionist, zoals u
misschien, mijnheer Coveliers? Ik beschouw mij
zelf als een confucianist, met de eigen toevoeging.
Als mens hou ik er dan ook een rond getal van vijf
levensdoeleinden op na, een rond getal van
levensleidende principes, maar als Vlaming -
vandaag beklim ik het spreekgestoelte duidelijk
en manifest als Vlaming - voeg ik daar één zaak
aan toe en dat blijft voor mij fundamenteel en dat
is dat ik wil vernietigen, mijnheer Coveliers, alles
wat ons volk bedreigt. En dan spreek ik voor de
hele wereld voor elk van de aanwezige volkeren
en voor ieder van de mensen die behoren tot het
volk als nationalist. Ik hoop dat elk persoon
behorend tot elk volk ook zo redeneert.
Ik kom terug op Confucius, waarom? Om het
debat te rekken? Neen, Confucius blies in zijn tijd
de politiek nieuw leven in, collega's, Hij blies de
ademhaling van een bekneld staatsapparaat
nieuw leven in. De Staat werd profylactisch en
curatief opgewaardeerd door een degelijk politiek
staats- en ambtenarenapparaat. Het was een
sterke staatsstructuur - en geen totalitaire naar de
welke wij heden ten dage misschien wel dreigen
af te glijden. Het was vooral een eenvoudige
structuur met duidelijke richtlijnen.
Ik daag u uit om wat u nu hebt besloten of gaat
beslissen met Lambermont, naast de leer van
Confucius te leggen. Ik daag u uit om het
ambtenarenapparaat dat werd ontwikkeld voor
een rijk dat in die tijd al groter was dan wat nu het
Belgische rijk wordt genoemd te leggen naast de
warboel, de chaos en de onoverzichtelijke massa
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
van wetten die u vandaag - ik denk eigenlijk niet
meer vandaag en morgen wellicht ook niet - zult
pogen te stemmen in deze Kamer.
01.43 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, collega Schoofs, u mag
onze huisstrategie niet ontbloten door te
suggereren dat er morgen al kan gestemd
worden. Wie zegt dat het morgen zal gebeuren?
Laat dat toch in het midden, collega, alstublieft!
01.44 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Collega
Annemans, ik vermoed dat ik vanaf nu geteld
langer zal spreken dan 12 minuten en dan zijn wij
morgen, uiteraard. Ik ontbloot geen enkele
strategie, ook niet dat wij op 5 juli over deze
materie zouden stemmen. (Onderlinge
gesprekken)
De voorzitter: Neem gerust uw tijd, ik heb de
hele nacht.
01.45 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, men onderbreekt mij voortdurend. Ik
ben niet eens halfweg.
Ik ben tegen de confusionisten, mijnheer
Coveliers, en dat is een duidelijke vingerwijzing in
uw richting. Ik zeg het nogmaals duidelijk en voor
de laatste maal. Het verschil tussen het oude en
het nieuwe China en België - en daar beëindig
ik
mijn Confuciustheorie - was misschien
fundamenteel, maar is uiteindelijk verschrompeld
tot een voorlopig verschil. Enerzijds, zal er nooit
een Confucius opstaan die België zal redden.
Daar verheug ik mij over en u blijkbaar ook,
collega Coveliers, hoewel u inmiddels tot een
andere partij bent toegetreden.
Het volgende is essentieel: China was toen en is
nu een multiculturele samenleving die door een
communistische dictatuur wordt samengehouden.
In de recente geschiedenis zijn er nog zulke
voorbeelden, waarbij de communistische dictatuur
het gelukkig heeft moeten afleggen. In België is
dat misschien nog niet het geval als we
intellectueel eerlijk willen blijven. Ik twijfel er echter
aan of dat zo zal blijven. Dat brengt me bij de
vergelijking tussen China en België. België leeft
momenteel enkel van dogma's en muilkorfwetten
en Lambermont past precies in dat plaatje. Het
begon met Egmont en het zal met Lambermont
wellicht niet eindigen. Wellicht zullen nog
verschillende fases volgen, waarvoor Lambermont
model staat. Ik verwijs naar de regeling voor
Brussel die significant is.
(Onderbreking door de heer Hugo Coveliers.)
De voorzitter: Ik wil de VLD-fractie toch even
melden dat de echte Chinezen kunnen zwijgen en
glimlachen.
01.46 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, ik dank u voor uw intellectueel
eerlijke opmerking. Het kan als grap bedoeld zijn,
maar u hebt volkomen gelijk. De VLD-fractie moet
zwijgen, want ze is gebonden aan de oekazen van
haar partij en zij moeten nu slikken. Mijnheer
Coveliers, wij weten al veel langer dat u nu moet
slikken. Als collega-politicus en als politiek
concurrent hoop ik dat u er niet in zult stikken,
maar het is wel goed mogelijk dat uw partij dat bij
de volgende verkiezingen wel zal doen. Ik heb
echter geen glazen bol, ik ben niet Madame
Blanche, ik waarschuw u alleen, niet als Vlaams
Blokker maar als collega-politicus.
Lambermont staat model voor het
ondemocratische en het dictatoriale België dat
steeds meer opgang maakt en steeds meer in de
steigers staat. De regeling voor Brussel is
significant. In de media-geschillenraad van de
Vlaamse Radio en Televisie werd vandaag een
pleidooi gehouden tegen het Vlaams Blok. Wij
hadden een klacht ingediend omdat wij niet
werden uitgenodigd om onze visie te geven over
de recente Sauwens-rel in het programma De
Zevende Dag. In het pleidooi werd duidelijk
gesteld dat het Vlaams Blok zich niet neerlegt bij
een multiculturele samenleving en de ideeën
daarvan. Een openbare omroep stelde vandaag
dus dat de vrije meningsuiting slechts reikt tot
waar het taboe van de multiculturele maatschappij
begint. Dat is de vergelijking tussen het oude
China en dit zogenaamde nieuwe België: de
muilkorfwetten, de dogma's, die zaken die men
niet mag vertellen en die zelfs een openbare
omroep zich veroorlooft om niet meer te moeten
vertellen.
Collega's, u kan nu lachen met de vergelijkingen
die ik maak. De kiezer gelooft me wel. U mag dat
gerust afwimpelen als dogmatiek gedrag, maar
dat is het niet. De Vlaams-nationalistische partij bij
uitstek wordt hier gemuilkorfd. De enige echte
tegenstander van Lambermont wordt hier
gemuilkorfd. Wij mogen weliswaar spreken, maar
voor Vlaanderen is de realiteit zo ernstig dat
slechts één partij regelrecht tegen Lambermont
ingaat. Een andere partij bijt haar tanden erop
stuk en gaat eraan kapot. Mijnheer Coveliers,
Lambermont is er trouwens in geslaagd om de
partij waartoe u vroeger behoorde, definitief te
verwijzen naar de annalen, wellicht vanaf
september 2001.
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
De Volksunie heeft haar tanden stukgebeten op
Lambermont. De Volksunie van wie u vroeger
hartstochtelijk het programma beleed, is naar de
annalen van de geschiedenis verwezen door
Lambermont. Ik zeg niet dat dit het scenario is
geweest dat moest leiden tot de dood van de
Volksunie, maar het is in elk geval de ultieme
doodsteek geweest. Dat hebben wij hier kunnen
vaststellen bij de stemmingen over het eerste luik
waarbij de partij totaal verdeeld stemde. Nog
slechts één van haar vertegenwoordigers is hier
nu aanwezig, de heer Pieters. Hij heeft overigens
steeds de meest rechte lijn willen volgen in dit
debat. Toch een kleine pluim daarvoor.
Ik kom nu bij de CVP. De CVP is voor Vlaanderen
het struikelblok in het Lambermont-akkoord. In
Brussel blijft minister Chabert op post. De grote
voorvechtster van de Vlaamse zaak in Brussel, zo
heeft zij zich tenminste steeds opgeworpen, was
collega Grauwels. Zij heeft ingebonden. Ik vraag
de CVP nadrukkelijk of zij wel goed beseft waar zij
mee bezig is, vooral in het onderdeel Brussels.
Net op het ogenblik dat zowel de media als de
politieke tegenstrevers een cordon sanitaire
optrekken tegen het Vlaams Blok wat weer
duidelijk blijkt in het Lambermont-akkoord evenals
uit het feit dat wij niet mochten deelnemen aan de
Costa en de voorbereiding ervan voeren de
media en de politiek een gedoogbeleid ten
overstaan van de CVP. Dat schijnt men nog
steeds niet te beseffen. De CVP wil nog steeds
achterna hollen, inbinden en toegeven als het erop
aankomt, in plaats van voor één keer het been stijf
te houden. Dat is de tragedie van de CVP. Ik wil
hen daar voor waarschuwen. Wij hadden hier
heden als Vlaamse bondgenoten kunnen staan.
Ook zij laten zich leiden door het idiote,
waanzinnige en absurde cordon sanitaire dat
electoraal zeer veel stemmen oplevert. Het lijkt
een paradox dat u, enerzijds, de andere partijen
toelaat te verhinderen u in een cordon sanitaire te
steken. Misschien hebt u al gezien wat dat u kan
opleveren. Anderzijds blijft u echter vasthouden
aan dat ene postje in Brussel voor Chabert dat o
zo belangrijk is voor de partij. U blijft de interne
verdeeldheid cultiveren zonder echte beslissingen
te nemen. Ik ben echt nieuwsgierig naar wat er in
september gaat gebeuren. Ik hoop uit de grond
van mijn hart dat er een Vlaams en conservatief
gedachtegoed kan opstaan, wars van elk cordon
sanitaire, dat compromissen durft te sluiten met
eender welke partij in Vlaanderen. U zult dan
weten welke partij u in Vlaanderen moet kiezen. U
zult dan weten welke partij u hier in dit halfrond als
bondgenoot had kunnen en moeten kiezen. Maar
nee, nu went u zich zelfgenoegzaam in het
gedoogbeleid dat tegenover uw partij gevoerd
wordt. Maak u geen illusies, ik spreek ook achter
de schermen met politici van andere partijen, van
de VLD en de SP niet van Agalev, maar daar lig
ik hoegenaamd niet van wakker omdat dit
tijdverlies is. Sommigen van hen zijn zeer blij dat
de CVP eindelijk uit de machtscenakels verdreven
is.
Mijnheer Coveliers, ik probeer u niet te bekeren.
Dat hoef ik niet te doen, want u bent ooit in uw
leven al eens bekeerd en dan is de kans groot dat
u nog een keer bekeerd kunt worden.
Dat is echter wat ik de CVP eens en voorgoed
duidelijk wou maken.
Ik wil de CVP eens en voor altijd duidelijk maken
dat het vastkleven aan het postje van Chabert u
veel minder voordelen zal opleveren dan een
standvastige houding in een partijpolitiek
Vlaanderen dat steeds meer naar centrum-links
opschuift. Wat doet u echter? U begraaft de
strijdbijl. U weet wat er is gebeurd met de indianen
die de strijdbijl hebben begraven.
De toekomst van de partij, wellicht met een
andere naam dan de CVP een merknaam die
blijkbaar heeft afgedaan zal hoe dan ook leiden
tot het etiket dat opgehangen wordt aan een
afgelijnd, omheind reservaat in het Vlaamse
partijpolitieke landschap waar men de laatste
generatie CVP-leden kan bewonderen, die dan
een ander etiket kregen opgekleefd.
Brussel is het laatste slagveld van Vlaanderen,
geachte CVP-leden. Dat is het laatste slagveld
waar Vlaanderen nu met het Lambermont-akkoord
de definitieve nederlaag lijdt. De positie waarin
men het Vlaams Blok in Brussel wil manoeuvreren
door het spelen met zetels en het controleren van
verkiezingsuitslagen, door het corrigeren van
verkiezingsuitslagen wat nog erger is een
democratie, in dit geval die naam onwaardig ,
zou niet alleen het Vlaams Blok, maar ook de CVP
in de toekomst het slachtoffer van kunnen worden.
Vergeet dat niet. Ik herinner aan degenen die de
mening uitten dat is een vrije mening die wordt
gerespecteerd dat de CVP voor eens en voor
altijd van de macht dient te worden verdreven.
Denk niet dat u de logebroeders, de kleine
cenakels die hier in dit land de plak zwaaien, kunt
overtuigen.
Het Lambermont-akkoord zal misschien het einde
van de VU betekenen, maar het zal vooral de
aanzet geven tot de zogenaamde verandering van
de CVP naar iets anders, misschien naar twee of
drie andere dingen. Het betekent in elk geval het
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
einde van het bestaan van een partij die
decennialang bekend is geweest. Dat einde wordt
vandaag lees de kranten er maar op na
bekendgemaakt en de interne twisten worden
alsmaar meer duidelijk op dit politiek belangrijke
moment. Op dit tijdstip, middernacht het is 28
juni 2001 geworden zou u zich kunnen laten
gelden, maar u zit daar met enkelen op de banken
en u reageert niet fundamenteel, u reageert niet
voldoende.
01.47 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik wil de interessante
uiteenzetting van de heer Schoofs niet
onderbreken, maar misschien is er nieuws vanuit
de coulissen van dit Parlement. Misschien kan de
heer Leterme daar toch iets meer over zeggen.
(Onderlinge gesprekken hilariteit.)
01.48 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, er is mij een vraag gesteld. Ik wil daar
graag op antwoorden. Er was de vraag gesteld of
er nieuws is vanuit de coulissen. De stand van
zaken is blijkbaar dat de Vlaamse partijen bijeen
zijn bij de eerste minister en de Franstaligen op de
zetel van de PS. De Franstaligen zouden een
akkoord hebben over de definitie van een
minderheid in het kader van de ratificatie van het
verdrag van de minderheden. De Vlaamse partijen
gaan echter vooralsnog niet akkoord met die
definitie. Tot daar een kort verslag vanop de
motor, misschien om één uur meer nieuws.
De voorzitter: U bent beter ingelicht dan ik.
01.49 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, dat was het enige wat ik wou
melden, namelijk dat er een opmerking uit de
tribune was gekomen. Excuseer dat ik uw tête à
tête met mevrouw De Permentier heb verstoord.
Ik had daar graag aan meegedaan. Ik ga nu
verder met mijn betoog.
De laatste strijdkreten, collega's van de Volksunie,
hebben geklonken in de Lambermont-betoging.
Het is overdreven om te beweren dat dit ook bij de
CVP zou zijn geweest, maar ik zie een verschil
tussen de strijdvaardige CVP, die op 6 mei
deelnam aan de Lambermont-betoging, en de
houding die zij zeer recent heeft aangenomen in
het Brussel-dossier. Nu wordt de CVP totaal
ongeloofwaardig. Zou het teveel gevraagd zijn om
een oproep aan de CVP te richten om minister
Chabert alsnog zijn ministerambt te doen
neerleggen? Ik denk van wel. Alle hoop op dat
punt is, van mijnentwege althans, verloren.
De definitieve en onherroepelijke ramp voor de
Brusselse Vlamingen dreigt. Toch is er hoop voor
Vlaanderen, omdat en het is reeds door
verschillende van mijn collega's geuit het einde
van België wellicht een aanvang heeft genomen.
Een kleine vergelijking met het Sint-
Michielsakkoord is misschien op zijn plaats. Dat
akkoord strekte ertoe om van België een losser
verband te maken, niet alleen tussen twee, maar
zelfs tussen drie gewesten. Uiteindelijk is er een
volwaardig Brussels gewest tot stand gekomen.
Er is een gelijklopende lijn te ontdekken tussen de
verkiezingsoverwinningen van het Vlaams Blok en
het cordon sanitaire, maar ook tussen de
staatshervormingen en de vooruitgang van het
Vlaams Blok.
Men kan het Vlaams Blok dan wel isoleren. Men
kan die motor van de Vlaamse onafhankelijkheid
die wij zijn geworden dan wel isoleren want de
VLD maar ook de Volksunie hebben op dat vlak
hun geloofwaardigheid verloren. De Vlaamse
beweging behoort stilaan volledig toe aan het
Vlaams Blok. Lambermont zal dit nog bevestigen.
De volgende verkiezingen zullen dit nogmaals
bevestigen. De isolering van het Vlaams Blok
enerzijds en de staatshervormingen anderzijds
volgen inderdaad eenzelfde lijn maar men verliest
de lange termijn uit het oog. De hetze tegen het
Vlaams Blok is contraproductief en ook de hetze
tegen Vlaanderen is contraproductief.
Tegenwoordig wordt alles wat Vlaams is of
Vlaams wordt genoemd, aan Franstalige zijde
gelijkgeschakeld met het Vlaams Blok. Deze
evolutie is niet zorgwekkend voor Vlaanderen en
het Vlaams Blok maar wel voor al diegenen die
hun geliefde België willen beschermen.
We zien dit trouwens alle dagen in de media. VTM
holt de VLD achterna, de VRT holt Agalev en SP
achterna en het Vlaams Blok wordt achterna
gehold door de Veiligheid van de Staat. Dit werd
recent nog versterkt door de perikelen rond het
Sint-Maartensfonds waar men de jongere kern
van de Vlaamse Beweging allemaal tachtigers ,
de ruggengraat van het Vlaams Blok zoals het
werd genoemd, betrapte op een hoogfestijn van
nostalgie en verlangens naar een periode waarin
ik niet eens geboren was. De meesten onder hen
zijn inderdaad kaalhoofdig, dus skinheads, dus
nazi's, dus te volgen door het Belgisch regime.
Ik wil die analoge lijn voorttrekken tussen
enerzijds de opeenvolgende staatshervormingen,
de opeenvolgende manieren waarop België zich
probeert te verstevigen en anderzijds de manier
waarop men het Vlaams Blok poogt te
diaboliseren en te demoniseren. Die hetze heeft
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
de laatste tijd een zeldzaam hoogtepunt bereikt.
Van op dit spreekgestoelte moet dit nu ook maar
eens worden gezegd. Jammer genoeg is de
bezettingsgraad in de Kamer niet echt
bemoedigend. Het had nog minder gekund maar
het had ook meer mogen zijn.
Er moet worden gewezen op het feit dat de
beledigingen, de verdachtmakingen, de
insinuaties en de intellectuele terreur tegen alles
wat Vlaamsgezind en Vlaams-nationalist is,
schering en inslag zijn. Ik herinner u eraan
collega's dat de jongste maanden de termen
mestkever, fascist en ontluizing van VLD'ers De
Gucht en Dewael een klimaat hebben gecreëerd
waarbij broodroof, fysieke terreur, discriminatie en
chantage legitieme middelen zijn geworden in de
strijd tegen het Vlaams Blok.
Die strijd van allen tegen één en van één tegen
allen heeft het Vlaams Blok electoraal nog nooit
schade toegebracht, wel integendeel. Uiteraard is
het de bedoeling van de Lambermontisten, van de
tegenstanders om desnoods met
ondemocratische middelen de kiezers af te
schrikken en de drempel voor nieuwe leden en
mandatarissen en militanten permanent te
verhogen. Uiteraard moet dat de bedoeling zijn,
maar wees gerust of ongerust, wij Vlaams
Bokkers laten ons niet intimideren of afschrikken
door de pesterijen of afschrikkingen van het
politieke establishment dat iedereen Lambermont
door de strot wil jagen. Onze vastberaden
houding, onze eensgezindheid en het rotsvast
geloof in onze eigen toekomst zijn een afdoend
antwoord op de destabiliseringpogingen die de
bende van vijf tegen ons onderneemt.
Collega's, wij zullen inderdaad over enkele uren
worden geconfronteerd met een uitspraak van de
rechtbank in het proces tegen de Vlaamsnationale
partij die het Vlaams Blok is, tegen VZW's
inderdaad, maar iedereen weet dat het de partij
als dusdanig is die wordt geviseerd. Het beste
signaal en het enige dat wij tegenover onze leden,
onze kiezers en onze sympathisanten zullen
uitdragen, bestaat erin dat wij verder zullen
werken hoe dan ook en onder welke vorm dan
ook. Aan navelstaarderij heeft de publieke opinie
geen boodschap. Het Vlaams Blok is en blijft een
politieke partij die zal wegen en zal moeten blijven
wegen op het klimaat van politieke terreur in
Vlaanderen en ook gewoon op de politieke
agenda in Vlaanderen. Onze
onafhankelijkheidscampagne gaat gewoon verder
na de uitspraak, evenals onze antidrugsacties en
ons protest tegen Lambermont, ook al wordt het
wanneer dan ook gestemd. De zwakke plek in
Lambermont is immers Brussel, het zogenaamde
derde Gewest, gevormd door de Sint-
Michielsakkoorden, een romp België met een
enorm waterhoofd. Door Lambermont zou Brussel
zogezegd op maat worden gesneden van het
partijpolitieke weefsel dat in Vlaanderen aanwezig
is. Het steeds sterker wordende Vlaams Blok
moet op maat worden gesneden, maar dit
maatpak dat men probeert te maken is toch wel
iets te knellend.
Collega's, de kraag rond het enorme waterhoofd
Brussel is iets te knellend en krijgt een iets te
stevige knoop. Dit maatpak met zoveel overbodige
franjes blijft knellen. Beweren dat het maatpak nu
eindelijk goed zit en beweren dat dit het einde is
van alle staatshervormingen en het einde van het
communautair gekissebis in België is fout.
Het maatpak blijft knellen. Uiteindelijk zal de
grootste lap stof, waarvan meestal de broek wordt
gemaakt, scheuren. België zal zijn broek scheuren
aan Lambermont, collega's, laat dat vandaag
gezegd zijn.
Ik had graag een andere vergelijking gemaakt,
interessant voor de hier nog aanwezige VLD-
collega's: Lambermont wordt de Blue Sky voor
België! U bent verbaasd dat ik Lambermont zo
noem? Wel, ik haal de mosterd even bij minister
Daems die destijds zijn Blue-Sky-plan
aankondigde voor Sabena. Niemand op het
kabinet van minister Daems heeft blijkbaar de
euvele moed gehad of de ingeving om een Engels
woordenboek open te slaan en eens na te gaan
wat blue sky in het Engels in feite betekent. Ik
daag u allen uit om dat na te gaan. Onmiddellijk
zal blijken dat minister Daems visionair is in wat hij
met Blue Sky bedoelt, als ik u uitleg wat blue sky
betekent in het Engels. Wellicht had minister
Daems een helderblauwe hemel in gedachten
voor Sabena, hij zag misschien de vliegtuigen al
opstijgen. Er is er nog nooit eentje bovengebleven
van die vliegtuigen, dat is ook al goed nieuws. Hij
zag de vliegtuigen al opstijgen naar die mooie
blauwe hemel, maar wat betekent blue sky nu
eigenlijk in het Engels? Dat betekent, zoek het
maar op, een nutteloos streven, een zinloze zaak,
een trivialiteit. Dat is blue sky en uiteindelijk heeft
Sabena ook zijn Blue Sky gekregen. Blue sky is
de trivialiteit, de totale teloorgang. Dat is de blue
sky van minister Daems. Wat is het toch mooi, wat
is het toch leuk om zich van andere talen te
bedienen of te doen alsof men zich van andere
talen kan bedienen. Nu, de Blue Sky klaart boven
Sabena en ik wens voor België uiteraard ook the
very best of all blue skies.
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
Die wens zou inderdaad kunnen uitkomen,
collega's. Ik ben gesterkt in de overtuiging dat het
ook die vaart zal lopen vanaf Lambermont. De
getuige daarvan kan zijn dat de
onafhankelijkheidscampagne die onze partij
momenteel voert in het kader van Lambermont
Lambermont komt op dat punt zeer gelegen voor
het Vlaams Blok loopt als een trein. Ik wil u niet
onthouden dat het startschot werd gegeven
precies op 1 mei 2001 in Mechelen. Nauwelijks
een week later stapte een Vlaams-Blok-delegatie
van meer dan 1.000 mensen, wellicht zelfs 2.000,
mee op in de anti-Lambermont-betoging in
Gent:
een pluralistische betoging van
Vlaamsnationalisten in een van onze grote
Vlaamse steden. De honderden witte petjes en de
duizenden zelfklevers brachten een duidelijke
boodschap. Wij verwerpen niet alleen
Lambermont, wij geloven ook niet dat nieuwe
Belgische staatshervormingen nog nuttig kunnen
zijn. De enig juiste oplossing heet daarom voor
ons: Vlaanderen onafhankelijk! Geen
navelstarend Vlaanderen, geen Vlaanderen dat
zichzelf opsluit en isoleert, maar een Vlaanderen
dat ligt in en ingebed is, historisch en cultureel, in
Europa.
Daarom is het jammer dat men zich niet afvraagt
wat het nieuwe België zou kunnen betekenen voor
of welke nefaste invloed het zou kunnen
uitoefenen op Europa, welk concept dan ook men
erop nahoudt.
Hoe dan ook niemand kan het ontkennen en
soms moet men het jammer genoeg bekennen
Vlaanderen ligt in het hart van Europa en Brussel
ligt in het hart van Vlaanderen. Ook in het
kaderblad van het Vlaams Blok staat zwart op wit
dat Vlaanderen voor ons in het hart van Europa
ligt. Het is niet toevallig dat, precies nu het
Belgische voorzitterschap van de Europese Unie
nakend is, de gelegenheid voor de heer
Verhofstadt zich aandient om het Lambermont-
akkoord door Kamer en Senaat te jagen en voor
ons, Vlaamse nationalisten met een brede kijk op
Europa en op de wereld, om een paar kritische
kanttekeningen te maken.
Welk Europa willen wij? Hoeveel Europa willen
wij? Welke rol kan Europa vervullen in de wereld?
Al kan het u vermoedelijk niets schelen, collega's,
deze vragen kwamen aan bod op het colloquium
dat wij vorige zondag in Knokke organiseerden.
(Onverstaanbare opmerking van een lid)
De voorzitter: Ik ben een van die Walen die
weinig slapen. Voor mij is de nacht dus nog jong.
01.50 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, wellicht neemt u de nodige middelen
die u uit uw slaap kunnen houden.
Ik kan u verzekeren dat wij de constructie van het
cordon sanitaire zullen gebruiken tegen België.
Wij zullen de kiezers mobiliseren en wij zullen ons
kiezerskorps vergroten en aanzetten tegen het
Lambermont-akkoord en tegen België; trouwens,
beide zijn synoniemen.
Zowel de jurist als de democraat in mij zijn
"gedegouteerd" door de bepalingen van het
Lambermont-akkoord. Klakkeloos en met de
grootste pretentie legt de regering het advies van
de Raad van State naast zich neer. Ook de
afwezigheid van de eerste minister tijdens dit
debat is tekenend.
Wie zei ooit dat het belangrijkste land het
binnenland is? Dat geldt blijkbaar niet voor
Verhofstadt voor wie Congo blijkbaar belangrijker
is dan België. De commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen is nochtans al beëindigd; ik vraag
mij dan ook af waar de eerste minister is.
Uiteraard kan hij zich niet in twee splitsen, maar
vandaag had ik hem toch verwacht in deze
plenaire vergadering, zodra de commissie voor de
Buitenlandse Zaken was beëindigd.
Ik kom thans tot mijn besluit.
De beste vergelijking die het Lambermont-akkoord
kan doorstaan is deze van een kurk op de fles
België waarin alle al veel te lang gist. Aan
Vlaamse zijde bruist en borrelt er iets. Ik ben
ervan overtuigd dat Vlaanderen een staat wordt.
Er waren genoeg voorgangers en er zullen
genoeg volgelingen zijn die dat idee zullen
versterken, uitdragen en in daden omzetten.
Wij pikken gewoon aan bij hetgeen heden ten
dage in Vlaanderen leeft. Dat is ook de gedachte
aan onafhankelijkheid. Wat de regering Dewael
doet en denkt kan ons weinig schelen. Ik verwijs
naar Dewael, waarvan Verherstraeten daarstraks
zei dat hij zijn familienaam niet heeft gestolen,
maar zijn voornaam blijkbaar wel. Zijn voornaam
is Patrick en voor nationalisten ik denk aan de
Ieren betekent dat toch wel iets. De echte
Patrick in Ierland joeg de slangen het land uit
terwijl Patrick Dewael in een partij zit met een
premier die Slangen als bondgenoot kiest. Voor
Vlaanderen en de Vlamingen zou Patrick Dewael,
als hij de resoluties had uitgevoerd, de held van
ons volk kunnen geworden zijn, zoals Saint Patrick
dat was voor de Ieren, maar Dewael heeft zich
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
integendeel geprofileerd als een amateur-
psycholoog van het zevende knoopsgat die de
studie van de lichaamstaal van zijn politieke
tegenstrevers wenst te beoefenen.
Op Dewael moeten wij dus niet rekenen. Op
Dewael moet Vlaanderen niet rekenen en op
Dewael moeten de Vlamingen niet rekenen. Op
het Vlaams Blok alleen zullen Vlaanderen en de
Vlamingen kunnen rekenen. Daarom eindig ik mijn
betoog, mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, met de volgende woorden:
"Liever geen zoveelste Belgische
staatshervorming zoals Lambermont, maar
eindelijk een Vlaamse staatsvorming."
01.51 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik zou bij ordemotie willen
wijzen op een incident.
De voorzitter: De minister is aanwezig in de zaal.
(Onverstaanbaar betoog van de heer Bart
Laeremans)
01.52 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, ik zal trachten bondig aan te tonen dat
dit Lambermont-akkoord geen goede zaak is voor
Vlaanderen. Dan druk ik mij nog zwak uit. Met
mijn hese stem is het moeilijk om iets anders te
doen.
Ik ga even terug in de tijd, naar 3 maart 1999, toen
het Vlaams Parlement met een grote meerderheid
5 resoluties voor een komende staatshervorming
goedkeurde. U zult wellicht opmerken dat het
merkwaardig is dat juist wij, die deze resoluties in
het Vlaams Parlement niet hebben goedgekeurd,
ze nu gebruiken om dit onzalige Lambermont-
akkoord te bekritiseren. Ook het Vlaams Blok
geeft toe dat toen grondig is nagedacht over het
institutionele kader waarin Vlaanderen zich
bevindt.
De resoluties van het Vlaams Parlement waren
niet het resultaat van enkele nachten
brainstorming, maar van diepgaand werk. Dit was
de verdienste van de resoluties van het Vlaams
Parlement. Wat de inhoudelijke kant van de zaak
betrof, was het Vlaams Blok het met een aantal
elementen ervan eens; met een aantal
gedeeltelijk, en met een aantal absoluut niet. Zo
waren en zijn wij het nog steeds niet eens met het
uitgangspunt. Men bleef vastzitten in een federale
logica, waarbinnen geen oplossing meer mogelijk
is. Onze uitgangspunten zijn fundamenteel
anders. Bijgevolg is het blijven aanvaarden van de
eerbiediging van het federaal kader verwerpelijk.
Uiteraard zouden wij het eens zijn met een
volledige federalisering, onder meer van het
wetenschappelijke en technologische beleid, de
buitenlandse handel, de telecommunicatie, de
ontwikkelingssamenwerking, de landbouw, de
zeevisserij en de tuinbouw. Deze instrumenten
moeten misschien wel tot onze bevoegdheid
behoren om tot een beter en meer coherent
bestuur te komen. Nu bepalen zij echter de
machtsverhoudingen in dit land.
Dit is een van de redenen waarom onze partij zich
onthield bij de stemming over de resoluties in het
Vlaams Parlement: het is duidelijk dat de waarde
van de teksten en hun statuut een vrijblijvend
karakter dreigden te krijgen. Wij vragen ons luidop
af wat het engagement was van de politieke
partijen die deze resoluties hebben ondertekend.
Was het een conditio sine qua non, die moest
worden gerealiseerd vooraleer men zou toetreden
tot een volgende federale regering? Deze vraag is
volgens mij intussen beantwoord.
Mijnheer de voorzitter, ik kom terug tot de essentie
van de vijf resoluties, die inderdaad geen radicaal
programma vormen. Intussen weten wij dat het
volledig vrijblijvend is geworden en kunnen wij
vragen stellen bij de waarde ervan. Het Vlaams
Parlement heeft een minimumprogramma
goedgekeurd, maar het voordeel was dat voor de
eerste keer een Vlaamse consensustekst werd
aangeboden, die zelfs door VLD en Volksunie
werd goedgekeurd.
Mijnheer de voorzitter, het Vlaams Parlement
formuleerde een aantal algemene uitgangspunten
en doelstellingen: de organisatie van een meer
kwaliteitsvol en efficiënt bestuur en een betere
besluitvorming; een goed bestuur dat
slechts
mogelijk is met coherente
bevoegdheidspakketten, die een belangrijk
instrument zijn voor het tot stand brengen van een
dergelijk bestuur, in combinatie met een ruime
financiële en fiscale autonomie.
Vlaanderen moet dus volgens het Vlaams
Parlement bevoegd worden over lokale en
provinciale besturen, over gezondheids- en
gezinsbeleid, sociaal beleid, wetenschaps- en
technologiebeleid en over buitenlandse handel.
Vlaanderen moet ook de bevoegdheid krijgen over
telecommunicatie zodat de deelstaten bevoegd
worden voor de algemene principes: het vrijmaken
van de markt, de infrastructuur, de
eindapparatuur, de organisatie van de netwerken
en diensten, maar ook de spoorinfrastructuur -
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
39
daar kom ik straks nog op terug - en de regionale
exploitatie ervan dient overgeheveld te worden
naar de deelstaten. De volledige reglementering
inzake de binnenvaart, statistiek,
ontwikkelingssamenwerking, landbouw, tuinbouw
en visserij.
Ten derde, met toepassing van het
subsidiariteitsbeginsel dienen de bevoegdheden
zo dicht mogelijk bij de bevolking gesitueerd te
zijn.
Ten vierde en dit is erg belangrijk. Het federale
staatsmodel dient gebaseerd te zijn op een
fundamentele tweeledigheid op basis van twee
deelstaten met daarnaast Brussel met een
specifiek statuut en de Duitstalige Gemeenschap.
Ten vijfde, de samenwerking tussen de overheden
dient verder uitgebouwd en bevorderd te worden.
De bevoegdheid van de deelstaten om de eigen
instellingen te regelen diende uitgebreid te
worden.
De volledige bevoegdheid inzake de huidige
gewestelijke belasting, de belasting op de
inverkeerstelling, het eurovignet, de volledige
registratierechten, de schenkingsrechten, moeten
overgedragen worden aan de deelstaten. De
fiscale autonomie van de deelstaten dient in de
eerste plaats versterkt via de volledige overdracht
van bevoegdheid inzake de personenbelasting.
Voor de operationalisering hiervan in Brussel dient
een specifieke regeling uitgewerkt te worden.
Brussel kan geen volwaardig derde gewest
worden. De fundamentele tweeledigheid van
België moet bevestigd worden. Geen overheveling
van de gemeenten en provinciewet naar Brussel.
Enkel federaal toezicht op Brussel garandeert
Vlaamse inspraak in de structuur en het beheer
van de voorstad van Vlaanderen. Geen koppeling
van de Franstaligen in de rand aan de Vlamingen
in Brussel. De rand is homogeen Nederlandstalig
gebied en Brussel is een tweetalige hoofdstad.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, eerlijk gezegd, als ik deze vijf resoluties
bekijk dan moet ik, in het licht van wat dit ontwerp
van bijzondere wet houdende overdracht van
diverse bevoegdheden aan de gewesten en de
gemeenschappen wil realiseren, zelfs als Vlaams
Blokker een lichte vorm van bewondering
tentoonspreiden. In het licht van wat vandaag op
tafel ligt krijgen deze resoluties quasi de allures
van een maximalistisch programma. Deze
resoluties tonen toch vooral dat de meerderheid in
Vlaanderen via meer autonomie een beter en
werkzaam zelfbestuur wil. Daarnaast bleven ook
de jongste jaren allerlei studiediensten en
drukkingsgroepen kritiek uitoefenen op de
geldstroom naar Wallonië en het Brussels
Gewest, die ongeveer 330 miljard frank per jaar
bedraagt volgens een VEV-studie van De Boeck
en Van Gompel uit 1996.
Wat de sociale zekerheid betreft gaat het over 115
tot 118 miljard frank. Wat de federale belastingen
betreft gaat het over 27 miljard frank. Wat de
dotaties betreft via de financieringswet gaat het
over 42 miljard frank. Wat de afbetaling betreft
van de interestlasten op de staatsschuld gaat het
over ongeveer 143 miljard frank.
In totaal is dat 330 miljard frank of 55.000 frank
per Vlaming dat als alimentatiegeld wordt
opgehoest. Wie nog enigszins de hoop had dat
aan de geldstroom van Vlaanderen naar Wallonië
een eind zou komen, komt bedrogen uit. Er komt
helemaal geen einde aan de geldstroom. Er wordt
zelfs geen werk gemaakt van een doorzichtige
solidariteitsregeling. Meer nog, de transfers naar
het zuiden worden nog verhoogd. Zelfs van een
overheveling van delen van de sociale zekerheid
naar de gemeenschappen is geen sprake. Mutatis
mutandis dus ook niet van een eigen Vlaams
sociaal beleid. In de Senaatscommissie heeft de
heer Moureaux heel duidelijk laten verstaan dat er
geen staatshervorming zou komen als er met een
woord zou worden gerept over de sociale
zekerheid. Dat taboe blijft overeind. Vlaanderen is
bevoegd voor gezondheidspreventie maar heeft
geen eigen financiële middelen om een
gezondheidsbeleid te voeren. Vlaanderen is
bevoegd voor gezinsbeleid maar de enige
hefboom, de gezinstoelagen, blijft in federale
handen zodat Vlaanderen geen initiatieven kan
nemen om onder meer de denataliteit en de
veroudering aan te pakken.
Als lid van de commissie voor de Infrastructuur en
de Overheidsbedrijven heb ik met bijzondere
aandacht gekeken naar de verwezenlijkingen
inzake de telecommunicatie en de
spoorinfrastructuur. Het Vlaams Parlement was
terzake zeer duidelijk. De spoorinfrastructuur en
de regionale exploitatie ervan moeten worden
overgeheveld naar de deelstaten. Ik stel echter
vast dat de NMBS stevig in federale handen blijft.
Dit is nefast voor het mobiliteitsgebeuren en voor
Vlaanderen dat reeds lang vragende partij is voor
een aantal dringende investeringen. Een
uitgebouwd, modern, comfortabel en betrouwbaar
personenvervoer zou een volwaardig en
milieuvriendelijk alternatief kunnen zijn voor het
dichtslibben van de wegen en het chronisch
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
40
gebrek aan parkeergelegenheid voor het groeiend
wagenpark. Vooral het goederenvervoer vergt
bijkomende inspanningen. De havens van
Zeebrugge en Gent hebben reeds jaren nood aan
een moderne spoorontsluiting van hun achterland.
Vooral voor Zeebrugge waar de moderne
containerterminals leeg blijven omdat de
laadkisten niet op tijd kunnen worden aan- en
afgevoerd, is dit een dwingende eis. Ook
Antwerpen is vragende partij. Een bijkomende
spoortunnel onder de Schelde, een tweede
spoorontsluiting die de noordkant van de haven
ontsluit, de reactivering van de IJzeren Rijn zijn de
meest in het oog springende verzuchtingen op het
Vlaamse verlanglijstje. Afhankelijk van de gekozen
varianten voor deze mooie dromen bedraagt het
kostenplaatje 400 tot 600 miljard frank. Dat geld is
er niet. Het is duidelijk dat de traditionele partijen,
al de Lambermont-partijen, ervoor gekozen
hebben Vlaanderen niet bevoegd te maken voor
de problematiek en ervoor te zorgen dat
Vlaanderen niet bevoegd is om verlanglijstjes op
tafel te leggen. Het spoor is en blijft een federale
aangelegenheid. De Belgische spoorwegpolitiek
wordt uitgetekend door de federale
verkeersminister en de raad van bestuur van de
NMBS.
Lambermont zal dus niets wijzigen aan de
stiefmoederlijke behandeling van Vlaanderen. Het
is en blijft nog steeds de PS die achter de
schermen de touwtjes stevig in handen heeft en
het is in die optiek dat het Vlaams Parlement tot
de vaststelling komt dat men niet over het
mobiliteitsgebeuren kan spreken zonder bevoegd
te zijn over het spoor. Het Vlaams Parlement kon
dus niet anders eisen wat de gewesten toekwam,
namelijk volledige bevoegdheid in deze. Wat het
Vlaams Blok betreft kan dat alleen in een volledig
onafhankelijke Vlaamse staat en in afwachting
daarvan alleen mits een regionalisering van de
NMBS zelf. Alleen zo kan Vlaanderen zijn eigen
investeringen vastleggen in het licht van de
gekende noden en gerechtvaardigde
verzuchtingen.
Zoals wij ondertussen reeds weten rept
Lambermont met geen woord over zelfs nog maar
een gedeeltelijke regionalisering van het spoor.
Als ik het daarnet over de transfers had, dan is het
onvoorstelbaar wat op dit vlak aan het gebeuren
is. Het is de Financieel Economische Tijd die het
op 31 maart 2001 perfect verwoordde en ik citeer;
"Vlaanderen krijgt wel het recht om, als het dat wil,
bij te dragen in de kosten voor
spoorweginvesteringen, met het gevolg dat in de
praktijk het communautaire evenwicht wordt
verbroken, want er staan daar geen Waalse
uitgaven tegenover. Inmiddels werd reeds beslist
om bijna 150 miljard frank te investeren in het
Brusselse spoor, maar zonder enige inspraak.
Vlaanderen mag tunnels aanleggen, maar het
spoor blijft onder toezicht van de NMBS, waarin
alles paritair wordt opgedeeld.
Wallonië wil en kan zijn spoorinvesteringen niet
zelf financieren. Het is erin geslaagd de bestaande
geldstroom naar het Waalse spoor voor de
komende twaalf jaar veilig te stellen. Bovenop die
transfers mag Vlaanderen nu ook nog een deel
van zijn eigen spoorinvesteringen financieren,
zonder dat het bij de NMBS iets te zeggen krijgt,
aldus de Financieel Economische Tijd van 31
maart jongstleden. Het zal u misschien verbazen,
mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, maar ik citeer ook José Happart die in
Le Soir van 23 februari duidelijk zegt dat de
economische hefbomen die Wallonië nodig heeft
om op eigen benen te staan, zolang dat nog kan,
door Vlaanderen moet laten financieren, dat wil
zeggen, zo lang de Vlamingen bereid zijn om
ervoor te betalen. Het spoorwegdossier moet in
het licht van deze doelstelling worden bekeken.
Ik voeg eraan toe dat het spoorwegdossier
uiteraard in het licht van Lambermont moet
worden bekeken, want dat is de reden waarom
over zelfs nog maar een gedeeltelijke
regionalisering van het spoor niet mag en niet kan
worden gesproken. Dat is de enige reden! Als wij
de resoluties van het Vlaams Parlement toetsen
aan deze bijzondere wet, dan kunnen wij niet
anders dan vaststellen dat er geen stap in de
goede richting wordt gezet. Dit is zelfs geen
processie van Echternach, waar men uiteindelijk
toch nog vooruit geraakt, dit zijn stappen terug, dit
zijn stappen achteruit. Met Lambermont werden
bijvoorbeeld stappen gezet die fundamenteel
ingaan tegen de beginselen zoals die door het
Vlaams Parlement werden geformuleerd. De
regeringspartijen gooien hun beloften over boord
en zondigen tegen een basisbeginsel van de
democratie. Dat komt neer op een onfatsoenlijk
beleid en kiezersbedrog.
Ten eerste gaat het in tegen de tweeledigheid van
België. Het Brussels Gewest wordt op gelijke voet
behandeld als Vlaanderen en Wallonië, tegen de
uitdrukkelijke wens van het Vlaams Parlement in.
Het federalisme met drie is een verworven recht
geworden. In het Vlaams Parlement werd
nochtans over de partijgrenzen heen gepleit voor
een staatsstructuur op basis van de twee grote
gemeenschappen. In plaats van die doorgroei
naar tweeledigheid, krijgen wij vandaag een
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
41
onomkeerbare evolutie naar drieledigheid die een
dubbele minorisering van de Vlamingen met zich
brengt.
In België wordt de Vlaamse meerderheidspositie
herleid naar een verhouding van één tegen twee.
In Brussel worden de Vlamingen steeds
afhankelijker van de goede wil van de
Franstaligen. De Lambermont-partijen laten
Brussel en dus de Brusselse Vlamingen definitief
los.
De fiscale autonomie is erg beperkt en bovendien
bijzonder ingewikkeld ingekleurd. De reeds als
dusdanig omschreven gewestbelastingen in de
bijzondere financieringswet worden wel
overgeheveld, wat echter niet meer dan logisch is.
Van echte fiscale autonomie, waarbij een
deelstaat niet alleen verantwoordelijk wordt
gesteld voor zijn uitgaven maar ook voor zijn
inkomsten, is geen sprake. Het is niet met de
mogelijkheid de belasting op de kansspelen te
verhogen of te verlagen, dat men het beleid aan
inkomstzijde kan sturen. De tijd dat de VLD eiste
dat de hele personenbelasting naar de deelstaten
zou moeten gaan en ook de
vennootschapsbelasting overgeheveld zou
moeten worden, ligt al ver achter ons. Toch zijn
dat de twee hefbomen voor het voeren van een
eigen fiscaal beleid. De herfinanciering van de
gemeenschappen waarbij meer Vlaamse
miljarden naar het Franstalig onderwijs gaan, is
wel binnen. De vennootschapsbelasting
daarentegen blijft volledig Belgisch.
Een erg belangrijk punt in het akkoord is de
overheveling van de organieke wetgeving inzake
gemeenten en provincies. Ook hier ziet men weer
het klassieke mechanisme opduiken dat bij elke
staatshervorming speelt. De Vlamingen moeten
blijvend een prijs betalen voor iets dat al lang
bedongen moest zijn. De federalisering van de
gemeente- en provinciewet was al toegezegd ten
tijde van het Sint-Michielsakkoord. Wie dacht dat
Vlaanderen met de overheveling van de
gemeentewet in staat zou zijn de decennialange
misbruiken van de faciliteiten in Vlaanderen te
beëindigen, komt bedrogen uit. Dat maakt het
bijzonder erg. De Franstaligen krijgen er nog wat
garanties bij. Uiteraard wordt niet geraakt aan de
pacificatiewet van 1988. De rechtstreekse
verkiezing van de schepenen en OCMW-
raadsleden in de zes randgemeenten blijft
bestaan. Het onweerlegbaar vermoeden van
taalkennis blijft behouden. Aan de faciliteiten kan
niet geraakt worden. De adjunct-gouverneur blijft
bestaan. Zo kan ik nog veel voorbeelden
opnoemen.
Er zijn bijkomende garanties voor de Franstaligen.
Aan de gemeentegrenzen van de
faciliteitengemeenten mag niet geraakt worden.
Toekomstige federaties van gemeenten in
Vlaanderen zijn dus uitgesloten. De
tuchtprocedure voor burgemeesters en
schepenen die op maat van de burgemeesters
van de zes faciliteitengemeenten rond Brussel is
geschreven, is zodanig opgesteld dat de Vlaamse
overheid weinig of geen armslag heeft.
De uitvoering van het zogenaamde Hermes-
akkoord is het volgende punt. De Conferentie voor
de Staatshervorming zou dat voorgoed regelen.
Wij stellen vast dat men niet eens de schijn heeft
opgehouden. Vrij snel bleek dat het om louter
bezigheidstherapie ging. De Conferentie voor de
Staatshervorming bleef wat ze was. Men
schakelde over op nachtelijke vergaderingen in de
coulissen van de Wetstraat, die trouwens ook
vandaag nog voortduren.
Er werd overgeschakeld op nachtelijke
vergaderingen in de coulissen van de Wetstraat
die trouwens tot op de dag van vandaag verder
duren. Op 5 april vorig jaar kon men met enige
fierheid aan de buitenwereld verkondigen dat er
een akkoord was met betrekking tot de kwestie
van de landbouw en de buitenlandse handel. Het
prijs- en inkomensbeleid blijft een federale
materie. Ook het Belgisch Interventie- en
Restitutiebureau blijft federaal. De tekst is zo
geformuleerd dat de bevoegdheden van het
bureau rustig kunnen worden uitgebreid. Er is dus
geen sprake van de volledige overheveling van
deze bevoegdheden. Er zijn zoveel uitzonderingen
dat men veeleer kan stellen dat de landbouw
wordt overgedragen uitgezonderd de landbouw,
compleet in tegenspraak met de door het Vlaams
Parlement goedgekeurde resolutie betreffende het
tot stand brengen van meer coherente
bevoegdheidspakketten in de volgende
staatshervorming.
Hetzelfde doet zich voor bij de buitenlandse
handel. Verschillende zaken blijven federaal,
bijvoorbeeld de leningen van staat tot staat en de
waarborgen tegen bepaalde risico's inzake export,
import en investeringen. De BDBH wordt
zogezegd afgeschaft maar er komt wel een
federaal agentschap in de plaats. Hoe kan het ook
anders: het wordt samengesteld op zijn Belgisch.
Er is pariteit tussen de gewesten aangezien de
drie gewesten elk vier vertegenwoordigers
aanduiden. Dat geldt eveneens voor de federale
overheid. Men gaat dus compleet voorbij aan het
feit dat Vlaanderen meer dan 75% van de export
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
42
voor zijn rekening neemt.
Ik zou het nog kunnen hebben over de
ontwikkelingssamenwerking maar dat is intussen
ruimschoots aan bod gekomen. Ook het
inschrijven van een bijzondere werkgroep in de
bijzondere wet kwam al aan bod in een aantal
tussenkomsten, naar ik vermoed ook bij de heer
Pieters. Er zal een bijzondere werkgroep worden
opgericht die moet nagaan welke onderdelen van
de ontwikkelingssamenwerking misschien ooit
wie weet overgeheveld kunnen worden naar de
gemeenschappen en de gewesten, dat vanaf
januari 2004 en uiteraard beperkt tot die delen die
betrekking hebben op de bevoegdheden van de
gemeenschappen en de gewesten. Dat is
uiteraard Kafka. Eigenlijk komt het erop neer dat
wat ontwikkelingssamenwerking betreft niets maar
dan ook niets wordt overgeheveld. Dat werd
vanavond reeds enkele keren gesteld.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, dit zijn slechts enkele bedenkingen die
mij ervan overtuigd hebben dat dit Lambermont-
akkoord een gesel is voor Vlaanderen. Na lezing
van de teksten, na het beluisteren van de collega's
en na het lezen van enkele nog steeds kritische
journalisten kan onze fractie niet anders dan dit
akkoord verwerpen. We mogen niet vergeten dat
dit akkoord er slechts één is uit een hele reeks
staatshervormingen die van dit land een
institutioneel wangedrocht hebben gemaakt.
Lambermont houdt in de eerste plaats helemaal
geen rekening met de vijf resoluties van het
Vlaams Parlement. Net zoals de
staatshervormingen van 1980, 1988 en 1993 dit
reeds deden, bouwt ook Lambermont voort op het
rampzalige grondplan dat in 1970 werd
uitgetekend. Dat grondplan voorzag in het
oprichten van de drie gewesten, het invoeren van
de alarmbelprocedure, de versterkte bijzondere
meerderheid enzovoort.
De kroniek van de Lambermont-akkoorden is de
kroniek van een aangekondigde nederlaag.
Daarom is het duidelijk dat alleen de Vlaamse
onafhankelijkheid een antwoord biedt op het valse
federalisme dat de Belgische constructie is.
Mijn partij streeft naar een vreedzame en
democratisch gelegitimeerde ontbinding van de
Belgische schijnfederatie. De fluwelen scheiding
van Tsjechoslowakije in 1992 toont aan dat een
dergelijke ontbinding op een snelle en efficiënte
manier kan gebeuren. Het is deze democratische
en geweldloze manier van scheiden die mijn partij
in gedachten heeft, die ik in mijn gedachten heb
en die moet en zal worden gerealiseerd. Een
Lambermont-akkoord zal dit uiteindelijk niet
kunnen tegenhouden. Daarvan ben ik overtuigd.
Dat België zal verdwijnen, is voor veel mensen
een zekerheid geworden. De vraag is alleen hoe
en wanneer dit proces zich zal voltrekken. Zelfs de
voorstanders van een onafhankelijk Vlaanderen
onderschatten doorgaans de machtspositie
waarover Vlaanderen beschikt wanneer de
politieke wil aanwezig is om tot een Vlaamse
onafhankelijkheid te komen. Vlaanderen moet zich
niet met Baskenland of Ierland vergelijken.
Vlaanderen moet zich niet aan Padamia spiegelen
dat niet over officieel erkende structuren beschikt
en waar het onafhankelijkheidsstreven in kleurrijke
manifestaties dreigt vast te lopen.
Vlaanderen is demografisch de belangrijkste en
economisch de meest welvarende van de twee
grote entiteiten in dit land. De Vlamingen moeten
zich voorbereiden, ook degenen die niet
principieel voor Vlaamse onafhankelijkheid zijn en
die België nog een allerlaatste kans willen geven,
en moeten maar eens een lijstje maken van wat in
Vlaanderen mogelijk zal zijn zonder België:
een gezonde
economische
politiek,
loonkostverlagingen, een eigen Vlaamse sociale
zekerheid, politiehervormingen, hervorming van
het gerecht, correcte toepassing van de
taalwetgeving in Brussel, geen inmenging van de
Franse Gemeenschap in Vlaams-Brabant, een
eigen Vlaamse diplomatie, enzovoort. Dat moet nu
het doel zijn.
Het is duidelijk dat Vlaamse onafhankelijkheid
nodig is om de welvaart van de Vlamingen veilig te
stellen. Het is duidelijk dat de onafhankelijkheid er
op een vreedzame en democratisch
gelegitimeerde wijze kan komen. Er blijft nog een
vraag te beantwoorden: wanneer? Ik citeer de
Gentse professor Jaap Kruithof: "De
onafhankelijkheid van Vlaanderen is niet meer
tegen te houden. Het is een onomkeerbaar
proces. Het gaat misschien niet vlug, maar binnen
een afzienbare tijd leven wij in een onafhankelijke
staat".
In Tsjechoslowakije werd tot in de zomer van 1992
nagedacht over een nieuw federaal of confederaal
model. Pas na de verkiezing van juni 1992 bleek
dat de tegenstellingen niet meer te verzoenen
waren. Binnen de zes maanden was de scheiding
voltrokken. Ook in Vlaanderen zijn de geesten
klaar voor de opheffing van de unie. Het begrip
separatisme mag voor sommigen een te
negatieve connotatie hebben, de graad van
zelfstandigheid die velen Vlaanderen willen
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
43
toebedelen, komt in de praktijk overeen met de
opsplitsing van België. Ik citeer de woorden van
Mark Grammens: "We komen nu wel terecht in
het stadium van de verloedering en de grote
onzekerheid dat kenmerkend is voor elk fin de
règne, maar net in dit stadium is dat ene incident
niet ver weg dat direct noodzaakt om een nieuwe
weg in te slaan".
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, ik besluit met een citaat van Peter De
Rover, voorzitter van het overlegcentrum van
Vlaamse verenigingen.
De gehele Lambermont-ronde werd opgezet om
de Franstaligen nieuwe middelen te verschaffen.
Zij zijn vragende partij en de discrepantie in het
akkoord moet worden weggewerkt ten voordele
van de Vlamingen. De door Vlaanderen betaalde
prijs is nu al veel te hoog. Het zou van ongekend
cynisme getuigen om dit nog verder op te drijven.
De regering zou er beter aan doen de huidige
Lambermont-versie opzij te schuiven en in te gaan
op de gerechtvaardige Vlaamse verzuchtingen.
Het goedkeuren van een fundamentele
hervorming via bricolage en wisselende
meerderheden is een volwassen democratie
onwaardig.
Elke vorige staatshervorming kon steunen op een
voldoende groot politiek draagvlak in beide
landsdelen. Met dit Lambermont-akkoord dreigt de
staat echter te worden hervormd met totaal
onevenwichtige verhoudingen: bijna unanimiteit
aan Franstalige kant, en tegen de oppositie in van
zowat de helft van de Vlaamse parlementsleden.
Krijgen we anno 2001 het beeld van België als
land waar de Franstaligen bepalen welke richting
we uitgaan en de noodzakelijke meerderheid
halen dankzij de medewerking van het minimaal
nodige Flamands de service? Vandaar is er de
ultieme oproep van het OVV aan alle Vlaamse
parlementsleden om de oneigenlijke argumenten
te laten vallen en het Lambermont-akkoord en de
aansluitende akkoorden te beoordelen op basis
van hun intrinsieke inhoud. Het is voor iedereen
zonneklaar dat Lambermont in het algemeen en
het hoofdstuk Brussel in het bijzonder, voor
Vlaanderen niet deugen en moeten worden
afgewezen.
01.53 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik heb gemerkt dat het aan de kant van
de meerderheid 28 juni is en aan de kant van de
oppositie 27 juni.
De voorzitter: We zullen initiatieven in deze
richting nemen.
01.54 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, we hebben destijds nog in
onze klassieke scholing van de heer De Croo
vernomen dat hij ooit in zijn jeugd de datum eens
heeft veranderd en dat hij toen door de toenmalige
voorzitter, een van uw achtbare voorgangers, erop
werd gewezen dat men die datum niet zomaar
mag veranderen. Dat kan alleen als men een
nieuwe zitting aankondigt. Wij zijn nu in de zitting
van 27 juni. Ik zou vragen of u de minister vraagt
om het niet aan de kant van de oppositie te
corrigeren, maar aan de kant van de meerderheid.
De voorzitter: Zo kan iedereen zijn eigen
interpretatie hebben.
01.55 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Het
is pas als de zitting wordt geschorst of de zitting
wordt onderbroken en er een nieuwe wordt
aangekondigd, dat die datum mag veranderen.
01.56 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, kunt u nog even verduidelijken wat u
bedoelt met initiatieven nemen in de richting van
de oppositie. Er gebeurt hier deze nacht van alles.
Ik zou willen weten wat u bedoelt met initiatieven.
Wat bedoelt u met oppositie?
De voorzitter: Ik let niet op de kalender. U mag
me niet verkeerd interpreteren.
01.57 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, collega's, politiek bedrijven is in
België een hallucinante bezigheid. We voeren hier
zogenaamd een politiek debat in het Parlement,
de Kamer van Volksvertegenwoordigers, waar dus
150 mensen het volk vertegenwoordigen en de
diverse opinies inzake bijvoorbeeld de
communitaire problematiek. Dit debat is echter in
feite volkomen overbodig omdat op dit ogenblik de
beslissingen worden genomen op u raadt het
nooit het PS-hoofdkwartier.
In België mag men zich er natuurlijk aan
verwachten dat dit op het PS-hoofdkwartier
plaatsvindt. Wij zitten verder van de
democratische polis. Twee en een half millennium
geleden werd in de Griekse polis nog echt
gediscussieerd tussen de verschillende
strekkingen. In het begin van de eenentwintigste
eeuw is dit niet meer het geval.
Om duidelijk aan te tonen hoe hallucinant het
eigenlijk is, lees ik het Belgabericht voor van 22.25
uur: "Terwijl in de Kamer het debat over het
bevoegdheidsluik van het Lambermont-akkoord
voortgaat, zitten de vertegenwoordigers van de
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
44
Franstalige meerderheidspartijen en de PSC sinds
19.30 uur op het partijhoofdkwartier van de PS
samen rond de tafel. Onder meer de vice-
premiers Laurette Onkelinx (PS), Isabelle Durant
(Ecolo), Louis Michel (PRL-FDF) en de
partijvoorzitters Elio Di Rupo (PS), Daniël
Ducarme (PRL) en Jacques Baudouin (Ecolo)
nemen deel aan de vergadering. Ook Gérard
Deprez (MCC), PSC-voorzitster Joëlle Milquet en
PSC-kamerlid Jean-Jacques Viseur zitten meer
rond de tafel. De meerderheid tracht nog steeds
de PSC ervan te overtuigen de goedkeuring
mogelijk te maken van het tweede luik van
Lambermont. Welke houding de PSC uiteindelijk
gaat aannemen, is nog altijd niet duidelijk.
Morgen, donderdagnamiddag, heeft de stemming
plaats".
Wij schuiven vervolgens een goed uur op.
Terwijl
wij hier in de Kamer van
Volksvertegenwoordigers, de politieke emanatie
van wat er leeft in dit land, een groot
maatschappelijk debat voeren over de toekomst
van deze schijnfederatie schrijft Belga, ik citeer:
"La réunion entre les représentants des partis
francophones de la majorité et le PSC était
toujours en cours". Men is op het hoofdkwartier
van de PS nog altijd bezig om te beslissen wat wij
hier moeten denken. Wij zijn hier aan het
debatteren, maar in feite is dat allemaal praat voor
de vaak. Het zal op het PS-bureau worden
uitgedokterd. Ik ga verder met het citaat: "La
discussion porte sur la signature et la ratification
par la Belgique de la convention-cadre du Conseil
de l'Europe sur la protection des minorités et plus
spécialement sur la définition de cette notion de
minorité". Achter onze rug is men dit aan het
bekokstoven terwijl wij hier het grote politieke
debat zouden moeten voeren.
