KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 PLEN 142
CRIV 50 PLEN 142
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
donderdag jeudi
28-06-2001 28-06-2001
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
Regeling van de werkzaamheden
1
Ordre des travaux
1
Spreker: Bart Laeremans
Orateur: Bart Laeremans
MONDELINGE VRAGEN
1
QUESTIONS ORALES
1
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- de heer Gerolf Annemans aan de eerste minister
over "de kaderconventie tot bescherming van
minderheden" (nr. 9213)
1
- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur "la
convention-cadre pour la protection des minorités"
(n° 9213)
1
- de heer Servais Verherstraeten aan de eerste
minister over "de kaderconventie over de
bescherming van de nationale minderheden"
(nr. 9214)
1
- M. Servais Verherstraeten au premier ministre
sur "la convention-cadre pour la protection des
minorités nationales" (n° 9214)
1
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Servais
Verherstraeten, Guy Verhofstadt
, eerste
minister
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK, Servais
Verherstraeten, Guy Verhofstadt
, premier
ministre
Vraag van de heer Daniel Féret aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de NAVO-bescherming voor de
etnisch Albanese gewapende rebellen in
Macedonië" (nr. 9215)
3
Question de M. Daniel Féret au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la
protection accordée par l'OTAN aux rebelles
armés albanophones en Macédoine" (n° 9215)
3
Sprekers: Daniel Féret, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Daniel Féret, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van mevrouw Claudine Drion aan de eerste
minister over "de nieuwe WHO-
onderhandelingsronde" (nr. 9216)
4
Question de Mme Claudine Drion au premier
ministre sur "le nouveau round de négociations à
l'OMC" (n° 9216)
4
Sprekers: Claudine Drion, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Claudine Drion, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van mevrouw Els Van Weert aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
standpunt van de minister met betrekking tot de
doorlichting van Europol naar aanleiding van de
top op 3 juli 2001" (nr. 9217)
5
Question de Mme Els Van Weert au ministre de
l'Intérieur sur "la position du ministre concernant
l'audit d'Europol lors du sommet du 3 juillet 2001"
(n° 9217)
6
Sprekers:
Els Van Weert, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Els Van Weert, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
7
Questions jointes de
7
- de heer Marcel Hendrickx tot de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de
achterstallen van voetbalclubs in betalingen aan
de RSZ" (nr. 9218)
7
- M. Marcel Hendrickx au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "les arriérés des
clubs de football en matière de versement des
cotisations ONSS" (n° 9218)
7
- de heer Arnold Van Aperen tot de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de RSZ-
overeenkomst met KFC Turnhout" (nr. 9219)
7
- M. Arnold Van Aperen au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "l'accord entre
l'ONSS et le KFC Turnhout" (n° 9219)
7
Sprekers: Marcel Hendrickx, Arnold Van
Aperen, Frank Vandenbroucke
, minister van
Sociale Zaken en Pensioenen
Orateurs: Marcel Hendrickx, Arnold Van
Aperen, Frank Vandenbroucke
, ministre des
Affaires sociales et des Pensions
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "de blokkering van een
wettelijke regeling in verband met spijtoptanten"
(nr. 9220)
8
Question de M. Tony Van Parys au ministre de la
Justice sur "le blocage d'un dispositif légal en ce
qui concerne les repentis" (n° 9220)
8
Sprekers: Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
Orateurs: Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
minister van Justitie
ministre de la Justice
ONTWERP VAN BIJZONDERE WET
9
PROJET DE LOI SPÉCIALE
9
Ontwerp van bijzondere wet houdende overdracht
van diverse bevoegdheden aan de gewesten en
de gemeenschappen (overgezonden door de
Senaat) (1280/1 tot 3)
9
Projet de loi spéciale portant transfert de diverses
compétences aux régions et communautés
(transmis par le Sénat) (1280/1 à 3)
9
Bespreking van de artikelen (voortzetting)
9
Discussion des articles (continuation)
9
Sprekers: Francis Van den Eynde, Koen
Bultinck, Bart Laeremans, Alexandra Colen,
Bert Schoofs, Guido Tastenhoye, Jan
Mortelmans, Guy D'haeseleer, Hagen
Goyvaerts, Gerolf Annemans
, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie
Orateurs: Francis Van den Eynde, Koen
Bultinck, Bart Laeremans, Alexandra Colen,
Bert Schoofs, Guido Tastenhoye, Jan
Mortelmans, Guy D'haeseleer, Hagen
Goyvaerts, Gerolf Annemans
, président du
groupe VLAAMS BLOK
Regeling van de werkzaamheden
32
Ordre des travaux
32
Spreker: Bart Laeremans
Orateur: Bart Laeremans
Bespreking van de artikelen (voortzetting)
34
Discussion des articles (continuation)
34
Sprekers: Bart Laeremans, Yves Leterme,
voorzitter van de CVP-fractie, Filip De Man,
Francis Van den Eynde, Roger Bouteca
Orateurs: Bart Laeremans, Yves Leterme,
président du groupe CVP, Filip De Man,
Francis Van den Eynde, Roger Bouteca
BIJLAGE
45
ANNEXE
45
STEMMINGEN
45
VOTES
45
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN
45
DETAIL DES VOTES NOMINATIFS
45
INTERNE BESLUITEN
45
DECISIONS INTERNES
45
PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE
45
COMMISSION PARLEMENTAIRE DE
CONCERTATION
45
B
ESLISSINGEN
45
D
ECISIONS
45
INTERPELLATIEVERZOEK 46
DEMANDE
D'INTERPELLATION
46
I
NGEKOMEN
46
D
EMANDE
46
VOORSTELLEN 46
PROPOSITIONS 46
I
NOVERWEGINGNEMING
46
P
RISE EN CONSIDERATION
46
MEDEDELINGEN
47
COMMUNICATIONS
47
COMMISSIES 47
COMMISSIONS
47
V
ERSLAGEN
47
R
APPORTS
47
SENAAT 49
SENAT 49
E
VOCATIE
49
E
VOCATION
49
REGERING 49
GOUVERNEMENT
49
I
NGEDIEND WETSONTWERP
49
D
EPOT D
'
UN PROJET DE LOI
49
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



PLENUMVERGADERING SÉANCE
PLÉNIÈRE
van
DONDERDAG
28
JUNI
2001
14:15 uur
______
du
JEUDI
28
JUIN
2001
14:15 heures
______

De vergadering wordt geopend om 14.33 uur door
de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.33 heures par M.
Herman De Croo, président.

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering
zijn de ministers van de federale regering:
Ministres du gouvernement fédéral présents lors
de l'ouverture de la séance:
Louis Michel, Laurette Onkelinx, Guy Verhofstadt.

De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter
kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen
in bijlage bij het integraal verslag van deze
vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions
doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises en annexe du
compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering
Excusés

Karel Pinxten, wegens ziekte / pour raison de
santé.
01 Regeling van de werkzaamheden
01 Ordre des travaux

De voorzitter: Voor ik het vragenuurtje begin,
moet er deze namiddag omstreeks 16 uur nog
een verslag in de commissie voor de Herziening
van de Grondwet worden goedgekeurd. Ik wil de
plenaire vergadering niet tegelijkertijd laten
doorgaan. Ik zal daarom eindigen na het
vragenuurtje. Ik zal ervoor zorgen dat het verslag
klaar is om te worden gelezen.

Je ferai alors procéder à la lecture du rapport et
reprendrai la réunion ensuite. Si on m'informe que
le rapport n'est pas prêt, j'entamerai le débat
général pour interrompre par la suite, de
préférence après les questions.
01.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ook in de commissie heb ik
terzake het woord genomen. Ik heb gevraagd om
de diensten zeker niet te overbelasten door het
verslag volgende week te laten goedkeuren. Er is
namelijk niets hoogdringend aan heel het verhaal
van dit fonds.

De voorzitter: Mijnheer Coveliers, ik zou willen
wachten tot het verslag klaar is en gedrukt want
anders kan men het niet nalezen. Als ik verneem
dat het verslag klaar is voor het vragenuurtje is
afgelopen, zal ik de vergadering schorsen.
Mijnheer Leterme, als het verslag niet klaar is,
gaan we verder met het debat.
Mondelinge vragen
Questions orales
02 Samengevoegde vragen van
-
de heer Gerolf Annemans aan de eerste
minister over "de kaderconventie tot
bescherming van minderheden" (nr. 9213)
- de heer Servais Verherstraeten aan de eerste
minister over "de kaderconventie over de
bescherming van de nationale minderheden"
(nr. 9214)
02 Questions jointes de
- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur
"la convention-cadre pour la protection des
minorités" (n° 9213)
- M. Servais Verherstraeten au premier ministre
sur "la convention-cadre pour la protection des
minorités nationales" (n° 9214)
02.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Mijnheer de eerste minister, ik heb horen zeggen
dat u deze nacht met de PSC en uw
meerderheidspartners hebt onderhandeld over die
kaderconventie. Is dat waar en zo ja, wat is het
resultaat van deze onderhandelingen?
02.02 Servais Verherstraeten (CVP): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de eerste minister, enkele
weken geleden zei u voor dit Parlement dat de
conventie voor de rechten van minderheden geen
enkele band had met Lambermont. U verklaarde
dit in antwoord op een vraag van collega
Annemans.

Vandaag stellen wij vast dat bij de bespreking van
het bevoegdheidsontwerp hoe langer hoe meer
Franstaligen over die conventie begonnen te
praten en vanmorgen komt dan blijkbaar een
akkoord uit de bus en onmiddellijk volgt uw
collega, de minister-president van de Vlaamse
regering, met een persverklaring dat er voor de
Vlaamse regering ook geen problemen zullen zijn.
Dit gebeurt allemaal vandaag toevallig wanneer
wij gaan stemmen over dit bevoegdheidsontwerp
waar u de broodnodige PSC-stemmen nodig hebt
voor een tweederdemeerderheid.

De band is al te toevallig, vandaar mijn vraag.
Hebben er gesprekken plaatsgehad over de
conventie voor de rechten van de minderheden?
Zo ja, met wie, was de PSC daarbij en vanaf
wanneer?

Ten tweede, hoe zult u grondbeginselen
betonneren binnen de ratificatie van uw conventie
en riskeert het niet gevolgen te hebben met
betrekking tot het discriminatieverbod en het
territorialiteitsbeginsel.

Ten slotte, is dit geen radicale breuk met de
beslissing van de vorige legislatuur van de
Vlaamse regering, gesteund door alle Vlaamse
partijen waar u een van de voorzitters was, met
betrekking tot ratificatie van deze conventie
02.03 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer
de voorzitter, ik zou eerst aan de heer
Verherstraeten willen zeggen dat vragen gericht
aan de Vlaamse regering in het Vlaamse
Parlement moeten worden gesteld. Daar loopt
trouwens vanmiddag een gelijkaardig debat.

Ten tweede, ik heb gisteravond niet met de PSC
onderhandeld. Ik heb vanmorgen wel mevrouw
Milquet, de voorzitster van de PSC gezien,
ongeveer een half uur voor de Ministerraad. Wij
hebben een punt besproken van de agenda van
de Ministerraad, namelijk het punt uit het
raamverdrag voor de bescherming van nationale
minderheden.

De regering heeft besloten ­ na consultatie van
alle deelregeringen ­ om over te gaan tot
ondertekening van dat raamverdrag mits ook het
afleggen van een duidelijke verklaring.

Mijnheer de voorzitter, ik wil die hier voorlezen:
"Het koninkrijk België verklaart dat de toepassing
van het raamverdrag geen afbreuk doet aan de
grondwettelijke bepalingen, garanties of
beginselen en evenmin aan de wetgevende
normen die op het ogenblik het taalgebruik
regelen. Het koninkrijk België verklaart dat het
begrip nationale minderheid gedefinieerd zal
worden door de interministeriële conferentie
buitenlands beleid".

Wat dat laatste betreft, u kent de interministeriële
conferentie Buitenlands beleid, het is een
verzamelplaats van de deelgebieden en van de
federale overheid die in consensus beslissingen
neemt. Het gaat wel degelijk over de
ondertekening. Wij hebben dus allemaal de
minister van Buitenlandse Zaken gemachtigd om
tot ondertekening over te gaan. Het is niet de
ratificatie, dat is een aangelegenheid van het
Parlement.

De ratificatie is een bevoegdheid van het federaal
parlement en de diverse deelparlementen van ons
land die terzake verantwoordelijkheid op zich
moeten nemen en de afweging moeten maken.

Ongetwijfeld zal worden gerepliceerd dat ik een
tweetal weken geleden op een vraag van de heer
Annemans heb geantwoord dat er geen band was
tussen de beide dossiers. Dat was ook zo. De
voorbije dagen heb ik echter zowel aan Vlaamse
als aan Franstalige zijde de wil vastgesteld om
een probleem dat in ons land al sinds 1996
bestaat, eindelijk op te lossen. Dat is dus de
procedure die we hebben afgesproken.
02.04 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik lees voor wat ik twee
weken geleden de eerste minister heb gevraagd:
"Vandaag werd de mogelijkheid geopperd dat er
gesprekken hebben plaatsgevonden met de PSC.
Werden er ter gelegenheid daarvan toezeggingen
gedaan of standpunten ingenomen in verband met
het kaderverdrag van de Raad van Europa?" Toen
heb ik ook aangedrongen op een ondubbelzinnig
antwoord van uwentwege.

Wie schetste mijn verbazing toen ik inderdaad een
ondubbelzinnig antwoord kreeg, want Guy
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Verhofstadt in een voor mij alleszins zeer
zeldzaam moment van helderheid antwoordde: "Ik
zie geen verband tussen de goedkeuring van de
bijzondere wetten en de ratificering van dat
kaderverdrag". Ik stond perplex. Verhofstadt
gooide er nog een bom bovenop: "Ik heb de band
tussen de beide dossiers ook nooit gemaakt. Dit
dossier bestaat eigenlijk niet eens op federaal
vlak. Het kaderverdrag is immers een gemengd
verdrag waarover de Franstalige en de Vlaamse
gemeenschap geen eenduidig standpunt
innemen. Tot zolang ligt het dossier niet op mijn
tafel".

Ik vond dat te mooi om waar te zijn en voegde
eraan toe dat ik er een groot Sint-Elooisgevoel bij
kreeg. Daarop antwoordde hij dat hij ons nooit wat
had voorgehouden met de Sint-Elooisakkoorden,
want dat hij nooit had beweerd dat het akkoord tot
stand zou komen. Ik mocht dus niet beweren dat
hij een akkoord dat Michel voorheen had
aangekondigd, al had gesloten.

Ik stel vast dat de eerste minister hier de komedie
van een leugenaar opvoert. Hij beweert dat hij
achteraf een schwung heeft gekregen, waaraan hij
niet kon weerstaan en waaraan Vlamingen en
Walen samen moesten werken en hij stelt dat hij
die heeft begeleid.

Mijnheer de eerste minister, u weet zeer goed dat
u door de ratificatie van het verdrag ­ waarin niet
eens de definitie van minderheid wordt
verduidelijkt ­ de faciliteiten, die de Franstaligen
moeten toelaten zich gemakkelijker aan te
passen, en de rondzendbrieven-Peeters afschaft.
Bovendien biedt u de Franstaligen in de rand
garanties en kunnen zij het gebruiken tegen alle
wettelijke bepalingen en taalverhoudingen die al
40 jaar in ons land bestaan. Dat is een schande
en u bent een leugenaar, mijnheer de eerste
minister.

De voorzitter: Dat woord wordt niet gezegd. Ik
schrap dat woord.
02.05 Servais Verherstraeten (CVP): Mijnheer
de eerste minister, het samenvallen van de
indiening van een ontwerp over de ratificatie van
de Conventie van de Rechten van de
Minderheden met de cruciale stemmingen over de
Lambermont- en Lombard-akkoorden, is al te
toevallig. Ettelijke weken geleden hadden we
moeten zeggen dat vóór de klokken van
Lambermont en Lombard zouden luiden, u het
Parlement eens te meer zou verloochenen.

Mijnheer de eerste minister, u sprak van een
interministeriële conferentie. In de vorige
legislatuur is die ook reeds opgericht. De
documentatie zult u eens moeten nakijken. Er is
daar gewezen op het volgende: nooit zult u het
discriminatiebeginsel kunnen betonneren; nooit
zult u de grondwet kunnen betonneren; de
taalprioriteit zal worden erkend; de taalvrijheid in
private rechtsverhoudingen zal zijn erkend. U hebt
echter inderdaad gelijk: ratificatie komt toe aan de
parlementen.

Ratificatie komt ook toe aan de
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
in Brussel. Daar komt nog maar eens een aap uit
de mouw, want collega Van Rompuy was
vanmorgen alert genoeg om de Vlamingen te
verwittigen en duidelijk te zeggen dat de
vernieuwde Vlaamse christen-democraten in die
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
dit niet zouden goedkeuren.

Uw kabinet zei toen reeds dat het ons na
Lombard, na Lambermont niet meer nodig had
aangezien die dubbele taalmeerderheid niet meer
nodig zou zijn. Eén derde zou volstaan. Ze zouden
het zonder de CVP kunnen doen. Ik wil dat
combineren met de verklaringen die vannacht zijn
afgelegd door uw vice-premier Vande Lanotte. Hij
zei dat de dubbele taalmeerderheid, waar men
van afstapt, noodzakelijk is louter voor de
democratie, om ondemocratische krachten tegen
te houden, maar niet om de democratie niet te
laten functioneren. Hier, deze morgen hebt u
reeds deze woorden van de vice-premier totaal
ontkracht en gesteld dat het loze woorden zijn. Er
zal een ratificatie zijn waar u ons, de vernieuwde
Vlaamse christen-democraten op de weg zal
vinden. Als de belangen van de Vlaamse
Brusselaars dan toch nog blijvend beschadigd zijn,
zal er nog altijd het verenigd college van de
ministers van Brussel zijn.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Question de M. Daniel Féret au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la protection accordée par l'OTAN aux rebelles
armés albanophones en Macédoine" (n° 9215)
03 Vraag van de heer Daniel Féret aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de NAVO-bescherming voor de
etnisch Albanese gewapende rebellen in
Macedonië" (nr. 9215)
03.01 Daniel Féret (FN): Monsieur le président,
monsieur le vice-premier ministre, les forces de
l'OTAN viennent de poser un acte qui cadre assez
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
mal avec la mission pour laquelle cette
organisation avait été initialement fondée, à savoir
le maintien de la paix. En effet, les Forces de
l'OTAN ont récemment protégé les minorités et
les forces armées de la minorité albanophone en
Macédoine et cela, sans exiger leur
désarmement.

Ma question comprendra deux volets, monsieur le
vice-premier ministre. Certains commentateurs
prétendent que les Américains ont pris cette
décision sans aucune concertation avec les
Européens. Pouvez-vous confirmer ou infirmer
cette information? Si vous l'infirmez, je vous pose
la question de savoir comment vous justifiez la
neutralité de la Belgique dans cette affaire. Si
vous confirmez cette information, la question
subsidiaire que je vous pose est de savoir ce que
fait encore la Belgique dans l'OTAN.
03.02 Louis Michel, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, l'opération
d'évacuation des rebelles de la NLA d'Aracinovo a
répondu à une nécessité tant politique que
militaire.

En effet, la présence de la NLA dans ce village
avait pour effet de couper la route stratégique qui
relie la capitale, Skopje, à la capitale
transbalkanique. Dès lors, une telle présence
rendait impossible toute reprise des pourparlers
entre les parties slaves et albanophones et avait
pour résultat de pousser les autorités de
Macédoine à rechercher une solution militaire au
conflit.

Le temps pressant et le risque d'escalade
dangereuse se précisant d'heure en heure,
l'envoyé spécial du secrétaire général de l'OTAN
sur place a donc pris l'initiative d'une solution
permettant de résoudre la question et d'ouvrir à
nouveau la voie à des négociations. Il l'a d'ailleurs
fait en accord avec les autorités militaires de
l'Alliance. Celles-ci ont dû gérer le transfert des
rebelles hors du village, car les compagnies de
transport civil le refusaient pour des raisons de
sécurité.

En réalisant cette opération, l'OTAN a permis aux
forces macédoniennes de retrouver le contrôle
d'un noeud stratégique important sans que les
rebelles ne perdent la face, puisqu'ils se sont
retirés dans un contexte international sous
contrôle. Cette décision a été prise dans la rapidité
et répond entièrement aux préoccupations de la
communauté internationale et de l'Union
européenne.
J'ai cependant exprimé, par le biais de la
représentation permanente de la Belgique auprès
de l'OTAN, mon regret qu'elle n'ait pas été
consultée de manière approfondie pour de telles
décisions.
03.03 Daniel Féret (FN): Monsieur le président,
monsieur le vice-premier ministre, je ferai
observer qu'il ne va pas nécessairement de soi
que ce soit l'intérêt de l'Union européenne de voir
se créer un deuxième foyer islamiste au sein de
l'Europe, comme il y en a déjà eu. C'est que le
mépris, dont ont déjà témoigné les autorités
américaines lorsqu'elles sont venues à Bruxelles
récemment, ce mépris à l'égard de la Belgique
continue.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Claudine Drion au premier
ministre sur "le nouveau round de négociations
à l'OMC" (n° 9216)
04 Vraag van mevrouw Claudine Drion aan de
eerste minister over "de nieuwe WHO-
onderhandelingsronde" (nr. 9216)

(La réponse sera fournie par le vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères.)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken.)
04.01 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, monsieur le vice-premier
ministre, si nous disposions de plus de temps, je
me lancerais avec vous dans un débat visant à
déterminer si le libéralisme est ferment de
citoyenneté et si en conséquence, l'Organisation
mondiale du commerce (OMC) peut s'appeler
l'Organisation mondiale de la citoyenneté. Nous
n'avons pas le temps aujourd'hui, mais je suis
sûre que nous y reviendrons, car les
parlementaires suivent l'actualité de près.

Nous avons donc découvert ­ M. le premier
ministre nous l'a confirmé hier ­ qu'à Göteborg,
l'Union européenne s'était mise en phase avec les
Etats-Unis pour le lancement d'un nouveau round
de négociations à l'OMC. Je voulais savoir
comment et à quel niveau cette décision était
intervenue à l'échelon européen et si on était resté
dans le mandat fixé en commission à la veille de
la précédente réunion ministérielle de Seattle.

Eu égard à la position belge, nous savions que
dans le lancement potentiel d'un nouveau round,
le gouvernement avait mis en évidence les
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
normes de l'OIT, le respect des législations
environnementales, les protections au niveau
culturel et de la santé publique. La position du
gouvernement est-elle demeurée inchangée? La
position arrêtée par le gouvernement pour rendre
plus transparent le mécanisme de règlement des
différends à l'OMC en vue de le rendre davantage
indépendant pour en faire réellement un pouvoir
judiciaire autonome et indépendant, reste-t-elle
valable?

Par ailleurs, il résulte des négociations
actuellement en cours avec les pays en voie de
développement que ceux-ci remettent en question
le fait que les accords de Marrakech, donc du
précédent round, aient des répercussions
négatives sur le développement et qu'ils
pourraient conditionner l'ouverture d'un nouveau
round à la révision de ces accords. Comment cela
est-il pris en considération?
04.02 Louis Michel, ministre: Monsieur le
président, je sortirai du texte du premier ministre
simplement pour rassurer Mme Drion. Le
libéralisme n'a pas le monopole de la citoyenneté,
pas plus du reste que le mouvement Ecolo.

Venons-en à présent à la question. La
représentation au sommet UE-Etats-Unis du 14
juin dernier a été assurée, côté européen, par la
présidence suédoise de l'Union européenne
conjointement avec la Commission européenne.

Selon les règles en vigueur, la Belgique ne devait
pas en être et n'était donc pas présente. En ce qui
concerne le lancement d'un nouveau round
de
négociations à l'OMC, les partenaires
transatlantiques ont convenu d'oeuvrer ensemble
pour pouvoir prochainement, lors de la conférence
ministérielle de l'OMC en novembre, décider d'un
nouveau round. Seule cette nouvelle conférence
est habilitée à le faire.

En s'engageant ainsi avec les Etats-Unis, la
présidence suédoise et la Commission soutenue
par les instances du Conseil selon les procédures
traditionnelles, n'ont fait qu'agir sur la base de la
position européenne qui a été établie, comme
vous venez de le rappeler, en octobre 1999. Cette
position enjoint l'Union européenne à contribuer
au lancement d'un nouveau round de négociations
couvrant un agenda global et permettant à toutes
les nations participantes, particulièrement les pays
en voie de développement, de couvrir leurs
intérêts.

Je vous invite donc à lire le libellé de la déclaration
conjointe que l'Union européenne et les Etats-Unis
ont agréée à ce sujet.

Il est précisé que:
-
nous recherchons un round qui allie la
libéralisation commerciale à l'énoncé de règles
plus précises permettant de rencontrer les défis
de la globalisation;
- le round doit répondre aux besoins des pays en
voie de développement et prouver que le système
commercial peut répondre aux préoccupations de
la société civile;
-
le round doit promouvoir le développement
durable;
-
des progrès supplémentaires devraient être
accomplis dans le domaine de la mise en oeuvre
ainsi qu'en matière d'assistance technique,
particulièrement à l'intention des pays les plus
démunis afin de faire de l'OMC une organisation
authentiquement universelle.

Les points que vous soulevez, à savoir les normes
fondamentales du travail, la protection de
l'environnement, du consommateur et des
politiques culturelles me semblent couverts par
cette déclaration, peut-être même au-delà de nos
espérances.

Pour cette raison, je tiens à vous faire part de ma
conviction que la présidence suédoise et la
Commission ont bien négocié car elles sont
parvenues à faire accepter par les Etats-Unis un
langage qui avait toujours été refusé jusqu'ici. Par
conséquent, la Belgique doit pouvoir donner son
assentiment à ce qui a été convenu avec les
Etats-Unis.
04.03 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, monsieur le vice-premier
ministre, votre réponse est intéressante dans la
mesure où elle fait effectivement état du fait que le
mouvement citoyen est à la fois écologiste, libéral,
et également socialiste.

En ce qui concerne le nouveau round, j'aimerais
attirer l'attention sur le fait qu'il faut éviter une fuite
en avant, qu'il faut réformer certains éléments,
vous l'avez dit, en prenant en compte les critères
du développement et que le commerce
international ne peut pas être l'unique critère d'une
organisation à vocation universelle. Des réformes
sont nécessaires au niveau de la transparence et
de la représentation démocratique à l'intérieur de
l'OMC.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Vraag van mevrouw Els Van Weert aan de
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
minister van Binnenlandse Zaken over "het
standpunt van de minister met betrekking tot de
doorlichting van Europol naar aanleiding van de
top op 3 juli 2001" (nr. 9217)
05 Question de Mme Els Van Weert au ministre
de l'Intérieur sur "la position du ministre
concernant l'audit d'Europol lors du sommet du
3 juillet 2001" (n° 9217)
05.01 Els Van Weert (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, enkele weken
geleden konden wij in de commissie reeds van
gedachte wisselen over de problematiek van
Europol, meer bepaald omtrent de schandalen die
daar waren uitgebroken ingevolge fraude,
witwaspraktijken, schriftvervalsing,
belangenvermenging en vermoedelijk ook diefstal
van informatietechnologie.

Ernstig genoeg, als men beseft dat dit gaat over
praktijken die zich afspelen in de schoot van een
dienst die binnenkort een Europese politiedienst
moet worden.

Mijnheer de minister, u beloofde u aan te sluiten
bij de vraag van de Zweedse voorzitter van
destijds, om Europol ernstig door te lichten.
Welnu, op dinsdag 3 juli komt de raad van bestuur
van Europol samen om zich over deze
aangelegenheid te buigen. Wat zal het standpunt
zijn van de Belgische vertegenwoordiger bij
Europol? Op welke wijze zal de doorlichting
gebeuren?

Voorts verzoek ik u uitdrukkelijk erop aan te
dringen dat onze vertegenwoordiger vraagt om
OLAF, de Europese antifraudedienst daarbij te
betrekken, omwille van zijn deskundigheid op dat
vlak en omwille van het feit dat deze dienst onder
controle staat van het Europees Parlement. Een
democratische controle op een instelling als
Europol zou ons inderdaad geruststellen.
05.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, comme j'ai déjà eu l'occasion de vous
le dire en commission, madame, la Belgique a
vraiment l'intention de faire la clarté dans cette
affaire et, dans ce but, nous avons provoqué une
réunion du conseil d'administration qui se tiendra
le 3 juillet.

A cette occasion, nous devrons prendre une
décision en ce qui concerne deux audits. Le
premier audit permettra de vérifier tous les
contrats donnant lieu à des marchés publics pour
l'EDU ­ European Drug Unit ­ et Europol, dans le
cadre de la création de systèmes d'informations.
Une adjudication limitée y a déjà été lancée et,
lors de la réunion du 3 juillet, la firme pourrait être
désignée. Le deuxième audit permettra de vérifier
les mesures de sécurité existant au sein
d'Europol, quant à la passation des contrats mais
également quant au personnel, etc. Lors de la
réunion du 3 juillet, le cahier des charges de
l'adjudication sera présenté.

Notre intention est d'aller de l'avant. A cette
réunion du 3 juillet, je souhaite qu'un audit complet
de l'organisation soit fait de manière à vérifier
spécialement la gestion du directeur et de ses
adjoints. Il est clair que les moyens nécessaires
ne sont pas prévus et qu'il faudra donc les prévoir
au budget. Nous espérons qu'une décision de
principe pourra d'ores et déjà être prise.

L'attitude que nous adopterons au cours de notre
présidence est très claire. Je vous renvoie au
programme de notre présidence, les principes en
la matière y sont: la transparence, la bonne
gestion et le contrôle. Il faut bien entendu faire des
contrôles sur le plan financier. Ils ne doivent pas
être multiples mais permanents et efficaces. Etant
donné qu'Europol disposera de données de base
extrêmement importantes, nous devons avoir des
garanties quant à la manière dont elles seront
utilisées d'autant que l'intention est de faire
d'Europol un instrument opérationnel, non
seulement dans le cadre de l'Union, mais
également dans le cadre d'accords conclus avec
des pays candidats à l'adhésion ­ par exemple,
sous la présidence belge, nous signerons
notamment des accords avec l'Estonie, la Pologne
...

Il faut bien sûr transposer cela aux exigences
européennes mais en tout cas, la Belgique est
bien placée pour faire des propositions en ce
sens. Je pense que les parlementaires belges y
réfléchissent. M. Coveliers et M. Van Parys ont
déjà fait des propositions dans le cadre du
Benelux. L'instrument Europol est extrêmement
important mais il faut des garanties non seulement
sur le plan financier mais également des contrôles
à caractère politique. Et je compte prendre des
initiatives pendant la présidence belge.
05.03 Els Van Weert (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, het doet mij natuurlijk plezier dat de
minister bevestigt dat hij echt werk wil maken van
die democratische controle, maar ik wou vandaag
specifiek van u vernemen of u bereid bent om de
Europese antifraudedienst, die een zeer goede
reputatie heeft, in te schakelen om de controle op
Europol te doen. Daarop hebt u niet geantwoord,
tenzij dat u ervoor kiest het aan een auditfirma uit
te besteden, want dat heb ik uit uw antwoord
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
begrepen. Het voordeel van de Europese
antifraudedienst is precies dat ook het Europees
Parlement daar een zeer grote controle en
overzicht over heeft. Dat is het aantrekkelijke van
die dienst, naast de expertise die er op dat vlak is.
Ik hoop dat u dat als suggestie wilt meenemen.
05.04 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, nous ne sommes pas
encore le 1
er
juillet. Partant, nous n'assumons pas
encore la présidence. Nous avons reçu une
information par notre administrateur et je vous ai
dit que nous allions réaliser des audits, ce qui
n'est pas négligeable. En outre, une enquête
judiciaire est menée actuellement sous l'autorité
de l'officier de justice de La Haye. Je crois que
nous avons fait aujourd'hui ce que nous pouvions
faire.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Samengevoegde vragen van
- de heer Marcel Hendrickx tot de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de
achterstallen van voetbalclubs in betalingen
aan de RSZ" (nr. 9218)
- de heer Arnold Van Aperen tot de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de RSZ-
overeenkomst met KFC Turnhout" (nr. 9219)
06 Questions jointes de
- M. Marcel Hendrickx au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "les arriérés des
clubs de football en matière de versement des
cotisations ONSS" (n° 9218)
- M. Arnold Van Aperen au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "l'accord entre
l'ONSS et le KFC Turnhout" (n° 9219)
06.01 Marcel Hendrickx (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, een jaar geleden
hebt u de wereld opgeschrikt door de
bekendmaking van een aantal gigantische
achterstallen van voetbalclubs uit eerste en
tweede nationale onder meer inzake RSZ. Als
gevolg van uw initiatief heeft de Belgische
Voetbalbond, terecht, mijns inziens, een
licentiecommissie opgericht. Deze commissie
heeft ondertussen haar werk geklaard. Slechts
één club moet degraderen van tweede naar derde
nationale. Spijtig genoeg, is dat KFC Turnhout, de
club van mijn woonplaats. Dat slechts één club
gesanctioneerd werd, doet veronderstellen dat al
de andere clubs wel in orde zijn, ofwel met een
volledige afbetaling ofwel met een
betalingsakkoord met de RSZ. Waarom kon er
geen afbetalingsplan worden opgesteld met
Turnhout?

Ik zou graag wat meer duidelijkheid krijgen over
de situatie van de voetbalclubs in eerste en
tweede nationale inzake RSZ-bijdragen. Hoeveel
clubs hadden achterstallen en hoe groot waren
ze? Hoeveel is intussen afbetaald? Werden er
betalingsakkoorden afgesloten? Wat is de inhoud
ervan?
06.02 Arnold Van Aperen (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de
minister, collega's, mijn vraag gaat eigenlijk over
hetzelfde probleem. Wij hebben vernomen dat
KFC Turnhout in derde nationale zal moeten
spelen. KFC is de enige club die gestraft worden
wegens achterstallen. Turnhout ligt natuurlijk in de
Kempen, ver van Brussel, dus was het voor de
RSZ misschien gemakkelijk om KFC Turnhout als
slachtoffer te kiezen. Men heeft KFC Turnhout
blijkbaar als voorbeeld willen stellen, met alle
sociale en sportieve gevolgen vandien voor de
streek.

Mijnheer de minister, het kan toch niet dat met
één club geen overeenkomst kan worden
gemaakt? Schulden blijven schulden, ook al
dateren ze uit het verre verleden. Dat kan ik nog
begrijpen. Maar kunt u me zeggen hoeveel andere
clubs er nog achterstallen hebben? Over welke
clubs gaat het? Hoe groot zijn de bedragen? Hoe
gebeurden daar de overeengekomen betalingen
intussen, of hoe werden ze gegarandeerd? Ik
veronderstel dat men bepaalde overeenkomsten
heeft afgesloten om die schulden in de toekomst
af te betalen? Mijn vragen zijn grotendeels
gelijkluidend met die van mijn collega uit Turnhout,
maar ik zou toch graag een duidelijk antwoord van
u krijgen.
06.03 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer
de voorzitter, tot nu toe werd tussen de RSZ en
KFC Turnhout geen overeenkomst afgesloten. Er
is ook geen afbetalingregeling overeengekomen.
Er werden wel gesprekken gevoerd tussen de
RSZ en KFC Turnhout met het oog op de
aflevering van een positief attest. Dit is gebeurd,
maar zoals bij andere clubs, kan zo'n attest alleen
worden afgeleverd na de volledige, of minstens
gedeeltelijke, betaling van de schuld die als niet-
betwist wordt beschouwd. Bij gebrek aan een zelfs
gedeeltelijke betaling werd noch een
overeenkomst, noch een afbetalingsregeling
getroffen. Dit wat de aflevering van attesten
betreft.

Hoewel ik denk dat u het weet, vestig ik er de
aandacht op dat de licenties niet door de RSZ
worden toegekend. Ik ben de voetbalbond immers
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
niet. De licenties worden toegekend door de
licentiecommissie van de Koninklijke Belgische
Voetbalbond. De vraag waarom de ene club een
licentie krijgt, en de andere niet, kan ik absoluut
niet beantwoorden. Deze vraag moet u stellen aan
de Voetbalbond.

De afbetalingsakkoorden tussen de RSZ en de
sportclubs zijn vergelijkbaar met de afbetalings-
modaliteiten die worden toegestaan aan andere
werknemers die zich in een gelijkaardige situatie
bevinden. De vraag die de heer Hendrickx
gisteren gesteld heeft, was eigenlijk bestemd was
voor een commissiezitting, en het antwoord erop
vraagt bovendien een zeer uitgebreid onderzoek.
De individuele en actuele stand van zaken in
verband met schulden en afbetalingen van
sportclubs moet immers manueel worden nagaan.
In dit korte tijdsbestek was dat absoluut niet
mogelijk. Tussen haakjes, ik vind dit onderwerp
niet zeer geschikt voor een zogenaamde
actualiteitsvraag in plenaire zitting.

Samengevat, mijnheer Hendrickx, ik kan uw vraag
hier en nu niet beantwoorden, maar ik stel voor
dat ik u tegen 10 juli alsnog de gegevens bezorg,
uiteraard met respect voor de privacy.
06.04 Marcel Hendrickx (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ik kan met dit
antwoord akkoord gaan. Ik had de vraag ook in de
commissie gesteld. Daar was er misschien iets
meer tijd geweest om die opzoekingen te doen,
maar ik wacht met spanning uw antwoord en de
gegevens af.
06.05 Arnold Van Aperen (VLD): Mijnheer de
voorzitter, ook ik dank de minister voor zijn
antwoord. Ik begrijp dat we later een meer
gedetailleerd antwoord zullen krijgen wat de
bedragen betreft. Het klopt uiteraard dat de
Voetbalbond de licenties uitreikt. Maar het kan niet
dat een attest voor de ene anders zou kunnen of
mogen worden geïnterpreteerd dan voor de
andere. We zullen ook nog te rade gaan bij de
Voetbalbond.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "de blokkering van
een wettelijke regeling in verband met
spijtoptanten" (nr. 9220)
07 Question de M. Tony Van Parys au ministre
de la Justice sur "le blocage d'un dispositif
légal en ce qui concerne les repentis" (n° 9220)
07.01 Tony Van Parys (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, vorige maandag
was er een belangrijke persconferentie over de
realisaties van de minister van Justitie tijdens de
eerste twee jaar van deze legislatuur. Ik heb uit de
perscommentaren begrepen dat de belangrijkste
realisatie erin bestond vast te stellen dat een
regeling inzake de spijtoptanten niet kon worden
gerealiseerd.

Mijnheer de minister, op deze persconferentie
hebt u zwaar uitgehaald naar de voorzitter van de
PS, de heer Di Rupo. Ik geloof dat uw uithaal
terecht was omdat precies de heer Di Rupo deze
regeling in de weg staat. U hebt gezegd dat u nog
geen enkel zinnig argument uit de mond van Elio
Di Rupo had gehoord, dat zou kunnen
verantwoorden dat er geen regeling komt voor de
spijtoptanten.

Mijnheer de minister, vandaag kwam de reactie
van Elio Di Rupo. Zijn reactie is niet alleen
beledigend voor uzelf, maar bevat eigenlijk een
motie van wantrouwen, ten opzichte van uzelf en
uw beleid. Er blijkt heel duidelijk uit dat de regeling
inzake de spijtoptanten er niet komt.

Mijnheer de minister, laat u zich door de voorzitter
van de PS in die mate beledigen, omtrent een
materie die de grote prioriteit van de regering is?
Zal u, naar een oude christelijke traditie, uw
andere wang aanbieden? Hebt u nog wel het
vertrouwen van de meerderheid, aangezien de PS
dit vertrouwen blijkbaar heeft opgezegd?

Hebt u nog wel het vertrouwen van de
meerderheid? Ten eerste heeft de PS dat
vertrouwen klaarblijkelijk opgezegd maar
anderzijds hoor ik van de andere
meerderheidspartijen geen reacties ingaan tegen
de stelling van de heer Di Rupo.

Ten tweede, is er nog een meerderheid voor het
veiligheidsbeleid?

Ten derde, zal de regering nog initiatieven nemen
inzake de spijtoptant?

07.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Van Parys, in mijn
uiteenzetting heb ik alleen het voorontwerp van de
spijtoptanten toegelicht. Ik heb daarbij niemand
geviseerd, geen voorzitter van een partij en geen
partij zelf. Ik heb ook geen enkele link met een
ander dossier gelegd. Ik heb alleen de pure
vaststelling gemaakt dat in het regeerakkoord
uitdrukkelijk vermeld staat dat men de
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
aanbevelingen van parlementaire
onderzoekscommissies moet realiseren. De
regering heeft zich daartoe verbonden. Eén van
die aanbevelingen heeft betrekking op
spijtoptanten. Wij hebben allen moeten vaststellen
dat men van parlementaire onderzoekscommissie
tot parlementaire onderzoekscommissie de
pijnlijke vaststelling heeft moeten doen dat door
het ontbreken van dit instrument veel onheil niet
kon worden voorkomen.

Ik voeg hieraan toe dat ik achteraf, toen ik de
slachtoffers van de Bende van Nijvel in Charleroi
heb ontmoet, vastgesteld heb dat zij eigenlijk de
regering interpelleren over het ontbreken van een
wettige regeling. Nochtans was die in de
aanbevelingen van 'hun' parlementaire
onderzoekscommissie met zoveel woorden
voorzien. Ik stel op het terrein vast dat de leden
van de federale politie en de parketten vragende
partij zijn om over dit middel te beschikken. Ik heb
zelfs vastgesteld dat in een aantal uitspraken
rechters hebben meegedeeld dat men daaraan
een wettelijke basis moeten geven omdat men
anders tot vrijspraken zou kunnen komen. In die
omstandigheden is het voor mij duidelijk dat dit
dossier ter tafel ligt en moet getrancheerd worden.
Ik hou niet van een verklikkingmaatschappij, laat
dat duidelijk zijn. Ik wil echter wel de strijd tegen
de georganiseerde misdaad aangaan. Dat moet
ook van binnenuit kunnen gebeuren omdat dit de
enige mogelijkheid is om de fameuze omerta, de
zwijgplicht, te kunnen doorbreken.

Ik durf zeggen dat er in het voorontwerp van wet
spijkerharde garanties worden gegeven met
betrekking tot de gevallen waarin men deze
medewerking met het gerecht kan toepassen. Dat
is gebaseerd op gezonde principes van
proportionaliteit, subsidiariteit, volledigheid in de
samenwerking en oprechtheid. In 1975, toen de
wet op het druggebruik werd herzien, en toen het
begrip spijtoptanten voor het eerste werd
ingevoerd, heeft de toenmalige minister van
Justitie, de heer Vranckx, letterlijk gezegd: "Dit is
ongetwijfeld een middel om aan de ontworpen wet
een grotere doeltreffendheid te verlenen, die
ruimschoots gerechtvaardigd is ingevolge het
grote sociaal belang dat gemoeid is memt de strijd
tegen de sluikhandel in verdovende middelen."

Ik heb gedaan wat ik moest doen. Ik heb mijn
voorontwerp opgesteld. Ik denk dat de regering en
het Parlement nu hun verantwoordelijkheid
moeten nemen.
07.03 Tony Van Parys (CVP): Mijnheer de
voorzitter, het klopt dat er in Antwerpen wekelijks
een dode valt ten gevolge van afrekeningen
binnen de georganiseerde criminaliteit. En ook de
speurders naar de Bende van Nijvel zeggen dat
wij het instrument van de spijtoptanten nodig
hebben.

