Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0320 - Zittingsperiode : 55
Auteur | Leen Dierick, CD&V (01201) |
Departement | Minister van Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing |
Sub-departement | Middenst, Zelfst, KMO's, Landbouw, Institut Hervorm, Democr Vern |
Titel | FAVV. - Heffing voor primaire productie (MV 23193C). |
Datum indiening | 17/02/2022 |
Taal | N |
Status vraag | Antwoorden ontvangen |
Termijndatum | 29/03/2022 |
Vraag |
Het koninklijk besluit van 10 november 2005 betreffende de heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) heeft betrekking op de heffingen die het FAVV kan opleggen aan allerlei operatoren. Het betreft onder meer ook houders van schapen en andere categorieën van herkauwers, indien de betrokkene overeenkomstig artikel 1bis meer dan tien vrouwelijke dieren houdt, want anders wordt hij als hobbyhouder beschouwd. Aangezien het in casu een heffing voor primaire productie betreft, wordt het bedrag van de heffing berekend volgens bijlage 2, waarin het ongeïndexeerd bedrag van 198,97 euro wordt vermeld, zonder enige proportionele verdeling. Dit terwijl er ook bijdragen worden gevraagd door de Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) en de FOD Volksgezondheid als bijdrage tot het Sanitair Fonds. Dit betekent in de praktijk dus dat iemand die bijv. 12 schapen houdt, als operator beschouwd wordt en drie verschillende bijdragen moet betalen. Specifiek wat betreft de FAVV-heffing, wordt er bovendien geen rekening gehouden met het aantal dieren voor de berekening van het bedrag van de heffing zodra de grens van tien vrouwelijke schapen bereikt wordt. 1. Hoe staat u tegenover deze grens van tien vrouwelijke dieren om van een hobbyhouder of van een operator te spreken: is deze wettelijke grens nog toepasselijk of zou deze geherevalueerd moeten worden? Zou er niet op basis van andere criteria gewerkt moeten worden, en zo ja, aan welke criteria denkt u? 2. Is het redelijk dat iemand die bijv. 12 schapen houdt op een weide even veel heffing moet betalen aan het FAVV als iemand die op veel grotere schaal werkt en bijv. 200 schapen houdt? Zou er niet gewerkt moeten worden met een meer proportionele berekening van deze heffing? 3. Zou er niet tussen de FOD Volksgezondheid en het FAVV samengewerkt kunnen worden om tot één gemeenschappelijke heffing te komen voor operatoren? |
Status | 1 réponse normale - normaal antwoord - Gepubliceerd antwoord |
Publicatie antwoord |
![]() |
Publicatiedatum | 28/03/2022, 20212022 |
Antwoord |
Er werd voor gekozen om de ondernemingen en personen die onder de controle van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) vallen, te laten bijdragen voor het controleprogramma en dit ongeveer ten belope van 17 % van de financieringslast van het Agentschap via een specifieke jaarlijkse heffing. Deze heffing, betaald door alle actoren in de voedselketen, laat ook toe het hoofd te bieden aan de verschillende crisissen die beheerd worden door het FAVV. Deze nieuwe financieringswijze is opgesteld in nauw overleg met de beroepsverenigingen die de sectoren vertegenwoordigen. Het te financieren bedrag ten gunste van het Agentschap is geraamd en solidair verdeeld over de verschillende sectoren die actief zijn in de voedselketen (primaire productiesector, toelevering aan de landbouw, horeca, verwerking, groothandel, distributie en vervoer) naar gelang van het economisch gewicht van de sectoren (toegevoegde waarde en brutomarge), de controlelast, het risico voor de voedselketen en, in fine, de invoering van een gevalideerd autocontrolesysteem, dat een vermindering van de bijdrage met 75 % mogelijk maakte. Wat de vaststelling van het bedrag van de bijdrage per onderneming betreft, werd rekening gehouden met de inbreng van de beroepsverenigingen van elke sector om de berekeningsmethode vast te stellen gesteld. Voor de primaire productiesector hebben deze landbouworganisaties uiteindelijk gekozen voor één forfaitaire bijdrage per bedrijf, gekoppeld aan een vrijstelling voor activiteiten die beperkt blijven tot de behoeften van het gezin, hetzij bijvoorbeeld het houden van ten hoogste tien vrouwelijke dieren van meer dan zes maanden oud voor schapen, geiten en andere kleine herkauwers of het bewerken van ten hoogste 50 are landbouwgrond. Houders van kleine herkauwers voor hobbydoeleinden die niet voor de voedselketen zijn bestemd, moeten in voorkomend geval ook de jaarlijkse heffing betalen. Er is geen sanitaire veiligheid aan twee snelheden: 1. De door het FAVV uitgevoerde controles worden uitgevoerd volgens checklists van te onderzoeken punten, die even talrijk zijn in een klein als in een groot bedrijf: een fytolokaal is noodzakelijk, ongeacht of de landbouwer 10 of 150 hectare moet bespuiten, een tarweoogst vereist hetzelfde aantal passages, soorten productiemiddelen en behandelingen, ongeacht of het perceel 1 of 100 hectare groot is, een factuurboek in en out moet op dezelfde manier worden bijgehouden, enz. Het volume van de te controleren documenten of producten verschilt uiteraard tussen een kleine en een grote onderneming. 2. De risico's van besmetting bestaan tussen boerderijen, groot of klein, of zelfs voor de menselijke gezondheid als het gaat om een zoönose. Kleine herkauwers kunnen bijvoorbeeld overbrengers zijn van het mond- en klauwzeervirus op andere vatbare soorten, of van menselijke besmetting door overdracht van Coxiella burnetii, de verwekker van Q-koorts. Deze kuddes kleine herkauwers moeten daarom worden geïdentificeerd en zorgvuldig worden opgevolgd. Er moet ook worden benadrukt dat reeds in het verleden een aanzienlijke herwaardering van de federale dotatie ten gunste van het FAVV werd voorzien waardoor de last voor de sectoren beperkt werd. Zo bedroeg de jaarlijkse heffing van de sector dankzij deze herwaardering voor de primaire sector dus 207,13 euro in 2021. Het bedrag van deze vergoeding zou meer dan het dubbele zijn geweest zonder de herwaardering van de federale dotatie van het FAVV. Er bestaat een mogelijkheid om de heffing te verlagen. Als de operator zich ertoe verbindt het autocontrolesysteem van zijn onderneming te valideren, zal hij inderdaad de kosten van de diensten van de certificeringsinstantie moeten dragen, maar hij zal kunnen profiteren van een vermindering van vijf en 75 % van het bedrag vanaf het jaar volgend op deze validering, die gedurende drie jaar geldig is. In totaal kost deze toegekende verlaging jaarlijks meer dan 10 miljoen euro op het budget van het FAVV. Om de jaarlijkse bijdrage aan het FAVV te vermijden, volstaat het in fine dat de houders hun schapenkudde beperken tot tien vrouwelijke dieren van meer dan zes maanden in plaats van de twaalf die in uw voorbeeld worden vermeld. De bijdrage gestort aan het Gezondheidsfonds voor kleine herkauwers heeft een heel andere doelstelling en met name de specifieke kosten in het kader van de dierziektenbestrijding via een gemeenschappelijk fonds te solidariseren. Het is dan ook onmogelijk de kosten die verbonden zijn voor controletaken te combineren met de bijdragen aan een solidariteitsfonds. |
Eurovoc-hoofddescriptor | LANDBOUWBELEID |
Eurovoc-descriptoren | FINANCIERING | KEURINGSDIENST VAN WAREN | LANDBOUWBELEID |