Gelukkig is er Belga zodat wij kunnen vernemen,
ik citeer: "Les francophones se seraient mis
d'accord sur une formule qui poserait toutefois
encore problème aux partis flamands de la
majorité qui se réunissent à 23.30 heures avec le
premier ministre pour discuter de la question."
Wat staan wij hier in hemelsnaam te lullen?
"Entre-temps, d'autres personnalités politiques ont
rejoint la réunion qui se tient toujours au PS, à
savoir J.P. Poncelet et Olivier Maingain.
Pour Ecolo, Marcel Cheron et Jean-Marc Nollet
participent également à cette rencontre."
Het belangrijke politieke debat wordt hier nog
steeds gevoerd en we mochten een half uurtje
geleden van Belga vernemen dat de vergadering
tussen de Franstalige leden van de meerderheid
en de PSC rond middernacht nog steeds aan de
gang is. De discussie draait rond de
ondertekening en ratificering van het kaderverdrag
van de Raad van Europa inzake bescherming van
nationale minderheden. Het bericht eindigt met de
woorden en ik citeer: "In de Kamer is de algemene
bespreking nog aan de gang".
Mijnheer de voorzitter, hoe ridicuul kunnen we
zijn? Men is ginder aan het beslissen, op het
hoofdbureau van de Parti Socialiste, maar Belga
schrijft dat het debat in de Kamer nog aan de
gang is. Lachwekkend, maar dit is Belgisch. Men
laat in het Parlement de volksvertegenwoordigers
rustig hun ding doen, ze worden er tenslotte goed
voor betaald, en ondertussen zullen wij op de
Keizerslaan wel beslissen.
Collega's, ik kom op de Brusselse situatie die mij
na aan het hart ligt. Ik ben hier opgegroeid en ik
heb hier nog veel vrienden. Het gaat mij ter harte,
te meer omdat wat men nu in Brussel bekokstooft
erger is dan wat men ooit in dit land heeft gezien.
Er is in dat Brussel derde Gewest al het een en
het ander gebeurd, maar wat men nu bekokstooft
is toch wel vrij grof. Ik geef enkele voorbeelden:
men zal binnen eenzelfde taalgroep lijsten kunnen
verbinden voor de verkiezing van de Brusselse
Hoofdstedelijke Raad. Die lijstverbinding heeft tot
doel het Vlaams Blok zoveel mogelijk tegen te
houden in zijn toch wel indrukwekkende opgang.
Wij zijn nu immers al de grootste partij in Brussel
en men heeft dus een bijna panische angst voor
die vooruitgang. Door dit systeem wil men het
aantal reststemmen zoveel mogelijk zelf
binnenrijven en het aantal zetels dat het Vlaams
Blok kan behalen zo laag mogelijk houden. Het is
een truc, niet echt democratisch en kiezersbedrog.
Men heeft dat al gedaan in 1999 en men gaat het
in de volgende verkiezingen overdoen.
De afschaffing van de dubbele meerderheid. Als
er geen meerderheid is aan beide kanten - lees
aan Vlaamse kant dan zal men een termijn van
dertig dagen inroepen na dewelke er helemaal
geen meerderheid meer nodig is aan de beide
kanten lees aan Vlaamse kant. Het zal niet meer
nodig zijn dat de Vlamingen in Brussel op zijn
minst met de helft akkoord gaan om zaken door te
drukken die naar men mag vermoeden fel
ingaan tegen Vlaamse belangen. Het zal mogelijk
zijn om na een maand de tweede stemming te
houden waarbij het percentage van één derde
volstaat.
Dit is al heel wat erger. Dit is werkelijk
ondemocratisch. Democratie betekent dat de
meerderheid beslist. In dit geval heeft men bij de
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
45
Vlamingen geen meerderheid meer nodig en men
zal altijd wel wat collaborateurs vinden, genre Vic
Anciaux zaliger. Of genre mijnheer Chabert,
nietwaar, mijnheer Leterme? Men zal altijd van die
Quislings vinden die met veel plezier de
Franstaligen op hun wenken bedienen en zorgen
voor dat derde, voor 33% van de Vlaamse
stemmen, nodig om maatregelen te treffen die
eventueel en wellicht anti-Vlaams zullen zijn.
Nog een sterk staaltje van hoe men de democratie
aan zijn laars lapt is de wijze waarop men de
Brusselse regering zal verkiezen. Indien er in de
hoofdstedelijke raad geen volstrekte meerderheid
wordt gevonden voor een Vlaming, zal er na een
termijn van dertig dagen een nieuwe verkiezing
plaatsvinden, waarbij een kandidaat de
meerderheid moet halen binnen de uitgebreide
gemeenschapscommissie. Daar is nog een truc in
de maak: men gaat vijf extra Vlamingen
aanvoeren, niet op basis van wat de Vlamingen in
Brussel hebben gekozen vanuit hun politieke
overwegingen, maar op basis van de
verkiezingsuitslag voor het Vlaams Parlement.
Eigenlijk heeft die niets te maken met de
hoofdstedelijke raad. De goede Belgen die dat
allemaal bekokstoven spreken zich daar tegen,
want men heeft een apart derde Brussels gewest
gewild, maar nu, enkel en alleen omdat daar dat
vervelend Vlaams Blok zit, gaat men vanuit het
Vlaams Parlement in dat apart Brussels
Parlementje Vlamingen importeren om te
verhinderen dat het Vlaams Blok in Brussel aan
een meerderheid geraakt. Het aandeel van de
Vlaams Blokstemmen moet, koste wat het kost,
verdund worden op een bijzonder
ondemocratische wijze. Hier zitten veel juristen die
nu allemaal naar het plafond kijken, maar dit is
volstrekt ondemocratisch en men kan dit absoluut
op geen enkele juridische basis stoelen.
Ik kom nu op de truc die men gebruikt om het
aandeel van het Vlaams Blok in de VGC te
verdunnen: niet verkozen kandidaten worden
aangeduid op basis van wat in het Vlaams
Parlement gebeurt. De verkiezingen gebeuren
gelijktijdig en dus gaat men zich daarop baseren,
in de hoop dat Vlaanderen niet steeds talrijker
voor het Vlaams Blok kiest, neem ik aan. We zijn
nu al de derde partij en ik denk niet dat wij bij de
volgende verkiezingen achteruit zullen gaan,
integendeel. Men hoopt dus voorlopig nog op die
manier de inbreng vanuit het Vlaams Parlement
zo te organiseren dat daar een of, in hun ogen in
het beste geval, geen Vlaams Blokker aan te pas
komt.
Bovenop alle trucjes die worden aangewend en
die een aanfluiting zijn van de democratie en van
elk rechtsgevoel, past men nog een truc toe die
erin bestaat dat de aanduiding van de vijf
Vlamingen mag gebeuren op basis van het
verbinden van lijsten waaroor het Vlaams Blok in
aantal wordt overstegen, om alzo, eerder dan het
Vlaams Blok, een kandidaat te kunnen
voorstellen. Het systeem is bijzonder doorzichtig
en ondemocratisch, maar dat raakt de grote
democraten van de meerderheid niet. Zij reageren
zelfs niet want wat het Vlaams Blok zegt is toch
niet van belang. Zolang zij de wet naar hun hand
kunnen zetten gaat alles goed.
Hoe dan ook, een dergelijk systeem zal zich op
een gegeven ogenblik wreken. Zoiets kan men
immers niet ongestraft blijven doen.
Ik kom thans tot de enorme verwezenlijkingen ik
wijs erop dat mijn woordgebruik sarcastisch is
bedoeld in de Brusselse gemeenten. Al enkele
decennia maken wij het mee dat de Vlamingen
aldaar volslagen in de verdrukking zijn beland en
tevens dat de Brusselse gemeenten, door toedoen
van die formidabele Franstalige politici, op een vrij
inefficiënte manier worden bestuurd. Ik trap een
open deur in wanneer ik zeg dat het gaat om
plaatselijke baronieën die in eerste instantie
worden gekenmerkt door bestuurlijke inefficiëntie.
Brussel is uiteraard een geval apart. In de loop
van de vorige eeuw onderging Brussel enorme
wijzigingen. In het begin was het niet meer dan
een kleine provinciestad, omringd door een aantal
onafhankelijke gemeenten. Omwille van de
verstedelijking groeiden Brussel en achttien
omringende gemeenten samen tot een
middelgrote Europese stad die ooit meer dan 1
miljoen inwoners telde. Inderdaad, Brussel
benaderde ooit 1,1 miljoen inwoners, maar werd
daarna geconfronteerd met een immense
stadsvlucht. Ik kan nog lang doorgaan over de
oorzaken van deze vlucht - elkeen die in Brussel
rondloopt kan daarover trouwens een boompje
opzetten al is dat niet meteen het
gespreksonderwerp van vanavond. Criminaliteit,
vandalisme, verkeerschaos, een bijzonder
onvriendelijk klimaat ten aanzien van Vlamingen
en dergelijke zorgden ervoor dat het aantal
inwoners in Brussel daalde tot 945.000 personen.
Door hun fusie ondergingen de centrumgemeente
Brussel en de achttien andere gemeenten een
verstedelijking waardoor zij werden
geconfronteerd met de problemen van elke
grootstad. Zelfs de stad Mechelen, met
burgemeester Somers, is nog steeds het
slachtoffer van de maatschappelijke problemen
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
46
van de steden.
Dit valt niet echt in het bestek van dit debat,
mijnheer Somers, maar ik neem aan dat we
daarover in de komende jaren wel eens een
debatje kunnen voeren. Ik hoop alleszins dat uw
gesprekken met de jongeren ik zal beleefd
blijven en zeker niet racistisch doen echt indruk
hebben gemaakt. Zeer waarschijnlijk hebt u een
grote indruk gemaakt op die heerschappen en zult
u nu van alle problemen verlost zijn.
Een behoorlijk bestuur, ook in Brussel,
veronderstelt dat men een bestuurlijke entiteit
heeft die op een efficiënte wijze voldoet aan de
behoeften en noden van de bevolking. In Brussel
kan men vaststellen dat dit in de praktijk niet het
geval is. De structuren waarover men in Brussel
beschikt en dat is een belangrijk element in de
discussie vallen niet meer samen met de schaal
waarop die problemen zich voordoen. De heer
Somers kan nog rustig met zijn eigen criminelen
praten, maar het lijkt mij vrijwel onmogelijk om als
burgemeester in Brussel met alle criminele
jongeren te praten. Men zou daar een levenstaak
aan hebben. Ik neem aan dat men dat in
Mechelen met enkele honderden nog kan, maar in
Brussel helemaal niet. Eerst en vooral zijn de
structuren niet aan Brussel aangepast en
Lambermont gaat daar helemaal niets aan
veranderen. De baronieën blijven, met
goedkeuring van mensen in dit halfrond, die al
zovele keren tegen deze baronieën zijn
tekeergegaan. We weten allemaal dat men dat bij
de PRL en het FDF nooit heeft gedaan, maar de
CVP, het Vlaams Blok en ook de VLD hebben dat
wel gedaan. Lambermont heeft daar nu even geen
boodschap aan en het probleem dat uit die 19
baronieën is geboren, wordt niet aangepakt. Dit
structureel mankement blijft dus bestaan.
Men heeft een versnippering van het gemeentelijk
beleid. In een grootstedelijk gebied als Brussel
kan men niet werken met 19 verschillende
gemeentebesturen. Zij worden, zoals bekend,
door de lokale machtspotentaten geleid, die elk
hun eigen invulling aan het beleid geven. Hoe zal
men zijn gemeente runnen? Dat kan op 19
verschillende wijzen worden ingevuld.
De aanwezigheid van bevoegdheden op het
plaatselijk vlak, die veel beter op het
hoofdstedelijk vlak zouden worden uitgeoefend en
het blijvend bestaan van die 19 baronieën zullen
ervoor zorgen dat het bestuur in Brussel vrij
ongecoördineerd, om niet te zeggen op sommige
punten zelfs chaotisch blijft.
Een nevenaspect, dat ook al door heel wat partijen
is aangekaart, is het overtal aan politiek
personeel. Brussel heeft, zoals gezegd, nog een
kleine 950.000 officieel ingeschreven burgers, de
illegalen even niet meegerekend.
Officieel zijn er 950.000 mensen ingeschreven in
Brussel, allicht zijn er vele tienduizenden illegalen.
Brussel heeft meer mandatarissen dan
Antwerpen. Dit is normaal, want Brussel is
tweemaal zo groot. In Brussel zijn er 1.135
mandatarissen en in Antwerpen 324. Dit betekent
dat er in Brussel één mandataris is per 473
kiesgerechtigden, en in Antwerpen één
mandataris per 1000. Het is mooi de democratie
en de vertegenwoordiging ver door te drijven,
maar het is een beetje van het goede te veel. Dit
probleem werd door een aantal partijen reeds in
het verleden aangekaart, maar hier doet men er
niets aan. Men doet er zelfs een schepje bovenop:
men gaat een aantal parlementsleden bij creëren.
Dit stelt men voor als een grote overwinning voor
de Vlamingen: "Jullie krijgen er een pak
parlementairen bij, is dat niet leuk?" Volgens de
resultaten van 1999 zullen er dus twee Vlaams-
Blokkers bijkomen, en dat is leuk voor het Vlaams
Blok. Maar wat heeft de Brusselaar eraan dat er
nog een stel parlementairen bijkomen? Wat
hebben de Vlamingen in Brussel eraan dat er
parlementairen bijkomen, wanneer ze terzelfdertijd
hun macht kwijtspelen, met name de macht die ze
vroeger hadden? Vroeger moesten 50% van de
parlementairen akkoord gaan om bepaalde zaken
goed te keuren, terwijl dat nu nog 33% is. Dit is de
Vlaamse nederlaag in Brussel. Dat zij er enkele
zetels bijkrijgen, heeft natuurlijk geen enkel
belang. Of er nu 20 Vlamingen zitten, of 25, of 30
heeft geen enkel belang. Het enige dat belang
heeft, is de politieke macht die deze mensen in de
Hoofdstedelijke Raad hebben; en deze wordt nu
ingekrompen van 50% naar 33%. Ik heb het
daarstraks nog gezegd: men vindt altijd wel een
paar quislings die willen meedoen met PRL-FDF
en PS.
Ik kom terug op het niveau van de gemeenten. De
plaatselijke machtspotentaten, de Brusselse
baronnen, doen nu en dan een toegeving. Er is
nood aan een bestuursniveau boven het
gemeentelijke. Daarom heeft men een aantal
officieuze overlegstructuren opgericht, zoals de
Conferentie van de Burgemeesters, de
samenvoeging van een aantal politiekorpsen en
de vergaderingen van de gemeentesecretarissen
en van de OCMW's. Tot nader order zijn dit echter
nog steeds officieuze overlegorganen, die geen
wettelijk geregelde organen zijn, die geen
beslissingsbevoegdheid hebben en die volgens
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
47
het Vlaams Blok absoluut onvoldoende zijn.
De gemeentewetgeving is volgens het Vlaams
Blok eveneens onaangepast. Indien men dan toch
aan de structuren van Brussel sleutelt, had men
ook hier een inspanning kunnen doen. In de loop
van de vorige eeuw is Brussel uitgegroeid tot een
grote stad, maar de bestuurlijke organisatie is niet
mee gegroeid.
Brussel wordt nog steeds bestuurd volgens een
gemeentewetgeving die geschikt is voor een stad
zoals Mechelen of Vilvoorde, maar die totaal
ongepast is voor een stad zoals Brussel, zeker in
het begin van de 21
ste
eeuw. Om zo'n een stad
goed te besturen is het absoluut noodzakelijk om
op verschillende niveaus te kunnen werken.
Bepaalde beleidsmateries moeten centraal
worden georganiseerd. Andere aspecten moeten
natuurlijk op het lokale vlak blijven. Die nood doet
zich voelen omdat we staan aan het begin van het
derde millennium, de maatschappij complexer en
technischer wordt, de burger veeleisender wordt
en dat daar een niveau moet worden gecreëerd
dat beantwoordt aan die maatschappelijke vragen.
Voorzitter: Fred Erdman, oudste lid in jaren
Président: Fred Erdman, doyen d'âge
Nog een probleem is de financiële draagkracht.
Ten eerste, we zitten met een exodus en met een
verarming van de stad, maar ook met het
financieel probleem van de 19 baronieën. Het is
bekend, een aantal gemeenten hebben absoluut
te weinig financieel draagvlak om al hun
maatschappelijke of sociale taken naar behoren te
vervullen. Die gemeenten zijn financieel niet
leefbaar. Kijk naar Schaarbeek. Ik zou de put van
het OCMW van Schaarbeek niet willen vullen. Dat
mondt dus uit in een afbouw van de
dienstverlening. Uiteindelijk komt men in een
aantal van die arme gemeenten tot een soort van
elementaire dienstverlening. Men kan nog terecht
op de burgerlijke stand maar mensen die het
moeilijk hebben, de zogenaamde sociale gevallen,
kunnen in een aantal gemeenten niet meer terecht
of men moet genieten van bijzondere statuten die
positief gediscrimineerd worden zoals bijvoorbeeld
een asielzoeker. Dan heeft men iets gemakkelijker
toegang tot die dienstverlening. Ik heb het over
Schaarbeek gehad, maar men kan ook Sint-Joost
of Sint-Gillis vernoemen.
Dit betekent dat ook hier een structurele wijziging
nodig was in de organisatie van Brussel om aan
deze problemen een oplossing te bieden. Dit
Lambermontakkoord zal de Brusselaar alleen geld
kosten, geld aan duur betaalde parlementsleden
die, als ik een aantal van mijn collega's in de
hoofdstedelijke raad mag geloven, niet veel meer
te doen hebben dan in een doorsnee
provincieraad. Het is een droevige vaststelling dat
men hier eigenlijk niets, maar dan helemaal niets
aan verholpen heeft.
Wat het communautair onevenwicht betreft, het
Vlaams Blok is van mening dat de Brusselse
gemeenten vanuit historisch oogpunt Vlaamse
gemeenten zijn en dat het hoofdstedelijk gebied
ook geografisch Vlaams is. De agglomeratie ligt
volledig in Vlaanderen, grenst niet eens aan
Wallonië. Dat zijn ook elementen die men bij
politieke gesprekken in het achterhoofd moet
houden.
Zelfs als men de geschiedenis en de geografische
ligging van de tafel veegt, blijft het gegeven
overeind dat Brussel de hoofdstad van Vlaanderen
is. Zelfs als men dat niet aanvaardt, moet men er
zich bij neerleggen zelfs een FDF'er - dat
Brussel de hoofdstad is het land dat gevormd
wordt door Vlaanderen en Wallonië. Om al deze
redenen vindt het Vlaams Blok dat de Vlamingen
in Brussel het recht hebben op volwaardige wijze
te participeren aan de macht in de 19 gemeenten.
Dit is geen kwestie van historische
rechtvaardigheid. Men kan deze stelling ook
onderbouwen door een aantal internationaal-
rechtelijke akkoorden.
Wat is de situatie op dit ogenblik? Het is geweten,
maar men moet het blijven herhalen, dat de
machtsparticipatie van de Brusselse Vlamingen op
het gemeentelijk vlak volstrekt onvoldoende is. De
politieke vertegenwoordiging van de
Nederlandstaligen in Brussel is slecht op het
lokaal vlak en wordt verslecht op het niveau van
de hoofdstedelijke raad. De Vlaamse partijen in
deze meerderheid falen. Ik weet niet of AGALEV
ooit als Vlaamse partij kon worden betiteld. De SP
heeft in het verleden Vlaamse opflakkeringen
gekend en grote Vlaamse voormannen geleverd.
Ik vrees dat de laatste keer dat de SP zich Vlaams
geprofileerd heeft de periode van de Rode
Leeuwen is geweest in de streek rond Brussel.
Het is echter lang geleden, ongeveer 30 jaar, dat
de socialisten nog de moed hadden om voor hun
Vlaamse volk op te komen.
Président: Jean-Pol Henry, premier vice-président.
Voorzitter: Jean-Pol Henry, eerste ondervoorzitter.
Het huidig statuut van Brussel is dat van een
région à part entière. Sinds 1988 is België een
federale staat. Een aantal bevoegdheden werden
overgeheveld naar de gewesten, andere
bevoegdheden werden toegewezen aan de
gemeenschappen. Eigenaardig genoeg volstond
dit niet en maakte men van Brussel een apart
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
48
gewest. Brussel kreeg zijn eigen instellingen. Het
Vlaams Blok is daar altijd tegen geweest. Het is
een blunder van jewelste van de Vlaamse partijen
die de oprichting van een derde gewest hebben
goedgekeurd. Het was een compromis tussen de
eisen van de Franstaligen en die van de
Nederlandstaligen. Dat Brussel erkend werd als
een volwaardige deelstaat naast Vlaanderen en
Wallonië ervaar ik en velen met mij vermoed ik
als een grote overwinning voor de Franstalige
politici. De deelstaat Brussel beschikt over een
eigen wetgevende bevoegdheid en kan
ordonnanties uitvaardigen waarvan de
rechtskracht hoewel niet helemaal toch haast
evenwaardig is aan die van de andere deelstaten.
Bruxelles région à part entière, waar natuurlijk -
en dat is belangrijk - heel wat ministerpostjes,
parlementszetels, kabinetsmedewerkers en
allerhande macht en invloed te verdelen waren.
Dat is dus een kwalijke zaak geweest. Het
summum van die herstructurering in Brussel is de
Hoofdstedelijke Raad, een parlement dat uit 75
leden bestaat, maar waaraan men nu, zoals straks
reeds gezegd, een aantal Vlamingen en
Franstaligen uit de Brusselse rand zou toevoegen
en zelfs vanuit het Vlaams Parlement er nogmaals
vijf zou aanduiden. Het is van een nooit gezien
cynisme, omdat men eigenlijk alleen maar voor
ogen heeft de toenemende invloed van het
Vlaams Blok in de Vlaamse
Gemeenschapscommissie zoveel mogelijk te
beperken.
De Gemeenschapscommissies en de
gemeenschappelijke Gemeenschapscommissies
zijn creaties waar men vrij euforisch heeft over
gedaan, ook bij de CVP en waar ook een zekere
mijnheer Chabert nog altijd zeer euforisch over
doet. Men begrijpt zeer licht waarom, maar wij
hebben daar heel wat vragen bij. Wij vrezen dat -
niet alleen omdat het Vlaams Blok en de
verkozenen ervan, de twintig gemeenteraadsleden
en de vier Brusselse volksvertegenwoordigers van
het Vlaams Blok dat allemaal zeggen, maar omdat
de Vlamingen in Brussel dit allemaal pijnlijk
aanvoelen dit leidt tot, wat ik in het begin van
mijn betoog gezegd heb, een steeds sterkere
stadsvlucht.
Dit zal de mevrouw van Ecolo waarschijnlijk een
plezier doen. Er ontstaat bij de Vlamingen een
zeer sterke stadsvlucht, die proportioneel veel
groter is dan de stadsvlucht bij de Franstaligen,
want ook zij vluchten uit Brussel. Men woont niet
graag in een wijk die verworden is tot een getto,
tot een Arabisch of moslimgetto. Men heeft niet
graag dat zijn kinderen in een gettoschool zitten,
omringd door kinderen die soms niet eens de taal
begrijpen van de klas waarin ze zitten. Ook
Franstaligen vluchten, maar proportioneel zijn het
meer Vlamingen dan Franstaligen.
Aan de andere kant zien wij dat het
machtsevenwicht dat men beweert na te streven
in Brussel, en dat men ook met Lambermont
probeert na te streven, niet alleen door de vlucht
van die Vlamingen in het gevaar en in het gedrang
komt, maar natuurlijk ook door de doorgedreven
naturalisatiegolf. Men heeft in Brussel
genaturaliseerd dat het niet meer mooi was en u
mag dit letterlijk en figuurlijk nemen. Men weet wat
er allemaal misgelopen is met de naturalisaties. Er
zijn mensen genaturaliseerd waarvan ik de buur
niet zou willen zijn en ik heb niet rap schrik. Het
omgekeerde is misschien ook waar, maar ik heb,
denk ik, nog altijd meer rechten dan dat soort van
individuen dat zich laat naturaliseren en heel wat
op zijn kerfstok heeft.
Er is dus genaturaliseerd tegen de sterren op en
die naturalisatiegolf - het gaat in Brussel om vele
tienduizenden gaat op zijn beurt leiden, net zoals
de stadsvlucht, tot een evolutie in de
verhoudingen tussen Vlamingen en Franstaligen.
De Brusselse Nederlandstaligen hebben het
momenteel bijzonder moeilijk. Zij zullen het in de
komende twee tot drie decennia nog moeilijker
krijgen. Lambermont noch de Vlaamse partijen die
Lambermont zullen goedkeuren, hebben daarop
ook maar één antwoord gegeven. Ze hebben
ervoor gezorgd dat enkele van hun vrienden op
een zeer vlotte manier volksvertegenwoordiger of
minister kunnen worden. Men zal nu ook voor
enkele bijkomende Vlaamse schepenen zorgen.
Voor de gewone Vlaamse burger heeft dat echter
allemaal geen enkel belang. Het brengt hem niets
bij. Integendeel, men heeft zelfs de 50%-regel
weggegooid. Men valt terug op een derde van de
Vlaamse stemmen als de Franstaligen in Brussel
iets willen doordrukken.
De situatie is dus ernstig en zal nog verslechteren.
Niemand trekt zich daarvan iets aan en niemand
luistert ernaar, maar die achteruitgang zal
uitmonden in een institutionele crisis. Het zal de
Franstaligen een zorg wezen, maar ooit zal het
toch de zorg moeten zijn van de Vlaamse partijen.
De Walen denken nu zo slim te zijn met al deze
hervormingen. Ze zijn echter het
ontbindingsproces van België aan het versnellen.
De onbeschoftheid en de arrogantie waarmee zij
jarenlang de Vlamingen hebben behandeld, zullen
ze als een boemerang in hun gezicht krijgen.
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
49
De taalwetgeving in Brussel is ook een cruciaal
probleem. We leven in de 21
ste
eeuw. Het zou
toch onmogelijk moeten zijn om in de hoofdstad
van dit tweetalig land gediscrimineerd te worden
wegens van zijn taal. Vooral dankzij de linkse
hoek, maar tegenwoordig ook dankzij de witte
ridder van de VLD, de heer Verwilghen, worden
alle mogelijke discriminaties aangepakt. Meestal
gebeurt dat op instigatie van de groenen. Alle
mogelijke discriminaties moeten uit de wereld
worden gebannen, te beginnen uit België. Het
soort taaldiscriminaties dat door tal van rapporten
en door de vele getuigenissen uit de sectoren
wordt bevestigd, is in Brussel echter geen enkel
probleem. Dat wordt niet verholpen.
Op een schaamteloze wijze wordt de
taalwetgeving een wetgeving die niet door het
Vlaams Blok maar door de traditionele partijen is
opgesteld voor verschillende sectoren al vele
jaren lang continu met voeten getreden. Dit zal zo
blijven. Ook de nieuwe politieke cultuur en de
drang van deze meerderheid om alle
discriminaties te bannen zullen daar niets aan
verhelpen.
Ik ga nu in op de taalwetgeving op het
gemeentelijk niveau. Ik heb het dan over de
gemeenten en de OCMW's. De taalwetgeving
wordt daar geregeld door de wetten van 1966.
Geachte collega's, die wetten stellen het principe
voorop van de algemene tweetaligheid van de
diensten. Dit geldt dus niet alleen voor de
buitendiensten, wat nogal logisch is, maar ook
voor de binnendiensten. Als u zich daar boos over
wil maken in Brussel, dan zult u niet de eerste zijn.
Toch is dit ook belangrijk. Wat de binnendiensten
betreft, zou men de Brusselse lokale ambtenaren
hun kennis van de tweede taal moeten zien
bewijzen door het afleggen van een examen bij
het Vast Wervingssecretariaat. Natuurlijk zijn wij
het eens met dat principe. Zowel de
Nederlandstaligen als de Franstaligen moeten in
Brussel in hun moedertaal terechtkunnen bij de
overheidsdiensten. Dit principe moet gehandhaafd
blijven en strikt worden toegepast. Het principe
bestaat sedert 1966 maar het wordt al een hele
tijd niet meer toegepast. Ik zal nooit vergeten dat
de zeer Vlaamsgezinde heer Weckx indertijd
een boegbeeld in Brussel - en de nog veel sterker
Vlaamsgezinde heer Victor Anciaux een jaar of
tien geleden kwamen aandraven met tolken voor
de Turken en Marokkanen in de ziekenhuizen te
Brussel. Als men dan zei dat dit allemaal heel
menslievend was en vroeg waarom dit niet kon
voor de Vlamingen, dan werd dat afgewimpeld.
Men zei toen dat zeker het Vlaams Blok niet zou
willen dat Vlamingen op hetzelfde niveau zouden
worden geplaatst als Turken en Marokkanen. Van
racisme gesproken. Het was een geintje van de
heer Weckx dat eigenlijk verkeerd uitdraaide.
Ik kom nu terug op de huidige situatie. In een
aantal ziekenhuizen en bij een aantal OCMW-
diensten hebben wij nog steeds geen recht op een
Nederlandstalige behandeling.
Wij krijgen ook geen tolken, zoals zieke Turken en
Marokkanen. De problemen blijven voor de
Vlamingen in Brussel voor een derde van het
werkvolume bestaan.
Inzake de betrekkingen in de overheidsdiensten,
bepaalt de wetgeving dat een kwart van de
betrekkingen aan elke taalgroep wordt
voorbehouden, zodat de overige 50% door de
plaatselijke besturen naar eigen inzicht kan
worden ingevuld. Dat betekent dat een kwart van
de jobs voor de Nederlandstaligen is. Wie de
Brusselse situatie een beetje kent, begrijpt dat
gemakkelijk. Wij vinden dat deze regeling - het
taalmatig vrij invullen van 50% jobs - ook mag
blijven bestaan op voorwaarde dat deze mensen
via objectieve examens een zekere
beroepsbekwaamheid hebben bewezen en
voldoen aan een aantal vereisten die bijvoorbeeld
aan de examens van het Vast
Wervingssecretariaat kunnen worden getoetst.
Het spreekt voor zich dat de taalvereisten in de
beide taalgroepen identiek moeten zijn. Daarin
mogen geen verschillen bestaan.
De zware discussie die al jaren tussen de
Nederlandstalige en de Franstalige politici woedt,
gaat over de vraag welke betrekkingen bij de
lokale besturen precies onder de taalwetgeving
vallen. Volgens de Franstalige politici geldt de
taalwet alleen voor de vastbenoemde
personeelsleden. Wat doen zij dus? Zij omzeilen
de taalwet door zo veel mogelijk mensen in
andere statuten te benoemen en zo veel mogelijk
eentalig Franstalig personeel op het lokaal niveau
in dienst te nemen. Dat heeft natuurlijk tot gevolg
dat de tweetaligheid van de dienst wordt
ondergraven. De Vlamingen, en zeker het Vlaams
Blok, vinden daarentegen dat niet het statuut,
maar wel de functie moet bepalen of de
taalwetgeving van toepassing is. Elk personeelslid
dat door een plaatselijk bestuur wordt
tewerkgesteld - in een vastbenoemd statuut, als
stagiair of contractueel, als vervanger van een
loopbaanonderbreking, enzovoort zou aan de
taalwetgeving onderhevig moeten zijn en zou een
taalexamen moeten hebben afgelegd alvorens in
dienst te worden genomen.
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
50
Men weet dat men in Brussel omgekeerd werkt.
Men benoemt volop eentalig Franstalig personeel.
Men doet dat tegen de wettelijke voorschriften in
en men belooft dan achteraf, om de Vlaamse
coalitiepartners wat te paaien dat ze examens
zullen afleggen, maar die worden voortdurend
uitgesteld. De Vlamingen worden daar
voortdurend bedrogen, maar ze zijn er blij mee
omdat ze in de meerderheid zitten. Dat is zo met
de VLD nu en dat was zo met de CVP in de vorige
legislatuur, nietwaar, mijnheer Leterme. U bent
persoonlijk volledig onschuldig, maar u bent nu
wel kamerfractievoorzitter van de CVP, tot nader
order een niet onbelangrijke functie in dit land. Als
CVP'er bent u een stuk medeverantwoordelijk
want u hebt dat alle jaren tot het waanzinnige toe,
geslikt. U hebt elke uitvlucht, elk schijnmanoeuvre,
elke verdaging van de Franstaligen geslikt. Nu
slikken de heren Courtois en de heer Somers dat.
Het schijnt nu eenmaal een wetmatigheid te zijn
dat men, als men in een Belgische regering zit, als
Vlaming nogal wat kunnen doorslikken. Ik slik tot
nader order water en geen vernederingen.
Aan diezelfde regeling van die taalwetgeving
willen wij niet tornen, alleen moet ze dus worden
toegepast en afgedwongen. Ook daar is er een
probleem omdat men dat niet kan afdwingen. De
Franstaligen houden het been stijf en men is tot
op vandaag, hoewel de situatie al vele jaren duurt,
er niet in geslaagd om ook maar een beetje
respect af te dwingen bij de Franstaligen voor die
wetten van 1966. Het Vlaams Blok pleit voor het
respect voor de twee taalgroepen en dat moet er
komen door de gehele tweetaligheid van de
diensten. We zijn voorstander van het behoud van
de regeling, zoals die daarjuist werd uitgelegd,
maar ze moet natuurlijk wel volledig worden
toegepast.
Dat was het luik over het taalgebruik in de 19
gemeenten. Er zijn natuurlijk ook voorschriften
voor de Brusselse gewestelijke instellingen. Daar
heeft men dus dat taalgebruik geregeld door de
artikelen 32 tot 37 van de wet van 16 juni 1989.
Hierin zegt men dat de diensten van de
hoofdstedelijke raad en van de
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie
worden gelijkgesteld met de centrale diensten uit
de wet van 1966, die voor het gehele land
bevoegd zijn. Aangezien deze wetgeving op maat
is gesneden voor toestanden voor heel België, is
het vanzelfsprekend dat deze niet aangepast kan
zijn aan de toestand in Brussel. De bepalingen
stellen de tweetaligheid van de dienstverlening
voorop, maar ze willen dat realiseren door middel
van de eentaligheid van de overheidsambtenaren.
De praktijk heeft uitgewezen dat dit leidt tot
absurde situaties, tot een slechte dienstverlening
ten aanzien van de burger en tot een hele reeks
disfuncties.
Als voorbeeld kunnen wij het hier hebben over de
moeilijkheden bij de brandweer. De brandweer in
Brussel is me nogal een soepje. Dit duurt ook al
jaren. De ruzies tussen de Vlamingen en de
Franstaligen zijn legio. Men slaagt er nog altijd niet
in om dit op te lossen. Men werkt daar zelfs niet
met procenten maar met stukken van procenten
om toch maar een oplossing te vinden.
Bijvoorbeeld de dienst 100 zou aan de telefoon
tweetalig moeten zijn, maar men wil dit doen door
van de personeelsleden toch geen tweetaligheid
te eisen. De kennis van de tweede taal is niet
vereist. Om met de taalwetgeving in orde te zijn en
de burgers in Brussel het voorrecht te laten
genieten van in de eigen taal te worden geholpen,
moet men aan elk loket en elke telefoon twee
ambtenaren zetten: een Vlaming en een
Franstalige. Dit is natuurlijk absurd en zelfs
geldverslindend. Bij zowel de brandweer als de
dienst 100 moet men soms zeer snel ingrijpen,
waardoor men in bepaalde situaties kan vrezen
voor de veiligheid van burgers in nood.
Wij zijn voorstander van een wijziging van de
taalwetgeving voor die gewestelijke diensten door
het overnemen van de regelgeving inzake de
gemeentelijke diensten. Men zou dus moeten
overstappen van de eentaligheid naar de
tweetaligheid van de ambtenaren. Op die manier
kunnen de burgers, zowel de Franstaligen als de
Vlamingen, optimaal worden geholpen.
Als men deze regelgeving wijzigt, zal er natuurlijk
ook een verandering moeten worden doorgevoerd
voor de verdeling van de betrekkingen tussen de
taalgroepen. Met het huidige systeem moeten
taalkaders worden opgesteld die in essentie
gebaseerd zijn op het werkvolume als
doorslaggevend criterium voor de verdeling van de
betrekkingen tussen de taalgroepen. In 1989 is er
een akkoord gesloten dat eigenlijk nog altijd min
of meer geldig is om de overheidsbetrekkingen op
het gewestelijke niveau te verdelen volgens de
regel 1/3 Nederlandstaligen en 2/3 Franstaligen.
Deze verdeelsleutel werd al meteen in vraag
gesteld door de PRL-FDF en wordt nog altijd
betwist en juridisch aangevochten.
Dit is voor de brandweer uitgemond in de
vernietiging van het taalkader door de Raad van
State. Dit was niet opgesteld volgens de
bepalingen van de taalwetgeving, maar slechts
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
51
volgens een gewoon politiek akkoord. Ook tegen
het taalkader van het ministerie van het
Hoofdstedelijk Gewest heeft een procedure
plaatsgehad en men mag zeggen dat het politieke
akkoord van in het begin onhoudbaar was.
Als Vlaams Blok zijn wij van oordeel dat een
politiek akkoord over de verdeling van de ambten
en de eis tot bekwaamheid voor wie de kaders
invult niet noodzakelijk tegenstrijdig is, aangezien
het werkvolume inzake Nederlandstalige zaken in
Brussel veel lager ligt. Ongeveer 15% Vlamingen
bezitten een in het Nederlands opgestelde
identiteitskaart hoewel er minstens evenveel thuis
hun Brussels Vloms spreken, maar officieel
geboekstaafd staan als Franstalig. Dit is het
gevolg van het verfransingsproces dat al vele
decennia aan de gang is.
Het Vlaams Blok opteert ervoor om voor de
gewestelijke diensten de regeling van de
gemeentelijke diensten in te voeren, waardoor de
taalkaders worden afgeschaft en waardoor een
vierde van de betrekkingen voor elke taalgroep
komt en de anderen via een politiek akkoord
worden ingevuld. Zoals eerder gesteld zijn wij er
wel voorstander van dat elke toebedeling van een
overheidsbetrekking op basis van taalkundige
gronden volledig zou worden afgeschaft en dat
uiteindelijk alleen de bekwaamheid als
aanwervingcriterium zou gelden. De bekwaamheid
moet een eerste vereiste zijn om iemand aan te
duiden en te benoemen. Bij die bekwaamheid
hoort het kunnen omgaan met de twee
taalgemeenschappen in dit land.
Er zou een goede verstandhouding kunnen
ontstaan tussen Brusselse Vlamingen en de
Brusselse Franstaligen, op voorwaarde dat men
de afspraken effectief naleeft. De regeling van
1966 was een goede regeling die men evenwel
aan Franstalige kant aan zijn laars lapt. Men moet
dus de afspraken effectief naleven en loyaal
rekening houden met de rechten en verzuchtingen
van de twee gemeenschappen, en natuurlijk van
de Brusselse Vlamingen. Het probleem is dat de
wil tot verstandhouding bij een deel van de
Franstalige politici - ik scheer ze niet allemaal over
dezelfde kam helemaal niet aanwezig is en
zeker niet in Brussel.
Dat uit zich door het ontzeggen van een aantal
elementaire rechten, taalrechten, aan de
Brusselse Vlamingen, door pertinent te weigeren
de taalwetten van 1966 na te leven. Dat uit zich
door te weigeren de rechtspraak terzake te
volgen, hoewel die toch al enige gestalte heeft
gekregen. Dat zijn zaken die jaar na jaar worden
gepleit. Men zou vanuit Franstalige hoek, om
België in leven te houden, loyaal moeten zijn ten
opzichte van de Belgische wetten. Blijkbaar is men
in een soort van kamikazeprocédé gestapt
waardoor men nu alles wil binnenrijven, om
uiteindelijk vast te stellen dat de droom uiteenspat.
De onwettige toestand inzake taal leidt dus tot
toestanden zoals men die kent in de OCMW-
ziekenhuizen van Brussel. Men moet zich dat
maar eens voorstellen: als Vlaming, zwaar ziek of
gewond, moet men zich in het Frans uitdrukken
om te zeggen wat er u is overkomen. Het getuigt
van een vorm van racisme die men anders
meteen te vuur en te zwaard zou bestrijden, maar
waarmee men in dit land blijkbaar geen problemen
heeft. Ik heb nooit een groene horen fulmineren
tegen dergelijke discriminaties. Zij fulmineren
tegen alle discriminaties die men kan vinden om
en rond de aardbol en moesten zij kunnen, dan
zouden ze nog een stuk de Melkweg verkennen,
op zoek naar discriminaties. Maar hier, deze
discriminaties vlak onder hun neus, dat kan hen
geen reet schelen. Er is dus sprake van
regelrechte onwil en hypocrisie. Wij vinden dat de
communicatie tussen arts en verplegend of
paramedisch personeel, enerzijds, en patiënt,
anderzijds, zo belangrijk is dat men dergelijke
wantoestanden niet mag aanvaarden. Van welke
gezindheid men ook mag zijn, men mag dat niet
aanvaarden. In de huidige omstandigheden, zo
lang de tweetaligheid van het personeel geen feit
is, willen wij een ontdubbeling van de
bicommunautaire sector die moet worden
doorgezet als de taalwantoestanden blijven duren.
De Franstaligen moeten maar voelen als ze niet
willen luisteren. De Franstaligen weten zeer goed
dat wij geld hebben, dat wij veel geld hebben. Ze
weten het maar al te goed, want ze proberen er
steeds meer van in beslag te nemen. Dat zou
echter ook wel eens andersom kunnen worden
gebruikt door de Vlamingen, tenminste als
daarvoor de politieke wil zou bestaan binnen de
Vlaamse meerderheidspartijen. Zoals bekend
moet men tegenwoordig vrij ver zoeken naar
Vlamingen in meerderheidspartijen die radicaal
opkomen voor Vlaamse belangen, ook en vooral
in Brussel.
De voorzitter: Mijnheer De Man, u spreekt nu een
uur en 11 minuten. Normaal is de tijd in de
algemene bespreking beperkt tot 30 minuten. Ik
laat u voortdoen, maar zal misschien moeten
snoeien in de spreektijd van uw collega's.
01.58 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, ik was zo gedreven, ziet u. Ik zal
afronden. U bent bijzonder vriendelijk om mij te
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
52
willen wijzen op de beperking van de spreektijd.
Het is de gedrevenheid die een mens zo ver voert.
Ik had het dus over de taalwetgeving.
Mijnheer de voorzitter, ik pik de draad van mijn
betoog terug op. Ik had het over de taalwetgeving
en over de vaststelling dat hierover en wellicht
zal niemand van de meerderheid mij
tegenspreken in een communautair debat onder
een paars-groene regering, evenmin met een
woord wordt gerept. Dat is het zoveelste aspect
dat voor ons erg belangrijk is, maar helemaal niet
voor de paars-groene coalitie.
Tot besluit wil ik nog ingaan op de problemen in
het onderwijs. Hoewel over deze erg ingewikkelde
problematiek, vooral voor Brussel, heel wat valt te
zeggen zal ik mij tot het volgende beperken. Wij
stemmen ermee in dat, in het Brussels onderwijs
in het bijzonder, een extra-inspanning wordt
geleverd om onze leerlingen Frans aan te leren,
wat overigens gebeurt en dat is maar goed ook.
Doch, wij zijn van oordeel dat ook een inspanning
kan worden gedaan met betrekking tot het
Nederlandstalig onderwijs in de Franstalige
scholen, dat van een dermate belabberd niveau is
dat diegenen die er afstuderen als het ware
taalgehandicapt zijn zodra zij op de beroepsmarkt
verschijnen. Misschien is dat wel zo gewild door
de Franstaligen; zij doen er hoe dan ook niets aan.
Ook ditmaal kan ik slechts waarschuwen voor het
boemerangeffect; ooit komt hij misschien in hun
gezicht terecht.
Brussel als derde gewest is een bijzonder slechte
zaak voor Vlaanderen, voor de Vlamingen in
Brussel en zelfs voor Brussel zelf. Met betrekking
tot de aangekaarte problemen heeft de regering
hetzij niets gepresteerd, hetzij de zaken nog erger
gemaakt. In dat verband verwijs ik nogmaals naar
de regeling in de Hoofdstedelijke Raad en naar de
schandalige praktijken op lokaal niveau waar men
zich als schepen nota bene moet inkopen, waar er
dus een prijs wordt geplakt op een Vlaams
schepenambt. Waar is men in hemelsnaam mee
bezig?
De paars-groene regering heeft zwaar gefaald,
zowel op het vlak van de Lombard-akkoorden als
op het vlak van de Lambermont-akkoorden en net
als de andere leden van mijn fractie kan ik dit
absoluut niet waarderen.
01.59 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, ik denk dat ondertussen iedereen weet
dat over de Lambermont-akkoorden of het
ontwerp van bijzondere wet houdende de
overdracht van diverse bevoegdheden aan de
gewesten en de gemeenschappen, zoals dat in
ons politiek jargon wordt uitgedrukt, in dit
Parlement ook eens duchtig wordt gedebatteerd.
Een debat is één zaak, maar of men eigenlijk
begrijpt wat hier vandaag wordt besproken is een
andere vraag. Ik heb in de wandelgangen kunnen
vernemen dat de meeste van mijn collega's van
de verschillende partijen nauwelijks beseffen wat
er juist in staat. Men wil het misschien niet weten.
Dat is nog belangrijker. Men wil het niet weten.
Wie de geplogenheden van dit Parlement kent,
kan aan de vertegenwoordigers van de
verschillende partijen in deze zaal zien wat er aan
de hand is. Het valt mij op dat hier steeds een vrij
belangrijk aantal Franstaligen aanwezig zijn. Dat is
de beste barometer om aan te tonen waarover het
gaat.
Het gaat heel eenvoudig om heel veel vers
Vlaams geld, collega's. Dat is de essentie van het
akkoord. Daarom willen heel wat collega's het
akkoord liever niet kennen. Om de kwalijkste
zaken wat te verdoezelen of te verbloemen, heeft
men het samen in een grote zak gestoken met
uiteraard enkele goede dingen. Het zou
intellectueel oneerlijk zijn te beweren dat in heel
dit akkoord niets goeds zou zitten. Dat is niet juist,
maar dat is uiteraard de klassieke truc van de foor
om het akkoord door de strot van de collega's te
kunnen rammen. Men kan het zo mooi voorstellen
zoals men wil, het blijft steeds om hetzelfde
Vlaams geld draaien. Wij geven iets of wij kopen
iets af van de Walen. Zo werkt het al sinds het
ontstaan van deze "samenklutjesstaat", een staat
die maar tijdelijk zou bestaan en die al 170 jaar
zichzelf aan het overleven is.
Het akkoord als men het een akkoord kan
noemen is een mijlpaal in de Belgische
onderhandelingspolitiek. Het is een van de
grootste verwezenlijkingen van dit akkoord dat het
Belgisch is. Het is wat de heer Verhofstadt,
weliswaar in zijn oppositieperiode, een exponent
van de Belgische ziekte zou noemen. Aangezien
ik reeds enkele jaren deel uitmaak van deze
Kamer, heb ik de VLD nog meegemaakt toen ze
tot de oppositie behoorde. Het is een paar keer
gebeurd dat ik, toen ik een zoveelste aanval van
de VLD op het regime hoorde, dacht dat die partij
eigenlijk wel meeviel en wel een paar goede
ideeën had. Collega's, ik heb gedwaald. Na twee
jaar paars-groene regering besef ik dat het met
deze VLD geen haar beter is geworden dan met
de vorige regimepartijen.
Deze regering heeft van in het begin dat is een
van haar grote verwezenlijkingen heel wat
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
53
verwachtingen bij de burgers gecreëerd. In het
begin was er inderdaad enige ambiance bij de
bevolking. Men dacht dat het nu allemaal anders
zou worden. Iedereen was een beetje CVP-moe
en ik dacht ook dat het met de VLD anders zou
worden. Slechter kon het niet in die periode, maar
ik heb nog niet veel gezien dat mijn vroegere
opinie zou kunnen bevestigen.
Ik neem aan dat het voor sommigen beter zal
worden, maar voor wie? Een aantal mensen van
de VLD hebben hun positie kunnen versterken
door tot de regering toe te treden, dit is een feit.
De natte droom van de heer Verhofstadt is
werkelijkheid geworden: hij is eerste minister
geworden, maar van een land dat hij in het
verleden met de regelmaat van de klok, weliswaar
verbaal, de grond in boorde. Er is echter nog geen
enkel argument om te beweren dat door de
machtswisseling aan de top de burger al iets beter
is geworden; daarop kom ik later nog terug. De
partij van de eerste minister ging op een keer het
Belgische probleem aanpakken. Men ging alle
communautaire problemen binnen de kortste
keren oplossen. Nu weten we hoe men dat bij de
VLD doet: snel en efficiënt. Dit is algemeen
bekend en het is reeds voldoende belachelijk
gemaakt, ze doen het trouwens regelmatig nog
zelf.
Wat mij interesseert is hoe deze paarsgroene
regering tot een akkoord komt. Ik begrijp dat we in
een democratie leven, en, collega's, ik moet
bekennen dat ik ook een democraat ben; ik weet
dat dit soms in twijfel wordt getrokken. Men moet
echter eens nagaan wat men allemaal een
democratie noemt: de Democratische Republiek
Congo is ook een democratie. "C'est moi le
président", zo gaat het daar, en toch is het ook
een democratie. Het hangt er vanaf wat men
onder democratie verstaat, maar in een goed
werkende democratie ben ik zeker democraat. Als
democraat wil ik graag deelnemen aan een
democratische werking.
Bij een akkoord moet men een beetje geven en
nemen. Daarmee ben ik het volledig eens.
Natuurlijk, het geven gebeurt steeds aan een kant,
en het nemen ook: Vlaanderen geeft en Wallonië
neemt. Dit is een koehandel die reeds 170 jaar
bestaat en die met deze nieuwe regering wordt
voortgezet. Met andere woorden, het akkoord
wordt gemaakt zoals het hier reeds lang gebeurt:
hoeveel zal het kosten en hoeveel mag het
kosten? Met "kosten" bedoel ik wat het aan
Vlaanderen en de belastingbetaler mag kosten,
niet wat het aan de VLD mag kosten.
Het was al vlug duidelijk dat Vlaanderen een
zware prijs moet betalen voor het paarsgroene
avontuur. De Vlaamse liberalen zijn er van in het
begin schuldig aan geweest dat er geen
eensgezind Vlaams standpunt mogelijk was in de
onderhandelingen met de Franstaligen. Men kan
steeds duidelijker vaststellen dat de Franstaligen
de dominante factor zijn in deze regering. Dit
volstaat echter nog niet, want vandaag zullen zij
ook nog het akkoord van de PSC eisen, neem ik
aan. Men heeft nu de steun van ongeveer elke
Franstalige voor het akkoord. Dit is een duidelijke
parameter voor het feit dat dit akkoord vooral
wordt verdedigd door Franstaligen.
Het is duidelijk dat de toekomst van deze regering
in de handen ligt van de PSC. Dat kunnen we toch
wel stellen. De PSC is in haar oude rol beland, dat
minipartijtje dat nu reeds 70 jaar² het land mee
bestuurt, nu zelfs vanuit de oppositie. De Vlaamse
liberalen, ik heb het moeilijk om deze naam te
gebruiken, zouden beter hun naam terug
veranderen. Ik stel voor dat men terug de PVV
zou gebruiken. Pest voor Vlaanderen. Mijnheer
Somers, u weet nog wel, in onze goede oude tijd
van de Volksunie, noemden wij de liberalen de
Pest voor Vlaanderen. Ze mogen deze naam
rustig terug claimen. Dit is geen federale regering
maar eerder een verkapte Waalse regering. Deze
regering wordt volledig gedomineerd door de
Waalse hoek, voornamelijk door de PS en PRL.
Minister Verhofstadt mag de wereld rondreizen.
Naar ik meen heeft hij gepland om binnen twee
dagen op bezoek te gaan in een andere
democratie, namelijk de Congolese democratie.
Kwestie om iets bij te leren, of zo. Hij is wel in
functie de leider van deze regering, maar dit
akkoord toont nogmaals aan dat de kaarten
verdeeld worden buiten het Parlement. Dat is
duidelijk. De droom van Verhofstadt heeft een
prijs en die prijs heet Lambermont.
De zwakte van dit akkoord wordt op een mooie
manier, vandaag weer door de PSC, duidelijk
gemaakt. De meerderheid is zo krap dat men
gemakkelijk chanteerbaar is. De PSC kan
uiteraard via haar comfortabele positie vrolijk de
prijs omhoogdrijven. Ik vermoed dat de prijs een
serieuze hoogte bereikt heeft, want de spanning
wordt steeds maar sterker. Men heeft al enkele
prijzen binnen. Ik denk dan aan de prijs van de
heer Poncelet. 600.000 frank per maand, dat is
niet niks. Daar kan de wedde van de eerste
minister nauwelijks aan tippen geloof ik. Dat is
toch al een belangrijke verwezenlijking voor
Wallonië. Wallonië is gered.
De prijs voor dit akkoord is voor de VLD geen
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
54
probleem want het komt niet uit hun zak. Het aan
de macht zijn moet het doel zijn en het doel heiligt
de middelen.
De manier waarop dit akkoord is tot stand
gekomen is een staaltje van boerenbedrog.
Bedrog is bedrog, ook als het van paarsgroene
oorsprong is.
Waar vindt dit zogenaamde akkoord zijn
oorsprong? Op 3 maart 1999, een paar weken
voor de verkiezingen, keurde het Vlaams
Parlement 5 resoluties goed betreffende de
verdere staatshervorming. Ondertussen
veranderde het een en het ander. De stroper werd
boswachter. (Onderbreking door de heer Bart
Somers)
De basisgedachte inzake dit akkoord is bij de 15
sprekers steeds dezelfde. Dat de stroper
boswachter is geworden kunt u wellicht
onderschrijven, mijnheer Somers omdat u daarin
gespecialiseerd bent.
Over deze resoluties moest een brede consensus
worden bereikt. In België en helaas ook in
Vlaanderen betekent dit dat elk akkoord een
minimumakkoord wordt, een akkoord dat voor
iedereen door de beugel kan en, bijgevolg,
nauwelijks iets inhoudt. Zelfs dat akkoord was
nog té sterk. Maart 1999 was voor de
verkiezingen. In de verkiezingscampagne die juni
1999 voorafging, werd er door de huidige
meerderheidspartijen nog een schepje bovenop
gedaan. In een verkiezingsperiode wast iedereen
nog een beetje witter dan wit. Op het ogenblik dat
de VLD dankzij de dioxinekippen en een beetje
manipulatie als de winnaar uit de verkiezingsbus
viel, begon de uitverkoop van de resoluties reeds
na een paar uren. Men moest zich zo soepel
mogelijk opstellen. Men moest immers in de
regering geraken. Het doel heiligt de middelen.
Het had niets vandoen met wie het meest bood
maar wie het minst bood. Zelfs dit
minimumprogramma was nog te veel voor de
Waalse broeders. Niet getreurd echter, beloftes
van voor de verkiezingen kunnen zomaar worden
weggeveegd in de politiek. In de politiek bestaan
geen normen. Fatsoenlijk gedrag en politiek zijn
dingen die duidelijk niet samengaan. En dan maar
klagen dat de burger het signaal niet begrepen
heeft!
De traditionele partijen hopen dat ze steeds
ongestraft hun verkiezingsbeloftes kunnen
inslikken. Het wordt tijd dat ze gaan beseffen dat
al dat gekonkelfoes het Vlaams Blok steeds meer
wind in de zeilen geeft. De partijen die het
Lambermont-akkoord goedkeuren breken met de
beloftes aan hun kiezers en maken zich schuldig
aan bedrog. Dit onzalige Lambermont-akkoord
gaat op fundamentele punten in tegen de 5
bewuste resoluties en zelfs tegen de
verkiezingspropaganda en programma's van
bepaalde partijen.
Bovendien degradeert dit akkoord het Vlaams
Parlement tot een waardeloos aanhangsel van de
federale regering. Dat stond voor de meeste
waarnemers in de sterren geschreven met de
aanstelling van de heer Dewael. Deze wonderboy
zorgde ervoor dat de Vlaamse regering er steeds
in geslaagd is de federale regering op de juiste
ogenblikken het nodige duwtje te geven. Ik
herinner me dat de heer Dewael er in het begin
voor terugdeinsde zich minister-president te
noemen. Hij deed dit niet uit bescheidenheid. Wie
de heer Dewael kent, weet dat hij helemaal geen
last heeft van bescheidenheid. Dat is niet nodig,
hij is een zeer bekwaam man die niet bescheiden
hoeft te zijn.
Ik zou hem ook niet durven betichten van valse
bescheidenheid. Dat zou hem oneer aandoen, wat
ik niet wil. Hij had natuurlijk een ander probleem.
Aan de titel van Vlaamse minister-president
kleefde nog een geurtje. De vorige minister-
president durfde nogal eens opmerkingen te
maken en straffe uitspraken te doen die door onze
Waalse broeders niet altijd in dank werden
aanvaard. Iedereen kent nog het beeld - naar
verluidt was het doorstoken kaart - van een
minister-president die zijn hond op een Waalse
haan losliet. Dit beeld is bij de Walen blijven
hangen en de heer Dewael heeft zich van dat
beeld willen distantiëren. Helaas kon men niet
direct een andere titulatuur verzinnen en is hij dus
uiteindelijk toch maar minister-president
geworden. Hij heeft wel een andere invulling
gegeven aan de functie. Een van zijn eerste
stappen was overleg te plegen of een
vriendschapsbezoek af te leggen bij zijn Waalse
collega en ik denk dat de Walen er nu van
overtuigd zijn dat een Vlaamse minister-president
volledig ongevaarlijk is. Men zal er niets meer van
horen, men kan er gezellig een pintje mee gaan
drinken, maar hij zal zeker niet lastig doen en
zeker nooit deze Kamer in verlegenheid brengen.
Ik zie de heer Dewael nooit zijn hond afsturen op
een paar Waalse kippen, bijvoorbeeld. Hij zal
misschien wel zelf achter Waalse kippen
aangaan. (Gelach)
Collega's, na de vorige verkiezingen stonden de
Vlamingen in een sterke positie. Ik herinner mij
nog een interview met de heer Anciaux, toch een
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
55
politicus van onverdachte origine, waarbij hij aan
de Gazet van Antwerpen, de rechtse krant van
Linkeroever, op 5 mei verklaarde: "De Franse
Gemeenschap is financieel aan het sterven. Zij
kan geen begroting 2001 opmaken. De Franse
Gemeenschap hoeft niet zwaar in de problemen te
geraken, maar zij zal wel over de brug moeten
komen. Voor Vlaanderen is geduld het sterkste
wapen. Wij zitten financieel in een situatie die ons
toestaat te wachten". Op wat wij moesten wachten
was mij niet helemaal duidelijk, maar ik heb wel
kunnen vaststellen dat de Walen één zaak goed
hadden begrepen, namelijk dat wij geld en tijd
hadden. Het heeft dus twee jaar geduurd eer zij
aan dat geld konden geraken, maar als ik hier de
zenuwachtigheid waarneem, denk ik dat het
moment dichtbij is dat men aan ons geld zal
geraken of dat wij het geld zullen kunnen
overdragen.
Wij hadden dus een goede uitgangspositie, die
inderdaad heel wat voordelen bood. Wij zaten nog
eens in een positie, waarbij de Franstaligen
dringend verlegen zaten om geld. Als wij die
financiële behoefte van onze Waalse broeders
echter bevredigen, dan zijn wij weer een tijdje uit
de circulatie en zullen wij weer moeten wachten
tot een volgende acute opstoot van geldnood bij
de Walen en dat kan wel enkele maanden of jaren
duren. Misschien zal het volgende akkoord op zich
laten wachten tot een volgende regering is
gevormd, of misschien slechts tot volgende week.
Ik weet het niet, maar wij hebben in ieder geval
een kans uit onze handen gegeven.
De Walen zijn in Vlaanderen enkel geïnteresseerd
als er geld van komt. Men noemt dat solidariteit,
hoewel ik liever van uitmelken spreek.
De Vlaamse startvoorstellen blonken ook al niet
uit door grote ambitie. Als men wil onderhandelen,
begint men toch niet men een minimumvoorstel of
met een voorstel waarin al automatisch een
compromis ingebakken zit. In ruil voor de
uitvoering van de Franstalige eis om meer geld,
werd zelfs het minimumprogramma niet
onmiddellijk op tafel gelegd. Nochtans had men
dat programma in het verleden al goedgekeurd.
Communautaire liefde betekent nog altijd
bijkomend Vlaams geld voor Wallonië.