Mijnheer de minister, intussen is dat instrument
echter niet aanwezig. De voorzitter van de Parti
Socialiste zegt niet alleen dat het er alleen over
zijn lijk komt, hij maakt u en uw beleid tegelijkertijd
totaal met de grond gelijk. De afwezigheid van
reactie op deze uitlatingen is een opvallend
gegeven. De enige mogelijke reactie is Di Rupo lik
op stuk geven. Wij hebben samen met collega
Bourgeois een wetsvoorstel ingediend om een
regeling inzake spijtoptanten tot stand te brengen,
omdat er toch geen regeringsinitiatief kwam. Laten
wij samen bij hoogdringendheid het parlementair
initiatief ondersteunen. Zo steekt u eindelijk eens
uw nek uit en zo toont u Di Rupo wie hier het
beleid inzake justitie bepaalt. Door voorzitter Di
Rupo te laten zeggen wat hij nu zegt, zonder er
een forse vuist tegen te maken, geeft u hem gelijk.

Mijnheer de minister, ik geef u een goede raad.
Laten wij samen in de commissie Justitie
hoogdringend het wetsvoorstel Van Parys-
Bourgeois inzake de spijtoptanten bespreken en
behandelen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Ontwerp van bijzondere wet
Projet de loi spéciale
08 Ontwerp van bijzondere wet houdende
overdracht van diverse bevoegdheden aan
de
gewesten en de gemeenschappen
(overgezonden door de Senaat) (1280/1 tot 3)
08 Projet de loi spéciale portant transfert de
diverses compétences aux régions et
communautés (transmis par le Sénat) (1280/1
à 3)

Bespreking van de artikelen (voortzetting)
Discussion des articles (continuation)

Ingediende amendementen:
Amendements déposés:

Art. 3
- 6: Servais Verherstraeten (1280/2)
- 92: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)


De voorzitter: Mijnheer Van den Eynde, u hebt
het woord bij artikel 3. Bespreekt u ook het
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
amendement?
08.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, collega's, artikel 3 heeft
betrekking op het voorzien, in het raam van de
afzet en de uitvoer, van een gewaarborgde
vertegenwoordiging van de gewesten in de
instellingen die waarborg verstrekken tegen
exportrisico's en dergelijke. Om het in mensentaal
te zeggen: Delcredere, Finexpo enzovoort.

Het komt hierop neer dat de federale overheid, ten
gevolge van het Lambermont-akkoord, niet langer
bevoegd zou zijn om een beleid van coördinatie
en samenwerking te voeren. Dit hangt namelijk
samen met de afschaffing van de BDBH.
Regionalisten, mensen die zich inspireren op het
integraal of radicaal federalisme, zullen
waarschijnlijk op een naïeve manier tevreden zijn
met een en ander. Ik zou graag de Kamer in deze
zaak willen mobiliseren. Immers, dit is een van de
weinige aspecten van het akkoord dat betrekking
heeft op het buitenlands beleid. Ooit heeft een
filosoof gezegd dat de enige echte politiek de
buitenlandse politiek was. Of hij gelijk had, weet ik
niet. Het is mij wel duidelijk dat op dit ogenblik de
buitenlandse of Europese aspecten van het
Lambermont-akkoord zeer pervers uitvallen voor
de Vlaamse belangen in het algemeen en voor de
Vlaamse belangen in de Brusselse Rand in het
bijzonder.

Mijnheer de voorzitter, ik heb het dan over dat
deel van het akkoord waarover de eerste minister
twee weken geleden op een vraag van de heer
Annemans verklaarde dat het Europees verdrag
inzake minderheden hier niets mee te maken had.
Vandaag vernemen wij dat het deel uitmaakt van
de prijs, van de losprijs, die betaald is aan de
PSC. Deze mensen zijn niet alleen omkoopbaar
met het geld dat gegeven wordt aan het Franstalig
onderwijs, ze moesten echter ook een aantal boni
krijgen om uiteindelijk aan de kant van de regering
te staan.

Op het eerste zicht lijkt alles terug in orde. De
eerste minister heeft hier bevestigd wat zijn vice-
eerste minister Vande Lanotte vanmorgen reeds
heeft verteld: er zal niets aan de taalwetten
veranderen, er zal niets aan de wetgeving
veranderen. Kortom, als wij hem moeten geloven,
heeft hij de PSC met een kluitje in het riet
gestuurd. Wij weten inmiddels dat wij hem niet
mogen geloven. Wij weten dat hij heel vaak de
waarheid geweld aandoet.

Als België dit verdrag ondertekent, betekent dit
niets. Dan zijn er twee mogelijkheden. De eerste
mogelijkheid is dat de PSC een stel idioten is die
zich laten vangen aan een eenvoudig spelletje. Ik
beweer niet bewondering te koesteren voor de
Franstalige christen-democraten. De tweede
mogelijkheid is dat de eerste minister van mening
is ­ dat is misschien erger - dat het Parlement, en
in het bijzonder de Vlaamse leden van het
Parlement en de Vlaamse bevolking die zij
vertegenwoordigen, mensen zijn die niet kunnen
nadenken en aan wie men alles kan wijsmaken.

Wanneer de Franstaligen in het algemeen en het
FDF en de radicale Franstaligen van de PSC of de
PRL in de oppositie waren, hebben zij zo lang
geijverd voor de ondertekening van dit verdrag en
hebben zij alles in het werk gesteld opdat dit zou
gebeuren. Sommigen onder u zullen zich nog
herinneren dat men zelfs Zwitserland had
gemobiliseerd. Nog niet zo lang geleden kregen
wij bezoek van een Zwitsers parlementslid, de
heer Columberg. Op dit ogenblik buigt, na
opnieuw een manoeuvre van het FDF, een
Zwitsers vrouwelijk parlementslid zich over de
problematiek van het gebruik der talen in België
omdat de Franstalige minderheid zou zijn
gediscrimineerd. Wanneer men ons dan komt
vertellen dat dit allemaal niets betekent, dat de
regering dit belooft en dit wel zal doen, tracht men
ons te doen geloven in Sinterklaas. Het spijt mij,
maar ik ben te oud om nog in die verhaaltjes te
geloven.

Bijgevolg is de prijs, die de PSC heeft gevraagd
en zal ontvangen voor zijn bocht van 180 graden,
zeer hoog. Vanaf het ogenblik dat het betrokken
bedrag geratificeerd zal zijn, zal la Flandre
opnieuw bilingue zijn. De Vlaamse socialisten, die
dit verhaal met enige verbazing aanhoren en die
zich afvragen waar ik mij druk om maak, zouden
zich moeten herinneren dat deze tweetalige
situatie dermate sociaal was dat een zekere Karl
Marx, die op het einde van de eerste helft van de
negentiende eeuw in dit land verkeerde,
verkondigde dat zijn theorieën het snelst in België
zouden worden gerealiseerd omdat het
proletariaat hier een andere taal sprak dan de
burgerij. Wij gaan, om de PSC en alle
Franstaligen een plezier te doen, opnieuw het
principe van de tweetaligheid invoeren want daar
komt het op neer.

Collega's, u weet blijkbaar niet wat een
minderheid is. Een minderheid is een
bevolkingsgroep ­ dit is de klassieke definitie ­ die
op zijn oorspronkelijk territorium woont maar die
ten gevolge van een reeks toevalligheden van de
geschiedenis is terechtgekomen in een staat
waarin hij geen meerderheid uitmaakt van de
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
bevolking. Bijvoorbeeld de Bretoenen in Frankrijk
zijn een minderheid ­ die in la France trouwens
geen enkel cultureel recht krijgen. Bijvoorbeeld de
Basken in Spanje zijn een minderheid. De
Duitstalige Zuid-Tirolers in Italië zijn een
minderheid.

Als wij worden geconfronteerd met een immigratie
of emigratie van mensen, die zich om een
bepaalde reden in groten getale in een ander land
gaan vestigen, dan is er geen sprake van een
minderheid. Bijvoorbeeld, in de Balearen woont op
dit ogenblik een zeer grote groep mensen...

De voorzitter: U maakt een lange rondreis,
mijnheer Van den Eynde.
08.02 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik zal afronden, maar ik wil
mijn redenering toch eerst even voortzetten.

In Palma de Mallorca woont een zeer grote groep
Duitsers die zich daar heeft gevestigd omdat het
er warmer is dan in hun oorspronkelijke vaderland.
Zij zijn daar weliswaar zeer talrijk maar zij zijn
geen minderheid. Zo zijn de Franstaligen die zich
in de Brusselse rand hebben gevestigd omwille
van het groen en de rust, de peis en de vree die er
heerste ook geen minderheid. Het zijn gasten en
zij horen zich als gasten te gedragen en zich dus
aan te passen. Wij weten zeer goed dat de
ondertekening van dit verdrag tot doel heeft deze
gasten te laten doorgaan voor een minderheid.

Ik zal het even heel duidelijk stellen: over ons lijk.

De voorzitter: Mijnheer Bultinck, wil u het
amendement verdedigen?
08.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, ik wil kort op het artikel zelf
tussenkomen.

De voorzitter: Voeg de twee samen, dan moet u
zich slechts één keer verplaatsen. Op het artikel
kort en op het amendement ook.
08.04 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, collega's, wij zullen nog enige tijd
een poging doen om de meerderheidsfracties
ervan te overtuigen om het Lambermont-akkoord
in extremis niet goed te keuren. Voorlopig zijn wij
nog naïef in de hoop dat het ons zou kunnen
lukken, maar, mijnheer de voorzitter, u weet dat
wij inzake principes over een heilig vuur
beschikken.

Vanmorgen hebben wij artikel 2 besproken en de
zogenaamde overheveling van Landbouw naar de
Gewesten. Ik stel vast dat wij nu bij de bespreking
van artikel 3 eenzelfde verhaal krijgen. Zogezegd
wordt het afzet- en uitvoerbeleid overgeheveld
naar de Gewesten, maar fundamenteel worden
een aantal uitzonderingen gemaakt die federale
bevoegdheid blijven. Ik verwijs letterlijk naar het
artikel over de waarborgproblematiek inzake
uitvoer, invoer en investeringsrisico's. Het
gaat
over de Delcrederedienst en de
vertegenwoordiging van de Gewesten in deze
zaken. In tweede orde gaat het over het
multilateraal handelsbeleid dat op federaal niveau
blijft.

Ook hier moeten wij vaststellen dat dit luik over de
overheveling van Buitenlandse Handel de
uitvoering van het zogenaamde Hermesakkoord
is. Fundamenteel is ook hier geen sprake van
overheveling naar de Gewesten. Inderdaad, als wij
het artikel letterlijk lezen dan wordt die Belgische
Dienst voor Buitenlandse Handel afgeschaft, maar
er wordt een nieuw federaal agentschap opgericht.
Wat moet dit doen? Het moet er waarschijnlijk
voor zorgen dat prins Filip de eerste jaren niet
technisch werkloos wordt en rustig op kosten van
de belastingbetaler zijn snoepreisjes kan blijven
maken.

Wat is er nog verkeerd aan de samenstelling van
dit federaal agentschap? Welnu, het wordt
opnieuw op een typisch Belgische manier
samengesteld: de drie Gewesten duiden elk vier
vertegenwoordigers aan en de federale overheid
eveneens. Er is dus pariteit tussen de Gewesten
en het merkwaardige is dan dat men uiteindelijk ­
als het de Franstaligen uitkomt ­ voorbijgaat aan
het feit dat Vlaanderen instaat voor meer dan 75%
van de Belgische export. Het past hier dan ook dat
we duidelijk stellen dat we een open Vlaanderen
willen.

Wij zijn voorstander van een Vlaanderen met een
open blik op de wereld en de onmiddellijke
buurlanden, al was het maar omdat we niet alleen
principieel als Vlaams-nationalisten verdraagzaam
zijn en het belang van onder andere de eigen
cultuur beseffen, maar ook omdat we daar ­ dat is
een nuchtere vaststelling ­ econmisch belang bij
hebben.

Sta me toe te verwijzen naar de resoluties van het
Vlaams Parlement dienaangaande. Zo drong die
assemblee in zijn resolutie goedgekeurd op
3 maart 1999 aan op de volledige overheveling
van Buitenlandse Handel naar de deelstaten. In
die zin zou export en promotiebeleid een
exclusieve bevoegdheid van de deelstaten moeten
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
zijn. Dat impliceert dat de Belgische Dienst voor
Buitenlandse Handel volledig wordt afgeschaft en
dat niet kan worden gekozen voor een
nepoplossing waarbij die dienst wordt vervangen
door nog maar eens een federaal agentschap.

Aansluitend licht ik kort ons amendement nummer
92 op artikel 3 toe. Wij kiezen voor een duidelijke
oplossing die erin bestaat dat de
vertegenwoordigers van de gewesten autonoom
beslissen over de dossiers van de bedrijven die op
hun grondgebied gevestigd zijn, alsook over de
leningen van staat tot staat. Immers, wij gaan er
principieel vanuit dat die bepaling zal zorgen voor
meer duidelijkheid dan het voorstel dat ter tafel ligt
en dat we verwerpen.

Tot zover mijn toelichting bij onze twee
amendementen op artikel 3.

De voorzitter: Dames en heren, ik leg artikel 4 ter
bespreking.
L'ordre du jour appelle la discussion sur l'article 4.

De stemming over de amendementen en artikel 3
wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements et l'article 3 est
réservé.

Ingediende amendementen:
Amendements déposés:

Art. 4
- 34: Jean-Pol Poncelet, Jean-Jacques Viseur
(1280/2)
- 93: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)
- 95: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)
- 35: Jean-Pol Poncelet, Jean-Jacques Viseur
(1280/2)
- 36: Jean-Pol Poncelet, Jean-Jacques Viseur
(1280/2)
- 96: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)
- 97: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)
- 37: Jean-Pol Poncelet, Jean-Jacques Viseur
(1280/2)
- 43: Jean-Pol Poncelet, Jean-Jacques Viseur
(1280/2)
- 44: Jean-Pol Poncelet, Jean-Jacques Viseur
(1280/2)
- 98: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)
- 99: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)
- 101: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)
- 38: Jean-Pol Poncelet, Jean-Jacques Viseur
(1280/2)
- 15: Servais Verherstraeten (1280/2)
- 102: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)
- 39: Jean-Pol Poncelet, Jean-Jacques Viseur
(1280/2)

De voorzitter: Ik nodig u uit de amendementen
van de heren Annemans, Bultinck en Laeremans,
nrs 95, 96, 97, 98, 99, 101 en 102 te verdedigen.
08.05 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, werden de amendementen
van de heer Poncelet en Viseur ingetrokken?

Le président: Lorsque je n'entends rien, je ne vois
rien, je ne sais rien.
08.06 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, artikel 4 is een van de
belangrijkste artikelen die deel uitmaken van het
Lambermont-geheel.

De situatie wordt vandaag zwaar scheefgetrokken
omdat, precies betreffende de faciliteiten-
gemeenten waarvoor wij in zoveel uitzonderingen
voorzien in het artikel, holderdebolder iets wordt
afgesproken omtrent de minderheden.

Ondanks het feit dat zowel de heer Van den
Eynde als ikzelf het daarover reeds hadden in ons
betoog, zal ik toch terugkomen op deze materie
omdat de heer Verhofstadt verbijsterend nieuwe
elementen meedeelde.

Eerst en vooral wil ik echter erop wijzen dat wij de
bepalingen van artikel 4 veel te ruim, maar tegelijk
ook veel te beperkt vinden. Dat lijkt tegenstrijdig,
maar het is logisch. Die bedenking gaat immers
uit van dezelfde filosofie waarin wij in het verleden
de amendementen toelichtten, meer bepaald dat
het absoluut uit den boze is om identiek dezelfde
regeling te bepalen voor Brussel als voor de
andere twee gewesten. Immers, de kern van het
Lambermont-akkoord is precies dat men de
drieledigheid volledig sacraliseert. Terwijl de
drieledigheid vroeger nog dubieus was ­ de
gewesten en de gemeenschappen concurreerden
met elkaar ­ is thans de definitieve keuze
gevallen. Uiteindelijk gaat alle aandacht naar de
gewesten; zij krijgen fiscale autonomie,
bijkomende bevoegdheden en zelfs de
gemeenten. Zij worden bijzonder sterk, terwijl de
gemeenschappen zonder veel autonomie
achterblijven. Zij krijgen wel wat meer geld, maar
qua autonomie wordt het weinige dat hen was
toegewezen, zoals het kijk- en luistergeld, hen
terug afgenomen.

Een van de meest opmerkelijke en verregaande
elementen die met de gewestelijke autonomie te
maken hebben, is de bevoegdheid over de
ondergeschikte besturen, gemeenten en
provincies. Brussel laat ik even in het midden,
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
omdat daar het provinciaal en het gewestelijk
niveau al gedeeltelijk samenvallen. Op het niveau
van de gemeenten heerste er grote anarchie in
Brussel, mede omwille van de hybride toestand en
omwille van het feit dat het Brussels Gewest reeds
bevoegd was voor een aantal materies met
betrekking tot de Brusselse ondergeschikte
besturen en het federaal niveau.

De meest opvallende conclusie die wij trekken uit
de slechte voogdij over de Brusselse gemeenten
is de volgende.

Wij delen met u de ervaring dat de taalwetgeving
bij de aanstelling van contractuele medewerkers
en de benoeming van vaste personeelsleden bij
de OCMW's en de gemeenten, nog nooit zo in het
nadeel van de Vlamingen is geweest sinds de
voogdij over die bevoegdheid aan het gewest is
overgedragen. Wij hebben daar cijfers van. Ik zal
daar bij de volgende artikelen misschien nog op
terugkomen. Artikel 4 is een zodanig groot corpus
dat we voldoende werk hebben met het artikel
zelf. In ieder geval is de voogdij zeer nadelig.
Volgens onze logica moest de voogdij die Brussel
reeds bezat inzake die ondergeschikte besturen,
terug naar het federaal niveau, want enkel op het
federaal niveau bestaat er een Vlaamse
meerderheid en kan opnieuw worden
gegarandeerd en verzekerd dat die Vlamingen
aan hun trekken komen en de taalwet wordt
nageleefd. Ik zie vlak voor mij de OCMW-
voorzitter van Brussel-stad, de heer Mayeur, een
van de grote schenders van de taalwetgeving in
de hoofdstad. Hij maakt een obsceen gebaar.
Laat dat zeker in het verslag acteren. Het kan hem
natuurlijk niet schelen. Hoe meer Franstaligen in
Brussel illegaal worden benoemd, hoe beter en
hoe minder Vlamingen in Brussel worden
aangesteld, hoe beter.

Wij concluderen dat Brussel niet in staat is om die
bevoegdheid op een ernstige manier waar te
maken en de twee gemeenschappen aan hun
trekken te laten komen. Elk Vlaams individu dat
voor een job solliciteert, moet op een
gelijkwaardige manier als een Franstalig individu
worden behandeld en moet met name de beide
landstalen kennen. Via het taalhoffelijkheids-
akkoord heeft men echter die verplichting, die
wettelijk wel bestond, uitgehold en het de
Franstaligen daardoor nog veel gemakkelijker
gemaakt. Die regeling gold eerst voor twee jaar,
maar uiteindelijk voor vier jaar. Onze conclusie is
dus duidelijk: ja aan meer autonomie voor de
Duitstalige gemeenten en geen autonomie meer
voor het Brussels Gewest inzake de Brusselse
gemeenten. Deze bevoegdheden moeten terug
naar het federaal niveau worden overgeheveld.
Daarom hebben wij de ogenschijnlijk paradoxale
stelling ten berde gebracht dat de autonomie niet
goed is voor het ene gewest en wel voor het
andere.

Dit akkoord is voor Vlaanderen absoluut
onvoldoende omdat voor tal van functies, zoals de
burgerlijke stand en de brandweer, tal van
uitzonderingen bestaan, met name voor de
faciliteitengemeenten. Ook dat is voor ons
absoluut onaanvaardbaar.

De bevoegdheid inzake het benoemen van de
provinciegouverneurs is een bijkomende
onaanvaardbare kwestie. De gouverneur en de
vice-gouverneur van het administratief
arrondissement Brussel-hoofdstad, de adjunct van
de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant,
de arrondissementscommissaris en de adjunct-
arrondissementscommissarissen worden
benoemd en afgezet door de betrokken
gewestregering op eensluidend advies van de
Ministerraad.

Ook daar kunnen we niet volgen. Natuurlijk
kunnen we wel volgen wat Brussel betreft, want
we zien het in Brussel niet zitten dat die
gouverneur en die vice-gouverneur zomaar
worden benoemd door een door Franstaligen
gedomineerd Brussels Gewest.

Voor het Vlaams en het Waals Gewest zien we
het echt niet zitten dat die federale bevoogding,
dat eensluidende advies dat moet worden
afgeleverd door de federale overheid, bestaat.
Daardoor is elke Vlaamse gouverneur afhankelijk
van om het even welke federale minister, zelfs van
een federale Di Rupo, die zijn oekaze of zijn `no
pasaran' kan uitbrengen tegenover een Vlaamse
gouverneur. De Walen kunnen op die manier de
benoeming van een welbepaalde Vlaamse
gouverneur tegenhouden omdat hij hen
bijvoorbeeld partijpolitiek niet zint of uit het
verkeerde politieke nest komt. Dit vinden wij
volkomen verkeerd. Wij vinden dat de gewesten
bij die benoeming van de gouverneurs zelfstandig
moeten kunnen optreden.

Voor de benoeming van de burgemeesters wordt
dat nu wel ingevoerd, tot de rechtstreekse
verkiezing van de burgemeester opduikt. In dat
verband moet het mij van het hart dat er iets
bijzonder vreemds is gebeurd. Ik heb de heer
Vande Lanotte in plaats van de heer Verhofstadt
geïnterpelleerd tijdens de afgelopen maanden. In
de eerste plaats had ik mijn vragen natuurlijk
gesteld aan de eerste minister omdat die zich
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
tijdens de investituurbesprekingen had
geëngageerd om iets te doen voor de Brusselse
Vlamingen. Bij een van die interpellaties aan de
eerste minister, die dan uiteindelijk werd
beantwoord door vice-premier Vande Lanotte,
bleek dat die echte democratie, die rechtstreekse
verkiezing niet werd aanvaard, omdat er daarbij
minder macht gaat naar de particratie, naar die
plaatsen waar, zeker in Wallonië, de macht
geconcentreerd zit. Wij denken daarbij in de
eerste plaats aan de Parti Socialiste, die in staat is
om in een gemeente een burgemeester te
droppen die nog niet eens een tiende van de
stemmen haalde, maar die wel een zeer goede
pion is.

Daar zitten we in een vacuüm. Wij weten niet wie
wel bevoegd is voor de gemeenten die behoren tot
de bijzondere pacificatiegemeenten zoals Voeren,
Komen, Menen, Waasten en 6
faciliteitengemeenten rond Brussel.

Ook inzake de verkiezing van provinciale en
gemeentelijke en binnengemeentelijke organen en
de organen van de agglomeraties worden
uitzonderingen gemaakt. Men laat zoveel
uitzonderingen toe dat van de staatshervorming
slechts een bijzonder diffuus beeld overblijft. De
Lambermont-partijen ­ dit is een van mijn grote
verwijten ­ maakt het bijna opzettelijk zo
ingewikkeld dat de mensen zich met weerzin
afkeren van het gebeuren inzake de
staatshervorming omdat het hun petje te boven
gaat. Het is een ingewikkeld kluwen dat moeilijk te
begrijpen valt, zeker door de jongere bevolking.
Men snapt het niet. Bovendien zitten we met een
hele generatie journalisten die er geen fluit meer
van snapt. Gevolg is dat een deel van de
bevolking afhaakt omdat ze in een dergelijke
staatshervorming geen project meer kunnen
terugvinden. Ik zal de uitzonderingen inzake de
verkiezingen van provinciale organen niet
herhalen.

Ik geef een voorbeeld uit het tuchtstelsel voor de
burgemeesters. Ik lees voor: "Met dien verstande
dat de burgemeester die bij de Raad van State
een beroep in hoogste aanleg instelt tegen een
tegen hem uitgesproken tuchtsanctie die niet
gebaseerd is op zijn kennelijk wangedrag maar op
de niet-naleving van de wetten, decreten
ordonnanties of reglementen of een
administratieve handeling de Kamer kan
verzoeken al naargelang het geval een
prejudiciële vraag te stellen aan het Arbitragehof
of de zaak te verwijzen naar de algemene
vergadering van de (...) met betrekking tot de
Brusselse instellingen;". Niemand met een
gewoon stervelingenverstand kan dit nog
snappen!! Hierdoor haakt men af. Met zo'n
wetgeving kan men de bevolking niet meer
begeesteren. Integendeel, men krijgt het
tegenovergestelde effect van hetgeen men
beoogt.

Het is decadent, zeker voor de
faciliteitengemeenten dat men naar het
Arbitragehof kan stappen, een prejudiciële vraag
kan stellen en naar de tweetalige afdeling
Administratie van de Raad van State kan stappen.
Het is decadent omdat men, alhoewel men in
Vlaanderen woont en zich onderwerpt aan de
Vlaamse wetgeving vermits men kandideert voor
het burgemeesterschap, een eentalig Vlaamse
kamer niet vertrouwt. Ik noem dit een soort
racisme. Men aanvaardt niet dat Vlamingen
zouden oordelen over hun tuchtsituatie. Dit komt
neer op een gemotiveerde motie van wantrouwen.
Dit komt neer op geïnstitutionaliseerd racisme.
Het Vlaams Blok vindt dit beneden alles.

Mijnheer Viseur, zoiets is echt hemeltergend en
wij aanvaarden dit niet. Het is een zoveelste reden
om ons te verzetten tegen dit ontwerp. Bij het
zesde punt, "de kerkfabriek en de instellingen
belast met het beheer van de temporaliën van de
erkende erediensten", hebben wij vragen bij de
uitzondering die hier naar voren wordt geschoven,
namelijk "de erkenning van de erediensten en de
wedden en de pensioenen van de bedienaars der
erediensten". Wij vinden dat dit een
gemeenschapsmaterie is, net zoals justitie een
gemeenschapsmaterie is, waardoor wij niet
anders kunnen dan, indien u een beetje logisch wil
blijven met de hele logica van de
staatshervorming, die materie over te hevelen.
Jammer genoeg gebeurt dat niet.

Het zevende punt handelt over "de
begraafplaatsen en de lijkbezorging'. Daarna zijn
er natuurlijk nog de samenwerkingsakkoorden,
opgenomen in het achtste punt, "'de vereniging
van provincies en gemeenten tot nut van het
algemeen, met uitzondering van het door de wet
georganiseerde specifiek toezicht inzake
brandbestrijding". Ook daar hebben wij vragen bij,
omdat wij echt niet inzien wat er zo specifiek is
aan die brandbestrijding, civiele bescherming en
dat soort zaken.

De voorzitter: Ik ga u vragen niet meer te komen
spreken, want u ziet dat lichtje niet goed. Het staat
hier. Anders zal ik er eentje bij u moeten laten
zetten, maar dat is nogal moeilijk.
08.07 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Mijnheer de voorzitter, mijn bespreking van artikel
4 is afgelopen. Maar u weet dat dit het grootste
artikel is van het hele ontwerp en ik moet zeggen
dat ik het lichtje niet had gezien.

De voorzitter: Normaliter heeft het rode licht nog
een exciterend aspect. Het hangt ervan af op wie.
08.08 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, kleurenblind zijn voor rood
kan, maar dat is voor mij niet echt het geval. Wij
zijn op dat vlak toch wel iets genuanceerder en wij
zien graag de regenboog als het om echte kleuren
gaat, zonder bijbedoelingen.

Het tiende punt - en er zijn maar elf punten, dus ik
rond dit artikel bijna af ­ handelt over "de
algemene financiering van de gemeenten, de
agglomeraties en federaties van gemeenten en de
provincies". De gewesten worden hier nu
bevoegd.

Ook voor de materie opgenomen in het tiende
punt, "de financiering van de opdrachten uit te
voeren door de gemeenten, de agglomeraties..."
en zo verder, worden de gewesten bevoegd.

Tenslotte is er het elfde punt, "de
binnengemeentelijke territoriale organen", waar ik
niet verder op zal ingaan.

Wij hebben natuurlijk, zoals ik heb aangekondigd,
een aantal amendementen bij dit artikel nr. 4 en
dat gaat bijvoorbeeld om artikel 4, eerste
gedachtestreepje, waar wij de ganse problematiek
van de kieswetgeving, die nog te maken heeft met
de wet van 1988 ­ de fameuze pacificatiewet ­
onderuit willen halen.

Wij vinden het echt ongepast dat men die
meesleept in de 21
ste
eeuw. Het was een 20
ste
eeuws gebeuren, gesteund op achterhaalde
opvattingen over faciliteiten, die duidelijk niet meer
aan de realiteit beantwoorden en daarom wensen
wij dit gedachtestreepje zeker te schrappen,
omdat het voor ons de evidentie zelf is dat
mensen die in een faciliteitengemeente komen
wonen ook mettertijd die faciliteiten, voor zover zij
daar al gebruik van maken, nuttig aanwenden,
met name om de integratie van henzelf en van
hun familie te bevorderen in de gemeente waar zij
komen wonen. Dat was het eerste amendement,
mijnheer de voorzitter.

Mijn goede collega Koen Bultinck wou het
volgende amendement op artikel 4 behandelen.
08.09 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, als u mij toestaat zou ik toch nog
even, omdat het zo een cruciaal artikel is in dit
ontwerp, op artikel 4 willen tussenkomen. Ik zal en
passant amendement nr. 93 meenemen. U ziet
dat wij echt heel tolerante mensen zijn.

Mijnheer de voorzitter, ik wil de eerste minister in
dit halfrond verwelkomen. Het is namelijk de
eerste dag dat wij hem zien bij een bespreking
van een luik van de staatshervorming. Destijds
heeft de eerste minister aangekondigd dat hij de
staatshervorming en het Lambermont-akkoord zo
fundamenteel vond. In de commissie voor de
Herziening van de Grondwet, waarvan u zelf de
voorzitter bent, hebben wij een plejade van
ministers op bezoek gekregen. Af en toe
overkwam ons het geluk dat zelfs de minister
bevoegd voor de staatshervorming aanwezig was.
Enkele keren hebben wij minister Michel gezien.
Wij waren snel uitgepraat als het ging over de
directe bevoegdheid van de betrokken ministers.
Wij hebben in de commissie correcte en eerlijke
antwoorden gekregen van de minister voor
Ambtenarenzaken. De eerste minister hebben we
in de commissie echter nooit gezien. De officiële
versie van zijn standpunt met betrekking tot deze
staatshervorming bleek dus niet uit zijn
aanwezigheid in de commissie voor de Herziening
van de Grondwet.

Laat ik naar de essentie gaan. Artikel 4 is het
meest cruciale element in dit wetsontwerp. Men
hevelt in dit ontwerp de organieke wetgeving
inzake gemeenten en provincies over. Ik wil het
geheugen van de collega's opfrissen door te
verwijzen naar de Sint-Michielsakkoorden uit
1992-1993. De Volksunie stond toen nog onder
leiding van de heer Jaak Gabriels, nu minister van
Landbouw. Toen was hij nog Volksunievoorzitter
en holde hij lang de derde fase achterna.
Uiteindelijk krijgen wij nu de overheveling van de
gemeentewet en de provinciewet. In de praktijk
blijkt dat de Vlamingen andermaal moeten betalen
voor iets dat al zeer lang afgesproken was.

Aan de faciliteitenregeling in Vlaanderen wordt
fundamenteel niets gewijzigd. Men zegt dat het
voor de Franstaligen alleen gaat om het behoud
van de bestaande garanties. Echter blijft de
pacificatiewetgeving uit 1988 helemaal overeind
staan. Concreet gaat het om het behoud van de
regeling van de rechtstreekse verkiezing van
schepenen en OCMW-raadsleden in de zes
randgemeenten. Ook de destijds beruchte
regeling over het onweerlegbare vermoeden van
taalkennis blijft behouden. Fundamenteel wordt
aan de faciliteiten dus niet geraakt. De adjunct-
gouverneur blijft bestaan. Nog steeds is het
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
eensluidend advies nodig over zijn benoeming
door de federale Ministerraad. In plaats van
behoud van garanties, komen er eigenlijk
garanties bij. Men zou kunnen zeggen dat de
Vlaamsgezinden tevreden en gelukkig moeten
zijn. De bevoegdheid over de ondergeschikte
besturen wordt toch overgeheveld? Wij zijn echter
niet tevreden. Er wordt ernstig beknibbeld op een
aantal mogelijkheden, vooral voor enkele
gemeenten die ons na aan het hart liggen.
Vlaanderen is niet in staat om bijvoorbeeld de
gemeentegrenzen van de faciliteitengemeenten
aan te passen. De zes randgemeenten rond
Brussel zullen op termijn dus niet kunnen worden
opgenomen in federaties van gemeenten als
Vlaanderen dat in de toekomst eventueel van plan
zou zijn.

Wat de bevoegdheid voor de tuchtprocedure voor
burgemeesters en schepenen betreft, ook daar
werkt men een regeling uit die de zes
burgemeesters in de rand genegen moet blijven.
Het zou logisch zijn dat als men de bevoegdheid
voor de gemeente- en provinciewetten aan de
gewesten overdraagt, men ook de tuchtprocedure
zou overhevelen. Dat is gebeurd maar met die
bijzonderheid dat als het om de burgemeesters in
die specifieke gevallen gaat, zij hun rechten alleen
kunnen doen gelden voor de tweetalige kamers
van de Raad van State.

Mijnheer de voorzitter, ik neem even amendement
93 mee. Met dit amendement stellen wij voor het
artikel 4 zoals het bestond gewoonweg te
schrappen. Waarom doen wij dat? Wij gaan er
principieel van uit dat de bevoegdheid over
ondergeschikte besturen in ons geval enkel aan
het Vlaamse en het Waalse gewest toekomt. Dat
betekent in concreto dat als het gaat om de
Brusselse gemeenten, wij graag zouden zien dat
de bevoegdheid op het federaal niveau blijft. In de
praktijk moeten wij dus vaststellen dat de
voorstellen inzake de regionalisering van de
gemeente- en provinciewet zoals ze nu voorliggen
veel uitzonderingen en onduidelijkheden blijven
vertonen. Daarbovenop blijft er onduidelijkheid
bestaan over een aantal gemeenten die historisch
gezien tot het Nederlandstalige gebied behoren en
nu toevallig door allerlei akkoorden en
gemarchandeer uit het verleden binnen het
Waalse gewest zijn terechtgekomen. Wij hebben
­ voor een aantal collega's misschien tot
vervelens toe ­ reeds een aantal keren verwezen
naar de resoluties uit het Vlaamse Parlement. Ook
daar hebben wij altijd gesteld dat wat ons betrof
die resoluties eigenlijk nog te gematigd waren. U
hebt mij dit woord al zeer veel horen gebruiken.
Eigenlijk bewijzen wij als Vlaams Blok-politici dat
wij zeer redelijke mensen zijn, door nu toch als
referentiekader de lat eigenlijk zeer laag te leggen
en te verwijzen naar de resoluties uit het Vlaamse
Parlement, waar men duidelijk opteerde voor de
overheveling op basis van de bestaande
tweeledige staatsstructuur. Er zijn dan twee
duidelijke deelstaten, namelijk Vlaanderen en
Wallonië. Voor Brussel en voor de Duitstalige
Gemeenschap kunnen apparte regelingen worden
uitgewerkt.

De voorzitter: Wenst nog iemand iets te zeggen
bij artikel 4?
08.10 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, artikel 4 is het belangrijkste
artikel, zeg maar het scharnierartikel, van het hele
ontwerp.

De voorzitter: Mijnheer Van den Eynde, uw fractie
noemt elk artikel belangrijk.
08.11 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, toch is dit belangrijk, vooral
als we horen wat de eerste minister hier kwam
vertellen. Veertien dagen later komt hij het
tegenovergestelde vertellen.

De voorzitter: Dat is daarnet allemaal al gezegd.

Mijnheer Bultinck, ik heb u in het oog. U hebt
artikel 39 bis al verdedigd. U gaat toch niet
herbeginnen? In de Kamer gelden bepaalde
regels. Het woord is nu aan uw collega, mevrouw
Colen.
08.12 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik zal uiteraard niet de
gedetailleerde bespreking van mijn collega's nog
eens overdoen. Zij hebben met kennis van zaken
gesproken. Ik wil wel verder ingaan op een
discours dat ik vroeger al heb gehouden. We zien
immers dat waar artikel 4 spreekt over de term
'ondergeschikte besturen', de gemeentebesturen
worden bedoeld. Die term maakt duidelijk hoe
men, ook na het Lambermont-akkoord, nog
steeds blijft denken over de gemeenten binnen het
institutionele kader in België.

Mijnheer de voorzitter, u weet, dat dit kader
centralistisch is en helemaal geen rekening houdt
met volkenrechtelijke aspecten. Ik wil gewoon
aanduiden dat men zich hier weer heel expliciet in
die filosofie inschrijft.

Ik kon niet weerstaan aan de verleiding om
eventjes een vergelijking te maken met de situatie
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
zoals die in een echt federaal land zou zijn met
betrekking tot gemeenten of ondergeschikte
besturen zoals wij ze noemen. Ik neem als
voorbeeld weer even Zwitserland. Wij weten dat
de democratie een procedure is van politieke
besluitvorming. Als wij ervan uitgaan dat de
politiek ten dienste van ieders belang moet staan
­ ik heb gisteren in mijn betoog over de
ontstaansgeschiedenis van de Belgische
Grondwet aangeduid dat de Belgische regering
zich indertijd inschreef in de filosofie dat de
burgers er waren ten dienste van de staat, ervan
uitgaand dat de staat vanzelf wel wist hoe het
algemeen belang moest worden verdedigd ­ dan
is dat de redenering die aan de basis ligt van het
moderne democratische denken. Niemand is
beter in staat de belangen van een individu en
diens gezin te kennen dan het individu zelf.
Daarom probeert men in een direct democratisch
model iedereen te betrekken bij de politieke
besluitvorming. In kleine gemeenschappen is dat
mogelijk. Dat zijn zelfs de ideale plaatsen om
ieder individu de kans te geven om desgewenst
persoonlijk te participeren in de besluitvorming.
Dat is ook de basis van het directe democratische
model. In grotere gemeenschappen duidt het volk
vertegenwoordigers aan die namens hun kiezers
spreken, wat men in het algemeen de
representatieve democratie noemt. Nochtans is
het mogelijk om in grotere landen, en zeker in een
land van de grootte van Vlaanderen, een directe
democratie in te voeren. Vlaanderen en
Zwitserland zijn vergelijkbaar wat grootte betreft.
Zwitserland telt evenveel inwoners, namelijk zes
miljoen. In tegenstelling tot Vlaanderen is het
echter sterk gedecentraliseerd. Vandaar dat het
het ideale voorbeeld is van dit ver doorgedreven
democratisch model.

Vlaanderen is op een moment ingeschreven in de
Belgische staatsvorm. Het is een gecentraliseerde
deelstaat, bestaande uit vijf nagenoeg
bevoegdheidsloze provincies. Zwitserland is een
federatie van 26 kantons en halfkantons met een
zeer grote autonomie. Artikel 3 van de Zwitserse
federale grondwet bepaalt: "De kantons zijn
soeverein in zoverre hun soevereiniteit niet
beperkt is tot de federale grondwet. Zij oefenen
alle rechten uit die niet aan de confederatie zijn
toevertrouwd". De omgekeerde redenering van
wat wij in het wetsontwerp op deze bijzondere wet
zien.

Artikel 47 van hun grondwet verplicht de
confederatie om de autonomie van de kantons te
respecteren. Hun bevoegdheid is zeer ruim.
Onderwijs bijvoorbeeld is een kantonale
bevoegdheid. De kantons hebben ook hun eigen
grondwet. Ze zijn zelf onderverdeeld in gemeenten
met een zeer grote autonomie. Dit wordt geregeld
door de kantonale grondwet en kan dus
verschillen van het ene kanton tot het andere. De
federale grondwet en de confederatie verplichten
hen om in hun beleid steeds rekening te houden
met de mogelijke consequenties voor de
gemeenten. In feite zijn de gemeenten de
basiscellen van de Zwitserse federale staat.
Sommige gemeenten hebben een eigen grondwet
opgesteld. Wij denken hierbij aan de stedelijke
grondwet van Zürich.

Zwitserland telt liefst 2.914 gemeenten. Dat is
bijna tien keer zo veel als Vlaanderen met 308
gemeenten. Het kanton Bern alleen al telt meer
dan 400 gemeenten. Als wij het vergelijken, is er
geen enkele reden waarom een staat of deelstaat
van het formaat van Vlaanderen niet uitgebouwd
zou kunnen worden als een federale of
confederale bond van een tiental autonome
steden en landstreken, opgebouwd uit honderden
gemeenten.

In overeenstemming met het subsidiariteits-
beginsel besturen die Zwitserse gemeenten, als
basiscellen van de staat, in ruime mate zichzelf.
Ze hebben niet alleen een verkozen
gemeenteraad, maar houden ook openbare
volksvergaderingen. In die volksvergaderingen is
elke burger volksvertegenwoordiger. Hij mag het
woord voeren en meestemmen. In de
Landsgemeindekantons brengt men op een
zondag in de lente alle stemgerechtigde inwoners
bijeen om de Landsgemeinde bij te wonen. Het is
een evenement in openlucht waarop alle
stemgerechtigde burgers uit de gemeente
verzameld zijn om persoonlijk over hun wetten te
stemmen en hun gouverneurs te kiezen.

Er zijn nog een aantal interessante aspecten. Bij
de verdere besprekingen van artikels en
amendementen zal hierop in detail ingegaan
kunnen worden.

De voorzitter: Mijnheer Schoofs, mag ik van u
een poging van bondigheid verwachten?
08.13 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, ik heb mij tot nu toe steeds aan mijn
spreektijd gehouden. Ik zal over het artikel
spreken, dus heb ik 15 minuten spreektijd.

De voorzitter: Als iedereen ingaat op het artikel,
waar gaan wij dan naartoe? Ik zal u tien minuten
geven.
08.14 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
de voorzitter, ik aanvaard het compromis. De
inleiding van mijn betoog zal misschien lang
klinken, maar ik zal tot een korte, duidelijke en
krachtige conclusie komen.

Als geboren en getogen Limburger zal men het mij
in mijn achterban kwalijk nemen, als ik niet op dit
aspect van het Lambermont-akkoord inga. Artikel
4 is een belangrijk artikel, belangrijker dan de
andere. De bespreking van de volgende artikels
zal wellicht vlotter verlopen. De eerste vier artikels
vormen toch wel het kernstuk van Lambermont. Ik
moet terugkomen op het aspect van Voeren. Deze
idyllische gemeente maakt integraal deel uit van
mijn provincie. Ze is echt idyllisch van uitzicht, laat
dat duidelijk zijn. Ze is idyllisch van natuur en
bekend voor de wandelingen die men er kan
doen, al of niet met politiek karakter.

