Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0319 - Zittingsperiode : 55
Auteur | Olivier Vajda, Ecolo-Groen (07301) |
Departement | Minister van Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing |
Sub-departement | Middenst, Zelfst, KMO's, Landbouw, Institut Hervorm, Democr Vern |
Titel | Normen van het FAVV. |
Datum indiening | 15/02/2022 |
Taal | F |
Status vraag | Antwoorden ontvangen |
Termijndatum | 22/03/2022 |
Vraag |
In zijn businessplan 2021-2024 (https://www.favv-afsca.be/thematischepublicaties/_documents/2021-06_BP-21-24-NL-Final_V3-_signe.pdf), stelt het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) de resultaten voor van een 'kwalitatieve enquête om de standpunten, de behoeften, de verbeteringsmogelijkheden en de risico's die de operatoren, de federaties en de overheden hebben waargenomen te achterhalen' (p. 37). Een van de bezorgdheden die bij verschillende respondenten blijft bestaan, is de aanpassing van de normen voor kleine landbouwbedrijven: 'Het belang dat de eisen en verplichtingen voor kleinere landbouwbedrijven zoveel mogelijk worden bekeken en, indien nodig, aangepast om nieuwe marktdeelnemers aan te moedigen en innovatie te bevorderen' (p. 38). Er wordt dus expliciet gevraagd de uniform opgelegde normen, ongeacht de omvang van het bedrijf, te heroverwegen. In zijn algemene aanpak van het beleid voor 2021-2024, geeft het FAVV aan open te staan voor evolutie: '[...] moet de organisatie ook in staat zijn bepaalde veranderingen in gang te zetten om te evolueren, te verbeteren en te moderniseren' (p. 42). 1. Werd er gevolg gegeven aan de resultaten van die enquête? Zo ja, welke maatregelen zijn daaruit voortgevloeid? Welke maatregelen werden er specifiek naar aanleiding van de hiervoor aangehaalde bezorgdheid met betrekking tot kleinere landbouwbedrijven genomen? 2. Wordt er nagedacht over of zelfs al werk gemaakt van de differentiatie van de vereisten in de normen tussen kleine, ambachtelijke bedrijven en kleine keukens (schoolkantines) enerzijds en industriële spelers anderzijds? 3. Hoe wordt dat streven naar verbetering, die in de algemene aanpak geformuleerd wordt, in praktijk gebracht, meer bepaald als het gaat over de controle van de operatoren? |
Status | 1 réponse normale - normaal antwoord - Gepubliceerd antwoord |
Publicatie antwoord |
![]() |
Publicatiedatum | 28/03/2022, 20212022 |
Antwoord |
Het doel van deze kwalitatieve enquête is om de perceptie van de stakeholders te kennen over de manier waarop het FAVV zijn huidige missie vervult en over de strategische visie van het Agentschap, zodat het Agentschap deze strategische visie kan aanpassen in zijn nieuwe businessplan. De resultaten en bekommernissen van deze kwalitatieve bevraging vormen een belangrijke input voor het businessplan, naast andere enquêtes. Ook dient te worden opgemerkt dat de conclusies van het kwalitatieve onderzoek aan de hand van een SWOT analyse zijn besproken in de het Raadgevend Comité waarin alle belanghebbenden zijn vertegenwoordigd. Wat betreft de specifieke bekommernis met betrekking tot de kleine landbouwbedrijven, werd er door de voorlichtingscel van het FAVV in 2015 een ondersteuningsstrategie ontwikkeld voor kleine producenten. Een pilootproject werd toen uitgevoerd om de specifieke behoeften van landbouwproducenten te evalueren. De begeleiding is er vandaag op gericht om landbouwproducenten te ondersteunen, en meer in het algemeen kleine bedrijven en zelfstandigen die in de voedingssector werken. Er werden reeds informatiesessies gegeven in verschillende domeinen zoals etikettering, rechtstreekse verkoop op de boerderij, bijenteelt, zuivelverwerking en boomgaardproducten. Naast de ondersteuning van operatoren door het houden van conferenties en trainingen, worden ook individuele vragen beantwoord per telefoon of e-mail. Sinds 2020, en na de gezondheidscrisis werd een gratis webinar-aanbod ingevoerd om de meest voorkomende vragen van operatoren te beantwoorden. Tenslotte is de begeleidingscel aanwezig om vragen te beantwoorden op beurzen of evenementen, zoals de landbouwbeurs Libramont, waar bevoorrechte contacten worden gelegd met de uitbaters. Het FAVV geeft ook conferenties om deze actoren in de primaire sector te begeleiden op het vlak van voedselveiligheid bij hun diversificatieactiviteiten. In het kader van zijn business plan 2021-2024, dat rekening houdt met de maatschappelijke evoluties