Ik stelde al dat het Vlaams Parlement in maart
1999 de puntjes op de i heeft gezet. Het
tweeledige België moest dus bestaan uit de
deelstaten Vlaanderen en Wallonië, met een
specifiek statuut voor Brussel. Het Vlaams
Parlement vond het nodig dat in de verdere
staatshervorming aan de opbouw van die twee
deelstaten voorrang zou worden verleend. In hun
eigen verkiezingsprogramma's gingen de VLD en
de Volksunie daarop nog verder door. Bij de VLD
heette dat in 1999 dat de partij opkomt voor de
vereenvoudiging van de federale staatsuitbouw,
bestaande uit de Vlaamse en de Franse
Gemeenschap met daarnaast het Brusselse
Hoofdstedelijk Gewest en de Duitse
Gemeenschap, die een statuut sui generis zal
krijgen. Volgens mij wordt Brussel in het
Lambermontakkoord op identieke manier als
Vlaanderen en Wallonië behandeld. Brussel krijgt
evenveel fiscale autonomie en wordt ook volledig
bevoegd voor de nieuwe overgehevelde materies.
Alle Vlaamse partijen stelden zich vóór de
verkiezing garant dat Brussel voor de
gemeentewet pas bevoegd zou worden nadat
eerst een deugdelijke oplossing zou worden
gevonden voor de positie van de Vlamingen in
Brussel, ook en vooral in de lokale besturen. In
het Vlaamse regeerakkoord lezen we onder meer
dat de gewaarborgde vertegenwoordiging en
tevens effectieve en evenwichtige
beleidsparticipaties van beide groepen op alle
beleidsniveaus in de eerste helft van de legislatuur
een definitieve oplossing zou krijgen. De praktijk
leerde ons dat het wel enigszins anders verloopt.
In het Lambermont-akkoord wordt daarover
namelijk met geen woord meer gerept. De positie
van de Brusselse Vlamingen wordt er totaal in
vergeten. Intussen gaat de bevoegdheid wel naar
het Brusselse Gewest. Het Vlaamse
regeerakkoord wordt op die manier zonder meer
in de vuilbak gegooid.
Ook het onderwijs is een belangrijk aspect in deze
problematiek. Het onderwijs zal tegenwoordig
worden gefinancierd met subsidies uit de grote
Belgische pot, waarvan de Walen zeer goed
weten dat die telkens opnieuw door de Vlamingen
vol wordt geschept. Daarbij komt dat het
basisbedrag van die financiering wordt verdeeld
op basis van de leerlingenaantallen. De
Franstaligen zijn in die berekening erg knap, zoals
we al enkele keren hebben kunnen vaststellen. De
Franstaligen verwerven ook een betere financiële
behandeling voor de vrije scholen in de Franse
gemeenschap. Het gaat om een vast recht van
1000 frank in plaats van de registratierechten van
1,1% voor de inbreng van schoolgebouwen in een
patrimoniale Vereniging Zonder Winstoogmerk.
Dat is het nu gecreëerde klassieke achterpoortje.
Het gaat hier om een federaal bekostigd fiscaal
voordeel dat voornamelijk de scholen in de Franse
gemeenschap ten goede komt. Dat vind ik
vreemd.
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
56
Dit is uiteraard zo omdat de meeste Vlaamse
scholen reeds lang in een VZW-structuur zitten.
Bovendien vragen zij een vrijstelling voor deze
VZW's van de jaarlijkse taks van 0,17%. Beide
kleine maatregelen kosten Vlaanderen al snel 1,1
miljard frank. Ook de zo lang verwachte financiële
autonomie komt er in feite niet. We gaan er zelfs
op achteruit. De enige uitzondering is het kijk- en
luistergeld. Daar is al heel wat rond te doen
geweest. Vlaanderen heeft het nog niet onder zijn
bevoegdheden maar heeft het al minstens drie
keer afgeschaft of dat ten minste meegedeeld aan
de bevolking. Dit is immers de regering van
communicatie. Ze heeft er zelfs miljoenen aan
belastinggeld voor over, dit tot grote vreugde van
een welbepaald reclamebureau dat deze regering
op alle vlakken zoveel mogelijk ondersteunt. Zelfs
de kleur van de das van de eerste minister wordt
bepaald door dit reclamebureau.
Vooral het kijk- en luistergeld vormt een mooi
verhaal op zichzelf. Toen dit de eerste keer werd
verkondigd door minister Stevaert dachten heel
wat mensen dat dit definitief was afgeschaft. Het
afschaffen van een belasting is een leuke
maatregel en de mensen wachten al een tijd op
het verminderen van de fiscale druk. Er is
natuurlijk een groot verschil tussen propaganda,
regeringsmededelingen en loze beloften. Deze
regering beseft zeer goed dat de bevolking daar
moeilijk een onderscheid in kan maken. Misschien
is dat terecht want bij de paars-groenen
is het onderscheid
tussen
propaganda,
regeringsmededelingen en loze beloften moeilijk
te onderscheiden. Op Vlaams vlak is minister
Stevaert daar veruit de knapste in. Hij kan het zo
mooi zeggen en heel wat kiezers hebben hem
geloofd. Ik heb recent gelezen dat heel wat
mensen het kijk- en luistergeld niet meer betaald
hebben. Ik hoop dat men ook zal ingrijpen als
deze mensen naderhand een boete krijgen.
Anders kunnen ze dat ook uit hun eigen zak
betalen. Het moet maar eens afgelopen zijn met
dergelijke zaken te verkondigen als ze niet
vaststaan. Naast deze beloofde af te schaffen
belasting is er eigenlijk niets verandert. De VLD
eiste nochtans in een vroeger leven dat zelfs de
personenbelasting volledig naar de
gemeenschappen zou moeten gaan. Ik zal hier
trachten verder te gaan zonder de VLD. Dat zal
niet zo gemakkelijk zijn.
Ik heb kunnen lezen dat een deelgemeenschap
toch minstens een eigen fiscaliteit zou moeten
hebben. In de praktijk is het mogelijk minder dan
25%. Dit is dus weer de zoveelste gemiste kans
voor Vlaanderen, dank zij dezelfde VLD. Wallonië
zit uiteraard weer eens in geldnood maar de VLD
was tot alles bereid om de Franstaligen te helpen.
Ze zijn nochtans weer niet tevreden want nu is
men beginnen prutsen aan een aantal politieke
machts- en taalverhoudingen in België. Ik geef
hier enkele voorbeelden van. Men grijpt het
verdrag inzake nationale minderheden aan om
bijkomende rechten en faciliteiten af te dwingen
voor de Franstaligen die in Vlaanderen wonen.
Dat heeft niets meer te maken met de doelstelling
van dit verdrag dat tot stand kwam om de
spanning te verminderen tussen de klassieke
nationale minderheden in de landen van Centraal-
en Oost-Europa. Maar ja, het doel heiligt ook hier
weer de middelen. Ik denk dat de Franstaligen in
dit land meer dan afdoende worden beschermd
door alarmbelprocedures en bijzondere
meerderheden.
Bovendien getuigen de uitspraken van de laatste
dagen van sommige Franstaligen van een
vernederende achterdocht ten aanzien van de
Vlaamse politieke verantwoordelijken, die bijna als
verfoeilijke onderdrukkers worden afgeschilderd
die rechtmatige aanspraken van Franstaligen
fnuiken. De VLD blijft dit allemaal aanvaarden.
Voor hen is blijkbaar geen vernedering te veel.
Het is duidelijk dat de Franstalige politici voelen
dat zij aan de winnende hand zijn. De vragen in
deze regering zijn dan ook vrij stout. En passant
ondermijnen ze ook het Vlaams rechtsverkeer en
in het bijzonder de Raad van State. Zo eisen ze
dat de Vlaamse randgemeenten ressorteren
onder een tweetalige kamer van de Raad van
State en niet onder een Nederlandstalige kamer,
die volgens hen toch niet objectief zou oordelen.
Met dergelijke verdachtmakingen van partijdigheid
wordt het gezag van recht door politici ondermijnd.
Dan hebben ze bovendien nog kritiek op politieke
partijen, die hetzelfde van andere politieke partijen
beweren.
Voorts voorziet het Lambermont-akkoord reeds in
een nieuwe toegeving aan de burgemeesters van
de randgemeenten. Als zij tuchtrechtelijk worden
gesanctioneerd omdat zij Vlaamse decreten,
besluiten en taalregels niet naleven, kunnen zij in
de loop van de procedure bij de Raad van State,
dus de eentalige kamer, een prejudiciële vraag
laten stellen. De verenigde vergadering van de
Raad van State of het Arbitragehof, de tweetalige
colleges, moeten over de grondwettigheid van
deze regels oordelen. Het antwoord op deze
vraag, geveld door een tweetalige kamer, is
bindend voor de eentalige kamer. Bovendien
vervalt een belangrijke voorwaarde om de
schorsing van een dergelijke beslissing te kunnen
bekomen. Zo moeten de Franstaligen in de rand,
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
57
anders dan de andere landgenoten die de
schorsing van een overheidsbeslissing beogen,
geen moeilijk te herstellen ernstig nadeel
aantonen, de belangrijkste hinderpaal om tot een
schorsingsprocedure te worden toegelaten. Na het
Lambermont-akkoord zelf, met zijn slechte prijs-
kwaliteitverhouding en de slechte regeling voor
Brussel worden de Vlamingen verder uitgekleed.
De Vlaamse meerderheidspartijen staan erbij en
kijken ernaar.
Wat mij persoonlijk ook aan het Lambermont-
akkoord stoort, is dat de transfer van Vlaanderen
naar Wallonië nog maar eens toeneemt. De
minimalistische berekening van deze transfer
komt neer op 200 miljard frank per jaar. Als men
daarvan een deel zou kunnen gebruiken, zouden
een aantal problemen kunnen worden opgelost. Ik
zie de heer Van Campenhout zitten. Een deel van
het geld zou in Antwerpen bij de financiële dienst
of de douane van pas kunnen komen. Zij klagen
reeds lang over een tekort van enkele honderden
miljoenen franken. Stel daar de transfer naar
Wallonië van 200 miljard frank tegenover. Dit is
bovendien nog een minimalistische raming. Ik wil
de drempel zo laag mogelijk houden om het zo
geloofwaardig mogelijk te houden.
Als men de problemen ziet - die overigens zouden
worden opgelost toen de VLD aan de macht kwam
- is er nog een grote mogelijkheid voor de VLD om
een aantal zaken op te lossen. U hebt het geld
maar op te rapen, maar u moet er wel iets voor
doen.
Een ander voorbeeld is het probleem van de
koopvaardij, namelijk een geldgebrek. Dit kwam
onlangs ook in het nieuws.
Door het draineren van Vlaams geld naar Wallonië
is er al jaren geen geld meer voor die
noodlijdende sector. In 1991 meende de
toenmalige regering een oplossing te hebben
gevonden door de vloot onder te brengen in
Luxemburg, kwestie om een aantal problemen
door te schuiven. Die pijnlijke maatregel kreeg een
permanent karakter en leidde tot de graduele
inkrimping van de scheepseigendom en de
daaraan verbonden exploitatie in België.
Niettegenstaande het gunstige regime dat onze
reders momenteel in Luxemburg genieten, zijn ze
zich er ten volle van bewust dat een eerste klas
nationaal register meer toekomstperspectieven
zou bieden. Als ze aankloppen bij de regering,
krijgen ze echter steeds het antwoord dat er geen
geld is.
Dat dit geen prioriteit is voor de regering is
aannemelijk. Zeggen we maritiem, dan denken we
immers aan havens en havens liggen in
Vlaanderen, wat zeker geen prioriteit is. Dat wordt
des te duidelijker met het Lambermont-akkoord.
Als de Walen geld nodig hebben, dan krijgen ze
het onmiddellijk, of het nu om 1, 2 of 3 miljard
gaat. Maar sommige maatregelen, waaraan
Antwerpen al zo lang nood heeft en die slechts
enkele honderden miljoenen zouden kosten,
worden op de lange baan geschoven of gespreid
over 10 tot 12 jaar. Een aantal ervan worden zelfs
naar de volgende regering doorgeschoven,
wanneer allicht de CVP, die dan een nieuwe partij
zal zijn zij zijn aan het herbronnen - opnieuw
deel uitmaakt van de regering.
Ik geef nog een aantal andere voorbeelden om
aan te tonen dat het systeem dat nu in België
wordt gehandhaafd, tot serieuze problemen moet
leiden, ook voor het rijke Vlaanderen. Nemen we
de legeraankopen onder de loep. Ik denk hier
concreet aan de dossiers van de A3XX en de
A400, waarbij Vlaanderen eens te meer wordt
benadeeld in vergelijking met Wallonië, nog erger
zelfs nu de VLD lid is van de regeringscoalitie,
hoewel zij steeds heeft beweerd daar komaf mee
te maken. Ook in het dossier van de airbus heeft
de regering een mooie truc uitgevonden. Het ging
om een gewestelijke bevoegdheid, maar
aangezien Vlaanderen wel en Wallonië niet het
nodige geld had, werd beslist om die terug onder
de federale bevoegdheden onder te brengen. En
plots kon de regering zes miljard uit haar hoge
hoed toveren, allemaal om een noodlijdende
Waalse industrie te redden. Het is zeer mooi en
zeer lovenswaardig van de regering dat zij zo
bezorgd is om de Waalse industrie, maar dat wil
niet zeggen dat de Vlaamse industrie steeds moet
worden gebruikt om een andere industrie te
helpen. Het gebeurt al te vaak dat voor de
regering de Waalse industrie eerst komt. Terwijl
onze Vlaamse industrie kreunt, betoogt de
voorzitter van de Vlaamse liberalen voor meer
rechten voor de homo's. Als prioriteit kan dat
inderdaad wel tellen!
Op dezelfde manier handelt de regering in het
NMBS-dossier.
Ook op dat vlak wordt Vlaanderen op een
schandalige wijze benadeeld. Een voorbeeld is het
TGV-dossier. In dat dossier alleen al wordt
Vlaanderen voor zowat 65 miljard Belgische frank
gerold. Dit is een bedrag dat tot nadenken moet
stemmen. Niemand ligt daarvan wakker. Niemand
in deze regering heeft nog enig schaamtegevoel.
Men gaat gewoon zijn gangetje.
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
58
Het rookgordijn dat deze paarsgroene PSC-
regering optrekt, moet ervoor zorgen dat deze
regering standhoudt. De verschillen tussen de
partijen zijn zo groot dat het steeds moeilijker zal
worden. De laatste uren hebben dit aangetoond;
de zenuwachtigheid in dit Parlement is groter dan
ooit. Als het Lambermont-akkoord alsnog niet zou
worden goedgekeurd, zou dit wel eens kunnen
leiden tot een regeringscrisis.
Vooral voor de VLD is het te hopen dat hun
kiezers dit akkoord niet zullen begrijpen. Dit was
ook de bedoeling. Men heeft dit akkoord zo
complex gemaakt dat men moeite heeft om dit
akkoord te verdedigen. Het Lambermont-akkoord
zou een voorbeeld moeten zijn van de nieuwe
politieke cultuur. Ik ben nu vier jaar in dit
Parlement en ik heb nog nooit zo'n allegaartje
gezien. Als dit het nieuwe systeem is dan had ik
eigenlijk liever het oude systeem. We krijgen
zowaar bijna heimwee naar de tijd van de CVP.
Het is jammer dat ik dit moet zeggen.
Ik heb me de moeite getroost om het akkoord
helemaal uit te vlooien. Wij zullen de
eerstkomende dagen nog de kans krijgen dit nog
eens grondig uit te vlooien. Wij zullen alles nog
eens onder uw neus wrijven. Dit is een slecht
akkoord. De enige constante is het feit dat er
Vlaams geld naar Wallonië gaat. Wij zullen ons
daartegen verzetten en u zult ons de
eerstkomende dagen op uw weg vinden.
01.60 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, het voordeel van de zoveelste spreker te
zijn, is dat zowat alles reeds is gezegd. Eigenlijk
had ik kunnen verwijzen naar de vorige sprekers
uit mijn fractie. Deze voorliggende bevoegdheden
zijn zo nadelig voor Vlaanderen dat wij het enige
middel dat ons nog rest, namelijk het spreekrecht,
moeten uitputten.
Collega's, de houding van de PSC tijdens de
bespreking van de financieringswet en nu ook de
bevoegdheidswet spreekt boekdelen. De twee
luiken zijn op maat gesneden van de Franstaligen
die overigens in blok, zonder enige uitzondering
de financieringswet hebben goedgekeurd. Dit
staat in schril contrast met de weinige
belangstelling die zij hebben laten blijken tijdens
de besprekingen. Zij hebben evenwel des te meer
solidariteit getoond toen het op de centen
aankwam.
Weer kan de PSC bijkomende eisen stellen in het
belang van de Franstaligen. Waarom zouden zij
het niet doen? Het Frans blok heeft reeds zijn slag
thuis, want het financiële luik is zo goed als
binnen. Als we de vergelijking maken tussen de
geldstromen die de Franstaligen hebben
gerealiseerd en de overdracht van de
bevoegdheden dan is deze overdracht vrij beperkt
gebleven. En toch is er één bijzondere vaststelling
die wij als Vlamingen kunnen maken, namelijk dat
wij sterk zijn in het verpakken van lucht. De
overheveling van Landbouw is daar een duidelijk
voorbeeld van. Dit wordt voorgesteld als een
tegengewicht voor de financieringsregeling terwijl
de Franstaligen zelf vragende partij waren voor die
overheveling.
Ook wat betreft de regionalisering van de
Gemeentewet was er een eerdere afspraak die nu
als een soort oorlogsbuit wordt verkocht en zo zijn
er nog een paar voorbeelden aan te halen. Terwijl
het Franstalig blok terecht blij kan zijn met wat zij
hebben binnengehaald, moeten wij aan Vlaamse
kant vaststellen dat de Vlaamse meerderheid het
winkelwagentje heeft gevuld met oude producten
nadat ze de kassa zijn gepasseerd.
Deze staatshervorming is net als alle voorgaande
nadelig voor Vlaanderen. Het is een
aaneenschakeling geworden van nachtelijk
gesjacher en onvoorstelbare compromissen. Een
andere vaststelling is dat deze Lambermont-
akkoorden tot een federalisme met drie leiden. De
versterking van de Gewesten staat haaks op het
standpunt van het Vlaams Parlement. Er moet
gestalte worden gegeven aan een
staatshervorming die berust op twee grote
Gemeenschappen, maar nu wordt de Vlaamse
Gemeenschap steeds afhankelijker van de
Franstalige minderheid. Ook de Vlaamse
Brusselaar wordt in de steek gelaten door de
Vlaamse partijen die hier hun steun zullen
verlenen.
In de bespreking van voorliggend ontwerp komt
een citaat van oud-senator Lode Claes. Ik haal het
even aan: "De Vlamingen wisten niet dat ze
konden winnen en ze wisten niet dat ze zouden
verliezen". Deze uitspraak slaat niet op
Lambermont, maar gaat dertig jaar terug en slaat
op de federalisering van België. De Vlaamse eisen
voor autonomie zijn toen geneutraliseerd door de
federalistische lading en dertig jaar lang is men
erin geslaagd de Vlaamse macht te neutraliseren.
Het enige verschil is dat we nu wel beseffen dat
we hadden kunnen winnen, maar weer maken
sommigen bewust dezelfde fouten en ze weten op
voorhand dat ze gaan verliezen.
Ik heb reeds gezegd dat de fundamentele
tweeledigheid van België wordt verlaten door het
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
59
buitensporig toekennen van bevoegdheden aan
Brussel. Dat leidt ook tot buitensporige
machtsconcentraties. Het Brussels hoofdstedelijk
Gewest sluist veelvuldig geld door naar de 19
baronieën waardoor er een voortdurende
vermenging is ontstaan.
Het zijn diezelfde figuren die in gewest en
gemeenten het mooie weer maken. Bovendien
zijn zij de kopstukken uit de gemeenten en
uitdrukkelijk aanwezig in de hoofdstedelijke raad.
Roger Van Houtte stelde zeer terecht in Gazet van
Antwerpen: "Als zij bevoegd worden over de
gemeentewet, zijn zij meteen rechter en partij".
Zo'n gevoelige materie die in Brussel ook alles te
maken heeft met de naleving van taalwetten, moet
vanzelfsprekend door de twee gemeenschappen
worden bewaakt. Omdat de volledige voogdij
voortaan door Brussel zal worden uitgeoefend,
kunnen wantoestanden inzake de niet-toepassing
van de taalwetten niet meer ter sprake komen in
Kamer of Senaat. Dat zal zich ook doen voelen in
de aanwervingpolitiek in Brussel: ziekenhuizen,
brandweer, MIVB, OCMW, spoeddiensten. Met
andere woorden, de totale verfransing krijgt hier
de vrije loop.
Voor Brussel betekent het Lambermontakkoord
dus dat, net als in Vlaanderen en Wallonië, een
eenvoudige meerderheid in het Parlement de
gemeentewet kan wijzigen. Concreet betekent dat
dus dat de Franstaligen de gemeentewet kunnen
wijzigen zoals hen dat goed uitkomt. De Brusselse
Vlamingen worden de gegijzelden van de
Franstaligen door de overheveling van de
gemeente- en provinciewet. Hiermee wordt een
fundament van elke vorige staatshervorming
verlaten. De Vlaamse meerderheid in het bestuur
van België werd opgegeven ten voordele van de
gelijkwaardigheid van de Vlamingen in het bestuur
van Brussel. Volgens de uitgangspunten van het
Vlaams Parlement uit 1999 moest er voor de
overheveling van de gemeente- en provinciewet
eerst een regeling worden getroffen om de positie
van de Brusselse Vlamingen in de Brusselse
instellingen te waarborgen. Dat is niet gebeurd en
daarom vindt het Vlaams Blok dat de voogdij over
de 19 Brusselse gemeenten beter federaal was
gebleven. Alleen op deze wijze kan de Vlaamse
meerderheid inspraak behouden in de structuur en
het beheer van haar eigen hoofdstad en controle
uitoefenen op de bescherming van de Vlaamse
minderheid in Brussel en de toepassing van de
taalwetten. Nu ligt alle macht in Franstalige
handen: de Franstalige meerderheid in de
Brusselse Hoofdstedelijke Raad. De zogenaamde
waarborgen voor de Brusselse Vlamingen zijn
immers niet afdwingbaar en worden lang niet
overal toegepast. De vraag van alle Vlaamse
partijen om een gewaarborgde
Vlaamse aanwezigheid
in
gemeenteraden,
schepencolleges en OCMW's te verzekeren, werd
niet beantwoord, integendeel. Daarbij komt nog
dat wanneer het Brussels Parlement ook nog het
vreemdelingenstemrecht zal invoeren, dit zal
leiden tot de totale marginalisering van de
Brusselse Vlamingen.
Voorzitter: Fred Erdman, oudste lid in jaren.
Président: Fred Erdman, doyen d'âge.
Het is niet juist dat er voor de Franstaligen in de
faciliteitengemeenten niets is veranderd. De
Franstaligen hebben wel bijkomende waarborgen
kunnen afdwingen. Zo komt er een speciaal
toezichtsysteem voor de Franstalige
burgemeesters. Als zij door de Vlaamse overheid
tuchtrechtelijk worden gesanctioneerd, kunnen zij
in beroep gaan bij de tweetalige kamers van de
Raad van State of het Arbitragehof. Bovendien zal
de rechtstreekse verkiezing van de
burgemeesters ervoor zorgen dat de
burgemeesters van de randgemeenten
automatisch genieten van het onweerlegbaar
vermoeden van kennis van de Nederlandse taal,
wat nu niet het geval is.
Bovendien kan het Vlaams Parlement de
gemeentegrenzen niet wijzigen noch gemeenten
samenvoegen in de zes randgemeenten. Evenmin
kunnen deze gemeenten tegen hun wil worden
opgenomen in de federaties van gemeenten.
Tot slot bepaalt de bijzondere wet dat niet de
Vlaamse regering, maar de Raad van State
uitspraak doet bij betwistingen inzake lokale
verkiezingen.
Het stuit tegen de borst dat de Brusselse
Vlamingen worden gekoppeld aan de Franstaligen
in de rand. Men mag immers niet uit het oog
verliezen dat de rand in homogeen
Nederlandstalig gebied ligt en dat Brussel officieel
een tweetalige stad is. Deze koppeling houdt het
fundament van alle vorige staatshervormingen en
dus de zogenaamde pacificatie onderuit. De
Brusselse Vlamingen kunnen alleen worden
gekoppeld aan alle Franstaligen in België wil men
de pariteit, die op zich al een toegeving van de
Vlamingen was in 1970, overeind houden.
Over de noodzakelijke splitsing van het
administratief en gerechtelijk arrondissement
Brussel-Halle-Vilvoorde wordt in het akkoord met
geen woord gerept. Door de niet-splitsing
van het kiesarrondissement
en
gerechtelijk
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
60
arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde zal de
verfransing van het ommeland niet worden
stopgezet Integendeel, in 2003 komen door de
toevloed van de Franstalige kiezers, onder meer
nieuwe Belgen, drie Vlaamse kamerzetels in het
gedrang. Nochtans, Vlaanderen beschikt nu reeds
over de nodige instrumenten: de twee splitsingen
kunnen worden doorgevoerd via een gewone wet
goedgekeurd in het Federaal Parlement. Zowel in
Kamer als Senaat zijn de Vlamingen in
de
meerderheid. De splitsing van het
kiesarrondissement zou ons naast de voor de
hand liggende voordelen ook de kans bieden om
Vlaams-Brabant uit te bouwen tot een
administratieve eenheid die op een lijn met de
andere Vlaamse provincies kan functioneren.
Door de splitsing van het gerechtelijk
arrondissement zou Vlaams-Brabant meer
juridische autonomie kunnen krijgen en zou de
schandelijke achterstand van de Brusselse
rechtbanken voor een groot stuk kunnen worden
weggewerkt. Dit zou eveneens een einde kunnen
maken aan de schendingen van het taalgebruik in
gerechtszaken.
Een andere fundamentele bedreiging voor de
Brusselse Vlamingen is de wil van de Donnéa om
van Brussel de Europese hoofdstad te maken.
In het algemeen stellen wij vast dat in de
verschillende domeinen verschillende criteria
worden gehanteerd, op maat gesneden van de
Franstaligen. Inzake de dotaties wordt het
leerlingenaantal als norm gebruikt, hetgeen niet te
controleren is. Op het vlak van landbouw en
buitenlandse handel worden alweer andere
verdeelsleutels gehanteerd, telkens in het
voordeel van de Franstaligen.
Bovendien bereikt de zogenaamde fiscale
autonomie momenteel slechts 20%,
niettegenstaande het Vlaams Parlement in 1999
nog 50% vooropstelde. Pas in 2004 zal de
beoogde 25% worden bereikt.
Over de transfers wordt gezwegen, laat staan over
de overheveling van zelfs maar delen van de
gezondheidszorg. In Vlaamse regeringskringen
beweert men dat dit voor later is, maar men
realiseert zich hierbij onvoldoende dat de
Franstaligen lang zullen wachten alvorens een
volgende staatshervormingronde aan te vatten.
Hun heil is in lengte van jaren verzekerd en zij
hebben geen enkele nood aan verdere
onderhandelingen.
In volwaardige federale landen, zoals Zwitserland
en de Verenigde Staten, bedraagt de fiscale
autonomie ongeveer 50%. Het Lambermont-
akkoord zorgt slechts voor een autonomie van
26% in 2004.
Inzake de overheveling van een reeks belastingen
naar de gewesten, kunnen volgende bemerkingen
worden gemaakt.
Ten eerste, deze overheveling moet een
nuloperatie zijn voor de federale overheid. Ten
tweede, de gemeenschappen en de gewesten
mogen niet minder inkomsten krijgen. De vraag
rijst of deze twee voorwaarden parallel kunnen
worden gerealiseerd. Stel dat een gewest verlies
lijdt na de overheveling, dan past de federale
overheid het verschil bij. Zal de compensatie
worden berekend op basis van een lokalisatie van
de opbrengst van de overgehevelde
gewestbelastingen of op basis van de lokalisatie
op grond van een personenbelasting? Bovendien
zou het fout zijn deze operatie te zien als een stap
voorwaarts in de fiscale autonomie. In de praktijk
is het niet meer dan een doorstromingssysteem
op basis van het lokalisatieprincipe. Op zichzelf is
dat geen stap vooruit in de fiscale autonomie. De
zogenaamde fiscale autonomie blijft federaal
gestuurd. In de nieuwe financieringswet wordt
bepaald dat, als Vlaanderen een decreet maakt in
het kader van de fiscale autonomie, het decreet bij
de federale overheid, de andere regio's en het
Rekenhof moet worden ingediend. Vlaanderen
blijft hier aan handen en voeten gebonden.
Uiteraard is hier van autonomie geen sprake. Het
blijft een dotatiesysteem, volledig afhankelijk van
de federale overheid. Bovendien blijft de
bestaande dotatie berekend op basis van de
leerlingenaantallen. België blijft deze extra dotatie
via de onderwijsfinanciering aan Wallonië betalen.
De afname op grond van de progressieve
koppeling aan de personenbelasting gebeurt maar
zeer geleidelijk.
Collega's, ik wil besluiten met een samenvatting.
Het Lambermont-akkoord zorgt ervoor dat Brussel
een derde gewest is en de fundamentele
tweeledigheid van België wordt verlaten. Het
Lambermont-akkoord zorgt ervoor dat Vlaamse
inspraak in Brussel verdwijnt door de overheveling
van de gemeente- en provinciewet naar Brussel.
Het Lambermont-akkoord zorgt ervoor dat de
Brusselse Vlamingen aan de Franstaligen in de
rand worden gekoppeld. Het Lambermont-akkoord
zorgt ervoor dat er geen gewaarborgde en
afdwingbare Vlaamse aanwezigheid is in de
Brusselse gemeenteraden, schepencolleges,
OCMW's, politieraden en alle gewestinstellingen in
Brussel. Het Lambermont-akkoord zorgt ervoor
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
61
dat er geen dubbele meerderheid komt inzake
gewestmateries. Het Lambermont-akkoord zorgt
ervoor dat er geen waarborgen komen voor de
strikte toepassing van de taalwetgeving op alle
niveaus in Brussel. Het Lambermont-akkoord
zorgt ervoor dat de Vlaamse overheid geen
bevoegdheid heeft over de Franstalige
burgemeesters in de rand. Het Lambermont-
akkoord zorgt ervoor dat er geen controle is op het
onweerlegbaar vermoeden van de kennis van het
Nederlands bij de burgemeesters in de rand als de
rechtstreekse verkiezingen van de burgemeesters
worden ingevoerd.
Het Lambermont-akkoord zorgt ervoor dat de
Vlaamse overheid niet de bevoegdheid krijgt om
gemeentegrenzen van de randgemeenten te
wijzigen of de gemeenten te hergroeperen in
gemeentelijke federaties, hoewel ze tot het
homogene Nederlandse taalgebied behoren. Het
Lambermont-akkoord zorgt ervoor dat de Vlaamse
overheid geen volledige bevoegdheid krijgt in de
rand bij betwisting in lokale verkiezingen, de Raad
van State wel. Het Lambermont-akkoord zorgt
ervoor dat de rechtstreekse verkiezing van
OCMW-raadsleden en schepenen in
faciliteitengemeenten niet wordt afgestraft. Het
Lambermont-akkoord zorgt ervoor dat het
administratief en gerechtelijk arrondissement
Brussel-Halle-Vilvoorde niet wordt gesplitst,
waardoor drie Vlaamse kamerzetels worden
bedreigd. Het Lambermont-akkoord zorgt ervoor
dat het consumptiefederalisme niet wordt
stopgezet, waardoor er blijvend middelen worden
vrijgemaakt voor Franstalige geldwolven. Het
Lambermont-akkoord zorgt ervoor dat de
bestaande en bijkomende dotaties niet worden
verdeeld op basis van de personenbelasting. Het
Lambermont-akkoord zorgt ervoor dat het
Vlaamse onderwijs door de nadelige
verdeelsleutel van de leerlingentelling vele
miljarden frank te weinig krijgt, en dus aan
Wallonië betaalt. Het Lambermont-akkoord zorgt
ervoor dat er geen garanties komen, omdat de
overhevelingen van belastingen naar de gewesten
in feite nuloperaties zijn. Het Lambermont-akkoord
zorgt ervoor dat de normen, gebaseerd op
economisch rendement en arbeidsintensieve inzet
van de bevolking niet worden toegepast; ik geef
het voorbeeld van het Vlaamse aandeel in de
Belgische export van 76,28%, dat wij nergens in
de vergelijking terugvinden.
Président: Jean-Pol Henry, premier vice-président.
Voorzitter: Jean-Pol Henry, eerste ondervoorzitter.
Het Lambermont-akkoord zorgt ervoor dat de
betrekkingen met Europa inzake Landbouw niet
naar de deelstaten gaan, maar naar het federale
ministerie van Buitenlandse Zaken. Het
Lambermont-akkoord zorgt ervoor dat er een
federaal agentschap inzake Buitenlandse Handel
komt om de snoepreisjes van het regime te
bekostigen. Het Lambermont-akkoord
zorgt
ervoor
dat de federalisering van
Ontwikkelingssamenwerking nog in een
onduidelijk mistgordijn hangt. Het Lambermont-
akkoord zorgt ervoor dat de federalisering van de
Nationale Loterij niet gebeurt op basis van de
personenbelasting, dus ten nadele van de
Vlamingen. Het Lambermont-akkoord zorgt ervoor
dat de federalisering van de trekkingsrechten voor
werkgelegenheidsprogramma's niet gebeurt op
basis van de personenbelasting, dus ten nadele
van de Vlamingen. Het Lambermont-akkoord
zorgt ervoor dat er niets komt van de
gezondheidszorg, de kinderbijslagen, de
regionalisering van de personenbelastingen en de
vennootschapsbelastingen. Het Lambermont-
akkoord zorgt ervoor dat de geldstromen van
Vlaanderen en Wallonië blijven bestaan. Het
Lambermont-akkoord zorgt ervoor dat 50% fiscale
autonomie een verre droom blijft. Kortom, het
Lambermont-akkoord zorgt ervoor dat de vijf
resoluties van het Vlaams Parlement van 3 maart
1999 zelfs niet gedeeltelijk worden uitgevoerd.
Dank u, Vlaamse meerderheid.
01.61 Jaak Van Den Broeck (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik sluit mij aan bij mijn
voorganger. Ik ben de achttiende spreker in de rij.
Dan is het uiteraard normaal dat men ten dele in
herhaling valt. Ik trap een open deur in als ik zeg
dat enerzijds er nieuwe en ingrijpende stappen in
de Vlaamse staatshervorming nodig zijn. Zij zijn
een dringende en een dwingende noodzaak.
Anderzijds gaat het over een zeer complex en
technisch dossier, dat door niemand begeesterd
wordt. Uitleggen aan het brede publiek, aan de
man en vrouw in de straat, dat we met zijn allen
beter worden van minder of geen België en meer
Vlaanderen, dat is een moeilijke opdracht. Dat is
geen sinecure.
Grondwetspecialist en professor emeritus Senelle
- professor Senelle is zeker nog niet seniel - zette
de zaken in de herfst 2000 op een rijtje in een
artikel in de Financieel Economische Tijd. Ik
citeer: "De geschiedenis leert dat het unitaire
België er niet in geslaagd is een beleid te voeren
dat voor alle gebiedsdelen en de twee
taalgemeenschappen aanvaarbaar was."
Federalisme is voor hem dus in wezen een
territoriale oplossing om het samenleven van
volkeren met een verschillende cultuur mogelijk te
maken. Vlaanderen kreeg via vroegere
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
62
staatshervormingen sinds 1970 eigen
bevoegdheden, economie, werkgelegenheid,
onderwijs en vorming, milieu, huisvesting,
gezinsbeleid, mobiliteit en stedenbeleid, maar niet
de eigen fiscaliteit om het beleid te schragen.
Ik bespaar u een zoveelste herhaling van de
cijfers. Alleen met eigen inkomsten kan
Vlaanderen een eigen beleid voeren. Of datgene
dat we zelf doen ook beter is, zal moeten blijken.
In de huidige federale context en constellatie
wordt Vlaanderen gecastreerd. Ik zeg wel degelijk
gecastreerd. Het Belgisch federalisme zorgt
ervoor dat Vlaanderen nog wel kan tellen, maar
niet meer kan vermenigvuldigen. Akkoord, op
economisch vlak verschuift er heel wat, collega
Pieters heeft dat deze namiddag ook vermeld,
naar het Europees niveau, maar micro-
economisch gezien blijft het van levensbelang een
eigen efficiënt regionaal beleid te kunnen voeren.
Vlaanderen is Wallonië niet. Aan beide gebieden
een identiek sociaal en economisch beleid en een
identieke fiscaliteit opleggen is decadent. Het leidt
tot inefficiëntie, verspilling, zinloze compensaties
en wafelijzers. België verhindert dat Vlaanderen
zelf over zijn welzijn, zijn welvaart en zijn
bestemming beschikt en kan daarom best zo vlug
mogelijk, gisteren dus, verdwijnen.
Vlaanderen moet binnen het Europa der volkeren
een onafhankelijke Staat worden met Brussel als
hoofdstad.
De fameuze resoluties van het Vlaams Parlement,
behoedzaam voorbereid en zeker niet radicaal - in
het beste geval een soort miniprogramma
-
toonden aan dat een democratische meerderheid
in Vlaanderen via meer autonomie een beter en
meer werkzaam zelfbestuur wilden. De resoluties
spreken niet over de transfers.
Onze bekende Vlaming in de regering-Michel,
Verhofstadt, slaagt erin via de trukendoos van de
Costa, het Sint-Elooisakkoord en het Hermes-
akkoord de zenuwachtige en beetgenomen
Volksunie te lijmen. Uit de beleidsverklaring van
oktober 2000 blijkt schrijnend hoe groot de kloof,
hoe diep de afgrond is tussen de Vlaamse
resoluties en de beloftes van Verhofstadt. De
resoluties werden nochtans door zijn VLD mee
goedgekeurd. Meer zelfs, op dat ogenblik vond de
VLD ze zelfs niet ver genoeg gaand.
Intussen zijn we een aantal bladzijden verder in
het Verhofstadt-feuilleton. en belanden we bij zijn
nieuw communautair akkoord, Lambermont,
marathonakkoord, Sint-Hedwigsakkoord, noem
maar op. Wat in dit akkoord overblijft van de
resoluties is meer dan povertjes om niet te zeggen
onbestaand. We hebben onze Vlaamse
excellenties, onze ministerren van de
regeringspartijen gehoord. Hun grote betoog
draait rond "later". Dan zullen er nog nieuwe
stappen gezet worden naar meer autonomie of de
Franstalige ministers moeten zich niet bemoeien
met Vlaanderen. Later.
Een Vlaams spreekwoord zegt dat een ezel zich
geen tweemaal aan dezelfde steen stoot, tenzij, zo
zegt de volksmond, het een steenezel is. De
ervaring leert dat de Franstaligen slechts willen
onderhandelen als ze in acute geldnood zitten. De
Franse Gemeenschap zit op zwart zaad en was
reeds een tijdje op zoek naar extra middelen voor
haar onderwijs. In Vlaanderen komen de
leerkrachten op straat voor een lineaire
loonsverhoging van 3% maar ze vangen bot. Ga in
datzelfde Vlaanderen maar eens uitleggen dat hun
Waalse collega's gemiddeld 100.000 frank per
jaar meer verdienen. Men is steenezel of men is
het niet.
Er is meer. In het akkoord worden stappen gezet
die fundamenteel ingaan tegen de beginselen
zoals die door het Vlaams Parlement werden
geformuleerd. De regeringspartijen kieperen hun
beloftes overboord en zondingen als
zelfbenoemde superdemocraten tegen een
basisbeginsel van de democratie zelf. Dit is niets
meer of niets minder dan onfatsoenlijk bestuur en
kiezersbedrog.
Als we eerste minister Verhofstadt willen geloven
is Lambermont een historisch akkoord. Historisch
heeft echter meer dan een betekenis. Volgens mij
bedoelt Verhofstadt met historisch "bekend" uit de
geschiedenis.
De eerste minister zelf zei bij herhaling dat hij zou
zorgen voor een nieuw communautair klimaat, een
klimaat waarin men niet langer de confrontatie,
maar wel de dialoog zou opzoeken. In dat klimaat
zou veel kunnen en, aldus de eerste minister, de
communautaire problemen zouden voor eens en
altijd worden opgelost. Weg dus met een Luc Van
den Brande, die de zaak zeven jaar lang had
verbrod en die met zijn destructieve houding niets
had bereikt. Leve Guy Verhofstadt, die inzake de
staatshervorming het gaspedaal zou in drukken
om gemeenschappen en gewesten mee te voeren
in de vaart der zelfstandige volkeren.
Het was toch het grote en overigens zeer terechte
verwijt, ook van onze kant, dat de CVP toen uit
twee monden sprak en een januskop had, waarbij
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
63
Van den Brande weliswaar in de institutionele
zandbak mocht spelen tot de grote baas, Jean-
Luc Dehaene, het einde van de speeltijd floot. Dat
spreken uit twee monden zou nu afgelopen zijn.
Vanaf nu spreekt men uit één mond, zowel op
Vlaams als op federaal niveau. Er is maar één
probleem: het is de mond van Louis Michel.
De resoluties van het Vlaams Parlement werden
door de Vlaamse Lambermont-partijen met een
zelden gezien cynisme naar de prullenmand
verwezen. Zij zijn hoogstens nog goed om een
sanitaire behoefte tot een goed einde te helpen
brengen. Het was een teken aan de wand dat alle
Franstalige meerderheidspartijen het akkoord de
hemel in prezen en vooral de Franstalige
verworvenheden dik in de verf zetten. De
opmerkingen van de Raad van State werden
weggelachen alsof men te doen had met een
bende kleuters die wel de klok hadden horen
luiden, maar de klepel niet wisten hangen.
Vandaag staat nog steeds niet vast - misschien
intussen wel - of deze regering in de Kamer wel
een tweederde meerderheid haalt en niemand kan
ons vertellen welke toegevingen Verhofstadt aan
het doen is om de PSC over de brug te halen om
die akkoorden goed te keuren.
De akkoorden over de financiering van de
gemeenschappen, toch zo belangrijk voor het
Franstalig onderwijs, die zitten al in de pocket. Het
zou zelfs best kunnen dat in de Kamer en de
Senaat de herfinanciering goedgekeurd wordt,
maar de overdracht van bevoegdheden niet door
het Parlement geraakt. Dat de Vlaamse
Lambermont-partijen daar maar eens over
nadenken. Van de beloofde nieuwe aanpak is
niets terechtgekomen. Met de zogenaamde
dialoog van gemeenschap tot gemeenschap, de
Costa genoemd, heeft men niet eens de schijn
opgehouden dat men het anders wilde. De Costa
is niet meer gebleken dan een vervelende
bezigheidstherapie. Even snel als bij de vorige
gelegenheden is men overgeschakeld op
nachtelijke marathonvergaderingen waar de echte
beslissingen genomen werden.
De Conferentie voor de Staatshervorming heeft
dus enkel gediend als glijmiddel om de Volksunie
tot de Vlaamse regering te laten toetreden, om
ook daar paars-groen mogelijk te maken en de
symmetrie tussen het federale en het Vlaamse
niveau qua regeringssamenstelling gaaf te
houden. Het is onbegrijpelijk dat de co-voorzitter
van de Conferentie voor de Staatshervorming
tevreden kan zijn met het resultaat dat vandaag
voorligt. Bij de start van de Conferentie voor de
Staatshervorming legde hij nog ronkende
verklaringen af. Is hij misschien vergeten dat hij
zich toen afzette tegen het geheim akkoord
waarbij Guy Verhofstadt bij de regeringsvorming
aan de Franstaligen 2,4 miljard frank voor hun
onderwijs beloofde? De premier loog toen zodanig
dat hij zichzelf geloofde. Is hij vergeten dat hij toen
pleitte voor de overheveling van de
gezondheidszorg en de kinderbijslagen? Is hij
tenslotte vergeten hoe hij pleitte voor een
verregaande fiscale autonomie? Blijkbaar is hij dat
inderdaad vergeten.
Premier Verhofstadt heeft het
Lambermontakkoord, waarvan hier nu het
bevoegdheidsdeel aan de orde is, bestempeld als
historisch. Hij heeft gelijk: het akkoord is
historisch. Het is een historische blunder die de
problemen overigens niet zal oplossen maar
alleen de frustraties zal laten toenemen. Opnieuw
heeft hier het klassieke Belgische mechanisme
gespeeld. De wel bijzonder beperkte autonomie
die Vlaanderen in het verleden heeft verworven,
werd altijd zeer duur betaald. Het klassieke
Belgische federalisme kwam altijd neer op de
toekenning aan Vlaanderen en Wallonië van een
aantal bevoegdheden in ruil voor de versteviging
van de politieke en de financiële machtspositie
van de Franstaligen in dit land. Daarin heeft de
heer Verhofstadt geen verandering aangebracht.
Bij de start van de Conferentie voor de
Staatshervorming hebben wij, overigens ook in het
Vlaams Parlement, altijd gewaarschuwd voor een
akkoord waarbij men op vraag van de
Franstaligen tot een herfinanciering van de
gemeenschappen zou komen op basis van
consumptiefederalisme. In ruil kreeg men slechts
een zeer beperkte fiscale autonomie en een zeer
beperkte bevoegdheidsoverdracht. Wij hebben
helaas gelijk gekregen. De zo geroemde fiscale
autonomie is een lege doos, het is een doos van
Pandora. Het is een soort vergiftigd geschenk. De
reeds in de bijzondere financieringswet als
dusdanig omschreven gewestbelastingen worden
wel overgeheveld, maar dat is niet meer dan
logisch. Van echte fiscale autonomie, waarbij een
deelstaat niet alleen verantwoordelijk wordt
gesteld voor zijn uitgaven maar ook voor zijn
inkomsten, is geen sprake.
Het is niet met de mogelijkheid om bijvoorbeeld de
belasting op kansspelen te verhogen of te
verlagen dat men een beleid aan de
inkomstenzijde kan sturen. Dat was natuurlijk ook
niet de bedoeling. De tijd waarin de VLD eiste dat
de hele personenbelasting naar de deelstaten
moest gaan en ook de vennootschapsbelasting
moest worden overgeheveld de hefbomen voor
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
64
het voeren van een eigen fiscaal beleid ligt al
lang achter ons. De herfinanciering van de
gemeenschappen lees meer Vlaamse miljarden
voor het Franstalig onderwijs is dus wel binnen.
Eveneens verworven is het federalisme met drie.
Meer dan ooit wordt de positie van de gewesten
versterkt en moeten de gemeenschappen het
onderspit delven. Ook dit is fundamenteel in strijd
met de uitgangspunten van het Vlaams Parlement
waar men over de partijgrenzen heen pleitte voor
een staatsstructuur op basis van twee grote
gemeenschappen. In plaats van de doorgroei naar
tweeledigheid krijgen we vandaag de
onomkeerbare evolutie naar drieledigheid. Dat
brengt een dubbele minorisering van de
Vlamingen met zich mee. Binnen België wordt de
Vlaamse meerderheidspositie herleid naar een
positie van één tegen twee. Binnen Brussel
worden de Vlamingen steeds afhankelijker van de
goede wil van de Franstaligen. De Lambermont-
partijen laten Brussel en dus de Brusselse
Vlamingen definitief los. De vurige pleidooien van
wijlen Frans Van Der Elst ten spijt stapt ook een
deel van de Volksunie gezwind mee in dit nefaste
scenario.
In het eerste deel van het ontwerp wordt het
zogenaamde Hermes-akkoord over landbouw en
buitenlandse handel uitgevoerd. Wat het
landbouwbeleid betreft, wordt de zaak er alleszins
niet transparanter op, zeker niet wat de
vertegenwoordiging op Europees niveau aangaat.
Het prijs- en inkomenbeleid blijft een federale
materie. Ook het BIRB blijft federaal. De tekst is
zodanig geformuleerd dat de bevoegdheden van
het bureau rustig kunnen worden uitgebreid. Een
scenario vergelijkbaar met dat van de BDBH ligt
zo voor de hand. Er is dus geen sprake van de
volledige overheveling van deze bevoegdheden.
Er zijn zo veel uitzonderingen voorzien dat men
veeleer kan stellen dat het landbouwbeleid wordt
overgedragen uitgezonderd de landbouw. Ik meen
dat de heer Mortelmans het ook al in ongeveer die
bewoordingen gesteld heeft. Ook wat buitenlandse
handel betreft, is er geen volledige overheveling.
De leningen van staat tot staat en de waarborgen
voor export-, import- en investeringsrisico's blijven
federaal. De BDBH wordt weliswaar afgeschaft
maar vervangen door een federaal agentschap
dat uiteraard op klassieke Belgische wijze is
samengesteld. De drie gewesten duiden elk vier
vertegenwoordigers aan en de federale overheid
doet dat ook. Er is dus pariteit tussen de gewesten
waarbij men voor de goede gang van zaken
voorbijgaat aan het feit dat Vlaanderen meer dan
75% van de Belgische export voor zijn rekening
neemt.
Trouwens, ook de verdeling van de middelen,
zowel inzake Landbouw als inzake Buitenlandse
Handel, is op Franstalige maat gesneden. De
anders door de Franstaligen zo verguisde
personenbelasting als criterium voor het verdelen
van de middelen inzake onderwijs wordt nu wel
gretig aangegrepen omdat dit criterium in deze
sectoren voor hen het voordeligst uitkomt. Men
past bij de verdeling van middelen die gepaard
gaan met bevoegdheidsoverdracht, schaamteloos
die criteria toe die Wallonië het meest opbrengen.
Over maten en gewichten gesproken.
Ik moet waarschijnlijk iets minder hard praten. Ik
wil bepaalde collega's op de banken niet wakker
maken.
Het artikel over de ontwikkelingssamenwerking -
dat werd deze namiddag reeds gezegd - is
zonder twijfel de giller van het ontwerp. Men kan in
dit koninkrijk veel meemaken, maar het is
waarschijnlijk nog nooit gezien dat men in een
bijzonder wet die de bevoegdheden van de
gemeenschappen en de gewesten regelt, inschrijft
dat een bijzondere werkgroep zal worden
opgericht die moet nagaan welke onderdelen van
de ontwikkelingssamenwerking eventueel,
misschien, ooit, wie weet, naar de
gemeenschappen en de gewesten zullen worden
overgeheveld, en dat vanaf 1 januari 2004 en
uiteraard beperkt tot die delen die betrekking
hebben op de bevoegdheden van de
gemeenschappen en de gewesten. Dit wil in
mensentaal zeggen dat er inzake
ontwikkelingssamenwerking niets wordt
overgeheveld.
Dan komt de hoofdschotel: de overheveling van
de organieke wetgeving inzake gemeenten en
provincies. Ook hier zien wij weer het klassieke
mechanisme opduiken dat bij elke
staatshervorming speelt. De Vlamingen moeten
blijvend een prijs betalen voor iets wat al lang
bedongen had moeten zijn. De overheveling van
de gemeente- en provinciewet was al bij het Sint-
Michiels-akkoord bedongen. Vandaag moet
Vlaanderen opnieuw miljarden ophoesten voor het
Franstalig onderwijs om te verkrijgen wat reeds
lang verkregen was. Wie echter van de idee
uitging dat Vlaanderen met de overheveling van
de gemeentewet in staat zou zijn om een eind te
maken aan de misbruiken die reeds decennialang
van de faciliteiten in Vlaanderen worden gemaakt,
is alweer bedrogen uitgekomen. Het is zelfs een
leugen te beweren dat de Franstaligen in de rand
en in Voeren de bestaande garanties behouden.
Er komen integendeel nog garanties bij. Niet
alleen blijft het hele monster van de pacificatiewet
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
65
van 1988 overeind. Dat betekent dat de
rechtstreekse verkiezing van de schepenen en
OCMW-raadsleden in de zes behouden blijft.
Dit betekent dat de contradictio in terminis, die
onweerlegbaar vermoeden van taalkennis heet,
eveneens behouden blijft. Dit betekent dat aan de
faciliteiten niet kan worden geraakt. De zes
kunnen dus ook in de toekomst niet worden
opgenomen in federaties van gemeenten die
Vlaanderen eventueel zou willen opzetten.
Bovendien is de bevoegdheid inzake de
tuchtprocedure inzake burgemeesters en
schepenen zodanig opgesteld dat de Vlaamse
overheid weinig of geen armslag heeft om de
burgemeesters van de zes ter wille te zijn. Dit zijn
burgemeesters die overigens compleet illegaal
een volksraadpleging wilden organiseren over de
overheveling van de organieke gemeentewet naar
Vlaanderen. Als voorbeeld van een verbeterd
communautair klimaat kan zulks tellen.
De Vlaamse Lambermont-partijen zetten de
toekomst van bevoegde Vlaamse overheid inzake
de faciliteitengemeenten compleet vast. Men zal
dus in de toekomst twee soorten Vlaamse
gemeenten hebben, namelijk die gemeenten die
volgens de Vlaamse decreten worden bestuurd en
die gemeenten waar de Franstaligen hun
arrogantie verder mogen blijven botvieren. Dit kan
ook als staaltje van onderhandelingstactiek tellen.
Ten slotte is er ook Brussel. Men heeft ons willen
wijsmaken dat inzake garanties er een status quo
bleef bestaan tussen de garanties van de
Franstaligen in de rand en die van de Brusselse
Vlamingen. Men heeft een onvergeeflijke blunder
begaan door het lot van de Franstaligen te
koppelen aan het lot van de Brusselse Vlamingen.
Deze koppeling, die aan Vlaamse kant door
iedereen werd afgewezen, is de zogenaamde
status quo. Dat is een pertinente leugen.
Perfide en efficiënt noemde Karel De Gucht het
Lombard-akkoord. Perfide betekent volgens van
Daele nog altijd "trouweloos, vals, verraderlijk". Of
het efficiënt is, valt nog af te wachten. Perfide is
het in elk geval. Politicoloog Wilfried De Wachter
zei in de Financieel-Economische Tijd over het
akkoord: "En dan is er nog de onvoorstelbare
belediging voor de Vlamingen in wat de hoofdstad
zou moeten zijn van een tweetalig land met het
Nederlands als meest gesproken taal: het kopen
van Vlaamse schepenen en het loslaten
van de dubbele
meerderheid,
het
enige
blokkeringsysteem dat de Vlamingen er hebben".
De Brusselse Vlamingen gaan er dus in termen
van politieke macht niet op vooruit. Ze gaan erop
achteruit in ruil voor alweer bijkomende mandaten.
Het aantal parlementsleden wordt op 89 gebracht,
wat stilaan het toppunt van de belachelijkheid
bereikt. Wat echter niet alleen perfide, maar zelfs
pervers kan worden genoemd, is het zogenaamde
ABS-systeem, dat dient om de democratie te
vrijwaren en een blokkering van de instellingen te
vermijden. Ik wist niet dat Vic Anciaux een
antidemocraat was.
Hier is sprake van een regelrechte constitutionele
staatsgreep, met als doel de verkiezingsuitslag te
vervalsen. De constitutionele creativiteit kent
daarbij echt geen grenzen. Er wordt daarbij een
nieuwigheid ingevoerd, met name de
apparentering binnen één kieskring tussen
verschillende partijen.
De VGC wordt aangevuld met vijf leden voor de
Brusselse Hoofdstedelijke Raad, niet op basis van
een verkiezingsuitslag voor deze Raad dat is
helemaal niet nodig, dat is de nieuwe politieke
cultuur, maar volgens de verkiezingsresultaten
voor de Vlaamse Raad.
Bij de Franstaligen vinden we dit dus niet terug.
Dat geldt dus alleen voor de Vlamingen. Men
moet maar eens de logica zoeken tussen die twee
gegevens. Kwestie van de democratie te
vrijwaren, stellen wij voor nog vijf bijkomende
leden aan te duiden door de Algemene
Vergadering van de Verenigde Naties. Voor de 17
bijkomende mandaten geven de Vlamingen in de
Brusselse instellingen de garantie van de dubbele
meerderheid op. Men gaat zelfs zover dat de
Vlaamse ministers kunnen worden aangeduid
door een minderheid van de Vlaamse taalgroep.
In de toekomst is dus een Brusselse regering
mogelijk die niet de steun geniet van de
meerderheid van de Nederlandse taalgroep.
Bovendien kan een Vlaams minister de laan
worden uitgestuurd door diezelfde minderheid. Dit
is nooit gezien. Het gaat daarbij niet alleen om het
Vlaams Blok want ook de CVP zou in de toekomst
wel eens het slachtoffer kunnen worden van
dergelijke reglementering.
Wanneer men de zaken extrapoleert, zou het
Vlaams Blok van 4 op 11 zetels in de VGC naar 6
op 22 zetels gaan. Dit is geen Hollandse of
Chinese rekenkunde, dit is gewoon Brusselse
rekenkunde. Voor een handvol mandaten meer
doen de Vlamingen afstand van hun politieke
macht. Het democratische gehalte van deze
constitutionele staatsgreep is zo groot dat de
Raad van State deze regeling letterlijk als
ondemocratisch heeft bestempeld want op
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
66
minstens 4 punten in strijd met de Grondwet. Ook
dat advies werd straal genegeerd als ware de
Raad van State een verzameling van veredelde
communicators. Wij zullen deze bepalingen in elk
geval aanvechten bij het Arbitragehof.
Op gemeentelijk vlak is de vernedering het
grootst. Indien een Vlaming al in de gemeenteraad
geraakt en indien hij goed genoeg bevonden wordt
om de voordrachtakte te tekenen dan mag hij
tegen betaling schepen worden. Desnoods wordt
hij dan bevoegd om het paargedrag van de
bosmier te bestuderen. Deze grootst
aangekondigde staatshervorming is ineengezakt
als een pudding. Het uitgangspunt was de
herfinanciering van de Gemeenschappen. De
Franstaligen in Brussel krijgen er weer veel
Vlaamse miljarden bij en daar alleen was het hen
om te doen. Het is onwaarschijnlijk dat de
Franstaligen niet alleen vragende partij waren voor
de herziening van de financieringswet maar dat zij
als vragende partij ook nog eens de agenda van
de onderhandelingen bepaald hebben. De
Vlamingen kunnen met hun verlangens en eisen,
gedragen door het grootste deel van het
Parlement, de bomen in. De heer Moureaux heeft
zeer duidelijk laten verstaan dat er geen
staatshervorming zou komen indien er ook maar
met een woord werd gerept over de sociale
zekerheid want dat taboe blijft uiteraard overeind.
Dat taboe blijft uiteraard overeind. De Vlamingen
hebben inderdaad het voorrecht om elk jaar om
en bij de 120 miljard naar Wallonië te versluizen
via de sociale zekerheid. Zij hebben het voorrecht
om via de sociale zekerheid, de financieringswet,
de belastingen en de aflossing van de interesten
meer dan 300 miljard alimentatiegeld, dus 55.000
frank per Vlaming per jaar, op te hoesten en zij
hebben het voorrecht om solidair te zijn, niet met
mensen, maar met structuren en met
beleidsvoerders die zelf nooit verantwoordelijkheid
op zich hebben willen nemen voor hun daden en
altijd de factuur naar de Belgische schatkist, naar
Vlaanderen dus, hebben doorgeschoven.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog kregen de
Vlamingen het bevel "zwijg en vecht"; vandaag
krijgen ze het bevel "zwijg en betaal". Dat is
uiteindelijk de enige betekenis van deze
staatshervorming. Dat is dus duidelijk de enige zin
van het Belgisch federalisme, dat één groot
boerenbedrog is gebleken, dat er enkel op gericht
is de macht van het getal van de Vlamingen te
neutraliseren. Sinds 1970 werd de Vlamingen hun
meerderheid - die met Leuven Vlaams eindelijk
begon te spelen - ontstolen. Het federalisme heeft
uiteindelijk geleid tot een permanente hold-up en
tot het creëren van structuren die de Franstalige
minderheid in staat moeten stellen haar
geprivilegieerde positie op politiek en financieel
vlak te consolideren en van de meerderheid een
minderheid te maken.
Dat soort federalisme is gedoemd om te
mislukken en de staatshervorming die we thans
bespreken, zal het ontbindingsproces van de Staat
niet tegenhouden, omdat ze het resultaat is van
bedrog en leugen. Op een cynische manier wordt
vandaag aangetoond hoe één man, Guy
Verhofstadt, alle principes overboord heeft
gegooid voor het eerste ministerschap en hoe hij
het Vlaamse belang schaamteloos offert op het
altaar van de Belgisch-Franstalige belangen, even
zijn behartenswaardig verklaringen in zijn
zogenaamde burgermanifesten vergetend.
In dat soort federalisme geloven wij allang niet
meer. Wij hebben er trouwens nooit in geloofd.
Het heeft trouwens geen zin mordicus een
huwelijk in stand te willen houden waarbij beide
partners in een permanente staat van paranoia
verkeren en elkaar bedriegen. In plaats van zo'n
huwelijk te allen prijze in stand te willen houden en
in plaats van een nieuwe staatshervorming uit te
werken zou de regering beter de scheidingsakte
op papier zetten.