Ik kan u trouwens meedelen dat ik zeer vaak, en
niet omwille van politieke motieven, de gemeente
opzoek omwille van de rust die zij mij en mijn
gezin verschaft.

De gemeente is echter veel minder idyllisch wat
het politieke leven betreft. Recent zijn er zware
politieke problemen opgedoken. Die komen niet
uit het niets. Voeren was het toneel van weinig
stichtelijke conflicten die zich tussen de twee taal-
of cultuurgroepen van de gemeente voordeden.
Om drogredenen wordt gesproken over twee taal-
en cultuurgroepen. In Voeren woont immers in
principe slechts één taalgroep: de Nederlandse.
Veel Franstaligen, verfranste Vlamingen, spreken
in de huiskamer immers een diets dialect, wat in
feite een Limburgs dialect is en overigens een
zeer mooie taal. Alleen de inwijkelingen bedienen
zich steeds van het Frans, maar dat is geen
meerderheid. Zij zijn er wel gedurende jaren in
geslaagd om de verfranste Voerenaars voor hun
kar te spannen en dankzij hun politiek gewicht de
meerderheid in de gemeente uit te maken.

Nu is er verandering gekomen bij de recente
gemeenteraadsverkiezing van 8 oktober 2000 en
is de balans doorgeslagen in het voordeel van de
Vlamingen. Er zijn nu 9 Vlaamse verkozenen in de
plaats van 8. Bij de Franstaligen ligt de verhouding
net omgekeerd, namelijk 8 verkozenen in de
plaats van 9 vroeger. Wij zien nu dat de
Franstaligen in Voeren in de minderheid zijn in de
gemeenteraad, maar niet in de OCMW-raad. Zij
kunnen hun politieke nederlaag zeer moeilijk
verkroppen. Zij zijn door de kiezers uit het
gemeentebestuur gezet dankzij Nederlandse
inwijkelingen. Dat wil ik toch wel beklemtonen,
mijnheer de voorzitter. U zult dat misschien niet
graag horen, maar dat is misschien een van de
redenen waarom u op een dergelijke manier hebt
uitgehaald naar de Nederlanders, omdat zij met
hun politiek gewicht de balans in het voordeel van
de Vlamingen zouden kunnen doen omslaan, wat
het Belgisch evenwicht uiteraard in gevaar brengt.

De Franstaligen zijn in elk geval gestraft voor hun
jarenlange tactiek van de verschroeide aarde, die
zij op Voeren hebben toegepast. Ik verwijs naar de
graffiti op de muren, het haatproza aan het adres
van de Vlamingen, tot op kerken en oude
stadsmuurtjes toe. Zij hebben toch een waardevol
karakter en sommigen zijn zelfs als monument
geklasseerd. De Franstaligen hebben dit allemaal
trachten te bekladden met hun haatproza. Men
kan nu nog de muren bezichtigen. De Vlamingen
hebben te veel werk om alles ineens te kunnen
verwijderen.

De Franstalige politici hebben na hun politieke
nederlaag eens te meer hun waar gelaat getoond.
Wat blijkt? Indien de Franstalige politici ­ ik noem
de naam van een minister, José Happart ­ hun
macht verliezen of dreigen te verliezen in Vlaamse
gemeenten, worden zij gewelddadig en agressief,
maar nooit eerder hebben zij vuurwapens
aangewend.

Nooit hebben zij wapens gebruikt tegen de kweker
met een Vlaamse naam die op de Vlaamse
betogers had geschoten.

Mijnheer de voorzitter, ik wil hiermee het volgende
aantonen. Niet alleen in het verleden maar ook
recent, na de besmeuring van de kantine in
Moelingen en de verstoring van een geplande
openbare verkoop van OCMW-woningen, die
moeten worden verkocht omdat de Franstaligen
via de tactiek van de verschroeide aarde de
gemeentekas danig hebben leeggeplunderd, is
eens te meer bewezen dat de pacificatiewet en
het gepruts van Lambermont totaal nutteloos en
contraproductief zijn en bovendien niet tot het
gewenste effect leiden.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, de Vlamingen moeten onverkort, zonder
enige uitzondering bevoegd worden over alles wat
Voeren aanbelangt en over alles wat het
administratief toezicht betreft. Alleen dat zal het
geweld stoppen. Alleen dat kan de beoogde
pacificatie brengen.

De voorzitter: De bespreking van artikel 4 is
beëindigd. De amendementen, die ik allemaal heb
geciteerd, werden reeds besproken. Wenst nog
iemand een amendement toe te lichten?
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
08.15 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik zou amendement nr. 94
willen verdedigen.

Ik wil eventjes wijzen op het belang van
amendement nr. 94. Dit amendement formuleert
de principes die wij zouden hanteren indien wij de
gemeente- en provinciewet zouden overhevelen
naar de Gewesten. Voor die principes verwijs ik
naar de uiteenzettingen van de heren Laeremans
en Bultinck.

Ik wil nog even wijzen op een klein addertje onder
het gras. De mogelijkheid om burgemeesters in de
toekomst rechtstreeks te verkiezen houdt
natuurlijk ook in dat het vermoeden van taalkennis
zal gelden, net zoals dit nu voor de schepenen
geldt. In de toekomst zal het in de zes
faciliteitengemeenten niet langer mogelijk
zijn om deze
mandatarissen
wegens
Nederlandsonkundigheid, door de Raad van State,
te laten afzetten.

Mijnheer de voorzitter, amendement nr. 94
herneemt de principes zoals die werden verwoord
door mijn collega's. Ik wil nog even wijzen op het
algemene principe. Het is namelijk onze bedoeling
om aan de Gewesten exclusief de bevoegdheid
inzake de ondergeschikte besturen toe te
vertrouwen. Wij zijn immers van oordeel dat de
toezichthoudende bevoegdheid over de Brusselse
gemeenten en de gemeenten van het Duitse
taalgebied bij de federale overheid moeten blijven
omdat dit de beste garantie biedt voor de
Vlamingen in Brussel.

Wij willen derhalve de bevoegdheden over de
ondergeschikte besturen enkel toekennen aan het
Vlaamse en Waalse Gewest. Om die reden stellen
wij voor om onderhavig amendement in de
bijzondere wet in te schrijven.

De voorzitter: Alle amendementen van het
Vlaams Blok op artikel 4 werden behandeld. Er is
nog een amendement nr. 34 van de heren
Poncelet en Viseur, niemand vraagt het woord?
Amendement 35, niemand vraagt het woord?
Amendement nummer 36 van de heren Poncelet
en Viseur, niemand vraagt het woord?
Amendement nummer 37 van de heren Poncelet
en Viseur, niemand vraagt het woord?
Amendement nummer 43 van de heren Poncelet
en Viseur, niemand vraagt het woord?
Amendement 44 van de heren Poncelet en Viseur,
niemand vraagt het woord? Amendement nummer
38 van de heren Poncelet en Viseur, niemand
vraagt het woord? Amendement nummer 39 van
de heren Poncelet en Viseur, niemand vraagt het
woord? Ik heb alle amendementen op artikel 4
behandeld.

Er is een amendement nummer 15 van de heer
Verherstraeten. Ik ga de vergadering schorsen.

De
voorzitter: De stemming over de
amendementen en artikel 4 wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements et l'article 4 est
réservé.

Ingediend amendement:
Amendement déposé:

Art. 4bis
- 45: Jean-Pol Poncelet, Jean-Jacques Viseur
(1280/2)


L'amendement est retiré par les auteurs.

Ingediend amendement:
Amendement déposé:

Art. 4ter
- 46: Jean-Pol Poncelet, Jean-Jacques Viseur
(1280/2)


L'amendement est retiré par les auteurs.

Chers collègues, j'ai promis de suspendre la
séance pour que la commission de la Révision de
la Constitution puisse se réunir.

De plus, on me signale qu'il y a des problèmes
techniques au niveau du service du Compte rendu
intégral.

La suspension aura donc une double utilité: la
réunion de la commission et la résolution des
problèmes techniques que je viens de mentionner.

Je vous propose de reprendre à 17.00 heures,
avec la discussion de l'article 5.

La séance est suspendue.
De vergadering is geschorst.

La séance est suspendue à 16.28 heures.
De vergadering wordt geschorst om 16.28 uur.

La séance est reprise à 17.02 heures.
De vergadering wordt hervat om 17.02 uur.

De voorzitter: De vergadering is hervat.
La séance est reprise.

De stemming over artikel 5 wordt aangehouden.
Le vote sur l'article 5 est réservé.
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20

Ingediende amendementen:
Amendements déposés:

Art. 6
- 17: Servais Verherstraeten (1280/2)
- 103: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)
- 104: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)
- 105: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)

08.16 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, dit artikel is wellicht de
giller van het ontwerp. Het staat ook symbool voor
de rest van het ontwerp en de discussie heeft dat
gisteren ook een beetje aangetoond. Gisteren
confronteerde de heer Danny Pieters mevrouw
Talhaoui met de bepaling in dit ontwerp met
betrekking tot de overheveling vanaf januari 2004
van onderdelen van Ontwikkelingssamenwerking
voor zover ze betrekking hebben op
gemeenschaps- en gewestbevoegdheden. Een
bijzondere werkgroep heeft als taak om in overleg
met de sector en uiterlijk tegen 31 december 2002
een lijst van dergelijke materies voor te stellen.
Door de nietszeggendheid van mevrouw Talhaoui
van Agalev werden wij geconfronteerd met het feit
dat deze bepaling een lege doos is. De vraag is
wat wordt bedoeld met de notie "onderdelen van
de Ontwikkelingssamenwerking". Het was ook de
heer Pieters die, samen met een aantal leden van
onze fractie die vragen heeft gesteld. Het is
eveneens onduidelijk wat er moet gebeuren indien
de bijzondere werkgroep tegen 31 december 2002
niet tot een akkoord kan komen.

Mijnheer de voorzitter, ik denk dat het uniek is dat
men in een bijzondere wet die de bevoegdheden
van gemeenschappen en gewesten regelt,
inschrijft dat een bijzondere werkgroep wordt
opgericht om na te gaan welke delen
van Ontwikkelingssamenwerking ­ eventueel,
misschien, ooit, wie weet ­ zullen worden
overgeheveld naar de gemeenschappen en de
gewesten en dat vanaf januari 2004 en dan wel
beperkt tot die delen behorende tot de
bevoegdheden van gemeenschappen en
gewesten. In mensentaal betekent dit dat inzake
Ontwikkelingssamenwerking niets maar dan ook
niets overgeheveld.

Mijnheer de voorzitter, wij hebben het hier al een
aantal keren gehad ­ voor een aantal collega's
misschien tot vervelens toe ­ over de resoluties
van het Vlaams Parlement. Wij moeten ook nu
weer vaststellen dat met deze resoluties absoluut
geen rekening wordt gehouden. Ik citeer
bijvoorbeeld punt 9 van de resolutie, inzake het tot
stand brengen van meer coherente
bevoegdheidspakketten: "Aangezien de
ontwikkelingssamenwerking betrekking heeft op
domeinen die hoofdzakelijk bij de deelstaten
berusten, moeten, binnen het bestaande kader
inzake het buitenlandse beleid van België, de
ontwikkelingssamenwerking en de
overeenstemmende middelen toegewezen worden
aan de deelstaten."

De resolutie vervolgt: "Zij staan in voor de
conceptie en de uitvoering van dit beleid."

Het moet duidelijk zijn dat het volledige beleid
inzake ontwikkelingssamenwerking naar de
gemeenschappen moet worden overgeheveld.
Indien de wetgever er echter toch voor kiest om
ontwikkelingssamenwerking onder de gedeelde
bevoegdheid van de federale overheid, de
gemeenschapppen en de gewesten te brengen,
dan moet op z'n minst worden vastgelegd dat de
federale overheid niet langer meer bevoegd is
voor de aspecten van ontwikkelingssamenwerking
die betrekking hebben op de aangelegenheden
waarvoor de gemeenschappen en de gewesten
reeds bevoegd zijn. De Raad van State heeft er
trouwens in zijn advies op gewezen dat artikel 7
van het voorontwerp in zo vage bewoordingen was
gesteld, dat het geen enkele
bevoegdheidsoverdracht tot gevolg kon hebben.
Vergeten we evenmin dat artikel 6 van het
voorontwerp slechts de intentie uitte om vóór 1
januari 2004 een regeling in verband met de
overdracht van bepaalde bevoegdheden inzake
ontwikkelingssamenwerking tot stand te brengen.
De bekendmaking van een dergelijke intentie
zonder concrete juridische gevolgen hoort, zoals
de Raad van State terecht opmerkte, niet thuis in
zo'n tekst.

Met artikel 6 van het ontwerp van bijzondere wet
wordt aan die kritiek slechts gedeeltelijk
tegemoetgekomen door te voorzien in de
oprichting van een bijzondere werkgroep die
uiterlijk tegen 31 december 2002 een lijst moet
opstellen van aangelegenheden die betrekking
hebben op de bevoegdheden van de
gemeenschappen en gewesten inzake
ontwikkelingssamenwerking. Hieruit kan worden
afgeleid dat het enkel om een inventaris gaat die
als basis kan dienen voor de eventuele
overheveling van bepaalde delen van
ontwikkelingssamenwerking. De in artikel 6
voorgestelde regeling blijft te zeer bij intenties en
biedt onzes inziens geen enkele garantie dat zelfs
maar delen van ontwikkelingssamenwerking
effectief zullen worden gedefederaliseerd.

Bovendien ­ hiermee rond ik af ­ wordt in het
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
ontwerp geen rekening gehouden met het advies
van de Raad van State, die zich vragen stelt bij de
draagwijdte van de uitdrukking "vanaf
1 januari 2004". Dat kan worden geïnterpreteerd
als dat Ontwikkelingssamenwerking ten vroegste
op 1 januari 2004 gedeeltelijk aan de deelstaten
wordt overgedragen. Er wordt geen enkele
garantie geboden dat zulks ooit zal worden
gerealiseerd. Het lijkt er dus op dat deze
federalisering inderdaad naar de Griekse kalender
wordt verwezen.
08.17 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik zal het hebben over het
artikel inzake de splitsing van de
ontwikkelingssamenwerking. Het is zo dat de
visies op het hoe en waarom van deze hulp sterk
uiteenlopen tussen Vlaanderen en Wallonië. Het
Vlaams Blok verwerpt de idee als zou Europa
verantwoordelijk zijn voor al de miserie in deze
wereld. Gezien de magere resultaten van de
huidige vorm van ontwikkelingssamenwerking,
kant het Vlaams Blok zich ook ondubbelzinnig
tegen het optrekken van het ontwikkelingsbudget.

Wij stellen ook vast dat de schandalen, die de
jongste jaren inzake de Belgische ontwikkelings-
samenwerking aan het licht gekomen zijn,
voordien ook al jaren aan de gang waren. Het geld
van de belastingbetaler werd dus al die tijd
nutteloos uitgegeven door regerende partijen.
Het
schandaalverleden van die
ontwikkelingssamenwerking in dit land leert
bovendien dat vaak te grote budgetten geleid
hebben tot ongecontroleerde bestedingen. Die
waren op hun beurt de directe oorzaak van
allerhande fraude en gesjoemel. Op dit moment
pleiten voor een verhoging van het budget is dus
compleet onverantwoord.

Wel menen wij dat aan de ontwikkelingslanden de
kans moet worden geboden om zich te
ontwikkelen naar eigen inzichten en volgens hun
eigen dynamiek. De Derde Wereld mag volgens
ons niet gezien worden als een nog te ontginnen
wingewest voor identiteitsvernietigende systemen
als communisme of kapitalisme. Vanuit die optiek
moet Europa zich behoeden om zich al te veel te
bemoeien in deze landen of om van deze landen
kopieën te maken van haar eigen politieke of
economische modellen.

Het Vlaams Blok pleit ook voor de afschaffing van
de subsidies aan NGO's, want de vorstelijke
betoelaging van hun projecten ­ minstens 75%
van de kostprijs van een project wordt immers
door de staat betaald ­ maakt dat vele NGO's niet
eens meer de moeite nemen om een eigen
fondsenwerving op te zetten. Bovendien zijn deze
projecten moeilijk controleerbaar en spelen zeer
vaak ideologische, eerder dan humanitaire,
motieven de hoofdrol. De overaccentuering van de
rol van NGO's is bovendien een
gemakkelijkheidsoplossing waarmee de
regering haar
verantwoordelijkheid
inzake
ontwikkelingshulp kan afschuiven.

Laat ons duidelijk stellen dat wij niets tegen het
principe van NGO's hebben. Zoals KMO's meestal
zuiniger en efficiënter met hun geld omspringen
dan staatsbedrijven, zo zullen zelfbedruipende
NGO's waarschijnlijk dikwijls beter werken dan de
officiële ontwikkelingshulp van deze regering.
Deze laatste zit immers steeds verweven in een
web van commerciële, diplomatieke en politieke
belangen die dikwijls haaks staan op de echte
noden van de plaatselijke bevolking. Politieke
onafhankelijkheid zou de grootste troefkaart van
deze NGO's moeten zijn, maar zij zitten helaas al
even vaak gevangen in een kluwen van politieke
belangen en politieke dogma's als de officiële
ministeries van Ontwikkelingssamenwerking.
Daardoor krijgt hun bewustmaking al te dikwijls
een zuiver politieke invulling, en het gaat dan niet
meer over het verstrekken van informatie, over
evenwichtige voeding, gezondheidszorg,
alfabetisering of zelfs mensenrechten en
democratische besluitvorming. Al te vaak ontaardt
die bewustmaking in het promoten van de
multiculturele samenleving in ons eigen land of in
openlijke politieke indoctrinatie van meestal
marxistische inslag.

Wij willen die ontwikkelingssamenwerking een
volledige Vlaamse bevoegdheid maken.

De voorzitter: Collega's, deze morgen was het
geluid van de vogeltjes in het park van Brussel
charmant, maar dat van de gsm's werkt op de
heupen van de voorzitter. Wilt u daar alstublieft
mee stoppen want zij storen de vertaling. Het is
bijzonder lastig voor het personeel.
08.18 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, dank u voor uw interventie,
maar alvorens mijn uiteenzetting te beëindigen zal
ik misschien wachten tot de heer Moriau zijn
telefonisch gesprek heeft beëindigd. Misschien
heeft hij wel de gouverneur aan de lijn.

De voorzitter: Mijnheer D'haeseleer, mag ik u
verzoeken te besluiten?
08.19 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, tot besluit wens ik mede te
delen dat ontwikkelingssamenwerking een
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
belangrijk instrument is in ons befaamd
vreemdelingenbeleid. De terugkeer van niet-
Europese vreemdelingen naar hun land van
herkomst zal vlotter verlopen indien hij wordt
gekoppeld aan concrete ontwikkelingsprojecten.
Via de reorganisatie van ontwikkelingshulp aan de
derde wereld, kunnen wij de economische en
structurele uitbouw van deze projecten helpen
financieren.

Bovendien zullen de jongeren-vreemdelingen die
hier naar school gingen en een specifieke
opleiding volgden, hun land een grote dienst
bewijzen met hun kennis.

Alzo werd aan dit artikel een breder perspectief
geboden.
08.20 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, het is zeer merkwaardig dat
de zogenaamde en extreem zacht aangepakte
defederalisering van een deel van onze
ontwikkelingssamenwerking zoveel stof liet
opwaaien.

Het gaat tenslotte om een niet erg belangrijk deel
van het betrokken budget en bovendien is de
defederalisering logisch voor wie is vertrouwd met
het onderwerp.

Dat personen die vreemd staan ten overstaan van
ontwikkelingssamenwerking zich afvragen
waarom het wordt gedeferaliseerd, begrijp ik best.
Dat zij echter die beweren dat zij er met beide
voeten middenin staan daarvan vreemd opkijken,
lijkt mij veel eigenaardiger.

Naar aanleiding van de opvolgingscommissie
ABOS kon ik de betrokken sector van zeer nabij
bestuderen en ik kwam tot de conclusie dat ook
op dat vlak de cultuur in het Noorden totaal
verschilt van de cultuur in het Zuiden van het land.
In Vlaanderen is ontwikkelingssamenwerking als
het ware een professionele aangelegenheid,
steunend op grote organisaties, terwijl het in
Wallonië kleinschaliger is opgevat, ei zo na een
liefhebberij.

Begrijp mij evenwel niet verkeerd. Ik beweer niet
dat het Vlaamse systeem beter is of efficiënter
dan het Waalse. Ik zeg alleen dat het
fundamenteel verschillend is. Al diegenen die
deelnamen aan de opvolgingscommissie ABOS
zullen ongetwijfeld tot dezelfde conclusie zijn
gekomen.

Defederalisering op dat vlak lag bijgevolg voor de
hand. Toch gingen de poppen aan het dansen
zodra er sprake van was. Het bewijs is dat de
tekst die ons wordt voorgelegd zeer vaag is, zeer
melig; kleurloos, zoutloos en smaakloos in feite.
Men kan er alle richtingen mee uit. Dat was
trouwens ook de conclusie van de Raad van
State.

Dan moet men zich afvragen wat er is gebeurd.
Worden onze landsinstellingen in gevaar gebracht
met zo'n vaag project? Deze heisa heeft zelfs de
regering aangetast, want wij zullen ons allemaal
herinneren hoe de betrokken staatssecretaris
furieus reageerde zodra er van die
defederalisering sprake was en hoe voorzichtig de
voorstanders van een lichte defederalisering het
dossier moesten aanpakken. Ik denk dat het
antwoord in de psychologie is te zoeken en met
een soort "weg met ons"-syndroom heeft te
maken. De mensen die hier furieus tegen
reageren en beweren bekommerd te zijn om de
ontwikkelingssamenwerking, zullen als zij
daarover spreken telkens benadrukken dat het
erom gaat zo sterk en goed mogelijk de culturele
eigenheid van de betrokken volkeren te vrijwaren.
Zij zijn bekommert om de Papoea's in Nieuw-
Guinea en de culturele identiteit van de Maori's in
Nieuw-Zeeland en als het moet van de Touaregs
rond Tombouctou. Tegelijkertijd hebben zij een
hekel aan de eigen identiteit van het eigen volk.
Als ik het met een beeld zou mogen schetsen,
mijnheer de voorzitter, kan ik het op de volgende
manier formuleren. Ik kan mij best inbeelden dat
de staatssecretaris voor Ontwikkelings-
samenwerking zich met trots naast een
Touaregkrijger of Papoea voorzien van land en
een peniskoker zou willen laten fotograferen, maar
gegeneerd zou wegkijken wanneer hij aanwezig
zou moeten zijn op een of andere manifestatie
waar men aan vendelzwaaien doet. Dat is maar
de Vlaamse identiteit.

Als men Ontwikkelingssamenwerking
defederaliseert, dan komt men automatisch niet
alleen bij de identiteit van de volkeren in de derde
wereld terecht, maar ook bij de identiteit van het
eigen volk en dat is uit den boze. Het is om tegen
deze mentaliteit te reageren dat het Vlaams Blok
bestaat en het is omdat ze deze mentaliteit aan de
kaak stelt dat het Vlaams Blok wordt vermaledijd.
Het Vlaams Blok zal blijven pleiten, consequent
met zijn andere standpunten, voor de
onmiddellijke en totale splitsing van
Ontwikkelingssamenwerking.
08.21 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik zal onze drie
amendementen op artikel 6 in minder dan een
minuut behandelen.
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23

Indien de wetgever er toch voor zou kiezen om
van ontwikkelingssamenwerking een gedeelde
bevoegdheid voor de gewesten en de
gemeenschappen te maken, dan moet op zijn
minst worden bepaald dat de federale overheid
niet langer bevoegd kan zijn ten aanzien van die
delen van ontwikkelingssamenwerking die
betrekking hebben op de aangelegenheden
waarvoor gewesten en gemeenschappen dan
bevoegd zouden worden.

Tot slot, mijnheer de voorzitter, amendement 105
wil vermijden dat de zaak naar de Griekse
kalender wordt verwezen.

De voorzitter: Ik heb artikel 6 en alle
amendementen daarop behandeld. Ik heb
daarstraks goed geluisterd en iemand van het
Vlaams Blok heeft het amendement 94 verdedigd,
wat een nieuw artikel 6bis invoegt. Het is al
verdedigd, dus ik zal het op de gepaste wijze ter
stemming voorleggen.

De stemming over de amendementen en artikel 6
wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements et l'article 6 est
réservé.

Ingediend amendement:
Amendement déposé:

Art. 6bis
- 94: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)


De stemming over het amendement wordt
aangehouden.
Le vote sur l'amendement est réservé.

Ingediende amendementen:
Amendements déposés:

Art. 7
- 106: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)
- 18: Servais Verherstraeten (1280/2)

08.22 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Wat het
administratief toezicht betreft, wordt de traditionele
typische uitzondering ingericht voor de
faciliteitengemeenten, voor Voeren en Komen. De
aanwezigheid van de eerste minister dwingt me
ertoe de problematiek van het Minderheden-
verdrag opnieuw ter sprake te brengen dat opeens
als een deus ex machina uit de hemel kwam
vallen en waarmee de PSC werd gelijmd.
Ondanks de formele ontkenning dat het aan
Lambermont gekoppeld zou worden, wordt het
door de eerste minister aan deze Kamer en aan
de Vlaamse overheid, de vazal van deze regering,
opgedrongen. De eerste minister schrikt er niet
voor terug om ­ eufemistisch uitgedrukt, anders
worden mijn woorden geschrapt ­ onwaarheden
te vertellen. Hij weet dat wij systematisch een lijst
bijhouden van alle onwaarheden die hij alleen al in
dit halfrond komt verkondigen en waarmee hij de
Kamerleden zit te bedriegen. Wij zullen er niet
voor terugdeinzen deze lijst bekend te maken.

Bij het aantreden van deze regering werd 2,4
miljard frank voor het Franstalig onderwijs
gereserveerd. Hij heeft altijd ontkend dat dit was
beklonken. Het was een geheim akkoord. Over
het politiewezen in Halle-Vilvoorde heeft hij meer
dan eens onwaarheden verteld en valse citaten
voorgelezen van de minister van Binnenlandse
Zaken. Het Brussel-akkoord. De eerste minister
bestond erin te verklaren dat de Vlaamse schepen
in het verleden facultatief was. Volgens hem zorgt
dit akkoord ervoor dat de Vlaamse schepen
verplicht wordt. Een leugen die onmiddellijk door
deze Kamer werd doorprikt. De Vlaams Blok'ers
zullen zich nog goed herinneren dat na de
bijeenkomst van het Sint-Maartensfonds de eerste
minister molenwiekend uitriep dat de neonazi's en
de fascisten de ruggengraat zijn van het Vlaams
Blok. Niemand minder dan de redactie van De
Morgen heeft bij monde van verschillende
journalisten er de aandacht op gevestigd dat de
eerste minister de waarheid niet sprak. Ook in dit
dossier hebben we moeten vaststellen dat de
eerste minister een paar weken geleden
verkondigde dat het Lambermont-akkoord niet
gekoppeld zou worden aan het
Minderhedenverdrag. Vandaag zegt hij zonder
een zweem van schroom het tegenovergestelde.

De wijze waarop het land het Minderhedenverdrag
zal goedkeuren is historisch. Voor het eerst zal
worden erkend dat een Franstalige minderheid
leeft in Vlaams-Brabant. Tot op heden werd dit
steeds tegengesproken. Onder de Vlamingen
heerste een grote consensus dat in Vlaanderen
een culturele homogeniteit heerst en de faciliteiten
alleen individuele rechten scheppen. Dat was
steeds het standpunt van de vorige Vlaamse
regering en van de huidige Vlaamse regering. Nu
gaat men tegen deze homogeniteit in en spreekt
men van een autochtone groep Franstalige
aanwezigen in Vlaams-Brabant. Het zijn echter
allemaal inwijkelingen. Dit heeft tot gevolg dat de
individuele erkenning als Franstalige verzekerd
wordt. Dit betekent dat de omzendbrief van
gewezen Vlaams minister Peeters in de
prullenmand verzeild geraakt. Het zal er eveneens
toe leiden dat men opnieuw Frans zal willen
spreken in de gemeenteraden. Het Vlaamse
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
karakter van deze gemeenten wordt tot in de ziel
aangetast.

Daarstraks heb ik daarover reeds veel gezegd
tegen vice-premier Vande Lanotte. Die heeft toen
gezegd dat ik er beter aan zou doen eens te gaan
luisteren naar de heer Van Grembergen. Ik had
hem immers gezegd dat hij dit verdrag alleen
maar kon goedkeuren met de steun van de
Vlaamse regering en dat ik niet kon geloven dat
de heer Van Grembergen daar achter stond. Hij
zou dan immers zijn eigen ogen uitsteken en in
eigen voet schieten. Ik ben gaan luisteren naar
wat de heer Van Grembergen op 12 juni bij een
debat in het Vlaams Parlement heeft gezegd. Hij
heeft daar gezegd: "Wat het principe van de
minderheden betreft, nam de Vlaamse regering
reeds op 24 juli 1997 een standpunt in. Dat
standpunt blijft ongewijzigd". Ik citeer het:
"Rekening houdend met het institutionele
machtsevenwicht binnen de federale overheid en
met het grondwettelijk karakter van de
taalwetgeving, kunnen de Nederlandstaligen en de
Franstaligen in België, noch op het gehele
grondgebied van het Koninkrijk, noch op een deel
ervan worden beschouwd als nationale
minderheid, in de zin van deze kaderconventie
over de bescherming van de nationale
minderheden". Dus noch de Vlamingen, ook niet
de Vlamingen in Brussel, noch de Franstaligen,
ook niet de Franstaligen in de rand, kunnen op dit
verdrag een beroep doen. Dat heeft de Vlaamse
regering steeds beweerd. Wie kan er dan wel een
beroep op doen? Dat is heel duidelijk: onder
andere de minderheid van de Duitstaligen in
Wallonië; die voldoen perfect aan het criterium
van de nationale minderheid, zoals geconcipieerd
door de Raad van Europa.

Dat heeft de heer Van Grembergen gezegd, en
niets anders. Dit staat diametraal tegenover
hetgeen hier vandaag door de regering werd
voorgesteld. De regering gaat immers veel verder:
zij beweert helemaal niet meer dat
Nederlandstaligen en Franstaligen geen
minderheid meer kunnen vormen. Volgens haar
moeten minderheden mogelijk zijn. Het enige dat
zij verzekert is dat de taalwetgevingen
gerespecteerd blijven. Al de rest is eigenlijk niet
meer belangrijk. Dit is een zeer grote stap
achteruit; men keert hier terug naar het België van
voor de eerste wereldoorlog, naar het België dat
volledig multicultureel is en waar de
taalhomogeniteit niet bestaat en waar zij helemaal
opnieuw in vraag wordt gesteld. Dit is de essentie
van wat hier dreigt te gebeuren. Indien dit
Europees Minderhedenverdrag wordt
goedgekeurd, prevaleert het op de Belgische
taalwetgeving. Het staat dan immers boven de
Belgische taalwetgeving. Het zal dan een wapen
zijn voor de Franstaligen; een heel krachtig
wapen, waarmee zij voortdurend de taalwetgeving
kunnen aanvechten. Zo kunnen zij de faciliteiten
uitbreiden in de faciliteitengemeenten.

Intussen gaat de eerste minister weer telefoneren,
want het interesseert hem natuurlijk allemaal niet.
De echte draagwijdte van het Minderhedenverdrag
is voor hem helemaal niet belangrijk, zolang hij de
PSC maar tot zijn Lambermont-akkoord kan
overhalen. Dat het desastreus is voor Vlaams-
Brabant en voor Vlaanderen, dat interesseert hem
niet.

Het concrete gevolg is dat de Franstaligen de
Europese wetgeving zullen gebruiken als wapen,
zowel voor de nationale als voor de internationale
gerechtshoven, om de faciliteiten nog veel verder
uit te breiden, niet alleen in de
faciliteitengemeenten waar ze nu bestaan, maar
ook in andere gemeenten. Zo kunnen zij het
eentalig Nederlands karakter van andere
gemeenten aanvechten.

Mijnheer de voorzitter, tot besluit kom ik even
terug op het verslag, waarnaar ik daarstraks in de
commissie heb verwezen. Ik heb het over het
verslag van de bespreking van de Lambermont-
akkoorden over de overdracht van de
bevoegdheden. De heer Maingain heeft er een
zeer interessant, zeer helder en uitvoerig exposé
gehouden over dat Minderhedenverdrag. Hij wijst
op de consequenties die zeer verregaand zijn:
verbod van enige discriminatie, verbod van elke
gedwongen assimilatie, en een verzekerde vrijheid
van vereniging en vergadering. De heer Maingain
zegt dat het Vlaamse plan voor de rand deze
bepaling miskent, zodat het voorziet in de
afschaffing van de subsidies aan sportclubs,
jongerencentra en muziekscholen waar het
Nederlands niet als voertaal wordt gebruikt. Nu
reeds, nog voor het kaderverdrag werd
goedgekeurd, schuift men zijn strategie open bloot
naar voren en zegt men waarvoor men het zal
gebruiken: om de Vlaamse politiek in Vlaams-
Brabant, die de rand rond Brussel Nederlandstalig
wil houden, en de integratiepolitiek voor
anderstaligen tegen te werken.

Men geeft het voorbeeld van Carrefour. Ook
daartegen zal men niets meer kunnen doen.

Inzake onderwijs krijgen de minderheden het recht
om privé-onderwijs en opleidingsinstellingen in te
richten. Als de Franstaligen in Vlaams-Brabant als
minderheid worden erkend, dan zullen overal in
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
het Pajottenland Franstalige scholen ontstaan.
Daarop is het FDF uit en het FDF wil dat bereiken
met het Europees minderhedenverdrag. De
Franstaligen zullen een grote stap in die richting
zetten, ook al roept u nu de handhaving van de
taalwetgeving in. Niets garandeert dat die
taalwetgeving ook in de toekomst blijft bestaan.
De Franstaligen zullen er op internationaal vlak
alles aan doen om onze nationale taalwetgeving
met behulp van het internationaal
minderhedenverdrag onderuit te halen en het
Vlaams karakter van Vlaams-Brabant helemaal te
ondermijnen. Dat is het resultaat van uw
kooppraktijken. U verloochent de Vlaamse
belangen niet alleen in Brussel maar vandaag ook
definitief in Vlaams-Brabant.

U onderneemt pogingen om de media te
beïnvloeden door naar journalisten te laten
telefoneren met het verzoek de uiteenzetting van
de heer Annemans niet uit te zenden. Ik hoop dat
u die pogingen in de toekomst staakt. U
manipuleert het gerecht, de Veiligheid van de
Staat en de media en al wat u ter beschikking
staat om uw wil door te drijven. Wij weten dat u
naar de radio belt bij actuele nieuwsfeiten en
journalisten aanspreekt om bepaalde zaken niet
uit te zenden wanneer u in het Parlement te hard
wordt aangepakt. Daarvan hebben we getuigen.

De voorzitter: We bespreken nu amendement nr.
106 op artikel 7.
08.23 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, ik zal amendement 106,
overeenkomstig de afspraken met u, in zeer korte
tijd verdedigen. Met amendement 106 grijpen wij
terug naar artikel 7 van de bijzondere wet van
1980, zoals die oorspronkelijk in de wetgeving
stond. Bij het eerste lid staat dat de organisatie
alsook de uitoefening van het administratief
toezicht op de provincies, de gemeenten, de
agglomeratie en de federaties van gemeenten tot
de bevoegdheden van de gewesten behoort. In
ons amendement veranderen wij de woorden "de
gewesten" door "het Vlaams en het Waals
gewest."

Ten tweede, in de oospronkelijke tekst van artikel
7 zoals ze bestond in de oorspronkelijke wet van
1980, bleef op het niveau van de federale
overheid de organisatie van het gewoon
administratief toezicht op de gemeenten genoemd
in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de
talen in bestuurszaken gecoördineerd op 8 juli
1966, en op de gemeenten Komen, Waasten en
Voeren. Specifiek gaat het om het administratief
toezicht op de randgemeenten. Dat lid vervangen
wij door de volgende terminologie: "de organisatie
en de uitoefening van het gewoon administratief
toezicht op de gemeenten van het Brussels
hoofdstedelijk gebied." We voegen er een derde
lid aan toe: "De organisatie en de uitoefening van
het gewoon administratief toezicht op de provincie
Luik wat de bestuurshandelingen betreft die
betrekking hebben op de gemeenten van het
Duitse taalgebied."

De argumentatie is de volgende. Wij willen alleen
het administratief toezicht overhevelen wat
ondergeschikte besturen betreft aan het Vlaamse
en het Waalse gewest. Diezelfde voogdij willen we
voor het Brussels hoofdstedelijk gebied en het
Duitstalig gebied federaal houden. We willen
afstappen van de regeling waarin de voogdij op
het federaal niveau behouden wordt voor de
randgemeenten en Voeren.

De voorzitter: U zult het mij eens zijn dat uw
amendementen systematisch het algemeen
project dat u als amendement hebt ingediend
hernemen. Dat moet u bekennen als u zegt dat u
het kort houdt, wat ik op prijs stel. U herhaalt
eigenlijk wat al gezegd is geweest.

De stemming over de amendementen en artikel 7
wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements et l'article 7 est
réservé.

Ingediend amendement:
Amendement déposé:

Art. 8
- 107: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)

08.24 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, artikel 8 handelt over de
eenvormigheid van de regels voor de verkiezingen
van de gemeentelijke organen in het algemeen en
voor de Brusselse gemeenten in het bijzonder die
werden ingeschreven in de pacificatiewet van
1988. Daarin werd principieel de tweeledigheid
van de federale staatsstructuur met een specifiek
statuut voor Brussel vooropgesteld. Brussel moet
namelijk op voet van gelijkheid worden bestuurd.

Niettegenstaande het feit dat het toezicht op het
Brussels Hoofdstedelijk Gebied en de Duitstalige
regio federaal moet blijven, is het volgens ons niet
wenselijk dat zulks ook behouden blijft voor de
randgemeenten en Voeren, daar die integraal deel
uitmaken van het homogeen Nederlandse
taalgebied en het Vlaams Gewest derhalve ten
volle bevoegd dient te zijn. Wij baseren ons voor
die stelling op de resolutie betreffende de
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
specifieke aandachtspunten voor de volgende
staatshervorming, die in 1999 door het Vlaams
Parlement werd aangenomen. Daarin werd
gesteld dat Vlaanderen ook bevoegd moest
worden voor de organisatie van het administratief
toezicht op de randgemeenten en Voeren, alsook
voor de regeling van het taalgebruik in de
gemeenten met een bijzonder taalstatuut.

Tot slot, wat Komen-Waasten betreft, dient er
evenmin in een federaal toezicht te worden
voorzien, aangezien wij voorstander zijn van de
overheveling van die gemeenten, die historisch tot
het Nederlandse taalgebied behoren, naar het
Vlaams Gewest. Vanzelfsprekend moeten de
Franstalige inwoners van die gemeenten zich
kunnen beroepen op faciliteiten die in de tijd
worden beperkt om hun integratie in onze
gemeenschap te bespoedigen en te optimaliseren.

De voorzitter: Het artikel is aldus toegelicht.

Vraagt u het woord, mijnheer Laeremans?
08.25 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Inderdaad, ik wens het amendement op het artikel
toe te lichten.

De voorzitter: Het amendement strekt ertoe het
artikel te schrappen. Het hoeft toch niet meer te
worden toegelicht?
08.26 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik zal kort uitleggen
waarom wij wensen dat het artikel wordt
geschrapt.

De voorzitter: Dat heeft de heer Mortelmans al
gedaan.
08.27 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Inderdaad, maar enkel vanuit een bepaalde
invalshoek.

De voorzitter: Zijn er verschillende invalshoeken
in de Vlaams Blok-fractie, mijnheer Laeremans?
08.28 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Ik heb
inderdaad een andere invalshoek. De kern van het
artikel is het derde laatste woord, met name
"identiek" en het heeft zeker zin daarover nog
aanvullende opmerkingen te formuleren.

De organisatie, bevoegdheid, werking, aanstelling
of verkiezing van de organen van gemeentelijk
niveau en het administratief toezicht op de
gemeenten gelegen op het grondgebied van een
gewest, worden door dat gewest op identieke
wijze geregeld. Dat is een zeer verregaande
bepaling, want dat betekent dat een gewest geen
gedifferentieerd beleid kan voeren voor de
gemeenten uit "bachten de kupe" of voor
Michelbeke of voor Antwerpen. Wij hebben
daarover een interessant debat met minister Van
den Bossche gevoerd, die meent dat daaraan een
mouw kan worden gepast door het gebruik van
een criterium zoals het aantal inwoners. In ieder
geval worden de differentiëringsmogelijkheden
van de gewesten door onderhavige bepaling sterk
gefnuikt. Die zal steeds opnieuw worden gebruikt
om wijzigingen inzake administratie, bevoegdheid
en werking aan te vechten met het argument dat
het beleid niet identiek genoeg is. Het artikel toont
aan dat de gewesten niet echt autonoom kunnen
handelen. Een federale overheid die een
geloofwaardige wet goedkeurt waardoor de
gewesten autonoom toezicht op hun gemeenten
uitoefenen, legt dergelijke beperkingen niet op.

Deze bepaling komt er immers op neer dat men
geen vertrouwen in de gewesten heeft. Men denkt
dat de gewesten tegenover de gemeenten heel
onrechtvaardig zullen handelen en dat zij hun
werk niet zullen aankunnen. Ik ben er echter zeker
van dat het Vlaamse, maar ook het Waalse
gewest dit beter zullen aankunnen dan de federale
overheid omdat zij te ver afstaat van wat in de
provincies gebeurt.

Deze bepaling heeft ook een zeer vreemd en
pervers gevolg. Wat is er immers voor de
faciliteitengemeenten bepaald? Er kunnen
namelijk geen taalbepalingen worden opgelegd.
Het Vlaamse Gewest is heel sterk gebonden door
wat in de vorige artikels over de taalfaciliteiten en
in de wetgeving van 1988 staat. Door deze
bepaling vrees ik dat wij zeer sterk gebonden zijn
aan de onmogelijkheid om op taalvlak voor heel
Vlaanderen iets te regelen. Wanneer wij
bijvoorbeeld bepalen dat schepenen,
gemeenteraadsleden of burgemeesters aan een
bepaalde taalvereiste moeten voldoen, zou men
dat kunnen verbieden want het is niet in de
faciliteitengemeenten toegelaten en bijgevolg - het
moet identiek zijn in heel Vlaanderen - is het
nergens toegelaten. Op die manier zorgt het
gebrek aan autonomie inzake de
faciliteitengemeenten dat Vlaanderen niet in staat
is om een ernstig beleid inzake de gemeenten te
voeren. Wij zijn met handen en voeten gebonden
aan oude, Belgische vorige eeuwse, volkomen
achterhaalde denkwijzen. Dat is voor Vlaanderen
zeer belastend.

Daarom is het essentieel dat wij dit artikel
schrappen en dat wij de vrijheid aan de gewesten
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
geven om op dit vlak rechtvaardig te handelen en
op een volwassen wijze met zijn bevolking om te
gaan. Daarom vragen wij de schrapping van
artikel 8.

De
voorzitter: De stemming over het
amendement en artikel 8 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 8 est réservé.