en de nieuwe productiemethodes, werkt het FAVV momenteel aan een revisie van het koninklijk besluit van 22 december 2005 tot vastleggen van de frequenties van inspecties waarvoor de aanwezigheid van een agent van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen in inrichtingen van de vlees- en vissector in het raam van het controleprogramma van het Agentschap vereist is. In datzelfde kader worden momenteel ook de criteria voor het bepalen van het risicoprofiel van een operator herzien. In beide gevallen wordt het criterium "omvang van de operator" meegenomen. In het hoger vernoemde koninklijk besluit zullen specifieke inspectiemodaliteiten voorzien worden voor kleine operatoren in de vlees- en vissector. Daarmee beantwoordt het FAVV aan de vraag van de stakeholders om de overgang van een toelating naar een erkenning, die vereist wordt volgens de Europese verordening 853/2004, minder zwaar te maken. Het FAVV voorziet een verlaging van zowel de inspectiefrequentie als de duur van de inspecties bij deze kleine operatoren. In het "Memorandum van overeenstemming in de vleessector: organisatie van de keuring en herwaardering van de contracten van de opdrachthouders" dat eind 2021 werd ondertekend door de vertegenwoordigers van de betrokken sectoren, de vertegenwoordigers van de dierenartsenorganisaties, het FAVV en ikzelf, werd beslist dat de herziening van het koninklijk besluit in 2022 zou plaatsvinden. In het kader van de herziening van dit koninklijk besluit heb ik het FAVV gevraagd om de frequentie van de controles zoveel mogelijk aan te passen aan de risico's en de omvang van de operatoren. Het risicoprofiel van een operator werd in 2006 vastgelegd door het FAVV en houdt rekening met het al dan niet beschikken over een gevalideerd autocontrolesysteem, het aantal sancties en de inspectieresultaten. Momenteel wordt geëvalueerd of de omvang van de operator en informatie die kan wijzen op problemen, zoals gegevens sociale inspectie, financiële informatie, onderlinge verbanden, enz., zoals bepaald in de Europese controleverordening, eveneens in rekening kunnen gebracht worden bij de bepaling van het risicoprofiel wat het mogelijk zou maken om de inspecties meer te verfijnen. Op dit moment beschikt het Agentschap in zijn databanken niet voor al deze factoren over gegevens zodat een evaluatie ervan voor de bepaling van de omvang en de daaraan gekoppelde potentiële impact op de voedselketen niet altijd mogelijk is, maar het Agentschap werkt eraan om deze evolutie mogelijk te maken. Er wordt ook gewerkt aan een aanpassing van de erkenningsmodaliteiten om deze toegankelijker te maken en de beperkingen te reduceren, wat het op termijn gemakkelijker moet maken voor de kleinste operatoren om een erkenning (B2B) te bekomen in plaats van een toelating (B2C) en ze zo dus hun activiteiten eenvoudiger kunnen uitbreiden naar andere professionelen en ze niet gelimiteerd worden tot de eindgebruiker. Het is de short cut die dit ook zal vergemakkelijken, waar het Agentschap aan werkt. In enkele specifieke gevallen wordt het criterium omvang van de operator reeds in rekening gebracht op basis van duidelijk omlijnde gegevens. Zo wordt bijv. in het kader van de uitvoering van de Europese regels inzake officiële controles in de slachthuizen, het aantal verplichte monsternemingen voor een aantal microbiologische parameters (salmonella en campylobacter) vastgelegd op basis van de grootte van de slachtgegevens van de individuele bedrijven. Ook in het kader van de autocontroleversoepelingen wordt rekening gehouden met de omvang van de operator. Voor inrichtingen in de transformatiesector waar slechts twee voltijdequivalenten zijn tewerkgesteld, verlaagt de administratieve druk waardoor het behalen van een validatie van hun autocontrolesysteem eenvoudiger wordt. Het Agentschap beschikt ook over een koninklijk besluit voor directe verkoop en een vulgarisatiecel die, samen met de gewesten, de kleinste operatoren begeleidt. In tegenstelling tot wat soms wordt gezegd of geschreven, richt het Agentschap zich daarom ook resoluut op de kleinste operatoren en sluit het volledig aan bij de maatschappelijke veranderingen waarop zij willen inspelen, in overeenstemming met de Europese wetgeving en de veiligheid van de consument. |
Eurovoc-hoofddescriptor | LANDBOUWBELEID |
Eurovoc-descriptoren | LANDBOUW EN VOEDING | KEURINGSDIENST VAN WAREN | LANDBOUWBELEID |