Ook wij willen nog een gesprek, maar dan niet
meer over de toekomst van het land, maar over
het verleden ervan, een gesprek over de
boedelscheiding die er staatshervorming of niet
hoe dan ook komt.
01.62 André Smets (PSC): Monsieur le
président, madame la ministre, chers collègues, je
salue les courageux interprètes.
Je ne mesurais pas encore à quel point le Vlaams
Blok méprise toutes celles et tous ceux qui
pensent autrement que lui. Je ne savais pas
encore que, pour le Vlaams Blok je cite ici
Alexandra Colen "la Belgique est un Etat
illégitime". "L'Etat belge n'a aucun fondement légal
et démocratique". "La Constitution belge est nulle".
"Les institutions belges sont nulles". Pourquoi dès
lors je parle à titre personnel - conserver comme
vice-président M. Van den Eynde? Quel cancer
pour la Flandre et la Belgique que ce parti soutenu
par plus de 600.000 électeurs en date du 13 juin
1999!
Hier soir aussi, certains rebelles de la Volksunie
ont cherché à rivaliser avec le Vlaams Blok par la
violence de leurs critiques à l'égard des
francophones et du PSC plus particulièrement.
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
67
Comme si le PSC était aujourd'hui responsable
des divisions de la Volksunie et de son explosion.
Chaque fois que des groupes nationalistes
s'effondrent, c'est un superbe cadeau pour la
démocratie. Les difficultés d'aujourd'hui
proviennent essentiellement du fait que le premier
ministre Guy Verhofstadt a, dans un premier
temps, trop misé sur un parti nationaliste pour
construire un accord harmonieux entre régions et
communautés, d'une part, et l'Etat fédéral, d'autre
part. Au lieu de simplement viser un bon équilibre
entre une autonomie fiscale encadrée et un
refinancement de l'enseignement, le premier
ministre s'est laissé conduire par la Volksunie
dans une aventure institutionnelle. C'est ainsi que
pour arracher les majorités qualifiées, il a fallu
satisfaire les appétits démesurés des
représentants de la Volksunie et subir trop
longtemps leur chantage.
C'est essentiellement pour cette raison que la
majorité arc-en-ciel a été condamnée à intégrer
dans ses projets la régionalisation de l'agriculture,
du commerce extérieur et de la coopération au
développement. Comment ces maîtres du
chantage auraient-ils pu s'en satisfaire? Le
tandem Bourgeois-Pieters et compagnie ajoutait
des exigences supplémentaires: la régionalisation
de la loi provinciale et communale. Pour eux,
c'était le moment ou jamais de consacrer
définitivement la primauté du droit du sol sur le
droit des gens.
Le PSC n'a jamais caché que lier les deux projets
risquait de poser problème. D'abord parce que
l'assise constitutionnelle est délicate mais aussi
parce que la régionalisation de la loi communale
et provinciale insécurise les minorités et tous ceux
qui habitent les communes à statut linguistique
spécifique.
Pour citer M. Jean-Jacques Viseur, qui s'est
exprimé ce matin, "le risque est grand de rompre
la confiance des citoyens dans l'Etat". C'est la
raison pour laquelle, que ce soit pour la périphérie
de Bruxelles ou les Fourons, le PSC réclame des
mesures et des éléments de confiance, dans une
volonté d'aider tous les Belges, quelle que soit leur
langue, à vivre ensemble. La paix communautaire
et linguistique est à ce prix.
01.63 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik wil mijn betoog beginnen
met een vraag aan de heer Smets. Ik hoop dat hij
de zaal niet onmiddellijk verlaat en mij antwoord
geeft. Hij zegt dat hij geruststellende maatregelen
wil ten voordele van de minderheden,
inzonderheid de Franstaligen in de rand en in
Voeren en dergelijke meer. Zoals altijd werden het
echte debat en de echte politieke
onderhandelingen niet in ons halfrond gevoerd,
maar erbuiten.
U wenst mij goedenacht, mijnheer Smets, maar
om kwart voor vier hoorden wij de berichten over
een unaniem Franstalig front dat de bal nu in het
kamp van de regering heeft gelegd. Welnu,
mijnheer Smets, kunt u daar toelichting bij geven?
Met welke toegevingen zou u concreet tevreden
zijn? Uw antwoord terzake zou het debat kunnen
verrijken en verhelderen.
Een ding is wel duidelijk: de heer Smets kon
zopas wel rekenen op het applaus dat de heer
Viseur vanmiddag niet te beurt viel voor zijn
vernietigende analyse van het Lambermont- en
het Lombardakkoord. Op de meerderheidsbanken
werd inderdaad vrij massaal voor de heer Smets
geapplaudisseerd. Er is dus weeral iets gekeerd in
het voordeel van de PSC. Wij zijn benieuwd wat.
Wij hebben daar heel wat vragen bij, maar ik zal
het daar nog over hebben bij het laatste deel van
mijn uiteenzetting betreffende het kaderverdrag
inzake de bescherming van de nationale
minderheden.
Waarde collega's, de heisa rond het Lambermont-
akkoord kan worden vergeleken met die rond het
Egmontpact halfweg de jaren zeventig. Sommigen
zullen zich afvragen hoe ik dat kan weten,
aangezien ik toen nog niet politiek actief was. Het
is alvast de start geweest van mijn prille politieke
inzichten. Heel dat Egmontpact heeft trouwens bij
heel wat Vlaamse families een waar trauma
veroorzaakt, zeker in Vlaams-Brabant. Collega
Coveliers kan ervan getuigen dat het pact ook een
immense verscheurdheid bij de VU teweegbracht.
Een vergelijking met het Egmontpact dringt zich
dan ook op.
Wanneer men de vergelijking maakt, valt de
vreemde rol van de media zeer sterk op, die
klaarblijkelijk de kritische journalistiek hebben
afgeschaft. In de Egmontperiode waren zeker de
hoofdredacteurs van zowat alle Vlaamse kranten
scherpzinnige personen en onafhankelijke
geesten waarvoor politici nog ontzag hadden. Zij
schrokken er toen niet voor terug de Vlaamse
kaart te trekken en het Vlaamse belang voorop te
stellen. Vandaag zijn onze geschreven media
vooral geïnteresseerd in bloot en spelen. Zo staan
er boven de titel van Het Laatste Nieuws van
vandaag mijn toespraak had ik al geschreven
nog voor ik die krant onder ogen kreeg - blote
mannetjes en vrouwtjes, om u maar te zeggen tot
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
68
welk niveau wij zijn afgezakt.
De ene krant verwerd tot een pulpgazet, de
andere werd een beate zolenlikker van
paarsgroen. Het enige medium dat hierop een
uitzondering vormt, is de Financieel Economische
Tijd die vaak consequent Vlaamse en heldere
politieke analyses publiceert en inderdaad over
een onafhankelijke politieke redactie beschikt.
(Onderbreking door de heer Hugo Coveliers)
01.64 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer Coveliers, de heer Tastenhoye was een
degelijk Vlaams gezind journalist, maar hij koos
voor een andere weg, zoals dat af en toe gebeurt
in het leven.
(Onderbreking door de heer Hugo Coveliers)
01.65 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer Coveliers, als wij zo beginnen, dan zal
het gauw gedaan zijn.
Ook de Gazet van Antwerpen vormde een
prachtig voorbeeld van de wijze waarop in dit
paarsgroene era de media het slotdebat over het
Lambermont-akkoord verslaan. Er werden slechts
twee grote foto's gepubliceerd, namelijk op
bladzijde 2 een charmefoto van onze goede
Antwerpse schepen Kathy Lindekens die met blote
armen een zwarte kat omarmde, omkranst met
bloemetjes, takjes en blaadjes en op bladzijde 4
een charmefoto van Joëlle Milquet met blote
benen en tenen. Dat was ongeveer al wat De
Gazet van Antwerpen had te bieden in verband
met het Lambermont-akkoord.
Ik kan dus begrijpen dat de heer Tastenhoye koos
voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers
alvorens gek te worden.
01.66 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Dat
bevestigt inderdaad mijn stelling dat bepaalde
kranten hebben gekozen voor bloot en spelen.
Wat er ook van zij, de Financieel Economische
Tijd is een spreekwoordelijke uitzondering wegens
de publicatie van vaak consequente en heldere
Vlaamse politieke analyses en wegens haar
daadwerkelijk onafhankelijke redactie. Het is
trouwens de enige krant die de lezers op een
bestendige, correcte en intellectueel verantwoorde
wijze over het Lambermont-akkoord heeft
ingelicht.
Ik zeg dat niet met plezier, want de redactie
behoort niet tot onze vrienden. Immers, ook de
krant publiceert met de regelmaat van een klok
berichten over het Vlaams Blok die niet juist zijn
en wanneer het gaat om de strijd tegen het
Vlaams Blok heult ze mee met de wolven in het
bos. Sedert vorig jaar mogen er trouwens geen
vrije tribunes van ons verschijnen. Desalniettemin
moet ik objectief toegeven dat de krant, in
tegenstelling tot alle andere Vlaamse kranten,
degelijk bericht over het Lambermont-akkoord.
Over een zaak zijn alle media zowel de
audiovisuele als de dagbladen het eens, met
name dat het Vlaams Blok de allerergste vijand is.
De strijd tegen het Vlaams Blok vormt de hoogste
prioriteit en mag moet zelfs met alle middelen
worden gevoerd. Daarom mogen er geen vrije
tribunes van Vlaams Blok-parlementsleden meer
verschijnen. De laatste in De Standaard was van
mijn hand en nadien was het afgelopen. Er
worden evenmin nog interviews afgenomen. Het
zal u wellicht reeds zijn opgevallen dat een
interview met een van onze leden, zelfs op
regionaal niveau, eenvoudigweg niet meer kan
ingevolge de verscherping van het media-cordon.
Om die redenen wordt in televisiejournaals
beweerd dat het Vlaams Blok volgens de peilingen
minder succes heeft, terwijl het tegendeel waar is.
Wij hebben het zojuist nog meegemaakt. Daarom
moet kost wat kost worden vermeden dat het
Vlaams Blok nog aan televisiedebatten kan
deelnemen en worden wij steevast uitgesloten bij
TerZake en de Zevende Dag, zeker wanneer het
om communautaire debatten gaat. Collega
Coveliers, daar zijn cijfers van. In de aanloop van
de gemeenteraadsverkiezingen kregen we in
TerZake 0,4% van de politieke aandacht. De VLD
had ook maar 9%. Jullie liggen nog altijd niet in de
bovenste lade van TerZake. De SP had in de 20%
en de CVP kreeg zelfs 30% van de zendtijd, maar
wij slechts 0,4%. Het is dus objectief, zwart
op
wit
bewijsbaar dat wij sinds de
gemeenteraadsverkiezingen of daarvoor al
helemaal worden buiten gewerkt. Ook aan de
communautaire debatten mogen wij niet
deelnemen. Tijdens heel deze legislatuur is het
Vlaams Blok tot nu toe niet één keer in De
Zevende Dag mogen aantreden in een
communautair debat. Collega Annemans kan mij
tegenspreken. Ik kan mij vergissen. Misschien
was het één keer. Ik denk dat het nooit is gebeurd.
Wij hebben nooit aan een communautair debat
mogen deelnemen, precies die aangelegenheid
waarbij wij de partij bij uitstek zijn die daarmee
bezig is en daarop de kiezer heeft aangesproken.
01.67 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): U
bent zelf een keer voor homoseksuelen naar De
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
69
Zevende Dag gegaan.
01.68 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Ja,
maar niet voor of tegen homoseksuelen, maar
tegen het homohuwelijk.
In
communautaire
aangelegenheden hebben wij sinds de
verkiezingen geen stem in het debat gekregen. De
reden is heel duidelijk. Men wil een sfeer creëren
waaruit de mensen moeten afleiden dat het
Vlaams Blok op communautair vlak geen
deskundigheid in huis heeft, niet kan meepraten
en bijgevolg volkomen nutteloos is omdat zij geen
communautaire druk kan genereren. Kortom, op
communautair vlak bestaat het Vlaams Blok
eenvoudigweg niet. Dat is het beeld dat men van
het Vlaams Blok wil meegeven.
Soms wordt er toch een radio-interview
afgenomen. Het merkwaardige is gebeurd na
Lambermont op 30 mei. Men heeft toen van
Gerolf Annemans een radio-interview afgenomen.
Als ik het goed heb begrepen, heeft hij nog
gevraagd of dat wel zin had. Hij was verbaasd dat
hij voor een radio-interview werd gevraagd. De
journalist liet verstaan dat men toch niet zo streng
was met het cordon sanitaire, maar het radio-
interview werd uiteindelijk uitgewist. Het werd niet
uitgezonden.
Worden er per ongeluk verkeerde beelden
geschoten, bijvoorbeeld wanneer fractievoorzitter
Annemans een blanco cheque overhandigt aan
mevrouw Onkelinx, dan staat daar de man met de
schaar, die alles wegknipt wat volgens hem niet
politiek correct is. Hij knipt alles weg waar het
Vlaams Blok anders voorkomt dan hij wil dat het
voorkomt. Dankzij onze zeer schrandere
televisieploeg, die op het juiste moment op de
juiste plaats ging zitten, was heel Vlaanderen via
onze Uitzending door Derden, die men binnenkort
ook met welbepaalde redenen gaat afschaffen,
getuige hoe lelijk en dictatoriaal de man met de
schaar de opperlogebroeder van de VRT zich
kan gedragen. Hij stond werkelijk heel opdringerig
met zijn vingers te nijpen als symbool van de
schaar. Op een zeer agressieve en dictatoriale
manier maakte hij duidelijk dat zijn mannen zeker
niet mochten filmen. Niet weinig VRT-
medewerkers lieten zich, achter de schermen
uiteraard, bijzonder enthousiast uit over de wijze
waarop wij dit onbetamelijk gedrag hadden
geopenbaard. Wat nooit had mogen gezien
worden, is uiteindelijk via de VRT zelf, zolang de
Uitzendingen door Derden nog mogen bestaan,
geopenbaard.
Tot nu toe heeft men altijd ontkend dat het Vlaams
Blok werd gediscrimineerd. Telkens opnieuw
verweerde de VRT zich met het argument dat men
journalistieke criteria hanteerde.
Telkens opnieuw verweerde de VRT zich met het
argument dat men journalistieke criteria hanteerde
en dat men zocht naar iemand die een relevante
bijdrage tot een debat kon leveren of een
opvallend initiatief had genomen. Toen ook dat
niet meer kon overtuigen, werd de waarheid nog
verder op zijn kop gezet. Enkele weken geleden
durfde VRT-directeur Bert De Graeve in de
bevoegde commissie van het Vlaams Parlement
openlijk verklaren dat het Vlaams Blok niet zoveel
aan bod komt omdat het altijd dezelfde mensen
naar de VRT stuurt voor de Zevende Dag en dat
zou te saai kunnen worden. Minder bekende
parlementsleden zouden ook niet mogen
deelnemen aan televisiedebatten en daarom komt
het Vlaams Blok zo weinig aan bod. Dit was
natuurlijk een gigantische drogreden. Voor iemand
die aan het hoofd van een overheidsinstelling
staat en die jaarlijks een veelvoud van een
parlementaire wedde verdient, zou zo'n leugen in
een normaal land stante pede een C4 opleveren.
Pas enkele dagen geleden veranderde de VRT
opnieuw het geweer van schouder en gaf zij
openlijk toe dat het Vlaams Blok bewust wordt
gediscrimineerd. De VRT heeft voor de
Geschillenraad voor Radio en Televisie in haar
verweerschrift openlijk verklaard dat zij onze
gedachtestroming verwerpt. Een van haar
argumenten is onze openlijke afwijzing van de
multiculturele samenleving. Een zoveelste bewijs
dat in dit land overheidsorganen als de VRT, naast
het vervolgingscentrum van pater Leman, worden
ingezet tegen alles en iedereen die niet meeheult
met de ware heilsleer. Dit is een duidelijke
indicatie dat dit land afglijdt naar een dictatuur.
Beeld u in dat een overheidsorgaan letterlijk zegt
dat zij onze gedachtestroming verwerpt. Het ging
echter nog verder. Ik heb zopas uit de conclusies
van dit verweerschrift vernomen waarom men zo
weinig Vlaams-Blokkers uitnodigt in debatten:
indien het Vlaams Blok binnenkort wordt
veroordeeld, zouden zij immers ook worden
veroordeeld wegens medewerking met een
criminele organisatie. Dit wordt als argument
gebruikt, nog voor welke uitspraak dan ook, om
het Vlaams Blok nu reeds maandenlang van
voor de gemeenteraadsverkiezingen uit alle
debatten uit te sluiten. Dit is werkelijk het ergste
wat men zich kan indenken: preventieve censuur.
Dit is alleen mogelijk in een dictatoriaal land. Men
manipuleert het Centrum voor gelijkheid van
kansen en men misbruikt de media. Men
telefoneerde zelfs rechtstreeks vanuit het kabinet
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
70
van de eerste minister naar de media, wanneer
een bepaalde uitzending misplaatst was. Ook wij
hebben immers onze bronnen bij de media. Men
gebruikt de media, maar natuurlijk ook het gerecht
en de Veiligheid van de Staat dat debat hebben
we een tijdje geleden reeds gehad om Vlaams-
Blokkers systematisch te vervolgen en te
schaduwen. Dit is werkelijk een dictatuur waardig.
Dit is een staaltje van totalitarisme.
In feite is het onvoorstelbaar: het hele Brussel-
akkoord draait om het Vlaams Blok. Het
belangrijkste doel van de Franstaligen is bereikt:
verhinderen dat de grootste Vlaamse partij in
Brussel aan de macht komt en tezelfdertijd de
Vlaamse blokkeringsmacht in Brussel breken. De
partij die rechtstreeks is betrokken, wordt nergens
geduld en mag nergens haar protest komen uiten.
De goegemeente mag nu eenmaal niet weten wat
er in Brussel gebeurt en hoe de democratie in de
hoofdstad wordt verkracht.
Eenmaal zijn we naïef geweest, collega's. Toen
het uiterst negatieve advies van de Raad van
State bekend werd, waren we even in
triomfstemming. We hadden immers gedacht dat
elke journalist met zelfrespect daaruit zijn
conclusies zou trekken en een verpletterende
analyse van het Lambermont-akkoord zou maken.
De Raad van State heeft immers zelf
ondubbelzinnig gezegd dat het ontwerp van
bijzondere wet niet alleen ongrondwettig was,
maar tevens ook indruist tegen onze
democratische beginselen.
Het is toch ook de bedoeling om met dit
wetsontwerp de verkiezingsuitslagen te corrigeren
- zo staat het in het advies van de Raad van State
- en bijgevolg te vervalsen. Het opzet van dit
Brusselakkoord of van dit Lombard-luik van het
Lambermont-akkoord is het vervalsen van de
verkiezingsuitslagen. Onze hoop was ijdel. Op
andermaal enkele uitzonderingen na - ik denk
hierbij aan de zeer eerbiedwaardige Roger Van
Houtte van de Gazet van Antwerpen - werd dit
allemaal geslikt door de politiek correcte pers. Wat
hadden we anders moeten verwachten? Hoe
zouden journalisten, die zelf de democratie met
voeten treden, nu gaan aanklagen dat de regering
hetzelfde doet? Zij voeren al jaren een
uitsluitingsstrategie tegen het Vlaams Blok. Zij
miskennen al jaren 600.000 kiezers. Hoe zouden
zulke mensen nu ineens het ondemocratische
gedrag van de regering gaan aanklagen?
De manipulaties beperken zich niet tot het Vlaams
Blok. Ik ben blij dat er ditmaal toch een aantal
leden van de CVP aanwezig zijn. De loge en de
veteranen van mei '68 zijn baas in de media. Zij
voelen zich zo machtig dat zij denken zich alles te
kunnen veroorloven. De aanbidding van paars-
groen en de haat tegen de christelijke beschaving
is op sommige redacties zo immens dat ook de
CVP in de klappen deelt. De grote persconferentie
van de CVP waarvoor zowat de hele kamerfractie
moest opdraven, kreeg in de voormalige
christelijke krant met het AVV-VVK-logo amper
twee kolommen van 7 centimeter hoog. De CVP
heeft decennialang de publieke opinie met haar
krantenimperium naar haar hand weten te zetten.
Maar vandaag voelt die partij aan den lijve hoe erg
zoiets kan zijn, hoe erg zoiets kan keren. U krijgt
nu van hetzelfde laken een broek. Ik heb geen
leedvermaak want uw generatie was niet meer
schuldig aan die manipulaties of dat CVP-
imperium. Nu ziet u hoe die media een anti-CVP-
imperium vormen.
01.69 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, heel kort, ik wil een historische
onjuistheid rechtzetten, een fout in het betoog van
collega Laeremans. Vrijdag laatst was er effectief
een persconferentie van mijn fractie op mijn
initiatief. Maar het was niet zo dat de collega's
moesten opdraven. Mijn fractiegenoten waren vol
enthousiasme. Zij zijn op mijn uitnodiging
onmiddellijk opgedaagd en hebben onmiddellijk
aan de persconferentie deelgenomen. Trouwens,
de heer Verherstraeten en de dames Creyf en
D'Hondt kunnen getuigen dat dit met een
grenzeloos enthousiasme gebeurd is.
01.70 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer Leterme, ik ben blij dat u mij terzake
corrigeert. Ik wist natuurlijk niet wat er in de
coulissen gebeurd was, mede omdat u spijtig
genoeg zo weinig aandacht kregen. De staking
van de kranten was nog aan de gang, maar er
waren toch de Belga-berichten, waarop men zich
kon baseren. Men kon ook later op de dag de
fractieleider van de CVP nog interviewen. Op
bladzijde 3 van die krant staat een enorm groot
artikel over Fons Borginon, en slechts een heel
klein artikeltje over de CVP. Werkelijk, ik was
beschaamd in uw plaats.
01.71 Yves Leterme (CVP): Mijnheer
Laeremans, mijn fractie lijdt onder mijn
legendarische bescheidenheid en vlucht voor de
media.
01.72 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Inderdaad. Niettemin was uw uitspraak over het
opdraven van de CVP-leden misschien een
dichterlijke overdrijving van uwentwege, maar ik
had wel opgevangen dat zeer veel kamerleden
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
71
van de CVP aanwezig waren. Daarom vond ik het
toch wel eens de moeite waard de betekenis aan
te stippen van zulk belangrijk moment dat zomaar
wordt verdonkeremaand en onder de mat
geveegd.
Ik noteer dat u mij geen kritiek geeft op het feit dat
de CVP uiteindelijk op dit moment ook een
slachtoffer is van een mediacordon en dat u dit
ook inziet.
Steeds meer moeten we vaststellen dat men de
indruk wil wekken dat er in dit land in het geheel
geen oppositie meer bestaat. Men heeft er iets
nieuws op gevonden. In steeds meer debatten
wordt de oppositie gecreëerd of aangewakkerd
binnen de meerderheid en zelfs binnen dezelfde
partij. Of het gaat over drugs, zonevreemde
woningen, Prins Laurent of het tekort aan
financiële middelen voor de gemeenten -Tobback
in Leuven -, altijd weer wordt de oppositie zoveel
mogelijk uit de schijnwerpers gehouden. Op de
televisie en in de kranten krijgen we debatten
voorgeschoteld tussen leden van de meerderheid.
Een zaak is evenwel hoopgevend. Uit studies blijkt
dat nog geen kwart van de Vlamingen vertrouwen
heeft in hetgeen de journalisten hen
voorschotelen. Blijkbaar is het met de kritische
ingesteldheid van de Vlamingen nog niet zo
dramatisch gesteld.
Ik heb het reeds gehad over de VRT. Ik kan
echter TV-Brussel niet onvermeld laten. Er is
immers geen betere propagandazender van de
multiculturele heilsleer dan deze zender. Dat gaat
zelfs zo ver dat deze zwaar gesubsidieerde zender
nog nauwelijks geïnteresseerd is in het lot van de
Brusselse Vlamingen en derhalve geen kritische
berichtgeving brengt over Lambermont. Toen ik
eind april bij de totstandkoming van het Lombard-
akkoord gebeld heb met TV-Brussel om hen op de
ernst te wijzen van het Lombard-akkoord en de
zeer nefaste en verregaande gevolgen voor de
Brusselse Vlamingen, kreeg ik een
superlichtgewicht van een journaliste aan de lijn.
Met handen en voeten heb ik proberen uit te
leggen wat de nefaste gevolgen waren van dit
Brussel-akkoord voor de Vlamingen in Brussel en
dat de dubbele meerderheid zou worden
opgegeven in Brussel. Ik kreeg van het wicht te
horen dat zoiets eigenlijk maar een detail was en
dat daar onmogelijk aandacht kon worden aan
besteed in de uitzendingen. Dat kreeg ik als
parlementslid te horen van een wicht, een
journaliste die niets verstond van hetgeen er aan
de hand was inzake haar eigen hoofdstad. Een
journaliste van een politieke redactie, nota bene.
Het is werkelijk hallucinant. Het is niet alleen
tegenwerking van de Vlaamse belangen, het is in
vele gevallen ook je reinste onbekwaamheid.
Dit is des te dramatischer omdat de essentie
van
het Lambermont-akkoord, het politiek
betekenisvolle, niets te maken heeft met
Landbouw noch met Buitenlandse Handel. Die
akkoorden bestonden vroeger al. Het heeft
evenmin te maken met de overdracht van de
gemeentewetgeving. Dit akkoord dateert reeds
van 1993, liefst 8 jaar geleden! De essentie van
Lambermont ligt buiten de betonnering van de
gigantische geldstroom naar Wallonië in de
consacratie van Brussel tot volwaardig gewest, in
de absolute drieledigheid van België die met deze
tekst bezegeld wordt en waarbij Brussel volkomen
autonoom wordt voor zijn ondergeschikte
besturen, voor zijn gemeenten. Op die manier zal
Vlaanderen in de toekomst niets meer te zeggen
hebben over zijn eigen hoofdstad en zal het elke
controle over Brussel verliezen en niets meer met
de eigen hoofdstad te maken hebben. Begrijpe
wie kan!
Collega's, dit ontwerp van bijzondere wet is reeds
ruimschoots besproken geweest tijdens het debat
over het onderdeel inzake de financiering. Ik zal
niet herhalen wat ik toen gezegd heb. Ik wil wel
ingaan op een vrije tribune in de FET van Guy
Vanhengel, VLD-minister in Brussel waarin hij
een onwaarschijnlijke, haast liederlijke lofrede
heeft aangeheven op het Lambermont-akkoord en
het Lombard-akkoord.
Aangezien wij toch niet de kans krijgen om via
tribunes te reageren, doe ik het hier. Guy
Vanhengel - collega Creyf heeft hem ook reeds
geciteerd - begint met de historische feiten te
verdraaien door te stellen dat de Vlamingen sinds
1989 onophoudelijk eisten dat er een
gewaarborgde vertegenwoordiging in het Gewest
zou komen en dat er nu eindelijk daar een
antwoord op komt. Daarnaast zijn er volgens de
heer Vanhengel de laatste maanden nog een
aantal Vlaamse verzuchtingen geformuleerd. Wat
komt er daar nu opeens uit de lucht te vallen?
Wel, onder meer, de gewaarborgde
vertegenwoordiging op gemeentelijk vlak.
De waarheid, collega's, is precies andersom. De
eis voor een gewaarborgde vertegenwoordiging
op gewestelijk niveau was lang niet zo prioritair en
lang niet zo oud als de eis voor een gewaarborgde
vertegenwoordiging op gemeentelijk niveau,
omdat de Vlaamse aanwezigheid in het Gewest
nu al eenmaal verzekerd was, meer bepaald op
het uitvoerend vlak, daar waar de lakens worden
uitgedeeld. Iedereen weet dat; er is daar een
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
72
Chabert, een Guy Vanhengel, in de plaats van
mevrouw Neyts, die nu in de plaats van Chevalier
is gekomen. Wij hebben daar een mijnheer
Delathouwer, een voormalig kamerlid, die nu in
Brussel het rood patatje wordt genoemd en
daarmee de eer van Bob Cools en de reputatie
van Bob Cools vanuit Antwerpen voortzet in
Brussel. De Vlaamse aanwezigheid op
gemeentelijk vlak daarentegen was tot op heden
echter op geen enkele wijze verzekerd.
01.73 Hugo Coveliers (VLD): Noemt men u
misschien de zwarte patat?
01.74 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Tot nu
toe is dat woord voor ons niet gebruikt.
01.75 Hugo Coveliers (VLD): Dan bent u
gewoon zwart?
01.76 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Het
rood patatje is een uitdrukking op z'n Antwerps.
Collega Erdman zal mij wellicht niet tegenspreken,
want hij is veel beter geïntroduceerd in heel dit
Antwerpse milieu, maar het rood patatje was
eigenlijk een koosnaam.
De Vlaamse aanwezigheid op gemeentelijk vlak
was tot op heden op geen enkele wijze verzekerd,
noch in de gemeenteraden, noch in de
schepencolleges, noch in de OCMW's. Vandaar
dat de Franstaligen met het grootste gemak de
taalwetten in zo veel Brusselse gemeenten met
voeten treden en er blijven in slagen de steeds
kleiner wordende groep Vlamingen te treiteren en
buiten te pesten. Dat heeft zowel te maken met de
loketten, als met de ziekenhuizen, waarvoor nog
altijd geen sluitende regeling is gevonden. Ik heb
recent nog mevrouw de minister terzake
ondervraagd en ben er heel onbevredigd van
teruggekomen. Op dat vlak bestaat er tot nu toe
geen enkele wettelijke garantie om de Vlaamse
rechten gestand te doen.
De Vlaamse eisen waren zeer concreet. Niet
alleen het Vlaams Blok en de Vlaamse Beweging
hadden ze op de agenda geplaatst, maar, als
gevolg daarvan, ook de Vlaamse
parlementsleden, de nieuwe Vlaamse regering en
zeker ook de VLD. In haar verkiezingscongres van
26 april 1998 zij hebben een zeer lange aanloop
genomen naar de verkiezingen van 1999 was
deze partij overduidelijk en ik citeer het uit VLD-
verkiezingsprogramma: "De negentien
gemeenteraden van het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest bestaan uit ministens 20% Vlaamse
raadsleden". Ik heb het dus niet over de
gewestelijke vertegenwoordiging, maar de
gemeenteraden moesten minstens voor 20% uit
Vlaamse raadsleden bestaan, zei de VLD. "De
schepencolleges tellen minstens twee Vlaamse
schepenen met effectieve algemene
bevoegdheden en de taalkaders van de Brusselse
administratie moeten steeds voorzien in een
minimum van 33% Nederlandstaligen".
Niets, collega's, nul komma nul van dit alles werd
gerealiseerd. Er komt geen gewaarborgd aantal
gemeenteraadsleden, geen 20%, geen 10%, geen
5%, 0% waar geen Vlamingen in de
gemeenteraad verkozen zijn. U kent allemaal de
oorzaak. Dat is onder meer door het
ondemocratische systeem en de zeer asociale
anti-Vlaamse sociale druk die er is gelegd op de
Vlaamse inwoners van Brussel. Het was bijna een
crimineel feit in de jaren zestig en zeventig om
zich als Vlaming uit geven.
Daardoor voelden vele Vlamingen zich
gedwongen hun kinderen naar Franse scholen te
sturen en zich voor francofoon uit te geven; dit is
de waarheid van de verfransing en wat in Brussel
is gebeurd. Deze situatie wordt nu niet hersteld,
want er bestaat geen gewaarborgde
vertegenwoordiging in de gemeenteraden waar
geen Vlamingen zijn, zoals in Ukkel. A fortiori
komt er ook geen minimaal aantal OCMW-
raadsleden, vermits het ene met het andere
samenhangt en de OCMW-verkiezing een
afgeleide is van de gemeenteraadsverkiezing. De
twee geëiste schepenen werden niet behaald;
zelfs van die ene Vlaamse schepen zijn we niet
zeker. Alleen de kans dat er een Vlaamse
schepen komt, neemt een beetje toe, met name
wanneer een Vlaming tot de meerderheid behoort.
Als er dan al een Vlaamse schepen zou komen,
wordt op geen enkele wijze verzekerd dat ook hij
werkelijk over bevoegdheden en financiële
middelen zal kunnen beschikken. Dit was
nochtans een zoveelste eis van het VLD-
verkiezingscongres van 1998.
Dit akkoord is dus lichtjaren verwijderd van wat de
VLD haar kiezers had beloofd. Concreet betekent
dit: geen financiële middelen. Dit werd daarstraks
reeds goed geïllustreerd door mevrouw Creyf. Zij
heeft immers gezegd dat Bruno Delille in een stad
met een begroting van 21 miljard frank nauwelijks
enkele miljoenen mag beheren. Het gaat om de
kruimels die van tafel vallen; hij is de flamand de
service en de fetisj van het schepencollege
waarmee wordt gelachen. Hij heeft immers geen
enkele bevoegdheid en zit daar zoals voorspeld
als schepen van kermissen en kerkhoven. Dat
bestaat in Vlaanderen, hoor. Er zijn in Vlaanderen
gemeenten waar men om allerlei redenen
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
73
bepaalde schepenen opzij duwt; onder meer in de
buurt van Lier is dit het geval, ergens in de
Rupelstreek. Die man zit dan wel in het
schepencollege, maar hij krijgt de kermissen als
bevoegdheid. Zo'n man verschijnt dan op de
televisie en verklaart dat hij driemaal per jaar uit
zijn schulp van schepen mag kruipen en de
kermis mag organiseren. Dit bestaat en het zal in
Brussel zo gebeuren.
Thans zal ik het hebben over de tweede zaak die
de heer Van Hengel verkeer voorstelt. Lijsten met
bestuursambities zullen ervoor zorgen dat ze
degelijke Vlaamse kandidaten op verkiesbare
plaatsen opstellen. Het tegendeel is waar,
collega's. De dominante Franstalige partijen in
Brussel de Franstalige partijen in Brussel zijn
dominant zullen er uiteraard voor zorgen dat ze
in de colleges niet worden tegengesproken.
Bijgevolg zullen de flamands de service naar
voren worden geschoven. Het gaat om personen
met weliswaar een Nederlandstalige
identiteitskaart, maar die zoals wel vaker in
Brussel alleen de francofone belangen behartigen.
Het is zelfs mogelijk dat eentalig Franstaligen het
tot Vlaamse schepenen schoppen. De garantie
dat dit akkoord leidt tot een betere Vlaamse
vertegenwoordiging op gemeentelijk vlak is dus
helemaal afwezig. Ik haal slechts het voorbeeld
van Molenbeek aan, waar namens de CVP
iemand van allochtone afkomst tot
gemeenteraadslid is verkozen. Ik kan me
vergissen, maar ik heb begrepen dat die persoon
nauwelijks Nederlands spreekt. Hij zou dan
kunnen worden voorgesteld als Vlaamse schepen.
Hij zal ik niet zo gauw de leden van Ecolo en PS,
die daar nu aan de macht zijn, tegenspreken.
Ik kom tot een derde onjuiste voorstelling van
zaken. De heer Van Hengel zegt dat de zes
Brusselse politiezones algemeen worden
beschouwd als een voorafbeelding van de
toekomstige gemeentefusies. Ook dit is volstrekt
uit de lucht gegrepen en bijgevolg een puur
verzinsel van de minister. Ik confronteerde
minister Van den Bossche met deze uitspraak en
hij klasseerde haar meteen als de
allerindividueelste expressie van de
allerindividueelste emotie, indien ik me niet
vergis, een uitspraak van Willem Kloos; dit
herinnerde hij zich nog van zijn lessen Nederlands
in de poësis.
Ik wil hulde brengen aan minister Van den
Bossche. Hij was de enige die op een ernstige
manier met de oppositie wilde debatteren. Hij
heeft verheldering gebracht waar verheldering
nodig was. Volgens minister Van den Bossche is
er geen sprake van een samenvoeging van de
Brusselse gemeenten. De onbestuurbaarheid en
de anarchie blijven er bestaan. De negentien
baronieën blijven het zwaartepunt vormen van de
echte macht in Brussel.
Ten slotte maakt de heer Vanhengel de optelsom
van alle extra mandaten die in het Brussels
Parlement worden gecreëerd voor de Vlamingen
en de Franstaligen. Het aantal is indrukwekkend:
109 parlementairen en ministers, voor een stad
met minder dan een miljoen inwoners. De
omschrijving 'decadentie' is hiervoor nog bijzonder
braaf en eufemistisch. Veel erger is dat Guy
Vanhengel laat uitschijnen dat de mandaten
evenwaardig zijn, en dat ze de Vlaamse macht in
Brussel versterken. Dat is natuurlijk niet het geval.
De vijf gebuisde gecoöpteerden zit niet in de
Brusselse Hoofdstedelijke Raad. De zes leden
van het Vlaams Parlement zitten er al evenmin in.
Bovendien wordt de Vlaamse blokkeringsmacht
ter compensatie van deze inflatie aan mandaten
onderuit gehaald, de enige macht waarover de
Vlaamse parlementsleden werkelijk beschikken. Ik
vind dat dit zeer ver gaat. De essentie van de
Brussel-akkoorden uit 1988 bestond erin dat de
Vlamingen in noodgeval een beslissing konden
blokkeren. Zij konden de Franstalige pletwals
stoppen. Precies die macht van de Vlaamse
Brusselse parlementsleden, de enige macht die zij
hadden, wordt nu met de grond gelijk gemaakt.
De Vlamingen krijgen nu dus extra mandaten in
ruil voor het prijsgeven van macht. Een grover
verraad van de Vlaamse belangen is niet
denkbaar. Op het einde van zijn betoog komt de
heer Vanhengel met zijn echte drijfveren voor de
pinnen. Ik citeer hem: "Dankzij Lambermont
krijgen wij voldoende politieke
verantwoordelijkheid op niveau om een actief
politiek en gemeenschapsleven in alle gemeenten
en wijken van onze hoofdstad te organiseren".
Daar is het dus om te doen, collega's:
aanwezigheid in de Brusselse wijken, op kosten
van de belastingbetalers, deelname aan
pensenkermissen en kaasavonden, barbecues en
vogelpikwedstrijden, tegen een dik betaalde
vergoeding. Daarvoor moeten er nu zoveel
parlementsleden komen, niet om macht in de
Brusselse organen te organiseren. Zeker ook niet
om iets te betekenen in de gemeentebesturen.
De heer Vanhengel is er trots op dat hij nu al zijn
goede vrienden in de VLD een volwaardige
parlementzetel, met alle pluche die er bijhoort,
cadeau kan doen. In Brussel is de pluche
trouwens nog wat rijker dan hier in de Kamer. De
kleine Vlaamse Brusselaar wordt daar echter niet
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
74
beter van. Het is schrijnend en verschrikkelijk
hautain dat Vanhengel suggereert dat gewone
gemeenteraadsleden niet het niveau hebben om
de Vlamingen in Brussel te vertegenwoordigen op
gemeentefeesten en wijkfeesten. Zulke uitspraken
zeggen zeer veel over het niveau van Vanhengel.
Ik herhaal wat de heer Vanhengel zegt: "Wij
krijgen via het Lambermontakkoord nu voldoende
politieke verantwoordelijkheid op niveau om een
actief politiek en gemeenschapsleven in alle
gemeenten en wijken van onze hoofdstad te
organiseren".
01.77 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Laeremans, ik vind het totaal
onregelmatig dat men om vier uur 's morgens
mensen gijzelt om een gevechtje te voeren met
iemand uit een andere partij in Brussel, die hier
niet is en waarvan u betwist dat hij niveau heeft. Ik
zeg u, mocht u de helft van het niveau hebben van
de heer Vanhengel, dan zou u zich gelukkig
mogen prijzen.
01.78 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer Coveliers, de heer Vanhengel doet een
oproep aan de kamerleden en de senatoren om
dit Lambermont-akkoord in naam van de
Brusselse Vlamingen goed te keuren en hij
verraadt de Brusselse Vlamingen. Wij en zeker
ik als parlementslid voor Brussel-Halle-Vilvoorde
die niet aan een ministerieel ambt zit vastgekleefd
en van geen enkele partij te horen krijgt dat hij het
tegenovergestelde moet zeggen van wat hij in de
vorige legislatuur heeft verklaard hebben het
recht en de plicht dit tegen te spreken en het
verraad aan de Brusselse Vlamingen en aan de
kleine Brusselse Vlaamse man en de
gemeentemandatarissen aan te klagen.
De voorzitter: Mijnheer Laeremans, het Vlaams
Blok heeft meer dan 8 uur gesproken. Dat is meer
dan 30 minuten per lid. Ik zou u willen vragen af te
ronden.
01.79 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik zal afronden. Ik heb u dat
beloofd.
Collega's, ik ging het nog hebben over de
middelen waarmee alles wordt gekocht. Ik zou
duidelijkheid willen. Ik zal mijn betoog beperken. Ik
had verschillende zaken opgeschreven, want in
deze regering met de liberalen draait alles om
geld. De liberalen zijn namelijk dermate
principeloos dat zij ervan overtuigd zijn dat
iedereen te koop is en dat elke mens bereid is zijn
ziel en zijn opvattingen te ruilen voor wat
zilverlingen. Ook vandaag hebben we het
meegemaakt dat er wordt gekocht. Er wordt een
Europees fonds voor de internationale rol van
Brussel op poten gezet en uit berichten van Belga
blijkt nu dat men inderdaad akkoord gaat om
hieraan ieder jaar 500 miljoen frank toe te voegen.
Tot 2009 spreken we dan over 6 tot 7 miljard frank
extra per jaar. Ik wil daarover uitleg krijgen van de
minister. Ik wil duidelijkheid.
Ik laat het verdrag voor de minderheden voorlopig
aan kant. We zullen dat straks bij de bespreking
van de artikelen aanhalen.
Mijn laatste woord in dit onverkwikkelijke dossier
richt ik tot de Volksunie. De merkwaardige
houding van de VU is om een enkele reden zinvol
geweest. Door de verscheurende en slopende
broederstrijd kwam er eindelijk aandacht voor
Lambermont en kwamen de dramatische
gevolgen eindelijk in de media. Zonder de
escapades van de Volksunie en zonder de soap
op het Barricadenplein, zou het publieke debat
over de Lambermont-akkoorden beperkt zijn
gebleven tot de fabeltjes van kabouter Stevaert en
zijn kijk- en luistergeld. Tot daar de verdiensten
van de Volksunie. Verder is het aandeel van die
partij rampzalig geweest, want zij maakt nu
eenmaal mogelijk dat in ruil voor een paar
prutsbevoegdheden de weg naar meer Vlaamse
autonomie voor decennia is geblokkeerd en de
gigantische geldstroom naar Wallonië is
gehandhaafd. Dit staat loodrecht op alle VU-
programma's en op alle VU-beloften aan haar
kiezers. In dit verband is het bijzonder onsmakelijk
dat Fons Borginon afgelopen weekend bij Walter
Zinzen komt vertellen dat het verzet van zijn
partijgenoten was ingegeven door hun betrachting
om het paarsgroene project van Verhofstadt en
Dewael te breken. Borginon keert de zaken om.
De mensen uit zijn partij die Lambermont steunen,
doen dit niet omwille van Lambermont zelf, maar
uitsluitend omwille van het paarsgroene project.
Men wil Bert Anciaux in zijn zetel kunnen houden
en de regering Dewael en de regering Verhofstadt
in het zadel houden. Een andere verklaring voor
het gedrag van de voorstemmers is er niet,
aangezien Lambermont geen concrete Vlaamse
vooruitgang brengt en ons definitief verlost van
Brussel.
Collega's, vandaag zijn we een kwart eeuw later
na het desastreuze Egmont-pact. Het is gebleken
dat de keuze van het Vlaams Blok om vanaf dan
op eigen kracht te gaan varen de juiste was, want
sindsdien heeft de Volksunie geen enkele rol van
betekenis meer gespeeld.
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
75
Die partij heeft alleen maar gediend voor de eer
en de glorie van een beperkt clubje coryfeeën, de
Schiltzen, de Sauwensen en de familie Anciaux.
Een Vlaamse vooruitgang heeft de Volksunie na
de voor haar vruchtbare jaren '60 en '70 niet meer
gebracht, tenzij men de drieledige gewestvorming
van 1988 en de betonnering van de faciliteiten als
een Vlaamse vooruitgang zou willen bestempelen.
Wel heeft die partij, zeker de voorbije 10 jaar, in
belangrijke mate bijgedragen tot de debilisering
van de Vlaamse politiek. Zeker onder Bert
Anciaux is de Volksunie geëvolueerd van radicaal
naar ridicuul, van zweeppartij naar profijtenpartij.
Daarvoor werd de Volksunie in de jaren '50 niet
opgericht. Ik kan het weten, want verschillende
generaties van mijn familie stonden aan de wieg
van de partij, hebben ervoor gewerkt en zich
uitgesloofd. Deze partij was niet opgericht om het
Belgisch regime te ondersteunen en de
doodsreutel van België altijd opnieuw uit te stellen
en te verlengen. Dit verklaart trouwens de huidige
afgang en de versplintering van de Volksunie. Een
partij zonder profiel en zonder doelstellingen kan
geen mensen blijven engageren. Een Vlaams-
nationalistische partij heeft alleen levenskansen
en is alleen geloofwaardig als ze de volwaardige
autonomie voor ons volk opeist en een eigen stem
opeist in Europa. Tot spijt van wie het benijdt is
dat alleen het Vlaams Blok.
01.80 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, collega's, dit debat heeft
iets onwezenlijks.
De voorzitter: Daar is iedereen het over eens.
01.81 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Het
debat heeft iets onwezenlijks, niet zozeer omdat
wij tot in de vroege uurtjes debatteren op zich is
het een zeer eerbare zaak dat een Parlement
desnoods een hele nacht wil debatteren over een
onderwerp van vitaal belang , maar omdat de
beslissingen elders worden genomen. U weet dit,
mijnheer Coveliers, u was er vannacht nog bij. De
Franstaligen zijn samengekomen in het
hoofdkwartier van de PS in de Keizerslaan. De
Nederlandstaligen waren samen met een paar
topministers en eerste minister Verhofstadt. De
twee kampen waren in voortdurend overleg met
mekaar. Volgens het meest recente Belga-bericht
zijn de partijen rond 2.30 uur uit elkaar gegaan en
werd een preakkoord bereikt. Dit preakkoord zal
deze morgen om 9 uur geconsacreerd worden in
het kernkabinet. Om 9.30 uur is er reeds een
ontmoeting gepland tussen de eerste minister en
mevrouw Milquet om de laatste schikkingen te
treffen om de PSC over de streep te halen.
Ik herhaal dat de beslissingen elders worden
genomen. Wij mogen in dit halfrond wat palaveren
om de schijn hoog te houden.
01.82 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, in de blikken van de heren
Erdman en Coveliers staat te lezen dat zij niet
weten welk akkoord in het kernkabinet zal worden
besproken.
01.83 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, collega's, gisterenochtend
in de commissie voor de Herziening van de
Grondwet werd gedebatteerd over het fameuze
fonds voor Brussel. Er beweerd werd dat het niet
zeker was dat er nog miljoenen zouden bijkomen.
Vande Lanotte was daar zeer vaag over.
Minister Vande Lanotte zei heel vaag dat jaarlijks
zou worden nagegaan of er inderdaad bijkomende
middelen naar Brussel zouden gaan. Welnu,
mijnheer Coveliers, ik lees in een Belga-bericht
van gisterenavond dat er wel degelijk achter de
schermen is afgesproken om jaarlijks 500 miljoen
extra vrij te maken. Ik citeer: "Verschillende
bronnen bevestigen het bestaan van een politiek
akkoord dat echter niet op papier staat waardoor
de bijdrage aan het Brussels Gewest jaarlijks met
500 miljoen zou worden verhoogd tot in 2003.
Vande Lanotte liet echter in de Kamer" dat was
in de grondwetscommissie "verstaan dat elke
verhoging zal moeten besproken worden. Vande
Lanotte zei dat de komende jaren 3 miljard zou
worden toegekend aan het gewest. Dat geld wordt
in een fonds gestopt. Gezien de verhoging zou het
bedrag echter 4 miljard bedragen in 2003. Er was
wel degelijk een politiek akkoord voor een
verhoging van 500 miljoen frank jaarlijks, aldus
Brussels begrotingsminister Guy Vanhengel
woensdag. Ook het kabinet van de Brusselse
minister-president François-Xavier de Donnéa
bevestigt het bestaan van een mondeling akkoord
voor de verhoging. Er was een stilzwijgend
akkoord..."
01.84 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer
Tastenhoye, uw partijgenoot Laeremans hield hier
een hele tirade over Vanhengel die van niets weet,
die zelfs een verrader was enzovoort. Dezelfde
verrader voert u nu op als bewijs voor een
akkoord dat niet bestaat. Ik besef dat u geen jurist
bent; dat hoort men trouwens onmiddellijk. Men
hoeft echter geen jurist te zijn om te weten dat een
akkoord dat niet op papier staat, alleen in de
hoofden van enkelen bestaat. Waarom stelt u nu
dat er een akkoord is? U voert iemand ten tonele
die u voorheen hebt afgebroken. Als u bronnen
kiest, moet u daar achter blijven staan en niet de
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
76
ene keer de bron aanvallen om ze nadien te
gebruiken als bewijsmateriaal.
01.85 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer Coveliers, wij gebruiken de bronnen van
Belga.
01.86 Hugo Coveliers (VLD): Waar gaan we nu
naartoe? Daarstraks heb ik van de heer
Laeremans gehoord hoe slecht de pers was en
hoe afhankelijk. Nu gebruikt u ze als argument. U
moet leren kiezen in het leven.
01.87 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, de fractieleider van de VLD
suggereert ons kennelijk om de bron die Guy
Vanhengel is, niet ernstig te nemen.
01.88 Hugo Coveliers (VLD): Dat heb ik niet
gezegd. Ik heb wel de raad gegeven om te kiezen.
U valt een persoon die u gebruikt als bron, beter
niet aan. U moet niet de ene keer warm en de
andere keer koud blazen.
01.89 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, zelfs indien wij de VLD-
fractieleider volgen en Guy Vanhengel niet ernstig
nemen, blijft er de getuigenis van de heer de
Donnéa. Dit geeft mij ik heb dat reeds
opgeworpen in de commissie vanmiddag een
zeer hoog Sint-Elooisgevoel. Ook in de periode
van het Sint-Elooisakkoord verkondigden de
Franstaligen dat er een afspraak was, terwijl de
Nederlandstaligen dat ontkenden. Maar achteraf
ik heb nu iets gelijkaardigs in commissie
voorspeld is gebleken dat er wel degelijk
akkoorden waren en dat de Franstaligen zich niet
hadden vergist, in tegenstelling tot de Vlamingen
die beweerden dat er geen afspraken waren
gemaakt. Het fonds wordt gekenmerkt door een
zeer hoog Sint-Elooisgehalte waarbij ik de indruk
heb dat ik helaas profetisch heb gesproken toen ik
de heer Viseur liet opmerken dat hij nog niet op de
hoogte was van enig akkoord, maar dat het er
zonder twijfel zou komen. Ik zeg u nu al dat
Annemans u kan voorspellen op grond van wat hij
hier vaststelt, dat er jaarlijks 500 miljoen extra aan
Brussel zal worden toegekend. Het is al in de
coulissen door onder meer journalisten berekend
dat tegen het einde van de legislatuur-Verhofstadt
het ding 4 miljard op jaarbasis zal hebben gekost.
Nogmaals, ik volg de suggestie van de heer
Coveliers en neem de heer Guy Vanhengel niet au
sérieux, maar de heer de Donnéa neem ik zeer
ernstig.
01.90 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, sta me toe te verwijzen
naar een andere bron uit het Belga-bericht: "Er
was een stilzwijgend akkoord tussen premier
Verhofstadt en de Donnéa, formateurs van
respectievelijk de federale en de Brusselse
regering," dat dateert dus al van twee jaar
geleden in 1999 "aldus een onderhandelaar bij
de Brusselse regeringsvorming. Het betreft hier
wel een mondeling akkoord en de uitvoering ervan
zou afhangen van de goede wil van de federale
overheid".
Wat de heer Annemans hier net komt te zeggen is
dus juist. Toen twee jaar geleden afgesproken
werd dat de Franstaligen hun geld, 2,4 miljard
frank, zouden krijgen voor hun noodlijdend
onderwijs is er wel degelijk een mondeling
akkoord afgesloten dat het Brussels gewest
jaarlijks 500 miljoen frank meer zou krijgen.
Premier Verhofstadt, die niet van zijn eerste
leugentje is bevallen hoewel we het woord
leugen niet mogen gebruiken in deze assemblee
en ik het beter bij onwaarheid kan houden heeft
hier een paar weken geleden, namelijk op 7 juni,
op een vraag van de heer Annemans met
betrekking tot het fameuze kaderverdrag van de
Raad van Europa inzake de nationale
minderheden geantwoord: "Ik zie geen enkel
verband tussen het dossier waarover de heer
Annemans spreekt en de goedkeuring van de
bijzondere wetten. Ik heb ook in het verleden nooit
een verband gelegd tussen beide dossiers. Het
dossier over de bescherming van de nationale
minderheden ligt nu niet ter tafel bij de federale
regering". Wij lazen echter in de pers dat er een
koppeling zou worden gemaakt tussen het
kaderverdrag en de goedkeuring van Lambermont
om de PSC en het FDF te paaien.
Voorzitter: Herman De Croo, voorzitter.
Président: Herman De Croo, président.
Premier Verhofstadt heeft met klem ontkend dat
er een binding was tussen deze twee dossiers.
Waarover zijn er nu vannacht parallelle
besprekingen gevoerd op het ogenblik dat wij hier
een schijndebat houden? Welnu, juist over de
binding tussen het kaderverdrag inzake de
nationale minderheden en de goedkeuring van het
Lambermont-akkoord door de PSC en het FDF.
Toen de onderhandelaars vannacht om 2.30 uur
buiten kwamen zei PS-voorzitter Elio di Rupo
tegenover de pers: "Wij hebben goed gewerkt. Wij
stonden in permanent contact met onze Vlaamse
collega's. Wij zijn op iets uitgekomen dat
aanvaardbaar zou moeten zijn voor zowel de
Franstaligen als de Vlamingen. Wij blijven
gemobiliseerd. Iedereen zoekt de meest geschikte
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
77
termen". Tot zover het bericht van Belga. In het
Belga-bericht worden ook nog andere
protagonisten aan het woord gelaten, onder meer
FDF-voorzitter Olivier Maingain die ingeschreven
was om deel te nemen aan het debat van deze
nacht maar die zich heeft laten uitschrijven omdat
hij uiteraard elders moest zijn waar de echte
beslissingen worden genomen. Wat is het
commentaar van de heer Maingain op het akkoord
van vannacht? Het is zeer verontrustend want de
heer Maingain had het over "een redelijke
oplossing".
Dames en heren, en zeker de Vlamingen, ik hoef
het u niet te zeggen, maar als de heer Maingain
tevreden is, en als hij spreekt van een redelijke
oplossing, dan geldt het Vlaamse spreekwoord
"boer let op uw eieren". Dames en heren, ik vrees
dat met de ratificering van dat kaderverdrag
inzake de nationale minderheden, de deur wordt
opengezet, niet alleen voor de verdere verfransing
van Vlaams-Brabant, maar ook, en dat is
misschien nog erger, voor het verlenen van allerlei
culturele rechten aan Franstaligen, waar zij ook in
Vlaanderen mogen wonen.
Daarmee worden dan meteen ook alle
zwaarbevochten taalwetten van de voorbije
decennia op de helling gezet. Men moet zich goed
realiseren dat als men aan deze zeer broze
evenwichten gaat raken, men bezig is met de
fundamenten van deze staat onderuit te halen. Wij
zijn er inderdaad van overtuigd dat, in een poging
om allerlei constructies op te zetten en om allerlei
zaken aan elkaar te smeden, men inderdaad
bezig is de evenwichten van dit land op de helling
te zetten. Op zichzelf kan ons dat niet veel
schelen, zelfs integendeel: hoe meer dit land
krakkemikkig aan elkaar hangt, en hoe meer de
twee gemeenschappen van dit land van elkaar
verwijderd raken, hoe dichter de splitsing van het
land naderbij komt en hoe dichterbij de
onafhankelijkheid van Vlaanderen komt.
Doch, dan is er natuurlijk nog het geval Brussel. Ik
wil niet herhalen wat collega's over Brussel al zeer
uitvoerig naar voren hebben gebracht. Door dit
Lambermont-akkoord wordt de band tussen
Brussel en Vlaanderen verder doorgeknipt.
Brussel glipt tussen de vingers van de Vlamingen
door. Dat zal zeer zware consequenties hebben
voor het verdere voortbestaan van dit land.
Ik wil er nog enkele theoretische beschouwingen
aan wijden waar dit in de toekomst toe kan leiden.
Zonder hier te poneren dat dit kant-en-klare
standpunten van het Vlaams Blok zouden zijn,
kunt u het eerder beschouwen als een
vingeroefening over scenario's die zich in de
toekomst kunnen voordoen.
In het verleden stelden sommigen in de Vlaamse
beweging dat het uitroepen van de Vlaamse
onafhankelijkheid een ongewenste optie was, met
als drogreden dat Vlaanderen daardoor Brussel
zou verliezen. Daarom werd door de Vlaamse
beweging lange tijd geopteerd om het Vlaamse
zelfstandigheidsstreven dichterbij te brengen via
allerlei ingewikkelde Belgische federale of
confederale formules, die overigens geen van
allen voldoening gaven. Het vooruitstrevende deel
van de Vlaamse beweging is inmiddels, in
navolging van het Vlaams Blok overigens, reeds
enige tijd op deze strategische keuze
teruggekomen en kiest voortaan onomwonden
voor Vlaamse onafhankelijkheid. Het is een
nuchtere vaststelling dat binnen het Belgisch
federalisme Vlaanderen zijn hoofdstad Brussel
aan het verliezen is. Bijgevolg kan het verlies van
Brussel geen argument meer zijn tegen Vlaamse
onafhankelijkheid.
Bij de realisatie van de onafhankelijkheid van
Vlaanderen doen zich voor Brussel twee opties
voor, die overigens aanvullend kunnen zijn.
Een eerste scenario bestaat erin dat Vlaanderen
zijn aanspraken op Brussel onmiddellijk kan hard
maken ten overstaan van eventuele Brusselse
separatistische aspiraties en ten overstaan van de
internationale gemeenschap. Wij kunnen betogen
dat het zelfbeschikkingsrecht aan volkeren is
voorbehouden en dat de multiculturele stad
Brussel geen volk is. Binnen België heeft Brussel
trouwens het statuut van hoofdstedelijk gewest.
Brussel behoort dus integraal tot Vlaanderen. Voor
dit standpunt zijn internationaal-rechtelijk stevige
argumenten voorhanden, namelijk de
geografische ligging van Brussel in Vlaanderen,
de hoofdstedelijke rol van Brussel voor
Vlaanderen, de historisch taalkundige, etnische en
culturele verbondenheid, de sociaal-economische
verwevenheid, enzovoort. Deze eis kan bovendien
ten overstaan van de internationale gemeenschap
aanvaardbaar worden gemaakt door de
Franstalige Brusselaars de nodige waarborgen te
verzekeren inzake het behoud van hun
taalkundige en culturele eigenheid. Het is in elk
geval het standpunt dat de Vlaamse
onderhandelaars als uitgangspunt zouden moeten
nemen.
Bij een tweede scenario wordt ervan uitgegaan dat
de Brusselaars wel degelijk de kans krijgen om
zelf een strategische keuze over hun eigen
toekomst te maken. Volkenrechterlijk gezien is dit
niet evident. De kans is echter groot dat de
Belgische federatie zich langs de gewestgrenzen
zal ontbinden. Zeker de Franstalige meerderheid
in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal zich als
een aparte entiteit manifesteren. Op dat ogenblik
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
78
zullen de Brusselaars in elk geval zelf een
strategische keuze moeten maken over hun eigen
toekomst.
Wat zijn de verschillende mogelijkheden voor
Brussel op het ogenblik dat België uiteenvalt? Wij
zijn er uiteraard van overtuigd dat dit staat te
gebeuren, al kan ik niet voorspellen wanneer. Het
zal in elk geval gebeuren. Theoretisch liggen er bij
de ontbinding van België talloze mogelijkheden en
varianten open. Het is belangrijk om telkens na te
gaan wat de verhouding tussen Vlaanderen en
Brussel is. Daarbij moet nog eens een
onderscheid worden gemaakt tussen de korte
termijn, waarbij een aanzienlijk deel van de
Franstalige Brusselaars zich wellicht emotioneel
anti-Vlaams zal opstellen en de lange termijn,
waarbij financiële en sociaal-economische
argumenten een meer belangrijke rol zullen
spelen.
Het eerste scenario is de combinatie Wallo-Brux,
de as Brussel-Wallonië die men soms ook klein-
België of romp-België noemt. Wallonië en Brussel
zouden dan een nieuwe staat vormen die er zich
al dan niet kan op beroepen de voortzetting van
België te zijn. De invloed van Vlaanderen in
Brussel zou dan tot een minimum herleid zijn.