Ingediend amendement:
Amendement déposé:

Art. 9
- 108: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)

08.29 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, in artikel 9 worden de
faciliteiten in de zes randgemeenten en de
taalgrensgemeenten gebetonneerd. Wij vinden
dat het geen goede zaak is om deze bevoegdheid
op federaal niveau te houden. De
Gemeenschappen zijn volgens ons volwassen
genoeg om met die faciliteiten om te springen. Ik
verwijs even naar de geschiedenis.

Mijnheer de voorzitter, u heeft de vastlegging van
de taalgrens zelf meegemaakt in 1963. Wie de
oorspronkelijke plannen inkijkt, kan vaststellen dat
men van plan was beperkte grenscorrecties uit te
voeren. Achteraf bekeken, moeten we toegeven
dat dit wellicht een veel betere oplossing was
geweest want dan waren we af van die Brusselse
olievlek over grote delen van Vlaams-Brabant. De
faciliteitengemeenten zijn helemaal niet verfranst.
In de naoorlogse repressieperiode was het al een
misdaad op zich om zich als Vlaming te
bekennen. Toen heeft men de mensen onder druk
gezet zodat de percentages Franstaligen in die
randgemeenten helemaal niet overeenkwamen
met het werkelijke aantal Franstalige inwoners.
Collega Laeremans zal bevestigen dat de
burgemeester van Strombeek-Bever toen van
deur tot deur is geweest om zijn inwoners aan te
raden om zich als Nederlandstalig op te geven.
Dat is de reden waarom Strombeek-Bever nooit
faciliteiten heeft gekregen. Burgemeester Soens
heeft dit destijds voor mekaar gekregen. Indien dit
zou zijn gebeurd in gemeenten als Kraainem,
Wezembeek-Oppem en dergelijke dan had men
nooit kunnen aantonen dat daar een groot
percentage Franstaligen woonde.

Men heeft die talentelling lang kunnen
tegenhouden. In 1960 hebben de 300
burgemeesters nog geweigerd een nieuwe
talentelling uit te voeren. Uiteindelijk is er dan toch
een indeling gekomen van die zes
randgemeenten, op basis van die vervalste
talentelling. Vanaf dat moment was het hek
voorgoed van de dam, mijnheer de voorzitter. De
faciliteiten, die oorspronkelijk bedoeld waren om
een integratieproces op gang te brengen en
ervoor te zorgen dat personen die vanuit Brussel
of Wallonië in die Vlaamse randgemeenten
kwamen wonen de gelegenheid kregen om zich
aan te passen, kregen een uitdovend karakter.
Dat is altijd de geldende interpretatie geweest. De
Franstaligen hebben die correcte interpretatie
altijd bestreden en hebben helaas hun slag
thuisgehaald. In 1988 werden de faciliteiten
gebetonneerd toen in diezelfde staatshervorming
het noodlottige Brusselse derde Gewest werd
gecreëerd.

Wij vinden dat die verfransingsmachine nu 40 jaar
lang genoeg heeft gewerkt. Het is zover gekomen
dat er in geen enkele van die zes randgemeenten
nog een Vlaamse meerderheid bestaat.

Het laatste front, Sint-Genesius-Rode, waar
collega Van Rompuy woont en waar CVP-
burgemeester Algoet zeer goed werk leverde,
maar jammer genoeg niet tegen de sociologische
evolutie heeft kunnen optornen is gevallen in
1988.

Wij vinden dat de Vlaamse Gemeenschap
volwassen genoeg is om op een oordeelkundige
manier met de faciliteiten om te gaan. Als men de
faciliteiten zou overhevelen naar de Vlaamse
Gemeenschap dan is dat niet - en ik stel dit
uitdrukkelijk ­ om die faciliteiten van vandaag op
morgen af te schaffen. Dat is zelfs het Vlaams
Blok niet van plan. Wij zouden een soort
uitdoofregeling laten gelden waarbij Franstaligen
die nog geen Nederlands kennen de mogelijkheid
zouden krijgen om via versnelde taalcursussen
geïntegreerd te worden in het Nederlandstalig
sociaal-cultureel leven. Op die manier zou
in die faciliteitengemeenten
opnieuw
een
gemeenschapsleven tot stand komen. Wie eerlijk
is weet dat de twee Gemeenschappen daar nu
volkomen naast elkaar leven. Zij hebben hun
eigen verenigingen en scholen, hun eigen
sportorganisaties. Van een harmonisch
samenleven is in de taalgrens- en randgemeenten
geen sprake meer. Het zou de bedoeling van de
Vlaamse Gemeenschap kunnen zijn om door
middel van een uitdovend karakter en een
stimuleren van aanpassing opnieuw een
harmonieus gemeenschapsleven tot stand te
brengen
.
Mijnheer de voorzitter, vandaar dat wij voorstander
zijn van de schrapping van artikel 9 en de
overheveling van de faciliteitenregeling naar de
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
Gemeenschappen. Hiermee heb ik dan ook
meteen het amendement verdedigd.

De
voorzitter: De stemming over het
amendement en artikel 9 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 9 est réservé.

Ingediend amendement:
Amendement déposé:

Art. 10
- 109: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)

08.30 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, artikel 10 lijkt op het eerste
gezicht niet echt zo wereldschokkend of
innoverend. Het is ook een vrij kort artikel, amper
7 regels. Er zit echter wel iets meer achter. Het
heeft te maken met een invoeging in artikel 16 ter,
waarin gezegd wordt dat tot de schorsing van een
norm of een handeling kan worden besloten door
het Arbitragehof of de Raad van State, indien
ernstige middelen de vernietiging van de norm of
de handeling rechtvaardigen op grond van artikel
16 bis. Men moet dan teruggaan naar artikel 16
bis, het vorige artikel 9, waar men zowel naar de
taalproblematiek in de faciliteitengemeenten als
naar de taalproblematiek in de Brusselse
gemeenten verwijst. Het komt er eigenlijk op neer
dat men hier invoegt dat men bij de aanvraag van
schorsing van een bepaalde norm of
rechtshandeling, waarmee men naar het
Arbitragehof of de Raad van State stapt, geen
ernstig te herstellen nadeel moet aantonen. Dit is
in tegenstelling tot wanneer men normaliter naar
het Arbitragehof of de Raad van State stapt. Het
enige wat men natuurlijk wel moet aantonen, is
het belang. Een ernstig te herstellen nadeel wordt
eigenlijk impliciet vermoed. Daar komt dit akkoord
op neer.

Wij zijn daar helemaal niet zo enthousiast over,
zeker niet wat de faciliteitengemeenten betreft.
Het vergroot immers de mogelijkheden van de
Franstalige inwoners van faciliteitengemeenten
om zich zeer inciviek te gedragen en zich niet te
schikken naar normen, zoals men zich elders
schikt naar normen. Men zegt overal dat de
regelingen voor heel Vlaanderen identiek moeten
zijn. Wij vinden bijgevolg ook niet dat voor de
faciliteitengemeenten een heel andere regeling
moet worden uitgewerkt waarbij een soort
voorkeursbehandeling in het leven wordt geroepen
voor die oververwende francofieltjes in die
faciliteitengemeenten. Dat is voor ons echt van het
goede te veel.

Met Guido Tastenhoye vinden wij, zoals daarnet
zo duidelijk is geformuleerd, dat die faciliteiten niet
gediend hebben zoals zij destijds toch waren
geconcipieerd, met name om die verfransing
tegen te gaan, of liever, om de integratie te
bewerkstelligen. Integendeel, de faciliteiten
hebben een generatie van anderstaligen gekweekt
die in een andere gemeente zijn gaan wonen en
die zich daar als zeer hautaine, imperialistische
mensen zijn gaan gedragen die zich helemaal niet
wensen aan te passen in de nieuwe gemeente,
die neerkeken op de oorspronkelijke inwoners en
allerminst getuigden van medemenselijkheid en
respect voor hun gastheren bij wie zij kwamen
wonen. Daarom vinden wij gunstmaatregelen voor
Franstaligen in faciliteitengemeenten echt niet
meer van deze tijd. In die zin vinden wij artikel 10
en 11 van de Grondwet, tegenwoordig dagelijks
getoetst door het Arbitragehof, zeer nuttig omdat
die artikelen ons wel eens zouden kunnen bijstaan
in het laten vernietigen van dit soort maatregelen.

Daarmee heb ik tegelijkertijd ook het amendement
voorgesteld over het schrappen van artikel 10. Wij
hebben heel veel redenen om dit gestand te doen
en daar ook zeker een stemming over te vragen.
Wij denken dat, gezien de manipulaties die
vandaag aan het licht zijn gekomen vanwege de
eerste minister, nogal wat mensen vanavond een
aangescherpte Vlaamse houding zullen hebben
wanneer zij op het stemknopje zullen drukken. Zij
zullen twee keer nadenken vooraleer zij de
faciliteiten nog verder zullen versterken.
Integendeel, zij zullen een soort omgekeerde
reflex krijgen, want het was toch wel duidelijk hoe
hier gesold werd met een gegeven woord, met
een gegeven belofte, zeker wanneer dat
repercussies heeft voor de Vlamingen in de rand
rond Brussel.

Mijnheer de voorzitter, daarmee zijn we aanbeland
bij artikel 11.

De voorzitter: Ik beschouw artikel 10 als
behandeld. De heer Schoofs wil nog even
tussenkomen.
08.31 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de eerste minister,
mijnheer de minister, bij deze staatshervorming
werd andermaal de kans gemist om van het
Arbitragehof een volwaardig grondwettelijk hof te
maken zoals het de gewoonte is in federale staten
die deze benaming waardig zijn. In dat verband
verwijs ik naar het Bundesverfassungsgericht in
Duitsland en naar de Supreme Court in de
Verenigde Staten.

Blijkbaar speelt de angst van de beleidsvoerders
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
voor het gerecht om van het gerecht de hoogste
macht in het land te maken; ik laat nog in het
midden of dat land België is of het toekomstige
land Vlaanderen.

De artikelen 10 en 11 van de Grondwet kunnen
weliswaar het voorwerp uitmaken van een beroep
bij het Arbitragehof. Dat zijn inderdaad
kapstokartikelen. Volgens sommige rechters bij
het Arbitragehof kunnen heel wat Belgische
normen worden getoetst aan de Grondwet. Dat is
uiteraard nog niet alomvattend en in feite is het
evenmin diligent ten opzichte van het Arbitragehof
om de indruk te geven dat alle normen kunnen
worden getoetst, terwijl het aangewezen zou zijn
haar de toetsingsbevoegdheid voor alle normen te
geven.

Er blijft een hiaat bestaan omdat het uiteindelijk
alleen de artikelen zijn die handelen over het
gelijkheidsbeginsel die de toetsing mogen
doorstaan.

Tenzij ik mij vergis kan artikel 17 met betrekking
tot het onderwijs, worden getoetst door het
Arbitragehof en zulks ingevolge de bepalingen van
de Schoolpactwet, om het broze evenwicht inzake
onderwijs te kunnen handhaven. In dit geval kan
het Arbitragehof wel de taak van een
constitutioneel hof vervullen.

Hieraan wens ik nog toe te voegen dat het
wenselijk ware geweest het Arbitragehof te
depolitiseren, zeker als het een volwaardig hof
wordt, omdat de politiek nog te veel invloed
uitoefent op het gerecht.

Het Vlaams Blok heeft het volste vertrouwen in het
gerecht, ongeacht de uitspraak die morgen zal
vallen in het proces van het centrum-Leman tegen
het Vlaams Blok. Misschien zijn dat wel
profetische woorden. Wij zullen hoe dan ook de
beslissing van de rechter eerbiedigen.

Om die reden pleiten wij voor een constitutioneel
hof als de hoogte macht in België, die elke
wetgevende en uitvoerende normen kan toetsen.

De
voorzitter: De stemming over het
amendement en artikel 10 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 10 est
réservé.
Ingediende amendementen:
Amendements déposés:

Art. 11
- 51: Jean-Pol Poncelet, Jean-Jacques Viseur
(1280/2)
- 52: Jean-Pol Poncelet, Jean-Jacques Viseur
(1280/2)

M. Jean-Pol Poncelet me fait savoir qu'il retire ses
amendements n
os
51 et 52 à l'article 11.

Article 12
Artikel 12
08.32 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Het
Lombard-akkoord werd overeengekomen in het
Brussels Gewest, weliswaar met de telefonische
begeleiding en de pakken poen van de eerste
minister. Het was echter een grotendeels Brussels
akkoord. De Vlaamse overheid kwam er niet aan
te pas. Later heeft men het nihil obstat gekregen
van de Vlaamse overheid inzake de rechtstreekse
verkiezing van de Vlamingen uit Brussel in het
Vlaams Parlement, waardoor hun mandaat groter
wordt om in dat parlement het woord te voeren
dan bij een afgeleid mandaat, een mandaat van
tweede orde. Tot hier kunnen wij volgen.

Het is correct dat de volwaardige Brusselse
parlementsleden vrij veel werken. Omdat men
hieraan een volwaardig Vlaams parlements-
mandaat heeft toegevoegd ­ ik ga niet in op de
restricties inzake de stemmogelijkheden voor
gewestmateries - is het nuttig de Brusselse
Vlamingen in het Vlaams Parlement rechtstreeks
te laten verkiezen. Dat heeft zijn voordelen. Het
systeem waarbij de 6 die een dubbele pet dragen
­ er waren er zelfs die een driedubbele pet
droegen ­ had echter ook een aantal voordelen.
De leden van het Brusselse Parlement kwamen
immers niet in een ivoren toren terecht,
redeneerden niet wereldvreemd en kwamen niet
terecht in het dominante francofone wereldje van
de Brusselse politiek. Zij hielden een been in de
Vlaamse politiek en een been in de Brusselse. Op
die manier waren ze minder wereldvreemd. Dat is
het nadeel van de nieuwe regel.

Daarom had het Vlaams Blok liever een andere
oplossing gezien waarbij ze zich én Vlaming én
Brusselaar voelen. In het nieuwe systeem lanceert
men mensen in de politiek met een zwaarwichtig
mandaat die in plaats van Brusselse Vlaming
Vlaamse Brusselaar worden en nog weinig
affiniteiten hebben met Vlaanderen. Men krijgt dan
figuren als Sven Gatz die helemaal de voeling met
Vlaanderen kwijt raken. De heer Lootens,
fractieleider in het Brussels Parlement heeft
bekendgemaakt dat de heer Gatz een voorstel
van ordonnantie heeft ingediend om een eigen
Vlaams-Brusselse hymne op te stellen om de
tienduizenden Vlamingen in Brussel het gevoel te
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
geven dat ze een eigen natie, een eigen land
vormen waar ze een hymne voor kunnen zingen.
Ik weet niet in welke mate de hymne reeds vooraf
door de heer Gatz werd neergepend. Ik heb niet
de indruk dat hij veel poëtische gaven heeft. Hij is,
mijns inziens, een zure figuur. Ook andere
mensen delen dit standpunt. Het toont echter aan
dat men moet vermijden dat in Brussel politici
worden gemaakt die niks meer afweten van wat er
in Vlaanderen gebeurt.

Onze oplossing bestond erin dat men de 6
Brusselse parlementsleden die rechtstreeks
verkozen zijn vanuit het Brussels Gewest in het
Vlaams Parlement zou laten terugkoppelen ­ zo
noemt men het in de psychoanalyse - naar
Brussel. Zij zouden een soort feedback hebben
met Brussel doordat ze in de Vlaamse
Gemeenschapscommissie zouden zetelen die de
Vlaamse Gemeenschapsmateries behandelt.

Het is de evidentie zelf dat precies die personen
die vanuit Brussel in het Vlaams Parlement
verkozen zijn, in het orgaan zouden zetelen dat de
Vlaamse gemeenschapsmateries voor Brussel
moet harmoniseren. Dan zou u een echte
kruisbestuiving, een wisselwerking en een goede
samenwerking creëren tussen het Vlaams
Parlement en het Vlaamse gedeelte binnen het
Brussels Parlement. Wat doet men nu? Men
plaatst een verticale muur tussen Vlaanderen en
Brussel. Men verwijdt meer dan ooit Vlaanderen
en Brussel, niet alleen door de extra
bevoegdheden die men aan Brussel geeft en het
gebrek aan toezicht dat er nu vanuit het federale
niveau op Brussel nog kan worden uitgeoefend,
waardoor Brussel de facto weggroeit van
Vlaanderen en meer en meer een soort van
vrijstaat wordt waarop Vlaanderen geen enkele vat
meer heeft, maar men doet dit nu ook via de
mandatarissen.

De link die deze mandatarissen vroeger verbond
met beide instellingen, wordt nu doorgeknipt en zo
wordt de link tussen Vlaanderen en Brussel zeer
fijn. Men gaat wel vijf mandaten creëren in de
Vlaamse Gemeenschapscommissie en deze
worden toegevoegd aan de 17 parlementsleden in
het Brusselse Parlement, zodat men aan 22 komt,
maar die vijf mogen helemaal niet op dezelfde
wijze verkozen of aangeduid worden als de
overige zes. Die vijf personen zullen gebuisde
kandidaten zijn en niet door de kiezer zijn
aangeduid. Zij zullen daar alleen maar moeten
zitten om in het Brussels Parlement de
krachtverhoudingen in het Vlaams Parlement te
weerspiegelen, om zo te vermijden dat een
welbepaalde partij in Brussel te sterk zou worden
en om in Brussel de kracht van deze partij
helemaal te doen verwateren. Dat is het opzet van
heel dit akkoord en dat vinden wij zo jammer.

Waarom maakt men in Brussel geen gebruik van
de ervaring en deskundigheid van de zes
parlementsleden die uit het Vlaams Parlement
komen? Waarom maakt men geen gebruik van
hun kennis van de Vlaamse decreten? Deze
kennis bouwen zij onder meer op in de debatten
in
de commissie voor de Brusselse
aangelegenheden in het Vlaams parlement, waar
onze ondervoorzitter Luc Van Nieuwenhuysen
voorzitter is en op die manier is hij de collega van
mijn goede vriend Frans Van den Eynde.

Het komt erop neer dat wij volop onze steun
verlenen aan de rechtstreekse verkiezing van
Vlaamse parlementsleden in het Vlaams
Parlement, maar wij vinden het zeker niet goed
dat ze daarna niets meer te zeggen hebben in
Brussel en eigenlijk geen enkele link meer hebben
in Brussel.

Om af te ronden, mijnheer de voorzitter, wil ik nog
zeggen dat de heer Borginon dit akkoord in zijn
partij heeft trachten te verkopen door te beweren
dat Vlaanderen een grotere zeggingskracht zou
krijgen in Brussel, want die vijf Brusselse gebuisde
parlementsleden zijn verkozen a rato van de
krachtverhoudingen binnen het Vlaams
Parlement. Neen, het is juist omgekeerd. De link
tussen Vlaanderen en Brussel wordt doorgeknipt,
omdat die vijf personen los worden aangeduid van
de mensen die in het Vlaams Parlement zitting
hebben. Het is dus eigenlijk een sofisme om te
zeggen dat zij in Brussel het Vlaams Parlement
vertegenwoordigen of Vlaanderen
vertegenwoordigen in Brussel. Niets is minder
waar.

Ik denk, mijnheer de voorzitter, dat ik daarmee
zowel de artikelen 12, 13 als 14 op een zeer
beknopte, heldere en overzichtelijke wijze heb
geschetst. Wij gaan ons bij de stemming
daaromtrent onthouden en voor het overige denk
ik dat wij klaar zijn voor de bespreking van artikel
15 van de Bijzondere Wet op de hervorming van
de instellingen.

De voorzitter: Artikel 12 is besproken geweest.
L'article 12 a été discuté.

In de Nederlandse tekst van artikel 14, op
bladzijde 11, eerste lid, 2°, dient een kleine
tekstverbetering aangebracht, meer bepaald het
woordje "die".
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
Ik heb nog amendementen. De nrs. 22, 23 en 24
van de heer Verherstraeten werden alle drie reeds
verdedigd.

J'en arrive donc à l'article 15. Mijnheer Goyvaerts,
hebt u geen amendementen voor dit artikel?
Neen, dus neemt u het woord over het artikel.
08.33 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, dit artikel houdt verband
met de controle op de regionale
verkiezingsuitgaven en het regelt de verkiezing
van de Gewest- en de Gemeenschapsraden. Bij
het gebruik of het uitspreken van het woord
verkiezingsuitgaven komt men automatisch
terecht bij de partijfinanciering. Deze zijn aan
elkaar gekoppeld. Als gevolg van de vele
corruptieschandalen en de belangenvermenging
tussen politiek en bedrijfsleven werd het systeem
van de financiële giften aan politieke partijen
toentertijd sterk beperkt.

Als gevolg van de vele corruptieschandalen en de
belangenvermenging tussen politiek en het
bedrijfsleven, werd het systeem van financiële
giften aan politieke partijen toen sterk beperkt. Om
dat verlies aan inkomsten uit giften te
compenseren, kregen alle politieke partijen een
overheidsdotatie. Daarmee konden ze hun
werking en kiescampagnes financieren. Door dat
systeem moesten de partijen veel onafhankelijker
worden van de grote financiële en industriële
machtscentra. Nadelig was de grotere
afhankelijkheid van de overheid die de
partijdotatie uitbetaalt. Voor een regeringspartij is
dat uiteraard niet zo erg. Zij heeft namelijk het
overheidsapparaat in handen. Het kan echter wel
een bedreiging zijn voor onafhankelijke partijen of
voor de onafhankelijkheid van oppositiepartijen.

De wet op de partijfinanciering houdt in dat een
partij haar dotatie zou verliezen als ze vijandig zou
staan tegenover het Europees Verdrag van de
Rechten van de Mens, dat enkele rechten en
vrijheden waarborgt. Voor het Vlaams Blok is dat
geen probleem: wij onderschrijven dat verdrag en
we hebben het als dusdanig in onze statuten
opgenomen.

Analoog met de wet op racisme, bevat de wet op
de partijfinanciering opzettelijke vaagheden die de
deur openzetten voor misbruiken en kwaadwillige
interpretaties. Hoe kan men bijvoorbeeld bewijzen
dat een partij vijandig staat tegenover het
Europees Verdrag van de Rechten van de Mens?
Bij een regeringspartij zou dat kunnen op basis
van beleidsdaden die men kan aanklagen als ze
er strijdig mee zijn. Voor een oppositiepartij ligt dat
minder voor de hand want men kan zich niet op
beleidsdaden baseren. Men kan zich slechts op
het gevaarlijke pad begeven door niet op basis
van feiten en daden, maar wel op basis van
opinies en bedoelingen een analyse van
strijdigheid met het Europees Verdrag van de
Rechten van de Mens proberen aan te tonen.
Trouwens, als men de partijfinanciering wil
gebruiken om mogelijk wangedrag bij de politieke
partijen te bestraffen, waarom beperkt men zich
dan alleen tot racisme en vijandigheid tegenover
het Europees Verdrag van de Rechten van de
Mens? Men zou ook andere criteria kunnen
hanteren, zoals zich schuldig maken aan
corruptie, het promoten van druggebruik of
banden met de maffia en de georganiseerde
misdaad.

Ter herinnering, de drijvende kracht achter de wet
op de partijfinanciering was de Waalse Parti
Socialiste die zelf werd veroordeeld wegens haar
aandeel in het Agusta-Dassault-schandaal.
Diezelfde personen hebben Tunesische
huurmoordenaars aangesproken om de heer
Cools te liquideren. Het is eigenaardig dat die
personen Vlaanderen de les willen spellen over
partijfinanciering.

In het Vlaams parlement is de discussie met
betrekking tot bijkomende partijfinanciering
heropend.

De voorzitter: De stemming over de artikelen 12
en 13 wordt aangehouden.
Le vote sur les articles 12 et 13 est réservé.

Ingediende amendementen:
Amendements déposés:

Art. 14
- 22: Servais Verherstraeten (1280/2)
- 23: Servais Verherstraeten (1280/2)
- 24: Servais Verherstraeten (1280/2)


Blijkbaar moeten een aantal partijen in financiële
nood verkeren of krap bij kas zitten. Het
merkwaardige in deze hele discussie is dat men
opnieuw geen oren heeft naar het opnemen van
een mogelijke sanctie voor corruptie. Men beperkt
zich opnieuw tot het gebruik van het criterium
EVRM. Wij betreuren dit ten zeerste. Dat wou ik
nog toevoegen aan de toelichting bij artikel 15.

De
voorzitter: De stemming over de
amendementen en artikel 14 wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements et l'article 14 est
réservé.
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
De stemming over de artikelen 15 en 16 wordt
aangehouden.
Le vote sur les articles 15 et 16 est réservé.
08.34 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik zal artikel 17 en de
amendementen erop kort bespreken.

Ingediend amendement:
Amendement déposé:

Art. 17
- 110: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)

08.35 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, het was zeer algemeen
bedoeld en zeker niet tot u gericht. Hier breekt
echter een klomp. De eerste minister baseert zich
op een debat in het Vlaams Parlement dat niets
meer of minder is dan een gesprek met een
commissie over het bezoek van een
voogdijmevrouw uit de Raad van Europa aan de
Vlaamse contreien en gewesten. Dat bezoek zelf
betwist ik niet. Wij zullen die mevrouw uiteraard
vriendelijk te woord staan en met haar in debat
treden. Het bezoek blijft echter hoe dan ook een
aberratie. Het bezoek is een doublure van het
bezoek van Columberg en het zal dus geen
nieuwe stof tot discussie over de minderheden in
België ­ de niet-aanwezige of onbestaande
minderheden ­ leveren. Toch krijgen wij nu naar
aanleiding van dat bezoek een debatje in een
commissie van het Vlaams Parlement dat door de
federale premier wordt voorgesteld als het
mandaat dat Dewael moest krijgen om vandaag
zijn handtekening te zetten onder het akkoord dat
de PSC nodig heeft om Lambermont goed te
keuren. Wat een geknoei, wat een gestrompel.
Wat een onaanvaardbare manier van doen in een
context waarin men over eieren moet lopen. Deze
regering loopt vooruit in de porseleinwinkel van de
taalverhoudingen in België omdat zij liefst voordat
het vliegtuig naar Congo vertrekt een mandaat
moet krijgen voor Lambermont. Ze loopt vooruit in
de porseleinwinkel van de faciliteiten en de
taalverhoudingen in België. Dat plaatst het
Parlement vandaag op een ongehoorde manier
voor voldongen feiten. De idee van de faciliteiten
blijft hoe dan ook, of men dat nu aanvaardt of niet.
Zoals het woord het zelf zegt, het gaat om
vergemakkelijkingen van de aanpassing. Dit zijn
geen verdrukte minderheden, het zijn Franstaligen
die ingeweken zijn in ééntalig Nederlandstalig
gebied. Om zich aan te passen aan de
omstandigheden hebben zij faciliteiten,
vergemakkelijkingen gekregen. Als men dat
kaderverdrag naar aanleiding van het bezoek van
iemand van de Raad van Europa zomaar zonder
mandaat van het Vlaamse Parlement in een
politiek akkoord giet dat Verhofstadt afdwingt om
een meerderheid voor Lambermont te krijgen, dan
doet men niets anders dan de omzendbrief-
Peeters opzij zetten. Men zet de ambitie opzij dat
men ooit nog eens iets zoals de omzendbrief-
Peeters zou kunnen krijgen. Men zet het principe
opzij dat faciliteiten gericht zijn op aanpassing. Het
politieke principe dat het niet gaat om een
minderheid maar om mensen die het recht krijgen
om zich aan te passen wordt opzijgeschoven.

Zij krijgen het recht en een aanbeveling om zich
aan te passen. Zij krijgen nu niets anders dan
rechten in een zeer vaag en zeer verregaand
internationaal verdrag, rechten om hun culturele
identiteit. Binnen het kader van de huidige
taalwetgeving horen wij dan dat er geen
duidelijkheid over is. Mijnheer de voorzitter,
daarom hebben wij onze verontwaardiging willen
uiten. De lichaamstaal van de eerste minister was
deze middag zeer duidelijk. Hij is in staat om wat
dan ook voor te stellen als de waarheid, zelfs als
hij zeer goed weet dat het een leugen is. Hij heeft
hier vandaag nog maar eens bewezen dat hij zo in
elkaar zit en dat zijn politiek functioneren zo in
elkaar zit. Hij heeft dat nog maar eens
onderstreept door hier te beweren dat Dewael aan
het Vlaams Parlement een mandaat ging krijgen,
terwijl hij niets anders kon zeggen dan dat Dewael
in een commissie van het Vlaams Parlement zou
debatteren over het bezoek van mevrouw
Nabholz-Haidegger. Dat bezoek heeft Clerfayt in
Straatsburg geregeld. De manier waarop het
Vlaams Parlement zijn minister-president
mandateert om politieke akkoorden te sluiten is
duidelijk een Franstalige strategie. Het Vlaams
Parlement en de Vlaamse meerderheid in dit land
wordt door de VLD en de drang van de VLD om te
kunnen blijven regeren, op de knieën gedwongen.
Dat is een afstotende gedachte.

De voorzitter: Collega's, het amendement en het
artikel is besproken.

De stemming over het amendement en artikel 17
wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 17 est
réservé.
09 Regeling van de werkzaamheden
09 Ordre des travaux

De commissie voor de Herziening van de
Grondwet en de Hervorming van de Instellingen
heeft volgende punten goedgekeurd:
1. het wetsontwerp houdende diverse institutionele
hervormingen betreffende de lokale instellingen
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest (nrs.
1302/1 tot 3);
2. het voorstel van bijzondere wet van de heren
Hugo Coveliers, Daniel Bacquelaine, Alfons
Borginon, Claude Eerdekens, Gérard Gobert, Jef
Tavernier en Dirk Van der Maelen tot wijziging van
artikel 6 van de bijzondere wet van 8 augustus
1980 tot hervorming der instellingen (nrs. 1278/1
tot 3);
3. het wetsvoorstel van de heren Thierry Giet,
Hugo Coveliers, Daniel Bacquelaine, Dirk Van der
Maelen, Gérard Gobert en mevrouw Fauzaya
Talhaoui tot oprichting van een Fonds ter
financiering van de internationale rol en de
hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging
van de organieke wet van 27 december 1990
houdende oprichting van begrotingsfondsen
(nr. 1318/1).

La commission de Révision de la Constitution et
de la Réforme des Institutions a adopté les points
suivants:
1.
le projet de loi portant diverses réformes
institutionnelles relatives aux institutions locales
de la Région de Bruxelles-Capitale (n
os
1302/1 à
3);
2. la proposition de loi spéciale de MM. Hugo
Coveliers, Daniel Bacquelaine, Alfons Borginon,
Claude Eerdekens, Gérard Gobert, Jef Tavernier
et Dirk Van der Maelen modifiant l'article 6 de la
loi spéciale du 8 août 1980 de réformes
institutionnelles (n
os
1278/1 à 3);
3. la proposition de loi de MM. Thierry Giet, Hugo
Coveliers, Daniel Bacquelaine, Dirk Van der
Maelen, Gérard Gobert et Mme Fauzaya Talhaoui
créant un Fonds de financement du rôle
international et de la fonction de capitale de
Bruxelles, modifiant la loi du 27 décembre 1990
créant des fonds budgétaires (n° 1318/1).

Ik stel u voor deze punten op de agenda van de
plenaire vergadering van deze namiddag in te
schrijven.
Je vous propose d'inscrire ces points à l'ordre du
jour de la séance de cet après-midi.

Geen bezwaar?
Pas d'observation?
09.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, het zal u allicht niet
verwonderen dat wij niet enthousiast zijn en ons in
elk geval heel intensief verzetten tegen de
toevoeging van die punten aan de agenda die
volledig in het teken staat van het Lambermont-
akkoord en de bijzondere wet, waarvoor een
tweederde meerderheid nodig is.
Wij hebben helemaal geen haast en steunen het
verzoek niet om een al te geforceerd wetsvoorstel
inzake de lokale vertegenwoordiging in Brussel,
waarvan wij vinden dat de Vlamingen helemaal
niet meer aan hun trekken komen en hun geen
recht wordt gedaan, aan de agenda toe te voegen.

Wij hebben bovendien vastgesteld dat de
bepalingen van de bijzondere wet inzake de
politieraden niets aan de Vlaamse autonomie
bijbrengt en puur franje is.

Het fameuze fonds voor Brussel dat de
internationalisering van Brussel als Europese
hoofdstad met onvermijdelijk de verdere uittocht
van Vlamingen uit Brussel tot gevolg moet spijzen,
is voor ons evenmin prioritair. De meerderheid zou
zich beter eens bezinnen over de zinvolheid van
zo'n fonds. Gisteren werd vlug een voorstel in de
commissie ter bespreking ingediend en werden er
meteen wat amendementen bij mekaar geklutst.
Vandaag worden weer nieuwe amendementen
ingediend. Het lijkt mij verstandig in een
bezinningsperiode te voorzien. Ik bedoel daarmee
niet dat de bespreking van de tekst tot september
of oktober moet worden verdaagd, maar dat hij
minstens 1 of 2 weken wordt uitgesteld. Dan kan
worden nagegaan of de regering inderdaad
jaarlijks 500 miljoen extra aan Brussel zal
toekennen, want op die vraag heb ik nog altijd
geen duidelijk antwoord.

Mijnheer de voorzitter, ons voorstel is dat wij de
bespreking over het ontwerp van bijzondere wet
voortzetten. Ik kan mij niet voorstellen dat het de
bedoeling is om ook over de pas ingediende
artikelen nog uitvoerig van gedachten te wisselen.
Wij verzetten ons tegen de toevoeging van die
punten aan de agenda.

De voorzitter: Collega's, aangezien er geen
consensus bestaat over de wijziging van de
agenda, moet ik het voorstel dienaangaande ter
stemming leggen.

Wij stemmen over de wijziging van de agenda.
Nous votons sur la modification de l'ordre du jour.

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
(Stemming/vote 1)
Ja 101 Oui
Nee 37 Non
Onthoudingen 0 Abstentions
Totaal 138 Total

Bijgevolg neemt de Kamer de wijziging van de
agenda aan.
En conséquence, la Chambre adopte la
modification de l'ordre du jour.

Wij zijn aanbeland bij artikel 18. Ik weet niet
hoelang het zal duren. Het zou de Kamer
genoegen doen, mocht er een zekere consensus
kunnen worden bereikt over de aanvang van de
stemming tegen 23.00 uur. Is iedereen het
daarmee eens? (Ja.)

Ten laatste om 23.00 beginnen wij met de
stemming.

Bespreking van de artikelen (voortzetting)
Discussion des articles (continuation)

Ingediende amendementen:
Amendements déposés:

Art. 18
- 129: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)
- 25: Servais Verherstraeten (1280/2)
- 130: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)

09.02 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, de vierde paragraaf van
artikel 18 gaat over de Plantentuin van Meise. Het
lijkt mij voor de Handelingen toch wel interessant
dat daarover iets wordt gezegd. Men kan toch niet
zomaar over die Plantentuin heen walsen zonder
dat men goed beseft wat men hier aan het doen
is.

Ik weet dat de geschiedenis van de Plantentuin
eeuwenoud is. Toen de Kruidtuin op een gegeven
moment uit zijn voegen dreigde de barsten, heeft
men een oplossing gezocht. De oplossing werd
gevonden in het park rond het mooie kasteel van
Meise, waarin de keizerin van Mexico haar
geesteszieke dagen heeft gesleten.

Welnu, die plantentuin van Meise is een belangrijk
wetenschappelijk en ook een belangrijk groen
gegeven in Vlaams-Brabant. En nu heeft men
rond die plantentuin een typisch Belgisch
compromis neergepoot dat iedereen moet
tevreden stellen, maar dat zo ingewikkeld is dat
niemand goed weet wat er nu mee gaat gebeuren.
De gebouwen, de gronden, de bomen gaan naar
het Vlaamse Gewest, ze zijn immers verankerd in
het Vlaamse Gewest.

Daarnaast wordt een fictie gecreëerd dat het
herbarium, de bibliotheek en heel het
wetenschappelijk apparaat federaal blijft. Dat staat
niet in deze bijzondere wet, maar in een
samenwerkingsakkoord dat vandaag of morgen
kan worden opgezegd. Als de Vlaamse
gemeenschap op een gegeven moment neen zegt
aan dit samenwerkingsakkoord dan kan niemand
claimen dat die plantentuin terug naar het federale
niveau gaat. Dat is de hypocrisie van het gedoe
rond die plantentuin: men zegt dat ze federaal is,
maar eigenlijk kan men dat niet bewijzen. Er staat
niets over op papier, maar de plantentuin van
Meise heeft op die manier een zeer merkwaardig
lot, want waarom kan ze niet in haar geheel naar
de Vlaamse Gemeenschap overgaan, met
overgangsmaatregelen voor het Franstalig
personeel, net zoals men doet met het
landbouwinstituut van Gembloux dat in Wallonië
ligt en helemaal naar Wallonië gaat zonder enige
uitzondering. In Meise kan dat niet. Waarom?
Omdat de Franstalige Gemeenschap, de Walen,
Franstalig Brussel, Halle-Vilvoorde Meise zeker
beschouwt als een in te palmen gebied rond
Brussel waar zij een dikke vinger in de pap willen.
Dat is wat hier gebeurt en tegelijkertijd voel ik hier
een misprijzen tegenover de Vlamingen dat al
bestaat van bij het ontstaan van België.

Het ging om meer dan misprijzen, het was een
superioriteitsgevoel ondersteund door de Kerk en
kardinaal Mercier die vond dat er volkeren zijn om
te heersen en volkeren om te dienen en dat er
bepaalde talen niet geschikt waren voor onderwijs.
Het is als met de groenen vandaag die opnieuw
behept zijn met de idee dat we beter steeds meer
in het Engels zouden studeren, want dat is de
internationale taal. Toen dacht men even
ouderwets, even onvolks en asociaal als de
groenen vandaag, namelijk dat het Frans de taal
was van het onderwijs en het Nederlands een taal
om te dienen.

Eenzelfde redenering stel ik vast als men ervan
uitgaat dat de Vlamingen niet in staat zijn een
wetenschappelijk complex als de plantentuin te
runnen en open te stellen voor de hele wereld.
Nee, de Franstaligen willen een belangrijke vinger
in de pap.

Ik rond af met te zeggen dat het toch heel pervers
is om te stellen dat men nog altijd niet is
overgegaan tot de splitsing van het
kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, waar
vandaag nog altijd Franstalige Brusselaars in
Vlaanderen stemmen komen rapen. Wanneer
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
men de kieskring splitst ­ zoals bij het Vlaams
Parlement ­ dan bekomt men een totaal andere
uitslag. Voor het Vlaams Parlement krijgen we
voor Halle-Vilvoorde ongeveer 33.000 Franstalige
stemmen terwijl er voor de Kamer niet minder dan
67.000 zijn, meer dan het dubbel.

Dit bewijst dat, wanneer men de Franstaligen
duidelijk maakt dat Halle-Vilvoorde een eigen
entiteit is, los van Brussel, en dat men niet zomaar
vanuit Brussel stemmen kan komen rapen in
Halle-Vilvoorde, dat men een eenheidslijst van
Franstalige partijen moet vormen in Halle-
Vilvoorde, dan zullen de Franstaligen veel
gemakkelijker bereid zijn om zich in te passen in
Vlaanderen en het Vlaamse karakter van Vlaams-
Brabant ook aanvaarden.

Bij Kamerverkiezingen ligt dat helemaal anders,
zoals collega De Man kan bevestigen want hij is
verkozen voor Brussel-Halle-Vilvoorde en kent die
problematiek dus als zijn broekzak.

Wanneer men in de situatie zit dat men vanuit
Brussel propaganda kan voeren, ronselen en
programma's kan schrijven die geen betrekking
hebben op Brussel maar op Halle-Vilvoorde, dan
verandert de hele zaak. Het gaat dan over de
organisatie vanuit Brussel van de politie in Halle-
Vilvoorde zoals men gedaan heeft met de creatie
van een gerechtelijk arrondissement en een
indeling van het politie-arrondissement. Dit toont
aan dat Vlaanderen nog altijd in zijn eigen
achtertuin, Halle-Vilvoorde, geen autonomie heeft
en niet kan doen waarop het recht heeft, namelijk
een eigen veiligheids- en gerechtelijk beleid
ontwikkelen, net zoals dat het geval is in de ander
provincies. De tendens is toch dat men overal het
gerechtelijk beleid en de gerechtelijke
omschrijvingen gaat uitbouwen op basis van
provincies. Ook de hoven van assisen worden op
die manier uitgebouwd, maar het
kiesarrondissement en het gerechtelijk
arrondissement zijn uit den boze, daar blijft men
vanuit Franstalig Brussel Halle­Vilvoorde als een
soort wingewest beschouwen en als een gebied
waar men mensen kan aanzetten om zich zeker
niet aan te passen en op geen enkele wijze te
plooien naar het eentalig gebied waarin zij zich
bevinden, dat fundamenteel verschillend is van
Brussel.

Dat wou ik toch koppelen aan de problematiek van
de Plantentuin in Meise. Ik weet niet of er mensen
zijn die nog iets toe te voegen hebben aan deze
beschouwingen over die plantentuin. Ik vond het
toch wel belangrijk dat die Plantentuin ter sprake
kwam, want ikzelf ben inwoner van Halle-
Vilvoorde en woon in de achtertuin van de
Plantentuin. Grimbergen is onmogelijk te herleiden
tot een deelgemeente van Meise, maar kan
beschouwd worden als een buurgemeente.
Daarom voel ik mij ook ten zeerste verwant met
de problematiek van de Plantentuin.

Mijnheer de voorzitter, ik denk dat we artikel 18 in
zijn volledigheid als besproken kunnen
beschouwen, tenzij mensen van andere fracties er
zaken willen aan toevoegen.

De voorzitter: Maak u daar geen zorgen over.
Artikel 18 en de dito amendementen, 930, zijn
besproken.

De stemming over de amendementen en artikel
18 wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements et l'article 18 est
réservé.

Ingediend amendement:
Amendement déposé:

Art. 18bis
- 131: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)

09.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, dat heeft te maken met de
sociale zekerheid. Wij willen die natuurlijk
overdragen aan de gemeenschappen, want de
sociale zekerheid is bij uitstek een materie van de
gemeenschappen. Het heeft eigenlijk met de
plantentuin niets meer te maken. Het past een
beetje als een tang op een varken. Ik denk niet dat
het zo nuttig is daar meer over te zeggen.

Ik zou wel van de gelegenheid gebruik willen
maken om de minister van Justitie in ons midden
te begroeten, want ik denk dat we ze nu bijna allen
hebben gehad. Wij hebben een hele poppenkast,
een hele defilé zien passeren voor de commissie.
De heer Boutmans en de heer Deleuze hebben wij
nog niet gezien, maar zij zijn ook maar
staatssecretarissen. Voor het overige zijn alle
ministers de revue gepasseerd: van mevrouw
Aelvout over de heer Vandenbroucke, over de
heer Daems en de heer Van den Bossche. Hij
heeft er spijtig genoeg een onaangename
herinnering aan overgehouden, hoewel hij ­ ik
wens dat te benadrukken ­ de meest
constructieve minister was die in het debat
aanwezig was. Hij is ingegaan op de opmerkingen
en bemerkingen en ook op de ruime
amendementen van het Vlaams Blok, waar wij
een alternatief voorstelden voor het hele
Lambermont-compromis rond Brussel. Wij wilden
daarvoor een grondig alternatief. De heer Van den
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
Bossche is daar werkelijk op ingegaan en heeft
daar duidelijk zijn respect voor betoond. Hij heeft
ook duidelijk laten blijken dat dit onderbouwd was
en dat er een logica in zat. Ook heel veel concrete
vragen werden door hem beantwoord, terwijl
andere ministers er zich vanaf maakten met het
nafezelen van wat in hun oor werd gefluisterd.

