...

Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0277 - Zittingsperiode : 55


Auteur Ellen Samyn, VB (07076)
Departement Minister van Buitenlandse Zaken, en van Defensie
Sub-departement Buitenlandse Zaken en Defensie
Titel Politieke gevangenen in Cuba (MV 3635C).
Datum indiening02/04/2020
Taal N
Status vraagAntwoorden ontvangen
Termijndatum08/05/2020

 
Vraag

Op 1 oktober 2019 werd de oppositieleider van de Patriottische Unie van Cuba (UNPACU), Jose? Daniel Ferrer, op willekeurige gronden door de Cubaanse autoriteiten gevangen genomen. Volgens informatie van zijn familie zou hij in de gevangenis mishandeld en gemarteld geweest zijn. Niettegenstaande zijn situatie vrij kritiek is - hij is omwille van hongerstaking de helft van zijn lichaamsgewicht afgevallen - werd hem medische zorg ontzegd. José Daniel Ferrer is geen alleenstaand feit. Maar liefst 120 politieke gevangenen, overwegend onafhankelijke journalisten, tegenstanders van het regime, mensenrechtenverdedigers en leden van de oppositie, worden vervolgd, willekeurig vastgehouden of zelfs - zoals in het geval van Ferrer - gevangen gehouden. De kans op een eerlijk proces is zeer gering. Getuigen worden bedreigd en trekken hierdoor vaak hun getuigenis in. Op 26 februari 2020 zou de gerechtelijke procedure tegen José Daniel Ferrer plaatsvinden. De familie werd hiervan niet op de hoogte gesteld. Er wordt door de autoriteiten een gevangenisstraf van negen jaar geëist. 1. Bent u hiervan op de hoogte en veroordeelt de regering deze feiten? 2. Wat is het standpunt van de regering? 3. Bespreekt u deze zware schendingen van de mensenrechten ten aanzien van politieke gevangenen in Cuba op internationaal niveau? 4. Heeft u deze kwestie besproken bij de Cubaanse ambassadeur en/of autoriteiten? 5. Zal België zich mee inzetten voor de vrijlating van de heer Ferrer en de andere politieke gevangenen in Cuba?


 
Status 1 réponse normale - normaal antwoord - Gepubliceerd antwoord
Publicatie antwoord     B017
Publicatiedatum 04/05/2020, 20192020
Antwoord

1. Ja we zijn hiervan op de hoogte. 2. België is van mening dat de zaak José Daniel Ferrer niet als een alleenstaand geval mag worden bekeken: elk geval - en niet alleen de symbolische en sterk gemediatiseerde zaak van Ferrer - verdient aandacht. Cuba telt ook andere gevallen, waarvan sommigen niet kunnen rekenen op steun van een achterban en media-aandacht zoals José Daniel Ferrer, wat hun zaak echter niet minder belangrijk maakt. België is bijgevolg voorstander van een aanpak die niet alleen focust op de zaak Ferrer, maar wel het algemene klimaat van repressie en arbitraire aanhoudingen van mensenrechtenverdedigers, onafhankelijke journalisten of andere kritische burgers aankaart. Daarnaast is ook de stijging van reisrestricties en intimidatie, zelfs tegen correspondenten van internationale media in Havana, zorgwekkend. 3. Deze gevallen van mensenrechtenschendingen worden in de relevante EU-raadswerkgroepen besproken. Daarnaast komen dergelijke kwesties ook in internationale fora zoals de VN-Mensenrechtenraad aan bod. Zo maakte ons land tijdens het derde Universeel Periodiek Onderzoek van Cuba reeds de aanbeveling dat de Cubaanse overheid de nodige maatregelen dient te nemen opdat mensenrechtenactivisten en leden van het middenveld hun recht op vrije meningsuiting en vrijheid van vergadering en vereniging kunnen uitoefenen. 4. Samen met onze Europese partners hebben we verschillende stappen ondernomen bij de Cubaanse autoriteiten, met het verzoek om grondwettelijke en wettelijke rechten te respecteren, inclusief het recht op een eerlijk proces. Zo heeft de delegatie van de Europese Unie in Cuba om toelating verzocht om de rechtszitting van de heer Ferrer op 26 februari te mogen bijwonen, maar dit verzoek werd niet ingewilligd. Na zijn veroordeling heeft de heer Ferrer via een Europese ambassade in Havana zijn dank overgemaakt voor de stappen die de EU en haar lidstaten tijdens zijn detentie hebben ondernomen. 5. De heer Ferrer werd op 3 april 2020 veroordeeld tot vier en een half jaar huisarrest voor slagen en verwondingen (het Openbaar ministerie had negen jaar gevangenisstraf gevraagd). België, dat toegewijd is aan het principe van Habeas Corpus zoals gegarandeerd door de Cubaanse grondwet, zal niet alleen de zaak Ferrer, maar ook de andere gevallen waarin ernstige schendingen van de mensenrechten worden geconstateerd, nauwlettend blijven volgen, om de volgende stappen te overwegen in nauwe samenwerking met onze EU-partners. Zo heeft EU Hoge Vertegenwoordiger Josep Borrell bij monde van diens woordvoerder Cuba met aandrang opgeroepen om alle gevallen van opsluiting ten gevolge van de uitoefening van de fundamentele rechten te herzien en alle betrokkenen vrij te laten.

 
Eurovoc-hoofddescriptorBUITENLANDS BELEID
Eurovoc-descriptorenCUBA | RECHTEN VAN DE MENS | POLITIEKE OPPOSITIE | BUITENLANDS BELEID | GEVANGENISSTRAF