Franstalig Brussel en Wallonië hebben een
gemeenschappelijke taal, dezelfde politieke
partijen, dezelfde pers, enzovoort. Het hoeft echter
weinig betoog dat deze Staat het sociaal-
economisch zeer moeilijk zal hebben en
bovendien is er tussen Brussel en Wallonië geen
verbinding over land. Er is dus geen territoriale
verbinding.
Een tweede scenario is de aansluiting bij
Frankrijk. U weet dat er in Wallonië een Waalse,
rattachistische beweging actief is. Zij heeft nog
niet zoveel invloed maar dit kan groeien. Er is
tijdens dit debat reeds gewezen op Robert
Collignon, een PS-corrifee die voorzitter is van het
Waals Parlement, die in Rijsel zijn
geloofsbelijdenis ten overstaan van Frankrijk heeft
verkondigd. De aanhechting van Wallonië en
Brussel bij Frankrijk is niet evident. We moeten
ons afvragen of Frankrijk hiervoor wel vragende
partij is. Een dergelijk scenario is bovendien niet
denkbaar zonder de instemming van de andere
Europese grootmachten, voornamelijk dan
Duitsland en Groot-Brittannië, die niet graag
zouden hebben dat Frankrijk opschuift tot in
Brussel. Voor Brussel zou dit bovendien een
degradatie betekenen van nationale hoofdstad tot
een stad van het niveau vergelijkbaar met
Straatsburg. De aanhechting van Brussel bij
Frankrijk zou natuurlijk betekenen dat de Vlaamse
invloed in Brussel sterk zou worden gereduceerd.
Hier moeten we dezelfde opmerking maken als bij
het eerste scenario, namelijk dat er tussen
Brussel en Wallonië, als zij samen willen
aansluiten bij Frankrijk, geen territoriale verbinding
bestaat.
Een derde scenario is dat Brussel een
onafhankelijke stadsstaat zou worden, een soort
Europees district zoals Washington D.C.
Economisch kan Brussel op zichzelf natuurlijk niet
overleven maar misschien zou de Europese Unie
wel bereid kunnen worden gevonden tot financiële
inspanningen ten gunste van haar hoofdstad. In dit
scenario beslist Vlaanderen natuurlijk mee als
lidstaat van de Europese Unie over de vraag
hoever die Europese geldkraan voor Brussel moet
worden opengedraaid. De Europese Unie die
overal ter wereld een lans breekt voor de rechten
van de minderheden kan zich bovendien niet
veroorloven dat aan de rechten van de Vlaamse
minderheid in haar hoofdstad zou worden geraakt.
Dit scenario is op zich niet dramatisch voor de
Vlamingen in Brussel. Het is een scenario dat we
niet zomaar mogen wegwerpen maar waarover
we goed moeten nadenken.
Een volgend scenario is een confederatie tussen
Brussel en Vlaanderen. In dit scenario vormen
twee of meer onafhankelijke staten een
confederatie. Men moet echter eerst onafhankelijk
zijn om een confederatie te kunnen vormen. Dit
zou dan betekenen dat men vertrekt van een
onafhankelijk Brussel en een onafhankelijk
Vlaanderen die dan beiden als soevereine staten
beslissen om een aantal materies gezamenlijk te
beheren.
Een volgend scenario is een federatie tussen
Brussel en Vlaanderen. In dat geval wordt de
huidige institutionele situatie min of meer
bestendigd maar dan wel zonder Wallonië erbij.
Eigenlijk komt dit neer op Waals separatisme.
Zowel Vlaanderen als Brussel behouden in dit
scenario hun eigen instellingen met hun eigen
wetgeving. Daarbovenop zou er een federaal
niveau komen. Naar buiten uit zouden Brussel en
Vlaanderen op internationaal vlak gezamenlijk
optreden.
01.91 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, de heer Tastenoye legt een aantal zeer
merkwaardige verklaringen rond Brussel af en de
methodes om Brussel te heroveren. Hij somt een
aantal scenario's op die hij zou willen volgen. In
welk scenario past de strategie van de
uithongering, het cordon, de prikkeldraad rond
Brussel?
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
79
01.92 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer Leterme, ik heb het daar nooit over
gehad in die bewoordingen. Wat ik daarover
gezegd heb is, maar daar kom ik later toe, dat wij
ervoor moeten zorgen op het moment dat
Vlaanderen onafhankelijk wordt, dat Brussel op
alle mogelijke manieren in de watten moet worden
gelegd opdat het op vrijwillige basis aansluiting
zou zoeken bij Vlaanderen.
Wat ik gezegd heb over een scenario van
uithongeren nog het volgende. Ik heb het woord
uithongeren niet letterlijk bedoeld. Dat weet u
evengoed als ik. Dat was in de figuurlijke
betekenis. Wat er verder nog daarover gezegd en
geschreven is, daarvoor ben ik niet
verantwoordelijk, daarvoor is een journalist van De
Morgen verantwoordelijk die mijn woorden volledig
uit zijn context heeft gerukt en zelfs
gemanipuleerd heeft. Ik verzoek u nu om naar
mijn betoog verder te luisteren. Dan zult u horen
dat er geen sprake is van wat u daarnet komt te
zeggen.
Een volgende scenario is dat Brussel hoofdstad
van Vlaanderen zou zijn, met waarborgen voor de
Franstaligen. In dit geval maakt Brussel deel uit
van Vlaanderen en de stad behoudt dan haar
tweetalig statuut. De Brusselse Franstaligen
krijgen van Vlaanderen dan de grondwettelijke
waarborg dat zij in een onafhankelijk Vlaanderen
als volwaardige Vlaamse staatsburgers zullen
worden beschouwd en tegelijkertijd binnen de
grenzen van Brussel hun taalkundige en culturele
eigenheid kunnen behouden. In dit scenario
behouden de Franstaligen ook hun eigen
instellingen in Brussel, zoals de Cocof
bijvoorbeeld. Zij zullen ook verantwoordelijk zijn
voor hun eigen onderwijs.
Naar dit scenario gaat mijn persoonlijke voorkeur
uit. Dat betekent dat de Brusselse Franstaligen
Vlaamse staatsburgers zullen zijn, maar met alle
rechten op taalkundig, cultureel en
onderwijsgebied die zij op dit ogenblik hebben. Er
zal hen terzake geen strobreed in de weg worden
gelegd en hun waarborgen zullen worden
opgenomen in een Vlaamse Grondwet. Ik ben
zelfs bereid er nog een bepaling aan toe te
voegen, met name dat aan de Grondwet niets kan
worden gewijzigd, behalve als de Franstaligen van
Brussel er zelf mee akkoord gaan. Ik denk niet dat
men grotere waarborgen kan geven. Dit is mijns
inziens het ideale scenario dat wij zouden moeten
nastreven.
Een volgend scenario is een variante daarop:
Brussel zou dan hoofdstad zijn van Vlaanderen en
van Europa, met waarborgen voor de
Franstaligen. Dit scenario verschilt van het vorige,
in die zin dat de Europese Unie dan ook betrokken
is bij het bestuur van Brussel. Als dusdanig zou dit
een bijkomende waarborg voor de Franstalige
inwoners kunnen zijn. Op zichzelf heb ik er ook
geen bezwaar tegen dat de Europese Unie bij het
bestuur van Brussel zou worden betrokken.
Over de modaliteiten daarvan kan dus worden
gepraat.
Een laatste scenario is Brussel als Vlaamse stad.
In dat geval zou Vlaanderen bij wijze van spreken
Brussel gewoon annexeren en als een Vlaamse
stad beschouwen. De Franstaligen zouden dan
niet over eigen instellingen beschikken. Ze zouden
hoogstens uitdovende faciliteiten kunnen genieten.
Zo'n scenario is niet wenselijk, want het heeft
weinig voeling met de huidige demografische
situatie in Brussel en met de culturele, taalkundige
en onderwijskundige rechten die wij de
Franstaligen in Brussel wel degelijk willen geven.
Voor de Brusselaars en voor Vlaanderen zou het
het meest interessant zijn als Brussel de
hoofdstad van Vlaanderen blijft, met waarborgen
voor de Franstaligen. Dat is echter een
denkoefening en moet niet worden beschouwd als
het officiële standpunt van het Vlaams Blok. In het
najaar zullen wij overigens een congres houden
over Vlaamse onafhankelijkheid en de positie van
Brussel in dat verband. De ideeën die ik naar
voren bracht, moeten nog tot rijpheid komen. De
discussie daarover is in onze partij nog volop aan
de gang. Wij menen immers dat een
onafhankelijkheidsstrategie met behoud van
Brussel alleen maar kan slagen als wordt
tegemoetgekomen aan enkele fundamentele
bekommeringen van de Brusselse Franstaligen op
cultureel en taalkundig vlak. Concreet zou dat
kunnen betekenen dat het huidig Brussels
Hoofdstedelijk Gewest in een onafhankelijk
Vlaanderen wordt omgevormd tot een
stadsgewest. De Brusselse Franstaligen
behouden dan hun eigen instellingen. Die
waarborgen zouden voor hen in een Vlaamse
grondwet worden opgenomen.
Binnen België wordt de verhouding tussen
Vlaanderen en zijn hoofdstad intussen wel heel
problematisch. Niet alleen stellen wij vast dat
Brussel zowel demografisch, wettelijk, territoriaal
als institutioneel verregaand van Vlaanderen
vervreemd is. Bovendien zet een belangrijk deel
van het Brusselse establishment zich tegen
Vlaanderen af. Het gaat dan om Franstaligen,
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
80
maar steeds meer ook om het Vlaamse
establishment. In de rest van Vlaanderen en zelfs
binnen de Vlaamse Beweging gaan daarentegen
steeds meer stemmen op om Brussel los te laten.
Bij de ontbinding van de Belgische federatie zijn er
dus verschillende scenario's en combinaties
denkbaar. Tussen "Brussel Vlaams" en
"Vlaanderen verliest Brussel" ligt dus een heel
breed gamma aan mogelijkheden. Om Brussel
maximaal voor Vlaanderen te behouden, mag
Vlaanderen zich niet van Brussel afwenden. Er is
dan wel nood aan een verleidingsstrategie en een
investeringsstrategie.
Ik keer terug naar de actualiteit. Ik wil de CVP
aanspreken over haar houding tegenover Brussel
en tegenover het hele Lambermont-akkoord. In de
vooravond bracht mevrouw Creyf hier een heel
goede analyse van de nadeligheid en
schadelijkheid van het Lombard-akkoord voor
Brussel. Wij kunnen die analyse volkomen
onderschrijven.
Wij kunnen deze analyse volkomen
onderschrijven. De heren Laeremans en De Man
hebben hier gelijkaardige analyses naar voren
gebracht. Mijnheer Leterme, ik zou nu wel eens
willen weten wat u tactisch en strategisch gaat
doen met uw zogenaamde atoombom waarover u
in Brussel beschikt in de persoon van de heer Jos
Chabert die al ongeveer 30 jaar minister moet zijn.
In dit verband verwijs ik graag naar mevrouw
Grouwels die op 11 juni, toen het debat
over het Lombard-akkoord
in
de
Vlaamse
Gemeenschapscommissie afgerond werd,
verwezen heeft naar de resoluties die daar
vroeger reeds werden aangenomen met
betrekking tot het Lambermont-akkoord. In die
resoluties werden de nodige garanties voor de
Vlamingen in Brussel geëist met betrekking tot
hun vertegenwoordiging op alle niveaus. Die
garanties werden zowel door de CVP als door
andere zogenaamde democratische partijen
onderschreven. Mevrouw Grouwels heeft tijdens
dezelfde zitting ook een analyse van het Lombard-
akkoord gemaakt. Zij heeft gezegd dat het
nauwelijks twee op tien haalde. Zij verwees onder
meer als grote nadelen naar het laten vallen van
de dubbele meerderheid inzake de gewestelijke
en bicommunautaire materies en het kwistig
strooien met miljarden die voornamelijk naar
Franstalige instellingen gaan. Zij zei dat dit dan
ook onaanvaardbaar was voor de CVP. Het
Lombard-akkoord was een fiasco. Vorige vrijdag,
op 22 juni, was er weer een vergadering van de
Vlaamse Gemeenschapscommissie. Daar zijn
uiteindelijk de maskers van de CVP afgevallen.
Wat is daar gebeurd? Tijdens die vergadering
heeft het Vlaams Blok een motie ingediend waarin
gewoon de vorige moties werden hernomen,
moties die toen door de CVP, de VLD, de
Volksunie, de SP en Agalev werden goedgekeurd.
De CVP heeft op 22 juni de motie van het Vlaams
Blok met daarin twee vroegere moties die ze had
goedgekeurd van tafel geveegd. Met die motie
van het Vlaams Blok wou onze partij de mooie
woorden van de CVP eindelijk in daden laten
omzetten. De CVP slaagde er echter in om tegen
de motie van het Vlaams Blok te stemmen en dus
om al haar eerdere mooie verklaringen op
schandelijke wijze weer in te slikken. Wij moeten
dus vaststellen dat de CVP als puntje bij paaltje
komt nog steeds de regimevriendelijke partij is die
zij in feite altijd is geweest.
Ik hoor Stefaan De Clerck, voorzitter van de CVP,
graag zeggen dat hij bezig is met een
herprofilering van zijn partij. Al het gezoem dat uit
zijn bijenkorven komt, waar we trouwens nog niet
veel honing van gezien hebben, heeft helemaal
nog niet geleid tot "concrete invullingen" van al die
wollige woorden die de heer De Clerck gewoonlijk
gebruikt. Hier krijgt hij nu samen met zijn partij de
kans om eindelijk het roer om te gooien en om de
Vlaamse volkspartij te worden die de CVP vroeger
tot op zekere hoogte was. Helaas is de partij
afgegleden tot een Belgische regimepartij. De
CVP krijgt nu de kans om zich te herpakken en
om zich te profileren als partij die opkomt voor de
belangen van Vlaanderen en in het bijzonder voor
de belangen van de Brusselse Vlamingen.
Ik zie de heer Leterme buitenlopen. Hij zal
waarschijnlijk niet veel te antwoorden hebben op
de vragen die ik hier heb gesteld. Het is niet
belangrijk. Het gaat maar over de belangen van
Vlaanderen en de Brusselse Vlamingen, mijnheer
Leterme. Dat vindt u niet de moeite om daarop te
antwoorden.
Collega's, ik ga hier afronden want mijn tijd is
opgebruikt. We moeten van de CVP dus niet veel
verwachten. Zij krijgt hier de kans om de regering
zwaar in de moeilijkheden te brengen. De CVP
kan twee dingen doen. Ofwel kan zij minister
Chabert uit de Brusselse regering terugtrekken en
met haar drie parlementsleden in de Brusselse
Gewestraad in de oppositie gaan. Dan wordt de
oppositie gevormd door vier Vlaams Blokkers en
drie CVP'ers, dus samen zeven, tegen een
meerderheid die dan nog bestaat uit vier leden. Ik
hoef u niet te vertellen dat men op deze manier
Brussel onmogelijk kan besturen. Brussel verkeert
op dat ogenblik in een regeringscrisis. Die crisis
zal zich afspiegelen op de nationale meerderheid.
Premier Verhofstadt zal op die manier in zware
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
81
problemen komen. Het is overigens altijd de taak
van een oppositiepartij om de meerderheid in
zware problemen te brengen.
Een tweede scenario zou kunnen zijn dat de CVP
haar minister opdracht geeft om zogezegd in
staking te gaan en om geen collegiale
beslissingen meer te nemen in de Brusselse
Ministerraad. Zoals u weet moeten in een
Ministerraad de beslissingen altijd bij unanimiteit
genomen worden. Als de CVP-minister nu zou
besluiten om in staking te gaan, om geen
beslissingen meer te nemen en om de
samenwerkingsakkoorden die een gevolg zijn van
het Lambermont-akkoord en het Lombard-
aanhangsel niet goed te keuren, dan zit de
federale regering eveneens zwaar in de
problemen.
Collega's, ik geloof niet dat de CVP bereid is om
zo ver te gaan. We hebben Herman Van Rompuy
hier de voorbije weken gehoord. Wat was nu de
doelstelling van de heer Van Rompuy? Als ik goed
geluisterd heb, wil hij dat premier Verhofstadt
ermee akkoord zou gaan om het Lambermont-
akkoord en het Lombard-akkoord niet meer te
behandelen voor de grote vakantie, maar om de
hele zaak uit te stellen tot na het Europese
voorzitterschap van de Belgische regering. Hij wil
de hele zaak herbekijken in de lente van volgend
jaar. De CVP betoonde zich zelfs bereid om dan
met de meerderheid rond de tafel te gaan zitten
om een nieuw communautair akkoord uit te
werken.
Het eigenlijke doel van Herman Van Rompuy was
de zaak uit te stellen en haar te hernemen na het
voorzitterschap van Europese Unie. Het is dus
nooit de bedoeling van de CVP geweest met het
Lombard-akkoord en het Lambermont-akkoord
deze regering op de knieën te krijgen. Ik kan
slechts gissen waarom. Het Vlaams Blok zou niet
liever hebben dan dat we met dit Lombard-
akkoord en dit Lambermont-akkoord deze
regering op de knieën krijgen. Wij zijn niet bang
van verkiezingen. Van ons mogen die morgen
komen, wij zijn er klaar voor. Collega's, wie is er
echter wel bang van verkiezingen? Mijnheer
Leterme, dat is uw partij. Volgens mij durft u op dit
ogenblik niet naar verkiezingen te gaan. Uw partij
verkeert op dit ogenblik in zak en as, wat de heer
Coveliers waarschijnlijk met vreugde zal
vaststellen. (...)
Ik kan dit begrijpen, maar helaas voor u, mijnheer
Coveliers, is dit niet het geval.
Ten slotte, collega's, de CVP zal geen moeite
doen om deze regering met het Lambermont-
akkoord en de Lombard-annex in zware
moeilijkheden te brengen. De CVP zal hier voor de
schijn nog wat weerwerk leveren, maar wanneer
het Lambermont-akkoord morgen of overmorgen
zal zijn goedgekeurd, zal de CVP zeggen: "Oef,
we zijn ervan af, het is achter de rug. Geef ons nu
maar de nodige tijd om deze krabbenmand
opnieuw bij elkaar te krijgen, zodat we over twee
jaar hopelijk in staat zullen zijn op een fatsoenlijke
wijze naar de verkiezingen te gaan". Wij, mijnheer
Leterme, zullen onze rol als oppositiepartij ten
volle blijven spelen, omdat wij niet bang zijn van
verkiezingen, integendeel.
Regeling van de werkzaamheden
Ordre des travaux
01.93 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik vraag het woord in verband met de
regeling van de werkzaamheden.
De voorzitter: Mijnheer Leterme, vergeet niet dat
om halfzeven de croissants klaar zijn.
01.94 Yves Leterme (CVP): En ik lust graag
croissants.
Mijnheer de voorzitter, sinds vannacht zitten we
met een existentieel probleem. Wanneer ik in
deze richting kijk, is het 28 juni; wanneer ik achter
mij kijk, naar mijn charmante collega's, is het 27
juni. Volgens de jurisprudentie van deze Kamer
heeft dit toch een vrij groot belang. Wanneer daar
28 juni geafficheerd staat, is dit het werk van de
regering, meer bepaald van de heer Reynders. De
heer Reynders heeft, ondanks ons protest, iets na
twaalf uur van de 27 een 28 gemaakt. Kunt u ons
uitleggen wat het belang is van die 27 en waarom
die 28 daar eigenlijk niet zou mogen hangen?
De voorzitter: Ik geef u een voorbeeld. Toen ik
nog een jong kamerlid was en Achiel Van Acker
kamervoorzitter was, liep de vergadering geregeld
uit tot na middernacht. Dit is niet nieuw, voor
jongere collega's wel. Ik ben toen ook eens vanop
de laatste bank, waar ik toen zat, opgestaan en
heb in mijn onschuld de kalender veranderd. Ik
heb toen vreselijk op mijn donder gekregen van de
voorzitter. Ik zal zijn Brugs accent niet nabootsen,
maar hij zei: "Blijf eraf, de dag is nog niet gedaan".
Het is dus nog steeds 27 juni. Meer nog, de klok
blijft stilstaan tot het einde.
01.95 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik veronderstel dat u binnenkort in de
stijl van Achille Van Acker minister Reynders tot
de orde zult roepen?
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
82
Daarnaast wil ik graag van u vernemen hoe lang
'27 juni' nog loopt? Tot het debat afgelopen is, of
tot de agenda uitgeput is?
De voorzitter: Tot het debat afgelopen is. Tot de
stemprocedure afgehandeld is. Als de klok blijft
stilstaan, kan 27 juni zelfs duren tot 30 juni.
01.96 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, betekent dit dat activiteiten die
bijvoorbeeld op 28 juni gepland waren, niet
kunnen plaatsvinden zolang wij onze activiteiten
hier voortzetten?
De voorzitter: Dat moeten wij nog afwachten. Ik
kan toch ook niet op twee plaatsen tegelijk zijn?
01.97 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik wil even vooruit lopen op
de volgende ochtend, die van 28 juni volgens de
kalender. Op 9.30 uur wordt niet alleen mevrouw
Milquet verwacht bij de eerste minister, die zelf
nog om 9uur een vergadering van het kernkabinet
zal houden over het onderwerp dat hij met
mevrouw Milquet wil bespreken, maar op dat
moment wordt ook de commissie voor de
Herziening van de Grondwet geacht bijeen te
komen, onder voorzitterschap van de heer Giet. In
die commissie moeten wij het fameuze
wetsvoorstel over het fonds voor Brussel
behandelen.
Mijnheer de voorzitter, dat voorstel is gisteren in
de commissie behandeld, en het wordt geacht er
om 9.30 uur verder behandeld te worden. Dat kan
echter niet gelijktijdig met deze plenaire zitting
gebeuren.
De voorzitter: Mijnheer Annemans, toen de
agenda bepaald werd voor deze week, was dit niet
te voorzien. Bovendien heb ik gezien dat het
tijdstip gisteren bij stemming werd beslist.
01.98 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, wij moeten toch redelijk
blijven? De plenaire vergadering van 27 juni kan
toch niet doorgaan terwijl de commissie voor de
Herziening van de Grondwet van 28 juni
bijeenkomt?
De voorzitter: Mijnheer Annemans, om 9.25 uur
zal ik terzake een beslissing nemen.
01.99 Servais Verherstraeten (CVP): Mijnheer
de voorzitter, ik heb gezien dat het op de PSC-
banken nog altijd 27 juni is en op de PS-banken al
28 juni. Ik begon reeds te vrezen dat de PS op zijn
tijd vooruit was. Daar had ik geen verklaring voor.
Uw uitleg heeft me echter gerustgesteld.
De voorzitter: Kortom, het is voor iedereen beter
dat mevrouw Milquet op tijd is.
01.100 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, waarde collega's,
toen wij op 27 juni onze gezinnen verlaten hebben,
konden wij vermoeden dat deze zaak lang zou
duren. Wij kennen immers de mentaliteit van
bepaalde collega's hier. Daar kom ik straks
trouwens nog op terug. De personeelsleden die
gisteren naar hier gekomen zijn in de hoop hun
job te kunnen uitoefenen tijdens de daguren,
wisten echter niet dat het zo lang zou duren. Ik
wens mij dus namens mijn fractie, en namens de
fracties van de meerderheid, bij deze
personeelsleden te verontschuldigen.
Ik vind het erg dat zij dit moeten meemaken. In dit
tijdperk waarin men spreekt over sociale
verworvenheden, worden zij, zogenaamd omwille
van de democratie, verplicht de hele nacht door te
werken. Honderden mensen moeten hier
gedurende acht uur uiteenzettingen horen over de
dertiende eeuw; zij moeten hier over Confucius
horen lullen; zij moeten hier het programma van
de VLD horen uiteenzetten dat ik trouwens veel
beter ken dan de sprekers -; zij moeten hier voor
de zoveelste keer irrationele betogen horen. Ik
vind dit erg.
Mijnheer Annemans, het personeel heeft uw
betogen ook kunnen horen, en het zal kunnen
oordelen over hoe u het begrip democratie invult.
Ik vind het beschamend dat deze mensen de hele
nacht moeten werken en dat ze nauwelijks de
kans hebben om hun familie te verwittigen omdat
u hier gedurende acht uur een hoop dwaasheden
wil verkondigen.
Persoonlijk feit
Fait personnel
01.101 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik vraag het woord wegens
een persoonlijk feit, opdat het zou worden
genoteerd in de verslagen. Men heeft mij hier bij
naam vernoemd, dus ik heb dit recht.
Niemand heeft wie dan ook verplicht om deze
Kamerzitting voort te zetten.
Dat heeft maar één man en zijn aanhang gedaan,
Guy Verhofstadt, die de Kamer verplicht dit
Lambermont-akkoord nu donderdag te stemmen,
samen met de heer Coveliers, fractievoorzitter van
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
83
de meerderheidspartij. Zij hebben ons verplicht te
blijven, ook al heb ik voor de aanvang van dit
debat twee, drie, vier keer gevraagd en
voorgesteld om op een redelijke manier te
spreken over een redelijke afhandeling van deze
agenda.
Mijnheer Coveliers, ik accepteer niet dat u mij
beschuldigt van zaken die u hebt veroorzaakt en
niet ik.
Wie niet horen wil, moet voelen. Dit is altijd zo
geweest en het zal altijd zo blijven.
01.102 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, ik zal dit spreekwoord de komende uren
nog gebruiken, maar ik denk dat het personeel
daar zelf kan over oordelen. Ik laat mij niet door
de heer Annemans dicteren en ook niet via
tussenpersonen. Ik wens duidelijk te stellen dat ik
dit beschamend vind. Ik zou het nog accepteren
indien men gedurende die acht uur nog
interessante taal zou hebben gebracht, maar ik
heb zeven keer het interview met Vanhengel
horen citeren, ik heb in de commissie twintig keer
een bepaald pamfletje - dat door journalisten
van
De Financieel-EconomischeTijd zou zijn
geschreven horen citeren. Ik hoor hier honderd
keer de VLD aanvallen, wat mij niet stoort, maar
ook na één keer is dat begrepen.
Welnu, dat is naar mijn gevoel de reden waarom u
als een niet-democratische partij wordt
beschouwd. Omdat u misbruik maakt van
democratische rechten.
Mijnheer Laeremans, merk ik enige emotie? Ik
merk die niet als u spreekt.U weet, collega's
Blok'ers, dat de waarheid kwetst.
Ik kijk inderdaad elke morgen in de spiegel en dan
bedenk ik hoe hard wij afzien als we telkens
opnieuw een aantal zaken moeten aanhoren. Ik
was hier de hele nacht en ik heb, zoals het
personeel, alles kunnen aanhoren. Ik heb moeten
vaststellen en dit zal in de annalen te lezen zijn -
dat u hier over een contractbreuk van een
monarch in de 13
de
eeuw hebt gesproken. Ik heb
hier iemand horen peroreren over een uitbater van
een Chinees restaurant Confucius. Ik heb dat
allemaal moeten aanhoren. En dan gaat u mij
vertellen dat dat een democratische reactie is op
de behandeling van een ontwerp over de
staatshervorming in België. Ik zeg u dat het
misbruik maken is van de democratie en dat
spijtig genoeg de democratie een zo waardevol
systeem is dat het dat aan niet-democraten
toelaat en daar moet men zich eens vragen gaan
over stellen. (Onderbreking)
Dat moet u net zeggen. U hebt acht uur gepraat
zonder één woord over het ontwerp te zeggen.
De heer Coveliers beschuldigt ons hier van een
antidemocratische mentaliteit. Het Vlaams Blok
bewijst nogmaals hoe ondemocratisch u wel bent.
Als de heer Coveliers niet kan verdragen dat wij
op onze manier het groot politiek debat invullen,
dan stel ik hem de vraag hoe hij dat dan ziet? Wie
moet bepalen hoe wij onze mening verwoorden?
Wie gaat dat doen, mijnheer Coveliers? Op welke
democratische manier gaat u dat organiseren,
opdat het Vlaams Blok taal verkoopt die u wel
aanstaat? Gaat u dat reglementair vastleggen?
01.103 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, collega De Man, meestal stelt u vragen
waarop u geen antwoord verwacht. Nu wil ik
antwoorden. U vult dat in zoals u dat zelf wilt en
dat hebt u gedaan. Zodra u dat hebt gedaan, is
het mijn recht om een oordeel uit te spreken over
de manier waarop u dat invult. Ik maak nu gebruik
van dat democratisch recht om te zeggen dat u
dat invult op een manier die totaal
onaanvaardbaar is, omdat u misbruik maakt, in de
hoop door het geweld van de tijd succes te
boeken. Nu merkt u dat het niet lukt.
01.104 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, collega Coveliers, wanneer wij 1302
amendementen indienen, zijn wij antidemocraat.
Dat is uw logica!
01.105 Hugo Coveliers (VLD): Collega De Man,
ik heb niet gesproken over de papieren die u als
amendementen hebt ingediend, maar ik heb
alleen gesproken over de acht uur die u hier hebt
ingevuld. Het is mijn volste recht om te zeggen dat
hetgeen u vertelt hebt over Confucius, over de
13
e
, 17
e
en 18
e
eeuw niets te maken heeft met het
ontwerp waarover wij nu spreken. Dat is mijn goed
recht. U maakt op die manier misbruik van de
democratie en daar blijf ik ook bij.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voortzetting van de algemene bespreking
Continuation de la discussion générale
01.106 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, ik wil
consequent zijn en niet opnieuw peroreren over
deze tekst. Wij hebben dat in commissie zeer lang
gedaan. Ik stel gewoon vast dat deze teksten
uitgaan van een visie op de manier waarop dit
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
84
land zou kunnen bestaan. Die manier verschilt
natuurlijk grondig van anderen die daar een
separatistische visie op hebben. Voor mijn part
mag iedereen die separatistische visie hebben.
Alleen denk ik dat emotioneel geladen begrippen,
zoals verraders en dergelijke, naar de twee kanten
kunnen werken en dat die dus neutraal en
waardeloos zijn in dit debat.
Wij, Vlaamse liberalen en democraten, gaan
ervan uit dat wij een engagement hebben
genomen, tot spijt van wie het benijdt, om deze
regering te vormen voor een periode van vier jaar
en met deze regering dit land goed te besturen.
Deze akkoorden zijn, zoals dat trouwens tijdens
de commissiedebatten zeer duidelijk is naar voren
gebracht, een stap in het kader van de
staatshervorming. In de commissie heb ik reeds
herhaald en ik blijf dat herhalen dat een
federalistische staatsstructuur een dynamische
structuur is, die geregeld moet worden geijkt en
geregeld moet worden nagekeken om te kijken in
hoeverre daar aanpassingen moeten aan
gebeuren. Dat is onze visie op deze akkoorden.
Hoe men het ook draait of keert.
Er is reeds in het lang en het breed uiteengezet
wat de voordelen van deze akkoorden zijn en
waarom men tot deze akkoorden gekomen is,
waarom een aantal voorwaarden zijn bedongen. Ik
kom daar niet meer op terug, want ik wil niet alle
mensen die hier aanwezig zijn en die dus worden
verplicht om hier de hele nacht door te werken,
nog eens opnieuw verplichten om dat te aanhoren.
Ik verwijs daarvoor naar al wat gezegd is in de
commissie.
Ik verwijs daarvoor, na al wat in de commissie is
gezegd, naar de tekst in de memorie van
toelichting, het uitstekend verslag van de
Senaatscommissie en het uitstekend verslag van
de Kamercommissie. Ik zal, samen met mijn
collega's van mijn fractie en van de meerderheid,
op donderdag 28 juni met zeer veel overtuiging
deze tekst goedkeuren.
De voorzitter: De heer Leterme heeft het woord.
Mag ik even evangelisch zijn, want daarin staat
dat de laatsten de eersten zullen zijn. Er is ook
een Latijns gezegde, in cauda venenum. Men kan
veel uitspraken gebruiken natuurlijk. Mijnheer De
Man, de latinisten zeggen soms "in caudam
venenum", met een accusatief van beweging, als
u mij begrijpt.
01.107 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, bij dit
ochtendgloren, zeven uur na het vorig betoog van
mijn eminente collega Simonne Creyf, is dit het
derde pleidooi van de CVP. Het eerste vond plaats
vanmorgen, op 27 juni. Er zijn twee ochtenden op
27 juni, mijnheer de voorzitter?
De voorzitter: Ja.
01.108 Yves Leterme (CVP): Op de eerste
ochtend van 27 juni heeft collega Verherstraeten
zijn pleidooi gevoerd. Ik zal niet op de inhoud van
onze kritiek op het voorliggend
bevoegdheidsontwerp in detail ingaan, want bij de
toelichting van onze amendementen maar een
twintigtal zullen wij daarvoor nog ruimschoots de
kans krijgen.
01.109 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, collega Leterme, er zijn
zeer goede, uitstekende amendementen door uw
fractie ingediend.
De voorzitter: U zegt dat men met weinig
amendementen ook goede wijzigingen kan
voorstellen?
01.110 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Wij
zullen die bij de bespreking meenemen en
desgevallend ook ondersteunen, anders dan,
bijvoorbeeld, het lot dat de heer Dewael is
beschoren geweest, die heeft gepleit voor de
amendementen van de heer Leterme, maar moet
zien dat zijn eigen partij in de Kamer daar haar
voeten aan veegt.
De voorzitter: Ik heb amendementen gekregen
die door de heer Leterme en mevrouw Moerman
werden ondertekend, maar dat is iets anders.
01.111 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik zal straks op dat dossier terugkomen.
Ik zal het niet hebben over onze inhoudelijke
kritiek op het bevoegdheidsontwerp, die door onze
collega's Verherstraeten en Creyf voortreffelijk
werd verwoord en bovendien nog aan bod zal
komen tijdens de artikelsgewijze bespreking en de
toelichting bij onze amendementen, die reeds een
zeer goede ontvankelijkheid laten voorspellen. Ik
zou een aantal feiten op een rijtje willen zetten,
maar voordat ik daartoe kom, zou ik de minister
een vraag willen stellen.
In een normaal parlementair debat over een
ontwerp uitgaande van de regering komen een
aantal uiteenzettingen en kritieken aan bod, maar
daarna verwacht men toch een antwoord van de
regering. Ik zou willen vragen of de minister die de
laatste twee uur hier aanwezig is geweest de
intentie heeft om straks te antwoorden. Indien ja,
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
85
dan stel ik een aantal inhoudelijke vragen. Indien u
niet wilt antwoorden en verwijst naar de
artikelsgewijze bespreking, dan laat ik die
inhoudelijke vragen voorlopig achterwege.
01.112 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer de
voorzitter, ik heb aandachtig geluisterd naar alle
betogen, hoewel ze niet allemaal even boeiend
waren en er inhoudelijk niet zoveel werd
aangekaart. De afspraak is dat, aangezien wij met
verschillende regeringsleden de continuïteit
hebben gewaarborgd, pas op het einde op het
geheel van de opmerkingen zal worden
gereageerd.
01.113 Yves Leterme (CVP): Na mijn
uiteenzetting zal u niet antwoorden?
01.114 Minister Magda Aelvoet: Neen.
01.115 Yves Leterme (CVP): Mevrouw de
minister, wanneer zal de regering dan antwoorden
op de betogen van mijn collega's en van mijzelf?
01.116 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer
Leterme, wij zullen op het einde van het debat
antwoorden.
01.117 Yves Leterme (CVP): Na de
artikelsgewijze bespreking? In dat geval beperk ik
mijn betoog tot een schets van het feitelijk verloop
van het debat.
De voorzitter: Mevrouw de minister, de regering
wordt geacht een en ondeelbaar te zijn.
Verontschuldig mij, maar ik zou graag hebben dat
iemand van de regering toch zou antwoorden op
een zeker ogenblik tijdens de algemene
bespreking.
01.118 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, het eerste deel van mijn uiteenzetting
wijd ik aan de feitelijke opsomming van de
evoluties in dit dossier gedurende de laatste 24
uur. Straks ga ik dan nader in op een aantal
concrete vragen.
Gisteren heb ik als eerste zeer uitdrukkelijk
gezegd dat dit parlementair debat een virtueel
debat is. Eigenlijk staat wat zich hier afspeelt in dit
wettelijke land, in de marge van wat zich
ondertussen afspeelt in het feitelijke land. In de
verse kranten van vanochtend, 28 juni, die collega
Brepoels uit Limburg heeft meegebracht, kunt u
dat trouwens nalezen.
Ik benadruk dat het hier om een virtueel debat
gaat. De herwaardering van het Parlement -
waarover men het met zoveel woorden heeft
gehad in allerlei commissies over de nieuwe
politieke cultuur, en waarover allerlei
grootsprakerige uitspraken gedaan werden - die
herwaardering is nog heel veraf. Bepaalde fracties
hebben tot nu toe nog niet eens het woord
gevoerd. De SP-fractie bijvoorbeeld, die op haar 1
mei bijeenkomsten nog heeft gezwaaid met de
noodzaak het Lambermont-akkoord goed te
keuren om het kijk- en luistergeld te kunnen
afschaffen, vindt het debat nu blijkbaar niet
belangrijk genoeg om ook maar één woord te
uiten tijdens de plenaire bespreking van dit
ontwerp tot bijzondere wet met betrekking tot de
bevoegdheden.
Mijnheer de voorzitter, het echte debat speelt zich
niet in deze Kamer af. Op dit moment breekt in de
Kamer, in het wettelijke land, de tweede ochtend
van 27 juni aan. In het feitelijke land is het voor de
buitenstaanders echter iets na 6 uur in de ochtend
van 28 juni. In dat feitelijke land is het debat nog
bezig. De ministers van Institutionele
Hervormingen, de heren Michel en Vande Lanotte,
zitten hier niet in het halfrond. Zij bevinden zich
buiten de Kamer en proberen vanop hun canapés
via hun gsm's een akkoord te bereiken. Een
betere illustratie van het feit dat het echte debat
elders wordt gevoerd, kan ik niet geven.
Mijnheer de voorzitter, collega's, mevrouw de
minister, de Handelingen van de Kamer worden
vaak als legistieke bron gebruikt voor
wetenschappelijke studies, voor thesissen en
dergelijke. Voor het geval over vijftig jaar een
student van een of andere universiteit, in het dan
hertekende landschap na de Bologna-akkoorden,
het in zijn hoofd haalt om de
wordingsgeschiedenis van de Lambermont-
akkoorden en de goedkeuring ervan in dit
Parlement te bespreken, wil ik niet dat die persoon
zich alleen moet baseren op de Handelingen van
de Kamer tot nu toe. Tot nu toe zijn hier heel wat
dingen gezegd. De meeste van die dingen waren
wel interessant, ook de dingen die de collega's
van het Vlaams Blok aanhaalden, maar het
feitelijke debat zal niet in de Handelingen worden
weerspiegeld. Ik wil die lacune hier opvullen.
Daarom ga ik nu opsommen wat zich intussen in
de feitelijke wereld, buiten dit halfrond, heeft
afgespeeld.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister,
collega's, ik begin met het citeren van een Belga-
bericht. Belga is hier al veel geciteerd. Men mag
het best loven voor zijn nauwgezet werk. Ik citeer
het Belga-bericht van 27 juni, om 9u24. De titel
zegt: "Kernkabinet Aelvoet: 'Geen extra geld
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
86
voor Brussel'." Het gaat verder: "'Van het inwilligen
van de PSC-eis om meer geld uit te trekken voor
het Brusselse Gewest, kan geen sprake zijn'. Dat
zei Agalev-minister Magda Aelvoet bij de aanvang
van het kernkabinet woensdagochtend. Het
goedkeuren van het Europees Verdrag ter
bescherming van de nationale minderheden
daarentegen, lijkt daarentegen wel bespreekbaar."
Het Belga-bericht gaat verder: "Net als in de
Kamer wordt in het kernkabinet de goedkeuring
van het bevoegdheidsluik van het Lambermont-
akkoord besproken. De bedoeling is de
Franstalige christen-democraten over de brug te
krijgen." Woensdagochtend zei vice-premier
Onkelinx: 'Er is al gevoelige vooruitgang geboekt,
maar er is meer nodig om de PSC voor het
Lambermont-akkoord te winnen'. Zij verwees naar
de goedkeuring van het Minderhedenverdrag dat
alle minderheden in België moet beschermen.
Volgens mevrouw Aelvoet moet bekeken worden
waar deze bevoegdheidsoverdracht precies over
gaat, hoe minderheden worden gedefinieerd."
Het bericht citeert dan mevrouw Aelvoet: "'We
zullen alleen een charter goedkeuren als het
Belgische systeem overeind blijft'."
In hetzelfde bericht staan ook enkele bemerkingen
van de ministers Louis Michel en Isabelle Durant,
maar die zijn niet essentieel voor de chronologie
van de feiten.
Gisterochtend was er dus al de intentie om
tegemoet te komen aan de eisen van de
Franstalige christen-democraten. Daarbij werden
ten eerste extra geld voor Brussel en ten tweede
de ondertekening van het Verdrag ter
bescherming van de minderheden aangehaald.
Om 11.04 uur woensdagochtend berichtte Belga
wat zich bij het begin van de plenaire zitting had
afgespeeld. "De Kamer heeft woensdag bij het
begin van het plenair debat ingestemd met de
dringende behandeling van het wetsvoorstel dat
een fonds opricht waarin 3,082 miljard frank wordt
gestopt voor het Brussels Gewest." Het vermelde
bedrag is belangrijk, voor het geval dit getal nog
zou evolueren in de komende uren. "Het gaat om
een voorstel van de fractieleiders van de
meerderheid, die op die manier de PSC een eind
tegemoet willen komen in ruil voor steun aan het
Lambermont-akkoord." Het bericht besluit:
"Wellicht is dit voorstel niet genoeg om de PSC
over de streep te trekken. De Franstalige christen-
democraten vragen ook nog een toegeving voor
de situatie van de Franstaligen in de Vlaamse
Rand."
Om 9.24 uur gingen de werkzaamheden dus van
start buiten dit halfrond. Mevrouw Aelvoet zei dat
er geen sprake kon zijn om de PSC-eis - meer
geld te krijgen voor het Brussels Gewest - in te
willigen. De ratificatie van het Europees Verdrag
ter bescherming van de minderheden leek echter
wel bespreekbaar. Om 11.04 uur werd het
wetsvoorstel in overweging genomen voor een
hoogdringende behandeling. Volgens dit
wetsvoorstel wordt iets meer dan 3 miljard frank in
een fonds gestopt. Er komt ook wat objectiviteit en
continuïteit in het toebedelen van extra middelen
aan Brussel om als hoofdstad te fungeren.
Om 13.32 uur vroeg de PSC om "bijkomende
vertrouwenselementen". Ik citeer het Belga-bericht
van 13.32 uur: "PSC-kamerlid Jean-Jacques
Viseur vroeg de regering op de proppen te komen
met 'enkele elementen van vertrouwen om er voor
te zorgen dat Lambermont niet wordt
getorpedeerd'."
"Paars-groen diende al een wettekst in die
gedeeltelijk een voorstel overnam van PSC-
fractieleider Poncelet. Dat richt een fonds op voor
het Brussels Gewest en wordt dit jaar nog gespekt
met 3,082 miljard frank. De PSC wil echter meer
en dringt vooral aan op extra garanties voor de
Franstaligen in de Vlaamse rand. Zij schuift in dat
verband vooral de ondertekening naar voren van
het Europees kaderverdrag ter bescherming van
de nationale minderheden. De meerderheid tracht
daar momenteel een mouw aan te passen.
Wat het bevoegdheidsluik zelf betreft, heeft de
PSC fundamentele bezwaren. Dit is belangrijk om
in de komende uren de houding van de PSC te
wegen. Kamerlid Viseur had het over een
probleem qua grondwettelijkheid de
overheveling van de gemeente- en provinciewet
gebeurt niet via een grondwetswijziging en wees
op het feit dat het ontwerp uitgaat van een
confederale logica". Daarna wordt hij als volgt
geciteerd: "Het leidt ook niet tot beter bestuur of
een betere relatie tussen burger en overheid".
Voor de geschiedschrijvers van binnen 50 jaar,
dat was woensdag 27 juni om 13.32 uur.
Hiertussen gooi ik een Belga-bericht waarop de
heer Annemans zo-even allusie heeft gemaakt en
dat verslag uitbrengt van een debat in het Vlaams
Parlement. Dat debat is belangrijk omdat het
handelt over een eerste stap in de richting van de
PSC. De collega's zullen zich herinneren dat
enkele dagen geleden in het kader van allerlei
marchandages, koehandels en koopmanskunst
op een bepaald moment vanuit de meerderheid
een signaal werd gestuurd naar de PSC om aan
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
87
te geven dat men het ermee eens was om de
toezegging, die al intracommunautair was gedaan,
om de BTW-voet voor nieuwbouw en
verbouwingswerken aan schoolgebouwen te
verlagen van 21% naar 6%, te honoreren. Hier
werd een wetsvoorstel van gemaakt dat vorige
week behandeld werd in de commissie voor de
Financiën van de Kamer. Het werd vroeger in
overweging genomen en onmiddellijk een eerste
keer behandeld. Het is dan onmiddellijk op verzet
van onze kant gestuit. Ik meen trouwens dat het
verzet alleen van de CVP kwam. Ik denk niet dat
andere fracties zich hierover hebben
uitgesproken. Wij hebben toen opgemerkt dat
men niet in zijn eentje de BTW-voet weze het
voor schoolgebouwen kon verlagen van 21% tot
6%. Ook vorige keer gebeurde het op een
woensdagnacht. Herinner u de vorige keer dat de
PSC een bocht moest maken. Men kan toch niet
gewoon omdat men dat 's nacht unilateraal is
overeengekomen als lidstaat van de Europese
Unie de BTW-voet verlagen? De minister van
Financiën heeft toen gezegd dat hij het advies van
de Europese Commissie zou vragen en dat wij
ons geen zorgen moesten maken. Hij zou
binnenkort voorzitter worden van de Ecofin-raad.
In die functie zou hij dat wel in orde brengen. Wij
hebben toen gewaarschuwd dat dit in tegenspraak
was met de toepasselijke richtlijnen en dat het dus
niet zou kunnen. Vorige week donderdag, toen
men geconfronteerd werd met het feit dat men
eenzijdig de BTW-voet moest verlagen van 21%
tot 6%, bleek dat zelfs een geconcerteerde
verlaging onhaalbaar was. Plots werden er vanuit
de PSC amendementen ingediend op het
oorspronkelijke wetsvoorstel inzake BTW-
verlaging. Die amendementen strekten ertoe
zowel de titulatuur van het wetsvoorstel als de
volledige inhoud ervan te vervangen. Dit zou
worden vervangen door een zeer eigenaardige
regeling waarbij aan zogenaamde
vermogensrechtelijke VZW's op een bepaald
ogenblik was er zelfs sprake van
vermogensverenigingen zonder winstoogmerk,
een nieuwe rechtspersoon die gebouwen
beheren, in eigendom hebben of er rechten op
hebben een vrijstelling of een sterke verlaging van
de toepasselijke registratie- en successierechten
toe te kennen. Dat was de strekking van de
amendementen van de heer Poncelet, ingepast in
een "stoemelingse" toegeving aan de PSC om hen
over de brug te krijgen.
Het is jammer dat de collega's Moerman en
Tavernier niet aanwezig zijn. Ik veronderstel dat
het niet uit een gevoel van schaamte is voor wat
zich vorige week heeft afgespeeld. Zij liggen
waarschijnlijk in bed en zullen ons straks
vervoegen. Vorige week donderdag 21 juni 2001,
toen wij erop wezen dat dit voor Vlaanderen een
nadelige wijziging, een nadelige verlaging van de
registratie- en successierechten zou zijn, werden
wij botweg uitgelachen door de heer Tavernier en
de VLD-vertegenwoordiger in de commissie voor
de Financiën, mevrouw Moerman, die de twee
teksten hadden "geconsigneerd" zoals de heer
Poncelet stelde. Het waren dus amendementen
van de heer Poncelet die door mevrouw Moerman
en de heer Tavernier mee waren ondertekend. Ik
heb toen volgehouden dat de eenzijdige regeling,
die door de PSC werd opgedrongen en mee
ondertekend door leden van de meerderheid, voor
Vlaanderen nadelig zou zijn. Dat werd echter
weggewimpeld. Wij hebben toen een beroep
moeten doen op een proceduretruc, namelijk het
vragen van een tweede lezing. Het is complex.
Het is zes in de tweede morgen van de 27
ste
juni.
01.119 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer Leterme, ik geef u een raad. Praat niet te
lang, want hoe langer u praat, hoe minder
democratisch u in de ogen van de heer Coveliers
zult zijn. Terzake is de heer Coveliers een goede
leerling van de heer Schiltz. De heer Schiltz heeft
verklaard dat iemand die het Lambermont-
akkoord niet goedkeurt, iemand is die
ondemocratisch is want hij aanvaardt het
consensusmodel niet waarin België naar een
vrolijke en nieuwe toekomst evolueert.
De redeneringen van de heer Coveliers zijn
werkelijk redeneringen van een leerling-tovenaar
die natuurlijk verder gaat dan zijn leermeester. Hij
is door de heer Schiltz grootgebracht.
De voorzitter: De heer Leterme zal tot een besluit
komen.
01.120 Yves Leterme (CVP): Mijnheer
Annemans, in onze fractie is er een andere
inschatting van het soortelijk gewicht van de
verklaringen van de heer Coveliers. U zou minder
emotioneel reageren als u zich op dezelfde lijn zou
plaatsen van het algemeen in Vlaanderen
aangenomen soortelijk gewicht en de waarde van
de verklaring van de heer Coveliers.
Ik kom terug tot de amendementen-Poncelet,
Tavernier en compagnie. Wat de heer Tavernier
en compagnie betreft, is het hen vergeven. Het is
gebleken dat zij niet begrepen waarover het ging.
Dat bleek echter pas na een tweede lezing. Door
de tweede lezing hebben wij de kans gekregen
om opnieuw uiteen te zetten dat de toegeving van
de PSC voor Vlaanderen nadelig was. De
collega's hebben echter in de boosheid volhard en
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
88
zij werden op dat ogenblik ook door de minister
van Financiën bijgetreden die stelde dat men onze
uitleg niet pikte en dat er van een communautaire
scheeftrekking geen sprake was. Wij hebben nog
beroep gedaan op de proceduretruc van de
goedkeuring van het verslag om te vermijden dat
dit zeer snel zou worden geagendeerd, namelijk
vandaag 28 juni 2001. Uiteindelijk kwam er van
het Vlaamse Parlement, van de minister-president
van de Vlaamse regering een reactie, ik
parafraseer: wat mevrouw Moerman, VLD-
kamerlid en lid van de commissie voor de
Financiën zij was trouwens niet alleen en
groen kamerlid de heer Tavernier hadden
toegezegd, wat zij mee hadden ondertekend, wat
zij met de grijnslach hebben goedgekeurd, is voor
Vlaanderen nadelig. Als dit niet kan worden
rechtgezet, zullen wij desnoods op de procedure-
belangenconflict beroep doen om dit te laten
rechtzetten. Gisterenmiddag, 27 juni 2001 heeft
minister-president Patrick Dewael van de VLD van
het Vlaams Parlement het bevel gegeven om het
amendement van de heer Leterme goed te
keuren, zoniet worden de belangen van
Vlaanderen niet goed gediend.
Waarom weid ik daarover uit? Dit betoog is niet
ingegeven door een misplaatste arrogantie omdat
wij er dan toch in geslaagd zijn een zwakke plek
bloot te leggen, maar om te waarschuwen voor
het gemarchandeer en de mogelijke toezeggingen
en beloften die werden gedaan. Zelfs wanneer u
de oppositie denigrerend verwijt dat ze er niets
van kent, wil ik u waarschuwen. U hebt deze
werkwijze vorige week en nu maandag reeds
gebruikt en u werd tot de orde geroepen door
partijgenoten, onder wie de minister-president van
de Vlaamse regering.
Tot zover de chronologie van wat zich vandaag,
27 juni, in dit land heeft afgespeeld. Dit staat in
tegenstelling tot wat zich hier heeft afgespeeld.
Om 9.24 uur waren er de verklaringen van
mevrouw Aelvoet. Om iets na 11 uur kwam de
problematiek van de PSC aan de orde. Om iets na
13 uur verklaarde de heer Viseur dat er
bijkomende elementen aan de orde moesten
komen. Dan kwam het communiqué van 16.08 uur
waarin minister-president Dewael wijst op de flater
die moet worden rechtgezet.
Op zowat hetzelfde tijdstip 16, 17 uur legde
Hugo Coveliers, fractieleider van de VLD, een
verklaring af in de elektronische media. In De
Morgen van deze morgen staat te lezen dat de
heer Coveliers de eer kreeg om de bal in open
doel te shotten. Hij verklaarde dat voor zijn fractie
de deur openstond voor de problematiek van de
ondertekening en ratificatie van het Europees
Verdrag ter Bescherming van de Nationale
Minderheden. Men wou terzake iets regelen met
de PSC. Er werd wel de nuancering gemaakt dat
dit niet mocht betekenen dat er ook maar iets zou
veranderen aan het statuut van onder meer de
Franstalige minderheid in de rand rond Brussel.
De ratificatie mocht met andere woorden geen
enkele invloed hebben op het vlak van de
fundamentele evenwichten in dit land. Op geen
enkel moment mag de Franstalige minderheid in
de Brusselse rand worden beschouwd als een
nationale minderheid waardoor het Belgisch
systeem in vraag zou worden gesteld of in gevaar
zou komen.
Ik overloop snel even de verklaringen van de
Vlaams-Brabantse gouverneur, Lodewijk De
Witte, die wellicht in bevolen opdracht heeft
verklaard, ik citeer: "... dat Franstalige
mandatarissen in de faciliteitengemeenten, na de
regionalisering van de gemeente- en provinciewet,
voldoende waarborgen overhouden tegen een
discriminerende behandeling. Deze garanties in
de pacificatiewet, bijvoorbeeld op het vlak van de
taalkennis voor burgemeesters en schepenen,
blijven immers van kracht en kunnen slechts door
de federale overheid gewijzigd worden. Bovendien
voegt Lambermont nieuwe waarborgen in". Dit
Belga-bericht van 16.15 uur gaat verder, ik citeer:
"Bij de Franstalige burgemeesters leeft de vrees
dat de Vlaamse overheid haar nieuwe
bevoegdheid om burgemeesters te benoemen en
te sanctioneren, zal misbruiken ten aanzien van
wie zich bijvoorbeeld verzet tegen de circulaire-
Peeters. Gemeenten zijn volgens De Witte
autonome besturen die het recht hebben om het
niet eens te zijn met de Vlaamse regering en om
de interpretatie die zij geeft aan een wet te
contesteren. Van insubordinaties en tuchtsancties
kan pas sprake zijn als men zich niet wil schikken
naar de definitieve uitspraken van rechtbanken.
Het Lambermont-akkoord voert bovendien een
speciale procedure in bij de Raad van State en het
Arbitragehof voor burgemeesters tegen wie een
tuchtsanctie werd uitgesproken wegens niet
naleving van een wet, decreet, ordonnantie,
reglement of administratieve handeling". Deze
verklaringen van de Vlaams-Brabantse
gouverneur zijn toch wel belangrijk.
Ik wou nog even uitweiden over de
stemmingmakerij vanwege enkele Vlaamse
ministers. Te pas en te onpas zeggen zij dat het
geld van Lambermont echt bruikbaar zou zijn.
Mevrouw Dua hoopt dat zij in verband met de
problematiek van de sluiting van de ISVAG-oven
1
miljard frank kan puren uit de
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
89
Lambermontakkoorden. Zo wil zij dat dossier
oplossen. Alle argumenten zijn blijkbaar goed om
een aantal mensen dingen te laten stemmen die
tegen het Vlaamse belang zijn.
Terwijl al deze kleine feiten zich afspelen, lopen er
natuurlijk een aantal zaken voort in dit feitelijke
land. Deze avond, voorafgaand aan deze morgen,
kwam er om 22.25 u. volgend bericht: "Terwijl in
de Kamer het debat over het bevoegdheidsluik
van het Lambermontakkoord voortgaat, zitten de
vertegenwoordigers van de Franstalige
meerderheidspartijen en de PSC sinds 19.30 u. op
het partijhoofdkwartier van de PS samen rond de
tafel. Ondermeer de vice-premiers Laurette
Onkelinx, Isabelle Durant, Louis Michel, de
partijvoorzitters Elio Di Rupo, Daniel Ducarme en
Jacques Baudouin nemen deel aan de
vergadering. Ook Gerard Deprez is van de partij,
naast mevrouw Milquet en PSC-kamerlid Viseur.
De meerderheid tracht nog steeds de PSC ervan
te overtuigen de goedkeuring mogelijk te maken
van het tweede luik van Lambermont. Welke
houding de PSC uiteindelijk gaat aannemen, is
nog altijd niet duidelijk. Ondertussen dreigt het
kamerdebat nog zeer lang te duren. Zeer lange
speeches worden gehouden en er zijn in principe
nog een heel deel amendementen die gedurende
vijf minuten kunnen toegelicht worden."
Ondertussen zijn we nog altijd 27 juni en is het al
0.31 u. We lezen: "De vergadering tussen de
vertegenwoordigers van de Franstalige
meerderheid en de PSC was woensdagavond
rond middernacht nog altijd aan de gang. De
discussie draait rond de ondertekening en de
ratificering van het kaderverdrag van de Raad van
Europa inzake de bescherming van nationale
minderheden, meer bepaald rond de definitie van
het begrip minderheid." Dat is uiteraard belangrijk
om te kunnen refereren naar de stelling dat de
ratificatie van het verdrag op geen enkele wijze
mocht betekenen dat dit van toepassing zou zijn
op de Franstalige minderheid in de gemeenten
van de Brusselse rand. "De Franstaligen zouden
een akkoord hebben bereikt over een mogelijke
definitie. Die zou echter niet op de instemming
kunnen rekenen van de Vlaamse partijen. Deze
partijen zitten samen met premier Verhofstadt in
een vergadering over dit thema. Ondertussen zijn
een aantal andere Franstalige politici afgezakt
naar de Keizerslaan. Het gaat om PSC-
fractieleider Jean-Pol Poncelet en FDF-voorzitter
Olivier Maingain. Voor Ecolo zijn ook Marcel
Cheron en Jean-Marc Nollet rond de tafel gaan
zitten. In de Kamer is de algemene bespreking
nog altijd aan de gang." Het volgende is belangrijk
voor het verdere verloop van dit debat. "De
meerderheid wil in alle geval tot op het einde gaan
en wenst niet het verwijt te krijgen van de
oppositie dat ze tijdens het debat niet aan het
woord kon komen. De meeste kamerleden
houden rekening met een zitting tot
donderdagvoormiddag." Daar zijn we nu
ongeveer. "De stemming zou in de namiddag
tussen vier en zes uur plaatsvinden." Het is goed
dat we via Belga-berichten kunnen vernemen wat
de intenties van de meerderheid zijn.
Wat later, om 3.46 uur, kwam er een nieuw Belga-
bericht. De opsomming is misschien eentonig,
maar dit is wat zich feitelijk heeft afgespeeld. Dit is
blijkbaar iets totaal anders dan wat hier in het
halfrond is gebeurd. "De vertegenwoordigers van
de Franstalige meerderheidspartijen en die van de
PSC zijn in de nacht van woensdag op donderdag
rond 2.30 u. uit elkaar gegaan. Alle betrokkenen
verklaarden dat er een belangrijke vooruitgang
werd geboekt, maar dat moet nu worden
afgewacht. De bal ligt nu in het kamp van de
federale regering, stelde onder meer PRL-
voorzitter Daniel Ducarme. PSC-voorzitter Joëlle
Milquet verwees naar de vergadering van het
kernkabinet van donderdagmorgen. De discussie
draaiden vooral rond twee punten. Enerzijds de
financiering van het fonds dat wordt opgericht voor
het vervullen van de internationale hoofdstedelijke
functie van het Brussels gewest. Dat fonds, waar
geen extra geld kon naartoe gaan luidens de
verklaring van mevrouw Aelvoet en waar ook geen
ander geld dan al voorzien was zou naartoe gaan.
Anderzijds is er de ondertekening en ratificatie van
het kaderverdrag van de Raad van Europa over
de bescherming van de nationale minderheden.
Wat dit laatste punt betreft wordt gezocht naar een
definitie van het begrip minderheden." Daar
hebben we het daarnet al over gehad. "Volgens
Milquet gaat het over een constructieve en
positieve discussie, maar ze verwees tegelijkertijd
naar het kernkabinet dat donderdagmorgen
vergadert." Mijnheer Di Rupo doet dan een aantal
uitspraken. "We hebben goed gewerkt. We
stonden in permanent contact met onze Vlaamse
collega's.
Wij zijn uitgekomen op een akkoord dat zowel
voor de Franstaligen als voor de Vlamingen
aanvaardbaar zou moeten zijn. Wij blijven
gemobiliseerd. Iedereen zoekt naar de meest
geschikte termen.