De voorzitter: U mag dat niet zeggen.
09.04 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, een aantal ministers heeft
ook zinnige zaken gezegd, maar er zijn zeer veel
ministers die echt niet wisten waar de klepel hing.
09.05 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, sta mij toe erop te wijzen dat het feit dat
minister Daems aanwezig was, veel zegt
betreffende de kwaliteit van het dossier.

De voorzitter: Mijnheer Leterme, tijdens de
plenaire vergadering van volgende week dinsdag,
om 10 uur, komt het dossier van Belgacom aan
bod. Dan zullen wij alles vernemen.

De stemming over het amendement wordt
aangehouden.
Le vote sur l'amendement est réservé.

Ingediende amendementen:
Amendements déposés:

Art. 19
- 132: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)
- 133: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)
- 134: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)

09.06 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, artikel 19 zou een herbevestiging
inhouden van het principe van de tweetaligheid in
de negentien Brusselse gemeenten.

Dit klinkt goed, maar in de praktijk verlopen de
zaken totaal anders. Dat kan eveneens worden
vastgesteld op gewestelijk niveau, maar zeker op
gemeentelijk niveau is dit in tegenspraak met de
bepalingen van artikel 19. Ik verklaar mij nader.

Het is geweten dat in de gemeentelijke diensten,
zoals de OCMW-diensten en de diensten van de
burgerlijke stand, de Vlamingen niet steeds
worden behandeld zoals het hoort in een
moderne, beschaafde en democratische
samenleving. De Vlamingen kunnen in OCMW-
ziekenhuizen niet altijd terecht in hun eigen taal,
wat schrijnend is omdat precies op zo'n moment
men zo hoffelijk zou moeten zijn om die personen
in hun moedertaal te woord te staan.

Men kan discussiëren over de cijfers terzake,
maar dan kan ik zonder te overdrijven
vooropstellen dan in ongeveer een derde van de
gevallen in de OCMW-ziekenhuizen nog steeds
blijkt, jammer genoeg, dat de taalhoffelijkheid
waarmee enkele jaren geleden werd gepronkt,
helemaal niet bestaat. Het is dus nog steeds
mogelijk dat, in het begin van deze 21
ste
eeuw en
in een hoogtechnologisch beschaafd en
democratisch land, personen in nood worden
vernederd door gebrek aan hoffelijkheid vanwege
de Franstaligen in Brussel. Immers, deze
Franstaligen weigeren zieke of gewonde patiënten
in het Nederlands aan te spreken, hoewel deze
patiënten hierop recht hebben ingevolge alle
bepalingen terzake.

Dit brengt mij tot de taalwetgeving van 1966 die in
Brussel en in de negentien Brusselse gemeenten
zou moeten worden toegepast, maar die, zoals
eenieder weet, niet wordt toegepast. Al jaren
worden, zelfs in de Brusselse politieke kringen,
heftige discussies gevoerd over het feit dat de
gemeentebesturen van de negentien baronieën ­
zo mag men die gemeenten wel omschrijven ­ er
niet in slagen de bepalingen van de taalwetgeving
te respecteren.

Men slaagt er niet in of ­ erger ­ men heeft
helemaal niet de wil om aan de wetgeving te
voldoen. Dat is geen ondemocratische of kwalijke
wetgeving, maar de gewone wetgeving die tussen
de drie grote politieke families is afgesproken en
die volgens de drie grote politieke families zou
moeten worden nageleefd. Toch slagen FDF'ers
en PRL'ers erin om dit eenvoudigweg aan hun
laars te lappen.

In dit communautair debat, waarin men niet
spreekt over de hervorming van de politie of de
bestrijding van de aidsproblematiek in de wereld,
heeft men het precies over de taalproblematiek en
aanverwante problemen. Men zegt dat
ordonnanties, reglementen en administratieve
handelingen geen afbreuk mogen doen aan het
tweetalig karakter van Brussel, noch aan de op
het ogenblik van de inwerkingtreding van deze
bepaling bestaande waarborgen voor personen
van de Nederlandse en de Franse
taalaanhorigheid. Men moet de Franse
taalaanhorigheid daar natuurlijk bij vermelden,
want anders zou het discriminatie zijn, wat in deze
paars-groene tijden ten zeerste uit den boze is.
Het gaat natuurlijk om personen van de
Nederlandse taalaanhorigheid die deze
waarborgen in de gemeenten van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest moeten genieten. Dat
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
wordt in artikel 5bis bepaald.

Eerlijk gezegd, op deze manier kan men nog lang
met onze voeten spelen. Deze discussie wordt al
15 tot 20 jaar in alle mogelijke cenakels en vooral
in Brussel gevoerd, maar ook op het federaal
niveau is men daarmee voortdurend
geconfronteerd en er is altijd heibel geweest over
de manifeste onwil. Er zit één Franstalige, de heer
Reynders, in de zaal, maar die begrijpt zeer goed
Nederlands, waarvoor ik hem feliciteer. Ik zal
vriendelijk blijven en zeggen dat de manifeste
onwil van de Franstaligen eigenlijk van een soort
racisme ten opzichte van de Vlamingen getuigt.
Op deze manier doet men steeds weer voort en
ondanks aanmaningen vanop alle mogelijke
politieke en juridische niveaus, blijft men de
Vlamingen pesten. Ik verwijs naar de
mogelijkheden voor Vlaamse werknemers, die
evengoed in de gemeentediensten van Brussel
willen worden tewerkgesteld, maar men blijft
duizenden Franstaligen in strijd met de wetgeving
benoemen.

Ben ik al over mijn spreektijd, mijnheer de
voorzitter? Ik ben zo gedreven als het over
Brussel gaat, dat ik moeilijk kan stoppen.

De voorzitter: Ik weet dat.
09.07 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, ik rond af.

Deze manifeste onwil duurt nu al 20 jaar. Als de
regering nu op papier zet dat een grote inspanning
zal worden geleverd om de situatie inzake de
taalwetgeving in Brussel en de waarborgen voor
de Vlamingen in Brussel eindelijk aan te pakken,
dan moet ik mij inhouden om niet in een lachbui te
schieten. Men heeft al 20 jaar bewezen dat men
het langs Franstalige kant niet wil doen en dat de
Vlaamse meerderheidspartijen telkens inbinden.
Ik kan dat alleen maar betreuren.

De
voorzitter: De stemming over de
amendementen en artikel 19 wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements et l'article 19 est
réservé.

Artikel 20
Article 20

De voorzitter: Artikel 21 is een van de kortste
artikelen van het ontwerp. Het Vlaams Blok heeft
150 subamendementen ingediend op
amendement 111. Het is een "astucieuze"
wiskundigheid, een decroïsme. U begint met 50%
dan 49,9, 49,8, 49,7...%.

De stemming over artikel 20 wordt aangehouden.
Le vote sur l'article 20 est réservé.

Ingediende amendementen:
Amendements déposés:

Art. 21
- 111: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)
- 947 à/tot 1097 sous/subamend. op/à amend.
111: Gerolf Annemans c.s. (1280/00)
- 112: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)
- 113: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)
- 114: Gerolf Annemans c.s. (1280/2)

09.08 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, het was ons te doen om de
symboliek van 1302, u niet onbekend. Vandaar
deze goedkope spielerei. Of is dat tegenwoordig
verboden misschien? Of is het niet meer politiek
correct?

De voorzitter: Wilt u in het kort toelichten wat u
beoogt?
09.09 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Zoals
vanochtend gaan we deze amendementen
opnieuw groepsgewijs behandelen. Dit zal tamelijk
snel gaan.

De voorzitter: Neem ze allemaal tegelijk. Ik wil
echter niet debatteren, want dat is mijn taak niet.
09.10 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Kunnen wij elk een tiental minuten erover praten?

De voorzitter: Ik geef u tien minuten spreektijd.
En leg het mechanisme uit, dat is belangrijk voor
de Handelingen van de Kamer. U hebt het woord
voor de bespreking van artikel 21, met betrekking
tot uw hoofdamendement 111, en tot de
subamendementen 947 tot 1097.
09.11 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, artikel 21 is een heel eenvoudig
artikel. Men brengt het aantal leden in de
Brusselse Hoofdstedelijke Raad, het Brussels
parlementje, van 75 naar 89. Dit wordt als een
bijzonder grote overwinning voor de Vlamingen
voorgesteld, want ze krijgen een aantal zetels bij.
Halleluja, iedereen is blij! Ook het Vlaams Blok
zou volgens de resultaten van de verkiezingen van
1999 twee zetels bijkrijgen. Dit is nu precies de
oorzaak van een heel mechanisme dat in gang
werd gestoken om die groeiende impact van onze
partij in Brussel te counteren. Ik moet dus
teruggaan naar de oorzaak van die paniek. Die
oorzaak situeert zich in 1997-1998. Het Vlaams
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
Blok voerde, naar eigen zeggen, een succesrijke
campagne. Volgens de tegenstanders ging het
echter om een wanhoopspoging. Wij gingen onder
meer scheep met de voormalige
hoofdcommissaris van Schaarbeek, de heer
Demol, die lijsttrekker werd bij de verkiezingen
voor de Brusselse Hoofdstedelijke Raad in 1999.
De tegenstanders voorspelden dat het een
wanhoopspoging was, maar de avond van de
verkiezingen blijkt dat het Vlaams Blok zijn
zetelaantal verdubbelt in de Brusselse Raad, en
dat, erger nog voor de tegenstanders, het Vlaams
Blok de grootste Vlaamse partij van Brussel wordt.
Het Vlaams Blok behaalt 34% van de stemmen,
nog erger dan in Antwerpen of in Mechelen.

Daarna is de paniek even weggeëbd, want er
komt een coalitie van alle anderen tegen de
grootste Vlaamse partij in Brussel. Ook de heer
Chabert doet daar met veel plezier aan mee. De
paniek ebt weg, maar komt natuurlijk terug
naarmate de legislatuur vordert. Mijnheer de
voorzitter, ik wil niet teveel pronken en andere
collega's niet teveel in verlegenheid brengen,
maar de resultaten van de
gemeenteraadsverkiezingen waren weer een
pijnlijke ervaring voor velen; echter niet voor dat
vermaledijde Vlaams Blok, dat in Brussel van 4
naar 20 gemeenteraadsleden is gestegen. Dit is
weer iets dat een aantal andere Vlaamse
oppositiepartijen niet echt meer kunnen zeggen.

Halverwege de legislatuur beschouwt men de
resultaten van 1999 en oktober 2000. Als het
Vlaams Blok in Brussel zes van de elf zetels zou
behalen, heeft het Blok de meerderheid aan
Vlaamse kant. Schurken als het zijn, zullen zij de
hele constellatie blokkeren, want dat staat als het
ware in hun partijnaam geschreven. Dat is een
probleem voor de traditionele Vlaamse
onderhandelende partijen.

In 1999 haalde het Blok al vier van de elf zetels.
De versterking van het Vlaams Blok blijkt geen
eendagsvlieg. De kiescampagne in Brussel werkt,
want in de gemeenteraden gaan we fors vooruit
van vier naar twintig verkozenen. Met een
Lombard- en Lambermont-akkoord probeert men
daaraan op voorhand een mouw te passen. Men
remedieert vooraleer de problemen werkelijk
opdoemen. Een aantal mensen in het Brussels
Parlement worden nu rechtstreeks verkozen. In
een parlementaire democratie is het normaal dat
de mensen van een kieskring hun
vertegenwoordigers kiezen. In Brussel worden dat
nu 89 vertegenwoordigers. Dat zal het Vlaams
Blok twee volksvertegenwoordigers meer
opleveren. Men stelt die regeling echter voor als
een Vlaamse overwinning omdat er meer
Vlamingen in dat parlement zullen zetelen. Die
redenering klopt niet om verschillende redenen.

Ten eerste krijgen ook de Franstaligen er veel
zetels bij. Ook zij zullen een aantal mensen
kunnen droppen in de fluwelen zetels van het
Brussels Parlement.

Ten tweede maakt het aantal zetelende
Vlamingen niets uit. De verhoging van het aantal
zetels in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft
geen enkel politiek belang, want er is namelijk een
regeling die tot vandaag gold. Mogelijk geldt ze
nog tot morgen, afhankelijk van het moment van
de stemming.

De voorzitter: Mijnheer De Man, daarnet hebt u
gemerkt dat er een consensus is om alles vóór
middernacht af te werken. U bent toch geen
fetisjist?
09.12 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, de werkzaamheden in deze Kamer
zijn altijd onvoorspelbaar.

Ik kom terug op wat ik zei. Als men dit goedkeurt,
als men deze 89 zetels goedkeurt, dan zal de
macht van de Vlamingen met 0,0% toenemen.
Erger nog, die macht zal zelfs afnemen. De
regeling die totnogtoe bestond voorzag in een
dubbele meerderheid. Zowel aan Nederlandstalige
als aan Franstalige kant moest er een minimale
meerderheid van meer dan 50% worden
gevonden om een aantal regelingen er op
Brussels niveau door te krijgen. Dat was deels
onze sterkte op Brussels niveau. Tegelijk met de
uitbreiding van het aantal leden van 75 tot 89 gaat
men de 50%-regel echter afschaffen. Als men die
regel afschaft en herleidt tot 33%, dan heeft men
nog maar een derde van de Vlamingen nodig om
een aantal zaken door te drukken. Ik verklaar mij
nader. Als men een bepaalde zaak ter stemming
legt en er is geen meerderheid van 51% aan
Franstalige kant, dan zal men zeggen dat er geen
meerderheid is en dat dit dus op dat ogenblik niet
kan worden goedgekeurd. De heer Picqué zal
zeker geïnteresseerd zijn aangezien het over
Brussel gaat. Men heeft voorzien in een soort
koelkasttechniek. Die techniek wordt in dit land
wel meer gebruikt. Zelfs de Koning heeft een
tiental jaren geleden in de koelkast gezeten.

Er wordt een bezinnings- of onderhandelings-
periode van één maand ingebouwd. Daarna zal
men aanvaarden dat zaken worden doorgeduwd
terwijl slechts een derde van Vlamingen ermee
akkoord kan gaan. Dat is toch ongehoord. Dat
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
39
betekent dat als een grote meerderheid van de
Vlamingen zegt dat een voorstel schadelijk is voor
de Vlamingen in Brussel en derhalve tegen stemt,
dan kan een derde nog steeds zeggen dat dit
geen probleem is. We weten allemaal dat men
altijd wel een aantal collaborateurs vindt om die
zaken door te drukken. Ik zal enkele namen
noemen. Men heeft het geval gekend van de heer
Victor Anciaux die een tiental jaren de rol van
collaborateur heeft gespeeld in de Brusselse
instellingen. Alleen om zijn zoontje uit de wind te
zetten heeft hij toen ontslag genomen als Brussels
staatssecretaris. Dat is een vrij illuster en goed
gekend voorbeeld in Vlaamsgezinde kringen, de
plotse opstoot van Vlaamsgezindheid bij de heer
Victor Anciaux. Ik meen dat het om de zaak van
de brandweerkaders ging. Dat was alleen
ingegeven door het belang van zijn zoontje dat zijn
carrière nog aan het uitbouwen was. De dames en
heren van de CVP zijn ook al vertrokken om roze
zalm te gaan nuttigen. Men kan echter ook het
voorbeeld van de heer Chabert aanhalen.

We kunnen ook het voorbeeld geven van de heer
Chabert. Hij stelt zich net als de heer Anciaux zeer
vriendelijk en collaboratiegezind op ten opzichte
van de Franstaligen. In Brussel, bij Agalev en bij
mensen als een Delathouwer van de SP en
Chabert zal men altijd dergelijke quislings vinden
die maar al te graag mee aan de grote tafel willen
zitten met de hoge heren van de PRL-FDF-MCC.
Les grands seigneurs qui dictent la loi à Bruxelles,
samen met enkele PS-baronnen zoals de heer
Moureaux. Men zal altijd dergelijke Vlamingen
vinden, jammer genoeg. Deze regeling zal er
precies toe leiden dat een aantal zaken kunnen
doorgeduwd worden tegen de wil van een grote
tweederde meerderheid van de Vlamingen in
Brussel. Dat is niet alleen een probleem voor het
Vlaams Blok, maar zelfs voor hen die België zo
lief hebben. Het is een splijtzwam in wording voor
de Belgische staat.

De voorzitter: Er zijn al 111 amendementen
behandeld. Mijnheer Van den Eynde, wou u nog
iets zeggen over deze subamendementen?
09.13 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, in het amendement nr. 111
vragen wij een gegarandeerde vertegen-
woordiging van 34%. Dat lijkt op het eerste zicht
een arbitrair cijfer. Wanneer men ons zegt dat dit
cijfer niet in overeenstemming is met het aantal
Nederlandstaligen in Brussel, dan kunnen wij
alleen maar antwoorden dat dit correct is.
Waarom dan 34%? 34% is ongeveer een derde
van 100%. Dat lijkt ons een waarborg voor een
minderheid in getal, op sociaal vlak en op cultureel
vlak in de hoofdstad. In tegenstelling tot wat men
ons probeert voor te spiegelen, bevindt die
hoofdstad zich niet op de taalgrens. Ze ligt
daarentegen in Vlaanderen. Bijgevolg loopt ze het
risico om totaal te vervreemden van het hinterland
waar ze voor een groot deel afhankelijk van is. Ik
heb daarstraks de heer Schiltz geciteerd. Dat was
in tempore non suspecto. Het was namelijk begin
jaren '70 dat hij dit verklaarde. In een debat voor
de RTBF verdedigde hij niet de 34%, maar wel de
pariteit.

Onze Franstalige tegenspelers zullen toch niet
beweren dat de heer Schiltz een extremist en
radicaal is, maar de heer Schiltz vroeg op dat
ogenblik de pariteit. Ik herhaal het citaat dat ik van
hem heb onthouden: "On dit que Paris vaut bien
une messe. Le rôle de capitale vaut bien la parité".

De 34% gewaarborgde vertegenwoordiging lijkt
mij dus meer dan verantwoord, vooral gezien in
het licht van wat vandaag is gebeurd. Onze
Franstalige tegenstrevers zijn opnieuw zo
tevreden, zo gelukkig en blij dat de Staat eindelijk
het Europese verdrag over de bescherming van
minderheden gaat ondertekenen. De Franstaligen
krijgen nu, door dit amendement goed te keuren,
de kans te bewijzen dat zij het menen met hun
bekommernis om de minderheden, dat dit niet
zomaar een politiek spelletje is en dat zij hun
politiek daarop willen afstemmen.

Mijnheer de voorzitter, ik vrees dat mijn oproep
terzake tevergeefs zal zijn. Ik heb in de loop van
de dag en ook van gisteren al meer dan eens
aangetoond dat de bekommernis van onze
tegenspelers aan de andere kant van de taalgrens
een louter egocentrische bekommernis is om de
vrijwaring of de herovering van bepaalde
privileges te kunnen bewerkstelligen. Als het erop
aankomt een minderheid te verdedigen die buiten
de sfeer van hun eigen belangen functioneert,
moet ik nog steeds op het eerste signaal terzake
wachten. Indien zij inderdaad niet bereid zijn deze
34% toe te geven, dan zal het vaststaan dat
Vlaanderen vandaag in Brussel een nederlaag lijdt
en dat de Vlaamse regeringspartijen die dit
ondersteunen zich medeplichtig maken aan een
zeer ernstige aanslag op het verder bestaan, niet
alleen van de Nederlandstalige Brusselse
gemeenschap, maar van het voortbestaan van dit
land, maar dat is niet echt mijn bekommernis.

De voorzitter: Ik heb nog de amendementen 112,
113 en 114 op artikel 21.
09.14 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, daarjuist ging het over
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
40
amendementen die te maken hadden met het
percentage van 50 tot 34. Het oorspronkelijke
amendement ging over 34% Nederlandstalige
mandatarissen in Brussel. We hadden dit in onze
amendementen vervangen door 50 tot 34%. Het
gaat om een vrij behoorlijk aantal amendementen
met ook een aantal decimalen. Wij wilden
daarmee vooral benadrukken dat wij niet tegen
een gewaarborgde vertegenwoordiging zijn. De
amendementen die ik nu bespreek, hebben daar
uiteraard mee te maken.

Deze amendementen handelen over de
gewaarborgde vertegenwoordiging op het
Gewestelijke niveau. Wij zijn daar uiteraard niet
tegen. Het is in elk geval zo dat op het uitvoerende
vlak die waarborgen in Brussel enigszins
gegarandeerd zijn door middel van het Uitvoerend
College waar de eigenlijke macht wordt
uitgeoefend. Voor ons was het hoe dan ook van
het grootste belang dat er op gemeentelijk vlak
ernstige waarborgen zouden komen voor twee
schepenen. Wij hadden op uitvoerend vlak in de
gemeenten dus een gelijkaardige situatie willen
invoeren zoals die op gewestelijk vlak bestaat,
namelijk pariteit met uitzondering van de
voorzitter. Men heeft dit geridiculiseerd doordat
men geopteerd heeft voor een pseudo-schepen.
Deze oplossing bevredigt ons in elk geval
hoegenaamd niet. Het zorgt er zeker niet voor dat
de Vlamingen op een gewaarborgde wijze
vertegenwoordigd zullen zijn in de Brusselse
gemeenten.

Dit staat los van het Gewestelijke niveau waar wij
op dit moment zeker geen vragende partij zijn
voor een echte gewaarborgde vertegenwoordiging
want dit werd door de Franstaligen automatisch
gekoppeld aan het anti-blokkeringssysteem. Zij
waren vragende partij om de Vlamingen een
gewaarborgde vertegenwoordiging te geven.
Mijnheer Picqué kent dit verhaal want hij is
Brussels minister-president geweest. Ongetwijfeld
werd hij betrokken bij de besprekingen in verband
met het Brusselse Gewest. Een van de redenen
waarom de Franstaligen zelf vragende partij zijn
voor deze gewaarborgde vertegenwoordiging is
omdat het hele systeem van dit derde Gewest met
zoveel macht en middelen liefst tot in de
eeuwigheid in stand wil houden want het geeft aan
een aantal partijen uitzonderlijk veel macht. Als
men dit even wegdenkt, zou men zich moeten
realiseren hoe weinig parlementaire mandaten
een partij als de PS nog zou overhouden. In het
Brussels Gewest zijn er tientallen parlementaire
mandaten voor de Parti Socialiste met allerlei
voordelen die daaraan zijn verbonden. Als men dit
even wegdenkt, verschrompelt een belangrijk deel
van de macht van de Parti Socialiste. Hetzelfde
geldt voor de PRL en de PSC. Om die reden zijn
deze partijen vragende partij om dit systeem te
bestendigen.

Dit systeem kan alleen maar worden bestendigd
mits een minimale, verzekerde Vlaamse
aanwezigheid want anders heeft heel het
Brusselse Gewest geen enkele zin meer want het
bestaat nu omwille van het hoofdstedelijke
karakter van dat gewest. Als er in Brussel geen
Vlaamse vertegenwoordigers meer zijn in het
Gewest en de gemeenteraden dan desintegreert
ook de Belgische staat. Dit wil daarom nog niet
zeggen dat wij die desintegratie vanuit Vlaanderen
zouden willen bevorderen.

Neen, wij willen Brussel bij Vlaanderen.

Mijnheer Picqué, ik heb u altijd beschouwd als een
tamelijk redelijk man, hoewel u niet altijd het
toezicht objectief uitoefende, want de rechten van
de Vlaams Blok-gemeenteraadsleden werden wel
eens geschonden. In ieder geval heb ik u nooit
extremistische, anti-Vlaamse taal horen spreken.
U hebt ook blijk gegeven van een zekere kennis
van het Nederlands in tegenstelling tot de heer
Simonet, bij wiens houding we wel meer
vraagtekens konden plaatsen. U kunt dus zeker
begrijpen dat sommige personen een andere visie
hebben op Brussel en zijn toekomst.

Welnu, met onderhavig ontwerp wordt van Brussel
een vrijstaat gemaakt en heeft de federatie niets
meer te zeggen aan zijn hoofdstad dat nochtans
de problemen van criminaliteit, vervreemding en
internationalisering niet de baas kan. Wij vrezen
dat die cocktail zal ontploffen. De realiteit in
andere multiculturele steden geeft ons gelijk.
Kijken we maar naar Sarajevo en Beiroet. Het
multicultureel model is nergens geslaagd en
resulteerde zelfs in een zeer explosief mengsel
met ontploffingen tot gevolg. Welnu, Brussel is
een gelijkaardig lot beschoren als het een
ministaatje wordt. De regio zou een veel mooiere
toekomst hebben als ze in symbiose met haar
bondgenoot, het Vlaams Gewest dat op veel
vlakken dezelfde mentaliteit heeft, werkt. U zult
dat als socialist misschien minder begrijpen, maar
u bent als Brusselaar breeddenkend genoeg om
mijn bedoeling te snappen: de mercantiele geest
van Brussel sluit beter aan bij die van Vlaanderen
dan die van het toch wel zeer etatistische Wallonië
dat sterk gericht is op Frankrijk en waar alsmaar
vaker rattachistische geluiden te horen zijn.

Wij willen een andere toekomst voor Brussel,
waarbij we de Franstalige Brusselaars
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
41
hoegenaamd geen trainingsprogramma om te
vervlaamsen willen opleggen. Neen, wij willen hun
rechten, identiteit en eigenheid respecteren om
samen in een nieuwe natie verder te gaan, een
natie die de Vlaamse Staat zal zijn. Die staat zal
de Franstalige Brusselaars als volwaardige
Vlamingen erkennen; die staat heeft een rol in
Europa, in tegenstelling tot België dat door zijn
artificiële identiteit en uiterst complexe en
ondoorzichtige structuur voor niemand nog een
vaderland is en dreigt op te gaan in de Europese
structuren, waarbij het zeker in Brussel een
puinhoop zal achterlaten. Dat laatste moeten we
voorkomen.

Daarom is het verkeerd de Vlamingen te lijmen
met wat extra mandaten en een miniparlementje
dat de Vlaamse Gemeenschapscommissie zal
worden met 22 volwaardige parlementsleden, die
trouwens beter betaald worden dan de federale
parlementsleden. Daarmee bewijst u de
Vlamingen geen dienst, zeker niet wanneer u hun
in het Brusselse parlement hun blokkeringsmacht
ontneemt.

Er wordt al te vaak vergeten dat hiermee een
perfide antiblokkeringssysteem op poten wordt
gezet dat precies de blokkeringsmacht, die
essentieel is voor de macht van de Brusselse
Vlamingen, tenietdoet. Wat kon de Vlaamse
minderheid tot nu toe doen wanneer haar rechten
bedreigd worden en zij vaststelt dat ze de stad
wordt uitgejaagd? Zij kan stop zeggen en de
Brusselse instellingen blokkeren. Een dergelijke
blokkering werd trouwens bij het aftreden van
voormalig Brussels staatssecretaris Vic Anciaux
voorkomen door toepassing van de fiftyfifty-regel.
Er waren toen 10 Vlaamse parlementsleden,
waarvan er 5 deel uitmaakten van de meerderheid
en 5 niet. Met het antiblokkeringssysteem wordt
de Vlamingen hun veto ontnomen, wat de enige
macht is van de Vlamingen in het Brusselse
Gewest.

De meerderheid noemt het wel een systeem tegen
het Vlaams Blok, maar vandaag al is gebleken dat
zij dat voor andere aangelegenheden wil
gebruiken. Zo vormen partijgenoten van de
federale ministers eenderde meerderheid in de
Brusselse regering. Welnu, wanneer de CVP het
Europees kaderverdrag over de minderheden niet
wenst goed te keuren, dan zal het alsnog worden
aangenomen, weliswaar met een minderheid. Met
het antiblokkeringssysteem wordt dus niet alleen
het Vlaams Blok geviseerd, zoals de heer Vande
Lanotte hier heeft beloofd. Daarmee wordt ervoor
gezorgd dat een minderheid van collaborateurs in
Brussel haar macht kan aanwenden om de
meerderheid buitenspel te zetten. Dat is de
democratie op zijn kop en dat is - daar heeft de
Raad van State ook voor gewaarschuwd - de
uitholling van de democratie en een hoon voor de
democratie.

Naar verluidt heeft de voorzitter een paar concrete
voorstellen, waar ik graag naar luister.

De voorzitter: Ik beschouw de bespreking van de
amendementen nummers 112, 113 en 114 als
beëindigd. Mijnheer Laeremans, u hebt
ruimschoots de tijd gehad om ze te verdedigen.

De stemming over die amendementen wordt
uiteraard weerhouden.

De voorzitter:
De stemming over de amendementen en artikel
21 wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements et l'article 21 est
réservé.

Artikelen 22 tot 24
Articles 22 à 24

Wenst iemand het woord over de artikelen 22 tot
en met 24?

De heer Laeremans heeft het woord.
09.15 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, het is nu 19.50 uur. Wij
hebben een aantal vragen bij artikel 22. Ik wens
de bespreking daarvan zeker af te handelen, net
zoals 23 en desnoods ook 24, maar de bespreking
van artikel 25 stel ik liever uit tot na de schorsing.

De voorzitter: De bespreking van artikel 25 is
alleszins voor na de schorsing. Als u bondig de
artikelen 22 tot en met 24 kunt bespreken,
mijnheer Laeremans, dan kan ik eventueel rond
20 uur de vergadering schorsen.
09.16 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, laat ik eerst mijn vragen
stellen bij artikel 22. Het is jammer dat minister
Picqué de zaal heeft verlaten, maar ik
veronderstel dat minister Reynders ze zal kunnen
beantwoorden.

De voorzitter: Stel uw vraag, mijnheer
Laeremans. Dat verkies ik boven nog maar eens
een uitvoerige bespreking van een artikel
waarover trouwens in commissie reeds uitvoerig
van gedachten is gewisseld.
09.17 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
42
Mijnheer de voorzitter, op die vraag is nooit in
commissie geantwoord; de regering is daaraan
voorbijgegaan.

Waarover gaat het? Ik lees: "Het lid van de Raad
dat door de Raad gekozen is tot lid van de
regering of tot gewestelijk staatssecretaris, houdt
onmiddellijk op zitting te hebben en neemt zijn
mandaat weer op..." Dat is nu al het geval.
Inderdaad, op het ogenblik wordt een raadslid dat
aangesteld wordt tot minister of staatssecretaris,
opgevolgd door een niet-stemrechtigde opvolger.
Kan de regering verduidelijken of een minister of
staatssecretaris voortaan in de Raad zal worden
vervangen door een volwaardig stemgerechtigde
opvolger? Waaruit blijkt dat? Heb ik misschien
een bepaling over het hoofd gezien? Dat is mijn
eerste vraag.

De voorzitter: De vraag is dus of met de nieuwe
wettekst de opvolgers stemgerechtigd worden of
niet. Het zou goed zijn dat daarop een antwoord
wordt verstrekt.
09.18 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijn tweede vraag betreft
de tweede alinea. Ik begrijp met mijn beperkte
verstandelijke vermogens blijkbaar niet wat
daarmee wordt bedoeld. Ik lees: "Het lid van de
regering of de gewestelijke staatssecretaris die
ontslag heeft genomen, kan echter na de volledige
vernieuwing van de Raad zijn ambt van lid van de
regering of van gewestelijk staatssecretaris
verenigen met het mandaat van lid van de Raad
tot de verkiezing van een nieuwe regering". Ik krijg
daar kop noch staart aan. Kan iemand mij
uitleggen wat hiermee bedoeld wordt en welk
verschil dat inhoudt ten opzichte van de huidige
situatie? Misschien kunnen we samen een poging
doen om een tipje van de sluier te lichten.

Overigens in het tweede lid van §2 lees ik
hetzelfde: "Het lid van een gemeenschaps- of
gewestregering dat ontslag heeft genomen, kan
na een volledige vernieuwing van de Raad zijn
ambt van lid van de regering verenigen met het
mandaat van lid van de raad tot de verkiezing van
een nieuwe gemeenschaps- of gewestregering".
Gaat het hier om een soort cumulatieregeling?

Is dat een soort cumul?

De voorzitter: Dat is een soort overgangsregel.
09.19 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Nee,
het is geen overgangsregel vermits het in de
toekomst permanent zal gelden.
Het betreft niet de leden van de huidige regering
die ontslag nemen tussen nu en 2004 en die het
systeem van cumul kunnen toepassen, maar het
gaat om een statuut dat in de toekomst permanent
zal worden gelden. Met welk doel wordt dit echter
ingevoerd? Wie wordt ermee beloond? Welke zijn
de pecuniaire gevolgen ervan? Waarom creëert
men zo'n hybridisch statuut, dat zo verschillend is
van dat van een parlementslid of van een
minister?
09.20 Roger Bouteca (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, volgens mij is de
Franstalige tekst veel duidelijker dan de
Nederlandstalige tekst.

De voorzitter: Dat schijnt mij inderdaad zo te zijn.
Ik heb immers de twee teksten gelezen.
09.21 Roger Bouteca (VLAAMS BLOK): De
Franstalige tekst lijkt erg logisch te zijn, terwijl de
Nederlandstalige tekst verwarrend is.
09.22 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Misschien kunnen wij de Franstalige tekst eens
samen doornemen. Ik zal hem lezen:
"Cependant le membre du gouvernement ou le
secrétaire d'Etat régional qui a présenté sa
démission, peut, après un renouvellement intégral
du Conseil, concilier" ­ verzoenen, verenigen ­
"sa fonction de membre du gouvernement ou de
secrétaire d'Etat régional avec le mandat du
membre du Conseil, jusqu'à l'élection du nouveau
gouvernement".

Het gaat aldus om een ontslagnemend persoon,
maar dan snap ik de idee niet.

De voorzitter: Ik begrijp het wel, maar het is
uiteraard niet aan mij om terzake te interveniëren.
09.23 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, als u de tekst begrijpt kan u
ons misschien uitleg verstrekken.

Dit is geen vertragingsmanoeuvre en ik wens
evenmin te veinzen, maar ik snap de tekst niet.
Tijdens de commissievergadering reeds had ik
hierbij grote vraagteken geplaatst, maar toen
geraakte de bespreking in een stroomversnelling
en kon ik mijn vragen niet meer stellen.

De voorzitter: Ik stel voor te wachten om de
vraag te kunnen stellen aan de bevoegde minister.
09.24 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, de vraag is of de bevoegde
minister nog zal komen.
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
43

Ik wens uitleg te krijgen over deze materie.
Uiteraard moet dat niet onmiddellijk gebeuren.
Voor de bevoegde minister is dat wellicht ook
nieuw.

De voorzitter: Mag ik aandacht vragen voor dit
punt. Misschien kan hierover uitleg worden
verstrekt na de onderbreking.
09.25 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik kom dan tot paragraaf 3.

De vervanger van het lid in de raad, bedoeld in de
paragrafen 1 en 2 en in paragraaf 3 van artikel 12
... statuut van een lid van de raad ... "In geval van
ontslag in de loop van de zittingsperiode van een
lid van de regering of van een gewestelijk ...mag
zin plaats van eerste opvolger van...Ik meen dat
dit duidelijker is.

Hetzelfde geldt in geval van ontslag in de loop van
de zittingsperiode van een lid van de regering,
bedoeld in paragraaf 2. Dat is analoog.

Dat is dus ook duidelijk. Dat betekent dat alleen
de bepalingen van de paragrafen 1 en 2 niet
duidelijk zijn.

De voorzitter: Ik verzoek ministers Reynders en
Picqué een inspanning te doen om deze
pertinente vragen te beantwoorden.

Bent u het daarmee eens, mijnheer Laeremans?
09.26 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Ja,
mijnheer de voorzitter, maar ik wens straks wel
een antwoord op mijn vragen.

De voorzitter: Hebt u commentaar bij artikel 23?
09.27 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, artikel 23 gaat over het feit
dat een mandaat van een lid van de Brusselse
Hoofdstedelijke Raad onverenigbaar is met het
mandaat van een lid van de Vlaamse Raad. We
hebben dat daarstraks al besproken. Wij vinden
dat als principe goed, maar men had de Vlaamse
parlementsleden via de VGC terug in Brussel
moeten binnensluizen zodat men vijf mandaten
minder zou hebben en minder geld zou
wegsmijten aan mandaten voor pensenkermissen,
want daar komt het op neer. In de vrije tribune van
Guy Vanhengel ging het over pensenkermissen.

De voorzitter: U hebt die tekst in de commissie
twee tot drie keer geciteerd.
09.28 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Dat is
juist. Ik vind het enorme aantal mandaten
werkelijk decadent. Het zou veel logischer zijn dat
men wel een verenigbaarheid creëert voor
mensen in die VGC met het lidmaatschap van het
Vlaams Parlement, maar dan niet met de
Brusselse Hoofdstedelijke Raad.

De voorzitter: Hebt u commentaar op artikel 24?
09.29 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik zal het kort bekijken.
Alleen de kiezers die hun stem niet uitbrengen op
een lijst van kandidaten die overeenkomstig artikel
17 tot de Franse taalgroep behoren, kunnen
eveneens de Brusselse leden van de Vlaamse
Raad, bedoeld in artikel 24, §1, eerste lid 2° van
de bijzondere wet verkiezen.

Voor alle duidelijkheid, dit gaat om het feit dat in
principe alleen de mensen die voor een Vlaamse
partij kiezen ook voor het Vlaams Parlement
kunnen kiezen, maar men wou die opening ook
creëren voor mensen die blanco stemmen.
Mensen die niet voor het Brussels Gewest
stemmen, kunnen wel een stem voor het Vlaams
Parlement uitbrengen. Daarom heeft men het heel
eigenaardig geformuleerd door te zeggen dat deze
regeling alleen geldt voor de kiezers die niet voor
een Franstalige lijst stemmen. Ik wil benadrukken
dat mensen die de interpretatie van dat artikel
zoeken, die ook in de Handelingen kunnen
terugvinden en niet alleen in de stukken.

Ik zou nog wel iets willen zeggen over de wijze
waarop die lijst wordt voorgesteld. Ik denk aan de
extra lijsten onderaan voor het Vlaams Parlement,
maar dat zal ik straks doen.

De voorzitter: De stemming over de artikelen 22
tot 24 wordt aangehouden.
Le vote sur les articles 22 à 24 est réservé.

De vergadering is gesloten.
La séance est levée.

De vergadering wordt gesloten om 20.01 uur.
Volgende vergadering donderdag 28 juni 2001 om
20.30 uur.
La séance est levée à 20.01 heures. Prochaine
séance le jeudi 28 juin 2001 à 20.30 heures.
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
44
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
45
BIJLAGE
ANNEXE
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
DONDERDAG 28 JUNI 2001
JEUDI 28 JUIN 2001
STEMMINGEN VOTES
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN
DETAIL DES VOTES NOMINATIFS
Vote nominatif n° 1 - Naamstemming nr. 1

Ont répondu oui - Voor hebben gestemd:

Les membres-De leden: Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bartholomeeussen, Barzin, Bellot, Bonte,
Burgeon, Cahay-André, Campstein, Canon, Chabot, Chastel, Chevalier, Clerfayt, Coenen, Collard, Cortois,
Coveliers, Dardenne, De Block, De Croo, Dehu, Delizée, De Meyer, Denis, De Permentier, Depreter,
Derycke, Descheemaeker, Desimpel, D'hondt Denis, Douifi, Drion, Eeman, Eerdekens, Erdman,
Fournaux, Frédéric, Genot, Gerkens, Giet, Gilkinet, Gobert, Goris, Grafé, Grauwels, Harmegnies, Henry,
Herzet, Hondermarcq, Hove, Janssens, Laenens, Lahaye, Lalieux, Langendries, Lano, Lansens, Larcier,
Leen, Lefevre, Lejeune, Lenssen, Maingain, Mayeur, Milquet, Minne, Moerman, Moriau, Paque, Peeters,
Philtjens, Poncelet, Schalck, Schellens, Seghin, Simonet, Smets André, Smets Tony, Somers, Talhaoui,
Tavernier, Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Vandenhove, Vanden Poel-
Welkenhuysen, Van der Maelen, Van Grootenbrulle, Vanhoutte, Vanoost, Van Overtveldt, Vanvelthoven,
van Weddingen, Verlinde, Versnick, Viseur, Wauters, Willems.

Ont répondu non - Tegen hebben gestemd:

Les membres-De leden: Annemans, Ansoms, Bourgeois, Bouteca, Brepoels, Brouns, Bultinck, Colen,
Creyf, De Clerck, De Crem, De Man, D'haeseleer, D'Hondt Greta, Eyskens, Féret, Goutry, Goyvaerts,
Hendrickx, Laeremans, Leterme, Mortelmans, Pieters Danny, Pieters Trees, Schoofs, Sevenhans,
Spinnewyn, Tastenhoye, Van den Broeck, Van den Eynde, Vandeurzen, Van Eetvelt, Van Hoorebeke, Van
Parys, Van Peel, Vanpoucke, Verherstraeten.

Se sont abstenus - Hebben zich onthouden:

Personne ­ Niemand.
INTERNE BESLUITEN
DECISIONS INTERNES
PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE
COMMISSION PARLEMENTAIRE DE
CONCERTATION
Beslissingen Décisions
Overeenkomstig artikel 14, eerste lid, van de wet
van 6 april 1995 houdende inrichting van de
parlementaire overlegcommissie bedoeld in artikel
82 van de Grondwet en tot wijziging van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State heeft
de parlementaire overlegcommissie in haar
vergadering van 27 juni 2001 volgende beslissingen
genomen:
Conformément à l'article 14, alinéa 1
er
, de la loi du
6 avril 1995
organisant
la
commission
parlementaire de concertation prévue à l'article 82
de la Constitution et modifiant les lois coordonnées
sur le Conseil d'Etat, la commission parlementaire
de concertation a pris les décisions suivantes en sa
réunion du 27 juin 2001:
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
46
- overeenkomstig artikel 12, § 2, van de vermelde
wet en met toepassing van artikel 80 van de
Grondwet, heeft de commissie de termijnen
bepaald waarbinnen de Senaat zich moet
uitspreken over het wetsontwerp betreffende
Belgacom (nr.
1317/1­2000/2001), waarvoor de
regering de spoedbehandeling heeft gevraagd: de
commissie heeft beslist de evocatietermijn op
5 dagen en de onderzoekstermijn op 15 dagen vast
te stellen;
- conformément à l'article 12, § 2, de la loi précitée
et en application de l'article 80 de la Constitution, la
commission a déterminé les délais dans lesquels le
Sénat aura à se prononcer sur le projet de loi relatif
à Belgacom (n° 1317/1­2000/2001), pour lequel le
gouvernement a demandé l'urgence: la commission
a décidé de fixer le délai d'évocation à 5 jours et le
délai d'examen à 15 jours;
- overeenkomstig de artikelen 2, 2°, en 12, § 1, van
de vermelde wet, heeft de commissie beslist dat het
verzoek tot verlenging van de onderzoekstermijn
voor de Kamer, vervalt voor het wetsontwerp tot
bevordering van de verkeersveiligheid in de
schoolomgeving (nrs. 817/1 en 2­1999/2000);
- conformément aux articles 2, 2°, et 12, § 1
er
, de la
loi précitée, la commission a décidé que la
demande de prolongation du délai d'examen pour la
Chambre, est devenue sans objet pour le projet de
loi tendant à assurer la sécurité routière aux abords
des écoles (n
os
817/1 et 2­1999/2000);
- overeenkomstig de artikelen 2, 4°, en 12, § 3, van
de vermelde wet en met toepassing van artikel 81,
vijfde lid, van de Grondwet, heeft de commissie de
termijn bepaald waarbinnen de Kamer zich moet
uitspreken over het wetsontwerp houdende
afschaffing van de korting van 3 percent die de
Staat inhoudt op de inkomsten uit de aanvullende
belastingen op de personenbelasting (nr. 1111/1­
2000/2001): de commissie heeft beslist de
onderzoekstermijn op 60 dagen vast te stellen;
- conformément aux articles 2, 4°, et 12, § 3, de la
loi précitée et en application de l'article 81, alinéa 5,
de la Constitution, la commission a déterminé le
délai dans lequel la Chambre aura à se prononcer
sur le projet de loi visant à supprimer le
prélèvement par l'Etat de 3 pour cent sur les taxes
additionnelles à l'impôt des personnes physiques
(n
o
1111/1­2000/2001): la commission a décidé de
fixer le délai d'examen à 60 jours;
- met toepassing van artikel 10, § 1, 3°, van de
vermelde wet, heeft de commissie de periode
genoteerd tijdens welke de termijnen geschorst
zullen worden, van 21
juli
2001 tot en met
7 oktober 2001.
- en application de l'article 10, § 1
er
, 3°, de la loi
précitée, la commission a pris acte de la période
pendant laquelle les délais seront suspendus, c'est-
à-dire du 21 juillet 2001 au 7 octobre 2001 inclus.
Ter kennisgeving
Pour information
INTERPELLATIEVERZOEK DEMANDE
D'INTERPELLATION
Ingekomen Demande
de heer Jos Ansoms tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de klaarblijkelijke
onbelangrijkheid van de verkeershandhaving in
hoofde van het departement Binnenlandse Zaken
en van de top van de federale politie".
M. Jos Ansoms au ministre de l'Intérieur sur "le peu
d'importance qu'accordent apparemment le
département de l'Intérieur et la direction de la police
fédérale à la répression des infractions au code de
la route".
(nr. 842 ­ verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
(n° 842 ­ renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique)
VOORSTELLEN PROPOSITIONS
Inoverwegingneming
Prise en considération
1. Wetsvoorstel (de dames Dalila Douifi en Magda
De Meyer) tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek,
wat de familienaam betreft (nr. 1300/1).
1. Proposition de loi (Mmes Dalila Douifi et Magda
De
Meyer) modifiant le Code civil en ce qui
concerne le nom patronymique (n° 1300/1).
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
Renvoi à la commission de la Justice
2.
Wetsvoorstel (mevrouw Trees Pieters)
betreffende de franchiseovereenkomst (nr. 1307/1).
2. Proposition de loi (Mme Trees Pieters) relative à
l'accord de franchise (n° 1307/1).
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
47
Verzonden naar de commissie belast met de
problemen inzake Handels- en Economisch Recht
Renvoi à la commission chargée des problèmes de
Droit commercial et économique
3. Wetsvoorstel (de heren Servais Verherstraeten,
Tony Van Parys en Jo Vandeurzen) tot wijziging van
artikel 374 van het Burgerlijk Wetboek (nr. 1308/1).
3. Proposition de loi (MM. Servais Verherstraeten,
Tony Van
Parys et Jo Vandeurzen) modifiant
l'article 374 du Code civil (n° 1308/1).
Verzonden naar de commissie voor de Justitie
Renvoi à la commission de la Justice
4. Wetsvoorstel (mevrouw Joëlle Milquet en de
heren Jean-Pierre Detremmerie en Raymond
Langendries) tot wijziging, wat de vergoeding voor
verbreking van arbeidsovereenkomsten voor een
bepaalde tijd betreft, van de wet van
24 februari 1978
betreffende
de
arbeidsovereenkomst voor betaalde
sportbeoefenaars (nr. 1311/1).
4. Proposition de loi (Mme Joëlle Milquet et MM.
Jean-Pierre Detremmerie et Raymond Langendries)
modifiant, en ce qui concerne l'indemnité de rupture
des contrats à durée déterminée, la loi du
24 février 1978 relative au contrat de travail du
sportif rémunéré (n° 1311/1).
Verzonden naar de commissie voor de Sociale
Zaken
Renvoi à la commission des Affaires sociales
5. Wetsvoorstel (de heer Jean-Jacques Viseur) tot
opheffing van de artikelen 80 tot 88 van het
koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende
de werkloosheidsreglementering (nr. 1314/1).
5. Proposition de loi (M. Jean-Jacques Viseur)
visant à abroger les articles 80 à 88 de l'arrêté royal
du 25 novembre 1991 portant réglementation du
chômage (n° 1314/1).
Verzonden naar de commissie voor de Sociale
Zaken
Renvoi à la commission des Affaires sociales
MEDEDELINGEN COMMUNICATIONS
COMMISSIES COMMISSIONS
Verslagen Rapports
Volgende verslagen werden ingediend:
Les rapports suivants ont été déposés:
namens de commissie voor de Financiën en de
Begroting,
au nom de la commission des Finances et du
Budget,
- door de heer Eric van Weddingen, over:
- par M. Eric van Weddingen, sur:
. het wetsontwerp houdende hervorming van de
personenbelasting (nr. 1270/6);
. le projet de loi portant réforme de l'impôt des
personnes physiques (n° 1270/6);
. het wetsvoorstel van de heer Georges Lenssen tot
wijziging van artikel 38, eerste lid, 14°, van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
(nr. 195/2);
. la proposition de loi de M. Georges Lenssen
modifiant l'article 38, alinéa 1
er
, 14°, du Code des
impôts sur les revenus 1992 (n° 195/2);
. het wetsvoorstel van mevrouw Alexandra Colen tot
opheffing van de fiscale discriminatie van gezinnen
van gehuwden (nr. 277/2);
. la proposition de loi de Mme Alexandra Colen
mettant fin à la discrimination fiscale dont font l'objet
les couples mariés (n° 277/2);
. het wetsvoorstel van mevrouw Colette Burgeon c.s.
tot aanvulling van artikel 113 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 (nr. 323/2);
. la proposition de loi de Mme Colette Burgeon et
consorts complétant l'article 113 du Code des impôts
sur les revenus 1992 (n° 323/2);
. het wetsvoorstel van de heren Dirk Pieters en Yves
Leterme tot wijziging van verschillende bepalingen
betreffende de inkomstenbelasting met het oog op de
opheffing van de fiscale discriminatie van gehuwden
(nr. 356/3);
. la proposition de loi de MM. Dirk Pieters et Yves
Leterme modifiant diverses dispositions relatives à
l'impôt sur le revenu, en vue de supprimer la
discrimination fiscale frappant les personnes mariées
(n° 356/3);
. het wetsvoorstel van de heer Jozef Van Eetvelt tot
wijziging van artikel 143 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 (nr. 359/3);
. la proposition de loi de M. Jozef Van Eetvelt
modifiant l'article 143 du Code des impôts sur les
revenus 1992 (n° 359/3);
28/06/2001
CRIV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
48
. het wetsvoorstel van mevrouw Alexandra Colen tot
wijziging van verscheidene bepalingen van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, tot
opheffing van de fiscale discriminatie van gezinnen
van gehuwden (nr. 398/2);
. la proposition de loi de Mme Alexandra Colen
modifiant diverses dispositions du Code des impôts
sur les revenus 1992 en vue de mettre fin à la
discrimination fiscale dont font l'objet les couples
mariés (n° 398/2);
.
het wetsvoorstel van de heer Servais
Verherstraeten tot wijziging van artikel 133 van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
(nr. 413/2);
. la proposition de loi de M. Servais Verherstraeten
modifiant l'article 133 du Code des impôts sur les
revenus 1992 (n° 413/2);
. het wetsvoorstel van mevrouw Simonne Creyf tot
wijziging van artikel 145 (4) van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 (nr. 530/3);
. la proposition de loi de Mme Simonne Creyf
modifiant l'article 145 (4) du Code des impôts sur les
revenus 1992 (n° 530/3);
. het wetsvoorstel van mevrouw Fientje Moerman en
de heren Aimé Desimpel en Georges Lenssen tot
wegwerking van de discriminaties tussen gehuwden
en ongehuwd samenwonenden op het vlak van de
personenbelasting (nr. 600/2);
. la proposition de loi de Mme Fientje Moerman et
MM. Aimé Desimpel et Georges Lenssen éliminant
les discriminations entre personnes mariées et
cohabitants non mariés en matière d'impôt des
personnes physiques (n° 600/2);
. het wetsvoorstel van de heer Alfons Borginon,
mevrouw Frieda Brepoels, de heer Danny Pieters en
mevrouw Els Van Weert tot wijziging van de artikelen
104 en 113 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 ten einde de reële kosten
voor de kinderopvang aftrekbaar te maken
(nr. 700/2);
. la proposition de loi de M. Alfons Borginon, Mme
Frieda Brepoels, M. Danny Pieters et Mme Els Van
Weert modifiant les articles 104 et 113 du Code des
impôts sur les revenus 1992 afin d'instaurer la
déductibilité des dépenses réelles pour garde
d'enfant (n° 700/2);
. het wetsvoorstel van de heren Peter Vanvelthoven,
Dirk Van der Maelen en Erik Derycke tot wijziging van
het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992,
betreffende de invoering van een arbeidsbonus in de
personenbelasting (nr. 903/2);
. la proposition de loi de MM. Peter Vanvelthoven,
Dirk Van der Maelen et Erik Derycke modifiant le
Code des impôts sur les revenus 1992 en ce qui
concerne l'instauration d'un bonus-travail à l'impôt
des personnes physiques (n° 903/2);
. het wetsvoorstel van de heer Alfons Borginon tot
invoeging van een artikel 136bis in het Wetboek van
de inkomstenbelastingen 1992 (nr. 918/2);
. la proposition de loi de M. Alfons Borginon insérant
un article 136bis dans le Code des impôts sur les
revenus 1992 (n° 918/2);
.
het wetsvoorstel van de heren Servais
Verherstraeten en Dirk Pieters tot aanvulling van
artikel 38 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 (nr. 1250/2);
. la proposition de loi de MM. Servais Verherstraeten
et Dirk Pieters complétant l'article 38 du Code des
impôts sur les revenus 1992 (n° 1250/2);
- door de heer Yves Leterme, over het wetsvoorstel
van de heer Jean-Pol Poncelet tot wijziging, wat de
voor onderwijs bestemde gebouwen betreft, van het
koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot
vaststelling van de tarieven van de belasting over de
toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen
en de diensten bij die tarieven (nr. 1276/4);
- par M. Yves Leterme, sur la proposition de loi de
M. Jean-Pol Poncelet modifiant, en ce qui concerne
les immeubles affectés à l'enseignement, l'arrêté
royal n° 20 du 20 juillet 1970, fixant les taux de la
taxe sur la valeur ajoutée et déterminant la répartition
des biens et des services selon ces taux (n° 1276/4);
namens de commissie voor de Naturalisaties,
au nom de la commission des Naturalisations,
-
door de heer Claude Eerdekens over de
naturalisatieaanvragen (nr. 1321/1);
- par M. Claude Eerdekens sur les demandes de
naturalisations (n° 1321/1);
namens de commissie voor de Herziening van de
Grondwet en de Hervorming van de Instellingen,
au nom de la commission de Révision de la
Constitution et de la Réforme des Institutions,
- door mevrouw Fauzaya Talhaoui, over het voorstel
van bijzondere wet van de heren Hugo Coveliers,
Daniel Bacquelaine, Alfons Borginon, Claude
Eerdekens, Gérard Gobert, Jef Tavernier en Dirk
Van der Maelen tot wijziging van artikel 6 van de
bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming
der instellingen (nr. 1278/2);
- par Mme Fauzaya Talhaoui, sur la proposition de
loi spéciale de MM. Hugo Coveliers, Daniel
Bacquelaine, Alfons Borginon, Claude Eerdekens,
Gérard Gobert, Jef Tavernier et Dirk Van der
Maelen modifiant l'article 6 de la loi spéciale du
8 août 1980
de
réformes
institutionnelles
(n° 1278/2);
CRIV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
49
-
door de heer Hugo Coveliers, over het
wetsontwerp houdende diverse institutionele
hervormingen betreffende de lokale instellingen van
het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest (nr. 1302/3).
- par M. Hugo Coveliers, sur le projet de loi portant
diverses réformes institutionnelles relatives aux
institutions locales de la Région de Bruxelles-
Capitale (n° 1302/3).
namens de commissie voor de Justitie,
au nom de la commission de la Justice,
- door de heer Thierry Giet, over het wetsontwerp
betreffende de anonieme getuigen (nr. 1185/9);
- par M. Thierry Giet, sur le projet de loi relatif aux
témoins anonymes (n° 1185/9);
namens de commissie voor de Herziening van de
Grondwet en de Hervorming van de Instellingen,
au nom de la commission de Révision de la
Constitution et de la Réforme des Institutions,
-
door mevrouw Fauzaya Talhaoui, over het
wetsvoorstel van de heren Thierry Giet, Hugo
Coveliers, Daniel Bacquelaine, Dirk Van der
Maelen, Gérard Gobert en mevrouw Fauzaya
Talhaoui tot oprichting van een Fonds ter
financiering van de internationale rol en de
hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging
van de organieke wet van 27 december 1990
houdende oprichting van begrotingsfondsen
(nr. 1318/4).
- par Mme Fauzaya Talhaoui, sur la proposition de
loi de MM. Thierry Giet, Hugo Coveliers, Daniel
Bacquelaine, Dirk Van der Maelen, Gérard Gobert
et Mme Fauzaya Talhaoui créant un Fonds de
financement du rôle international et de la fonction
de capitale de Bruxelles, modifiant la loi du
27 décembre 1990 créant des fonds budgétaires
(n° 1318/4).
SENAAT SENAT
Evocatie Evocation
Bij brief van 27 juni 2001 deelt de Senaat mee dat
op woensdag 27 juni 2001, met toepassing van
artikel 78 van de Grondwet, tot evocatie is
overgegaan van het wetsontwerp tot bevordering
van buurtdiensten en -banen (nr. 1281/5).
Par message du 27 juin 2001, le Sénat informe de
la mise en oeuvre, en application de l'article 78 de
la Constitution, le 27 juin 2001, de l'évocation du
projet de loi visant à favoriser le développement de
services et d'emplois de proximité (n° 1281/5).
Ter kennisgeving
Pour information
REGERING GOUVERNEMENT
Ingediend wetsontwerp
Dépôt d'un projet de loi
De regering heeft het wetsontwerp houdende
maatregelen inzake gezondheidszorg (nr. 1322/1)
(aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 78 van de
Grondwet) ingediend.
Le gouvernement a déposé le projet de loi portant
des mesures en matière de soins de santé
(n° 1322/1) (matière visée à l'article 78 de la
Constitution).
De regering vraagt de spoedbehandeling
overeenkomstig artikel 80 van de Grondwet.
Le gouvernement demande l'urgence
conformément à l'article 80 de la Constitution.
Verzonden naar de verenigde commissies voor de
Sociale Zaken en voor de Volksgezondheid, het
Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing
Renvoi aux commissions réunies des Affaires
sociales et de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société

KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 PLEN 142
CRABV 50 PLEN 142
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
donderdag jeudi
28-06-2001 28-06-2001
14:30 uur
14:30 heures
CRABV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
Regeling van de werkzaamheden
1
Ordre des travaux
1
Sprekers: Bart Laeremans
Orateurs: Bart Laeremans
MONDELINGE VRAGEN
2
QUESTIONS ORALES
2
Samengevoegde vragen van
2
Questions jointes de
2
- de heer Gerolf Annemans aan de eerste minister
over "de kaderconventie tot bescherming van
minderheden" (nr. 9213)
2
- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur "la
convention-cadre pour la protection des minorités"
(n° 9213)
2
- de heer Servais Verherstraeten aan de eerste
minister over "de kaderconventie over de
bescherming van de nationale minderheden"
(nr. 9214)
2
- M. Servais Verherstraeten au premier ministre
sur "la convention-cadre pour la protection des
minorités nationales" (n° 9214)
2
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Servais
Verherstraeten, Guy Verhofstadt
, eerste
minister
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK , Servais
Verherstraeten, Guy Verhofstadt
, premier
ministre
Vraag van de heer Daniel Féret aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de NAVO-bescherming voor de
etnisch Albanese gewapende rebellen in
Macedonië" (nr. 9215)
3
Question de M. Daniel Féret au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la
protection accordée par l'OTAN aux rebelles
armés albanophones en Macédoine" (n° 9215)
3
Sprekers: Daniel Féret, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Daniel Féret, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van mevrouw Claudine Drion aan de eerste
minister over "de nieuwe WHO-
onderhandelingsronde" (nr. 9216)
4
Question de Mme Claudine Drion au premier
ministre sur "le nouveau round de négociations à
l'OMC" (n° 9216)
4
Sprekers: Claudine Drion, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Claudine Drion, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van mevrouw Els Van Weert aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
standpunt van de minister met betrekking tot de
doorlichting van Europol naar aanleiding van de
top op 3 juli 2001" (nr. 9217)
5
Question de Mme Els Van Weert au ministre de
l'Intérieur sur "la position du ministre concernant
l'audit d'Europol lors du sommet du 3 juillet 2001"
(n° 9217)
5
Sprekers:
Els Van Weert, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Els Van Weert, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Samengevoegde mondelinge vragen van
6
Questions orales jointes de
6
- de heer Marcel Hendrickx tot de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de
achterstallen van voetbalclubs in betalingen aan
de RSZ" (nr. 9218)
- M. Marcel Hendrickx au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "les arriérés des
clubs de football en matière de versement des
cotisations ONSS" (n° 9218)
- de heer Arnold Van Aperen tot de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de RSZ-
overeenkomst met KFC Turnhout" (nr. 9219)
- M. Arnold Van Aperen au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "l'accord entre
l'ONSS et le KFC Turnhout" (n° 9219)
Sprekers: Marcel Hendrickx, Arnold Van
Aperen, Frank Vandenbroucke
, minister van
Sociale Zaken en Pensioenen
Orateurs: Marcel Hendrickx, Arnold Van
Aperen, Frank Vandenbroucke
, ministre des
Affaires sociales et des Pensions
Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "de blokkering van een
wettelijke regeling in verband met spijtoptanten"
(nr. 9220)
8
Question de M. Tony Van Parys au ministre de la
Justice sur "le blocage d'un dispositif légal en ce
qui concerne les repentis" (n° 9220)
8
28/06/2001
CRABV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Sprekers: Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
ONTWERP VAN BIJZONDERE WET
9
PROJET DE LOI SPÉCIALE
9
Overdracht van bevoegdheden
9
Transfert de compétences
9
Bespreking van de artikelen (Vervolg)
9
Suite de la discussion des articles
9
Sprekers: Francis Van den Eynde, Koen
Bultinck, Bart Laeremans, Alexandra Colen,
Bert Schoofs, Guido Tastenhoye, Jan
Mortelmans, Guy D'haeseleer, Hagen
Goyvaerts, Gerolf Annemans
, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie
Orateurs: Francis Van den Eynde, Koen
Bultinck, Bart Laeremans, Alexandra Colen,
Bert Schoofs, Guido Tastenhoye, Jan
Mortelmans, Guy D'haeseleer, Hagen
Goyvaerts, Gerolf Annemans
, président du
groupe VLAAMS BLOK
Regeling van de werkzaamheden
20
Ordre des travaux
20
Sprekers:
Bart Laeremans, Jacques
Lefevre, Jean-Pierre Detremmerie
Orateurs: Bart Laeremans, Jacques Lefevre,
Jean-Pierre Detremmerie
Regeling van de werkzaamheden
21
Ordre des travaux
21
Hervatting van de bespreking van de artikelen
21
Reprise de la discussion des articles
21
Sprekers: Bart Laeremans, Yves Leterme,
voorzitter van de CVP-fractie, Filip De Man,
Francis Van den Eynde, Jaak Van Den
Broeck
Orateurs: Bart Laeremans, Yves Leterme,
président du groupe CVP , Filip De Man,
Francis Van den Eynde, Jaak Van Den
Broeck
CRABV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1

PLENUMVERGADERING SEANCE
PLENIERE
van
DONDERDAG
28
JUNI
2001
14:30 uur
______
du
JEUDI
28
JUIN
2001
14:30 heures
______



De vergadering wordt geopend om 14.33 uur door
de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.33 heures par M.
Herman De Croo, président.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering
zijn de ministers van de federale regering: Guy
Verhofstadt, Laurette Onkelinx en Louis Michel
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de
l'ouverture de la séance: Guy Verhofstadt, Laurette
Onkelinx et Louis Michel
Een reeks mededelingen en besluiten moet ter
kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in
bijlage bij het integraal verslag van deze
vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions
doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises en annexe du
compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering

Gezondheidsredenen: Karel Pinxten

Federale regering
Luc Van den Bossche, minister van
Ambtenarenzaken en Modernisering van de
openbare besturen: gezondheidsredenen
Jaak Gabriëls, minister van Landbouw en
Middenstand: met zending buitenslands
Annemie Neyts-Uyttebroeck, staatssecretaris voor
Buitenlandse Handel: Den Haag
Olivier Deleuze, staatssecretaris voor Energie en
Duurzame Ontwikkeling: Den Haag
Excusés

Raisons de santé: Karel Pinxten

Gouvernement fédéral
Luc Van den Bossche, ministre de la Fonction
publique et de la Modernisation de l'administration:
raisons de santé
Jaak Gabriëls, ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes: en mission à l'étranger
Annemie Neyts-Uyttebroeck, secrétaire d'Etat au
Commerce extérieur: La Haye
Olivier Deleuze, secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable: La Haye
01 Regeling van de werkzaamheden

De voorzitter: Er moet deze namiddag nog een
verslag worden goedgekeurd in de commissie voor
de Grondwetsherziening. Ik zal de vergadering
schorsen na de mondelinge vragen en hernatten
nadat het verslag is afgewerkt en hier kan worden
voorgebracht.
01 Ordre des travaux

Le président: Cet après-midi encore, la
commission de Révision de la Constitution doit
approuver un rapport. Je suspendrai donc la séance
à l'issue des questions orales. La séance sera
reprise dès que le rapport aura été finalisé pour qu'il
puisse vous être soumis.
01.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): In de
commissie heb ik gevraagd om het verslag
volgende week goed te keuren. Het is niet zo
dringend en ik wil de diensten niet overbelasten.

01.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): En
commission, j'avais demandé l'adoption du rapport
la semaine prochaine. Il n'y a pas d'urgence
particulière et je ne veux pas surcharger les
services.
28/06/2001
CRABV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
De voorzitter: We zullen straks zien, ik wil alleen
niet de twee tegelijk doen. Wij zullen beginnen met
de mondelinge vragen.
Le président: Nous verrons dans un moment car je
ne veux pas faire deux choses simultanément.
Nous commencerons par les questions orales.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mondelinge vragen
Questions orales
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Gerolf Annemans aan de eerste minister
over "de kaderconventie tot bescherming van
minderheden" (nr. 9213)
- de heer Servais Verherstraeten aan de eerste
minister over "de kaderconventie over de
bescherming van de nationale minderheden"
(nr. 9214)
02 Questions jointes de
- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur "la
convention-cadre pour la protection des
minorités" (n° 9213)
- M. Servais Verherstraeten au premier ministre
sur "la convention-cadre pour la protection des
minorités nationales" (n° 9214)
02.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): De
premier zou vannacht met de PSC onderhandeld
hebben over het kaderverdrag voor de rechten van
minderheden. Klopt dit bericht? Wat was het
resultaat van deze onderhandelingen?
02.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Cette
nuit, le premier ministre aurait négocié avec le PSC
au sujet de la convention-cadre sur la protection
des minorités. Cette information est-elle exacte?
Quel est le résultat de ces négociations ?
02.02 Servais Verherstraeten (CVP): Vanochtend
zou er een akkoord zijn bereikt over de conventie
voor de rechten van de minderheden. De Vlaamse
regering zou daarmee geen problemen hebben.
Wie was er aanwezig bij de gesprekken? Wat werd
er afgesproken? Hoe zal de ratificatie in het
Lambermont-akkoord worden gebetonneerd? Loopt
men niet het risico dat afbreuk wordt gedaan aan
het territorialiteitsbeginsel en aan andere
grondwettelijke bepalingen?
02.02 Servais Verherstraeten (CVP): Ce matin,
on serait parvenu à un accord sur la convention sur
la protection des minorités. Le gouvernement
flamand n'y verrait aucune objection. Qui a participé
aux négociations
? Qu'a-t-il été convenu
? De
quelle façon la ratification sera-t-elle "bétonnée"
dans les accords du Lambermont ? Ne risque-t-on
pas de porter atteinte au principe de territorialité et
à d'autres dispositions constitutionnelles ?
02.03 Eerste minister Guy Verhofstadt
(Nederlands): Vragen aan de Vlaamse regering
moeten worden gesteld in het Vlaams Parlement,
waar trouwens over dit onderwerp een debat aan de
gang is. Ik heb niet met de PSC onderhandeld, ik
heb wel om 9.30 uur de PSC-voorzitter ontmoet.
We spraken toen over het raamverdrag voor de
bescherming van de nationale minderheden, dat op
de agenda van de Ministerraad was ingeschreven.
Het werd, na overleg met alle regeringen,
goedgekeurd. De verschillende regeringen hebben
de minister van Buitenlandse Zaken gemachtigd het
raamverdrag te ondertekenen, wat iets anders is
dan de ratificatie, met het voorbehoud dat dit de
bestaande wettelijke regelingen niet mag wijzigen
en dat het begrip "nationale minderheid" zal worden
vastgelegd door de interministeriële conferentie
buitenlands beleid.
02.03 Guy Verhofstadt , premier ministre (en
néerlandais) : Les questions au gouvernement
flamand doivent être posées au sein du Parlement
flamand, où un débat sur le sujet est d'ailleurs en
cours actuellement. Je n'ai pas négocié avec le
PSC mais j'ai effectivement rencontré la Présidente
du PSC à 9h30. Nous avons parlé de la convention-
cadre sur la protection des minorités nationales, qui
avait été inscrite à l'ordre du jour du conseil des
ministres. Cette convention a été approuvée après
concertation avec tous les exécutifs. Ceux-ci ont
mandaté le ministre des Affaires étrangères pour
signer la convention-cadre - ce qui n'est pas la
même chose qu'une ratification ­ sous réserve que
cette convention ne modifie pas les dispositions
légales existantes et que la notion de "minorité
nationale" définie par la conférence interministérielle
de politique étrangère.
Er was natuurlijk geen band tussen de ratificatie van
het verdrag en de goedkeuring van het
Lambermont-akkoord. (Gelach)
Ik heb echter vastgesteld dat een aantal Vlaamse
Il n'y avait bien entendu aucun lien entre la
ratification du traité et l'approbation de l'accord du
Lambermont. (Rires)
J'ai toutefois constaté que certains partis Flamands
CRABV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
en Franstalige partijen een eis maakte van de
ratificatie van het verdrag. (Onderbrekingen bij het
Vlaams Blok en de CVP)
et Francophones ont fait de la ratification du traité
une de leurs revendications. (Interruptions sur les
bancs du Vlaams Blok et du CVP)
02.04 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Twee
weken geleden zei de premier nog dat er geen
enkel verband bestond tussen de ratificatie en de
staatshervorming. Hij zei dat hij nooit enige binding
had gemaakt. Ik stond toen perplex.
Nu stel ik vast dat de premier een komedie opvoert.
Door dit verdrag zullen de faciliteiten nog worden
uitgebreid. De Franstaligen krijgen nu garanties om
te ageren tegen alle bestaande wetten en om zich
nooit meer aan te passen.
02.04 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Il y a
deux semaines, le premier ministre a affirmé qu'il
n'existait aucun lien entre la ratification et la réforme
de l'Etat. Il a dit n'avoir jamais établi un tel lien. Cela
m'a laissé perplexe.
Force m'est de constater aujourd'hui que le premier
ministre nous joue la comédie. Ce traité va conduire
à un élargissement des facilités. Les Francophones
obtiennent des garanties qui vont leur permettre
d'agir contre toutes les lois existantes et de refuser
définitivement de s'adapter.
02.05 Servais Verherstraeten (CVP): Het
samenvallen van de ratificatie van de conventie
over de rechten van de minderheden met de
stemming over de Lambermont- en Lombard-
akkoorden is al te toevallig. De premier sprak over
een interministeriële conferentie. Die bestond al
tijdens de vorige regeerperiode. Maar hij zal de
Grondwet en de taalwetgeving nooit kunnen
betonneren.

De dubbele taalmeerderheid in Brussel wordt
verlaten. Hat moet volgens de regering enkel
worden gebruikt als middel om de democratie te
beschermen, maar de CVP wordt door de
afschaffing van de dubbele taalmeerderheid buiten
spel gezet. Als er geen belang meer wordt gehecht
aan de rechten van de Brusselse Vlamingen, dan is
er nog steeds de gemeenschappelijke
gemeenschapscommissie. (Applaus bij de CVP)
02.05 Servais Verherstraeten (CVP): Quel
curieux hasard que cette coïncidence entre la
ratification de la convention sur les droits des
minorités et le vote à propos des accords de
Lambermont ! Le premier ministre a parlé d'une
conférence interministérielle. Celle-ci existait déjà
sous la précédente législature. Mais jamais il ne
pourra bétonner la Constitution et la législation
linguistique.

On abandonne le principe de la double majorité
linguistique à Bruxelles. Si l'on en croit le
Gouvernement, il ne faudrait y recourir que pour
protéger la démocratie. Mais la suppression de la
double majorité linguistique a pour effet de mettre
le CVP hors jeu. Si on cesse de porter de l'intérêt
aux droits des Flamands de Bruxelles, il reste
toujours la Commission communautaire commune.
(Applaudissements sur les bancs du CVP)
02.06 Eerste minister Guy Verhofstadt
(Nederlands): Ik heb vorige keer aan de heer
Ansoms gezegd dat dit dossier op federaal vlak
voorlopig nog onbestaand was. (Protest bij het
Vlaams Blok
)
02.06 Guy Verhofstadt , premier ministre (en
néerlandais) : La dernière fois qu'il m'a interrogé sur
ce point, j'ai répondu à M. Annemans que ce
dossier était provisoirement inexistant au niveau
fédéral. (Protestations sur les bancs du Vlaams
Blok)

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Daniel Féret aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de NAVO-bescherming voor de
etnisch Albanese gewapende rebellen in
Macedonië" (nr. 9215)
03 Question de M. Daniel Féret au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la protection accordée par l'OTAN aux rebelles
armés albanophones en Macédoine" (n° 9215)
03.01 Daniel Féret (FN): De NAVO-strijdkrachten
hebben een daad gesteld die moeilijk te verenigen
is met hun vredeshandhavingsopdracht. Zij hebben
onlangs gewapende strijders van de
Albaneessprekende minderheden beschermd
zonder hun ontwapening te eisen. De Amerikanen
zouden die beslissing hebben genomen zonder
03.01 Daniel Féret (FN) : Les forces de l'OTAN
ont posé un acte qui cadre mal avec les missions
du maintien de la paix. Elles ont récemment protégé
les forces des minorités albanophones sans exiger
leur désarmement. Les Américains auraient pris
cette décision sans aucune concertation avec leurs
partenaires européens. Est-ce vrai ? Si oui, que fait
28/06/2001
CRABV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
daarover enig overleg met hun Europese partners
te plegen. Klopt dat? Zo ja, wat doet België dan nog
binnen de NAVO?
encore la Belgique au sein de l'OTAN ?
03.02 Minister Louis Michel (Frans) : De
evacuatie van de NLA-rebellen beantwoordde zowel
aan een politieke als aan een militaire noodzaak.
De NLA had blokkades opgeworpen tussen de weg
naar de hoofdstad Skopje en de Trans-Balkanroute.
Die situatie noopte de Macedonische regering voor
een "militaire" oplossing te kiezen. Daarop heeft de
NAVO-vertegenwoordiger ingegrepen om de
etnische Albanezen opnieuw om de
onderhandelingstafel te krijgen.

Dankzij die evacuatie onder bescherming van de
NAVO kon een strategisch knooppunt gevrijwaard
worden zonder gezichtsverlies voor de onder
internationale controle geëvacueerde rebellen.

Die beslissing lag trouwens geheel in de lijn van de
wensen van de internationale gemeenschap. Wel
heb ik daarbij laten weten dat het mij wenselijk lijkt
dat over dergelijke beslissingen voortaan eerst
grondig overlegd wordt.
03.02 Louis Michel , ministre (en français) :
L'opération d'évacuation des rebelles de la NLA
répondait à une nécessité à la fois politique et
militaire. La NLA avait barré le passage entre la
route vers la capitale, Skopje, et la route trans-
balkanique. Cette situation poussait le
gouvernement macédonien vers une solution
militaire. Le représentant de l'OTAN a alors pris
cette décision pour rouvrir la voie aux négociations
avec les albanophones.


Cette évacuation sous l'égide de l'OTAN a permis
de sauvegarder un noeud stratégique sans faire
perdre la face aux rebelles évacués sous contrôle
international.

Cette décision a été prise en correspondance avec
les voeux de la communauté internationale. Ceci dit,
j'ai exprimé mon souci qu'à l'avenir, ce type de
décision soit l'objet d'une consultation approfondie.
03.03 Daniel Féret (FN): Er mag in Europa geen
tweede islamitische brandpunt na Kosovo ontstaan.
Ik stel vast dat de Amerikanen België blijven
minachten.
03.03 Daniel Féret (FN) : Il ne va pas de soi de
voir se créer un deuxième foyer islamique en
Europe après le Kosovo.
Je constate que le mépris des Américains à l'égard
de la Belgique ne fait que continuer.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Claudine Drion aan de
eerste minister over "de nieuwe WHO-
onderhandelingsronde" (nr. 9216)
04 Question de Mme Claudine Drion au premier
ministre sur "le nouveau round de négociations à
l'OMC" (n° 9216)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken.)
(La réponse sera fournie par le vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères.)
04.01 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV): Is het
liberalisme een middel om het burgerschap te
bevorderen? Zou de WHO de Wereld-
Burgerschapsorganisatie kunnen worden? In
Göteborg besloot de EU, blijkbaar in samenspraak
met de VS, om een nieuwe onderhandelingsronde
binnen de WHO op touw te zetten. Op welk niveau
werd die beslissing genomen en op welke basis? Is
men binnen het mandaat van de Commissie
gebleven, zoals het aan de vooravond van de Top
van Seattle werd vastgesteld? De Belgische
regering had gezegd dat zij erop zou toezien dat de
normen van de IAO evenals de normen op het
gebied van leefmilieu, cultuur en volksgezondheid
zouden worden nageleefd. Neemt de regering nog
hetzelfde standpunt in ? Koestert ze nog de ambitie
04.01 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV): Le
libéralisme est-il un ferment de citoyenneté ?
L'OMC pourrait-elle devenir l'organisation mondiale
de la citoyenneté ? A Göteborg, l'Union européenne
en phase avec les Etats-Unis a, semble-t-il, décidé
d'un nouveau round de négociations à l'OMC. A
quel niveau cette décision a-t-elle été prise et sur
quelle base ? Est-on resté dans le mandat de la
Commission, tel que fixé à la veille du sommet de
Seattle ? Le gouvernement belge avait dit qu'il
s'assurerait du respect des normes de l'OIT, de
normes environnementales culturelles et de santé
publique. La position du gouvernement reste-t-elle
la même ? L'ambition de rendre le mécanisme de
l'OMC plus transparent est-elle toujours valable ?
Les pays en voie de développement ont tenu à
CRABV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
om het WHO-mechanisme doorzichtiger te maken?
De ontwikkelingslanden stonden erop te preciseren
dat het akkoord van Marrakech in die zin moest
worden herzien. Hoe staat het daarmee ?
préciser que l'accord de Marrakech devait être revu
dans cette optique. Où en est-on à cet égard ?
04.02 Minister Louis Michel (Frans): Het
liberalisme noch Ecolo heeft het monopolie van het
burgerschap. Toen de EU en de VS op 14 juni
jongstleden bijeenkwamen, werd de Unie door het
Zweeds voorzitterschap en de Commissie
vertegenwoordigd. België was daar niet aanwezig.
Inzake de beslissing om een nieuwe
onderhandelingsronde binnen de WHO te starten,
kwamen de transatlantische partners overeen dat zij
die tijdens hun conferentie van november zouden
nemen vermits zij de enige bevoegde instantie zijn
die daarover kan beslissen. Het Zweeds
voorzitterschap handelde op grond van het
Europese standpunt dat in oktober jongstleden werd
bepaald.
04.02 Louis Michel , ministre (en français): Ni les
libéraux, ni Ecolo n'ont le monopole de la
citoyenneté. Lors de la réunion Etats-Unis­Union
européenne du 14 juin dernier, l'Union était
représentée par la présidence suédoise et la
Commission. La Belgique n'y était pas présente. En
ce qui concerne le lancement d'un nouveau round
de négociations à l'OMC, les partenaires
transatlantiques ont convenu que ce serait leur
conférence de novembre qui déciderait
d'encourager un nouveau round car elle est le seul
organe compétent. La présidence suédoise a agi
sur base de la position européenne définie en
octobre dernier.
Ik nodig u uit de gezamenlijke verklaring van de EU
en de VS erop na te lezen. Deze verklaring lijkt ook
rekening te houden met onder meer de
fundamentele arbeids- en milieunormen. Bovendien
zijn de Amerikanen nu tot meer toegevingen bereid
dan vroeger, wat ons sterkt in onze houding.
Je vous invite à lire le libellé de la déclaration
conjointe de l'U.E. et des Etats-Unis. Les normes
fondamentales de travail et la protection
environnementale, entre autres, semblent couvertes
par cette déclaration. De plus, les Etats-Unis ont
accepté un langage qu'ils refusaient jusqu'alors, ce
qui nous confirme dans notre attitude.
04.03 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV): Mag ik
u erop wijzen dat een vlucht naar voren niet de
bedoeling mag zijn, maar dat er dingen hervormd
moeten worden en dat de WHO zich niet mag blind
staren op de internationale handel.
04.03 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV) : J'attire
l'attention qu'il ne faut pas assurer une fuite en
avant mais bien réformer certaines choses, et que
le commerce international ne doit pas être la seule
préoccupation de l'ONC.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Els Van Weert aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
standpunt van de minister met betrekking tot de
doorlichting van Europol naar aanleiding van de
top op 3 juli 2001" (nr. 9217)
05 Question de Mme Els Van Weert au ministre
de l'Intérieur sur "la position du ministre
concernant l'audit d'Europol lors du sommet du
3 juillet 2001" (n° 9217)
05.01 Els Van Weert (VU&ID): Europol kwam in
een zeer kwalijk daglicht te staan. De minister zou
zich aansluiten bij het standpunt van het Zweeds
voorzitterschap om Europol grondig door te lichten.


Welk standpunt zal onze vertegenwoordiger
innemen op de raad van bestuur van Europol van 3
juli? Zal hij aandringen op bijstand door OLAF, de
Europese antifraudedienst die wordt gecontroleerd
door het Europees Parlement?
05.01 Els Van Weert (VU&ID): Le service Europol
a récemment fait l'objet de critiques virulentes. Le
ministre se serait rallié à la proposition, formulée
par la présidence suédoise, de soumettre Europol à
un audit approfondi.

Quel point de vue notre représentant adoptera-t-il à
l'occasion du Conseil d'administration d'Europol qui
se tiendra le 3 juillet? Insistera-t-il pour obtenir
l'appui de l'Office européen anti-fraude (l'OLAF), qui
est placé sous le contrôle du Parlement européen?
05.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): België
is van plan terzake volledige duidelijkheid te
scheppen. Op 3 juli komt de raad van bestuur
05.02 Antoine Duquesne, ministre (en français) :
La Belgique a l'intention de faire toute la lumière à
ce sujet. Une réunion du conseil d'administration se
28/06/2001
CRABV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
bijeen. Er zal een beslissing moeten worden
genomen over twee doorlichtingen. Een ervan
betreft de controle van de contracten met de
European Drugs Unit (EDU) en Europol. Na een
aanbesteding zal moeten worden beslist welke
firma de opdracht krijgt. De tweede audit betreft de
veiligheidsmaatregelen binnen Europol. Het bestek
zal tijdens die vergadering worden voorgesteld. Wij
wensen vooruitgang te boeken.


Ik zal op de vergadering van 3 juli voorstellen de
gehele organisatie aan een audit te onderwerpen.
Er is vanzelfsprekend nog niet in de hiertoe
noodzakelijke middelen voorzien. Wij zullen tijdens
ons voorzitterschap een duidelijk standpunt
innemen: doorzichtigheid, goed beheer en controle
zullen onze ordewoorden zijn. Europol zal over heel
belangrijke basisgegevens beschikken, wat
waarborgen vereist inzake het gebruik ervan in het
kader van de EU maar ook in het kader van de
kandidaat-lidstaten.

België heeft ervaring met externe controle, getuige
daarvan het Comité P. Ons land is goed geplaatst
om terzake voorstellen te doen. Overigens zullen de
heren Coveliers en Van Parys op Benelux-niveau
dergelijke voorstellen lanceren. Zelf ben ik van plan
tijdens het Belgisch EU-voorzitterschap initiatieven
betreffende Europol te nemen.
tiendra le 3 juillet. Une décision devra être prise en
ce qui concerne deux audits, l'un portant sur la
vérification des contrats de l'European Drug Unit
(EDU) et Europol. Suite à une adjudication, il s'agira
de choisir la firme qui accomplira la mission
demandée. Le second audit porte sur les mesures
de sécurité au sein d'Europol. Le cahier des
charges sera présenté lors de cette réunion.
Notre intention est d'aller de l'avant.


Je proposerai un audit complet de l'organisation lors
de la réunion du 3 juillet prochain. Certes, les
moyens nécessaires ne sont pas encore prévus.
Notre position, lors de notre présidence, sera très
claire : transparence, bonne gestion et contrôle.
Europol disposera de données de base très
importantes, ce qui nécessite des garanties quant à
leur utilisation dans le cadre de l'Union européenne,
mais aussi dans le cadre des pays candidats à
l'Union européenne.