Er wordt ook verwezen naar de verklaringen van
de heer Daniel Ducarme en ook van de heer
Olivier Maingain. Ik onthoud u dat niet, want het
kan van belang zijn voor de toetsing van eventuele
afspraken of akkoorden in het vervolg van de
27/06/2001
CRIV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
90
debatten. De heren Maingain en Clerfayt hebben
de intentie om het ontwerp te steunen. FDF-
voorzitter Olivier Maingain sprak over "een
redelijke oplossing". Als de heer Maingain zulke
woorden gebruikt, passen de Vlamingen best op
hun tellen.
Het bericht sluit af met de mededeling dat het
kernkabinet donderdagochtend vanaf 9 uur
samenkomt. Om 9.30u heeft de heer Verhofstadt
een ontmoeting met PSC-voorzitster mevrouw
Joëlle Milquet.
Die wat vervelende opsomming heb ik gegeven
om de waarheid haar recht te geven. Ik wil
aantonen dat het hier gevoerde debat door de
meerderheid en de regering werd geweigerd. Men
moest namelijk naast dit halfrond de duisternis
opzoeken om via gsm en andere contacten een
tweederde meerderheid voor de stemming van dit
bevoegdheidsontwerp te vinden. Dat staat
natuurlijk haaks op verklaringen van de eerste
minister. Naarmate zijn verklaringen vorderden,
was het steeds later in de nacht. De heer
Verhofstadt heeft meermaals verklaard dat een
globaal akkoord rond een nieuw communautair
vergelijk was bereikt. Nu stellen we vast dat, in het
holst van de nacht, tot de laatste uren voor de
stemming en waarbij men zelfs de kalender moet
manipuleren om ervoor te zorgen dat wij na de
avond van 27 juni een tweede morgen
meemaken, in weerwil van de verklaringen van de
eerste minister, er blijkbaar toch geen globaal
akkoord was, toch niet in die mate dat er een
tweederde meerderheid rond kon verzameld
worden.
Collega's, door de collega's Verherstraeten en
Simonne Creyf is reeds aangegeven dat dit
akkoord onze goedkeuring niet wegdraagt, niet
alleen het financieringsontwerp maar ook het
ontwerp van bijzondere wet tot overdracht van
bevoegdheden. Het een hangt natuurlijk samen
met het andere. Het gaat niet alleen om de
overdreven transfers. Trouwens en we laten dat
steeds meer opmerken vorige week heeft de
minister van Begroting zelf toegegeven dat voor
hem Lambermont iets te ruim inboette op de op
federaal vlak beschikbare middelen.
De vice-eerste minister heeft gezegd dat de
goudhamster die in het lokaal naast zijn bureau is
gehuisvest en die daar naar verluidt een goed
leven leidt en het symbool van zijn budgettair
beleid is, iedere dag bidt opdat het Lambertmont-
akkoord niet zou worden goedgekeurd.
Dat is het bewijs ex absurdo inzake de
beschikbare middelen op federaal vlak dat dit een
bijzonder duur akkoord is, dat weliswaar de
Gewesten in staat stelt om op het vlak van de
primaire uitgaven, grote uitgavenstromen te
organiseren, voor zover ze het erover eens
zouden zijn waar precies deze uitgaven naartoe
moeten, ofwel minder inkomsten te hebben. Het is
echter duidelijk dat dit Lambermont-akkoord een
heel duur akkoord is, in die mate zelfs dat het voor
de minister van Begroting niet zou worden
goedgekeurd. Ik durf immers te veronderstellen
dat hij, zoals in andere dossiers en andere
uitspraken, denkt via zijn goudhamster. Die
goudhamster is niets anders dan een alter ego dat
onze begrotingsminister zich toemeet.
Een eerste punt van kritiek, op het geheel
uiteraard, zijn de overdreven transfers en het feit
dat er geen fiscale autonomie komt.
Ten tweede, het feit dat er te weinig
bevoegdheden worden overgeheveld, maxi-geld
tegen mini-bevoegdheden. Een tweetal weken
geleden hebben wij deze kritiek trouwens reeds
geformuleerd.
Ten derde, en collega Creyf heeft daarover al
uitgeweid, het feit dat en ik citeer Karel De
Gucht dat er een perfide regeling voor Brussel is
getroffen, die de basisproblemen van Brussel niet
oplost.
Daarom zullen wij tegen dit wetsontwerp
stemmen, tenzij men natuurlijk in ruime mate onze
amendementen zou aanvaarden, wat zal moeten
blijken uit de debatten die zullen volgen.
Collega's, ik sluit af met de volgende conclusie.
De grote les uit dit verhaal, uit wat zich hier
gisteren en vannacht en ook twee weken geleden
heeft afgespeeld in en buiten dit halfrond is dat wij
vandaag eens te meer het failliet meemaken van
wat ondertussen de methode-Verhofstadt kan
worden genoemd.
Men kan over vorige eerste ministers veel zeggen.
Men kan hen beschuldigen van
loodgieterspraktijken, Die eerste ministers echter
hadden het formaat om ervoor te zorgen dat,
wanneer een ontwerp van grondwetsherziening of
van bijzondere wet werd ingediend en besproken
en ter stemming werd voorgelegd, dat er een
coherente meerderheid was om het goed te
keuren en die geloofde in de doelstellingen van
die staatshervorming. In tegenstelling tot die
methode maken we mee dat de huidige eerste
minister zogezegd van globaal akkoord naar
globaal akkoord gaat, spreekt over het totaal
CRIV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
91
uitgesloten zijn van ook maar welkdanige
koppeling van het ene wetsontwerp of -voorstel
met het andere, in de feiten aan een hels tempo,
wetsvoorstellen uit de mouw moet laten schudden
door de mensen van de PSC bij urgentie op de
agenda te laten plaatsen en dat wij tot op dit
tijdstip moeten vaststellen dat er tot het laatste
ogenblik wordt gemarchandeerd, de
koopmanskunst ten nadele van Vlaanderen moet
worden gebruikt om uiteindelijk te komen tot een
stemming met haken en ogen waar uiteraard,
zoals bij de bijzondere Financieringswet, het
scorebord wellicht opnieuw 59-0 zal zijn aan
Franstalige kant en een nipte meerderheid aan
Vlaamse kant om dit anti-Vlaams ontwerp goed te
keuren.
01.121 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer
de voorzitter, ik ben een aantal keren op de
geformuleerde opmerkingen ingegaan. Ook mijn
opvolgers hebben dat gedaan. Ik heb de indruk
dat, sedert ik hier ongeveer acht uren geleden ben
weggegaan en na gehoord te hebben wat de heer
Leterme heeft gezegd, men gedurende die acht
uren voortdurend heeft herhaald wat toen is
gezegd. Ik verwijs dan ook naar de
uiteenzettingen die ik toen heb gegeven.
De voorzitter: De algemene bespreking is
gesloten.
La discussion générale est close.
Voor de statistieken deel ik u mee dat in totaal
2.45 uur gisterenochtend, 4.18 uur gisteren in de
eerste vergadering van de namiddag en ongeveer
11 uur in de tweede vergadering. Het algemeen
debat heeft dus ongeveer 17 uur geduurd.
Ik laat ook opmerken aan de fractie van collega
Annemans dat zij 9.51 uur heeft gesproken terwijl
dit normaliter het 7.30 uur had mogen zijn.
Alle leden van de fractie van de heer Annemans
hebben het woord gevoerd. Zij hebben 2.21 uur
meer gesproken dan de klassieke toegestane
spreektijd.
Dit vormt voor mij echter geen probleem.
Om technische redenen stel ik u voor de
vergadering te schorsen.
De vergadering is geschorst.
La séance est suspendue.
De vergadering wordt geschorst
donderdagmorgen om 06.40 uur.
La séance est suspendue le jeudi matin à
06.40 heures.
(La suite de la séance se trouve dans la
brochure PLEN 141.)
(Het vervolg van de vergadering staat in de
brochure van de PLEN 141.)
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 PLEN 140
CRABV 50 PLEN 140
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
woensdag mercredi
27-06-2001 27-06-2001
20:20 uur
20:20 heures
CRABV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
ONTWERP VAN BIJZONDERE WET
(VOORTZETTING)
1
PROJET DE LOI SPÉCIALE
(CONTINUATION)
1
Ontwerp van bijzondere wet houdende overdracht
van diverse bevoegdheden aan de gewesten en
de gemeenschappen (overgezonden door de
Senaat) (1280/1 tot 3)
1
Projet de loi spéciale portant transfert de diverses
compétences aux régions et communautés
(transmis par le Sénat) (1280/1 à 3)
1
Hervatting van de algemene bespreking
1
Reprise de la discussion générale
1
Sprekers: Simonne Creyf, Yves Leterme,
voorzitter van de CVP-fractie, Guido
Tastenhoye, Alexandra Colen, Roger
Bouteca, Fauzaya Talhaoui, Danny Pieters,
Guy D'haeseleer, Hagen Goyvaerts, Bart
Laeremans, Bert Schoofs, Jan Mortelmans,
Filip De Man, Luc Sevenhans, John
Spinnewyn, Jaak Van Den Broeck, André
Smets, Hugo Coveliers, voorzitter van de
VLD-fractie, Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie
Orateurs: Simonne Creyf, Yves Leterme,
président du groupe CVP , Guido
Tastenhoye, Alexandra Colen, Roger
Bouteca, Fauzaya Talhaoui, Danny Pieters,
Guy D'haeseleer, Hagen Goyvaerts, Bart
Laeremans, Bert Schoofs, Jan Mortelmans,
Filip De Man, Luc Sevenhans, John
Spinnewyn, Jaak Van Den Broeck, André
Smets, Hugo Coveliers, président du groupe
VLD , Gerolf Annemans, président du groupe
VLAAMS BLOK
Persoonlijk feit
33
Fait personnel
33
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Hugo Coveliers,
voorzitter van de VLD-fractie
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK , Hugo Coveliers,
président du groupe VLD
Algemene bespreking (Voortzetting)
34
Discussion générale (Continuation)
34
Sprekers: Hugo Coveliers, voorzitter van de
VLD-fractie, Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Magda Aelvoet, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu , Johan Vande Lanotte, vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie
Orateurs: Hugo Coveliers, président du
groupe VLD , Yves Leterme, président du
groupe CVP , Magda Aelvoet, ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement , Johan
Vande Lanotte, vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et
de l' Économie sociale
CRABV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
PLENUMVERGADERING SEANCE
PLENIERE
van
WOENSDAG
27
JUNI
2001
20:20 uur
______
du
MERCREDI
27
JUIN
2001
20:20 heures
______
De vergadering wordt geopend om 20.21 uur door
de heer Jean-Pol Henry.
La séance est ouverte à 20.21 heures par M. Jean-
Pol Henry.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is
de minister van de federale regering: Didier
Reynders
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de
l'ouverture de la séance: Didier Reynders
Berichten van verhindering
Gezondheidsredenen : Patrick Moriau
Raad van Europa : Erik Derycke
Federale regering
Louis Michel, vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken: Den Haag
Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer: Europese Raad Vervoer
(Luxemburg)
Frank Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen: met zending buitenslands
Luc Van den Bossche, minister van
Ambtenarenzaken en Modernisering van de
openbare besturen: gezondheidsredenen
Jaak Gabriëls, minister van Landbouw en
Middenstand : met zending buitenlands
Rik Daems, minister van Telecommunicatie en
Overheidsbedrijven en Participaties : Europese
Raad Telecommunicatie (Luxemburg)
Annemie Neyts-Uyttebroeck, staatssecretaris voor
Buitenlandse Handel : met zending buitenslands
Olivier Deleuze, staatssecretaris voor Energie en
Duurzame Ontwikkeling : Den Haag
Excusés
Raisons de santé : Patrick Moriau
Conseil de l'Europe : Erik Derycke
Gouvernement fédéral
Louis Michel, vice-premier ministre et ministre des
Affaires étrangères: La Haye
Isabelle Durant, vice-premier ministre et ministre de
la Mobilité et des Transports: Conseil européen
Transport (Luxembourg)
Frank Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions: en mission à l'étranger
Luc Van den Bossche, ministre de la Fonction
publique et de la Modernisation de l'administration:
raisons de santé
Jaak Gabriëls, ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes : en mission à l'étranger
Rik Daems, ministre des Télécommunications et
des Entreprises et Participations publiques :
Conseil européen (Luxembourg)
Annemie Neyts-Uyttebroeck, secrétaire d'Etat au
Commerce extérieur : en mission à l'étranger
Olivier Deleuze, secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable : La Haye
Ontwerp van bijzondere wet
(voortzetting)
Projet de loi spéciale (continuation)
01 Ontwerp van bijzondere wet houdende
overdracht van diverse bevoegdheden aan de
gewesten en de gemeenschappen (overgezonden
door de Senaat) (1280/1 tot 3)
01 Projet de loi spéciale portant transfert de
diverses compétences aux régions et
communautés (transmis par le Sénat) (1280/1 à 3)
Hervatting van de algemene bespreking
Reprise de la discussion générale
27/06/2001
CRABV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
01.01 Simonne Creyf (CVP): Hoe komt het toch
dat iedereen Lambermont op zijn Frans uitspreekt?
Volgens mij heeft dat te maken met het feit dat
niemand dit akkoord met Vlaanderen associeert. Dit
akkoord draait om maxigeld voor
minibevoegdheden, federaal geld voor Wallonië en
minibevoegdheden voor Vlaanderen.
Ik zal het hebben over de Brussel-akkoorden. De
Costa zou een eind gaan maken aan de
communautaire perikelen. De beslissingen zouden
niet langer bij nacht en ontij door de regering
worden genomen. Het Sint-Elooisakkoord,
Lambermont en Lambermont-bis kwamen echter
wel tot stand door toedoen van de regering én bij
nacht en ontij.
Elke suggestie werd gecounterd door de heer
Moureaux. Daarom namen de Vlaamse
meerderheidspartijen gas terug. Van de Vlaamse
eisen is bijgevolg niets in het akkoord overgebleven.
De Brusselse Costa gaf uiting van de onwil van de
regering om de Brusselse instellingen te
hervormen. Het Lambermont-akkoord houdt een
volledige overheveling van de gemeentewet in naar
de Brusselse Hoofdstedelijke Raad. Daarbij werden
geen garanties ingeschreven voor de Brusselse
Vlamingen. Daarom moest de agenda van de Costa
tot het gemeentelijk niveau worden uitgebreid. Dit
leidde tot een duidelijk eisenpakket vanwege de
Vlaamse democratische partijen. Eén van de eisen
was de waarborg van twee Vlaamse schepenen in
elke Brusselse gemeente.
01.01 Simonne Creyf (CVP): Comment se fait-il
que tout le monde prononce `Lambermont' à la
française ? A mon avis c'est dû au fait que
personne n'associe réellement cet accord avec la
Flandre. Les principaux axes de cet accord sont
des maxi-sous pour des mini-compétences, de
l'argent fédéral pour la Wallonie et des mini-
compétences pour la Flandre.
Je voudrais parler maintenant des accords sur
Bruxelles. La COREE devait mettre fin aux
problèmes communautaires, avait-on dit. Les
décisions ne seraient plus prises à la va-vite par le
gouvernement. Cependant, cela a une nouvelle fois
été le cas pour les accords de la Saint-Eloi, du
Lambermont et du Lambermont bis.
Chaque suggestion a été contrée par M. Moureaux.
Aussi les partis flamands de la majorité ont-ils
réduit au maximum leurs revendications. Par
conséquent, on ne retrouve rien des revendications
flamandes dans l'accord.
La COREE bruxelloise a exprimé l'absence de
volonté du gouvernement de réformer les
institutions bruxelloises. L'accord du Lambermont
impliquait le transfert intégral de la loi communale
au Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale.
Aucune garantie n'a été prévue pour les Flamands
de Bruxelles. C'est la raison pour laquelle l'ordre
du jour de la COREE devait être étendu au niveau
communal. Cela a conduit à un cahier de
revendications claires et nettes émanant des partis
démocratiques flamands. L'une des revendications
était la garantie de disposer de deux échevins
flamands dans chaque commune bruxelloise.
De Brusselse CVP stelde zich constructief op, maar
de Brusselse Costa verliep chaotisch en er
bestonden parallelle onderhandelingen waarvan
CVP en PSC werden uitgesloten. In dit parallelle
circuit werd het Vlaamse front over het
gemeentelijke niveau doorbroken en werd gekozen
voor de kortetermijnbelangen van paars-groen.
Het uiteindelijke Brussel-akkoord is onevenwichtig,
het houdt geen rekening met de belangen van de
Brusselse Vlamingen en met de specificiteit van
Brussel.
Het biedt geen perspectieven voor een coherenter
bestuur en het getuigt van een gebrek aan politiek
fatsoen. Bovendien is er geen meerderheid voor in
Brussel. Het is daarenboven niet efficiënt.
Le CVP bruxellois a adopté une attitude
constructive, mais la COREE bruxelloise s'est
déroulée de manière chaotique et le CVP et le PSC
ont été exclus des négociations parallèles. Ce
circuit parallèle est parvenu à percer le front
flamand au niveau communal et a favorisé les
intérêts à court terme de la majorité arc-en-ciel.
L'accord du Lombard, tel qu'il a finalement été
adopté, manque d'équilibre et ne tient compte ni
des intérêts des Bruxellois flamands, ni de la
spécificité de Bruxelles.
L'accord n'offre aucune perspective pour une
politique plus cohérente et trahit un manque de
dignité politique. En outre, il n'emporte pas
l'adhésion d'une majorité à Bruxelles et est
inefficace.
CRABV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
De regionalisering van provincie- en gemeentewet
had positief kunnen zijn mits men rekening had
gehouden met het advies van de Raad van State bij
de herziening van artikel 162 van de Grondwet en
met de specifieke situatie in Brussel.
Door de akkoorden over Brussel verliezen de
Gemeenschappen alle impact op het bestuur in
Brussel. Wij vinden dat de Gemeenschappen
betrokken moeten blijven bij de Brusselse
bestuurlijke instellingen. Door dit akkoord wordt nog
maar eens een band tussen Vlaanderen en zijn
hoofdstad doorgeknipt.
De vorige staatshervormingen hebben een
evenwicht gerealiseerd tussen Gewesten en
Gemeenschappen. Dit akkoord maakt een einde
aan dit politiek evenwicht. Enkel de Gewesten
verwerven een beperkte fiscale autonomie. Door de
drieledigheid verliest Vlaanderen zijn invloed in
Brussel, alle banden worden doorgeknipt.
We waren steeds voorstander van een overheveling
van de gemeente- en provinciewet, maar dit moest
gebeuren op een correcte manier voor de Brusselse
Vlamingen. Omdat daarvoor geen garanties konden
worden geboden, was dit totnogtoe niet gebeurd.
Deze regering laat de overheveling doorgaan
zonder garanties voor de Brusselse Vlamingen.
La régionalisation des lois provinciale et
communale aurait pu être positive s'il avait été tenu
compte de l'avis du Conseil d'Etat à propos de la
révision de l'article 162 de la Constitution et de la
situation particulière de Bruxelles.
L'accord du Lombard prive les Communautés de
toute influence sur la politique bruxelloise. Nous
estimons que les Communautés doivent rester
associées aux décisions des institutions politiques
bruxelloises. Avec cet accord, c'est un nouveau lien
entre la Flandre et la capitale qui est coupé.
Les précédentes réformes de l'Etat avaient abouti
entre les Communautés et les Régions à un
équilibre qui est mis à mal par l'accord du Lombard.
Seules les Régions obtiennent une autonomie
fiscale limitée. En raison de cette triple structure,
l'influence de la Flandre sur Bruxelles régresse et
tous les liens sont coupés.
Nous avons toujours été favorables à un transfert
des lois communale et provinciale, à condition qu'il
soit correctement mis en oeuvre à l'égard de tous
les Bruxellois flamands. A défaut de garanties en la
matière, ce transfert n'avait pas encore été opéré.
Ce gouvernement accepte à présent qu'il soit
procédé au transfert sans exiger de garanties pour
les Bruxellois flamands.
De voorwaarden hadden de volgende moeten zijn:
waarborgen voor een minimum aantal Vlamingen in
elk schepencollege en elke gemeenteraad en in
elke geleding van het OCMW of van om het even
welk lokaal openbaar bestuur; elk aspect van de
wet kan maar worden gewijzigd met de goedkeuring
van de meerderheid in elke taalgroep van de
Brusselse Hoofdstedelijke Raad.
Dit akkoord is niet goed en het advies van de Raad
is op alle vlakken vernietigend. De regering en de
meerderheid in de Senaat veegden die argumenten
echter van tafel.
Toch bevat dit akkoord een aantal positieve
elementen, die tot stand kwamen toen de CVP nog
aan de gesprekken deelnam: de uitbreiding van de
Nederlandstalige taalgroep in de Brusselse
Hoofdstedelijke Raad en de rechtstreekse
verkiezing van de Brusselse leden van het Vlaams
Parlement.
De andere punten verdienen echter slechts kritiek.
Er gaat 2 miljard federaal geld naar Brussel. Dit
geld wordt onrechtvaardig verdeeld. Slechts 200
Voici quelles auraient dû être les conditions : la
garantie d'une représentation flamande minimale
dans chaque collège échevinal et conseil communal
ainsi qu' à tous les échelons du CPAS ou de toute
administration publique locale. En outre, chacun
des aspects de la loi ne devrait pouvoir être modifié
qu'avec l'approbation de la majorité de chaque
groupe linguistique du Conseil de la Région de
Bruxelles-Capitale.
Cet accord est mauvais et l'avis du Conseil d'Etat
est dévastateur à tous égards. Le gouvernement
et la majorité qui s'est dégagée au Sénat ont
toutefois ignoré les arguments de ce dernier.
Cet accord comporte néanmoins certains éléments
positifs qui ont insérés lorsque le CVP participait
encore aux discussions : l'élargissement du groupe
linguistique néerlandophone au sein du Conseil de
la Région de Bruxelles-Capitale et l'élection directe
des membres bruxellois du Parlement flamand.
Tous les autres points n'appellent que des critiques.
2 milliards de fonds fédéraux sont accordés à
Bruxelles et cette somme n'est pas équitablement
27/06/2001
CRABV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
miljoen daarvan is bestemd voor de Vlaamse
Gemeenschapscommissie. Waarom kan dit geld
niet worden aangewend om hefbomen, zoals de
tweetaligheid in ziekenhuizen, te bevorderen?
De cartellijsten VLD-VU en SP-Agalev hebben bij
de gemeenteraadsverkiezingen de duimen moeten
leggen voor de CVP-lijsten. Nu zullen
lijstverbindingen kunnen tot stand worden gebracht
tussen partijen die als tegenstanders naar de
verkiezingen zijn gegaan. Op die manier kan de
burger geconfronteerd worden met een bestuur
waarvoor hij eigenlijk niet gestemd heeft.
répartie. 200 millions à peine sont destinés à la
Commission communautaire flamande. Pourquoi
cet argent ne peut-il être affecté à la promotion de
certains leviers tels que le bilinguisme dans les
hôpitaux ?
Lors des élections communales, les listes des
cartels VLD-VU et SP-Agalev ont mordu la
poussière face aux listes du CVP. Désormais, de
listes antagonistes lors des élections pourront
s'associer. Le citoyen se trouvera par conséquent
confronté à une équipe pour laquelle il n'a en réalité
pas voté.
De dubbele meerderheid verdwijnt om blokkeringen
te vermijden, dit zogezegd om democratische
redenen. Men had beter gezocht naar een tijdelijke
en specifieke oplossing voor tijdelijke en specifieke
problemen. Dit doet afbreuk aan de Brussel-wet en
bovendien verdwijnt het parallellisme tussen het
Brusselse en het federale niveau. De Vlamingen
hadden vaak problemen om bevoegdheden over te
dragen naar het Brussels Gewest, maar ze gingen
toch akkoord omdat er voldoende waarborgen
waren. Die verdwijnen nu: de dubbele meerderheid
in elke taalgroep wordt vervangen door een
meerderheid van één derde van elke taalgroep. Dit
wordt voorgesteld als een verfijning van het
bestaande stelsel. Op die wijze slaagt men er in de
CVP in Brussel buiten spel te zetten.
La double majorité disparaît afin d'éviter des
blocages, soi-disant pour des raisons de défense
de la démocratie. Il aurait été préférable de
rechercher une solution temporaire et spécifique à
des problèmes temporaires et spécifiques. Ceci
porte atteinte à la loi relative à Bruxelles, et en
outre, le parallélisme entre les niveaux bruxellois et
fédéral disparaît. Les Flamands étaient réticents
lorsqu'il s'agissait de transférer des compétences à
la Région bruxelloise, ils ont cependant accepté
parce que des garanties suffisantes avaient été
prévues. Or, celles-ci disparaissent à présent : la
double majorité au sein de chaque groupe
linguistique est remplacée par une majorité d'un
tiers de chaque groupe linguistique. Cette mesure
est présentée comme une amélioration du système
existant. Ainsi, on parvient à court-circuiter le CVP à
Bruxelles.
De bijkomende Vlaamse schepenen zullen 500
miljoen frank kosten per persoon. In praktijk zal er
één in Elsene en één in Watermael-Bosvoorde
bijkomen. Men betaalt daarvoor een miljard. Maar
het probleem ligt vooral in de onwil van de
Franstaligen om de tweetaligheid in de Brusselse
besturen te erkennen.
Les échevins flamands supplémentaires coûteront
500 millions de francs chacun. Dans la pratique, un
échevin supplémentaire rejoindra le collège d'Ixelles
et un autre celui de Watermael-Boitsfort. Cette
opération nous coûte un milliard de francs. Mais le
problème principal est la mauvaise volonté que
mettent les Francophones à reconnaître le
bilinguisme dans les administrations de Bruxelles.
01.02 Yves Leterme (CVP): De heer Viseur heeft
gisteren de hele regeling "du brol" genoemd. Dit kan
interessant zijn bij het vervolg van het debat.
01.02 Yves Leterme (CVP): Hier, M. Viseur a
qualifié l'ensemble de cette réglementation de
"brol". Cette déclaration peut être intéressante pour
la suite du débat.
01.03 Simonne Creyf (CVP): Indien men in
Brussel het one man-one vote principe zou
toepassen dan zouden er drie Vlaamse
burgemeesters zijn op negentien en eenentwintig
Vlaamse schepenen op een totaal van
honderdeenenveertig. Er zijn nu twaalf Vlaamse
schepenen en er is geen enkele Vlaamse
burgmeester. De stad Brussel telt één Vlaamse
schepen op tien collegeleden, dan nog met een
minimaal budget. Hij is zelfs niet bevoegd voor
01.03 Simonne Creyf (CVP): Si l'on appliquait à
Bruxelles le principe "un homme, une voix", on
comptabiliserait trois bourgmestres flamands sur
dix-neuf et vingt et un échevins flamands sur cent
quarante et un. A l'heure actuelle, on compte douze
échevins flamands et il n'y a pas de bourgmestre
flamand. La ville de Bruxelles compte un échevin
flamand parmi les dix membres du collège et cet
échevin ne dispose que d'un budget minimal.
L'enseignement néerlandophone et la culture ne
CRABV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Nederlandstalig onderwijs en voor cultuur. Ook het
Brussels OCMW is Franstalig. Dit akkoord
verandert niets aan die verhoudingen.
Brussels minister Vanhengel wijst in een opiniestuk
op dat de Nederlandstaligen er zeventien mandaten
bijkrijgen, maar zwijgt in alle talen over de negatieve
punten.
Dit akkoord verzekert geen behoorlijk bestuur. De
negentien baronieën worden nu negentien
koninkrijken. Het gemeentelijk beleid faalt. Er komt
geen gewestelijke coördinatie.
ressortissent même pas à ses compétences.
Même le CPAS de Bruxelles est francophone. Cet
accord ne change rien aux rapports.
Dans une tribune libre, M. Vanhengel souligne que
les néerlandophones obtiennent dix-sept mandats
de plus mais il omet de parler des points négatifs.
Cet accord n'offre aucune garantie de bonne
administration. Les dix-neuf baronnies deviennent
désormais dix-neuf royaumes. La politique
communale a échoué. Aucune coordination
régionale ne verra le jour.
Ik stel vast dat de regeling op gemeentelijk vlak is
herleid tot een platvloerse afkoop. De gemeenten
die "bereid" zijn een Nederlandstalige schepen of
OCMW-voorzitter te verkiezen, zullen daarvoor
worden beloond met 1 miljard frank. Dit schept een
band tussen individuele mandaten en federale
financiering. Dit is zowel juridisch als moreel
aanvechtbaar.
Je constate que sur le plan communal, les
dispositions envisagées ont été réduites à un
vulgaire marchandage. Les communes qui sont
"disposées" à élire un échevin ou un président de
CPAS néerlandophone recevront un milliard de
francs en guise de récompense. Cela revient à lier
des mandats individuels à un financement du
fédéral. Il s'agit là d'une réglementation contestable
du point de vue tant juridique que moral.
01.04 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Wij
staan achter de verklaringen van mevrouw Creyf,
maar de CVP heeft niet steeds dezelfde taal
gesproken. Vrijdag 22 juni werd in de Vlaamse
Gemeenschapscommissie een motie ingediend
door het Vlaams Blok die twee vroegere moties
herhaalde die door de Vlaamse democratische
partijen werden goedgekeurd. De CVP-fractie heeft
deze motie afgekeurd. Wil de CVP nu eigenlijk het
Lambermont-akkoord goedkeuren of verwerpen?
01.04 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Nous
nous rallions aux déclarations de Mme Creyf mais
le CVP, lui, n'a pas toujours tenu le même langage.
Le vendredi 22 juin, le Vlaams Blok a déposé à la
commission communautaire flamande une motion
identique à deux motions que les partis
démocratiques flamands avaient adoptée
précédemment. Or, le groupe CVP a rejeté cette
motion. Que veut le CVP en fin de compte: rejeter
ou adopter les accords du Lambermont ?
01.05 Simonne Creyf (CVP): De visie van Vlaams
Blok en CVP op Brussel is niet identiek. Het Vlaams
Blok wil de Brusselse instellingen platleggen. Wij
wensen dat niet, want enkel de Brusselaars zijn
daarvan het slachtoffer.
De CVP zal in de federale Kamer haar volle
verantwoordelijkheid opnemen en wij zullen naar
het Arbitragehof stappen.
01.05 Simonne Creyf (CVP): Le CVP ne partage
pas le point de vue du Vlaams Blok concernant
Bruxelles. Le Vlaams Blok veut bloquer les
institutions bruxelloises. Nous ne poursuivons pas
cet objectif car les Bruxellois seraient les seules
victimes d'un tel blocage.
Dans cette Chambre fédérale, le CVP assumera
pleinement sa responsabilité et saisira la Cour
d'arbitrage.
01.06 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): De
Belgische Grondwet werd sinds 1830 regelmatig
aangepast in functie van diverse
staatshervormingen. Opvallend is dat de Belgische
onafhankelijkheid en Grondwet nooit werden
gelegitimeerd, noch expliciet werden uitgeroepen.
Dat contrasteert enorm met bijvoorbeeld de
Nederlandse onafhankelijkheid in 1581 en de
Amerikaanse in 1776. In die en vele andere
historische gevallen werd de breuk met de vorst
01.06 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Depuis
1830, la Constitution belge a régulièrement fait
l'objet d'aménagements, au rythme de différentes
réformes de l'Etat. Il est étonnant que
l'indépendance de la Belgique et la Constitution
n'aient jamais été légitimées ou explicitement
proclamées, à l'inverse manifestement de
l'indépendance néerlandaise en 1581 ou américaine
en 1776 qui, à l'instar de nombreux autres
exemples historiques, ont été clairement légitimés
27/06/2001
CRABV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
gelegitimeerd door het niet respecteren door de
vorst van de belangen en rechten van het volk. In
het Placcaat van verlatinghe, dat model stond voor
de "Declaration of independance", argumenteerde
men dat de vorst of de regering hun macht
uitsluitend krijgen door instemming van het volk. In
beide gevallen erkende het volk de vorst niet langer
en koos vrij een andere. Die legitimatie van
onafhankelijkheid werd in de geschiedenis nog vele
keren herhaald, zoals bijvoorbeeld in 1789 met het
"Manifest van het Brabantse volk" tegen Jozef II. De
nieuwe staat heeft dus nooit een juridische
legitimatie gekregen.
De nieuwe Belgische Grondwet was in feite zelfs
een kopij van de Nederlandse, enkele vrijheden
uitgezonderd. Het gaat hier om een unitair,
centralistisch model. België blijft een illegitieme
staat. De drie organen zijn de wetgevende,
uitvoerende en rechterlijke macht. Daarnaast zijn er
de zogenaamde ondergeschikte besturen. Dat is
alleszins totaal tegengesteld met elk federaal
regime. Er is immers een duidelijke hiërarchie,
waarbij de macht ligt bij de centrale overheid. Enkel
die centrale macht maakt de wetten. De Belgische
Grondwet is daarvan de basis. Die Grondwet is
zogenaamd een emanatie van de bevolking. De
eerste Grondwet werd opgesteld door uitsluitend
Franstaligen. De Vlamingen hadden daarin geen
uitspraak. Integendeel. De meeste Vlaamse steden
waren gekant tegen dat separatisme. Zelfs de
Britten zagen in dat de Belgische revolutie
doorgevoerd was tegen de meerderheid van de
bevolking in. De Brabantse revolutie lag in de lijn
van de Nederlandse revolutie en was gesteund op
een eeuwenoude vrijheidstraditie waaronder de
Blijde Inkomst. De Belgische revolutie heeft zijn
secessie trouwens nooit verantwoord of juridisch
gelegitimeerd. Er was trouwens geen sprake van
een zelfbeschikkingsrecht, maar men steunde enkel
op de macht van de wapens. België was van in het
begin een totalitaire staat en steunde niet op de
principes van de Franse revolutie. Bovendien werd
de Belgische revolutie georganiseerd door Franse
oproerlingen die de aanhechting van België bij
Frankrijk wensten. De eigenlijke onafhankelijkheid
van België kwam veel later.
Gedurende vele maanden werd ons land beheerst
door militaire bendes. De Nederlandstalige troepen
trokken zich terug mede onder druk van de
Nederlandse kroonprins. Tot einde 1830 was het
Nationaal Congres van mening dat België een deel
van Frankrijk moest worden. De Fransen vreesden
par la rupture avec le souverain qui ne respectait
pas les intérêts et les droits de la population. Le
Placcaat van verlatinghe, qui a servi de modèle à la
"Declaration of Independance", proclamait le
principe selon lequel tous les pouvoirs du souverain
ou du gouvernement émanent de la nation. Dans
les deux cas susmentionnés, le peuple avait cessé
de reconnaître le pouvoir du souverain et en avait
choisi un autre. Cette légitimation de l'indépendance
s'est répétée à maintes reprises au cours de
l'histoire, comme en 1789, avec le "Manifeste du
peuple brabançon contre Joseph II". Force est de
constater que notre nouvel Etat fédéral n'a jamais
obtenu de légitimation juridique.
Et la nouvelle Constitution belge est en fait une
copie de la Constitution des Pays-Bas, à quelques
détails près. La nôtre consacre un modèle unitaire
et centraliste. La Belgique demeure un Etat
illégitime. Ses trois organes institutionnels majeurs
sont les pouvoirs législatif, exécutif et judiciaire. En
outre, nous avons les pouvoirs subordonnés. Cette
organisation est aux antipodes de tout régime
fédéral. En effet, notre pays est doté d'une
hiérarchie claire au sein de laquelle le pouvoir est
détenu par l'autorité centrale qui, seule, élabore les
lois. La Constitution belge en constitue le
fondement. Elle est soi-disant l'émanation de la
nation. La première Constitution de l'histoire de
notre pays est l'oeuvre exclusive de Francophones.
Les Flamands n'ont pas eu du tout voix au chapitre.
Au contraire. La plupart des villes flamandes étaient
opposées à ce séparatisme. Même les Anglais ont
compris que la révolution belge avait été accomplie
contre la majorité de la population. La révolution
brabançonne s'est inscrite dans le droit fil de la
révolution qui a éclaté aux Pays-Bas et elle était
fondée sur une tradition séculaire de liberté
marquée notamment par la Joyeuse Entrée.
D'ailleurs, la révolution belge n'a jamais justifié ni
étayé juridiquement la sécession qu'elle a induite.
Du reste, il n'a jamais été question de droit à
l'autodétermination. Les révolutionnaires se sont
appuyés sur la puissance de leurs armes. Dès ses
origines, la Belgique a été un Etat totalitaire dans la
mesure où elle ne s'est jamais inspirée des
principes de la révolution française. En outre, la
révolution belge a été fomentée par des émeutiers
français qui souhaitaient le rattachement de la
Belgique à la France. L'indépendance proprement
dite de notre pays est survenue bien plus tard.
Durant de nombreux mois, notre pays a été
administré par des escouades militaires. Les
troupes néerlandophones se sont retirées sous la
pression, notamment, du prince héritier des Pays-
Bas. Jusqu'à la fin de 1830, le Congrès National a
estimé que la Belgique devait devenir une partie de
la France. Mais les Français redoutaient une
CRABV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
echter een Britse reactie. Het Nationaal Congres
stelde dan voor een Franse prins tot koning aan te
stellen, maar de Britten drongen een eigen
kandidaat op namelijk Leopold van Saksen Coburg.
In de Belgische Grondwet ontbreekt een hoofdstuk,
namelijk dat alle volkeren mee moeten beslissen
over de oprichting van de staat. De stichters van
België deden echter alsof er geen sprake was van
een meervolkenstaat. Het zelfbeschikkingsrecht van
een volk blijft nochtans behoren tot dat volk.
Lambermont verandert daar niets aan. Het gebruik
der talen in België is volgens de Grondwet vrij. Toch
werd er snel via artikel 23 afgekondigd dat het
Frans de officiële taal werd. Ook dit is strijdig met
het volkenrecht. De Fransen hebben het
Nederlands verdrongen en het Zuid-Nederlandse
volk gekoloniseerd.
réaction anglaise, ce qui a amené le Congrès
National à proposer qu'un prince français monte sur
ce trône. Les Anglais ont toutefois imposé leur
propre candidat: Léopold de Saxe-Cobourg. Dans la
Constitution belge, il manque un chapitre
concernant la participation des populations à la
prise de décision lors de la création de l'Etat. Les
fondateurs de la Belgique ont agi comme si ce pays
n'était pas composé de différents peuples. Le droit
à l'autodétermination d'un peuple continue tout de
même d'appartenir à ce peuple. Les accords de
Lambermont n'y changent rien. La Constitution
stipule que l'emploi des langues en Belgique est
libre. Mais l'article 123 a rapidement établi que le
français devenait la langue officielle. Cet article est
également en contradiction avec le droit des
peuples. Les Français ont noyé le néerlandais et ont
colonisé le peuple des Pays-Bas du sud.
Dit was puur een aanslag van de Fransen op het
Vlaamse volk. Waarom dit alles in herinnering
brengen? Omdat hieruit duidelijk blijkt dat de
oorspronkelijke Belgische Grondwet een
grendelgrondwet was en dat nog steeds is. Al vanaf
1830 staat in de Grondwet dat de Vlamingen hem
nooit kunnen wijzigen zonder toestemming van de
Franstaligen. Wij zitten nu nog altijd opgescheept
met artikel 195 dat een tweederde-meerderheid
vergt voor een grondwetsherziening. Bovendien zijn
er de pariteit in de Ministerraad, een stelsel van
bijzondere meerderheden, tal van
alarmbelprocedures en vetorechten voor de
Franstaligen. De Vlamingen zullen nooit hun
zelfbeschikkingsrecht kunnen heroveren. Er werd
inderdaad wel één en ander gerealiseerd voor de
Vlamingen, maar de prijs die we betaalden was
hoog. Het structureel onrecht dat ons in 1831 werd
aangedaan, kan alleen ongedaan gemaakt worden
door Vlaams zelfbeschikking. Had het anders
gekund? Ja, indien de zuidelijke Nederlanden
inspraak hadden gekregen. Maar dan zou er geen
afscheiding hebben plaatsgevonden. Na de
staatsgreep ging het Vlaamse volk erop achteruit.
Regularisatie was zelfs nog mogelijke indien de
Fransen nadien hadden erkend dat ze het
zelfbeschikkingsrecht van de Vlamingen hadden
geschonden. Dat is niet gebeurd. Vlamingen
moeten nog steeds hun rechten afkopen waarop ze
volgens het volkenrecht gratis recht hebben.
Ceci constituait, ni plus ni moins, un attentat des
Français à l'égard du peuple flamand. Si j'ai rappelé
tous ces événements, c'est parce qu'ils mettent
clairement en évidence que la Constitution belge
était et est toujours - un texte verrouillé. Dès
1830, il était inscrit dans la Constitution que les
Flamands ne pourront jamais la modifier sans
l'assentiment des Francophones. Nous sommes
toujours victimes de l'article 195 qui subordonne
toute modification de la Constitution à une majorité
des deux tiers. Par ailleurs, ont également été
instaurés la parité au sein du Conseil des ministres,
un régime de majorités spéciales ainsi que bon
nombre de procédures d'alarme et de droits de veto
pour les francophones. Les Flamands ne pourront
jamais reconquérir leur droit à l'autodétermination.
Si certaines réalisations ont été mises en oeuvre en
faveur des Flamands, ce fut toujours au prix fort.
L'injustice structurelle qui nous a été infligée en
1831 ne pourra être réduite à néant que par
l'autodétermination de la Flandre. Aurait-il pu en
être autrement? Oui, si les Pays-Bas méridionaux
avaient eu leur mot à dire. Mais, dans ce cas, les
Pays-Bas seraient restés unis. Après le coup d'Etat,
le peuple flamand n'a cessé de perdre des droits.
La situation aurait pu être régularisée si les
Français avaient admis qu'ils avaient violé les droits
des Flamands, ce qu'ils n'ont évidemment pas fait.
Les Flamands ne devraient pas avoir à acheter des
droits auxquels ils peuvent, conformément au droit
des gens, prétendre gratuitement.
Twee eeuwen Vlaams nationale strijd was een
gevecht tegen een Franse dominantie. De
hervormingsgezinden hebben dan ook ongelijk
omdat ze een prijs moeten betalen voor het
bekomen van hun rechten. Deze Belgische
meervolkerenstaat is illegitiem, samen met al zijn
onderdelen, het vorstenhuis incluis. In feite heeft er
Deux siècles de lutte nationale flamande sont
autant de siècles de lutte contre la domination de
Francophones. Les réformistes ont tort, parce qu'il y
a un prix à payer pour l'obtention de leurs droits.
Cet Etat belge, qui regroupe plusieurs peuples, est
illégitime, tout comme toutes les parties qui le
constituent, y compris la dynastie. En fait, il n'y a
27/06/2001
CRABV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
nooit een Belgische Staat bestaan. Men kan
natuurlijk niet alles nietig beschouwen wat de Staat
heeft voorgebracht, maar wel een groot aantal
onrechtmatige beslissingen zoals de
onafhankelijkheidsverklaring zelf. De Baltische
Staten riepen 10 jaar geleden hun onafhankelijkheid
af en verklaarden hun aanhechting bij de Sovjetunie
van vroeger, ongeldig. Hetzelfde principe kan voor
België worden toegepast. Dat zou betekenen dat
een aantal "Belgische" beslissingen als ongeldig
kunnen worden beschouwd. (Applaus bij het
Vlaams Blok)
jamais vraiment eu d'Etat belge. Certes, on ne peut
pas considérer comme nul et non avenu tout ce que
l'Etat a produit, mais un grand nombre de décisions
illégitimes, telle que la déclaration d'indépendance
elle-même, doivent être considérées comme telles.
Il y a dix ans, les Etats baltes ont proclamé leur
indépendance et invalidé leur annexion à l'ancienne
Union soviétique. Le même principe peut
s'appliquer à la Belgique. Cela signifierait que
certaines décisions belges peuvent être
considérées comme nulles et non avenues.
(Applaudissements sur les bancs du Vlaams Blok)
01.07 Roger Bouteca (VLAAMS BLOK): De manier
waarop deze regering het debat voert over de
communautaire kwestie tekent haar. Het is een
manier om geld door te sluizen naar het Franstalige
onderwijs. Het is niet zoals de heer Viseur zegt, dat
beide Gemeenschappen er wel bij varen. De
geldnood in het Franstalig onderwijs is de enige
reden voor deze discussie. Vlaanderen heeft geen
enkel belang bij Lambermont. De financiële
afhankelijkheid van het Zuiden ten opzichte van het
Noorden is zo groot dat ze elk debat overwoekert.
Het belooft ook niet te verbeteren, integendeel, de
geldstroom van Vlaanderen naar Wallonië zal
steeds groter worden. Maar levert het ook resultaat
op of is het enkel profitariaat? Bij een afname van
de economische groei zal de Vlaming zich wel
afvragen wat er met al het Vlaams geld gebeurd is.
01.07 Roger Bouteca (VLAAMS BLOK): La façon
dont ce gouvernement mène le débat sur la
question communautaire, le caractérise. C'est une
méthode pour canaliser de l'argent vers
l'enseignement francophone. Les propos de
Monsieur Viseur, qui estime qu'elle sera profitable
aux deux Communautés, sont inexacts. Le manque
d'argent dans l'enseignement francophone est la
seule raison d'être de ce débat. La Flandre n'a rien
à attendre des accords du Lambermont. La
dépendance financière du Sud du pays par rapport
au Nord est telle qu'elle conditionne chaque débat.
La situation ne va pas s'améliorer, que du
contraire : le flux d'argent de la Flandre vers la
Wallonie ne vas pas cesser d'augmenter. Mais va-t-
il porter des fruits ou ne s'agit-il que de profitariat ?
En cas de fléchissement de la croissance
économique, le Flamand s'interrogera sur
l'affectation des deniers flamands.
Men blijft krampachtig vastklampen aan het cordon
sanitaire. Zelfs de man in de straat ziet in dat dit
eerder contraproductief werkt.
De heer Verhofstadt was duidelijk in zijn
burgermanifesten, als premier is hij even duidelijk,
namelijk dat deze burgermanifesten compleet
nutteloos zijn tenzij voor een oppositiekuur. Ik wens
hem veel succes toe bij de volgende verkiezingen,
want ik denk dat de Vlaamse kiezer het weer eens
niet zal begrepen hebben. Premier Verhofstadt is
z'n Vlaamse geloofwaardigheid volledig kwijt.
De splitsing van de sociale zekerheid was één van
de Vlaamse eisen die door de VLD een paar jaar
geleden nog werd gesteund. De premier had de
unieke kans om de Walen te verplichten hierover te
onderhandelen, omdat het Franstalig onderwijs in
geldnood verkeerde. Het onderwijs in Wallonië blijft
ondanks de herhaalde geldinjecties van slechte
kwaliteit.
On veut à tout prix maintenir le cordon sanitaire
alors que le commun des mortels comprend que
celui-ci a plutôt un effet contre-productif.
Le message véhiculé par les manifestes de M.
Verhofstadt était clair. En tant que premier ministre,
M. Verhofstadt reste tout aussi clair et nous fait
indirectement comprendre que ces manifestes sont
sans utilité, sauf s'il s'agit de mener une cure
d'opposition. Je lui souhaite bonne chance pour les
prochaines élections, car je pense qu'une fois de
plus, l'électeur flamand n'aura pas compris son
message. Le premier ministre Verhofstadt a perdu
toute crédibilité auprès de l'électorat flamand.
La scission de la sécurité sociale était une des
exigences flamandes, soutenues par le VLD, il y a
quelques années encore. L'enseignement
francophone étant à cour d'argent, le premier
ministre a pu profiter de cette occasion unique pour
contraindre les Wallons à accepter une négociation
sur cette scission. Malgré les injections financières,
l'enseignement wallon reste de piètre qualité.
Lambermont maakt voor vele jaren verdere Les accords du Lambermont excluent, pour de
CRABV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
onderhandelingen over de splitsing van de sociale
zekerheid onmogelijk. Al het geld dat in Wallonië
wordt gepompt is zinloos, bij gebrek aan een Waals
project. Het Waals geldgebrek is structureel. Op die
manier kan Vlaanderen geen eigen beleid voeren.
Bij de minste groeivertraging komen we in de
problemen. Voor de bevolking is onduidelijk hoe de
vele beloften van vandaag mogelijk zijn na de
jarenlange inspanningen. Dit Lambermont-akkoord
biedt Vlaanderen geen enkel perspectief. De sociale
zekerheid wordt niet gesplitst, ondanks de basiseis
van het Vlaamse Parlement daaromtrent.
Vlaanderen kan nu nauwelijks een eigen beleid
ontwikkelen. Die Vlaamse eis kwam zelfs niet aan
bod tijdens de onderhandelingen. Wat is dn nog de
waarde van een resolutie van het Vlaams
Parlement?
nombreuses années, la poursuite des négociations
sur la scission de la sécurité sociale. En l'absence
d'un projet wallon, l'argent alloué à la Wallonie ne
servira à rien. Le manque d'argent est un problème
structurel en Wallonie et empêche la Flandre de
mener sa propre politique. Le moindre tassement
de la croissance entraînera des problèmes. La
population ne s'explique pas les nombreuses
promesses faites aujourd'hui qui succèdent à des
années d'efforts. Les accords du Lambermont
n'offrent aucune perspective à la Flandre. Même si
la scission de la sécurité sociale constitue une
exigence fondamentale du Parlement flamand,
celle-ci restera lettre morte. Il est actuellement
presque impossible à la Flandre de développer sa
propre politique. Cette exigence flamande n'ayant
même pas été abordée lors des négociations, on
peut se demander quelle est encore la valeur d'une
résolution votée au Parlement flamand?
Fiscale autonomie was nog zo'n eis van het Vlaams
Parlement. Vlaanderen verliest ook hier weer veel
tijd. Bovendien kan Wallonië ingrijpen wanneer de
fiscale belangen van de Franstalige burgers worden
benadeeld door Vlaamse maatregelen. Het is
evident dat dit zal gebeuren, want het rijkere,
zuinigere Vlaanderen zal gunstige fiscale
maatregelen uitwerken. De mogelijkheid van het
Zuiden om zich met de fiscale bevoegdheden van
het Noorden te bemoeien, zal voor problemen
zorgen. Er kan dus bezwaarlijk over fiscale
autonomie worden gesproken. De Vlaamse partijen
die dit akkoord zullen goedkeuren, moeten zich
bewust zijn van de grote consequenties die dit zal
hebben.
De maatregelen die inzake Brussel worden
voorgesteld, zijn een belediging voor elke Vlaming.
De Vlamingen moeten dit akkoord wegstemmen uit
zelfrespect. Als de Vlamingen dit akkoord
goedkeuren dan zullen zij geschiedenis schrijven
als toonbeelden van de zwakte van politiek
Vlaanderen.
L'autonomie fiscale était une autre exigence du
Parlement flamand. Là encore, la Flandre perd
beaucoup de temps. En outre, la Wallonie pourra
intervenir lorsque les intérêts fiscaux des citoyens
francophones seront lésés par des mesures
flamandes. Il est évident que cela se produira car la
Flandre, plus riche et plus économe, prendra des
mesures fiscales positives. La possibilité laissée au
Sud du pays de s'immiscer dans les compétences
fiscales du Nord générera des problèmes. On ne
saurait donc parler d'autonomie fiscale. Les partis
flamands qui s'apprêtent à adopter cet accord
doivent réaliser quelles en seront les
conséquences.
Les mesures proposées pour Bruxelles sont une
injure à tous les Flamands. Ceux-ci doivent rejeter
cet accord par respect pour eux-mêmes. S'ils
adoptent l'accord, ils donneront un exemple
historique de la faiblesse de la Flandre politique.
01.08 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO):
België is sedert 1993 een federale staat met een
dynamische constructie. Deze bijzondere wet vormt
een evenwichtig geheel in de verdere federalisering.
Het omvat een belangrijke overdracht van
bevoegdheden. De fiscale aspecten worden
verbonden aan nieuwe bevoegdheden. Iedere
Gemeenschap heeft baat bij meer middelen voor de
bevoegdheden waarover ze beschikt. De
herfinanciering zorgt ervoor dat de
Gemeenschappen tegen 2012 over ruim 100 miljard
frank nieuwe middelen zullen beschikken. Ze zullen
hierdoor meer levenskwaliteit kunnen bieden.
01.08 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): La
Belgique est, depuis 1993, un Etat fédéral doté
d'une construction dynamique. Cette loi spéciale
constitue un ensemble équilibré et constitue une
étape dans le processus de fédéralisation. Elle
prévoit un transfert important de compétences et
établit un lien entre l'aspect fiscal et l'octroi de
nouvelles compétences. Chaque Communauté a
intérêt à voir augmenter les moyens destinés à
l'exercice de ses compétences. Grâce au
refinancement, les Communautés disposeront de
100 milliards de francs supplémentaires dès 2012,
ce qui leur permettra de garantir une certaine
qualité de vie à leurs citoyens.
27/06/2001
CRABV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Ook de Vlaamse Gemeenschap heeft nood aan
middelen voor de uitoefening van haar
bevoegdheden. De Lambermontakkoorden zorgen
daarvoor. Belastingvermindering kan, maar er is
ook meer levenskwaliteit nodig. De Vlaamse paars-
groene regering moet zich om de sociaal
zwakkeren bekommeren.
Vlaanderen kan niet achterblijven als België, als
EU-voorzitter, het voortouw wil nemen in een
sociaal Europa. De zes procent armen in
Vlaanderen kan men met de budgettaire ruimte die
vrijkomt een kwaliteitsrol levensperspectief
aanbieden, er kan werk worden gemaakt van de
kinderzorg, gehandicaptenzorg en bijzondere
jeugdzorg, voor een betere combinatie arbeid en
gezin, men kan anticiperen op de vergrijzing.
La Communauté flamande a elle aussi besoin de
moyens supplémentaires pour pouvoir exercer ses
compétences. Elle pourra en bénéficier grâce aux
accords du Lambermont. S'il est possible de réduire
les impôts, il convient également d'améliorer la
qualité de vie. Le gouvernement arc-en-ciel flamand
doit prendre en charge les plus socialement
défavorisés.
La Flandre ne peut pas rester à la traîne si, pendant
sa présidence, la Belgique veut prendre l'initiative
concernant l'Europe sociale. La marge budgétaire
disponible permettra d'offrir au 6% de pauvres que
compte la Flandre la perspective d'une bonne
qualité de vie, de mieux assurer l'accueil des
enfants, la prise en charge des personnes
handicapés et de la jeunesse en difficulté, de mieux
combiner le travail et la vie familiale et d'anticiper le
vieillissement de la population.
01.09 Yves Leterme (CVP): De minister-president
van Vlaanderen heeft de bestemming van het
Lambermontdividend al aangegeven, namelijk
belastingvermindering. Uw partijgenoten hebben
zich verzet met de verklaring dat er nog niet
ingevulde behoeften zijn. Zij werden echter
onmiddellijk terechtgewezen.
01.09 Yves Leterme (CVP): Le ministre-président
de la Flandre a déjà indiqué l'affectation du
dividende résultant des accords du Lambermont, à
savoir une diminution des impôts. Les membres de
votre parti ont marqué leur opposition en faisant
observer qu'une série de besoins restaient
insatisfaits. Ils ont toutefois été immédiatement
rappelés à l'ordre.
01.10 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Er
zal daarover in de Vlaamse regering nog ernstig
gediscussieerd worden. Ik wil enkel duidelijk maken
dat er voor Vlaanderen heel wat nieuwe
mogelijkheden ontstaan. Er moet ook aandacht zijn
voor milieu, de ecologische schuld, gezondheid en
een gezond landbouwbeleid. Hiermee is zestig
miljard frank nodig. Daarnaast is geld nodig voor
onderwijs. Ook voor de grote steden moeten meer
middelen worden aangewend.
De Gewesten krijgen meer fiscale
verantwoordelijkheid en meer
beleidsverantwoordelijkheid inzake de
personenbelasting.
De overheveling van de organieke wetten van
gemeenten en provincies is een belangrijke stap.
Van Brussel werd naar een meervoudige oplossing
gezocht door de Nederlandstaligen een beter
werkcomfort te bieden binnen de Brusselse
Hoofdstedelijke Raad en door een blokkering van
de instellingen te vermijden. Compromissen over
Brussel zijn altijd ingewikkeld. Het akkoord over
Brussel is redelijk en evenwichtig en de Brusselaars
hadden een grote inbreng. Lombard vertaalt de
01.10 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): On
en discutera encore sérieusement au sein du
gouvernement flamand. Je voulais simplement
souligner que toute une série d'opportunités
nouvelles sont ainsi créées pour la Flandre
D'autres points qui méritent notre attention sont
l'environnement, la dette écologique, la santé et une
politique agricole saine. Soixante milliards de francs
sont nécessaires à cet effet. Ensuite il y a
l'enseignement qui a également besoin d'argent.
Les grandes villes ont elles aussi besoin de moyens
supplémentaires.
Les Régions se voient dotées d'une plus grande
responsabilité fiscale et également d'une
responsabilité politique accrue en matière d'impôt
des personnes physiques.
Le transfert des lois organiques des communes et
des provinces représente une étape importante.
Pour Bruxelles, on est allé à la recherche d'une
solution plurielle en offrant aux néerlandophones un
plus grand confort du travail au sein du Conseil de
Bruxelles-Capitale, tout en évitant un blocage des
institutions. Les solutions de compromis concernant
Bruxelles sont toujours compliquées. L'accord qui a
été trouvé pour Bruxelles est raisonnable et
équilibré, et les Bruxellois y ont pleinement
CRABV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
principes van het Brussels regeerakkoord. De
positie van de Brusselse Vlamingen wordt
aanzienlijk verbeterd. Dat is geen verwerpelijke
afkoop. Brussel heeft geld nodig om buurten en
wijken leefbaar te maken, om aan stadsvernieuwing
te doen en de sociale dynamiek te verhogen.
contribué. Les accords du Lombard traduisent les
principes de l'accord gouvernemental bruxellois. La
position des Flamands à Bruxelles se voit
sensiblement améliorée. Il ne s'agit donc pas d'un
marchandage blâmable. Bruxelles a besoin d'argent
pour revitaliser ses quartiers, réaliser des projets en
matière de rénovation urbaine et renforcer la
dynamique sociale.
01.11 Danny Pieters (VU&ID): Een band leggen
tussen meer geld voor de grootstedelijke
problematiek en meer Vlaamse schepenen kan
niet. Enkel de gemeenten die een extra Vlaamse
schepen krijgen, krijgen extra geld. Dat is dus niet
bestemd om sociale noden te lenigen.
01.11 Danny Pieters (VU&ID): Il n'est pas
acceptable de lier l'octroi d'argent supplémentaire
pour la problématique des grandes villes et l'option
qui permettra d'augmenter le nombre d'échevins
flamands. Seules les communes qui obtiendront un
échevin flamand supplémentaire recevront un
supplément d'argent. Ce système n'est donc pas
destiné à satisfaire des besoins sociaux.
01.12 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Ik
wees er al op dat dit een globaal akkoord is en dat
compromissen over Brussel steeds ingewikkeld zijn.
De overheveling van de bevoegdheid Landbouw
naar de regio's maakt van hen de belangrijkste
actoren op dit vlak in Europa. Volksgezondheid blijft
federaal en kan zo toezicht houden op de
voedselveiligheid.
Het ontwerp biedt ten slotte de mogelijkheid om op
termijn bepaalde delen van
Ontwikkelingssamenwerking over te dragen aan de
deelgebieden. Daarbij mogen we niet overhaast te
werk gaan. De deelgebieden hebben nu reeds de
mogelijkheid structureel samen te werken met de
armste landen. De administratie van
Ontwikkelingssamenwerking is bovendien nog bezig
met de hervorming. Ik vraag me bovendien af of de
samenwerkingsakkoorden met de
ontwikkelingslanden niet aan kwaliteit zouden
inboeten bij een overheveling. Zij zijn waarschijnlijk
meer gebaat bij een verhoging van het budget voor
Ontwikkelingssamenwerking.
01.12 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): J'ai
déjà dit que c'était un accord global et que les
compromis sur Bruxelles étaient toujours
compliqués.
La régionalisation de l'Agriculture aura pour
conséquence que les Régions seront désormais les
acteurs principaux dans ce domaine en Europe. La
Santé publique reste fédérale, ce qui lui permettra
de contrôler la sécurité de la chaîne alimentaire.
Enfin, le présent projet offre la possibilité de
transférer à terme aux entités fédérées certaines
parties de la Coopération au développement. A cet
égard, gardons-nous de faire preuve de
précipitation. Les entités fédérées peuvent déjà, à
l'heure actuelle, coopérer avec les pays les plus
pauvres de façon structurelle. En outre,
l'administration de la Coopération au
développement travaille encore à la réforme. Par
ailleurs, je me demande si, du point de vue
qualitatif, les accords de coopération avec les pays
en voie de développement ne pâtiraient pas d'un
transfert. Il serait sans doute plus intéressant, en ce
qui les concerne, d'accroître le budget de la
coopération au développement.