La Belgique a l'expérience du contrôle extérieur et
du Comité P. Elle est bien placée pour faire des
propositions en ce sens. MM. Coveliers et Van
Parys en feront d'ailleurs au sein du Benelux. En ce
qui me concerne, je compte prendre des initiatives
concernant Europol, lors de la présidence belge de
l'Union européenne.
05.03 Els Van Weert (VU&ID): Is de minister
bereid om de Europese antifraudedienst de controle
op Europol te laten uitvoeren? Dit heeft het voordeel
dat het Europees Parlement zelf op zijn
antifraudedienst toezicht kan uitoefenen. Op de
koop toe beschikt de Europese antifraudedienst
over heel wat nuttige expertise.
05.03 Els Van Weert (VU&ID): Le ministre est-il
disposé à permettre à l'Office européen anti-fraude
de contrôler les activités d'Europol? Une telle
formule présenterait l'avantage que le Parlement
européen pourrait lui-même contrôler son propre
service de lutte contre la fraude. En outre, ce
service possède une expertise en la matière.
05.04 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Wij
nemen het voorzitterschap van de EU nog niet
waar. Afgezien van de doorlichtingen wordt ook een
gerechtelijk onderzoek uitgevoerd door een officier
van justitie van Den Haag, wat noodzakelijk lijkt om
terzake volledige klaarheid te krijgen.
05.04 Antoine Duquesne , ministre: (en français) :
Nous n'assurons pas encore la présidence de l'UE.
Par delà les audits, une enquête judiciaire est
menée par un officier de Justice de la Haye, ce qui
semble nécessaire pour faire toute la lumière en ce
domaine.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Marcel Hendrickx tot de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de
achterstallen van voetbalclubs in betalingen aan
de RSZ" (nr. 9218)
- de heer Arnold Van Aperen tot de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de RSZ-
overeenkomst met KFC Turnhout" (nr. 9219)
06 Questions orales jointes de
- M. Marcel Hendrickx au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "les arriérés des
clubs de football en matière de versement des
cotisations ONSS" (n° 9218)
- M. Arnold Van Aperen au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "l'accord entre
l'ONSS et le KFC Turnhout" (n° 9219)
06.01 Marcel Hendrickx (CVP): Vorig jaar maakte 06.01 Marcel Hendrickx (CVP): L'an dernier , le
CRABV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
de minister de RSZ-achterstallen bekend van
voetbalclubs in eerste en tweede nationale. Daarop
werd een licentiecommissie ingesteld. De club van
Turnhout degradeerde als enige van eerste naar
tweede nationale. Hebben de andere clubs zich in
regel gesteld? Waarom kan deze ene club niet van
een afbetaalregeling genieten? Hoe zit het met de
voetbalclubs en hun afbetaling? Werden er
betalingsakkoorden afgesloten? Wat is de RSZ-
achterstal van de clubs van eerste en tweede
nationale?
ministre a rendu publics les arriérés des clubs de
football de première et de deuxième division en
matière d'ONSS. Une commission des licences
avait ensuite été constituée. Seul le club de
Turnhout a été relégué de première en deuxième
division. Les autres clubs se sont-ils mis en règle ?
Pourquoi ce club a-t-il été le seul à ne pas
bénéficier d'un arrangement pour le versement de
ses cotisations ? Quelle est la situation des clubs de
football concernant le paiement de leurs
cotisations ? Des accords ont-ils été conclus à cet
effet? Quel est le montant des arriérés ONSS des
clubs de première et de deuxième division ?
06.02 Arnold Van Aperen (VLD): Ook ik stel me
vragen bij het feit dat FC Turnhout als enige
voetbalploeg wordt gesanctioneerd wegens het niet
tijdig betalen van RSZ-bijdragen.

Hoe kan het dat er slechts één enkele ploeg geen
overeenkomst wou sluiten met de RSZ? Hebben
alle andere clubs dan een concreet afbetalingsplan
afgesproken?

Heeft de minister zicht op de huidige status
quaestionis? Hoeveel ploegen hebben nog RSZ-
achterstallen en hoeveel ploegen hebben een
afbetalingsregeling afgesproken?
06.02 Arnold Van Aperen (VLD): Je m'interroge
également sur le fait que seul le FC Turnhout a été
sanctionné pour ne pas avoir versé ses cotisations
ONSS à temps.

Comment se peut-il qu'une seule équipe n'ait pas
pu conclure d'accord avec l'ONSS ? Les autres
clubs auraient-ils tous convenu d'un plan concret de
versement des cotisations ?

Le ministre a-t-il une vue d'ensemble de l'état du
dossier ? Combien d'équipes accusent-elles encore
des arriérés en matière d'ONSS et combien sont-ils
à avoir conclu un règlement en vue du versement
de leurs cotisations ?
06.03 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Tot op heden is er tussen de RSZ en
FC Turnhout geen overeenkomst of een
afbetalingsregeling afgesloten. Er is dus ook geen
attest afgeleverd.


De licenties worden door de voetbalbond
toegekend, niet door de RSZ. Op vragen daarover
kan ik dus niet antwoorden.

De afbetalingsakkoorden met sportclubs lijken op
die die worden afgesloten met andere werkgevers.


De vraag van de heer Hendrickx vergt een
uitgebreid onderzoek. Ik kan daarop niet zo snel
antwoorden. Ik stel voor de heer Hendrickx het
antwoord te bezorgen tegen 10 juli, wel met respect
voor de privacy.
06.03 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): A ce jour, l'ONSS et le FC Turnhout
n'ont conclu aucun accord à propos d'une formule
de remboursement. Dès lors, aucune attestation n'a
été délivrée.

Les licences étant octroyées par l'Union belge de
football et non par l'ONSS, je ne puis répondre à
aucune question à ce sujet.

Les plans de remboursement conclus avec les
clubs sportifs sont analogues à ceux qui sont
conclus avec les autres employeurs.

La question de M. Hendrickx nécessite une enquête
approfondie. Je ne puis y répondre dans l'immédiat.
Je propose de communiquer la réponse à M.
Hendrickx d'ici au 10 juillet, évidemment dans le
respect de la vie privée des intéressés.
06.04 Marcel Hendrickx (CVP): Ik ga akkoord met
dat antwoord. Ik had de vraag ook gesteld voor
commissie, dan was er meer tijd geweest.
06.04 Marcel Hendrickx (CVP): Je suis d'accord.
Je souhaitais également poser ma question en
commission, ce qui aurait donné au ministre
davantage de temps pour préparer sa réponse.
06.05 Arnold Van Aperen (VLD): We mogen nog
geen concreet antwoord verwachten over de
06.05 Arnold Van Aperen (VLD): Il ressort de la
réponse du ministre qu'il nous fournira
28/06/2001
CRABV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
bedragen, begrijp ik. Het zou niet mogen dat de ene
club van een regeling kan genieten en de andere
niet. We zullen de voetbalbond hier nog eens over
aanspreken.
ultérieurement une réponse concrète à propos des
montants. Il serait inadmissible que les clubs ne
soient pas traités sur un pied d'égalité. Nous ne
manquerons pas d'interroger une fois de plus
l'Union belge à ce propos.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Tony Van Parys aan de
minister van Justitie over "de blokkering van een
wettelijke regeling in verband met spijtoptanten"
(nr. 9220)
07 Question de M. Tony Van Parys au ministre de
la Justice sur "le blocage d'un dispositif légal en
ce qui concerne les repentis" (n° 9220)
07.01 Tony Van Parys (CVP): Vorige maandag
organiseerde de minister van Justitie een
persconferentie over zijn realisaties tijdens de
voorbije twee jaren. De minister haalde bij die
gelegenheid zwaar uit naar PS-voorzitter Di Rupo,
die zich hardnekkig blijft verzetten tegen een
wettelijke regeling voor spijtoptanten. Vandaag
heeft de heer Di Rupo op de uitspraken van de
minister gereageerd. Die reactie is bijzonder
beledigend voor minister Verwilghen en laat er
bovendien geen twijfel over bestaan: het verzet
tegen een regeling voor spijtoptanten blijft bestaan.

Aanvaardt minister Verwilghen die beledigende
reactie? Voelt minister Verwilghen zich nog
gesteund door de hele meerderheid? Is er ook nog
voldoende steun voor de realisatie van het
Veiligheidsplan van minister Verwilghen?
07.01 Tony Van Parys (CVP): Le ministre de la
Justice a organisé lundi une conférence de presse à
propos de ses réalisations d'il y a deux ans. A cette
occasion, il a sévèrement critiqué le Président du
PS, M. Di Rupo, qui s'oppose avec acharnement à
l'adoption d'une réglementation légale concernant
les repentis. Monsieur Di Rupo a réagi aujourd'hui
aux déclarations du ministre. Cette réponse est
particulièrement insultante pour le ministre
Verwilghen et ne laisse subsister aucun doute:
l'opposition à une réglementation concernant les
repentis demeure.

Le ministre Verwilghen laissera-t-il passer cette
réaction sans réagir
? Le ministre Verwilghen
s'estime-t-il encore soutenu par l'ensemble de la
majorité ? Le plan sécurité du ministre Verwilghen
bénéficie-t-il encore d'un soutien suffisant ?
07.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Ik
heb enkel het voorontwerp over de spijtoptanten
toegelicht, zonder iemand te viseren. De
aanbevelingen van de parlementaire
onderzoekscommissies moeten worden opgevolgd.
De slachtoffers van de bende van Nijvel vragen zich
af waarom er niks gebeurt, terwijl er toch
voorstellen waren van de parlementaire
onderzoekscommissie. Federale politie en
parketten vragen om over een spijtoptantenregeling
te beschikken. Anders komt men tot vrijspraken. Ik
wil niet het verklikken stimuleren, maar wel de
zwijgplicht in zware criminaliteit doorbreken. Het
instrument is gebaseerd op eerlijke principes. Ik
heb mijn voorontwerp gemaakt en zal hiervoor mijn
verantwoordelijkheid opnemen.
07.02 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): J'ai seulement exposé l'avant-projet
de loi relatif aux repentis, sans viser qui ce soit en
particulier. Il est impératif de suivre les
recommandations de la commission parlementaire
d'enquête. Les victimes des tueurs du Brabant
wallon se demandent pourquoi il ne se passe rien
alors que cette commission avait formulé des
propositions. De plus, la police fédérale et les
parquets ont émis le souhait de disposer d'une
réglementation relative aux repentis. Si leur souhait
n'est pas exaucé, ils seront contraints de prononcer
des acquittements en série. Je ne veux pas
encourager la délation, mais rompre l'obligation de
réserve dans le cas de crimes graves. L'instrument
que j'ai mis au point s'appuie sur des principes
honnêtes. Mon avant-projet de loi est prêt et j'en
assumerai la responsabilité.
07.03 Tony Van Parys (CVP): Ik kan me
aansluiten bij de overtuiging van minister
Verwilghen dat een wettelijke regeling voor
spijtoptanten een absolute noodzaak is.
Ondertussen is zo'n regeling er nog altijd niet en
blijft PS-voorzitter Di Rupo de minister en zijn beleid
op een grove manier afkraken. Laten we Di Rupo lik
07.03 Tony Van Parys (CVP): Je partage la
conviction du ministre Verwilghen qu'il est
absolument nécessaire de disposer d'un règlement
légal concernant les repentis. Mais, en attendant, ce
règlement n'a toujours pas vu le jour et le président
du PS, M. Di Rupo, ne cesse de s'exprimer en
termes très critiques à propos du ministre et de sa
CRABV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
op stuk geven en via een wetsvoorstel een regeling
voor spijtoptanten invoeren! Ik hoop dat de minister
deze suggestie ter harte neemt. In de commissie
ligt het wetsvoorstel Van Parys-Bourgeois klaar
voor bespreking.



Het incident is gesloten.
politique. Rendons la monnaie de sa pièce à Di
Rupo en instaurant un règlement relatif aux repentis
par le biais d'une proposition de loi ! J'espère que le
ministre retiendra ma suggestion. En commission,
la proposition Van Parys-Bourgeois est prête à être
examinée.

L'incident est clos.
Ontwerp van bijzondere wet
Projet de loi spéciale
08 Overdracht van bevoegdheden
08 Transfert de compétences
Bespreking van de artikelen (Vervolg)
Suite de la discussion des articles
De voorzitter: Wij hervatten de bespreking van de
artikelen van het ontwerp van bijzondere wet
houdende overdracht van diverse bevoegdheden
aan de gewesten en de gemeenschappen
(overgezonden door de Senaat), nrs. 1280/1 tot 3.

Op artikel 3 zijn er de amendementen nrs. 92 van
de heer Gerolf Annemans c.s. (stuk nr. 1280/2) en
6 van de heer Servais Verherstraeten (stuk nr.
1280/2).
Le président: Nous reprenons la discussion des
articles du projet de loi spéciale portant transfert de
diverses compétences aux régions et communautés
(transmis par le Sénat), n°s1280/1 à 3.


A l'article 3, nous avons les amendements n
os
92 de
M. Gerolf Annemans et consorts (doc. n° 1280/2) et
6 de M. Servais Verherstraeten (doc. n° 1280/2)
08.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Ik wil tussenkomen op artikel 3. De federale
overheid zal dankzij Lambermont niet langer
bevoegd zijn om een coördinerend beleid te voeren,
want het hangt samen met de afschaffing van de
BDBH. De Europese consequenties vallen zeer
pervers uit voor de Vlamingen. Het
minderhedenverdrag blijkt deel uit te maken van de
losprijs aan de PSC, iets waar de Franstaligen al
lang voor ijveren. Dit als onbelangrijk afschuiven,
daar trappen we niet in. Door de ratificatie zal
Vlaanderen terug tweetalig worden. In het verleden
was dit een zeer asociale toestand, wat ook Karl
Marx had gezien. Een minderheid is een
bevolkingsgroep die op zijn territorium woont, maar
terecht gekomen is in een staat waarin ze de
meerderheid niet heeft.
08.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Je voudrais intervenir au sujet de l'article 3. Par la
faute de Lambermont, le gouvernement flamand ne
sera plus compétent pour mener une politique de
coordination, ce qui est lié à la suppression de
l'OCBE. Pour les Flamands, cette situation entraîne
des effets pervers au niveau européen. La
Convention sur les minorités semble également
faire partie de la rançon payée au PSC : les
Francophones la défendent, en effet, ardemment
depuis longtemps. On ne nous convaincra pas qu'il
s'agit de choses anodines. A la suite de cette
ratification, la Flandre va redevenir une région
bilingue. Par le passé, une telle situation s'était
avérée asociale, ce que Karl Marx avait prévu. Une
minorité est une population établie sur un territoire
propre dans un Etat où elle n'est pas majoritaire.
08.02 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Artikel 3
hevelt het afzet- en uitvoerbeleid over naar de
Gewesten, maar een aantal cruciale aspecten van
dit beleid blijft in federale handen. In theorie wordt
de BDBH wel afgeschaft, maar het Federale
Agentschap is een drogreden om prins Filip
snoepreisjes te laten maken.





08.02 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): L'article 3
transfère la politique en matière de débouchés et
d'exportation aux Régions, certains aspects
essentiels de ces matières restant toutefois
fédéraux. Si l'OBCE est théoriquement supprimé,
l'Agence fédérale par laquelle il sera remplacé sera
constituée selon une clé de répartition typiquement
belge, en fonction de laquelle l'apport des Régions
reposera sur le principe de la parité. Cette Agence
fédérale, qui doit encore être mise sur pied,
constitue un prétexte destiné à permettre au prince
Philippe de continuer à effectuer des voyages
d'agrément.
28/06/2001
CRABV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10


Amendement 92 opteert duidelijk voor een systeem
waarbij de overheveling van het afzet- en
uitvoerbeleid niet meer halfslachtig gebeurt, maar
consequent wordt doorgevoerd, in de zin van de
resolutie van het Vlaams Parlement.


De voorzitter: De amendementen en artikel 3
worden aangehouden.

Op artikel 4 zijn er de amendementen nrs. 93, 95 tot
99, 101 en 102 van de heer Gerolf Annemans c.s.
(stuk nr. 1280/2), nrs. 34 tot 39, 43 en 44 van de
heren Jean-Pol Poncelet en Jean-Jacques Viseur
(stuk nr. 1280/2), en nr. 15 van de heer Servais
Verherstraeten (stuk nr. 1280/2).

L'amendement n° 92 opte clairement en faveur d'un
système par lequel le transfert de la politique en
matière de débouchés et d'exportation ne constitue
plus une demi-mesure mais est mis en oeuvre d'une
manière cohérente, dans le sens indiqué par la
résolution du Parlement flamand.

Le président: Les amendements et l'article 3 sont
réservés.

A l'article 4, nous avons les amendements n
os
93,
95 à 99, 101 et 102 de M. Gerolf Annemans et
consorts (doc. n° 1280/2), 34 à 39, 43 et 44 de MM.
Jean-Pol Poncelet et Jean-Jacques Viseur (doc. n°
1280/2) et 15 de M. Servais Verherstraeten (doc. n°
1280/2).
08.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Zijn de amendementen van de heren Poncelet en
Viseur ingetrokken?

De voorzitter: Als ik niets hoor of zie, dan weet ik
niets. Dat zegt voldoende.
08.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK) :
Les amendements de MM. Poncelet et Viseur sont-
ils retirés ?

Le président : Si je ne vois rien et si je n'entends
rien, je ne suis au courant de rien. Cela devrait
suffire comme réponse.
08.04 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Artikel 4
is veel te ruim en tegelijkertijd ook veel te beperkt
voor ons. Het kan niet dat dezelfde regeling geldt
voor Brussel als voor Vlaanderen en Wallonië. Door
Lambermont gaat aandacht naar de Gewesten. De
Gemeenschappen blijven achter met nog minder
autonomie dan voorheen. De bevoegdheid over de
gemeenten speelt hier een sleutelrol, in Brussel en
op federaal niveau. De Brusselse voogdij was
catastrofaal voor de Vlamingen in Brussel. De
Brusselse voogdij over de ondergeschikte besturen
moet opnieuw federaal worden. Enkel op die manier
wordt de gelijkwaardigheid van Vlamingen en
Franstaligen gewaarborgd, denk maar aan de
invulling van openbare functies.
08.04 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Nous
estimons que l'article 4 est à la fois trop large et trop
restreint. Il est inadmissible que la même
réglementation soit d'application à Bruxelles, en
Flandre et en Wallonie. Les accords du
Lambermont ont focalisé toute l'attention sur les
Régions. Les Communautés, par contre,
disposeront d'une autonomie moindre
qu'antérieurement. En l'occurrence, les
compétences relatives aux communes jouent un
rôle clé à Bruxelles et au niveau fédéral. La tutelle
bruxelloise a été catastrophique pour les Flamands
de Bruxelles. La tutelle actuellement exercée par
Bruxelles à l'égard des administrations
subordonnées doit retourner au pouvoir fédéral.
C'est, en effet, la seule manière de garantir
l'équivalence des flamands et des Francophones.
Je songe notamment à l'exercice de fonctions
publiques.
Tal van aspecten worden niet overgeheveld en er
blijven te veel uitzonderingen bestaan waar vooral
de Franstaligen in de rand hun voordeel halen. Een
van de vreemde consequenties van de overheveling
is dat een Gewest niet eens autonoom kan
beslissen over de aanduiding van een gouverneur :
zo kunnen Franstaligen hun veto stellen tegen de
benoeming van een gouverneur van een Vlaamse
provincie. Dat is een gevaarlijk procédé.

De rechtstreekse verkiezing van de burgemeester
De multiples aspects ne sont pas transférés et de
trop nombreuses exceptions subsistent,
principalement au bénéfice des Francophones de la
périphérie. Une des conséquences surprenantes du
transfert est qu'une Région ne peut pas décider
seule de la nomination d'un gouverneur: les
Francophones peuvent ainsi opposer leur veto à la
nomination d'un gouverneur à la tête d'une province
flamande. Il s'agit-là d'un procédé dangereux.

CRABV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
heeft aan Franstalige kant nooit op veel sympathie
kunnen rekenen: de PS wil haar politieke creaturen
kunnen blijven droppen in bepaalde gemeenten,
ook als de personen in kwestie geen meerderheid
van de burgers achter zich hebben.
Le principe de l'élection directe du bourgmestre n'a
jamais vraiment emporté l'adhésion des
Francophones : le PS tient à pouvoir continuer à
parachuter ses créatures dans certaines
communes, même si elles ne réunissent pas les
suffrages de la majorité des électeurs.
De teksten over de overheveling van Provincie- en
Gemeentewet zijn zo ingewikkeld, dat een kat haar
jongen er niet meer in vindt. Dat is natuurlijk de
beste manier om de burgers afkeer te doen krijgen
van de instellingen.

Het Vlaams Blok heeft op dit belangrijke artikel 4
een aantal amendementen van fundamentele aard.
Les textes concernant le transfert de la loi
provinciale et communale sont d'une telle
complexité que plus personne ne s'y retrouve.
C'est évidemment la meilleure façon de brouiller les
citoyens avec les institutions.

Le Vlaams Blok a déposé quelques amendements
fondamentaux à propos de cet important article 4.
08.05 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Artikel 4 is
een cruciaal element. Ik zal onze amendementen
daarop bespreken. De premier vindt de
staatshervorming fundamenteel, maar vond het niet
nodig in de commissie Grondwetsherziening
aanwezig te zijn. De voorzitter is daar getuige van.



Artikel 4 zorgt ervoor dat de organieke wetgeving
inzake de gemeenten en provincies wordt
overgeheveld. De Vlamingen moeten betalen voor
iets wat al heel lang was afgesproken. De
pacificatiewetgeving van 1988 blijft overeind, ook de
wetgeving inzake het vermoeden van taalkennis
blijft bestaan. De ondergeschikte besturen worden
overgeheveld.

Amendement 93 strekt ertoe artikel 4 volledig te
schrappen. De bevoegdheden over de
ondergeschikte besturen komt volgens ons toe aan
de Vlaamse en Waalse Gemeenschap.
08.05 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): L'article 4
est essentiel. Je commenterai également nos
amendements à cet article. Si le premier ministre
qualifie la réforme de l'Etat de fondamentale, il n'a
cependant pas jugé nécessaire d'assister à la
commission de la Révision de la Constitution et de
la Réforme des institutions. Je prends le président à
témoin.

L'article 4 organise le transfert de la réglementation
organique relative aux communes et aux provinces.
Les Flamands paient pour quelque chose qui fait
l'objet d'un accord depuis longtemps. Les lois de
pacification de 1988, tout comme celles relatives à
la présomption de bilinguisme sont maintenues. Les
pouvoirs subordonnés sont transférés.


L'amendement n° 93 vise à supprimer l'article 4. A
notre estime, les pouvoirs subordonnés
ressortissent aux Communautés flamande et
française.
Voor ons waren de Vlaamse resoluties steeds te
gematigd. Toch refereren we er nu naar. De
resoluties kozen voor wat betreft de overheveling
voor de tweeledigheid en voor een aparte regeling
voor Brussel en de Duitstalige Gemeenschap.
Les résolutions flamandes ont toujours été trop
modérées à nos yeux. Néanmoins nous nous y
référons à présent. Pour ce qui est du transfert de
compétences, ces résolutions se prononcent en
faveur de deux régions et d'un règlement séparé
pour Bruxelles et la Communauté germanophone.
08.06 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): De term
ondergeschikte besturen verduidelijkt hoe het
Belgisch institutioneel kader, dat centralistisch is,
over de gemeenten denkt. De politiek zou ten
dienste moeten staan van de bevolking en
individuen zo nauw mogelijk bij de besluitvorming
moeten betrekken. Dat kan in kleine
gemeenschappen, in grote gemeenschappen werkt
men met een representatieve democratie.


Toch is directe democratie ook mogelijk in grotere
08.06 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): La
notion d'
administrations subordonnées
montre
comment le cadre institutionnel belge, qui est
centraliste, considère les communes. La politique
devrait être au service de la population et associer
au maximum les citoyens au processus décisionnel.
Cela est possible au sein de petites communautés
mais les communautés de plus grande taille
fonctionnent avec un système de démocratie
représentative.

La démocratie directe est pourtant possible
28/06/2001
CRABV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
gemeenschappen, zoals het ­ zeer sterk
gedecentraliseerde ­ voorbeeld van Zwitserland
met zijn kantons aantoont.

De kantons van Zwitserland hebben een eigen
grondwet en kennen een grote autonomie toe aan
de gemeenten, die in feite de grondslag zijn van
hun systeem. Bovendien zijn er in Zwitserland veel
meer gemeenten dan in Vlaanderen. Zij zijn de
basis van de Zwitserse democratie. Regelmatig
worden alle stemgerechtigde burgers
bijeengeroepen om een aantal beslissingen te
nemen.
également dans des communautés plus larges,
comme l'atteste l'exemple de la Suisse avec ses
cantons très décentralisés.

Ces cantons possèdent leur propre Constitution et
accordent une large autonomie aux communes, qui
constituent, en fait, le fondement du système. En
outre, la Suisse compte beaucoup plus de
communes que la Flandre. Celles-ci forment la
base de la démocratie suisse. Tous les électeurs
sont régulièrement appelés à se prononcer à
propos d'un certain nombre de décisions.
08.07 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Artikel 4 is
belangrijker dan de andere artikels. Als Limburger
kan ik niet anders dan tussenbeide te komen inzake
Voeren. Op politiek vlak waren er recent zware
problemen. In Voeren woont in principe maar één
taalgroep: de Nederlandstaligen. Ook de meeste
Voerenaars spreken in de huiskamer hun eigen
Diets dialect. Enkel de inwijkelingen zijn eentalig
Frans. Zij hebben de andere Franstaligen voor hun
kar weten te spannen. Jarenlang hebben de
Franstaligen een haat- en brandbeleid gevoerd. Ze
werden daarvoor politiek afgestraft. Bij de laatste
verkiezingen kwamen er negen Vlaamse
gemeenteraadsleden en acht Waalse. De
Vlamingen moeten de volledige bevoegdheid over
Voeren krijgen. Alleen dit kan de agressie in de
streek stoppen. (Applaus bij het Vlaams Blok)
08.07 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): L'article 4
est plus important que les autres articles. En tant
que Limbourgeois, il m'est impossible de ne pas
intervenir sur les Fourons. Sur le plan politique, de
graves problèmes se sont posés récemment à
Fourons. En principe, les Fourons ne sont habités
que par un seul groupe linguistique
: les
Néerlandophones. La plupart des Fouronnais
parlent chez eux un dialecte proche du flamand.
Seuls les nouveaux arrivants sont francophones
unilingues. Ils ont réussi à gagner les autres
Francophones à leur cause. Les Francophones ont
pendant des années mené une politique haineuse
et ils en ont subi les conséquences sur le plan
politique. Les dernières élections communales ont
en effet conduit à l'élection de neuf conseillers
flamands et de huit conseillers wallons. La
compétence pour les Fourons doit revenir
intégralement aux Flamands. C'est le seul moyen
de mettre un terme à l'agressivité dans la région.
(Appplaudissements sur les bancs du Vlaams Blok)
08.08 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Ik zal
het hebben over amendement nr. 94, dat onze
principes voor de overheveling van Gemeente- en
Provinciewet betreft, waarvoor ik verwijs naar de
algemene tussenkomst van collega's Laeremans en
Bultinck.

Het vermoeden van taalkennis zal gelden voor de
rechtstreeks verkozen burgemeesters in de zes
taalfaciliteitengemeenten. Hier schuilt een addertje
onder het gras. Afzetting wegens taalonkundigheid
zal dus niet meer kunnen.


De toezichthoudende bevoegdheid over de
gemeenten van Brussel en de Duitstalige
Gemeenschap moet federaal blijven. Wij willen
enkel de toezichthoudende bevoegdheid over de
respectieve Vlaamse en Waalse gemeenten
overhevelen naar het Vlaams en het Waals Gewest.

De voorzitter: De amendementen en artikel 4
08.08 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): J'en
viens à l'amendement n° 94 qui concerne nos
principes relatifs au transfert de la loi communale et
de la loi provinciale. Je renvoie à ce sujet aux
interventions générales de MM. Bultinck et
Laeremans.


La présomption de la connaissance de l'autre
langue s'appliquera aux bourgmestres directement
élus des six communes à facilités linguistiques.
Mais il y a anguille sous roche ! Il ne sera plus
possible de destituer un bourgmestre pour cause de
méconnaissance de la langue flamande.

Le pouvoir de tutelle des communes de Bruxelles et
de la Communauté germanophone doit rester
fédéral. Nous n'admettons le transfert de la tutelle
vers les Régions flamande et wallonne que pour les
communes de Flandre et de Wallonie.

CRABV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
worden aangehouden.

De amendementen nrs. 45 en 46 van de heren
Jean-Pol Poncelet en Jean-Jacques Viseur
strekken ertoe een artikel 4bis en 4ter (nieuw) in te
voegen (stuk nr. 1280/2).

De amendementen worden aangehouden.

Ik stel voor de vergadering te schorsen tot 17 uur.
(Instemming)
Le président: Les amendements et l'article 4 sont
réservés.

Les amendements n° 45 et 46 de MM. Jean-Pol
Poncelet et Jean-Jacques Viseur tendent à insérer
des articles 4 bis et 4 ter nouveaux (doc. N°
1280/2).

Les amendements sont réservés.

Je vous propose de suspendre la séance jusqu'à 17
heures. (Assentiment)
De vergadering wordt geschorst om 16.28 uur.
La séance est suspendue à 16.28 heures.
De vergadering wordt hervat om 17.02 uur.

- Artikel 5 wordt zonder opmerkingen aangehouden.

De voorzitter: Op artikel 6 zijn er de
amendementen nrs. 103 tot 105 van de heer Gerolf
Annemans c.s. (stuk nr. 1280/2) en nr. 17 van de
heer Servais Verherstraeten (stuk nr. 1280/2).
La séance est reprise à 17.02 heures.

- L'article 5 est réservé sans observations.

Le président:: A l'article 6, nous avons les
amendements n°s 103 à 105 de monsieur Gerolf
Annemans et consorts ( doc. N° 1280:2) et 17 de M.
Servais Verherstraeten (doc. n° 1280 :2).
08.09 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): Dit
artikel is eigenlijk symbolisch voor het hele ontwerp.
De erin vermelde overheveling vanaf 1 januari 2004
van bepaalde onderdelen van de
Ontwikkelingssamenwerking is eigenlijk een echte
giller! De bepalingen ter zake in het ontwerp zijn
een lege doos. Het is volslagen onduidelijk welke
onderdelen van Ontwikkelingssamenwerking zullen
worden overgeheveld. Een bijzondere werkgroep
zou hierover moeten oordelen. Concreet zal het er
ongetwijfeld op neerkomen dat er eigenlijk niets zal
gebeuren. Op die manier wordt voor de zoveelste
keer de resolutie totaal genegeerd. De Raad van
State heeft trouwens duidelijke kritiek geleverd op
de werkwijze die het ontwerp vooropstelt inzake de
overheveling van Ontwikkelingssamenwerking. Het
gaat enkel om een inventaris als basis voor de
overheveling van bepaalde delen van
Ontwikkelingssamenwerking. We krijgen geen
garanties, evenmin als over de vooropgestelde
datum.
08.09 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK) En fait,
cet article symbolise l'ensemble du projet. Le
transfert de certaines parties de la Coopération au
développement à partir du 1er janvier 2004 qu'il
prévoit est à hurler de rire ! Les dispositions du
projet qui concernent ce transfert sont une coquille
vide. Elles ne précisent absolument pas quelles
sections de la Coopération seront transférées. Un
groupe de travail spécial devrait clarifier cette
question. On peut être certain que tout cela ne
servira concrètement à rien,.si ce n'est à fouler aux
pieds pour la énième fois la résolution qu'avait
adoptée le Parlement flamand. Au demeurant, le
Conseil d'Etat a critiqué sans équivoque la méthode
préconisée dans le présent projet de loi pour
organiser le transfert de la Coopération au
développement. On n'y trouve qu'un inventaire
censé servir de base au transfert. Nous n'obtenons
pas plus de garanties à cet égard qu'en ce qui
concerne la date fixée.
08.10 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK): De
wijze waarop België de voorbije decennia zijn beleid
op het vlak van Ontwikkelingssamenwerking heeft
gevoerd, maakt het voor het Vlaams Blok
onmogelijk om een verhoging van het budget goed
te keuren. Vele NGO's zijn zo gewoon uit de ruif van
de Staat te eten, dat zij vaak niet eens meer de
moeite doen om voor hun eigen financiering te
zorgen.

Bovendien zijn nogal wat NGO's politiek aan
handen en voeten gebonden, zodat ideologie soms
08.10 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK): La
manière dont la Belgique a mené sa politique de
Coopération au développement, ces dernières
décennies, ne permet pas au Vlaams Blok
d'approuver une augmentation du budget. De
nombreuses ONG sont tellement habituées à
manger au râtelier de l'Etat qu'elles ne prennent
pour ainsi dire même plus la peine d'organiser leur
propre financement.


En outre, un grand nombre d'ONG sont
28/06/2001
CRABV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
een grotere rol speelt dan de ware noden van de
plaatselijke bevolking.

Het Vlaams Blok vindt trouwens dat
Ontwikkelingshulp op een andere leest moeten
worden geschoeid, waarbij de expertise die
allochtonen in België hebben verworven moet
worden benut.
subordonnées à un courant politique, de sorte que
l'idéologie joue parfois un rôle plus important que
les besoins réels de la population locale.

Le Vlaams Blok estime, par ailleurs, qu'il faudrait
repenser l'aide au développement, afin que
l'expertise que les allochtones ont acquise en
Belgique soit vraiment mise à profit.
08.11 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
De zogenaamde defederalisering van een deel van
de Ontwikkelingssamenwerking doet opvallend veel
stof opwaaien. Het gaat nochtans maar om een
klein deel van het budget.

Door de opvolgingscommissie ABOS vernam ik dat
Vlaanderen professioneel aan
ontwikkelingssamenwerking doet via grote
organisaties. In Wallonië is het bijna liefhebberij.
Waarom dan zo opkijken van de defederalisering
van de Ontwikkelingssamenwerking? Het heeft een
psychologische oorzaak; het gaat om het weg-met-
ons-syndroom. Liever bekommert men zich om
exotische volkeren dan om het eigen volk. Wij doen
dat niet en daarom eisen we de echte splitsing van
Ontwikkelingssamenwerking in Vlaanderen en
Wallonië.
08.11 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
La défédéralisation d'une partie de la Coopération
au développement a fait couler beaucoup d'encre.
Or, il s'agit seulement d'une petite partie du budget.


J'ai appris par la commission de suivi de l'AGCD
que la Flandre s'occupe de Coopération au
développement de façon professionnelle par le biais
de grandes organisations. En Wallonie, il s'agirait
plutôt d'une activité d'amateurs. Pour quelle raison
adopte-t-on, dès lors, une telle attitude face à la
défédéralisation de la Coopération au
développement ? L'origine du problème est
psychologique. Il s'agit du syndrome "nous ne
voulons pas de vous". On préfère se soucier de
populations exotiques plutôt que de son propre
peuple. Nous n'agissons pas de la sorte et nous
exigeons dès lors, une véritable scission de la
Coopération au développement et son transfert vers
la Flandre et la Wallonie.
08.12 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Amendement 103 brengt
Ontwikkelingssamenwerking geheel onder bij de
Gemeenschappen. Amendement 104 is minder
verregaand en wil dat op zijn minst de federale
overheid niet meer bevoegd kan zijn voor
onderdelen die samen horen met aangelegenheden
waarvoor Gemeenschappen en Gewesten bevoegd
zijn. Amendement 105 wil vermijden dat de zaak
naar de Griekse kalender wordt verwezen.
08.12 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
L'amendement n°103 vise à transférer
intégralement la Coopération au développement
aux Communautés. L'amendement n° 104 va moins
loin mais vise à ce que les autorités fédérales ne
puissent plus exercer de compétences sur les sous-
parties qui relèvent de matières ressortissant à la
compétence des Communautés et des Régions.
L'amendement n° 105 tend à éviter le renvoi de ce
dossier aux calendes grecques.
De voorzitter: De amendementen en artikel 6
worden aangehouden.

In een amendement nr. 24 stellen de heer
Annemans c.s. voor een nieuw artikel 6bis in te
voegen (stuk nr. 1280/2).

Het amendement is voorbehouden.

Op artikel 7 zijn er de amendementen nr. 106 van
de heer Gerolf Annemans c.s. (stuk nr. 1280/2) en
18 van de heer Servais Verherstraeten (stuk nr.
1280/2).
Le président : Les amendements et l'article 6 sont
réservés.

Par un amendement n° 24, M. Annemans et
consorts proposent l'insertion d'un article 6 bis
nouveau (doc. n° 1280/2).

L'amendement est réservé.

A l'article 7, nous avons les amendements n°s 106
de M. Gerolf Annemans et consorts (doc. n°
1280/2) et 18 de M. Servais Verherstraeten (doc. n°
1280/2).
08.13 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Dit
artikel heeft te maken met de problematiek van het
08.13 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Cet
article a trait à la question du contrôle adminstratif.
CRABV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
administratief toezicht.

Het Minderhedenverdrag, dat plots werd
opgedolven om de PSC over de Lambermont-
streep te trekken, is bijzonder relevant voor dit
artikel. De premier heeft trouwens terzake voor de
zoveelste keer het Parlement voorgelogen. Twee
weken geleden ontkende hij nog elk verband tussen
Lambermont en het Minderhedenverdrag, vandaag
zijn beide ineens nauw met mekaar verbonden.
Gevolg van de ratificatie van dit
Minderhedenverdrag is dat de Franstaligen in de
Rand als een homogene minderheidsgroep zullen
worden erkend, met alle negatieve gevolgen
vandien voor de toepassing van de rondzendbrief-
Peeters.


Op 12 juni verklaarde minister Van Grembergen in
het Vlaams Parlement dat de Vlaamse regering bij
haar standpunt blijft. De Nederlandstaligen noch de
Franstaligen kunnen volgens de Vlaamse regering
als minderheden beschouwd worden in de zin van
het raamakkoord. De Duitstaligen in Wallonië
kunnen wel aanspraak maken op deze titel.



Deze regering stelt het helemaal anders voor: het
Minderhedenverdrag mag de bestaande
taalwetgeving niet aantasten. Dat is een stevige
stap achteruit. Goedkeuring van het Europese
Minderhedenverdrag stelt dit boven de Belgische
taalwet. De Franstaligen zullen dit als wapen
gebruiken om de faciliteiten verder uit te breiden,
zowel in de gemeenten waar die al bestaan als
daarbuiten.


La Convention pour la protection des minorités, qui
a été déterrée inopinément pour convaincre le PSC
de faire passer les accords du Lambermont, est
particulièrement significative dans le cadre de cet
article. Le premier ministre a d'ailleurs trompé le
Parlement pour la énième fois. Il y a deux
semaines encore, il niait tout rapport entre les
accords du Lambermont et la Convention, alors
qu'aujourd'hui, ils sont étroitement liés. La
ratification de la Convention pour la protection des
minorités aura pour effet que les Francophones de
la périphérie seront reconnus comme un groupe
minoritaire homogène, avec toutes les
conséquences que cela implique pour l'application
de la circulaire Peeters.

Le 12 juin dernier, le ministre Van Grembergen a
déclaré au Parlement flamand que le gouvernement
flamand maintiendrait son point de vue. Ce
gouvernement flamand considère en effet, que ni
les Néerlandophones, ni les Francophones ne
doivent être considérés comme des minorités au
sens de la convention-cadre. En Wallonie, les
Germanophones pourraient réellement prétendre
au statut de minorité.

Le gouvernement présente les choses sous un jour
totalement différent, considérant que la seule
restriction aux effets de la Convention pour la
protection des minorités est que celle-ci ne peut
pas porter atteinte à la législation linguistique en
vigueur. Voilà qui constitue un fameux pas en
arrière. Approuver la convention revient à lui
donner la priorité sur la législation linguistique
belge. Les Francophones s'en serviront pour
étendre les facilités dans les communes où elles
existent déjà et ailleurs.
In de commissie heeft FDF-voorzitter Maingain
messenscherp de consequenties van het
Minderhedenverdrag uiteengezet. We mogen er
gerust in zijn: de Franstaligen hebben hun tactiek
na de goedkeuring van het verdrag allang
vastgelegd.
Het verdrag zal worden gebruikt om de politiek te
bestrijden die het Nederlandstalig karakter van
Vlaams-Brabant wil bewaren en de integratie van
anderstaligen wil bevorderen, en om scholen te
vragen. Het is des te treuriger wanneer het Vlaams
Blok moet vaststellen dat de Vlamingen van de
meerderheid met open ogen in de val lopen.
En commission, le président du FDF, M. Maingain,
a exposé très minutieusement les conséquences de
la Convention de protection des minorités. Nous
pouvons être rassurés: les Francophones ont déjà
élaboré depuis longtemps la tactique qu'ils
appliqueraient dans l'hypothèse où la Belgique
ratifierait ce texte. Ils l'utiliseront pour combattre la
politique qui vise à conserver le caractère
néerlandophone du Brabant flamand, pour
promouvoir l'intégration des personnes dont la
langue n'est pas le néerlandais et pour demander
des écoles francophones. Le Vlaams Blok est
d'autant plus affligé devant ce constat que les
Flamands de la majorité tombent consciemment
dans le piège.
08.14 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Voor
amendement 106 grijpen we terug naar de
08.14 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Par notre
amendement n°106, nous nous référons à la loi
28/06/2001
CRABV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Bijzondere Wet van 1980. In het eerste lid worden
de woorden "de Gewesten" vervangen door de
woorden "het Vlaamse en het Waalse Gewest". Het
tweede lid, ten tweede, wordt vervangen door "de
organisatie en de uitoefening van het gewoon
administratief toezicht op de gemeenten van het
Brussels Hoofdstedelijk Gebied". Het tweede lid
wordt aangevuld met een derde punt, luidend als
volgt "de organisatie en de uitoefening van het
gewoon administratief toezicht op de provincie Luik,
voor wat de bestuurshandelingen betreft die
betrekking hebben op de gemeenten van het Duitse
taalgebied". We zijn van oordeel dat de federale
overheid haar toezichthoudende bevoegdheid moet
behouden. De bevoegdheid over de ondergeschikte
besturen is enkel voor het Vlaamse en Waalse
Gewest. Het Vlaams Gewest moet bevoegd zijn
over de randgemeenten, Voeren en Komen-
Waasten.
spéciale de 1980. Au premier alinéa, les mots "des
Régions" sont remplacés par les mots "de la Région
wallonne et de la Région flamande". Le deuxième
alinéa, point 2, est remplacé par "pour l'organisation
et l'exercice de la tutelle administrative ordinaire sur
les communes du Territoire de Bruxelles-Capitale".
Le deuxième alinéa est complété par un point 3
libellé comme suit: "pour l'organisation et l'exercice
de la tutelle administrative ordinaire sur la province
de Liège en ce qui concerne les actes administratifs
qui portent sur les communes de la région de
langue allemande" Nous estimons que l'Etat fédéral
doit conserver son pouvoir de tutelle. Les pouvoirs
subordonnés relèvent exclusivement des Régions
flamande et wallonne. La Région flamande doit être
compétente pour les communes de la périphérie,
Fourons et Comines-Warneton.
De voorzitter: De amendementen en artikel 7
worden aangehouden.

Op artikel 8 is er een amendement nr. 107 van de
heer Gerolf Annemans c.s. (stuk nr. 1280/2), dat
ertoe strekt het artikel weg te laten.
Le président : L'amendement et l'article 7 sont
réservés.

A l'article 8, nous avons l'amendement n° 107 de M.
Gerolf Annemans et consorts (doc. n° 1280/2), qui
vise à supprimer cet article.
08.15 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): In dit
artikel is er sprake over de uitoefening van de
voogdij in de gemeenten met taalfaciliteiten. Het
Vlaams Blok wil dat de voogdij van het Gewest
integraal over geheel het grondgebied wordt
uitgeoefend en dat er geen uitzonderingen meer
mogen worden toegestaan. Wat Voeren betreft,
moet de voogdij van het Vlaams Gewest dus volop
spelen.
08.15 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): Cet
article a trait à l'exercice de la tutelle des
communes à facilités linguistiques. Le Vlaams Blok
souhaite que la tutelle de la Région s'exerce
intégralement sur tout le territoire et que plus
aucune exception ne soit admise. La tutelle de la
Région flamande doit donc s'exercer intégralement
à Fourons.
08.16 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): De kern
van dit artikel is het derdelaatste woordje "identiek".
Dat is zeer verregaand, het fnuikt de mogelijkheid
tot een gedifferentieerd beleid voor zeer
verschillende gemeenten. Dat beperkt sterk de
autonomie van de Gewesten en is een uiting van
wantrouwen. Deze bepaling heeft ook een pervers
gevolg: in de faciliteitengemeenten kunnen geen
taalvereisten worden opgelegd; kan dit dan nog wel
in andere gemeenten, als de regeling overal
identiek moet zijn? De schrapping van dit artikel is
essentieel. De



De voorzitter: Het amendement en artikel 8 worden
aangehouden. Op artikel 9 is er een amendement
nr. 108 van de heer Gerolf Annemans c.s. (stuk nr.
1280/2) dat ertoe strekt het artikel weg te laten.
08.16 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): C'est
"identique", le dernier mot de cet article, qui
constitue le hic. Cela nous mène très loin et interdit
à des communes fondamentalement différentes de
mener une politique différenciée. En outre, il s'agit-
là de l'expression d'une méfiance qui limite
considérablement l'autonomie des Régions. Cette
disposition a par ailleurs un effet pervers. Comme il
est interdit d'imposer des exigences d'ordre
linguistique dans les communes à facilités, elles le
sont aussi, en vertu de cette disposition, dans les
autres communes, les règles étant partout les
mêmes. Cet article doit donc être supprimé.

Le président: L'amendement et l'article 8 sont
réservés. A l'article 9, nous avons l'amendement n°
108 de M. Gerolf Annemans et consorts (doc.
1280/2) qui vise à supprimer cet article.
08.17 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Ons 08.17 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Notre
CRABV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
amendement op artikel 9 beoogt de schrapping van
dit artikel.

Artikel 9 wil de taalfaciliteiten "betonneren" onder
federaal toezicht. Het Vlaams Blok vindt echter dat
de Gemeenschappen perfect zelf hun boontjes
kunnen doppen, wat het toezicht op de faciliteiten
betreft.

Taalfaciliteiten waren oorspronkelijk bedoeld om
een integratieproces in de andere taal te
begeleiden. Maar de Franstaligen zien dit natuurlijk
anders: zij interpreteren de faciliteiten als
eeuwigdurend verworven.

Het is onzin te denken dat, indien de faciliteiten
onder het toezicht van de Gemeenschappen
zouden komen, ze onmiddellijk zouden worden
afgeschaft. We vinden wel dat ze een uitdovend
karakter moeten hebben. Dat zou de integratie in de
betrokken gemeenten in de hand werken.
amendement à l'article 9 tend à supprimer cet
article.

L'article 9 vise au `bétonnage' des facilités
linguistiques sous le contrôle du fédéral. Le Vlaams
Blok estime cependant que les Communautés
peuvent parfaitement se débrouiller seules pour ce
qui est du contrôle des facilités.

Les facilités linguistiques ont été conçues
initialement pour accompagner un processus
d'intégration. Mais les francophones voient les
choses différemment : ils interprètent les facilités
comme des acquis définitifs.

Il est vain de croire que si les facilités devaient un
jour relever de la tutelle des Communautés, elles
seraient aussitôt supprimées. Mais nous estimons
qu'elles devraient être extinguibles. Ce bénéfique
pour l'intégration des communes concernées.
De voorzitter: Het amendement en artikel 9 worden
aangehouden.

Op artikel 10 is er het amendement nr. 109 van de
heer Gerolf Annemans c.s. (stuk nr. 1280/2), dat
ertoe strekt het artikel weg te laten.
Le président : L'amendement et l'article 9 sont
réservés.

A l'article 10 nous avons l'amendement n° 109de M.
Gerolf Annemans et consorts (doc. n° 1280/2), qui
vise à supprimer l'article.
08.18 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Artikel 10
lijkt niet wereldschokkend, maar het houdt verband
met artikel 16ter over de vernietiging van een norm
op basis van artikel 16bis, en dat verwijst naar de
taalproblematiek in de faciliteitengemeenten en de
Brusselse gemeenten. Er moet dan geen moeilijk te
herstellen nadeel worden aangetoond, alleen een
belang moet worden aangetoond. Dit vergroot de
mogelijkheden tot inciviek gedrag van Franstaligen
in de faciliteitengemeenten. De faciliteiten werden
niet gebruikt om de integratie te bevorderen, wel
integendeel. Een amendement wil dit amendement
schrappen. Daarover moet worden gestemd.
08.18 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): L'article
10 n'a rien de bouleversant, mais il est lié à l'article
16ter relatif à l'annulation d'une norme sur la base
de l'article 16bis, ce qui renvoie à la problématique
linguistique dans les communes bruxelloises et à
facilités. Il ne conviendra pas de démontrer
l'existence d'un préjudice difficilement réparable
mais seulement l'existence d'un intérêt. Cela
augmente les possibilités que des Francophones
habitant les communes à facilités adoptent un
comportement incivique. Ces facilités n'ont pas été
mises à profit pour encourager l'intégration, au
contraire. Un amendement tend à supprimer cet
amendement. C'est sur ce point qu'il faut voter.
08.19 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Weer werd
de kans gemist om van het Arbitragehof een echt
grondwettelijk hof te maken. De politiek is blijkbaar
bang om de gerechtelijke macht tot de hoogste
macht te maken. De artikelen 10 en 11 en artikel 17
bieden wel al de mogelijkheid bepalingen die het
gelijkheidbeginsel betreffen en bepalingen
betreffende het onderwijs te toetsen aan de
Grondwet. Dat is echter onvoldoende.

Het Arbitragehof had verder ook moeten worden
gedepolitiseerd.
08.19 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Une fois de
plus, on a laissé passer l'occasion de faire de la
Cour d'arbitrage une véritable Cour
constitutionnelle. Le monde politique semble
craindre de faire du pouvoir judiciaire le pouvoir
suprême. Certes, les articles 10 et 11, ainsi que
l'article 17, permettent déjà de vérifier la
constitutionnalité des dispositions relatives au
principe d'égalité et à l'enseignement, mais c'est
insuffisant.

La Cour d'arbitrage aurait, en outre, dû être
dépolitisée.
28/06/2001
CRABV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
De voorzitter: Het amendement en artikel 10
worden aangehouden.

Op artikel 11 zijn er de amendementen nrs. 51 en
52 van de heren Jean-Pol Poncelet en Jean-
Jacques Viseur (stuk nr. 1280/2). De indieners
trekken deze amendementen weer in.

- Artikel 11 wordt aangehouden.

De voorzitter: De heer Laeremans vraagt het
woord over artikel 12.
Le président : L'amendement et l'article 10 sont
réservés.

A l'article 11, nous avions les amendements n
os
51
et 52 de MM. Jean-Pol Poncelet et Jean-Jacques
Viseur (doc. n° 1280/2). Ceux-ci sont retirés par
leurs auteurs.

- L'article 11 est réservé.

Le président : M. Laeremans demande la parole à
l'article 12.
08.20 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Ik zou
over artikelen 12, 13 en 14 één verklaring willen
afleggen. Deze artikelen vormen de
spreekwoordelijke uitzondering, omdat ze zeer goed
zijn. Het gaat over de rechtstreekse verkiezing van
de zes Vlaamse parlementsleden die in het
Brussels Parlement zullen terechtkomen. Het aantal
mandaten in het Vlaams Parlement blijft gelijk,
maar in het Brussels Parlement wordt er met
mandaten gesmeten. Dit is logisch, omdat het een
grotendeels Brussels akkoord is. De volwaardige
Brusselse parlementsleden hebben al hun handen
vol, als daar nog eens een Vlaams mandaat
bijkomt, kan dat nogal veel worden. Een
rechtstreekse verkiezing kan dus zijn voordelen
hebben. Hoewel de huidige situatie er dan weer
voor zorgde dat de Brusselse parlementsleden niet
opgesloten zaten in hun ivoren toren. Zij voelen zich
zó zowel Brusselaar als Vlaming.
De heer Gatz heeft een voorstel van resolutie
ingediend om een Vlaams-Brusselse hymne op te
stellen. Dit toont aan dat we moeten vermijden dat
de Brusselse politici alle voeling met Vlaanderen
zouden verliezen. Wij zouden willen dat de
rechtstreeks verkozen Brusselse Vlamingen in het
Vlaams Parlement ook in de Vlaamse
Gemeenschapscommissie zouden zetelen. Dat zou
kruisbestuiving en samenwerking mogelijk maken.

Door de extra bevoegdheden voor Brussel en het
gebrek aan controle en ook via de mandatarissen
wordt nu een muur opgetrokken tussen Vlaanderen
en Brussel. De vijf extra Brusselse mandatarissen
worden niet op een gewone manier verkozen, het
zijn `gebuisde' kandidaten, die enkel moeten dienen
om de machtsverhoudingen van het Vlaams
Parlement te weerspiegelen in het Brussels
Gewest, dit enkel om één welbepaalde partij te
counteren.

De heer Borginon stelt het ten onterechte voor alsof
deze maatregel Vlaanderen meer zeggenschap
geeft in Brussel. Niets is minder waar. De band
tussen Vlaanderen en Brussel wordt doorgeknipt. Ik
heb aldus de artikelen 12, 13 en 14 besproken. We
08.20 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
J'aimerais faire une seule déclaration concernant
les articles 12, 13 et 14. Ces articles constituent
l'exception à la règle puisqu'ils sont très bons. Ils
concernent l'élection directe des six parlementaires
flamands qui siègeront au Parlement bruxellois. Si
le nombre de mandats au Parlement flamand reste
inchangé, celui du Parlement bruxellois augmente
fortement. C'est logique puisqu'il s'agit d'un accord
en grande partie bruxellois. Les parlementaires
bruxellois à part entière ont déjà tellement de travail
qu'ils pourraient difficilement assumer en plus un
mandat flamand. L'élection directe peut donc avoir
ses avantages, même si la situation actuelle avait
pour avantage que les parlementaires bruxellois
n'étaient pas enfermés dans leur tour d'ivoire. De
cette manière, ils se sentent autant bruxellois que
flamands.

M. Gatz a déposé une proposition de résolution
visant à créer un hymne bruxellois flamand, ce qui
prouve que nous devons éviter que les politiques
bruxellois perdent tout lien avec la Flandre. Nous
souhaiterions que les Flamands de Bruxelles
directement élus au Parlement flamand siègent
également à la Commission communautaire
flamande. Cela favoriserait les échanges et la
collaboration.

Les nouvelles compétences de Bruxelles, l'absence
de contrôle par le biais les mandataires
constitueront un mur entre la Flandre et Bruxelles.
Les cinq mandataires bruxellois supplémentaires ne
sont pas élus selon la procédure habituelle, ce sont
des candidats «recalés» qui ne servent qu'à refléter
les rapports de force entre le Parlement flamand et
la Région bruxelloise et ce, dans le but de contrer
un seul parti.


M. Borginon présente à tort cette mesure comme
un moyen d'augmenter l'influence de la Flandre à
Bruxelles. Rien n'est moins vrai. Elle coupe au
contraire le lien entre la Flandre et Bruxelles. J'ai
ainsi terminé la discussion des articles 12, 13 et 14.
CRABV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
zullen ons bij de stemming van die artikelen
onthouden.
Nous nous abstiendrons lors du vote de ces
articles.
Artikel 12 wordt aangehouden.

Artikel 13 wordt zonder opmerkingen aangehouden.

De voorzitter: Op artikel 14 zijn er de
amendementen nrs. 22 tot 24 van de heer Servais
Verherstraeten (stuk nr. 1280/2).

De amendementen en artikel 14 worden
aangehouden.

De heer Goyvaerts vraagt het woord over artikel 15.
Les articles 12 et 13 sont réservés.

L'article 13 est adopté sans observation.

Le président : A l'article 14, nous avons les
amendements n°
s
22 à 24 de M. Servais
Verherstraeten (doc. n° 1280/2).

Les amendements et l'article 14 sont réservés.


M. Goyaerts demande la parole à l'article 15.
08.21 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Artikel
15 regelt de materie van de verkiezingsuitgaven van
de Gewesten- en Gemeenschapsraden. Alle
partijen krijgen een overheidsdotatie om hun
kiescampagnes te financieren. Daardoor moest hun
politieke onafhankelijkheid worden vergroot. Een
partij kan zijn dotatie verliezen indien ze tegenover
het Europees Verdrag voor de rechten van de mens
(EVRM) vijandig staat. Dit vormt voor het Vlaams
Blok geen enkel probleem. Het probleem situeert
zich bij de wet op racisme die aan elkaar hangt van
vaagheden, wat op zijn beurt misbruiken en slechte
interpretaties teweeg kan brengen. Wanneer maakt
een partij zich immers schuldig aan racisme? Dat is
niet duidelijk. Waarom wordt trouwens enkel het
EVRM als criterium gebruikt bij het beslissen over
het al dan niet toekennen van de overheidsdotatie?
Naar onze mening is corruptie een even belangrijk
criterium, maar nog steeds wordt hiervoor niet in
sancties voorzien.

Ten slotte stel ik vast dat een aantal partijen in
geldnood zitten, aangezien er een bijkomende
partijfinanciering komt van 200 miljoen frank.
08.21 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
L'article 15 règle la question des dépenses
électorales pour les Conseils régionaux et
communautaires. Tous les partis bénéficieront
d'une dotation pour financer leurs campagnes
électorales. Pour cette raison, il fallait augmenter
leur indépendance politique. Un parti pourrait perdre
le bénéfice de cette dotation s'il se montre hostile à
la Convention européenne des droits de l'homme
(CEDH). Cela ne pose aucun problème au Vlaams
Blok. Le problème se situe au niveau de la loi sur le
racisme qui n'est qu'un tissu d'imprécisions
permettant tous les abus et des interprétations
erronées. En effet, à partir de quel moment un parti
se rend-il coupable de racisme ? Voilà qui n'est pas
clair. Pourquoi utiliser la CEDH comme seul critère
pour décider d'accorder ou non la
dotation publique? A notre avis, la corruption est un
critère qui devrait peser du même poids, mais des
sanctions à ce sujet ne sont toujours pas prévues.

Pour finir, je constate qu'un certain nombre de
partis ont un besoin pressant d'argent, vu qu'un
financement supplémentaire des partis à hauteur de
200 millions de francs est prévu.
De
voorzitter: De stemming over de
amendementen en artikel 14 wordt aangehouden.
Le président: Les amendements et l'article 14 sont
réservés.
De artikelen 15 en 16 worden artikel per artikel
aangehouden.

De voorzitter: Op artikel 17 is er amendement nr.
110 van de heer Gerolf Annemans c.s. (stuk nr.
1280/2).
Les articles 15 et 16 sont réservés.


Le président : A l'article 17, nous avons
l'amendement n° 110 de M. Gerolf Annemans et
consorts (doc. n° 1280/2)
08.22 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Ik zal
artikel 17 en de amendementen bespreken. Dit
artikel betreft de bevoegdheid die de Vlaamse
regering heeft in verband met het hertekenen van
de taalgrens. Het Vlaams Parlement zou naar
verluidt vandaag hebben beslist het politiek akkoord
08.22 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): J'ai
l'intention de parler de l'article 17 et de
l'amendement y afférents. Cet article concerne la
compétence qui ressortit au gouvernement flamand
en matière de modification de la frontière
linguistique. Il me revient que le Parlement flamand
28/06/2001
CRABV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
rond het kaderverdrag goed te keuren. In feite ging
het om een commissievergadering over het bezoek
van mevrouw Nabler-Heidegger van de Raad van
Europa aan België. Dit debatje wordt voorgesteld
als het mandaat aan minister-president Dewael om
het politiek akkoord over het kaderverdrag goed te
keuren. Dit verdrag wijzigt trouwens niets aan de
faciliteiten of "vergemakkelijkingen" om zich aan te
passen. Hier is geen sprake van minderheden.


Met het Minderhedenverdrag wil men de
rondzendbrief-Peeters en het principe van de
faciliteiten van tafel vegen. De lichaamstaal van de
premier is zeer duidelijk. Hij kan een leugen als de
waarheid verkopen. De drang van de VLD om te
blijven regeren is allesoverheersend en dat is voor
ons een afstotende gedachte. (Applaus Vlaams
Blok)
aurait décidé, aujourd'hui, d'adopter l'accord
politique conclu à propos de la convention-cadre.
En fait, il s'agissait d'une réunion de commission
dans le cadre de la visite en Belgique de Mme
Nabler-Heidegger du Conseil de l'Europe. Ce débat
est présenté comme s'il s'agissait d'un mandat
attribué au ministre-président Dewael pour adopter
l'accord politique sur la convention-cadre. Cette
dernière ne modifie d'ailleurs en rien les facilités. Il
n'est ici nullement question de minorités.

La Convention sur les minorités doit servir à se
débarasser de la circulaire Peeters et du principe
des facilités. La position du premier ministre est très
clair. Il peut vous faire avaler une couleuvre. La
volonté du VLD de conserver le pouvoir domine tout
et cela nous révulse. (Applaudissements sur les
bancs du Vlaams Blok)

De voorzitter: Het amendement en artikel 17
worden aangehouden.
Le président : L'amendement et l'article 17 sont
réservés.
09 Regeling van de werkzaamheden
09 Ordre des travaux
De commissie voor de Herziening van de Grondwet
en de Hervorming van de Instellingen heeft
volgende punten goedgekeurd:
1. het wetsontwerp houdende diverse institutionele
hervormingen betreffende de lokale instellingen van
het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest (nrs. 1302/1
tot 3);
2. het voorstel van bijzondere wet van de heren
Hugo Coveliers, Daniel Bacquelaine, Alfons
Borginon, Claude Eerdekens, Gérard Gobert, Jef
Tavernier en Dirk Van der Maelen tot wijziging van
artikel 6 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980
tot hervorming der instellingen (nrs. 1278/1 tot 3);
3. het wetsvoorstel van de heren Thierry Giet, Hugo
Coveliers, Daniel Bacquelaine, Dirk Van der
Maelen, Gérard Gobert en mevrouw Fauzaya
Talhaoui tot oprichting van een Fonds ter
financiering van de internationale rol en de
hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging
van de organieke wet van 27 december 1990
houdende oprichting van begrotingsfondsen
(nr. 1318/1).
La commission de Révision de la Constitution et de
la Réforme des Institutions a adopté les points
suivants:
1. le projet de loi portant diverses réformes
institutionnelles relatives aux institutions locales de
la Région de Bruxelles-Capitale (nos 1302/1 à 3);
2. la proposition de loi spéciale de MM. Hugo
Coveliers, Daniel Bacquelaine, Alfons Borginon,
Claude Eerdekens, Gérard Gobert, Jef Tavernier et
Dirk Van der Maelen modifiant l'article 6 de la loi
spéciale du 8 août 1980 de réformes
institutionnelles (nos 1278/1 à 3);
3. la proposition de loi de MM. Thierry Giet, Hugo
Coveliers, Daniel Bacquelaine, Dirk Van der
Maelen, Gérard Gobert et Mme Fauzaya Talhaoui
créant un Fonds de financement du rôle
international et de la fonction de capitale de
Bruxelles, modifiant la loi du 27 décembre 1990
créant des fonds budgétaires (n° 1318/1).

Ik stel u voor deze punten op de agenda van de
plenaire vergadering van deze namiddag in te
schrijven.
Je vous propose d'inscrire ces points à l'ordre du
jour de la séance de cet après-midi.
09.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): We
verzetten ons tegen de samenvoeging van deze
zaken. We hebben geen haast om een geforceerd
wetsontwerp te steunen waarmee de Vlamingen in
Brussel niet gebaat zijn. De bijzondere wet inzake
de politie draagt niet bij tot de Vlaamse autonomie.
09.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK) : Nous
refusons que ces deux matières soient jointes.
Nous ne sommes guère pressés d'appuyer un
projet de loi qui nous est imposé à la cravache et
qui ne sert pas les intérêts des Flamands de
Bruxelles. La loi spéciale relative aux services de
CRABV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
Het zogenaamde fonds om Brussel te spijzen, zal
de uittocht van de Vlamingen uit Brussel nog doen
toenemen. Dit is dus voor ons allerminst prioriteit.


We verzetten ons tegen de toevoeging van deze
artikelen aan de agenda. We stellen voor dat
vandaag enkel wordt gestemd over die zaken die
werden ingeleid en die uitvoerig besproken werden.
police ne contribue pas à l'autonomie flamande. Le
fameux fonds destiné à financer Bruxelles ne fera
que renforcer l'exode des Flamands. A nos yeux, il
ne constitue aucunement une priorité.

Nous refusons que ces points soient joints à l'ordre
du jour. Nous proposons que le vote d'aujourd'hui
porte uniquement sur les matières ayant fait l'objet
d'exposés introductifs et ayant été débattues de
manière approfondie.
De voorzitter: Wij stemmen over de wijziging van
de agenda.
Le président: Nous votons sur la modification de
l'ordre du jour.
(Stemming 1)
Resultaat van de stemming: 101 ja tegen 37 neen.
(Vote 1)
Résultat du vote : 101 oui contre 37 non.
09.02 Jacques Lefevre (PSC): Ik heb ja gestemd.
09.02 Jacques Lefevre (PSC) : J'ai voté "oui".
09.03 Jean-Pierre Detremmerie (PSC): Ik heb ja
gestemd.
09.03 Jean-Pierre Detremmerie (PSC) : J'ai voté
"oui".
10 Regeling van de werkzaamheden

De voorzitter: Er blijven nog een aantal
amendementen en artikelen te bespreken. Ik hoop
dat wij rond 23 uur kunnen beginnen met de
stemming. Ik zal dan rond 20 uur de vergadering
even schorsen.

Hopelijk kunnen wij rond middernacht de
vergadering beëindigen.

Geen bezwaar? (Neen)

Aldus zal geschieden.
10 Ordre des travaux

Le président: Il reste plusieurs amendements et
articles à examiner. J'espère que nous pourrons
procéder aux votes vers 23 heures. Je suspendrai
la séance pendant quelques instants à 20 heures.


J'espère que nous pourrons ainsi clôturer nos
travaux vers minuit.

Pas d'observations ? (Non)

Il en sera ainsi.
Hervatting van de bespreking van de artikelen

De voorzitter: Op artikel 18 zijn er de
amendementen nrs. 129 en 130 van de heer Gerolf
Annemans c.s. (stuk nr. 1280/2) en 25 van de heer
Servais Verherstraeten (stuk nr. 1280/2).
Reprise de la discussion des articles

Le président : A l'article 18, nous avons les
amendements n
os
129 et 130 de M. Gerolf
Annemans et consorts (doc. n° 1280/2) et 25 de M.
Servais Verherstraeten (doc. n° 1280/2).
10.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Paragraaf 4 van artikel 18 betreft de Plantentuin van
Meise, een belangrijk wetenschappelijk en groen
gebied in Vlaams-Brabant. Hierover werd een
typisch Belgisch ingewikkeld compromis afgesloten.
Gebouw en domein gaan naar Vlaanderen, maar
herbarium en bibliotheek blijven via een
samenwerkingsakkoord federaal. De bijzondere wet
zelf bepaalt daarover niets. Waarom wordt het
geheel van de Plantentuin niet overgeheveld naar
Vlaanderen, met een overgangsregeling voor het
personeel? Wallonië en Brussel willen duidelijk een
vinger in de pap houden. Dit compromis illustreert
daarenboven het aloude francofone
10.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Le
paragraphe 4 de l'article 18 concerne le Jardin
botanique de Meise, un domaine scientifique vert
dans le Brabant flamand à propos duquel a été
conclu un compromis complexe à la belge. Le
bâtiment et le domaine ont été attribués à la
Flandre, tandis que les collections botaniques et la
bibliothèque restent fédérales en vertu d'un accord
de coopération. La loi spéciale elle-même ne
comporte aucune disposition à ce sujet. Pourquoi le
Jardin botanique n'a-t-il pas été transféré dans sa
totalité à la Flandre, avec une réglementation de
transition pour le personnel? La Wallonie et
Bruxelles entendent manifestement conserver leur
28/06/2001
CRABV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
superioriteitsgevoel.




Ik merk ten slotte op dat het pervers is dat de
kieskring en het gerechtelijk arrondissmeent
Brussel-Halle-Vilvoorde nog steeds niet zijn
gesplitst, waardoor Halle-Vilvoorde geen eigen
beleid kan voeren.
mot à dire dans ce dossier. Ce compromis constitue
par ailleurs la énième illustration du sentiment de
supériorité que les Francophones ont toujours
nourri à l'égard des Flamands.

Enfin, je tiens à attirer l'attention sur le caractère
pervers de l'absence de scission de
l'arrondissement électoral et judiciaire de Bruxelles-
Hal-Vilvorde, qui empêche Hal-Vilvorde de mener
sa propre politique.
De voorzitter: Het amendement en artikel 18
worden aangehouden.

In een amendement nr. 131 stellen de heer Gerolf
Annemans c.s. voor een nieuw artikel 18bis in te
voegen (stuk nr. 1280/2).
Le président : L'amendement et l'article 18 sont
réservés.

Par un amendement n° 131, M. Gerolf Annemans et
consorts proposent l'insertion d'un article 18bis
nouveau (doc. n° 1280/2).
10.02 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Natuurlijk zijn wij voor de overdracht van de Sociale
Zekerheid aan de Gemeenschappen, maar dat
heeft niets te maken met de Plantentuin.

Ik wil deze gelegenheid aangrijpen om de komst
van minister Verwilghen in het halfrond te
begroeten. We hebben tijdens de besprekingen in
de commissie en in de plenaire zitting nu werkelijk
alle ministers zien defileren. Ik wil een woord van
hulde brengen aan minister Van den Bossche die
aan zijn aanwezigheid in commissie helaas een
minder prettig gevoel heeft overgehouden. In de
debatten van de commissie was hij ongetwijfeld de
meest constructieve minister.
10.02 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):Il va de
soi que nous sommes en faveur du transfert de la
sécurité sociale aux Communautés mais cela n'a
rien à voir avec le Jardin botanique de Meise.

Je veux saisir l'occasion qui m'est offerte de saluer
l'arrivée du Ministre Verwilghen dans cet hémicycle.
Pendant les discussions en commission et en
séance plénière, nous aurons décidément vu
défiler tous les ministres. Je voudrais tout d'abord
rendre hommage au ministre Van den Bossche, qui
aura malheureusement un souvenir personnel
moins agréable de sa présence en commission où,
il s'est assurément montré le ministre le plus
constructif.
10.03 Yves Leterme (CVP): Dat de regering zelfs
minister Daems naar de commissie heeft
afgevaardigd, zegt veel over de kwaliteit van het
ontwerp. (Gelach)

Het amendement wordt aangehouden.
10.03 Yves Leterme (CVP): Que le gouvernement
soit allé jusqu'à déléguer le ministre Daems en
commission, voilà qui en dit long sur la qualité du
projet. (Rires)

L'amendement est réservé.
De
voorzitter: Het amendement wordt
aangehouden. op artikel 19 zijn er de
amendementen nrs. 132 tot 134 van de heer Gerolf
Annemans c.s. (stuk nr. 1280/2).
Le président : A l'article 19, nous avons les
amendements n
os
132 à 134 de M. Gerolf
Annemans et consorts (doc. n° 1280/2).
10.04 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Artikel 19
zou een bevestiging inhouden van de tweetaligheid
van de negentien Brusselse gemeenten. Op
gemeentelijk niveau is daar echter dag na dag
weinig van te merken. Vlamingen worden niet altijd
in hun eigen taal geholpen in de OCMW-
ziekenhuizen. De meerderheid van de
gemeentebesturen slaagt er niet in om aan de
taalwetgeving te voldoen, die nochtans door die drie
grote politieke families werd overeengekomen. Er is
al jaren heibel over de manifeste onwil om de
taalrechten van de Vlamingen te eerbiedigen. De
10.04 Filip De Man (VLAAMS BLOK): L'article 19
est censé confirmer le caractère bilingue des 19
communes bruxelloises. Au niveau communal, on
ne le constate toutefois pas vraiment au quotidien.
Le personnel des hôpitaux du CPAS ne s'adresse
pas toujours en néerlandais aux Flamands. La
majorité des administrations communales ne sont
pas en mesure de respecter la législation
linguistique, pourtant adoptée par les trois grandes
familles politiques. On s'émeut depuis longtemps de
la mauvaise volonté manifeste à respecter les droits
linguistiques des Flamands. Le gouvernement
CRABV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
regering pretendeert nu een einde te zullen maken
aan deze situatie, maar de twintig jaren onwil doen
me twijfelen of het onrecht zal worden rechtgezet.
prétend maintenant vouloir mettre un terme à cette
situation. Vingt années de mauvaise volonté me
font toutefois douter de ces bonnes intentions.
De voorzitter: De amendementen en artikel 19
worden aangehouden. Wij komen op artikel 20. De
heer Laeremans vraagt het woord.
Le président : Les amendements et l'article 19 sont
réservés. A l'article 20. M. Laeremans demande la
parole.
10.05 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): In artikel
20 staat eindelijk een positief element voor de
Nederlandstaligen in Brussel, zodat het Vlaams
Blok zich met de inhoud ervan min of meer akkoord
kan verklaren. Het gaat over de mogelijkheden die
de burgers in Brussel wordt geboden om te
reageren, indien hen op taalkundig vlak ernstige
schade werd berokkend.
10.05 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): L'article
20, enfin, comporte un élément positif pour les
Néerlandophones de Bruxelles, de sorte que le
Vlaams Blok peut se rallier à son contenu. Il s'agit
de la possibilité offerte aux citoyens de Bruxelles de
réagir s'ils sont gravement lésés en matière
linguistique.
Artikel 20 wordt aangehouden.

De voorzitter: Op artikel 21 zijn er de
amendementen nrs. 111 tot 114 en 947 tot 1097
van de heer Gerolf Annemans c.s. (stuk nr. 1280/2).
L'article 20 est réservé.

Le président: A l'article 21, nous avons les
amendements n
os
111 à 114 et 947 à 1097 de M.
Gerolf Annemans et consorts (doc. n° 1280/2).
Dit is een van de kortste artikelen, toch werden er
150 subamendementen op ingediend door de
Vlaams Blok-fractie.
Il s'agit d'un des articles les plus sommaires mais le
Vlaams Blok a néanmoins déposé 150 sous-
amendements.
10.06 Filip De Man (VLAAMS BLOK): De
symboliek van 1.302 ontgaat u toch niet?
10.06 Filip De Man (VLAAMS BLOK): La
symbolique du chiffre 1302 ne vous vous a tout de
même pas échappé.
Artikel 21 is zeer eenvoudig. Het aantal leden van
de Brusselse Hoofdstedelijke Raad wordt uitgebreid
van 75 naar 89. We zouden zogezegd victorie
moeten kraaien, ook het Vlaams Blok krijgt er zo
twee zetels bij.

De verkiezingen van 1999 leverden het Vlaams
Blok 34 procent van de stemmen op in de
Brusselse Raad. Men sloot een monstercoalitie,
maar halverwege de zittingsperiode begon de schrik
voor het Blok toch weer toe te slaan. Dus zal men
door Lambermont meer zetels creëren om de
overmacht van het Blok in te dammen. Dit heeft
niets met een toegeving aan de Vlamingen te
maken. De Vlaamse macht zal niet toenemen, maar
afnemen. Nu had men een dubbele meerderheid,
een minimum van 50 procent, nodig om bepaalde
regelingen goed te keuren. Dat wordt nu
teruggebracht tot 39 procent. Zonder meerderheid
in een van de taalgroepen, wordt immers in een
afkoelingsperiode van één maand voorzien, waarna
beslissingen kunnen worden genomen waarmee
niet meer dan 33 procent van de Vlaamse
Brusselaars akkoord gaan. Dit is toch helemaal niet
democratisch!

In Brussel is er trouwens een traditie van Vlaamse
L'article 21 est très simple. Le nombre de membres
du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale
passe de 75 à 89. Nous sommes censés crier
victoire puisque le Vlaams Blok se voit attribuer
également deux sièges supplémentaires.

A l'issue du scrutin de 1999, le Vlaams Blok avait
recueilli 34 % des voix au CRB. Les autres partis
ont alors constitué une coalition mammouth mais,
vers la moitié de la législature, ils ont été à nouveau
atteints par la phobie du Blok. Par ce nouvel accord
du Lambermont, ils vont augmenter le nombre de
sièges, pour ne pas être submergés par le Blok. Il
ne s'agit donc nullement d' une concession aux
Flamands qui ne détiendront pas plus de pouvoir,
au contraire. Il y avait une double majorité et il fallait
au moins 50 % des voix pour adopter certaines
mesures. Ce pourcentage est aujourd'hui ramené à
33. En l'absence d'une majorité au sein d'un des
groupes linguistiques, il est prévu un délai de
réflexion d'un mois à l'expiration duquel pourront
être prises des mesures auxquelles ne souscrivent
pas plus de 33 % des Bruxellois flamands. Un tel
dispositif est antidémocratique!


A Bruxelles, une certaine tradition veut que des
28/06/2001
CRABV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
politici die, als echte Quislings, de Vlaamse zaak
bedriegen en graag met de grands seigneurs in
Brussel aan tafel zitten. Ik denk onder meer aan Vic
Anciaux, in het verleden, en Jos Chabert, nog altijd.


Kortom, de regel van de slechts 33 procent van de
Brusselse raadsleden die met een bepaalde
beslissing akkoord moet gaan, is niet democratisch
en moet worden bestreden.
responsables politiques flamands qui, pareils à des
Quisling, trahissent la cause flamande, dînent
volontiers avec de "grands seigneurs" bruxellois. Je
songe à un Vic Anciaux dans le passé et à un Jos
Chabert aujourd'hui.

En résumé, la règle des 33 % de membres du CRB
requis pour l'adoption d'une décision n'est pas
démocratique et doit être combattue.
10.07 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
In amendement 111 vragen we een
vertegenwoordiging van 34 procent. Dat lijkt ons
een waarborg voor de vertegenwoordiging van de
minderheid in de hoofdstad. De Franstaligen
kunnen door de goedkeuring van dit amendement
tonen dat ze het goed voorhebben met de
minderheden, waardoor ze zich zo bezorgd tonen.
Ik vrees dat het een maat voor niets is, aangezien
ze alleen de eigen privileges willen verdedigen. Als
ze niet van plan zijn die 34 procent toe te staan, is
dat een kaakslag voor de Vlamingen.
10.07 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Notre amendement n° 11 tend à prévoir une
représentation de 34% qui devrait, à nos yeux,
garantir la représentation de la minorité dans la
capitale. En approuvant cet amendement, les
Francophones témoigneraient de leur bonne
volonté à l'endroit des minorités pour lesquelles ils
se font tant de soucis. Je crains cependant qu'ils ne
saisissent pas cette occasion, puisqu'ils ne
cherchent qu'à défendre leurs propres privilèges. Le
refus de cette représentation garantie de 34% serait
un camouflet infligé aux Flamands
De voorzitter: Het hoofdamendement waarop de
subamendementen werden ingediend, werd
behandeld. Dat is wel niet het enige amendement.
Le président: L'amendement en ordre principal qui
fait l'objet des sous-amendements a été examiné.
Mais il y d'autres amendements.
10.08 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Met
onze subamendementen wilden wij aantonen dat wij
niet tegen een gewaarborgde vertegenwoordiging
zijn. Ook op gemeentelijk vlak willen wij een
gewaarborgde vertegenwoordiging. Eén pseudo-
schepen is absoluut onvoldoende. Op gewestelijk
vlak waren wij geen vragende partij, omdat de
Franstaligen daar die waarborg wilden verbinden
aan hun "antiblokkeringssysteem". Het wegvallen
van het Brussels Gewest zou de PS tientallen
mandaten kosten. Dat geldt ook voor enkele
Franstalige partijen. Zonder minimale Vlaamse
vertegenwoordiging heeft dat hele Gewest geen zin
meer.

Een Brusselse vrijstaat dreigt te ontploffen, zoals
andere multiculturele steden. In symbiose met
Vlaanderen heeft Brussel een veel mooiere
toekomst.
10.08 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Par nos
sous-amendements, nous voulons montrer que
nous ne sommes pas opposés à une représentation
garantie. Nous voulons également une
représentation garantie au niveau communal. Nous
ne nous satisferons pas d'un pseudo-échevin. Au
niveau régional, nous n'étions pas demandeurs, car
les Francophones entendaient lier cette garantie à
leur «système anti-blocage». La suppression de la
Région de Bruxelles-Capitale se traduirait pour le
PS par la perte de dizaines de mandats. Il en va de
même pour d'autres partis francophones. Sans une
représentation flamande minimale, l'existence de
cette région n'a plus de sens.

Un Etat franc de Bruxelles risquerait d'exploser,
comme on l'a vu pour d'autres villes multiculturelles.
Les perspectives de Bruxelles sont bien plus
attrayantes dans l'hypothèse d'une symbiose avec
la Flandre.
De mercantiele geest van Brussel sluit beter aan bij
Vlaanderen dan bij het etatistische Wallonië. Wij
willen de Franstalige Brusselaars respecteren in
een Vlaamse natie. Men moet de Vlamingen niet
lijmen met wat extra mandaten.


Men vergeet dat het "antiblokkeringssysteem" de
blokkeringsmacht van de Vlamingen vernietigt. Het
L'esprit mercantile qui anime Bruxelles présente
plus d'affinités avec la Flandre qu'avec la Wallonie
étatique. Nous entendons respecter les Bruxellois
francophones au sein d'une nation flamande. Il ne
faut pas espérer séduire les Flamands en leur
faisant miroiter quelques mandats supplémentaires.

On oublie que le système « anti-blocage » annihile
le pouvoir de blocage des Flamands. Le système
CRABV 50
PLEN 142
28/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
systeem is zogenaamd wel tegen het Vlaams Blok
gericht, maar vandaag al blijkt dat men het ook voor
wat anders kan gebruiken, met name de
goedkeuring van het Minderhedenverdrag zonder
de CVP. Dat is precies waar de Raad van State
voor heeft gewaarschuwd.
est prétendument destiné à contrer le Vlaams Blok
mais il s'avère dès aujourd'hui qu'il peut également
être utilisé à d'autres fins, notamment pour faire
approuver la Convention pour la protection des
minorités sans la coopération du CVP. C'est
précisément contre de telles situations que le
Conseil d'Etat avait mis en garde.
De voorzitter: De amendementen en artikel 21
worden aangehouden.

In de Nederlandse versie van artikel 22 zijn er
twee tekstcorrecties. Dan komen wij tot de niet
geamendeerde artikelen 22, 23 en 24. Wil
iemand het woord nemen over die teksten?
Le président: Les amendements et l'article 21 sont
réservés.

Le texte néerlandais de l'article 22 fait l'objet de deux
corrections.
Nous en arrivons aux articles 22, 23 et 24 qui ne sont
pas amendés.
Souhaitez-vous intervenir à propos de ces textes ?
10.09 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Bij de
inhoud van artikel 22 hebben wij een aantal
vragen, die in de commissie wel opgeworpen,
doch niet beantwoord werden. Het gaat onder
meer over de vervanging van verkozen
raadsleden, die staatssecretaris of minister van
de Brusselse regering worden. Zullen hun
opvolgers voortaan volwaardig zetelen en dus
ook stemrecht hebben of blijft alles bij het oude
wat dit betreft?
De tekst van artikel 22 is trouwens zo complex
dat hij totaal onverstaanbaar is. Vooral de
paragraaf over de vervanging van een
ontslagnemende staatssecretaris of minister is
onbegrijpelijk.
10.09 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): A propos
de l'article 22, nous nous posons des questions que
nous avons exposées en commission mais auxquelles
il n'a pas été répondu. Elles concernent notamment le
remplacement des conseillers élus appelés à devenir
secrétaire d'Etat ou ministre. Les suppléants de ces
derniers siégeront-ils désormais à part entière - en
d'autres termes, disposeront-ils du droit de vote ­ ou
l'ancienne réglementation restera-t-elle d'application?

Le texte de l'article 22 est par ailleurs rédigé en
termes tellement complexes qu'il est totalement
incompréhensible. En particulier, le paragraphe relatif
au remplacement d'un secrétaire d'Etat ou d'un
ministre démissionnaire manque totalement de clarté.
Spreken we hier over cumul? Het gaat niet over
een overgangsregeling. Waarom voert men dit
in? Verschilt dit van de huidige situatie?
S'agit-il de cumul? Il ne s'agit pas d'un régime
transitoire? Pourquoi instaurer ceci.? Y a-t-il une
différence par rapport à la situation actuelle?
10.10 Jaak Van Den Broeck (VLAAMS BLOK):
Ik denk dat de Franse tekst veel duidelijker is.
De voorzitter:
10.10 Jaak Van Den Broeck (VLAAMS BLOK): Le
texte français me paraît beaucoup plus clair.
10.11 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): We
kunnen deze tekst samen lezen. Ik begrijp het
niet.

De voorzitter: Het is niet aan mij om tussen te
komen. Misschien kan minister Van de Lanotte
hier later op antwoorden.
10.11 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Nous
pouvons lire ce texte ensemble. Je ne le comprends
pas.

Le président: Il ne ce m'appartient pas d'intervenir à
ce sujet. Peut-être le ministre Vande Lanotte pourra-t-
il répondre ultérieurement.
10.12 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Paragraaf 3 sluit daarbij aan. Dat is wel duidelijk.

De voorzitter: Ik vraag dat straks wordt
geantwoord op deze vraag, die pertinent is.
10.12 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Le
paragraphe 3 y a trait. Voilà au moins qui est clair.

Le président: Je demande qu'il soit répondu tout à
l'heure à cette question qui est pertinente.
10.13 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Artikel
23 gaat over de onverenigbaarheid van een
mandaat in het Vlaams Parlement en een in het
10.13 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): L'article 23
concerne l'incompatibilité entre un mandat dans le
Parlement flamand et un mandat dans le Parlement
28/06/2001
CRABV 50
PLEN 142
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
Brussels Parlement, meer bepaald de VGC. We
hebben daar onze vragen bij.

De betekenis van artikel 24 kan teruggevonden
worden in de Handelingen.

De voorzitter: Er zijn een aantal artikelen die niet
geamendeerd werden en die niet werden
besproken. Ik zal over deze artikelen toch laten
stemmen.
bruxellois, surtout dans la VGC. Nous nous posons
des questions.

La signification de l'article 24 peut être retrouvée dans
les Annales.

Le président: Il y a un certain nombre d'articles qui
n'ont pas été amendés ni discutés. Toutefois, je ferai
voter sur ces articles.
De artikelen 22 tot 24 worden aangehouden.
Les articles 22 à 24 sont réservés.
De vergadering wordt gesloten om 20.01 uur.

Volgende vergadering donderdag 28 juni 2001
om 20.30 uur.
La séance est levée à 20.01 heures.

Prochaine séance, jeudi 28 juin 2001 à 20.30 heures.

Document Outline