01.13 Danny Pieters (VU&ID): Wat is de juridische
betekenis over de bepaling inzake
Ontwikkelingssamenwerking? In mijn ogen betekent
die niets meer.
01.13 Danny Pieters (VU&ID): Quelle est la
signification juridique de la disposition relative à la
Coopération au développement? A mes yeux, cette
disposition n'a plus aucun sens.
01.14 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): We
hebben onze aandacht toegespitst op de werkgroep
die in 2002 van start zal gaan. We verwachten hier
heel veel van.
01.14 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO):
Nous avons concentré notre attention sur le groupe
de travail qui démarrera ses travaux en 2002 et sur
lequel nous fondons de grands espoirs.
01.15 Danny Pieters (VU&ID): Wij bespreken de
tekst van een ontwerp van bijzondere wet. Wat
01.15 Danny Pieters (VU&ID): Nous examinons le
texte d'un projet de loi spéciale. Sur le plan
27/06/2001
CRABV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
staat er nu juridisch gezien nog in deze wet over
de overheveling van Ontwikkelingssamenwerking?
Kan die overheveling op basis van deze tekst of is
een nieuwe bijzondere wet nodig?
juridique, quel est encore le contenu de la loi
relative au transfert de la Coopération au
développement? Ce dernier peut-il être organisé sur
la base de ce texte ou une nouvelle loi spéciale est-
elle requise?
01.16 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): In de
tekst staat wat er staat. Agalev-Ecolo zal deze tekst
goedkeuren. (Applaus bij Agalev-Ecolo).
01.16 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Le
contenu du texte est ce qu'il est. Agalev-Ecolo
votera pour. (Applaudissements sur les bancs
d'Agalev-Ecolo)
01.17 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK): Na de
eventuele goedkeuring van het ontwerp inzake de
bevoegdhedenoverdracht zullen er heel wat
champagnekurken knallen. In eerste instantie in de
regering, maar vooral in Wallonië. De Franse
Gemeenschap zal van het faillissement worden
gered, zonder dat daar veel tegenover staat. Voor
Wallonië is een nieuwe staatshervorming in de
nabije toekomst niet meer nodig. We moeten er dan
ook geen meer verwachten.
Wat is nog de betekenis van een resolutie als deze
zo snel van de tafel kan worden geveegd? Deze
regering heeft de resolutie van het Vlaams
Parlement compleet genegeerd.
De Buitenlandse Handel moest volgens die
resolutie worden overgeheveld; dit impliceert de
afschaffing van de Belgische Dienst voor de
Buitenlandse Handel en beslissingsbevoegdheid
voor de Gewesten over de dossiers van de
bedrijven en over de leningen van staat tot staat.
01.17 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK): Après
l'approbation éventuelle du projet relatif au transfert
de compétences, le champagne coulera à flots en
de nombreux endroits : d'abord au sein du
gouvernement, mais surtout en Wallonie. La
Communauté française sera sauvée de la faillite
sans avoir concédé grand chose en retour. La
Wallonie n'ayant plus besoin de réforme de l'Etat
dans un avenir proche, nous pouvons nous attendre
à ce qu'il n'y en ait plus.
Quelle est encore la signification d'une résolution si
elle peut être purement et simplement ignorée
après si peu de temps? Le gouvernement a
complètement ignoré la résolution de Parlement
flamand.
La résolution demandait le transfert du Commerce
extérieur, ce qui implique la suppression de l'OBCE
et le transfert aux Régions du pouvoir de décision
en ce qui concerne les dossiers relatifs aux
entreprises et aux prêts d'Etat à Etat.
De bevoegdheid over telecommunicatie moet naar
de deelstaten gaan. Spoorinfrastructuur en de
regionale exploitatie ervan moeten worden
overgedragen, net als de reglementering inzake de
binnenvaart.
Vlaanderen beschikt al over belangrijke
bevoegdheden inzake statistiek als
beleidsondersteuning. Ontwikkelingssamenwerking
en de bijhorende middelen moeten naar de
deelstaten gaan. Land- en tuinbouw en de
visserijbevoegdheden moeten worden
overgeheveld. Gezondheids- en gezinsbeleid
moeten volledig naar de deelstaten. Voor het
Brussels Gewest moet er een keuzemogelijkheid
zijn.
Door een coherente bevoegdheidsverdeling moeten
de deelstaten een eigen werkgelegenheidsbeleid
kunnen voeren. De bevoegdheid om de
werkloosheidsuitkeringen aan te wenden ter
activering moet exclusief naar de deelstaten gaan.
Les compétences en matière de
télécommunications devraient être transférées aux
entités fédérées. Les infrastructures ferroviaires et
leur exploitation régionale devraient également être
transférées, de même que la réglementation en ce
qui concerne la navigation intérieure.
La Flandre dispose de compétences importantes en
matière de statistiques pour étayer sa politique. La
Coopération au développement et les moyens qui y
sont associés devraient également être transférés
aux entités fédérées, ce qui vaut aussi pour
l'agriculture, l'horticulture et les compétences en
matière de pêche. La politique de la santé et la
politique familiale doivent être transférées
intégralement. Une possibilité de choix doit être
laissée à la Région bruxelloise.
Une répartition cohérente des compétences doit
permettre aux entités fédérées de mener leur
propre politique de l'emploi. La compétence
d'affecter les allocations de chômage aux mesures
d'activation doit être confiée exclusivement aux
CRABV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
Voor Vlaamse bevoegdheden moeten Vlaamse
sociale akkoorden worden afgesloten en akkoorden
over gemengde bevoegdheden moeten door
Vlaanderen worden bekrachtigd.
entités fédérées. Des accords sociaux flamands
doivent être conclus pour ce qui concerne les
compétences flamandes et les accords relevant de
compétences mixtes doivent être entérinés par la
Flandre.
Voor andere cruciale aangelegenheden moet
gewerkt worden aan samenwerkingsakkoorden met
de sociale actoren.
De afweging van de Vlaamse resolutie tegen het
wetsontwerp levert een gevoel van teleurstelling op.
Dit is een gemiste historische kans. In het kader
van de sociale zekerheid mag Vlaanderen enkel
betalen en vooral niet te veel vragen stellen over de
bestemming van het geld. In plaats van respect en
dankbaarheid te tonen, gijzelen de Walen de
Vlamingen. De wil van de Franstaligen is nog altijd
wet.
We willen de sociale zekerheid oplitsen omdat de
solidariteit plaats heeft gemaakt voor profitariaat.
Enkel wanneer de werkgelegenheidsgraad in
Wallonië en Brussel zou stijgen, zullen de transfers
slinken. Uit een KBC-studie blijkt dat de financiële
transfers in 1999 200 miljard bedragen. Door de
snellere vergrijzing in Vlaanderen zouden de
financiële transfers in 2010 zakken tot 172,4 miljard
om daarna weer te stijgen tot 180 miljard in 2020 en
210 miljard in 2030.
Pour les autres matières particulièrement
importantes, il convient de mettre en place des
accords de coopération avec les acteurs sociaux.
Une comparaison entre la résolution flamande et le
projet de loi nous laisse un sentiment
d'insatisfaction. Historiquement parlant, il s'agit
d'une opportunité manquée. Dans le cadre de la
sécurité sociale, la Flandre doit se contenter de
mettre de l'argent sur la table et elle ne peut surtout
pas poser trop de questions sur la destination de
cet argent. Plutôt que de montrer du respect et de la
gratitude, les Wallons prennent les Flamands en
otage. La volonté des Francophones l'emporte
toujours.
Nous voulons scinder la sécurité sociale car la
solidarité a laissé place aux abus. Pour que les
transferts diminuent, il faut que le taux d'emploi en
Wallonie et à Bruxelles augmente. Il ressort d'une
étude de la KBC que les transferts se chiffraient à
un montant de 200 milliards en 1999. Compte tenu
d'un rythme de vieillissement plus important en
Flandre, les transferts financiers devraient baisser
jusqu'à 172,4 milliards en 2010 pour ensuite
remonter et atteindre 180 milliards en 2020 et 210
milliards en 2030.
De demografische evolutie leidt niet tot een
beperking van de transfers naar Wallonië en
Brussel, tenzij de economische groei in Brussel en
Wallonië zeer sterk zou toenemen. Dat blijkt uit een
KBC-studie. Ik heb daarbij mijn twijfels. Uit een
officieel tijdsbestedingsonderzoek van VUB en het
NIS is immers gebleken dat Vlamingen langer
werken en Walen langer slapen.
Wallonië zal alles doen om de transfers in stand te
houden. De splitsing van de sociale zekerheid komt
niet aan de orde. De regering wil geen duidelijkheid
scheppen over de transfers. De splitsing van de
sociale zekerheid zou zogenaamd de solidariteit
breken. Wij zijn niet gekant tegen solidariteit, voor
zover ze wordt beschouwd als een vangnet, niet als
een hangmat.
L'évolution démographique n'entraîne pas de
limitation des transferts vers la Wallonie et
Bruxelles, à moins que la croissance économique à
Bruxelles et en Wallonie n'augmente sensiblement.
Ces conclusions ressortent d'une enquête de la
KBC. Je formule quelques doutes à ce propos. Une
étude sur l'emploi du temps organisée par la VUB et
l'INS révèle en effet que les Flamands travaillent
plus alors que les Wallons dorment plus.
La Wallonie mettra tout en oeuvre pour maintenir
les transferts. La scission de la sécurité sociale ne
sera pas à l'ordre du jour. Le gouvernement ne
souhaite pas faire la lumière sur les transferts. La
scission de la sécurité sociale briserait la solidarité.
Nous ne nous opposons pas à la solidarité à
condition qu'elle serve de filet de sécurité et non
pas de hamac.
Vlamingen verkiezen bijvoorbeeld de
eerstelijnsgeneeskunde, Walen verkiezen de
duurdere specialisten en de duurste technische
snufjes. Dat heeft repercussies op de uitgaven in de
sociale zekerheid. Elke Gemeenschap zou een
Les Flamands préfèrent, par exemple, les soins de
première ligne alors que les Wallons préfèrent
s'adresser aux spécialistes, dont les honoraires
sont plus élevés, et recourir aux technologiques
médicales les plus coûteuses. Cela a des
27/06/2001
CRABV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
eigen gezondheidsbeleid moeten kunnen voeren en
de tering naar de nering zetten. Een eigen sociale
zekerheid sluit ook niet uit dat een solidariteit met
een andere volk tot stand komt na
onderhandelingen. In België komen de geldstromen
echter niet door onderhandelingen tot stand. De
Walen doen er ook alles aan om die structurele
miljardenstroom te bestendigen. Ons pleidooi voor
een splitsing van de sociale zekerheid is ook
ingegeven door een streven naar een goed beleid.
Ook wat de tewerkstelling betreft wordt niet
tegemoet gekomen aan de Vlaamse resoluties. Het
federaal beleid biedt geen antwoord op de Vlaamse
vragen, wel integendeel. Vlaanderen en Wallonië
verschillen qua arbeidsmarkt zozeer dat een
verschillend tewerkstellingsbeleid nodig is.
répercussions sur les dépenses dans le secteur de
la sécurité sociale. Chaque Communauté devrait
avoir la faculté de mener sa propre politique de
santé et d'organiser un système de soins en rapport
avec ses moyens financiers. Une sécurité sociale
régionalisée n'exclut pas non plus qu'une solidarité
avec un autre peuple puisse naître au terme de
négociations. En Belgique, cependant, on ne
négocie pas pour décider dans quel sens vont les
flux financiers. Donc, les Wallons font tout pour
bétonner ce dispositif de transferts structurels qui
porte sur des milliards. Si nous plaidons en faveur
d'une scission de la sécurité sociale, c'est aussi
parce que nous aspirons à mener une politique
appropriée dans ce domaine.
Et en ce qui concerne l'Emploi, il n'est pas non plus
tenu compte des résolutions flamandes. La politique
fédérale n'apporte aucune solution aux problèmes
flamands, bien au contraire. Or, les marchés du
travail flamand et wallon sont tellement différents
que leur gestion requiert une politique de l'Emploi
spécifique.
Een degelijk werkgelegenheidsbeleid moet gevoerd
worden op het niveau van de Gewesten om
aanspraak te kunnen maken op efficiënt bestuur.
Dit komt zelfs niet aan bod in dit ontwerp. Het
federalisme maakt dit alles mogelijk. De Waalse
minderheid kan zo de Vlamingen gijzelen.
Vlaanderen betaalt telkens een hoge prijs voor
enige ademruimte. Vlaamse onafhankelijkheid is de
enige waarborg om hieraan definitief te ontsnappen.
Une telle politique de l'Emploi doit être menée au
niveau des Régions pour que l'administration soit
efficace. Le présent projet est muet sur ce point. Le
fédéralisme ouvre la porte à des déséquilibres, et
permet à la minorité wallonne de prendre les
Flamands en otage. A chaque fois, la Flandre paie
le prix fort pour obtenir une petite marge de
manoeuvre. L'indépendance flamande constitue le
seul moyen d'échapper définitivement à ces
pressions.
01.18 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Wij
bespreken nu het tweede luik van de
staatshervorming. In 1993 werd reeds beslist de
gemeente- en provinciewet te regionaliseren. In een
van de beruchte burgermanifesten van VLD-
voorzitter Guy Verhofstadt lees ik enkele
werkwaardige stellingen. Zo lees ik onder meer
"België is op sterven na dood, ten gevolge van de
vele institutionele compromissen". Hij wees ook op
het kluwen van de vele instellingen en de
administratieve rompslomp en pleitte voor een
totale nieuwe aanpak van onze instellingen en van
de staatsinstellingen. Verhofstadt waarschuwde
zelfs voor een uiteenvallen van de Belgische Staat.
Blijkbaar heeft eerste minister Verhofstadt echter nu
een totaal andere visie. Inzake de situatie van de
Brusselse Vlamingen is er zeker geen verbetering.
De Franstaligen in Brussel kunnen zonder veel
problemen de organieke wetten wijzigen. De
tweetaligheid is in vele instellingen niet
gegarandeerd. Nu zal men die tweetaligheid nog
meer op de helling kunnen zetten. De Vlaamse
gemeenteraadsleden worden bovendien volledig
01.18 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Nous
nous penchons actuellement sur le deuxième volet
de la réforme de l'Etat. La régionalisation des lois
communale et provinciale avait été décidée dès
1993. Dans un de ses célèbres manifestes du
citoyen, le président du VLD, M. Guy Verhofstadt,
défend quelques thèses intéressantes. Sous sa
plume, on peut notamment lire que la Belgique est
moribonde à la suite des nombreux compromis
institutionnels. M. Verhofstadt attirait également
l'attention sur l'enchevêtrement des institutions et la
lourdeur de l'administration, et plaidait en faveur
d'une approche radicalement nouvelle de nos
institutions et de l'Etat. M. Verhofstadt a même mis
en garde contre le risque de voir le pays se
désagréger. Apparemment, M. Verhofstadt, devenu
premier ministre, défend aujourd'hui une toute autre
vision. En ce qui concerne la situation des
Flamands de Bruxelles, aucune amélioration n'y a
été apportée. Les Francophones de Bruxelles
pourront modifier sans trop de problèmes les lois
organiques. Dans de nombreuses institutions, le
bilinguisme n'est pas garanti. A présent, le
CRABV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
rechteloos. Zelfs nu weigert men Vlaamse
raadsleden te antwoorden.
bilinguisme sera, davantage encore que par le
passé, remis en cause. Les conseillers communaux
flamands sont par ailleurs privés de tout droit.
Maintenant encore, on néglige de répondre aux
questions qu'ils posent.
Bovendien gaat men nog meer bevoegdheid geven
aan het Brussels Gewest en via deze instelling aan
de 19 Brusselse baronieën. Dat alles gebeurt
zonder enige federale voogdij onder meer inzake de
taalwetgeving. De grote fout is dat men Brussel als
derde volwaardig gewest heeft erkend.
(Onderbrekingen van mevrouw Coenen)
Par ailleurs, les compétences de la Région de
Bruxelles-Capitale et, au travers de cette dernière,
des 19 communes bruxelloises se trouveront
encore renforcées, sans la moindre tutelle fédérale,
en particulier en ce qui concerne la législation
linguistique. Le fait de considérer Bruxelles comme
une troisième Région à part entière constitue une
erreur monumentale. (Interruptions de Mme
Coenen)
01.19 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Volgens
mevrouw Coenen zouden enkel Brusselaars over
Brussel mogen spreken. Brussel is ook onze
hoofdstad, terwijl Ecolo zich bezig houdt met de
problemen in de ganse wereld. Het is toch normaal
dat wij belangstelling hebben voor onze hoofdstad!
01.19 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Si l'on
en croit Mme Coenen, seuls les Bruxellois seraient
autorisés à parler de Bruxelles. Bruxelles constitue
également notre capitale, alors qu'Ecolo s'occupe
des problèmes de la planète entière. L'intérêt que
nous témoignons à l'égard de notre capitale n'est-il
pas naturel?
01.20 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Brussel
als derde gewest is slecht voor de Brusselse
Vlamingen en voor Brussel zelf. Brussel moest
nochtans een voorbeeldfunctie vervullen, dat in het
buitenland aan de man werd gebracht als federale
oplossing.Vlaa nderen heeft geen zeggenschap
meer over Brussel, terwijl Brussel deel uitmaakt van
Vlaanderen. Naarmate Vlaanderen meer
zelfstandigheid wint, verliest het Brussel ook steeds
meer. Dat kunnen wij niet toelaten. Franstaligen
drijven het zelfs zover dat ze Vlamingen het leven
zuur maken in Brussel. In de Brusselse Raad
worden aan de lopende band anti-Vlaamse
beslissingen genomen.
01.20 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
L'existence de Bruxelles en tant que troisième
Région est une mauvaise chose pour les Bruxellois
flamands et pour Bruxelles elle-même. Bruxelles
aurait pourtant dû constituer un exemple qui aurait
pu valoir à l'étranger comme un modèle de solution
fédérale. La Flandre n'a plus voix au chapitre à
propos de Bruxelles alors que cette ville fait partie
de la Flandre. A fur et à mesure que la Flandre
gagne en autonomie, son emprise sur Bruxelles
diminue. Le Conseil bruxellois prend
continuellement des mesures anti-flamandes.
Brussel is financieel niet in staat om zijn taken uit te
voeren. Alle 19 gemeenten in Brussel zijn
verlieslatend en moeten een beroep doen op het
Gewest. Wij spreken hier over zowat 17 miljard. Nu
gaat men nog 3 miljard eraan toevoegen. Er wordt
ook met geen woord gesproken over de splitsing
van het kiesarrondissement Brussel-Halle-
Vilvoorde. Dat kan nochtans doorgevoerd worden
via een gewone wet. Een splitsing van het
gerechtelijk arrondissement zou trouwens ook de
gerechtelijke achterstand kunnen wegwerken. Hoe
dan ook is dit akkoord een kaakslag voor
Vlaanderen. Wij zullen het dan ook niet
goedkeuren. (Applaus bij het Vlaams Blok)
Bruxelles ne dispose pas des moyens financiers
requis pour assumer les missions qui sont les
siennes. Chacune des 19 communes de Bruxelles
est déficitaire et doit frapper à la porte de la Région.
Il s'agit ici d'un montant de quelque 17 milliards,
auquel vont s'ajouter 3 milliards. Rien n'est dit non
plus à propos de la scission de l'arrondissement
électoral de Bruxelles-Hal-Vilvorde, qui peut
pourtant être opéré par la voie d'une loi ordinaire.
Une scission de l'arrondissement judiciaire
permettrait d'ailleurs également de résorber l'arriéré
judiciaire. Quoi qu'il en soit, cet accord est un
camouflet à la Flandre. Nous ne le voterons donc
pas. (Applaudissements sur les bancs du Vlaams
Blok)
01.21 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Als
Vlaming heb ik een extra levensdoel zoals
Confucius ons voorhoudt, namelijk: vernietigen alles
01.21 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Comme
tout Flamand, j'ai une raison de vivre
supplémentaire que Confucius a parfaitement
27/06/2001
CRABV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
wat ons eigen volk bedreigt. Wij willen een
eenvoudige duidelijke staatsstructuur geen
dictatuur tot stand brengen. Lambermont is het
tegendeel daarvan. De regeling van Brussel is
significant. De openbare omroep heeft vanavond
nog het Vlaams Blok gemuilkorfd. De vrijheid van
meningsuiting is blijkbaar beperkt tot het punt
waarop het taboe van de multiculturele samenleving
wordt aangeraakt.
traduite en ces termes: "Il faut anéantir tout ce qui
fait peser une menace sur notre propre peuple."
Nous appelons de nos voeux l'avènement d'un Etat
à la configuration simple et claire, qu'il ne faut pas
confondre avec la dictature. Or, les accords du
Lambermont vont dans le sens contraire. Les
dispositions concernant Bruxelles sont éloquentes.
Les services publics de radio-télévision ont encore
bâillonné le Vlaams Blok ce soir même.
Manifestement, la liberté d'expression cesse
d'exister dès l'instant où on cherche à briser le
tabou de la société multiculturelle.
De enige tegenstander van het Lambermont-
akkoord wordt hier gemuilkorfd. De VU is eraan
gesneuveld. De CVP is in dit akkoord de
struikelsteen. Vooral in Brussel speelt zij het spel
mee in plaats van het been stijf te houden, alleen
maar om het ministermandaat van Chabert te
behouden. Brussel is voor Vlaanderen het slagveld.
Opnieuw lijdt Vlaanderen er een nederlaag. Het
nieuwe kiesstelsel dat nu wordt uitgedokterd zou
wel eens tegen de CVP kunnen worden uitgespeeld
door de Brusselse logebroeders.
Ik zie dat de heer Leterme naar de radio luistert.
Kan hij ons iets meer zeggen over de berichten uit
de coulissen?
Le seul opposant à l'accord du Lambermont est
bâillonné. Lambermont aura donné l'estocade à la
VU. Le CVP est la pierre d'achoppement pour cet
accord. A Bruxelles plus particulièrement, le CVP
joue le jeu au lieu de faire front, tout cela pour
préserver le portefeuille ministériel de M. Chabert.
Bruxelles est le champ de bataille où la Flandre doit
se battre. Une fois de plus, elle se voit infliger une
défaite. Le nouveau système électoral en gestation
pourrait bien être utilisé contre le CVP par les
membres bruxellois de la Loge.
Je vois que M. Leterme écoute la radio. Peut-il nous
fournir de plus amples informations sur ce qui se
concocte en coulisse ?
01.22 Yves Leterme (CVP): Blijkbaar zijn de
Vlaamse partijen bijeen bij de eerste minister en de
Franstalige partijen bij de voorzitter van de PS om
te praten over de definitie van wat een minderheid
is. Totnogtoe is er nog geen akkoord.
01.22 Yves Leterme (CVP): Il semble que les
partis flamands soient en réunion avec le premier
ministre et les partis francophones avec le président
du PS afin de discuter de la définition à donner à la
notion de minorité. Aucun accord n'est encore
intervenu.
01.23 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): De CVP
wordt totaal ongeloofwaardig. Er is een groot
verschil tussen haar houding op de
Lambermontbetoging en in het Brussels dossier.
Het Sint-Michielsakkoord strekte ertoe een losser
verband te maken tussen de drie Gewesten. Het
Vlaams Blok wordt volledig geïsoleerd. Samen met
de staatshervormingen zorgt dit ervoor dat men het
lange-termijneffect uit het oog verliest. Alles wat
Vlaams is, wordt door de Franstaligen
gelijkgeschakeld met het Vlaams Blok. Dit is niet in
het nadeel van het Vlaams Blok.
De hetze tegen het Vlaams Blok heeft haar
hoogtepunt bereikt. Er wordt een intellectuele
terreur gevoerd tegen alles wat Vlaams is. Niets
wordt ontzien in de strijd tegen het Vlaams Blok.
Maar alle smadelijke manoeuvres hebben het
Vlaams Blok electoraal nog nooit schade
toegebracht. Wij zijn eensgezind en wij zullen
01.23 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Le CVP
perd toute crédibilité. Il y a une différence de taille
entre l'attitude qu'il avait adoptée lors de la
manifestation contre les accords de Lambermont et
sa position dans le dossier bruxellois.
L'accord de la Saint-Michel visait à assouplir les
liens entre les trois Régions. Le Vlaams Blok se
trouve totalement isolé. Avec la réforme de l'Etat,
cette situation a pour conséquence de faire perdre
de vue tout effet à long terme. Les Francophones
assimilent tout ce qui est flamand au Vlaams Blok,
ce qui ne joue pas en défaveur du Vlaams Blok .
La campagne menée contre le Vlaams Blok a
atteint son apogée. On va jusqu'à exercer une
terreur intellectuelle contre tout ce qui est flamand
et on ne recule devant rien pour contrer le Vlaams
Blok. Mais ces manoeuvres méprisables n'ont
jamais nui au résultat électoral de mon parti. Nos
sommes unanimes et nous résisterons. Quel que
CRABV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
standhouden. Ongeacht de uitspraak in het proces
tegen het Vlaams Blok, zullen we verder gaan,
onder welke vorm dan ook. Zelfs indien het
Lambermontakkoord wordt goedgekeurd, zullen we
ons ertegen blijven verzetten.
soit le résultat du procès mené contre le Vlaams
Blok, nous poursuivrons notre action sous une
forme ou sous une autre. Même si l'accord du
Lambermont est adopté, nous continuerons à le
combattre.
Brussel is de zwakke plek van Lambermont, het
waterhoofd van België. Brussel zou op maat
gesneden worden van het partijpolitieke weefsel in
Vlaanderen. Het maatpak blijft echter knellen. Het
communautaire gekissebis zal dus niet ophouden.
Lambermont wordt de Blue Sky van België; dit
betekent in het Engels een nutteloos streven, een
trivialiteit. Ik wens België van harte zijn Blue Sky. De
onafhankelijkheidscampagne van het Vlaams Blok
loopt als een trein, met acties in Mechelen en Gent.
De enige juiste oplossing is een onafhankelijk
Vlaanderen, historisch en cultureel ingebed in
Europa. Men vraagt zich niet af welke invloed België
na Lambermont kan hebben op Europa. Vlaanderen
ligt in het hart van Europa. Voor ons is het EU-
voorzitterschap de kans om een aantal kritische
bedenkingen te formuleren. Wij zullen het cordon
sanitaire gebruiken tegen België.
Als jurist en democraat kant ik me tegen
Lambermont. De regering heeft het advies van de
Raad van State naast zich neergelegd. Het is
tekenend dat premier Verhofstadt hier de hele tijd
afwezig is.
Bruxelles, qui constitue le talon d'Achile de l'accord
du Lambermont, prend une importance démesurée.
La ville aurait été conçue à la mesure du paysage
politique flamand. Mais le complet est quelque peu
étroit. Les chamailleries communautaires ne sont
dès lors pas sur le point de cesser.
Les accords de Lambermont constitutent le plan
Blue Sky de l'Etat belge. En anglais, blue sky
signifie vaine ambition. Je me félicite pour la
Belgique qu'elle ait obtenu son plan Blue Sky. La
campagne du Vlaams Blok pour l'indépendance
flamande fait recette. Des actions ont été menées à
Malines et Gand. La seule solution est l'avènement
d'une Flandre indépendante qui s'insérerait dans
l'Europe culturelle et historique. Nul ne se demande
quelle influence la Belgique pourra exercer sur
l'Europe après Lambermont. La Flandre est située
au coeur de l'Europe. Mon groupe considère que la
présidence européenne offre l'occasion d'exprimer
certaines critiques. Nous allons constituer un
cordon sanitaire contre la Belgique.
En tant que juriste et démocrate, je m'oppose aux
accords du Lambermont. Le gouvernement n'a pas
tenu compte de l'avis du Conseil d'Etat. L'absence
du premier ministre Verhofstadt est significative.
Lambermont is de kurk op de fles België, waarvan
de inhoud al lang aan het gisten is. Wij pikken in op
wat er in Vlaanderen leeft: de wil tot een
onafhankelijke staat.
Minister-president Dewael zal niet voor Vlaanderen
opkomen. Vlaanderen kan alleen rekenen op het
Vlaams Blok. Wij zeggen: liever geen nieuwe
staatshervorming, maar een onafhankelijk
Vlaanderen! (Applaus bij het Vlaams Blok)
Lambermont est le bouchon et la Belgique la
bouteille dont le contenu subit une fermentation de
longue date. Nous exprimons ce qui vit en Flandre,
c'est-à-dire la volonté d'un état indépendant.
Le ministre-président Dewael ne prendra pas le
parti de la Flandre. La Flandre ne peut compter que
sur le seul Vlaams Blok. Nous disons sans
ambages que ce qu'il nous faut, ce n'est pas une
nouvelle réforme de l'Etat mais une Flandre
indépendante !
(Applaudissements sur les du Vlaams Blok)
01.24 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): Op 3
maart 1999 keurde het Vlaams Parlement vijf
resoluties goed inzake de komende
staatshervorming. Wij keurden ze niet goed, maar
wenden ze nu wel aan in onze strijd tegen het
Lambermontakkoord. We gingen niet akkoord met
het uitgangspunt: men bleef vasthouden aan een
federale staat. Met een aantal inhoudelijke
elementen konden we wel akkoord gaan. We
zouden ons wel kunnen terugvinden in een
01.24 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): Le 3
mars 1999, le Parlement flamand avait approuvé
cinq résolutions concernant la réforme de l'Etat en
devenir. Bien que nous ne les ayons pas
approuvées à l'époque, nous nous en servons à
présent dans la lutte contre les accords du
Lambermont. Nous avons dénoncé d'emblée
l'hypothèse de départ, c'est-à-dire l'idée fixe d'un
Etat fédéral. Nous pouvions adhérer à certains
éléments de fond comme la régionalisation
27/06/2001
CRABV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
volledige regionalisering van het wetenschaps- en
technologiebeleid, de buitenlandse handel,
telecommunicatie, ontwikkelingssamenwerking,
landbouw, zeevisserij, ... Dit zou kunnen bijdragen
tot een beter en coherent bestuur.
intégrale de la politique scientifique et
technologique, le Commerce extérieur, la
télécommunication, la Coopération au
développement, l'Agriculture, la pêche, etc. Cela
pourrait contribuer à une gestion meilleure et plus
cohérente.
De Vlaamse resoluties waren blijkbaar vrijblijvend.
Dit minimumprogramma werd nochtans wel
goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Bestuur
en besluitvorming moesten beter worden door een
coherenter bevoegdheidsverdeling en door meer
financiële en fiscale autonomie. Een belangrijk
aantal bevoegdheden moest worden overgeheveld.
Het staatsbestel moet gebaseerd zijn op
tweeledigheid, met daarnaast het Brussels Gewest
en de Duitstalige Gemeenschap. De samenwerking
tussen de overheden moet worden versterkt. Een
aantal fiscale bevoegdheden moet naar de
deelstaten gaan. Brussel mag geen volwaardig
derde Gewest zijn. De gemeente- en provinciewet
mogen niet worden overgeheveld naar Brussel en
de toestand van de Franstaligen in de Rand mag
niet worden gekoppeld aan die van de Brusselse
Vlamingen.
Les résolutions flamandes n'avaient manifestement
aucun caractère contraignant. Le Parlement
flamand a pourtant marqué son accord sur ce
programme minimum. Tant la gestion que la prise
de décision devaient s'améliorer à travers une
répartition des compétences plus cohérente et une
autonomie financière et fiscale accrue. Il fallait
transférer un nombre important de compétences.
L'Etat doit être basé sur deux piliers avec, en
marge, la Région bruxelloise et la Communauté
germanophone. La coopération entre les niveaux de
pouvoir doit être renforcée. Une série de
compétences fiscales doivent être transférées aux
entités fédérées. Bruxelles ne peut devenir une
troisième Région à part entière. Les lois communale
et provinciale ne peuvent être transférées à
Bruxelles et la situation des Francophones de la
périphérie ne peut être liée à celle des Flamands
bruxellois.
De resoluties tonen aan dat een meerderheid in
Vlaanderen een beter en uitgebreider zelfbestuur
wil. Er wordt steeds meer kritiek geuit op de
geldstromen van het Noorden naar het Zuiden. En
daaraan komt geen einde, er wordt geen werk
gemaakt van een doorzichtige solidariteitsregeling.
De financiële transfers worden zelfs nog verhoogd.
Aan de sociale zekerheid mag niet worden geraakt.
Vlaanderen heeft geen middelen om een eigen
gezondheidsbeleid te voeren.
De NMBS blijft in federale handen. Dit is nefast voor
de mobiliteit en voor Vlaanderen. Vooral het
goederenspoor vergt bijkomende aandacht: Gent,
Brugge en Antwerpen zijn vragende partij. Er is 400
tot 600 miljard nodig voor de Vlaamse
verzuchtingen en dat geld is er niet. Lambermont
zal niets veranderen. De PS heeft de touwtjes stevig
in handen. Wij zijn van oordeel dat de NMBS
volledig geregionaliseerd moet worden. Zelfs over
een gedeeltelijke regionalisering is er in het akkoord
geen sprake. Wallonië kan en wil zijn spoor niet zelf
financieren.
Les résolutions démontrent que la majorité en
Flandre aspire à une plus grande autonomie. Des
critiques de plus en plus nombreuses s'élèvent à
l'encontre des flux financiers du Nord vers le Sud. Il
n'y sera pas mis un terme. La réglementation de la
solidarité transparente n'est pas appliquée. Les
transferts financiers ont même été augmentés. Il
n'est pas question de modifier la sécurité sociale.
La Flandre ne dispose pas de moyens pour
élaborer sa propre politique de santé.
La SNCB reste aux mains des autorités fédérales,
ce qui porte préjudice à la mobilité en Flandre. Il
faudrait avant tout s'occuper davantage du transport
de marchandise : Gand, Bruges et Anvers sont
demandeurs. 400 à 600 milliards sont nécessaires
pour satisfaire les attentes flamandes mais l'argent
fait défaut. Les accords du Lambermont ne
changeront rien au fait que la Flandre est
considérée comme le parent pauvre. Le PS tire les
ficelles. Nous estimons que la SNCB doit être
intégralement régionalisée. L'accord ne prévoit
même pas de régionalisation partielle. La Wallonie
ne veut pas financer son propre réseau ferroviaire.
José Happart verklaarde op 23 februari in Le Soir
dat Wallonië de economische hefbomen, zolang dat
nog kan, door Vlaanderen moet laten betalen.
Precies daarom wordt het spoor niet
gefederaliseerd.
Le 23 février, José Happart a déclaré dans Le Soir
que la Wallonie devait faire payer les leviers
économiques par la Flandre tant que c'était encore
possible. C'est précisément pour cette raison que
les chemins de fer ne sont pas régionalisés.
CRABV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
Lambermont is een stap achteruit. Het gaat in tegen
de tweeledigheid van België en dus tegen de wil van
het Vlaams Parlement. Een federalisme met drie
minoriseert de Vlamingen. De fiscale autonomie is
beperkt en ingewikkeld. De belangrijke fiscale
hefbomen worden niet overgeheveld. Meer geld
voor het Franstalig onderwijs komt er wel. De
defederalisering van gemeente- en provinciewet
was al toegezegd in het Sint-Michielsakkoord en zal
Vlaanderen niet in staat stellen een einde te maken
aan de misbruiken van de faciliteiten, de
Franstaligen krijgen er zelfs nog garanteis bij.
De Costa zou de uitvoering van het Hermes-
akkoord voorgoed oplossen. Veel kwam daarvan
echter niet terecht.
Les accords du Lambermont sont un recul. Ils vont
à l'encontre de la configuration double de l'Etat
fédéral belge et donc aussi de la volonté exprimée
par le Parlement flamand. Un fédéralisme à trois a
pour effet de faire en sorte que les Flamands sont
minoritaires. L'autonomie fiscale qui est accordée
est limitée et complexe. Les principaux leviers
économiques ne sont pas transférés. En revanche,
l'enseignement Francophone sera refinancé. La
régionalisation des lois communale et provinciale
avait déjà été accordée dans le cadre des accords
de la Saint-Michel et elle ne permettra pas à la
Flandre de mettre fin aux abus dont les facilités font
l'objet. Pire, les francophones obtiennent des
garanties supplémentaires.
La COREE devrait apporter une solution définitive
au problème posé par l'exécution des accords
régionalisant l'Agriculture et le Commerce extérieur.
Mais cela n'a pas abouti à grand-chose de concret.
Op 5 april 2000 werd een akkoord over Landbouw
en Buitenlandse Handel aangekondigd, maar van
een volledige overheveling is allerminst sprake en
dus evenmin van coherente
bevoegdheidspakketten.
De bijzondere wet kondigt de oprichting van een
werkgroep aan die zal nagaan welke delen van
Ontwikkelingssamenwerking vanaf januari 2004
kunnen worden overgeheveld. Er zal dus niets
worden overgeheveld.
Wij kunnen Lambermont dan ook niet goedkeuren.
Het brengt een institutioneel wangedrocht tot stand,
het volgt de Vlaamse resoluties niet op en bouwt
verder op het rampzalige grondplan van 1970. Wij
zijn voorstander van een onafhankelijk Vlaanderen
en van een vreedzame ontbinding. Lambermont zal
dat niet kunnen tegenhouden. Vlaanderen is
economisch welvarend en zal na zijn
onafhankelijkheid in staat zijn een eigen beleid te
voeren.
Un accord concernant l'Agriculture et le Commerce
extérieur a été annoncé, le 5 avril 2000, mais il n'est
absolument pas question d'un transfert intégral et
donc encore moins d'un ensemble de compétences
cohérent.
La loi spéciale annonce la création d'un groupe de
travail chargé de déterminer quelles parties de la
Coopération au développement pourront être
transférées à partir du mois de janvier 2004.
Aucune compétence ne sera donc transférée.
Dès lors, nous ne pouvons pas voter en faveur des
accords du Lambermont qui créent une
monstruosité institutionnelle. Les résolutions
flamandes n'ont pas été suivies et ces accords
poursuivent la construction d'un édifice dont les
fondations misérables ont été érigées en 1970.
Nous sommes partisans d'une Flandre autonome et
d'une séparation pacifique. Les accords du
Lambermont ne parviendront pas à entraver cette
évolution. La Flandre est économiquement
prospère et après avoir acquis son indépendance,
elle sera en mesure de mener sa propre politique.
Onafhankelijkheid is nodig om de welvaart van
Vlaanderen veilig te stellen. De vraag is alleen:
wanneer zal het gebeuren? Professor Jaap Kruithof
is ervan overtuigd dat het zal gebeuren.
De geesten in Vlaanderen zijn klaar voor het
separatisme. De Lambermontronde werd opgezet
om de financiële tekorten in Wallonië weg te
werken. De regering zou het akkoord beter van zich
afschuiven. Het OVV roept alle Vlaamse
parlementsleden op om het akkoord op haar
intrinsieke waarde te beoordelen en het af te
La Flandre a besoin de son indépendance pour
assurer sa prospérité. La seule question est de
savoir quand elle l'obtiendra. Le professeur Jaap
Kruithof est persuadé que cela arrivera.
En Flandre, les esprits sont mûrs à l'idée du
séparatisme. Les négociations du Lambermont ont
été menées pour résoudre les difficultés financières
de la Wallonie. Le gouvernement aurait dû refuser
cet accord. L'OVV encourage tous les
parlementaires flamands à évaluer cet accord à
l'aune de sa valeur intrinsèque et de le rejeter.
27/06/2001
CRABV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
keuren. (Applaus bij het Vlaams Blok)
(Applaudissements sur les bancs du Vlaams Blok)
01.25 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Dit
zogenaamd politiek debat is eigenlijk volstrekt
overbodig, want op dit ogenblik worden de
beslissingen genomen op het PS-hoofdkwartier. Dat
meldt het persagentschap Belga. Van een
parlementair debat is aan het begin van de 21
ste
eeuw geen sprake meer. De Franstalige
meerderheidspartijen en de PSC zitten rond de tafel
om de goedkeuring van Lambermont erdoor te
krijgen. De houding van de PSC is nog niet
duidelijk, maar donderdag 28 juni wordt er wel
gestemd. Er zou een overeenkomst in de maak zijn
over de ratificering van een nationaal-
minderhedenverdrag. Dit is Belgisch: men laat de
volksvertegenwoordigers hun ding doen, maar men
beslist elders.
Wat men voor Brussel bekokstooft is erger dan
alles wat ooit gebeurd is. De lijstverbindingen voor
de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke
Raad moeten de opgang van mijn partij stuiten.
Men wil zo het aantal Blokzetels beperken.
01.25 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Ce soi-
disant débat politique est en fait parfaitement inutile,
parce qu'en ce moment même, les véritables
décisions sont prises au quartier général du PS.
Voilà ce que nous apprend l'agence de presse
Belga. A l'aube du 21
e
siècle, il n'est plus question
de débat parlementaire. Les partis francophones de
la majorité et le PSC sont réunis autour de la table
pour aboutir à l'adoption de l'accord du
Lambermont. L'attitude du PSC n'est toujours pas
claire, mais le projet sera, quoi qu'il en soit, mis au
voix le jeudi 28 juin. On serait cependant proche
d'un accord sur la ratification de la convention-cadre
pour la protection des minorités nationales.
Voilà bien une situation typiquement belge : on
laisse faire les députés, mais le vrai pouvoir
décisionnel réside ailleurs. Ce qu'on prépare à
propos de Bruxelles est du jamais vu. On court à la
catastrophe. Les groupements de listes pour les
élections du Conseil de la Région de Bruxelles-
Capitale sont censés enrayer la montée du Vlaams
Blok. Le but est de limiter le nombre de sièges du
Blok.
De afschaffing van de dubbele meerderheid komt
eraan. Men kan zo anti-Vlaamse maatregelen
erdoor drukken. Er zijn nog wel wat andere
ondemocratische trucs in de maak om te
verhinderen dat het Vlaams Blok in de meerderheid
komt. Ook in het Vlaams Parlement opent men zijn
trukendoos om ons te beletten de positie in te
nemen die de talrijke kiezers ons gunnen.
De Brusselse gemeenten worden slecht bestuurd
door plaatselijke baronieën. Dankzij de aangroei
van de 18 gemeentes groeide Brussel uit tot een
middelgrote Europese stad. Ze heeft nood aan een
behoorlijk bestuur.
La double majorité sera supprimée. Il sera ainsi
possible de faire passer des mesures anti-
flamandes. On ne manquera pas de recourir à
d'autres tours de passe-passe antidémocratiques
encore pour éviter que le Vlaams Blok entre dans
une majorité. Le Parlement flamand laussi puise
dans sa boîte à malice pour nous empêcher
d'occuper la position à laquelle les électeurs nous
ont permis d'aspirer.
Les communes bruxelloises souffrent de la gabegie
des baronnies locales. Grâce au développement
des 18 communes, Bruxelles est aujourd'hui une
ville de taille moyenne en Europe. Elle a besoin
d'une bonne administration.
Voorzitter : Fred Erdman.
De structuren zijn in Brussel niet aangepast. De 19
gemeenten blijven bestaan. Dat is onwerkbaar.
Daardoor blijft het bestuur er chaotisch. Brussel
heeft 1.135 mandatarissen tegenover ongeveer 400
in Antwerpen. Nu gaat men zelfs nog het aantal
parlementaire mandatarissen er nog verhogen. Het
is al te absurd om dat voor te stellen als een
Vlaamse overwinning. Het tegendeel is waar. Ook
in Brussel is men intussen overgegaan tot meer
samenwerking bijvoorbeeld inzake politie. Dat is
allemaal echter louter informeel. Intussen wordt
Brussel nog steeds bestuurd als een kleine stad,
Président : Fred Erdman.
Les structures bruxelloises ne sont pas adaptées.
Les 19 communes sont maintenues. Il est
impossible de gérer une ville de cette façon, d'où le
chaos qui règne au niveau de l'administration.
Bruxelles compte 1135 mandataires, contre environ
400 à Anvers. On compte même encore augmenter
le nombre de mandataires parlementaires. Il est
absurde de présenter cela comme une victoire pour
les Flamands. On en est loin. A Bruxelles
également, on a intensifié la coopération,
notamment pour ce qui est du travail policier. Or,
tout cela se fait de façon informelle. Entre-temps,
CRABV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
wat totaal niet meer beantwoord aan de noden. De
financiële toestand van die gemeenten is hachelijk.
Dat leidt tot een verminderde dienstverlening. Ook
hier is een structurele wijziging van Brussel hoogst
noodzakelijk. Het Lambermont-akkoord biedt die
verandering niet.
Bruxelles est administrée comme un gros bourg,, et
cette gestion ne répond absolument plus aux
besoins réels. La situation financière des
communes est précaire, ce qui se traduit par une
baisse de la qualité des services. Ici aussi, une
modification structurelle s'impose. L'accord du
Lambermont ne permet pas ce changement.
De Brusselse gemeenten zijn historisch Vlaams. De
agglomeratie ligt geografisch gezien in Vlaanderen,
ze grenst niet eens aan Wallonië. Dar moet
rekening mee worden gehouden. Bovendien is
Brussel hoofdstad van Vlaanderen en van België.
Daarom hebben de Vlamingen het recht om
volwaardig te participeren aan de macht. Dat is niet
alleen historisch onderbouwd, maar wordt bevestigd
door elementaire rechtsprincipes. De Vlaamse
meerderheidspartijen falen. Zij slagen er niet in
volwaardig te participeren aan de macht in de 19
baronieën. Het is heel lang geleden dat een
zogenaamd Vlaamse partij nog voor de Vlaamse
belangen opkwam!
Het Vlaams Blok is steeds tegen het derde Gewest
Brussel geweest. Brussel is een echte deelstaat
geworden met een Parlement en
gemeenschapscommissies. In de VGC wil men nu
de Vlaams Blok-invloed beknotten.
Historiquement, les communes bruxelloises sont
flamandes. Géographiquement, l'agglomération est
située en Flandre ; elle ne possède aucune frontière
avec la Wallonie. Il convient d'en tenir compte. En
outre, Bruxelles est la capitale de la Flandre et de la
Belgique. C'est pourquoi les Flamands ont le droit
d'y participer au pouvoir. Cette revendication est
non seulement fondée historiquement mais est
également confirmée par des principes
élémentaires de droit. Dans les 19 baronnies, les
partis flamands de la majorité ne parviennent pas à
obtenir une participation à part entière au pouvoir. Il
y a belle lurette qu'un de ces partis prétendument
flamands a encore défendu les intérêts des
Flamands !
Le Vlaams Blok s'est toujours opposé à l'existence
d'une troisième région bruxelloise. Cette région est
devenue un véritable état fédéré, avec un parlement
et des commissions communautaires. Et voilà
maintenant qu'on veut limiter l'influence du Vlaams
Blok au sein de la VGC.
Voorzitter: Jean-Pol Henry.
Président: Jean-Pol Henry.
Men was zeer euforisch over de
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissies,
ook de CVP. Maar Vlamingen in Brussel voelen aan
dat er wat schort. Dat leidt tot stadsvlucht. Samen
met de doorgedreven naturalisatiegolf bedreigt dit
de meerderheid aan Vlamingen in Brussel.
Lambermont verandert hier niets aan, integendeel.
De situatie zal nog verslechteren en leiden tot een
institutionele crisis.
Alle mogelijke discriminaties moeten vanwege de
meerderheid uit de wereld gebannen worden. Maar
de taalwetgeving mag ongestraft met de voeten
worden getreden.
Les commissions communautaires communes
avaient suscité l'euphorie, y compris au CVP. Mais
les Flamands de Bruxelles pressentent qu'il y a
anguille sous roche. Il en est résulté un exode
urbain. Combiné à la vague de naturalisation
poussée, il constitue une menace pour la majorité
des Flamands à Bruxelles. Les accords du
Lambermont n'y changeront rien au contraire. La
situation continuera de se détériorer et débouchera
sur une crise institutionnelle.
La majorité prétend vouloir bannir toutes les
discriminations. Mais on bafoue impunément les
lois sur l'emploi des langues!
De taalwetgeving van 1966 voorziet in een
algemene tweetaligheid van alle gemeentediensten.
In feite zouden ook alle ambtenaren een
tweetaligheidsproef moeten afleggen. Dat gebeurde
echter niet. Men had wel tolken voor de Turken en
Marokkanen, maar voor de Vlamingen was dat uit
den boze. In de overheidsdiensten moet minimum
25 procent van de functies in de handen zijn van
één van de twee taalgroepen. Voor de Franstaligen
geldt dat enkel voor de vastbenoemden zodat ze
La législation linguistique de 1966 prévoit un
bilinguisme général de tous les services
communaux. En fait, tous les fonctionnaires
communaux devraient passer une épreuve de
bilinguisme. Cela n'a pas été le cas. Pour les Turcs
et les Marocains, on faisait appel à des interprètes,
mais pour les Flamands, il n'en était pas question.
Dans les services publics, 25% au moins des
fonctions doivent être occupées par des personnes
appartenant à un des deux groupes linguistiques.
27/06/2001
CRABV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
allerlei eentaligen in andere statuten aanstellen. Wij
menen dat men naar de functie moet kijken en dat
iedereen een taalexamen zou moeten afleggen.
Pour les Francophones, cette règle ne s'applique
qu'aux personnes nommées à titre définitif, de sorte
qu'ils recrutent des personnes unilingues dans
d'autres statuts. Nous estimons qu'il faut considérer
la fonction et que chacun doit présenter un examen
linguistique.
Voor de Brusselse gewestelijke instellingen is een
en ander geregeld door de wet van juni 1989. Zij
vallen onder de regeling van de centrale diensten
volgens de wet van 1966. Dat leidt echter tot een
hele reeks disfuncties, bijvoorbeeld bij de
brandweer en de dienst-100. Tweetaligheid is daar
niet vereist. Bij elke telefoon moet men dus een
Franstalige en een Nederlandstalige plaatsen om
een oproep te kunnen beantwoorden. De veiligheid
van burgers in nood komt in het gedrang. Men zou
van de eentaligheid van de ambtenaren naar
tweetaligheid moeten overstappen.
En ce qui concerne les institutions régionales
bruxelloises, certains points ont été réglés par la loi
de juin 1989. En vertu de la loi de 1966, ces
institutions sont soumises à la réglementation
applicable aux services centraux. Il en résulte de
nombreux dysfonctionnements, notamment dans le
cadre des services d'incendie et du service 100 où
le bilinguisme n'est pas de rigueur. Par conséquent,
il faut un néerlandophone et un francophone à côté
de chaque appareil téléphonique pour pouvoir
répondre aux appels. La sécurité des citoyens en
danger est ainsi compromise. Il faudrait remplacer
l'unilinguisme des fonctionnaires par le bilinguisme.
Dit impliceert dat er een andere verdeling van de
betrekkingen tussen de taalgroepen moet komen.
Op gewestelijk niveau stelde men voor een derde
Nederlandstaligen en twee derden Franstaligen.
PRL FDF MCC heeft zich hiertegen verzet. Die
procedure werd trouwens nietig verklaard.
De werklast voor de Nederlandstaligen bedraagt
ongeveer vijftien procent. We zijn voorstander van
de toepassing van de regeling van de gemeentelijke
diensten bij de gewestelijke diensten. Dit impliceert
de afschaffing van de taalkaders. Een kwart zou
dan naar elke taalgroep gaan. De rest zou kunnen
worden vastgelegd via een politieke akkoord.
Sommige Franstalige politici weigeren de
taalwetgeving en de rechtspraak ter zake te volgen.
De onwettige toestand inzake taal in OCMW's,
ziekenhuizen, en zo verder... getuigt van een soort
racisme waar men blijkbaar geen bezwaar tegen
heeft.
Ceci impliquerait une autre répartition des fonctions
entre groupes linguistiques. Au niveau régional, une
proportion d'un tiers de néerlandophones pour deux
tiers de francophones a été proposée mais le PRL-
FDF s'y est opposé. Cette procédure a d'ailleurs été
annulée.
Le volume de travail des néerlandophones
représente quinze pour cent environ du total. Quant
à nous, nous estimons que les services régionaux
devraient être soumis à la même réglementation
que les services communaux, ce qui suppose la
suppression des cadres linguistiques. Un quart des
fonctions serait attribué à chaque groupe
linguistique, les fonctions restantes faisant l'objet
d'un accord politique.
Certains hommes politiques francophones refusent
d'appliquer la législation linguistique et la
jurisprudence. La situation illégale sur le plan
linguistique dans les CPAS, les hôpitaux, etc.
témoigne d'une sorte de racisme qui,
apparemment, ne soulève aucune objection.
De communicatie tussen patiënt en medisch
personeel is zo essentieel dat dergelijke
wantoestanden niet kunnen worden getolereerd. De
bicommunautaire sector moet dan maar worden
ontdubbeld. De Vlaamse meerderheid blijkt echter
niet bereid in dit verband initiatieven te nemen, ook
niet tijdens het communautaire debat.
Het Brussels onderwijs verdient een extra
inspanning om onze leerlingen Frans te leren. Ook
bij de Franstalige leerlingen is een inspanning om
Nederlands te leren wenselijk.
La communication entre les patients et le personnel
médical revêt une importance telle que des
situations inqualifiables de ce genre ne peuvent être
tolérées. Il ne reste plus qu'à dédoubler le secteur
bicommunautaire. La majorité flamande ne semble
guère disposée à prendre des initiatives en ce sens,
et ce, également à l'occasion du débat
communautaire.
L'enseignement bruxellois mérite un effort
complémentaire en ce qui concerne l'apprentissage
du français par nos élèves. Un effort analogue est
également souhaitable en vue de permettre aux
CRABV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
Brussel als derde Gewest is een slechte zaak voor
Vlaanderen, voor de Vlamingen in Brussel en voor
Brussel zelf. De nieuwe maatregelen voor Brussel
zijn nefast. Het Vlaams Blok kan deze allerminst
waarderen, net zo min als het Lambermontakkoord.
(Applaus bij het Vlaams Blok)
élèves francophones d'apprendre le néerlandais.
L'existence de Bruxelles en tant que troisième
Région ne constitue une bonne chose ni pour la
Flandre, ni pour les Flamands de Bruxelles, ni pour
Bruxelles elle-même. Les nouvelles mesures
concernant Bruxelles sont néfastes. Le Vlaams Blok
ne les apprécie en aucun cas, tout comme il rejette
les accords du Lambermont. (Applaudissements sur
les bancs du Vlaams Blok)
01.26 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Veel
collega's weten niet wat er in het
Lambermontakkoord staat. Ze willen het
waarschijnlijk niet weten. In essentie gaat het over
veel Vlaams geld voor Wallonië. Om dit te
verdoezelen werd er een aantal grote elementen
opgenomen in het akkoord. Het is een mijlpaal in de
Belgische onderhandelingspolitiek. Verhofstadt zou
het als lid van de oppositie "een exponent van de
Belgische ziekte" hebben genoemd. De VLD heeft
veel verwachtingen gecreëerd, maar deze worden
niet gelost. Het is er allesbehalve beter op
geworden met deze coalitie.
De VLD zou de communautaire problemen snel en
efficiënt aanpakken. Deze werkwijze is al vaak
genoeg, ook door de VLD zelf, belachelijk gemaakt.
Een akkoord impliceert steeds geven en nemen:
Vlaanderen geeft en Wallonië neemt. De jarenlange
koehandel wordt gewoon verdergezet. De
Franstaligen hebben een dominante positie in deze
regering. Ook de PSC sluit nu de rangen.
01.26 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Beaucoup de nos collègues ne savent pas ce que
prévoient les accords du Lambermont. Ils ne
veulent sans doute pas le savoir. En résumé, ces
accords obligent la Flandre à donner énormément
d'argent à la Wallonie. Pour dissimuler ce scandale,
le gouvernement y a inséré quelques bons
éléments. Ces accords feront date dans l'histoire
des négociations politiques de la Belgique. S'il était
encore membre de l'opposition, Verhofstadt les
qualifierait de "symptôme du mal belge". Le VLD a
suscité des attentes énormes, mais il ne tient pas
ses promesses. Avec cette coalition, le pays ne se
porte certainement pas mieux.
Le VLD allait s'attaquer rapidement et efficacement
aux problèmes communautaires. Or, cet effet
d'annonce a déjà été tourné en dérision souvent, y
compris par le VLD lui-même. Il y a du donnant,
donnant dans tout accord. Mais ici c'est la Flandre
qui donne et la Wallonie qui prend. Le
gouvernement ne fait que continuer une longue
tradition de marchandage. Au sein de la coalition
actuelle, les francophones occupent une position
dominante. Même le PSC serre les rangs.
De toekomst van de regering ligt in handen van de
PSC. De Vlaamse liberalen zouden beter terug PVV
worden, "Pest voor Vlaanderen". De federale of
verkapte Waalse regering wordt gedomineerd door
PS en PRL. De kaarten worden duidelijk gedeeld
buiten het Parlement. De meerderheid is zo krap
dat ze makkelijk kan worden gechanteerd. De PSC
haalt heel wat prijzen binnen. De kostprijs speelt
voor de VLD geen rol, die betaalt toch niet zelf. Het
Vlaams Parlement keurde in maart 1999 vijf
resoluties goed. Zelfs dit minimaal akkoord ging nog
te ver. Kort na de verkiezingen begon de uitverkoop
van de resoluties al. De verkiezingsbeloften werden
onder tafel geveegd. Het Lambertmont-akkoord
gaat in tegen de vijf resoluties en tegen bepaalde
partijprogramma's en maakt het Vlaams Parlement
tot een federaal aanhangsel. De heer Dewael is
geknipt voor die rol. Na de verkiezingen stonden de
Nederlandstaligen nochtans in een sterke positie,
gezien de geldnood aan Franstalige kant.
L'avenir du gouvernement est entre les mains du
PSC. Les libéraux flamands feraient bien d'en
revenir à la dénomination "PVV", c'est-à-dire Pest
voor Vlaanderen , une calamité pour la Flandre. Le
gouvernement fédéral, qui est en fait une
émanation du gouvernement wallon, est dominé
par le PS et le PRL. Il est clair que les cartes sont
distribuées ailleurs qu'au Parlement. La majorité
est tellement faible qu'il est aisé de la faire chanter.
Le PSC remporte de nombreux succès et le VLD
ne se soucie pas d'une facture qu'il ne devra pas
régler lui-même. En mars 1999, le Parlement
flamand a adopté cinq résolutions dont les effets
pourtant minimaux n'ont pas pu être concrétisé. Peu
après les élections, ces résolutions ont été bradées.
Oubliées les promesses électorales Les accords
du Lambermont sont contraires aux cinq résolutions
et au programme de certains partis. Ils font du
Parlement flamand une dépendance du fédéral. M.
Dewael était l'homme providentiel pour obtenir ce
résultat. Vu les besoins financiers des
27/06/2001
CRABV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
Francophones, les Néerlandophones se trouvaient
cependant en position de force au lendemain des
élections.
Als we de financiële behoefte van de Franstaligen
bevredigen, zullen we moeten wachten op de
volgende acute geldnood. Dit kan nog enkele
maanden of jaren duren. We hebben een unieke
kans laten liggen. Men noemt dit solidariteit, ik
noem dit uitmelken.
In het Lambermont-akkoord wordt Brussel op
dezelfde manier behandeld als het Vlaams en
Waals Gewest. Het krijgt dezelfde financiële
autonomie. De VLD was in 1999 nochtans
voorstander van een vereenvoudiging van de
federale staatsstructuur met twee Gewesten, de
Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Duitse
Gemeenschap. De positie van de Brusselse
Vlamingen wordt in het akkoord volledig vergeten.
Het onderwijs zal men blijven financieren met geld
uit de federale pot. De financiering wordt geregeld
op basis van het leerlingenaantal en in de
berekening daarvan zijn de Franstaligen heel
creatief.
Het kijk- en luistergeld is al drie keer afgeschaft
door de Vlaamse regering, hoewel het nog niet
eens tot haar bevoegdheden behoort. Althans die
indruk werd gewekt. Het onderscheid tussen
propaganda, regeringsverklaringen en loze beloftes
is in deze regering moeilijk te maken.
Si nous satisfaisons les besoins financiers des
Francophones, nous devrons à nouveau attendre le
moment où ils manqueront d'argent. Il nous faudra
donc attendre quelques mois ou quelques années.
Nous avons laissé échapper une occasion unique.
On appelle ça de la solidarité, moi j'appelle ça
profiter de la vache à lait.
Dans l'accord de Lambermont, Bruxelles est traitée
de la même façon que les Régions flamande et
wallonne. Elle bénéficiera de la même autonomie
fiscale. Pourtant, en 1999, le VLD était encore
partisan d'une simplification de la structure fédérale
avec deux Régions, plus le Conseil de Bruxelles-
Capitale et la Communauté allemande. Les
Flamands de Bruxelles sont les grands oubliés de
l'accord.
L'enseignement continuera à être financé grâce à
des moyens fédéraux. Ce financement est réglé sur
la base du nombre d'élèves. Les Francophones se
sont toujours montrés très créatifs dans le calcul de
ce nombre.
La redevance radio-télé a déjà été supprimée par
trois fois par le gouvernement flamand, bien que
cela ne relève pas encore de ses compétences.
C'est en tout cas l'impression qui a été donnée.
Avec ce gouvernement, il est difficile de faire la
distinction entre propagande, déclarations du
gouvernement et promesses creuses.
De VLD eiste vroeger nochtans de volledige
overheveling van de personenbelasting. De
deelstaten hebben nog steeds een aandeel van
minder dan vijftig procent inzake fiscale autonomie.
Ondertussen tornt men aan een aantal
taalevenwichten, onder meer ingevolge het
Minderhedenverdrag. De Franstaligen eisen dat de
faciliteitengemeenten in de Rand zouden
ressorteren onder tweetalige kamers van de Raad
van State. Franstaligen in de Rand kunnen een
prejudiciële vraag stellen aan de tweetalige kamer
van de Raad van State, waarvan de uitspraak
bindend is voor de eentalige kamer en zonder dat
een blijvend nadeel moet worden aangetoond.
In een minimale berekening vindt jaarlijks een
transfer van 200 miljard naar Wallonië plaats. Dit
akkoord verandert daaraan niets.
Le VLD demandait jadis le transfert de l'IPP dans
son intégralité. Or, pour ce qui est de l'autonomie
fiscale, la part des entités fédérées ne dépasse
toujours pas les 50%.
D'autre part, on touche à certains équilibres
linguistiques, par le biais de la convention pour la
protection des minorités. Les Francophones exigent
que les communes à facilités de la périphérie
bruxelloise ressortissent désormais aux chambres
bilingues du Conseil d'Etat. Ainsi, les Francophones
de la périphérie pourront adresser une question
préjudicielle à la chambre bilingue du Conseil d'Etat,
dont la décision sera contraignante pour la chambre
unilingue et ce sans qu'il faille démontrer l'existence
d'un préjudice permanent.
Par ailleurs, l'accord ne change rien aux transferts
vers la Wallonie, qu'un calcul minimaliste chiffre à
200 milliards de francs sur une base annuelle.
De koopvaardij kampt sinds lang met geldtekort. In
1991 werd de vloot in Luxemburg ondergebracht.
La marine marchande manque d'argent depuis
longtemps. En 1991, la flotte a été placée sous
CRABV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
Deze tijdelijke maatregel werd permanent, wat een
afname van de investeringen voor gevolg had.
Als de Walen geld te kort hebben, dan kan dit
onmiddellijk worden opgelost. Als bijvoorbeeld
Antwerpen met financiële problemen te kampen
heeft, dan moet er een tienjarenplan komen. Deze
handelwijze zal op termijn ook voor het rijke
Vlaanderen voor problemen zorgen.
De Vlaamse industrie kreunt, maar voor de
homobeweging wordt er betoogd. Men moet z'n
prioriteiten weten te stellen!
De paars-groene-PSC-regering trekt een
rookgordijn op om de interne problemen te
verbergen. Een afkeuring van het akkoord zou een
zware regeringscrisis teweeg brengen. Het
Lambermont-akkoord zou het toonbeeld van
duidelijkheid moeten zijn, maar het is chaotisch
allegaartje. Dit is een slecht akkoord, waar we ons
zullen blijven tegen verzetten. (Applaus bij het
Vlaams Blok)
pavillon luxembourgeois. Cette mesure, de
temporaire, est devenue permanente, et s'est
traduite par une diminution des investissements.
Lorsque les Wallons connaissent des difficultés
financières, elles sont sur-le-champ résolues. Mais
lorsque c'est d'Anvers qu'il s'agit, il faut élaborer un
plan décennal. A terme, cette façon de procéder
risque de mettre la Flandre en difficulté.
L'industrie flamande est traverse des problèmes
mais c'est en faveur du mouvement homosexuel
qu'on manifeste. Il faut savoir fixer les priorités!
Le gouvernement arc-en-ciel-PSC dissimule ses
dissensions internes. Un rejet de l'accord générerait
une grave crise gouvernementale. Les accords du
Lambermont, qui devraient être un exemple de
limpidité, ne sont qu'un amalgame chaotique. C'est
accord est mauvais et nous continuerons à nous y
opposer. (Applaudissements sur les bancs du
Vlaams Blok)
01.27 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): Deze
regeling is zo nadelig voor Vlaanderen dat we, als
reactie, enkel het spreekrecht kunnen uitputten. De
houding van de PSC in dit dossier is tekenend. Het
financiële luik is zo goed als binnen, de Franstaligen
haalden hun slag thuis.
In dit land is men sterk in het verpakken van lucht:
de overheveling van Landbouw wordt voorgesteld
als tegengewicht voor het financiële luik, hoewel
Wallonië zelf vragende partij was, en de
regionalisering van Provincie- en Gemeentewet was
al lang afgesproken.
Voorzitter: Fred Erdman
01.27 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): Ces
dispositions sont tellement défavorables à la
Flandre, qu'il ne nous reste pour réagir qu'un seul
moyen: épuiser notre temps de parole. L'attitude du
PSC dans ce dossier est significative. L'argent est
engrangé, ou presque, les Francophones ont réussi
leur coup.
Nous n'avons pas notre pareil pour emballer
joliment du vent: la régionalisation de l'agriculture
est présentée comme contrepoids au volet
financier, mais la Wallonie était elle-même
demandeuse. Quant à la régionalisation de la loi
communale et de la loi provinciale, cela fait quelque
temps déjà qu'un accord était intervenu à ce
propos.
Présidence : M. Fred Erdman
Deze staatshervorming is alweer nadelig voor
Vlaanderen. Ze beantwoordt niet aan de
verzuchtingen van het Vlaams Parlement. De
Vlaamse Brusselaars worden aan hun lot
overgelaten. Al dertig jaar neutraliseert men de
Vlaamse macht. De staatsstructuur is zo opgesteld
dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest massa's
geld doorsluist naar de 19 baronieën. De
taalwetgeving wordt niet gerespecteerd. De
verfransing krijgt alle kansen. Lambermont zorgt er
nu voor dat de Franstaligen de kieswet in de
Brusselse gemeenten kunnen wijzigen. De positie
van de Vlamingen in de Brusselse instellingen is
niet gewaarborgd. Daardoor zal Vlaanderen ook niet
meer kunnen toezien op de bescherming van de
Vlamingen in Brussel en op de taalwetgeving. Het
Cette réforme de l'Etat est une fois de plus néfaste
pour la Flandre. Elle ne répond pas aux voeux du
Parlement flamand. Elle abandonne les Bruxellois
flamands à leur sort. Cela fait trente ans qu'on
neutralise le pouvoir flamand. L'Etat belge est
structuré de telle manière que la Région de
Bruxelles-Capitale sert de passe-plat pour
transférer des sommes gigantesques aux dix-neuf
baronnies de l'agglomération bruxelloise. La
législation linguistique n'y est pas respectée. Tout
est prêt pour permettre la francisation de notre
capitale. Ces accords du Lambermont permettront
aux Francophones de modifier la loi électorale dans
les communes bruxelloises. Le statut des Flamands
au sein des institutions bruxelloises n'est pas
garanti. Conséquence: la Flandre ne sera plus à
27/06/2001
CRABV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
Brussels Parlement zal ook het
vreemdelingenkiesrecht invoeren, wat de
Vlamingen nog meer tot minderheid zal reduceren.
même de veiller à la protection des Flamands de
Bruxelles ni au respect des lois linguistiques.
D'autre part, le Parlement bruxellois instaurera
notamment le droit de vote des étrangers, si bien
que les Flamands seront encore plus minoritaires à
Bruxelles.
Het is stuitend dat de Brusselse Vlamingen
gekoppeld worden aan de Vlamingen in de Rand.
Door de niet-splitsing van het administratief en
gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde
verliest Vlaams-Brabant de kans om uit te groeien
tot een volledig en volwaardig administratief geheel.
De verdeelsleutels zijn altijd in het voordeel van de
Franstaligen. Zij zullen nog lang wachten op een
volgende stap in de staatshervorming omdat ze er
dan financieel op verliezen. En kan het Vlaams
Gewest rekenen op een financiële compensatie?
Via de onderwijsfinanciering blijft Vlaanderen geld
storten aan Wallonië.
Il est choquant d'avoir lié le sort des Flamands de
Bruxelles à celui des Flamands de la périphérie.
L'arrondissement administratif et judiciaire de
Bruxelles-Hal-Vilvorde n'étant pas scindé, le
Brabant flamand ne pourra pas se muer en un
ensemble administratif à part entière. Les clés de
répartition sont toujours à l'avantage des
Francophones. Ils attendront encore longtemps
avant d'accepter une étape suivante dans la
réforme de l'Etat parce qu'ils y perdraient
financièrement. La Région flamande peut-elle
compter sur une compensation financière ? Par le
biais du financement de l'enseignement, la Flandre
continue à verser de l'argent à la Wallonie.
Lambermont zorgt ervoor dat de fundamentele
tweeledigheid van België wordt verlaten; dat Brussel
een echt volwaardig gewest wordt; dat er in de
Brusselse instellingen geen gewaarborgde
aanwezigheid is voor Vlamingen, noch waarborgen
voor toepassing van de taalwetgeving; dat de
Brusselse burgemeesters niet eens het Nederlands
moeten beheersen; dat Vlaanderen geen
bevoegdheid krijgt bij betwistingen over de
verkiezingen in Brussel, maar wel de Raad van
State; dat de miljardenstroom uit Vlaanderen
toeneemt; dat er geen duidelijke, noch volledige
bevoegdheidsoverdrachten zijn, enzovoort.
Lambermont zorgt ervoor dat de vijf resoluties van
het Vlaams Parlement zelfs niet gedeeltelijk worden
uitgevoerd. Dank u, Vlaamse meerderheid!
(Applaus Vlaams Blok)
Les accords du Lambermont remettent en cause le
caractère bipolaire fondamental de la Belgique;
Bruxelles devient une vraie région à part entière ; la
représentation flamande dans les institutions
bruxelloises n'est pas garantie et il n'y a pas
davantage de garanties quant à l'application des
lois linguistiques ; les bourgmestres bruxellois ne
doivent même pas maîtriser le néerlandais ; la
Flandre n'obtient aucune compétence en cas de
litiges sur le déroulement des élections, cette
compétence étant réservée au Conseil d'Etat ; les
transferts financiers en provenance de la Flandre
s'accroisssent; les transferts de compétences
restent par trop vagues et incomplets, etc. Les
accords du Lambermont ont également pour
conséquence que les cinq résolutions du Parlement
flamand ne seront pas mises en oeuvre, ne fût-ce
que partiellement. Que la majorité flamande en soit
remerciée! (Applaudissements sur les bancs du
Vlaams Blok)
01.28 Jaak Van Den Broeck (VLAAMS BLOK):
Professor Senelle wees er onlangs nog op dat het
unitaire België er niet in geslaagd is een voor beide
taalgemeenschappen aanvaardbaar beleid te
voeren. Het federalisme is de enige oplossing.
Vlaanderen kreeg wel eigen bevoegdheden, maar
geen fiscaliteit om een eigen beleid te voeren.
Een groot deel van het beleid wordt al op Europees
niveau gevoerd, maar het regionaal beleid blijft ook
belangrijk. Voor een dergelijk Vlaams beleid met
eigen fiscaliteit bestaat in Vlaanderen een
meerderheid. Dat blijkt uit de resolutie van het
Vlaams Parlement, maar die wordt door de VLD
verloochend. Men moet er ook niet op rekenen dat
01.28 Jaak Van Den Broeck (VLAAMS BLOK): Le
professeur Senelle a encore récemment souligné le
fait que la Belgique unitaire n'était pas parvenue à
mener une politique acceptable pour les deux
communautés linguistiques. Le fédéralisme est la
seule solution. La Flandre a obtenu des
compétences propres mais elle n'a pas acquis
l'autonomie fiscale pour pouvoir mener sa propre
politique. Une grande partie de la politique est
déterminée au niveau européen mais la politique
régionale conserve également son importance. En
Flandre, une majorité de personnes est favorable à
ce type de politique flamande assortie d'une
autonomie fiscale. Cette conclusion ressort de la
CRABV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
de Franstaligen later nog zullen willen
onderhandelen over een verdere staatshervorming,
nu ze hun centen hebben binnengerijfd.
Voorzitter: Jean-Pol Henry, eerste vice-voorzitter.
résolution du Parlement flamand, mais qui est à
présent désavouée par le VLD. Il ne faudra pas non
plus compter sur les Francophones pour de
nouvelles négociations à propos de la réforme de
l'Etat puisqu'ils ont obtenu l'argent qu'il leur fallait.
Président: M. Jean-Pol Henry, premier vice-
président
Verhofstadt zou een historisch akkoord afsluiten,
dank zij de goede verstandhouding. Men zou niet
meer uit twee monden spreken, zoals ten tijde van
de CVP. Men heeft echter wel de resoluties van het
Vlaams Parlement door minister Michel laten
verwijzen naar de prullenmand. Nu bestaat zelfs het
gevaar dat de financiewet wel wordt goedgekeurd,
maar de bevoegdheidswet niet. Van een nieuwe
aanpak is niets in huis gekomen. De gesprekken in
de Costa waren een bezigheidstherapie. Men is
opnieuw overgegaan tot nachtelijke
onderhandelingen. Het is dan ook
verbazingwekkend dat Patrick Vankrunkelsven nu
tevreden is met de resultaten.
M. Verhofstadt allait conclure un accord historique,
grâce à la bonne entente qui règne actuellement.
On n'allait plus tenir de double langage, comme à
l'époque du CVP. Mais on a demandé à M. Michel
de faire en sorte que les résolutions du Parlement
flamand fassent l'objet d'un classement vertical.
A présent, la loi de financement risque d'être
approuvée sans que soit adoptée la loi relative aux
compétences. Il n'est nullement question d'une
nouvelle approche. Les discussions au sein de la
COREE ne constituaient qu'une thérapie
occupationnelle. On a à nouveau recouru à la
technique des négociations nocturnes. En tout état
de cause, il est surprenant que Patrik
Vankrunkelsven se déclare à présent satisfait des
résultats.
Het Lambermont-akkoord is historisch, zoals
premier Verhofstadt zegt, maar dan wel als
historische blunder. We hebben opnieuw een
akkoord waarbij men op vraag van de Franstaligen
tot een herfinanciering van de Gemeenschappen
komt in ruil voor een zeer beperkte fiscale
autonomie en bevoegdheidsoverdracht. De VLD
eist al lang niet meer de overheveling van de
personen- en vennootschapsbelasting naar de
deelstaten. De herfinanciering van de
Gemeenschappen is wel binnen. Dat zijn weer
Vlaamse miljarden voor het Franstalig onderwijs.
Het Vlaams Parlement pleitte voor twee grote
gemeenschappen. Het zijn er drie geworden. Dat is
zwaar in het nadeel van de Vlamingen. Het
landbouwbeleid lijdt onder zoveel uitzonderingen dat
er van overdracht van bevoegdheden geen sprake
is.
Les accords du Lambermont sont historiques,
comme l'a dit le premier ministre, mais ils sont plus
exactement une erreur historique. Nous revoilà
avec des accords sur les bras qui nous obligent à
refinancer les Communautés à la demande des
Francophones en échange d'une autonomie fiscale
et d'un transfert de compétences réduits à la portion
congrue. Cela fait bien longtemps que le VLD ne
revendique plus le transfert aux entités fédérées de
l'impôt des personnes physiques et de l'impôt des
sociétés. Par contre, le refinancement des
Communautés, lui, est acquis. Et cela signifie que
de nouveaux milliards flamands serviront à financer
l'enseignement francophone. Le Parlement flamand
a plaidé en faveur de la création de deux grandes
Communautés. Mais le gouvernement a décidé d'en
créer trois, ce qui nuira beaucoup aux intérêts
flamands. Quant à la politique agricole, tant
d'exceptions ont été prévues que dans ce domaine,
le transfert de compétences s'est réduit comme une
peau de chagrin.
Ook Buitenlandse Handel wordt niet volledig
overgedragen. Bij de verdeling van de middelen die
gepaard gaan met de bevoegdheidsoverdracht past
men schaamteloos die criteria toe die Wallonië het
meest opbrengen. Wat Ontwikkelingssamenwerking
betreft, zal er niets worden overgeheveld. De
bijzondere werkgroep spreekt enkel in termen van
"misschien, ooit, wie weet"? De overheveling van de
organieke wetgeving inzake gemeenten en
provincies laat Vlaanderen een prijs betalen voor
Le Commerce extérieur n'est pas davantage
transféré intégralement. En ce qui concerne la
répartition des moyens qui accompagne le transfert
de compétences, il est prévu d'appliquer sans
vergogne les critères les plus avantageux pour la
Wallonie. Pour ce qui est de la Coopération au
développement, aucune compétence n'est
transférée. Le groupe de travail spécial
invariablement ne parle qu'en termes de «un jour
peut-être, qui sait...». Le transfert de la législation
27/06/2001
CRABV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
iets wat al bedongen was. Vlaanderen laat zich
bovendien bijkomende garanties afsnoepen door de
Franstaligen. De Vlaamse Lambermont-partijen
zetten de toekomstige Vlaamse overheid, bevoegd
voor de faciliteitengemeenten, compleet vast.
organique relative aux communes et provinces
coûtera de l'argent à la Flandre, alors qu'il était déjà
acquis. La Flandre se fait en outre soutirer des
garanties supplémentaires. Les partis flamands du
Lambermont bloquent totalement la future autorité
flamande compétente pour les communes à
facilités.
Men heeft het lot van de Franstaligen in de Rand
gekoppeld aan dat van de Brusselse Vlamingen.
Dat is een blunder van formaat. Men verlaat, in ruil
voor enkele Vlaamse schepenen, het enige
blokkeringssysteem dat de Vlamingen hadden, de
dubbele meerderheid. Via een constitutionele
staatsgreep wordt het aantal Brusselse
parlementsleden verhoogd, maar niet de Vlaamse
politieke macht. De VGC wordt aangevuld met vijf
leden, volgens de verkiezingsuitslag van het
Vlaams Parlement, en uitsluitend om het Vlaams
Blok te neutraliseren. Vlaamse ministers kunnen
voortaan door een minderheid van de Vlaamse
taalgroep worden aangeduid. Er kan een Brusselse
regering gevormd worden die niet de steun geniet
van de meerderheid van de Nederlandse taalgroep.
De Raad van State oordeelde dat deze
constitutionele staatsgreep ongrondwettelijk is,
maar dat advies werd genegeerd. Wij zullen deze
bepalingen aanvechten voor het Arbitragehof.
Le gouvernement a lié le sort des Francophones de
la périphérie à celui des Bruxellois flamands. C'est
une énorme bévue. En échange d'une poignée
d'échevins flamands, les Flamands renoncent au
seul moyen de blocage dont ils disposaient, c'est-à-
dire la double majorité. Un véritable coup d'Etat
constitutionnel accroît le nombre de parlementaires
bruxellois, tandis que c'est le statu quo pour le
pouvoir politique flamand. La VGC (la Commission
communautaire flamande) comptera cinq membres
de plus, en fonction du scrutin électoral au
Parlement flamand, et dans le seul but de
neutraliser le Vlaams Blok. Par conséquent, les
ministres flamands pourront désormais être
désignés par une minorité du groupe linguistique
néerlandais. D'autre part, un gouvernement
bruxellois n'ayant pas le soutien de la majorité du
groupe linguistique néerlandais pourra être formé.
Le Conseil d'Etat a estimé que ce coup d'Etat
institutionnel était anticonstitutionnel, mais le
gouvernement n'a pas tenu compte de son avis.
Nous attaquerons ces dispositions devant la Cour
d'arbitrage.
Uitgangspunt van Lambermont was de
herfinanciering van de Gemeenschappen. De
Franstaligen krijgen er alweer vele miljarden bij. Zij
bepaalden overigens de agenda: de sociale
zekerheid bleef onbespreekbaar. Vlaanderen blijft,
in naam van de solidariteit, onderhoudsgeld betalen
aan Brussel en Wallonië. Het gaat jaarlijks over
55.000 frank per Vlaming!
Het federalisme is er alleen op gericht de macht van
het aantal Vlamingen te neutraliseren. Vanaf 1970
heeft men ons onze meerderheid gestolen. Dit soort
federalisme moet mislukken en de ontbinding van
de Staat gaat verder. Wij hadden in plaats van deze
staatshervorming liever een scheidingsakte en een
boedelscheiding gezien.
(Applaus bij het Vlaams Blok)
Le point de départ de l'accord du Lambermont était
le refinancement des Communautés. Les
Francophones engrangent encore plusieurs
milliards. Ils ont d'ailleurs déterminé l'ordre du jour :
la sécurité sociale n'a jamais été remise en
question. Au nom de la solidarité, la Flandre
continuera à payer des aliments à Bruxelles et à la
Wallonie. Il s'agit d'un montant annuel de 55.000
francs par Flamand !
Le fédéralisme ne vise qu'à neutraliser le pouvoir
que confère aux Flamands leur supériorité
numérique. Dès 1970, s'est enclenché un
processus qui nous a privés de notre majorité. Ce
type de fédéralisme est voué à l'échec, et la
désintégration de l'Etat se poursuit. Plutôt que cette
réforme de l'Etat, nous aurions préféré un acte de
divorce assorti d'une séparation des biens.
(Applaudissements sur les bancs du Vlaams Blok)
01.29 André Smets (PSC): Het Vlaams Blok dat
alle andersdenkenden minacht, is een ware plaag
voor Vlaanderen en België.
De eerste minister heeft zich er door de Volksunie
toe laten overhalen Landbouw,Buitenlandse Handel
01.29 André Smets (PSC): Quel cancer pour la
Flandre et la Belgique que le Vlaams Blok, qui
méprise tout qui pense autrement que lui.
Le premier ministre s'est laissé conduire par la
Volksunie à la régionalisation de l'Agriculture, du
CRABV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
en Ontwikkelingssamenwerking te regionaliseren.
De tandem Bourgeois-Pieters heeft daar nog de
regionalisering aan toegevoegd van de provincie-
en de gemeentewet, waarvan de grondwettige basis
wankel is en die de inwoners van de gemeenten
met een bijzonder taalstatuut in een onzekere
situatie doet terechtkomen.
De PSC vraagt aan de regering dat zij de wil zou
tonen alle Belgen, ongeacht hun taal, te helpen
samenleven.
Commerce extérieur et de la Coopération au
développement.
Le tandem Bourgeois-Pieters y a ajouté la
régionalisation de la loi provinciale et communale,
dont l'assise constitutionnelle est délicate et qui
insécurise ceux qui habitent les communes à statut
linguistique spécifique.
Le PSC réclame une volonté d'aider tous les
Belges, quelle que soit leur langue, à vivre
ensemble.
01.30 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Kan de
heer Smets ons toelichtingen geven bij het bericht
dat het unaniem Franstalig front een akkoord
bereikte? Met welke concrete toegevingen zou de
heer Smets tevreden zijn? Het viel ons op dat de
meerderheid zonet applaudisseerde voor de heer
Smets. Er is dus blijkbaar iets gekeerd in het
voordeel van de PSC.
De heisa rond Lambermont kan vergeleken worden
met die rond Egmont, maar toen waren de
hoofdredacteurs van zowat alle Vlaamse kranten
scherpzinnige pesonen en onafhankelijke geesten,
waarvoor politici nog ontzag hadden. Blijkbaar is er
nu geen kritische journalistiek meer.
01.30 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): M.
Smets pourrait-il nous fournir quelques explications
au sujet de l'annonce selon laquelle le front
francophone unanime est parvenu à un accord ?
Quel genre de concessions concrètes pourraient,
dès lors, satisfaire M. Smets? Nous avons été
frappés de voir que la majorité a applaudi M.
Smets. Il a dû se passer quelque chose en faveur
du PSC.
Tout le tapage autour des accords du Lambermont
peut être comparé à celui qui a entouré les accords
d'Egmont, mais, à l'époque, les rédacteurs en chef
des journaux flamands étaient des personnes à
l'esprit vif et indépendant pour lesquelles les
politiciens avaient encore de l'estime. Ce
journalisme critique ne semble plus être pratiqué de
nos jours.
Voor alle media is het Vlaams Blok de ergste vijand,
die ze door een boycot proberen te bestrijden. Wij
mogen niet deelnemen aan TV-debatten en er
wordt gesjoemeld met opgenomen materiaal waarin
wij voorkomen. De VRT heeft intussen toegegeven
dat ze het Vlaams Blok discrimineert. Nochtans
draait heel het Brussel-akkoord rond het Vlaams
Blok. De Franstaligen willen verhinderen dat de
grootste Vlaamse partij in Brussel aan de macht
zou komen. Dat mag de goegemeente niet
vernemen via de media. Ook de CVP deelt in de
klappen. Men wil de indruk wekken dat in dit land
geen oppositie bestaat. Volgens studies heeft nog
geen kwart van de Vlamingen vertrouwen in de
media. Dat is hoopgevend.
Pour l'ensemble des médias, le Vlaams Blok est le
pire ennemi, qu'ils essayent de combattre par un
boycott. Nous ne pouvons pas participer aux débats
télévisés et on manipule le matériel enregistré sur
lequel nous figurons. La VRT a entre-temps avoué
qu'elle pratique une discrimination envers le Vlaams
Blok. Pourtant, l'accord sur Bruxelles concerne
surtout le Vlaams Blok. Les Francophones veulent
éviter que le plus grand parti flamand de Bruxelles
arrive au pouvoir, mais les médias se gardent bien
d'en informer le commun des mortels. Le CVP
aussi prend des coups. On veut donner l'impression
que l'opposition est inexistante dans ce pays.
Certaines études montrent que pas même un quart
des Flamands n'ont confiance dans les médias.
Tout espoir n'est donc pas perdu.
De essentie van Lambermont ligt in de consacratie
van Brussel tot volwaardig gewest. Vlaanderen zal
in de toekomst niets meer te zeggen hebben over
de eigen hoofdstad.
Brussels VLD-minister Guy Vanhengel zingt in de
Financieel Economische Tijd de lofzang op
Lambermont. Dit vraagt om een reactie, die we door
Le fondement de l'accord de la Saint-Polycarpe était
que Bruxelles serait consacrée en tant que Région
à part entière. A l'avenir, la Flandre n'aura plus voix
au chapitre à propos de sa propre capitale.
Guy Vanhengel, ministre régional bruxellois du VLD,
fait dans le journal De Financieel-Economische Tijd
un éloge de la Saint-Polycarpe qui appelle une
réaction. Puisqu'un boycottage nous empêche de
27/06/2001
CRABV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
de media-boycot niet in de media kwijt kunnen en
dus hier formuleren.
De eis voor een gewaarborgde vertegenwoordiging
op gewestelijk niveau was niet zo oud en prioritair
als de eis voor een gewaarborgde
vertegenwoordiging op gemeentelijk niveau, wat de
heer Vanhengel beweerde. De Vlaamse
aanwezigheid op gemeentelijk vlak was tot op
heden op geen enkele wijze verzekerd. Daardoor
kunnen de Franstaligen de Vlamingen in Brussel zo
makkelijk pesten. Nochtans waren de Vlaamse
eisen zeer concreet. Ze stonden zelfs ook op de
agenda van de Vlaamse parlementsleden en op die
van de regering.
nous exprimer dans les médias, nous formulerons
notre opinion dans cet hémicycle.
Contrairement à ce qu'affirme M. Vanhengel,
l'exigence d'une représentation garantie au niveau
régional n'était pas aussi ancienne ni prioritaire que
la demande d'une représentation garantie au niveau
communal. Jusqu'ici, la présence flamande au
niveau communal n'était nullement assurée. C'est la
raison pour laquelle les Francophones pouvaient
aussi aisément rendre la vie difficile aux Flamands
à Bruxelles. Les doléances flamandes étaient
pourtant très concrètes. Elles figuraient même à
l'ordre du jour des parlementaires flamands et du
gouvernement.
Als er al ooit een Vlaamse schepen komt, zal het er
een zijn zonder bevoegdheden en middelen. Dit
akkoord is dus niet wat de VLD haar kiezers
beloofde. Bovendien zullen dominante Franstalige
partijen er voor zorgen dat personen met een
Nederlandstalige identiteitskaart naar voren
geschoven worden om de francofone belangen te
verdedigen. Het is zelfs mogelijk dat een eentalig
Franstalige het tot Vlaams schepen schopt. Een
betere Vlaamse vertegenwoordiging is er dus niet.
Er is ook geen politionele samenvoeging van de
Brusselse gemeenten. De 19 baronieën blijven, en
met hen de onbestuurbaarheid en de anarchie.
Het Brussels Parlement wordt uitgebreid tot 109
parlementairen, maar de enige macht waarover de
Vlaamse parlementsleden nu beschikken wordt
onderuit gehaald. We kunnen volgens Vanhengel
met meer parlementairen wel een actief politiek en
gemeenschapsleven in alle gemeenten en wijken
van Brussel organiseren. Het gaat dus niet om het
realiseren van macht in de Brusselse instellingen,
maar om pensenkermissen en vogelpikwedstrijden!
Si un échevin flamand est désigné un jour, il sera
en tous cas privé de moyens et de compétences.
Cet accord n'est donc nullement celui que la VU
avait annoncé à ses électeurs. Par ailleurs, les
partis francophones dominants ne manqueront pas
de mettre en avant des titulaires d' une carte
d'identité rédigée en néerlandais pour défendre les
intérêts francophones. Il n'est même pas exclu
qu'un francophone unilingue soit promu échevin
flamand. On ne saurait, dès lors, parler d'une
meilleure représentation flamande.
Et, pour ce qui est des communes bruxelloises, il
n'est pas question non plus de fusionner les
services de police. Les 19 baronnies, et avec elles
l'impossibilité de les gérer convenablement et
l'anarchie, restent donc en place.
Le Parlement bruxellois a été élargi à 109
parlementaires, mais le seul pouvoir que les
parlementaires flamands détiennent actuellement,
est vidé de sa substance. Selon Van Hengel, un
nombre accru de parlementaires permettra
d'organiser une politique active ainsi qu'une vie
associative dans toutes les communes et dans les
quartiers de Bruxelles. Il ne s'agit donc pas du
pouvoir des institutions bruxelloises, mais de
kermesses aux boudins et de concours de
fléchettes!
01.31 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Verschillende VLD'ers krijgen zeker een
parlementszetel cadeau, maar geen andere
Vlaming die daar beter van wordt. Dit akkoord kost
de Vlamingen handenvol Vlaams geld:
herfinanciering voor het Franstalig onderwijs,
miljarden voor de Brusselse gemeenten en voor de
internationalisering van EURO-Brussel.
Dankzij de broederstrijd in de VU-ID kwam er
aandacht voor Lambermont en werden de
dramatische gevolgen ervan duidelijk. Voor de rest
01.31 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Plusieurs
membres du VLD se voient offrir un siège de
parlementaire, mais, en dehors d'eux-mêmes,
aucun autre Flamand ne pourra profiter de cette
situation. Cet accord coûte très cher aux Flamands:
le refinancement de l'enseignement francophone,
les milliards pour les communes bruxelloises et
l'internationalisation de la Bruxelles, ville
européenne.
La lutte fratricide au sein de la VU-ID a focalisé
l'attention sur les accords du Lambermont dont on a
pris conscience des conséquences dramatiques.
Pour le surplus, les effets en sont néfastes :
CRABV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
was haar rol nefast: de Vlaamse autonomie wordt
door de VU voor tientallen jaren geblokkeerd, er is
geen Vlaamse vooruitgang en Brussel zijn we kwijt.
Ik wijs erop dat de VU met het Egmontpact het
Vlaams Blok boven de doopvont hield.
l'autonomie de la Flandre est à l'arrêt pour des
dizaines d'années par la faute de la VU, les
Flamands n'enregistrent aucun progrès et ils
perdent Bruxelles. Je rapelle que l'attitude que la
VU avait adoptée lors de la conclusion du pacte
d'Egmont est à l'origine de la création du Vlaams
Blok.
Sindsdien heeft de VU voor Vlaanderen nauwelijks
een rol gespeeld, tenzij men de drieledige
gewestvorming van 1998 en de betonnering van de
faciliteiten als een Vlaamse vooruitgang wil
bestempelen. De VU is een partij zonder profiel en
zonder doelstellingen geworden en kan terecht
geen mensen blijvend engageren. Alleen het
Vlaams Blok kan dat.
Depuis lors, la VU n'a plus guère agi en faveur de
la Flandre, à moins que l'on veuille considérer
l'adoption, en 1988, de la régionalisation à trois et le
verrouillage des facilités comme une avancée pour
la Flandre. La VU est devenu un parti sans profil et
sans objectifs, incapable de susciter des vocations
politiques durables. Seul le Vlaams Blok est, en
effet, en mesure de le faire.
01.32 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Minister Vande Lanotte zei heel vaag dat jaarlijks
zou worden nagegaan of er bijkomende middelen
naar Brussel zouden gaan. Belga meldde
gisterenavond dat er achter de schermen
afgesproken werd om jaarlijks 500 miljoen extra vrij
te maken voor Brussel. Er werd Belga door de heer
Vanhengel bevestigd dat er zo'n akkoord is.
01.32 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): En
termes très vagues, le ministre Vande Lanotte a
déclaré que l'octroi de moyens complémentaires à
Bruxelles serait évalué chaque année. L'agence
Belga a signalé hier soir que, dans les coulisses, il
avait été convenu de dégager chaque année 500
millions pour Bruxelles. L'existence du tel accord a
été confirmée par M. Vanhengel.
01.33 Hugo Coveliers (VLD): Er is slechts een
akkoord wanneer het op papier staat.
01.33 Hugo Coveliers (VLD): Un accord n'existe
que lorsqu'il a été couché sur le papier.
01.34 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Ook bij
de Sint-Eloois-akkoorden beweerden de
Franstaligen dat er een afspraak was, terwijl de
Vlamingen dit ontkenden. Ik voorspel dus dat er wel
degelijk jaarlijks 500 miljoen extra aan Brussel zal
worden toegekend. Dat geeft op het einde van de
legislatuur een kostenplaatje van vier miljard!
01.34 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): A
propos des accords de la Saint-Eloi, les
Francophones affirmaient également qu'il y avait un
accord, ce qui était démenti par les Flamands. Je
prédis donc que Bruxelles recevra bel et bien 500
millions de plus par an, ce qui portera la facture à 4
milliards de francs d'ici à la fin de la législature!
01.35 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Ik wijs
erop dat twee jaar geleden, bij de vorming van de
Brusselse regering, al werd afgesproken dat de
Franstaligen 2,4 miljard zouden krijgen voor hun
onderwijs.
Premier Verhofstadt heeft steeds ontkend dat er
een binding was tussen het Minderhedenverdrag en
het Lambermont-akkoord. Daarover werden nu tòch
keiharde onderhandelingen gevoerd bij PS-
voorzitter Di Rupo. Volgens Belga was er daarover
om 2.30 uur een akkoord, dat door de heer
Maingain een redelijke oplossing wordt genoemd.
01.35 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
J'attire votre attention sur le fait qu'il y a deux ans,
lors de la constitution du gouvernement bruxellois, il
avait déjà été convenu que les Francophones
recevraient 2,4 milliards de francs pour leur
enseignement.
Le premier ministre Verhofstadt a toujours nié
l'existence d'un lien entre la Convention des
minorités et les accords du Lambermont. Des
négociations sont pourtant menées à ce propos
chez le président du PS, M. Di Rupo. Selon
l'agence Belga, un accord qualifié de solution
raisonnable par M. Maingain - aurait été conclu à ce
propos à 2 h 30.
Als aan de taalwetten wordt geraakt haalt men de
Staat onderuit, maar dat is niet onze zorg. Hoe
verder de Gemeenschappen van elkaar verwijderd
geraken, hoe dichter de Vlaamse onafhankelijkheid.
De band tussen Vlaanderen en Brussel wordt
Si on touche aux lois linguistiques, on sape les
fondements de l'Etat, mais nous n'en avons cure.
Plus les communautés se détachent l'une de l'autre,
plus l'indépendance de la Flandre approche. Le lien
entre la Flandre et Bruxelles est rompu. Cet état de
27/06/2001
CRABV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
doorgeknipt. Dat zal zware consequenties hebben
voor het voortbestaan van België.
choses aura de graves conséquences pour la
survie de la Belgique.
Bij de realisatie van die Vlaamse onafhankelijkheid
zijn er diverse opties voor Brussel: ofwel maakt
Vlaanderen zijn aanspraken op Brussel hard ten
overstaan van de internationale gemeenschap;
ofwel kiezen de Brusselaars zelf hun toekomst,
waarbij de Franstalige meerderheid in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest zich als een aparte entiteit
zal manifesteren; ofwel gaan Wallonië en Brussel
een nieuwe staat vormen.
Dans le cadre de la concrétisation de
l'indépendance flamande, différentes options
s'offrent à Bruxelles : soit la Flandre fait valoir ses
prétentions en ce qui concerne Bruxelles au niveau
international, soit les Bruxellois décident eux-
mêmes de leur avenir et la majorité francophone
de la Région de Bruxelles-Capitale se manifestera
comme une entité séparée, soit la Wallonie et
Bruxelles créent un nouvel Etat.
Die laatste constructie kan ook voor aanhechting bij
Frankrijk pleiten. Brussel zou dan niet eens meer
een nationale hoofdstad zijn.
Brussel kan ook uitgroeien tot een soort Europees
district zoals Washington D.C., waarbij de EU de
geldkraan moet opendraaien en Vlaanderen
daarover als lidstaat mee beslist.
Ook een confederatie of een federatie tussen
Brussel en Vlaanderen is mogelijk.
Cette dernière construction peut également plaider
en faveur de l'annexion à la France. Bruxelles ne
serait alors plus une capitale nationale.
Bruxelles pourrait également devenir un district
européen, à l'instar de Washington D.C.. Il
reviendrait alors à l'UE de dégager les moyens et la
Flandre, en tant qu'Etat membre, participerait au
décisions prises à ce sujet. Il serait également
possible de créer une confédération ou une
fédération entre Bruxelles et la Flandre.
01.36 Yves Leterme , (CVP): In welke van deze
scenario's past de Vlaams Blok-strategie van de
uithongering, het veiligheidscordon en de
prikkeldraad rond Brussel?
01.36 Yves Leterme (CVP) : Dans lequel de ces
scénarios s'inscrit la stratégie du Vlaams Blok
consistant à affamer Bruxelles puis à l'entourer d'un
cordon sécuritaire et de fils barbelés ?
01.37 Guido Tastenhoye ,(VLAAMS BLOK): Ik
heb het daar nooit over gehad in die bewoordingen.
Wij moeten, wanneer Vlaanderen onafhankelijk
wordt, Brussel zodanig in de watten leggen dat het
voor Vlaanderen opteert.
Een ander scenario betreft Brussel als tweetalige
hoofdstad van Vlaanderen, en eventueel ook van
Europa, met waarborgen voor de Franstaligen,
inclusief het behoud van hun onderwijs en hun
instellingen zoals de COCOF. Naar dat scenario
gaat onze voorkeur uit. Een laatste scenario betreft
Brussel als Vlaamse stad, geannexeerd door
Vlaanderen. Dat is uiteraard niet wenselijk vanwege
de demografische, culturele, taalkundige en
onderwijskundige situatie in Brussel. Wij
organiseren in het najaar een congres over de
positie van Brussel bij de Vlaamse
onafhankelijkheid. De discussie daarover is bij ons
volop aan de gang. Ondertussen is de verhouding
tussen Vlaanderen en zijn hoofdstad wel
problematisch. De CVP onderstreepte terecht de
schadelijkheid van het Lombard-akkoord voor
Brussel.
01.37 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Je ne
me suis jamais exprimé à ce sujet en ces termes.
Lorsque la Flandre sera indépendante, nous
devrons prendre soin de Bruxelles de telle manière
qu'elle choisisse de faire partie de notre nouvelle
patrie.
Un autre scénario est celui de Bruxelles comme
capitale bilingue de la Flandre et éventuellement
aussi de l'Europe, avec des garanties pour les
Francophones comme le maintien de leur
enseignement et de leurs institutions telles que la
COCOF. C'est ce scénario-là que nous préférons.
Dans notre dernier scénario, Bruxelles serait une
ville flamande dans la mesure où elle serait
annexée par la Flandre. Ce scénario n'est
évidemment pas souhaitable en raison de la
situation de Bruxelles sur les plans démographique,
culturel, linguistique et pédagogique. A l'automne,
nous organiserons un congrès sur le statut de
Bruxelles dans l'optique de l'indépendance de la
Flandre. Au Vlaams Blok, le débat sur cette
question bat déjà son plein. Mais en attendant cet
heureux épilogue, la Flandre et sa capitale
entretiennent des relations conflictuelles. Le CVP a
souligné à juste titre combien l'accord du Lombard
était néfaste pour Bruxelles.
CRABV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
Ook mevrouw Grouwels gaf Lombard maar twee op
tien. Wat gaat de CVP doen met de zogenaamde
atoombom waarover zij beschikt, namelijk minister
Chabert?
In de VGC van 22 juni bewees de CVP nog steeds
een regimevriendelijke partij te zijn door tegen de
Vlaams Blok-motie te stemmen en zo al haar mooie
verklaringen terug in de slikken. Daar vielen de
maskers af! CVP-voorzitter Stefaan De Clerck krijgt
nu de kans om van zijn CVP opnieuw een Vlaamse
Volkspartij te maken, maar dat lukt niet omdat zij tot
een echte Belgische regimepartij is verworden, die
niet opkomt voor de belangen van de Vlamingen in
Brussel of Vlaanderen. Van de CVP moeten wij dus
niet verwachten dat zij minister Chabert zal
terugtrekken en in de Brusselse Raad in de
oppositie zal gaan, of dat minister Chabert in
staking gaat in de Brusselse Ministerraad. Die
Brusselcrisis zou premier Verhofstadt nochtans in
zware problemen brengen, maar de CVP verkiest in
2002 rond de tafel te gaan zitten met deze
meerderheid om een nieuw communautair akkoord
uit te werken.
Mme Grauwels a elle aussi attribué une note
d'exclusion à l'accord du Lombard: 2/10. Que fera le
CVP de la soi-disant bombe atomique dont il
dispose, je fais allusion au ministre Chabert ?
Cependant, lors de la réunion de la VGC du 22 juin,
le CVP a démontré qu'il était encore un parti ami du
régime en votant contre la motion du Vlaams Blok
et en reniant du même coup toutes ses belles
déclarations. A cette occasion, les masques sont
tombés ! Le président Stefaan De Clerck a
désormais l'occasion de faire à nouveau du CVP un
véritable parti populaire flamand. Toutefois, il n'y
réussit pas parce que le CVP n'est plus aujourd'hui
qu'un parti belgicain dans la mesure où il ne défend
pas les intérêts des Flamands, que ce soit de
Flandre ou de Bruxelles. Par conséquent, nous ne
devons pas espérer que le CVP demande à son
ministre, en l'occurrence M. Chabert, de se retirer
du gouvernement bruxellois, qu'il aille dans
l'opposition au CRB ou que le ministre Chabert se
mette en grève au Conseil des ministres bruxellois.
Cela dit, cette crise bruxelloise poserait de sérieux
problèmes au premier ministre. Mais le CVP préfère
négocier avec cette majorité en 2002, afin
d'élaborer un nouvel accord communautaire.
01.38 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Vanmorgen om 9.30uur zal mevrouw Milquet de
eerste minister ontmoeten over een onderwerp
dat terzelfdertijd wordt besproken in de
commissie voor de Grondwetsherziening en op
een ogenblik dat de Kamer hier nog vergadert.
Dat kan toch niet.
De voorzitter: Die vergaderingen waren niet te
voorspellen toen de agenda van de Kamer werd
afgesproken. Ik zal later daaromtrent een
beslissing nemen.
01.38 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Ce
matin, à 9 h 30, Mme Milquet rencontrera le premier
ministre à propos d'une matière qui fera l'objet, au
même moment, d'un débat au sein de la commission
de la Révision de la Constitution, alors que, toujours
au même moment, la Chambre sera réunie en séance
plénière. C'est inacceptable.
Le
président: Ces réunions n'étaient pas
programmées au moment où la Chambre a fixé son
ordre du jour. Je prendrai ultérieurement une décision
à ce sujet.
01.39 Hugo Coveliers (VLD): Dat dit debat lang
zou duren, hadden we kunnen vermoeden, maar
het personeel van de Kamer zal wel verrast
geweest zijn. Het is jammer dat zij dit nu moeten
meemaken en de vele dwaasheden hier moeten
ondergaan.
01.39 Hugo Coveliers (VLD): Je savais que ce débat
serait long mais j'imagine la surprise du personnel de
la Chambre. Il est regrettable que les membres du
personnel de la Chambre soient contraints de subir
ces réunions tardives et d'entendre les propos
insensés que vous tenez.
Persoonlijk feit
Fait personnel
01.40 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Niemand heeft ons ertoe verplicht om de
Kamerzitting voort te zetten. Dat is enkel de fout
van premier Verhofstadt en zijn meerderheid.
01.40 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Nul n'a
contraint personne de prolonger la séance plénière de
la Chambre. La faute de cette situation incombe
entièrement au premier ministre.
01.41 Hugo Coveliers (VLD): Ik vind deze
werkwijze beschamend, vooral omdat wat hier
gezegd werd een voortdurend herkauwen was
01.41 Hugo Coveliers (VLD): J'estime que ces
procédés sont honteux, d'autant qu'on ne fait que
ressasser les mêmes points de vue amplement
27/06/2001
CRABV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
van oude gekende standpunten. Het Vlaams Blok
maakt misbruik van de democratische rechten en
heeft veel gesproken zonder iets te zeggen.
connus de tous. Le Vlaams Blok abuse des droits
démocratiques et a beaucoup parlé pour ne rien dire.
01.42 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK) :Wil de
heer Coveliers bepalen wat het Vlaams Blok hier
nog mag zeggen?
01.42 Gerolf Annemans: Monsieur Coveliers
aurait-il l'intention de décider des propos que le
Vlaams Blok peut encore tenir dans cette
assemblée ?
01.43 Hugo Coveliers (VLD): U zegt wat u wil,
maar ik mag dan ook opmerken dat wat u doet
totaal onaanvaardbaar is en een misbruik van de
rechten van de oppositie. De amendementen die
het Vlaams Blok indiende, zijn louter
papierverspilling.
Het incident is gesloten.
01.43 Hugo Coveliers (VLD):Vous dites ce que
vous voulez mais j'ai le droit de faire observer que
tout ce que vous faites est totalement inacceptable
et que vous abusez de vos droits en tant que
membres de l'opposition. Les amendements
déposés par le Vlaams Blok ne servent qu'à remplir
du papier.
L'incident est clos.
Algemene bespreking (Voortzetting)
Discussion générale (Continuation)
01.44 Hugo Coveliers (VLD): Deze ontwerpen
gaan uit van een duidelijke visie die zeker geen
separatistische visie is. De Vlaamse Liberalen willen
gedurende vier jaar zorgen voor een degelijk beleid.
Ook inzake de staatshervorming zijn wij voorstander
van een dynamische aanpak die zich aanpast aan
de gewijzigde omstandigheden. Over de voor- en
nadelen van deze staatshervorming werd reeds
herhaaldelijk gepraat.
01.44 Hugo Coveliers (VLD): Ces projets
s'appuient sur une conception précise qui n'est
nullement séparatiste. Les libéraux flamands ont la
volonté de veulent mener une politique efficace
durant quatre ans. En matière de réforme de l'Etat
aussi, nous sommes partisans d'une approche
dynamique qui s'adapte à l'évolution de la situation.
Nous avons discuté à plusieurs reprises déjà des
avantages et des inconvénients de cette réforme de
l'Etat.
Ik verwijs in dat verband naar de diverse verslagen.
De VLD zal dan ook deze tekst goedkeuren.
(Applaus)
Je vous renvoie à ce sujet aux différents rapports.
Le VLD approuvera le présent texte.
(Applaudissements)
01.45 Yves Leterme (CVP): Collega Creyf en
Verherstraeten hebben reeds hun kritische
opmerkingen gemaakt. De CVP heeft een aantal
amendementen ingediend, waarop we nog later
zullen terugkomen. Ik zou een aantal vragen willen
stellen.
Ik ben benieuwd of de regering hier nog gaat
antwoorden op een aantal inhoudelijke vragen.
01.45 Yves Leterme (CVP): Mes collègues, Mme
Creyf et M. Verherstraeten, ont déjà émis leurs
critiques. Le CVP a déposé plusieurs amendements
sur lesquels nous reviendrons ultérieurement.
J'aimerais poser quelques questions. Je me
demande si le gouvernement répondra encore à
des questions de fond.
01.46 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Op
het einde van het debat.
01.46 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
A la fin du débat.
01.47 Yves Leterme (CVP): Betekent dit na de
artikelsgewijze bespreking?
De voorzitter: Ik stel voor dat de regering
tussenbeide komt tijdens de algemene bespreking.
01.47 Yves Leterme (CVP): Voulez-vous dire
après la discussion des articles ?
Le président: Je propose que le gouvernement
intervienne pendant la discussion générale.
01.48 Yves Leterme (CVP): Ik wil ingaan op de
evoluties in dit dossier gedurende de laatste 24 uur.
Dit is een virtueel debat. De beloofde herwaardering
01.48 Yves Leterme (CVP): Je voudrais attirer
l'attention sur l'évolution de ce dossier au cours de
ces dernières 24 heures. Ce débat est un débat
CRABV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
van het Parlement is nog heel veraf. Het echte
debat speelt zich niet in de Kamer af. De ministers
bevoegd voor Institutionele Hervormingen wonen
niet eens het debat bij. Zij bedingen de akkoorden
buiten de Kamer, per GSM. Ik lees er de Belga-
berichten van de laatste 24 uur op na en kom tot de
conclusie dat de regering gisterenochtend 27 juni al
de intentie had tegemoet te komen aan de eisen
van de PSC: extra geld voor Brussel en de
ondertekening van het minderhedenverdrag. Om
11.04 uur berichtte Belga dat de Kamer had
ingestemd met de dringende behandeling van het
wetsvoorstel betreffende het Brussel-fonds ten
bedrage van 3 miljard frank. Het bericht besluit dat
dit bedrag wellicht niet hoog genoeg is om de PSC
over de streep te trekken; de PSC vraagt ook een
toegeving voor de situatie van de Franstaligen in de
Rand. Om 13.32 uur vroeg de PSC volgens een
Belga-bericht zogenaamde bijkomende
vertrouwenselementen.
virtuel. Nous sommes encore très éloignés de la
revalorisation annoncée du Parlement. Le vrai
débat ne se tient pas à la Chambre. Les ministres
compétents en matière de Réformes
institutionnelles ne sont même pas présents. Ils
négocient des accords par GSM, à l'extérieur de la
Chambre. En lisant les communiqués de l'agence
Belga diffusés ces dernières 24 heures, j'arrive à la
conclusion qu'hier matin déjà, soit le 27 juin, le
gouvernement avait décidé de céder aux exigences
du PSC concernant les fonds supplémentaires pour
Bruxelles et la signature de la Convention pour la
protection des minorités. A 11.04 heures, Belga a
communiqué que la Chambre avait accepté de
traiter en urgence la proposition de loi concernant
les 3 milliards pour Bruxelles. Le communiqué se
termine par la conclusion que ce montant n'est
vraisemblablement pas suffisamment élevé pour
convaincre le PSC qui réclame également des
concessions en faveur des Francophones de la
périphérie. A 13.32 heures, selon la même agence
de presse, le PSC a demandé des garanties
supplémentaires.
Deze paars-groene meerderheid heeft een voorstel
van de PSC overgenomen waarbij het Brussels
Gewest drie miljard extra geld krijgt. De PSC wil
echter ook nog het Europees minderhedenverdrag
laten goedkeuren en de regering werkt daar nu aan.
Nochtans had de PSC enkele fundamentele
bezwaren van grondwettelijke aard op de
overheveling van de Gemeentewet. Op een bepaald
ogenblik werd op vraag van de PSC zelfs een
voorstel ingediend om de BTW op de
schoolgebouwen te verlagen. Als dat geen
koehandel is! Hoe is zoiets mogelijk binnen de EU?
Om eventuele problemen vanuit Europa te
ondervangen, is men zelfs bereid om allerlei
kronkels uit te voeren!
Le gouvernement arc-en-ciel a pris à son compte
une proposition du PSC attribuant à la Région de
Bruxelles-Capitale un montant supplémentaire de 3
milliards de francs. Le PSC veut cependant faire
adopter aussi la Convention sur la protection des
minorités et le gouvernement s'y attèle. Le PSC
avait pourtant émis des objections fondamentales
de nature constitutionnelle à l'encontre du transfert
de la loi communale. A un certain moment, une
proposition a même été déposée, à la demande du
PSC, pour réduire le taux de TVA sur les bâtiments
scolaires. Voilà un marchandage s'il en est!
Comment est-ce possible dans un pays qui fait
partie de l'UE? Afin de résoudre d'éventuels
problèmes au niveau européen, on ne recule devant
aucun revirement!
Toen wij vorige week deze voor Vlaanderen
nadelige verlaging van de registratierechten
aankaartten, werden wij uitgelachen door de
collega's van Agalev en VLD. Blijkbaar begrepen ze
niet waar het om ging, maar ze volharden in de
boosheid. Zelfs minister president Dewael
reageerde echter tegen dat voorstel en dreigde met
een belangenconflict, en hij gaf opdracht aan zijn
VLD om te stemmen voor het amendement-
Leterme.
Lorsque, la semaine dernière, nous avons abordé la
diminution des droits d'enregistrement, qui est
préjudiciable à la Flandre, nos collègues d'AGALEV
et du VLD nous ont ri au nez. Ils n'ont apparemment
pas saisi de quoi il s'agissait, mais persistent
néanmoins. Même le ministre-président Dewael a
réagi contre cette proposition et a avancé la
menace d'un conflit d'intérêts. Il a ordonné à son
parti, le VLD, de voter pour l'amendement Leterme.
Ik wil waarschuwen voor de voortdurende
marchandage. Intussen waren er vandaag een hele
reeks verklaringen en zei de heer Coveliers
vanmiddag dat de VLD geen problemen had met
een ratificatie van het minderhedenverdrag. Hij
Je souhaite également mettre en garde contre le
marchandage permanent. Dans l'intervalle, de
nombreuses déclarations ont été faites et M.
Coveliers a déclaré, cet après-midi qu'il ne
s'opposait pas à la ratification de la Convention sur
27/06/2001
CRABV 50
PLEN 140
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
vond wel dat de ratificatie van het verdrag geen
invloed mocht hebben op de fundamentele
evenwichten in dit land en dat de Franstalige
minderheid in de Brusselse Rand niet mocht
worden beschouwd als een nationale minderheid.
Ook de gouverneur van Vlaams-Brabant wees erop
dat hoe dan ook de Franstaligen in de Rand
voldoende waarborgen overhouden en dat het
Lambermont-akkoord nieuwe garanties inbouwt,
onder meer via een procedure bij de Raad van
State.
les minorités. Mais il estime néanmoins que ce
texte ne doit pas influer sur les équilibres
fondamentaux dans ce pays et que la minorité
Francophone de la périphérie bruxelloise ne peut
pas être considérée comme une minorité nationale.
Le gouverneur du Brabant flamand a également
souligné le fait que les francophones de la
périphérie conservent, quoi qu'il en soit,
suffisamment de garanties et que les accords du
Lambermont leur en attribuent de nouvelles par le
biais de la procédure devant le Conseil d'Etat.
Verder stellen wij vast dat een aantal Vlaamse
ministers meer geld eisen en daarom het algemeen
Vlaams belang verwaarlozen. Wij moeten ook via
de media vernemen dat op dit ogenblik de
Franstalige partijen met de PSC vergaderen om
deze laatste over te halen de Lambermont-
akkoorden goed te keuren. Daarbij wordt onder
meer gesproken over de notificatie van het
minderhedenverdrag en over het begrip
`minderheid'. Ondertussen vergaderen de Vlaamse
partijen bij premier Verhofstadt. Een andere
discussiepunt betreft de bijkomende kredieten voor
het Brussels Gewest. Volgens de jongste berichten
verlopen de besprekingen in een "positieve sfeer".
En outre, nous constatons qu'un certain nombre de
ministres flamands réclament davantage de
moyens financiers tout en négligeant l'intérêt
général flamand. D'autre part, c'est par les médias
que nous apprenons qu'en ce moment même, les
partis francophones se réunissent avec le PSC pour
convaincre ce dernier d'adopter les accords du
Lambermont. Au cours de ce colloque, les
participants discutent notamment de la ratification
de la Convention visant à protéger les minorités et
de la notion de "minorité". Dans le même temps, les
partis flamands se réunissent chez le premier
ministre. Un autre sujet de débat concerne les
crédits supplémentaires à octroyer à la Région
bruxelloise. Aux dernières nouvelles, les
discussions se déroulent dans un "climat positif".
Ik benadruk dat de heren Maingain en Clerfayt de
intentie hebben om het ontwerp te steunen. Maigain
sprak over een redelijke oplossing. Als Maingain zo
spreekt, moeten de Vlamingen op hun tellen
passen. Op het einde van het comuniqué wordt een
vergadering van het kernkabinet op 28 juni om 9
uur aangekondigd aangezien de heer Verhofstadt
mevrouw Milquet, voorzitter van de PSC om 9.30
uur moest ontmoeten. De chronologie van de
laatste uren bewijst dat het hier gevoerde debat
door de meerderheid en de regering werd
geweigerd. In weerwil van de talrijke verklaringen
van de premier, was er duidelijk geen globaal
akkoord bereikt dat de tweederde meerderheid
garandeert. De twee luiken van het akkoord
verwerpen wij, niet alleen omwille van de
overdreven transfers, maar ook omwille van de
budgettaire consequenties. Zelfs de minister van
Begroting geeft toe dat Lambermont een te duur
akkoord is. Wij verwerpen het omdat te weinig
bevoegdheden worden overgeheveld en omdat de
regeling voor Brussel perfide is. Premier Dehaene
werden loodgieterpraktijken aangewreven, maar de
recente gang van zaken bewijst het failliet van de
methode-Verhofstadt, waarbij tot de laatste
seconde en volledig in het nadeel van Vlaanderen
moet worden gemarchandeerd om een tweederde
meerderheid te bereiken. De Franstaligen zullen
dus opnieuw massaal en unaniem voor stemmen,
J'insiste sur le fait que MM. Maingain et Clerfayt ont
l'intention d'appuyer le projet, M. Maingain ayant
même parlé de solution raisonnable. Lorsque M.
Maingain s'exprime en ces termes, les Flamands
doivent être sur leurs gardes. Le communiqué
s'achève par l'annonce d'une réunion du cabinet
restreint le 28 juin à 9 heures, M. Verhofstadt
devant rencontrer Mme Milquet, présidente du PSC,
à 9.30 heures. Par ce rappel chronologique,
j'entends prouver que le débat, ici, dans l'hémicycle,
avait été refusé par la majorité et le gouvernement.
En dépit des multiples déclarations du premier
ministre, l'absence d'accord global garantissant une
majorité des deux tiers était flagrante. Si nous
rejetons le deuxième volet de cet accord, c'est en
raison non seulement des transferts abusifs qu'il
met en oeuvre mais également de son incidence
financière. Le ministre du Budget lui-même admet
que les accords du Lambermont sont trop onéreux.
Nous le rejetons, parce que les compétences
transférées sont peu nombreuses et que la
réglementation élaborée pour Bruxelles est
particulièrement perfide. M. Dehaene s'entendait
souvent reprocher ses pratiques de plombier, mais
les événements auxquels nous avons assisté, ces
derniers jours témoignent de la faillite de la
méthode Verhofstadt, pour qui la recherche d'une
majorité des deux tiers semble justifier, jusqu'à la
dernière extrémité, des marchandages sur le dos
CRABV 50
PLEN 140
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
tegen een wel zeer nipte meerderheid aan Vlaamse
kant.
de la Flandre. Les francophones voteront donc
comme un seul homme en faveur de ces textes,
alors que, du côté flamand, la majorité sera très
étroite.
01.49 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Ik stel vast dat men hier urenlang
hetzelfde heeft herhaald. Ik en de andere
aanwezige ministers zijn al op de geformuleerde
opmerkingen ingegaan. Ik verwijs dan ook naar die
uiteenzettingen.
De voorzitter: De algemene bespreking is
gesloten.
De vergadering wordt gesloten om 6.40 uur.
Volgende vergadering donderdag 28 juni om 7.00
uur
01.49 Johan Vande Lanotte , ministre (en
néerlandais): Je constate que les mêmes propos
ont été répétés des heures durant. J'ai déjà
répondu aux remarques qui ont été formulées et
c'est également le cas des autres ministres
présents. Je me réfère dès lors à ces interventions.
Le président : La discussion générale est close.
La séance est levée à 06.40 h.
Prochaine séance plénière, jeudi 28 juin à 07.00
heures.
Document Outline